VERZAMELING VAN PLACAATEN, RESOLUTIEN EN ANDERE AUTHENTYKE STUKKEN enz. BETREKKING HEBBENDE TOT DE GEWIGTBSE GSBEURTENISSEN, IN DE MAAND SEP'TEMBER MDCCLXXXVII EN VERVOLGENS , IN HET GEMEENEBEST DER VEREENIGDE NEDERLANDEN VOORGEVALLEN. Negende Deel. flUDERL. LETTERK, otffc fnJr%IrWWW^Jï fa SS Q Te C A M P Ë IO £Ter Drukkerye van J. A. de CHALM0T9 MDCCLXXXIX.   CHRONOLOGISCH REGISTER VAN ALLE DE STUKKEN IN HET NEGENDE DEEL, VAN DEEZE VERZAMELING VOORKOMENDE. N°. 778. ExtroBen uit het R'folutie-Boek van de Heeren Bur* gemeesteren en Vro:dJchappen der Stad Alkmaar, betrekkelyk de-fatUfaBie van Haart Koninglyke Hoogheid Mevrouwt, de Princésfe van Orange, hopende van den 10 O3o&. 1787 tot den i6den van die maand ingejlooten. . bladz. 1. ' 779. Misjive van den Heer en Mr. Rutgerus Paluda- Hus, Burgemeester te Alkmaar, aan Hun Ed. Gr. Mogenden de Heeren Staat en van Holland en West-Friesland, om te worden ontjlagen van de Commisfie ter revifie van de Pro. vinciaale Quotes, en tot het onderzoek der Generaliteits Finantien. In dat» den 6 November 1787. . bladz. 6. 780. Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, wan ly Mr. R. Paludanus Burgemeester te Alkmaar wordt geëxcujeert van de Commisfie ter revifie van de Provinciaale Quotes &c. In. dato den 7 November 1787. . . . bladz. 8. ■' ' 78i- Request van den Heer en Mr. Antoni Martini, * 2 Pm.  1^ .REGISTER Penfionaris der Stad V Hertogenhosch, aan de Regeerin§ dier Stad; waar by verzoekt: dat Hun Wel Ed. Aehtbaaren, dewyl het hem onmooglyk is na het geweld en plundering dat aan zyn huis is gefchied, die Stad langer als Minister te dietien, hem zodaanige Demisfie te willen verkenen, als een eerlyk Minister, die de Stad ruim een- en- dertig jaaren gantsch belangloos voor zich zelvs, heeft ten dienjie geftaan, als een eerlyk Man kan en mag vcrwagten bladz. 9. N°. 782. Extraü uit het Register der Refo'lutien van Schepenen , Gezwoorens en Raaden der Stad 's Hertogenbosch , waar by aan Mr. Antoni Martini, op deszelvs verzoek, zyne Demisfie falvo honore, als Renfionaris word gegund: met betuigenis, dat Hun Wel Ed. Achtb. zeer voldaan zyn over Zyne bekwaamheid, waakzaamheid, iever en getroinvheid, waar mede hy dit Ambt geduurende byna een derde van eene eeuw heeft waargenoomen. . . bladz. 13. * 11 ■ 1 783- Concept Request van eenige Huisvrouwen en Moe. derste Franeker, om vergiffenis te erlangen voor hunne Mart' nen en Kinderen, op het gedemolieerde Blokhuis te Leeuwarden gevangen zittende bladz. 17. —— 784- Misfive van Mr. Gerrit Buyskes aan Hun Edel Mogenden de Heeren Gecommitteerde Raaden in Noord-Holland te Hoorn, waar by kennis geeft, van de verregaande beweegingcn op het Eiland Texel voorgevallen, en hoe gedwongen is geworden dat Eiland te verhaten; in dato Amfteldam, den 5 January 1788. . . bladz. 21. !"* 785- Notificatie van de Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en West-Friesland in West-Friesland en het Noorder-Kwartier, waar by aan de Ingezetenen van het Eiland Texel werd bekend gemaakt, dat van wegens Hun Ed,  bii STUKKEN*. V Ed. Mvgenden eerstdaags eene Commisfie ftaat aan te-kmien, om onderzoek te doen na de oirzaaken van alle de partyfchap* pen &c Uadz. 24. 786. Misfive van Mr. Gerrit Buyskes, aan Hun Ed. Mogenden de Heeren Gecommitteerde Raaden van WestFriesland en het Noorder-Kwartier; in dato den 1 o Maart 1788 ■. . bladz. 27. ¥ 787. ExtraSl uit het Register der Refolutien van de Ed. Mog. Heeren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en West-Friesland in West-Friesland en den Noor' der-Kwartiere: waar by aan Mr. Gerrit Buyskes is verleend zyne Demisfie als Subjiituit Schout, Dykgraav en Bode van Texel enz-, en geannulleerd de Refolutie van den 7 Febr. 1787, nopens de furvivance van het Kasteleinfchap van < het Eyerland In dato den 13 Maart 1788. bladz. 30. *- ■ 788. ExtraB uit het Register der Refolutien van Ridder- fchap en Stalen, de Siam-jii van Orcry.rfcl, betrekkelyk de betaaling van Traktementen enz. aan, zodaanige Heeren welke de Commisfi.cn tot den 28 September 1787 hebben waargenoomen bladz. 32, > ■ 789- Misfive van den Heer Mr. H. Slicher, aan den Uitgeever van deeze Verzameling. . . bladz. 34. i 790. ExtratJ uit het Register der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden bladz. 40. ■ 791- Verhoor van Mr. Hieronymus Slicher, Agentvan Hun Hoog Mogenden, in dato den 27 Mey 1788, zo als het zelve daadelyk door denzelven is opgetekend, bladz. 43. r!" "■ 792. ExtraS uit het Register der'Refolutien van de Hoog * 3 Mo*  REGISTER Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Neder* landen. ... . ... bladz. 44. N°. 793- Verhoor van Mr. Hieronymus Slicher, Agent van Hun Hoog Mogenden, in dato den 20 Juny 1788, zo alshet zelve daaddyk door denzelven is opgetekend, bladz. 46. 794. Extratï uit het Register der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. . bladz. 51.' ■ 795 Requeste van Mr. H. Slicher aan de Hoog Mogende Hetren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. ... , .... bladz. 52. «— 796. Extratï uit het Register der Refoluthn van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Neerlanden. ........ bladz. 52. — 797- Extratï uit het Register der Rfohitien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden ■ bladz. 53. - ■ 798. Misfive van den Prefident e-,i Raaden over Holland, Zeeland eii Friesland, in dato den 3c Juny '?88. gefchreeven aan de Heeren Staaten van Holland en West-Frieste'ri- bladz. 54. » " ■ 799- Misfive van Mr. Raymond Slicher, Secretaris van den Hove van Holiand, aan den Prefident en Raaden over HoLand, Zeeland en Friesland, in aato Brusjel den 1 September 1788 bladz. 56. —— 800. Misfive van den Prefident en Raaden over Holland, Zeeland en Friesland, in dato den 4 September 1788, gefchretven aan de Heeren Staaten van Holiand en West Fries. - • bladz. 63.  b t' k STUKKEN. Vil •N*. 80 r. ExtraU uit 't Register der Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, in Hun Ei. Groot Mog. Vergadering genoomen op Vrydag den 5 September .1788 bladz. 65. „ 802. Misfive van Mr. Raymond Slicher, Secretaris van den Hove van Holland, aan den Prefident en Raaden ever Holland, Zeeland en Friesland. In dato den 15 September 1788 bladz. 66. ■ 803. Confultatoir Advis van den Heer Mr. MeinardTydem an , Hoogleeraar in de Rechten te Harderwyk (nu te Ut' recht), over het Adres of Declaratoir van de gezamentlyke Afgevaardigden uit de Schutteryen, Vrycorpfen enGenoodfchappen van Wapenhandel in de Provincie van Overysfel, binnen Zwolle vergaderd, en op den 13 September 1787 ter Vergadering van Ridderfchap en Steden overgeleverd, bladz. 68. ■ 894. Citatie in Perfoon verleend door het Hoog Adelyk Layifidrnitmi Ciericht van Zalland, ter reqnifitie van Mr. W. Klopman als aangeftelde Fiskaal, tegens Jr.J. E.Mulert tot dé Leémkuile. . . . bladz. 95. .. 805. Eisch en Aanfpraak Crimineel, voer Dr.W. Klofman, als aangeftelde Fiskaal namens de Provincie, Klaager ter eenre: op en tegens den Hoog Wel Gebooren Heer J. E. Baron Mulert, Beklaagde. . . . bladz. 97. . 806. Loffelyk Getuigfchrift voor Ds. Francois NoeL de Villeïoix , behoudens eer en goede naam gedemitteer' de Predikant van de Walfche Gemeente te Deventer, in het trigineele Fransch benevens de Nederduitfche vertaaling. . bladz. 10 z. —— 807. Misfive van Burgemetstèren en de Raad, oud en nieuw, fampt Taalmannen en Gizwoorns Meentt in Gronin* 4 gen*  REGISTER gen, aan Hun Hoos; Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, ftrekkende tot refutatie ra . de ilagten door Jonkeren,- Hovelingen en Volmachten van de Ommelanden, tusfchen de Eems en de Louwen, ter Tafel van Hun Hoog Mogenden tegens gemelde Heeren inge. hragt bladz. ioff. Ne. 808. Strekkende tot Bylage A. van NT». 807. Extraiï uit het Refolutie-Boek der Stad Groningen: behelzende s. de intr-kking der Refolutie van den 15 December 1786, waar iy het verzoek van eenige Burgers en Ingeznenen, om Wk oproeping van het Volk te doen is geaccordeerd: 1. de Refolutie van den 5 January 1787, waar by de Raads- en Gezwooren Keuren zyn gefurcheerd, en de rejp-W.ve Departementen gecontinueerd, ter tyd de oproepinge zoude zyn gefchied: 3. de Rfolutie van den 17 Maart 1786, waar by de meerderheid van den Breeden Raad het Reglement van Regeeringe, opzichtelyk het recht van Approbatie, aan den Heere Erj-Stadhouder competeerende, buiten concurrentie en medeweeten van Hoogstdenzelven heeft geïnterpreteerd &c. ' ' ' • • • ' • • bladz. 138. 809. Strekkende tot Bylage B. van N°. 807. Misfive van Burgemeesteren en Raad oud en nieuw, fampt Taalmannen en Gezwooren Meerte in Groningen, aan den Heere 'Erf Stadnouder, waar by aan Hoogstdenzelven kennis geeven van de intrekking der voorfchreeven Refolutien. bladz. 143. 810. Strekkende tot Bylage C. van N» 807. Misfi- ■ ve van den Heere Erf-Stadhouder aan Burgemeesteren en Raad , oud en nieuw , fampt Taalmannen en Gezwooren Meente in Groningen, waar in Hoogstdeszelvs genoegen betoond over het intrekken der gemelde Refolutien. bladz. 144. — 811. Strekkende tot Bylage D. van N°. 807. Mis- fm  bER STUKKEN. m - five van Burgemeesteren en Raad, oud en nieuw, fampt, Taalmannen en Gezwooren Meente in Groningen, aan Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden , over het zenden van eenige gewapende Burgers naar Appingadam. . . , MadZi H6> N". 812. Strekkende tot Bylage E. van N°. 807. Misfive van den Heere Erf-Stadhouder, aan Burgemeesteren en Raad der Stad Groningen, betrekkelyk het Stapelrecht, bladz. 149. f 813. Request van Tido Hendrik van Essen, aan de Wel Edele Groot Achtbaare Magiftraat der Stad- Zutphen, waar by verzoekt dat de feiten in de Citatie vermeld, en door hem ontkend, wegens zyn uitblyven niet voor toegefiemd mogen worden gehouden, en dat Hun Wel Ed. Groot Achtb. de zaak fpoedig gelieven te termineeren. bladz 152. 814. Naamlyst der Leden van de vernietigde Exercitie. Genoodfchappen , werkende of honoraire , Burger-Societei- ■ ten, en Dire&ema* vnn het. utffnmuttmtle l^aderlandfchk Fonds, welke nalaatig zyn gebleeven, het Declaratoir ly de Heeren Ridderfchap en Eigen-Erfdens van het Landfchap Drenthe, den 20 December 1787 eenpaarig gearrefieert, in tyds te tekenen, en dus, conform Refolutie van Hooggemelde Heeren Staaten in dato den 30 January 1788, tot het waarneemm van politique of kerkelyke Bedieningen binnen de Landfchap onbekwaam zyn verklaart, bladz. 154. —— 8 IS- Extratï uithef Boek van Refolutien der Stad Deventer, waar by Schepenen en Raad op de gedaane beboetingen, en handelingen invoege als door de Gildens is gedaan, niet kunnen lenen; maar dat alles houden buiten effetï en als niet gejehiedt Uadz. 167. «—816. Klaagreainst van Gecommitteerden uit het Zyden* 5 Iran-  f REGISTER kraamers Gilde der Stad Deventer, tegens Frans Poelman en deszelvs Huisvrouwe; benevens het Appointtemem 'van Schepenen en Raaden daar op gegeeven, den 15 July 1788. ........ bladz. 168. N*. 817. Bericht van de Huisvrouwe van G. Poelman, of voorbaande Request bladz. 173. . 818. Klaag-Request van Gecommitteerden uit het Zydekraamers Gilde binnen Deventer, tegens Garrit van Calker, Garrit Hulshof, Berend van Delden, Hendrik van Calker en Jan van Delden, gefourneerd m:t een Document fub A, benevens het Appoinüement van Schepenen en Raaden daar op gegeeven den 15 July 1788 bladz. 172. 819. Bericht van voorfchreeven Perfoonen op voorftaan' de Request. ...... bladz. 17 7. m- •' 820. Klaag-Rcquest van Gecommitteerden uit het Zyde. kraamers Gilde der Stad Deventer, tegens Antony Verwey, Chrutiaan Slichtenbree, Harmen van Laar , Jacob Vrolyk en Hendrik Wolfsen , gefourneerd met een Document, fub A , benevens het Appoinüement van Schepenen en Raaden daar op gegeeven, den 15 July 1788 bladz. 183. », 8zt. Bericht van voorfchreeven Perfoonen op voorflaande Request, gefourneert met twee By lagen fub A en B.bl. 187. 1 822. Request van de Ouderlieden van het Slagers Gilde te Deventer, aan de Ed. Hoog Achtbaare Regeering van die Stad, waar by verzoeken dat hunne mede Gildebroeder Jan Hoekman uit 'het Gilde mag worden veflaaten , en aan hem verboden, van immer of ooit zelvs of door iemar.i zynen't wegen, te mogen jlagten. . . bladz. 196. NS  ïh STUKKEN. lét Sï*. 823. Extraü uit het Boek van Sententien der Stad Deventer , waar by aan Gecommitteerden in het Zydekraamers Giide in die Stad, derzelver eisch tegens fommige hunner mede-Gildebroeders genomen, wordt ontzegd, bladz. 209. -1 824. Misfive van de drie Heeren Gecommitteerden door den Heere Erf-Stadhouder aangefield , tot het hooren der klagten van Burgery en Gildens der Stad Deventer, en lierJielling der rust aldaar, aan de Magifiraat van gemelde Stad. ........ bladz. 202.- "" 1 "■ 825. Memorie voor J. J. Schmauss, om daar na antwoord, naamens den Ondergetekenden A. Persoon te brengen aan de Heeren Prcefidenten der Stad Deventer, op de. Boodjchap die zy Heeren aan hem door voornoemde J. J. Schmauss hadden laaten doen. •■ . bladz. 211. '. 826. Brief van de Interim Regeering der Stad Deventer aan Mr. A. H. Cramer, met toezending van Tieclaratoir van Gildens en Burgerye &c. . . . . bladz. 3.16. . 827. Misfive van Mr. A. H. Cramer, Secretaris der Stad Deventer, aan de Magijlraat van gemelde Stad.bl.21j. 828. Nadere Misfive van Mr. A. H. Cramer, aan de Magifiraat der Stad Deventer. ... bladz. 221. — 829. Request van Mr. A. H. Cramer, aan zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nasfauw, Erf-Stadhouder, Kapitein-Generaal en Admiraal der Vereenigde Nederlanden, &c. &c. &c. . bladz. 222. «—— 830. Misfive van Mr. A. H. Cramer, aan de Heeren Commisfarisfen van zyne Doorl. Hoogheid tot de zaaken der Stad Deventer.- ..... 5 J/laJz. 226. N'.  XM REGISTER >T0. 831. Request van Mr. A. H. Cramep, aan de Heere* Commisfarisfen van zyne Doorluchtige Hoogheid tet de zaa. ken der Stad Deventer. .... bladz. 231. !~ 832. Extraü uit het Register der Refolutien van Hun Ei. Mogenden de Heeren Gedeputeerde Staaten van Friesland, waar by Ds. Frans Ernst Schmitz , Predikant te Finkum en Hyum, voor den tyd van zes weeken van zynen Predikdienst wordt gfufpendcerd. In dato den 6 Augustus 1788 bladz. 235. j 1 833. Refolutie van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, over het aanftellen van eene Fiskaal, om te procedeeren tegens de Tekenaars van het bekende Adres, den 13 Sept. 1787 ter Staatsvergadering ingelevert. bladz. 237. i' 1 834. Refolutie van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, betrakkelyk het examen op welk eene wyze de Requesten zyn geprefenteerd £?<:. . . bladz. 238. —-— 835. Extract uit het Register der Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, behelzende Request van den Procurator S. van Deventer aan Hun Ed. Mogenden; waar in betuigd: dat het bekende Adres door hem als Secretaris van die Vergadering getekend, nimmer heeft goedgekeurd, maar altoos met indignatie befchouwd; en wel gewenscht had zich aan de tekening daar van te hebTien kunnen onttrekken, zonder zich aan grove proftitutien en perfecutien te exponeeren: met verdere fupplicatie, om van alle aEtie deswegens te mogen worden bevryd &c. Waar Bp ter tafel van Hun Ed. Mogenden is gerefolveerd, het voorfchreeven Request te ftellen in handen van Heeren Gecommitteerden tot de zaaken van Finantien, om daar op te rapporteeren. . . ... bladz. 239.  der STUKKEN. XIII 836. Extract uit het Register der Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, behelzende Rapport van de Heeren Gecommitteerden tot de zaaken van Ftnantien, over het Request van den Procurator S. van Deventer ; waar in van advife zyn: dat in confideratie van het gepofeerde by voorfchreeven Requeste gedaan en zyn gehouden gedrag daar na, zyn berouw en leedwezen wegens het gepasfeerde conjleerd, en daar in zoude behooren te worden genoegen genoomen, mits doende Declaratoir zodaantg by voorfchreeven Rapport word geproponeerd cfc. bladz. 242. ^——'83.7. Extratï uit het Register der Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, waar by Hun Ed. Mog. zich conformeeren met het Rapport door Heeren Gecommitteerden tot de zaaken van Finantie uitgebragt, ten aanzien van het Request van den Procurator S. van Deventer bladz. 243. * 838. Extraü uit het Register der Refolutien van Rid- derfchap en Steden de Staaten van Overyfel, behelzende Rapport van de Heeren Gectmmitteerden tot de zaaken van Finantien, dat den Procurator Salomon van Deventer de gerequireerde verklaaring en èéd heeft gedaan en afgelegd, en vorders betuigd heeft Hun Ed. Mogenden te bedanken voor het gunjiig Appointïement op zyn Request verleend. Welk Rapport door Ridderfchap en Steden voor com* municatie is aangenoomen. , „• , bladz. 244.. 839. Extratï uit het Register der Refolutien van Ridderfchap en Steden, de Staaten van Overysfel; waar by Hun Ed. Mogenden op verzoek van den Fiskaal Mr. Klopman, aan die genen welke wegens het bekende Adres zyn geatïi»neerd, ferieufelyk recommandeeren en wel expresfelyk gelasten, tm t&st athterlaating van alle exceptien en incidenten, dl  *£IV REGISTER de proceduures tegens hun geëntameerd, ten principaaltn te vervolgen fcfc. bladz. 246. N'. 84.0. EiiBaale Citatie ter Requifitie van den Fiskaal Mr. Klopman tegens Gerrit Jan Pyman, die het bekende Adres, in qualiteit ais Prefident der Vergadering , heeft getekend, door Burgemeesteren, Schepenen en Raaden der Stad Zwolle, verleend bladz. 240. ;, 1 "' 841. Verklaaring ten Voordeele van Mr. Vofding van Beverföp.de , betrekkelyk het Adres aan Ridderfchap en Steden geprefnteerd. bladz. 252. ,r——■ 842. ExtraB wt het Reflutie-Boek der Edele Mogende Heeren Gedeputeerde Staaten van Friesland, waar by aan den Luitenant Collonel Ardesch, onder het Regiment van den Collonel ]. de Schepper , wegens zyne betoonde bereidwilligheid, beleid, vigilantie en promptitude in de laatJle troubles, door Hun Ed. Mogenden met een Gouden Degen wordt befchonken. .... bladz. 253. «■—■— 843- Reglement of Kaart voor de Schuttery der Stad Alkmaar, door den Heere Erf-Stadhouder vastgefteli, en aldaar op Hoogstdeszelvs naam gepubliceerd, den 19 July J788 * bladz. 255. '11 844. Sententie van het Hof Provinciaal van Gelderland, tegens vier Ingezetenen der Stad Groenlo. . bladz. 268. 845. Depêche van de Hooge Regeering der Oostenryk- fche Nederlanden, getyteld ABe ten voordeele der gevlugte Hollanders, ten opzichte van het uitwendige van hunnen Godsdienst, en om hunnen Burgerlyken ftand te verzekeren bladz. 270. ,"' 846. ExtraB uit het Refolutie-Boek der Stad Harlingen, ■tem  b £ x STUKKE N. ten .aanzien van het overhandigen der Medailjes of Eerpenningen op kosten van-de Stad vervaardigd, aan de Bevelhebberen en Schutters van het Burger-Regiment; benevens de Amfpraalt vm den Collonel by die gele gentheid gedaan, en de befchryving van gemelde Medaüje. . bladz. 271. 847- Plakaat van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten Van'Halland, waar by eene Negotiatie van den vyf, - tn- twintigften Penning wordt vast gefield, van alk zodaar reige Ingezetenen zonder onderfcheid, die 2500 Guldens of daar boven bezitten. In dato den 30 Sept. 1788.bladz.274. ~-—• 848. ExtraB eener Misfive van den Heere de Vos van Steenwyk tot Nyerwal, aan Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, houdende beklag over geweldenaaryen door Ruiters op den-Huize Nyerwal binnen Follenhwe gs, pleegd; benevens Refolutie, waar by die Misfive werd in handen gefield van den Drost van Vollenhove, om zich op de feitelykheden daar by vermeld ,te i$orm»*£» , en de Schuldigen daar aan naar rigeur van de Plakaaten van dee-ze 'Provincie daar tegen te doen corrigeeren en firaffen, zoïu der eenige conniventie Wa(fe>'2g^ «SST 849- Bericht van den Heere Arend van RaasfelT tot Elfen, Droste van Vollenhove, aan Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, wegens het geweld aan den Huize Nyerwal door Ruiters gepleegd. . bladz. 298. fa— 850. Conchifie voor Procurator L. Waterham, Impetrant, tegens J. P. Wyntjes, Geimpetreerde, genoomen voor Schepenen en Raaden der Stad Zwolle; waar by concludeert : dat de Geimpetreerde ter zaake van den Impetrant aangedaane reële injurie door hem te arrefieeren, zal worden gecondemneert, die honorabel'en profitabel te moeten , *f*« m mz. 3oa.  -3tV> REGISTER K°. 851- Publicatie van Hun Ed- Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland, tegens de 'sulken die niet ophouden hunne verderflyke gevoelens te blyven aankleeven , en het zaad van tweedracht in het Land te verfpreiden, ja zelvs zich verfioutin van opentlyk roem' te draagen, dat zy nog in de zelv.de gevoelens tegens de wettige Regeering .en Con~ ftitutie deezes Lands volharden &c. ... . bladz. 303. * 8S2- Publicatie van Hun Ed. Mogenden Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, tegens zodaanige Men* fchen welke als nog zouden volharden in het koesteren van verkeerde, kwaade, en tegens de oüde Conftitutie ftrydende gevoelens, en daar toe particuliere Sociëteiten, Gezelfchappen of Byeenkomften oprichten of gaande houden &c.bl. 307. * 853. Vonnis van Heeren Schepenen der Stad Amfteldam, waar by zes Perfoonen van 'die Stad by EdiB ten eeuwigen dage uit den Lande van Holland en West-Friesland worden gebannen bladz. 309. ■'• 854- Publicatie van de Regeering der Stad's Hertogen' bosch, waar by aan alle Burgers en Ingezetenen.ten ernftigten waarfchouwen en gelasten, om wanneer by avond of mgt door de Schildwagten aangeroepen worden, aan dezeh ven behoorlyk antwoord te geeven &c< . . bladz. 311. •—— 855- R'folutie van Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, betrekkelyk ■ den Commisfaris Vink te Duinkerken. . bladz. 31». i 856. ExtraB uit het Register van de Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland, den 2 OBober 1788, betrekkelyk de gedraagene Confenten in de beide Staaten van Oor. bladz. 313* f 857- Heej-en vm dm Qerech^ der Stad Amjleldam, '  5" STUKKEN. XVil verbieden verfcheidene Boekjes en Gefchrifun-, en Qecvert bevel aan het Boekverkoopers Gilde , om die door hunnen Gildeknegt te doen ophaalen en de Exemplaarén op het Stadhuis te brengen Uadz N°. 858. Vonnis van Heeren Schepenen der Stad Amfteldam, waar by vier voortvlugtige Perfoonen van die Stad tbïeen eeuwig Bamisfcmer.t uit Holland en West-Friesland worden verweezen, op poene van byaldien te eeniger tyd in handen van de Juftitie geraaken; zwaarder naar bevind van zaaken te warden geftraft. In dato den 14 October I?88 ... bladz. 315. *• 859. £«1 Frantch Traclhatje getyteïd: Precis Hittorï- que de la Revolution qui vient de Poperer en Hollande fcpe. door de Heeren van den Gerechte der Stad -Amfteldam verboden en opgehaald. . . . bladz. 318. 860. Publicatie van Jr. M. A. C. Voerst tot den Borgel, in qualiteit als Verwalter Land-Drost van Zalland, waar by aan een iegelyk zonder onderfcheid van wat rang of Jlaat, in het Schoutambt van Olst vermaant, zichtbaare Oranje teekenen te draagen &c. . bladz. 318. ■ 8<5r. ExtraB uit het Register der Refolutien van ds Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, waar by de approbatie aan Jakobus van .Manen Adriaansz., als Drbsfaard van Empel, 'doorHun Hoog Mogenden verleend, word ingetrokken, bladz. 320» —— 852. Dagvaarding om te aanhoren Crimineele Eisch en Conclufie, door het Gerichte van Zierikzee verleend, tegens Jo«ANNEse?j AdRiaan van der Wekke. bl. 324. 863. ExtraEt uit de Refolutien van Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlan* * den,  XVIII R E G I . S T E R enz. den, waar by Ds. JeanGabriellaFont, Predikant van dj Wafchc Gemeente in 's Hertogenbosch, word gedemitteerd, onverminderd den Hoog-Schout van 's Bosch , of den Prokureur-Generaal van Bnband, zodaanig aBie tegens denzelven te irjlitueeren, als in goede Juftitie zullen oirdeelen te behooren. In dato den . . November 1788. . . bladz. 325. W°. 864- Publicatie van Hun Ed. Mog. de Heeren Staaten van Stad Groningen en Ommelanden, waar by op het lyf van Ds. G. J. G. Bacot, Predikant te Eenrum, eene premie word gefield van 1000 Car. Guldens, en verders zyn Perfcon en gcwocne kleeding befchreeven. In dato den 1 December J7&8 ' bladz 327. » 865. ExtraB uit het Refolutie Boek der Stad Zwolle, waar by aan de praBifeerende Advokactten en Prokureurs binnen die Stad word gelast, om in ABen ter Secretarye wordende geprcefenteérd, aan de Heeren, op Pauli 1787 tot Burgemeesters aang ftJd, den titul van oud-Burgemeesteren niet te g"even bladz. 329. «■ 866. ExtraB Sententie voor Jan Scheltema , Raad in de Vroeêfchap te Franeker, Gevangenen Beklaagde, bl. 330. —— 867. EdiBaale Citatie tegens den Rhyngraave van S alms % als mede het daar op gevolgde Vonnis van den Hove Provinciaal van Holland en West-Friesland. In dato den 19 December 1788 bladz. 330. —— 868. ExtraB uit de Refolutien der Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, in Hun Edel Gron Mogenden Vergadering genoomen, op Woensdag den 3 Decemb. 1788 , betrekkelyk ie Vaandels voor het Regiment Hollandfche Guardes te Vtet, en over de Honneurs door de Militaire Wagt eanHwi Ed. Groot Mogenden te bewjzen. . . bladz. 333, VER-  VERZAMELING van placaaten, resolutien en andere 'AUTHENTYKE STUKKEN enz. BETREKKING HEBBENDE TOT DE GEWIGTIGE GEBEURTENISSEN, in DE MAAND SEPTEMBER 1787 EN VERVOLGENS; ïn DE REPUBLIEK der vereeNIGDE NEDERLANDEN voor. GEVALLEN. No. 778 Extraeten uit het Refolutie Boek van de Ree. ren -Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stad Alü. maar, betrekktlyk de fafisfatïie van Haare Kon. Jdoogneid Mevrouwt de Princesfe van Oranje, hopende van den 10 OStober 1787 tot den lóden 'vaA die maand ingeflotetr. van I^hLT r *A °P hedfn ontfa^ene Misfive van de Heeren Gedeputeerden , behelzende een Sïïï/ r het gevallene tér' Vergaderde m Hun Ed. Groot Mogenden op gisteren, en in'tbv-' zonder ook bevattende een verhaal van ïe u t e5pnl rPP0r£ ^an de HefeFeq Huh Ed- Gr. Mo. ix? DMÊ0mmUteerden T derzeIver Sehoüdcn  2 Verzameling van Siukkin betrekkelyk tot conferentie met Haare Koninglyke Hoogheid Mevrouwe de Princesfe van Oranje, waar by aan dezelve, Heeren een Lyst was ter hand gefield van de jNaamen van die Perfoonen, welke door gemelde Haare Hoogheid onder de uitdrukking van Au&eurs en Bewerkers van haar oponthoud in haare voorgenoome Reize bedoeld waren: by welke Misfive van welgemelde Heeren Gedeputeerden een Copie van de gemelde Lyst was gevoegt: op welke zaak zich de meeste Leden reeds hadden geëxpliceerd; doch die door de Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Amfteldam, Gouda en van deeze Stad was overgenoomen: en op de afdoening van welke zaak de dag van morgen bepaald was. Is goedgevonden, de voorfz. Misfive van deHeeren Gedeputeerden by deezen aan te neemen voor Rapport en Notificatie, en wyders verftaan, de. zelve Heeren Gedeputeerden by deezen te qualificeeren, om in de voorfchreeven geëifchte Satisfactie van Haare Koninglyke Hoogheid te confenteeren; doch niet te min dezelve Heeren by deezen te verzoeken, om alvoorens, zo veel of indien mooglyk, alle inftantien by welgemelde Haare Hoogheid te doen, ten einde dezelve van dat gedeelte van haaren eisch, het welk de ontzetting betreft van twee Heeren Raaden in de Vroedfchap deezerStad, (met naamen de Heeren de Kempenaer en van Foreest) van hunne posten, gelieve te renuncieeren. Saturdag den 13 Odtoler 1787. Geleezen zynde eene Misfive van Hun Ed. Gr. Mogenden aan Burgemeesteren en Regeerders deezer Stad geadresfeerd, en van deezen inhoud : De Staaten van Holland en West-Friesland. Erentfeste, Wyze, Voorzienige, Discreete, Lieve, Getrouwe; naardien wy, by onze Refolutie van heden, eenpaarig hebben goedgevonden en verftaan , de daad omtrent de hooge Perfoon van Haare Koninglyke Hoogheid, door het oponthoud haa- xer  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 3 rer R eize herwaards, gepleegd, by dezelve onze Refolutie wel uitdrukkelyk te desavoueeren en ten fterkften af te keuren, midsgaders te annulleeren en te vernietigen alle zodaanige confirmatoire en approbatoire refolutien en dispofitien, als ter dier zaake by de doemaalige meerderheid der Staats-Leden zyn genoomen ; en voorts te verklaaren, dat de Perfoonen, vermeld op de Lyst by Haare Koninglyke Hoogheid overgegeeven; als Mr. Daniël Jacobüs Canter Camerling, Vroed- fchap der Stad Haarlem. Mr. Francois Gualterus JBlok, Raad inde Vroed- fchap en Oud Schepen der Stad Leyden. Mr. Jan de Witt, Schepen en Raad der Stad Am- fteldam. Mr. Martinus van Toülon, Raad en Regeerend Burgemeester der Stad Gouda. Mr. Cornelis van Foreest, Heer van Schoorl en Camp, Vroedfchap der Stad Alkmaar. Mr. H. Costerds, Secretaris van Woerden. Mr. Cornelis Johan de Lange, Heer van Wyn* gaarden en Ruigbroek , Raad en Regeerend Schepen der Stad Guuda. Mr. Cornelis de Gyzelaar, Penfionaris der Stad Dordrechc. Mr. Adriaan van Zeebergh, en Mr. Pieter Leonard van de Kasteele, Penfio- narisfen der Stad Haarlem. Mr. Engelbert Francois van Berckel, en Mi, Carel Wouter Visscher, Penfionarisfen der Stad Amfteldam Mr. Ludovicus Timon de Kempenaer, Vroedfchap der Stad Alkmaar. Benevens de Leden van het Defenfie we- zen der Stad Amfteldam. Adriaan Pompejus van Leyden, Heer van Hardinxveld. .... Mr. Balthazar Elias Abbema, k ; Lodewyk Hovy de Jonge, en ., , .„ Mr. Jan Bernard Bicker. ISu en voor altoos van A a alle  4 Verzameling van Stukken betrekhlyk tot alle Posten van Regeering en Bewind zullen zyn en biyven gerenoveerd en ontzet> zo als daar vangeremoveerd en ontzet worden by dezelve onze Re* folutie: fchryven wy U Lieden van dit ons gerefolveerde , ten opzichte van de Perfoonen in U Lieden Regeering zich bevindende, of in welke dienst zy hebben gefungeerd, of als nog zyn fungeerende, door deezen aan, met fpeciaale last en auctorifatie, om aan 't gunt voorfchreeven is daadelyk en zonder het minftedilai de nodige executie te geeven. Waar mede wy U Lieden de befcherming Coces bevelen. Gefchreeven in den Hage, den n Oftober1787. Ter Ordonnantie van de Staaten t (was gef.) C. Clotterbooke. Is goedgevonden, by deezen te verzoeken en committeeren den Heer Prafident Burgemeester Domis, den Heer Oud Burgemeester Winder, en den Heer Vroedfchap de Dieü, met adjunctie van den Secretaris Ryser, ten einde ter voldoeninge aan deeze aanfchryving, en ter executie van dezelve, voor zo veel de Perfoonen, in deeze Regeering zich bevindende, of in derzelver dienst gefungeerd hebbende of nog fungeerende, en daarin genoemt, aangaat, dezelve aanfchryving van Hun Ed. Groot Mogenden aan de Heeren Mr. Ludovicus Timon de Kempenaer , Raad in de Vroedfchap en Ordinaris Gedeputeerden deezer Stad, en Mr. Cornelis van Foreest, Heer van Schoort en Camp, insgelyks. Raad in de Vroedfchap deezer Stad, te infinueeren, met betuiging van het leedwezen deezer Vergaderinge , dat de inftantien, van haarentwege by Haare Hoogheid Mevrouwe de Princesfe van Oranje gedaan, en in de Refolutien van den leden deezer maand en van heden gemeld , van ,geen gewenscht gevolg geweest zyn, en hier door  ie Gebeurtenisfm in 1787 «is. voorgevallen; 5 de Regeering deezer Stad van twee waardige Ledea ontzet te zien. Dingsdag den 15 Otïobcr 1787. De Heeren Oud Burgemeester Winder en Vroedfchap de Dieu hebben gerapporteerd, dat zy met en benevens den Heer Prsfidenc Burgemeester Domis, en met adjun&ie van den Secretaris Ryser, ingevolge en ter voldoeninge van den I3den deezer maand, de daar by gemelde aanfchryving van Hun Ed. Groot Mogenden van den nden bevoorens aan de Heeren Mr. Lüdovicus Timon de Kempenaer en Cornelis vanForeest, Heer van Schoorl en Camp, op den gemelden I3den deezer maand, niet zonder veel leedwezen en aandoening hadden geinfinueerd, welke Heeren daar op hadden geantwoord, zich aan dezelve aanfchryving van Hun Ed. "Groot Mogenden te onderwerpen, en zich voor ontftagen te houden van alle zodanige Regeeringsposten deezer Stad, als door hen bekleed wierden. Waar op gedelibereerd en de voornoemde Hee« ren Gecommitteerden voor hunne genoomene moei» te en gedaan Rapport bedankt zynde,- is goedgevonden, aan Hun Ed. Groot Mogenden kennis van de gemelde gedaane infinuatie té geeven door eene Misfive van den volgenden inhoud: Edele Groot Mogende Heeren ! Ter voldoening aan U Ed. Groot Mogenden aanfchryving van den 11 den deezer maand, hebben wy dezelve aanfchryving, op den I3den daar aan volgenden, door eene Commisfie uit ons midden, aan de Heeren Mr. Lüdovicus Timon de Kempenaer en Cornelis van Foreest, Heer van Schoort en Camp, doen infinueeren, welke Heeren daar op hebben geantwoord, zich aan dezelve aanfchryving van U Ed. Groot Mogenden te onderwerpen, en dat zy zich voor ontflagen hielden van allezodaanige Regeeringspostcn deezer Stad, als door hen bc kleed wierden. A. 3 Waa?  6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Waar mede wy, in vertrouwen van aan U Ed. Groot Mogenden intentie te hebben voldaan, en den zegen des Allerhoogften over U Ed. Gr. Mogenden toewenfchende, blyven. Edele Groot Mogende Heeren l UEd. Gr. Mog. zeer Dienstwillige, Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stad, Alkmaar. Ter Ordonnantie van dezelven, (wasget.) H. Ryser. (Onder ftond) Accordeert met het hier voor gemelde Refolutie Boek, voor zo veel het geëxtraheerde aangaat, (tiras get.') H. Ryser, Secret. 1787. IjT0. 7 79. Misfive van den Heer en Mr. Rutgertjs Paludanus , Burgemeester te Alkmaar aan Hun Ed. Gr. Mog. de Heeren Staaten van Hollanden WestFriesland, om te worden ontjlagen van de Commisfie ter revifie van de Provinciaale Qjwtes, en tot liet onderzoek der Generaliteits Finantien. In data den 6 November 1787. Edele Groot Mogende Heeren! Gelyk ik my ten uitterften vereerd vond met de door U Ed, Groot Mogenden op my gedecerneerde Perfoneele Commisfie van wegens deeze Provincie ter revifie van de Provinciaale Quotes en het onderzoek der Financien van de Generaliteit, heb ik, hoe zeer albevoorens van voorneemen geweestzynde om, daar ik myne lighaams ongefteldheid door het zittend leeven zag toeneemen, my van myne Regeerings-posten te ontdoen, en my daar door in ftaat  ie Gehmrtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. ? ftaat te ftellen, om een voor myne gezondheid meer gefchikt leeven te leiden, my evenwel als gedroagen gevonden om, ter beantwoording^ aan het vertrouwen, het welk Hoogstgemelde U Ed. Groot Mogenden in myn geringen Perfoon wel hadden gelieven te ftellen, die Commisfie aan te neemen,ten einde daar door aan het gemelde vertrouwen en de daar mede bedoelde oogmerken van U Ed. Groot Mogenden, zo veel myne vermogens toelieten, te beantwoorden, en ik meene ook te mogen zeggen» dat ik hier toe alle poogingen getrouwelyk heb aangewend; maar, Ed. Groot Mogende Heeren! naruim een jaar in de voorfz. Commisfie werkzaam geweest te zyn, ben ik in de maand May deezesjaars door eene zo zwaare en langduurige lighaams in^ dispofitie aangetast, dat ik, federt dien tyd veelal als aan myn huis en (bed gebonden geweest zynde, my in al dien tyd van byna zes maanden genoegzaam geheel buiten ftaat bevonden heb ter verrichtinge van particuliere zaaken, en het my dus nog veel meer ja volltrekt onmooglyk was, om my met de gewigtige zorg voor de belangen van Land of Stad bezig te houden; en ik heb hierom, in de voorleedene week, ook myne Regeerings-posten deezer Stad genoegzaam allen nedergelegd , met oogmerk om, indien het de Voorzienigheid behaagen mogt, my nog eenigentyd in een beteren ftaat van gezondheid te fpaaren, denzelven in eene onleedige rust op eene nuttige wyze te befteeden: het is dan om die zelvde reden, Ed. Groot Mogende Heeren! dat ik, met de leevendigfte gevoelens van. dankbaare erkentenis voor de byzondere eer, waar mede ik door deeze, en ook nog door eene voorige, en al in het jaar 1785 afgeloopene Commisfie, door U Ed. Groot Mogenden ben aangedaan, by deeze op de ootmoedigfte wyze verzoeke, van de hier voor gemelde voor my wel zeer honorabele, maar tevens in myne tegenwoordige ongefteldheid onuitvoerlyke Commisfie tér revifie der Provinciaale Quotes, en tot het onderzoek der Financiën van . A 4 d*  8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot de Generaliteit, door U Ed. Groot Mogenden te worden ontflagen , met verder verzoek, dat ikt daar ik thands niet in ftaat ben om veel te fchryven én in de vólftrekte onmooglykheid om te reizen' de vryheid gebruiken moge, fgelyk ik dan, onder het weibehaagen van U Ed. Groot Mogenden bv deeze ben doende) om my tot het Verbaal 'het welk wegens deeze Commisfie, voor U Ed. Groot Mogenden gefchikt is , en dat onder den Heer Secretaris van Boeren berust, te refereeren - ?et zy mI verde« geoirjoofd, my en dé mynen m de protectie van ü Ed. Groot Mogenden op de eerbiedigde wyze aan te beveelen, en, met toewenfching van de dierbaarfte zegeningen des Allerhoogften, my te teekenen, Edele Groot Mogende Heeren! Alkmaar, U Ed. Groot Mog. zeer oot- den&c. moedigen Dienaar, 0yas ««•} R. Paludanus. jNo. 780. Refolutie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland waar by Mr. R. Paludanus Burgemeester te Alk '. - maar wordt geëxcufeert van de Commisfie ter revifie van de Provinciaale Quotes £fc. ln dato den i November 1788. Ontfangen een Misfive van R. Paludanus , eni fchreeven te Alkmaar den 6den deezer, om de daar by ceallegeerde redenen, verzoekende te worden ontflagen van de door hem onuitvoerlyke Commisfie ter revifie der Provinciaale Quotes, en tot het onderzoek der Financien van de Generaliteit- en zich tot het Verbaal, wegens dezelve Commisfie, yoor Hun Ed. Groot Mogenden gefchikt, en onder den Secretaris van Bceren berustende, te mo. gen refereeren. ' ^aar °P gedelibereerd zynde, is goedgevonden en'  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 9- tfn verftaan, aan den voornoemden Heer Paludanus zyn voorfchreeven gedaane verzoek by deeze te accordeeren, waar toe hem extraft deezer, tot zyn informatie, zal worden gezonden. Accordeerd met voorfz* Register. C. Clotterbooke. No, 781. Request van den Heer en Mr. AntoniMartini, Penfionaris der Stad 's Hertogenhofch, aan de Regeering dier Stad, waar by verzoekt: dat Hun Wel Ed. Achtbaar en, dewyl het hem onmooglyk is na het geweld en plundering dat aan zyn huis is gefchied, die Stad langer als Minister te dienen, hem zodaanige Demisfie te willen verkenen, als een eer-, lyk Minister, die de Stad ruim een en dertig iaa~ ren gantfch belangloos voor zich zelvs , heeft ten dienjle geflaan, als een eerlyk Man kan en ma<* verwagten. a Aan de Edele Wei. Achtbaare Heeren; Schepenen, Gezworens en Raaden"der Hoofdstad 's Hertogenbosch! Geeft reverentelyk te kennen Mr. Antoni Mar. tini, Penfionaris der voorfz. Stad» Dat hy door ÜEd. Wel Achtb, Voorzaaten, waar van nog vyf Leden in leeven zyn, in Oüober van het jaar 1755 zynde aangezogt, om aan wylen den Penfionaris Mr. Antoni van Heurn wegens deszelvs valetudinairen toeftand , te worden toegevoegt, als tweede Penfionaris , terwyl hy in het derde jaar beoeffende de PracT:yk,als Advokaat voor de Hoven van Juftitie in 's Hage, vervolgends door de toenmaalige Regeering deezer Stad, mede op de recommandatie van Haare Koninglyke Hoogheid de Vrouwe Gouvernante glor. gedagcenisfe, op den 27 Augusty 1756 is aangefteld tot tweede Penfio. naris deezer Stad op een jaarlyks Traktement van A 5 drie.  io Verzameling van Stukken betrekketyk tot drie honderd Guldens, met toezegging, dat hy* naar doode van gemelden Penfionaris van Heurn y zoude fuccedeeren in het Tradtement van een duizend Guldens jaarlyks, midsgaders in de Baatenen. Emolumenten tot de voorfchreeven Bediening fiaande, en daarom door hem Suppliant het Ambtgeld van drie duizend Guldens daadelyk aan de Stad is betaald. Dat.hy Suppliant, federt hetaffterven van den Penfionaris van Heurn, op den 18 Novemb. 1759, dan ook die Bediening alleen, op den voorfchreeven voet, heeft waargenoomen, en wel in diervoe. gen, dat hy, om eenigermaaten aan alle de deelen van zyn uitgeftrekt Departement te kunnen voldoen, al zynen tyd, met postpofitie, ja verzuim zelvs van zyn eige affaires, daar aan heeft ten kosten gelegt, en zyne vermogens geftadig in het werk fefteld, om de meeste belangens van de Stad, wel_e die zyn van de Burgerye, op het ieverigst en in de beste trouwe te kunnen helpen bevorderen. Dat hy Penfionaris, ook niet mag verzwygen, maar met dankbaarheid moet en zal blyven erkennen de benevolentie, vriendfchap en vertrouwen, waar mede U Ed. Wel Achtb. hem zo veele jaaren hebben gelieven te honoreeren; tot geen gering bewys voorzeker, dat de manier, op welke hy zyne Ministeriaale Bediening heeft waargenoomen, U Ed. Wel Achtb. niet onaangenaam moet zyn geweest. Dat deeze blyken van genegenheid en goedkeuring voor hem niet weinig tot fpoorflagen hebben gedient, om met onvermoeide lust en iever in Stads dienst fteeds bezig te zyn, maar hem zelvs zulk een attachement aan de Regeering van zyne geboorte Stad hebben gegeeven, dat hy geen ander voorneemen had, dan om in zyne beroeping alhier, waar in hy zich door een hoog Beftuur vond geplaatst te blyven, tot dat hy door die zelvde Hand, langs den gewoonen weg, van zynen Post wierdt afgelost, ofwel door tusfchenkomendeom. ftan-  de Gebeurtmisfen in 1787 enz. voorgevallen, it ftandigheden zich daar van ontflagen mogt rekenen. Dat dit laatfte thands het geval van hem Suppliant, komt uit te maaken, waar toe hy verfeheide redenen van gewigt voor zich rheend te hebben» van welkers openlegging U Ed. Wel Achtb. herri wel zullen gelieven te verfchoonen. Doch dat hy echter niet kan verbergen, dat de moedwillige wyze, op welke de toomlooze Plunderaars uit het Guarnifoen, welke, met medehulp van eenige flegte Ingezetenen, deezer dagen zulke ongehoorde geweldenaaryen en verwoestingen in de Stad hebben gepleegt, in grooten getale op en in zyn Wooning zyn aangevallen en ingebroken, fpeciaal op zyn Boekvertrek meest alle zyne losfe Papieren raakende de Stad en Meijerye, met veel moeite en kosten verzamelt, gelyk ook de Bundels van Stads Commisforiaalen en andere Stukken, na openhakking der geflote Tafels, Laaden en Lesfenaar, uit den anderen hebben gehaald op den grond geworpen, verftrooit, vertrapt, en veele, zo hy kan nagaan, in het ongereede gebragt, of van onbruik gemaakt; om relatief tot zyn Huis-Comptoir, thands niette gewagen van de geroofde goude Penning voor den Heere Hoogfchout gedestineert en andere zilvere Penningen zo van de Stad, als van hem zelvs, den Suppliant, verder het befluit heeft doen opmaaken, dat daar mede zyn werk alhier, fchoon niets gemeens hebbende mst de publieke zaaken, maar alleen ten doel hebbende Stads welvaaren en voorrechten, als nu is afgedaan; te meer, daar, eenigen tyd voor de gsdaane plundering en by den aanvang der begonne gewelcJenaaryen aan zyn Huis, bedreigingen zyn gedaan, dat het om des Suppliants Perfoon te doen was; en het dus van hem niet kan gevergt worden, voort te vaaren in eene Bediening, waar by hy zyn leeven na de kwaadwillige begrippen van Geweldenaars, of derzelver Aanvoerders zou moeten hazardeeren , jrejyk hy ook niet kan zien, dat hy in zyne kwali-  12 Verzameling ven Stukken hetrekkelyk tot teit U Ed. Wel Achtb. en zyne hraave mede-Burgers thands meer van wezendlyke dienst kan zyn. Dat hy daar in by nadere en gerrioedelyke overweegingen dermaate is bevestigt, dat hy by deeze plechtig moet verklaaren, dat het hem, van nu af aan, ondoenlyk is, langer deeze Stad als Minister te kunnen dienen , en daarom zich genoodzaakt vind zyn Ambt van Penfionaris weder ter disDofitie van U Ed. Wel Achtb. te ftellen. P Mids welke zo keert de Suppliant zich tot U Ed. Wel Achtb,, ootmoedig verzoekende: „ datUEd. 3, Wel Achtb, aan hem gelieven te verleenen zo„ daanige Demisfie, als een eerlyk Minister, die „ de Stad ruim een en dertig jaaren, (een termyn , „ waar van weinig voorbeeld is) gantfch belang„ loos voor zich zelvs, heeft ten dienst geftaan, 9, van U Ed. Wel Achtb, kan en mag verwagten; a, bereid zynde, om het gene op zyn Komptoir nog „ zou moeten worden verricht, of bygefchreeven, 3, of door hem ter Drukpers gelegt, te bezorgen, „ en voorts de Kommisforiaalen en andere Stads „ Papieren, voor zo veel onder hem, wegens voor„ gemelde ondergaane plundering nog vindbaar „ zyn, aan de Leden van de refpeftiveCommisfien „ te extradeeren, des gerequireert op den ééd, in „ den aanvang zyner Bediening gedaan, midsga„ ders te doen Rekening, Bewys en Reliqua der „ by hem ontfange en uitgegeeve Stads Pennin. si gen". Onder Jlond, 't Welk doende &c. (*« get0 Aut. Martini, .  'ie Gebeartenisfen in 1787 enz. voorgevallen. t% N'o. 782. ExtraSt uit het Register der Refolutien van Schepenen, Gezwoorens en Raaden der Stad'sHertogenhof ch, waar by aan Mr. Antoni Martini, op deszelvs verzoek, zyne Demisfie falvo honore, als Penfionaris word gegund; met betuigenis, dat Hun Wel Ed. Achtb. zeer voldaan zyn over zyne bekwaamheid, waakzaamheid, iever en getrouwheid , waar mede hy dit Ambt geduurende byna een derde van eene eeuw heeft waargenoomen. Woensdag den 5 December 1787. Is geleezen de Requeste van Mr. Antoni Mar-' tini, Penfionaris deezer Stad, houdende, dat hy door de Regeering deezer Stad, mede op recommandatie van Haare Koninglyke Hoogheid, de Vrouwe Gouvernante glor. ged., op den 27 Augustus 1756 was aangefteld tot Penfionaris deezer Stad,en die Bediening in diervoegen had waargenoomen, dat hy, om eeniger maate aan alle dedeelen van zyn uitgeltrekt Departement te kunnen voldoen, al zynen tyd, met achterftelling, ja verzuim zelvs van zyne eige zaaken, daar aan ten kosten gelegt, en zyne vermogens geftadig in het werk gefteld had, om het meeste belang van de Stad, het welk die der Burgerye was, op het ieverigflen en in de beste trouwe, te kunnen helpen bevorderen. Dat hy Suppliant niet mogte verzwygen, maar met dankbaarheid moest en zoude blyven erkennen de benevolentie, vriendfehap en vertrouwen, waar mede de Regeering hem zo veele jaaren had gelieven te honoreeren, tot geen gering bewys voorzeker, dat de manier, op welke hy zyne Ministeriaale Bediening had waargenoomen, niet onaangenaam moest geweest zyn. Dat die blyken van genegenheid en goedkeuring voor hem niet weinig ten fpoorflage hadden gediend, om met onvermoeiden lust en iever in Stads dienst bezig te zyn; maar hem zelvs zulk een attachement aan de Regeering zyner Geboorte-Stad hadden gegeeven, dathy geen ander voorneemen had.  14 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot had, dan om in Z5'ne Beroeping alhier, waar in hy zich door een Hoog Beftuur geplaatst vond, te blyven, tot dat hy door die eige Hand, langs den gewoonen weg, van zynen Post wierd afgelost; of wel door tusfchenkomende omftandigbeden zich daar van ontflagen rhogte rekenen. ' Dat het laatfïe thands het geval van den Suppüint uitmaakte; waar toe hy verfcheidene redenen van gew-igt voor hem zeiven vermeende tehebben, dan van welker openlegging deeze Vergadering hem wel zoude gelieven te verfchoonen: doch dat hy echter niet.konde^verbergen, dat de moedwillige wyze, op welke de toomlooze Plunderaars uit hec Guarnifoen, welke, met medehulpe van eenige ffëgte Ingezetenen, deezer dagen zulke ongehoor. de geweldenaaryen en verwoestingen in deeze Stad hadden gepleegt, in grooten getale op, en in zyne Wooning waren aangevallen en gebroken, byzonder op zyn Boekvertrek meest alle de losfe Papieren raakende de Stad en Meijerye, met veele moeite en kosten verzameld, gelyk ook de bundels van Stads Kommisforiaalen en andere Stukken, na openhakking der geflote Tafels, Laaden en Lesfe-> naar, uit den anderen hadden gehaalt, op den grond geworpen, verflrooit, vertrapt en veelen, zo hy konde nagaan, in het ongereed gebragt en van onbruik gemaakt: om, betrekkelyk zyn Huis-Komptoir, thands niet te gewagen van den geroofden gouden Penning (*) voor-den Heere Hoogfchout gedestineert, en andere zilvere Penningen, zo van de Stad, als van hem zei ven, den Suppliant verder het befluit had doen opmaaken, dat daar mede zyn werk alhier, fchoon niets gemeen hebbende met de publieke zaaken, maar alleen ten doel hebbende Stads welvaaren en voorrechten, als nu was afgedaan; te meer, daar, eenigen tyd voor de gedaane Plundering, en by den aanvang der geweldeDaryen aan zyn Huis, bedreigingen waren gedaan, dat (*) Deeze Penning is daar na onder verflrooide Papisten gevonden.  de Gekeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen» 15 dat het om des Suppliants Perfoon te doen was; ca het dus van hem niet gevergt konde worden voort te vaaren in eene Bediening, waar by hy zyn lee« ven, na de kwaadwillige begrippen van Geweldenaars , of derzelver Aanvoerders , zoude moeten hazardeeren; gelyk hy ook niet konde zien, dat hy, in zyne kwaliteit, aan deeze Vergadering en zyne braave mede-Burgers, thands meer van wer zenlyken dienst zoude kunnen zyn. , Dat hy daar inne, by nadere en gemoedelyke overweegingen, dermaate was bevestigd, dathyby deeze plechtig moest verklaaren, dat het hem van nu af aan ondoenlyk zoude zyn, om deeze Stad, langer ais Minister te kunnen dienen, endaaromme zich genoodzaakt vond, zyn Ambt van Penfionaris weder ter dispofitie van deeze Vergadering te ftellen. Mids welken zo keerde de Suppliant zich tot deeze Vergadering, ootmoedig verzoekende, dat deeze Vergadering aan hem zoude gelieven te verleenen zodaanige Demisfie, als een eerlyk Minister, welke de Stad ruim 31 jaaren, geheel" belangeloos voor hem zeiven, had ten dienfte geftaan, van Hun Ed. Wel Achtb. konde en mogte verwagten. Verk-laarende de Suppliant verder, bereid te zyn, om het geen op zyn Komptoir nog zoude verrigt, of' bygefchreeven, of door hem ter Drukpersfe gelegt moeten worden, te bezorgen, en voords de Kommisforiaalen en andere Stads papieren, voor zo v~eel onder hem, wegens de voorgemelde ondergane Plunderingen, nog vindbaar zouden zyn,aan ^ de Leden der refpe&ive Commisfien te extradeeren, des gerequireerd, op den ééd in den aanvang zyner Bedieninge gedaan, mids'gaders te doen Rekening, Bewys en Reliqua der by hem ontfangen en uitgegeeven Stads Penningen. Waar op gedelibereerd en byzonder in achting genoomen zynde, dat de Heer Prsefident Bisdom ter Vergadering heeft voorgebragt, dat hy voor eertige dagen by den Penfionaris Martini alle moog-  l6 Verzameling van Stukken l'etrekhlyi tot moogiyke moeite had aangewend, om denzelven Meer van den-flap, dien hy thands doet, af te brengen; doch dat hyop denzelven Heer dien aangaande niets had kunnen verwinnen; en dat dus alle verdere aanzoek, welke men daar toe zoude wil-len beproeven, zonder eenige vrugt zoude zynis goedgevonden en vérftaan, denzelven Heer Mar-, tini..op deszelvs verzoek en inftantie, mits dee» ze, jalvo honore, te dimitteeren en onder de aanbieding, door hem invoegen voorfchreeve gedaan, te ontdaan uit zyne Bediening van Penfionaris deezer Stad; met betuiging: „dat Hun Ed. Wel Achtb; „ zeer voldaan zyn over zyne bekwaamheid, waak-„ zaamheid, iever en getrouwheid, waar mede ge>i melde Heer Martini dat Ambt, geduurendebyna„ een derde van eene eeuw, heeft waargenoomen; „ en dat zy gaarne gezien zouden hebben, dat hy in „ de waarneeming van het zelve, waar innehy zich « met zo veele zucht, ftandvastigheid en oprecht-,, heid heeft gekweeten, had gelieven voort te vaa.: „ ren". Wordende dezelve Heer Penfionaris Martini verZOgt, de Papieren, by zyne Requeste vermeld, onder zich te houden, tot dat'er een ander Penfii onaris aangefleld zal zyn, als wanneer 'er eene Commisfie zal worden benoemt, tot overneeming derzei ven door zynen Opvolger in Bediening. Aclum 's Boich, den 20 December 1787. Accordeerd met voorfchreeven Registert Qwas get.) T* F. Santpoort-. No?  ié Gelémenisfen in 178? enz. vmgtvaUëh, if 2NTo. 783. Concept Request van eentje Huisvrouwen en Moeders te traneker, om vergiffenis te erlangen voor hunne Mannen en Kinderen op hetgedemolieerde Blok»,' luns te Leeuwarden, gevangen zittende. •Geeft met alle eerbied te kennen .... Huis* Vrouw van ..... Koopman te Franeker,'dat iö de oproerige beweeginge onlangs te Franeker plaats gehad en veroirzaakt, door eene zich aldaar Opgeworpen, en van de Stad meester gemaakt hebbendes muitzieke hoop, haar Man in zyn qualiteit van Officier van de Schuttery mede gedwongen en betrokken is geworden, om in dezelve te deelen, en onder anderen in die voorfchreevene qualiteit geteekent heeft zeker Declaratoir, waar by de zoge* naamde Staaten te Franeker vergaderd, erkend voor de wettige Souverein, en belooft dezelve tegen eenieder te zullen verdeedigen, 't welk dan ook dat ongelukkig gevolg voor haar Man gehad heeft, dat na dien hoop de Stad verlaaten en ontvet was, hy üoor den Prokureur-Generaal deezer Landfchap! pe geadtioneerd; op order van den Hove daadelvfc van b raneker gehaalt en op 't gedemolieerde Blokhuis overgebragt is, akelig Toneel! wiens herdenkitig de Supphante mst fchrik vervult, daar haat Man midden in de nagt van haar zyde is weggerukt met boeijens gekluiftert, en uit haar arm is gevoerd geworden: ja, het is die droevige nagt, die haar overal vervolgt, en haar in groote droefheid dom. pelt; haar huis, haar bed, en tedere omhelzingen van haare onnozele Kinderen, alles vermeerdert haar finert, en doet haar weemoedig een gezegend Ieeven kennen, welke zy weleer onder debefliering van een geliefde Overigheid leide, en welke nooie geïtoord was geworden, hadden niet eenige Aanvoerders:, om hun oogmerken te bereiken , onnoozeie en itiUe Menfchen aangezet, en genoodzaakt deel te neemen in hunne'fnoode voorneemens. De Supphante zou misfehien om haar Mans onfchuld aan te toonen, kunnen te berde brengen deonmaog. « IX. Deel. £ j g„  x8 Verzameling van- Stukken betrekkelyk tot lykheid» die 'er voor hem was, om zich in eent Stad, (als Franeker toen was) daar alles met geweld en voiftrekte overheerfchingbehandelt wierd, cn waar de eene Burger den andere door vrees voorby liep, om zich, zeg ik, van de teekening teonttrekken : in de tweede plaats aanvoeren de qualiteit, in welke hy alleen geteekend heeft, en de manier op welke die teekening is toegegaan; daar het hem naauwlyks, of niet gegunt is geweest, iets te leesen, of daar over te denken; en in de derde plaats daar uit kunnen bewyzen, het weinige vertrouwen het welk de oproerige party in hem gefteld heeft, daar zy niet te vreden met hem te dwingen in hunne maatregelen te deelen, zich bovendien meteen handteekening van hem hebben willen verzekeren, en by ontvlugting zo weinig gewag van hem gemaakt hebben, van niet eens dat papier mede te neemen of te verbranden. Dan deeze verontfchuldiging zou meer in het Proces tegen denProkureur Generaal te pasfe komen; zy wil, zy zal zich alleen aan de voeten van U Ed. Mogenden werpen enfmeeken, van medelyden te willen hebben met haar en haare Kinderen en droevige omftandigheid» te willen overweegen, dat hoe onfchuldig ook zy in 't bedryf van haar Man zy, het zelvde noodlot achter haar alle te gelyk met-haar Man boven 't hoofd hangt, en dat haar Man niet kan geftraft worden, zonder dat zy ook mede geftraft, ongelukkig en bedorven worde. Plet taai gedult, 't welk U Ed. Mogenden tegen* de Aanvoerders zo lang geoeffent hebben, dezagtmoedigheid met welke U Ed. Mogenden ook nadat oproer veele gehandeld hebben, en waar door U Ed. Mogenden de liefde en achting van Uw Ed. Ingezetenen meer en meer na zich getrokken hebben, dit alles doet de Supphante hoopen, dat U Ed. Mogenden nog wel een goedertieren oog op de Supphante zult willen Haan, en haar Man, als met meerdere fchuldig, zyn daad zult willen vergeeyeiK nooit zou deeze weldaad uit haar aller harten gaa&j  de 'Oehemenisfen in 1787 enz. voorgevallen. & gaan, zy .zouden met haar als fiille en rustige Burgers te gedragen, en alleen op haar beftaan en Negotie te letten, aan U Ed. Mogenden tragten te toonen, dat zy nuttige Burgers voor een geheel bederf bewaart hebben. Dagelyks zouden zy by die geweldige handelwyze van die genen die niet anders dan Vryheid 'én Voorrechten in de mond hadden, vergelyken, die zagtmoedigheid van U Ed. Mogenden , welke niet tegengaande hunne Ingezetenen dikwils vermaant en gewaarfchouwt te hebben, naderhand evenwel haare misdaaden heeft kwyt gefcholden; waar kenmerk der Godheid! gy zyt het alleen, die aller harten tot U trekt, en welke de halftarrigfte zelvs noodzaakt U te lieven en eerbiedigen; het is in dat itreelend vertrouwen, dat de Supphante zich wend tot U Ed. Mogenden, en nogmaals fmeekt, hec behaage U Ed. Mogenden haar Man pardon en abolitie te verleenen van al het door hem gepleegde. Wy Onderfchreevene hetbovenftaande Concept. Kequest door de Heer Rengers op verzoek van eenige van ons opgefteld, geleezen hebbende, verklaaren het zelve ingevolge het hier bovenftaande ter nedergefteld is, te approbeeren, verzoekende dat de Heer Rengers wil bezorgen, dat 't zelve by de nu uitgefchreevene Landsdag gebragt word ter deliberatie van U Edel Mogenden de Heeren Staaten deezer Provincie, na dat zyn Ed. het zelve naar gewoonte door een Advokaat zal hebben doen onderteekenen, tot welk alles wy zyn Edele fpeciaal by deezen committeeren en lasten, als zullende, ons daar door op het fterkst verplichten , in kennis onzer handen. Franeker, den 25 December 1787. was getekend, Tryntie Sysverda, Huisvrouw van W. Lot- KF.JfA. LüEUVYKJEN BANGA. B 9) Di-  20 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot - Dina J. van Laar , Huisvrouw van K. de Jong. ' Paulus Meinderts, voor myn Zoon. -Eeke Halterberg, Huisvrouw van Benjamin Mortelman. • Maike Haitsma , Huisvrouw van Johanne.s» Haitsma. Tryntje Pybes , Huisvrouw van D. Waardenburg en Moeder van P. Waardenburg. Antje Feykema , Huisvrouw van Petrus Herfst. Renske Postma, Huisvrouw van Johannes van der Werf. Zara Rost, Huisvrouw van Cornelis van Rees. ,Antje Feenstra, Huisvrouw van Aggeus En- nema. • Gesina Maria Noxa3 Huisvrouw van N. E- Stukke»  ie Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, ttt Stukken betrekkelyk het voorgevallene op den Eilande Texel en de Demisfie van Mr. Gerrit Buyskes ., loopende van NJ. 784 tot N°. 787 ingeflooten. n . 784. MUfive van Mr. Gerrit Buyskes aan Hun Edel Mogenden de Heeren Gecommitteerde Raaden in Noord-Hollai-l te Hoorn, waar by kennis geeft, van de verregaande beweegingen op het Eiland Texel voorgevallen , en hoe gedwongen is geworden dat Eiland te verlaaten.- In dato Amfteldam, den ? Jam. 1788. J ■ Ingevolge U Ed. Mogenden zeer gerefpecteerd© ordres, 111 dato den 24. December 1787, begaf ik myop den i8den dito op weg naar Texel, alwaar ik den 3often dito behouden aankwam, blykende zulks uit eene Misfive den 31 (ten aan U Ed. Mogenden afgezonden; alles in dit ftreelend vooruitzicht, om, in het admmiftreeren der Juftitie, aan het billyk vertrouwen, waar méde het U Ed. Mogenden goedgunftelyk behaagd heeft, my tot dus verre te honoreeren, te zullen beantwoorden - Edoch hoe wierd ik hier in te leur gefteld, toen ik reeds des maandags morgens, een "convocatie der gezamentlyke Regenten van het voorfchreeven Eiland nooJzaaklyk oirdeelende, ten einde met den anderen tot herftel en confervarie der ruste , de nodige maatregelen te beraamen, van de gefubftitueerde Gerechtsbode J. Kikkert (in fubftantie) ten antwoord ontving : dat Burgemeesteren van Oosterende en de Waal, niet gezind waren op mvn verzoek te komen, ja my zelvs niet erkenden 'in de my door U Ed. Mog. opgedragene qualiteiten. • b 3 Was  t% Verzameling van Stukken betrekkelyk tot \ Was ik Ed. Mogende Heereh verontwaardigt over dit voor U.Ed. Mogenden zo zeer hoonend gedrag van voorfchreeven Regenten y ik wierd zulks .te meer, wanneer my des nademiddags gerapporteerd wierd, dat een getal van circa vier honderd gewapende Manfehappen zo van Oosterend begeleid wordende door eene Lammert Qykk, als het eude.Scfail, begeleid wordende door de Schipper van as Lands Schuit, ten dienfte van de Monfter-Commisfaris refideerende op Texel, en eenige Roeijers, alles tegens de uitdrukkelyke beveelen van den Sou. ▼erein, op het Dorp den Burg aangekomen waren i ik deed hier op Regenten van den Burg voornoemd op het Raadhuis convoceeren, ten einde met den anderen, naar tydsomftandigheden zodaanig te befhiiten als dienftig zouden oirdeelen. Edoch het welk voorfchreeven zulk zo dra nieÊ verneemende, of zy bezetten het Dorp en myn Huis zodaanig, dat niet zonder gevaar daar uit konde komen, wyl zy zich bezig hielden, met raazen , fchelden, vloeken, dreigen, houwen met den Sabel, en my geld af tepersfen, en eindelyk in het oploopen myner huisdeure ; weshalve ik moest befluiten Regenten voornoemt weder te laaten afzeggen. Al dit geweld duurde circa tot zes uuren des avonds, wanneer zich zekere Paülüs Kikkert, Afflager van den Burg'rret nog drie lieden, wier naamen my onbekend zyn, zich ten mynenhuize begaven, zich uitgeevende voor Gecommitteerden van de menigte bovengemeld ; infteerende, dat ik my met hun naar hunne Principaalen geliefde té begeeven; willende in cas van weigering niet voor 't behoud van my, myne Vrouw en Huis mfiaan, waar toe ik my} van alle byftand op een Dienaar naont- bloot ziende, wel ras genoodzaakt zag 5 dus dan begeleid, kwam ik in de Herberg de vergulden Kikkert voor een menigte ten getale naar gisfing van 25 Man: de eerfte vraag van meergemelde L. Dyke was, op wiens order ik heden op Texel kwamP waar op ik eerst repliceerde: dat ik begreep des.  dere Heeren gedaan wierd, midsgaders de Refolu. tie welke daar op genoomen is, mede in de voorlz, JBylage fub C te vinden. Het Hof van Holland op hooge ordres eenige da» gen daar na door den Griffier van denzelven Hove aan de Leden van het bovengemelde befoigne de Brief waar van in de Bylage fub C melding word gemaakt, geëxhibeert hebbende, is op den 27ften Juny daar aan volgende door de Heeren van Heeckeren van Zuyderas en andere Hun Hoog Mogenden Gedeputeerden tot de zaaken van de Plakaaten en Reglementen, aan Hoogstdezelve gerapporteerd , en vervolgens gerefolveert in dier voegen, als uic de Refolutie van Hun Hoog Mogenden onder de Bylage fub E, van den 27ften Juny blyken kan. Daar nu uit deeze Refolutie niet bleek, op wat wyze ik my conform de intentie van Hun Hoog Mogenden zoude hebben moeten zuiveren; daar aan my de qusstieufe Brief niet wierd vertoond of den inhoud daar van gecommuniceerd, endaarikbuiten het enkelde woord condefcendance het geen ik echter daadelyk had geretradteerd, niet wist my op eene disrespectueuie wyze te hebben gedragen ; en eindelyk, daar ik aan de eene zyde niet kon ontkennen wel eens aan mynen Broeder geduurende deszelvs afwezigheid Brieven te hebben gefchreeven, hoe zeer ik aan den anderen kant my zeer wel bewust was, geene ongeoirloofde Correspondentie te hebben gehouden; vermeende ik best te zyn, te ■moeten perfifteeren by mynegeallegeerdeongehoudendheid , om my voor als nog nader te expliceeren nopens een Brief, die een naamloos document fcheen te zyn en geoirdeelt was van een inhoud te wezen, waar omtrent de ondervinding reeds geleerd had, dat men niet zeker kon zyn of men wel gelegendheid zoude erlangen, om zich deswegens te zullen mogen verantwoorden. En ik begreep derhalven, dat ik aan den inhoud van de voorfz. Refolutie zo als dezelve lag niet konde voldoen, maar  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 3 9 Jiever geduldig moest afwagten, op wat wyze myn lot, na verloop van de voorfz. zes weekeu, zoude worden bellis t, byaldien zulks niet reeds gefchied was. Om evenswei alle vermoeden weg te neemen, even als of myn ftilzwygen uit eene minachting voor de Refolutien van Hun Hoog Mog. waar van ik als toen nog Minister was, fproot, ofdatikfchroomde de redenen waarom ik aan die Refolutie niet konde voldoen te allegeeren, en om teffens te mogen weeten, hoe ik my naar expiratie van de voorfz zes weeken, zoude moeten gedragen wegens het al of niet hervatten van myne voornoemde Post, als waar omtrent by gemelde Refolutie niets bepaalt was, heb ik my op een na den laatften dag van de voorfz. zes weeken als de meest gefchikfte voor het gemelde oogmerk omtrent het al of niet hervatten van myn Post zynde, aan Hoogstdczelve geadresfeert by Requeste onder de Bylage F te vinden. Dit Request geleezen zynde, wierd hetzelve by Refolutie in dato den 8 Aug. 1788 gefteld in handen van de Heeren van Heeckeren van Zuyderas en andere Haar Hoog Mogenden Gedeputeerden tot de zaaken van de Plakaaten en Reglementen, om te vifiteeren, examineeren en van alles ter Vergadering Rapport te doen, blyvende inmiddels en hangende de deliberatien van Haar Hoog Mogenden over deeze materie de voorfz. fuspenfie gecontinueerd, gelyk zulks uit de Bylage fub G. blyken kan. Waar op vervólgens eindelyk Hun Hoog Mog. Refolutie in dato den 9 Aug. 1788 onder de Bylage ff, te vinden, gevolgt is, zonder dat my immer die qua;stieufe Brief vertoont of zelvs den inhoud daar van is gecommuniceert geworden. Ik blyve Myn Heerl *s Hage, den 25 Nov. 1788, U Ed. Dienstwillige Dienaar, H. Slicher. BY. C4  40 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot BYLAGE [ A. $ïo. 790. Extratï uit het Register der Refolutien van • de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Martis den 27 Mey 1788. De Heeren Torck van Rozendaal en andere Haar Hoog Mogenden Gedeputeerden tot de zaai ken van de Plakaaten en Reglementen, hebben ter Vergaderinge gerapporteerd , dat gemelde Heer Torck van Rozendaal in een befoigne aan haar Heeren Gedeputeerden bad voorgedragen, dat de Heer van Welderen zyne mede-Gedeputeerde voor zyn vertrek naar Engeland, hem gezegt had, dat den Commis Quarles en Agent Slicher, hem herinnert hadden, dat in zeker bericht van Mr. M. van der Pot, waarneemende het Officie Fiskaal van de Generaliteit, alhier ingekomen den 3iften Maart laatstleeden, gevonden wierden eenige bezwaaren over het gedrag by hun in de laatfte troubles gehouden, waar van zy wenschten te worden gezuiverd, en derhaiven hem verzogt hadden, dat het Commisforiaal befoigne daar over aangelegt, ten fpoedigften mogt worden gehouden: — dathy Heer Torck van Rozendaal om aan dit verlangen te voldoen, haar Heeren Gedeputeerden had by een geroepen om derzelver goedvinden daar omtrent te verneemen: waar op alle de Leden yan het befoigne geohdeelt hadden, dat alvoorens ietwes hier omtrent voor Rapport ter Vergaderinge uit te brengen , den Commis Quakles en Agent Slicher behoorden gerequireerd te worden, in het befoigie te komen, om de nodige explicatie" te geeven Omtrent de voorfchreeven bezwaaren tegens hun ingebragr. Dat vervolgens gemelde Commis Quarles en A- genc  de Gebeurtenis/en in 17S7 enz. vcorgevattui. 41 gent Slicher, de een na den ander, in het befoigne gecompareerd en gevraagd zyndè, wat op het gepofeerde ten hunnen lasten , hadden in te brengen , den Commis Quarles op de eerfte vraag aan hem gedaan, of waar was, dat hy geteekend en gecontribueerd had in het zogenaamde Nationaale Vaderbndfche Fonds, en wel in eens eene fommavan ƒ 275 - « - *, na alvoorens de Leden van het befoigne bedankt te hebben, dat dezelvenzyn verzoek by de Heer van Welderen gedaan , om afdoeningvan zaaken te erlangen, wel in achting hadden wil-len neemefl, geantwoord had, dat hoewel in rechten den inhoud van die vraag misfehien niet bewvsbaar zoude zyn, hy des niet tegenftaande eerlykshal ven gemeerd had, het zelve volkomen te moeten bekennen; en ook bekend had, dat op de tweede vraag, of bewust geweest was van de oogmerken en eindens, waar toe dat Fonds dienen moest en' gediend hadde, hy gezëgt had, van neen, en gedagt hadde niet anders ten Oogmerk gehad te hebben, als de Burger Wapening te favorifeéren: welke hy in een Républiek vermeende niet genoeg te kunnen worden bevoordeeld, gelyk mlks volgens zyne gedagten uit de Unie van Utrecht was af te' leiden, en in Engeland gebruikelyk was; verders declareerende, geen direftie van penningen gehad te hebben, dat op de derde vraag, of daa geteekend had; zonder te weeten tot wat einde, hy geantwoord had, alleen geteekend te hebben tot aanmoediging van de Burger Wapening. En dat de Agent Slicher eerst gevraagt zynde, of het waar was, dat hy in het Nationaal Fonds geteekend had, in eens voor ƒ25-* en-jaarlyks; voor ƒ 5 - 5 - * geantwoord hadde, ja; dat ten tweeden gevraagd zynde of bewust was geweest van de Oogmerken en eindens waar toe dat Fonds dienen moest en gediend had, en die geteekend hebbende, by aanhoudendheid zich hadde verbonden, daartoe jaarlyks te contribueeren, hy in den eerfte opfW weer geantwoord had, ja, doch met by voeging, C 5 ten  4* Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ten deele te weeten, dat deeze teekening en verftrekking van penningen moest dienen om de Wapening van de Burgery te helpen fouteneeren ; ten. derden gevraagd, of niet in laatere tyd gezien heeft tot wat einde deeze Wapening ftrekte, en daar uit gezien hadde het kwaad gebruik dat de Cabaale daar, van gemaakt heeft, daar op had geantwoord, dat hem in laatere tyden niet was voorgekomen te wezen een uitwerkzel eener Cabaal, nog gezien had-' de, dat dezelve tot kwaade eindens hadde geftrekt of ftrekken moest. Waar na beide, den Commis Quarles en Agent Slicher, buiten.geftaan zynde, zy Heeren Gedeputeerden , daar op advifeerende, van gedagterr waren geweest, dat van het boyenflaande, Rapport behoorde gedaan te worden ter Vergadering van Haar Hoog Mogenden, gelyk zy dan ook by deezen kwamen te doen, aap Haar Hoog Mogenden overlaatende op wat voet deeze zaak verder behandelt- behoorde te worden. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, dat Copie van het voorfchreeven Rapport gefield zal worden in handen van de Heeren Torck van Rozendaal en andere Haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaaken van de Plakaaten en Reglementen, om het zelve nader te vifiteeren, examineeren, en daar van alhier ter Vergaderinge Rapport te doen. De Heeren Gedeputeerden van de Provinciën van Utrecht en Friesland , hebben verzogt en gein» fleerd, dat het voorfchreeven befoigne ten fpoedigften mogt worden gehouden, en die zaak finaaj afgedaan. BY-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 43 BYLAGE B. No* 79l Verhoor van Hieronymus Slicher , Agent - van Hun Hoog Mogenden, in dato den,11 Mey. 1788, zo als het zelve daadelyk door denzelven is opgeteekend. Prcefentibus de Heeren Torck van Rozendaal , Twent, Boreel de Mauregnault, van Citters , Pesters , VA£Ï AylvAj Lemker, Idsinga. Pr. Is 't waar, dat gy aan het zogenaamde Va» derlandfche Fonds gecontribueerd hebt in eens de fomma van 25 GJ. en vervolgens s'jaarlyks ƒ 5 - 5 - *? Antw. Ja. Vr. Heb je geweeten waar toe dat vervloekte Fonds moest flrekken ? Antw. Voor zo ver my bewust is geweest moest zulks ftrekken tot aanmoediging der Burger Wapening. Vr. Wist je niet dat zulks direft ftrydig was met het fysthéma van Hun Hoog Mogenden? Antw.. Neen , vermits my niet bewust was , dat zulks door Hun Hoog Mogenden by eenige Refolutie hoegenaamd verboden was. Vr. Hoe heb je s'jaarlyks kunnen blyven contribueeren, daar je zag wat een vervloekt gebruik door die verdoemde Cabaal daar van gemaakt wierd ? 'Antw. Ik weet niet tot een verdoemde Cabaal benoord te hebben, en het is my niet gebleeken dat van de penningen van het Vaderland- fche  44- Verzameling van Stukken betrekkelyk tot . fche Fonds eetf vervloekt gebruik gemaakt zy. Vr. Blyf je regeiïswoordig nog by die zelvde gedagten?Antw. Ja. BYLAGE c. Nw. "fgz. Extratï uit het Register der Refolutien van de Hoog 'Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Veneris den 20 Juny 1788. De Heer van Citters ter Vergadering Prsefideerende, heeft aan Hun Hoog Mogenden voorgedragen , dat volgens de loopende gerugten zekere Brief van een bedenkelyken inhoud gefchreeven zoude zyn aan den Broeder van den Agent Slicher, zich awueel te Brusfel bevindende, welke Brief voorgegeeven wierd gefchreeven te zyn door den Agent zelve, geevende aan Hun Hoog Mogenden in bedenken , vermids het aan Hoogstdezelve niet onverfchillig kan zyn wat daar van mogt wezen> of piet nodig zoude oirdeelen van gemelde Agent Slicher in een befoigne daar over te hooren, eri van dezelve te verneemen de waarheid of onwaarheid van de voorfz. gerugten. Waar op gedelibereerd, en de Heeren vanZuyceras en andere Hun Hoog Mogenden Gedeputeerden tot de zaaken van de Plakaaten en Reglerrenten verzogt zynde, gemelde Agent in een befoigne daar over te hopren en zulks nog ftaande Vergadering gefchied zynde, hebben gemelde Heeren Gedeputeerden ter Vergadering gerapporteerd, dat  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 45 dat aan gemelde Agent in 't befoigne binnen geroepen zynde, door den eerften Heer waren voorgehouden de hier bovengemelde gerugten, en gevraagt was of hy niet geciteert was voor den Hove van Holland, alzo Hun Hoog Mogenden allefints geiriteresfeert waren hier omtrent geinformeert te zyn; dat gemelde Agent daar op geantwoord had, aan dun Hoog Mogenden permisfie gevraag te hebben, om voor Commisfarisfen van den H>ve te compareeren, en de permisfie wel gekreegen , maar geen directe last daar toe van Hun Hoog Mogenden ontfangen te hebben, en dat hy deeze zaak derhalven aanzag als hem in 't particulier concerneerende, en Hun Hoog Mogenden nietreguardeerende; dat den eerften Heer hem daar op gevraagd hebbende, of hy dan weigerde opening te geeven, hy Agent verklaart had daar toe niet verplicht te zynmaar het zelve uit condefcendance wel te willen doen, dat den eerften Heer hem hier op hebbende doen begrypen, dat geen condefcendance hier te pas kwam, maar van hem als in dienst zyndé van Hun Hoog Mogenden die informatien eifchte, hy Agent verklaard had geciteerd te zyn uit hoofdevan zekere converfatie die op 'ftraat met den Heer Raadsheer Nolst had gehad; welke converfatie of ZelVs de materie daar van hy zich niet konde rappelleeren, alléén weetenda dat befchuldigt wierd zich tegen den Heer Nolst in onbehoorlyke termen te hebben uitgelaaten ;dat vervolgens gevraagd zyn* de, of in die Comparitie geen questie was geweest van zekeren Brief thands berustende onder den Prokureur-Generaal, hy gezegt had, by gerugten gehoord te hebben, dat 'er een diergelyke Brief aan zyn Broeder te Brusfel geadresfeerd in handen van 't Hof was, doch van den inhoud van dezelve niets wist: dat aan hem Agent vervolgens gevraagt zynde, of hy de Schryver was van die Brief, hy herhaald had daar van niets te weeten , en ook zich zelvs niettekunnen befchuldigen.' Waar na gemelde Agent wederom was uitgelaaten; en vervolgens by  45 Verzameling van Stukken betrekkelyk toé by Hun Hoog Mogenden hier op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan,. mids deezen" te verzoeken de Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Holland en West-Friesland, om in den haaren te willen effectueeren dat door den Hove van Holland aan Hun Hoog Mogenden vifie en exhibitie van de voorfchreeven questieufe Brief wierde geprocureerd , om vervolgens daar op verder gedisponeert te kunnen worden. BYLAGE D. JNo. 793. Verhoor van Hieronymus Slicher, Agent van Hun Hoog Mogenden, in dato den 20 Juny 1788, zo als het zelve daadelyk door denzelven is cpgeteekend. Prizfentïbus de Heeren van Heeckeren van ZüYDERAS , van wassenaer catwyk, Raadpenfionaris van de Spiegel, van Citters, Pesters, Scheltinga, Sloet tot de Hare, Idsinga. Vr. Hun Hoog Mogenden vérnoomen hebbende, dat 'er federt eenigen tyd en voornaamentlyk nu binnen kort zeer wonderlyke gerugten met opzicht tot U Perfoon verfpreid zyn, hebben goedgevonden vermids het aan Hoogstdezelve niet indifferent kan zyn, wat 'er in deeze tot Uwen laste mogt bevonden worden, U voor dit befoigne te doen komen, Inet last voor eerst van ons naauwkeurig en zonder eenige achterhoudendheid te informeeren, om wat rede gy eenige dagen geleeden voor Commisfarisfen van 't Hof van Holland zyr gerequireerd geworden, wat U daar  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. mfgévallen. 4.? daar gevraagd is, wat gy daar op geantwoord hebt, en wat daar omtrent verder nog is voorgevallen? Antw. Ed. Mogende Heeren, wanneer ik eenige da. gen geleeden de eer had Hun Hoog Mogenden te informeeren, dat ik voor Commisfansfen van 't Hof gerequireerd was, en te verzoeken daaromtrent Hun Hoog Mogenden ordres te mogen weeten, hebben Hun Hoog Mogenden my wel uitdrukkelyk gezegt, my niet te ordonneeren, maar wel te permitteeren om aan die requifitie te mogen voldoen, weshalve ik begryp dat dewyl zulks door Hun Hoog Mogenden aan my overgelaaten is, ik 5?jt eerbied gezegt , niet verplicht ben U Ed. Mogenden daaromtrent te moeten informeeren. Vr. Weigerd gy dan daaromtrent opening te geel ven, en wilt gy aan Hun Hoog Mogenden ordres niet obtempereeren ? Antw. Ik ben bereid Ed. Mogende Heeren in allesaan Hun Hoog Mogenden beveelen te voldoen, dochik begryp, dewyl het een zaak is die my m myn particulier raakt in deeze met verplicht te zyn om daar op te moeten antwoorden. 'Vr. Ik ordonneer U als eerften Heer van 't be« ioigne uit naam van Hun Hoog Mogenden Iner omtrent niet langer weigerig te blyven, maar ons precies te informeeren uit wat hoofde gy by het Hof zyt gerequireerd geworden { «o Antw. Ed. Mog. Heeren, hoewel ik nogmaals voorat moet repeteeren te begrypen dat ik daar toe met verplicht ben, wil ik echter wel uit condefcendance, ik wil zeggen uit egards voor Hun Hoog Mog. dit befoigne informeeren, om wat rede ik by het Hof ben gerequï. reerd geworden. Vu  48 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Vr. Hun Ed, Mogenden kunnen zich niet genoeg verwonderen over Üwe disrespectueufe uitdrukking, begrypende dat hier geen condefcendance te pas komt, en eifchen van Udat gy hen direct zult hebben te informeeren omtrent het geen U gevraagd is? 'Antw, Met opzicht tot de uitdrukking waar omtrent U Ed. Mogenden goedvinden my te reprimendeeren, kan ik U Ed. Mogenden betui- fen dezelve niet met opzet gebruikt teheben, doch dewyl het zeer natuurlyk is, dat men zich in het een of ander kan verfpreeken , vertrouwde ik dat U Ed. Mogenden my niet in myne woorden zoude hebben zoeken te vangen. Vr. Wel uit wat hoofde zyt gy dan by het Hof gerequireerd? Antw. Uit hoofde Ed. Mogende Heeren van eene particuliere converfatie, welke ik met den Raadsheer Nolst op ftraat gehouden heb, aan welke het behaagd heeft die converfatie in een zeer ongunftig dagligt aan den Raad te rapporteeren, met by voeging, dat ik my in lsuve termen omtrent het Hof zoude hebben uitgelaaten, Commisfarisfen van;'t Hof hebben my daar over willen corrigeeren en vermaanen van my in 't vervolg van dierge* lyke uitdrukkingen te onthouden; doch ik heb de vryheid genoomen te remarqueeren van gedagten te zyn, dat de Heeren zonder verder fundament dan het enkele voofgeeven Van dien Heer niet gerechtigd waren my te onderhouden over iets, dat tusfchèn vief oogen en dus in een particuliere converfatie was gebeurt, en dat ik daar en boven vermeende, myn Perfoon even geloofwaardig te zyn als die van gemelde Heer. Vr. Wat is U daar op door Commisfarisfen gerepliceert? Antw.  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 49 Antw. De Heeren hebben niet goedgevonden my daar op te antwoorden, of my verder omtrent die materie te ondervraagen, denkelyk om dat zy met de zaak verlegen waren. Vr. Waar in heeft die converfatie van U met den Heer Nolst beftaan ? i Antw. Zulks rappelleer ik my niet. Vr. Hoe lang is het dan wel geleeden dat gy voor het Hof gecompareerd zyt? Antw. Zulks rappelleer ik my mede niet precies, doch meen dat het een dag 10 a 12 geleeden is. Vr. Wel gy moet zeer kort van memorie zyn óm in een dag of tien U niets van die converfatie of van de materie daar van te kunnen herinneren? Antw. De Heeren zullen zich gelieven terappelleeren, dat die converfatie reeds eene geruimeri tyd voor dat ik by het Hof gerequireerd ben had plaats gehad, en dat my aldaar niets gevraagd maar alleen gecommuniceerd is't gene men ten mynen laste vernoomen had; Vr. Heeft men U by die gelegendheid ook ónderhouden over zekeren Brief aan U Broeder te Brusfel geadresfeert ? Antw: Neen. Vr. Hebt gy dan niet gehoord, dat 'er zö eed Brief waar in zeer bedenkelyke uitdrukkingen gevonden worden a&ueel in handen van 't Hof is? Antw: Ja Ed. Mogende Heeren, met Veel veront» waardiging heb ik by gerugte vernoomen, dat de Prokureur-Generaal goedgevonden heeft een Brief aan myn Broeder te Brusfel geadresfeert, aan het Hof teexhibeeren,zohde£ dat ik begrypen kan op wat fundament Vr:, Wie heeft U Zulks gezegt? IK: DïEfc. D . Mt§i  $ö Verzameling van Stukken letrekkelyk tui Antw. Ed. Mogende Heeren ik moet al wederom antwoorden te begrypen, dat ik hier omtrent geene illucidatie verplicht ben. Vr. Wat was den inhoud van dien Brief? Antw. Daar heb ik my niet op geinformeert. Vr. Heeft men U niet gezegt wie den Autheur van die Brief is? Antw. Hier omtrent moet ik my aan myn laatst voorgaande antwoord refereeren: doch zulks zal na myn gedagten het best uit de onderteektning kunnen blyken. Vr. Zvt gy dan den Autheur? Antw. Het zy my gepermitteerd te mogen weeten met wat but U Ed. Mogenden my zulks vraagen, of het is uit enkele nieuwsgierigheid dan of het is om daar iets tot myn lasten uit te moeten concludeeren. Vr. Hun Ed. Mogenden zyn zeer gebelgd over de mfolente en brutaale manier, waar op gy by aar houdendheid goedvind U uit te drukken, er ordonneeren U om zich temenageeren van diergelyke hoonende expresfien , dewyl zy anders wel middel zouden weeten om U tnt U p'icht te brengen: wat denkt gy wel dat Gedeputeerden van Hun Hoog Mogenden, wiens tyd tegenswoordig door alleriey zaaken van belang zeer precieus is, zich zouden willen verleedigen om uit enkele nieuwsgierigheid U hier te ondervraagen ? Antw. Ed. Mog. Heeren ik ben my niet bewust in het minfte aan het refpetl 't welk ik aan Gedeputeerden van Hun Hoog Mogenden verfchuldipd ben gemanqueert te hebben, doch dewyl U Ed Mogenden my die vnag niet uit enkele nieuwsgierigheid, maar met inzicht om daar iets tot myn nadeel uittekunjjen opvatten fcaynen gedaan te hebben, zo  & Geimrtenisfen in 1787 enz. voorgevallen* $2 begryp ik dat het aan/U Ed. Mogenden veel beter als aan my bekend zal zyn, dat een Befchuldigde in zyn eige zaak niet kan getuigen, veel miö eenige bezwaaren tegens zich zelve mag inbrengen , en U Ed. Mogenden my dus niet vergen kunnen, dat ik my hier omtrent eenigfints zoude moeten explicecren. •Vr. Ik vermaane U voor het laatst dit befogno niet langer door allerley ongepaste uitvlugten op te houden, en ordonneere U nogmaals* decifif te antwoorden, of gy den Autheur zyc van die Brief ja of neen? , j0Mw. Ik kan my aiet genoeg verwonderen hoe ö Ed. Mogenden van my kunnen vergen om aan deeze order te voldoen, daar U Ed.Mogenden niet goedvinden my die Brief te laaten zien, en ik dus fupponeeren moet, dat ü Edel Mogenden dezelve niet eens in handen hebben. i,Vr. Gy blyft dan weigerig om hier op te antwoor» den? , Antw. Ja Ed. Mogende Heeren, B Y L A G S E. 794. Extracï uit het Register der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal det Vereenigde Nederlanden. Veneris den 27 funy 1788. Daar dit Stuk reeds is geplaatst in het VII Deel londer N». 699. bl. 290. zal het voldoen deu Leezer Waar na toe te wyzen. l  S» Vsmmdfng van Stukken bstnkMjk M BYLAGE ' F. N*. 1.95- Requeste van Mr. H. Slicher aan de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Zie dit Stuk in het VII Deel deezer Verzameling N°; 700. bh 292. B Y L A GE G. N°. 796. Extratï uit het Register der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Veneris den 8 Augustus 1788. Is ter Vergaderinge geleezen de Requeste va*. Hïeronymus Slicher , Agent van Haar Hoog Mogenden, houdende deszelvs belang op Haar Hoog Mogendens Refolutie van den 27ften Juny laatstleeden, waar by Haar Hoog Mogenden hem gefuspendeert hebben in de exercitie van zyne func-< tie als Agent, en in het Traótement en voordeden daar aan geattacheert, tot 'er tyd hy zich voor Haar Hoog Mogenden op eene genoegzaame wyze zoude hébben gezuivert, zo ten aanzien van de daar by vermelde Misfive als van zyn verder gedrag in het befoigne van den 2often der voorfz. maand Juny gehouden, en waar toe aan hem de tyd van zes weéken was gelaaten; en verzoekende, vermidsde tyd van zyne fuspenfie met het einde van deeze week ftond te éxpireeren, Haar Hoog Mogenden intentie en goedvinden te mogen verftaan, omtrens  ■ is Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 53 trent het al of niet hervatten der exercitie van zyne Post. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, dat Copye van de voorfz. Refolutie gefield zal worden in handen van de Heeren van Heeckeren van Zuyderas en andere Haar Hoog Mogenden Gedeputeerden tot de zaaken van de Plakaaten en Reglementen, om te vifiteeren, exa«ïineeren, en van alles alhier ter Vergaderinge Rapport te doen; blyvende inmiddels en hangende de deliberatien van Haar Hoog Mogenden over deeze materie, des Suppliants fuspenfie gecontinueert, waar van aan hem kennis zal worden gegeeven. BYLAGE H. 'No. 797. Extraiï uit het Register der Refolutien van de Boog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Mart is den 19 Augustus 1788. Men vind dit Stuk in het VII Deel van deez* Verzameling N°. 701. bl. 295. D 3 Stukkea  '54 Verzameling van Stuiken letrékkelyk tot Stukken betrekkelyk de Demisfie van den Heer en Mr. Kaymond Slicher als Secretaris van den Hove van Holland , loopende van N°. 708 tot 802 ingeüooten. No. 798. Misfive van den Prefident en Raaien ovef Holland, Zeeland en Friesland, in dato den 301 Juny 1788, gefchreeven aan de Heeren btaatent van Holland tn West-Friesland. Edele Groot Mogende Heeren* Wy hebben ontfangen Uwer Ed. Groot Mogen»Vïens Misfive in dato den suften Juny laatstleedea,, dienende ten geleide van Uwer Ed. Groot Mog., Refolutie van denzelven dag, waar by U Ed. Grooc: Mogenden hebben goedgevonden en verftaar, de : Prefident en Raaden van den Hove te verzoeken •, om U Ed. Groot Mogenden te berigtcn , ofdecon-. tinueelë abfentie van Mr. Raymond Slicher, Se., cretaris van gemelden Hove is met kennis en petf». misfie, en zo ja of het Hofoirdeeld, datzulke lang. \ duurige abfentie zonder nadeel van deszelvs functie s kart voorden getolereerd. Tot voldoening van deeze Uwer Ed. Gront Mo- ■ genden gerefpefteerde Refolutie, hebben wy de: èer U Ed. Groot Mogenden te informeeren, mee: opzicht tot 't eerfte, dat de Heer Prefident van ons s Collegie, welke zich anders van de deliberatien o- < ver deeze zaak, om dat die deszelvs Zoon betreft, , heeft geëxcufeerd , aan ons gecommuniceerd heeft ,, dat hy Heer Prefident, in de maand September of : OcTober van het voorleeden jaar van zyne Door-luchtige, Hoogheid den Hee-r Erf Stadhouder, voor;  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 55 i deszelvs Zpon, wel hadde verzogt en geobcineerd 1 de permisfie, om zich voor eenigen tyd van de 1 waarneeming van deszelvs Post te mogen onthou1 den, (iets waar van hy Heer „Prefident ook toen 1 reeds aan den Raade mondeling kennis heeit ge1 geeven) doch dat hy Heer Prefident echter een ge1 ruimen tyd daar na, de eer gehad hebbende met I Hoogstdenzelve zyne Hoogheid over deeze zaakna1 der te fpreeken, uit Hoogstdenzelven verftamhad:de, dat de gemelde door zyne Hoogheid aan des1 zelvs Zoon verleende permisfie moest gehouden 1 worden, door Hoogstdenzelven, reeds voorlange .wederom te zyn ingetrokken. ' Met opzicht tot het andere, of naamelykdelang:duurige abfentie van den gcmelden Secretaris zonder nadeel van deszelvs fundtie, kan worden getolereerd, moeten wy erkennen, Ed. Groot Mogende Heeren! dat de natuur der zaake medebrengt, dat eene continueerende abfentie van een der Ministers van een Collegie, in het gunt waar toe het :zelve zodaanige Ministers, nodin; heeft, niet aniders dan nadeelig kan zyn; het Hof heeft dit.nogmaals zeer onlangs ondervonden , toen naamelyk het zelve voor de aanfielling van Mr. Pieter Graafland by abfentie van Mr. Hendrik Hop, een geruimen tyd lang is ontzet geworden van eenen van Ideszelvs Secretarisfen. En wy laaten aan t oirdeel van U Ed. Gr. Mog. ;gaarne over, of niet het Hof, in de tegenwoordige tydsomftandigheden, waar in (om nu van 't gewoone werk der Juftitie niet te fpreeken) de aanmerkjlyke vermenigvuldiging der Crimineele Proceduu Het zelve bevat, onder deeze algemeene benaaming, drie foorten van byzondere misdaaden: voor eerst: de misdaad van Hoogverraad , wanneer ïernant den Souverein, waar onder hy behoord, vyandelyk aantast: deeze foort word gewoonlykperduellio of rebellie genoemt, l. uit. D. ad Leg. Jut, Majeft. — de tweede foort, is de misdaad van betoonde verachting, of van gekwetften eerbied voor den Souverein, leefce venerationis zegt Voet, ad t. JD. adL. Jul. Majeft. §. 2.; de derde foort beflaat in de flooring van het Oppergezag; (autloritatis feit potejlatis publica turbatio , volgens Voet LI) door de onderneeming van zulke daaden, welke alleen aan den Souverein toekomen, gelyk door valfche munt, byzondere gevangenis, en dergeTyke. Van deeze derde foort hebben wy niet te fpreeken. —■» Dat eene misdaad van de tweede, en zelvs van de eerfte foort, is in het bedoelde Request, of liever Remonflrantie, valt niet moeijelyk te ontdekken. - Immers, hoe flrookt het met den eerbied, dien men den Souverein verfchuldigd is, dat men zich leklaage — dat men zegge „ zich met recht te kun- „ nen beklaagen " — en wel „ in naam van het ,t aanmcrkelyk getal Burgeren en Ingezetenen, weiken „ men vertegenwoordigt ,r „ over de weinige^- ducie, welke de Souverein " — en welflegts,,ccn „ cenig Lid " van zulk een talryk en aanzienlvk Corps als dat van de ganfche Ridderfchap, en de Magiftraaten der drie Hoofdlieden van Overysfel uitgezonderd ,, over de weinige fiducie, „ welke de Souverein in den gewapenden arm der Remonftranten gefield heeft : „ over het „ agterblyven van die ontwerpen, door welker re„ alifkie de Provincie van Overysfel in eengedug„ ten ftaat van Defenfie had kunnen gefield wor- s) deai  ie Gebiurtenisfen in 1787 ent. voorgevallen. ?y „ den: " — en wel „ al was het dan ook met op*. offering van eenige tonnen fchats ? " — wat zegt die alles anders, dan — t. Wy Remonftranten heb. ben aan U Souvereinen, by tyds goeden raad ge- feeven: maar gy hebt dien verwaarloosd? — 2. let is de onverantwoordelykefchuld van Uw moedwillig verzuim, o onze Souvereinen, dat wy thands in eenen hulploozen en weerloozen ftaat zyn? ! 3. Gy had kunnen en moeten zorgen, o Souvereinen, dat dit anders geweest ware: 'erwasGeldscn Volks genoeg: 4. Vertegenwoordigd gy een klem, gering, onaanzienlyk, en ongewapend gedeelte der Inwooneren van Overysfel: wy „ geza„ mentlyke Afgevaardigden uit de Schutteryen,. „ Vrycorpfen en Genoodfchappen van Wapenhan,, del binnen deeze Provincie, — wy fpreeken in „ den naam, en als Vertegenwoordigers, van een „ groot, gewigtig, aanzienlyk en gewapend ge„ deel te der Burgeren en Inwooneren "—? Wy, wy alleen, zyn oprechte, kundige en kloekmoedige Vertegenwoordigers van onze Zenders. — Gy heden daar en tegen, die U den naam en het gezag van Souvereinen aanmaatigd , gy alleen , —— op één eenigen na, — zyt valfche, onkundige, en bloodhartige Verraaders van uw en ons dierbaar Vaderland. — Dit alles ligt zeer duidelyk in het gedaane beklag opgefloten: en dus behoeft men niec langer te vtaagen, of de Remonftranten den eerbied, welken men den wettigen Souverein fchuldig is, in hun hart gevoeld, en door hunne daaden getoond hebben. — Dan, niet minder draaven zy door m de volgende periode, daar zy aanmerken „ dat zyne Pruisfifche Majefteit, met den „ gevraagden doormarfch -en inkwartiering zyner „ Troepen, niets minder bedoeld , dan het aan,, zienlykfte Lid van het Bondgenoodfchap der Ver„ eenigde Nederlanden vyandelyk aan te vallen; en „ dat de Belagers van 's Volks vryheid en Voorjlanders van den Erfdwingeland niet zullen nalaaten van „ zulk een gevaarlyk tydftip gebruik te maaken, ^ 5 j) om  f4 Verzameling van Stukken betrekkelyk' tot om binnen de f rovincie van Overysfel het zaad van oproer en verwarring te verfpreiden, en het 3, naauwlyks afgeworpen juk van flaverny weer op 33 de vrye halzen van het Volk en van den Souve3, rein te drukken: " — aanmerkingen die zo haateljk en hoonend zyn voor zyne Pruisfifche Majefleit, —• die by zynen Brief van den eerften dier maand 3 over welken toen ter tyd ter Staatsvergadering gedelibereerd wierd , en welke ook door deeze Vergadering van Afgevaardigden in deliberatie gelegd was, ■— Hunne Ed. Mogenden plechtig, en j als op zyn Koninglyk woord , verzekerd had, „ dat zyn Krygsvolk, ingevolge van het aan ,j het zelve uitdrukkelyk gegeeven bevel, eene naauw3, keurige Militaire discipline en orde zoude in 3, acht neemen: en niemant wederrechtelyk belee3, digen; " en daar by beloofd had: „ dat hy de 3, nabuurlyke vriendschap, aan hem bewezen door 33 het toefiaan van den vryen, en onverhinderden 3, doormarfch door Overysfel; en door het verzor3, gen van vrye inkwartiering , en andere nood3, wendigheden en goede dienften, — met dank er3, kennen, en altyd genegen zou blyven , aan Hunne 3, Edele Mogenden alle reciproque vriendnabuurlyke ,, dienften te bewyzen: " —• en die ook met de daad getoond heeft, dat hy genegen en in ftaat was,zyne Koninglyke belofte te vervullen: — aanmerkingen derhalven , zo hoonend voor die grooten Monarch en zo hoonend tevens voor de Doorluchtige Hoogheid van den Prins Erf-Stadhouder, en alle deszelvs Vrienden en Voorftanders: •— daar, door deeze aanmerkingen , en de Pruisfifche Monarch word voorgefteld, als eenen onrechtvaardiger, en vyandelyken aanval tegen de toen heerfchendeParty in Holland onderneemende; en als een Begunftiger en Bevorderaar van eenen Dwingeland, van Oproermaakers', van Onderdrukkers en Overheerfchers: — en zyne Doorluchtige Hoogheid, Overysfels Erf-Stadhouder, wordt afgemaald, als een Erfdwingelqnd j *— en Hoogstdeszelvs Vrienden en Voor»  de Gebeurtenis/en in'enz. voorgevallen: 7$ yoorftanders, als Belagers van 's Volksvryheid ;Stoo* kers van oproer en verwarring; en als geneigd, omj het ganfche Volk, en de Souvereinen zeiven tot Slaaven te maaken: —• aanmerkingen, zeggen wy, zo hoonende voor zyne Pruisfifche Majefteit, en voor zyne Doorluchtige Hoogheid en alle deszelvs Vrienden, dat dezelve niet minder in zich bevatten, dat eene ten uiterften airoce injurie , eenen Grooten Monarch, en eenen Doorluchtigen Vorst, aan welken beiden ganfch Nederland, en Overysfel in het byzonder , de grootfie verplichting hebben, aangedaan: en die tevens den grond in zich bevatten, op welken wy ftraks zien zullen, dat de Remonftranten, zich aan het Crimen perduellionis in den eigenlyken zin, hebben fchuldig gemaakt. J. erwyl wy thands ten opzichte van zyne Doorluchtige Hoogheid, hier by voegen deeze aanmerkelyke plaats van den Grooten Gtjndling welke in zyn" Singularib. ad leg. Majeft. C. 4. §. 35, p. 240., aangaande de Saamenzweering, welke in de voorige eeuw gefmeed is tegen het leeven van den Doorluchtigen Prins Maurits, op deeze wyze fchryft: „ Dat is toch een zeer zwak bewvs, dat men zegt, „ dat Maurits, maar eerfte Staatsdienaar der Re„ publiek was: " (dit had Baillet gefchreeven, Hift. de Hollande, Liv. V. Ch. 2.) „ Dit zy eens „ zo. Ja, men geeve hem geene grooter eer, dan aan een Romeinfchen Confid of Gemeensman; „ maar ook dan nog moet volftrekt het ambt en ,, leeven van zodaanigen Overheidsperfoon heilig ,, en onfehendbaar bewaard worden. Behalven dat „ het twyffelachtig zy, of de Nederlandfche Stadij houder een enkel Overheidsperfoon zy, en niet „ veeleer verkoren, of te verkiezen, ten einde s, om gezamentlyk met de Staaten, voor hetBond„ genoodfehap, en deszelvs belangen, te zorgen, „ len mmften het is algemeen bekend, wat hier j, over te wederzyde, met groote hevigheid getwist zy, (Mud hamque prorfus injirmum est, Mauj, ïitium duntaxat primarium Reipubliae Belgarum ad.  f5 Verzameling van Stukken betrekkelyk tót „ tniniftrum fui'fe. Sitenimlioc, neque major ei dig* natio, quam Confuli aut Tribuno plebis tribuatur ;& nihilominus fanbïum atqüe inviolabile tanti magijtratus munus caputque prajletur ,necesfe est, cuminterea ,, ambiguum maneat, an Gubernator Eelgii fit merus ,, magijiratus, nee eo fine deleEtus Jeu diligendus, ut 3> conjunüimcumOrdinibus, foederato corpori, ejusque 3, rationibus profpiciat: faltem in vulgtts notafunt, quis 3t hac de re in utramque partem magno animorum motu 3, fuere disputata: ") — Dit fclireef hy in 't jaar 1721; wy doen 'er by, dat het niet min bekend is, dat deeze twist lang afgedaan is. Wy zeiden, dac ■d.' aanmerkingen, door de Remonftranten ten grondïïage gelegd van derzelver verdere voorftellen, tevens hebben uitgewerkt, dat zy zich aan het Crivien perduellionis, of aan Hoogverraad, dat is, de eerfte en zwaarfte foort van gekwetfte Lands Hoogheid, hebben fchuldig gemaakt. Immers, uit hoofde deezer aanmerkingen, zeggen zy, ,, te verwagten, dat Hunne Edele Moj, genden Cordaat en Edelmoedig genoeg zullen zyn, „ om wat het ook kosten moge: " —• dat is, al zou ganfeh Nederland te vuur en te zwaard verwoesten verdelgd worden, — nimmer in den voorflagzy,, ner Pruisfifche Majefteit te bewilligen; —maar, ,, dat Hunne Edele Mogenden liever alles zullen opofferen , dan zich aan de verbreking der zo duur ,, bezworen Unie fchuldig te maaken". Eerbiedige Remonftrantie, voorwaar! die niets minder bedoeld, dan der Plooge Overheid de wet te ftellen, en voor te fchryven, wat zy te doen en te laaten hebbe; — zo fterk en dringend, dat al het gewapend Volk van Overysfel, uit wiens naam de Remonftranten fpreeken, indien de Souverein zich durft verftouten, om anders te befiuiten, dan het deezen Afgevaardigden goeddunkt, dien Souverein zullen houden voor niet Cordaat, niet Edelvicedig, ja voor trouwlooze en meinëedige Verbcndbreekers. •— Konden zy wel fterker fpreeken; kan 'er dringender taal gevoerd worden? — Evenwel als men  ie Gehsurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, ff men deeze voortellingen wel inziet, zyn dezelve van dien aart, dat zy, waren ze opgevolgd en nagekomen, de verbreeking der Unie reeds infloten, en dus den onherftdbaaren ondergang van hetganfche Gewest, en gevolglyk ook van Hunne Edele Mogenden en van de Remonftranten zeiven, —■ door het rechtmaatig misnoegen van den Pruisfifchen Monarch tegen die van Overysfel, zouden ten gevolge gehad hebben. —■ Nu is het niettwyffelachtig, of de Ontwerpers van zodaanige voorftellingen , welken op 's Lands verderf noodwendig moeten uitloopen; en welken eenen magtigen Vriend en Nabuur, tot eenen onverzoenlyken Vyand maaken, ftaan fchuldig aan het Crimen Majeftatis in den fterkften zin , dat is aan het Crimen perduellionis. Dit leert de natuur der zaak, en der taal, daarmen toch, zal men elk ding met zynen rechten naam noemen , geene andere benaaming , dan die van „ kwetfing, fchending, beleediging van den Souverein, als zodaanig" geeven kan aan zulke daaden, welken of bedoelen of ten noodwendigen gevolgehebben, en dat de Souverein veracht, en van gezag beroofd; en dat 's Volks behoud aan onbezonnen driften worde opgeofferd. Dit leeren uitdrukkelyk de Rechtsgeleerden, in den ganfehentitel der Pandecten , ad Legem Juliam Majestatis; daar leezen wy ftraks in de eerfte §. van de eerfte Wet: Majestatis Crimen Mud est, quod adverfus populum, vel adverfus fecuritatem ejus committitur , quo tenetur is', cujus opera, dolo malo Conjiiium initum erit, quo armati homines eum telis lapidibusve in urbe fint conveniantve adverfus Rempublicam, — quove quis contra Rempublicam arma ferat; en, in de derde Wet: qui hostem cohcitaverit; — quive quid eorum, qu in diergelyke Remonftrantien co  $o Verzameling van Stukken hetrelkelyk tot en Declaratoiren; en welke men ook te Delft daacflyk heeft begonnen uit te voeren; in welke gruwelyke onderneemingen de Aanvoerders door dezichtbaare tusfchenkomst der Almachtige Voorzienigbeid, blykbaar gefluit, verydeld en verdwaasdzyn; zo dat zy zeiven onherftelbaar zyn ter neder geflort in den kuil, welken zy voor anderen, die ten minden rechtvaardiger waren, dan zy, gedolven hadden: — bedenken wy daar by, welken de Perlbonen waren , welken :zy naar de regelen eener gezonde uitlegkunde, moeten gefield worden, aan hunne gedugte — ja , waarlyk yslyke woede en wraakzugt te hebben willen opofferen; —dan kun» nen wy niet anders bezeffen, of zy leggen, hier, een moorddaadig en gruwelyk opzet aan den dag, om zo wel den Doorluchtigen Prins Erf-Stadhouder, dien zy zich reeds boven veroirloofd hadden, den Erf dwingeland te noemen, met deszelvs koninglyke Gemalin, en Vorflelyke Telgen; ja allen, welken uit dien Doorluchtigen Stam van Oranjen en Nasfauw immer eenig recht verkregen hebben tot de erflyke opvolging in het Stadhouderfchap van deeze en andere Provinciën der Vereenigde Nederlanden ; als alle derzelver Aanhangers , Voorftanders, Begunftigers en Liefhebbers, hoe talryk, eerwaardig, en aanzienlyk dezelve ook mogen zyn; en, daaronder voornaamlyk, alle de Leden, welken de Vergadering van Ridderfchap en Steden op dien tyd uitmaakten, en, fints een geruimen tyd hadden uitgemaakt, behalven één eenigen; ja zelvs de Koningen van Pruisfen en van Groot-Brittannien, den Doorluchtigen Hertog van Brunswyk en deszelvs Oom, den gewezen Veldmarfchalk deezer Republiek; alle de Edel Mogende Heeren Staaten van Gelderland, Zeeland, Utrecht en Friesland; eenige weinige uitgezonderd ; en dan nog Veele Staatsleden van Holland, Stad en Lande, en het Landfchap Drenthe: mitsgaders de meeste Raaden der Hoven van Juftitie, door het ganfche Land, en, daar en boven nog zo veele Magiftraaten en Arob*  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, gr Ambtenaaren der Generaliteit, Ambasfadeurs en Ministers aan buitenlandfche Hoven, Beftuurders en Ambtenaars der Maatfchappyen van Oost en West, eindelyk, ook nog alle Profesforcn , Predikanten en Partikulieren, van welken ftaat, rang, of gezindheid, door het ganfche Land, welken zich niet opentlyk by de Party der Remonftranten gevoegd, en zich voor-dezelve, door woorden en daaden verklaard hebben; — om alle deezen, — nUj of wanneer zy Remonftranten daar toe maar de gelegenheid en de magt hebben , —> openlyk» of heimelyk, — door geweld, of listj — door vuur, zwaard, of vergif, — om hals te brengen; vap kant te helpen, en van onder den hemel ganfchelyk te verdelger. — Ten opzichte van hun, welken zy in nunne magt hadden, of bekomen konden, zoude 't eerfte en gereedfte middel geweest zyri, dezclven, uit hunne huizen, en van hunne bedden teligten; !ot Slaaffche dienften te gebruiken; ih de fpitle derflagordc te plaatfen; en door het géJchut des Konings,dien zy zich ten Vyand gemaakt hadden , te laaten vermorfelen. —• En dit alles zullen zy doen, — vroeg oj laat, — zo dat zy nimmer dit vervloekt opzet, dan met hunnen dood, zullen afleggen: — dit zuilen zy doen; op eigen geza>i naar eigen wilkeur en welgevallen: —■ zonder eeh klagt, zonder verhoor, zonder uitftel, zonder ge'hade. —■ Te recht dus t:oemt de Doorluchtige, Hertog van Brunswykin deszelvs boven vermelde" VVaaflchouwing, deeze ftoute taal der Remonftranten, eene bedreiging van „ eene verfoei]elyke wraak té „ zullen oeffenen, aan al wie van de Overysfélfche . „ Vrycorpfen , in politicque gevoelens; verfchilt, en 3> deeze buitenfpoorige eh onverdraaglyke behandés, ling niet kunnende geduld worden, enz. "; wie ;ziet nu niet dat hier in allerdüidelykst, wedetorri , het Crimen perduellionis, rebellibnis, en vari Landverraad legge opgefioten? —- daar tóch,» indien1 dergelvke dreigementen,, door Particulieren ,aa'ü . IX. D&Éhi F pku  8 2 Verzameling'van Stukken betrekkelyk tot Particulieren gedaan waren, eene, by 'sLandswetten ftrafbaare misdaad van vredebreuk, ontzegging, beveeding, diffidatio , Landciwang, en eigene Rigting, zoude plaats hebben: (zie Landrecht van Os men.zyn "; ofwel, ten tweeden, voor dat aan ^ 2 ti de  84 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot de Heeren Gecommitteerden tot het DefenhV wezen der Provincie zulke ampele magt gegeei, ven zy, als nodig is, om het vereifchte te kunnen daar Hellen". •— Hoe algemeen in den eerften opflag dit zogenaamde verzoek fchynenmoge, komt het echter, wel ingezien, en nagedagt, hier op uit : of dat de Heeren Staaten de zorg voor 's Lands heil en behoudenis overdragen en afftaan aan zes Heeren, op welken de Remonftranten meer vertrouwen ftelden of meer invloed hadden, dan op de geheele Staatsvergadering : of dat de Staatsvergadering by elkander bleef, zo lang als het den Remonftranten zoude goeddunken : — die toch altyd in hunne magt hadden, om te declareeren , dat, naar hun oirdeel, de nodige en efficacieufe befluiten noch niet genomen waren; — en dat dus de Ed. Mogende Heeren Staaten alsnog moesten vergaderd blyven , tot dat zy zulke befluiten genoomen hadden, als welken de Remonftranten zouden goedvinden. — Een bevel, of verzoek, derhalve, waar door een gering gedeelte des Volks niets minder bedoeld , dan de ganfche Vergadering van Ridderfchap en Steden, dat is, den Souverein zeiven de wet voor te fchry ven, en dezelve van zich afhan- ■ gelyk te maaken. Iets dat wederom het Crimen Ma- • jeftatis of perduellionis duidlyk influit. — Zo dat: uit al het gededuceerde, nu gemaklyk is op te maaken, dat de Remonftranten zich door hunne Remonftrantie, hebben fchuldig gemaakt aan Vier zwaare misdaaden, of aan eene allerzwaarfte misdaad, welke deeze vier ondaaden influit. Voor eerst het Crimen Majeftatis: zo wel perduelli- • onis als lafce ventrationis, hnperanti debitce. Ten tweeden: het Crimen atrocis injurics, tegen zy- ■ ne Doorluchtige Hoogheid, den Prins ErfStadhouder en alle deszelvs Vrienden. Ten derden : de misdaad van trouwloosheid aaa . den Souverein, dien zy, in zeker geval, dreigen, hunne hulp te onttrekken, daarzy, dan i gewapend het Land zullen verlaaten. Ten i  ie Gebeurtenis/èn in 1787 enz. voorgevallen. 85 Tm vierden: de misdaad van ontzegging, bevee» ding, Landdwang, en eigenrichting; ook ia een zeker vooroaderfteld geval: doch het gene allerwaarfchynlyksc eerlang ftond te gebeuren. En 't gene het misdaadige van alle deeze gruwel» Hukken nog aanmerkelyk verzwaard, is, dat die zelvde Adres of Declaratoir (zo word het genoemd) nog op dien zelvden dag,op welken het ingeleverd was, op woensdag den I3den September des afgei loopen jaars,met eenen fterk fpreekenden Brief, —« 1 men weet noch niet door wien; maardenklyk, door 1 een Lid, of bywooner der Vergadering van de Af1 gevaardigden, dat is, van de Remonftranten naar I Holland verzonden, en, aldaar, op den volgenden II maandag in eene der destyds meest getrokkene , 11 maar thands opgehoudene Couranten, de ZuidhoU 1 landfche naamelyk, of Woerdenfche, publiek ge- maakt, en aldus door de geheele Republiek, en 1 mooglyk zelvs verder verfpreid is. Deeze misdaad i van verfpreiding en publiekmaaking van dit Souve: rein hoonend gefchrift, met den bygevoegden in! jur-ieufen Brief, ftellen wy als nog niet op de re|< kening der geheele Vergadering der Remonftranten; jievenwel het blykt ten minften, uit het gebeurde, C dat dezelve geene zorg hebben gedragen, dat die !gefchrift by den Souverein alleen bekend wierd; jlgelyk ook zekerlyk, elk der Afgevaardigden, te ihuis gekomen, aan zyne Afzenders heeft moeten f verflag doen van het opftellen en inleveren van dit. {Declaratoir. Daar en tegen kan het geenfins ter verfchooning | der Remonftranten ftrekken, noch dat 'er niets werk. Jlyk bedreven is, maar alleen eenige bedreigingen i;gefchied, en eenige voorieemens en gevoelens te |:kennen gegeeven, en fommige voorftellen aan den liSouverein gedaan zyn; en dat'erdus, op zyn ergst, :!flegts een Conatus , en geen DelicJ, zoude plaats ::hebben: noch, dat die gedaan zyn roet het best© f 3 oog..  86 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot " oogmerk, tot behoudenis van 's Lnnds vryheid en eere; en dus wederom geen Delict zoude aanwezig zyn , alzo geen dolus zoude kunnen bewezen worden: — noch ook eindelyk, dat althands de bedreigingen , en dus de derde en vierde misdaad, alleen in'zeker geval, 't welk de Remonftranten hoopten, dat nimmer gebeuren zoude, en dus alleen Conditioneel, en niet volftrekt zouden gedaan zyn. Immers ten opzichte van de eerfte voorgewende verfchooning leert en de natuur der zaak en de eenftemmige gevoelens van alle de Rechtsgeleerden, welken over deeze ftof immer gefchreeven hebben , dat men in Crirnine Majtjtatis, vooral in Crimineperduellionis, den wil voor de daad te houden , en, hoewel mirder zwaar, evenwel zekeriyk, teftraffen hebbe; men zie Matth.*us de Ciiminibus, L. XL VUL tit. 2. c. 3. §. 4., Voet ad tit. D ad L. Jul. Majeft;. fe£i. §, 10,, Jo. van Beuker, disf, de Crirnine Majeft. JeEt; UI. Cap 3 §. 9., (in Oelrichs novo Thejauro Disfertat. 'jurid. vol. II, Tom. II.) Leyser ad Pand. fpec. 568. med. 4 en veele anderen. Daar toch de zaak ganfch buiten haar geheel, en de Republiek bedorven zou zyn, als men in dit geval niet ftrafFen mogt ter voorkoming der misdaad, en tot affchrik van anderen; maar wagten moesttot dat de voorgenoomene euveldaad ganfchelyk uitgevoerd ware. — Wat verder het goede oogmerk der Remonftranten , en dus de abjentia dolt betreft: dit kan, daar het delict werkelyk voorhanden is, gelyk uit het Declaratoir klaar getoond is, met geene mooglykheid worden voorgewend: ten zy men ook eenen RaVAILLAC, DaMTENS, enBALTHASAR GERARDSVan de welverdiende ftraf vrypleiten, en als onfchuldige Slagtoffers van Staat, en Van hunne goede oogmerken, zoude willen betreuren. — Wat eindelyk, tenderden, het conditioneele, of het beding,, aangaat, onder welk alleen de Remonftranten zich I eenige bedreigingen, uit hooggaanden fpyt, zou- ■ de» i  ie Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 8f den veroirloofd hebben: dit is van dien aart, dat het, en ligtlyk te voorzien was, dat het binnenzeer korten tyd daadlyk exteeren zoude: en werkelyk geëxteerd heeft, waardoor dus het conditioneel is weggenoomen, en de bedreigingen nu moeten aangemerkt worden, ais volfirekt gefchied zynde: daar en boven, nu 't geval gebeurd is, duurt de bedreiging als nog, dewyl de Remonftranten gedreigd hebben, hunne gedugte wraak vroeg of laat, te zullen uitvoeren; en, ten laatften, is het in foortgelyke bedreigingen geene genoegzaame ontfchuldiging, dat dezelve fub condüione gedaan zyn; gelvk uit. drukkelyk geieerd wordt door Leyser, ad PandeSt. Jpec. 553. medit. 12, 13. Tom. VLll.p. 349. De tweede vraag is deeze: „ Welke ftraf, het zy Crimineele of Civile daar „ op applicabel is, en waar in dezelve zal moeten „ beftaan? gevolgelyk hoedaanig door den Fiskaal „ in deezen zou kunnen geageerd worden, civilüer of criminaliter! " Daar op zoude de Ondergeteekende, falv. mei. van advys zyn: dat in deezen niet civiliter, maar criminaliter behoorde geageerd te worden, en wel tot een zwaarder ftraf tegen de voornaame Auóteurs van het Delict, zynde de PraMident der Vergade• ring en Tekenaar der Remonftrantie G. J. Pyman, en de Opfteller derzelver Mr. W. de Lille, kunnende tegen de overigen wel mindere ftraffen geeifcht worden; maar het Crimen zelvs gelyk by 'e antwoord op de eerfte- vraag is aangetoond, is ze. kerlyk van te grooten enormiteit, om enkel met eene Civile actie, en geldboete te worden afgedaan : •»— en de gédaane bedreigingen en Injurieh zyn van al te atrocen aart, om door eene Civiele boete, genoegzaame fecuriteit te kunnen bezorgen aan alle de bedreigde en geinjurieerde Perfoonen: — derhalven zouden wy oirdeelen, dat hier, overeenkomftig metdegroote van de misdaad, rechtmaatig zou kunnen geëifcht worden. F 4 Voor  88. Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Voor eerst: eene infamie en onbekwaam verklaaring, om ook, of voor eeiiigen tyd de" Lande van Overysfel, in eenig Ambt, te l-unnen dienen, naar rnaate dat de Dclinquanteu meer of min fchuldig bevonden worden. Ten tweeden: eene uitbanning, of exiUum temporale, voor eenige weinige jaaren ten opzichte van de minst fchuldigen : maar een exilium perpetuum of verbanning voor al het heven uit de Provincie van Overysfel, ten opzicht van de meest fchuldigen. Ten derden ■ eene zwaare geldboete, ten opzichte derzelvde meest fchuldigen: en eene min- t dere geldboete, ten opzichte der minder fchuldigen. Ten yierüen: eene palinodie of recantatie met betuiging van leedwezen over de hocnende woorden en uitdrukkingen, welken zo ten opzicht der Ed. Mogende Heeren Staaten , als van den. Prins Erf-Stadhouder gebruikt zyn. Einuelyk nog ten vyfden: eene reële , of perfoneele, of juratoire Cautie voor het goed gedrag der Delinquanten in het vervolg: naarmaate van de meerdere of mindere zwaarte van elks Delicl: voor die genen, welken niet geëxileerd worden: waar toe dan ook behooren kan een onderteekening, of bevestiging met ééde, van een klaar en kragtig Declaratoir, ten opzicht van de afkeuring van het voorig gedrag der Delinquanten, en van derzelver goede voorneemens en pJichtsbetragting voor het vervolgt .kunnende dus het voorig vierde en dit vyfde artikel worden faam gevoegd, en in allen gevalle, nog daar by, volgens voorfchrift der Ordonnantie op de Crimineele Juftitie van den jaare 1570 {Gelderfch Placaatb. 1 D. Col. ^85. Holl. Ptac. B. 11. B. Col. ioj8. ea^Uir. Plac B. U. D. hl. U49.) art. 54 generaale ConclufiegeBeomen worden „ of to t andere zulke poene als  is Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 89 »> de Rechters na rechte ende oprechte Juftij) tie bevjnden zullen te behooren ". JJeeze ftraffen behooren onzes oirdeels . aldus geeilcht en geadjudiceerd te worden, met onder, fcheiding van de meer of min fchuldigen: om dat gewoonlyk en te recht, in dergelyke Crimina onderfcheid gemaakt word tusfchen de Autheurs of MaV°eIdurl', eD tusfchen de genen, die llegts toegeftemd hebben, of gefeduceerd zyn: gelyk ook de Roomfche Wetten dit aanduiden , wanneer zy ipreeken van hun, quorum opera, dolo malo, Confilium. imtum erit, —- quive quid eorum, qu pen zyn ? " . Vin^ zi£h genoegzaam beantwoord, door de vootige Decifien, uit welken gebleeken is, dat daar alle de prjefent geweest zynde Leden zich door hun ftilzwygen, by Hunne Ed. Mogenden en by het .Publiek fchuldig gemaakt hebben, dezelve dus ook ten minften en tot eenige geldboete en tot recantatie en betuiging van leedwezen, en tot eenigeCauHe, voor hun volgend goed gedrag, behooren geGondemneert te worden. Eindelyk de zevende vraag. „ Of het in allen gevalle niet daar voor moet tt gehouden worden, dat alle de prsefent ge„ weest zynde Leden der Vergadering, ge* „ ftemd hebben tot en voor de overgaaf van „ het Declaratoir tot zo lang het contrarie door „ hun bewezen word? " Moet ook affirmatyf beantwoord worden * dewyl het voor den Fiskaal genoeg is te kunnen bewyzen dat ïemant prsfent geweest is in eene Vergadering, m welke iets onbehoorlyks is bedreeven, en dat die zelvde Perfoon zynen disfenfus van dat bedrvf met opentlyk, noch tydig, heeft aan den dag gelegd, om zo ïemant te kunnen en te moeten aöio- nee-  £4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot neeren, en deeze accufatie of actie, even daar toe 'word ingerigt, op dat de onfchuld^gen, of althands de minder fchuldigen, gelegenheid mogten erlangen, om van hunne onfchuld of mindere fchuldigheid, overtuigende bewyzen byte brengen. Aldus geadvifeerd te Harderwyk, den 29-April 1788. {was gei.) Meinard Tydeman. (Lager ftond) Ik Ondergeteekende Advokaat voor den Ed. Hove van Utrecht, verklaare my met het voorenftaan» de Ad vis volkomen te conformeeren. Utrecht, den 5 Juny 1788. {was get.) Jo. Fred. Gobiüs, No.  ie Gebeurtenis/en in T787 enz. voorgevallen. 95» ÏV. 804. .C/rfi-iié? in Perfoon verleend doot het Hoog A* delyk Landdrosten Gericht van Zulland, ter reqiti* fuie van Mr. W. Klopman ais aangeftelde fiskaal, tegens Jr. J. E. Mulert tot de Leemkuile. Hoog Wel Gebooren GeftrengeHeer, Myn Heer, D. F. Baron van Voerst tot den Alerdmk , Verwalter LandDrost van Zalland. De Ondergeteekende in qualiteit, als aangeftelde fiskaal namens'de Provincie genoodzaakt zvpde, om tegens den Heer Baron J. E. Mulert tolde Leemkmle, te dienen van Crimineele Eifch enAanfpraake, ter zaake van het bekende injurieufe, en voor den Souverein van deeze Provincie, zo wel als zyne Doorluchtigfte Hoogheid den Heer Erf.Stadhouder zo zeer beleedigend Adres op naam van 'de gezamentlyke Afgevaardigden uit de vernietigde Vrycorpien en Genoodfehappen van Wapenhandel binnen deeze Provincie, aan Ridderfchap en Steden qqden 13 September 1787 geprefenteerd, ter gelegendheid van een Misfive van zyn Majefteit den Koning van Pruisfen aan de Heeren Staaten deezer Provincie, inhoudende verzoek van Inkwartiering en Doormarfch van Troepes naar Holland. Neemt de vryheid Uw Hoog Wel Geb. Geftr. met verfchuldigde eerbied He verzoeken: dat U I Hoog Wel Geb. Geftr. tegen gemelde Heer Baron T. E. Mulert gelieve te verleenen Citatie in Perfoon tegens alzodaane convenabele termyn, als U i Hoog Wel Geb. Geftr. zal gelieven te ftellen, ten i einde, om alsdan des voormiddags by klimmen: der Zonne in dit Hoog Adelyk Land-Drosten Gei nchte in Perfoon te erfchynen, en te zien dienen i van Lrimineelen Eifch en Aanfpraak ter zaake als i voorzeid , Met Conclufie, als daar by wyders zal genoo- men  j5 Verzanding van Stukken letrekielyk M men worden; en om voorts daar op te doen en handelen, als naar Rechten, 't Welk doende* (was gét.) W. Kxopman, Dr. (Het Appoindtement voor in margine hujusluide) de by Requeste verzogte Citatie in Perfoon tegens den Heere J. E. Mulert tot de Leemkuile, wordby deezen geaccordeerd, tegens maandag den idden Tuly aanftaande, des voordémiddags by khmmender Zonne ten mynen Huize tot Zwolle, alwaar het Hoog Adelyk Land-Drosten Gerichte van Zalland als dan zal gehouden worden= Datum Zwolle, den 8 July 1788. (was get.) D. F. van Voerst van Alerdink. (Onder Jlond) Deeze voor geinfinueert mét overgave van her dubbeld aangenoomen. Leemkuile, den 9 July 1788. (get.) J. E. MülERTV tt*k  diGebêurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, gf ■ 8°5. Eifch en Aanfpraak Crimineel, voorDr.W. Klopman, als aangeftelde Fiskaal namens de Provincie, Klager ter eenre: op en tegens den Hoog Wel Gebooren Heer J. E. Baron Mulert, Beklaagde. tAV^ëy Wtfa. Hoog Wel Gebooren Geftrenge Heer, Myn Heer, D. F. Baron van Voerst tot den Alerdink , Verwalter Land. Drost van Zalland. 1. Tot Justificatie van de hier onder te neemene l Conclufie. 2. Zo doet de Aanlegger ratione officii voordraaf I gen. •3. Dat op een Vergadering van Afgevaardigden 1 uit de vernietigde Vrycorpfen en Genoodfchappea ' van Wapenhandel in deeze Provincie, op den 12 :: September des afgeloopen jaars 1787 binnen Zwol1 Ie gehouden. 4. Ter occafie dat aldaar geproduceertwierde een Copie Misfive van zyn Majefteit den Koning van iruisfen van den iften September van dit zelvde : jaar, aan de Heeren Staaten deezer Provincie, inhoudende verzoek' van doormarfch en inkwartie| ring van Pruisfifche Troepen door deeze Provincie iinaar Holland. 5. Is gearresteerd en befloten op naam van dege:yamentlyke Afgevaardigden voornoemt, een Adres aan Ridderfchap en Steden, de Staaten deezer Pro. vmae, toen ter tyd te Campen vergadert zynde t te doen, van inhoud, als uit de authentycque Co* : pie van de minute daar van hier by te zien OM waar toe men zich kortheidshalven refereert, en i deezen van woord tot woord houd voor geinfereert. 6. Van welke minute, dewelke onder meer an'. dere papieren door den Secretaris van dit Genood. (*) Ziel. Deel, N°. z9.bl Ri. fthaP? ix. Deel. q  93 Verzameling van Stukken hêtrekkelyk tot fchap , de Procureur S. van Deventer , aan de Heeren van de Magifiraat te Zwolle is overgegeeven. 7. Alwaar dezelve alnog ter Secretarye berust. 8. Men aanneemt, indien zulks nodig mogte geoirdeeld of gerequireert worden, aan dit Hoog Adelyke Gerichte, of de aanftaande Heeren Referenten vifie te zullen bezorgen. 9. Dat by de bloote infpe&ie van dit Request of Adres, al aanflonds zal komen aan te lichten, dat het zelve is opgevult met beleedigende expresfien, zo voor de Heeren Staaten deezer Provincie, als voor den Heer Erf-Stadhouder. 10. Als wordende daar by aandeeerstgehoemden, de Souverein deezer Provincie, in 't aangezicht verweeten. 11. Dat het weinig vertrouwen, 't welk PJoogstdezelve in den gewapenden arm der Ingezetenen gefield hadden, oirzaak was, dat de Provincie zich in een weerloozen ftaat vond, en blootgefleld aan die ysfelyke rampen, die de Requestranten vermeinden, dat daar uit voor deeze Provincie zouden moeten voortvloeijen. 12. Terwyl zyne Doorluchtigfte Hoogheid den Heer Erf-Stadhouder, als een Erfdwingeland, en alle deszelvs Voorflanders, en die genen, dewelke van de Requestranten in denkenstrant verfchilden (de Leden van Ridderfchap en Steden hunnen wettigen Souverein niet uitgezonderd) als belaagers van 's Volks vrvheid en gevolglyk als meinéédige en trouwlooze Verraaders van hun Vaderland daar by worden voorgefleld. 13. Gaande dit een en ander vergezelt, eensdeels, met een declaratie. 14. Dat zy Remonftranten, zo de zaaken zich niet naar haaren zin fchikten, zich met eenaanzienlyk gedeelte der Ingezetenen de gehoorzaamheid 'van hunnen wettigen Souverein zouden onttrekken, ea  de Gebeurtenis/en in i?$T enz. voorgevallen. 99 Degee'ven"11116 WaPeDeD Mar esD ander ^ovincïe is. En anderdeels, met dit godloos en afirhm™ . l£ dïXwv' T d£ verraadene en Lg gel tergde Natie (ita ajunt) vroep of laar Pm „„r ë wraak te zullen verfchaffe eigens a Ile d^-8^ dewelke zy Remonftranten vermeinden flatgrf M* rampen aan de Republiek en deeze Proyinc e fn"? byzonder, berokkent hadden. n C v,r! %PIa °Ver het ^neraal genoomen den khoud van dit Adres, wanneer men h zelve in zyn Wn hang befchouwt, zodaanig turbulent enTn zïlkeT ongemefureerde termen is fngerigt, dat'er bvS geen enkelde periode in te vinden is Y Q' 'J • ,Dewelke geen kenmerk draagt van weerfnanSèö CD vertrecd>S van alle ontzag en^e/bfed dewelke men aan *. Lands Oppermacht Hp1 Ari?"1 ditaIIesniet tegengaande, meergemel- Heer Beklaagde, kan conSeewn, H den 20. Dat de Heer Beklaagde op de Versaderinoden iaden September tot Zwolle gehouden waa? ?ePv ardlddreSvfn het5* £ ^«S^aVS t evaardigde van het Genoodfchap van Dalffen niet-, ■alleen is tegenswoordig geweest, maar zelvs in de overgave van zulk een Adres aan Ridderfcnao en Steden mede heeft toegeftemt. ^uae»cnap en 21. En zich laaten emplooijeeren, om zulks rw Vergadenng yan Ridderfchap en Steden oven e »eT ven van we ke Hooge Vergaderinge'ïoen tcr de Heer Beklaagde zelvs een mede-Lid was Y G* sa,  loo Verzameling van Stukken letrekkelyk tot 22. Waardoor de Heer Beklaagde zich naar Rechten heeft fchuldig gemaakt, zo al niet aan een Crimen Icefce Majejlatis, of wel perduellionis inden ffcrikilen zin , echter buiten alle bedenken aan het Crimen venerationis Imperanti debita, atiocis injuri®, en de misdaad van trouwloosheid aan zynen wettigen Souverein, midsgaders van ontzegging, beveeding, landdwang en eigenrigting. 23. Gelyk dit een en ander in het breede betoogt is by een Confultatoir Advis van den Heer Profeslor Tydeman en den Advokaat Gobius te Utrecht, daaromtrent door den Klaager qq. op last van Ridderfchap en Steden geligt (*j. 24. Alle welke misdaaden te famen genoomen , ten hoogften, en zelvs aan den Lyve ftrafbaar zyn. 25. Doch waar en tegens met de Heeren Advifeurs in het opgenoemde Advys, en daar by geallegeerde Rechtsgeleerden in aanmerking genoomen , de ongelukkige tydsomftandigheden , verdeeltheden en partyfchappen , waar in deeze Republiek in 't generaal, en deeze Provincie in 't byzonder, gedompelt was, op die tyd, als deeze misdaaden gepleegd zyn. 26. Midsgaders de betuigingen van leedwezen by het Adres aan Ridderfchap en Steden door de Heer Beklaagde gedaan. 27. Waar van de Copie, en dewelke een volleedige fchuldbekentenisfe in zich behelst, deeze i$ bygevoegd. 28. Onder protest echter van daar uit voor het overige niets te willen hebben geftendigt, of geavoueerd, het welk door den fleer Beklaagde niet y.al kunnen ten genoegen Rechtens bewezen wortfen- 29. Zo heeft den Klaager ratione officii om allea deezen gemeint van de ordinaire ftraffe, die ander- üatt (*) ZJe dit Advis hier voor bl. 08. ft  * Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, lof kwamen fnormf?e?uvan de opgenoemde misdaaden kwamen te vereisfchen, temogen afwyken, en tot lZmS:a0tdlüane ftfaffe 2yn ^vlugtVe"moeten 30- Alwaaromme hy by deezen overleeeende een S ?eden,^andeD <7den May laatst- uit te ;:ïnoudenderq'Ja 'ficane, als met meerder daar i aaSi» # re/a"°> tegeDS den Heer Be. deezer 'ff ' Ce^d,,eiï eIDde Ce«ens heden alhier in Serd ° I .^de/.5'ken Vierfchaar in Perfoon is gemeerd, omm mehori modo concludeert. " DaLt Hee?" B=Waagde ter zaake van de voor>> zeidecxaSa confteerende misdaaden, zalwor" ^nfp.condemneerd in een paünoJie en o" ÏZ l e afbidding van de injurieufe, en zo voor den Souverein, als den Heer firfStad" Kuder' ledigende expresfien in het ge„ gelieerde Request of Adres ervintelyk, daar *» in zullende beftaan. J ' " knd;fnfIeer B5klaaSde bloodhoofds op zyne " vtL:i£ggende. opentlyk in deeze Hooge Vierfchaar zyn berouw en leedwezen des>> X ct*' biddende God en de Heili" rgin/ Sm °m yc/Sf^fe , met verklaaM fnnf' • y vandeHo°gegeinjurieerdePer„ foonen mets weet, als eere en deugd;mids„ gaders ip een bannisfement buiten deeze " ÏZulaeT V°?r\° VeCle J'aaren a'S dit Hoog " ü^kC iLaDd"Drosten Gerichte «c caa/£ merttu zal vermeinen te behooren. Met in. tamie en vordere inhabiel verklaaring van 3, dezelve, om ooit in deeze Provincie vanO,v£/£ een Publiek Ambt te kunnen be. " °{l?c zodaane meerdere of mindere (t-afffe. " Snï. J V3nx?en ZW3are geldboete of ander! » fints als dit Hoog Adelyke Land-Drosten Ge- G 3 rich-  tö% Verzameling van Stukken hetrekkelyk tot 3, richte naar goede Juftitie in deezen zal ver j, meinen te behooren. „, Met Condtmnatie van den Heer Beklaagde m „ alien gevalle, iu de kosten en mifen der Ju. ftitie. Ofte &c. (was get.) W. Klopman, Dr. No. 806. Loffelyk Getuigfchrift voor Ds. Francois Noül de Vileepoix, behoudens eer en goede naam gedemiiteerde Predikant van de Walfche Gemeentete Deventer, in het origineele Franfch, benevensde Nederduitjcht vertaaling. Extrait des Articles du Sy?wnode des Eglifes Waüones des Provinces Unies des Pais Ras, asfembiê a Dordrecht le 5 Juin fc? jours fuivans de l'année 1788. Art. i$l 'A cié lue une lettre de N. T. C, F. Mr. deVillepoix, par laquelle ü communiqué au Ven. Synode fa demisfion de l'Eglife de Deventer, é? demande que la Ven. Synode lui continue fa Menveillanc: £f declare dam fes articles: qu' étant convaincu non feukment par fon attefiation Eccléjiajlique, mats par l'atte mê',0e de ja demisfion donnée par le NoÜc fjf Ven. Magifirat de Deventer qui entend Men expresfe'ment que cette demisfion ne denne imcune atteiliïe « ïhon-- Extraft uit de Artikelen, gerefolveerd by de Walfche Kerken der Vereenigde Nederlandfche Provinciën , te Dordrecht vergaderd op den. 5 Juny en volgende dagen, th 't jaar 1788. Art. 15; Geleezen zynde een Brief van O. Z. W. B. de Heer de Villepoix, in welke hy aan. het Eerw. Synode kennis geeft van zyn ontflag by de Kerk te Deventer, verzoekende dat het Eerw. Synode hem by aanhoudenheid genegen blyve, en in deszelvs artikelen verklaare : dat overtuigd zynde, niet alleen door zyn Kerkelyk Getuigfchrift, maar ook zelvs door de Acte van demisfie, door de Edele en Achtb, Magi-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 103 Attejlation de l'Eglefe de Deventer. Nous Conducteurs de VEglife Wallonne de Deventer, certijions que N. T. C. F. Francois Noel de Villepoixnotre Pafteur a toujours rempli les devoirs de Ja charge en digne Minijlre de Getuigfchrift van de Kerk van Deventer. Wy Beftuurders van da Walfche Kerk te Deventer, verklaaren, dat O. Z. W.B. Francois NoSl de Villepoix, onzen Predikant, de plichten van zyn ambt altoos G 4 uiï« mir & a la reputation de Mr. de Villepoix, pièces qui om été lues dans l'asfemblée, qu'il na commis aucune aütion indigne d'un vrai Miniflre de l'Evangile qui y aitdonné Hen; üdifficulte point non plus, en vsrtu des relations qu'il a foutenues jusqu'ici avec nous £f la demvide qu'il lui en fait de lui accorder la permisfion d'asfijler a nos asfemblées ê? ds le confidsrer comme continuant a itre Miniflre de VEvangiie, avec l''autorité d'exercer les fonüions du St. Miniftere dans les Villes de fon resfort; cette demande lui est tccordée. ftraat der Stad Deventer aan hem gegeeven, als houdende wel zeer uitdrukkelyk, dat die demisfie aan dc eer en goede naam van den Heer de Villepoix geenede minde nadeel toebrenge, (welke Hukken beide in onze Vergadering zyn voorgeleezen) en dat daar toe geen. aanleiding is gegeeven door eenigerbande daad, welka een waardig Bedienaar des Euangeüe niec betaamd; zo heeft dezelve insgelyks geeneihande zwaarigheid gemaakt, uit aanmerking van de betrekkingen welke hy tot hier toe tot ons gehad heeft, en het verzoek door hem gedaan, om namentlyk aan hem het bywoonen van, onze Vergaderingen te vergunnen, en hem byaanboudenheid als een Bedienaar van het Euangelie aan te merken, met volmacht om ia de Steden onder deszelvs resfort behoorende, de bediening van het H. Predikambt waar te neemen; welk verzoek aan hem toegeltaan is.  '104 Verzameling van Stukken betrekkelyk M l'Evangüe, quenous n'avtnls aucun reproche A lui faire ni quant a fes mosurs m quant afa doctrine. Nous certifions de plus, qu il °m de Ommelanden te ontrusten, en met gewapende Burgers te invadeeren, waar van zy verklaaren zeer p£> loigneerd te zyn, en waar omtrent mids dee- meedeeneH°PHe^f? toeze^ë doen aan hun mede-Lid, dat nimmer dusdaane demarches gullen gebeuren, ondernoomen, noch S gevoerd worden. Te zien uit de Ommelander Bylage fub U In plaats van in dat plechtig Declaratoir te b* TrlTl Vmue?n dt ^nk^°3 Hovelingen; Eigen: erfden cn Volmachten zich het vermaak nog SS* nen, om hun mede-Staatslid te befchuldigel/vaa vyandlybe oogmerken te fmeeden, te vS-uifen en een toon te liaan, die man niet zou Veraten In een eeuw waar in welleevenheid en Sei ISS^^&Ï." 6n hUMe h-del!ngbeenfChbee,: Een toon, die in de behandelinge van oubtieké den invedhves beezigen'tegens de Heeren Tan 5> na den nieuwen Styl: welke üKipraak door de Stad Groningen terftond is aangenoomen; dan, de Ommelanden, dezelve overgezien en geëxamineerd hebbende, konden niet vee* len,, dat zy met de Stad een Provincie en Corpus zouden uitmaaken; even weinig, als dat de Stadhouder met die authoriteit en gezag zoude worden en wezen bekleed, dewelke aan hem daar by was opgedragen, hebben dezelve alzo niet willen aanneemen, maar hebben daar van geprovoceerd aan de Heeren Staaten Generaal, en daar aan hunne grieven overgeleeverd, welke door U Hoog Mogenden in handen van Burgemeesteren en Raad, oud en nieuw, fampt Taalmannen en Gezwooren eremeente gefield zyn, om daar óp te zeggen, het geen hen göed dagte; ordonneerende U Hoog Mogenden, Parthye voorts te procedeeren voor Haaf Kdele Gecommitteerde Raaden, ter decifie van deezen gefield , omme getermiaeerd te worden „ zulks als naar rechte, welke voorfz. Gecommitteerde kaaden daar na op den 21 January 1597, hierop* üitgefprookeö hebben een definitief Vonnis, wordende in Art. 2. gezegd. Verklaaren die Stad Groningen en Ommelanden tusfchen de Eems en de Lauwers, te wezen eene Heerlykheid ende Provincie. In Art. 3. ordonneeren. Dat dezelve onverfcheidelykgereprafehteerd ende geregeerd zal worden by die zamentlyke Staaten van Stad en Ommelanden voorfchreeven. En, in Aft. 9, verbieden. Dat het eene Lid of iemant derzelver in het particulier in alle het gene voorfchreeven is» of in eenige andere zaaken, de Stad en Ommelanden in het gemeen raakende, niet en zal doen handelen, befluiten, gebieden ofte verbieden, of den naame van Staaten gebruiken, H 3 bui-  II6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot buiten de gemeene Vergaderinge van de t'zameniyke Staaten. Alles zo als in Art. 20. van voornoemde decifie gezegd wordt.* Onverminderd en zonder prasjudicien van de Unien, Verbonden en Traótaaten tusfchen de Vereenigde Nederlanden opgericht, en zonder hier mede te verkorten die authoriteit der Heeren Staaten Generaal en den Heere Stadhouder van Stad en Ommelanden voorfchreeven, uit kragt van den Tradtaat van Groningen van den 22 July 1594 ofte anderfints compe» teerende. Wordende in Art. 2t. Aan Parthyen ten wederzyden hunne verdere Eifchen en Conclufien ontzegd. Ja, by de tweede Sententie definitief van den 8 Maart 1599 door U Hoog Mogenden tusfchen Jonkeren , Hovelingen, Eigenerfden en Volmachten, en tusfchen Burgemeesteren en Raad geveld, hebben U Hoog Mogenden in het nde Art. bepaald, zekerlyk om voor te komen de prstenfien, die de Ommelanden op de naam van Staaten nog zullen hebben gemaakt. Dat de Staaten deeze Provincie wel en te recht geintituleerd worden, de Staaten der Stad Groningen en Ommelanden ; en Requiranten aldus, de Ommelanden tusfchen de Eems en de Lauwers. Het Tracfaat van Reductie of Capitulatie van deeze Stad in 1594. door de Ommelanden mede aangeroomen en toegeftemd, is derhalven een verdrag tusfchen U Hoog Mogenden, als reprajfenteerende de zes andere Provinciën , en tusfchen deeze Stad en Ommelanden gemaakt en ingegaan. Een TractaatJ waar dcor eene zevende Provincie by de zes overige is gevoegt, en Groningen wederom met de Unie gereunieerd, of, zoalsdeHeeren van de Ommelanden in hunne Remonftrance aan U Hoog Mogenden van den 11 Fcbr. 1677 bet DOS-  ie Geleurtenisfen in 1787 enz, voorgevallen, itf \ noemen by de Unie is herbragt. Een Tradtaat! waar I by aan U Hoog Mogenden is verbleeven het recht ( om den ftaat en form van Regeering in deeze Stad ( en Ommelanden te regelen en vast te ftellen in het i Provinciaale, te zien uit differente Artikelen van 1 het Tradtaat zelve, zo wel als uit de daar op ge1 volgde Decifien. Een Tradtaat! uit hoofde van 1 welke alle de Bondgenooten een verkreegen recht 1 hebben. Een Tradtaat! het welk niet kan verbroIken worden, maar tot welkers handhaavingU Hoog 1 Mogenden als Hooge Contractanten, zyne DoorI luchtige Hoogheid als Erf Stadhouder en Kapitein(Generaal van de Unie 5 zyn verplicht. U Hoog Mo¬genden bevroeden daar uit van hoe weinig klem ten confidentie de avance van Jonkeren, Hovelin[gen en Volmachten is, dat naamelyk door een fac* ! turn van de Stad of yan de Ommelanden , een Tracttaat met U Hoog Mogenden, en daar door met het lEondgenoodfchap gemaakt, zoude kunnen worden iverbrooken. Die verbreeking kunnen de Heeren ivan de Stad zo weinig doen, als de Pleeren van de [Ommelanden, door zich aan te neemen de naam en :titel van Souvereine en onafhanglyke Staaten der (Ommelanden, dewelke zy ingevolge Uwer Hoog [Mogenden decifie, bovenaangehaald, niet mogen 1 voeren. De ongervmdheid is zo palpabel, dat wy :de kunde van Ü Hoog Mogenden zouden meenen :te beleedigen, ingevalle wy ons daar by langer op[hielden. Het Tradtaat van Redudtie, zo wel als :de daar op gevolgde decifien van Hun Hoog Molenden, houden wy voor fundamenteele Wetten :deezer Provincie, uitmaakende de Conftitutie en ÏRegeeringsform van deeze Provincie, waar in noch :Stad noch Ommelanden verandering kunnen maaIken, en ingevalle een van beide die verbreekt, idoor U Hoog Mogenden, door den Heere Prince ] Erf-Stadhouder, als Kapitein-Generaal van de Unie t tot haaren plicht en kring moeten worden gebragt. |7a, hoe Jonkeren, Hovelingen, Eigenerfden en iVolmachten gewroet en p;egraaven hebben in hunH 3 ne  lig Verzameling van Stuiken letreïkelyl tot ne eigene ingewanden, kan geblyken uit de Adresfen, die door fommige hunner aan U Hoog Mogenden zyn gedaan; rnen zie het gefchrift door denSyndicus Heinsius in 1655 aan U Hoog Mogenden gepnefenteerd , en het antwoord daar op; benevens de decifien van U Hoog Mogenden van de jaaren 1655, 1659 en 1663, waar uit deforma van de Ommelander Regeeringe kan worden gezien y gelyk ook,, welke magt aan hun competeerd, maarwaar uit ook tevens geblykt, dat aan Jonkeren» Hovelingen, Eigenerfden en Volmachten nochfouvereiniteit, noch wetgeevende, noch uitvoerende magt toekomt, daar alle de poincten , waar over de Ommelander Regeeringe gaat, in die decifien zyn op gefomden bepaald. Decifien ! welke door zyne Doorluchtige Hoogheid, den He>ere Prince Wie-. 1ém de IV, Erf-Stadhouder der Unie zyn bevestigt ih het Reglement van Regeeringe door Hoogstdenzelven, als Erf-Stadhouder van deeze Provincie op. den 27 November 17495 gearresteerd, en door; beide Staats-Leden bszwooren , zynde alleen de fubdivifien in onder-Kwartieren, by voorfchreeven decifien geintroduceert, waar door de magt in de j Regeeringe gemakkelyk tot eenige weinige kan > worden gebragt, vernietigd. Een Regeerings Re-t glement, waar by zyne Doorluchtige Hoogheid, Gl. Ged. de Regeerings Conftitutie van de Provïri- : cie op vaste gronden heeft gefteld, en waar in geen fchyn noch khaduwe gevonden word van eeneSouv,:reiniteit , die aan Jonkeren , Hovelingen , Eigererfden. en Volmachten zou competeeren, maarj wel. Dat de Regeeringe van de Provincie gelyk van ouds zal blyven beftaan uit twee Leden , de Stad en Ommelanden. 1$ het niet belagchely-k Hoog Mogende Heeren* dat Jonkeren, Hovelingen, Eigenerfden en Vo£ machten zich kittelen met die greotfche idéé, dat de Stad voor hunne Wapenen, gevoegd by die der overige Bondgenooten, heeft moeten bukken; zo4 mm  'ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 119 men niet getenteerd zyn te vraagen , hoe veele Regimenten, hoe veele Compaguien, hoe veele Manfchappen, Jonkeren, Hovelingen, Eigenerfden en Volmachten in deArmée van den Doorluchtigen Prince Maurits en Graav Willem Lodewyk gehad hebben ? en dat zy van hunne viclorieufe Wapenen voor zich dit gebruik hebben willen maaken, dat de Stad door hun voor U Hoog Mogenden geroepen wordende, verplicht zo-ude zyn, y.ichaldaar te verantwoorden, en de decifien van UHoog Mogenden te onderwerpen, en zy in reconventie Uw Hoog Mogenden alsdan mede als Decifeurs zouden erkennen. Dus het alleen van Jonkeren, Ho-, velingen, Eigenerfden en Volmachten zou afhangen, om de Stad voor U Hoog Mogenden te roe-' pen, maar dat de Stad geen recht zou hebben , om Jonkeren, Hovelingen,, Ejgenerfden en Volmachten aldaar te convenieeren. Wat heeft men niet al konst- en vliegwerk nodig, om een zaak die klaar is, te embrouiileeren: zyn niet de woorden van het 5de Artikul van de Capitulatie klaar? ftaat'er niet duidelyk: Dat het different tusfchen de Stad Groningen en de Ommelanden gereezen, en zo nog zoude ryzen, zal ftaan tot determinatie endispofitie van de Heeren Staaten Generaal of haa-, re Gecommitteerden. Dus naar het gevoelen van den Heer Prefident van Bynkershoeic. Het eerfte Art. van de Unie nu niet meer behoort tot de gefchillen tusfchen de Groningers, en Ommelanders. En uit dien hoofde hebben Uw Hoog Mogenden of andere van Hunne Gecommitteerden, dikwyls. gefchillen tusfchen de Groningers en de Ommelanders vereffend, in de Registers van U Hoog Mogenden te vinden. . De Groningers zeiden wel den- q Maart 1677, dat. het gemelde 5de Artikel alleen behoorde tot de gefchillen, die zy toen, naamjyk in het jaar 1594,. H 4 on-  Ï20 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot onder .eikanderen hadden; maar dit wierd door de Ommelanders tegeniprooken, en in dit laatste gevoelen namen U iloog Mogenden den 3 Augustus i6j7 eene Refolutie, met reden, want "het gemelde j;de Artikel betreft wel dcgelyk de gefchillen , die 'er naderhand zouden mogen ontdaan. En in welk geval zeiden de Groningers dat? toen een Jonker van de Ommelanden de rol van Verraader fpeelde, en deeze Stad en Provincie onder den Bisfchop van Munfter meende te brengen; ja zelvs geduurende de Belegeringe van deeze Stad met den Vyand correspondentie uit deeze Stad onderhield, en waar over Burgemeesteren en Raad naar voor-* gaande communicatie en advis van den Heere Luitenant-Generaal Rabenhaubt, denzelven in befloten hechtenis namen, daar toch de Ingezetenen van de Ommelanden wel vry acces en reces hebben, om de Landsdagen en Staats-Commisfien by tewoonen, maar geenfints, om onder dat pratext den rol van Landvcrraaders te fpeelen, of in de Stad feditie of oproer te verwekken, en de Ingezetenen te- fens hunne Overigheid in het harnas te jaagen. len komt eindelyk daar toe Hoog Mogende Heeren! dat men het Tradtaat van Reductie, offchoon door de Ommelanden aangenoomen en erkend, en de delatie daar by aan U Hoog Mogenden gedaan, zo dikwerf geëerbiedigd, geheellyk terzyden fchuift, en geene zwaarigheid vind, om te zeggen, dat de beide Staats-Leden de decifien over de differenten, tusfchen hen voorvallende, in 1748 aan den Heere Prince Erf-Stadhouder hebben opgedragen, cn dat zulks plenair aan zyne Doorluchtige Hoogheid by het 32fie Artikel van het Reglement is geconfereerd; want men menageert zich niet, U Hoog Mogenden te kennen te geeven, dat men U Hoog Mogenden verdenkt te veel deference met de Stad en diens Gecommitteerden te hebben, hoe onvoorzichtig, hoe min befcheiden het is de eerfte, de ?arzienlyklte Vergadering van de Republiek op. SUtlfêB wyze ypor het oog van het publiek te fu-  êe Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 12 r gilleeren en te verdenken, zullen wy niet relevee. ren, maar aan U Hoog Mogenden overlaaten, zeive te beoirdeelen; ondertusfchen zy het ons gepermitteerd te vraagen; of eene Provincie, of\ie beide Staats-Leden bevoegd zyn, aan de Sradhouder van hunne Provincie op te draagen een retht, het welk aan het geheele Bondgeuoodichap behoord, en het welk de Erffiadhouder der Unie, of van het geheele Bondgenoodfchap verplicht is, ja door U Hoog Mogenden gelast.kan worden te handhaaven ? Het kan dus het oogmerk van voorfz. 32 Articul nooit geweest zyn, om aan zyne Doorluchtige Hoogheid, als Stadhouder van eene Provincie, op te drangen een ïecht van decifie, het weik aan hec geheele Bondgenoodfchap uit hoofde van de Capitulatie competeert; het moet derhalven zien op gefchillen, dewelke de Stad, qua Stad, en niet als Lid van Staat met de Ommelanden, qua Om/nelanden, en niet als Lid van Staat moge hebben uititaan, of tusfchen de Stad, qua Corpus, en de Ommelanden qua Corpus gebooren worden, en dus niet op Leediche, maar op particuliere gefchilleu t'huis gebragt worden. U Hoog Mogenden hebben het zekerlyk ook in diervoegen begreepen, daar U Hoog Mogenden na mgenoomen hoogwys Advis van zyne Doorluchtige Hoogheid, als Stadhouder deezer Provincie, hunne zeer gerefpefteerde Misfive van den i8den February jongstleeden, aan ons hebben geadresfeerd, en daar by aan ons goedbedunken te kennen hebben gegeeven , waar na wy geen oogenblik geaarfeld hebben, ons eerbiedig te gedragen. Men fchroomt niet alle decifien door U Hoog Mogenden tusfchen Stad en Ommelanden geveld, voor vernietigd te verklaaren, en zo de vonnisfen, die fundamentele wetten in deeze Provincie uitmaaken , die federt 1597. hebben gefubfifteerd, die de forme en Conüitutie der Provinciaale Regeeringe bepaalen, die by de twee honderd jaaren door beide Staats-Leden H 3 SVQ  tzi Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zyn geobferveerd en naargekomen, buiten kragt en werking ce willen Hellen, ten minden te houden tegens alle regels van rechten, die ons keren, dat vonnisfen, kragt van gewysde bekomen hebbende, niet kunnen vernietigd worden, maar in der magt blyven ten eeuwigen dage ; dus de relatie, die door de voorfz. vonnisfen tusfchen de Stad en Om. melanden is gelegd, duurt'altyd, en kan niet ver. brooken worden door een van beide, en in die relatie zullen U Hoog Mogenden en alle Bondgenooten ons befchouwen, maar geenfints in die ftaat, waar in de beide Leden zich voor 1594 bevonden; een ftaat. die th?nds in geene aanmerking kan komen, zonder alles onderfte boven te keeren. Want veronderfteld eens voor een oogenblik, Stad en Lande moest thands aangemerkt worden, als zynde door geen Provinciaale band gebonden , en die zelve Staat, waar in zy zich voor 1594 bevonden, waar blyft dan de Erf-Stadhouder van de Provincie? die was 'er toen niet, waar blyft het Reglement van Regeeringe van den 27 November 1749» door de Heeren van de Ommelanden plechtig bezwooren, en dat zy zelve, benevens hun mede-Lid genaamd hebben , het plechtanker van onze Vryhtid , waar blyft de tegenswoordige Regeeringsfoi m , waar van de Bondgenooten zich onderling de guarantie hebben beloofd? Het ongerymde van deeze geha«ardeerde ftelling loopt in het oog, en rust alleen op regulen van convenientie, waar van de Jonkeren, Hovelingen, Eigenerfden en Volmachten zich won- •] derlyk weeten te bedienen. Men zegt dat men voor de Stad, tot de Unie js toegetreden. Uit de gedrukte Unie geblykt het, dat eenen Ë. Jarges wegens de Staaten der Ommelanden de Unie op den 23 January 1579 te Utrecht getekent heeft. En wie was de oirzaak dat de Stad 'er toen terftond niet mede bykwam en toetrad? het was de Graav van Rennenberg, Stadhouder van Groningen, die [ door zyne heimelyke en bedekte aankleevinge aan de Spanjaards, dat werk belettede, en zo veel hy r kon»  4e Gebeurtenis/en in 1787 enz. voor gevallen. tt$ 'konde tegenging: daar hy in het eerst merklyk ■zwaarigheid maakte ia het aanneemen van het ver-bond van Unie, beweerende hy , dat het zonder kennis des Aarts Hertogs geflooten was, en itrekte,' om zich te icheideu van dealgemeeae Staaten ; doch hy liet zich eerlang overhalen, neemende de Unie aan, by acte van den laatlten Maart 1579 by voorraad, dewelke hy tekende als Stadhouder en. Kapitein-Generaal over Friesland, Overysfel, Groningen , den Ommelanden , Drenthe en Langen , doch hy'nam de.Unie daar na eenvoudig aan den u van Zomermaand 1579, en de Stad gaf zich ovt r by een verdrag van dien datum, door tusfcheninraak van de Gedeputeerden der andere Vereenigde' Prof ■vinden gemaakt. Ten bewyze daar van allegcerd de Heer Prafident van Bynkershokk, dat hy uit de publieke Acten gezien heeft,, dat de Groningers denzelven riden Juny.hunne Gedeputeerden hebben gezonden, om de Vergaderinge van de Staaten Generaal by te woonen, en met de overige Bondgenooten over de izaaken der -Republiek te delibereeren; daar van is het ook, dat de de Stad in 1594. niet door Krygsr.echr.is ingenoomen, .maar ex-iure postliminü tot de Unie weergekeerd, zo als in het 2 Art. van de Capitulatie, met zo .veele woorden bedongen is, dat de Stad gereunieert wierde ih de Unie van de Generaale Nederlandfche Provinciën. Wy ontkennen Hoog Mogende Heeren! dat wy ons aangemaatigd hebben eene inzage in de Ommelander Regeeringe,' maar. wy'erkennen, dat wy, rziende de disporieke en willekeurige demarches vaa Jonkeren, Hovelingen, Eigenërfden en Volmacht ■ten, het proclameeren van fouveteine .en onaf hanJcelyke Staaten,.. het emaneeren van Placaaten, het bepaalen van lyf- en leevens ftraffen door perfooi. •nen,die geene wetgeevende noch uitvoerende magt hebben; ter beveiling van'onze Stads bezittingenln de Ommelanden, en ter handhaaving van onze recht, gls mede Staats-Lid, aan wien benevens Jonkeren, Ho.  *24 Verzameling ven Stukken betrekkelyk tot \ Hovelingen, Eigenërfden ea Volmachten, de wetgeevecde magc m de Ommelanden na de Conlbtutie deezar Provincie toekomt, aan de Rechiers in de Stads Jutisdiclieu iu de Ommelanden hebben aangefchreeven, om geene Ordres, Placaacen of Ordonnantiën te leipecreeren, daa die op den naam en van wegens Hun Edele Mogenden de Heeren Staaten vau Stad en Lande waren geëmaneerd, als aileen bezittende de wetgeevende magt in de Ommelanden, Eu zulks vermeenen wy, met relatie tot de Jonkeren, Hovelingen, Eigenërfden en Volmachten, jure optimo te hebben gedaan, en daar over noch reproches noch befchuldigingen van dezelve te moeten hooien noch verwagten, daar Jonkeren, Hovelingen, Eigenërfden en Volmachten ia de particuliere Jurisdictiën,.niets te zeggen noch te gebieden hebben. Dan wy pofeeren ten fierRften, dat wy na deu ontvang van U Hoog Mogenden Misfive in dato den i8den February, waar in U Hoog Mogenden ons aanraaden, om niets te doen waar door de herftelling der harmonie konde worden agter uit gezet, niets hoegenaamd verricht of gedaan heb. ben, ftrydig met de gemanifesteerde begeerte van U Hoog Mogenden. Dan de Joukeren, Hovelingen, Eigenërfden en Volmachten, zyn reeds zodaanig ingenoomen met huune denkbeelden van fouvereiniteit en onafhanglykheid % dat zy noch U Hoog Mogenden, noch Luitenant en Ploofdmannen fpaaren, noch hun mede-Lid. U Hoog Mogenden worden getaxeerd, om dat Hoogstdezelve de Stad niet onverhoord hebben veroirdeeld , maar deszelvs informatien en belang hebben gevraagd op de klagte door Jonkeren, Hovelingen, Eigenërfden en Volmachten het eerst aan U Hoog Mogenden gedaan. Luitenant en Hoofdmannen worden getaxeerd, offchoon volgens het 2 Articul van hunne Infiruftie uit naam en wegens de hooge Overigheid en Heer« lykaeid van Stad Groningen en Ommelanden, zo in het  is Gebeurtenis/en in 1787 «22. voorgevallen. 125 het crimineele als civiele recht doende, dat zy de ftoutheid gehad hebben het bericht van Jonkeren, Hovelingen, Eigenërfden en Volmachten te vraagen, en het mede Staats-Lid word op eene wyze getracleerd , die alle betaamelykheid te buiten gaat. Een bewys, dat onze wyze en vei Handige Voorouders wel en te recht geoirdeeld hebben dat, zou de rust, vrede en eendrage bewaard worden, hier geen twee Souvereinen in de Provincie moes» ten zyn, maar de twee Leden van Stad en Lande een Souverein moesten uitmaaken. De reden daar van was na het gevoelen van den Heere Wagenaar op het jaar 1597 fpreekende van decifien van ü Hoog Mogenden. Het fcheen in de tegenwoordige omftandigheden ongeraaden het vermogen der Bondgenooten, dat door eendragt magt verkreeg, te verdeden, en de banden te breeken, die de Leden verknogt hielden, op welken voet die ook eertyds gelegd mogten zyn. En zulks word door de uitkomst bewaarheid; daar Jonkeren, Hovelingen, Eigenërfden en Volmachten , zich nu maar Souvereinen noemende, reeds door hunne daaden te kennen geeven, hoe hunne Regeeringe zou zyn, wanneer zy in de daad fouverein waren. De Stad heeft geen plan, om twee deciÏÏen te hebben, ten einde een agterdeur te kunnen behouden; ach neen! Maar dat zeggen kan met zeer veel fundament op Jonkeren , Hovelingen , Eigenërfden en Volmachten geretorqueerd worden. Daar zy zich eerst beklaagen by Ü Hoog Mogenden over de Stad, en ziende, dat U Hoog Mogenden hun aanftonds niet te wille zyn, zich adresfeeren aan zyne Doorluchtige Hoogheid, als Stadhouder deezer Provincie; maar dat alles te boven gaat, is dat Jonkeren,Hovelingen, Eigenërfden en Volmachten eindelyk zo verre komen, om ftellig te verklaaren , dat zy zich aan geene decifie, van wie het ook zy9 zullen fubmitteeren, recufeerende dus ü Hoog Mogen-  H2& Verzameling van Stukken letrekkelyk tot genden en den Heere Prince Erf-Stadhouder, of* fchoon zy zich bevoorens op zyne Doorluchtige Hoogheid als hunnen Scheidsman in deezen, be* roepen hadden, daar toch ingevolge de Capitulatie geenen anderen Scheidsman tusfchen de beide StaatsLeden van Stad en Lande kan noch mag zyn, alsU Hoog Mogenden: in welken gevalle Stad eq Om'melanden by het Tradtaat van Reductie van de Unie hebben afgezien, en frequentió atlum hebben getoond, altyd van die mcening te zyn geweest, het welk nu kragt van recht bekomen heeft, en door geene fubterfuges of konstgreepen van ambitieufe en onderneemende Menfchen aan U Hoog Mogenden, en zo aan de Hooge Bondgenooten kan uit de handen gewrongen worden. Wy weeten niet, en konnen naauwlyks gelooven, dat het een blyk van moed is, wanneer men Meester is, Refolutien te neemen overeenkomftig de Conftitutie; maar wy zyn verzekerd, dat wanneet eene minderheid, offchoon uitgejouwd, beipot, bezongen , verguisd , ftandvastig blyft ia haare principes, en de wettige Conftitutie blyft aankleeven, die zelve minderheid een overtuigend bewys van moed, ftandvastigheid en cordaatheid komt te geeven. En hebben de Stads Regenten, daar toe moeds genoeg gehad , zy zullen ook moeds genoeg bezitten, om alle willekeurige en onwettige flappen van Jonkeren, Hovelingen, Eigenerfden en Volmachten tegen te gaan. Men klaagt, dat van tyd tot tyd nieuw voedzel word gegeeven tot oproerigheid en disobedientie aan de beveelen der Hooge Overigheid , en de animofiteit aangewakkerd; maar wie is daar van de oirzaak? zyn het niet Jonkeren, Hovelingen, Eigenerfden en Volmachten, door het afbreeken der Stads deliberatien? De Heeren van de Stad kwamen inde Staaten Zaal, om te delibereeren : de Heeren van de Ommelanden verklaarden nergens over gedelibereerd te hebben, en of dat noch niet genoeg was, zy fchreeven ia eene Misfive van den 26 September 1787 aai  'de Gebeurtenis/en in iffy enz. voorgevallen. ï2jf aan U Hoog Mogenden, dat zo lang zy met onsnieö • hereenigd zyn,~zy geene Staats-Vergadering of eenige Provinciaale Commisfien konden houden. Zy fchreeven in een Misfive van denzelven dag aan Burgemeesteren en Raad, dat zo lang niet op vaste en billyke gronden hereenigd zyn, zy met ons geene Staats-Refolutien konden formeeren, of eenige Provinciaale Commisfien houden; zy vernietigden op hunne wyze het Stapelrecht, aan de Stad competeerende &c. De Stad floeg voor Conferentien tot herftelling der harmonie , beloofde een. billyke fatisfattie en voldoening van bewysbaare fchaade; en daar mede zoude men zeggen, was de expeditie van Appingadam verzoend en afgedaan; maar dat alles hielp niet, men had toen reeds op het oog, de Souvereiniteit te pnetendeeren , en daar ging men mede zwanger! De voorflagen intusfchen door de Stad gedaan, kunnen UtloogMogenden overtuigen van de moderatie en bereidwilligheid, om de vreede te herftellen. Wat verband is 'er nu? tusfchen de togt naar Appingadam, tusfchen het Stapelrecht en het afbreeken der Lands, dagen. Het Stapelrecht competeerd de Stad, om van geene vroegere tyden te fpreeken, uit hoofde der decifien van Haar Hoog Mogenden de annis 1597 en 159!), en by de decifie van den 7 Auguft. 1649. Op het derde nopens het Stapelrecht is aan de Ommelanden verboden , den Oiderman het zy door Plakaaten ofanderfints eenig hinder ofte beletfel te doen in zyne recherche; houdende het geen contrarie van dien is gedaan, ofte hier namaals nog gedaan mogte worden, van onwaarden. Dus al het gene in deeze tyden door Jonkeren, Hovelingen , Eigenerfden en Volmachten , ter vernietiging of verkorting van het Stapelrecht gedaan is, moet ingevolge die decifie van onwaarde gehouden worden , cn is ipfojure nul. Jonkeren, Hovelingen, Eigenerfden en Vol- ach-  128 Verzameling v&n Stukken betrekkelyk tot machten avoueeren^ dat zy de Landsdagen hebberi afgebro'ikenj maar zy voelende haare fout, zoe-» ken zich te verfchoonen met te zeggen, dat zulks enkel een cafus ntefitatis was. En waar was die noodzaak? waar in bettond die öood? wierden Jonkeren, Hovelingen, Eigenerfden en Volmachten bier in de Stad of ter beaats-Vergaderinge eenige onaangenaamheden of leed aangedaan? hadden zy geene vrye acces en reces? was dat de reeden? neen! Het Ommelander Territoir wierde door de gewapende Satelliten van de Stads Commisfie onveilig gemaakt, fommige Leden der Ommelander Regeeringe in hunne reizen verhinderd en in arrest gehouden. Gehazardeerde avances, die enkel in praatjes beftaan, ni3ar waar van geen bewys word aangevoerd, en ook nooit zal kunnen worden beweezen: daar fommeert men Jonkeren, Hovelingen, Eigenerfden en Volmachten op: dan zulke befchuldigingen verwagt men van geen mede-Staats-Lid, zondereenig furnmair bewys ten minften daar by over te leggen. Voorgeevens, die ten minften aan Jonkeren , Hovelingen, Eigenerfden en Volmachten geene vryheid gaven, om de Landsdagen af te breeken, en de Staats Commisfien te interrumpeeren; daar by decifie van U Hoog Mogenden tusfchen Stad en Ommelanden van den 24 July 1640, met klaare Woorden is Verboden. Dat om grenerlei voorvallende QuEBstlen deü ordinaris , en gewoonlyken loop van Regeeringe immermeer zal mogen worden gefluit, of in eeniger manieren verhinderd, maar dac eenige Quajftien voorvallende, beide de Legden zullen posfideeren, uti posjident en het oud gebruik zal worden geobferveert, laatende de Regeeringe behouden den gewoonlyken cours, onverkort een iegelyk Lid zyn recht, om tot accommodatie ofte decifie van de gemoveerde Cju£stien3 by formeeiyke en ordentelyke manier te procedeeren. Ja >  Se Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 129 Ja, Hoog Mogende Heeren! zelvs is by formee! accoord tusfchen de beide Leden , door inductie der Heeren U Hoog Mog. Gecommitteerden, op °P hec 5de poinï Dat die van de Ommelanden hunne particu. In LKyelnk°mften ZulleD m°^n uitfchryven k"nde.rUmSjn ^aa'^n' den oWlanden ifende; mits d,t m dezelve niet gehandeld zal ?vnrdf T geoe P«iudicabel fouïe mo.erj decifien. Aan de Ommelanden is SoTn^deï Olderman een.g beleczel te doen in zVne recher ches; en wat doen Jonkeren, Hovelingen, If-en refz^h JtmaC!3tenJ °ngeaCht dat S'vX ren zy het Stapelrecht voor vernietigt, om langs dien weg ftdlen en vernoegden Landman die de geheid dryfveeren niet ken!, zand in de oógea te werpen, en op hunne zyde te houden. Met te rrince Erf stadhouder aan de Heeren van rfP en ook gelyktydig aan Jonkeren SvelTneen Ei* lillik eü Volmchtr bV Misfive S deö li iThn ll 1??5* ,tQen rer Sefchil ov« de executie van het Stapelrecht tusfchen St?d en Omraelanden «renen wu, ea de laatften, fchoon «ooiïr grond  132 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot aan zyne Doorluchtige Hoogheid over de Stad hadden geklaagt, gefchreeven heeft, dat Hoogstdezelve. Geene genoegzaame rede vond, om nopens de vordering van het Stapelrecht, ook van de leevendige Have in de Ommelanden wordende verkogt , eenige verandering te maaken; of het recht en bevoegtheid van Burgemeesteren en Raad tot deeze invordering voor ongefundeerd te verklaaren , maar dat Hoogstdezelve oirdeelde, van de magt by het 32fle Artikel van het Reglement van den 27 November 1749 aan hem gedefereerd, in zo verre te moeten gebruik maaken, dat Hoogstdezelve ter zo nodige co. '-rvatie van de goede harmonie tusfchen de jeide Leden van Staat in deeze Provincie, met ernst en nadruk recommandeerde, om de concesfie waar by de Melkbeesten inde refpeöive winter- en ruuwe voorjaarsmaanden van de fubjeflie aan het voorfchreeven Stapelrecht zyn geëximeerd , voor het vervolg te doen continueeren, en daar van aan ons mede Staats-Lid eent* welmeenende toezegginge te doen, zullende zulks fïrekken tot een blykvan onze geneigtheid, om in al, wat biilyk is, aan de belangens van de Ommelander Ingezetenen te defereeren. Te zien uit de Bylage, Jul E. De Heeren van de Stad hebben die vrydom van de Melkbeesten , geduurende eenige jaaren by Plakaat geconcedeerd, en daar mede hadden Jonkeren, Hovelingen, Eigenerfden en Volmachten content behooren te zyn; daar zulks overeenkomffig de welmeening van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhouder was. En wat hebbes de Heeren van de Stad in.de conferentien , door Jonkeren, Hovelingen, Eigenerfden en Volmachten afgebroken, niet willen opofferen ter herftelïing van de harmonie en den vreede? in plaats van $e bitfe, felierpe ea hooneade uitdrukkingen te  'de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 133 beantwoorden, hebben de Heeren van de Stad geantwoord: Daar de Heeren van de Stad oprechtelyk zoeken de herftelling der eensgezindheid tusfchen de beide Staats-Leden, en het dus niet tydig oirdeelcn, de uitdrukkingen , door haar medeLid in de pramisien en flot van hunne laatfte fchriftuure gebezigd, te rescontreeren, dewyl zulks alles meer gefchikt is, om te verbitteren , dan om te verzoenen, en de Heeren van de Stad het laatfte, en niet het eerfte zoeken. En omtrent het Stapelrecht, wat aanbod hebben •de Heeren van de Stad niet dien aangaande aan Jonkeren, Hovelingen en Volmachten in de conferen•tien gedaan; daar de Stad, ingevolge de Misfive van zyne Doorluchtige Hoogheid van den 11 September 1775 konde volftaan, met de Melkbeesten in de refpe&ive winter- en ruuwe voorjaarsmaanden van het Stapelrecht te eximeeren en te bevryden, heeft de Stad de faciliteit gehad te verklaaren: Dat zy, offchoon ongehouden, wel een gedeelte van het incontestabel recht aan de Stad competeerende, ter bevordering en herftelling der eensgezindheid wilde opofferen, en de Paarden en Veulens vanden iften November tot den iften April, de Melkköeijen van den iften November tot den iften Mey, en de Osfen en guste Koeijen van den iften December tot den iften Mey, van het Stapelrecht eximeeren en bevryden. Hoe anneemelyk die voorftag uit eene ongehou. dene en welmeenende zugt toe herftelling der harmonie by alle weldenkende en bedaarde Menfchen ook moest voorkomen, en dus gereedelvk worden aangenoomen, neen! ze wierd afgeflagën , en de conferentien afgebroken , ten einde zyn geliefdkoosd Pian van fouvereiniceic en onafhankelykheid te kunnen fouteneeren, en voor U Hoog Mogenden en de Bondgenooten te deplojjeeren. l 3 In  134 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot In dien ftaat, Hoog Mogende Heeren! zyn de zaaken gebleeven, toe dat eindelyk de Heeren Ge•deputeerde Staaten een Landsdag tegens den 4den Juny jongst hebben uitgeichreeven, als wanneer toen door Heeren Gecommitteerden hebben doen onderzoeken, of dieo uitgefchreeven Landsdag zouden hehooren te houden; dewelke aan ons onder anderen hebben gerapporteerd, dat het Gemeenebest in het gemeen, en deeze Provincie in het byzonder aanmerkelyk nadeel lydende, door het discontinueeren der Staats Deliberatien en Provinciaale Commisfien , zy van advife zouden zyn, dat naamens de Stad ter Staats Vergadering behoorde te worden gedeclareerd : Dat de Heeren van de Stad bemerkende,hoe door het langer nalaaten en opfchorten der Landsdagen en Provinciaale Commisfien, het Gemeenebest in het gemeen , en deeze Provincie in het byzonder, een aanmerkelyk nadeel wierd toegebragt ; de behandehnge der publieke zaaken geftremt,. de herftelling der rust in deeze Provincie by continuatie vertraagd, en voedzel aan detweedragt verfchaft; zy by deeze gelegenheid aan hun mede-Lid verJclaaren, om van nu af aan ongeinterrumpeerd op den gewoonen en gevestigden voet, met hun mede-Staats-Lid , Landsdagen te zullen houden, ongeacht het voortduuren der plaatshebbende gefchillen tusfchen de beide Leden van Staat, zo ongelukkig ftand grypendei onder beneficie van dit Declaratoir , dat de Heeren van de Stad zich hier door in hunne gefustineerde fentimehten in geenen deele gepraïiudicieerd wilden hebben , veel min eenige kragt en effect attribueeren aar. zodaanige ordres, als de Heeren van de Ommelanden om-, trent het Stapelrecht, als.anders, hadden doen emareeren; aangezien de Heeren van de Stad» overtuigd van de onrechtvaardigheid deezer ordres, daar omtrent zullen voortgaan, hunne JU co»  ie Gebewtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 13? Rechten conform de eenmaal vastgeftelde Regeeringsform en decifien vjn Haar Hoog Mogenden , te invigileeren. Met welk Rapport de zittende Raad, de oud Raad en vervolgens de mede Raad zich hebbende geconformeerd , is ook het zelve Declaratoir ter StaatsVergaderinge naamens de Stad gedaan; het geen ten gevolge heeft gehad, dat de Staats Deliberati» en en Provinciaale Commisfien wederom zyn begonnen , en thands on verhinderd worden voortgezet. Een demarche van onze zyde, dewelke U Hoog Mog. ten vollen moet overtuigen, van onze fteeds duurende welwillenheid, om al, wat nadeel aan de gemeene zaak, en aan 's Lands beftuurkan toebrengen, te voorkomen en weg te neemen; eene demarche, die niet nodig zou zyn geweest, in gevalle Jonkeren, Hovelingen, Eigenerfden en Volmachten de Landsdagen en Provinciaale Commisfien niet hadden afgebrooken, en op eigen gezag gefluit, maar die tevens ten allen tyde van onze vredelievendheid zal getuigen, en het ongelyk van ons mede-Lid daar ftellen. Een woord moeten wy nog zeggen ter ontfchuldiging van de Gedeputeerden naamens deeze Provincie, in U Hoog Mog. Vergaderinge prajfent en prasfideerende, toen op den i8den Febr. jongst de Misfive van U Hoog Mog. aan de Stad en Ommelanden wierde gearresteerd, en door hem is verteekent. Die de Conftitutie van U Hoog Mog. Vergaderinge kennen, weeten, dat men daar geene Gedeputeerden van de Stad of van de Ommelanden kent, maar wel van de Provincie van Stad en Lande, dus de Gedeputeerden daar niet in een Stads of in een Ommelander qualiteit compareeren, maar in eene Provinciaale qualiteit, in die laatfte qualiteit,wierd den Heere toen Ptaefideerende niet belet de mond» het werktuig van de Vergaderinge te zyn % de con» clufie uit te fpreeken, en eene Misfive die alleen een poinft van orde behelst, te teekenen, daar dezelve niets ten nadeele van een van beide StaatsI 4 Le*  136 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Leden bevatte ; te minder verdienen die Heeren be» fchuldigd te worden, daar de Heeren Gedeputeerden, wanneer zaaken, raakende de gefchillen tusfchen Stad en Lande, voorkomen, zich daar over niet inlaaten; maar men zoekt het aan alle zyden, in hoop, dat als eene haak uitfcheurd, een ander zal houden. Wy hebben geoirdeeld, Hoog Mogende Heeren, dit ter informatie en ter betoog van onze belangens, zo gunftig door U Hoog Mog.. van ons gerequireerd, eerbiedig aan U Hoog Mog. te mogen en te moeten prèclenteeren, met ernflig, maar tevens ootmoedig verzoek, dat U Hoog Mog. dewelke by hunne Refolutie van den 8 Febr. 1677 na gehoude* De deliberatie, hebben goedgevonden en verftaan. Dat aan de Gedeputeerden zo wel van de '>tad als van de Ommelanden ter antwoord zal wor-. den gegeeven, ook aan haare Prineipaalen gefchreeven , dat Haar Hoog Mog. verlfaan, dat de Sententien by of uit de naam van Haar Hoog Mog. voor deezen in de jaaren 1597 en 1599 tusfchen Stad en Lande gepronuncieerd , in haar volkomen weerde gehouden , ende punctueelyk achtervolgt zullen worden, zo wel by het eene als andere Lid, zonder daar inne eenige veranderinge by het eene Lid in prarjudicie, of weerwille van het ander gedaan, of ingevoerd te mogen worden. Ook nu van de magt en recht aan Hoogstdezelve by het 5de Artikel der Capitulatie van deeze Stad, opgedragen, gebruik maakende de decifien uit dien hoofde, tusfchen Stad en Ommelanden geveld zullen handhaaven, en de Ommelanden verplichten zich daar aan te onderwerpen, en diens overcenkomftig te gedragen, op dat de beide Staats-Leden wederom vereenigd, de Regeerings Conftitutie gehandhaafd en bewaard, en onze Stad in haare wettige Rechten en bezit, door U Hoog Mog. by Hoogstderzelver decifien aan haar toegekend, door ons snede-Lid omftreeks twee eeuwen geobferveerd en  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, ï$jï geëerbiedigd, Werde geftyft., geftèrfct, gehand, haaft, en tegens alle inbreuken en verkomWn door het hoog gezag van U Hoog Mog. beveiligt en befchermt, daar toe, Hoog Mogende H érérti imploreeren wy het hoog gezag van ü Hoog Mogenden , van de Hooge Bondgenooten , van zyne Doorluchtige Hoogheid, den Heere Prince als Erf-Stadhouder van de Unie, en ook van deeze Provinciedaar door zal aan het lieve Vaderland, aan de zaak der wettige Conftitutie, aan deeze Provincie, aan deeze Stad, ja aan de IngezetenenderOmmelanden eenen wezentlyken dienst gedaan worden;daardoor zullen onze harten Akaaren worden, waar op de wierook van oprechte en fteeds duurende dankerkentenis aan U Hoog Mogenden, aan de Hooge Bondgenooten, aan zyne Doorluchtige. Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhouder, zal branden, en eenen aangenaamen geur verfpreiden, voor dit en het toekomend Gedacht. • Waar mede blyven, U Hoog Mogenden in Go* oes dierbaare Protectie beveelende. ë Hoog Mogende Heerenl Onder ftond, j » ü Ho°g Mog. goede Vrienden, Oromngen, Burgemeesteren ende'RaacU oud " UU y ende nieuw, fampt Taalman < ' en Gezwooren Meente in Groningen. Was geparapheert, J. D. Ql'INTOS, Vt. Lager ftond, Ter Ordonnantie der Heeren voorfz. (was get.) W. Ckanssen, Secret, ° is 0'  138 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N°. 808. Strekkende tot Bylage A. van Nn. 807. ExtraSt uit het Refoiutie-Boek der Stad Groningen: behelzende 1. de intrekking der Refolutie van den 13 Decemb. 1786, waar by het verzoek van eenige Bu^geis en Ingezetenen , om eene oproeping van het Volk te doen is geaccordeerd: 2. de Rejolutie van den 5 Jan, 1787, waar by de Raads- en Gezwoo. ren Keuren zyn gefurcheerd, en de refpeEtive Departementen gecontinueerd, ter tyd de oproepinge zoude zyn gefchied: 3. de Refolutie van den 17 Maart 1786, waar by ce meerderheid van den Breeden Raad het Reglement van Regeeringe, opzich. telyk het recht van Approbatie, aan den Heere ErfStadhouder competeerende, buiten concurrentie en medeweeien van Hoogstdenzelven , heeft geïnterpreteerd fifc Jovis den 18 Otïober 1787. De E. E. Heer Burgemeester Quintus, heeft ter Vergaderinge gedaan de navolgende propofitie, luidende in verbis: „ Daar in de Provinciën van Holland, Utrecht en Overysfel, de inconftitutioneele befluiten, „ ünts eenigen tyd door de meerderheid der Re„ geeringe genoomen, zyn vernietigd, en de Re- geerings Conftitutie op den voorigen voet is „ herfteld, zo als dezelve zich by het aanvaarden 9, der Regeeringe van den Heere Pr,ince Erf-Stad„ houder in den jaare 1766 bevond , zy het my fl, gepermitteerd aan U Edele Mogenden voor te „ ftellen, of het ook niet meer dan tyd is, om „ de voetftappen van deeze onze Bondgenooten te ,, drukken , en de inconftitutioneele Refolutien, „ hier mede, in navolginge van andere genoomen, „ te herdoen, in te trekken, en te vernietigen , „ daar toch de harmonie onder de Leden der Re- geeringe, ter bevorderinge van het algemeene „ wclzyn, zo noodzaakelyk, buiten dat bezwaar„ lyk zal kunnen herleeven: vergun my dan, E- dele Mogende Heeren3 aan U Edele Mogenden „ voor  ds Gebeurtemsfen in 1787 enz. voorgevallen, 139 voor te ftellen, om wederom in te trekken en ., te vernietigen: " t. De Refolutie van den 15 Decemb. 1785, waar by het verzoek van eenige Burgers en Ingezetenen, om eene oproepinge van het Volk te doen, is geaccordeerd, en eene Commisfie benoemd, om daar toe een Plan te formeeren, beneyens alle gevolgen van dien; daar toch na myn inzien, dezelve tegens het Stadsboek, tegens de Capitulatie van den 22 July 1594, tegens de Refolutie van Haar Hoog Mogenden van den 13 Jinuary töor, waar by aan den Raad verboden is tot de Regeering van de Stad, en des Stads zaaken te admitteeren, de wysheid van de Stad en tegens de Regeerings Conftitutie ftrydig is. 2. De Refolutie van den 5 January 1787, waar by de Kaads tn Gezwooren Keuren zyn gefurcheerd, en de refpeótive Departementen gecontinueerd, ter tyd de oproppinge zouie zyn gefchied, en met alle gevolgen ter uitvoer gebragt; benevens de daar 0,1 gevolgde Refolutie van den 31 January 1787, waar by de Raad en Gezwoorene Meente, geduurende den tyd. by voorfz. Refolutie van den 5 January bepaald, op voorige ééden is gehouden te continueeren; tegens welke Refolutien den Heere Erf-Stadhouder, by Misfive van den 22 May f787 als tegens het Reglement van Regeeringe en de Keur Ordonnantiën inloopende, heef! geprotefteerd, en het inconftitutioneele daar van aan den Breeden.R=uhgebruik maaken, dat wy ter zo nodige confervatie .^ivan de goede harmonie tusfchen de beide Leden ivan Staat in U Edele Mogenden Provincie, V E:dele Mogenden met ernst en nadruk recommandeeiiren, om de concesfie, waar by Melkbeesten int :de refpettive winter- en ruuwe voorjaarsmaanden ivan de fubjeclie aan het voorfchreeven Stapelrecht ■ïzyn geëximeerd, voor het vervolg te doen continueeren, en daarvan aan derzelver mede-Staatslid ii*enc welmeenende toezegginge te doen, zullende '» ' K 3 zulks  jps . Verzameling van. Stukken betrekkelyk tof zulks ftrekken tot een blyk van U Edele Mogen* den geneigdheid , om in al wat billyk is aan de belangens van de Ommelander Ingezetenen te defereeren. En met relatie tot de twee overige .differentiaale poicclen , hebben wy aan welgemelde Jonkeren, • Hovelingen, Eigenërfden en Volmachten te kennen gegeeven, dat wy vastelyk'vertrouwden, dat wanneer U Edele Mogenden by eene daar toe aangelegde Conferentie die ouvertures aan dezelven zullen gegeeven hebben, welke U Edele Mogenden by derzelyer voorfchreeven Refcriptie dien aangaande voor ons hebben opengelegd , en daar benevens aan voorgemelde 'mede-Lid van Staat een cordaate verzekering toegezegt, dat U Edele Mogenden intentie nooit geweest is, (veel min dat dezelve door een daadelyke praöyk effectivelyk zouden hebben geïntroduceerd, ofte in het vervolg zonden willen introduceeren) om van Goederen eens ten Stapelrecht gebragt of geweest, en daar na wordende verkogt, nog eens de aangeeving en betaaling van het zelvde recht te vorderen, en dat wanneer met opzicht tot de geintroduceerde Impost van 4 Guldens op ieder vyf mudden Koornbrandewyn in de, Stad gebruikt wordende, mede een gelyke elucïdatie, midsgaders voorftel van de noodzaakelyk•s heid dee'zer invoeringe, en hoe dezelve geen we-' zentlyk nadeel aan die der Ommelanden s nochte aan de Provincie in het gemeen kan aanbrengen, aan' meergemelde Heeren van de Ommelanden door U Edele Mogenden gegeeven wierde, die beid© Poincten zeer gemakkélyk zouden worden vereffent, en U Edele Mogenden mede-Staats-Lid met de voorfchreeven verzekering en ouvertures gaarne; genoègen zouden neemen. En alzo wy 'vastelyk zyn geperfuadeerd, dat deeze onderlinge overeenkomst en genoegenneeming verre preferabel h boven eene nieuwe fchikking door onze tusfehenkorast te maaken, en dat wy dezelve gaarn als een nade  ê Geheurtenisfen in ïyZj enz. voorgevallen, tst nader band van vrierdfchap en goede harmond ten nutte van de Provincie en deszelvs Ingezetenen Wilden zien geëffectueerd en aangemerkt, hebben wy daar van Ü Edele Mogenden by deezen willen informeeren , eo met alle ernst aanbeveelen, om tot de voorfchreeven falutaire eindens door alle mooglyke openhartige elucidatien en infchikkeiykbeid te concurreeren. Waar mede, Edele Mogende Heeren, byzondere góede Vriendenl Wy U Edele Mogenden beveelen in Gods Heilige Protectie. Onder ftond, Op het Loo, den Uwer Edele Mogenden Dienst* ii Sept. 1775. willige goede Vriend, (was get.) w. Pr. van Orangë* Lager ftond, Ter Ordonnantie van zytie Hoogheid* {was get.) T» j. de Larre** K 4  15» Verzameling van Stukken betrekkelyk tot >No. 813. Request van Tido Hendrik van Essen , aan de Wel Edele Groot Achtbaare Magifiraat der Stad Zutphen, waar by verzoekt dat de feiten in de Citatie vermeld, en door hem ontkend, wegens zyn uiiblyven niet voor toegeftemd mogen worden gehouden, en dat Hun Wel Ed. Gr. Achtb. de zaak Jpoedig gelieven te termineeren. Wel Edele Groot Achtbaare Heeren! Geeft met behoorlyk refpeét te kennen Tido Hendrik van Essen, hoe hy Remonfïrant vernoomen heeft, dat hy met Mr. Jacob Lodewyk Hazebroek, en Mr. Willem Welmers voor Uw Ed. Groot Achtb. in Perfoon gedagvaard word by een en dezelvde Whete, en hier by veele daaden wordende geaccumuleerd, onder dezelve verfcheiden dusdaanige feiten opgenoemd worden, die het Cara&er van een eerlyk Man beleedigen ; dat nogthands deeze Citatie dus zynde ingericht, dat alle deeze feiten tot elk der Geciteerdens kunnen worden betrekkelyk gemaakt, hy Remonftrant zich niet heeft kunnen dispenfeeren U Wel Ed. Groot Achtb. dieswegens te vertoonen; dat zo bekend en zeker als het is, dat hy Remonftrant Burger Ge. committeerde te Zutphen is geweest, en in die qualiteit diverfe Adresfen heeft geteekend; het even zo waarachtig is, dat deeze Commisfie aan hem zonder eenig aanzoek door de vrye keur der Burgeren is opgedragen, en dat hy ook nimmer tot het teekenen van Adresfen of tot het amplecteeren van zyne Party iemant heeft aangezogt door beloften, genoodzaakt door bedreigingen , of gefeduceert door gefchenken of belooningen. Dat wat het dragen der Wapenen betreft, hy Remonftrant met veele Staats-Leden van Gelderland en de Staaten van andere Provinciën in 't begripgeftaan hebbende, dat de Stad Hattum tegen haare Rechten met Militairen zoude worden bezet, het zich tot een plicht gereekend heeft, de Wapenen .voor dezelve te moeten opneemen, dat hy Remonftrant  'êt Gebeurtenis/en in 1787 enz. wrgevallen. 1$$ franc kort daar na met zyn Huisgezin zyn domicilie urn naar zyn geboorte-Stad Deventer hebbende overgebragt, aldaar als Burger en Inwoonder onder den ééd van de Magifiraat de Wapenen heeft gedragen, en zich vervolgens ook met andere Burgeren verbonden heeft gehad ten dienfte van de Staaten dier Provincie; doch dat het ten zynen opzichte onwaar is, dat hy te Utrecht of elders anders immer de Wapenen zoude hebben gevoerd, of zich in dienst hebben begeeven; dat indien derhalvea het bekleeden der Commisfie uit de Burgerye van Zutphen, en het doen van verzoeken aldaar, ofhec opneemen der Wapenen gelyk vermeld aan hem Remonftrant tot misdaaden mogten gerekent worden, hy de uitfpraake daar over hoe eerder hoe liever zal te gemoet zien, doch dat zo gerustelyk als hy Remonftrant zal inwagten en ondergaan al het geen hem over deeze Patriottifche daaden tegen zyne verwagtinge mogt overkomen, het hem in tegendeel zeer zoude fmerten, dat hem te laste wierden gelegt, fedu&ie, omkooping en dergelyke misdaaden, welke een waar Patriot zich tot fchandc zoude moeten reekenen. Alwaaromme hy Remonftrant ootmoedig verzoekt : dat U Wel Ed. Gr. Achtb. de feiten in de Citatie vermeld , en door den Remonftrant hier voor ontkent, wegens zyn uit blyven niet voortoegeftemd willen houden; en dat U Wel Ed. Groot Achtb. de geheele zaak fpoedig zullea gelieven te termineeren. Welk doende, (was geQ T. H. van Essen,  154 Verzameling van Stukken hêtrekkelyk tet l$v. 814» Naamlyst der Leden van de vernietigde Exeft citie-Genoodfchappen, werkende of honoraire, Bur* ger-Societeüen, en DireSteuren van het zogenaamde Vaderlandfche Fonds, welke nalaatig zyn gebleeVen, het Declaratoir by de Heeren Ridderfchap en Eigen* Erfdens van het Landfchap Drenthe den 20 Decemb. 1787 eenpaarig gearrejieert, in tyds te tekenen, en dus, conform Refolutie van Hooggemelde Heeren Staaten in dato den 30 January 17 88, tot het waar» neemen van politique oj kerkelyke Bedieningen bin* nen deeze Landfchap onbekwaam verklaart (*). Genoodfchap te Meppelt. A. I Bekenfteyn Raket (C. EL van) Albert Hlndriks, genoodfchap.! „ AndriesHarms, |en™# Bakker (C.H.), Acronius (B. b.) , genoodf. brouwer (Reinder Jan»), ge* Asman (G.), focieteit. ^rink (Hendrik ten), gen. J J Brouwer (J. H.), gen. B. Boesgaar (Hendrik), gen. Blom (Otto), genoodfchap. Broekhuizen (J. H), gen. Benthem (Roelf), genoodf. Brouwer (Jan Pieters), gen, Brilleman (Gelmer), gen. ' Bruins (Jan), gen. Erethouwer (Gerrit), gen. Breugeman (Pieter), gen. Berkenbosch (Saake), gen. Barlage (A.), focieteit. Boomsma (Benjamin), gen. q Blom (Jan), gen. „ , ' Buren (Barend van), gen. kramer (Roelof), genoodf. Benthem (Jan), gen. Croefen (Pieter), gen. Buren -Lenfing (M. van), gen. J_) Brinkffi™^ Dulleman (Barend), : ' Brouwer (Jan Geern)"' gen. Sïï£S% ST^ Brilleman (Antony), gen. ° e f . (Hendrik), ge* Braspot (Derk), gén.8 5|J g1^" van) • Bloemberg (Roelof), gen. ES-S" ™$' ^ Buyter (jan Clafen), gen. SrS% V S™- EroyuwerJ(Jan Jansj * gJ ^ Si -(*) De Naamlyst bevat 6é8 Perfoöügni  & Gebeurtenis/en in 1787 ent. voorgevallen. 15§ E; . Esman (Willem), genoodf. Eman (Jan), gen. Emmink (Roelof), gen. En.merik (Hendrik), gen. ' F. Fifcher (G. W.), focieteit. Fifcher (J. D.),foe. G. Groningen (Jan van), gen. Gemmenick (Frans), gen. Gemmeuick jun. (Frans), gen. Gemmenick (Derk), gen. H< Holleboer (Jan), gen. Heuker (Willem), gen. Heide (Reinier van der), gen. Hagen (Jan), gen. Hartzuiker (Johannes), gen. Hagen (Gerrit), gen. Hoonte (Derk ten), gen. Hagedoorn (Hendrik), gen. Hartzuiker (Albert), gen. Hattem (Albert van), gen. Hogenbeek (David), gen. Hamming (Jan), gen. Hof (Hendrik van 't), gen. Heerfink (Gerrit), gen. Haas (Fieter de), gen. Hogenkamp (Albert), gen. Hunfe (Jacob), gen. Hartzuiker (Jan Alberts), gen.. Hellegers (Thomas), gen. Horst (G. van der), gen. Hoonte (J. H.), gen. Harmeling (Berend), gen. Hagedoorn (Hendrik), gen. Holleboer (J. T.), gen. gafelhof (E. A.)> gen. Hagen (Harm), genoodfchap. Hugt (Willemyands), fociet. Holleboer (J. D.), fociet. I. Jonge (Hendrik de), gen. imbert (Jan), gen. Jonge (Lucas de), gen. Jan Geerts, gen. Jan Hendriks, gen. Jongkind (Lambertus), gtfc Jan Hendriks, jocieteit. Jongkind (E.), fociet. K. Kniphorst (Lamb.), geni Kat (Jan), gen. Koning (jan), gen. Kiers (Louwr.), gen. Kool (Harm), gen. Kat (Jacob), gen. Kramer (Roelf), gen. Kolk (Jan), gen. Kodden (Klaas), gen. Kiers (S. H ), gen. Kiers (Jan), gen. Kraak (Jan), gen. Kat (Wycher), focieteit: L. Laar (Harm van), genoodf. Laar (Swier van), gen. Lenfing (Gerrit), gen. Loo (Arend Jan ter), gen: Lemel (Gerrit van), gen. Lodewegen (Jan Hendriks),'' gen. Lippinghof (Harm), gen. Luinge (Roelof), gen. Lankhorst (Gerard), gen. Lenfink (M.*van Buren), fe?. Lantinge (Jan), fociet. Lenfink (D.), fociet. M.  156" Verzameling van Stukken betrekkelyk tot M. Meurfing (A.), genoodfchap. Mulder (Hendrik), gen. Maftenbroek (Jan), gen. Mulder (Gerrit), gen. Maftenbroek (Pieter), gen. Meynsma (Philip), gen. Meyerhof (Lambert), gen. Meurfing (Jan), ge?i. Munter (S. P.), gen. N. Neuwville (Albert de), foc. Kyfing (R. W.),foc. O. Olfen (Theodorus), gen, Oifen (H. W.), gen. P. Parro (Samuel de), gen. Pol (Arend Hilberts), fociet. Pieter Hilberts, fociet. R. Radys (Jan), genoodf. Radys (Christ.), gen. Rheen (Nicol. van), gen. Roeling (Hindrik), gen. I Raphuis (Warner), gen. ! Rheen (Hannes van), gen. Radfema (H.), gen. Roelf Cornelis, gen. Robaart (C. J. van de) , foc. 1 Robaart (R. v. d.), fociet. * s. ï Steenbergen (Wycher), gen. \ Schuphorst (Egb.), gen. ty Smit (Harm), gen. \ Smit (Harmannus), gen. v §melt (Jannes), gen, rc Schuurman (Albert), gen: Schreuder (Adriaan), gen, Stephani (S. T.), gen. Snoeyenborch (Willem), £«1, Schroeyer (Harm), gen. .Spanjaard (Henricus), gen. Stoep (R. W.), focieteit. Steenbergen (R.), fociet. Schiphorst (Jan Claas), foc. Smit (Harm Jans), foc. Schiphorst (Jan Jakobs), fat, T. Trop (Hendrik), genoodf. Tonkens (Mr. W.), focieteit.. TJ. Uyterwyk (Thys), genoodf. Urk (Arend van), gen. Urk li, Z. (Arend van), foc. V. Vries (Lieuwes Jans), gén Veen (Nicol. van), gen. Veen (Harm van), gen. Veen (Gelmer van), gen, Voogt (Gerrit), gen. Veen (Jac. v. der), gen. /ryburg (Heico), gen. Vas (Jan de), gen. fries (Harm de), gen. fries Az. (J. de), gen. fries (J. Lieuwes de), gei? fries R. Z. (Jan de), gen. risfer (Samuel de), gen. Teen (Hendrik van), gen. rryman (Berend), gen. 'ries (Teuuis de), gen. een (Fredrik van der), geH. een (Tymen van der), gen. ries BZ. (Jan de), gen. os van Steenwyk (C. Ban de), focieteit. Vier,,  ie Gebeurtenis/en in ïfö en», veer'gevallen. 157 Vierkant (Meuwes Jans), foc. Vries (Kier de), focüt. Ven (A. van) , fociet. Vries (F, D.), fociet. W. Wolde (R. van der), gen. Waude (Alb. van der), gen. Woude (Jacob. van der), gen. Weide (A. v. der), gen. Genoodfchap A. Albert Derks, genoodfchap. Albert Jans, gen. B. Bosch (J. H.), gen. Bennik (Jan), gen. Bosch (L. H.), gen. Bromleeuwe (j. C), gen. Broekhuifen (H.), gen. C. Conftapel (J.), gen. Cleef (Hendrik Jan), gen. Cooba (Jacob), gen. D. Dyken (A. van), gen. Derk Lamherts, gen. E. Echten (W. P.), gen. . Egbert Roelofs, gen. "F. Frens Alberts, gen. Irens Willems, gen. Waterbeek (Jan), genoodf. Waterbeek. (Antony), gen. Wichers (Jan), gen. Wolde (Willem van der) f gen. Wall (Jan van der), gen. Westerhuis (Evert), gen. Wolde (N. ten), gen. Wolde (H. T.), gen. Waterbeek (Hendrik), gen] in de Wyk. G. Groot (Jan de), genoodfchap Guichelaar (Klaas), gen. Gerrit Gerrits, gen. H.' ' Haleweide (C. J.), gen. Hogen (J.), gen. Hendrik Warners, gen. Harm Warners, gen. Harm Everts, gen. Hartzuiker (Jan), gen. Holterman (Jan), gen. Hugt (W. van de), gen. Jan Jacobs, gen. Jan Gerrits, gen. Jan Pouwels, gen. Jan Lefferts, gen. Jurrien Jans, gen. K. Kuiper (Jan), gen. Kremer (Roelof), gen. U Lubbartus Reelofs, gen.  f58 Vénmslii^'yin-'Sttikk» 'bètrsikelyk tit i Lucas Wülems, genoodfchap.! Lunfing (W.), gen. i - ...M. Middelveld(R. W.), ' N. Neiiwer (Gerrit), gen. ■ ■ A ïi>^)^«5drj:i:wj Oofterwyk (Derk), gen. Oofterwyk (Jan A.), gen. P. .Pool (Harm van), gen. ■ Playzier (Jan), gen. Posthoorn junior (H.), gen. Poortman (Hendrik), gen. '■ & Quartier (Hendrik), gen. R. Rofe (H. Roelofs), gen. Roelof Claas, gen. Roelof Hendriks, gen. Roelof Derks, gen.' S. Stummel (B.), gen. Steenbergen (W.), gen. Swierink (G. H.) , gen. 1 Steenbergen L. Z. ( W.), gen. i Starkenborch(Tjardav.),^e?j. 1 Schiphorst (J. C), gen. } Genoodfchap van A. xi Albert Hendriks, genoodf. I ^ Aleripg (Lamb.)> gen. ■ \ Snoek (Andries), gen. Steenbergen (M. W.), gé^. Schiphorst (J. W.), gen. Schoonvetde (A. C.), gen' Schans (H. A.yan der), gen. Steenbergen (M.), gen. Steenbergen (R. W.), gen. Schiphorst (R. J.), gen. Snoek (Jan), gen. Steenbergen:(L.), gen. Spykerman (Albert), gen. Spykerman (Hendrik), gen. Smit (Wolter), gen. Schiphorst J. C. Z. (J.), gen. Schiphorst J.W.Z.(J.), gen. Stelling (Jan_), gen.' T. Tonckens (W.), gen. Tebberman;(A.), gen. Theele Lucas", gen. <(•'->';i.^..„£..,r;C"ii Vos van Steenwyk (C. Baron de), gen. f if M -" ' 'V Wolde (N. ten), gen. Worst (Gerrit), gen. A^olter Geerlicks, gen. Westenbrink (Geert), gen. Varmelink (Albert), gen. Vesfel Hendriks, gen. Vol ter Jans-jgen. Volter Roelofs, gen. 't Hogeveen. irkema (Gerrit), gen. uend Wychers, gen. Bi  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. gjta B. Bakker (Jan), genoodfchap. Bakker (Willemj, gen. Ba&kgr (Hendrik Warners), gen. Boer (E. W.-)V gen. Boer (J, W.), gen. , Brouwer (Hendrik), Beuker (ƒ•)> Bouwhuis (Harm), gen. B oemen (Jan), gen. Byieveld ( J. A.)" gen. Bcfoen (Hendrik), gen. Boeking (Hendrik), gen. Bakker ;CIaas), gen. . C. Calckoen (J.), gen. .Caickoen A. W.), gen. Coeling (Wesfcl;, gen. D. Dalewyk (Gerh.), gen. G. Ghyfen (Gerard), gen. Germanus (Jan), gén. Gerrit Berends., gen, H. Harm Berends, gen. Heuvel (Dedelhof tan), gen. Hartman. (Willem), gen. Ha^en (J?:i;, gen. Herman Arends, gen, ■ I- .'• y [J Jonge (W. de), gen. Tan Gerrits, gen. Jan Martinus, gen. Jonge (H. de), gen. jan ilannannus, genoodfchap, K. Kley (A.'teri), gen. Kley (G. teaYogen. ïarftenberg (8) gen. \arftenbcrg ("A.), ïaiftenberg-junior (A.), gen, £ley,(W. ten), gen. vortelink (J. R.), gen. iate (H. ten), gen. teyter (Anton), gen. fats (Willem), ge/j. L. .ange (P. H. de), gen. juinge (M.), gen. Mcas Gerrits, gen. .eudyk (Harmannus), gei%, M. tfeyer (Jan), gen. beulen (Adolf van der),gen. does (Harm), gen. rfunfter (A. van;, gen. does (Junien), gen. deinen (Ëvert), gen. beulen (Lamb. v. der), gen, planting (W, H.), gen. bulder (Arend), gen. k , ' Toord (A. van), gen. feutel (Karst), gen. «yenhuis (Roelf), gen. P. adding (Wychel), gen, adding (Jan), gen. R. .Qsfen (J. Creiners}, gwj. Rode  tób Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Hode (Jan de), genoodfchap. Roelof Manen, gen. Rempke Jans, gen. S. Sempel (Warner Jacobs), gen. .Sligt (Philip), gen. Slot (Pieter Bruins), gen. Stoter (Warner), gen. Stoter (Harm), gen. Smit (Jan Hendriks), gen. Slot (E. Bruins), gen. Simons (Hendrik), gen. Steenbergen (Jan), gen. Schuttrop (Jan), gen. Schierbeek (Marten), gen. Steege (Paul Prys ter), gen. Steenbergen (Cornelis), gen. Simon Jacobs, ge?i. Genoodfchap A. Albert Jans, genoodfchap. Arend Fredriks, gen. Arend Jans, gen. Albert Jacobs, gen. Albert Lamberts, gen. B. Beugeling (Willem), gen. Boer (H. Roelofs), gen. Beugeling (H. Alberts), gen. Beugeling (Hübert Alberts), gen. Bloemers (Pieter), gen. Bloemberg (Hendrik), gen. Barelt Harms, gen. Bloemberg (W. Jans), gen. Bloemers (Jan), gen. Bloemberg (Jan), gen. T. Thalen (Loghien), genoodf. Tepke (Georg), gen. Temmink (HendriK), gen. V. Veen (Alb. van der), gen^ Vries (rïgbert de), gen. Veen (Paul. v. der), gen. Vernim fGerrif), gen. Vriefe (Jan), gen. W. Wermels (Cornelis), genï ' Warneis (Hendrik), gen. Willem Janfen, gen. Wycher Alberts, gen. Wesfel Alberts, gen. Wermels (Albertus), gen. ie Dwingelo. Beugeling (Albert), gen. Boer (Roelof Hendriks), gefy Bakker (Jan), gen. C. Coops (Jan), gen. D. Reuring (J. H.J, gen. Donker (Lucas), gen. Donker (Jan), gen. E. Evert Jans, gen. Evert Arends, gen. Engbert Wolters, gen. F. Fokken (Leffert), gen.  de Giïèurtenisfcn in i? Fredrtk Arends, genoodfchap. Fokke Lefferts, gen. Fokken (Berend), gen. Gerrit Harms, Geert Berends, gen. Gerrit Jans, gen. Geert Jans', gen. Geert Ai'ends, gen. H. Hendrik Barelds, ^72. Huifing (Evert), 'gen. Hendrik' (Jans), gen. Ylilbert Hilberts, gén: Hendrik \yillems, gen. Huifïhg (J'acffbus), gen. Hendrik (Jans), gen. Hdnne Meyners, gen. Haveman (Klaas) ,■ gen. Hendrik Berends, gen. Haveman (Jan), gen. Hendrik Everts, gen. Hendrik ■ Warris, gen. Heino (Ado-lf), -gen.. [ ,. - TT\\ L .. J I Jan L. Barelds, gen. Jan Gerrits/, gen. Jacob Alberts, gen. jacob Jans,-gen. »Jan; Harms, gen. ■ ' Jan Hendriks, gen. , Jan Frens, gen. Jan Roslofs, gen. fan. Arends Cialen, gen. Jan Alberts, geni \? enz. voorgevallen. tSi Jan Flendriks, gen. jan Hilberts, gen. jonge (L. de), gen. jacob Clafen, gen. K. Kruimink (Harm), geni Koning (Michiel), gen. , (iH.;ciA «tujs^g Lucas Geerts, gw?. Leffert' Hendriks, gen: Lusfinge (Jacob), gen. P. Pouwel Geerts, gen: R. Roelof Arends, gen: S. Schipper (Jan), geni, Santing'è (R.), geil. Santinge (Jan Fokken), gctè Santinge (Jan), gen. Santinge -(Albert), gen. Smit (Jan), gen. T. Tiefing (Jan LeïFerts), geni V. Vos (Jan Clafen), gen. Vogel (Pieter), gen. W. . ' Wytfe Jans, gen. Wésfeling (Coop), geni  i6i Penameïing van Stukken betrekkelyk tot. Genoodfchap te Diever. A. Asfen (Derk), genoodfchap. Asfen (Harm), gen. B. Barteld Hilberts, gen. Beugeling (Willem Arends), gen, Barteld Roelofs, gen. Bloemberg (Coendert Jans), gen. Barteld Hendriks, gen. Bosch (Hendrik Berends), gen. Bloemberg (Roelof), gen. Benthem (Pauwel Arends), gen. D. Daniël Hanfen, gen. E. Egbert Jacobs, gen. G. Geert Hendriks, gen, Ocrbrand Symens, gen. H. Havpman (Jannes), gen. Hendrik Lamberts, gen. Hendrik Jans, gen. Harm Jans, gen. Houte (Cornelis ten), gen. Hofman (Jacob Michiels), gen. Helperig Folkers, gen. Hans Daniël, gen. Helperig Jans, gen. Kaveman (Willem Jans), jft. I. Jan Henderikus, genoodf. Jan Cornelis, gen. Jan Roelofs Beerem, gen. Jacob Lamberts, gen. Jan Roelofs, gen. Jan Hendriks, gen. Jannes Folkers, gen. Jan Jans Claven, gen. Jan Cornelis, gen. Jannes Huyberts, gen. Jan Harms Smit, gen. Jan Huyberts Roelofs, geni Jan Jans, gen. Jan Claven, gen. Jan Berends, gen. Jonge (Egbert de), £tn. Jan Coops, gen. K. Klaas Willems, gen. \ \ Klaas Klafen, gen. Klaas Jans, gen. M. Mulder (Roelof Hendriks) 2 gen. . Michiel Roelof, gen. N. Noorman (Hendrik Hea« driks), gen. O. Oldencamp (Harm Harms); gen. P. 3yper(AlbertHilberts), gen, Dyper (Roelof Harms), gen. B*  dt Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 163 R. .. Roelof Jans, genoodfchap. Roelof Alberts, gen. Reinder Hendriks, gen. Rykel Folkers, gen. Roelof Beenen, gen. Roelof Cornelis, gen. Roelof Arends, gen. S. Santinge (Hendrik), gen. Santinge (Roelof Hendriks), gen. s Genoodfchap A. Arend Freriks, genoodfchap. Albert Hendriks, gen. ...Aaldert Lucas, gen. Albert Lucas, gen. B. Bakker (Albert), gen. Bakker (Jan Haafe), gen, Bruines (Teunis Jans), gen. ' Bakker (Geert), gen. jBefoen (Lambert), gen. Baftiaans (Albert), gen. Berend Janfen, gen. Bafuyn (Henrik Jans), gen. Binderinge,, gen. c. Camp (Evert Lefferts), gen. F. • Frens Geerts, gen. perding (Roeflof), gen. T. Tisfmg (Jannes), gen. V. Veldkamp (Arend), gen» W. Winters (Jan Hesfels), geul Winters (Berend), gen. Willem A'berts, gen. Winters (Jan Huyberts), ge* Westerhof (Jannes), gen. te Beylen. Gerdinge (Hendrik), gen. Geert Jans, gen. H. Hunfe (Willem), geni Hendrik (Jacobs), gen. Hummelte (Frerik), geni Hendrik Everts, gen. Hunfe (Hendrik Jans), gea; Hunfe (Derk), gen. Herman Alberts, gen. Hendrik Harms, gen. Hendrik Hendrik Pyl, gett I. Jannes Hilberts, genJan Harms, gen. Jan Hendericus, gen. Jannes Arends, gen. Jan Hendriks, gen. Jan Lucas, gen. Jan Alberts, gen. Jan Hendriks, gen. K. Klaas Evarts, gen. Il % Kri  164 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Kremer (Willem Alberts) , genoodfchap. Kuick (Jan Roelofs), gen. L. LeCert Êverts, ge»., Leffert Arends, gen. Lanting (Jan), gen. Lucas Lucas, gen. M. ...Mulders (Willem Jans), gen. Meine Steffens, gen. Mesfen (Albert), gen. N. Nyboer (Lucas Willems) , gen. Nyboer (Willem Willems), gen. O. Ömkers (Hendrik Egberts), ■gen. Genoodfchap op A. Arend Berends, genoodf. B. Brouwer (Jacob Hendriks), gen- C. Cornelis Jans, gen. E. Egbert Luyties, gen. X i Flink (Jan), gsm R. Roelof Jans, genoodfchap. Roelof Alberts, van Hei,-vinge, gen. S. Schuuring (Jannes), gen. Schuuring (Albert), gen. Scheunink (Reiner), geit. T. Tromp (Jan), gen. W.' Willem Aalders, gen, Warris Egberts, gen. Wichers (Pieter), gen. Weerts (Gerrit Lucas), gejij,, het Runerwold*. G. Groenewold (Willem Jans!» genoodf. Gerrit Teunis, gen. Gerrit Roelofs, gen. Gofem Jans, gen. 11. Hopman (Harm Jans) , get$ Harm Cornelis, gen. Hilbert Arends, gen. Harm Roelofs, gen. Harm Alberts, gen. Harm Willems, gen. %',  Se Gebeurtenis/en in ï?&7 en%. vtorgmllen. 16? 1f Jan Gerrits, genoodfchap. Jan Pi eters, gen. Jan Coobs, gen. Jan Lucas, gen. Jan Jans, gen. Jan Slagter, gen. Jan Chriftoffel, gen. Jan Harms, gen. Jacob Warners, gen. K. . Klaas Roelofs, gen. P. Pol (Arend Hilberts), gen. Pol (Harm Berends), gen. Pol (Jan Berends), gen. Pieter Hilberts, gen. Genoodfcha B. Buur (Jan Jans ten), gen. G. Geert Lodewyk, gen. H. Hendrik Wychers, gen. Genoodfcha . B. Berend Hendriks, genoodf. D. Dunning (Willem), gen. Dilling (Timen), ge;!. F. Filip Harms, gen.' t R. Roelof Jans Smit, genoodf. Roelof Jans, gen. Roelof Arends, gen. Roelof Pieters, gen. Roelof Lucas, gen. Roelof Alberts, gen. S. Slomp (Pauwel Jans), geni_ Steven Harms, gen. . 1 Slomp (Egbert Claas), gen.. Slomp (Jan Klaas), gen. W. Warner Pieters, gen. Wolter Freriks, gen. Z. Zantinge (Jan Jans), gen. ) te Runen. K. Kuiper (Jan), gen. Keiler (Jan), gen. V. Vooïhees (Derk van), gn*i o te Borger. I. Jan Egberts, gen." ' Jan Roelofs, gen. Jacob Hendriks, gen. K. Kremers- (Remmelc), gen. L 3 Krfli  ïdjó" Verzameling van Stukken betrekkelyk tet Kremers (Geert), gen. Krcmers (Egbert), gen. S. Spykman (Jan), gen. Sociëteit i H. Jïuifing (Jan), focieteit. L In- en Kniphuifen (H. C. van), foc. L. Lrjin (F.), foc. Luinge (M.j, foc. N. Nyenfchuttrups (Jan), foc. Sociëteit i B. Braams (Teunis), fociet. D. JDilling (Hendrik), foc. Genoodfcha C. Coobs (Harms), genoodf. Carst Roelofs, gen. D. Dykman (Jan), gen. K. Koster (Jan), gen. W. Wenrjinge (Jacob), gen. Willem Alberts, gen. Willem Hendriks, gen. Willem Janfen, gen. Wycher Janfen, gen. e Sleen. S. Schuuring (Jan), fociet. V. Vrylinge (H.), foc. W. Wyk (Derk van der), foc, Wildrik (Gerrit), foc. Wosfum (H.), foc. e Gieten. M. Manting (G.),foeiet. W. Wychel (Jan Geertfema van), foc. !> te Anfen. L. Lucas Jans, gen. M. Mos (Berend), gen. W. Woltman (Roelof), gin. Stuk-  ie Geheurtertisfen in 1787 enz, voorgevallen, 1Ö7 Stukken nog betrekkelyk de Stad Deventer È loopende van Nü. 815 tot N°. 825 ingeflooten. tJo. 815. ExtraB uit het Boek van Refolutien der Stad Deventer, waar by Schepenen en Raad op de gedaane beboetingen en handelingen invoege als door de Gildens is gedaan , niet kunnen letten; maar dat alles houden buiten effect, en als niet gefchiedt, Saturni den 7 Juny 1788. j-Mennink, Dr. I Cofs. < en cborgerink. Door Heeren over de Gildens en verdere Heeren daar toe gecommitteerd , ter Vergadering zynde gerapporteerd, dat de Ouderliedén van de refpective Gildens hadden voor zich doen komen, en dezelve aangefpoord een ieder in derzelver Gildens te willen tragten, het daar heen te dirigeeren, dat afzagen van derzelver bekende fustenue, betrekkelyk het Concordaat van den 8 Oótober 1787 : dat die zelve Ouderliedén van de refpeöive Gildens wel onderfcheidentlyk, doch in 't byzonder eenige van dezelve zaakelyk daar op geantwoord hebben, dat, ongeachtet het Concordaat van den 27 Maart 1788, waar by 't Concordaat van den 8 October 1787 is verbrooken, zy echter oirdeelden dat dit laatfte alnog van kragt behoorde gehouden te worden, en dat daar op de onderfcheiden beboetingen van fommige Leden hunner Gilde hadden gedaan, echter dat des niettegenftaande zich fub. mitteerden aan de decifie van Schepenen en Raad, of en in hoe verre dezelve beboetingen zoude gelieven met derzelver decifie of goedvinden te be. L 4 kraS"  ,l6t Verzameling van Stukken betrekkelyk tot kragtigen. Is Schepenen etf Raad naar deliberatie goedgevonden en gerefolveerd , zich te blyven houden aan de vernietiginge van 'het Concordaat van dqn 8 Odtober 1787-, 'het zelve alnog voor vernietigd houdende, door er vermogens 'tlaatereConcordaat van den 27 Maart 1788, ten gevolge dac ook-Scbepenen ende Raad op de refpective gedaane beboetingén en handelingen in voege als door de> Gildens gedaan niet kunnen letten, maar dat alles bouden buiten effect;, en als.niet gedaan (*). En zal hier van aan de Onderbeden van de refpective Gildens, by Extract: worden kennis gegeeven , om aan derzelver Gildens daar van communicatie te doen* N<\ 8r6.. Klaagrequest van Gecommitteerden uit hei. Zydekraamers Gilde der Stad Deventer, tegens Frans Poelman, endeszelvs Huisvrouwe; benevens het AppoinEtement van Schepenen en Raaden daar op ge,' geeven, den 15 July 178,8* Wel Edele Hoog Achtbaare Heeren, Myne Heeren Burgemeesteren, Schepenen; en Raaden der Stad Deventer ! De ondergeteekende Gecommiteerden door het Zydekramers Gilde tot deeze zaak gequaliftceert, neemen de vryheid ü Wel Ed. Hoog Achtbaarcn eerbiedig voor te draagen en te verzoeken. Hoe dat Frans Poelman zich in de geheerfchi hebbende onlusten en overheerfching, als een geheel onwaardig Gilde-Broeder- gedraagen heeft, doordien hy een voornaam medewerker" is geweesi tot verbreeking en onderllè bovenkeering van het Gilde en alle derzelver rechten en voorrechten vaa dien, voor de Supplianten zo heilig en waardig, ea om (*) Zie VI. Deel deezer Verzameling, N°. 587. bl. 16$. j\TV59i. hl. 275. N°. 592. bl. 276, Np. 593- bl. 277. 1N\ 594. bl. 278. en N°. 598, bl. 285.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 169 om hun daar van voor het grootfee gedeelte te bcrooven, is het niet onwaarfchynlvk datdeBeklaag, de de wreede Wapenen heeft opgevat, het gene voor dc Sociëteit in de jGroote Overftraat ten' duidëlykftén gebleeken is, daar hy "en voornaam medehelper is gewfe t, in het ma .facreeren en doodfenieten van arme weerlooze Burgeren, en dus doende, onnoozel bloed heeft be]pen\ergieten. En vermids nu de Beklaagde zonder eenige twyf.r fel, om gemelde reden en riaaden, buiten de amnes«' tie gefloten is, en daarom zich ook tot hier toe vlugtig hout, het geen alles by U Wel Ed. Hoog Achtb. niet onbekent zal zyn; zo kunnen de Supplianten niet gedoogen, dat gezeide F. Poelman; langer in de Rechten en Privilegiën van dit Gilde deeld,maar zyn van oirdeel,dat denzelven daar van •diende en behoorde te worden verflöoken ; en dat gemelde Poelman zyn Vrouw, om dienswille gehouden zal wezen, om voor haar op nieuw het Gilde te winnen. De Supplianten hebben geoirdeeld dit aan UWel Ed. Hoog Achtb. te moeten voordragen, met zeer eerbiedig verzoek: ., dat U We! Ede! Achtb. F. •„ Poelman om bovengemelde red-n mee verlai'„ ten uit het Gilde gelieve te condemneeren, met '„ wyderen last aan Vrouw Poelman, wanneer lan„ ger op naam van het Gilde wil verkoopen, om „ als dan het Gilde op nieuw te moeten winnen". 't Welk doende &c. Jan Brinkcref.ve. Jan Jansen. G, van Tonceren, F. Arntzen. Appoinftemmt. Zy gefield in handen van de Beklaagde, om hier op fchriftelyk te berichten binnen den tyd van acht dagen, ha aStum in Ssnatu, Cofs. Eekhout, Dr-. Hartkamp loco Middelburg. .Den 15 july 1788. Ter Ordonnantie des Raads. (was get.} i A. v-an- Sucktelen , Secret. L 5 No.  170 Verzameling vm Stukken betrekkelyk tot Jï°. 817. Bericht van de Huisvrouwe van G. Poel» man, op voorftaande Request.11 l^i^)r/ Wel Edele Hoog Achtbaare Heeren, My. ne Heeken Schepenen en Raaden der Stad Deventer! De ondergeteekende Huisvrouw van Frans Poel» Man ingevolge marginale Refolutie van U Wel Ed. Hoog Achtbaare van den 15 July 1788, zullende berichten op zeker Request door Jan Brinkgreve, J, Jansen, Gerrit van Tongeren en F. Arntzen tegen haar geprefenteerd, neemt de vryheid eerbiedig voor te draagen. Dat zy zich niet kan begrypen, met welk recht die vier Perfoonen zich kunnen opgeeven als Gequalificeerden van het Zydekrameren Gilde, daar zy meent wel geinformeerd te zyn, dat het zelve Gilde nooit over deeze zaak hééft gedelibereerd, en dat de regeerende Ouderliedén zeks onkundig zyn, dat 'er eenige convocatie van het Gilde heeft plaats gehad. Dat wat de klagten, tegen haaren Ehetnan by dat Request ingebragt, betreffe, zy Berichtgeeverfche zich onbevoegd acht om buiten ordre van denzelven , deszelvs verdeediging daaromtrent op zich te neemen; en ook vertrouwd, dat de intentie van U Wel Ed. Hoog Achtb. met dit Request voor eenige weinige dagen in haare handen te Rel. len, nooit daar heen geftrekt kan hebben; hoewel zy voor het overige ten vollen overtuigd is, dat haar Eheman niet uit bewustheid van eenige fchuld, maar alleen ter ontvlieding van alle hem bedreigde haatelykheden, zich buiten de Stad blyft onthouden. Dat zy dus, zich alleen bepaalende tot het gene haar perfoneel zoude raaken, ingevalle haar Eheman van het Gilderecht verlloken mogte worden, waar toe zy echter wel vertrouwd dat U Wel Ed. Hoog Achtb. op zulke losfe en door Onbevoegden ia-  ie Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. IJl ingebragte klagten als de onderhavigen,niet zullen relblveeren, de eer zal hebben blootelyk aan Ü Wel Ed. Hoog Achtb. te rememoreeren. Dat bekenden rechtens,in deeze Stad en Provincie, geen ftraffe zich buiten de Perfoon aan wie dezelve wordt opgelegd, kan extendeeren. < Dat iemant, die zich in een Gilde koopt, daar door niet alleen een recht verkrygt voor zich zeiven, maar ook voor zyn Huisvrouw en Kinderen; met dat effect, dat de eerstgemelde tot den weduwen ftaat vervallende, berechtigd is de affaire voort te zetten, en dat de laatstge"nelden, op voordeeliger conditiën als anderen die geen Kinders van een Gilde-Broeder zyn , in het Gilde toegelaaten worden. Dat dit verkregen recht aan haar Berichtgeeverfche dus ook niet zoude kunnen worden ontnoomen , maar zy ca/u quo het zelvde voorrecht met eene .Weduwe zoude behooren te genieten. En eindelyk ,dat dit nog onlangs ook aldus is begreepen, in het geval van Juffrouw Kok gewezen Huisvrouw van den Zilverfmit Verstege, het welke fterker is. als dat van de Berichtgeeverfche, dewyl gemelde Juffrouw Kok niet zonder fchyn zoude hebben kunnen gezegd worden, zich door haar eigen bedryf aan het Gilde onttrokken te hebben, door zich van haaren Man, op wien dit recht origineel berustede, te laaten fcheiden; en zy Berichtgeeverfche, zonder eenig toedoen van haare zyde, en dus alleen door een anders daad, van haar wettig recht zoude worden beroofd. Om welke redenen dan, die indien 'er meer tyd voorhanden geweest was, gemaklyk breeder zouden kunnen geadftrueerd worden , de Berichtgeeverfche vertrouwt en nederigst fuppliceert: ,, dat U „ Wel Ed. Hoog Achtb het verzoek door de on„ bevoegde Klageren gedaan, zullen gelieven te B, wyzen van de hand, en haar Berichtgeeverfche „ by haar Gilde-recht te maintineeren. 't Welk „ doende etc." No.  ï?2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Ne 818. Klaag-Request van Gecommitteerden uit het Zydekraamers Gilde binnen Deventer, tegens Garrit van Calker, Garrit Hulshof, Beren» van Delden , Hendrik van Cai.ker en Jan van Delden, gefourneerd met een Document fub A, benevens het Appointïement van Schepenen en Raaden daar op gegeeven den 15 July 1788. Wel Edele FIoog Achtbaare Heeren, myne Heeren, Burgemeesteren, Schepenen en Raaden der Stad Deventer ! ' De ondergeteekende Gecommitteerden, door het Zydekraamers Gilde tot deeze zaaken gequalificeerd * neemen de vryheid van U Wel Ed. Hoog Achtbaa^ ie klaagelyk voor te draagen. Hoe dat haar Gildebroeders, met naamen Garrit van Calker, Garrit Hulshof, Berend van Delden, Hendrik van Calker en Jan van Delden, zich in de geheerscht hebbende onlusten en overheerfching, als onwaardige Gildebroeders gedraagen hebben; doordien zy van de voornaamite Medewerkers en Aandryvers zyn geweest, tot bouleverfement van de voor haar Supplianten zo heilzaame Gilderechten, Wetten en Privilegiën, en om bun daar van voor het grootfte gedeelte, zo niet geheel, te berooven, te betwisten, en zodoende alle hunne wettige Gilde-Eigendommen aan de geheel onberechtigde Roomschgezinden toe te kennen en op te offeren ; zo als overvloedig zoude kunnen blyken uit verfcheiden ingediende Adresfen,als r.ndere zaaken, doorBeklaagdens als opentlyke Voorftanders en Goedkeurders van de Patriotfche verderflyke desfeinen, meestendeels geteekend en volmondig goedgekeurd; waar van de bewyzenofin clks handen,of in de Prothocollen op het Raadhuis deezer Stad hervindelyk zyn; zo dat men dezelve niet verder naar rechten behoeft te adftrueeren , maar des ten overvloede hetbygaande Attest fub A. hebben bygevoegd, waar van men de beëediging in bediDgt. ttes  ge Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen; ïfg ' Dat de Beklaagdens om alle deeze, met gemelde Gilde ftrydige en fchaadelyke handelingen, de reenten van de Supplianten hebben zoeken te verkorten» in Rede van dezelve, zo voor haare Nakomelingen •als Gilde-Leden, verplicht waren om, wanneer zy' zich by den Ouderman van het Gilde aangeeven,en hun de toeftemming door denzelven gegeeven wordt, als Lid van het Gilde te worden aangenomen, de Wetten, Rechten en heilzaame Privilegiën, zoals voornaamelyk zy Mennoniten die by het aanvaarden van het Gilde vinden,te zullen voorftaan en helpen maintineeren. En alzo door diergelyke tegen het Gilde ftrydende verkeerde werken, als gevaarlyke en onwaardige Gildebroeders moeten gereputeerd v/orden. Dat de Supplianten hier om de Beklaagden als zodaanige boven alle anderen zouden kunnen en behoorden te houden, verftooken van alle hunne pretenfe Gilderechten; te meer, om dat uit menigvuldige Stads oude Concordaaten komt te blyken, dat v zy Mennoniten noch tot het Burgerfchap, noch tot de Gildens geen recht noch aanfpraak hebben, en : alzo maar bloot met oogluiking tot de Gildens zyn ingedrongen; daar mede niet te vreden zynde, maar hebbende daar en boven nog alle hunne kragten in- 'gefpmnen, om, was het mooglyk, door dien weg de Rechten en Privilegiën van der Supplianten Gilde den bodem in te liaan, en zo doende alle der Supplianten van ondenkelyke tyden herkomltige Voorrechten , aan de geheel onberechtigde Roomschgezinden op te offeren. — Om welke redenen de Supplianten ftoffe overvloedig zouden hebben, om zo wel hun Beklaagdens als derzelver Kinderen en Nakomelingen,'voor nu en voor altoos uit het Gilde, te verlaaten ; doch ten blyke van contrarie, heeft het Gilde goedgevonden hun Beklaagdens by gefchrift aan temaanen, om, ter uit de wegruiming van alle hunne wanbedryven, op een billyke en geringe wyze afdoening te maaken ; doch hier toe niet geneegen zynde* met weer terug zending der fchriften,  ij4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot en alzo daar op niet van haar kant gevolgd is, waar mede men een begin zoude kunnen maaken, ter herftelling van de zo hoog nodige harmonie en ééndracht van dit Gilde. Een fpreekmd bewys, Wel Ed. Achtbaare Heeren ! dat zy Beklaagdens niet alleen op hunne recht» ftreeks tegen de Rechten van 't Gdae inloopende fustenuen en handelingen blyven berusten, en ten éenemaale goedkeuren; maar ook zekerlyk vermeetien, daar aar zeer wel gehandeld te hebben : en alzo -•wierden .de Beklaagdens hier om aiet eenigfints gekortwiekt, en een geringe poenaliteit, terfchaade•toosftel.h'ng van "t Gilde opgelegd behoeft men niet te vraagen, welke hunne voorneemens zyn of zouden zyn, wanneer zy nu eenig karakter in gemelde Gilde behielden, of hier na obtineerden; als wanneermen zich zeer gemakiyk zoude kunnen voor oogen ftellen , dat hun laatfte werk niet veel beter zoude zyn , dan her gene zy tot de omwenteling toe, helaas! al te veel hebben helpen verachten. Doch tot een blyk van de grootfte toegeevenheid , is eenpaariglyk door het Zydekraamers Gilde goedgevonden , om de Beklaagdens voor hunne ftrydige handelingen tegen het Gilde.met de betaalinge vaa ieder eens 50 Guldens vry te laaten, zo ten voordeele van het Gilde enz. als tot fecoureering der Gildekas , welke mede door de fterke drift en invloed der overheerfchende Party is ontleedigd met het opfcliieten van 200 Guldens, aan dat zogenaamde Vry-Corps, welke Supplianten naderhand ter belooniog daar van, zeer vyandig met Kanon en Wa1 penen voor het Giidehuis zyn overvallen. terwyl zy bezig waren om voor hunne wettige Voorrechten te wraken; in welk oogenbük de Supplianten zich niet anders voorftelden, als net gene naderhand in de bekende en g;uwelyke moord voor de Societeit, in de Groote-Overftraat, maar al te veel ten uitvoer gebragt is. De Supplianten zouden verfcheiden meer byzon1 dere fatta, door Beklaagdens opentlyk verricht,teViZi gens  ie Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, ijry gens hunne verplichting als Gildebroederen gedaan, hier nog kunnen byftippen; doch vermits dezelven by U Wel Ed. Achtbaare al te wel bekend zyn, en op wier kennis de Supplianten by deezen zich beroepen; vinden onnodig, dezelven alhier meer te byzonderen; te meer, wyl het bovengemelde genoegza m zal zyn, om deeze billyke en rechtmaacige klagten van Supplianten met derzelver gedaane bekeuring te adjusteeren; weshalven de Supplianten genoodzaakt zyn zich door deezen by U Wel Ed. Achtbaare te adresfeeren, met ootmoedig var* zoek: , „ Dat ü Wel Ed. Hoog Achtbaare de gedaane „ bekeuring van Beklaagdens in de boete van 50 Gul- dens ieder eens, of zo veel meer als'tU WelEd. Hoog Achtbaare zal goedvinden te behooren, ge- lieven te corroboreeren, en dien ten gevolge de „ Beklaagdens daar in tecondemneeren,mitsgaders in alle de kosten door Beklaagdens oppoütie ver- oirzaakt." 'i Welk doende cifc. Jan Brtnkgreeve. Jan Jansen. G. van Tongeren. F. Arentzen. ; A. < Attefteeren en verklaaren wy Ondergefchreevenea van het Zydekraamers Gilde deezer Stad: Dat in de jongst afgeweeken onlusten en voorgenomen bouleverfement der Gilderechten en Privilegiën , tot ons leedweezen hebben moeten ondervinden, dat hunne Mennonite Gildebroeders, met naamen Garrit van Calker, Garrit Hulshof, Be. rend van Delden, Hendrik van Calker en Jan van Delden, geduurende die beroerde tyden, voornaame Medewerkers zyn geweest, zo wel in de Gilde-Vergaderingen als daar buiten, in de Rechten en «Privilegiën va# dit Gilde, waar aan zy zeiven geen aan-  I t/6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot .aanfpraak hadden, maar daar toe geheel onberecht tis*d waren, den bodem in te liaan ; en zo doende ons, .die daar aan het eenigfte recht hebben, te willen priveeren, om dezelve aan de geheel onbërechtig- -.de RoomschgeziDden op te offeren» daar in tegerideel een Lid van het Gilde, wanneer hy by het Gilde word aangenomen, verplicht is de Wetten, Rechten en Privilegiën, zo als hy die by het aanvaarden van het Gilde vindt, te zullen vooritaan en „maintineeren, en alles zoeken toe te brengen, wat 'ten beste van het Gilde zal bevonden worden te behooren. In waarheids kennisfe hebben wy, enz. deeze ei'genhandig geteekend. en zyn vaardig het zelve des noods met ééde te Herken. Aldus gedaan binnen Deventer, den 14 J.uly 1788. Engbert Wynvogrden. ' d. bentelaar. ■ Uit aller naam. AppoinEtemmt. Zy gefield in handen van de Beklaagdens , on* hier op fchriftelyk te berichten binnen den tyd van agt dagen. ïta attum in Senatu deni5July Cofs. Eekhoot, Dr. Hartkamp, 1788. loco Middelburg. Ter Ordonnantie des Raades, A. van Suchtelen. Secret. .. .. 178S. n>. ■é  ds Gebeurtenisfen in 1787 en*, voorgevallen. 177 ; Ho. 819. Bericht van voorfchreeven Perfoonen op voorfiaande Request. Wel Edele Hoog Achtbaare Heeren, myne Heeren, Burgemeesteren, Schepenen en Raaden der Stad Deventer ! De Ondergeteekenden by appoindtement van U Wel Ed. Hoog Achtbaare van dt n ijden deezes, gelast zynde, te berichten op een Request van J. \ Erimcgreve . J. Jansen, G. van Tongeren en Fr. . Arent/en, zich noemende Gecommitteerden van i het Zydekrameren Gilde, ter deezer zaake gequaliIficeerd: zouden kunnen oirdeelen, aan die ordres ! genoeg voldam te hebben,met te doen remarqueeiren, het gene U Wel Ed. Hoog Achtbaare by on1 derzoek bevinden zullen de waarheid te wezen,dac Ihet Zydekramers Gilde nooit geheel en wettig deeizer zaaken hal ven is by een geroepen, en dat derI halven bovengemelde Klagers wel door eenige Per[foonen, maar geenfints door het geheele Gilde, en :dus wettig, tot het prefenteeren van dit Request kunnen zyn gequalificeerd; dewyl daar uit noodwendig moet volgen, dat zy Berichtgeeveren ongehouiden waren, ter beantwoordinge vankhgten, door !zulke üngequahficeerden , aan U Wel Ed. Hoog (Achtbaare voorgefleld. Doch zv Berichtgeeveren verkiezen liever, on;der beneficie egter van de notoire exceptie van iniqualifi.atie daar uit voor hun refulteerende, U Wel :Ed. Hoog Achtbaare, zo veel de kortheid van den !geftelden termyn zulks toelaat, omtrent hetabufive 'van de pofitien in dat Request vervat, de nodige :elucidatien voor te draagen, ten einde, zo zy hoo- pen en vertrouwen, zich zeiven daar door op eens ivan de vexe, en U Wel Ed. Hoog Ach baare van :den last van diergelyke ongefundeerde Adresfen, te :bevryden. Zy zouden met dit oogmerk wel kunnen blyven Iftaan, by het abfurde van het attest van E Wyn[yoorden e< D. Bentelaar . beide door de Klagers IX. Deel. M te.  j?8 Verzameling van Stukken betrekkelyk toi tegen hen bygebragt, als waar in de Getuigen, niet alleen Leden van het Gilde, van geenerhandefactiën, maar blootelyk van hunne eigen opinien deponeer'en, en derhaiven, naar bekende rechten, voor geen Getuigen kunnen gehouden worden, maar daar en boven niet alleen voor zich zeiven, maar ook uit naame van anderen, aanbieden te bezweeren dat die opinien waarachtig zyn; en daar door overtuigend toonen, dat zy geen denkbeeld hebben waar in eigenlyk het wezen van een ééd beftaat,en gevolglyk in 't geheel als Getuigen niet toegelaaten zouden mogen worden. Doch Berichtgeeveren zullen niet zo zeer nodig hebben, hier op hunne defenfie te vestigen, noch ook op iets van het gene quo ad fatlum tegen depofitien, raakende hun prastens misdryf, in het KlaagRequest vervat, bygebragt zoude kunnen worden; vermeenende genoeg te zullen doen , om U Wel Fd. Hoog Achtbaare tot het finaal afwyzen van de Klaageren te perfuadeeren, wanneer zy kortelyk aanmerken : Belangende de Helling. dat het Gilde hen Bericht, geeveren per gefchrift zoude aangemaand hebben, om op eene billyke en geringe wyze afdoening te maa. ken: dat het alleen gebeurd is, dat hun zeker ge. fchrift is overgegeeven,als op naame van het Gilde opgefteld, waar by zy in een boete, ieder van 25 Guldens worden geflaagen; dan dat zy ongehouden waren geweest daar aan te obedieeren, ichoon al onderfield zynde, dat het Gilde tot zodaane bekeuringen berechtigd was; veor eerst, om dat alle de naarnen, waar mede dat gefchrift zoude heeten onderteekend te wezen, met eene en dezelvde hand gefchreeven waren , en zy dus dat gefchrift niet voor echt konden houden; en, ten anderen, om dat by dat gefchrift gelast word de boete aan handen van den regeerenden Ouderman te betaalen, en zy Berichtgeeveren, zich by de regeerende Ouderluiden vervoegd hebbende, vernomen hadden, dat die van de geheele zaak onkundig waren, en hun dus bleek»  'ie Gebeurtenis/en in .1787 enz. voorgevallen, 179 bleek, dat in deezen geene handeling van het Gilde was te vinden. . Belangende de vreemde Helling , die, voor zo verre de Berichtgeeveren uit de fiordige en duistere wyze van voordragr,in het Request doordraaiende» kunnen opmaaken, daar op zoude uitkomen: dat zf Berichtgeeveren, door zich in het Gilde te begeeven,zich onder de verplichting zoudengebragtheb* ben, om de Wetten en Privilegiën van het Gilde, zo als zy die by het aanvaarden van het Gilde vón* den, voor te liaan, en, niet alleen voor zich zeiven, m3ar ook voor hunne Nakomelingen, te maintineeren; dat zy Berichtgeeveren wel bewust zyn» zich door hunne aanneeming in het Gilde, onderworpen te hebben aan de Wetten tot het Gilde fpecteerende, en dat men hen ook niet zal kunnen bewyzen, dat zy zich aan die verplichting immer hebben onttrokken; doch dat zy het nakomen van Wetten, zo lang dezelve exteeren, en het maintineeren van dezelve, ten einde mede te werken om dezelve onveranderlyk te doen fland hou 'en , als twee zeer? ónderfcheiden dingen befchouwen; dat zy zich tot het laatfte, by hunne intreede in 't Gilde, nimmer hebben verbonden. Dat zy zelvs begrypen, dat zy tot zulk eene verbindtenis geheel onbevoegd zouden geweest Zyn, dewyl de Gilde-Brieven, voor zo veel hun bekend is, alleen verleend zyn op uitdrnklyke voorwaarde, dat Schepenenen Raaden ten allen tyde dezelve zouden kunnen en mogen veranderen, vermeerderen of verminderen s zo als Hoogstdezelve tot welwezen van de Stad zouden pirdeelen te behooren; en derhalven aan de Gildebroeders geen recht kan toegekend worden, om tegen het goedvinden van de Regeering, op de onveranderlykheid van deGUdewetten te infteeren; en dat derhalven, de zaak uit dlC gezigtpunt beichouwd zynde, niets abfurders kan uitgedagt worden door de Berichtgeevers, . wegens het niet maintineeren der Gilde-Privilegien.,tenaanM a zie»  tto Ferztmeling tan Stukken betrekkelyk tri zien van de admislie der Koomschgezinden, te wil» j len befchuldigen. Dat ondertusfchen op dit punt, nog behoort t« i| worden geremaiqueert; voor eerst, dat de voorflig;! der voorige Regeering zich niet verder extendeerde, ,1 dan om aan de Roomschgezinden de verkryging van 1 het Burgerrecht toe te (laan, en in genen deele om i aan dezelven het Zvdekramers Gilde (waar op hec: in deezen in allen gevalle zoude aankomen), te ac-cordeeren. En, tin anderen, dat, wat ook in die Propofitie! der voorige Regeering mogt wezen bevat, 'ernooic: een deliberatie van 't Gilde, over de admisfie derr Roomschgezinden geweest is ; en dus ook in diCC opzicht de tegen hen ingebragte befchuldiging, alti pietig moet gehouden worden. Dit dan genoeg achtende gezegt te zyn, om 01 Wel Ed. Hoog Achtbaare het abufive der pofitieni en de daar op gegronde motiven van bekeuring, vol-, gens der Requestrant voorgeeven , door het Gilde! Êefchied en waar op de approbatie van U Wel Ed., [oog Achtbaare verzogt word, te doen penetreeren ; | «uilen de Beiichtgeeveren, ten aanzien van die be-> keuring zelve, maar met één enkel woord, dewyl 1 de zaak te bwblyklyk is om iemand, di; Stads Rech- . ten kend, een oo^enblik te doen in twyffel ftaan», aanmerken: In de eerfte plaats, dat, wat ook de Requestran-. ten van eene éénpsarigheid van Hemmen mogen i voorgeeven, ook tot deeze laatfte bekeuring nooit: een' wettige convocatie van 't Gildegefchied is; en i dat dezelve, hoe zeer voor't overige het Gilde daar' toe al berechtigd zyn mogt, derhalven voor nul en i informeel zoude moeten gehouden worden; om nu i niet eens aan te merken, dat zy Berichtgeeveren i nooit door die Gitdebroeders , die zich zelve alt hunne Rechters opwerpen , over hunne prsetenfe misdaaden ter verantwoording opgeroepen zyn, en derhalven ook daarom zouden moeten gehouden wor- dei i  te Gebeurtenisfen in 1787 eng. voorgevallen. 181 den onverhoord, en dus nulliter veroirdeeld te wezen; doch dit het, in de tweede plaats, 'er verre af is, dat eenig Gilde recht zoude hebben om iemand in boete te flian, uitgezonderd in die gevallen, welte uitdruklyk in de Gdde-Wetten, aan het zelve door de Ri geering verleend, bepaald zyn; hoedaanig een geval in cas fubjVdl zeker niet aanwezig is; 'en dat het GilJe nog te minder recht in deezen kan voorwenden , uit hoofde van het Concordaat van den 27(ten Mam deezesjiars, waar by alle foorcgelyke praitenfien der Gildens worden vernierigd, en van de Refolutie van U Wel Ed. Hoog Achtbaare van den 7den Juny jongstleeden , waar by U -Vel Ed. Hoog Achtbaare by den inhoud van dat Concordaat perfifteeren. Dat derhalven, indien zy Berichtgeeveren al geacht konden worden ergens in geprcceerd te hebben, en dien ten gevolge breukvallig te wezen, zy dan nog door niemand, dan door hunnen competenten Rechter, Burgemeesteren, Schepenen en Raaden deezer Stad, gecondemneert en geboet zouden worden; hoewel zy tevens vertrouwen, dat 'er geene oirzaak zal gevonden worden, waar op Haar Wel Ed. Hoog Achtbaare tot zodaane condemnatie zouden kunnen refolveeren; vooral, na dat de gepubliceerde amnestie aan alle pourfuites, uithoofde van iemands politieke handel wyze, den bodem heeft ingefhagen. Dat ook zodaanige beboeting, al eens voor een oogenblik onderfteld zynde, dat daar toe genoeg. Zaame redenen exteerden, nog zoude moeten gefchieden,niet volgens het verlangen derGildebroeders, ten profyte van het Gilde, enz. maar volgens het voorfchrift van 't Stadrecht, ten profyte van de Stad;iets, het welk zy Berichtgeeveren niec hebben kunnen nalaaten te remarqueeren , uit hoofde van de finguliere reden,die de Klaagerszichdurven veroirloven daar toe by te brengen, te weeten de gifte van 200 Guldens, aan het Corps, Stad* Trye Burger-Militie, door het Gilde, in den jaare M 3 1785  l%2 Verzameling fan Stukken betrekkelyk tot 1785 gefchonken; welk vooral door aandryven van hen Berichtgeeveren zoude zyn gefchied; daar UWel Ed. Hoog Achtbaare, uit de hier annexe ftemlyst (*;, zullen gelieven te verneemen, dat Jan Brinkcreve en Garrit van Tongeren, dë eenigften van de vier Klaagers, die ten ty.de van het refolveeren tot die gifce in het Gilde geftemd hebben; en niet alleen tot het geeven van twee honderd Guldens, waar toe by meerderheid van ftemmen beflooten is, maar zelvs tot nog vyftig Guldens meer hebben geftemd. Voorts zullen Berichtgeeveren - op de haatelyke reflectien, die op hunne Gezindheid by Klaag-Request gemaakt worden , niet antwoorden; dewyl zy onderftellen, dat het U Wel Ed. Hoog Achtbaare, zo wel als hun zei ven, bewust is, hoe die Gezindheid, gelyk met de anderen „ die,, van de publieke Kerk disfentieeren, niet by opgluiking in de Gilden is ingedrongen, maar by Concordaat van den jaare 1711, daar op een welbevestigd recht heeft gekreegen: en dat zelvs die Concordaaten, waar van de Klaagers zo veel opgeeven, nimmer een duurzaame werking hebben gehad; daar de Voorouders, van de meesten der Berichtgeevers, wel voor meer als hondeid ja?ren, het Burgerrecht in de Gilden hebben genooten; maar meenen zy ten overvloede genoeg bygebragt te hebben, om, onder ie beding des noocls van alle verder bewys, waar toe de kortbeid des cyds hen buiten ftaat gefteld heeft,U Wel Ed. Hoog Achtbaare juftitie en protectie als Burgeren te imploieeren, en ootmoedigst te verzoeken: ,. Dat U Wel Fd Hoog Achtbaare hen Bericht. geeveren. van de gedaane klagte,kost- en fchaa,j deloos gelieven te abfolveeren." 't Welk doende, &c. (*) Zie dezelve agter het tweede volgende Stuk, fub E. Ne4  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 183 Nu. 820, Klaag-Request van Gecommitteerden uit het Zydekramers Gilde der Stad Deventer > tegens An- TONY VERWEY , ClIRISTIAAN SlIC£ITENBRE£ , Harmen: van Laar, Jacob Vrolyk en Hendrik Wolfsen, gefourneerd met een Docummt, fub A. benevens het AppoinStement van Schepenen en Randen daar op gegeeven, den ij July 1788. Wel Edele Hoog Achtbaare Heeren, Myne Heeren, Burgemeesteren, Schepe. nen en Raaden der Stad Deventer! De ondergeteekende Gecommitteerden, door het Zydekrameren Gilde tot deeze zaak gequalificeert, neemen de vryheid, van U Ed. Hoog Achtbaare klaagelyk voor te draagen. Hoe dat haar Gildebroederen, met naamen Antony Verwey, Christiaan Slichtenbree , Harmen van Laar , Jacob Vrolyk en Hendrik Wolfsen, zich in de geheerscht hebbende onluc-ten ea overheerfching, als onwaardige Gildebroederen gedraagen hebben, doordien zy geene van de geringfte Medewerkers en Voorftanders zyn geweest tot bouleverfement van de voor haar Supplianten zo heilzaame Gilde-Rechten, Wetten en Privilegiën, en om hun daar van voor het grootfte gedeelte te berooven, te betwisten, en zo doende alle hunne wettige Gilde-Eigendommen, aan de geheel onberechtigde Roomschgezinden, als toe te kennen,zo als overvloedig zoude kunnen blyken uit verfcheiden ingediende fchriftelyke Adresfen , en andere zaaken, door Beklaagden in hunne qualiteit als opentlyke Voorftanders en Goedkeurders van de P ïtriotfche verkeerde ftudien, meestendeels geteekend en geavoueerd, waar van de bewyzen, of in elks handen,-cf in de Prothocollen op het Raadhuis deezer Stad ervintelyk zyn, en alzo men dezelven niet verder van Rechten behoeft te adjusteeren, maar des ten overvloede het bygaande Attest, fub Afhebben bygevoegd, waar van men de beéédiging in be« dingt. U 4 Eat  184 Verzameling van Stuiken Betrekkelyk tot Dat de Beklaagden door alle deeze met gemelde Gilde ftrydige en fchaadelyke handelingen, de rechten van der Supplianten hebben zoeken te verkorten, in (lede van dezelven zo voor haar zei ven, als voor haar daar toe berechtigde mede-Burgers en Nakomelingen als Gilde-Leden verplicht waren, wanneer zy zich by den Ouderman van het Gilde aangeevenj en hun de toeftemming door gezegde Ouderman gegeeven word, om als Lid van het Gilde te worden aangenoomen, de Wetten, Rechten en heilzaame van ondenkelyke tyden herwaards gefubfifteerd hebbende Voorrechten en Privilegiën, zo als zy die by het aanvaarden van het Gilde vinden, te zullen voorftaan en helpen maintineeren, en alzo diergelyke tegen het Gilde ftrydende werken, als gevaarlyke en onwaardige Gilde-Broederen moeten gereputeerd en gehouden worden. Dat de Supplianten hierom de Beklaagden als zodaanige wel zouden kunnen en behoorden van alle baare Rechten te houden verdoken, te meerder, om dat de Supplianten ten blyk van de grootfte zugc van minnelyke harmonie,hun Beklaagdensperfoonlyke aanzoeken hebben gedaan, om was 't mooglyk door dien weg de nog fubfifteerendedifferenten en verfchillen, welke nog tot heden toe gemelde Gilde verdeeld houd, uit den weg te ruimen, daar na door gefchrifren; doch op welk een als ander niet een goed of voldoend antwoord gevolgt is; een middagklaare blyk Wel Ed. Hoog Achtb. Heeren, dat zy Beklaagdens niet alleen hunne gedaane verrichtingen, ten eenenmaale goedkeuren, maar ook daar in te zullen of te willen blyven berusten, en alzo wierden de Beklaagden niet eenigfints in deezen gekortwiekt, en eene geringe pcenaliteit ter fchaadeloosftelling van het Gilde opgelegd , behoeft men niet te vraagen , welke hunne voorneemens zyn of zouden zyn, wanneer zy nu eenigCaraóter in gemelde Gilde behielden of hier na obtineerden, en alzo kan men 'er zich niet veel meer Van beloven als het geen zy Beklaagden tot de om. wee-  dt Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 18 ƒ wenteling toe, maar al teveel helaas hebben helpen verrichten. Maar ziet Wel Ed. Hoog Achtbaare Heeren eene openlyke blyk van de grootfte toe* geeventheid, het Gilde heeft eenpaarig beflooten, om alle hunne contrarie handelingen zo verre het Gilde betreft te vergeeven en te vergeeten, nadat de Beklaagden aan het Gilde zullen hebben betaald ieder eens vyf- en- twintig Guldens, zo ten voordeele van het Gilde, als ter fecoureering van de Gilde-Kas, dewelke mede door de fterke drift en invloed der overheerfchendeParty, is ontleedigd met het opfchieten van 200 Guldens aan dat zogenaamd Vrycorps, welk de Supplianten naderhand ter belooning daar voor zeer vyandig met Kanon en Wapenen voor het Gildehuis zyn overvallen, terwyl de Supplianten bezig waren om voor hunne aangeboorene en gekochte Gilde-Rechten en Privilegiën op een wettige wyze te zorgen, in welkoogenblik zy zich de allergevaarlykfte uitgangen moesten voor oogen ftellen. De Supplianten zouden verfcheide meer byzondere fatïa door Beklaagdens zo verricht als geavoueerd, tegens hunne verplichting als Gilde-Broeders gedaan, hier nog kunnen byftippen, doch vermids dezelve by U Wel Ed. Hoog Achtb. al te wel bekend zyn, en op wier kennis de Supplianten by deezen zich beroepen , vinden onnodig dezélven alhier meer te byzonderen, te meer wyl het bovengemelde genoegzaam zal zyn, om deeze billyke en rechtmaatige klagten van Supplianten met derzelver gedaane bekeuring te adjufteeren. Weshalven de Supplianten genoodzaakt zyn, zich door deezen by U Wel Ed. Hoog Achtb. te adresi feeren, met ootmoedig verzoek: ,, dat U Wel Edi „ Hoog Achtb. de gedaane bekeuring van Beklaagd „ den in de boete van 25 Guldens ieder eens, ge. liefden te corroboreeren, en dien ten gevolge dé Beklaagden daar in condemneeren, midsgaders „ in alle de kosten door Beklaagdens oppofitie ver- oirzaakt", M S _ ft Welk  186 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot 't Welk doende. '(was gtt.) Jan Bringreeve. j. Janssen. Gerrit van Tongeren^ F. Arentzen. Attesteeren en verklaaren wy Ondergefchreevenen van het Zydekraameren Gilde deezer Stad, dat in.de jqngfte afgeweeken onlusten en voorgenoomen bouleverfement der Gilde Rechten en Privilegiën, tot ons leedwezen hebben moeten ondervinden, dat Antony Verwey, Chris n aan Slichtenïree, Harmen van Laar, Jacob Vrolyk en Henbrik Wolfsen, zich geduurende dien tyd openlyk zo met woorden als met idaaden, zo wel in onze tegenwoordigheid als in onze afwezigheid, en zo in onze Gilde-vergaderingen als daar buiten, door allerley wegen en middelen, midsgaders door hunnen overheerfchenden invloed zich hebben betoond den Roomschgezinden de> Rechten van ons Gilde verkrygbaar te maaken, en alzo te willen priveeren van ons aloud Gilde-Recht en Privilegiën > waar door den Roomfchgezinden onze Gilde-Rechten niet verkrygbaar zyn, ja dat, wanneer het den Hemel niet anders voorzien hadde, den Roomschgezinden in onze Gilde zouden hebben ingedrongen, «n alzo onze Gilde-Rechten den bodem ingeflagen «ouden hebben, daar nu wanneer iemant tot GildeBroeder word aangenoomen, zo wel ftilzwygendé als opentlyk verplicht is de Wetten, Rechten eri Privilegiën, zo als hy die by het aanvaarden van het Gilde vind te zullen nakomen en helpen maintineeren. In waarheids kennis hebben wy deezen geteekend, en zyn vaardig des noods dezelve met ééde te Herken. . Ge-  ie Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. i8> Gedaan binnen Deventer, den 14 July 1788. (was get.) • Engbert WynvoordeN. D- Bentelaar. Uit aller naam. Appointlement. . Zy gefteld in handen van de Beklaagden, om hier op fehrifteiyk te berichten binnen den tyd van, acht dagen lta aEtum in èenatu den 15 July Cofs. Eekhout, Dr. Hartkamp» 1788. loco Middelburg. Ter Ordonnantie des Raadesi A. VAN SüCHTELEN. Secrex. 1783. j — , N*'. 821. Bericht van voorfchreeven Perfoonen op voor.' Jlaande Request, gefourneert met twee By lagen fub A en ü. 1 Jfo-irii.'. i&b os : 'i.-fi •„■...■> ..-.ai^v -Aimihx-t *av* . Wel Edele Hoog Achtbaare Heeren,myne Heeren, Burgemeesteren , .Schepenen en Raaden der Stad Deventer! De Ondergeteekende Antony Verwey, Chris, tiaan cltchtenbrèe,'Harmen van Laar, Jacob Vrolyk en Hendrik Wolfsen, ingevolge Refolutie van ü Wel Ed. Groot Achtb. van den ij July 1788, fehrifteiyk zullende moeten berichten op de Requeste door Jan Brinkgreve, J. Janssen, Gerrit van Tongeren en F. Arentzen , zic'o noemende Gecommitteerden, door het Zvdekrameren Gilde tot die zaak gequalificeerd, aan U Wel Edele Hoog Achtb. geprasfenteerd : neemen de vryheid ma fchuldig refpecl: voor te draagen. — En wel .voor en aleer Bericht^everen. de Requeste zelvs res«  188 Verzameling van Stukken letrekielyk m rescontreeren, merken zy aan, dat de Requeftfan- ten zich eene qualiteit uanraaatigen, welke zy of in 't geheel niet, ofakhands op geene wettige wy. ze bezitten, dies zy zeer zeker in die hun te onrecht aangemaatigde qualiteit hun Berichtgeeveren niet hebben kunnen of vermogen aan te fpreeken; immers zy Requeftranten hebben die qualiteit niet kunnen verkrygen, dan door wettige opdragt van net Gilde zelvs in eene Vergadering van hetzelve aan hun ongedragen, hoedaanige wettige Gilde vergadering waar hun die qua ificatie opgedragen zou« de zyn, niet kan gtëXteerd hebben, wy| zy Berichtgeeveren en vericheiden andere niet geconvoceerde Leden dan als Leden van het zelve , tot zodaanige Vergaderinge moesten opgeroepen geweest zyn, dat echter niet gefchiedis, dus zy Requeftranten dié hun aangemaatigde qualiteit" niet kunnen hebben , of zo fommige Leden van hefc Gilde, die al aan hun mogten geconfereerd hebben, hebben zy nogthands zeker die qualiteit op eene onwettige wyze verkreegen, en dus is zodaanige quahficatie van geheel geen effeö of kragt, wyl het tog bekendelyk het zelve is, dat iets in het geheel niet exteerd, of op eene onwettige wyze zyne ex.flentie verkreegen heeft; zo dat hier uit alleen moet volgen, dat zy Requeftranten in deezen in Rechten tegens hun Berichtgeeveren, in het geheel niet kunnen gehoort worden; als mede, dat de vordering of klagte door dezelve in die qualiteit t< gens hun Berichtgeeveren gedaan, van zelve vervalt. Berichtgeeveren zouden hier mede hun bericht wel kunnen fluiten, dan om de verkeerde en alleCnts onbeflaanbaare handelwyze van fommige Gilde B rotderen tegens hun Berichtgeeveren in het werk gefteld wordende, ten klaarften aan te too. nen, zullen zy onder Protest echter van zich hier mede in het minfte of geringde niet te pray'udicee* ren, het Request zelve rescontreeren. Requeftranten contendeeren op het einde van do  * ie Gebeurtenis/en in 1787 ent. voor getallen, i8>' derzelver Request: dat U Wel Ëd Hoog Acht„ baare de gedaane bekeuring van bek aag jen ia „ de boete van 25 Guldens ieder eens, gelieven te corroboreeren, en dien ten gevolge de Beklaag„ den daar in ondemneeren, midsgaders in alle de kosten door Beklaagdens oppolïüe veroirzaakt"; en wenden by het rarrée van hun Request voor, dat zy alzo zouden hebben moeten handelen, orn dat Berichtgeeveren op voorige perfoonelyke en fchriftelyke aanzoeken , geen of geen voldoend antwoord zouden gegeeven hebben. De Berichtgeeveren moeten vastftellen, dat Requeftranten daar mede bedoelen een gefchrift gedateerd den 30 April 1788, met zestien naamen van diverfe Perfoonen, mede Gilde Leden (doch't wellc te letten ftaat alle met een en dezelve hand gefchreeven) geteekerd , aan hun Berichtgeeveren ter hand gefteld, alhier fub A., by het welke aan ieder van hun Berichtgeeveren wierd opgelegd om te betaalen vyf- en- twintig Guldens over agt dagen aan handen van den regeerenden Ouderman van her. Gilde; waar aan zy Berichtgeeveren vermeint hebben niet te kunnen ofte moeten voldoen, om dat het geheele Gilde niet is opgeroepen of vergaderd geweest, om over de ingrediënten van dat gefchrift te delibereeren en refolveeren, waarom zy Beïichtgeeveren niet anders konden, dan zodaanige prsetenfe Refolutie van het Gilde te houden voor onwettig of kragteloos, zy hebben zelvs dat papier voor geen echt ftuk kunnen aanzien, niet alleen, om dat alle de Naams-onderteekeningen onder het zelve ftaande, door een en dezelve hand gefchreeven zyn, mafcr ook daar en boven niet, om dat volgens het zelve de betaaling van die 25 Guldens zoude moeten gefchieden aan den regeerenden Ouderman, welke daar niets van wist; zo dat Berichtgeeveren dat papier volftrekt niet hebben kunnen refpefteeren, maar alleen als een Chartabei hebben tnoeten aanzien. Maar bovendien Wel Ed. Hoog Achtb. Heeren , ona  T.go Verzameling van Stukken betrekkelyk tot om dat, al was dat papier een echt ftuk, ja al waa het een Refolutie in een compleete Gilde Vergadering genoomen, dezelve bekcndlyk tegen hun Berichtgeeveren van geene kragt konde zyn, wyl dezelve dan nog zoude behelzen eene geheele 'willekeurige bekeuring van hun Berichtgeeveren ieder in een boete van 25 Guldens, zonder dat 'er een eenig artykel in der ZydekramertnGilde-wettenexteerd, waar op die bekeuring rust, of uit hoofde var welks ov.trtreedirgdie bekeuring gedaan wierd, ep 'er geen de minfte twyffel onderhevig kan zyn, dar ft;, Gilde geen ander recht van boelen kan hebben of exerceeren, dan alleen om de ovemeeding van de een of andere fpeciaale Gilde-wet, en wel Jsh een Gildewet, door U Wel Ed. Hoog Achtb. bekiagrigd; wyl bekendlyk geen particulier goedvinden van een Gilde zonder auctoriteit van de Regeering eenige kragt van Wet, veel minder toe het inpeneeren van boetens kan hebben. Stellingen Wel Ed. Hoog Achtb. Heeren , welke volmaakt inftemmen met de Refolutien zo welby Raad en Meente deezer Stad als by U Wel Edele Hoog Achtb. afzonderlyk nog onlangs genoomen, wy beroepen ons op het Concordaat van den 27 Maart 1788 en Refolutien van U Wel Ed. Hoog Achtb. van den 7 Juny 1788 en anderen. Dit alles nu Wel Ed. Hoog Achtb. ftrekt tot onlochenbaar bewys, dat zy Berichtgeeveren op gemelde gefchrift van den 30 April 1788 hebben kunnen mogen, ja moeten houden voor een Chartabei van geene de minfte kragt of valeur, en even daarom kan de niet nakoming van gemelde gefchrift, tegens hun Berichtgeeveren, tót geene rechtmaatig» befchuldiging veiftrekken. . Dit dan nu vooraf ten duidelykften (zo Berichtgeeveren vertrouwen) ter neder gefteld zynde, zullea zy verder aanmerken, dat de Requeftranten hun „ wyderen handel verzoeken Conclufie daarin gron„ den, dat de Berichtgeeveren, de Gildewetten, „ zouden hebben zoeken te verkorten, in ftede sa de»  ie Gebeurtenis/en in 17B7 enz. voorgevallen. ïgv # dezelve zo voor haar zeiven als voor haare daar toe berechrigde mede-Burgeren en Nakomelingen als Gilde-Leden verplicht waren, de Wetten, „ Rechten, en heilzaame Voorrechten en Privile„ gien, zo als zy die by het aanvaarden van hec „ Gilde vinden , te helpen voorftaan en maintinees> ren". Berichtgeeveren zouden wel in deezen zich eenvoudig in de ontkenning van de aangetygde befchuldiging kunnen gronden, en 'er by poleeren, dat het bewys tegens hun by de Requeste geavanceert, beftaande alleen in een onderhandfche Atteftatie van D. Bentelaar en Egbert Wynvoordzn, van geen de minfte kragt of valeur kan zyn, wyl dezelve geheel niet fpreekt van bepaalde daaden, zo door Berichtgeeveren, of een of fommige hunner tegens de een of andere Gilde-Wet zoude gedaan zyn , maar alleen een vertelfel, dat de Berichtgeeveren zich geneegen zouden betoond hebben, om de Rechten van het Gilde voor de Roomschgezinden verkrygbaar te maaken, hoedaanig Be? richtgeeveren zich zouden gedraagen hebben , zo wel in prsefentie, als NB. in afwezigheid van Attestanten, en zo wel in als NB. buiten de Gilde-vergaderingen; waar omtrent Berichtgeeveren in het voorbygaan zullen reflecieeren, dat zy niet begrypen kunnen, hoe die twee Attestanten verklaaren, en met ééde kunnen praafenteeren te fterken iets, 't welk in hunne afwezigheid zoude gebeurt zyn; en, in de tweede plaats, niet weeten, uit welker naam Engbert Wynvoorden, het Attest geteekend heeft, en voorts opmerken, dat 'er in geen Gilde-vergade. ring over het poinct, om voor de Roomschgezinden het Gilde verkrygbaar te maaken, gedelibereert of geftemd is , en dus ook door Berichtgeeveren voor de Roomschgezinden in Gilde-vergaderingen •niet geftemd is, of zelvs geftemd kan zyn. Maar zullen boven en behalven dien aanmerken, dat, al was die befchuldiging volkomen waar, als aeen, nogthands het Gilde, en Yeel minder eenige Le-  igi Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Leden van het zelve, geheel geen recht hadden om daar over bekeuringen te doen, en boeten te inponeeren; wyl, zo als boven ten genoegen aangetoond is. het Gilde geen ander recht heeft, of hebben kan om boeten te inponeeren, dan alleen uit hoofde van overtreeding van een bepaalde artikel van de Gilde-Wet, en wel zodaanige Gilde-Wet, welke door de Magifiraat met derzelver authoriteit bekrachtigd is; men inhsereerd ook hier de Refolutien van Raad en Meente en van U Wel Ed. Hoog Achtbaare, boven gemeld , anders zoude moeten volgen, dat een gelyke heerfchappye of macht zoude kunnen oeffenen over zyn's gelyken. 'twelk abfurd is. Dus dan heeft 't Gilde volftrekt geen recht of macht om ook deeze beboetingen, waar van by Requeste gewaagd wordt, tegen Berichtgeeveren te doen. Berichtgeeveren zullen hier nog met één woord by voegen, dat zy vermeenen, dat wel ieder Gilde-> broeder, door zyn admi^fie tot het Gilde, verplicht word tot obfervantie der Gilde-Wetten, zo lang, naamelyk, dezelve 'er zyn, en door U Wel Ed. Hoog Achtbaare niet verandert worden; want doch het is overvloedig bekend, dat de Gildebrieven gegeeven zyn op Voorwaarden, dat dezelven door de Magifiraat kunnen en mogen worden geinterpreteert, geëxpliceerd en gealtereerd, zo als uit de Gildebrieven zelve onloochenbaar blykt. Of het nu al we. zen mogte dat, daar de voorige Regeeriog van begrip ware, dat aan de Roomschgezinden het Bur. gerrecht verkrygbaar diende gemaakt te worden, zy Berichtgeeveren, of eenige hunner, in die zelve politieke denkwyze , omtrent dat fluk , mede verleerden ; konde zulks aan de Requestranten , als getoond tot hunne gedaane beboetingen geheel geen r< chr geeven. Berichtgeeveren vinden zich verplicht, hier nog te moeten by voegen, dat zy zeer verwondert geweest zyn, uit de Requeste te hebben gezien, dat de Requestranten hun tot een misdaad willen aanre- kc-  ie Gebeurtenis/en in 17S7 tna. vdorgêvallen. 19$ xenen, dat zy geftemd hebben tot verftrekkirig van zoo guldens aan het gewezen Vry-Corps, daar zy JRequeftrantèn gedeeklyk, zelvs tot eene hoogefe Tom, aan gemelde gewezen Vry-Corps uit de Gilde* -Kas te betaalen, geftemd hebben; gelyk dit tent .genoegen confteerd fub B; waar by nog voegen» dar zelvs de eerfte Klager Jan Brinkgreeve , welke voor 2jo guldens geftemd hadde, zeer gefteld geweest is ï, om daar voor de openlyke dankerkentenis te ontfangen, ook die met 'er daad ontfangeft heeft-. Hier mede vermeenen Berichtgeeveren ten aller* duidelykften te hebben aangetoond, dat het Gildè geheel geen recht heeft, om van hun de gemelde boeten te vorderen ; én meenen hier te kunnen en te mogen by voegen; dat zo zy uit hoofde van politieke handelingen eenige boete mogten geincurreerd hebben, als zy vertrouwen van neen, dan zeker U Wel Ed. Hoog Achtb. alleen recht zouden gehad hebben hun die boeten te inponeeren hoe* daanige dan ten voordeele van de Stad zouden moe*' ten gekomen zyn, en hoedaanige boeten, fchooa ü Wel Ed. Hoog Achtb. die dan al zouden hebben kunnen vorderen, nu naar Hoogstderzelver by de op den 30 Maart 1788 gepubliceerde Amnestie» cesfeeren. Om welke alle zy Berichtgeeveren geru'stelykdee* ze vermeinen te mogen fluiten, en onder generaale denegatie van het gene ten Requeste aangevoerd; en hier niet fpeciaal gedebatteerd mogt Zyn, oot* moedig te verzoeken. „ Dat U Wel Ed. Hoog Achtb. de tegen hunv, Berichtgeeveren gedaane voornoemde bekeurin>i, gen voor nul en kragteloos gelieven te verklaa3j rens en voorts der Requeftranten verzoek gelies, ven te wyzen van de handj met condemaatie Van dezelven in alle de kosten". 't Welk doende &e. IX. DiEn. K B¥-  194 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot BYLAGE A. Zynde op heden na wettige oproepinge ter ver- ■ %gadering van het Zydekramers Gilde in overwee-. ■ging genoomen, en vervolgens met eenpaarige: ftemmen vastgefteld en beflooten: hoe 'dat een ge- . deelte hunner mede Gilde-Leden, die echter de: minderheid uitmaakte, een party gekoozen hebben i en toegedaan geweest zyn, welke niet anders beoog- . den dan bet fundament, waar op de geheiligfte wet- . ten, rechten en voorrechten der Gildens en Burge- ■ ry, en byzonder van dit hun Zydekramers Gilde: fegrondvest was, geheel uit zyn verband te ruk-• en, en uit de gedagten te brengen: — als mede,, dat ook die zelve minderheid, door middel van de I te dier tyds overheerfching, de eenigfte oirzaak en i dryfveer is, dat een groot gedeelte der penningen, , welke meest gefchikt zyn tot onderhoud hunner: behoeftige Leden, uit de Gildekast geligt zyn, tot: cnderfteuning van dat gewapende Vrycorps, welké ï de 'Gildens en Burgery naderhand allervyandigst, , wanneer de meerderheid op eene wettige en confti- • tutioneele wyze bezig was voor hunne aangeboorea i «en gekogte wetten en rechten te zorgen, zyn aan-> gevallen, en waar toe die zelve minderheid vaat voorfchreeven Gilde, zo met raad, als zelvs daa-. ders, hebben medegewerkt en geweest zyn. En vermits het Zydekramers Gilde overvloedig; recht hadde, en bemagtigd gemaakt is, volgens eea i door de Magiftraat aan haar ter hand geftelde Re- ■ folutie van den 8 October 1787, om na wettige op- ■ roeping, met meerderheid van ftemmen zodaane perfoo- • men uit het Gilde te verlaaten, en voor een tyd, of al- • toos, van de Gilde voorrechten te ontzetten, als naar ' hun oirdeel zich zulks onwaardig zullen gemaakt heb- ben, al waarom het voorfchreeven Gilde overvloe- • dige redenen hadde, om gemelde Gilde-Leden uit: het Gilde te verlaaten, en van alle rechten en voorrechten van gemelde Gilde uit te fluiten. E.  i ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 19$ m Edoch in overweeginge genoomen hebbende, hee : oeste, zo van deeze Stad als van hunne mede-Bur; geren en Gilde-Broederen, zo is met eenpaarige ftemmen vastgefteld en beflooten, om aan Hend. iten Hengel, G. van Kalker . Hendr. van Kaleer, H. Herveld, B. van Delden, Jan van Delden, van Laar, Verwey, Vrolyk, Hend. Wolfden, Wynoldi en Poelman, als Leden van gemelde Gilde, en om boven aangehaalde redenen, op te leggen om te betaalen, ter verzoening met hec Zydekramers Gilde, de fomma van vyf- en- twintig i?"1^:??», alIeen ter verftrekking en herftelling van :de Gildekast, te betaalen heden over agt dagen, laan handen van den regeerenden Ouderman van 'Voorfchreeven Gilde, met te rug gave van Quitancie. x- En zal deeze in het Gildeboek worden geinfereerd. 8 Aldus gedaan, en door de Leden van het Zyde. Kraamers Gilde ondertekend, binnen Deventer den 30 April 1788. (was getekend) Jan Brinkgreve, Ouderman. — Jan Jan* fen, Ouderman. — Jan Oosterhof. A. Bosman. G. van Tongeren. —- H. Broekhuis. > Jan van der Haar. A. Schornagel. » Jan Piederiet. Gerrit Bosch. — Frederik Arentzen. — C. Harm- • TT Berend van Beek. — D. Bentelaar. —— Cornelis de Vries. —— Berend Engels. BYLAGE B. Uit het Zydekraamers Gildeboek. 1785 den ip January is het Gilde vergaderd geveest, en heeft by meerderheid van ftemmen vastte :teld, om aan het Corps vrye Burger Militie te M 2 gee-  ïj>6" Verzameling van Stukken beirekkélyk tot geeven twee honderd Guldens uit de Gildekas, èu I niet uit de Armekas, en is getekent als volgt: 200 Guld. 225 Guld. 250 Guld. Jan Oosterhöf. F. Dyxtra. Bendelaar. Hendk, ten Hengel. Verwey. E. Wynvoord. Van Laar. J. Rierink. Jan Brinkgreve. G. v. Kalker» Vrolyk. H. Heiveld, Wolffen. W. Sagertian. Winoldy. B. v Delden. Poelman. Jan van Deldea. Gerrit van Tongerea. , H. ten Cate. G. Bos. L. Bruna. L. Wernink. I\o. 822. Request van de Ouderliedén van het Slagers i\ Gilde te Deventer, aan de Ed. Hoog Achtbaare: Regeering van die Stad, waar by verzoeken datu hunne mede Gildebroeder Jan Hoekman uit het t Gilde mag worden verlaaten, en aan hem verheden,, van immer of ooit zelvs of door iemant zynen't we*A gen, te mogen jlagten (*_). Wel Fdele Hoog Achtbaare Heeren, my.. ne Heeren, Burgemeesteren, Schepenen! En Raaden der Stad Deventer. Geeft met vereischte eerbied en refpect te ken-. nen het Slagers Gilde deezer Stad. Hoe dat Jan Hoekman in den jaare 1787 alsKnegci die-1 (*) Te vooren naamelyk op den 30 April van dit zelvde I jaar, was deeze Man reeds by vonnis van dit zelvde Gilde, J voor altoos daar uit verlaaten en ontzet, en van alle voor-'l rechten daar aan verknogt vervallen verklaart. Zie het 1 VL Stuk deezer Verzameling Np. 594. bl. 278.  ie Gebeurtenis/en in 1787 em. voorgevallen. ï§f dienende by den Slagters Baas A. Kuit, van waar hy zich op den 15 January deszelven jaars eensklaps uic het werk heeft begeeven by het zogenaamde Vry-Corps, welke op dien dag zich by een verzamelden, met oogmerk om allen die genen, welke van hunne helfche voorneemens en denkbeelden differeerden, van kant te helpen, hec gene op dien zelvden nademiddag fchynbaarlyk heeft gebleeken , toen die geheele bende allervyandigst met de gelaadeae moordgeweeren op het Gildehuis, alwaar de generaale Gildens, byzonder het Slagers Gilde op dat moment vergaderd was, zyn aangevallen, by welk vloekgefpan hy Jan Hoekman zich als Lid en wel als Konftapel had geëugageert, ftaande mede aldaar in zyn Slagters gewaad by het vernielend moord-Kanon met een brandende lont in zyn bloeddorttige handen , om mogte het hem gel-ukken, zyn geheele Slagters Gilde op eenmaal van kant te> helpen , naar welkers overwinning hy alsdan eerfte Meester Slagter konde worden, het geen de Ongeltikkigen, die aldaar vergaderd waren met oogmerk om voor hunne Gildens eigendommen op een wettige wyze te zorgen, niet hadde kunnen mislen, zohet den Hemel niet voorzien en der Boosen aanftagen te niete gedaan hadde, ea dus doende hy J. Hoekman zyn- bloeddorftige hart op dat oogenblik niet heeft kunnen verkoelen. Evenwel nietlang daarna, heeft gemelde J. Hoekman met zyn Aanhangeren het zo verre weeten te brengen, dat voor hem langs de deuren is-opgebedeld een fomma van vyf honderd Guldens , waar by ingetekend hebben de Leden der Regeering welke te dier tyd heerschten, benevens de voornaamft» Hoofden en Aanhitfers van dat Moordrot, als an» dere gegoede Burgers, om geduurende eenige jaaren by Jan Hoekman vleesch te koopen , waarfehynlyk uit geen ander oogmerk, d'an om het geheele Slagers Gilde, welke allen van een met haar lirydead en dus zuiver en ftaadvastig gevoelen waJN 3 ren» I '  198 Verzameling van Stukken betrekkelyk ut ren, geheel te niete te maaken. —— Met welke on- i derfteuning en kragt hy Jan Hoekman zich by het ; Gilde vervoegde, en verklaarde, van voomeemem en bereid te zyn om het Gilde te willen winnen, , (om dat hy geld en magt genoeg haddej het geen 1 hem om veele redenen, regtftreeks ftrydende met; de wetten van het Gilde, moeste geweigerd wor- • den, en wel byzonder om deeze twee : eerjïelyk., om dat hy geen Leerbrief konde toonen, dat hy > zyn leerjaaren eerlyk en trouw had uitgeaient; en 1 ten anderen, om dat hy in zyn leerjaaren zich als 1 een Dief en dus als een Schelm gedraagen hadde; ; om welke twee hoofdredenen het onmooglyk was 1 Jan Hoekman onder het Gilde als Lid aan te nee- < men. Doch niet lang daar na vervoegde hy zich ander- • maal by het Gilde, met bedreiging, lteunende op» zyn ten dienfte verbonden hulpbende, om by al-, dien zy hem het Gilde niet goedwillig wilden toe- . ftaan, hy als dan evenwel voort zoude vaaren mee : llagten. —■ Doch het Slagers Gilde de omftandig- • heden en aaklige gevolgen welke hun anders voor : de deur flonden in overweeging neemende, te fa- • men beflooten, om hem Jan Hoekman op den 8: Febr. 1787 (fchoon uit nood) by provifie het Gilde: hebben toegedaan, en dus als'Lid hebben moeten , aanneemen. Dat dien pretenfen Slagters Baas vervolgens opentlyk geweigerd heeft, zyne plichten die hy na het aanneemen van het Gilde aan het zelve verfchuldigd was te willen nakomen; . daar een Gilde-Broeder, wanneer hy als Lid word aangeuoomen, gehoudenis, alle de Gildewetten, Rechten en Privilegiën, zo als hy die by het aanvaarden . van het Gilde vind, te zullen helpen onderhouden en maintineeren, zo als een getrouw Gilde-Broeder betaamd : edoch zyne getrouwigheid heeft reeds boven gebleeken, en zal nog nader worden bewezen, door dien hy zich niet heeft ontzien opentlyk tegen het Gilde ea derzelver Leden, met geweid 1  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 199 aan te werken, met oogmerk om de Roomschgezinden als anderen het Slagers Gilde verkrygbaar te maaken, en alzo de wettige Gilderechten den bodem in te flaan, en dus doende het geheele ftelzel van het Gilde 't onderlTe boven te keeren! om welke redenen hy niet waardig is om langer als Lid onder het Gilde genaamd te worden, nog te meer, om dat hy zich in de maand Juny des gelukkig geëindigd noodjaar 1787 , in de algemeene Menfchenmoord voor de Sociëteit in de groote Overttraat, als een woedende Slagter met het moord [taal in de vuist over de ftraat liep, zoekende alles, zo wel zyne mede Gilde-Broeders als de overige weerloozc Menfchen te willen verflinden. — Hy heeft zich mede en eindelyk niet ontzien, om op de publieke Heeren Straaten de rustige Menfchen aan te rarden en deerlyk te mishandelen , byzonder de Lyfknegt van Mevrouw S, de Schepper en de Koetfier van den Heer Secretaris Borgerink, dewelken hy zeer jammerlyk geflaagen en mishandeld heeft. - En vermids de wettige Gilde-Leden, zo een liegt en gevaarlyk perfoon onder hun Gilde niet langer mogen noch kunnen gedoogen, maar de naam van Gilde-Broeder geheel onwaardig is, en alzo uit het Gilde moet en behoorde te worden verlaaten. Om diens wil neemen de Supplianten de vryheid by deezen zich te adresfeeren aan LT Wel Ed. Hoog Achtb. met ootmoedig en ferieus verzoek. „ Dat U Wel Ed. Hoog Achtb. moge behaagen, ,, om hem Jan Hoekman om bovengenoemde re,, denen met de verlaating van het Gilde gelieven „ te condemneeren, en hem te priveeren van alle ,, Gilderechten, enwyders te verbieden van immer of ooit zelvs, of door iemand zynent wegen te ,, mogen Aagten." 'ï welk doende. (was get.~) W. rosvelt. H. Kuit. Als Ouderliedén. N 4 JP'  '8QO Verzameling van Stuiken betrekkelyk AppoinStement. Zy gefteld in handen van de Beklaagde, om hie? op fehrifteiyk te dienen van bericht binnen den tyd van agt dagen. Ita aftum in Senatu, Cofs. Eekhodt, , jPr. loco Middelburg. Den i Augustus 1788. "Ter Ordonnantie des Raads^ A. VAN SüCHTEEEN. Secret. 1788* IH 823. ExtratJ uit het Roek van Sententien der Stad; Deventer, waar by aan Gecommitteerden üif het Zydekraamers Gilde in die Stad, derzelver eisck tegens fommige hunner mede-Gildebroeders genomen* wordt ontzegd. In zaaken door en van wegens die van 't Zyde» kraamers Gilde der Stad Deventer, Klaageren en .Requeftranten; tegens diverfe Leden van het zelve Gilde, met naamen A.ntony Verwey, ChristiaaN Slichtenbree, Herman van Laar, Jacob Vro. xyk, Hendrik Wolfsen, Garrit van Calker, Garrit Hulshof, Berend van. Delden, Hendrik van Calker, Jan van Delden, Hendricus van Harreveld, Herman Jan. Winoldy en Hendrik; ten Hengel, Beklaagden. Alwaar de Klaageren, om diverfe by haare Requesten geallegeerde redenen , eisch maakten en concludeerden, dat de Beklaagden, ieder in 't byzonder , zouden worden gecondemneerd in eene boete van vyf en- twintig en vyfeig Guldens refpechve. ■ ■• ' En waar tegen de Beklaagden by overgegeeven berichten, mede om daar by geallegeerde redenen verzogten en concludeerden tot kost-en fchaadelooze abfolutie»  faGebeurtenisfen in 178? en*, voorgevallen. ?oï Burgemeesteren, Schepenen en Raaden, gezien en overwoogen hebbende de voorfchreeven Requesten en Berichten, mitsgaders gelet hebbende waar op te letten ftond, voorts hier over in dit finguliere geval zonder confequentje of prasjuditie aan de Hoogheid deezer Stad, ten contemplatie van het Concordaat van Raad en Gemeente van den 27 Maart 1788 , hebbende ingenoomen advis en decreet van twee Provinciaale en onpartydige Rechtsgeleerden, door Heeren Commisfarisfen van zyne Doorluchtige Hoogheid daar toe benoemd, recht doende, decreteeren en verftaan, overeenkomftjg derzelver Rechtsgeleerden daar op afgegeeven advis en decreet. Dat de Klaageren en Requeftranten behooren ,, te worden verftaan, in haare gedaane eifchen ea genoomen conclufien niet te zyn ontvankelyk » ,, dezelve daar in niet ontvankelyk verklaarende by „ deezen, en de Beklaagden daar van abfolveereu?, de." Ita ailum in Senatu den 12 Decemb. Cols. Menninck, loco dsf. G« 1788. G. j. van Suchtelen, Dren, NoORDINK, N 5 No.  iOt Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N°. 824. Misfive van de drie Heeren Gecommitteerden door den Heere Erf-Stadhouder aangejleld, tot het hooren der klagten van Burgery en Gildens der Stad ! Deventer, en herftelling der rust aldaar, aan de 1 Magi/lraat van gemelde Stad. Wel Edele Hoog Achtbaare Heeren! Wy hebben op zyn tyd wel ontvangen U Wel! Ed. Hoog Achtbaare Misfive,van den2i April 1788, en daar uit gezien, dat U Wel Ed. Hoog Achtbaare ten gevolge van de refervatoire Claufule, by onze dispofitie van den 2gften Maart, daar te vooren ervindelyk, verzoeken ons nader Declaratoir, en be« > fchikking, omtrent de volgende poincten. Als naamelyk imo. wanneer het eerfte jaar voor verfcheenen zal behooren te worden gehouden, van die uitkeeringen, waar mede de Rentambten van het Groot en Klein Capittel, van dePraabsdye en Boe. dekeriaanen, als mede dat van Mr. Geerts en Bus. ques Klooster, gechargeert zyn, en dus op wat tyd, wy vermeenen, dat de voorige Bezitters dier Ambten, hunne vefpective Adminiftratien zouden eindigen , en de nieuw aangeftelde Rentmeesters , de hunne zouden beginnen. 2do. Omtrent den post van fubftituut Bode op Amfteldam, aan Derk Kok geconfereerd. 3«o. Omtrent dien van Stads-Bode, waar voor H. Bletjmink heeft bedankt. 4">. Omtrent de jaarlykfche uitkeering, aan H. Rinkelaar toegelegd; doch waar van hy de dispofitie niet heeft mogen beleeven. 5». Omtrent den tyd van welke de uitkeeringen by onze bovengemelde Dispofitie, van den 29 Maart 1788, aan deezen en genen toegelegd, zullen beginnen te loopen, en dus op wat dag de Prasbendarisfen het eerfte jaar van die uitkeeringe zullen kunnen trekken. 6t0- Omtrent de functie van Stads Vendumeester, door Mr. M. van Doorninck bedankt;en by welke Misfive U Wel Ed. Hoog Achtbaare eindelyk tot onze kennis brengen. Dat  ie Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 20$ . Dat Mr. A. Persoon, Mr. C. W. Sloet en Mr. J. ü. Hagedoorn, hunne refpeótive Bedieningen van Scholtus en Ontfanger van Colmfchate, Postmeester en Rentmeester van 't Convent van Diepen, veen, wederom hebben aangevaard, en onze befchikkingen daar omtrent geaccepteerd. Edoch , dat de eerstgemelde, by die geleegentheid, eene foort van Protest, heeft overgegeeven; waar van U Wel Ed. Hoog Achtbaare de Restitutie van ons, na gedaane examinatie, verzoeken. (*) • De verfcfiillende omftandigheden, waar in wy ons refpective van tyd tot tyd bevonden, hebben ons verhindert, deeze Misfive vroeger te beantwoorden, dan daar toe al nu overgaande, begrypen wy ten opzichte van voorfz. eerfte poinEt . Dat wy ons van alle discusfie'der redenen, in dat regard, door ü Wel Ed. Hoog Achtbaars aan ons gefourneerd, kunnen dispenfeeren, door te verklaaren, gelyk wy doen by deezen: dat wy ons, door U Wel Ed. Hoog Achtbaare op onze approbatie, proviüoneel beraamde fchikkingen , laaten welgevallen, en alzo toeftaan, dat dezelve hun behoorlyk effect voor nu en het toekomende mogen gewinnen. Wat nu aanbelangd , het hier voor opgegeeven tweede poinEb, meenen wy U Wel Ed. Hoog Achtbaare voor ons nader Declaratoir, te moeten doen toekomen. Dat wy den perfoon van Derk Kok , wel houden, als voor zyn leeven aangefteld, tot Subftituut-Bode, op Amfteldam ; edoch niet anders noch verder dan dat het aan den effecliven Bode, of hem, die den zeiven reprefenteerd , altyd onverlet blyft, om, wanneer mogt vermeenen, het zy over de waar. neeming van dat Ambt, het zy over de betaaling, der daar op, ten zynen behoeve, gefielde uitkeermgen, klagten te hebben, dezelve aan U Wel Ed. Hoog Achtbaare als in deezen , gelyk in andere foortgelyke materiën, den Judex competent, zynde, voor te brengen, en daar over zodanige dispofitie tc (*) Zie dit Stuk verder op bladz. %\\,  Ï04 Verzameling van Stukken betrekkelyk tol te erlangen,als-U Wel Ed. Hoog Achtbaare In goede juftitie zuilen vermeenen te behooren. Terwyl wy, tot affnyding van alle de verdere gemoveerde discusfien, tevens hier by verklaaren. Dat gemelde Derk Kok verplicht is,' en blyfc im'. Om voor de goede Adminiftratie van deeze zyne functie, zodaanige fuffifante Cautie te ftellen, dat de origineele en effective Bode voor alle namaarfing deswegens in alle opzichten verzekerd blyft , en 2o«  so6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot bovengemelde Berend Winoldy, ten einde deze?* ve elk hun leeven lang geduurende te blyven trek» ken. Ad Qjiintum, oirdeelen wy het niet veel bedenking.» onderhevig, dat de tyd, van waar de uitkeeringen behooren gehouden te worden, te hebben begonnen te loopen, wel gefteld moet worden, op den dag van onze gegeeven dispofitie, zynde den 29 Maart 1788; doch dat den dag, wanneer het eerfte jaar van die uitkeering ten behoeve, der Prcebendarisfen, vervalt, moet gerekend worden op den 09 Maart 1789. Dan naardemaal de meeste dier Prabendarisfenj niet zonder merkelyk bezwaar, een geheel jaar op die uitkeeringen zullen kunnen wagten , hebben wy gemeend, by deezen, nader te moeten verklaaren. Dat alle die Ambtenaaren, welke met eenige uitkeeringen, ten behoeve van het algemeene Fonds zyn belast, verplicht en gehouden zullen zyn, op elk vierendeel jaars, een gerechte vierde part, van die hunne uitkeeringen aan de Ontfangers van dezelve, daar toe by onze dispofitie gecommitteerd te betaalen , en dat ten gevolge daar van,gehouden zullen zyn, om het halve jaar van die voorfz. uitkeeringen, dat op den 29ften September laatstleeden is vervallen geweest, al nu binnen veertien dagen, na dat deeze aan U Wel Ed. Hoog Achtbaare ?al zyn geworden, aan handen dier Ontfangers te voldoen ; verzoekende wy U Wel Ed. Hoog Achtbaare, om alle die gemelde Perfoonen daar van, door de voorfz. Ontfangers, de nodige kennis en requifi. tie te laaten toekomen, en voorts om deeze Ontfangers, daar toe te houden, dat, zo ras de omftandigheden zullen toelaaten, immers binnen agt dagen na laps van voorfz. veertien dagen, het half jaar uitkeering aan de refpective PraJbendarisfen, voldaan worden; en dat zy vervolgens, daar mede ook van vierendeel jaars tot vierendeel jaars voortvaarcn. Hier  4$ Gebeurtenis/en in 1787 enz', norgevalltn. *of Hier mede ia zo verre onze bovengemelde dis* politie van den 29 Maart 1788 nader expliceerende* Vermeenende wy al verder dat voorfchreeven Ontfangers als nu door U Wel Edele Hoog Achtb. zonder eenig verwyl behooren geaudtorifeerd en gelast te worden, om zo veel penningen, als tot die uitkeeringen in eens, door ons vastgefteld, benodigt zullen zyn, op het voorfchreeven algemeene Fonds te Negotieeren, ten einde die Perfoonen, aan welke dezelve zyn toegelegt, daar van daadelyk te doen gaudeeren. Ad Sextum , hebben wy goedgevonden tot Vendumeester van U Wel Ed. Hoog Achtb. Stad te committeeren , en aan te ftellen, den Perfoon van L. Bruna, en zulks op den zelvden voet als wy in dat Ambt Mr. M. van Doorninck, by onze dispofitie van den 29 Maart 1788 hadden doen continueerenj edoch onder deeze nadere mits en conditie , dat gemelde L. Bruna uit zyn aandeel, inde revenues van 't zelve, jaarlyks aan Jan Rozyn, op deszelvs Qjiitantie betaale de fomma van twee hondert en vyftig guldens, en zulks tot zo lang toe, dat gemelde Rozyn een Ambt dat meer dan voorfchreeven fomma opbrengt, zal hebben bekomen; en overmits nu reeds meer dan een half jaar federt onze dispofitie, is verloopen, en het onreedelyk zyn zoude, gemelde Bruna met eenige uitkeering, vroeger dan de aantreede, van dit zyn Ambt, te belasten, terwyl het aan de andere zyde niet van hardigheid vry zyn zoude, inval meergemelde Rozyh hier door een half jaar, van de aan hem by onze dispofitie van den 29 Maart 1788 toegelegde uitkeering, moeste misfen, zo zullen U Wel Ed. Hoog Achtb. wel mede die voorziening gelieven te doen, dat voorfchreeven half jaar uitkeering, ter fomma van een hondert vyf- en- twintig guldens, op den 29ften September laatstleeden vervallen, door den genen, die dit Ambt ad interim heeft waargenoomen, voldaan worde. Wy bedanken U Wel Ed. Hoog Achtb. voor de ge»  aö§ Verzameling v&n Stukkèh betrekkelyk tót gëgeeveneCommunicatie, dat de Heeren Persoon* Sloet en Hagedoorn, hunne refpective Ambten* op de daar door ons gemaakte fchikkingen weder* hadden aangevaard, terwyl wy ten gevolge van ö Wel Edi Hoog Achtb. verzoek, de Memorie door Mr. Ak Persoon^ by die gelegendheid aan U Wel Ed. Hoog Achtb. gedaanj ter hand ftellen, hierby te rug zenden. Edoch Voornaamelyk ook met dat oogmerk, dat V Wel Ed. Hoog Achtb. die Memorie aan gezeide Mr. A. Persoon wederom zullen gelieven te doen uitgeeven, met betuiging van onze bevreemding daar over. En hier mede vertrouwende, den inhoud van U Wel Ed. Hoog Achtb. Misfive van den 2iften April jongstleeden, te hebben beantwoord; zo maaken wy tot refcriptie van U Wel Ed. Hoog Achtb. nadere Misfive van den iften deezer* geene zwaarigheid, al nog te repeteeren, dat wanneer byons -vertrek uit U Wel Ed. Hoog Achtb. Stad, de Perfoonen van J. ten Harmsen en Berend Wjllemsen aan U Wel Ed. Hoog Achtb. ter obtineering van het een of ander hen convenieerend Ambt, op het favorabelfte hebben gerecommandeerd, als toen echter onze intentie niet is geweest, om die beiden of een derzei ve indistinfte voor het eerst openvallend Ambt, aan te beveelen, en dat wy ook op de nader van U Wel Ed. Hoog Achtb. by gemelde Misfive ontfangen Eclaircisfementen, met betrek" king tot het Rentambt van het Convent van Die* penveen, door doode van Mr. J. D. Hagedoorn, vacant geworden, van alle intercesfie voor beide de gemelde Perfoonen afzien, en de dispofitie daar over aan die genen, welke dezelve van ouds gecompeteerd heeft, overlaaten, zodaanignogthands , dat wy verwagten, dat* inval op de begeevingvan dit, of foortgelyke grootere Ambten binnen U Wel Ed. Hoog Achtb. Stad open vallende* zyne Doorluchtige Hoogheid onze Hooge Heer Committent, te vooren eenige influentie gehad heeft, U WelEd. Hoog  ■ie ÓéeurtemsferTiit i7#7 enz, voorgevallend &gr> iHoog Achtb. daar omtrent niets zullen willen in« ijjoveeren. Eh naardemaal wy al nog dezelvde redenen hebiben, om de meergemelde Perfoonert van J, ten Harmsen, en Berend Willemsen, aan de gunfti;ge attentie van ü Wel Ed. Hoog Achtb. te recom. rnjandeeren, zo accepteeren wy ook U Wel Edele Hoog Achtb offerte, óm beide die Perfoonen fuccesfive wel te willen begunfligen* inval een vad die Ambten in U Wel Ed. Hoog Achtb. Misfive uitgedrukt mogten komen te vaceeren, en wel zoSjJaafjlg "i dat wy verffleenen, dat:U Wel Ed^ Hoog (Achtb. dat gedeelte , van derzelver Misfive vanr 'Voorfchreeven ifien Üctober deez,es jaars,..aan hen ^oude gelieven te communiceeren, en aan hunne ifuccësfive keufe överlaaten, df zy refpective een Van die Ambten fpeciaal zouden begeeren, en op kleszelvs vacature willen wagten, dan nf zy liever zouden verkiezen, pm indistindte niet de twee eerst openvallende van die voorfchreeven Ambten të worden gebeneficeerd. Wy mogen voorts voor Ü Wei Ed Hoog Adhtfj* ibiet verbergèn, dat aan ons is kennelyk geworden* Idat tot nog toe zeer weinige van die Perfoonen., laan welke by onze dispofitie de Kostgeeving in 'C 'groote Gasthuis is toegelegt, in't'zelve zyn adn» igenoorrien, en doordien deeze n'aridelwys in geë±en deele overeenkomt met de inzichten vaö de Burs ;gerye* noch. met de onze, zo verwagten wy ookj :tiat U Wel Èd. Hoog Achtb. niet zullen gelieven! te toeven, van die gewisfe voorziening te doen^ :dat die genen, van welke deeze daadelyke Admis-; !fie tot de gemelde Kostgeeving dependeert, daar laan geen verder retardement toebrengen, maar dié ■Perfoonen zo verre die nog in leeven zynj zonIder ontfteltenis, daar van doen jouisfeeren^ zuls lende U Wel Ed; Hoog Achtb. ons wel ten fpoëdig-s iften willen informeeren, wat ten gevolge deeZerön&ë recommandatie zal zyn vérrigt geworden* m. Dml. O tffo  $ïo Verzameling van Stukken betrekkelyk tut Eindelyk moeten wy ü Wel Ed. Hoog Achtbi herinneren, dat aan ons nooit her minfte bericht ij gegeeven, van het gene ten gevolge van het Con-^ cordaat , van den 27ften Maart iaatstleeden , ec daar by gt ëvablisfeerde modus Procedendi omtrent dd fu>tenues der refpective Gildens, tegen fommige van hunne mede-Leden, is voorgevallen, of plaat» gehad heeft, weshalven wyü Wel Ed. Hoog Achtt baare verzoeken , van ons deswegens mede tec fpoedigften, de nodige informatien te willen laatec toekomen. En hier mede eindigende, beveelen wy U Wei Ed H-'og A\chtb in de befcherminge Goóv*. Gelichreeven te Arnhem, den 23 Oöob. 1788. V Wel Ed. Hoog Achtb. goedd Vrienden, Se Gecommitt-erdens van zyne Doeri] Hoogheid, den Heere Prince van O', range en Nasfauw, tot de zaaken va%\ de Stad Deventer. (was geteekend) j. E v. Lynden. A. R. van Heekeren van SüiDÉRAftl A. O. F, Boubuc Vaxebendir, Stut  de Geieurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, au 825. Memorie voor J. J Schmauss, om daar na antwoord, naamens den >nderpe eekendeu A, Persoon te brengen aan de Heeren Prcefiuenien der v neder te leggen en te :erlaaten, of hy, by wege van Juftitie 'er'van ontet wierd. Dat hy het eerde niet gedaan hadde, a het laatfte tegens hem ook niet ondernoomen ras, zo als nogthands, indien daar reden voor was, eigens het Regeerings-Reglement hadde behoord. . Dat hy overzulks wel reden hadde, om tegens ie wederrechtelyke, zo maar dejaEto, ondernoolene remotie, van hem als Rentmeester van het tapir tel, te protesteeren van nulliteit, en al nog ; vorderen, dat, byaldien men vermeende daar ae redenen voorhanden te wezen, men dan daar 9e tegen hem in Rechten deed ageeren, en men em alzo van dat zyn Ambt by wege van Juftitie, eed deposfideeren. Dan dat hy om zonderlinge hem daar toe overaalende motiven, zulks voor het tegenswoordige liet doen zoude, maar integendeel zich na t de ydsomftandigheden fchikkende, in die nnderfr>ts ganfch nulle en wederrechtelyke remotie flegtszeuO a de  ar* Verzameling van Stukken betrekkelyk tot de berusten: doch echter niet anders, dan onder zeer dierbaar en krachtig Protest , van zich hieï door in geenen deele te willen hebben geprsejudil ceerd, maar ter contrair zyn goedhebbend recht volkomen te willen hebben geconferveerd,om'daai; van, dan, daar en wanneer, hy zulks goedvindeï zal, behoorlyk emplooi te konnen en mogen maakem 2^ Dat het hem niet minder vreemd voorgekci med is, dat men hem het Schoutambt en den Onti fangst van Colmfchate, op hem beide vry en onbè zwaard zonder eenige uitkeeringen , in den jaat I75 j ,door wylen Haare Koningl. Hoogheid , dc View we Gouvernante, en door de Goedsheeren vai Colmfchate geconfereerd en begeeven, hem vos ders niet anders wilde laaten bekleeden dan bc zwaard met twee önderfcheidene uitkeeringen, t faamen monteerende eene fomma van duizend Gu\\ dens. Dat het doen van die uitkeeringen volftrtl. ftrydig is met den ééd van zuiveringe, door hesl by zyne aanftellinge tot Scholtus gedaan. Dat Vj ook niemsnt is, die eenig recht heeft* om hn Schoutambt , eens zuiver wel en wettig aan he* betreeven, naderhand mee eenige uitkeeringe te bc zwaaren, en noch veel minder den Ontfangst 00 zonder de minfte last of uitkeeringe op hem gecot fceerd, en waar over ook geen Menfch ter were< iets te zegden heeft, behalven de Goedsheeren ve Colmfchate, welke, althands zeer zeker derzei Ver gedecideerde meerderheid daar toe nimmer docïi nu, door de duurte der Landeryen, verpacht is 's jaars, voor . • ƒ 50* 5 " i De Jnra, zo van het Voluntaire als Contentieufe, kunnen, tien jaaren door elkander gereekend volgens het Rapport dat er van myne Vervalters van tyd tot tyd van gekreegen hebbe, noch niet al houden ƒ 2©o - 'f -JÈ De Maanpennink van ,i enkele Verpondinge en Contributie, tegens 5 per Cent, bedraagt zich ƒ 311 - 10 - 4 Die van het Vuurftedegeld mede ad 5 per Cent ƒ 3 Die van het Perfoneele van de Boerfcbap- pen Linde, Lettele en Okkenbioek . ƒ 50- e",m ƒ 1018 - 1 - * Doch ftaat omtrent de laatfte post te noteer en,( dat de Boermannen over dezelve.  ie Gebeurtentsfen in 1787 em. vmgevaüm. 21 g ve, ieder jaar, naar zinnelykheid di«poneeren, en ze 'er dus alle jaar kunnen «fneemen, zo als naar doode van den Heere Vyfhuis de Ontfangst van het Peifoneele van alle de andere Boerschappen , except alleen de drje boven'lliande, 'er ook werkelyk afgenoomca ; Staat voorts ook nog te letten, dat van voorenftaande fomma van ƒ ioiS - l •* Jaarlyks afgaat, voor en^ Jceld Officie-geld, een fomma van ƒ 36 • ' • » en dezelve alzo maar zui- trer blyft . . . . . / p82 - J - * 1 A, PSRSOOM, O 4 «Wkl-e*  Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Stukken betrekkelyk den Heer Mr. A. H Cramer . gereraoveerde Secretaris der Stad Deventer \ loopende van N°, 82Ó tot N°. 831 in-, geflooten. f*[c. 826. Brief van de Interim Regeering der Stad De» venter aan Mr, A.' H. Cr Am ér," niet toezending van. Declaratoir van Gildens en Burgerye Aan die Edele A. H.-Cramer !- ■ Van UE onoflag als Secretaris deezer Stad, ne» vens interdictie en order daar aan geaccrocheerd hebben wy geoirdeeld, ter Uwer narichten informatie kennis te moeten geeven, door toezending eeuer Copye authenticq van het Declaratoir van Gildens en Burgerye van deeze Stad den 2often deezer ter Vergadering van Raad en Gemeente mondeling gedaan en fehrifteiyk overgegeeven (*), Wy beveelen UE in Godes Heilige befcherming en blyven UEd. goede Vrienden, Deventer, den 22 De Interim Regeeringe der Stad Sept. 1787. Deventer. Ter Ordonnantie van dezelve, (was gef.) A. van Suchtelen, Secret. Het Opfchrift was, A,an die Edele A. H. Cramer te Devsnter. m (*) Dit Stuk, het welk hier anders op moeste volgen, js reeds geplaatst onder Ntf. 750. in het VUL Deel vandee-' 2e 'Veuameiing. bl. 198,  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz, vwgevallen. 217 U". 827^ Misfive van Mr. A. H Cramer, Secretaris der Stad Deventer, aara Je Magijuaat van gemeld*., Stad, Wel Edele Hoog Achtbaare Heeren ! Het kan U Wel Ed, Hoog Achtb. niet onbekend zyn, dat ik my in den nagt van den 20 September Jaatstleeden, ter uitvoering eener Commislie door Ridderfchap en Steden, by Refolutie van dien zelvden dag^*) aan my opgedragen, binnen U Wel Ed. Hoog Achtb. Scad hebbe bevonden, en dat ik roeq uit (ïoofde der onveiligheid, die ik voor myn perfoon, niet tegenftaande myne Commisfie der Hee* ren Staaten, moest ondervinden, daar onder anderen op myn leeven. werd toegelegd, door iemant» wiens naam by U Wel Ed. Hoog Achtb.de grootfte verwondering zoude moeten baaren, genoodzaakt! ben geweest om, onder geleide van den Heer Luitenant Collonel Bentinck tot Bukhorst, aan wien ik het behoud van myn leeven verfchuldigd rekene» de Stad in aller yl te verlaaten. Daar op aanftonds wederom naar Campen zynde te rug gekeerd; eu van myn wedervaaren aan Rid» derfchap en Steden verfLg hebbende gedaan, heb ik vervolgens den Landdag aldaar verder gerefpe. cieerd, en na het afloopen derzelve aan den Heer Secretaris H.üqrgeri^k, bylYusllve van den 24ften 5ep- li (*) Deeze Refolutie was van den volgenden inhoud ; „ Geïnformeerd zynde, dat 'er werkelyk binnen Deventer „ ,een Corps Pruisfifche Troepes zoude zyn ingerukt; is „ goedgevonden den Secretaris der Stal Deventer A-H„ Cramer naar Deventer te .zenden, om aldaar te vernee„ men wat van dit gerugt mag zyn, en zo ja, zich te vervoegen by den commandeerenden Officier van dat Corps, „ en, zich by denzelven te informeeren naar deszelvs ifi„ tentie en orders, en van deszelvs bevindinge aan Rid„ derfchap en Steden in perfoon kennis te komen gse* h ven.1! 0$  «fg Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot September, verzogt, om, daar zulks behoorde» kennis te willen geeven, dat ik bereid was om van het verhandelde op den Landdag verflag te komea doen, indien men my wilde verleenen veiligheid, BefFens vryen acces en reces tot en uit de jtad voor rmn pet (bon , als mede eene verzekering, dat men my niet zoude noodzaaken om iets te verklaaren, waar uit eenige nadeelige co fequentien voor my zouden kunnen worden getrokken; terwyl ik ander» de Stukken , tot het verhandelde op den Landdag betrekkelyk, zoude overzenden. Hier op van gemelden Heer Secretaris tot antwoord bekomende, dat de interim Regeering der '-tot Deventer de Stukken van den Landaaa zoude te gemoet zien, (waar aan, voor zo verre zulks in myn ver. mogen was, aanftonds is voldaan,) heb ik daar uit moeten opmaaken. dat men my omtrent het een en ander geen verzekering wilde geeven, en dat du» myne omftandigheden om U Wel Ed. Hoog Acntb. Stad te eviteeren, de zelvden bleeven. Dus tot myn leedwezen hebbende moeten befluiten, om eldeis vooreerst myn verblyf te neemen, heb ik my tot laatsleeden Vrydag te Campen opgehouden, en ben van daar naar Leuvenum, de Buitenplaats van den Heer van Westervelt in Gelderland gelegen , vertrokken , alwaar ik gisteren hebbe otufangen U Wel Ed. Hoog Achtb. Refolutie van den 2 deezer, waar byaan my gelast wordt, „ om binnen tweemaal 24 uuren, na uitreiking der „ Refolutie, ter Secretarye te bezorgen of te doen 0, overgeeven zodaane papieren als van Stads wege „ onder my mogte hebben , nevens alle correspon„ dentien, zo over de verandering in de Conftitua, tie, als over de Militaire Corpfeü; gelyk ook ia het byzonder de ond*r my hebbende papieren van het gedisfolveerde Corps vrye Burger-Mili#, tie, te vooren binnen de Stad gelegalifeerd ges, weest " Dat ik niet in ftaat ben geweest, om my daar over eerder te kunnen adresfeerea, zullen U Wel Ed. Hoog Acht-  ! ie Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. ztq Achtbaare even zo ligtelyk kunnen begrypen, als dat ik, daar de redenen, hier voor door my aangeroerd, al nog blyven fubfifteeren , zwaarigheid moet maaken, om my naar U Wel Ed. Hoog Achtbaare Stad te begeeven, ten einde myne aldaar zy nde papieren behoorlyk te examineeren en na te gaan, of daar onder ook zodaanige papieren worden gevonden , waar by de Stad of haare Burgeren en Ingezetenen eenig belang hebben. Indien egter U Wel Ed Hoog Achtbaare my zodaanige verzekering, als ik aan den Heer Secretaris Borgerink, by den hier boven vermelden Brief, hebbe verzogt voor my te vraagen, gelieven te geeven, ben ik vaardig om, zondereenig verwyl, te Deventer te komen, en, onder protest tegen alle nadeelige corrfequentien, die daar uit immer of ooit tegen my zouden kunnen worden geëliceert, ter Secretarye over te geeven alle papieren, waar by de Stad of haare Burgeren en Ingezetenen eenigfints zyn geintresfeerd, terwyl ik my als dan over al-het gene verder in U Wel Ed. Hoog Achtbaare Refolutie is vervat, nader zal verklaaren,op die wyze, als ik zulks voor my dienftjg en geraaden zal oirdeelen. Hier mede zoude ik deezen kunnen eindigen, en TJ Wel Ed. Hoog Achtbaare nadere Refolutie afwagten, indien ik het niet van mynen onvermydeTyken plicht rekende, om hier nog te moeten byvoegen, dat ik niet eerder, als op den 25ften September, hebbe ontfangen den Brief van delnterim Regeering der Stad Deventer, gefchreeven aldaar den 22tïen te vooren; en dienende ter geleide van eene authentique copie van het Declaratoir, naamens Gildens en Burgery van Deventer, zo als ia het hoofd van het zelve vermeld ftaat, ten aanzien van den Secretaris G. Dümbar en myn Perfoon,op den 2often derzelverMaandSeptembergedaan,waar by men goed vind om ons, uit hoofde van eenige daar by voorgewende redenen, viafatti, van onze bedieningen te ontdaan, indien wy daar van niet vx-ywillig wilden defisteeren en afftand doen. Zonder  aso Verzameling van Stukken betrekkelyk tot der de merites der redenen* in dat Declaratoir vervat, voor het tegenwoordige eenigfints te willen toucheeren, zal ik daar omtrent alleenlyk maar aanmerken, dat ik tot eenen vrywilligen afftan J geenfints gezind beu, noch daar tie immer za"l overgaan; en dat ik geene ontzetting van myn Ambt, door wién dezelve ook mogt worden ondernomen, zonder eene rechterlyke uitipraak , zal erkennen of aaoneemen ; vertrouwende, dat U Wel Ed, Hoog Achtbaare my, als door de wettige Regeeringe der Stad Deventer daar toe aangelield, in deezen zulJen maintineeren, en niet toelaaten, dat ik in myn wettig recht eenigfints worde geturbeert Indien men denkt,dat in myne handelwyze iets misdaadigs is gelegen, zal ik, zuiver van geweeten zynde, en niet weetende iets anders te hebben verricht), dan het gene ter bevordering van de belangens myner mede-Burgeren, en ter voldoeninge aan de plichten, waar toe ik my in de betrekkingen van Burger en Secretaris gehouden rekende, konde vertrekken, met genoegen te gemoet zien, dat men my in een gewoon Rechtsgeding betrekke, wanneer ifc van den Rechter geen gratie, maar het flnktfte recht begeere; zo ik dan fchuldig worde bevonden, dat men my ftraffe, of anders myne onfchuld voor het oog der geheele Natie doe blyken. Ik hebbe inmiddels de eer, my in U Wel Ed, Hoog Achtbaare protectie aan te beveelen, en met allen verfchuldigden eerbied te noemen, Wel Edele Hoog Achtbaare Heeren'. U Wel Ed. Hoog Achtbaar» Leuvernum, den onderdaanige en ootmoedi. -/Ottob. 1788. ge Dienaar (was get.) A. H» Cramer, -Nip*  ie Gebeurtenis/en In 1787 enz. 'norgevallen. 22? N°. 828. Nadere Misfive van Mr. A. H. CRAMER^ aan de Magifiraat der Stad Deventer. Wel Edele Hoog Achtbaare Hëéreni Op mynen Brief, dien ik de eer had reeds in heC begin der laatst afgeloopen Maand Odfober,aan l? Wel Ed. Hoog Achtbaare te adresfeeren, tot heden toe geen antwoord hebbende ontfangen , veronderftel'.e ik, dat die Brief niet is overgekomen ; weshalven ik de vryheid neeme, om eene Copie van denzelven hier nevens te voegen,met herhaalde in* Itantie, dat U Wel Ed. Hoog Achtbaare op myne daar by gedaane verzoeken zullen gelieven te refiecteeren , en my recht laaten wedervaaren. My daar toe in U Wel Ed. Achtbaare protectïa aanbeveelende, heb ik de eer, met allen verfchuldigden eerbied te zyn, Wel Edele Hoog Achtbaare Heeren l Averenk by Hengelo in de Graavfchap Zutphen , den 12N0V.1788. U Wel Ed. Hoog Acht* baare onderd. en g«« hoorz. Dienaar, (was get.y A. H. Cramer^  222 Verzameling fan Stukken betrekkelyk tot JNK 829. Request van Mr. A. H. Cramer, aan zynt Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nasfauw, Erf-stadhouder, Kapitein-Ge» neraal en Admiraal der Vereenigde Nederlanden. &p\ Êfc &c. Doorluchtige Hoog Gebooren Furst en Heere! De Ondergeteekende neemt de vryheid Uwe Doorluchtige Hoogheid, met allen verfchuldigen eerbied, ■voor te dragen; „ dat hy in den jaare 1777, op re„ commandatie van Uwe Doorluchtige Hoogheid, „ door de toenmaalige Magifiraat der Stad Deven- ter, isaangefteld gewórden rot tweeden fupernu?, merair Secretaris dier Stad, buiten nadeel of kos„ ten van de toenmaalige Secretarisfen, alleenlyk „ op de Jura, zo hy in de Secretarye zoude komen te verdienen, en met de expextance vën op zy„ nen rang,na-denfupernumerairen Secretaris van „ Süchtelen,. in cas van vacature, als ordinair Se3, crecaris in te vallen op het traÊrement en de J9 emolumenten , daar toe fiaande". Woorden 1 wier klaarheid de wettigheid van des Ondergeteekendens aanftellinge in het helderfie daglicht field, en die even' zo weinig eenig verder betoog vereisfehen, als het overtollig zoude zyn om te willen bewyzen, dat deeze Secretariaaten permanente Ambten zyn, en dat het eene vaste, en zelvs in het thands vigeerende Reglement op de Regeeringe van de Provincie van Overysfel geradiceerde wet is, dat alle permanente Ambten ad dies vitct wórden begeeven , en dat zy, die daar mede worden begunlïigt, het recht hebben om die, geduurende hunnen leeftyd,waar te neemen, en daar van de voordeden te genieten, ten ware zy mogten goedvinden, om hunne Ambten vrywillig te rcfigneeren, of dat zy daar van by forme van juftitie "worden verlaaten: waar uit van zeiven voortvloeit, dat de Ondergeteekende, aan wien men dit recht^ niet kan betwisten, zyn Ambt, geduurende zynen leef-  Si Gtbnvrtmisfm in 1787 enz. voorgevallen. 223 leeftyd, niet dan in de beide opgenoemde gevallen kan worden ontnomen. Dat dan ook elk ©npartydige zal moeten toeftemmen, dat de Ondergeteekende, die nimmer eenigen vrywilligen aflband gedaan, noch in de remotie van den 2often September laatstleeden, by het Declaratoir, waar van de authentique Copie(*)_/a& ^hierachter is gevoegd, ondernoomen , heeftge« condefcendeert, nog fteeds wettig Secretaris is, en dat men dus niet kan noch mag verweigeren , zo 'er al onvermoedelyk redenen , om hem van zyn Ambt re doen removeeren, aanwezig mogten zyn, om den weg van Rechten, door welken alleen hy van zyn Ambt cufu quo begeert verlaaten te zyn» voor hem open te (lellen. Dat de Ondergeteekende, die uit hoofde der onveiligheid, welke hy op den 2often September laatSLleeden, toen hy door Ridderfchap en Steden de Staaten der Provincie van Overysfel van Campen naar Deventer werd gezonden om zich op den toeftand der zaaken te informeeren, aldaar hadde ondervonden, wanneer hy ter naauwer nood zyr» leeven heeft kunnen redden, geheel en al ongeraaden oirdeelende om zich wederom naar gemeld» Stad te begeeven, ten einde zich in zyn Recht te maintineeren, tot de Heeren van de Magifiraat, aan wien het handhaavenen der Juftitie niet alleen is aanb-voolen, maar die zich ook daar toe op het plechtigfte hebben verbonden, zynen toevlugt heefe genoomen, en aan dezelven gefchreeven den Brief» waar van de Copie fub B, hier achter is geannecteerd. Waar by hy Ondergeteekende over het hem aan» gedaane onrecht en de ondernoomen feitelyke ontzetting van zyn Ambt klaagde, zyne ongezindheid tot eenen vrywilligen afftand te kennen gaf, er» verklaarde van geene ontzetting, door wie die ook moge (*) De Stukken, waar van in dit Request, melding wor4 fpma-kt, zyn dezelve, die bier voor zyn geplaatst*  $24 Verzameling van Stukken betrekkélyk tót mogt worden ondernoomen, zonder eène Richter» }yke„uitfpraak te.zullen erkennen en aanneemen; fnet jnftanteiyk .verzoek, dat de Magifiraat hem^ als op eene wettige wyze tot Secretaris zynde aangeleid, wilde mairtineerén, en niet toelaaten, dac hy in zyn Recht wierde geturbeerd ; terwyl hy tevers betuigde, dat hem niets aangenaatner zoude zyn, als door hun, die in.zyne'handelwys ietsmisdaadigs vonden, in een gewoon Rechtsgeding te worden betrokken j Wanneer hy van den Richter geen gratie maar het Rrikfie recht,- en dien ten gevolge fchuldig of onfchuldig verklaard te worden s begeerde, zo als dit in denopgemelden Brief, waar toe men zich kortheids halven gedraagd, in het breede is gedetailleerd. Dat gemelde Magifiraat In plaats van zich des Ondergeteekendens zrak aan te trekken , heeft kuni nert goedvinden, om voorgemelden Brief, die voorzeker niets anders als de billykfte Verzoeken in* hield , met flilzwygen te beantwoorden , en dus den Ondergeteekenden in de noodzaakelykheid te brengen om by den Brief Jub C hier agter ervinte"lyk, eene Copie van den voorigen over te zenden s en daar by ten fterkften te infteeren, dat Hun Wel Ed. Hoog Achtb , op de daar by gedaane verzoeken gelieven te rtflifteeren en recht laaten wedervaaren. Dan deeze Brief, fchoon reeds in het begin van November afgevaardigd, tot dus verre het zelvde noodlot als den voorigen hebbende moeten ondergaan , bleef den Ordergeteekerdén flégts óverig te denken, dat welgemelde Magifiraat niet zeer gezind Was, om aan de door hem gedaane verzoekeö te voldoen, en hem zyh daar by gereclameerd» recht te laaten wedervaaren Daar het nu eene nimmer wederfpr'orfken waar* heid isj dat een Stadhouder van de Provincie van Ovprysfel, die met zodaare magt als Ridderfchap en Steden aan Uwe Doorluchtige Hoogheid hebTbeö- opgedragëfi * is bekleed a niei alleen in ftaaf-  ie Gibeumnisfm in r?8f enz. voorgevallen. 32 f I jrnaar ook gebonden is, om daar van Vöornamcntlyk 1 jrj tyden van Co.nbustie het nodige gebruik te maalken, ten einde <-'en ieder by Zyn goedhebbend recht ' werde gemamti ieerd, en tegen alle overheerfehing 1 op eene behoorlyke wyze gedekt4 is den Onderge1 teekenden geen ander middel om eens ten einde 'van de hem aangedaan wordende mishandelingê të jgeraaken, overgebleeven , als om zich tot Uwe iDoorluchtige Hoogheid in Hooggerhelde qualiteiÉ Ite wenden, en Hoogstdenzelven eerbiedig te vef« 1 zo? ken: ,3 Dat Ü we Doorluchtige Hoogheid, door Hoogst,5, desïelvs Stadhouderlyke aucioriteit, gelieve te 1J} eifectueeren j dat de Heeren Van de Magifiraat van Deventer, alnog.ten eerden als naar benOo* ,„ ren, komen te defereeren aan de verzoeken en hel !j, reclame van zyn goedhebbend recht, door deb, ,„ ündergeteekenden aan Hun Wel Ed HoogAche14, baare by zyne twee boven Vermelde Misfive*; ,,, gedaan : en dien ten gevolge, hem Ondergeteehm kende ten eerften verleenen de nodige veiligheid! 0, om binnen haare Stad ter waarneeminge van heS Ift hem aanbevolen Secretariaat, te kunnen komen i«, en blyven; en dat hem Ondergeteekende in voor* ,„ fchreeven qualiteit van Secretaris van haare Stad zullen hebben te erkennen, en in alle de DepafviS tementen daar toe gehoorende $ als dan gelyk van te vooren laaten fungeeren * ter tyd en wyleQ ,, dat hy Ondergeteekende of zelv te raade2al wor,„ deft van voorzeide Ambt vrywillij; te refïgneem ren en afftand te doen» of daar van Zal wezen ,, geremoveerd en verlaaten op eene wettige eö jj, Couftitutioneele wyze; dat is,door hem Onder-» ,„ geteekende , byaldien men onverhoopt mogte j.3i oirdeelefi daar toe redenen te hebben* te doerl ,,, Fiscalifeeren, zo als in Rechten behoord, en dan dj daar in» nadat hy Ondergeteekende tegens diefl ,,, eisch en calange zyne wheren en defenfien * geijj lyk in een Land van Juftitie past en betaarflefyk , *, is, ten vollen zal hebben genoocen, te doen .IX* Dist, ' J küs  I2f5 Verzameling van Stuiken betrekkelyk! tot ,, fententieeren, zo als in goede Juftitie door een i „ onpartydig Richter zal bevonden worden Rech- < ,, ten te wezen ". 't Welk doende. Oras get.) A. H. Cramer. N°. 830. Misfive van Mr. A. H. Cramer, aan dei Heeren Commisfarisfen van zyne Doorl. Hoogheïdl tot de zaaken der Stad Deventer. Edele Mogende Heeren! Van ter zyden vernoomen hebbende, dat U Ed.. Mogenden door zyne Doorluchtige Hoogheid deal Heere Prince van Orange en Nasfauw , zyn benoemd, om te Deventer omtrent den toeftand den zaaken aldaar de nodige informatien te neemen, em zich van al het gebeurde behoorlyk te doen onderrichten; heb ik het ook van mvnen onvermydelyken plicht gerekent, om U Ed". Mogenden van dei handelwyze , die men in gemelde Stad met my?i heeft gehouden, te moeten informeeren , en toet dat einde onder het oog van U Ed. Mogenden te: brengen, dat op den 20 September des afgeloopeni jaars 1787, eenige Perfoonen, zich noemende Ge-committeerdens van Gilden en Burgerye van De-venter, hebben kunnen goedvinden, om by eem Declaratoir in de Vergadering van de Magiftraat: geleezen en overgegeeven, en Copielyk hier byr gaande te verklaaren, uit hoofde van eenige daarby ■ voorgewende redenen, my van myn Ambt van Se- ■ cretaris te ontflaan, indien ik daar van niet vry wil- • lig wilde defifteeren en afftand doen, met interdictie, om my van alle Ministeriaale functien te: onthouden, en alle defleutels, fecreete en andere: papieren onder my berustende over te geeven. Daar ik die Perfoonen, de wettigheid hunnern Commisfie al eens erkend zynde> geheel en al co-.' be3:  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. %vf I bevoegd rekende om diergelyke ontzettinge van f een permanent Ambt te kunnen doen, heb ikfchoon i reeds in den nagt van den genoemden 2often Sep« 1 tember, wanneer ik my ter uitvoeringe eener Comimisfie door de Staaten van Overysfel op den toenimaaligen Landdag aan my opgedragen, te Deveniter bevond, door wylen de Heer Burgemeester S. ide Schepper in byzyn der Heeren Burgemeesteren (G. G. J. van Suchtelen en Mennink daar van geinformeert zynde, fteeds voorgevaaren, om by myne te rug komst te Campen mynen aanbevolen Post ivan Secretaris op den Landdag aldaar waar te neemen, en my in die qualiteit, zelvs niet tegenftaan:de de Heer Drost van Zalland, als Prsfident der (Vergaderinge, my dezelve wilde doen verlaaten, te maintineeren met het vaste voorneemen, om zo lang, die Landdag, waar toe ik door de wettige 'Magifiraat van Deventer was gecommitteerd, duuride, my tegen alle geweld te verzetten en niet dan voor overmagt te bukken. Deeze denkbeelden koefterende, zoude ik ook voorzeker niet hebben nagelaaten, om aanftonds na het fcheiden van den Landdag, my naar Deventer te begeeven, ten einde aldaar myne Ministerilaale functien, zonder op die ondernoomen feitelyke ontzetting eenigen acht te flaan, te hervatten, 20 ik door de onveiligheid, die ik in den nagt van iden reeds genoemden soflen September binnen Deventer hadde moeten ondervinden , wanneer ik, alhoewel met eene Commisfie der Staaten bekleed, ter naauwer nood myn leeven konde redden, daar in niet was te rug gehouden. Om echter aan mymen plicht getrouw te zyn , en teffens te toonen imyne bereidwilligheid van wel te Deventer te wililen komen, fchreef ik aan den Heer Borgerink, als mynen oudften Confrater eenen Brief, waar by ik verzogt, om, daar zulks behoorde, kennis te willen geeven, dat ik bereid was om te Deventer te komen, en van het verhandelde op den Landdag ïerflag te doen, indien men my voor myn Perfoon P 3 wf  i2S Verzameling van. Stukken, betrekkelyk tot wilde verleenen veiligheid, nefferts vryen acces e*t» reces tot en uit de Stad, als mede verzekering dae: men my niet zoude nooozanken iets te verklaaren,, waar uit eenige nadeelige lonfeqtientien tegen my; zouden kunnen worden getrokken, terwyl ik anders-i de Stukkt-n, tot het verhandelde op den Landdag' betrekKelyk, zoude overzenden. Hier op van grmelde tieer üorgf.rink eenvoudig; tot antwoord bekomende, dat de interim Regeeringe der S ad Deventer de Copi'en van het gerefolveerde op den laatst gehouden Larddag 7oude t« gemoetzien, konde ik geen ander dénkbeeld vor-1' men, dan dat de Regeeringe van Deventer aan myf of niet wilde of niex.konde verleenen die veiligheid,) wu-ar op de geringde hu ner Burgeren aanfpraaki kan maaken, en die my, ter waarceeming van myoi Ambt, dubbeld competeerde. lntusfchen werd ik ontwaar, dat men niet alleens de wapenen, die ik als Officier van het door de Regeeringe gelegalifeerde Corps vrye Burger-Milities droeg, cn my in particulieren eigendom toekwamen, maar nog da.r en boven twee jagtgeweeren; en een koppel piftoolen, waar op de Regeeringe! zich ook geen de minfte fchyn van recht kon aanmaatigen , uit myne kamers , die ik te Deventeji bewoonde, hadde doen haaien en naar het Stadhui»! brengen ; over deeze mishandeling en dit aangedaa-. ne affront, adresfeerde ik my wederom aanmeerge*i poemden H. Borgerink, en verzogt om te wülem effeCtueeren, dat ten minftxn ten dier jagtgewee.. ren, door my reeds voor eenen geruimen tyd aaai een myner goede Vrienden beloofd, werd'uitgereikt; terwyl ik teff ns geen zwaarigheid maakte; te verklaaren. dat ik bereid was, om my, zo ik: Vüii eenige misdaad werd verdagt gehouden, te De-, venter te fifleeren , en des noods ex carcere te de- ■ fendeeren, als men -my maar voor de woede van 't: graauw veiligheid wilde bezorgen, daar het toch zeker was, dat ik'of fchuldi" of onfchuldig moese I ayn, eo in beide gevallen êe rechtvaardigheid ea i I ■ til-/  ie Gebeurtenisfen in l?^f enz. voorgevallen* «29 ibiilykheid vereischten . om my in een gewoon pro« ; ces te betrekken en mvn vonnis op te maaken, wan» :ueer ik liever verkoos om als een vry Mm in myne laangenomen denkwyze, zo die eenige misdaad moge lEyn , op het fchavo te derven, als in diervoegen linishandelt te worden. Dan in plaats dat men aan myn verzoek voldaan» :«f myne aanbieding om my ex cmere t: defendeeTen (waar toe ik ook aan den H er ëekho'it Burgermeester der Stad Deventer, zich te Campen beivin lende, myne bereidwilligheid hadde betuigd..) iaangenoomen zoude hebben , ontfi >g ik van ds IMagiltraat van Deventer het Éxtract eener RefoluItie, waar by men in myn verzoek tot weieruitreiking Wan het gevraag te Jagrgeweer diffi.ulteerd, en my gelast ;om binnen tweemaal 24. uuren na uitreikinge dier Re/O' liutie ter Secreta^ye over te geeven alle papieren, die van 'Stads wezen onder my mogte hebben, benevens alle cortre^pondemien over de verandennge in de Conftitutie en iMilitaire Corpfen gehouden. Op den ontfangst dier [Refolutie fchreef ik aan gemelde Magifiraat den (Brief fub B(*) hier nevens gaande, waar by iK in de \terfte plaats my ber id toonde om na erlangde vei. ligheid te Deventer te komen , en onder protest telgen alle praejulice over te geeven alle papieren, iwaar bv de Stai of haare Burgeren en Ingezetenen itiouden zyn geinteresfeerd; en in de tweede plaats rover het mv aangedaine onrecht en de ondernoomen, Ifeitelyke ontzetting van myn Ambt klaag ie, myne 1 ongezindheid tot eenen vrywilligen affland te kenmen gaf, myn recht reclameerde en my ten goeden Hechten voor een ieder aanbood; alles in die vaste ' verwagtinge, dat Hun Wel Ed. Hoog Achtb., wier lbezwooren plicht het is om een ieder, en dus zo 'veel te meer eenen Minster hunner Vergadering, 1 die over gedaan onrecht en gepleegde feitelykheid 1 klaagt, recht te laaten wedervaaren en tegen allén 1 overlast te befchermen , zich myne zaak zouden i*) Zie hier voor bl. 2; 7- Pa  230 Verzameling van Stukken betrekkelyk tof hebben aangetrokken; maar in plaats van dat werdc ik met geen antwoord verwaardigt, en dus genoodd zaakt ommy andermaal by den Brief fub C(*) aan web! gemelde Magiftraat te adresfeeren, en nogmaals te infteeren , dat men op myne voorige verzoeken zoude gelieven reflectie te Haan, en my recht laa< ten wedervaaren. Schoon nu ieder onpartydige met my moest ver-r wagten, dat men eens eindelyk aan myne billykei verzoeken zoude gehoor verleenen, heeft echter de Magiftraat van Deventer kunnen goedvinden, om ook deezen laatften Brief met ftilzwygen te pas* feeren, en my daar door in de onaangenaame om-i Handigheden te brengen, om op eene andere wyzei maintien in myn goedhebbend recht te zoeken. Daar my cu hier toe geen ander middel overbleef als om my tot zyne Doorluchtige Hoogheid , als1 Stadhouder van de Provincie van Overysfel te wen-i den, heb ik aan Hoogstdenzelven in hooggemeldei qualiteit by Requeste verzogt om te willen effectu-. eeren , dat gemelde Magiftraat van Deventer aam het reclame van myn goedhebbende recht voldee-r. de, en my in myne qualiteit van Secretaris dier Stad: erkende en liet fungeeren, tot dat ik dat Ambt vrywillig zoude hebben gerefigneerd, of daar van by* Ivichterlyk vonnis zyn verlaaten; zo als dit aan Ü. Ed. Mog. in het breede zal kunnen confteeren uitt de Copie van dat Request, die ik de eer heb fub -D(f)' hier nevens te voegen; met inftantelyk verzoek: dati U Ed. Mogenden zo wel dit als de andere Stukken,, hier by vermeld, naauwkeurig zullen gelieven te: examineeren, en daar op naar behooren te letten. Terwyl ik inmiddels de eer heb, my met allen ver-fchuldigden eerbied te noemen. Edele Mogende Heerenl Harderwyk den 7 U Ed. Mogenden ootmoed.. January 1788. en onderdaan. Dienaar, (wj get.) A. H. Cramer. , (*) Zie hier voor bl, 221. (f) bl. 222.  de Gebeurtenis/en in tjB? enz, voorgevallen. 231 Ho. 831. Request van Mr. A. H. Cramer, aan de Heeren Commisfarisfen van zyne Doorluchtige Hoog' heid tot de zaaken der Stad Deventer. Edele Mogende Heeren! Daar de Ondergeteekende,over de feitelyke ontzettinge van zyn Ambt van Secretaris der Stad Deventer, zich, zo aan zyne Doorluchtige Hoogheid, als Erf-Stadhouder der Provincie vaa Overysfel, als aan U Ed. Mogenden, als Hoogstdeszelvs Commisfarisfen, tot de zaaken van gemelde Stad, heeft geadresfeert, doch tot heden toe nog onkundig is gebleeven van eenige dispofitie, daar op gevallen; vind hy zich verplicht, om andermaal UEd. Mogenden te moeten adieeren, en by deezen voor te draagen: dat, vermits niet alleen de opgenoemde, maar ook de Adresfen, door den Ondergeteekenden aan de Heeren van de Magiftraat van Deventer gemaakt, enkel tot een richterlyk onderzoek en vonnis tendeerden , de Ondergeteekende vastelyk hadde verwagt, dat daar aan zoude zyn voldaan, en dat de Heeren van de Magiftraat voornoemt daar toe zouden zyn overgegaan; te meer, daar de Ondergeteekende, door zyn overbodig aanbod, van aricb. ex carcere te willen defendeeren, aan gemelde Heeren gelegentheid hadde verfchaft, om niet alleen de bezwaaren, die men (volgens des Ondergeteekendens informatien) voorgeeft te hebben, te kunnen inbrengen; maar ook de fententie, die daar op zoude hebben kunnen vallen, en tot welke verdere en zwaardere ftraffe zich die ook zoude hebben magen uitftrekken, ter executie gelegd te krygen; vermits nu de Ondergeteekende niet onverfchillig kan zyn, aan al het gene men maar goed vind hem te°n laste te leggen, en niets vuuriger wenscht, dan eens eene afdoeninge van zaaken te mogen erlangen, of zich in ftaat te zien, om tegens diergelyke gezegdens, die hy anders voor calangc moet houden, zyne belangens te kunnen inbrengen, is des Oader> eeteekendens inftantelykst verzoek: * P 4 » Dat  13» Verzameling van Stukken betrekkelyk ft „ Dat U Ed. Mogenden het daar heenen gelieven -s, te dirigeeren , dat men voor eene onpartydige Rechtbank tegen den Undergeteekenden in rechs, tenageere, de bezwaaren welke men fustineert ,, te hebben, inbrenge, die neffens de wheten en ,, defencien van den Ondergeteekenden, ter beoir„ deeling van den Rechter overgeeve, en doordeezen doe beflisfen, of dezelve van dien aart zyn, „ dat hy uit dien hoofde van zyn permanente Ambt kan en mag worden ontzet. „ üf dat, ingeval de Heeren van de Magiftraat ,, voornoemt, hier toe niet mogten kunnen beflui„ ten, noch ook om Staatkundige redenen , den ,, Ondergeteekenden in de ongeftoorde waarnee* ,, ming van zyn Ambt, waar van hy op de weder,, rechtelykfte wyze is gedeposfidec-t, teherftellen, „ men den Ondergeteekenden dedommageere, egter >, op zodaanigen wyze, die met zyne eer en karak„ ter alleflnts overeenkomftig is." *t Welk doende, &c. (was get.) A. H. Cramer. Verder gelieven de onpartydige Leezers deezer ftukken geinformeert te zyn, dat op dit laatfte Request, doo^ my op aanraaden van den Heer Baron van Heeckeren tot Zoideras als een der Heeren Commisfarisfen, ten einde afdoeninge van zaaken te erlangen, ingelevert, gevolgt is; dat zyn Hoog Wel Geb. Geftrenge my in een gefprek, te Zutphen gehouden, hoofdzaaklyk mededeelde: dat de Magiftraat van Deventer gedeclareerd hadde, zich met my in peen minnelyke fchikkingen ("voorzeker het minst door my begeerd) te kunnen inlaaten, en even zo ongezind te zyn, om tegen my te doen procedeeren,offchoon *er veele bezwaar en tegens my voor handen waren. Ik betuigde hier over myne verwondering, en verklaarde tevens: geen hel minfte voorneemen te hebben, om my over die voorgewende bezwaaren te veronu fchuldigen, maar te zullen verwagtentdat de Magiftraat van  de Gebeurtenis/en in 1787 ent. voorgevallen. 133 van Deventer die bezwaaren voor een onpartydig Hof van Juftitie, daar toe het Hef van Geldenani hy her* haaling voorflaande tegens my inbragt, wanneer ik my in perfoon zoude fijleeren Hier mede hebbe ik egter niets kunnen vorderen, waar door ik my in myne vaste verwagtinge , van door den veelvermogenden invloed van zyne üoorl. Hoogheid, als Stadhouder van de Provincie vanCKerysfel , afdoeninge van Ziaken te zullen erlangea, te leur gefteld hebbe gevonden Intusfchen hadde ik, eenigen tyd na het inleveren van het laatfte Adres aan voornoemde Heeren Commisfarisfen , door eenen Gevohnagtigden ov de Magiftraat van Deventer doen reciameeren, myne Jagt-Geweeren, Piftoolen en Papieren, die, volgens mvne bekomen berichten, op den 20 September 1787» door een Stads Bode uit myne kamers waren gehaald, en, voor zo verre myne Pjpierea betrof, ook gedeeltelyk in een lesfenaar, ter Secretarye berustende, waren geweest; doende teffens vifie vraagen van eenige Papieren ter Stads Secretarye, die ik, tot het opmaaken myner pretenlien ten la»te der Stad, nodig hadde. Maar noch op het een, noch op het ander, vond de Migifinat goed te antwoorden. Welk ftilzwygen, en intusfchen gehouden gefprek met den Heer van Z'tuëras voornoemt, my aanfpoorden, om my in perfoon te Deventer by den Heer Burgemeester MrnNiNK,als waarneemende het prasfidie voor den Heer bb la Calmette te vervoegen, en om het bekomen eener Refolutie aan te houden; my tefFens van die gelegenheid bedienende, om op afdoeninge van zaaken in het ft.uk myner onwettige remotie al wederom aan te dringen. Alles egter met het zelvde gevolg, weshalven ik my op het Raadhuis andermaal aan de Prefidenten, zynde toen de Heeren nE la >'"almette en Hartkamp adresfeerde, mynebevreemdingeover het niet bekomen eener Refolutie rp myne fchrifelyke AdresTen en mondelinge verzoeken, welke laatften ik herhaalde en deede opteekenen, te kennen gaf, en ten P 5 fterk-  234 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Jlerkften infteerde, dat de Heeren van de Magiftraat, die de aan hun gemaakte Adresfenniet onbeantwoord mog. ten laaten, maar gehouden waren daar op zodaanig te disponeeren, als zy zouden vermeenen te behooren, aan my eens eindelyk antwoord zouden laaten toekomen. Doch ook deeze myne poogingen tot dus verre, (zynde 'er thands reeds eenige weeken na dit laatst gehouden gefprek verftreeken ,) het zelvde lot als alle de voorigen hebbende ondergaan, hebbe ik, uit hoofde van het gene ik aan my zei ven verfchuldigt ben, my verplicht geacht, nu deeze Stukken, zonder eenige verontfchuldiging, die ik myne Party , zo lang zy haare voorgewende bezwaaren voor een onpartydige Rechtbank tegens my niet inbrengt, geheel en al_ onwaardig keure, door den druk gemeen te maaken, en aan allen onpartydigen ter beoirdeeling aan te bieden; terwyl ik de handelwyze, met my gehouden , ter verantwoordinge van de Magiftraat van Deventer, wier bezwooren plicht het is, den Ryken te richten als den Armen, overlaate. Zutphen, den A. H. Cramer, 25 Decemb. 1788.  At Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 2$$ No. 832. ExtraB uit het Register der Refolutien van Hun Ed. Mogenden de Heeren Gedeputeerde Staaten van Friesland , waar by Ds. Frans Ernst Schmitz , Predikant te Finkum en Hyum, yogr den tyd van zes weeken vanzynen Predikdienst wordt gefufpendeerd. In dato den 6 Aug. 1788. De Procureur-Generaal deezer Landfchappe, gelast zynde door dit Collegie, om zich ten naauwkeurigften te informeeren, of en hoe verre door de Predikanten in deeze Provincie voldaan wierdeaan^e ordres, door deeze Vergadering gegeeven, by Refolude , in dato den 12 November van 't^ voorige jaar, omtrent en in het doen van hunne Gebeden, voor de hooge Overigheid deezer Provincie, en aaq het Formulier, waar na dezelve zouden moeten worden ingericht, daar by voorgefchreeven. Zo heeft gemelde Procureur-Generaal, ingevolge en ter voldoeninge hier aan, ter tafel van 't Collegie geproduceerd, eenige genomen informatien , deezen aangaande, van Ds. Frans Ernst Schmitz, Predikant te Finkum en Hyum, in de Grietenye van Leeuwarderadeel , en in de Clasfis van Leeuwarden; welke by het Collegie geëxamineerd zynde: zo is goedgevonden, gemelde Schmitz by open Acte te citeeren , om op. deezen morgen ten 10 uuren p; se cis, te compareeren in de groote Vertrekkamer van het Collegie, en als dan aan te hooren, het gene hem zal worden te vooren gehouden. En gemelde Ds. Schmitz op gezegden tyd gecompareerd, en door Heeren Commisfarisfen van onzen Collegie gehoord en verftaan zynde, en daar van ter Vergaderinge rapport hebbende gedaan: zo is na deliberatie goedgevonden en verftaan, de Heeren onze Commisfarisfen , voor de genomene moeite en het gedaane rapport te bedanken, gelyk gefchjed door deezen ; voorts het Collegie gebleeken zynde, dat gemelde Ds. Schmitz niet alleen in geenendeele heeft voldaan aan de ordres, by Refolutie van het zelve, van den 12 November 1787 gearresteerd;maar daar om-  t3<5 Verzamelfng van Stukken betrekkelyk tsi omtrent willekeurig , en naar eigen goeddunking heeft gehandeh; en daar en boven zich by het ci« teeren by opene ACie op eene zeer laage, hem geenfints pasfende, en voor deeze Vergaderinge hoö. nende wyze gedragen en geantwoord heeft; blykbaar uit 's Bodes relaas Zo is verders goedgevonden ter maircfien van 't wettig gezag van dit Collegie, en bm te dienen tot een teken, hoe gezet deeze Vergaderinge is, dat hunne gegeevene ordres ftiptelyk worden geëxecuteerd, tn daar inr.e niet pro lubitu word gehandtlt, nog dezelve ge'vi.ipen ieerd; gemelden Ds. F. E. Schmitz Predikant van Finkum en Hvum, te fuspendeeren , gelyk gefchied door deezen , geduu. rende den tyd van zes weeken, ab offiiio fc? bevefi iot in te gaan met den loden Augustus eerstkomende; Waar aan zich zal hebben te onderwerpen, by poeDe, dat nader tot zyn leedwezen zal worden gedis. poi.eerd; en met erndige recommandatie, om zich in het vervolg ftiptelyk naar onze voorige gegeevene ordres te gedragen; wordende daar en boven gecondemneerd in de kosten, zo over de opene Acte als anderfints gevallen ; en word eindelyk de CLsfis van Leeuwarden door deezen gelasr, om de nodige zorge te dragtn, ten einde de Predikdienst in alle zynedee len geduurende en in middelen deezen tyd, behoorlyk weide vervuld en waargenoomen voor htt Tiathmenr, en daar toe na de ontfangst van deeze onze Refolutie de nodige fchikkinge te maaken; en zal Extract deezes aan den Orietmaa van L'euwarderadetl, aan de Cla^fis van Leeuwarden, en aan Ds. Schmitz ten fpoedigften worden ter handen fteld. Vv ordende de Heeren onze Commisfarisfen verzogt, deeze Refolutie Ds. Schmitz wederom voor Hun Ed. Mogenden gecompareerd eynde in de Vertrekkamer, te doen voorleezen. Stukke*  éi Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. t$f Stukkennog betrekkelyk tothct Adres door de gezamentlyke Afgevaardigden uit de Schutteryen, Vrycorpfènen Genoodfchappen van Wapenhandel in Overysfel ter Vergadering van Ridder' fchap en Steden overgeleverd, loopende van ISk 833 tot 841 ingeflooten. $Io. 833. Refolutie van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, over het aan/lellen van eene Fiskaal, omteptocedeeren tegens de Teekenaars van het bekende Adres, den 13 September 1787 ter Staats* Vergadering ingelevert.' Campen den 19 Oftober 1787. . De Heeren van de Ridderfchap hebben ter Vergaderinge voorgedragen, dat Hun Ed. Mogenden jan gevoelen zyn, dat de goede orde, ja de veiligheid voor Regenten en Ingezetenen allefints vorderd, dat 'er naamens Ridderfchap en Steden eett Fiskaal worde aangefteld, om te procedeeren tegen de Teekenaaren , en die genen, welke by onderzoek Complices zullen gevonden worden van bet fameufe Adres, op naam van de gezamentlyke Afgevaardigden uit de Schutteryén , Vry-Corpfen ■en Genoodfchappen van Wapenhandel binnen deeze Provincie den I3den September deezes jaars ter Staats-Vergaderinge ingeleverd, als mede van heC •ten dien zei ven dage ingediende Request op naam Van ds Gesommitteerdeas uit de Burgerye der Stad * Zwol.  238 Verzameling van Stukken betrekkelyk tof Zwolle, beide haar relatie hebbende tot den verzogten doormarfch der Pruisfifche Troepes. Waar op zynde gedelibereerd, is dezelve door de Pleeren Gedeputeerden der Steden Deventer, Campeh cn Zwolle overgenoomen(*). No. 834. Refolutie van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, betrekkelyk het examen op welk eene wyze de Requesten zyn geprefenteèrd rjfc Campen den 124 ORober 1787. Dp de Propofitie van de Heeren van de Ridderfchap van den I9den deezer tot het aanfiellen van een Fiskaal in de zaake breeder daar by vermeld, is, by refumtie gedelibereerd zynde, op de Propofitie van de Heeren Gedeputeerden der Stad Zwolle goedgevonden, de Heeren Gecommitteerden tot het onderzoek van het Defenfie-wezen te verzoeken en te committeeren, om te examineeren hoedaan ig de Requesten in de Propofitie vermeld zyn geprsfenteerd, en wat daar in en by is verhandeld, om daar van hoe eerder zo beter, met exhibitie van de voorfchreeven Requesten te rapporteeren. En Word by abfentie van den Heere Droste van Haaxbergen, in plaats van denzelven, tot deeze Commisfie verzogt en gecommitteerd, den Heere Tengnagel tot Bonkenhave junior. • (*) In eene Refolutie van den 30 Nov. 17E7 door Ridderfchap en Steden genoomen, is Mr. Willem Klopman tot Fiskaal aangefteld, en de wyze bepaald, hoedaanig de Proceduures in deezen te entameeren, en te volvoeren; zie in het III. Deel deezer Verzameling No. 315. bl. 96-104. 1 Voorts het Advis cp requifitie van den Fiskaal, in deeze zaak door Mr. M. Ttdeman , Hoogleeraar in de Rechten te Harderwyk, afgegeeven; hier voor N>. 803. bladz- 68-94. No.  &i Geheurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. &3£ No» 83 5. Extratï uit het Register der Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel» ■behelzende Request van den Procurator S. vArf.. Deventer aan Hun Ed. Mogenden; waar in be~ tuigd: dat het bekende Adres door hem als Secretaris van die Vergadering geteekend, nimmer heeft goedgekeurd, maar altoos met indignatie befchouwd; en wel gewenfcht had zich aan de teekening daar van, te hebben kunnen onttrekken, zonder zich aan grove. ■ proftitutien en perfecutien te exponeeren: met verdere fupplicatie, om van alle aEtie deswegens te mogen 'worden bevryd&c. Waar op ter tafel van HunEd. Mogenden is gerefolveerd, het voorfchreeven Request te ftellen in handen van Heeren Gecommitteerden tot de zaaken van Finantien, om daar op te rappor, teeren. Zwolle den 21 Otïober 1788. Geleezen de Requeste van Salomon van Deven'ter, houdende woordelyk: „ Procurator S.'VAt? Deventer, vertoond met diep refpect, hoe hy „ verneemt, dat over zeker Adres zo dooreen Ver„ gadering van Gecommitteerden van Gewapende Corpfen deezer Provincie op den 13 September „ 1787 aan U Ed. Mogenden geprafenteerd is,ac,, tien zyn en nog zouden worden geinflitueerd» waar in hy Suppliant mooglyk wel mede zoude „ kunnen betrokken worden, ter oirzaak hy op re„ quifitie van die Vergadering als Secretaris dat „ Adres geteekend heeft. Dat hem Suppliant dïe ,, te Zwolle eenige reizen als Secretaris in die Ver-„ gadering gefungeerd heeft, nooit aldaar Rem o•ver eenige poincten, fpeciaal niet over het zelve • „ Adres gevraagt is. — Dat hy dat zelve Adres , „ geheel noch ten deele niet heeft ontworpen. —' „ Dat hy het ook nimmer heeft goedgekeurd, maar altoos met indignatie befchouwt, en gewenscht middel te vinden zich aan de teekening van het zelve te kunnen onttrekken , zonder zich aan „ grove.  t4o Verzameling van Stukken, kcirekktlyk tot st gfuve proftitütien en perfecutien te .exponee^ ^ ren. I „ Doch dat uit een vooruitzicht van de onaaö» as genaamfte gevolgen , tot zodaanige verweigering 3i Biet heeft kunnen komem Dat. het hem Suppli„ ant altoos zelvs zeer onaangenaam zoude ?.yn,de Hooge Vergadering van U Ed. Mogenden of ee„ nig Lid van dezelve op eenige de minfte laefive wy/e :é bejegenen , of de paaien van ref eófc *% aan Hoogstdezelve verfchuldigd 5 te buicen te gaan. üi ■ ■ ti - i)at hy zich ook op den 42 September 1788» A voor de Heeren van de Mi giftraat der Stad Zwols, le, als zyn domiciliairen Rrchtèr , nopens ge» •%1 m-'lde. Adres.geëxpursieerd heeft, met éédelyk jj t« verklaaren: dat hy het zelve Ad es niet heeft toe* %i geftemd noch geapprobeerd, noch met de onderteeke, ning va.n het zélve eenig oogmerk hééft gehad, den in* hó id van dien te avoueeren; of >, dad; mede U' Edele y Mogenden Ridderfchap en Stéden of iemant ter werelt )t téHnjweeren, leedeeren > taxeer en* of met eenige dl U minfte indiscreete of onvoegzaame expresjien te bejee. |i genen; 'neen1 maar, dat hy het zelve by zich zeiven neeft afgekeurd $ en gewenscht middel te vinden zich aan de teekening van dien te kunnen onttrekken, zon* -,, der aan verregaande proftitutien en perfecutien ge* it exponeerd te zyn. „ Dat hy Suppliant alzo nedrigst vermeend <, dat copfteerd, dat hy met het .teekenen van gemel- de Adies, door hem in qualiteit als Secretaris ,, en met weerzin gefchied, geen animum injurian* }, di gehad heeft; en dat voorts eerbiedigst ver* }i trouwd , dat in zo verre dan nog evenswei mogt i3 kunnen geolrdeeld worden, dat hy zich tegeü 3, die teekening hadde behooren te opponeeren> deswegens by U Ed. Mogenden nog wel etcufa„ bel zal kunnen worden gehouden, wegens de oma js, ftandigheid van dien tyd, die ten voften aan U Ed«s Mogenden bekend is, m waal?  jfe Gehmrtenisfin in 17S7 enz. vsorgeyallen. 24.T Waarom hy de vryheid neemt, onderdaanigsG „ te fuppliceeren: dat het U Ed. Mogenden be3, haagen moge , in de voorgemelde verklaaring ,, van hem Suppliant te berusten, en alzo te pas„ feeren zodaanige adtie als wegens voorfchreeven Adres nog zoude kunnen geoirdeeld worden namens U Ed. Mogenden tegens hem Suppliant „ te kunnen worden geinititueerd: immers en ia „ allen gevalle, dat hy moge worden vrygelaaten, 3, met ook voor U Ed. Mogenden zyn leedwezen s, over het gepasfeerde te betuigen, en vOrdere „ belofte van aan U Ed. Mogenden altoos te zul3, len betoonen alle eerbied, die men aan Hoogst„ gerefpeóteerde Staaten deezer Provincie fchul» „ dig is". Waar op zynde gedelibereerd , is goedgevonden, voorfchreeven Requeste te ftellen in handen van de Heeren Gecommitteerden tot de zaaken van Finantie, dewelke worden verzogt en gecommitteerd , om dezelve nader te examineeren, en Ridderfchap en Steden daaromtrent te die■Ben van hunne confideratóen en advis. IX. Deel;  *4* Verzameling van Stukhen betrekkelyk tot No. 836. ExtraB uit het Register der Refolutien vam Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel,, behelzende Rapport van de Heeren Gecommitteerden tot de zaaken van Finantie, over het Request, van den Procurator S. van Deventer, waar im van advife zyn, dat in confideratie van het gepw feerde by voorfchreeven Requeste gedaan en zym gehouden gedrag daar na, zyn berouw en leedwee zen wegens het gepasfeerde confleerd, en daar ini zoude behooren te worden genoegen genoomen, mits: dotnee Declaratoir zodaarig by voorfchreeven Rap* port word geproponeerd £fc. Zwolle den 23 Otlober T788. De Heeren de Droste van Twente en andere hun-i eer Ed. Mogenden Gecommitteerden tot de zaakem van Finantie , ingevolge en ter voidocninge van: derzelver Refolutie Commisforiaal van den 2iften: October 1788, hebbende ge examineert de Request te van Procurator S. van Deventer, in de Notu-i ]en van dien dag geheel te vinden, houdende im fubftantie om daar by geallegeerde redenen ver.' zoek: „ dat het Ridderfchap en Steden behangen.! „ mogte in de verklaaring daar by gedaan te berus-i „ ten, en alzo te pasfeeren zodaanige actie als we-: „ gens het daar by gemelde Adres nog zoude kun„ nen geoirdeeld worden, naamens Hun Ed Mog.; ,3 tegens hem Suppliant te kunnen worden geïnfii„ tueerd; immers en in allen gevalle dat hy mogei „ worden vrygelaaten, met ook voor Ridderfchap: 3, en Steden zyn leedwezen over het gepasfeerdet „ te betuigen, en vordere belofte, van aan Hunr „ Edele Mogenden altoos te zullen betoonen alles ,, eerbied die men aan Hoogstgerefpecleerde Staal „ ten deezer Provincie fchuldig is". >— Hebben: ter Vergadering gerapporteerd, dat van advife zou-, den wezen, dat uit confideratie van het gepofeerde: en de verklaaringen by voorfchreeven Requeste ge-daan, als mede van zyn gehouden gedrag daar na,, waar uit mede fchynt te moeten worden opgema^kci zya 1  is Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. »4j eyn berouw en Ieetwezen van het gepasfeerde, daat in zoude behooren te worden genoegen genoomen» mids zyn leedwezen daar over te betuigen voor Heeren Gecommitteerden van Ridderfchap en Steden, met vordere belofte, van aan Hun Ed. Mogenden altoos te zullen betoonen alle eerbied die men aan de Staaten deezer Provincie fchuldig is, en dat alsdan zoude kunnen en behooren te worden gepasfeert zodaanige actie als anders tegen hem nog zoude kunnen worden geëntameerd, wegens Ridderfchap en Steden ter zaake van het Adres ten Requeste gemeld, en hy dieswegens gecondonneert. Waarop zynde gedelibereerd, hebben de Heeren van de Ridderfchap, als mede de Heeren Gedeputeerden van de Steden Deventer en Campen zich met het voorfchreeven Rapport geconformeerd: — en hebben de Heeren Gedeputeerden der Stad Zwolle aangenoomen, zich daar op nader te verklaaren, zynde tot dien einde de Conclufle tot morgen uitgefield. N". 837. Extratï uit het Register der Refolutien van Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel, waar by Hun Ed. Mog. zich conformeeren met het Rapport door Heeren Gecommitteerden tot de zaaken van Finantie uitgebragt, ten aanzien van het Request van den Procurator S. van Deventer» Zwolle den 24 Otïober 1788. By refumptie gedelibereerd zynde op het Rapport van de Heeren Gecommitteerden tot de zaaken van Finantie, den 23(ten deezer ter Vergadering uitgebragt op de Requeste van Procurator Sa» Lomon van Deventer. —Hebben Ridderfchap en Steden zich met het voorfchreeven Rapport geconformeerd. En is wyders goedgevonden , den Suppliant te gelasten, om de verklaaring en betuiging daar by Q 2 ver-  ^44 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot '' vermeld, te doen voor de Heeren Gecommitteer» i den tot de zaaken van Finantie, op derzelver eer- • fte requifitie. N. 838. ExtraB uit het Register der Refolutien van\ Ridderfchap en Steden de Staaten van Overysfel,, behelzende Rapport van de Heeren Gecommitteerden 1 tot de zaaken van Finantie, dat den Procurator Sa.- » tOMON van Deventer de gerequireerde verklaa-ring en ééd heeft gedaan en afgelegd, en verders > betuigd heeft Hun Ed. Mogenden te bedanken voor ' het gunflig Appoin&ement op zyn Request verleend.. Welk Rapport door Ridderfchap en Steden voorconu* municatie is aangenoomen. Zwolle den 28 Otlober 1787. De Heeren de Droste van Twente en andere Hun-ner Ed. Mogenden Gecommitteerden tot de zaaken 1 van Finantie, ingevolge en ter voldoening vander-zeiver Refolutie Commisforiaal van den 24ftendee-zer op de Requeste van Procurator Salomon vanï Deventer, ten dien dage aan Ridderfchap en Ste-den geprasfenteerd, zynde gequalificeeid om vani denzelven de verklaaring daar by gemeld en gedaan, af te neemen: — hebben ter Vergadering; gerapporteerd, dat aan hem in de befoigne door den 1 Heere Droste van Twente zynde voorgehouden,, dat Ridderfchap en Steden de Staaten deezer Pro- ■ vincie aan deeze Commisfie hebben in mandatis ge» • geeven en gedemandeerd, om hem Salomon vani Deventer voor te houden en tevens te kennen te: geeven, dat Hun Ed. Mogenden uit confideratie van 1 het gepofeerde, en de verklaaringen by zyn Re- ■ quest gedaan, als mede wegens zyn daar na gehou- ■ den gedrag, waar uit Ridderfchap en Steden zyn 1 berouw en leetwezen over hetgepasfeerdewelheb- • ben willen vooronder/lellen, en uit-dien hoofde: het zelve dan ook wel goedgunftelyk condonnee- ■ ren, ,  \ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 245"; ren, en hem ontheffen van al zodaanige actie als wegens het bekende Adres van den 13 September 1787 zoude te inftitueeren zyn, mids doende de éédelyke verklaaring zo als door de Griffier aan hem eoude worden voorgeleezen; en dat dit gedaan zynde, daar op den gerequireerden ééd voor hun Heeren Gecommitteerden heeft afgelegt, en daar by de folgende éédelyke verklaaringe gedaan. Dat hy het Adres door eene Vergadering van , Gecommitteerden van gewapende Corpfen dee, zer Provincie op den 13 September 1787 aan , Ridderfchap en Steden geprsfenteerd, niet heeft , toegeftemd noch geapprobeerd, noch metdeon, derteekening van het zelve toe te Remmen, ge,. meend heeft of Ridderfchap en Steden of iemant , anders te injurieeren, te taxeeren, of op eeni, gerhande wyze te beleedigen, maar dat het zel, ve by zich zeiven heeft afgekeurt, en gewenfcht , had naar een middel, om zich van de teekening , van het zelve te kunnen onttrekken, zonder aan , verregaande proftitutien en vervolgingen bloot , gefield te zyn, en dat wyders op het folemneel, fte belooft, van aan Hun Ed. Mogenden Rid, derfchap en Steden altoos te zullen betoonen alle , eerbied die men aan de Staaten deezer Provincie , fchuldig is". Na gedaane aflegging van welken ééd , hy beuigt heeft, Hun Ed. Mogenden te bedanken voor :et gunftig Appoinctement op zyn Request vereend. Waar op zynde gedelibereerd, hebben Ridderfchap en Steden het zelve voor Communicatie aanlenoomen, en welgemelde Heeren Gecommitteerden voor hun genoomene moci:e en gedaane Raport bedankt. Q 3 No,  i*\6 Verzameling van Stukken betrekkelyk M 839. ExtraB uit het Register der Refolutien van Ridderjchap en Steden, de Staaten van Overysfel} vaar by Hun Ed. Mogenden op verzoek van dm Fiskaal Mr. Klopman, aan die gtnen welke wegens het bekende Adres zyn geaciioneerd, ferieufelyk recommandeer en en wel expresfelyk gelasten, om met achterlaating van alle exceptien en incidenten % de proceduures tegens hun geëntameerd, ten principaalen te vervolgen Êfc. Zwolle den 24. OBober 1788. De HeereD de Droste van Twenthe en andere Hunner Ed- Mogenden Gecommitteerden tot dg zaaken van Finantie, ingevolge en ter voldoening van derzelver Refolutie Commisforiaal van den 1% Oclober 1788, hebbende geëxamineert de Requeste van den Advokaat W. Klopmak, als aangeftelde Fiskaal naamens de Provincie, houdende hooidzaalcelyk, dat de Heere Droste van Twenthe hem ia zyne qualiteit verleend hebbende Citatie ia Perfoon tegen Mr. Vosdink van Beverförde, ter zaake van het bekende Adres van de gezamentlyke Afgevaardigden van de vernietigde Genoodfchappen van "W apenhandel, den 13 September 1787 aan Ridderfchap en Steden geprsfenteerd; deeze in plaats van op die Citatie in Perfoon te compareeren, zich daar tegen met mcidenteele petitiën en conclufien zogt te behelpen, en die zaak in longeur te trekken: dat H. J. Colmeschate, voor het Crimineele Gerichte te Almelo ten zelvden einde in peifoon geciteerd, die zelvde weg had ingeilaagen. Dat de Heere Mulert en de gefuspendeerde Scholtus Bannier, by hunne laatfte handelingen hadden verzogt Copie van alle Adresfen door hem in zyn qualiteit daar over aan Ridderfchap en Steden gedaan, mitsgaders van alle Stukken die aan den Profesfor 'Jyoeman, ter zaake van het gelichte advis geappJiceerd hadde, doch dat het eerfte, om gemelde redenen had afgcflaagen, — Dat uit allen deezen niet duister kwam aao te lichten., wat het oogmerk van voor- fchree?  is Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 247 fchreeven Gedaagdens in het behandelen dier pro« ceduuren was, en wel fpeciaal van Mr. Vosdink van Beverförde en H. J. Colmeschate. Dat geoirdeeld had die alles ter kennisfe van Hun Ed. Mogenden te moeten brengen, met eerbiedig verzoek: dat Ridderfchap en Steden Gedaagdeas, ter zaake van het Request van den I3den September voornoemd, in het generaal gelieven te gelasten, om, met achterlating van alle exceptienen incidenten, op de tegens hun ingediende crimineele Aanfpraaken ten principaaiea voort te proeedeeren, zo als zulks naar Laadrechten nadere Reglementen behoord. En wel fpeciaal, dat Mr. Vosihnk van Beverförde, zo hy by continuatie niet kan goedvinden zich in perfoon voor het Hoog Adelyke DrostenGerichte van Twenthe te fifteeren, op deezerzydfche reeds ingediende incidenteele antwoord of contra-Conclufie over die perfbneele comparitie, deeze Requeste bygevoegd, zonder verdere monatoire omwegen zal hebben te dienen van Replycq incidenteel, en dat hy, na het aftoopen van dit incidenteele geding, voorts met achterlaating van alle exceptioneele en incidenteele proceduures, ten principaalen zal hebben voort te proeedeeren, mits. gaders en eindelyk, dat hy mede met achterlaating van alle exceptien en incidenten in de arrest proceduure voor het Landgerichte van Ootmarfum, te« gens hem rechthangig, ten principaalen zal moeten voortpleiten. Hebben ter Vergadering gerapporteerd ehgeconfidereerd, dat Ridderfchap en Steden by derzelver Refo'utie van den 30 November 1787, wel aan die genen, welke daar in betrokken zyn, een bekwaame gelegendheid hebben willen geeven, om hun onfchuld te doen blyken, maar ook tevens wel uitdrukkelyk gewild, dat de proceduures daar over niet zouden worden in longeur getrokken, of daar in eenige uitftellen geaccordeert, en dat het hun Heeren Gecommitteerden daar en tegen voorkomt, dat de Beklaagden in deezen alles in 't werk zoeken te  248 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot te ftellen, wat maar eenigfints mooglyk is, om zich daar tegen aan te kanten, en de proceduures, tegen hun geëntameerd, op de lange baan te houden, en als het ware te vereeuwigen : — van advifi zou. der wezen, dat, ten einde daar tegen te voorzien, het verzoek ten Requeste gedaan zoude behooren te worden geaccordeerd, en dien ten gevolge partyen ferieufelyk gerecommandeert, en wel expresfeiyk gelast, om, met achterlating van alle excep. tien en incidenten, de proceduures, tegen hun geentameerd, ten principaalen te vervolgen, en daarby naar hunnen raade en zo veel roooglyk hun onfchuld voor te draagen, en daar van te doen blyken. — En ia 't byzonder ook Mr. Vosdink vak Beverförde zoude behooren te worden gelast, om tegen het antwoord incidenteel van den Remonftrant q. q. over de perfoneele Comparitie direct van Replycq te dienen, zonder het zelve incident door eenige moratoire handelingen verder fleepende te houden, en om na afloopen der decifie van het zelve, zich mede ten principaalen te gedraagen, naar het gene hier vooren daaromtrent in 't generaal is voorgedraagen. Waar op zynde gedelibereerd, hebben Ridder, fchap en Steden zich met het voorfchreeven Ras, port geconformeerd. Onder ftond. Accordeert met het voorfz. Register* {was get.} Psrk Dombak».  it Gebeurtenis/en in 17^7 m. mvgtwïïen. 24^ N°. 840. Ediïtaale Citatie ter Requifitie van den Fis* kaal Mr. Klopman regens Gerrit Jan Pyman, die het bekende Aar es, in qualiteit cis Prefident der Vergadering, heejt getekend, door Burgemeesteren, Schepenen en Raadtn der Stad Zwolle, verleend. Wy Burgemeesteren, Schepenen en Raaden der. Stad Zwolle, doen uw G. J. Pyman hier mede te weeten: hoe dat Dr. W. Klopman, als aangeftelde liskaal van de Provincie, aan ons heeft te kennea; gegeeven, dat zich genoodzaakt vond om naamens Ridderfchap en Steden, uit hoofde van het bekende. Request of Adres, op naam van de gezamentlyke Afgevaardigden van de vernietigde Genoodfchappen deezer Provincie, aan Ridderfchap en Steden, den 13 September 1787 geprefenteerd, en daar by vervatte aller atroce injurien, zo voor Ridderfchap en Steden in het generaal, als zyn Doorluchtige Hoogheid in het byzonder, uw G. J. Pyman, als Prsfident van die Vergadering, en Teekenaar van dat fchandelyk Adres, in rechten te betrekken; doch dat gy, federt lange, uit deeze Stad vertrokken zynde, zonder dat men zoude weeten, waar gy uw ophield, hy q.q. over zulks te raade was geworden, zich aan ons te adresfeeren; met verzoek: dat'gy G. J. Pyman mogt worden geciteerd, per edifta ad valvas, voor deezer Stads Laage Bank, tegens al aodaane ordinaire Rechtdag,'als convenabel zoude worden geoirdeeld, om te zien dienen van eisch;en conclufie; woordelyk zullende dienen als volgt: „ Conclufie voor Dr W. Klopman, naa. „ mens Ridderfchap en Steden, de Staaten van de Provincie van Overysfel, „ Aanlegger, tegens G. J. Pyman, Ge„ daagde. De Aanlegger pofeert: dat de Gedaagde, als Prefident heeft bygewoond zekere Vergaderinge „ vau Afgevaardigden van de vernietigde Genood. Q. 5 fchap*  •*5° Verzameling van Stukken betrekke iyk tti ,, fchappen in deeze Provincie, op den 12 en 13 „ Sepcember 1787, toe Zwolle geioudeu. ,, Zynde deeze Vergadering een gevolg geweest ,, van een voorige, door den Gedaagden, in quali- teit als PrasQdent belegt, en uitgefchreeven. „ Dat hy op die Vergadering geproduceert heeft „ een Copie-Misfive, van zyne Majefteit den Ko,9 ning van Pruisfen, van den iften September daar bevoorens, aan de Staaten deezer .Provin,, eie, inhoudende verzoek van doormarsch en in. ,, quartiering van Troepen. By welke gel'genheid aldaar beflooten is, een Adres aan Ridderfchap en Steden te doen., van „ inhoud, als uit de minute daar van, die op Stads „ Secretarie berustende is, en waar van ten allen „ overvloede hier by een authentique Copie word ,, overgelegd (*). „ Dat de Gedaagde den inhoud van dit Adres niet ,, alleen mede heeft geaggreëert, en tot de over- gave van het zelve, aan Ridderfchap en Steden „ toegeftemd ; maar dat hy zelvs ais Praefident van „ die Vergaderinge - in naame van de gezamentlyke Afgevaardigden der vernietigde Genoodfchappen voornoemt, het zelve mede geteekend heeft, waar na zulks,op den igden September daar aan „ volgende, in de Vergaderinge van Ridderfchap en ,, Steden werkeiyk is" ingegeeven , en vervolgens „ publiek in de Couranten gedivulgeert. „ Dat dit Adres of Request , a capite ad calcem, „ allefints is oproerig' lesfif, taxatoir en hoonende ,, voor Ridderfchap en Steden, de Staaten deezer „ Provincie in het generaal, en zyn Doorluchtig. „ fte Hoogheid den Prins Erf-Stadhouder in hetby' zonder , Hoogstdewelke daar by voorkomt als een Erf-Dwingeland. „ Wordende voorrs alle deszelvs Voorftanders (de Leden van Ridderfchap en Steden niet uitge!' zondert) als Belaagers van 's Volks Vryheid ea ge-; (*) Zie dit Stuk in het 2. Deel deezer Verzameling onder. 29, bladz. 84-  ie Gebeurtenis/en in 1787 en«. veorgivaïïen. 251 M gevolglyk als meinéédige Verraaders van .hun Va„ derland, afgemaalt en aan Ridderfchap en Ste„ den, de Souverein van deeze Provincie, in heC ,, aaugezicht verweeten: dat Hoogstdezelyen zou,, den zyn, ontrouwe, plichtverzaakende Regen„ ten, dewelke oirzaak waren van de ysfelyke rampen, dewelke zy Remonftranten bedugt waren, „ en zich voorftelden dat de Provincie overkomen ,, zoude , alles vergezelt met godlooze en affchu* ,, welyke dreigementen,oneerbiedige, en voor den „ Souverein deezer Provincie hoonendedeclaratien. ,, En vermits de Gedaagde in allen deelen daar orntrent voorkomt als de eerfte Hoofdbeleider, de„ welke daar door zich niet alleen aan hooggaande misdaaden heeft fchuldig gemaakt, waar over „ reeds van Stadswegen naamens de Hoogheid te,', gen hem geprocedeerd wordt; maar ook aan een „ aller atroce injurie , ten opzichte van Ridderfchap en Steden in het generaal, en denHeerErf„ Stadhouder in het byzonder. „ Zo doet den Aanlegger q. q. or,ir.i meliori modo „ concludeeren: „ Dat de Gedaagde by definitif vonnis van ,, U Wel Ed. Hoog Achtbaare zal worden ge„ condemneert in een opentlyke palinodie en ,, afbidding van de injurieufe,'en,zo voor Rid. ,, derfchap en Steden, als den Heer Erf-Stad„ houder, inhet gelibelleerde Request voorko„ mende, beledigende expresfien : daar in zul„ lende beftaan , dat de Beklaagde , bloots. „ hoofds, en op zyn knien liggende, in dee„ ze hooge Vierfchaar zyn berouw en leedwee„ zen deswegens betuige, biddende God en de Heilige Juftitie om vergiffenisfe. „ Mitsgaders boven en behalven de ftrafFe „ van infamie, waar toe in deezen mede wel „ expres eisch gemaakt wordt, in een profltab'e amende van duizend Gouden Ryders.ter „ dispofitie van Ridderfchap en Steden, of zo „ als Hun Wel Ed. Hoog Achtbaare ex cau\f®  $5* Verzameling van Stukken betrekkelyk tot „ meritis zullen vermeenen te behooren; mee „ wydere condemnatie in alle de kosten deezer Procedure; allefints onverKortet Hoogheids „ Actie. Ofte &c." Het welke wy Ambtshalven niet hebbende willen verweigeren; zo is het, dat wy uw G. J. Pymait by deezen, per ediÜa ad valvas, citeeren, laaden en dagvaarden, tegens Woensdag en zes weeken, zullende zyn den ;>den December aanftaande,dés morgens om half negen uuren, aan onze Laage Bank van Inftruftien, indien het als dan ordinaire Rechtdag is; anders op de eerfte ordinaire Rechtdag van die Bank daar aan volj-ende, om te zien dienen van den eisch en conclufie, hier voor geinfereert. Met inthimatie, dat, het zy gy als dan compareert, of niet, wy evenwel op het aanhouden van den Aanlegger q.q. zullen doen en laaten wedervaaren , het gene na rechte en hier gerecipieerde practyk zal worden bevonden te behooren. Oirconde onzes Stads Zegel en de fubfcriptie van een deezer Stads Secretarien. Actum Zwolle, den 21 Oclober 1788. Qwas get.~) Georg Royer. Secret. 1788. Ne 841. Verklaaring ten voordeele van Mr. Vosding van Beverförde . betrekkelyk het Adres aan Rid. derfchap en Steden geprefenteerd. Wy Ondergefchreevene betuigen en verklaaren by deezen voor de waarheid, als hebbende de vergaderinge van Gecommitteerden uit deSchutteryen en Genoodfchappen van Wapenhandel der Provincie Overysfel, den 12 September des jaars 1787 en vervolgens, binnen de Stad Zwolle gehouden, ad cudündum, of om toe te hooren, bygewoond, dat wy  'ii Gebeurtenis/en in 1787 "nt. voorgevallen. 2$$ v/y zeer wel weeten, dat de Heer en Mr. Vosoing van Beverförde , ter wiens inftantie wy het nevens of binnenftaande Attest afgeeven, toen 'er over den inhoud van een Concept-Adres, of Declaratoir, aan Ridderfchap en Steden te pracfenteeren, gedelibereert wierde, 'er eenige veranderingen in gemelde Concept, door gemelde Heer, zyn opgegeeven; waar van egter geen gebruik, of employ gemaakc is geworden, waar op, en wien, ten gevolge gemelde Heer Vosdink van Beverförde zich ten fterkften, zo wel tegens he.t arrefteeren, als tegens het verzenden,of prsefenteeren van gemelde Adres,aan de Vergaderinge van de Staaten van Overysfel verzet en geprotesteerd heeft, zynde wy Ondergefchreevenen ten allen tyde bereid, des gerequireert wordende, ons voorgemelde Attest, met folemneelen éóde tot God almachtig te (terken. Actum Zwolle, den 8 November 1788. (was get.) E. J. van Hattum,' L. van Hoesen. No. 842. ExtraB uit het Refolutie-Boek der Edele Megende Heeren Gedeputeerde Staaten van Friesland, •waar by aan den Luitenant-Collonel Ardesch, onder het Regiment van den Collonel J. de Schepper , wegens zyne betoonde bereidwilligheid, beleid, vigilantie en promptitude in de laatfte troubles, door Hun Ed, Mogenden met een Gouden Degen wordt befchonken. De Edele Mogende Heeren Staaten deezer Provincie, gelet hebbende op de bereidwilligheid ^beleid, vigilantie en promptitude, door den Luitenant-Collonel Ardesch betoond, zo in zyn post van Commandant der Militie in Harlingen leggende, als in de uitvoeringe van andere zaaken en ordres, ten tyde der ontltaane troubles aan hem gedemandeert, waar door den Lande in 't gemeen , en die Stad in *v byzonder, van ongemeen veel nut en dienst is ge*  «54 Verzameling van Stukken betrekkelyk Ui geweest, gerefolveert hebbende het Collegie te au» thorifeeren, om voornoemde Luitenant-Collonel tc doen vervaardigen eene fraaije Gouden Degen, ten einde dezelve tot een blyk der hooge goedkeuringe van Hun Ed. Mogenden, nopens zyne Conduite, aan hem te offereeren , en de Heer E. S. G. J. van Burmania Rengers, by Refolutie van dit Collegie van den aiften January deezes jaars , verzogt zynde hier toe de nodige ordre te ftellen, en fchikkingen. te maaken ; zo heeft gemelde Heere Rengers op deezen morgen, ingevolge en ter voldoeninge hier aan, ter Tafel geprasfenteerd een fraai gemaakte Gouden Degen , en daar by teffens gerapporteerd: dat deeze Degen mede was vertoond aan zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince ErfStadhouder, welke dezelve niet alleen had geappro. beert, maar ook gepermitteerd had, dat dezelve, door den Luitenant-Collonel Ardesch zo wel in,als buiten dienst, wierde gedraagen. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan , den Heere Rengers voor de genomene moeite en het gedaane rapport te bedanken,en allefints te approbeeren het gene door zyn Ed. in deezen is verricht; dat vervolgens den Luitenant-Collonel Ardesch zal worden verzogt, om op morgen zich ter Vergaderinge te fifteeren, wanneer de Heer Eysinga , ter Vergadering praefideerende , word verzogt, deeze Gouden Degen aan den LuitenantCollonel Ardesch, uit naam van Hun Ed. Mogenden te offereeren, met byvoeginge van een Compliment ter materie dienende. Accordeert met voorfz. Boek. In kennisfe van my (was get.) B. Vitringa.  ie Gebeurtenis/en in 1787 ent. voorgevallen. 2Sf No. 843. "Reglement of Kaart voor de Schuttery der Stad Alkmaar, door den Heere Erf-Stadhouder vast. gefteld, en aldaar op Hoogstdeszelvs naam gepubliceerd, den 19 July 1788. Wy Willem, by de gratie Gods,' Prince van Orange en Nasfauw,' &, & &c. doen te weeten: Alzo ons door Jonkheer WillemGustaafFrederik Graave van Bentinck, Heere van Rhoon en Pendrecht , befchreeven in de orde van de Ridderfchap en Edelen van Holland en West-Friesland, Bailjuw enöpperdykgraav van den Lande van Putten, Bailjuw en Schout van 's Gravenhage, Hoog-Heemraad van Rhynland, en Mr. Dirk Meerens, Raad in den Hove van Holland, Zeeland en Friesland; welke wy, ingevolge de aan ons verleende authorifatie vandeEd. Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, van dato den 3r Oótober 1788, naar de Stad Alkmaar gecommitteerd hadden ter voldoening aan het oogmerk der voorfz. Authorifatie;is gerapporteerd: dat Burgemeesteren en Regeerders der voorfz. Stad, aan wien wy by onze Publicatie, van dato den 24ften May deezes jaars, hadden gedemandeerd , om ia plaats van de door ons gedisfoiveerde Krygsraad en Schuttery het Plan van een' nieuwen Krygsraad en van de oprichting eener nieuwe Schuttery te formeeren, daar in obferveerende de by Refolutie van den 3 November 1787 gemanifesteerde waare intentie van den Souverein, en dezelve vervolgens aan ons ter approbatie te prefenteeren, aan gemelde onze Commisfarisfen hadden overgegeeven een Plan voor een nieuwen Krygsraaien Schuttery der voorfz. Stad, mitsgaders een Concept-Reglement voor dezelve, met verzoek dat het voorfz. Plan en-Concept-Regie, ment door ons mag worden geapprobeerd, en door onze authorifatie in train gebragt en beëedigd. Plan van een nieuwen Krygsraad en Schuttery. BLAAUWE VAANDEL. Kapitein Andries Adriaan van der Ley. —•» Lui-  '%$6 Verzameling-van Stukken betrekkelyk tot Luitenant Hendrik Schoonhoven. —— Vaandrig Caspar Jacob üuwens &c. ORANGE VAANDEL. Kapitein Gabricl Adrianus de Saint G'lain. —» Luitenant Gerrit Smit Egbertz. — Vaandrig Aürianus Gouwe &c. WITTE VAANDEL. Kapitein Mr. Willem Arnold Velingius. . Luitenant Hannes de Goede. —— Vaandrig Jan •Schoonhoven &c. GROENE VAANDEL. Kapitein Dirk Bootsman, de Jonge. —— Luitenant Willem Hoogland, de Jonge. —— Vaandrig Cl aas Bootsman &c. Gencraale Inrichting. Art. I. Nimmer zal 'er eenig ander Burger-Corps, onder wat benaaming het ook zoude mogen zyn, binnen deeze Stad mogen worden opgericht buiten de alhier wettige Schutterye, op pcene, dat de Verzoekers daar toe,en veel meer de InftellersofDeelgenooten van of in eenig ander gewapend Corps, als Verftoorders der publieke rust zullen worden aangemerkt, en als zodaanigen naar exigentie van zaaken geftraft. 2. De Schuttery deezer Stad zal beftaan uit vier Vaandels, te weeten het Blaauwe, Orange, Witte en Groene Vaandels , over welke de vier regeerendc Burgemeesteren in der tyd Collonels zyn zullen. 3. By ieder Vaandel zal door Burgemeesteren en Vroedfchappen een Kapitein worden aangefteld, welke een Lid van de Vroedfchap is, en dien post vier jaaren zal moeten bekleeden, ten ware hy voor de expiratie van dien tyd tot Burgemeester wierd aangefteld , of zodaanige andere Stads Commisfie verkreeg, waar door zyn Perfoon geftadig elders vereischt wierdt. 4-Na  fa Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 257 "4. Na of onder de Kapiteinen, zullen de Officieren, van ieder Vaandel beftaan in een Luitenant en een ,Vaandng, welke by vacature uit een dubbel getal Idoor den Kapitein geformeerd , door Collonellen ;g. ëligeerd zullen worden, en zal voor ieder Doelen :éen Provoost aangefteld worden, welke by vacature lüit een dubbel getal, door Kapiteinen van die Doelen, alwaar die vacature is geformeerd, door ' urgemeesteren als Collonellen verkooren zullen wor« den. 5. By ieder Vaandel zullen vier Sergeanten zyn, welke, by vacature, door den Kapitein en overige Officieren van 't Vaandel aangefteld zullen worden. 6. Ieder Vaandel zal boven en behalven het vrye iRot verdeeld zyn in tien Rotten , over ieder van welke Rotten, de Kapitein eenen Rotmeester zal ftellen. 7. By ieder Vaandel zal een Tamboer zyn, welke Idoor den Knpitein zal aangefteld worden. ■ 8. De Schutters zullen gekooren worden alleen uit Burgeren deezer Stad, niet gealimenteerd wordende, de ouderdom van agttien jaaren bereikt hebbende, welke daar in zullen moeten continueeren, tot hun zestigfte jaar toe. 9. ^iemand zal van de Schuttery vry zyn dan de Leden van de Vroedfchap, voor zo verre dezelve geen Collonels op Kapiteins zuilen zyn, de Schepenen geduurende hunnen dienst '. ten ware deeze in de Schuttery reeds tot Officieren bevorderd waren) de S'.ads Secretarisfen; alle de Predikanten 't zy van de Gereformeerde of andere Religiën, de Roomfche Priesteren, de Stads Bodens en de Proveniers in de Gas.huizen; als mede de Commifen van het gemeene Lands Comptoir en de Klerken van de Stads Secretarye. indien en voor zo verre dezelve by brand of andere ongelegenheid op het gemelde Comptoir of Secretary worden vereischt. 10. Een Doopsgezind Burger, niet begeerende Schutter te zyn, zal d'iar van bevryd kunnen blyyen mits jaarlyks tot zyn zestig jaarigen ouderdom1 IX. DfiEi» R to-r  258 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot toe, voor uitkoop naar discretie van den Krygs». raad, betaalende v.n twee tot zes Guldens. 11. üe algemeene plicht der geheele Schutteryf zal zyn, de Stad Alkmaar, derzelver Regeeri»g eni alle derzelver Burgeren en Inwoonderen te befcher-. men tegen a'le geweld en alle aanvallen van binnen] en van buiten , en zulks tot verzekering der rust enn vrede der Stad en derzelver Inwoonderen; waarom*trent zy zich zal moeten gedraagen aan de ordreta Van den commande. renden Officier. Wupening der Schut'ery. 12. De Kapiteinen en verdere Officieren, zuNenfl zich ten hunnen eigen kosten van een Degen moeJ ten voorzien. 13. De Kapitein van ieder Vaandel zal van een EJ charpe van dezelve kleur als zyn Vaandel moeteai voorzien zyn, en a'le de Officieren en Sergeanten.! zullen zich ieder op hunne eigen kosten een Oran-ij ge Echarpe moeten verzorgen , en dezelve overi de rechtei Schouder draagen , uitgezonderd de Servl geanten, welke dezelve om den middel zullen draad gen. 14. Alle de Officiers zullen met een Esponton, een de Sergeanten met een Hellebaard en Sabel gewapend zyn. 15. De Wapening der Schutters zal beftaan iai een Snaphaan en Bajoret, Patroontas, Bandelier,, Sa'->el en Port-h'pée, alle welke met de letter van het Vaandel en met het nummer der Manichap ge-> merkt zyn nullen. 16. Ieder Officier, Sergeanten Schutter zal byj de tegenwoordige oprichting van de nieuwe Schutterv , van Stads wegen zonder daar voor iets te be-s taaien, van een Wapenrusting voorzien worden, em dezelve moeten onifargen tegen een Recepisfe va» den volgenden inhoud. Ik Ondergetekende nu oud jaa- ren, woouen.de ingefchreeven zyndei têt in het Vaandel van de; Scüut«';  tie Gebeurtenisfen in 1787 ent. voorgevallen. 259 i Schuttery der Stad Alkmaar, bekenne ontfangen te I hebben uit handen van om door my te worden :.onderhouden en gehruikt, ingevolge het Reglement, voor de Schuttery van den 19 july 1788- 17. Alle.de Schutters welke naderhand in de ■Schuttery komen, zullen voor hunne Wapenrusting :ten behoeve van de Stad betaalen vier Guldens, de lOfficieren voor den Esponton zes- en- dertig Rui. fvers, en de Sergeanten voor de Hellebaarden een jGulden. (8. Ieder Officier, Sergeant en Schutter, zal de Idoor hem ontfangene Wapenrusting zorgvuldig en op zyn eigen kosten en in behoorlyke orde moeten feewaaren, onderhouden of doen repareeren, doch onder het exerceeren 1 in tegenwoordigheid van Of. ficieren eenig defect aan dezelve komende, zal zulk» buiten zyn kosten worden gerepareerd, 19. Ieder Schutter zal de door hem ontfangene Wapenrusting, by alle gelegenheden daar het verfcischt word, zelve moeten gebruiken, en dezelve iiiet aan of van anderen mogen leenen, op een boe:e van een Gulden. 20. Niemand zal vermogen de door hem ontfangene Wapenrusting te verkoopen, veranderen of geleenen, op een boete van drie. Guldens, en die (fene welke in deeze boeten vervalt, zal verplicht «yn, om binnen den tyd van vier- en- twintig uur^n cyne geheele Wapenrusting in volle orde aan den lotmeester van zyn Rot te vertoonen, of anders oovcn en behalven de gemelde boete nog twaalf Sndens moeren betaalen; welke gelden beide ten uehoeve van de St.id komen zullen ; zullende aan nodaanig iemand eene andere Wapenrusting onder lelyke verplichting van bewaaring als anderfints ter aand gefteld worden. 21. Niemabt aal zyn ontfangene Wapenrusting :ot iets anders dan tot Schutterlvke dienften mogea gebruiken, op een boete van drie Guldens, ten betoeve van het Vaandel. R 3 22,  %5o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot " 42. Ieder Schutter zal zyn Wapenrusting behoow ]yk van roest en vuiligheid zuiver moeten houden: 'en dezelve zo dikwils ter vifitatie geevén, als de Ka; pitein van zyn Vaandel zulks goedvind; en zullen voor elke weigering der gemelde vifitatie twintig^ 'en voor elk ftuk dat niet zindelyk, of het welk dei fect bevonden wordt, tien ftuivers betaald worden3 ten behoeve van het Vaandel. 23. Ieder Officier, Sergeant of Schutter , dies ■van een Wapenrusting voorzien zynde, naderhand uit de Schuttery gedemitteerd of ontflagen wordti 'zal dezelve tegen intrekking van zyn Recepis moe ten terug bezorgen , binnen den tyd van agt dageni op een boete van drie Guldens , ten behoeve van dc Stad; en zulks in 't geheel niet doende, zal de Wa' penru.'ting moeten vergoed worden, (in welk ge< rval het gene voor zodaanige Wapenrusting reedij is betaald, in afflag zal komen) gelyk ock de Wedu rwen, Erfgenaamen of Bewindhebbenden in den boe del van den Overleedenen, op voorgemelde voe de Wapenrusting zullen moeten terug bezorgen. Exercitie en Wapenjchouw. 24. De Exercitiën zullen jaarlyks gehouden won den, op zodaanige tyd en plaats, als vooraf dooi Collonellen met de Kapiteinen in ieder jaar zal be paald worden. 1 25. Een Officier op den tyd tot de Exercitiën be paald abfent zynde, zal verbeuren drie Guldensi! een Sergeant dertig ftuivers, en een Schutter twak ftuivers; en zich andermaal abfenteerende, zulles de boetens eens verdubbeld worden , en dan zo lan ge dus betaald worden, totdat dezelve weder bydc Exercitiën verfchynen; alles ten behoeve van he Vaandel; zullende egter hier van ontheven zyn zuL ken, welke door ziekte of andere beletzelen dooi :den Commandeerenden Officier als dan voldoende geoirdeeld wordende, zullen verhinderd zyn op t« komen. . 26. ïemant komende na het opleezen der Naam* k 2 robi;  'is Gebeurtenisje» in ï7Br ent. voorgevallen, ï6"i ïolle of zonder behoorlyke Wapenrusting, zal verbeuren, een Officier één Gulden ,_ een Sergeant twaalf Huivers en een Schutter zes ftuivers; doch' een half uur na het leezen der voorfz. Rolle, voor abfent gehouden worden, en volle boeten moeten betaa'en. 27. De Geweeren die by het laatfte vuuren op de' Exercitie geweigerd mogten hebben, zullen'terftond na het eindigen der Manoeuvres op de Exercitie-plaats moeten worden afgefchooten of afgetrokken, en de overgehouiene Patroonen aan de Officieren overgegeeven, op een boete van één Gulden, ten behoeve van het Vaandel. 28. Eenmaal des jaars na de ordinaire Exercitiën, zal een generaale Wapenfchouw gefchieden, waar. op de Wapenen van alle de Schutters zullen worden geinfpecl. erd en gevifiteerd, zullende de tyd, daar toe door Collonellen vooraf bepaald, en veertien dagen te vooren aangezegd worden; en iemant," zo Officieren als Schutters, by de Wapenfchouw abfent zynde, zal verplicht zyn, de dubbelde boe-" te, op de abfentie by de Exercitie gefteld, te betaalen. 29. Nitmant zal by de Exercitiën of byeenkomften in de Doelens, de Gebouwen of Boomen van dezelve Doelens mogen befchaadigen, op eene boete van 20 ftuivers: niemant zal een ander onheusch, bejeegenen, fiaan of met fcherp aanvallen; alles op zodaanige Geldboete of andere Correctie als by de Compagnies-Vergadering van het Vaandel waar. onder de Daader behoord . zal geoirdeeld worden ; óf indien het een der Officieren ware, dan by de gemeene Krygsraad; alle welke delicten binnen .14* dagen na derzelver perpretratie zullen moeten wor, den afgedaan, of zullen dezelve anders aan den Officier devolveeren; behoudelyk dat het delict niet rnedebragt doodflag of anders zulks gequalificeerd ware, dat 'er aan 't lyf verbeurd zoude mogen zyn, in alle welke gevallen de Officier zyne actie tegens R 3 d?» i .  a52 Verzameling *an Stukken betrekkelyk tit den Delinquant inftitueeren en zyn Officie bewaaren zal. Brand en andere ongelegenheid. 30. Brand oncdekt en dezelvedoorhetkleppen van een of meer Klokken bekend zynde geworden , zullen de Officiers en Schutters van het Vaandel, 't welk op dien tyd de Brandwagt heeft, zich terftond na3r de plaats van re Brand moeten begeeven, en zich in alles reguleeren naar de Order en Regiement voor de Schuttery deezer Stad by tyde van Brand, van den 9 Maart 1737, voor zo verre daar in by dit Reglement geene verandering is gemaakt. 31. Ten einde ook de Schuttery by Brand in het waarneemen van hunne Posten bedreeven zy, zullen voortaan jaarlyks by de ex. reine der Brandfpuiten, waar van de tyd en plaats bevoorens aan de Leden van het in dat jaar de Brandwagt hebbende Vaandel zal worden aangezegt, de Leden van het cvengenoemde Vaandel moeten adfifteeren en hunne funtf ien als by Brand waarneemen. 32. Wanneer onverhoopt eenige rustverftoorende beweegingen binnen deeze Stad mogten ontflaan, zullen Collonellen terftond ordre (lellen, dat alle de Officieren en Schutters in volle Wapenrusting op hunne Alarmplaatfen (zynde voor het Blaauwe Vaandel op het Waagplein,, voor het Orange op het Rirfevoort by 't Jutphaas Hofje, voor het Witte by 't Accynshuis, en voor het Groene, voor het Stadhuis) komen, alwaar dezelve alsdan van het nodig getal Patroonen zullen voorzien worden. 33. ïemant zich als dan abfenteerende, zal verbeuren, een Officier twaalf Guldens, een Sergeant zes Guldens, en een Schutter drie Guldens, zullende die gene, welke in zodaanig geval zich geabfenteerd hebbende, overtuigd word zich op Staat onder de menigte bevonden te hebben, boven een drie dubbelde boete naar bevind van zaakeri gecorrigeerd worden. 34'  ii Gtbeurtenisfm in 1787 ent. voorgevallen. 36*3 34. De Officieren met hunne onderhebbende Mii' fchap gekomen zynde ter plaatze daar eenige faamenrotting is, of eenig Huis of Huizen gedreigd, of aan welke eenige infultes gepleegt worden, zul], D dezelve doen bezetten , de faamengekomene menigte nadrukkelyk en ernftig vermaanen, zich van mo dwil te onthouden , uit den anderen en naar hunne Huizen te gaan , of by weiger.ng dezelve uit een dry ven ; die zich brutaal mogten gedragen, aanhouden en aan de JulHtie overgeeven , en in cas van feitelyke refiltentie als dan geweld met geweld kecren, en voorts aan de Juftitie in alles de fterke hand leenen. 3y. Nog zullen alle de Officieren van de Schutttrye, niet alleen wanneer eenige rustverftoorende beweegingen ontftaan, maar ook wanneer dezelve met eenige grond te dugten zyn, in de Stad en by de hand moeten blyven, ten einde zodaari^e ordres te txecuteeren als door Collonellen naartydsomftandiiiheden mogten worden gegeeven. 36. Wyders zullen Heeren Collonellen den dienst der Schuttery in de voorgemelde en alle andere gevallen nodisj oirdeelende , de vier Kapiteinen en verdere Officieren opontbieden , welke terftond zullen moeten opkomen; en als dan zullen de Kapiteins looten, wie hunner met een zo groot getal hunner Manfchap als Collonellen dienftig zullen achten, zal of zullen optrekken, waar na die Manfchap ook terftond na de bekomene ordres zich naar haare Alarmplaats zal moeten begeeven, en op de boetens in voorgaande Articulen van rustverftoorende beweegingen gemeld, de ordres hunner Officieren naarkomen. Indien de Adfiftentie van eenige Schutters zo fpoedig vereifcht wierd, dat de tyd geen looting tusfchen de Kapiteins toeliet, zullen de Collonellen zodaanige Kapiteinen en verdere Officieren en Schutters als het fpoed'gst zullen kunnen gereed zvn, mogen oprukken, welke Manfchap dan ook buiten beweezene onmooglykheid alle de gegeeveR 4 D*'  ao4 Verzameling van Stuiken letrekkelyk tot De ordres op de hier voorgemelde boetens /al moeten ter uitvoer brengen. 37. Geen Lid der Schuttery zal kunnen verplicht worden om verder dan de Jurisdictie deezer Stad uit te trekken, dan onder het geleide van een regeerend of oud Burgemeefter. 38. De vier Vaandels zullen ieder een Jaar by beu-tw'sfeling de Brandwagt. hebben, het geen aan elk Officier en Schutter volgens oud gebruik zal worden aangezegt Krygsraad en Compagnies Vergaderinge. 39. De Krygsraad zal bellaan uit Heeren Rurgemeefteren als Collonellen, de Kapiteinen, Luitenants en Vaandrigs; en eens of meermaalen 's Jaars, wanneer Heeren Burgemeefteren zulks nod'g oirdeelen, gehouden worden; en zal dezelve Krygsraad door een der Provoosten van de beide Doelens als Secretaris jaar om jaar geadliileerd worden ; gelyk ook de Kasteleins van de Doelens mede jaar om jaar als Bodens van de Krygsraad fungeeren zullen, en de boetens by dit Reglement gemeld, op ordre van den Provoost moeten ophaalen en aan denzelven ter hand ftellen, welke gehouden zal zyn dezelve boetens te verantwoorden , zo aan de Stad als. aan de Vaandels, ten welkers behoeve die boetens volgens dit Reglement zyn toegelegt; zullende de Provoost een derde genieten, van de boetens welke ten behoeve van de Vaandels zyn verbeurd. 40. Alle zaaken iu voornoemde Krygsraad voorvallende, zullen by meerderheid van ftemmen afgedaan worden. 41. De Compagnies Vergaderingen zullen mede eens of meermaalen 's jaars, wanneer de Kapitein zulks nodig oirdeelen zal , gehouden worden. 42. In dezelve zullen de Schutters aangenoomen en onder den ééd gebragt, en die hunnen tyd hebben uitgediend, ontflagen worden.  "de Gebeurtenis/en in 1787 ene. voorgevallen. 26? Formulier van den Schutters Eed. „ Ik beloove en zweere gehouw en getrouw te s, zullen zyn, aan de Conftitutie en Regeeringsform s, van cien Lande van Holland en West-Friesland, „ beftaande in de Hoogfte Souvereine Overigheid van Hun Ed. Groot Mogenden de Staaten van . „ denzelven Lande, met het Erf-Stadhouder-, Gou- •, „verneur-, Kapitein- en Admiraalfchap-Generaal,' „ erflyk in het Doorluchtig Huis van Orange, zo„ daanig als het zelve in Hunner Ed. Groot Mo«, genden Refolutien van den jaare 1747 is opgedragen, en by den tegenwoordigen Heere Erf,, Stadhouder in den jaare 1766 aanvaard: voorts, „ dat ik de Hooggemelde Heeren Staaten , den „ Heere Erf-Stadhouder, midsgaders Heeren Bur„ gemeesteren en Vroedfchappen deezer Stede zal „ gehoorzaamen; dat ik mede de beveelen der refpeófive Kapiteinen, en wel fpeciaalyk vin den „ Kapitein en verdere Officieren van het Vaandel ,, waar onder ik behoore, zal naarkomen en ach„ tervolgen; allen overlast, geweld en ongehoorzaamheid helpen weeren; de Privilegiën deezer „ Stad, voor zo verre dezelve niet inloopen fe3, gens de tegenwoordige hier voorgenoemde Conftitutie en Regeeringsform,in alle manieren voor „ te ftaan; het Reglement of Kaart voor de Schut,', tery deezer Stad te zullen in acht neemen, en „ my aan den inhoude daar van te onderwerpen; „ en verders te doen, dat een goed en getrouw Schut,, ter fchuldig is en behoord te doen: behouden» dat ik niet zal verplicht zyn om de Jurisdictie dee,3 zer Stad uit te trekken, ten zy een Regeerend of by ongelegenheid van denzelven een Oud-Bur„ gemeester voortrekke". Zo is 't, dat wy het voorenftaande in overweeging neemende , "hebben goedgevonden de voorfchreeven oprichtinge van de gemelde nieuwe Krygsr raad en Schuttery, als mede het voorfchreeven Reglement in alle derzelver deelen te apr ;beeren, R. S en  tfS'ff Verzameling van Stukken betrekkelyk tot en onze voornoemde Commisfarisfen te qualificee» ren , om de daar by aangeftelde Officieren, OnderOfficieren en Schutters in onzen naam den behoorlyken ééd, zo als dezelve by onze Publicatie vanheden is vastgefteld, af te neemen, en hun in de posfesfie van derzelver refpectiveCnarges en Schucterlyke functien te ftellen. Gegeeven in 's Graveuhage, den 19 July 1788. (was get.) W. Pr. van Orange. (Onder ftond) Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid, (was get.) W. van Otters. BYLAGE. Extratï uit het eerfte Ordonnantie Boek der Stad Alkmaar. Ordre en Reglement, waar na de Schutterye der Stad Alkmaar liy tyde van Brani zich zal moeten reguleeren. 1. Alle de Officiers en Schuttebroeders van het. Vendei dat de Brandwagt heeft, zullen op een boete van tien ftuivers , zich op het luiden van de, Brandklok, iiico, het zy by dag of nagt, met hun Zydgcweer en Pieken (*), moeten begceven na den Brand, en zulks in de volgende ordre. 2. De Luitenant met de jongfte Adelborst of Sergeant, nevens die van het Vrye-, van het Kapiteinsen van het Luitenants-Rot, zullen zich moeten vervoegen naar de Zuidzyde van de Brand, omme van die kant de toegang tót den 3rand af te zetten en te fluiten. 3. De Vendrik met de Provoost of LuitenantProvoost (na dat 'er by de Vlag zal zyn die de Brandwagt heeft,) nevens het derde, vierde, en vyfde Rot, zullen zich begeevenaan de Noordkant van (*) Nu Snaphaanen: zie het 15 Art. van het voorenftaande Reglement.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen 267 • van de Brand, omme van die zyde de toegang af te fluiten. 4. De twee oudfte Sergeanten, nevens het zesde en zevende Rot, zullen zich posteeren aan de Oostkant van de Brand, om van die zyde de toegang te beletten en voor te komen. 5. De jongde Sergeant op een na, met de Rotmeester van het vrye Rot, reprzEienteerende ten dien tyde mede als Sergeant, nevens het agtfte,; negende en tiende Rot, zal zich moeten begeevett naar de Westkant van de Brand, om zich aldaar te posteeren, en den toegang te fluiten. 6. De Kapitein van het Vendel, dat de Brandwagt heeft, ofte, by zyn abfentie, de commandeerende Officier, zal zich zo veelmaal, als hy dienftig en nodig zal oirdeelen, naar de verdeelde Posten vervoegen, om te zien of alles in die orde zal zyn, als hy zal vermeinen te behooren. 7. De Provoost of Luitenant Provoost, wien 'er by de Brand zoude mogen wezen, zal naar verloop van twee of drie kwartiers uurs, dat de verdeelde Posten by den Brand zyn geweest, zich naar ieder Post moeten begeeven, om te zien of alle de genen, die elk op zyn Post befcheiden is, zich aldaar prasfent bevinden, en die abfent zyn aan te teekenen, en vervolgens de abfenten binnen driemaal vier- entwintig uuren, na het cesfeeren van de Brand, de daar op gefielde boete door de Kastelein te doen afvorderen, om by de expiratie der tyd van de Brandwagt van dat Vendel, by de Officier en Schuttebroeders van gemelde Vendel te werden verteerd !n dien Doelen daar zy befcheiden zyn ; doch zullen die genen, die door ziekte, van Huis zyn, of andere noodwendige oirzaake, niet by de Brand geweest zyn, zich daar over aan den Kapitein mogen adresfeeren, aan wiens decifie het zal ftaan, of de redenen van abfentie wettig zyn of niet. Aldus gereguleerd en geordonneerd by dè Heeren Burgemeesteren der Stad Alkmaar, den 9 Maart 1737. No.  168 Verzameling van Stuiken letrekhlyk tet Ne 844. Sententie van het Hof Provinciaal van GeU dei land, tegens vier Ingezetenen der Stad Groenlo. Gezien by den Hove des Furftendoms Gelre en Graafichaps Zutphen, de klagte Crimineel cum annexis der Magiftraat van de Stad Groenlo, overgegeeven door Mr. T. Heynderik, iri qualiteit alsr Advokaat-Fiskaal derzelver Stad rat. Offic. Klager ter . eenre, op ende tegens Hendrikus Brons, Hendrik/ Willem Hassels, Gerrit Willem Roi-eers ei> Jan Brons, Beklaagdens en Gedaagdens in Perfoon ter anderen zyde, over en ter zaake de beide eerfte Gedaagdens Hendrikus Brons en Hendrik Willem Hassels, niettegenstaande dezelve by 's Hoves Sententie van den 13 Mey 1785, uit hoofde dat beide met verzaaking èn vilipendie van alle eerbied , achtinge en gehoorzaamheid aan 't Gericht verfchuldigt, hurne wettige Magiftraat onder de gruwelykfte bedreigingen, hadden willen dwingen, cm aan hun Gedaagdens zodaane zaaken te open» baaren, waar toe 't Gerichte onbevoegt was, waren gecondtmneerd, om in den Raade, God, den Souverein en de Juftitie om vergiffenis te bidder, met betuiging van leedwezen over 't gepleegde, en belofte van zich daar van in 't toekomende te onthouden, by poene van nadere dispofitie, zo zy zich daaromtrent in het vervolg wederom mogten te buiten gaan, voorts cm te doen folemneele ééde en by rcene van overtreedinge, om daar over naar exigentie van zaaken, naar alle rigeur geftraft te zullen worden; en aan de hun opgelegde Sententie des daags daaraan volgende voldaan hebbende, en ontflagen zynde, niet alleen zich by cortinuatie, als onrustige en muitzieke Perfoonen, die hun werk hebben gemaakt om met vilipendie en verachting van hunre Magiftraat de rust en grede crde der Stad Groenlo te flooren, de Magiftraat of wel eenige Leden, met woorden of da&dcn tebeleedigtn, *f Lands Wetten te contraveniecren, en anderen daar toe aan te zetten, en dus doende het zaad van twee-  is Gebeurtenisfm in 1787 enz. voorgevatien, z^jf ïweedragt en oproer te zaaijen, meer en meer aan te ftooken en gaande te maaken, en daar door hun opgelegde Sententie en de door hun zo folemneel gepresteerde ééd, te contravenieeren; maar oolc al verder, dat vervolgens de Stad Groenlo hebben verlaaten, en zich in eenen vreemden dienst en wel onder de zogenaamde Huzaaren te Deventer geëngageert, en dus 's Landfchaps Publicatie van den 6 July 1787 overtreeden. Terwyl de derde Gedaagde Gerrit Willem Roebers , mede door zyn gedrag niet alleen getoond heeft, een onrustig en oproerzoekend Perfoon te zyn, maar ook gelyk de beide eerfte Gedaagdens, ■onder de gezeide Huzaaren te Deventer heeft dienst genoomen, contrair aan de voorfchreeven'sLandfchaps Publicatie van den 6 July 1787, waar by zulks ten ftrengften is verboden, en bevoolen, dat 't zelve ten rigoureuften zoude worden geftraft, en aan welke laatfte misdaad, het zich begeeven naamentlyk in vreemden Krygsdienst en wel onder de zogenaamde Auxiliairen te Utrecht, de vierde Beklaagde Jan Brons zich almede heeft fchuldig ge.jnaakt. Het voorfchreeven Hof doende recht, verklaart de Gedaagden en Beklaagden in Perfoon contumaces, en overzulks verftooken van alle excepru-n declinatoir, dilatoir en peremptoir, midsgaders van alle wheren en defenfien van Rechten, en ten Principaalen : bant Hendrikus Brons en Hendrik Willem Hassels, voor al hun leeven, Gerrit Willem JRoebers voor agt jaaren, en Jan Brons voor dne jaaren , buiten deezen geheelen Furftendom en Graaffchap, by pcene van zwaardere ftraffe, inval de beide eerfte Gedaagden daar in immer, en de beide laatfte Gedaagden inval binnen den gefteloen tyd, daar inne weder gevonden mogte worden, condemneerende alle de Gedaagden en Beklaagden, zo in de 'kosten en mifen van Juftitie, als van deeze Proceduure ter taxatie en moderatie vaa den Hove. Ge-  njo Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot Gedaan en gearresteerd in den Raade van Gelderland, te Arnhem, den 31 July 1788. (<»hs get.) C. G. Hultman. Acïum Groenlo, den 7 Augustus 1788. JN>-. 845. Depêche van de Hooge Regeering der Oostenrykfche Nederlanden, getyteld AEte ten voor', dtele der gtvlugte Hollanders , ten opzichte van htt uitwendige van hunnen God:dienst, en om hunnen Burgerlyken ftand te vei zekeren. Op het verflag, aan Hunne Koninglyke Hoogheden gedaan,- van het Request van P. Geevers, ƒ. B. Bicker, J. F. P ttey Turcq en R. van den Bosch, den Protcstamichen Godsdienst oeffenen» de, daar toe tendeerende, dat aan hun voor deoeffening Van hunnen Godsdienst, en om hunnen Burgerlyken Rand te verzekeren , moge toegelïaan worden, dezelvde gunften, die verleend zyn geweest aan die van Geneves hebben Hoogstdezelven, by Advife van den.Koninglyken Regeerings-Raad, géauthorifterd, gelyk zy authorifeeren mids deezen, den Predikant der Supplianten , met naame Langerak, om een naauwkeurig Register te houden van de Doopingen, Huwelyken en Begraavingen, by .welken hy geasfifteerd of zynen Dienst verleend zal hebben ; waar van hy alle jaaren een Dubbeld, -in authentyke form, zal moeren overleveren, ter Griffie van den Raade van Braband, alwaar de Pastoren alle jaaren het Dubbeld der Registers moeten overleveren, welke zy, naar voorfchrift van het Edict in dato den 6 Augustus 1778 gelast zyn to houden. Gedaan te Brusfel, den 11 September 1788. (get,) Maria Albert. Cr. Vt. (Lager ftond) Door ordre van Hunne Kon. Hoogh, L. C. vam de Veld.  U Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. S7Ï No. 846 ExtraB uil het Refolutie Boek der Stad Harlingen, ten aanzien van het overhandigen der Me~ daiijes of Eerpenningen op kosten van de Stad vér» vaa'digd, aan de Bevelhebberen en Schutters van het Burger-Regiment; benevens de Ainfpraak van.den Cdllonel by die gelegentheid gedaan, en de befchry* ving van gemelde Atedailje. De Magiftraat der Stad Harlingen met het uiter- fte genoegen herdenkende, de'uitneemende diensten, door de Heeren Burger Bevelhebberen , en ónder derzelver Commando gefungeerd hebbende Schutteren, aan deeze Stad betoond, toen dezelve door kwalykdenkenden in den voorleeden jaare wierd belaagd; heeft goedgevonden, de Eerpenningen ter gedagtenisfe daar van op Stads kosten vervaardigd, aan gemelde Bevelhebberen en Schutteren ter hand te ftellen op deeze wyze. Dat naamelyk de Heeren Bevelhebberen met 'derzelver Secretaris op den 26ften September zullen worden genodigd op het Stadhuis-voor de volle Magiftraat,- en a'daar plechtig uitChaïïdën-tvan den Prcefi ient Burgemeester ontfangen. Eerjlelyk: de goudene Medailjes, welke aan ieder Officier en den Secretaris zyn toegelegd, met een Copy van het onderftaande Declaratoir, voor ieder Officier. ,, Tor beloom'nge voor onwnkbaare trouwe, ter „ altoosduurende gedagtenisfe van betoonde moed, „ ten b!yk van volmaakte goedkeuring der poq„ gingen die tot behoud en verdeediging der Stad „ tegen u;t- en inwendige, zo heimelyke alsopen„ haare aanftigen, door de braave Schuttery van Harlingen in den jaare 1787 zyn aangewend, wor„ den deeze Medaüjes met gevoelen van erkenteni*, en in achting vereerd^ naamelyk aan iedèr „ Officier en den Secretaris eene goudene , en aan „ ieder Schutter eene zilveren, door de Edele Acht4, baare Regeeringe deezer Stad. » Ac-  47* Verzameling van Stukken betrekkelyk tot „ Aftum den 24 September 1788. Uit naam ei „ op last van de Achtbaare Magiftraat". (was get.) A. j. Conradi. Ten tweeden: de zilveren Medailjes: teri einde ieder Officier dezelve op zodaanige tyden wyze, als hy zal goedvinden, distribueere aan de vaste Schutters, die in den voorleeden jaare onder zyn bevel gediend, en, toen de nood in top rees, midsgaders de waare getrouwheid op de toets gebragt wierd, ftandvastig hun ééd en plicht hebben aangekleefd, teffens met voorleezirige van het bovenftaande Declaratoir. En dat wyders een Copia van deeze gantfche Re."folutie zal worden ter hand gefteld aan den Collo-nel, doch aan ieder Bevelhebber flegts eene Copia van bovënftaande Declaratoir, zo als gemeld is. .Aldus gerefolveerd op den Raadhuize, den 24 ! September 1788. (was get.) Menno Vink. Ter Ordonnantie van Hun Achtb, (en get.) A. j. Conradi. 'r Welke Refolutie den 2often September aan het ' Collegie van Bevelhebberen cum Secretaris, ten ' deezen einde op eene vriendelyke wyze in de Vergaderinge van Hun Achtb. verzogt, is gecommuniceerd, en aan ieder derzelver de gouden Medailje 'benevens een Extract Declaratoir ter hand gefteld, als mede de zilveren Medailjes voor hunne Schutters. Na welks, den Collonel in gepaste termen voor dit Gefchenk en blyken van erkentenis bedankte. Vervolgens is de gezamentlyke Schuttery den 27ften September in de Wapens geroepen, heeft diverfe Mat ceuvres zeer wel verricht, en is na het eindigen derzelver, ea na dat door den Secretaris, eerst  At Gebeurtenhfen in 1787 enz. voorgevallen. 273 erst een Extract ^Refolutie van Hun Ed. Mogéndèn :de Heeren Gedeputeerde Staaten van Friesland» de dato den 14 January 1788, nopens het gefehenk ivan tien koperen Trommen, en na zulks de vooren;gemelde Refolutie van Hun Achtb. was voorgeleeizen, door den Collonel de navolgende korte Aan. 'fpraak gedaan: Edele Manhafte Heeren ! Myne waarde medfBevelhebberen , Onder - Officieren en verdere Leden deezer Schuttery , welke in den jongstieeden Jaare gefungeerd hebben. ,, Gylieden hebt zo aanftonds gehoórt, dat ónze y, verrichtingen indenjongstafgeioópenjaare, tóen 3, onze Stad, door in- en uitwendige, zo heimely- ke als openbaare aanflagen gedreigd wierde, de „ goedkeuring van Hun Ed. Mogenden de Heeren „ Staaten deezer Provincie, onze wettige Souvej, reinen, ende Regeeringe deezer Stad, hebben „, weggedragen, en ten blyke daar van, deeze ón„, ze Schutterye, door beide, met opentlyke erft kentenisfe en gefchenken, ter vereeuwiging ón- zer daaden, zyn bekroond geworden:, wel aan „ dan Edele Manhafte Heeren Officieren! Onder- Officieren en verdere Leden deezer Schuttery, „, ontfangt.die Gefchenken dan ook, als blyken vad „ erkentenis; bewaard ze daar toe tot een eeuwig; „ gedenkteeken, en, laat ze ons alle tóteehfpóó'r'», flag verftrekken, om in het vervolg, by dierge1,, lyke, (doch onverhoopte) gelegentheden, om$ „, op gelyken wyze van onzen plicht te kwyten: ii, laaten wy de aangenaame vrede, de zo nodige.„, eensgezindheid, altoüs beminnen en bevorderen, », dan zullen wy ten allen tyde , overeenkomftig het oogmerk onzer inrichting werkzaam zyn ■, ea „ een goed geweeten, voor God , en onze mède», Burgers behouden ". Befchryving 'van de Mèdailje. Dezelve verbeeld aan de ééne zyde het BeeU IX. Deel, S der  274 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot der Vryheid, draagende in de rechterhand de Hoomt des Overvloeds, en deunende 'op eene Pedeftal, waar op 't Wapen der Stad Harlingen, in de lin-i kerhand is de Hoed; voorts word dit Beeld be-? Jaagd, door eenige Monfters, uit den grond opryv zende, die door den gewapenden Arm worden af-f geweerd. Aan de andere zyde, praalt deeze Eere-Penningj met eenig Wapentuig, waar onder deeze woordem itaan. De Vryheid, Staat en Stad, Door Muilzugt aangerand, Ontftak der Schutt'ren Moed; Voor ''t kwynend Vaderland. No. R47. Plakaat van Hun Ed. Groot Mogenden di Heeren Staaten van Holland, waar by eene Negoo liatie van den vyf- en- twintigften Penning wordt vastgefteld, van alle zodaanige Ingezetenen zonder, cnderfcheid, die 2500 Guldens of daar boven zitten. In dato den 30 September 1788. De Staaten van Holland en West-Friesland, aJJ len den genen die deezen zullen zien of hooreni leezen, falut; doen te weeten. Dat, nademaal de veiligheid en welvaart van ne Natie veelal afhangt van de meerdere of minde-: re welgefteldheid haarer Finantien, onze Voorom deren altoos getragt hebben door fpaarzaamheid te< zorgen , dat dezelve zich in eene zo bloeijendei ftaat bevonden, als de omftandigheden van zaakeni eenigfints toelieten, terwyl zy, wanneer dezelvei door deeze of geene rampen of toevallen warem aangetast, al hun vermogen befteededen, om dezelve weder op te beuren, en het wankelend pu*. bliek Credit door gepaste middelen te onderfchraa-; gen. Dat het gevolg van eene zo wyze, als voorzichtige  lie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 275* Itïge handelwyze is geweest, dat de Finantien van deeze Provincie, welker vermogen even voor het midden deezer eeuw tot eene zeer groote laagheid was vervallen, in den jaare 1780zodaanig ten voordeele waren veranderd, dat dezelve, indien de Republiek nog eenigen tyd had mogen blyven by haare onzydigheid, binnen zeer korte jaaren geweest eouden zyn in zodaanigen alierbloeijendften ftaat, kis waar na onze Voorvaderen te vergeefs hadden verlangt, en waarvan in de Jaarboeken deezer Provincie geen voorbeelden zouden te vinden geweest ïyn. Dan dat het een ieder bekend is, dat de Buitenlandfche onlusten, in welke de Republiek, federt lien tyd, met twee magtige Nabuuren is ingewikkeld geworden, de Provincie van Hollanden Westfriesland genoodzaakt hebben, nietalleen haar aandeel te draagen in de zo importante fommen, als !Ot verdeediging van het lieve Vaderland wierden ^ereischt, maar zelvs, (wilde zy het algemeen beioud niet in de waagfchaal ftellen) nog boven dat Landeel aanzienlyke fchatten te befteeden; en dat llerbyzonderst de inwendige beroerten en desorIres, waar door in de laatfte jaaren deeze Provinie zo jammerlyk is gefchokt geworden, aanleiding lebben gegeeven tot het doen van veelerhande ongehoorde uitgaaven, en welke 's Lands Finantien >p zulk eene geweldige wyze hebben aangetast, :n haare fchatkisten zodaanig gelecdigt, dat zelvs le ordinaire zaaken tot hier toe niet dan met veel noeite en bekommering zyn gaande gehouden. Dat het almede wereltkundig is, dat de nadeeen van den Oorlog van den jaare 1780 in eene zeer groote rnaate zyn gevoeld geworden, doordeOostmdifche Maatfchappy, als welke geduurende dien ;eheelen Oorlog met zeer groote en buitengewoo:e uitgaaven is bezwaard geworden, zonder geloegzaam eenige dier voordeelen te genieten, wele dezelve anderfints zo rykelyk ontfangt; dat het au ook daar aan toe te kennen is, dat BewindhebS a be-  aj$ Verzameling van Sluiten tetrekkelyk tot beren der gemelde Compagnie, verre Van te kü*| een voortgaan in hunne maatregelen, om van tyd; tot tyd genegotieerde Penningen af te losfen, inr tegendeel genoodzaakt zyn geworden , naar midden Jen om te zien, om op nieuws Gelden te negotieer ren ; doch dat Zy buiten ftaat zynde, om dezelve! op eigen credit te bekomen, wy op de daartoe fut* ceslïvelyk gedaane Adresfen hebben moetén beiluUi ten, om dezelve Compagnie in de verlegenheid, waar in zy was geraakt, door hef opfchieten vam penningen, doch voornaamentlyk door tusfehem oeide itellinge van ons credit, uit haaren nood te helpen. T,RatA*L0ok in aanmerking hebben geüoómeh dé benodigdheid van de Admiraliteits-CollegieU, hec Fort filreerde herftel eD onderhoud van 's Landsl de 7 leD» de aanvulling der Magazynen voo» ,er S' en Landdienst, en andere middelen Van oerenfiej aan onze zorge toevertrouwd, doch wel«l oof°°r de bekrompenheid van *s Lands Ka's, uiti , ,de van de hier bovengemelde oirzaaken, zeet v ontbreekt, en welk gebrek nogthands Vervuldi ma t worden, indien men de veiligheid van den S^at en van een ieders Bezittingen wil handhaa-a Vej)at tot deeze heilzaameeindenseene groote hoe-: veelheid van Penningen benodigd zynde, wy ge-s trast hebben de Provincie daar van te Voorzien | en midsdiën reeds in het begin van dit jaar op zee£ favorable Conditiën een Geldleening hebben uitit gefchreeven , gelyk wy ook tot de volkome verk vulling van alle de benodigdheden daar in zouden gecontinueerd hebben, indien wy niet tot onze fmarte hadden ondervonden, dat de bmftandighe-i den des tyds zulke onoverkomelykebeletfelen veMi oirzaakten, waar door wy verhinderd wierden, van zo fchielyk, of op zodaanige conditiën, de beno-:i digde Penningen uit vryWillige Fournisfementen te bekomen» als dc zaak vereischte; terwyl het mid-t; del van JSegotiatie, by forme vaa Wisfelbrieveniai del1  ie Gileurtenisftn in 1787 enz. vimgevallen. 37? de aller presfantfte benodigdheid onlangs geïntroduceerd, behalven de kostbaarheid, nog veele andere en in haare gevolgen veel fchaadelyker inconvenienten zoude mede brengen, indien de gantfche masfa van. benodigdheid op dien voet moest worden vervuld. Da? het onder de eerfte plichten van alle Ingezetenen te tellen, ia, dat een ieder medewerke, om, iden welvaart van het Land te bevorderen, zelvs (net een gedeelte zyner Bezittingen, door het opbrengen van jaarlykfche Lasten, of op eenige andere wjfèen, daar toe te befteeden. Dat wy daarom, ons in de noodzaak bevonden hebben, bedagt te zyn geweest op een middel, waar Idoor de Ingezetenen tot eene zekere fomrrxe gegoed, een iegelyk naar evenreedigheid zyner Bezittingen» verplicht worden-aan den. Lande zekere Tomme van Penningen tegens een gevoeglyken Intrest te leenen, om afgelost te worden % op zodaamige tyden en wyzen, als nader by ons zal worden gerefolveerd, en uit zodaanige Fondfen , als wy :daar toe zullen uitdenken en aanwyzen,- en vermids die wyze, om in de benodigdheden, van het :Land, en de Lighaamen daar aan verknogt, te voordien, ons voorgekomen is, genoegzaam niet beizwaarend immers oneindig mjn drukkend » dan iwanneer alle onze Ingezetenen of de meerverrao[gende van hua , verplicht wierden, een gedeelte •hunner Bezittingen aan den Lande af te ftaan, zo als zulks reeds in deezen eeuwe heeft moeten geIfichieden». hebben wy goedgevonden,,overeenkorn[ftig het Hoogwys advis van zyn Doorluchtige Hoogiheid den Heere Prince van Orange en Nasfauw, te 1 confenteeren en bewilligen,.gelyk wy confenteeren 1 en bewilligen by deezen, tot een Negotiatie van ^'Penningen, waar in ieder Ingezeten, zonder- onderfcheid van Staat, mids tot een zekere fomme gegoed zynde, zal verplicht zyn tefonrneerenviqr ten honderd van het montant van zyne bezittingen en vermogen, tegens Obligatien tea laste de ProS 3- vm-  ■ 278 Verzameling iun Stuiken letrekkelyk tot vincie van Holland en West-Friesland, rentende" tegen vier ter honderd in het jaar, fubjedt de kor-r ting als andere 's Lands Obligatien, of dertig jaaten aanzien van de termynen, die aan des Overleedens boedel nog resteeren, gehouden zullen zyn, den overflag en begrooting van het zuiver beloop der waarde van den zeiven boedel op nieuw te maaken , en den voorfchreeven ééd af te leggen. §.5. Dat niemant, Ingezeten van deeze Provincie zynde,en vallende in de termen van Articul 1. van het fournisfement in deeze negotiatie zal wezen geeximee«t, het zy hy tot een huisgezin behoord, by aadere> of op zich zelve v/oond, het zy hy die zei-.  'ie Gebiurtenisfen tn 1787 enz. vwgevallèn. *%$ zelve beheert, of onder de voogdye of curateele van anderen ftaat, of de adminiftratie daar van aan» anderen gedemandeerd is, zodaanig, dat een iegelyk, van wat ftaat of conditie hy ook zoude mogen zyn, in deeze te doene negotiatie zal wezen be« greepen, zonder eenige uitzondering, en dat, om vervolgens zorg te draagen, dat een ieder,hier toe verplicht zynde, daar aan kome te voldoen; en dat niet alleen uit zyn eigen, maar ook uit een anders hoofde, voor zo verre hy daar toe verplicht is, aU le en een iegelyk voor het prasfteeren Van den voorfz. ééd, zullen gehouden wezen, op den ééd by hun af te leggen, te verklaaren : „ óf zy eenige Goe- deren voor andere Perfoonen, Ingezetenen dee„ zer Provincie adminiftreef en, het zy in de quali„ teit van Voogden, Curateurs, Adminiftrateurs» of met welken titul het ook zy, en van of voor „ welke Perfoonen, als mede of zy eenige Perfoo,, nen by hen inwoonende, hebben, en welke di© ,, zyn : gelyk ook nog of zy eenige Goederen in. ,, fideicommis of lyftocht bezitten, en voorts of „ zy het fournisfement doen voor zich zeiven al„ leen, dan wel voor alle de andere Goederen door „ hen geadminiftreert, of in fideicommis of lyf- tocht bezeten wordende." Zal ook het fournisfement in de negotiatie gedaan worden door Weeskamers van de Goederen der Weezen, Ingezetenen Van deeze Provincie zynde» of alhier t'huis hoorende,en by hen geadminiftreert wordende , in opzicht van ieder Wees afzonderlyk, by Weesmeesteren ,of twee Gecommitteerden derzelve , of ook wel by een of meer van derzelver Suppoosten of de door hun geftelde Adminiftrateurs te doen: welverftaande, dat onder de Adminiftrateurs van eens anders Goederen niet zullen Zyn begreepen, Adminiftrateurs van Goederen adpioi é? publicos ufus gedestineert zynde of van Goederen toebehoorende aan geauthorifeerde Gilden of Confrerien , ook niet van zodaanige Goederen, welke aan Arm- of Weeskinderen in Godshuizen gealimen- teert?  a86 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot teer: wordende, opgekomen zyn, welke alle van deeze negotiatie zullen zyn geëximeert:en dat mede Weesmeesters of derzelver Suppoosten, nog ook Voogden, Curateurs of Adminiftrateurs van eens anders Goederen in het fourneeren zich, zo na mooglyk is, moeten houden aan de vierper cent,tgelykdezelve ook niet zullen mogen declareeren voor de moeite of vacatiën, die zy ter deezer zaake gehad hebben. En worden voorts de Weeskamers, Voogden, Cu. rateurs en Adminiftrateurs by deeze generaalyk gequalificeerd , om te verkoopen of te beleenen zo veel van de effecten onder hunne adminiftratie, als zy tot de benodigde Penningen ter voldoening hunner fournisfementen in derzelver qualiteit zullen nodig hebben, zonder meer. §. 6. Dat van Goederen in Fideicommis of Lyftocht bezeten wordende, waar van het expeétatif of den eigendom aan Ingezetenen van deeze Provincie behoord, de voorfz. Negotiatie gefourneerd zal moeten worden op gelyke wyze en voet, als van alle andere Goederen, doch afzonderlyk en op zich zeiven ; behoudens dien aangaande aan den Contribuant zyn regres tot vergoeding van de helft van het gene gefourneerd is, ten laste van den Fideicommisfairen Erfgenaam, of van den genen aan wien de eigendom gemaakt is, by de overlevering of uitkeering derzelve Goederen: welk regres zal plaatze hebben, niet tegenftaahde zulke of diergelyke kortingen by Testament verboden waren, waar aan mits deezen word gederogeerd: en dat van alle andere Goederen in Fideicommis of Lyftocht bezeten wordende, waar van buiten-Ingezetenen het expeftatif of den eigendom hebben, den tegenswoordigen bezitter of Lyftochter zal kunnen volftaan , met alleen voor de helft der waarde van dien in de Negotiatie te fourneeren, onder de generaale masfa van zyne andere Goederen , zonder deswegens eenig regres of vergoeding te kunnen pretendeeren. §. 7. Dat in gevallen daar de helft der gefourneerde  de Ctleartenisfen in 1787 enz, voorgevallen, ut? de Penningen van Goederen in Fideicommis of Lyftochc bezeten moet komen ten laste van de genen, die daar van het expeftatif of den eigendom heb-ben, dezelve helft uit die Goederen zelve voldaan zal mogen worden; en dat ten dien einde zo veel van die Goederen door den tegenwoordigen Bezitter of Lyftochter zo verre het mooglyk is, met voorkennis van den genen die het expeclatif heeft, zal mogen worden verkogt, of op dezelve genegotieerd, onder fpeciaal verband van dezelve Goede, ren, als het montant van de helft der Penningen, uit dien hoofde in de Negotiatie gefourneerd, zal komen te bedraagen, mits de Recepisfen of Obligatien voor de gefourneerde Penningen wederom fubintreeren, in plaats van het verkogte of genegotieerde, en onder het zelve verband gebragt worden. Ten welken einde wy, in dit fpeciaal geval, geautorifeerd hebben in de Remmende Steden, den Hage daar onder begreepen, de Magiftraaten, en voor de kleine Steden en het Platte Land, onze Gecommitteerde Raaden in de beide Quartieren, om confent te geeven tot het verkoopen of belasten van zodaanige Goederen onder de nodige praecau» tien. §. 8. Dat van Goederen, toekomende aan Minderjaarigen, waar van de Ouders of de Langstleevende van dien, de vrugten of interesfen genieten, tot alimentatie der Kinderen, en dus ook niet langer dan tot derzelver meerderjaarig of trouwdag toe, de vyf- en- twintigfte Penning moet gefourneerd worden uit het Capitaal der Kinderen, en niet uit de vrugten. §. 9. Dat van Goederen, nagelaaten by Ingezetenen deezer Provincie, en onder Adminiftrateuren binnen deeze Provincie berustende , waar toe by Testament als Erfgenaamen geroepen zyn perfoonen, die na verloop van zekere jaaren, of na het exiteeren van zekere conditiën , in leeven zullen bevonden worden, en in welker opzicht gevolgelyk onzeker is, wie de Erfgenaamen na expiratie van  $88 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot van voorfz. tyd wezen zullen, en of dezelve Inge» zetenen van deeze Provincie wezen zullen, dam niet; door de Adminiftrateurs, de vyf- en- twintigfte Penning ten vollen zal moeten gefourneert worden ; gelyk ook zal moeten gefchieden van Goederen onder Adminiftrateurs binnen deeze Provincie berustende, waar van de Eigenaars, Ingezetenen van deeze Provincie geweest zynde, al eenige jaaren vermist zyn geweest, fchoon men niet weet, wie tot dezelve, indien de Eigenaars niet opdagen, gerechtigd zullen zyn. §. 10. Dat, in gevalle iemand zich mogt in de noödzaakelykheid bevinden, het zy in zyn particulier of in een der bovengemelde qualiteiten , om tot het bekomen van gereede Penningen, ten einde in deeze Negotiatie te fourneeren, eenige vaste Goederen te belasten, waar van de Hypothecatie fubject is aan den veertigften Penning, dezelve belasting in dat geval van den veertigften Penning zal vry zyn, en nogthands van het zelve effect zyn als of de betaaling van gemelde Penning daar van gedaan was, mits de perfoönen die de belasting doen, des noods, onder ééde verklaaren, dat dezelve toe geen ander einde gedaan word, dan om de Penningen daar van komende, te fourneeren in de tegenwoordige Negotiatie; gelyk wy ook, tot meerder gemak van de genen die in deeze Negotiatie moeten fourneeren, en uit verlegenheid van contante Penningen zouden verkiezen gewerkt goud of zilver te fourneeren, ordres zullen ftellen,dat hetzelve tegen de waarde zonder het fatfoen kan worden ingewisfeld. §. ii. Dat alle Perfoonen, Ingezetenen deezer Provincie geweest zynde, en zich nu buiten dezelve bevindende, het zy met der woon, of door een ab*. fentie voor zekeren tyd zullen gehouden zyn in deeze Negotiatie op den voet van dit Plakaat te contribueeren, en den ééd of in Perfoon of door Gemachtigden af te leggen, ten ware dezelve reeds een jaar en zes weeken voor het emaneeren van het Pla- kaajs  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 289 kaat abfent waren geweest; en zullen de genen,die voor dat zy ten vollen aan hunne verplichting omtrent de negotiatie hebben voldaan, zouden begeeren met der woon buiten de Provincie te vertrekken, by arrest tot het voldoen aan hunne verplichtingè worden gehouden, tot dat zy ten vollen voldaan of cautie gefteld hebben. §. 12. Dat de genen, die uit andere Landen of Provinciën,na het emaneeren van dit Plakaat, zich binnen deeze Provincie komen nederzetten, niet gehouden zyn te fourneeren. §. 13. Dat Militaire Officieren, Ingezetenen of Onderzaaten deezer Provincie zynde, offchoon elders in Guarnifoen liggende, nogthands voor hunne Goederen en Effecten, uitgenomen hunne Militaire Traktementen, zullen moeten fourneeren, en den ééd afleggen ter plaatfe , daar zy binnen het laatfte jaar hun domicilie binnen deeze Provincie hebben gehouden, met vrylaating nogthands om het voorfz. fournisfement op die plaats, of wel op een andere, binnen dezelve Provincie te doen. §, 14. Dat Perfoonen, Ingezetenen deezer Provincie zynde, doch geen vast domicilie in dezelve houdende, maar nu in deeze, dan in geene plaats van de Provincie, voor een tyd hun verblyf neemende, het zyzich geneerende met ter Zee te vaaren,of in andere omzwervende functien,gehouden zyn den ééd af te leggen, ter plaatfe daar zy gevonden worden, by gelegenheid van welken termyn het ook zy, ten ware zy deeden blyken, elders in de Provincie aan hunne verplichtinge voldaan te hebben; en dat zy, by nalaatigheid of onwilligheid voor hun vertrek, daar toe, by arrest zullen worden gehouden. §. 15. Dat de voorfchreeven negotiatie zal mogen •worden gefourneerd door een iegelyk in Perfoon of door een ander, wien hy verkiest, zonder dat daar by verklaart behoefd te worden voor wien het fournisfement gefchiedt; maar dat de prseftatie van den ééd voor Commisfarisfen hier na te melden Zal moe - IX. Deel. T tea  2go Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ten gedaan worden door een iegelyk in Perfoon , of. door een Gemagtigden, mee behoor lyke onderhandfche en gezegelde Procuratie voorzien, volgens een Formulier, achter dit Plakaat gevoegd. § %6 Dat de fournisfementen van deeze negótiatie zullen worden gedaan in goeden gangbaaren Gouden of Zilveren Munt, die gewoon is op 's Lands Gomproiren ontvangen te worden, of in gewerkt en ongemunt • Goud en -Zilver volgens §. 10. van die Plakaat, of in Amfteldanisch en Rotterdamsch Bankgeld, het welk zal worden aangenomen met een Agio van drie per cent, en zullen ook tot fournisfement kunnen geëmplooieerd worden de Wisfelbrieven , door Bewindhebberen van de Oost-Indifche Compagnie getrokken, uit krachte van onze auihorifatie van den poften July de( zes jaars, en van onzent wege geaccepteerd; welke Wisfelbrieven zullen worden aangenomen tegen het volle Capitaal, met den verfcheenen Interest tot den eerften dag der maand, in welke zy zullen worden geëmplooieert; en voorts in vier termynen, te weeten, het eerfte vierdepart in de maand January 1789 , het tweede in de maand May 1789 , het derde in de maand September 1789, en het vierde in de eerstvolgende maand, na dat de Confenten in de extraordinaire Middelen voor den jaare 1790 zullen, gedragen zyn, met dien verftande: dat de gene die hun ouartaal, verfchynende in January 1789» zullen verkiezen te fourneeren in de maand Ocïober 1788., zuilen genieten tot prsmie een korting van een en een half per cent van al het gene zy contant, het zy in Bank- of Kasgeld, in de maand Oólpber fourneeren, en fourneerende in de maand November, een korting van een per cent; voorts in' de maand December een korting van een half per cent, en dat de genen, die hun quartaal, verfchynende in de maand May, verkiezen te fourneeren in February, eveneens genieten zullen een premie van een en een half per cent, in Maart van een per cent, en in April van een half per cent; welke kon-  ie Gebeurtenis/en in Ï7&T enz. voorgevallen, èot :Jcorting van percenten óp dezelve wyze zal plaats ihebben by de voorbetaaling der twee verdere terrmynen, verfchynende in September 1789 en in het [jaar 1790; des dat het aan allen vry zal liaan» twee drie, of wel alle vier de termynen te gelyk te fourneeren ; doch zal geene hoóger korting worden goedgedaan dan van een en een half per cent. §. 17. Dat, om voor te komen dat niemants Staat ~>f Bezittingen door deeze negotiatie bekend Werie, zo zal het een ieder vry ftaan om zyne fournis. fementen door anderen te rn'ogen laaten doen, by sodaanige Ontfangers binnen deeze Provincie alsi ly zal komen te verkiezen , zonder gehouden te iyn zich te declareeren, of hy de foUrnisfementerl 7oor zyn eigen rekening, dan voor een ander' is loende, én vervolgens voor zyne fournis'femehtefï' )p zodaanig Comptoir de keuze hebben van te neenen ReCipisTen van ordinaire Obligatien, ten laste" ran hèt Gemeene Land Van Holland en West-Friesand, geevende vier ten honderd in het jaar, fub. eet de kortinge als andere 's Lands' Obligatien , wel:e van gelyken aart zullen zyn en blyven even stë He andere Obligatien, en dus ter gelegener tyd meie onder de jaarlykfche afiosfïnge begreepen wo'r:en ; of Recipisfen van dertig iaarige Renten, renende vyf ten honderd in^ët'jaar, Zonder eenige' ortinge hoe genaamd; welke renten alzo 30 jaareri png betaald zynde, vervolgens met het 3ófte laaépe jaar ingetrokken, en alzo voor afgelost gêhoifen worden, waar van de Interesfen en Renten z'ulm ingaan op den iften der maand op' welke' de' ielden zullen worden gefourneert; doch zullen1 Vèesmeesters, Voogden, Adminiftrateurs van êehf inderens Goederen , of de Zodaanige die fourneerea" iregens Goederen in fideicommis of lyftocht bez'e'-' en wordende, deeze keüze niet hebben,maar- Vt't'. 'licht zyn, ten einde deeze Goederen in hun Capfaal te cohfervefïen, Recipisfen £é neemen va'a? :e éerstgemelde foort,- naamdylc vaff ofcftnaife'&. ïïgatiétts ■  *02 Verzameling van Stukken betrekkelyk Ut En zullen de Recipisfen van beide foort ter keuze van den Fourneerder werden uitgegeeven . hett zv op naam, letters of in blanco, en tot zodaanige; fomtnen als zal komen op te geeven; mits zo veel 1 doenlyk tot effene en ronde fommen. Voorts zal het aan ieder der zodaanige gepermitteert zyn, om die gene, welke in blanco uitgegee-i. ven zyn, zes maanden na den datum van het tour-' ri^fement nog te mogen doen ftellen op zodaanigqi naame als zy alsdan nog zullen begeeren. K 18 En dewyle aan de Ingezetenen de faculteit! selaaten is, om hunne fourrisfemenun door arderei Perfoonen te mogen laaten doen, door welke fcbik-c kb ge de voor hun gefourneerde Recipisfen zulleni kunnen werden beleend of verkogt, hebben wy no-i dig geacht te zorgen, dat dusdaanig afgehaald Ke-: cipis niet wederom door andere, tot fourpisfement, zoude kunnen worden gebruikt, en mitsdien geftas tueert: dat door 's Lands Ontfangers, aan die ge^ nen, welke voor een ander komen te fourneeren} een Quitantie zal werden ter hand gefteld, in hom dende de fom van het gefourneerde , met expresfie van het NK, en of het fournisfement is gedaan met Bark- of Kasgeld,dan met gemaakt Goud en ZiWerr of met Windbrieven, mitsgaders den datum wanfl neer h-'t is uitgegeeven, welke Quitantie hy, voot wiens rekening dusdaanige fournisfementen mogten zyn gedaan, onder zich zal moeten houden, ten ein-] de hy daar van verklaaring voor Commisfarisfen za.; moeten doen; zo als by het Formulier van den ééè js ter neder gefteld. §. 19. Dat, ten einde zeker te zyn, dat deeze negotiatie zal worden gefourneerd op een evenre< digen voet, door alle Ingezetenen, die in het ge<[ val zyn,in het breede §. 1. en 2. van dit Plakaat gen'! meld, ten dien effecte alle Ingezetenen van de Ste< den en het platte Land (uitgezonderd alleen dezu&J; lce. waar van het oogfchynlyk blykt, dat ze niet u dat geval zich bevinden, hoedaanige zyn Ambacht*, gefellen, Daglooners en diergelyke) zullen opge  3 02 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot No. 850. Conclufie voor Procurator L. Waterham,' Jmpetrant, tegens J. P. Wyntjes, Geimpetrèerde, genomen voor Schepenen en Raaden der Stad Zwolle; waar hy concludeert: dat de Geimpetreerde ter zaake van den Impetrant aangedaane reële injurie door hem te arrejteeren, zal worden gecondemlieert, die honorabel en profitabel te moeten boeten fcfcv De Impetrant pofeerd: dat de Geimpetrèerde op den 3 July 1787 , met eenige Manfchappen, waar over hy bevel voerde, den Impetrant op de Sasfenpoorten-Brug in arrest heeft genomen, en tusfchen gewapende Manfchappen, onder veel toeloop van volk en veele fmaadredenen en dreigementen, heeft gebragt in de Hoofdwagt, en aldaar overgeleverd als een gevangene. Dat den Impetrant, zynde een groot Burger, en toen oud Gemeensmau deezer Stad, daar door een groot affront en reëele injurie is aangedaan, zonder daar over voor de Heeren Prasfidenten vergoeding en fatisfaftie te obtineeren. Waarom hy zich verplicht heeft gevonden ömni meliori modo te concludeeren i 4, Dat de Geimpetrèerde, by vonnis van Hun Wel Ed. Hoog Achtbaare, zal worden gecondemneerd , deeze hooggaande reëele injurie honorabal en „ profitabel te moeten beteren. ,, Honorabel, met opentlyk voor de Hooge Bank „ deezer Stad te verklaaren: dat hy van den Impe. trant niet weet als eer en goed; dat het den lm„ petrant gedaane affront hem leed zy, en dat hy s, deswegens God,de Juftitie en den Impetrant om' 3, vergeeving bid. ,, Profitabel, met tér dispofitie van den ImpétranÉ te betaalen een fomma van duizend Guldens, wzo3, deramine judicis /a/vo; zynde de Impetrant bereid ,, met ééde te verklaaren, om een gelyke of meer3, dere fommë, zodaanig eene beleediging niet cc' willen ondergaan. . „ Als mede in de kó&efl hier over gevallen.' ©fte m  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 303 No» 851. Publicatie van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland, tegens dé zulken die niet, ophouden hunne verderftyke gevoelens te blyven aankleeven, en het zaad van tweedracht in het Land te verf preiden, ja Zelvs zich verjlouten van opentlyk roem te draagen, dat zy nog in de zelvde gevoelens tegens de wettige Regeering en Conflüutie deezes Lands volharden &c. De Staaten van Holland en West-Friesland; allen die deezen zullen zien of hooren leezen,falut,doen te weeten: Dat wy van het eerfte oogenblik der gelukkige omwending af, alle onze maatregelen daar heen hebben gedirigeerd, om de rust eneendragt, zonder welke eene Burger-Maatfchappye niet gelukkig kan zyn, onder onze Ingezetenen te doen herleeven; dat wy op voorftel van zyne Doorluchtige Hoogheid hebben gearrefteerd, en doen publiceeren een generaale Amnestie voor alle zodaanige Ingezetenen » die zonder kwaad opzet of door verleiding van anderen, in de voorige beroerten deel gehad hebben» met uitzondering alleen van de zodaanigen , die wegens hun meerder aanzien, of vooronderftelde kundigheden,niet konden geoirdeeld worden misleid te zyn, of die zich fchuldig gemaakt hebben aan zulke misdryven, welke in een Land van Juftitie zonder exemplaare ftraf niet konden worden voorby gegaan; dat wy zelvs, tot een doorflaande blyk van onze zagtmoedigheid, voor de Perfoonen, die provifioneel van de Amnestie waren uitgeffooten, een deur hebben open gelaaten.om ,mits betooning van berouw en leedwezen over hunne voorige bedryven , en verzekering geevende van hunne gedragingen voor het vervolg, gratie en vergiffenis van ons te bekomen, indien hunne misdryven niet van dien aart waren, dat dezelven alle gratie en vergiffenis yitflooten; dat wy nogthands naderhand tot onze fmarte ondervonden hebben, dat deeze zagtmoeéigheid door veele kwaalykgezinde Menfchen voor flap-  304 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot •Rapheid wordende aaDgezien, dezelven niet ophoU* den hunne verderflykegevoelens te blyven aankleeven, en het zaad van tweedragt in het Land te verfpreiden; ja zelvs zich verftouten , van opentlyk roem te draagen, dat zy nog in dezelve gevoelens tegen de wettige Regeering en Conftitutie deezes Lands volharden, en hunne onkundige mede-Ingezetenen vleijen, dat wel eens eene gunftige gele. genheid zal gebooren worden, om hunnen verfoeijelvkeri toeleg, tot omkeering van dezelve wettige Pegeering en Conftitutie, te doen gelukken, waar toe veelerhande ftrafbaare discourfen, byeenkom> ilen, en zelvs het voorneemen van middelen van geweld worden gebruikt. Zo is 't, dat wy deeze verregaande weêrbarftigIieid niet langer kunnende du'den , maar daar in (volgens de plicht van alle welgeftelde Regeeringen) willende voorzien, goedgevonden hebben te ftatueeren, dat alle die genen, die, wel verre van zich te onderwerpen aan de tegenwoordige Conftitutie en Regeeringsform, gelyk wy dezelve, by onze Refolutie van den I3den Febrüary deezes jaars, op 'nieuws vastgefteld hebben; iri tegendeel door woorden en daaden toonen, een voorneemen te hebben zich daar tegen te verzetten, als onwaardig zynde de voorrechten te genieten van eene Maatfchappy, waar van zy de gronden trachten te ondermynen, met bannisfement, of anderfints, naar exigentie van zaaken, zullen worden geftraft. Verbiedende wy ook fpeciaal het verfpreiden van beroerende en valfche geruchten, als of eenige Mogenheid, zelvs zodaanige, met welke de Staat de eer heeft in alliantie en vriendfchap te ftaan, desfeinen zoude hebben tot begunftiging van hunne verderflyke oogmerken, zullende de Uitvinders of bedriegelyke Verfpreiders van zodaanige geruchten, het te-  3ró Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot pretenfe Remotie vati negen Heeren Leden uit den Achtb. Raad deezer Stad, na dat de Perfoonen van fommige van hun feitelyk het afgaan van het Raadhuis was belet , en vervolgens mede üit hunnen, naam op den 27ften d< rzelver maand door den No-1 taris Dominicus Geniëts en Getuigen aan voornoemde negen Heeren Raaden hebben doen ex'ploiöeeren zekere Infin'uatien, met inhcereering van het zelve Declaratoir, inhoudende verfcheide oproerige expresfien en bedreigingen , &c. En tegens Dominicüs Geniets, geweezen Notaris in dezelve Stad. Schepenen verleenen het vierde default, en voor •het profyt van dien verklaaren de gedaane Edicfaale Citatie van waarde, en den Gedaagden by Edicte vervallen en verftoken van alle Exceptien declinatoir, dilatoir en peremptoir, midgaders van alle wheren en defenfien, die hy gecompareerd zynde zoude hebben kunnen of mogen allegeeren ; en bannen hem Gedaagde by Edicte wyders ten eeuwigen dagen uit den Lande van Holland en WestFriesland, onverminderd zodaanige andere ftraffen als Haar Ed. Achtb. indien hy ten eeniger tyd in handen van de Juftitie geraake, zullen oirdeelen te behooren, over en ter zaake hy Gedaagde by Edicte van zich heeft kunnen verkrygen, als Notaris den 27 April 1787 aan negen Heeren Leden van den Achtbaaren Raad deezer Stad, uit den naam van diverfe Leden van den Krygsraad en eenige Perfoo* nen, zich noemende Gequalificeerdens van veele duizenden Burgers en Ingezetenen alhier,in prefen» tie van Mr. Johannes Christianus Hespe en Jacobus Kok, als Getuigen te exploidteeren zekere Jnfinuatie, betreffende de pretenfe Remotie van de gedagte Raaden, en behelzende diverfe oproerige expresfien en bedreigingen , zonder zelvs ten opzichten van diverfe der Infmuanten daartoe verzegt te zyn, of eenige ordre gehad te hebben.  ie Gebeurtenis/en in enz. voorgevallen- 311 No. 854. Publicatie van de Regeering der Stad 's Herlogenbofch, waar by aan alle Burgers en Ingezetenen ten ernjligfte waarf houwen en gelasten , om wanneer by avond of nagt door de Schildwagten aangeroepen worden, aan dezelven behoorlyk atuweord te geeven £fc. Hoog-Schout en Schepenen deezer Hoofd-Stad 's Hertogenbofch, voorgekomen zynde, dat forrimige Lieden by avont of nagt zich niet ontzien y om op de Schildwagten op hunne Posten ftaande, aan te komen, daar by te blyven ftaan , ofwel langs, dezelve heen te gaan, en wanneer zy naar Krygs"gebvuik aangeroepen worden , geen antwoord te geeven; en dat zulksallefintsonbehoorlykis, engeJegenheid tot ongelukken zoude kunnen-geeven s dewyl dezelve Schildwagten ,' als dan ingevolge hunne ordres, op zodaanige Perfoonen, vuur moeten geeven. . Zo is Jt, dat Hoog-Schout en Schepenen by deezen alle Burgers en Ingezetenen ten ernftigfte waarfchouwen en gelasten, om, wanneer zy by avont of nagt de ftraaten deezer Stad pasfeeren en door de Schildwagten aangeroepen worden, aan dezelve 'behoorlyk antwoord te geeven, en verder ook 10'ge'vo'ge de voorige Publicatien daar van zynde», 'fpeciaal die van den 21 Maart 1771, zich altoos op het zorgvuidigfte te wagten, om zich tegens voorfchreeven Schildwagten met woorden of daaden te oppofeeren, of dezelve eenigfints te beleedigen, op pcene, van daar over als Verftoorders van de gemeene rust ten ftréngften te zullen worden gedrag, naar exigentie van zaaken. Aldus gearresteerd enz.. V 4 N».  gi2 Vet zameling van Stukken betrekkelyk tot JNo. 855. Refolutie van Hun Hoog Mogenden ie Hee. ren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, 'betrekkelyk dén, Commisfaris Vink te Duinkerken. Hun H°Pg Mogende? hebben volgens Hoogstderzelver Refolutie van den 7 Oétober 1788, goedgevonden en verftaan, dat den Heere Lestevenon van Berkenrode, Hun Hoog Mogenden Ambasfadeur aan het Hof van Frankryk, zal worden aangefchreeven, dat hy uit Hun Hoog Mogenden Refolutie van den 15den September laatstleeden zal hebben gezien, dat Hun Hoog Mogenden den Commisfaris de Vinck te Duinkerken , wegens zyne desobedientie aan derzelver iterative beveelen uit den ééd en dienst van den Lande hebben ontflagen, en gelast, de Commjsfie op hem verleend, aan Haar te rug te zenden; dat zonder daar aan te defereeren, hy heeft kunnen goedvinden, een Brief aan den Griffier van Hun Hoog Mogenden te fchryven, waar by hy zich tragt te exculéeren, doch tevens verklaart, dat zo Hun Hoog Mogenden, van derzelver idéé tegen hem opgevat, zich niet lieten desabufeereri, hy zich in de noodzaaklykheid zoude vinden, van het gepasfeerde in deezen aan zyne AllerchristelykeMajefteit, wiens gebooren en werklyke Onderdaan hy was, kennis te geeven , teneinde Hoogstdeszelvs proteftie te imploreeren: zullende intusfchen blyven voortgaan, voor de belangen van de marine yan Nederland, in qualiteit van Hun Hoog Mogenden Commisfaris, te waaken en te fungeeren. Dat Hun Hoog Mogenden zich verzekerd houden, dat deeze vreemde en ongehoorde handelwyze by niemant ter werek eenige verfchooning zal kunnen vinden, maar veel eer de hoogfte indignatie van een ieder tegen een Perfoon, die zich tegen zyn Committenten aldus gedraagt, zal moeten verwekken; dat hy Heer Lesi'Evenon van Berkenrode derhalven daar van zulks en daar het behoord kennis zal geeven, en verzoekeni; dat ordres gezon-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 3*5 _ zonden mogen worden aan de Admiraliteit of Re. geering te Duinkerken, om gemelden de Vinck toe het te rug zenden van de Commisfie door Hun Hoog Mogenden aan hem als derzelver Commisfaris verleend,, te conftringeeren, en de admïsfie in die qualiteit aldaar aan hem vergund, in te (rekken, en hem daar voor niet meer te erkennen. En zal ËxiraÖ: van deeze Hun'Hoog Mogenden Refolutie gezonden worden aan de refpective Col, legien ter Admiraliteit, om te (trekken tot derzelver narichting, en om de Kooplieden en Schippers., handelende en navigeerende op Duinkerken , te waarfchouwen , zien niet meer aan gemelde nè Vinck te adresfeeren, of zich van hem te bedienen. N°. 856. ExtraB uit het Register van de Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland, van den 2 ÜStober 1788, betrekkelyk de gedraagene Cpnfenfen in de beide Staaten van Oorlog. Is naar voorgaande deliberatien goedgevonden en verftaan, dat de Heeren Ordinaris Gedeputeerden deezer Provincie ter Generaliteit, zullen worden aangefchreeven en geauthorifeerd , om aldaar te verklaaren , dat Hun Ed. Mogenden in alle deelen inhaïreerende hun gedaane Declaratoir by hunne Refolutie van den 8ften Mey laatstleeden, ter gelegendheid van het gedraagene Confent in de continuatie van de berde Staaten van Oorlog over deezen loopende jaare gedaan, als nu, vermids aan Hoogstderzelver inftantien om afdoening van het werk der Quotes, tot dus verre noch niet voldaan is, voor het volgende jaar 1789 zouden kunnen afwyzen alfe zodaanige Posten op de Ordinaire en Extraordinaire Staaten van Oorlog, als het vermogen hunner Finantien te boven gaande, en daarvan aan den Raad van Staaten opgaave fuppediteeren, V 5 om  jr4. Verzameling van Stuiken bstrekhlyk tst om zich in het formeeren der volgende Staaten van Oorlog daar na te kunnen-reguleeren» doch dat Hun Ed, Mogenden gerefolveerd hebbende, om, zo men voor gemelde tyd op goede gronden een vrugtbaare afkomst van zaaken konde verwagten , wel geene directe verzekering hebben, dat aan hunne billyke inftantie binnen korten tyd zal voldaan zyn ; echter met genoegen vernoomen hebben, zo uic informatien van de Heeren derzelver Gedeputeerden tot de revifie der Quotes, als uit onderfcheide Refolutien der refpective Bondgenooten, bygelegenheid van Confenten in de Staaten van Oorlog 'en andere Generalit#its lasten, dat het thands recht ernst fchynt geworden te zyn, om het werk der Quotes te reguleeren, verdere confufie voor te komen , en eene evenredigheid in het draagen der gemeene Lasten te admitteeren, dat Hun Ed. Mogenden hier uit een gegronde hoop opgevat heb- bende, dat eerlang een afkomst van zaaken kan worden voorzien, befloten hebben, nog eenigen weinigen tyd te fupercedeeren, met den Raad van Staaten te informeeren, welke Poften'Hun'Edele Mogenden op den volgenden Staat van Oorlog, als boven het vermogen der Finantien loopende, zullen afwyzen, het geen als een laatfte proeve van derzelver toegeevendheid nogmaals ophouden , doch, zo de hoop op afkomst op nieuws mogt verydeld worden, volgens het bevoorens gedaane Declaratoir, daadelyk zullen in het werk ftellen. En zal Extraft deezer Refolutie aan welgemelde Heeren Otdinaris Gedeputeerden tot derzelver naricht worden gezonden. (Onder jlond) Accordeerd met voorfz. Register. (ytas get.) W. A. de Beve&en. No.  deGekurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, 315* No. 857. De Heeren van den Gerechte der Stad Am. Jteldam , verbieden verfclieidene Boekjes enGefchrij~ ten, en geeven bevel alm het Boekverkoopers Gilde, om die door hunnen Gildekntgt te doen ophaalen, en ' de Exemplaaren op het Stadhuis te brengen. '- Myne Heeren van den Gerechte ordonneeren den Gildeknegt van het Boekverkoopers Gilde, alle de Pamphlets en Boekjes, op de aan hem ter hand gefielde Lyst ftaande, by de Boekverkoopers op te haaien» en op het Stadhuis te bezorgen , en ordonneeren hem de Boekverkoopers te injungee'ren, alle de Exemplaaren, die hun in het vervolg van deeze of diergelyke Papieren ter hand mogten komen, direct te bezorgen in handen van den Heer Hoofd-Officier , op poene, dat zy , zo bevonden mogten worden contrarie deeze ordres gehandeld te hebben, volgens rigeur der Plakaaten van den Lande, en van de Keuren deezer Stede dieswegens van tyd tot tyd geëmaneerd, geftraft zullen worden. Lyst der verbodene Boeken of Gefchriften. De gevonde Brieventas met Patriottifche Stuk* ken &c. De Uitgeweeke en mishandelde Patriot tot moed en bedaardheid aangefpoort, en het gewis bederf van het trotfche Orange en van de Heerfchzugtige Aristocraaten voorfpeld. Hoe grooter Hoop, hoe kwaader Koop, dooreen gevlugte Patriot, Voor de Hollandfche Emigranten, De Patriot in Eenzaamheid. Staatkundige Fabelen en Vertellingen. Praalbeeld voor den Vader des Vaderlands» Smeekfchrift aan Neerlands Debora. De gelukkige Emigranten of de kleine Volkplanting van het Zuiden, door Juffrouw W. C. L. en itit!>egeeven door G, Paape. Aan de Batavieren over het Stadhouderfchap, door de Graav de Miraeeau. Ge-  $1(5 Verzameling van Stukken betrekkelyk r*£ Gevonde Brief tusfchen Amersfoort en Utrecht. Onpartydig Onderzoek by wien het recht der Opperfte Macht beftaac &c, JsMAëL. En ai diergelyke Patriottifche Papieren, zo van voorige jaaren als van het tegenwoordige. Bovenftaande ordre door my Ondergefchreevene by de Gilde Broeders van 't Boekverkoopers &e> Gilde, geëxploiteerd. Amfteldam, den 9 October 1788. J. W. Smit, Gildeknegt van 't Boekverkoopers i$c. Gilde. No. 858. Vonnis van Heeren. Schepenen der Stad Am* Jleldam, waar by vier voortvlugtige Perfoonen van die Stad tot een eeuwig B.annvfement uit Hollanden West-Friesland worden verweezen, op poene van by. aldien e eeniger tyd in handen van de Juftitie geranken , zwaar der naar bevind van zaaken te worden geftraft. In dato den 14 Oftober 1788, Mr. Diderik Johan van Hogendorp: ter zaake dezelve op den 21 April 1787 is prefent geweest en mede geadfifteerd heeft by het inleveren op een oproerige wyze, van zeker Declaratoir, inhoudende de pretenfe Remotie van negen Heeren uit den Achtbaaren Raad deezer Stad, na dat de Perfoonen van fommige derzelver feitelyk het afgaan van het Raadshuis was belet, en vervolgens mede uit zyn raam op den 28ftrn derzelver maand door den Notaris Dominicus Geniets, in prefentie van Getuigen aan negen Heeren hadde doen exploicteeren zekere Infinuatie, met inhajreering van het zelve Declaratoir, inhoudende verfcheide oproerige expresfien en bedreigingen, en dat hy Mr. Dieperik Johan van Hogendorp, alzo daadelyk is geweest mede Autheur en Aanvoerder van de afzetting van negen wettige Regenten alhier ter Stede op den %i April  ie Gebeurtenis/en In 1787 enZ. \oaTgenllèH. $lf April 1787 plaats gehad hebbende, midsgaders nog: van de afzetting van twee wettige Burgemeesteren deezer Stad, hier ter Stede den 22 Juny 1787 gefchied. . Mw Ernestus Ebeling: ter zaake dezelve is prefent geweest en mede geadfifteerd heeft by het inleveren op een oproerige wyze van zeker Declara. toir, inhoudende de pretenfe Remotie van negen Heeren uit den Achtbaaren Raad deezer Stad, na dat de Perfoonen van fommige derzelver feitelyk het afgaan van het Raadhuis was belet, en vervolgens mede uit hun naam op den 27(ten derzelver maand aan de voornoemde negen Heeren Raaden nebben doen exploicteeren zekere Infinuatie, met inha;reering van het zelve Declaratoir, inhoudende verfcheide oproerige expresfien en bedreigingen, en dus daadelyk is geweest mede Autheur en Aanvoerder van de afzetting van twee wettige Burgemeesteren hier ter Stede den 22 Juny 1787 gefchied, midsgaders van de Remotie van de wettige Hoofd-Officier alhier voorgevallen, den 26 Juny ï7Mr. Cornelis Henricos vanBekensteinRaket: ter zaake dezelve heeft gefungeerd als Secretaris van een Burger Legertje, het geen onder anderen in September 1787 heeft gefubfifteerd. .... Boode: ter zaake dezelve op Zondag,geweest zynde den 3 Mey 1787, des namiddags tusfchen een en twee uuren, een Soldaat binnen deeze Stad guarnifoen houdende , zo allerdeerlykst heeft helpen mishandelen, dat dezelve in dien nademiddag is overleeden.  3i8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot No. 859. Een Fr.anfch TraStaatje getyteld : Precis* fliltorique de ia Revolution qui vient dé Poperer en Hollande &c. door ds Heeren van den Geréchte der Stad Amfteldam verboden en opgehaald. Op ordre van Myne Heeren van den Gerechte, word aan alle Gildebroeders van het Boekverkoopers &c. Gilde op het allerernftigts verboden te verkoopen : .Precis Hiftorique de la Revolution qui vient dej'operer en Hollande par un Patriote Hollandois, re. fugié a Paris, temoïn oculair e de la dite Revolution, fc? l'undes principaux proscrits, pour avoir foutenu & de* ftndu la liberté des Beiges Conjederés. Nos Patriamfugimus cf Dulcia Linquimus arva. ' a Paris, Chez Desenne, Libraire au Palais Royall Nf. 216.: Volland, Libraire, quai des Augustins, JS/o. 25. MDCCLXXXV1II. En alle de Exemplaaren onder hun berustende, aan de Gildeknegt van het gemelde Gilde, ter hand te ftellen, zonder een éénig Exemplaar te rug te hóuden. Amfteldam, den 16 0£tober 1788. " " J. W. Smit, Gildeknegt van 't Boekverkoopers ëfc. Gilde, N°. 860. Publicatie van jr. M. A. C. Voerst tot den .Borgel, in qualiteit als Verwalter LandDrost van Zalland, waar by aan een iegelyk zonder onderfthnd van wat rang of ftaat, in het Schoutambt van Oïst, vermaant, zichtbaar e Oranje teekenen te draagen &Pc. (*) IkM* A. C. Baron van Voerst tot den Borgel, Verwalter Land-Drost van Zalland, doe hiermede te weeten: alzo my in ervaaringe gekomen is, dat in het Schout- (*) Deeze gepubliceerd te Olst den 2 Novemb., en wel op fchriftelyke order van den Verwalter Land-Drost, in dp \\cü-. tusfchen het Nagebed en Nagezang.  ie Gtlatrtemsfen in 1787 ««2. voorgevallen. 329 Schoutambt van Gist , in weerwil van de Hooge Publicatie van den Souverein daaromtrent geëmaneert, verfcheiden Ingezetenen (en. wel fommigea met opzet) nalaatig blyven, om zich met zichtbaare Oranje teekenen te voorzien, maar zelvs nu èn dan uitfpatten in haatelyke expresfien, rustverftoorende daadelykheden , en verboden gefchreeuw i — alles gefchikt om het vuur van tweedragt aan te blaazen, en de geest van partyfchap opsaieuw te doen vonken. Zo hebbe ik Verwalter Land-Drost voornoemt» tot voorkoming van alle desordres , die daar uit noodwendig moeten voortvloeijen, en tot handhaaving van de publieke rust, goedgevonden, alle en een iegelyk zonder onderfcheid van rang of ftaat, op het ernftigfte aan te maanen, (zo als ik doe by deezen) om conform de geboden van Ridderfchap en Steden met het draagen van zichtbaare Oranje teekenen, als anderfints mede te werken tot bevordering van de algemeene rust, en zich in het byzonder by alle gelegendheden te onthouden van alle zulke rustverftoorende excesfen en baldaadigheden, dewelke in ftaat zyn, om de heilzaameoogmerken van den Souverein zo iterati velyk by Hoogstderzelver Publicatien aan den dag gelegt, tot confervatie van de rust en welvaart deezer Provincie» te verydelen : — met ernftige waarfchouwinge» dat alle die genen, die evenwel nalaatig blyven zich -roet zichtbaare Oranje teekenen te voorzien, by faute van dien , zich zeiven te imputeeren hebben, zo daar uit voor hun eenig ongenoegen o£ .ongeluk mogte voortkomen. Terwyl voor het overige tegens die genen, die aan rustverftoorende excesfen zich te buiten gaan » naar bevind van zaaken, als Verftoorders der gemeene rust en veiligheid , ten figoureuften zonder eenige conniventie , conform de Plakaaten van den Lande, zal worden geprocedeerd: —— wordende de Scholtus en Verwalter Schnlcu* gelast, om daaromtrent, een allefints waakend oog te hou-  $6 Verzameling van Stukkêi Mtrektelj\ tot houden, en zorge te draagen, dat de goede orde? én rusè in hun aanbevolen Schoutambt met alle» naauwkeurigheid gehandhaaft worde. Aftum Zwolle, den I November 1788. (was get.) M. A. C. van Voerst tot den Èorget. Verwalter Land-Drost. N°. 861. Extratï; uit het Register der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, Waar by de approbatie aaii Jacobus van Manen Adriaansz. als Drosfaard van Empel, door Hun Hoog Mogenden verleend, word ingetrokkent Ts gehoord het Rapport van de Heeren vanWfxJderén, eb andere Hunner Hoog Mogenden Gedeputeerden , tot de zaaken van de Meijerye vati 's Bosch, hebbende, ingevolge en ter voldoening Van derzelver Refolutie Commisforiaal van den ïodeh deezer loopende maand, met en benevens eenige Heeren Gecbmmitteefdën uit den Raad van Staaten, geëxamineerd eene Memorie van Mn H. J. van OLnENtiARNÈvEtn, genaamt Witte Tullingh, Advokaat-Fiskaal van Braband, daar by aan Hunne Hoog Mogenden vöordraagendc, dat hy AdvokaatFiskaal zich op den 16 Mey deezes jaars 1788, by Memorie aan Hunne Hoog Mogenden hebbendé geadresfeerd, daarby, onder anderen, ter kennisFë van Hunne Hoog Mogendèn gebragt hadde. Dat de Heer van Empel en Meerwyck, van Hunne Hoog Mogenden hebbende verzogt en geobtineerd de permisfie om, vermids dezelve geen bëkwaam Perfóoh tot Drosfaard dier Heerlykhedeh (zo hy'voorwende) konde vinden , alzo voor den tyd van zes maanden een Perföon tot Drosfaard ad interim daar van te mogen aanftellen,ityde voormeld tot Drosfaard dier Heerlykheid , immers van die van Empel, had aangefteld zekeren Jakob (daarby abu-  de Gebeurtertisfen in 1787 enz. voorgevallen. %ii abufivelyk genoemd Johannes) van Manen Adriaans*., en op die gedaane aanftelling de Approbatie van Hunne Hoog Mogenden had verzogt, en (zo hy Advokaat-Fiskaal zich moest voordellen) by loutrefurprife van Hoogstdezelven had geobtineerd: dan dat de gemelde Jakob van Manen Adriaansz. zich aan den Raad van Braband hebbende geprefenteerd, ten einde zyn ééd als Drosfaard, op zyne voorfchreeven aanftelling, afteleggen, hy Advokaat-Fiskaal had vermeend, aan gemelden Raade te moeten voordraagen, dat dezelve Jakob van Manen Adriaansz. was geweest een van die genen, welke, geduurende de laatst voorgevallene troubles, zich in de Stad Utrecht tegen den wettigen Souverein dier Provincie en de wettige Regeering der gemelde Stad merklyk hadden gedistingueerd, en die bovendien, nevens meer andere Perfoonen, had geteekend eene zogenaamde Acte van plechtige Verbindtenis ter verdediging (zo daar by wierd gezegt) der Republicainfche Conftitutie, in de maand Juny 1785, door diverfe Perfoonen binnen de Stad Heusden geteekend; entegen eenïgen der Teekenaars, voor zo verre die onder het Resfort van StaatsBraband waren woonachtig, hy Advokaat-Fiskaal van Braband, in naame van het Officie-Fiskaal, Mandamenten van Dagceele in Perfoon had verzogt en geïmpetreerd, dan welke de voorfchreeven Raad, hangende de Deliberatien van Hunne Hoog Mogenden , over het naderhand geëmaneerde Plakaat van Amnestie, voor als nog, had weerhouden; enmidsdien op die gronden aan gemelden Raad van Braband had gemeend in Confideratie te moeten geeven, of by dezelve geen difficulteit zoude behooren te worden gemaakt, om een zodaanig Perfoon als Drosfaard in ééd te neemen, daar hy AdvokaatFiskaal zich mogt en moest voorflellen, dat Hunne Hoog Mogenden, in de voorftelling dier Perfoon , waren'gefub- en geobripieerd , en dat Hoogstdezelven , van dat alles vooraf kennis gedraagen hebbende, die aanftelling niet ligtelyk zouden hebben IX. Deel. X ee-  322 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot geapprobeerd; van welk voorftel het gevolg alzo was geweest, dat aan voornoemden Jakob van Manen Adriaansz., van wegens gemelden Raad was aangezegd, dat zoude hy zich tot het afleggen van den ééd, op die zyne aanftelling, kunnen of mo. gen prefenteeren, hy alvoorecs zoude hebben moeten acquireeren Brieven van Naturalifatie; terwyl verders aan hem Advokaat-Fiskaal was vrygelaaten, om by gelegenheid, dat daar toe meergemelde Jakob van Manen Adriaansz. verzoek mogt worden ' 1 gedaan (als welk verzoek per fe in handen van hem .Advokaat-Fiskaal van Braband zoude moeten worden gefteld, omme den Raad daar op te dienen van Confideratien en Advys), als dan zodaanigen naderen voordragt te doen als denzelven zoude vermeenen te behooren. Dat derhalven hy Advokaat-Fiskaal geoirdeeld had, alvoorens den voorfchreeven Raaden te kunnen dienen van zyne fchriftelyke Conlideratien en Advis, op de meergemelde Requeste van voornoemden Jacob van Manen Adriaansz., zich te moeten adresfeeren aan Hunne Hoog Mogenden, ten einde van Hoogstdezelven te mogen verneemen, of het de intentie van Hunne Hoog Mogenden zoude zyn, dat de voorfchreeven Hunner Hoog Mogenden Refolutie van den 18 July 1788, voor zo verre Hoogstdezelven daar by fpeciaal, ten aanzien der Heerlykheid Waalwyk, hadden gedeclareerd in de vaste verwagting te zyn , dat door den Heer of Vrouw van Waalwyk, of hunner Rentmeester of Gemachtigde, geen Perfoon tot Secretaris, of tot eenige andere Posten of Bedieningen in de gemelde Heerlykheid, zoude worden aangefteld, welke had of hadden gehoord tot het Genoodfchap van Wapenhandel, binnen dezelve Heerlykheid hebbende gefubfifteerd, of gecontribueerd tot het zogenaamd Vaderlandsch Fonds, of welke anderfints , door openlyke daaden of gedragingen, hadden getoond de verderflyke maximes van het zogenaamde Patriotismus te zyn toegedaan geweest, moet worden ver-  ie Gebewtenisfen in 1787 ent. voorgevallen. 323 verftaan Van eene generaale applicatie te zyn op alle zodaanige andere Posten en Bedieningen, welke ia liet verder district van Staats-Braband en van de overige Generaliteits Landen, federt dato van dien, haddeD moeten worden vervuld en verders nog vervuld zouden moeten worden en of derhalven de voornoemde Jakob van Manen Adriaansz. mede onder de voorziening by dezelve Hunner Hoog Mogenden Refolutie gedaan, zoude moeten worden begreepen. Waar op gedelibereerd en in achting genoomen zynde, dat wel aan de eene zyde de intentie van Hunne Hoog Mogenden niet is, dat Hoogstderzelver voorfchreeven Refolutie van den i8den July laatstleeden, met opzicht tot de Heerlykheid Waalwyk genoomen, zoude zyn van eene generaale ap. plicatie, veel min zoude hebben eene te rug werkende kragt, maar dat Hunne Hoog Mogenden aan zich referveeren, om in de voorkomende gevallen, wanneer aan Hoogstdezelven approbatie word verzogt op gedaane aanftellingen van Drosfaarden of Secretarisfen in de particuliere Heerlykheden van de Meyerye van 's Bosch en verder in Staats-Braband, daar omtrent zodaanig te disponeeren, als oirdeelen zullen te behooren; doch dat echter aan den anderen kant, ten reguarde van voorfchreeven Jacob van Manen Adriaansz., aan Hunne Hoog Mogenden , by het verleenen van approbatie op deszelvs aanftelling tot Drosfaard van Empel, on. bekend zyn geweest de hier boven gemelde feiten en omftandigheden, door den Advokaat-Fiskaal van Braband, by deszelvs voorenftaande Memorie voorgedraagen, en dat indien dezelve waren bekend geweest de approbatie niet zoude zyn verleend ge* worden; is goedgevonden en verftaan, dat de voor. fchreeven approbatie zal worden ingetrokken en buiten effect gefteld, gelyk dezelve ingetrokken en buiten effect gefteld word by deezen.  324 Verzameling van Stukken hetrekkelyk tot No. 862. Dagvaarding om te aanhoor en Crimineele Eisch en Conclufie, door het Gerichte -van Zierikzee verleend, tegens Johannes en Adriaan van « der wekke. Alzo Johannes van der Wekke, gewoond hebbende onder Kerkwerve, en Adriaan van der Wekke, gewoond hebbende by deszelvs vader Cornelis van der Wekke , in den Eilande van Schouwen , zich hebbende fchuldig gemaakt aan het pleegen van publiek geweld, oproeren plundering, den eerstgenoemden binnen de Stad Zierikzee, op den 24 September des afgeloopen jaars 1787, en de laatfte in de plaats gehad hebbende plundering in gemelde Eilanden, op den 24 en 25 February deezes loopende jaars 1788, en dezelve Johannes en Adriaan van der Wekke , zedert zyn geworden fugitief; zo worden by deezen gemelde Johannes en Adriaan van der Wekke, op authorifatie van de Ed. Achtb. Gerechte der gemelde Stad, uit naam en van wegens den Wel Ed. Geftr. Heer Gillis van Ysselstein, Bailjuw van Zierikzee en voornoemde en onderhoorige Jurisdictie R. O., gedagvaard, om op den i7den December aa'nftaande, des morgens ten 10 uuren, immers met het aangaan der Rolle, in perfoon te compareeren op 's Gravenftein, binnen voorfchreeve Stad, voor gemelde Gerechte, om te aanhooren zodaanige Eisch en Conclufie in cas Crimineel, mitsgaders verzoek of verzoeken als gemelde Heer Bailjuw R. O. ter zaaken voorfz. ten hunnen Jasten zal goedvinden te doen, en daar op te antwoorden, en voorts te proeedeeren als naar rechten. Zierikzee den 14 November 1788. (was get.) Marten Nuyens. 's Heeren Dienaar. No,  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 325 No. 863. Extract uit de Refolutien van Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden , waar by Ds. Tean Gabriel la Font , Predikant van de Walfche Gemeente in *s Hertogenbosch , word gedemitteerd, onverminderd den Hoog-Schout van 's Bosch, of den Procureur-Generaal van Braband, zodaanige oblie tegens denzelven te inftitueeren, als in goede Juftitie zullen oirdeelen te behooren. In dato den . . November 1788. Is gehoord het Rapport van de Heeren van Spaak van Hardestein, en verdere Gedeputeerden tot de zaaken vandeMeijerye van 's Bosch, hebbende, ingevolge en tot voldoeninge van derzelver Refolutie Commisforiaal van den 22 Sept. laatstleeden, met en nevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staaten, geëxamineert de Requeste van Jean Gabriel la Font, Predikant van de Walfche Gemeente der Stad 's Bosch; houdende: dat de Suppliant ontvangen hebbende Hun Hoog Mogenden Refolutie van den I2den der gemelde maand September, eerst op den I7den aan des SuppIiantsPraktifyn in 's Hage overgegeeven, enden i8den derzelver maand den Suppliant te 's Bosch des avonds ter hand gekomen zynde, daar uit gezien hadde: dat Hun Hoog Mogenden desSuppliants voorig ver» zoek, tot opheffing van zyne fufpenfie, van de hand wyzende, en niet te min daar by aan den Suppliant hadden vry gelaaten, om binnen den tyd van veertien dagen zich als nog nader in convenabletermen, in conformiteit naar het voorfchrift vervat in Hun Hoog Mogenden Refolutie van den 26ften February daar te vooren, aan Hun Hoog Mogenden te mogen adresfeeren, en opheffing van zyn fufpenfie te verzoeken. Dat den Suppliant over zulks dien conform, en naar het voorfchrift, vervat in Hun Hoog Mogenden Refolutie van den 26 February laatstleeden, de vryheid nam, zich by de voorfz. fubmisfie RequesX 3 te  325 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot te aan Hun Hoog Mogenden te adresfeeren, en zyn leedweezen en berouw te toonen, over de aanleiding, welke hy hadde gegeeven tot het ongenoejgen van Hun Hoog Mogenden; zich verplicht rekecende, om, zo veel in hem was, alles aan te wenden wat zoude kunnen ftrekken.om dat ongenoegen weg te neemen, verzoekende den Suppliant derhalven , dat als nu zyn fufpenfie moge worden opgeheven, en hy Suppliant wederom in zyn Predikambt en dienstwerk herfteld, onder het genot van zyn fewoon traftemert, in te gaan met den dag van de oor Hun Hoog Mogenden op het gemelde verzoek genomene Refolutie. En nog ter voldoening aan Hun Hoog Mogenden Refolutie Commisforiaal, van den 6den deezer maand, eene nadere Requeste van voornoemde Predikant, houdende, dat de Suppliant, door zyn fubmisfie Requeste van den 22ften September, aan Hun Hoog Mogenden R efolutie van den 12den derzei vde maand , en daar door ook aan Hoogstderzelver Refolutie van den 26ften February daar te vooren voldaan hebben* de, zich gevleid hadde, dat zyn zaak toen eerlang zoude afgedaan zyn geworden, dat 'er tot nog toe (immers zo veel den Suppliant bewust is) by Hun Hoog Mogenden niet was gedisponeert op desSuppliants voorfz. Requeste, en dat gevolglyk zyne fufpenfie nog al bleef voortduuren: verzoekende de Suppliant, om de gemelde en verdere redenen, in de voorfz. Requeste geallegueerd , dat het Hun Hoog Mogenden gunftig behaagen moge des Suppliants zaak, zo fpoedig mooglyk af te doen, over des Suppliants verzoek, tot opheffing zyner fufpenfie gunftig te disponeeren, en den Suppliant wederom in zyn Predikambt en verder dienstwerk te herftellen, enz. Waar op gedelibereerd en in achting genomen zynde, dat voornoemde la Font, welke by Hun Hoog Mogenden Refolutie van den 26ften February laatstleeden , zo ter zaake van deszelvs hoonend Nagebed in de ca de middag-Predikatie van den 26 Au-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 3 27 Augustus 1787, als uit hoofde van andere concerneerende omftandigheden in zyn Predikdienst, met den aanldeeven van dien, was gefufpendeert voor den tyd van zes maanden, zich by deszelvs Requeste van den 22ften September en 6den November deezes jaars, ter Vergaderinge ingekomen,aan Hun Hooa Mogenden niet heeft geadresfeerd in zodaanige"termen als Hun Hoog Mogenden reden hadden om te verwagten van iemant, die met een oprecht berouw en leedwezen over het gepasfeerde, en met een harteiyk voorneemen,om over het toekomende een betere conduite te houden, was aangedaan, en dat mitsdien Hun Hoog Mogenden rechtmaatig ongenoegen, zo ter zaake van het bovengemelde aanItootelyk Gebed, als van de andere concerneerende omftandigheden , door geen betaamlyke fubmisfie voldoening heeft gekreegen. Is goedgevonden en verftaan, den voornoemden Jsan Gabriel la Font, te houden als finaal gedimitteerd als Predikant in de Walfche Gemeente der Stad 's Bosch, en van al de functien, waardigheden en voordeden daar aan geattacheerd, met interdictie van het Predikambt, of eenige deelen van den dienst als Leeraar in dezelve Gemeente verder waar te neemen, of als zodaanig te fungeeren, onverminderd den Hoog-Schout van 's Bosch , of den Procureur-Generaal van Braband,ieder voor zoverre daar toe competent zyn, om zodaanige actie tegen denzelven la Font te inftitueeren, als zy in goede Juftitie zullen oirdeelen te behooren» N°, 864. Publicatie van Hun Ed. Mogenden de Heeren. Staaten van Stad Groningen en O mme landen, waar by, op het lyfvan Ds. G. J. G. Bacot, Predikant te Eenrum, eene premie word gefteld van 1000 Car* Guldens, en verders zyn Perfoon en gewoone kleeding befchreeven. In dato den 1 December 1788. De Staaten van Stad Groningen en Ommelanden, doen te weeten: X 4 Alaa v  328 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Alzo Gerrit Jacob Georg Bacot, Predikant te Eenrum, welke, volgens de voor handen zynde informatien, zich aan diverfe delicten, op onderfcheidene tyden en plaatzen gepleegt; als het ftooken van oproer, lasteren op zyne Doorluchtige Hoogheid den Heer Erf-Stadhouder en verdere Leden der Hooge Regeering, het pleegen van openbaar geweld , en het fabriceeren van valfche en door hem verzonnene Nieuwstydingen , heeft fchuldig gemaakt; en mooglyk uit overtuiging, dat op alle zyne euveldaaden eindelyk de wel verdiende ftraffe volgen zoude , zich, na dat vooraf zyne meeste Goederen uit de Pastory hadde doen vervoeren, van hier heeft geabfenteerd en als nog latiteerd; echter de Juftitie, en het belang deezer Provincie *er grootlyks aan gelegen legt, dat deeze Booswigt over de zo menigvuldig tegens hem ingebragte befchuldigingen in Perfoon gehoord,en daar van wordende geconvinceert, loon naar werken ontfan. geZo is 't, dat de Heeren Staaten van Stad en Lande by deezen beloven eene premie van één duizend Caroli Guldens, uit het Comptoir van den Ontfanger-Generaal deezer Provincie te voldoen, aan den genen, welke den genoemden Latitant onder hunne magt, of wel van die der Heeren Gecommitteerden, tot handhaaving van de gevestigde Conftitutie, zal weeten te bezorgen : dienende voor fignalement tot een iedere narigt, „ dat hy is klein en „ tenger van postuur, bleek van aangezicht en wat 3i byziende, zwart van uitzicht, gewooclyk draa3, gende een zwart Abbé Paruikje, lispende eenig„ fints in zyn fpraak, meestentyds in het zwart ge„ kleed , fomtyds eene blaauwe duffelfche Overjas ,, en blaauwe Strompkousfen aan hebbende,wat knikkebeenende en dun van beenen." Men dient niet te min verdagt te zyn, dat hy, op alles afgericht, wel zyne gewoone kieeding afgelegd, en een ander kan hebbe aangenomen, gelyk hy volgens ontfangene berichten, in den voorleeden jaare 1787, op het  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. nor gevallen. 329 het Heeren veen , in de Provincie van Friesland, heeft gedaan, wanneer mede voor de Juftitie bedugt, zich met een Zak-Paruik vertoonde, en voor een Baron van Doorn uitgaf. JNo. 865. Extract uit het Refolutie-Boek der Stad Zwol* le, waar by aan de praütifeerende Advocaaten en Procureurs binnen die Stad word gelast, om in acten ter Secretarye wordende geprefenteerd', aan de Heeren, op Pauli 1787 tot Burgemees eer s aangefteld, ten titul van oud-Burgemeesteren niet te geeven. Donderdag den 20 Nov. 1788. f Meteleekamp Cofs. \ en L Queysen. Uit het gegroponeerde ter Vergaderinge gedaan, gebleeken zynde, dat in verfcheiden Aften ter Secretarie alhier geprefenteerd wordende, om te pasfeeren aan de Heeren, op Pauli 1787 tot Burgemeesters aangefteld, den titul van oud-Burgemees. teren word gegeeven; zo is na deliberatie goedge. vonden, de praftifeerende Advocaaten en Procureurs by deezen aan te zeggen, van die titul in de Aften, door hun opgefteld of gefchreeven wordende, voor die Heeren niet weder te gebruiken; als zullende zodaane Aften alhier niet worden aangenomen of gepasfeert. (Onder ftond) Pro vero Extraclu (was get.) R. Eekhout. SecreU X 5 No.  S3o Verzameling van Stukken betrelielyk ta$ N°. %66. Extratï Sententie voer Jan Scheltem/.", Raad in de Vroedfchap te Franeker, Gevangen en Beklaagde, Het Hof bant den Gevangen ter zaake dat hy ojs een onwettige en oproerige wyze in de maand September 1787 aangefteld zynde tot Burgemeester te Franeker, deeze aanftellinge zich heeft laaten welgevallen , en alzo als Burgemeester zyn ééd gedaan, en vervolgens gefungeerd; en dat hy insgelyks wegens de Magiftraat van Franeker de Vergaderinge van de prastenfe Staaten heeft bygewoond , —— uit Friesland, de tyd van tien jaaren; te ruimen de Stad Leeuwarden binnen 's daags zonnefchyn, en het Land binnen den derden dag, zonder in middelen tyde daar weder in te mogen komen, by pcene van Arbitraire Correctie. —■ Condemneert den Gevangen voorts in een boete van één duizent zilveren Ducatons, te betaalen aan het Comptoir der Domeinen ten profyte van de Heerlykheid binnen veertien dagen a dato deezes, by gebreke, dies fiat Authorifatie op de Deurwaarder van het Kwartier, om het zelve met middelen van executie in te vorderen. Condemneert den¬ zelven mede in de kosten en mifen van de Juftitie, en kosten van den Procesfe tot 's Hofs tauxatie. — En verklaard den Klager tot zynen verderen genoomen eisch en conclufie, niet ontvangbaar. Aüum den 20 Xbri. 1788. Ter Ordonnantie van den Hovet (was get.~) ]. Faeer. N°. 867. Editlaale Citatie tegens den Rhyngraave van Salms: als mede het daar op gevolgde Vonnis van den Hove Provinciaal van Holland en West Fries» land; in dato den 19 December 1788. Willem, by de gratie Gods, Prince van OrangeenNasfauw, Graave van Catzenellenboge, Vi- anden ,  Be Gebeurtenis/en in 1787 en%. voorgevallen. 331 snden, Dietz, Buuren, Leerdam &c, Marquisvaa Veere en Vlisfingen, Heere en Baron van Breda &c, Erf-Stadhouder, Erf-Gouverneur, Erf-Kapitein-Generaal en Admiraal &c. &c. &c. Midsgaders de Prefident en Raaden over Holland, Zeeland en Friesland, den eerften gezwooren Exploicteur, hier op verzogt, falut. Alzo ons vertoond is, by den Prokureur-Generaal over de voornoemde Landen: Dat Frederick, Rhyngraave van Salm, welke door Haar Ed. Groot Mog, het Commando en Chef over een Corps Troepes in dienst van deeze Provincie was toevertrouwd, zich al federt eenigen tyd met verlaating van het voornoemde Corps op eene clandestine wyze zonder kennis of verlof, noch van Haar Ed. Groot Mogenden, noch van den Heere Kapitein-Generaal, buiten deeze Provincie en verder buiten as Lands had geretireerd, zynde op den 20 September van het gepasfeerde jaar 1787, des avonds circa 8 uuren, van den OVertoom by Amfteldam, zonder aan iemant iets te zeggen, op reis gegaan, en zelvs aan den CollonelCommandant, of eenig ander Officier van het voornoemde Corps of Legioen, eenige ordres hoe genaamd, te geeven. Dat Haar Ed. Groot Mog. over de voorfz. retraite van bovengemelde Rhyngraave van Salm, welke niet anders dan voor eene Defertie kan gehouden worden, ten uiterfte geindigneerd zynde, by Hoogstderzelver Refolutie van den 23ften O&ober deezes jaars hadden gelieven goed te vinden en te verftaan, den Prokureur-Generaal te authorifeeren , om tegens den voornoemden Rhyngraave van Salm in cas van Defertie te proeedeeren. En vermids zodaanige misdaad van Defertie, vooral in een Chef van een Corps Troepes, is van zeer kwaade en dangereufe gevolgen, welke anderen ten exempel op het rigoureuste behoorden geftraft te worden. Zo keerde zich de Vertoonder tot deezen Hove, (al-  33* Verzameling- van Stukken letrekkelyk tot (alzo hy zegt) reventelyk verzoekende daaromme onze provifie. Zo is 't, dat wy U committeeren by deezen, dat gy terftond ten verzoeke van voornoemde Vertoonder trekt ter plaatze, daar gy den voornoemden Frederick, Rhyngraave van Salm zult kunnen vinden en bekomen, en hem van wegens de Hooge Overheid, by ü roepende den Officier van de plaatze (is 't nood) apprehendeerd en in goede bewaaring brengt op de Voorpoorte van deezen Hove, omme jegens hem geprocedeerd te worden, als naar rechten en gelegenheid der zaake. En indien de voornoemde Frederick, Rhyngraave van Salm fugitief is, en gy hem niet apprehendeeren en mogt, zo dagvaart denzelven by openbaaren Edicte advalvas Curies in ordinaria forma, van wegens als boven te komen in Perfoon voor deezen Hove op poene van Ban, tot zulken bekwamen dage, als gy hem beteekenen zult, omme teaanhooren alzulken Eifch en Conclufie, als den voornoemden Vertoonder ter zaake voornoemd jegens hem zal willen doen en neemen, en voorts te Proeedeeren als naar rechten, ons uw wedervaaren relateerende. Gegeeven in den Raade, onder 't Zegel van Juftitie, den 5 November 1787. (Onder flond) By Myne Heeren den Erf-Stadhouder, ErfGouverneur, Prefident en Raaden over Holland, Zeeland en Friesland, (was get.) J. F. Royer. (Volgt het Relaas) Uit krachte der annexe opene Brieven van een Mandament Crimineel, in dato den 5 Nov. 1787, van den Edelen Hove van Holland, Zeeland en Friesland, geimpetreerd by den Prokureur-Generaal over de voornoemde Landen, ende ten zynen verzoeke; zo is 't, dat ik Ondergeteekende eerfte Deurwaarder van welgemelde Hove my op den iöden daar aan  Geieurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 333 aan volgende hebbe bevonden alhier in den Hage ter Puije van 's Hofs groote Zaal, en hebbe aldaar gedagvaard Frederick, Rhyngraave van Salm (vermids dezelve fugitief was) by openbaare Edicte ad valvas Curice in ordinaria forma van wegens de Hooge Overheid te compareeren in Perfoon voor welgemelde Hove , op pcene van Ban, op Koppermaandag aanftaande , zullende zyn den 7 January 1788, omme te aanhooren alzulken Eisch en Conclufie, als de voornoemde Impetrant jegens hem zal willen doen en neemen, en voorts te Proeedeeren als naar rechten, en hebbebehoorlyke Actevan Dagvaarding van voornoemde Puije doen affigeeren. (Onder ftond) 't Welk U Ed. Mog. relateere. (was get.) J. J. Vaissiere. (Ter zyde ftond) Uitgeroepen den Gedaagden den 8 Jan. 1788. (was get.) J. j. Vaissiere. By voorfchreeven Vonnis van den ip Dec. 1788, word den zeiven, in Contumaciam ter zaake van Defertie, verklaard verftooken te zyn van alle Exceptien declinatoir en dilatoir, midsgaders van allewhere'n en defenfien, en wyders ten eeuwigen dage gebannen uit Holland, Zeeland en West-Friesland , op pcene van zwaarder ftrafFe, zo hy ter eeniger tyd in handen van de Juftitie mogt geraaken. No. 868. Extratï uit de Refolutien der Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, in Hun Edel Groot Mogenden Vergadering genoomen, op woensdag den 3 December 1788, betrekkelyk de Vaandels voor het Regiment Hollandfche Guardes te voet, en over de Honneurs door de Militaire Wagt aan Hun Edel Groot Mogenden te bewyzen. Ontfangen een Misfive van de Heeren Gecom- niic-  234- Verzameling van Stukken betrekkelyk tot mitteerde Raaden, gefchreeven in den Hage op heden, houdende : dat zyn Hoogheid op den 2den deezer in Hun Collegie gecompareerd zynde, aan hun had voorgedragen, dat zy by Hun Ed. Groot Mogenden Refolutie van den 25 September 1787 geauthorifeerd zynde, om, voor ditmaal, de Vaandels voor het Regiment Hollandfche Guardes te Voet, met Hoogstdeszelvs overleg te laaten maaken, Hoogstdezelve een Model had laaten vervaardigen, om te kunnen dienen voor dezelve Vaandels, indien zy raadzaam oirdeelden dezelven op eene andere wyze, als nu waren, te laaten maaken, aan hun overlaatende, om de gemelde nieuwe Vaandels invoege als het gemelde Model, of zo als dezelven thands waren, te laaten inrigten. En dat zyne Hoogheid hun by die gelegenheid in bedenking had gegeeven, of zy niet zouden kunnen goedvinden aan Hun Edel Groot Mogenden voor te draagen, om lioogstderzelver Refolutie van den 24 February 1780", omtrent de te doene Honneurs, by het aanwezen van Hun Edel Groot Mogenden Vergadering, in zo verre te altereeren, dat, blyvende in het geheel al het geen bevolen was omtrent de Honneurs te doen by het fcheiden der Vergadering door de Hoofdwagt en de Wagt aan de Prins Maurits Poort, gerefolveerd wierd, om de Wagt op het Buitenhof te dispenfeeren, om by deeze gelegenheid uit te komen, dewyl na de Refolutie van Hun Edel Groot Mogenden in dato den 28 September 1787, by welke van de gemelde van den 24 February 1786 in zo verre was afgegaan, dat de Poort tusfchen het Binnen- en Buitenhof, bekend onder den naam van Stadhouders-Poort, niet meer by die gelegenheid wierd opengedaan, hetbyna niet mooglyk was, dat die Wagt erkende, wie de Leden der Vergadering waren , die over het Buitenhof pasfeerden, en dus in het geval was om de Honneurs te doen aan Lieden, aan welken ze niet competeerden, en om dezelven niet te doen aan Leden van Hun Edel Groot Mogenden Vergadering; dat, ver-»  is Gebeurtenis/en in 1787 tnss. voorgevallen. 33S vermids het buiten gebruik was, dat een Wagt te Paard met een Standaart optrok, zyn Hoogheid verder had gemeend hun in bedenking te moeten gee* ven, om aan Hun Ed. Groot Mog. voor te draaien» de Regimenten Kavallery en Dragonders in Guarnifoen alhier te dispenfeeren, van, wanneer Hun Edel Groot Mog. vergadert waren, een Standaart op de Wagt te geeven en van de Refolutie, door Hun Edel Groot Mogenden omtrent dit een en ander te neemen, aan Hoogstdenzelven kennis te doen hebben, ten einde dien conform de nodige ordres aan het Guarnifoen werden gegeeven. Dat-zy Heeren Gecommitteerde Raaden, omtrent het vervaardigen der voorfz. nieuwe Vaandels voor het Regiment Hollandfche Guardes te Voet, waar toe Hun Edel Groot Mogenden hun by de gemelde Refolutie van den 25 September 1787 hadden gequalificecrt, met overleg van zyn Hoogheid de nodige arrangementen te maaken, hadden begreepen, dat, daar het uit de Retroa&a confteerde, dat de Vaandels voor het Regiment Hollandfche Guardes te Voet, voorheen in Stadhouderlyke tyden, gelyk de Vaandels, die ingevolge van Hun Edel Gr. Mogenden voorfchreeven Refolutie by het zelve Regiment wederom in gebruik waren, met de Wapens van de Heeren Prinfen van Oranje in der tyd, als die van de Stadhouders en Kapitein-Generaal deezer Provincie, waren voorzien geweest, de voorfchreeven nieuw te maaken Vaandels, op denzelvden voet, als die thands in gebruik waren, behoorden ingerigt te worden, het wel kzy niet twyffelden, dat door Hun Ed. Groot Mogenden zoude worden goedgekeurd; terwyl zy omtrent het verdere geproponeerde van zyne Hoogheid, ten aanzien van het geeven der Honneurs en het optrekken der Kavallery, volkomen overtuigd zynde van de foliditeit der Conflderatien, welke daar toe hadden aanleiding gegeeven, zich verplicht vonden, Hun Edel Groot Mogenden in bedenking te geevetf, of Hoogstdezelven niet zouden kuxuien goed- via>;  "^$5 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot enz.] vinden dien conform te beiluiten, en dienvolgens zyne Hoogheid te verzoeken tot executie van de daar toe te neemene Refolutie, de nodige ordres aan het Guarnifoen alhier te geeven. . Waarop gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, het verrigtevan de Heeren Gecommitteerde Raaden, uit kragte van Hun Edel Gr. Mog. Refolutie van den 25 September 1787, omtrent de Vaandels voor het Regiment Hollandfche Guardes te Voet, by deezen te approbeeren, en voorts, met opzicht tot de Honneurs en het optrekken der Kavallery, conform den voorflag by de voorfchreeven Misfive gerefolveerd, blyvende in zyn geheel al het geen by Hun Edel Groot Mogenden den 24 February 178Ö bevolen is, omtrent de Honneurs te doen by het fcheiden der Vergadering door de Hoofdwagt en de Wagt aan de Prins Maurits Poort, de Wagt op het Buitenhof te dispenfeeren, om by deeze gelegenheid uit te komen, als mede de Regimenten Kavallery en Dragonders alhier te dispenfeeren, van, wanneer Hun Ed. Groot Mogenden vergadert zyn, een Standaart op de Wagt te geeven, met verzoek aan zyne Hoogheid, tot execu» tie deezer Refolutie, de nodige ordres aan het Guarnifoen alhier te geeven.