VËRZAMÉLING VAN BERICHTEN, Over eenige Onderwerpen der N AVIGATIE, Meest, uit de Rapporten en Journaalen van Neederlandfche Zeelieden getrokken, met aanmerkingen en andere Waarneemingen vermeérderd en uitgegecved, DOOR De Commisfarisfen tot de zaaien, het lepaalen der Lengte cj> Zee, en de verheetenng der Zeekaarten betreffende. EERSTE STUK; Te AMSTERDAM, By GÉ3. ARD HULST van KEULEN., Boek- en Zeekaar tv erkoopcr, Compas-, Sextant-, Odtant-, Graadboog-en Mathematifche-Inftrumenc-maaker, aan de Qottzydo van den faieuwénbrug» mdcclXvxv ii u Met Privilegie.  INHOUD. I. Over de Conductors of Afleiders van den Donder. bladz. I II. Over het Vrouwe Zand. 15 III. Over de ligging van de Hinder- of A - bank, en haar verband met de Bank gekaamd de Dyk. -—■ 18 IV. Over eene. blinde Klip tusfchen de Eilanden Fayal en Pico. 30 V. Over de ligging en Jirekking van de Eilanden Forto Santo , Madera en de Serters. 35 VI Over de ligging yan den Pic van TenerifFa. 1 45 WAARSCHOUWING. Deeze Verzameling van Berichten, maakt het vierde Stuk uit. van den Almanach ten dienfte Kfler Zeelieden,  VOORREEDEN. Toen wy gereed {tonden het voorneemen ter uitvoer te brengen, dat wy in de voorreeden van den Almanach voor 't Jaar 1788 bekend maakten, van namelyk de meest belangryke ftukken der Rapporten, welke ons ter hand gefteld waren, jaarlyks in onzen Almanach uit te geeven; bemerkten wy ras dat wy dit op twee zeer verfchillende wyzen doen konden : namelyk of met de Rapporten, zp als zy zyn, of die ftukken derzelven, die ons de merkwaardigfte voorkomen, zonder eenig byvoegfel te laaten drukken; of wel, het geen in die Rapporten over verfchillende, en dikwerf zeer gewigtige onderwerpen gevonden wprd, * 2 en  iv VOORREEDEN. en dus de waarneemingen vap onze kun^ dige Zeelieden, 't zy met elkander, 't zy met die van andere waarneemers te vergelyken; ter deezer geleegenheid eenige aanmerkingen te maaken, en de feilen der Kaarten, of de overeenkomst derzelven met de waarneemingen, aan te toppen. Het loopt in 't oog dat wy, op die wyze, veel meer werks zullen hebben: maar tevens dat wy daar door de Rapporten zelf van veel meer nut zullen doen worden: want, of de waarncemingen van - onze Zeelieden komen met elkander en met die van anderen overeen, of niet. — Zo het eerdé plaats heeft, word 'er uit die overeenkomst eene zekerheid gebooren, welke éene enkele waarneeming, v'oor al zo zy Hechts uit peilingen op zee word afgeleid, in zich zelfs cn alleen befchouwd, noch heeft, noch  VOORREEDEN. v iioch immer hebben kan: en het lïrekt ons tot een wezenlyk genoegen te zien, dat de waarneemingen onzer Zeelieden dikwerf eeven nauwkeurig zyn, als die van de beroemfte uitheemfche Zeelieden , van eenen Cook, eenen Fleürieu, eenen Verdun enz. — Doch in het tweede geval, indien 'er namelyk eenig verfchil tusfchen de waarneemingen, 't zy van onze Zeelieden onderling, 't zy tusfchen de hunne en die van anderen gevonden word, zal men niet weetcn aan welken kant zich de waarheid bevind, zo lang men die waar-^ neemingen niet met eikanderen vergeleeken zal hebben; d. i. alle derzelver omHandigheden, cn vooral de befluiten die "er uit afgeleid worden, met oordcel, fomtyds door bereekeningen , afpasfen op de Kaart, gebruik van Sterrekundige * 3 waar-  vi VOORREEDEN. waarneemingen, nagaan van feilen in de Sterrekundige Tafelen, behoorlyk zal hebben onderzocht. Wy hebben dien taak ondernomen, meer om anderen voor te lichten, dan om te beflisfen. Wy Hellen enkel ter needer wat ons, na ryp onderzoek, fchynt het naast aan de waarheid te komen, en wachten de beflisfing ,van kundiger af: wy trachten, volgens ons licht, wel te doen, doch wy weeten dat iets goeds geenszins iets beeters uitfluit: en wy zien dagelyks hoe verre verbeeteringen, zelfs aanmeikelyke verbeeteringen, nog fomtyds van de volmaaktheid af zyn. Wy meenen dit, tcu opzichte van onze denkenswyze en van onze bedoelingen , aan 't hoofd van het eerfte ftukje deezer uitgaave te moeten plaatfen: voor al, daar dit ftukje tot eene proeve van on-  VOORREEDEN. vït onze manier om de ons toegezonden Rapporten te behandelen, en uiü te geeven, gelyk ook om waarneemingen të beredeneeren, en onderling te vergelyken, (trekken kan. Wy wachten het oordeel van kundige Zeelieden af. Sommigen hunner, die ons reeds met hnnne aanmerkingen vereerd hebben, weeten, hoe aangenaam deeze ons zya, en met hoe veel graagte en weezenlyke erkentenis wy dezelve gebruikt hebben. Wy durven dan op nieuws alle Zeelieden ernftig verzoeken ons met hunnen voorraad en hunne aanmerkingen tc willen vereeren. Wy hebben immers met hen één éénig doel: den Zeedienst, onzen evenmensen, ons Vaderland, nuttig te Zyn. Wy zullen deeze ftukken by iedereri Almanach vervolgen: en wanneer zy tot eene  Vlit VOORRÈEDE&. eene behoorlyke meenigte zullen aangeroeid zyn, met de noodige registers voorzien. De Commkfarisfen tot de zaaken , het bepaalen der Lengte op £ee, en Amjterdani de verbeetering der Zee* den 20 Maart kaarten betreffende. 1788. JAN HENDRIK" van SWINDEN. PIETEK NIEUWLAND. GERARD HULST van KEULEN. V E R-  VERZAMELING VAN BERICHTEN, t Over het nut van de Conductors ^ éjf Afleiders van den Donder. p^st^e Dönder is, ëvefi óp zeé ais öp' hét 1^ D ^ land, een der meest geduchte verheevelingen : Het nadeel dat huizen of fcheepen j welke door deri Dönder geraakt worden, ondervinden, is'genoegzaam bekend. Dtf voorbeelden van die rarnpert zyn helaas maar al te veelvuldig: geen wonder dart, dat men naar middelen gezocht heeft om dezelve te oiitwykeri. Eindelyk heeft men 'er feen gevonden: dat men namelyk Vari huizen of fcheepen ± (dbch wy zullen hier alleen van Scheepen fpfeekeri,) dat mén, zeg ik, van den top der groote Mast, by voorbeeld, van een fehipj een onafgebroken metale Ketting töt in zee,laat hangen. Eerté dergelyke ketting , Van bóven vari den fteng afhangende, en, zo mén wil, aan dé ïerdcens, A ét  2 Over het nut tan de Condu&ors. of ander touwwerk gehecht , en in zee neergelaaten , wordt een Gonduftor of Afleider van den Djondcr genoemd; een Afleider , om dat men gevonden heeft, dat eene dergelyke ketting, wanneer zich een donderwolk op eenigen afftand by of boven het fchip bevindt,, deiloffedes Donders, door de punten , met welke zy boven aan den üeng voorzien ig, opneemt, langs haar zelve doorleidt, en in 't water brengt; daar anders diezelfde ftoffe, op de mast, vari de afleider ontbloot, gevallen zynde, en door dezelve niet geleid wordende, maar teegenfland ontmoetende, op die plaatfen , daar de tegenflam», gefchied, zoude uitbaifl'en, en .merkelyke fchade aan de mast, en raisfehien aan het geheele fch'p verporzaaken: ecne fchade die men , door het gebruik van een' Cndaclor, of Afleider, voorkomt. Dat dit in de daad zo is-, wordt door veele voorbeelden en proeven bevestigd j en alle de teegenwerpingen, die men fomtyds heeft ingebragt , zyn geenszins op eenige ondervinding gegrond , en haaien oorfprong enkel aan verkeerde begrippen over den aart van den Donder, of de werking der Afleiders, verfchuldigd. Wy vinden in het keurig Journaal (a) van wy- len O) Dit Journaal is ons , in fchrift, door het Ed. Mog. Collegie ter Admiraliteit binnen Amftcrdam refideerende,, ter haad geftsld : wy zuj'ien 'er dikwerf gebruik van ïfiaken. *  tf Afleiders van den Donder. % Se"n den Kapitein G. Smissaert, toen het's Lands Fregat van Oorlog Heclor commandeerende, doch, door eenen ontydigen dood, onzen zeedienst te vroeg ontrukt, een zeer merkwaardig voorbeeld van het nut deezer Cóndulhrs: welkvoorbeeld ons aanleiding gegeeven heeft om over dit ftuk te fpreeken. Zie hier de woorden van deezen overkundigen en verdienflelyken Man. „ Den 8. Juny 1786 ter rheede van kaap Me* s, furado , 's morgens ten 2 uuren , floeg de .„ blixem op den Conduclor, en liep volgens den5, zeiven naar beneeden, flaande aldaar met ee„ nen grooten plof in 't water neer , zonder ons „ eenig nadeel toegebragt te hebben." De plof, welke dezelve gaf, toen hy van den , Conductor in 't water floeg , geeft te kennen dat de Conduclor niet tot het water raakte: en men bezeft ligt, dat, had de Donder, of de ftofiê des Donders , dien Conduclor niet gehad, door welken zy in ftilte tot by het water geleid werd , zy, meteen dergelyken plof als nu tusfchen den Conduclor en het water, en dus zonder fchade, gefchied is, óp die plaatfcn daar zy geen' fjeleidér gevonden maar teegenftand ontmoet zoude hebben , zou uitgeborften zyn , en merkelyke fchade Veroorzaakt hebben : zo dat men het behoUi ' van dit lchip voorzeHier aan dien Condiiclor, of ïiëvé'r, aan 81 wysh'dd van den Kapitein VerfcrMA 2 digd  4 Over het nut van dt Conduclors digd is, die er, ter bekwaamer tyd gebruik van1 tnaaVte , daar het reeds den ?den in den achtermiddag had beginnen te weerlichten met eene ' dikke en verftopte lucht. Om dit nog in helderder daglicht te {tellen, Zullen wy hier de fchoone waarneemingen van den beroemden Engelfchen Reiziger, den Kapitein Cook bybrengen. Hy bevond zich den 10. October 1770, met zyn lchip de Endeavour, op de rheedè van Batavia, daar nog andere Scheepen lagen, en Vei haalt het volgende: {a) „ Tegen 9 uuren (des avonds) ondervonden „ wy een fchrikkelyk onweeder van blikzem, 3, donder en regen. De groote mast van een yy Hollandsch Oöst-Ind. Compagnie Schip werdt „ 'er door gefpleeten en op het dek neêrgefla5, gen: de groote fteng en bramfteng werden 3> verbryzeld: 'er was boven op de laatstgemel.,, de eene yzeren flaaf die waarfchynlyk den 3, Donder aantrok {.b). Dit fchip was geen „ twee (a) Cook's Rcize , uitgegeeven door hawkesworth 4de Deel, p. 225, van de franfche vertaling. (b) Dit bewyst het geen wy te vooren gezegd hebben: de ftoffe des donders geen' geleider meer vindende ter plaatfe daar die bout, door weïken zy opgenomen en geleid was, eindigde, bepon tegenfland te ontmoeten, baifte uit, en verbryzelde den fteng: 't geen niet gebeurd stoude zyn indien 'er zich aldaar leidende zelfllandighe- dea.  of Afleiders van den Donder. 5 S) twee kabel ■ lengten van ons af,- en wy zou,, den zeer waarfchynlyk het zelfde.lot onder„ gaan hebben, indien de elektriece Ketting (dat is de Conduclor of Afleider^ die wy 'kort te „ vooren gefteld hadden, den Donder naar den 3, kant van het fchip niet geleid had. Wy „ ontweeken dan het gevaar, doch de uitbar„ fting gaf ons eene fchudding, als die van eene i „ aardbeeving (#;, en de ketting fcheen ter ge„ lyker tyd als eene reeks van vuur ib). Eea foldaat laadde zyn geweer in dit oogenblik, „ de Ichok deed den laadftok uit zyne handen 11 malden , in genoegzaame hoeveelheid, bevonden hadden.-—» Eene yzeren ftaaf is nadeelig, vooral zo zy puntig is, wanneer zy niet met ander metaal, dat den donder geleiden kan, verbonden is. (a) Dit komt overeen met den grooten plof van welken de Heer Kapitein smissakrt fpreekt : doch die onweder was zeker geweldiger. Indien de ketting of zwanrcr geweest was, of van eene onafgebroken zelfftandigheid had kunnen Zyn , of dieper in 't water gedrongen had, zoude zeker de fchudding geringer geweest (b) Dit komt dat de ketting geen onafgebroken zelfltandighcid is : dat men dus, daar de fchakels zich maar in weinige flippen, raaken, het vuur van dc eene lèhakel naar de andere ziet gaan, als het zeet fter^ #[zo aU„Jjc$ Üer in dit geval was. A3  6 Over, het nut van de Conductors tallen, en deeze brak. Ik kan my niet pnt„ houden van ter. deezer geleegenheid aan allé ,, de fchepen, welke ook hunne beftemming „ zy, aan te raaden zich met zulke Conduclor s, 9, als deeze was, te voorzien: en ik hoop dat het ongeluk, aan het Hollandsen fchip ge9, beurd, aljen die dit leczen zuilen zal doen ?j befluiten, geene yzeren ftaayen boven op den grooten fteng te katen." i Wy voegen onze wenfehen by die van den kapt. Cook: en het is om de Zeelieden daartoe aan te zetten, dat.wy hier van de waarnceming des Kapt. Smissaert gewsg gemaakt, en dezelve met die van Kapt. Cook vergeleken hebben. Het is zeer- te beklagen dat die Conductors nog zo weinig op onze Hollandfche fcheepen , zelfs op die aan welken zy op hooge order medegegeeven worden, in gebruik zyn, De veiligheid van den bodem hangt 'er dikwerf van af: de toefïel is eenvoudig, gemakkelyk en niet kostbaar. Dcrgelyke Conductors worden tc •Amfterdam gemaakt by Gerh.d Hulst Van Ke.u len, voor ƒ 36 : — Doch wy kunnen deeze zo gewigtige ftof niet verhaten, zonder nog aan te merken, datde fchadelyke uitwerking des Donders op de fcheepen zich niet alleen bepaald tot het ver^ bryzelen van de mast, enz. maar ook dikwerf een  of Afleiders ran den Donder. 1, «en zeer grooten invloed heeft op de kompasnaalden. Deeze invloed op de kompasnaalden heeft op eene dubbelde wyze plaats: of wel, wanneer een fchip door den Donder getroffen is ; dat .men dus geleegenheid heeft eenige verandering'in de kompasnaalden te vermoeden; of wanneer de fcheepen 'er niet door getroffen worden, en dat men dus, ten zy men te vooren door voorbeelden gewaarfchuwd zy, niet eens op de gedachten zoude Vallen, dat 'er eenig ongemak aan de kompasnaalden gebeurd kon zyn. De twee volgende voorbeelden hebben betrekking op het eerfte geval. Het eerfte voorbeeld is zeer naauwkeurig door den Wel Ed. Geftr. Heer Kapt. May (a\ thans Equipagiemeester van het Ed. Mog Collegie ter Admiraliteit alhier, befchreeven: wy zullen 'er het volgende uit ontleenen. Den 23 January 1749, werden door een felle donderbui de groote mast en fteng van het fchip Damiaten, gevoerd door den Wel Ed. Geftr. Heer Kapt. (thans Vice-Admiraal) Reïnst gete) Verhandeling \*n de Ilaarkmfche MaatfchappJ XII. Deel, p= 398. A4  8 Over het nut van de Conduclors getroffen, en vielen ter neder. 'Er waren m' het nachthuis twee kompasfen, medegegeevea uit de kompasmaakers-winkel op de Admiraliteit* werf te Amfterdam: de naalden beftonden uit gebogen ftaaldraad: 'Er bevonden zich elf dergelyke kompasfen in eene kist aan bakboordszyde op het half-dek , tegen de voorhut: In de kajuit bevonden zich nog vier kompasfen: het een, een Peil-kompas, beftaande uit eene platte rechte ftaalen naald, aan de poolen puntig gemaakt, en op denzelfden zeilfteen van de Admiraliteitals de voorgaande geftreeken, en drie andereu beftaande uit ftaalen ftaven , door den kundigen Benjamin Ayres, met ftaalen magneti che ftaven , volgens de wyze van Dr. Knight, vervaardigd. Na den donderdag, hadden de dertien naalden, uit gebogen draad gemaakt, zeer gioote veranderingen ondergaan, de eene wees het O. de andere het W., anderen het Z. O., andeien verfchilden tusfchen de 8 én 4 ftteeken: twee hadden haare kracht verloren: het Peil - kompas was insgelyks alle kracht* kwytj doch de kompasfen van BbNjAMiN Ayres hadden geen Verandering ondergaan. Eindelyk, drie of vier dagen na het ongeluk, begonnen die drie naalden,  of Afleiders van ien Donder. <) den, die 8 ftreeken verfchilden, zich allengskens te herftellen (a\ Het b'.ykt uit deeze gebeurtenis, vooreerst hoe grooten invloed de Donder op decompasfen heeft, ook op die , welke vry ver van de plaats zyn daar de Donder het fchip getroffen heeft; en ten tweeden , van hoe veel belang het is, dat men op fcheepen geene andere kompasfen gebruike dan die , welke uit ftaalen ftaven beftaan, en bchoorlyk met ftaalen magneetifche ftaven beftreeken zyn. Een dergelyk geval werd den 19 Febr. 1759 waatgenoomen door Jan CorneliszBacker, het fchip de zes Gebroeders en drie Gezusters Sloterdyk voerende (b); een donderflag trof de groote mast van dat fchip, op de rivier van Bourdeaux liggende, verbryzelde den fteng, liep langs da mast naar beneeden tot in het ruim , floeg beide de bodems uit een exhoofd, en, naar boven keerende, een gat van elf voeten lengte) Men kan eene uitlegging van die verfchynfelen, en eenige proeven omtrent dezelve genomen, aantreffen in de Prys-verhandeling van Prof. van swinden, ten tytej voerende: Recherches fur la fabrique des Aiguïlles aimanUes, § 259, 60. geplaatst in de Mem. préfentés a VA~ (qdemie des Sciences de Paris, Tomé VUL Q>) Verhandel, van het Zeeuwsch Genootfchap,3de Deel, bjadz, 615. A 5  lp Over het nut van de Conductors lengte en drie planken breedte in het dek. — De twee kompasfen die in het nachthuis (tonden, weezen eene ft reek meer Noordwestelyk dan te vooren, van die, welke in de kajuit geftaan hadden, weezen 'er drie 5, 6, 7 ftreeken te westelyk, en het vierde was geheel veranderd, ftaande de lelie, in plaats van in het Noorden, in het Zuiden. Doch dikwyls gefchied 'er eene verandering in de kompasnaalden , al treft het onweeder de plaats, by voorbeeld, het fchip, niet daar zy zyn, maar al treft het flechts nabuurige plaatfen. Dus was het dat de Hoogleeraar Musschenbroek den 13 Mai 1730, toen hy den blixem over zyn huis te Utrecht, doch veel hooger, in de lucht zag fchieten, bevond, dat zyne kompasnaalde die in den tuin ftondt, lam geworden was, alle ftreeken wyzende : hy trachtte , doch vergeefsch, die naaide te herftellen, met ze op nieuw te beftryken: hy zond ze naar een zeer kundig kompasmaaker, Dirk Mets, te Amfterdam, die ze ook onherfteibaar vond [d). Dan (J) Yhilofophical Tranfactions, Vol. XXXVII. p. 453. cn Vitgezochte Filozoofifche Verhandelingen, ï. Deel, bl. 294. Men kan de verklaring van dit verfchynfel vinden in de zo even aangehaalde Recherches, §. 258.— (nootö) . Intusfchen zyn de toevallen in welke eene naaide door fceftryking niet weder herfteld kan worden, zeer zeldzaam:  ef Afleiders, van den Dmider. 11 Dan zie hier eindelyk een voorbeeld waar in de kompasfen door de ftoffe des Donders ?yn ontfteld geworden, zonder dat de Donder, of uitberstte in onweeder , of het fchip raakte. De Heer needham verhaalt het geval aldus. „ De Kapitein van een fchip, daar zich een ,, kundig Natuurkenner op bevondt, had zeeven „ of acht kompasnaalden mede genomen.. Hy „ zag zeer onverwacht en met fchrik derzelver „ magneetifche kracht zo geheel feilen, een „ wei- zaam: en zy moeten z.eldzaamer zyn, naar maate men beter en fterkèr ftaven tot naalden zal gebruiken : intuafchen moesten de Heeren May en Jan Curn. Backer, hunne naalden ter herftelüng zenden. Het fchip daar de eerstgemelde zich op bevond was dicht by Cadixj maar hoe gedaan indien het fchip zich, in volle zsé hadt bevonden, ey alle de kompasfen aangedaan geweest wat. ren? Zonde het dan niet te wenfehen, ja noodzake* lyk zyn, dat de Kapiteins der fcheepen, zich met een doosje magneetifche ftaven voorzagen , om -zelfs hunne kompasfen, des noods, te kunnen verfterken en weder beftryken? Zo,dit eenigen ingang vindt , zo als wy hoopen, zullen wy de wyze om de naalden goed te beftryitn en te behandelen, in het vervolg aantoonen. Intusfchen kan men hier over raadplcegen 't geen de Wel £dï Hoog C-eb. Heer Vice-Admiraal Graaf van Byland dsar over gezegd heeft in de Verhandeling van di arttfigieele Zeilfteenen, agter de ZeetaSlik te vinden , welk Beek te bekomen is by G. Hulst van Keulen: die ook reeds, zederd een reeks van jaaren , deComp-asnaalden, by de O. I. Comp. in gebruik,,, met ftaalen ftaven beürykt.  . ia (kerhetmttvaii&ConAüQoKofAüéióers&e. w weinig ten zuiden van Madera, dat de naai„ den onderfcheidén, en alle van elkander ver„ fchillende ftreeken aanwyzende , geheel en „ al onverfchillig gewórden waaren voor de waa?, re' richting naar het Noorden. „ De Natuurkenner (waar van wy gefproo• .,, ken hebben) vond een eenvoudig middel, om ,, den invloed van eene met Eledriciteit over^ . beladen lucht, (waar aan hy dit toefchreef) „ te beletten, met een yzerdraad, als een Con„ dutter, van den top der mast tot .de zee te » fpannen: dit middel heeft zo fpoedig gewerkt, „ dat alle de kompasnaalden haare kracht en „ gewoone richting, zonder toeven, weder be„ kwamen («). Men ziet daar uit hoe nuttig de Condutlors of Afleiders zyn kunnen, zelfs in die gevallen, ?n welke men het flaan des Donders niet te vreezen heeft. («) Mem. de VAcademie de Bruteïïes, Tome IV. pag. ?o8. en van Swinden, Eecueil de Memoires, fur TEleElrictté ö> le Magnétisme, Tome III. p. 233. §. 160, vaar men veele aanmerkingen over den aart van dit ve^ fchynfel vinden zal. II. Over  Over het Vrome Zand. 10 IL Over het Vrouwe Zand. In het Kanaal, tusfchen de Hoofde», vinei • men, onder anderen, twee Zandplaaten, de eene het Vrouwe Zaad of de Riprap , de andere de. Gunnemans genaamd, die twee mylen van eikanderen af liggen. Wanneer men uit Kaap Grines eene lyn N. W, ten N. trekt, zal dezelve het Viouwe Zand en de Gunnemans beiden byna middel doorfnydem Het Vrouwe Zand is eene fmalle droogte, welke zich N. N. O en Z. Z. W. uitftrekt, in het vaarwater tusfchen Calais ert Dover. Men treft op deeze droogte maar 3 i 4 vademen -water aan, en met laag water maar 15 of zelfs 11 voeten; daar 'er aan beide de kanten, zo ten N. "W. als ten Z. O. nog 16, 20 en 24 vademen gevonden worden: dit Zand ligt, volgens alle de Kaarten, dichter by de Franfche dan by de Engelfche kust, insgelyks ook volgens de meeste befchry vingen: doch volgens die van de lichtende Zeefakkel, (*)p. 25 en 2*5 zoude het midden tusfchen de twee kusten komen. Die bank zoude 3§ mylen of 3f mylen lang eri •£ myl breed zyn. Tusfchen het Vrouwe Zand en de Gunnemans treft mén een vaar* (*) By van KeuleSt.  H Over let Vrouwe lanl vaarwater aan van 16, 20 en 25 vademen diep en omtrent U myl breed: doch op de Gunnemam zelve , een klein ovaal plaatje 'van myl lang en | myl breed , zyn maar 4 vademen. öeWH Ed. Geftr. Heer Kapitein Smissaekt maakt op de ligging van het Vrouwe Zand de volgende aanmerkingen, fteunende cp zyne bevindingen in deszelfs laatfte reize: Zyn Wel Ed. Geftrenge vertrok den 19. Februcry 1786 vari Vlisfingen , en peilde den 20. op den middag het Kasteel van Dover N. N. W. 4 W. 2 mylen van zich : Hier oP volgt het Journaal Wöö!deiyk aldus: „ Den 20. Febr. achtermiddag, de wind O.Z Ö. „ \ O. labber bramzeils koelte , overdekte en „ mistige lucht ; ten 12 uurert diep 19 vadem, 'S graauw zand hebbende, en toen begrfp'erÖe „ dat wy reeds de N. O punt v$h net WoWe8 ïtatf gepasfeerd zynde, ons dus als 't waare „ ook bereids tusfchen deeze bank en de QMeg mam bevonden, deed ikZ. W langs de (trekking * van dit vaarwater (luuren, niet denkende dat „ deeze koers ons te na by eene dier genoemde » Banken zoude konhen brengen , en alihans „ niet aan 't Vrouwezand, als het Welk, volgens • alle kaarten en befchryvingen verzekerd wordt .., eenweinig-nader aan de Ffan(che, dan wel aan S-tte Engelfche Kust te liggen : terwyl het my „ nu  Oyir het Vrouwe Zand. 13 £ hu zeer gedecideerd Voorkwam, dat wy mer5i) kelyk nader weren aari dè laatstgerhelde kust, die Wy zeer diftihcl zi'éh konden, dan aan dè „ andere, waar van wy naaüwljks iets ontdekken „ konden ; hoewel het gezicht om de zuid vari i, ons voor al niet fl echter als behóórden ons was. „ Niet te min bevonden wy , ha ten 12 uuren „15 minuten,meermaals 19 vadem graauw zarfd „ gehad te hebben , ten half een uur niet meer 5, dan 9 vademen diepte, en nam dit, fchoon -„ ik zelf, op het dek zynde, direcl W. N. W. „ deed aanüüuren , nog af tót 6§, 5^ vademen; doch ook toen , inmiddels op dén gemelden „ koers van W. K". W. gekomen zynde, kreètt gen wy wederom de diepten van IÖ, 12, 16, 't,' 18 vademen, nog altoosgraaüw zand, iri voegen, i, dat wy ons hu verzeekêrd konden hóuden;, niét „ alleen dat wy een weinig té ha aan deu N. „ kant van gemeld Vrc:\we Zand geweest waas, ren, maar ook dat die kant van deeze Bank „ vry wat verder van de Franfche kust afligt, „ dan mert dèSelvé in de kaarten geplaatst „ vindt. — Intusfchen komt my voor, uit dë n vergelyking m'yner eigene ondervinding, met n net geen daar Van gezegd wordt by het zo„ genaamde Oost-'Indifche Examen , (a)by diffe„ rente andere befchryvingen , en ook wyder's j, by alles wat ik op dat fujet heb konnen na- ' » zien 3 ' (a) Mond Examen.  Over het Vrouwe Zand. i, zien,dat deeze pasfagje tusfchen't Vrouwe Zand i, en de Gunnemans door, by zuidelyke winden» „ die niet raadzaam maakenom dicht langs Dover „ heen te loopen, voor alle fcheepen veiliglyk ' „ mag gebruikt wörden, mits men maa» het lood „ niet fpaart, het Vrouwe Zand niet nader dan „ op 20, 21 vademen komt, èn zich wacht „ voor de fcherpe gronden der nabyheid van de „ Gunnemans. — Ten half twee uuren weedèr 1*8 „ vademen diepte bekomen hebbende, deed ik W. i, Z. W., en vervolgens ten 2 uuren, nadat wy in tusfchen die van 19 vademen metgeelefteentjes i, en fchulpen bevonden hadden, Z. W. ten W: „ aanftuuren, Waar na wy de diepten van 18,18,18 « 18,19 vademen graauw zand pasfeerden. — Nota, • „ in allen deezen konden Wy weegens de heijigheid „ der lucht geene landpeiling neemen." ' Deeze waarneeming van den Heer Kapitein Smissaert, moet alle Zeelieden aanzetten om het gemelde vaarwater, tusfchen het Vrouwezand en de Gunnemans, by de daar tpe behoorende geleegenheid te gebruiken:" en nadere waarneemingen over de ligging- van het Vrouwezand té dóen. Want, indien het Vrouwezand nader aan de kust van Engeland-komen moet dan het in de kaarteri is aangeweezen-, zal het vaarwater tusfchen het Vrouwezand en de Gunnemans zeer naauw worden": ®f misfchien zoude de richting van het gemelde Vrou*  Over het Vrouwe Zand. ij Vrouwe Zand wat meer noprdelyk moeten loópeü dan in de kaarten aangeteekend word, waar door van zelf de noörderpunt dichter by de Engelfche kust, dan thans op de kaarten word aange. weezen, vallen zoude. Het vermoeden van den Heer Kapitein Smisè aer t, dat het Vrouwe Zand of dé Rip Rap niet* naar behooren op de kaarten geplaatst is, word merkelyk bevestigd doof de waarneemingen van deHeeren Verdun de la Crenne, Pingrê en de Borda, van wier waarneemingen eri kaarten gemelde Kapitein met reeden zeer hoog opgeeft. Deezen immers, het kanaal doorzeilende, zeggen (a) Wy loodden zeer dikwerf in „ het kanaal; en wy vonden overal 19 a. 40 va„ demen. Wy zyn toch zeeker dicht by de „ plaats geweest daar de Rip Rap en Gunmanszand op dekaarten van het kanaal, en van 't Graaffchap' „ Kent in 1759 door den Heer Bellin uitge„ geeven, gevonden worden. Zouden die Ban„ ken kwalyk op die kaart geplaatst zyn? ofzou„ de men aan dezelven meerder uïtgeftrektheid,' „ dan zy waarTyk bezitten, gegeeven hebben ?" Doch hier omtrent valt te letten dat in de kaart van den Heer Bellin het Vrouwe Zand^ran- fche (a) Vqyage fait par ordre du Roi, T. 1. p. 321. B  0 Óver het Vrouwe Zand.- fche mylen, dus i\ Duitfche mylen lang hïdaar op onze Holkndfche kaarten van van Keulen, die lengte %\ of $\ mylen bedraagt,'t geen maar £ of £ myl verfchilt: en met de waarneeming beeter uitkomt» Ui Over de ligging van de Hinder- of ABank, en haar verband met de Bank genaamd de Efyh De Htnder-bank of A-bank is eene bankN. W. tèn N. 6 mylen omtrent van Oostende geleegen , en wier N. O. eind weinig ten W. van de noordelykfche ftaert der bank, den Dyk genaamd, afftaat. De wel Ed. Geftr. Heeren Reïn. Hakker, toen het bevel over 's lands Brik, de Postillon, voerende, en Jac. Kleïnhof, Luitenant, hebben in de maand Augustus 1784 deze bank naauwkeurig onderzocht, en daar van het volgende Rapport aan den wel Ed. Geftr. Heere Kapitein Grave van Rechteren, toen" ter reede van Vlisflngen door de abfentie van den Hoog Ed. Geftr. Heer Vice Admiraal Reinst com^ mandeerende, gegeeven. (a) Wy (0) I>it Rapport is ons door den v/el Ed. Geftr. Heer van  Van de Hinder- of A-Intik'. lef Wy oordeelen hier het gcheele rapport woordelyk te moeten plaatfen , hoewel men in den eerden opflag zal denken, dat wy zouden kunnen voldaan met alleen het bejluit,dat gem. Officieren uit hunne bevindingen adeiden, terneeder te dellen: doch het is noodzaakelyk dat merï de grónden, daar het befluit op rust, bekend maake: dan kan ieder over de rechtmatigheid van het beduit oordéelen: de juistheid van de gevolgtrekkingen beeter bezedèn: en die gronden, of die bevindingen alleen, kunnen ons in 't vervolg in flaat dellen, om de waare richting van die bank op de verbeeterde Kaarten naar behooren te plaatfen. Dit rapport behelst buiten dien eenige waarneemingen over de miswyzirtg van 't kompas, den loop der dromen enz., die van éenig gewigt zyn. Wy zullen dechts hief en daar een nootje ter opheldering by voegen J welke noten voor onze rekening zyn, en niet met het keurig rapport zeiven moeten verward worden. Zie dan hier het rapport Woöf* delyk. Den van der Hoop Raad en Adv. Fiscaal van het Ed. Mog. Collegie ter Admiraliteit, alhier reildi.ercr.de, ter band gefield. B 2  Sc? Van de Hinden ofA-banh Den 15 Augustus 17^4, in gevolge dc'ontvaïK gen ordre en inftruöie van den 1 .'oog Ed. Geftr. Heer Vice- Admiraal Reinst, in de ilondewacht ten 3 U. het anker geligt, en onder zeil gegaan met de voor-ebbe — Wy gingen de Deurlo uit, en bevonden in het gat 5 en 4 vadem en by de Uiter of Ro?de Ton 4 vadem fiykgrond ; het luchtje aan 't N. N. O. Buiten gaats zynde en ftiller wordende, terwyl de ftroom flerk om de Z. W. zette, gingen wy ten ankei* ©p 12 vadem fiykgrond 'sochtends ten 8 uuren. Wy peilden West-kappel Oi. N. en Lïe wegen Z ten O. £., bevonden door vyf obfervatien van Zons Azimuth 200 37' N. Wcstering, en obferveerden dat de ftroom N. O. en Z. W. liep, en de achtertyden een ftreek, meer in den war viekn. Tegen 12 uur de ftroom meeft af zynde, ligten wy het anker, de wind N. O., labbere ïsramzeils- koelte, heldere lucht; wy hadden dc bevonden breedte van 510 34', loodden geftadig, e» bevonden de diepten van 15J- en 15 vadem zand, met groote witte fchelpen. Ten 2| uur ,, tegen en op de Oosterbank zynde, 9, 10, 11 en li rosfig zandy ten 3 uur, 14,15 en 18 vadem fyn wit zand, met zwarte fpnkkels. Ten 44 eut , tegen en op de punt van den Langendyk ayrïde, bevonden wy 8, 7, 8 en 10 tot 15 envadem fyn wit zjnd.. Ten 6 uur was het fülr  Van de Hinder- of A-kink. £1 jftilletjens, wy gingen ten anker op 18 vadem grond als voren, en zagen nog de raveling van den Langendyk, (trekkende N. N.0 enZ.Z. W. Zedert de peiling, koers en verheid W. ten N. 4f, volgens dien de N. O. punt van de A-bank 'N. N. W. door zons kimpeiling bevonden 20° 11' Noordwestering. Den ! 6 Augustus, in de Hondewacht, ten 3 uur, hgten wy het anker en gingen onder zeil, zynde het luchtje W- labbere bramzeils koelte; (tuurden by den wind op, loodden geftadig en bevonden doorgaands 19, 20 en 18 vadem fyn zand, met enkelde gebroken fchelpen , 10, 11, 12, 14 en 15 vadem geelachtig zand; zagen eenige raveling, (trekkende N. ten O. en Z ten VV. , liepen daar dwars over heen, bevonden 8, 9, ioi en 8 vademen zand, met gebroken fchelpen, (tuurden langs dezelve heen, en hadden toen 9 zemel- en 10 vadem ros-zand-grond; helden toen 0. N. O. by den wind op, en kregen toen aanftonds 10, II, 12 en 20 roszand, met kleine gebroken roode fchelpen, en ten ll£ uur 23 vadem vaarwaaters grond; waaruit wy dus met zekerheid konden afleiden, dat wy op de N. 0. punt van de A bank geweest waren, welke met een fmalle ftrook van 7 a. 6 vadem diepte aan den Langendyk moet loopen. B 3 Gc-  %1 Van de Hinder- of A-bank Generale koers en verheid van de ankerplaat* N. ten O. 4. bevonden NB. 510 51' gegiste 510 49' volgens dien de N. Q. punt van de A-bank Z ten W. | W. 31 myl Ten 12 uur wendden wy om 't Z. O. ten O. naar den wal, zynde de wind can 't N. W en N.N. W.in-enuitloopende bramzeils- en aannemende koelte. Achtermiddags naar den wal liggende, pasfeeiden wy de diepten van 20, iti, 18, a& en 20 ros, en , ten 4 uur, 16, 14, 13 en 12 vadem fyn zand, zngen land en peilden Westkcippéï O. % N. de 'Wielingen Z. f O , wendden van den wal om de N. N. W. en ten s§ uur om de Z. O.; dekoelte aanneemende, naamcn een rif inde marsz-il, wendden ten 7 uur om de N. W. en peilden Lieswegen Z. Z. O. 34 myl, en loodden io^ vadem fiykgrond. In de eerfte wacht, de wind N.aJJ. N.' P- enN. O., frisfche marszeils-koelte, betrokken lueht, federt de peiling tot 10 uuren gezeild N. W- ï N. 4 mylen, tot H uur Z. Z. W. $ tot 12 uur W. 1 $, en bevonden doorgaands fyn ros zand, ter diepte van 20 en 21 vadem, doch tegen 12 uur 8 vadem , zand, met gekarrelde fchelpen. Wy gingen, kort daarna, ten anker op 13 vadem grof-ros-zand, en hadden volgens het bellek de A bank Z. W. ten Z * myl van ons Pen  Van de Hinder- of A-bank. !*3 ©en ' 7 Augustus, hondewacht. De wind R O. en N. N. O. marszeils koelte, betrokken lucht. Wy bevonden de diepte ten anker liggende met kag water nf en met hoog water i2§ vadem zo dat het dus 2 vadem op en neêr viel. Ook liep de ftroom meest O. N O. W. Z W. 2 myl voortgang. Dagwacht. De wind N. a N. N.W. , betrokken en bewolkte lucht marszeils koelte;om 5 uur voor de ebbe opgezwaaid zynde, ligtten wy het anker en gingen voor de enkele marszeilen onderzeil', {tuurden eerst Z. O. heen, en bevonden kort daar na 7, 6, 7 grof zand, gebroken roode fchetpen, zagen toen ook de raveling van de Mank -elykende als of het branding was, {trekkende N. O. ten O. en Z. W. ten W: * Wy hielden door dezelve heen, en hadden 8 ,7,6, gebrooken fchelpen, leiden het om de Z. W. j bevonden 1 o vadem, *a vadem, fyn zand, 13 ™dem, groot? gebrooken roode fchelpen, 14 vadem, fyn zand. Wy waaren dus weder aan den binnenkant van de bank, leiden het weder om de O. N. O. met bet-groot marszeil op fteng, kregen weder 10 wit zand 9, 8 , 7, 6 en 6i gebrooken roodte fchelpen, 54, 6 fyn', 5 fyn zand, gekartelde ïoode fchelpen, 6, 5, 44 ^zelfer eene Blinde Klip, tusfchen de Eilanden Fayal en Pico. De Eilanden Fayal en Pieo 2yn twee der Eilanden die men de Vlaamfche of Atorifche Eilanden noemt, ook wel Terceres , naar het Eiland Tercera, een der voornaamfte van deeze Groep-Eilanden: De wel Ed. Geftr. Heer Kapt. J. O. Vaillant, heeft eene blinde klip, tusfchen de Eilanden' Fatal en Pico, waargenoomen: en daar dezelve in onze Nederlandlche Zeeboeken niet befchreven is, heeft het Ed. mogend Collegié ter Admiraliteit op de Maze een extract uit het Rapport van gemelden Kapt. laaten drukken, en ons het zelve, kort na onze aanftelling gezonden. Het' luidt woordelyk aldus". „ Wy hadden veel ongeftadig wéér, het geen ,i dan ook veroorzaakte dat wy verpligt wierden » óns van water te laaten voorzien door barken, en niet voor den 2 September (1783), gereed n waaren om zee te kiezen, gelyk wy ook den „ 3 van 't Eiland Fayal vertrokken ; alvoorens „ koers te ftellen, zond ik een van de chaloupen^ n om een blinde Klip, die tusfchen het Eiland 9 Fayal en Fko in ligt, en waar op wy met een „ half  Óver eén blinde Klip tusf de EU. Fayal en Pico. 3^ 3 half Ty maar 4 vademen water hebben bevonden „ op te neemen. Deeze blinde Klip ligt zeer i, gevaarlyk voor fcheepen, die, met flechtweder, „ zich tusfchen Pico Cn Fayal zouden willen door „ begeeven, dewyl onze Zeeboeken die nietbe„ fchryven, en' die pasfagie maar i£ myl breed1 „ is. (a) De merken van dezelve zyn; de zuid„ hoek van de Baai van Fayal W. | N., en de' „ Eilandjes tusfchen V'ieo en Fayal O. N. O. o regtwyzend: de twee grootfte gebour/en die ,j in de fïadftaan, over elkander, en eene groe„ ne heuvel, die bezuiden de ftad ligt, in eene „ zwarte rots, die bezuiden den groenen heuvel „ ligt: buiten den zuidhoek van de Baai komt' & nog een hoek eeven uitfleeken, en de noord„ hoek van de Bank komt dan in het afloopen „ vart 't hooge land, dat 'er benoorden ligt. {b) Dee- (*) Volgens dc Paskaart der Vlaamüche Eylanden van van Keulen, 7.oude de afftand tusfchen Fayal enPkff wel ai myl bedraagen: op den overzeilder bedraagt die •wxl 4 mylen, zo wel op de Engelfche ,• als Fïan&he en Hoi« landfche Kaarten van dien naam. (f>) De wel Ed. Geftr. Heer Kapitein VAN OvERMEER i heeft ons nog de volgende peilingen , door den wel Ed.' Geftr. Heer Kaptein OrT genoomen, ter hand gefield.' „ De Z. W. hoek van del Pico, aa° beoosten het Z, „De N. hoek van het Eiland ». Gverge, 300 benoorden het O. „ De N. O. hoek van liet '.fiiland Fajpat 15* beoosten hst Ni „Twca  32 Over een blinde Klip,- Deeze waarneeming van den Heer Kapt. Vaillant is te merkwaardiger, daar de Heer Fleur i eu, die in 1769 deeze Eilanden bezocht, veels waarneemingen omtrent dezelve gedaan, en breedvoerig over de klippen, om en by de Axorifche of twee groote hulzen ïh de Stad 280 bewesten het N. de Z. W. hoek van de Baai van Fayal ób° bewesten het W. „ Alle miswyzend. Deeze peilingen zyn op de Klip , „ hebben de diepte, vier vademen water. Vonden vev„ fcheide Klippen in de rondte, waar op 5, 6, 7, 8 va„ démen water is, op een en een half Cabellengt'e: en „ aan de zuidzyde 23 vademen ftyl: doch drie quart Ca„ bellengte rondsom de Klip is 38 a 40, vademen water. De Heer Kapitein van Overmef.r heeft de goed.heid gehad ons te berichten: dat die peilingen, tusfchen den 15 en 20 September 1784, genomen zyn: dat zyn Ed. naar Zee vertrokken zynde, den 16 September de miswyzing bevonden had, mét zons ondergang 170. 4* N. W. en den 17 's morgens door Azimuth i8°.4' N.W. dat zyn Ed. by de eerfte peiling den N. O. hoek van het Eiland Flores had N. O., Ai myl ( regtwyzend ): «i by de tweede 's morgens ten 8 uur, had men Fayal gepeitt Z. O. i Z. 10 mylen, en den Berg op Pie en in'tZ.O. Indien men dan i8°voor de miswyzing aanneemt,zal men de bovenftaande peilingen, op het regtwyzend Compas dus overbrengen. De Z. W.hoek van del Pico 50 bezuiden het Z. O. De N. hoek van 't Eiland St. George %° benoorden het N. Oi DeN. O. hoek van't Eiland Fayal$> bewesten hetN. Twee groote Huizen in de Stad, i„ bewesten hetN. W. De Z, W. hoek van de Baai van Fayal. VV. ten N., 45' N;  tusfchen de Eilanden Fayal en Pico, 33 tif Vlaamfchc Eilanden geleegen , gehandeld heeft, van deeze klip geheel zwygt. (a) Maar de vermaarde Kapt. Cook maakt 'er gewag van, in deeze woorden : „ Ik heb. van een „ Portugeesch Kapt. vernomen, dat men om„ trent $ myl van de reede (van Fayal), ten Z. O. „ op eene zelfde lyn tusfchen die richting en de „ zuidkust van Pico, een blinde klip vindt, met 22 voeten water Overdekt; op welke bran„ ding van de zee is als de vlagen winds uit het „ Z. komen." (b) Wat die branding betreft, de Heer Kapitein V a ï l l a n t heeft ons nog het volgende mede gedeeld, „ 'Er ftaat op die groote blinde Klip eene hemelhooge branding met flecht wee„ der: de Klip ligt iets nader aan het Eiland „ Pico, dan aan het Eiland Fayal: het was (by i, zync obfervatie) quartier maan , en dus niet * voor \i U. laag water; om half tien gooide „ de floep, op de kruin van den Klip, welke f, een halve fcheepslengte groot is, vier vade„ men: verders diepte het langzaam af, 9, 17, n 25 a 30 vadem- Ik was met de Medea geen i, kabellengte van de floep af, die op de kru'n van, f» Voyage, T. 1. p. 602 Jeqq. (b) Tweede Reine van Cook, 4 Deel p. aio, vaa Je Franfchs Vertaling. c  $f O'cer een blinde Klip:r«r/ de EU. Fayal enPicd: „ van den Klip lag, en gooide 40 vademen' „ fchulp-grond Uit de Sloep zag men 'er de vis op zwemmen. Ter deezer geleegenheid moeten wy in 't algemeen , en tot dat de orde der zaaken ons zal roepen, om nader over deeze Eilanden te handelen , aanmerken, dat de Heer FLEURiEU,doornaauwkeurig en welberedeneerde waarneemingen, de breedte van Kaap Morres, op den Zv punt van Fayal, ftelt op 380. 39' N: en de lengte op 31 en byna 1' van Parys: dat is op 12% a< west van den Pk van Teneriffa: of, indien men, zo als op onze kaarten, altoos naar'toosten telt, op 3470 58'.- 't geen met de waarneemingen van Kapt. Cook overeen komt: dat dus dat Eiland niet goed gefteld is noch op de P as kaart derVlaamfche Eilanden, noch op den' overzeiler, of Kaart van de Spaanfche- ofWest-lndifche Zee, want'opde eerst' gem. ftaat die plaats op 380. 47, breedte : en op de tweede op 380. 24' breedte en 349°. lengte, Welke feil ook op de overige Vlaamfche Eilinden invloed heeft. V. Over  m V. Öyer de ligging en {trekking van de Eilanden PortoSanto,Madera en de Serters. De wel Ed. Geftr. Heer Kapt. Melvill, heefc over het Eiland Porto Santo, dat dicht by Madera gelegen is, de volgende aanmerking gemaakt, in het Journaal van zyne reize/ naar Surinaamen, met 's Lands Fregat den Castor (a) „ Zaturdag 23 January 1779 , was de wind ,j nog aan 't Noorden en N. N O. met een gereefde Marszeil koelte; betogen buijige lucht j „ 's nagts ten één uur op den koers vanZ. W, ^'ten W. , feedertde peiling, naar gisftng 9 a „ 10 mylen gezeild hebbende, oordeelde ik het „ voorzigtichfte te zyn den dag af te wachten j 3, waarom ik het liet dryven, bydraaiende met „ den (ö) Dit artikpl vanhet Journaal is, even als het vwrenflaani it, door de Admiraliteit op de Maaze gedrukt: doch 'er zyn in het exemplaar, dat aan ons gezonden is, eenige Drukfeilen met de pen verbeeterd: wy volgen dus die verbeeteringen. C 2  3$ Overdeligg. enftrekh van de Eiland. Porto Suntc?, s, den kop om de oost: en wendde het tegerr 4 uur over de andere boeg, doende daar tel„ kens fein van aan 't Convooi: vervolgens met „ den dag Porto Santo in 't N. ten W. £ W, „ ruim 7 en de zuidelyke der Serters Z. W. i „ W. ruim 5 mylen van ons peilende, zo hiel„ den wy af, en {tuurden Z. W. ten Z. » en langzamerhand al westelyker , tot dat „ wy omtrent £ Myl, bezuiden de Serters, by „ den wind opftaken, om de W. N. W. Wy „ namen by deeze geleegenheid verfcheidenkruis„ peilingen, op het Eiland Porto Santo, deSer„ ters en Madera: doch konden geene van die „ met de ligging van deeze Eilanden in de „ kaarten overeenbrengen: en maakten hier om„ t-rent deeze generaale aanmerkingen, dat het » Eiland Madera in de kaarten te groot afge„ teekend is: dat de Serters geen klippen, maar „ wel Eilanden mogen genoemd worden: zynde „ het middelfte wel 1^ myl lang: het zuidelyke „ omtrent £ myl, het noordelykfte £ myl; be„ flaande met hun driën, met de aflcheiding „ tusfchen beiden, byna circa 3 mylen: tervvyl „ de zuidelykfte der Serters wel 5 mylen van <„ den N. O. hoek van Madera zal afleggen: zyns, de hunne flrekking omtrent N. N. W. Ook „ bevond ik de ligging in de Kaart, ten aanM zien vaa Porto óanto, in 't geheel niet goed, „ moes-  Madera en de Serters. 37 w moestende, naar myne gedagten, dit laatstges, melde Eiland N. ten O., op een' afftand van „ omtrent 12 mylen van de zuidelykfte der „ Serters afliggen. Meerder obfervatien heb „ by deeze geleegenheid niet te maaken ge~ „ had, Aanmerkingen, Deeze bevinding van den wel Ed. Geftr. Heer Kapt. Melvill heeft tot onderwerp de bepaling, of liever de onderlinge ligging, van M&dera, Forto Santo, en de Serters. Madera. Het is zeeker dat de peilingen van den Heer Melvill niet kunnen overeengebragt worden, 't zy met de Paskaart van Portugeesch Barbaryen, 't zy met die van de Ganarijche Eilanden, beide in de Lichtende Zeefakkel te vinden. Volgens naauwkeurige waarneemingen, van de Heeren Verdun en de Borda, naar behooren met elkander vergeleeken, en met juistheid beredeneerd, (a) heeft de volgende breedte en lengte, van Teneriffa geteld, plaats. Fun- (ji)VuyageparordreduRoi, Tom. 1 p. 67 en volg. p. C 3  3^ Over deligg. enftrehk van de Eiland. Porto Santo, Funchal (/>) 32*. 38'. 29". N. lengte O. 16' w. De oosth . van de baai vanSt. Crux ger.aamt Kaap St. F rang ois 320. 40'. 4®" i o. 5. Wc KaapSt.LALRi-.nt of de Ö. hoek van het Eiland, 32. 45. 45 o. o. De wesfcl. hoek Of Kaap Pargo 32. 52 51 o 42. 20"w\ Hier uit blykt 1°. ttat het Eiland Madera geene goede ligging op onze Kaarten heeft: daardelyn, die de "VV en O hoeken vereenigt, omtrent W. Z W. wat Z. en O N. O. wat N. ligt, en in 't (b) Op de Paskaart van de Canarifche Eilanden ligt Funchal op 320. Hat pf, breedte, op de Paskaart van Portugeesch Barbarjen, op 320. 20': op den ouden Ov*füeiler op 320. 42': en op 10' V7. lengte, dus vry naauw-' keurig. De bepaling, die wy hierin den testitellen , komt 2eer wel overeen rnet de waarnceming van den Heer Kapt Silvrster, ven Wëike Wy in een nader bericht fprceken zülkn. Op dengrooten Overzet.er ligt, Funchal op 320. 39' en op o 40' lengte W- HwpSt.Laurent 3$ . 2' o ' Kaap Pargo 320. 40' —— r°.2' VV. dub ziet men reeds, by vóorraad t hoe veel het Eiland hier te groot gerteld is, en welke verkeerde ligging het heeft. — Wy kunnen ter deezer geleegenheid berichten dat wy onder anderen, eenen nieuwen en verbeet'et'dci) Overzeiler onder h nden hebben.  Madeia en de -Setters W in 't tegendeel de W hoek over de ?' ttoordelyker liggen moet dan de O hoek; 't geen de •Heeren Verdun en de Boroa het eerfte dus op hunne kaart gefteid hebben. a° Dat dit Eiland zich .42' 20" in lengte uitftrekt: 't geen ihier Hechts 10 mylen omtrent uitmaakt: daar men echter doorgaans 14 a 15 dergelyke mylea voor de lengte van het zelve telt. De Heer Meüvir.L maakt dan te reeht, ook uk zyne eigeft bevinding op, dat het Eiland Madera te groot gefteid wordt: en deeze bevindingen bevestigea de voorgaande, en uit allen wordt zeekerheid geboren. Het blykt uit al wat de gemelde Franfche Waarneemers opgeeven, dat men dit Eiland te langwerpig afteekent, en dat bet rondêff zyn moet: doch de noordelyke kust is nog niet met de zelfde jiaauwkeurigheid als de zuidelyke kast bepaald. Porto Santo» Volgens de onderrichtingen, door de Heere» Verdun en de Borda. bekomen, en hunne peilingen en waarneemingen, ligt het zuide* lyk gedeelte van Porto Santo op 33°.3 N.breedte en &t' O. lengte, 't geen overeenkomt met het geen de Heer F l e u r i e u ftelt: » namelyk, al- J«s 0») Voyage, Tom. 1 p- 758. C 4  40 Overdeligg en/trekt van de Eiland. Porto Santo, les op de 0. punt van Madera, ééns we! bepaald zynde, t' huis brengende: want dan U het midden vandeZ. kust 33°, 3'br.l. 2I|' 0 (*>*ƒ. punt 33. I8 2U 0 de Stad of Haven 33. 8- 2i 0 vanuit volgt dat de richting van dit Eiland op onze Kaarten gantsch niet naapwkeprig is De Heer o'ApRès de MannevTlletth ff) maakt gewag yan een blinde Klip H my]ea W- O. van Porto Santo, en van groote KJ», pen m 't N. van den O. punt van Madera: doch het beftaan deezer Klippen is, volgens de waarneemingen van dCn Heer Fleurieu (a) en die van de Heeren Verdun en üeBorda (*; zeer twyffeUchtig, ' Men 0) Op de Paskaart van de Canan/cte Eilanden ligt de Noordpunt oP35«IC- B. ,oP de Paskaart van Portugeesch Barbaryen op 330I0, N. B. >op dfn ^ S8 N. b dce en I0 Q lengte; o? ^ S **r S3°. 32' N. en a8' O. lengte: dus is daardclengtc vry goed. De breedre van 33°. 18' verfchilt Weinig Wet de bepaling van Kapt. S ij,ves ter , waar van wy m een ander bericht fprecfcen zullen. {cyVerhanMng over de Zeevaart van Frankrjk naar <* Inéén, vertaald door den kundiger, Heer P. Stefnstra Pag. 12 en iS- by den drukker deezes te bekomen. '' (a) Voyige, Tom. r. p. C33. 0) Vojage, Tom. \\. p, ?7,  Madera en de Serters. 41 Men vindt in de Reis van de Heeren Ver*üun en de Borda, Ifte Deel 11 Plaat, twee Gezichten van Forto Santo. De SeRTer s. De Serters zyn drie Eilanden, bezuiden den O. hoek van Madera geleegen. Deeze naam Serters is zeekerlyk eene verbastering van den naam Dêfertes of lies Dêfertes, ( de woeste of , onbewoonde Eilanden,) dien de Franfchen aan deeze Eilanden geeven Daar de Heer Kapt. Mei.vill betuigt geene geleegentheid gehad te hebben meerdere waarneemingen omtrent de Serters te maaken , en hy over deezeEilanden eenigzintstvvyffeiagtig fpreekt: zal het nuttig zyn hier by te voegen, 't geen de Heeren Verdun en de Borda uit onmiddelyke waai neemingen gefteid hebben: zie hier hunne woorden: (a) „ Wy gingen tusfchen „ de noordelykfte der Serters, en het oostelyk „ gedeelte van Madera, op i myl, of op het „ hoogst een myl, afftand van {b) de Serters. „ Dit (a) Fqyage, Tom. 1 p. 165. (b) Deeze mylen zyn Franfche mylen van jo in eea graad: daar wy 'er Hechts 15 tellen: dus moeten deeze afilanden in de reeden van ao tot 15 of 4 tot 3 verminderd ■wprden: dat is, men moet Hechts de 4 neeraen om onzg mylen te verkrygen. A 5  41 Over de ligg. enftrekk. van't Eiland Porto Santo, „ Dit Kanaal is ten minften 3 mylen breed (a) „ De Gouverneur heeft ons gezegd het zelve „ te hebben laaten peilen; en zeer veilig be„ vonden voor alle foorten van Scheepen. — „ De Serters zyn drie in getal, ten minden. „ Zy (trekken zich uit van het N; tot het Z., „ onder de oosielykfle punt van Madera, of n een weinig meer ten oosten: het middehte is „ zeer ftyl, (Découpée I voor al in het noorde„ lykst gedeelte. Wanneer men het zelve ziet, ,, 't zy van Funchal, 't zy van de noordelykfte c,, der Serters, fchynt het maar één Eiland met „ het zuidelyk.st te maaken: het noordelykst h 5, het grootst: 't fchynt alleen grooter dan de „ twee anderen te faamen. Zy zyn alle drie ,, onbewoond. Ten noorden van het noordelykst „ in het gedeelte dat het dichst by Madera is, 9 'er een plaatje, of eene foort van plat en fte.il „ Eilandje, dat ongeveer 4 myl lang is: het fchynt „ echter aan de Serters met eene keetcn Klip„ pen, of misfchien wel met een laag land ver„ eenigd te zyn: Ten noorden van dat Eilandje (a) De Heer Fleurietj fielt wel 7 mylen: doch niet pit bevinding, enkel uit vergelyking van kaarten. Vqyage Tom. 1 p. 620, en die afïiand wordt ook dus' op den Overztiler gevonden: doch het blykt uit deeze waarneemingen , dat de ligging deezer Eilanden op de Kaar. Hen zeer onnaauwkcurig is met betrekking tot MaJerd.  Madera en de Serters. 4$ „ 15 een hooge puntige rots, in de gedaante „ van eene Naald of Keegel; minder hoog ech„ ter dan het Eilandje daar het gemeenfehap me„ de heeft, door middel van andere Klippen die '„ even onder 't water zyn : men zoude die rots „ van verre byna vooreen zeilend fchip aanzien." De Heer Verdun geeft een gezicht van dat Eiland op Plaat III N°. 26. „ Men kan by helder weeder de Serters ten minften 12 mylen (d. '1.9 van onze mylen) ver zien: „ Het noordelykst gedeelte van het noorder Eiland, „ of het Eilandje dat het zelve ten noorden be„ grenst, is, volgens verfcheide peilingen, op » 372' N- breedte en ten naasten by op p 9 of 10' O. (a) lengte: (tellende Funchal op s, 15, W. Het zu delykst gedeelte van het aui„ delykst Eiland ligt op 310. 26' of 28' breedte: „ en 10' 0. lengte: {b) deeze laatsfte bepaaling „ is echter misfehien minder naauwkeurig dan de „ eerfte: !/) Is'er eenige misflag in die bepaling, » hy (0) Wy tellen bier en altoos van den Pk van Tentriffa af. Op den Overieiler, is de breedte omtrent de zelfde: nam 32°. 35 a 36'; doch wy hebben tevooren gezien dat Madera niet goed ligt; de lengte is op die kaatt omtrent 15'* (b) Op den Overzeiler, 320. 10'. lengte 6'. O. doch de geheele (trekking is 'er niet goed. (c) Tom. 11, p. 67, ahvaar de gronden van die bepaling gevonden worden»  MOverJelïgg. enftrekk van deEiland. Porto Santo,*/*, „ hy is gering en kan voor de Zeevaart van „ geen belang zyn." Het verfchil van breedte, nam. 10', bedraagt a* mylen: dat byna niet met de bepaaling van om! trent 3 mylen, door den Heer Melvill opgegeeven verfchilt. De af (tand van de zuidelykfte éerter, zo wel van Madera als van Porto Santo, zal, volgens deeze bepaaling, ook zeer weinig van de bevinding des Heeren Me lv i ll afwyken: 'er is enkel een verfchil in de (trekking der Serters die de Heer Melvill omtrent N. N. W. (telt: doch die, volgens de waarneemingen van Verdun en de Borda, of N. en Z. zyn moet, of'er zeer weinig van afwykt: en daar die Heeren het opzettelyk hebben waaiv genomen, en derzelver naauwkeurigheid over bekend is, zullen wy, voor als nog, hunns bepaaling volgen, {a) O) By dit rapport, van den Heer Kapt. Melvill, zyn nog gedrukt eenige bevindingen van zyn wel Ed, Geftr., in de Atlantifche zee, en op de kust van Guyana, waar van wy ter behoorlyke plaatfe ook met graagte gebruik zullen maakcn. VI. Over  4t VI. Over den Pic van Teneriffa. Daar de Hollandfche Zeelieden de Jengte van het Eiland Teneriffa, een der Canartfcke Eilanden, en wel bepaaldelyk van den hoogen berg, bygenaamd den Pic de Teyde, of Pic van Teneriffa , beginnen te tellen , is het van veel gewigt de waare breedte van dien berg, en zyn af> ftand van eene welbekende plaats, by v. van Farys, of Greemvich, te bepaalen; wy hebben ons daar op toegelegd, en verfchillende waarneemingen met elkander vergeleeken. Zie hier het befluit uit onzen arbeid.' De Franfchen hebben voorheen in hunnen Sterrekundigen Almanach, genaamd de Cormoisfance des temp tot 1781 toe, de lengte van den Pic geftelt op 180, 50' a 52', of 53' van Farys, d. i. op i6° 30', 32', of 33' van Greenwich. Dit (leunde, buiten eenigen twyffel, op de waarneemingen door den kundigen FEUiLLéa in 1724 op het Eiland Teneriffa gedaan; welke men in 't breede ontwikkeld vindt door den Heer le MoNNitR, in de Verhandelingen van de Academie der Weetenjchappen te Farys voor het JaaT 1742»  46 Over den Pic van Teneriffa: P 353: en door den Heer la Caille in dezelven voor't Jaar 1746 p. r45. De gronden deezer ftelling van Fe lt i l l é e zyn i Astronomifche waarneemingen op twee Plaatfen ,n het Eiland Teneriffa, namelyk te Ore tamca teLaguna, gedaan; en dan 2° eenige meetingen , in wélken, doormiddel vandrieho": ken de afftaud van den Pu tot Orotava, en zyne hgging met betrekking ^ ^ J deregelen van de driehoeksmeeting, zynb^aald geworden : en uit die bepaaling heeft men dan de lengte van den Pk afgeleid De waarneemingen, door ÏÏEuiilU 'e Laguna gedaan, komen overeen met die vin de Heeren Ver dun, P1 ngré en de Borda de Heerlen van den Heer Fleub1eu, te 1 C«ux m het zelfde Ei]and genoo ven De lengte van CW* is VoJ , , paaling van Feuillée 10' fcli ? ,^ kleiner dan vole-prw De fc) Voyage T. I. p. I13- W T. 1. p. 29,  Óver den Pic van Teneriffa. 47 De bepaling die gemelde Franfche Sterrekundigen van den Vïc gegeeven hebben , fteuntop dezelfde gronden als die van F e uillóe ; namelyk r° op de ligging van St. Crui, en 2° op eene naauwkeurige meeting van de ftrekking en den afftand van den Vu van gemelde Stad. Door verfcheiden waarneemingen aan boord genomen, hebben zy in hunne reize de breedte van St. Crux bepaald, op 280. 27' j 30', en de lengte, aan wal, op ï8°.34'.48".(a) Deeze is befloten uit verfcheide waarneemingen op verfchillende Zee - Horologien, na behoorlyk den gang der zelve in acht genoomen te hebben: en in eene tweede reize is door één van de zelfde Heeren, den Heer de Borda, de Breedte, door v/aarneemingen aan land bepaald op 28°. 28'. 30", de lengte op i8°. 36'. W. van Parys (£}; welke laatfte bepaling zy voor naauwkeuriger houden. Wat nu den Vu betreft, zy hadden en de hoogte van dien berg, en zyne ftrekking met betrekking tot hun obfervatorium bepaald: doch in de tweede reize, de meeting der hoogte herhaald, en de berekening derzelve van eenige feite) T. I. p. UI , na. f» ibid. p. 390.  4§ Over den Pic yan Tenerif7<. feilen, die in de eerfte bereekening ingeOopert waren, gezuiverd hebbende, hebben zy gevonden, dat die berg ,904 Franfche roeden hoog \s > en vervolgens uit eene naauwkeurige bepaling der ftrekking, door Sextanten waargenomen1" befloten, dat die berg 23' 5l" westeiyker en s, '. 36'zuidelyker ligt dan St. Crux: dus zal de lengte van dien berg komen op 1S0. 59'. 5,\ w. van Farys: en de breedte op 28°. 16'. 54- 0f wel na genoeg op 28". 17'. N breedte, en 19*w. van Parys, of 16°. 40' W. van Greenmch Wy hebben alle de deelen van die waarneeming en bereekening nagegaan, en kunnen niet afzyn van die bepaaling voor zeer naauwkcurig te houden. Men kan maar eene, inden eerften fchyn gegronde teegenwerping teegen deeze bepaald maaken: dat namelyk in de Engelfche zogenaam" de Requifite Tables de breedte van den Fk op 280. 121. 52", en de lengte op 160. 29'. 24" vm Greemvkh gefteid zyn: doch in de Lyst (a) der plaatfen, wier lengte en breedte, gedunrende de derde reize van den beroemden Kapt. Cook , bepaald zyn geworden, vindt men de breedte op 280. O) Te vinden op bi. 349 van het boek, getyteld- Astronomical Obfervations made in aVoyage, by James Cook and James King . London. 1782.  Over den Pic van Teneriffa. 49 SS?». 18' en de lengte op i6°. 3Ó§»i Dart het zal niet moeijélyk vallen deeze bedenking geheel 'en al uit den weg te ruimen. Wy keren uit de bcfchryving zelve der Reis van Kapt. Cook, dat deeze bepaaling der ligging van den Pic befloten is geworden uit eenige kruispeilingen van den Pic, en van St. Crux op Teneriffa door gemelden Kaptein, op zee, niet ver van de ttede der laatstgemeldé plaats,gedaan: en dat door middel derzelven geVonden is, (a) dat dc Pic 12'. u"zuidelyker ligt dan St. Crux, en 29'. 30" westelyker: dat zeer wel voor de breedte, en vry wel voer de lengte met de waatneemihgen Van de Heeren Verdun en de Borda overeenkomt: want deeze {lellen, zo als wy geèien hebben, den P,c w. 36" züidelyker én 23'. 51" westelyker dan St. Crux: doch wie zal niet aan goede waarneëmirfgén aan wal, met goede Inftrumenten genomen , den voorrang gceven boven waarneemirigen op zee. gedaan? vooral daar de befluiten rusten op de nauwkeurigheid der kennis van de koers en de verheid binnen den tyd van eenige uuren door het fchip gehouden en afgelegd,en dat wel dicht by een Eiland, daar de flroomeneenigeafwyking kunnen veroorzaaken: ook zegt Kapt Cook zelf; ia) Derde Reilt van Cooic, I Deel p. 24. D  $o Over den Pjc van Teneriffa. zelf: „ daar ik in myne bereekening den geoisten, „ afftand gebruikt heb, kan 'er eenige misflag p m zyn: doch die kan niet groot weezen. Alles komt dan nu 2° op de plaatfing van St. Crux aan. Den t, 2 en 4 Augustus 1776 (a) werd de breedte van de reede van St.CRux bevonden op 28". 30'of 3. of30',of3oi'• dus gemiddeld op 280 30' "4" • het geen twee minuten met de. bepaaling van de Heeren Y srdun en oeB 0 RDAverfch.lt: doch deeze waa^ ren aan wal gedaan, en zyn dus, uit hunnen eigen aart, naauwkeuriger. De lengte werd bepaald door het zee-horoloeie N • f, den 1, 2 en 4 Augustus, op 16. 30' l9"'-L6'JU 7"'' l6> ^"''W.vsnGreenvMch: gemiddeld op 16. 3.. .CA omtrent: en den !r' 2 M 3 Augustus door afitanden van de Majn tot « van Me, 0f Aldebaran op: lÓ- 55' 50 ló- I*. 30 16. 19. 30 l6- 43. 55 .6. 43. 5 1 en dus gemiddeld 16. 35. 58 Welke bepalingen onderling vry wat verfchillen: dat in z.ch zelf niet te verwonderen valtmit deeze en, d£ vc00r5a^en krygt men gemiddeld voor de lengvan Sr. Cyx, 16°. 33, ^ 20mendecerfte d* ïaatstgemelde 5 waarneemingen weg laat, en alleen de S Zie hetaanseiaawe ,oekp. ^en p. ^  Over den Pic van Tenerifftj. £j de vier overige , allen door den Kaptein Cook zeiven waargenoomen, gebruikt, zal men 16° 31' verkrygen. — Doch daar de waarneemingen van de Heeren FLfcURiEU, Verduv en de Borda, iq herhaalde reizen, en nietflechts metéén, maar mefr verfchillende zee -horolcgien, onderling met elkander vergeleeken, en waar van de gang naauwkeurigopgegeevenis, genomen, allen met elkander pvereenftcmmen, en niet minder met die van FeuilLés, vinden wy gcene reeden om daar van af te gaan en de waare breedte van St. Crux anders teftelleq dan 280. 28'. 30": en de lengte dan opi8°. 36' W. Ym Parys, of op 160. 16' W. van Grremich; we ke waurneeming, en dit verdient eenig-aanme.king, juist tusfchen de twee 1612'. 30'en ij0, .p^oVan Cook in valt. Eindelyk zullen wy aanmerken dat, daar de lengte van St, Crux door Cook en zyne medereizigers bepaald is gew den op 16. 31': en de Pic volgens alle waarneemingen, hoe ook genaamd, westelyker ligt dan St! Crux, ja! volgens Cook zei ven 29'. 30"' westelyker: en daar hy dus op 17°. 1, van Greenmch zoude moeten gefteid worden; die P^. H van de reize, en ter aangehaalde pjaatfe van de Obfervaüons en Requ'file Tables gefield wordt, op 16°. 30'. 20", dat is omtrent op den zelfden Meridiaan als S;, Crux: dit is voorzeeker tegen- flry-  f* Over den Pic r.<» Teneriffa. ftrydig; en 'er moet ergens eene fout ichuïJen, die wy niet kunnen nagaan. Zie daar in 't bieede de reedenen ontwikkeld. Waarom wy (tellen dat de Bic van Teneriffa, van welken wy onze lengte beginnen te tellen, ligt op 28°. ïó\ 54" («) N. br.en I9°.W. vatl Farjj of i6°. 40' W. van Greenwich: Wy meenden dit omflagtig te moeten aantoonen: en wy bevestigen ons te meerder in dcezë bepaaling, daar de groöte naamvkeurigheidderHeèfen de Verdun, de Borda en Fleurieu, die wy volgen , niet alleen by alle fterrekündigen bekend is, niet alleen dcör den overleedenen zeer kundigen Kapitein Smissaert telkens met roem in zyn Journaal word aangehaald: maar daar ook dcEngelfchcrizelf 'er met zeer veel lof van fpreeketi. De Heer Rob er s, die de Ka'arten van de derde Reize van Coofc vervaardgd, en ze naar die van Verduw gemaakt heeft, zegt: [d) „ Ik heb voor eerst „ de n'mfiMteride en zeer naauwkeunge Kaaiterl „ des ndOrdelykèn Atlantifchen Oceaans in 1775 3, en 1776 door de Heeren Verdun, de 3, Borda en P 1 ngré uitgegeevèn, zeer 3, naauwkeurig gevolgd". (») Cook fielt a8°'. iS' doch daar 280. s°'- 24*'. fcrt-Jte de is van St. Crux volgens Cooic en dc Pre 11'. 36". zuidelykcr ligt volgens' dcnzelven , mceSt dc Pic liggen op 280 18'. 48* of omtrent op 280 19. (l>) p. cxvid van de Voonscde.