MILITAIR RECHTSGEBIED NEDERLANDEN. yi.   >t G E Z A G de MAGT en de GRENZEN der MILITAIRE RECHTBANK in de VEREENIGDE Ni DERLANDEN, aangeweezen wit STAATSRESOLUTIEN, PLAKKAATEN, ORDONNANTIËN , INSTRUCTIEN , REGLEMENTEN , GEWYSDEN en andere AUTHENTYKE STUKKEN : bycenverzameld door F, A. VAN DEK KEMP. hierby is gevoegd de MEMORIE over de MILITIE van den STAAT, toegeschreeven aan Mr. SIMON VAN SL ING E LANDT, Raadpmfionaris van Holland, enz., enz. en een ONDERZOEK van den BESTALTBRIEF, ter verklaaring van dat gedeelte van het. NEDERLANDSCHE STAATSRECHT welk betrekking heeft tot den GERECHTSDWANG ovêr de KRYGSLIEDEN; nevens eenige ophelderende bylaagen, door Mr. J. G. VAN OLDENBARNEFELT, genaamd tullinch, Advocaat-Fiscaal der Generaliteit, enz., enz. ZESDE DEEL. AMSTERDAM, 13y W. HOLTROP, 1792.   I N II OUD DES SESDEN DEELS VAN HET MAGAZYN der STUKKEN TOT DE MILITAIRE JURISDICTIE BETREK KELYK. t Ordre ' van zyne Hoogheid den Heer Erffiadhouder nopens het afzenden van de vonnisfen in dato den 4 Juny 1767- Bladz- T* II DECLARATOIR van Z. H. Wil¬ lem V. 25 February 1768. 4» III MISSIVE aan den Hoog Wel Ge- boor en Geftrengen Heer Baron van Eek , Heer van Nergena « Rigter van Arnhem en in FelmvenZoom. ... 5' IV MISSIVE aan den Hoog Wel Ge- boor en Heere A. W. T. Baronvan t 3 Lin'  Vï ï N H O U D. ■ Lintelo% Lieutenant Generaal van de Infanterye ten dienfte deezer Landen, en Commandeur des Guamifoens van Zutphen , 21 April ÏW • . Bladz. 12. V. Aan den Hoog Wel Gebooren Ge- firengen Heer Baron van Eek, Heer van Nergena, Rigter van Arnhem en Veluwen Zoom. 15» VI. Verklaering van E. Roffhak Stads Med. Dotter, H. Cyrus Chirurgyn Major van Aylva, en J. A. Holst Stads Chirurgyn, 22 April 1768. . . iz, VIL VRAAG - ARTICULEN om daar op van 's Heeren wegen nae voorgaande Citatien onder Eeden ■ te verhoren Gerrit Jan Clafen, en Herman Brouwer beide woonende te Spankeren , 22 April 1768. . • . . 2Q. VIII. Aan de Edele Mogende Heeren Staatén des Furstendoms Gelre en Graafjchaps Zutphen. . 23. IX. Verklaringe van Scholtis en Ge' richtsluiden des Ampts Rhede, 22. April 1768. . 25 X.  INHOUD. vu X. VRAAG - ARTICULEN om daar op van 'i Heeren wegen nae voorgaande Citatie onder Eeden te verhooren de Perfoonen van JOOST CRAMER , HERMEN VAN 'TENT, WIL. LEM CORNELISSEN, PETER VAN SPANKEREN, GRIETJE ELI ASSEN, GEERTRUYD VERSTEEG en GARRIT DOLMAN. , . . Bladz. 27. XI. EXTRACT uit het Reces des Landdags in April 1768. binnen de Stad Zutphen ordinarie gehouden, 30 April 1768. 35' XII. Antwoord van Z. H. Willem V. 3 May 17Ó8. . -39- XIII. MISSIVE van Z*D. H. Wil¬ lem V. aen den Commandant van Zutphen. . . • 44- XIV. EXTRACT uit de Notulen der Stad Zierikzee , 18 Augustus 1768 47- XV. MISSIVE van Z. D. H. aan de Ed. Mog. Heeren Staeten van Groningen en Ommelanden, 2 November 1769. ' S°- f 4 XV*-  VIII INHOUD. XVI. MISSIVE van de Ed. Mog. Hee¬ ren Staeten van Groningen en Omlanden , aen Z. D. H. Willem V. 18 November 1769. 55. XVII. MISSIVE van Z. D. H. aen de Ed. Mog. Heeren Staeten van Groningen en Ommelanden, 24 November 1769. . 60. XVIII. MISSIVE van de Edele Mog. Heeren de Gedeputeerde Staeten van Groningen en Ommelanden, aen Z. D. H. Willem V. 5 Decembet 1769. . . 67.. ■ \ ,v XIX. Misfive van Z. D. H. aen de Ed. Mog. Heeren Staeten der Stad Groningen en Ommelanden, 9. December 1769. . 69. XX. Aan den Wd-Edelen Geftrengen. Krygsraad van 't Regiment Guardes Dragonders , Guarnifoen houdende binnen Leyden , ïi November 1768. . . 71, XXI. Aan den Wel-Edelen Geftrengen Krygsraad van 't Regiment Guardes Dragonders van ZyneDoorlugtige Hoogheid , den Heers Prince Erf-ftadhouder, 10. Aroyember 1768, , , 81. XXII,  INHOUD. IX XXII. Propojitie door den Heer Grave van Bentinck Heere van Rlwon in het Collegie van de Heeren Gecommitteerde Raden gedaan, 16 November 1679. Bladz. Zó. XXIII. Cafus pofüie over 't zelfde Geval. 115. XXIV. KORT RELAAS van hetge- pasfeerde in het Collegie van Gecommitteerde Raaden , in 's Hage ter gelegentheid van zekere Jurisdictie quastie aldaar geventileert over de Perfoon van een der Invalides, te Woerden in Guarnifoen leggende , ju Augustus 1769. . . . 170. XXV. EXTRACT uit het Register der Refolutien van de Edele Mogende Heeren Gecommitteerde Raden van de Staten van Holland en West - Vriesland , 30 April 1770. . . . 176. XXVI. MISSIVE van 't Hof van Gel¬ derland, 18 Juny 1771. 177. B Y L A G E N. N. I. EXTRACT uit het Memorie en Refolutieboek 's Hoves van Gelderland, 5. Maart 1771. 190. N. 1. MISSIVE van den Landdrost van Velmve, 11 Maert 1771. T93. N. 3.  x INHOUD, N> 3- EXTRACT uit het Memorie en Refolutie Boek '5 Hoves van Gelderlond, 12. Maert 1771. Bladz. 194. Ar. 4. MISSIVE van den Landdrost van Veluwe, 12 Maert 177 r. N. 5. MISSIVE van den Commandant des Garnizoens van Arnhem, 12 Mzm 1771. . . I98o AT. 6. MISSIVE aan den Heer Erf- ftadhouder, 13 Maert 1771. 201. N. 7. MISSIVE van Zyne Hoogheid WMem V. aan 't Hof van Gelderland, 16 Maert 1771. 209, N. 8. EXTRACT uit het Memorie en ■ Refolutiehoek 's Hoves van Gelderland, 20 Maert 1771. 211. N. 9. MISSIVE aan den Heer Erf- ftadhouder, 18 Juny 1771. 215, N. 10. MISSIVE van den Major C. de Qiiay Commandant des Gu'arnifoens te Arnhem aan 't Hof van Gelderland , 2oMaert 1771. 218. N. II. MISSIVE aan den Major C. J. de Qtiay, thans het Guarnifoen binnen de Stad Arnhem Commanderende, 20 Maert 1771. 220. AT. 12.  INHOUD. xt jV. 12. MISSIVE van den Landdrost van Veluwen aan 't Hof van Gelderland, 20 Maert 1771. • 221. N. 13. MISSIVE van' A. F. Cramer Commandant des Giiarnifoens te Amhem , aan 't Hof van Gelderland , 27 Maert 1771. . • 223. N. 14. MISSIVE aan A. F. Cramer thans commanderende het Guamifoenhinnen de Stad Arnhem, 27 Maert 1771. . • • 224. jV. 15. EXTRACT uit het Memorie en Refolutie Boek 's Hoves van Gelderland, 28 Maert 1771. . 225. N 16. MISSIVE aan den Heer Erf* ftadhouder, 28 Maert 1771. 228. jV. ij.MISSIVE van Zyne Doorlugtige Hoogheid Willem V. aen die Raden des Furstendoms Gelre en Graaffchap Zutphen , 28 Mey 1771. • • • 231. ZV*. 18. MISSIVE aan den Heer Erf- ftadhouder, 18 Juny 1771- 239. XXVII. SENTENTIE van Pjeter Damas van Hogendorp , 23 Maert 1771. . ' ■ • 245. XXVIII.  •si INHOUD. XXVIII. SENTENTIE van'Dirk Bier¬ man, 25 Maert 1771. Bladz. 260. XXIX. SENTENTIE van Hendrik Jan van Oyen , 28 Maert 177*' • . . 266. XXX. MISSIFE aen Zyne Doorlug- tige Hoogheid den Hcere Prince van Orange en Nasfauw &c. 28 Maert 1771. . 279. XXXI. MISSIVE van Burgm. en Sche¬ penen s' hands van den Vryen te Sluis aan H. H. Mog. 18 Augustus 1771. . 293. XXXII. MISSIVE van Burgemeesteren en Schepenen^ hands van den Vryete Sluysaan H. H. Mog. 11 Oclober 177Ï. . 298. XXXIII. MISSIVE van Burgerm. en Schepenen 's hands van den Vryen te Sluis aan H. H. Mog. met klagte over de vexes van 't Militair Gouvernement, 29 October 1771. . 313, XXXIV. MISSIVE van Burgerm. en Schepenen 's hands van den Vryen te Sluis,aan H. H. Mog. over verregaande vexes van het Militair Gouvernement, 6 November 1771. . . 317, MA-  M A G A Z Y N VAN STUKKEN, TOT D Ê MILITAIRE JURISDICTIE BETREKKELYK. I. Ordre van zyne Hoogheid den Heer Erffiadhouder nopens het afzenden van de vonnisfen in dato Dan 4 Juny 1767. _2^yne Hoogheid in ervaringe gekomen zynde , dat in de refpeótive Guarnifoenen , met Troepes van de Staat bezet, geenzints gehouden wort een eenparigen voet, in het overzenden van de vonnisfen , by de Krygsraden van dezelve Guarnifoens geweezen , aan Hooggeraelde zyne Hoogheid: maar dat veelderley VIL Deel. A di.  2 VERZAMELING van STUKKEN, diftinctien in een en andere Gua^nifoenen gemaakt worden, ten aanzien van den aart der condemnatien , by de vonnisfen gedecerneerd, hoe zeer zonder de minfte grond, en alleenlyk naar welgevallen geëxcogiteert, en dagelyks varieerende ; heeft goedgevonden by dezen te gelasten alle Gouverneurs, Commandeurs of Commandeerende Officieren van de refpeótive Steden en Plaatzen met Troepes van defen Staat bezet, dat zy voortaan zullen hebben zorge te dragen , dat alle vonnisfen, by de refpeótive Krygsraden van derzelver Guarnifoenen geweezen, zonder eenig onderfcheid, hoedanige condemnatien of abfolutien dezelve meedebrengen en van wat aart die ook zyn mogen, zyne Hoogheid met en beneffens de Hukken tot dezelve ipeóteerende, werden overgezonden : en wel ten aanzien van de crimineele vonnisfen, zoo, die opconfesfie, en gedeeltelyk op bewyzen, of ook wel alleenlyk op bewyzen, geweezen zyn, met obfervantie van het gunt, by het reglement en ordre van van wylen zyne Hoogheid Glorieufer Gedagtenis in dato 28 Augusty 1750, met betrekking tot foortgelyke vonnisfen voorfchreeven is , en ten aanzien van Civile vonnisfen, ofte zodanige , welke geweezen worden in zaaken, waar in de Auditeur Militair in zyne qualiteit niet ageert, maar particuliere perfoonen te*gens den anderen zyn geinteresfeert dat dezelve, alvorens , aan de weederzydfche geinteresfeerde parthyen,; ofte derzelver gemagtigdens , zullen moeten worden gecommuniceert, om binnen zeekere bepaalde tyd , by de Krygsraaden, naar omftandigheden van perzoonen en  tot de MILIT. JURISDICTIE. 3 en zaaken,te prefigecrcn, zigte «ftttceerea, of aan het gewysde voorneemens zyn te acauiefceeren, dan wel daar van aan den Hoo^Krygs^'ad der Vereenigde Nederlanden te provocetren , dat, dezelve zig «expliceert hebbende, aan het gewysde te zullen acquiefceeren, of wel den geprsfigeerde tyd te hebben laaten verloopen, zonder zig te expliceeren het origineele vonnis aan Hooggemelde zyne Hoogheid aanftonds zal moeten werden overgezonden, zullende in cas van provocatie de zaak door de geinteresfeerde parthyen a voorens op de ordinaire wyze voor de gemelde Hoge Krygsraad moeten worden voortge- ZC En zal deezen in de refpeftive Guarnifoenen door de Auditeurs Militair , of die geenen die derzelver funftie waarneemen , moe en worden geregriftreert, ten einde punclueelyk te werden naargekomen, en agtervolgt. Gegeeven in 's Gravenhage den 4 Juny 17 7' (Was getekend) W. Prince van Orange. Ter Ordonnantie van zyn Hoogheid (en gecontrafigneert) T. J. de Larrey. a* . 4  4 VERZAMELING van STUKKEN, II. Declaratoir van Z. H. Willem V. 25 February 1768. Zyne Hoogheid gezien hebbende de Requeste aan Hoogst denzelven geprefenteerd by of van wegen den Lieutenant Collonel de Valke, waar by dezelve zig beklaagt dat de Peribon Ima van der Wal, in deszelfs Compagnie vrywilhggeëngageertzynde, door het Krygsgeregte der Vrieze en Nasfauwfche Regimenten op verzoek van den Vader van voorn. Tma van der W%l uit 's Lands dienst is ontflagen geworden , met ordre aan den Commandeerenden Officier van de Compagnie, om denzelven illico weder te dimitteeren , en daar op gehad hebbende het nodig berigt, als mede by wettig bewys aan Hooggemelde zyne Hoogheid gebleken zynde, dat de voorn. Tma van der Wal ten tyde van deszelfs aanneming, voorn, den ouderdom van meer dan 19 jaren effe&uelyk hadde bereykt, en dus meer dan genoegzame ouderdom gehad heeft, welke volgens 's Lands wetten vereischt word, om zig validelyk ook zonder confent van de Ouders , in den Militairen dienst te konnen engageeren, heeft goedgevonden by dezen, buiten effeft te Hellen de bovengemelde dispofitie van het voorfz. Krygsgeregt, verftaen voorts het voorfz. engagement van den gemelde Tma van der Wal in de Compagnie van den voorn. Lieutenant Collonel de Valke wel en wettig te zyn aangenomen en ordonneert den Capitein van hetRe»ui ge-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 5 gement van zyne Doorl.Hoogh. Collonel Erfprins van Nasfauw Weilburg . onder wiens Compagnie de voorfz. Tma van der Wal zedert is geëngageert, denzelven aen de Compagnie van den meergemelde Lieutenant Collonel de Valke tegens reftitutie van de onkosten op desfelfs engagement gevallen, wederom te geven 's Hage den 25 February 1768. (Was getekend) W. Prince van O range. Onderftond, Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid (getrafigneert) T. J. de Larrey. III. Misftve aan den Hoog Wel Gebooren Geftrengen Heer Baron van Eek, Heer van Nergena, Rigter van Arnhem en in VeluwenZoom. Hoog Wel Gebooren Gestrengen Heer! Geeft met allerdiepften eerbied te kennen C. L. Ifing, Koopman refideerende tot Deventer ; hoe dat denzelven op woensdag , A 3 zyn-  6 VERZAMELING van STUKKEN, zynde geweest den 20. deezer lopende maand April 1768. in desfelfs reys van Doesburg naar Zutphen in ofte by Dieren op 's Heeren weg, door ofte uit order van den Heer Collonel van der Horst aan 't Hoofd en Commandeerende het tweede Battaillon van Onderwater, in desfelfs marsch op een gansch wederregtelyke en geweldadige wyfe is gearrefteert , door de Soldaten mek de fnaphaans gejïagen of gejtooten , en door de Militie in detentie genomen , voorts als een Crimineelen gevangen onder bewaaringe van eene wagt alhier binnen Zutphen ingebragt en vervolgends in de Hoofdwagt ter neer gefet, alwaar thans nog door een Schildwagt met een bloten Sabel in de hand bewaart word. En fulks om redenen, dat den Suppliant te paard zittende by of omtrent Dieren een Sergeant van het gemelde Battaillon foude hebben omgereeden of geftooten , en daardoor aan denfelven een kneufinge of kwetfuur hebben toegebragt. Daar egter den Suppliant kan verklaaren, dat in 't minste geen quaad bedreven , veel minder iets teegen het in marsch fynde Battaillon ondernomen heeft, en in alle gevalle , foo al waar mogte fyn , dat dien Sergeant als eens ter needer gevallen, en -een geringe blesfure daar door bekomen mogt hebben , zulks alleen aan 't fchrikken, en daar door veroorfaakt fpringen en loopen van des Suppliants Paard, en geensfints door fyn toedoen en wille (waar omtrent hy fig ten allen tyden met Eede ofFereert en bereid is te zuiveren) moet toege- fchree-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 7 fchreeven, en dus als een ongeluk geconfidc- ^DatTtei den Suppliant fyn onfchuld | deefen dadelyk te kennen gegeven, en ter. ftond met herhaalde inftantien verzogt heef gehad , om onder behoorlyke cautie ,dooi hem te Dieren of te Brammen te ftcllen, uit diè fyne Wederregtelyke detentie ontjagen te worden, opgemelten Heer Commandant ;van der Horst daaraan in geenen deelen heeft wil- leDafhy Suppliant, ongeagtet alle minnelyke oWerLs\net%Veld en met de ffi*** gefarceert geworden van 't Paard te flappen, en in eenen wagen te treden. wpHprnm Dat hv te Brammen komende al wedeiom op nieuws offertes van cautie heeft gedaan , eii verfogt, om ten dien einde den Hospes Jan Cramhoul te fprceken, dog dat hem fu ks ook is verweygert geworden, hebbende geen pe Sisfie kutinen obtineerèn .om uit de wagen te mDa" ^vervolgens onder bewaeringe hier binnen 2 gebragt, en in de Hoofdwagt ter neer gezett alwaar 6y, zoo als boven reeds gemeld is, nog tot groote fchaade van zyn affaires en negotie in detentie gehouden, en naauwkeurigg met een Schildwagt bewaard WDat hv Suppliant in deeze voor hem zoobaggelyke fituatie met mogelykheid geen ander middel weetende om uit fyn detentie ontflagen te worden, dan behoorlyke cautie te Helen, overfulks die al wederom aan meergemelden Collonel mondeling heeft doen offereeren, met A 4 by"  8 VERZAMELING van STUKKEN, byvoeginge van de naamen der Perfoonen , iynde Burgers en wel gegoede Ingezetenen deeier Stad, die zig daar toe van zelfs als borge voor den Suppliant hebben gepraffenteert ge- Dat des niet tegenftaande op gemelden Collonel aan alle die offertes 't oor niet heeft willen leenen. Dat immiddels den Suppliant te rade is geworden aan de Wel Edele Groot Agtbare Magiitraet der Stad Zutphen, waar in by op dusdaane wyfe gevangen zat, fig te addresfeeren en te venocken maintenue en befcherminge, dog dat Haar Edele en Groot Agtbaare confidereerende aan de eene kant, dat den Suppliant nog Burger nog Ingezeeten 'haarer Stad was, en aan de andere zyde, dat by niets op derzelver territoir bedreven had en in een ander Jurisdiéhe was gearrefteert, uitdien hooftcert SuPPllants verfoek hebben gedifficul- Dat verders den Suppliant ook niet gemanqueert heeft, van dit geval of gepasfeerde, op dien fel ven nademiddag nog door zyne Bediendens aan U Hoog Wel Geboore Geftrenge de nodige kennis te doen geven. Dat hy in deefen Haat en detentie den nagt doorgebragt, hebbende op gisteren des voordemiddags tusfehen tien en elf imren reets, fig ten allen overvloede by Requeste , aan den Hoog „Wel gebooren Geftrenge Heer Lieutenant Generaal Baron van Lintelo, als Commandeur des Guarnifoens van Zutphen heeft geaddresfeert, en daar by eerbiedig verzogt „ dat naamens hem Suppliant in debita forma n aan  tot de MILIT. JURISDICTIE. 9 „ aan duk geraelden Heer Collonel van der „ Horst moge wqrden geinfinueert, dat hy „ als nog vaardig en bereid was, om de no„ dige borgtogt te ftellen, voor alle foodaa„ ncklagte off aftie , als denfelven moge goed„ vinden t'eegens hem te doen , of te onderneemen , zig daar teegens wel zullende weeten te defendeeren , als naar regten, en ten dien einde alle gedienftige middelen en we„ gen wel uitdrukkelyk referveerende met re,, quifitie dat zyn Edele , den Suppliant daar „ teegen ten eerften uit dit zyn arrest en de„ tie zal hebben te doen ontdaan enz. alles nogtans onder protest als daar by: „ Dat den Suppliant wegens de voorens ge„ melde wederregtelyke behandehnge proih„ tutie, op onthold, fchandeen nadeel, mits„ gaders kosten op het kragtigfte wilde heb„ ben geprotcfteeft, en zyn competente actie „ deswegens voorbehouden &c". Soo en als met meeren kan confteeren uit het orjgineele Request hier by fub. Litt. A. Dat den Suppliant vastelyk vertrouwende, da<- od fuik een verzoek en allcrbillykfte offert , 'behoorlyk reguard zou fyn genomen , zoo heeft hy nogtans het teegendcel moeten ondervinden , doordien duk gemelden Collonel van der Horst, wanneer aan denzelven t nevensgaande Request behoorlyk is geinfinueert geworden, zig daar op in geenen deele gedeclareert, immers 't felve alleen maar voor aeinfinueert aangenomen heeft; gelyk kan blyken uit de relatie van den Capitein Geweldiger onder die Requeste, welke hoe zeer ook den Suppliant een fpoedig expeditie of antwoord  io VERZAMELING van STUKKEN, had verfogt. niet dan gisteren avond laet en wel eerst omtrent negen uuren, Hem of aan zyne Bediendens is worden overgegeven. Dat daar en boven den Suppliant, die van ter zyden was ontwaar geworden, dat er voorgegeven wierd , als of den voornoemde Sergeant gevaarlyk was gequetst aan koortfen laboreerde , aan bovengenoemdcn Heer Lieutenant Generael Baron van Lintelo mondeling heeft doen verfoeken, dat in byzyn van den Chirurgyn Majoor, door deefer Stads Doftoren Chirurgyn den gewilden Patiënt mogte worden gevifi teert. Dat zyn Hoog Wel Geboore Geftrenge ten gevolge van dien ook aangenomen hebbende, den meergemelden Heer Collonel van der Horst daar_ over te fpreeken, en den Suppliant befcheid te doen weeten , hy egter meede op dit verfoek geen declaratoir , veel minder permisfie heeft kunnen obtineren. Een behandelinge die den Suppliant foo in zyn begin als verderen' voortgang ten uiterften vremd en teegen alle redenen en regel van Regt en Juftitie voorkomt, terwyl hy door fulke een ge weldadige arrest en Crimineele detentie niet alleen ten hoogften gelsedeert en geproftitueert word, als ftrekkende tot krenkinge van zyn crediet en goede naam, hebbende daardoor een onherftelbaar fchade in fyn negotie voor zeeker te vreezen , maar ook boven dien, om dat zyn prasfentie ter noodfaakelyke verrigtinge fyner affaires , als Koopman, zoo tot het accepteeren alsbetaalen van wisfels, beftellen van verkofte goederen als anderfints binnen Deventer ten hoogften ver- eyscht  tot de MILIT. JURISDICTIE. U evscht word, en door een langere perfooneefj detende onvermydelyk' meer en meer nacdeel, en een totale" mine zal te wagten heb- bCSÓo is het in deefen alleruiterften nood , dat den Supp ant fig genooddrongen vind, hem aan uX Wel Geboore Geftrengein wiens Turisd aieen Territoir hy aldus violenta mam, zonde! Schout of andere Gerichts P-foonen o Gerichts Dienaars is gearrefteei t, en vei vol gens daar uit gevoert en binnen Zutphen ge bragt geworden, met alle eerbied te addiesfceren en ootmoedig te verfoeken. Dat het Uw Hoog Wel Gebooren Geftrenge om alle deeze reedenen behage moge omm meZi modo te efFedueren, dat den Suppliant uitde zS detentie kosten fchadeloos immers en ten we nigftcn onder provifioneele fufficiente bor-togt , ten fpoedigften worde ontflagen , en de vereischte reparatie beiorgd , onde? fpeciale voorbehoud van al zoodaane pnv'te aftie als den zeiven nae bevind van zaaien, ovei''t gunt voorfchreeven teegens ophemelden Heer Collonel van der Horst zal vermecnen te inftitueeren. Daar op eerbiedig en fpoedige en favorable Rcfolutie implorerende. Onderftond Dit doende Was geteekent C. L. Ifing. IV,  ia VERZAMELING van STUKKEN, IV. Boven aan ftond Misfive aan den Hoos: Wel nat als verfogt Gebooren Heere A W T was geteekent Baron van Lintelo', Lieu- t • ,'vatl tenant Generael van deln- Lintelo. fanterye ten dienfte deezer Landen , en Commandeur des Guamifoens van Zutphen. Hoog Wel Gebooren Gestrenge» Heer ! Geeft met verfchulden eerbied te kennen den Koopman C L. Ifmg, hoe dat denzelven op gisteren in deszelfs reis van Doesburg naer Zutphen tot verrigtinge zyner negotie en affaires, m ofte by Dieren op 's Heeren weg , door ofte uit ordre van den Heer Collonel van der Horst: aan het Hoofd en Commandeerende het tweede Battailon van Onderwater in desielfs marsch, op eene wcderregtelyke wvfe is gearefteert, en door de Militie in detentie genomen , voorts als een Gevangen onder be waannge van eene wagt hier binnen Zutphen ingebragt en vervolgens in de Hoofdwagt ge- En fulks wel op pretext, dat den Suppliant te Paard zittende een Sergeant van het zelve Bataillon foude hebben omgereeden en daar door gequetst. ietfmLTï d5nzelven£g geenOns bewust is, iets quaads bedreven ofte teegen die Militie ondernomen te hebben , immerf enin allen ge! valle, foo wanneer dien Sergeant al eens ter ne»  tot de MILIT. JURISDICTIE. 13 neder gevallen, of daar door een gering letfel bekomen raogt hebben, fulxalleen aan het fchrikken en daar door veroorfaakt fpnngen en loopen van des Suppliants Paard , en geenfints door zyn toedoen en wille (waar omtrent hy fig ten allen tvde met Eede ofFereert te zuiveren) moet werden toegefchreeven, en dus als een ongeluk geagt. Dat of welden Suppliant, die fyneonfchuld in deefen dadelyk te kennen gegeven , en terHond verfogt heeft gehad , om onder behoorlyke cautie, door hem op het moment te Dieren ofte te Brammen te Hellen, uit die fyne onbehoorlyke detentie ontüagen te worden, voorgemelden Commandant van der Horst daar aan in geenen deele heeft willen defereren , neemaar den Suppliant als een delinquant van het Paard DO EN flappen, ineeè wagen DObN treeden , en vervolgens onder bewaannge hier binnen gebragt, en vervolgens, gelyk voorzegt, in de Hoofdwagt gefteld , alwaar zig denzelven al nog in detentie bevind, en men hem geenfms heeft willen relaxeren, niet teegenflaande hy op gisteren als nog aan meergemelden Collonel genoegzaame cautie heeft doen offereren. En vermits den Suppliant fig aan de eene zyde door deefe onrcgtmatige behandelinge ten hoogfien gelcedeert en geproftitueert agt, met op ontholt en fchade in fyne negotie , cn aan de andere kant fyne praffentie tot verrigtinge zyner affaires elders nodig is en dus door een langere perfoneele detentie meer en- meer nadeel en hinder foude moeten ondergaan. Soo neemt denzelven de vryheid zig met voo-  14 VERZAMELING van STUKKEN, voorigen eerbied tot Uw Hoog Wel Gebooren Geftrenge als Commandant deefes Guarnifoens, te keeren, en te verfoeken , dat door of naamens den Suppliant in debita forma, aan duk gemelden Heer Collonel van der Horst moge werden geinfinueert, dat hy al nog vaardig en bereid is, om de nodige borgtogt te Hellen, voor alle foodaane aclie of klagte als denzelven moge goedvinden teegens hem te doen of te onderneemen, zig daartegens wel te zullen weeten te defenderen als naar regten, en ten dien einde alle dienstige middelen en wegen wel uitdrukkelyk referveerende , met requifitie, dat zyn Edele den Suppliant ten eerften daar teegens uit dit zijn arrest en detentie zal hebben te doen ontflaan , funften dat men by verder vertrek ofte verweigering zig daar omtrent vorders foodaanig fal moeten gedraagen , en vervaren als bevonden fal worden te behooren. Ondertusfchen en in alle gevalle wil den Suppliant by deefen , wegens de voor gelibelleerde wederregtelyke behandeling , proftitutie, opontholt , fchaade en nadeel, mitsgaders kosten op het kragtigfte hebben geprotesteert en zyne competente aclie deswegens voor behouden. Met verfoek dat deefe aen meergemelden Heer Collonel van der Horst nae behooren moge werden geinfinueert, desfelfs declaratoir daar over gevraagd tot narigt, en eindelyk pertinent gereïateert, om te ftrekkenals naer regten. Onderflond 't Welk doende Was geteekent C. L. Jfing. La-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 15 Lagerftond Relatere en verklare ik ondergefz. bovenftaande Request aan den Heer Collonel van der Horst voorhoofds te hebben geinfinueert, welke defelve voor geinfinueert heeft aengeno- Zutphen den 21. April 1768. Geteekend G. J. Berkfin fungerend Cap. Gew. V. B Aan den Hoog Wel Gebooren Ge¬ ftrengen Heer Baron van Eek, Heer van Nergena, Rigter van Arnhem en Veluwen Zoom. Hoog Wel Gebooren Gestrengen Heer! Geeft met diep refpeót en verfchuldigden eerbied te kennen C. L. Ifing , Koopman , refideerende tot Deventer , hoe dat hy op gisteren d'eer gehad heeft aan Uw Hoog Wel Gebooren Geftrengen een Request te prafenteeren, en daar by eerbiedig te vertoonen, hoe hy op den 20. deefer lopende maand April digt by Dieren op het Territoir van Uw Hoog Wel Geboren Geftrengen violenta mank in arrest genomen is, over en ter zaake, als daarby met meerderen is geallegeert, mitsgaders de verdere behandelinge met hem Sup- pli-  i6 VERZAMELING van STUKKEN, pliant tot hier toe gehouden, waartoe hy fig eerbiedig is rcfcrcerende. Dat fig denfeJven immiddels verpligt agt, om het verder voorgevallene na het overgeven van het gementioneerde Request, als een vervolg. tot naedere informatie kortelyk dog met alle refpeft Uw Hoog Wel Geboren Geftrengen te communicecren. Dat hy eindelyk op herhaalde inftantie verkregen hebbende , dat den Sergeant, welke als gevaarlyk gequetst wierd gedebiteert door deefer Stads Doctor en Chirurgyn , geasfifteert boven dien met een ander Regiments Doftor is gevifiteert geworden. Dat gemelde Doctoren en Chirurgyn nae gedaane vifitatie eenpaarig hebben afgegeven en in forma onderteekent de hier p. cop. authent. annexe verklaringe, behelzende in'fubftantie, dat geen quetfuur of kneufinge aan den Patiënt hebben befpeurd , en dat denfeU ven fig in geen gevaar bevond , gelyk daar uit met meerderen kan blyken, quorfum benevola relatio. Dat den Suppliant met regt vermeenende, dat , infondcrheid nae alzulken verklaringe abfolut geen de minfte fchynbare redenen meer voor handen waaren, om hem dus langer als een Crimineelen gevangen in detentie te houden , veel minder hebbende kunnen denken, dat men hem onder offerte van fuf . ftciente borgtogt voor al foodaane acfie, als V den Collonel van der Horst teegens hem mogte fuftinecren te hebben, het ontflag uit die zyne detentie zcu hebben geweigert, egter des  tot de MILIT. JURISDICTIE. 17 des niet teegenftaanftaande tot zyn uiterfte furprife fmerte en leedweezen heeft moeten ondervinden. Dat men niet alleen die foo dikwils gcöftereerde cautie, die hy beloofde gerigtelyk met de Perfoonen van Hendrik Heuvelman en Harmen Wenink fynde alle beide gegoede Burgers deefer Stad, te zullen prasfteeren , rond uit heeft van de hand geweefen , maar boven dien dat men hem kort daar aan , fynde gisteren avond om negen uur, nae dat men aan hem alvoorens, uit een van twee de keus hadde gelaeten , of in de fooguiaemde Spekkamer op de Hoofdwagt , of in de Provoost , als een Civile detentie aangemerkt, gebragt te werden , uit de Hoofdwagt nae de laastgemelde plaats, met gewaapende manfehap heeft over-' gebragt, alwaar hy tans nog gedetincert zit. Dat overfulks den Suppliant, van zyn opge vatte hoop tot ontflag verltoken, even eens als of hy een Crimineel delict bedreven had, by continuatie behandelt word, terwyl hem alle middelen en wegen , die de Wetten en Regten aan elk en een ieder verleencn, en aaji de hand geven, ten ccnemaal worden afgefneden, en hy fig inmiddels in die ongelukkige fituatie bevind, dat een totale ruïne van fyne negotie en affaires, daar van het onvermydelyk gevolg zal zyn. Dat hier by komt, dat den Suppliant voor als nog zig niet kan imagineeren , wat men met hem voor heeft, op wat voet men hem dus gearrefteert heeft en langer in detentie houd, daar den Sergeant ten ccnemaal buiten gevaar geöordeelt word , en hy daar en boven VI. Deel. B on-  i8 VERZAMELING van STUKKEN, onkundig blyft van de klagte die men teegens hem iuftineert, en wat dies meer is. ' Een manier van handelen, die hy vertrouwt, dat in een VRYE REPUBLICQ, als DEESE, ongehoord, en aan elk en een ieder ten uiterften vreemd moet voorkomen. Weshalven hy nogmaals met diepen ootmoed de vryheid neemt met en onder inhajfie van fyne vorige Requeste aan Uw Hoog Welgebooren Gellrenge op gisteren geprafenteert, zig in de befcherminge van Uw Hoog Wel Gebooren Geftrengen op het eerbiedigfte te recommandecrcn,met onderdaanigst verzoek van te willen bewerken, dat hy fpoedig uit deefe zyne ongehoorde en wederregtelyke detentieontflagen worde. Onderftond 't Welk doende Was geteekent C. L. Ifing. VI. Verklacring van E. Rojfliak Stads Med. Doft., H. Cyrus Chir. Major van Aylva en *J. A. Holst Stads Chirurgyn. Wy ondergefchreeven, als gerequireert zynde, hebben ons op heeden vervoegt nae het Quartier van de Sergeant AT". Mennink, en den felven nauwkeurig onderzogt en bevraagt nae ontvangene quaalen of ongemakken, door overryden, op marsch bekommen, zeedert eergisteren den 20. ra. c. Waar op verklaren, dat wy uitwendig gee- ne  tot de MILIT. JURISDICTIE. 19 ne quetfuuren of kneuzingen metbloed-running of blauw-vlekken gepaart ontdekt hebben; maar dat gemelde Sergeant Mennink geklaagt heelt over fterke pynen in de linker-heup, voornaamentlyk aan de rand van het Darmbeen, üg uitftrekkende bovenwaarts nae de korte Kibben, benedenwaards door de Dyen. Vorder over pvnen in het linker Schouderblad, ïnsgelyks,Tonder uitwendige teekenen van wonde ofkneufmg. . , . n^Aa De ademhaling was thans vrynatuurlyk en de pols-beweeging niet koortzig; hoewel de Lyder» volgens berigt, twee koorts-aanvallen foude gehad hebben. . Uit bovenftaande verklaaring befluiten wy, dat de toeltand van meer genoemden Lyder1\. Mennink by applicatie van in en Uitwendige dienftiec middelen, ons niet gevaarlyk toeicnynt. Oirkonde onfer onderteekening , gedaan binnen Zutphen den 22. April 1768. Was geteekent Éverwyn Roffhak, Stads Med. Doftor. <¥ Cyrus, Chrirurgyn Majoor by'tBattaillon van den Generaal Baron van Aylva. J. A. Holst, Stads Chirurgyn, Onderfiond Pro vcra Copia Geteekent Gofw. Schluiter, GerigtfchryVer. B 2 Vit  2o VERZAMELING van STUKKEN, VIL Vraag-articukn om daar op van V Heeren wegen nae voorgaande Citatien onder Eeden te verhooren Gerrit Jan Clafen, en Herman Brouwer beide woonende te Spankeren. I. X. Getuigen ouderdom en i. Getuige verklaard offniet tot 't geven van oud te fyn ruym 30 condfchap der waar- jaaren en gcciteert. heid zyn geciteert? 2. Getuige verklaard oud te fyn ongeveer 47 jaaren en geciteert. 2. 2. Of Getuigen niet op Beyde Getuigen verden 20. deefes heb- klaren van jae. ben geftaanby offvoor de Herberg de Lugt tot Spankeren ? 3- 3- Off Getuigen aldaar Beyde Getuigen verdes tydes niet hebben klaren van jae. fien pasfeeren een Battaillon Trouppes van den Staat van den Heer Generael Onder- 4-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 11 water marchcerende nae Zutpen? 4- 4' Off getuigen mee- Beyde Getuigen verde als toenniet gefien klaren van jae. hebben een Coopman offreyfende Perfoon te Paard fittende, en welk Paard wierd geleyd door een Soldaat van die Troepes? 5- *• Off Getuigen des 1. Getuigen verklaerd tydes niet gehoord en van jae, en dat ie t gefien hebben, dat die Valies van lyn Paard Coonman of reyfende hebben afgedaan,en Perfoon door de Offi- agtcr m de Postcicren dier Troupes is wagen gefmeeten , gedwongen |om van 't en vervolgens dien Paard te Happen, en Coopman gedwonin de Postwagen te gen om meede agter gaen fitten , off wat in de Postwagen, Getuigen hier van wee- welk wierd genoemd ten off gefien hebben? 't Hondehoek , te moeten gaan fitten. Dat Getuige aan een Officier vragende wat die Coopman gedaan hadde ? hem wierde geantwoord: dat hy een Sergeant onder de r o voe- B 3  U VERZAMELING van STUKKEN, voeten hadde gereede; waar op getuige vraagde waer is die Sergeant? hem wierd geantwoord : hy fit inde Postwagen: maar ■ - Getuige verklaard, dat hy die (Sergeant regt op in de Postwagen heeft fien fitten, maar geen on, gemak aan hem heeft konnen fien ofbefpeuren. Getuigen verders feyde : ik verfoek , dat gy die Coopman niet moogt mishandelen , 't is een man van Deventer , ik kenne hem. 2. Getuigen verklaard van jae. Waarmeede de Deponenten deefe haare depöfitien hebbep geëindigt egt defelve met foïemneele Eeden bekragtigt nae dat haar alvoorens de cragt desEeds, en ftraffedes Meineeds waeren voorgehouden. In waarheids oirkonde is deefe door my Scholtus als in deeze meede geauthorifeert fynde van den Heere Rigter van Arnhem en in Ve, iuwenzoom geteekent en geregult by Genets., iuyden Bitter Bitters, en Johannes Kets. Aélum Dieren den 22. April 1768. Was  «tot de MILIT. JURISDICTIE. a3 Was nevens een cachet in zwart lak gedrukt getcekend F. JV. S«^mond,ScholtisdcsAniptsRhede. Bitter Bitters , jan kets* VIII. Jan de Edele Mogende Heeren Staaten des Furstendoms Geire en Graaffchaps Zutphen. Edele Mogende Heeren! Geeft met behoorlyke reverentie te kennen Jnthom Gcorze van Eek tot Nergena, Kigtcr vt Shcm en in Veluwenzoom ^oe aat op den 2i. laastleden aen fyn L. m fyne vooiged£te oualiteic, Request is gepr^enteert gewo deS door C. L. Ifif Koopman woonende te Deventer, waarby dcnzelve aan hem klaaglvk heeft te kennen gegeven, dat hy gepas&Woensdag op zyne reys van Doesburg n' e Zutohen tot verrigtinge zyner negotie en affaires'zynde by Dieren op 's Heeren weg int ord e van den Collonel van der Horst comn andeerende't tweede Battaillon van den Lieuteii^Generaal Onderwater, in deszelismarsch Wiards zynde op eene geweldadige ;wyfe is SSSt, door de Militie in detentie gem* S als een gevangene onder bevvaarmge van een Wag binnen Zutphen gebragt en vervolgens aldaar in de Hoofdwagt gefet, op pia> telfdat den Suppliant" te Paard zittende een B 4  24 VERZAMELING van STUKKEN, Sergeant van het gemelde Battaillon foude hebben omgereeden en gequest, daar nogtans den ielve zig onbewust was met opzet iets quaads te hebben bedreven. Dat ofwel hy Supplant dan ook daadelyk fyn onfchuld hadde te kennen gegeven , en zeer fterke inftantien gedaan, om onder behoorlyke cautie te mogen worden ontflagen, fulks alles nogtans van geen het minfte effect was geweest, en dat mitsdien genooddrongen was fig aan fyn L. te addresleeren, met ootmoedige verfoek om omni mehari modo te willen effectueren , dat hy Suppliant kost en fchadeloos uit zyne detentie immers onder provifioneele fufficiente borgtogt ontflagen en aan hem behoorlyke reparatie moete worden verforgt gelyk UEd. Mog. dit alles breeder gelieven te verneemen uit de annexe Requeste met deszelfs Bylage, fub. A. Dat daar nae vervolgens gepasfeerde Saturdag al wederom by een tweede Request door voorn. C L. Ifink, aan fyn L. was voorgedragen, dat alle fyne gedaane pogingen tot relaxatie niet alleen vrugteloos waaren geweest' maar dat men hem des avonds te vooren van de Hoofdwagtin de Provoost gevangelyk hebbende overgebragt daar door alle hoop tot be koming van_ ontflag was verdwenen , en overfulks fig ,n de befcherminge van hem Ri* ter eerbiedig quam aen te beveelen, met nogmaals verfoek, om dog te willen bewerken, dat hy Suppliant uit fyne detentie mogt worden ontflagen, foo als met meerdere te zien uit de bygaande Requeste fub. B. Dat fyn L. nae examinatie van dit alles en blonder meede van de informatien die op dit voor-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 25 voorfchreeven fubjeft van 's Heeren wegen fyn ingenomen , en hier nevens werden gevoegd fub C. aan de eene zyde wel heeft geconfidereert, datdeapprahenfie van den voornoemde gedetineerden in den Ampte vanRheede , en dus onder de aan hem bevolene Jurisdiftic was gefchied, dog dat aan de andere kant ook deefe zaak in deszelfs aart en gevolgen hebbende gepondereert, fyn L. vermeend heeft op de beide voorfchreeven Requesten niet te konnen of te moeten disponeren, maar fig in fyne voor aangetogene qualitcit verphgt vind , defelve te brengen ter kennisfe van UEdele Mogende thans Landelyk vergadert fynde, met eerbiedig verfoek, om met hoogst derzelver ordres, hoedaanig fig in deefe te gedragen , vereert te mogen worden. Onderftond Dit doende Was geteekent A. G. van Eek, Rigter van Arnhem en in Veluwenzoom. IX. Verklaringe vanScheltis en Gerichtsluiden des Ampts Rhede. 22 April 1768. Compareerde voor my Dr. Frans Nicolaas Suermondt, Scholtis des Ampts Rheden , in deefe meede geauthorifeert van den Hoog Wel Geboore Geftrengen Heer A. G. Baron van B 5 Eck  26 VERZAMELING van STUKKEN, Eek Heer van Nergena , Rigter van Arnhem en in Veluvvenzoom &c. &c. &c. en onder genoemde Gerichtsl. Hermen Car els van competente ouderdom en tot 't geve van deefe verklaringe geciteert, te Dieren woonende , en heeft met folemneele Eede nae voorhoudinge van de cragt des Eeds en ftraf des Meineeds verklaart, als dat hy op den 20. deefes, in fyn fusters hoff fynde, gefien heeft dat een Coopman off reyfende Perfoon omringt van eenige' Officieren van een Battaillon 't welk toen nae Zutphen marcheerde , te Paard fittende, gedwongen wierd door die Officieren om van 't Paard te gaan, dog die Coopman fulx niet doen willende, fterk geflagen wierd, verklaarende verders niets meer te weeten of daar van gefien te hebben. In waarheydsoirconde is deefe doormy Scholtis qq geteekent en bezegelt by Gerichtsluyden Bitter Bitters en Johannes Kets. Actum Dieren den 22. April 1768. Was nevens een cachet in fwart lak gedrukt, geteekent F. N, Suermondt, Scholtis des Ampts Rhede. Bitter Bitters, Joh. Kets. x.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 27 X. VRAAG - ARTICULEN om daar op van 's Heeren wegen nae voorgaande. Citatie onder Eeden te "verhooren de Perfooncn van JOOST CRAMER, HERMEN VAN 'TENT, WILLEM CO RN ELI SSEN,PETER VAN SPANKE REN, GRIETJE E LIASSEN, GEERTRUTD VERSTEEG en GERRIT DOLMAN. j. Getuigen ouderdom en off niet tot 't geven van cóndfchap deiwaarheid zyngeciteert? 1. Joost Cramer verklaard olt te fyn 51 jaaren. Hermen van 't Ent verklaart olttc fyn ruym 50 jaaren. Willem Cornelisfe verklaard olt te;fyn ruym 30 jaaren. Peter van Spankeren verklaard olt te fyn 37 jaaren. Grietje Eliasfe verklaard olt te fyn in haar 2o(te jaar. Geertruyd Verfteeg verklaard olt te fyn ongeveer 19 jaar. Gerrit Dolman verklaard  28 VERZAMELING van STUKKEN, 2. Off Getuigen niet woonen in Dieren en aldaar op den 20. deefes hebben gefien een Battaillon van de Troepes van den Staat van den Heer Generael Onderwater, nae Zutphen marcheerende? 3- Of Getuigen destydes even buiten het Dorp Dieren nae de ^Zutphenfe fyde, niet 'te Paard hebben fien komen aenryden, een Coopman off Reyfende Perfoon komende uit Dieren de weg nae Zutphen ? klaard olt te fyn 50 jaaren. En verklaren alle Getuigen geciteert te fyn. 2. Alle Getuigen verklaeren van jae. 3- > Eerfte, vyfde, fesde en feevende Getuigen verklaeren van jae. 2. Getuigen verklaerd fulx niet feeker te konnen feggen. 3. Getuigen verklaerd van neen fulx niet gefien te hebben. 4. Getuigen verklaerd van neen, maer dat hy gefien heeft dat die Coopman een flagh  tot de MILIT. JURISDICTIE. 29 4- Off Getuigen des tydes aldaar gefien hebben, dat 't Paard waar op dien Coopman off reyfende Perfoon fat, foude geflagen hebben ben een Onder - Officier van de Art. 2. gemelde Troepes, of wat voor omftandigheid gctuigens hier van gefien of gehoort hebben? flagh met een rottingh heeft gecreegcn van een Officier. Ad Art. 4. Joost Cramer verklaerd gefien te hebben, dat die Coopman ftapsvoets ryde, en dat er een Perfoon van die Troepes, maer weet niet of 't een Onder - Officier of een Gemeene is geweest in 't Land is gevallen. 2. Getuigen verklaerd van neen fulx niet gafien te hebben. 3. Getuigen en 4. Getuigen verklaeren van neen fulx niet te hebben gefien , om dat fy er wat verre van daan ftonden. 5. en 6. Getuigen verklaeren gefien te hebben als dat twee Soldaeten dien OnderOfficier hebben opgebeurt , maar niet gefien datdienCoopman hem onder de voe-  30 VERZAMELING van STUKKEN, voeten heeft gereeden. 7. Getuige verklaerd van neen. 5. 1 Off Getuigen des tydes meede aldaar gefien hebben, dat dien Coopman off reyfende Perfoon , door den commandeerende Officier dier Troepes isgearrefteert , en meede genomen is ? 5- ï. 2. 3. 4. 5. en 6. Getuigen verklaeren van jae. 7. Getuigen verklaerd niet anders gefien te hebben, dan dat een Soldaat 't Paard van die .Coopman, op 't welk hy fat, by den Teugel geleyd heeft. 6. Hoe die apprehenfie 1. en 2. Getuigen veroff detentie en 't weg- klaeren , dat die voeren dien reyfende Coopman op 't Paard Perfoon fig heeft toe- is blyven fitten, en gedragen ? datfe 't Paard by den teugel meedeleydcn. 3. Getuigen verklaerd datfe dien Coopman van 't Paard af hadden willen hebben, en hem geflooten en met Snaphaenen geflagen hebben , op de voeten en in de zyde, maar is op 't 1 Paard  tot de MILIT. JURISDICTIE. 31 Paard blyven fitten, en dat fe 't Paard by den teugel hebben meede geleydet. 4. Getuigen verklaerd dat hy gefien heeft datfe dien Coopman van 't Paard af hadde willen hebben > en dat een Soldaet 't Paard by denteugel heeft geleyd, en dat 'er een Officier by heeft gegaan. 5. Getuigen verklaerd geilen te hebben dat ie dien Coopman den teugel uit de hand hebben gerukt, en dat een Soldaat het Paard mede geleyd heeft. 6. Getuigen verklaerd gehoort te hebben, dat die Coopman fyde brengt my by Bitter in de Croon of te Zutphen , ik zal Uw te vreede feilen, maar anders niet gehoort te hebben. 7. Getuigen verklaerd niets meer te weeten. 7-  32 VERZAMELING van STUKKEN, 7. Off getuygen ook meede gefien hebben, wat voor ongemak , laafie off hoe genaemt aen dien Onder-Officier door het Paard van dien Coopman ofF reyfende Perfoon is toegebragt? 8. Off Getuigen al meede des tydes niet gehoord hebben dat dien Coopman off reyfende Perfoon aan dien Officier heeft gepraefenteert Cautie of Borge te ftellen, en tot welkeen fomma heeft gevraegt? 7- i. en 2. Getuigen verklaeren daar niets van gefien ofF gehoord te hebben." 3. en 4. Getuigen verklaeren dien Onderofficier in 't geheel niet gefien te hebben. 5. en 6. Getuigen geen 't minfte ongemak oflcefie aen dien Onder-Officier gefien te hebben maer dat -hy in de Postwagen is geholpen. 7. Getuigen verklaerd (her niets van te weeten. % 8. 1. Getuige verklaerd, dat hy gehoord heeft, dat die Koopman teegens een Officier feyde Myn Heer ik vraeg excuys ik kon 't niet gebeeteren, maar brengt my by Bitter in de Croon, daer heb ik kennisje. 2. Getuige verklaert dat  tot de MI LIT. JURISDICTIE, 33 VI. Deel. dat hy verféheide reifen die Coopman heefthoorenzeggen, Myn Heer ik kan het niet gebeeteren,ikvraeg excuys, en heb ik gepecceert, brengt my by Bitter aen de Croon ik fal 't goedmaeken. 3. Getuige verklaerd er zoo vroeg nietby te fyn geweest maar dat hy dien Coopman wel heeft hooren feggen ik ben in Zutphen ook wel be. kent, laet my los. 4. Getuige verklaerd daar niets meer van gehoord of gefien te hebben. 5. Getuige verklaerd dat fy dien Coopman niets anders heeft hooren feggen, laet my los ik heb te Zutphen ook kennisfe. 6. Getuige verklaerd van neen. 7. Getuige verklaerd dat hy heeft gehoord dat die Coopman feyde ik fal Uw Borge feilen by Bitter in de Croon. c 9.  34 VERZAMELING van STUKKEN, 9- 9- Wat voor omftar- i. 2. 4. 6. en 7. Ge- digheeden Getuygens tuigen verklaeren hier van meer is be- daer niets meer van wust, en off ook ie- te weeten. mand weete die gefien 3. Getuigen verklaerd heeft, dat de Coop- niets anders gefien man dien Onder-Offi- te hebben off te wee- cier teegens de grond ten , als dat feyde heeft gereeden? teegens die Coopman o-tj her el een Cln- Waarmeede de Deponenten deefe haare depon tien hebben geëindigt en defelve met fo- lem- man gy Kerei een kjuder- Officier onder de voet te ryden ,• en dat hy feyde, ik verfoek excuys Heer Overfie, waar op den Overfte is weg gereede, en dat toen die andere Officieren weeder op de Coopman aanvielen met flaan en ftooten om hem van 't Paerd te willen hebben. Dog verklaeren alle Getuygen niemand te weeten wien 't gefien hebbe, dat die Coopman een Onder-Officier onder de voet heeft gereeden.  TOT DE MlLlT. JURISDICTIE, 35 iemneele Eeden bekragtigt nae dat haar alvoorens de cragt desEeds, en ftrafFedes Meineeds • vvaeren voorgehouden , en fesde Getuige ons der renuntiatie van den Oirbiegt. . In waarheids oirkonde is deefe door my Scholtus als in deeze geaiuhorifeert fynde van den Hoog Wel Gcftrenge Heer A. G. Baron van Eek Heer van Nergena Rigter van Arnhem en in Veluwenzoom &e. &c. &c. geteekent en bezegelt by Gerigtsluyden Bitter Bitten, en Johannes Kets* A&um Dieren den 22. April 1768» Was nevens een cachet in zwart lak gedrukt geteekend, F. N. Suermond, Scholtus des Ampts Rhede, Bitter Bitters, Jan Kets, XI. EXTRACT uit het Reces des Landdags in April 1768. binnen de Stad Zutphen ordinarié gehouden. Sabbathi den 30 April 1768* h ter vergaderinge ingekomen en verlezeri Requeste van Antony George van Eek toÈ Nergena Richter van Arnhem en in Veluwenzoom , houdende dat C. L. Ifing Koopman Woonendc te Deventer, by twee dilhnóte ad* G 2 ares'  36 VERZAMELING van STUKKEN, dresfen aan hem klaaglyk had te kennen gegedaven, dat dezelve gepasfeerde woensdag agt gen op zyn reyfe van Doesburg nae Zutphen by Dieren op 's Heeren weg, uit ordre van den Collonel van der Horst, commandeerende het tweede Battaillon van den Luitenant Generaal Onderwater in deszelfs marsch herwaarts op een gcweldadige wyfe was gearrefteert, en door de Militie in detentie genomen, als een gevangene onder bewaaring van een wagt binnen Zutphen gebragt, aldaar in de Hoofdwagt gefet, en vervolgens van daar nae de Provoost gebragt, op.pretext dat hy te Paard zittende, een Sergeant van het gemelde Battaillon foude hebben omgereeden en gequetst, daar nogthans hy onbewust was met opzet iets quaads bedreven te hebben, fonder dat hy onder behoorlyke cautien konde ontflagen worden. Dat hy Richter nae examinatie van dit alles en byzonder meede van de informatie die op dit fubjecT: van 's Heeren wegen waaren ingenomen aan de eene zyde had geconfidereert, dat de apprehenfie van voorn, gedetineerde in den Ampte van Rheede en dus onder zyn aanbevoolen Jurisdictie was gefchied , dog dat aan de andere- kant ook deefe zaak in deszelfs aart en gevolgen hebbende gepondereert, vermeend had , op beyde de voorfchreeve Rcquesten niet te kennen of moeten disponeeren, maar zig verpligt gevonden, defelve te brengen ter kennisfe van Haar Edele Mogende , thans Landelyk vergadert fynde , met verfoek om met derzelver ordres, hoedaanig fig in deefen te gedraagen, vereerd te mogen worden. Waar  tot de MILIT. JURISDICTIE. 37 Waar op gedelibereert zynde ,, hebben Haar Edele Mogende goed gevonden, dat Copie van voorfz. Requeste cum annexis aan Zyne Hoogheid den Heere Erfftadhouder zal worden toegefonden by navolgende Misfive. DoORLUGTiGSTE HoOGGEBOOREN FuRST en Heere! Ter occafie van deefe onfe Staatfche Vergadering is onder andere ftukken meede ingedient en by ons verlezen Requeste van Antony George van Eek tot Nergena , in qualiteit als Rigter in Veluwenzoom waar by ons heeft te kennen gegeven , dat zeeker Koopman te Deventer C. L. Ifing genaamd, twee addresfen aan hem had gedaan, over en ter zaak op 's Heeren wegen te Dieren was gearrefteert, en door de Militie in detentie genomen, vervolgens nae Zutphen als een Crimineele overgebragt, uit ordre van den Collonel van der Horst, commandeerende 't tweede Battaillon van den Lieutenant Generael Onderwater in deszelfs marsch nae herwaards, op prsetext, dat denzelve te Paard zittende, een Sergeant aldaar zoude hebben omgereeden en gekwetst. Verzoekende zyn L. vermits dit geval in deszelfs aanbevoolen Ampt en Jurisdictie gefchied was, met onfe ordres daar omtrent te mogen worden vereerd. Wy hebben vermeend gehad copie van voorfchreevc Request met deszelfs Bylagen aan Uwe Doorlugtigfle Hoogheid te moeten toefenden , ten einde om hier omtrent zoodaanig te handelen als Uwe Doorlugtigfle Hoogheid C 3 het  38 VERZAMELING van STUKKEN, het"1 cmvenabelfte zal oordeelen , terwyl wy teffens de vryheid neemen Uwe Doorlugtigfte Hoogheid by deefe in confederatie te geven, pm die ordre te ftellen, dat den gedetineerde onder behoorlyke cautie, en onder voorbehoud van yder zyn actie werde gerelaxeert en Ontflagen, Waar meede Dqorlugtigste Hooggebooren FursT en Heere ! Wy God Almagtig bidden , dat hy Uwe Hoogheid gelieve te houden in zyn heilige be, ft her min ge. Gefchreeven te Zutphen den 30. April 17Ó8. Uwe Doorlugtigfte Hoogheids goede Vtienden De Staaten des Furstendoms Gelre en Graaffchap Zutphen. Ter Ordonnantie van Haar Edele Mogende, XII.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 3? XII. Antwoord (a) van Z. H. Willem V. Edele Mogende Heeren byzondere goede vriendei . Uyt de Misfive door UEd. Mog. op den 30. der afgelopene maand April aan ons geaddresfeert en by gevoegde ft ukken gezien hebbende , dat de Richter in Veluwenzoom Anthony George van Eek tot Nergena, by Requeste aan. Uwe Ed. Mog. hadde te kennen gegeven , dat zeeker Coopman te Deventer C. L. Ifing genaamt, twee addresfen aan hem hadde gedaan, over en ter zaake op 's Heeren wegen te Dieren was gearrefteert en door de Militie in detentie genomen , en vervolgens uit ordre van den Collonel van der Horst, commandeerende 't tweede Battaillon van het Regiment van den Lieutenant Generaal Onderwater in desfelfs marsch naar Zutphen , aldaar als een Crimincele overgebragt, op prsétext, (zoo als by dezelve Requeste word gepofeert,) dat dezelve Ifing te paard zittende, een Sergeant aldaar fou- (rt) Van dit andwoord waren, zegt men , reeds op den f Mey copien aen de refpeótive Qnartieren rondgezonden, en raaekte toen het eerfte der poinéten uit, waer op de Extraordinaris Landdag in September deszelven jaers is uitgefchreven , edoch 't is my niet gebleken, dat dit eerfte foincl het voorwerp der deliberatien van Haer Ed. Mog. toen geweest is, vermits men in het Reces daer niets van vindt, maer wel, dat Haer Ed. Mog. hunne deliberatien over het sde poinét hebben begonnen. C4  4o VERZAMELING van STUKKEN, fou.de hebben omgereeden en gequetst, en dat UEd. Mog. fonder te disponeeren op het verfoek van den voorn. Richter, om met derzelver ordres daar omtrent te mogen worden vereert, vermeend hadden copie van de voorf, Requeste met desfelfs Bylagen aan ons te moeten toefenden, ten einde, om hier omtrent foodaanig te handelen , als wy het convenabetfee fbude oordeelen, teffens aan ons in confederatie gevende om die ordre te ftellen, dat de gedetineerde onder behoorlyke cautie en onder voorbehoud van ieder fyn actie, werde gerelaxeert en ontflagen, hebben wy niet kunnen afzyn vooraf UEd. Mog. voor de voorf. gantsch vriendelyke oveiiaeting der gemelde zaak aan onfe fchikkinge dank te feggen; en nadien onï, uit het rapport (} Edele verpligt was zig te gedraagen, en VI. Deel. D*~ „ het  5o VERZAMELING van STUKKEN, ,-, het geval in quaestie ook GEENSINTS kon ,, Jf rekken, tot eenige nadeelige confequentie voor ,, het Regt van haar Edele Achtbare Jurisdic,, tie. Waar op zynde gedelibereert is gemelde Misfive aangenoomen voor Notificatie. - XV. MISSIVE van Z. D. H. aan de Ed. Mog. Heeren Staeten van Groningen en Ommelanden. Dm i. November 1769. Edele Mogende Heeren , byzondere goede Vrienden ! > Uyt eene Misfive, door den Krygsraad des Garnizoens van Groningen op den 28. October laastleeden aan ons gefchreeven, en daar nevens aan ons gezonden ftukken, hebben wy gezien dat de Collonel C. j°. van Nyvenheim, Groot Majoor van Stad en Lande heeft kunnen goedvinden, by Requeste, door hem en den Solliciteur Militair G. v. Troyen onderteekend, in den gepasfeerden jare 1768. aen Uwe Edele Mog. te kennen tegeeven, dat hy Collonel aan den zeiven Solliciteur eene feekere fomrae gelds pligtig was, en tot betalinge van dien wel geneegen, alle lange Militaire maanden uit zyne tradementen te laaten ftaan de fomma van een hondert en vyftig guldens, en voorts, opdat het zelve in vermindering door gemelden Solliciteur met vrugt zoude kunnen wor-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 51 Worden ingehouden , aan Uw Ed. Mog. te verzoeken, de gemelde fchikkingen en afftand van tractement te approberen, en Acte te verkenen, dat voorfz..., fomma maandelyks door Voornoemden Selliciteur G. v. Troyen uit de tractementen zoude kunnen worden ingehouden. Dat Uwe Ed. Mog. daar op by Appoftil in dato 22 September 1768. aan voorn. Collonel zyn verzoek geaccordeert, en gemelde Solliciteur ten fine vermeld g'eqiralificeerd hebben. Dat de Solliciteur Verkuil te Nymeegen en de Coopman J. Busch, mede Crediteuren van Voornoemde Collonel, onlangs by Requeste aan voornoemde Krygsraad hebben verzogt, dat de traótamenten van den felfden Collonel van Nyvenheim, in zoo verre gearrefteerd kunnen worden , mogten worden beflagen, op dat zy Remonfiranten dan by het einden der Procedures, die tusfchen denzelven Collonel en zyn Crediteuren.voor gemelde Krygsraad nog hangende zyn $ hunne betaalinge daar uit zouden mogen erlangen. Dat door, den Steenkooper J. A' aan de hoedanigheid van Betaals Heeren, immers zeckerlyk niet in de Provintie van Stad en Lande vermits by het meer gemelde 29. Artikel de Judicature over Militairen aan den Militairen Rechter worden toegekent , en zulks zonder eenige de minde exceptie. Eindelyk gelieven UEd. Mog. by derzelver meer wemelde Misfive nog te avanceeren , dat zv niet kunnen ontwaar worden , dat door derzelver voorgemelde Apoftille aan de andere Creditoren eenige pnejuditie kan weefen toegevoegd , alfoo agtervolgens de conftante practyk omtrent de Militairen de Creditoren na oudheid der beftierde arresten moeten aangaan, daar in tecgendeel genoemde G. van Troyen door het intrekken der Apoftillen merkelyk benadeeld zouden worden, als waar door dezeiven van zvn wettig verkreegen recht hem als de oudfte arreftant gefchapen , zouden worden gefruftrcerd , dog Edele Mogende Heeren , dat raifonnement zoude compleet aangaan, indien gemelde van Troyen dat.arrest geobtineerdhad, van den Competenten Regter van den Collonel van Nyvenheim , maar nu het arrest geenfints verleend is door dien Regter, en zelfs foigneufelyk voor den zeiven verborgen is gehouden, tot dat die Regter, door andere Crediteuren geadieerd , proviüoneele fchikkingen , ten beste der gezamendlyke Crediteuren gemaakt had, zoo moet zodanige verkeerde handelwyze van meergemelde van Troyen, VI. Deel. E os  66 VERZAMELING van STUKKEN, de fchikkingen van den Competenten Regter niet infruétueus maaken, en vooral niet daar defelve fchikkingen door ons zyn geapprobcerd geworden. En , gelyk wy aan onze feyde volkomen bereidwillig zyn , om te inquireeren op de klagtcn, die Uwe Edele Mogende by derzelver meergemelde Misfive over den Krygsraad des Guarnizoens van Groningen doen weegens het infinueeren hunner dispofitien aan het Provintiaal Comptoir, en om Uwe Edele Mogende ten dien opzigte voor het vervolg klagteloos te ftellen, zoo vertrouwen wy ook, dat Uwe Edele Mogende de zaak nu nader infiende , niet langer zullen difficulteeren, om de meergemelde twee Apoftillen in te trekken , en ook in het vervolg geene kortingen , of arresten op traótementen van Militairen wederom zullen verleenen, maar in teegendeel dé geene , die fodanige kortingen of arresten aan Uwe Edele Mogende mogten verzoeken, aan de Juftitie Militair te renvojeeren, vermits het ons niet dan ten uyterjle onaangenaam kan zyn, om met dusdanige jurisdictie qiuestien te moeten occuperen, en wy verwagten dan ook, dat Uwe Edele Mogende ons van de intrekking der meergemelde twee Apoftillen fpoedig kennis zullen gelieven te geeven. Waar meede Edele Mogende Heeren , byzondere goede Vrienden. Wy  tot de MILIT. JURISDICTIE. 6f Wy UEd. Mog. beveelenin Go-les Heilige protectie. Uwer Edele Mog. dienstwillige goede Vriend, W. Prince van Oravge. Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid P. J. de Larrey. 's Gravenhagc den 24. November 1769. XVIII. . Misfive van de Ed. Mog. Heeren da Gedeputeerde Staeten van Groningen en Ommelanden, aen Z» D. H. Willem V. Den 5. December 1769. Doorluchtkjste Prins en Heere ! Na dat by ons op zyn tyd was ontfangen de Misfive van Uwe Doorl. Hoogheid in dato den 24. der gepasfeerde maand zullende dienen tot eene refcriptie op onfe anterieure van den 18 daar bevorens, hebben wy gcmeent buiten fpeciale kennisfe der Edele Mogende Heeren Staaten onfe Committenten, met onfe verdere deliberatien tot het intrekken der twee Apoftillen indatis 21. September 1768. en 2r, September 1769. op de Requesten van den E a Col*  6% VERZAMELING van STUKKEN, Collenel van Nyvenheim, en G. van Troyen , refpeótive by ons Collegie verleend, niet te mogen voortgaan. En het is overzulks, na dat van het beloop defer zake door ons aan Hoog Gemelte Heeren Staaten de vereischte kennisfe was gegeeven , dat Haar Edele Mogende ons hebben gelieven te authorifeeren , onfe twee voorgemelde af gegeevene Apoftillen wederom in te trekken, zoo als ook bereids door ons Collegie daar aan is voldaan geworden, waar van wy ons gelast vinden aan Uwe Doorlugtigfte Hoogheid de behoorlyke kennis te laaten toekoomen, gelyk wy de eere hebben by defen te doen, als ook van dat gedeelte van Haar Edele Mog. welmeininge, om daar by aan Uwe Doorlugtigfte Hoogheid voor te dragen, dat geene arresten onder den Ontfanger Generaal mogen worden beftierd, als door authoriteit der Heeren Gedeputeerden. Waar mede &c. De Gedeputeerde Staten van Stad Groningen en Ommelanden. Groningen den 5. December 1769. XIX.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 69 XIX. Misfive van Z. D. H. aen de Ed. Mog. Heeren Staeten der Stad Groningen en Ommelanden. Den 9. December 1769. Edele Mogende Heeren , bysondere goede Vrienden, UEd. Mog. ons by derzelver Misfive in dato 5 December 1769. kennis hebbende gelieven te geeven van de intrekking der twee Apoftillen in dato 22. September 1768. en 21. September 1769. op de Requesten van den Collonel van Nyvenheim en G. van Troyen, door UEd. Mog. op authorifatie van de Heeren Staten derzelver Committenten gedaan, als ook van dat gedeelte van hunner Ed. Mog. welmeining, om daar by aan ons voor te draagcn, dat geene arresten onder den Ontfanger Generaal mogen worden beftierd, als door authoriteit der Heeren Gedeputeerden, zoo hebben wy nodig geoordeelt, UEd. Mog. by deezen insgelyks kennis te geeven, datwy ten einde alle discusfien over 't doen van kortingen of arresten, op Militaire tractementen onder den Ontfanger Generaal nu , en in 't vervolg te prcEvenieeren, goed gevonden hebben den Krygsraad des Garnizoens aan te fchryven, dat zy van hunne dispofitien in dato 6. September laatsleden op de Requesten van den Solliciteur Ver-kuil, Koopman Busch en Steenkoper Ayfing verleend, en door ons op den 23. September E 3 daar  70 VERZAMELING van STUKKEN, daar aan volgende geapprobeerd aan UEd. Mog. kennis zullen geeven, met verzoek dat UEd. Mog. de nodige ordres gelieven te ftellen , ten einde dezelve" dispofitien ter Finantie behoorlyk worden geregiftreert , en dat de gemelde Krygsraad, wanneer dezelve in 't vervolg weederom eenige kortingen of arresten verleend op Militaire traéiementen, die door den Ontfanger Generaal betaald worden , diergelyke kennisgeeving en verzoek aan Uwe Ed. Mog. zal doen, en geenfins eenige infinuatie aan den Ontfanger Generaal of deszelfs Commis, zoo als wy dan ook verwagten dat UEd. Mog. met ons begrypende, dat kortingen of arresten door den competenten Rechter verleend, geene de minfte approbatie of confirmatie van UEd. Mog, onderhevig zyn , op zodanige kennisgeeving en verzoek dan ook dien conform de nodige ordres zullen gelieven te ftellen, zonder desweegens m eenig onderzoek te treeden. Waar meede Edele Mogende Heeren, byzondere goede Vrienden, Wy UEd. Mog. beveelen in Godes Heilige protectie. Uwer Ed. Mog, Dienstwillige' goede Vriend, W. Prince van Orange. Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid J. P. de Larrey. In 's Gravenhage den 9. December 1769. XX.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 7* XX. Jan den Wei-Édelen Geftrengen Krygsraad van 't Regiment Gum-des Dragonders , Guamijoen houdende binnen Leyden. Geeft met Eerbied te kennen Hendrick Bagh Kastelein in 't Heere Logement den Burg te Leiden; , -T Dat hy Suppliant op Vrydag den Veertiende Oftober dezes Jaars 1768. met Hermanus Christiaan Drefing Koopman te Amfteraam welke by hem Gelogeerd was, is gekoomen in de Stads Doelen alhier, om de Exercitiën der Engelfche Pikeurs te zien. Dat den Suppliant, na eenige tyd op de. plaats tot de gemelde Exercitiën afgeperkt , geftaan te hebben, een weinig ter zyde ai willende gaan, om zyn water te maken, is gerefcontreerd door Justus van der Hoeven Luitenant in een Compagnie Guardes Dragonders alhier Guarnizoen houdende, welke vlak voor hem blyvende liaan, en de Hoed ftyf m de Oogen trekkende onder fchriklyke vloeken en fcheldwoorden vroeg , hoe hy zoo keek en dreigde dat zo hy niet heen ging hy hem met zyne Dragonders daar uit zoude laten goijen; 't welk de Suppliant in deezer voegen beantwoordende , dat hy voor zyne twee fchellingen daar zoo goed meende te zyn , als hy Luitenant van der Hoeven , en er voor hem niet uit dagt te gaan , bragt gemelde Luitenant hem met zyne Rotting verfcheide heevige flaagen toe, dezelve na eene korte tusfehenpozinge nog E 4 fter-  7* VERZAMELING van STUKKEN, fter verdubbelende , waar op hy Suppliant, de daarom ftaande Perfoonen tot getuigen roepende van die brutaale behandeling, gemelde Luitenant ten derdemaale nog veel heviger flagen op de hand en arm toebracht, welke hy Suppliant , niet langer kunnende verdragen, heeft zig met zyn Rotting beginnen te verweeren en aan gemelde Luitenant mede eenige flagen gegeeven , waar op dezelve de daar omtrent ftaande Dragonders ordineerde , hem Suppliant uit het perk te gooijen, en deeze niet ras genoeg aan die ordre pareerende , dat bevel herhaalde, hen onder anderen daar toe met deeze woorden animeerende wat Blixem Mannen voor myn rekening Jlaat of fchopt er den Donder uit, waar op dezelve gezamentlyk zyn toegefchoten , en den Suppliant zo met hunne Vuisten en Sabels als ook fommige met de Latten van 't Staketzei welke zy daar toe afbraken, op de yslelykfte wyze hebben geflagen, gefchopt, en uit het Perk geftooten hem zelfs daar buiten vervolgende, en nog verfcheide flagen gecvende , tot dat hy Suppliant op zyne Chaize by geluk daar digt by ftaande is gevlugt en alzo de handen der gemelde Dragonders * ontkomen. Dat nog daar na de gemelde Luitenant van der Hoeven zig in zeer injurieuze en onbefchaamde bewoordingen ten opzigt van hem Suppliant heeft uitgelaaten, onder anderen tegen de hier voorgenoemde Hermanus Christiaan Drefing zeggende , dat het beter was, dat de Suppliant door Beulshanden zo geflagen wierd, - ° ö Van  tot de MILIT. JURISDICTIE. 73 Van welke naer waarheid verhaelde omftandigheeden ten vollen confteert uit de relpective ter requifitie van hem Suppliant onder prefentatie van Eede, gegceve VerMaringen van Hermanus Christiaan Drefing, Pietei Blonk , Cornelis Goudkade , en Cornelis du Pecker C. Z. Sub Lift. A. B. en C. waar van de Copien Authenticq ten dezen zyn geannexeerd , en welke hy Suppliant bereid is behoorlyk te doen beëdigen. , Dat den Suppliant genoodzaakt is geworden, over deze verregaande Mishandelingen en openbaar geweld hem aangedaan door een Utlïcier, die zelfs ter dier tyd en plaatje geen het minfte gezag konde of mogte oeffenen, en des niet tegenftaande van zyne magt over de Dragonders en derzelver Subordinatie (die immers alleen behoord geëmployeerd te worden tot Confervatie der Ruft en Weering van geweldadigheeden) op eene gantsch ongepermitteerde wyze heeft gebruik gemaakt, om hem Suppliant op de fchrikkelykfte wyze te mishandelen, en aan een evident gevaar, zelfs van het Leven te Exponeeren , zig aan dezen Wel-Ed. Geftrengen Krygsraad te moeten beklagen, 't welk hy by dezen doende ootmoedig verzoekt dat U Wel-EcL 'Geftrencren denzelven Luitenant van der Hoeven gebeven te ordonneeren, den Suppliant ter zaaken van de voorfz. verregaande Mishandelingen en publicq geweld, zodanige fatisfaóhe en betering, mitsgaders vergoeding van daar door gelede fchade en kosten te doen, als U WelEd Geftrengen naar het gewigt dier Mishandelingen en derzelver dangereufe gevolgen E 5 C0C  74 VERZAMELING van STUKKEN, tot maintien der publique Rust, en Regt, en Billykheid zullen oordeeien te behooren , mitsgaders dat U Wel-Ed. Geftrengen , heifüp pl an tegen de gevaarlyke uitwerklèlen , van den onredelyken baat, welke den' gemelde Luitenant tegen hem fchynt te hebben opwillen **V middelen Selic^n te be(Onderftond) 't Welk doende cjfc. (Was geteekent) H. Bagh. ' (in margine ftond geappoftileerd) De Krygsraad van het Regiment Guardes Dragonders van zyn Hoogheid gezien en geëxamineert hebbende de nevenftaende Requeste, en bylaagen. Is na deliberatie goedgevonden, dat m het verzoek zo als het is leggende niet kan worden getreeden , en wordt het zelve mitsdien gewezen van de hand, overlatende aan eten Suppliant zo hy vermeint eenige Aétie ten lasten yanden Vaendrigh Justus van der Hoeven te hebben, die te Inftitueeren , en daar toe te doen het nodige Verzoek, in zulken voegen als hy zal oordelen te behooren. Leyden den n. November 1768. (Was getekent) W. Meyners. La-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 75 (Lagerftaat) Ter Ordonnantie van den Krygsraad (en geteekent N. D. Woljfganck , 1768U Aud. Mil. B Y L A G E. A. Wy ondergefchreeven Hermanus Christiaen Drefing, oud omtrent 45- J^ren, wonende te Amiterdam , en Pieter Blonk, oud omtrent aa faaren , wonende te Berkel, verklaren ter Requifitie van Hendrik Bagh, Kastelein aan t Heeren Logement den Burg te Leyden, de opregtc Waarheid te zyn. Dat wy Depolanten op gisteren, zynde geweest den 14. Oftober 1768. des namiddags tusfchen 4. en 5.Uuren, ifl de Stads Doelen alhier zynde om de Exercitiën der Engellche Pikeurs aldaar te zien , hebben gezien, gehoord en bygewoond , dat de Requirant, mede aldaar zynde, een weinig ter zyde afgaande , om zo hy zeide zyn Water te maken, m zvn weg belet wierd door de Heer van der Hoeven, Luitenant onder 't Regiment Dragonders , alhier Guarnifoen houdende, welke 3e hoed in de oogen trekkende , en heni fterk aanziende vlak voor hem bleef ftaan. Dat de Reauirant hem daar op mede aanziende gemelde Luitenant van der Hoeven tegen hem zeide Blixemfe Reu, ^ ie zo' Waar op de Re"  7t5 VERZAMELING van STUKKEN, quirant antwoordende Mag ik niet kyken ? gemelde Luitenant repliceerde Neen, neen, wat let my^ of laat u hier uitgooien van myn Dragonders, 't welk de Requirant weder beantwoordende met deze woorden Hoe wou jy dat doen! ik denk dat ik hier voor myn twee Schellingen zo goed ben als jy , of binje hier de Oppasfer van ? bragt gemelde Luitenant van der Hoeven hem daar op drie geweldige flagen met zyn Rotting toe, twee op de hand en een op den arm ; waar op de Requirant zig met zyn ftok verwerende en aan hem Luitenant mede een of twee flagen toebrengende, hy vervolgens de daar by ftaande Dragonders riep , en ordonneerde den Requirant uit den Doelen te flaan , gebruikende daar toe deze woorden Mannen, voor myn rekening, flaat offchopt hem den Doelen uit; welk bevel dezelve dan ook Executeerden , flaande en fchoppende den Requirant den Doelen uit, zelfs de Latten, waar mede de 1 laats tot de Exercitie afgeperkt was, afbrekende , en daar mede aan den Requirant verlcheide flagen toebrengende. Verder verklaare ik eerfte Depofant, dat, de Requirant op gemelde wyze uit den Doelen geraakt zynde, de voornoemde Luitenant van der Hoeven my op de allerinfolenfte wyze heeft geabordeerd, zig in dezer voegen uitlatende Blixems Kind, wat heb jy voor die Kaerel tefpreeken, 't waar beter dat hy door Beuls handen geflagen wierd; en wie ben jy; dat moetje my zeggen ; of ik laatje zo in arrest brengen. Waar op ik antwoordende Myn Heer, wat raakt u myn Naam, moetje Geld van my hebben; en voorts henen willende gaan, gemelde Lui- te-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 77 tenant my vervolgde en by de Rok vast hield, mv nogmaals ordonneerende myn Naam te zeggen, en te gelyk eenige Dragonders roepende om my zo hy dreigde in arrest te laten bienSm waar op ik om de verdere Brutaliteiten van gemelde Luitenant van der Hoeven te ontgaan, tot hem zeide Myn Heer, ik ben Drefmi. Koopman te Amfterdam, thans by Bagh op den Burg gelogeerd; waar na ik van daar ben gCVan dde' bovenftaande Depofitie geven wy Depofanten voor redenen van Wetenfchap, hetzelve alzo van den beginne af te hebben gehoort, gezien en bygewoont, (terwyl daar bv ook deverfe andere Menfchen zyn prsfent geweest) bereid zynde ons Getuigenis, ten allen tvden , wanneer zulks zal gerequireerd worden, met folemnelen Eed te bevestigen. Aaum en deze getekend te Leyden den 15. van Oótober 1768. (en getekend) H. C. Drefing, Gieter Blonk. B. ik onderfchreeven Cornelis Goudkade, oud o? Taaren, woonende te Leyden , verklaren ten Requifitic van Hendrik Bagh, Kastelein in in 't Heere Logement den Burg alhier de oprechte Waarheid te zyn. Dat ik Depofant, op Vrydag den 14 üfc ober dezes Jaars 1768. in de Stad Doelen alhier  78 VERZAMELING van STUKKEN, zynde om de Exercitiën der Engelfche Pikeurs te zien, alwaar zig ook bevonden de Requirant in dezen, en de Hr. van der Hoeven, Luitenant in een Compagnie Guardes Dragonders alhier Guarnizoen houdende , gehoord heb, dat er tusichen den Requirant en gemelde Hr. van der Hoeven, woorden waaren, en daar op nader gekomen zynde , dat de Luitenant van der Hoeven den Requirant dreigde dat zo hy N niet heen ging hy voor zyn rekening twee Man zoude Commandeeren om hem uit het Perk of de Manege te goojen; dat de Requirant dit beantwoordende in dezer voegen; ik denk dat ik hier voor myn twee Schellingen , zo goed hen als jy, en ik zal 'er voor jou niet uêgaa*; gemelde Luitenant van der Hoeven , daarop aan hem verfcheide hevige flagen met zyn Rotting heeft tocgebragt, en na eene korte tusichen pozing hem voor de tweedemaal met de Rotting fterk heeft geflagen. Wanneer de Requirant de omftaande Perzoonen en daar onder my Depofant tot getuigen heeft geroepen , dat hy door gemelde Luitenant van dar Hoeven zo geflagen wierd, waarop dezelve Luitenant voor de derde reize met zyn Rotting aan den Reauirant verlcheide hevige flagen heeft toegebragt, waar tegen den Requirant zig toen met zyn Rotting heeft verweerd tot dat gemelde Luitenant van der Hoeven de daar omtrent zynde Dragonders beeft geroepen , en geordonneerd dat zy den Requirant daar uit zoude gooijen, en deze niet fchielyk genoeg aan die ordres parerende, hen ten tweedemaal heeft geroepen, en daar toe aangezet onder anderen deze woorden  • tot de MILIT. JURISDICTIE. 79 den gebruikende wat Blixem voor myn reekening, gooit er den Donder of de Donderfe Kaerel uit, op welke herhaalde ordre dezelve dan ook gczamentlyk zyn komen toefchieten en den Re. quirant al flaande en ftotende (waartoe een van hun een Lat van het Staketfel gebruikte; uit het Perk of de Manege hebben gegooid , zynde de Requirant op eene daar buitenftaande Chaife gevlugt, en: daar meede aanftonds weggereden , waar na my Depofant een der gemelde Dragonders de Wagt hebbende is gerencontreerd met een bloote Sabel of Pallas in de hand , welke geheel krom gebogen zynde , dezelve op zyn knie weder tragte regt te buigen. Wyders niet getuigende geve ik Depolant voor redenen van Wetenfchap het zelve alzoo te liebben gezien, gehoord, en .bygewoond, bereid zynde myne gedepofeerde ten allen tyde , wanneer zulks zal gerequireerd werden, met folemnelen Eede te bevestigen. Aftum en deeze geteekend te Leyden den 2ófte van de maand Qftöber 1768, (en getekend) Cornelis Goudkaade. C Ik ondergefchreeve Cornelis de Pecker , C. Z., oud omtrent 17. Jaaren, wonende te Leyden , verkiaarc ter Rcquifitie van Hendrik Bagh, Kastelein ia 't Heeren Logement 0 den  8a VERZAMELING van STUKKEN, den Burg te Leyden , de opregte Waarheid te zyn. Dat ik Depofant op Vrydag den 14- Oótober dezes Jaars 1768. in de Stads Doelen alhier zynde om de Exercitiën der Engelfche Pikeurs te zien, hebbe gehoord, dat er tusichen den Requirant en de Heer van der Hoeven , Luitenant in een Compagnie Guardes Dragonders , alhier Guarnifoen houdende', woorden waren , en nader gekomen zynde, dat de gemelde Luitenant dreigde dat, zo hy niet daar van daan ging, hy twee Man zoude commandeer en om hem uit het Perk of de Manege te gooien. Dat de Requirant niet tegengaande dat Dreigement blyvende ftaan gemelde Luitenant hem met zyn Rotting verfcheide hevige flagen heeft toegebragt, waar op ik Depofant my van daar hebbe begeeven. Wyders niets getuigende geve "ik Depofant voor redenen van Wetenfchap hetzelve alzo te hebben gezien, gehoord en bygewoond , bereid zynde myn gedepofeerde ten allen tyden , wanneer zulks zal gerequireerd worden, met folemncele Eede te bevestigen. Aétum geteekend deze den 28. October 1768. (en geteekend.) Cornelis de Pecker, C. Z. Aan  tot de MILIT. JURISDICTIE. 81 XXL Aan den ÏVel-Ëdelen Geftrengen Krygsraad van )t Regiment G nar des Dragonders van Zyne Doorlugtige Hoogheid, den Heere Prince Erf-ftadhouder. Geeft met eerbied te kennen Hendrik Bagh, Kastelein in 't Heeren Logement aan den Burg te Leiden. T Dat hy Suppliant zig by Requeste aan U Wel Ed. Geftr. hebbende beklaagd over de verregaande mishandelingen enpublicq geweld hem op Vrydag, den 14. Orïober dezes Jaars 1768. in de Stads Doelen alhier aangedaan door justus van der Hoeven , Vaendrig ineen Compagnie Guardes Dragonders alhier Guarnifoen houdende , in de voorfz. Requeste en geannexeerde verklaringen omftandig genarreerd , waar toe de Suppliant zig kortheids halven refereert, en by 't difpofitieff van 't zelve Request hebbende verzogt , dat Uwe Wel Ed. Geftrenge, denzelve Vaendrig van der Hoeven geliefden te ordonneeren den Suppliant ter zake, dier verregaande mishandelingen en publicq geweld, zodanige fatisfaclie en betering , mitsgaders vergoeding van daar door gelede fchade en koste te doen, als Uwe Wel Ed. Geftrengen naar het gewigt dier mishandelingen en derzelver dangereufe gevolgen tot maintien der publique rust, en regt en billykheid zouden oordeelen te behooren mitsga* ders dat Uwe Wel Ed. Geftr. hem Suppliant tegen de gevaarlyke uitwerkfelcn van den onVI. Deel. F re-  U VERZAMELING van STUKKEN, redelyken haat, welke gemelde Vaendrig tegen hem Suppliant fcheen te hebben opgevat, door de beste middelen geliefden te beveyligen; op den n. November laestledcn, door Uwe Wel Ed. Geftrengen op het zelve Request is geftelt een voor hem Suppliant gantsch onverwagt Appoinétemeht, waar by Uwe Wel Edele Geftrengen hebben goedgevonden te verklaren , dat in het verzoek van den Suppliant niet konde worden getreeden , en mitsdien hetzelve te wyzen van de hand, overlatende aan den Suppliant zo hy vermeende eenige Actie ten lasten van den Vaendrig Justus van der Hoeven te hebben , die te Inftitueeren, en daar te doen het nodige verzoek in zulker voegen als hy zoude oordeelen te behooren. Dat hy Suppliant zig met hetzelve Appoinctement, ten uitterfte bezwaard vindende zig verpligt agt de reedenen van zyn bezwaar met fchuldige eerbied onder 't oog van Uwe Wel Ed. Geftrengen te brengen. De Suppliant met fchrik herdenkende de grouwfaame mishandelingen en het evident gevaar waar aan de Vaendrig van der Hoeven hem geëxponeerd hadde, hield zig daar door niet alleen ten hoogften beledigd , maar befchouwde het als notoir publicq geweld waar door de wetten der Societeyt op 't klaarblykelykst gefchonden waaren; hy was niet alleen gehoond, gedreigd, geflagen op eene publicque plaats, ten aanzien van eene menigte zyner Medeburgers door een Officier die aldaar geen het minfte gezag konde off mogte oeffenen, maar wanneer hy zig van zyn natuurlyke de-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 83 defenfie teegen die geweldadigheeden bediende , was die Officier tot die extremiteit gekoomen van het vermogen dat hy op zyn Volk hadde te emplojeeren, om den Suppliant verder te mishandelen, hy had hun herhaald bevel gegeeven, om hem te Haan en uit de plaats waar hy zig bevond met geweld te verdry ven, die ordres waren ook met 't uitterfte geweld geëxecuteerd en hy Suppliant door eene menigte Dragonders overvallen, voor 't oog zyner Medeburgers geflagen, gefchopt en op de fchrikkelykfte wyze mishandeld ; dit begreep de Suppliant dat zelfs tegen de eerfte beginfelen van Zedekundc aanliep, en ten hoogften ftrafbaar was in een Officier van een Guarnifoen, dat tot befcherming der Burgery geordineerd en ook alleen behoorde gebruykt te worden; want welk Burger zoude zig langer veilig kunnen achten , wanneer een Officier ongeftraft zodanige verregaande geweldadigheeden mogte oeffenen ? hoe zoude de rust niet dagelyks geftoord en de grootfte onheilen in de zamenleving veroorzaakt worden. De zaak aldus befchouwd zynde, vorderde behalven eene eclatante reparatie der geleede hoon en fchade van de Suppliant eene publicqueVindi6lie,die alleen aan de Juftitie moeste gedemandeert worden; om die reeden meende de Suppliant, wanneer hy zyne klagte aan Uwe Wel Ed. Geftr. had gedaan , en het bewys daar van in handen van dezelve gefteld , te hebben gedefungeerd , en aan Uwe Wel Edele Geftrengen zo wel de perfoneele latisfaétie van F 2 hem  84 VERZAMELING van STUKKEN, hem Suppliant, als de publicque vindictic der misdaad te moeten bevolen laten. En in dit begrip wierd de Suppliant bevestigd door de Authoriteit van veele oude en bffaemden Regtsdoctooren, eenparig lerende : Dat wanneer de Injurien van dien aard zyn, dat dezelve een publicqe ftraffe fehynen te mcritceren, het aan den Geinjurieerde vryftaat , te verzoeken, dat den Injuriant daar over arbitralyk worde gecorrigeerd , waertoe den Regter dan dikwils ordonneert, dat den Fiskaal, zig met hem voege en de publicque ftraffe naer de qualiteit der perfoon en zake vordere, en in 't generaal dat hier in veel aan het Arbitrium van den Regter kan en moet gelaten worden. De Suppliant neemt mitsdien de vryhcid zig op nieuws aan Uwe Wel Edele Geftrengen te beklaagen over de hem aangedane mishandelingen , en publicq geweld, hy verzoekt ootmoedig dat Uwe Wel Edele Geftrengen op zyne gegronde klagten reftexie gelieven te Haan , en daar over te cognofcecren , dat Uwe Wel Edele Geftrengen daar toe het Appoinctement op des Suppliants eerfte Requeste gefield , gelieven intetrekken , en buyten effect Hellen, en voorts in deeze zodanige voorzieninge te doen , waar door de aan hem Suppliant aangedaane beledigingen gerepareerd, en het publicq geweld gevindiceerd worde, ten eynde hy Suppliant benevens zyne Medeburgers tegen diergelyke verregaande geweldadigheeden in het vervolg werden veilig gefteld, zynde den Suppliant bereid, ter Re- qui-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 85 qulfitiè van Uwe Wel Edele Geftrengen de by hem overgegeeven bewyzen behoorlyk te Juftiflceeren. (Onderftond) Implorcrende hier op Uwen Wel-Ed. Geftrengen Nobile ac benignum Judicis officium. (Was geteekent) II. Bagh. (In viargine ftond) Geappoftilleerd. De Krygsraad van het Regiment Guardes Dragonders van zyn Hoogheid hebben na deliberatien goedgevonden en verftaan, te perilfteeren by hun Appoinétement in datoden 11. November 1768. gefteld op de Requeste door Hendrik Bagh aan de voorfchreve Krygsraad gepraïfentcert Aclum Leyden den'10. November 1768. (was geteekent) W. Meyners. (Lagcrftaat) Ter Ordonnantie van den Krygsraad (en geteekent) AT. D. IFolffganck, 1768.5 Ad. Mil. F 3 XXII.  S6 VERZAMELING van STUKKEN, XXII. Propofitie door den Heer Grave van Bentinck Heere van Rhoon in het Collegie van de Heeren Gecommitteerde Raden gedaan Den 16 November 1769. Om zo kort doenlyk te deduceeren de gronden, waarop vermeend word, dat de Judicature over zekere Soldaet van de Compagnie Invalides of Appointes, Guarnizoen houdende te Woerden, genaamd Sigifmund Conda welke in de nagt tusfehen den 9. en 10. Augustus 1760. zig zelve aan de Hoofdwagt binnen gemelde Stad Woerden, is komen in arrest begceven, zeggende zyn Vrouw Catharina Mulder in zyn eige huys vermoord te hebben aan de Ordinaire of Civile Juftitie toekomt en geenfints aan den Militairen Regter behoort, zal men niet ophaalen nog onderzoeken 't gunt van gemelde fentiment in deRoomfche en befchreeven Regten, of uit gefchrifte van voornaame Regtsgeleerde zoude konnen werden bygebragt. Maar men zal zig eeniglyk vergenoegen met uit 's Lands PJacaten en der Staten Refolutien na te gaan, hoedanig het point der Militaire Jurisdictie ter Vergaderinge der Algemeene Bondgenooten en byzonder ook by de Ed. Gr. Mog. Heeren Staten van Holland begrepen zy. En wanneer dan in Vaderlandfche wetten en zulke ftukken die ook voor de Gecommitteerde Raden in hunne post derzelver rigtfnoer en  tot de MILIT. JURISDICTIE. 87 en cynofure uitmaken, het evengemelde fendment zal zyn betoogt, vertrouwt men onnodig te zyn, om in het fubfidiaire Roomfche Regt of van elders eenige admimculen by te brengen. Ziet men dan in de Ordonnantie van Koning PHILIPS op de Crimineele Jujïitie van den jaere 1570. aldaar zal men uit het 68. Art. duidelyk ontwaar worden dat van alle ouden tyden af, het onderfcheid tusfehen Militaire en Gemeene delicten hier te Lande is bekent geweest, en dat ingevolge dat Articul ten minsten de gemeene delfde Capitaal weezende door de Krygslieden, Onderzaten van deezen Landen buiten hetLeger begaan, by de Ordinaire Juges of Regters moeten gepumëert worden. Dat ook in vervolg van tyd die diltinctie niet is onbekend geworden maar in tegendeel bv de Hoog Mog. Heeren Staten Generaal, geheel en op die wyze is begrepen geworden, blykt middag klaar, uit het geene hoogst dezelve met opzigt tot de Zeedienft by de Iuftruéhe ter Admiraliteit in den jaere i$97- hebben geflatteerd , waar van het 3. Art uitdruktefyk meede brengt dat alle delicten buiten Scheepsboord gepleegt, en niet wezende Militair, eeftraft zullen worden by den Magrftraat in welkers Jurisdictie dezelve geperpetreert, of de delinquanten gevonden zullen werden. , „, ., Men vermeene dat dit onderfcheid ten aanzien van den Militairen Zeedienst by niemand werd in twyffel getrokken; daar er egter geen reden is, om aan de Zee-Militie dat pnvüegmm fori te ontzeggen , indien het waar was dat het Militaire Corps, met opzigt tot het poinct F 4 aer  SS VERZAMELING van STUKKEN, der Jurisdictie. in allen opzigte als een aparte Sociëteit,die op zig zelve beftaat,en van het Burgerlyke geheel is afgefcheidcn , moest aangemerkt worden. En wat de Land-Militie zelfs betreft, kan ook met getwyffclt worden, dat dezelve gevoelens by de gezamentlyke Bondtgenooten altoos zyn gefoveert, en dat altans het voorgevallene ter Vergadering der Staten Generaal in den jaere 1651. tot bewys van dit geavanceerde kan ftrekken. Het is bekent, dat in de maanden van January en February van den Jaere 1651. van wegens de Staten van Gelderland, Utrecht en Overysfel ter Vergadering der algemeene Staten is verklaart hunne mccning te weezen , „ dat de Militaire Jurisdi&ie zig niet verder zoude extendeeren, als tot de nalatigheid en overtreding in Togten en Wagtcn , het overgaan aan den Vyand , defertie van de Compagnie of overloop van de eene Compagnie onder den andere zonder Paspoort, mitsgaders over de excesfen en delicten die de Officieren en Soldaten onderling , of den een tegen den ander zullen komen te begaan, en VERDER NIET, dat over alle andere zaken, HET ZY CRIMINEEL, 'T ZY CIVTL, de Militaire Peribonen apprehenfibel, convcnibel, jidtieiabel en executabel zoude zyn by den Civilen of Politiquen Rechter." En hoe dat alierduidelykst voorftel of deze nadrukkelyke verklaringe der genoemde drie Provi'ntiëii, by de gezamentlyke Bondtgenoten is opgenoomen, is genoeg daar uit blykbaar, dat op den 25. Maart van den zelve jaere 1651, door Haar Hoog Mog. op de Groote Zaal van het  tot de MILIT. JURISDICTIE. 89 het Hof is gerefolveert ,die conform aan Commandeurs der Hem hebbende Steeden in Gelderland aanfchryving te doen, het welk niet in dien zin kan worden opgevat, als of in andere Provinciën eenig ander Regt moest plaats grypen, (waar van byzonder omtrent Holland het tegendeel in 't vervolg blyken zal) maar het is waarfchvnlyk , dat de toen exteerende gevallen zodanige aanfchryvingc alleen omtrend Gelderland noodzakelyk maakten, en dat daarom de gemelde aanfchryvinge alleen tot Gelderland is bepaald gebleeven , waarom ook die Refolutie van 25- Maart 1651. zelfs by den Raad van Staten is geconfidereerd als een algemeen Recht, het welk ten minsten m alle Steden ftem in Staat hebbende, door de Krygsraad ftiptelyk moest worden nagekomen , zo als zulks ontwyffelbaar hier uit confteerd dat welgemelde Raad van Staten inden jaere 1703. aan de Commandeurs en Krygsraden in de refpeótive Steden in deeze Provincie Hem in Staat hebbende, met toezendinge van Copie der evengemelde Refolutie van 25. Maart 1651. heeft aangefchreeven en gelast, dezelve pra>cifelyk te agtervolgen. En om alle twyffelingen aangaande het beo-rip van Hun Hoog Mog. over deeze materie geheel en al weg te neemen heeft men maar het oog te vestigen , opeen Refolutie by Hoog aemelde Hun Hoog Mog. op den 17. January 1674. genoomen op een Misfive van den Heer van Raesveld , Hoog en Laage Schout der Stad en Meyereye van 's Hertogenbosch;' want uit de gemelde" Refolutie confteerd, dat de voornoemde Hoog en L;iage Schout der Stad en F 5 Mey-  9o VERZAMELING van STUKKEN, Meyerye van 's Bosch ter kennisfe van Haar Hoog Mog. had gebragt de verregaande feitelykheeden , refiftentie en geweldadigheeden , welke aan zyn Stedehouder geadfifteert met Dienaars van de Juftitie waren bejegent, in de functie en executie van zyn Ampt, en zulks niet alleen door verfcheiden Burgers en Ingezetenen , maar ook voornamelyk door een goed aantal van Soldaten in Guarnifoen ,,en ,, dat daar op door H. H. Mog. is goedgevonden ,, en verflaan, dat aan den Gouverneur , en ,, in desfelfs abfentie aan den Commandeur der ,, Stad's Bosch gefchreeven zoude worden, dat ,, hy des by den Hoofdfchout of zyn Stadhou,, der verzogt zynde, in en omtrent de recherge „ en apprehenfie van de voorfz. Soldaten , hem ,, zoude hebben te bieden de behulpzame en ,, fterke hand , en voorts , tot faciliteit van de ontdekking derzelver Perfonen, te gebruiken ,, zodanige verdere bekwameen fortabele mid„ delen , als (des noods zynde) by hem Hoofd„ fchout aan hem zoude kunnen worden aan„ geweezen." En zulks met deze notabele en decifoire verdere byvoeging , om zulks gedaan , en de voorfz. Soldaten ontdekt cn in verzekering gebragt zynde , als dan by hem van de gemelde Scheepenen der voorfz. Stad, als Politique Regter s van alle Militaire Perfonenin materie van deliÜen, die niet Militair zyn , agtervolgens Haar Hoog Mog. Refolutie te regt gefield te worden als na behooren. En ten preuve, dat dit gerefolveerde op algemeene gronden by H. H. Mog. geadopteerd, en niet op eenige byzondere omftandigheeden van  tot de MILIT. JURISDICTIE. 91 van de voorhande zynde zaak was gebouwt, zoo voegen Hun Hoog. Mog. voorts daar by eene generaale last en ordre aan den gemelden Gouverneur, of by desfelfs abfentie aan den Commandeur, dat hy generalyk voor het toekomende in alle occurentie punftueelyk zoude hebben te agtervolgen, en naar te koomen, den inhoud van Hun Hoog Mog. Resolutie van dato 22. April 1670. op diergelyke lubieften genomen, zonder daar van te blyven in gebreken , ten einde daar door de voornoemde Hoogfchout bekwaam gemaakt mogte worden, om niet alleen jegenwoordig volgens zyn aanbevoolen Ampt, tegen de voorgenoemde Soldaten Particulier , maar ook hier naer in het Generaal, tegen alle andere delmquanten voor het toekomende behoorlyk te kunnen maintineeren , en handhaven de voornoemde Placaten van Hun Hoog Mog. Het is geen twyffeling onderhevig dat deeze Refolutie in zig bevat eene allerduidelyklte en algemeene verklaaring en decifie van de vergadering der algemeene Bondgenoten, dat in delicten, geen Militaire maar gemeene delicten zynde, fchoon dezelve door Militaire Perioonen begaan zyn, egter niet de Militaire maar de Civile of Politique Regter is competent en wel privativelyk competent, zonder dat ook preventie plaats kan hebben. En als dan daar by word gereguardeert op den tyd , waar in die Refolutie is genoomen, op de vaste gronden waar op dezelve, uitwyzens den inhoud zelfs, is gebouwd, en op de algemeenheid der dispofitie daar in vervat, dan levert deze Refolutie op het kragtigfte bewys dat  92 VERZAMELING van STUKKEN, dat het fentiment het welk thans het onderwerp dezer Verhandeling is door deeze Republycq op de allerfterkfte manier bevestigd en ge wettigt word, ja dat ook hier van reeds by avans word weggenomen alle tegenwerping welke tegen het gunt in het vervolg uit de gevoelen van de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland zal worden bygebragt, mog, ten gemaakt worden, even als of Hun Ed. Groot Mog. Refolutie van de fentimenten der Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal in dit poina zoude deferecren , daar in tegendeel tusichen het dus verklaarde by de aangehaalde Refolutie van Hun Hoog Mog. van den 17. January 1674. en tusfehen de ftraks te melden Refolutie de Heeren Staten dezer Provintie de volmaakfte harmonie zal bevonden worden. Maar het verfchaft boven dien ten deeze een byzonder genoegen zig ook alhier te mogen beroepen op de nog voorhanden zynde preuves, hoedanig by den Doorlugtigcn Prins Willem de III. Glorieufer Gedagtenis omtrent dit ftuk is gedagt, en daar uit te kunnen betogen dat in het wezen der zaak het fentiment van dien Vorst met de gevoelens der voorfeide Refolutie van Haar Hoog Mog. van den 25. Maait 1651. en 17. January 1674. vervat, genoegzaam overeenkomftig was. Men vind namelyk, dat Hoog Gemelde Vorst in den jaere 1675. aan verfcheide Provintien , of derzelve Gerechtshoven , en byzonder ook de Hoven van Holland, eene Misfive heeft afgevaardigt, behelzende een voorftel op welke manier, naar hoogst desfelfs opinie het poinft der Jurisdictie over de Militaire behoort te werden be- han-  TOT DE MILÏT. JURISDICTIE. 93 handelt, om in het vervolg alle Jurisdictie! qucestien, EU lchen denPolitiquen en Militairen Rechter voor te komen, en te termineeren, welke voorflag op dit refpeft hier op uitkwam. „ Dat over Civile zaken allePolitiqueof Bur„ gerlyke Pcrfoonen niet alleen , maar ook alle Militairen, iets te eisfchen hebbende van Mi„ litairert . zulks zoude moeten doen en haare „ adie inftitueeren voor de Ordinaris Gvilen „ Regter; en zoo wanneer eenige Militairen „ zoude mogen komen te begaan eenige delicten, die men noemt gemcene delicten , dat daar om„ trent preventie, zoo voor den Burgerlyken „ als voor de Militairen Regter behoorde plaats te hebben , zoo wanneer die delicten zyn be„ eraan of omtrend Burgerlyke Perfonen of „ haere Goederen en Eamilien, invoegen dat " den Regter het zvBurgeriyke, het zy Militair, „ die eerst zoude mogen hebben gepraevemeert, competent zoude behoren te wezen." Een voorflag en fentiment, het welk van de meenigte der Bondgenoten in de Refolutie van den "5 Maart lóst- uitgedrukt in die van 17. ranuary 1674. zoo nadrukkelyk gemigreerd en verklaard , alleen daer in verfchild , dat by die Refolutie aan den Militairen Regter gcen^ preventie in commune deiicl.cn is toegewezen,' welke zyn Hoogheid aan denzelve vergunnen zoude, dog een voorflag cgter die volkomen gerustheid geeft, dat ook naar het begrip van Hoog gemelde Vorst, de diftinftie tusichen Gemeene en Militaire deliften en het daar op gebouwde onderfcheid van Jurisdiftie ten aanzien van het tweederley foort van misdaden aeen attainte toebragt aan de hooge praëmih nen  94 VERZAMELING van STUKKEN, nentien en waardigheden die aan den Heer Stadhouder, Capitein en Admiraal Generaal zyn gedefereert. Edog gelyk de Gecommitteerde Raden de Heeren Staten van Holland en Westvriesland naast betrekking hebben, tot en volgens hun Inftruéèie allernaast verbonden zyn aan de Refolutie en ordres die omtrend deze materie door Haar Ed. Groot Mog. zyn genomen en geftatueerd , zoo zal het voornamelyk hier dienstig zyn uit die fource de waare gronden te erueeren. En dan doet zig allereerst op, eene Refolutie van Haar Ed. Gr. Mog. van den 13. February 1651. waar by Hoog gemelde Heeren Staten expresfelyk hebben verklaart „ onder „ anderen ookhetpoinct van Jurisdictie over de „ Militairen, in zaken niet puurlyk Militair „ zynde, te houden voor Provinciaal, en dus „ niette behooren tot de deliberatien en dedis„ pofitien van deze groote Vergadering, maar „ privatelyk te behoren tot het beleid van de „ Staten van ieder Provintie, en dus het zel„ ve regt van meninge waaren zodanig in de „ haarete gebruiken" gelyk H. E. G. M. ook nog wyders dien zelven dag na het doen van gemelde verklaring terGeneraliteitgerefolveert hebben, „ het voorfz. regt van dispofitie in, ,, en over de voornoemde Provinciaale zaken „ binnen deze Provincie , in alle occafie en „ met de eerfte gelegendheid in practyk te „ brengen, en in 't werk te ftellen." Uit welke Verklaring en Refolutie al aanftonds is af te neemen, dat dewyl in deeze Provintie de Jurisdictie over Militaire Perfonen ee?i  tot de MILIT. JURISDICTIE. 95 een gemeen delict hebbende begaan nooit aan den Militairen Regter is afgeftaan, nog de competentie van den Militairen Regter over zodanige zaken ooit door Hun Ed. Groot Mog. is erkent, derhalven ook de Ordinaire Jurisdictie in haar volkoomen Regt gebleven en gelaten is. . , Maar men behoeft niet by ïllatie naar de meening van den Souverain te gisfen, dewyl dezelve met ronde woorden by eene Refolutie van den 30. September 1654. op de duidelykfte en nadrukkelyklte wyze is verklaart geworden, want by die Refolutie hebben Haar Ld. Groot Mog. ecnpariglyk verftaan en verklaart, „ dat alle dehden,begaan by MilitairePerfoonen „ niet puurlyk Militair zynde, maar choquee„ rende de gemeene rust of BurgerlykeSocieteit, gemeenlyk genaamt commune delicten in haar „ natuur itaan tot kennisfe, judicature en correctie van de Ordinaire Juftitie, of den Civilen „ en Politiquen Regter over de Steden en „ plaatfen alwaar de zodanige delicten worden „ geperpetreerd." . En dit algemeen Hollands Regt het welk in Mmtibus "Jpotiffmüm eft lafus , ita de Müitibu „ exprejfe tradit Venul. in l 9- d- de inth reor. & • • • Jüuam fententiam juvat praxis „ fecwidum quam in Militaribus delfos ' müües tantum coram fuis prmjeüis " convenire queunt : uti 6f comprobat „ SANDE decis, FriJ. lr I. M r. " def. a. 6f Mos- » « Maar ook werd deeze leer volkomen geconfirmeerd by de Regten en Coftuymen dezer Landen. Bv de Ordonnantie op de Cnminele Juftitie van Koning PHILIPS van den jaarei5?o. Art. 68. werd gefta- „ Aangaande het Oorlogsvolk, gelyk tot verfcheide ftonden gelta- " tüeerdis willen wy, dat &c. . . . Maar aangaande de gememe delicten, wezende capitaal, by Krygs- ',' luiden , onze Onderzaten van ' herwaards over, geperpetreerd buiten het Lecger, of elders, of „ anderzints als gezegt is, . . • zul' len daar af gepunieerd werden by , de Ordinaris Jugen ofte Regters, selvk anderen in dezen dienst niet " ingefchreven zynde, en zullen om dezelve deliften ende misdaden , " niet tegenftaande de voorzeide mH 4 »' lcnrJ  120 VERZAMELING van STUKKEN, „ fchryvingaangetastendegevangen, „ ende by de voorzeide Regters van „ de plaatfe gepunieerd mogten wor„ den zonder dezelven den Overften, „ Collonellen, Provoosten of Capi„ tainen te reftitueeren of over te „ geeven." Haar Hoog Mog. de Heeren Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden hebben ook altoos' begreepen en verftaan, dat de Militaire Jurisdictie zich niet verder behoorde te extendeeren , als tot de zaaken die pure Militair zyn, of tusfchen Militairen voorvallende. Dit blykt klaar uit 't geene hoogstdezelve hier omtrend geftatueerd hebbeni, met opzigt tot de Zeedienst by de inftruétie voor de Admiraliteit in den jaare 1597. by het derde Art expresielyk ftatueerende: „ Dat alle „ delicten buiten Scheepsboord ge„ pleegd, en niet wezende Militair, ,, geftraft zullen werden by de Ma„ giftraat in welkers Jurisdictie dezel„ ve geperpetreerd of de Delinquan„ ten gevonden zullen werden. Uit 't geene de meeste der Bondgenoten op de groote vergadering in 1651. verklaard hebben dienaangaande hunne meining te wezen, te weten „ Dat de Militaire Jurisdictie „ zich niet vorders en zoude exten„ deeren als tot de nalatigheid en „ overtreeding in Tochten en Wag- » ten,  tot de MILIT. JURISDICTIE. 121 ,, ten , overgaan aan den Vyand, „ defertie of verloop zonder Pas„ poort, mitsgaders excesfen en de„ liften, die de Officieren en Solda„ ten, onder of tegen den anderen „zullen begaan, en VORDER „ NIET, invoegen dat over alle an' derezaken, 'TZY CRIMINEEL, 'T'ZY CIVIL, de Militaire Perfonen apprehenfibel, convenibel, „ juftitiabel en executabel zullen zyn „ by den Civilen of Politicqen Reg>•> ter.". En is dien conform op den 25. Maart by de gemeene Bondgenoten gerefolveerd te doen een aanfchryving aan de Commandeurs der ftem hebbende Steeden, dog alleen in Gelderland. Vide Aitsma Herft. Leeuw p. i73> 231, 306, en 307. En voornamentlyk uyt een Relolutie -van Haar Hoog Mog. op den 17. January 1674. genomen op een Misfive van den Heer van Raesfelt, Hoog en Laag Schout van de Stadt en Meyerye van 's Hertogenbosch, waar by dezelve ter kennisfe van Hun Hoog Mog. hadt gebragt, de verregaande feytclyke refiftentie, en geweldadigheeden, welke aan zyn Steedehouder en Dienaars der Juftitie was bejeegent, in de funftie en exercitie van zyn Ampt, en fulks niet alleen door verfcheyde Borgers, en Ingezeetenen, maar voornamentlyk door een H 5 goedt  122 VERZAMELING van STUKKEN, goedt aantal van Soldaten van het Guarnifoen. Hun Hoog Mog. hebben daar op goedgevonden en verftaan : „ dat aan den Gouverneur, en in desfelfs ab,, fentie aan den Commandeur der „ Stad 's Hertogenbosch gefchreeven „ zoude worden, dat hy , des by ge„ melde Hoofdfchout of zyn Stad,, houder verzogt zynde, in en om„ trent de recherge, en apprehenfie „ van de voorfz. Soldaten , hem zou,, de hebben te bieden de behulpza,, me en fterke hand , en voorts, tot ,, faciliteit der ontdekking derzelver ,, Perfonen te gebruiken zodanige ,, verdere bekwame en fortabele mid„ delen , als des noods zynde by „ hem Hoofdfchout aan hem zoude ,, kunnen werden aangeweezen." En zulks met deze notabele byvoeging, ,, omme zulks gedaan, en de ,, voorfz. Soldaten ontdekt en in „ verzekering gebragt zynde , de„ zelve als dan by hem voor de gemelde „ Scheepenen der voorfz. Stad, als Po„ litique Regt er s van alle Militaire ,, Perfonen, in materie van delitten , die ,, niet Militair zyn, agtervolgens Haar ,, Hoog Mog. Refolutie te regt ge,, fteld te worden als na behooren." Zyn Hoogheid Prins Willem de III. Glorieufer Gedagtenis heeft ook in dezen geene esfentieele verfchiilende gedagten gehad, blykens de Misfive wel-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 123 welke die Vorst in den jare i6?5aan het Hof van Juftitie in deze Provincie gefchreeven heeft, met dat zeer heilzaam oogmerk, om een vaste voet te beramen, waar door in t vervolg alle Jurisdiftie qusstien tusfchen de Politicque en Militaire Regter zoude geprasvenieerd en gctermineerd kunnen werden, die voorflag kwam namentlyk hier op uit. „ Dat nooit eenige Politicque ot „ Burgerlyke Perfonen, nog in Civile nog in Crimineele zaaken zou" den kunnen geconverteerd of aan„ gefproken werden voor den Krygs„ raad, ten ware de voorfz. Cnmi' neele zaken zoodanig Militair deliét , impliceerden , dat alleen tot ken' nisfe van den Krygsraad behoorde te fpecteeren , dat over Civile zaken alle Politicque of Burgerlyke p-rfonen niet alleen , maar ook al" lc Militairen, iets te eisfchen heb" bende van Militairen, zulks zouden moeten doen en hare actie te inititueeren voor den Ordinaris Civilen " Regter, ende zoo wanneer eenige " Militairen zouden mogen komen te L begaan eenige deliden die men „ noemd gemeinedeliaen, dat daar„ omtrent preventie zoo voor den „ Burgerlyken als Militairen Regter „ behoorde plaats te hebben , zoo ,, wanneer die delicten zyn begaan „ aan of omtrent Burgerlyke Pcrfo' „ nen  124 VERZAMELING van STUKKEN, 5, nen of haare Goederen of haare „ Familien, invoegen dat den Reg» ter , 't zy BurgerJyk, 't zy Militair „ die eerst zoude mogen hebben ge„ prcevenieerd , competent zoude be„ horen te wezen, zoo nochtans, „ dat den Militairen Regter nooit tej, gens Politicque of Burgerlyke Per„ lonen zoude mogen procedeeren, „ uitgenomen in delicten, die, als „ voorfz. gants en 't eenemaal Mili„ tair zoude wezen. >» En zoo wanneer qusestie in 't „ Crimineel zoude mogen wezen tus,, fchen twee Militairen, zonder dat „ Burgerlyke Perfoonen daar mede „ in zouden wezen geinteresfeerd, „ of over deliden die by den Regter ,, genoemd en gehouden werden voor „ Militair, dat als dan de Judicatu„ re daar over zoude behoren te com„ peteeren aan den Militairen Retr„ ter." b Zynde dus van dezelve meening als de gemeene Bondgenootenin denjaare 1651. en 1674. uitgenomen alleen dat dezelve geen preventie aan den Militairen Regter fchynen toegewezen te hebben in commune delicten door Militairen begaan , zoo als zyn Hoogheids voorilag medebrengd. De Ed. Mog. Heeren Raaden van Staten hebben zich in den jare 1703. volkomen geconformeerd met de bovengemelde Refolutie by de gemeine Bond-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 125 Bondgenoten in denjare 1651. op de Groote Zaal van 't Hof genomen, en de Commandeurs en Krygsraaden in refpeaive Steeden dezer Provinciën, ftem in ftaat hebbende, met toezendingen van Copien derzelve, aangefchreeven en gelast dezelve prsecifelyk te agtervolgen. En dat daar mede ook overeenftemd depractyk, getuigen de Regtsgeleerden in een Advis op deze materie gegeeven en te vinden by Bort Tractaat van Criminele zaken, pag. 21. zeggende, namentlyk ,, dat ze verftaan de kennisfe over Militaire deliaen privativelvk te competeeren de Krygsraad; daar de Militairen, die gedelinqueerd hebben onder horen, en dat, zoo om beter de discipline onder de Militairen te kunnen houden, en dezelve promtelyk en precifelyk te doen pasfen op hare ordres, zonder dewelke geen volkomen zekerheid en fecuriteit kan wezen voor de plaatfe, welkers bewaring dezelve is aanbevolen, welke ordres zoo exaa niet en zouden werden nagekomen indien de Politicque Regter over derzelver excesfen zoude moeten oordeelen,maar t' eenemaal zoude komen te vervallen, als mede, om dat de Militairen verftaan werden van zodanige zaken puur Militair zynde, en daarom ook uit den Articul-brief voor 't merendeel moetende werden geter-  iz6 VERZAMELING van STUKKEN, termineerd, mitsgaders van de groote confequentie , die aan zodanige zaken vast is, beeter kennisfe te hebben als wel andere, en zulks ook na exigentievan zaken best te zullen kunnen oordeelen, zoo nochtans dat in cas van négligentie der Krygsraaden, ook by Placaat van Haar Hoog Mog. van 29. April 1589. te vinden in het Groot Placaat Boek Vol. II. pag. 98. ook de Raad van Staten, de Gecommitteerde Raden, 't Hof, en andere Regters , gequalificeerd zyn over voorfz. Militaire delicten by preventie te kunnen oordeelen. Maar dat, wat belangd de foorten van delicten, quce communia vocantur, dezelve ftaan ter Judicature van dien Regter onder welkers Jurisdictie dezelve zyn begaan , hebbende nochtans in dezen mede preventie plaats, met opzigt tot den Militairen Regter, indien dezelve 't eerst kennisfe van de zaak heeft genomen. De reeden welke de Regtsgeleerden hier voornamentlyk geeven, waarom Militaire delicten, dewelke meest uit den Articulbrief moeten werden getermineerd , behoren beoordeeld te werden door den Militairen Regter, is, om dat deze van dieArticulbrieff, en de groote confequentien van diergelyke Militaire zaaken, meerder kennisfe hebben, dan de Civile Regters. Dezelve reeden allegeeren de Officie-  TOT DE MILIT. JURISDICTIE. 127 eieren van de Guardes ook in zekere Memorie den 18. July 1721. ter zake van een Jurisdictie qiicestie over een Militair, toen ter Vergadering van Haar Ed. Mog. geventileerd werdende, aldaar ingeleeverd, zeggende , dat den Artikulbrieff en verdere Militaire Wetten en Ordonnantiën, aan de Civile Regters onbekend zyn, dat aan dezelve ook geen magt is gegeeven , om over voorfz. Wetten regt te fpreeken, ,, en dat de Militaire en de Politicque Wetten en Juftitie van elkander toto ccelo verfchillen, en op geene bedenkelyke wyze geconfundeerd kunnen worden , ten minsten niet in criminalibus. Gelyk dit zeeker is ten opzigte van Militaire delicten , zoo zoude het nochtans niet zyn met opzigt tot de commune, want de Wetten daar omtrent moeten de Civile Regters veel meer dan de Militaire bekend zyn, en de Straffen en Juftitie, dewelke daar over in fommige omftandigheeheeden door de Militaire Regter moet geoeffend worden, kunnen niet veel differeeren van de Civile ; zoo dat uit deze hunne redeneering klaar blykt, dat volgens hun eigen foutenue Militaire delicten in allen gevallen by de Krygraaden , en commune by de Ordinaire Civile Regters beoordeeld en gecorrigeerd moeten worden, dekragt namentlyk van dit argument beftaat ei-  128 VERZAMELING van STUKKEN, eigentlyk hier in, dat de Civile Regters geen kennis van de Militaire wetten en misdaden behoeven, nog gefupponeerd werden te hebben, gelyk zy ook geen authoriteit nog verpligting hebben om daar omtrent te inquireeren, cognosceeren of regt te fpreeken, en volgt dus ter contrarie daar uit, dat over alle commune deliften de Civile Regters moeten oordeelen , als hebbende, of behoorende te hebben niet alleen de nodige kennis der Civile Wetten , na dewelke deeze deliften moeten gejugeerd ende geftraft worden, maar zynde ook alleen, by haare Inftruftien , commisfien en bezwoore Eeden verbonden en verpligt, de voorfz. Wetten te maintineeren, te exëcuteeren, en al het geene dien contrarie tegens de publicque rust en 't welzyn der gemeene Ingezeetenen onder hunne Jurisdictiën misdreeven werd, en by Haar Ed. Groot Mog. onder de naam van commune deliften begreepen is, agtervolgende 't voorfchrift van gemelde Wetten en Placaten, te corrigeeren en teftraffen, dewyl daar toe insgelyks by de Militaire Regters de nodige kennis der Civile Wetten, gelyk men onderfteld, de vereischte authoriteit en ook de verpligting geen plaats heeft. En dat in de Provincie van Holland en Westvriesland de bovengemelde re-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 129 regel van Judicature over Militaire Perfonen in commune deliften niet alleen plaats heeft, als zy zodanige delicten begaan omtrent Civile Perfonen, maar ook wanneer zy dezelve onderling en omtrent elkander komen te pleegen, confteerd ten klaarften. Uit de expresfe Declaratoiren, Wetten en Refolutien van de Heeren Staten van gemelde Provincie , en uit de opgevolgde conftante praótyk,in den Lande van Holland en Wcstvriesland fpeciaal altoos geobferveerd. In den jaarc 1651. op den 13. February hebben Hooggemelde Heeren Staten op de Extra-ordinaire Vergadering der gemeene Bondgenoten, expresfelyk verklaard „ onder ande„ ren, ook 't point van de Jurisdic„ tie over de Militairen, in zaken ,, niet puurlyk Militair zynde , te houden voor Provinciaal, en dus „ privativelyk te behoren tot het be„ leid van de Staten van ieder Provin„ tie, en dat het zelve regt van mei,, ninge waaren zodanig in den haaren „ te gebruiken." Gelyk Haar Ed. Groot Mog. ook nog wyders dien zeiven dag na het doen van gemelde verklaring ter Generaliteit , gerefolveert.hebben, het voorfz. regt van dispofitie in , en over de voornoemde Provinciaale zaken binnen deze Provincie , in alle oceanen en met de eerfte gelegendheid in VI. Desl. I prac-  i3o VERZAMELING van STUKKEN, praftyk te brengen, en in 't werk te Hellen. Dien conform hebben Haar Ed. Groot Mog. ook op den 30. September 1654. genomen eene ten dien opzigte zeer precife en decifoire Refolutie , waar by zy „ na rype deli„ beratie EENPARIGLYK verftaan „ en verklaren , dat alle deliften, be- gaan by Militaire Perfoonen, niet ,, puurlyk Militair zynde , maar cho„ queerende de gemeene Ruste ofte ,, Borgerlyke Sociëteit , gemeinlyk ,, genaamd communia delicta, in haare ,, natuure ftaan tot Kennisfe, Judica,, ture ende Correftie van de Ordi„ naris Juftitie ofte den Civilenen Po„ litiquen Regter over de Steeden „ ende Plaatfen alwaar zodanige de- liften werden geperpetreerd, edoch „ is des niet tegenftaande, ende zon„ der prejudicie van de bovenftaan„ de verklaaringe ten opzigte van voorgaande praftycken , by forme „ van fpeciale concesfie ofte delatie, ,, goedgevonden, dat zoo wanneer ,, eenige perfoonen ofte iemand zyn,, de aftueelyk in Militairen dienst ,, van den Staat, ende alhier in'sGra„ venhage Guarnifoen houdende door „ de Ordinaris Patrouilles van de Com,, pagnie Guardes van Haar Ed. Gr. ,, Mog. ofte anderfints door ordre ,, van de Militaire Officieren, over „ gemeene deliften als boven, op de „ ver-  tot de milit. jurisdictie. 131 „ verfche daad geattrapeerd ende geap„ prathendeerd mogten werden, zo„ danige geappnehendeerden , als by ,, preventie in handen van de Mili* „ tairen gekomen, ook ter Judicatu„ re van" den Militairen Regter ofte ,, den Krygsraad alhier geformeerd ofte nog te formeeren, gefield en„ de gelaten zullen worden: blyven,, de nochtans de Edelen van Holland „ en Westvriesland, alhoewel Mili* ,, tair zynde, over gemeene deliften, „ als boven , alhier in loco begaan , „ alleenlykfubjeft de Judicature van ,, den Hove; ende alles zonder prceju„ ditie van de Ordinarii Juftdtie in „ andere Steeden en Plaatfen dezer Pro~ „ vintie , en zonder dat de boven„ ftaandeHaar Ed. Gr. Mog. Refolutie „ tot nadeel van dezelve in confequen„ tie getrocken zal mogen worden." Vide Refolutien van Confideratie in 4to pag. 218. (ö) Uit deze Refolutie dan blykt klaar, Dat alle commune deliften by Militaire Perfoonen begaan, behooren tot de Judicature van den Ordinairen Civilen Regter , onder wiens Jurisdictie dezelve zyn begaan. Zulks niet alleen in flem hebbende Stecden, maar in de geheele Provintie zonder eenige exceptie van Steeden of Plaatfen. Zon- («) Mag. II. D. bl. 51. I %  132 VERZAMELING van STUKKEN, Zonder onderfcheid , of dezelve delicten zyn begaan tusfchen twee Militairen of tusichen een Militair en een Burger Perfoon. Dat ook de Militairen Regter zelfs by preventie over de voorfz. commune delicten nooit mag oordeelen. Ook niet, al had hy de delinquanquanten op de verfche daad betrapt en geapprehendeerd. Als alleen alhier in den Hage, alwaar om reeden van voorgaande practycquen by forme van fpeciale concesfie en delatie , de Militaire Regter zoo wanneer hy eenige Militaire Perfonen, een commun delict begaan hebbende, op de verfche daad geattrapeerd en geapprehendeerd mogt hebben , over dezelve, als by preventie in zyne handen gekoomen zal mogen judiceeren en correctie oeffenen. Zynde nochtans hier weder vangecxcipieerd de Edelen van Holland in Militairen dienst zynde, dewelke altoos moeten blyven onder de Judicature van 't Hoff. En heeft deeze notabele Refolutie altoos in 't vervolg tot een bafis en regel geftrekt, waar na menigvuldige Jurisdictie questien tusfchen de Civile en Militaire Regters, by Haar Ed. Groot Mog. zyn gedecideerd en getermineerd geworden , zoo als uit derzelver Refolutien ten overvloede con-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 133 confteerd, en uit eenige hier na volgende exempelen klaar zal blyken. In den jaere 1659. hebben Haar Ed. Groot Mog. by gelegendheid van een Jurisdictie quaïstie over een Militair Perfoon welke zig fehuldig gemaakt had aan fraude van 's Lands gemeene middelen, en volgens de fuftenue van den Krygsraad te Heusden dieswegens aan geene andere dan hunne Judicature fubjeét was, op den 11. April geftatueerd en vastgefteld. „ Dat in het vervolg alle zaaken „ van frauden of contraventien van „ de gemeene middelen 't zy by Mi„ litaire of andere Perfonen gecom„ mitteerd,privativelyk geventileerd zullen moeten werden , voor Sche„ penen inde refpeétive plaatfen, ten dien einde fpcciaal geauthorifeerc, „ werdende dienvolgende de refpec„ tive Krygsraaden wel expresfelyk „ geinterdiceert haar zodanige za„ ken eenigzints aan te matigen." , Vide Refolutien van Confideratie in 4to pag. 478. (a) By Refolutie van 3. Augustus 1663. hebben welgemelde Heeren Staten verftaan , dat de minderjarige Zoon van een Luitenant Collonel van de Guardes , alhier in 's Hage Guarnifoen houdende , wegens eengeinfligeerde quetfuur aan den Zoon van de Burgermeeste Mag. ii. D. bl. 63. I 3  i34 VERZAMELING van STUKKEN, meester van der Does, te regt moest ftaan voor het Hof van Holland. Gelyk ook het voorfz. Hof by Refolutie van.23. July 1666. competent verklaard is, om te jugeeren over de geweldige Provoost, in cas van pra;fumtive falüteiten in deszelfs declaratien, gelyk ook in andere diergelyke gevallen. In den jaare 1668. wierd door de Heeren Gedeputeerden der Stad Monnickendam ter Vergadering voorgedragen hoe in Hun voorfz. Stad twee Soldaten aldaar Guarnifoen houdende, met eikanderen gevogten , ende een den anderen dood geftooken had , zynde de eerfte daar op terftond door de Militie geapprehendeerd; dat de Krygsraad van het Guarnifoen fustineerde, uit hoofde van de Refolutie van Haar Hoog Mog. op de groote Vergadering den 25. Maart 1651. genomen , over deze Delinquant te zyn de competente Regter, als wezende het delict begaan tusfchen twee Militairen, doch dat Schepenen der voorfz. Steede confidercerende dat het voorfz. delict, fchoon tusfchen twee Soldaten begaan , echter was een gemeen en geen Militair delict, en zulks niet weetende of zy in gemoede de Judicature van dien konden negligeeren , en de Krygsraad daar mede laten geworden , de Heeren hunne principalen bewoogen hadden om  tot de MILLT. JURISDICTIE. 135 om Haar Ed. Mog. te verzoeken dat dezelve zouden gelieven te verklaaren , voor wien de voornoemde Delinquant te regt zoude behoren gefield te worden : „ waar op gedelibe„ reerd en de voorfz. Refolutie van „ Haar Hoog Mog. van 1651. en „ andere Retro-aéla daar op applica,, bel, gerefumeerd zynde" hebben Haar Ed. Groot Mog. by Refolutie van 16. May verftaan en verklaard „ dat de voorfz. zaake in haar natuur „ enagtervolgens het declaratoir ver,, vat in Haar Ed. Groot Mog. Refo„ lutie van den 30 September 1Ó54. is ftaande , en dienvolgende ook ,, gelaten zal worden ter Judicature ,, van Scheepenen voornoemt, met „ last aan den Officier en Schepenen, „ zoo als ook aan de Militaire Krygs„ raad in voorfz. Stad Monnikendam, „ zich daar na prtecifelyk te regu„ leeren." Vide Refolutie van Confideratie p. 809. (0) Een geval volkomen gelyk aan het voorgaande heeft geëxteerd in 1671. twee Ruiters te Gorinchem hadden even buiten de Stad de een den anderal vegtendeom hetleevengebragt; den Delinquant was door de Militie aldaar in Guarnifoen, in apprsehenfie genomen; Bailliuw en Schepenen van O) Mag. II. D. bl. 113. I 4  i36 VERZAMELING van STUKKEN, van Gorinchem fuftineerden, dat de gevangene door den Krygsraad aan hun moest overgegeeven worden , om reedenen dat ingevolge de Refolutie van 30. September 1654. begreepen de Judicature over het begaane delict, als zynde gemeen en niet Mi, litair, aan hun te competeeren, de Krygsraad was van contrarie fuftenue; de Heeren van Gorinchem brengen het geval ter kennisfe, en decifie van de Staaten, dewelke by Refolutie van 30. September op dezelve recdenen en gronden als in 't voorige geval, de Judicature thans in verfcbilj verklaaren eenig en alleen te competeeren -aan Bailliuw en Schepenen van Gorinchem. In 't zelve jaar 1671. hebben Haar Ed. Gr. Mog. hun placet op dit fujet nogmaals zeer duidelyk verklaard. Twee Capiteins ter Zee , hadden met elkander zodanige qiicestie gekreegen, dat een derzelve aan zyne ontfangene blesfure zeer fchielyk was komen te overlyden. Die 't fait begaan had,fuftineerde het moderameninculpatce tutelceexacte!yk te hebben geobferveerd , en dus onfchuldig aan eenig delict ten dezen te zyn. Hy addresfeerd zich dierhaven aan de Vergaadering der Staaten , met verzoek om zich wegens gemelde manflag te purge te mogen ftellen voor een Krygsraad , ten dien einde by Haar Ede-  TOT DE MILIT. JURISDICTIE. 137 Edele Groot Mogende te committeeren. De Staaten disponeeren conform 't verzoek, en authorifeerenGecommit teerde Raden de verzogte Krygsraad in den Hage te doen beleggen; weinige dagen daar aan addresfeerd zich insgelyks aan voorfz. Heeren Staaten de Broeder van den neêrgeflagene Capitein , zynde Lieutenant Collonel in Deenfchen dienst, met verzoek, dat de Fiscaal Crimineel of eenig ander Officier gelast zoude mogen werden tegen den Capitein die zyn overleeden Broeder bad toegebragt de bovengemelde quetfure, crimineelyk te procedeeren ter zake voorfz. Hier op verftaan en verklaaren Haar Ed. Gr. Mog. „ de geleegenheid „ van voorfz. zaake nader ingezien „ hebbende, dat het voorfz. fait niet en was nog konde aangezien wer„ den als een puur Militair deliét, maar dat 't zelve gereputeerd moest ,, werden te wezen een delicïum com„ mum , en zulks fubjeél de Judica„ re, niet van een Krygsraad , maar „ van den Ordinaris dagelykfchen „ Regter, en dat mitsdien voor zoo „ veel de voornoemde Capitein zich „ dieswegens zal willen ftellen ter „ purge, hy 't zelve zal hebben te doen „ niet voor den Krygsraad , maar „ voor den Ordinaris Regter, naar „ de Wetten en Praétycken dezer I 5 » Lan-  138 VERZAMELING van STUKKEN, ,, Landen , daar toe bevoegd en com„ petent wezende." Deze Refolutie is van 13. Augustus. In den jaare 1672. ontftond er tot Gorinchem weder een Jurisdictie qua?stie tusfchen den Civilen en Militairen Regter aldaar , over twee Soldaaten aldaar gevangen , en reeds geëxamineerd door Drosfaard en Schepenen over een befchuldiging van valfche munt te hebben gefabriceerd, doch door de Militie gereclameerd. Bailliuw en Schepenen van Gorinchem, allegeeren,iten bewyze, dat de Judicature over de voorfz. zaake, als zynde een Commun en geenfints een Militair delict , hun indisputabel is competeerende , onder andere reeds meermalen gemelde reedenen, twee peremtoire exempelen van gelyke natuur in hunne Stad voorgevallen : ,, als ïeen, ten tyde van Prince Fre„ derik Hendrik , wanneer de Dros„ faard van Gorinchem admisfie had„ de bekomen om uiteen Schip, Sol,, daten voerende, te mogen ligten „ een Perfoon, gezegd werdende te ,, zyn een Capitein van de Dieven , „ en dezelve te regt te ftellen en ,, doen ftraffen zonder Krygsraad te „ kennen." En ten anderen , het geval hier voren gemeld van de twee Ruiters in 1671. Haar Ed. Groot Mog. declareeren als  tot de MILIT. JURISDICTIE. 139 als voren van begrip te zyn dat de Judicature in 't gemelde cas behoord tot de Civile Regtbank van Bailliuw en Schepenen van Gorinchem. De Refolutie is van 9. December. Uit een Refolutie van Haar Ed. Groot Mog. van 23. January 1712. confteerd al verder ten klaarften dat dezelve de zoo menigmalen reeds geallegeerde Refolutie van 30. September 1654. altoos hebben geconfidereerd en geobferveerd willen hebben als de grondwet en het eenigfte rigtfnoer, waar naa in deeze Provincie alle verfchillen over Jurisdictie tusfchen Militaire en Civile Regters voorvallende, moeten gedecideerd en getermineerd werden , authorifeerende en ordonneerende de Heeren Gecommitteerde Raaden om zekere qurestie van Judicature tusfchen de Magiftraat van 's Hage en de Krygsraad aldaar over een Soldaat van 't Guarnifoen , dewelke een ander had doodgeftoken en daar op geaufugeerd was, doch in fuga geattrapeerd, en door de Krygsraad in apprcehenfie genomen, te decideeren, zoo als conform de gemelde Refolutie van 30. September 1654. zouden oordeelen te behooren. En blykt uit een Refolutie van Gecommitteerde Raden van 27.February 1712. dat de voorfz. qusestie door Haar Ed. Mog. is getermineerd in faveure van den Krygsraad, waar- fchyn-  i4o VERZAMELING van STUKKEN, fchynelyk, nadien by dezelve Refolutie geene rationes ita decidendi gemeld werden, op fundament van de Refolutie van 15. September 1677. dewyl in cas fubject , den delinquant was fugatif geweest , en door den Krygsraad weder geattrapeerd , en dus by preventie in hegtenis genomen. In de Refolutievan den jaare 1721. vind men wederom zeer ampele discusfien en Memorien over een Jurisdictie quasstie, ontftaan tusfchen het Hof, de Magiftraat van den Haag en de Krygsraad van de Hollandfche Guardes , ter zaake van een doodflag gepleegd door een Soldaat van gemelde Guardes aan een Militair Officier ten Huize van een Haags Burger zynde de eerfte informatie omtrent het delict en de Schouwe over het Lyk genomen en gedaan door den Bailliuw van 's Hage. Haar Ed. Groot Mog. hebben het voorfz. different op den 15. Augustus getermineerd ten faveure en conform de fuftenue van de Magiftraat van 's Hage , zonder confequentie nochtans, en zonder eenige praejuditie ter eenre of andere zyde. Omtrent alle de Memorien en Dcductien zeer in 't breede ter zaake voorfz. aan Haar Ed. Groot Mog. overgeleeverd , valt alleen dit te remarqueeren. A.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 141 A. Dat de Krygsraad haar gepretendeerde regt van Judicature fundeerd. i.Op het Privilegie, waar mede zy zeggen de Hollandfche Guardes te zyn begunftigd van altoos haar eigen Krygsraad te mogen hebben. 2. Op" diverfe exempelen welke zy allegceren van Crimineele Juftitie by Haar alhier in 's Hage geëxerceerd omtrend Militairen die geweld gegepleegd; hadden aan Politicque perfonen , concludeerende hier uit, dat diergelyke delict tusfchen twee Militairen begaan, zoo veel te meer behoord tot haare Judicature. 3. Op de reeden, waarom zy fufti neeren dat nooit geen Militaire Jurisdictie, nog by evocatie noch by appel of proevende, aan een ander Regter, kan getrokken werden, namentlyk, om dat geen ander Regter van den Articulbrieff en andere Militaire Wetten kennis hebben kan , nog magt om over dezelve regt te fpreeken, en dat de Militaire en Civile Wetten en Juftitie toto coilo van elkander verfchillen , tenminftenin Criminalibus; doch hoe verkeerd zy hier uitconcludeeren dat ook in cornmunibus cjf civilibus aan haar de Judicature over Militairen competeerd , is boven aangetoond. B. Dat de Heeren van den Hove in hun berigt op gemelde deductie van den Krygsraad, aan Haar Ed. Gr. M.terefcriberen. Dat  142 VERZAMELING van STUKKEN, Dat zy in de deductie van den Krygsraad NIETS TER WAERELD gevonden hadden , dat eenige byzondere refutatie meriteerde. Dat in dezelve niet voorquamen dan zodanige generalia omtrend de Crimineele Jurisdictie aan de Militaire Krygsraaden van ouds her verleend, en fpeciaal aan de Guardes , met byvoeging van eenige exempelen waar in zy ook die Jurisdictie hadden geëxerceerd , die met 't cas fubject , geen de minlte gelykheid zyn hebbende. „ Dat het er dierhalven alleen op ,, aan komt of Haar Ed. Groot Mog. „ mogten goedvinden tegenwoordig ,, eenige verandering te maken in het ,, geene by de Refolutie van den 30. „ September 1654. expresfelyk is ge,, declareerd, ofte verklaren, dat de ,, Guardes, alhoewel aldaar fpeciaal „ vermeld, echter zyn van een an,, der opzigt, als daar by is verftaan, „ en of derzelver Krygsraad fchoon ,, geen appraehenfie op de verfche ,, daad hebbende gedaan , echter by „ indaaging en default op een com„ mun delict, kan doen procedee„ ren , waar van nogthans geen ex- empel werd bygebragt;" allegueerende ter contrarie een exempel in April 1700. voorgevallen, wanneer het Hof de Schouwe over een Militair Perfoon door een ander Militair in  tot de MILIT. JURISDICTIE. 143 in 't Bosch zynde neergeflagen, heeft laten doen . en tegen den daader by indaaging en default voort procedeeren zonder contradictie. Dat zy nochtans van gedagten waren dat, gelyk in diverfe Remonftrantien te voren aan Haar Ed. Gr. Mog. reeds hadden voorgedragen ,, de ma„ terie van jfurisdiStie niet op exempe„ lenmaar op Wetten, Placaten en Re,, folutien moet werden gefundeerd, en „ dat de bewoording van de Refolu„ tie van 1654. zoo uitdrukkelyk ge,, fteld is, dat daar tegen, na hun be„ grip, geen exceptie te vinden was, ,, doch dat de materie van het reguleer en ,, van JurisdiElien , zynde Haar Ed. ,, Gr. Mog. eigen zaake, dezelve daar van kunnen disponeeren zoo als ,, na hunne hoge wysheid ten dienfte ,, van 't gemeen , bevinden te be-. „ hooren." In den jaare 1728. is wederom een remarquabel difput ontftaan tusfchen de Magiftraat en de Krygsraad van 't Guarnifoen in's Hage; zekere Soldaet van de Guardes, namelyk , had een Burgers Vrouw alhier in den Haag met een mes zwaargewond, na zich eenigen tyd verborgen gehouden te hebben geeft by zich vry willig in Arrest aan de Hoofdwagt. ' De Bailliuw van den Hage addresfeerd zich by Requeste aan de Staaten, zeggende dat direct naa 't fait ter  144 VERZAMELING van STUKKEN, ter zyner kennisfe was gekomen , hy daar op hadt doen inquireeren en procedeeren , als notoir uit kragte van de Refolutie van 1654. ter Kennisfe en Judicature van zyne Regcbank behorende ; dat hy vernoomen hebbende dat den Daader in Militaire hegtenis was genomen, denzelve terftond had gereclameerd, doch zonder fucces; verzoekende derhal ven, dat Haar Ed. Groot Mog. den Krygsraad tot het doen der verzogte overgeving geliefden te gelasten. De Krygsraad fuftineerde ter contrarie by hun berigt op gemelde Request, allezints bevoegd te zyn tot de Judicature over het geval in qucestie, 'zeggende. Dat ook direct tegen den Delinquant had willen procedeeren by [apprehenfie , doch dat, vermits niet te vinden was, op expresfe authoriteit van Gecommitteerde Raden by publique indaging had voort geprocedeerd. Dat' hy zich naderhand van zelve in arrest gegeeven hebbende, ook door den Krygsraad behoorlyk was verhoord, Dat de Magiftraat van 's Hage zich abufivelyk fundeerde op de Refolutie van 30. September 1654. even alsof daar by maar in een eenig geval aan de Militaire Regter was overgelaten de Jurisdictie over de Militaire Delinquanten , daar ter contrarie uit de woor-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 145 woorden of anderzints op ordre van de Militaire O fficieren duidelyk kwam te blyken , dat niet alleen de zulken die door de ordinaire. Patrouilles van de Guardes in fagranti deliclo geattrapeert waren , maar ook anderen , die anderfirits door particuliere Soldaten of Detachementen , op ordre van de Militaire Officieren géappreheri deert waren , behoorden en gelaten moesten worden ter Judicature van den Krygsraad, als zynde by preventie in hunne handen gevallen. En dat eindelyk nergens gevonden werd dat een Militair Delinquant by preventie door de Militairen Regter gevangen zynde , aan de Magiftraat 'of Politique Regter zoude moeten overgegeven worden. De zaak Commisforiaal gemaakt zynde, ,, is op het rapport van Com„ misfarisfen en in agting genomen zynde, dat by de Refolutie van 30 September 1654. eenpaariglyk „ verftaan, dat alle comune delicten by Militairen begaan, behoren tef Kennisfe en Judicature van deOr,, dinaris Juftitie, en dat by deeze Re,, folutie van die generaale regel allcenlyk werd gemaakt een eenige exceptie ten opzigte van 't Guarni,, foen alhier in den Haag, en zelfs niet als by wege van fpeciale coneestte en dalatie, beftaande dezelVI. Dëel. K „ve  H6 VERZAMELING van STUKKEN ,, vc exceptie hier in , dat zoo wan» ,, neer iemand, zynde actueelyk in „ Militairen dienst van den Staatf ,, en alhier in 's Hage Guarnifoen houdende, door de Ordinaire Pa„ trouilles van de Guardes van Haar „ Ed. Groot Mog. ofte anderfints „ door ordre van de Militaire Offi„ eieren over gemeine delicten , als voren op de verfche daad geattrap,, peerd en geapprehendeerd mog„ te werden, zodanige geapprcehen„ deerden, als by preventie in handen van de Militairen gekomen , „ ook aan den Militaire Regter of ,, Krygsraad alhier, geftcld en gela„ ten zullen werden; welke exceptie „ id cas fubjecl geen plaats heeft, de delinquant in dezen door de Militairen inflagr■anti deliclo niet geattra„ peerd, nog geapprehendeerd zynj, de, (op den 22. January goedgevonden en verftaan) dat het delict in „ questie gelaten zal worden ter Ju5, dicature van den Gerechte van „ 's Gravenhage, en den Krygsraad „ gelast den gevangene over te gee5, ven." Dezelve foutenue , dat namentlyk de preventie den Militaire Regter bevoegd maakt over Militaire Perfonen ook in commune delicten, te judiceeren, is, by de Krygsraad alhier nogmaals gevoerd en met de iterkfte reedenen aangedrongen in eene breed- voe-  tot de MILIT. JURISDICTIE. u? voerige deductie aan HaarEd. Groot Mog. overgegeeven, by occafie van een gepleegde violentie, door een Officier van de Guardes aan een Arbeidsman op 's Heeren weg, onderde Jurisdictie van Wasfenaer , in den jaare 1733. Hier deeden zich vierderlye differente Regters op , die allen pretendeerden competent te zyn om over 't voorfz. fait te oordeelen, en den Dader te regt te ftellen. Het Hof van Juftitie, de Magiftraat van den Haag, de Bailliuw en Mannen van Wasfenaer, en de Krygsraad van de Guardes te Paard. De Delinquant was ondertusfchen op ordre van den Krygsraad in arrest gezet, maar wierd des niettegenftaande zoo wel door den Bailliuw van Wasfenaar, als door den Procureur Generaal van 't Hof, in perfoon gedagvaart. Hy addresfeerd zich zelve hier over aan de Staaten, verzoekende dat Haar Ed. Groot Mog.geliefden teverklaaren voor wien van die Regters hy zoude moeten Procedeeren en te regt ftaan. Het Hof beweerd hun regt van competentie by een Misfive aan de Staaten fundeerende 't zelve, met opzigt tot de Krygsraad voornoemt op de Refolutie van 30. September 1654. en de explicatie door Haar Ed. Groot K % Mog,  148 VERZAMELING van STUKKEN, Mog. zelve daar aan meermalen ge^geeven, en met relatie tot den Bailliuw van Wasfenaar op de locus domicüii van den geaccufeerden, dewelke zynde een Militair Officier, in 's Hage Guarnifoen houdende , en ook aldaar Serviesgelden trekkende , geconfidereerd moest werden , nergens als in den Hage voorfz. te wonen , miles enim ubi militat , ibi habitat ; refereerende zich wyders fpeciaal tot het geene op deze materie aan Haar Ed. Groot Mog. hadden gerernbnftreerd in 't flot van een diergeiyk Berigt op den 22. July 1721. ter Vergadering overgeleeverd. (Vide fitpra) De-Bailliuw van Wasfenaar fundeerd zyn regt van Judicature by Requeste mede ten dien einde ter Vergaadering gëpraefenteerd, op de natuur van 'c begaane delict, als zynde notoir commun, niet Militair. ■ Op de locus delicli commisfi, zynde onder de Jurisdictie van Wasfenaer ; concludeerende vervolgens uit kragte van de Refolutie van 30. September 1654. dat het fait gejugeerd en gecorrigeerd moet werden door de Ordinaris Regter van Wasfenaar , als zynde den eenigen competenten judex territorii, in quo delictum eft commiffum. De Krygsraad prcefenteerd mede Re.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 149 Request aan de Sfaaten, ter ftaving van hunne bevoegdheid om over dit geval te jugeeren , weder allcgeerende meerendeels dezelve reedenen en gronden by vorig berigt in dato 21. January 1728. vermeld, (videfupra) en hoofdzakclyk hier op uitkomende; dat alleen de preventie haar, ingevallen , waar in anderzints incompetent waren, competent maakte, en dus ook in cas fubjecl. Het verzoek van de Magiftraat van den Haag, al mede by Requeste aan Haar Ed. Groot Mog. voorgedragen, tendecrd principalyk hier toe, dat den Delinquant zoude mogen gefield werden ter Judicature van den Ordinaris dagelyklchen Regter' , latende het aan Haar Ed. Gr. Mog. over, dewyl het delia ook gedceltelyk gepleegd was, op hun Territoir, om te decideren, wie daarvoor in dezen te houden was, of zy Supplianten, of die van Wasfenaar ; allegeerendc tegens de gepretendeerde Judicature van den Krygsraad, dat decxceptie van de Refolutie van 30. September 1654. zynde de apprehenfie inflagranti hier geen plaats hebbende, dezelve zich dus ook op geen preventie konde fundeeren; en tegens 't Hof, dat 't delia niet zynde' geperpetreerd onder deszelfs Jurisdictie, ook volgens de duidelyke verklaaring van dezelve voorfz. RefoK 3 fó-  i$o VERZAMELING van STUKKEN, lutie, niet konde tot haare Judicature behooren. Alle deeze ftukken gemaakt zynde commisforiaal is op den i. April ingebragt een Rapport behelzende in fubftantie. Dat het begaane delict geconfidereerd moest worden als commun, niet Militair, dus, volgens de Refolutie van 1654- notoir ftaande ter Judicature van de Ordinaris Juftitie. Dat de exceptie by gemelde Refolutie in faveur van de Militie in 's Hage Guarnifoen houdende, gemaakt, alleen plaats kunnende hebben, wanneer een Delinquant door de Militie geattrapeerd is op de verfche daad, dus in cas fubjeft, van geen applicatie kon zyn , als zynde het in confesfo , dat den Delinquant in dezen niet en was geapprsehendeerd in flagranti. Dat uit de voorfz. Refolutie mede zeer klaar confteerde, dat alle commune deliften ftaan ter Judicature van de Ordinaris Regter van die Steeden of Plaatfen alwaar dezelve zyn geperpetreerd. Dat om alle gemelde reedenen den Delinquant in dezen ook behoorde te regt gefteld te worden voor de Ordinaris Civilen Regter van de plaats, alwaar het delift begaan was. En is dien conform op den 13. May daar aan volgende, by Haar Ed. Gr. Mog.  TOT DE MILIT. JURISDICTIE. 151 Mog. goedgevonden en verftaan , dat die geheele zaak gelaten zoude werden ter Kennisfe, Judicature en Correftie van Bailliuw en Wel Gebooren Mannen van Wasfenaar , als zynde den dagelykfchen enDomiciliairenRegtet van den Delinquant, welke zyn ordinair verblyf hield op een Buitenplaats onder de Jurisdictie van Wasfenaar. Eindelykkomt nog een notabele decifieen Refolutie van Haar Ed. Groot Mog. in terminis voor in't jaar 1746. omtrent twee differente gevallen op een en dezelve dag, zynde den 18. July onder de Jurisdiftie van den Briel gebeurt; beide gevallen beftonden hier in , dat twee Soldaten uit het Guarnifoen van gemelde Stad, malkander al vegtende qnetfuren hadden toegebragt , waar over alle beiden door den Krygsraad in apprehenfie genomen. . Den Bailliuw vermemende, uit kragte van de bekende Refolutie van 1654. alleen tot de Judicature in dezen te zyn geregtigd, hadde gevangenen van den Krygsraad doen reclameeren, doch weigerend antwoord gekreegen. De Magiftraat van den Briel doet deswegens hun beklag ter Vergadering van Haar Ed. Groot Mog. met verzoek om redres. En is op 't rapport van Gecommitteerdens, in achtinge genomen k 4 »zyn-  i5a VERZAMELING van STUKKEN, „ zynde, dat de gemelde twee delic,, ten alhoewel tusichen Militairen be„ gaan, zyn commun en niet Militair, •„ goedgevonden en verftaan te verklaarcn, dat de voorfz. zaken in s, haar natuur en agtervolgcns het ,, declaratoir van den 30. September ,, 1654. en nadere dispofitien daar om„ trend fuccesfivelyk gedaan , zyn ,, ftaanden en dicnvolgende ookgela„ ten zuilen werden terKennisfe en „ Judicature van Schepenen van den „ Brielle, en dat &c." Vide Refolutie onder 20. September 1746. Het is bekend dat de Troupes van de Zwitzerfche Cantons in dienst van de Repubücq, uit hoofde van een Contract of Capitulatie, het regt hebben en ook exerceeren, om alle hare misdaadigers door hun eigen Krygsraaden ook in alle commune delicten, te regt te ftellen en te doen ftraffen ; gelyk ook by Haar Ed. Groot Mog. cxpresfelyk is verftaan by Refolutie van 14. Maart 1748. dat den Drosfaard van Gorinchem twee Zvvitzerfe Soldaten, by hem , op fufpicie van dieveryc gevangen , zoude moeten overgeeven aan de Krygsraad van het Battaillon Zwitzers aldaar in Guarnifoen leggende , doch kan dit alhier in geen confideratie altoos komen. Pewyl dan , zoo vertrouwd werd , zon- ne-=  tot de MILIT. JURISDICTIE. 153 neklaar bewezen en gedemonftreerd is, uit alle de bovengemelde Wetten en Decifien van den Souverain , dat in deze Provincie in het generaal, alle commune deliften altoos en overal, en zoo wel door Militairen , geen Zwitzers zvnde , als door Civile Perfoonen gepleegd , ftaan ter Judicature van den Civilen Regter van de Plaats alwaar dezelve zyn begaan, exccpt alleen alhier in 's Hage , alwaar de Militairen Regter geconccdeerd is, over de Militie, aldaar in Guarnifoen , door middel van apprehenfie mfiagranti delitto, te mogen Jurisdiftie fundeeren by preventie. _ En het indisputabel , en ook in confesfo , of zyn moet, dat het delift in dc zen begaan , zynde een gcqualiticecrde doodflag of moord , door een Soluaat aan zyn eigen Huisvrouw geperpetreerd, iseencommun, geenfints een Müitair delift Zoo volgd ook van zelve, dat de Judicature over het voorfz. delift aan geen andere Regter dan aan den Ordinaire dagelykfehen, zynde Bailliuw en Schepenen der Stccde Woerden , competeeren kan. En moet nog maar onderzogt woi- den. , 2. Of in dit prefente geval ook voorkomen eenige omftandigheeden of particuliere reedenen , waar ommc het zelve van voorfz. Regul en Wet geëxcipieerd , en niet aan den Civile maar aan de AlilitaiK 5 re  154 VERZAMELING van STUKKEN, re Juftitie zoude behoren te werden echten. fa Zodanige omftandigheeden en byzondere reedenen en de exceptien dieswegens in cas fubjeófc gemaakt, beftaan alleen hier in I. Dat dezen Delinquant door zich aan den Militairen Regter over te geeven vrywillig van zyn Privilegie van te regt te mogen ftaan voor zyn dagelykfchen Regter, heeft gerenuncieerd, gelyk een ieder van zyn regt vermag te doen, en dat 'er dus geen reeden is waarom hy van den Militaire Regter dewelke hy zelfs gekozen heeft, weder afgetrokken en aan den Civilen overgegeeven zoude moeten werden , maar dat in teegendeel de Militaire hier door, als by prorogatie van Jurisdictie wettig en competent is geworden. Doch valt hier tegen te remarqüeeren; §. Dat het geen men hier wil doen voorkomen als een Privilegie der Militairen, van, namentlyk, in commune delicten te regt te mogen ftaan voor de Ordinaire Civile. Juftitie , geenfints een Privilegie der Militairen is , maar een generaal regt 't welke zy met alle andere Onderdaanen en Ingezeeten van Holland gemeen hebben: Het Privilegie 't geen de Militairen alleen en boven andere Ingezeetenen hebben , by Bort pri-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 155 privilegium fori genaamd , beftaat in tegendeel hier in, dat zy in Militaire zaaken niet voor den Civilen, maar voor haar eigen Krygsraad moeten te regt gefteld worden , het welke by gevolg, gelyk in regten, en uit den aart en natuur van een Privilegie bekend is, niet kan geëxtendeerd werden tot zaaken die by het Privilegie niet alleen niet gcexpresfeerd zyn , maar die uit kragt van tegenftelling er ook nooit onder kunnen begreepen werden. Dus kan in casfubjeft geen renunciatie van hunne Privilegie te pas komen. Gelyk het ook niet zoude kunnen plaats hebben in t tegen over gefielde geval, dewyl het aan geen Militair vry ftaat, van zyn Privilegium fori te renuilciceren, volgens de leere van Bort,Tra£laat vanCrimineele Zaken p. 21. en Vromansdeforo compet. Lib. 1. C. r. § XVI B.21, §§. Dat het dus een gemeine Wet is, geen fpeciaal Privilegie waar by de commune delicfen door Militaire Perfoonen, zoo wel als andere begaan , gellatueerd werden te behooren aan de Ordinaris Civile Juftitie. §§§. Dat de reedenen ook van deeze wet met zodanige renunciatie niet over een te brengen zouden zyn, zoo als uit 't geene dieswegen hier voren ge*  I5ó VERZAMELING van STUKKEN, gezegd is , genoeg af te neemen is. §§§§. Dat ook deeze prorogatie van Jurisdictie nooit gepermitteerd is. a. In zaaken welke by het gemeene Regt of de Wetten van den Lande aan de Judicature van zeekere daartoe aangebreide Regters onderworpen zyn, volgens de leer van Vromans op dit fujet, /. i. c. i. § XII. n. 11. „ Nu is 't kennelyk, dat door by,, zondere bedingen niet kan teniet „ gedaan werden, het geene tot ,, het gemeene regt is behoorende, „ want daardoor de Wet de nood„ zakelykheid van een Vierfchaar „ is vastgefteld, is ook de proro„ gatie niet geoorloofd." En § XVI. n. 27. „ Daar en boven zoo is in Reg„ ten notoir, dat als een Wet of ,, Statut aan eenigen Regter in 't „ byzonder, en met uitfluiting van „ alle andere, het Regtsgebied ,, geeft om van eenige zeekere Per„ fonen, of zaaken alleen kennisfe „ te mogen neemen, dat in zo„ danigen geval ook andere van „ voornoemde Perfonen of zaaken ,, geen kennisfe mogen neemen ,, zelfs ook niet uit kragte van proro„ gatie van Jurisditlie, met onder„ linge bewilliging van partyen ge,, daan,  tot de MILIT. JURISDICTIE. iS7 „ daan, aangezien pafthyen door „ haar lieder overkomst en bewilliging geen prorogatie kunnen :,' doen, ftrvdende tegens de Wet of het Verbod van den Prince % van den Lande; en komt derhal„ ven hier uit te volgen dat de meer„ gemelde prorogatie niet kan gefelheden.iV iv In Ipraejuditie of veragtmg' ,, van 't Gemeenebest, ofte van 5' die Regter die de kennisfe toe- komt van 't begaane delict. '„2. In LyfTftraffelyke zaaken, \, vid. infra onder d. Waar mede ook overeenftemd fül. Clan Sentent. I. V. §. fin.,pract. 'Crim. q. 42. zeggende , dat geen prorogatie plaats kan hebben inprajuditium Reipubl. vel judicumadquos pertinet perpetrati criminis cognitie-, punitio, quia alias mille fraudes quutidie posfent committi, En zyn ook de reedenen, waarom zoodanige arbitraire prorogatien van Jurisdictiën niet behoren , nog kunnen plaats hebben , zeer klaar en gegrond: 's Lands Wetten op dit iüjet zyn pófitif, en gebiedende , niet permisfif, nog aan een ieder vryheid laatende, om er gebruik van te maken of niet. Zy zyn generaal, verbindende alle Ingezeetenen, zoo dat geen particulier de faculteit heeft zich daar van  »58 VERZAMELING van STUKKEN, van te excipieeren of te dispenfeeren. Zoo een ieder zich mogt fubjeóteeren en onderwerpen aan de Jurisdictie van welken Regter hy goedvond, zoude zulks niet dan groote confufie en veel onregtvaerdigheid te Wege kunnen brengen , volgens Juk Clar. loc. laud. Ten tweeden kan ook geen prorogatie plaats hebben. b.Van een gemeenen dagelykfehen Regter, tot een Geprivilegieerde , volgens Voet ai. dig.vol. i.pag. 95. „ Idem in foris Privilegiatis fia. „ Luendum , adeoque nullam ejje pro„ rogationem aio illis (feil. Perfonis „ V. caufis) factum, quee privilegio „ fori non funt donati, fi Je fora „ privilegiato vellentfubjicere , ne pri,, vilegium certarum Perfonarum eau„ farumve intuitu indultum, ex ali,, orum quorumcunque prorogare vo„ lentium arbitrio, in jus commune „ degeneret.''' Ten derden niet. c In zaken , welke uit haar natuur en qualiteit tot de Jurisdi&ie van den geprorogueerden Regter niet behooren. „ Ad Jurisdittiönem prorogandam „ requiritur eadem qualitas caufa cum „ caufis ad Jurisdiföionem judicantis 3, pertinentibus." Utr. Conf. p.IH. Conf. 82. w. 13. Zoo  tot de MILIT. JURISDICTIE. 155» Zoo als ook by Voet geleerd word ad dig. V. 1. p. 95. ,. Quin imo Collegiis illis , quibus tantum certa caufa juris dicendi gra,, tiaJunt demandatce,non reSte fit pro„ rogatio illorum negotiorum, qua ,, mandata publico non funt exprejfa. d. Éindelyk nietinCrimineele zaaken, ,, In criminalibus denique caufis ,, fruftranea plerumque eft proroga„ è»o" zege Voet L.L.p. 102. en word 't zelve ook geleerd in de de Holl. Conf. V. II. p. 642. „ Het Staat ook in Crimineele ,. zaken niet in de raagt van De,, linquanten baar te onttrekken de „ Judicature van haar Competen„ ten Regter, en te prorogeeren „ de Jurisdictie van een ander tot „ prasjuditie van de certten. En by Jul. Clar. aldaar geciteerd, /. v. Sent. § fin. Tratt. Critn. volgens wiens gevoelen nogtans fomtyds ook de prorogatie in Crimineele zaaken plaats kan hebben : „ qua conclufio (zegt hy) ita eft in* „ telligenda, utprocedat, dum modo ,, Me judex in quem fit prorogatio, alias etiani haberet jurisdiclionem in fimilibus caufis criminalibus , ,, alias fecus: ubi enim judex nonha,, her et in talibus caufis jurisdiclionem, ,, non ejfet locus prorogationi ejus, „ quod non ejfet, fed potius ejfet ju* ,, risdi£tionis nova collatie, qua party fh  ïóo VERZAMELING van STUKKEN, ,, tium confenfu in caufis criminalibus ,, tribui non pot est. Waar mede ook overeenltemd Vrom. de for. cotnp. I. i. c. i. §. XVI. n. 27. Zeggende „ dat 2. ook geen pro„ rogatie kan gefchieden in LyfF„ ftrafFelyke zaaken, volgens de ,, L. 2. Cap. de Episc. aud. alzoo ,, in dezelve, naa onze ftyl en ,, practycq nog uitdrukkelyke , „ nog ftilzwygende prorogatie in „ 't geheel geen plaats heeft, be,, halve om andere bygebragte ree,, denen, ook om dat by ons de ,, Graafelykheids Amptsluiden al,, tyd zyn Eisfchers in cas van de„ liet, dewelke met den Misdaadi„ ger geen overeenkomst kunnen „ maken, om ter eerfter inftantie ,, voor een ander Gerechte , als „ daar zy als Bailliuw over zyn ge„ fteld, eisch te doen , en tegen ,, den Misdaadiger voort te proce„ deeren." 2. De tweede objectie en exceptie in cas fubjecT:, gemaakt, is dat door Inactiviteit en het ftil zitten van den Ordinairen Civilen Regter in deeze, de Bailliuw en Schepenen van Woerden, hier geen quaestie nog geen conflict van Jurisdictie zynde ontltaan, nog de competentie van den Militairen Regter bedisputeerd, nog van iemand tegen»  tot de MILIT. JURISDICTIE. i6t gengefproken, dezelve dus allezints competent is geworden om over de gevangene by hem geapprahendeerd te jugeeren en Juftitie te oeffenen. Doch dewyl uit deeze redeneering noodzakelyk zoude volgen , dat door de onkunde of nalatigheid van een Graafelykheids Officier, hoe zeer expresfelyk hier toe aangefteld, en by Inftruclie en Eede verbonden ,, dat hy alle vlyt en „ naarftigheid zoude aanwenden „ om binnen zyne Jurisdictie de „ Delinquanten , en Misdadigen te „ vervolgen, apprahendeeren, te regt te ftellen , en te doen ftraf„ fen na behooren," 's Lands Wetten en Placaten geheel en al, en ftraffeloos zoude kunnen werden gemaakt elufoir en kragteloos, zoo is het niet te prsefumeeren dat eenig Ingezeeten, veel min Regent, die 't vereischte refpecr. en vreeze voor 's Lands wettige Overheid en Wetten nog niet t' eenemaal heeft vergeeten en verloren, zodanig argument nader zoude willen urgeeren, en in cas fubjecl: van applicatie maken. Behalven dat hier door aan een ander Regter,ex natura &qualitate caufa notoir incompetent , geen regt van Judicature kan gebooren werden; want het by het 120. Art. VI. Deel. L van  rtfa VERZAMELING van STUKKEN, van de Inftructie van 't Hoff van' Holland, wel expresfelyk geinter=diceerd is, aan alle Regters en Onderdaanen , iemand ter eerfter „ inftantie te betrekken of te ont„ fangen, dan voor zyn Ordina,, ris dagelykfchen Regter, ten zy ,, in Gepriviligieerde zaaken." Waarom ook al het geen zodanig Incompetenten Regter in een zaak , tot zyne kennisfe niet behoorende, verrigt mogt hebben , van geen de minfte kragt of waarde zoude zyn, volgens de L. 2. c. fi a non competenti ten dezen zeer applicabel. „Si judex Militaris fuper ea cau,, fa de quacivilibus attionibus difcep3, tandutn fuit, cognovit, id quod ab ,, eo ftatutum efi , firmitatem Judi„ cati non habet." En de leer der Hollandfche Regts-geleerden in 't 1. Deel der Confult. p. 506. zeggende: „ dat volgens ,, de gemeene Regten een Regter 3, die zyn Commisfie en Inftrucfie te buitengaat, in dat exces voor geen Regter te houden is, maar „ een particulier Perfoon , en dat „ men hem daarom vryelyk mag ,, refifteeren, volgens deL. Prohid. 5, d. jurisd. omn. jud." Ja zelf zodanig een Regter zoude ten hoogften ftrafbaar zyn , volgens Voet p. 1. p. 96Ï kerende in èhv-  ïót de MILIT. JURISDICTIE. 163 diergelyke gevallen, ipfos etiam ju^ dices aditos, fi judicaverint, puniendos efe, ut confiitüum efi m. I. 5. §. li c. jurisd., Tribuni feu vicaril capitalem fibi animadverjionem fubgundam effe cognofcant, fi vel juam vel Militum executionem interdict.am prcebuerint ;jun£ta& L. 2. c. fianon comp. fupra all. En heeft niet alleen den Ordinaris Regter, maar een ieder, (duSiri dezen een iegelyk Onderdaan van deeze Provincie) die hierdoor praejuditie gefchied, regt om te procedeeren tot reparatie van zodanige offenfie. „ Quando enim uno fatto refultat plurium offenfio quilibet offenfus jus habet agendi ad reparationem in „ folidum." Volgens de leer der Regtsgeleerden in de Holl. Conf. v. 5. p. 335. en de aldaar geallegueerde Wetten en Doctoren. En wat verder betreft 3. Een exceptie, waar uit men wil befluiten dat uit kragte van een Placaat van de Staten van Holland en Westvriesland, den Delinquant wel en te regt door den Militairen Regter kan en behoord geftraft te werden, namentlyk, om dat hy zoude zyn geattrapeerd in flagranti deliclo, en dat hy dus niet volgens het indisputabel regt binnen den Lande van Holland en Westvriesland zoude behoeven te L % regt  164 VERZAMELING van STUKKEN, regt gefteld te werden voor zyn Ordinaris dagelykfchen Regter, maar voor die Regter , welke hem had doen apprehendeeren, zoo als geftatueerd is by een Refolutie, en Placaat van Haar Ed. Groot Mog. in dato 15. September 1677. Doch, zoo vertrouwd' werd, zal dit argument van weinig kragt bevonden werden, als men nagaat hoe de apprehenfie in cas fubject: gefchied, en wat door iemand te attrapeeren in fiagrantideliElo, of op de verlener daad, gemeenlyk en natuurlyk verftaan werd. De woorden attrapeeren, dewelke hier wel te onderfcheiden zyn van apprehendeeren hebben immers natuurlyk deeze beteekenis, dat den misdadigen betrapt en gevonden word, of, noch beezig zynde met het pleegen van het delict, of ten minsten direct daar na , in zodanige omftandigheeden, waar uit, aan die hem vinden notoirlyk confteeren kan, en van het begaane Crimen, en van den Dader daar van ; welke omftandigheeden te menigvuldig en te different kunnen zyn, en by een ieder te bekend, om verder uitgebreid te werden. Deeze beteekenis werd ook volkomen gejuftificeerd door het geene op dit fujet geftatueerd is by het 19. Artikul van de Inftructie van 't Hof van Holland, alwaar den Procureur Gene-  tot de MILIT. JURISDICTIE. iöy neraal geauthorifeert werd in de verlener daat alle Officieren te praevenieeren, apprehendeerende alle de geene , die hy op de verfcher daad bevinden zal gedelinqueert te hebben, 't welk uit 't voorgaande blykt plaats te hebben , zoo wanneer hy Procureur Generaal pree/ent ware , in de plaatfe alwaar het delict gefchied ware. Zoo werd ook in het 30. en 50. Artikul van de Ordonnantie op de Crimineele Inftriictie duidelyk gezegt, dat die op het feyt, dat lighaamelyke ftraf vereyscht, bevonden is, daadelyk mag aangegreepen worden. En by Groenewegen de leg. abrog. ad l. Uit. c. de exhib. reis werd dit attrapeeren in flagranti delitto, ook genoemt een rencontre of vinden op de daad zelve, „ nifi, inquit, civis re,, periatur in flagranti deliclo." Jul. Clar. I. V. 4. fin. queefi. 28. n. 7. expliceert de zaak eenigfints nader zeggende:,,, quando aliqui reperiuntur „ in flagranti crimine facere rixam, de,, ferre arma , contra formam edi£torum „ ÊfV. . • En komt deeze beteekenis ook pra?cifelyk overeen met dereeden, waarom zekerlykaan de Officieren iemandt in flagranti crimine vindende en betrappende, de vryheid gegeeven is, dezelve immediaat te apprehendeeren, en ook vervolgens te regt te ftellen, namentlyk om dezelve daar door te L 3 meer  i66 VERZAMELING van STUKKEN, meer te animeeren, attenter en vigilanter te doen zyn, op het conferveeren der publykerust en veiligheit, en het weeren, vervolgen en ftraffen van alles het geen daar teegen ftrydt, en alle Delinquanten en Misdadigen daar tegen gepecceert hebbende. Zoo men nu nagaat hoedanig in cas fubject de apprehenfie te werk geftelt is, zal ras blyken, dat dezelve nooit kan vallen in de termen , van den Daader gevonden, en geattrapeert-te hebben op de verfcher daat, want hy wel verre van door de Militairen Regeer gevonden of geattrappeert te zyn, heeft zig zeiven vrywilllg aan en over gaan geeven in de gevangenis, zonder dat men nog eens weet, of dat kort of lang na de gepleegde moordt gefchied is, of dat de geene die hem op zyn aangeeving in apprehenfie naamen, iets anders van het fait wisten, dan uit des mans eigen vertelling. Dus is hy zeekerlyk niet door de aangewende devoiren , of de vigilantie en vlyt van de geene aan wien hy zig in arrest heeft overgegeeven , in apprehenfie genomen, en by gevolg cesfeert ook de natuurlyke reeden , en de waare grond, waarom by in handen van den Militairen Regter zoude behoren gelaten te worden. En zoude eindelyk in allen gevallen  ' tot de MILIT. JURISDICTIE. 167 len in cas van quaestie, over het verftand van deeze exceptie , de decifie daer van moeten gelaten werden aan den Ordinaris competenten Regter, volgens een Refolutie van Haar Ed. Groot Mog. van 16. December 1678. waer by duideiyk verftaan en verklaren. Dat, nadien by een generaal Placaat niet kan werden bepaald, wie als voortvlugtig, of in flagranti geapprehendeert moet rterden geconfidereert, aan het oordeel van den Competenten Regter moet werden gelaten de diftinttie , zoo wel yan de voorn, voortvlngtigheit, als van de apprehenfie in flagranti, om over de voorn, particuliere voorvallen Regt en Juftitie te adminiftreeren, zoo als bevinden zal te behooren. 4. Andere exceptien uit hoofde van praeventie, of dat de Vrouw aan wien de moord is gepleegt , ook als fubjea het Forum Militaire van haer Man geconfidereert moet werden , kunnen niet met eenigen fchyn gemaakt, en behoeven nog veel minder gerescontreerde werden, alzoo uit deexpresfe Refolutien en decifien van Haer Ed. Groot Mog. hier vooren in 't breede geallegeert , genoeg komt te blyken, dat dezelve in 't geheel ten deezen niet kunnen van applicatie gemaakt , of meer geallegeert werden. 5. En zoo men zig eindelyk nog zoude L 4 wil-  ï<58 verzameling van stukken, willen beroepen en fundeeren, op. exempelen van diergelyke voorgevalle zaaken als in de jaren 1755. en 1763. zal hier op genoeg zyn te remarqueeren. a. Dat die exempelen naauwkeurig onderzogt zynde , of bevonden zullen werden met het geval in quajstie niet parralel te zyn , of om andere reedenen in 't geheel niet geconftitueert, om daer eenige applicatie, veel min wettige grond van decifie tot het teegenwoordige, uit te trekken, waarom ook niet verwagt werd, dat men de onvoorzigtigheit zal hebben, dezelve verder te allegeeren of aan te dringen. b. Dat offchoon in 't generaal in arbitraire zaaken , uit te vooren geexteert hebbende exempelen , en gevallene decifien, wel eenig plaufibel argument kan gemaakt werden, om in een posterieur geval op dezelve voet te handelen, zo wanneer diergelyke vorige decifien bevonden werden, op goede reedenen van regt en billykheit te fteunen, en ge^nzints anders; zodanige argumentatie nogtans nooit kan procedeeren omtrent zaaken , waar in het niet ftaat aan het arbitrium van iemand , 't zy Particulier, 't zy Regter of Magiftraat, dezelve na zyn Oordeel, Kennis en Regtsgeleerdheid te behandelen , maar waar  tot de MILIT. JURISDICTIE. 169 waar omtrent by zeer expresfe en klaare wetten van den Souverain, volkomen voorfieninge is gemaakt, en prsecifelyk bepaalt, op wat wyze getermineert moeten werden; want dat men de Wetten en Placaten van den Souverain , door contrarie praftyk van particuliere Onderdanen of gefubordineerde colleaien, en dus door onwettige, en ongepermitteerde exempelen, zoude willen kragteloos maaken, en als 't waareabrogeeren,zulks zoude m effeae niet anders zyn als de gantfche conftitutie van regeering, en alle goede en wettige geëtabhsieerde ordre te willen renverfeeren , en alles in een chaos van verwarring, en de uiterfte desordre veranderen, c Dat zo er waarlykapplicableexem' pelen voor handen zyn van decifien en behandelingen, dired contrarie 't voorfchrift van 's Lands Wetten , en hoe meer er mogten zyn , hoe meer tyd 't is, en hoe noodzakelyker een fpoedig en weezenlyk redres te effectueren, waar door alle diergelyke misbruiken of abuyzen voor 't vervolg geprsvenicert , en geweert mogen werden. : . ■ niet gemanqueer? om alle de ftukken daar toe relatif, volgens te fiX°n°ne lrÓll £n ftyl aan deefe" Hove rison d?rn aïdCn Va" denHeer Commisfans op de tour uit ons midden , met verfoek om e ÏÏT/eXaD11CeereD en voons omtre,u pÜadvys dl6nen ^ d£sfelfs *ÏW* en mp^dierren tUsfchen' temyl dien Heer daar Svke !ngfWaS\6n n°g,eenigC naedcre nood' iakelyke informatien op 't fubject van den Ge-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 185 vangen door ons waren g.erequireert, hebben, wy op den 27. van die felve maand m onfe Vergaderinge ontfangen de Misfive van den als toen Commandeerenden Officier J.F. tramer fub N. 13. houdende nadere inftantien, uit hoofde van ontfangene ordre van Zyn Doorlugtige Hoogheid, op d'overgifte van den Gevangen. Waarop wy aanftonts by de misfive lub JNo. 14 hebben gerefcribeert, dat wy ons voor als nog buiten ftaat bevonden om ons op destelts verfoek te kunnen expliceeren, dog dat wy alle dagen het rapport van den Heer Comnnslafaris, die ons berigt hadde alle mogelyke fpocd reets te hebben gemaakt en eerstdaags daar mede veerdig te tullen zyn,te gemoct tiende niet fouden nalaten om foo ras wy daar door gclcgentheid zouden hebben ontfangen om, op dat en het vorig verfoek van den Commandcercnde Officier van het Guarnifoen binnen deeze Stad na behooren te kunnen delibereren , onte Refolutie op dat fubjeaals dan ten eerften aan fvn L. te laten toekoomen. Dit rapport dan ook alreeds des anderendaags door den Heer Commisfaris gedaan en de ftukken daar toe fpefterende door ons met de vereiste attentie geëxamineert, en te gelyk in deliberatie gelegt zynde het verfoek van den Commandeerenden Officier, hebben wy die faak todanig gefchapen gevonden, dat wy, in aanmerking van de zig voordoende omftandig ieeden, ons in ftaat en bevoegt hebben gcoordeelt te zyn om aan het verfoek van gem. Officier, in foo ver 't felve betrekkelyk was op de detertie, te kunnen voldoen en mitsdien goedgevonden M 5 om  ï86 VERZAMELING van STUKKEN, om den meergemelden Gevangen aan den voorn. Commandeerenden Officier over te geeven en ten dien einde Extract uit de confesfien van den gedetineerden relatie tot fyne defertie hebbende aan fyn L. mede te deelen, dog, foo veel de verdere informatien, betrekkinge op andere als pure Militaire deliften hebbende, was aangaande , ons onbevoegt agtende om die t'extradeeren, ons genoodfaakt gevonden om in foo ver in het verfoek van den Commandeerenden Officier , tot communicatie van defelve tendeerende, te difficulteeren, gelyk UEd. Mog. daar van foo wel, als van de reedenen, welke ons tot de overgiftc van den Gevangen hebben gepermoveert, met meerderen fal kunnen blyken uit de Refolutie fub N. 15. Wy hebben vervolgens hiervan niet alleen aan den Commandeerenden Officier van het Guarnifoen binnen deefe Stad met toefendinge van een Extract van voorfz. onfe Refolutie kennisfe gegeven, maar ook ons verpligt gevonden om by de misfive fub N. 16. fyne Doorl. Hoogheid van deefe onfe Refolutie te informeeren, waar by wy de vryheid hebben genoomen teffens tot beeter verftand van onfe refcriptie van den 20. Maart fub N. en van de doenmalige bedenking over de natuur der deliften, waar aan deefe Gevange fig foude kunnen fchuldig gemaakt hebben, aan Hoogst defelve open te leggen de fentimenten van verpligting, waarin wy ons bevonden, om die faak vooraf nae behooren te examineeren, ten einde om te kunnen fien , of wy ons tot foo een overgifte, als Hoogst defelve fcheen te verlangen, bevoegt konden oordeelen of niet. Hier  tot de MILIT. JURISDICTIE. 187 Hier meede dan deefe faak, foo,wy' jerbeeldeden, afgedaan zynde, fouden wy t daar by hebben-laten berusten en,^^v£?°B;eg. wiêtiee occupatien niet onnodig hebben geintTrfufnpeert meteen ^^^SSS^& en welkers behandelinge ^ afdoening en t ab fnlur UEd Mog. kennisfe fcheen te ïequnte te was 't n et, dat wy gedurende onfe afgeLnene Pinxter Vaeantie nog hadden komen ?onttlngèn een nadere misfive van fyn Doorl Hooghefd van den 28. May laastleeden/«è A. 17. tendeerende tot reicnptie op dons van den 28 Maart daar te vooren, waar bv t aan Hoogst dezelve behaagd heeft teffens Hoog htaire Jurisdiaie in 't generaal binnen deele i ro\rinrie te declareercn. ^ Wv hebben aanftonts na 't reëntameren onfer befoignes die misfive, na dat de receptie van dien in de Vaeantie door de praefente Leeden 'eaccufeertwas, ter deliberatie voorgenoo men'en dezelve van dien aart bevonden , dat wv ons niet hebben kunnen dispenfeeren om % den inhoud van dien aan fyne Doorlugtige Hoogheid te refcribcren de misfive fub N. 8. en daar by onfe waare intentie by onfe misfive van den 28 Maart voorgeftelt, welke t ons voorauam, dat door Hoogst defelve met als te IlaaAn m dien fin, alswy waarlyk hadden beöo-t, fcheen te zyn opgenoomen, nadei te expliceeren , met vcrmeldinge, dat 't eemgfte, V welk wy , om aan het verlangen van fyne Doorlugtige Hoogheid te voldoen, ons in itaat bevonden om te kunnen doen was, om Hoogst desfelfs misfive te brengen ter dehberati^van  188 VERZAMELING van STUKKEN, S5dkM°.g' aaar Van wy niet fouden nalaten ons by d eerfte geleegentheid t'acquitteeren , en voorts met: byvoeginge van eenige eluci! datien ten aanfien van 't onbeantwoord blyven yan de Misfive van Zyn Doorlugtige Hooghads Heer Vader Glorieufer Memorie van den 25. Maart i749. (a) op *t fubjeft van de exercitie der Militaire Jurisdi&ie in deefe provincie , t welk men aan Zyn Doorlugtige Hoogheid fcheen opgegeeven te hebben , als te contineeren een ftilfwygende erkentenis van de üniverfahteit van die Jurisdictie, en eyndeJyfc met verklaringe van onfe bereidwilligheid om ons volkomen te fchikken na de ordres, die ons door den Souverain, aan wien wv verbonden waren te gehoorfaamen en waar aan wy van ons gedrag refponfabel waeren, louden werden gegeeven , maar dat, foo lang wy geen prscife ordres van UEd. Mog fouden hebben ontfangen, wy ons ten eenemaal onbevoegt fouden moeten agten, om, hangende de deliberatien van UEd. Mog. over die materie, iets te doen, waardoor eenige attainte of prayuditie daar aan foude kunnen werden toegebragt. Wy hebben 't dienvolgens van onfen indispenlablen pligt geöordeelt te zyn om niet alleen de voorfz. Misfit ter tafel van UEd Mog. te brengen, maar ook om van deefe geneele faak , welke occafie tot die Misfive heeft gegeven, een omftandig verflagaan UEd. Mog. te doen , alles in die hoope, dat aan de eene zyde UEd. Mog. ons gehouden gedrag is GO Zie Mag. IV. N. XLIV. BI. fl«i.  tot de MILTT. JURISDICTIE. 189 in deefen met derfelver goedkeuringe en agiréatie wel fullen gelieven te vereeren, en Et aan d'andere kant UEd. Mog. hier door. eelegentheid fullen mogen ontfangen om geuerluadeert te worden van d'onaangenaame omftandigheeden , waar in deefe delicate materie van d'exereitie der Militaire Jurisdiftie by gebrek van een prarcife ordre en dispofitie, van UEd. Mog. contrarie van UEd. Mog. Voorige Refolutien by voorkoomcnde gevallen ons gedurig brengt, en dat mitsdien UEd. Mo- fullen mogen gepermoveert worden om haare attentie daar op ferieufelyk te fixeeren en ons Hoogst derfelver ordres op dat fubjeft te laten toekoomen , waar na wy ons in t vervolg fullen kunnen gedragen • Edele Mogende Heeren, UEd. Mog. by een voorfpoedige Regering lange te conferveeren. Gefchreven te Arnhem den 18. Juni 1771- Onderftond UEd. Mog. Dienstwillige die Raaden des Furftendoms Gelre en Graaffchaps Zutphen. Ter Ordonnantie van defelve Was geteekend ? D. W. A. Brantfen. N. 1.  *9* VERZAMELING van STUKKEN, N. r. EXTRACT uit het Memorie en Refolutieboek 's Hoves van Gelderland. Martis den 5. Maart 1771. Ontfangen en geleefen eene Misfive van An~ dries Schimmelpennink van der Oye tot beide de Pollen, Landdrost van Veluwen, gefchreven te Arnhem den 4. deefer, houdende dat den Scholtus van Epe hem dien morgen per expresfe de daar nevensgaande condfchappen ingewonnen weegens het bedryf van een vreemd Kerel, welke door hem in Civile detentie genoomen was, hadde toegefonden , dog dat fyn L. niets fpecificqs uit de Misfive van den Scholtus dien aangaande weetende te trekken, daarom de vryheid nam voorfz, Misfive in origenali aan 't Hoff toe te fenden, met verfoek om met 's Hoves ordres omtrent den gemelden gedetineerden Perfoon te mogen worden vereert. Waar op gedelibereert zynde, is goed gevonden en verftaan voorfz. Landdrost tot antwoord op desfelfs Misfive toe te voegen, dat t Hoff uit de overgefondene Misfive van den Scholtus en bygevoegde ftukken met verwondering gefien hebbende, dat den Scholtus heeft kunnen goedvinden, om, in plaats van een behoorlyk examen van den Gedetineerden te neemen en vervolgens in probanti forma by de ftukken te voegen, gelyk fulx ten aanfien van alle geapprahendeerden en in Civile detentie genoomen Perfoonen in 't generaal gebruikelyk is en behoort te geleideden  tot de MH.IT. JURISDICTIE. i9ï den alleen by fyn Misfive te narreeren het geen Sor hem aan den Gedetineerden gevraagt en door denfelven daar op geandwoordt ïï Snder dat felfs blykt,dat den Scholtus het eeên de gedetineerde op de vraagen, aan hem fedaan, geandwoord heeft, naderhand aan hem Ser heeft voorgeleefen, om.te verneemen of hy daar by perfifteerde of niet, over iulx fvn L. gefint, om aan den Scholtus fyne nalatigheid m deefen onder het oog te brengen , met ferieufe recommandatie om in het vervolg met meer attentie daar omtrent te werk te gaan. Dat voorts 't Hoff uit de informatien hebbende geremarqueert, dat Gerrigjen Aarts Vrouw van Koelof Eymbers by den 10 Articul van haare depofitien komt te verclae ren, dat voor een 14. dagen aan haar Getuigens huis was gekoomen, een vreemd perfoon aan hebbende een blaauw kleed en middelmatig van postuur, dewelke om reisgeld gevraagt hadde, en dat Getuigens teegens hem gefegt hebbende, dat zy hem dat niet geeven konde, hy daarop gev aagd hadde om fPek en worst, dog dat fy dit meede verweigert hebbende, die perfoon haar had verfogt, om hem de Diaconen te wyzen het welk fy gedaan hebbende, die perfoon was weggegaan, fonder dat daar uit claar op Te mlaken is, of dit defelfde perfoon zoude zvn , welke thans in civile detentie is genomen, dan of dit nog een ander mogt weefen, mistdien fyn L. almeede gefint, om die ordre te ftellen, dat den gedetineerde aan de gemelde GerriJen Aarts werde vertoont en vervolgens den Gedetineerde over het voorfchreeve gedeponeerde van gemelde Vrouw werde ondervraagt.  102 VERZAMELING van STUKKEN, en in val denfel ve de verclaaringe van die Vrouvr mogt koomen te contradiceeren , defelve als dan teegens eikanderen werden geconfronteert, met last aan den Scholtus om niet alleen het relultat van het een en ander behoorlyk te noteren, maar ook, wanneer de gemelde Vrouw met teegenftaande de contradictie van den gedetineerden by haare verclaaringe mogt blyven perfiiteeren, defelve haare depofitie als dan met eeoe te doen bevestigen en voorts al het felve aan lyn L. over te fenden. En dat eindelyk't Hoff fyn L. al verder geünt om, nae dat 't gunt voorfchreven vooraf zal zyn geëffeéhieert, die voorfieninge te doen, dat den gedetineerde ten eersten in 's Hoves gevangemsfe werde overgebragt, en voorts de nadere informatien, welke fyn L. van den Scholtus op dat fubjecf mogt koomen te ontfangen, daar beneevens aan den Hove te laten toekomen. En is Extraót. deefes aan opgemelte LandDrost by misfive toegefonden om fig daar nae te gedragen. ° C Onderjlond.) Accordeert met voorfz. Memorie en Reiolutie Boek. A^. 2.  tot de MILIT. JURISDICTIE. |f| N. 2. MISSIVE van den Landdrost van Veluwe. * Den ii. Maert 177I. Edele Mogende Heeren! Den Onderfcholt G er har dus van Laar met den tot Epe gevangen geweest zynde Willem oTte JvoV de Poort deefe Stad gekoomen en aan my daar van kennisfe gegeeven hebbende, fond ik denfelven met een bneff aan den Heer Pramdent van den Hove, en einde in 's Hoves Gevangenisfe mogt worden OPD?n°°Ondnerfeholt als nae gewoonte nae de Poort gegaan zynde, om hem af_ te haaien, wilde de Wagt hem met binnen laten , waar op de Heer Preefident Burgermeester verfogt daar oP , foo doenlyk, ordre te ftellen;welke nae de Onder Major lond , dog den Gevangen middelerwyl geroepen hebbende dat hy fen Deferteur van 't'Guarnifoen was en daar van in aller yl kennisfe gegeeven zynde aan den Commandant , heeft een Onder-Officier met eenige manfehap de wagen, waar op de Gevangen lat, met denfelven binnen doen %eTvoov de Hoofdwagt en denfelven m die Wast gefet. , , . Ik hebbe gemeynt aan UEd. Mogende hier van ten fpoedigften kennisfe te moeten geeven, iliet weetende of en wat UEdele Mogende goedvinden mogten my hier omtrent te gelasten. Ik hebbe de eer altoos te zyn. VI. Deel. N °«'  194 VERZAMELING van STUKKEN, Onderftond. "Edele Mogende Heeren! Uw Edele Mogende Dienstwillige Dienaar Was getekend. • And. Schimmelpennink van der Oye. Arnhem den iï. Maert 1.771. Het Opfchrift was, Edele Mogende Heeren, Myn Heeren die Raden des Furstendoms Gelre en Graaffchaps Zutphen. N. 3. EXTRACT uit het Memorie en Refolutie Boek 's Hoves van Gelderland. Martis den 12. Maart 1771. Ontfangen en geleefen een Misfive van Andries Schimmelpennink van der Oye tot beide de Pollen, Landdrost van Veluwen, gefchreven te Arnhem den II. deefer, houdende , dat foo ras op gisteren den Onderfchout Gerhardus van Laar, met den tot Epe gevangen geweest zynde Willem Olthuis tot voor de Poort deefer Stad gekoomen was, en daar van aan fyn L. kennisfe gegeeven hadde , fyn L. daar op aanftonds denfelve met een brieff aan den Prasfiderende Heer van den Hove hadden gefonden, ten  tot de MILIT. JURISDICTIE. 19S ten einde den Gevangen in 's Hoves GevangeBisfe mogt werden ingenomen. Dat den Onderfchout vervolgens als nae gewoonte na de Poort gegaan zynde, om den Gevange af te halen, dog de Wagt denfelven niet hebbende willen binnen laeten , fyn L. daar op den Praffident Burgermeester van de Stad hadde verfogt om daar op foo doenlyk ordre te ftellen , dewelke dan ook immediaat nae den Onder Major had gefonden. Dog dat den Gevange middelerwy! geroepen hebbende, dat hy een Deferteur van 't Guarnifoen was en daar van in aller yl kennisie gegeeven zynde aan den Commandant, vervolgens een Onder-Officier met eenige Manfchan de wagen, waar op den Gevangen tat, met'denfelve'hadde doen binnen ryden tot Voor de Hoofdwagt en den Gevangen in die Wagt gefteld. Dat-fyn L. gemeent hadde daarvan ten fpoe- i digften "aan 't Hof te moeten kennis geeven * niet weetende of en wat 't Hoff mogt goedvinden fyn L. L. daar omtrent te gelasten. Waar op gedelibereert en op d'importantie van dit onverwagte voorval en de noodfakelyke en -evaarlyke van dien voor de adminiftratie van de Juftitie in de plaats van 's Hoves refidenticgelet zynde, is goedgevonden en verftaan den Landdrost van Veluwen te gefinnen foo als gefonnen word mies deefen om voor of ten allereerften, met allen ernst den Com» mandeerenden Officier binnen de Stad Arnhem 't zy by brieven off op fodanige andere wyfe, als meest convenabel zal vinden , fynbevreemdinge over dit gedrag met een op 't uiterlyk ö " Na aan-  ïo6 VERZAMELING van STUKKEN, aanfien felfs gevangen Perfoon te betoonen , en* voorts denfelven te requireren en te fommeren, om deefen fyne Gevangen ter plaatze, alwaar by denfelven fig op eyge authoriteit feitelyker wyfe heeft koomen aan te maatigen, en aan fyn L. Bediendens van de Juftitie t'ontnéemen, binnen de tyd van fes uuren nae ontfangst van deefé requifitie en fommatie wederom in delelfde ftaat, als hem gekreegcn heeft, in de magt van fyn L. te leeveren , waar toe fyn L. gebruik van des Mombers Dienaars zal möó'gen maaken , met byvoeging dat fyn L. zal verwagten , dat niet alleen dit attentaat en ingreep in de Landfurstelyke Hoogheid op eige gelag, willekeurig, en feitelyk ondernoomen, kost en fbhadcloos door gemelde Commandeerenden Officier aanftonds zal worden gerepareert , maar ook aan fyn L. over de ftremming en lpefic in fyn functie, welke als een der Hooge Officieren deefer Provintie, namens de Heeren Staten onbelemmert behoort te kunnen exerceeren , fonder daar van eenige reekenfchap aan Militaire Officieren fchuldig te zyn, toegebragt, een convenable fatisfactie te geeven, alles met voorbehoud nogtans aan gemelde Commandeerenden Officier, om , foo wanneer mogt vermcenen eenige rcedenen te hebben, om fyn L. Gevangen als een Deferteur te reclameeren , als dan, na dat defelve geapprehendeerde in 's Hoves gevangenisfe door fyn L. zal zyn geitel t, daar omtrent aan den Hove fodanig verfoek te kunnen doen, als lyn goeden raad zal gedragen. En eindelyk, om, foo ras de voorfz. bepaalde tyd van fes uuren fal zyn verloopen , als dan  tot de MILIT. JURISDICTIE. 197 dan ten fpoedigften aan den Hove te berigtcn, wat het gevolg van deefe requifitie en fommatie is geweest, ten einde als dan verder over deefe laak fodanig gedelibereert en gerefolveert te kunnen worden, als 't Holt nae de fig opdoende/ omftandigheeden zal bevinden te behooren. En is Extraft deefes by Misfive aan opgemelte Landdrost toegefonden, om te ftrekken tot fyn narigt en fig daar nae te gedragen. Onderjlond. Accordeert met voorfz. Memorie en Rcfolutieboek. jV. 4. MISSIVE van den Landdrost van Veluwe. Den 12. Maert 1771. Edele Mogende Heeren! Aan den Commandant van 't Guarnifoen alhier , hebbe ik ik immediaat op den voet van UEdele Mogende Refolutie van huiden (om den door mv gedetineert geweest zynde Willem Olthuis. wederom ter plaatfe van waar hy myne Bedienden feytelyker wyfe ontnoomen was, te laten brengen:) gefchrecven, welke Misfive reeds voor half een uur aan fyn L. ter hand gefteld zynde, ontfange ik daar op thans zynde half vyff een Declinatoir andwoord, gelyk UEdele Mogende uit defelve , welke N 3 in  ip8 VERZAMELING van STUKKEN, in originali hier nevens voege, met meerderen gelieven te verneemen. Waar meede verhoopende aan UEdele Mogende Refolutie voldaan te hebben, verblyve met alle Hoogagtinge. Onderftond. Edele Mogende Heeren! Uw Edele Mogende Dienstwillige Dienaar, Was getekend. And. Schimmelpennink van der Oye. Arnhem den 12. Maart 1771. Het Opfchrift was. Edele Mogende Heeren , Myn Heeren die Raden den des Furjiendoms Gelre en Graaffchaps Zutphen. N. 5. MISSIVE van den Commandant des Garnizoens van Arnhem. Den 12. Maert 1771. Hoog Wel Gebooren 'en Gestrengen Heer! Hebbe my met Uw Hoog Wel Geb. Geftr. gerefpe&eerde fchryvens op heeden vereert ge-  tot de MILIT. JURISDICTIE. x99 gevonden, ter beandwoordingevan welke met weinige feer refpeftueufelyk zal dienen. Dat den Gevangen niet op eigen gea. hebbe doen apprehendeeren, maar om dat h> üg hadde aangegeeven als Deferteur van het Battaihon, dothans de eer hebbe te: commandeeren (gelyk hy ook waarlyk is) h<™ htbbe moeten in arrest doen neemen. Ik pioteftcie ten fterkftén en betuige geen.intentie te hebben gehadt eenigen ingreep m s Lands *uistelyke Hoogheid te doen, maar dat ik meende fulx uit eragte van de Militaire wetten en ordres van Zyne Doorlugtigfte Hoogheid te hebben moeten doen, hebbe ook geene intentie gehad eenige ftremming en ladle in Uw Hoog Wel Geb. Geftr. funftie te brengen, neen, zal die altoos gaernc refoefteeren, en £ bidde Uw Hoog Wel Geb Geftr. my met qualyk te duiden, dat ik aan de requifitie van Uw Hoog Wel Geb. Geftr. Misfive, hoe gaarn ook, voor als nog , niet kan voldoen, en ver. foeke Uw Hoog Wel Geb. Geftr. my de tyd te vergunnen, dat ik daar over aan Zyn Dooilugtigtigfte Hoogheid den Heere Pnnce Erfftadhouder mag fchryven en Hoogst desfelfs ordre in deefen imploreeren, het geen moigen met de Post ftaat te gefchieden: Zullende ondertusfchen omtrent de Gevangenen Deferteur niets laten doen, maar hem alleenlyk wel doen bewaren, en de faak in fyn geheel houden, meenende niet bevoegt te zyn deefen Deferteur als nu buiten ordre van Hoogstgemelde Heer Erfftadhouder over te geeven. Ik ben voor het overige bereid indien m deefen mooge bevonden worden gepecceert te  aoo VERZAMELING van STUKKEN, hebben , Uw Hoog Wel Geb. Geftr. alle convenable fatisfactie te geeven, gelyk ik ook altoos by alle oceanen met het diepfte refpeól zal zyn. Onderftont Hoog Wel Gebooren en Gestrengen Heer! Uw Hoog Wel Gebooren en Geftrengen feer Ootmoedige en leer Gehoorfamen Dienaar IVas geteekent, C. j. D. Ouay. Arnhem den 12. Maart 1771. Het Opfchrift was, Hoog W?l Geboore en Geftrengen Heer, den Heere Baron van Schimmelpenning van der Oyen, Landdrost des Quartiers van Veluws, £fc. êfY. 1 in ARNHEM. N. 6.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 101 N, 6. MISSIVE aan den Heer Erf- ftadhouder. Den 13. Maart 1771. • Doorlugtigste Furst en Genadige Heer Erfstadhouder! Hoe afkeerig wy ook zyn van alle disputen, en hoe een groote tegenfin wy ook in ons gevoelen om Uw Doorlugtige Hoogheid met laken van die natuur lastig te vallen , foo vreefen wy egter van pligtverfuim met reeden be. S& te zullen kunnen worden , indien met een werkeloofe onverfehilhgheid quamen te pasfeeren een voorval veroorfaakt dopJ t gedrag van den Commandeerenden Officier binfen aU Stad C. J. de Ouay t welk ioo vreemd ons is voorgekoomcn, dat wy niet gelooven, dat ooit iets diergelyks door een Miitair Officier in deefe Provintie is ondernoomen , en foo een palpable ingreep in de LandFurs elyke Hoogheid door 't geen teegens en van de Hooge Officieren van dien feitelyker wyfe is geattenteert, importeert, dat wy me twvffelen of Uw Doorlugtige Hoogheid zal foo wel, als wy daar over ten hoogften gefurpreneert zyn. , Het beftaat hier in, dat wy op den 5- deefer maand door de Landdrost van Veluwen by fvn L. Misfive en de daar by gevoegde hukken geinformeert zynde van t in den Ampte van Epe in Civile detentie neemen van een vreemd Vagabonderende perfoon , Off noemende Willem bithuis; wv denfelve loo fufpeftm N s 1>n  202 VERZAMELING van STUKKEN, fyn handel en wandel hebben gevonden, dat wy gedccerneert hebben , apprehenfie corporeel en ten gevolge van dien opgemelte Landdrost hebben gefonnen, om deefen Perfoon in 's Hoves gevankenis over te doen brengen en te gelyk nog eenige nadere informatien te neemen foo als Uw Doorlugtige Hoogheid met met meerdere uit onfe daar over genomene Refolutie fub N. i. hier bygevoegt zal gelieven te verneemen. Dat de Landdrost tot 't eenen ander order geilek hebbende, 't immiddels is gebeurt, dat deefe tot daar aan toe Civiliter gedetineerde onder pretext van nodig te hebben om buiten de deur te moeten gaan, fig ftil van een mes heeft weeten meester te maken , daar meede de touwen, met welke hy vastgehouden wierd , heeft doorgefneeden en werkiyk heeft tragten te aufugeren , dog dat den Onderfchout nem in 't wegloopen agterhaalt hebbende, hy aan denfelve een^lnecde over den arm, die egter niet tot op 't lighaam is doorgegaan , en een fteek in de borst heeft toegebragt, welke in val wat dieper gepenetreert hadde, van een gevaarlyk gevolg zoude hebben kunnen weefen als fub N. 2. en 3. Dat dit heeft occafie gegeeven om deefe Gevangen aanfionds te moeten kluisteren , en dat* foodaenig en in die ftaat door de Bediendens van de Juftitie geasfifteert met een Onderfchout hier na toe op een wagen op eergisteren is getransporteert geworden. Dat den Onderfchout de brief van de Landdrost, dienende tot kennisgeeving van 't arrivement van fyne Gevangen, ten einde de pra?- fi-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 203 Aderende Raad order foude kunnen geeven , om dcnfelve in 's Hoves gevangenis m te neemen , willende gaan heitellen, 't immiddels gebeurt, is dat deele Perfoon, foo gefegt word , op zyn roepen aan de Wagt, dat een Deferteur was, op order van den Commandeerenden Officier foo gekluistert met de wagen nae de Hoofdwagt is gebragt, daar men hem van de waegen heeft doen aftreeden en in detentie met de boeijen van den Ofhcier aan fyn hghaam genoomen. • Dat de Landdrost aan ons by fyne Misfive van den 12. deefer, waar van copie hier neevensis gevoegt/«& JV. 4- van dit alles kennisfe hebbende gegeeven, wy daar op gisteren morgen ons genoodfaakt hebben gevonden te neemen de Refolutie fub JV. 5. en die aan den Landdrost toe te fenden. Dat wy daar op ten felven daage hebben ontfangen fyn L. refcriptie met het begevoegde Declinatoire antwoord van meer gemelte Commandeerenden Officier fub JV. 6. en 7. Dit 't geval zynde in 't begin deefes gemelt, verfoeken wy , dat 't ons gepermitteert mag weefen om te obferveeren. _ , Voor eerst, dat wy de Crimmeele Jurisdictie in naeme van d'Edele Mogende Heeren Staten fpeciaal ten platten Lande , in de Veluwe exercerende tot 't ontfangen der gevangens, door de refpeótive Officieren wordende geapprsEhcndeert, fig hier in de plaats, welke de Landfchap , gelyk aan Uw Doorlugtige Hoog. heid bekendis, aan ons Collegie tot een rendentie heefegeasfigneert, gevangenhmien worden gevonden, waar in de Officiers haare Ge-  204 VERZAMELING van STUKKEN, detineerdens doen overbrengen , om door ons of een Commisfaris uit ons midden geëxamineert en 't Proces Inquifitoir foo de laak daar nae gefchapen is, teegens haar geinftrueert tc kunnen werden. Ten tweeden , dat gevolglyk 't acces tot die gevankenis en dus den ingank in de Stadt en 't gebruik van de ftraajt aldaar vry behoort te blyven, fonder dat iemand bevoegt kan worden geoordeelt daar aan eenig empechement en wel de facïo toe te brengen. Ten derden, dat de perfoon in queestie zig werkelyk in de bewaring van de Bediendens van den Landdrost van Vel uwen en wel geboeyt op een wagen fig heeft bevonden. en dus, foo ras die onder die bewaring heen , door een ander buiten weeten en confent van de geene die de apprtehenfie en mitsdien de reële citatie heeft gedaan, word weg genoomen, nae onfe gedagten daar aan geen andere mem , als van een feitelyke onderneeming, waar door de gedaane appraehenfie ten eencmaal word ontzenuwt, kan worden gegeeven. Ten vierden, dat, wanneer men eens wilde prcefupponeeren ,' dat er een confiïcl: van Jurisdiólieover faiten, waar meede iemand befchuldigd wierd, fig konde opdoen , 't gevaer]yk in een Republicq moet voorkoomen , dat men fig felfs koome te Rigten, door een, die in een anders magt en van weegens de Hooge Overigheid reeds in bewaerende hand is gefleld en fig bevind, daer uit en nae fig te neemen , fonder een ordentelyk en discreet reclame te behoeven in 't werk Hellen, alfoo't dan maar  tot de MILIT. JURISDICTIE. 205 imt afhangt van die geene welke de fterkfte is, om anderen 't haare af te neemen en dit fig toe te eigenen. . bWv hebben daar tegens wel in aanmerkrnge genoomen 't geen de Commandeerenden Officier in desfelfs antwoord fub N. 7- tot ver' ichooning van zyn. gedrag komt te alle?eeren, en 't geen uitloopt op deefe twee poinöten , namentlyk, dat op 'troepen van den Gcvanrmen ,:dat een Deferteur was , hem heeft motten aanhouden volgens de Militaire Wetten En ten tweeden , dat geen intentie hcetc gehad , om eenige ingreep in de Landiurltelyke Hoogheid te doen, of den Landdrost in lyn funftie eenige hefie toe te brengen. Maar wat 't eerfte betreft, foo laat fig ent wel hooren , wanneer een Deferteur zyn eige meester is en over zyn perfoon kan dispo- neeren. . 1 _ Dog 't is onfes eragtens gantsch anders geleegen met 't geroep van foo een , die fig reeds • in Se raagt van een ander Officier van de Juftitie bevind, die behoorlyk moet worden aangefprooken als men meent eenige reeden e hebben, om overgifte van foo een pcrloon te mogen eifchen, en mogen wy dan m foo een geval metregt, foo ons dunkt, vragen? Hoe 't mo-elvk is, dat een bloote aangifte van een Deferteur, mogelyk voortgekoomen uit een overtuiging van groovere delicten, de uvj» Sociëteit turbeerende in fyne Heer look enVagabundeerende Haat gepleegt te hebben, als de bloote defertie en geptaflafeert, ioo als c fig op 'tuiterlyke felfs laat aanfien, om fig te  ao5 VERZAMELING van STUKKEN, redden uit de handen van een Juftitie, in welkers magt fig reeds bevond, en teegens welke hy door 't quetfen van den perfoon van de hem bewaart hebbende Onderfchout foo merkelyk felfs fig vergreepen hadde als fub N. 2. en 3. een gefag aan een Commandeerenden Officier kan geeven, 't welk men ingewikkelt dan toeftaat buiten foo een aangifte niet-te hebben. TwyfFelende Wy ook feer of er fodaenige Militaire Wetten, die aan een Commanderenden Officier foo een eigenwillige rigting teegens een andermans gevangen fonder eenig prtecederent onderfoek ordonneerén of permitteren , gevonden worden, en moetende wy in alle gevallen ter goeder trouwe betuigen daar van volkoomen ignorant te zyn. En wat de tweede reeden aangaat, is aanftonds ligtelyk te ontdekken , dat dit al te zamen zyn proteftatien , die door de daden worden wederfprooken , hebbende wy hier vooren reeds, foo wy ons verbeelden claar genoeg , gedemonftreerd, dat foo een ontneeming van een Gevangen aan een Officier van de Juftitie een daat is , die fonder ftremming van de Juftitie , begonnen door de corporeele appra?henfie, fonder krenking van 't gefag der Oppermagt, in welkers naam de Criminele Jurisdictie word geöeftent en fonder la;fie van den Officier, aan welke fyn Gevange de faóto word ontvoert, en fyne gedaane appramenfic infructueus gemaakt, niet kan gefchieden , fuJx dat dan ook een woordelyk voorgeeven van niet tegenftaande dit alles geen voorneemen daar toe  tot de MILIT. JURISDICTIE. 207 toe te hebben gehadt van geen operatie tegens fpreckende daaden ooit kan geoordeelt worden te kunnen zyn. . Wy zouden aan Uw Doorlugtige Hoogheids penetratie te kort doen; in wy Uw Doorlugtige Hoogheid nog langer zouden willen ophouden met een nadere adftiudie van djen en fpeciaalmet de gevolgen, welke noocdaakelyk tot nadeel van de Juftitie zullen moeten refulteren daar uit, dat een Militaire Wagt aan een Poort, die wy eerbiedig aan UwDoorWcige Hoogheid in bedenking mogen geeven of niet eerder gefchikt behoorde te zyn op de Politicque beveelen van s Lanus Umcieren en Magiftraaten t'onderfteunen als om die in haare werkfaamheid ter uitvoering van haare funftie te turbeeren en hinderlyk te zyn , de vrye en onbelemmerde ingang in delelve en 't gebruik van 's Heeren ftraaten aan een Politica Officier een Gevangen overbrengende, zoude mogen betwisten of aan haare examinatie of van den Gouverneur of Commanaeerende Officier onderwerpen. Wy a^ten 't al meede onnodig, om voor als nog in eenige discusfie te brengen de delicten, waar aan deefe Gevangen geaccuteert word lig tot nadeel van de Ingefeetenen ten Platten Lande fchuldig gemaakt te hebben, om dat voor als nog daar op niet aankomt, maar enkel en alleen na orife gedagten op de reltitutie van den Gevangene Perfoon., in de raagt van den Hooge Officier, aan wien dien defa&o onttrokken is, waar over wy alleen ons tot hier aan toe befwaren. Wv flatteeren ons mitsdien , en verioeken te 3 ge-  2o8 VERZAMELING van STUKKEN, gelyk met alle refpeét, dat Uw Doorlugtige Hoogheid al 't gunt voorfz. confidererende, aan ons aan d'eene fyde die Juftitie wel zal gelieven te doen van toe teftaan, dat wyin deefen niet hebben kunnen ftil fitten, maar ons gevoelig hebben moeten toonen, over foo een lafte aan een Hoofd-Officier deefer Provintie in d'exercitie van fyn functie toegebragt; en dat aan d'andere kant aan Uw Doorlugtige Hoogheid, welkers protectie wy vertrouwen als Erfftadhouder, die wy de eer hebben aan 't Hoofd van ons Collegie geplaats te moogen zien,tot maintien van een Jurisdictie, die ons is toevertrouwt, te mogen imploreren, behagen mag die efficacieufe voorfieninge te doen, dat dit alles kost en fchadeloos gerepareert, een convenable fatisfactie aen de gelardeerde Juftitie ,in de Perfoon van een Hoofd-Officier des Lands werde gegeeven , en de ftremminge van de cours van Juftitie opgeheeven. En hier meede eindigende, bidden wy God. doorlugtigste &c Gefchreven te Arnhem den 13. Maart 1771. Uw Doorlugtige Hoogheid Orderdanige en Dienstwillige, die Raden &c. N. 7-  tot de MILÏT. JURISDICTIE. ao0 A7. 7. MISSIFE van Zyne Hoogheid Willem V. aan 't Hof ran Gelderland: Den 16 Maert 1771. Edïïle Mogende Heeren , bysonderé Goede Vrienden. Uit Uwer Ed. Mog. Misfive op den 13 Maart 1771. aan ons gefchj-eeven en diens Bylagen > als mcede uit het rapport, door den Major de Oiiay, thans het Guarnifoen binnen de Stad Xrnhem Commandeerendc, hebben wy vermeent, dat de perfoon fich noemende Willem Olthuis, op ordre van Uw Ed. Mog. aan den Landdrost van de Veluwe gegeven, door de Bediendens der Juftitie geasfifteert met een Onderlchout den 11. deefer op een wagen, en gekluiftert, naar Arnhem getransporteert, en aldaar aan de Poort gekoomen zynde op ordre van gemelde Commanderende Officier vermits voornoemde Olthuis aan de Wagt geroepen had, dat hy een Deferteur was, naar de Hoofdwagt is gebragt en thans by den Geweldigen Provoost te Arnhem voornoemt is gedetineert. En gelyk wy het vóorfz. transport van gemelde Gevangen naar de Hoofdwagt geenfints kunnen approberen, foo hebben wy dan ook de nodige ordre geftelt, ten einde de voorfz. Gevangen wederom gebragt worde ter plaatfe, alwaar hy op ordre van voornoemde Commanderenden Officier is gearrefteef t, én aldaar worde overgegeven aan de geenen, die door VI. Deel. O Uwe  2io VERZAMELING van STUKKEN, Uwe Ed. Mog. tot overnecmingc van denfelven Gevangen fullen worden geordonneert. Wy VERWAGTEN, datUweEd. Mog. op geene verdere fatisfactie van voorgemeldenCommanderenden Officier fullen infteeren, dewyl wy het voorfz. transport naar de Hoofdwagt geenfints aan fodaanige intentie als by Uwer Ed. Mog. Misfive is gemelt; maar alleen aan een verkeert begrip van bevoegtheid om dien Delinquant, een Deferteur van 't Guarnifoen zynde, te kunnen faisfisferen , overal, waar hy denfelven vond , konnen toefchryven. Wy confirmeeren ons in deefe gedagten wyf meergemelde Officier ook boven dien aan ons gerapporteert heeft, dat hy de reftitutie van den Gevangen aan den Landdrost van de Veluwen ten zynen huife heeft geoffereert gehad, dog dat gemelde Landdrost als toen daar toe niet konde refolveren. Begrypende , dat door deefe fatisfactie aan Uwer Ed. Mog. verfoek door ons is voldaan, twyffelen ook geenfints , of Uwe Ed. Mog. fullen niet haffiteeren om denfelven Gevangen, wanneer hy , als notoir onder de Militaire Jurisdictie behoorende , op onfe ordre gereclameert word, wederom aan de Militaire Juftitie over te geeven. Waar meede Edele Mogende Heeren , bysondere Goede Vrienden ! Wy Uwe Edele Mogende beveelen in Gods Èeilige protectie. On-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 211 Onderjlond. Uwer Ed. Mog. Dienstwillige goede Vriend, Was geteekent. W. Prince van Ormgti Lagerftond. Ter Ordonnantie van Zyne Hoogheid. Was gecontrafigneert F. J. de Larrey. In margine Jiond, In 's Gravenhage den 16. Maart 1771. Het Opfchrift was, Edele Mogende Heeren byfondere goede Vrienden d Heeren Raaden des Furjtendoms Gelre en Graaffchaps Zutphen te Arnhem. JV 8. EXTRACT uit het Memorie en Refolutieboek 's Hoves van Gelderland. Mercurü den 20. Maart 1771, Ontfangen en geleefen een Misfive van Zyn Hoogheid den Heere Erfftadhouder geichreeven in 's Gravenhage den 16. deefer en houdenO 2 de>  212 VERZAMELING van STUKKEN, de , dat Hoogst defelve uit Hoves Misfive van den 13. daar bevoorens als meede uit het rapport door den Major de Qj,iay , thans in het Guarnifoen binnen de Stad Arnhem Commandee ende, hadde vernoomcn, dat de Perfoon fig noemende Olthuis, op ordre van den Hove aan den Landdrost van Veluwen gegceven , dooi de Bediendens van de Juftitie geasfifteert met een Onderfchout, den 11. deefer op een wagen en gekluistert nae Arnhem getransporteert, en aldaar aan de Poort gekoomen zynde op ordre van gemelde Commandeerenden Officier, vermits voornoemde Olthuis aan de Wagt geroepen hadt, dat hy een Deferteur was, nae de Hoofdwagt was gebragt en thans by den geweldigen Provoost te Arnhem voornoemt was gedetineert. Dat, gelyk Zyn Hoogheid het voorfz. transport van gemelde Gevangen nae de Hoofdwagt geenfints konde approberen, Hoogts defelve dan ook de nodige ordre geftelt hadde, ten einde de voorfz. Gevange wederom gebragt zoude worden ter plaatfe alwaar hy op ordre van voornoemde Commandeerenden Officier was gearrefteert, en aldaar zoude werden overgegecven aan de geenen die door 't Hoff tot overnceming van derfelver Gevangen zouden werden geordonneert. Dat Zyne Hoogheid verwagte dat 't HofF op geene verdere fatisfactie van meergemelden Commandeerenden Officier zoude infteeren, dewyl Hoogst defelve het voorfz. transport nae de Hoofdwagt geenfints aan fodanige intentie als by 's Hoves Misfive was gemelt, maar alleen aan een verkeerd begrip van bevoegtheid ora  tot de MILIT. JURISDICTIE. 213 om dier: Delinquant, een Deferteur van het Guarnifoen zyndc, te kunnen iaifisferen ovei al waar hy denfelven vond, konde toeiCh.v- V pure Militair of niet, 't is, en dus daar door eerst bequaam fullen worden gemaakt om te kunnen oordeelen of wy ons bevoegt fouden mogen agten om uitonseyge felfs tot foo een . reftitutie,als Uw Doorlugtige Hoogheid fchynt te dcfidereren, te refolveeren. Waar meede eyndigende &c. Den 18. Juni 1771. Uw Doorlugtige Hoogheids Onderdanige en Dienstwillige , die Raaden des X urftendoms Gelre en Graaffchaps Zutphcn. P S Na dat de Refolutie op den inhoud van ' Uw doorlugtige Hoogheid Misfive by ons genoornen reeds aan den Landdrost van Veluwen, ten fine van Executie,was afgcfondcn en deefe onfe refcriptie aan Uw Doorlugtige Hoogheid rcets was gcrefumeert, hebben wy nog voor 't Icheiden van onfe Vcrgaderinge ontfangcn en verleefen de Misfive bloot en naakt van den Major C. J. de Qjmy als het Guarnifoen thans binnen de Stad Arnhem commanderende , waar van wy de vryheid O 5 nee"  ai8 VERZAMELING van STUKKEN, neemen insgelyks een copie hier neevens te voegen. Dog , vermits aan 't eerfte gedeelte van dien door 't laten afgaan van onfe bovengemelde Refolutie reeds voldaan was, en 't tweede gedeelte concerneerde 't geen , waar op wy reeds hier boven ons geuyt hebben aan Uw Doorlugtige Hoogheid foo hoopen wy dat UwDoorl. Hoogheid nietqualyk fal gelieven te neemen, dat wy ons daartoe refereren, en hebben wy voorts aan den Commanderenden Officier daar op niet anders kunnen antwoorden als 't geen Uw Doorlugtige Hoogheit uit de copie van de refcriptie meede hierby gevocgt met meerdere fal gelieven te vcrnecmcn. N. 10. MISSIVE van den Major C. J. ds Qjiay Commandant des Gitarnifoens te Arnhem aan 't Hof van Gelderland. Den 20. Maert 1771. Edele Mogende Heeren ! Het is met het diepst refpeft, dat den ondergefchrceven Majoor, thans Commandcerende het Guarnifoen, de eer heeft UEd. Mog. te informeren by deefe, dat hy van Zyne Doorlugtige Hoogheid den Heere Prince Erfftadhouder héeden morgen met de Post ordre bekomen heeft , om den Gevangenen Willem Olthuys wederom te doen brengen ter plaatfe, alwaar hy op fyn ordre is gearrefteert , en denfelven Gevangen aldaar te doen overgeven aan  tot de MILIT. JURISDICTIE. . 219 aan die geenen, die door de Raden des Furdoms Gelrc en Graaffchaps Zutphen tot overSinge van dien Gevangenen fullen werden Sonneert, omvervolgens demeergemeken Gevangenen, als onder de Militaire Jurisdiftie behoorende, behoorlyk te reeveren, met verfoek van copie der mformatien ten lasten van denfelven Gevangenen ingewonnen. Ingevolge die ordre van Zyne Doorlugtige Hoogheid ben ik gereed Ed. Mog. Heeren die overgifte van den voorfz. Gevangenen te doen, en verfoeke overfulks te mogen weten, wanneer die geenen, die den Gevangenen fullen overneemen, ter gefegder plaatfe door UEd Mo" fullen gefonden worden , als wanneer den Gevangenen aldaar ook fal doen brengen en de overgifte doen; het welk voorgegaan zyn. de, foo verfoeke ter executie van de verdeie ordre van Zyne Doorlugtigfte Hoogheid mede, dat UEd. Mog. mydien Gevangenen voor. noemt, als onder de Militaire Jurisdiftie geho5e wederom gelieven over te geeven , en Sèede de goedheid te willen hebben, my als ïan copie de'r informatienten lasten van denfelven Gevangenen ingewonnen, meede te deelen. Waar meede met voorgaande refpeft blyve Onderftont Edele Mogende Heeren! UEd. Mog. feer Gehoorfame Dieisaar, Was getcekent C. ?. de Qi.ay. J In  i2o VERZAMELING van STUKKEN, In margine ftond Gefchreeven t'Arnhem deefen 20. Maart 1771. 't Opfchrift was, A a die Edele Mogende Heeren , de Heeren Raaden des Furstendoms Gelre en Graaffchats Zntphen , refiderende te Arnhem. N. 11. MISSIVE aan den Major C. J. de Qiiay. thans het Guarnifoen binnen de Stad Arnhem Commanderende. Eerentfeste enManhafte, bysondere Goede Vriend. By ons ontfangen en verleefen zynde UEd. Misfive geichreeven binnen Arnhem op heden den 20. decfer op 't fubject van de ordre by UEd. van fyne Doorlugtige Hoogheid ontfangen tot reltitutie van den Gevangen Willem Olthuis aan die gcene, welke door ons tot overneemmge van denfelven fouden werden geördonnecrt, hebben wy na deliberatie goedgevonden UEd. voor refcriptie toe te voegen , dat wy voor foo veel het eerfte gedeelte van UE Misfive betreft, reets voor 't ontfangcn van UE. Misfive de nodige aanfchryvinge aan den Landdrost van Veiuwen hebben laten toekoomen, waar aan UE. mitsdien fig fal kunnen addresieeren. En dat, voor foo veel het tweede lid van dien  tot de MILIT. JURISDICTIE. aat dien rakende een verfock, dat wy dieordres fouden willen Hellen , dat, na dat de reftitutie van den Gevangen door UE. zal fyn gedaan , als dan denfelven Gevangen, als onder de Mintaire Jurisdiftiegehoorer.de, wederom aan til. moet werden overgegeven, en wy als dan te gelvk copie van d'informatien, ten laste van gemelde Gevangen ingewonnen, aan UE. iouden willen meede deelen , is belangende, wy daar op ter lvner tyd foodaane reflexie fullen neemen als wy nae omftandighecden van faeken fullen bevinden te behooren $ waar meede eindigende &c. Gefchreeven t'Arnhem den 20. Maart i77r- Die Raden des Furftendoms Gelre en Graaffchap Zutphen. 2v* 12 MISSIVE van den Landdrost van Peluwen aan 't Hof van Gelderland. Den 20. Maert 1771. Edele Mogende Heeren! Nae my vereert gevonden te hebben met Uw Edele Mogende misfive en refolutie van huiden, quam de Commanderende Oüicier van 't Guarnifoen alhier my notihceeren, dat van fyne Doorlugtige Hoogheid ordre hadde den Gevangen te brengen ter plaatfe alwaar mvn Dienaars van de Juftitie ontnomen was, ten einde ik hem weder foude overneenicn.  222 VERZAMELING van STUKKEN, Ik feyde, dat het my toefcheen dat fulx met minder eclat konde gefchieden, wanneer ik hemliet overnemen by den geweldigen Provoost alwaar nu gedetineert was, en als fulx tusfen ligt en donker gefchiede; fyn Ed. dit approbercnde , kwam den Onder-Major deefer Stad om fes uuren by my, hebbende aan 's Mombers Dienaars gelast, op die tyd meede prsefent te zyn, welke den Onder-Major tot op een feekere diflantie tot aan de Provoost volgende en voor defelve blyvende iiaan, en den Onder-Major binnen gegaan en daar naa de Dienaars geroepen hebbende, is den Gevangen Willem Olthuis aan haar overgegeven en in 's Hoves gevangenisfe gebragt, by fig hebbende een pak plunjen en nog eenige boeijen foo van myn Dienaars als van den Geweldigen aan fig. Ik hebbe ter voldoeninge aan die Uw Edele Mogende Refolutie de eere hier van aan Uw Edele Mogende de vereischte kennis te geeven, en Uw Edele Mogende te verfeekeren, dat met alle hoogagting 't geluk hebbe te zyn. Onderftond Edele Mogende Heeren! Uw Edele Mogende Dienstwillige Dienaar Was getekend. And. Schimmelpennink van der Oye. Arnhem den 20. Maart 1.771. Het  tot de MILIT. JURISDICTIE. 213 Het Opfchrift was, Edele Mogende Heeren, Myn Heeren die Raden des Furstendoms Gelre en Graaffthaps Zutphen. N. 13. MISSIVE van A. F. Cramer Com¬ mandant des Guamifoens te Arnhem, aati't Hof van Gelderland. Den 27. Maert 1771. Edele Mogende Heeren ! Den ondergefchrevene thans Commanderende de Militie alhier Guarnifoen houdende op den 27. Maert 1771. ontfangen hebbende eene misfive van fyn Doorlugtige Hoogheyt gefchreven in 'sHage den 26. van die felve maand met aanfchryvinge en ordres om den overgegevene in 'sHoves Gevankenisfe Willem Olthuis, als notoir tot de Militaire Jurisdiftie behorende, fonder uitftel andermaal van UEd. Mog. te reclameren en op de dadelyke overgifte van gemelde Gevangen te infteren, foo en als denfelven met alle refpeft is doende mitsdeefen, met ootmoedig verfoek van hier op ten fpoedi^ften met UEd. Mogende refcriptie te mogen worden vereert, om daar van aan fyn Doorlugtige Hoogheyt ingevolge ordres ten eerften rapport te kunnen doen. Waarmede met aiie refpeft en hoogagtingc verblyve. Onderftond. Edele Mogende Hkcren ! Uw  224 VERZAMELING van STUKKEN, Uw Edele Mogende Onderdanige;Dienaar, Was getekend. A. F. Cramer, in margine ftond Arnhem den 27. Maart 1771. Het Opfchrift was. Edele Mogende Heeren, Myn Heeren die Raden des burftendoms Gelre en Graaffchaps ZuU plien. r N. 14. MISSIVE aan A. F. Cramer thans commanderende het Guarnifoen binnen de Stad Arnhem. Eerentpeste en Manhafte, byzondere goede Vriend. Wy hebben deefe morgen in onfe Vergade- nnge wel ontfangen UEd. Misfive van heden, waar by UEd. uit hoofde van de ordre van fyn Doorlugtige Hoogheid ontfangen , nogmaals komt te infteren op de overgifte van den thans w-f, Xf7 §evangc™sfe gedetineert fittende Willem Olthuis. Het doet ons leet, dat Wy ons voor als no<* buiten itaat bevinden om ons op UEd. verfoek- te kunnen expliceeren, en dus voor 't teerens- vvoordige niet anders aan UEd. kunnen refcri- beeren, dan dat wy alle dagen het rapport van de  tot de MILÏT. JURISDICTIE. a*jf de Heer Commisfaris tot 't examen van den gemelde Gevangen gecommitteerd die ons beregÊ heeft, alle mogelyke fpoet reets te hebben gemaakt , en eerstdaags met fyn rapport te lullen veerdig zyn, te gemoet lien, en niet lullen nalaten om foo ras wy daar door gelegentbeid fullen hebben ontfangen, om op dit en het vorig veribek door denCommanderenden Officier van het Guarnifoen binnen deefe Stad gedaan, nabehooren te kunnen delibereren, onfe Refolutie op dat fubjeet als dan ten eersten aan UEd. te laten toekoomen. Waar mede eindigende &c. Gefchreeven t'Arnhem den 27. Maert 1771. Die Raaden des Furftendoms Gelre en Graaffchap Zutphen. N. 15. EXTRACT uit kt Memorie en Refolutie Boek 's Hoves van Gel-' derland. Jovis den 28. Maart 1771. By refumtie gedelibereert zynde op d'ingekomene Misfive van den Commanderenden Officier van het Guarnifoen binnen de Stad Arn* hem C j. de Qjiay van den 20. deefer., hou» dende, dat fyn E. van fyne Doorlugtige Hoogheid den Heer Erfftadhouder ordre ontfangen hebbende om den Gevangen Willem Olthuis wederom te doen brengen ter plaatfe, alwaar hy op fyn ordre was gearrefteert en denfelven Ge* vangen aldaar te doen overgeeven aan diegee* VI. Deel. P ne,  226 VERZAMELING van STUKKEN, nc, die door den Hove tot overneemingc van dien Gevangen foude werden geordonneert eir vervolgens den gemelde Gevangen, als onder de Militaire Jurisdictie behorende, behoorlyk te reclameren, met verfock van Copie der informatien ten lasten van denfelven Gevangen ingewonnen, ten gevolge van dien verfogte, dat, na dat die overgifte invoegen voorfz., waar toe hg gereed betoonde, door hem foude zyn gedaan , 't Hof als dan den voornoemde Gevangen, als onder de Militaire Jurisdictie behoorende. wederom geliefde over tegdeven en tellens de goedheid wilde hebben om aan fyn E. copie der informaticn ten lasten van denfelven Gevangen ingewonnen mede te deelcn. Voorts meede op de nadere ingekomene Misfive van den Commanderenden Officier van 't felve Guarnifoen A. F. Cramer gefchreven te Arnhem den 27. deefer , daar by ingevolge bekomene nadere ordres van Zyn Doorlugtige Hoogheid om den «vergegevene Gevangen Willem Olthuis, als notoir tot de Militaire Jurisdictie behorende, fonder uitflel andermaal te reclameren en op de dadelyke overgifte van gemelde Gevangen t'inflercn, het vorig vcrfoek nader inhalerende. En, na gehoort rapport van den Heer Commisfaris tot 't examen van den Gevangen Willem Olthuis gecommittcert, in agting genomen zynde. Voor eerst, dat fig hier voordoet by den Gedetineerden eene geavcre;rde defenie uit den Militairen dienst. En ten tweeden dat de andere delicten, welke  tot de MILIT. JURISDICTIE. 22? ke hy geaccufccrt word gecommitteert te hebben , of niet volkomen beweefen voorkoomen, of immers Van die natuur zyn , dat als mindere , dan de defertie kunnen aangciicn worden, en dus 't meerdere 't mindere ook ten aanfien van de itraffc foude kunnen gcfegt worden te moeten abforbcrcn ; is goed gevonden en verftaan, dat aan 't verfock van opgemelte Commanderende Officier , in foo ver 't felve betrckkclyk is op de defertie, fal werden vo.ldaan, en dat mitsdien den Gedetineerden Willem' Olthuis aan den voornoemde Commanderende Officier fal werden overgegeeven, gelyk ook ten dien einde Extract uit dé confesOen van den Gedetineerden relatie rot fyne defertie hebbende aan fyn E. fal werden meedegedeelt. Dog dat 't Hof, fig onbevoegt agtende, om, foo veel de verdere informatici!, betrek* kinge op andere, als pure Militaire delicten hebbende , aangaat, aan denfelven Commanderende Officier t'extradeeren, in foo ver fig genoodfaakt vind om in desfelfs verzoek tot communicatie van dien tendeerend , te difficultercn gelyk daar in gedifficulteert word mits deefer). Dat voorts ten gevolge van dien de Cipier fal worden gelast om aan die geene, welke van weegens den Commandeerenden Officier voornoemt fullen gefonden worden, om den Gevangen Willem Olthuis af te halen , denfelve Gevangen met fyn byhebbend goed over te geven en te laten volgen. En fal Extraft deefes met byvoeginge van 't gementioneerde Extraft uit de confesfien van den Gedetineerden, relatie tot fyne deferP 2 tie  228 VERZAMELING van STUKKEN, tie hebbende, by Misfive aan den Commandeerenden Officier van 't Guarnifoen binnen deefe Stad tot antwoord op desfelfs verfoek werden toegefonden. Gelyk mede van dit gerefolveerde met toefendinge van Extraft deefes aan Zyn Doorlugtige Hoogheid den Heer Erfftadhouder fal werden kennisfe gegeven by de Misfive hier na volgende. Fiat infertio. Onderftond. Accordeert met voorfz. Memorie en Refolutieboek. iV. 16. MISSIVE aan den Heer Erfftadhmder. DOORLUGTIGSTE VoRST , EN GeNADICE Heer Erfstadhouder. Gelyk wy by onfe Misfive van den 20. defer maand de vryheid hebben genoornen aan Uw Doorlugtige Hoogheid reden te geeven, waarom wy ons als toen niet gevoeglyk over de laetfte periode van Uw Doorlugtige Hoogheids Misfive van den 16. Maart daar te vooren, houdende, dat Uw Doorlugtige Hoogheid geenfints twyffelde, of wy fouden niet hcefiteren, om den Gevangen Willem Olthuis wanneer hy, als notoir onder de Militaire Jurisdictie gehoorende , op Uw Doorlugtige Hoogheids ordre 'gereclamecrt wierd, wederom aan de Militaire Ju-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 229 Juftitie over te geven , konden expliceren ; foo verftrekt 't ons thans tot een fonderling genoegen , dat wy, gehoort hebbende het rapport van den Heer Commisfaris tot 't examen van Wülem Olthuis gecommitteert, die alle mogclyke fpoed, foo veel de natuur der fake en 't doen neemen van nog eenige nadere informaticn permitteerden , heeft gemaakt, Uw Doorlugtige Hoogheid kunnen informeeren , dat wy gemeent hebben ons in ftaat te bevinden om aan 't betoonde verlangen van Uw Doorlugtige Hoogheid tot overgifte van den voorfz. Gevangen aan den Commanderenden Officier binnen deefe Stad te kunnen voldoen, en daar door eenblyk te kunnen geevenvan onfe welgemeende Hoogagtinge voor en deference aan de fentimcnten van Uw Doorlugtige Hoogheid, gelyk Uwe Doorl. Hoogheid met meerdere fal gelieven te verneemen uit de copie van de Refolutie op heden daar overgenomen en aan den Commandeerenden Officier reeds afgefonden. Wy verfoeken nogtans, dat 't ons gepermitteert mag weefen aan Uw Doorlugtige Hoogheid te gelyk te mogen openleggen tot beter verftand van voorfz. onfe refcriptie en doemalige bedenking over de natuur der delicten, waar aan deefe Gevangen fig foude kunnen fchuldig gemaakt hebben, dat wy aan d'eene fyde die niet fouden geöppert hebben, indien des Gevangens deliét pure Militair was geweest, maar aanftonds denfelven fouden hebben geëxtradeert aan de Militaire Juftitie, maar dat 't aan den anderen kant onfeindispenfable pligt was, om , na dat de Gedetineerde door den Landdrost van Veluwen was geapprehendeert, P 3 mee»  23© VERZAMELING van STUKKEN, meede t'onderfoeken, of hy ook andere delieten, die men onder de gemeene telt, en begaan worden tegens de famenleeving en civile Sociëteit, en wel, van wat gewigt of fwaarte die konden geconfidereert worden te weefen, hadde gecommitteert. Terwyl wy tot hier aan toe op 't fubjeft van de gefundeerdheid van de Militaire Jurisdiftie omtrent foortgelyke deliften, nog in 't generaal, nog in 't byfondcr omtrent Defertcurs , die 'tPlaccaat van den 10. Juli 1698. te vinden in 't Groot Gelders Placcaatboek 2 Deei Col. 644. als heerloofe knegten confidereert, en die ter oorfake van haar Vagabunderend leven aan de correctie van den Civilen Regter met bepaiinge van de firraffe fubjefteert, geen ordre , van de Heeren Staten deics Furstendoms en Graaffchaps ontfangen hebbende, ons verbeelden dat Uw Doorlugtige Hoogheits bekende edelmoedige manier van denken niet foude toelaten , om van ons qualyk te neemen, dat wyonfe onbevoegthcidbm een Jurisdiftie, wel.. ke, door opgemelte Heeren Staten aan ons is toevertrouwt, niet te kunnen overgeven ofte laten verminderen, op een discreete wyfe quamen te allegueeren. Het is ons ondertusfehen ten uiterften aangenaam , dat de tcgenswoordige omftandigheeden fodanig fig komen te bevinden, dat die een verder detail van 't gunt voorfz. thans onnodig maken, hoewel wyten hoogften weiifchen, dat eenmaal dit poinft van de Militaire Jurisdiftie op een vasten voet mag werden gebragt, op dat alle conflicten van Jurisdic. tie mogten kunnen werden geëviteert , en wy  tot de MILIT. JURISDICTIE. 231 wy van d'ongenaamheeden, welke die anderfin ts aan ons in 't byfonder veroorfaken, gedlibcreert. Wy eindigen &c. Gefchreven te Arnhem den ft'8. Maart 1771, Onderftond. Uw Doorlugtige Hoogheid Orderdanige en Dienstwillige , die Raden des Furftendoms Gelre en Graaffchap Zutphen. N. 17. MISSIVE van Zyne Doorlugti¬ ge Hcoghcid Willem V. aen die Raden des: Furstendoms Gelre en Graaffchap Zutphen. Edele Mogende Heeren , bycondere Goede Vrienden. Offchoon het ons tot genoegen verftrekt heeft, uit den inhoud van Uwer Ed. Mog. Misfive van den 28. Maart jongstleeden te verneemen de dadelyke extraditie van den Gedeferteerden Soldaat Willem Olthuis aan de Militaire Juftitie, konnen wy egter voor Uwe Ed. Mog. niet verbergen de furprife, welke by ons jrereefen is, wanneer wy foo uit de leciure van den verderen inhoud van de voorfz. Misfive , als van de daar by gevoegde copie der Refolutie by Uwe Ed. Mog. over die faak genoornen , teJEens geilen hebben, dat Uwe Ed. P 4 Mog.  VERZAMELING van STUKKEN, Mog. het motif, waar door fy tot' de voorfz overgifte fig bewoogen gevonden hebben, bv delelve declareren alleen daar in beftaan te hebben, dat de voornoemde Willem Olthuis aan een puur Militair delict, de defertie, bevonden is, fig te hebben fchuldig gemaakt, «n dat Uwe Ed. Mog. fig verplig^c fereeken hadden felve te onderfoeken, of hy ook andere delicten, die men onder de gemeene telt en begaan worden teegens' de famenleeving en Uv,ie Sociëteit, hadden gecommitteert; dan dat Uwe Ed. Mog. delelve onbeweefenof van geringer natuur dan de defertie bevonden hebbende, goed gevonden hadden aan 't verfoek van den Commanderende Officier van Arnhem, in on ien naam gedaan, alleen in foo verre te vol doen, als het felve betrekkelyk was tot de deiertie, en ook in foo verre alleen, Extraft mt desfelfs confesfie aan hem over te geeven met duidelyke verkiaringe, dat Uwe Ed. Mo*' voor Joo veel de verdere infermatien betrof, betref Hing pp andere ah pure Militaire deliEten hebbende , in fyn verfoek difficulteerden , en waar meede Uwe Ed. Mog. niet te min vermeenden aan ons betoond, verlangen voldaan, en ons een hlyk gegeeven te hebben van derfelver welgemeende hoogagting voor endefference aan onje Jentimenten. Wy fouden daar uit moeten opmaken Edele Mog Heeren, dat de feotimenten, die wV over het fubjeft der Militaire Jurisdiftie onveranderlyk aankleeven, aan Uwe Ed. Mog onbekent moeten zyn, immers dat Uwe Ed' Mog wanneer fy vermeend hebben, dat wv met de overgifte van den voorn. Militairen Per-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 233 Perfoon, op dusdanige wyfegeclaufuleert, genoegen konden neemen, fig niet hebben herinnerc, hoedanig het begrip van wylen onfen Hoogst geëerde Heer Vader, Prins Willem de IV. GlorWcr Gedagtenis omtrent foo een esfentieel gedeelte der prsrogativen , aan Hoogst desiëlfs digniteit van Capitain Generaal vastgehegt, geweest is, daar het nogtans kennelyü is , dat Hoogst defelve fig dien aangaande leer duidelyk aan Uwe Ed. Mog. heeft geëxpheeert, wanneer Uwe Ed. Mog. fig by Misfive van den ai. February 1749- over twee gevallen, ues tvds gebeurt, en die meede foo genaamde communiadehéta, door Militaire Perioonen begaan , concerneerden, aan Hoogstdenielven hadden geaddresfeert en verlogt: „ omtrent „ deefe materie te mogen weeten en verltaan Zyne Hoogheids meeninge en intentie, op " dat by UEd. Mog. uit gebrek van daar van " geen kennisfe te hebben, niets mogt in het " werk geftelt worden , 't geen daar meede niet over een zoude koomen en waar op onfen gemelden Heer Vader, by Misfive van den 25? Maart des felvenjaars feer ampel hoogst desfelfs fentimenten aan Uw Ed. Mog. heelt opengelegen infubftantiegerelcnbeert. ,, üat „de Militie hier te Lande, als een Pyfonder „ huishouden moest wordenaangehen , , JN1L.1 WESGEMEENS HEBBENDE MET "HET BURGERLYKE, en dat ingc' volge de aloude grondwetten deefer Lan" den aan ieder hadde gecompeteert eene ! affonderlvke Jurisdictie ; dat fulx ook uit " de Commisfien aan de eerfte Gouvcr„ neurs en Capitains Generaal gegeven, was " Pj » af  *34 VERZAMELING van STUKKEN, „ af te neemen en de cognitie van Militaire " t 1^% °nd£rlbh£ld> het zydanCÏÏJ " til S^W^ e» m« relatie „ tot de laatfte, fonder diftinótie, of defelve * alleen (Zl^T „ alleen hadden geftaan aan den Militairen >' Rechter, gelyk dan ook HoogstdesfeJfs pÏt „ decesfeur Pnns Willem de Ui! met der d LI' „ op.fundament van de voorfz. grondwet en M £Sft H mmr Ü^ 6n °P het ^etfpoor van „ desielfs Hoog Loffelyke Voorfatcn f dat regc " Iktt iZT?T' f00danig ^t alleMÏli ai e Laken, fonder onderfchcid, by den „ Militairen, met feclufie van den BurgerK „ ken Regter, waaren beregt geworden Y exemnelPn Die6 "Menswaardige „ exempelen , die ter contrarie naderhand „ zoude mogen voorkoomen, niet anders „ konden geconfidercert worden als fub e „ obreptief te fyn, en ook meest zouden be „ vonden worden voorgevallen te fyn , in „abfentie van Hoogstb gemelden Pr . ce „ wanneer defelve als Koning van Engelfnd „ naer derwaerts was vertroklen, eifdl eh» delyk federt de aanftellinge van Hoo* Je " nTraïl ^Zf^r^ ^ hooi P^f hCr {CW" 8efa« > als ^sfelfs " S ^ffsfcuren hadden gehad, ver- " rïbfftfe hetlelvV'egC. van de binaire jl „ nsdutie , ingevolge de aloude grondwetten " 7eaSdi°T? ^ hCdfVen' ^n fuiken efftc" faaken t °m W J VerVo3S alle Militaire „ laaken, fonder onderfchcid van Civile of „ raunu, ter Judieature van den Militairen » Reg-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 235 Regter behoorden te ftaan , fonder dat de Polidcque of Burgerlyke Regter fig op eem' ge wyfe daar meede mogte bemoeyen. Dit het wel gefundeert begrip van omen Hooggemelden Heer Vader omtrent het geheele onderwerp der Militaire Jurisdictie geweest zynde, overecnkornftig aan het welk ook zeedert die tyd de Univerfaiiteit van het Militaire Regtsgebied over alle Militaire perfoonen, ten minsten ftiifwygende, by Uwe Ed Mog. is geagnofcccrt, als zynde, ook onder betoog van Uwe Ed. Mog. in menigvuldige gevallen de Univerfeele Jurisdiftie over de Militie van den Staat door den Militairen Regter geexerceert, en Hoogst dcsfelfs voorfz. Misfive ook daar en boven onbeandwoord gebleevcn , vinden wy geen fwarigheid te declareren , dat wy ons ten vollen met de voorfz. fentimenten, die in het byfonder alle dütinftie tuslchen pure Militaire en commune dehften ïnadmisfibcl houden , conformeren , en dat wy op het voetfpoor van onfen Hooggeme de Heer Vader in decfen met het UIEEAS L L G LNOEGEN, gelyk altoos, treedende, deleivp Voor de onfe met volle ruimpte adopteren, fonder dat wy nodig agten, hier by te voegen dat wy des te meer 111 deze begrippen zyn geconlirmccrt , na dat ons geblccLn is, dat zeer duidelyk op de dispofitie der Roomiche befchreeven Regten, van ouds hier te Lande gerecipieert, de Univcriahteit van het Militair Regtsgebied over alle Militaire perfoonen is gegrond, en dat de diitinftie door Uwe Ed. Mog. foo fterk gemhajreert, ten opügte van de commune dehften , geen  236 VERZAMELING van STUKKEN, ander fundament vind , dan in de gewrongen explicatie van een en ander pasfage, in defel ve Roomfche Regten voorkoomende, terwyl wy, voor foo verre betreft eenige Staats belluiten, die op dit fubjeft van applicatie zouden mogen gemaakt worden, en voor al die genoornen zyn,/by het cesferen en de extinctie der Stadhouderlyke Regeering nae het affterven van Prins Willem de II. Uwe Ed. Mog wederom moeten herinneren het gedeclareerde dien aangaande van wylen onfen Heer Vader , by Hoogst desfelfs hier voor gemelde reicnptie van den 25. Maart 1749. en het van felfs fpreekt, dat defelve haare fource en origine aan de conftitutie der Stadhouderloofe tyden verfchuldigt zynde, fonder tot hier toe door cene behoorlyke Staats verklaring onder de Stadhouderlyke Regeering geconfirmeert te zyn , thans nae de herftelling van het Stadhouder en Capitein Gencraalfchap , geenfints van de uitwerking konnenzyn, dat zy de Heeren Pnncen Stadhouders en Capitains Generaal zouden konnen verhinderen in de exercitie van hetRegt en de Jurisdiftie aan het Superieur gefag over de Militie van den Staat infeparabel verknogt, konnende wy voor het overige in geenen deelen ten deefen avoueren , de apphcabihteit van het Placcaat van den 10. Juli 1698. by Uwer Ed. Mog.Misfive van den 28. der voorleede maand Maart gereclameert, even als of by het felve de Deferteurs, als Heerlooie Knegten aan de correftie van den Civilen Regter waren gefubjefteert , nadien uit de bloote lectuur van het felve Placcaat evidentelyk blykt, dat het felve alleen teegens Land- loo-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 237 loopers, Vagabonden, en foogenaamde Heydenen , is ingerigt, en van geen ander loort van Militaire perfoonen gewag maakt, als van defulke, die niet vry ftaat, te hemen of te verkeereninhet Furftendom en Graaffchap, en overfulks alleen van Deferteurs uit vreemde diensten te verftaan is, en geenfints die in s Lands dienst geweest zyn, als welker defertie anderfmts notoirlyk door fodanig verbod, alsby liet voorfz.Placcaat voorkomt, onherftelbaar zoude worden gemaakt, behalven dat defelve ook nimmer als Heerloofe Knegten, hoedanig die geene hier te Lande zyn, die uit vreemde diensten zyn gedeferteert, kunnen geconfidereert worden, alfoodcrfelverengagement m s Lands dienst , eenmaal gecontrafteert, blyft fublifteeren, fonder dat fy fig, door het verbreeken van het felve hier te Lande Heerloos maaken konnen, en wy ook anderfints niet fien , hoe Uw Ed. Mog. den gedeferteerden Soldaat Willem Olthuis, by aldien denfelven als Heerloos hadden aangemerkt, aan desfelfs competenten Regter hebben konnen overgeeven. Wy vertrouwen, dat Uwe Ed. Mog. dit alles overweegende, fig niet fullen Verwonderen dat wy ons verpligt hebben gevonden deefe onfe fentimenten nader aan Uwe Ed. Mog. open te leggen, en dat wy onserffelyk bekleed vindende met alle de regten , praeëminentien, praro°ativen , welke aan de digniteiten van Stadhouder en Capitein Generaal van ouds zyn vastgehegt, en welker ongekrenkte transmisfie ook'het voorwerp van onfe duure verphgtmg is , geenfints de vermindering van die regten en prcerogativen door een ftilfwygend aveu r der  23 3 VERZAMELING van STUKKEN, der bepaling van de Militaire Jurisdiftie , alleen tot fulver Militaire deliften , hoedanig defelve ui Uwer Ed. Mog. meergemelde Misfive word beperkt, met onverfchilligheid hebben koenen aar fien , of de voorfz. Misfive onbeantwoord laten. Waar meede Edele Mogende Heeren , bysondëre Goede Vrienden. Wy Uwe Ed. Mog. beveelen in Gods Heiiige protectie. In 's Gravenhage den 28. Mey 1771. . Onderftond. Uwer Ed. Mog. Dienstwillige goede Vriend. Was getekend. W. Prince van Orange. Lagerftond. Ter Ordonnantie van Zyne Hoogheid, Was gecontraftgneert T. ff. de Larrey. Het Opfchrift was, Edele Mogende Heeren, byfondere Goede Vrienden , de Heeren Raden des Furstendoms Gelre en Graaffchaps Zutphen te Arnhem. N.. 18.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 239 Ar. 18. MISSIVE aan den Heer Erf- Jladhouder. Dsn 18. Juny doorlugtigste furst en genadige Heer Erfstadhouder 1 Na dat Uwe Doorlugtige Hoogheid Misfive van den 28. der afgeloopene maand op 't fubjeft van de exercitie der Militaire Jurisdiftie by het hervatten van onfe tegenswoordige befoignes, ingevolge d'aannecming door de pralen te Leeden van onfen Raad by haare voorloopige refcriptie van den 1. deefer maand aan Uw Doorlugtige Hoogheid gedaan, aan ons ter deliberatie was voorgebragt, heeft 't ons leed gedaan , by lefture van den inhoud van dien te vernecmen , dat ons waare oogmerk en intentie by onfe Misfive van den 28. Maart jongstleeden aan Uw Doorlugtige Hoogheid voorgeftelt niet als te klaar en in die fin als wy waerlyk hebben beöogt, by Uw Doorlugtige Hoogheid fchynt te zyn opgenoomen. Het zy ons gepermitteert Uw Doorlugtige Hoogheid daar van te mogen disabuferen met eerbiedig verfoek dat Uw Doorlugtige Hoogheid gelieve te conüdereren, dat wy geenfints in discusfie zyn gekoomen of felfs eenige intentie hebben gehad om ons uit te laten of de exercitie van de Militaire Jurisdiftie in deefe Provintie die extenfie konde lyden, als wylen Uw Doorlugtige Hoogheids Heer Vader Hoog Loffelyker Memorie daar aan heeft gelieven te attribueeren, en 't Uw Doorlugtige Hoogheid  Ho VERZAMELING van STUKKEN, heid behaagt heeft thans nader te verklaren , terwyl 't ons werk in 't geheel niet is om daer omtrent iets te bepalen of vast te ftellen en wy Uwe Doorl. Hoogheid kunnen verzekeren feer verre geëloignéert tezyn, van aan Uw Doorlugtige Hoogheid iets te willen contefteren, 'tgcen Uw Doorlugtige Hoogheid mogt vermeenen aan Hoogst defelve, uit kragt van de pra;ëmincntien en prajrogativcn op Uw Doorlugtige Hoogheid als Stadhouder en Capitain Generaal erffelyk getransmitteert, te competeren. Maar. dat ons eenig oogmerk is geweest, om onfe onbevoegtheid om een Jurisdiftie , welke door den Souverain aan ons is gedemandeert, over te geeven of te laten verminderen, foo lang aan ons geen fpeciale ordres daar omtrent zyn gegeeven, onder het oog van Uw Doorlugtige Hoogheid te brengen, doordien 'taan ons niet toeftaat om Wetten te maaken, maar wy alleen die geenezyn, welke gehouden zyn, om defelve te executeren en ongekrenkt te bewaren , gelyk wy denken, dat tot een.claare preuve van onfe ware intentie kan verftrekken, de fincere verfeekering die wy by het einde van onfe Misfive van den 28. Maart jongstleeden de vryheid hebben genoornen te doen van ons verlangen, dat eenmaal het poinft van de Militaire Jurisdiftie op een vaste voet mogt werden gebragt, op dat wy in 't byfonder van de onaangenaamheeden waar in wy geduurig omtrent die materie gebragt worden, mogten werden gedehbereert. Het proflueert ondertusfchen uit dat felfde principe dat wy thans, nu 't Uw Doorlugtige Hoogheid behaagt heeft, fig nader over het poinft  Tot de MILIT. JURISDICTIE. 24! poinft der Militaire Jurisdiftie te expliceren , vermeenen ons te kunnen dispenfercn , om ons in eenig detail of in 't generaal over de materie felfs of ook fpeciaal over 't waare verftand van 't Placcaat van 1698. in te laaten , maar aan de legislative magt te moeten overlaaten om te determineren, wat goedvinden , dat door ons zal bchooren te werden geobferveert. Wy hoepen dicnthalven dat Uw Doorlugtige Hoogheid ons niet qualyk zal gelieven af te neemen, dat wy voorfz. Uw Doorlugtige Hoogheids Misfive brengen ter deliberatie van de Heeren Staaten deefer Provintie, het geen wy vertrouwen, dat Uw Doorlugtige Hoogheid weegens Hoogst desfelfs beroemde requiteitzal begrypen , dat'teenigfte is , 't welk wy, fonder te manqueren aan onfen pligt, ons in ftaat bevinden, ter voldoening aan Uw Doorlugtige Hoogheids verlangen , te kunnen doen, gelyk wy niet zullen nalaaten , ons by de eerfte vergadering van Haar Ed. Mog. daar van te acquiteren. Wy zouden egter bevreest zyn ons aan fegtmatige reproches te zullen exponeren, indien wy geheel met ftilfwygen zouden willen voor», by gaan de periode, welke Uw Doorlugtige Hoogheid in Hoogst desfelfs Misfive heeft gelieven te laaten infiueren, als of wy de Univerfaliteit van het Militaire Regtsgebied over alle Militaire Perfoonen in deefe Provintie foo in meenigvuldige gevallen, waar in die onder ons oog zouden zyn gecxerceert, als door het onbeandwoord laten van de Misiive van wylen Uw Doorlugtige Hoogheids Heer Vader Glorieufer Gedagtenis van den 25. Maart 1749. VI. Deel. Q ten  242 VERZAMELING van STUKKEN, ten minsten ftilfwygende , zouden hebben geagnosceert, terwyl wy moeten betuigen niet te weeten , dat wy,voor foo veel ons betreft, iets hangende de deliberatie over deefe Materie by de Heeren Staaten deefes Furftendoms en Graaffchaps hebben gedaan, waar door de Jurisdictie aan ons toebetrouwt zoude zyn verkort , en ten aanfien van de voorfz. Misfive van wylen Uw Doorlugtige Hoogheids Heer Vader Onfterffelyker Gedagtenis, wy de vryheid moeten neemen Uw Doorlugtige Hoogheid t'informeeren , dat wy aanftonts nae'tontfangen van die BriefF daar van copien hebben gefonden aan de refpective Gedeputeerden en Hoofdfteeden deeferProvintie en defelve vervolgens by de eerfte Vergadering van de Heeren Staaten deefes Furftendoms en Graaffchaps in de propolitie der deliberatie van HaarEd.Mog. hebben gebragt, gelyk wy ook vervolgens altyd, foo dikwyls er byfondere gevallen omtrent 't ftuk van de exercitie der Militaire Jurisdictie fig quamen voor.te doen, hebben gecontinueert en Haar Ed. Mog. ordres gevraagt, fulks dat daar niet alleen Hoogst Gedagte Heeren Staten ons daar op met geen Refolutie hebben gelieven te vereeren, hoe ons in 't vervolg te gedragen , maar ook, naa dat wy van feeker geval indenjaare 1753. voorgevallen, by gelegentheid, dat wy hadden goedgevonden Curatoren en Mombers over den Boedel en Kinderen van den Luitenant Generaal de Roode van Heeckeren, Gouverneur deefer Stad en woonagtig op het Princen Hoff aan te ftellen, alwaar fig quffistie opdeed over onfe bevoegtheid om de Civile Jurisdictie ten aanfien van een Mi-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 243 Militair perfoon of goederen te exerceren , aan Haar Ed. Mog. hadden kennis gegeeven met verclaringe , dat wy ter oorfaeke 'c van ons niet dependeerde, om in 't regt van een Jurisdiclie aan ons toevertrouwt, eenige veranderinge te maken, ons in diergelyke voorkoomende geleegentheeden in 't toekoomende zouden genoodfaakt vinden om op gelyke voet te handelen, tot foo lange wy contrarie ordres van Haar Ed. Mog. op dat fubjecf. zouden hebben bekoomen, wy egter geen nadere ordres van Haar Ed. Mog. ter contrarie hebben ontfangen, maar felfs naderhand in 't Ruk van 't matrimonieele niet alleen op den 13, Juni 1754. een approbatoire Refolutie van 't geen daar in by ons gedaan was, hebben ontfangen , maar ook te gelyk een ordre in de volgende energicque bewoordingen vervat, om ten deefen opfigte en alle verdere diergelyke gevallen op defelfde voet verder voort te vaaren en alfoó de Hoogheid van deefe Provintie en de Regten en Geregtigheeden der Ingefeet enen van dien allefints te maintineren en protegeren na behooren. Wy ons flatteren , dat Uw Doorlugtige Hoogheid aan ons niet zal gelieven te imputeeren , dat de voorfz- Misfive van wylcn Uw Doorlugtige Hoogheids Heer Vader Hoog Loffelyker Memorie tot hier aan toe onbeandwoord is gebleeven, foo weinig als dat wy ons niet by magte hebben gevonden, om iets van 't geen aan ons was toevertrouwt, te relacheren. Wy vleyen ons voorts, dat Uw Doorlugtige Hoogheid de goedheid hebbende , om onfe Misfive in fyne connexie en verband te befchouwen, wel zal willen aggreëeren de explicatie Q 2 van  244 VERZAMELING van STUKKEN, van onfe intentie, als geenfints daar heenen hebbende getendcert, om de overgifte van Willem Olthuis aan de Militaire Juftitie te doen , uit hoofde dat, offchoon hy een gemeen delict hadde begaan, egter de qualiteit van Militair de cognitie daar over tot de Militaire Regteren zoude brengen, maar enkel en alleen , om dat die delicten teegens de Civile Sociëteit, waar meede hy betigt wierd, of aan ons onbeweefen of een mindere ftraf als die van de defertie te merite-ren, quamen toe te fchynen, 't geen alleen de- defertie in opligt van fyn Perfoon doende overblyven , wy ons verbeelden feer wel, nae ons begrip met den anderen te kunnen over een gebragt worden, en wy dienthalven eerbiedig te verfoeken, dat Uw Doorlugtige Hoogheid van contradictie zal gelieven te verfchoonen. Het is dan einde!yk,om alle deefe reedenen, dat wy verhoopen, dat Uw Doorlugtige Hoogheidgenoegen zal gelieven te neemen met onlè opregte verfeekering, dat wy bereid zyn, om ons volkoomen te fchikken nae de ordres, die ons door den Souverain,aan wien wy verbonden zyn, te gehefprfaatnen , en aan wien wy van ons gedrag refponfabcl zyn, zullen worden gegeeven, waar nae wy, hoedanig die ook mogen zyn betuigen ten hoogften te verlangen, ten einde om eindelyk eens van 't behandelen deefer foo onaangenaame en voor ons foo delicaat gewordene materie , waer in 't ons lbo feer fmert niet te kunnen beandwoorden aan onfe fuivere inclinatie, om alles te doen wat Uw Doorlugtige Hoogheid fchynt van ons te verlangen en aan Hoogst defelve aangenaam te zyn,  tot de MILIT. JURISDICTIE. 245 zyn, ontheeven te worden , maar dat , foo lang wy geen praecifc ordres van defelve hebben ontfangen , wy ons ten eenemaal onbevoegt moeten agten, om hangende de dcliberatien van Haar Ed. Mog. over de materie iets te doen , waar door eenige atteinte of prejudicie daar aan zoude kunnen werden toegebragt. En hier mede eindigende, bidden wy God , DOORLUGTIGSTE &C. Gefchreeven te Arnhem den 18. Juny 1771. Uw Doorlugtige Hoogheids Onderdanige en Dienstwillige, d;e Raden &c. XXV II. SENTENTIE van Pieter Damas van Hogendorp. Den 23. Maart 1771. • Alzo PIETERDAMAS VAN HOGENDORP, oud 28jaaren, en gebooren in 'sGravenhageSous Lieutenant in Zyn Hoogheids Regiment Guardes te Paard , thans Gedetineerde by den Geweldigen Provoost alhier in den Hage, aan den Krygsraad, ter decifie zyner zaaken door Zyne Hoogheid gecommitteerd , heeft bekent, en ook anderflnts is gebleeken, dat hy Gedetineerde op den 6. February laastleeden , zynde geweest, den Dank-Vast- en Beededag , in den Nieuwen Doelen de middag maaltyd heeft gehouden , dat hy Gedetineerden toen teneeren Q 3 heeft  246 VERZAMELING van STUKKEN, heeft gehad, den meede Gedetineerden van Oyen, en feeker ander perfoon , dat zy met hun drien gelyk aangedronken hebben , en dat hy Gedetineerde gelooft dat fe met hun drien zeeven flesfchen wyn gedronken hebben, immers dat hy meend zeeven flesfchen wyn in twee keeren betaald te hebben, dat hy Gedetineerden in den Doelen zynde, min of meer befchonken is geweest, en toen hy uit den Doelen ging zig door den wyn geincommodeert gevoeld heeft, dog dat het felve zoodanig is geweest, dat men toen niets heeft aan hem kunnen bemerken , dat het zelve ook heeft plaats gehad geduurende dat hy Gedetineerden in het huys van Marthinus van Schagen , woonende op de Princcgragt op de hoek van het flop van de 3 Boeren is geweest, maar dat hy Gedetineerde uit het zelve huys in de Jugt gekoomen fynde verder door den wyn is bevangen geworden , foodanig dat hy Gedetineerden volgens fyn voorgeeven gedeeltelyk zoude weeten watter gepasfaert is en gedeeltelyk niet,, tot dat hy op het plein gekoomen fynde, aldaar weederom geheel tot zig zeiven was1 gekiomen , dat hy Gedetineerde, de meede Gedetineerde van Üyen, de meede Gedetineerde Bierman en nog twee andere Perfoonen, in den agtermiddag met een Huurkoets van den Doelen gereeden fyn, en dat de kaarsfen thoen reeds in den Doelen aangeftooken waaren , dat hy Gedetineerde en de vier anderen, dire&naar het Hofje van Nieuwkoop fyn gereeden , en aldaar uyt de koets gegaan fyn , dat fy vervolgens naar het huys van gemelde van Schagen , 't geen hy Gedetineerden, als te vooren daar meer-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 247 meermalen geweest fynde, wist, dat een flegt huys was, alwaar men ligte Vrouwlieden kan vinden of laatenkoomen,begeeven hebbende, op het kloppen aan de deur, door denfelven van Schagen zyn in huys gelaaten, dat hy Gedetineerde de" meede Gedetineerde Bierman, en nog een ander dircót in de agterkamer of beneedenkamer bv het vuur zyn gaan zitten , en dathy Gedetineerdeniet weet,in welk gedeelte van het huys de meede Gedetineerde van Oyen, en de vyfde perfoon fig begeeven hebben , dat hy Gedetineerde een kan Koffy willende hebben, tweemaal met fyn ftok op de tafel geflagen heeft, ten einde iemand te doen komen , dog gelyk hy Gedetineerde zegt, zonder intentie te hebben dezelve tafel te breeken, dat daar door de tafel oud fynde , de fpykers uit de hengelesfen gefprongen fyn, dat hy Gedetineerde aan van Schaagen geen klap gegeeven heeft , en defelve in huys ook met heeft hooren fchreeuwen, zoo als ook niet de Vrouw van denfelven van Schaagen, en dat hy Gedetineerden niet weet, dat fe toen mishandelt is, maar dat hy Gedetineerde wel leevcn van gaan en loopen in de gang en het voorhuis gehoord heeft, dat hy Gedetineerde meend dat de meede Gedetineerde van Oyen de gemelde 5de perfoon, en voornoemde van Schagen vervolgens in de binnenkeuken by hem Gedetineerde en de twee anderen gekoomen fyn , dat hy Gedetineerde de meede Gedetineerde van Oyen toen wel van het haaien van Vrouwlieden, en van Ducaaten heeft hooren fpreeken, foo als ook meede den Gedetineerde Bierman van de Wagt, dog dat hy GedetiQ_ 4 neer-  248 VERZAMELING van STUKKEN, neerde niet precies fou weeten wat fy daar van gezegt hebben , dat vervolgens aan den voordeur geklopt fynde , ende denfelve geopend lynde, gemelde van Schagen moord moord heeft gefchreeuwt, dat hy Gedetineerde en de vier anderen, daarop fchiclyk uit het huis zyn geloopen en dat daardoor by ongeluk, de oude Vrouw die by van Schagen in huys is, en weike hy Gedetineerde meend dat op de Roep geftaan heeft, door een van de anderen fonder dat de Gedetineerde weet door wie om verre is geloopen, dat-de meede Gedetineerde Bierman direct is weggegaan, en dat hy Gedetineerde denfelven, na dat zy uit het Huys van van Schagen zyn gekoomen, niet weederom gezien heeft, dat de Gedetineerde met de drie anderen denfelven weg is gegaan, te weeten langs de Pnncegragt na de kant van 't Spinhuys toe , dat voorgemelde vyfde perfoon een endje wegs fynde voortgegaan , den meede Gedetineerde Bierman gemist heeft, en d-ar op gezegt , dat Biennm nog in het huyi»van van behagen was , en dat hy wilde thuys hoornen met de geene daar hy meede was uitgegaan, dat by Gedetineerde daar op foude hebben gezegt dat Bierman reeds weg was, dog dat gemelde 5de perfoon niet te min, en de meede Gedetineerde van Oyen wederom te rug naar het huys .van van Schaagen zyn gegaan, en dat hy Gedetineerde daar op gevolgt is, met intentie, gelyk hy voorgeeft, om gemelde 5de perloon te rug te doen keeren, dat fy 'de deur geüooten hebbende gevonden , meergemelde 5de perfoon met zyndeegen op de deur geftoo, ten heeft, foodanig dat de deegen is aan Ruk, ken  tot de MILIT. JURISDICTIE. 249 ken gebrooken , dat hy Gedetineerde vervolgens de Vrouw van van Schagen voor de deur heeft zien ftaan , en gezien heeft, dat voornoemde 5de perfoon die Vrouw om verre heeft geftooten of geflaagen, dat hy Gedetineerden defelve Vrouw geen leed heeft gedaan, en ook niet kan feggen of de meede Gedetineerden van Oyen gemelde Vrouw mishandelt heeft, dat hy Gedetineerde immiddels twee Kaerels ficnde ftaan op de brug over het huys van van Schagen toen teegens de twee anderen gezegt heeft, kyk wat doen die twee Kaerels daar op de brug of iets diergelyks, dat de meede Gedetineerde van Oyen daar op daar naar is toegegaan , dat een van die twee Kaerels daar op heen gegaan fynde , de meede Gedetineerde van Oyen met den anderen verfchil heeft gehad , en dat hy Gedetineerde die by 't huys van van Schaagen was blyven ftaan van verre gezien heeft dat de laastgemeldeKaerelom verre gevallen of geftooten is, dat die Kaerel wederom opgeftaan fynde, meede is weg gegaan, en dat de meede Gedetineerde van Oyen toen wederom te rug by hem Gedetineerde en meer gemelde 5de perfoon gekoomen is, dateevengemelde 5de perfoon meede eenige pasfen na de brug toe geavanceert fynde met den ftorop van fyn deegen over de fteenen gefchrapt heeft, dat Gedetineerde en nog een ander de deegen niet van de zyden hebben gehad, immers dat hy Gedetineerde van dien anderen niet heeft gezien, maar dat hy Gedetineerde meent dat de [meede Gedetineerde van Oyen den deegen in de fcheede in de hand heeft gehad , dog dat hy Gedetineerden niet weet of q 5 8*  *5o VERZAMELING van STUKKEN, gezien heeft dat de meede Gedetineerde van Oyen den deegen heeft ontbloot, maar dat hy Gedetineerde naderhand gezien heeft dat de deegen van den meede Gedetineerde van Oyen met de fcheede ter lengte van een halven vinger van onder gebrooken was, dat hy Gedetineerde en de drie anderen vervolgens van het huys van meergemelde van Schagen denfelven weg langs de Prince gragt over de Groenmarkt de Spuyftraat door tot op het Pleyn gegaan fyn, en dat fy meesten tyd by elkander geweest fyn , dog fomtyds dan den een eens voor en den anderen eerisagter, dat den Gedetineerde fynde voorgehouden dat den Notaris Wyntjes heeft verklaard dat hyopden avond van den Beededag voor 't huys van den Burgermeester de la Basfecour gekoomen fynde, eenig gerugt had gehoord, en verder koomende gezien had vyfï of zes Perfoonen, die naar het hem toefcheen Militairen waaren, en dat voornoemde perfoonen met een luyd gefchreeuw op hem aanvallende hem agter over hadden geworpen, de Gedetineerde ten dien opzigte bekent heeft , dat hy by ongeluk hebbende geftruykeld op een of teegen een man, die toen vlak voor hem Gedetineerde was, is gevallen en dat dien man daar door dan ook gevallen is, dat hy Gedetineerde van intentie foude fyn geweest dien man weer op te helpen , dog dat hy Gedetineerde daar van door 't gefchreeuw van de Menfchen te rug gehouden en weg gegaan is, dat hy Gedetineerde en de drie anderen toen digt by eikanderen zyn geweest, dog dathy niet weet dat fe toen gearmt gegaan hebben , dat zy toen ook hard ge-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 251 gepraat of gefchreeuwt hebben, dat het ook zyn kan dat fe alle vier op dien man gezamentlyk aankoomende, denfelven man daar door agteroveris gevallen, dog dathy Gedetineerde meend dat dien man gevallen is, doordien hy Gedetineerde teegens fyn lyf gevallen is, maar dat hy Gedetineerde de waarheid van 't geen door den Notaris Wyntjes verklaard is niet contefteert, dat den Gedetineerden voorts is voorgehouden dat Helem IFasfenburg welke als Camenier woond ten huyfe van Mevrouw de Weduwe van Nek heeft verklaard, dat zy ten tyde voormeld op de Prince gragt voor het huys van den Burgermeester gekoomen fynde gerugt heeft gehoort, en daar op twee perfoonen op de kleyne fteenen heeft zien aankoomen , en datzy door 't ligt van de Lantaarn gezien heeft, dat defelve twee pefoonen aan hadden blaauwe rokken met roode opflaagen, dat zy daar op van de kleyne op de groote fteenen omtrent in 't midden van de ftraat is gegaan, dat die twee perfoonen toen van de kleyne fteenen na haar getuygen zyntoegekoomen haar hebben aangefprooken, en beide of een van beyde haar by den arm hebbende gevat , dat fy daar op fchreeuwende de gemelde 2 perfoonen haar hebben los gelaaten en weg gegaan fyn, daar haar getuigen kort daar op een derde is ontmoed, die foo als zy gelooft een asgraauwe pluys overrok aan had, dat de laastgemelde perfoon haar getuigen gepasfeert is fonder haar iets te zeggen of eenig leed te doen, dat zy vervolgens aan de beneeden deur van het huys van Mevrouw van Nek hebbende aangeklopt, een vierde perfoon gekoomen is,  252 VERZAMELING van STUKKEN, is, dien haar by het hoofd gevat heeft, dog dat zy toen eenig gerugt maakende als onder den arm van dien perfoon is doorgekroop»n en dat dezelve perfoon daar op heenen gaan-' de, ende de gemelde deur geopend fynde , zy getuygen in huys is gegaan, dat zy meend dat de Jaastgemelde Perfoon meede een biaauwe rok heeft aan gehad, dog dat zy niet heeft konnen onderfcheiden, of er op de rok roode opflaagen waaren, dat den Gedetineerde dat alles fynde voorgehouden hy Gedetineerde be tuygr heeft,dat he^n daar niet van voorftaat dog dat het niet te min waar kan fvn , en dat by het beëedigt getuygenis van voornoemde Helena Wasfenburg niet wil contefteren dat den Gedetineerden al verder is onder het oog gebragt , dat Mevrouw Wieling , Mevrouw Martens, en de Knegt van den Heer Wieling verclaard hebben, dat hun ten tyde meer ge mei t op de Prince gragt by het Koornhuys ontmoed fyn drie perfoonen, die naar het hun toelcheen van drank bezet, en volgens de verklaaring van Mevrouw Wieling en den Knegt m t blaauw gekleed waaren, dat zy getuigen daar op van de kleyne fteenen fyn afgeweeken dog dat een van gemelde 3 perfoonen, zynde volgens de verklaaring van Mevrouw Wieling de middelfte en naar oogenfchvn de kiemfte op Mevrouw Wieling is toegeicbooten , en dat de twee anderen immediaat daar by gekoomen iyn, dat Mevrouw Martens daar op door een van de gemelde Perfoonen by den arm vastgehouden en in 't rond gedraayd of gcflingertis, tot by de gragt, dat gemelde Knegt volgens zyne verklaaring daar op is toegcfchooten, en Me-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 253 Mevrouw Martens uyt de handen van die perfoonen losgerukt heeft, waar door haar Zak van vooren by het keurslyf is losgetarnt, dat hy getuigen op dat oogenblik een fchrap in de hand gefereégëh heeft, fonder te konnen zeggen door wien fulx is gedaan, of hoe hy ge-' tuigen dat gekreegen heeft, dat hy zig orakeerende gezien heeft dat de gemelde Perfoonen deegens in de hand hadden , dat hy getuygen gezegt heeft ik ksn u lieden wel, ik zal u Héden morgen wel vinden, denkende hy getuigen dat fy dan wel fchielyk zouden heen gaan, cn dat de gemelde 3 perfoonen daar op ook heen gegaan fyn, dat de Gedetineerde op dat alles heeft gezegd, dat hem daar niets van voorftaat, en met bewust dan het geen hy daar na van anderen heeft gehoord, en dat hy Gedetineerde erkent, dat indien het eevengemelde geval geëxteert heeft, hy daar by prsefent moet zyn geweest, en dat hy de waarheid der verklaaring van gemelde Mevrouw Martens en de Knegt niet contefteert en teegen derzelver getuigenis niet kan inbrengen, dat hem Gedetineerde al verder onder het oog is gebragt, dat Jnthonia La Ros, als Dienstmaagd Avoonende ten huyfe van Mevrouw de Weduwe Bosch, verklaard heeft, dat zy ten voorgemelde tyde op de Princegragt voor het huys van den Burgermeester Dcdel gekoomen fynde, haar ontmoedt zyn twee perfoonen, dat een van de twee zynde de kortfte van poftuur gebukt heeft, en haar met iyn handen heeft aangetast, vattende haar daar meede by de beenen eeven booven de knie, dog niet onder de rokken, dat door de beweeging die zy maak-  254 VERZAMELING van STUKKEN, maakte de beide handen van dien perfoon zyn losgeraakt, dat die perfoon haar daarop heeft gegreepen by haar voorfchoot op de putit van het keurslyf, en daar by zoo getrokken heeft dat hy de linten die op dezelve punt waaren vastgemaakt heeft losgerukt, dat zy getuygen van denfelven perfoon losgeraakt fynde, de andere haar by den arm heeft gevat zoo dat hy haar met zyn nagels heeft gefchrapt, dat zy getuigen door den eerstgemelde fynde aangevat fterk heeft gefchreeuwt, dat de Meid van den Heer Crudop haar getuige in het huys van den fel ven Heer gebragt, dat fy in 't felve huys gekoomen fynde aanftonds in een flaauwte is gevallen, welke wel een quartier uurs heeft geduurt, en dat fy des anderen daags s morgens andermaal een flaauwte gehad heeft, eri daar op ader is gelaaten en dat een van gemelde 2 perfoonen kort, en de andere lang van postuur is geweest, en dat zy beide aan hadden blaauwe rokken met roode opflagen, dat de Gedetineerde op dat alles heeft gezegd, dat de meid niet door de meede Gedetineerde van Oyen, maar door meergemelde 5de perfoon, die een Monteerings Overrokaan had, by het voorfchoot is gegreepen , en dat hy Gedetineerden haar in pasfant en fonder kwaade intentie by den arm heeft gevat of gegreepen , en teegen haar gezegt heeft zus daar zalje geen kwaad gefchieden of iets diergelyks , en zy ook min of meer gefchreeuwt heeft, en dat foo hy haar met de nagels gefchrapt heeft, fulksby ongeluk gefchiet is, dat hem Gedetineerde voorts niet precies voorftaat wat met de Meid is voorgevallen, en hy ook met vol- koo-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 2-55 koomen zeekerheid niet weet, de gemelde woorden teegen haar gefprooken te hebben, en dat het weefen kan invoegen als het door gemelde Anthonia La Ros is verklaard, en hy Gedetineerde haar getuigenis niet kan contesteeren , dat den Gedetineerden al verder is voorgehouden dat de Melkboer Arent Bleekers zoo by zyne klagten als by zyne verklaaring heeft gedeponeert dat hy ten tyde meergemeld met fyn melkemmers van de markt koomende, langs de Prince gragt is gegaan aan de zyde van de boomen, dat hy gekoomen fynde naby het huys van den Advocaat Crudop hem getuygen zyn teegen gekoomen twee'Officiers , de eene genaamt Hoogendorp, ende de andere de kleyne jonge Oyers van Guardes te Paard die den toen gepasieerden Saturdag van de Wagt is gekoomen, dat die twee Officiers van de zyde van de huyfcn na hem getuygen toegekoomen fyn, dat gemelde Oyers teegen een van de Melkemmers heeft getrapt foodanig dat al de Melk daar uyt is geloopen , dat hy getuygen daar op vraagende waarom hy hem attacqueerde ? gemelde Oyers daar op heeft geantwoord, voor den Blik/cm je moet foo veel praats teegen my niet maaken, dat gemelde Oyers daar op aan hem getuigen een trap heeft gegeeven onder het hart, dat toen hy zyne verklaaring gaff, daar nog pyn aan gevoelde, dat hy getuygen eenige woorden feggende, meergemelde Oyers fyn deegen heeft getrokken , daar meede eerst over de fteenen heeft gefchrapt, foodanig dat het vuur uit de fteenen vloog, en vervolgens tot driemaal toe na hem getuyge heeft geftoo . ten , en hem in de rok geraakt, dat gemelde Ho-  2S6 VERZAMELING van STUKKEN, Hogendorp daar by heeft geftaan, fonder fulks te verhinderen, en teegen hem getuigen heeft gezegt dat de andere dronken was, én hy getuigen het daarom maar moest infchikken, hem getuigen teffens by den arm gegreepen hebbende; dat dewyl hy getuigen daageiyks Melk brengt in 't kleine Logement van Ly* den , hy getuigen de beide gemelde Officiers by die geleegentheid meermalen aan de Ruyterwagt gezien heeft, en hy getuygen defelve by naamen en van aanfien te vooren gekent heeft, dat hy getuigen ook toen het geval gebeurde aan de kleeding, postuur en fpraak, aanftonds heeft gemeent te ontdekken, dat het de gemelde twee Officieren waaren , dat hy getuigen eeven daar na van van Schagen gehoord heeft dat het de gemelde twee Officieren waaren , dewyl hy dezelve aan van Schagen heeft uitgeduid, en dezelve van Schagen hem heeft verteld, dat defelve twee Officieren met nog drie anderen perfoonen aan het huys van hem van Schagen hadden geweest, dat hy getuigen dezelve twee Officiers indien dezelve aan hem vertoond wierden wel zoude kennen, en dat de drie Gedetineerdens vervolgens aan hem Bleekers zynde vertoond, hy ook zonder eenige haditatie heeft gedeclareert , dat de Gedetineerde van Oyen was de perfoon door hem getuigen met den naam van Oyers genoemt, en de Gedetineerde van Hogendorp dezelfde perfoon door hem getuigen met den naam van Hogendorp genoemd, en dat hy getuigen geen kennis had aan den derden, te weeten den Gedetineerden Bierman, dat op al hetzelve gedeponeerde van voornoemde Melkboer den  tot de MILIT. JURISDICTIE. 25? den Gedetineerde foo by zyne verhooren, als by confrontatie teegen defelve Meekers heeft ftaande gehouden , dat de meermaal te vooren gemelde 5de perfoon eenige pasfen voor hem Gedetineerde vooruit fyndcr verfchilmet Voornoemde Melkboer gekreegen heeft , vermits defelfde 5de perfoon, de emmer om ver geflooten of getrapt heeft, dat hy Gedetineerde eerst voorby is gegaan, en vervolgens weeder te rug gekeerd, toen de Melkboer de emmers neer fettede , dat hy Gedetineerde niet gezien heeft, dat gemelde 5de perföon, de Melkboer een trap heeft toegebragt, dog dat fulx echter zoude kunnen gebeurd fyn, tervvyl hy Gedetineerde voorby is gegaan, dat hy Gedetineerde gezien heeft, dat meergemelde 5de perloon met zyn deegen , die gebrooken was, foo dat er maar een° Romp van omtrent een vinger lengte meer aan het gevest was over de fteenen heeft gefchrapt dat er het vuur uitkwam, dat hy Gedetineerde niet gezien heeft, dat gemelde 5de perfoon met die Romp na de Melkboer geftooten heeft, dog dat fulx echter zoude kunnen zyn , dat hem Gedetineerde niet voorftaat , dat hy de Melkboer by den arm heeft gevat, maar" dat fulx echter zou hebben kunnen weezen, op een fagte manier, en om hen van elkander te helpen , dat hy Gedeti* neerde fyne hand voor de borst van den Melkboer houdende, dezelve alzoo heeft te rug gehouden en teegen hem gezegt , Vriend wat hebjs aan rufie te maaken , die Heer is befchonken of'iet diergelyks en dat defelve Melkboer hem Gedetineerde daar op heeft geantwoord, wat hoeft hy my te ladeeren, ofte vmveeren op VI. Deel. R dt  as8 VERZAMELING van STUKKEN, de Jlraat , dat de meede Gedetineerde van Oyen, en nog een ander toen vooruit zyn geweest , en hy Gedetineerde eenige huyfen verder weeder by dezelve is gekoomen, dat de meede Gedetineerde van Oyen in dat geval niet is geconcerneert geweest, en dat de Melkboer fig daar in heeft geabufeert, en dat hy Gedetineerde Vrydags daar aan zulks ook aan den Melkboer gezegt heeft, dat hy Gedetineerde eindelyk gezegt heeft niet te weeten, dat op de Groenmarkt aan de Meyd van Juffrouw Dortmond, door hem Gedetineerde of een der drie anderen een flag tusfchen hals en nek met de deegen die half uit de fcheede was foude zyn toegebragt, en ook niet dat in de laage Roep van Mevrouw van Moerkerken, waar in Sara Roldoek fig geborgen had, met een Rok heen en weeder is geflaagen; dat hy Gedetineerde by zyne verhooren te meermaalen heeft gecontradiceert, en eyndelyk ook bekent heeft met agterhouding te hebben geantwoord, dog teffens betuygd dat hy zulks alleen gedaan heeft om de andere te verfchoonen , fonder daar door intentie te hebben gehad om den Regter op te houden , dat het hem Gedetineerden zeer leet deed dat al het zelve is voorgevallen , dat hy Gedetineerde befchonken is geweest , en daar door tot die pas gekoomen is, en dat het anders fyn gewoonte niet is fulke dingen te doen, en dewyl derhalven de Gedetineerde , hoe zeer het niet blykt dat hy zig aan eygentlyk gezegde ftraatfchenderye foude hebben fchuldig gemaakt, fig egter niet ontfien heeft om befchonken fynde , en in gefelfchap van anderen, na een liegt huys te gaan, vervol-  tot de MILIT. JURISDICTIE, 259 volgens verfeheide onbehoorlykheeden op de publicque Rraat te pleegen, en by verre gaande ftraatfchenderyepradènt te zyn geweest, fonder dezelve voor te koomen of behoorlyk te verhinderen, waar door de vryheyd der Rraaten is gefchonden, en waar uit funeste gevolgen fouden hebben konnen proflueeren, en fulks ailes op een dag die door den Souverain op een folemneele wyfe was afgezondert om in alle de Kerken deefer Landen God Almagtig aan te bidden, en groot te maken , de aan» houdentheid zyner zeegeningen over Landen Kerk en Hooge Regeering en de afweering van alle onheylen af te bidden, als meede om met een waaragtig berouw zig voor den gedugten Regter van Hemel en van Aarde verneederende vergeeving van Sonden , en den Godlyken byftand tot verbeetering en bekeering af te fmeeken , en op welken dag dan ook by Publicatie Rrictelyk verbooden fyn , het doen van handwerk, neering en exercitiën in publicque huyfen zoodanig zelfs dat door het doen van handwerk en neering, anders loffelyk en die exercitiën op andere tyden nuttig en onfchuldig konnen fyn, den Souverain nogtans het doen van al het zelve op dien folemneelen dag voor onbehoorlykheeden heeft verklaard, en de Gedetineerde fig mitsdien aan het hier vooren gemelde heeft fchuldig gemaakt in vilipendie van de gepubliceerde ordres van den Souverain, en als onder Hoogst deslelvs oog. Al het welke zaaken zyn die in een Land van JuRitie, en infonderheid in een Militair Officier , die aan de andere Militairen een goed voorbeeld behoorde te geeven, niet kunnen R 2 wor-  26-c. VERZAMELING van STUKKEN, worden geleeden, maar ten exempel van anderen behooren te worden geftraft. Zoo ist dat de Gecommitteerde Krygsraad doorgezien en overwoogen hebbende al het geen ter materie dienende was, en heeft mogen moveeren doende Regt den Gedetineerde casfeert van fyn Militaire Charge, verklaard hem inhabil om den Lande als Militair te kunnen dienen , en condemneert hem om geduurende den tyd van een jaar en zes weeken ten fynen kosten gedetineerd te bly ven by den Geweldigen Provoost alhier in den Hage , als meede in de kosten en mifen van Juftitie mitsgaders in die van den procesfe. Aldus gearrefteert den 23. Maart 1771. en gerefumeert den 25. en gepronuncieert den 28. daar aan volgende. XXVIII. SENTENTIE van Dirk Bier. man. Den 25. Maart 1771. Alzo Dirk Bierman, oud 27. jaarenen gebooren te Herwyncn, fous Brigadier in Zyne Hoogheids Esquadrons Guardesdu Corps, thans Gedetineerde by den Geweldigen Provoost alhier in den «Hage, aan den Krygsraad tot onderfoek en decifie fyner faaken , door Zyne Hoogheid gecommitteert, heeft bekent en ook anderfints is gebleeken, dat hy Gedetineerden op den 6. February laastleeden, zynde geweest den  tot de MILIT. JURISDICTIE. 261 den Dank- Vast- en Beedendag, in den Nieuwen Doelen , alwaar hy door lecker perfoon ten eeten genoodigt was , de middag maaltyd heeft gehouden , dat hy Gedetineerds, en gemelde perfoon aldaar geen twee flesfchen wyn te zaamen gedronken hebben, en ook niet befchonken zyn geweest , dat hy Gedetineerde beneevens den meede Gedetineerde fous Lieutenant van Hogendorp, den meede Gedetineerde Cornet van Oyen , en nog twee andere perfoonen met een Huurkoets uit den Nieuwen Doelen zynde vertrokken , dat het toen na fynen Gedetineerdens besten weeten half zeeven uuren is geweest, en dat de kaarsfen in den Doelen reeds waaren ontftooken, dat hy Gedetineerde en de vier anderen van den Doelen direct gereeden fyn naar het Hofje van Nieuwkoop , en aldaar uit de Koets zyn gegaan, dat hy Gedetineerde en de vier anderen fig van daar begeeven hebben na het huys van Marthinus van Schagen , woonende op de Princcgragt op den hoek van het Slop van de 3 Boeren , dat fy aldaar ingelaaten fynde, hy Gedetineerde de perfoon, by wien hy ten eeten is geweest, en de meede Gedetineerde van Hogendorp aanftonds in de Binnenkeuken by het vuur zyn gaan zitten, en dat hy Gedetineerde niet weet waar de meede Gedetineerde van Oyen en de 5de perfoon toen fy in huys fyn gekoomen gegaan fyn, dat de meede Gedetineerde van Hogendorp tot tweemaal toe met fyn Rotting op de Tafel geflagen heeft, en dat daar door de hengellesfen op een Hengclles is losgeraakt, dat hy Gedetineerde omtrent een quartier uurs aldaar geweest fynde, geroep en R 3 .ge-  %62 VERZAMELING van STUKKEN, gefchreeuw in 't huys gehoord heeft, dog dat hy niet weet waar door't felve is veroorfaakt, en ook niet of gemelde van Schagen gefchreeuwt heeft, maar dat hy Gedetineerde dagt, dat de meede Gedetineerde van Oyen met een Meid op de kamer was, en dat daar door dat leven ontRond, dat hy Gedetineerde heel kort naderhand den meede Gedetineerde van Oyen, den gemelde 5de perfoon en voornoemde van 'Schagen aan de deur van de Binnen Keuken gezien heeft, en dat de meede Gedetineerde van Oyen en dezelfde 5de perfoon vervolgens by hem Gedetineerde gebleeven fyn, dat hy Gedetineerde toen heeft gehoord dat de meede Gedetineerde van Oyen aan de deur van de Binnen Keuken Raande aan voornoemde van Schagen opeen vriendelyke wyze verfogtheeft, om Meisjes te haaien, met offerte van twee of drie Ducaaten, dat hy Gedetineerden daar op teegen den meede Gedetineerden van Oyen heeft gezegt, foo je de Man laat uitgaan fal hy mogelyk de Wagt haaien, laat om liever heen gaan ter er wisjewasjes voorvallen , dat vervolgens aan de deur van 't Voorn-huys geklopt fynde, de vier andere aanRonds voorby hem Gedetineerde zyn heen geloopen, en dat fy, zoo dra de deur geopend wierd, te zaamen uit het huys fyn gegaan , te weeten eerst de vier andere, en daar na ook hy Gedetineerde, dat hy Gedetineerde, foo ras hyde deur uit kwam,heeft hooren roepen moord, en dat hy Gedetineerde meend, dat voornoemde van Schagen dat geroepen heeft, dat hy Gedetineerde de reeden van dat geroep niet kan zeggen , maar dat hy Gedetineerde wel weet dat hy gefchreeuw heeft ge-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 263 gehoord , en dat er het een of het ander moet voorgevallen zyn, dat hy Gedetineerde gemelde van Schagen geen hand of vinger heeft aangeraakt, en defelven ook niet heeft zien liaan, en niet heeft hooren klagen dat hy geflagen was, dat hy Gedetineerden de Vrouw van voornoemde van Schagen ook niet heeft zien {laan of mishandelen , maar dat hy Gedetineerde des Vrydags omtrent twee uuren op de Ruyterswagt gekomen is , en dat hem aldaar gezegt is, dat toen de andere hem gemist hebben, zy of eenige van hun weer te rug gegaan fyn, naar 't huys van van Schagen, om naar hem Gedetineerden te zoeken , en dat de Vrouw van den felven van Schagen toen voor de deur ftaende door de geene, die jhem Gedetineerde waaren koomen foeken ,mishandelt is,dat hy Gedetineerde op 't hoogfte een groot quartier uurs in 't huys van van Schagen is geweest, en dat hy mecnd dat het, toen hy zig van daar heeft begeeven,eevenzeeven uurenis geweest, vermits de Lieden die uyt de Kerk kwaamen hem Gedetineerden op de Prince gragt ontmoed zyn, dat hy Gedetineerde uit het huys van meergemelde van Schagen gekoomen fynde direct en fterkaanftappende, voorby het Hofje van Nieuwkoop naar de Varkenmarkt is gegaan , dat hy Gedetineerde toen over de Brug over het 'Slop van de 3 Boeren twee of drie Kaerels heeft zien Raan, dog dat hy die Heeren geen deegens in de hand heeft zien hebben , en ook niet gezien of gehoord heeft datfe over de fteenen hebben gefchrapt, dat hy Gedetineerde by het geval van den Notaris Wyntjes, en by dat van de Meyd van Mevrouw R 4 van  £6*4 VERZAMELING van STUKKEN, van. Nek niet is prcefent geweest, en niemand op ftraat heeft aangeraakt, dat hy Gedetincer, de aan de Varkenmarkt gekoomen fynde, de Huurkoetzier met de Koets'die hun naar het huys van meergemelde van Schagen gebragt had, gevonden heeft , dat hy Gedetineerden aan den felven heeft gevraagd off hy geen Heeren had gehoord, en dat de Koetzier daar op aan hem Gedetineerde heeft geandwoord, dat cle Heeren nog agter waaren, dat hy aan het huys van van Schagen leeven gehoord had, en had hooren roepen , en dat het rad van de Koets aan ftukken was gebrooken, dat hy Ger detineerde aldaar een kleine poos naar de an* deren heeft gewagt, dog dat hy hen niet hoorende of verneemende , over de Varkenmarkt langs de Laan is naar huys gegaan, dat hy Ge, detineerde geweetcn heeft, dat het huys van meergemelde van Schagen een huys is, daar Heeren koomen om Meisjes te vinden, en dat het hem Gedetineerde feer leet docd op Bcedendag in een liegt huys geweest te zyn; en dewyl den Gedetineerde fig derhalvcn niet ontzien heeft, zig naar een flegt huys te begeeven, en, niet teegenftaande hy in *'t zelve huys ge, roep en gefchreeuw heeft gehoord , fodanig dat hy daar uyt heeft opgemaakt dat er het een of ander onbeboorlyx voorviel, hy Gedetineerden nogtans niet'heeft getragt om fulx teegen te gaan, en te verhinderen, en fulx alles op een dag die door den Souverain op een folemneeJe wyfe was afgezondert om in alle de Kerken deefer Landen God Almagtig aan te bidden en groot temaaken, de aanhoudenheid tfffl zeegeningen over Land, Kerk, en Hoo- ge  tot de MILIT. JURISDICTIE. 265 ge Regeering, en de afweering van alle onheilen af te bidden , als meede om met een waaragtig berouw zig voor den geduchten Rigter van Heemel en van Aarden verneederende vergeeving van Zonden en den Godlyken byftand tot verbeetering en bekeering af tefmeeken, en op welken dag dan ook by Publicatie ftriftelyk verbooden fyn, het doen van neering, handwerk en exercitiën in publicque huyfen , foodanig zelfs dat door het doen van neering en handwerk anderfints loffelyk, en die exercitiën op andere tyden nuttig en onfchuldig kunnen zyn, den Souverain nogtans het doen van al 't zelve op dien folemneele dag voor onbehoorlykheeden heeft verklaard, en den Gedetineerde fig aan het pleegen van Onordentelykheeden, en het niet voorkoomen of verhinderen van onbehoorlykheeden , in vilipendie van de gepubliceerde ordres van den Souverain en als onder Hoogst desfelfs oog op fodanigen folemneelen dag heeft fchuldig gemaakt, het geen in een Land van Juftitie en infonderheid'in een Militair Officier die aan andere Militairen een goed voorbeeld behoorde te ceeven niet kan werden geleeden, maar ten exempel van anderen , behoord te worden ge- Zo is 't dat de Gecommitteerde Krygsraad met rype deliberatie van Raaden, doorgezien en overwoogen hebbende al het geene ter materie dienende was , en heeft moogen moveeren , doende Recht den Gedetineerde condemneert, om geduurende den tyd van een jaar en fes weeken ten fynen kosten gedetineerd te blyven by den Geweldigen Provoost R 5 al-  266 VERZAMELING van STUKKEN, alhier in den Hage , als meede in de kosten ende mifen van Juftitie, mitsgaders van die van den procesfc. Aldus gearrefteert den 23. Maart 1771. eiï gerefumeert den 25. daar aan volgende. XXIX. SENTENTIE van Hendrik Jan van Oyen. Den 28. Maart 1771. Alzo Hendrik Jan Cocq van Oyen , oud 20 jaar, en gcbooren te Sint Andries, Cornet in Zyn Hoogheids, Regiment Guardes te Paard, thans Gedetineerde by den Geweldigen Provoost alhier in den Hage, aan den Krygsraad, tot onderfoek en deciiie fyner faaken, door Zyne Hoogheid gecommitteerd, heeft bekent, en ook anderfints is gcbleeken, dat hy Gedetineerde op den 6. February laastleeden, zynde geweest den Dank- Vast- en Beededag , in den Nieuwen Doelen , alwaar hy door den meede Gedetineerde van Hogendorp verfogt was, de middagmaaltyd heeft gehouden, dat de meede Gedetineerde Bierman en nog een ander afzonderlyk hebben gedronken, en, en dat hy Gedetineerde de meede Gedetineerde van Hogendorp , en nog een 5de perfoon te zaamen hebben gedronken, dog dat hy Gedetineerde niet weet hoe veel flesfchen wyn fy met hun drien gedronken hebben , dog dat hy Gedetineerde met feekerheid weet, voor fig felfs niet  tot de MILIT. JURISDICTIE. *67 niet meer als 2 flesfchen wyn te hebben gedronken, dat hy reeds in den Doelen is befchonken geweest, dat de wyn een zeer fterk effeft op hem gedaan heeft, en dat men fulx feekerlyk aan hem foude hebben kunnen befpcuren , maar dat hy Gedetineerde niet te min , wat 'er gepasfeert is, weet, dog dat er eevenwel faaken zouden kunnen gepasieert zyn, waar van hem Gedetineerde niets bewust is, dat hy Gedetineerde in den Doelen koomende heeft aan gehad fyne Monteerings Rok metzilvere Alamasfen, fyn Monteerings Camifool en Overrok, dat hy Gedetineerde en gemelde 5de perfoon fig in den Doelen verkleed hebben , foodanig dat die 5de perfoon fyn Gedetineerde Monteerings Rok , en overrok heelt aangedaan , en hy Gedetineerde de blaauwe Rok van gemelde 5de perfoon, dog dat hy Gedetineerde toen reeds befchonken fynde, niet weet of zy ook van Camifoolen verwisfeit zyn, dat hy Gedetineerde en gemelde 5de perfoon , op die wyfe verkleed fynde, met de drie anderen naar 't huys van Marthinus van Schagen, woonende op de Prince gragt op den hoek van 't Slop van de 3 Boeren zyn gegaan, dat zy zig aldaar niet weederom verkleed hebben, maar dat hy Gedetineerde den gemelde 5de perfoon aan 't huys van feeker wynkooper hebbende t'huys gebragt, hy Gedetineerde en gemelde 5de perfoon aldaar ieder fyn eygenkleedercn wederom hebben aangedaan, gelyk dan ook uit de verklaaring van vier getuygen uit de confesfien van de meede Gedetineerdens en uit de verklaaring van voornoemde van Schagen bv zvne confrontatie gedaan, aan den KrygsJ J raad  268 VERZAMELING van STUKKEN, raad volkoomen is gcbleeken , dat de Gedetineerde en gemelde 5de perfoon fig in voorgemelde voegen in den Doelen verkleed hebbende, op-die wyfenaa 't-huys van eevengemelde van Schagen zyn gegaan, en ieder zyn eygen kleederen niet weederom hebben aangedaan dan toen zy na dat alles gepasfeert was aan het huys van gemelde wynkooper zyn gekoomen, dat hy Gedetineerden de meede Gedetineerdens van Hogendorp en Bierman en nog een ander' en gcmeldè 5de perfoon in den agtermiddagmet een Huurkoets van den Doelen gereeden fyn , dat het toen fyne Gedetineerdens meeninge omtrent ; zeeven uurcn of eeven daar over is geweest, en dat het reeds donker was, dat hy Gedetineerde en de vier anderen direct na het Hofje van Nieuwkoop zyn gereeden, en aldaar uit de Koets gegaan fynde, hy Gedetineerde de deur van't gemelde huys foude geopend hebben, en hem gezeid zoude zyn dat hy maar binnen zoude koomen, dat toen hy Gedetineerde in huys is gekoomen, gemelde van Schagen foude gezegt hebben , dat zyne .... uyt waaren, en dat hy Gedetineerde daar op foude geantwoord hebben , ik geloof dat fe booven fyn ik zal fe booven wel vinden , en dat hy Gedetineerde daar op direct na booven is gegaan, en wel zoo, zoo als hy zegt zonder ligt, vermits hy de weg wist, alzoo hy daar meermalen was geweest, dat hy Gedetineerde den voornoemde van Schagen niet booven geroepen zoude hebben , maar dat die van zelfs booven gekoomen foude zyn, dat hy Gedetineerdedenfelven van Schagen niet geflagen zoude hebben, maar dat defelve teegen hem zoude hebben gezegt ziet  tot de MILIT. JURISDICTIE. 260 ziet gy nu wel dat zy er niet zyn, en hy Gedetineerde daar op fonder van Schagen eenig leed te doen direct na beneeden foude fyn gegaan , hebbende de Gedetineerde in de confrontatie teegen gemelde van Schagen daar echter nog bygevoegt dat hy Gedetineerde beschonken fynde geweest, en den deegen inde fcheede in de hand gehad hebbende, dezelve van Schagen in 't voorby gaan daar meede zoude hebben kunnen raaken dog dat hy Gedetineerde meer gemelde van Schagen, met willens ofte met voordagt niet geflagen foude hebben, dat hy Gedetineerde op twee kamers na Vrouwlieden gezogt heeft, maar dat hy op de bedden met fyn deegen niet zoude geflagen hebben, dat hy Gedetineerde de gemelde van Schagen in 't geheel geen molesten gedaan foude hebben , en ook niet weet dat fulx door iemand anders is gedaan , en dat hy Gedetineerden denfelven van Schagen nog zyne Vrouw in huys foude hebben hooren fchreeuwen , dat hy Gedetineerden niet weet, waar de vier anderen gegaan fyn, terwyl hy Gedetineerde na booven is geweest, dat hy weederom beneeden koomende, de vier anderen zoo als hy meend in de Binnen Keuken of aan de deur van de Binnen Keuken gevonden heeft, dat hy 'Gedetineerden toen en in 't geheel niet aan van Schagen foude verfogt hebben om Vrouwlieden te haaien, en ook niet gehoord heeft dat de meede Gedetineerde Bierman daar op gezegt heeft, zoo gy de Man laat uitgaan zal hy mogelyk de Wagt haaien laat ons liever heen gaan eer er meer wisjewasjes voorvallen. Dat den Gedetineerden daar op onder het oog  a?o VERZAMELING van STUKKEN, oog is gebragt dat de meede Gedetineerde van Hogendorp had geconfesfeert den Gedetineerde van het haaien van Vrouwlieden te hebben hooren fpreeken, en dat de meede Gedetineerde Bierman insgelyks hadde geconfesfeert, dat den Gedetineerden aan de deur van de Binnen Keuken Raande aan van Schagen verfogt heeft om Meysjes te haaien met offerte van twee of drie ducaten , en dat hy Bierman daar op eeven gemelde woorden teegen den Gedetineerde heeft gezegt dat hy Gedetineerde niet te min in de confrontatie teegen de meede Gedetineerde Bierman heeft blyven Raande houden , dat dezelve een onwaarheid foude fyn , en toen gezegt heeft dat van Schagen beneeden aan de trap teegen hem Gedetineerde zoude gezegt hebben als je ft.il bent zal ik Meysjes haaien, maar dan moetje my twee ducaaten geeven, dat het wel zyn kan dat hy zulx teegen den anderen heeft gerepeteert dat hy Gedetineerden wel van drie ducaaten gefprooken heeft, dat het ook wel zyn kan dat hy teegens van Schagen heeft gezegd, van Schagen zult gy nu Meisjes halen , maar dat hy geen offerte van twee ducaaten daar by gevoegt heeft, dat de meede Gedetineerde Bierman daar op hebbende gedeclareert bereid te zyn, om het geene hy den Gedetineerde had aangezegt met folemneele Eede te bevestigen , hy Gedetineerde daar op heeft gedeclareert dat hydien Eed niet op fyn gemoed foude willen neemen, vermits hy dronken was geweest, dat vervolgens buyten aan de deur is geklopt en dat van Schagen toen naa vooren is gegaan en de deur geopend heeft, dat gemelde van Schagen op ftraat gekoomen fynde ge-  tot de MILIT. JURISDICTIE. W gefchreeuwt heeft, en foo als hy Gedetineerde heeft verRaan om hulp geroepen , dat hy Gedetineerden en de vier anderen toen uit het hiivs zyn gegaan , en dat hy een van de eeS is gewlest, dat hy de Vrouw van v J Schagen met uit de deur op ftraat heeft geftneeten , en ook niet weet dat fulx door anderen is gedaan , dat zy, naar gisfinge een quartiersuurs in het huys van van Schagen gebleeven fyn , en uit het zelve gekoomen fynde den meede Gedetineerde Bierman gemist hebben, dat hy Gedetineerde en de drie anderen een endwegs op de Princegragt fyn gedaan, dat hy Gedetineerden vervolgens met femelde 5de Perfoon, naar het huys van van Schagen is terug gekeerd, dat gemelde £te Perfoon toen met fyn voeten teegen de deur getrapt, met fyn vuyften daarop geflagen en met fyn Deegen daarop geRooken heett, dat hy gedetineerden voor 't naast gelooft, dat die Deegen toen blood is geweest, maar, dat hy niet weet, of die Deegen toen aan Rukken is cebrooken, of dat dezelve reeds te vooren aan Rukken was, dat hy Gedetineerde met gezien zoude hebben , of niet zoude weeten , dat de meede Gedetineerden van Hogendorp, toen meede naar 't huys van van Schagen is terug gekeerd, dog dat fulx egter fyn kan, dat hy Gedetineerden de Vrouw van van Schagen toen niet gezien zoude hebben, dat hy die Vrouw hand of vinger foude hebben aangeraakt, en dat gemelde Vrouw toen ook met door gemelde 5de Perfoon mishandelt foude fyn,maar dat hy wel zoude weeten, dat die Vrouw mishandelt is, toen hy Gedetineerden met de an-  27i VERZAMELING van STUKKEN, deren het eerst uit het huys van van Scharen zyn gegaan, want dat gemelde 5de Perfoon als toen gemelde Vrouw heeft om ver gefmee-' ten , hebbende den gedetineerden daarop nader , y^zujx niet anders wist, dan om dat de meede Gedetineerde Bierman hem hetzelve Vrydags op de Wagt fouden hebben verteld, terwyl fy te zaamen alleen op de Waet waaren geweest, dat den meede Gedetineerde Bierman daarop teegen den Gedetineerden -reconfronteert fynde, en den Gedetineerden heb bende aangezegt, dat hy niet alleen des Vrydags met den Gedetineerde op de Wagt is ge weest, maar hem ook foodanige vertelling niet heeft gedaan ,hy Gedetineerde niet te min fulx heeft blyven Raande houden, en gezegt, dat de meede Gedetineerde Bierman, onwaarheid prak, dat hy Gedetineerde niet gehoord foude hebben, maar egter niet wil negeeren, dat de meede Gedetineerde van Hogendorp, heeft gezegd dat er op de Brug over van Schagm. twee Kaerels Ronden te zien of te loeren en deefe of diergelyke uitdruckingen heeft gebruikt , kyk wat doen die twee Kaerels daar op de Brug, dat hy Gedetineerde dan ook niet op dat zeggen, maar uit eigen motif daarna toe is gegaan, en teegens die twee Kaerels gezegt heeft, wat doe je lui hier, dat daar op den eenen is heen gegaan, en den anderen agteruit gaande agter over of op zyde is gevallen, en vervolgens opgeftaan fynde meede is weggegaan dog dat hy Gedetineerde die twee Kaerels niet geflaagen of geftooten foude hebben, dat gemelde 5de Perfoon, toen na de Brug geavanceert fynde met de bloote Deegen gefchrapt heeft  tot de MILIT. JURISDICTIE, 273 heeft over de fteenen, dat 'er de vonken uit vloogen , maar dat hy Gedetineerde geen Deegen heeft uit gehad, dat hy Gedetineerde niet negeert en ook gelooft, dat hy de Camenier van Mevrouw van Nek by 't hoofd heeft ge* vat, maar dat hy Gedetineerde fig fulx niet foude rappelleeren, dat hy wel weet teegen een Meyd, die hem teegen kwam gezegt te hebben, ben jy daar , dog fonder haar aan te raaken , dat hy Gedetineerde wel gezien heeft, dat een oud Man , die een fwarte of blaauwe Rok aan had, gevallen is , dat hy Gedetmeer* de en de meede Gedetineerde van Hegendorp, en gemelde 5de Perfoon toen digt by elkander fyn geweest, en dat fy dien Man teegen koomende hard gepraat, gelachen hebben, en vro* lvk fyn geweest, dat hy Gedetineerde niet gezïen zoude hebben, maar naderhand door den meede Gedetineerde van Hogendorp foude hebben hooren vertellen, dat hy Hogendorp, dien Man by ongeluk omver geftooten heeft, dat hy Gedetineerde niet weet of dien Man fig bewoogen heeft, en opgeftaan is of niet, want dat hy Gedetineerde toen is doorgegaan, en dat hy teegens het getuigenis van den Notaris Wyntjes niets kan inbrengen, dat hem Gedetineerde de meede Gedetineerde van Hogendorp en gemelde 5de Perfoon, by het Koorenhuys ontmoet fyn, twee Dames, dog dat hy Gedetineerde de Knegt niet zoude gezien hebben, dat hy Gedetineerde die Dame niet van de kleine fteenen foude hebben fien afwyken, maar wel op de groote fteenen heeft zien gaan, dat hy Gedetineerde meend, dat gemelde 5de Perfoon , die ook kleinder dan hv en de meede GeVI. Deel. S de-  274 VERZAMELING van STUKKEN, detineerde van Hogendorp is, in het midden van hun drien gegaan heeft, dat gemelde 5de rerloon, toen een van die Dames teegen het lyf heeft geloopen , dat die Dame toen ook agter de andere Dame heen, na de kant van de Prince gragt by de booraen is geraakt, en dat gemelde 5de Perfoon geduurende dien tyd zeer digt by die Dame is geweest, dog dat hy Gedetineerde niet foude weeten, of dezelfde 5de Perfoon die Dame toen heeft vastgehouden, dat toen een Mansperfoon fonder dat hy Gedetineerde weet off het de Knegt is geweestdie Dame heeft weggetrocken, en gezegt heeft, dat is mooy, of jy lui doet mooye dingen, dat hy Gedetineerde niet weet wien die Man of Knegt in de hand heeft gewond, maar dat de meede Gedetineerde van Hogendorp Vrydags op de Wagt teegens meergemelde 5de Perfoon gezegt heeft, dat niemand anders dan hy 5de Perfoon het konde gedaan hebben, dewyl hy Gedetineerde zeide, dat hy het niet gedaan had, en dat hy Gedetineerde meend, dat gemelde 5de Perfoon fulx toen ook heeft geavoueert, dat hy Gedetineerde den geheelen tyd fyn Deegen in de hand gehouden heeft, en dat toen fulx met de gemelde Dame gebeurde, daarby heeft geftaan, fonder iets te doen of gemelde 5de Perfoon daar in te verhinderen, en dat hy Gedetineerde teegens de verklaaring yan Mevrouw Wieling, Mevrouw Mariens en de Knegt niets kan inbrengen, dat hy Gedetineerde mets weet van het voorval met de Meyd van Mevrouw de Weduwe Bofch, en ook niet van dat van den Melkboer, dan het geen hem daarna daar van verteld is, dathy den  tot de MILIT. JURISDICTIE. 275 den Melkboer niet heeft gezien , en toen voor uit is geweest, het geen hy Gedetineerde dan ook in de Confrontatie teegen den felven Melkboer Arent Bleeker met de allerRerkfte uitdruckingen heeft blyven affirmeeren , zynde ten dien opzigte ook aan den Krygsraad gebleekcn, dat den zei ven Arent Bleekers ügmoet geabufeert hebben,in den Perfoon, die hemgeattacqueert heeft, vermits den meede Gedetineerde van Hogendorp foo by zyne verhooren als by Confrontatie teegen voornoemde Melkboer conftant heeft blyven Raande houden, dat geenzints den Gedetineerde maar gemelde vyfdc Perfoon in dat geval is geconcerneert geweest, dat ook den Advocaat Crudop by zyne beëedigde verklaaring heeft getuigt, dat gemelde Bleekers denfelven avond hem het geval verhaalende, gezegt heeft, dat hy Bitekers de Perfoonen niet had gekent, en gemeend, dat het Onder-Officiers waaren, dat al Verder de voornoemde van Schagen by zyne Confrontatie heeft gedeponeert, dat denfelven Bleekers den felven Avond aan het huys van hem van Schagen gekoomen fynde, hem verhaald heeft, dat hy Bleekers op Rraat was geattaqueert, dog de Perfoonen niet kende Q dat gemelde Melkboer die Perfoonen aan hem getuygen hadde uitgeduid , hy getuige daarop de Gedetineerdens van Hogendorp,en van Oyen aan den Melkboer heeft genoemt, en vervolgens een Briefje met de naamen van de twee Gedetineerde gefchreeven heeft en hetzelve aan den Melkboer gegeeven, dat al wyders dezelve Bleekers niet heeft kunnen difadvoueeren, dat hy Donderdags 'smorgens by den Collbnel Commandant van het ReS 2 gi-  v.-j6 VERZAMELING van STUKKEN, giment Guardes te Paard zynde koomen klaagen, toen aan dezelve Collonel gezegt heeft, dat hy Bleekers de Perfoonen niet kende die hem geattaqueert hadden , vermits het toen duyfler was geweeft , dog dat hy dezelve Perfoonen naderhand van van Schagen had hooren noemen, en dat van Schagen hem de naamen opreen Briefje gegeeven had, en dat hetzelve Briefje toen door voornoemde Bleekers aan den felven Collonel was overgegeeven, welk briefje dan ook in den Krygsraad is geproduceert, en dat eindelyk meergemelde Bleekers verklaard hebbende, dat die geen die hem geattaqueert heeft een blaauwe Rok,metroodeopflagen aan had , den Gedetineerde derhalven niet kan fyn geweeR, overmits aan den Krygsraad op de wyze hier vooren reeds gemeld gebleeken is, dat meergemelde 5de Perfoon toen de monteeringrok van den Gedetineerde en den Gedetineerde de blaauwe Rok den gemelden 5de Perfoon aangehad hebben, dat hy Gedetineerde al verder heeft geconfeffeert,dat hy de Meid van Juffrouw Dormond geen flag met de Deegen, die half uit de fcheede was, tusfchen hals en nek heeft gegeeven , maar dat hy gelooft dat meergemelde 5de Perfoon fulx heeft gedaan , dat ten tyde gemeld de Deegen van hem Gedetineerde met de fcheede daar aan van onderen gebrooken is, omtrent ter lengte van een vinger, dog dat hy^Gedetineerde de Deegen in de fcheede in de'hand hebbende gehad niet zoude weeten waar by dat breeken is toegekoomen, of waar fulx gefchied is, dat hy Gedetineerde en de drie andere Perfoonen op het Plein van elkander gefcheiden fyn, en dat hy meer-  tot de MILIT, JURISDICTIE. *77 meergemelde 5de Perfoon, heeftt'huys gebragt, dat hy Gedetineerde fig by zyne verhooren en Confrontatien te meermaalen had gecontradiceert, en voorts gezegt heeft, dat het hem Gedetineerde leed was, dat de zaak gebeurd is, en dat defelve niet gefchied foude fyn, indien hy migreren geweest was; En dewyl derhalven den Gedetineerden hoe. zeer het niet blykt, dat ny zig aan eygcntlyk gezegde ftraatfchenderye foude hebben fchuldig gemaakt, fig egter niet ontzien heeft, om befchonken en verkleed fynde, in gezelfchap van anderen na een liegt huys te gaan, vervolgens verfcheyde onbehoorlykheeden op de publicque ftraat te pleegen , en by verregaande ftraatfchenderye prafent te zyn zonder dezelve voor te koomen of behoorlvk te verhinderen, waar door de veiligheid der ftraaten 'is gefchonden , en waar uit funeste gevolgen fouden hebben konnen proflueeren, en mix alles op een Dag die door den Souverain op een Solemneele wyze was afgezondert, om in alle de Kerken deezer Landen God Almagtig aan te bidden en groot te maaken de aanhoudendheid zyner Zeegenmgen, over Land en Kerk, en hooge Regeering en de afweering van alle onheilen af te bidden, als meede om met een Waaragtig berouw fig voor den gedugten Richter van Hemel en van Aarden, verneederende vergeeving van Sonden en den Godlyken byfiant tot verbeetenng en bekeering af te fmeeken, en op welken Dag dan ook bv Publicatie ftriftelyk verbooden fyn, het doen van Handwerk, Neering en Exercitiën in publicque Huyzen, zoodanig zelfs, dat door het doen van Handwerk en Neering S 3 an"  V3 VERZAMELING van STUKKEN, snders loffelyk en die Exercitiën op andere tvden nuttig en onfchuldig kunnen fyn, den Sou vemn nogtans het doen van alhetfelve op dien SSf°n Da&voor onbehoorlykheeden heeft verk aard, en de Gedetineerde fig mitsdien aan mn Jlier V°0renJ §emeide heeft fchuldig gemaakt m vihpendie van die gepubliceerde Or- Offirt ï en Jnfunderheid in een Militair utuciu , die aan andere Militairen een eoed werden geleeden, maar ten Exempel van anderen behoorde te werden geftraft „??°J$ 'C' dat den Gecommitteerden Krygsraad, doorgezien en overwoogen hebbende al het geene ter materie dienende was, en heef moogen moveeren, doende Regt, den Gedet neerden casfeert van fyn MilitaireChaïge fve Uaard hem m habil om den Lande als Militair te kunnen dienen, en condemneert hem om geduurende den tyd van een Jaar en zes weS ;n' teq fynen kosten gedetineerd te blyven by den Geweldigen Proovoost alhier ii/dei" S ïuitide ^ >6 dG K°,Sten en demifen ™ dc jultitie, mitsgaders m die van den Procesfe. Aldus Gearrefteert den 23. Maart 1771 en XXX.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 279 XXX. MISSIVE aen Zyne Doorlugtige Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nasfauw &C Den 28. Maert 1771- Doorluchtigste Vorst en Heere! Ter gehoorzaame voldoeninge aan de Hooge Orders en het gerequireerde van Uwe Doorlugtige Hoogheid by Misfive van den 21. dezer maand Maert, hebben wy d'eer met alle onderdanigheid te berigten dat de Perfoon van Johannes Lytsbergen, zig verftout hebbende een en andermaal met Koopmanfchappen, zoo in den Dorpe van der Groede als ten Platten Lande in den Eylands van Kadzand onze Jurisdictie , Koopmanfchappen uit te venten, niet tegenftaande hy door onze Hooftmannen van der Groede was gewaarfchouwt, dat zulx niet vermogt te doen, ten einde op Zondag den 10. dezer maand Maert wederom zynde gekomen op de Hoffieede bewoond by Jofias Machielfen by der Groede , by zig hebbende een pak waar in 23 pakjes Thee en 21 pakjes Chocolade, waar van hy aan de Huisvrouw van gemelde Machielfen te koop prafenteerde, aldaar door onze Dienaar der Juftitie van der Groede, den Schutter J. van Wayenherg is geattrappeerd , die hem zyn pak met goed heelt afgenomen en getransporteerd na der Groede voornoemt, dat dezelve Lytsbergen dien avond omtrent 9 uurcn is gekomen in de Herberge S 4 de  %8o VERZAMELING van STUKKEN, de Witte Leeuw in der Groede , alwaar hy den Bryder, die aldaar in de kost was, eerst heeft geinfulteert, engefcholden , en vervolgens den f . ?C'° daar b,nnen kwam n'et alleen mede heelt geiniulteerd, maar op verre, gaande wyze gebrutalifeerd , gefcholden, en na hcm meteen Roel geflagen, hem na de keel geg epen, zodan.g dat hy Schutter genoodzaakt is geweest hem te apprshendeeren, en op orders van de Hooftmannen van den Dorpe, geboeid her waards op te brengen: denzei ven Perfoon des anderen daags voor oL gebragt -.en gehoord zynde, en van de vorenRaande faiten ons gebleken, zoo uit het fchriftelyk rapport van voorfz. Bediendens der R. Ritie, als het bengt van de voorfz. Hooftmannen , aen welke by ons in zaken hun Office betreffende volkomen geloofd word geattr bueerd, hebben wy den meer gemelde! £ Lytsbergen gecondemneerd J Co legie vergiffenis te verzoeken wegens de brutale bejegeningen, hun aangedaan, 2. Om voor agt dagen te Water en te Brood in de Kelder te worden gedetineerd. 3, ln eene boete van zes guldens wegens het uitventen der waren , hovende fon! hscatie van dezelve, het laatfte ingevolge een Ordonnantie hy ons gepubliceerd den 3 Juny i769. jn conformite van de Publicatie van Haar Ed. Mog. de Heeren Raden van Staten de dato . . . mftfgaders W de kosten en mifen van Juffi e, dan welke van hem niet zyn gerepeteerd' Alle  tot de MILIT. JURISDICTIE. 281 Alle 't welke Uwe Doorlugtige Hoogheid nader zal confteeren by Extract authenticq uit onze Notulen van den 11. dezer maand , mitsgaders copicn van het fchriftelyk rapport van de Bediepdens der Juftitie en van het Berigt van de Hooftmannen van der Groede ten dezen gevoegd fub Letters A. B. &c. Op den 14. dezer maand heeft de Collonel van Reitjenfiein Sergeant Major der Stad Sluis, door den Onder-Major Wensfen aan den Burgermeester van dezen Ed. Collcgie doen vragen , of by ons gedetineerd wierd gehouden de Corporaal van het Regiment van Doitglas , gemelde Burgermeester geantwoord hebbende, dat den Gedetineerde zulx voorgaf, zyn des avonds aan deszelfs Logement gekomen de Lieutenant Dykman, en Vaandrig _ Olyflagers met den Auditeur Militair van Rhenen , uit naam van gemelde Sergeant Major, verzoekende de overgave van den gedetineerden J. Lytsbergen, als een Militair zynde: Waar op wy des anderen daags na rype' deliberatie den Collonel van Reitfenftsin door den eerften Penfionaris van dezen Collcgie hebben laten antwoorden , dat dit Collegie dien Delinquant heeft geftraft ingevolge de Wetten van den Lande en conftante praóHcq voor dezen Collegie , en gefondeert op de Refolutien van den Souverain ; dan indien hy Collonel eenige nadere Refolutien konde fuppediteren, waar op meende gefundeert te zyn tot het doen van de reclame , het ons aangenaam zoude wezen, dezelve te mogen zien , waar op gemelde Collonel heeft goed gevonden te rephceeren, dat hy dien Perfoon had gereclameerd S 5 als  282 VERZAMELING van STUKKEN, als Militair, meende daar toe geregtigd, do? metgeöbhgeerd te wezen eenige Refofut e del wegens te fuppediteren, requirerende als node overgave en verzoekende daar op finaal antwoord. In welke replicque wy dan ook hebben berust en op denadere inflantie door de Gedeputeerdens van den Ed. Geftr. KrygS. raad den irj. daar aan volgende voor dezen tPn n!ierfdaan' by°"^erRe antwoord bly. veni perfifteren , waarom wy ook aan de Commisfansfen uit den Ed. GeHrenge Krygsraad vePi-ztk I9' d3ar h6bbcn ge^fufeerbd hun InZ h ?£• eem§e P^oonen van onder onze Jtmsdiftie voor hun te zenden tot het neemen van informatien , dog teffens met of ferte, md,en zy zigoP nieuwe faiten w Iden roformeeren en ons de interrogatorien deswe" gens overgeven, wy de gerequireerde perfoonen daar op zouden hooren, en derzei ver refponfiven den Krygsraad doen toekomen, uit het vorenftaande zal het zoo wy vertrouwen, aan Uwe Doorlugtige Hoogheid appareren da den Corporaal Lytsbergen op onfe freciate order met is geapprehendeert, zoo als die van den Krygsraad des Guarnifoens van Sluis in hun rapport aan Uwe Doorlugtige Hoo4 d Tï tei;co«^nedatdenzelven°door de Bediende der Juftitie op de gewoone wyze êeapprahendeert en voor ons gebragt is \W Wo\Ian , rnT SWtreerde kennisff had! den , ook zal Uwe Doorlugtige Hoogheid uit het vorenftaande konnen afnlmen , dat den meergemelde Corporaal byons al is geeondemmïnV" Jn,ex'ecutie g^elt op den n. dezl maand, en dus niet geflraft na de reclame zoo als  tot de MILIT. JURISDICTIE. 283 als wy uit Hoog gemelde Misfive van Uwe Doorlugtige Hoogheid concluderen dat die van den Krygsraad zullen hebben voorgewend , want de reclame is maar eerstop den 14. daar aan volgende gefchicd. Hier mede vertrouwen wy aan het eerfte en laatRe lid van het gerequireerde by de Misfive van Uwe Doorlugtige Hoogheid te hebben voldaan; en belangende, het verdere gerequireerde, namentlyk de gronden op welke wy vermeind hebben eenige Aétes van Judicature te konnen ofte mogen plegen over een Militair perfoon , dezelve zyn kortelyk vervat in ons drieledig antwoord aan den Collonel van Reitfenftein gegeven, en hier vooren reeds ter neder geReld: het geene wy de vryheid zullen gebruyken alhier by ieder poincl wat nader te adRrueeren. Alvoorens zeggen wy dat onze handelwyze is gefondeert op de Wetten dezer Landen alzoo haar Hoog Mog. de Heeren Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden aan ons hebben gedemandeert de adminiRratie der Hooge JuRitie Crimineel over den Lande van den vryen zoo verre de limiten van Hoog gemelde Haar Hoog Mog. zig zyn betrekkende, zonder dat Hoogst de zelve daar van, zoo veel wy weeten, nooit hebben geëxcipeert de Militaire Perfoonen,die onder onze Jurisdiftie deliftacommunia perpetreren. Daar nu geen contrarie Wet van den Souverain in weezen is, hebben wy altoos gemeend, ons te konnen en te moeten reguleren na het gevoelen der geaccrediteerdRe Rechts Doctoren, terwyl ;het in Rechten notoir en buyten disput is, dat de Rechter der plaatfe, alwaar  234 VERZAMELING van STUKKEN, waar de daad is geperpetreerd, het Forum competens over den Delinquant heeft, gelyk Zx ^ i j 2 >/3ken ^ dep Profesfor Voet ti™L^ïJ^èr??diClh alw^r hy Simt eh£tl SreUnquenti f°rum competens eft Jiaediftmüione. Wordende zulx by de mees te Rechtsgeleerden, geconfirmeerd. Waaï S gens men onfes eragtens niet kan obiicieeren rt deMilltie Z0llde» ^bben een fo.' rum pnvilegiatum, dewyl het by de meeste RegtsgeleerdenconRantis'datzelfJinplaTtzen alwaar de Krygsraad is Guarnifoen houde fde Sn alleerf de D Van M^taire perfoo! nen alleen dezelve is competerende, in 't re gard van misdaaden die by dezelve zyn begaan" z> n nalatigheid , overtredmge in Togten en Wagten, overgaan tot den Vyand, defertie en overgaan van de eene Compagnie in dean dere zonder Paspoorten , mitsgadersove exces fen en dehften.die de Militaire onderlig en VERDERs"NIET ^f? ^ be^ ^ *h , f' §eIyk zulx omftandie ge- deduceert word in zekere Advis by Bort Trac taat van Cnmineele Zaaken tit.\.L Ti alwaar hy zegt, maar wat de deliclen bflangt quce communia vocantur, cum ea tam miles auam mn milescommittere potest , en dewelke" over zulx de Burgerlyke Sociëteit en gemeene" Rus te alleen choqueren, dezelve ftaan ter Llca dezelve zyn begaan, bevestigende zulx met verfcheide geallegeerde Wetten , zoo ais ook is doende de Profesfer Voet Ut. de frdlto  tot de MILIT. JURISDICTIE. ft* I iU alwaar hy zegt, dat buyten alle gevallen hier vooren geavanceerd , te weten van Suitaire delicten Militesjropter ™" mme a judice Chili posfe conimmri, allegedaar toe de Ordonnantie van Koning PffiUPPeS oode Crimineele Juftitie in dato - Tulv i4o.-we:ke Ordonnantie a.ieen ,genoeg z^ude wezen om ons gedrag te jufoficerpn alzoo dezelve bv ons is in vindt objeryanS'en ?olSens welke de Crimineele Juftitie hv ons altoos tot heeden is geadmimftreerd ge worden , nadien er by den Souverain geene Indere off nadere nooit is geëmaneerd , by dewelke Art. 68. uitdrukkelyk word gezegd rivk totvericheide ftonden was ^etotueerd, dat van alle zaken van hrygsnancel, off het Sne in *t Leser gefchied, die Overften, ColEÏÏ off Provoosten de kennisje daar van zulen hebben, ook van't geene de ^vgsluyden. mSdoen ter-plaatfe van hun Guarnuoen offagSr Land trekkende onder hun \aanae off 2*t te doen zal wezen van den eenen Soldka- te«ens den anderen, en dit in zaaken en affaire'0, zooCapitaal, maar aangaande de gemeene delicten , wezende Capitaal byKrygsS onze Onderzaaten van herwaards over ^nerpetreert buvten het Leger off elders, off fSnts dan gêzegt is, ook van t geene dat Zv aecommitteert zullen hebben al eer zy inSfchre^n off tot onze Bezoldinge ontfanlen zvn , zullen daar af gepunieert woroeri by Sfflsfe Jugen off Regters , in onzen Dienst niet ingelcnreyen zynde, en zullen om dezelve deliaen en misdaaden (niet tegenftaande de voorzeide inichryvinge) aan-  2U VERZAMELING van STUKKEN, getast, gevangen, en by de voorzeide Reeters van der Plaatlen gepunieert mogen woE zonder dezelve de Overften, Collonel Pro' voosten oft Capiteinen te reftitueerenoffov£ AZyHzyn evenwelniet ignorant dat HaarEd. Mog. Heeren Raaden van Staten byeeneReio rj v™ de" * September 1742. en Haar Hoog Mog Refolutie van den 31. Mn 17%? fortlln^fr " ^V1" dC Steeden ™ bendm ^neaahte,t geenftemin Raat heb. jende, met Guarnifoen van den Staat bezet de cognitie en Judicature over Militairen een commune deliftum begaan hebbende comne teert aan de refpeftive Krygsraden in de Stït den , en dat daar omtrent geene piïvenS Plaats heeft, dog dezelve tófolutiS ^ ?J ons van geene applicatie, alzoo het LandwaÏÏ . over wy de Crimineele Juftitie adminiftreren met geen Guarnifoen bezet is, en dit mS wy te meer concluderen, nadien Hun H^g off Ed. Mog ons nooit copie van de voorfz Refolutie hebben toegezonden Op de voren gelegde gronden is by dezen fen I Sgie aIt°,0S Sej'lldicieert over Militairen ter, Lande van den vryen buyten hun Vaandel dehnquerende, het geene het tweede ld lir, °nS antW°°rd aan den ColTonefvan Reztfenlleyn, en waar van onze Retro-Aftes de preuves opleveren , want onze SentemS boeken opflaande, vinden wy, dat op den if Augustus 16x5, door onze Predecesfeurlil VhaXT COt Geesre]i"geen Gebannen S lhn3 V0T01" 50 Jaaren Hendrik Wilsfon geboortig van Londen, geloopen uit de QoZ pa-  tot de MILIT. JURISDICTIE. W pagnie van den Capitein Fetmor, daar onder tv zekeren tvd Soldaat was geweest, ter caufe hv een geappnehendeert Vrouwsperioon op L yiS>f vSschoondyke (onder onze Jurisdiftie) uit handen van den Officier dei Julfcie had ontweldigd: op den *o. November i663 door Burgermeestcrcn en Schepenen s Lands van den Vryen, gebannen voor den tyd van 10 jaren, wegens het perpetreren van een kleine, diefte, de perfoon van B althaf er Gusman , Alias Claveren, geboortig van Gendt . Conftapd op St. Donaes: den 29. Decembei 1752- « door ons wegens gepenetreerde adukene en andere deliften, voor zyn leeven lang Gebannen uit den Lande en Graaffchappe van VlaenSeren Pieter Tiers Soldaat in de Hollandfche Guardè te Voet; dezelve Tiers was herwaarts gekomen met een Verloff-pas voor twee maanden, die den 13. derzelver maand December expireerde, waarom wy by Misfive van den < te voren van zyne detentie kennis gaven aan déefelfs Cheff den Generaal van der Duyn, die nogthans zoo veel wy weeten nooit eenige klagten over ons heeft gedaan. Ten qde gaven wy in ons antwoord aan den Collonel van Reitfenfieyn te kennen, hoe wy gefondeert waren op de Refolutien van den Souverain, 't geene niet kan tegen gefproken worden, want, behalven de Refomtie van Haar Hoog Mog. in dato 25- Maart i?*7- genomen in 't reguard van Soldaten te Montfoort , in het Overquartier van Gelderland zig onthoudende, waar by Hoogst dezelve veritaan, dat alle Militaire perfoonen,die zig in de Dorpen van het voorfz. Ampt by haare Vrienden off **** an-  f 8 8 VERZAMELING van STUKKEN, anderfints zullen komen op te houden , het zv dezelve m dienst yan H. H. Mog. ofte van andele Mogentheeden zouden mogen wezen wanneer die perfoonen eenig exces geduurende haar verblyff aldaar zouden komen te bedryven , geRraft zullen worden volgens Stads Landregten en Placaaten in 't voorfz. Overquaitier geëmaneert, en in zodanige gelegentheid geenfints zullen gauderen van de Militaire Privilegiën, nogte van haare Militaire Overigheid gereclameert zullen mogen worden; zoo heeft den Krygsraad des Guarnifoens van Sluis dircdt tegens zig twee decifien van Haar Ed Mog. de Heeren Raden van Staaten de eerRe van den 4. December 1721. genomen op de Misfive van gemelde Krygsraad, wegens zeker geval in het GraafflèhapBuuren met den Soldaat Hendrik Knuyff en den Vendng Schutters , die aldaar waren gegaan om Recruten te bekomen, waar by Hoog gemelde Haar Ed Mog. verftaan dat-alzoo het geval gebeurd is met in de plaatfe van het Guarnifoen maar tot Buuren, en zulx op een plaatfe daar de Soldaaten niet anders konnen worden geconfidereert dan als particuliere perfoonen, en misdoende door vegten off andere diergelyke gemeene dehéten, fubjeft zyn de Judicature van den Regter van die plaatfe. De andere decifie is van den 16. Ocïober 1739. op de klagten door de meergemelde Krygsraad ingebragt jegens de Magiftraat van ' Aardenburg, dewelke wegens aldaar begaane manfiag had doen apprahenderen Maurits Jan Berkenhage Corporaal in Guarnifoen te Sluis, en jegens hem crimineel geprocedeert, en niet ge-  tot de MÏLIT. JURISDICTIE. 2S0 gedefereerd aan de reclame van de gemelde Krygsraad, dan hebben Haar Ed. Mog. goedgevonden, en verRaan genoegen te nemen met vt berigt:van voorfz. Magiftraat gelyk den gemelde Corporaal ook aldaar gevonnist, en op den 21. derzelve maand October gedecapiteerd is. Van welke beide Refolutien wy de vryheid nemen hier nevens copien te voegen fub Litteris D. öf E. Do" de Krvgsraad des Guarnifoens van bluis zal mogelyk óns objicieren, dat wy ten jare 1720. aan de Praedecesfeuren wel hebben overgegeven den Soldaat Francais Verfee die op onze Jurisdiftie wegens een begaan delict was geaporshendeert, dan gelieve Uw Doorlugtige Hoogheid geinformeert te weezen , dat wy in Retro-Aftes vinden dezelve overgave te zyn eefchiëd om twee redenen: 1. Om dat de Commandeur de Mauregnauld , en de Krygsraad vermeindendat dien perfoon Soldaat zynde, binnen zvn Guarnifoen te Sluis een zwaarder delict hadde begaan, als het geene hy ten Lande van den Vryen had geperpetreerd 2. Is dezelve overgave gcfchied uit beleeftheid (zoo als alle overgaven gefchied) en tot voedinge van de goede harmonie, zonder praejuditie, waarom dan ook de Krygsraad deswegens hcefc gegeven, de Afte van non prjejuditie hier nevens copiëlvk gevoegd fub Littera F. Waar in dezelve advoueren , dat Burgermeesteren en Schepenen 's Lands van den Vryen regt hadden om den Gevangenen zelfs te kunnen doen Rraffen; gelyk de ^Gouverneur der Stad Sluis ook naderhand in particuliere discourfen heeft moeten advoueeren, in cas het geval zoo was, VI. Deel. T ge-  zoo VERZAMELING van STUKKEM, gelyk hem is aangetoond dat dan de overgave kwalyk verzogt en gedaan was. Dit Zyn Doorlugtigfte Vorst en Heere! de gronden op welke wy Ampts en Eedshalve vermeend hebben, de Corporaal ¥. Lytsbergen wegens het delinqueren op onze Jurisdiftie en tegens onze Politicque Ordonnantiën te moeten Rraffen, en niet te konnen off mogen defereren aan de reclame door den Krygsraad des Guarnifoens van Sluis gedaan. Terwyl wy ter goeder trouw konnen declareren ignorant te wezen van zodanige Wetten, volgens welke geene Militairen delinquerende voor ons te regte zouden mogen Raan. Want wat aangaat het ftuk van de Jacht en Gemeene Middelen, ons is wel bekend, dat die van het Jachtgerigt en de gedelegueerde Kegters hebben fora privilegiata, van welkers Judicature niemand, en dus ook de Militairen zig konnen onttrekken, maar aan haar moeten overgeleverd worden , gelyk zulx ten onzen opzigte ter zake van de Gemeene Middelen plaats heeft ontrent de Heerlykheeden onder onze Jurisdiftie , die fchoon zy 't Halsrecht exerceerende , de Overtreeders voor ons moeten te regte Rellen, dog daar uit kan, onzes eragtens (onder eerbiedige correftie) niet worden geconfequeert, dat Militairen in alle andere zaken alleen voor de JuRitie Militair moeten te regt ftaan, hierom hebben wy vermeind het hiervooren gemelde antwoord aan den Collonel van Reitfenjlein te moeten geven, wiens phgt het immers geweest was ons te informeeren van de Wetten op welke hy zyne reclame fundeerde, waar over wy gegronde redenen mee-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 49* meenen te hebben ons te beklagen, alzoo het alleen aan hem te imputceren is, indien wy uit ignorantie tegens de Wetten mogten hebben ge handelt. H-t vorenftaande vertrouwen wy genoeg te zullen wezen, om onze handel wyze Voor het wyzé oog van Uwe Doorlugtige Hoogheid ta kunnen juftificeeren , terwyl wy de vjyheid nemen Uwe Doorlugtige Hoogheid rnet allen eerbied in confideratie te geeven, dat het Land, waar over wy Juftitie oeffenen, zodanig ls geconftitueerd , dat de Ingezetenen zonder behulp van Vreemdelingen hunnen Oogst niet kunnen inzamelen, waartoe dan ook zig veeltvds Soldaten van differente Guarmfoenen laten employeeren , en dus aan de Ingezetenen een groot grief zoude worden gelegd, indien zy hun Recht voor ons hunne Competenten Refter niet konden bekomen, maar hetzelve rao°esten profequeeren voor de refpcftive Krygsraden zoo van Sluis als andere Guarmfoenen , het welke gelegentheid zoude geven tot veele infolentien en onordentelykhceden, behalven dat indien de Bediendens der Juftitie geene Militairen die dikwils zonder Uniforme ott Wapens (gelyk de Corporaal Lytsbergen ook heelt eedaarO zig ten dezen Lande ophouden , en dus van andere niet te deftingueeren zyn, zou* den mo^en appraahenderen , als dan onze Ingezetenen zullen geëxponeerd wezen aan de dVelykfche infultes en brutaliteiten yan de zodanigen: want wie zoude hun appraehenderen , dc Militaire Rechters ? die zyn immers in het Land niet. Het Guarnifoen van Sluis ? Dezelve konnen immers hunne Jurisdiftie niet tot m T 2 n£»  202 VERZAMELING van STUKKEN, het Land van den Vryen extenderen, en hebben wy nog nimmer moeten Riuffreren, dat dezelve Acles van Jurisdictie ten Lande hebben geëxercerd. Indien onverhooptelyk als eens ja, dan konnen alle Militaire Delinquanten ongeRraft echapperen , zoo om den tyd die er verloopen moet om van de delicten te Sluis te komen kennis geven, als om dat het Land van Kadzand van'de Stad Sluis is gefepareerd door een Kanaal dat dikwils by flegt Weder niet kan gepasfeerd worden. Verhoopende hier meede aan de Hooge Orders van Uwe Doorlugtige Hoogheid te hebben voldaan , zullen wy God Almachtig bidden , dat hy het dierbaar leeven van Uwe Doorlugtige Hoogheid fpaaren, en Uwe Doorlugtige Hoogheids Vorstelyk Huis in deszelfs gunstige befcherminge nemen wil, terwyl wy onze Perfoonen, Regeringe en goede Ingezetenen in de veilige prote&ie van Uwe Doorlugtige Hoogheid ootmoedig aanbevelende zullen blyven Doorluchtige Vorst en Heere ! Uwe Doorlugtige Hoogheids &c. Den 28. Maert 1771. Aan Zyne Doorlugtige Hoogheid den Heere Prince van Oranje en Nasfau &c. XXXI.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 293 XXXI. MISSIVE van Burgm. en Schepenen s Lands van den Vryen te Sluis aan H. H. Mog. Den 18. Augustus 1771. Hoog Mogende Heeren ! Wy vinden ons verpligt U Hoog. Mog.onderdanigst kennis te geven, dat op gistei by ons zynde geëmaneerd een Publicatie jegens he Roven der Mosfelbanken onder onze Junsdidie, daar van door een onzer Camerboden, als na gewoonte, een exemplaar hebbende laten affigeren, aan het Plakbord Raande aan de buiten zyde van de buitenRe Vest buiten de Zuidpool dezer Stad, langs de publicque Ryweg, en ten minsten 30 Roeden van de Poort, gemelde Kamerbode alvorens (zoo als hy zegt Iyn gewoonte te wezen) is gegaan by_ den SerSant aan gemelde Poort de Wagt. hebbendeen hlm verzoet een Man van de Wagt mede te ïeven te 'aafiRentie, ten einde de Schildwagt aan de Barrière, uit onkunde zig nietmogte oppofeefen, vervolgens de affixie hadden ge- daDat de Collonel van Reitfenftein, Sergeant Major dezer Stad, daar op des avonds aan onzenoudfte en aanwezende Schepen, door den Onder-Major heeft laten aanzeggen, dat vernomen hadde , hoe door een der Roerboden van deze Collegie op het voorfz. Plakbort een Publicatie was geaffigeerd, dat hy T 3 ber-  *94 VERZAMELING van STUKKEN, Sergeant Major niet verftond , dat aldaar in het vervolg eenige Publicatien off Ordonnantiën zouden worden aangeplakt, zonder dat hem daar van prealabel en vifie zal wezen het is op grond van dezelve Refolutie , dat wy over hetzelve Fort en de Werken van dien, nog ten huldigen dage de Jurisdiftie exerceeren , waarom wy ook t' federt daar een Hoof man en Dammeester hebben aangeftelt, en altoos iaarlyks Commisfarisfen dispicieren, om aldaar de Schouwinge der Dyk en Sluyfe van groot Reigersvliet, binnen de Werken van het gemelde Fort gelegen te doen, en op den 11 Maart 1711. is door onze Commisfarisfen aanfchouwd het doode Lichaam van Daniël Martin des nagts te voren in de zoute Vaart verdronken , en door den Hooftman Bibau en Dammeester JVillemoens, met behulp van de Militaire Wagt daar uit gehaald, en op het Schorre tegens den Dam gelegd, op den 16. December 1725- is door Commisfarisfen uit dit Collegie aanfchouwt, het doode Lichaam van Francais de Brune, in de Gragt van het aroote Hoornwerk van St. Donaes des daags te voren verdronken, ook hebben de bewoonders der woningen op St. Donaes, by ons van tvd tot tyd te regt geRaan en zyn zeks een en andere by ons, over begaane faiten geincarcereerd geweest, en laatstelyk is door onze Commisfarisfen op den 7. September 1756. aanfchouwd het doode Lichaam van Judocus Fieters iust door eenen Sacharias Samjons ,daagte voren ter neder geflagen, op den Dam leg-  302 VERZAMELING van STUKKEN, gende door de Zoute, tegens St. Donaes tusichen de eerste en tweede Barrière, by de ooft wÏÏkeennnSChi;ï^; °Ver de J^icafure Pvan welken Dam ter dier occafie lang en hevig getwist is, tusfchen dit Collegie en die van het nabuung Brugfe Vrye, het wllke eindeljl door «terventie van U Hoog Mog. in onzen faveur is gedecideert, en den Delinquant door die van het Brugfe Vrye aan ons overgeleverd, zoo als u,t de Notulen van U Hoog Mog op da o 2Q ApriI I75g>is te zi ^ ^ P het plegen van alle dezelve aflens van Turisdiflie van wegens de Militairen, nooit eenig empechement toegebragt, maar ter contrarie, en t gene ten dezen remarquabel is, doe ter gelegentheid der Schouwinge den 4 maart 171t gedaan, en hier vooren gemeld,'eenige differenten,,* tusfchen dit Collegie en de MagiRraat van Sluis ontftonden, die, uit kragte van hun Waterregt, vermeenden tot de fchouwinge geregtigd te wezen, heeft de Commandant van &iuis, ons behulpfaam gemeest en door Commisiansfen uit den Krygsraad , van het volk aldaar de Wagt gehad hebbende, informatien nopens het geval, op ons verzoek doen nemen en dezelve aan ons ter hand gefteld. tt h het.vw'enftaande vertrouwen wy, dat a%1 °gA Scconvinceert zullen wezen, dat de AdminiRratie der Juftitie aan ons is gedemandeert, niet alleen buyten, maar ook binnen de Fortihcatien, en ook door ons altoos is geexerceert geworden, en dat vorige Commanderende Officieren te Sluis, onze Jurisdictie aldaar hebben geagnosceerd; nu behoort immers het emaneren, publiceeren en affigercn, van  tot de MILIT. JURISDICTIE. 30S van Ordonnantiën ook tot de AdrainiRratie der Juftitie, en derhalven volgt het van zelve, dat wy daar toe, al was het ook binnen de Fortificatiën , geen nader permisfie van den Commanderenden Officier te Sluis behoeven, alzoo de Souveraine wil van U Hoog Mog. in dezen immers genoeg is. , . , . De Sergeant Maior zegt by zyn bcngt, dat het quceftieule Plakbord ftaat binnen de Barrières , de Pallifaden en verdere Werken, ten minsten vier roeden binnen de naasten Barrière en omtrent zoo verre van de Schildwagten : dat het binnen de Barrière en zoo na by de Schildwagten ftaat, willen wy gaarne advoueren, dog U Hoog Mog. gelieven teffens te remarqueren, dat het ftaat ter plaats daar de publicque Ryweg, om in en uit de Stad te komen, is, en altoos geweest is, en zal apparent al tfedert het fluiten der voorgemelde Conventie met de Magiftraat der Stad Sluis ten jare 1660. als een Jurisdictie Paal geplaatst, en wanneer de Stads Fortificatiën zyn uitgelegd, verzet wezen, en vervolgens op onze ordere van tyd tot tyd gerepareerd en vernieuwd; de Sergeant Major ignoreert, hoe het daar gekomen is, hy had zig daar op (alvorens eenige Demarches te doen) moeten informeeren. Dat dezelve orders waar over wy doleren, door den Sergeant Major alhier zyn gevonden, is eene volftrekte onwaarheid, althans dit is zeker, dat dezelve nimmer zoo lange de tegenwoordige Leden, dit Collegie compoterende,infun&iegeweest zyn, en zoo veel ons bewust is, ook in vroeger tyd niet, zyn in pra&yk geweest,ook kan een 'Commanderende Officier zoo veelerly vreem-  304 VERZAMELING van STUKKEN, vreemde orders aan de Poorten en Wagten geven;de Militairen mogen verpligtwezen,daar aan te obedieren, maar de gene, niet onder zyn orders Raande, zig befwaard vindende,zyn geenfints gehouden daar aan te obtempereren, indien zulke orders niet direót. van den Souverain emaneren. Het Exempel van het gene te Doornik in praótyk is, kan hier van geene applicatie wezen, want alzoo de Magiftraat aldaar, een ander Souverain ten Wetgever heeft, was het niet onmogelyk, dat aldaar eenig ftatut gemaakt wierde, ftrydig tegens de Militaire discipline, dog dit kan by ons niet exteren, daar de Politique en Militaire Rechter van een en de zelve Souverain dependeren. Ook moeten wy op de Argumenten van die natuur , eens voor al remarqueeren, dat de Sergeant Major zeer finifterlyk, het verbod van aan alle Poorten, Posten en Wagten iets aan te plakken, in generaale termen zoekt voor te Rellen, en ook op ons Plakbord te appliceeren daar het zelve daar van toto ccelo verfchilten alleen bepaaldelyk op de Poorten, Posten en Wagten ziet, en met reden, want alzoo het zelve s'Lands Gebouwen zyn, waar over de direóhe van reparatien als anders geheel aan die van de Militie is gedemandeert, zoo is het ook billyk, dat daar aan niets gedaan worde zonder hunne kennis, en is het niet meer dan waarfchynelyk, dat indien , die orders ook de affixien op ons Plakborden bedoelden , zulx nominatim daar by zoude wezen uitgedrukt althans onze contrarie ufantie doet zulx te meer vermoeden de remarque , nopens de directeurs off  tot de MILIT. JURISDICTIE. off Ingenieurs komt hier nog veel minder te pas 5 want behalven , dat het gene tot hun departement behoort, zaakenzyn, betreftende het Militair, zoo weet men immers, dat dezelve aan s' Lands Gebouwen hunne athxien doen, 't gene reeds boven gefolveerd is. De SergeantMajorzegtniettepretenderenCfchoon zulx NB. zegt hy, wel behoorde) dat hem permisfie gevraagd worde, en ook het al otr niet affigeren, niet van zyne Caprices te willen doen afhangen, maar Hoog Mog. Heeren ! is zulx uit zyne aanzegginge niet duidelyk te concluderen? want waar toe pretendeert hy anders niet alleen kennis, maar ook vifie van het gene wy affigeren willen, daar hv alle confufie immers zoude kunnen uit den weg ruimen, met eens voor al aan de Wagt order te geven, dat zy onze Kamerboden onverhinderd op ons Plakbord laten affigeren, en is hv zoo nieuwsgierig om alles te weten wat 'er pasfeert, kan hy immers door die van de Wagt aan hem rapport laten doen, even zoo wel als hy de Leden van dit Collegie en andere Inwoonders dezer Stad by hun inkomen door die van de Wagt met nieuwsgierige, en ons bevorens nooit gedaane, ondervraginge, thans goed vind te laten fatigeren. Ook blykt genoeg uit het gezegde van den Sergeant Major aan den Penfionans van dit Collegie, dat namentlyk hy hec Plakbord wel zoude kunnen amoveren, dog het alleen had laten ftaan, om dat het hem niet in de weg ftond, wat authoriteit gemelde Sergeant Maior zig over ons doen en laten arrogeert, dog dit is by hem ftudieufelyk in zyn Bengt met VI. Deel. V «u-  jo6 VERZAMELING van STUKKEN, ftilzwygen gepasfeerd, als niet te compasfeeren met het gene hy nu voorwend. Het befluio door den Sergeant Major uit de handelwyze van onzen Kamerbode opgemaakt, als off wy aan deszelfs Praedeceffeurs den Generaal Major de Lannoy wel hadden willen kennis geven , is geheel bezyden de waarheid, en konnen wy U Hoog Mog. van het contrarie afiureren, ook had die Generaal Major veel te redelyke fentimenten , om ons met dergelyke caprices en bagatellen te vexeren. De vrage, hoe het in gezonde herfenen kan op komen, te pra-tenderen een Judicature te hebben, in s'Lands Fortificatiën binnen de Barrières, is zoo temerair, dat wy niet begrypen konnen hoe hy die onder het Oog van deszelfs Souverain durft brengen, daar hy immers in handen heeft de direfte decifie van U Hoog Mog. by onze Misfive gevoegd, waar by het zelve ter contentieufe plaatfj aan ons werd geadjudiceert. En, dat een Commandant voor alles moet verantwoorden , wat binnen de Fortificatiën gefchied, is veel te ridicul, om het zelve op de adminiftratie der Juftitie van een Politiequen Rechter, die by den zei ven Souverain ter verantwoordinge Raat, te willen appliceeren. Het is wonder , dat een Sergeant Major niet heeft kunnen zien, dat hy met het ailegeren van de plaats Patibulair, als een Argument voor zyne Jurisdiftie zig zelve fuo gladio juguleert: want gaat dit Argument door dan is ook onze Jurisdiftie geprobeert, om dat al tfedert immemorialc tyden ons Plakbord ge-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 3°7 geftaan heeft , daar het nu nog ftaat, dog;'t tene U Hoog Mog. geheven te remaiqueren, niet ter plaatfe patibulair , want die is aan de andere'zyde van de Fortificatiën, m een afgefloten plaatfe. Het geavanceerde, dat wy alomnie op de Dorpen en elders doen, en het dus ter qusftfeufc p aatfe met zoude behoeven , komt ons voor als een blyk van verlegentheid, 't is waar, wy latenaomme ten lande affigeren, maar ter quaeftietfe plaatfe is het ook altoos gefchied, en a daar voor al noodzakelyk, zoo om onze Jurisdiftie aldaar te maintineeren , tegens de Magiftraat der Stad Sluis, die daar op meeimaafen heeft getragt te imP1eteren , als ook, om dat het Plakbord daar ter plaatfe aan alle de Ingezetenen die binnen de Barrière langs de publicque Heeren weg na de Stad komen, direct in 't oog valt. ,rai„v„„ ,mnr. Wv accepteren ten onzen merkel\ken voor deele, dat de Sergeant Major de decifie van U Hoog Mog. in dato H- February 1760. niet direft heeft durven tegenfpreken ^vertrouwende, dat hy met zyne remarque, als off de Minde zig dies tyds daar mede niet zoude liebbèn willen bemoejen, en de odieufe fotip•ons, met welkehy de nagedagtemsfe van den Overledenen Gouverneur, den Generaal Baron van Burmania, heeft tragten te fletnsleren , en van welke hy zig, indien die Generaal nog in leeven was apparent wel gewagt zoude hebben, by U Hoog Mog. weinig honeur verkrygen zal; terwyl wy met leden vreefen, dat hy het dreigement nopens het doen van fchouwingen, daar by gevoegd, by V 2 ex-  308 VERZAMELING van STUKKEN, exterende ongelukken op den grond off in het water binnen de Fortificatiën , door de Rerke hand van het Guarntfoen, in weerwil van den Politiquen Rechter, ook wel zal ter uitvoer brengen , indien hy door de hooge bevelen van den Souverain daar in niet word bepaald. Maar zegt de Sergeant Major, wy zouden aan hem moeten kennis geven,al was het onze Jurisdiftie , om dat het Plakbord kort by de Schildwagt Raat,en zulx om de goede order te obferveren, en voor te komen , dat niemand anders gebruik van dat Bord maake, dewyl de Schildwagten de Bodens niet meer dan andere kennende, ieder zig daar voor konde uitgeven, en dus onder dien naam laster Schriften &c. aanplakken, want onze Kamerbode, die nimmer eenige Exploiten doen zonder hun gewoone teken, het Wapen van dezen Lande, op de Borst te voeren, maken zig immers daar door genoeg kenbaar voor een iegelyk. En wat betreft, om de nabyheid van den Schildwagt, indien zulx waar was, dan konde de Sergeant Major met het Rellen van posten zig overal het hoogfle gezag aanmatigen en behoefde maar, wanneer 'er veel HooftOfficieren alhier in Guarnifoen zyn , die in differente Qiiartieren dezer Stad te doen logeren, wanneer hy door de Schildwagten voor de zelve de Supereminentie over de geheele Stads Jurisdiftie zal konnen voeren. De Schouwinge de dato 7 September 1756. op den Dam by St. Donaes hier voren gemeld, is ook gefchied, onder 't oog en tegens de Post van den  tot de MILIT. JURISDICTIE. 3°9 den Schildwagt aldaar , zonder dat wy den doenmaligen Commandant de Lannoy daar van kennis gegeven hebben, off daar over door hem gecapteert zyn, dat het is om de goede order te obferveren, is ten niterfteh frivool: wie heeft ooit gehoord , dat een Pohticque Regter Ordonnantiën zal affigeren, om daar mede desorder te verwekken , even eens orr U Hoog Mog. het maintineren van de goede order met de AdminiRratie der Juftitie ook niet teffens aan ons hadden gedemandeert; dog de Collonel van Reitfenftein toont hier meede, dat hy alleen meerder kundigheid (zoo het geen verwaandheid is ) bezit, dan alle de Generaals en andere Officieren, die voor hem alhier gecommandeert hebben. En belangende het aanplakken van Pasquillen, wie zoiiw zoo affurant durven wezen, om zulx onder het oog van den Schildwagt te tenteren , daar zyn immers binnen de Stad wel plaatfen daar zulx clandeftein, en met minder gevaar kan gefchieden, waar van wy by ondervmdinge geduurende het verblyf van den Collonel van Reitfenftein, alhier en voornamentlyk tiedert hv zig met deze en geene zaaken buiten zyn departement heeft beginnen te bemoeien, de meenigvuldige blyken gezien hebben, zodanig, dat wilde hy het fpargeren van een menbte Schotsfchriften beletten, hy alle de ftraten dezer Stad wel met Posten zoude hebben mogen laten afzetten. Wy zullen ons over de bygevoegde attestatie van den Sergeant, die dit voorgevallene met eene detentie in de Provoost heeft moeten bezuuren, niet uitlaten, alzoo daar op mets V 3 te  $io VERZAMELING van STUKKEN, te rescontreren valt, en dezelve nergens anders toe kan dienen, dan om te proberen , dat onze Kamerbode een Man van de Wagt verzogt heeft meede te geven , het gene wy by onze vorige Misfive aan U Hoog Mogende reeds hebben geadvoueert, en welk verzoek, om een Man van de Wagt te hebben, Wy verklaren buyten de kennis van alle de Leden en Minifters van dit Collegie te zyn , en dus waarfchynlyk door onkunde is gefchied. Wy konnen niet voorby te remarqueren, hoe de Sergeant Major, allerwegen in zyn Berigt ons doet voorkomen, als off wy onze Jurisdiftie en Privilegiën zoeken te extenderen, in nadeel van den Prince Gouverneur en op s' Lands grond , en off het van onze zyde eene vexe was, daar het immers onteven is , wiens grond het is over welke wy Jurisdiftie oeffenen, want hier geen disput is, over den grond zelfs, maar over de Jurisdiftie van dien grond, en dit meenen wy hier voren breed en klaar te hebben aangetoond , dat den Militairen geene Jurisdiftie competeert: zoude het dan niet ten uiterflen onbillyk wezen, dat wanneer haar Ed. Mogende de Heeren Raden van Staten goedgevonden eenige Fortificatiën uit te breiden, zoo als ter plaatfe contentieus ten jare 1721 off 1722 is gefchied,en in tyden van Oorlog een menigte Fortjes ten Lande van den Vrye zyn gegelegt, dat de Magiftraat van het Vrye daarom aldaar de locale Jurisdiftie zoude moeten misfen, waar van nog geen Exempel is. Hier mede vertrouwen wy ten klaarsten gedemonftreerd te hebben, dat de aanzegginge we-  tot de M1LIT. JURISDICTIE. 3" wegens den Sergeant Major van ^ffj™' aan ons gedaan, is het Recht van Juftitie door U Hoog Mogende aan ons gedemandeert, en ten tweeden niet. anders kan worden geconfidereei t, dan een puure vexe en eene nieuwigheid, die dooi andere Officieren alhier gecommandeert hebbende, ons nimmer is gevergd, ten derden, dat ny zig met deze demarche een authonteit aanmatigt, over zaeken buyten zyn departement, ten vierden, dat denzelven ten onregte eene privative Militaire Jurisdiftie pretendeert, ter plaatfe contentieus. . . \ Terwvl wy gaarne aan het doorzigtig oog van U Hoog Mogende willen overlaten te beoordeelen off wy,die alleen ons oud gebruik en Jurisdiftie tragten te maintineren, zonder ons met eenige Militaire zaken te bemoeien, van vexes te befchuldigen zyn , off wel den Collonel van Reitfenftein, wiens moeielyke humeur in zyn vorige Guarnifoen te Dooinik genoeg gebïeeken is, en wiens menigvuldige demarches tfedert zyn kort aanwezen alhier in zaken buyten zyn departement en zyne ó rferenten, zoo met het Edele Mogende Collegie ter Admiraliteit, de Magiftraat van dezen Stad en het Jagtgerigt, als anders de attentie van U Hoog Mogende al een geruimer tyd hebben gefatigeerd, en misfchien nog aftueel occuperen , die zig een Locale Jurisdiftie en oppergezag wil aanmatigen, en ons m onze al oude posfesfie en goed Regt tragt te tur- beeren. .... Hierom zullen wy hier mede eindigen met ootmoedig verzoek, dat U Hoog Mogende ons V 4 van  313 VERZAMELING van STUKKEN, van deszelfs vexes gelieven te bevryden, en hem te gelasten , ons de Publicatien en Ordonnantiën op het quseRieufe Plakbord te laten affigeren, zonder zig daar over eenige authoriteit aan te matigen, veelmin ons daar in eenig empechement toe te brengen. Wy hebben d'eer U Hoog Mogende &c. Sluis den 11 October Ï77I, XXXIII.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 3*3 XXXIII. MISSIVE van Burgerm. en Schepenen 's Lands van den Vryen te Sluis, aan H. H. Mog. onr verregaande vexes van het Militair Gouvernement. Ben 29. October Ï77IHoog Mogende Heeren! Na dat onze Misfive aan U Hoog Mog. van den 23. dezer met klagten ten lasten van den Sergeant Major van Reitfenftein m gereedhdd was gebragt , heeft het denzelven konnen Sten den Penfionaris honorair van dezen Collegie Anthony van Deinfe , wederom een affront te laten aandoen , alzoo denzelven dien eigen morgen na Aardenburg zynde gegaan en des avonds ten halff zes te rug gekomen door den Sergeant aan de Zuidpoort de Wagt hebbende wierd gevraagd waai van daan kwam, waarop antwoorde van Aardenburg, daar op wederom gevraagd wie hy was, antwoorde van Deinfe Penfionaris honorair van Ïpt Collegie van den Vryen ,;en dus hier woonïg ig ferde? wierd gevraagd off hy buyten hadl vernagt, waar op in befcheide termen antwoordende , dat vermeende daar van geen rekenfehap te moeten geven, heeft den Sergeant denzelven al mede in de Wagt gearrefleert en rapport gezonden aan de Hoofdwagt, zulx inmiddels te onzer kennis gekomen zynde nebben wy een onzer Pènfionarisfen gecommitteerd oYm van den Sergeant Major de redenen van den arreste te vragen, en onze  3H VERZAMELING van STUKKEN, Menister te reclameren , die daar op niet alleen met veel hevigheid antwoorde, dat hy de Heeren aanmerkten als Rebellen tegens de Ordres van het Guarnifoen van den Gouverneur en van den Souverain, en dat de Heer van Deinfe was aangehouden om dat geweigerd had te zeggen , off buyten vernagt had, dat hy Sergeant Major daarom aan den Sergeant had laten zeggen dat hy.wel gedaan had, dog den Penfionaris ontfiagen was: maar ook den aan hem gecommitteerden Penfionaris op een onbefcheiden wyze heeft behandeld; hier van rapport bekomen hebbende, hebben wy den voornoemde Penfionaris honorair door een onzer Minifters, aan de Wagt laten reclameren off halen , die voor ons gecompareerd ons van het voorgevallene nader mondelinge heeft verRag gedaan en gerapporteert dat de Sergeant Major door een Onder-Officier aan de Wagt had laten zeggen dat de Sergeant wel had gedaan en den Heer van Deinfe ontfiagen was , dan dat hy Penfionaris aan den Sergeant Majoor had laten declareren niet te willen ontfiagen wezen , voor dat hem reden van zyn arrest was gegeven, dog daar op geen antwoord had bekomen' Wy vinden ons genoodzaakt hier over al wederom onze regtmatige klagten aan U Hoog Mog. te doen, en deswegens fatisfactie te verzoeken, gelyk wyniet voorby kunnen UHoog Mog. teffens kennis te geven, dat Daniël Sappius Schepen van dezen Lande op gister voormiddag de Zuidpoort te Paard binnen komende eerst de Schildwagt aan de Barrière hem vroeg waar komt Myn Heer van daan, die antwoorde  tot de MILIT. JURISDICTIE. 3*5 de uit de Polder, toe vroeg off buyten had geftapen, en daar op ten antwoord bekwam, daar moet ik niet op antwoorden dat zynmyn zaaken.de Schildwagt denzelven daar op na de Wagt heeft gebragt, alwaar door den Sergeant van de Wagt na zyn naam, quahteit en waar van daan kwam, gevraagd zynde en daar op gezegd hebbende,, ik ben Danie Sappws oud f, Burgermeester van het Ed. Collegie J Lanos vanden Vrven,als mede Ontfanger van Haar Ed. Mog. d'Heeren Raden van Staten der Ye.. eenigde Nederlanden, en ik kome uit de Pol1 der ,de Sergeant daar op andermaal vroeg apparent heeft Myn Heer in de Polder met gePlhp , gemelde' Sappius daar op heeft gezegd SzvVmyn zaaken, vragende tetrens hev * klaar? De Sergeant antwoorde jaM>n Hee, , fczal hier van rapport doen , zyn Ed het vertrekken, dan dat gemelde Sergeant hier over door de Sergeant Major met eene detentie in de Provoost is geftraft. — Wy zyn thans in net zekere geinformeert, dat de Sergeant Major het alleen op de Leeden van de beide Collegien alhier raderend gemunt heeft, alzoo de notabelfte Burgers en Ingezetenen in de Sud komende niets gevraagd werden. Wy kunnen alhier niet verbergen onfe furprife', dat de Sergeant Major zyne vexat.ve orders tituleertmet den naam van Guarniloens orders, en als emanerende van de Souverainen van den Gouverneur,daar wy vermeinen,dat en de Souverainen en de Gouverneur dezelve te eeremaal ignoreren , en dezelve met anders zyn dan eene capricieufe hersfenvrugt van aen Sergeant Major, want daar van alhier nooit  316- VERZAMELING van STUKKEN, geen exempel is geweest, hebben wyU Hoog Mog. by onze vorige Misfive reeds geaffirmeerd en kan onzes eragtens ook klaar geconcltideert worden uit het gene wy vinden in het Groot Militair Woordenboek van Dibbetz fol. 594. onder de Orders aan de Hoofdwagt alhier by het aankomen van Schepen, alwaar gezegd word: dat den Officier van de Hoofdwagt de Schepen wel exattelyk zal laten vifiteren, off daar geen Vreemde Pasfagiers in zyn &c. N. B. Alle Burgers en Ingezetenen vry laten pasfeeren. Wy neemen de vryheid U Hoog Mog. andermaal op het onderdanigfte te fmeken, dat het U Hoog Mog. behagen mag, indezen eene fpoedige en zodanige voorzieninge te doen als U Hoog Mog. na derzelven gewoone a^quiteit, tot maintien van de Leden 'en Ministers van dezen Collegie zullen vinden en oordeelen te behooren. Wy hebben d'eer &c. Den 29. O&ober 1771. XXXIV.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 317 XXIV. MISSIVE vanBurgerm. en Schepttien 'sLands van den Vryen te Sluis aan H. H. Mog. metklagte over de vexes van 't Militair Gouvernement. Den 6. November 1771» Hoog Mogende Heeren! Wy zvn ten hoogften gevoelig aangedaan, d-t wv "wederom ons in de noodzakelykheid bevinden U Hoog Mogende met nieuwe klagten over den Commandant Collonel van Reitfenftein lastig te vallen, dewyl zyne vexatien niet ophouden , maar nog als voorheen de Leeden en Minifters van dezen Collegie de noort pasfeerende doed aanhouden , t welk den Lieutenant Bailliuw van dezen Lande Leorard Ferleman deze morgen in zyne fonctie na St Anna ter Muvden tot het bywonen van de Magiftraats Vergaderinge aldaar geweest zvnde , ten 9 uuren uitgegaan en ten 12 uurén geretourneert, weder aan de J>asnoort heeft moeten ondervinden, zynde door den Officier aldaar de Wagt hebbende, om dat gemelde Lieutenant Bailliu Ferleman op de eenvoudige vrage (en meer niet) aan hem gedaan, off ook buyten de Stad vernagt had, heeft geantwoord niet verphgt te zyn daar van rekenfchap te geven , is aangefegt te moeten vertoeven tot dat aan den Commandant rapport had laten doen , 't welk aoor hem Ferleman op een vriendelyke en beleefde wyze gedeclineert zynde, dewyl gepresfeert was  3i8 VERZAMELING van STUKKEN, om thuys te moeten wefen, door gentel ten Officier is gearreReert in de Wagt gebragt en ontwapent. & 5 Wy hebben ons deswegens aan den Over. lte van Reitfenftein geaddresfeert om redenen van dit arrest te weten, die fegt, daar toe geen ordre gegeven te hebben, maar dat den Officier qualyk had gedaan en buyten zyn ordres was gegaan , waarom wy verzogt hebben, dit zoo zynde , dat door dien Officier de gerequireerde fatisfactie wierd gegeven , dog daar op geantwoord heeft, dat met te kunnen doen , en dat reets last had gegeven den Lieutenant Bailliu Ferleman te ontdaan , waar uit genoegzaam aff te nemen zynde , dat niets buyten zyn ordres is gedaan , zoo zyn wy genoodzaakt geworden van voornoemde Commandant van Reitfen Jtein ook in deze voor onzen Lieutent Bailhu een behoorlyke en eclatante fatisfaétie te verzoeken , 't welk ook met een declinatoir antwoord door voornoemde Commandant zynl de affgewezen, is door den Lieutenant BailJm ferleman verkooren , in dit ontflag ganfchelyk niet te bewilligen, maar vermits de Wagt geen behoorlyke verblyffplaats is, nog kan wezen, veel liever met den last van dat arrest op een neutrale plaats te worden «rebragt, daar na Raat en qualiteit konde ge. huisvest worden en verblyven , tot deswegens behoorlyke, en een eclatante fatisfaéèie over het affront hem aangedaan bekooms waar van wy den Commandant van Reifenftem hebben kennis gegeven , daar op niets heeft blieven te antwoorden, veel min befor- gen,  tot de MILIT. JURISDICTIE. 310 gen , dat deswegens door den Officier off* wie ook in de fchult mogt wezen, zodanige fatisfaftie wierde gegeven ; hebben wy dicnvolgende den Lieutenant Bailhu Ferleman door twee Penfionarisfen van dit Collegie laten reclameren uit de Wagt affhaalen, en ontwaapent in de Concerghe van dit Collegie met den last van het voornoemde arrest overgebragt, om aldaar ten kosten van ongelyke te blyven, tot dat dezen aangaande de gerequireerde fatisfaaie had bekoomcn , waar van wy aan den Commandant van Reitfenflein hebben laten kennis geeven, die by dit alles blyfft perfifteren en deze zaake draayt zoo als 't hem blieft, dan eens met te zeggen , dat geen ordres heeft gegeeven, om de Heeren te arrefteeren, en dan weder het zyn Guarnifoens Ordres daar aan moet geobferveert worden , advoueerende volmondig dat zulx maar tot de Leden van de Collegies en andere fatfoenlyke Luyden betrekking had, en niet tot de gemeene Burgery , 't welk ons nog meer verwondert, om dat dan daar uitnoodzakelyk moet affgenomen worden, dat niet de Burgery, maar de Leden van de Collegies en haare MiniRers onder verdenkinge leggen, waarom wy nogmaals de vryheid nemen U Hoog Mogende deze onze regtmatige klagten weder onder onder 't oog te brengen, met verzoek dat hier tegens ten allerfpoedigfte mag worden voorzien den Lieutenant Bailliu Ferleman op een eclatante wyze ontfiagen , en fatisfaclie gegeven , en den Commandant van Reitfenftein gecondemneert in de costen, en wy voort vervolg van dier- ge-  320 VERZ. van ST. tot de MILIT. JUR. gelyke vexatien worden bevryt om niet aan diergelyke en meer andere Orders die daar uit zouden konnen voortkomen te worden bloot geReld. Wy hebben d'eer &c. Sluys den 6. November I77I-