ALMA NA C H ten dienste der Z EELIÈDEN, voor het JAAR I790. Waar by gevoegd zyri feene Verhandeling over het bepaalen deri Lengti óp Zee, door de Afftahden van de Madn tot de Zori of de vaste Sterren^ VERZAMELING* van TAFÉLËN" een BYVOEGSEL Op de Verhandeling over het bepaalen der Lengte. Op Last van het Edel Mogend Collegie ter Admiraliteit , binnen Amfterdam réfldeerettdêt opgetteld en uitgégeereh door t>e Comrhisrarisfen tot de Zaakeri het bëpaalen der Lengte op Zee, en de verbeetering dtr Zeekaarten betreffende. Te AMSTEÜDAM, By GËRARD HULST van KKU LÈ Nt Boek- en Zeekaartvcrkooper, Cornpas-, Sextdni-j Octant-, Graadboog- en Mathcmatifche-lnllHiïneme-maaker , aan de Qojtzydê van fleïi Nieuwenbru»;. MDÜclxxxV ii ju Met Privilegie.  . ï N II Ö (J D van dit Werk Eerste Stuk. Voor ree den . . . . Bladz.ni' Uitlegging der Teeketent sn Edipfen Bladz, xvih Almanach zoor 1750 . . Bladz 1 tot Verklaring van den Almanach . Bladz 1 tot 88 Drukfeilen voor den Almanach van 1790. —poor den Almanach van 178$, 17^0 eti voor de Verhandeling over de Le-r.gte. Tweede Stuk. Verhandeling over het bepaalen der Lengte op Zee. door de Afpanden ?cm de Maan tot de Zon, of vaste Sterren. • NB. Het By-vocjrfc! ^ hier achter te vinden, moet achter die Verhandeling .gevoegd worden. D e 11 d e Stuk. Verzameling van Tafelen ten dienfte der Zeelieden. NB. De Tafels XVII, XVIII en XIX,die wyrftf uitgeeven,en derzelver Verklaaring, moeten terbehoorlyke plaatfc ingevoegd worden. Het Tweede en Derde Stuk worden thans af-zonderlykj met den Almanach voor 1788, uitgegeeven: zo dac die geencn, welke deezen reeds bezitten, de Almanach voor 17B9 en 1790 alleen kunnen bekomen. Vierde Stuk.. Verzameling van Berichten, over eenige gemgtige onderwerpen der Navigatie. NB. Hier van is de eerde Nummer met den Almanach van 1789 uitgegeeven: wy geeven thans den tweeden: en 'er zal by eiken Almanach een nieuwe Nummer gevoegd worden.  DRUKFEILEN Voor den ALMANACH van 1788. Eenige kundige Heden, den Almanach en de Verklaaring met veel oplettendheid geleezen. en wy beide die Hukken reeds zeer veel ter onderwyzing gebruikt hebbende: zyn en hun, en ons eenige Drukfeilen voorgekomen, die wy echter alle, zo dra zy korte dagen na den uitgaaf ons bekend geworden zyn, met de pen in alle de toen nog niet uitgegeeven Exemplaaren verbeeterd hebben. Voor 't overige zyn 'er nieuwe en veelvuldiger voorzorgen genomen om de Drukfeilen in de volgende Almanakken voor te komen: welke in iHe van 1788 alleen ingefloopen zyn, uit hoofde der overhaasting met welke men heeft moeten werken, en der benaauwde tydsomftandigheden waar in men zich toen bevond. Zie hier alle de Drukfeilen, met die, welke reeds achter de Verklaaring aangetekend waren, te fanicn. In den Almanach. Jan. p. 1. Kol. Tyclsvereffen. in *t hoofd: Aftrekken, lees Byvoegen. bi. v. laatfte Kolom, reg. 5 van onderen: 108. 7. 35 lees 108. 7. 32 bl. vu op één na de laattte Kolom, 5 reg. 33. 36. 3: lees 33. eó. 31 Maart. pag. ut. Kolom 3. 10 Maart 16. 36 lees 15. SÖ. April. pag. 1 Kolom Zcns Declinatie: Zuidelyk , hes JNoordlyk. p. 11 laatfte Kol., in 't hoofd : Middern. lees Middag. • — 10 April: 22. 5° lees 22. 51 laatfte Kolom , in 't hoofd ; Midd. leet Middern. —— - 10 Apr. 22. 56 lees 22. 57 pag. iv. sde Kolom, 4 reg 56. 39- 3° lees 56 39. 38 Mai. Kolom Zons-Dec'inatie: Zuidlyk, lees Nocrdlyk. 'ïydsvereffening; Byvoegen lees Afirekken. pag. vu Kolom 2: 5 reg. 45. 20. 27 lees 45. 5°. 27 SlPTfcMBÉR» bl. iv. 3de Kolom, 6 reg 51. 29. 21 lees 51' 59- 21 bl. iv. sde Kolom, 12 reg. 3l. 17. 6 lees 82. 17. 6 bl. v laatfte Kolom, 9 reg. 66. 26. 26 lees 66. 36. 26 In het Voomeri. bl. xx reg. 6 van onderen; Zon lees Maan. In de Firklaaring van den Almanach. Deeze feilen beftaan, op 5 of 6 na, hier met een * aangewezen, enkel in de voorbeelden , en loopen in 't oog zonder invloed op de beteekening zelve te hebben, zyn dus van geen belang, en worden door ieder, welke de zelfde Voorbeelden bereekent, allen gevonden. Zie hier echter alle dezelven. bl. 6. reg. 8 : 57,8" , lees 27.8" reg. 12: 15", lees 0,9" bl. 9. noot, laatfte reg. 55" lees 45" 'pag. 11 reg. 7 van onderen: Ut. Euftatitis, Men heeft hier by verzinning de Lengte dier plaats op 84". 16'. 15" gcfteld, daar zy maar 46"  4.6*. l*' bedraagt: doch daar die plaats hier flechts tot voorbeeld ttrekt, Ieeze men in ftee van St. Euflatius, den Golf van Guenajo bv Honduras in America, die byna op die Lengte ligt. NB. Dezelfde, feil komt ook voor bl. 17. N". III. bl. s8 reg. 1 bl. 62, In het Voorbeeld, p.17 N°. II. laatfte reg. 4 U. lees 14 U. 14'. 15" p. 24 Voorbeeld, 4 reg. 11 U. 36' lees 11 U. 56' p.25 tusfchen rtg. 16 en 17 is een regel vergeeten: deeze regels moeten dus ftaan : Die ik aftrek om den verhopen gemiddelden tyd tot den verloopen waaren tyd te brengen, en4us is 5. 191, 41,5» maar de gemiddelde tyd gaat voor o. 14. 9,0 Dus is de waar? tvd van de waarneeming s. 5". 32,5" p. 64 der Verklaaring reg. 89: 25". 55;, 3l" lees 95». 35 . 31" 'p. s8 reg. 2 't eerfte, lees het tweede 3 tweede — eerfte 4 eerfte — tweede 5 tweede — eafte 7 afftanden — afftanden omgekeerd p. 31. 4 reg. ], U 58'. 6". lees 1. U a8'. 6" reg. 8 van onderen : of minder, lees of wel zelfs Jets min. der, of ook meerder p. 43 reg. 10. 9e Tafel, lees XIII. Tafel, p 44 reg 14 voegt men en Uur en Lengte beide te famea , lees trekt men de Lengte van het Uur af p. 50: reg. 6 56'. lees 59' p. 50: reg 13. Men heeft by verzinning het verfchil van 2°. 4a' in plaats van z°. 36' genomen, dit neemeudé krygt men : * * * • : 13.'.. II i' at . :. . • o. 13" Tweede verfchil van 5/ (Taf. XIV.) — 11" en de verandering wordt 13'. 2" dus de Declinatie 6°. ia in plaats van 6* 11'.: en de Breedte 53* 3ï' in plaats van 53". 34' 53 reg. 5 van onderen in den text: kleinst, lees grootst. *p 57 noot 1 ieg. io-f-7, lees 10—7 of 3, en de grootfte ic-f-7 reg. 6 Mars 14" lees 18" p. 64 reg 19: 250. 55'. 31». lees 25»- 05'. 31" p. 66 reg 7 van onderen: 92' lees o, 92" p. 68 reg. it van onderen: en 57' lees en 5" *p. 76 reg. 18: dus voor iederen dag 13'. ie" en voor ieder uur omtrent 32j'', lees dus voor iederen aag l6i",en voorieder uur 414k NB. Dit heeft invloed op da volgende rekening, die dus zyn moet. Den 1 is zy . . 21s. 4g/ z verfch. voor 6 d. i°. 39/ dus voor i d. 16J', voor 4 d . 1. 6' dus den 5 op den middag . . ïöl 40~" verfch. voor 1 d: J6J' dus voor 3 uuren, ... 2. 4" gevoljïlyk ... ao, 37. 56"" of omtrent 3.0°. 38 . '  DRUKFEILEN IN DE VERHANDELING Daar eenige kundige lieden de moeite genomen hebben de Perhandeling over het bepaalen der Lengte op Tjee met veel aandacht door te leezen,en wy zeiven ze ter onderwyzing reeds dikwerf gebruikt hebben , zyn'er en hun en ons eenige Drukfeilen voorgekomen, die voor een oplettend Leezer in 'c oog lopen, en door 't geen onmiddelyk voorbaat of volgt, van zelfs verbeeterd worden. Üeeze Drukfeilen zyn, met die welke wy reeds achter den Tytel geplaatst hebben, de volgende : bl. 31 §. 34- reg, 4: 13'- Deeze 13" moeten een reegel laager (taan naast de vermeerdering in hoogte, reg. 13: Zon, lees Maan. bl.34 noot reg.7: MI. lees MT. reg. 14: i Sin. V. T. lees Sin. i V T. reg. 2 van onder. Sin. MZ. Sin. T Z. lees Sin. MT. Sin. TZ bl.4i§ 40.reg.3: 43°. 7'. ao". lm 430. 9'. 58'. bl.42§.41.reg.2: §.32. ^« §.33. reg. 6: n U. 13'. lees 11 U. 38' 45" bl. 45 noot (ZO reg. 8 X ZP. lees S P. bl.52 §.48. lees §. 49. bl 53 «fr 6 ($' 4j0 (§• 49) bl. 56 reg. 7: 12. ai'. 50" fe« 12. ao'. 10". NB. Men trekt 0 regte opkl. van die der Ster af, na dat men, ftilz .v ygend, by deeze 24 U. gevoegd heeft, volgens den regel p. 54 nootQi) reg 9: 7. 21. 31. lees 7. 19. 51. ree ( 15lin2a'voor3-2,7 lees in 20'voor3-2,5 *' l iö J 57-0,9 57"-0.8 reg. 18: 7. 28. 38 lees 7. 18. 38 zo als in §.52. P'57 over het bepaalen der Lengte op ZEE.  P-57 §• J4 reg. a: 43°- 7'. 4°". /«x 43°. o'. j8H reg. ia van onderen: o0. 36'. lees<)n. 30' waardoor ook de Tom wordt 09°. 36'. 30" en het beftek n<\ 53- 30 te westelyk wordt, 't geen ook dus op de eerfte uidlaande Tafel verbeeterd moet worden. P-95 reg. j van onderen: ingevulde, lees oningevulde. p. 127 reg. 2: -Co/.MT. Cof. TZ. lees + Cö/ MT.e./ TZ. reg. 7: 2 Sin. ^} /«rex Sin- ^~ £ Tafel lII.No.3.[rCg,3/a Boor l 0 boven/Ie rand 0 onderfte rand. reg. 3 van onderen: 1 — Cof. T Co/, 1+ Cof.T 1 — enz. lees 1 + enz. reg. 2 van onderen: &». TZ Sin. MT -f Gj/: MT Cof. TZ Onderfte regel: Cof. (TZ- MT) Co/. (TZ + MTJ pag. 133 reg. 6 en 7 van onderen: in den noemer, moet in beide deregels Cof. W® Cof. W'([ uitgefchrapt worden. Verzameling van Tafelen. Buiten de drie Drukfeilen, reeds achter den Tyrel geplaatst, heefc men 'er nog eene van zeer wein;g belang gevonden in deXII. Tafel. Zie ze hier alle vier: bl. 19 XL Tafel, eerfte Kolom, aan 't hoofd, ftaac Min. lees Sec. bl. 22 XI! Tafel, op zyde, ftaat 34 U. lees 12 U. bl. 28 reg. 4 van onder.: * Visfchen, lees *ZuideIyke Visch. In de Vtrkla iring. bl. 47-reg.; 7. |" hes x$"  P R I V E L E G X E. De STA ATEN van HOLLAND en WESTVRIESLAND, doen te weeten: Alzo ons te kennen 'is gcgeeven byGerard Hulst van Keulen, Boek- en Zcekaartverkooper, Compas, Odant, GraadBoog en Mathematifche Inftrumentmaaker te Amfterdam. Dat de Suppliant ten zynen kosten hebbende doen cercedmaaken ALMANACH Voor het Jaar 1788- en volgende Jaaren, ten diende der Zeelieden, voornamelyk tot het bepaalen der Lengte op Zee, met de nodige Tafelen cn verhandelingen over het bepaalen der Lengte op Zee, door de afftanden der Maan van de Zon en Sterren. Alsmeede eene verzameling van Tafelen ten dienfte der Zeelieden. Door de Commisfie tot zaafeen de bepaalinge der Lengte op Zee en de verbetering der Zeekaarten, betreffende, gaarne daar van onder Benefitie van Ottroy van ons de uitgave zoude doen. Weshalven zo keerde de Suppliant zich tot Ons, ootmoediglyk verzoekende Ons Odroy om voor den tyd van vyftien eerstvolgende Jaaren de voorfchreeve ALMANACH Voor het Jaar 1788. en volgende Jaaren , ten dienfte der Zeelieden, voornaamelyk tot het bepalen der Lengte op Zee, met de nodige Tafelen, en verhandelingen over het bepaaleE der Lengte op Zee, door de afftanden der Maan van de Zon en Sterren. Alsmeede eene verzameling van Tafelen, ten dienfte dei Zeelieden. Door de Commisfie tot zaaken , de bepaalingen der Lengte op Zee, en de verbetering der Zeekaarten betreffende, met uitfluiting van alle anderen, te mogen Drukken, doen Drukken , Uitgeeyen en Verkoopen, in ordinaria forma. ZOO IS 'T dat Wy de zaake ende het voorfz: verzoek overgemerkt hebbende, ende genegen wezende ter bede van den Suppliant, uit onze regte wetenfehap, Souveraine magt ende authori'eit.. denzelven Suppliant geconfenteerd, geaccordeerd en geoftroijeerd hebben , confenteeren , accordeeren en o&roijeefen hem by deezen, dat hy, geduurende den tyd van vyftien eerst agter een volgende Jaaren de voorfchreeve ALMANACH Voor het Jaar 1788. en volgende Jaaren, ten dienfte der Zeelieden, voornaamelyk tot het bepaalen der Lengte op Zee v met de nodige Tafelen en verhandelingen, over het bepaalen der Lengte op Zee, door de afftanden der Maan van -de Zon en Sterren. Alsmeede eene verzameling van Tafelen, ten dienfte der Zeelieden. Door de Commisfie tot Zaaken , de bepaalinge der Lengte • a- °P ^ gen „5°. Dat zy van tyd tot tyd eenige Verhan„ delingen 'er zullen inlasfchen, over het ge„ bruik der nuttigde Werktuigen, Obfervatien, „ gedaane Proeven, enz altoos in het oog hou„ dende, dat die Verhandelingen op een zeer gemakkelyke en bevatbaare wyze gefchrce3, ven zyn. „ 6°. Dat ieder deel des voorfz. Almanachs, „ eenen zeer geruimen tyd voor het jaar daar „ het toe dienen moet, in 't licht kome ; en „ dat zy ten dien einde zorgen zullen, dat zy „ de bladen van den voorfz Almanach, zo fpoe- dig mogeiyk, ontvangen. „ 7°. Dat de Proeven met alle naauwkeurign heid worden gecorrigeerd. * o II  vi VOORREEDEN. 5, II. Aan de voorfz drie Commisfarisfen op tfi „ draden het nagaan en verbeeteren der Zeej, kaarten met deeze voorzorgen: i°. Dat zy, na ryp overleg en beraad, „ eene keuze doen van de Kaarten in ons Land j, bekend en uitgegeeven , en welke door de „ kundigfle Lieden voor de besten gehouden „ worden; en dat zy die besten voor ah nog tot „ eene bazis aanneemen, om de nodige verbee}, teringen aan dezelve toe te brengen. ,, 2° Dat zy met allen vlyt zullen aibeiden „ om den nodigen voorraad te verzamelen: en 3, ten dien einde, ,s a. Uit ,alle de thans voor handen zynde „ Reizen, welke door kundige lieden gedaan „ zyn, alles wat eenigzins de pofitien der Zee„ havens, Kaapen , Eilanden, Kusten, enz be„ treft, zullen aanteekenen en in orde bren„ gen, en de aucloriteiïe:i daar die opgaven op ,, fteuncn, wikken en weegen, om de waare 3, pofitien te bepaalen. ti.b Al ie de fuccesfivelyk uitkomende Boeken, „ en waarneemingen, tot voorfz. oogmerken , „ met nauwkeurigheid nagaan. ,, c Bulten en behah7en het aanteekenen van de Leegte en Breedte der verfchillende plaats, fen, ook letten op het aanteekenen van Kus- „ ten,  VOORREEDEN.' vu „ ten, welke door Zeelieden of Sterrekundigen, „ door opneemingen en andere obfervatien zyn „ bepaald en in Kaart gebragt. „ d Al dien voorraad in orde brengen, en, het s, zy in eene alphabetifche orde., het zy anders„ zins , zodaanig fchikken, dat wanneer een „ Officier iets omtrent eene bepaalde plaats of „ tocht nodig heeft, zulks aanfionds aan denzelj, ven , met voorkennis van den Raad, kan „ worden opgegeeven. „ e Al den voorfz. voorraad doen dienen tot „ verbeetering van die Kaarten, welke voor als „ nog tot eene bazis zullen dienen, en ten dien ?, einde aanteekening van de te maaken ver„ beeteringen houden, om dezelven te kunnen „ opgeeven, zo dra daar van gebruik kan wor- den gemaakt. „ III Aan voorfz drie Commisfarisfen op te „draagen, uit de Reisbefchryvingen, Sterrekun„ dige Eoeken, Verhandelingen van Academiën „ en andere Boeken, aanteekeningen te houden „ van de waarneemingen over de Winden, by„ zonder over de Pasfaatwinden, en het veranderen of verkoopen derzelven, over de Stroomen, over de wyze op welke deeze en geene „ plaatfen moeten worden aangedaan — over de y wyze op welke verfcheiden min bekendeEilanden * 4 » of  ▼»i VOORREEDEN. „ of Landen zig op 't gezicht vertoonen — over « de byzondere qualiteiten der Haavens en „ PJaatfen op welke geankerd kan worden — » over de Diepten — over de tyden van Ebbe ■ „ en Vloed — ook voornaamlyk Miswyzing van 't » Compas, enz. enz. ~ en die aanteekeningen in *> zodanige orde te brengen,dat dezelven op de „ eerfte verlangst kunnen worden opgegeeven. » IV. Aan die Commisfarisfen op te draagen „ alle de zodaanige bereekeningen en calculatien, „ die eenige betrekkingen tot de Zeevaart of „ Scheepsbouw zullen hebben, als mede het exa„ men van zodanige Inftrumenten, als aan den „ Raad ten gebruike mogten worden opgegeeM ven. „ V. Aan G. Huift van Keulen op te „ draagen het di ukken en uitgeeven van alle de „ Boeken, Veihandelingen, Aanteekeningen en Zeekaarten, die door de zorge van voorfz. „ Commisfarisfen zullen worden uitgeleverd, al„ les ten zyne kosten • behalven in zodaanige „ extraordinaire gevallen als op voordragt van „ voorfz. Commisfie door den Raad mogten „ worden beoordeeld apart te moeten worden „ bekostigd. „ Voorn met deeze voorzorgen: „ i°. Dat 'er geene veranderingen in die Kaarten  VOORREEDEN. IX „ ten of Befchryvingen, die ten gebruike van „ de Admiraliteit zyn, worden gebragt, als met „ voorkennis, enz. van voorfz Commisfie. „ 9. Dat alle de Boeken en Kaarten, die door „ de zorgen van deeze Commisfie worden ge„ drukt, met het Wapen van de Admiraliteit, ter onderfcheidïng van andere, en min goede „ Boeken, worden voorzien. „ 30. Dat door hem, op den voet zo als by „ de Oost-Ind Comp. plaats heeft, aan de Offi„ eieren die in dienst worden gefield, op order „ van den Raad, een Recueil van de benodigde „ Kaarten en Boeken zal worden gegeeven, onder „ recepis en verband , om óp dezelven aan te „ teekenen de fouten die zy mogten ontdekken, „ en dat Recueil ten einde van de reize te refti„ tueeren. „ B. Om in aanmerking dat de bezigheeden ,, van deeze Commisfie zeer moeijelyk zullen zyn, „ zeer veebaccuratesfe en een geduurig werk ver „ eisfehen, een lastig en gewigtig onderzoek, „ daar geen einde aan zal zyn, verfchaffen, enz. „ Edoch in agting genomen zynde de onze„ kere reusfite, die min of meer in deeze on„ derneeming, door mogelyke verandering in de „ omftandigheeden der benoemde Commisfarisfen, „ als meede de onverwagte moe'rjelykheeden die * 5 „ ver-  X VOORREEDEN. „ Veroorzaakt zouden kunnen worden in de mi„ voering, referveert de Raad aan zig de facul» teit om deeze Commisfie in te trekken, of * van aart te veranderen, het zy na verloop van » eenige Jaaren, by voorbeeld Zes, het zy na „ het afioopen van eene of andere begonnen bee„ zïgheid, zo ais in alle redelykheid en billyk„ heid geoordeeld zal worden plaats te kunnen s, hebben. „ C Om aan voorsz. Commisfie te doen af„ geeven alle zoodanige Journalen en Rapporten s, als reeds by den Raad berustende zyn en na» der mogten worden ontvangen, met deezg » voorzorge, dat zy zullen aanneemen uit de„ zeiven niets te reveleeren het geen in denzclve » gevonden wordt, dan met voorkennis van den „ Raad. „ D Om alle Commandanten van Schepen « tc geladen: „ J°. Zo veel de omftandigheeden en oog5, merken van hunne reizen zulks zullen toen Jaatcn, cpneemingen van Landen te doen, — „ aanteekeningen te houden van derzelver ver» tooningen, van opdoeningen van Eilanden, . van Zeegaaten, van Banken, van Klippen, „ van Loop van Stroomen, van Diepten, van fooi ten van Gronden, van Ankerplaatfen, „ van  VQORREEDEN. xï van tyden van hoog en laag waater, van Mis,j wyzing der Compasfen &c s „ a°. Preciefe aanteekeningen te'houden van „ alle de fouten die zy in de Zeekaarten, bys, zonder in 't Recueil dat door van Keulen zal „ worden afgegeeven, gelyk ook in andere Be„ fchryvingen , zullen ontdekken; als meede van „ het verloopen der Gronden of andere veran„ deringen, die 'er mogten voorgevallen zyn. ' „ 3°. Alle die aanteekeningen by hun retour, „ zo ras mogelyk, aan de Leeden van voorsz. „ Commisfie op te geeven, om daar van het s, noodig gebruik te maaken. ' „ E Om de Collegien, ter Admiraliteit op „de Maaze, in Zeeland, Noorder-Quartier „ en Vriesland, kennisfe van deeze Commisfie „ te geeven, en te verzoeken meede voorsz. „ orders aan de Officieren, die onder hun resfort „ dienen, te geeven; gelyk ook gebruik te doen „ maaken van de Kaarten, die door de voorsz. „ Commisfie tot eene bazis zullen worden gefchikt. ' „ Waar op gedelibereerd zynde, goedgevon„ den is zich met deeze voor de generaale Mas, rine falutaire propofitie van den Heer Raad „ en Adv'. Fiscaal te conformeeren, in hoope „ dat het fucces aan het pryzenswaardig oogmerk „ zal beantwoorden, en vei der aan den voorn. Pro-  Sïi VOORREEDEN. „ Profesfor van Smaden, P. Nièmlaad, en „ G. Hulst van Keulen , deeze Commisfie op dc „ voorgeflagene wyze en belooning op te draa„ gen, en voorts voor de Officieren onder dee„ zen Reforte, die Articulen, welke hun con„ cerneeren, te laaten drukken , met laft daar » aan tc voldoen- en wyders de Collegien ter „ Admiraliteit op de Maaze, in Zeeland , Noor„ derquartier en Vriesland, in fubftantie van „ deeze Commisfie te ïnformeeren, en kennisfe „ te geeven van de ordie aan de Officieren, die„ nende onder deezen Resforte, daar uit gefield, en te verzoeken, dat hunne Officieren „ meede van diergelyke ordre mogte worden M voorzien; als ook dat gebruik mogen maaken „ van de Kaarten, die voor de Commisfie tot 5, eene bazis zullen worden gefchikt. (was geieekend) G. W. van Blydenberc. Accordeert met voorsz. Regifcer. (was geleekend) C. Backer Cz. De Leezer behoeft geen ander bericht te hebben dan deeze Refolutie, om onderricht te zyn van het belang en de nuttigheid deezer Commisfie, en van den lalt die ons opgelegd is. Om  VOORREEDEN. XI12 Om aan denzelven te voldoen, geeven wy thans onzen Almanach voor de derdemaal in't licht; nam: den Almanach voor 1790; met de noodige Verklaring, die wy zo duidelyk gemaakt hebben als ons mooglyk was, — Men herinnere zich dat deeze Almanach voornamelyk voor den Zeeman , en niet voor den Sterrekundigen, gefchikt is: en dit is de reden waarom men 'er eenige Stukken, zo als de Lengte en de Breedte van Zon en Maan, niet in vindt, welke men in alle de Sterrekundige Almanakken aantreft Immers zyn deeze Stukken voor den Zeeman van geen gebruik — Wy hebben getracht 'er in te brengen al wat van een .weezenlyk nut voor de Zeevaart is: dan daar 'er niets is, dat niet door den tyd verbceterd kan worden, zo zullen wy ook in 't vervolg trachten dit werk tot meerdere volkomenheid te brengen, en ons daar toe van allen raad bedienen, die ons door kundige Zeelieden zal kunnen gegeeven worden. Wy hebben de bereekeningen met alle mogelyke zorge gemaakt:en de proeven zelfs met veel naauwkeurigheid nagezien: daarenboven heert een kundig Man, die in dit foort van zaaken zeer ervaren is, en verfcheide Tafelen ten nutte der Zeelieden heeft uitgegeeven , ons veel hulp toegebragt, met alle proeven ook nog  X'v VOORREEDEN. nog.eens en andermaal na te gaan, van eenige fouten, die ons ontglipt waaien, te zuiveren5 en al wat tot nut van het werk dienen kon te bezorgen. : Volgens onze Inftruüïe hebben wy alle de bereekeningen op den Ftc van Temriffa geüeir het was dus voor ons van zeer veel belang, de regte ligging dier plaats ie kennen: wy hebben de naauwkeurigite waarneemingen van deHeereri *leür«u,de Verdun, deBorda, en Pingró met die van anderen vergeleken, en, na ryp beraad, de eerflgemelden gevolgd. Wy hebben dan de Lengte van gemelden Berg op 19° Graa^ den Westelyk van Parys bepaald: of op 16° 40' Westelyk van Grhmnch j eene Plaats in Engeland , na by London geleegen, op welke de bereekeningen van den Namical Almanach, dien wy, volgens onzeinftruÖie,volgen moeten, gefield zyn. Deeze 16° 40' lengte komen over een met 1 uur 6 minuten en 40 feconden tyds Wy zullen by eene andere geleegenheid de redenen, die ons daar toe gebragt hebben, ontvouwen. Wy hebben in de Voorreeden van den Almanach voor 1788, de reedenen opgegeeven d.e ons buiten onze fchult belet hebben, denzelven, volgens de letter van onze inftrucne, een'  VOORREEDEN. x7 één geruimen tyd in 't licht te doen komen,1 voor het Jaar daar hy toe dienen moet. — Die reedenen, welke nog gedeeltelyk golden voor den Almanach van 1789, geiden weinig, of in'tgeheel niet meer, voor deezen Almanach, welken wy by mar anderhalf Jaar voor dén tyd, tot welken hy dienen moet, uitgeeven. De Almanach voor 1791, zal nog dit Jaar volgen , en dan zullen wy zorgen den Almanach altoos een zeer geruimen tyd voor het Jaar, daar hy toe dienen moet, uittegeeven. By deeze Almanach behooren nog twee Stukken, die men al? een lichaam met denzelven üitmaakende, behoort te befchouwen, en die zonder den Almanach niet kunnen gebruikt worden : zo als ook het gebruik en het nut van den Almanach, zonder dezelven zeer gering zoude zyn. Het eerfte dier beide Stukken, en dus, den Almanach 'er onder begreepen , het tweede Stuk van het geheele wetk is de Verhandeling over de Lengte Wy zullen hier niets over dezelve byvoegen, maar den Leezer tot de voorreeden dier Verhandeling wyzen. Het ander der twee gemelde Stukken, en dus het derde Stuk van het geheele Werk, behelft eene Vei zameling van Tafelen, die by het gebruiken van den Almanach en van de Verhandeling over de  xvi VOORREEDEN. de Lengte volftrekt noodzaakelyk zyn: Wy hebben 'er eene duidelyke en fomtyds vry breede Verklaring van iedere Tafel by gevoegd. — Thans hebben wy ons, om de uitgaaf niet te vertraagen, met de meeft noodige Tafelen, cf met die, welke men elders niet of weinig vindt, vergenoegd; doch ons oogmerk is, deeze verzameling allengskens by Stukken te vermeerderen, en dezelve de volledigfte te doen worden, die ons bekend zal zyn. Wat het tweede en het derde gedeelte onzer Inftructie betreft, kunnen wy den Leezer berichten, reeds een groot aantal goede Waarneemingen omtrent de ligging van vcele Plaatzen verzaamelt te hebben, en aan het verbeeteren van Kaarten beez:g te zyn; doch men bcgrypt gemakkelyk dat dit veel tyds vereifcht, en niet dan met eenen langduurigen arbeid en taay geduld tot eenige volmaaktheid kan gebragt worden, vooral wanneer men met nauwkeurigheid te werk wil gaan. Wy hebben ook reeds eenige Rapporten van van 't geen 's Lands Officieren, op verfcheiden Reizen, tot verbeetering der Navigatie en deiZeekaarten , aangeteekend hebben, ontvangen, zo wel van het Ed: Moog: Collegie ter Admiraliteit alhier, als van dat op de Maaze. — Wy zul-  V OORREEDEN. 7.V7 1 eöileri niet alleen dezelvcn in het verbeeteren van .die Kaarten, tot welke zy betrekking hebben, gebruiken; maar wy hebben voorgenoomen, booven dien, de meeft belapgryke .Stukken van die .Rapporten jaarlyks in onzen Almanach, die het Handboek van alle Zeelieden behoort te woiden, in te lasfchen: op dat zy des te vroeger .£ot de kennis der Zeelieden zouden koomen: w,ant het valt ligt te begrypen, dat wy, noch alic, noch zelfs een gioot aantal Kaarten te gelyk kunnen verbeeteren : en dat dienvolgens vee'c waarneemingen van onze kundige Officieren nog lang onbekend zouden blyven, zo wy ze niet eerder dan met de eene of andere verbeeterde Kaart uitgaven. Wy hebben reeds in den Almanach van.1789 een begin gemaakt, en gaan thans „voort met de uitgave van die rapporten: en zullen, naar maate des voorraads, dien wy van hooger hand, van de Admiraljteits Coilegien namenlyk , zuilen ontvangen, of die ons door kundige Zeelieden , wier hulp wy op het ernftigvte verzoeken, zullen bezorgd worden, met het uitgeeven vaa die rapporten en van die ftukken voortgaan. Daar wy ondertusfehen, volgens beiofte, in onze Verhandeling over de Lengte, by de uitgave onzes Almanachs van 17S8 ; en op raad van kundige Zeelieden, by deezen Almanach een vervolg op die Verhandeling voegen, waar in * * men,  tvxn VOORREEDEN. men, behalven andere byvoegfelen en aanmerkingen , de voortreffely ke methode van DunthorNe ter bereekening van Maans en Zons of iters waren afftand, uitvoerig verklaard zal vinden, h faben wy, Om ons werk voor deze reis niet te omflagrig, en daar door te koftbaar te maken, ons voor het tegenwoordige by een enkel rapport moeten bepaalen. Wy rrcenen ook de Zeelieden te moeten berichten, dat wy reeds opgefteld hebben, en binnen kort zullen uitgeeven eene nieuwe uitvoerige Verklaring over de inrichting en het gebruik der O clanten en Sextanten, die tot het waarnemen op Zee gebruikt worden; welke verklaring het vyfde Stuk van ons Werk zal uitmaaken, doch ook afzonderlyk te b< komen zal zyn. Wy meenen met deeze fchikkingen het algemeen nut te bevorderen. Dit te bevorderen , is ons eenig oogmerk: tot bereiking van het zelve zullen wy alle krachten infpannen, en wy kunnen ook daarom op den Goddelyken Zeegen hoopen. De Commisfarisfen tot de Zaaken, het bepaalen der Lengte bp Zee, en de verbeetering der Zeekaarten betreffende, jan hendrik van swinden. f i e t e r nieuwland gekard hulst van keulen. Amfièrdam den l\fhn Juny 1788. UIT-  UITLEGGING der TEEKENEN. -€> De Zon o* Conjunflie , of famenvoe- G De Maan ging; wanneer de lengte de 5 Mercurius zelfde is S Venus 5 Mars cP Oppofitie, of teaenftelling ,• J£ Jupiter wanneer het verfchil in lengh Saturnus te 18o° bedraagt □ Quadratuut, of Quartier; wanneer het verfchil in lengte 900 bedraagt U , Uur. M of (') Minuut G, of (°)-Graad S. of (") Seconde. , Snyding tusfchen een getal en tiende deelen : dus 1, 8 teteekent 1 en 8 tiende deelen: o, 4 beteekent nul en 4 tiende deelen, of vier tiende deelen. Teekens van den Zodiak of Dierenriem. ,0 Teeken V Aries of Ram — o gr. 1 Taurus — Stier — 30 2 ie Gemini — Tweelingen 60 3 25 Cancer — Kreeft — 90 4 ,£ L*0 — Leeuw — 120 5 trr; Virgo — Maagd — J50 6 ■— Libra ~ Weegfchaal 180 7 rn. Scorpio — Schorpioen 210 '8 — Sagiüarius — Boogfchu«er240 9 ^ Capricornus— Steenbok 270 10 Aquarius — Waterman 300 ij X Fisces — Visfchen 330 * * 2 EPO-  EPOCHEN. In dit Jaar 1790 is, naar den Nieuwen- ftyl, het Guldengetal . . § Epacla ... xiv ZonneCirkel 7 Roomfche Indictie . • 8 De Zondag letter . • C Het Jaar is het Jaar 6503 van de Juliaanfche periode. VERANDERLYKE FEESTDAGEN. Septuagefima den . . 31 January AschHag . • 17 February Paasfchen . 4 APril Hemelvaart . • I3 MeY Pinxteren . • -3 MeY H. Drievuldigheid . . 30 Mey Heilig Sacrament" . - 3 Juny Het ifte Advent . . 28 November HELLING der ECLIPTICA. Dc Hoek welken de Ecliptica met den JEquatqr maakt, bedraagt den ' G. M. S 1 January 23 27 52,6 i April 23 27 51,9 i July 23 27 51,2 1 Oclober 23 27 50,7 3T December 23 27 50,2 over  xxi Over de E CLIPSEN. De waarneemingen van de Eclipfen of Verduifteringen der Zon en der Maan, kunnen den Zeeman dienftig zyn om de Lengte te bepaalen: doch 'er is, ook ten dien opzichte, een groot verfchil tuffchen deeze twee foorten van Eclipfen. Wy zullen dit een weinig nader ontvouwen, om reede te geeven van de wyze, op welke wy hier de Eclipfen aankondigen. I. Over de Maan-Eclipfen. Eene Maan-Eclips wordt veroorzaakt door de Aarde, die zich als dan tuslchen de Zon en de Maan bevindt, gevolglyk de Zonneftraalen belet tot het lichaam der Maan te komen: waar door de Maan, of gedeeltelyk, of geheel, van het licht, dat zy ons anderszins toezendt, beroofd, en dus gedeeltelyk, of geheel, onzichtbaar wordt. — Zo dra dan de Maan verduifterd is, wordt het verduifterd gedeelte op het zelfde oogenbïni des tyds onzichtbaar in alle plaatfen daar de Maan boven de kim zynde, anderszins zichtbaar zoude zyn: want de verduiftering is hier een waar gemis van licht. — Die verduiftering * # i ' nu  XXII E C L I P S E N nu blyft maar een oogcnblik het zelfde; groeit van het oogenblik dat zy begint allengskens aan, tot dat zy op het grootfr. is: neemt dan weder af, ên eindigt. — Zie daar dan een verfchynfel, dat maar één oogenblik het zelfde blyft, en door twee of meer waarneemers te gelyk kan waargenomen worden, die ieder den waaren tyd, op welken zy het waarneemen, kunnen aanteekenen, en dus wecten hoe veel vroeger of laater het op de eene plaats dan op de andere is- en gevolgelyk daar door de lengte dier plaatfen kennen.* — Laat iemand het begin eener MaanEclips te Amfterdam ten 8 U. waarneemen: een ander op eene tweede plaats ten 9 U.: zo is het op die plaats , op het oogenblik dat 'er het zelfde verfchynfel waargenomen wordt, 1 uur laater: en dus ligt die plaats I uur of 15 graaden Oostelyker dan Amfterdam. Wy hebben derhalven naauwkeurig aangeteekend, op wat uur en minuut de Maan-Eclipfen beginnen,op het midden zyn , en eindigen op den tic van Teneriffa: namelyk volgens den waaren tyd. Wanneer men dan den waaren tyd van het . begin, midden, of einde van eene Maan Eclips waar- * Zie Verhandeling over het bepaalen der Lengte op Zee, §. 13 en volg.  ECLIPSEN. xxin waargenomen heeft, en die tyden, van de tyden dier zelfde verfchynfels, elders waargenomen , of voor den Pic van Tenerïffa bereekend, aftrekt, of deze van de eerftgemelden, zal men weeten hoe veel vroeger of laater het op de eene plaats is dan op de andere, of op den Pic, en dus hoe veel Westelyker of Oostelyker zy geleegen zyn. — Dit is dan zeer eenvoudig. Hier zullen wy nog Hechts byvoegen, dat men altoos de vergelyking van eene waarneeming teegen eene waarneeming, boven die van eene waarneeming teegen de bereekening, moet verkiezen: te meer, daar men niet alleen de tyden van het begin en het einde der Eclips kan waarneemen , maar ook die, op welke ieder vlak der Maan begint en eindigt verduifterd te worden: waar door het getal van vergelykingen veel vermeerderd wordt, en men gevolglyk tot eene grooter nauwkeurigheid kan geraaken. I I. Over Je Zon - Eclipfen. Het is geheel anders met de Zon-Eclipfen dan met de Maan-Eclipfen geleegen : wanneer 'er eene Maan Eclips gebeurt, heeft dezelve * i* 4 . plaats-,  XXIV ECLIPSEN plaats, en begint of eindigt op het zelfde oogeablik voor alle de plaatfen der waereld, daar de Maan als dan boven de kim is: doch, al gebeurt 'er eene Zon-Eclips, is dezelve niet zichtbaar voor alle de plaatfen der waereld, daalde Zon boven de kim is, en begint of eindigt niet in die plaatfen daar zy te z;en is op het zelfde oogenblik. De reede daar van is deeze r Eene Zon-Eclips gefchiedt, wanneer de Maan, zich tufTchen de Zon en de Aarde bevindende, en byna in den Knoop zynde, dat is inde fnyding van haar loopbaan met de Ecliptica of Zonneweg, ons bekt de Zon, gedeeltelyk of geheel, te zien. Maar daar de Zon een lichaam is dat zyn licht niet, zo als de Maan, van elders ontvangt, maar uit zich zelve heeft, heeft 'er in eene Zon-Eclips, in tegendeel van 't geen in eene Maan-Eclips gebeurt, geen weezenlyk gemis van licht plaats. De Zon fchynt ons verduifterd, alleen om dat 'er zich tuffchen haaien ons oog een vreemd lichaam bevindt. Hier uit volgt, voor eerft, dat naar maate zich dat oog, of de waarneemer geplaatft vindt, het sémd lichaam, de Maan namelyk, dat tuffchen Zon en de Aarde is, of juift tuffchen eenig ■ .celte der Zon en den waarneemer zyn zal, , ■ en  ECLIPSEN. XXV en dan eene Eclips voor deezen veroorzaakenj of niet, en dus de Zon voor dien waarneemer ook niet verduifteren. Er kan dan, naar maate van de plaatfing der waarneemers, met betrekking tot Zon en Maan, voor fommigen derzelven eene Zon-Eclips gebeuren, en voor anderen niet. Hier uit volgt ten tweeden, dat, daar dat vreemd lichaam, of de Maan, geduurig ten opzichte der Zon voortgaat, het zich niet op het zelfde oogenblik tusfchen de Zon en het oog van alle de waarneemers kan bevinden - maar, eerft voor fommigen hunner, en dan voor anderen, naar maate de plaatfen op den Aardbodem geleegen zyn. Wanneer men dan eene Zon-Eclips bereekent, vallen 'er twee vragen te beantwoorden: vooreerst, indien 'er eene Zon Eclips voor kan vallen, op welk uur dezelve, voor die plaats der Aarde daar zy het eerst zichtbaar is, (welke die plaats ook zyn moge,) begint, en op welk uur zy op die plaats der Aarde, daar zy het laatst zichtbaar is, eindigt. Dit noemt men de gmeraale of algemeem Zon-Eclips, om dat men als dan dezelve befchouwd als voor. het Aardryk in 't algemeen te gebeuren, zonder na te gaan of zy op deeze of geene byzondere plaats der Aarde voorvalt dan niet: en zo ja, hoe laat zy * * 5 al-  xxvi ECLIPSEN. aldaar begint en eindigt, en welke aldaar haare verfchynfelen zyn zullen. Na dat men de algemeen Eclips bereekend heeft, moet men ten tweeden bereekenen, of zy op deeze of geene plaats zal voorvallen, op welk uur, en met welke verfchynfelen zy aldaar gepaard zal zyn. Doch het fpreekt van zelfs dat daar toe zo veele bereekeningen zullen moeten gedaan worden, als 'er byzondere plaatfen zyn voor welke men de Zon-Eclips begeert te bepaalen. Waar uit volgt, dat de bepaaling van de Zon-Eclips, op eene of andeie bekende plaats , voor den Zeeman van geen' dienst is, vermits men niet weeten kan op welke plaats zich deeze of geene Zeeman bevinden zal, die in ftaat zoude zyn, of begeeren zoude, de Zon-Eclips waar te neemen. Het is om die reeden ? dat wy ons vergenoegd hebben, met den tyd van de algemeene Eclips in onzen Almanach te plaatfen, en er flechts eenige algemeene aanmerkingen, en ook fomtyds de bepaaling voor deeze of geene byzondere plaats by te voegen : wy hebben dit met te meerder recht aldus gefchikt, om dat, al zoude een Zeeman eene Zon - Eclips naauwkeurig waarneemen, by voorb. te Paramaribo, en de naauwkeurigfte bereekening, of zelfs waarneeming, van die zelfde Eclips, te  ECLIPSEN. xxvxi te London, of Amfterdam, of TenerifFa, voor oogen hebben; hy als dan, in tegendeel van 't geen voor de Maan - Eclipfen plaatsheeft, de Lengte van Paramaribo, ten opzichte van Amfterdam by voorbeeld, daar uit niet, door eene enkele aftrekking van de tyden, zoude kunnen befluiten, maar alleen door eene vry lastige en langwylige bereekening, die verre boven de kundigheeden van de meefte Zeelieden verheeven, en alleen voor Sterrekundigen , of bekwaame liefhebbers der Sterrekunde, gefchikt is: deeze zullen in SterrekundigeBoeken, vooral in de Sterrekunde van den Heer de la Lande, en in die van den Heer Steen/tra, het noodig onderwys tot bereekening van die Eclipfen vinden: wy vergenoegen ons met dat geen op te geeven dat tot het bereekenen van iedere bepaalde Eclips vereifcht wordt: op dat ieder, die 'er belang in ftelt, voor die plaats die hy begeert, het nodige 'er uit afleide: dat met genoegzame naauwkeurigheid om zich tot de waarneeming te bereiden, zeer gemakkelyk, zonder bereekening, door behulp van een Globe, of van eene Afteekening gefchieden kan. — Men moet daar uit niet befluiten dat wy de waarneeming der Zon-Eclipfen aan Zeelieden afraaden: geenszins: wanneer zy zich op eene reede, waar van de Lengte niet ge-  xxvm ECLIPSEN. genoegfaam bekend is, bevinden, zullen zy zeer wel doen, de Zon - Eclipfen, wanneer zy 'er geleegenheid toe hebben, waar te neemen: en hunne waarneemingen, by hunne terugkomft, aan den Sterrekundigen ter hand te flellen: die alsdan, de waarneeming bereekenende, de Lengte van gemelde reede zullen kunnen bepaalenen dus, met behulp van den Zeeman, de Kaarten uit die waarneemingen verbeeteren. Wy hebben geoordeeld deeze aanmerkingen vooraf te moeten laaten gaan: thans zullen wy, 't geen voor de Eclipfen van dit Jaar plaats heeft, opgeeven. I I I. Eclipfen voor het Jaar 1790. In dit Jaar vallen twee Maan-Eclipfen, en vier Zon-Eclipfen voor. I. Eclips. r> n. -n • Zon-Eclips. De eerfte Eclips is eene Zon-Eclips- zy valt voor den 14^ April, tusfchen 11 Uur voormiddag en een quartier Uur namiddag, volgens de gewoone telling in de Maatfchappy: of volgens de telling in deezen Almanach gebruikelyk,tusfchen den i3den April ten _ ^ en den i4den April ten o U. 16' waaren Tyd op den Fic van Teneriffa. Deeze Eclips zal zeer gering zyn, wordende 'er flechts eene zeer kleine verduistering op  ECLIPSEN. XXIX pp het Noordelykfte gedeelte der Zon veroorzaakt. De Eclips zal in Europa onzichtbaar zyn, en Hechts gezien worden in een klein gedeelte van het onbekend Noord-America, achter Baffins baai. Het begin der Algemeene Eclips heeft U M plaats op de Aarde den 13 April ten 231 o. Het midden ten — — 23.43. Het einde den I4dcn April ten — o. 16. De Nieuwe Maan, of de Conjunctie van Zonen Maan, heeft plaats ten 23. 22. Noordelyke Breedte der Maan i°. 24. 11 Eclips. Maan-Eclips. De tweede Eclips is eene totale Maan Eclips diq den 28 April voorvalt, tusfchen 9 U. en 13 U. waaren Tyd op den Pic van Teneriffa: zy zal door geheel Europa en Africa, in het Zuidelyk gedeelte van Amerika en het Westelyk gedeelte van Azia, in haar geheel beloop gezien worden. In 't midden van Azia en in Noord-Amerika gaat de Maan, geduurende dat zy verduisterd is, op, en onder. — Indien men deeze Eclips volgens den waaren tyd op den Pic van Teneriffa bereekent, zal men vinden: D M S Het begin derEclips,den 28ftenApril, ten 9. 3 35. Het begin van de geheele duisternis I o. 1.2c. Midden —. —. — — IO. 49.50. Einde van de geheele duisternis II . 38.20. Einde van de Eclips — 12.36. 5. 'Er  XXX ECLIPSEN. 'Er zullen 20 d. i' verduisterd worden, van de Zuidzydeder Schaduwe van de Aarde afgereekend. 111. Eclips. Zon-Eclips. De derde Eclips is eene Zon-Eclips, die den 14 Mai 's morgens vroeg naar de gewoone telling, of, naar de telling in deezen Almanach gebrui. kelyk, den 13 April tusfchen 13 en 17 U. voorvalt 9 naar den -waaren tyd op Teneriffa. Zy is in Europa onzichtbaar. Indien men de algemeene Eclips volgens den waaren tyd op den tic van Teneriffa bereekent, zal men vinden: Het begin der Eclips op de Aarde, U M den 13den Mei ten — — J3-4Ó'. Het midden — — I5-I4'- Het einde ten — — 16.42'. Deeze Eclips zal, wegens de grootte der Maans Zuidelyke Breedte, Hechts in de Zuidzee, en in de Zuidelyke deelen van Nieuw - Holland en Nieuw - Zeeland , zichtbaar zyn : doch de Zon zal nergens meer dan half verduisterd fchynen. De nieuwe Maan of conjunctie van Zon en Maan heeft plaats ten 15 U. 291 waare tyd op Teneriffa : als dan is de waare lengte der 3 . . 230. 29^ 30" in X Zuidelyke breedte der C . . i°. 13. 30 IV.  ECLIPSEN. xxxt IV. Eclips- Zon-Eclips. De vierde Eclips is eene in Europa onzichtbaare Zon-Eclips, die, volgens de gewoone telling, den 8ften October, 's morgens tusfchen 6 en oU, of, volgens de telling in deezen Almanach gebruikelyk, den 7den October, tusfchen 18 en 21 U. voorvalt, naar den waaren Tyd op Teneriffa. Indien men de Algemeene Eclips volgens dien bereekent vindt men U M Het begin ten — — — T8.41. Het midden ten — -— — 19 44. Het einde — —» — — 2Q-47- Zy wordt, weegens de grootte der Maans Zuidelyke breedte, Hechts in de Zuidzee, tusfchen Amerika en Afrika gezien, en de Zon zal nergens meer dan 3 duimen verduisterd fchynen De Nieuwe Maan, of Conjunctie van Zon en Maan, heeft plaatsten 19 U. 29' Als dan is de waare lengte der Maan — 150. 14' =3= Zuidelyke breedte der Maan — 1°. 27. o'. V. Eclips. Maan-Eclips. De vyfde Eclips is eene totaale Maan-Eclips, welke naar degewoone telling's nachts tusfchen den 22ftcn en 23^. October, doch volgens de telling in deezen Almanach gebruikelyk, den 22ften Oóbber tusfchen 9 U. en 14 U., voorvalt ; volgens den waaren tyd op Teneriffa, Be-  E C L I P S E N. v m g Begin der Eclips ten . . 9-49- 2°- Begin der geheele verduiftering 10.56.20. Midden . . . 11.47.40. Einde van de geheele verduiftering 12.39. °Einde van de Eclips . I3-45-50- Er zullen 18 duimen 55' van de noordzyde der Aardfchaduw af gerekend, verduisterd worden. De Eclips is in geheel Europa en Afrika, inde oostelyke gedeelten van Noord- en Zuid Amerika en westlyk Azia geduurende haar geheel beloop zichtbaar: doch in 't midden van Azia en westlyk America gaat de Maan in tusfchen, onder en op. VI. Eclips. "Lon- Eclips. De zesde Eclips is eene Zon-Eclips, die's avonds van den 6de November gebeuren zal Zy is in Europa onzichtbaar, en zal wegens de grootte van de Maans noordelyke breedte maar in Noord Amerika zichtbaar zyn: en de Zon zal op het hoogst half verduisterd fchynen. Indien men de algemeene Eclips bereekent, zal men vinden, op waaren tyd te Teneriffa. U M Het begin der Eclips ten . . 3 2QHet midden . . . 5-2. Het einde der geheele Eclips . 6.37. De Conjunöie of nieuwe Maan heeft plaats ten 5 U. 15' waaren tyd op Teneriffa : en als dan is De lengte der g . . 14* 34'- Hl Noordelyke breedte der 1 . . i. 14 JA-  I JANUARY 1790 Cf) |- s- 1 j r g ? 3 S? Zo"s. «g'e L Zom . Tydver- Ver- ö Zons halve è" r,°A opklimming.Dechnatie effening, fchil. & Middellvn g_ = jg-a | in tyd. Zuidlyk. byvoegen. 3 1 '_ \'_ I U- M. S. G. M. S. M. S. iT* " 'M. S. 1 Vu 18.49.43,8 92.58.19 4.i(S,7 1 l6.lg, 2 Za. ,8.M. 8,3 22.52.51 4.44,7 28'° 7 ,6 ,„ , 3 Zo. ,8.58.32:5 92.46.58 VA% rl Hllll 4 Ma. 19. 3.56,3 22.40.34 5.39,2 27,o l(5 5 Dl 19. 7.19,7 22.33-43 6. 6,o 2°>* 25 16.17,5 6 Wc. 19.11.42,5 22.26.27 6.,*,* ! Tydvandootö V'. 19.20.27,0 22.10.35 7.23,4 door d 7 - - »s sa sas e M. s. ~ " 13.7 ii Ma. 19-33-29,6 ai.43.31 8.36,3 „„ . i 1.10,0 M Dl. 19-37-49,3 21.33.39 8-59,3 7 1-10,5 13 *o, 19.42. 8,3 21.23.22 9.21,8 22'5 13 1.10Ï 14 Do. 19.46.26,8 21.11.40 9.4,,, 2I'9 10 u g,s 15 Vr. 19.50.44,6 21. 1.33 10. Z* 21,1 25 »• 8,9 20,5 — 1 16 za. 19.55. i,7 20.50. 1 10.25,3 . o 17 Zo. 19.59.18,0 20.38. 7 ,0.45,1 '9,8 Zons Uut_ 8 Ma. 20. 3.3^,7 20.25.50 „. 4,, \%° beweeging. 19 Di. 20. 7.48,6 20.13. 9 ii.2,1,4 l8'3 * H 20 Wo. 20.12. 2,6 20. 0t> 6 ,1.30,0 J7>5 M, S. 21 Do. 20.16.16,0 19-.46.40 11.56,5 ,fio i 9.32,9 22 Vr. 20.20.28,6 19.32-52 12.12,5 ie, 7 2.32,8 23 Za. 20.24.40,9 19.18.43 12.27,6 13 2.32,8 24 Zo. 20.28.51,1 19. 4.13 11.41,8 '9 9.32,6 25 Ma. 20.33. 1,0 18.49.22 13.55,3 25 a.32,3 — 12,6 — 26 Di. 20.37.10,2 18.34.10 13. 7,9 „ 27 Wo. 20.41.18,7 18.18.38 13.19,7 ,,0 28 Do. 20.45.26,2 18. 2.46 13.30,7 ' 29 y- 20.49.33,0 17.46.36 13.40,8 ' 30 Za. 20.53.38,8 17.30. 6 13.50,1 v,i 31 Zo- 20.57.43,9 17.13.18 13.58,5 7,8  [2] JANUARY 1790. II ^ l-a C "JToverg. lJsregteop-Wsreateop ([s Decli- (Js Decli-; 5 B'5 M fLg over den ;kHmiriing klimming., natie. natie, èl; *=" 8 g Meridiaan :» 3'»'™ o 2 < Middag. Middern. Middag. Middernv P- f ? ij. M. G. M. Ci. M. G. M~ g7m. 1 Vr. 17 ia.41 I05.20 "2.43 18.25N 17.11 N. 2 Za. ' 18 13.35 Ii9-5fi ta7- 3 15-42 13-59 3 Zo. 19 14.29 134. 7 141- S 12. 2 9-55 4 Ml. 20 15.21 ■ I47-58 , 154-4-8 jr-38 5- '6 5 Di. 21 16.12 161.33 168.17 2.48N. o.ly K _ | J . ; 6 Wo. 22 17. 3 , 174-59 181-41 | 2-löZ. 4.36 Z. 7 'Do. 23, 17.54 1 .187.24 195-10 I 6.58 -9.14 8 Vr. 24' 18.46 ' 201.59 208.50 11.21 13-19 9 Za. 25 19.41 215-47 ■ 222.47 15. 5 W.37 10 Zö. j 26'. 20.36 ' 229.50 '236.58 17.55 18.57 11 Ma. ! 27 21.30 ■ 241.7 251-16 1 19-42 20.11 12 Di. 28 22.24 ! 25"8.'24 265/29 20.-21 20.15 We. 29 23.16 i 272.30 273.-24 19-52 19.13 Do. 1 1 'J 286.11 292.51 i I8-I3 ' 17.,( 15 Vr< 2 0T6 299.2-2 305-43 Ï5-5I ■ 14-21 'i6 Za. 3 0.54 311-56 p Ï2.'42 I 10.56 17 Zo. 4 1.39 323.58 32y.i[8 9' 3 7-6 18 'Ata. 5 2.22 J35-33 SlWft 5- 3- 3 * 10 Di. 6 3. 4 346.49 3R2.34 *T5g§ T. 4 N. !ib w°- 7 3-46 357-58 3-33 3- »N! 5- 7 ! 2, Do. 8 4.28 9- 9 '4-49 7- 5 | «.58 ■22 'vr. 9 5.11 20.32 ' 26.22 to.47 : r2;29 '2, Za. IO S.S5 32-18 ! 38.22 14- 5 ! 15.32 fc4 Zo. 1, 6.42 44-35 ' 50.57 ' V9* ' 25 Ma. 12 7.32 57-20 64. 1) 18-53 , 19.35 26 Di. 13 8.25 70-58 77-fi6 20. 3 i 20.14 "2- Wo. 14 9-20 85. 1 92.11 20.10 19.48 ^8 Do. 15 10.16 99-'25 106.43 '9-9 l8.i 1 00 Vr. 16 11.12 TO- 1 : 121.17 K-55 15.25 30 Za. 17 12. '8 nft^J 135-45 '3-37 n-37 31 Zo. 18 13.3 | i4"2-'55 J50- o ••$.!* 7- 5  J III JANÜAR Y 1790. [7]"' Ito. Ti 'oi bal«e' [dj halve "li-s horizon £ï horizon-••- -"• Wm| S q Middellyi); Middellyn taal Ver-, taal Vei- Phafss. [jSjS j (chiliicfit," fchilzicht. van de ;;| g n g. M iddag. , Middcrn. Middag'. Sjiddern. Maan. p I* I M-. S. " M. S. ■!--14.-8. r^jvu"-sTr ' I Vr. j j<5. g i 4 58f ^ 5g. «yj L ^ I 2 Za. j 16. 8 j 16. 11 59. ij 59. & Quajijer I 3 Zo. 16. 13 I 16. 15 5K. 33' 3.9; I 4 Ma. ' 16. x(j j 16. \f ' 59, 43' ' 59'i 44' I D. U. M, ; 5 i.P- 17 ; 16. \6 59. 44 59. 41 ?. I2. 59_ ' rt | , **! «5- ; >£• 13 j 59- 3.6 | 5Pr 30 i Nifnwe 7 i?0- 16. II ; 16. 9 5,1. .3 59. & 1 Maiii, : 8 Vf 7/ ! IÖ' 4 59-6 58. 56 ' % ■!%■ ; »$• % i '5- 5»; i 5& « 58- 34 D. tt. M. I » jf& *&• 54, j >&•. 51 • 5>. Jfe | 53. W j i^'M. 49. i SB I I %fe 47 15.. 4,4 57- 57 ' 57- 43. [ Sttfte ■ I? & I 40 ; 15.36 57-29 57- 15 ! Quarner. |, 13 ! 15. 32 . 15. 28 . 57- a 56. 45 ' j: H ' \ {£• 24 : I'S 20 56, 30 56. i\ D. U. M. j "5 Vr. I 15. i(5 15. 12 56. o 55.45 "22.21.38 | 1,5 ! £%■ j M' 3 tgi 4 55- 31 55- 17 i 1-Jl'iM '5' * H- 5.7 , 55- 4 54-^2 Volle Maan.' M.» Ma. !■ 14.54 i H- 52. ! 54- 41 54- 32 li 19. Sf. ! 5S I 'A; 4.S ! 54- S5 . 54,- ao D. U. M. j 20 v>0.; 14. $ 14. 43 ; 54. 17 - 54. I7 ■ 30. ó. y. ;; 21 Do. !, 14. 45 ! 14. 49, r,. ,8 54. 23 L £2 £; I H' 5' | Ji! 53 , 5,4- 29 54. 38 »3 Za. . lift? ,5. O ■ 5'4. 5d 55. K | 25 Ma, * 15- 17. 15- 2.3 5C - | 56. 26 . s6 , T\i. f 15. OT 15. :;7« l «ft 50 en. jfv ?7 1 \o. ,5, 44 ,5. Sl. 5,. 4I' j3. 9 - t P°' 5S '6- 5 i 5«- a 59. o I I &|Jp li 3» I Zd; 16. 28 ,& j go. „8 fio.  [4] J A N Ü A R Y 1790. IV ^ ó 5. ( ,° ó « « 2 21 m01' £■ ^ I 3, <*> ó 7 n S "I ^-oó « g < K ^ ~l n _ ■»a . T- *? t'Ï'?'?'.«'- |^)M'V s h ó r"ï O I co 4- c- m *• %o ci o tC. »i o^\ó i I — ö« 3 3 gj « ci 1 in ^ cnco 1-, S^- 1 | t-, in ïr ^ w o 1 i3i Ir 8 I CN*C có | | 4- éi Irt j 5" ^ I ó ó £.cö | °° ° ^«!?Sïii"lhi. f?2 S ü °» ri? Ö I Ó»;»N I^S Ó\*5 «ÓM 1 ci ó c> 0 « ó cn «I m A« « I óö -ó<ó>r!5*o|có»óó ü Dvö ■ «| « t\«co 1 ov5 4o is^fi ó« . ó 5» ** U co' KlfiTt N I \c ^ O cc t^vc -# I r^o m ö fci • . 1 r5ï O *n ö 1 éi 00 ir. ci ó\o mm | *c có ó 0 D ó f«j ^ cl rr'^c ^ï- ^ I ^ -< o" c\ t^-*o ïo 2/ m M " I ^ . . • I ^ A 1 cc r\ m I rs.« ci ó> ó\vo ir> lf) | c ^ ^ .1 *r 1 "co -s- 1 it.m £\ in ci c>só 4- - 1 ^ S B n 'j |vo*n lom -00 l^\o in t I \; m % . , . 1 1 — 1 •ë "5 ö ^ ? 7 ' ? T gS^ S t^f 1 -3- cl # '^n +miiti«»ia ^! * t' . c>>n 1 *6\Ó 1 Nrt O h» «r.t''; i n\o cuDtj- ^5 coci I o ififl I *o in «oocc*om*t|\o»n ■a | j 7~. . . . ■ . . . . S có ó "> I ^% ' c? 8 S ' ïj ^" ' °2i °3> °~ m Sï 21 I 10 « ;^ S M I ÓjS> I 2^ I *i êê «I — In. ivócit^ iDvió I ÓxO roö , C\ eD- O o > . 1 1*1 a 3l|I I J  V JANUARY 1789. [-J 8 "j | ' ™ "T ' «' fe1^^ c/5 § I £? cT 0 |«'Ó I ij- I l'.cc có co 8 ^ ' I ï£ I «ösc in | w\coö SS ^ lêicTSS^ I Kg I £ £2 I clJtt ë 1»4éf'f 1 1 s'iss "éis k ^ • 1 * w o t>t\ 1 cc m 1 x in»- n. *J g O I I «t I \oin^tt cö\o « rfg « I SSco05 eT 1 «"é f ( °° s| s 1 «1 sïf 1 sê 11 s, &*• u 1 si £43 1 1 èèss i»ë co ó co 1^»^ 1 1 => cjö co | ^ 3 ~ 1 vó\c cVw>ó I 4\ö 1 óoó ci ifi 1 ,1 ■ . S ^ ? "? . . . ? 1 - «in ci ■ « t tj I « " ,h' I °? >n " 1 « ó 1 ':q '. có . c*( 1* W 1 r-.SZ: in i vo to I i^vq ,3. co I t , In c»S 0C 3 3 p c T3 tfl ■ ' " « S_ rf gs E>3gen. ï ? S c< 2 E? c? cT 'c? « « ti" a « cT m So  [6] JANUARY 1790. VI □■i 8 * ï|1 | si^i s^tf i:è*5*i l^sA ó li51 I £ii eVisf ktïi^ i>[ii# s éét $ai r h%M%Mm O "r" I -tco t tn o\ "1b, ' 1 t^", O r*. 1 -h iA\o ^r.,^ U +0 1 co T i cl, cnu-.vo.- ' i ci-^rir-.o i -ï "ivs | «=J : r . ' . „ ;■ .■ ï k'. n vöcv 1 cöó 1 . óis.^u>. t. loövció 1 V m |vj itml «•cc'1 ei ep 100. ' [. ncumvs I, ^rWVcf N Ö 2 ^ m¥S cl^Sivi1 I l 3>feür:>v5 t *3t\o £ ; 1 — ... i ►lil t 1^ 't^fèf&lifs JpI ó l i|s 1 1 .jt&atèi&g»! |r 1 L , . 1 co 0 . cl ej cp irs co | ö| tri *h 1 £p -j- cl cl :o,*-* g co co co o f * ÏCX% gIQ 85 < g -.5-3 g Dagen, j I' I ' «NS po oCg'j; « « „  VII JANUARY 17 90 tfl *ï hl I ^? l**' ! p'iH5 1 i&ï i^Ji I P;f. I O t£l2 1 l SS \%Ü\ [ ! .6 a ' I *'a I ° Ê I ÓK^cV-rt. | o I ° S , | ,S= £p=|. a' s 3 1 "g ~ i *5*? "rè'ê-w 0 öèjfj i&s I 1 cVis , 1 '«yj g i «£3 ,1 'i ïrê .1 '«fs! '1 |4£*- i -1 j ö r.00 co - | ,f m I avtm , '[ co^vo ri 1 ~ I ; j c ; "", " " jjj J L»f j 13 ; I1 1 •-Dagen. | 3'8'8-ïP| S J cTo^S m" j «''SS'SiSï  I [8j JANUARY 1790. VIII Venus. ( gr. verwydeting Mars. Tupiter. Saturnus. 0 ^ ».|U- I 47 — . 28 21. 36. 56. *3° 16. 5. 8. t 6.38.42. I. •1 11.23.18. U. 18 0.29.22. I. 18 5.13. 8. U.  I I FEBRUARY 1790. [9]" O. Q. | ——_——> 'ciü Zons regte Zons .Tydver- Ver- 0 Zons halve ScjS opklimming Declinatie effening, Ichil. £ Middellyn. K g X g in tyd. Zuidlyk. byvoegen. g P- ' ^ U. M. S. G.M.~s7| M. S. | S. ' M~s. 1 Ma. 21.1.48,1 16.56.11 14.6,2 1 t6.i6)5 2 P?- ai- 5-51,5 16.38.46 14.13,1 S'5 7 16.15 5 3 Wo. 2r. g>54fI ^#aI_ 6,0 55 4 Do. 21.13.559 16.3-7 14-24,3 ^ I9 ,6.,^ 5 Vr. 21.17.56,8 15.44-51 14-28,7 4'4 25 16.11,7 « Za. 21.21.57,0 15.26.20 14.32,3 „„ Tyd van door- 7 Zo. 21.25.56,5 15. 7.33 il.L 2 2'9 g»ngderhalve 8 Ma. 21.29.55 1 14-48. 1 ÏJ|^ 2' Zonnefchyf 9 Di. 21.33.53,0 14.29.14 .4.386 H ^°c.f.en 10 Wo. 21.37.50,1 14. 9-42 14.39,2 ' Meridiaan. — , 0,2 _(ZÏL_!l_ " Do. 21.41-46,4 13.4.9-56 14.39,0 . . 1 ,. 8,1 a Vr. 2I.45.42,0 j3.29.55 ,4.37)9 M J3 Za. 21.49.36,8 13. 9-43 14.36,2 «2 13 ,. £4 14 Zo. 21.53.30,9 12,49.17 14.33,8 2,4 in 1 6» '5 Ma. 2I.57.24,3 I2.28.38 14.30,6 M ^ £ g* 3,9 16 Di. 22. 1.16,8 12. 7.49 14.26,7 . o '9 Vr. gxjgj 4.I1 KJ *2 Meeging. 20 Za. 22.16.40,1 xo.42.38 14. 3,7 6,8 — 7;4 21 zo 22.20.29,3 10.20.55 13-56,3 8o 1 2.,2I ; *3 Dl. 22.28. 5,6 9.37. a 13.3g.fi B'7 .« 2-3i,ö 24 Wo. 22.31.52,8 9.14-51 3.30 a 5,4 3 2.31,5 *5 Do. 22.35.39,3 8.5.-34 i33Jo;2 IO>° \\ ———— , io,6 , 26 Vr. 22.39.25,2 8.30. 9 13-9,6 «j y 28 £ "•^•I°'6 8- 7-35 12-58 5 S*S 28 Zo. 22.46.55,5 7.44.55 ,2.46j7 "»° 12,6  [io] FEBRUARY 179c. II1 o. , Ö d' Overgvd'rcgteop-d'rcgteop- <£» Dech- (£» Decli- 2 rt n i5 w over denklimming klimming I natie. natie. b-S? .^5? 3 ff Meridiaan ëSn" oa| Middag. Middern. | Middag. Middetn. ?• F" ^ | U. ÏA- Ö7M. g7~ÏA. I g. M. gTaL ï Ma. 18 13-56 157- 2 l°4« 2 4-38N- 2. 6 N, S Di. 19 H-49 I70'59 177-55 0.27 Z. 2.59 Z. 3 Wo. 20 15-43 I84-51 i9!-47 5-27 7-51 4 Do. 21 16.37 198-44 205.42 10. 5 12.10 5 Vr. 22 I7-32 212.42 219.45 14. 3 15-43 6 j Za. 23 18.27 226.49 233-54 17- 8 18.17 7 i Zo. 24 19-21 241- o 248- 5 19-10 19.47 8 ' Ma. 25 20.15 255- 9 262.10 20. 5 210. 9 9 Di. 26 21. 7 269. 6 275.57 19.55 19-26 10 j WQ. 27 21-57 282.41 289.17 18.41 17.43 11 ! Do. 28 22.45 295-47 302.9 tö.33 15.11 12 Vr 29 23-Ji 308.22 3I4-29 13-40 12. o 13 I 7a. 1 ó 320.28 326.20 10.14 8.21 14 ' Zo'. a 0.15 332- 8 337-51 6.24 4.24 15 j .Ma. 3 0.58 343-30 349. 7 2.22Z. 0.I0 z. 16 Di- 4 1-4° 354-42 360.17 1.43N. 3.44 N. 17 1 Wo. 5 2.22 5-52 11.30 5-43 7-37 18 Do. 6 3- 5 «'55 9-28 II.13 19 Vr 7 3-49 28,45 34-39 I2-52 14-23 30 | Za. 8 4-34 <*P*4i 46.49 15-45 16-58 i 21 ' Zo, 9 5-22 53. 6 59-31 18. o 18.50 22 Ma. 10 6.12 66. 4 . 72-44 19-28 19.52 23 Di. it 7-6 79.32 86.27 20. o 19.54 34 ! Wp. 12 8. o 93.26 100.31 19.3° 18.50 25 , Do. 13 8.55 107.39 "4-49 !7-52 16.38 26 Vr. 14 9-51 122. o 129.11 15. 8 13.23 27 Za. 15 10.47 136.22 J43-33 H-23 9-12 38 Zo. 16 H-42 150.43 157-51 6.52 4.23 i 1  III FEBRUARY 1790. [11] T(Ti_nalvê aj~iuüc~iX' horizon-3 | lichiUicht. fclnlzicht. van de I'S I Middag. Middern. ! Middag. | Middetn. Maan- t* | M. S. M. S. 1 M. S. \_J^-_± 1 Ma. 16. 32 »«• 32 «o- 39 60. 40 Laatfte 2 Di. 16. 31 16. 29 °°. 35 «o- 28 Quatuet. , Wo. 16. 26 16. 23 60. 18 60. 5 4 Do. 16. 19 16. 14 59- 50 59' 33 D- U. M. 5 Vr.. 16. 9 16. 4 59- '5 5»- 57 5- 21. 53- 6 Za. 15. 59 15- 54 5». 38 58- '9 7 Zo. 15. 49 15- 44 5«- o 57- 41 Maan. 8 Ma. 15- 39 J5- 34 57- 23 57- 5 9 Di. 15. 29 15- 25 5«- 49 56- 33 D- U. M. 10 Wo. 15. 20 15- 16 56' 17 5°' 2 13- »»• 44» tl Do. 15. 12 15. 9 55- 47 55- 34 12 Vr. 15. 5 15- 2 55- 2t 55- 9 Quartter 13 Za. 14. 59 14- 5<5 54- 5» 54- 48 14 Zo. 14. 54 14- 51 54' 38 54- 3° »• U- M. 15 Ma. 14. 49 !4> 48 54- 23 54' 18 21.17- !• 16 Di. 14. 47 *4' 46 54- 14 54- " 17 Wo. 14. 46 14. 46 54- 'o 54' 10 Volle Maan. 18 Do. 14- 46 14- 47 54- 12 54' 17 _ „ „ 19 Vr. 14. 49 14- 5« 54- 23 54- 32 D- v' M. 20 Za. 14. 55 I4« 59 54- 44 54> 59 a8, l6, *6' 21 Zo. 15. 3 15- 9 55- 16 55- 34 22 Ma. 15. 15 15- ï! 55- 55 5°' 18 23 Di. 1 15. 28 15' 35 56- 44 $7' 11 24 Wo. 15. 43 J5- 51 57- 39 58- 8 25 Do. I 15. 59 16. 7 58- 37 59' 6 26 Vr. 16. 14 16. 21 rg. 33 59. 59 27 Za. 16. 27 16. 32 60. 23 60. 43 28 Zo. 16. 37 16. 40 60. 59 61. 12 J5 t  Ci*} FEBRUARY t790. Jv . « 8 H ^ CC«CO-0 J ~ , ' ~" _i 3, U V ? t M 1 S„ S'SS'ja , ^6 ó gSKlS é^civö lij r,?ij? a J ,! . - . ■» « « m ren c,2^ «"ï ; mV5 CN .&>—H—" " =s«?^a§. ^ |*S is g| , |vS£ • |isxln l|J « ; ' 1 |R5 3> S»S F' °° & I § A cö có £ co c\ ~ » j--- IS! ■ 1 KÓA | ^|éa^] I's? Is «» £$4«22Z • — 0. . i è£c? ££I *S S 'S °° " I CT Jcó eT • ~ " • ■*c< 10 ; «j I ü ^M «O * <^.\0 lO E ■ ó «5 . . • . . Ig f 1. is^é»* 11 li83 I" | li^è^èjiéé S|~~T~jTi 7".—I ; . . 1 , * * « » « A , . ?~ «t«.">- I ar. f r ■*? 1 KioS 1 i^S"*"* [ 1 e " 1 « Z 2" « l°m ■o ' * * 5 - 0 'S tu - c < EM SS^ 3 N ld «g Q << Dagen. ~ « | j „fl-.nvor.coo> (S»fr  V FEBRUARY 1790. Zul *S a 55, S°^2S K'jl w«ó\ **« |Q «« voiofl-m \oitWctl $0 S w> ■Sg « ° ^ I «j1^ I ^ « rö I ss> fd i-g 1 s£s lü-i | as- 1 g£s islai £*h ^ S M| I jn» 1 j« rs. | in« k. as sj ^5 1 *i« l »Ö M ONlÓ llfllNN. I A A ' A . . . ia • ~ ? 5«tn 'S-SS a s a £ 1 .a £« ! ■ „ 0; *iU Ü |4S5 'sèss 1" a s s *s 1 Ui i | 4^. as ja |$ isaf ! lj| ïï b tl ui "c —~—1 ■ . ' ' S„ë « H 3 °-S°t5 o-=ïï " feO ra £ _ £f  [14] february 1790. vi fïOto ir. | vnwijO|A có &.v5 4; ^5 r>- ó\ è co • ^ Eï % ELI ^ I? 51 r£ £_ ~, ^2 ^ ó ów iJicó "O.V ; * • ^ ^ ^ ^J-clTj-^t- -3. co -4- co c< s 13 £j r"5 v^ I Si f££%£ *> __L ^ ^* ~ Ö có có Cn Ó ,2 M W \o I co invc co a rr u-.vo m co n-vo co -3- m K. M00 O co O I O A ^ | 4- ci I cót>« I Ó C D r«ï ^ I ~ in c\ 1 óv cóvó 1 «5-\c cc . i>.cö e> « ^ ~ ^ ^1 co lcvo Is. I co »o-o I c-^ir. | \tjo £ — —! . , «j co o tó có j cn t^-có in I »^ cc fx. I C) cj 4 I inó^m e 2 S T? Ei S " — . • I • « * ij? S L • I £ c\ l^cTcO j I S W I 3. 3- & ~* U ^ | ï£ ?vo k I co* \ri^o \ \ m^tèi 1 ^4Sè\§* w có o I *, co I cn fcn>0 « I covceö I | có^ ó\ c\ [—60 * 1^ «.» E> I «ovó in I >Ó 4-VD i NC\^ 1 Km m J_ i-I __? I • *o 1 cocór*iv£ 1 \5 e> ci 1 (5 riin , ^ _óv_> t3 jP M j V- I « IN. I co -e_-\D II rttV. I TT LT.v5 s Ö I I c"~.cÓ co a Ó\ có I Ö Ó ^ | \D e>\0 I Ó VD có > cj 11 ^ . c? .^t *j* ***•"*■ *~4 . * c!»Jcol»j;l cv* rt t-i o <-< ico -g-cx_. I «vr.n | n'- ó» g < wj 4 ej •** Mrf I m i m IcHiritN I ci h «h •j • Ó ) • I -4-00 *- Ö ,4-co^ . c\ « 4 1 ~ O Vï^o co Tf>o is. | co TfVO I cl Tj ir. I ur.O !| -ii . . —~. , . , , •ri'tfl O | co I "3"^ | t>.\C =0 1 Ore Cs co « m I O T I 04 " ' co co ^ 1 m -sr 10 w lt, I Cn „ gis II 1 ssè l éés, lé^ii^s^ s'eJn o a& 1 ?iè i &£& i is-iè, i is*? *|771 . . , , . . . — ~. T7T- 3 Oir>| iMr^w Acö , VD có « I , ó m c*i £0 I I «*«) I «nir. I ^-tri-S j ■ — —_____ S ° lï,2iV I S«« I I «' * 2! I ó» S • Irh 1 o o 1 Ocovo I tkc* 1 c\ó rl sP" |ö tv: I -er u-,vo I 0 fl-in I a«» I coinNo > !— I I 1 g d 3* I'S-S wo S I § . .=3 3 reg^ra ra ts] a 5 _ O ?0 "ocra " < * " * ë |g>ggs ^ I «S Dagen. I " M I a m "* 10 I tsoo j co c\ o - I vg ^.co ov  VII FEBRUARY 1790. [15] ^ Ó -ö ^ £j* ÏJ* *** ï e?cV'co co'ïo ro Ó öw ■ m • i cl 4 cl O co ao - | co -r uo uoV3 M ^-m <ó sè?"' I èïï I fef1?, 'ff JA « inöincol 1*09. I " £2 I m5 w • A . n ^ r* j 4 i 1 *N I 1^ m »n | O có t_> ~ O oo o\ O ~ I I I co invo I « «8 1/5 ^crs^' 1 ci 4 1 É|i lis- ss.s [s 1 is* 1 §ès 1 o ^s-l 1 g'g. 1 1 ss có ó có 'g.'ïïidl I SS 1 S I "8 S *g có ^ °° 8; ^ tri I I S^ I L\10 I S S ü £? d és Is 1 I is I s&i I sè «58^ ias^ 1 1 Hl 1 a« £ s s « ? « 3 ! '"« ' ?T*: ' ? ^ • ■ . uS r-.eo Ol 1 o cl I cl vc O I coco Ö 2 j t~.e> o\~ I I * m I co-*>o I w *V có ó in ~ cl I 4 I £L 7. ^ I vó In. «* S * c' . . " . . " . ™ • • . . AA, i'^cö »- t cö « lo **-co I Cl \o !-> <^ O km ao a 1 co m I «if m | co -r • cö ■VifiN» |r^-ó\ i 3\ cl vó I Ó* P u in.cc c\0« I co vr icivrio I - • ^ In. ó — Ai cV I 1 ° 2L Ó. lS;g, w O vi co •+ cl co m 'co^r . ¥ ? g^w- cö cï cl ei *5 | vr 4 I e? S S 155- Ö- O i!l&c_, -g 2 I Dai'en o - « co —■ 1 >-«ro co-nn>o v> t-.co | A"tpcn- | «ciclclcl | cl d cl cl cl d M cl M cl  Zi6] FEBRUARY 1790. VIII Venus Mürs- fupiter. I ' VCnuS- cPiod.^U. Jj^U. Saturnus. » n r fa" B*at g"t "1 „aat " 1 Ze,t' A°OC DCCli' ^°°r Decli- 3oor Decli- SS. b natie, den natie. den natie. den natie. den Merid- Merid. Merid. !Merid. g. m. U.K. g. m. u-m. g. m. T^m, "gTmT j i 1. a.N. 2.42.17. 8.NJ12.55. I3-I5-N-12.59- 5-29-Z. 2.28. 7 3-29- 2.31. 17.58. 12.22. 13.31. 12.32. 5.13. 2 6 13 5-4'- 2. 16. ,8.44. 11.49-13-48- 12.5. l\i ? « I9 7-30. 1-58- 19.25. 11.16. 14. 5- n. 39- 4-39- ï.,1 25 8.46. j 1.37-19.56. 110.44-| 14-21. 11. 13. 4.22. 1. 5. Eclipfen der Satellieten van Jupiter. Eerfte Satelliet. Tweede Satelliet. Derde Satelliet. Intreden. Intreden. — Dagen. U. m. S. Dagen. U. m. S. Dagen. U. M. S. •i 10. 33- 23- 2 19.36.20. *7 10.40.39-Intr. 3 5- i- 39- *6 8. 53. 53. * 7 14. 9.ïo.U2tg. 4 23.29.59- 9 22.11.39. »,4 14.30.17.1. 6 17.58.23. 13 li. 29. 4«. 14 ,8. 7.24. U. tl f l6- $°o U.tgaagen. ,* 18.38.3tl. * o 6.55-18. 17 3- 37- 50. a, 22. 6.20. U. 12 i.23.49. ÏO 16.56.13. 3g 2o.38._l.i. 13 19- 52. 22. »24 6. 14. 52. 2-30.41.1. Uitgangen. 27 19. 33. 50. *i5 16. 36. ig*I7 11. 4- 58. 5- 33- 39- ■ 22 18.' 2|! Vierde Satelliet. *-4 12. 59. 54. , I *aö 7. 28. 44. ; 30 i' 57- 37- 3 18.24. o.r. 3 23- 6.44. u. *20 12.23. 4- L 20 17. 4.36. U. I  ï MAART 1790. lt " ' £ ?! S ? ?on5 rcSte Zons Tydver- Ver- O Zons halve ""R opklimming Declinatie effening, fèkü. cm Middcllyn. p 3 g. a in tyd. Zuidlyk. byvoegen. 8 _ U. M. S. G. M.S- ~ M. S. ~ . M. J. 1 Ma. 22.50.39,8 7.22.9 12.34,7 1 16.10,7 2 Di. 22.54-23,6 6.59.16 12.22,0 ~>7 7 l6, 9;2 3 wo. 22.5H. 7,0 6.3i<.i7 12.8,7 *3'| 13 16.7,5 4 Do. 23. 1.49,9 6.13.13 11.55,1 'fO 19 Jfii 5 Vr- 23. 5.32,4 5.50. 4 11.41,1 25 16. 4,3 14,4 1 f „ Tyd van door- l 7n' ll\9,'l%5. 5,20-49 1Uz6'7 M»8 gang der halve a m 3'ï_'5v. 5- 3-30 ll.U,9 Zonnefchyf 8 Ma. 23.16.37,6 4.4o. 7 10.56,8 " ' door den 9 23.20.iu,6 4.16.40 10.41,3 ,2" Meridiaan. 10 Wo. 23.23.59,2 3.53.10 10.25,4 ; M. S. 16,3 11 Do. 23.27.39.5 3-29.38 10.9,1 ,,. I 1-5,3 12 Vr. 23.31-10,6 3. 6. 2 0.^2,7 ™A 7 i- 4,9 13 Za. 23.34-59,4 2.42.24 0.36,0 '7 13 t. 4,6 14 Zo. 23.38.38,8 2.18.45 g.I9,0 17'° 19 I. 4,4 15 -M*- 23-42-18,1 1.55. 4 9. 1,8 I?>2 25 I- 4,3 17,4 16 Di. 23.45.57»- 1-31-22 8.44,4 ,, - 17 Wo. 23.49.36,1 1. 7.40 8.26,7 y% Zons Uur- 18 Do. 23-53-14,8 0.43.58 8. 8,g beweeging. 19 Vt. 23-56-53,3 0.20 .6 7.50,9 Noordlyk ' 20 Za. o. 0.31,6 o. 3.26 7.32,7 g 21 Zo. Q. 4. gï7 o.2-, - 7.14,4 o - 1 2.30,2 22 Ma. o. 7.47,8 0.50.46 6.55,9 ,8'? 7 2.29,7 23 Du 0.11.25,8 I.I4-23 6.37,4 ,8 6 13 2<29'2 24 Wo- 0.15. 3,7 1.37.58 6.18,8 .0- 19 2.28,8 25 Do- 0.18.41,5 2. I.31 6. 0,1 * =5 2.28,3 , 18,7 1 26 Vr. 0.22.19,3 2.25. I 5.41,4 18 8 27 Za. 0.25.57,1 2.48.28 5.22,6 lg'8 28 Zo. 0.29.34,8 3.11.52 5- 3,8 18- 29 Ma. 0.33.12,6 3-35-I2 4.45,1 lg '6 30 Di. 0.36.50,5 3.58.28 4-26,5 31 Wo. 0.40.28,4 4.21.39 4, 7,9 ,8j4 «  fj8] MAART 1790. II ~ ~ C ^Overg.'tjsregteop- fjsregteop (Js Decli- (fs Decli- 5 2 5 8 l«5oN. 0.15 Z. 2 D'. 18 13.34 179-17 186-27 3-2IZ. 5.52 3 Wo. if) 14.30 193.38 200.51 8.16 10.32 4 Do. 20 15.26 208. 6 215-23 12.37 14-20 5 Vr. 2I !6.23 222.41 229.59 Iö. 5 17.26 6 Za. 32 17.19 237.15 244-31 18.29 I9-I6 7 Zo. 23 18.13 251-43 258-50 19-44 19-54 8 AIa- 24 19. 7 265.53 272.47 '0-49 19-27 9 Di. 25 19.58 279.35 286.15 18.51 18. o 10 vv°- 26 20.47 292.45 299. 7 16.57 '5-42 11 Do. 27 21.34 305.21 3TI.28 14-17 1243 12 vr- 28 22.19 317-27 323-10 11. 2 9.14 13 Za- 29 23- 2 32.9- 7 5H'Ss 7'2T-7 5-25 14 Zo. 30 23.44 340.29 34"- 6 3.2IZ. |.ag z. 15 Ma- 1 6 351-42 357-17 °-35N- 2.35 N. 16 Di. 2 0.26 2.53 8.30 4.34 6.31 17 Wo. 3 1. 9 14.10 I9-52 8.ï2 jo.io 18 Do. 4 1.53 25.33 3I.3I H-5I 13-25 19 Vr. 5 2.38 37-27 43-31 14-52 16. 9 20 Za. 6 3.24 49-4° 55-56 17.16 18.12 21 Zo. 7 4.13 62.19 63.47 '8.56 19.26 22 Ma. 8 5. 4 75-22 3i. 1 19.43 19.47 23' Di. 9 5.56 88.46 95-34 19-34 19- 7 24 Wo 10 6.49 102.26 109.20 18-23 17.25 25 Do. 11 7.43 116.17 123.15 16.10 14.41 26 Vr. 12 8-37 130-13 '37-I2 12.58 n 1 27 Za. 13 9.32 I44.I3 15I-I4 8-53 6.35 28 Zo. 14 10.27 158-17 165.23 4-ioN 1.40 N. 29 Ma. 15 11.23 172-3° 179-41 0.54Z. 3.28 Z. 30 Di- 16 12.20 186.55 I94-I4 5-59 8.24 31 Wo. 17 13.17 201.37 209. 5 10.40 12.46 i r  Hl MAART 1790. [19] |~ , (Js halve (Js halve (Jshorizon- (£s horizon- S J o Middïllyn. Middellyn. taal Vet- | taal Ver- Phafes £ £?, J fchilzicht. fchilzlcht. van dë go n ; Middag. Mid^ern. Middag. \ Middern. Maan. a." f mTs^ mTsT mT"s^ mTs. 1 Ma. ié. 42 lf:- 43 61. '9 °"i. 22 Laatfte 2 Di. 16- 4.", l6; 4» öt; 20 Bi. 14 Quartier 3 Wo. i- 38 '6- 35 6). 3 °°- 48 4 Do. lö- 29 16. 23 60. 30 60. 10 D. U. M. 5 Vr. 16. 17 16. 10 59. 47 59- 23 7- 8. 30 6 Za. 16. 4 15- 57 5»- 58 58. 33 Nieuwe 7 Zo. 15- 50 15- 43 58. 7 57- 42 Maan. 3 Ma. 15- 36 15- 3° 57. )8 56. 55 9 Di. 15. 25 15' 20 56. 33 56. 13 D. U. M. 10 Wo. 15. 15 '5- 1° 55- 54 55- 37 15- 5- 4° it Do. 151 6 '5- 2 55. 22 55. 8 Eerfte 12 Vr. 14- 58 14- 55 54- 55 54- 44 Quartier. 13 Za. 14. 52 14- 50 54. 34 54- 26 „ TT _i 14. Zo. 14. 48 14- 47 54- 20 54. 15 D. U. M. j 15 Ma. 14. 46 14. 45 54. 10 54. 7 23. 8. 37 iö Di. I 14. 44 '4- 44 54- 5 54« 4 , 17 Wö. 14. 4J 14- 45 54- 5 54- 8 Volle Maan; 18 Do. 14. 46 14- 47 54- 11 54- 17 j 19 Vr. 14. 49 14- 52 54- 24 54- 33 D- u- M. !20 Za. 14. 55 14- 58 54. 44 54- 58 3°- 2. lU 21 Zo. 15. 2 15. 7 55* 14 55- 3i 22 Ma.' 15. 13 15. 19 55. 50 56. II 23 Di. I 15. 25 15. 32 56. 34 56. 58 24 Wo. 15, 39 15. 47 57. 25 57- 53 25 Do. 15. 55 16. 2 58. 22 58. 50 26 Vr. 16. io 16. 17 59. 18 59. 45 27 Za. 16. 24 if>.' 31 60. II f>o.' 35 23 Zo. irt. 36 16. 40 fio. 56 61. 12 29 Ma. iC 44 16. 46 61. 26 61.' 33 30 Di. 16. 47 16. 47 61. 36 61. 33 31 Wo. 16. 4=. 16. 42 61. 26 61. 15 | se 1 1———- ■- i ■3 1  [20] MAART 1790. ÏV* pplïi: li:1 Üilülülii m p Si i¥Sil!!i! §«° - I i"i 1 Mèïi gjë* d èèai ~§ 1 12éi-^5,4 1 $li Isa d SUiS i,?ss£^c.s -i*èa \m I Uil 1 jj Dagen, j j ■* 10x5 j 0.0 "j^g-J.» f>  V MAART 1789. [21] iiljllilllll II ~s \/- -g-5 1 «s.i.s I 1 isi "iii as N ss3 1 .sèsS ife j lil iilii Hit itti n* lil m m m m I urn mi P d is? iil sic? isss li és 1 1 -s " 1 *** ~ïïü e$ * it* issè* isss i.lss I7^~7IiT iclsis «sèft s£ s 1*2 ïèf£* 1 |*s 1 s?? -i 1 si 1 feii 1 r^.i Dagen. 1 ?g 5 I SS 335? i?"8 «TS I 'Scï&S c ?  MM MAART 1790. v7 IJjillIJlIIt pllüi'iiniiia pifHl mm w ïwïwwm sHs * ^! i^^ii 1*111 » rass lïé&fclUêSiS |Sg d vslal Uil IlIIIIlJlllJI f wT|if~T]T I Dagen. | | * ^"^J^jf£f j g  | VII MAART 17 90. [23] | *i. * H% i^t \~Tïïi ' »R8 SSSI SS2 SSeie? •g_g d &|g s&si ais [ -iifo^ Ti « ïï^ iïl~i i~ÏH 51 i lil 111; til mi Ti 3 ^ ili Pt üts 5A ? *Hs aifci sss iss£ 51 S lil sFi IH illi s?* 6 itè; sit'i èéfe »j* m m 111 mi Ü i III lilt IIP c5 £s£ isas 1 «s isii Jj - ïïï ilé ili^ s'd »ss 1 ss 1H4 ss si ssA 1^ iss> « sis i»& ras i-sss w i |i 1 1 i Q < I e4 Dagen. I «? 3 f S 3 ÏT8 I « « « Siï&S, U —! ! • ■  [24] M A A R I 1790 VIII Venus. [ benedenfte Mars. Tupitcr Saturnus. G rjlSd.ll TJ. J r ■ ^l.d.a^fT. n _ gaat gaat 1 gaat 1 gaat" F Decli- door Decli- door Decli- 1 door Decli- door natie, den natie. den natie, den natie. den Merid. Merid. jMerid. Merid, — G' M" U-M- G- M- u-~^ G. .M. : U.M. G. M. U- M. 1 9.15.N 1.20. j20.12.NJ10.25A4.31.NJ10.56. 4.10.Z. 0.51. 7 9.17. 0.50. 20.26. 9-56.14.45. 10.31. 3.53. , 0.32. 13 8.25. 0.17. 20.31. 9- 30- 14- 57- »o. 7. 3.35. 0.12. 19 6.53. 23.36. 20.27. 9- S.I15. 8. 9.43- 3-18. 23-50, 25 4-46. 23. 3.(20.15. 8.44.^5.17. 9.20. 3.0. 23-3I. Eclipfen der Satellieten van Jupiter. Eerfte Satelliet. I Tweede Satelliet.! Derde Satelliet, j Uitgangen. Uitgangen. I ^Dagen. U. M. S. Dagen. U. M. S. Dagen.U. M. S. j „. 1 s0- ï6- 32' * 3 8. 52. 47- I I 2. 5.59-Uitg. *3 14- 55- 29. 6 22. U. 56. | 8 2- 39. ló.intr. * 5 9. 24. 27- *lo 11. 31. 12. 1*8 6. 6- 3. U. 7 3- 53- 27. 14 0.50.34. *I5 6.40.12. I- 8 22. 22. 28. *I7 14. 10. I. I *I5 10. 6-31. U. Io 16. 51. 31. 21 3-29.35- I *22 10.41. 19. I. *I2 11. 20. 33. 24 16. 49- 12- *22 14. 7- 9- u*«4 5- 49- 39- 28 6. 8.52. 29 14.42.49- I- 16 o. 18- 44. 31 19. 28. 36. 29 18. 8- 8. U. 17 18. 47. 50. *I9 13. 16. 57. J *2t 7. 46. 5. =4 20.' II'. It Vierde Satelliet. 26 15. 13. 32. *28 9. 42. 43. , 3° 4- II. 54- * 9 6.25.57. I. 26 0.31. 2. ï. 26 5- 9->5' u- l I  I APRIL 17 9c. 05] | co. I I i I 2 0 S a Zons regte 1 Zons Tydvcr- ] Ver- e Zons halve opklimming Declinatie effening. fckiJ. £, Middellyn. £ 2 n 3 in tyd. Noordlyk. byvoegen.' g P- ^ U. M. S. G. M. S. JVJ. S. I S. ' M. S. 1 Do. 0.44. 6,4 4.44.46 5.49,5 „ 1 16. 2,3 2 vi. 0.47.44,5 5. 7.48 3.31,2 7 16. 0,6 3 fa- 0.51.22,8 5-3°-44 3.13,0 lR'„ 13 15-59,1 4 m °-55, *'3 5-53-34 2.55,0 °'° 19 15.57,5 5 ma- 0.58.40,0 6.16.19 2.37,2 7'° 25 15-56,0 , lh6 6 Di. j. ,.18,9 6.38.58 2.19,6 TydV/n??fr' 7 Wo. 5.58 ? 7A.29 2. 2,2 K«f B»n8d«hUw 8 Do. 1.9.3,, 7.2,-54 1.450 ll'l jonwfchyf 9 Vr. ...f^ J ^ l\\ « 6,9 door den 10 Za. 1.16.57,0 8. 8.21 1.11,5 16)6 Meridiaan. — — 16,2 M' S' . ÏÜ ,'ao-37>3 8-30-23 0.55,3 ,fio 1 1.4,4 2 Ma. ,.24.17,8 8.52.17 o.S9,3 ™'° 7 U 4,5 '3 Dt. ,.a7.58,6 9-14- 1 0.23,6 W 14 Wo. loi.39,8 9-35-36 o. 8,3 19 ». 5 t 15 Oo. 1.35.21,4 9-57- 3 >f«. 6,7 25 1. 5,5 14,6 —i . 16 Vi. j.39 3j3 To^s.ig 0.21,3 14 2 \l f' 4g.5 '0-39-24 0.35,5 ,,,;9 ZonsUnr- 8 ïJ:2°:24° °:t9 I bew"éins- 20 Di. 1.53.54,6 11.41-37 l-l6,o 3' - — 12,7 - M' S' 21 Wo. 1.57.38,4 12. I.58 1.28,7 I o o, 6 22 Do. 2. 1.22,6 12.22. 8 1.41,0 I2'3 - '7'. 2? 2.5.7,3 12.42.5 1.52 s ,* =:20'6 24 Za- 2. 8.52,4 13. 1-50 2. 4,« JM ,» 2 25 Zo. 2.12.38,1 13.21.21 2.15,2 n>° 25 2.25,6 10,5 26 Ma. 2.16.24,2 13.40.39 2.25,7 o o 27 Di. 2.20.10,7 13-59-45 2,35,6 1% 28 Wo. 2.23.57,7 14.18.36 2.45,1 Sb 29 Do. 2.27.45,4 M-37-I4 2.54,0 8'; 30 Vr. | 2.31.33,5 14-55-37 3- 2,4 '4 1 L--'"' -■ ■ ' . u D  .[ [aö] APRIL 17 pc. n ^ I ° «s Overg. (['regteop-^rcotcüp- (J* Dcch- (ïs Deel.- ' "ö5ö o. > over den klimming IkUmn-.ing | natie. , „aiie (?« g.«Meridiaan. § = S 3 ,| 2' I Middag. | Middern. | Middag, j Middern. ^ ^ i' I M- ü- MT g. mT~i~g. m. ")~gTm~ ï Do. 18 14.15 216.35 224- 7 14-382. 16.13 Z. 2 Vr. 19 15.14 231.40 239-13 ' 17.33 18.^3 3 Za. 20 16.13 246.43 254. 8 i9.i5 ,9.38 4 Zo. 21 17. 8 261.27 268.39 ,9.^ 5 Ma. 22 18. i 275.42 282.34 19. 3 18.18 6 Di. 23 18.52 289.17 295.49 - i-.oj l6.io 7 Wo. 24 I9.4O 302.ii 308.23 ,4.52 ,1.2» 8 Do. 2S 20.25 314-27 320.24 it.46 io. ï 9 Vr. 26 21. 3 326.14 331.58 8.I2 6 1 « « Mn an 1-™" S« Ê? " S eSS a "5 1 ö ~ v?« %;?S^ SS -tï _ f ^ f?«§ " 1*^ J'ó | i^cXoi. <5 « 4« I 1 £,0 c ,a S ]a ÏJ S I" * tn | f ^ ° ^ m>° ~ in| I tC r'n |,^f l4* IR llllsllljfsi ft*? f? 14 '4 'l^ «"«èèh êfê £ a s a j«= |«0 (■ d |;«4 ».o 11 #>~ ÖÖ^"Ki I JZS? I " I óbvS 4m« « 1 ais. "O I I | ~< I V s 1 7~t.—~ ~——;—i—;— ;—1—fc a «5 8 r* *S ^ '°« 'S |"12'5- s™ " *° M fe'*5 ^asia ^i 1 £° is 1 ssssl^'?, 11* « co vo I co ts c\co N.\o ir; -3- I -3 £ B' 1 I " I 11 . S _: ■ « I B < ^ cg c g f> Pc ^ =1 | Dagen. J "M j * "> * j 'crw"' J«t >nso os o j ■asc i, j  V APRIL 179c, £29] g g g ci « iS w f " ■* «mm ci.• I Ü 2* 2L 4$ ja is"** itSrSa i *a «i Sfc* igssg lé&is tafel ^& wij"5 I l'éésl l^ét a ja! 1 l sgiSsr 1 £ 3 ( èi?a U>"S l'J I g< SS 1S5«« iSai top-n • ° Lï I "Ó Ö n I ö-Üm ' " _ 2."" « cl f" tr ' cl>jn, 1 j » i Tas •j « Ij i«c5n.^ itooc* is?! ^"2 < «1 lï I * M Cl Cl ' " « . " ►} M . ... . i«i»m . cc 4 o io i ^ " I ?S » Ö |« | in ~ w -i- l""8 ^"2 I I Sj*"« Ü $ s i la i ig^^a l 1 * tt§ w Ó Li I vd o-co I I h\ÓcÓ\C> I 1 só m vó I 00 !£ c< 00 * m I 1 ^-tTj-N I co * p « sgy isfêi? • r*-"5 'éi0! 1 ?? k N . I ijh. 4 M I M r'. m 6\ I i C\ -j- Ó I ÓnO crt ó c^ 1 \Ö -5- ~ Ó I 14-CsÓlA. I h ó i Ióv5 • 81 . * * 1010 *? . " w a « ' a 1 g cï ' c? *§> -cÖvOro I 1 ACÏWÓ I^VO»- I « Is cóc L: IhÓsöcjcó I trió h ó l\öcóin | .*co .Cl «O -rf ip Cl cQ CO Cl .7 ï n L I ci có ~ I i« *« c!> ei ivjcioó flïrM ■n I? 1 inci win 1 «— t(- i ro + 'j 'T1? ^tH . i H ö l\^- |u-j'-<|N.cl I cico CO i Cl CA J O I t^^O T c*> I Tm i \0 * co I M(l lr\ i ' a rrj O i; u J c/i n • S u S £>> B C r R C3 C »8«- -gt? | s-gjfog =0^0  [32] APRIL 1790. VIII Venus. Mars. Jupiter. Saturnus. S ,. 8aat gaat gaa' | gaat m Deelt- door Decli- door Decli- door Decli- j door 3 natie. den natie. den natie. den natie. | den Merid. Merid. Merid. !Merid. G. M. I U.M. G. M. U-M. G. M. TJ.M. G. M. U- M. I 2.25.NJ23.29. 19.51.N. 8.20. 15.24.N- 8.53. 2.40.Z. 23. g. 7 0.49-N-22- 7- 19-24. 8. 2.15.28. 8.30. 2-23. 22.50. 13 0.12.Z. 21.49. 18.52. 7.44. 15.30. 8. 7. 2.7. 22.31. 19 °-39' Ia1.36-ji8.14. 7.27.15-30. 7.45- 1-51. 22.11. 25 0.34. 21.26.1.17.31. 7. 12. 15.27. 7.23- 1.36. 21.51. Eclipfen der Satellieten van Jupiter. Eerfte Satelliet. Tweede Satelliet. Derde Satelliet. Uitgangen. Uitgangen. j Dagen., U. M. S. Dagen.J U. M. S. Dagervtf. M. S. 2 17. 10. 21. * 4 8. 48. 30. 5 Ig.44. 8. Inir 4 li- 39- 29. 7 22. 8. 13. 5 22. 8.53-Uitg 6 6. 8.40. *n 11.27.54. 12 22.45.21.1. 8 0.37.47. 15 0.47-32- 13 2. 9-34-U. 9 19- 6-54- 18 14- 7- 6- 20 2.46.18.1. *11 13- 35- 59- 22 3-26.37- 20 6. 9.58. U. *'3 8. 5. 4. 25 16. 46.. 4- | 27 6.46.54.I. 15 2. 34. 10. 29 6. 5. 24- *27 10.10. 2. U. 10 21. 3. 14. 18 15. 32. 16. *20 10. I. 18. 22 4. 30. 18. 25 T7'. It \l: Vierde Satelliet. *27 11. 57- li- 29 6. 26. 4. 11 18.36.19.1. 11 53.12.40. U. 28 12.40.51.1. 28 17.15. 3.u.  I M A I 1790. [33] «■ I «■ r ~~~ SwlS» Zons regte Zons Tydver- Ver- O Zons halve 1 n ^ opklimming Declinatie efFcning. fchil. tra Middellyn. S^P g.a in tyd. Noordlyk. aftrekken. 8 ' u. m. s. g. mTsT m. s. s7~ mTT. 1 Za- 2-35-22,1 15-13-45 3-10,- I 15.54,5 2 Zo. 2.39.11,3 15-31-38 3-17,6 i'3 7 15-53,2 3 Ma. 2.43. 1,2 15-49-17 3-24,4 f.'° 13 15.52,0 4 Di. 2.46.51,5 16. 6.39 3.30,6 19 15.50,8 5 "O. 2.50.42,4 16.23.45 3-36,l °'0 25 15.49,8 5,0 r /- -,„ . Tyd Tan door* % vr' Ü'^l*9 l6/4°-35 3.4i,i 4,4 gangderhalve 8 L !'5!;«'« l6-57-"° 3.45,5 ll . Zonnefchyf 8 Za.. 3. 2.18,8 17.13.27 3-49,4 door den 9 Zo. 3. 6.12,1 17.29.27 3-52,6 % Meridiaan. 10 Ma. 3.10. 6,1 17.45.10 3.55,3 3,7 M. S. _ 2,0 11 Di. 3.14. 0,5 18. 0.35 3.57,1 I I. 5,9 12 Wo. 3.I7.55>6 -8.--4I l%% 1,3 l7 13 Do. 3.21.51,3 18.30.32 3.59,*: °'9 13 1.-6,0 14 Vr. 3.25.47,6 ,8.45.2 °'4 19 ,. 7» 15 Za. 3.29.44,4 18.59.13 3.59,7 °'2 25 I. 7,8 16 Zo. 3-33-41,8 19-13- 4 3-58,8 T . : 17 Ma. .-37-39,7 19-26.36 3.57,4 J>£ ' Zons Uurio Di. 3-41-38,2 19-39-49 3-55,5 beweeging. 19 Wo. 3.45-37,2 19-52-42 3-53,1 ?'4 20 Do. 3-49-36,7 20. 5.14 3.50,0 J' — M. S. 3,5 21 ■ Vr- 3-53-36,8 20.17.25 3-46,5 .0 1 2.25,3 22 Za. 3.57.37,5 20.29.16 3.42,5 ]' 7 2-24,9 23 Zo- 4. 1.38,6 20.40.47 3.38,0 2 1 13 2.24,6 24 Ma. 4_ 5.40,1 20.51.56 3-32,9 • ' 19 2.24,2 25 Dl- 4- 9-42,2 21. 2.42 3.27,4 5'5 25 2.23,9". . 6,0 26 Wo. 4.13.44,3 2I-I3-7 3-21,4 gr 27 Do. 4.17.47,9 21.23.10 3.14,9 6'= 28 Vr. 4.21.51,4 21.32.52 3. 8,0 'i 29 Za. 4.25.55,4 21.42.10 3. 0,5 1% 30 Zo. 4.29.59,8 21.51. 7 2.52,7 <' 31 Ma. 4.34. 4,7 21.59.41 2.44,4 8,7  t34_I M A I 1790. II o. o. j? (JsOverg.(£sregteop-([sregteop- (fc Decli- (Js Decli- S pSa o. S over den klimming, jklimming. natie. natie. 26 sS -r |_g Meridiaan * 3 Jjf g o 3 Middag. Middern. Middag. MiddernJ p. ^ U. M. G. M. G7"AÏ; G. M. 1 G. ~M. 1 Za. 19 15. 1 255-26 202-57 I9-37z-| -9-40 Z. 2 ZO. 20 15.57 27°'2I -77.34 19-24 18-50 3 Ma. 21 16.50 284.36 291.27 18. 1 16.58 4 Di. 22 17.40 298. 5 3°4-33 15-43 14-17 5 Wo. 23 18.27 310.50 316.58 12.42 11. o 6 Do. 24 19.11 322.56 328.47 9-12 7.19 7 Vr. 25 19-54 334-32 340-12 5.24 3.26 Z. 8 Za. 26 20.36 245.49 35I-24 1.26Z. 0.33 N. 9 Zo. 27 21.18 356-59 2.54 2.33N. 4.31 10 Ma. 28 22. 1 8.10 13.50 6.26 8.17 11 Di. 29 22.45 19-33 25.22 10. 4 11.45 12 ^'o- 3° 23.31 31.16 37-1(5 13-19 14-46 13 Do. 1 ^ 43-22 49-36 16. 4 17.12 14 Vr. 2 0.l8 55-55 62.21 18. 8 18.52 15 Za- 3 ,. 8 68.52 75-29 19-22 19.38 16 Zo. 4 1.59 82. 9 88.51 19.42 19.29 17 i Ma. 5 2.50 95.35 102.19 19. 2 18.20 18 | Di; 6 3.42 109. 3 II5-46 17-23 16.12 19 j Wo. 7 4.33 122.28 129. 8 14.48 13.11 20 : Do. 8 5-24 135-47 142-24 n.23 9-25 21 , Vr. 9 6.15 149- I 155-37 7-lg 5. 4 22 Za. 10 7- 6 162.16 168.56 2.45N 0.22 N. 23 Zo. 11 7-59 175-41 182.30 2. 3Z. 4.27 Z. 24 ' Ma. 12 8-53 189.26 196-27 6.49 9. 5 25 | Di. 13 9.48 203.37 210.55 II-15 13.14 a6 ' Wo. 14 10.46 218.20 225.51 15- o 16.32 27 Do. 15 11-45 233.28 241- 8 17-47 13.45 28 1 Vr. 16 12.44 248.48 256.27 19-23 19.40 20 Za. 17 13-42 264. 2 271.30 19-41 19.21 30 Zo. 18 14.37 278.50 285.59 l8>45 17-52 I 31 Ma. 19 15-30 292.57 299.43 16.45 15-26  III M A I 1790. C35] ^ (Js halve (£s halve (Js horizon-(Js horizon- " f. Z e- Middellyn. Middellyn. taal Ver- I taal Ver- Phafes g ? J p fchilticht. fchilzicht. van de £ n n 'fi Middag. Middtrn. Middag. Middern. Maan. e- f" mTs! mTs. m7s^ m7s^ 1 Za. 16- 13 '6. 6 50. 33 59. 6 Laatfte 2 Zo. 15- 58 15- 5° 58. 37 58. 8 Quartier 3 Ma. 15- 43 15- 35 57' 40 57- '3 4 Di. 15. 28 15. 21 56- 47 5<5. 22 D. U. M. 5 »o '5- 15 15' -o 55- 59 55- 37 5- 2 6 Do. '5- 5 15- o 55. 18 55. 2 Nieuwe 7 Vr. 14- 5<5 -4- 53 54' 48 54. 36 Maan. 8 Za. 14- 5° 14- 48 54- 26 54. 19 9 Zo. 14- 47 14- 46 54- 14 54- 12 D. U. M. 10 Ma. 14- 46 14- 46 54- " 54- 12 I3--5- »9 it Di. 14. 47 14. 4 8 54- -4 54. 20 Eerfte 12 Wo. 14- 50 14- 52 54- 26 54. 33 Quartier. 13 Do. 14. 54 14- 56 54- 4* 54- 5° 14 Vr. 14- 59 15- 2 55. 1 55. 12 D. U. m. 15 Za. 15. 6 15. 9 55- 25 55. 38 21. 3. 3» 16 Zo. 15. 13 15- !7 55- 5« 56. 6' 17 Ma. 15. 21 15. 26 56. 22 56. 38 Volle Maan. 18 Di. 15, 3° 15- 35 5Ö- 55 57- 12 ï9 Wo. 15. 40 15- 44 57- 3° 57. 48 D. U. M. 20 Do. | 15-49 i.ï- 54 58- ó 58.24 27.19. 8. 21 Vr. 16. o 16. 5 58. 43 59. 2 22 Za. 16. 10 16. 14 59. 20 59. 36 23 Zo. if>- 19 16. 22 59. 52 60. 6 24 Ma. 16. 25 16. 28 60. 18 60. 27 25 Di. 16. 30 16. 31 60. 32 60. 35 26 Wo. 16. 31 16. 30 60. 35 60. 31 27 Do. 16. 28 16. 25 60. 23 60. 12 28 Vr. 16. 20 16. 15 59. 56 59. 38 29 Za. 16. 9 16. 3 59. 18 58. 55 30 Zo.j 15. 56 15. 49 58. 31 58. 6 31 Ma. 15. 42 15. 35 | 57. 40 56. 14 E %  [36] M A I 1790. IV |«s g M ad"^' I é«s si & £ ""s-**^ ^ ^ ^ T^ v ^ | "i « f « . « f . "? B • T . « ■* m m-J-irs co^m» g 1 £ ^0= 1^0 mi- m-f n -gi/jo ^ inóA_>l I có A có « ó\ cl üoinn Si ïfSSgJ i £?2?S=5,^S^K v"3^ r"i ° Ï2 I I Öm Nini^tó cöinöd .« 1-1 w 00 1^ m .3- ' i>- cvco t-^\o ^ kJ^S s . . . . '§ « 00 Aeó -p " & A -ï >C--ts.CNI I *Ó ~ có có Ó" ir: 4- Ó có in cl C * r^. -V ^ O 00 in -* | ' £ 2 00 *^vo * *o in -J- co S-'Ó* Ml ^fi ïn ^ ° ïr ' g g* « S ° có w vö có en có E *j Ü ' *i t'.có - có i.ö j in. d\ có t^NÓ 4- c'o « ON ü «i <£ 1 ■* ö -• cl in ■ ttf"1 " "* c- >A A - *ó có Ö có O icó-ocö in Z co só cö ^ J O 05 |x.\o ^- co I " O Ov r^vo *n *J* K^Tn N I I ^ «J | i ~. ' ■ vu Q 10 ^ 5 in»nM ^w j ci *o <^c* IJl ë*r^iol^c\ | có Ó d in CN n, I 1^. i'^vó > < CO | ^ ej ^ - m. v) m . . ¥ *? ^ . ' ^ COT C _) *' l ' » ^^O I S fN. | o^sc vo -^co o co | m et có O i-i *i? I • Ó ^ fÓ >-» C\ 1 \Ó m ó Ó\CO ^ cs\o O O U-j CO I h O CS CO ts. m r-h I \o ^1- CO •O .... L 4 a ai ècTc?^f 1 èèè0 l IC KJ o r^so m 1 N-t o o. co tx.\o io I so _n « l a d Pci I § Ïf Dagen, j «eico^fin j cico^t 10 >o t~-oo o\ j £.\o f-,00 •—r '  V M A I 1789. [37'j 'có S *' 2-cSStt ^S-èï £*è" coöv||oóó\có sa a" siiss ^sijllè rici a 3 RiicV | „ga £RiI«g$: S j S I ^-^^a I Scti ' 1 Sim [ có. 1 Óv-.jr ó< ri 1 có 4- ó vó | tv. cöcó . có 10 1 ~ 1 4- ó -ó sa £ l'ScTSsS I iï5 12^ I j?! ó^^g, 13 "2 'i I V2^è. 2.^ I '«ö 1 (5 k 1 m 1 i in ci ó> c/5 2 ^ I m >£5 «3 Ó | Ö -*■ có ICÓVÓ | ló I (j,^ ó . . • " "? ■? T " °! >- cl n SaS I J«1«>N I OOM I O n I a I Ócöcö . . . . . V"? 1 >p I cl cl 1 c*. ir. tt co ivo^tco I Kin I Kl r^\o 10 oio 6/1 I ^1-1 1^ in I O inn | o o\ I G cö h \ó K .cl B T c. . r? . T ^ . 10 1 Mn tfjio* 3£ m H I 0 I n h ó i ó G 1 Üim a Üh * m ^ • ■ , T '^inci l co »-< I co rr üó 1 jo =5*2." 1 cöcó 4- 1 «o' ió4 aitin w-< j I Mo-fn , I *o tj- co I t^vo I r^\o too >n có ° <* I % 44- 2" I g" « 1^2 I c5 « I ó, >5 ^ j g 1 g° *~ 1 *" 4 °^ i 2 ^ i s " i j? *" d lèvéèa i^si iét itl ill S c'o g I è« "S I S. ci "ïri I In co | có ö | cl ó\ 2 4 ci itsès it£ i'éé •»§ ? '-*wé? '«i'S, 1 cj1^^ ló« Sas i j 2 £ i 4 lés5 1 4 1"5 E>- ci l'g.iï.fe IS SS |&ë> IcSS I RK S-ë B y o c n S Co £5 > « ^j|ig__3 ^ a-a «g Dagen. ïï«Sn2 S^^"1? is. ncccn ET  [38] M A I 1790. VI có el ^ ^ i I VC O "^"^ Ó\ O e?c?c^M*^*^èè'^*^fS^ï «I . *P . T I " . ï ? lOHHir-.rocj m ^^-cjcs rn 64 1 I Er O M m t^. o o h h tt m co o « *tNo |jj | co uoNO ts.co Os uovo INOO O co lOSO tÓcO O ^iió Ó có ós I I it,m h m c'i ó\ I »c Ó 6 Ó I h incó co vö *ih|.«N ' Hl 1 i tJ- tS --i- ^-tj- ^TT— c* ' M tN Mm m l*!*e? **> I I -ö4öcïxco5 I Cswiri\Ó | Ó\l\ Ó 6 N cr w "h ^ i I in in co uo 10 't- 1 in^h I wth f S »-ï ós .; in. 1 I inoö wcövriiN- 1 aó h e5 .oóóco inoS jSl I cf5"t,° ï^03 01 I -Wt*» o» I ttO ts.30 o\ Lj g v> jn| I có ^- ós ^ ^ ^ | 4- jn^c cc | ó ~ «5- « IJ* pet S ^ | 1 ^iS^cj I ^ « ^ ^ | Ós lóso 4- Ós *A \c r£ iTi 1 I *3-A.Ö\« -eV>ö 1 có Cs Ós Ó I K. Ós m --}■ ï^. 1-*-5 m w so I I co tJ- ltj ts-co os 1 v.so t>~ O 1 có g vs »-n | I £. 4 Ö cö ir.vó ! óx ^ óv Ó I^^g^JJ g 5 5 ^ i£ I j " «^"ïrj 10 • e? Si co « I ™% co S h iJj có 1 I ci incó ó c" «-}■ - tt.i^cö ó> I v; ió. (5 ei vj 5 . • có O co m m Cs »rs ^i- [ 4 o 'c ej | in ci w I o Ci ó cö cö 8 ^ *? M & Ó *^-^C Ó\ ^ có i SC VD 1 -tt-sc co - cÓ M D 0 ^ "O Is co *r tno 00 os I w-o tN,co I <*• ir.so 00 o _ _ - .1 I |N.oÓ I Ós T có co tT I m iJ-,03 co I 4- có o SO c có o I « *i . ¥ T T^f^CT* .?".?*1 ^ *" S * -Ni | {jj-^ l^jJÉco 13-^- ft^i 15 J ^ • 6-5- 1 ci ió i". ós j* ic*c | ci -3-sd ó> c-ï rt [P ts. U \2 N I IT.SC *>. OS I UOSO t^-co I -cf i^SD ,s—_—_—^ Ifi -g • ^ có l^^.^c^ci' •NoVO I^ÓsÓÓ I VO ci 4- »N -5- L W O i fN"* ■ M IfJn n« I ci tri rs- ci 1 ci Y iO lq 5? t^^ IcilÖÓv^-iri I lÓlflM N j w ó «có fl i E ^ • VcÓ |Ós« 40 cö 1 ci rs eó có I n eóso Ós ION I co uoso «--co | IOVO ÏN.O0 I CO WsO (N.O» % m sigï 2 n Dagen. ** " « m -t io>o ^ kco c> o — j o t^.» o\ o -j  VII ' M A I 1790. [39] | ,6 có ©| i£ï -^r 1 h Ó N Is. « A |s, i c* cö ts. toei ■*>. co Ci rr j mmuoco| co c» co 10 1 imot sa cj gi sas I I g'aivgi . Ó tó *o I IÖcÓi locïsio I d 6 4 [ ci cj * «o ci t ci * ci *p ï" *? • ' ro« 1 inrrn & £ d 2| I di- l y&g. I cHj l eó 2"| l^^rt | o ^ h | 6 6 6 SS ï SI I'S* I P!?^ I j^l ó g 1 1 è-s 1 isff i asai * & «* è I I &i 1 fecH lï?3°l sisi ii l &s 1 c?é^ 1 *sss 1 «^4 |o "si 1 f&aè luifel &ia ^ ó «5 "co^- ' È i lo^ii I ïo ° ^ c? ^o ° ° 5 "c? 1 l'ci'"^ 1 è « & jï ~ " ps 0 &g I 1 és \iisiM$> * a * ?ïf I 1 i" 1 èis* 1 S*»1 si s s si j i^d '«'SS 'r-tf 1 ~ •? U 2 3 I * "» I" I M co 5\c I co 10 „j O «5 «cj I VJ^ö I *00 •* I öh j-có I j sis s ?a 1 1 * ij-* I |j> ** O o* I SJ-^ I coïï\o I cl U Iriïo I co^- «Óos eo é\ I CO tJ- I owó ** I irjvö vs« «cl 1 «O ' ^ -1- 10 1 n^j-M cl I Tf^. s s a' *g licT I "*èoVé i?05 S" a 2ï I ié I coè<2 1 sè&i 1 "~; r . , c M o i: o • » Cc o * 3 '«•UTJ4> È|S N ë -s «-g^» g Q ^ ei g < D'g"»- | s s | g s s gc?cTc? i^g g cfgsi  | L'4°] M A I 1790. VIII Vcnus. j . gr. verwyd. i Mars. Jupiter. Saturnus s aód. 22TgU. I □ iód.7f U. !□ i2d-9TgU. ödtumus- q gaar | gaat | gaat Tgaat" P Deelt- door Decli- door Decli- door Decli- door natie, den natie. den natie, den natie. den Merid. [Merid. [ Merid. Merid. G. MT U. M. M. j~Ü"."ML! G. M. U.M. G. M. U. MJ 1 o. o. 21.18. 16.44.N. 6.57.ji5.22.N- 7. 1. L21.Z.21.30. 7 0.58.N. 21.12. 15.51. 6.42. 15. 15. 6.39. 1.8. 21. ïo. 13 2.15. 21.8.14.50. 6.28.15. 6. 6.18.' 0.55. 20.48. 19 3-47- 21.4. 13.5*. (i. 14. 14. 56. 5.56. 0.43. !20.2t5.! 25 5-31- 21. 1. 12.52. 6. 0.14.43. 5.34. 0.32. j£0. 4. Eclipfen der Satellieten van Jupiter. Eerfte Satelliet. | Tweede Satelliet.!!Derde Satelliet. J Uitgangen. Uitgangen. 1} Dagen. U. M. S. Dagen. U. M. S. Dïgen.U. M. S. j | , I 0-55- 4- 2 19.24.43. #4 10.47.13.1ntr. 2 19.23.50. *6 8.43.52. 4 14. p.49.Uitg. 4 13.52.4^ 9 22. 2.48. 11 14.46.5S. I. *6 8. 21. 31. *i3 11. 21. 38. 11 18. 8.58. U. 8 2.50.16. 17 0.40.23. 13 18.46. 13. I. 9 2i. 19- o. 20 13. 59. 2. 18 22. 7.36. U. H 15- 47- 43- 24 3. 17. 34. 25 22.44.59. I. *I3 10. 16. 25. 27 16. 35- 56- 2Ö 2. 5.45- U. 15 4. 45. 6. 31 5. 54. I0. J6 23. 13. 45. 18 17. 42. 22. 20 12. 10. 56. '—- 24 1.' % 55.' Vierde Satelliet. 25 19- 36. 22. 27 14. 4. 49 *!? 8' 33' 15' 15* Ö-42-54- I- 31 3- I. 41. 11.14.41. U.  I J U N Y 1790- DtO s m «m Zons-jegte _ Zons _ Tydvet- | Ver- q! Zons halve g X 5 o opklimming Declinatie effening. '. fchiL & Middellyn. ' g n J» in tyd. ' Noordlyk. aftrekken.1 3 p." ^ V. M..S. G.M."~sT M. S. : S. M. S. 1 Di. 4.38.10,0 22. 7.5a 2.35,7 q 1 1 I5'48,8 2 Wo. 4.42.15,7 22.15.40 2.26,6 g'g 7 15-48,1 3 D°- 4.46.21,8 22.23. 5 ,2.17,0 *' 13 15-47,5 4 vr- 4.50.28,3 22.30. 6 '2. 7,1 19 15-47.1 5 Zl- 4-54-35.1 22.36.44 1.56,9 25 15.47,0 — —__ . 10,6 — jj 6 Zo. 4.58.42,4 22.42.58 1.46,3 „.o Jan'gde'rhaï've 7 Ma. 5. 2.50,0 22.48.49 1-35,3 11,. , lonnefchyf n w« 5' 6,5£'9 22'54-Il 1-24,0 "'6 °"<" «l«n ,2 n„ 5""* 6,0 22,59-16 »-I2'4 12,0 Meridiaan. 10 Do. 5.15.14,4 23. 3.54 1. 0,4 ia,, - M- s- II Vr. 5.19.23,1 23. 8. 8 0.48,3 la- I I. 8,3 12 Za. 5.23.32,0 23.11.57 0.36,0 ,2 ~ 7 1. 8,6 13 Zo. 5.27.41,0 23.15.22 0.23,6 I2 ; 13 1. 8,7 14 Ma. 5.31.50,1 23.18.a2 0.11,1 19 1. 8,8 J5 Di. 5.35.59,4 23.20.58 byv. 1,6 " 25 1. 8,9 - 12,8 — 16 Wo. 5.40. 8,9 23.23. 8 0.14,4 12,9 17 Do. 5.44.18,4 23-24.54 0.27,3 ,3>0 zons Uur- 18 Vr. 5.48.28,0 23.26.15 0.40,3 i3)0 bewcegine. 19 Za. 5.52.37,6 23-27.12 0.53,3 ,3)0 20 Zo. 5.56.47,2 23-27.44 i- 6,3 . , 12,9 — M' S' 21 Ma. 6. 0.56,6 23-27-51 1-19,2 I2 0 1 2.23,6 22 Di. 6. 5. 6,0 23.27.33 1-32,1 I2'g 7 2.23,3 23 Wo. 6. 9.15,4 23.26.49 1-44.9 i 12'7 !3 2.23,2 24 Do. 6.13.24,7 23.25.42 1.57,6 '£ 19 2.23,0 25 Vr. 6.17.33,9 23.24.10 2.10,2 ' 25 2.23,0 12,5 26 Za. 6.21.43,0 23-22.13 2.22,7 ! 12 3 27 zo. 6.25.51,9 23-19-51 2.35,0 ' ;a'ï 28 Ma. 6.30.0,6 23-17-5 2.47,1 120 29 Rj. 6.34. 9,2 23.13-55 2.59,1 ; n 7 30 Wo. 6.38.17,6 23.10.19 3.10,8 j . ^ n,6  | CO J U N Y 179c. n I ö. L 10 p overg. (leegte op-(X'rcgteop- (J< Decli- (Ji Decli-' 1*5 ?a a> ,v« den klimming klimiv.ing natie. natie iScr. «Jg 2 ET Meridiaan b - S 3 3 » Middag. Middern. Middag. Middern. -L_ r U. M- G. MT G. M~ G. M. G~AT 1 Di. 20 16.18 306.18 312.41 I3-55Z- 12.17 Z. 2 Wo. li 17. 4 318.54 324.57 10.31 8.30 3 Do. 22 17.48 330.53 33 halve '(j' horizon-([» horiion- S „ 3 M Middellyn. Middellyn. taal Vet-, taal Vet- Phafes *tw ^të I fchilzicht. fchilzicht. van de | 8 S 3 I Middag. Middern. Middag. I Middern. Maan. fr r_ | M. 9. M. S. ^M^s. | M. S. 1 Di. 15. 28 15. 22 56. 49 56. 25 Laatfte 2 Wo. 15. 16 15. 11 56. j 55. 42 Quartier. 3 Do. 15. 6 15. 1 55. 23 55< 7 4 Vr. 14. 57 14. 54 54. 52 54. 40 D. U. M. 5 Za. 14. 52 14. 50 54. 31 54. 25 4. 2. 43. 6 Zo. 14. 40 14. 48 54. 21 54. 10 Nieuwe 7 Ma. 14. 48 14. 49 54. ,9 54. 2I Mian> 8 Di. 14. 50 14. 52 54. 27 54- 34 9 Wo. 14. 54 ,4. 57 54. 43 54. 5J D ^ M. 10 Do. 15. o 15. 4 55. 4 55. ,7 I2< 5. 3. « Vr- «5- 7 15. " 55- 3i 55- 45 Eerfte 12 ^a. 15. 15 i5. ,9 56. o 56. ,5 Quartier 13 Zo. 15. 24 15. 28 56. 31 56. 47 14 Ma. 15. 32 15. 37 57. 3 57. ,g D u. M> 15 Di. 15. 41 i5. 45 57. 33 57% 4fJ IQ- 8-58_ 16 Wo. 15. 49 15. 52 58. 2 I 58. iö 17 Do. 15. 56 15. 59 58. 28 58. 4o Volle Maan. 18 Vr. 16. 2 16, 5 58. 52 59. j 19 Za. 16. 8 16. 10 59. 13 | 59. 22 D. u. M. 20 Zo. 16. 13 16. 14 59. 30 j 59. 36 26. 3. 51. 21 Ma. 16. 16 16. 17 59. 4I 50. 44 22 Di. ,6. ,7 16. 17 59. 45 - 46 23 Wo. 16. 16 irt. 15 59. 44 5g. ,8 24 Do. 16. 13 16. 11 59. 31 c9. 22 25 Vr. 16. 8 16. 4 59- 'o 58. 56 26 Za. 15. 59 15. 54 58. 39 I 58. al 27 Zo. ij. 48 15. 43 ,8. 1 1 57. 40 28 Ma. 15. 37 15. 3, 57. ,9 I '6. * 29 Di. 15. 85 15. ,9 56. 35 | 6. y 30 Wo. 15. ,4 ,5. 9 55. 54 55. 3  [443 JüN Y 1790. IV U 8 H 8 ^fe'a *5 2-l™2.'j £ l ri l vi'» + fps |u s ^a jsicssail ièi bt) 1 — r**i\* * «is aèsï^sèi iii M? I* % 1 r« «•&;;•£ 1 1 g 1 sis * ; ~ r~n—:—~~ 1 S » § p 'K"1 «00 S ? S' 'Si' °° ~ iS £ |S " I S S Sdd^èèo"!"! ° iAm ■^'D>2 ci % I «ï> <^ï*«Óh|) j 1 ci 1 cócVin cB , I" OT I \o m mo o\co t-.\o ir. co I co I ir. 5- O .(] ~ ' " ~* ~ - u5 8 I"' I "2 ó v= *ó e>c° ó in\c <5 I có I ^»ej>- C.7 . ? . " mTl•ln'^•c^^-e^^■ll-,, K ïo co SSS ï g> I ég, è«?!{Vs«*2 Ê | fel 3.^3 sp? ci s is£ s&Si&d&i 1 si fcs£ s 1 TV_" [> - ~ - —;—— —— ■—— c 2 ^ cö I n 4 «óh^NÓdK l-tö \ö lr. ■* ü . 7 I . *o . ."T^T^^. w" jTSSlS 1 w ó. £ £ ;* ■*« I ï? ^ « <3 >ó &ó° ij ° 1°«a 8»&g£sli lié it$ ■s ~r , ™ =0 8 H " ' * * 1 a £ Sj « « « « 1 0 ri 1 j« c ï ™ S £ I !> 2 I ■ów'g CNij-ióó I co k 1 cj ó\ 1. 7 I m "d- I ^ M Ifl I to^t ICO^- !D |N" U's 51 1 ow r^so in ^ 4 r i^. -V \ *t ó g -J O ^- I n« I - o\co lOO m I co ? . C\\£. i \ö Cl « -J |U> ,). [ I 1-1 o co i-.>c in ■* I co ci Ivjm ■o " 1-1 ■ Ö ai 1^. Icótó |ÓróÓoÓM\Óól|4'h I "5- ól 5 1 ci 1 ci .7 tiprr";7i?,3''" .M £ ^ rt ó |ele> i cvel tl mom 4-1 I 0,4 IVÓvS p.^iiot*! cl .T linco«cicoio^|l I toH R m I.J i in cl 1 cl ^i -<5 Cvcci r^vó i l-K f i^, > J U I t^so I h OW t^vo *r. ^ I I rt- cl I vo e 1 *" " I Dagen. | " j ** 01 m j « « «■* >ovo | « * t~. j  v I u n y 1790. [45] ' Ó \tA i « ^-m | tóea I Wits. AvÖ h K -O KO s/i ri I co ci in* co vn in t « m 0* pi J có L I «SÓ . uo ! tN>o (s.vo «om os\o m 4i.M £1 êas-i «fa* 1 f f ■ 1 : 'i-j k a Li °» I " «n. m 1 m ö 1 i >Ó có ii i ó có »§|» *l ^ ó | «ó l $p | [ £oö s £ is £1 ij<èè\ %t\ £•£ 1 iia 1 è« . I eo c5\ les I 4* | cö in 1 K ^-« 1 m ö\ 1-1 « |C3 «I O Tl-co I ts.VO I CxAO I *C UO tT I cs.10 • ó L; tól ó -5- in | *5 ó> I cóó\ I co 4 I h a te cl 1 cl»-icl . 1-1 >n cl 1 M el « - ^CÓIJ IN.1 w 4o5 I W I Cl ©5 ICf\cÓ<5|t|-cÓ < in j2 cil in 1 mci' ujH l Md . • t-^có . có i o Kin I ls.*C I tN.*0 I VO UI Tf I ts.'O co- o co ó\w k aci h aó cn.00 c\« I 00 CN ^ I *óc© . Tf cimTCiOTt- eo cl I « I 'o S « ^ Cl CO cÓO\tViA(V>I%.1>) CÓ h IcÓcÓ^ 1 cc 4- Tl 7 . T???TT"m I ion ►3 0 Ir' Ü « cl eó tt cl «cö I ó Nin | -ttï 1-1 I co cl VJMcl c-.VO IO 00 vo I KIA^ I w I &33 ï' i 5 'StIco'cÏcÏ S ê S I £f S? I Sfe i et i feè" I ci^ sMó ia isi^i^é ir. iclèiitj- &4|d iet i^it isê ié i^itls "§ » Tf « l «vö |j-|cócl I 6 I ei vq1 | l/lw *m p i's ie? [«fê ié i'ïslé 1 è& S, .g-o^i 2 RH =5 cg 6"?, ca c c ca ca c S sa gca «ei z S.o>§ e ><; £•« «3 r/3 h4 ^ 8 t~' T3 }Dagen. " 2" 2>2S2l2c?2' *a"ln ma n»|co ao " ci cl b ci cl el oei ei el el d cl ei n F 3  L46J J U N Y 1790. vi 3! 2 8 2 ««» 'JSJK'ö cje3«i'«ci.o\c3\oÖTV, fit 5 I••"'ï'tjl ^sis?ai b .t «7°° 'Scï^io &■*su,*? 1 jH? 2 $p i4*sa 1 ièi s*^*** 2*? a 1 frp£* is/si êcHlIII «• 'f>éïm I j««1 ««» ' c*a k 5 fa-» is-^^s 1^1 lèliièl f &g 0 sas» 1 &?ssg I i-fji issêHys sa a s s&s; 1 1 ^•Ha^ès |s>s |&| 1 6&& liêci Issfcilf "f-sU- s/§~ liii* 's&^has*.,*- I fa* |ci ^» lér^èfS i 3^ lèlsljj! |«| ""è i^s2t I i g i «4 - - « o»fj 3i*"s N "4f 1 la^iiêP^s 2 j I- j 5 ; ; ■ J SSS £ n« SS cS I "< I f Q- Q Dagen, j « « « j co ^ ts, ^M t> o j «ns «^w o ~ "  VII J U N Y 1790. [473 tA 6 có ^6^1 A ro 6 A vc_có uó ^ in. In, 3 có g i'i ti k 1 v5tv.Mtö ó\ in ó °° «-»e> . , » « I un» ton tA ci rj ö 4có 1 có có(s,« va ó A*5 ó>~ ci u Tt- loys i « vr.ci tt mvs es. o\ k 3V .n CC Cl \C I tn*« IflON I CC «- -V Ó\ »a «« ö co w>o I ci * m\o I o co>o t^co !•» 2 "> p> *" R I ö »ó» A I ó ó có 4 in i . v . M . ^ *? " M « m ir, ci ÏS £ ö C\CO I O O» » I 4- cölócjció 10 "1 co co tr. 1 ci -j- «1 1 ui« k «ia .j \c O -1- I in c\ cöcó I vc 5 cö toot w co «ons I ci co w>o ^ I co iovo rs» !tö ö có £. Si 2 I rs,MÓ>rt.| I « 4oó A ó I ci . co-j-ci" coio ci I I co cl " as ci g£&g I 1 éiijbé S 53. U.  I J U L Y 1790. [49] ; . göpö Zons icgte Zons Tjdyer- Ver- 3 Zons halve ; ««3 ^cg opklimminglDcclinatie effening, fchil. tS Middellyn. '! Sa Ja in tyd. I Nooidlyk. bvvoegen. 3 l ' U. M. S. G. M.~s7 ~M. S. S~ M~J. 1 Do. 6.42.25,7 23. 6.20 J.22,4 I 15.46,9 2 Vr. 6.46.33,6 23. 1-57 . 3-33,7 „ 7 15-47,0 3 Za. 6.50.41,2 22.57. 9 3-4.4,7* '3 15-47,2 4 Zo. 6.54.48,6 22.51.57 3-55,5- 19 15.47,6 " 5 Ma 6.58.55,6 22.46.21 4. 6,0 io'5 25 15.48,2 10,2 . , «'■nf' ' . . Vi fTyd.vandoor- 7 Wo l'l'l'i 22-*°-22 4-t6/2 9,8 gang der halve o !,0, T,7' '9 22"3.5-59 . 4-26,0 £6 Zonnefchyf !-, 8 Do. 7.11.15,0 22.27.13 4-35,6 9,0 k 1 10 7,^'20'7 22-20- 3 4-44;8 §;* Mendiaan. 10 Za. 7.19.25,9 22.12.30 4-53,5 7 — M. S. 8)3 . 11 Z0. 7.23.30,8 22. 4.33 5. i,8 1 1. 8,6 12 Ma. 7-2/«35,ï 21.56.14 5. 9,5 "'" 7 1. 8,4 13 Dl. 7-31-39,2 21.47-33 5.16,9 2n '3 *• 8'° 14 wo. 7-35-42,7 21.38.29 • 5.23,8 °-'y 19 i. 7,6 15 Do. 7-39-45,7 21.29. 3 5.30,2 '4 25 I. 7,1 16 Vr. 7-43 48,1 21.19.r5 5.36,1 17 Za. 7-47-5o,o ah 9. 5 5.41,4 • ='2 Zons Uur- 18 Zo. 7-5'-5',4 20.58.34 5.46,2 Vi .beweeging. 19. Ma.- 7-55-52,2 20.47.42 5-50,5 VI 20 Di. 7-59-52 4 20.36.29 5.54,! 3'° — 1 M. S. 3,1 . 21 Wo. 8.3.52,1 20.24.55 5.37,2 i 2.23,0 22 Do. g. 7.51,2 20.13. o 5-59,7 10 7 2.23,0 33 Vr. 8.11.49,7 20. 0.46 6. 1,6 ï* '3 2-23,1 24 za- 8.15.47,6 19.48.12 6. 2,8 'o '9 2.23,2 25 Zo- 8.19.44,8 19.35.17 6. 3,6 ' 25 2.23,4 26 Ma. 8.23.41,4 19.22. 2 6. 3,8 c 27 Di. 8.27.37,5 19. 8.29 6. 3,4 28 »o. 8.31.33.0 18.54.37 6. 2,3 ,'6 19 Do. 8.35.27,8 18.40.26 6. 0,7 ' 30 -Vr. B.39.22,2 18.25.56 5-58,5 31 Za. 8.43-17,0 18.11. 8 5-55,7 3,4 G  lZ5o] JULY 1790. H e. la. f Overg. ^Jre^teop yXsreutcop-•Js Decli- (Js Decli- '5 gU g a. g over den kiitputing .diminiiig. natie. natie. Ew 1 *■ - p> u Meridijan f3 j™ o 3 Middatj. Middern. Middw. Middern. B jJ-O 3 ■ — ii a- • U- M. G. M. <.. M. G. M. G. M. 1 Do. 20 irt.19 .538.32 ,41-. 19 4.18Z. 2.16 Z. 2 Vr. 21 17. 2 350. 2 355-1' O.ïiZ. 1.47 N. 3 Za. 22 17.45 1,20 6.58 3-47*H 5-44 4 Za- 23 ib\2« li-39 J3.21 7.37 i>2f> 5 Ma. 24 19.12 24. 6 29.58 II. y 12.46 6 Di. 25 tg.58 35.54 41-57 14.15 15-36 • 7 Wo. 26 20.46 48. R 54-25 16.47 17-47 8 Do. 27 21.36 6o'.5I 67.24 18.36 iy.12 9 vr. a8 22.28 74. 3 80.48 19.32 19-40 10 Za. 19 23.21 87.38 94-3' ly..)4 ly-Jt 11 Zo. 1 (-J 101.28 108.25 '8-32 | 17.36 12 M.r. 2 0.14 115.20 122.15 16.26 15. 2 13 D'- 3 1-7 I2> 8 135-58 13-24 11.35 14 ! Wd 4 1.^9 142.46 *49-3ö 9-30 7-215 15 Do- 5 2.51 156.13 Ï62.54 5.12 2.53 N. 16 Vr. 6 3.42 169.3ï 176-15 O.3.1N 1.52 Z. 17 Za. 7 4.33 182.58 I89-43 4-I4Z- 6.32 18 . Zo. 8 5-26 196.31 203.24 8.44 10.49 19 Ma. 9 6.20 210.22 217.25 12.44 14.29 20 | Di. 10 7.15 224.34 231.47 i6. b 17.17 21 We- 11 8.II 23'>- 4 246.24 18.18 19. 2 22 I Do. 12 9- 8 253.45 261. 5 19.28 19.37 23 Vr. 13 10. 4 268.22 275-36 I9-29 19. 4 24 Za.' 14 10.58 282.42 289.42 iH-2 1 17.24 25 Zo'. 15 n.50 396.33 3Ó3.i5 iö'.l3 14.50 26 1 Ma. 16 12.40 309-48 3'6;lo 13.17 IL34 47 Di. 17 13.27 322.24 328-32 9-4Ö 7-51 a8 **'o. 18 14.12 334-31 340-23 5-52 3.51 Z. 29 Do. 19 14.5c. 346.12 35'-S7 I-492- 0.13 N. 30 Vr. 20 15.38 357-39 3-19 2.14N. 4'§ é,« c? c? ' 8 t?J'S> ° ! 5 ■* | 9 .2 èièil s?i R裄i -si bNs a ■f-tg &J 1 1 H -C crt 6 A cö»ö K ■*c>KÓ Kincïi 1 I in. cscó I' có N I . M ciincn **■ ci cn cl cn ... c* S S ^ cö cï mcV4«5\CncV| ] w 4- I Cfsvö CO CT. rf ^ ^ ~ Cl cl CC - 1 . . N W „ D vö . rö. cc có « - ö ó-có rt. I I cö c\ -5- 1 cö ci O -cl- co cl -O oco vo co ' ' *0 co I \o co S I , ^-^ 1 có O có *' «* $ 8 ^ " È" cï ï £ 1 • ï^o £ ' «3"!S J, J « « -T en ^ só «'i « 4 I I coö Ó I co « E £ cl co co c o .3- co cc * I I 2 Hs ,5, . Cc In-nÓ 4 có **' Ó O-CO . . V 6 *C 1 có 4 J^P^ ^rcocc C\co tN.cn I l^oincol co co 2 . A IA wv 4 •* - Ó cö có Ó\ c\ C- | *C VD Cl cö -"r ~ có 0 I M M Cl ^. T * m Cl « co cr, cl « co 5 3 có '£ MKK cö röcn có cr.có Ó; | Jj. roe? *2 ' ° |p| ja óicV ^jscjfi^&co isaict j&g c có g |^ ■* « I « > ' ■ F. ril e-." o "s sj • S? cSc5 cï« O ^g^bl) «3 !«=. Z vo O I Q 'a. O > g «Jj 13 I co Dagen. I - n« I « « * "J-'g j "2 ^  V J U L Y 1789. ft,-] «Sr5 "JÈ "6x5 i £ f>"S " !£. "ffi ó is« ' I vö - * in. a £ |S I 0 ti I co'Si S 00 O >ö ~ in. có ó ~> ~ Ö pa |cj| ss I iii gi-g^is è^J-lÈ i>,8« £ § CÓ 2 I " " I I "ÓS l°-cÓ I «vo ó I \ö cl -cÖ™ ,! . | • 1 . t .? « Cl ~ ^- ' co ~ co Cl ro Cl ,? p ?T '£* u«s^s-è 151 -si ai Ö? 6 "SS |c?co 'tc?2"fc&«= I J Ó« 1 o5vó 3.» có § p ■? 1 s i^iècïi 'i^ï fèj* si sïï s -i"*cn \if'm%&^» •*d 1 p " •met I i S \ èè. SK 1 i to S 1 8 ~ có § ^ „2 1 1 ci s^Svi 1 4^<'n tel* 1 * < er "5 I co O [Ovoin. onco [ co w cr i có er t ..• _ *i "J co cl 1 "f i-*« o 1 ci m I mï' I o fc> S? 2*2 IS"3" [S «"KB icöcö-* c«cV,™ ^ •*« I VO co 1 03 |^\o Icc I \o co I \o ■» I ~ S 'co" I 2 in l-35c?eoco I I ^ * I" ö° ij 1 gè 1 séièró- 1 cglij 1 «!? 11 <ó g «> co co ' Ck% I ïo 2 ^lo fo ' * 5ó"c£ I " • I ^- ^ ï« l£é I isi?nis 1 s- ;*| 1/5 tl 1 P 'ifïHï i c? s cö ^ "22; I e? có |có4 cr.ee c- I ci cö cö 1 ci 1 có ! - 5s ~S ™ ™ . .H? \f?"ln7 .,*'»l 2|™ p 4 rj "cïs, 1 i^isi 1 g;.coi i.igs .f ■? cóó -? 2 .3. I 'i 2" s i 2 « 11 '*^Jö I Ó cö cö ~ -4- m ir.có ^ cö u I WV-, ï .co I ir.\o tN, tl Ti- ir. t uo^ co c\ i?"! I | ^*i|>§e?' cÏm"5 I I i?° éciS'lr''^ p.^è i ii i I i Ai, S5)^g| rafe? _j i I êvc"rt=c?i "44£ | liéiéi-gs l^cöó 4 | I ^"ècT' "«col |Óoc=5ciincicö Ml * 1 i r*«lJ süs i-ll^slij LU 1-4 "Ö ^ I I « tl lócc ~ «S 'j • ■ - ■ s*s| i i i °I j f JAiï f-D'5 3 | SJflcSI ïfets I fe? I &STz% c 1 " 1 ' ' i ^ * O ^ ^ cf eï S ° ^ | H *l I | C> fó C> IN. Z . c- « l^vi öscö ci tó*© | ó I I ^- ei -<* io *gOi-« -O* «fc K | I Ó« in&3 '(5 D 2 °* "*SC °* I co •* I «'«56 K lié^4 I 5? I £ j.l 1 ^ i °§ 6' nï I? .< »Ó icöévÓÓ 1 •» in . I -ó-vi | IN. Ó eö-C /* 3 N IJ 3\ 1 iCC oo c\ l uo\G I co -crl I -*-C CnCO s | '■8'«5ó i l=it'-4s'1 i jf li'h-s^i ' Cu • ^ i 4- | co Os i m I " "4- I töcó ei tó P cj on i meo i^co 1 irjso I com-I I in iN.ca 3 — . —' , ,— iS . . «5 v5 I có ó 'öcó I *In I te 4 I töci ö vó | „ «1 o | CO 'cOi-CICO Iclcl ' & c « I N ^ «_ ^ I Q Dagen. I - I - « «*« I I tvw oj jff*^  YW J U L Y 1790. C55^ f.6 v>\ rtrt £ ~ "3" ^ (>cövö 4 « t^. (N l^-M ej Ito ci | T io ^I ^ io ^ <^5 ci ^ -t cj - in co »* Cl m m *5 | rs,eö ts. » ~ rÓ Ó ts. « If) 4 * Ó O lOC«' »i A ~« ? . CO ^ 10 10 ^- « IJ cl • I W h IdÓnI lö Ó\ cö Is. e5 icoó w^.^e> « h ci rfj j o I o ej O in. I cl co «mo c* co tj-\o t**co q\ tr,\o in.oo 1.6 c« KT. m «00 j Cl ifj m I I jen ci _ ir. cj mm *n ir, '•ro^cNincï'cococj ly^cö "ï CO h el NO |-»ifl4* I VD« NlONif. I W CÓ '(jfjN *Ö £\ fö ts. I Is. w vj i 4 K O (rt if) K t ó^CM ■ ÏD^U o<-< \o ts, I co ir.\o I co t\c jn-go e> I i^co I • 6 co có ó mcÖ Ixöctcó I -i-vö 4 m 6 có ! 6 cóco V5 n h ó t'l no Ö i Mm h I fs.{JO o o 4 4 I cö ó vi ir> <ï f t co Tt- I iri üp ^ ¥ T r.° . " T "7 u^ó ,,: K103 va 1 in e> có ic» incö * **nc 1 t>o O M ^ ® ^ V; In l co 1 «Tf iriNM C\ I ifi ts.c» .o t/j v: ca cc34 I .có^ ' ^ ê ^ £ co v; I in* co" cT <ó rJ c'.\ó Ó» I 4cO »i i O rtK^d Y 1 |s.cÖ Ó\ i« t-v o — icN 1 co tno I co -ri- in^o co I in-c ts. ^.Ó (A ^>Ón I c'-. Ix. I 4 ci I J 2" ^ ^j5 °j ^ I ls.Ó\m cö 5 co I ir. o I c'i O I^nOno^In.0 I r>->^t < m TT ' ** I M cj « I dM*^ind I m« I^Ó ~ 4 có cï ictNÓÓ I C\« ir.cÓ Ó co 1 v5 IS.CO O O *- vr: (x I co n-o 1 I ci msJ co o I m\o 1-- ^ O -~t) ^_ ^ I N I |l^^èe*co£> | Ó_ ^ ^ ^1 fïj v in Ó I -i | tN.=6 *h I i Ó cï oö eöcöcö 1 ó 03 M j C\ (n. cONO O | "H tJ- Cl S' « S »"» có i Cv | ci cö is, I M có ö ts, óv\c I cj có ci IT; * cl co 'co V'T'T '° *" N ' co Ci 4 rJ có « 1 =r t » |inc>estrsts.Ö 1 4"tv) s3 o*-» 1 nc l ci -rm |c*co in\o ts. o\ 1 10 \o ts. • ó có ciirj I ó ]^c\c> 1 4 ó \ó cc -5-có 1 có cö ó omc) m * ? vc 1 rs.t. iö 1 4* is, O cÓnÖ oo 1 cl có 4 w c\0 |nc I ci rr m laco m\o woo 1 tr.vo ts, s7é i I 3 °;l-8a ï !•§ ê^u SN 3rtJ;_ca ca CtU Dagen, gg 52 ga;a as'a'ff'ss-'g'gg'as  Iml i L. L Y 1790. . VIII I . Venus. j Mars. . Jupiter. Saturnus. e , 3 „ ,. 6»?.' ' ,. I 8aat S^t | gaat ? Decli- door Decli- door Decli- door Decli- door natie. den natie. dea natie, den natie. den - Merid. IMerid. Merid. Meiid. G. M. U. M. G. M. | U. M. G. M. U.M. G. M. I U.M, 1 17. 3.N. 20.59. 5. 4.N.! 4- 37''i2'5»-N. 3.22. o. 8.N. 17.40. 718.35. ai. 2. 3.39. 4.25.12.29. 3. 2. 0.9. 117.16. 1319.52. 21.6. 2.12. I 4. 13. 12. 5. 2.42. O.Q. 16.5I. 'f20.55. 21. II. O.43.N., 4. I. :II.40. 2.22. 0.8." 1^.27. 35 21.40. : 2I.I6. 0.4S.Z.I 3.5I..II. 14. 2. 2. O.6. l6. 3. ! , I . Eclipfen der Satellieten van Jupiter. Eerfte Satelliet. iTweede Satelliet. Derde "Satelliet. Uitgangen. Uitgangen. Dagen. U. M. S. Dagen. U. M. S. Dagen.U. M. S. \ l_ 1 23.30.48. 2 5« 85« »*■ 7 22.32.17-Intr. 3 17. 59- 6. 5 18-53. 8- 8 1.49- 8.Uitg. 5 12. 27. 25. 9 8- 10. 55. 15 2-30.27. t. 7 6.55.44. I» 21.28-47. 15 5-46;39-'U- 9 1. 24. 3. 16 10. 46. 42. 22 6.28.56. I. 10 19. 52. 24. 20. o. 4. 40. 22 9.44.26; U. 12 14. ao. 48. 23 13. 22. 40. 29 10.27.58. I. 14 8. 49. 12. 27 2. 40. 45. 29 13.42.44. U. 16 3- 17- 38- 3° 15- 52- 55- 17 21. 46. 4. 19 16. 14. 34. 21 IO. 43. 5. 11 i-loJt Vierde Satelliet. »ö 18. 8. 44. 28 12. 37. 20. 3° 7> 5- 5i>- 4. 12.36.27. I.. 4 16.59.44- U. 21 6 34-25- II 21' 10.54.30- V. I I  I augustus I79r. qs7j| S <- 2 „ Zons tegtc Zons frydver- I Ver- e zons halve I opklimming Declinatie effening. :ichil. & Middellyn. £ g 3 g in tyd. Noordlyk. byvoegen.! g P- l_ U. M. S. G. M. S. M. S. | S. ' M~£ i Ma. 8.51. 1,8 17.40.40 5-48,4 »'« 7 l5-49,a ?< Wn |-54-53,8 I7-24-59 5-43,9 tl H 4 Wo. 8.58.45,2 17. 9. 1 5.38,7 =,2 ly l5 52jl 5. Do. p. 2.36,! KJ.52.46 5.33,0 3,/ 25 15.53,3 —. < ■ i 6,3 — ~ 6 yr. 9.0.26,3 16.36.15 5-20,7 60 vjmdoor: 7 Za- 9-10.16,0 16.19.27 5-19,8 7? gangderhalve « : zo. 9.t4.5>I l6.2.24 5.1^3 £95 dZ'lcnyf 9: Ma. 9.17.53,7 15.45.6 5.4,4 w°rii «o; Dl £ftf$ ^27.32 4-55l9 *5 ^f|f^_ 9,t _p*_L_ ïï rï?' 9-25-29,o 15. 943 4-46,8 0.3 i i. 6)S 12 Do. p^9.I5,9 !4.5t.4o , V f s 5 7, 9-33/ S'3 '4-33-2S 4-26,8 ' 13 ,. 5 j M 2a. 9.36.48,0 14.14.50 4.16,1 \°f. 10 U l f *5 | ZO- 9.40.33,2 13.56. 5 4. 4,7 '4 25 l. 4,? —. n,9 i 16 M.a- 9-44-17,8 13.37. 6 3-52,8 I2j4 K gt 9-48- 1,9 13-17-54 3-40,4 12,9 Zons Uur- 8 \V0. 9.51.45,4 12.58.31 3-27,5 135 beveel 19: Do. 9.55.28,5 12.38.55 3-'4,o 4 1 ^* 20 Vr. 9.59.11,0 I2.i9i 8 2.59,9 — — 1 ' 14,5 — M. S. 22. Zo. 10. 6.34,5 ï 1.38.57 2.30,5 ïn 7 L24 Ó 23 Mi. 10.10.15,7 11.18-.34 2.I5,I l5'* il 2 2Z'° 24 Du 10.13.56,4 10.58. 2 i.5g,a 5,9 3 2 24 3 25; «o. 10.17.36,7 jo.37.l8 1.43,0 10,2 25 2.^5,0 —; 16,6 3 26. Do. Io.2l.l6!5 io.i6.25 1.26,4 0. *V 2' 10-2ï-56,o 9-55-21 1.9,4 |£4 28 Za. 10.28.35,1 9.34. 9 o-52,o g$ 29 Zo. 10.32.13,9 9.12.46 0.34,3 18,0 30' Ma. 10.35.52,3 8.51.16 0.16,3 . . 18,3 31 bi. 10.39.30,5 8.29.37 2,0 l8r7 - i TT  f5»] AUGUSTUS 1790. If ~ 5 (J'Oveig. (i'tcgteop-^rcgtcoti-- 14- 53 14- 55 54- 37 | 54- 47 ' }  [6o] AUGUSTUS 1790. IV , Ó U có I eócó cc 00 4 cl csci V1VD có 4 Ó « c> ci , n co« ci ci vi eo ^ " ,2 ^ j ó. ió cócc so^ tr. é^ó ^ o 00 cc ósoej^ 6^ »w « L* cö 1 \c in -T- "ó - c> ir. ^ vo « cs 4 t's. 4 ei « P w K3 co 1 o co tv.no mfi co ci o ir.eow r^vo m to "i r ~ ~ # ~ ~ [ . , . ^T~T~" «- I • Ó 'v» CO 1 t^4-^cÓ^ «N. * liOCIcï [ CO ft . I • T * T TM. t *3 *J T . ? cU ^ ,g e> I 6 có-4-ic có in 1 có «3- ó 1 £> rt ^ ir' »n in uo - cj Ci 10 , ' *1 5? ^ ? r* I ls.so IC 4 có *i is. Cl 1 4ÓnÓ I NO cö < ^ |w co | Onco is. m^j- co CS 1 m el I VD >n al^O w co| co ^«cn^ ON | es cc ir. I coca v-»v-I nö nó i öVcó r^-ó 4- « ó 4- 1 \o 4 ^ 1 — i*—' «- \»/ co 1 o\co ts,\-) m -3- co a I io in 1 O co ^ 3 h U co CM O ONCO >o ifit r}- Cl I in^co t KW ■a , ! ■ I - . b al S N $fl Ó " S 12 l I V Ó5\ M M ~ Ó Ö\ i Ö l"Wf'l^.2 g P J t 5 O C\M tX. 10 I co |«*« I «vw Ip*^ H HèiH \& ut si jij ^Ló'U vö^ö ' ÏKgg^J jij; | l°5 lal M è* ^i-^ié 1 s> '1 *is 1 *■* e1 Tzr— I ' S - —: l oj •— o «S c r; ^  V AUGUSTUS 1790. 55 • <3 L; P>ïï I cöinmtt. óoaJim óimU-M » R'cÓlJ O ■ CN m Ó t «Ó « « CN M eó 1^1 1^ A A | ■* M M ra ri [. M ««ON. 1^ ^- cN 6 cï ó C> A Ir. r". ir. f >ó có «r1 a Jo |. »«tNio*l n\q 10* is.\o ■* 000 l\o CcWlS o. a. « Ó |«? I feïfef^ I 3:é:°i«1 I fiw<5 «f I ^ 2'"I 2 c*"é 1 I « o ó\« 1 4» sa s.6 « 1 èêSr? 1 &ê^§ 1 °ê fsA 0 « fa I 1 S^^o S5- taR'S^ I ïg lel) §0» p*-.\2 1 si^sè i 1 -jléi(ii*tê i^-ëli =| *! 8 M 1 t?1 1 '-^1 ''SSc, * I ^2 &| I «^è jflj 1 1 ' f I-'öl |»6\ gj ai I ï - l d § Dagen.) &ïï»g»« 3 c?£#| o?^ £^ 3| | »o ~  162] AUGUSTUS 1790. VI | 4- cn VÓ ] cc có J 6 sn-có «eóco I „2<-c> Ö^l e> ts. 1 «riVDTt-j ^ ^ | £^ £"^2 ^ I 5 M • 4" I ts. I ir.ts.0i CC ~ 1 c\ Ó\ et '£/ 1 I *f -> cl Cj sc I ir.\3 [ ci c, -t I c, t ] co uovo noO - I m)5Ót5 CÓ n I có có 1 1 s5 4 I «<-'-. 1 !vórs.Ócó»-cÓ| "* -2 ~> ^ I (ó| »-ó 5 I I K ci I 'ö ir. I | (I NifiÓ «« I 8 i-C Ós „•, I cö 1 \ó ïs. 1 viK 1 j\ó c\ , 1 Ó4kÖ «óvö * « 1—' — v [ vo I ir.vo 1 co -ra- I d co i I mvc NO-O - | 5S J , ! —— i^i 81 &™ 1 441 * 41 1 £' ^ «1 tVnÖ 1 -crvD 1 lócó j 1 C> (t . O « O VC I «"AC | CO Th I Onl I TfVC r^ca O ~ J ÏÏ^Ó * Ó\ I ÜÓ C* I CO Ö I I I *ó tt fC>C ~ Ó I * . T' c.' .. ™lf' ■ « tj- « * Th J _ —! 1 K I vi 1 ~ có | «inl I ö t^\i A - * I c< w iS «1 «Ti- 1 t ?«? ,^ip*:i'?c;. w . co ! 61 có 4- 1 c' 4 1 COVJ I I N Ó Tl- N Ó « 1 " t3 " rj ^ I """^ ' M "* ' °? ' ' "*,s 0 " l^cod I • I K -rh ~ ci 1 *c o~ ö n4^|««Ó'<3óm| \> cl I ^ m Th n co ' uo co ir. ~ - et ] 1 ^ ~h ~ co cl t ■ c^cólgl ö^>n « « ] JJV5 ó- Avój ci I 1 cj-ö IN. ló ó I 1 « • Ó I . 00 « n iH«i h^M iioad uoco w 1 1 — ^ O t . ir.so I co Th er. cl co tt t Th ir. r>.co O*- I M ' 1 . -O • ó c/S i^Ön |" |ÖTfl^ |"ó |cccHuócó--l co ■ rh lcOTT-aj'1-.wt'ir; ^ci itjm 1 c ' ." 1.^ °^ I I *- tJ-T 1 có^c 1 -cj- 1% ó *i" d- c\ 1 « P CJ «0^ I O I cl Th ir. I co Th I Th ir. h,co O» O I tj jtfl cS c^ O ] \ö I 6 ócc | có\c j I cö_^o cl Th ï%có ó\ l"— 55 " Ij! A N ] Ö I m i|}n I ci I I \Ö >ócó m cï Ó tV n.hj -h ^ ii-.sc I *0 ] ci tt ir. I co tt I Th cr.^c 00 Cs O cj ^ ' . 1 L 1 ~ . G«Ó |Ö\ ■ ls.08 Ó 1 | Qcó J 1 Ö t» «ï. Q cóvó c\ C C3 - v3 1 1 M co u-.l 1 CO Tf N Th ic-.VO 00 O, O - c ~ i ^ P l~i I '. '■ u , 00 CJ A r- pa S 4» t ts oa esc coij 'O"! < 2 gJ 1 «fg \^"\ O Dagen. ** M j M 00 m ■* 1,1 j 2 ? !f?"S ^™ 21  VII AUGUSTUS 1790. [63] J %n o ^ó tx. cs m v3 c\ jv. -Ti- h-, ^ f o w n ^ j cö c> c rj- ct , * \Ó o M 0\ Cl i/)CO O "O '-O CO CO C\ o i - h ö (ó Pd O co it.no h to^in rs.cO Cx ic\0 co | «o Ixco o Sfej m ^ I -< " O I 00 Ó ts. [ O ir> M. ' tv; o h ^ _ 1 — ^ 1 h fOM Li O .n I cc « I Ó cÓnc c> i is. co CO 1 ó 6 A rW M s? I TtsO I CO rfr- iT.vc CO Cs | UO\C ts. I NO (x.CO cn icnÓ -ó I vd ó lèoóvoNO^-ts. 1 có ~ rö | có 4- r-*, iÓ \ a ïnin 1 — co m 'cJinw tprOTO pis s 1 io 'it?^!^ 1 sê^ 1 s^d'S L^ -NjS I nc 6 I Ó\ r 1 4 Is Ó cï ■ irsvó Is. 1 xs Ón*Ó\ Ö Ó-i i-< w » «^-O I Cl tJ- LT.sO CO CS I LT.VO ts. 1 LtONO ts. Q\ **> o « I N. ó\ I ^ ~ 0 ^> ^ I cl CO 1 ^Clco^ al f* réi f-êéê'-féê 1,4**t'1 'frfr-j»» , a! n I ^00 I ts. Ó CONC CO 6 I 4- lÓNO I rs. ts,có Ós ? m O ITO I Cl ^ LTïNO ts. CN I O NO ts. 1 LfjNO (S.CO tó C tó I cj'^ l^-?lO^"-5-iO ^coè co^ l^-Ó «ci lK A I. l U~'=» h rJ-KO" i ro M^lTl ^C>0 NN P ° 'J I -fvn I ci m ur.^o t^co J in\o r*.co mvs K«o . A • I m 6 I cö có cócó có Ó I có có ó có | ~ rt. in « g 'ci m 11 nwio^ 1 _ IJUf- ^ ^ I C?^2 1 » lTj óV è I " Cl' - I iJ t-> -j I *m I ci co u-.\3 1^00 I invo t^co | \o t^co . • „: l^d | ö cö ó cö in có |cóc5cóö|cócÓK c/i O ^ . . t .- " 'inciTi-ci'io^Tr ^có^ | | CT«vó 4 O 1 rVcó c} <5 I cï cï 1-3 •* (3 I co ïj 1 cl có'ïrvD Kco | Sj'O I >5 JC? 'j> 6 A \ U % 1" " "ct f«iiêciis°o' a^ s i°| i^teai^T? 1 cHic? 1 ™ U Icoco I ""itin t^i3" I ? ió P,co I *2 J^cS1 — . . .t; _i . o • 1 cr 3"J^' l> tit3 — - rt^uOoC" " raü g ca I t^Sjj > ^ < 8 U | b " " - " ".ci ci aaa d ct?j,ci_ci| a ci_coJ 2 Zo. »!.»i.Jl,o 4. 0.27 3-59,6 7 *• 4,1 '3 n-26-26,7 3.37.25 4° M. S. 21 Di. u.55.i,,q 0.31.22 7. 8,1 1 a.25,3 22 Wo. ,,.58.46,6 o. 7.58 7.29,0 ,y 7 B.25,7 Zuidlyk. R '3 2-26,2 =3 Do. ,2. „.22,3 p.l5tt? 7.49j8 2°. r9 2.26,7 24 Vr. i2. 5.58;2 0.38.52 8.IOj3 20,5 2J a-27j3 25 12. 9.34,3 I. 2.17 8.30,7 *s 20,2 ——— 27 Ma. ,2.16.47,. 1-49- 9 9-io,9 2°;° 28 Ui. 12.20.23,8 2.12.34 9.30,7 TQV 30 Do. ,2.27.37,9 2.59-19 io- 9,6 y'J —— .— —_____ _______ jg)0 I  C<56] SEPTEMBER 1790. Iï ~ ~ C (Js Overg. (Js regte op- £s rc£te op - (£s Decli- (Js Decli- n y « over den klimming, klimming. natie. natie. Sera ^ " 2 £ Meridiaan e 3 o 2 Middag. Middern. Middag. Middern. 0. £° ? TJ- m. gTIZ ~m~ ~g. M. g. mT~ 1 Wo. 23 t3.li rVt.|: Tt'H 18.33N. 19. I N. 2 no. 24 19. 9 -?..14 «t.ao 19-15 19-17 , vr. 25 19.55 • o«. o 97»4» '9- 4 18.36 '4 Za. af 10.4B •"•« '7-53 i6-55 5 Zo. 27 ït.41 II8.1S 105.12 15-42 14-14 6 Ma. 28 IJt. 3 i.io. 5 12.34 10-42 7 Di. ig jvjn 144. 3 IS3*0 8-?.8 625 8 Wo. 1 V< >59.50 IS*» 4- 5N 1-39 Nn Do. 2 „ IU. 1 .1 0.48Z. 3.15 Z. 10 Vr. 3 £g ,JlS-,a %VyZ1 5-39 7'59 11 Za. 4 2.17 202.35 209.52 10.10 12.11 12 Zo. 5 3.15 217.12 224-34 «3-58 15.33 13 Ma. 6 4.12 231-58 239.22 16.52 17.54 ,4 Di. 7 5. 9 246.46 =54- 8 18.39 19- 5 15 Wo. 8 6. 6 261.24 268.37 19-"3 19- 7 16 Do. 9 7. I 275-42 232-39 l8,42 18. 3 17 Vr. 10 7.53 289.30 29'. u '7-10 16. 3 18 Za. 11 8.43 302-42 309- 5 '4-45 1.V17 19 Zo. 12 9.31 3'5-2l 32I-30 II-42 9-5» 20|Ma. 13 10.17 327-31 333-27 8-9 «-*5 si ' Di. 14 it. 1 339-17 34C- 4 4», 8 2.19 f- 22 Wo. 15 11.45 350.48 356.30 0.20Z. ,.39 V 2, Do. 16 12.28 2.n 7-52 3-37-v 5-32 ,4 Vr. 17 13.H 13-34 '9-18 7-" 9. 9 \\ Za. 18 13.55 25- 4 30.54 10.49 12.2. 26 Zo. 19 14-40 36-47 42-44 «3-49 15- 7 27 Ma. 20 15.27 48.46 54-52 16.16 ,7.14 11 Di. 21 16.15 61.5 67-»o 8-1 1..36 20 Wo. 22 17- 4 73-41 80. 7 I8.58 ,9. 8 . II Do. .23 17-54 86.36 93- < «9- 5 18.48  jlll SEPTEMBER 1790. [67] I p_ C{s halve &s halve _s horizon- (Js horizon- 2 M 8"Middellyn. Middellyn. taal Ver- taal Ver- Phafes g£? 5 i? fchilzicht. fchilzicht. van de "a Sa Middag- Middern. Midd.ig. Middern. Maan. p- F mTsT" m. S. M. si mTs. 1 Wo. 14- 59 15» 4 55- 1 55- 18 Laatfte 2 Do. 15' 9 15- 15 55- 3§ 55. 57 Quartier 3 Vr. 15. 21 15. 28 56. 20 56. 44 4 Za. 15- 35 15- 42 57- H 57- 38 D. U. M. 5 Zo. 15- 5° • 15- 57 58- 5 58- 32 i. 6. 27 6 Ma. 16. 5 16. 12 58. 58 59. 24 Nieuwe 7 Di. 16. 18 16. 23 59- 47 60. 8 Maan. 8 Wo. 16. 28 16. 31 60. 25 60. 39 9 Do. 16. 34 161 36 60. 49 60. 54 D. TJ. Mi 10 Vr. 16. 36 16. 36 60. 56 60. 53 8.10. 27 11 Za. 16. J4 16. 32 60. 47 60. 38 Eerfte 12 Zo. 16. 28 16. 24 60. 25 60. 8 Quartieri Ï3 Ma. 16. 19 16. 13 59- 5° 59- 3* 14 Di. 16. 7 161 1 59. 1° 58. 49 D. U. M. 15 Wo.' 15.55 15- .5° 58'28 58. 6 15. 1. 47 I 16 Do. 15. 45 I5> 39 57- 45 57- 24 17 Vr. 15. 34 15. 28 57. 4 56. 46 Volle Maan. 18 Za. 15. 23 15' 19 56- 27 56. II 19 Zo. 15. 14 15. 10 55. 55 55. 40 D. U. M. 20 Ma. 15. 7 15. 3 55. 26 55. 13 22.17.54. | 21 Di. ' 15. o 14. 57 55. i 54. 51 Laatfte 22 Wo. 14. 54 14. 52 54. 41 54. 33 Qüartier. 33 Do. ; 14. 50 14- 48 54. 25 54. 20 I 24 Vr. j 14. 47 14. 46 54. 15 54. 11 D. U. M. j 25 Za. I 14.45 14- 45 54- 9 54» 8 30.22.25* 26 Zo. i4. 45 14. 46 54. 9 54. 12 27 Ma. 14. 48 14. 49 54. 18 54; 24 28 Dt. ï4. 52 14. 55 54. 33 54. 44 29 Wo. 14. 58 15. 2 54. 57 55. 13 30 Do. 15. 7 15. 13 55. 31 55. 5, , . I I 'I T i 2.  [68] september 1790. iv L; Ó ^ ^ ir ïc} c^ • fj'^-cT^ ^ el ^ 4 4 >" cö 1 n ï1 ? "7ï?" ' 1"' 1 ' Jtf'-'cï -> co Kiot I irj^reNl vccnl co in. VS m co Vï o5 O cö cö <ó - • K I l --r | 4 ci | ci 4 4 ö Ö v . ^ . . ^ ¥ ^ . '*J • . Y . 2 _ ^ r* co cl o GO 1 I ~> o I C.V- I C>\o cö ai jg " ^ ^ *^vs * ' 1 «c, I vc | o_ c£ I oö -5- « 5 S cö ^ t-\ 4 có j I Ooó I Ö in 1 ei l\ có 4 g 1 . « * •d-iorf' 'co I - ci 1 cl«n«« LO« r; i>, -ö ~ <Ö- I I VÖ ci . -oó , ~oöió. cö-i * w U co r^vs ' 1 ■* co J MT. ! o r>.VS ir. -G- £ r— ; S * fS s co ci - 1 I ci ir. I •3- «•-- 1 10 ■* 10 8 • vJiöcÖM, . CÓ ca 1 CIO, coO\t^4« ï 3 « co if-, | I co I (v- tn I g\ r^vc ifi —' I V) ■ ■ a\ . • ó 4 - ci cö I 4 c\ en ca c\oö \c iö\ó vö - >«0 ï«cl cim ^-cl-co _. 1 • T i^vö 4 cï 6 1 ó tö m 4 o 1 4 — fó vc 4- O O 0 CJ co 1-.V3 «n * I cn co ci r^vs -w I csco \o in *r N I " i , ! :ï! s §-sss 1 sas «is, 1 t-H# S L 1 > sriss 1 I'S? 1 l^Ms JasSs icVè^ci- i:s? 138 1 tJSSi? 3 _; V- . c5 eV ii. w> m 1 ■* °* „? I £ 1 5" e- J3 ^- (j o «-.vs m-r Imcoci i vs >r> i k tswcr 3.. ,1 Ó, Ó Cl cj, Ó. I | jö |4có«ti. ï M O " 'Cl~iO «Cl . . " " zi% i "è^c?" is.2? 1??= 1 •C-10 . A r*> A, r'. có , iÓh\Ó '1 \o n ivocoOcö > 11 I ' ■ " j Dagen. I 1 ^° - « I I  V SEPTE MBER'1789. £69] **Hl ^ ? ? I - - èjÊ ^èé-lifeSS 5S ™ 13 1 eö\C ci ei I V?4cÓh»Ó CN Is. li. M cö ó cö ! «C 4vÖ *^ "? I " V? . I "! "? f . ? . *! 10 «Itl «"T O -1 p| CO VQ1 ■» I ^«:«o r-.\C |c5>có;vo »ncö S S | » « ö | 4 ii.>c có 1 4- «vol | ét $ j 6\ 6\ A • v . . !2 I .!CE 0 I i«oo.,«o">«~ "* — U lic ti* I ö _ 1 óccvó 1 ti-inm- , có ci ó 1 có I in-i-r» '~ I en t 1 \c en -r co Ivom* [vo^. - o» c« 2 ' I S. *Ó I có 4-*ó £ | £ 6 vc' I I 4 o- v© cr. en , . • " T . , T TT en cn en « „. S S * I cö« £f I 7nSknH? I !n' ! cï" «*>° ■" I «""-'O ^ I <% -¥ Si I vit S •* j | u-.' ^ o' S> Ó «5 I 2- -1*3 I V> 4 ir | IS.»! m 9. « .ei . ? . T \^ co co co ' - 1 Mn ^ en 5* cö Zr l ^ I en ct có 1 cö ei có I I vc >- ró ci ci _) Ó ' I 2 1 Ócóvó » 1*0 4^ 1 vó 4 r-vtc. en uïó t/j I tf _t s | có cö rt. cö i en cn ó I oó ir. cc ö ö ^eó*J 1 co Cl cf I èrï ïr £J I 4* I cV S ^ ^ Ö »N »; I ÏPJ? "ï I " Öv=Ó vc i t^_> 4l . cö VC CvcÓ vö CJ I I„vc 10 I NUjvtcc I vc> rf-.^ | vo tr. « O Cl Scóg I °° 3;é I 1?été,s. i^«s>?. |ii.vrci»4, *è 5 14^? 1 ?l?f 1 ?t? il? 1 - : IkvOUI I NIOKlco ltv.S*|^SI-CN . e ój • w . c* ggcra jo • x. o § ■ l-sl >^ 22 £?• -a s I T3 P" (_> Q I Dagen. 122^83 « ci cl cfci J?« fS"" n c? 0 m ^ 0 I  [70] september 1790. VI l^ijt iliii iiiiji ;i: ïjislT SI PU i iiu¥l!!!!! limit W I sii li l i^ 1 Jlff Dagen. i ^ | « « * «*o ' -Jï^k | 7ZZ>  ƒ VII SEPTEMBER 1790. [7O j 1.6 có I có ic cc I Ööösl ^ cö ó\ cn iri -«a- co« «u-icotN1 ^ ^1- ' | ~ *t « c-J cl pi? M «f?^?1 ■ $?S'f pc» O I 5- S o ! Kso £l 1 I ^no K §. cm -t- ^no1 Iw ^ ^ ^- cn Ö cc J CÖ *+NO I rj- tJ- hh ró J cc eö 6 y£ cö 5 Ó\ Ó 4-cc I ö^C (NI « Ó\ M M I i^n o « LD * ¥ . ^ «xUTJ-l c) ^- • 10 LC & rn 2. ^ÏS °* ö 1 ^- ^ in 1 r"-. r^oc cö i c\h w P nJ t ^no ix. os | irj-o rs. | »r.\o r-^co | co »r-vo in ^ co S ^ I \C f^. rx. | vc ^ ó\ 4- | ' no cóvö S" ^ ^ có Ó VS ~ I w 10 ~ [ ift m cï I d> co-tc" if. < 1 co cm 1 in^ Tt- ci I Ci ~ 1-» tl vó rn on f" >> 1 co co -3* f it.no \c 1*. 1 & ó tH *j m w cc mVD 4N.co I invo |Xi . ur.sc is,-o I to £qno o5® ^ ïo W [ tc ^ ó J 1 0 ^ -<5- ö | cl có as "éf?»??1 i 1 fi • O crt coininAo^ Ó^vöcï ^. óvoó có I m Ó <^(M 7 CO CO rO ~ (N « «Oc* tj cn LC ^j- 'd- I M s i f253 1:»? bc- d | ègflot'ïl I SRco lièc? | .0 A | rt. <3 ~ e> | £ « g> | « m A 1 ö m\i wel , W>... w (hei 1 m sis ^ ' *s f *° m i-fc? '^«"i 1 is.? ^ | ic cc O coin .cccoon i w w e| ,c« *5-\o t-> ü I Tj- lO t^-co Os I i/i^O tv. I No |N.cO | cc Co ^ Ó f-ö I on *r.oo cn o I ff> «Th I 4 o W cc I m ir. |x.có ó I i -^-vó m i doel Lr. ^ • m r'- cn-r ' ir> cr. a ^- | n 46- 23.50. 0.51. 13.12. 1314.26. 22. 20. I3.26. 2.43. 7.16. 23.3;. I. 2- I2.4y. HJI2.7. |22.27. 14.50. 2-37- 6.46. 23.16. I.15. 12.26. 25 9-35- 33-,l6.ll. 2.32. 6.17. 23. o. 1.25.' ia. 2. Jupiter is in deeze Maand zo naby de Zon, dat de Eclipfen zyner Satellieten onzichtbaar zyn.  I OCTOBER 179c. r_73] o. 1- I 2 ö 3 „ Zons regte Zons Tydver- Ver- 0 Zons halve g» rSju opklimming Declinatie effening, fchil Middellyn. 5; J n in tyd. Zuidlyk. aftrekken. g • . \_ U. M. S. G. M. S. M. ^s! S?- ' M S. 1 vf- 12.31.15,4 3-22.39 10.28,6 l8 , 1 i«. 5,g 2 Za. 12.34.53,3 3-45-57 lo-47>2 l8\ ? 16- 4,5 3 f°- 12.38.31,5 4. 9.14 ii. 5,5 'g 13 16. a.; 4 Ma. 12.42.10,1 4.32.27 u.23,4 17'ï '9 lfi. 7,7 5 Dl- 12.45.49,2 4-55-37 11.40,9 "5 25 16. 9,4 . —— 17,2 — __ 6 Wo. 12.49.28,6 5.18.43 11-58,1 ,6 8 Tydv?nfor 7 Do- 12.53. 8,3 5-41-45 I2.J4 9 ,6 l gangdwhalv, 8 Vr, i2J.48j r4.43 12.3Ï2 tl dooTden" 9 £»■ 13.0.29,0 6.27.36 12.47,1 ,55 Me/idUM 5o Zo. 13. 4.IO,o 6.50.24 13. 2,6 5'5 Meridiaan. „ „ M. S. ______ —— 15,0 tl Ma. ,3. 7.5,,6 7.13. 6 13.17,6 1 ,. 4 , 12 Di. 13.11.33,6 7.35-43 13-32,0 l'Z 7 1. 4,is 13 Wo. 13.15.16,1 7.58.12 13.46,0 13 ,. 5 o 14 Do. I3.,8.59,l 8.20.35 13-59,5 19 1.55 15 vr. 13.22.42,7 8.42.52 14.12,5 3' 25 1. 12,3 — 16 Za. 13.26.26,8 9. 5. o 14.24,8 IT g 17 Zo l3-30.n,5 9.27' 1 M-36,6 , u'3 Zm, Uur. 18 Mi. 13.33.56,8 9.43.52 14-47,9 ,0)7 beweesins. 19 Di. 13.37-42,7 10.10.36 14.58,6 i 'l DC*"6'ng. 20 Wo. 13.41.29,2 10.32.11 15. 8,6 1 — 9>4 M- S- 21 Do. 13.45-16,3 10-53-35 i5-'8,o „ , 2.„ 8 22 Vr. 13.49. 4,2 „.,4.5, ,5.06,7 s% 7 2.28 4 23 Za. 13.52.52,7 II.35.5Ö 15-34,7 ' 13 2.28,9 24 ZO. 13.56.41,8 j II.56.51 15-42,1 XX ig 2.2g? 25 Ma. i4. 0.31,6 12.17-33 15-48,8 °'7 25 2,2$ 26 Di. I4. 4.22,3 12.38. 6 15.54,6 5 t 27 Wo. I4. 8.13,7 12.58.26 15.59,7 . 4 28 Do. 14.12.6,0 13.18.35 16.4,1 ,6 29 Vr. 14.15.58,9 13.38.31 16. 7,7 2\ 30 Za. 14.19.52,6 13.58.15 16.10,6 2,0 31 Zo. ,4.23-47,2 i4-!7-44 iC.12,6 j ,  I [74] O C T O BEK 1790. Il i _ Z f? Cl'«veig. (pregteöp-(['r,.greo|.-<£< Decli- (Ji Decli- | 5 m 5 M 'ver den.kliinming klinvr.ing 1 natie. naiie. | g £ ^ j? 3 ff Meridiaan |C3 3 3 °"g Middag. Middern. | Middag. Middern. r [ U. mt ÏTmC G. M~j~ö7m ü. M. 1 Vr. 24 18.45 99.44 io''.22 18.17N. 17.31 N. 2 Za. 2- 19.37 113. 2 119-44 16.-31 15.18 3 Zo 26 ïo.30 126.23 133-14 13-50 i2.1.0 4 Ma. 27 21.23 140. o f46.49 10.19 8.17 5 Di. 28 22.17 153-40 160.35 6.16 3.49 N. 6 Wo. 29 23-12 167.33 174.35 1.26N. i. i Z 7 Do. 1 Ó 181.43 188.55 3-28Z. -.2 8 Vr. 2 o. 9 196-I3 203.37 8.13 ,o.24 9 Za. 3 1. 7 211. 6 218.40 12.26 i4.i4 10 Zo. 4 2. 6 226.18 233.58 15.48 i7. 4 11 Ma. 5 3-6 241.38 249.16 18. 3 jg.,,., 12 Di. 6 4-5 256.51 264.19 19. 3 IQ. 6 13 »'o. 7 5-3 271-40 278.53 18.51 js.tn 14 Db. ' 8 5-57 285.55 292.47 17.32 ,6.32 15 Vr. ■ 9 6-49 299.28 305.59 15.19 i3>56 16 ?a. 10 7-38 312.20 3,8.31 12.23 10.42 ,7 Zo. 11 8.24 324-35 330.32 8.57 7. 7 18 Mi, 12 9- 8 336-23 342.10 5.'12 3.15 Z. 19 Di. 13 9-51 347-53 353-34 s.-i-Z 0.4i N> 20 VVo. ï4 10.34 353-13 4*53 2.38» 4.33 21 Do. 15 H-i7 10.34 16. r6 6.55 R t, 22 Vr. 16 11. 1 22. o 27.48 9.56 23 Za- 17 I2-46 33.40 39.36 13. 4 ,..26 «4 Zo. 18 13-31 45-36 51.41 rs.39 " 16.42 25 Ma. 19 14-18 57.51 64. 5 ,7.35 ' 18.17 a6 Di. 20 15- 6 70.23 76.44 18.46 ia. 2 a7 Wo. 21 15-55 83. 9 89.36 I9. 7 ,3-, »8 Do. | 22 10.45 96. 4 102.34 18.3? I7.c6 29 Vt- 23 17-35 109. 5 115.36 ,7. 6 16. 2 30 Za. 24 l».25 122. 8 128.40 14.45 ,3-,6 31 Zo. ; 25 I 19.15 135-13 tl»'47 n.37 I 9-46  UI OCTOBER 1790. [75] _ a. ({«"Kalvc (£• halre !J'lïö7izon-(J> hoTïïöïv S 0 S s Middellyn. Middellyn. taal Ver- taal Ver- Phafes J^oS ^o? fchilzicht. fchilzicht. van de g 3 S 3 Middag. Middern. Middag. Middern. Maan. P- ^_ M, S. M. S. M.T MT T. 1 Vr. 15. 19 15. 26 56. 12 56. 36 Nieuwe 2 j.a. 15. 33 15. 40 57. 3 57. 3o Mda„. 3 Zo. ,5. 48 !«. 56 57. 58 5g. 27 4 Ma. ,6. 4 IÖ. u 5g. ^ 25 R M> 5 Di. X6. 19 iö. 25 59. 51 60. 1(5 7. Iy. 29. 6 W'o. 16. 31 16. 36 6o. j8 6o. s6 Ecrfte 7 Do. 16. 40 16. 43 61. 12 61. 22 Quattier 8 Vr. iS. 45 16. 45 61. 27 61. 38 9 Za. 16.44 ,6.4, 6l. 23 61.14 D. U. M 10 Zo. 16. 38 ,6. 33 61. i Co. 44 ,4. 11. 58. 11 Ma. 16. 37 16. 21 60. 24 60. i 3 «o. 16. o 15. 52 5g. 43 5j. ,6 4 Do. 15. 45 ,5. 38 57. so „. 24 D_ M> 15 Vr. ,5.3, ,5. 25 56. 5y 56, 3Ö 22-II.4Ö< Jrt Za ,5. ,9 ,5. I4 56. J4 55, 54 Lartfte ,1 i?l I5- 9 '5- 5 55- 35 55- 19 Quarüer. iq ^ |S- 1 '4- 58 55- 5 54- 53 la vvn 4' 55 I4- 5? 54" 43 54- 32 D. U. M. 20 Wo. ,4.50 14. 48 M. 24 .4. lg 30.I2-2I. 91 Do. ,4. 46 ,4. 45 54. ,3 23 Za. 14. 4S ,4. 45 M. 6 24 ,Zo. u. 4rt ,4. 47 54_ JO j- 25 Ma. n. 4s 14. 50 54. 2I 54. 28 26 Di I4. 53 I4. s6 j 27 \Vo. 14. 5Q ,5. 3 7 *n v, ,5> 2 15-12 SS- 3o 55. 47 29 Vr. 15. l8 15. 24 56. 7 56. 28 30 Za. ,5. 30 ,5. J7 s6. 5l 57_ ]6 31 Zo. ) 15. 44 | 15. 51 57. 42 58. 9 k 2  [76] OCTOBER 1790. IV | ItlM JMLJIËL IML lil^ l^ïl 'ij' II'lil f - ^ 15 léli \U\ lllll Uli m m m\ nm m o ■ Ui 3 lil! !„! Uïll m g- i-èii is£* it«s '■;|' ;i» m m at ^ ' 2 * Dagen. I »°-2C SS-??» |  I V OCTOBER 1790. C77] ïlb mm n m\W si, ;«f« m mm éi lis 111 limit HE ül iilllll 1|| Is 1 I S Dagen. « g g 5 S S? g*» S*8 S"5 3 8> S R £  L?». OCTOBER 1790. VI "! 8 "] n?° öjiwöm Ó.0Ó | ■0 ^ Eo s it'&è £5» 1 ^ &" g, s **■ i " ■g t r- ^ co, .j- u-. I .j- y-, ts.» o- O - I m\c (C. ie <ö ó ó I :.■ • • ■ 1 .• . . «*co * ^ • • T. "ma „*5 *j S^s lMOl "S^4?0 é'S I g I ^ «"q 1 *wl iovo cooon I JJmJ £ « £"4? 'SS,' & fr - " S» " "S | i&"jtj| ««« 1 «si iè^^.gsi'i èsE lilJi ___ I *Öfc*fSi Hl >;s H 1 sa- j 1 =i»»5*i 1 saé * 1^*1 1 Ss&éèsi 1 li- «D^ti l l?5Rc5-§=| 1 té s —: : ' " " n «5 | ón» I cV Ó 4 o\ a in I I A ,*. |_* ci is« i^iési-i 1 él ! " E^g p S1 I* I ;j, £ £• ° ó ^ _■ |«n c d - cj 1 «ïj i'ièè.i'fe'sg 1 -3 II ~ **? I t«l ls.00 t>0 Cl I Uf.^O a 8 _ g ja . « g o < z £ ^ 1 Dagen. | | m-ioo I o-Mn-tu-.oK l;?!»* j  | VII OCTOBER 1790. [79] ü t®\ mmm si s ii tiij' is lm liin M -1 S1 -2*21 1**1 gij* I; II lïi |:'ili]lilJI k ■ n m m \\mmï M-» iffil lig -5 «3 iï^» f 1 *» 1 s*s '*s~d èi {sits \ii \H&ii&U gij: tl f ïljjj ui I li ïl Ï2 is  [loj üCl'OBER 1790. VIII Venus. Mars. Jupiter. Saturnus. o ■g gaat gaat j gaat gaat ? Decli- dooi Decli- door Decli- door Decli- door natie. den natie. den 1 natie, den natie. den Merid. Merid. | Merid. Merid. G. M. U.M.j G. M. | U.M.1 G. M. U.M. G. M. U.M. 1 6.53.N 22.39. 17.28-Z. 2.27.I 5.48.N. 22.43. I.37.Z. ÏI.39J 7 4. 4. 22.44. 18.40. 2.22-j 5.19. 22.2Ö. 1.47. II. 15.' 13 I. 9.N. 22.50. 19.46. 2.17.! 4.51. 22. 8. 1.57. 10.52. 19 I.48.Z. 22-55. 20.48. 2.12. 4.24. 21.50. 2.7. 10.28.' S5 4.45. 22.59- 2I.44- ï- 8.(3.57. 21.31- 2.15. 110. 4. Eclipfen der Satellieten van Jupiter. Eerfte Satelliet. [Tweede Satelliet.' Derde Satelliet. Intreden. Intreden. Dagen. U. M. S. Dagen. U. M. S. Dagen. U- M. S. 1 22. 16. 9. 2 12. 44. 23. 1 22.33. r.Int'. 3 16.45- J2. 6 2. 2. 19- 2 1.40 51.Uiig- 5 11. 14- 10. 9 15. 20. 9. 9 2.33.35. 7 5- 43- 8. 13 4- 37- 5l- 9 5 40.46. U. 9 o- 12. 5. 16 17. 55. 25. x6 6.33.32. ï. IQ 18. 41. I. 20 7. 12. 48. 16 9.39.52. U. !2 13- 9-54- 23 20.30. 2. 23 10.'32.57. I. 14 7.38.46. 27 9-47- 3- 23 13-38-25. U. 16 2. 7. 36. 30 23. 3-53- 3° 14. 31-43- !• 17 20. 36. 23. 30 17.36.19. U. 19 15- 5- 8. 21 9. 33- 52- I 24 si' 31I i* i Vierde Satelliet. *2<5 16. 59. 47- j 28 11. 28. 21. 3° 5- 5<5- 53- 13 0.48. 6. I. 13 I 4.48.57. U. 29 18 47.46. I. 29 I22.44. 2. u.  i NOVEMBER 1790. [80 *»£? Sw Zons regte I Zons TydTer- Vei- 3 Zon» halve üf'n rt"^ opklimmingjDeclinatie effening, fchil. 7" Middellyn. a_= jj.a in tyd. I Zuidlyk. jftfekker. 3 '_ ° U. M. S. G. M. S. M. S. sT~ M. S. " 1 Ma. i4.j7.4I,4 143Ö.59 16.1.3,7 „. 1 i6-ii,i 2 °'" '4-3I-38.6. 14-56. 2 16.(4,1 °>* ; 16.12,6 3 Wo. 14.35.35,6 15 I4-4Q 16.13,5 ,„ 13 »6.is,o 4 Do. 14.39.33,5 15.33.21 16.12,2 *'? 19 16.15a 5 vr. 14.43.32,3 15.51.38 16.10,1 z'' 35 16.16,1 6 Za At "i o /- Tyduandoor- 7 Zo' ïilïla*, ,^ 9,40 <7>I li> S»"gdfrhalv0 M. S. ' 7,3 II Do. 15. 7.42,2 17.35.34 i5.39;4 1 ,. P>9 «3 Za- I5.i5.52,3 18. 7.49 15.22,5 8'? 13 I. 8,3 4 Zo. 15.19.58,5 18.23.28 is.,2,9 ,9'* '9 J. 9 0 '5 Ma. 15.24. 5,? | 18.38.48 15. 3,5 I0>* 25 1. £<5 ' 16 Di. i5.28.r3,6 is 53.48 14 5i,i , 17 Wo. 15-32-22,3 19.8.27 14 39,0 J?'1 Zons Ü.i- 18 Do. 15.36.31,8 t9.22.46 1426,1 ,2'g beweegmg. 19 Vr. 15.40.42,0 19.36.44 14.12,3 ^'8 6 h 20 Za. 15.44.53,2 19.50.21 13:57,8 '4>5 Mi S. 21 Zo. 15>4a. 5,i 20.3.36 13-42,5 ,rt „ 1 *-3?,4 22 JJ?- 15-53.17,8 20.16.28 13-26,3 7 2.30,8 2-5 Si* 15.57.31,4 20.2858 13.9,4 [y'ï '3 2-31,2 24 Wo. l6. li45j? 20.41. 5 i2.5r,6 >9 2.31,7 25 u°- 16. 6. 0,7 20.52.51 12.33,2 ' 25 a.32,0 ——___ I0)2 —— —— 26 Vr. 16.10.16,6 21. 4.12 12.14,0 „„ „ 27 Za. 16.14.33,2 2i,t5. 9 n-54,0 H>° 28 Zo. jfi.,8.50,5 3125.42 n.33,3 29 Ma. 16.23. 8,6 21.35.51 li.ït.9 VA 30 m. 16.27.27,3 21.45.34 ij.49,7 — ■ . 22)8 ... . . .  [8a] NOVEMBER 1790. II ó. la. 9 (IsOverg.gsreJteop dsregteop (Js Decli- (Js Dech- " t ? ö S-g over den klimming klimming. natie. natie. EtSi I ö u 2_ ?! Meridiaan E s ? g o S Middag. Middern. Middag. Middern. fi- ^ ^_ Ü. M. G. M. ~*T G. M. i G. ~M. 1 Ma. 26 20. 6 148.23 155. 1 7.48N. 5.40 N. 2 Di. 27 21. o 161.42 168.29 3.25N 1. 6 N. 3 W0. 28 21.54 175-20 182.19 • 1.17Z. 3.40 Z. 4 Do. 29 22-50 . 189 24 196.37 6. 2 8.20 5 Vr. go 23.48 203.59 2H.30 10.31 12.32 6 Za, 1 d 219. 7 226.51 14.21 15-54 7 Zo. 2 0.49 234-40 242.31 17.10 18. 9 8 Ma. 3 1.51 2t;o.23 258.11 18.47 19- 6 9 Di. 4 2.51 265.54 273.29 19. 5 18.45 ïo wo. 5 3.48 280.54 288. 8 18. 8 17.15 11 Do. 6 4.42 295. 9 301.58 16. 8 14.49 '2 Vr. 7 5.33 308.35 5*5. I 13.20 11.43 13 Za. 8 6.20 321.16 327.23 9.58 8. 8 14 Zo. 9 7. 5 333.21 339-12 6.13 4.,7 15 Ma. 10 7.49 344-59 35C42 2.19Z. 0.21 Z. 16 Di. 11 8.32 356.21 2. o l-37N- 3.33 N.' 17 vvo. 12 9 14 7.39 13-20 5.26 7.V7 18 Do. 13 9.57 ,9. 2 24-47 9- 4 10.44 19 Vr. 14 10.41 .30.37 36-30 12.18 i>46 20 Za. 15 11.26 42.28 48.33 15. 4 !6.i3 21 Zo. 16 12.13 54-42 60.57 17-12 18. o 22 Ma. 17 13. 1 67.15 73-38 18.36 18.59 23 Di. 18 .13.50 80. 4 86.32 '9- 9 19. 6 24 Wo. 19 14-39 93- 2 99-32 18.50 iij.20 25 Do. 20 15.29 106. 3 112.33 *7-35 16.38 26 Vr. 21 16.18 119. 2 125.30 15-29 14. 8 27 Za. 22 17. 7 I3I-57 138-22 12-35 10.52 28 Zo. 23 17.56 144.48 151.14 9- o 7. o 29 Ma. 24 18.45 157-41 164.II 4-53 2.42 N. 30 Di. 25 19.35 J70.45 177-23 0.25N. i,53 z.  IlII november ,790. [83] o. _ (T.s halve (t> halve (Jshomon- (£s horizon- " O " O Midtl4llyn' Middellyn taal Ver- | taal Ver- PhafeJ fchilaicht. fchiUicht. van de g'n j> g Middag. Middern. Middag. Middern. Waan. $• ~ HT& mTs^ m. s. mTsT- 1 Ma. Ï5« 58 16. 6 58. 36 59. 4 Nieuwe 2 Di. rö- 13 l6- 20 59. 30 59' 56 Maan. 3 v*o. 16. 27 16. 32 6a. 20 60. 42 4 Do. 16. 37 16. 41 éo. 59 61. 14 D. U. M. 5 Vr. 16. 44 16. 45 61. 25 61. 30 6. 5. 14 6 Za. 16. 46 ï6« 45 6t. 31 61. 25 Eerfte 7 Zo. 16. 42 16. 39 61. 17 61. J Quartier. 8 Ma. 16. 33 l<5. 27 60. 45 60. 24 9 Di. 16. 21 16. 13 60. o 59. 33 D. U. M. 10 Wo. 16. 6 15. 58 59. 5 58. 36 13. 1. 55 11 Do. 15. 50 15. 42 58- 7 57. 38 12 Vr. 15. 35 15- 27 57. 10 56. 44 Volle Maan. 13 Za. 15- 20 15. 14 56. 19 55. 56 14 Zo. 15. 9 15- 4 55- 35 55. 18 D. U. M. 15 Ma. 15. o 14.46 55- 2 54.48 21.6.36 16 Di. 14. 53 14. 50 54. 36 54. 26 Laatfte 17 Wo. 14. 48 14. 47 54. 18 54. 13 Quartier. 18' Do. 14. 46 14. 45 54. 10 54. 9 19 Vr. 14. 45 14. 46 54. 8 54. o D. TJ. M. 20 Za. 14. 46 14. 48 54. 12 54. 17 29. o. 4. 21 Zo. 14. 49 14. 51 54. 23 54. 29 22 Ma. 14. 53 14. 55 54. 37 54. 45 23 Di. i4. 58 15. I 54. 55 55. 6 24 V*o. 15. 4 15. 7 55. 17 55. 3o 25 Do. 15. 11 15. 15 55. 44 50. ï 26 Vr. 15. 20 15. 85 56. 17 56. 35 27 Za. 15. 30 15. 36 56- 5* 57- 14 28 Zo. 15. 42 15. 48 57. 35 57. 56 29 Ma. 15. 54 16. o 58. 18 58. 40 . ' 30 Di. 16. 6 16. II 59. 2 59. 24 ' I  [*4_ NOVEMBER 1790. IV jpii 1 s Mii m n illMjiiiil pi|: f!i Ü ig !l! ;{ flH lil [a !«« Hifi it jil ü 1 II III lil li til 11 II! !* llllf lift* li j&S 6 45-si ifc i^si igfegs is « ósi i'sésï jg^'d. 's j H 1 P ij ff F Dagen. I i I <*^2Z« I "S'ïï I  | V NOVEMBER 1789. [85] có ci>c j^-q-cV|cinco in i ts.no it.-tm I Is. -Oo rs.No có 2 l£ *> I » lï. I IS. «5" I " h Nó Bló aj S I j J{! • I §, 2* ■" Jf I oi cö « 4ó h ö n D ^ r»i i nó *t . cc nö » ci ö. iö vc-^-ci Önnó - « « M I KI* | C | ts. m -00 is.no ■ g | có tVnÓ |«ó|\ö«cfts.| «cV'in • t1? ^ n n f » .co m« SS S c° °n 1^2 I--CÖ0ÖI ■* có in\ó nÓ . . f. 1 «« 1 . f™ 1 -er f m M I ir: -er- I Klfittn I fv.vo ,3. «O OnCO NO có 8 " & 2" I oé eê |cÓÓ\Óm!o| « .* ó -5- 4- iö - ts. . " ^ J " ? ¥ . t *? T co m S 5 co m m _ Dm ^ S £ï* ï 2! ^ I !T ON ^ I incïcV c> ts. in m c?n ^ n" I W)c? I MT.^m I fs.NO Tl- — O oco N© có ó "> 2° I id I jö^N^. 4 ó\vë <ó fs. cV ö >ó S - S I O.Ï | " C% 4 M ló«oc5 50 . in V . . ~ . ^ " "f en to *r t t fl S j n I vo -3- I is.no Ntnci js.no !o ci o onco ts. có °' «0 g,* 1 ( "s^ais 1 1 itiiè's S « £ «I £•£ I '«A I 8*8" D rn El 2, I ,« Ö i 4fl ó Isi i ló m | 6 có ló ró có o có S 0 I !2 I 'S, 2. c'' ° °> I ö ci I •* c" t» 4- •ci 5 ■ "" """ . ? . 'cr:-cr« ^ s s ? T ' ? 0 ! T «* 3 s 1« * 1 ""é,«é b 1 - com ic^CI.VOc-Tm ö.nc I ts. 4- 1 Ci CTN Is. có ö ^ ^3; 1 &2 I Ic5n^c54 _d . .'e? •. "n m. mco *inmcl SAS O « | -Nc | cocONg wnc | co in | LÖróciNÓ s s i . 3 -5 § «'ï 2S o .Hoe" 0 " < * _ ^ _ -^^ is Q Dagen. " S~ «SS SïiP??^ Nots.cn |Nots.coo.o ■ 0 - M fcifl tinootni «cel ci ci m ci m 1 3  | [86] NOVEMBER 1790. VI |jSj_dj_|| lil HJjt ï'fi\ lij UÏ_ Mi h mmmm fïji Hl i* 1 1 4^^** 'ié 'i'Ip" «ia »ss liigg&ig icScj; ijg Éi i a .!& i^ iiaiii Ijiï ü.hiiMftiiiiiidii! lui 11 lil :illliliin;» ÏSJ3 ii II! .«iitiMil ( w il l f ff II" oase», j -« | "^ssagyglsggjg^  ƒ VII NOVEMBER 1790. [87] ui H sw- j é8aat^2§i3 pi? « ~° fhfe!*ój t» 8 " "Si I ïj. " I ~ "w ' ° iim^'- I ci j ais £<2 t g, $ 1 i ? 1 j « 1 0.0 0 & a £ §. I S 1 2, i l " f'- &d i «k« °\ a wvo | co I o bj^iok I s cj is- 1 lèis Uslll'i ill !a s a 18 i cVwi i èc?^6 i i£° Ö ^ ti £«3 I S\9 1 có ó.« , aci wcó , ö> ri vó ^ U r co 1 -a-vo I m co in | « .j- inxc I co Svo ui ?< ^ —ó? li' è I g i 12 s's 4 ' ci; atp< 00 5 I " l*cT°V Ie? wc? n I — " cï D rt f ^ 1 l> Cv 1 ïs.có ó 1 cc ó cóvö ■ n u 4 ^ vj tsCO | *T W I Cl co CO | CM ^ LT.VC I CO IflVO • O I có Is, cv I ó VÓ I cï ts. I ~> ci co có I tZ 10 tra .. . .f 1» T . f ■cp->o 'lTt-cl« as a 1 1 lè^ssicoSs fic? iiè 1 ïfioi i'ss.ai*.«£$8 - | - - ; ' o c n "O I e 3 — — ca . kS I-S S g £ > Sr ca a> « 3 S S ?^ «cf go* 2 *■ o DaEen. | rsco I ccc-g j o g «, co ScTg'g&lïi^ga  £88] NOVEMBER 1790. VIII Venus. Mars. Jupiter. Sacurnus. Ö gaat gaat gaat j gaat tra Decli-. door Decli- door Decli- door Decli- i door a natie- den natie. den natie. den natie, I den Merid. Merid. Merid. IMerid. G. M. 1 V.M.\ G. M. U. M. G. M. U.M. G. M. , U-M. I 8. 7.Z.js3. 5..22.39.Z. 2. 2. 3.27.N. 21. 9. 2.24-zj 9.35. 710.53. 23.10. 23.18. 1.57. 3.3. 20.49. 2.29- I 9-'O. 13 I3-3I- 23- Uv23-49- I-52- 2.40. 20.28. 2.33- 8.45. 1915.57. 23.19.24.11. 1.47. 2.18. 20. 7. 2.36. 8.20. 2518.8. 23.24.,i4.23. 1.42. 1-59. 19.45. 2.37. 7.54- Eclipfen der Satellieten van Jupiter. Eerlte Satelliet. Tweede Satelliet. Derde Satelliet» Intreden. Intreden. Dagen. U. M. S. I Dagen, j U. M. S. Dagen. U- M. S. 1 o. 25. 22. 3 12. 20. 28. 6 18.29.46. Intr 2 18. 53- 47- * 7 «• 3fi- 52. f> 8i.33.29.U1fg 4 13. 22. 10. 10 14. 53. 2. 13 22.27. o. I. 6 7- 5o. 30- 14 4' O- o. 14 1.29.51-U. 8 2. 18. 47- WI7 17- 24. 45. I 21 2.23.32.1. 9 20. 47- 2. 21 6.40. 18. ; 21 5.25.27. U< *II 15. 15- 14- 24 19. 55. 40. j 28 6.19.18.1. 13 9.43-23. 28 9. 10. 53. 28 920.19. U. 15 4. 11. 29. 16 22. 39- 33> *i8 17. 7. 34. 20 u. 35. 32. 24 t3T.ll Vierde Satelliet. 25 18.59. 17. *27 13. aö. 59. 29 7- 54- 49- '5 12.43-20.1. 15 (6-34-45-U-  I DECEMBER 1790. Q89] g ^ Zons regte Zons Tydvet- Ver- 0 Zons halve *1 S? opklimming Declinatie effening, fchil. & Middellyn. 5 ™ in 'y*- Zuidlyk. aftretken.l 3 I. U. M. S. G.M. S. M- S. | 5. M. S. 1 Wo. 16.31.46,8 21.5454 10.26,9 1 16-17,1 2 Do. 16.36. 7,0 22. 3.48 10, 3,4 «7, 7 ln-17,9 3 Vr. 16.40.27,7 22.12.16 9.39,3 ZV 13 16.18,5 4 Za. 16.44.48,9 22.20.19 9.14,« IVi '9 16.19,0 5 Zo. 16.49.10,7 22.27.55 8.49,4 i" 25 i6.i9j2 25,7 ' Tydvandoor- 6 Ma. 16.53-33,2 22.35- 5 8.23.7 36,3 gangderhalvè 7 Di. 16.57.56,2 22.4'-49 7-57.4 26,9 Zónnefchyf 8 Wo. 17. 2.19,7 22.48. 6 7-3o,5 27,2 door den 9 Do. 17. 6.43,5 22.53.55 7- 3,3 27,6 Meridhan. 10 Vr. 17.11. 7,8 22.59-V 6.35,7 — M. S. ; 27,9 —1 • II Za. 17.15.32,4 23.4-12 6.7,8 o 1 l.io,2 12 Za. 17.19.57,3 23- 3.40 5-39.5 „gó 7 i-'o,7 13 Ma. 17.24.22,5 23.12.40 5-io,9 g' 13 1.11,0 !4 Di. 17.28.48,0 23.t6.11 4.42,0 zZ'' 19 I.li,I 15 Wo. 17.33-13,7 23.19.16 4-12,8 y' 25 l.li.l 29,3 16 Do. 17.37-39,6 23.21.52 3-43,5 19,5 17 Vr. 17.42. 5,8 23.24- o 3.14,0 29>6 Zons Uur- 18 Za. 17.46.32,1 23.25.4° 2.44,4 29,8 bcweegmg. 19 Zo. 17.50.58,5 23.26.51 1.14,6 2yj8 20 Mak 17.55.24,9 23-27-35 1-44,8 M. S. 29,9 Si Di. I 17.59.51,5 23-27-49 l-M>9 ,„„ I 2.32,2 22 Wo.: 18.4.18,1 23-27-37 o 44.9 1 ~o'0 7 2-32,5 23 Do. 18.8.44,7 23-26.55 O,14>9'30'0 13 2.32i7 24 vr. 18.13.11,3 23.25-45 byv.15,0 l9 2-32,8 15 Za. 18.17.37,8 23-24- 7 0-44.9 j 25 2.32,9 26 Zo. 18.22. 4,2 23.22. 1 1.14,7 J 00,6 27 Ma. 18.26-30,5 23-19-26 1-44,3 29Ï4 28 Di. 18.30.56,6 23-16.24 2.13.7 29,3 29 wo. 18-35.22,5 23-12.53 2-43,0 29,0 30 Do. 18.39.48,2 23. 8.f4 3.12,0 | ; — i • 28,9 31 Vr. 18-44-13,7 23'. '4-27 3-40,9 i l8;4  fgo] DECEMBER 1790. I[ k fo. Ff 1' Overg.,(i* regte op-(p rtgteop-(J* Decli- ;(£s DecLi- 5 c 3 w- o.»- over dcntjdimming küin.vjng natie. natte. S^ë 55'" ™ r rïdiaan 2 3 <*! if"f Middag. Middern. Middag. Middern. P- f • U. M~ G. MT G. M. I" G. M. G. Ml ' 1 Wo. 26 20.29 184. 7 190.59 4.11Z. 6.28 Z. 2 'Do. 27 21-25 197-59 205. 8 8.40 10.45 3 Vr. 28 22-23 212.27 219.51) 12.43 14-28 4 Za. 29 23-22 227-33 2.15.16 irt. o I--I5 5 Zo. 1 Ó 243- 6 2^0.58 18.13 18.51 6 Mi. 2 0.23 258.50 26'.38 19. 8 19. 7 7 Di. 3 1.23 274.21 281.56 18.46 18. 81 8 Wc 4 : 2.20 Ö9.J0 296-31 17.11 16. r 9 Do. 5 3.13 303-3* 310.17 14.38 13.4, 10 Vr. 6 ' 4- 3 316.52 323-16 11.22 y.33 11 "z. 7 4-5» 329-29 335-33 7-3» 5.41 12 Zo. 8 5.36 341-31 347-21 I 3.4lZ. ,.4, z, 13 Ma. 9 6.19 , 353- 7 358-51 0.19N. 2.jg {ft 14 Di. 10 7- r j 4-3= 10.13 ' 4-15 6. 7 15 Wo.Ii 7-43 I «5*54 21.37 7.57 0.40 16 Do. T2 8.27 27.23 33.14 11.10 ti*$t 17 Vr. 13 9-'2 39- 9 ' 45-'o 14-15 15.31 18 Za. 14 9.58 5*-'5 57.28 i 16.37 17-32 19 Zo. 15 10.45 63-45 70. 8 I 18.16 18.47 20 Ma. ' 16 n.34 76-3+ 83. 5 19. 6 19.12 91 j Di. 17 ra.24 89-39 96 15 19- 4 18.4a 22 ;Wo. 18 IJ.I4 102.51 109.27 18. 5 I7.15 ' 23 'Do. 19 M- 3 116. 2 122.35 '6-12 14.C.5 ,.4 ;Vc 20 14-52 129. 7 i-v36 13.27 n.43 *a .Za- .21 15-41 142- 4 148.30 10. 1 g. § a6 Zo. 22 T6.3Ö J54.?5 I6J.2, 6. 2 , N 37 Ma. 23 17-19 167.47 I 174.10' i.4rN. oXl Z. a8 Di. 24 18. 9 180.48 187.25 2.49Z. 5. I 99 25 19- 2 ,y4. s 200.57 7.15 9.21 jo Do. 26 I9-56 207.55 215. I 11.21 13.10 j+ _Vi~ 27) .20.42 I 222.16 I 229.38 , 14..49 16.14  UL DECEMBER 1790. ■ ~ tZ (T* halve (J« halve (X1 hor'i7.on-'(J> horizon- 5 B 3 Middellyn. Middellyn. taal Vet-| taal Vet- Phafes g F s: S' fchilzicht. 'fchilzicht. »an de gan o1^ Middag. Middern. Middag. | Middeni. Maan. p- mTs! m.T M.~si mTs^ 1 Wo. 16. 17 16. 22 59. 45 60. 4 Nieuwe 2 Do. i6. 26 irt. 31 60. 21 60. 36 Maan. 3 Vr. 16. 34 16. 36 60. 48 60. 56 4 Za. 16. 38 16. 38 61. i 61. 1 d. u. m. 5 Zo. 16. 37 16. 34 60. 56 60. 48 5. 15. 48. 6 Ma. 16. 31 16. 26 60. 35 60. 18 Eerfte 7 Di. 16. 20 16. 14 59. 58 59. 36 Quaitier 8 Wo. 16. 7 16. o 59-11 58- 44 9 Do. 15. 53 15. 45 58. 17 57. 49 d. u. m. 10 Vc. 15. 37 15. 30 57. 21 56. 55 12. 19. 4J. tl Za. 15. 23 15. 17 56. 29 56. 5 12 zo. 15.11 i5. 6 55.43 55.23 Volle Mtan. 13 Ma 15. i 14. 57 55. 7 54, 52 14 Di. 14. 54 14. 51 54. 39 54. 29 D. u. M. 15 Wo. 14. 49 14. 48 54. 23 54. 18 2j. o. 37. 16 Do. 14. 47 14. 47 54. 15 54. 15 Laatfte 17 Vr. 14. 47 14. 48 54. 16 54. 21 Quartier. 18 Za. 14. 50 14. 52 54. 27 54. 34 19 Zo. 14. 54 14. 57 54. 42 54. 52 d. u. m. 20 Ma. 15. o 15. 3 55. 2 55. 14 28. 9. 47. 21 Di. 15. 6 15. 10 55. 26 55. 39 22 Wo. 15. ij 15. 17 55. 52 56. 6 23 Do- J-j- 21 15- 25 56. 20 56. 35 24 Vr. 15. 29 15. 33 56. 49 57. 4 25 Za- 15- 37 15- 41 57- '9 57- $4 26 Zo. 15. 45 15. 49 57. 49 5g. 4 27 M.a- 15. 53 '5- 57 58- 19 58- 34 28 Di. «{. ! 16. 5 58. 49 59. 3 29 Wo. 16. 9 iö. 12 59. 16 59. 29 30 Do. 16. 15 16. 18 59. 40 59. 50 31 Vr. 16. .20 16. 22 59. 59 j 60. 4 m 2  [92] DECEMBER 1790. IV l-II» Si! II lil m n :« m ::«»:« ii 8 :a si Ml § — 1 = 2 ci «j |*«$ ffRêij: ié**.** 55 £ —! H ^ lis- 1 a«4 i^sïs 16 |p-|i si i s.èl i&* i*é*ö* is |5i a || 1 lil) \lU 1**411 \ l 1 Jks a »i i^fe i>«8 2 laè&ê-: lei «è is** lèié \t !| i'i I !f U U f | Dagen. ~« 00 » « g «JJJS'g £■ £"3  V DECEMBER 1790. - [93] n i n m iiiii: liiati *"* — cöS - 51 "cTss 1^-31 iTïiïïi SS 6 SI S°£cf UdicTI I 51 |S ff- «ff illfli fI1MJI *s 3 *t 1 lil 1 llïlP 3s 1 sis- 1^?^ i^éss wTTWT" M 3  [94] DECEMBER 1790. VI I g; aif ilil; IliilÜIB s^~èT7~Ti 1 è.i -testes* i-i-léi «-8 - éi i~? 1 sis-s-i! 1 i«g 1 5 l1^ ci *s I SSllèiiH ]iM I" I 1: , Sis - 1 1 sHé'^è 1 sss 1 * 15? 5 ii ;a iiiaiiüiiüi I Pi 11} I li ii Dagen. "« « ~ _ °° o o ~ „ „ ? „ g -r ... j ^  I VII DECEMBER 1790. [95] U\ t\ g1 is-.i é= si11 a ■*» a |. 0 1 £ ° s ?. £ 1 bï»,1s*o.I ü P ei C3 te I m 5 >n e» m tvc I « * ir. c< en -*\c Ij cj en '2 c"? [ i-tlU «en<5- | Ó Ó> -r | » ,n o ^ 1 uioci ' . ^ C ^* ~ C . * ^ >4 t5> Ï» 6 I . Ó ei 4 r j ^.o5 I 6 ensc | (5l só Ó 1 « ijï Pi-h O col eOTj-ir lenrrinl «^ ir. I rt t<3 I « en L}"3 "5 yF I h - o ^rco i o\ co W C! lx, I Cl 1 Mtm I Cl -s}- LT. | CO lx; I t- CO Lt ó tv5 1 ^ m ^ I eo <=? ' ^ c? ^ l !? «M t>s als li isssi ii0-! eis a fci ;i.èffi i li&i &i4 i ^-?fei fc-è SS) J o5 A. k I «ó ^| 6v i ^-vó \d c-5\ -1 6 lO ^ f' ^ •■ T *2 10 T | ^ *? CO -< ^ C4 »tH *A A ' VD *C v£ c c r> , cc ö ^ ó có ^ | t\ " <ó ó\ >ö ó P o p t^co pi co <* 1 ci mo ci co ir. I Ci rj- iovtj *« co • A rX v: I cc | c\\d Ó cö I 6 ó I ci t^\ó ih 1 « « § ^ itin Y *7 1 f5 «O «o T • « n 1 r o irj co m lm ^ è ^ 1 is* i-44f*?[',§t ['?^| ' ? Ö Ó ï>l*f 1 ^co^ I *w m ltjvo1 1 'co ï c? co £nv~T l 'ei it £ fsi i ff ss i if i i § ►~\ • • co Tt | mvc i ifiKO i tr.ee l -j- l". ^ I clcnrf\o I en 1 cj en ^vo | èT _ . . __ _ SüJi .3s -S a 'Dascn. ^ ° o ^ c-, I ^- u-ac jvct iv.co 00 o *-» D ^ ^ er fl cc « «' d « cn [ «1 c» cï « co co co  i ii ■■ ■— —— —~> Q ZZT~ 21 " ©7 ' _Ü . *__© ,. 5 ' I5.2Q _©__£■ ^ ' 0 . 7 _ü £ - 3 ,__© ~~~~ 183Q © •< z ~ J9 ___z"~V' _?£ gw', j_£ «.4...- © 'v: _22 2Q 4. 3. 0 ^ _ 4_ 3. 0 ^~ |_=4 l * .. © ,. i5_4 _ ©__ 3~dTq iaó •* . © a .3 ' w i 3ljT"~~3 — : ^-^-^_ii_-ZZZI"Z~~ j  MAART 1790. [99] Stelling der Satellieten van Jupiter, 7' voor 9 Uuren des avonds. ji " "0 ? _a l ^ 0 J * _j Ls «_©__l_ _^ *'0 _5 _• 0 ■' 4. _6: 0 •'»■ ». 4- _7 » © 3- 4- _« 3^__0 + _J) 4 © 5. '_ O 10 2» 43. . 0 ,. u * :11 0 J2 ± © _• J3 4 "© " * 14 _ ,._© ,. 15 3® * _._©_ _ J6 ±_:!____©_ ! 17 4 O -3 0> «. 18 23' Q * jp ©j_: ; _ao 1 O © _3 1 21 , ,. 0 1. 22 gO " 0 1 4__ Jl3 3- © _ 24 * 0 a. 1. 4. ^5 - 1' © 4- 16 2Q 4. © '• •' _27 4- "Q .. __8 4. .. Q i. »• «9 4- ©3--' | 30 3- t. © 1 9» * -3 0  ci0°3 APRIL 1790. Stelling der Satellieten van Jupiter, T voor 8 Uuren des avonds. _t| 4 2 * 0 2 -4 .50 .3 ~ ' __4 at., ." ' ©~ ? _1 __ §_7 ^~ __6 ,. ,. © * ; ' ï —z __!: © 2 ~ ,•«, w © — io : i0_±__zzr~ i J° 0 J « jl1 29 ©rt ~t~ _i_Q ip i © r 21H t © i__ J7~ J4 4- 0 .. J5<_ * *.h © •» ■»© ■> ~ . i'7 * •' © M _l8 _-_zz©izzrv J? ' •«■'© 3. 2C 1% | 0 .3.4 jl1 _ © ;' ». « ~~ ;3 © ~ _H /; © 5 ~ r~ J5 © ^ 1__4 26 3 -«0 " ~ _? i°j^__ZIZZIZ©IZi~~ ?• 4. ©~'~ : „; \ „._© ^ _|o «. ©  M A 1 1790» [joi] Stelling der Satellieten van Jupiter 7' voor 8£ Uur des avonds» * "* .. ®~7j^LZZ ' a * 0 1 2 .3 ' __3 _2 .. -'0' , 4 3» 4 0t, ~~ _llo 3.*■ 0 __JT ^" Ó2»4Q _.. 0 1? ~ci3 0 •' ♦ ~ ' _£ ] ©___cJ 3 _9 0 ija » ♦ _£0 0 _ -i 3. '0 4. j3_ i_®2_© _ © " ; J± 2^3 © _i5 4© ,. © Jö +J © T" J7__± •' Q , J8 ± " Q ,,. 33 19 _^ 3, •' Q 20 '4 3. 0M_a ~2Ï| * +» ©_■' l22| © «•* ; 23 !4 o N " , © \ ^ 241 . - ifja 0 — *t. __5 ^___© "4 _2ÖJ •» Q ' - "-• T _*? © ltÏ2 3 28 10 -v © " 29 i#30 "Q •»""' ~ ~ _3£ ] ®_3*Z^!Z ' ~"~ -3* 1J2 ©♦■ ~~T N 5  £k»3 jun y 1790. Stelling der Satellieten van Jupiter, 7' voor 74 Uur des avonds. _2 . ~V~Q--' ___ jL_®_ 3 Z 0 ïrja _ __i fe *© ~ . 5 __ *©___ , _Qj ® __6 ^_ - Q. >;« ~ 7 2» •« ©_ * _8 -«-4 0 ■■ >; 9 3® © jo » _®__L^1_'+ . ' ___ ■* .. ;* Ö__ ^ , ia •|_*©>. ~ 21 Q:r «, 2±-Ü _ _~_ J _J5 1 __© v_» _Jó 3*_ . . ... . © •» 4. 21 4» v 0' >.„ . Ji j» .4*. & . , J9 _____'!_© . _20 Q.. , IQ _uZ _« 1 @ H _ 0 3 21 — . 2± © 25 ' «.•'« © ( 26 I * © 27; _ ' "'© * •* -4 "28 I» ^ ~ T ~4 _30 2Q^ «. 0 l_  J Ü l Y 1790. • [jtjgj Stellino; der Satellieten van Jupiter 7' voor 8 Uuren des avonds. ' -1 1 ®—^ZZZl -2 t- ■ «... 6> J. __1 12 © ~ -i 3-°J•_ ö _ _i J ___©..,. 1 _j_ lq___ r ©~ ; -4 -1 . __:-ïïo ~£ s : j •■ .. ™ —~ ~2 21 L_.._J~"-^i J£ « _,_. •» * © ,. '—"— •■ »e~~3— 1 ■ -— 3l *• - —r r.?41_» __i0ZZ"T ■*—'— 21 __ ,__© ' r«— 22 2 * • 1 . 0 - ^—: * Stelling der Satellieten, 7' voor half acht Uuren 21 » •» 0 3 — J_i "irfi Q~3I1~~~7~^" 5° Z" ~ — 214® ■* 0( ■—-— 22 i!l___JIT___ZZ!©' __— j-i t L' OS —~~~~ .'24 «, . ^_ •» © .» •—- 222 . ■£ _ 07r~~ —  [iofl AUGUSTUS 1790. Jupiter is in deze maand zo dicht by de Zon » dat zyne Satellieten onzichtbaar zyn.  SEPTEMBER 1790. [105] Jüpiter is ih deze maand zo naby de Zon, dat zyne Satellieten onzichtbaar zyn» o  [ioó] OCTOBER ifoo. Stelling der Satellieten van Jupiter, 1' voor 4| Uur des morgens. - 1 » - -0 ,; _2_ _! © __s -4 .. ',© ~~ _4 ,. ©«■• _5 J -40'' •' _6 _0 .. © ZZZ _7 ». Q - ■ -4 _J , t, •'© _9 0 ,. ,. ■* JO 29 © ~' _£i 0 .. ~~ _£2 j_Ó * gT* j J_3 ^0__4.,._ J4 , ,.4. 0 j5 4__ >■•* 0 .. __6 ©_ __s* " j7t ©.r __■« ©__, 19 3 20 li ■* ___,© . ~ '_ai . "* . © ' £ " J22 _o -i © "3 j__3 © : _24 i__©_k-__ 25 |_ © , -4 26 20 "3 ~ •> "© ~ ~J __7 ZZïr~~Q^ . ~. 28 _!_0_ , Q ]» 4_ J_? •3 ,. 0 4. -3 ~ j? _, P^-i:1 1 1 .3' 3* 'dl© ,  NOVEMBER 1790. [iö.] Stelling der Satellieten van Jupiter, 7' voor 5 Uuren des morgens. .*| . 4. 3. 0 ' 2 4. '3 , •' ''0 _s 4. © ,. 4 '4 iQ 5 '4 ,. Q « __ V. , ,© - * ,. 7 _u Q3... _2 3 / Q '* - _? 3. j£ 10, ____ © ,. 1 i] 2 ® •' © -3 5" 12. 10 -1 © * J_ __© , a. 4, J5 a(j3 Q ± J_>. s__ ida ©4. _!_. . •» 4- © »■ " 3_0 ± £_ ___ __9. "©, ' 22 4- © 2 19' 2}_ 2 ,. © gfi. _^ arfs, © 1 __3 »,. Q 24. _-3 * ©_____♦ Jö_. "^"G) . 5 22 ,«,, • ', © », •* r ■ . 27 zQ . " •'© -j -4 .TT ^ 22 ach © •« _^ J£i __© 4_  [108] DECEMBER i79o. Stelling der Satellieten van Jupiter. 7' voor 5 Uuren deS morgens. I_L 4__~_" J2 0 ., _1 _. 04; *' 4 4. ifj^O S __5 1 • 4- 0 » -*I± _©__ _> -1 ± «. ■' .. 0 '~ „ ©~; 22 161 *® -s * 22 ] ©Z * ■>, * 13 IÓ2»3» © " 4 22 3. •' .. 0 ~ 21 ; _ o »* -4 16 .i (?) -1 12 4 . _j. 0 ',. _i_ Ma 0 T-— J9 © , <2-L~~ 221? _,y© 3. " ^ 21 _ 4.2 d3 ,.© 22 4- 3- © '•' ~ 21 ± •' 0 ,. —' 22 ± © •' •■ ~ 21—2 0 ■» 22 2 (5 .. •» , 21 •* © , 3. 21 !• 7~ë 22 2° ,. © ■■ '* 22 © T~~~  VERKLARING VAN DEN ALMANACH. I. Algemeene Verklaringen. uAlIe de bereekeningen, welke in deezen Almanach voorkomen, zyn gefield op den Meridiaan van Pic de Teneriffa, den berg, die op het Eiland Teneriffa, een der Canarifche Eilanden, na by de kust van Afri* ca, gelcegen is: van welken berg of Pic de Hollandfche Zeelieden gewoon zyn de lengte van alle de plaatfen te reekenen. DeTyd, die hier in de reekeningen in acht genomen is, is de waare tyd, welke op iedere plaats gekend word door den doorgang der Zon door den Meridiaan van die plaats, of door eenige andere waarneemingen, by v: door de hoogte der Zon, wanneer zy op een' bepaalden afftand van den Meridiaan is: in één woord, door welke waarneemingen het ook moge zyn; doch hier altoos tot den Meridiaan van Teneriffa herleid* Dees Tyd verfchilt meer of min met den tyd dien on« ze Horologien, of Slinger.Uurwerken. aanwyzenreen verfchil waar over wy in het vyfde Artikel, als wy de Tydsvereffening verklaaren zullen, breeder zullen handelen. A** De  2 Verklaring van den Almanach. De wyze van de dagen te tellen is ook gedeeltelyï? van die, welke in de famenleeving gebruiklyk is, onderfcheiden. In de famenleeving en burgerlyke maatfehappy beg'nt men den dag op middernacht: men tejt vervolgens tot \st uuren of middag: en dan i,a, 3 &c. uuren na den middag, tot 12 U of middernacht toe;, wanneer men door 1,2,3 &c- eene nieuwe telling, of den volgenden dag, begint. Hier in teegendeel, daar een dag 24 uuren bevat, telt men van 1 af, zonder ophouden, tQt 24 toe, om dan weeder eene nieuwe telling, of nieuwen dag te beginnen. De telling, of nul uuren, begint op den middag van den dag, naast welken de getalen inden Almanach ftaan, en gaat voort tot 24 uuren , of den volgenden middag: zo dat hier in deezen Almanach, het begin van den eerften January overeenkoomt met 12 U. des middags, of met den middag van den 1 January in de gewoone manier van reekening: 6 U. met 6 uuren des avonds: 12 U. met middernacht , of het begin van den a January in de famenleeving: 18 U. van den 1 January in den Almanach , met 6 y. 's morgens van den 2 in de famenleeving, en 24 ü*. van den 1 January in den Almanach, met 12 U. of den middag van den 2 -January in de gewoone Reekening. . In 't algemeen de uuren o, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, II, 12 van cenen dag in den Almanach, koraen overeen met'den middag., 1, a, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, u , 12 ü. na den middag van den zelfden dag in de gewone manier van reekenen: en de uuren 13, 14, 15, IÖ, 17, 18, 19, 20, ai, 22, 23, 24, met de uuren 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, voor middags, en met deD middag van den volgenden,  'Algemeene Verklaringen'* 3 dag in de famenleeving. ■ Zo dat al wat hier op 4 U. by v: van den 4 lanuary ftaat, volgers de telling, in de burgerlyke Maatfehappy gebruikelyk, tot den 4 January ten 4 U. namiddags behoort, en al wat b, v. llaat op den 4 January te 15 U., behoort tot 3 U. 's morgens van den 5 January in de gewoone- telling. Ieder Maand des Almanachs beftaat uit 8 paginaas of bladzyden, waarvan wy nu de Verklaaring laaten Volgen. II.  4- Verklaring van den Almanach. II. EERSTE BLADZYDE VAN ISDB R. M A A N D. EERSTE EN TWEEDE KOLOM. Deeze behoeven geen uitlegging. III. DERDE KOLOM: VAN DE EERSTE BLADZ YD E» Zons regte opklimming in tyd, I. Verklaring van de regte opklimming. Het is bekend dat de Sterrekundigen alle de beweegingen van Zon en Sterren beginnen te tellen van het  Eerfte Bladzyde: III Kolom. Zons regie Opkl. 5 het begin des teekens Artes of den Ram (V) (*)waar de Ecliptica (A E B) den Eevenaar (A M B) in de Lentefnede (A of Y) fnydt, en de Zon zich als dan, te weten omtrent den aoften Maart, bevindt. Men weet ook dat de boog (S H) die door de Zon of eene Ster (S) loodregt op den Eevenaar of Aequator (A M B) neergelaten word,en dus door den pool (P) der Waereld gaat, dat flip des Aequators aanduid, over het welk de Zon of Ster als dan loodregt ftaat; de afftand nu (A H) die 'er is tusfchen hetbegin(AofY) van het teeken artes of den ram, en dat ftip (H), volgens de orde der teekens,op den Evenaar of Aequator (A B) geteld, is de regte opklimming van de Zon, of van de Ster (S) daar men van fpreekt. Deeze Regte opklimming (Afcenfio recta) word dan in graaden, minuuten en feconden uitgedrukt,* welke men tot tyd brengt, voor ieder 'uur 15 graaden reekenende, om dat, terwyl door de dagelykfche omwenteling van de aarde, de 360 graden van den Aequator in den tyd van 24 uuren door den Meridiaan gaan, een boog van 15 graden zekerlyk x uur moet befteden om door den Meridiaan te gaan. Men doet deze overbrenging nog korter, door de Tafel, hier agter onder N°. IX van de Verzameling van Tafelen te vinden. Het is die Regte opklimming, in Tyd uitgedrukt, welke men hier in deze derde Kolom op iederen dag op het ogenblik van den middag vind. ■ Indien men verkoos die regte opklimming, voor 't een of ander ogenblik, in graaden uitgedrukt te hebben, had men dezdve maar door 15 te multipliceeren: of de X Tafel vacdeVerza- ir,e« (*) Zie de Figuur op de voorgaande bladiyde geplaatst. A**3  6 Verklaring van de III Kolom der I. Bladzyde. meling van Tafelen die men hier achter vind, te gebrul ken: dan by v: daar de regte Opklimming den i Maart is 22 U. 5o'. 39,8* (*): zal de zelve in graden zyn voor 22 U. volgens Tafel X . 33o 5°[ 12.30 ° * * * * O 9 45" °>8 o ia" Dus 22 U. 50! 39,8" . . 342". 39'. bf. En voor den 20 Maart vind men insgelyks o' . . o' 31" 7 45 Dus . . 7 54'. Deeze regte opklimming in tyd drukt dan uit hoe veel de Zon laater aan den Meridiaan komt, dan het eerfte punt of het begin van Aries, of van den Ram, waarvan men alle tellingen begint te reekenen. En C*) Het is bekend dat één Graad of Uur 60 minuten bevat: ééne minuut 60 feconden: eene feconde 60 tiercen: eene tiercé 60 quarten; eene quart 60 quinten, &c. Dat men in de bereekeningen doorgaands niet verder gaat dan feconden en tiende deelen van feconden: Doch dat men in Tafels zomtyds wel Tiercen, Quarten, enz. gebruikt om dat de optelling van veele tiercen eene, of meerder feconden maakt. Het is einrielyk bekend dat men de Tiercen, tot tiende dcelén van feconden brengt met ze door 6 te dividceren en omgekeerd: dus zyn 36 tiercen 6 tiende deelen van 1 feconde: Eindelyk weet men dat I, II, III, IV &c. kenmerken van ir.innuten, feconden, tiercen, quarten zyn: dus 52'. 27". 48"'. beteekent 51 minuuien, 27 feconden, 48 tiercen: 'c geen meu ook dus kan fchryven 52'. 27,8": om dat 48 tienen, 8 tiende gedeelten van eene feconde maaken.  Zons regte Opklimming. J En men heeft verkoozen de regte opklimming , in tyd, en niet in graden, uirtedrukken, om dat die wyze van uitdrukken nuttiger is in het veelvuldig gebruik dat men van de regte opklimming in de Sterrekundige reekeningen maakt: zo als in 't. vervolg genoegzaam blyken zal, i. De regte opklimming voor een ander Uur dan den middag te vinden. Het is dikwerf noodzakelyk de regte opklimming der Zon voor eenig ogenblik van den dag buiten den middag te kennen; en daar zy hier alleen voor het ogenblik van den middag gelteld is moet men da,ar toe eene ligte bereekening doen. De Zons regte opklimming verandert iederen dag en word groter; om dat de Zon zich iederen dag van het begin van Artes verwydert: en men kan fte'len dat die beweeging gelykvormig is : en dus heeft men Hechts eenen reegel van drien te maken: zeggende , 24. U, /laan tot de verandering van regte opklim-ming in 24 U, zo als de gegeeven tyd, tot de nodige verandering. Voorbeeld. Men vraagt de regte opklimming voor den 30 Maart ten 11 U. De verandering tusfchen den 30 en 31 in 24 U. is 3' 37, 8", dus zeg ik 24- 3' 37 » 8" — 11: 1.' 39,8" die ik by de regte op. klimming van den 30 voeg: en ik verkrygo Ü38'. 3o',3** voo*  8 Verklaring van de III Kolom der I. Bladzyde. voor de regte opklimming den 30 Maart, ten 11 U, gereeivena op ae jfic van Teneriffa. Doch dit kan gemakkelyker gefchieden zonder reekening door behulp van de X[ Tafel, in neevensgaande verzameling van Tafelen: Ik vind nam. onder 11 uuren voor 3' jj 22 5» 37 fee. ... i7,o 0,8 . . . 0,3 de fom is . . 1'. 39,8: 3. De regte opklimming der Zon voor eene andere plaats op den middag te vinden. De bereekening is volmaakt dezelfde, indien men vraagt, welke de regte opklimming der Zon is op eer.e andere plaats dan op den Pic van Teneriffa, waar op de Tafels bereekend zyn: Men behoort nam. het verfchil der plaatfen in Lengte te kennen: 't zy men het in de Tafels van Lengteen Breedte der plaatfen op den Aardkloot opzoeke: 't zy men het van elders weete. — Men brengt het verfchil van lengte tot tyd (door de IX Tafel \)en men zoekt de regte opklimming voor dien tyd: zo de plaats oostelyker ligt zal het ogenblik van den middag aldaar vroeger voorvallen dan het ogenblik van den middag op den Pic: en zo veel vroeger als hec verfchil in lengte te kennen geeft: en dus is ook de regte opklimming, die altoos wast, op dat ogenblik kleiner dan op den Pic, in den middag: men trekt dan de gevonden verandering van de regte opklimming in den middag op den Pk, af: en heeft de regte opklimming voor  Zons regte opklimming. 9 >» oor den middag op de gegeeven plaats. Indiende plaats westglyor ligt , valt hec ogenblik van den middag aldaar later voor dan het ogenblik van den middag op den Pic, en dus voegt men de gevonden verandering bydegegeeve regte opklimming: om dat deeze dan voor een later tyd bereekerd word en dus grooter is: men ziet dat in beide de gevallen het om 't eeven uitkomt als of men de regte opklimming voor den Pic zei ven, doch voor een bepaalden tyd,vóór of na den middag, zogt. Voorbeeld. Men vraagt de regte opklimming der Zon te Batavia den 30 Maart. Het verfchil van lengte tusfchen Batavia en den Pic is 123 gr- 33* 4Ö"- ,£ geen in lvd 8 U' I4' '5* uit> maakt: Dan zeg ik 24 U. tot 3'. 37"»9 (of het verfchil in 24 U. (*))gelyk 8 U. 14'. 15*tot het gezogte getal, of het verfchil in dien tyd: of wel ik gebruik de XI Tafel aldus: Onder 8 U. ftaat . voor 3' • • ti • 1 „ 37 ,9 (naby 38 ) o, 12,7 Onder '10' Haat voor 3' . . • ï>2 38* . . 0,3 Onder 4* ftaat voor 1' • • °>5 3*" • J De 15* worden niet getelt. f 0 fom . 1', 14- 8 fora (*) Ik neem hier het verfchil tusfchen den .9 en 50: om dat, de plaats oostelyker liggende, het op die plaats middag is Voor den middag op den Pic: en dus de bereekende regte opklimming die zal zyn , welke •p den Pic den sa plaats zai hebben, en wel den 29 ten i?U 45' 45" of, volgens de Burgerlyke reekening den se,8 ü. 14'. ^"vcoimiddag, dat is '5 morgens ten 3 U. 45'. 55"- ü * *  10 Verklaring va» de fff. Kolom der I. Bladzyde; fom ... i\ i4,8«i trek af van de regte opklimming den 30 . . 36'. 50"j5- B'yft • 3S- 35*7* voor de regte opklimming van de Zon te Batavia den 30 Maart, op den middag. 4. De regte opklimming der Zon voor eene andere plaats op een bepaald ogenblik te vinden. Indien men de regte opklimming van de Zon voor eene andere plaats dan den Pic, en voor een ander Uur dan den middag hebben wil, fteunt wederom de bereekening op de zelfde gronden. Het koomt 'er maar op aan om te weeten of het gegeeven ogenblik op die plaats vroeger of later voorvalt dan de middag op den Pic. En gevolgelyk, indien de plaats oostwaards van den pic ligt , neemt men het ver, fchil van de lengte in tyd, en van het gegeeven Uur: men bereekend de verandering van regte opklimming voor dat verfchil. Zo het gegeeven Uur grooter ts dan de lengte; voegt men de gevonden verandering by de gegeeven regte opklimming, want dan is' het laater: zo het kleiner is, trekt men af; want dan is het vroeger. L Voorbeeld. Men vraagt de regte opklimming voor Batavia den 30 Maart: ten 4 Uuren. U. M. S. Lengte van Batavia . . 8 14'. ij* gegeeven tyd 4 4 14'. 15" Ik  Zon: regte opklimming. n U. M. S. Ik zoek de verandering voor 4. 14. 15" en vind . 38, 4"; trek af Yan . o. 36'. 50, 5j_t>iyft o. 36'. 12, 1' voor de gevraagde regte opklimming. II. Voorbeeld. Men vraagt de regte opklimming, voor 10 U. te Batavia. U. M. S. gegeeven tyd . • 10 Lengte van Batavia . . 8- *4- W verfchil . • • 1. 45- 45- lk zoek de verandering voor dien tyd, en vind omtrent 16,0": die ik by de gegeeven regte opklimming 36'. 50,5" voeg, en vind 37'. 6,5" voor het gevraagde. Indien de plaats Westelyker ligt dan den Pic: moet men de firn van de lengte en van den gegeeven tyd neemen: de verandering zoeken voor die fom: en die by de gegeeven regte opklimming roegen: want dan is het altoos later dan op den Pic. Voorbeeld. Men vraagt de regte opklimming voor 4 U. den 30 Maart, te Sint Euflatius. St. Euftatius ligt van den Pic 46°. 22'. West: 't geen in tyd 3 U. 5'. 2b"'. maakt: hier by gevoegd 4 U: maakt 7 ü. 51. 28". De verandering in dien tyd is 1'. 4*3" voeg by de regte opklimming . o. 36. 5°-5 komt . . • o. 37- 54,8" voor de gevraagde regte opklimming. B** 2 IV.  '& Verklaring van de IV. Kolom der I. Btedzyde, IV. m/é 4* fp r..v.:, ■ VI. Kolom van de eerste Bladztde. Zons Declinatie: i. Algemeene perklaring van de Declinatie. De Zons fcliynbaarcjaarlykfchebeweeginggcfchied met in de richting van den Aequator of Eevenaar (A MB), maar in eene baan (AEB), die met den Aequator ^M) een hoek van omtrent van 230.28' maakt. Die baan (AEB) noemt men de Ecliptica, die ge' volglyk fchuins ligt op den Aequator (AM), onder een hoek van 23° agt naby. Die twee drkefi (AE B en AMB) fnyden elkander in twee tegenovergeftelde ftippen(AenB): in het begin nam. van het tec«en () i«« 0f den Ram: en het begin van £i) Lihra of de Weegfchaal. De boog (S H), die uit de plaats daar eene Ster S, of de Zon zich bevind regthoekig op den Aequator (A B) getogen word , toont aan hoe veel die Ster of de Zon boven, of beneeden , den Aequator is: en dat is 't geen men Declinatie of ■Jfipyhitg noemt: wanneer de Zon of Ster (S) in die helft van de Ecliptica \s, die met betrekking tot de geenen,welke aan deeze zyde van den Aequator wonen, boven denzelven is, zegt men dat de Declinatie Noordelyk is; en wanneer zy (in j) onder de Ecliptica is; word de Declinatie Zuidelyke Declinatie genoemt. Het is de grootte van dien boog (S H of s H) van die Declinatie, welke men hier voor de Zon in deeze IV Kolom voor iederen dag, op den middag, be- reesend vindt. Het fpreekt van zelf, dat de grootfte Declinatie^ zy Noordelyke, 't zy Zuidelyke) van  Zons Declinatie. ig van de Zon, die zich nimmer buiten de Ecliptica begeeft en dus nooit boven E of Z is, gelyk is aan dehelling van de Ecliptica, (of aan den boog E M):dat is aan 23° 28' omtrent: doch deeze helling is niet beflendig: maar neemt jaarlyks iets af: waarom men ook in 't begin van dit boek die telling aangeteekend vind voor 5 verfchillende tydftippen in dit jaar. De kennis van de Zons Declinatie is ten hoogden noodzakelyk voor den Zeeman en voor den Sterrekundigem Zy dient om uit de waargenomen middagshoogte van de Zon de breedte der plaats daar men zich bevind, te bereekenen. ■ Zy is insgelyks nodig om de breedte te befluiten uit twee waargenomen hoogten en den tyd die tuffchen dezelve verloopenis: zy dient ter bereekening van de Zons Azimuth, wanneer de hoogte en de breedte der Zon bekend zyn, om 'er de miswyzing van het Compas uit te kennen, enz. Het is om alle die reedenen, dat men de Declinatie der Zon, niet alleen voor den tyd van den middag, zo als zy hier is aangeteekend, kennen moet: maar ook voor een' gegeeven tyd vóó- of na den middag: of voor een bepaald uur of eene bepaalde plaats. De Algemeene wyze van reekenen is volftrekt de zelfde als voor de regte opklimming van de Zon: dat is: dac men het verfchil der lengte tusfchen de gegeeven plaats en den Pic van Teneriffa in tyd overbrengt, en als dan handelt, als of men de Declinatie zogt voor den Pic van Teneriffa zeiven, doch voor zo veel tyds na of vóór den middag, als het gegeeven ogenblik later of vroeger voorvalt dan het ogenblik van den middag op den Pic. Hier op fteunen de volgende Reegels. B * 3 a. De  14 Verklaring vvn de IV. Kolom der I. Sladzyde. 2. De Zons Declinatie voor een ander uur dan den middag te vinden. Om de Declinatie voor eenig ander uur dan den middag öp den Pic te bercekenen, neemt men het verfchil van Declinatie tusfchen den gegeeven middag en den naast, volgenden. Men zoekt de verandering van Declinatie voor dien tusfehentyd, zeggende: 04 U. ftaan tot dat verfchil, zo als het gegeeven verfchil van tyd, tot de gezogte verandering. — Of wel men zoekt de verandering door de XI Tafel, eeven als men voor de Zons regte opklimming gedaan heeft: De gevonden verandering voegt men by de gegeeven Declinatie, zo de Declinatie van den eenen dag tot den volgenden grooter word: en trekt ze in teegendeel af, zo de Declinatie kleiner word: de reeden is duidelyk: want, de Declinatie voor een laater tydftip dan den middag bereekend wordende, is zy op dat tydftip grooter of kleiner,naar maate zy aangroeit of afneemt. 3. De Zons Declinatie voor eene andere plaats op den middag te vinden. Irdien men de Declinatie voor eene andere plaats" dan den Pic, op den middag hebben wil; neemt ment eeven als voor de regte opklimming, de lengte in tyd: en bereekent de verandering van Declinatie voor dien tyd (*)■ Indien de Declinatie van den eenen dag op den (*) Zo de plaats oostelyhr ligt .neemt men in die reekening het twJcbil tusfchen den gegeeven dag en den vorig,»: zo „„„Ijkir,het ver. fehil tusfchen den gegeeven dag en den volgenden.  Zons Declinatlei 15 den anderen aangroeit, trekt men de verandering af, zo de plaats oostelyker ligt dan de Pic: en voegt ze by, zo de plaats westelyker ligt: ■—— en indien de Declinatie van den eenen dag op den anderen vermin* derd, voegt men de verandering by, zo de plaats oostelyker, en trekt ze af zo de plaats westelyker ligt. De reede is dat men dan de Declinatie voor een vroeger of een later tydlftp bereekend, en dus eene kleiner of grooter Declinatie verkrygen moet, naar mate de Declinatie toe of afneemt. 4. De Declinatie voor eene andere plaats op een bepaald ogenblik te vinden. Eindelyk, indien men de Declinatie voor eene andere plaats dan den Pic, en op een ander uur dan den middag hebben wil; neetnt men, indien de Plaats oostelyker ligt dan den Pic, het verfchil tusfchen de lengte in tyd en het gegeeven uur: zo het gegeeven uur kleiner is dan de lengte, is het tydftip vroeger dan de middag op den Pic; en dus neemt men het verfchil tusfchen den gegeeven dag en den vorgen: bereekent de verandering voor den gegeeven tusfchentyd: en trekt het gevondene af, zo de Declinatie van den eenen dag op den volgenden aangroeit: doch voegt het by, zo de Declinatie afneemt. Zo het gegeeven uur grooter is dan de lengte, is het tydftip daar men van fpreekt laater dan dat van den middag op den Pic, en gevolglyk neemt men het verfchil tusfchen de Declinatie van den gegeeven dag, en die van de volgenden. Men bereekent dc verandering van Declinatie voor den tyd van het verfchil van lengte en het gegeeven uur. Men voegt het gevondene byt zo de Declinatie van den C£'  ï6 Verklaring van de IV. Kolom der I. Bladzyde. eenen dag op den anderen aangroeit: doch zo zy afneemt 4 trekt men af. Eindelyk indien de plaats westelyker ligt: valt altoos het tydftip daar men van fpreekt laater voor dan de middag op den Pic, of dan het uur op den Pic, dat met den middag van die plaats overeenkomt: en ge vol gelyk neemt men de fom van lengte in tyd en gegeeven uur: men hereekend de verandering van Decli» natie voor dien tyd: en voegt ze by, zo de Declinatie aangroeit: en trekt ze af, zo de Declinatie afneemt. Voorbeelden. I. Men vraagt de Declinatie van de Zon voor 3 U. den 30 Maart te Batavia. U. M. S. Lengte van Batavia . . 8 14'. 15", gegeeven tyd ... 3 Verfchil . . . . 5 14'. 15*. Verandering van Declinatie tusfchen den 29 en -%a Maart, 23'. ió". dus 5 U. (Taf, XI.) geeft voor 23' . 4', 47,5*. 10". . . 33. 30. geeft voor 23'. . . gfi", — 10*. . . 0,1. 4- 23;, . . 3-8. • • • S*. 4,3". of • • • j'. 4- de Declinatie vermeerderd: dus trek af van . . 3°.58'.28". N. blyft 3. 53. 24". N. voor de Zons Declinatie den 30 Maart ten 4 U. te Batavia. II. Men  Zons Declinatie. 17 II. Men vraagt de Zons Declinatie voor den 4 January te Batavia, ten 14. U. 14'. 15". U. M. S. gegeeven Uur. . 14» 14'' 15"- Lengte van Batavia. . . 8. 14. 15 Verfchil. . . 6. Verandering van Declinatie van den 4 op den 5 6'. 51". Dus 6 U. geeft, voor 6'. . . x». SO' voor 51". . . • 13"trek af, om dat de Zons Decli- -1'. 43"»- ~ natie vermindert, van . 2a0. 40- 34 Z. blyft. . . . 22°. 38. 51 Z. voor de Zons Declinatie te Batavia, den 4 January ten 14 U. 14', 15». III. En indien men eindelyk voor den vyfdcn Maart, ten 4 Uur, de Zons Declinatie vraagt te Sint Euftachius: zeg ik. . . U. M. S. Lengte van St. Euftachius. . 3. 5. .28 gegeeven tyd. . . . 4- 7. 5- 28 Verandering van Declinatie tusfchen den 5 en óden, 23'. 1511. 1 U. geeft voor 23'. . 6'. 42,5" 15". - 4-4 5 geeft voor 23". . 4,8 15". . 0,1 $8" geeft voor 23". 0,5 fom. . 6.52,3 byna 6. 52^.0 : trek af van . . 5°- 5Q'- 4>o" blyft 5°. 43. 12,0 voor de Zons Declinatie te St. Euftachius. C *• V.  18 V. V en VI kolom: van de eerste bladzybe, Tydvereffening: en Verfchil. i. Wat is Tydvereffening? Om deeze Kolommen, en derzelver gebruik, duidelyk te verklaaren, zal het nodig zyn een woord over den tyd, en de wyze op welke men den tydreekcnt, te zeggen. De waare tyd is die tyd, welke door de Zon aangeweezen word: het is altoos 12 Uuren, of «///Uuren als de Zon in de Middaglyn is, en de tyd die 'er tusfchen twee agtereen volgende komften der Zon in den Meridiaan verloopt, word altoos in 24 Uuren verdeeld. —— Indien de Zon zich in den Aequator bewoog, of fchcen te beweegen, cn dat met eene eenparige gelykvormige fnelheid, zoude zy alle dagen dezelfde ruimte doorlopen; altoos in 24 U, 360 graden: en dus 15 graden in één Uur. En indien men een Horlogic of Uurwerk had, 't welk dezelfde bewceging, dezelfde fnelheid had als de Zon, zoude dit Horlogie, ééns met de Zon gelyk getteld zynde, altoos met de Zon gelyk blyven: ééns 12 Uuren aanduidende als de Zon in den Meridiaan is, zoude het Horlogie altoos op 12 U- ftaan als de Zon in den Meridiaan komt: en het ware om 't eeven op het Horlogie te zien, of den ftand der Zon na te gaan, om het Uur te weeten. Dan, de Zon beweegt zich niet in den Aequator: ' maar  Tydver effening en Verfchil. ' 1$ maar in de Ecliptica: de Zon beweegt zich niet met eene eenparige fnelheid , maar dan eens fchielyker, dan eens langzamer, naar ma',e zy dichter by de Aarde of verd«r 'er van af is: gevolgelyk zal het gemelde Horlogie niet met de Zon gelyk kunnen gaan: maar 12 U. aanwyzen, dan eens als de Zon nog niet in den middag is: dan eens als de Zon 'er al over is. Onze Horlogien echter, en alle beweegingen die wy gebruiken om den tyd te meeten, kunnen niet dan gelykvor. mige of eenparige beweegingen hebben, en gevolglyk niet dan een eenparigen en middelbaren tyd aanwyzen. Dit is de reden waarom de Sterrekundigen twee foorten van tyd onderfcheiden : voor eerst den waaren tyd, die door de waare Zon word uitgedrukt: ten tweeden den middelharen of eenpaarigen, oïmiddeltyd\ dien, welke plaats zoude hebben zo 'er eene Zon was, die zich in den Aequator zelve met eene gelykvormige fnelheid bewoog; en welken tyd onze Horlogien aanduiden: waarom zy dan bok de middelmatige beweeging der Zon diegeene noemen, welke de Zon zoude hebben, indien zy, even als nu de ware Zon, de Aarde in den zelfden tyd van 365 d. j U. 48' en 45" rond lopende, altoos met dezelfde fnelheid voortging, en dus iederen dag een'gelyken boog,nam. van 59 minuten 9-X doorliep. Tydvereffening is dan, het verfchil tusfchen den waaren en den gemiddelden tyd: of V geen men bydenwaa» ren tyd moet voegen, of van denzelven aftrekken, om den gemiddelden tyd te bekomen, dat is dien tyd, die door onze Uurwerken aangeweezen word. C* *a 2, Oor-  V. en VI. Kolom van de I, Bladzyde. a. Oorzaaken der Tydverejfening. Deeze Tydvereffening hangt van twéé oorzaken af: voor eerst van de beweeging der Zon in de Eclip. tica, welke fchuins ligt op den Aequator: De Tyd nu word door bogen van den Aequator geteld, om dat de fchynbaare dagelykfche beweeging in de richting van den Aequator plaats heeft. Indien men nu uit den Pool (P) door alle de graden van de Ecliptica, bogen (PCH,PDI, PEM &c.) op den Aequator neêrlaat, zullen die bogen geene gelyke deelen op den Aequator affnyden, maar deeze zullen kleiner zyn by de fneeden van den Aequator en de Ecliptica: en dan van de «ene fneede tot in 't midden aanwasfen om van daar tot de volgende fneede te verminderen. Zo dat. de bogen van de lentefnee af tot de zelfde Declinatie bogen CPCH^PDI, PEM, POF&c.) en op de Ecliptica, en op den Aequator gereekend, dan gelyk zyn, dan ongelyk, dan groter op den Aequator, dan kleiner. Dus zyn de bogen AH, en AI, kleiner dan AC, en AD op de Ecliptica: AM, en AE zyn gelyk, als bedragende ieder 900. AF is groter dan A O: AMB en AEB zyn wederom gelyk, als bedragende ieder 1800. Al zoude nu de Zon, de gelyke deelen AC, CD, DE, EO, &c. van de Ecliptica in gelyke tyden, doorlopen, zouden echter de bogen AH, H I, &c. die zy op den Aequator befpannen, ongelyk zyn: en deeze zyn het, die den tyd uitdrukken, 15 graden voor één Uur, éénen graad voor vier minuuten {lellende. Al had dus de Zon eene een¬ parige beweeging op de Ecliptica, zoude die beweeging, tot den Aequator herleid, of in maat van tyd ©vergebragt, ongelyk fchynen , om dat de Zon op den  Tydvereffening en Verfchil. 21 den Aequator, dan eens meer dan eens minder wegs fchynt afteleggen. De tweede oorzaak is, dat de Zon zich in de Ecliptica zelve zeer ongelyk beweegt: fneller, wanneer zy in de maanden December &c. zich het digsc by de Aarde bevind: trager, wanneer zy in de maanden Juny &c. het verst vëh de Aarde af is. Uit deeze twee oorzaaken, die zich met elkanderen verëenigen, volgt, dat de waare Zon, dan eens op den zelfden tyd aan den middag komt, als die verdichte en gemiddelde Zon waarvan wy zo even fpraken: dan eens vroeger, dan eens later. In het eerfte geval zyn de waare tyd en de gemiddelde tyd gelyk. Dit gebeurt vier malen 's jaars, omftreeks den 14 April, den 14 Juny, den 30 Augustus, den 23 December. In het tweede geval, is het reeds middag naar den waaren tyd, dat het nog geen middag is naar den gemiddelden tyd: en dus is de waare tyd grooter dan de gemiddelde, en de Tyd-vereffening moet dan van den waaren tyd afgetrokken worden, om den gemiddelden tyd te verkrygen: en in het derde geval is het nog geen middag naar den waaren tyd, als het reeds middag is naar den gemiddelden tyd: en men moet de Tydvereffening by den waaren tyd voegen om den gemiddelden te verkrygen. Daarom is de Kolom van Tydvereffening zodanig gefchikt, dat men 'er in ziet wat men by den waaren tyd moet byvoegen, of van denzelven aftrekken, om den gemiddelden tyd te bekomen. Ik ftel dat iemand, een oed Horlogie hebbende, 't welk de gemiddelde bec**3 wee.  22 V. en VI. Kolom van de I. Bladzyde. weeging van de Zon volmaakt volgt, het zelve dea 23 December op den Pic van Teneriffa, wanneer de Zon in den middag is, op 12 U. fielt: dan zal zyn Horlogie den ilten January, byna op 12 U. 4 minuten liaan als de Zon in den middag is : den iflen Febr. op 12 U. 14 minuten, en i£ feconde : en den 14 April wederom 12 U. aanwyzen. Zo dat de kennis van die Tydvereffening noodzakelyk is om den flaat van een Horlogie en het Uur volmaakt te kennen. 3. Vraag/tukken omtrent de Tydverefening. Er kunnen dan hier vyf vraagflukken voorgefleld worden. I. Den waaren tyd tot den gemiddelden te herleiden op den middag, op den Pic de Teneriffa. Men zoekt den dag in den Almanach, men neemt de Tydvereffening : voegt ze by den waaren tyd, of trekt ze 'er van af, naarmate 'erbyvoegen,o/aftrekken In de Kolom ftaat. Dus den 20 February moet men 14 min. 6,6 feconden by den waaren tyd voegen, om den gemiddelden te hebben. II. Den gemiddelden tyd tot den waaren te herleiden. Men zoekt den dag in den Almanach, neemt de Tydvereffening, en voegt ze by den gemiddelden tyd ah 'er aftrekken ftaat: en trekt ze af als 'er byvoegen ftaat: zo dat dit vraagfluk flechr.3 het omgekeerde van het voorgaand is : III.  Tydverefening en Verfchil. 23 III. Den waaren tyd tot den gemiddelden te herlei. aen, op eenig ander Uur dan den middag. Ten dien einde bedient men zich van de VI Kolom daar Verfchil ftaat: in dezelve vind men hoe veel de Tydvereffening in 24 U. verandert: en dm maakt men deezen regel van drïèn. 24 U. tot de opgegeeven verandering, zo als de gegee-. ven tyd tot de gezochte verandering: die men by de gegeeven vereffening voegt offer van aftrekt, naar maate de Tydvereffening aangroeit of vermindert. Voorbeeld. Men vraagt, hoe groot is de Tydver* effening den 21 February ten 5 U? ik zeg 24 U«: 8" — 5 U. tot 1,7: die ik van de gegeven vereffening aftrek, om dat de Tydvereüening vermindert: en kryg dus 13'. 54,6". IV. De Tydvereffening voor eenige andere plaats dan de Pic en een bepaald Uur te vinden ? De Oplosfing van dit vraagfluk fleunt op dezelfde gronden als dezelfde vraagflukken voor de regte opklimming, en de Declinatie der Zon: zo dat men volllrekt dezelfde reegels in acht moet neemen. Het zal dus genoeg zyn een voorbeeld te geeven. Voorbeeld. Hoe groot is de Tydvereffening te Batavia den 20 February 1790 ten 5 Uuren. U. M. S. Lengte van Batavia. . . 8. 14'. 15'. gegeeven tyd. . 5. verfchil. . . . 3. 14'. lb'\ Dus  2* V. en VI. Kolom van de I. Bladzyde. Dus is het uur vroeger dan middag op den Pic. Verandering in 24 ü. 7,5" dus. Voor 3 ü. 14' omtrent 0,9". die ik byvoeg om dat het vroeger is, en de vereffening vermindert: dus is de vereffening 14/4,7* V. Den gang van een Horlogie te kennen, en den waaren tyd van eene waarneeming , op een gegeeven oogenblik van het Horlogie gedaan, te bepaalen. Voorbeeld. Iemand fchiet de hoogte van de Zon den 2 February ten 5 U. Dien zelfden dag toen de Zon in den middag was, wees het Horlogie n U. 54'. 3*. En den volgenden middag 11 ö. 56': Vrage den gang van het Horlogie en den waaren tyd van de waarneeming te bepalen. Den 2 February was het Horlogie op den middag. U. M. S. 11. 54'. 3". Doch op den waren middag is de gemiddelde tyd. . . . 12. 14. 13,1". Dus gaat het Horlogie op den gemiddelden tyd na. . . . 20. 10,1*. Den 3 February wees het Horlogie op den middag. U. M. S. 11. 56'. o". Doch op den waren middag is de gemiddelde tyd. . . 12.14.19,1" Dus gaat het Horologie op den gemiddelden tyd na. . » » iS'.i9,i". Doch  Tydvereffening en Verfchil. S5 poch den 2 ging het na . . 20'. io,i\ Dus vervroegt het in 24 V. . . i'-5i-o". En gevolgelyk is zyn gang in 24 U, v. 51," fnelIer dan de gemiddelde beweeging der Zon: en dus in • 5 U. gaat het 23,2" {heller dan het behoort: en gevoUyk maaken die 5 U, volgens de gemiddelde beweeging, in de daad maar U. M. S. 4- 59'- 36^ \ Doch het Horlogie gaat op den gemiddelden tyd na 20. io3i". Dus is het Uur der waarneeming op den gemiddelden tyd . . . 5.19'.46,0". Doch de gemkidelde tyd is voor . 14.13,1". Pus waare tyd . . 5. 5. 33,8 Maar tydvereffening veranderd in 24 U,6«: dus in 5 U, 5'. 33,8" . . 1,4 Pus waare tyd der waarnccroing , g. 5. 32,4 Indien men het Horlogie maar drie, vier, of meerdere dagen na de eerfte Helling kon nagaan, zoude men de fom van de verfchillen in de Tydvereffening voor drie, vier enz. dagen gebruiken. — Ook weet men, dat men, de breedte ongeveer bekend zynde, den waaren tyd door het neemen van Zons hoogte bepaalen kan. Ik heb dit voorbeeld voor den Pic zelfs genomen: doch indien het op eene andere plaats toegepast moet D * * wor-  26" V en ri. Kolom van de I. B/adzyJe. worden, moet men eerst de Tydvereffening voor die plaats op den middag bereekenen. 4. Gebruik van de Tydvereffèning in ttekeningen, en voor den Zeeman. Omtrent het gebruik van alle de Artikelen in dces Almanach, moeten wy, ten opzichte van den tyd, no aanmerken: dat het'dikwerf gebeurd dat men uit de Sterrekundige Tafels eenige bereekeningen maaken moet: zo als ook alle de Artikels van deezen Almanach uit die Tafels berekend zyn. Doch die Tafels zyn alle op gemiddelden tyd, en voor gemiddelde beweegingen gefteld, daar men hier inden^/«««acAaitoos waaren tyd gebruikt: en dus indien men, den tyd van dees Almanach gebruikende, iets door middel nti Sterrekundige Tafels wil bereekenen, moet men eerst dien waaren tyd, door middel van de Tydvereffening, tot middeliydbrmufin: en omgekeerd, de Sterrekundige Tafels, tot het bereekenen van den AlmanachgchruU kende, zyn alle de Artikels, die op ««/Uuren of den middag ftaan, gereekend uit de Sterrekundige Tafels op o U. van dien dag, of op 24 U. van den voorigen dag, vermeerderd of verminderd met de Tydvereffening: om dus het geen in de Sterrekundige Tafels op middeltyd was, tot waaren tyd te brengen: En de Manns plaatfen voör Middernacht zyn bereckend op 12 U. van de Sterrekundige Tafels, vermeerderd bf verminderd door de Tydvereffening. Hoewel wy het nodig geoordeeld hebben, het gebruik van de Tydvereffening in het fielten van het Horlogie, cn het overbrengen van den tyd eener waarnee-  Tydvereffening en Verfchil. %1 'rieeming volgens het Horlogie tot den waaren tyd, naauwkeurig uit te leggen, moeten wy'er nog byvoegen dat de Zeeman niets met dezelve te doen heeft, in het bereekenen der Lengte op Zee,door middel van de afftanden der Maan van Zon en Vaste Sterren, afftanden die hier op de 4, 5, 6 en 7 bladzyde. van iedere maand gefteld zyn: om dat alle de bereekeningen daarvan gefchikt zyn naar den waaren tyd, diende Zeeman kent door de hoogte van de Zon, of van de Sterren. Dan indien men ter bepaaling van de Lengte op Zee, Zee Horlogien mogt gebruiken, zo als opeenigeEnCClfChc Scheepcn onder den naam van Time-Keepers, en op eenige Pranfche Scheepen onder den naam van r, ' r« P*,gefchied is, welke woorden beide Tyd-..en; moet menden waare tyd, uit m de Zon beflooten, door middel van de Tvdvcrerlening tot den middeltyd herleiden: en het rerfchi! dat 'er tusfchen dien tyd en den tyd door het Zec-HorlOftle aangeteekend, gevonden word, is de LcoEte van het Schip; te reekenen van die plaats af daar men het HoHcgie gefteld had: ten minften voor zo verre msn op de Zce-Horlogies ftaat kan maaken. VI. Laatste Kolom van de eerste Bladzïde. 1. Zons halve Middellyn. Indien de Zon zich altoos op den zelfden afftand van de Aarde bevond, zoude de Zons middellyn altoos onder den zelfden hoek gezien worden, en dus altoos eevsa D**a Sroot  28 Laatflé Kolom van de I. Eladzyde. groot fchynen. Doch de Zon is dan digter by de Aartje, dan 'er verder, van af. In 't eerfte geval zien wy haar onder een grooter hoek: in het tweede onder een kleiner: dus is in het eerfte geval de fchynbaare Diameter groter, in het tweede kleiner: en daar die vermeerdering en vermindering de zelfde reeden volgt als de aftianden omgekeerd, en men deeze kent, is men ook 'in ftaat die vermeerdering en vermindering van den fchynbaaren Diameter, te bereekenen. Men moet dus maar de grootte van den Diameter der Zon op één tyditip kennen: en hier toe heeft men verkooren den ftand van de Zon in haare middel afftandcn: voor welk' tydftip Tobias Mater den halven Diameter van de Zon, door mcerdan i3ozeernaauwkeurige waarnecmingen op :ó'. 2,8" bepaald heeft. De verandering van den halven Diameter der Zon is te gering om dezelve voor iederen dagaanteteeke! nen: waarom men het flechts van 6 tot 6 dagen doet; men kan de overigen gemakkclyk invullen De kennis van de grootte des hal ven Diameters van de -Zon is ten hoogften noodzakelyk: i. om de hoogte van het middelpunt der Zon te kennen: want daar men het middelpunt der Zon niet onmiddclyk kan waarneemen, moet men, in het ncemen van hoogte, den boven of den beneedenrand van de Zonfchieten. In het eerfte geval moet men den halven Diameter aftrekken, en in het tweede den hal ven Diameter byvoegen, om de hoogte van het middelpunt der Zon te hebben: en dit is nodig, om dat alle bereekeningen van Zon en Maan in de Tafels op het Middelpunt van Zon en Maan gefteld zyn. Die  Zons halve middel. Tyd van doorgang enz. 29 Die kennis is ten anderen nodig, om den waargenomen afftand van den rand van de Zon tot den rand van de Maan te herleiden tot den afftand der middelpunten; de eenige die in de Tafels bereekend zyn, of kunnen zyn. 2. Tyd van den doorgang der halve Zonne Schyf, door den Meridiaan. Wanneer men den doorgang van de Zon door den Meridiaan waarneemt, en met de Tafelenvergelykt, moet men het ogenblik, op welk het middelpunt door den Meridiaan gaat,kennen,vermits dit alleen in de Tafelen word aangeftipt: doch daar men dit niet kan waarneemen, neemt men flechts den voorgaanden of den volgenden rand van de Zonne Schyf. Indien men dan den tyd weet, welken de halve Zonne Schyf, befteed om door den Meridiaan te gaan, zal men dien tyd by den waargenomen tyd voegen, indien men den voorgaanden, of 'er van aftrekken, indien men den volgenden rand waargenomen heeft, om het ogenblik van den doortocht van het middelpunt te hebben. 13y voorbeeld. Laat den 13 February, de voorfte of voorgaande rand van de Zon door den Meridiaan gaan volgens het Horlogie ten U. M. S. 12. 6'. 14 Voeg by, tyd van è 0 Schyf. . 1'. 6,7. Komt. . ... ia. 7'. 20,7. voor D**3  30 /. //. III. Kolom van de II. Bladzyde. voor den tyd van den doorgang van het middelpunt der Zon door den Meridiaan, welken men in waaren tyd door het reeds gezegde zal herleiden. 3. Zons Uur-beweeging. De Zons Uur-beweeging is het Boogje dat de Zon in één Uur befchryft: Deeze kennis is nuttig in het bereekenen van Zon en Maan-Eclipfen: insgelyks in het verbeeteren van de gegiste Lengte van een Schip, wanneer men den Tyd van een waargenomen afftand van de Zon en Maan wil vinden, zonder behulp van de Afftanden,zo als zy in deezenXtfhénaén bereekend zyn. VII. eerste, tweede en derde kolom van de Tweede bladzyde. Maans Ouderdom. De twee eerfte Kolommen vereifchen geene aanmerking : in de derde ziet men den ouderdom van de Maan: de telling beginnende met een^ op den dag van de waare Nieuwe Maan: de Maans maanden zyn beurtlings van 29 en van 30 dagen, 't geen hier ook plaats heeft: doch hier en daar met eenige ftooring: by voorbeeld in February en Maart beiden, gaat de Telling van de Maans ouderdom tot 30: daar Meyen Juny beide van 29 dagen zyn. De reeden van die ftooring is eigenlyk niet hier in geleegen, dat de Tyd die 'er tusfchen Nieuwe en Nieuwe Maan voorbygaat, niec juist 29 d. en 12 U. bedraagt, zo als men in de telling  Maans Ouderdom. 31 ling van Maans ouderdom veronderftelt, maar 29. d. 32 U. 44'. 3": dat men gevolgelyk de Maans maanden beurtlings op 29. d. en 30 d. of de twee te famen op 59 d. (lellende, voor die twee maanden 1 U. 58'. 6". te weinig neemt: dat men dus in 33 omloopen omtrent 34 U. 14'. te weinig genomen heeft: en daarom van tyd tot tyd eenen dag zoude moeten invullen, om de zaken te herltellen , al zoude men met gemiddelde Maans maanden van 29 d. 12 U reekenen; doch hier in ligt de weezenlyke reede van de gemelde ftoringgeleegen: dat men in deeze Tafels niet met gemiddelde Maans maanden van 29 d. 12 U. 44'. 3*- reekent, maar naar den weezenlyken tyd tusfchen eene nieuwe Maan en de volgende : deeze nu kan zomtyds meerder, zomtyds minder dan 29 d. 12 U. bedragen. De dag op welken de Nieuwe Maan voorvalt, word altoos de eerfte van de Maan genoemd, 't zy de Nieuwe Maan in 't begin of in 't eind van den dag*voorvalle; en dus, zo de Nieuwe Maan op 't eind van den dag voorvalt, by v. ten 23 U. en de tyd tusfchen die Nieuwe Maan en de volgende 29 d. 13 U. is: zal dieNieuwc Maan komen 29 d. en 36 ü. na het begin vandeneerstgemelden dag, dat is 30 d. en ia ö. daar na, of op het 12 U. van dien 3ifte dag, en dus zal die Maans maand 30 d hebben. Zo nu de volgende omloop 29 d. 13 U. of minder bedraagt, zal het eind voorvallen op 29 d. en 25 U. dat is op 30 d. en 1 U. na het begin des daags, op welken de voorgaande Nieuwe Maan voorviel : en dus ten 1 U. van den 3ifte dag: of die Maans maand zal wederom 30 volle dagen hebben. In't tegendeel, laat de Nieuwe Maan voorvallen op het ifte U. van een dag; de tyd tot de volgende Nieuwe Maan zyn 29 d. 12 U; dan zal die volgende Nieuwe Maan val-  52 IV Kolom van de II. Bladzyde. vallen 20 d. en 13 U.na het begin des eerstgem. dags:en dus zal die Maans maand maar 29 d. hebben, en de Nieuwe Maan zal voorvallen op den 30 dag het 13 TJ. of op het 13 Uur van den iften dag der nieuwe Maans maand. Zo nu de tyd tot den volgende Nieuwe Maan maar 29 d. 10 U. is: zal die Nieuwe Maan 29 d. 23 U. voorvallen na het begin des daags, waarop de vorige voorviel: dat is het zal Nieuwe Maai-j zyn op het 23 U. van den 30de dag, die de eerfte der nieuwe telling word: en dus zullen 'er wederom maar 29 d. in die Maans maand zyn. Zie daar de reede van die uitzonderingen die hier en daar plaats hebben. - . ■ . En van daar is het dat, indien men Astronomifche Al. manakken, voor verfchillende plaatfen bereekend, met eikanderen vergelykt; men niet altoos denzelfden dag van Maans ouderdom op denzelfden datum zal aantreffen: zo als dit onder anderen, in deezen Almanach, of in den Nautical Almanach met de Franfche Connois. fance des Temps vergeleeken , plaats heeft; hoe wel alle de bereekeningen naar dezelfde Tafels gemaakt zyn. VIII. VIERDE KOLOM VAN DE TWEEDE BLADZYDE. Maans doorgang door den Meridiaan. Hoe men den tyd van dien doorgang hereekend. Ver. fchil des tyds tusfchen Zon en Maan. De kennis van het Uur op welken de Maan door den Meridiaan gaat, is,in verfcheiden opzichten van groot belang , zo wel voor den Sterrekundigen als voor  Maans doorgang door den Meridiaan. 33 voor den Zeeman, om de Maan naukeunger te kunnen waarneemen wanneer dezelve in den Meridiaan is, en om den tyd van het hoog en laag waater te kunnen bereekenen. Het zal niet onnuttig zyn te melden, hoe men dien tyd van den doorgang der Maan over den Meridiaan bereekent, om dat dit ons geleegenheid zal geeven tot eenige aanmerkingen over de Tyreekening. Indien de Zon en de Maan beiden beftendig op den zelfden onderlingen afftand bleeven, als zy het op het ogenblik van den doorgang van een derzelven door den . Meridiaan zyn: zoude men het Uur van den doorgang der Maan door den Meridiaan zeer gemakkelyk vindennam. met de regte opklimming van de Zon, en die van de Maan, beiden tot tyd te brengen; en 'er het verfchil van te neemen: want de Maan zal juist zo veeIe üuren laater aan den Meridiaan komen als de boog van den ^«tfW-, wel ken de Zon en Maan befpannen, Uuren bedraagt. Die boog nu is juist het verfchil tusfchen de regte opklimmingen van Zon en Maan. By voorbeeld: 1 Maart: Regte opklimming van de Maan 1650. o' op den middag: in Tyd gebragt. U. M. S. geeft • . • . 11. o. o*. regte opklimming van de Zon. . 22. jo. 39,8 Verfchil. . - • . 12. 9. 20,2 Dus (•) Men voegt in de -/trekking 24 ü. by de regte opklimming der j£ * * Maan  34 Kolom van de II. Btadzyde. Dus zoude de Maan ia U. 9*. 20". na de Zon in den Meridiaan verfchynen, indien zy geduurende dien tyd op denzelfden afftand van de Zon bleef. Maar dit is zo niet: Zon en Maan verwyderen zich beiden van Artes, of neemen in regte opklimming toe, maar met ongelyke fchreeden : De Maau meer dan de Zon: en de grootte van die verwydering is het verfchil tusfchen den aanwas der regte opklimming van de Maan boven die van de Zon, in den tyd van 12 U. 9'. 20". Men moet dan dien aanwas zoeken: zeggende: 24 Uuren ftaan tot den aanwas der regte opklimming van de Zon in 24 U: (in dit geval 3'. 43,8" tydsj zo als 12 U« 9'. 20*. tot den aanwas in dien tyd: men vind, (het zy door den regel van drien, het zy door de Tafel N°. XL) i'.53*. tyds. Men moet insgelyks den aanwas voor de regte op. klimming der Maan vinden, zeggende, 24 U. ftaan tot den aanwas der regte opklimming van de Maan in dien tyd, nam. van den middag tot den middag (hier 14°. 17'of 57' 8". tyds) zo als 12 U. 9'. 20". tot den aanwas in dien tyd: men vind 28. j6''. Dus Maan, om dat zy kleiner is dan die der Zon: Men zoude anderzints dus kunnen (e weik gaan. V. M. S. Regte opklimming der Zon. . . Zz. 50. 39 8". ■ Maan. . . u •. o'. Verfchil. . . . . „. 50, „9 g Welke de Maan eerder aan den Meridiaan zal komen dan de Zon: doch de Zon zal 'er weeder komen over 24 U. dus de Maan over 24 U. min 11 U. 50 m. 39,8 f. of over 12 U. 9 ra. 20,2 f.  Verfchil des tyds tusfchen Zen en Maan. 35 U. M. S.# Dus voor de Maan. • • o. 28'. 50 . l mmm Zon. ♦ * I' 53"* 27- 3- te voren gevonden. • • 12. 9* 20« dus in 't geheel . • 12.36. 23. Doch dit is nog niet naukeurig: geduurende die 27' 3". veranderen wederom de regte opklimmingen van Zon en Maan: die van de Zon omtrent 4": die van de Maan l'.4*: verfchil 1': die, gevoegd by 12 U. 36'. 23 • na genoeg 12 U. 37'. 23"- °f bvnaar 12 U' 37' utraakeD» zo als in den Almanach, waar men de reekening maar tot minuuten gebragt heeft. 'Er zouden nog andere en korter middelen zyn, om het zelfde naukeuriger te bereekenen, vooral daar de regte opklimming der Maan (om reedenen nader te melden^ van 12 tot 12 Uuren in deezen Almanach ftaat; doch dit zy genoeg. Het getal dat wy het eerst gevonden hebben, nam. hier U ü. 9'. *>'', of nec verfchil tusfchen de regte opklimming van Zon en Maan, is het geen men doorgaands noemt Verfchil des Tyds tusfchen Zon en Maan: een verfchil dat, men gebruikt om het Uur van hoog water te bereekenen. Men heeft van dit verfchil byzondere Tafels gemaakt :doch die hier niet nodig zyn, vermits het verfchil des Tyds tusfchen Zon en Maan weder gevonden word, indien wy van het Uur des doorgang* van de Maan door den Meridiaan weder aftrekken,'t geen wy by dat verfchil gevoegd hadden E**2 ora'  3<* IV Kolom van de II. Bladzyde. om het gem. Uur te vinden: Dit was in dit geval bynaar 28'. Doorgaans fielt men 2 minuuten voor ieder Uur, omdat men aanneemt dat de Maan dagelyks 48' later aan den Meridiaan komt, en dus ieder Uur 2' vertraagt; doch, hoe wel dit in 't algemeen zo zy, is het echter niet geheel naukeurig, vermits die vertraging niet beftendig is, en zomtyds 63'zo als tusfchen den 4 en 5 Juny van 't jaar 1788, en zomtyds maar 41' bedraagt, zo als tusfchen den 8 en 9 Mai van dit Jaar; zo dat 'er daar door een feil van ij'inde 24 U. of ongeveer £'per Uur kan pntftaan. Wanneer men nu Tafels heeft, waar in de tyd van den doorgang der Maan door den Meridiaan dag voor dag aangeteekend word, heeft men de Tafels van bet Verfchil van Tyd tusfchen Zon en Maan niet nodig: om dat deeze eeniglyk dienen om, met byvoe« ging van 2'voor ieder Uur, den tyd van dien doorgang, en dus dien van het hoog water te vinden: doch die tyd word, om de aangehaalde reede, hier veel naukeuriger gefteld, 2. Om den tyd des doorgangs van de Maan door den Meridiaan op eene andere plaats te vinden. Indien de Maan op dezelfde plaats alle dagen op het zelfde Uur in den Meridiaan kwam; zoude zy ook op alle plaatfen der Waereld op het zelfde Uur in den Meridiaan komen: want zo eene plaats 3 U. by v, Oostelyker ligt dan eene andere, den Pic van Tene. riffa by v. en de Maan op deezen ten 7 U, in den Meridiaan komt,zal zy op de eerstgem. wel 3U.vroeger in den Meridiaan komen? doch men telt daar 3 Uuren vroe-  Tyd van Maans doorgang door den Merid. S7 ■vroeger: en dus 3 U. voor 7 U. op den P/c, telt men fër reeds 7 ü., dat is, op het oogenblik dat de Maan in den Meridiaan komt, het zelfde Uur. Maar de Maan komt, zo als wy reeds gezegt hebben, alle dagen laater in den Meridiaan: en, indien 3y in 24 U. een bepaald getal minuutèn vertraagt, zal zy in een bepaald getal Uuren ook eeneevenredig gedeelte van dit getal vertraagen: zo eene plaats 3 U. OGstel.yker ligt, zal de Maan daar zynde, nog 3 Uuren moeten befteeden om op de plaats daar ée Tafels voor bereekend zyn te komen: en dus rmiar || gedeelte van de verttaagmg di e voor 24 Uuren plaats heeft, vertraagd zyn: dus moet men 4gedeelte van dievertraging minder necmen; in 't tcrendeel 4 gedeelte meerder, zo de plaats Westelyker ligt. Dit eevenredig gedeelte is 't geen in het Uur van den doorgang der Maan door den Meridiaan veranderd moet worden: afgetrokken nam. zo de plaats Oostelyker ligt: bygevoegd zo Westelyker. By v. Men vraagt hoe laat de Maan den 2 Maart 1790 te Batavia door den Meridiaan zal gaan. Verfchil in Lengte tusfchen den Pic en Batavia. . . . . 8 U. 14;. 15». Vertraging tusfchen den ïfte en 2de Maart, (om dat Batavia Oostelyker ligt) is 56'. in 24 U: en dus in 8 U. . . 18'. 40". in 14 SS''- u- M- s- Dus in 8. U. 14' . • c 19. 13". De Maan gaat door den Meridiaan op Teneriffa den 2, ten ; . LR- 34- o. Dus op Batavia ten . . 13. 14. 47ofi3U. 15'. nagenoeg^ ^  3* FenV Kolom van de II Bladzyde. Den zelfden dag, te St. EuftachiusLengte van St. Euftachius. s u. 5'. 28". W. Verfchil tusfchen den 2 en 3 Maart, om dat * Eufiachm Westelyker ligt, 56'. in 24 rj. dus ]n 3 u- • . 7'. 0,0". in 5'- • . n,4«. 28- - . Tyd van den doorgang op Teneriffa 13. 34-. a dus op St. Euftachius . TT^^T 13 O. ay. nagenoeg. ' * ^ 4^ ÏX. TTFDB BN ZESDE KOLOM VAN D£ TWEEDE BLADZ YD E. itfeoor opklimming. I. Aanmerkingen over den Aanwas van die regte opklimming. Zon' °pklimminS derMaan is, eevenalsdieder Zon de b00g> we,ke op te S™™ t fchen het begin van Aries of den Ram, endenbooK die door de Maan loodregt op den Evenaar getrokken ringen van de zelve grootten t^S^^Z den ifte en dl ,f ,f 7 vo™g*>n. Byv. tusfchen U verandert ^ °P de" midda*>e" dus in 24 ü. verandert de regte opklimming der Maan 12 gr. 35 min.  Maans regte Opklimming. 3? min. gevolglyk indien de verandering eenpaarig voortgaat, zal zy 6°. 3'. bedragen voor 12 U. en dus, daar de regte opklimming op den middag 305. 11'. is: zoude zy voor middernagt 6Q. 3'. grooter moeten zyn; dat is 311. 24,'. bedragen: daar zy echter volgens eene naukeuriger rekening 311°. 28'. bedraagt. Wat nu de tusfchenruimte van tyd kleiner is, wat ook de afwyking van de regelmatigheid geringer is: en dus zal men minder van de waarheid afwyken, indien men de verandering flechts geduurende 12 U. regelmatig fielt, dan indien men ze geduurende 24 U. als regelmatig aanneemt: en de afwyking van regelmatigheid is zo gering, zelfs voor 6 CJ. den grootften tusfchentyd dien men ftellen kan, wanneer men de be« reekeningen naukeurig van 12 tot 12 U., zo als hier, gefteld heeft, dat men, in verre weg de meeste ge» vallen,de verandering als regelmatig kan befchouwen, en dus zich enkel met eevenreedige gedeelten van de verandering, of door een regel van drien, of volgens den XII Tafel behelpen kan. Om dit klaarder te doen zien, en teevens aan te wyzen hoe men met de grootfte naukeurigheid te werk moet gaan, zullen wy de volgende vraagftukken oplosfen. a. De regte opklimming der Maan ep een ander Uur dan op den middag te vinden. Men vraagt de regte opklimming voor den 11 Maart, ten 6 Uur. De regte opklimming is op,den middag. 305». ai'. Op middernagt, of 12 U. . . 311. 28. Dus de aanwas in it U. . . . 6. f. Dus  40 V en VI Kolom van de II. Bladzyde. Dus de aanwas in 6 U. . 30, 3', 30" hier by de regte opklimming op den middag. . . . 305, 21. o. Dus ten 6 U. . - . 308. 24'. 30". in de onderftelliag van eene regelmatige aanwas. Doch om nu dit met de behoorlyke nauwkeurigheid, en zonder die onderftelling te bereekenen, bedient men zich van de tweede verfchillen 'op deeze wyze. i(te verf. 2e, verf. Den 10 Maart: middern. 299, 7. , 11 middag 305. 21. ^ . 0. 7'.! ... _ 6. 7. Jgemid. middern. 311. «8 _ o.8'. j -7*'. ia- -middag 317. 27. J Men ziet hier uit, voor eerst, dat de verandering der regte opklimming niet eenparig is, maar van 12U. den 10 Maart tot 24 U. groter is dan van 24 ü. den 10. of nul U. den 11 Maart tot 12 U. den 11; en toen groter dan van ia U, den 11 tot 24 U. of tot nul Uur den 12, en dat gevolgelyk de verfchillen van dien aanwas al langer hoe kleiner worden: waar uit blykt, dat ook van 0 U. den 11, tot 6 U. den 11 (het gevraagd tydttip) de verandering groter moet zyn dan tus» fchen 6 U. en 12 U. en dus ook grooter dan de helft van het geheel verfchil in die 12 U. Indien ik dan voor den tyd, die 'er tusfchen hetnaastetydfiip in de Tafels (bier nul Uur of middag) en hec gegeeven ogenblik (hier 6 U.) een eevenreedig gedeelte neem van het geheel verfchil in 12 U. (hier de helft van 6°. ?'. of 3*. 3|'.) neem ik te weinig. Vrage hoe veel dan neem ik te weinig? wat moet ik byvoegen? Ten  Maans regie Opklimming. 41 Ten dien einde neemt men de tweede verfchillen , of het verfchil van de naast by eikanderen geleegen eerfte verfchillen. Men onderfteld dat deeze eenparig voortgaan: om dat, al doen zy het niet, de afwyking die daar uit voortkomt, in deeze reekeningen, van geen belang is, hoe wel zy het in andere gevallen zy, waarom men 'er ook als dan op let. Om dan te handelen als of die tweede verfchillen in de daad beftendig waaren, en dus de eerfte eenparig toe of afnamen, al doen zy het niet; neemt men een midden tusfchen de'twee naastvolgende; hier tusfchen 7' en 8': dus 75'. De Wiskunftenaars hebben Tafels bereekend voor de uitwerking van die tweede verfchillen: Eene dergelyke Tafel is de Xlllde in de neevensgaande verzameling t U. M. S. ik zoek dus 9' en vind voor 6 U. o. o'. ja", ik zoek è', en vind . ; 4". Dus ♦ ... co. 56''. Deeze gevoegd by . . 30. 3> 3°''- maakt . 3°. 4. 26". en deeze by de regte opklimming 305. ti. oH. maakt . . 3°8- 25'. 26". in plaats van . . . 308. 24'. 30''. Het verfchil bedraagt flcchts 56" en is het grootst dat men in dit geval hebben kan: om dat 6 U. de groote tusfchentyd tusfchen o en ia ü. is: want, indien men de regte opklimming wilde hebben voor 8 U. zoude men neemen 8 U. dat is 4 U. voor middernacht: gevolglyk het verfchil zoeken voor, 4 11, cn dat van de bereekende opklimming voor middernagt afF** trek-  42 V en VI Kolom van de II Bladzyde. trekken. Men moet altoos den kleinften tusfchentyd neemen die maar mogelyk is. Tweede Voorbeeld. Men vraagt de regte opklimming der Maan, den 12 Mey, ten 3 U. 12 Mey,1 middern. 250. 22'. 0 12 middag 310. 16. * ' 5^ + rj. 1 — middern. 37. 16. 6* ' 4. 6. J * 13 Mey, middag 43. 22, Het verfchil tusfchen den 12 's middags en middernagt, dus in 12 u. is 6°. q: gevolgelyk de aanwas in 3 U. indien deeze eenparig was: i". 30'. Doch zy is niet eenparig: maar word al langer hoe grooter: dus is zy kleiner van nul U. tot 3 U. dan van 3 U. tot 6 U. van 3 U. tot 6 U. dan van 6 U. tot 9 U. en van 6 ü. tot 9jU. dan van 9 U. tot 12 U. en gevolg, lyk is ook de aanwas van nul Uur. tot 3 U. kleiner dan het 4de gedeelte der aanwas van nul Uur. tot 12 U. en dus, het 4de gedeelte van dien aanwas neemende, neem ik te veel: dus moet dit verminderd worden: hoe veel? dit ziet men uit de tweede verfchillen: een midden neemende tusfchen 6 en 6 krygt men 6: uit de xiii Tafel vind men voor 6' in 3 U. 34': ik had dan voor U. M. S. den ecnparigen aanwas in 3 Uuren. 1?, 30'. o". er moet af voor 6/ volgens Taf. XIII, o'. 34". blyfc . , . . ioé 29'. 26". De  ! Maans regte Opklimming; ^ De opklimming was op middern. . 3 !. fa 0 dus is zy ten 15 ü. . . . t^ïTï&r of, zomenflechtsmetminuutentelt* 32°. 45'. Q" Waar uit blykt dat-men 1°. zoeken moec de eerfte verfchillen: 2°. het eevenreedig gedecite voor den gegeeven tusfchentyd, uit het eerfte verfchil tusfchen het naastvoorgaande en- het naast volgend getal, door een reegel van drien, of door de XII Tafel neemen: 30. in de XIII. Tafel, de uitwerking van het^w/V^tweedc verfchil zoeken: en dat by het reeds gevonden eevenreedig deel voegen, zo de eerfte verfchillen .afnemen: en 'er van aftrekken zo zy aangroeijen\ om de geheele verandering in de gegeeven tusfchentyd te vinden. Deeze reegel gebruikt men als men zeer nauwkeurig te werk wil gaan: doch in de meeste gevallen is het eenvoudig eevenreedig gedeelte genoegzaam. 3. Be regte opklimming der Maan voor eene andereplaats dan de Pic de Teneriffa, op den middag te vinden. Uit het geen wy over dit Vraagftuk, omtrent de regte opklimming der Zon gezegd hebben, blykt genoeg, dat men de Lengte van die plaats tot Teneriffa in tyd moet brengen: dat zo de plaats Oostelyker ligt, het op Teneriffa vroeger is, zo Westelyker, later: dat men dus door het voorige Vraagftuk de verandering voor dien tusfchentyd neemen moet: en dezelve by de gegeeven regte opklimming voor den middag van den dag voegen, zo de plaats Westelyker, doch 'er van aftrekken, zo de plaats Oostelyker ligt. 4. De regu opklimming der Maan voor eens andere plaats dan de Pic, en voor een gegeeven Uur te bepaalen. Zo de plaats Oostelyker ligt; en het Uur kleiner F** 2 ia  44 Ven VIKolom van de HBladzyde. is dan de Lengte in tyd, valt het gegeeven ogenblik vroeger voor dan de middag op Teneriffa. Dus de verandering van regte opklimming voor dien tusfchentyd bereekend hebbende, trekt men dezelve van de regte opklimming op den middag te Teneriffa af: en men heeft het begeerde. Zo de plaats Oostelyker ligt, en het gegeeven Uur grooter is dan de Lengte in tyd : valt het gegeeven ogenblik laater voor dan de middag op Teneriffa: en wel zo veel laater als het verfchil tusfchen het gemelde uur en de lengte bedraagt: vermits'er zo veele uuren als de lengte in tyd bedraagt moeten voorbygaan, eer men middag op den Pic heeft: en de rest, of het verfchil tusfchen uur en lengte, te kennen geeft, hoe laat het dan op den Pic na den middag is-: en men bercekent de verandering voor het gemelde verfchil; deeze voe:;t men by de regte opklimming op den middag, en men heeft het begeerde. Zo de plaats Westelyker ligt, valt het gegeeven ogenblik altoos later voor dan de middag op Teneriffa: dus voegt men Lengte en Uur te famen: men bereekent de verandering voor dien tusfchentyd, en voegt ze by de gegeeven regte opklimming. Voorbeeld. De regte opklimming der Maan te Batavia te bepaalen , den 3 Mey ten 5 U. U. M. S. Lengte van Batavia. . . b'. 14'. 15 • gegeeven Uur _5j Verfchil. . . . 3- 15"- dus het gegeeven ogenblik vroeger voorvalt te Batavia dan de middag op den Pic: g^volglyk: »3  Maans regte Opklimming. 45 12 Mey, middag 310. 16'.^ ^ ■ middern. 37' IÖ- 6o' 6' + 5. *) , 13 ___ middag 43- 22. 6' \ +3- * ._ middern. 49. 36, Het verfchil tusfchen ia middernagt en 13 middag is 6°. 6'. voor 12 U. U. M. S. dus 3 U. voor 6 gr. maakt (Taf. XII.) i°. 30'. voor 6'. .. . 1. 30''. 14'. maakt voor 6°. . • 7* °- 6'. • . 7". Tweede verfchil 7'. maakt in 3 U. . 39". in 10/. . 3I;' in 4'. • I"* optrek, om dat de ifte ■ ■ ■ 43". verfch. afneem. (*) geeft dan . i". 39'. 20". Regte opklimming den 13. middag te Teneriffa, is. . • 430. 22'. o". aftrekken,om dat het vroeger is: geeft 41°. 42'. 40". regte opklimming te Batavia den 13 Mey ten j ü. en dus voor alle andere gevallen. (*) Nad. indien men de laatfte voor de eerfte aanziet, zo als het behoort, om dat men niet, zo als gewoonlyk Tan middernagt toe middag, of van boven naar beneeden, maar, daar men eenig trdftip vóór en niet na den middag zoekt, van middag tot middernagt, of van beneeden naar boven telt. F** 3 X.  46 VII en VIlI Kolom van de II Éladzjde. ZEEVENDE EN AGTSTE KOLOM VAN DE TWEEDE BLADZYDE. Maans Declinatie. I. Over de bereekening van Maans Declinatie. De Declinatie der Maan, is, eeven als die der Zon en van alle andere Sterren, de boog, welke, uit het middelpunt der Maan regthoekig op den Ae* quator of Eevenaar getrokken word. Deer.e Declinatie word hier voor middag en voor middernagt, om de zelfde reeden gefteld , als de Maans regte opklimming, om dat nam. de veranderingen van die Declinatie in den tusfchentyd van 24 U. te onregelmatig zyn , dan dat men uit eene eenparige eevenreedigheid de waare Declinatie voor eet-ig ogenblik van dien tusfchentyd met genoegzame naukeurigheid zoude kunnen befluiten: en het dus nuttig is, dien tusfchentyd te verminderen, om zelfs door eene enkele eenparige eevenredigheid, uit die 32 U. de Declinatie voor eenig ander ogenblik te kunnen bereekenen met eene naukeurigheid, die, in de meeste gevallen genoegzaam is:hoe we', wanneer de grootfte naukeurigheid vereischt word, men, eeven als voor Maans regte opklimming de tweede verfchillen gebruiken: Wy zullen één enkel voorbeeld by brengen, om dat 'er iets in gebeurd, dat, in de bereekening van de regte opklimming ook plaats hebben kan, doch aldaar van minder invloed is. Men  Maans Declinatie. 47 Men vraagt de Maans Declinatie voor den 10 April 1788 ten 4 U. 9 April, middern. 22°. 23. ^ 10 middag 22. 50. — 2t. "i ^ 10 ——middern. 22. 56, ' +21. J — 15. 11 middag 22, 41. De Verandering voor den 10 April, tuffchen middag en middernagt is 6'. dus 2'. voor 4 U. dit is het eevenreedig gedeelte» Van den 9 op middernagt tot den 10 's middags groeit de Declinatie aan: van middag tot middernagt insgelyks: maar van 10 middernagt tot 11 April middag, neemt de Declinatie af. Gevolglyk is 'er een tydltip, waar de Declinatie op 'c hoogst gekomen is: en dus zo, dat kort voor en na, de verandering gering en eenparig is: De tweede verfchillen zyn hier zo, dat het eerst van beiden tusfchen afneemende, en het tweede tusfchen aangroeijende eerfte verfchillen genomen wordt: 't geen aanduit, dat 'er tusfchen beide eene plaats is, daar het eerfte verfchil nul is: en daar de beide tweede verfchillen gelyk zyn, en in teegenftelden zin, dus hunne fom nul is,beQuitmen dat 'er hier geen tweede verfchil plaats heeft: dat dus de aanwas tusfchen 10 middag, en 10 middernagt genoegzaam eenparig is: en men vergenoegt zich met het eevenreedig gedeelte, 't welk is . 2'. de Declinatie op den middag was 220. 50. Dus is dezelve ten 4 ü. . , 22°. 52 Het kan ook gebeuren dat de beide tweede verfchillen van aart verfchillend zyn, de eene aangroeit, of z.o als de Wiskunftenaars fpreeken, pojitiefoï jlellig, de  48 VII en VIII 'Kolom van de II Bladzyde. de andere afneement, of negatif, ontkennend is, doch dat zy ongelyk zyn, dan neemt men de helft van *t verfchil dier tweede verfchillen voor het gemid' deld tweede verfchil. Dit zy genoeg, omtrent de wyze hoe de Declinatie hier bereekent is, en voor alle tydftippen door behulp van deeze Tafelen zeer gemakkelyk bereekent kan worden. De voorftellen die men hier opgeeven kan zyn de zelfde als voor de Declinatie der Zon: het is dus overtollig hier iets by te voegen: de bewerking is volftrekt de zelfde: op dit eenig onderfcheid na,dat, daar men de verandering yan de Zons Declinatie door een enkel eevenredig gedeelte bereekent; men hier, in die gevallen, in welke men de grootfte naukeurigheid verkiest te gebruiken, die verandering door de tweede verfchillen verbeeterd, op de wyze die wy in dit, en in het voorgaand Artikel in 't breede ontvouwt hebben. s. Over het nut der kennis van de Declinatie der Maan, om de breedte door de Maans hoogte te vinden. Buiten andere dingen waar toe de kennis van Maans Declinatie zeer dienftig is,kan zy van een zeergroot gebruik zyn, om de Breedte te vinden, wanneer de Maan door den Meridiaan gaat: 't geen van het groost nut is, niet alleen, wanneer men deor flecht weder verhinderd is geworden op den middag hoogte te neemen, maar zelfs wanneer men dit heeft kunnen doen: om dat het altoos van veel gewigt is de waarneemingen, die dienftig zyn om de plaats, waar  Nut der Maans Deel, om de Breedte te vinden. 40 waar het Schip zich bevind te kennen, en dus het beftek te verbeeteren, zo veel mogelyk te vermeenigvuldigen, vooral wanneer die waarneemingen zo gemakkelyk zyn als deeze. Een voorbeeld zal de zaak ophelderen. Voorbeeld. Men bevind zich den 18 April op 170 Gr. gegiste Lengte: men fchiet de Maan , wanneer zy door de middaglyn gaat, of op het hoogst is : en bevind haar middelpunt (*) op de hoogte van jo Gr. 15': Men vraagt de Breedte: De 170 Gr. gegiste Lengte maaken 11 U. ac': Den 18 April gaat de Maan door den Meridiaan op U. M. S. Teneriffa, ten . . 3. 8. o. Verandering in 24 U: 52'. Dus in 11 U: 23'. 50". in 20'. . o". 42". Som. . . . . 24' 32'. Trek af. . . a. 43. 28. Uur op welk de Maan op de bepaalde plaats in den Meridiaan komen moet: en dus kan men zich tegens dien tyd gereed maken om de Maan te volgen , en ze, wanneer zy op het hoogst is , waarteneemen , en haare hoogte te bepaalen. Wan- f *) Ik neem hier het middelpunt: men weet dat men niet dan den bovenden of onderften rand waarneemt: dat men dus die fchynbare hoogte van den invloed van Maans halve middellyn , en van de Parallaxii of het verfchilzicht, zo als ook van de Dampheffing of rifractie moet ontheffen of verbeeteren: over die middellyn en het rerfchilzicht zullen wy lïraks handelen. G**  50 VII en VIII Kolom van de II B/adzyde. Wanneer het 2 U. 43» 28" op het Schip is, is het 11 U, 20/ vroeger op Pk de Teneriffa: dus moet men de Declinatie der Maan bereekenen voor 11 U. 20/ vroeger dan 2 U. 43' 28" van den 18 April: en dus voor den 18, 8 U. 30'. 32". voor den middag.: dat is, volgens de telling van onze Tafelen, voor 17 April ten 15 ü. 23'. 8* of 3 U. 23'. 8* na middernagt. De Declinatie is 17 middag i8.°3i' N. middern. 19. 8 0 • 37 18 middag 19. 32 °" 2* _ i5J "~ I+ — middern. 19. 41 °' ö Dus komt 'er een tweede verfchil te pas; Dat verfchil van o°. 24'. in 12 U: geeft Voor 3 ü Tafel XII ... 8' 0" 23' • • . . . " o. ,// Voor 8" ie klein. Tweede verfchil voor - 14 /(Taf. XIII.) + 2'. 25" Dus de verandering . . . ïo'.3C>-' Declinatie is den 17 middern. . . 19°. 8 ' Dus den 17 ten 15 U. 23'. 8" . 19°. 18'/. ?o// Of 19°. 18' Dit is de Declinatie der Maan, wanneer zy op de plaats daar het Schip is door den Meridiaan gaat, of wanneer zy gefchoten word. Hoogte der Maan. . . . 30o. ^ 90. o Dus afftand van den top. . *0o .s, Declinatie Noordelyk. . . Ï90. Jf/ Dus byvoegende is. . . 79",~""^~~ de  Maans halve Middellyn. 51 de afftand van den top tot den Aequator: en ge» volgelyk bevind men zich op 790. 3' Noorder Breedte. En men ziet duidelyk, dat al had men zich 50 Graden in de gegiste Lengte verzonnen, 't geen f Uur in den tyd uitmaakt, men echter de breedte op 4/ na hebben zoude. X I. Derde en Vierde Kolom van de derde Bladzyde. Maans halve Middellyn. Wanneer men de hoogte der Maan waarneemt, kan men alleen de hoogte van haar' onderften of van haar' bovenften rand waarneemen : doch alle de Tafels van Regte Opklimming en Declinatie der Maan, zyn voor het middelpunt van de Maan bereekent: en derhalven behoort men ook de hoogte van het middelpunt der Maan te kennen, om uit de waargenomen hoogte van den boven of onderrand de hoogte van dit middelpunt te kunnen belluiten. Dit is de reede waarom men de halve middellyn der Maan voor den middag en den middernagt bereekent: en uit deeze twee Kolommen zal het gemakkelyk zyn de halve middellyn voor ieder ander bepaald ogenblik , *cn dus ook voor alle plaatfen der Waereld, door eene enkele eevenreedigheid, of Tafel XI, af te leiden: daar de grootfte verandering maar 7 of 8 feconden in de 12 Uuren bedraagt. De Middellyn der Maan fchynt grooter, naar maate de Maan digter by de Aarde is: en daarom kan men ook uit de fchynbaare grootte van die middellyn, of halve middellyn, over den afftand der Maan van de^ Aarde oordeeien: en dus weeten of de Maan in haaren G** 2 ge-  51 . UI en IF Kolom van de III Bladzyde. geringften dan in haaren verften afftand, dat is, in haar naaften dan in haar verftenpunt is. Den 23 February, by voorbeeld, is de Maans halve middellyn op het kleinst: den 10 op het grootst: dus is de Maan den 23 February in haar' verften: en den 10 in haar naasten punt: 'c geen voor de bepaaling van het Watergety van eenig belang is. Maar de Maan , al is zy op denzelfden afftand van bet Middelpunt der Aarde, is niet altoos eeven ver van ons oog, of van de oppervlakte der Aarde af. Als zy in het toppunt T is, is haar afftand AT van de oppervlakte der Aarde , gelyk aan het verfchil AT tusfchen haar afftand MT van het Middelpunt, ende halve Middellyn M A der Aarde: of, daar de afftand der Maan van het Middelpunt der Aarde omtrent 60halve Middellynen van de Aarde bedraagt, is die afftand, in dat geval,59 halve Middellynen der Aarde: maar wanneer de Maan in de Kim S is, is haar afftand van ons oog, dé zyde AS van ecu' regthoekigen driehoek ASM waar van de eene zyde A M de halve Middellyn der Aarde (of 1) en de hyptthenufa, of fchuinfe zyde, MS de afftand der Maan van het Middelpunt M, (of  Maans halve Middellyn. 53 (of Co) is, waar uit het rjiet moeijelyk valt te beree. kenen, dat de afftand der Maan van ons oog in dat geval zyn zal 59, 99: of bynaar 60: en dus is het verfchil te gering om door ons bemerkt te kunnen worden. Hier uit volgt i°, dat, wanneer de Maan in de Kim is, haare fchynbaare Middellyn dezelfde is die wy zien zoude, indien wy haar uit het middelpunt der Aarde befchouwden: die Middellyn is dus, voor alle plaatfen , by de zelfde waare afftanden der Maan, de zelfde, en word de horizontaale Middellyn genoemt. Hec is dan die halve horizontaale Middellyn, die hieri.T de Tafels bereekend is, en die alleen, naar gelang der afftanden van de Maan van het Middelpunt der Aarde veranderd, en daarom alle dagen aan veranderingen onderheevig is. Hier uit volgt 20: dat de Maan, (op dezelfde afftanden van het middelpunt der Aarde,) het minst van ons oog verwydert is, als zy in den Top T is: en dus dat als dan, al het overige gelyk gefteld zynde, haare Middellyn het kleinst is. Tfer uit volgt eindelyk ten 30 dat, naar maate de Maan zich meer van de Kimmen verwyderd, haare fchynbaare Middellyn ook groter word dan zy het is in .de Kim (aj: en dat wel in dezelfde reede die de Sinus Men zal misfchicn zeggen dat dit teegen de ondervinding ftrydt: dat de Maan altoos veel grooter fchynt, wanneer zy in de kimmen js. Dit verfchynzel is zo: doch is maar een bedrog van ons ge¬ zicht. Men behoeft Hechts de Maan door een kyker, of koker te belchouwen om 'er van overtuigd te zyn. G** 3  54 /// en IF Kolom van de 111 Bladzyde. Sinus van den afftand der Maan (uit het Middelpunt der Aarde gezien) van den top, heeft tot den Sinus van den fcbynbaren afftand der Maan tot den top (b). Men kan dus de waare grootte van defchynbareMiddellyn der Maan, wanneer deeze zich op eene bepaalde hoogte bevind niet kennen, dan met die Middellyn, zo als zy dag voor dag in de Tafels gevonden word, in de gezegde reede te vergrooten: doch om de moeite van die reekening eens voor al aan anderen te befpaaren, hebben de Sterrekundigen daar eene Ta. fel van gefteld, die men hier agterin de verzameling van Tafels onder N°. V. vinden zal. Zie dan hier een voorbeeld van het gebruik deezer Tafelen. Men fchier der Maans onderden' rand den 21 April 1790, ten 9 U. en men bevind denzelven op 340. 15; Men vraagt naar de waare hoogte van het Middelpunt der Maan. Om geene verwarring te veroorzaken, veronderftel- len C« Men weet immers dat in alle driehoeken de Sinmfin der hoeken tot eikanderen ftaan, zo als de teegenovergeftelde zyden: en dus is in den driehoek AOM: Sinus ^ AM O: Sinus ^ OAMof vOAT: gelyk O A: OM. Maar, de fchynbaare halve diameter uit M gezien of in de kim, is tot de fchynbaare halve diameter uit Agezien, gelyk AO tot OM: 'en dus Sta» ^ AM O tot Sinus ^ O AT — fchynb. halve diameter uit M gezien, tot de fchynbaare halve diameter uit A gezien. Maar AMO is de fchynbaare afftand der Maan uit het middelpunt M der aarde gezien, tot den top T: en OAT is de afftand der Maan uit A gezien van den top T.  Maans halve Middellyn. 55 len wy die hoogte van 340. 15. gezuiverd van de uitwerking der refrattie en der parallaxis. Hoogte. . . . 34°. 15. o'/ 22 April è G Middel. 15'. 50". Verander, in 12 U. 7" Dus in o U. . 6*. Ware Horiz. £ Middel. 15'. j6'. Vermeerd. voor 34°.hoogt. 8''. — 16'. 4*. Dus waare hoogte. . . 34*. 31'. 4". En het is die hoogte, die de waare hoogte van het middelpunt opleevert: en die men in de reekening gebruiken moet. Maar zal men zeggen, waarom doet men ook niet eene dergelyke bewerking omtrent de halve middellyn van de Zon? ——— De reede is, dat de afftand der Zon van de Aarde zo groot is, dat de verandering die 'er in de fchynbaare grootte van Zons halve middellyn zoude voorkomen, indien men de Zon uit het middelpunt, in ftee van uit de oppervlakte der Aarde befchouwde, in 't geheel niet merkelyk is, en Hechts een zeer klein gedeelte van eene feconde bedragen zoude. XIL  5<5 V en VI Kolom van de III Bladzyde. XII. Vyfde^en zesde Kolom van de derdi bladzyde. Horizontaal Verfchilzicht der Maan. I. Wat is Verfchilzicht, Alle de Sterrekundige Tafels zyn in deeze onderftelling bereekent, dat men de hemelfche lichaamen. Zon, Maan, en Sterren, uit het middelpunt der Aarde ziet: maar dit heeft geen plaats: wy zien ze uit de verfchillende deelen der oppervlakte, op welken wy ons bevinden. Het Verfchil dat 'er is tus* fchen de plaats daar wy de Sterren zien, en die, daar wy dezelve- zouden zien, indien wy in het middelpunt der Aarde waaren, word het verfchilzicht of de parallaxis genoemt. Wat nu de Sterren verder van ons af zyn, wat dit verfchilzicht geringer word: om dat als dan de afftand van de oppervlakte der Aarde tot haar middelpunt, of de halve diameter der Aarde, kleiner word met betrekking tot den afftand dier Sterren, en gevolglyk minder invloed heeft: dus is het, dat men in de vaste Sterren tot nu toe geen het minst verfchilzicht heeft kunnen waarneemen: dat het verfchilzicht voor de Zon maar 8,6" of 9" feconden bedraagt O): daar (a) Men kan insgelyks het verfchilzicht voor de Planeeten bepnalen : tvant het verfchilzicht is altoos in omgekeerde reede van den afftand. Indien de afftand van de aarde tot de Zon 10 is: is die van Venus tot de.Zon 7, van Mars 15, van Jupiter 52, van Saturmis 52: dus is de klein-  Horizontaal Verfchilzicht der Maan. 57 daar het in tegendeel voor de Maan, die zo veel dichter by de Aarde is, zomtyds op meer dan eenen graad beloopt. Welke is nu de aart van dat verfchilzicht? welke is haare uitwerking? welke zyn de oorzaaken daar haare grootte van afhangt. 2. Maat, en uitwerking van het Verfchilzicht. Laaten wy nu onderflellen dat de Maan (en dit gezegde dat wy hier cp de Muan betrekkelyk maaken, heeft eeven eens plaats voor de Zon, en voor alle de Planeeten, of Comeetcn) laaten wy dan eerst onderderflellcn dat de Maan door een' waarneemer (A) ©p de Oppervlakte, en te gelyk door een'ander (M; uit het middelpunt M der Aarde befchouwd werdc. Laat de ecrstgemelde de Ster (S) in zyn Horizont of Kim (AS) zien: zo zal die Ster S, voor den waarneemer M in het Middelpunt, die dus onder de Kim van den eenten ftaat, nog boven zyn Kim (MK) zyn, en onder een bepaalden hoek S M K gezien worden. In- kleinfte afftand tusfchen Venu; en de Aarde 10—7 of 5: de grootfte 10 +7 of 17: de kleinfte van Mars 5 , de grootfte 25 : de kleinlte van Jupiter 42, de grootfte 62: de kleinfte van Saturnus 85: de grootfte 105 : gevolglyk, indien de parallaxis van de Zon 9" bedraagt , zal de grootfte parallaxis van Vtnus 50", de kleinfte j" bedragen', de grootfte van Maïs 18", de kleinfte 2, " : de grootfte van Jupiter 2", de kleinlte i^", de grootfte yan Saturnus 1". Of nu de Planeeten in conjunctie of oppoiitie zyn, kan men omtrent U(t het uur van haar doorgang door den Meridiaan bepaalen :of zy nam. met de Zon, dan 12 U. na de Zon in den Meridiaan komen. De psrallaxis van Satun us, Jupiter en Mars, kan men, ten zy voor den laatstgemelden in gevallen daal het zeel naauw op aankoomt, verwaarloozen. H**  58 Ven VI Kolom van de 11 J Btadzydc. Indien nu de waarneemer op de oppervlakte de zelfde Ster onder eenigen hoek (OAS) ziet, doch niee in den top T, zal de waarneemer die in het middelpunt M is, die Ster onder een'grooter hoek OMK zien, om dat hy laager ftaat. (a) Wanneer eindelyk de Ster voor den waarneemer A op de oppervlakte, in den Top (T) is, is zy ook in den Top voor den waarneemer M in het Middelpunt: en dus, hoewel hy lager zy dan de eerstgem:,en de Ster, eeven als in de beide voorgaande gevallen, hoger ziet: heeft dat egter daar geen invloed op de grootte van den hoek: want die hoek regt zynde, heeft de meerdere hoogte maar invloed op den afftand, die hier perpendiculair vermeerderd word, van TA nam. tot (> ' (a) Dit moeten wy een weinig nauwkeuriger nanftippen. De hoek ASM (gelyk aan SM IC) is het Verfchilzicht, wanneer de Ster in de Kim is: de hoek AOM (verfchil van OMK en OAN) is het Verfchilzicht , wanneer de Ster op de hoogte O S boven de Kim is: Het valt niet moeijelyk te bewyzen, dat de hoek AOM altoos kleiner is dan ASM, of dat het Verfchilzicht in hoogte altoos kleiner is dsn in de Kim. Want: zo ik uit O, met de lyn OM, als radius den boog MD trek op de verlengde lyn OA: en uit S, met de lyn SM, die gelyk is aan OM,als zynde beiden ttraalen van den zelfden Cirkel,den boog ML op de verlengde lyn S A : zo is het klaarbiykelyk dat de boog LM grooter is dan de boog D M: en dat dus de hoek ASM (waar van de boog LM de maat is) grooter is dan de hoek AOM, die door den boog DM gemeeten word: en dat gevolglyk het Verfchilzicht in de Kim grooter is dan het Verfchilzicht op eenige hpogte. (f) Want: in alle de driehoeken zyn de zyden zo als de Sinusfm van de teegenovergertelde hoeken. Dus in den driehoek ASM: ftaat AM tot MS, gelyk Sin. ASM tot radius; en in den driehoek AOM, AM tot MO (of MS) gelyk Sin. AOM tot Sin. MAO of Sinus O AT. En dus volgt uit die twee proportien, Si»,  Horizontaal Verfóhilzicht der Maan. 61 Het komt 'er dan maar op aan, dat men het Verfchilzicht in de .Kim kenne. Dit hangt af van den afftand der Ster tot de Aarde: want wanneer de Ster in S is, is de hoek ASM het Verfchilzicht in de Kim: en wanneer de Ster in Z is , is het Verfchilzicht AZM, welke hoek kleiner is: Het Verfchilzicht is dus kleiner, in grooter afftanden, doch volgt de omgekeerde reede der afftanden. Men heeft dan maar het Verfchilzicht dat in de Kim plaats heeft, en dat men Horizontaal Verfchilzicht noemt, voor een' bepaalden afftand te kennen: en dan kan raenhetVerfchilzichtvoov alle andere afftanden 'er gemakkelyk uit afleiden. 4. Het Horizontaal Verfchilzicht, voor alle plaatfen en tyden uit den Almanach te bereekenen. De Sterrckundigen hebben middelen gevonden om het Horizontaal Verfchilzicht voor de Zon en voorde Maan, door nauwkeurige waarneemingen te bepaalen: en het is dit Verfchilzicht, het welk men hier voor de Maan, zo wel voor den Middag, als voor Middernacht bereekend vindt, in minuuten, en feconden. Het Sin. ASM tot radius gelyk Sin. AOM tot Sinus O A T : of tat Cofinus O AZ, want OAZ is het Complement vanT A O: of in woorden, Sinus van het Verfchilzicht in de Kim tot Sinus van het Verfchilzicht in hoogte, zo als de radius tot de Coftnus van de hoogte. Maat het Vetfchitzicht is altoos een zeer kleine hoek, zelfs voor de Maan: en de Sinusfen van zeer kleine hoeken zyn in de zelfde reeden als dc hóeken zelfs: en gevolgelykkan men den hoek,of het Verfchilzicht, in ftee van den Sinus gebruiken: dit doende, heeft men, Verfchilzicht in de Kim tot Verfchilzicht in hoogte, zo als de radius tot den Cofinus van de hoogte: of, watop het zelfde uitkomt, Verfchilzicht in de hoogte, tot Verfchilzicht in de Kim, zo als de Cofinus van de hoogte, tot den radius. H** 3  6i V en VI Kolom pan de III bladz. Het blykt duidelyk dat men door die Tafels het Horizontaal Verfchilzicht der Maan voor een ander Uur dan den middag, en voor eene andere plaats dan den Pic op eenig bepaald ogenblik vinden kan; en dat wel op de zelfde wyze als men de regte opklimming of Declinatie der Zon gevonden heeft: nam. door eene enkele eevenreedighcid, uit de verandering die het Verfchilziqht in 12 [I. ondergaat. Wanneer het bepaald ogenblik vroeger voorvalt dan den middag Op den Pic, en het Verfchilzicht aan wast, moet men het eevenreedig gedeelte aftrekken. Zo het Verfchilzicht afneemt, moet men het eevenreedig gedeelte by tellen. Het teegendecl heeft plaats zo het ogenblik later voorvalt dan den middag op den Pic: men voegt by zo het Verfchilzicht groeit men trekt af zo het vermindert. I, Voorbeeld. Men vraagt het Verfchilzicht tc S:. Eujlachiu: , den 25 April 1790 ten 3 U. U. M. S. Lengte van St. Euftachius in tyd. 3. 5. 2b. gegeeven Uur. . . Q. fom, {later) ... 6. 5. 28. Verfchil in 12 U.... 17". Dus in 6 U. . , , 0< in 5' • . . . o. gegeeven Verfchilzicht 60. 26.(toeneem.) Dus't gezocht Verfchilzicht, . 60,3^" II.  Horizontaal Verfchilzicht der Maan'. 6$ II. Voorbeeld. Men vraagt het Verfchilzicht voor Batavia: den 25 April ten 3 U. ü. M. S.^ Lengte van Batavia. , * 8. 14'. 15''. gegeeven Uur. . . . 3* Dus Verfchil. ♦ '. 5» 14. ij'. voor den middag op den Pk. Het verfchil tusfchen 24 middernagt en 25 middag is 20''vermeerderende: dus voor si U. omtrent. . . . 9''. gegeeven Verfchilzicht. . . 60'. 6". Aftrekkende, is . 59. 57", het gevraagde Verfchilzicht. 5. Tafels van het Verfchilzicht in hoogte: en voor de correctie van Verfchilzicht en Damyheffmg te gelyk. Wanneer men dan het Horizontaal Verfchilzicht voor het bepaald ogeqblik bereekent heeft, moet men nog het Verfchilzicht in hoogte kennen: en dit ver* krygt men, zo als ge^egt is, met het Horizontaal Verfchilzicht door den Colinus der hoogte te multiplicee» ren. Men heeft deeze bereekeningen verkort, met de» zelve in Tafels te brengen. In de neevensgaande verzameling van Tafels vind men eene dergelyke Tafel voor de Zon in N°, IV, en voor de Maan in N°. VII, zo dat men terdond zien kan, hoe groot de parallaxis of het Verfchilzicht voor alle hoogten zyn moet, als zy een bepaald getal minuuten in de Kim bedraagt. Veer**  6t, V'en VI Kolom van de III Bfadzyde. Voorbeeld. ■ Den 15 April 1790 fchiet men de hoogte van den boven rand der Maan op middernagt en bevind den zeiven op 25 gr. hoogte: men vraagt de waare hoogte van Maans middelpunt: hoogte . . . 250. o. <[ 2 middellyn ... 14. 51//. 24°. 45. 3». Horizontaal Verfchilzicht 54/. 29". dus in de VII Tafel voor 54' Ver. fchilzicht en 23 0 hoogte, ko. men. . . 48'. So//» voor 29'' komt . . ?9". 48'. 59". 250. 34'. 8". om nu de waare hoogte te hebben moet men nog acht geeven op de refradie of dampheffing, die, volgens Tafel 111 van de Verzameling, hier 1'. 58". bedraagt: dit aftrekkende krygt men 25°. 32' 10". Hoe gemakkelyk dit ook zy, hebben echter de Sterrekundigen eene andere manier gebruikt, en andere Tafels opgeftelt, die in de practyk veel gemakkelyker zyn: om dat men dan in ééns de twee correctien, die voor de parallaxis, en die voor de refractie of dampheffing, welke beide noodzakelyk zyn, doet. Men gebruikt nam. de Parallaxis of het Verfchilzicht alleen om de fchynbaare hoogte van eene Sier, hier der Maan, tot de waare te brengen: tot die nam. welke men uit het middelpunt der Aarde zien zoude. Doch men moet altoos de waargenomen, en dus de fchyn-  Verfchilzicht der Maan. 65 fchynbaare hoogte corrigeeren van de refractie of damp. heffing: want de lichtftraalen, zich van de hemelfche lichaamen, door eene bynaar leedige ruimte, naar den dampkring begeevende, en door den dampkring naar ons oog, worden door de lucht gebogen: welke buiging men refractie of damphtffing noemt: en het uitwerkzel van dien dampkring, nam: de vermeerdering van de fchynbaare hoogte der voorwerpen, is, eeven als het Verfchilzicht, het grootst in de kim, nul in den Top, en al langer hoe kleiner, naar maate de Sterren hooger boven de kim verheeven zyn. De uitwerking der refractie is dus aan die van het Verfchilzicht teegenovergeftelt: zy vermeerdert de fchynbaare hoogte, daar het Verfchilzicht dezelve vermindert: men moet dus het verfchil tusfchen beide de uitwerkingen neemen, om de waare hoogte der Maan te hebben: en het is die waare correctie, waar van men Tafelen gemaakt heeft.. Men vindt eene dergelyke Tafel in de volgende Verzameling, en wel onder N°. VIII. Wy zullen het door een voorbeeld ophelderen. Voorbeeld. . . De waare hoogte van 's Maans middelpunt te bepaalen, indien men de fchynbaare hoogte van den beneeden rand 23^. 30' fchiet onder den Meridiaan van Uatavia, den 22 Maart 1790. ten 10 U. I** Ge-  66 V en VI Kolom van de III Bladzyde. U. M. S. Gegeeven Uur. . . . . 10. o. o. Lengte van Batavia. . . 8. ij. 15. waargenomen hoogte. . , 23°.3o'. of'. d k Middellyn. . . 15'. 7'. Verfchil in 12 U. . . 7". dus in 1 U. 46". bynaar. 1,0. > . . o0.i5.8)0'. Vermeerdering in hoogte. (Taf. V) . . Horizontaal Verfchilzicht 58'. 6". 23'45-I3*8« verand. in iaU. + as*'. dus in 1 U. . . 2ji. in 45' 1,5- ~ 3,6> 58. 9,6. Cor. voor 58'. Verfchilz. en 230. hoogte. . ji'.io''. verand. voor 1». Verfch. o, 92 dus voor 10". . 0j 2. Cor.voor 1hoogte, — 0,3. dus voor 45'. . — I3>J. 4-3- geheele Correctie o. 51. 5 7 Dus waare hoogte van g middelpunt. . 240.36.19,5.  Verfchilzicht der Maan* 6j Indien men, 't geen op Zee genoegzaam is, zich niet met feconden wil inlaaten,is de reekening gemak* lyker: nam, hoogte. . • • *3°« 3° <£ 2 middellyn. • . .15'. 23- 45. Horizont. Verfchilz. bynaar 58 f dus Corr. voor 58' Verfchilzicht en 2t°. hoogte. . . . 51'. 24» 36. 't geen maar tq feconden met het voorgaande verfchilt. • 6. Waarfchuwing wegens de getalen van het Verfchilzicht, in den Almanach. Wy hebben in de bovenftaande Verklaring van het Verfchilzicht vooronderftelt.dat het Horizontaal Ver-; fchilzicht voor alle de deelen van de oppervlakte der Aarde het zelfde is: 't geen hier op fleunt dat de Aarde een volmaakte kloot is: doch dit is zo niet : de waarneemingen hebben onweederlpreekelyk geleerd dat de Aarde platter is in de Poolen dan in den Ae» quator: waar uit volgt dat een Inwooner op 45 gr. by voorbeeld, minder ver van het middelpunt der Aarde af is, dan een Inwooner onder den Aequator, of onder eene minder breedte:en dat een Inwooneron» der den Pool nog veel digter by is. Men fchat deeze platheid der Aarde op ongeveer — gedeelte, zo dat 230 (Fig. p. 58) de halve middellyn A M der Aarde — 230 kleiner is dan de halve middellyn M C van den Aequator. I** 2 —Het  68 V en PT Kolom van de III Bladzyde. — Het Horizontaal Verfchilzicht zal dan, uit dien hoofde,kleiner zyn, naar maate men zich van den Aequator verwydert. De getalen echter kunnen in de Tafel maar voor ééne éénige plaats gefteld zyn: en wy hebben verkozen die niet tot den Pic van Teneriffa te herleiden, maar voor Greenwich, eene plaats naarby London, te laaten: de reede is, dat Greenwich omtrent op 514- graden Noorder breedte liggende, bynaar midden tusfchen de grootfte en de kleinfte breedte ligt: en dus de verbeetering die men aan de gefielde parallaxis maken moet, kleiner word. De grootfte Conectie bedraagt nu eene verandering van 9.5 feconden voor den Aequator, en van 6,4 feconden voor den Pool: daar men de parallaxis voor den Aequator bereekenende, voor den Pool 15,9'' zoude moeten veranderen, enz. Om echter ieder een meester te laaten die Correctie, zo men ze nodig oordeelt, te doen,hebben wy,in de zesde Tafel van deneevensgaande Verzameling, eene Tafel gefteld, waar in men zien kan, wat men voor de verfchillende graden breedte, van de horizontale parallaxis, zo alszy hier gefte'd is, moet aftrekken of'er byvoegen om de waare parallaxis te hebben: dus ziet men dat men 7,9'' by moet voegenop de breedte van i2°en 57//opde breedte van 30 gr. in 't tegendeel op die van 63 gr. moet aftrekken enz. Daar de parallaxis der Maan alleen d ent om haare fchynbaare en waargenomen hiogte tot de waare te brengen, en men op Zee de nauwkeurigheid tot een zo klein getal feconden niet brengen kan: kan men deeze Correctie meest al vylig verwaaHoozen. Ditzy tot opheldering van het Verfchilzicht, en uitlegging van 'c geen mea in deezen Almanach vindt ge. noeg. XII  Phafes der Maan, XII. 09 Laatste Kolom van de der de Bladzyd e. Phafes van de Maan, Deeze Kolom behoeft geen uitlegging: alleen zullen wy herinneren, dat men hier den waaren tyd genomen en de telling op den middag begonnen heeftt dat men dus in February Volle Maan op den 9 ten 15 U. i'. aantreffende, indachtig zyn moet dat dit overeenkomt in de burgerlyke faamenleeving met den 10, ten 3 U. en i"smorgens: en dat het Eerfte Cnartier, dat op den 1 ten 20 U. 18'ftaat, overeenkomt met 8 U. 18' van den 2 's morgens XIII. IV, V, VI, Vtt Bladzyden van iedere Maand. Afstandên van het Middelpunt der Maan tot de Zon, of vaste Sterren. 1. Over die afftanden in -t a/gemeen. De Afftand van het middelpunt der Maan tot het middelpunt der Zon, of tot eene Ster, is die hoek, welke in het oog van den Waarneemer gevormd word door twee lynen die uit het zelve, de eene naar het middelpunt der Maan, de andere naar het middelpunt der Zon, of naar eene Ster, getrokken worden. Die hoeK kan dus, zo als alle andere hoeken, met een Sextant of Octant gemeeten worden. I** 3 Wan-  70 IV, V, VI, VII Bladzyde. Wanneer men dien hoek, of dien afftand waarneemt, heeft men Hechts den fchynbaaren afftand: om dat wy noch Maan, noch Zon, noch Sterren op haare waare plaatfen zien. De waarneemingen der beide eerstgem. moeten van de Refractie of Dampheffing en van het Verfchilzicht; die van de Sterren, van de refractie alleen gezuiverd worden: Dan heeft men de waare afftanden: en het zyn die waare afftanden, die hier in de Tafelen gefteld zyn. Deeze afftanden zyn hier ter needer gefteld van drie tot drie Uuren: en het Uur boven ieder Kolom duid den waaren tyd aan, het waar oogenblik opdenP/cvanTeneriffa, op het welk de Maan op dien afftand van Zon of Stenen zyn zal, die in de Kolommen op den bepaalden dag gefteld is. Deeze afftanden heeft men kurnen bereekenen, om dat de loop der Maan met genoegzame nauwkeurigheid bekend is: echter, hoe meer vorderingen men nog in de kennis van den waaren ïoop der Maan maaken zal , hoe nauwkeuriger by gevolg de Maans Tafelen worden zullen,hoe nauwkeuriger ook de bereekende afftanden met de waare zullen overeenkomen: en hoe nauwkeuriger het beftuit dat men uit die afftanden zal afleiden, de bepaaling nam. van de Lengte op Zee, zyn zal. 2. Die afftanden zyn dienftig om de Lengte op Zee te bepaalen. Ik zeg dat de bepaaling van de Lengte op Zee uit die afftanden kan afgeleid worden: Wat is immers Lengte ? ■ De Boog van den Aequator die tusfchen  Afftanden vün de Maan tot de Zon, enz. 71 fchen twee plaatfen is. ■ ■ ■ ■ Wanneer men nu dien boog tot tyd brengt, weet men het verfchil van tyd tusfchen de beide plaatfen: en insgelyks; wanneer men het verfchil van tyd tusfchen twee plaatfen kent, weet men ook, met dien tyd tot graaden te brengen, door de X Tafel, hoe veel graaden de eene plaats Oost of West, naar mate het laater of vroeger is, van deandere af is: dat is men kent haare Lengte. Wat daar toe behoort? Indien men dan den afftand van de Maan tot de Zon; of tot eenige Sterren op een Schip kan waarneemen, en teevens het Uur weeten op welk men dien waarneemt ; en eindelyk indien men uit de Tafels weet hoe laat het is op den Pic van Teneriffa, by v. als de Maan op dien zelfden afftand van de Zon, of van de Sterren, is: weet men ook hoe veel vroeger of laater het op het Schip dan op den Pic van Teneriffa is: dat is op welke Lengte het Schip zich be«nd. Dat men op een Schip, door middel van een Octant of Sextant, den fchynbaaren afftand van de Zon, tot de Maan of tot eene Ster meeten kan, is klaarblykelyk: dat men uit dien fchynbaaren afftand den waaren afftand kan afleiden, en hoe dit gefchieden moet, zullen wy in de Verhandeling over de Lengte aantoonen. 1 Dat men teevens weeten kan hoe laat het dan op het Schip is,is wederom duidelyk, vermits men de hoogte van de Zon, of Maan, of van de Ster fchieten kan, en daar uit, zo als allj Zeelieden weeten, afleiden hoe laat het is: of wel het Uur door een wel  n 1F, F, FI, F!! Bladzyde. wel gereegeld Horologie weeten. Hoe men den gang van een Horologie nagaat, hebben wy hier boven Art. V, § j. bl. 24. gezegd. Het koomt 'er dan maar op aan, of men weeten kan hoe laat het op den Pic de Teneriffa is, wanneer de Zon op een bepaalden afftand van de Maan is? Dit gefchied door de afftanden die in iedere Maand voor veele dagen aangeteekend ftaan: en vermits de afftanden voor 10 U. 53' 20'' en voor 22 U. 53' en 20* nauwkeurig en onmiddelyk bereekend zyn, en de afftanden van 3 tot 3 Uuren daar uit, door middel van de tweede verfchillen, eeven nauwkeurig zyn afgeleid; zal eene enkele eevenredigheid genoeg zyn , om den tyd van een gegeeven afftand nauwkeurig genoeg te weeter. Foorbceld, Men vraagt hoe laat het den 22 Maart op den Pic van Teneriffa zyn zal, wanneer de afftand van deMaan tot de Zon 82 gr. is: de Zon nam. Westelyk van de Maan ftaande. Ik vind op den 22 Maart. 16 U. 53. 20". . . 820. \y. 5. 19 U. 53. 20. . . 83. 42. 52. Verfchil 3 U. . • ^. 27. 47. Verfchil tusfchen 820. ij. j". en 83*. is 44'. 55". Men heeft dan een reegel vandrien: 1". 27'.47'>ftaan tot 3 U. zo als 44'. 55* tot het gezogt getal Uuren en minuutcn: dit lost zich gemakkelyk op, 't zy door ee-  Afflantlen van de Maan tot de Zon, enz. 73 een reegel van drien, 't zy door de Logarithmen: U. M. S. En men vindt . ♦ . 1. 31'. 30''. voeg by . . 16 53. 20. Dus is het . . . 18. 24'. 50'' als die afftand van 8^°. tusfchen Zon en Maan plaats heeft. En op de zelfde wyze, wanneer men omtrent de Lengte weet, kan men ook omtrent weeten, welke de afftand der Zon van de Maan of van eene Ster,op een' bepaalden tyd, zyn zal. Voorbeeld. Men bevindt zich den 12 January op de gegiste Lengte van ico gr W van Teneriffa, men vraagt hoe laat de Zon of eene bepaalde Ster zich op een bepaal» den aftand van de Maan bevinden zal? 100 graden Lengte maaken . . 6 U. 40'. Ik zie dat op Teneriffa de Afftand der Maan van SpU ca of de Koornair van de Maagd, 66°. 3* 45't bedraagt ten 13 U. 53' zo't: dus zal die afftand op het Schip 6 U. 40' vroeger plaats hebben, of ten 7 U. 13/. zo'': dus maakt men zich omftreeks dien tyd tot de waarneeming gereed: men ftelt het Inftrument omtrent op den gemelden sfftand, dat is, zo dat het tot het meeten van dien hoek, of dien afftand, gereed zy. Men keert het Gezigt naar het O of W van de Maan, volgens het geen de Tafels aanduiden; en wanneer de Maan op de kleine Spiegel gevonden is, vindt men , het Inftrument wat regts en links bewoogen hebbende, de K** Ster?  74 IV, V, VI en VII Bladzyde. Ster, zo zy boven de Kim, en het weer helder, is, loodregt op de richting van de Hoorns der Maan, of, wat op 't zelfde uitkomt, in de verlengde richting van den kleinen as der Maan. De Ster die men daar toe gebruikt, is altoos een van de helderfte: zo dat 'er weinig gevaar is eene verkeerde Ster te neemen, wanneer men op het gezegde acht geeft: men kan boven dien zich gemakkelyk oeffenen in het vinden van de Sterren die tot dit werk gebruikt worden: en deeze Tafcis, gepaard met dat foort van waarneemingen, geeven veelvuldige geleegenheeden die Sterren te leeren duidelyk van elkandere te onderfchciden. 'Aanmerkingen over de Tafels, en over de Waarnee' tuin gen. Om den Zeeman meerder geleegenheid te geeven tot een grooter graad van nauwkeurigheid te geraaken,heeft men de afftanden der Maan van de Sterren, en van de Zon, aan beide de kanten, zo wel Oost als West, van de Maan bereekent. De afftanden van de Zon zyn bereekend tusfchen 400. en 120 gr. •—— Wanneer de Maan tusfchen de 20 en 40 gr. van de Zon af is, is haar afftand alleen bereekend van eene Ster, die, met opzicht tot de Maan, aan den anderen kant van de Zon is : Wanneer zy tusfchen de 40 en 900 van de Zon is, heeft men haar afftand bereekent, zo wel van de Zon, als van eene Ster,aan den anderen kant geplaatst. . Wanneer de Maan meer dan 90 gr. van de Zon af is, heeft men haaren afftand niet alleen van de Zon, tot 120 gr. toe, maar ook van twee Sterren, eene aan iederen kant geIeegen, bereekent. Zo dat men meenigvuldige gelee* gen-  Afftanden van de Maan tot de Zon, enz. 75 genheeden heeft deeze afftanden te meeten, en met die, welke op eene bekende plaats, by v. te Teneriffa plaats hebben, te vergelyken. Hoewel eene goede waarneeming van den afftand der Maan tot de vaste Sterren genoegzaam zy om de Lengte te bepaalen binnen de onzeekerheid van een' graad, en zelfs meest al veel nauwkeuriger, zal het echter veel tot nauwkeurigheid bybrecgen, zo de Waarneemer den afftand der Maan van twee Sterren, of van de Zon, en van eene Stër;of, wanneer de Maan tusfchen 90° en iao° van de Zon is, van de Zon, en van twee Sterren neemt, indien men het geluk heeft van die waarneemingen alle te kunnen doen. Wanneer men dan de Lengte uit de waarneemingen van iedere Ster in't byzonder bereekent heeft, zal het midden uit alle de befluiten het naast aan de waare Lengte komen. _ Men moet voor al den pfftand der Maan van twee Sterren, eene aan iedere zyde, of van de Zon, en van eene Ster aan den anderen kant geleegen, zo dikwyls mogelyk meeten, om dat deeze waarneemingen dé nauwkeurigfte befluiten geeven: voor zo ver nam. als eenige feilen zouden kunnen afhangen van eenige onnauwkeurigheid van het Inftrument, of van de onvermydelyke feilen en misflaagen , die 'er altoos in het waarneemen plaats hebben: deeze immers zullen zich als dan onderling vernietigen. Dit zy genoeg tot het verftand en het gebruik der afftanden in deeze vier bladzyden gefteld: de manier om den waargenomen en dus fchynbaaren afftand, met verbeetering van de refraclie en van deparallaxis of het • Verfchilzicht, tot den waaren te herleiden, zal men in de Verhandeling over het bepaalen der Lengte op Zee vinden. K**2 XIVJ  75 Pm Bladzyde. XIV. VIII Bladzyde van iedere Maand. Planeeten. Wy hebben hier enkel Venus, Mars, Jupiter m .Saturnus gefteld,om dat Mereurius te digtbydeZon en Uranus 'er te ver van af is, dan dat zy den Zeeman Van eenigen dienst zouden kunnen zyn. Het Uur op 't welk die Planeeten in den Meridiaan komen, kan dienen om zich in tyds gereed te maken der zei ver hoogte als dan waarteneemen: en vermits de Declinatie ook uit deeze Tafels bekend is kon nen die waarneemingen, eeven als die van de Zon de Maan, en de vaste Sterren, tot bepaalingder Breedte dienen. . Die Declinatie is voor iederen dag door eene Ukda eevenreedigheid te vinden: by v. voor Vcnus fwaar van de veranderingen de grootfte zyn) bedraad bet verfch.l tusfchen den i en j January 9± J. dus voJ iederen dag 27'.20/'. en voor ieder Uur omtrent vt wordt rog gemnkkelyker, wanneer men het Uur van zyn doorgang doo^ den Meridiaan, dat in den Almanach te vinden is, kent, en dus ook, het Uur van zyn op- en ondergang: doch wil men nog meer gemaks hebben, zal het genoeg zyn te melden dat Jupiter, uit de Aarde gezien, te vinden is in 1788 den 1 January in i° var» den Maagd ï July in 20° van den Leeuw iFebrua. 28° den Leeuw lAttg. 150 de Maagd 1 Maart 240 —_ , Scpt. «« —— 3 April 13° , Oct. 10 I Mey sa« . , Nov< n» _ ijuny 24°. -—»1 Dec„ 21* — * (*) Dit noemt men geocentrifibs Lengte van eene planeet: dat is haar afftand van Aries op de Ecliptica geieekend. - Alen berinnen zich ook dat wy hier het teeien de Maagd, enden Leeuw, verflaai; en niet de gtjitrnten of conuclhtien die deezen naam dragen: want de Ster-  Eclipfen der Satellieten van Jupiter. 83 Zo dat het daar door gemakkelyk zal vallen Jupiter ten allen tyde te onderkennen. Men moet nog daar en boven den Satelliet, wiens Eclips men waarneemen wil, volmaakt van de overigen kunnen onderfcheiden» Hier toe zyn de Afbeeldingen van die Satellieten, die na de 12 Maanden des Almanachs, op bl- 07 en volgende, te vinden zyn, zeer dienftig: doch daar over zuMen wy flraks in de verklancg van die bladzyden handelen. ———* Om nu de plaats des Satelliets, waar van men de Intreede of den Uitgang wil waarneemen, gemakkelyk te kennen , zal het genoeg zyn op het volgende te letten. 10. Voor de oppofitie van Jupiter, dat is geduurende den tyd dat Jupiter in den Meridiaan komt tusfchen middernacht en middag, of 12 U. en 24 U., is de fchaduw van Jupiter ten Westen van de Planeet, en de Intreede en Uitgangen gefchieden ook aan dien kant. 2°. Na de Oppofitie van Jupiter, dat is geduurende den tyd dat Jupiter voor middernacht, of tusfchen 0 en 12 U. in den Meridiaan komt, zyn altoos de Satellieten die in de fchaduw treeden of uit de zelve gaan aan den Oostkant van de Planeet.. • ' ••• Doch men moet indachtig zyn, dat, zo men een kyker gebruikt, die de voorwerpen omkeert, de verfchynzels anders > om zullen zyn. 3°. Voor Sterren van het gefternte den Leeuw zyn thans in het teekenden Maagd j cn de Sterren van het gefternte de Maagd, in het teeken de Weegfchaai •f omgekeerd ï het teeken de Maagd komt in het gefternte den Leeuv» en het teeken de Weegfchaal, in het gefternte de Maagd. L** s  84 VIII Bladzyde. 3°. Voor de Oppofitie ,kan men flechts de Fntreede van den eerfien Satelliet zien, en na de Oppofitie flechts de Uitgangen. —.in .. aIgemcen beeft ^ zelfde voor den tweeden Satelliet plaats: doch het gebeurt dat men en de Intreede en den Uitgang zien kan, wanneer jupiter in Quadratuur, of 90 gr. van de Zon verwyderd, en de tweede Satelliet in zyne limieten is: voor al wanneer de helling van zyne baan op her grootst IS. , De Intreede en de Uitgang der twee overi- gen Satellieten zyn doorgaands beiden zichtbaar ten zy Jupiter te digt by zyne oppofitie op conjunctie met de Zon zy. Wanneer men dan de Eclips waarneemt, tcekent men het oogenblik van de Intreede of van den Uitgang aan, 't zy het Uur, de minuut, de feconde, opeen wel geregeld Horologie: tyd dien men naderhand toe waaren tyd herleit (zie bl. 2 O, 't zy dat men Jen waaren tyd bepaalt door her. waarneemen der hoogte van eene of andere Ster op het oogenblik zelve der waarneemipgvande Eclips: waar uit me;; dan den waaren tyd gemakkelyk befluiten kan. Wanneer nu de waarneemtng gedaan is, moet men dezelve tot het bereiken van het oogmerk dat men bedaelde, gebruiken: nam. rot het bepaalen der Leng. te. ~ Dit is gemakkelyk: want het verfchil tusfchen den tyd der waarneeming, en den tyd op de Pic van Teneriffa, geeft het verfchil van Lengte in tyd, Oostelvk of Wes:e'yk, naar maate het waargenomen Uur harcr of vroeger is dan het Uur in de Tafels bereekend : De Lengte in tyd brengt men dan tot Lengte in graaden. Voor'  Eclipfen der Satellieten van Jupiteri Voorbeeld. Ik neem den 9 January ten 12 U. 32'. 3". eene Eclips van den eerlten Satelliet van Jupiter waar: ik vraag de Lengte. U. M. S. Waargenomen tyd. . . 12. 3a3". Bereekende tyd op den Pic. . 10. 29. 59. verfchil. . • • 2. 2. 4. 2 U. maakt ... 30 gr. 2'. ... • . o. 30'. 4". • • • i'. dus ligt de plaats . . 30 gr. 31'. van den Pic af. Maar welken ftaat kan men op deeze bereekeningen maaken ? Wanneer men de waarneemingen met de voorzegging vergelykt, kan men geene genoegzaame nauwkeurigheid verwagten dan van den eerften Satelliet alleen : want men kan de Eclipfen der drie andere nog niet op eenige minuuten na voorzeggen. Wanneer men dus in het geval is, van ten eerften de Lengte te moeten weeten, kan men op de vergelyking tusfchen de waarneeming en de bereekening voor den eerften Satelliet betrouwen. Doch zo het eene waarneeming is, die flechts dienen moet om de Geographie te volmaaken, kan men wagten met hec befiuit op te maaken tot dat men zich eene gelyktydige waarneeming, op eene andere en wel bekende plaats gedaan, heeft kunnen verfchaffcn. ■ By L** 3 voor-  86 VIII Bladzyde. voorbeeld men hebbe te Parys die zelfde Eclips waargenomen den 2 January ten . ix tj. 4óv. g// Zo zeg ik': waargenomen tyd op de plaats daar ik was. U. M. S. 12. 32'. 3//, teParys . n. 46. 8. Verfchil in tyd: (laater) . ~~o~I7~77~ 45' maakt . . „o. w# J' J> ' • 13. 45//. dus Lengte van Parys. . np. 28. 15 O Parys van den Pic. . i0q. q 0 q* dus Lengte. . . 30. 28. 45, Ö. in plaats van 300. 31verfchil ft/. „■» Indien men gelyktydige waarneemingen bekomen kan, neemt men de waarneemingen die kon te voo» ren,of kort daar na gedaan zyn: men vergelykt ze met het Uur in den Almanach geteekend, om dus daar uit te zien welk verfchil 'er tusfchen de bereekeningen en dewaarneemïngen plaats hadt:cn door dat verfchil het bereekende Uur der Ecüps van den beftemden dag te verbeeteren, en met de waarneeming te vergelyken. Zeelieden zullen de verbeerering van de Kaarten, en dus hunne eigen veiligheid, merkerlyken dienstdoen met zo veel mogelyk zich op de waarneemingen vaa die Eclipfen toe te leggen. Blad.  8? Bladzyden 97 enz. tot 10s. Afbeeldingen van Jupiters Satellieten. Deeze afbeeldingen of bonfiguratien geeven den fchynbaaren ftand van de Satellieten, met betrekking tot eikanderen en tot Jupiter te kennen, voor het Uur van deu avond of van den nacht dat zy 't best kunnen waargenomen worden, en dienen om de Satellieten van eikanderen te onderfcheiden. Jupiter word door het teeken 0 verbeeld: en de Satellieten door Stippen met de Cyffers i, 2, 3, 4;om den eerften, tweeden, derden, vierden Satelliet aan te duiden. —"Wanneer de Satelliet Jupiter nadert, is de Cyffer tusfchen Jupiter en het (tip gefteld: en wanneer de Satelliet van Jupitci afgaat is, in teegendeel,de Cyffer aan den anderen kant geplaatst. De Satellieten zyn in het bovenst gedeelte hunner loopbaanen, of het verst van de Aarde af, als zy geteekend zyn aan de regter hand, of in 't Westen van Jupiter, hem naderende, of aan de linker hand,of in 't Oosten van Jupiter, van hem afgaande: maar zy zyn in het beneedenfte gedeelte der loopbaanen, of het digst by de Aarde, wanneer zy geteekend zyn aan de regter hand, of in 't Westen van Jupiter, van hem afgaande: of aan de linkerhand, of in 't Oosten van Jupiter, hem naderende. — Wanneer men een nul Co) naast de Cyffer van den Satelliet, naar den rand van het blad ziet, geeft het te kennen dat die Satelliet onzichtbaar is op de fchyf van Jupiter; en een zwart teeken (@) geeft te kennen dat de Satelliet onzichtbaar is,om dat hy verduisterd is in de fchaduw van Jupiter: of zich achter Jupiter, door dat lichaam zelfs verduisterd, bevindt.   VERZAMELING BERICH TEN, Over eenige Onderwerpen der N AVIGATIE, Meest uit de Rapporten en Journaalen van Neederlandfche Zeelieden getrokken, met aanmerkingen en andere Waarneemingen vermeerderd en uitgegeeven, door De Commisfarisfen tot dezaaken, het lef aden der Lengte op Zee, en de verbeetering der Zeekaarten betreffende. tweede stuk. Te AMSTERDAM, ByGERARD HULST vanKEULEN. Boek- en Zeekaartverkoopcr, Compas-, Sextant- f O&ant-, Graadboog-en Mathematifche-Inft.rument-maaker, aan dc Ooftzyde van den Nieuwenbrug. U d c C l X X X v i' t h Met Privilegie.  INHOUD. EERSTE STUK. ï. Over de Conductors of Afleiders van den Donder bladz. ï fï. Over het Vrouwe Zand. ——- 15 III. Over de ligging van de Hinder- of A-bank, en haar verband met de Bank genaamd de Dyk. > 18 IV. Over eene blinde YLÏvo tusfchen dé Eilanden Fayal en Pico. 30 V. Over de ligging enftreWmg van de Eilanden Porto Santo, Madera en de Serters. 35- VI. Over de ligging van den Pic van Teneriffa. 45 TWEEDE STUK. VII. Bericht over de Vlaamfche Eilanden. 53 WAARSCHOUWING. Deeze Verzameling van Berichten maakt hef vierde Stuk uit van den Almanach ten dienfte der Zeelieden.  •9 Berkbt over de Vlaamfche Eilanden. De Wel Edele Geftr; Heer Kapitein O. Vaillant heeft ons, kort na de uitgaave van het eerfte Stukje deezer berichten, waar in wy onder N°. IV zyne keurige waarneemingen omtrent eene blinde Klip, tusfchen de Eilanden Fayal en Ptco geleegeti, geplaatst hebben, deeze meer uitvoerige aanmerkingen over de Vlaamfche Eilanden in 't algemeen ter hand gefteld, Wy hebben, om het belang der zaaken,geoordeeld deezen terftond te moeten uitgeeven, vooral daar zy in een onmiddelyk ^verband ftaan met het voorgaande vierde Artikel. Wy zullen het Bericht letterlyk. volgen, met achterlaating alleen van 't geen in 't geheel niet tot het oogmerk van óns werk gefchikt isj hier en daar zullen wy ter nadere opheldering eene korte aanmerking byvoegen: doch die wy van den Text zeiven zullen onderfcheidem Eindelyk zullen wy nog melden , dat de Heer Vaillant ons ter deezer geleegenheid gefehreeven heeft, dat hoe wel onze Zeelieden doorgaans van deeze Eilanden geen gebruik maken , en men er niets mêer van wist dan de Zeeboeken opgeeven, D toen  ?+ Over de Vlaamfche Eilanden, toen de Vice-Admiraal Graaf van Bïlanö aldaar op de O. I. Retourvloot gekruist heeft, zy echter voor Scheepen, die uit de Oost of West in den Zomer 't huis komen, zeer veel resfources oplecveren, die men zich zeer gelukkig zoude reekenen te kunnen gebruiken: dit is eene reden te meer om deeze Eilanden nader aan onze Zeelieden bekend te doen worden. Dit voor af aangemerkt hebbende, laaten wy woordelyk volgen het Bericht omtrent de Vlaamfche Eilanden, uit .het Journaal van de Medea, in den jaare 1783, geduurende July en Augustus. Nademaal myne order was otn bewesten Gorvo en Flor es te kruisfen, zo trachtte ik by het Eiland Tercera het land in 't gezicht te loopen, en my van water te voorzien voor den aanftaanden kruistocht. Den 16 July 's namiddags zagen wy het land niet, toen wy het moesten zien volgens de kaart van den Heer Verdun de la Crenne, die na de nicuwlte obfervatien gemaakt is. {a) De Fran- fche (e) De Heer Verdun heeft in deeze zyn kaart de waarneemingen van den Heer Fleuriku gevolgt: deezen zyn te vinden in zyn Voyage fait per ordre du Roi 1. p. 548 en veele volgende. De HeerFLKUitlRu heeft niet alles door onmiddelyke waarneemingen kunnen bepaaIsn: en zegt zelfs dat de grootte en ligging der Eilanden Picor  Over de Vlaamfche ÉtidndeU. 5§ fche Överzeiier van den Heer Bellin {telde" öns 14 mylen van land af: doch met de Hollandfche van van Keulen waren wy reeds IÖ my- Pico, Gratioza, én St. George anders zyn moet dan zy iri Zyne kaart bepaald zyri; 't geen by ook door geflipte lynen in zyne kaart aanduidt. Wy hebben reeds bl. 34. gezegd welke de feil is; die in eenige kaarten plaats heeft: eri die hier door de waarneemingen van den Heer VaiLLANT nader bevestigd wórd. ■ Ter deezef geleegefiheid zullen wy aanmerken, dat wy thans eene EngelfcheKaart der Vlaamfche Eilanden onder 't oog hebben , in 't Jaar 1787. uitgegeevcn, waar inj in een hoek, het Kaartje vati den Heer FleüRieü, als op de nicuwile waaitieemin-; gen gevestigd, geplaatst is: daar eêhtcr de Kaart-Zelve, zo voor de ligging als de gedaante van die Eilanden , geheel én al van die van den Heer Fleur ieu verfchiltj by voorbeeld, om maar die plaatfen te neemen welke doorden Heer Fleur ieu door waarneemingen bepaald zyn: By FleUrieu op de Engehchs Kaart. CFlobes: S9°- 33'• 59" Èreedté 39°- 53'' ^Noordpunt 14. 26. 34 Lengte 14.' ig JKaap Morres 38. 39. o Breedte 38° 39' (Op Fayal: 12. 1. 40 Lengte 12° 8 jMüGRON, op 38. 39. t Breedte 58. 58" ^Tercera io< 3^. 42 Lengte io. 6 jKaapTr.RRARiAS?0. 49. 41 Breedte 58° 22' ) Op de gemelde engelfche Kaart ftaan 'er nog vier. (f) Dit Eiland ftaat ook nog op de Kaart en wel onder den naam, van Het Groite Eilandje.  Over de Vlaamfche Eilanle". 59 Men kan zeer dicht rondom de Frailos heen gaan: ik ben er naauwlyks anderhalf cabellengte afgeweest, en gooide geen grond: cok heb ik geen raveling van eenige vuiligheid buiten befpeurd: doch, alzo die Frailos niet hoger dan een voet of tien boven water leggen, en maar t een floepslengte uitgedrektheid hebben, zyn zy by nacht zeer gevaarhk, vooral, om dat ze verder van de Eilandjes afleggen, dan men uit de befchryving zoude opmaaken. Men kan vei■ lig tusfchen dezelven en de Eilandjes door. Dan hoewel de Heer F leur ieu verhaalt van een' Portugeesch Zeeman, die op het Eiland Ter eer a zeer bekend was, vernomen te hebben, dat op een musketfehoot vanLw Frailos eene Klip onder water legt, heb ik deeze niet vernomen. Verder is alles wat het Zeeboek omtrent het aandoen van de rheede zegt, waar: maar men zal altoos overeenkomstig met de voorzichtigheid handelen, indien men, naar de rheede zeilende, bezuiden de Frailos omzeilt: dewyl men, tusfchen de Eilandjes doorgaande,dikwyls ftikekrygt, en zich dus met den droom zoude moeten laaten vervoeren : en hier door kon men in de noodzakelykheid geraken van'te moeten ankeren, alvorens ter behoorlyke plaatfe gekomen te zyn. De befchryving van het Zeeboek was intusfchen oorzaak geweest, dat wy voorfchieevm D 4 Ei"  Da Over de Vlaamfche Eilanden. Eilandjes voor Monte Brezil hadden aangenomen, Intusfchen konden wy dien avond de rheede nog niet verkennen: en dus wendden wy weer uit den wal: 's anderen daags zagen wy het land , en, toen Wy verder om de West opwerkten, eindelyk Monte Brezil. Het was regenachtig en mistig weeder. Wy loodden ver beoosten dg Eilandjes op een hilf myl van Land, en gooiden 85 vademen fteenagtige grond; pasfeerden de Eilandjes op een quart mylj met 50 vademen uit, bekwamen wy geen grond j werden de §tad gewaar, duurden pr op aan, en kwamen ten anker. De Rheede is zeer flecht, en men hangt van gen zeewind af; zy is dus in den winter, die hier met het begin van Odtober een aanvang neemt, voldrekt onbiuikbaar: maar de bedendigheid van het weeder, die dit klimaat in den zomer eigen is, maakt dat men er in dat faifoen gerust kan leggen. Het daags anker dond op zes vademen deenagtig zwart zand, en het Tui zette ik op Zee, naar Monte Brezil, op 18 vadgmen dito grond, voor elk van een half touw, Ik peilde St. Sebditiaan O. ten Z., en Monte Brezil Z. W, 4 Z., beiden rechtwyzend. Ik had begter gelee gen, indien ik meer uitwaard en nader aan Monte Brezil geleegen had: dan had men met den O. wind boven Monte Breyl kunnen komen,  Over de Vlaamfche Eilanden, Gl daar boven zynde, heeft men niet6 meer te duchten, om dat het Land zich danterftondom de Weft ontvalt. Twee dagen na myn aankomft was ik vol water, het welk men hier fpoedig kan bezorgen, al was het voor een geheel, Esquader, Zelfs zoude men het met mooy weeder voor de rhee over en weer kunnen houden: want men is alhier wel gewoon aan de fcheepen, die 'er pasfeeren, op deeze wyze water te brengen; en men zoude in éénen dag meer dan 60 varkens water zo gevuld kunnen krygen. Men kan zich hier niet wel van zyn eigen vaartuigen bedienen, om dat 'er dikwyis veel zee teegen de landing-plaats, dat een üeenen hoofd is, ftaat. Wanneer men naar deeze Eilanden moet, komt het zeer voordeelig uit als men Spaansch geld heeft: nam: klein geld, pifetten en reaalen: want men geeft de reaal voor een diftoen uit, en de pi [et voor twee diftoen: doch een fefos duro maar voor 8 diftoen. Wanneer men het geld trekken moet, reekenen zy de rees op een penning, en voor provifie 4 perO, zo wel van het contante geld als voor al wat de Conful voor ons bezorgd. In de Maanden Mai en Juny, zyn hier de Groenten, Chinaas-appelen , en Citroenen in overvloed: thans was alles fchaars. De Wyn is D 5 aan  62 Over de Vlaamfche Eilanden. aan dit Eiland flecht: en het anker komt circa 7f gulden. De Gouverneur van dit Eiland is Kapitein Generaal van alle de Vlaamfche Eilanden. De Kapitein van de Haven heeft my verzeekerd , dat hy op een tyd, ter ontdekking van Land, dat men in het N. O. van Tercera meende te zien(fl), gezonden was, en dat hy by die geleegenheid eene Klip had ontdekt in het N. O. en N. O- ten O., 30 a 40 Engelfche Leagues van Ter* (» Het is meermaalen gebeurd, dat'er in deze gewesten , door de Vuurbraakende Bergen die zich aldaar bevinden, en de geweldige Aardbeevnigen, die 'er de gevolgen van zyn, ftukken land gefcheurd,omgewenteld en van een geweeken zyn, of ook dat 'er nieuwe Eilanden te voorfchyn komen. Mtn kan in veele boeken vinden't neen ter deezer plaatfe den eerflen dag van 1721 gebeurde: de Heer Vaillaimt heefteer het volgende van vernet, men, en in zyn Journaal aangeteekend. ,, In de Nieuwfte Zeeboeken vind men dat 'cr tusfchen ,, St. Michel en Tercera een Eiland opgekomen is op „ Nieuwejaarsdag van 1721: dat is 'er thans niet meer: maar is er geweest tot July 1723: en ik heb van den ,, Kapitein van de Moei je gehoord, dat dit Eiland omtrent ,, de Maand July van Tercera ontdekt werd; en dat zyn ,, Grootvader, die denzelfden post toen bekleedde, van ,, den Gouverneur derwaards gezonden was, en gevonden ,, had dat het zelve dreef en van eene losfe flof was; dal „ men het zelve federt niet meer vernomen nsd.  Over de Vlaamfche Eilanden. 63 lercera, juift op 40 gr. N. Breedte, zo groot als een boot; en dat hy ook zeeker wift dat er ten noorden van het midden van het Eiland St. M'uhel eene Klip lag, op 20 Engelfche Leagues afftand. Ook , zoude volgens zyn zeggen, het Eiland St. Anna in weezen zyn op 37 a 380 Noorder Breedte, 60 Leagues W. Z, W, van het Eiland Fiom. (a) De (a) De Heer Vaillant merkt hier over te recht aan in zyn Journaal, „ Het kan zyn dat het zo is, doch ,, ook dat het met die Eilanden en Klippen zodanig ge„ leegen is , dat zy wederom verdwynen, als hunnen oor,, tprong hebbende uit Aardbevingen , en van gecalcineerde ,, ftecn zynde, die ligter weezen kan dan water,en nieteer j, zinkt voor dat zy door het water doortroqkenis: en dan ,, kan het weezen dat de Vigias in de Kaarten geplaatst , ,, te vooren beftaan hebhen, en nu weeder weg zyn: ,, Intusfchen wat 'er van zy.het is naauwelyks te denken ., dat 'er 20 veele Eilanden en Klippen, zonder dat zean,, öers dan in de inbeelding beftaan hebben,en na dat men ,, kort te vooren eene Aardbceving of Branding deezer „ Eilanden vernqmen had, in de Kaarten zouden geplaatst zyn , zo dat het myns bedunkens altoos ongezond vaaren in deezen omtrek zyn zal. Hoe gegrond deeze reeden is, blykt genoegzaam uit dc voorige noot: doch wy kunnen- ter deezer geleegenheid aanmerken, dat 'er fomtyds nog eene andere oorzaak kan by komen: dat men namelyk en eenen dooden Walvisch voor een Eiland aangezien heeft: ziehier wat'er de Heer Chabert van'meld in zyne reis in 1750 en 1751 naar Noord-Ame- rica  H Over de Vlaamfche Eilanden. De pasfagie tusfchen St. George en Pico werd my afgeraden om de variabele winden en ftilten , welke gevaarlyk worden, dewyl er harde ftromen gaan: anders is het er zeer fchoon, en zonder eenige vuiligheeden. Op het Eiland Tercera is nog aan den oostkant eene zeer goede Rheede, genaamt Villa de la Plaja: doch men vindt er niemand die er de zaaken zo wat waarneemt. Porto Judea en St. Martin zyn geen anker- plaat- rica gedaan. „ Drie dagen voor dat wy Corves en Flores ,, in 't gezicht kreegen, had men iets zwarts op het water gezien, dat men voor Klippen aanzag, en 'er zeer veel »• naar geleek. Verfcheide Goélans, die zich doorgaands ,, zo ver niet van wal begeeven als wy 'er dachten i, af te zyn, en die rondom ons vlogen, vermeerderden „ dien fchyn: dees bleef zelfs toen men dit voorwerp ,, met een' verrekyker befchouwde op den afftand van „ een quart myl: maar dewyl *er geen Branding was, die een rots altoos veroorzaakt, liet men deeze gedachte va- „ ren: . de Heer de la Clije zond een boot, ,, waar ik in was om de zaak te onderzoeken : en de ftank. „ leerde my naar maate ik naderde, dat het een verrotte Walvisch van eene ongemeene grootte was. „ De vcrzeekering waar in veelen zeeker gebleeven „ zouden zyn, dat wy hier eene blinde Klip hadden ge- zien, zo men zich niet van het teegendecl overtuigd „ hadt, geeft reeden te denken dat veelen dier Klippen, ,, die men op de kaarten geplaatst heeft, volgens bericht „ ten die geen beeter grond hadden, niet beftaan.  Over de Vlaamfche Eilanden* 6§ plaatfen, hoewel zy in het Zeeboek er voor opgegeeven worden, (a) Wy vertrokken den aa July, en fielden onzen Koers bezuiden de Eilanden om, naar de Eilanden Corvo en Flores. Het mistig weeder belettede my van veel kennis van het Eiland Pico te krygen: van tyd tot tyd zagen wy den Piek boven de wolken uitkomen: den 31 's morgens om 9 uuren zagen wy het Eiland Corvo, dat vry hoog is, en kort daar na het Eiland Flores. Wy (lelden onzen koers, om dicht langs het Eiland heen en bezuiden om te loopen, verzeekerd zynde door goede informatien, dat de kust fchoon is, en om met een te zien of ik het Plaatsje St. Cruz, alwaar het Gouvernement is, ook te zien kon krygen: doch wy kwamen 'er bezuiden door. De fchraale wind liep op eene (a) De Heer Vaillant merkt nog in zyn Journaal aan: „ dat de navigatie in deeze Eilanden zorgelyk is „ om de ftroomen en warrelwinden: dat als men in de Baas „ van St. Cruz wil ankeren, men twee noordhoeken van „ de Baai ziet, of wel den Noordhoek van twee Baaijen; dat men dan den eerften ziet N. -g- O. £ «n den ,, tweeden hoek Z. W. ten W: dat men dan op 35 vademen ,, ligt niet te ver van de Stad af: en dat men dan met een Z. Z. O. Wind, die hier, om de hooge zee welke hy ,, veroorzaakt, met geen mogelyheid kan afgereedeo worden, vlugten kan.''  66 Over de Vlaamfche Eilanden. eene kleine quart myl de kust langs. Van tyd tot tyd -loodden wy : met 90 vademen geen grond. Aan den Zuid - Oost kant is de Stad Lageas, die van verre gezien kan worden, als men uit zee komt: om dat 'er een nieuw kloofter, Waar op twee ronde Domes zyn, in het midden der Stad, welke op eene hoogte ligt, gebouwd is. Men zoude zich, langs het Eiland zeilende, verbeelden, dat 'er veele reeven uitfteeken, doch nader komende, ziet men dat zy daar dicht onder den wal liggen , Voornamelyk als men tusfchen Corvo en Flores doorZeilende , aan den oostkant van het Eiland heen loopt, naar het Steedje St.Crux, 't welk midden in, tusfchen Lageas en Funte dd Gade' ligt: het duurde lang eer wy iets van het zelve Ontdekten: doch eindelyk zagen wy den vlaggeftok: ik liep de kust, op een qu;,rt a eene halve myl na, langs: ik loodde van tyd tot tyd: met 90 vademen geen grond: toen ik voor St. Crux gekomen was, draaide ik by, en zond eene floep naar land: Want men moet het hier over en weeder houden, voor al als de wind meer of min uit Zee is: want het is dooddicht aan Land 40 a 50 vademen diep: het geen ik met dc Sloep liet opneemen: op twee kabel - lengten gooide men 40 ï 35 vademen: en op 4 kabellengten 50 vademen gruizig zand en fteengiond. Om  Over de Vlaamfche Eilanden. 6£ Om met de Sloep aan land te komen, moet men vry wat bezuiden het fteedje St. Cruz land halen; en roeijen dan digt onder de wal langs, tusfchen dezelve en een rif Klippen door; dan komt men aan het Fort, daar de landing geplaatft is, en men ligt daar zeer goed met de Sloepen. Dicht by de Vlagge-ftokken zyn twee blinde Klippen, daar de Sloep tusfchen door moet: doch men ziet deeze paslagie, alzo het water 'er zeer helder- is. Wanneer men de Engelfche Vlag van den grooten top heift, komen de lieden van land met barken aan boord, om de leege watervaten te haaien, en dan komt het varken met halen en brengen op twee diftoenen te ftaan. Zy zyn in ftaat zeer fpoedig veel water te bezorgen. Het Eiland ttores is een der vruehtbaarfte van alle de Azores^ of Vlaamfche Eilanden, en men kan 'er zich van zout Vleefch, Tarw, en Witte Erweten zeer goedkoop voorzien. De Engelfche Kapers hebben 'er zich deezen oorlog altoos gericlitalieerd'; en fchoon'er geen Rheede is, kan men, om dat de grond wel houd, hier met mooi weeder en een land-wind wel ankeren. De Maanden Juny en July leeveren hier meede een overvloed van Groenten en Vruchten op. Op het Eiland zyn vier Steedjes: de drie reeds ge-  68 Over de Vlaamfche Eilanden. genoemden, en dan aan den Zuidwest kant Vageni% het geen in eene zeer fraaje vallei geleegen is , en waar by vlak ftrand fchynt te weezen. De pasfage, tusfchen Corvo en Flores, is circa een quart myl breed, en zeer fchoon. Wy zyn die twee maaien gepasfeeid, en het Eiland Corvo rondom gezeild, dat meede zeer fchoon is. Aan den Zuidkant ligt een groot dorp: doch het kwam my voor, dat de landing-plaats daar vry moeijelyk moet zyn. Eenige peilingen gaven ons by deeze Eilanden, 21 °. 59'. 2i°. 40' en 2i° Noordwestelyke miswyzing. Ik ftak den 17 Augustus teegen den avond van het Eiland Flores over naar Fajal, in welk traject wy veel ftilte hadden en contrarie wind, zo dat wy niet voor den 23 's morgens onder den Zuidhoek van het Eiland kwaamen. Ik laveerde het dooddicht onder de wal op, zo dat ik verzeekerd ben dat de westzyde van het Eiland zeer fchoon is. Den 24 's morgens kwam ik boven den Noordhoek van het Eiland te liggen: wy werden toen boven denzelven eenige Molens op het hooge Land gewaar, en naderhand hebben wy bevonden, dat dezelven op den Noordhoek van deBaai van St. Crux ftaan. Wy zagen verfcheiden vlaggen van eenige huizen op het Eiland Pico waajen, die wy  Over de Vlaamfche Eilanden. €j Wy daar na vernamen dat door de Confuls der differente Natiën geheesfen waaren. Deezen, die anders op het Eiland Fajal refideeren, waren thans om den wynoogst op het Eiland Pico. Wy waaren zeer lang in de onzeekerheid waar töch de Baai van St. Crux was: want volgens de kaart moesten wy die naar onze gedachten al lang gezien hebben: eindelyk ontwaarden wy een Baait* je, waar in, by eenige weinige huizen, een zeer groote Kerk, met twee torens er boven op, dicht aan den zeekant ftaat: wy dachten toen dat dit St. Crux zoude zyn: doeh bevonden het geheel anders, dewyl er, na datwyeenigen tyd doorgezeild hadden, een andere hoek uitkwam, die de Zuidhoek van de Baai van St. Crux i% Wy zagen toen dat het Eiland hier om de Z; W. valt; het is maar anderhalf myl wyd tusfchen Pico en Fajal: en het Eilandje dat op de Kaarten ligt, is maar een groote myl van Pico afi Men kan beide die wallen zeer na komen ; gelyk ook by het gemelde Eilandje*, doeh men is daar aan een geduurige afwisfeling van wind en koelte onderheevig: eindelyk ontdekten wy onze ankerplaats. Wy kwamen ten anker op 21 vadem ert zwarte zandgrond: peilden den Noordhock van de Baai N. ten O: den Z. W. hoek, Z. W. \ Z, en het midden der Stad N. W. per Compas; V oorts peilden wy den Z. hoek van het Eiland Vicê E &  70 Over de Vlaamfche Eilanden. Z. O.: den N. hoek O. N. O. \ O. het Eilandje O. ten Niï den N. hoek van St. George N. O.: den N. hoek van Graüozv N. O. i N.: deeze allen rechtwyzend. Wy hadden geduurende ons verblyf alhier flecht weeder, met betrokken lucht, en een Zeeof Z. O. wind, die hier de gevaarlykfte is. Het was niet mogelyk om hier met Sloepen water te halen, vermits er te veel branding op ftrand ftond: anders is het wel te doen. Wy huurden dus Barken, en toen kwam het water my op elf Huivers het varken. Den 26 hadden wy 's nachts en den geheelen dag eene ftyve marszeüs koelte, uit den Z. ten O. met zwaare betrokken lucht en harden regen: de Zee was niet zeer hol om dat de wind variabel was van het Z. O. tot het Z.: eevenwel maakten wy ons gereed om te vlugten: doch de Inwooners van het Land, die met hunne barken aan boord kwamen, zeiden ons dat de regen, die den wind vergezelde, een teeken was van geen flecht weeder-, en dat wy wel haast een Noorden wind zouden krygen, die ook 's avonds kwam, en drie dagen met goed weder ftand hield. De Hollandfche Conful Antomo Diaz de Santos heeft ons veel dienst gedaan, hy was een man van drie en zestig jaaren; en had in de twintig jaaren. die hy aldaar Conful geweest was, er nooit een Hollandsen. Schip gehad. Wy  Over de Vlaamfche Eilanden. 71 Wy hebben hier vry geregelde ftroomen bevonden, {a) vooral als men buiten de lyn van den N. en Z. hoek der Baai ligt. Wanneer men aan de Vlaamfche Eilanden weezen wil, is Fajal de beste plaats om aan te doen: het leevert de beste ankerplaats op, en is ook het best met victualie voorzien, Tarw en kleine boontjes zyn er te krygen, en meesttyds zout vleef ch. De Z. Z. O. wind kan hier om de verbolgenheid der Zee n'xt afgereeden worden: dus dient men zodanig te ankeren dat men dien wind gemakkelyk vlugten kan. De Ceres heeft geleegen op 35 vademen zwarte zandgrond: dezelve haddenNoordhoekvandeBaai (~) N. & O. en den Zuidhoek Z. W. ten W. en lag niet ver van de Stad: aldaar komt ook nog een hoek buiten den N. hoek van de Baai uitfteeken. De Stad welke in de Baai van St. Crux ligt, word genaamd Villa da Horïa- De Navigatie tusfchen alle deeze Eilanden is zor- (a) Volgens den Heer Flrurif.u brengen die ftroomen om de Oost: waar van hy deeze rccdc geeft. De üroomen brengen hier natuurlyk om de Zuid ( zie boven p: 57) doch het water het na uwer Kanaal tusfchen Pico en Fajal door moetende, vetkrygt er meer fnelheid, moet dan om den Zuidwesthoek van Pico om, en loopt dus. van het W. naar het O., volgens de ftvekking der Z.iu\. delyke Kust van Pico. E 2  f 2 Over de Vlaamfche Eilanden. zorgelyk, om de warrelwinden en ftroomen: en in de Maanden October, November, December en january moet men, zonder hooge noodzakelykheid, aan deeze Eilanden niet komen, dewyl er eene zeer verbolgen zee tusfchen dezelven in ftaat, en de Z. O. wind op alle de ankerplaatfen een lager wal maakt. Tusfchen Pico en Fajal ligt een groote blinde Klip, waar met flecht weeder eene hemelhooge bianding op ftaat; van den Noordhoek van de Baai van St. Crux fteekt een Rif af, geheel naar Pico, alwaar wy op gelood hebben, toen wy ia het midden tusfchen de beide Eilanden in waaren , en wy gooiden er 40 vademen op. Het moet zeer fmal weezen, want wy hebben er maar eenen werp op kunnen doen , fchoon er vry dikwyls gelood wierd, en wy altoos op dc zelfde distantie van land bieeven. Op dit rif brand de Zee ook vervaarlyk, fchoon er nergens minder, op een weinig afftand van Land, dan 18 a 20 vademen op is. Te St. Cruz werd my verzeekerd, dat er tusfchen deeze Eilanden met 60 a. 70 vademen overal grond was: doch dit heb ik anders ondervonden , door tusfchen Pico en Fajal en tusfchen Pico en St. Geoïge verfcheiden lodingen met 125 vademen lyn vergéefsch te doen: doch wat er van de andere historiën is die zy vei halen, als van eene  Over de Vlaamfche Eilanden. 73 eene droogte tusfchen Flores en. Fajal, waar langs men overal van het eene Eiland tot het ander grond zoude kunnen gooijen, daar van kan ik niets zeggen. Toen wy uitzeilden was de Fatron del Forto aan boord, welke, toen ik hier gekomen was, my ten anker gebragt had; en daar voor ook 4000 rees gehad had: en al zo ik van de Klip hier boven genoemd veel had hooien fpreeken, verzogt ik hem myne Sloep daar eens op te brengen: het geen hy, die met zyne Sloep naar Pico overvaaren moest, ook deed. [Zie de befchryving van de Klip; hier boven in het IV Artiekel]. Men heeft voor de Navigatie tusfchen deeze Eilanden geen Kaart die eenigszins. tot handleiding kan (trekken, {a) echter is er een Zeeboek van O) De Heer Vaili. ant merkt verder in zyn Journaal aan: "Dat hy de Lengte en Breedte der Eilanden Fajal en Pico bevonden heeft, zo als door de Connais„ fance des Tems en Verdun de la Crenne word opgegee,, ven, dat het Kaartje van dien Heer zeer goed is, doch >, dat de Jlrekking en plaatftng der Vlaamfche Eilanden ,, niet deugt." — Wy hebben reeds gezegd dat de Heer Verdun in zyne Kaart dj waarnccmingen van den Heer Fleurieu gevolgd heeft: dat deeze zeer veel pnnauwkeurighceden en onzeekerheeden in de lig ging en flrekking der Vlaamfche Eilanden aangeteekend , en dezelve op zyne Kaart aangeduid heeft. Wy E 3  74 Over de Vlaamfche Eilanden. van Jejfrys, dat ik niet ken, doch naar ik ver neeme niet zonder fouten is. Wy hadden niets dan een klein Kaartje uit het Zeeboek van van Keulen, dat wy zeer gebrekkig bevonden, fchoon de blinde Klip zo eeven gemeld er in ftaat; doch er word in het boek zelf niet van gefprooken, niet teegenftaande die Klip zeer gevaarlyk ligt voor Scheepen die tusfchen deeze Eilanden door zouden ftevenen, zonder er van te weeten: want de pasfage ts I* a If myl wyd: de Klip ligt in het midden des vaarwaters: de Eilandjes liggen aan de zyde van Pico, en daar is aan dat Eiland niets dan flechte ankergrond. De zyde van Fajal is zeer bochtig: dus heeft men daar door verleiding van ftroom te vreezen: waarom de pasfage tusfchen Pico en Fajal by nacht altoos met veel omzichtigheid zal moeten ondernomen worden. Verder is de befchryving van het Zeeboek niet wel gefchikt ten opzicht van het Eiland Fajal: het dorpje Vayal, waar van in dit boek gefprooken word is nu niet bekend. Van de Rheede van Wy zullen, zo veel mogelyk, alles trachten nategaan, ter geleegcnheid van den nieuwen Overzcüer, welken wy beezig zyn te vervaardigen: doch er zullen, ten zy wy nog nieuwe en nadere waarneemingen bekomen, veele onzeckerheeden overig blyven.  Over de Vlaamfche Eilanden. 75 Van St. Cruz word ook niets befchreeven: kortom men kan er niet uitkomen. De eenige ankerplaats voor Scheepen is die waar wy geleegen hebben. Porto Pm is eeven om den Zuidhoek van de Rheede van St Cruz: ik ben er met de Jol naar toe geweest: het is maar een quartier roeyens; en ligt maar eeven buiten de poort van de Stad Horta, waar voor wy lagen. Het is 'er juist zo vol Klippen als het Zeeboek zegt: het ligt voor den Z. W. wind geheel open, en in plaats van een Haventje,' is het een naauwe Inwyk; men gooit 'er maar 3 en 1 vademen water, voor men 'er in is. Er lagen toen nog twee wrakken: een van een Engelfch Schip dat gezonken is, en een van een Franfche Kaper die 'er gebleeven was. Pico, St. George, en Gratiozo, hebben, zo min als Corvo en Flores, eenige ankerplaats: alle deeze Eilanden dryven hunnen kcfophandel in vee en 'm wyn op Fajal en Tercera, met barken. Pico is de voornaamfte wynplaats. Men moet Fajal aanzien als de plaats waar alle de lieden woonen, die aan de Noordzyde van Pico hunne Plantagiën hebben, en werwaarts zy zich maar alleen in den wyn - oogst begeeven, welke, terwyl wy 'er lagen, voorviel : dit maakte dat wy op Tayal weinig menfehen vonden. Ook vaaren de barken met  l6 Over de Vlaamfche Eilanden. met pasfagiers dagelyks over en weeder, voor' welke pasfage ieder een halve diftoen betaalt. Tercera is nog al vry wat gefortificeerd: rondom het Eiland zyn ten Westen veele Forten, en dewyl 'er de Kapitein Generaal refideert, zyn zy nog redelyk wel onderhouden. Rondsom de Stad Horta loopt, van den Zuidhoek van de Baai tot de Stad, eene ronde muur, waar in eene meenigte Embr azuur gaten: doch ik heb 'er maar 13 ftukken geteld, en niet zwaarder dan 12 ^ Toen ik den 3 September van Fajal vertrokken was, kreegen wy ftilte, en om dat ik niet boven het Eiland St. George kon zeilen, refolveerde ik om tusfchen hetzelve en Pico door te gaan: de pasfage is maar I§ myl wyd. Den 4den, 's avonds, was ik half weege deeze pasfagie : des nachts kreegen wy ftilte en variable winden: en 's morgens, toen ik drie vierde weegs deeze pasfagie was, kreegen wy O. wind - waarom ik weederom keerde: doch 's namiddags liep het luchtje weer aan het W.j het was buiten geheel Z. W.: ik hield den lager wal, om de ftilte onder Fics te myden, en dat Eiland vry van Fajal te houden j om daar door meer koelte te krygen: het geen my dikwyls zeer na aan St. George bragt, zonder dat ik echter met 120 vademen  Over de Vlaamfche Eilandêm "6* . lyn, grond kreeg. *s Avonds om 8 uuren begon het gety te kenteren, en de ftroom W. te loopen. Ik raakte tóen fehielyk uit deeze pasfage op de ruimte. Aan de Zuidzyde van St. George liggen twee kleine plaatsjes, waar van het Westelyke Los Veles genaamd wordt. Dit Eiland is eenparig van eene middelbaare hoogte: en van het Eiland Pico lopen alle de uiteinden zeer laag en vlak af. Het Eiland Gratiozo vertoond zich van verre als twee Eilanden, zo dat het my niet onmogelyk voorkwam, dat iemand, die hetzelve met dik weeder zag, zonder het ander land te zien, uit het Oosten of Westen komende, dat voor Corvo en Flores zoude kunnen aanneemen, vooral indien hy nooit hier geweest is : war.t anders is 'er veel verfchil in, alzo Gratiozo zeer laag is. Terwyl ik tusfchen St. George en Pico in was, kwaamen 'er eenige barkjes van Pico aan boord, om te cadrayen, met brood, druiven, en andere vruchten : een der Portugeelchen ried my aan, om tusfchen Gratiozo en St* George door te loopen, my verzeekerende dat die pasfage fchoon was: ik toonde hem dat onze kaarten daar blinde klippen plaatfen: doch hy zwoer dat die 'cr niet zyn: en zeide dat hy verfcheiden reizen die pasfage gedaan , en van geen der zee-  76** Over de Vlaamfche Eilanden. zeelieden deezer Eilanden daar ooit van gehoord had. Den 8ften zagen wy 'den Piek van het Eiland Pico, zeer hoog boven water, fchoon wy 'er op dien tyd zeekerlyk meer dan 20 mylen van daan waaren.