der STÜKKEN. Xm N°. 665- Sententie door het Hof van Friesland uitgefproóken tegens Pieter Wolters. In dato den 12. July 1788. • • « . . • i . bladz. 213. . ■ ■ 666- ExtraB uit de Refolutien van Hun Èd. Gr. Mog, de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland , tn dat» den 12 July 1788, waar by vergiffenis wordt verleend aan Klaas Spanjaard , Jacob van der Woude , H ndrik Roemer , Jan Ham en Gerrit Keyzer , alle woonende te Medenblik. . . , . * . ' . bladz. 2iö. — 667. Publicatie van het Wel Ed. Gerechte der Stad Utrecht, waar by eene generaale Illuminatie binnen de Stad en huiten derzelver Voorfteden, op den ~[den Augustus aanjlaande , wordt geórdonneert. In dato den' 17 July 1788........ bladz. 218. i 668 ExtraB uit het Refolutie-Boeh der Stad Groningen, waar by een Formiilier-Cabed aan de Predikanten van Westerwoldingeland wordt voorgefchreeven. In dato den 17 Juli 1788. bladz. 220. 1 669. Publicatie van Hun Ed. Mogenden de Staaten van de Stad Groningen en Ommelanden, waar by alle Gewapende Genoodfchappen ten Platten Lande worden gedisfolveert. In dato den 18 July 1788. . . . bladz. 222. i 670. Publicatie van Hun Ed. Mogenden de Heeren Gedeputeerde Staaten van Utrecht, waar by aan allen en een iegelyk Burger en Ingezeten der Provincie permitteeren, om op den iden Augustus aahftaande hunne Huizen te Illumineeren. In dato den 18 July 1788. . bladz. 224, —1 671. ExtraB uit het Register der Refolutien van Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, waar by Paulus Hejsrma^s, om redenen in dt  XIV REGISTER de Refolutie vermeld, vervallen word verklaard van zyne paft ais Secretaris te Waalwyk. In dato den 18 July 1788. . • • 1 ' • bladz. 226. N°. 672. Waarfchouwing van het Hof van Hollanden de Magiftraat in 's Hage, waar by zo wel aan de Edelen en Suppoosten van den Hove als aan de Burgers en Ingezetenen van ' 's Hage wordt gewaarfchouwt, om op den -jden Augustus aanftaande te Illumineerent In dato den 18 July 1788. • ••••••» bladz. 231. - 1 673. Publicatie van het Ed. Gerechte der Stad Rotterdam, waar by den 7 den Augustus aanftaande bepaald wordt tot het doen van eene generaale Illuminatie. In dato den 23 july 1788 bladz. 232. ■• 674. Extrati uit het Register der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, over de Refolutie door de Heeren Staaten van de Provincie Stad en Lande genoomen , om een foulaas van 6 fluiv. per week aan de Militie ter repartitie vanHunEd.Mog.ftaande goed te doen &c. In dato den 24 July 1788. bl. 234. — • " 675. Publicatie van den Gerechte der Stad Amfieldam, waar by het doen van eene algemeene Illuminatie op den iden Augustus aanftaande wordt geordonneerd. In dato den 25 July 1788 bladz. 235. ta—— 676. Regeerings-Verandering te Medenblik , ingevolge Publicatie van zyne Doorl. Hoogheid. In dato den 25 July 1788 4 bladz. 236. 677. Publicatie van de Heeren van de Weth der StaH Delft, waar by het doen eener algemeene Illuminatie in dis Stad bepaald wordt, tegens den Iden Augustus aanftaande, In dato den 26 July 1788* , , bladz. 237,  der STUKKEN. XV H*. 678. Regeerings-Verandering te Enkhuizen, ingevolge Pit. Uicatie van zyne Doorluchtige Hoogheid. In dato den 26 July 1788. . ..... bladz. 239. •1 679- Publicatie van den Gerechte der Stad Leiden, behelzende vermaaning aan alle de Ingezetenen om in de Illuminatien, welke door de Heeren van de Regeering op den iden Augustus ftaan te gefchieden, deel te neemen. In dato den 28 July 1788 bladz. 240. ■■■ ' <58o. Dankzegging door den Heer Hoofd-Officier van Staveren te Rotterdam , gedaan aan de Officieren der provifioneele Burgerwagt £fc. In dato den 28 July 1788. bladz. 243. r— 681. Publicatie van de Ed. Regeering der Stad Alkmaar, waar by eene algemeene Illuminatie tegens den iden Augustus aanftaande word bepaald. In dato den 28 July 1788. • bladz. 244. "■ 682. Memorie door den Graave de St. Priest overgegeeven aan Hun Hoog Mogenden, den 29 July 1788. ' • . bladz. 246. • 683- Regeerings-verandering te Monnickendam, ingevolge Publicatie van zyne Doorl. Hoogheid. In dato den 29 July 1788. . . . . . bladz. Ï48. ■ ' " " 684. Regeerings-verandering te Edam, ingevolge Publicatie van zyne Doorl. Hoogheid. In dato den 29 July I788. . . t . . , wadz, 250. r—— 685. Ordonnantie van de Ed. Achtb. Magiflraat der Stad Delft, waarby aan verfcheidene Perfoonen, alle Leden van het gewezen Exercitie-Genoodfchap onder den Zinfpreuk: Tot herdel der Delffche Schutteiye enz. voor altoos de Stad wórdt ontzegt. In dato den 29 July 1788. bl. 250. N°.  der stukke ft. xvii Jm'0. 692. Waarfchouwing van Bailjuw, Schepenen en Mannen van Schieland, ■ waar by aan de Opgezetenen. vin de Anbachten van Schieland, nog eenmaal wordt gelegenheid gegeeven om op den iden Augustus aanftaande , eèw generaale Illuminatie te doen &?<;. In dato den 4 Auguft. 1788 bladz. 267. \ 693. Bericht van eene Negotiatie door Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, ten dienfte van de Oost-Indifche Compagnie, groot vyf Millioenen Guldens, tot den Intrest a 4 per Cent iti 't jaar, vry van alle Belastingen en Collateraal. In data den . . Aug. 1788. ^ . < - bladz. 268. t> 694. Request van het Officie Fiscaal aan den Hovei Provinciaal van Gelderland, tegens Robbert Jasper Baron van der CaPELLEN tot den Marsrh en Engelenburg, in dato dm 59 j'uiy T788- Benevens het Vonnistegens zyn Hoog Wel Gei. door voorfchreeven Provinciaal Hof van Gelderland geveld, *en gepronuncieert den 8 Aug. 1788 bladz. 272.. r.. 695. Request van den Eerw.. Kerkenraad der Walfche Gemeente te Zwolle, aan de Ed. Hoog Achtbaare Magiflraat dier Stad, behelzende verzoek, om den Heer Pierhe CheVallier in zyn Predikambt by die Gemeente te herftellen • bladz. 283. — 696. Ext'raiï uit het, Boek van Refolutien der Stad Zwolle, waar by het verzoek in voomiftaande Request, door de Kerkenraad van de Walfche Gemeente gedaan, wordt afgeftagen. ïn dato den 13 Aug. 178B. hl. 285. «——090. extract uit net, bock van n.eiwuHcn uer watt « 1, 697. Misfive van den Poeha van Tripoli, aan: zyn * * Door-  &VIII REGISTER. Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince van Orqngè en Nasfauw rjfc. &c. overhandigt den . . Aug. 1788. bladz. 287. K°. 698. Voardragt van de Heeren Gedeputeerden van da Provincie Utrecht, ter Vergadering van Hunne HoogMogenden, betrekkelyk Obligatien ftaande op den naam van G. W. B. Visscher. In dato den . . . Augustus, 1788. . . bladz. 289. *■r 1 ■ 699- Refolutie van Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, waar by den Agent H. Slicher in de executie van zyne funtlie en in het Traüement daar aan geattacheert, wordt gefurcheert. In dato den 27 Juny 1788. . . bladz. 290*. 700. Request van den Agent H. Slicher aan Hm Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden , behelzende onder anderen verzoek, Haar Hoog Mogenden intentie en goedvinden te mogen verjlaan omtrent het al of niet hervatten der exercitie van zyns Suppliants Post, welke hy vermeent altoos getrouwelyk en als een Man van eer te hebben bekleed, bl. 292. * 701. ExtraB Uit het Register der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, waar by den Agent Slicher, uit den éêi en dienst van Haar Hoog Mogenden wordt ontflagen. In dato den 19 Aug. 1788. . . • bladz. 295. »■ ■ Waarfchouwing van den Ed. Hove van Holland en Magiftraat in 's Hage, dat 'er op den aanflamden Verjaardag van zyne Doorl. Hoogheid den Heere Erf-Prince niet zal geïllumineerd worden. In dato den 20 Aug. 1788.  i E ft STUKKE n; XHflt 1788. bladz. 296. H°. 703. Publicatie van de Hoogi Regeering der Stad Ut. recht, wegens het houden van eene plechtige Dank-Predikatie, op dingsdag den i6den September aanftaande, indé Dom-, jacobi- en Nicolai-Kerken des voornoem van negen tot elf uuren. In dato den 25 Aug. 1788. . bl. 297. *—— 704. Formulier van den éèd, by de Militie te deen, alvoorens binnen de Stad Utrecht in Guarnifoen te komen. • . . . . bladz. 299. ■'' 7°5- Rapport der Heeren Gecommitteerden tot de Petitiën van den Raad van Staaten en der Financien der Provincie van Stad en Lande. In dato den . . Aug. 1788. .• ; J bladz. 3C0. —~ 706. ExtraB uit het Register der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden , betrekkelyk de West-Indifche Compagnie, en het verval van derzelver Handel. In dato den 27 Aug. 1788. . . . . . . bladz. 303. IÉ»* 707- ExtraB uit de Refolutien van de Ed.Groot Achtb. Heeren Curatoren over 's Lands Univerjiteit binnen Leiden en Burgemeesteren derzelve Stad, waar by de Profesfor B. Voorda van zyne post wordt ontflagen. In dato den 1 September 1788 bladz. 309. '' 1 1 708. Waarfchouwing van den Gerechte der Stad Utrecht, waar by wordt bekend gemaakt dat op den löden September aanftaande, geen Illuminatien in die Stad zullen plaats hebben. In dato Jen 4 Sept. 1788. bl. 31». *' 709- Refolutie van Hun Edel Mogenden de Heeren * * 1 Gj-  XX R EGISTER jjjrz. Gedeputeerde Staatefi van Friesland, waar by Ds. F. H. Cramer als Predikant te Suawoude en Tietjerk wordt gedeporteerd. In dato den 4 Sept. 1788. . bladz. 311, N°. 710. Èxtraü uit het Register der Refolutien. van Htm Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, betrekkelyk Jean Gabriel de la Font, gefufpendeert Predikant van de Walfche Gemeente in 's Bosch. In dato den 4 Sept. 1788. . bladz. 314, v e k:  VERZAMELING VAN PLACAATÉN, RESOLUTIÈN EN ANDERE AUTHENTYKE STUKKEN enz. BETREKKINÓ HEBBENDE TOT DE GEWIGTIGE GEBEURTENISSEN , IN DE MAAND SEPTEMBER 1787 EN VERVOLGENS, IN DE REPUBLIEK DER VEREEjMÏGDE NEDERLANDEN VOORGEVALLEN. Hl0, 609. Memorie van de Heeren Mdxert tot de Leemkuil, de Vos van Steenwyk tot den Hogenhof, Graave van Rechteren tot Westerveld, Van Haersolte tot den Doorn, de Vos vm Steenwyk tot Nyerwal, van Isselmuden tot Zwollingerkafnp, en van Isselmuden tot Paaslo, den 14 May 1788 ter Staats-Vergadering van Ridderfchap en Steden ingezonden. Edele Mogende Heeren! De Ondergeteekenden ontfangen hebbende Ü Ed. Mogenden Refolutie van den 2den April jongstleden , waar by zy peremptoir gefommèerd wor- VII. Deel. A den,  a Verzameling van Stukken hetrekkclyk tot den, om op het tweede Reces des Landdags, het welk bepaald is op den I4den Mey aanftaande, af te leggen cenen éed, en daar by te belooven „ de „ tegenwoordige Conftitutie en Regeeringsforms zo en als dezelve in den jaare 1747 relatief het Stadhouderfchap en Erf-Stadhouderfchap, conform de Refolutie en Reglement op de Regeeringe in 1748 vernieuwt en herdrukt, is vastgefteld, in alle haare deelen te zullen helpen conferveeren en maintineeren; voorts vigileeren te« gen alle iigues en famenfpanningen*, tot onder» i, myning of om verrewerping van het zelve, ondernoomen wordende''. — Zo hebben zy ge» meend, om tot voorkoming van alle verkeérde interpretatien, uit het geheel ftilzwygen veellicht zullende gebooren worden, hunne gedachten over dit onderwerp aan U Edel Mogenden open te leggen. Vooraf moeten de Ondergeteekenden aanmerken , dat zy het met U Ed. Mogenden vólkomen eens zyn, dat het Erf-Stadhouderfchap een esfentieel déél van de Conftitutie uitmaakt; zodaanigdat zy Ondergeteekenden oirdeelen, dat by gebrek van dit gedeelte der Conftitutie, deeze Provincie zeer veel van haaren welvaart zoude verliezen; en dit word tot volkomen klaarheid gebragt, wanneer men gadeflaat de combustien, verwarringen en disordres in deeze Provincie geduurende de voormaalige Stadhouderlooze Regeeringen voorgevallen J Welke te ligter kunnen ontdaan, en roet te meer efFe<°. werken, als men de natuur en gefteldheid dei Provinciaale Regeering in aanmerking neemt, welke beftaat uit vier, volftrekt van elkander onafhankelyke, Staatsleden, de Ridderfchap naamelyk, en drie, de Souvereiniteit afgefcheiden van die der gezamentlyke Staaten uitoeffeneDde Hoofdfteden; welker particuliere interesfen fomwylen ter prejudicie dergemeene zaak tegen elkander loopen; waar door geëffectueerd word, dat de beste Refblutiea of achter blyven , of genoqmen zycde door onwil-: lig-  de Gèheurunisfen fa ènt. voorgtvallênc $ Ügheid van het een of ander Lid elufoir raaken j en buiten effeö komen; om welk inconvënient të remedieeren, de Stad.houderlyke invlo'ed van een oneindig nut is; al het Welk uit de gefchiedenisfen Van deeze Provincie zo van vroeger als laater tyd j breeder zoude kunnen worden gèftaafd. Daar dan dit het óprecht en duidelyk begrip Van de Ondergeteekenden omtrent dènoodzaakelykheid van de Stadhouderlyke Conftitutie is, zo kunnen de Ondergeteekenden niet ontveinzen gevoelig aangedaan geweest te zyn over de imputatie, die de ter Vergadering prefent geweest zynde Heeren Van de Ridderfchap by hun aanteekenihg van den24ften OÉtober des afgeweeken jaars, dezelveü hebben toegevoegd, van de Stadhouderlyke Conftitutie te hebben vernietigd; eene imputatie, die de Ondergetee» kenden echter vermeenen, dat uit derzelver handelingen in geenen deele is op te rriaaken ; vertrouwende, dat ieder onpartydig, en der oude Conftitutie onzer Provincie kundig Mensch , die de moei" te neemt van het Reglement op de begeeving der Ambten en Comrnisfien van den I4den Mey de» afgeweeken jaars, in vergelyking te brengen met dé Inftructien van de Heeren Maürits , Fredrik Hendrik en WilleM den II. Princen van Orange HöoglofF. Memorien, van zelvs in het oog moet loopeno dat aan de voorfz. Heeren Stadhouderen mindes» inachts by de Inftructien was opgedraëgen iü dé bë» geeving der Ambten en Comrnisfien, dan aan dea tegenwoordigen Heere Erf-Stadhouder by voorfchreeven Reglement $ en de Ondergeteekenden laaten het dus aan een ieder onbévoofoirdeeld beoirdeelaar over te beflisfen, of men niet met die' ëvengemelde fchikking heeft getracht de Regëe* ringsform deezer Provincie meerder overeenkom» ilig te maaken met die oude Conftitutiei waar flie» de deeze Republiek is groot geworden'. De Ondergeteekenden; declareereh dati rörjdèlyka Onbewimpeld en Oprecht, dat wanneer zy opgeroë= f en SreMëiii Gin onist êéde te &ëi@g¥eüj &ê êtüé* h è hm*  4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot houderlyke Comftitutie , (by aldien dezelve ge»fchoeid was op den voet als by voorfchreeven Inftructie bepaald was, of ten minften zodaanig, dat de al te gropte dependentie der Regeeringsleden, van den Heere Erf-Stadhouder ophield) , in alle naare deelen te zullen helpen conferveeren enmaintineeren; voorts te vigileeren tegen alle ligues en famenfpanningen tot ondermyning of om verre wer-, ping van dezelve ondernoomen wordende; zy zeer gereed zouden zyn dien ééd af te leggen en heilig nate leeven; dan daar de Ondergeteekenden gefommeerd worden, om die alzo folemneele belofte te presteeren , omtrent het Stadhouderfchap en Erf-Stadhouderfchap, zoals het zelve by de Refolutie en Reglement van Regeeringe van 1675, vernieuwt en herdrukt in 1748, in deeze Provincie is vastgefteld; zo vinden de Ondergeteekenden veele gemoedely.ke zwaarigheden, welke hun nopen om zich van het afleggen van deezen ééd te moeten excufeeren. —■— Een der voornaamfte is kortelyk deeze, dat de Ondergeteekenden zouden moeten belooven de Stadhouderlyke Conftitutie , zo als dezelve by het Reglement van.Regeering van iö^j, in 1748 herdrukt, bepaald is, niet alleen te maintineeren maar zelvs te conserveeren. De Ondergetekenden begrypen toch, dat deeze belofte van confervatie veel verder gaat dan die van maintien en obfervantie, Zo als dezelve in den ééd van 1750 geëxprimeerd is, dewyl de laatfte geen verder esfort forteert, dan zo lang het Reglement Itand grypt; ten dien effeöe, dat de éédzweerders onder geen j andere verplichting gebragt worden , dan die, van het ReglemeDt,zo lang het fubfifteerc, te obferveeren, en in dat cas alleen anderen tot de ualeeving te verplichten; het welk geenfintsuitfluit, dat zo een Reglement fchaadelyk bevonden wordende, door die, welke daar toe de magt heeft, zoude kunnen, na tyds gelegenheid, gealtereerd en veranderd worden; even gelyk omtrent alle andere Wetten en Reglementen, de ordinaris Politie  de Gebeurtenis/en ïn 1787 enz. voorgevallen. 5 en Juflitie concerneerende, plaats heeft: want of jfchoon deeze door een ieder moeten worden geobferveerd en nageleefd, en de Officieren der Julti. tie, om dezelve te doen obferveeren, met ééJe by liet aanvaarden van'hunne Bedieningen zyn verbondeu, zo belet dit geendnts derzelver verandering, by aldien de Wetgeever zulks nodig oirdeelt:en de verplichting van najeeying voor den Ingezeten, en die van doen obferyeeren, tea aanzien van den Officier der Juftitie, cesfeert te gelyk met de alteratie van de YVet of het Reglement. De belofte van cpnfsrvatie daar en tegen fluit eene voortduuring in, want'het denkbeeld van conferveeren geefr, djt duidelyk te kennen; de genuine betekenis des woords is toch iets te behouden , bewaaren en onveranderhk te doen blyven. Men zegge hier niet tegen , dat deeze term niets'meer zoude behelzen, dan het geen men by den ééd van 1750'omtrent de cbfervantie van het Reglement beloofd heeft ; en dus, dat de tegenwoordige belofte dé verandering der abuifen, in het Reglement ervintelyk ; nier zoude uitfluiten : want toch de betekenis der woorden is zeer pnderfcheiden ; het denk» foee'd van obfervantie belet geene alteratie, daar én tegen het denkbeeld van confervatie ia de gewooné betekenis fluit alle verandering uit: Dit nu de woorden van een ééd in de gewooqe bate» kenis , die dezelve ip het dagelyks gebruik hebben , mouten worden opgevat, leert, onder yeeï anderen, Grotios de Jure Bellitf Pac. L. LI. C. 13. §. 5. daar hy zegt: Nor. tr.msn ultra receptum loquenB{ morera extendenda est juramenti fignificatio; zo'dat» naar het inzien van de Ondergetekenden de te doe-? ne belofte, den éédzweerderen zodaanig verbindt, dat dezelve zélvs geen propofitie tot verandering mogen doen, zonder zich aan overtreding v%n hun* ne gedaane belofte fchuldig te maaken. Daar nu de Ondergetekenden de zaak aldus uit haar eigenaartig pipgpunt befchouwen, en een afkeer hebben vanallp verdraaiingen en meataafe reïérvatien, 'dié tüands A 3 by  6 Verzameling van Stzdten letrelhlyk iet by het vermenigvuldigen der ééden, helaas! veel al in zwang gaan ; zo begrypen U Ed. Mog. licfirelykr, dat de Ondergetekenden deezèn ééd, voorh-ehou. dens derzelver goed geweeten, en de plichten , die de Ondergetekenden ter betrachtirg, als Re rnten, zich voordellen, njet kunnen afleggen; dewyl de Ondergetekenden al nog in begrip (laa i, d^t net al- femeen vyeteyn, de hoogheid der -taiten van de rovincie, en de onzydige adminiftr .re van Jufti'. r.ie, en over zulks het allenthaivige gt luk der Ingezetenen volftrekt vorderen, dat de grove abuizen in voorfz. Reglement gevonden word;.ndc- worden weg genomen. De Ondergetekenden zullen toahd$ zich dispenfeeren, om alle gebreken van het Regie, ment op te noemen, welke veel al in de propofiien, en advifen der Staatsleden, deeze materie betrek, kelyk, geduurende de. jongde twee jaaren te vindén zyp, en achten het dus onnodig om dezelve rbandg te repeteeren; alleenlyk zullen de Ondefgetékeq". den, dewyl dit ppindt'in voorfz. Staatsdukk n wel in het yooibygaan is aangeroerd, doch niet in alle gevolgen is gedeveloppeerd, ü Ed Mogenden doen obferveeren , dat by aldien de groote invloed by het Reglement van 1Ó75 den Heere Prince Erf-Stadhouder opgedragen ', alleen gcfehikt wj< , om ds macht van Hoogstdenzelven te vermeerderen, de. zelve op verre na niet zo gevaarlyk zoude wezen, dan dezelve by confequentie thands in effeóte worden kan; doordien hier door mede een zekeren in. vloed aan Particulieren kan gebooren worden, die teer fchaadelyk kan wezen, en op een allerhaateJykst foort van ariftocratie uitloopen. Wie toch, die de zaak in alle deszelvs gevolgen door denkt," 'moet niet erkennen, dat de Heer Erf-Stadhouder, Kapitein- en Admiraal-Generaal van alle de zeven vereenigde Gewesten, mitsgaders van het land» fchap Drenthe, en van de Landen onder hetresforc van de Generaliteit behoorende, als mede met hei opperbewind der Oost- en West-Ji difche MaatJchappyen, en die dus zo veel depauepienten in de, ' '' ' ' " ' v *"" "'" "•'' ;* zaai  tii Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 7 Eaaken van oorlog te water en te lande onder Hoogstdeszelvs directie gefteld vindt > onmooglyk ib ftaat is, om alle deeze waardigheden, en de daar uit refulteerende moeite en last perfooneel uit te oeffenen: waar by komt, dat het den Heere ErfStadhouder onmooglyk is alle de mededingers tot de vaceerende ambten, in zo eene afgelegene Provincie als deeze, in perfoon te kennen , en dus buiten ftaat, om over de gefchiktheid en ongefchiktheid der follicitanten tot die posten te oirdeelen; het geen natuurlyk moet te weeg brengen , dat Hoogstdezelve in eene, zo weinig rols in de zaakea van het gemeene Bondgenoodfchap fpeelende,Provincie, als die van Overysfel , in de uitoeffening van Hoogstdeszelvs opgedragen gezag in deeze Provincie, zich bediene van den raad en advis van fommige Leden van Regeering van dezelve,en hier na veel al de uitdeeling der gunften richte. Dit kan verfcheide zeer gevaarlyke uitwerkzelen hebben. In de eerfte plaats kan hier door verbroken worden de egaliteit, tusfchen Leden van eene en dezel. ve Regeering behoorende plaats te grypen: het kan toch niet misfen, of de gene, die het oor van den Heer Erf-Stadhouder hebben, en die alzo voor de eigentlyke uitdeelers der gunften worden aangezien, verkrygen eenen invloed op hunne mede-Staatsleden, welke deeze laatfte al vry afhangelyk van de eerfte maakt; en wanneer deeze goedvinden hunne mede-Leden door beloften van gunst, of door dreigementen van ongunst tot hun gevoelen over te haaien, kan het zeer lichtelyk gebeuren, dat gene wel eens, tegen hun beter weeten aan, in zaaken toeftemmen, die hun gemoed afkeurt: jazelvs,al betreffen die zaïken noch rechtftreeks noch zydelings den Heere Erf-Stadhouder of die hooge waardigheid; het kan genoeg zyn, wanneer de zaaken van die natuur zyn, dat dezelve den bedeeier der gunften of deszelvs vrienden, of magen of gunftelingen betreffen en dit is zeker niet vreemd, al* jnen. gade ftaat, dat ambitie en voordeel twee fterke A 4 dryf.  $ Verzameling van Stukken betrekkelyk tot dryfveeren der menfchelyke daaden zyn, die veel al den flerveling tot onderwerping brengen , hoe ongevallig het andeffints ook wezen mag om voor zyn egaaleu in geboorte en ftaat Jaag te kruipen. En de gevolgen kunnen, in de tweede plaats, nog veel meer gevaarlyk voor het geluk der Ingezetenen zyn, wanneer de Heer Erf-Stadhouder Hoogstdeszelvs keure in deezen vestigt op Staatsleden, die teffens de Ambten van Hoofd-Officieren der Provincie bekleeden. Deeze Heeren zyn gechargeerd met de adminiftratie der Crimineele Juftitie, met de executie van 's Lands Placaaten, en met meer andere regalien, hun, het zy by Landrechte en nadere Placaaten en Refolutien, het zy by coftumen, gedemandeerd. Wanneer nu deeze Heeren voor. de uitdeelers der gunden worden gehouden, zo verkrygen zy daar door eenen invloed ook in de executie hunner Ambten, die voor den Ingezeten zeer bezwaariyk kan worden , en waar by die groote waarborg van 's Lands Vryheid, de adminiftratie van onzydige Juftitie tusfchen hun , die naamens de hoogheid der Provincie ageeren, en den Ingezetenen, tegen welke zy vermeenen te moeten werkzaam zyn, een geweldigen fchok kan krygen; en dit is voor al in deeze Provincie des te gevaarlyker, om dat in dezelve niet gevonden wordt, gelyk in de andere Provinciën, een accufator publicus, die waa» kea moet, dat 's Lands Officieren van de Juftitie hunne ambten behoorly.k waarneemen, eo dezelve verplichten , eensdeels om 's Lands Placaaten te doen werkzaam zyn tegen een ieder die dezelve over.treed, zonder aanfchouw van Perfoonea , en door anderdeels te beletten, dat niemand boven 't recht worde bezwaard; en welke accufator publicus, elders onder den naam van Momboir, Fiscaal of Procureur-Generaal bekend, de Officieren, het zy in cas van wangedrag, het zy in cas van jLippe of eenzydige executie van 's Lands Placaaten» tot verantwoording kan oproepen. • Men hqucje hier by ia het oog, dat de uitfpraa^ van  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 9 van de Procesfen tusfchen ?s Lands Hoogheid en den Ingezetenen gefchied door Rechtsgeleerden; welke jn lbmmige gevallen door den Hoofd-Officier zelve, en in andere door de Schouten en Richters of Magiitraaten der kleine Steden worden gekooren; en waar onder veele kunnen gevonden worden, wien de gunst of ongunst van den Heere Hoofd-Officier niet onverfchillig is. Men confldereere teffens, dat de Heeren Hoofd-Officieren vermogen te compofeeren over boeten, zonder voorafgegaan decreet van een Rechtbank, daar de deliclen civiel en compofibel zyn, gelyk zulks in Holland gebruikelyk is ; en dat de boeten daar en boven komen ten prqfyte van de Heeren Hoofd-Officieren , zonder •er iets yan aan den Lande te verrekenen, behalven dat in fommige weinige gevallen een gedeelte aap den aanbrenger en armen moet worden uitgekeerd. —* Wanneer men nu dit alles in een middelpunt famentrekt, en men befchouwt aan de eene zyde de groote macht, welke een Hoofd-Officier, die uitdeeler der gunften is, kan uitoeffenen ; en teffens de geringe waarborg tegen het exces: en men confidereert aan de andere zyde de menfchelyke zwakheid, dan ziet elk bedaard doordenker van zaaken, welke groote inconvenieuten uit dit alles kunx;en yloeijen, zonder dat de Ondergetekenden behoeven alle gevolgen yan dezelve nader te detaillee. ren. — Men zegge niet, dat deeze gevolgen juist alle geen noodzaakelyke gewrochten van de zaak zyn; want of fchqon de Ondergetekenden gaarne willen toeftemmen, dat de overtuiging van plicht en redelykheid by den eenenMenschfterkerfpreekt dan by den anderen; gal men egter niet kunnen ontkennen, dat deeze gevolgen 'er kunnen uit voortvloeien , weike de ondervinding veellicht zoude kunnen ftaaveh, wanneer m,en verkoos om in particulariteiten te treeden. •— Men werpe hier niet tegen, dat alle deeze abuifen meer te'vinden zyn indeverkeerde gefteldheid der menfchen, dan inde Conftitutie zelve; dan een ieder ziet lichtely.k,dat deeA 5 ze  to Verzameling van Stukken hetrekkelyk tot ze tegenwerping ras vervallen moet, wanneer mea conlidereert, dat de wetten in het generaal, en vooral die op de Conftitutie , zo veel mooglyk , moe. ten wezen ingericht, dat de menfchelyke gebreken dezelve niet elufoir moeten kunnen maaken, of dat uit dezelve verkeerde effecten kunnen vloeijen , vooral niet zodaanige, die het oogmerk der burgerlyke maatfchappye kunnen om verre werpen: want toch in zodaanig een geval houden dezelve op nuttig te zyn, en verliezen wel dra het effect, dat dezelve ten doel behooren te hebben, het geluk naamelyk der Ingezetenen, Ferri enim leges folent, êf debent cum fenfu humance imbecillitatis, zegt Grotiü§. —— Daar nu de Ondergetekenden in het begrip ftaan, dat het Reglement op de Regeering al zulke gewrochten kan teweegbrengen, behalven degenen, die reeds meermaalen zyn te berde gebragt; en uit dien hoofde vermeenen, dat de abuifen daar uit refulteerende', moeten worden weggenomen ; zo gelieven U Ed. Mogenden hun ten besten te duiden, dat de Ondergetekenden zich excufeeren van de folemneele en éédelyke belofte van dit Regie, ment, en de daar by geëtablisfeerde Conftitutie te zullen conferveeren : verhoopende dat U Ed. Mogenden van hun niets zullen vergen, het geen hun de plicht van Regent volftrekt verbiedt; en dat U Ed. Mogenden, uit hoofde van dit hun gemoedelyk bezwaar ten laste van hun Ondergetekenden geene politieke Refolutie zullen neemen ; waar door de Ondergetekenden in hun door geboorte en admisfie verkreegen recht zouden worden geprejudiceerd; in onverhoopt contrarie geval echter protefteeren de Ondergetekender by voorraad tegen alle politieke dispofitien, die U Èd. Mogenden tegen de Ondergetekenden, uit hoofde voorfz-, zouden mogen neemen. Gelyk de Ondergetekenden by deeze gelegenheid protefteeren tegen het dispofitlef van de Refolutie van den 24 October jongstleeden, waar by U Ed. Mogenden gerefolveerd hebben om de Ondergetekenden niet wederom ter Staatsvergadering te does  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, it doen verfchryven» dan na een voorafgegaan fchrif*. telyk Declaratoir by die Refolutie vermeld, en by welk dispofitief zy geïnterrumpeerd zyn in hua recht en deugdelyke posfeslïe van ter Staatsvergadering te worden befchreeven , van het welk zy door hunne Mederegenten by eene politieke Refo» lutie niet vermogten ontzet te worden. Refervee* rende de Ondergetekenden deeze en andere redenea van dit hun protest nader naar hunnen goeden raade te adftrueeren, mee verzoek, dat deeze in de Notulen mogen worden geïnfereerd. Zwolle den 28 April 1788. (was get,~) J. E. Moxert tot de Leemkuil. R. H. de Vos van Steenwyk tot den Hogenhoff.. R. C. Graave van Rechteren tot Westerveld. A. C. VV. van Haersolte tot den Doorn, J. A. de Vos van Steenwyk tot Nyerwat» R. H. van issELMUDEN tot ZwoUingerkamp, J. A. Z. van IsjELMuden tot Paaslo. Nd. 6to. Memorie van de Heeren de Vos van Steen» wyk tot den Oldenhof, en Sloet tot Merx» veld, den 14. Mey 1788, ter Vergadering van Ridderfchap en Steden overgegeeven. Edele Mogende Heeren! De Ondergeteekenden ontvangen hebbende de Refolutie van Uw Edele Mogenden van den 2den April laatstleeden, hebben niet nagelaaten den ééd» daar by mede van hun gerequireerd, met al die aandacht, welke het gewicht der zaake vorderde, te pverweegen. Zich niet kunnende verbeelden, dae EEdele Mogenden zonder reden de ééden voor de eden deezer Vergadering zouden hebben willen vermeerderen, hebben zy zich moeten overreden, «3at de ééd, nu nieuwlings door U Edele .Mogenden  t% Verzameling van Stukken betrekkelyk tot den voorgefchreeven, eene nieuwe en een grootje Verplichting aan de Leden van Staat moest opleg, gen, dan waar mede dezelve uit hoofde hunner ad. mislie-ééd, verbonden waren. En hier vgn heeft hun een vergeïyking dier beide eédeu nog nader overtuigd. De admisfie-ééd toch verbind wel de Leden van vjtaat tot obfervantie van hét Reglement óp de Regeering, doch. verbied dezelve niet, om tot de invoering van .zodaanige verbeteringen in het zelve mede te werken, als het algemeen belang klaarblvkelyk mogt vereisfchen. De nieuwe, door U Edele Mogenden vastgeftelde eéd, belet daar en tegen de Leden van Staat tot cusuaamge verbeteringen te concurreeien.. De Ondergeteekenden weeten ten miniten geene andere beteekenis te geeyen aan eene belofte, zo als die eed wpprdelyk inhoud; „ om de tegenss, woordige Conftitutie en Regeering'svorm, zo en n W dezelve m den jaare 1747, relatief het Stadhou- derkhap ,en Erf Stadhouderfcbap , conform de „ Keiolutie en Reglement van Regeering in 1748 33 vernieuwden herdrukt is vastgefteld, NB. in aiie s> deelen te zullen helpen NB. conferveeren cn maindneeren." Eene tslofte, waardoor de Leden van Staat zich gu5 verbinden het gehèele Regeeiings-Reglement, cD ft magt' die daar bY den tydelvken Heere Stadhouder gegeeven is, in alle deelen te zullen confervteren; en welke zich dus veel verder uitftrekt, dJa-fj ölleen tot Confervatie van het Stadhou. derkhap en >rf-Stadhouderfchap deezer Provincie; daar toch niemand dat geheele Reglement en al diémacht, als daar toe esfentieel behoorende, zal regardeeren. De Regeeringsvorm, die in deeze Provincie na het afzweeren van den Koning van Spanje tot aan den dood van Prins Willem den tweeden, zo gelukkig heeft plaats gehad s toond trouwens het te. gendeel..... Toea  Si Gebeurtenis/en in 1787enz, voorgevattens 13 Toen had deeze Provincie Stadhouders, waar onder ook drie uit het huis van Orange, die zekerlyk . invloeds genoeg hadden, om aan de Provincie vaii . nut te zyn, fchoon het tegenswoordig RegeeringsReglement noch onbekend, en hun magc veel bepaalder was, dan die, welke het eerst Willem de derde, by dat Reglement aan den Stadhouder dee« zer Provincie heeft doen toekennen. ' En om deeze redenen vinden zich de Ondergeteekenden , hoe weinig zwaarigheid zy ook zouden maaken, om zich tot confervatie van het Stadhouderfcbap en Erf-Stadhouderfchap deezer Provincie te verbinden, echter bezwaard den ééd, by gemelde Refolutie van U Edele Mogenden van hun gerequireerd, af te leggen; overtuigd zyr.de, dat het 'er verre af is, dat het Regeerings-Reglement, van zodaane gebreken, die een noodzaaklykredres . vórderen, zoude bevryd zyn —— overreed, dat, het welzyn der Provincie vereifcht, dat aan de magt, daar by aan den tydelyken Heer Stadhouder, zo onbepaald opgedraagen, redelyke bepaalingen gegeeven worden en geconvinceerd, dat het: Stadhouderfchap voor deeze Provincie te nuttiger zyn zoude, naar maate het zelve meerder wierd ingericht naar de gronden dier oude Conftitutie, en van die oude Staats-Maximes, onder welke onze • Voorouderen zich van de Spaanfche dwingelandy hebben kunnen vry vegten — oirdeelen zy zich onbevoegd tot het doen van een é£d, waar door zy zich verplichten zouden, om tot geene verbetering, en geene verandering in het tegenswoordig Reglement te mogen mede werken, doch het zelve in alle deelen te moeten helpen conferveeren. En daar en iboven, meenen de Ondergeteekenden voor U Edele Mogenden niet te mogen verbergen, dat het hun niet weinig gefurpreneerd heeft, dat de Leden van Staat zich tot confervatie van dat Reglement in alle deelen zouden verbinden , daar het een ieder kenlyk is, dat daar van al-kort na deszelvs weder invoeringe meer dan in een opzicht is  'ét Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 2$ Majefteit een klaar en duidelyk antwoord te geeven» omtrent de bedenkelykheden, die zich uit het 6de Ar. ' i tikel van het Traclaat van Defenfive Alliantie, tus- ! i fchen zyne Koninglyke Majefteit van Engeland en deeze Staat geflooten,fchynen opgedaan te hebben. 1 Dat Hun, Hoog Mogenden, werkelyk gedisponeerd om aan zyne Majefteit, in alle tyden en by alle ge- J legenheid, preuves van de oprechtheid en zuiver- ' heid hunner gevoelens en inzichten te geeven, in dit oogenblik zo veel te meerder eene byzoodere fatisfaclie gevoelen , evenredig aan de faciliteit , 1 waar mede zy de bedenkelykheden van zyne Majefteit door eene eenvoudige en natuurlyke opheldering van zaaken, vertrouwen te kunnnen wegneemen. Dat zyne Koninglyke Majefteit aan Hun Hoog Mo- : genden zekerlyk recht gedaan heeft, door te voor' onderftellen, dat het 6de Artikel van het Tractaae ; met Engeland in der daad verfchilt van dat , het welk in de publiek gemaakte Copien te vinden is. Dat de confrontatie van dit Artikel, zodaanig het ' in het origineel voorkomt, met die Copien zyne Majefteit daar van zal overtuigen; welke daar uit zien zal , dat de refpeüive Gouverneurs der A- : fricaanfche en Afiatifche établisfementen daar by niet geauthorifeerd zyn, om willekeurig en in allen gevalle zodaanige prompte en efficacieufe byftand te doen, maar dat het zelve zich alleen bepaald, om in alle gevalle van vyandelyke bedreigingen, onder» 1 ]ing te concerteeren omtrent de hulp, die men op 1 de fpoedigfte en meest kragtdaadigfte wyze zoude kunnen toebrengen, ingevalle die bedreigingen met 'er daad een vyandelyken aanval ten gevolge had- t den. Dat Hun Hoog Mogenden bereids dien zeiven ftap, dien zy thands doen, by zyne Majefteit zouden hebben gedaan, en haar den inhoud van het met zyne Koninglyke Majefteit van Groot-Brittan- ; -nien geflooten Tractaat zouden hebben medegedeeld, ingevallen Haar Hoog Mogenden niet hadden gemeend, de ratificatie van het zelve Tractaat 1 $e moeten afwachten, ten einde het genoegen te ' f B 5 feeb»  Sö Verzameling van Stukken betrekkelyk tot hebben, aan zyn Aller-Lhristelykite Majefteit een compleet en geconfommeerd ftuk aan te bieden- Dat die ratificatie echter binnen zeer weinig dagen ftaan. de te volgen, en zyne Majefteit alleen door een authenticque Copie van het zelve in ftaat kunnende ^efteld worden, om over het verfchil in questie te oir jee. len, Hun Hoog Mogenden met empresfement van deeze gelegenheid gebruik maaken,omeenigedagen te anticipeeren op de communicatie, die zy van het zelve voorneemens waren aan zvne Majefteit te doen, dezelve verzoekende te reflecteeren op het onderfcheid hier boven vermeld. Dat Hun Hoog Mogenden 'er echter by moeten voegen. dat zo men dit 6de Artikel zelvs opnam in die., zin , welken de depêche van den Graave Montmorin fchynt te bedoelen, de gevolgtrekking, daar uit by die zelve depêche gehaald, dan echter noch niet door zoude gaan. Dat de verplichting ,uit het Tractaat voortvloeiende, een over en weder verbindende kracht hebbende, en reciproque zynde, gevolglyk de Gouverneurs van de Hollandfche établisfementeD niet meer onder de ordres van die der Engelfchen zouden ftaan, dan de Engelfche onder de hunne, en dat dus de macht en plaatfen der Hollanders in deeze wereltsdeelen niet meer van de Engelfche zouden afhangen, dan die van de Engelfche dependent zouden zyn van de Republiek; gefteld, dat men al eens dien uitgeftrekten zin aan dit Artikel zou willen geeven, en dezelve daar van de waare uitlegging was. Dat Hun Hoog Mogenden wel in dit detail hebben willen treeden , alleen om zyne Majefteit een herhaalde proeve te geeven van die goede trouw, welke zy zich zelve als een onfehendbaare wet in de nakooming hunner verbindtenisfen hebben voorgefteld, en aan Hoogstdezelve tevens op nieuw een blyk op te draagen, van de oprechte aanfdeeving voor zyn Majefteits Perfoon en begeertens, die hun aanhoudend bezield, en waar van Hun Hoog Mogenden zich verbeelden nog zeer onlangs een oategenzeglyk bewys gegeevea te hebben, ia hunne  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. %f ne handelwyze omtrent de zaak der Franfche Kanonniers, welke in de laatfie troebles. die de Re- ?ubliek zo fel gefchokt hebben, in dienst van de rovincie van Holland waren overgegaan. Dat hoe billyk ook hun klachten op dit fujet waren, Hun Hoog Mogenden dezelve echterprovifloneelhadden opgeïchort zo ras de Minifter van zyne Majefteit haar hadde te kennen gegeeven, dat het aan dezelve aangenaam zoude zyn die zaak niet te pousfeeren. N^>. 6! 6. ExtraÏÏ vit de Refolutien van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Gelderland, nopens den ééd op de Conjtitutie der Hooge Regeering en het Erf-Stadhouderfchap enz. In dato aen 23 May 1788. Ontfangen een Misfive van Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, gefchreeven in 's Hage den i8den deezer, hebbende tot Bylage eenige gedrukte Exemplaaren van de Refolutie, by de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland gearrefteerd, nopens den ééd op de Conftitutie der hooge Regeering en het Erf-Stadhouderfchap door allerlei Ambten3aren, zo Politieke, als Burgerlyke en Kerklyke, .van oaderfcheiden Gezindheden, en verdere daar by vermeld, in hunne Provincie te doen; en houdende wyders de redenen en gronden waar op welgedagte Heeren Staaten gemeent hebben, van hunnegenomene Refolutie aan Hun Hoog Mogenden, en door Hoogstde» zeiven aan de refpective Bondgenooten opening te moeten geeven , ingevolge de inftantie , dat de Heeren Staaten der andere Provinciën deeze zaak ia fpoedige deliberatie gelieven te neemen, en met Hoogstdezelven mede te werken tot eenpaarige vastftellinge van een poinct van zo veel aanbelang. Dat Hun Hoog Mogenden deeze Propol: r.ie zo gewichtig, heilzaam en voordeelig voor bet behoud «Jer Republiek bevonden hadden, dat niet hadden kua<  £8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot kunnen afzyn daar van aan Hun Edel Mogenden, nevens de vyf overige Provinciën, kennis te gee. ven, met ferieus en inftantelyk verzoek, het zelve •in fpoedige deliberatie te willen leggen, en met welgedagte Heeren Staaten van Holland en West-Friesland op de wyze,in Hoogstderzelver Refolutie vervat, mede uit te werken tot eenpaarige vastllelling van een Poinct van zo veel aanbelang, dat het ftaan of vallen van de Republiek daar van afhangt. En hierop, ingevolge 's Landsfchaps marginaaie Refolutie van den suften Februaryjongstleeden, gehad hebbende de Confideratien en Advys van de Raaden deezes Furftendoms en Graavfchaps, vervat by derzelver Misfive, gefchreeven te Arnhem den 8ften deezer, en behelzende een naauwkeurig onderzoek van de drie onderfcheiden voorwerpen, waar toe zich de Refolutie der Heeren Staaten van Hollanden West-Friesland, en het geproponeerde door Hoogstderzelver Gedeputeerden ter Vergadering van Hun Hoog Mogenden zich bepaald, Als voor eerst, tot het geen hooggemelde Heeren Staaten goedgevonden hadden, tot vastllelling der Conftitutie en Regeeringsform, te refolveeren, om. trent het doen presteeren van een ééd door alle Leden en Ministers van de hooge Regeering en Collegien der Provincie van Holland en West-Friesland, zo in Politie als Juftitie, en door allerlei Ambteaaaren, zo Politieke , als Burgerlyke en Ke>kelyke, van onderfcheide GodsdienftigeGezindheden,mitsgaders door Dekenen en Leden der Gilden en der Schutteryen , nu zynde , of die namaals zouden worden aangefteld, en door de Perfoonen, die in het vervolg tot Burgers zouden worden geadmitteert. Ten tweeden, tot een voorftel aan de refpective Bondgenooten, om, even als hooggedagte Heeren Staaten gerefolveert hadden, op nieuws Staatsgewvze te verklaaren , dat zy het Erf-Stadhouder-, Gouverneur- en Admiraalfchap-Generaal, erflyk in hev Doorluchtige Huis vanOrange, zodaanig als het zei-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, Zelve in Hun Edel Mogenden Refolutie van den iaare 1747 is opgedraagen, en dóór den tegenwoordigen Heere Erf.Stadhouder in 1766 aanvaart, kwamen te houden voor een esfentieel deel der Conftitutie en Regeeringsform der Provincie van Holland en West-Friesland, en vastelyk gezind waren, hec zelve niet minder dan de overige grondwetten, waar op den Staat en Regeering deezes Lands gevestigd is, te conferveeren en te maintineeren; een foortgelyke verklaaring tot onderlinge gerustheid te doen , dat zy het Erf-Stadhouder-, Kapitein- en Admiraalfchap-Generaal, zodaanig als het zelve ia den haaren refpeetivelyk is opgedragen, en door den tegenwoordigen Heer Erf-Stadhouder aanvaart, houden voor een esfentieel deel van haare Conftitutie en Regeeringsform. Én, ten derden, tot een gelyk voorftel, dat de Bondgenooten het zelve , als een Grondwet van Staat, onderling aan malkanderen zouden gelieven te guarandeeren; en aan te neemen, niet te zullen gedoogen, dat in een der Provinciën van het Bondgenootschap van deeze heilzaame, voor de rust eu veiligheid van den Staat onontbeerlyke Grondwet ooit of ooit werde afgeweeken. Zynde de voorfchreeven drie Poincten breedvoerig in gemelde 's Hoves Misfive gedetailleert ea onderzogt, in het byzonder of het al of niet nodig, nuttig en oirbaar zoude zyn, om in deeze Provincie het voorbeeld van de Provincie van Holland en West-Friesland, omtrent het doen presteeren van zo een algemeenen ééd,als in die Provincie is goed' gevonden, te volgen. En waar omtrent welgemelde Raaden nader en in het breede, om reden daar by gededuceert, doen obferveeren, dat de omftandigheden , waar in de Heeren Staaten van Holland en West Friesland hebben geverfeert, geheel verfchillende zyn van die, waar in zich deeze Provincie bevind; en dat mitsdien uit het geen in die Provincie tegenswoordig allernoodzaaklykst is geoirdeeld, geen gevolg kan getrok»  go Verzameling yan Stukken betrekkelyk tot trokken worden tot eene gelyke noodzaaklykheid in deeze Provincie ; hoewel het waar is, dat de ééd, welke in den jaare 1750 in deeze Provincie is geictroduceert, zich alleen bepaald tot de Leden der Regeering, zo van Ridderfchap als Steden en tot Gemeenslieden, en dat hier in dus een onderfcheid word gevonden met het geen in de Provincie van Holland is gerefolveerd, alwaar de prestatie van dien ééd, is geëxtendeerd tot allerlei Ambtenaaren, zo Politieke als Burgerlyke en Kerkelyke, van onderfcheiden Godsdienflige Gezindheden, midsgaders tot Dekenen en Leden der Gildens en Schutteryen, en tot diegenen, welke in het vervolg tot Burgers mogten worden geadmitteerd. Geevende welgemelde Raaden vervolgens na een voorftei der menigvuldige abuifen en nalaatigheden, welke zich omtrent de obfervantie van Hun Edel Mogendens Refolutie van den 17 Odtober 1750 hebben gemanifesteerd, by voorfchreeven 's HoVeS Misfive in het breede vervat, en welke zekerlyk van dien aart zyn , dat Hun Edel Mogendens voorziening ten hoogden noodzaaklyk maaken; verfcheide Confideratien op, welke, na gedagten van welgemelde Raaden, tot genoegzaame motiven voor Hun Edel Mogenden zouden kunnen verftrekken, om Hoogstderzelver voor aangetoogene Refolutie met nog eenige poindten te ampliëeren,alle ftrekkende ten einde aan het waare oogmerk van Hun Edel Mogendens Refolutie van den 17 Odtober 1750 behoorlyk werde voldaan, en dat Hun Edel Mogenden die gerustheid verkrygen, dat dezelve in alle haare leden en deelen, vooral in deeze Provincie, op eene uniforme wyze, na de letter voortaan zal worden nagekomen, met by voeging van verfcheide bedenkingen op dat gene, waar mede de voorfchreeven Refolutie zoude kunnen of behooren te worden geamplieerd : terwyl geene zwaarigheden hun Raaden toefcheenen te refideeren in het adopteeren van de tweede en derde voorflag, by  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 37 leen, openlyk te verklaaren, dat dezelve het ErfStadhouder-, Kapitein- en Admiraalfchap Generaal met alle de Rechten en Privilegiën daar aan verknogt, zo en op dien voet als het zelve in het jaar 1748 is opgedraagen, en door den tegenwoordigen Heer Erf-Stadhouder in den jaare 1766 aanvaart, zo lange het aan dit Doorluchtige Huis aan geene wettige Defcendenten ontbreeke, het geen God geeve dat nooit exfteere, te houden en te confidereeren als in de Conftitutie der Regeering deezer Republiek geradiceert en als een wezentlyk gedeelte van dezelve uit te maaken. Dat Hun Edel Mogenden vervolgens al mede vastlyk gezind zyn, om die Conftitutie en Regeeringsform, zo en in diervoegen die met het ErfStadhouder-, Kapitein- en Admiraalfchap-Generaal thands is, als een grondwet, waar op de Staat en Regeering deezes Lands gevestigd is, te con« ferveeren en te maintineeren, en volkomen genegen en bereid zyn het zelve als zodaanig niet alleen Bondgenoodfchaplyk te guarandeeren, en die Guarantie wederkeerig aan te neemen, maar ook het zelve tusfchen de Provinciën onderling te of? fereeren en te accepteeren, en niet te zullen gedoogen , dat in eene der Provinciën van het Bondgenoodfehap van deeze heilzaame en voor de rust en veiligheid van den Staat onóntbeerlyke Grond* wet ooit of ooit worde afgeweeken. ' Alles echter met dien verftande, dat gelyk Hun Edel Mogenden altyd betoond hebben zeer aiiëen te zyn van zich te willen inmengen in de inwendige befchjkking of beftiering van zaaken, in de byzondere Provinciën, zo als ook de Heeren Staa= ten van Holland en West-Friesland thands verklaaren te wezen, Hun Edel Mogenden deeze zo Bondgenoodfchaplyke als onderlinge Guarantie in geene andere zin opneemen en verftaan, dan dat dezelve tot niets anders betreklyk zal kunnen gemaakt worden, dan dat de bevestiging der Conftitutie en Regeeringsform met het Erf-Stadhouder-, KapiteinC 3 'eik  it Gebeurtenis/en ia i?%7 enz. voorgevallen. 59 met de gewapende Manfchap onder zyn Commando ten huize van Witteveen W3S gebleeven, dac Jelgerhuis gedeclareerd had, niets in deezen te kunnen verrichten, doch dat hy de zaak met zyn OfEeieren zoude overleggen, en na zulks daar van aan gedachten C. Witteveen kecnisfe te geeven, —■ Dac daar op Albartus Lycklama a Nyeholt, ten huize van geaagcen Cornelis Witteveen was gekomen, en aan den zei ven gezegd had ', dat Witteveen alle Lands Penningen, die hy hadde aan hun Lieden moeste overgeeven, en dat hy aan hun veilig onder quitantie konde betaalen, Dat Albartus Lycklama a Nyeholt , benevens gedagce Pieter Wolters; toen gédagten Cornelis Witteveen , met geweld de Collect-Penningen hadden afgedwongen. — Dat Witteveen twee duizend negen honderd acht en dertig Car. Guldens en zes Stuivers, Collect-Penningen. op den tafel hadjgezet, dat A. Lycklama en Pieter Wolters, toen dac geld van de tafel hadden geromen, — Dac Albartus Lycklama a Nyeholt "als Luitenant, en als daar toe last hebbende van de praetenfe Staaten tot Franeker vergadert, een geblyk of quitantie van voornoemde fomma aan C. Witteveen , in qualiteit als Collecteur Generaal dervyf Speciën, in Lemfterland ingegaan primo May 1786 had gepasfeerd, dat dezelve benevens Wolters, toen dat geld in hunne macht hadden, met de gewapende Wanfchap van daar waren gemarcheerd. - Dat: Albartus Lycklama a Nyeholt , alzo was geweest een voornaam Aanhanger van een allergevaarlykst gewapend Oproer, tegens de Staaten deeges Lands en haare Regenten ondernoomen. ——» Vermits nu het zelve waren zaaken van zeer kwaaden gevolge, anderen ten exempel ten hoogden ftrafbaar; — en het Hof na bekomene préparatoire informatien prife de Corps, tegens gedagten Albartus Lycklama a Nyeholt had verleend, het weik gedagte Lycsl&TuA echter dsor zya viugü • ■ • bui-  co Verzameling van Stukien betrekkelyk tet buiten deeze Provincie had weeten te eludeeren* ,en de Suppliant na zulks door ons gelast was, den zeiven ex officia, Criminaliter te actioneeren, zo verzochte de Suppliant en Klager zeer gcdienftie tegens gedagten Albartus Lycklama a Nyeholt woonachtig teBolswaard, doch tegenswoordig ex. tra Brovincim zich ophoudende, onze provifie van Citatie by Jidicti» forma, omme ten dage dienende, m Perfoon op de Crimineele Rolle van den Hove van Frisland te compareeren, omme als dan daar toe des Suppliants en Klagers eifch en Conclulie, zo ten pnncipaalen als nopens de provifie te aanhooren, q. ƒ. &c. Waar op door ons is verJeend , volgens appoint. van den 27 May 1788, fiat Citatie, • by Edict in forma. — Zo is 't, dat wy U ordonneeren en belasten, daar toe committeerende by deezen, dat gy U transporteert op de uiterfte baaien van deeze Provincie, naast aan de plaatfe, alwaar meer gedagten Albartus Lycklama a Nyeholt, zich ophouden mogte, doch anderfints te JJolswaard in deeze Provincie woonachtig; en den zeiven Citeert en Verdagvaart, omme in Perfoon, voor ons in de Cancellarye binnen Leeuwarden te compareeren, opzulken gelegen dage, als gy hem voor den 1, 2, 3 en eindelyken Peremptoire Rechtdag benoemen zult, omme te aanhooren zodaanigen Juich en Conclufie, als de Suppliant en Klager als dan zal willen doen neemen en gebruiken, daar tegens te zeggen, voorts Procedeeren, en in de zaake zien ordonneeren zó na Rechte behooren zal, metmthimatie, indien hy komt, ofte niet, datwy evenwel m de zaake zullen laaten gefchiedcn dat - Recht is; des dat gy gehouden zyt na gedaane Citatie, by Edict, aan meergemelden Albartus Lycklama a Nyeholt, by U Misfive een Copia van deezen, onder ü hand gecollationeerd, overxezen, den, ten einde in toekomende tyden deezen aangaan. de, geene ignorantie hebbe te prat ndeeren; welke exploit by U alzo gedaan, wy van zulken waar. de  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 6i ..; 5 de zullen houden , .als of het zelve by U in Perfobri iej Ware gedaan, ons U wedervaaren pertinentelyk re-, zo : lateerende. Gegeeven in de Cancellary binnen Leeuwarden 3 ■ï, ponder 't Secreet Signet, 't welk men in den Hove * i-eebruikende is. wi Actum Leeuwarden , den &c. * Ter Ordonnantie van den Hove. (was get.) S. Faber. j| I Gelyke Citatie is ook afgegeeven op de Per..." i'foon van Lieuwe Rochers, van Hallum. ia : - . v '' ' -' rfl; — 1 —1 t 623« Aandrang var Hun Edele Mog. de Heeren Staaten van Zeeland ter Generaliteit, om afdoerdng 1 van het werk der Proyinciaale Quota's. In dato den . . . May 1788. fa\ De Heeren Staaten van Zeeland, hebben ter 3, Generaliteit fterk aangedrongen op het afdoen der te Provinciaale Quota's, zeggende in derzelver verin iklaaring deswegens: dat Hun Edele Mogenden, ;:• :om te toonen van welk aanbelang dit ten opzichte sa van hunne Provincie voor het ganfche Bondgenood3 ifchap is, aan hunne mede-Bondgenooten reprefen::• teeren, dat het met den gedelabreerden ftaat hunia. mer Provinciaale Financien tot dien trap van laagte j, gekomen is, dat willen zy zich voor God en de :,y "Nakomelingfchap onverantwoordelyk ftellen , zy lit ' :zich eindeiyk in de onvermydelyke noodzaaklyk. tiheid bevinden, van te declareeren: dat zo onverjihoopt het werk der Provinciaale Quotes, geduum rende den loop van dit jaar niet gereguleerd kan li. worden, op eenen voet, geëvenredigd naar het ;-■ waare vermogen hunner Provincie, zy van het volei. ;gende jaar 1789, zullen afwyzen alle zodaanige ■, posten, op de ordinaire en extraordinaire Staaten s »van Oorlog, als het vermogen hunner Financiën te ba-  6% Verzameling van Stukken hetrekkelyk tot boven gaande, waarvan Hun Edele Mogenden aan den Raad van Staaten de opgave zullen doen,. ten einde zich in het formeeren van de volgende Staaten van Oorlog, daar na te kunnen reguleeren, met den iften October aanftaande, ten zy men voor gemelden tyd, op goede gronden, eene vruchtbaars afkomst van zaaken konde verwagten. Nc. 624. Declaratie van de Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Zeeland ter Generaliteit, over de hartelyke gezindheid der Staaten dier genoemde Pro» vincie, om 's Lands Wettige. Conftitutie te hand' haaven. In dato den . . . May 1788. De Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Zeeland, hebben ter Vergadering voorgedraagen en bekend gemaakt, datzy door de Heeren, Staaten hunne Principaalen gelast waren, om ter Vergadering van Hun Hoog Mogenden te declareeren, dat Hoogstdezelve niets yveriger wenfehten, dan om met de overige Bondgenooten mede te werken, tot handhaaving van de geëtablisfeerde en gelukkige Regeeringsvorm der Vereenigde Gewesten, alsmede om door gepaste middelen , alle directe of indirecte onderneemingen tegen dezelve,..zo als geduurende de laatfte beroeringen in fommige Provinciën hebben plaats gehad, en waar door deeze Republiek op het punt eener onherftelbaare fcheuring en wisfen ondergang gebragt was, voor het vervolg voor te komen.' >,., , Dat Hooggemelde Heeren Staaten dienvolgens, overeenkomftig derzelver reeds dikwils , en onder andere fpeciaal by Refolutie van den 16 October 1786, aan den dag gelegde gevoelens, gaarne nogmaals en ten overvloede wilden verklaaren, hartelyk gezind te zyn tot maintien van 's Lands wettige Conftitutie met de hooge waardigheden van Erf-Stadhouder-, Gouverneur-, Kapitein-en Admiraal-Generaal , erffelyk in het Doorluchtig Huis van Oran-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 63 ;Orange3 zodaanig ab dezelve door Hoogstdeselven ja den jaare 1747 zyn opgedraagen, en door deat ; tegen woord ('gen Heere Erf-Stadhouder in het jaar 11766 aanvaard, en al het welke Hoogstgemelde 'Heeren Staaten als een esfentieel gedeelte dier Conftitutie zouden blyven befchouwcn en handhaaven- Dat Hoogstdezelve wyders, by Exsminatte van Iden door de Heeren Staaten van Holland gearrefteerden ééd, bevonden hebbende dat de inhoud Idaar van, door alle welgezinde Regenten en Ingezetenen volkomen kan en behoord te worden ingeitemd, en derhal ven niet dan allefints nuttig is, idan ook beflooten hadden, een gelyken ééd binnen haare Provincie voor nu en het vervolg ie arrefteeren. Terwyl Hoogstdezelve eindeiyk ook gaarne met ide overige Bondgenooten in overleg willen komen, 'Om met relatie tot de 1 Generaliteits Landen, de labuizen welke mede aldaar hebben plaats gehad , door een vast te ftellen ééd, of zodaanige andere meerdere middelen, al meest gefchikt zouden wottden geoirdeelt, voor het vervolg voor te komen. 616. ExtraEt uit het Boek van Refolutien der Stad Zwolle, waar by aan zodaanige Lieden, welke in die Stad reeds voor een tyd verblyf genoomen heb • ben, of nog 't zy voor een tyd hun verblyf willen houden, of wel by continuatie zoude willen blyven inwoonen, gehouden zullen zyn een Certificaat"van derzelver goed en onbefprooken gedrag te produceer en enz. In dato den 27 May 1788. rCamer. Rouse, en Cosf. voceerd te mogea wordea op den ééd. Den 13 May 1788. Nader antwoord van de Gezwoorene Gemeente aan de Heeren van de Magijlraat. Het poinct van deliberatie door de Heeren van de Magiftraat op den 8ften deezer overgegeeven, houdende eene nadere inftantie, om Stadswegen mede te bewilligen in het afleggen van zodaanigen ééd op de tegenswoordige Conftitutie, als by Ridderfchap en Steden op den 2den April jongstleeden is gearrefteerd, zich daar by refereerende tot de redenen door Hun Wel Edele Hoog Achtbaare aan de Gezwoorene Gemeente gegeeven , by het poinct van deliberatie, van den 2often Maart laatstleeden; — en hetzelve nader aandringende, met de voorbeel. den der beide andere Hoofdlieden, als mede met de nadrukkelyke inftantie van den Heer Erf-Stadhou • der, en de nadeelige gevolgen, welke een verder ©pouthoüd ia deezea voor Stads weïzyn zou kunaen te  is Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen, 89 ' Verzoekende daar toe de Concurrentie der Ge. zwoorene Gemeente. Antwoord der Gezwoorene Gemeente. Dewyl eenige Leden der Gezwoorene Gemeente abfent zyn, zo verzoekt de Gezwoorene Gemeente over dit poinct nader te worden geconvoceerd op den ééd. Den 25 Mey 1788. De Gezwoorene Gemeente kan wel confenteeren , dat de gevorderde ééd, door de by de petitie genoemde Perfoonen, mede mag worden gepresteerd, in Conformiteit als dezelve door de Gezwoorene Gemeente is gedaan. Den 29 Mey 1788. PoinB van Deliberatie de Gezwoorene Gemeente voor te draagen. Wanneer ingevolge Refolutie van Raad en Gezwoorene Gemeente, van den 23ften Mey jongst, leeden , door de dienstdoende Predikanten der Ne. derduitfche en Walfche Gereformeerde Gemeenten binnen deeze Stad en op het Eiland, als mede door de Leeraaren der Lutherfche en Mennoniten Gemeenten en de Pastors der Roomfche Kerken, op. den26flen Mey daaraan volgende, den kennelyken ééd was afgelegd en beteekend, hebben Schepenen en Raaden ten verderen gevolge der by petitie van den 8ften Mey laatstleeden voorbehoudene deliberatien , Hunne gedagten laaten gaan , tot welke Ambtenaaren het afleggen van dien ééd, naar deezer Conftitutie zoude Jcnnnen wordengeëxtendeerd; en dan in deezen van advyze zynde, dat daar onder mede nog zouden behooren te worden betrokken, de Ontfangers van deezer Stads Domeinen en Ecclefiaflique goederen, deServysmeester, Postmeester, den Profesfor, als mede de Reétor en Prasceptoren der triviaale Schooien, en dan deezer Stad? Roedendraagers en Stalmeester. F 5 Zo  i-p Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Zo verzoeken Hun Wel Edele Hoog Achtbaar© daar toe de Concurrentie van de Gezwoorene Gemeente. Antwoord van de Gezwoorene Gemeente. De Gezwoorene Gemeente kan wederom welcon» fenteeren, dat de gevorderde ééd, door de opgegeevene Perfoonen moge worden gepresteerd, in Conformiteit als door Gezwoorene Gemeente is gedaan geworden. Doch de Gezwoorene Gemeente vertrouwd, dat hier roede het verder prssteeren van die ééden zal cesfeéren. N». 62 8. Publicatie van de Ed. Hoog Achtbaare Regeering der Stad Groningen, tegens zodaanige Rustverjloorders en Oproermaakers, die op nieuw verregaands feitelykheden hebben begaan &c. In dato den 3 Juny 1788- Burgemeesteren en de Raad in Groningen, doen te weeten. Hoe wy met de uiterfte verontwaardiging en hartgrondig leedwezen hebben moeten ondervinden, dat onze goede Burgers en Ingezetenen door fommige Rustverftoorders en Oproermaakers, wederom op nieuws in hunne Perfoon, Huizen en Bezittingen worden ontrust en derzelver goederen vernield, gelyk op eene verregaande wyze gisteren en eergisteren heeft plaats gehad, en zich niet meer ontzien, opentlykhunne godlooze voorneemens te kennen te geeven, niet tegenftaande onze daar tegens geëmaneerde Plakaaten, en wel inzonderheid dat van den poften October jongst, gisteren op nieuws aangeilaagen , en dat zyne Doorluchtige Hoogheid by eene Misfive, aan 'tGuarnifóen voorgeieezen, en by andere gelegenheden, Hoogstdeszelvs rechtmaatjg ongenoegen over dusdaane engeregeldheden heeft te kennen gegeeven. Zo  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen, gt Zo is het, dat wy, onze goede Burgers en Ingezetenen, tegens alle zulke en diergelyke, de •banden der Maatfchappy verwoestende daaden, •willende beveiligen en door fterkere maatregelen voorkomen , 't welk wy tot onze droefheid bemerken , dat door zagcere niet kan worden uitgewerkt, hebben goedgevonden en verftaan, gelyk doen by deezen, het Plakaat van den 3often October jongst vernieuwende, zo opzichtelyk de geftelde Praemie van honderd Zilveren Ducatons aan de Opbrengers, als anders, dat de Daaders of Aanftookers yan dusdaane wanbedryven, verregaande losbandigheden en plunderingen daar van overtuigd, daadlyk, zonder form van proces, anderen ten voorbedde met de koorde zullen worden geftrafd ,■ dat 'er de dood na volgt, zonder eenig onderfcheid van watftand, 't zy Burger, Inwooner ofte Militair. Gelastende ten dien einde alle onze Stads Bedienidienden, hier op nauwkeurig acht te geeven, en deeze onze ernftige welmeening uit te voeren, en de fchuldige terftond op te brengen, ten einde dezelve tot affchrik van andere, en tot voorkominge, dat niet de ganfche Maatfchappy werde verwoest, de welverdiende ftraffe onderga. En zal deeze alom in deeze Stad werden aangeflagen, alwaar men gewoon is zulks te doen, tera einde een ieder zich daar naar kan gedraagen. A£tum Groningen, den &c. (was get. J. D. Qjjintos, VW Ter Ordonnantie der H. Heeren voorfzn (was get.) C. H. Gockinga, Secrtt.  9» Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Stukken betrekkelyk het voorgevallene met den Graave de St. Priest , Ambasfadeur wegens het Franfche Hof by de Republiek der Vereenigde Nederlanden, loopende van No. 629 tot No. 639 ingeflooten. Nc. 629, Memorie van den Graave de St. Priest, Ambasfadeur wegens het Hof van Frankryk by den Staat der Vereenigde Nederlanden, over het zesde Art. van de geflootene defenfive Alliantie tusfchen het Hof van Engeland en dit Gemeenebest. In da* to den 3 Juny 1788. ■ De Ondergeteèkende Ambasfadeur van zyne Aller-Christelykfte Majefteit, heeft de eer aan Uw Hoog Mogenden te reprefenteeren, dat by de communicatie, die de Ambasfadeur van deeze Republiek aan den Koning zyn Meester heeft gedaan, van het Tractaat van Alliantie onlangs tusfchen dezelve en de Kroon van Groot-Brittannien aangegaan, voorgekomen is: dat het zesde Art. van het zelve in zich bevat dispofitien, die direct ftrydig zyn met de gewenfehte Alliantie die tusfchen Frankryk en Uw Hoog Mogenden ftand grypt. -Byzonder komt het aan op de macht, die volgens Jet zelve zesde Articul, aan de Gouverneurs der Hollandfche etablisfementen in de Indiën gegeeven :"is., om in het geval, dat Groot-Brittannien door eenige Mogendheid vyandelyk geattaqueerd wierd, zich met de Gouverneurs der Colonien.van het zelve Ryk te verftaan omtrent de nodige maatregelen, dienende tot mutueele befcherming van de refpedtive bezittingen van beide Mogendheden. Een Articul van dien aart bedoeld niets minder, dan de Gouverneurs der Hollandfche etablisfementen in de Oost-en West-Indiën tot Rechters te ftellenvande wettigheid van zodaanige vyandelykeaanvallen , waar van zy zeer waarfchynelyk de redenen en motiven niet kunnen demeleeren. Uit  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 93 Uit dien hoofde heeft de Ondergeteekênde AmIbasfadeur ordre van zyn Meefter, om by Uw Hoog IMogenden te infteeren, ten einde het 6de Artikut ivan hun Tradtaat met Groot-Brittannien niet moge iworden geratificeerd, of (voor zo verre dit geen :plaats kon hebben) dat als dan, by wege van eene lalternative, even dezelve bedingen het onderwerp :mogten worden van eene nadere Conventie tusfchen het Hof van Frankryk en Uw Hoog Mogen;.den, en een fupplement van de Alliantie, die zo gelukkig tusfchen Frankryk en deeze Staat fubfifteerd. De Ondergeteekênde Ambasfadeur is van •wegens zyn Meester geauthorifeerd , om niet alleen daar over te handelen, maar ook finaal totconififtentie te brengen eene diergelyke uitbreiding van Idit Tractaat, die tevens dienen kan tot vermeerdering der voordeden eener Verbindtenis, die mét het intrest van beide Mogendheden zo zeer overeenkomt. , 's Gravenhage, den &c« (was get.~) de Graave de St. Priest. 'N°. 630. Memorie van den zelvden Heere Ambasfadeur aan Hun Hoog Mogenden, waar by kennis geeft, dat 'er s''avonds te vooren een attroupement voor zyn Hotel heeft plaats gevonden enz, In dato den 3 Juny 1788. " Hoog Mogende Heeren! De Ondergeteekênde Ambasfadeur heeft de eer 1U Hoog Mogenden te onderrichten, dat 'er giste'i ren avond ten 8 uuren voor de deur van zyn Hotel 1 een atroupement heeft plaats gehad, het welk ge( duurd heeft tot des morgens ten een uur, en dat men ; geduurende het zelve- gehoord heeft fcheldwoori den en een oproerig gefchreeuw, het welk door -de Regeering van deeze Stad verboden was. De Am.  54 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Ambasfadeur meent grond te hebben, om van Ü i Hoog Mogenden te reclameeren de veiligheid, die ! aan zyn Carakter en al wat 'eraan behoord toekomt, > gelyk ook het ftraffen der daar aan fchuldigen en i Van die Bedienden der Juftitie, welke die wanorde; niet verhinderd hebben. Hy twyffelt niet aan de: vigilantie met welke hier in zal voorzien worden, i gelyk in al het gene 'er behoord tot de voorrech-. ten van een publyk Carakter, en tot de goede har-monie die zo gelukkiglyk plaats heeft tusfchen zyn i Hof en U Hoog Mogenden. 's Hage, den <5cc. (was get.~) Le Comte de st. Priest. ( N°. 631. ÈxlratT; uit de Refolutien van Hun Hoogi Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, als mede de Memorie van detti Graave de St. Priest, zich beklaagende over be— leedigingen een zytier Domeftieken aangedaan; be-nevens het antwoord van Hun Hoog Mogenden daan op gegeeven. In dato den 9 Juny 1788. De Heer van Heeckeren van Zuyderas ten Vergadering prefideerende, heeft aan Hun Hoogi Mogenden Voorgedraagen en bekendgemaakt, dat: hy gisteren avond om tien uuren onder een enkel Couvert van den Heer Graave de St. PriêsT, Amt basfadsur van Frankryk, ontfangen had een Memorie, zodaanig als dezelve aan het einde deezes: is geinfereerd, dat fchoon dezelve niet in forme! als gewoonlyk was ingericht, noch ook op de gewoone wyze aan hem was ter hand gekomen, hy; den inhoud daar van zodaanig had gevonden, dat hy zich verplicht had gereekent, de Vergadering! van Hun Hoog Mogenden daar op extraordinaris by een te moeten roepen, en heeft vervolgens dei -yoorfz. Memorie geëxhibeerd en laaten leezen. .Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden! en|  ie Geheurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, io$ tien aan Uw Ed. Mogenden gefchreeven, midsgaders Copien van twee Memorien door den Heer Ambasfadeur van Frankryk aan Hooggemelde Haar Hoog Mog. geprefenteerd, in dato den 3 en 6 Juny 1788, en v/ordende by voornoemde Uw Ed. Mog. Misfive gerequireerd ons Bericht, met naauwkeulige informatie nopens de klachten door voornoemde Heere Ambasfadeur aan Haar Hoog Mogenden gedaan, als mede omtrent het geval in deszelvs tweede Memorie vermeld, met al het gene daar toe aanleiding zoude mogen hebben gegeeven. Wat de eerdé Memorie en de klachten daar by gedaan betreft, kunnen wy alleen Uw Edel Mogenden informeeren, dat zo dra, korten tyd na de aankomst van gemelden Heer Ambasfadeur ter onzer kennisfe gekomen is, dat voor deszelvs Hotel Zich eenige toevloed van Volk vertopnde, en onder het zelve eenige beweeging bcfpeurd wierd, de Juftitie daadelyk alle behoorlyke activiteit heeft fe werk gefield, om alle ongeregeldheden te keefén, en dat de genoomene maatregelen ook dat ef-> feét gehad hebben, dat dé fecurkeit, verfchuldigd aan hét caraétervan een buitenlandsch Gezant, volkomen is geconferveerd gebleeven, hoe zeer ons, echter eene omftandigheid is te vooren gekomen, die wel ligt gevolgen van wanorde hadde kunnen Veroirzaaken j daar in beftaande: dat wanneer door, een klein Meisje, in de nabyheid' van het Hotel gezongen wierd, eenige Knechts van gemelde Heer Ambasfadeur hebben kunnen goedvinden, dat Meisje op de publieke ftraat te achtervolgen en aan te houden, tot dat het, fpeciaal door de tusfchenkomst van den Drosfaard van den Hove ontzet is|. hebbende voorts het Hof naar de precife omlïandigheden Van dit voorval geinquireerd, tot welke; informatien, waar van Uw Ed. Mogenden zekerlyk naricht bekomen zullen, wy ons dien volgende refereeren. Ten opzichte wyders van het geval in de tweede Memorie bedoeld, kunnen wyüEd.Mogendenbe° G. 4 ïicib  io5 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot heeft, en dat wel op eene violente manier, twee weeriooze Kinderen, van welke noch üit de informatien, noch zelvs uit geruchten confteerd, datzy aan voornoemden Jager de minfte beleediging gedaan zouden hebben. Wat nu de aanleidende oirzaak van dit voorval betreft, zo zullen Uw Ed. Mog. uit het voqrenftaande, vergeleeken met de bygevoegde informatien Zelve, ligte'lyk kunnen nagaan , dat ten opzichte van den gemelden Jager, de meer dan gewoone toevloed van Volk, en het roepen door eersigen uit dezelve van de Hal uit, hem in een drift fchynen gebragt te hebben, waar door hyzich een flap veroirloofd heeft, die wel verre van een gepermitteerde defénfïe van zich zelve te zyn, integendeel ia een gantfch ongeoirloofde , en naar alle Wetten ftrafbaare vindictie, en feitelyke attaque degenereerde dan dat teffens, wanneer mendefource van het geval aan de zyde van het Volk befchouwd, hoe zeer wy verre afzyn, om eenige ongeregeldheden van dien aart in het minfte te willen coloreeren, met grond gezegd ken worden, dat het in het publiek paroisfeeren der Öediendens van meergemelde fleer Ambasfadeur, met witte Cocardes op den hoed, en zonder met eenig Orange-tekèn vercierd te zyn, by een, voor bezadigde redeneering dikwerf te weinig vatbaar gemeen, een hitte ea verbittering in de 'gemoederen heeft veroirzaakt, die de four^e is van eenige fmaadelyke buitenfpoorigheid. Hier mede beveelen wy U Ed. Mog. in de dierbaare béfcherming des Allerhoogftea, en blyven. Edele Mogende Heeren! UEd. Mog. Dienstwillige, 's Gravenhage, Schout, Burgemeesteren en Sche. den 9 ju'fy' 1788. penen van 's Gravenhage. Ter Ordonnantie van dezelve, (wfli get.) J. P. van der Haar. No.  Se Gebeurtenis/en in 1787 enz. nor gevallen. 10? et N°. 634. Antwoord van Hun Hoog Mog. de Heeren : I Staaten Generaal op de beide Memorien van den »] 3 ryk, het gemeene Volk ongeregeldheden te zien i bedryven , welke niet als met de grootfte moeite gefluit kunnen worden; vooral wanneer die ongeregeldheden voortfpruiten uit een gedrag, het welk?! itrydig is met de heerfchende begrippen van een i geheele Natie, en dat de zOrg door Hun Hoog r Mogenden aangewend, waarfchynlyk het gewenfch- • te effect zoude hebben gehad, indien de onvoorzichtigheid en het onbezonnen gedrag van een zy- • rer Bedienden zelvs geen aanleiding had gegeeven,, gelyk uit de ingewonnen informatien en bewyzeni ten klaarften zal blyken ; weshalven Hun Hoog Mo-■ genden , hem Heer van Berkenroode, gelasteni Bun Hong Mogenden ernftige klagten dieswegens i aan het Minifterie van zyne Majefteit in te bren-> gen, en te infteeren, dat aan den Auteur van dee-ze desordres, welke misbruik maakende van het: caracter van zyn Meester het Territoir van dërJ! Staat heeft gevioleert, en zieh zelvs pretenfelyïs: recht;  de Geleurtenisfen m r.787 enz. voorgevallen, ut ;echt zullende doen , eenige onweerbaare Ingezetenen op een onbetaamelyke wyze gekwetst , da, /ereifchte ftraf moge worden aangedaan, ea diesvegens behoorlykc fatisfactie aan Hun Hoog Mog, *egeevea moge worden. >fo. 635. Memorie van den Graave de Montmorin, aan den Hollandfchen Ambasfadeur , den i$eèi% Lestevenon de Berkenrode , ter beantwoording van de klachten van Hun Hoog Mog. over het voorgevallene met den Franfchen Ambasfadeur in 's hage. Myn Heer! Uwe Excellentie heeft my de eer gedaan, den i7den deezer ter hand te Hellen een Memorie* betrekkelyk tot de attroupementen, die voer hafi dótel van den Franfchen Ambasfadeur in 's Ha;e plaats gehad hebben , en my den roden nog nede te deelen eenige (lukken daar toe relatief. Ik heb niet uitgefteld het een en ander, zo wel jls het antwoord door Hun Hoog Mogenden- aan len Graave de St. Priest, den I2den deezer gegeven, onder het oog van den Koning en van zyien Raad te brengen. Zyne Majefleit heeft- my ;elast Uw te kennen te geeven, dat zy niet dan net de uiterüle verwondering heeft kunnen zien, lat de Staaten-Generaal affeclcercn het eerfte obiedt geheel ter zyde te fchuiven, en zich alleen jezig houden met eea volgend geval, naamlyk de ;eweldenary, die een zyner Domeftiquen , zondes lat daar toe aanleiding gegeeven was, zou hebben, gepleegd. De Koning, Mynheer! verzekerd dat deeze ornïeering van den Staat des gefchils, alleen moet toe*efchreeven worden aan eene misvatting, en niet (nje eea weigering vaa recht behoord opgenomen te* wor-  112 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot worden, en dat de Staaten Generaal niet zullen'i Weigeren te erkennen, noch die eguards, welke zy/ "aan hetcaracter, waar mede de Graav deSt. Priestt bekleed is, noch die welke zyne Majefteit, en alss Souverein en als een Bondgenoot van de Republiek rechc heeft te vorderen; heeft over zulks aam zynen Ambasfadeur ordre gegeeven, om op nieuw? aan te dringen op eene eclatante fatisfactie wegenss de faken, in zyne Memorien van den 2den en 6dem Juny vermeld; entevens aan'Haar Hoog Mogendens te declareeren dat, zo ras zy deeze daad van rechtvaardigheid zullen uitgevoerd hebben, zyne Majefteit het van Haare plicht zal achten, om van haare zyde met de uiterfte onpartigheid te onderzoeken de faiten, die tot lasten van den Jager van dem Graave de St. Priest , worden opgegeeven , eni dieswegens eene ftrenge Juftitie zal doen oeffenen,, zo uit legaale, wettige, en niet verdacht zynde bewyzen zal blyken, dat den voornoemden Perfoon] inderdaad fchuldig is, aan de excesfen, waar mede; hy word beticht. Ik heb de eer te zyn &c. No. 636. Nadere Memorie van den Heere de St., Priest- hier omtrent. Hoog Mogende Heeren! De Ondergeteekênde Ambasfadeur van zyn Allerchristelykfte Majefteit heeft niet nagelaaten, aan: dea Koning, zyn Meester, rekenfchap te geeven 1 Van de beide Nota's, welken hy aan U Hoog Mog*, «len aden en 6den deezer maand heeft overgegee-. ven, van Hun antwoord van den i2den, en van de; Hukken, welke hem fuccesflvelyk van hunnentwe*gea zyn ter hand gefteld. De Koning zo van deeze ftukken, als van de Nota den nden van deeze maand door den Heer vait^  ie Gebeurtenis/en in 17§7 snz. veor gevallen, ii$ Berkenrode overgegeeven» kennis genomen heb* ' lïende , heeft den Ondergeteekenden gelast, U Hoog Mogenden voor te draagen, dat zyne Majefteit niet zonder de grootfte verwondering heefe kunnen zien, dat dezelven op de klagten, welken, zyn Ambasfadeur genooddrongen is geweest ^te doen, niets hebben geftatueerd, dat tl Hoog Mogenden in plaats van zich te haasten, om by die gelegenheid een blyk van Hunne gevoelens te geven, voor een Bondgenoot van de Republiek, en van Hunne egards voor het onfchendbaar Caracter ■van zyn Ambasfadeur, zich alleen bepaald hebben tot de -befchuldiging van een Bediende van den Ondergeteekenden , en tot het nafpeuren van bewyzen om het ongelyk, welk men hem te laste heeft gelegd, te fterken, en zyne overlevering te vorderen. De Koning, Hoog Mog. Heeren! kan in deezea buitenregeligen ftap niet anders vinden, dan een voorneemen om door een ontydige wederbefchiüdiging de fatisfactie te ontwyken, welke aan U Hoog Mog. gevraagd is. Maar, daar zyne Majefteit zich verzekerd houd, dat Hun Hoog Mog. zulks alleen volgens de onnaauwkeurige berichten op die wyze gedirigeerd hebben, en dat dezelve geen voorneemen hebben om af te wykeii van de wyze Van han» delingen, welken de Souvereinen wederzyds ia acht neemen, en van dewelke men zich in een befchaafd Land niet veroirloofd af te wyken, heefc zyne Majefteit den Ondergeteekenden gelast, om op de klagten in zyne Memorien vervat te inftee* ren, en te verklaaren, dat zo dra de Koning des» -wegens fatisfactie zal bekomen hebben, gelyke Hy recht heeft, van de billykheid en wysheid van Ü Hoog Mogenden teverwagten, zyne Majefteit ook metdezorgvuldigfte onzydigheid, de daaden. Welke men den Jager van dén Ondergeteekenden tak laste heeft gelegd, zal doen onderzoeken * en * zo wanneer dezelven döor wettige en Onverdachte be» jvyzen geftaafd worden* aan Hun Hóög Mogende», yiLjctofc h w*t  H4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zodaanige fatisfactie geeven, ais dezelven recht heb« « ben van den Koning te verwagten. 's Hage den 2tfflea Juny 1788. (was geu) le Comte de St. Priest.'. No 637. Extract uil liet Register der Refolutien yam de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal derf Vereenigde Nederlanden, behelzende antwoord epï de bovenjlaande Memorie van den Franfchen Ambasm, Jadeur. Lunce den poften Juny. Is gehoord het Rapport van de Heeren vanHeeC.'. keren van Zuideras, en andere Haar Hoog Mo-, geaden Gcdeputeerdens tot de buitenlandfche zaa-. ken, hebbende ingevolge en ter voldoening vani derzelver Refolutie Commisforiaal van den 2(5fleni «deezer, geëxamineerd eene Memorie van den Heere Graave de St. Priest, Ambasfadeur van Frank»> fyk, dienende tot antwoord op Haar Hoog Mo-, jgenden Refolutie van dea ï2den daar te vooreni met de flukken aan hem ter hand gefield, wegens; ■de klachten by twee voori^e Memorien door hemi gedaan, breeder in ce Notulen van den 26flen ver-, meld. Waarop gedelibereerd zynde, is goedgevonden! en verftaan, dat aan zemelden Heer Graave te St. . Prie*t, tot sjstwoord op de voornoemde Memorie: zal worden toegev&egd: Dat Haar Hoog Molenden nooit gedacht hadden,, dat hunne oogmerken en iazichten, in een zo verkeerd daglicht aaa zyae Aller-Chnstelykfle Maje-fteit hadden kunne» voorgefteld worden, als zulkst uit de laatfte Memorie van den Heer Ambasfadeur : blykt gefchied te zyn : dat Haar Hoog Mogenden 1 uit den inhoud vaa dia Memorie geziea hebben, dat; de Koning om aaa dezelve niet directelyk te attri- • bueeren, vaa door eene yerhaaste tegen,befchuldi-| ging:  ie Gebeurtenis/en in ifSj enz. voorgevallen. 115 inginggezogt te hebben, de fatisfactie, die Hun gedraagt, wierd te ontwyken, het gedrag in deezen door Haar Hoog Mog. gehouden toefchryft, aan een gebrek van naauwkeurigheid in de berichten, die aaa Idezeive zyn toegekomen: maar dat Haar Hoog Mogenden zich van geen diergelyke verfchooning wilJen bedienen, als geen ander richtfnoer in den loop van deeze zaak gevolgd hebbende, dan de exa&fte (regels van eene'onpartydige Juftitie, en de zuiverïte gevoelens van hoogachting voor zyne Majefteit en deszelvs Ambasfadeur; zo ais zy verhoopen, dat het den Kening ten klaarften blykenzal, uit het gene zy de eer zullen hebben onder Hoogstdeszelvs oog te brengen. Dat het wel waar is, dat Haar Hoog Mogenden in derzelver antwoord, op de twee voorige Memorien van den Keer Graave de St. Priest , zich aiet lang opgehouden hebben met het gebeurde op den iften deezer maand, en dat zy goedgevonden aebben hunne klagten te bepaalen by het geval van den Jager, het welk aanleiding had gegeeven toe de tweede Memorie van den Heer Ambasfadeur; lan dat Haar Hoog Mogenden tevens zorg hadden gedraagen, van zo wel aan het Minilterie van zyne Viajefteit als aan den Heer de St. Priest, te doen «oekomen de Berichten vau Juftifkatoire ftukkea, velke een ampel rerhaal behelzen van de bewee;ingen op den iften Juny voorgevallen; en dac laar Hoog Mogenden zich gevleid hadden, dat men in de omftandigheden van dit verhaal wellicht ;oude ontdekt hebben, de beweegredenen van het gedrag door Haar Hoog Mogenden in deezen gelouden ; dewyl die omftandigheden van zo een aan: sraren, dat dezelve aan Haar Koog Mogenden een iven zo gegronde ftof tot klagten gaven, als de mbezonne conduite van den Jager: dat deeze ftuk:en ten klaarften beweezen, dat het Territoir van len Staat, op eene even geweldaadige wyze was ;evioleerd, en het ongenoegen van het gemeen, >fider het welk reeds veel gisting was, op eene onH 2 ge-  1 ii6 Verzameling van Stukken letrekkelyk Ut gehoorde manier was opgewekt door het gedrag van de Domeftiquen van den Heer Ambasfadeur i dat Haar Hoog Mogenden dus, indien zy alleen minne rechtmaatice verontwaardiging geraadpleegd hadden, over dit geval, ten minlten even ferieufe: klagten hadden moeten doen, als over dat van deni Tager, dan dat zy daar van terug gehouden zyn door: pene enkele confideratie, dat de Perfoon van deni Heer Ambasfadeur zelve in deeze discusfie meer ofE min gecomnromitteert was, zo als zulks te zien iss uit den inhoud van de Berichten van den Hove vani Holland, en van den Magiftraat van 'sHage, eni dat deeze reflexie genoegzaam is geweest, om Haan Hoog Mogenden een diep itilzwygen te doen nouden. over al het eenasfeerde van den iften Juny.J "Dat Haar Hooe Moeenden door het onaangeroerd! laaten van de rechtmaatigfte klagten, uit hoofde* van hunne egards voor het Caracter van den Heer» Ambasfadeur van Frankrvk vermeenen het allerlterk-^ fte bewys, en een ontwyffelbaare blyk gegeevem te hebben, van hunne eerbied, hoogachting eni attachement voor de Perfoon van een Koning, hunnen Nabuur en Bondgenood, wiens Vriendfchap eni toegenegentheid zy vuuriglyk wenfchen te onderhouden en te cultiveeren : dat zy zich verzekert houden, dat zyne Majefteit, onderricht van hunnei waare oogmerken, niet langer zal blyven ftaan opj eene fatisfactie, die Haar Hoog Mogenden recht had-! den gehad om voor zich zelve te vraagen, en die het dezelve daar en boven onmoogiyK is aannoogscdenzelven te geeven, dewyl zy geen bekende mis» daadigen tot voorwerp hebbende, van zelve ver«' valt: en dat Haar Hoog Mog., in een vast vertrou-j wen op de wysheid en onpartydigneid van zyne i/ia-j iefteit, zullen afwasten, hetbefluitdathet Hoogst-l denzelven behaagen zal te neemen, op de ernftiged klagten, die zy de vryheid genomen neooen aana zvne Majefteit te doen geworden, omtrent het ge-; pleegde door den Jager van den Heer Graave cei St. Briest. EU  is Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 117 Ea zal Extraét van deeze Haar Hoog Mogendea Refolatie, door dea Directeur van de buitenlandfche Correfpondentie Tinne , uit hoofde vaa de Refolutie voorleeden vrydag genomen, ten opzicht vaa den Agent Slicher, gefield worden in handen vaa gemeldea Heer Graave de St. Priest Ambasfadeur van Frankryk. En zal gelyk Extraól van deeze Haar Hoog Mog. Refolutie gezonden worden, aan den Heer Lestevenon van Berkenrode , Haar Hoog Mogenden Ambasfadeur aan het Hof van Frankryk, omteftrekken tot zyn aaricht f^'. 638. Memorie door den Graave de St. Priest, Ambasfadeur des Konings van Frankryk, aan den Prejident van Hun Hoog Mogenden overgegeeven. Hoog Mogende Heeren! ' Aan den Koning verflag gedaan zynde van de Refolutie, van wegen ü Hoog Mogenden aan den Ondergetekenden Ambasfadeur den 3oflcn der voorige maand overhandigd, heeft zyne Majefteit met zonder verwondering kunnen zien, „ dat Uwe Hoog 3, Mogenden hem een blyk hunner gematigdheid hebben meenen te geeven, door zich niet eerst te beklaagen over het gebeurde voor het Hötel „ zyner Ambasfade, en dat zy 'er zich v,m weêr„ houden hebben, uit hoofde van het égard voor „het Carakter van den Ondergeteekenden, het welk, 3, volgens hunne uitdrukking, daar in njeer ofïUïn ,, was gecompromitteert". Uwe Hoog Mogendea hebben zonder twyffel niet gedagt, dat deeze losfe, vertraagde en van bewys ontblootte aantyging, (betreklyk welke zelvs niets blykt uit de beide Memorien , door U Hoog Mogenden aangehaald, als of dezelven die inhielden, en in welke ook vaa den Ondergeteekenden geen gewag gemaakt wordt, dan in het abfarde antwoord, door eene enkele Getui. H 3 gei»  liS Verzameling vm Stukken betrekkelyk tot gen toegefchreeven aan een van zyn Volk, naam- Jvk : dat hy handelde op ordre van zyn Meester,) de Koning zoude doen geiooven , dac zyn Ambarfa. deur zyn carakter had gecompromitteerd, en in ge« breke ^ebleeven was aan de eerfte van zyne plichten, door, het zy direct, het zy indirect,de openbaare rust te verftooren. Hoe het zyj de Ondergeteekênde heeft uitdrukke- 1 ]yk ordre van den Koning zyn Meester ontfangen, om het gefchil te brengen tot deszelvs rechten ftaat. U Hoog Mogenden hebben van zyn kant ontfangen de klagten, betrekkelyk de bedryvea, welke de oproerige famenrottingen verzcld hebben, die voor zyn Hötel hebben plaats gehad. Hy heeft geëischt, dat de fchuidigen zouden worden geftraft: deeze cisch, hoe eenvoudig en billyk dezelve ook ware, is door U Hoog Mogenden ontweeken, onder het VGorwéödfel: dat het onmooglyk was te ftraffen, uit hobfde van de onmocglykheid om de fchuidigen re vinden. Ondertusfchen is het tegea alle waarichynlykheid aan, dat deeze famenrottingen zonder oogmerk, en zonder Üpftookers zouden geweest zyn. Piet is op deeze verfchillende punten, op welke men moest geïnformeerd hebben, en het is na onzydige en op eene wettige wys genomene informatien, dat zyne Majefteit zich gevleid had, dat U Hoog Mogenden uitfpraak zoude gedaan hebben omtrent de fatisfactie, welke in zyaea naam gevorderd is. De Koning, Hoog Mogende Heeren! vernieuwd 7yuen eisch ten deezen opzichte. Zyne Majefteit doet dien ftap met des te meer vertrouwen, om dat hy zich zéér veel verlaat op de verzekering, die U Hoog Mogenden gegeeven hebben van hunne rechtmaatigheid, vaa hunne'denkwyzen, ea vaa de zui-, verheid huaner oogmerken. Voor het overige, heeft de ondergeteekênde Am. basfadeur last, om op nieuw aan IJ Hoog Mogenara ts deckreereni dat zo dra zy aan dea Koning ■■. zyn-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 119 zynerj Meester fatisfactie zullen gegeeven hebben op hec ttuk van de famenrotting, zyne Majefteit 'er zich een zorgvuldige plicht van zal maaken , om aan U Hoog Mogenden toe te ftaan alles het geen hy zal bevinden verfchuidigd te wezen, met be. trekking tot de daaden, welke den Jager van den Ondergeteekenden worden aangetygd. 's Hage den 16 July 1788. (was get.) De Graay de Sr. Priest. N°. 639. Extract uit het Register van de Refolutien van Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, verflrekkende tot antwoord op de laatst ingeleverde Memorie van den Graave de St. Psiest. In dato den 21 July 1788. Is gehoord het Rapport van de Heeren van Lynden» en andere Haar Hoog Mogende Gedepuceerdens tot de buitenlandfche zaaken, hebbende ingevolge, en tot voldoening van derzelver Refolutie Commisforiaal van den i6den deezer loopende maand , geëxamineerd een Memorie van den Heer Ambasfadeur van Frankryk, Graave de St. Priest, dienende tot antwoord op Haar Hoog Mogenden Re. folutie van den 3o(len der gepasfeerde maand Juny , breeder in de Notulen van gemelden dag geïnfereerd. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, dat aan gemelden Heer Graave de St. Priest, tot antwoord op de voornoemde Memorie zal worden toegevoegd : dat Haar Hopg Mogenden gehoopt hadden, dat na derzelver Refolutie van den 3often der gepasfeerde maand Juny, diepende tot antwoord op de Memorie, door gemelden Heer Ambasfadeur, op den 2öften daar te vooren geprefenteerd, dezelve niet langer zouden hebben blyven infleeren op een fatisfactie, die Haar Hoog Mogenden niet vermeenden te kunnen of te H 4 Jüoe-  tio Verzameling van Stukken betrekkelyk tot moeten geeven; dat zy met verwondering in deeze pieuwe Memorie van den Heer Ambasfadeur opgemerkt hebben •' dat men het voornoemde antwoord van Haar Hoog Mogenden aanziet, als fteunende pp losfe gronden, en met geen bewyzen geftaafd. Dat Haar Hoog Mogenden in den geheelen loop van deezeonaangenaamezaak, geen enkele demarche gedaan hebben, zonder dezelve op wettige en judieieele bewyzen , de eenigfte, welke men in een diergelyk geval kan vorderen, te doen fteunen; en dat Zy zich in hunne Refolutie van den 3o(ten der gepasfeerde maand, van dit richtfnoer niet hebben, verwyderd; dewyl zy niets gezegt hebben,dat zy, pit hoofde van de ingenoomen informatien, niet bevoegd waren te zeggen ; maar dat Haar Hoog Mogenden met leedwezen gezien hebben, dat men den zin niet gevat heeft, van dat Artikel van de voorfz. Refolutie van den 3often Juny, waar in ge£egt wordt, dat zy niet hebben willen klagtig vallen over het geval van den iften Juny, uit hoofde van hunne éguards voor de perfoon van den Heer Ambasfadeur, welke in deeze discusfie meer of min gecompromitteerd was; dat zy daar door geen de minfte intentie gehad hebben den Heer Graave de gr. Priest te verdenken, of denzelven te befchuldigen van waarlyk die ordres gegeeven te hebben, die men hem toefchreef; nog veel minder van door een zodaanige verdenking te zoeken den Koning te doen gelooven , dat Hoogstdeszelvs Ambasfadeur zyn Carakter gecompromitteerd had, en tegens zyn plicht was aangegaan, door het ftooren direclelyk of indirectelyk van de publieke rust; dat Haar Hoog Mogenden niets diergelyks in 't oog gehad hebben, cn dat zy met verdriet gezien hebben, dat men hun oogmerken heeft kunnen toefchry ven, die zo weinig ftrookten met de fentimenten, die zy voor de goede hoedaanigheden van den Heer Ambasfadeur, Zedert bet eerfte oogenblik van deszelvs komst in den Haag, gemanifesteerd hebben; dat Haar Hoog Mogeaden, wanneer zy gezegt hebben, dat de perfoon  L Gebeurtenis/en in 17S7 enz. voorgevallen. 12% | En zal Extract van deeze Haar Hoog Mogenden ''Ikefolutie door den Directeur Tinne, aan den Heer "•'Ijimbasiadeur -Gr.ave de St. Priest werden ter hand 'Ireiteid. -,p°. 640. Notificatie van de Ed. Hoog Achtbaare lïageering der Stad Haarlem; waar by te kennen gee> iel ven. dat zyne Doorluchtige Hoogheid verklaard; ,>| de gedisfolveerde Krygsraad en Schuttery van voorfz. ',M Stad te zullen worden gehouden voor zodaanig verM nietigd.als of dezelve nooit in wezen waren geweest :jj enz. M dato den 4 Juny 1788. :'i Burgemeesteren en Regeerders der Stad Eiaarlem, kjaorificeeren by deezen: dat Hun Ed. Groot Acht^Jbaare hebben ontfangen eene Misfive van zyne Doos» "isliuchtige Hoogheid den Heere Prince van Orange en ■";INasfauw, gefchreeven in 's Hage, den 28ften dor Ki|voorleeden Maand, daar by overzendende Hoogsc,l!;;ideszelvs dispoficie , by Publicatie van den x8dea !ï!'lFebruary deezes jaars aan zich voorbehouden , on■^Ider anderen op een Request aan Heeren CommisfaClil|risfen welke door Hoogstdezelve , ingevolge de tó'iAutborifatie van Hun Ed. Groot Mogenden van den "£'lhi October 1787, na deeze Stad zyn gezonden,om a' Ide goede orde te herftellen , overgegeeven} tenKSldeerende, om redenen daar by vermeld, dat zyna :;tfaoogheid zoude gelieven te verklaaren , dat de ge^'ifdisfolveerde Krygsraad en Schuttery, welke federc "Iden 27 April 1787 had geëxtteerd, en na de geluk. :»kige omwenteling van zaaken binnen deeze Repu-l%bliek, door de toenmaalige Regeering deezer Stad w°iiwas vernietigd , zoude moeten worden gehouden ^'Ivoor zodaanig te zyn vernietigd, als of dezelve nimi:iBmer eenig beilaan of aanwezen had gehad, en dus Ï- vervallen te zyn van alle Voorrechten en Vrydom. pten daar aan anders gehecht. Terwyl zyne Hoogheid, na den inhoud der voorfz. Requsste, rypelyk overwoogen, en daar op inge.  I IS4 Verzameling van Stukken betrekkelyk Ut flomen ce hebben de confideratien van Hoogstdes-J zelvs Heeren Commisfarisfen, heeft goedgevonden" te verklaaren : „ dat de voorfz. gedisfolveerdei „ Krygsraad en Schuttery zullen worden gehouden; Sj voor zodaanig vernietigd, als of dezelve nooit) ,., in wezen waren geweest; ten effecte, dat eem s, iegelyk, die daar door iets heeft verkreegen, '$j „ gene hy te vooren niet had, of van iets is ont3, heven geworden, waar aan hy te vooren onder-3, worpen was, word verftaan en gehouden tot zy9, nen voorigen ftaat te zyn wedergekeerd, en voorfl, taan niet meer zal genieten de Voorrechten i,, welke daar door verkreegen, noch vry zyn vaat „ de lasten, welke daar door gecesl'eerd warep".! enz- J8°. ,641. Placaat van Amnestie en Vergiffenis van Huw, Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal den Vereenigde Nederlanden, voor de Ingezetenen en> Bewoonders van het Resfortvan de Generaliteit &c\, In dato den 5 Juny 1788. De Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden : Alle de genen, die deeze zullen zien of hoo«. Een leezen, falut. Alzo zyne Hoogheid op den nden Maart laatst-. 3eeden jn den Raad yan Staaten der Vereenigde Ne-, derlanden yerfcheenen zynde, aan dezelve by eene: ichriftelyke Propofitie heeft in bedenking gegeeven, om aan ons voor te ftellen het verleenen vaai icene generaale Amnestie en Vergiffenis van het ge-, ne zoude mogen zyn misdreeven door zodaanige Ingezetenen en Bewoonders van het resfort van de: Generaliteit, welke door onkunde, onvoorzichtig-heid en verleiding zich hebben ingelaaten, en deell genomen in de rampfpoedige verdeeldheden, welke: den geheelen Staat beroerd, en tot op den oever: van zyn verderf gebragc hebben, onder zodaanigeyocrwaardep» uitzonderingen en bepaalingen nog- ■ thands,, I ■  lag Verzameling van Stuiken betrekkelyk iet welke mogten vermeenen, dat hunne gepleegde i daad door de bykomende omftandigheden verfchoö- • ning meriteerd, zich ten dien einde niet aan ons moeten adresfeeren, maar hunne redenen allegee- ■ len by den Rechter, voor welke de befchuldiging; tegens hun zal zyn ingefteld , aan welker onder-. tzoek en beflisfing wy de allegatie van alle zulke: meer of min verfchoonende omftandigheden over-laaten. En óp dat wyders deeze onze Amnestie, geene: verhindering moge toebrengen aan het zo hoog nó«. «lig losmaaken en vernietigen der verderffelyke Fac-< tie en Cabaale, waar door dit Gemeenebest op den 1 oever van deszelvs ondergang is gebragt; endewyll deeze Amnestie ook gefchikt is, en tot haar gevolg; behoord te hebben, dat de gemoederen der Inge-zetenen tot bedaardheid gebragt, en de zo gewenfeh-te rust verder werde herfteld; willen en begeereni wy voorts: dat alle zodaanige Sociëteiten, Ge-noodfehappen of andere Corporatien of Byeenkom- ilen van Wapenhandel, in de Stad en Meijery vant Js Hertogenbofch of in de verdere Steden, Dor-pen, Heerlykheden en Plaatfen in de Generaliteit,, ten onderwerp hebbende gehad, of welke geftrektc hebben tot het houden van Correspondentie mett eenige diergelyke Sociëteiten , Genoodfchappen,3 Corporatien of Byeenkomften in eenige andere Pro-vincien dienaangaande, voor zo verre dezelve noch: niet mogten zyn gedisfolveerd , daadelyk zulleni worden gedisfolveerd en vernietigd, en dat geene: andere, onder welke benaaming het zyn moge,het! zy dan opentlyk by eenige generaale Byeenkomften) ■van de daar toe gehoorende Leden te famen, hetzy; meer bedektelyk en in een minder getal, by meert o£ afzonderlyke Byeenkomften tot zodaanige ein-dens of om over's Lands ofRegeerings zaaken te: handelen, met oogmerk, om zich in dezelve te: immifceeren, zullen mogen worden opgericht;; lastende en beveelende onzen Advokaat-Fiskaal eö) frotacur-Generaal, en verdere Hooge ea andere: CtUi  I 'ie GébeUrienisfen in 1787 enz. voorgevallen, ïé$ Crimineele Officieren in en over het resfort van dè Generaliteit, daar cegens op her. fterkfte te vigileeirea, en tegens de Wederoprechters derzelven , als regens rerturbateurs van de algemeene Rust-, en als Belagers van de wettige Regeeringsform van den Lande te procedeeren, zo als bevonden zal worden te behooren. , Inhereeren wy voorts onze Publicatie Van deq I3den Augustus 1787, betrekkelyk het gene daar by ten aanzien der Predikanten , van welke Gezindheden die zouden mogen zyn, als mede ten jaanzi'en der Ruomfche Pastoors is geftatueerd; en 'verbieden wyders wel expresfelyk, het maaken, drukken, debiteeren en disfemineeren van Pasquillen of Spotprenten, midsgaders het infereeren van fpotachtige, heekelende en tergende periodes, het zy by form van Blieven, als anders, in Couranten of andere periodique Werken; als zaaken , nergens anders toe ftrekkende, dan om de auimoüteit en onderlinge Verbittering in de gemoederen te bly-] ven aankweeken ; verbieden mede wel expresfelyk alle en een iegelyk, om de Lieden welke by deezen ónze gratie hebben geóbtineerd, of iemand wie het ook zy, op eénigerhande wyze fmaadelyk ,te bejegenen, of in Perfoon of Goederen te bejeedi^en: terwyl wy teffens verwagten, dat dezelve aan hunne zyde, zich mede zorgvuldig zullen onthouden, van al dat gene, het welke billyk aanftoot of rlieuwe oirzaak tot verbittering zoude kunnen geeven : zullende dezelven , in gevalle zy zich op nieuw aan eenig misdryf van gelyken aart, als waar van zy by deezen vergiffenis bekomen, mogten. fehüldig maaken , als dan niet alleen ter oirzaak van dit hun nieuw, maar ook dm.de voorige wanbedryven, naar exigentie van zaaken geftraft worden; gelyk mede onzë hoogfie indignatïe zullen incdrreeren, en naar rigeur van Recht en Wetten deezer Landen zullen worden geftraft de zofjaanigeh, welke die ons Plakaac ia eëaige: der hiar VIL Deel; 1 b-v  130 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot bevoorens geëxprimeerde Poincten, zullen komen te overtreeden of tegen te gaan. Gelasten en beveelen derhalven onzen Advokaat en Prokureur-Generaal van Braband en den Lande van Overmaaze, midsgaders den Advokaat-Fiskaal van Vlaanderen, en den Momboir van het Hof geordonneerd in het Overkwartier van Gelderland te Venlo, en alle Hooge en verdere Crimineele Officieren in en over het resfort van de Generaliteit, en generaalyk alle Regenten, Magiftraaten, Gerechten en Onderzaaten, tegenwoordig en toekomenden, zich naar den inhoud deezer te reguleeren , ien een iegelyk (buiten de voorfz. uitgezonderde^ iet effect en gevolg van deeze onze Amnestie rus«elyk en vreedelyk te laaten genieten; hun verbievdende tegens iemand ter oirzaak, of over iets dat 'daar toe betrekkelyk is, eenige de minfte recherche, veel min eenige Befchuldiging of Actie aan te ilellen, of bereids begonnen zynde, verder te vervolgen, nademaal wy verftaan, dat alle dezelve uic irachte van deeze onze Amnestie kwytgefcholden . 648. Extracl uit het Refohtieboek der Stad Gro-i ningen. Saturni a tneridie den 22 Maart 1788. Op het geproponeerde ter Vergadering, hebben de H. Heeren Burgemeesteren en Raad verftaan^ dat den Heer Predikant Theod. Brunsveld' dei Blau, zich by provifie van den Predikdienst zaia hebben te onthouden, heen ter tyd door den Raad is gedisponeerd over de Leerreden, dewelke door) hem op den jongstgehouden Dank- Vast- én Biddag des nademiddags in Martini-Kerk is uitgefprooken, en door de EE. Heer Prrefideerende Burgemeester, en zyn Eds. Heeren Adfesfooren, ingevolge Raads< Refolutie van hem is gerequireerd. Coll. Accord. (was get.) A, Cost, abf. Secret.  ide Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 147 ing van myn dienst te zyn begonnen, verder over ny zal goedvinden te disponeeren. Met verfchuldjgden eerbied, enz. EtöracT; uit het Refolutieboek der Stad Gro. ningen. Lunet den 31 Maart 1788. Ter Vergadering zynde geleezen eene Misfive an den Heer Predikant Theod. Br. de Blau, gedresfeerd aan de Ed. Heer Prafideerende Burgeaeester van Iddekinge , houdende antwoord op e door zyn Ed., en deszelvs Heeren Adfesfooren an zyn Wel Eerwaarde, conform Refotutie van en soften deezer, gevorderderde Predikatie, in e Groote Kerk alhier op den laatstleeden Biddag ademiddag gehouden; hebben de H. Heeren Buremeesteren en Raad, na gehoudene deliberatie, 1 gelet hebbende op het Declaratoir van zyn Wel erw. daar by gedaan, dat in *t allerminst niet ihroomde, zelvs door den druk in 't openbaar te aten leezen, wat had doen hooren, zo veel hec Dn herhaalen; en onder inhasfie van Hun Ed Mog. efolutien van den 20(ten en 22ften Maart jongst, en Heer Th. Br. de Blau, als nog gelast de Pre;katie op den jongstgehouden Biddag in de Groo- Kerk uitgefprooken, binnen driemaal vier en inntig uuren, na overhanding deezes, aandenEd. eer Prsefideerende Burgemeester te bezorgen, op ft- de Raad als dan daar omtrent zodaane Refolutie .1 kunnen neemen, als tot handhaaving van Hun :zach, en bewaaring der goede orde zullen nodig rdeelec. Coll. Accord. (was get.) C. H. Gockinga, Secret. 4dres  150 Verzameling yan Stuiken betrekkelyk tot te hebben; en daar ik vertrouwe, dat U Ed., Mogenden my indeezen, op myn woord, wel zul-., len gelieven te gelooven; daar geeve ik hier nevens! over wat ik kan. De verklaaring te breed zyndef uitgedegen , moest ik herfchryven , en wel, omi myn geheugenis wil, op zulke lösfe bladen. Aam dit herfchreevene heb ik my, zo veel mooglyk,) gehouden, zo dat 'er grootendeels, zaakelyk alchands, en dikwils woordelyk, wat ik heb uitgefprooken wordt geleezen. Gebrek aan tyd verbood! my het laatfte gedeelte der toepasflng geheel uit tee werken. Ook was dat meest van eenen plichcver* maanenden aart. Is voorts een ieder de bes-; te Uitlegger van zyn eigen woorden, U Ed. Mog.; gelieven my dan, noch over hec gefchreeven nocni over het uitgefprookene te veroirdeelen, voor en: al eer ik 'er nader over zal zyn verftaan. ExtraSt uit het Refolutieboek den Stad Groningen. Lunet den 28 April 1788. Ingevolge Raads-Refolutie van den 2iften deezer' Maand op heden ter Vergadering zynde gedelibereerd over de Leerrede van den Wel Eerwaarden: Heer Predikant Th. B. de Blau, op den jongstge-: houden Biddag des nademiddags alhier in de Marti-. nj Kerk gedaan, hebben de H. Heeren Burgemeesteren en Raad goedgevonden en verftaan, den Well Eerw Heer Predikant Theodorus Brunsveld de; Blau te gelasten, gelyk dezelve gelast wordt by/ d ezen: om binnen drie dagen na ontvangst deezes,, djs morgens op het gewoone uur in het Raadhuis* zich te fifteeren, en aldaar by de zittende Raad te: doen, en daar op verteekend over te geeven hec: navolgend Declaratoir : „ ik betuige dat my vani „ harten leed is het ongenoegen, het welk ik aam de Ed. Mog. H. Heeren Burgemeesteren en Raadi deezer Stad hebbe gegeeven door de onvoorzich-' „ uge:  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 151 tige en ongemefureerde uitdrukkingen in myne 3, jongst gedaane Biddagsrede; waar over ik vaa „ Hun Edele Mogeude ootmoedig verfchooaiag „ verzoeke". Met verdere ernftige recommandatie aan zyn Wel Eerwaarde,om zich in het toekomftige van alletaxatoire termen en uitdrukkingea over de Regeering, tydsomftandigheden , Lands- en Regeeringszaaken te onthouden; zo wel als van alle haatelyke toepas» lingen; maar zyne toehoorders tot eerbied voor, en onderwerping aan hanne wettige Regeering te vermaanen, en op te wekken; en daar door met de Regeering mede te werken, ter herftelliug der ruste en eendracht;op dat niet Hun Ed. Mog. zich genoodzaakt zullen vinden, om aan zyn Wel Eerw. hun ongenoegen op eene meer eclataate wyze te doen ondervinden. En zal Extract deezes, als mede copie van het bovenftaande Declaratoir, ten fine van verceekening , aan zya Wel Eerw. wordea ter hand gefield. Coll. Accord. Qwas gef.) W. Cranssen, Secret. Aanfpraak en Declaratoir van den Heere jde Blau , geprojecteerd om aan Hun Ed. Mogende Heeren Burgemeesteren en Raad te doen. Edel Mogende H. Heeren Burgemeesteren en Raad! Het is ten gevolge van U Ed. Mog. Refolutie, dat ik my eerbiedig tegenwoordig fifleere; om, of fchoon ik aan de Requifitie vaa U Ed. Mog. niet volledig kaa voldoen, daar aan nogthands zo naby te komen als my mooglyk is. Daar ik by gehoorzaame overgave van myn Preek , ootmoedig ver^ogt, om. over het geea meu op de K 4  is Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevalleni 155 Verzoekfchrift van de Eerw. Groote Kerken» raad te Groningen, aan Hun Edel Mog, Heeren Burgemeesteren en Raad, Edele Mogende H. Heeren, Eurgemeeste» ren en Raad der Stad Groningen! , Geeft met allen verfchuldigden eerbied te ken« nen, de Groote Kerkenraad der Christelykg herVormde Gemeente der St,ad Groningen, Dat met de gevoeligfte aandoening vernoomen heeft, dat gedelibereerd, zynde over de Leerrede van den Wel Eerwaarden Heer Predikant Theodo» rus Brunsveld de Blau, op den jongst gehouden Biddag des nademiddags alhier in de Martini Kerk gedaan, U Edel Mogenden by Refolutie den 28 April 1788 goedgevonden en verftaan hebben, den Wel Eerw. Heer Predikant de Blau te gelasten, om binnen drie dagen naar ontfangst derzelve, des morgens op het gewoone uur in het Raadhuis zich te fifteeren, en aldaar by den zittenden Raad, te doen en daar op verteekendover te geeven, het na-, volgend Declaratoir: „ Ik betuige dat my van harte leed is, hetonge„ noegen het welk ik aan de Edele Mogende H. „ Heeren Burgemeesteren en Raad deezer Stad „ heb gegeeven, door de onvoorzichtige en ongeme. „ Jureerde uitdrukkingen in myne jongstgedaane Bid„ dagsrede, waarover ik van Hun Edel Mogenden ootmoedig verfchooning verzoeke". Dat zyn 'Wel Eerw. uit waaren eerbied voor U Edel Mog. gereed was voor den zittenden Raad mondelyk en fchriftelyk te betuigen: „ hoe het hem waarlyk leed zy, dat 'er uit zyne jongde „ Biddagspreek zo veel ongenoegen by deH.Hee„ ren Burgemeesteren en Raad is ontftaan, en dat „ daar hy, daar in , geen beleedigende intentie aJ had gehad, gelyk ook op den Biddag openlyfe  15(5 Verzameling v&n Stukken betrekkelyk tot » van den Predikftoel gezegd had, zyne gezegden „ evenwel' als zodaanig aan den Raad zyn' voorge„ komen, gantfch anders'dan hy dezelve had ge„ meend, of zich ook daar van nu nog is bewust. Ook gereed betuigde, te zyn, om alle andere billyke fatisfaftie aan H. Heeren Burgemeesteren „ en Raad te geëVen, wanneer hem zal zyn gebleeken, dat hy onvoorzichtig, ongemefureerd. en „ belee&igend zich hebbe uitgedrukt, en hem daar „ toe uit zyn Preek , die de Raad in handen heeft, zal zyn opgegeeven , weike uitdrukkingen zodaanig aan den Raad zyn voorgekomen, dat hy „ daar over berouw betuigen en verfchooning moet a, verzoeken, terwyl hy het toch niet onmooglyk a, acht, dat indien hy eens over deeze en gene ge„ zegden byzonder wierde onderhouden , hy 'er s, zelv' in ontdekke het welk, fchoon hy het zo 9, niet had bedoeld, en het dus nog altyd tegen „ zyn intentie zoude zyn geweest, 'er ongedwons, gen, als onvoorzichtig uit kon worden afgeleid ". Dat zyn Wel Eerw. op Vrydag morgen den 2den May tydig op het Raadhuis zich had gefifteerd, en •door den Heer Secretaris Cranssen uit naam van den Raad gevraagd zynde , of zyn Eerw. aan des Raads Refolutie zou obtempereeren? geantwoord had: zulks zo naby als hem mooglyk was te zullen doen en teyens een onderteekend Declaratoir van leedwezen in geschrifte over geeven, met dat gevolg, dat de Heer Secretaris zulks bericht hebbende, vervolgens verklaarde dat de Raad by haare Refolutie perfïfleerde, en zyn Eerw. als nog gelaste, het voorfchreeven Decla- ratoir punStueel, zonder 'er iets af of by te doen, in den Raad af te leggen, en onderteekend over te geeven. Dat zyn Wel Eerw. vermeend, behoudens het carafter van een eerlyk Man, en een onërgerlyk geweeten, aan alle deelen van U Edel Mogenden last, zo als dezelve ligt, pundtueelyk niet te kunnen voldoen, endaar in zwaarigheid vindt, zo lang als zyn Eerw. niet is gebleeken, dat zich onvoor- zich-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. i$f wichtig, ongemefureerd, en beleedigend helle uitgt' drukt. Dat dc ondergefchreeven Kerkenraad verre affs van eenigen coeleg, om ü Edel Mog. hoogstgeeerbiedigde Refolutie , of derzelver gronden eenigermaate ce beoirdeelen, veel min ce carpeeren. Dat dezelve zich ook geenfints zal uitlaaten over de gegrondheid, of ongegrondheid van het oirdeel, en daar uit voortvloeiend gemoedelyk beswaar van zyn Wel Eerw. Dat echter dezelve in aanmerking neemende, de naauwe betrekking in welke een Euangeliedienaar ftaat tot den'Kerkenraad en Gemeente, geene vryheid heeft gevonden in deeze zaak geheel ftil te zitten, maar zich onvermydelyk verplicht rekent, mee de leevendigfte gevoelens van eerbied, onder het oog van ü Edel Mogenden te brengen, dezorgelyke bekommering, welke dezelve heeft, wegens de gevolgen, die'er ten aanzien vanzyn Wel Eerw. zouden kunnen ontftaan, byaldien zyn Wel Eerw. alleen uit hoofde van een fcrupulus Confcientitz (welken in zyne magt niet ftaat weg te neemen, en tegen welken, het niemand vry fttat, aan te gaan) mogte blyven zwaarigheid maaken, om aan alle deelen van U Edel Mog. Refolutie, zo als dezelve ligt, te voldoen. Dat dezelve volkomen vertrouwt, het oogmerk van U Edel Mogenden geenfints te zyn , om het geweeten te bezwaaren, of daar door eenen Euangeliedienaar (anders met de kennelykfte blykenvan goedkeuring Uwer Edel Mogenden vereerd , en van de Gemeente zo zeer geliefd) in ongelegenheid te brengen; maar alleen om het gezach van U Edel Mogenden zo veel nodig te handhaavenen. Zo wend de ondergefchreevene Groote Kerkenraad zich tot U Edel Mogenden, met verfchuldigden eerbied verzoekende, dat het U Edel Mog. grootgunftig behaage, voorfchreevene Refolutie zodaanig, behoudens U Edel Mogenden gezach, volgens ü Edel Mogenden hooge wysheid, te verzag-  Ï5S Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zagten, dat zyn Eerw. daar aan, behoudens een onbezwaard geweeten, volkomen voldoen kan. fiet welk doende. i Uit naam der gantfche Vergadering. ' - H. Sypkens , h. t. Prcsfes. L. van Bolhuis, h. t. Scriba. ExtraB; uit het Refolutie Boek der Stad Gro» ningen. Saturni den 3 May 1788. Op het geproponeerde ter Vergadering door den EE. Heer prasfideerende Burgemeester van Iddekinge, dat gisteren avond zich by zyn Ed hadden geadresfeerd, de Heeren Predikanten Sypkens en van Bolhuis, pra;fenteerende een Request, op naam van den Grooten Kerkenraad deezer Stad, ten faveure van den Heer Predikant T. B. de Blau, od- ' zichtelyk het Declaratoir, het welk zyn Kerw volgens Raads-Refolutie van den a8ften April laatstleeden, in den Raad mondeling zou moeten doen en fchriftelyk overgeeven; met verzoek, dat zy uit naam van de gemelde Kerkenraad, het zelve m Perfoon, of op een andere wyze in den Raad mogten indienen; waar op zyn Ed vermeend had, geen bellisfend antwoord te moeten geeven, bevoorens daaromtrent de welmeening van den Raad hadde yernoomen. Hebben de H. Heeren Burgemeesteren en Raad Baar gehouden deliberatie, den EE. Heer prefideerende Burgemeester van Iddekingk verzogt, gemelde Adres aan voornoemde Heeren Predikanten wederom uit te langen, en daar by uit naam van de Raad te kennen te geeven, dat Hun Ed. Mogenden het zelve Adres tot geen object van deliberatiezullen maaken, en over die zaak nu, noch in het toekomftige, eenige Adresfen van den Kerkenraad zul. len verwagten, noch ontfangen. En zal teffens daar  ik Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. t$y , klaar by Extract deezes aan de Heeren Predikanten «voornoemd worden overgegeeven. Coll. accord. (was get.~) W. Cranssen, Secret. '% y Extra6t uit het Refolutie Boek der Stad Gro< ningen. •„ Jovis den 29 May 1788. Ten gevolge Refolutie van den 26fren deezer» op heden zynde gedelibereerd, over d£ zaak van den Heer Predikant T. B. de Blau, dewelke den * aden deezer maand in de Vertrekkamer van den j" Raad, aan den Secretaris, by zyn Eerw. gecom" mitteerd, om te vraagen of zyn Eerw. op her. Raad3 huis was gekomen, om te voldoen aan 's Raads Re1 folutie van den 28ften April daar bevoorens, en all' zo het daar in vermelde Declaratoir, houdende: Ik f betuige dat my van harten leed is het ongenoegen, het " welk ik aan de Ed. Mog. H. Heeren Burgemeefleren en ' Raad deezer Stad hebbe gegeeven. door de onvoorzich. > ',ige en ongemefureerde uitdrukkingen in myne jongfle'j Biddagsrede, waar over ik van Hun Edels Mog.'ooU ? moedig verfchooning verzoeke, eerst mondeling wilde doen, en dan het zelve verteekend overgeeven? 1 waar op den Heer de Blau geantwoord hadde: zo 'A naby mooglyk, in allen opzichte is het my nietdoenlyk, •! doch ben gekomen, om zo na my immer mooglyk, daar aan te voldoen, en zulks dan fchriftelyk over te geeven; * en op nader ordre door den Secretaris zyrïde ge;* communiceerd , des Raads welmeeninge te zyn, e' dat zyn Eerw. ftiptelyk aan de Refolutie voldeede» jl zonder daar iets by te doen, ofte af te laaten; zyn * Eerwaarde hebbende geantwoord, in deezer voe- > gen: volgens Rapport van derf Secretaris, ,, daar * ii, kan ik niet aan voldoen, ik kan geen valfch geL tuigenis geeven, door te verklaaren my iets leed ' | te zyn, daar niet weete, waar over leedwezen „ zou-  ï6o Verzameling van Stukken letrekkelyk tot „ zoude hebben; zal dan moeten afwagten watmy j verder zal overkomen". — Zynde op die ver», klaaring uit het Raadhuis gegaan; hebben de H., Heeren Burgemeesteren en Raad, naar emftigege-. houdene deliberatie, en in achting genoomen zyn-■ de, dat Hun Ed. Mog. om te zien of zyn Eerw., door nadere tyd en gelegenheid te geeven, aan i *& Raads zagte en gematigde begeerte voldeed, toe; heden te vergeefs hadden gewagt, en door zyni Eerw. daar aan noch was geobtempereerd en vol-, daan, noch zich dieswegens aan Hun Ed Mog hadl geadresiéerd; goedgevonden en verftaan: termain-tien van Hun Ed. Mog. wettig gezag, den Heerr Theodorus Brunsveld de Blau, den dienst alss Leeraar in deeze Gemeente op te-zeggen, en alzo» het Leeraarambt van denzelven vacant te verklapten, gelyk Hun Ed. Mogenden den Heer de -Blau i het zelve opzeggen, en het Leeraarambt vacantt verklaaren by deezen: wordende voorts gemelde: Heer T. B. de Blau verboden, om in deeze Stadl en derzelver Jurisdictiën, den dienst als Leeraar,, waar te neemen. En zal Extract deezes aan den HeerT B. de Blau ) worden ter hand gefield, als mede aan de Groote: Kerkenraad deezer Stad, en het Clasfis van de Stad . en Gorecht, benevens die van 't Oldambt en Wes-. terwolde, om te ftrekken tot hun naricht; als me- ■ de aan den Rentmeester der Predikanten Goederen, voor zo ver dezelve aangaat. Coll. Accord. (was get.) C. H. Gockinga, Secret. Extract uit het Refolutie Boek der Stad Gro» ningtru Lunos den 2 Junii 1788. Door den EE- Heer prefideerenden Burgemees. te Öuihïüs zynde voorgedraagen, dat de Heer ns: ^ Blau»,  'ie GebeürÉeniffk'n fn 1787 enz. voorgevallen. ifo PilAü, by zyn Ed; was geweest , en ouder anderen van zyn-Ëd. begeerd hadde, de Preek, door hem op den jongstleeden Biddag gehouden, en op reqtïifiria van den Raad overgegeeven, te rüg te mogen hebben ; hebben de H. Heeren Burgemeesteren en Raad naar gehoudene deliberatie verftaan: dac de gezeide Preek in 's Prsfidents pulputumzal wor» den opgeflocen en bewaard. 'Coll. Accord* 'ExïraBl uit het Register van de Aken en Refolutien der Edele Mogende Heeren Gedeputeerde 'Staaten van Stad en Lande. Luws den 9 Junii 1788. < Op het geproponeerde ter Vergadering dcor de Heer D. Alberda , dat de Ds. de Blau aan zyn Ed., als hebbende in het laatst van de roórige week geprefïdeerd, had te kennen gegeeven, dat vaar* «lig was aan het goedvinden der Heeren Gedeputeerden, ten einde het van hem gevorderde Credentiaal, om als Correspondent te gaan naar het Christelyke Synodus van Zuidholland , te rug te geeven , ten allen tyde te voldoen, dan dat téffèm yerzogt had, zyne confideratien daaromtrent al voorens aan het Cöllegiè te niogen voordraégen; is naar gehoudene deliberatie verftaan , dat door  iSo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot uitfïeekend in intrigues en van een meer dan gemees ne kundigheid, zoals wel anderen, offchoon mee de maar tot den Burgerhaat behoorende , welke door het misbruiken hunner kundigheden en ven mogen, tot verderf van dit Land, hunne naamet vereeuwigd hebben; waar by dan nog komt, da; byaldien men eenig vertrouwen mag ftellen op di finceriteit van een betoond berouw, men het niei zoiiüer grond zoude mogen doen op het boven gei melde verhaalde en eigenhandig onderteekend Det claratoir van den Suppliant, (waar op, zo als mei de op des Suppliants vry langduurige detentie, nn reeds geduurende den tyd van ruim negen maandent de Prokureur Generaal zelvs by deszelvs advys vee zogt hetit, dat wy onze attentie wilden vestigenr zo zouden wy wel inclineeren om favorabel, vooi het accordecren van gratie of vergiffenis aan det Suppliant, te advifeeren, edoch onder de volgen: de bepaalingen: naamlyk, voor, eerst: dat de Sup] pliant zoude moeten bewerken eene zoemnge oi vergiffenis van de Perfoonen, welke zo zwaarlyfy door hem beleedigd zyn, fpeciaalyk van den bo ven gemelden Perfoon van Mr. Canzius Onderde wyngaard, en daar van behoorlyke Acte of DeoW ratoir aan den Hove exhibeeren; en voorts in dt tweede plaats, dat de Suppliant zich geduurendt zc-keren door U Ed. Groot Mogenden te fixeerei tyd, zoude moeten abftnt^eeren uit de Stad Delfl en de Jurisdictie van dezelve. Ons niet te mii eerbiedig refereerende aan Uwer Edele Groot Mq genden welbehaagen. Hier mede, enz.  i de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 181 IN0» (555. Publicatie van het Wel Ed. Gerechte der Stad. Dordrecht, waar by op poene van arbitraire Correctie en zelvs naar bevind van zaaken op ftraffe aan den Lyve word verboden, het draagen van eenige tekenen van partyschap, ftrydig met 's Lands bezworene Conftitutie, en fpeciaal van zogenaamde Keeshondjes. In dato den 24 Juny 1788. Alhoewel Myn Ed. Heeren van den Gerechte der Stad Dordrecht, door hunne genoomene maatregelen tot confervatie van de rust binnen deeze Stad, :het genoegen hebben gehad , dat dezelve onder iden Goddelyken zegen, tot dus verre zo wenfchelyk bewaard is gebleeven; zo hebben Hun Edele Groot Achtbaare niet dan met grievend leedwezen :en veel verontwaardiging ondervonden, dat eenige rustverftoorende en kwalyk geintentioneerde Lie:den, zich thands niet ontzien , alle middelen in ihet werk te Hellen, om de zo gewenfchte rust te iliooren , door verfchillende teekenen yan party'fchap en fpeciaal zogenaamde Keeshond]es te draaigen; en hier in zo veel mooglyk willende voorizien, zo hebben Hun Ed. Groot Achtbaare, naar ivoorgaande deliberatie , goedgevonden en ver:ftaan, gelyk goedgevonden en verftaan word t>y : deezen, elk en een iegelyk op het ferieufte te gelasten, van zich ftipteiyk te gedraagen naardePublicatien van Hun Ed. Groot Mogenden, gelyk ook naar die van Heeren Commisfarisfen van zvne Doorfhichtige Hoogheid den Heer Prins Erf-Stadhou:der deezer Provincie, van dato den 2often Maart :deezes jaars, en zich wyders te onthouden van het ; draagen van eenige teekenen van Partyfchap, ftry;dig met 's Lands gezegende en bezworen Conftituitie, en fpeciaal van zogenaamde Keeshond]'es, als. imede het maaken en verkoopen van dezelven, iop poene van arbitraire Correctie; en zelvs naar Ibevind van zaaken aan den Lyve te zullen woriden geftraft, M 3 Alda*  èt Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 18$ is door ons verleend geworden Appoindtement. waar by aan de Commisfarisfen van de gewezen Vaderlandfche Sociëteit is geordonneerd geworden, om, tegen zekeren bepaalden tyd, de Huizen aan gemelde Sociëteit in eigendom toebehoorende, ad opus jus habentium te verkoppen, op pce.ie, dat by verzuim zulks door zyn Wei-Edelheid gefchieden zou. Ingevolge van dit Appoin&ement, hebben de Commisfarisfen van de gewezen Vaderlandfche Sociëteit die Huizen tegen den *den deezer, in publieke Veiling aangeflagen; doch op het óogenblik dat dezelve verkocht zouden worden, hebben zy opgegeeven, dat die Perceelen uit de hand verkocht waren, gelyk zy dan ook eenige dagen daar na ter Secretary als Koopers hebben aangegeeven vier Perfoonen, in hunne pretenfe qualiteit als Directeuren van het Fonds van het Kunstlievend Genoodfchap, onder dë Zinfpreuk: Doc~ trina Amicitia, voor en ten behoeve van de Geintresfeerdens in het zelve Fonds. Dan wy hebben tot nog toe geweigerd déeze Perceelen op die Naamen te transporteeren, en wel Om de navolgende redenen. Voor eerst: dat door transporten aan dergelyke Sociëteiten of Genoodfchappen , de betaaling van het recht van Collateraale Succesfle en van den Veertigften Penning voor het Land, en dat van den Tagtigften Penning voor de Stad, voor het vervolg ivord te kort gedaan. En ten anderen: dat het ons voorkomt, dat door zodaanig transport geëludeerd zoude worden het but en oogmerk van U Edele Groot Mogenden, om naamlyk te beletten, dat geene diergelyke Sociëteiten (onder welke benaaming het zyn moge) wederom werden opgèricht; immers meenen wy verscheiden gegronde redenen te hebben, om te onderftellen, dat dit zogenaamd Kunstlievend GenoodJchap beftaan zal uit dezelve Leden, waar uit de nu vernietigde Vaderlandfche Sociëteit beftaan i-jheeft: althands de pretenfe Directeurs van dit Fonds M 5 zyn  ï§f5 Verzameling van Stukken letrekkelyk tot zyn alle geweest Leden van de Vaderlandfche Sm cieceit, en fommigen daar van, zo niet alle, zyni te wel als ongeletterden bekend, dan dat men zou-« de kunnen onderftellen, dat zy Leden veel mini Directeuren zouden willen zyn van dit Genood»< fchap, zo de bevordering van Kunften en Weetenfchappen het waare oogmerk van deszelvs Oprichters was; het moet daar en boven vry vreemd voorkomen, dat dit Genoodfchap juist in dit oogenblik; opgericht word, nu dat de Vaderlandfche Societeitt vernietigd is, dat men daar toe verkiest dat zelvdee Huis, daar van te vooren de Vaderlandfche Societeit gehouden is, en dat (wy herhaalen het) al dee genoemt wordende Commisfarisfen van dit nieuwee Genoodfchap , Leden vah de Vaderlandfche Socie»' teit en Teekenaars van de Aóte van Q-ualificatie geweest zyn. Wy vermeenen, Edele Groot Mogende Heeren!! dat deeze Confideratien van dien aart zyn , dat dezelven onder het oog van "U Edele Groot Mogen-den dienen gebragt te worden, die wy dan ook,, om die reden, de vrybeid neemen aan het goedvinden van U Edele Groot Mogenden te onderwerpen,, terwyl wy, jn afwagting van ons met Hoogstder». Zelver be'veelen vereerd te vinden, en na des Al— lerhoogften zegen over U Edele Groot Mogende: Perfoonen en Regeering te hebben afgebeden, dei eer hebben ons te noemen, enz. Deeze Misfive, ingevolge Hunner Edele Groote Mogenden Refolutie, van den 26ften der voorlee». den maand, gezonden zynde aan Burgemeesteren! en Raaden der Stad Amfteldam, om daar op te die-een van bericht, hebben Hun Èd. Groot Achtbaar-heden, in datoden oden July, aan de Heeren Staakten van Bolland en West-Fnesland gefchreeven de: volgende Misfive, EDElJttt  de Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 18? Edele Groot Mogende Heeren! Ingevolge en ter voldoening van Uwer Ed. Gr. 'Mogenden Refolutie van den 2ó"ften Juny laatstleeiden, waar by U Ed. Groot Mogenden aan ons hebben toegezonden zekere Misfive van Schepenen ideezer Scad , gefchreeven den 2dften derzelve imaand , kennis geevende van het verrichte , uit ;kragte van Uwer Ed. Groot Mogenden Refolutie /van den 3 November 1787, ten aanzien der Huiden , daar de Burger en Vaderlandfche Sociëteiten [gehouden zyn, met het gevolg daarvan; hebben my de eer U Ed. Groot Mogenden te informeeTen. Dat wanneer gemelde Refolutie van UEd. Groot Mog. by ons was ontfangen, wy aanftonds Schepe* :nen hebben kennis gegeeven van derzelver inhoud, :en wel fpeciaal van het 4de Art. van derzelver Resolutie, raakende de disfolutie en vernietiging der :Burger-Societeiten , Genoodfchappen of andere i Corporatien of Byeenkomften, deel gehad hebben!de in de zogenaamde Volksvergaderingen, en het verkoopen der Huizen aan dezelven in eigendom toebehoord hebbende, ten einde dezelven uitnaam ;van den Gerechte, gemelde Refolutie zouden exe;cuteeren, gelyk dan ook dezelve Schepenen zo:daanige ordres hebben gefteld, en zulks wel met 1 zodaanig gevolg als by derzelver Misfive breeder is genarreerd. Wanneer hier op aan hun kennis was gegeeven ivan de onderhandfche verkooping van het Huis in [eigendom toebehoord hebbende aan de Vaderlandfche Sociëteit, hebben dezelven ons daar van geïnformeerd, met byvoeging van de redenen en mo» ttiven, waar uit fcheen te blyken, dat deeze veri kooping was gefingeerd en alleen ftrekkende om de 'Vaderlandfche Sociëteit onder een anderen naam, 1 en met een prsetens voorgeeven van nuttige By1 eenkomst, in vilipendie van de ordres enheilzaame oogmerken van U Ed. Groot Mogenden ftaande te hou»  Sco Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ben ter Vergadering gerapporteerd, dat zy met vier koetfen, geaccompagneerd met lólioderis van Staat, om half drie uit den Haag, langs het bezuiden hout gereeden zynde na het Huis in 't Bosch, na alvoorens alle de Militaire honneurs, zo op het Binnenhof, als by het p.sfeeren van den Brug, en by hun aankomst op hec Huis in 't Bosch ontfangen te hebben, onder aan de trappen gerecipieerd waren geworden door zyne Hoogheid, verzeld van de twee jonge Princen, en byhebbende Edellieden, en geleid zyi de na de groote Zaal, aldaar geyonden hadden negen Stoelen aan het hooger einde van de Zaal, voor de Heeren van de Commisfie, waar tegens over geplaatst waren vyf Stoelen, waar op gezeten warea Haare Koninglyke Hoogheid, zyn Hoogheid, Mevrouw de Princes Louisa, en de twee jonge Princen. Dat de Heer van Heeckeren van Züij3eras, daar op een cierlyken en welgepasten aanfpraak gedaan hebbende, aan zyne Hoogheid had overgegeeven de Aóte (*) van mutueele guarantie tusfchen de Bondgenooten tot maintien van het ErfStadhouderfchap, Erf-Kapitein en Admira^ilfchap^ Generaal, door agt Heeren Hun Hoog Mogenden Gedeputeerden, als mede door den Drosfaard van het Landfchap Drenthe onderteekend; waar op zyre Hoogheid in zier beleefde termen had geantv/oord , Hun Hoog Mogenden bedankende voor hec vertrouwen in hem en zyn Huis gefteld, met verzekering van alle zyne vermogens te zullen infpanpen, om de belangéns van den Staat te behartigen, zich en zyn Huis verder by aanhoudendheid aan de benevolentie van Hun Ploog Mogenden aanbeveel .nde:waar op gemelde Heeren Hun Hoog Mogenden Gedeputeerdens affcheid hadden genomen, en cp dezelve wyze wederom, en met dezelve Militaire honneurs waren gereconduifeerd; zynde gemelde Heeren vervolgens aldaar ter maaltyd genodigd en gebleevea , en vervolgens herwaards getourseerd. Waar ' '(*) 7'e dea;:s Afte hier voor No. 659 bl 195.  ie Gebeurtenis/en in 1787 ent. voorgevallen, sor I Waar op gedelibereerd zynde, hebben Haar Hoog JMogenden gemelde Heeren Gedeputeerdens voor de genoomene moeite,bedankt, zo als bedanktwor» den mits deezen, Accordeerd met voornoemde Register, doorlüchtigste HoOG gebooren FüRST esj Heer ! Koninglyke Furstin! Doorluchtige Princen en Princesse! Strekte het alle welmeenende Vaderlanders tot een zonderling en innig genoegen , wanneer ze de fnoode oogmerken van eene verderffelyke en heerfchzuchtige Cabaale mogten verydeld, en Uwe Doorluchtige Hoogheid herfteld zien in de uitoeffening van Rechten en Prerogativen, welke aan Uwe Doorluchtige Hoogheid op eene wettige wyze opgedragen , doch door heerschzucht en geweld voor een korten tyd ontrukt waren; — bragt een ieder zyn offer van dankbaarheid en erkentenis toe, wanneer men de Gerechtigheid zag zegenpraalen, en hec zo zeer gefolterd Vaderland uit den bangften nood, en als uit den mond des verderfs gered. — Wierd als toen de gedagtenis, dat dit ons Gemeenebest deszelvs opkomst, groei, bloei, Godsdienst en Vryheidaan het Huis van Uwe Doorl. Hoogheid, aan Uwe roemruchtige Voorouders, naast God , verfchuldigd was, door eene billyke vreugde van Uwe Doorl. Hoogheid wederom in ftaat gefield te zien, van zich op nieuws, en by aanhoudenheid, voor die zo geheiligde Panden in den bresfe te ftel]en, herleevendigd. —- Niet minder Doorluchtige Furst! zyn thands onze harten doordrongen van de zuiverfte gevoelens van vreugde, dankbaarheid en eerbied, daar wy ons vereerd vinden met eene Commisfie uit het midden van Hun Hoog Mog., de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Ne* N _5 des*  4C4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot tegens onvoorziene vyandelyke aanvallen beveili- : gen zullen. • Uwe Koninglyke Hoogheid, die in een zo ruiise maate gedeeld heeftin alle de rampfpoedenvan ons beroerd Vaderland, plukke thands ook, mee Uwe Doorluchtige Hoogheid en de Furftelyke Telgen, de nu aangënaamc maar onvoorziene vruch- | ten van eene langduurige vervolging. « Eene vervolging met zulk een heldenmoed doorgedaan,dat. het naauw gelooflyk zoude zyn, ware het niet gefchied door eene Koninglyke Princesfe, uit hetj Huis van Brandenburg gefprooten, en gehuwd aan dat van Orange. En mogen wy thands de voortrefTelyke deugden dier aanzienlyke Huizen, aangekweekt door eene j opvoeding, waar van het beter is te zwygen dan weinig te zeggen, vereenigd zien in de Furftelyke Princen cn Princesfe, zo blyven erfFelyk in hun I Geflach.t hunne aanhoudende en ongeftoorde voorfpoed vermeerderen, en Uwe Doorluchtige en Koninglyke Hoogheden zyn nog lange, met Nederlands Volk, de blyde Aanfchouwers van Hoogstderzelver fteeds toeneemende bloei en welvaart, tot vreugde van eene te vooren misleide, doch £hands verblyde Natie 1  ie üsbeartenüfen in 1787 enz. mrgevaUsn. afrj iJtfc, 662. ExtraB uit hst Register der Refoïutten van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, in dato den 2 July 1788. Benevens het Provifioneel TratlaatvanDefenfive Alliantie tusfchen hunne Majefteiten de isToningen van Pruisfen en van Groot-Brittannien. De Raadpenfionaris heeft ter Vergadering gecor». municeert, dat de Heeren Ridder Harris, Extra;' ordinaris Ambasfadeur en Plenipotentians van zyne ■ Gtoot-Brittannlfche Majefteit, en van Alvensle'ben, Extraordinaris Envoyé van zyne Koninglyke : Maiefteit van Pruisfen, op heden een conferentie met Heeren Hun Hoog Mogenden Gedeputeerden 1 verzoet hebbende, daar in aan dezelve'hadden overgegeeven een Traftaat van provifioneele DefenlivVAlliantie, tusfchen die beide Hoven den I3den der voorleeden maand op het Loo aangegaan, en als nu geratificeert ; niet twyffelende , of Hua 'Hoog Mogenden zouden het zelve met aangenaam: heid verneemen, breeder hier na volgende geinfereerd. Provifioneel Traiïaat van De fenfive Alliantie tusfchen hunne Majefteiten de Koningen van Pruisfen en van Groot-Brittannien. Hunne Majefteiten de Koningen van, Pruisfen en van Groot-Brittannien, wenfchende den band van vereeniging en vriendfchap, welke zo gelukkig tusfchen dezelven fubfifteerd , meer en meer te verfterken en te bevestigen , en de gefchiktfte maatregels te overleggen om hunne wederzydfche belangens te verzekeren; hebben dezelven befloten, dien band te vernieuwen en vaster te maaken, dooreen Tractaat van Defenfive Alliantie, en ten dien einde authorifeerd en gemagtigd den Koning van Pruisfen den Heer Phtxippüs Karel van Alvensleben, Kamerheer, Ridder der Orde van St. Jan van Jerufalem, buitengewoon Gezant van zyne Majefteit by Hun Hoog Mogeaden de Heeren Staa- tea  4e 5 Verzameling van Stukken betrekkelyk tof ten Generaal der Vereenigde Provinciën; en zyne i Majefteit den Koning van Groot-Brittannien, den 3 Heer James Harris, Geheimraad, Ridder der Or«de van het Bad, Lid van het Parlement van Groot» . Brittannien, buitengewoon Ambasfadeur enPleni.» potentiaris van zyn Brittannifche Majefteit by Huni Hoog Mogenden de Staaten Generaal der VereenigJ. de Provinciën. Dewelken zich wederzyds hunne Volmachten^ mede gedeeld hebbende, omtrent de volgende Al»,» tikels zyn overeengekomen. Art. I. 'Er zal eene oprechte en ftandvastige vriendfchap j \ en eene naauwe en volmaakte eensgezindheid eni vereeniging tusfchen de beide Doorl. Koningen,, hunne Erven en Opvolgers, hunne Ryken, Staa-ten en wederzydfche Onderdaanen plaats hebben y, en zy zullen zo wel als hunne grootfte oplettend-, heid, als al de middelen, welken de Voorzienig-heid hun heeft aan de hand gegeeven, in het werk: Stellen, om deeze verbindtenis en naauwe overeenkomst van vriendfchap te handhaaven,teneinde! hunne gemeene belangen te bevorderen, en zichi onderling te verdeedigen en te befchermen, over-eenkomftig het Tractaat van Alliantie tusfchen Pruis-, fen en Engeland op den iS November 1742 te: Westmunfter geflooten, de bepaalingen daar in o-. vereenkomftig maakendemetde tegenwoordige om-ftandigheden van Europa. Art. II. De Hooge contrafteerende Partyen verbinderfi! zich byzonderlyk, en belooven ten allen tyde met); gemeene toeftemming en een volmaakt vertrouwen!) te werk te gaan, ten aanzien van hun oogmerk eni voorneemen om de zekerheid, onafhanglykheid.eni: Regeering van de Vereenigde Provinciën te hand-haaven , overeenkomftig de verbindtenisfen, wel-ó ken zy met de gemelde Republiek onlarjgs hebben'] aan*;  ds Gekurtenisfcn in ih% voorgevallen. $0£ aangegaan; dat is te zeggen, zyne Pruisfifche Majefteit door een Traótaat gefloten te Berlyn, den 15 April 1788* en zyne Brittannifche Majefteit door een Traótaat denzei v'den dag in 's Hage gefloten , welken de Hooge contracteerende Partyen "elkander hebben medegedeeld. Art. III. Ingeval het mogt gebeuren, dat in eenige gele. -genheid hoegenaamd, uit kragt der gemelde Tractaaten , de Hooge contraóteerende Partyen zich 'verplicht zagen, de fecourfen aan de Staaten Generaal te geeven, te vermeerderen boven het uitgedrukt getal in de gemelde Traftaaten, of dezelven met al hun magt by te ftaan, zullen de Hooge contraéteerende Partyen famen overleggen en vastftellen, het geen nodig en noodzaaklyk kan wezen ten aanzien van het gebruik van hunne wederzydfe magten tot zekerheid en befcherming van de geknielde Republiek. Art. IV. Ingeval het mogt gebeuren, dat de een of ander .der gemelde Hooge contraÉteerende Partyen op den 1 een of ander tyd in het vervolg wierde aangevallen, gemolesteerd of ontrust in een van zyne Staa, ten , Rechten, Bezittingen of belangen door eenige andere Mogendheid, ingevolge van een der Artikelen of bepaalingen vervat in de gemelde Tractaaten, of der té neemene maatregelen door de ge» melde Hooge contracfeerende Partyen refpectivelyk , uit kragt daar van, verbind de andere contraöeerende Party zich, dezelve-te helpen en-by te ftaan tegen zodaanigen aanval, en de gemelde Hooge cnntrafteerende Partyen belooven in alle dergelyke gevallen elkander te handhaaven en te bewaaren in . de bezitting van al de Staaten, Steden en Plaatfen , die hun refpe&ivelyk voor het begin van zodaanige vyandelykheden toebehoorden. Art.  40$ Verzameling van Stukken betrekkelyk tit Art. V. De fecourfen, waar van in het voorgaande Ar-, tikel gewag gemaakt word, zullen beftaan in zes» tien duizend Man Infantery, en vier duizend Man Kavallery, welken geleverd zullen worden binnen den tyd van twee maanden, na dat dezelven door de aangevallen Party zullen gevraagd zyn, en ge- • duurende den Oorlog blyven ter dispofitie van de-, «elve, om op het vaste Land van Europa gebruikt; te worden, zo als.de requireerende Party het dien- . itig zal oirdeelen; zy zullen ook betaald en onder- ■ houden worden door de Mogendheid die dezelve s levert , maar de requireerende Party zal aan de i Troepen van de andere Party, wanneer zy zich i in deszelvs Staaten bevinden, het Brood en de no«. dige fourage bezorgen, op den zelvden voet als i zulks by haar eigen Troepen plaats heeft. Art. VI. Ingeval de bepaalde fecourfen niet voldoende i jnogten zyn tot verdediging van de requireerende i Mogendheid, zal de andere Mogendheid dezelven vermeerderen naar maate dat het geval zulks zal '. vorderen, en de omftandigheden het vereifchende. , dezelve met alle magt onderfteunen. Art. VII. Het tegenwoordige provifioneele Tradtaat zal wederzyds geratificeerd worden,'en de uitwisfeling der Ratificatien zal binnen zés weeken, of eerder zo het mooglyk is, gefchieden. Gedaan op het Loo in Gelderland, den &c. (ggteekend) Philipptjs Karel van Alvensleeeh» James Harris. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, het voorfchreeven gecommuniceerde «an te neemen Yoor Notificatie,  ie Geieurtenisfen in 1787 enz, Voorgevallen. 209 Ne* 063; Sententie by het Ed, Mog. Collegie ter Admiraliteit in Zeeland te Middelburg gejlagen, tegens Adrianus Schierhout Kapitein ter Zee*. In dato den 7 July 1788. •In de zaake van den Heer en Mr. NicoLaas Steengracht d'Oosterland , Raad en Advokaat-Fiskaal van deezen Edele Mogende Raade, rat. Offic., eerst Requirant van Dagvaarding in Perfoon, nu Eisfcher in cas CrU mineei. Contra Adrianüs Schierhout, Kapitein Ier Zee ten dienfte deezer Landen, onder het resfort van dit Collegie, doch thands zich ophoudende te Amfteldam, eerst Gerequireerden en Gedaagden in het voorfchreeven Cas, en nu DefaiU lont (*> y Den Raad gebleeken zynde uit den Intèndith van :den Heer Eisfcher rat. Offic, midsgaders uit de :ftukken en befcheiden door gemelde Heer Eisfcher :övergëdiend, dat den Gedaagden en Defailiant, :zonder vooraf uit den ééd en dienst van den Landè te wezen ontflagen, en zonder zelvs het vereifchtè -Verzoek om dimisfie naar behooren gedaan, veel anin daar Op een favorable dlspofitie geobtineerd tè Iebben, heeft kunnen goedvinden, op eigener ezag zich van zyne verplichting en qualiteit té auden voor ontflagen, en voor denzelven zynen ost te bedanken; geevende daar van aan deezen aade kennis by eene Misfive, gefchreeven uit Arn* eldam den èolten September des afgeloópen jaars, 1 waar by hy Gedaagden en Defailiant zich nieC Kziet, als den grond en oirzaak van dat zyn ge•ag te pofeeren: „ dat den band der Unie, destyds bleek te zyn gebrooken; dat het dus nimmer de zaak van een Man Van eer en beginïeleri 11 zou(*) Zie ook Deel, bl. 57. N». ï}t> VII. DEïïiC. O  2io Verzameling van Stukken betrekkelyk tot „ zoude kunnen zyn, eene verdeelde Maatfchap- ■ ,, py, zo als hy Gedaagde en Defailiant voorwend, , ,, Daar vordering der onderfcheidene inzichten eni ,, bedoelingen te dienen. „ Dat hy Gedaagde en Defailiant te wel wist,, „ wat 'hynaar zyn gedagten aan de Provinciezynerr ,, geboorte verfchuldigd was, en derhalven naarr „ deezen Raade voor de charge van Kapitein terr „ Zee bedankt te hebben; declareerde: dat hy ,, beflooten had zyn vermogens en leeven eeniglyk? „ ten dienfte der Stad Amfteldam en de Provincie: ,, van Holland te doen dienen". Dat de Gedaagde en Defailiant niet vergenoegdl met het opzeggen van zyn dienst, waarin hy aam de Generaliteit was geëngageerd, daar en boveni zich had verftout, om, met verzaaking van ééd ena plicht, zich werklyk te begeeven in een anderen] Dienst, en zich te verbinden aan dien van het zo-, genaamd , nu gedisfolveerd Defenfie-wezen van: Holland, begeevende zich ten dien einde, onderi het Commando van den Kapitein J. H. van Pelt,, en realifeerende dus met der daad, het befluit mi deszelvs Misfive hier voorgemeld vervat. Al 'tl 'welke zynde zaaken van de uiterfte en dangereuftet 'gevolgen, als ftrydig met den by hem bezwoorent Artikulbrief, en verdere ordres van den Lande, verwaarloozinge van de beveelen van deezen Raavt de, tot merkelyk nadeel en verachting van'sLands; Dienst, en der Militaire discipline , niet alleeni grovelyk aanloopende tegen zyn devoir en plicht^ maar ook tegens de ééd aan den Lande by hem ge-: daan, 't geen dienvolgende anderen ten exempel, ftadrukkelyk en rigoureufelyk diende te worden ge-: corrigeerd. ' Zo is het, dat de Raad gezien hebbende de Acté! van Default, en Relaazen van den Deurwaarder} en gelet op alles , waar op in deezen te letten ftondji doende recht uit naam ën van wegens de HoogMo-i gende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, afs inede zyne Hoogheid den Heere Prin-i  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. vso*gevallen* art Prince van Orange en Nasfauw, als Admiraal GeiDeraal deezer Landen: verfteekt den Gedaagden en ^Defailiant van alle Exceptien declinatoir, dilatoir :en peremptoir , midsgaders van alle defenfien en iwheeren van Rechten, die hy gecompareerd zyn:de, zoude hebben mogen doen, of proponeeren ; casfeert hem Gedaagde en Defailiant wyders als Kapitein ter Zee; en verklaart denzelven meinéé:dig, infaam en inhabil, om immer den* Lande in «enige qualiteit te kunnen dienen: bant denzelven voorts voor altoos uit de Vereenigde Nederlanden, en resfort van de Generaliteit, zonder ooit wederom daar in te mogen komen, op pcene van zwaar. Ider ftraffè; en condemneert eindeiyk den Gedaagden in Perlbon en Defailiant in de kosten van deezen Procesfe. Np. 664. ExtraB; uit het Register der Refolutien van Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, waar by Mr. Hendrik Fagel, doordien de Gommis Qjltarles deszelvs demisjie volgens gedaane verzoek heeft bekomen, op propofitie van zyne Doorl. Hoogheid wordt aangefleld tot tweede Griffier, op het TraStement en Emolumenten van den gewezen Commis. In dato den 8 July 1788. Gedelibereerd zynde op de begeeving van het Ambt van Commis van Hun Hoog Mogenden, vaceerende door de verzogte en geaccordeerde demisfie van den Commis Qöarles, heeft zyn Hoogrieid ter Vergadering gecompareerd zynde aan Hun Hoog Mogenden voorgeflagen en in bedenking gegeeven, of Hun Hoog Mogenden niet zouden kunnen goedvinden, het voorfz. Commis Ambt voor net tegenwoordige onbegeeven te laaten, en den üdfiftent van den Griffier Fagel , Mr. Hendrik Fagel, die byna een jaar agter een buiten kosten ¥-Q den Lande, de Vergadering heeft gediend ten O a ge-  21J Verzameling van Stukken betrekkelyk tot genoegeD van Hun Hoog Mogenden, en blykenn van bekwaamheid heeft gegeeven, te laaten jouis«: feeren van het Tractement en Emolumenten aam het Commis-Ambt behoorende, met toevoeging vant den Titel van tweede Griffier van Hun Hoog Mogenden , onvermindert zodaanige fchikking als Hunc Hoog Mogenden in vervolg van tydmet betrekking^ tot het Ambt van Commis van Hun Hoog Mogen-, den, zouden gelieven vast te ftellen. Waar op gedelibereerd zynde, hebben Hun Hoogs Mogenden den voorfchreeven voorflag van zyneE Doorluchtige Hoogheid haar laaten welgevallen, en: is dienvolgende goedgevonden en verftaan, dat hetl Commis-Ambt van Hun Hoog Mogenden voor hetl tegenwoordige onbegeeven zal worden gelaaten,, en dat den Adfiftent van den Griffier Fagel, zal' jouisfeeren van het Tractement en Emolumenten tott het Commis-Ambt fpecteerende, met by voeging,, van den Titel van tweede Griffier van Hun Hoog Mogenden, onverminderd zodaanige fchikkingen'alss Hun Hoog Mogenden in vervolg van tyd met be<: trekking tot het Ambt van Commis zullen gelieven r vast te ftellen , waar op gemelde Mr. Hendrik Fagel gehouden zal zyn, den ééd op nieuw ter Vergadering af te leggen. En zal Extract van deeze Hun Hong Mogenden: Refolutie, gezonden worden aan den Raad van Staaten en de Generaliteits Rekenkamer, om te ftrek-ken tot derzelver naricht, *  ie Gebeurtenis/en in ï?3? enz. voorgevallen. 213 jpandeerende Officier, van^ de Wagt, op dien tyd daar van tot voornoemde fomma aap Jan Kleinhou. wer Quitantie beeft gepasfeerd. Dat de Ge- vangen en gedagte Perfoonen daar op met de gewapende Manfchap en voornoemde geld van daar £yn gemarcheerd, dat de Gevangen insgelyks op dien zelvden dag, met agt gewapende Vry-Corporisten, onder Commando van Lieuwe Rochüs, is gekomen in het Huis van 1de van der Sweep, Collecteur van het Pasfagie-geld in de Lemmer —— Dat de Gevangen met Lifuwe Rochüs , de Colleco penningcn van gedagte Collecteurs uit naam van de pretenfe Staaten te Franeker geëischt heeft. —— Dat Ide van der Sweep eenigen tyd geweigerd heeft, de Collect-penningen aan hun te overhandigen. —- Dat de Gevangen en gedagte Lieuwe Rochüs toen gedreigd hebben , alles als dan aan Rukken te zullen flaan. — Dat Ide van der Sweep alzo gedwongen, eindeiyk agt honderd en negen Caroli Guldens en negentien duivers, aan den Gevangen en Lieuwe Rochüs heeft overhandigt, van hetontfangene Pasfagie-geld, May 1787 ingegaan. —— Dat Lieuwe Rochus als commandeerende Officier, daar van op last van gedagte pretenfe Staaten Quitantie heeft gepasfeerd. — Dat de Gevangen en gedagte Gewapenden, daar op met het Lands-geld van daar zyn gemarcheerd. | Al het welke zynde zaaken van zeer kwaaden gevolge, en daarom anderen ten exempel niet behoo? ren te blyven ongeftraft. —— Zo is 't, dat het voorfchreeven Hof op alles rypelyk gelet en geconfidereerd hebbende , het geen men in deezen behoorde te confidereeren, in den naam ende van wegens de Heerlykheid des Landfchappe van Friesland, den voornoemden Gevangen heeft gecondemneerd, en condemneerd hem by deezen, orn by den Scherprechter op het Schavot geleid , aldaar wel ftrengelyk gegeesfeld , gebrandteekend, en daar na door de DieDaaren van de Juftitie te worden gebragt in het Landfchaps Tugt-en Werkhuis,  aict Verzameling van Stukken betrekkelyk tol om aldaar te werken den tyd van zeven jaaren. —yk En verklaard den Klager tot zyn verdere genoomen Eisch en Conclufie niet ontfangbaar. Actum den iz July 1788. Ter Ordonnantie van den Hovet (was get.) J. Faber» 666. ExtraB uit de Refolutien van Hm Ed. Gr. Mog. de Heeren Staaten van Holland en WestFriesland, in dato den 11 July 1788, waar by vergiffenis wordt verleend aan Klaas Spanjaard, Jacob van der Woude , Hendrik Roemer, Jan Ham en Gerrlt Keyzer, alle woonendele MedenbliL Ontvangen een Misfive van de Prarfldent en Raaden van den Hove, gefchreeven in den Hage den oden deezer, houdende, tot voldoening aan Hun Ed. Groot Mogenden Refolutie van den I3den Maart ïaatstleeden , derzelver confideratien en ad vis op de daar by terug gaande Requeste van Klaas Span-, jaard, Houtkooper en Oud-Schepen; Jacob van der Woude, Verwer en Giaafenmaaker, mitsgaders Oud-Ouderling in de Gereformeerde Gemeente; Hendrik Roemrr , Koekbakker ; Jan Ham, Koopman, en Gerrit Keyzer , Winkelier , alle woonende te Meden blik, en Burgers aldaar; orn de redenen daar by geallegueerd, verzoekende,dat het Hun Edele Groot Mogenden gelieven mogten te declareeren, dat zy Supplianten zyn gecompras-, hendeert en begreepen onder de Perfoonen. welke uit kragte van Hun Ed. Groot Mogenden Placaar, van Amnestie , yan den ijden February deezes jaars , van Hun Ed. Groot Mogenden Clementie profiteeren, en dat daar van aan de Supplianten moge worden afgegeeven Acte;zynde aan dezelve verleend furcheance van de Procedures, die omtrent hun reeds mogten zyn ondernomen»of ondernomen zou-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 219 avonds ten half negen, en eindigen des middernachts (ten twaalf uuren; vermaanende Myne Heeren van Iden Gerechte een ieder, om deeze blydè plechtig, sheid door geenerlei baldaadigheden hindeHyk te zyn of te verftooren. . Ten dien einde verbieden Hun Ed. Achtbaare alden en iegelyk, aan iemand, wie het ookzy, over de wyze op welke hy verkiezen zal zyne Illuminaitien in te richten, eenige moeijelykheden aan te [doen, door verwyten, fchimpen of fchelden, veel mrin door eenig daadelyk geweld aan iemands Perfoon, Huis of Goederen te pleegen, op pcene van, maar bevind van zaaken, volgens de Publicatien deezen aangaande geëmaneerd , ten ftrengften , ook zelvs aan den lyve, te worden geftraft. Gelyk Hun Ed. Achtbaare, ter voorkoming van jongebondenheden, welke inzonderheid op deezen vreugdedag ten zorgvuldigften behooren te worden rvermyd,op gelyke pcene fcherpelyk verbieden hec jdoen van eenige aanzoeken of aanfpraaken om geld, üangs de Huizen , of op 's Heeren Straacen, of waar :en onder welke benaaming zulks by deeze gelegenheid ook gefchieden mogte. Voorts interdiceeren Myne Heeren van den Gerechte , met renovatie van voorige Publicatien, om by deeze plechtige occafle eenige zogenaamde 'Vreugdevuuren te branden, Vuurwerken af te ftee>ken, met Kanonnetjes, Snaphaanen, Piftoolen of lander Geweer te fchieten, met Zwermen, Voetizoekers , Klappertjes of diergelyke brandende Ma;*chines te flingeren of te werpen , op pcene van zes' (Guldens, by elke Contraventie te verbeuren, en 'zullen de Ouders en Voogden, in dien gevalle, voor hunne Kinderen en Pupillen aanfpraaklyk zyn. Eindeiyk wordt elk wederom aangemaand , op den ;avond van den voorfz, 7den Augustus aanftaande, iter vermyding van ongelukken en verwarring, ge1 duurende den tyd der Illuminatie, met het rydea ider Rydtuigen de navolgende orde te houden: te 1 weeten: dac de Rydtuigen,. die van den weg van den  ttto Verzameling van Stukken betrekkelyk tot den Plompentoren af de Nieuwe Gracht opryden,, de Oostzyde langs den Drift, en alzo de Kromme • Nieuwe Gracht en verder de Oostzyde van deNieu- . we Gracht zullen houden; doch dat dezelve, ko-mende van den kant van het St. Servaashek , de; Westzyde der Gracht zullen houden, en, hetzy? achter St. Pieter, het zy achter den Dom, door de: Korte Jansftraat en Bootheftraat, tot aan den Plom-pentooren, de Westzyde der Gracht hun weg zul- ■ len vervolgen: wyders, dat de Rydtuigen, vani het benedeneinde van den kant der Weerdpoort op-. komende, mede zullen moeten houden de Oostzy-de der Oude Gracht; doch als dan niet door de: Choorftraat en Lynmarkt zullen ryden , en , vani het boveneinde van den kant der Yolfteegpoort af«« rydende,zullende moeten houden de Westzyde der' Oude Gracht, door de Lynmarkt en Choorftraat,, tot aan de Weerdpoort: wordende elk nog gewaar-fchouwd by deezen , dat de Rydtuigen de Korte: Jansftraat van den kant van het St. Janskerkhof niet: zullen moeten inflaan. En, op dat niemand hier van onkundig zy, zal l deeze worden afgekondigd, gedrukt en aangeplakt, , naar behooren. Aldus gearrefteerd by Myne Heeren van den Ge- ■ rechte voorn, den 17 July 1788. In kennisje van my, (was getf) J. Hinlópen. N°. 668. ExtraB uit het Refolutie Boek der Stad Gro«. ningen, waar by een Formulier-Gebed aan de Pre" dikanten van ÏVesterwoldingeland wordt voorge-Jchreeven. In dato den 17 july 1788. Op het geproponeerde ter Vergaderinge, dat wel [ in deeze Stad en de Stads Jurisdictiën van het Old- • ambt, Gorecht en Sappemeer, een formulier Gé* • bed aan de Heeren Predikaacea was voorgefchree-. ven;:  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, aaf ven; maar niet in de Heerlykheid van Westerwol. dingeland; hebben de H. Heeren Burgemeesteren en Raad, na gehoudene deliberatie, verftaan, dac aan de Heeren Predikanten van Westerwoldingeland zal worden te kennen gegeeven,gelyk gefchied by deezen, dac zy in hun na-Gebed zullen hebben ce bidden in deezer voegen : ,, Wy bidden U voor het lieve Vaderland, voor „ deszelvs beftendige welvaart en voorfpoed, voor „ de Kerke daar in geplaatst, en voor deeze Ge„ meente in het byzonder. — Wy bidden U voor „ Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal „ der Vereenigde Nederlanden , voor Hun Edel „ Mogenden de Raaden van Staate. — Wy bidden „ U voor zyne Doorluchtigfte Hoogheid den Heer „ Prins van Orange en Nasfauw, Erf-Stadhouder, ,, Erf-Kapitein en Admiraal-Generaal der Vereenig. de Nederlanden, voor Hoogstdeszelvs Koningly,, ke Gemaalin, en Vorftelyk Huis. — Wy bid. „ den U voor Hun Edel Mogenden de Heeren Éurge,, meesteren en Raad der Stad Groningen, voor den „ Heer Drost en voor de Richters in deeze Heer,, lykheid en Landfchappe , met affmeekinge van „ 's Hemels zegen over hun Beftier en Regeering". Wordende de Heeren Predikanten ernftig verzogc en niet te min Ambtshalve gelast, hunne Toehoorders te vermaanen en op te wekken, tot eerbied voor, en onderwerping aan hunne wettige LandsRegeeringe, en daar door met Hoogstdezelve mede te werken ter bewaaring der rust en eendracht: wordende voorts den Heer Drost en de refpective Richters gelast acht te geeven, dat deeze Raads welmeeninge worden nagekomen, geobferveerd en uitgevoerd: en zal Extract deezes, aan de refpective Predikanten van voorzeide Heerlykheid worden toegezonden, en aan den Heer Drost en Richter van gemelde Heerlykheid, by Misfive daar van kennisfe geeven. Coll. Accord. (was get.) C. H. Gockinca, Secret.  H22 Verzameling van Stukken hetrekkêlyk tot ISK 669. Publicatie van Hun Ed. Mogenden de Staaten van de Stad Groningen en Ommelanden, waar by alle Gewapende GenoodfchappentenPlatten Lande worden geaisjolveert. In dato den 18 ^zi/;y 1788. De Staaten van de Stad Groningen en Ommelanden, doen te weeten: hoe by Publicatie van den 31 December 1784, ter gelegenheid vaneenen Oorlog, waar mede ons Gemeenebest door een machtig Vorst wierd gedreigd, alle de Ingezetenen ten Platten Lande hebben verzogt en aangemaand,zich te willen bekwaamen, om een behoorlyk en nuttig gebruik der Wapenen tegens den inval van den Vyand, inzonderheid van ftroopende Partyen te kunnen maaken, en tevens vastgefteld, dat, na het einde des Oorlogs, de Wapenen, welke de Ingezetenen zich mogten hebben aangefchaft, Staaten Geweer zynde, onder voldoening der waarde,door. ons zullen worden overgenomen; en die gevreesde Oorlog federt lange door eene geflootene en geratificeerde Vreede is geëindigd, waar door de reden, om welke de Ingezetenen verzogt zyn zich in den Wapenhandel te bekwaamen, komen te vervallen ; en wy bovendien tot onze leedweezen hebben befpeurt, dat veele woelige en kwaalyk geïntentioneerde Ingezetenen , waar onder de zulke , van wien men zulks het minst verwachten mogte, zich hebben onderwonden, om, ftrydig met onze oogmerken, daar van een zeer kwaad gebruik, tot ftooring van de inwendige ruste, te maaken, en zelvs lange na de geflootene Vreede , zich allerhande Ammunitie van Oorlog aan te fchafFen. Zo is het, dat wy naar gehoudene Deliberatie, onze Plakaaten van den 31 December 1784 en 24 January 1785, mids deezen wederom intrekken en doen ophouden , vernietigende en disfolveerende overzulks alle Gewapende Genoodfchappen ten platten Lande, welke in deeze Provincie hebben gefubfifteerd; en verbiedende van nu af aan, alle Byeenkomften en Samenrottingen, ter verdere voort-  te ftellen, mids daar toe niet aanftellende een Perfoon, welke tot eenig Genoodfchap van Wapenhandel of tot eenige zogenaamde Vaderlandfche Sociëteit heeft behoord, of door zyne opentlyke gedragingen heeft: betoond tot de zogenaamde Patriotfche party te behooren; en mids de gemelde Heer of Vrouw, ofwel hunlieder Gemachtigde zal gehouden zyn de approbatie van Hun Hoog Mogenden, als ordinair op dezelve aanftelling te implofeeren, met toezendinge van Extract van de Refolutie door Hun Hoog Mogenden in deezen te neemen, aan den voornoemden Gerardus Christi te Breda, als Gemachtigde van de Heer Of Vrouw der Heerlykheid Waalwyk hier te Lande, ten einde üie te brengen tér kennisfe van den Heer of Vrouw ier. voorfchreeven Heerlykheid, en voorts ten einde, zy of hy, in die zyne qualiteit, zich naar dea inhoud daar van kunnen reguleeren. Waar op' gedelibereerd zynde, is goedgevonden eh verftaan; mids deezen te verklaaren t dat de iremelde'Paolüs Heermans, in aanmerking, dat lezelve heeft gediend als Officier by 't gewezen L,egioëu van den R.hyngraave van Salm , geduuende dat hy bezat den post van Secretaris der Heerykheid Waalwyk, ftrydig met Hun Hoog Mogen:ens Refolutien, en zonder ook daar toe de perhisfie van Hun Hoog Mogenden te hebben verogt, en dat dezelve nog is uitlandig, daar door. lan zyn gemelde post als Secretaris is vervallen > in dat ook even daar door de Subftitutie van den rerfoon van J. C. de Villeneüve is komen te ceseeren ; dat derhalven aan den Heer of Vrouw der :emelde Heerlykheid, of wel derzelver Gemagtigen hier te Lande zal vryftaan een ander perfoon in yn plaats, tot Secretaris der voorfz. Heerlykheid an te ftellen, mits daar op, als ordinair, verzoeende de approbatie van Hun Hoog Mogenden. yade Hua Hoog MogerHen ia de vaste verwago ? 3 upsa  de Geleurtenisfên in 1787 enz:, voorgevallen. 233 ] lyke Hoogheid, Me vrouwe de Princesfe van Orange, Gernalinné van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhouder, die het Gon behaagd heeft als een uitfteekend middel in zyn hand te gebruiken, om dit lieve Vaderland uic deszelvs jongfte nooden te verlösfen; vermaanende Myne Heeren voornoemt, elk en een iegelyk zich deeze bepaaling, in voegen voorfchreeven, te laaten welgevallen, en zich daar naar te gedragen. En op dat deeze billyke en rechtniaatige vreug1 de, als een waarachtig teeken yan onze bevestigde . Burgerlyke vrede , door geene ongeregeldheden worde geftoord; zo is't, dat Myne Heeren voornoemd, allen en een iegelyk op het ernftigfle willen gewaarfchouwd hebben, tegen allerlei foorten ■ van ongebondenheden en fpeciaal tegen het doan van eenige verzoeken, aanfpraaken or bedelaryen , onder wat benaaming men die ook tragten zoudë ; te verbloemen, het zy voor, op, of nadien dag, i het zy aan dé Huizen, het zy op 's fleeren ftraa1 tén, Op poene van rigoureufelyk, zelvs aan den . Lyve, naar exigentie van zaaken te zullen worden i geftraft. Voorts interdiceeren Hun Edele Groot Achtbaa: re, allé en een iegelyk, wie hy zoude mogen zyn, : iemand hoegenaamd, óver de wyze, op welke hy : zal hebben goedgevonden zyne Illuminatien in tev 1 richten, of ook over de wyze van dragen of niet dragen ran Linten, of ook onder wat voorgeeven of prêtext het zoude mogen zyn te molefteeren» veel min eenig verwyt, hoegenaamd, te doen, te fchimpen of te fchelden, op poene van daar over naar exigentie van zaaken , ingevolge de 'ftrenge Plakaaten van Hun Edele Groot Mogenden, te zullen worden gecorrigeert ; en tot voorkoming van brand en andere ongelukken, verbieden myne Heeren voornoemt, aan allen en een iegelyk, van wat ftaat of conditie dezelve zouden ïuogen wezen, op publieke plaatzen Vuurwerken af tefleeken; met jpusfchen, Piftoolcn, Snaphaanen of ander Gewees P*5 'té  234 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot te fchieten; met Zwermen, Voetzoekers of dusdaanige brandende Machines te werpen, op eene boete van zes Guldens telken reize te verbeuren, by die genen, dewelke des contrarie zal hebben gedaan; zullende de Ouders dieswegens voor hunne Kinderen aanfpreeklyk en executabel zyn. NJ. 674. ExtraSi uit het Register der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, over de Refolutie door de Heeren Staaten van de Provincie Stad en Lande nenoomen, om een foulaas van 6 fluiv. per week aan de Militie ter repartitie van Hun Ed. Mog. ftaande goed te doen éfc, In dato den 24 July 1788. De Heeren Gedeputeerden van de Provincie Stad en Lande, hebben ter Vergadering ingebragt en laaten kezen de Refolutie van de Heeren Staaten van Hooggemelde Provincie hunne Principaalen, houdende den voet, op welken een foulaas van 6 fluiv. per week aan de Militie, ftaande ter repartitie van hunne Provincie, door Hooggemelde Heeren Staaten zoude worden geaccordeerd, volgens de Refolutie yan de Ed. Mogende Heeren Staaten van Stad en Lande van den 18 July 1788. Waar op gedelibereerd zynde by den Raad van Staaten, is geaccordeerd het douceur van 6 Huivers 's weeks foulaas aan de Gemeenen, en 7 Guldens aan de Luitenants, en 6 Guldens aan de Vaandrigs per maand te accordeeren, aanvang neemende met den 25 Maart 1788. En worden de Provinciën van Zeeland en Friesland, welke zich hier omtrent nog niet hebben verklaard, mids deezen verzogt, insgelyks de Refolutien van de Heeren Staaten hunne Principaalen, dien aangaande te willen uitwerken en ter Vergadering alhier inbrengen.  is Gebeurtenis/en in' 1787 enz. voorgevallen. 233? iN°» 675. Publicatie van den Gerechte der Stad AmJteldam, waar by het doen van eene algemeene Illuminatie op den "jden Augustus aanftaande wordt geordonneerd. In dato den 25 july 1788. Myne Heeren van den Gerechte der Stad Amfteldam, met het uiterfte genoegen gezien hebbende, op welk eene gefchikte wyze de heuchelyke Geboortedag van zyne Doorl. Hoogheid op den 8ften Maart laatstleeden, binnen deeze Stad is gevierd» en aan de goede Ingezetenen ook nu gelegenheid willende geeven, om hunne rechtmaadge vreugde aan den dag te leggen, over de wyze maatregelen door de Heeren Staaten van deeze en de andere Provinciën, onlangs genoomen en in het werk gefteld, ter bevestiging van 's Lands waare en aloude Conftitutie, en van de independentie en veiligheid van den Staat, waar toe geen gefchikter tydftip gevonden zoude kunnen worden, dan de aanftaande Geboortedag van Haare Koninglyke Hoogheid , aan welke de Republiek (naast God) de gelukkige omwenteling van zaaken grootelyks te danken heeft; zo is 't, dat myne voornoemde Heeren goedgevonden hebben, ten dien einde te ordonneeren, gelyk dezelve ordonneeren by deezen: dat alle Ingezetenen van deeze Stad en deszelvs Jurisdictie, hunne Huizen op den 7den Augustus eerstkomende, zullen hebben te Illumineeren, op zodaanige wyze als een ieder naar zyne omftandigheden zalmeenen te behooren, beginnende 's avonds om 9 uuren* en eindigende ten 12 uuren. Inhereerende Myne Heeren van den Gerechte ten allerernftigfte hun gedaan verbod, by Publicatie van den 26ften February laatstleeden, tegens alle poogingen en onderneemingen, waar door de publieke rust en veiligheid geftoord zoude kunnen worden, of waar door eenig gevaar of ongemak van Brand zoude kunnen ontftaan, alles opdezelvepcenaliteiten, als by evengemelde Publicatie zyn geftatueerd-  935 Verzameling van Stukken letrelhlyTt Ui Hp. 675. Regeerings-Verandering te Medenblik, ingei volge Publicatie van zyne Doorl. Hoogheid. In dato den 25 July 1788. Tot Raaden en Vroedschappen. De Heeren Ejeter Spaanders. —-■ Dirk Mol. -—» Mr. Jan Pan. -—Nicolaas Haasman. - Dr. Huibert Gelóolph de Lange. — Cornelis Elias. —— pieter Raper. Carel Gerdenier. (doch welke heeft verzogt in deezen gee'xcufeerd te zyn) —. Mr. Nicolaas Groot Jacobsz. Frans Pont. ' jNicolaas Bourgonjé. • Mr. Cornelis Veen'.- • Willem Morcnyliet Ifaaksz. Jacob Oly. «—« Pieter Egers en Claas Smit. Tot Hoofd-Officier. De Wel Ed. Geftrenge Heer Mr. Jan Pan, Tot Burgemeesteren. De Wel Ed. Geftr. Heeren Mr. Jan Pan. — Dr, Huibert Geidolph de Lange en Cornelis Elias. . Tot Schepenen: (in plaats der genen» welke met den aanvang deezes jaars. moesten zyn afgegaan; doch uit kragt der Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden van den 3 December 1787, tot nu toe in funétie waren gebleeven) De Heeren Willem Morenvliet Ifaaksz. Ja. eob Oly.-— Jan Smit Claasz Claas Schardam,' v— Jan Gerdenier. —— Jan Jansz. Visfer en Claas ■Van Dyk. Tot Schepenen Commissarissen. ' De Heeren Willem Morenvliet Ifaaksz. — Jacob Oly en Jan Smit Claasz. Tot Gecommitteerde Raad in West-Friesi land en het Noorder-Quartier (by continuatie) tpt dén 1 January 1789. , pe Heer Pieter Spaander.  Gebeurtenis/en in tfZf enz. voorgevallen. i%f Tot Gecommitteerde Raad ter Admiraliteit • in het Noorder-Quartier (by continuatie,) r.at< den i May Ï789. De Heer Dirk Mol. Tot Thesaurier, De Heer Claas Smit; Tot Secretarissen (by continuatie). De Heeren Mr. Nicolaas Groot Jacobsz. en M?. Cornelis Veen. Tot scrotgaerder. De Heer Jacob Oly. }$o. 677. Publicatie van de Heeren van de Weth iet Stad Delft, waar by het doen eener algemeene llluJ minatie in die Stad bepaald wordt, tegens den 7 Augustus aanftaande. In dato den 26 July 1788. De Heeren van de Weth der Stad Delft,zich ten vollen verzekert houdende van de welmeenende geneigdheid der goede Burgery en Ingezetenen deezer Stad, met betrekking tot de wyzé voorzieningen van 's Lands Hooge Overigheid, in het beraamen en ter uitvoer doen brengen van al zulke maatregelen, als meest kunnen ftrekken, om de aloude Regeerings- Conftitutie deezer Landen onwrikbaar •vast te ftellen: en mitsdien zich daar op verhaten» de, dat de gelukkige Alliantien van deezen Staat, als mede de Bondgenoodfchappelyke Guarantie vaa het Erf-Stadhouderfchap met alle deszelvs Rechten , Gerechtigheden en Preëminentien, in het Doorluchtig Huis van Orange , met het hooglte recht worden aangemerkt, als zodaanige gebeurtenisfen, welke onder de medewerking van de Goddelyke Voorziening, het heil en wei vaart van deezen Staat tegen alle Buitenlandfche en Binnenlandfche onlusten beveiligen; hebben, ten einde de goede Burge»  238 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot - geren en de Ingezetenen nog eenmaal de gelegen» heid te geeven, om door een openbaare blyk vao genoegen hunne dankbaarheid en fteeds voortduu. rendeaankleevingaan de Staats-, Stadhouderlyke- ea Stads-Regeering aan den dag te leggen, goedgevonden en verftaan, tot het doen eener generaale Illuminatie binnen deaze Stad en Jurisdictie van dien, te bepaalen den dag van Donderdag den 7 Augustus 1788, van des avonds ten 9 uuren, tot des middernachts ten 12 uUren,- welke dag Hun Ed. Groot Achtbaare daar toe het geichiktst hebben geoirdeelt,als zynde de heuchelyke Verjaardag van haare Koninglyke Hoogheid, Mevrouwe de Princesfe van OraBge, Gemaalinne van zyne Doorluchtige Hoogheid, den Heere Prince Erf-Stadhouder, welke het der Goddelyke Majefteit behaagd heeft, als een uitmuntend middel in zyne hand te gebruiken, om dit lieve Vaderland, wanneer het water fchier aan de lippen gekomen was, uit deszelvs jongfte pood te verlosfen: vertrouwende Hun Ed. Groot Achtbaare, dat een iegelyk zich na deeze zal gedraagen. En op dat deeze billyke en rechtmaatige vreugde, als een waarachtig teeken van onze bevestigde Burgerlyke Vreede en waare Vryheid, door geene ongeregeldheden werden verftoord: zo is 't, dat welgemelde Heeren van de Weth alle en een iegelyk op het ernftigfte willen gewaarfchouwd hebben tegen allerlei foort van ongebondenheden, en byzonder tegen het doen van eenige verzoeken, aanfpraaken of bedelaryen, onder wat benaaming men die ook zoude tragten te verbloemen, het zy voor, op, of na dien dag, zo aan de Huizen als op 's Heeren Straaten , op pcene van rigoureufelyk , zelvs aan den lyve, naar exigentie van zaaken te zullen worden geftraft. Interdiceeren Hun Ed. Groot Achtbaare alwyders allen en een iegelyk, wie hy ook zoude mogen wezen, iemant hoe genaamd, over de wyze, op wel. ke hy zal hebben goedgevonden zyne Illuminatien io  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voor gevallen. 239/ .in te rigten, of ook onder wat voorgeeven of pretext bet ook zoude mogen zyn, te molefteeren, veel min eenig verwyt te doen, te fchimpen ofte fche!den,op posne van daar over naar exigentie vaa «zaaken, conform de Plakaaten van Hun Ed. Grooc Mogenden te zullen worden gecorrigeert. Terwyl laatftelyk welgemelde Heeren van de Weth, tot voorkoming van brand en andere ongelukken, verbieden aan alle en een iegelyk, van wat ftaat of conditie dezelve ook zouden mogen zyn, eenige Vuurwerken af te fteeken , met Busfen, Piftoolen, Snaphaanen of ander Schietgeweer af te fchieten, met Swermers, Voetzoekers of foortgeJyke brandende vuurmachines te werpen, op de boete.by voorige Keuren daar tegens geftatueerd, zullende de Ouders en Voogden dieswegens voor hunne Kinderen en Pupillen aanfpraakelyk en executabel zyn. Aldus gedaan by opgemelde Heeren van de Weth der Stad Oelft, den 26 July 1788, en na het luiden vaa de groote Klok van het Raadhuis gepubliceerdten zelven dage. In kennisje van my Secretaris, (was get-) J. L. de Bruin,' » N°. 678. Regeerings-Verandering te Enkhuizen, ingevolge Publicatie van zyne Doorluchtige Hoogheid. In dato den 26 july 1788. Tot Vroedschappen. De Heer en Mr. Hendrik van Straalen. —— Hilbrand Willem van Vosfen. — Hendrik-Raarda. —Anthony Jacob de Jong van Perfyn, —- Meyndert Elias de Vries van Vosfen. — Pieter Buyskes. —Mr. Hugo Adriaan van Bleiswyk. — Nicolaas Hendrik de Vries. — Mr. Abel van der Willige. — Mr. Anthony Blok. —- Mr, Tan Roraond. — Mr. Dirk Elias  S4Ö Verzameling van Stukken hetrèkMykttf Elias van Looien. -* Henrik van Schaeck. — Ani n dries Jan Slype. — Mr. Anthony Pieter Düyvensz., (blyvende Secretaris, zonder conjequentie voor 't ver*. volg) Pieter Hendrik van Genderen. *»-Ifaac: Brandenburg. —- Mr. Andries Jacob Kluppel. —w. Mr. Willem Diederik Verfchuer en Jacobus Ban», quier» En voörts tot Schepen. De Heer Willem Weerman, en zulks iaplaai&i van D. P. Van Genderen , overleeden zynde. Nog tot Schepen Commissaris van de Ge* meene Lands Middelen. Laurens Schuyt. Zynde de Heeren thands den Scheepens Stoel be» < kleedende , en waarneemende de Commisfie zo ia ï het Collegie van Gecommitteerde Raaden te Hoorn - , en van de Admiraliteit als ter Generaliteit, Provin- . ciaale Rekenkamer, gelyk ook Heeren Secretarisfen i deezer Stad, in derzelver fün&ien gecontinueerd &c. t\*. 679. Publicatie van den Gerechte der St.ad Lei. > den, behelzende vermaaning aan alle de Ingezetc* > Tien om in de Illuminatien , welke door de Heeren van de Regening op den iden Augustus aanftaande 1 ftaan te gefchieden, deel te neemen. In dato den 28 July 1788. Die van den Gerechte der Stad Leidefi, zich overtuigd houdende van de welmeenende gezindheid der goede Burgerye en Ingezetenen deezer Stad, omtrent de wyze voorzieningen van 's Lands Hooge Overigheid, in het beraamen en ter uitvoer doen brengen van zodaanige maatregelen , als meest gefchikt zyn om de aloude Regeerings-Conflitutie deezer Landen onwrikbaar vast te ftellen, en over zulks zich daar op verlaatende, dat de gelukkige Allian$ien van deezen Staat, als mede de Bondgenood» fchap.  'ie Gebeurtenis/en ih ifS? ots. voorgmïïèn. £4? fbhappelyke Guarantie van het Erf-Stadhouder.fchap, met alle deszelvs Rechten, Gerechtigheden en Prasëminentiea in het Doorluchtig Huis van Orange, met recht aangezien worden voor zodaanige gebeurtenisfen , welke, onder de medewerking der Goddelyke Voorzienigheid, de weivaart van deezen Staat tegen alle buitenlandfche en binnenlandlche onlusten beveiligen; hebben gemeent, de goede Burgeren en Ingezetenen deezer Stad, nog eenmaal gelegenheid te moeten gesven , om door een openbaare blyk van genoegen, hunnedankbaare verknochtheid aan de Staats- , Stadhouderlyke- en Stads-Regeering aan den dag te leggen, en midsdien goedgevonden en verftaan, in conlideratie dat daar toe geen gewenschter tydftip kan worden gevonden, dan den 7den Augustus aanftaande, zynde de heuchlyke Verjaardag van haare Koninglyke Hoogheid Mevrouwe de Princesfe van Orange, Gemalinne van zyne Doorluchtige Hoogheid den. Heere. Prince Erf Stadhouder, die het God behaagt heeft als een uitfteekend middel in zyn hand te gebruiken, öm dit lieve Vaderland uit deszelvs jongfte nooden te verlQsfen; met kennis en óverleg van de Groote Vroedfchap derzelver Stad, aan alle de goede Burgeren en Ingezetenen bekend te maaken, dat op denzelven ?den Augustus aanftaande, zo van Stadswegen, als door de Heeren van de Regeering met derzelver Ministers aan hunne Huizen Illuminatien zullen worden gedaan, met vermaaning, öm daar in ieder naar Zyn omftandigheden en fituatie, wel te willen deel neemen, en voorts met alles wat, in zyn vermoögen is de zo hoog nodige en allefints wenfehelyke rust en eendragc binnen deeze Stad te helpen bevorderen; zullende de Illuminatien beginnen des avonds ten 9 üuren, en eindigen des middernagts ten 12 uua ren, en Wyders met verdere vermaaning aan alle en een iegelyk, zich deeze bepaaling te laaten welgevallen, en zich daar na te gedraagen. En op dat deeze billyke en rechemaacigë vréüa?* ;VJL Deel. q üe,  Verzameling van Stukken betrekkelyk tot de, tot een waar teeken van bevestigde Burgerlykè vreede, door geene ongeregeldheden werde geftoord , zo hebben die van'den Gerechte voornoemd, goedgevonden, alle en een iegelyk ten ernftigften te waarlchuwen, niemant, wie hy zoude mogen zyn, in zyne Goederen of Perfoon, het zy aan de Huizen of op 's Heeren ftraaten, te molesteeren, of met fchelden en lasteren te infulteeren, ofte ook eenig geld ter deezer gelegenheid, onder wat voorwendfel ook, het zy voor, op, of na dien dag, af te vorderen, alles op pcene van naar exigentie van zaaken te werden geftraft. Verbieden wyders die van den Gerechte voornoemt , tot voorkominge van ongelukken die de vreugde binnen de Stad zo onverhoopt zoude kunnen ftooren, alle en een iegelyk om eenige Vuurwerken, onder wat benaaming ook, aftefteeken, Swermen, Voetzoekers of andere foortgelyke brandende Machines te werpen , en met Busfen, Snaphaanen, Piftoolen of ander Geweer te fchieten, op een boete van drie Guldens telkens te verbeuren, zullende de Ouders voor hunne Kinderen, en de Voogden voor hunne Pupillen deswegens verantwoordelyk zyn. Aldus gedaan, gerefolveerd en gearresteerd, by die van den Gerechte der Stad Leyden, en naar voorgaande Klokkegeflag, ten overftaan van de Heeren Schout, Burgemeesteren en Schepenen, van de Puije van 't Raadhuis voor den Volke afgeleezen, op den 28 July 1788. By my J. J. HüBRECHT. No  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. veorgevallen. 243 ?$o. 680. Dankzegging door den Heer Hoofd-Officier van Staveren te Rotterdam, gedaan aan de < )ƒficieren der provifioneele Burgerwagt c^cv In dato ; den 28 july 1788. 'Heeren Officieren! De uitfteekendc en getrouwe dienden »■ doof U Éds, als commandeerende Officieren der provifioneele Burgerwagt, geduurende tien maanden, gan deeze Stad beweezen, vorderen, dat wy Ulieden op heden, nu de nieuwe Ordonnantie op de herftelde en getrouwe Schuttery, in alle deszelvs deelen, ftaat ter uitvoer gebragt te worden, den oprechtften en welmecnendfcen dank betuigen., Gy lieden en de Manfchappen, die, geduurende dien tyd onder uw bevel geftaan hebben naar Ulie'der voorbeeld, hebt door uwe waakzaame oplettendheid-, door uwen onvermoeiden dienst en door uwe onderlinge goede verftandhouding,. overvloe.dige blyken gegeeven, dat wy ons, in voorige dagen, niet ten onrechte, op uwe welmeenende aankleving aan de goede orde, op uwen yver tot handhaaving van de rust, op uwe waare Vaderlandsliefde en op uwe gehouw- en getrouwheid aan de gevestigde Conftitutie van Staats-, Stadhouderlyke- en Scads Regeering, beroemd hebben. Gaat dan alzo voort, en zo veele Gyliedea wederom in gelykfoortige dienften aanblyft, verlaaten wy ons, ,met volkomen gerustheid, op uwe.weh. meenendc gevoelens en daar 'mede overeenkomen» de gedragingen, waar van wy. reeds,zo veeleukmuntende proeven gehad hebben; zo veele,Gylie*. den anders,, door jaaren of beroepsbediening,'-gedrongen, naar uw ontftag uit de Burgerwagt geftaan en het zelve verkregen hebt, wenfchenuWy,UIieden een onafgebrooken en langduurend genoëglyk aandenken aan deeze uwe voorige betrekking. 1 Leeft alle te famen met ons, als Leden van defir Q 2 zèli"  444 Vtf^ameling van Stukken betrekkelyk tot zelvden Burgerftaat, in onderlingen vrede, helpi het gezag der Regeering, het gene, door voorige beroertens, veelgeleeden heeft, onderfchraagen , door gepaste ondergefchiktheid te bevorderen, , die de hand van alle Burger-Maarfchappyen is, en , zyt verzekerd, dat niemant uwer, het zy in zya : byzonder beftaan, het zy in zyne hoedaanigheid , van Burger-Officier, ons immer ongenegen zal vin- . den, om uwe redelyke aanzoeken of voorfpraaken gunftig te hooren. God fchenke u allen de kroon der gryshekl; dat; Gylieden den welvaart van uwe Huizen en Geflach- < ten en alzo van deeze Stad moogt bevestigd zien. No. 681. Publicatie van de Ed. Regeering der Stadl Alkmaar, waar by eene algemeene Illuminatie te» ■ gens den jden Augustus aanftaande word bepaald., In dato den 28 July 1788. Schout, Burgemeesteren en Schepenen der Stad . Alkmaar, overtuigt van de welmeenende gezind-, heid der goede Burgery en Ingezetenen deezer Stad, omtrent de wyze voorzieningen van'sLands Hooge Overigheid, in het beraamen en ter uitvoer doen brengen van zodaanige maatregelen, als meest ; gefchikt zyn, om de aloude Regeerings-Conftitutie : deezer Landen onwrikbaar vast te ftellen; en over- ■ zulks zich daar op verlaatende, dat de gelukkige Alliantien van deezen Staat, als mede de Bondge- • noodfchappelyke Guarantie van het Erf-Stadhou- ■ derfchap met alle deszelvs Rechten, Gerechtighe- • den en Pratëminentien, in het Doorluchtig Huis van Orange, met recht aangezien worden voor zö- i daanige gebeurtenisfen , welke onder de medewerking der Goddelyke Voorzienigheid de welvaart van deezen Staat tegen alle buïtenlandfche en bin-.. nenlandfche Onlusten beveiligen; hebben gemeend . de goede Burgeren en Ingezetenen nog eenmaal I ge«  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 245 [gelegenheid te moeten geeven, om door eenopenibaar blyk van genoegen , hunne dankbaare ver;knogtheid aan de Staats , Stadhouderlyke- en Stadsijtegeering aan den dag te leggen, en midsdiep goedgevonden en verftaan eenen dag te bepaalen tot het doen eener generaale Illuminatie binnen deeze Stad :en Jurisdictie van dien, die beginnen zal des avonds :ten 9 uuren, en eindigen des middernagts ten 12 ;uuren ; en daar toe geen gewenschter tydftip kunnen vinden dan den 7den Augustus aanftaande, als ikynde de heuchelyke Verjaardag van Haare Koningr lyke Hoogheid, Mevrouwe de Princesfe van Oranje, Gemalinne van zyne Doorluchtige Hoogheid, iden Heere Prince Erf-Stadhouder, die het God beihaagt heeft als een uitfteekend middel in zyn hand :te gebruiken, om dit lieve Vaderland uit deszelvs ijongfte nooden te verlosfen; vermaanende Myne IHeeren voornoemt, elk en een iegelyk zich deez,e I fcepaaling invoegen voorfchreeven te laaten welge! Vallen, en zich daar na te gedragen. En op dat deeze billyke en rechtmaatige vreug: de als een waarachtig teeken van onze bevestigde iBurgerlyke Vreede, door geene ongeregeltheden 1 worden geftoord: zo is 't, dat Myne Heeren voori noemt, allen en een iegelyk op het ernftigfte willlen gewaaffchouwd hebben tegen allerlei foorten ■ van ongebondenheden : interdiceerende wyders I Hun Edele Groot Achtb. alle cn een iegelyk, wie I hy zoude mogen zyn, iemand, hoegenaamd, over ide wyze, op welke hy zal hebben goedgevonden , zyne Illuminatien in te 'richten,'te molesteeren, ofte eenig verwyt, hoegenaamt te doen, te fchimpen of te fchelaen, op pcene van daar over naar i exigentie van zaaken ingevolge de ftrenge Plakaaten van Hun Edele Groot Mogenden te zullen wor« den gecorrigeert. Ep tot voorkoming van Brand en andere ongelukken, verbieden Plun Edele Groot Achtb. voornoemt, aan allen en een iegelyk van wat ftaat of conditie dezelve zoude mogen wezen, 0^3 oF  346 Verzameling van Stukken Istrekkelyk tot óp publieke plaatfen Vuurwerken af te fteeken; rfrefl Busten, Piftoolen, Snapbaaoen, of ander geweekte fchieten; met Swermen, Voetzoekers, of dus', daaniee brandende Machines te werpen, op eene boete yan zes Guldens telken reize te verbeuren bv'die'genen, dewelke des contrarie zal hebben cedaan, zullende de Ouders dieswegens voor hunne Kinderen aanfpreekelyk en executabel zyn. -j Aldus gearresteerd op den Raadhuize der Stad Alkmaar, den 28 July '1788, en den sollen daar aan volgende gepubliceert. In kennisje van my Secretaris» J. P. Poppelman. No. 682. Memorie door den Graave de St. Priest 0- vergegeeven aan Hun Hoog Mogenden» den 29 july 1788. . Hoog Mogende Heeren! Uwe Hoog Mogenden den Heer van Berkenröde gelast hebbende, om explicatie te vraagen betreklyk eene Infcheping, welke de Heer Conway, Gouverneur van Pondichery, op het laatst der maand February zoude moeten gedaan hebben, heeft de ondergeteekênde Ambasfadeur order ontfangen Hun' Hoog Mog. te onderrichten, dat de Koning zyn Meester .geene dire&e tyding van de bewuste Infcheping ontfangen heeft, en dat dienvolgens zyne Majefteit buiten Raat is, om aan Uw Hoog Mogen-' den het genoegen te doen van Hun de explicatie, welke zy ten dien opzichte gemeent hebben te moeten vraagen, te geeven. . Dat het eeaigfte het welk de Koning er op dit tvdftip van zeggen kan, is, dat de Oorlogstoebe-; reidfelen, welke het Hof van Londen onverwagc ia hel eind2 van de maand September des voorleeil yt.V\- '1 ■ ■ den  is Gebeurtenis/en in i?8.7 enz. voorgevallen. H7 den jaars gemaakt heeft, zyne Majefteit indenoodzaaklykheid gebragt hebben, niet alleen om zich van zyn kant mede te wapenen, maar ook om voorzorgen te neemen tot beveiliging zyner Bezittingen, in de Indien; dat hy te gelyker tyd geoirdeeld had verplicht te zyn, zich te laaten gelegen leggen aan de Hollandfche Bezittingen in dat Wereltdeel; zvnde te dier tyd de eenigfte Geallieerde der Republiek, welke toen door Binnenlandfche verdeeldheden verfcheurt wierd. Dat, zo dra men met het Hof van Londen wegens de ontwapening overeen gekomen was , de Koning nieuwe ordres naar de Indien gezonden had, en dat zyne Majefteit niet twyffelt, of de Heer Conway zal, zo hy in de daad eenige onderneeming. gedaan heeft, zich gehaast hebben, om de zaaken in den voorigen ftaat te herftellen. De Koning vleid zich , dat deeze voorloopige explicatien niet alleen de ongerustheid, welke u Hoog Mogenden zouden hebben kunnen opvatten ^ zullen wegneemen, maar Hun ook ftrekken tot een nieuw bewys der gevoelens van vriendfchap en genegenheid , welke zyne Majefteit de RepubhelC toedraagt, en van het belang, dat hy zo wel m Öeszelvs veiligheid als voorfpoed ttelt. '~>a Hage, den &c. (was get.) Graav de St. Priest.  i$6 Verzameling vm Stukken Mrekkelyk tot fcalvea van na exigentie van zaaken, als Verftoor-J ders der gemeene rust, des aoodsj aan den lyve te zullen worden geftraft, met ferieufe waarschouwing : dat tegen allen die genen, welke zich onverhoopt zouden komen te oppofeeren tegen de falutaite fchikkingen, welke, zo door het GouvernementMilitair , als den Magiftraat, tot bewaaring der pu« j blieke rust en veiligheid, zo by deeze gelegenheid, 1 als doorgaans beraamd zyn of zullen worden , de fterkfte maatregelen zullen worden genomen, en ook daadwerklyk geëxecuteerd, en ten dien einde de Contraventeurs boven de boeten, ook, des noods s daadelyk in hegtenis gefteld, en ook o$die genen, welke eenig geweld zouden beftaan te pleegen, zelvs ook met fcherp zal worden gevuurt, dan hec gunt zy Hoofd Schout, Schepenen,Gezwoorens en Raaden verhoopen, en met reden verwachten, dat door een betaamelyk gedrag van allen en een iegelyk zal worden voorgekomen. Aldus gearrefteerd by Schepenen, Gezwoorens en Raaden der Hoofdftad 's Hertogenboseh den 30 July 1788. Ter Ordonnantie van dezelve C. J. Bisdom, (jwas get.) M. Bowier. Jïo. ó88- Publicatie van Hun Ed. Mogenden de Heè' ren Staaten van Stad Groningen en Ommelanden, over de jloute en hoogst Jlrafbaare poogingen van eenige woelzieke en na verandering haaiende Perfoonen &c. In dato den 1 Aug. 178S. De Staaten van Stad Groningen en Ommelanden» sloen te weeten: Hoe federt een geruimen tyd met de uiterfte verontwaardiging hebben befchouwd de ftoute en hoogst ftrafbaare poogingen van eenige woelziekeen aa, verandering haaiende Perfooaen, om in de beroe- r*a*  268 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot te doen, veel min te fchimpen of te fchelden, op pcene van daar over naar exigentie van zaaken, ingevolge de ftrenge Plakaaten van Hun Edele Groot Mogenden, te zullen worden geftraft. En op dat de meergemelde in- en Opgezetenen van deezen Lande door brand als anderfincs in hunne Perfoonen of Bezittingen geene fchaade zouden lyden of nadeel werden toegebragt, zo verbieden Hun Edele Achtbaare wel expresfelyk het branden van Vuuren, affteeken van Vuurwerken, hec fchieten met Busfen, Piftoolen, Snaphaanen of ander Geweer, gelyk mede het werpen van Zwermen, Voetzoekers of dusdaanige brandende Machines, op zodaanige pcene en ltraffe als by de generaale Keure en Ordonnantie over den Lande en Bailjuw» fchappe van Schieland, in dato den 2 Mey 1730 (welke ten aanzien van het gene voorfchreeven is werd geinhereerd) wel expresfelyk is geftatueerd, zullende de Ouders voor hunne Kinderen en de Voogden voor hunne Pupillen dieswegens aanfpreeklyk zyn. N°. 693. Bericht van eene Negotiatie door Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, ten dienjte van de Oost-lndifche Compagnie, groot vyf Millioenen Guldens, tot den Intrest d 4 per Cent in 't jaar, vry van alle Belastingen en Collateraal. In dato den . . . Aug* 1788. De Staaten van Holland en West-Friesland hebben met overleg en communicatie van zyne Hoogheid, den Heere Prince van Orange en Nasfauw &c. &c. &c., by Refolutie in dato den 30 July 1788, góedgevonden en verftaan, de Hollandfche Kameren der Oost-lndifche Compagnie op de kragtigfte wyze te maintineeren, en van de nodige Penningen , zo tot het flipt vervullen van deszelvs engagementen, als tot fterker voortzetten van haaren  it Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 269 ïiitgebreiden Handel te voorzien, tot zodaanig een fomma, en op zodaanig eene voet, als nader zoude worden bepaald, en dienvolgens op dep 1 Augustus 1788 gerefolveerd, Bewindhebberen der Hollandfche Kameren der Oost-lndifche Compagnie te authorifeeren, tot het arresteeren van eene Negotiatie, groot vyf Millioenen Guldens in Kasfa of Bankgeld, ten keuze der Geldgeeveren, vry vaa Collateraal, en dat by forma van Wisfelbrieven, op de navolgende Conditiën. li Deeze Wisfelbrieven zullen getrokken worden door Bewindhebberen der Oost-lndifche Compagnie ter Kamer Amfteldam, voor reekening van alle de Hollandfche Kameren, als hier toe fpeciaal geauthorifeerd, ten lasten van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland ea WestFriesland, en dat ten getalle van 5000 ftuks, genommerd N°. I a 5000, ieder groot ƒ 1000, en dat in Kasfa of Bankgeld, ten keuze der Geldgeeveren; betaalbaar op vyf jaaren na dato voorbehoudende Hun Ed- Groot Mogenden de -ryheid, om 's jaarlyks een gedeelte (by Loting twee maanden te vooren te doen) te mogen betaalen, tegens intrekking der uitgeloote Wisfelbrieven met de onverfcheenen Interest-Coupons. 2. Zullende deeze Wisfelbrieven, in naame, en voor reekening van Hun Ed. Groot Mogenden worden aangenoomen (of geaccepteerd) by eenen of meer Heeren, van wegens Heeren Gecommitteerde .Raaden, hier toe fpeciaal geauthorifeerd. 3. Die in Bankgeld, zullen betaalbaar zyn, ten Comptoire der Gemeene Lands Middelen te Amfteldam ; en die in Kasgeld, by alle de Gemeene Lands Comptoiren, zo te Amfteldam als in 's Hage, en by alle de Ontfangers in de refpecfive Steden, zo als by het doen der Fournisfemeatea zal gerequireerd worden. 4. Gelyk dezelve o©k zullen worden uitgegeeven op Naam, of aan Toonder, naar keuze. j. By ieder der gemelde Wisfelbrieven zullen wor-  Se Gebeurtenisfen in 1787 «kb. voorgevallen. 271 '<ƒ Toonder de fomma van Duizend Guldens de waarde ontfangen Zullende het zelve Valideeren voor toegejlaane Four» nisfementen aan de Hollandfche Kameren van de Nederlandfche Oost-lndifche Comp. volgens Refolutie op dato deezes. Ed. Groot Mogende De Heeren Staaten van Hol- UEd. Gr. Mogende land en West-Friesland. D. W. Dïenaaren. Als Bewindhebbers van de Oost-lndifche Comp. ter Kamer Amfteldam. Aangenoomen, ter Ordonnantie van Hun Ed. Groot Mogenden te betaalen ten Gemeene Lands - Comptoire in MODEL COUPON". Op den 1 Augustus 1789, zal tegens intrekking deezes worden betaald ten Gemeene LandsComptoire in de fomma van veertig Gul¬ dens, voor een jaar Intrest van een Wisfel brief, groot ƒ 1000, No. door Bewindhebberen der Oost-lndifche Comp. ter Kamer Amfteldam, getrokken op Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, en door Hoogstdezelve aangenoomen , volgens Refolutie in dato den 1 Augustus 1788, te betaalen ten Gemeene Lands-Comptoire in  Verzameling van Stukken betrekkelyk tot 694. Request van het Officie Fiscaal aan den Hovt Provinciaal van Gelderland tegens, jr Robbert Jasper Baron van der Capellbn toe den Marfcb, en liEgelenburg, in daio den 29 July 1788. Benevens het Vonnis tegens zyn Hoog Wel Geb. door voorfchreeven Provinciaal Hof van Gelderland geyeld3 en gepronuncieert den 8 Aug. 1788. Edele Mogende Heeren! Geeft zeer eerbiedig te kennen de Momboïr en Subfiftuit Mömboir deezer Landfchap, dat hun uit de ftukken door U Ed. Mogenden hun ter hand gefteld, i« gebleeken, dat Robbert Jasper van der Capelle tot de Marsch en Engelenburg, zich geduü» rende de troubles, welke ten verderve van het Vaderland, en tot ruine der goede Ingezetenen door eenige onvergenoegde geesten binnen de Republiek berokkend zyn, zich niet alleen zeer oproerig heeft gedraagen, maar zelvs zich aan 't Hoofd gefteld van een Parthy, die 'er alleen op uit was, om eene verandering in de Conftitutie der Kegeering te bewerken, en geene middelen onbeproeft liet, om de audtoriteitder Regenten te verzwakken, en de maatregelen die door dezelve wierden aangewend, om de rust en ordre te bewaaren, te verydelen. Dat het zelvs zo verre gegaan is, dat hy met een vy. andig oogmerk getragt heeft door middel der Wapenen eene verandering in de Regeeringsform te bewerken, ja zelvs tegens het gevoelen van anderen, die anderfints ook met hem tot het voorgemelde inftemden, gedreeven heeft, dat de Natie met allen ernst moeste overgaan om zich op een formidabele wyze te wapenen , ten einde door eene kragtdaadige vertooning de Vyanden, als niet beftand om tevens de Steden in bedwang te houden 9 en het hoofd te bieden, aan een moedig Corps Burgers, tot nadenken te brengen. Dat hy niet alleen door binnenlands geweld en ** zamentrekken van gewapende Burgers, de Overig-  dê Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 373 rïgheid getragt heeft op eene geweldige wyze te refisteeren, en alle moeiten heeft aangewend om Penningen tot het voortzetten van zyn verderfelyk plan by elkander te zamelen. Maar ook in een buitenlandfche correspondentie is geweest over zaaken de Regeering en den inwendigen ftaat van de Republiek betreffende. Hoedaanig eene correspondentie, fpeciaal door iemandge« houden, die mede aan het Hoofd dier Parthy was, niet als nadeelig voor den Lande kan worden ge-» houden. Dat hy ook ten dien einde, benevens nog eenige andere Riddermaatige Perfoonen uit deeze Provincie , op den 1 September 1786 de meerderheid der . Heeren Staaten van Gelderland, en dus de Heeren i Staaten zelve by eene Misfive aan de Heeren Staaten van Holland en die der andere Provinciën gefchreeven, op eene verregaande wyze getaxeerc i heeft; by die onder anderen pofeerende: ,, Dat 'er by Haar Edele Mogenden maatregelen 1,, wierden te werk gefteld, waar over geheel Ne„, derland verfteld ftond". ,, Dat Hoogstdezelve oirzaak zondea zyn, dac 9, zy Onderteekenaaren en veele duizenden met hun „ niet zonder reden in die dagen met een angst., vallig medelyden wierden aangezien". „ Dac de Heeren Staaten maatregelen namen, „, waar door een Burger Oorlog onvermydelyk 9, fcheen". „ En het Land door die maatregelen aandetreu„ rigfte gevolgen ftond geëxponeert tc worden. „ Dat de Heerea Staaten 't Volk niet ontheften „ van gegronde bezwaaren, cn het zelve in Haaf„ fche "banden lieten". Dat ook, hoe zeer hy by zyne admisfie tot de Regeering, met plechtigen ééde zo tot gerustheid Ier Heeren Staaten, als van den Heere Erf-Stadhouder hadde gezwooren. Dat hy altoos zoude maintineeren en handhaaven de tegenswoordige forme van Regeering, zo en als VIL Deel. S de-  S74 Verzameling van Stukken bêtrekhlyk tot dezelve ten aanzien van de Stadhouderlyke Waardigheden en deszelvsSuccesfïen ,zo wel inde Vrouvvelvke als Mannelyke linien by 's Landfchaps Refolutie van den 12 January 1.784 is vastgefteld, ge~ hk hy ook, voor zoo veel hem aangaat, allerdmgs zoude obferveeren en naleeven het Reglement op de Regeering binnen deeze Furftendom en Graaffchap by 's Landfchaps Refolutie van den 17 Oftober 1750 gearresteerd. Hy echter de Heeren Staaten van Holland, en dus de Souverein van eene andere Provincie, voordraagt: „ Dat de form van Regeering in Gelder„ land ingevoert drukkende, en met het welzyn der Provincie ftrydende is, en een revifie en re!, dres komt te vereisfchen ". „ Dat deeze Provincie in de jaaren 1674 en 167$ van eenen Uitheemfche overheerfching gebragt-. „ is onder eene Inheemfche, welker jammerlyke : gevolgen fteeds op 't geheele Bondgenoodfchap i ,, den gevaarlykften invloed blyven behouden". „ Dat by voortgang by 't Reglement Van 1750 1 ,, de Regenten Afhangelingen van den Stadhouder: , geworden, en de Ingezetenen van hunne aloude ! 3i en gfjradiceerde Voorrechten beroofd zyn gewor- • „ den". Ten flot de Heeren Staaten van Holland verzoe<*« kende: ,, dat die met alle nadruk geliefden te bewerken, dat de Heeren Staaten van deeze Pro-J' vincie, de ongelukkige gefteldheid_ Van zaaken;] door en van wegens het Reglement in deeze Pro-■ vincie mogten erkennen". Dat ook voorts uit die ftukken de Supplianten iss gebleeken* dat de Gedaagde die gene is geweest,, die in den jaare 1783 het werk der Scholte- en Dros-' tendienften ter baane heeft gebragt, het welke; nergens toe konde (trekken, als om by deOpgezetenen van het platte Land van het Graavfchap Zut-, phen , een misnoegen en wantrouwen tegens hunnei Officieren te doen ryzen. ' Over de ontheffing van welke dienften ook desfj - - «ydti  is Gebeurtenis/en in 1787 voorgevallen. 273? iyds diverfe Adresfen der Opgezetenen by de Heeren Staaten zyn ingekomen, op welke Haar Edele Mogenden dén 1 Mey 1783 hebben gerefolvecrd en vastgefteld. Dat de Hoofd-ÓfEciercn der Graaffchap Zutphen In hunne oude posfesfie zouden verblyven. Stellende niet te min aan Supplianten, en alle andere, welke verder mogten willen fuftineeren, tot het prefleeren der voorfchreeven dienften niet verplicht te wezen, open , om de Hoofd Officieren deswegens voor den Hove in rechten te betrekken, inids zulks doende binnen eën jaar. Waar na noch de Gedaagden, noch iemand dier Supplianten is opgekomen. Maar hebben de refpective Hoofd-Officieren van een ieder al voorheen de dienften of dienstgeld genooten. Met die uitzondering echter, dat vier Bouwlieden binnen den Schoutambte van Zutphen daar ir> zuimachtig zyn gebleeven, welke daar over ih rechten aangefproken zynde, gecondemneert zyp geworden het verfchuldigde dienstgeld te betaalen. Tegens welke aantichte en opgevolgde executie 7.y zich door geene middelen rechtens hebben verzet, maar heeft zich by de daadelyke executie or diffractie ten Huize van een derGecondemneerdens een zeer groote menigte Volk, welke door den Gedaagden op zeven honderd, begroot word, gewapend vertoond, met onderlinge verb'indtenisfe öm met geweld die executie te fluiten. Welk voorneemen ook door hun daadelyk is ter uitvoer gebragt, door op de Koets j waar ih die van den Gerechte zaten, met fteenen te werpen , en op dezelve te fchieten, gelyk ook op den Onderrichter is gefchóoten geworden. Over welke verregaande euveldaad ook eenige der Handdaadigen door den Hove met geesfeling, confinement en bannisfement zyn gëftraft gewor- 3 t Dan  276 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Dan hóe zeer een diergelyke wederwraaking der iuftitie, by een ieder, die de rust en orde in den .ande ter harten gaat, moet gelaakt en verfoeit worden, zo heeft echter de Gedaagde ten deezen opzichte zich by een brief van den 3 Maart 1787 aldus geëxpliceert. „ Eergisteren is in de nabyheid van Zutphen iets „ voorgevallen, waar uit men mag opmaakën, dat „ de Inwoonders ten platten Lande in de Graavi, fchap van die naam zeer welgedisponeert zyn''. En wat laager i Dit voorval maakt een goede diverjie in deeze Pro» yinciè. Welke woorden de vèrderffelyke denkenswyze van den Gedaagde ten klaarften aan den dag leggen, en hoe zeer hy 'er op is uitgeweest, om oproeren en disordres te animeerem Het wélk nog vérder daar uit apert is", dat hy, uitwyzens dien zyn brief, gezorgt heeft, dat een verhaal van de zo even gemelde oppofitie tegens het Gerichte in de Zuidhollandfche Courant zoude worden gegeeven, het welke ook in die van den 3 Maart 1787 gevonden word. Alwaar die wederftrëeving der Bouwlieden aan de dispofitie van den Souverein in aanzien der Drosten- en Scholten-dienften; de violente oppofitie gewapenderhand tegens de executie van eene Sententie na orde rechtens is gewezen; en het voorneemen om den Stadhouder, Fiskaal en verdere Gerechtsperfoonen van het Scholtambt te mishandelen , als pryfelyk word voorgedragen. Voorts de Leden van 't Gerecht op eene verre» gaande wyze worden ten toon gefteld, en ook te gelyk niet onduidelyk de redenen worden opgegeeven , met wat vèrderffelyke oogmerken men de Opgezetenen van het platte Land van Geweeren heeft, willen hebben voorzien. Dan nog worden ook het Hof en de Momboirs daar by zeer ironicq behandelt. iWelk een en ander dus ten klaarften aanduid *  is Gebeuttenisfen in 1787 enz. vtorgevallex. 277 dat den Gedaagde ook de handen gehad heeft in. 1 een odieufe en lasterlyke Correspondentie met eer1 roovende Cpurantiers, wier gefchriften het pry:zen van dergelyke verregaande euveldaadep j voorts het fchelden van die genen, aan wien de Admi: niftratie zó van Orde als Règeering door den Soi}- vereip is toevertrouwt, nergens anders toe konde ; ff rekken, als om opzettelyk kortzichtige Ingezeteizien te misleiden, en den ondergang van den Lande 1 te bewerken. Tot een preuve van het welke mede kan verftrekr Iken, dat wanneer de Heeren Staaten op allerhande ivyyzen de orde binnen deeze Provincie zogten té icben ftand houden, welke onder den zegen desAlIJerhoogften pok zo wysfelyk alhier boven andere iplaatfen is gèmainteneert geworden, zyn Protesten 1 tegens diq maatregelen, wanneer dezelve door Ihem naauwlyks in de Kwartiers-Vergaderingen wallen geuit, doof de Couranten wierden bekend ger 1 maakt, welkers publiciteit niet als door zyn toe.T 1 doen konden worden géprocureert, en welke zyne IProtesten ook doorgaans mei'provocationes adpopulum 'verzeld gongen, en dus ook ftrekten om beroering ten 'diffidencie, tegens de meerderheid, die met hem iin denkwyzen verfchilde, aan het Volk in te boe» izemen. En nadien voormelde zaaken van de misdaad van\ Hoogverraad , Majefteitsfchennis en Oproer niet :zyn te excufeeren, zo hebben de Supplianten ééds, :en Ambtshalven, ook uit kragt van de auctorifatie door de Heeren Staaten den 24 Odtober 1787, en tnader door den Hove den 27 December 1787 op Ihun verleend, "zich genoodzaakt gevonden, tegens ;dehzelven voor U Ed. Mogenden te procedeeren , sen ten dien einde te verzoeken Ü Ed. Móg. Citatie Iby Edidte advalvas, by welke Robbert Jasper van iber Capeele tot den Marsen voor de eerfte, tweede 1 en derdemaal werde geciteerd, om op zekeren comipetenten dag voor deezen Hove in Perfoon te ver* Ifchynen, om te hooren verklaaren, dat ny d°oï■ • s 3 " -Ut.  278 Verzameling van Stukken letrékhlyk Ui het gunt voorfz. zich aan de misdaad van Hocjg* verraad, Majefteitsfchennis en Oproer heeftfchul- I dig gemaakt, en deswegens zal worden gecondem- i neerr., in zodaanige Dood-, Lyf- of andere ftraffe» als U Ed. Mogenden naar bevind van zakken zullen oirdeelen en vermeenen te behooren. Voorts om te zien overgeeven Aanfpraak en Juftificatie van dit Request, en aan te hooren zodaanigen Eisch en Conclufie als de Supplianten voorfz* zo ten opzichte voorfz. tot incarceratie als anders omni meliori modo zullen doen en neemen, cum expenfis. " Met inthimatie, dat Gedaagde twee dagen voor den dag rechtens in het Mandament van Citatie ge» ëxprimeert des morgens om elf uuren aan Supplianten ten Hove zal doen vertoonen behoorlyke aóle van cautie pro futuro judicato , contineerendè een •gerichteiyk en formeel verband van ongereede Goederen , met een Extraft uit het Prothocol van bezwaar of anderfints fufficiente perfoneele Borgen. '£ Welk doende &c» Qwas get.) Joh. Schrassert. J. C. van Hasselt» SENTENTIE. Gezien by den Hove des Furftendoms Gelre en Graavfchap Zutphen, het Intendith overgegeeven uit den naam ende van wegens de Drn. Johan Schrassert en Johan Conrad van Hasselt, refpeéive Momboir en Subft. Momboir deezer Landfchap rat. Offic., als mede zo by Refolutien van de Heeren Staaten deezer Provincie, als van deezen Hove fpeciaal geauthorifeert, Impetranten en Klageren te eenre, op ende tegens Robbert Jasper van der Capellen tot den Marsch en Engelenburg, Gedaagden in Perfoon, Beklaagden en Defailiant ten andere zyde; mede gezien die Citatien , Relatien, ; fampt Atfen van Default, midsgaders alle byge-f "' i . yoeg-1  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. veorgevallen. 279 voegde informatien, fchyn en bewys, waar uit ge- bleeken is. „ - , ,, T., Dat de Gedaagde en Beklaagde, fchoon een Lid van de Regeering deezer Provincie zynde, en zich met ééde verbonden hebbende,om de tegenswoordige form der Regeeringe altyd te zullen helpen maintineeren en handhaaven, niet temingeduurende de jongfte troebles, welke dit Gemeenebest zo geweldig gefchokt, en op den oever van deszelvs ondergang gebragt hebben, zich niet adeen in het generaal zeer oproerig gedraagen, en behoord heetc tot een vèrderffelyke Factie^ welke een toeleg gefmeed hadde, om een geheele verandering m de form cn Conftitutie van de Regeering deezer Landen te bewerken, maar dat ook zo uiteigenhandige brieven van Gedaagden en Beklaagden, endesze vs gehoudene Correspondentie met Leden van dezelv8e Factie, als uit andere goede informatien in t byzonder ten genoegen van rechten is conlteerende, dat de Gedaagde en Beklaagde zich zo verre zelve heeft vergeeten, dat hy zich aan het H0014 van die Faótie heeft gefteld, en geen middelen onbeproeft heeft gelaaten , om tot bereikinge van deszelvs heillooze voorneemens en oogmerken de authoriteit der wettige Regeering te verzwakken, en de beste maatregelen, die door dezelve tot bewaaring der rust en goede orde wierden aangewend, te verydelen. . . ' Dat Gedaagde en Beklaagde tot dat einde met alleen met Gecommitteerden van zogenaamde Burger-Corpfen en andere, wier beroep onwettig was, |n welker bedoelingen alleen tendeerden tot ondergang van dit Gemeenebest, famengefpannen, en met dezelve ongeoirloofde vergaderingen en byeenkomften, waar van zich niet ontzien heeft eonvocatien te doen, gehouden, maar zelvs met een vyandig oogmerk getracht heeft de fnoode onderneemingen en machinatien, welke tot het bewerken van die verandering in de form ea Lonltitu- s. ^  a8o Verzameling van Stukken betrekkelyk' toi tie der Regeering tender-den, door de Wapenen te ondersteunen en door te zetten. Dat Gedaagde en Beklaagde zich daar tóe niet ontzien heeft een ontwerp te formeeren, om de geheele Natie in de Wapenen te brengen, en door dezelve een offenfive aanval te laaten doen, het geen hy naderhand, na dat hy hierin eenige tegenltand van wegens voornaame mede-Leden van zyn Factie kwam te ontmoeten, eenigfïntsgemodificeertheeft tot een defenfive ftaat, ofwel tot een fchrikbaarende gewapende vertooning , om de Regenten, welke voor de confervatie van de rust en goede orde, en tot maintien van de waare geëtablisfeerde form en Conftitutie der Regeering yverden, en die hy als zyne Vyanden en Parthy overal heeft zoeken te doen voorkomen, fchrik aan te jaagen, en dezelve alzo tot bedwang te brengen. Dat Gedaagde en Beklaagde daar van het voorftel gedaan, het zelve op de fterkfte wyze aangepreezen, en met allen aandrang heeft zoeken door te dry ven, onder verzekering, dat hy zulks als het eenigfte middel ter redding en afdoening aanzag. Dat Gedaagde en Beklaagde al verder tot onderfteuning van dit fnood ontwerp, en om den gewapenden arm der Natie te onderfchraagen, heeft getracht Penningen by een te zamelen, en daar toe zekere fondfen uit te vinden, en die door alle middelen in train te brengen: en dat alzo de Gedaagde en Beklaagde door dit alles ten klaarften heeft aan den dag gelegd zyne vèrderffelyke oogmerken om een burgerlyken en binnenlandfchen Oorlog in te voeren, en het geheele Land in rep en roer te brengen. Dat Gedaagde en Beklaagde het daar by noch niet heeft gelaaten, maar zich ook nog bovendien heeft fchuldig gemaakt aan het houden van verbodene en gevaarly ke Correspondentie, over zaaken den inwendigen ftaat van dit Gemeenebest betreffende, en eer toeleg getoond heeft te voeden , om tot be« vordering zyner pernicieufe desfeinen de hulp en ad-  'is Gebeurtenis feu in 1787 enz. voorgevallen. 281 adfiftentie van een vreemde Mogendheid in te roepen. Dat by dit alles nog verder tot lasten van den Gedaagden en Beklaagden accedeert, dat behalven dac hy zich heeft onderftaan, om op den 2 September 1786 een Adres aan de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland en die der andere Provinciën , over het inwendig beftier van zaaken in deeze Provincie re doen, zyn oproerig gedrag zich al mede ten klaarften heeft gemanifesteèrtdoor het deel, 't welk gebleeken is, dat hy gehad heeft in de tegenkantingen en wederflreevingen, welke vaa tyd tot tyd door eenige Ingezetenen in de Graavfchap Zutphen tegens de verfchuldigde Drosten-en Scholten-Dienflen zyn ondernoomen, en waarvan de Gedaagde en Beklaagde voorde eerfte en voornaarne oirzaak moet worden gehouden, terwyl hy Gedaagde en Beklaagde ook de Autheur is geweest van de nadeelige denkbeelden welke ter dier gele* genheid aan het Publiek ter kwaader trouwe zyn gegeeven van de fentimenten van den Souvcrein deezer Provincie omtrent hunne Ingezetenen, en van de lasteringen tegens denzelven door eerroovende Courantiers, met wien hy een ongeoirloofde Correspondentie over zaaken, deeze Provincie betreffende, heeft gehouden, uitgcboezemd, cerwyï hy Gedaagde en Beklaagde is geweest den genen , door wiens zorge een verhaal in de Couranten is geplaatst geweest van zekere gewelddaadige oppofitie , welke door een groote menigte geattroupeërde Menfchen gewapenderhand tegens de gerichtelyke Executie van een Sententie, na ordre rechtens gewezen, in 't Schoutambt van Zutphen in den voorleeden jaare tot verfmaadinge dér Wetten, en tot wederwraakinge der Juftitie was ondertaoomen, waar by die Perfoonen, welke zich op eene feditieufe wyze hadden famengerot, voor braave Boeren, en ltraave Landlieden' worden opgegeeVefi ; en deeze ftrafbaare misdaad, als een daad, die zeer te pryzea was, en ais eea voorval, 't Welk S 5 een  3.8* Verzameling yan Stukken betrekkelyk tot een goede' diverfie in deeze Provincie zoude maa* ken, word voorgefteld. Uit welk verhaal duidelyk'manifesteerd, dat het zelve alleen is ingericht geweest om die geweiddaadige Wederftreevers in haare feitelykheden te ftyven, de Ingezetenen tegens haare wettige Overigheid op te zetten en in "t harnas te jaagen, en de Regenten onder de haatelykfte en lasterlykfte voorftellen in diffidentie en verachtjnge te brengen; alles op eene wyze, dat de Gedaagde en Beklaagde zich daar door zelvs onder eene zwaare verdenking heeft gebragt, van geweest fé zyn de Berokkenaar en Autheur van deeze geweiddaadige onderneemingen , waar van eenige Perfoonen, die zich daar aan mede fchuldig hadden gemaakt, de ongelukkige fiagtoffers zyn. geworden, en deswegens naar vereisch van zaaken geftraft zyn. Dat uit allen deezen derhalven gebleeken is, dat de Gedaagde en Beklaagde zich heeft fchuldig gemaakt aan de misdaaden van Majefteitsfchennisfe, Rebellie , en overzulks aan zodaane atroce Delitten, welke in een Land, daar goede Orde en Juftitie vigeert, niet getolereert kunnen w orden, maar anderen ten affchrik, ten hoogften ftrafbaar zyn. Het voorfchreeven Hof doende recht, verklaart opgemelde Robbert Jasper van der Capellen tot den idarfch en Engelenburg, Gedaagden in Perfoon en Beklaagden contumax, en verftooken van alle Exceptien declinatoir, dilatoir en peremptoir, midsgaders van alle wheeren en defenfienvan rechten: en ten principaalen verklaart denzelven Gedaagde en Beklaagde vervallen van het recht, om als Lid van de Ridderfchap des Graavfchaps Zutphen , in Lands-Kwartieren, of eenige andere Vergaderingen te'compareeren , en voorts van alle verdere publieke fun&ien, die hy in deeze Provincie zoude mogen bekleeden , en wyders mede vervallen te zyn in de pcene en rechten, en zyn leeven te hebben verwerkr, en condemneert overzulks den Gedaagden en Beklaagden, om wanneer io  de Gebeurtenisfen in 17S7 enz, voorgevallen. 299 de om dezelve by te woonen, verftaan Heeren Burgemeesteren en Vroedfchap, dat, geduurende den tyd derzei ven, alle Herbergiers en Winkeliers binnen deeze Stad en Vryheid hunne Huizen zullen moeten gefloten gehouden, en alle Handwerks- en Arbeidslieden hun werk ftaaken, op verbeurte van drie Guldens ten behoeven van de Aalmoesfenierskamer. En op dat niemand hier van onweetendheid zoude kunnen voorwenden, zal deeze op de gewoone wyze afgekondigt, gedrukt en aangeplakt worden. Aldus by de Vroedfchap der Stad Utrecht gearrefteerd, den 25 Aug. 1788, en more folito van den Stadhuize gepubliceert den 3often dito. In kennisje van my, j. W. de Roever. N°. 704. Formulier van den ééd, by de Militie te doen, alvoorens binnen de Stad Utrecht in Guar* nijoen te komen. Ik beloof en zweer, dat ik met myne onderhebbende Manfchappen der Stad ütrechc, en de Magiftraat van die, gehouw en getrouw zal zyn; ook refpefteeren en gehoorzaamen, en getrouwlyk dienen in al het geen dezelve my tot behoudenis , dienst en rust van de Stad, ook tegens alle feditie en oproer, zal komen te beveelen; onverminderd den ééd aan de Heeren Staaten gedaan, en van derzelver Ordres, en die van zyne Hoogheid. Zo waarlyk helpe my God Almachtig! No,  Se Gebeurtenis/en in 1787 «*• voorgevallen. 301 regelmaatfge P!an by fommige Provinciën tot merkeiyk bezwaar der overige en van de Generaliteits Kasfe by aanhoudenheid wordendeopgevolgt, zonder dat door de fterkfte en bondigfte vertoogen, daar tegens ingebragt, eenige verandering veroirzaakt is, met zeer veel leedwezen en aandoening hebben opgemaakt. Dat U Ed. Mogenden vermeenden gegronde hoope te mogen voeden, dat 'er zich eene genoegzaame infchikkelykheid by alle de Bondgenooten zoude vertoonen, om door het openleggen der Financiën van de refpective Provinciën, en sc reguleeren van de Quotes derzelver, eene fpoedige afdoening te bevorderen, van zo Veele verfchillende begrippen welkers voortduuring de grootfte onheilen aan het lieve Vaderland voorfpellen, doch zulk* tot dus verre zonder het gewenfehte gevolg is geweest. Dat U Ed. Mogenden nu reeds zo dikwils tegens het betaalen uit de Generaliteits Kasfe van Zeeland en Friesland, op het ernftigfte hebben geprotes* teerd, doch des ongeacht telkens daar tegens met de Conclufie is voortgegaan. Dat U Ed. Mogenden maar al te klaar bemerken dat de zaaken op dien voet continueerende, deeze Provincie binnen korten geruïneerd en nutteloos voor het Bondgenoodfchap zal worden, het welk te meer te duchten ftaat, naardien immenfe fommen, welke deeze Provincie tot onderhoud van de Armée van den Staat betaald, voor haar niet eens een toereikend getal Militie te bekomen is, om de verregaande Sluikeryen met Waaren, den Impost fubject, die in fommige Oorden deezer Provincie, thands met ganfche Benden en zelvs gewapender hand opentlyk en face van de Bedienden van de Adminiftratie gedreeven worden, tegen te gaan en . te beletten, by welke verdere aanhoudendheid de Financien totaal bedorven, en deeze Provincie eerder als men fomtyds zal denken buiten de mooglykheid zal worden gefteld, om haare verbindtenis. fen  ie Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 303 verdere betaaling uit het Comptoir-Generaal van de Unie voor andere Provinciën, conform accrochement by het gedraagen Confent met de betaaling der overo-enoomen Troepen, eo verre op deeze Provincie "zyn gerepartitieerd, op te houden, en derzelver voldoening mede voor rekening van dat Comptoir, waar op andere Provinciën geen meer recht dan deeze Provincie kunnen pretendeeren, over te laaten ; voorts zodaanige andere posten van den ordinaris ftaat van Oorlog af te wyzen, als nodig zal worden bevonden, om de Quote van deeze Provincie naar billykheid en diens waare vermogens te bepaalen, en tevens terecouvreeren het geen thands voor andere Provinciën, welken te laag zyn aangeflagen, betaalen; — hebben de Heeren Staaten van Stad en Lande zich met het uitgebragte Rapport geconformeerd. Onder ftond. Coll. accord»' (was get.~) E. Lewe, Secret. N°. 706. ExtraB; uit het Register der Refolutien van de Hoog Mogsnde Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, betrekkelyk de Wesl-Indifche Compagnie, en het verval van derzelver Handel. In dato den 27 Aug. 1788. Is gehoord het Rapport van de Heeren vanLynten, en andere Hunner Hoog Mogenden Gedeputeerden tot de zaaken van de West-Indifche Compagnie, hebbende, ingevolge, en ter voldoening van derzelver Refolutie Commisforiaal van den 3den July laatstleeden, geëxamineert de Refolutie van de Heeren Staaten van de Provincie van Zeeland van den 23ften Juny daar te vooren, genoomen op het Rapport alhier ter Vergadering uitgebragt den  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 307 Dat de Regeeringen op de Eilanden provifioneel zullen blyven op den ouden voet, doch dat zyne Doorluchtige Hoogheid , als Gouverneur-Generaal en Opper-Bewindhebber, zal worden verzogt, zo als verzogt word mids deezen, de misbruiken, welke in het zesde poinct van Recapitulatie van het voorfchreeven Rapport van den 19 Maart 1787 worden aangeftipt, is het nodig, by gelegenheid van de directe aanftelling der Regeering,, te verhelpen, en dat inmiddels de Inftructien van de Fiskaals van Curacao en St. Euftatius zullen worden gerevideert. Dat kundige Lieden in de Koloniën, ervaaren in den aart van het Land en van deszelvs Inwooners, aangemoedigd zullen worden, om gefchikte Concepten van een Wetboek voor de Koloniën aan de hand te geeven, die vervolgens door de Hoven van Juftitie hier te Lande , zouden kunnen geëxamineerd en gereótifieerd worden. Dat hoe zeer iets definitifs bepaald zoude behooren te worden, omtrent de encouragementen vari den Negerhandel, die Hunne Hoog Mogenden met de Heeren Staaten van Holland eh van Zeeland, aanzien als den grond van allen voorfpoed der Koloniën, welke Hunne Hoog Mogenden zowel ah zy, overtuigd zyn, dat op eene uirfteekende wys behoorde aangemoedigd te worden, en welke zy ten allen tyden zullen befchermen en tegen een verderflyken Sluikhandel behoeden; echter aangezien eenige verfchillende begrippen nog fubfift.eeren, tusfchen de Heeren Staaten van Holland en van Zeeland, over de wyze van dien Handel te'encourageeren, eene finaale Dispofitie daaromtrent zal worden uitgefteld, en inmiddels de gemelde Heeren Staaten met alle inftantie zullen worden verzogt, zich op een Poinct van zo veel gewigt ten fpoedigfte te willen verftaan, op dat Hunne Hoog Mogenden aan de Ingezetenen van den Staat, welke door de geproponeerde voordeelen, alreeds zyn V z be.  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 3*1-1 ken af terteeken, met Kanonnetjes, Snaphaanen, Pistook-n of ander Geweer te fchietèn , met Zwermen, Voetzoekers, Klappertjes of diergelyke brandende Machines te flingeren of të werpen, op pcene van zes' Gulden, by elke Contraventie te' verbeuren, en zullen de Ouders en Voogden, in dien gevalle, voor hunne Kinderen en Pupillen aanfpraaklyk zyn. "J En, op dat niemant hier van onkundig zy, zal deeze worden afgekondigd, gedrukt en aangeplakt, naar behooren. Aldus gearrefteerd by Myne Heeren van den Gerechte voornoemd, den 4. September 1788. ■ In kennisje van my. J. HiNr.opEï?. En den 5den dito van den Stadhuize alhier (mors Jolüo) gepubliceerd by my ondergefchreeven Deur> waarder, ■ C. J. Heylidy. No. 709. Refolutie van Hun Edel Mogenden de Hee~ ren Gedeputeerde Staaten van Friesland, waar by Ds. F. H. Ciismkr als Predikant te Suawoude en) Tietjerk wordt gedeporteerd. In dato den a Sept. 1788. Door den Prokureur-Generaal deezer Landfchappen ter Tafel van het Collegie ingedientzynde, diverfe beëedigde Informatien, ten laste van Ds, Fran*jiscüs Heixendoorn Cramer, Predikant té Suawoude en Tietjerk, wegens zyn gedrag, gehouden in eenige door denzelven gedaane Leerreedenen, zo ter plaatze zyner Gemeente als te Hallum, waar in dezelve zich disobedient aan de Heilige ordres van gedagte Collegie, nopens het bidden van het Formulier, voorgefchreeven by RefoV 4 lutie  31* Verzameling va» Stukken betrekkelyk tot lutie van den iaden November des naast voorigeti jaars. heeft gedraagen, niet alleen, maar QOk, in plaatze van dat gearresteerde Formulier, de allerhoonendfte en rustverftoorendfte uitdrukkingen in zyne Gebeden heeft gebezigd: zo is naar rype deliberatie goedgevonden en verftaan, gemelden Ds. Cramer by opene Acte te doen Citeeren, om op deeze morgen om negen uuren te Compareeren in de groote Vertrekkamer van het Collegie, en als dan te aanhooren het gene hem zal worden voorgehouden,, 'En gemelde Ds. Cramer op tyd voorfchreeven gecompareerd, en door Heeren Commisfarisfen uit onzen Collegie gehoord en verftaan zynde, na dat aan hemde ample befchuldigingen ten zynen laste leggende waren voorgeleezen, hebben gemelde onze Heeren Commisfarisfen van hunne bevindingé Rapport gedaan. Waar op gedelibereerd en geconüdereerd zynde aan de eene zyde, het allefints disobediënte en ftrafwaardige van het gedrag door Ds. Franciscüs Hellendoorn ' Cramer in zyne Gebeden als Leeraar gehouden, waar van hy in zyn verhoor zich niet heeft weeten te zuiveren, en aan den anderen kant in aanmerking genoomen zynde, het ten eenemaal vèrderffelyke voor de algemeene rust, en het gevaarlyke dat 'er in ligt , om Leeraaren, die opentlyk, en met veracntinge van de beveelen van 's Lands Hooge Regeering, het Hoogwaardige Ambt van Bedienaaren van Gods Woord , en de leer des Vreedes misbruiken, om hunne Toehoorderen verachting voor den Souverein en ontrusten» de beweegingen in te boezemen; waar van de gevolgen niet anders kunnen zyn, dan de berokkening van het ongeluk van Toehoorderen, die zwak of "verkeerd genoeg mogten zyn, van aan zulke gevaarlyke en rustftoorende uitdrukkingen eenig gehoor te geeven, en in plaats van kalmte in ontruste gemoederen te brengen , dezelve meer en meer aan te zetten, en daar door het heil van den Lande  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 3*3 Lande en deszelvs goede Ingezetenen op het verderffelykfte te ondermynen en te benadeelen. Zo is naar ernftige deliberatie, en naar Heeren Commisfarisfen voor hunne genoomene moeite en gedaane Rapport te hebben bedankt, goedgevonden en verftaan i „ dat uit krachte van de gewig- tige redenen en motiven hier boven gedetaü., leerd, en ten einde in dit veruitziende geval „ een exempel tot affchrik van anderen gefteld, ,, en de bevordering van de rust en kalmte onder „ 's Lands Ingezetenen daadelyk bewerkt worde, „ bovengemelde Ds. Franciscus Hellendoorn „ Cramer, thands Predikant te Suawoude en Tie,, tjerk, onvervangelyk de Actie tegens denzelven voor den Hove van Juftitie kunnende worden „ geëntameerd, te deporteeren van zyne Bedie,, ninge als Leeraar in die Gemeente, gelyk de„ zelve gedeporteerd word by deezen; met wy„ der uitdrukkelyk bevel aan hem, om zich van ,, den Predikftoel en alle de deelen van het Leer„ aars-Ambt binnen deeze Provincie te onthon„ den". En zal deeze Refolutie aan meergemelde Franciscus Hellendoorn Cramer in de Raadkamer van onzen Collegie daar toe gecompareerd zynde, worden voorgeleezen, en aan hem Extract deezer tot zyn naricht, en om zich daar naar te gedraagen , worden ter hand gefteld» Wyders zal een gelyk Extract worden gezonden aan den Officier van Tietjerkfteradeel, met last, om binnen zes weeken de behoorlyke uitfchryvinge tot Stemminge van een nieuwen Leeraar in de Dorpen Suawoude en Tietjerk te doen. En zal eindeiyk mede een Extract deezer Refolutie worden verzonden aan alle de refpective Klasfen deezer Provincie tot hun naricht, en teffens met last aan dezelve, om te waaken, dat de gedeporteerde Perfoon van Franciscus Hellendoorn Cramer meergemeld, nimmer onder het Resfort V 5 hUQ-  8ï4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot hunner KlaM'en eenige deelen van de Predik dienst keme waar te neemen. Accordeert met voorfchreeven Boek. J/t kennisje van my Secretaris. (was get.) H. H. van Wyckel. No. 710. ExtraB uit het Register der Rejolutien van Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der' Vereenigde Nederlanden , betrekkelyk Jean Gabriel de la Font, gejujpendeert Predikant Van de 'Waljche Gemeente in 's Bosch. In dato den 4 Septemb. 1788. Is gehoord het Rapport van de Heeren van Wèlderen, en andere Hun Hoog Mogenden Gedeputeerden1 tot de zaaken van de Placaaten en Reglementen, hebbende ingevolge en tot voldoeninge van Hoogstderzelver Refolutie Commisforiaal van den i8den July laatstleeden , ge* êxamïneert de Requeste van Jean Gabriel de la Font, Predikant van de Walfche Gemeente in 's Bofch , houdende, dat Schepenen van voornoem» de Stad op den öden-Maart laatstleeden , aan hem Suppliant hadden gecommuniceert , Hun Hoog Mogenden Refolutie van den 26ften February daar te vooren, waar by Hun Hoog Mogenden hadden goedgevonden den Suppliant te fufpendèeren van zyn Predikambt, als mede alle funftien'en waardigheden daar aan verknogt voor den tyd van zes maanden, ingaande met dato van gemelde'Hun Hoog Mogenden Refolutie, met inhouding van zyn Tractement enz., en dat voorts den Suppliant om weder tot zyn Predikdienst te koomen, gehouden zal zyn by fubmisfie Requeste aan Hun Hóóg Mogenden zvn leedwezen en berouw te toonen over de aanleidicg welke hy had gegeeven tot het on-  it GeleurteMsfen in 1787 enz. voorgevallen. 3 rjf genoegen van Hün Hoog Mogenden, en opheffing van de fufpenfie te verzoeken (*). Dat geduurende den tyd van des Suppliants voorfchreeven fufpenfie, geëmaneert was Hun Hoog Mogendens Plakaat van Amnestie, in dato den 5 Juny 1788. Dat de Suppliant voorfchreeven Plakaat metaandagt hebbende geëxamineert, en daar mede zyn gehouden gedrag vergeleeken, ter goede trouwe vermeende in voorfchreeven Amnestie begreepea te zyn, als kunnende geene van de daar in voorkom mende vyf uitzonderingen op den Suppliant van. applicatie worden gemaakt. Dat aangezien opgemelde Hun Hoog Mogendens Plakaat van Amnestie, volgens deszelvs oogmerk wel voornaamentlykmede voor Onvoorzichtigen was ingericht, den Suppliant dan ook daar uit veilig had kunnen befluiten, dat het zelve insgelyks op hem, en in 't fpeciaal geval waar in hy zich bevond, behoorde te werken. Dat de Suppliant daar benevens volvaardig ,zyn leedwezen over het ongenoegen door Hun Hoog Mogenden tegens den Suppliant opgevat, was betuigende, en zich voortaan wel zoude wagten daar toe eenige aanleiding te geeven, verzoekende den Suppliant derhalven , dat zyn voorfchreeven fufpenfie zoude mogen worden opgeheeven, en hy weder in zyn Predikambt en verdere dienstwerk herfteld, onder het genot van zyn gewoon Tractement, weder in te gaan met den dag van de door Hun Hoog Mogenden hier op te neemen Refolutie of wel met den 26ften Augustus aanftaande, wanneer eigentlyk de tyd van des Suppliants fufpenfie zöude komen te expireeren. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, het verzoek van den Suppliant by voorfchreeven Requeste gedaan, te wyzeu van de hand, (*) Zie deeze Refolutie tot fufpenfie in het V. Dsel, bl 320. N°. 481.    verzameling van PLACAATEN, RESOLUTIEN EN ANDERE AUTHENTYKE STUKKEN enz. BETREKKING- HEBBENDE TOT DE GEWIGTIGE GEBEURTENISSEN, IN DE MAAND SEPTEMBER MDCCLXXXVII EN VERVOLGENS, IN HET GEMEENEBEST DER VEREENIGDE NEDERLANDEN VOORGEVALLEN. Zevende Deel. JJEDERL. LETTERE, j 0% ■ Te C M P E Ni Ier Drukkëïye van J. a. de GhALMOTj MDöcLxxxriii.   CHRONOLOGISCH REGISTER VAN ALLE DE STUKKEN IN HET ZEVENDE DEEL, van deeze verzameling voorkomende. N°. 609. Memorie van de Heeren Mulert tot de Leemkuil, de Vos van Steenwyk tot den Hogenbof, Gractve van Rechtere:* tot WesrerveM, Van HAerSolte tot den Doorn, de Vos van SteenWyk tot Nyenval, Van Isselmüden tot Zwol!ingerkamp, en van Issel* muden tot Paaslo, den 14 May 1788 ter Staatsvergadering van Ridderfchap en Steden ingezonden. . bladz. 1. >" ■ 1 610. Memorie van de Heeren de Vos van*Steenwyk tot den Oldenhof, en Sloet tot Merxveld, den 14 May 1788 ter Vergadering van Ridderfchap en Steden overge,geeven. ........ bladz. iu " 611. Ëxtraïï uit het Register der Refolutien van Ridder* Jchap en- Steden de Staaten van Overysfel, waar by de Hee-> ren Edelen in de Memorien van n°. 609 en 610 vernield j verklaart worden, zich door het weigeren van den ééd, vart de Staatsvergadering te hebben gerepareerd. In dato den 2ö i?88. blad* iS.  IV REGIS TER N°. 612. ExtraB uit het Register der Refolutieh van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, behelzende Refolutiè over de Misfive van Hun Hoog Mog van den o April 1788, en het daar by gevoegde Plan van zyne Hoogheid én den Raad van Staaten, tot verbetering van de Armee enz. In dato den 19 May 1788. . . . bladz. 17. » 613. ExtraB uit de Refohitien vm Hun Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, bevattende Refolutie om het Bfoigne op den 15 OBober 1784, betrekkelyk den Heere Veldmarfchalk van Bru;;swyk Wolf enluttel, weder leevendig te maaken enz. In dato den 20 May. 1788 bladz. 18. 614. ExtraB uit het Register der Refohitien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, betrekkelyk wylen den Hertog van Brunswyk Wolfonhtzttd &c. in dato den 20 Mfiy 1 788. . bladz. 20. —— 615. Memorie of Bedenkingen van het Hof van Frankryk. over het VI Artikel van het gejlooten defenjïef Tractaat, tusfehen de Koning van Groot-Büttannien en de Republiek der Vereenigde Nederlanden, benevens het Antwoord van Hun Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden op die Memorie. . . bladz. 23. »■ 616. ExtraB uit de Refohitien van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Gelderland, nopens den èéd op de Conftitutie der Hooge Regeering en het Erf-Stadhouderfchap enz. In dato den 23 May 1788. . bladz. 27. 111 617. Publicatie van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Princè Erf-Stadhouder , behelzende de verandering der Regeering in de Stad Hoorn. In dato den 24 May 1688. . - bhdk. 39.  der STUKKEN. V N". 618. Publicatie van zyne Doorluchtige Hoogheid den He:re Prince Erf-Stadhouder, behelzende de verandering der Regeering in de Stad Alkmaar. In dato den 24 May 1788. • v . bladz. 44. - 619. Publicatie van de Ed. Groot Achtbaare Regeering der Stad Groningen, waar by dan een iegelyk wel fcherpelyk wordt verboden, om zich langs Heeren ftraaten of wegen , of ook in eenige andere publieke plaatzen te begeeven, zonder een zichtbaar Orange-teken, het zy een Cocarde of Strik op den hoed, het zy een lint op de borst, voorzien te zyn; op ftraf van telkens by nalaatigheid door den Stads Advokaat-Fiskaal, als Verftoorders der publieke rust te worden gea'tioneerd , en naar vereisch van zaaketi en omftandigheden te worden geftraft enz. In dato den 26 May 1783 bladz. 51. 1 620. Notificatie van de Ed. Groot Achthaare Regeering der Stad Amfteldam, waar by tot geedmaaking van de bezwaarde Stads Finantien door de algemeene Trmbles veroirzaakt, de Verponding op de Huizen wordt verhoogt. In dato den 16 May 1788. . . . bladz. 54. * 621. Regeerings verandering door Commisfarisfen van zyne Doorl. Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhouder te Purmcrende, by Publicatie van zyne Doorl. Hoogheid. In dato den 27 May 1788 bladz. 55. • • 1 622. EdiBaale Citatie voor de Crimineels Rolle van dei\ Hove van Friesland, tegens A. Lyckxama a Nyehoj-t. In dato den 28 May 1788. . . . bladz. 57. ' 1 623. Aandrang van Hun Edele Mog. de Heeren Staaten van Zeeland ter Generaliteit, om afdoening van het werk der Provinciaale Quota's. In dato den , . . May i?88 bladz. 6H * 3 N°.  VI REGISTER N°. 624. Declaratie van de Heeren Gedeputeerden van de Prth vincie van Zeeland ter Generaliteit, over de hartelyke gezindheid der Staaten dier genoemde Provincie, om 's Lands Wettige Conftitutie te handhaaven, In dato den . , , May 1788. bladz. 62- «- 626. ExtraB uit het Boek van Refohitien der Stad Zwolle , waar by aan zodaanige Lieden, welke in die Stad reeds voor een tyd verblyf genoomen hebben, of nog 't zy voor een tyd hun verblyf willen houden, of wel by continuatie zouden willen blyven inwoonen, gehouden zullen zyn een Certificaat van derzelver goed en onbefprooken gedrag te produceeren enz. In dato den 27 May 1788. . . , bladz. 63, 627. Behelzende Deliberatien en Refohitien van Raad en Gezwooren Gemeente der Stad Ca'mpen, over het heffen der Middelen, over het verleenen van Redemtie, als mede over het afleggen der Eéd op de Conftitutie, en het guarandeeren van dezelve Conftitutie onderling door de Bondgenooten , enz. Fan den 20 Maart tot den 29 May 1788, ingeflooten. . . , . , . , bladz. 65, 9— 628. Publicatie van de Ed, Hoog Achtbaare Regeering der Stad Groningen, tegens zodaanige Rustverftoorders en Oproermaakers, die op nieuw verregaande feitelykheden hebben begaan &c. In dato den 3 Juny 1788. . bladz. 90, 1 629. Memorie vandenGraave de St. Priest, Ambatn fadeur wegens het Hof van Frankryk by den Staat der Vereenigde Nederlanden, over het zesde Art. van de gcftootene, defenfive Alliantie tusfckcn het Hof van Engeland en dit Ge.-, tneenebest. In dato den 3 Juny 1788. . bladz, 92. w~ 630. Memorie van den zelvden Heere Ambasfadeur aan jHjin Hoog Mogenden^ w$ay; kennis geeft, dat 'er 's a- vondi  der stukken. vij vtnds te vooren een attroupement voor zyn Hotel heeft plaats gevonden enz. In dato den 3 funy 1788. . bladz. 93. n°. 631. ExtraB uit de Refolutien van Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, als mede de Memorie van den Graave de St. Priest , zich beklaagende over beleedigingen een zyner Domeftieken aangedaan ; benevens het antwoord van Hun Hoog Mogenden daar op gegeeven. In dato den 9 Juny 1788. bladz. 94. , 632. Bericht van het Hof van Jujiitie over Holland, Zeeland en Friesland, aan de Ed. Mogende Heeren Gecommitteerde Raaden van de Ed. Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en West-Friesland overgegeeven, betrekkelyk het geval met de Jaager van den Heer Ambasfadeur van Frankryk voorgevallen. . ... bladz. 97* », 633. Bericht over het zelvde gevnl van de F.dHe Achtb. Heeren Schout, Burgemeesteren en Schepenen van 's Gravenhage, aan de Ed. Mogende Heeren Gecommitteerde Raaden bladz. 102. „_ 634.. Antwoord van Hun Hoog Mog. de Heeren Staa-. ten Generaal op de beide Memorien van den 3den en jden Juny , door de Heere de St. Priest Ambasfadeur van Frankryk overgegeeven bladz. 107; L (535. Memorie van den Graave de Montmorin, aan den Hollandfchen Ambasfadeur, den Heere LestevenoN de Berkenrode, ter-beantwoording van de klachten van Hun Hoog Mog. over het voorgevallene met den Franfchen Ambasfadeur in 's Hage. . . . bladz. ju. q 636. Nadere Memorie van den Heere de St. Priest hier omtrent. ..... bladz. 112* * 4 n*;  VIII REGISTER N5. 637. ExtraB uit het Register der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden , behelzende antwoord op de bovenfiaande Memorie van den Franfchen Ambasfadeur. . . bladz. 114. ~—— 638. Memorie door den Graave de St. Priest Ambasfadeur des Konings van Frankryk , aan den Prefidenb van Hun Hoog Mogenden overgegeeven. . biadz 317. * 639. ExtraB uit het Register van de Refolutien van Hun Hoog Mogenden de- Heeren Staaten Generaal der Vereer, nigde Nederlanden, verftrekkende tot antwoord op de laatst ingeleverde Memorie van den Graave de St. Priest. In dato den 21 Juny 1788 bladz- 119. 1 640. Notificatie van de Ed. Hoog Achtbaare Regeering der Stad Haarlem ; waar by te kennen geeven , dat zyne nnnrlurht!^ Hoogheid verklaard , de gedisfolveerda Krygsraad en Schuttery van vuurfz. Stad te zullen worden gehouden voor zodaanig vernietigd, als of dezelve nooit in wezen waren geweest enz. In dato den 4 Juny 17 8 8. W. 123. » 641. Placaat van Amnestie en Vergiffenis van Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, voor de Ingezetenen en Bewoonden van het Resfort vande GeneraliteitJ&c. In dato den 5 Jmty 1788. W. 124. ft 642. ExtraB uit het Refolutie-Boek van Hun Edel Ma- • genden de Heeren Staaten van Friesland , betreffende de Admiraliteiten en het geheele Zeewezen van den Staat,; benevens Confent in het nader Plan tot verbetering van de Armee , mids het regnleeren der Quotes zyn volle beflag bekooms. In dato den 8 Juny 1788. . bladz. 132. Tsrr-T 643. Aanfpraak van den Baron Tork. Heer van Roofendaal , uit naam van Hun Hoog Mogenden de Heeren.  IER STUKKEN. Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden aan zyne Majefleit de Koning van Pruis/en, te Wezel gedaan; benevens het antwoord van den Koning. In dato den 9 Juny 1788. bladz. 134. N'. 644. Aarfpraak door den Graave van Randwyk , uit naam van Hun Edel Mogenden de Heeren Staaten van Gelderland, aan zyne Majefteit den Koning van Pruis/en by Hoogstderzelver komst in die Provincie gedaan. In data den . . . Juny 1788. «... bladz. 137. 645. ExtraB uit het Boek van Refolutien der Stad Zwolle, waar by de Zilverfmeden Stellingwerf , Rensink en Weenink, benevens den Tinnegieter Sciioori.emmer, over het vervaardigen van Zilveren en Tinnen zogenaamde Kees hondjes, ieder in eene boete tyvrden gecondem- > neert. In dato den 9 Juny 1788- . bladz. 139- ■ 646. Request van den Mr. Zilverfmit W. l. stelling¬ werf, aan Hun Wel Ed. Hoog Achtbaan de Magiftraat. der Stad Zwolle , om gelibereerd te worden van het bstaalen der boete, wegens het maaken van zogenaamde Keesh.ondjes. In dato den 12 Juny 17S8J benevens het Appoiniïement, in dato den 14 dito. . . bladz. 140. 647. Notitie van zodaanige Perfoonen, tegens wien door de Edele Hoog Achtbaare Regeering dir Stad Amfteldam, Piife de Corps is verleend, en tegens welke vervolgens, uit hoofde van non comparitie , Crm'neel word geprocedeerd: bladz. 142. 648. Stukken betrekkelyk de zaak van den Eerw. Heer T. B. de Blaü, Predikant te Groningen, by Politieke Refolutie van zyn Predikambt ontfl'Jgen, ■ hopende van den 22 Maart' tot den 9 Juny 1788 ingejlooten. . . bladz. 144. , jj 5 N*.  REGISTER N". 640. ExtraB uit het Refalutie-Boek van Hun Ed. Mog. de Heeren Staaten van Friesland, fpeBeerende het overneemen der Corpfen van den regeerenden Hertog van Brunswïk, den Markgraave van Brandenburg Anspach en den Hertog van Mecklenbürg Swerin, in dienst van den Staat der Vereenigde Nederlanden, &c. In dato den . . . Juny 1788 bladz. 166. • 650. Memorie van den Craav van Merode , Extraordinaris Envoyé en Plenipotentiaris van zyne Keizerlyke MajeReit, aan Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, reclameerende fchaadeloosjlelling voor eene Onderdaan van zyne Majejleit enz. In dato den 16 Juny 1788 bladz. 168. , 651. Misfive van zyne Koninglyke Majejleit van Pruis/en , aan Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vireenigde Nederlanden. In dato den 18 Junyj^ZS. bl. 170. . 652. Refolutie van Hun Ed. Mog. de Heeren Staaten van Utrecht, ter tafel van Hun Hoog Mogenden ingebragt, betrekkelyk de Brunswykfche, Anfpachfche en Mecklenburgfche Troupes, in dienst van deezen Staat overgenoomen £fc In dato den 23 Juny 1788. . . . bladz. 171. ■ 653. ExtraB uit het Refolutie-Boek der Stad Groningen, n-aar by de Heer R. B. Gockinga, over eenige gezegdens wordt gecorrigeerd. In dato den 23 Juny 1788. bladz-173- , 654. Misfive van Prefident en Raaden van den Hove van Holland, aan Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, over Frans Willem Buyzer, Burger en Ingezeten der Stad Delft, en Gedetineerde op de Voorpoorte in 's Hage. In dato den 24 Juny 1788. 5 bladz. 174-  der STUKKEN. XI K°- 655. Publicatie van het Wel Ed. Gerechte der Stad Dordrecht , waar by op poene van arbitraire CorreBie en zelvs naar bevind van zaaken op ftraffe aan den Lyve wordt verboden, het draagen van eenige teekenen van partyfchap ,ftrydig met 's Lands bezwoorene Conftitutie, en fpeciaal van zogenaamde Keeshondjes. In dato den 2 4. Juny 1788. bi. 181. — 656. ExtraB uit het Refolutie-Boekvan de Stad Groningen, waar by de Heer Raad en Syndicus Tiddens van zyne post wordt verlaaten. In dato den 30 Juny 1788. bladz. 182. « 657. Misfive van Heeren Schepenen der Stad Amfteldam aan de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland over het verhopen der Huizen in die Stad toebehoord hebbende aan de Burger- en Vaderlandfche Sociëteiten; benevens Mmi ftve van Bnrgemeesteren en Raaden over dat zelvde onderwerp , en dispofityf van Hun Ed. Groot Mogenden daar Over, in daih chn 2.4 J>uny en 9 July 1788. bladz. 184. ■ 658. Misfive van den Prafident en Raaden over Holland, Zeeland en Friesland, in dato den 30 Juny 1788, gefchreeven aan de Heeren Staaten van Holland en WestFriesland, over de continueele dbfentie van Mr. Raimond Slicher, Secretaris van gemelden Hove. . bladz. 191. £ 659. ExtraB uit het Register der Refolutien van Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden , waar by wordt goedgevonden en verftaan, eene ABe van verbindtenis tusfehen de refpeBive Provinciën tot mutueele guarantie van het Erf-Stadhouderfchap enz. aan te gaan; benevens Voorfchrift van die ABe. In dato den 27 Juny 1788. . . . bladz. 193. m 660. ExtraB uit de Refolutien .van Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden , door welke blykt dat de Staaten van de Lanêfchap Drew  Xil REGISTER Drenthe accedeeren am de Me van mutueele Guarantie i tusfchen de Bondgenooten gearrefleerd. In dato den 3 Ju'788 Uadz. 197. N°. 661. ExtraB uit het Reghter der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, behelzende Rapport van de Heeren die de Commisfie hebben bekleed om aan zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Erf-Stadhouder de ABe van mutueele Guarantie tusfchen de Bondgenooten tot maintien van het Erf-Stadhouderfchap enz ter hand te ftellen ; benevens de Aanfpraak door den voorz'ttenden Heer, by die gelegenheid, aan het Vorftelyk Huis gedaan. In dato den 4 July 1788. bl. 199, t—— 662. ExtraB uit het Register der Refolutien van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Frisland, in dato den 2 July 1788. Benevens het Provifioneel TraBaat van DsfenfivS Alliantie tusfchen hunne Majefteiten de Koningen van Pruisfen en van GrootBrittannien bMz_ > 1 663. Sententie by het Ed. Mog. Collegie ter Admiraliteit in Zeeland te Middelburg geflagen, tegens Adrianüs Schierhout Kapitein ter Zee. In dato den 7 July » . , bladz. 209. 664. ExtraB uit het Register der Refolutien van Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, waar by Mr. Hendrik Fagel, doordien de Gommis Quarles deszelvs demisfie volgens gedaane verzoek heeft bekomen, op propofitie van zyne Doorl. Hoogheid wordt aangefteld tot tweede Griffier; op het TraBement en Emolumenten van den gewezen Commis. In dato den 8 3ul? *788 uadz. 2II.  XVI REGISTER K'. 686. Publicatie van de Magiflraat der Stad Schoonhoven; waar by aan de goede Ingezetenen permitteeren, om hunne Huizen op den iden Augustus aanftaande te Illunüweren. In dato den 30 July 1788. . bladz. 251. * 687. Publicatie van de Ed. Regeering der Stad 's Bosch, waar by eene algemeene Illuminatie tegens den iden Augi kanflaande wordt bepaalt. In dato den 30 July 1788; • • • * * . . i bladz. 253. • 688. Publicatie van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Stad Groningen en Ommelanden, over de ftoute en hoogst flrafbaare poogingen van eenige woelzieke en na verandering haakende Perfoonen &c. In dato den 1 Aug; 1788. i ♦ bladz. 255. * 680. Publicatie van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Stad Groningen en Ommelanden , waar by wordt te kennen gegeeven, dat 'er by Hunne Edel Mogenden eeExtraordinaire Commlsfie is gedecerneert, om inquifitié te doen over den oiifprong van zó veele oneenigheden en woelingen als 'er hebben plaats gevonden £fc. In dato den 1 Augustus 1788 i bladz. 261. * 690. Publicatie van Heeren Burgemeesteren en Raad der Stad Groningen, waar by wordt gepermitteerd om op den iden Augustus aanftaande , Zwervers en andere onfchaadelyke vuurwerken te mogen affleeken. In dato den 2 Augi 1788- . . i . i bladz. 26^ r 691. Publicatie van de Èd. Hoog Achtb. Magiflraat der Stad Deventer , waar by alle de Ingezetenen worden geordonneett om op den iden Augustus aanftaande hunne Huizen tè Illumineeren. In dato den 2 Aug. 1788. til. 265^  14 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot is afgeweeken; en dat het zelve van toen af, tot deezen huidigen dag toe, nimmer in alle deelen is naargeleefd. En hier in vinden de Ondergeteekenden nog een reden te meerder, om in den gerequireerden ééd te moeten difficulteeren, daar zy niet door zien kunnen hoe men, zo lang het Reglement in veele opzichten niet word geobferveerd, zich tot Confervr.üe van het zelve in alle deelen zouden kunnen verbinden. De Ondergeteekenden verwachten dat deeze redenen genoegzaam zyn zullen, om hunne gemaakte ïliffieukeic by U Edele Mogenden, by dit, en by het toeknmftig gtflacht te juftificeeren, terwyl zy ook vertrouwen , dat U Edele Mogenden uit hoof-' dt van dit hun bezwaar geene politicque Refolutie jEnllen neemen, die aan het recht, hun als Leden deezer Vergadering competeerende, en 't welk zy by deezen op het nadrukkelykst reclameeren, eejrigfins zoude preejudiceeren. In dit onverhoopt geval zouden de Ondergeteekenden , daar toch, volgefis de zekerfte gronden var ons Staatsrecht, geene meerderheid, hoe groot ctr\ , bevoegd is, om zulke Refolutien tegen haare Medeleden te neemen , daar tegen ten fterkften I oeten protefteercn, zo als zy in dat onverhoopt geval van nu af aan doen by deezen. Verzoekende wyders, dat deeze hunne Memorig in de Notulen moge worden geinfereerd. (was geteekent) G. W de Vos van Steenwyk tot den OU denhof. R. W* Sloex tot MerxvelU  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 15 N». 611. ExtraSt uit het Register der Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfelt waar by de Heeren Edelen in de Memorien van No. 609 en 610 vermeld; verklaart worden, zich door het weigeren van den ééd, van de Staatsvergadering te hebben gefepareerd. In dato den 20 Mey 1788. De Heeren de Droste van Zalland en andere Hunner Edele Mogenden Gecommitteerden tot de zaaken van Financies ingevolge en ter voldoeninge aan derzelver Refolutie Commisforiaal van den I4den Mey jongstleeden, hebbende geëxamineerd de Memorien ten dien zeiven dage aan Ridderfchap en Steden ingegeeven, de eene door de Heeren ƒ. E. Mülert tot de Leemkuil, R. H. de Vos van Steenwyk tot den Hogenhof, R. C. Graave van Rechteren tot Westerveld, A. C. W. van Haersolte tot den Doom, J. A. de Vos van Steenwyk tot Nyerwal, R. H. van Isselmuden tot Zwollingerkamp, en J. A. Z. Isselmuden tot Paaslo: —Mf de andere geceekend door de Heeren G. W. de. Vos van Steenwyk tot den Oldenhof, en R. Wsi Sloet tot Merxveld, en beide in fubftantie houdende derzelver verklaaringe, waarom in het afleggen van den gerequireerden ééd op de Conftitutie difficulteeren : hebben ter Vergadering gerapporteerd, dat, aangezien de redenen en gronden by voorfchreeven Memorien vervat, niet alleen niet afwyken van het zelvde fyftema, principes en demarches, welke de bron der onrusten verwarringen» de gelukkige herfteldeConftitutie voorgegaan, veroirzaakc hebben, maar dat in tegendeel die daar by" ten kragtigften worden geinhajreerd en aangedrongen, met compleete verweigering van den gerequireerden ééd, op de voorfchreeven herftelde en bevestigde Conftitutie af te leggen , en zich duï daar van daadlyk te fepareeren, en alle overeenkomst en t' famenftemminge met het gantfche Lighaam van Staat af te fnyden en onmooglyk te maaien j derhal ven file vordere beweegredenen, omr voor-  1$ Verzameling van Stukken betrekkelyk tot voorgemelde Heeren van hunne opvattingen en erroneufe begrippen, welke men anders in 't breede zoude kunnen detailleeren, te rugge te brengen, daarom ook te meer inconvenabel en vrugteloos moeten zyn, om dat dezelve voorfchreeven hunne verweigering verbinden aan hunne overtuiging en gewisfe; daar het, aan de andere kant, van Ridderfchap en Steden niet mag verwagt worden, öm de Conftitutie of Reglement op eenige andere wyze van abuizen te zuiveren, of daar in verandering te admitteeren, dan, die met de gronden der Conftitutie overeenkomen , met een eenpaarige toeftemminge van alle de Leden van Staat, en die het recht hebben daar in en over te erkennen, na voorgegaane rype deliberatie en concurrentie van den Heere Erf-Stadhouder; voor al ook nog, na dat over de confervatie van dien de Bondgenoodfchappelyke guarantie is ingeroepen, en by de jongstgeflotene Traftaaten dezelve door de Kroonen van Engeland en Pruisfen is verzekerd geworden: -—1 al het welk Heeren Gecommitteerden van zelvs brengen moet tot het advis: dat Ridderfchap en Steden met leedwezen uit de gedecideerde verklaaring der meergemelde Heeren ondervindende derzelver difficulteit en perfeverantie, om zieh aan de opgevatte principes en fystema onveranderlyk vast te houden, en alle toetreeding tot de handhaavinge der Conftitutie, zo als die by Ridderfchap en Steden op nieuw aangenomen en verzekerd is, zo wel als den gerequireerden ééd van de hand te wyzen^ en zich dus met de daad van het Lighaam van Staat hebben gefepareerd; geen andere keure over blyfty dan in derzelver feparatie te berusten, hun dus ook van het zelve met den aankleeve van dien afgefcheiden houdende, of tyd en nadere overweeginge de vooroirdeelen mogte kunnen opklaaren en doen verdwynen, en dus gelegendheid gegeeven worden, om te rugge te keeren, en zieh op nieuw aan den ftaat der Landfchap op een wettige wyze te Verbinden. ,. Waar  'de Gebeur temsfen in 1787 enz. voorgevallen. 17 Waar op zynde gedelibereerd', hebben Ridderfchap en Steden' zich met het voorfchreeven Rapport geconformeerd. Accordeert met het voorfchreeven Register. (was get.') Derk Dumrar, No. 612. Extract uit het Register der Refolutien Van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfelt behelzende Refolutie over de Misfive van Hun Hoog Mog. van den 9 April 1788, en het daar by ge. voegde Flan van zyne Hoogheid en den Raad van Staaten, tot verbetering van de Armee enz. In* dato den 19 May 1738. De Heeren de Drost van Zalland, en andere Hunne Edele Mogenden Gecommitteerden tot de zaaken van Einancie, ingevolge en ter voldoening van derzelver Refolutie Commisforiaal van. den löden deezer, hebbende geëxamineerd de Misfive van Hun Hoog Mogenden van den 24 jan. 1788 (*) en het daar by gevdegde Plaü van zyne Hoogheid en den Raad Van Staate, tot Verbetering van dé Armée, nevens de 'Conditie, waar op de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland by hunne daar Omtrent genomen Refolutie van den 28fien MaarC lasttstleeden, ingevolge van gemelde Misfive van. Hun Höog Mogenden in de vermeerdering en. verbetering van de Miltie hebben geconfenteerd, Welke Hun Hoog Mogenden zo redêlyk en billyk, voorkómen., dat zich vleiden, dat de Bondgenooten: geen zwaarigheid zouden maaken, daar in te be-' willigen, alzo tot vastigheid'van de Unie, en be»; houd van de gantfche Republiek vólftrekt nodig is, dat zo wel de defenfie te Water als die te Lande, 1 naar evenredigheid betragt worde; hebben ter Ver- ' ; ga«' (*) Zie hier voor IF* Deel N". 402. b!ad3. 109. yn. Deki,. e  18 Verzameling van Stukken hetrekkelyk tot gadering gerapporteerd, dat van advife zouden we.' zen, dat de Heeren Gecommicteerden van wegens deeze Provincie ter Generaliteit zouden behooren te worden geauthorifeerd, om op het eene en andere met concurrentie van de overige Bondgenooten, op het welbehaagen van Ridderfchap en Steden, zodaanige arrangementen te helpen maaken, als ten meesten dienite, en nutte van de Republiek zal worden bevonden te behooren. Waar op gedelibereerd zynde, hebben Ridderfchap en Steden zich met het voorfchreeven Rapport geconformeerd. (was get.y Derk Dombak. N3. 613. Extraët uit de Refolutien van Hun Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Neder, landen, bevattende Refolutie om het Befogne op den 15 October 1784, betrekkelyk den Heere Veldmarjchalk van Brunswyk Wolfenbuttel, weder leevendig te maaken enz. In dato den 20 May 1788. De Heer van Süchteien, ter Vergadering preCdeerende, heeft aan Hun Hoog Mogenden voor. gedraagen en bekend gemaakt, dat de Heer vm Heiden, Kamerheer van zyn Doorluchtige Hoog. heid den Heere Prince Erf-Stadhouder by hem waa geweest, en uit naam van Hoogstgedagte zyne Hoogheid, hem gezegt had, dat zyn Hoogheid, geinformeert zynde, dat het denAllerhoogften behaagd hadt tot zich te roepen, zyneFurftelykeDoorluchtigheid den Heere Hertog Lodewyk Ernst van brunswyk Lunenburg, het van zyn plicht hadde geacht aan Hun Hoog Mogenden kennis te doen geeven, van het overlyden van een Vorst, totwien zyn Hoogheid zo een naauwe bétrekking hadt gehadc, en die zo lang m dienst van Hun Hoog Mogenden den Post van Veldmarfchalk had bekleed, en geduurende deszelvs minderjaarigheid voor hem hade waargenomen de waardigheid van Kapitein-Generaal,  is Gebeurtenis/en in enz. voorgevallen» 19 raai, waar over Hun Hoog Mogenden by meer dan een gelegenheid, Hoogstdeszelvs genoegen aan welgemelden Heer Hertog hadden betuigd. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, mids deezen te verzoeken, den Heer van Suchtelen, ter Vergadering prefideerende, om zyn Hoogheid voor de communicatie die hier van aan Hun Hoog Mogenden heeft laaten geeven, te bedanken, met betuiging dat Hun Hoog Mog. over dit verlies zeer gevoelig zyn aangedaan, zo om de naauwe betrekkingen die zyne Hoogheid op dien Vorst heeft gehadt, als om de voornaame dienften doorgemelde Heer Hertog, zo in qualiteitvan Veldmarfchalk , als geduurende Hoogstdeszelvs minderjaarigheid waargenomen hebbende de waardigheid van Kapitein-Generaal, aan den Lande beweezen, welke by haar nooit, noch ten eeuwigen dage in vergeetenis zullen blyven. En aangezien op den 15 Odtober van het jaar 1784, ten tyde wanneer gemelde Heer Hertog by Misfive alle zyne Militaire Charges heeft gerefigneerd, een befoigne is aangelegd met Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate, welke befoigne wegens tusfchenkomende omftandigheden van tyd tot tyd is uitgefteld, doch als nu ten fpoedigften gehouden behoord te worden; is goedgevonden en verftaan, mits deezen te verzoeken de Heeren Torck van Roosendaal, en ar.dere Hun Hoog Mog. Gedeputeerden tot de Militaire zaa« ken, om met en nevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staaten by Haar Ed. zelvs te nomineeren, het voorfchreeven poinct. te examineeren, en daarvan alhier ter Vergadering Rappore tc doen. B S ft er  ao Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot Nt.) W. Prins vA.v Oeaï:ge. Onder flond, Ter Ordonnantie van zyne Hoczheid, (vos get.) T. J. de Laf.&et.  èc Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 51 No. 619. Publicatie van de Ed, Groot Achthaare Regeering der Stad Groningen, waar by aan een isgelyk wel fcherpelyk wordt verboden, om zich langs Heeren jlraaten of wegen, of ook, in eenige anders publieke plaatzen te begeeven, zonder een zichtbaar Orange-teken, het zy een Cocarde of Strik op den hoed, het zy een lint op de borst, voorzien te zyni op ftraf van telkens by nalaatigheid door den Stads Advokaat-Fiskaal, als Verfloorders der publieke rust te worden geaftioneerd, en naar vcreisch van zaaken en cmftandigkeden te worden gefiraft enz. In dato den 26 May 1788. Burgemeesteren en de Raad in Groningen, doen te weeten. Hoewy by ons Plakaat van denaoDecemb. 1787» allen en een iegelyk ernftig hebben aangemaand en aangeraaden: om zich by aanhoudenheid van een Orange-teken, het zy Cocarde, Lint of Strik, als een blyk van waare gezindheid, om thands de rust in deeze Stad niec weder geftoord te hebben, uiterlyk te voorzien, en het zelve openlyk te draagen tot ons wederzeggen; zullende de zodaanige» dewelke door het nalaaten van aan deeze onze aanmaaning te voldoen, of door het draagen van teekenen van onderfcheid van eene andere;kleur zich komen te onderfcheiden, of zich ophouden met hunne mede-Burgers door valfche en verdigte ty■dingen van buiten ingeloopen, tegens allen fchyn van waarheid te misleiden, en daar door hunne onrustige,, woelzieke en tweedragt zoekende gevoelens ten toone fpreiden, door ons als Uitvinders' van dezelve en Verfloorders der publyke rust worden befchouwd en behandeld. Wy hebben wel met genoegen befpeurd , dat verre het grootfle gedeelte onzer Burgers en Ingezetenen zich overeenkomftig deeze onze welmeening hebben gedragen; maar bemerken ook thands met misnoegen , dat de geest van tweedragt en partyfchap nog zodaanig in het midden onzer D 2 heerfcht,  3 a Verzameling vm Stukken betrekkelyk tot heerfcht , en door Menfchen, die zulks het aller» minst betaamd, fomtyds word aangevuurd, dat veele van onze Burgers en Ingezetenen, in plaats van ons wederzeggen af te wagten, zich niet ontzien, om langs publyke ftraaten en wegen, zich te vertoonen, zonder van eenig zichtbaar Orange-teken of Verfierfel -voorzien te zyn, waar door dikwyls gelegenheid gegeeven word tot allerlei rustverftoorende moeilykheden. Hebben wy ter voorkoming van de onaangenaame gevolgen, welke uit zulke eigendunkelyke verfmaading van onzen welmeenenden raad tot ons wederzeggen aan onze Burgers en ingezetenen bekend gemaakt, die toch, als een vriendlyk bevel behoorde te worden aangemerkt, en welke verfmaading wy over het algemeen niet anders, dan als eene opzetlyke leuze van verderflyke partyfchap, en een blyk van onvergenoegdheid over het mislukken hunner aanflagen kunnen befchouwen, meer en meer te dugten ftaan; goedgevonden, gelyk wy goedvinden by deezen, naar het doorgaand en aanhoudend gebruik in andere Steden en Plaatzen van dit Gemeenebest, aan een iegelyk wel fcherplyk te verbieden, zich langs Heeren ftraaten of wegen, of ook in eenige andere publyke plaatfen te begeeven, zonder van een zichtbaar Orange-teken, het zy een Cocarde of Strik op den hoed, het zy een Lint op de borst, voorzien te zyn; 'op ftraf van telkens by nalaatigheid door den Stads Advokaat-Fjskaal , als Verftoorders der publyke rust te worden geactioneerd, en naar vereifch van zaaken en omftandigheden geftraft, Blyvende niet te min alle onze voorige Plakaaten tegens het draagen van tekenen van onderfcheid van eene andere kleur, als de Orange ; het verfpreiden van tydingen van buiten ingeloopen tegens allen fchyn. van waarheid, en tegens de aan den Staat verklaarde gevoelens van vriendfchap en deelneeming in de rust, bloei, voorfpoed en welvaard van dit Genieenebest; het voeden en voortzetten van party- fchap-  êe Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 53 'fchappen; het daar toe aanrechten en bywoonen van Sociëteiten j beflootene Gezelfchappen, of andere lamenkomften, onder wat naame ook; het fchimpen, fmaaden, fchelden, en het pleegen van geweld en daadelykheden aan iemands Perfoon, Huis of Goederen, op ftraffen daar by bepaald, in hunne volle kragt. Wordende, ingevalle daar by niet genoegzaam mogte zyn bepaald, den Stads AdvokaatFiskaal gelast, tegens de Overtreeders van deeze onze ordres te procedeeren, zo als naar vereisch van zaaken zal bevonden worden te behooren. Verklaarende wy ernflig gezind te zyn, om daar de tweedragt en partyfchap uit de andere Provinciën van ons Vaderland zyn verbannen , of tot zwygen gebragt, niet langer te zullen gedoogen, dat onze Stad en famenleeving door rustverftoorende, en eigen grootheid zoekende, doch voor het Vaderland kwalyk gezinde Menfchen werde beroerd; maar de Uitvinders, Voorgangers en Dryvers vaa die Maatfchappy beroerende kunstgreepen,zonder eenige oogluiking andere ten voorbedde tenftrengften te zullen ftraffeno Gelasten voorts den Stads Advokaat-Fiskaal, om op de overtreeding deezes ten naauwkeurigflen te letten, en alle zodaane gepaste middelen aan te wenden, als ter ontdekking daar van dienftig en nodig zal oirdeelen. En op dat niemand hier van onkundig zy, zal deezen worden aangeflagen, alwaar men gewoon is zulks te doen. .' Aldus gedaan in Curia, Groningen, den &c. (was geW) J. D. Qiuntus, vt> Ter Ordonnantie der H, Heeren voorfz». (was gef.) W. Cranssem, Secjet. D 2 No.  54 Verzameling van Stukken betrekkelyk Ut No. 600. Notificatie van de Ed. Groot Achtb. Regeering der Stad Amfteldam, waar by tot goedmaaking van de bezwaarde Stads Finantien- door de algemee* ne Troubles vet oirzaakt, ■ de Verponding op de Hui' zen wordt verhoogt. In dato den 26 May 1788. Alzo deezer Stede Finantien, zo door de federe eenige jaaren fteeds toegenoomene Reparatien aan de publieke Werken en Gebouwen, als door het nodig onderhoud van de telkens aangroeijende me* nigte der Armen en Weezen; doch wel voorüaamlyk door de excesfive Onkosten, in het afgeloopen jaar, wegens de algemeene troubles en disordres, welke alomme en in deeze Stad plaats gehad hebben, merklyk zyn bezwaard geworden; zohebben Heeren Burgemeesteren en Vroedfchappen , naar rype deliberatie, noodzaaklyk geotrdeeld, en op den i6den deezer gerefolveerd, tot ftyving en verbetering derzelve, niet alleen te openen eene Negotiatie van twee Millioenen Guldens , volgens de Conditiën daar van ter Thefaurie ordinaris te bekomen, msar ook teffens de belasting van het Lantaarn-, Emmer-en Straatgeld, midsgaders het >circuleeren en zuiveren der Wateren binnen deeze Stad, te verhoogen tot de helft van de ordinaire Verponding op de Huizen, en zulks wel geduurende den tyd van 25 jaaren, de helft te betaalen door de Verhuurders, en de wederhelft door de Huurders, doch in het geheel door dë Verhuurders uit tcfchieten, waar van nogthands de Huizen buiten de Stad en binnen de Jurisdictie gelegen, geduurende de eerstkomende vyf jaaren, om redenen, werden verfchoont: ten einde en om uit deeze verhoogde belasting, behalven de betaaling der Intresfen van het voorfchreeven Capiraal van twee Millioenen Guldens, nog eene jaarlykfe afiosfing van het zelve te kunnen doen. - En hebben Burgemeesteren , als daar toe door den Achtbaaren Raad verzogt, nodig geoirdeeld, van de gemelde Refolutie aan de goede Burgerye r ■ ■ en  de Gekurtenisfen in 1787 enz. v orgevallen. 5$ en Ingezetenen deezer Stad kennis te geeven, niet twyffelende of alle redelyke en braave Burgers zullen gaarne willen medewerken tot foutien van Stads Finantien, en om dezelve by continuatie in ftaat te houden, zo tot de noodwendige Alimentatie van Armen en Weezen, als tot het behoorlyk onderhoud der publyke Werken, Gebouwen en Etablisfementen.Actum Amfteldam, den &c« Ter Ordonnantie van Haar Ed. Groot Achtbaar en. (was gei.) W. Huydecoper, No. 621. Regeerings-verandering door Commisfarisfen van zyne Doorl. Hoogheid den Heere Prince ErfStadhouder te Purmerende, by Publicatie van zyne I Doorl. Hoogheid. In dato den 27 May 1788. Tot Raaden in de Vroedschap. Mi'. Laurens Peereboom. — Wigboldus Rynink. — Hermanus Tamboer. — Jan Peert. — Jakob Wormer. —- Mr. Jan van Goor Hinloopen." — Hendrik van Slype. Meyndert Beudeker. ■-— Jan Breek. — Bernardus Arnoldus van Baaien. — Hendrikus van der Kolk en Cornelis van. CinkeL Tot Burgemeesteren. Jan Peert. -—. Jakob Wormer. —-~ Hendrik vaa Slype en Meyndert Beudeker. Tot Schepenen. Jan Breek. — Bernardus Arnoldus vaa Balen. Hendrikus van der Kolk. Cornelis van Gin- kel. —- Maarten Koning. ——» Coraelis Kort en Cornelis Peereboom. p 4 In  $6 Inzameling van Stukken betrekkelyk toS Tot Schepenen-Commissarissen. . Jan Breek. — Bernardus Arnoldus yan Balen en Cornelis Peereboom. Tot Gecommitteerde Raad tot den X May 1789. Mr. Laurens Peereboom. Tot Gecommitteerde Raad ter Ad» miraliteit in Friesland (by continu- ' atie) tot den 1 May 1789. Mr. Jan van Goor Hinlóopen. ■ Tot Ontfanger der Ordinaris en Extraordinaris Verponding. Jan Peert. Tot Thesaurier. Jakob Wormer. Tot Secretarissen (by continuatie.) Mr. Martin Copius Peereboom en JNikolaas Peei reboom. De niet gecontinueerde Raaden zyn, Simon Ap> pel. — Jacobus van der Voorèn". —' Dr. Anthohy Jan Menger. Adam Lugtig ——AlbertLou- twen. -— Berend. Suidema. Syvert van der -Burgh eh Klaas Schocirl; zynde de Heer Cornelis Koel overleeden, dus zyn nog drie plaatien va» kant gebleeven.  ie, Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 57 N>. 622. Edi&aqle Citatie voor de Crimineele Rolle van den tïove van Friesland, tegens A. Lycklama a Nyeholt. In dato den 28 May 1781. Willem, by de gratie Gods Prince van Orange en Nasfauw &c. &c. &c. Erf-Stadhouder, KapiteiuGeneraal en Admiraal; mitsgaders de Raaden geordonneert in Friesland, Wybe de Vries, Deurnaarder yan deezen Hove, falut: Alzo de Prokureur;Generaal deezer Landfchappe rat. Öffic ons by Requeste heeft te kennen gegeqyen, hoe dat Albartus Lycklama a Nyeholt, woonende te Bolsward , was geweest Luitenant onder de Vrywillige Schutteryen te Bolsward, dat dezelve , na dat de Vry-Corpfen en Vrywillige Schutteryen in deeze Provincie, byPlakaat van den 4 September 1787, waren gedisfolveert en vernietigd, met verbod aan dezelve, en aan de byzondere Leden daar van, om zich gewapend op de publieke Wegen of Straaten te vertoonep, veel minder om iemand aldaar eenig leed aan te doen, of in zyne Vryheid te verhinderen, zich niet had .ontzien, zich te voegen by de gewapende oproerige Manfchappen te Franeker, en zich in de maand September 1787 te laaten gebruiken, om als Luitenant, met een detachement Vry-Corporisten onder Commando van Bernardus Jelgerhuis, van Franeker te trekken naar de Lemmer, en gedagte Dorp op den 13 September 1787, in bezetting te neemen en eenige dagen mede in bezetting te houden. —- Dat Albartus Lycklama a Nyeholt s op een zeker dag in de maand September 1787 , met eenige gewapende Manfchappen onder zyn Commando met een ^chip van de Lemmer was gekomen te Slooten, dat dezelve in de Stad gekomen zynde, terftond, zonder kennisfe van de Regeeringe de Bruggen had laaten ophaalen en de Stads Poorten en Boomen had laaten fluiten, teffens door eenige gewapende Manfchappen zich meester maakende van elf ftukken Kanon, op de Stads Wal leggende; D j ' ' '*==> Dat  •53 Verzameling van Stukken letrehkelyk iet —— Dat dezelve intusfchen was gegaan naar het Huis van den Secretaris Johannis van de Moer, aan dezelve zeggende, gelast te zyn door Jec'gerhois, Commandeerendein deLemfner, ominnaam Van het Defenfie-wezen te Franeker het Kanon, en verdere Ammunite van Oorlog naar de Lemmer te transporteeren, en ingeval van weigering h'et zelvs met geweld mede te neemen. — Dat Lycklama van daar was gegaan- naar den Prasfideerenden Burgemeester Arjen Harmens de Jong. — Dat Lycklama aan denzelven het-x'öorfchreeven insgelyks gezegd hadde, de Burgemeester verklaard had' In zyn verdoek niet te'kunnen accordeeren, maar terltond 'Vergaderinge van de Vroedfchap belegd had, dat Lycklama in die Vergadering binnen geftaan zynde, aan de Regeeringe verzoek had gedaan tot overgaave van het Kanen,"om het zelve naar de Lemmer te transporteeren, het geen door de Regeering geweigerd zynde, had Lycklama gedeclareerd,- dat hy dan gelast was het zelve met geweld te neemen, en dathy die last ook zoude uitvoeren , al zoude geen Man van zyn detachement'onder zyn Commando ooit wederom in dé Lemmer komen. '— Dat dezelve ook terdend zonder Confent van de Regeeringe, het Kanon benevens alle'Ammunitie van Oorlog, die in het Stads Magazyn gevonden wierde,'te Scheep van daar naar de Lemmer had doen trar.-porteeren, teffens met zyn gewapende Manfchappen van Sloten naar ce Lemmer vertrekkende ; — Dat eenen Pieter Wolters, op den 25 September 17S7, met eenige gew^pende Manfchappen ■ ten huize van Cornelis Witteveen, Collecteur van de vyf Speciën in de Lemmer gekomen was, en namers de prstenfe Staaten te Franeker Vergaderd de Coüeit Penningen van denzelven eisfehende , gedagte Witteveen, de overgaave daar van had geweigerd, en zich naar gedagten Jelgekhcts als Commandant, in de Lemmer had begeeven , en over het gebeurde met denzelven had gefprecktr, terwyi intusfchen Piitek Wolters, me:  68 Verzameling yan Stukken betreklelyk tot om zich in het inwendig Regeeringsbeftier deezer Provincie te inmisceeren, of zich eene diergelyke inzage in het beftuur van andere Provinciën aan te maatigen; maar alleen om, gelyk zulks reeds by de Unie van Utrecht in het generaal is vastgefteld, de nu vigeerende Erf-Stadhouderlyke Staats-Conftitutie, naar de verfchillende wyzen, op welke die in de refpective Provinciën ftand grypt , op nieuws aan eikanderen te verzekeren , op dien voet als zulks, ten opzichte der geheele Republiek, nu onlangs gefchied is, of nog ftaat te gefchieden, door de Hoven van Berlyn en Londen, waar toe, van wegens deeze Provincie, mede confent gedraagen is. Zo zouden Hun Wel Edele Hoog Achtbaare, om al het voorfchreeven gedetailleerde, en onder inhsfie van het zelve, zo verre nodig, de Heeren deezer Stads Gecommitteerden tot het aanftaande Landdags-reces qualifkeeren , om in gelykheid der Heeren van de Ridderfchap en de Steden Deventer en .Zwolle, zich te conformeeren, met het opgedachte Rapport van den 28ften February, voor zo verre fpecteert de Leden der Ridderfchap, en de Vergadering van Ridderfchap en Steden compofeerende, beneffens alle de Provinciaale Ambtenaaren,deMagiftraaten , Ministers , Ceswoorene Gemeente en Ambtenaaren der Steden Hasfelt en Steenwyk, en verdere kleine Steden deezer Provincie , en daar van te geeven Declaratoir in forma. ■ En om op de hier vooren gelegde gronden tot dit oogmerk mede deezer ftadswege te concurreeren, zouden Schepenen en Raaden geene zwaarigheid maaken den ééd by meergedagte Rapport voorgeflagen, zelve af te leggen, gelyk zy dan vertrouwen, dat ook daar in door de Leden der Gezwoorene Gemeente niet zal worden gehanteerd; maar ook verftaan , dat die zal behooren te worden afgelegd door de Ministers hunner Vergaderinge, en zodaanige andere Stads Ambtenaaren, als naar deezer Stads Conftitutie, nader by Raad en M,eeöte zal worden ge-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 63 gevoeglyk geoirdeeld, alles ten fine als in de prastnisfen deezer petitie is vermeld. Verzoekende, tot dit een en ander de concurrentie der Gezwoorene Gemeente. Eodem. Door de Heeren ordinaris Gedeputeerden den 4den deezer maand ter Vergadering van Ridderfchap en Steden propofitie gedaan zynde, omtrent de continuatie der Redemtie van eenige Provinciaale Middelen, aan zodaanige Karfpeleu en Districten, die daar van in den voorigen jaare hadden gejouisfeerd ; zouden Haar Wel Edele Hoog Achtbaare in aanmerkinge van de notoire nuttigheid , hier in voor de Provinciaale Financien refideerende, en de confufie» die na eene zo veele jaaren lang in trein geweest zynde afkoop dier Middelen, onmisbaar zoude gebooren worden, in vertrouwen, dat ook dit poincb een der eerfte zyn zal, dat by eene revifie van 'c Reglement der Regeeringe, met concurrentie van alle de Staats-Leden zal worden by de hand genoomen, en op het zelve eenen vasten voet beraamd, de confert met de andere Leden der Provinciaale Kegeering in de continuatie der Redemtie voor deezen loopenden jaare, ftadswegen confenteeren. Verzoekende daar toe mede de concurrentie van de G-ezwoQrene Gemeente. Antwoord van de Gezwoorene Gemeente. De Gezwoorene Gemeente vind deeze poincten van zo veel delicatesfe en gewicht, dat zy niet in ftaat is daar over daadelyk te kunnen haare gedagten uitbrengen: en heeft diensvolgens nodig geoirdeeld, dezelve te houden in ad vis: verzoekende dat aan haar Lighaam agt Copyen 'er. van mogen afgegeeven worden, om by de Leden der Gezwoore* ne Gemeente te kunnen rond gezonden worden. Antwoord van de Heeren van de Magiflraat. De verzogte Copyen zullen worden vervaardigd, E 3 in  At Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, ft niet alleen in het heffen der ordinairis Middelen, maar ook in de extraordinaire, zo als die in den voorigen jaare 1785 waren geheven, zynde een tweede der Verhooging, en een drie agtfte der Contributie , en het dubbeld Officie-geld; behalveh dan nog, in eene belasting op de Rytuigen en Paarden van plaifier, als mede op de Honden, welke mede door de Commisfie van Financie waren voorgeflagen. Dan dat de Heeren van de Magiftraat op den I3den May daar aan volgende, aan de Gezwooren Gemeente gecommuniceert hebben, dat de Heeren van de Ridderfchap, behalven de Droste van Ysfelmuiden, in de Continuatie der verhoogde Middelen hebben verweigerd te Confenteeren, niet tegenflaande de refpective Staats-Leden door alle gepaste middelen daar op hebben geinfteerd. Dat de Gezwooren Gemeente des tydes hierover haare verwondering aan de Pleeren van de Magiftraat heeft te kennen gegeeven, en gedeclareerd , dac zy haar Confent gedraagen had , uit hoofde dat zy die middelen ter in ftandhouding van het Provinciaale Financie-wezen , volftrekt noodzaaklyk keurde, en zich onverantwoordelyk hield voor alle de nadeelige gevolgen, waar over de Heeren Gecommitteerden tot de zaaken van Financie zich nu beklaagen, en welke de Gezwooren Gemeente toen, en ook nu nog, laat ter verantwoordinge van de Heeren van de Ridderfchap. Dat de Gezwooren Gemeente, uit hoofde van den flegten ftaat van het Provinciaale Financie-wezen , nog op den 6den Maart jongstleeden, zich zeer bezwaard heeft bevonden, over de toen gevraagde vermeerdering der Landmacht, verhoogfng der Soldyen, en overneeming der vreemde Troepes, en daar in alleen geconfenteerd heeft, om haar Stad en goede Eurgery, aan geene onaangenaame gevolgen te risqueeren. Dat zy, om alle herinnering van gebeurtem'sfen te vermyden, welke het Provinciaale Financie-wezxn gedrukt, en in de uiterfte bekrompenheid ge. E 4. bragc  ie Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 75 ven poinct van Deliberatie breeder vermeld is, en waar toe zy de Concurrentie van de Gezwoorene Gemeente verzogten. Zo vindt de Gezwoorene Gemeente zich in de onvermydelyke verplichting, daar omtrent te remarqueeren : dat by hun nimmer eenig oogmerk gehuisvest heeft, of fysthémais aangekleefd, datftrek1 ken kon, om de Conftitutie van Regeering, met het daar aan verbonden Erf-Stadhouder-, Gouverneur-, IKapitein-, en Admiraalfchap-Generaal, in het Doorluchtig Huis van Orange en Nasfauw te fubvertee:ren of eenige atteinte toe te brengen. -— Dat zy ; alleen getracht heeft in het Reglement op de Re;geering, zodaanige verbeteringen daar te ftellen, iwaar toe zy uit hoofde van de ingediende bezwaa» :ren der goede Burgery verplicht, en van wegen het ;door de gezamentlyke Staats-Leden, ftaatelyk vraaigen en inleveren dier bezwaaren gerechtigd was.— :En niet alleen toen, maar ook nu nog by Ridderfchap en Steden, inclinatie en dispofitie lchynt te refideeren, om de opgegeevene Poincten van beizwaar het voornoemde Reglement fpecteerende, : door eene Commisüe onderzogt zynde, op eene IConftitutioneele wyze, met Concurrentie van den [Heer Erf-Stadhouder uit den weg te ruimen. Dat de Gezwoorene Gemeente by alle voorko1 mende gelegenheden, zo in het verzenden Hunner sgedaane Keuren als anderzints, de kennelykfte blyIken gegeeven heeft, dat zy geene de minfte inbreuk Iheeft trachten te doen, op de Conftitutie noch op ide Rechten, welke aan zyne Doorluchtige HoogI heid waren gedefereerd: en zy verklaard by deezen i op de ernftigfte en meest kragtigfte wyze, dat zy Ihet Erf-Stadhouder-, Gouverneur-, Kapitein-, en , Admiraalfchap-Generaal, in het Doorluchtig Huis 'van Orange en Nasfauw thands houd, voor nood: zaaklyk en onontbeerlyk voor het Bondgenoodfchap in 't gemeen; en dat zy met alle welmeenendheid, i alles wil aanwenden, dat ter inftandhoudiDg van hec ! zelve kan ürekken. Daa  75 Verzameling van Stukken betrekkelyk Ut 1 Dan de Gezwoorene Gemeente vindt zich in ge- \ moede bezwaard, om de voorgeflagen ééd en Gua-J rantie te arrefteeren, imo. Om dac zulks eene nieuwigheid is, en de: Gezwoorene Gemeente van oirdeel is, dac alle: nieuwigheden in eene gevescigde Regeeringsvorm,, al dikwils van zorgelyke gevolgen zyn, en niet dam in de alleruiterfte noodzaaklykheid geintroduceerd l behooren te worden. 2do. Om dat, wanneer de voorgeflagen ééd by opgedagte Rapport voorkomende, (volgens advis: van de Heeren van de Magiftraat) in het wezen der : zaak niets verfchild van den ééd by de Ridderfchap > en Steden, in den jaare 1750 gearrefteerd, en van 1 dien tyd af onafgebrooken afgelegd, door alle de: Leden ter Provinciaale Regeering ten Landdage: compareerende, dezelve dan ook als overtollig; moet worden befchouwd. ■gtio. Om dat men altoos fchrupuleus moet wezen ra het vermenigvuldigen derééden, dewyl de treu- ■ ïige ondervinding leert, dat door de ééden te ver- ■ menigvuldigen, dezelve in de Praktyk niet zelden van hunne waarde en gemoedverbindende kragt verliezen, en in loutere Ceremoniën ontaarden. 4Ï0- Gm dat na het inzien der Gezwoorene Ge« > meente, door de geproponeerde Guarantie, aan de Hoogheid van Stad en Provincie word gederogeerd, en als het ware de handen der Staats-Leden gebonden,,om zelvs met toeftemming van den Heere Erf-Stadhouder te ratificeeren , verbeteren, en veranderen zodaanige poincten, welke de gezamentlyJee Staats-Leden, ten nutte en dienfte van de Provincie noodzaaklyk keuren , - en aan de andere Provinciën gelegendheid verfchaft, om zich met onze inwendige en domeftique zaaken te kunnen bcmoeijen, zonder daar toe aangezogt te zyn; al het welke ftrydig is met den ééd van admisfie, ter Vergadering van Ridderfchap en Steden, gearrefteerd den 16 April 1750. En  ie Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 77 En eindeiyk, om dat alle de Staats-Leden erkent* hebben, en uit de propofitie van den 7den deezer ter Vergadering van Ridderfchap en Steden gedaan , al nog fchynen te erkennen, dat in het Reglement op de Regeering gebreken plaats hebben, die op eene Conftitutioneele wyze dienden veranderd en verbeterd te worden* dat, zo al door het confenteeren van het gevraagde Declaratoir in forma, de gelegentheid tot wegruiming van die bezwaaren niet word afgefneeden, 'er nogthands geene geheele nieuwe bevestiging der Conftitutie kan nog behoorde in aanmerking te komen, voor en aleer die gebreken uit de Conftitutie zyn weggeruimd, dewyl het anders geheel contradictoir zoude zyn de Conftitutie op nieuw te bevestigen, daar over de Guarantie te verzoeken, en op het zelveoogenblik verandering in de Conftitutie te willen maaken; — waarom de Gezwoorene Gemeente van oirdeel is, dat de veranderingen dienden vooraf te gaan, en wanneer dezelve ten genoegen van alle de Staats-N Leden verbeterd zyn, als dan zal zy ook niet difficulteeren hun confent te draagentot de dan nodige bevestiging. Om welke en andere redenen de Gezwoorene Gemeente, de gevraagde Concurrentie tothetvoor, geflagen poinct van Deliberatie niet kan verlee; nen. Den 30 Maart 1788. Pointl van Deliberatie de Gezwoorene Gemeente voor te draagen. Na dat de Heeren deezer Stads Gecommitteerden ten Landdage den 26ften deezer loopende maand, ten gevolge van het geadvifeerde van de Gezwoorene Gemeente van den 25ften daar te vooren, op het gepetitioneerde van de Heeren van de Magiftraat , relatief het poinct van den voorgeflagen ééd , en dat der Redemtie, van den 2often deezer loopende maand, ter Vergadering van Ridderfchap en Steden hadden uitgebragt een declinatoir Advis na- mem  ?8 Verzameling van Stukken betrekkelyk iêt mens deeze Stad: zyn op deeze beide refpedlen op gisteren by Hun Wel Ed. Hoog Achtb. ontfangen de Misfiven en Extract-Refolutien van Ridderfchap en Steden j die by deezen aan de Gezwoorene Gemeente worden overgegeeven. En alzo Schepenen en Raaden zich by opgedagte hunne Petitiën van den 2often deezer, op gronden en motiven daar by in het breede geallegeerd, nopens beide deeze poincten reeds hebben verklaard, blyft hun niets meer overig, dan onder inhasfie van dezelve, de Gezwoorene Gemeente opgedagte beide Poincten, met alle de gevolgen van dien voor deeze Stad, zo wel als voor het Provinciaale Financie-wezen, op nieuws ten ernftigften te recommandeeren; en te verzoeken, dat dezelve met Schepenen en Raaden, alnog gelieven te concurreeren in het aggreëeren. imo Van het Rapport der Financien van den 28ften February laatstleeden, nopens den daar by voorgeflagen ééd en Guarantie der Stadhouderlyke Staats. Conftitutie, en 2d° Van de propofitie van de Heeren Ordinaris Gedeputeerden van den 4den deezer loopende maand, ten opzichte van het poinct der Redemtien daar by vermeld. Arawoord van de Gezwoorene Gemeente. De Gezwoorene Gemeente vindt deeze zaak v*aa dat gewigt, dat dezelve verzoekt daar over op eerstkomende dingsdag nader verbood te worden. Den i April 1788. Nader antwoord van de Gezwoorene Gemeente aan de Heeren van de Magiftraat. De Gezwoorene Gemeente in rype deliberatie gelegd hebbende de Refolutien van Ridderfchap en Steden, betreffende den gevorderden ééd en Guarantie ter bevestiging van de Stadhouderlyke StaatsConftitutie; als mede van de continuatie der Redenaties wet twee eshortatoi-e Misfiven betrekke-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 79 Iyk deeze poincten , moet ten opzichte van den gevorderden ééd en Guarantie declareeren. ■ Dat zy op den 25ften der voorige maand, by antwoord op de Petitie van de Heeren van de Magiftraat verklaard heeft, datzy nimmer oogmerken gehuisvest of eenig fyfthéma aangekleeft heeft, om het Erf-Stadhouder-, Gouverneur- , Kapitein- en Admiraalfchap-Generaal in het Doorluchtig Huis van Orange en Nasfauw te fubverteeren, of eenige atteinte toe te brengen , dat zy integendeel heC zelve thands als noodzaakelyk en onontbeerlyk befchouwd, en op de welmeenenfte wyze wil medé werken ter inftandhouding van het zelve; dan dat zy gedifficulteerd heeft in den gedaanen voorftag te concurreeren, om redenen toen in het breede geallegeerd. Dat zy uit de Refolutien van Ridderfchap en Steden gezien heeft, dat deezer Stads Gecommitteerden teó Landdage den voorgeflagen ééd en Guarantie hebben trachten te retardeeren, tot dat de gebreken welke volgens aveu van alle de Staats-Leden in het Reglement op de Regeering plaats hebben , op eene Conftitutioneele wyze waren geredresfeerd, en gedeclareerd hebben, alsdan daar toe bereid te zyn. — Dat de gronden en motiven by de exhortatoire Misfive van Ridderfchap en Steden aangevoerd, voornaamlyk fpecteeren, om, ware; het mooglyk, de onbillykheid van dit retardement aan den dag te leggen, om deezer Stads Regeering aan te maanen, om een gaaf Confent te draagen tot het arresteeren van den voorflag van de Com- misfie van Financie omtrent dit poinct. ■ Dat. zy wel gewenfcht hadt, dat de Heeren Gecommitteerden ten Landdage ter Vergadering van Ridderfchap en Steden, de declaratie van de Gezwoorene Gemeente omtrent de inftandhouding van het ErfStadhouderfchap enz. woordélyk gecommuniceerd hadden, en teffens overgegeeven alle de redenen en motiven, waarom de Gezwoorene Gemeente in den gedaanen Yoorflag jedifficulteerd heeft, aizo dan  So Verzameling ven Stukken betrekkelyk tol dan Ridderfchap en Steden verplicht geweest waren , zich uit te laaten over de derogatie van de Hoogheid der Provincie, waaromtrent de Gezwoorene Gemeente zo zeer hatfiteerd , en waar over Ridderfchap en Steden zich in het geheel niet uit* laaten Dat het de Gezwoorene Gemeente byzonder aangenaam zal zyn, dat Heeren Gecommitteerden ten Landdage van voornoemde Declaratoir en aangevoerde redenen van verweigering, ter eerfler Vergadering van Ridderfchap en Steden kennis geeven, ten einde te prasvenieeren , dat deeze Stad geene gevoelens noch oogmerken worden aangetygd, welke zy nimmer gevoed of gekoesterd heeft, en welke foms oirzaake zouden kunnen zyn, van onaangenaame gevolgen voor deeze Stad en goede 33urgerye. Dat zy zich alnog in gemoede bezwaard vindt, om de gevraagde concurrentie te verleenen, om reden by antwoord op den ajften pasfato breeder geallegeerd. Dan dat in meergemelde exhortatoire Misfive de dag van morgen bepaald zynde, om dien gedaanen voorflag ter conclufie te brengen, en de Gezwoo. xene Gemeente wel vooruit ziet, dat niet tegen, flaande deeze Stad zwaarigheid maakt, 'er echter met de conclufie zal worden voortgevaaren. Dat de Gezwoorene Gemeente wel bevroed, dat ïngevalle deezer Stads confent niet gedragen word, men aan dezelve oogmerken en bedoelingen zal attribueeren, welke zy ten hoogften afkeurt. Dat zodaanige aantygingen al ligt oirzaak zouden kunnen wezen, dat deeze Stad en goede Burgerye bloot gefield worde aan foortgelyke oaaangenaame evenementen, welke verfcheiden Steden van ons lieve Vaderland tot op den rand van haar verderf gebragt hebben, en welke voor onze Stad niets minder dan eene totaale ruine zoude na zich fleepen. Dat hoe zeer zy alnog overreed is, dat haare ge-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 8i gedaane declaratie en aangewende gronden alfinti wigtig en voldoende zyn; zy ecliter in deprasfente • .'eonjuncture, om haare Stad en goede Burgerye, zó veel in hun is, vooralle ónaangenaame gebeürtenisfen te bevryden, zich niet verder tegens het neemen van de conclufie over dit poinct ter Vergadering van Ridderfchap en Steden zal verzetten , 'zonder daar mede den gedaaneh voorflag noodzaakelyk te keuren; veel weiniger hunne toeftemming 'te verleenen om dezelve mede binnen deeze Stad in effecte te ftellen. En betreffende de concurrentie der Redemtie voot 'I dèezen jaare, moet de Gezwoorene Gemeente ver'I klaaren, dat zy zich alnog in gemoede bezwaard ■I 'vind,, om haare toeftemming te verleenen tot eene •1 directe afwyking van het Reglement op de Regeering, welk bezwaar by hun nog vermeerderd is, doordien Ridderfchap en Steden zelve óp den 28flen > "Maart jongstleeden in hunne Misfive, aan'deeze 1 Stad gedeclareerd hebben :'dat voorfchreeven Regie? * ment is en blyft het richtfnoer enz. —- Dat het zelve moet blyven fubfifieeren,, - en deszelvs. verbindende kragt ! behouden, zonder dat daar va n in eenige poincten h iAN worden gelaxeerd. Nadien nu de de duidelyke" letter van voornoem'■ de Reglement de publieke Verpachting van alle Lands middelen vordert; moet de Gezwoorene Gemeente zich verwonderen, dat die zelve Staats-Let den, welke hen met zo veel nadruk bepaalen by j het dierb-ïare, by het heilige en' gemoed verbinden» de van den ééd, haar gelyktydig vergen eene inbreuk te maaken op een Reglement, dat alle de 1 Staats-Leden met dieren ééde bézwooren hébben, e dewyl 'ér geene redenen kunnen gevonden worden, e om zodaanige afwykingen te wettigen, i Want wat betreft de fchaade welke men voor^ f wénd dat het Provinciaale Finahtie-wezen hierdoor 1 zóudè komen te lyden, rrioet de Gezwoorene Ge■ meente verklaaren, dat zy noch niet overreed is, dat eend publieke Verpachting der Iindsmiddelen : - V*ÏL Deed. , «. F ?n  ie Gebeurtenis/en in xrS? enz. voorgevallen. 85 te weeg brengen; by de Gezwoorene Gemeente in ferieufe overweeging genoomen zynde , rnoec zy daar omtrent declareeren j dat zy op den sjften Maart en iften April deezes jaars (*) , zodaanige ample declaratie van hunne aankleeving aan de Conftitutie, en het daar aan verbonden Erf-Stadhouderfchap in het Doorluchtig Huis van Orange en Nasfauw heeft gegeeven, dat zy met redenen had moeten verwagten , dat de Heeren van de Magiftraat daar in zouden hebben kunnen berusten, en alle verdere bevestiging als niet noodzaaklyk en overtollig befchouwen; te meer, daar de Gezwoorene Gemeente des tyds in het breede geallegeerd heeft de redenen van bezwaar, welke haar belemmerden, om de gevraagde concurrentie te verleenen, waar toe zy zich heden refereerd, en welke nog niet zynwederlegd, of uit den weg geruimd. Dan dewyl de Heeren van de Magiftraat niet aflaaten ten fterkften te infteeren,'om bovengemelden ééd mede Stedelyk te introduceeren, vind de Gezwoorene Gemeente zich verplicht, om rondbórftig te verklaaren, dat zy niets vuuriger wenschte, dan dat zy van haare bezwaaren ontheft waren; doch dat dezelve by hun nog vermeerderd zyn , vermits den Heere Erf-Stadhouder in Hoogstdeszelvs Misfive aan de Heeren van de Magiftraat, gefchreeven in 's Hage den 4den deezer, pretendeert: dat aan de tydelyke Heeren Erf-Stadhouder en is opgedragen eene onbepaalde approbatie, en het maaken van verandering in de aan Hoogstdezelve toegezondene Raads en Meente Keuren; ook dan, wanneer voornoemde Keuren zonder partialiteü, drift of kuiperyen gefchied zyn (f)» als ook, doordien Ridderfchap en Steden, tegens de nadrukkelyke verklaaring der Gezwoorene Gemeente , op den Qden April, door de continuatie der Redemtie eene afwyking gedaan hebben van het Reglement op de Regeering, en dat juist op dien ièU (*) Zie hier voor, bladz. 73 en 78. (t) Zie IV Deel, bladz. 161 &c. F 3  85 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zeiven tyd, dat zy met folemneelen ééde tot Goo Almachtig gezwooren hebben,het voornoemde Reglement in alle haare deelen te zullen helpen conferveeren en maintineeren : en belangende de voorbeelden van de beide andere Hoofdfteden, moet zy remarqueeren, dien algemeenen regel: ,, dat voor„ beelden nimmer tot eenenrichtfnoer kunnen ftrek5, ken, ten zy teffens de nuttigheid en noodzaak,, lykheid van dezelve ten vollen genoegzaam bes, weezen zyn". Dat zo in het onderhavig geval voorbeelden ten volgregel dienen , zulks de inftantien van de Heeren van de Magiftraat niet zeer favorifeeren zoude; dewyl in de meerderheid van de Proviricien, welke het Bondgenoodfchapuitmaaken, dien ééd niet gedaan, ja zelvs niet gevorderd wordt. En betreffende de nadrukkelyke inftantie van den Heer Prince Erf-Stadhouder, moet de Gezwoorene Gemeente verklaaren, dat behoudens de belangens van haare goede Burgery, haar niets aangenaamer zal zyn, dan om in haaren kring mede te werken om de verlangens en genoegens van zyne Doorluchtige Hoogheid op alle mooglyke wyzen te bevorderen. Dat het haar derhalven gevoelig fmart, dat den Heer Erf-Stadhouder de handelingen der Gezwoorene Gemeente aan zulke verderfelyke grondbeginzels attribueert, en zy kan zulks niet anders dan aan verkeerde informatien toefchryven; ja, zy houd zich verzekert, dat wanneer hunne gedaane declaratien , van den 25ften Maart en iflen April iongstleeden, aan zyne Doorluchtige Hoogheid bekend waren, Hoogstdenzelven, omtrent hun,gunftiger denkeelden zoude voeden. Dat de Gezwoorene Gemeente, om al het geallepeerde in deezen, den voorgeflagen ééd, als niet noodzaaklyk en overtollig befchouwd,en derhalven moet blyven hsefiteeren, om de gevraagde concurrentie te verleenen, of zich bereid verklaaren, tot het afleggen van dien gevorderden ééd. Dan dat zy met innerlyke aandoening moet verneemen , dat'de H'eeren van de Magiftraat, het verder  ie Gebeurtenis/en in enz. voorgevallen. 8? der oponthoud ;in deezen befchouwen als een bron van diffidentie, en andere nadeelige gevolgen voor liet welzyn van deeze Stad. —- Dat de Gezwoorene Gemeente in deezen met de heilzaamfte intentie en met de bes£e oogmerken heeft gehandelt, en zulks niet alleen aan de Heeren van de Magiftraat op het plechtiglte kan verklaaren; maar ook daar op een hartenkennend en alweetend Öpperweezen ten getuige inroepen. Dat hoe zeer zy van het plichtmaatige naarer handelingen in deezen overreed is, hun echter niets meerder zoude fmarten, dan dat haare Stad en goede Burgery, onaangenaame en nadeelige gevolgen om haarent wille zoude overkoomen; en dewyl, volgens de ftellige verklaaring vap de Heeren van de Magiftraat, zulks niet anders kan worden geprsvenieérd, dan door haare concurrentie te verleenen tot den voorgeflagen ééd, zalzy, die mee anders dan Stads welzyn bedoeld, en voor de welvaard en veiligheid van haare goede Burgery alles over heeft, wanneer zulks van haar gerequireerd wordt, onder expres beding, „ dat de gebreken, welke volgens kennelyk aveu van alle de Staats-Leden ;-!! in het Reglement van Regeering plaats hebben, „ eerlang, en biBnen eenen bepaalden tyd zullen worden weggeruimd en verbeterd"; de gevraagde concurrentie verleenen, en den gevraagden eétj iafleggen. Antwoord hier op van de Heeren van de, Magiftraat. De Heeren van de Magiftraat met de Gezwoorene Gemeente van dezelve gedagten zynde, dat de abuifen in het Regeerings-Reglement van den jaare 1675 plaats hebbende, moeten worden verbeterd» en uit den weg geruimd , en uit de reeds begonnen befoignes én de werkzaamheid der Provinciaale Commisfie tot redres niet anders kunnende opmaaken, dan dat daar aan met allen yver en volvaardigheid de haad zal worden gehouden, en binnen kort een f tf m  88 FtrzameUng van Stukken betrekkelyk toé favorabel Rapport dien aangaande aan Ridderfchap en Steden uitgebragt. Waarom ook Hun Wel Edele Hoog Achtbaare in dat vast vertrouwen, dat aan deeze hunne verwachting zal worden voldaan, zich eenpaarig onbezwaard hebben gevonden, den voorgeflelden ééd in den haaren af te leggen, en zullen over zulks afwachten , dat denzelven ééd mede op heden door de Gezwoorene Gemeente worde geprsfteerd. Weder antwoord van de Gezwooren Gemeente. De Gezwoorene Gemeente iohsereerende Haar af. gegeeven aotwoord, verklaard zich op de requifitie yan de Heeren van de Magiflraat, onder het gemaakte Expres beding, bereid tot het afleggen vaa den ééd. Ben 23 Mey 1788, Poinct van Deliberatie de Gezwoorene Gemeente voor te draagen. De deliberatien over het afleggen ■yan dan nieuws-geconcipieerden ééd. ter bevestiging der Erf Stadhouderlyke Staats-Conflitutie, byRaad ei Meerit e in derzelver laatfte Vergadering zo verre gevorderd zynde, dat die ééd door alle de Leden van de Magiflraat en van de Gezwoorene Gemeente, neffens deezer Stads Secretarisfen werkelyk afgelegd is (met uitzondering dan nog van twee Leden der Gezwoorene Gemeente, op welker verzoek yan o.ntflag, .voor als nog niet is gedisponeerd) zouden Schepenen en Raaden nu verder van advyfe zyn, dat onverminderd de nadere deliberatien op dit fubjecl, deezen ééd zou behooren te worden afgelegd door de dienstdoende Predikanten, der Nederduitfche en Walfche Gereformeerde Gemeenten , binnen deeze ctad en op het Eiland, als mede $oor de l eeraaren der Lutherfche en Mennoniren Gemeenten, en de Pastors der Roomfche Kerken alhier. ! •' •"' * - ■ - •• - ' ' Ver-  ie Gebeartenlsfen in 1787 enz. voorgevallen, gj «n verdaan , dat zonder op de informaliteit van da voorfz. Memorie te letten, Copie van dezelve te gelyk met de Memorie van den 2den deezer aan Hun Hoog Mogenden geprefenteerd, gezonden zal worden aan de Heeren Staaten van Hollanden WestFriesland, of by abfentie aan derzelver Gecommitteerde Raaden, met verzoek om zich omtrent al het gepasfeerde exa&elyk te laaten informeeren, en aan Hun Hoog Mogenden van derzelver bevinding kennis te willen geeven; ten einde daar op verder naar behooren te kunnen refolveeren, eninmiddels voort te gaan, met de precautien, welke de Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Holland en West-Friesland Hun Hoog Mogenden verzekert hebben, dat reeds- in den haaren zyn genoomen tot zekerheid en veiligheid van 't Caracïer van gemelde Heer Ambasfadeur, en die daar aan gehooren. De gemelde Memorie van den Ambasfadeur was van den volgenden inhoud: ,, De Ambasfadeur van Frankryk heeft de eer ,, aan Uw Hoog Mogenden te reprefenteeren, dat ,, wel verre dat de ordres, die Uw Hoog Mogen„ den gefteld hebben tot beveiliging van zyn Per„ foon en Domeftiquen daar toe zouden hebben gediend, integendeel de beleedigingen van dag tot dag toeneemen. ,, De Jaager van den Ambasfadeur van Frankryk is door een baldaadige menigte aangerand, .die „ hem van boven de Brug de Burgwal genaamd, „ over de Comedie, in het water hebben willen „ fmyten. De Domeftiek heeft tot beveiliging ,, van zyn leeven zyn Sabel getrokken, en in het „ geval geweest eenige van de woedenfte uit de hoop te kwetfen- ,, De Ambasfadeur van Frankryk verwacht, dat „ men deezen Man befchuldigen zal, het eerst ge- weid te hebben gebruikt, maar het geen voor,, heen gebeurd is, doet klaar genoeg het teger> deel zien. Daar en.boven is hét zeer cnwaar- „ fchy-  96 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot „ fchynelyk , dat één Man alleen eène menigte „ raazende Menfchen aanvallen zal „ De Ambasfadeur van Frankryk eischt ernftig„ lyk van Uw Hoog Mogenden, dat deeze zich „ aan de excesfen fchuldig gemaakt hebbende Per,,, foonen , exemplaar geftraft worden. Hy zal „ van het gebeurde'aan zyn Hof kennis geeven, en twyffelt niet, of hy zal binnen, kort in ftaat zyn het zelve te informeeren, datUwHoogMói „ genden hem een rechrmaatige fatisfaétie dienaan- gaande gegeeven hebben". 5s Gravenhage, den &c. (was get.) Graave de St. Priest. Waar op Hun Hoog Mogenden aan gemelderi Ambasfadeur het volgend antwoord hebben gei geeven. Dat Hun Hoog Mogenden redenen hebbende om te denken, dat doör het onvoorzichtig gedrag der Bediendens van den . Heer Ambasfadeur (zonder twyffel tegens deszelvs intentie) tot de onaangenaame gevallen, waar over geklaagt heeft, is aan. leiding gegeeven , het Minifterie van Frankryk daar van reeds door derzelver Ambasfadeur aaü het Hof van Frankryk hebben laaten prevenieei Ten, met intentie om daar van door de bewyZen, welk daar van worden ingewonnen, nader te doen blyketi. Dat Hun Hoog Mogenden met zullen nalaateö, die bewyzen bekomen hebbende, dezelve insgei lyks aan hem Heer Ambasfadeur te laaten comrnui xiceeren, en dat inmiddels gemelde Heer Ambasfadeur verzekerd kan zyn, dat voor de fecuriteit en veiligheid van zyn Perfoon en Caraéter, efl van zyn Bedienden alle mooglyke zorg is gedraai gen; . ... Dat Hun Hoog Mogenden voor het óverig* niet kunnen pasfeeren, om aan' hem Heer Ambasfadeur te doen obferveeren,- derzelver begeerten9  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen* $t 'J om al wat mooglyk is in deeze onaangenaame zaak, ,1 tot deszelvs gerustheid toe te brengen , niet teiê geaftaande de wyze, op welke het voorgevallen op 1 gisteren ter kennis van den Heer prefideerende is 1 lebragt, geheel afwykt van de gewoone form, welke in diergelyke gelegeadheden plaats heeft. No. 632 Bericht van het Hof van Juftitie over Holland, Zeeland en Friesland, aan de Ed. Mogende Heeren Gecommitteerde Raaden van de Ed. Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en WestFriesland overgegeeven,, betrekkelyk het geval met de Jaager van den Heer Ambasfadeur van Frankryk voorgevallen. Édele Mogende Heeren! Wy hebben ontfangen Uw Ed. Mögéhden Mis1 five van den 7den deezer maand, waar by Uw hd. ' Mogenden aan ons hebben toegezonden een Copie : Van een Misfive, door de Heeren Staatén Generaal - dfer Vereenigde Nederlanden aan Uw Ed. Mogenden • gefchreeven, benevens Copien van twee Memorien ! door den Heer Ambasfadeur van Frankryk aan den r i Prefident van Hun Hoog Mogenden gezonden, en A '< waar by Uw Ed. Mogenden verzoeken 1 dat wy ons i nopens de klachten ■, door voornoemde Heer Aram basfadeur aan Hun Hoog Mogenden gedaan, als ',■ mede het geval in deszelvs twee Memorien vera, :ïrield, met al het gene daar toe aanleiding zoude L 1 mogen hebben gegeeven, ten naauwkeurigften zoutil 1 den informeeren, en Uw Edel Mogenden omtrent m 1 dit alles ten allerfpoedigfte berichten. . Om aan dit Uw Edel Mogenden verzoek te vol' idoen, hebben wy de eer Uw Edel Mogenden te i,i i tefcribeeren, dat de informatiën, ten overftaan yan l ionze Commisfarisfen genoomen , met betrekking J . tot het geval ia de Memorie van den Heer Ambasd VII. Deel. Q **"  93 Verzameling van Stukken betrekkelyk tet fadeur vaa den 4den Juny gcbuteerd, mede brengen. Dat op Zondag avond den 3den deezer maand des avonds tusfchen agt en half negen uuren, zich eenige Menfchen hebben gevonden in het nieuw Voorhout alhier, voor het Hotel van den gemelden Am. basfadeur, en onder dezelve een arm JoodschMeisje van omtrent 15 jaaren, dewelke aldaar op de ïchuinte van het wandelpad tegens de Balie van het nieuw Voorhout ftaande, het bekende Lied WiU helmus &c. heeft gezongen, waar voor zy van deeze en gene der Omftanders eenig geld heeft ontfangen. Dat de Drosfaard van den Hove daar op gekomen zynde, en gezien hebbende dat de meenigte grooter wierd, ten einde het verder vermeerderen Voor te komen, aan het zelve Joodsch Meisje bevoolen heeft, dat zingen na te laaten, en van daar te gaan. Dat het gemelde Meisje ook door een Dienaar der Juftitie tot zwygen aangemaand, en daar aan gehoorzaarhende, door eenige Domeftieken van gemelden Heer Ambasfadeur, dewelke voor het Hotel ftonden , eerst uitgejouwd en nagefchreeuwd is, waarop het Meisje heengaande zong: toch Orange! toch Orange! toch Orange boven! waar op zy immediaat door die zelve Domeftieken nageloopen, by den hals, haairen en armen gegreepen, en na den kant van het gemelde Hotel te rug gefleept is. Dat als toen eene menigte Menfchen zynde toegefchooten , om dat Meisje te ontzetten, en onder anderen ook de gemelde Drosfaard van den Hové, dewelke aan een dier Domeftieken dereden gevraagt hebbende, waarom zy dat Meisje aangreepen, toe antwoord heeft bekomen, dat zulks op ordre vaa den Ambasfadeur gefchiedde: dat de gemelde Drosfaard daar op gezegd hebbende, zulks niet te gelooven: dat Meisje door gemelde Domeftieken losgelaaten, en vervolgens heep gegaan is, om wegens het  is Gebeurtenisfen in 2787 enz. voor gévallen. 99 net gene haar overgekomen was , zich by den Pro. kureur-Genefaal te gaan beklaagen. Dat vermids zich eene menigte Menfchen aldaar nog bleef ophouden, gemelde Drosfaard van den Hove voor het gemelde Hotel is gebleeven tot omtrent te half elf uuren, wanneer dezelve ziende dat 'er zeer weinig Menfchen meer waren, van daar is gegaan na den Prokureur-Generaal, ten einde van het gebeurde rapport te doen, laatende aldaar twee Dienaars Van1 de Juftitie en twee Waakers , met last, om alle desordres tegen te gaan, en van het minfte dat 'er mogte Voorvallen, of ingevalle de menigte weder grooter mogte worden, aanftonds rapport te doen, terwyl een Sergeant van de Hollandfche Guardes , dewelke reeds bevoorens met eenige Manfchap, ter verfterking van de Wagt ,aan de digt byzynde middelfte Bosbrug van de Hoofdwagt gezonden was, en ordre hadt, om ook des noods alle desordres te helpen Weeren, en de Juftitie de noodige adfiftentie te verleenen, by aanhoudenheid in het gemelde nieuw Voorhout, voot liet gemelde Hotel, heen en weder wandelde. Dac een kwartier voor twaalf uuren een ieder zich van daar geretireerd had, en geen Menfch meerder gevonden wierd, behalven de pasfanten. Dat de Dienaars der Juftitie, welke aldaar verder tot het aankomen van den dag de wagt gehouden hebben, geene Perfoonen, dan eenige Weinige pasfanten, gezien hebben* En hier mede komende tot het geval van Vrydag den 6den Juny, kunnen wy U Ed. Mogenden berichten, dat de informatien mede omtrent het Zelve ten overftaan van onze Commisfarisfen ingewonnen, behelzen: dat de Jager van den Heer Ambasfadeur (van weiken een der Getuigen verklaard heeft, dat hy op den 2den deezef maand Juny in de Kanonftraat, terwyl de Heer Ambasfadeur aldaar was ten huize van den Heer Prefident van Hun Hoog Mogenden; op de hoek van gemelde ftraat ftaande, een Orange-lintje ttit zyn zak gehaald, het zelve op Gê de  loo Verzameling van Stukken betrekkelyk tst de grond geworpen, en daar op met voeten getree- ■ den heeft,) op Vrydag den óden deezer is komen i gaan, achter zich hebbende op eene zekere distan- • tie eenige kleine jongens , zynde vervolgens toen 1 hy op de hoek van-de Turfmarkt gekomen was,, onder een groot gejoel, eenmaal gehoord het roe-■ pen: de Hal uit. Dat de Jager tot omtrent by de Turfmarkt geko- • men zynde, even nadat de twee lieden hem voor-' by gaande, na een groote witte Cocarde die op zyn . hoed was, gezien hadden, een grooten Sabel ge-, trokken, en daar mede in het ronde gezwaaid en i gedraaid heeft. Dat hy met dien Sabel, bloot in de hand, de: Turfmarkt is opgegaan tot by de Brouwery de Oje>vaar, (terwyl inmiddels een kleine jonge met eeni klein wit kalkfteentje na hem gegooid had, het welk: benevens het lyf van hem is nedergevallen) den- ■ zeiven daar in de fcheede geftoken , doch by of: omtrent de Brug, by het flop van den Frisfchen. Roemer, (zynde een klein ftraatje van het begin i der Nieuwehaven na een Linnenb'eek loopende)) wederom op vermaaning van een hem daar ontmoe- • tende Franfchman, welke zo gezegd wierd, hem i hadt aangemaand, om Orange aan te doen, heeft; uitgetrokken. Dat dezelve Jager, altyd door eene menigte, zo ) van jongens , als van volwasfene Perfoonen, op een i zekere diftantie gevolgt wordende , dat flop of * ftraatje ingegaan zynde, na dat een fleen tegens; zyn rug was geworpen (zo als een der Getuigen i zegt) met dien Sabel in het ronde geflagen, nadif-ferente Perfoonen gehouwen , en eindeiyk twee: Jongetjes één byna 14 en het andere by de 1$ jaa- ■ ren oud, dewelke onder den hoop mede geloopen 1 waren, en hem geene de minfte beleediging noch 1 met woorden, noch met daaden hadden aangedaan, , en waar van het ééne door den aandrang der Men-fchen, dewelke zich voor de Sabelflagen wilden 1 bergen, was onder de voet geloopen, terwyl het  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 101 in de eene hand een kommetje en in de andere een [flesje had, allerdeerlykst heeft gehouwen en gei kwetst. ' Dat hy vervolgens na dat men toen, volgens het i zeggen van andere Getuigen, met fteenen nahem i begon te werpen, met een verhaaste pas, den Bleek : over, en na het Franfche Hotel is geloopen. De Heer Ambasfadeur aan ons hebbende doen (kennis geeven, dat zekere twee Perfoonen, digt [by het voornoemde flop, ten huize van Vrouw Bon[Joür woonende, eenige informatien van het laatstigemelde geval zouden kunnen opgeeven, hebben :onze Commisfarisfen die Perfoonen voor hun ontiboden, en na hetgeen zy daar van zouden mogen ïweeten, gevraagt: doch beiden hebben gedeclareerd, den Jager dien avond niet gezien te hebben, noch iets van het gebeurde te weeten, als alleen, dat zy in het huis van Vrouw Bonjour zynde, »Veele Menfchen hebben zien loopen , en hooren roepen, daar zyn Kinderen dood ge/lagen, dat zy niet ihebben hooren fchelden, noch met fteenen werden , en dat zy twee jongetjes zwaar gekwetst en :fterk bloedende hadden zien wegdraagen, en by :een Chirurgyn brengen. Dit is het, Edele Mogende Heeren! het geen wy iUit de informatien kortelyk 'hebben opgezameld: ■wy refereeren ons voorts tot die informatien, wel;ke wy om de kortheid des tyds, in originali, hier nevens voegen, en na gebruik, ten dienfte der Juftitie, zo ras mooglyk, te rug verzoeken. Uw Edele Mogenden zullen uit dezelve ook nog :zien , dat de Getuigen niet hebben gekend dePerIfoonen welke zich zo aan het verboden roepen: de Hal uit, als-aan het misdaadig werpen van fteenen hebben fchuldig gemaakt. Wy hadden wel gewenfcht, dat wy ten dien opizichte informatien hadden kunnen bekomen, doch (gelyk gemeld is) geene der Getuigen, ook zelve tniet die, welke ons door den Heer Ambasfadeurzyn :opgegeeven, hebben ons daarin eenig licht gegeeG 3 ven.  ioa Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot ven. Wy blyven nogthands actief daaromtrent alle i pooglyk onderzoek te doen. En kunnen inmiddels niet nalaaten, om aan Uw' Ed. Mogenden voor te draagen , dat de Prokureur-Generaal van den Hove, tegens den gemelden Ja-, eer eene provifie van Juflitie heeft verzogt, en Uw Edel Mogenden in confiderarie, te geeven, of Uw r Edel Mogenden niet zouden gelieven gotd te vin-den, ter Vergadering van Hun Huog Mogenden te: proponeeren, dat van wegens Hun Hoog Mogenden i by den gemelden Ambasfadeur wierde geëffedtu-ecrd, dat dezelve den gemelden Jager aan de Jufti-tie overgeeve, of uit zynen dienst dimitteere , tem einde de Juflitie in haare werkzaamheid omtrent; denzelven Jager niet verhinderd worde. Hiermede, Edel Mogende Heeren! bidden wyr Goo Almachtig Uw Ed. Mogenden lang te confer-. veeren in voorfpoedige regeeringe. Gefchreeven in den Hage, den n Juny 1788. Uw Edel Mogende Dienstwillige i Vrienden, De Prejident en de Raaden over Holland, Zeeland en Friesland. Ter Ordonnantie van dezelve, > (was get.~) Adriaan Bodt. No, 633. Bericht over het zelvde, geval van de Edele AcJab. Heeren Schout, Burgemeesteren en Schepe«ten van 's Gravenhage, aan de Ed. Mogende Heeren Gecommitteerde Raaden. Edeie Mogende Heeren! Wy hebben op den 7den deezer wel ontfangen Uw Edel Mogenden Misfive van denzelven datum, hebbende tot bylagen Copie eener Misfive door de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden  ïc^. Verzameling van Stukken betrekkelyk tot richten, dat zo dra het zelve geval gebeurd was," door den Hoog Ed. Heer Bailjuw deezer Stad de noodige maatregelen, zo door de Bediendens der Juftitie in activiteit te houden, als door de adfïllentie van de Militie, genoomen zyn, ten einde voor te komen, dat de verbittering, die het Volk, dat zich in groote menigte op ftraat bevond , over het gedrag van den Jager van den Heer Ambasfadeur had opgevat, niet in eenige excesfen aan het Ho. tel van gemelden Heer Ambasfadeur mogte uitbarften. Des avonds laat zyn wy daar op nog by elkander vergadert geweest, ten einde nopens al het geen tot confervatie der fecuriteit van gemelden Heer Ambasfadeur nodig mogte zyn te delibereeren en te refolveeren, midsgaders ten einde ook door de Juftitie naar de omftandigheden van dit voorval met. allen fpoed en exa&itude wierd geinformeerd. Dat laatfte is dan ook daags daar aan volgende gefchied, en zy alstoen ten overftaan van Schepenen , tot die Enqueste gecommitteerd, ingewonnen de informatien, welke wy de eer hebben , als Bylagen by dit ons bericht te voegen, uit welk, gevoegt by de informatien, die door het Hof nopens deeze zelve zaak met onze concurrentie genoomen zyn, byzonderlyk ook ten aanzien van den aart en qualiteit der toegebragte wonden, op eene voldoende wyze zal kunnen blyken. Uit dezelve zullen Uw Ed. Mog. kunnen zien, dat het voorfz. geval in fubftantie hier op neder komt, dat een Jager van den Heer Ambasfadeur van Frankryk, hebbende een witte Cocarde en Pluim op den hoed, gepasfeerde Vrydag avond den 6den deezer tusfchen 8 en half 9 uuren pasfeerende over' het Spuy, en gevolgt wordende door een groote troep Volk, door fommige van welke geroepen zoude zyn, de Hal uit, zyn Sabel getrokken heeft,dat hy dien op de Turfmarkt weder heeft opgeftooken ; dat hy vervolgens voortgegaan zynde, tot in het flop van den Frisfchen Roemer, aldaar met den Sa, bel  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 105 )UI Jt>el aan twee Kinderen, geen van beide vyftienjaa. elf ren oud zynde,- ieder een zeer zwaarenhouwinden t linker arm heeft toegebragt, en zo verre, dat by ■ den een het opperarmbeen geheel is doorgeklieft, t waar na voornoemde Jager is voortgeloopen. [, Wy neemen de vryheid ten opzichte van dit vooret val wyders aan te merken, dat uit de voornoemde Jt informatien.ten klaarden blykbaar is, dat het ver- > haal, zodaanig als het zelve by de Memorie aan den '• Heer Ambasfadeur gedaan word, en waarfchynlyk uit het opgemelde Rapport van gemelde Jager zal er zyn overgenoomen, in allen opzichte is onnaauwkeu? rig, en geenfints met de waarheid overeenkomitig. ■ Voor eerst ■■ is ons by het neemen der informatien \ in het geheel niet te vooren gekomen, dat de troep 'e Volk, die de gemelden Jager vergezelde, het zy % jnet woorden, het zy met begonne daadelykheden getoond zoude hebben, den Jager van een Brug in > het water te willen werpen. i, Ten tweeden: dat in het voornoemde voorval is •f een handtastelyke error in loco, daar het zelve gei beurd is niet en face de la Comédie, welke van de . Ambasfadeur genoemd) integendeel hy gewond j G 5 heeft,  j de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 109 ijfich omtrent al het gepasfeerde exa&elyk te laaten pnformeeren, en aan Hun Hoog Mogenden van der-, zeiver bevinding kennis te willen geeven: dat die informatien met de grootfte naauwkeurigheid, en. na ryp onderzoek genomen, thands gebragt zyn ter kennis van Hun Hoog Mogenden, en dat het nu iten klaarften blykt, zo als Hun Hoog Mogenden ihet reeds vermoed hadden, dat het onvoorzichtige en onbezonnen gedrag, van eenige Bedienden van hem Heer Ambasfadeur, de voornaamfte oirzaak is igeweest van de ongelukkige gebeurtenisfen, onilaags voorgevallen: dat Hun Hoog Mogenden geen «ogenblik hebben willen verzuimen, deeze ingekomene informatien ter kennisfe van hem Heer Amibasfadeur te brengen, zich te zeer verzekert houIdende van deszelvs doorzicht en onpartydigheid, om te kunnen twyffelen, ofhy Heer Ambasfadeur, als nu zelvs overtuigt zynde, van de waarheid der ipofitiven in de voorfchreeve berichten vervat, zal wel willen defereeren aan Hun Hoog Mogenden billyk verlangen, om den genen, die deeze desordres veroirzaakt heeft, en welke het refpeciabel caracter van zyn Meester misbruikende, het Territoir van den Staat heeft gevioleert en weerlooze Ingezetenen heeft gekwetst, om zich zelve een veriineende Juftitie te verfchaffen, behoorlyk te ftraf'fen : dat Hun Hoog Mogenden verwagten , dat hy Heer Ambasfadeur, zo wel als zelve verlangende iom alles wat mooglyk is aan te wenden, tot onderhouding en bevordering van de goede verftandhou;ding tusfchen zyne Majefteit en de Republiek, en thands beter onderricht zynde van de ongegrondheid der informatien, door zyne Bedienden aan ihem gegeeven; (welke informatien in den eerften opflag de zaak mooglyk in een ander daglicht aan hem hebben doen befchouwen-') geen zwaarigheid izal maaken, om door zyne goede ofticien en meest •kragtige devoiren te appuyeeren de ernftige klagtten, welke Hun Hoog Mogenden derzelver AmbasIfadeur aan het Hof van Frankryk gelast hebben van haa-  tk Gsbeurtenisfen in 1787 enz. norgevallen. izt fbon van den Heer de St. Priest in deeze discus.' fie meer of min gecompromitteerd was, niets anders gemeend hebben, dan alleen, dat de Heer Ambasfadeur daar in genoemd zynde, en eenige ordres die voor zyn Carakter onbetaamlyk waren, aan hem toegefchreeven wordende, door een van zyn eigene Domestiquen, van welken het onbezonnen gedrag, in het violeeren van het Territoir van den Staat, niet door één, maar door alle de daar by te- fenswoordige Getuigen wordt bevestigd, Haar Hoog* logenden verkooren hadden,die zaïk liever in hec geheel onaangeroerd te laaten, om niet in het geval te zyn van eenige mende, hoegenaamd, te moeten maaken van een omftandigheid , die aan hem Heer Ambasfadeur onaangenaam konde zyn; dat dit de eenige zin is van de uitdrukking, die Haar Hoog; Mogenden gebruikt hebben, en dat zy zich zekerlyk van een ander woord zouden hebben bediend, indien zy hadden kunnen voorzien, dat het eerfte vatbaar was voor een explicatie, ftrydig niet alleen met het gene Haar Hoog Mogenden hebben willen zeggen, maar ook met de gevoelens van achting, die zy de perfoon van den Heer Graave de St. Priest toedraagen. Dat Haar Hoog Mogenden, overgaande tot het vervolg van de Memorie van den Heer Ambasfadeur , daar in gezien hebben, dat men dezelve ook befchuldigd van een pretext gezogt te hebben, om de fatisfactie, door den Koning gevraagd, te eludeeren ; dan dat Haar Hoog Mogenden by herhaaling moeten betuigen , dat zy geen mooglykheid zien, om een fatisfactie te geeven, zo lang 'er geen bekende Schuldige is,en dat de wettig ingenoomen informatien, die alleen tot grondflag kunnen dienen* van de Refolutien van Haar Hoog Mogenden over een zaak van dien aart, bewyzen, dat 'er tot nog toe geen diergelyke Misdaadiger is. Dat het Haar Hoog Mogenden niet onbekend is, dat men voor Zodaanig zoude willen doen aanzien zeker Joodsch Meisje- dat voor de deur van het Hótel van den H 5 Heeï  %i% Verzamiing van Stukken hctrekhlyk tot Heer Ambasfadeur liedjes gezongen heeft;maar dat, het niet blykt, dat dit Meisje de eerfte oirzaak ge-I weest is van de beweegingen, op den eerften JunyV voorgevallen; en waar van de ware reden nergens i anders jn moet gezogt worden, dan in de impres- . fie, welke bet eerfte verfchynen van den Heer Am. , basfadeur, en vooral van zyne Domestiquen, zoa-l der eenig teken van Orange, op het gemeen ge-l maakt heeft; dat zo men evenwel kwam te ontdek»> ken, dat het voorfz. Meisje, door haar liedjes, het | famenloopen van Menfchen, het welk op zich zelve i aan Haar floog Mogenden zeer onaangenaam is ge- L weest, langer hadde doen duuren, of dat zy op ec saige andere wyze den Heer Ambasfadeur had gein«f fulteerd; Haar Hoog Mogenden geen zwaarigheid! maaken, by avans te betuigen:'dat zy altoos be-. zield met het zelve verlangen, dat zy zo dikwilsj; aan den dag gelegt hebben, van de grootfte éguards te toonen voor het Carakter van den Ambasfadeur van zyne Aller-Christelykfte Majefteit, en van de ■ üerkfte bewyzen te geeven van hun refpeci voor 1 een Koning, geallieerd met deezen Staat, zorg zul- ■ len draagen , van in dat geval, aan zyne Majefteit : die fatisfactie te bezorgen, die Hoogstdezelve als i dan zouden kunnen vorderen, door aan het voorfz.'. Joodinoetje een convenable correctie te doen gee- . ven, om haar te beletten, van wederom een dier- • gelyke fout te begaan; maar dat, zo Haar Hoog Mogenden in 't vervolg daar toe zouden komen, zy vermeenen bevoegd te zyn, om ter gelyker tyd te anfteeren op eene fatisfactie, geëvenredigd aan de t violatie van her. Territoir van den Staat, dewelke j door de Domestiquen van den Heer Ambasfadeur pn den ïften Juny begaan is, en dat zy zich voor1 het overige ten eenemaalen verlaaten op de belofte, hun door den Koning by herhaaling gedaan . wegens \ de fatisfactie, die Haar Hoog Mogenden zo duide-j l^k gerechtigd zyn te vraagen, wegens de excesfen door den jager' van den Heer Ambasfadeur ge- i Ple^' En.  ie Gebeurtenis/en in 1787 voorgevallen.enz, lis thands, als wy ten meeste nutte van den Lande nood. zaaklyk zouden oirdeelen. Zo is 't, dat wy by deliberatie van wel gemelde Raad van Staaten der Vereenigde Nederlanden; mitsgaders na ingenoomen Confideratien en Advys van onzen Raade en Leenhove van Brabaud, en Lande van Overmaze, ons conformeeren met de voorfz. Propofitie van zyne Hoogheid,als ten hoogden biilyk en gefundeerd, en by deeze uit onze rechte weetenfchap, en Sou vereine Magt aan alle de genen, welke zich in de voorgenoemde beweegingen, zonder een opzettelyk en kwaadaartig oogmerk door inductie of dwang, uit onkunde of onvoorzichtigheid, hebben geimmisceert , verleenen eene volkomene Amnestie en Vergiffenis van het gunt ter zaake voorfz. door hun is gedaan en misdreeven, niet willende, dat iemand van de zodaanige onzer In- en Opgezetenen binnen onze Landen van de Generaliteit daar over in Rechten, of daar buiten zal worden vervolgt. Edoch gemerkt, dat hoe zeer wy, conform hec voorftel van hoogstgemelde zyne Hoogheid , het effeci van deeze onze gratie wel zo verre mooglyk willen extendeeren, echter de bewaaring van rust en goede orde vorderd, dat daar van blyven uitgeflooten die genen, welke op eene meergefignaleerde wyze, blyken hebben gegeeven van een boos en kwaadaartig opzet, en uit dien hoofde moeten gehouden worden voor de Bewerkers en Aanvoerders van dezelve beroertens, voor zo verre die binnen onze Generaliteits Landen hebben plaats gehad; zo willen wy dat van deeze onze Amnestie zullen zyn uitgezonderd: ' . 1. Alle zodaanige Regenten, Leden, of Ministers der Regeering, zo in Politie, als Juftitie,welke andere min kundige Ingezetenen,door verleiding met geld, beloften of bedreigingen hebben aangezet , om mede te werken tot eene omkeering in 's Lands Conftitutie en Regeeringsform. 2. Alle die genen, welke door ongeoirloofde cor- tes-  126 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot respondentiea, het zy binnen, het zy buiten Lands geconfpireert en geïntrigueerd hebben , om toe zulk een verfoeijeïyk einde vreemd Krygs-Voik ia I het Land te brengen. 3. Die genen, welke na dato van onze Publicatie van den i3den Augustus des voorleeden jaars, waar by het verder oprechten van eenige Genoodfchappen, Gezelschappen , of byeenkomften van Wapenoeffening, of Wapenhandel afzonderlyk van de Schutteryen , en hec uittrekken der Ingezetenen j van de Generaliteit naar een der Provinciën, met I daadelyk inzicht om aldaar tot Schutterlyke of Militaire dienden geëmplooijeerd te worden, is ver- j boden, en van onze nadere Refolutie van den 3den October laatstleeden, by welke het Burger-Corps 1 uit de vier byzondere Bogaarden of Schutteryen \ in 's Hertogenbosch verzameld, is gedisfolveert, | en voorts alle Genoodfchappen van Wapenhandel, welke in de Meijerye zouden mogen exfteeren, mede zyn gedisfolveerd, en geordonneerd te ontwa- ' penen , in vilipendie van onze voorfz. Publicatie : en Refolutie , zich als Hoofden of Aanvoerders j van zodaanige Genoodfchappen of Gezelfchappen van Wapenhandel mogten nebben gedra'igen* * Ia hét byzpnder, welke na dato van gemelde Publicatie en Refolutie mogten hebben gecommandeerd zodaanige Corpfen, welke uit de Generaliteit naar deeze of geene Provinc'e mogten zyn uitgetrokken , en aldaar de Wapenen hebben gevoerd tegen den wettigen Souverein dier Provincie, of de Militie van den Staat 4. De zodaanigen, welke als Gecommitteerdens van Sociëteiten of Genoodfchappen van Wapenhandel, binnen de Generaliteit opgericht, zyn ge- ] compareert in de zogenaamde Provinciaale Vergaderingen van Gewapende Burger Corpfen in ande* l re Provinciën , en aldaar Propofitien of Verzoe- ' ken om adliftentie hebben gedaan , tot feitelyke wederftreeving van onze Souvereine bevelen. $. Die Predikanten en Geestelyken .van andere Gods-  &t Gebeurtenis/en in ïfZj enz. voorgevallen, ï2f :Gcdsdienftige Gezindheden, welke, verzaakende [de plichten van hunne Bedieningen, als exercee» rende Leden van Genoodfchappen van WapenhanIdel zyn uitgetrokken* En eindeiyk ten 6. de zodaanigen, die zïch aaa Doodflag en openbaare daadea vaa Geweld tegens hunne mede-Burgers, of andere zwaare Excesfen van diea aart hebben fchuldig gemaakt. Tegen welke invoegen voorfz. uitgezonderde Perfoonen, wy begeeren dat geprocedeerd, en eene prompte én met 's Lands Wetten overeenkomftige juftitie geadminiflreerd zal worden; zodaanig, dat in dit geval de Actiën uk dien hoofde door de daar toe competente Crimineele Officieren binnen den jtyd van drie maanden naar de Publicatie deezes5 cn wanneer zulks niet gefchied mogt zyn, in zodaanige gevallen, alwaar een Fiskaal of Momboir jit hoofde vaa verjaaring van Deliclrn vermag te orocedeeren, binnen andere driemaanden daar na zullen moeten worden geëntameerd: ten dien effecte, dat naar verloop van dezelva zes maanden a;een Actie geinftitueerd zynde, dezelve zal worden gehouden voor vervallen, erf de daar by geroncerneerde Perfoonen het effect van deeze Amaestie rustelyk en vreedelyk zullen genieten, en yan alle verdere aanfpraak deswegens bevryd zyn. Doch zal het onvermindert deeze uitzonderingen laa een ieder, welke met bekentenis van fchuld, ca betooning van berouw en leedweezen zich aan onze Clementie willen fubmitteeren , of welke met 'eden konden twyffelen , of de daad door hem geoleegd in expresfe termen in dit Plakaat was bedoeld, en dus op zich zelve befchouwd, en niet ïit hoofde van verfchooning door de bykoomende omftandigheden, van dien aart was, dat dezelve Dnder de bovengemelde uitzonderingen was begreeoen, vry ftaan zich binnen den tyd van drie maanden naar Publicatie deezes aan ons te adresfeeren , vaar omtrent wy als dan naar examinatie en bevind yaa z,a,akea zullea dispoaeerea; terwyl die genen, welke  Se Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 13 r jyk onzer Onderzaaten, tot verzaaking niet alleen van de pernicieufe drift ter onderneeming of bewerking van nieuwigheden, maar ook van alle losbandigheid, aanftootelyke gedraagingen, gedisfipeerde en ongeregelde leevenswyze, en generaalyk yan allen redenloozen handel en wandel, waar toe de meergedagte troebles eene meer dan gemeene aanleiding hebben gegeeven; en dat een iegelyk zich bevlytige, om de daar door grootelyks veroirzaakte verwaarloozing van Godsdienfiige en Burgerlyke plichten, met een tegenovergefteld gedrag en wandel te boeten en te beteren, op dat alzo een iegelyk deelgenoot zyn moge, van den als dan over Land en Volk billyk te verwagten Zegen des Allerhoogflen; voorts om by alle gelegenheden en in dien opzichten eikanderen heusfchelyk te bejeegenen, en in goede verftandhouding te leeven,zonder zich door verfchillende benoemingen, of afgezonderde byeenkomften van de andere te willen onderfcheiden; en alzö een ieder, zo veel in hem is , het zyne tot herflel van de onderlinge harmonie en eensgezindheid te helpen toebrengen, en zich omtrent ons als Kooge Overheid, jegens zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Erf-Stadhouder, midsgaders omtrent hunne refpective Regenten , Magiftraaten, en alle anderen, die in Hoogheid over hun gefield zyn, met betaamelyk ontzag, eerbied, gehoorzaamheid en onderwerping te gedraa» gen; en generaalyk in, en omtrent alles, te leeven en te handelen, zo als VreedeÜevende, getrouwe en gehoorzaame Onderzaaten en Burgers, betaamd. En op dat niemand hier van eenige ignorantie pretendeere, zo lasten en begeeren wy, dat deeze alomme zal worden gepubliceerd en geaffigeerd, daar zulks behoord en te gefchieden gebruikelyk is. Aldus gedaan en gearresteerd ter Vergadering van de Hooggemelde Heeren Staaten Generaal in jien Hage, onder het Cachet van den Staat, de Fa. I 2 ra»  132 Verzameling van Stukken letreklelyk tot raphure van den Heer prefideerende in onze Vergaderinge, en de Signature van onzen Griffier, op den 5 Juny 1788. (Was geparapheerf) A. R. van Heeckeren van Süideras, vt. (Onder ftond) Ter Ordonnantie van de Hooggemelde Hee» ren Staaten Generaal. (was get.~) H. Facel. Zynde op het Spatium gedrukt het Cachet van Haar Hoog Mogenden op een roodenOuwel, overdekt met een papiere ruite. No. 642. Extra6t uit het Refolutie Boek van Hun £« del Mogenden de Heeren Staaten van Friesland, betreffende de Admiraliteiten en het geheele Zeewezen van den Staat; benevens Confent in het nader Plan tot verbetering van de Armee, mids het reguleeren der Ouotes zyn volle beflag bekome. In dato den 8 Juny 1788. De Heeren Staaten van Friesland hebben goedgevonden en verftaan, de Heeren hunne Gedeputeerden ter Generaliceit te gelasten, ter Vergadering van Hun Hoog Mogenden te declareeren, dat Hun Ed. Mogenden bereids by de eerfte deliberatie over het Plan, raakende de Armée , zich by Refolutie van den I5den Maart deezes jaars faciel hebben betoond tot confent in de introductie der voorgeflagen verbeteringen en veranderingen, voor zo verre de tegenswoordige in 's Lands dienst zynde Troepes betreft, alleenlyk omtrent de aann'eeming van nieuwe Troepes zwaarigheid maakende, finaale deliberatien tot confent aan te leggen, voor en  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 133 4 en aleer het reguleeren der refpective Quotes tus. 'I fchen de Bondgenooten , zyn volle beflag beko* 1 men had. Dat die befchroomdheid als nog zeer zwaar wee1 gende by Hun Ed. Mogenden is, en dezelve wel ,1 diende over te haaien om hun confent op dat (luk, Ij voor en aleer die onzekerheid ware weggenoomen, I geenfints te extendeeren, zo niet de welftand van ?s Lands zaaken, en de meer en meer in verwarring ;' raakende ftaat van de Armée, Hun EJ. Mogenden als het ware onwillens drong, om een ftap verder te gaan, . . , Dat Hun Ed- Mogenden uit confideratien van de presfance, die zich op deed, om van dat Plan op * de een of andere wyze een goede en fpoedige afkomst te maaken, zal immer de Militie tot 's Lands dienst met vrugt geëmplooijeerd kunnen worden, nog een laatfte pooging zullen doen, om zelvs verre boven hunne vermogens, met de refpective Bondi, genooten tot deeze aanmerkelyke uitgaaven te con', curreeren. Dat Hun Ed. Mogenden overzulks in voorlz. na' der Plan, zo als het thands volgens de laatfte op, gave van zyn Hoogheid die jaarlykfche fommezou' de worden geëmplooijeerd, en dat wy des ten einde de Republiek op den duur in de mooglykheid zyn zoude, om eene behoorlyke Marine te houden en daar voor de kosten te vinden, vooraf zyn Hoogheid als Admiraal-Generaal door Hun Hoog Mog. ;' behoorde te worden verzogt, om met en nevens \ de Commisfie uit de Bondgenooten over de defen1 fie van de Republiek thands in 's Hage zittende, te willen opgeeveh, een Plan van redres, zo om\ trent de Admiraliteiten en het geheele Zeewezen, :' als omtrent hec emDlooi der te bepaalen jaarlykfche ; fomme voor de Marine op den ftaat van Oorlog, f ten einde 00 het een en ander dan zodaanige fpoedige en heilzaame Refolutien door de Bondgenoo:' ten zouden kunnen werden genoomen, als 's Lands I 3 wel-  »35 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot aangenaame plicht uit naame van onze Hooge Committenten gekweeten te hebben, in ons particulier de verzekering van onze diépe eerbied aan derzelver voeten neder te leggen. Het antwoord van zyne Koninglyke Majefteit aan de Heeren Gedeputeerden, was woordelyk het volgende. Ik bedank de Heeren Staaten Generaal voor hunne oplettenheid mywaarts, ik ben verheugd, dat ïiet geval, waar in ik my gevonden heb, om de èer van myn Bloed, te moeten wreeken , tevens iets toegedraagen heeft, om de rust van de Republiek te herflellen. Ik zal alle gelegenheden waarneemen, om de Heeren Staaten Generaal het deel en interest, dat ik in het geluk der Republiek en het maintien van derzelver Conftitutie ftelle, te, betponen. Ik wenfche dat dezelve van tyd tot tyd meerder mag bevestigd worden , en in het byzonder, is het my aangenaam, de kennisfe van Uw Myn Heeren, te hebben gemaakt, die in allen tyde zo veel yver voor de goede zaak betoond, eq ter dier gelegenheid, zo veele onbillyke wederwaardigheden geleeden heeft.  j de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 13? • -: NJ- 644. Aanjpraak door den Graave van Randwyk » uit naam van Hun Edel Mogenden de Heeren Staa. ten van Gelderland, aan zyne Majefteit den Koning van Pruis/en, by Hoogstderzelver komst in die Provincie gedaan, Ln dato den 9 Jt,ny 1788. Sire! De Staaten van Gelderland, onze Souvereinen, hebben ons benoemd, om de Eer te hebben aan iÜwe Majefteit te komen betuigen, hoe gevoelig izy zyn aan het geluk, van dezelve op hun grondge: bied te mogen zien: njets zal hun aangenaamer zyn , dan iets te mogen toebrengen tot het genoegen van . !Uwe Majefteit geduurende derzelver verblyf alhier. \ Het zy ons vergund, Sire! van deeze heuchely, \ ke omftandigheid gebruik te maaken, om Uwe Ma« . jèfteit te verzekeren, hoe zeer wy ons gelukwen' ichen met de Alliantie onlangs tusfchen Uwe Ma. jèfteit en de Republiek geflooten: eene Alliantie ! [die zekerlyk alles toebrengen moet, voor het welzyn , en geluk der beide Vereenigde Mogendheden. De inaauwe verbindtemsfen tusfchen deeze twee Mo;gendheden geflooten, en de gelukkige harmonie, die 'altoos tusfchen dezelve plaats gehad heeft, ftrek:ken ons tot zekere onderpanden van derzelver onfchendbaare duurzaamheid. Onze Republiek, Sire! heeft dikwyls in de cri.tiekfte omftandigheden ondervonden, hoe zeer de hulp en appui van het Vorftelyk Huis van Branden, iburg, voor haar nuttig en nood'aaklyk is geweest j :en het is vooral in deeze laatfte tyden, dat wy daar ,van de heilzaamfte ondervinding hebben mogen erJangen. Eene verfoeijelykeCabaale, voor welke niets geheiligd was, had het doemwaardig oogmerk, de vast;geftelde Conftitutie om ver te werpen, en het Huis ivan Orange, waaraan de Republiek, haar aanweeizèn , en grootheid verfchuldigd is, yan haaren wet. ttige Rechten en Privilegiën, te ontfteeken. De Staa, i^en deezer Provincie, altoos getrouw aan hunne ééI J den.  £38 Verzameling van Stukken letrekkelyk tot deo, hebben by aanhoudendheid hunnen yyer vooft de bewaaring van de Rechten en Prerogativen yam die Doorluchtig Huis gemanifesteerd, maar ondanks: aïle hunne poogingen zouden zy waarfcfiynelyk hebben moeten bezwyken, zo Uwe Majefteit, met reden gebelgd over den hoon aan Hoogstderzelver;Vrouwe Zuster, eene Princes, niet minder door: Haare uitmuntende verdienften , en haare deug-den, die boven alle lof verheven zyn, als doorHaare hooge geboorte verheven* zo zegge ik,, Uwe Majefteit niet eene zo billyke als eclatante fa-. risfadtie gevorderd hadde, van de onderneeming; tegens Haare geheiligde Perfoon gedaan. Dc hardnekkige weigering om deezen hoon te: herftellen, deed Uw befluiten Sire! om herwaards.; te zenden Gorlogsbenden, gewoon te overwinnen ,, gecommandeerd door een Held, wiens naam alleènn de plaats van de roemrykfte loffpreuk vervangt, , ten einde op die" wyze eene voldoening te erlangen ,'die men weigerde te geeven. Dit was, Sire! het'; tydftip onzer verlosiing. Ja, Groote Koning, het; zal ons altoos een genoegen zyn te erkennen, dat ; het van Uwe Majefteit alleen is, dat wy het behoud van de Conftitutie verfchuldigd zyn aan eene Re'.; geeringsvorm, die thands op de alleronwrikbaarfte grondzuilen gevestigd, en door de vermogendfte Bondgenooten geallieerd is. Wy durven Uwe Majefteit verzoeken, datdezel- \ ve ni't hoofde van de Nabuurlyke Vriendfchap en verbindtenisfen tusfchen beide Staaten plaats hebbende, ons'altoos met die zelvde gevoelens van Vriendfchap èn welmeenendheid, voor onze Republiek in het algemeen, en voor onze Provincie in Siet byzonder gelieve te continueeren. Wy zullen ons bevlytigen die te verdienen, en nimmer ophouden , om de vuurigfte wenfchen uit te ftorten, over liet welzyn van Uwe Majefteit en den bloei van «en Ryk, welks eerfte beginfelen voor Uwe Majefteit zo glorieryk, en voor de Republiek zpheuchelyk zyn gevyeese, PM  ie Gtbeurtenisfen in 1787 èns. vtörgevalkn. 13$ ah, 645- ExtraSt uit het Boek van Refolutien der Stad Zwolle, waar by de Zilver/meden Stellingwerf, Rensink en Weenink, benevens den Tinnegieter Schoorlemmer , over het vervaardigen van Zilveren en Tinnen zogenaamde Keeshondjes, ieder in eene boete worden gecondemneert. In data den 9 Juny 1788. r Camr. van Sqnsbeeck, Cosf. hy in eene boete van twintig Goudguldens verwee-zen is; gefield word: dat uit de genoomene informatie en eigen confesfie gebleeken zoude zyn, dat : hy zich niet zoude ontzien hebben, zeker model 1 •van een zogenaamde Keeshond, uit Holland hier in 1 te brengen, het zelve in Zilyer na te maaken en te : verfpreiden. Daar in tegendeel, dit zy met alle: eerbied en refpect gezegt, de Remonflrant niet an-,. ders geconfesfeert en beleden heeft, als dat hy het: Model van de diesgenoemde Keeshondfche Medailjon., Yan i 4 1  i$i Verzameling van Stukken betrekkelyk fat 647. Notitie van zodaanige Perfoonen, tegens wienA door de Edele Hoog Achtbaare Regeering der Stadi Amfteldam, Prife de Corps is verleend, en tegen® welke vervolgens, uit hoofde van non comparitiet Crimineel word geprocedeerd. Mr. Diderik Johan van HöoGENDORP i ter zaa-:. ke, dezelve op den 21 April 1787 is prefent ge* nveest en mede geadfifteerd heeft, by het inleve-. ren van zeker Declaratoir , inhoudende de pre* tenfe remotie van negen Heeren uit den Achc-i baaren Raad deezer Stad, naar dat de Perfooneü: van fommigen derzelver feitelyk het afgaan van heè) Raadhuis was belet, en vervolgens mede uit zyrii aaam , op den 2~]den derzelver maand door derc Notaris Dominicus Geniets, in prefentie van Ge* tuigen, aan negen Heeren hadde doen esploiteererl zekere Infinuatie, met inhsreering van het zeU ve Declaratoir , inhoudende verfcheide oproeri-i ge expresfien cn bedreigingen ; en dat hy Mr. Du bekik Johan van Hogendorp, alzo daadlyk is ge-: weest medeAutheur en Aanvoerder van de afzetting; van negen wettige Regenten, alhier ter Stede op"; den 2i April 1787 plaats gehad hebbende, mitsga^ ders nog van de afzetting van twee wettige Burgemeesteren deezer Stad, hier ter Stede den 22 Ju4 ny ï787 gefchied. Mr. Ernestüs EbéltnG , Hendrik van Blomberg , Jacobus d'Amoür, Pieter Witmond, eni Jacob van Staphorst: over en ter zaake, dat de-;, zelve zyn prefent geweest, en mede geadfifteerd: hebben, by het inleveren op een oproerige wyZeü van zeker Declaratoir, inhoudende de pretenfe remotie van negen Heeren uit den Achtbaaren Raad deezer Stad, na dat de Perfoonen van fommigea derzelver faitelyk het afgaan van het Raadhuis was: belet, en vervolgens mede uit hun naam op deni 27ften derzelve maand aan de voornoemde negeai Heeren Raaden hebben doen exploicteeren zekere! Jfifitwacie, raet jnhsreering van het zelve Declaratoir*.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. veorgevdlïen. f4.3 tolt, inhoudende verfcheide oproerige expresfleü sn bedreigingen; en dus daadlyk zyn geweesc meds Aucheuren en Aanvoerders van de afzetting van twee wettige Burgemeesteren hier ter Stede den 22 ijuny 1787 gefchied, mitsgaders van de remotievaa ^en wettigen Hoofd-Officier, alhier voorgevallen den 16 Juny 1787. Mr. Cornelis Henricus van Bekenstein Raket: over en terzaake, dezelve heeft gefungeerd iils Secretaris van een Burger-Legertje, het gene Dnder anderen in de maand September 1787 heefc gefubfiftceïd. Dominicus Geniets, Notaris: ter zaake dezelye van zich heeft kunnen verkrygen, als Notaris, den 27 April 1787, aan negen Heeren Leden van den Aehtbaaren Raad deezer Stad, uit naame van diverfe Leden van den Krygsraad, en eenige Perfoonen, zich noemende Gequalifkeerdens van vee! duizend Ingezetenen alhier, in prefentie van Mr. fcHANNEs Christianus Hespe en Jacobcs Koe, üs getuigen, te exploicteeren zekere Infinuatie, beseffende de prefente remotie der gedagte Heeren SLaaden, en behelzende diverfe oproerige expresien en bedreigingen, zonder zelvs ten opzichte ran diverfe der Inünuanten daar toeverzogt te zyn, )f eenige ordre gehad te hebben. Mr. Johannes Christianos Hespe: over en ter saake, dat dezelve van zich had kunnen verkrygen jp den ii April 1785, den Heer Mr. Nicolaas Kalkoen, Raad in de Vroedfchap deezer Stad, komende by het fcheiden van den Raad uit den Raadsamer, wanneer dezelve tot dicht aan of op den |rooten trap genaderd was, aan tegrypen, en dus (iet afgaan van het Stadhuis hem feitelyk te beletien, met dat gevolg, dat dezelve Heer Mr. Nicolaas Calkcen, door de aldaar vergaderde menigte weder met geweld de Juftitie-Kamer is ingedrongen. . . . BorDE: over en ter zaake dezelve op Zondag, geweesc zynde den 3 Mey 1787, des nade- mid-  4e Gebeurtenis/en in 1787 ens. voorgevallen. 14$ Antwoord van den Heere de Beau. Hoog Edel Gestrenge Heer President* Burgemeester ! Gebruik maakende van den vriendelyk verplich» Itende voorflag, om my over myn opgegeeven anc,woord nog eens nader ce bedenken, en het dan U :Hoog Edele Geflrenge te doen geworden, had ik reeds een uitvoerig opftel beginnen te ontwerpen. :en byna volfchreeven. Maar tegenwoordig zie ik :daar van af. Het geen my gisteren avond, als een :onverwagte Donderflag, over kwam, gebied my dit. Reeds door het Beurtebriefjen, als zullende Prediken, te zyn aangekondigd, en daar my om te lancwoorden tot Maandag uitftel was gegeeven, dan mog echter intusfchen daar van verhinderd, en vóór het aangezichte der ganfche Gemeente te worden, ten toon gefteld, als ware» ik weet niet welk eene ;zwaare fcnuld, reeds klaar, genoeg gebleeken, kan een Dienaar van het H. Euangelie geenfints onver'fchillig wezen, maar moet natuurlyk zo veel gevoeliger treffen, als men byna dertig jaaren ter zelvder plaatfe airede heeft gediend. Ik onthoude my dan -van myne voor het Prsrfidiaale Departement opengelegde gronden van bezwaar hier uit te breiden, len vooral van uit het voorgevallene voor byna agt jaar, af te leiden, dat daar ik toen niet mogt fchriftelyk over geeven, wat ik hadde uitgefprooken, :en ter myner verdeediging had tonnen dienen, ik su niet zonder rede eerbiedig verzoeke, verfchoond !te zyn van in een tegenovergefteld geval het te moe- ten doen. Wat 'er van het geen ik Donderdag ïn de Commisfie gezegt heb, al of niet in den Raad ;diend gerapporteerd te worden, durf ik niet bepaailen, maar laat dat liever over aan ü Hoog Edele XJeftrenge en zyne Heeren Adfesfooren: fchryven:de alleen en verklaarende mids deezen op de plechitigfte wyze, dat niet in ftaat ben aan de requificie ivan den Raad te voldoeo, terwyl het uitgefprooke' VIL Dêïl. K ne*  145 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ne, van het gene ik gefchreeven hadde, gelyk hett my doorgaans gaat aanmerkelyk verfchilt, hebben-, de meer°gefchreeven, dan ik heb uitgefprooken,, maar ook uitgefprooken, wat ik, geheel niet, off alzo niet, gelyk my veel gebeurt, gefchreeveni hadde. Alle moeite heb ik aangewend, om alles te: fchryven, en flipt te memorifeeren, maarmynver-« klanring te breed zynde uitgedegen, zag ik my genoodzaakt, om grootendeels dezelve met bekorting; te herfchry ven; en wel, ten einde door de memoria s localis in quarto niet in de war te raaken, op halve; ïosfe vellen in folio zulks te doen; doch waar mede: zo veel tyd verliep, dat noch het herfchryven kom voltooijen, noch geheel myn Preek kon brengeni op 't papier; maar, hoe ongaarn ook-' my moest: vergenoegen, met, zo veel ik kon, te memcrifee— ren, en op het geen 'er aan het laatfte gedeelte der : toepasfing nog ontbrak, te mediteer en. ■ Dan hoe zeer dus niet in ftaat, om aan de Requi-fitie van den Raad volkomen te voldoen, ben ik; echter, fchoon van de verplichting daar toe nog; niet overtuigd, wel genegen en gereed, om waart in ik befchuldigd mogt worden te mxatoir te hebben 1 gefproken, of waar op eenige andere aanmerking; mogt zyn gevallen, zulks uit myn gefchrift, of uit; myn geheugen , zo veel ik kan, ter goeder trouwe,, op te geeven , fchroomende in het allerminfte niett te laaten leezen, wat ik heb doen hooren, zo veell het kan herhaalen, mids ik zelv' den zin van myne: woorden mag verklaaren. Noch de Tekst, noch het Plan van myn Biddagspreek, is vooraf aan iemand bekend geweest. Aam den Voorzanger zelv' heb ik den Tekst geweigerd,, tot dat dezelve 's Dingsdags moest worden aange-fchreeven. Voor elke zaak. die iemand vooraf ge- ■ weeten heeft, zal ik fchuldig wezen, wat men my gelieft op te leggen. Voor hét overige zal ik inhouden, wat ik meer: nog in myn hart heb, en intusfchen gerustelyk af-wagten, wat de Regeering» na, met de opfchor-..- ting;  148 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Adres van den Heere de Blad. Edel Mogende H. Heeren, Burgemeestf ren en Raad! Gelyk meermaalen voortyds, byzonder ook dé 4 Mey 1780, myne woorden, geheel tegen m? ne waare meening, wierden opgevat, zo yin* ik daar van eene nieuwe proeve in de Refolutie v^ U Edele Mogenden, my Dingsdag avond laatstlee den,' ter hand gefteld- ü Edele Mog.gelieven daa te zeggen: dat zy gilet hebben op myn Declaratoii dat in 't allerminst met fchroomde, zelvs door den dn in 't openbaar ie laaten ïeezen, wat ik had doen hoor er. zo veel het kon hei haaien. Doch die myne woordet: welken U Edele Mogenden leggen tot eên grop van 5t gene 'er volgt, getuigen alleen een blac geweeten, zich niet bewust van onbedagtzaam ie< gezegt te hebben, 't welk niet zou durven laate Ïeezen, maar die woorden zeggen geenfints, d( alles alzo zou konnen laaten Ïeezen. Toen ik gisteren voor veertien dagen, voor hi Prsefidiaale Departement geroepen, eerbiedig redd gaf, waarom meende te mogen verzoeken, om vei fchoond te worden, van aan de Requifitie van Ed. Mog. te voldoen, floeg men my verplichte! voor, om my nog eens nader te bedenken. O. vriendlyk moest ik gehandeld hebben, had ik d( geweigerd. Waar. op de affpraak wierd gemaaki dat tegen Maandag morgen, alzo 'er toch, om < V.-icancie, voor dien tyd geen Vergadering wa; myn antwoord aan den Heer Prffifideerenden bezci gen zou. Had ik my fiegts de mooglykheid va beeld, van het gene my intusfchen, en waar v? geen voorbeeld weet, is overgekomen, ik had g; •wis 'er voor bedankt; en verzogt, dat gelyk : ci ts in gefchrifte ontving, ook alzo myn antwoon mondeling gerapporteerd mogt worden; wannee althands niet tegen my had konnen dienen eene p\ memoria; die ik in de beroerendfte omftandighedd der onverwagte fchorting van myn Predikdienst  e GebeurtenUfen in 1787 enz. voorgevallen'. 149 •a onder een geduurige aftrek, van veelerlei aanioenlyk bezoek, maar naauwelyks voor den bepaalien tyd gereed kon krygen. U Edele Mogenden befchouwen dan myne betwaaren, als ongenoegzaam; en gelasten my als ïog de overgaave van myn Preek, die ik zelv, zo sis ik d:e heb uitgefprooken, in alles niet bezitte. Dat een Predikant gehouden zy, het geen hy leeft doen hooren, wanneer 'er bedenking over ralt, ook te laaten leezen , fluit veroaderftellingen •n gevolgen in , welken onzen dienst zo bezvraaren wouden, dat wist men het vooraf, ik geen Leeraar ;oude willen wezen, daarmeu alzo dagt. Het gene ve alleen voor ons zelven, tot een kortftondig gearuik hebben aangeteekend, is zelden gefchikt, om lan anderen te laaten zien. Altyd viel my het woordelyk memorif eer en moeijelyk. Dikwils ondoenlyk. Dit wordt met het klimmen myner jaaren, vooral liet beter. Thands Predike ik zeldzaam, of ik naake onder het memorifeeren zo veel verandering, lat ik tyd noch lust hebbende, om het te herfchryi-en, ik liever yerkieze, gelyk meermaalen gebeurt,' :e verfcheuren, dan te bewaaren. Hoe het myn Biddagspreek gelegen zy, ten aanitien der overeenkomst tusfchen het gefchreevene en uitgefprookene, heb ik reeds te vooren opgegeven. Synodaale bezigheden, die geen uitflel iconden lyden, zyn mede oirzaak, dat die overeenkomst minder is, dan zv anders geweest zou zyn. Dan daar men uit ee'ne aanhoudende weigering mooglyk ten mynen nadeele zou befluiten, — daar ik my van geen drift noch verkeerdheid ben bewust, daar ik in een korte aanfpraak aan de Heeren, gelyk men zien kan uit de Preek, openlyk verklaard heb, hoe het verre van my ware, dat ik hen befchuldigcn zou willen, of in verdenking brengen, ja! daar ik, in de grootfte oprechtheid van myn hart, betuigen kan, zulk een uitwerking van ophef en ongenoegen, als myn Preek gehad heeft, zelvs niet vermoed, ik laat ftaan bedoeld K 3 te  %S% Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zelve mogt tegen hebben, niet veroirdeeld te worden, zonder gehoord te zyn, had ik gehoopt- dac deeze myne begeerte niet zou zyn voorby gezien. ■ Wel wierd ik onlangs wederom voor het Pra;- fidiaale Departement geroepen , maar waar in ik misdaan had, is my niet voorgehouden. Men vermogc zelvs niet zich ergens over mee my in te laaten. Ik ben derhalven, nopens het geen 'er in byzonderheden ten mynen lasce is, ais nog onkundig En echter wördt daaromtrent van my een Declaratoir gevorderd , diep vernederend niet alleen, maar zodaanig ook. dat ik het zelve, naar waarheid, en met een goed geweeten, derw.yze niet doen kaa. In den rollen Raad niet alleen zulk een Declaratoir af te leggen, maar ook, op dat 'er de gedagtenis van blyve, het zelve verteekend over te geeveD, befchouw ik voor iemand van myn ouderdom en betrekking, na dat myn besten leeftyd, nu byna dertig jaaren, in den dienst van Groningens Gemeente heb afgefleeten, als zo diep vernederend» dat ik my daar aan niet zou konnen onderwerpen , dan in gevallen van zeer zwaare, en onweerfpreeklyk klaar gebleeken, fchuld. — Maar al kon ik ook, Edele Mogende Heeren! tot zulk eene diepe vernedering befluiten, dan nog zou ik het niet mogen doen: alzo ik daar door een valfch getuigenis tegen my zeiven af zou leggen, en tevens wederfpreeken, wat ik bevoorens, by de overgifte van de Preek, ook onder myne handteekening, aan U Edele Mogenden verklaard heb, en betuigd. ■ Zedelyk onmooglyk is 't my over zulks, het voorgefchree ven Declaratoir alzo" te doen; behalven, dat 'er de eere van myn naam, en de achtbaarheid van myn dienst, derwyze mede is gemengd, dat ik 'er my aan de haatelykfle verwytingen door zou vinden bloot gefield, en alle nodige vrymoedigheid in 'c fpreeken my ook zyn benomen. U Edele Mogenden gelieven te veronderflellen, dat ik my fchuldig heb gemaakt aan uitdrukkingen zo  ie Geleurtenisfen in 1787 enz. nar gevallen. 153 zo onvoorzichtig en on'gemefureerd, dat ik Hoogstdenzelven, daar door ongenoegen heb gegeeven en beledigd. Maar ik ben 'er my niet van bewust; en welke uitdrukkingen U Edele Mogenden bedaelen, is my mede onbekend. Hoe kan ik dan, Myne JHeeren! daar over welmeenend berouw betuigen, en verfchooning verzoeken? deed ik het, wat-zon het anders zyn, dan een woord der lippen, daar myn hart geen deel in had. Dan hoe ik dit, als een eerlyk Man zou konnen doen , bekenne ik niet door te zien. -r- Befchouwen U Edele Mogenden myne ■uitdrukkingen, als onvoorzichtig en ongemefureerd, ja als van een beledigenden aart/blyft het dan niet, oog, het zy met eerbied gezegd, eene nadere vraag, hoedaanig myne meening ware? Elk is toch de beste Uitlegger van zyn eigen woorden. Ook konnen uitdrukkingen ongemefureerd en onvoorzichtig wezen , terwyl 'er nogthands geen beledigende bedoeling mede gaat gepaard. Overwege ik daar beneven de emftige Recommandatie en Bedreiging, dan ichynen die ook in myn Perfoon en dienst te onderftellen, waar vau my myn geweeten voor den Richter der ganfcher aarde vry verklaart. Dan hoe zeer ik ook, na herhaalde overweeging van zaaken, my zeiven tot die maate niet kan fchuldig vinden, dat ik welmeenend fchuld belyden, berouw betuigen, en verfchooning vraagen kan, wil ik echter my geenfints onttrekken, maar, uit confideratie voor de Regeering, ter liefde tot den Euangeliedienst, en tot onze my zeer Waarde Gemeente, voor U Edele Mogenden een plechtig Declaratoir af te leggen, en ook onderteekend aan te bieden, gelyk de vryheid neeme te doen by deezen, met ootmoedig verzoek U Edele Mogenden gelieven zich, het een of ander daar van, te laaten welgevallen. „ Ik betuige dan, hoe het my waarlyk leed zy, „ dat'er, uit myne jongfte Biddagspreek, zo veel „ ongenoegen by de Edele Mogende H. Heeren „ Burgemeesteren en Raad deezer Stad is ontdaan; K 5 » CQ  T$é% Verzameling van Stukken betrekkelyk tot 5, en dat, daar ik geen beledigende intentie heb) ,, gehad, geiyk ook op den Biddag van den Predik-. „ lloel gezegt heb, myne uitdrukkingen evenwel,, als zodaanig onvoorzichtig en ongemefureerd aam „ den-Raad zyn voorgekomen; ganich anders, dam s» ik dezelve "heb gemeend, of my ook daar van nui g, nog ben bewust. Of konnen U Edele Mogenden in dit myn De-' 3, ciaratoir niet berusten, gelyk ik eerbiedig ver-s, zoeke, dan betuige ik gereed te zyn, om alle; „ andere billyke fatisfacfie aan H. Heeren Burge-,, meesteren en Raad te geeven, wanneer my zall zyn gebleeken, dat ik, (fchoon het dan nogal-„ tyd tegen myn intentie geweest zal zyn,) onvoor*> „ zichtig en ongemefureerd beledigend my hebbe: s, uitgedrukt; en wanneer my daar toe, uit myn i „ Preek, die U Edele Mogenden in handen heb- > ,, ben, zal zyn opgegeeven, welke uitdrukkingen i zodaanig aan den Raad zyn voorgekomen, dat; i, ik daar over berouw betuigen, en verfchooning ; i, moet verzoeken. Ik acht het toch zeer mooge- • s, lyk, dat 'er in de eene of andere van myne uit- > 3, drukkingen iets onvoorzichtigs of ongemefureerd katt . j, liggen opgewonden, het welk ik zelve, wierde 3, het my byzonder onder 't oog gebragt, als zo* daanig moest erkennen, hoe zeer ook zulk een 3, denkbeeld, als 'er ongedwongen uit kon wor9, den afgeleid, aan myn woorden geenfints had gehegf". fit*  %6i Ver&amïing van Stukken betrekkelyk tot Edel Mogende Heeren , Gedeputeerde Staaten van Stad en Lande! Gunftig verlof hebbende bekomen, om mynbe» zwaar over het weder geeven van myn Credentiaal ter Tafel van dit illuftre Collegie open te leggen, heb ik de eer zulks eerbiedig te doen by deezen. Vooraf gelieven Ü Ed. Mogenden te weeten, hoe ik dat Credentiaal niet teprcematuur begeerde. Reeds in April (den 27) wierd ik door de Synodaale Clas« fis van Leiden tot de Zuidhollandfche Synode, te Breda den 8ften July te beginnen, uitgenodigd, met verzoek om fpoedige refcriptie naar die beide Steden. Waar op den 2den May van U Ed. Mog. de gewoóne Authorifatie verzogt, en die den dag daar aan bekwam. Het Credentiaal van onze Synode is wel alleen genoeg, om in de met ons correspondeerende Synoden, fesfie te bekomen, want er geen ander gevraagd word noch vertoond; maar betaamelyk is het niet te min, zich by U Ed. Mogenden aan te melden, alvoorens zulk een Brief van uitnodiging beantwoord wordt. Dan daar de my onlangs verleende Commisfie, van U Ed. Mogenden, thands weder word te rug gevraagd, ben ik wel gereed , daar aan zonder uit* nel te voldoen, doch zy het my alvoorens geoirloofd, U Ed. Mogenden een en ander bedenking daaromtrent onder het oog te brengen, niet zo zeer uit een beginfel van fterke begeerte, om die Commisfie zelve waar te neemen, want ik reeds in overweeging had genoomen , om dezelve aan myn Secundus over te draagen, maar om eene nieuwe fletrisfure af te wenden, welke my, door van die Commisfie, na dat de vereifchte authorifatie reeds ontfangen hadde, alzo ontzet te worden, zoude worden toegebragt. De Comrnisfien naar Zuid- en Noordholland, zyn hier een deel der vergelding van het Deputaatfchap } en worden daarom altyd de beide afgaande Depuiaaten daar toe ook benoemd. Maar heb ik nu, * Edel  de Gekurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 163 Edel Mogende Heeren! den last van het Deputaatfchap, die beide de laatfte jaaren buitengewoon gewigtig en werkverfchaffend was, gelyk aan het Illuftre Collegie niet ganfch onbekend kan zyn, voluit gedraagen, het kan niet anders, dan myhard Vallen, my van dac genoegen en die vergelding, op zulk eene'wyze te zien verhinderd. Nu vooral, nu de Boekzaal myne beftemming tot die Commisfie airede openclyk heeft aangekondigd; ik te Breda verwagt word, en 'er op myn verzoek logement. Voor myne rekeninge is befproken. Des de verhindering van daar te komen, my te meer ten toon zou ftellen, Vermids 'er reden moet gegeeven worden, waarom ik, die het had aangenoomen, daar zelv' niet korne. Was ik in myn Deputaatfchap berispelyk befchouwd, en daarom van een voordeel en genoegen van het zelve ontzet, myn bezwaar kon minder in aanmerkinge komen. — Of was ik by formeele Sententie, na vooraf gehoord te zyn, oneerlyk of inhabil verklaard, ik zou onbevoegd zyn , om myne Commisfie uit te voeren 5 maar my is alleen by Politieke Refolutie van Burgemeesteren en Raad het Leeraarambt in deeze Stad opgezegd, en het prediken in de Stads Jurisdictiën verboden. -™ In hoe ver een Magiftraat alzo een Leeraar zyn Ambc kan opzeggen, als ware hy byzonder in den dienst der Regeering, en welke gevolgen uit zulk eene Veronderftelling natuurlyk vloeijen , betwiste ik* hier niet, maar is een zaak die ik aan U Ed. Mog. als fummi Episcopi, gaarne overlaate. Alleen neeme ik nog de vryheid, Ü Ed. Mog. in overweeginge te geeven, of niet ik, daar myne Beroeping Kerklyk is, fchoon Politiek geapprobeerd, ook Kerkelyk Predikant van Groningen blyvc, fchoon Politiek van myn dienst en traEtement ontzet; zo lang ikniec Kerkelyk veroirdeeld ben, als, om leer of leevenmyne Bediening onwaardig? wanneer my nog, naar ftyl, de weg van appél ad Synodum zou openftaan, daar ik dan welligt de eerfte zoude wezen, die zich beklaagde: dac een Klasfis, op voorgang van een La P'-  164 Verzameling yan Stukken betrekkelyk tót Politieke Refolutie, een Predikant removeerde, tëf oirzaake, dat hy zich gemoedelyk bezwaard bevond, om voor een voilé Regeering plechtig af te leggen, en eigenhandig onderteekènd over te geeven, een Declaratoir van leedwezen, waar van hy de vereifchte bewustheid niet bezit, terwyl hem zelvs de uitdrukkingen, die hy, onvoorzichtig en Ongemefureerd, gebezigd zoude hebben , niet zyn genoemd, noch hy daar over wierde Onderhouden. — Hoe zeer ook onze Stads Regeering my myn Ambt heeft opgezegd, blyf ik echter Predikant, in zo ver "althands, dat ik overal, behalven in de Stads Jurisdictiën , openlyk mag prediken. Ook 'meene ik Lid van onze Klasfis te blyven. — Om Lid van een Klasfis te worden , wordt wel vereischt, dat men onder die Klasfis een Beroep bekome. Maar al word een Predikant van zyn Beroep ontflagen, en een ander in zyn plaats beroepen, verliest hy daarom zyn Hem noch zitting in de Klasfis niet: gelyk de Emeritus-Predikanten, zo als ik hier drie, onder myrié Ambtgenooten, gehad heb, daar van ten bewyze ftrekken. En welk een aantal van Predikanten, zullen ook, die Politiek ontflagen zyn, zou ik U Ed Mogenden konnen noemen, ter ftaaving myner ftelling ! Deventer alleen levert daar van deezer dagen , zelvs een viertal uit Ook geeft ons de laatfte Boekzaal een beflisfend voorbeeld, in eenen der tegenwoordigen Deputaaten van de Zuidhollandfche Synode zelve. D. van Marlé is «vel van zyn diénst ontflagen, ja ook zyn Predikantsplaats door D. van Rossom reeds vervuld. Niette min word hy niet alleen nog Predikant te Delft genoemd, maar fungeert hy zelvs als Deputatus Syno. Ai, en heeft hy in die betrekking den 6den May laatstleeden in den Briel een peremptoir Examen bygewoond. Stem en zitting in een Klasfis verliest mén alleen, of door zelve dimisfie té vraagen, of door Kerkelyk, om leer of leeven, geremoveerd te -worden. Het eerfte ben ik niet gezind te doen; en cp wélk een grond vaa wet of reeht, my het twee.  de Gehort enisfen in 1787 en%. voorgevallen. l&$ de zou kunnen overkomen, zonder dan nog te mogen appélleeren, is my onbekendBen ik derhalven fcrktlyk nog Predikant, en Lid yan onze Klasfis, zo wel als afgaande Deputatus; ik betuige niet door te konnen zien, waarom ik myne Commisfie, waar toe onze Synode my naar ftyl benoemd, era, ook U Edel Mogenden my reeds gevolmagtigd hadden, niet zou mogen behouden, noch waarneemen, fchoon my myn dienst hier in de Stad is opgezegd; terwyl zich myn verbod tot het Prediken in de Stads 'jurisdictiën alleen bepaald. Mooglyk zyn 'er in het Politieke ook wel voorbeelden» dat fchoon iemand zyn eerde radicaal juist niet behield, hy pogthands geniet wat hem daar uit wierd gebooren. Komen echter deeze bedenkingen U Ed. Mogenden als nog niet genoegzaam ge'wigtig voor, dart verzoek ik eerbiedig, alvoorens het Illuftre Collo gie over deeze zaak finaal zal disponeeren, voor Gecommitteerden uit U Ed. Mogenden daar over nader gehoord te mogen worden, ten einde myne gronden wat uitgewikkelder , dan ik het de aan-, dagt deezer aanzignlyke Vergaderinge thands zou durven vergen, aan den dag te leggen. _ Ware hec dan nog vervolgens evenwel alzo, dat ik ook deeze vernedering der intrekking van U Ed. Mogenden Credentiaal moeste ondergaan, ik zou my dan gereder daar aan kunnen onderwerpen, als hebbende ter. afwending daar van, in het werk gefteld, wat in myn .vermogen was ; en wanneer ik nog akyd dankbaar zal erkennen, dat U Ed. Mogenden my geen gehoor geweigerd hebben. Aldus voorgedraagen en overgegeeven in. Qalle» gjot den o May 1788. Th. Ba. de Blau q. q. Waar. op gedelibereerd zynde, hebben de Hee^,, ren Gedeputeerden, perfifteerende by de genome, ne Refolutie van den iden deezer goedgevonden er* L 3 ver^  i66 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot verftaan , dat het Credentiaal, het welk als nu as overgegeeven, zal worden ingehouden, ten welken einde hier van Extract aan den Heer de Beau zal worden ter hand gefteld, tot zyn naricht; als mede aan de Heeren Deputati Synodi, tot derzelver informatie. Coll. Concord, (was gei.) R. B. Gcckinga, Secret, H°. 649. ExtraB uit het Refolutie Boek van Hun Ed. Mog. de Heeren Staaten van Friesland, fpettee. rende het overneemen der Corpfen van den regeeren, den Hertog van Brunswyk, den Markgraavevan Brandenborg Anspach en den Hertog van Mecklenburg Swerin, in dienst van den Staat der Vereenigde Nederlanden, Sc In dato den . . . Juny 1788, By refumptie gedelibereerd zynde op eene Misfive van Hun Hoog Mogenden, van den 27flenMay deezes jaars, waar by hebben overgezonden een extraordinaris ftaat van Oorlog voor deezen jaare Ï788, contineerende de Corpfen van den regeeren• den Hertog van Brunswyk, den Markgraave van Brandenburg Anspach en den Hertog van Mecklenburg Swerin, in dienst van den Staat overgegaan, volgens Capitulatien van den 22flen February, 6den en 27ften Maart en 5den May laatstleeden, midsgaders een ftaat van de Subfidien aan opgenoemde Vorflen toegezegd by de Ttraüaaten met dezelven aangegaan, en van de Quotes der refpeclive Provinciën, en het Landfchap Drenthe in dezelve. Is gehoort het Rapport, door de Heeren Hun Ed Mogenden Gecommitteerden in 't Mindergetal, met Heeren Commisfarisfen uit het Collegie en Rekenkamer, de opgedagte flukken geëxamineerd hebbende, ter Vergadering uitgebragt, en voords  de Gebeurtenis/en M 17Z7 enz. voorgevallen. 167 voords geconfidereerd zynde, dat Hun Ed. Mogenden, uit hoofde van den bekrompen toeftand hunner Provinciaale finantien en onevenredigen aanflag in 't draagen der lasten van het Bondgenoodfchap, in de overneeming der gemelde Troepen in dienst van den Staat, by hunne refpective Refolutien, daaromtrent geBQomen, niet anders dan op die expresfe voorwaarden hebben geconfenteerd, dacdeGviota deezer Provincie, zo ten aanzien vari de Softiycn, Traktementen, Subfidien en verdere kosten, niet hooger dan tegen ƒ 8 - 13 - 3 in het honderd zoude worden gedraagen , en de voorfchreeven itaatea der Soldyen, Traktementen en Subfidien ter contrarie by den Raad van Staate op deeze Provincie zyn gerepartitieerd tegens ƒ 11 - 13 - 3 ten honderd, en dus over een geheel jaar genoomen, te hoog gebragt zyn, ten opzichte van de Soldyen, eene fom van ƒ 25725 -14-10, en aangaande de Subfidien ƒ 12149 - *9 - lof; goedgevonden en verftaan , van voornoemde extraordinaris ftaat van Oorlog af te wyzen, gelyk Hun Ed. Mogenden afwyzen by deezen eene Camp. Grenadiers van Anspach, gelyk ook de Comp. van Meckxenborg ter repartitie van Friesland gebragt, nagenoeg uitmaakffide de fom van de drie in het honderd, welken boven het confent van deeze Provincie op dien ftaat gefteld zyn, terwyl Hun Edele Mogenden in diervoegen mede afwyzen op de Subfidien voorfz. de drie percent, welke dezelve boven Hun Edele Mog. confent ter deezer Repartitie aangefiagen zyn. Wordende wyders het Collegie der Pleeren Gedeputeerden geauthorifeerd en gelast, om op de voldoening dèr Soldyen en Subfidien op meergemelde Staaten ter betaaling van deeze Provincie gebragt, voor zo verre hier boven by Hun Ed. Mogenden niet zyn afgewezen, de vereifchte orde te Rellen enz. L 4  168 Wcrtameling tm Stukken hetrelkeiyk tot. No. 650. Memorie van den Graav van Merode, Extraofdinnris Envoyé en Pleriipotentiaris van zyne, jfceherlyke Majejleit, aan Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden , reclameetende fehaadeloosjtelling voqr eene Onderdaan van zyne Majejleit enz, In da;* den 16 Juny 1788, Hoog Mogende Heeren l. Een onderwerp van weinig gewigt, doch wast by Uwe Juftitie, zo wel als de beledigde eigendom van een der Keizerlyke Onderdaanen, belang-heeft, •vordert de tusfchenkomst van U Hoog Mogenden by de' Magiftraat van Dordrecht, welke de Auteur is van het bezwaar, het welk ik de eer heb voor U Hoog Mog. open te leggen. Zekere roosen, een Inwooner van Neder Geruchten in Oostenryksch Gelderland, deed, in de maand July 1787, voor zyn rekening van Amftel4am komen twee ftukkén Brandewyn, gemerkt met < to den 18 Juny 1788. Hoog Mogende Heeren, Byzondere lieve Vrienden en Maeuüren! De Heeren Gedeputeerden, welke U Hoog Mogenden aan my naar Wezel hebben afgevaardigd,, om my van derzelver vriendfehappelykegevoelens! te verzekeren, hebben zich van dien last tot myne: grootfte te vredenheid gekweeten. Ik erkenne de attentie my daar door beweezcni niet de verpiichtendfte dankbaarheid, en even ge-lyk ik aan de Heeren Gedeputeerden by hun ver-, trek myne vriendfehappelyke gevoelens voor Huni Hoog Mogenden en derzelver Republiek bereids? hehbe te kennen gegeeven, zo ftrekt het my ook: thands nog tot een vergenoegen, Uw Hoog Mog.. zelve te verzekeren, dat ik als een getrouw Bond-gtnoot van deeze myne gevoelens aan U Hoog Mo-« genden en de geheele Republiek by ieder gelegenheid krachtdaadige blyken zal geeven, en alles zaJl toebrengen om de naauwe verftandhouding en de: goede Nabuurfchap tusfchen de beide Staaten fub-fifteerende, niet alleen te onderhouden, maar ook: altoos meer en meer te bevestigen, en ia het ge-. ae«  , ie Gebeurtenis/en in ijS? enz. voorgevallen, 17Ï ieraal te betuigen, dat ik met waare vriendfchap n toegenegenheid ben. ;£erlyn Uwer Hoog Mog. goedwilligen ;en &c. Vriend en Nabuur. Cgeteekend) Fr. Wilhelm,. (gecontrafignetrd) FlNKESTEIN. HERZBERO. •ï°. ©"52. Refolutie van Hm Ed. Mog. de Heeren Staaten van Utrecht, ter tafel van Hun Hoog Mogenden ingebragt, betrekkelyk de Brunswykfche, Anfpachfche en Meckelenburgfche Troepes, in dienst van deezen Staat overgenoomen Sc In dato den 23 Juny 1788. ; Hunne Hoog Mogenden, by Misfive in dato den 3ften Mey laatstleeden, de refpeftive Provinciën hebbende aangemaand tot prasftatie van een ieders puota in de Renten van de, by den Raad van StaaÉn, voor uit te fchietene Penningen voor de aanitsgelden der Brunswykfche , Anfpachfche en leckeienburgfche Troepen, als ook ter voldoe,ing der refpective Quotes, zo der Soldyen als der mbüdie-gelden, voor gemelde Troepen, al mede ip de Extraordinaris ftaat van Oorlog ten deezen rozichte geformeerd; zo hebben de Heeren Geleputeerden der Provincie Utrecht, den 23ften aatstleeden, ter algemeene Staats-Vergadering in•ebragt de Refolutie door de Heeren Staaten van iooggemelde Provincie daar omtrent genomen , loudende : dat Hunne Edele Mog. gezien hebbende Je generaale Repartitien voor die Troepes, niet konien nalaaten te remarqueeren, dat hoe zeer ook ieeze manier allefints gewoonlyk is, ook nu zeer eefchikt zoude zyn om deezen last onder de Bond* ■ go-  yjn Verzameling van Stukken betrekkelyk Ut gecooten te verdeelen, Hun Edele Mogenden echi ter, uit hoofde van de flutlueerende Quotes , vreee «en. dat in het prefente tydftip de betaalingen niee Sollén volgen met die eenpaarigheid en prorhticudd als wel nodig is; — dat de afwyzingen by de Pro,< vincie friesland vaP djyerle Lasten v>n de Unies en de nqp-betaalmg yan'de Provincie Zeeland op andere Petitiën doen vreezen, dat die Provincier wederom pp dien voet, relatief deezen Extraordf nairen Staat van Oorlog, volgende, een gedeeltt yan haare Qüötes, hier door wede* ten kste def Generaliteit;. Kasfe komen zal, het geen niet redei byk zyn zoude en van deeze bezwaarde Provinci niet te vergep haar volle Quote op te brengen, zi wanneer anderen hier in naiaatig mogten bevondes worden, waar uit aldus ook alhier een craagere em jn navolging yan anderen, maar eene gedeeltelykn betaaling volgende, een groot gedeelte der nieuwv last komen zoude op de Generaliteits-Kasfe. I Dat Hunne Edele Mogenden daarom bereids had den geproppneert, qm, alle deeze kosten (immer: by provifie) door den Raad van Staaten te doen bei taaien uit de Generaliteits-Kasfe, en de Penningen daar toe podin te Negotieeren; —— dat de zwaa: righeden, hier tegen by den Haad van Staaten g© moveert, Hun Edile Mogenden niet van dat gewigj waren voorgekomen, dat hier in verandering zoude behooren gemaakt te worden, nadien de vrees voot eene mip richtige voldoening der Intresfen by alLl de Bondgenooten., niet meer den Raad fchynt t« moeten dehorteeren van zodaanige betaalingep uii de Generaliteits-Kasfe , als de vrees voor eene geheet le of gedeeitelyke con-betaaling der uitgetrokkenc Quote, den voornoemden Raad daar toe zouden moet ten aanfpoorep ; -t- dat het fucces op eene tedoeno Negotiatie al mede hier toe gene reden opleverdi aangezien den last by eene Repartitie gevondei wordende, dat fucces by fommige Bondgenooter even zeer getenteert zal motten worden, terwyl] wat  it tiiïkrtimsfcn in i/8> rforgèWfëk. t?$ rat deeze Provincie aangaat, de verfchuldigrie Pen*ingen tèrbetaalihg, insgelyksdoör eeacNegociatie uilen moeten gevonden worden. Dsr. Hunne Edele Mogenden daarom nógnvials Ir*. :edenking geeven, of niet * hangende de Befóignes ivèr de Provinciaale Quote* , het convenabeistzoue zyn,"om ai het verfchuldigde, wegens de overeeming van meergemelde Iroepe;-, over dit jaar e doen betaalén uit de Genéraliteits-Kasfe, en dea iaad van Staaten daar toe te verzoeken en te auchoifeeren, mitsgaders hier toe zo veel te Negoticeen ten laste der Bondgenooten als nodig zal geoireeld worden, ten einde de Befoignes der Qjiotes" fgeloopen en hier door een evenredigen voet van etaaling geïntroduceerd zynde, vervolgens daaf an de Repartitie te doen i ah wanneer deeze Pro incie mede gaarne haar Quote, in het een en arrer zal voldoen, en waar door dan inmiddels alle on- of laatere betaalingen en daar uit voorn/loei. mde verwarringen, voorgekomen zullen worden.- - fa. 6-  274 Verzameling v&n Stuiken betrekkelyk tut „ Ïeezen; daar word niets aangedaan; ik wil myr/ hoofd verliezen, zo 'er deeze dag een Herberg „ is gevifiteerds maar op deft....t Onnge Lino jesmoet gepast worden, als of daar aan het wel „ zyn van het Land vast is." Waar over gedelibereerd, hebben de Heereï Burgemeesteren en Raad, den Secretarisgecommiti teerd, om uit naam van den Raad deszelvs ongenoei gen te kennen te geeven, aan den Heer R. Bl CjOCKinga, over deszelvs onbedagtzaam en temei ïair gedrag in voorfchreeven zaak, waar door ziet ongeacht het Carakter door hem bekleed wordendet in zo verre heeft geëmancipeerd, dat zich me Schouten Dienaars compromitteerende, voorfchree ven onbetaamelyke reflexien aan dezelven heeft ge, communiceerd; en voorts daar by te voegen, dat H»! Edele Mogenden verwagten, zo als ferieus aan zy) Edele recommandeeren, dat zich, door eene veE keerde yver vervoerd, nooit wederom aan dusdaa ne daad fchuldig maake, op dat niet Hun Edefc Mogenden genecesfiteerd worden, op eene fterker manier tot hun leedwezen te disponeeren. 654- Misfive van Prefident en Raaden van de Hove van Holland, aan Hun Ed. Groot Mogende de Heeren Staaten van Holland en West-Frieslanc: ever Frans Willem Buyzer, Burger en lngez: ten der Stad Delft, en Gedetineerde op de Vooi poorte in 's Hage. In dato den 24 Juny 178& Edele Groot Mogende Heeren! Ter voldoening aan de gerefpecteerde order vv U Edele Groot Mogenden, vervat by Hoogstdes zeiver Appoinöement van den 8ften der gepasfeei de maand Mey deezes jaars, op het hier nevens wi der terug gaande tweede Requeste van Frans Wi lem Btjyzer, Burger en Ingezeten der Stad Delf: thands Gedetineerde op de Voorpoorte alhier, te< dcc  » Géeurtenisfen in 1787 ent. voorgevallen. 175 leerende omme als nog het effect te mogen' genieen van Uwer Ed. Groot Mogenden Amnestie van ieh t5den, February laatstleeden; immers en in aien gevalle, dat het aan U Edele Groot Mogende» joedguuftiglykmogt behangen, om aan den Suppliant , voor al het geen ter zaake by deszelvs Re» mesten vermeld, door hem zoude mogen zyn Gerommitteerd, te verleenen Uwer Edele Groot Molenden Brieven van Abolitie in optima forma i zurende dienen van onze Confideratien en Advys op den voorfchreeven Requeste; reflecteeren wy voor» tf: dat ten deezen alleen in Confideratie kan komen net fubordinaire verzoek, naamlyk omme Abolitie, :erwyl op het eerfte of primaire, waar toe ook des Suppliants voorige Request getendeerd heeft,-wy reeds de eer gehad hebben U Edele Groot Mogenden van onze Confideratien en Advys te dienen; en jetreffende dan het voorfchreeven ten deezen ge. daane fubordinateverzoek; remarqueeren wy: dat, ^elyk daar toe (volgens des Suppliants te kennen geeven) aanleiding gegeeven heeft Uwer Ed. Groot Mogenden Publicatie van den I7den April deezes (aars, buiten twyffel in de laatfte periode van dezelve, in de woorden: ,, onverminderd nogthands i, onze byzondere geneigdheid, omme gratie en ,, vergiffenis te verleenen aan zodaanige Perfoonen, „ welke met bekendtenis van fchuld en betoooing van berouw en leedwezen, zich aan onze Cle„ mentie fubmitteeren en wier begaane misdryvea E niet zo groot en gevaarlyk zyn, dat de rust en „ veiligheid van den Staat, alle gratie en vergiffe„ nis zou uitfluiten." ' Vervolgeas ten deezen opzichte in aanmerking komen deeze twee Poinóten: 1. Of de Suppliant met bekendtenis van fchuld en betooning van berouw en leedwezen, zich aan U Edele Groot Mogenden Clementie heeft gefubmitteerd. 2. En of des Suppliants begaane misdryven niet zo groot en gevaarlyk zyn, dac de rust ea vei- lig-  Ïf6 Verzameling van Stuiken betrêkklyk tót ligheid van den Staat alle gratie en vergiffen!*' zoude uitfluiten. En wat dan het voorfchreeven eerfte requiflt be* treft, zo neemen wy de vryheid U Edele Grooö Mogenden te rememoreeren, de middelen, en pofiU tiven van des Suppliants vóorige Request, weli ]te de Suppliant by deeze zyne. nadere Reques-: te declareert te inhasreëren, mitsgaders ons te re*' fereeren tot onze , Confideratien op dezelve des1! Suppliants eerfte Requeste aan Uw Edele Groot! Mogenden gefuppediteerd:. waar by wy geen zwaa* righeid gemaakt hebben ons ten dien opzichte taf uiten , dat wy des Suppliants Requeste hadden bevonden in lübmisfe termen, zo als behoorde>: te zyn geconcipieert, en dat het daar by gedaan ue Declaratoir j (houdende dat hy Suppliant, mogt! hem zyne ootmoedige bede . worden toegedaan* zich voortaan aan de Landsvaderlyke vermaaningene van U Edele Groot Mogenden, in Hoogstderzelven Plakaat gegeeven, zyn leeven lang met eerbied on* derwerpende, het zich tot eene duure plicht zoude reekenen, de Wettige Conftitutie en Regeelingsvorm deezer Landen gehouw en getrouw tei zyn en zich aan de Hoogfte en Souvereine Overheid van U Edele Groot Mogenden, met het ErfStadhouderfchap in het Doorluchtig Huis van Orange, altoos nederig te onderwerpen) ons zeer be— taamlyk en , op zich zelv geconlidereerd, voldoende was voorgekomen : jadatdeongedwonge fchuldbekendtenis en het, voorfchreeven Declaratoir vaoi den Suppliant,, by deszelvs voorfchreeven Requeste, het welk hy zelv mede onderteekend had, gedaan, by ons in aanmerking waren gekomen, orai niet geheel disfavorabel op des Suppliants fubjeQ.' te denken; terwyl ook de Prokureur Generaal by? deszelvs advys,' offchoon voor als nog niet favora--. bel kunnende advifeeren, de voorfchreeven om», ftandigheden en des Suppliants gevangen ziften^, geduurende toen reeds van vyf maanden, ook aani onze attentie ten voordeele van den Suppliant had! ■ * aan»;  ïf 8 Verzameling van Stukken letrekkelyk tot ,, den i6den September laatstleeden gehouden, ot> „ fchoon het efrecf aan de daadlyke uitvoering niet ,, in zo verre had beantwoord , dat zy alle de Pen ,, foonen, die zy voorneemens waren te ligteni „ t'huis gevonden hadden; doch dat de Suppliami in Perfoon fchuldig was aan het arresteeren vaE Mr. Canziüs ONderdew^ngaard, Veertig dee ., Stad Delft, en het feitelykoverbrengen vandenr ,, zeiven naar het Stadhuis, onder escorte van gei wapende Manfchappen, zo als de Suppliant, bp zyn tweede verhoor, Art. 79 &? feqq. ook hau „ erkend; dat derhalven de Suppliant, welke lam gen tyd onder het Genoodfchap geweest wass alles had bygewoond, van geene Adresfen wa; „ onkundig geweest, integendeel dezelven ha; „ geteekend en helpen prefenteeren, en eindly'ï „ tot dien ftap was gekomen, van de onwettig gei removeerde Regenten en andere zyner mede-Im 9, gezetenen te arresteeren, voor zo veel van her ., dependeerde , en nier kon gezegd worden zt onnozel te zyn, als hy Suppliant zulks by d( ., middelen van zyn Request wilde doen voorkc ., men, maar veelmeer moest gehouden wordeni ,, dat hy van alle die daaden was geweest een zeei ., werkzaam Lid, en veeleer een Aanvoerder va; „ het voorfchreeven arresteeren". Wanneer men dit alles, waar van de Prokureuu Generaal den Suppliant befchuldigd, en van welkl befchuldiging de waarheid, immers grootendeels! door de informatien en des Suppliants eigen coü fesfie, confteeren, te famen neemt; zo moet mem Edele Groot Mogende Heeren! wil men de waai heid niet te kort doen, belyden, dat het gedra; van den Suppliant is geweest hoogst misdaadig; da; het gunt ten deeze, volgens welgemelde Uwer Ec Groot Mogenden Publicatie, eeniglyk in confidd ratiekomt, beftaat daar in, of de misdaaden doe den Suppliant geperpetreerd, van dien aart zyni dat de rust en veiligheid van den Staat alle gradt poinct aan U Ed. Groot Mogenden onzeConuderatien zullen mededeelen, zo kunnen wy niet ont,veinzen, dac de bovengemelde verregaande mis:daaden, op zich zeiven befchouwd, ons voorgekoimen zyn de rust en veiligheid van den Staat merkJyk te hebben geftoord en beleedigd, en vervolgens als zodaanig niet wel als voorwerpen van gratie kunmen worden geconfidereerd; doch dac aan den anderen kant nogthands, wanneer wy in aanmerking genoomen hebben, dat genoegzaam van alle de by Uwer Ed. Groot Mog. Plakaat van Amnestie uitgezonderde misdaaden, het zeivde kan gezegd worden", dat naamlyk dezelve de rust en veiligheid van den Staat beleedigd en geftoord hebben, en echter gemelde periode van Uwer Ed. Gr. Mog. Publicatie van den I7den April deezes jaars, waar by U Ed. Groot Mog. zich hebben gereferveerd clementie aan berouw betuigenden te bewyzen, zich mist bepaald tot de uitgezonderde by meergemelde Plakaat van Amnestie, zo heeft zulks ons aanleiding gegeeven om te denken, dat U Ed. Groot-Mog. intentie in deezen geweest is, om ook reguard tè aeemen op de qualiteit der Perfoonen, van welken gratie obcineerende, men al of niec met grond zoude kunnen vreezen, dat zy nog zouden voortgaan de rust en veiligheid van den Staat te verhinderen öf te ftooren; en wanneer wy dan geconfidereerd aebben (gelyk wy ons by ons voorig Advys, daar smtrent ook reeds hebben geuit) dat de Suppliant, aiet is geweest een Regent, of een Minister der Regeeringe of Hooge Cöllegien des Lands , hoedaa)ige als die, uit hoofde van hun aanzien of verouierftelde kundigheden , van meerder invloed op le Gemeente zyn geweest, U Ed. Groot Mog. by . loogstderzelver Plakaat van Amnestie, met oplicht tot de uitzonderingen daar by vervat, voorlaamlyk en in de eerfte plaats bedoeld hebben; nenaar een particulier Burgerman en wel een zodaalig Perfoon, die niet bekend ,ftaat voor een Man M 2 uit-  182 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot Aldus gedaan en gearresteerd en van den Raadhuize deezer Stad gepubliceerd, den &c. In kennisje van my, P. Gevaerts, Secret. N°. 656. ExtraB uit het Rejolutie Boek van de Stad Groningen, waar by de Heer Raad en SyndicusI Tiddens van zyne post wordt verlaaten. In dato ■ den 30 Juny 1788. De Ed- Heer (in der tyd) prtefideerende Burge- > meester B. van Iddekinge en zyn Eds, Heeren As- 1 feslboren by Refolutie van den 4den April 1788, zynde gecommitteerd, om in Commisfie te befoig- • neeren, en de Raad te dienen van Hun Eds. coniï- > deratien en advis , wat behoorde gedaan te wor- ■ den, omtrent het gedrag van den Heere StadsSyn- ■ dicus Tiddens en zyne gehoudene correspondentie 1 met eenen D. van der Wyk in deLandfchap Dren» ■ the toen ter tyd woonende, maar federt by Crimi- ■ neele Sententie wegens zyn oproerig gedrag van . daar gebannen (*); hebben ter Vergadering gerapporteerd: dat den inhoud hebbende geëxamineerd, van de eigenhandige Misfives van den Heer Tid» ■ dens, door de Heeren van de Landfchap aan Hun . Ed. Mogenden overgezonden , en door de Heer Tiddens in Commisfie erkend, door hem geconcipieerd en gefchreeven te zyn5 en gelet op den inhoud der Misfive van de Heeren van de Landfchap, waar in verklaaren: „ dat zy de inhoud der Misfi,, fives en de correspondentie van de Heer Tid- dens aanmerken , als een famenfpanning met ,, 's Lands Rustverftoorders om de gezegende Con„ ftitutie om verre te werpen, en het Doorluch- 11 tig ; (*) Z''e VfL Deel van deeze Verzameling, blad/:. 308.1. No. 36Ó.  I de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 183 f,4» Hoofd der Republiek allen invloed te benee» „ men, vertrouwende, dat Hun Edel Mogendea ,, zich deeze zaak wel zouden gelieven aan te trek„ ken en de Landfchappe eene genoegzaame faI„ tisfaótie, geëvenredigt aan de belediging's Lands ][,, Hoogheid toegebragt, procureeren"; zich niet jlkonden dispenfeeren, aan Hun Ed. Mogenden te Itdoen remarqueeren, dat den inhoud van de Misflijjlfves en van de correspondentie door de Heer Tm» .'(/■dens met den gebannen D. van der WvicgehouitJiden, zeer bedenkelyk hadden gevonden, daar de■ zelve duidelyk te kennen geeven , dat de Heer ITiddens hadde behoord tot de Cabaale, welke 'et ;op toegelegt hadde, om de gevestigde RegeeringsIform te altereeren, zo niet geheel te veranderen; :dat hy van die correspondentie nimmer aan Burge[meesteren en Raad als zyne Heeren en Meesters 1 kennis hadde gegeeven; maar zich (of fchoon uit Ihoofde van het ode Art. zyner Inftrudtie verplicht, byaldien iets tot zyne kennis mogte komen, waai? „ aan de Stad gelegen, zulks voort aan den Raad ,,, of den Heer Prajfideerende aan te dienen, en ,,, daar op order te verwagten") niet te min op eiigen gezag hadde ingelaaten in zaaken , die voor ideeze Stad, waar van hy de eerfte Minister was, ivan de uiterfte confequentie hadden kunnen zyn, len byaldien de gunftige voorziening het niet haddé I belet, en in die voorneemens geblaazen, ook al= Ihier, zo als elders de gevestigde en bezwoorene I Regeeringsform zoude hebben gerenverfeerd : al > waarom zy Heeren Gecommitteerden, zich vindenide genoodzaakt, aan Hun Edel Mogenden te adviifeeren, 'er niet van tusfchen konden tetwyffelen, [ of de Heer Tiddens wel met dat vertrouwen door. 1 Hun Ed. Mogenden konde worden en blyven verleerd, het welke voor de ongelukkige verwarrin» : gen, die ons Vaderland hadden beroerd, hadde genooten, dan of hy niet veel eer, het zelve doot zyn eigen ongeoirloofd gedrag hadde verloeren. Waar over gedelibereerd, hebben de H. Heeren, M 4 Bur^  ï?4 " Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Burgemeesteren en Raad, de Heeren Gecommit» teerden voor hunne genoomene moeite bedankende, ën zich met derzelver idéés conformeerende, dé Heer T. Tiddens als Raad en Syndicus deezer' Stad, wegens zyne ongeoirloofde correspondentie én gedrag gedimitteerd: voorts verftaan, dat hier Van door een Extract deezes met een Misfive aan £yn Doorluchtigfte Hoogheid den Heere Erf-Stadhouder communicatie zal worden gegeeven , als inede aan den Heer Drost en Gedeputeerde Staaten yan de Landfchappe Drenthe, met te rug zending yan de drie eigenhandige Misfiven ën het concept Request van de Heer Tiddens ter bezwaar van den .Schuks Kymmel te Dalen; zullende teffens Extract deezes aan den Heer T. Tiddens worden ter |iand gefteld. Coll. accord, (was get.~) W. Cranssen, Secret. !No. 657. Misfive van Heeren Schepenen der Stad Am,- ■ ' Jleldam aan de Heeren Staaten van Holland en West-Frieüand over het verkoopen der Huizen in die Stad toebehoord hebbende aan de Burger- en Vaderlandfiche Sociëteiten; benevens Misfive van Bur- ■ genieejteren en Raaden o^'er dat zelvde onderwerp, en dispofityf van Hun Ed. Groot Mogenden daar', over, in datis den 24 Juny en 9 July 1788. Edele Groot Mogende Heeren!. Zo dra wy ontfangen hebben de Refolutie van, U Edele Groot Mogenden van den 3 November 1787, hebben wy direct met adfiftentie van den. Heer Hoofd-Officier, de Huizen doen fluiten, daar de Burger- en Vaderlandfche Sociëteiten in het voorleeden jaar gehouden zyn : om verder aan de intentie van U Edele Groot Mogenden te voldoen jheefc de' Heer Hoofd-pfScier van ons verzogt' en, is  Ï.SS Verzameling van Stukken betrekkelyk tot houden, het welk by ons ook zo begreepen zyn» de, hebben wy gezamentlyk mee het Collegie van Schepenen geréfolveerd, eene Misfive over dit geval aan tJ Ed. Groot Mog te doen afgaan, dewelke dan ook door Schepenen geconcipieerd zynde, aan ons is gecommuniceert, en op naam van Schepenen deezer Stad geteekend en verzonden. En dus zouden wy, Ed. Gr Mog. Heeren! hier mede ons bericht kunnen befluiten , met té declareeren, gelyk wy zyn doende, dat wy ons met den inhoud van deeze Misfive van Schepenen, als met onze concurrentie gefchreeven, volkomen con» formeeren. . Maar Ed. Groot Mogende Heeren! de eerfte reden van weigering van transporteeren, in de Misfive van Schepenen geallegueerd, genomen uit het nadeel, het geen het gemeene Land in het finantieele daar door zoude komen te lyden, heeft byons eene reflexie van meerder uitgebreidheid als dezelve daar voorkomt verwekt, en wy vermeenen verplicht te zyn dezelve, als Lid van U Ed. Groot Mogenden Souvereine Vergadering, onder het oog van U Ed. Groot Mogenden te moeten brengen.- Het is naamlyk, federt een geruimen tyd, een gebruik geweest, dat Perfoonen, die verkiezen de publvke Koffyhuizen tefrequenteeren, zich hebben te famen gevoegt , en onder den naam van Sociëteiten, Gezelfchappen van een groot aantal van Perfoonen geformeert , welke , mids contribueerende eene jaarlykfche fomma, Lidmaaten van deeze Sociëteiten zyn geworden, welke Sociëteiten allengskens een zekere fomma van Penningen zynde magtig geworden , door dezelven Huizen ter haarer famenkomst hebben geacquireerd. De lust tot het beoeffenen van Kunften en Weetenfehappen , federt eenigen tyd merklyk zynde toegenoomen, heeft dit vervolgens ook gelegenheid gegeeven tot het formeeren van groote Gezelfchappen, welke tot hunne Vergaderingen dan ook, in veele Steden van deeze Provincie, Huizen  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 189 «en hebben aangekogt en tot hun gebruik geappro» prieerd. . Wanneer nu zodaanige Sociëteiten Perceelen acquireeren en de Veertigfte Penning word betaald, worden dezelven getransporteerd aan zekere opgegeeven Petfoonen als Commisfarisfen of Direc teuren van zodaanige Sociëteiten, waar op bydea Secretaris alhier, waarneemende den ontfangst van den Veertigften Penning , wel reflexie is gevallen, doch dewelke, op vertooning van Transportbrieven-van andere Plaatfen , en verzekering dat by de Rekenkamer daar op geen reflexie was gevallen, dan ook heeft vermeend, dezelve Transporten niet te kunnen weigeren : het gevolg nu van diergelyk eene Transporteering is natuurlyk, dat hier door zodaanig een Huis een onverdeelbaar eigendom van zodaanige Sociëteiten word, zonder dat de bvzondere Leden van dien, prastendeeren vcor zich" zelv' of voor hunne Boedels tot een gedeelte van het zel ve gerechtigd te zyn. Deeze Sociëteiten worden vervolgens, door fuccesiive aanvulling van afgeftorvene Leden, als het ware een onfter'flyk Lighaam, zonder dat ooit het gemeene Land den Veertigflen Penning by het Transport ontfangt. Hier uit proflueerd verder, dat deeze Corpora van privaate Perfoonen, ten opzicht van hunne Eigendommen , van beter natuur worden als de Orde van de Ridderfchap, Steden en Corporatien of Gemeenlchappen, ten opzichte der Heerlykheden zyn, als waar omtrent by het eerfte Art. van Uwer Ed. Groot Mogenden Ordonnantie van den 9 May 1744 is gezorgd, dat het gemeene Land van die Heerlykheden den Veertigftén Penning van tyd tot tyd acquireerd. En het zoude dus, naar onze gedagten, niet onvoeglyk zyn, zo U Ed. Groot Mogenden mogten goedvinden, by ampliatie van het gemelde ifte Artikel, de ordres daar gefteld tot alle Corpora, uit privaate perfoonen gecomponeerd, welke te famen  tpo Verzameling yan Stukken betrekkelyk tot Voor hunne Sociëteiten of Gezelfehappen een onverdeelbaar eigendom hebben op eenig huis of ander onroerend goed, het middel van den Veertigften Penning fubject; te extendeeren, het zy dat zulks wierd gevorderd door het (tellen van een Sterfman, of, gelyk omtrent de Heerlykheden, geacquireerd by verkoop van U Ed. Groot Mogende Domeinen plaats heeft, of wel door de betaaling van het recht van den Veertigften Penning driemaal in honderd jaaren, zo als zulks obtineerd omtrent de andere Heerlykheden in dat Artikel gemeld. Daar wyders ieder Lid van gemelde Sociëteiten of Cöllegien, komende te fterven, een zeker gedeelte van het huis, by die Sociëteiten of Cöllegien bezeten wordende, nalaat,en des niettegenftaande, al dikwils door de Erfgenaamen der deelhebbende der zodaanige onverdeelbaare Perceelen, ter goeder trouwe zelv, zoude kunnen worden begreepen, dat dusdaanige gedeeltens geenfints tot den particulieren Boedel van den Overleedenen behooren , en alzo by kinderloos overlyden, van dezelve het recht van de Collateraale Succesfie niet zoude worden aangegeeven: vermeenen wy ook aan U Ed. Groot Mogenden in confideratie te moeten geeven, of U Ed. Groot Mogenden niet zouden kunnen goedvinden, dat het gemelde recht van zodaanige Huizen of vaste Goederen mede driemaalen in de honderd jaaren voldaan zal moeten worden, en dezelve Societeiten of Cöllegien ten deezen opzichte alzo gelyk gefteld zouden moeten worden met de Roomfche Kerken. Hier mede enz. Hunne Edele Groot Mogenden, den i6den deezer over den inhoud deezer Misfive geraadpleegd hebbende, hebben ten zei ven dage goedgevonden en verftaan, dat dezelve, ten aanzien der bedenking omtrent het heffen van den Veertigften Penning en het Collateraal over de Huizen, aan publieke Sociëteiten, tocbehooren.de, zal worden geëxa- mi»  Se Gekurtênisfen in ï?Zr enz. voorgevallen. lamineert door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hunne Ed. Groot Mogende Gecommitteerden tot het groot befoigne, met de Heeren Geeommic teerde Raaden, en ten opzichte van het verrichtte van Schepenen van Amfteldam, uit kragte Hunner Ed. Groot Mogende Refolutie van den 3 November 1787 , ten aanzien der Huizen, daar de Burgeren Vaderlandfche Sociëteiten gehouden zyn ; in achting genomen zynde , dat Hunner Ed. Groot Mogende Plakaat vaa den 3 November 17 87 zeer klaar fpreekt, is goedgevonden en verftaan, dat aan de Regeering der Stad Amfteldam zal worden gelaa. ten, om te beletten al wat in fraudem daar tegea zoude gefchicdeu. K°. 658. Misfive van den Prcefident en Raaden over Holland, Zeeland en Friesland , in dato den 30 Juny 1788,gefchreeven aan de Heeren Staatenvan Hollanden West-Friesland, over de continueele abfentie van Mr. Raimond Slicher, Secretaris van gemelden Hove. Edele Groot Mogende Heeren! Wy. hebbea ontvangen Uwer Edele Groot Mogende Misfive, in dato dea 25ften Juny laatstleeden, dienende ter geleide van Uwer Ed. Groot Mogende Refolutie van dien zelvden dag, waar by U Ed. Groot Mogenden hebben goedgevonden en verftaan, den Prasfident en Raaden van dea Hove te verzoekea, om U Ed. Groot Mogeadea te berichten of de continueele abfentie van Mr. Raimond Slicher, Secretaris van gemelden Hove, is met hunne kennis en permisfie, en zo ja, of het Hof oirdeeit, dat zulke langduurige abfentie,zonder nadeel van deszelvs functie, kan worden getollereerd. Ter voldoening aan deeze Uwer Ed. Groot Mo< genden gerefpeöeerde requifitie, hebbea wy de eer IJ Ed. Groot Mogendea te iaformeeren, met op- zicht  igt Verzameling van Stuiken betrektelyk tof zicht tot het eerfte, dat de Heer Prseftdent van onë Collegie (welke zich anders van de deliberatien over deeze zaak , om dac die deszelvs Zoon betreft, heeft geëxcufeert , aan o -s gecommu'niceert heeft, dac hy deer Prasfident, in de maand September of Oólober van het voorleeden jaar, Van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heer firf-Stadhouder , voor deszelvs Zoon, wel hadde verzochten geobtineerd : de permisfie, om vich, voor eenigen tyd, van de waarueeming van deszelvs post te mogen onthou- | den: (iets, waar van hy Heer Prselident ook toeri | feeds aan den Raade mondeling kennis heeft gegee- j ven) doch dat hy Heer Prasfident egter, een ge- ' ruimen tyd daar na, de ëet gehad hebbende mee ! Hoogstgemelde zyne Hoogheid over deeze zaaknaijer te fpreeken, uit Hoogstdenzelven verftaan hadde, dat de gemelde, door zyne Hoogheid, aan deszelvs Zoon verleende permisfie moest gehouderi < worden; door Hoogstdenzelven, reeds voor lange wederom te zyn ingetrokken. Met opzicht tot het andere, Of naamlyk de langduurige abfentie van den gemelden Secretaris, zonder nadeel van deszelvs fundie, kan worden getollereerd, moeten wy erkennen, Ed. Groot Mogende Heeren! du de natuur der zaake medebrengt, dat eene continueerende abfentie van een der Ministers van een Collegie, in hec gunt waar toe het zelve zodaanige Ministers nodig heeft, niet anders dan nadeelig zyn kan: het Hof hëeft dit nog jhaar zeer onlangs ondervonden , toen naamlyk hec zelve, voor de aanftelling van Mr. Pieter Graafland, by abfentie van Mr. Hendrik Hop, een geiuimen tyd lang is ontzet geweest van eenen van deszelvs Secretarisfen. En wy laaten aan het oirdeel van U Ed. Groot Mogenden gaarne over, of niet het Hof, in de tegenwoordige cydsomftandigheden , waar in (om nu' van het gewoone werk der Juftitie niet te fpreeken) de aanmerklyke vermeenigvuldiging der Crimineele Procedures, daaglyks, aanleiding geeft tot zeer om- flacb*/  'de*Gebeurteni:fen in 1787 enz. voorgevallen. 193 üachtige informatien en langduurige Verhooren, by ,dewelken altoos een der Secretarisfen noodsaaklyk imoet adfifteeren; of, zeggen wy, in deeze tyds* 'omftandigheden, het Hof zich niet, door de abfentie van een hunner Secretarisfen, zeer geïncommodeerten verlegen zoude moeten vinden, indien niet» door de verdubbelde adfiduiteit en belangloozen yver der twee andere Ministers, welke geaereuslyk de post van den abfenten, op deszelvs verzoek, tot nog toe wel gelieven te vervullen, hier aan wierd te gemoet gekomen; doch, gelyk zulks egter op den duur niet zonder groot ongemak kan blyveo plaats hebben, zo zoude het, onder verbetering, naar onze gedagten ook eene hardigheid zytf, wan' neer de fungeerende Secretarisfen met den last d^r functie van den abfenten, by aanhoudenheid bezwaard moesten blyvea. Hier mede enz. i N°. 659. ExtraSt uit het Register der Refolutien van Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, waar by Wordt goedgevonden en verftaan , eene A£le van verbindtenü tusfchen de refpective Provinciën tot mutueele guarantie van het Erf-Stadhouderfchap enz. aan ie gaan; benevens Voorfchrift van die Acte, In data den 27 Juny 1788. Is gehoord het Rapport van de Hëereri van IHeeckeren van Züideras en andere, Hun Hoog iMogenden Gedeputeerden tot de zaaken van de I Placaaten en Regiementen , hebbende ingevolge en ;ter voldoeninge van Hun Hoog Mogenden Refolu;tie Commisforiaal van den 30/ten der, voorleeden iMaand, geëxamineerd en overlegd, op wat wyze ieen Acte van gemeenfehaplyke verbindtenis tus« [fchen de refpective Provinciën tot mutueele gua-rantie van het Erf-Stadhouderfchap , Kapitein- en lAdmiraalfchap-Generaal, niet alleen als een esfenti^ VII. Dliu N tet  194- Verzameling van Stukken letrtkkelyk Ui eel deel van de Conftitutie en Regeeringsform van elke Provincie, maar ook als een Grondwet van de zeven Vereenigde Provinciën, welke, volgens de Unie van Utrecht, een lighaam van Staat uitmaakcn, zal worden aangegaan, en op wat wyze zo» daanige Aóte, door de Heeren Gedeputeerden van de refpeöive Provinciën zoude behooren te worden geteekent, en aan zyn Hoogheid op een fo» lemneele wyze ter hand gefteld. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, dat een Acte van gemeenfchappelyke verbindtenis tusfchen de refpeftive Provinciën zal. worden aangegaan en vastgefteld, zo als vastgefteld . wordt mits deezen, in dier voegen als dezelve aan i het einde deezer is geïnfereerd. En dat de teekening van deeze Acte zal gefchieden door de Heeren Gedeputeerden uit de Provin-. cien, welke de voorfz. Acte in 't befoigne hebben i geconcipieerd, en dat voornoemde Acte door Hee> • ren Gedeputeerden op een folemneele en plechtige : wyze, door een expresfe Commisfie, daar toe té; decerneeren, aan zyn Hoogheid by zyne eerfte te» > rugkomst alhier in den Hage zal worden overgegee- • ven, en ter hand gefteld; ten welke einde, twee; gelykluidende Inftrumenten in behoorlyke forma i zullen worden gedépecheert, een om aan zyn Hoog» • heid te worden ter hand gefteld, en een om by den i JRaad van Staaten onder de andere Authentiqueft.uk.. ken, tot de Unie fpecteerende, bewaard te worden.. Dat voorts Van deeze verrichting kennis zal wor. den gegeeven aan Drost en Gedeputeerde Staaten i van het Landfchap Drenthe, met verzoek om daar ' aan te accedeeren. En terwyl by deeze gelegenheid aan de Heeren i Hun Hoog Mogenden Gedeputeerden in bedenken is i gegeeven, daar deeze folemneele Acte een evene- ■ ment is van groot belang voor de Republiek, eni Strekkende tot bevestiging van de Unie, of niet tot: een perpetueele gedagtenis van dien, een Medaille : toehoorde te worden geflaagen, even zo als in gely-- ken  Se Gebeurtenis/in in 1787 en%. voorgevallen. 195 "jte gevallen raeefmaaien is gefchied;is wydersgoeigevönden en verftaan, dac hec liaan van zodaanige een Medaille zal worden vastgefteld, waar van een 'concept nader zal worden geformeert. En worden de Heeren van Heeckeren van Zütberas, en andere, Hun Hoog Mogende Gedeputeerden tot de zaaken van de Placaaten en Reglementen mits deezen verzogt en gecommitteert, om met en nevens eenige Heeren Gecommitteerden te examineeren en te overleggen, de wyze om zulks werkftellig te maaken, en aan wien zodaanige Medaille uit te reiken. en van alles alhier ter Vergadering rapport te doen. ACTE» De Heeren Staaten van de Provinciën van Gelderland, Holland en West-Friesland , Zeeland , Utrecht , Friesland, Overysfel en Stad en Landen , nevens die van het Landfchap Drenthe, gereflecteerd hebbende op de oirzaaken van de inwendige; verdeeldheden, waar door de geheele Republiek en ieder Provincie in 't byzonder onlangs is beroerd geworden; en bevonden hebbende, dat dezelve grootendeels ontftaan zyn uit de verkeerde en hoogstgevaarlyke denkbeelden by fommige Menfchen, het zy wezentlyk of in fchyn opgevat, en aan andere min kundige Ingezetenen ingeboezemd, aangaand» de Conftitutie en Regeeringsform deezer Landen, en fpeciaal aangaande het gewicht en de noodzaakelykheid der hooge en erflyke waardigheden van Stadhouder, Kapitein- en Admiraal Generaalfchap; en daar en boven geconfidereerd hebbende, dat by de gelukkige herftelling van het Stadhouderfchap en de erflyke bevestiging van het zelve in den jaare 1747 en 1748, de Bondgenooten tot een groot voorrecht voor den Staat hebben gerekent, deeze hooge waardigheden , met betrekking tot alle de Provinciën en de Generaliteits-Landen op één en denzelven Prins vereenigd te zien, en zich daar door N a een  ï$6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot een nieuwe kragt én vastighéid van een band dei' Unie hebben beloofd: dat mits dien dezelve waardigheden van toen af een naauwer en onmiddelyker betrekking ontfangen hebbende , by het geheels Bondgënoodfchap, niet alleen behooren befchouwd te worden als een esfentieel deel van de Conftitutie en Regeeringsform van ieder Provincie, maar van den geheelen Staat, en zodaanig verbonden met de Unie zelve, dat het één zonder het ander onmooglyk in bloei en welvaart ftaande kan blyven, en dac derhalven, gelyk de Bondgenooten verplicht zyn, malkander met goed en bloed by te ftaan, tot Confervatie van de band der Unie, hier uit noodwendig ook moet volgen de verplichting, om malkander gerust te ftellen omtrent de eerfte en voornaam, fte middelen, door welke de Unie moet behouden blyven, en om met vereenigde kragten te waaken tegens allen indrang op dezelve; te meerder, daar de ondervinding in de laatfte beroerten geleerd heeft, hoe uit de geringfte beginfelen , die in het eerst kleine veranderingen'fcheenen te bedoelen, nogthands een algemeene verwarring is ontftaan, welke het Bondgenoodfchap op het punt van een to. taaie flooping heeft gebragt. Zo is 't, dat de Heeren Gedeputeerden van de hooggemelde Provinciën, uit naam en op last vaa de Heeren Staaten hunne Principaalen, mits deezen plechtiglyk verklaaren : dat hooggemelde Heerea Staaten het Erf-Stadhouder-, Kapitein- en AdmiraalGeneraalfchap met alle de Rechten en Preëminenfcièn daar aan verknogt, zo en op dien voet als het I zelve in de haaren refpecfivelyk is opgedragen, ea door den tegenwoordigen Heer Erf Stadhouder, ia j den jaare 1766 aanvaard, houden en confidereeren eea I esfentieel gedeelte van haare Conftitutis en Regeeringsform,en het zelve als een Grondwet van Staac ' onderling Bondgenoodfchaplyk aan malkander gua- ; randeeren , aanneemende, niet te zullen gedoogen, dat in eea der Proviaciea vaahet Boadgenoodfchip 1 va»  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 197 van deeze heilzaame en voor de rust en veiligheid van den Staat onontbeerlyke Grondwet, ooit of ooit werde afgeweeken. jN°, 660. ExtraB uit de Refolutien van Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, door welke blykt dat de Staaten van de Landfchap Drenthe accedeeren aan de Acte van mutueele Guarantie, tusfchen de Bondgenooten gear~ refleerd enz. In dato den 3 July 1788. De Heer Schelttnga, ter Vergaderinge prelïdeerende, heeft aan Haar Hoog Mogenden voorgedraagen, en bekend gemaakt: dat de Heer vak Heiden, Drosfaard van den Landfchap Drenthe, deeze morgen by hem was geweest,en gezegd had vernomen te hebben dat Hun Hoog Mogenden gerefolvéerd hadden, cle Aöe van mutueele guarantie tusfchen de Bondgenooten gearresteerd , en door Heeren Gedeputeerdens der refpective Provinciën geteekend, door eene plechtige Commisfie aan zyne Hoogheid te doen overgeeven, en tevens gerefolveerd hadden Drost en Gedeputeerdens van de voornoemde Landfchap te verzoeken daar aap te accedeeren. Dat hy Hun Hoog Mogenden konde ken•nis geeven, dat de Staaten van de gemelde Landfchappe reeds daar aan hadden geaccedeert, gelyk te zien was uit 's Landfchaps Misfive van den 11 dén Maart laatstleeden, den 25ften daar aan volgendeter Vergadering van Hun Hoog Moaenden ingekomen , en hem Drosfaard geauthorifeerd hadden , de voornoemde Acte mede te teekenen, waar toe hy zyne Volmacht heeft geëxhibeerd, zynde voornoemde Volmacht hier na geïnfereerd. 'Drost en Gedeputëerde Staaten der Landfchap Drenthe, doen te weeten: dat na voorgegaane deliberatie verzogt en geauthorifeerd hebben, gelyk wy verzoeken en authorifeeren by deezen den Heere S. P. A,, Graave van Heiden tot Entingen &c N 3 &c,  19 8 Verzameling van Stukken letrekkelyk tet &c. &c. Drosfaard deezer Landfchap &c. &. Sc. qrn, ingevalle door de gezamentlvke Hooge bondgenooten-mogte worden goedgevonden, de by alle Provinciën en deeze Landfchap,op voorflag van de Beeren Staaten van Holland en West-Friesland geconcludeerde onderlinge guarantie opzichtelyk de tègenswoordige Regeeringsform , onder hec Erf"ï-'tadhouderlyk beftier in het Doorluchtig Huis van Orange en Nasfauw , conform de opdrachten, door elk in den haaren daar van gedaan, by nadere Acle et) plechtige onderteekening te corroboreeren en te Itaaven, zulks mét en nevens de Heeren Gedeputeerdens der refpective Provinciën , naamens de Landfchap Drenthe, te willen helpen efFeftueerenj. beloovende , kracht Staats - Refolutie van den t'l. Maart 1788, alles in waarde te zullen houden , het geen door voornoemde Heere Drosfaard hier omtrent zal worden verricht. • Gegeeven onder des Landfchaps Cachette, gewoone Paraphuure van den Heer Prefideerende, en Signatuure van onzen Secretaris, in Collegio te Asfeu den 14 Juny 1788. (geparapheert) R. j. v. Echten. Ter Ordonnantie van welgemelde Heeren, (was get.) W. H. Hofsteede 1788. • Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, mits deezen te verklaaren: dat Hun Hoog Mogenden met aangenaamheid hebben vernoomen de bereidwilligheid van de Staaten van den Landfchap Drenthe, om te accedeeren aan de Acte van mutueele Guarantie, tusfchen de Bondgenooten ge. arrefteerd. . Dat de yver van gemelde Heeren Staaten tot de Confervatie van de Unie en de daadelyke blyken,' die dezelve ten allen tyde geeven van derzelver ge-, negenheid, om het Bondgenootfchap te onderfteunen', haar geen oogenblik hebben doen twyfelert aan  ès Geieurtenisfen iniy%f enz. voor gevallen, 199 aan de conformiteit van derzelver Sentimenten met die van de Heeren Staaten van de zeven vereenigde Nederlanden, tot maintien van het Erf-Stadhouderfchap, Erf-Kapitein en Admiraalfchap-Generaal, dat Hun Hoog Mogenden derhalven verwachten, en aap hem Drosfaard van den Landfchap Drenthe overlaaten, of dezelve het daar heen geliefd te dirigeeren, dat de Heeren Staaten by eene aparte A&e gelieven te accedeeren aan de A&e by Hun Hoog Mogenden gearrefteerd, even zo als by het aangaan van de Unie is gefchied, dan wel ofhy genegen zoude zyn de Acte van Hun Hoog Mogenden, uit krachte_van de Volmacht en Authorifatie op hem gepas. feerd,mede te onderteekenen;welk laatfte door gemelden Drosfaard van den Landfchappe gekopzen zynde, is dezelve, alvoorens door eene folemneele Commisfie aan zyne Doorluchtige Hoogheid over te brengen, mede door hem onderteekend. No. 661. ExtraB uit het Register der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden , behelzende Rapport van de Heeren die de Commisfie hebben bekleed om aan zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Erf-Stadhouder de ABe van mutueele Guarantie tusfchen de Bondgenooten tot maintien van het Erf-Stadhouderfchap enz. ter hand te flellen; benevens de Aanfpraak door den voorzittenden Heer, by die gele* genheid, aan het Vorflelyk Huis gedaan. In dato den 4 July 1788. , De Heeren van Heecijeren van Zuider as , vAtï Wassenaar Catwyck , Raad-Penfionaris van de Spiegel, van Citters , Pesters , Scheltinga, Sloet tot de Haar en Idsinga, met den Griffier Fagel ,ingevolge en ter voldoening van Hun Hoog Mogenden Refolutie van den 27ften Juny laatstlee» den geweest zynde, na her, Huis, ia't Bosch, hebN 4 . ' IPFS  8P2 Verzameling van Stuiken letrékhlyk Ut derlanden, om aan Uwe Doorl. Hoogheid over te geeven, een Beftuit by de Hooge Bondgenooten genoomen. 1—~ JEen Befluit, waar by alle Rechten en Prasërninenden verknogt aan het Erf-Stadhouder-v. Kapitein-en Admiraalfchap-Generaal, zo als dezel. tè" in den jaare 1766 in dc Provinciënrefpeétivelyk aan Uwe Doorluchtige Hoogheid zyn opgedraagen, zodaanig met de Grondwetten van de Staat zyn vereenigd geworden , dat dezelve daar van thands voor altoos onaffcheidelyk zyn, en te famen ftaan of vallen moeten. Met dit Befluit, het welk wy thands de eer hebben aan Uwe Doorluchtige Hoogheid over te geeven, ftelien wy Uwe Doorluchtige Hoogheid tevens ter hand een plegt-anker, ter beveiliging van onze gezegende en herftelde Conftitutie, en een waarborg tegens alle onderneemingen, welke ee« nige atteinte aan Uwe Doorluchtige Hoogheids Hooge Waardigheden zouden kunnen toebrengen. 1 Hebben toch de Hooge Bondgenooten alle die eminente Waardigheden, door Uwe Doorluchtige Hoogheid bekleed, als een esfentieel gedeelte van onze Regeeringsform en Conftitutie verklaard, en dezelve onderling, als een Grondwet van Staat, Bondgenoodfchappelyk geguarandeerd; zo mogen wy ons dan ook billyk vleijen, dat door deeze guarantie, onderfteund door die van twee onzer Gealheerdens =«- twee van onze aanzienlyke en magtige Nabuuren —- van het lieve Vaderland zullen afgekeerd worden alle fnoode onderneemingen, welke de afgunst en hecrfchzucht daar tegens zoude kunnen berokkenen. Dit gewigtig werk is thands te volleediger, immers voor zo verre Menfchen wysheid toelaat, voldongen , doordien wy de eer kunnen hebben Uwe Doorluchtige Hoogheid kennis te geeven, dat de folemneele Acte van guarantie deezen morgen door den Heere Graave van Heide, Drosfaard des Landfchap s  ie Gebeurtenis/en in i?%7 voorgevallen. 20J fc&aps Drenthe, op fpeciaale authorifatie van dat Landfchap mede geteekend is. —■ Deeze accesfle zal voorzeker Uwe Doorluchtige Hoogheid niet minder aangenaam zyn, dan die aan Hun Hoog Mogenden is geweest, vooral ook uit hoofde van Iden pryswaardigen en onvermoeiden yver, welke an alle de handelingen der gezegde Heeren Staaten hebben doorgedraaid, om tot herftel der Conftitutie mede te werken. ■ Geluk wenfchen wy Uw, Doorluchtige Furst! Geluk Uwe Koninglyke Furftin! Geluk Uwe Doorluchtige Princen en Princesfe! Geluk wenfchen wy ions dierbaar Vaderland met deeze zo heuchelyke en gezegende omwending, waar in de wyze en te ibewonderene fchikkingen van den Allerhoogftenop eene zichtbaare wyze hebben doorgedraaid. Die zelve God, die zich fteeds de God onzer Vaderen heeft betoond — die nog zo onlangs ons Gemeenebest van den oever des verderfs gered heeft, en die den dag, waar op dit Befluit der Hooge Bondgenooten zyn beflag kreeg, reeds tot een aanmerkelyken gedenkdag van Nederland gefield hadde, bevestige ook dit Staatsbefluitmet het zegel zyner goedkeuring. Die God, welke vernederd en verhoogd, en zonder wien ook de Furflen der aarde niets vermogen., begeeve Uwe Doorluchtige Hoogheid nimmer, en al wat als dan, Doorluchtige Furst, i Uwe hand vind om te doen, dat ze dat doe met alle magt. —• Dan zullen wy, door een aanhoudend /voorzichtig beftier, onder de zo hoog noodzaakelyken invloed van Uwe Doorluchtige Hoogheid het recht en gerechtigheid zien gehandhaaft; en 1de heilige Band der Unie niet meer in gevaar, om verbroken te worden. — Dan eerst zullen wy ons mogen vleijen, dat de raadfkgen der Bondgenooten , op onderlinge eensgezindheid en vertrouwen igegrond, het Vaderland met welvaart, zegen en rvoorfpoed van binnen vervullen . en van buiten tegens  31 ie Gebeurtenis/et in 1787 enz. v$t>rgeyalle>u »I3 t N9. 665. Sententie door het Hof van Frieshnd uit ge» f fprooken tegens Pieter Wolters. In dato dm I 12 july 1788. ,J Alzo den Hove van Friesland, uit de Confesfie al' van Pieter Wolters, öp 't Vliet onder Leeuwar* iaden, tegens woord ig Gevangen, en anderfints uit 1 de Proceduures genoegzaam gebleeken is. — Dat ïde Gevangen in de maand September 1787 , zich 51 naar Franeker heeft begeeven. —— Dat de Gevan» jagen van daar, nevens eten Detachement Vry-Cor«poristen onder Commando van Bernardus Jelgerif huis is vertrokken, en op den 13 September 1787, iop de Lemmer is gekomen. — Dat de Gevangen «op den 25 September 1787 met eenige Manfchap, Malle gewapend, onder zyn Commando is gekomen Jtten Huize van Cornelis Witteveen, Collecteur ïlvan de Vyf Speciën in de Lemmer. — Dat de Ge'ilvangen aan gedagten Collecteur heeft vertoond een ,afchriftelyke last, of procuratie van de pretenfe „siStaaten te Franeker vergaderd , inhoudende een ,l|last, om op te haaien en te ontfangen de Lands'iapenningen van de Ontfangers en Collecteurs in .. iatdeeze Provincie. Dat Cornelis Witteveen na at eenige woordenwisfeling , verzogt heeft uitftel, .dom eerst over deeze zaak met hun Commandant ,i|Jelgerhuis te fpreeken. — Als mede om de Byïzitters Cornelis Sleeswyk en Poppe Jans Poppes Mby hem te verzoeken, om te overleggen, wat hem Sim deeze qualiteit als Collecteur te doen itond. —« «[Dac de Gevangen dat verzoek heeft toegedaan.-— «Dat de Gevangen met zyne gewapende Manfchap «toen in het Huis van gedagte Witteveen is ge» ilbleeven. — Dat gedagte Byzitters toen aan het ■Huis van Witteveen zyn gekomen. DatCoR- iÏnelis Witteveen zich toen naar Jelgerhuis heeft «begeeven. Dat intusfchen de Gevangen met alzyne gewapende Manfchappen ten Huize van CorÏnelis Witteveen post heeft gehouden. —— Dac «daar op A. Lycklama a Nyeholt, Luitenant on0 3 erd  214 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot der de gewapende, destyds de Lemmer in bezetting houdende, ten Huize van gedagte Witteveen is gekomen. Dat Lycklama toen gezegt heeft, dat Witteveen alle Landspenningen die hy hadde, aan hunlieden moeste overgeeven, en dat hy aan hun veilig koride betaalen onder quitantie. —— Dat Cornels Witteveen daar op voornoemde By-, zitters orn raad heeft gevraagt. — Dat de Gevangen en voornoemde Lycklama toen gedagte Cor-, neus Witteveen hebben afgedwongen de fomma van twee duizend negen honderd agt- en-dertig Caroly Guldens en zes duivers, op de Speciën, ingaande den i May 1786. — Dat Witteveen dat geld op de Tafel heefc gezet. — Dat de Gevan-, gen en Lycklama beide dat geld toen van de Tafel hebben genoomen. — Dat Lycklama toen daar van een Geblyk of Quitantie tot voornoemde fomma aan Cornelis Witteveen heeft gepasfeerd. —< Dat de Gevangen en Lycklama toen dit geld in hun magt hebbende, met de gewapende Manfchap van daar zyn gemarcheerd. — Dat de Gevangen ook met eenige gewapende Manfchap op dienzelvden 25 September 1787 is gekomen ten Huize van Jan Kleinhouwer , adminiftreerende de HavenColleclens in de Lemmer. -— Dat de Gevangen van daar gegaan zynde, naar verloop van een uur, geduurende welke tyd eenige gewapende Manfchap- . pen voor dat Huis waren gelaaten, wederom aan het zelvde Huis met nog iemant, en de Officier van de Wagt is gekomen. — Dat gedagte Kleinhoüwer toen aan hun gezegt heeft, dat hy volflrekt weigerde deeze betaalinge aan hun te doen, — Dat de Byzitter Sleeswyk daar by prefent zynde, ook verklaarde, daar toe geen permisfie te geeven. — Dat de Gevangen daar op heeft geantwoord: dat zulks ook evenveel was, dat zy het geld dan zouden neemen. — Dat de Gevangen ook met der daad toen de Collectpenningen heeft genoomen ter . fomma van negen honderd en dertig Caroli Guldens en twaalf duivers, — Dat LiEuwsRocnusalscom.. man-  ie Gebeurtenis/en in 17 ij enz, voorgevallen. 217 ï zouden mogen worden, hangende Hun Ed. Groot ! Mogenden deliberatien over derzelver verzoek. Waar op gedelibereerd en in achting genomen : zynde, hec door de Supplianten aan Burgemeeste: ren der Stad MedeDblik voor hec aan hun bekend 1 worden van Hun Ed. Grooc Mogenden Refolutie 1 tot herftel der Conftitutie, op den 22 September l 1787, overgeleverde Acte en hun daar op gevolgd [gedrag; mitsgaders derzelver gedaan wordend Deiclaratoir van zich ais ftille, en.aan de Wetten on:dergefchikte Ingezetenen., te zullen gedraagen. Is ;goedgevonden en verftaan,aan dezelve van hetmisidryf, ter zaake fey derzelver eerstgemelde RequesIte, in de maand December 1787, aan Hun Ed. [Groot Mogenden geprajfenteerd, breeder gemeld, :door hun begaan, te verleenen vergiffenis, en ajizo dezelve mede onder de generaale Amnestie by IHun Ed- Groot Mogenden Placaat, van den £jden February deezes jaars geëmaneert, te comprshendeeren, mits door hun betaald worden de kósten ter zaake voorfz. gevallen; en zal hier van aan- den Officier der Stad Medenblik kennis worden gegeeven, . En is, by deeze gelegenheid gerefolveerd, dat rin alle gevallen van deezen aart, de kosten door de Perfoonen daar in geconcerneert, en in hunne zaak gevallen, zullen moeten worden betaald;en dat deizei ve, door het praefteeren van den ééd,op de ConIftitutie, zekerheid zullen moeten geeven van derzelver fentimenten voor hec vervolg. Accordeert met de voorfz. Refolutien. O 5 N*>, 4  tiS PerwmUag van Stukken betrekkelyk tut N°. 667. Publicatie van het Wel Ed. Gerechte der Stad ! Utrecht, waar by eene generaale Illuminatie bin- . nen de Stad en buiten derzelver Voorjteden, op den 1 •jden Augustus aanjlaande, wordt geordonneert. In 1 dato den 17 July 1788. Schout, Burgemeesteren en die van den Gerech- ■ teder Stad Utrecht,in overweeging genoomen heb-'bende,dat, gelyk aan de goede Gemeente, op den 1 jongden Verjaardag van zyne Doorluchtige Hoog- • heid, den Heere.Prince Erf-Stadhouder, gelegen-, heid gegeeven is, om, wegens de zo voorfpoedi- ■ ge als onverwachte omwendinge van zaaken in dee- ■ ze Republiek, eenige bewyzen van haare gepaste: -vreugde te geeven, thands ook byzonderlyk de al-lergelukkigfte herftelling en bevestiging , zo van 1 onze gezegende Conftitutie, als van de dierbaare : en van dezelve onaffcheidelyke Voorrechten en 1 Waardigheden van het Doorluchtig Huis van Oran- ge, onlangs door eene eenftemmige Guarantie der • Bondgenooten ten plechtigften bekrachtigd, eene: openbaare vieringe der algemeene blydfchap over : een voor den Lande zo heuglyk Evenement vorde-. ren, hebben, op fpeciaale authorifatie van de Ede- le Groot Achtbaare Heeren Burgemeesteren en 1 Vroedfchap deezer Stad, vervat by Refolutie van 1 den i4den deezer, goedgevonden, daar toe te be- ■ paaien den 7den Augustus eerstkomende, zynde: den Verjaardag van haare Koninglyke Hoogheid,, Mevrouwe de Princesfe van Orange en Nasfauw,, Gemaalinne van den Heere Prince Erf-Stadhouder;; aan welker grootmoedig en heldhaftig beftaan de: Republiek in het algemeen, en deeze voormaals zo t zwaar gedrukte Stad en Provincie in het byzonder, , haare redding en de herftelling onzer wettige Con-, ftitutie . naast de aanbidlyke befchikking der God-. delyke Voorzienigheid, verfchuldigd is; en te or-. donneeren : dat als dan binnen deeze Stad, en bui-, ten dezelve in de Voorlieden, eene algemeene II-■ luminatie zal plaats hebben, welke beginnen zal des s  aa8 Verzameling van Stukken hetrekkelyk tot Hun Hoog Mogenden, indien Hoogstdezelve daar" in zouden mogen ftaan , alzo zou moeten zyn, , dat die vacante post van Secretaris der gemelde: Heerlykheid, door den Heer of Vrouw, of well door hunlieder Gemagtigden hier te Lande, aam een ander werde geconfereerd, op welks aanftel-. liDg vervolgens de approbatie van Hun Hoog Mo*« genden zoude moeten worden verzogt; hy Advo— kaat-Fiskaal alzo vermeende verder eerbiedigst aam Hun Hoog Mogenden te moeten voordraagen: date de tegenswoordige Rentmeester der gemelde Heer o£E Vrouw, zynde den Deurwaarder van den Raadevatti Braband, Gerardus Christi, te Breda woonachtig , nog zeer onlangs van zich hadde kunnen verkrygen, in die zyne qualiteit van de Regeering; der gemelde Heerlykheid te ontflaan een notabel! Ingezeten en Medicina Doftor aldaar, welke alsi een getrouw Voorftander van de wettige Regeeringsform deezer Landen ftaat bekend, en in deszelvsi plaats aan te ftellen zekeren Simon van Flodorp,, zynde geweest Kapitein van het Genoodfchap van: Wapenhandel aldaar; geevende hy Advokaat-Fiskaal midsdien Hun Hoog Mogenden eerbiedigst in confideratie, of het Hoogstdezelve niet zoude kunnen en gelieven te behaagen (inaanmerking, dat! gemelde Paulus Heermans als Officier heeft ge-: diend by het gewezen Legioen van den Rhyngraave! van Salm, geduurende dat hy bezat den post van: Secretaris der Heerlykheid Waalwyk, ftrydig met! Hun Hoog Mogenden Refolutien, en zonder ook; daar toe de permisfie van Hun Hoog Molenden tef hebben verzogt, en aftueel nog uitlandig is) te: verklaaren, dat dezelve daar door van gemelde zyni post als Secretaris is vervallen, en dat ook even: daar door de Subftitutie van den Perfoon van J. GJ »e Villeneuve, aan hem door Hun Hoog Mogenden geaccordeerd, is komen te cesfeeren. En dat derhalven het aan den Heer of Vrou w der gemelde Heerlykheid, of wel derzelver Gemachtigden hier te Lande, zal vryftaan, een ander be-' kwaami  *30 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ting, dat door den voornoemden Heer of Vrouwt •van Waalwyk, of hunne gemelde Rentmeefter oi Gemachtigde, geen Perfoon tot Secretaris, of toe eenige andere posten of Bedieningen in degemeldéi JHeerlykheid zal worden aangefteld, welke heeft oi) Siebben gehoord tot het Genoodfchap van Wapeno handel binnen dezelve Heerlykheid hebbende ge-s fubfifteerd, of gecontribueerd tot het zogenaamdd Vaderlandfche Fonds, of welke anderfints door oo penlyke daaden en gedragingen hebben getoond, ,de verderfelyke maximes van het zogenaamd Patrii otismus te zyn toegedaan geweest. En zal Extract van deeze Hun Hoog MogendeE Refolutie worden gezonden aan den voornoemde! Gerardus Christi te Breda, als Gemachtigde vat den Heer of Vrouw van Waalwyk hier te Lande, ten einde die te brengen ter kennisfe van den Heei of Vrouw van voorfchreeven Heerlykheid , ce voorts, ten einde hy of zy in die zyne qualkeï: zich naar den inhoud daar van zal hébben te rei guleeren. En zal gelyk Extract van deeze Refolutie wonl den gezonden aan den Advokaat-Fiskaal van Bral band en Lande van Overmaaze, tot zyn naricht. I  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 23 r NL» 672- Waarfchouwing van het Hof van Holland en de Magiftraat in 's Hage, waar by zo wel aan de Edelen en Suppooften van den Hove als aan de Burgers en Ingezetenen van 's Hage wordt gewaarJchouwt, om op den iden Augustus aanftaande te Illumineer en. In dato den 18 july 1788. Het Hof van Hollanden de Magiftraat van 's Gravenhage in aanmerking genoomen hebbende de geneigtheid van veele Ingezetenen, om op den zevenden Augustus aanftaande, als zynde de eerfte heuglyke Verjaardag van Haare Koninglyke Hoogheid, Mevrouwe de Princesfe van Orange en Nasfauw, naar de gewenfehte omwenteling, openbaare betooningen van hunne blydfchap te geeven; hebben goedgevonden en verftaan, alleen een ie» gelyk, zo wel Edelen en Suppoosten van den Hove, als Burgeren en Ingezetenen vau 's Gravenhage, by deezen te waarfchouwen, op den avond van den voorfchreeven dag hunlieder Huizen of de Straaten voor dezelve te Illuminecren, (met een van welke beide men zal kunnen volftaan); zullende deeze Illuminatie beginnen ten negen uuren , en mogen eindigen ten twaalf uuren. Interdiceeren en verbieden voorts alle en een ie» gelyk op het allerernftigfte, iemand, hoegenaamt, het zy aan de Huizen, het zy op 's Heeren ftraa? ten, op eenigerhande wyze te molesteeren , op pcene van rigoureuslyk, zelvs aan den Lyve, naar exigentie van zaaken te zullen worden geftraft. En tot voorkoming van ongelukken , worden alle Perfoonen, van wat qualiteit, ouderdom of conditie die zouden mogen wezen, mede by deeze wel expresfelyk geinterdiceert, geduurende de voorfchreeven Illuminatie, Vuurwerken af te fteeken, Swermers, Voetzoekers of andere dusdaanige brandende Machines te werpen, ook met Busfen, Snaphaanen of Piftoolen te fchieten; op poene, dat die bevonden zal worden contrarie deezes gedaan te hebben, telken reize zal verbeuren een boete van P 4 drhg  2g 2 Verzameling van Stukken letrekkclyk tot drie Guldens, zullende de Ouders deswegens voo^ hunne Kinde-i en amfpreeklyk en executabel zyn. Nf, 6"73. Publicatie van het Ed. Gerechte der Stad Rotterdam, waar by den jden Augustus aanftaande bepaald wordt tot het doen van eene generaale Illuminatie. In dato den 23 July i^8£ Schout, Burgemeester? en Schepenen der Stad Rotterdam, overtuigd van de welmeenendegezindheid der goede Burgery en Ingezetenen deezerSr.ad, omtrent de wyze voorzieningen van 's Lands Hooge Overigheid, in het beraamen en ter uitvoer doen brengen van zodaanige maatregelen, als meest gefehikt zyn om de aloude R'egeerings Conftitutie deezer Landen onwrikbaar vast te ftellen; en overzulks zich daar op verlaatende, dat de gelukkige Alliantien van deezen Staat, als mede de Bondgenoodfchaplyke Guarantie van het Erf-Stadhouderfchap met alle deszelvs Rechten, Gerechtigheden en Pneërninentien , in het Doorluchtig Huis van Orange, met recht aangezien worden voor zodaanige gebeurdtenisfen, welke onder de medewerkingder Godlyke Voorzienigheid, de welvaart van deezen Staat tegen alle buiten- en binnenlandfche Onlusten beveiligen ; hebben gemeend de goede Burgers en Ingezetenen nog eenmaal- gelegenheid te moeten geeven, om door een openbaar blyk van genoegen , hunne dankbaare verknogtheid aan de Staats-, Stadhouderlyke- en Stads-Regeering aan den drrg te leggen, en midsdien goedgevonden en verftaan , eenen dag te bepaalen tot het doen eenei generaale Illuminatie binnen deeze Stad en jurisdictie van dien, die beginnen zal des avonds ten 9 uuren, en eindigen des middernagts ten 12 ■)uren, en daartoe geen gewenfchter tydftip kunnen vinden dan den 7den Augustus aanftaande, als zynde de heuchelyke Verjaardag van Haare Koning* lykc  948 Verzameling van Stukken betrekkelyk tót No, 62",. Regeerings verandering te Monnickendams ingevolge Publicatie van zyne Doorl. Hoogheide In dato den 29 July 1788. Tot Raaden in de Vroedschap. Nicolaas Bruyn. —- Mr. Dirk de Leeuw. 1—» Willem Mostert. — TheodorusEgebertus van Ma'rle. — Dr. Carel van Alfem van Lingen. — Gerrit Bruyn. — Anthony van Maurick, Fryheer van Mensbroek en Heer van Rhynfaterwoude. —- Cornelis van Hóek. -—■ Jacob Soèt en Teünis Hondius; zynde nog vyf Vroedfchaps-plaatfen vacant gebleeven. Tot Burgemeesteren tot den 9 Augustus 1789. Theodorus Egebertus yan Marle. Nicolaas Bruyn. —- Dr. Carel van Alfem van Lingen en, Gerrit Bruyn. Tot Schepenen tot den 9 Augustus 1789. Cornelis van Hoek. — Teunis Hondius. — Dirk C^ps. — Reyer Mostert. — Fredrik Altman. —1. Jacob Höoykaas en Jacob Sweers. Tot Schepenen Commissarissen. Cornelis van Hoek. — Reyer, Mostert en Fïe= drik Altman. Tot Ordinaris Gedeputeerde ter Vergadering van Haar Ed. Goot Mogenden (by continuatie). , Dr. Carel van Alfem van Lingen. Tot Gecommitteerde Raad in Wes'c» Friesland en 't Noorder-Kwartie? tot September 1789. Mr. Dirk de Leeuw» Tct  ie Ceheurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen'. 249 Tot Raad ter Admiraliteit in 't Noorder Kwartier (by continuatie) tot September 1780. Willem Mostert. Tot Hoofdingelanden van de Waterlandfe Meeren. Nicolaas Bruyn. -—— Mr. Dirk de Leeuw ec WiBèm Mostert. Tot Heemraad van de Purmer. Gerrit Bruyn. Tot Hocg-Heemraad van Waterland tot Augustus 1790, Anthony van Maurick, Vryheer van Hensbroek» Heer van Rhynfaterwaude, Tot Heemraad van de drie Waterlandfe Meeren, voor drie jaaren. Cornelis van Hoek. Tot Bewindhebber van de West-Indifche Compagnie in plaats van wylen Mr. Arent van Sanen. Mr. Dirk de Leeuw. Tot Secretarissen- van de Stad. Dr. Carel van Alfem van Lingen en Anthony van Maurick, Fryheer van Henshroek en Heer van Rhyn. faterwoude. De niet gecontinueerde Raaden zyn Dirk Claus, Pieter Houtingh , Claas Kous Bos, Jan Osfaan, Jan Kloek, Jacob Teengs, Jan Minne Boon, Nicolaas Costerus en Cornelis Botekooper, zynde d§ Heer Claas Molenaar oyerleedep» No;  2go ' Verzameling van Stukken betrekkelyk tot JN°. 684.. Regeerings verandering te Edam, ingevolge Publicatie van zyne Doorl. Hoogheid. In dato den 29 jdy 1788. Toe Raaden in de Vroedschap. Anthony Teengs. — Mr. Gerard Beeldfnyder.— Vincent van der Ley. — Mr. Gerrit Jacob Lakeïnan. — Pieter Hogerbeets. — Mr. Roelof Boot. -— Wicolaas Kroon. — Jacob Teengs. —— Dr. Jacob van Waert. —■ Willem de GoJder. — Mr. Jan Leonimis. —- Abraham Rudolph van Wylick. <Ü W'outer Pieter Wyngaard. William Pont. — Simon Verfteveren. — Pieter Kerck en Pieter van Megchelen. 1 Blyvende dus vier plaatfen vacant. De geremoveerde Raaden zyn Jan van Wallendal, Jan Réyntjes en Cornelis Hottentot. Zynde de Heer Hoofd-Officier, Burgemeesters, Schepenen, de Gecommitteerde Raaden te Hoorn refideerende, Raad ter Admiraliteit te Amfteldam, de Gecommitteerde in de Provinciaale Rekenkamer, en de Ministers deezer Stad, alle in hunne Posten gecontinueert. 685. Ordonnantie van de Ed. Achtb. Magiflraat der Stad Delft, waar by aan verfcheidene Perfoonen, alle Leden van het gewezen Exercitie-Géiioodfchap onder den Zinfpreuk: Tot herftel der Delffche Schutterye enz. voor altoos de Stad •wordt onzegt. In dato den 29 July 1788. De Heeren van de Weth der Stad Delft ordonneeren by deezen: A. G. Mappa. — Wybo Fyn-(e. — G. Pa ape. —> F. W. Buyser. — J. San-- ï)ers. CZ. P. axmacher. J. BrüNI. G. Verbeek. — a. v. d. Linden. — H. Snep. — J. vrydag. — a. v. d. goorbergen. «a- A. W. van Haaften. — H. Graauw. -r N. v. d. Velden:  de Geieurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, a$ï omme binnen tweemaal vier- en- twintig uuren deefee Stad en derzelver Jurisdictie uit te gaan, zond r Jaar ooit weder in te komen, op pcene van contrarie doende, dat door den Beer Hoofd-Orfi. eier deezer Stad tegens hun zal worden geprocedeerd, zo als in goede Juftitie zal bevonden wordéi te behooren. 3Sk 686. Publicatie van de Magiftraat der Stad Schoonhoven, waar by aan de goede Ingezetenen permitteeren, om hunne Huizen op den iden Augustus aanftaande te lllumineeren. In dato den 30 July . 1788. - y /; ■ ; ,,' De Magiftraat der Stad Schoonhoven in overweeging neemende de billyke enrechtmaatige liefde Van de goede Ingezetenen deezer Stad voor Haare Koninglyke Hoogheid, Mevrouwe de Princesfe van Orange en Nasfauw, Gemalinne van zyne Doorluchtige Hoogheid, den Heere Prince Erf-Stadhouder, gegrond op de onlochenbaarfte ondervinding van de uitmuntendfte bewyzen van Groot, moedigheid door Hoogstgedagte Vorftin aan zeer Véele ongelukkige Ingezetenen van deeze Stad beweezen, en zich, aan de eene zyde, met fchrik herinnerende de alleronaangenaamfte omftandigheden, welke hoogstgedagte beminnelyke en nooit genoeg te achten Vorftin in het voorleeden jaar binnen deeze Stad, door eenen famenloop van verwarringen, heeft moeten ondergaan, doch tevens, aan den anderen kant, met de uiterfte blydfchap befchouwende de allergewenschtfte uitkomst, welke het God Almachtig behaagd heefts te fchenken aan de rampen van Hoogstgedagte Haare Koninglyke Hoogheid, van die van het Doorluchtig en tedergeliefd Huis van Orange, en van die van het dierbaar Vaderland, en nog.eenmaal aan de Ingezetenen van deeze Stad gelegendheid willende geeven om door oosnbaare bewyzen van ge- i  a|a Verzameling van Stukken hetrekkelyk tot genoegen hunne onveranderlyke verknogtheid aaa Hoogstgedagte Vorftin, en aan het geheele Doorluchtig Huis van Orange, benevens hunne blydfchap over de zo groote als gelukkige herftelling van zaaken aan den dag te leggen, tot welke herftelling het God Almachtig behaagd heeft, Hoogstgedagte Haare Koninglyke Hoogheid als een uitmuntend middel in Zyne hand te gebruiken» Zo is *t, dat Haar Ed. Gr. Achtb. paar rype deliberatie hebbep goedgevonden, aan de goede Ingezetenen deezer Stad te permitteeren, om hunne Huizen, op den aanftaanden zevenden Auguftus, jzyndedeheuchelyke Verjaardag van Hoogstgedagte Haare Koninglyke Hoogheid', Mevroüwe de Princesfe van Orange en Nasfauw, des avonds van negen tot twaalf uuren telllumineeren, vermaanende een iegelyk5,tot voorkoming van confufien, om» in die rechtmaatige vreugde, door Illuminatien te deelen: Verbiedende Haar Ed. Groot Achtb. niet te min aan een iegelyk, om eikanderen, of wie het ook zyn mag, over de wyze van zyne Illuminatie eenig molest aan te doen, en wyders het fchieteu met Snaphaanen, Piftoolen, Kanonnetjes &c, «sidsgaders het affteeken van Vuurwerken, Voeti zoekers, Klappers en dergelyke, als mede alle hoegenaamde buitenfpoorigheden, alles op pcene van de hoogfte indignatie, en ftraffe naar exigentie van, zaaken. Aldus gedaan en gearresteerd den 29 July 1788, en gepubliceerd den 3often daar aan volgende, Onder Jtond, In kennisje van my Secretaris. {yias gei.') H. C. van der Kop<» N0i  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevdlm* %$$ 63?. Publicatie Van de Ed. Regeering der Stad 's Bosch, waar by eene algemeene Illuminatie tegens den 1 Aug. aanftaande wordt bepaalt. In dato den 30 July 1788. Hoofd-Schout, Schepenen, Gezwoorens en Raaden der Hoofdftad 's Hertogenbosch, doen te wee* ten: Dat reeds ter gelegenheid van den jougsrvoorlcsden hoogen Geboortedag van zyne Dooriuchtigfte Hoogheid den Heere Prince Erfstadhouder, by hen in overweeging genomen zynde , het geeven van openbaare blyken eener betaamelyke en allefints gepaste vreugde,wegens de gelukkige,en tot 's Lands behoud en welvaaren zo hoognodige herftelling van Hoogstdenzelven in de uitoefifening van zyne hooge Rechten en erffelyke Waardigheden, zy daar in als töen zyn Wederhouden door overweeging van den betreurenswaardigen toeftand, waar in deeze Stad, toen zo onlangs was gebragt, en vooral ook door dien zy mogten verneemen, dat het aan Hoogstgemelde Heere Prince Erf-Stadhouder te dier tyd aangenaam zoude zyn, dat, tot voorkoming van alle verdere onheilen, 'er geene openbaare Vreugdebewyzen by die gelegenheid bedreeven wierden. Dan dat nu eerstdaags aanftaande zynde een hoogen Geboortendag van haare Koninglyke Hoogheid Mevrouwe de Princesfe van Orange, eene Vorftin, welke onder den zegen der Goddeïyke Voorzienigheid zo veel heeft toegebragt tot de voorgemelde gewenschte omwenteling van zaaken, en vastftelling der oude en wettige Regeerings Conftitutie der Republiek, waar toe deeze Hoofdftad van Braband, volgens haare Capitulatie mede is gehoorende, zy Hoofd-Schout, Schepenen, Gezwoorens en Raaden in aanfehouvv hebben genomen, dat door den tusfehentyd van agt maanden, en alle de middelen in die tyd daar toe aangewend, de alhier geleedcne onheilen reeds eenigflnts herfteld zynde, alzo by lan-  S54 Verzameling van Stukken betrekkelyk M Hanger uitftel van het geeven van zodaanige open> baare blyken van deelneeming, aan de hier voorgemelde zo heuchelyke gebeurtenis, die federt nog merkelyk is bevestigt en luisterryker geworden , door de gelukkig geflooten Alliantien van deezen Staat met machtige Bondgenooten, als mede de Guarantie door de refpective Vereenigde Gewesten gedaan van her Erf-Stadhouderfchap, met alle deszelvs wettige hooge Rechten en Prasëminentien , zulks veelligt zoude kunnen worden opgenomen voor.eene laakbaare onverfchilligheid of verfoeijelyke kwaalykgezindheid, waar van zy Hoofd-Schout, Schepenen, Gezwoorens en Raaden, en, zo zy vertrouwen, ook de goede Burgerye en Ingezetenen deezer Stad, hoogst afkeerigzyn; en mitsdien in die billyke verwachting , dat een ieder zo veel zyne vermogens en.de kortheid des tyds , thands maar voorhanden zynde, zullen toelaaten, gaarne door fpreekende daaden zal willen toonen , die zelvde allefints betaamelyke gevoelens van vreugdeen dankbaarheid aan de Goddelyke Voorzienigheid, over alle die gewenschte evenementen, welke ook voor alle de Ingezetenen deezer Stad, indien zy by vervolg* met aflegging van alle partyfchap, zich volgens hunnen fchuidigen plicht, na de wyze voorzieningen en bevelen van 's Lands Hooge Overheid lcomen te gedraagen, tot volledige reparatie der onderga3ne rampfpoeden ftrekken. kunnen , nodig hebben geoirdeelt, om op denzelven aanftaande heuchelyken en hoogen Geboortedag van hooggemelde Haare Koninglyke Hoogheid daar toe geleeenheid te geeven, en alzo aan de Burgers en Ia. iezetenen toe te laaten, ja hen zelvs te waarfchouwen en aan te maanen, zo als gedaan wordt by deezen: om in den avond van dien gewenschten dag, hunne Huizen of de Straaten voor dezelve te Illumineeren , en zulks van de klokke negen tot twaalf uuren des nachts. Dan op dat deeze wettige en gepaste vreugde mag ftrekkeo tot een teeken van dea Burgerlykea vree^  ie Gèbeurtenisfen in 1787 ene. voorgevallen. %$$ de en eensgezindheid in deeze Stad, cn door geene #anorde of ongeregeldheden worden geftoord. Zo is 't, dat Hoofd-Schout, Schepenen, Gezwoorens en Raaden voornoemt, allea ea iegelyk by deezea, op het ernftigfle waarfchouwen en gelasten, om zich altoos, maar voornaamentlyk by eene zo plechtige gelegenheid, die alleen aan eene gepaste vreugde behoord te zyn toegewyd, zorgvuldig te onthouden van al het geae de rust en veiligheid zoude kunnen verflooren, vooral om iemaad over de wyze op welke hy zyae Illaminatie mogte hebben ingericht, of op welk ander prstext zulks ook zoude mogen zyn, te befchimpen, te fchel. dea, of met woorden of daaden ia Perfooa of Goederea eenigfints te beledigea, gelyk ook vaa het Verzamelen en famenrotten op de Straaten of op andere opeabaare Plaatzen, het fchreeuwen en zingen aldaar, of aan de Huizen, het afvorderen van geld of andere gefchenken, tot het maakea of op* richten van Eerepoorten, Boogen, Kroonen of andere Vercierfelen, het aanbellen aan, en indringen in de Huizen, in weêrvyil der Bewoonders, en alle andere overlasc of molest, hoe ook genaamt; gelyk verder ook tot voorkoming van brand, by eene zo ftaatelyke plechtigheid ten fterkften wordengeinhasreert de voorige verboden , fpeciaal die van dea 3 Maart 1785, 24 September 1787 en 27 February "1788, tegeu het affteekea vau Vuurwerken, het gooijea vaa Slangen of Voetzoekers, het fchietcn met Kanonnetjes, Snaphaanen, Piftoolen, of ande^ re Geweerea, hoe ook genaamd, het loopeu met Piktouwen en andere brandende ftoffen. Alles op poene, dat die gene, welke tegen het een of ander van voorfz. geboden komen te overtreeden, zullea verbeuren eene boete van zes Guldens voor iedere contraventie, in te vorderen en te bekeeren, evea als by voorgemelde Publicatien is geftatueert, ea dat die genen, welke buiten ftaat mogen zyn om de boete te betaalen, voor agt dagen op water en broed Zullea wordea gefteld, en zulks alles boven en be- hal-  de Gébeurtenisfen in 17S7 enz* voorgevallen. 257 ïingen, waar door fommige Gewesten van het dierbaare Vaderland eenige achtereenvolgende jaaren 20 deerlyk gefoltert zyn, mede deeze Provincie te doen deelen, diens gevestigde Conftitutie het onderfte boven te lceeren, en eene volflagene regeeringloosheid in te voeren, ten dien einde op diverfe plaufen verderfelyke famenkomflen , of zogenaamde Sociëteiten en beflootene Gezelfchappen te beleggen, om niet alleen opzettelyk over het bellier van 's Lands zaaken, hoe zeer ook buiten hun kring, te raadpleegen, en zich een gezach nevens, ja boven dat van den Souverein aan te maatigen; maar ook om de minkundige, die de fnoode en arglistige oogmerken van deeze Volks-Verleiders niet doorzien , zeer verderfelyke grondbeginfelen toe kleinachting van de wettige Regeering des Lands, en krenking van het recht der Hooge Overigheid in te prenten: ja zelvs eenige Predikanten ten Platten Lande niet gefchroomd hebben , om geheel ftrydig met het waare oogmerk hunner zending, zich opentlyk als de Beleiders van die t'famenkomflen en Spreekers in dezelve op te werpen, ten einde den eenvoudigen Landman te bedriegen en in zyn verderf te doen ftorten; misbruikende aldus op eene fchandelyke wyze den invloed en het vertrouwen, het welk, uit hoofde van het eerwaardig Carakter door hun bekleed , op, ea by hunne Gemeentens verkreegen hebben : waar door het dan zo verre gekomen is, dat, (hoe zeer ook met blydfchap hebben mogen befpeuren, dat verre weg hec grootfte gedeelte der goede Ingezetenen afkeerig van zulke ftrafbaare onderneemingen, en door eerlyke gevoelens bezielt, zich voor de gevaarlyke ftrikken van zo veele Verleiders hebben weeten te wachten) egter veele tegens den fterken voortgang van dit dag by dag toeneemend kwaad te zwak zyn. bevonden om dezelve tegen te ftaan, en daar door fommige willens en weetens, fommige door enkele misleiding en onkunde van het kwaad, dat zy bedreeven, zich aan muitery, verfmaading van het VIL Deel. R. recht  158 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot recht der Hooge Overigheid, en andere ftrafbaare daaden hebben fchuldig gemaakt; voorts eene verbittering en animoficeit in de gemoederen verwekt is geworden, die, zo ze niet door alle mooglyke en gepaste middelen wordt uitgebluscht, de nadeëligfte gevolgen voor Land en Volk moeten na zich fleepen; het welk te meer te duchten ftaat, naardien hoe langs hoe meer ondervinden, dat 't thands even zo weinig als in den jaare 1748 ,, aan Perfoonen ontbreekt, die haar werk fchynen te maaken om de goede Gemeente door verzonnene onwaarheden, en vuile kwaadaartigheden en lastertaal, (waar aan zich niet ontzien Ichuldig te maa, ken, die zulks het minst betaamd,) tegens haa-■ , re wettige Overigheden op te hitzen, deacht' baarheid van de Regeering weg te neemen, en dus alles in confufle en verwarring te brengen ,, ftrydig tegens ons Plakaat van den 21 Maart 1748. , Terwyl wy ook boven dien, van tyd tot tyd bericht ontfangen , dat door fommige by aanhoudentheid 1 de'verderfelyke maxime wordt opgevolgd, om de i befluiten van de Hooge Machten des Lands op de i eerlooste wyze te bedillen, en de goede Ingezete- ■ nen, die niet met hun willen inftemmen, maar zichi als ftille en vreedzaame in den Lande gedraagen,, baldaadiglvk aan te randen, te befpotten en te mis- . handelen;'voorts allerhande fchaadelyke verdichtzelen van ingekomene nieuwstydingen uit te ven-, ten, ftrekkende aan de eene kant om de goede eni ftille Ingezetenen een fchrik aan te jaagen, en aam de andere kant, om de verblinde en vooringenomene menigte hoope te geeven, dat het permcieufe; Volk en Land beroerend Leerftelfel, (waar door: Neêrlands Gemeenebest onder het masker van Pa-. triottiMne en Vaderlandsliefde, met verlies van de: door het bloed onzer Voorvaderen zo duur gekogte: panden van hun Vryheid en onbelemmerde Godsdienst-oeffening,tot deszelvs ondergang zoude zyn 1 gebragt, zo niet door de ontfermende goedheid vani het Alziend Oog,zulks op eene wonderdaadige wy->  ie Gebeurtenis/én in 1787 enz. vdorgevallen, 259 \&e verhoed ware geworden) eindeiyk doorbreeken, :en door üitheemfche Macht onderfteuning zal ontfangen 5 waar door te gelyk de affchuwelyke boos* heid des harten te kennen geeven, dat het dierbaa:re Vaderland liever door Uicheemfche Macht verhield, als hunne flinkfche oogmerken verydeld wilLlen zien. Tegens welke gevaarlyke en ongeoirloof:de machinatien op het ernftigfte en krachtigfte willende voorzien. Zo is 't, dat wy by deezen wel ftrengelyk verbieden alle Zodaane particuliere Sociëteiten, Samen» rottingen en Byeenkomften, waarin opzettelyk over izaaken, 's Lands beftier betreffende , gehandeld rwof dt, of de Ingezetenen worden opgeruid om zich :een inzage in de Regeering aan te maatigen: alle na:deelige en lasterlyke discourfen tegens de Hooge [Regeering, of Leden van dien, mitsgaders het on:befonnen taxeeren van derzelver befluiten, tot weli'zyn van den Lande genomen i alle fchrikbaarende en malitieufe verzonnene Uitftrooifels van ingekorriehö jiieuwstydingen: voorts het aanranden, befchimpen :èn mishandelingen van particuliere Perfoonen, weieens derzelver verfchillende denkingswyze,en aankleeving aan de waare belangens van de gevestigde Conftitutie, welke wy onze kragtdaadige en byzon!dere proteclie overwaardig keuren; en eindeiyk alle verdere baldaadigheden en ongeregekheden, waar [door de veiligheid en het publiek gezach eenigfints gekrenkt,en de voortduuring van twistentweefpalt gevorderd wordt, op ftraffe, dat diegenen, welke ibevonden zullen worden deezen ter contrarie ge. Idaan, gehandeld, of gemachineert te hebben, als lopenbaare Rustverftoorders en Oproermaakers , ponder eenige cönniventie, aan den lyve, en de ;omftandigheden het delict eenigfints aggraveerende, :met de dood geftraft zullen worden. Lastende en bevelende dieswegens alle Hooge éri [Laage Gerechten, aan wie de handhaaving van crimineele Juftitie in deeze Provincie, en de Uitoefte1:fciüg der ItfafFen, by de wetten van den Latidé be. R £ fttalti  afio Verzameling van Stukken letrekkelyk tot paalt, is toevertrouwd,naauwkeurig zorge te draagen, dat deeze onze ordres, die wy tot herftel vani de inwendige ruste en vervolgelyke voortduuring; derzelve genoodzaakt zyn geweest te moeten arre-. fteeren, na de letter worden geëxecuteert,zonder,, onder eenig voorwendfel van Clementie of ander— fints, daar aan in het minfte te luxeeren, en alduss eenige overtreeding van deeze onze reeds bevoorens gegeevene, en nu gerepeteerde bevelen mett een geldboete af te doen, als zeer kwaalyk aan des Uitvoerders van de bevelen der Hooge Overigheid: pasfende, terwyl daar door niet alleen den weg toti eene arbitraire rechtspleeging, zo nadeelig in eeni Burgerftaat, gebaant; maar ook notoir op de rech-s ten van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heer» Prince Erf-Stadhouder wordt geëmpieteerd. Allesi onverkort het recht, en de adlien wegens de reed* begaane overtreedingen de Juftitie competeerende.1 En op dat een iegelyk zich hier na ftiptelyk regm leere, en niemand eenige ignorantie moge voorwen* den, zal deezen in alle de Kerken over de geheelei Provincie, zonder onderfcheid, tot welke Gezind-i heid die behooren,door de refpeftive Predikanten , Leeraars, of Spreekers in dezelve, op de eerstkoo mende Zondag, na dat dit Placaat aan hun zal zyn ter hand gefteld , duidelyk en zeer verftaanbaan voorgeleezen, en teffens alotnme worden aangeflaa-a gen, ter plaatzen alwaar men gewoon is zulks tei d°Aldus gedaan in het Provincie-Huis binnen Gro4 niDgen, op Vrydag den i Augustus 1788. Ter Ordonnantie van Hun Edele Mogenden (was get.) E. Lewe, Secreti  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 261 No. 680. Publicatie van Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten van Stad Groningen en Ommelanden, waar by wordt te kennen gegeeven , dat 'er by Hunne Edel Mogenden eene Extraordinaire Commisfie is gedecerneert, om inquifitie te doen over den oirfprong van zo veele oneenigheden en woelingen ÖV. als 'er hebben plaats gevonden &c. In dato ■ den 1 Augustus 1788. De Staaten van Stad Groningen en Ommelanden doen te weeten : Dat ter gelegenheid der deliberatien over de Refolutie van Hun Edele Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland van den 1 jden February deezes jaars, genomen op het doen van den ééd op de Conftitutie der Hooge Regeering en het Erf-Stadhouderfchap, nodig hebben geoirdeeld, om, in aanmerking van de menigvuldige ongeregeldheden en ftrafbaare gebeurtenisfen, welke eenige achter een volgende jaaren mede deeze Provincie beroerd, en de Grondvesten van diens gezegende Conftitutie aan het wankelen hebben gebragt, een Extraordinaris Staats-Commislie te benoemen,, ten einde te onderzoeken wat, mét betrekking tot de inwendige gefteldheid van deeze Provincie, en weering van alle infradtie tegens diens gevestigde Conftitutie, gedaan behoort te worden. Dat dieswegens voorfchreeven Commisfie, ter voldoening aan onze intentie, eerst en vooral zal moeten inquireeren op alle die ongeregeldheden en gebeurtenisfen, en zich daar omtrent de nodige informatien doen verzorgen ; op dat, na volledige opening van de waare gefchaapenheid van zaaken , en ontdekking van den oirfprong, en fpoedige vordering van zo veele Volk en Land bedervende oneenigheden , woelingen en cabaalen, bepaaldelyk met genoegzaame zekerheid en fiducie kan worden opgemaakt, wat tot verhoeding derzelve voor het toekomende, en betering wegens het voorleedene eedaan diend te worden. 6 R 3 Dac  %6i Verzameling van Stukken Utrekkelyk tot Dat voorts deeze Extraordinaris Staats-Commisöe door ods geauthorifeerd is geworden, om niet alleen op 's Lands kosten zodaane Perfoon of Perfoouen als nodig oirdeelen, en in fpecie den Fiscaal van de Provincie Mr. J. H. de Raadt te mogen errtplooijeeren; maar ook infpectie te neemen van, en te requireeren alle zodaane Prothocollen, Charters, Registers en Refolutie-boeken, zonder onderfcheid, als by eenige Provinciaale Vergadering, Collegie of Gerichte in deeze Provincie gehouden worden, zonder dat zulks aan hun, als uit naam van den Souverein gevorderd, geweigerd zal mogen worden. Dat eindeiyk mede aan deeze Commisfie de executie van ons Placaat van den i8den der jongst verloopene maand July, ftrekkende tot vernietiging v^n de Exercitie-Genoodfchappen ten Platten Lande , en het ontwapenen der onwilligen door ons is opgedraagen. Al waarom by deezen wel fcherpelyk verbieden alle onderneemingen , waar door onze heilzaams Oogmerken direft of indirect eenigfints verydeld kunnen worden, op ftraffe, dat die genen, welke zich daar aan fchuldig maaken, als wederfpannigen aan, en verfmaaders van de bevelen der Hooge Overigheid, na omftandigheden van zaaken, en het ftrengfte recht , gecorrigeert zullen worden , op dat eindeiyk eens de zo hoognodige rust worde herfteld, en niemand zich voortaan wederom verRoute eenige pooging te doen, om zyne wettige Overigheid den klem van Regeering te ontwringen. Lastende en bevelende teffens elk en een iegelyk» die zulks moge aangaan , den gemelden Fiscaal Mr. J. H. de Raadt, in het te doene onderzoek, alle hulpe en adfiftentie te verleenen; voorts aan denzelven bekend te maaken alle zodaane buitenfpoo* righeden, het zy met woorden of daaden, ftrekken^ de tot ve.rftooring der inwendige ruste deezer Provincie, als federt een geruimen tyd gebeurd, en ter kennis Van deeze of gene gekomen mogen zyn, (pp, dat vervolgen?, daar Offltrent door ons kan worden  és Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 263 den gedisponeert, als bevonden zal worden te behooren. En op dat niemand hier van eenige onweetenheid moge voorwenden, zal deezen alomme van de Predikftoelen in deeze Provincie afgeleezen, en verders worden aangeflaagen ter plaatzen alwaar men gewoon is zulks te doen. Aldus gedaan in het Provincie-Huis binnen Groningen op Vrydag den 1 Augustus 1788. Ter Ordonnantie van Hun Edele Mogenden» (was get.~) E. Lewe, Secret. No. 690. Publicatie van Heeren Burgemeesteren en Raad der Stad Groningen, waar by wordt gepermitteerd om op den iden Augustus aanslaande, Zwerm vers en andere onfchaadelyke vuurwerken te mogen affteeken. In dato den 2 Aug. 1788. Burgemeesteren en de Raad in Groningen, doen te weeten. , Naardien Hun Edele Mogenden, de Heeren Staaten deezer Provincie, op hunne Vergaderinge van fisteren, in overweeging hebben genomen, dat op )onderdag, den 7den deezer, voor de eerfte maal, na de gelukkige omwenteling van zaaken in het lieve Vaderland , de heuchelyke Geboortedag van haare Koninglyke Hoogheid, Gemaalinne van den Heer Erf-Stadhouder, met vollen luister in fommi- fe Provinciën gevierd ftond te worden, en deeze rovincie geen minder reden had om zich te verblyden, zo over de hooge Geboorte van eene Vorftin, met zulke uitmuntende talenten begaafd, als dat haare Koninglyke Hoogheid, onder zo veele rampen, tegenfpoeden en vervolgingen, waarmede het Vorftelyk Huis , een geruimen tyd , had moeten worftelen, niet bezweeken; maar, tot heil van Neêrlands Gemeenebest, in het JLand der LeeR 4 ven-  Verzameling van Stukken betrekkelyk tot venden gefpaard was geworden, en alzo goedgevonden, om den zevenden dag deezer maand mede alhier een dag van vrolykheid te doen zyn, en op dezelve wyze te vieren,als die van den Heere ErfStadhouder. Zo is 't, dat wy aan de Burgeren en Ingezetenen deezer Stad hier van kennis hebben willen geeven, en tevens aan dezelve toeftaan om, den dag van den 7den deezer, des avonds, na dat de Salvoos zyn gefchied, en de Paraden afgemarcheerd, Zwervers en andere onfchaadelyke Vuurwerken te mogen affteeken; mits zulks alleenig en bepaaldelyk gefchie. de op de Groote Markt, en op geene andere plaatzen in de Stad, en wel tusfchen de Huizen ten Oosten en ten Westen aan de Markt op de groote ruimte, zonder zulks op de rypen of kleine fteenen te mogen doen , veel minder na of in de Huizen te werpen ; maar alleen de Markt op ; invoegen en onder dezelve pcenaliteiten, als wy zulks by ons Placaat van den 26ften February jongst, opzichtelyk de Verjaaringe van zyne Doorluchtigfte Hoogheid , den Heere Prince Erf-Stadhouder , en den dag van den sSften Augustus, vastgefteld hebben. Én , op dat niemand hier van onweetende moge zyn , zal deeze alhier in deeze St id worden aangeflaagen, alwaar men gewoon is zulks te doen. Gedaan in Groningen, den &c. B. V. Iddekinge, vt. Ter Ordonnantie der H. Heeren voorfz. (was get.) C. H. Gockinga, Secret,  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 26jr No. 691. Publicatie van de Ed. Hoog Achtb. MagiJiraat der Stad Deventer, waar by alle de Ingezetenen worden geordonneert om op den iden Augustus aanftaande hunne Huizen te Illumineer en, In dato den 2 Aug. 1788. Burgemeesteren, Schepenen en Raaden der Stad Deventer, met een byzonder gevoel van dankbaarheid aan het Opperwezen zynde aangedaan, wanneer blydelyk herdenken het tydftip, waar op door zichtbaare medewerking van de Voorzienigheid in den voorigen jaare, toen Neerlands welvaarendoor de ondermyning van het daar aan verknogte behoud der heilzaame aloude Conftitutie deezer Vereenigde Provinciën fcheen daar heenen gebannen te zullen worden, de zaaken zulk een kennelyke keer genoomen hebben, dat thands leeven mogen onder een Regeering, overeenkomende met de Wetten van den Lande, met de Conftitutie zo heilig door onze Voorvaderen bezwooren en ten beste ook van deeze Stad tot voor die turbulente tyden, als door een eenig Man, onderhouden ; moeten zo ook vooronderftellen, dat deezer Stads Ingezetenen hier omtrent niet onverfchillig zyn kunnen, maar daar en tegen met Schepenen en Raad zeer gaarne derzelver gepaste blydfchap daar over aan den dag zullen willen leggen: te meer, wanneer met ons opmerken de wyze maatregelen door de Heeren StaateB van de Geünieerde Provinciën onlangs genoomen, en ten effecte gebragt, ter meerdere bevestiging van 's Lands waare en aloude Conftitutie, tevens zullende kunnen zyn in 't byzonder dienstbaar ter beveiliging van deezen Staat en ten behoud van haare independentie: en vermids tot een ongeveinsd betoon van waare blydfchap over een en ander geen gefchikter tydftip zoude kunnen worden uitgekipt of waargeno'omen , dan wel de aanftaande geboortedag van Haare Koninglyke Hoogheid, aan welke naast onze God de God van Ne« derland wy met alle rechtgeaarte Nederlanders het R 5 groo-  366 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot grootelyks te danken hebben, dat wy deeze gelukkige omwenteling van zaaken nog in onze dagen hebben mogen geworden. Zo is 't, dat wy goedgevonden hebben, ten dien einde te ordonneeren , zo als ordonneeren by deezen, dat alle Ingezetenen van deeze Stad, derzelver Huizen, welke zy bewoonen , op den 7den Augustus eerstkomende zullen hebben te Itlumineeren op zulk eene wyze, als een ieder naar zyn omftandigheden goedvinden mogte, beginnende des avonds ten negen uuren, en eindigende des nagts ten twaalf uuren, echter met ernftig verbod van alle Decoratien of vertoon van verligte Chasfenetten, ook wel ernftiglyk allen en een iegelyk verbiedende, niemand, wie hy ook zyn moge, over derzelver wyze van Illumineeren lastig te vallen, te miszeggen, of te misdoen, of in derzelver Perfoon of Bezittingen, by pcene van naar exigentie van zaaken en als een Verftoorder der rust en der blydfchap, anderen ten exempel, rigoureufelyk te zullen worden geftraft: tevens ook zo, op pcene voorfchreeven verbiedende, voor, op, of nadien geftelden tyd van blydfchaps-betooning , het afperfen van Geld, van Drank, met een woord, al wat ten behoud der rust en veiligheid hinderlyk zoude kunnen zyn. En daar 't hoogst nodig is altoos, in 't byzonder in gelegenheden als deeze, te vigileeren voor ongelukken van brand, zo verbieden aan allen en een iegelyk, van wat qualiteit, ftaat of rang dezelve ook zyn mogen, op publieke plaatfen Vuuren te branden, Vuurpylen, Zwermers of Voetzoekers, of eenig ander Vuurwerk hoegenaamd, af te fteeken of te werpen, of ook met Snaphaanen, Piftoolen, of ander Geweer tt fchieten, alles ook by pcene als boven. ha Publicatum Cofs. Eechoüt, Dr. Middelïurg, den &c.  Se Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 26/ No. 692. Waarfchouwing van Bailjuw, Schepenen en Mannen van Schieland, waar by aan de Opgezetenen van de Ambachten van Schieland, nog eenmaal wordt gelegenheid gegeeven om op den iden Augustus aanftaande, eene generaale Illuminatie te doen £?e. In dato den 4 Auguft. 1788. Alzo de Heeren Bailjuw, Schepenen en Mannen van Schieland, in ervaaring zyn gekomen, dat de Schouten en Gerechten van de refpective Ambachten in den Lande van Schieland gelegen, ieder in den hunnen, in navolging van de meeste Steden binnen deeze Provincie , hebben gedaan of nog ftaan te doen eene Publicatie, waar by ter gele- fenheid van de heuchelyke Verjaardag van Haare koninglyke Hoogheid Mevrouwe de Princesfe van Orange, Gemalinne van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhouder, invallende op Donderdag den 7den Augustus aanftaande, aan de goede Burgers, In- en Opgezetenen van gemelde Ambachten nog eenmaal de gelegenheid wordt gegeeven, om door het doen eener generaale Illuminatie, hun genoegen en dankbaare verknogtheid aan de aloude Regeerings-Conflitutie deezer Landen, zo als dezelve thands onwrikbaar is bevestigd, aan den dag te leggen. Zo is 't, dat Bailjuw, Schepenen en Mannen voornoemt, niets meer ter harte neemende, dan dat de rust en tranquilliteit van de In- en Opgezetenen deezer Lande van Schieland alom werde geconferveerd, en derzelver billyke en rechtmaatige vreugde door geene losbandigheden werde geftoord, allen en een iegelyk, wie hy zy, wel ernftiglyk waarfchouwen , zich zorgvuldig te wagten , van het pleegen van eenige ongeregeldheden of molesten, het zy aan Huizen, Werven, of op 's Heeren wegen, ofte ook om iemand over de wyze op welke hy zal hebben goedgevonden zyne Illuminatien in te richten, of over het meer of minder dragen van Orange-linten, eenig verwyt, hoegenaamt te  tfo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot worden gevoegd vyf Coupons a ƒ 40, voor de jaarlykfche Interest a 4 per Cent, vry van alle belastingen; betaalbaar, die in Bankgeld, in de Wisfelbank der Stad Amfteldam, en die in Kasgeld, ten Comptoire waar op dezelve luiden- 6. En ten einde aan dezelve Wisfelbrieven alle mooglyke verzekeringe en foliditeit te doen erlangen, zyn de refpective Ontfangers onwederroepelyk geauthorifeerd, omme deeze Wisfels en Cou* pons, ten Comptoire waar op dezelve luiden, ten precife verfchyndage te betaalen ; als mede, om dezelve op, of na de verfchyndagen, in betaaling aan te neemen, zo voor het recht der Collateraale Succesüen, ioofte, 2oofte Penning en alle audere *s Lands Rechten en Impofitien, even als ware dezelve Holiandfch CouraDtgeld, en dat zonder eenige kortinge of onkosten hoegenaamd; zullende de Agio der Bankwisfels als dan gefteld worden volgens de Middelcours ter Beurfe der Stad Amfteldam. 7. Wordende alle Voogden en Adminiftrateurs van Kapitaalen van Minderjaarigen, gelyk mede Regenten van Weeskamers, Sociëteiten en Corpora's geauthorifeerd, mede in deeze Negotiatiete participeeren. 8. Deeze Wisfels zullen uitgegeeven worden, en zal de Infchryving kunnen gefchieden by alle Hollandfche Kameren der Oost-lndifche Compagnie, en beginnen op heden, maandag den n Augustus 1788, en de Intrest ingaan op den eerften van die maand , op welke ook de Wisfelbrieven zullen getrokken zyn. MODEL WISSEL. Amfteldam den eerften Aug. 1788, voor ƒ löoè. Vyf jaaren na dato gelieven Hun Ed* Gr. Mog. te be. taaien vooj deeze Sola Wisfelbrief No. aan  'is Gehurteniifen in 17S7 enz. vmgevalUn. 28$ in handen der Juftitie mogte komen te geraaken» gebragt te worden ter Plaatfe, alwaar men gewoon is crimineele executie te doen, en aldaar anderen ten aflchrik en exempel door den Scherprechters met het Zwaard te worden geftraft, dat 'er'de dood na volge. Den Gedaagden in Perfoon, Beklaagden, en Defailjant mede condemneerende in de kosten deezer Procedures tot tauxatie en moderatie van den Hove. Gedaan en uitgefprooken in den Raade van Gel» derland te Arnhem, den 8 Augustus 1788. N°. 695. Request van den Eerw. Kerkenraad der Walfche Gemeente te Zwolle, aan de Ed. Hoog Achtbaare Magiftraat dier Stad, behelzende verzoek, om den Heer Pierre Chevallier in zyn Predikambt by die Gemeente te her ftellen. Jk 1sJ% *<9&- Wel Edele Hoog Achtbaare Heeren9 Myne Heeren Burgemeesteren, Schepenen en Raaden der Stad Zwolle! Geeft eerbiedig te kennen de Kerkenraad der Walfche Gemeente deezer Stad; hoe zy met innig leedv/eezen aangedaan over het groot verlies, dat gemelde Gemeente komt te lyden, doordien 't U WEd. Hoog Achtbaare behaagd heeft, by Refolutie van den I3den May, den Wel Eerwaarden en zeer Geleerden Heer Pierre Chevallier van zyn Predikdienst in deeze Gemeente te ontflaan: in overweeging genomen hebbende de trefFelyke en menigvuldige dienften door zyn Eerw. aan de Kerk bewezen ; en het groote nut, 't geen men met reden verwachten kan nog verder van zyn yver en dienst te zullen kunnen trekken 5 als mede de menigvuldige vacatures eh fchaarsheid , zo geen volkomen gebrek, aaa waardige en bekwaame Maaaea» om alle de va- caatfr  *84 Verzameling van Stukken letrekkelyk tet cante plaatzen, en vooral die in deeze Gemeente;» te vervullen, met zodaanig een bekwaam voorwerp , dat eenigfincs in ftaat zy deeze breuke te heelen, en te zorgen, dac eene talryke, en door zyne onvermoeide zorg fteeds aangroeijende, Gemeente niet verloorèn ga, door gebrek aan een bekwaamen ea gei'chikten Leeraar: en hoe zy zich daar en boven overtuigd houden van de eerlykheid en pprechtheid zyner gevoelens en oogmerken; te meer daar hy nimmer heeft,noch ook zal nalaaten, ia zyne Gebeden den zegen van den Almachtigea God af te fmeeken, over die genen, die in Hoogheid en Regeeringe gefield zyn; en dat het weigeren van den van hem gevorderden ééd niet is voortgevloeid uit flinkfche bedoelingen, maar uit eennaauwgezet geweeten , het geen zich de gevolgen en verplichtingen van den ééd te uitgeflrëkc voórfïelde, om aan dezelve flipt en in geinpede te kunnen voldoen. Zich om gemelde redenen genoodzaakt, en om het welzyn der Gemeente verplicht gevonden hebben, Kich tot ü WEd. Hoog Achtb. te wenden, met ootmoedig verzoek, dat het U WEd. Hoog Achtb. gunflig behaagen moge, gemelden Pierre Chevallier in zyn Predikambt te herflellen , op zodaanig eene verklaaringc van onderwerping aan de tegenwoordige Conftitutie, zo als U WEd. Hoog Achtb. tot haar gerustheid, en tot verzekering van die Conftitutie zullen nodig oirdeelen , en die overeenkomflig zal zyn met zyne gevoelens, om zich als een flil Burger te gedragen, zich aan de ftand-. grypende Conftitutie te onderwerpen, en geene poogingen te doen om dezelve om ver te werpen. 't Welk doende, W. Glieysen Dr. G. E. Qiteysen. P. H. Queysen. H. W. Greven. C. Panisekoek. J. W. A. J. van LOCHTJSREN SïOKEERANT. m  ic Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 285* ff% 696. Ëxtratt uit het Boek van Refolutien der Stad' Zwolle, waar by het verzoek in voorenflaande Request , door de Kerkenraad van de Walfche Gemeente gedaan, wordt afgeflagen. In dato den 13 Au* gustus 1788. rSANDBERO Cofs.< en IGOMARUS. By refurnptie gedelibereert zynde op den Requeste, door den Kerkenraad der Walfche Gemeente, op den 24ften July, geprsfenteerd, houdende,om redenen daar by geallegeert, verzoek, dat Pierre Chevallier gunftig mogt worden herfteid in zyn Predikambt, op zodaane verklaaringe vanonderweïpinge aan de tegenwoordige Conftitutie, als wy tot onze gerustheid en verzekering van die Conftitutie nodig zouden oirdeelen, en die overeenkomftig Zal zyn met zyne gevoelens, om zich als een ftil Burger te gedraagen, zich aan de ftandgrypende Conftitutie onderwerpen, en geene poogingen doen ora dezelve om ver te werpen. Als mede óp ee-n brief, door den genoemden gewezen Predikant P. Chevallier aan gemelde Kerkenraad gefchreeven,en by voorfchreeven Reques. te mede overgegeeven , waar by declareert, dat zich aan de Conftitutie, gelyk dezelve in het formulier van den ééd omfchreeven wordt, zal onderwerpen, en geene poogingen doen dezelye om yer te werpen. Waar over gehoord het Rapport van Heeren tor deezer zaake gecommitteerd geweest, en voortsin achting genomen zynde, dat de voorfchreeven gewezen Predikant P. Chevalier gedifBculteerd hebbende den ééd op de Conftitutie zo van Stads wege voor de refpective Ambtenaaren was gearrefteerd, te prsefteeren,uit hoofde van gemcedeiykebezwaaren, en om redenen, door hem by een getailleerde reïiionftrantie voorgedraagen(*); doch by Schepenen ea (*) Zie dit ftuk VI Deel> bl. 293, N». <5ao.  &Z6 Verzameling ven Stukken betrekkelyk tot sa Raaden niet voldoende geoirdeelt, zo als uit de3\ Refolutie van den I3den Mayjongstleeden kangeblyken (*); en ook al nog perfevereerendê in zyne verweigering om den ééd, zo als die is voorgefchreeven, af te leggen; alzo noch in het voorfchreeven Request van den Kerkenraad, noch in den Brief, by den Requeste gevoegd, de minfte fchyaofbewys te vinden is, waar uit kan worden afgenomen, dac gemelde P. Chevallier van zyne ten deezen opzichte gemanifesteerde principes 'is te rug gekomen \ eri wyders geconfidereert, dac meergenoemde P. Che. vallier , in zyn post als Leeraar in de Walfche Ge~ tneente deezer Stad, door een daad, uit hem zelvs oirfpronglyk, (en welke hy ook nu noch niet heeft gecorrigeerc) om zyne geadopceerde en vastgehoudene principes niet heeft kunnen continueeren, ea daarom daar van by voorfchreeven Refolutie ontflagen is gehouden en blyft; en aangezien Ook ter contempletie van niemand, van de esfentieele inhoud van voorfchreeven ééd kan worden gelacheert» of dezelve Veranderd, zonder gevaar te loopen van te contrarieeren aan het waare oogmerk en dispofitief van dien ééd , ter getrouwe obfervantie en aankleeving van de Conftitutie, zo als daar by is omfchreeven. Zo is goedgevonden en verftaan, in het verzoek van den Kerkenraad by meergemelde Requeste gedaan, te difficulteeren, het zelve te wyzen van de hand, en voorts te perfifteeren by de Refolutie van Schepenen en Raaden, op den i3den May deezes jaars ter deezer zaake genomen. Pro vero extraStu Georg Royer , Secret. I78é« (*) Zie deeze Refolutie, FIDcel, bl. 296, N?. 601.  de Gebeurtenisfen ifi enZ. voorgevallen. 287. 097. Misfive van den Pacha van Tripoli, aan zyn Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince vnri b* range en Nasfauw ftfc. Êfc. overhandigt de$ . Aug. 1788. Lof zy hem, wien lof en dankzegging toekom'.« zegen en heil ruste op zyne voortreffelyke Sccpzelen en Iuisterryke Werken! In volmaakte welfhu." en gewenschte gezondheid kome deeze in handen van den Uitgeleezene onder de Machtige Heeren, welke de Godsdienst van Jezus belyden: dea Aan •> zienly ken, welke de Leerê van dén Messias omhelzen: den Uitneemenden onder die genen, welke zich vaschouden- aan het Euangelie, en het verbond bewaaren waar in geene verandering is noch vervalfchinge ; den Voorlpoedige onder de Iuisterryke Beftuurders der Christenheid; die, bekleed met roem en aanzien, oraöuwd is van deftige Mannen, dewelke hem ten diende ftaan; onzen beminden en zeer gewenschten Vriend,,den Prins der Hollanders.God bevestige zyne ftand, vervulle zyn begeerte , en brenge hem ten toppunt van zyn verlangen, Amen. De reden van het fchryven van deezen brief, en het verzenden van dit antwoord, is: dat wy de tyding ontvangen hebben van uwe herftelling in uw gebied, en uwe terugkomst in de Plaats uwer refidentie, in volkomen welftand en tot algemeen geDoegen. Wy verblyden ons in uwe blydfchap, en loovea God wegens de bevestiging uwer zaaken; want ziet uwe blydfchap is de onze, en de bemoeijingen van uw hart zyn onze bemoeijingen, uit hoofde onzer vriendfchap, die by erfenisfe van onze aanzienlyke roemruchtige en edele Voorvaderen tot ons overgebragt, niet geftoort is,noch door uw ballingfchap, noch door uw verdriet. Nu is het onze plicht, volgens het gebruik van goede Vrienden, uw een gefchenk aan te bieden, het welk ftrekke tot vermeerdering der vriendfchap. Wy zenden uw derhalven onzen Ambasfadeur, den  283 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot den zeer aanzienlyken, luisterryken, voortrefFely.' ken Mohamed, Zoon van den Edele MohamedBenAbda-Nahman, een Man van aanzien in ons Land, en van een groot credit in de Commerfie. Deeze zal onze voorige vriendfchap met uw vernieuwen, en uw ons gefchenk aanbieden, het welk wy vertrouwen dat gy zult aanneemen op de beste wyze» met blydfchap en overtuiging onzer uitgeftrekte genegenheid; God zy daar van de Toeziender en Getuigen! Verder behoord tot de Commisfie van gemelde Ambasfadeur, dat hy met ernst ter harte neeme U het nodige bericht te geeven aangaande het gene uw Conful alhier gezegt en gedaan heeft, waar van de fpecifique opgave hier by voegen in de nevensgaande Memorie, met ons Zegel gezegeld. Zyt in het overige verzekert, dat onze genegen» heid , vriendfchap en volmaakte verftandhouding met u, gelyk wy die van onze aanzienlyke Voorvaderen overgenomen.hebben, zo ook onophoudelyk by ons in kragt blyven zal. God bewaare uw roem, en maake uw voorfpoea beltendig, Gefchreeven op last van onzen door Gods befchermden Heer Ali Pacha , Vorst en Legerhoofd der Tripolitaanfche Gewesten; God bevestige zyaen luister, Amen. Den 15 der maand Guidamat-Thane in het jaar 1202.  ie Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 289 M0. 698. Voordragt van de Heeren Gedeputeerden van de Provincie Utrecht, ter Vergadering van Hunne Hoog Mogenden, betrekkelyk Obligatien ftaande op den naam van G. W. B. Viss cher. In dato den . . . Aug. 1788. De Heeren Gedeputeerden van de Provincie Ut." fecht, hebben ter Vergadering van Hun Hoog Mogenden yoorgedraagen: „ dat de Heeren Staaten 9, dier . Provincie , tot recuperatie van derzelver „ wettige pretenfien op G. W. B. Visscher, de „ Refolutie genoomen hebbende, de Ontfangers „ aan te fchryven, om geene Intresfen verder te „ betaalen op Obligatien ten lasten van derzelver „ Provincie loopende, ftaande op den naam van „ G. W B. Visscher, het zy alleen of op naam 9, van deszelvs Huisvrouw H. É. Hingstj tot voor* „ koming van een ieders fcbaade, by publieke Cou* „ ranten , eene Waarfchouwing hadden doen pub„ lieeeren om dezelve Obligatien niet te koopen ,, of te beieenen, en. Hun Heeren Gedeputeerden „ gelast hadden by Hun Hoog Mogenden te inftee* „ ren, dat deeze Waarfchouwing in de gezament„ lyke Generaliteits Landen en zelvs buiten het „ resfort van dien mede mogt publiek gemaakt wor„ den". Deeze Propofitie is Commisforiaal gemaakt met de ,Raad van S taaten $ en men verneemt dat Heeren Gedeputeerden dier Provincie inmiddels na eenige Generaliteits Steden, aanfchryving gedaan hebben, om geene betaaling van Interesfen verder op bovengemelde Obligatien te doen. VII. Deel. T No,  290 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ISfo. 699. Rejolutie van Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, waar by den Agent H. Siicher in de executie van zyne funStie' en in het tractement daar aan geattacheerd, wordt gefurcheert. In dato den 27 Juny 1788. De Heeren van Heeckeren van Zuideras, en •andere Hun Hoog Mogenden Gedeputeerden tot de zaaken van de Plakaaten en Reglementen, in een •gecontinueerd Befogne gerefumeerd hebbende hec gepasfeerde van den 2ofien en 24 ften deezer loopende maand, met opzicht tot de loopende geruchten van zekere Misfive van een bedenkelyken inhoud, die gefchreeven zoude zyn aan den Broeder van den Agent Slicher, zich actueelyk te Brusfel bevindende, welke Brief voorgegeeven werd gefchreeven te zyn door den Agent Slicher, hebben ter Vergadering gerapporteerd , dat zy Heeren Gedeputeerden geconfidereerd de wyze van antwoorden op het geen den Agent door Haar Heeren Gedeputeerden is voorgehouden, waar van aan Hun Hoog Mogenden rapport is gedaan den 2often deezer, als mede dat zy Heeren Gedeputeerden in een volgende Belbigne onder het oog hebben gehad de Misfive aan des Agents Broeder Mr. Raymond Slicher te Brusfel gefchreeven, waar van in 't voorfchreeven Rapport mentie word gemaakt, en welke Misfive op voo'rgaande Refolutie van Heeren Gecommitteerde Raaden der Provincie van Holland in het Befoigne is geëxhibeert: dat de voorfz. origineele Misfive geëxamineert zynde, is bevonden van een bedenkelyken inhoud , en gecompareert tegens het fchrift van den Agent, het aan Haar Heeren Gedeputeerden is voorgekomen , dat dezelve zeer veel gelykheid met het zelve fchrift heeft, dat 'er veel redenen zyn, om te foupfonneeren, dat de Agent de Schryver van die Misfive is, zy Heeren Gedeputeerden om die redenen zich onbezwaard hebben gexonden, aan Hun Hoog Mb1 • geaiea  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 291 genden te advifeeren, dat het niet gevoegelyk is, iemand tegen welke zodaanige fufpicien voorhanden, zyn, in de Vergadering van Hun Hoog Mogenden toe te laaten, en met Hoogstderzelver vertrouwen te vereeren, en dat zy Heeren Gedeputeerden midsdien in confideratien geeven, dat Hun Hoog Mogenden den Agent Slicher zouden kunnen fufpendeeren in de executie van de gemelde functie, en in het tractement en voordeelen daar aan geattacheert, tot ter tyd dat de gemelde Agent zich voor Hun Hoog Mogenden op een genoegzaame wyzö zal hebben gezuivert, zo ten aanzien van de voorfchreeven Misfive, als van zyn verder gedrag, in 't Befoigne van den 2ofien deezer gehouden, waar toe aan'hem den tyd van zes weeken zoude kunnen Worden gelaaten. Waar op gedelibereerd zynde, hebbenHun Hoog Mogenden zich met het voornoemde advis geconformeert, en is dienvolgende goedgevonden eü verftaan, dat de Agent Slicher zal worden gefuspendeert in de executie van de gemelde functie, en in 't tractement en voordeelen daar aan geattacheert, tot ter tyd dat de gemelde Agent zich voor Hun Hoog Mogenden op een genoegzaame wyze zal hebben gezuivert, zo ten aanzien van de voorfchreeven Misfive, als van zyn verder gedrag in het Befoigne, den sollen deezer gehouden, waar toe aan hem den tyd van zes weeken zal worden gelaaten;  $9* Verzameling van Stukken betrekkelyk tot jN0, 700. Request van den Agent H. Slicher aan Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, behelzende onder anderen verzoek, Haar Hoog Mogenden intentie en goedvinden te mogen verftaan omtrent het al of niet hervatten der exercitie van zyns Suppliants Post, welke hy vermeent altoos getrouwelyk en als een Man van eer te hebben bekleed.J.A^-1^- Aan de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden! Geeft met verfchuldigden eerbied te kennen Hiekonymus Slicher, Agent van Hun Hoog Mogen. den. j Dat Hun Hoog Mogenden by Refolutie van den 27ften Juny laatstleeden, den Suppliant gefufpendeerd hebbende in de exercitie van den aan hem wettiglyk geconfereerden Post van Agent van Hun Hoog Mogenden, ten tyde en wyle hy zich op eene genoegzaame wyze (gelyk daar by gezegt word) zoude hebben gezuivert, zo ten aanzien van de daar by vermelde Misfive, als van zyn verder gedrag in het Befoigne van den 2often der voorfchreeven maand gehouden, en daar toe aan hem eenen tyd van zes weeken te laaten, vermeent aan zich zelve verplicht te zyn, hier onder niet ftil te zitten; maar zyn belang te moeten inbrengen, om niet onverfchillig te fchynen omtrent de exercitie van gemelden Post, noch ook omtrent zyn eer en goeden naam, welke hem ruim zo dierbaar zyn, en welke door de tegen hem ingebragte bezwaaren in verdenking zouden kunnen komen. De Suppliant heeft met niet weinig verwondering nit gemelde Hun Hoog Mogenden Refolutie gezien Hoogstderzelver requifitie, waar by aan hem geinjungeert word eene zuivering, wegens de tegen hem ingebragte bezwaaren, daar hy Suppliant niets meer zoude weeten te voegen, by de gegeevene ope*  de Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. $93 opening omtrent het geen hem is voorgehouden, door de Heeren Hun Hoog Mogenden Gedeputeerden tot de zaaken van de Plakaaten en Reglementen, in het Befoigne op den 2often Juny laatstleeden gehouden : weshalven hy de vryheid neemt zich eerbiediglyk te refereeren aan den inhoud van 't Rapport door welgemelde Heeren deswegens ter Vergadering van Hun Hoog Mogenden uitgebragt, waaruit, zo als de Suppliant vertrouwd, zal kunnen blyken,dat zyne toenmaals gegeeveneopening verre overtroffen heeft, het geen hy vermeent Van hein gevergt te kunnen worden, alzo deondeivraagingen in dat Befoigne onder anderen liepen over eene zaak, hem Suppliant in zyn privé betreffende, 't welk hy vermeent te mogen fustineeren, uit hoofde dat Hun Hoog Mogenden aan hem de vryheid gelaaten hadden, om in die zaak ('derequifitie naamelyk van zyn Perfoon voor 't Hof van Holland) naar eigen goeddunken te handelen en alzo 't gemelde Befoigne door Hun Hoog Mogenden niet gelast was om op die zaïk by hem Suppliant te inquireeren, maar alleenlyk omtrent de merites der geruchten, wegens zekere Misfive aan den Broeder van den Suppliant gefchreeven, welke Misfive aan den Suppliant flegts met de generaale b-woording van bedenkelyk omfchreeven, en nimmer in ori> ginali voorgelegd is. De Suppliant neemt daar en boven de vryheid, aan de asquitable deciffe vaa Hun Hoog Mogenden over te laaten, of het, naar de ftrenefte regelen in rechten beftaanbaar zy, eenen Befchuldigden uit zyn eigen aveu te gonvfnceeren, zonder voldingende bewyzen ten zynen lasten te hebben, en of zodaanig e'en in zyne eigene zaak een bevoegd Getuige zy, veel min dat het van den Suppliant zoude kunnen gevergd worden zich te expliceeren over eene Misfive, welke Hun Hoog Mogenden zelv verklaaren van een bedenkelyken inhoud te zyn. . . Het zy den Suppliant gepermitteerd, met relatie 6ot gemelde Misfive, ten overvloede nog onder-  294 Verzameling van Stukken betrelkelyk tet het oog van Hun Hoog Mogenden te brengen, dat het by algemeene gerugten vry bekendis, dat het Hof van Holland gedeclareerd heeft, dat, na alle mooglyke recherches, aan het zelve niet was ge. bleeken, wie Autheur van meergemelde Misfive was. Ook zouden volgens die zelve gerugten twee Schryfmeesters, door den Hove gelast , met de confrontatie der meergemelde Misfive, en het Schrift van den Suppliant, geweigerd hebben onder ééde te verklaaren, dat dit tweederlei Schrift yan dezelve hand ware. Niet minder heeft het den Suppliant gefrappeert Hun Hoog Mogenden ongenoegen teverneemen, wegens zyn gehouden gedrag voor het Befoigne, daar hy zich zelve te wel bewust is van daar in met alle decentie, hoewel tevens met gepaste vrymoedigheid, te werk gegaan te hebben, offchoon welgemelde Heeren Gedeputeerden tot dat Befoigne, aan den Suppliant eene enkele ongeprsemediteerde en daadelyk geretracteerde, minvoegzaame, edoch niet lasfiveuitdrukking,aan hem Suppliant geëchappeerd, in een ongunftig licht befchouwd, en aan Hun Hoog Mogenden voorgedraagen hebben; dit nogthands is het eenige bezwaar, 't welk welgemelde Heeren Gedeputeerden by derzelver Rapport ter Vergadering van Hun Hoog Mogenden tegens des Suppliants gedrag in meergemelde Befoigne hebben ingebragt. De Suppliant intusfehen geene bewustheid by zich zelve draagende, dat "er federt de aanvaarding van zyn Post als Agent van Haar Hoog Mogenden, tot op dit oogenblik toe, iets in zyn gehouden gedrag te vinden zy, 't welk wezentlyke bezwaaren tegens hem zoude kunnen opleveren, of waardoor hy billyk het vertrouwen van Haar Hoog Mogenden zoude moeten verliezen, en de tyd zyner fufpenfie met hec einde deezer week expireerende, neemt de vryheid te verzoeken Haar Hoog Mogenden intentie en goedvinden te mogen verftaan, omtrent het al of niet hervatten der exercitie van zyns Suppliants,  de Gebeurtenisfen in 1787 voorgevallen. a9S pliants Post, welke hy vermeent altoos getrouwlyk en als een Man van eer te hebben bekleed, 't Welk doende, &c. N0 701. ExtraB, uit het Register der Refolutien van ' de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, waar by den Agent Slicher , uit den ééd en dienst van Haar Hoog Mogenden wordt ontflagen. In dato den 19 ^"g* 1788. Is gehoord het Rapport van de Heeren van Heekeren van Khel, en andere Haar Hoog Mogenden Gedeputeerden tot de zaaken van de Plakaaten en Reglementen, hebbende ingevolge en ter voldoening van Haar Hoog Mogenden Refolutie Commisforiaal van den 8ftendeezerloopendemaand, geéxamineerd de Requeste van Hieronymus Slicher, Agent van Haar Hoog Mogenden, houdende deszelvs belang op Haar Hoog Mogendens Refolutie van den 27ften Juny laatstleeden, waar by Haar Hoog Mogenden hem gefufpendeerd hebben in de exercitie, van zyne functie als Agent en in het tractement en voordeelen daar aan geattacheerd, tot ter tyd ny zich voor Haar Hoog Mogenden op eene genoegzaame wyze zoude hebben gezuiverd, zo ten aanzien van de daar by vermelde Misfive, als van zyn verder gedrag in 't Befoigne van den 2often der voorfchreeven maand Juny gehouden, en waar toe aan hem de tyd van zes weeken was gelaaten; en verzoekende, vermids de tyd van zyne fufpenfie met het einde van die week ftond te expireeren, Haar Hoog Mogendens intentie en goedvinden te mogen verftaan , omtrent het al of niet hervatten der exercitie van zyn Post. Waar op gedelibereerd, en niet zonder bevreemding gezien zynde, dat de Suppliant juist op een T 4  396 Verzameling yan Stukken ietrekkelyk tot na den laatften dag van de zes weeken, binnen welke zich had moeten zuiveren, de voorfz. Requeste heeft geprefenteerd, en voorts den inhoud van de voorfchreeven Requeste geëxamineerd, en daar in niet gevonden zynde , dat de Suppliant zich op eenigerlei wyze , zo ten aanzien van de bewuste Misfive, als van zyn verder gedrag,'in het Befeignevan den 2often Juny gehouden, hetftgezuiverd, of eenigfints verantwoord, zo als hy had behooren te doen, ingevolge van Haar Hoog Mogenden Refolutie van den 27ften Juny laatstleeden. Is goedgevonden en verftaan, dat in de redenen in de voorfz. Requeste geallegueerd, geen genoegen kan worden genoomen , en dat vervolgens de Commisfie van den Suppliant, als Agent zal worden ingetrokken, en denzelven uit den Eéd en Dienst van Haar Hoog Mogenden ontflagen, daar van aan hem, met toezending van deeze Haar Hoog Mogenden Refolutie, kennis zal worden gegee^ ven &c. 8 & No. 702. Waarfchouwing van den Ed. Hove van Holland en Magiftraat in 's Hage , dat 'er op den aanftaanden Verjaardag van zyne Doorl. Hoogh. den Heere Erf-Prince niet zal geilluminesrd worden. In dato den 20 Aug. 1788. Het Hof van Holland , en de Magiftraat van 's Gravenhage, waarfchouwen by deeze alle ïnwoonderen alhier, overeenkomftig de aan dezelve bekend gemaakte intentie van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nasfauw, Erf-Stadhouder, Gouverneur, Kapiteinen Admiraal-Generaal deezer Provincie ,' dat op den aanftaanden Verjaardag van zyne Hoogheid den Heere Erf-Prince, niet zal worden geïllumineerd, begrypende, dat de goede Ingezetenen nu derzelver vreugde over de heuglyke omwenteling van  Se Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 29? van diaken, door herhaalde Illuminatien genoeg* zaam hebben aan den dag gelegt. Gedaan in den Hage, den &e. Onder ftond, In kennisfe van ons, (was get.y Adriaan Bodtv . H- A. Caan. $fo. 703. Publicatie van de Hooge Regeerimg der Stal Utrecht wegens het houden van eens plechtige DankPredikatie, op dingsdag den löien September aanftaande:, in de Dom-, J.acobi en Nicolai-Kerken des voornoem van negen tot elf uurfn. In data den 25 Aug. 1788. Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Utrecht, herdenkende de heuchelyke gebeurtenisle, in de aller ónverwagtfte ontruiminge deezer Stad, en verhaaste vlugt, zo der genen, welke op eene on» wettige wy2e de Regee'ring deezer Provincie ea Stad aan zich getrokken hadden, als van eene meenigte Krygsvolk en zogenaamde Auxiliairen tot onderfteuning van hunne geweiddaadige' heerfchappye binnen deeze Stad ingenoomen. 1 Eene gebeurtenis door eene aanbiddelyke befte!ling der Godlyke Voorzienigheid op den iödea September des voorleeden jaars daargefteld, Waar door deeze Stad van eene geweiddaadige överheer» fching en onderdrukking verlost, en uit haare onvermydelyke ondergang gered is, en welke agter« volgt is niet alleen door de herftellinge der wettige Regeering deezer Stad, en der oude en gezegende Conftitucie der Republiek, maar ook door eène fa. lemneele bevestiging derzelver Conftitutie in het Doorluchtig Huis van Orange door eene eenftemmigc Guarantie der Hoo^e. Bondgenooten: en boven dit alles in eeae ernftige oyerweeging genooT 5 me»  ao8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot men hebbende, hoe deeze dag en gebeurtenis dC kennelykfte merktekenen draagt van Gods oneindige Goedertierenheid voor deeze Stad, en daaromme by alle waare Liefhebbers des Vaderlands, en welgezinde Burgers en Inwooneren deezer Stad, nimmer in vergeetelheid gefteld, maar fteeds met een dankbaar harte in eene blyvende gedagtenisfe behoord bewaard te worden; en bovenal ten hoogften waardig is, en vereifcht, dat derzelver eerfte Verjaaringe op eene byzondere, plechtige, en Godsdienftige wyze gevierd worde, hebben goedgevonden en vastgefteld, zulks doende by deeze, dat op dingsdag den iöden September deezes jaars eene plechtige Dankpredikatie in den Dom-, jacobi- en Nicolai-Kerken des voornoens van negen tot elf uuren zal gehouden worden ; ten einde des Heeren weldaaden in 't openbaar in de Gemeinte te vermelden, en den Barmhartigen God op eene plechtige wyze met dezelve te looven, en te danken voor zyne genadige verfchooninge en verlos"finge aan deeze Stad, zo merkwaardig, als luisterryk gefchonken, midsgaders ootmoedig en ernftig te fmeeken : dat de Heere zyne Goedertierenheden verder aan den Lande, en deeze Stad wil verheerlyken en bevestigen, de rust in dezelven alomme herftellen, en de als nog verdeelde gemoederen tot onderlinge vreede en eensgezindheid vereenigen , en daar toe zynen goeden Geest tot waare verootmoediging en verbetering om de verdienften van zynen Zoon den Heere Jesus Christus uitftorten, onder eene genadige vergeevinge van alle de verkeerdheden, en veelvuldige misbediyven, welke plaatze gehad hebben, en als nog plaatze vinden, ten einde des Heeren groote weldaaden niet verzondigd, maar met ootmoedige erkentenisfe geëerbiedigd en beantwoord worden. En op dat deeze plechtige Godsdienst- en Gedagtenisviering met te meerder eerbied waargenoomen , en aan de góede Burgeren en Inwooneren deezer Stad en Vryheid gelegenheid gegeeven worde  300 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N°» 705. Rapport der Heeren Gecommitteerden tot ds Petitiën van den Raad van Staaten en der Financien der Provincie van Stad en Lande. In dato den . . Aug. 1788. » Edele Mogende Heeren! Daar de Heeren U Edele Gecommitteerden, ingevolge en ter voldoeninge aan de Refolutie Commisforiaal van den iften deezer, zynde geëxamineert de Misfive van Hun Hoog Mogenden van den ioden July bevoorens, houdende verzoek aan U Ed. Mogenden, om betrekkelyk de kosten en foldyen van de overgenoomen Brunswykfche , Anfpachfche en Meklenburgfche Troepes en derzelver betaaling, af te zien en geen gebruikte maaken van het accrochement by het Confent in het zelve, en in den extraordinaris ftaat van Oorlog door Ü Ed. Mogenden daar gefteld, met verdere reden en motiven breeder in voorfchreeven Misfive geallegeerd, zouden de Heeren U Ed Mogenden Gecommitteerden van oirdeel zyn, dat de Heeren Gedeputeerden ter Vergadering van Hun Hoog Mogenden , wegens deeze Provincie geauthorifeerd behoorden te worden, om ter Hooggemelde Ver« gadering ie verklaaren. Dat U Ed. Mogenden geen genoegzaame reden zyn voorgekomen, waar door gepermoveert zoude kunnen worden om van voorenftaande accrochement af te zien, daar het toch zeker is, dat de lasten der Unie, door degezamentlyke Bondgenooten geraeenfcbappelyk en naar rato van een ieders vermogen gedraagen moeten worden, en het zeer onredelyk is, dac de eene die lasten uit zyn eigen beurs, en daar cegen voor de anderen, een groot gedeelce derzelver uit de gemeene beurs worden lefourneert, waar door de overige Provinciën in effeet merkelyk boven derzelver bepaalde quote werden bezwaard. Dat U Ed. Mogenden reeds zo veele jaaren het re-  3o2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot fen te kunnen voldoen, overzulks in de noodzaak* lykheid zal worden gebragt om geheel met betaalen op te houden, daar intusfchen het nabuurig Friesland , het welk zulk een groot foulaas in de Generaliteits Kasfe vind, by aanhoudendheid met Troepes van den Staat blyft opgepropt, en verre boven het noodzaakelyke behoud. Dat U Ed. Mogenden overzulks van zich niet kunnen verkrygen en geen vryheid vinden , om conform het verzoek van Hun Hoog Mogenden af te zien van de voorwaarde, waar aan hun Confent in het overneemen van de Brunswykfche, Anfpachfche en Mecklenburgfche Troepes, als mede in dd extraordinaris ftaat van Oorlog over deezen jaare 1788 hebben geaccordeerd, maar tegens hunne waare geneigtheid genoodperst worden, daar by te perfilteeren, en gewisfelyk hunne zo dikwils gedeclareerde intentie en genoomen Refolutien ter uitvoer zullen brengen, wanneer niet ten fpoedigften de nodige maatregelen tot eene billyke egaliteit tusfchen de Hooge Bondgenooten genoomen en deeze Provincie, door een toereikend getal Militie in ftaat worden gefteld, om voor de richtige voldoeninge van 's Lands rechten te kunnen zorgen. Dat U Ed. Mogenden echter hier toe niet, dan ongaarne, fchoorvoetende en door de hooge nood gedrongen kunnende befluiten, als nu nog een laatfte blyk van hunne infehikkelykheid, en geneigtheid om de zaaken van het Bondgenoodfchap zo veel mooglyk buiten verdere verwarring te houden, de executie hunner Refolutie voor een korten tyd, en vast niet langer als tot het uiteinde van dit jaar in furcheange zullen houden, om af te wagten of niet eindeiyk eens aan hunne billyke inftantjen, klagten en protesten gehoor gegeeven en een einde van de zo kostbaare perfooneele Comrnisfien in 's Hage gemaakt zal worden, referveerende U Edel Mogenden wel uitdruklyk aan zich, om by verder Verwyl van de zo hoog nodige afdoening, en by Vf+ds»*  304 Verzameling van Stukken betrekkelyk tof 19 Maait 1787, door Hunner Hoog Molenden Gecommitteerden tot de Conferenticü met de Bewindhebberen van de West-lndilcne Compagnie. En teffens geëxamineert hebbende de Refolutie; van de Heeren Staaten van de Provincie van Holland en West-Friesland , van den I6den Mey deeze» jaars, op den ipden daar aan volgende op hetzelve fubject alhier ter Vergadering ingekomen. Waar op gedelibereerd en in achting genoomen zynde, dat de Bezittingen van de West-Indifche Compagnie en de Handel op dezelven van dat ge» wigt zyn voor het Gemeene Land j dat alle de Ingezetenen van de Republiek, het zy door vertier van de Producten van den Landbouw en Veeweidery, van Fabryken en Trafyken, direct of indirect», de heilzaame vrugten van dien Handel genieten; dat echter.de.omftandigheden van de Koloniën en van de geheele Commercie op dezelven, federt eenigen tyd, in zodaanig een verval geraakt zyn, dat de fpoedigfte en kragtigfte hulpmiddelen noodzaaklyk geworden zyn , zo men die ryke bron van welvaart niet bimnen kort wil zien opdroogen voor den Staat en voor de Ingezetenen, ja zelvs, dat indien de zaaken langer op den tegenwoordigeft voet bleeven voortgaan, het beter zoude zyn de? Koloniën te laaten vaaren^ en alle de voordeelen derzelven te misfen, dan de gewoone kosten aan dezelven te blyven befteeden, waar van, uithoofde van de afleiding van de Commercie, de vrugten door Vreemdelingen worden geplukt. Dat gevolglyk als een vasten grond en onwrikbaar beginfel moet worden aangenoomen, dat de Handel van de Koloniën geheel in handen van de Ingezetenen van den Staat behoore te blyven, met zo weinig uitzonderingen als de natuur van de zaak toelaat, zo dat de Producten van de Koloniën geen andere Markt hebben dan het Moederland en alle de benodigdheden van de Kolonisten hun door de Ingezeten moeten worden aangebragt;  k Gebeurtenis/en in 178? enz. voorgevallen. 305 dat de adminiftratie van de Koloniën, zo hier te Lande als in dezelven, naar deezen regel behoord ingericht te zyn, en de authoriteit en activiteit der Adminiftratie geen atteinte aan dien regel moet toe* laaten; dat echter bedenklyk is gevonden, of het raadzaam zoude zyn permanente fchikkingen te arrefteeren zo kort voor de expiratie van het Octrooy der Compagnie, en daarom best geoirdeeld is dezelven alleen provifioneel te moeten maaken» in zo verre zy betrekking hebben tot de tegenwoordige directie, ten einde naderhand de Regeering van de Koloniën en den Handel op dezelven beter te kunnen inrichten. Is goedgevonden en verftaan, dat, uit aanmerking van de geneigtheid van de Heeren Staaten van Holland en van Zeeland, om zich voor als nog te houden aan het Reglement van den jaare 1772, op de vaart naar Esfequebo en Demerary, de Directeur en Raaden van de Koloniën van Esfequebo en Demerary zal worden aangefchreeven en gelast, zo als gelast word mids deezen , het voorfchreeven Reglement by provifie ftriktelyk te obferveeren. Dat voorts de nodige Fortificatiën in de Koloniën zullen worden gemaakt, onder opzicht van Perfoonen , by Hun Hoog Mogenden nader te Committeeren. Dat een Plan van het provifioneel redres in het Politiek en Judicieel beftuur voor de Koloniën vaa Esfequebo en Demerary, zo als het zelve is voorgedraagen in het voorfchreeven Rapport van den 29 Maart 1787, by provifie zal ingevoerd worden, doch dat de Kolonie-Raaden niet te min zullen gehouden zyn , om, ftaande het Ocfrooy van de Compagnie, de beveelen derzelven naar te komen; terwyl aan de Planters en Ingezetenen van de Koloniën word vrygelaaten, hunne bezwaaren aan de Compagnie voor te draagen, en indien dezelven niet wierden afgedaan, als dan dezelve bezwaaren in den boezem van Hunne Hoog Mog. over te brengen. VII. Deel, • V Dat  3©5 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Dat wyders, uit aanmerking van de verregaande ongeregeldheden , op het voetfpoor van het gebeurde hier te Lande, ook in de Kolomen verwekt, zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince van. Oranje en Nasfauw , Krf-Stadhouder deezer Landen, als Gouverneur-Generaal en Opper-Bewindhebber, zal worden verzogt en geauthorifeert, zo als verzogt en geauthorifeert wordby deezen, om, voor ditmaal en zonder confequentie voor het vervolg , de Regeeringen in de Koloniën van Esfequebo en Demerary, en van de Eilanden, direct aan te ftellen, en des noods met de fterke hand te maintineeren en te doen refpedteeren. Dat de ééd, in het meergemelde Rapport voorgedraagen, zal worden ingevoerd met eene Ampliatië van getrouwheid aan Hooggemelde zyne Doorluchtige Hoogheid, als Gouverneur-Generaal en Ópper-Bewindhebber, in diervoegen als het zelve in het voorfchreeven Plan van provifioneel redres is geinfereerd. , , Dat, geduurende den loop van het tegenwoordig Oétrooy, de Hoofdgelden, als mede de agterftallen derzelven, zullen worden gefteld op a Gl. 10 ft. voor de Compagnie, en dat de agterftallen fuccesfivelyk met de Hoofdgelden zullen betaald worden , als de agterftallen van het jaar 1784 met de Hoofdgelden van 1788, van 1785 met 1789, van 1786 met 1790, en van 1781 met 1791. Dat het opgeftelde Akker- en Zegelrecht provifioneel zal worden afgefchaft, behoudens zodaanige nadere dispofitie, als Hunne Hoog Mogenden zullen goedvinden, wanneer alle de agterftallen afbetaald znllen zyn. Dat aangaande de Communicatie tusfchen de Rivieren van Esfequebo en Demerary, op den voet befchreeven in het Rapport van den 19 Maart 1787, nader bericht zal worden gerequireert van Bewindhebberen van de West-Indifche Compagnie, welke ten dien einde zullen worden aangefchreeven. Dat  308 Verzameling yan Stukken betrekkelyk tot bewoogen, om zich op nieuws op den Negerhandel toe te leggen, dezelve voordeelen niet langer behoeven te onthouden. Dat echter inmiddels en provifioneel, geduurende den loop van het tegenwoordig Octrooy, aan de Nederlandfche Schepen zal vryftaan, derzelver aangebragte SJaaven publiek of uit de hand te verkoopen. zodaanig als zy zullen te raaden worden. Dat wyders, tot beveiliging van de Nederlandfche Vaart, eene ferieufe Deliberatie zal worden aangelegd, om by aanhoudendheid Oorlogsvaartuigen te laaten ftationeeren en kruisfen in de WestJndifche Zeën, daar toe de Heeren Hunner Hoog Mogenden Gedeputeerden tot de zaaken van de Zee zullen worden verzogt, by de eerfte gelegenheid dat Gecommitteerden uit de Cöllegien ter Ad. miraliteit alhier ftaan te komen, derzelver Confldcratien en Advys in te neemen, en daar van alhier ter Vergadering Rapport te doen. Dat eindlyk, daar Hun Hoog Mogenden volkomen inftemmen met de Heeren Staaten van Holland en van Zeeland, dat de Compagnie niet langer kan beftaan zonder Subfidien 5 dat, zo lang als de gewigtige Etablisfementen in Afrika en Amerika onder haar beftier zyn, het belang van den Staat vordert, dat de Compagnie onderfteund worde; dat de noodzaaklykheid van Subfidien alreeds voor meer dan een jaar zo dringend is voorgekomen, als Hunner Hoog Mogenden Gecommitteerdens dezelve hebben voorgedraagen in hun gemelde Rapport; dat het gebrek thands alle denkbeelden te boven gaat, derhalven de Heeren Staaten van die Provinciën, welke zich noch niet geëxpliceerd hebben, ten fterkften zullen worden verzogt en geëxhorteerd, om de Compagnie te fubfidieeren met vyf Tonnen Gouds, of aan dezelve Authorifatie verleenen, om die Penningen, onder Guarantie van de Generaliteit te Negotieeren, tot gaande houding van haare zaaken, en dat vervolgens, ten  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 309 behoeve van de Compagnie, op den Staat van Oorlog worde gerepartitieerd eene jaarlykfche Subfidie van 250,000 Guldens voor de jaaren 1788, 1789, 1790 en 17915 tot betaaling van de Intresfen en cot fuppletie van het apparente jaarlykfche kort. En dat insgelyks de mankeerende Provinciën zullen worden verzogt, om zich op de verdere Poinc ten van het meergemelde Rapport van den 19 Maart Ï787 te willen expheeeren. En zal Extract van deeze Hunner Hoog Mogenden Refolutie gezonden worden aan zyne Hoogheid , als Opper-Bewindhebbcr, en aan de Bewind' hebberen van de West-Indifche Compagnie ter Prafidiaale Kamer Amfteldam, om te (trekken tot derzelver naricht, en zich daar na zo veel nodig te reguleeren. N». 707. ExtraB; uit de Refolutien van de Ed. Groot Achtb. Heeren Curatoren over 's Lands Univerfi. teit binnen Leiden en Burgemeesteren derzelve Stad, waar by de Profesfor B. Vooroa van zyne post wordt ontflagen. In dato den 1 September 1788. De Heeren Curatoren van 's Lands Univerfiteit binnen Leiden en Burgemeesteren derzelve Scad, hebben naar voorgaande deliberatie goedgevonden en verftaan, Ds. Bavitjs Voorda , Profesfor Juris Civilis Rcmani nee nón hodierni aan dezelve Univerfiteit, als hebbende geweigerd aan de Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden van den ijden February deezes jaars, naar deszelvs form en inhouden te obedieeren, en den ééd woordelyk zo als dezelve daar by is voorgefchreeven, af te leggen: in die qualiteit te ontfiaan, en diensvolgens de Commisfie by Hun Ed. Groot Achtb. op denzelven in die qualiteit op den 26 Maart 1765 verleend, in te trekken en te ftellen buiten effect, gelyk dezelve V 3. worde.  3io Verzameling van Stukken betrekkelyk tot worde ingetrokken en gefteld buiten effect mids deezen, midsgaders het Tractement en verdere Emolumenten aan gemelden Ds. Bavius Vqorda, in die qualiteit toegeJegt, te doen cesfeeren. En zal Copie deezer aan opgemelde Ds. Bavius Voorda, worden eer hand gefteld, ten einde zich daar na te reguleerem . ' ' Accordeerd met de voorfz. Refolutien* (was get.) j. j. Husrecht. N°. 708. Waarfchouwing van den Gerechte der Stad Utrecht, waar by wordt bekend.gemaakt dat op den lóden September aanjtaande, geen Illuminatien in die Stad zullen plaats hebben. In dato den 4 September 1788. Schout, Burgemeesteren en die van den Gerechte der Stad Utrecht, met genoegen gezien hebbende den iever en de bereidwilligheid, welke door de Burgeren en Ingezetenen, by herhaalde gelegenheden, in het-bewyzei hunner gepaste vreugde over de gelukkige omwending van zaaken, zyn betoond geworden, hebben op fpeciaaleauthoiifatie van de Edele Groot Achtbaare Heeren Burgemeesteren en Vroedfchap deezer Stad, vervat by derzelver Refolutie van den iften deezer, goedgevonden, by deezen aan de goede Gemeente bekend te maaken; dat op den aanftaanden lóden September, zynde den dag, op welken de eerfte Verjaaringe der ontruiminge deezer Stad invalt, geenerlei Illuminatien of, Decoratien der Huizen binnen deeze Stad en Vryheid zullen plaats hebben. Voorts verbieden Hun Ed. Achtb. ter voorkominge van ongelukken, met renovatie der voorige Publicatien ten deezen opzichte geëmaneerd, ten ernftigften, om, by deeze gelegendheid, eenige zogenaamde, Vreugdevuuren te branden, Vuurwec< 4 . .,. ken  3i6 Verzameling van Stukken letrekkelyk tot ertti hand, met vrylaating aan den Suppliant om binnen den tyd van veertien dagen zich als nog mder in convenable termen en coprorm het voorfchrift vervat by Hun Hoog Mogenden Refolutie van den 26ften February laatstleeden, aan Hoogstdezelven te mogen adresiWren en opheffing van zyne fuspenfie verzoeken ; zullende dezelve tyd van veertien dagen verftreeken, en door den Suppliant zodaanig voldoende adres niet gemaakt zynde, door Hun Hoog Mogenden ten zynen opzichte zodaanig nader gedisponeerd worden als geoirdeeld zal wordea te behooren.   29