MILITAIR RECHTSGEBIED NEDERLANDEN. IX.   G E Z A G de MAGT sn de GRENZEN MILITAIRE RECHTBANK in DE VEREENIGDE NEDERLANDEN, AANGE WEEZEN uit STAATSR.ESOLUTIEN PLAICKA atfw nnnnw u£.wy*D1/N en andere AUTHENTYKE STUKKEN : BYÖENVERZAMELD DOOR F. A. VAN DER. KEMP. HIERBY IS GEVOEGD de MEMORIE over ce MILITIE van den STAAT, TOEGESCHREEVEN aan Mr. SIMON VAN SLINGELANtiT, Raadpenfiomris van Holland, enz., enz. en een ONDERZOEK van den BESTALTBRIEF, TER VERKLAARING VAN DAT GEDEELTE VAN HET NEDERLAND SCHE STAATSRECHT WELK BETREKKING HEEFT TOT DEN GERECHTSDWANG ov£r de KRYGSLIEDEN; nevens-EENIGE OPHELDERENDE BYLAAGENj DOOR Mr. 3F. G. VAN OLDENBARNEVELT, genaamd Tvtumn, Advocaat-Fiscaal der Generaliteit, enz,, enx, NEGENDE DEEL* AMSTERDAM, By W. HOLTROP, i792.   AENHANGZEL OP HET M A G A Z Y N • VAN STUKKEN TOT DE MILITAIRE JURISDICTIE BETREKKELYK. DOOR FR. ADR. VAN DER KEMP.  SUUM CUIQUE.  B E R I G T VAN DEN EERSTEN UITGEVER DER DRIE EERSTVOLGENDE STUKKEN. Dit Stukmy ter hand gefield, heb ik niet ondienfiig geoordeeld, door den druk, gemeen te maken, om gevoegd te worden agter de Misfive (a) aan een Heer uit Zeeland, over de Militaire Jurisdictie binnen die Provincie. Myne Landgenoten zullen daar uit zien, dat zelfs, onder de Graaf- fe- O) De Edele Schryver van deze belangryke Misfive heeft my vergunt, deze Stukken te mogen overnemen, voor 't welk ik zyn Ed. openlyk mynen dank betuige. * 2  B E R I G T. felyke Regering, wanneer een Heerschzugtige Karel V. de teugels van den Staat in handen hadt, het Burgerlyk Regtsgebied ongefchonden is bewaard, en, voorde infractlen van eenen Militairen Regter, beveiligt geworden: ■ en een nieuw bewys ontkenen voor de Wettigheid der pogingen van zulken onzer Regenten, die der Ingezetenen Regten befchermen, en tegens alle Ufurpatien verdedigen. AEN-  AENHANGZEL OP HET EERSTE DEEL. •' • ^mmvobh r j.. noccc'.T (No. IV. Bladz. 12.) EXTRACT uit het hulde Register (i) der Stad Middelburg in Zeeland. (in Indice) Een Requeste mit een Appojiille, by die van den Secreten Rade gegeuen, den xe. Decembris xv'.xlvij, op H verfouck van Buchmrs en Schepen, by dewelcke t Renvöy, verfocht by GARCIA DESCALANTE, van fekere geuangen Bisfcayer, by den Bailliuy, op den Hauendyck van Middelburch, geuangen , overmits zeker retroisfement, by den/elven geuangen gedaen , op de Onder/aten van herwaerds ouer; Verclaert wertnyet gefondeert, niet jegenftaende de Commisfie van dezelve Defcalante , oick daer aen geattacheert,en tfamen gecotteert Numero xix, Foliis clviij clx. (i) Gulde Register dus genoemt uit hoofde van deszelfr Vergulde Band. In het zelve ftaan geregiftreertalle de Privilegiën, Oótroyen, Gratiën, Sententien &c. der Stad. * 3 II.  AENHANGZEL. (fol.clix.') II. Veukpri. (No. VI. Bladz. 12.) ttelege (2} v dp7e!fl% AAN DEN KEYSER. annexe, qui donne, Thoonen , in alderreventie, BurZrelï"'' Semeesters en Schepenen , de WetauCapitai- houwers Uwer Stede van Middelburg ne des dé- in Zeeland, hoe, onlangs leden, ter bats, kennisfe van Uwen Bailliu aldaar geaduienent komen is geweest: Dat zekere perfoo- entre fes ,ö ^1 "ens, g?nen zouden een arm fcarael man, op non des de- den Havendyk van Middelburg, afgeHcqt,qti'ils zet hebben , en hem afgenomen eenen commet- jocnura daalder, en omtrent nog ir TelZntre invers in payemente ; waar op den k Suèiegts voorzeiden Bailliu , zekere informade par de tie genomen hebbende, heeft, aldaar cka, &que te Middelburg, geapprehendeert, drie %%dl Spanjaarden van de Spaanfche Vloomanckpar te,op de Stroom van Middelburg gearlesCapitai- ri veert, en deneenen, voor devoor«e,ne<ïf dat aan denzeiven op den naame ende van weghen Haar Edele Groot Mogende fal worden gefchreven tnutatis mutandis in fulcker voegen ende fodanige termen , als op den naam ende van wegen Haar Hoog Mogende in krachte van dcrfelver Refolutie van dato den vyfentwintigften Maart feftien hondert eenenvyftigh genomen in de groote Vergaderinghe, op de Zaal van't Hof van Holland ghehouden, ten verfoeke van de Heeren Staten van Gelderlandt aan de Commandeurs van de Guarnizoenen in de iteeden van dezelve Provintie, ftem, in Haat hebbende, ten voorfchreve dage gefchreeven is gheweest; ende namentlyck, dat hy Commandeur voorfchreeve fich niet en zal hebben aan te matighen het bewaren van de fleutelen, openen en fluyten van de Poorten der voorfchreeve Steede, nochte het uytgeeven van het Wachtwoordt aldaar, oock de Militaire' Jurisdictie niet vorder zal hebben te «xtendeeren, als over mcfufen ende deliéten ***' puyr.  AENHANGZEL. puyrlyck ende privativelyk Militair zynde, alles na breder innehouden van de voorgeroerde Haar Hoog Mogende Refolutien en Misfiven aan de voorfchreeve Commandeurs binnen de Provincie van Gelderlandt, als boven gefchreven , ende wat aangaat 't gemoveerde raackende den Eed aan de Magiftraat van den Briel, volgens het fevende Articul van de linie te doen, fal den voorfchreeven Commandeur meede worden aangefchreeven, dat hy fich dien aangaande volkomentlyck ende punctuelyck fal hebben te reguleeren naa het formulier , daarop by Haar Edele Groot Mogende voor defe ghearrefteert,ende de Heeren van van den Briel voorfchreeven, nevens de andere leeden van de vergaderinge toegezonden, ende in andere faecken, de Stadt van den Briele privative raeckende, dat hy hem na 't goedvinden van de Magiftraat aldaar fal hebben te gedragen; fynde vorder de Heeren Gecommitteerde Raden verfocht de vergaderinghe te rapporteeren , 't gunt op het jongfte aanfchryvens aan den voorfchreeven Commandeur gedaan, ende hier ter Vergaderinge bekent gemaakt 3 wyders is gepasfeert. XXIX.  AENHANGZEL, xxxv XXIX. (No. LVI. Bladz. 112.) EXTRACT uyt het Raadt Signaatder Stadt Nymegen van den jaare 1666. Dominica den 29. April 1666. a Meridie. In facken van den Overften Ruelle Aanlegger eens, ende Blefius Freyman Vervvr ande» ren deels verftaat een Eerbaar Raat, dat de Vendels van den Aanlr. by provifie hier fullen blyven , tot dat de pretenfe van den Verwr. voldaan off ander berigt deswegen gedaan zal worden. XXX. (No. LVI. Bladz. 112.3 Lunce den 30- April. In facken van Andries Palmers, als Volmf. van den Overften Rueli Aanlegger eens, ende Blefius Fryman Verwerer anderen deels, verftaat een EerbaareRaat, dat de queestieufe Vendels hier zullen blyven , tot dat Partyen naarder tegens malcanderen gehoort zullen wefen, ende heeft fig Andries Palmers voor depneteniie van den voornoemde Fryman vrywillig ten Borge geconftitueertmetrefervevan den Overften Ruelli daar tegens gehoort te worden. *** a XXXI.  xxxvi AENHANGZEL. XXXI. (No. LVI. Bladz. 112.) EXTRACT uyt het Raadts Signaat de)- Stadt Nymegen. Sabbathi den 9. Juny 1666. In faeken van Simon Fredrica Fryman Aanlegger ter eenre tegens Nicolaas N. Corporaal van den Heere Ritmeester Coenen Verweerer ter anderen zyde verftaat een Eerbaar Raat, datten Verweerer fchuldich en gehouden is, het affgehaalde Peert, Coller en andere goederen den Aanlegger cost en fchadeloos te reftitueren ende wederom ter plaatfe te brengen daar hy 't gehaalt heeft , ende dat eer hy van hier gaat, off daar voor Borge te Hellen , mits datten Aanlegger voor des Ritmeesters ende Verweerers Actie mede Borge ftelle, foo defelve eenige vermeinen te hebben, gelyk ook den Verweerer Borge fal hebben te ftellen voor des Aanleggers als der Heeren Borgermeesteren Actie , wegens 't vilipenderen in 't wegfmyten ende niet aanneemen van de Acte van Citatie, denfelven Verweerer wederom fyne Acle gereferveert tegens zyne Officieren, diet hem gecommandeert hebben, daar ende zoo zynen goeden raat gedragen zal. XXXIL  AENHANGZEL. xxxvn XXXII. (No. LVI. Bladz. 112.) EXTRACT uyt het'Raadts Sigkaat der Stadt Nymegen. Veneris den 7. September 1666. Op verfoeck van Loeffs de Bruyn wort denfelve geaccordeert ende toegeftaan, om onder cautie te mogen lichten ende nae fig nemen den mantel van Jacob Janszen Soldaat onder Capityn Lauwick, daar op gefeyden Bruyn by arrest geprocedeert heeft, ende heeft Peter Levers fig voor de Bruyn tot Borge geftelt. XXXIII. (No. LX. Bladz. 120.) EXTRACT uit de Refolutie van Haar Edele Groot Mogende. Den 14. February 1669. De Heeren Gedeputeerden der Stad Dor -Afte van drecht, hebben uit fpeciaale last van de Hee-"°" Prnan gefteeken hebbende, den Drosfaart derzelvér^°^e/u" Steede, ende 's ,Lands van Arkel, de gemelte 1 Heeren hare principalen hadde bekent gemaakt , dat hy vermeynde, dat de voorfz. begaane manflag, zynde een gemeyn delict, was ftaande tot kennisfe van den Ordinaris Rechter der voorfchreeve Stede ; dat den voornoemden Drosfaart daar omme met allemodestie, ende zonder de minste pasfie te toonen,omde Jurisdictie een ander aanbevoolen te willen invaderen , de Officieren van de voorfz, Compagnie voor fich hadden ontbooden, met verzoek, * * * 4 van  SL AENHANGZEL. van te willen ontdekken, hoedanig dat het met 't perpetreeren van de voorfz. manflag was toegegaan , ook bekent te maacken de getuigen, die daar omtrent mogten hebben geverfeert, dat de voornoemde Officieren hadden geantwoord , dat den Commandeur der voorfz. Steede al bereids de zaake by de hand hadde genomen, ende informatien dien aangaande doen leggen; waar omme de gemelte Heeren haare Principalen te raden waren geworden , den voornoemden Commandeur voor haar te ontbieden , en hem voor te houden dat zy luiden meinden de intentie van Haar Edele Groot Mog, te zyn, dat zodanigen delict tercaufatie van den Drosfaart voornoemt, en ter Judicature van Scheepenen was ftaande, edoch dat den meergemelten Drosfaart het contrarie hadde gefuftineert, als zynde de voorfz. manflag gefchied door een Soldaat, aan een ander Soldaat, ende binnen een plaatfe alwaar een Commandeur is, by Acte met magt om een Krygsraad te mogen convoceeren, verzoekende de gemelte Heeren van Gornichem Haar Ed. Gr. Mog. goede meeninge ende intentie te mogen verftaan , by wie de voorfz. manflag gecaufeert, ende by welken Rechter in die zake gefententieert zal moeten worden. Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden , en verftaan, dat de Heeren Gecommitteerde Raaden fullen worden verzogt, ende gelast, gelyk dezelve verzogt en gelast werden by deezen , om naar ingenomen informatie van de rechte gefchapentheid der voorfz. zaake, ook gehoort die geenen, die dezelve fullen meenen»dien aangaande, gehoort te moeten  AENHANGZEL. XLÏ ten werden, Haar Ed. Groot Mog. daar op te dienen van haare Confideratien, en Advis. XXXV. (No. LXI. BI. 122.) EXTRACT uit de Refolutie van Haar Edele Groot Mogende. Den 13. Augusti 1671. Is geleezen feekcre Requcste aan Haar Ed.Ds zaak Groot Mog. geprcefenteert by Ditlof Rumohr ,va!1 H»Luytenant Collonel van een Regiment Paar-r^.™ den ten Dienfte van den Koning van Dene-mohrver marken, houdende in lubftantie, hoe dat hyklaartvoor by zeekere zyne voorgaande Requeste, meedeeea o v/op huiden aan Haar Ed. Groot Mog. gepri^^**^ fenteert, verzogt hebbende, dat den Fiscaallaten tef Crimineel van Holland, ofte eenig ander Offi judicamre cier gelast zoude mogen werden, criminelykvan denOrna de Wetten van deeze Landen te Procedee-dinais ren, teegens Capitein Dirk Haringcarfpel, tjerte°^£n" oorzaake dezelve, foohySuppliantpofeert, opter. 't Schild, in 't Eiland van Texel, den vyf en twintigften Mey laastleeden om het leeven gebragt heeft Otto Rumohr, in zyn leeven meede Capitein ten dienfte deezer Lande, fyn Suppliants Broeder, hy Suppliant naderhand onderricht is geworden, Haar Edele Gr. Mog. al bereids by Refolutie, den Fesden defer loopende maandt op de Requeste van den voor-, noemde Haringcarfpel genomen , de Juiicature over de voorfz. fake hebben toegevoegt, aan * * * 5 den  xlii AENHANGZEL. den Krygshsraadt, tot dien einde uit den name van Haar Edele Groot Mog. alhier in den Hage te convoceren, als of de voorfchreeve gepofeerde manflag, by den voornoemde Haringcarfpel, zoo gezeidt wordt, begaan, zoude weezen een Militair delict; verzoekende vervolgens op 't fundament van verfcheide reedenen in de voorfchreeve Requeste gededuceert, dat Haar Edele Groot Mog. goede geliefte mooge zyn , in plaats van de voorfchreeve Krygsraad, tot Rechters over den voornoemHaringcarfpel te ftellenhet Hof Provinciaal van Holland, en dat de accufatie gedaan moge werden by den voorfz. Fiscaal Crimimineel van Haar Ed. Groot Mog. waar op gedelibereert, en de gelegentheid van de voorfchreeve zaake r der ingezien zynde, is verftaan en verklaart, dat het voorfz. feit niet en is, nog aangezien moet werden als een puyr Militair delict, maar dat het zelve gereputeert moet werden te weezen een deliüum commune , ende zulks fubject de Judicatiire, niet van een Kryghsraad, maar van de Ordinaris Dagelykfchen Rechter , en dat mitsdien voor zoo veel den voornoemden Capitein Haringcarfpel by de voorfchreve fyne Requeste op den fesden dezes aan Haar Edele Groot Mog. ingedient, verklaart heeft, gerefolveert te zyn, zig over de voorfchreeve Actie te Hellen, ter purge, hy 't zelve zal hebben te doen , niet voor den voorfchreeven Kryghsraad, maar voor den Ordinaris Rechter na dc Wetten en Praclycqen dezer Landen daar .toe bevoegt , ende competent zynde 5 ende wert derhalven ook mits deezen ingetrokken de voorfz. Haar Ed. Groot Mog. voorgaande Re-  AENHANGZEL. xliïi Refolutie tot het convoceeren van een Krygsraadt den voorfz. fesden deezes genomen, daar van de Heere Gecommitteerden Raaden kennisfe zal werden gegeeven met last en ordrc omop de bequaamfte wyze te bezorgen, dat door die geenen , die de voorfz. voorgaande Requeste ingelevert ende vervolgt hebben 't geene voorfz. is, aan de voornoemden Capitein Haringcarfpel behoorlyk geinfinüeert mogen werden. XXXVI. (No. LXI Bladz. 122.) EXTRACT uit de RefMWe%Militie.Ja- van Haar Edele Groot Mog. dic!Uüre 0 over een Ruytervan Den 30. September ibjl. 'deCompa¬ gnie van Is ter Vergadering gelcczcn 't Advis van deden *le^r Heeren Gecommitteerde Raden, hebbende in-^e gevolge ende tot voldocninge van Haer Edelere jurisG-root Mog. Refolutie in dato den elfden TüISdiftie van laastleeden , geëxamincert en overwogen 'tGornigunt ten zelve dage by de Heeren Gedeputeer-^1™ den der Stad Gornichcm was geproponeert,t'cr on(ier nopende de Judicature over feekere manflagdezelve by een Ruiter van de Compagnie van den Heer Compavan Brederode, aan een andere Ruiter van de-5"^ ^ zelve Compagnie omtrent de Stad Gornichem^b^™e geperpetreert, ook haar aandagtclyk , en efr-te laten aan cumftantielyk geinformeert omtrent het fait Schepenen van de voorfchreeve manflag, mitsgaders ge-v?n «m' in ordinari Proces in te laaten extraordinarie moet werden voortgevaaren en perfifteert by zyn vorige. Ex adverfo procefteert by fyn vorige protest. _ Er-  AENHANGZEL. Erfchenen Doétpr Arnolt van Dam , naemens Meester Garrit Everts, welke hier pra?«fent wefende, om fyn fwakheidt heeft moeiten vertrekken, te kennen gevende, hoe hy op gisteren tefte protocollo alhier arrest hebbe verfogt op die Perfoon van Johan van Scraesborgh, waar van op huyden den termyn van juftificatieis aangeftelt, zynde den gearrefteerden volgens relatie des'Gerighs Dienaars hier toe geciteert. Soo overgaf Comparant ,names fyn Principaal, clagte en eisch, concluderende en biddende als daar by vervolgens hy Garrit Everts met fyn Huysvrouw Getruyt van ter Borgh, pro expenfis litis non conveniendo alibi, en nae wyders nae Lantreghte geholden tot Borge fielden haar 'perfonen en goederen in fpccie haare behuyfinge in defe Jurisdictie gelegen, waar op dan Comparanten afwagten van den gearrefteerden behoorlyke handeïinge by ontftentenisfe accuferende contumaciam nihil agentis, met verfoek van proclame met wyder bedingh dat den gearrefteerden fyn arrest fal hebben behoorlyk te verburgen,funftebymanquement en wyder verweygeringe van dien verfoekende denfelve op het Huys te Keppel in verfekeringe mogen blyven tot der tyt toe behoorlyk nae Lantreghte fal hebben gecaveert, verfoekende mede den gearrefteerden in judicia moge werden afgevraagt of hy nae Gastregte ofte nae Lantreghte is gefint te procedceren, onder beding van kosten. Erfcheenen Garrit Everts neffens zyne Huisvrouw Getruyt van ter Borgh en hebbend die Burghcogt by reces gemek, geinfereert en daar op geftipuleert ut jurk.  AENHANGZEL. Ex adverfo de Luytenant Scraesborgh repeteert om de Edel Gerighte niet op te holden tegen defe opgeraepte Actie, fyne voorgaande gehoudene proces ende protest tegens defe Fiscaals gepreetendcerde Actie, uyt denfelven hoofde fpruytende , gedaan fonder figh foo wel over defe als voorgaande gealligeerde redenen alhier in defe Edel. Gerighte in te laeten copie op conditie als voren, pro noftro interesfe gefinnende van die aanfpraak, gelykin caufa Fisci is gefchiet. Het Gerighte fal fig nader van die bewaringe van den gearrefteerden verfchryven , en in geval van wyder treynisfement ofte verweygeringe van Burghftellinge, ordre tot de verfekeringe op den Huyfe Keppel ftellen, en aangaande de termynen des Fiscaals procedure daar over fal met asfumptie van onpartydige erkent worden. Den 14. Augustus 1683. In Fiscaals faake tusfchen de Heer Amolt van Dam in qualiteit als Advocaat Fiscaal der Heerlykheidt Keppel, Arreftant en Klager ter eener , en Johan van Scherenburgh Gearrefteerde en Beklaagde ter ander zyde , voor defen Edel Gerichte der Heerlykheidt Keppel ongedecideert hangende. Gefien de dictamina te weder zyde gevallen, en gelettet waar op in defen te letten ftonde : Het Gerigte met asfumptie van onparthydige Regtsgeleerde doende Regt , injungeert Partien contendenten naar 't prsfcript Lantrechtens dezer Graeffchap over die faeke in quses- tie L  AENHANGZEL. LX tie te procederen van drie daagen , tot drie daagen de kosten over dit incident gevallen to£ uytdragt der zaake referverende» Aldus gedaan en by ons onderfchreveRcghtS* geleerden getekent binnen Dotichem den i'ó» Augufti 1683. Onderftondt Andreas van Dam , Johannes Rensfen. J. U. D. J. U. D. Dit bovenftaande decreet is door my Derk van Santbergen Righter der Heerlykheidt Keppel geprothocolleert. Den 16. Augustus 1683. In Judicio Extraordinarii). Coram Derk van Santbergen Righter der Heer» lykheid Keppel, Schepenen Hans Cruysvelt 9 Evert Schepen. Erfchenen Doétor van Dam, fegt hoe dat op den 10. defes Johan van Scherenburgh door Mr Garrit Evers alhier in arrest en gyfelinge is genomen , ter fine om te hebben reparatie wegens die verwondige en feytlykheidt aan desfelfs perzoon gedaan , foo heeft Comparant nomine officii , wegens des Heeren actie mede arrest verfogt, en alfoo men door die Heeren Stadtholder des Lantdrosten-Ampts van Zutpheh is berigt, aldaar in loco domicilii rei deze faeke bereits zy aangevangen, foo wil men e£ hoe capite, den gearresteerden hebben gerela*** * 2 feert >  LTI AENHANGZEL. feert, onder expres beding van kosten hier voor bona fide aangewent. Erfchenen Arnolt van Dam, names Mr. Garrit Evers te kennen gevende, hoe dat op den 10. defer alhier arrest hebbe verfogt, geintendiert op die perfoon van Johan van Scherenburgh, ten fine als by die aólc te zien, waar van ook op den ir. van juftificatie heeft gedient , als wanneer men wederfydts burge hebbende geftelt, van den gearrefteerden burge heeft gefonnen ende met eenen judicielyk afgevraegt, of hy gearrcfteerde tegens genoegfaeme burghtogt het Gastreght of ordinaris Lantreght wilde ampleéteeren , en of wel den gearresteerde figh op het ordinaris Lantreght heeft willen beroepen, foo ist nogtans,dat den felven defe actie niet heeft willen verburgen, nogte den Arreftant van die costen van bewaringe als anders willen ontlasten, voornemens fynde, foo het fchynt, alfoo men geene ordinaris Gyfelkamer heeft,den Arreftant door lange fitten en excesfive kosten, het werk moede te maeken, foo wil de Comparant nogmaals den gearresteerden judicielyk hebben afgevraegt, off hy defe faeke nae Lantreghte fufficient is gefint te verburgen, ende den Arreftant immers van alle kosten van bewaringe als anders te ontlasten, ende van ontwykinge te fecureren en alfoo ter ordinaris Reghte te Reghte ftaan , by verweygeringe, ofte wyder vertrek , verfoekt men, dat by den Hoog Edele Gerigte, by asfumptie van onpartydige Reghtsgeleerden fal worden erkent en verftaan ,• dat den gearresteerde alfoo hy verwygert defe aótie te verburgen, ofte den Ar-  AENHANGZEL. LUI reftant te fecureren ende te ontlasten, onbevoegt is op het ordinaris Landreght te provoceren, en dat dienvolgens defe faeke naa Gastreghte fal worden geprofequeert, den gearresteerden condemnercnde orn in termino Gastreghtens op deler zydts juftificatie te dienen, als mede in die kosten hier over gevallen. Johan van Scherenburgh fegt Militair te fyn en kan fig hier niet in laatcn. Het Gerighte neemt aan om met asfamqtie van onpartydige fig te beleeren over dit punt. Den 20. Augufti 1683. Gefien ende gcëxamineert de mundelyke recesfcn en dincghtaalen , tusfchen Mr. Garrit Evers Arreftant ter eener, ende Johannes van Scherenburgh gcarrefteerde ter andere fyden, voor den Edele Gerighte van Keppel, op den 11. en 16 Auguftii defes jaars 1683. gevallen en gelet, waar op in defen te letten ftonde. Het voorfchreve Gerighte, met advis van onpartydige Regtsgeleerden, rejecteert het geproponeerde beding tot renvoy, en verftaet den gcarrefteerde fchuldig en gehouden te zyn, voor defen Edele Gerighte te reghte te ftaan, met Condemnatie van den felven in die kosten over dit incident veroorfaekt. Aldus by ons onderfehreeve geadvifeert binnen Zutphen den 20 Augufti 1683. Onderftont Johan van Munjler, Jac. Haefebroek. - **** 3 By  UV AENHANGZEL. By manquement van vordere fubmisfie, heb. ben wy alleen in defen over de exceptie ofte bedipgh van renvoy kunnen erkennen, en fyn deredenen, dat den fel ven is gerejecteert, dat offchoon al gebleken was, als niet, de gcarrefteerde effeétive Militair te fyn, foo ist nogtans geen wet ofte obfervantie ons tot nog toe bekent geweest, uit kragt die welke het volk Van oorlog , in civile aótien Coram judice municipali geconvenieert wordende , fori proefcripfiotïe fouden kunnen gebruyken, maar dat ter Contrarie in de Provintie van Hollandt, en fic in Belgio Foederato, fynde geen redenen waarom de andere Provintien het felve ook niet zouden doen gelden ( alleen in deliUis ) non tarnen omnibus & femper é? Caufis ad Müitiam pertinentibus, ende andere faeken niet, uti Mc, de Militairen voor den Krygsraad geconvenieert worden , getuygt Simon van Leuwen in cenfura forenfi parte 2. lib. i. cap. 12. Jae men vertrouwt niet by eenig Polityk of Reghsgeleerde ooit in twyfel te zyn getrokken, dat in civile faeken de Militairen niet genoot drongen te fyn , Coram Judice Ordinario te reght te liaan. Maar, dat in delicïis daar over fpeculatien vallen, en noghtans onderfcheyt gemaakt wordt, tusfchen Militaire en andere delicten, is kenne-lyk en ftaat daar over aan te merken , het geene Chriftin. in fuis decis vol. 5 , decif. uit. n. 16. komt te leeren , nempe quod tempore ducis Albani in Belgio confiitutio fuit prmnulgata, disponem quod de Criminibus Militaribus $f in castris commisfis- Coronelli éf alii militantes cognoscenti de deliciis vero communibus et extra caftra com-  AENHANGZEL. lv cammisfis, ê? extra cafus nominatas judices ordinarii cognofcere éf punire pojfint. En foo de civile actiën gerenvoyeert moeten worden aan den Krygsraad; foude daar door vele injuftitie en disordre moeten ontftaan , als fynde faeken: foo meer in punctio Juris (quod milites non preefumuntur fcire fed arma L. 22. Cod. de jure delib.~) als criminele faeken beftaan. Den gearrefteerde is mede in die kosten , gevallen over dit incident, gecondemneert om de notoire ongefundeerheidt defer oppoütie. Den 21 Augufti 1683. In Judicio Extraordinario. Coram Derk van Santbergen , Righter, Schepenen Chriftoffel Mennink, Evert Schepen. Erfchenen Doctor Arnolt van Dam names Mr. Garrit Evers, te kennen gevende hoe dat tegens gisteren hadde. doen citeren, Johan vfln Scherenburgh alhier gearrefteerde en gegyfelde, ten fine om te hooren pronuncieren, fodaane decreet als by den Hoog Ed. Gerighte met advis van onpartydige, om die forma van procederen in folde fyn gefleept, dan vermids het Gerighte op gifteren nog niet is gevat geweest, foo is 't die Citatie tot op huyden geprolongeert, dan die verklaeringe des Onderfcholts wordt in bedongen, foo verfogt Comparant als nu ter prsefentie van den gearrefteerden met pronuntiatie moge worden voortgevaaren onder beding van kosten. Den Onderfcholt relateert die Citatie op gis- * * * * A  tvi AENHANGZEL. teren gedaan te hebben, en is defelvige doemaals geprolongeert, waarvan aan Johan van Scherenburgh , die denunciatie heeft gedaan, om op huyden te compareren en te hooren de pronunciatie van het decreet. Fiat publicatie, eodem die publicaUim. Mr. Garrit Evers bedankt figh voor decreet en adminiftratie van Juftitie, by den Ed. Gerighte gedaan en verfoekt daar van Copie en redenen van dien , met wyder verfoek, dat den gearrefteerde moge worden aangefegt, om op huyden over drie daegen na Gastreghte op defer fyds juftificatie te dienen, funften dat andersfins in Contwnaciam fal worden gedongen, als na Landreghte, Conceditur. Den Onderfcholt refereert, die denunciatie aan Johan van Scherenburgh op huyden over drie daagen op juftificatie te dienen, gedaan te hebben. In Judicia Extraor dinar ia den 27 Augufti 1683. Coram Derk van Santbergen Righter Schepenen, Evert Everts Compelaar, Evert Schepen. Erfchenen Mr. Garrit Everts, te kennen gevende hoe dat hy alhier heeft doen arreftercn Johan van Scherenburgh, welke niet tegen-1 flaande dcszelfs geproponeerde exceptie declinatoir was afgeüaagen, en op huyden tot inbrengen van antwoord was geciteert, als hy het  AENHANGZEL. LVÏl het Prothocol ervintelyk, defe voorleden naght uyt zyn Gyfelinge is uytgebroken ende ontvlugt, en dewyl den termyn op huyden is dienende , waar by den gearrefteerde van contra handelinge moest dienen, foo afwagt men als nu van den perfoonelyk comparitie en dat hy fig weder in arrest fal fifteeren en vervolgens inbrengen van handelinge op defer fydts juftificatie by ontftentenisfe accufeert contumaciam met verfoek van proclama. Proclamatus, & non Comparuit. Erfchenen Mr. Garrit Evers en heeft in alle fyne faaken in fpecie foo hy heeft uytftaan tegens Johan van Scherenburgh , geconftitueert en° bevoimagtigdt. Doétor Amoldt van Dam , ende Evert Everts Sampt en byfonder onder Claufulen als na reghten & ftipulatus ut juris. In Judicio Extraor dinar io den 27 Augufti 1683. • Coram Derk van Santbergen Righter Schepenen, Evert Evers Compelaar, Evert Schepen. Erfchenen Mr. Garrit Evers, inhereerende fyn arrest ende daar op erholden proclama tegens Johan van Scherenburgh, afwagt men,als nu van den felven fifterungh in het arrest, behoorlyke purge, en vervolgens handelinge by ontftentenisfe accufeert' demo contumaciam met verfoek van proclama. Fiat proclama Proclamatus &f non Coniparuit. **** 5 Den  lviii AENHANGZEL. Den 30 dito 1683. In Judicia Extracrdinario. Coram judice Derk van Santbergen, Schepenen Chriftoffel Mennink en Evert Evers Compelaar. Erfchenen Mr. Garrit Evers , inhcreerde fyn erholdene proclamata tegens Johan van Scherenburgh, afwagt als nu van den felven reële Comparitie behoprlyke purge en vervolgens handelinge , en ingekomen zynde, verfogte Copie by ontftentenisfe accufeert denuo Contumaciam met verfoek van proclama. Fiat proclama Proclamatus & non Comparuit. Mr. Garrit Evers gefien hebbende, den gearrefteerden niet en compareert, wolde fyn intendit tot verificatie van fyne juftificatie hebben inbedongen met verzoek, dat een dag tot collatie en ablegatie van aéten moge worden aangeftelt, idque in contumaciam onder beding van kosten. Het Geright ftelt in contumaciam aan den dag tot collatie en ablegatie der aften tegens aanftaande Maandag. Den 3. September 1683. In Judicio Extraor dinar io. Coram Derk van Santbergen Righter Schepenen, Hans Cruysvelt en Evert Schepen. Erfchenen Doétor Arnolt van Dam, volmag- tige  AENHANGZEL. Lis¬ tige van Mr. Garrit Evers, fegt hoe dat op huyden de dag van Collatie in Contumaciam, tegens Johan van Scherenburgh, hier uyt de Gyfelinge is uytgebroken , is aangeftelt op huyden, dan vermids ten Edele Gerigte met affchrift der Contumaciele ftukken nog niet veerdig is, verfoekt men den aangeftelden termyn tot morgen toe moge worden geprolongeert. De termyn van Collatie wordt geprolongeert tot morgen. Den 3. dito. In Judicio Extraor dinar io. Coram Derk van Santbergen Righter Schepenen , Hans Cruysvelt en Chriftoffel Mennink , is den dag van Collatie en Ablegatie der aften gehouden, en fyn die felvige gefloten en afgefonden, en tot Ordeldraager de Onderfcholt gekofen, dit navolgende is door my Derk van Santbergen Righter, Coram Schepens, Evert Schepen en Evert Evers gepTothocoileert. Op dato onderfchreven, is tusfchen den Hr. Luytenant Johan van Schraasborgh ter ener, en Mr"- Garrit Evers ter andere zyde, een vriendelyk accoordt en transactie opgerigt, wegens fodaane quasftie als door voornoemde Schraasburgh aan Mr. Garrit Evers was gedaan, waar ouer proces voor den Hoog Edele Gerighte der Heerlykheidt Keppel, is geintentieert, en fulx opvolgende geftelt. Eerstelyk neemt voorn. Johan van Schraasborgh aan en op fig, aan handen van Doctor van Dam als Advocaat en Fiscaal der Heerlykheid Keppel, names fynea Hee-  tx AENHANGZEL. Heere, welke fulx forider. preejudicie der keuren van Keppel ex gratia heeft toegelaaten, wegens het arreft te voldoen, een fomme van twintig Ryksdaalders, voorts neemt voornoemde Schraasborgh op fig, aan den Gerighte van Keppel te voldoen, foodaane jura van Gerighte, Gyfelinge, bewaringen, verteeringen der getuygen verfchoten , advis jura als anders, 'foo den Hr. Righter by fpecificatie fal inbrengen, voorts fal voornoemde Schraasborgh latte en afmaaken foodaane falaris en meefterloon, als den Doftor en Chyrurgyn foo over Mr. Garrit Evers gegaan hebben, komen te prastindeeren, neffens Medicamenten verteringen, en 't gene in die Cure door die felvige is gecaufeert, waarby hy Schraasborgh aan Mr. Garrit Evers aanneemt, voor pyn en fmerte, verfuym, intresfe als anders te voldoen, een fomme van een hondert twaalf gulden 10 ftuyvers waar by dan nog boven voornoemde 112 gulden 10 ftuyvers, foodaane vyf en twintig guldens als Mr. Garrit Evers aan die Weduw Ketelaars , Schraasborgh vrouw moeder verfchult is, fullen quydt geven en gedood zyn, hier neffens fal voornoemde Schraasborgh aan Doctor Arnolt van Dam, voor falaris verfchot en andere aangewende kosten, betaalen een fomma van vyf en negentig Caroli guldens en fulx alles in den tyd van veertien daagen te voldoen en af te maaken, waar voor figh vrouw Cornelia Brevelts weduw Ketelaars fig als burge heeft verbonden, gelykzy mitsdefen haar verbind onder expresfe renuntiatie van die exceptiefc. Velleejani& authenticoz Ji qua muiier, waar van fy wel onderrigt fynde, was renuntieren- de,  AENHANGZEL. T.YT de , waar mede parthyen mits defen fig hebben verenight en haare quaeftie opgeheven, in oirconde is defe refpe&ivelyk ondertekent met verzoek , dat defe transaótie in het Prothocol der Heerlykheidt Keppel, onder welke Jurisdictie het Proces was hangende en in defen is quatsnus opus geprorogeert, magh worden geregiftreert. Aftum den 8. September 1683. Den inhoudt defes voorfchreve is voldaan en betaalt. Onderftont J. Schraasborgh, Gerrit Evers Dit is 't merk -+- van Comelia Brevelts Weduw Ketelaars, eigenhandig getrokken. Abraham van Santbergen, als getuygen. W. van Santbergen, als getuygen. XXXVIII.  rxir AENHANGZEL. XXXVIIL (No. CX. Bladz. 259.) EXTRACTEN uyt het Raat Signaat der Stadt Nymegen. Sahhathi den 1. Augusti 1705. Op Requeste van Rutte Keer Borger en Coopman alhier, verfoekende confent van een eerbaar Raat, om de effeéten van N. Sygers , Capiteyn in 't Regiment van den Overften Fe. gelin, foo hy Suppliant totbecominge van acht hondert gulden, aan gemelte Capityn verllrekt op den 15- April lestleden heeft met Arrest becommert, waar onder zyn twee Paarden , dewelke dour haar groote Confumptie in Voeder en Stallingen kostelyk vallen en haar felven metter tyt zouden confumeren, hebben Haar Ed. Mog. en Achtb. Confent ter voorfz. diftraótie verleent, mits dat de penningen daar van Procederende onder den Raat Secretaris worden geconfigneert. XXXIX. (No. CXI. Bladz. 264.) EXTRACT uit het Raad Sig. naat der Stad Nymegen. Veneris den 14. Februarii 1707. De faake van den Majoor Froy morton tegens lyn  AENHANGZEL. LXIII fyn Huisvrouw, word tot aanftaande Woensdag gehouden in ftaat, en zullen de Schepenen van 't Buyten-gericht verfogt worden, om in die faacken niet te Sententieren, voor en al eer daar over by een Eerfaame Raat fal wefen gedisponeert. XL. (No. CXIV. Bladz. 302,) EXTRACT uyt het Raadts'Signaat der Stad Nymegen. Lunce den 7. May 1708. Op het voordragen van de Gecommitteerde tot de Servitien en van de Servitie meesteren is na deliberatie goedgevonden en verftaan, dat de fchulden, foo ten behoeve van de Compagnien zyn gemaakt, uyt de Servitie Penningen aan 't Regiment van den Generaal Majoor Hamüton te goet zynde, preferabel, boven alle andere fchulden zullen worden betaalt, en dat vervolgens die particuliere fchulden fullen worden goet gedaan na proportie en uyt het geene yder Officier en Soldaat is aancomende, zullende voor de verdere fchulden door diefelve gemaakt, by arrest, off anders geprocedeert moeten worden, en heeft een Eerbaare Raat de Rekening van de Servitien, foo en in voegen die by gemelte Gecommitteerden en Servitien meesteren is ingeftelt, zig wel laten gevallen. AEN-  AENHANGZEL O P H E T VIERDE DEEL. XLI. (No. XVII. Bladz. 80.) EXTRACT uit de Refolutien van de Edele Mog. Heeren Raden van Staaten der Vereenigdc Nederlanden. Maandag den 28. October 1726. De Heeren van Sonsbeek, Thefaurier Generaal , van Slingelandt, en Secretaris ten Hovs hebbende ingevolge van Haar Edele Mog. Refolutien van verfcheide datums geëxamineert de Misfivens van den Krygsraad van Sas van Gent en verdere ftukken, rakende het arrefteeren van J, Boone Onder-patroon van Selfaten en de Proceduren van gemelde Krygsraad daar op gehouden, hebben gerapporteerd, &c. , Waar op gedelibereerd zynde , is goedgevonden en verftaan, onder anderen, dat aan den Krygsraad van Sas van Gent fal werden aangefchreeven, dat Haar Edele Mog. niet alleen inprobeeren alle de gehoudene Procedures van dezelve Krygsraad in de faake van den Onder-patroon van Selfate, als notoir incom- pe-  AENHANGZEL. ixv petent en nul zynde; maar dat boven dien Haar Edele Mog. aan dezelve waarféhouwen en beveelen, in toekomende geen zaken, tot haare Judicaturc ftaande, af te doen, als by Vonnis decilbir $ zonder eenige zaken van wat natuur dezelve ook zouden mogen zyn, compolibel te verklaren. Dat by decze gelegenheid, en devvyl aan Haar Edele'Mqgenden is voorgekomen, als of diergelyke compofiticn, vecltyds aanleiding geevende tot vcxaticn , cxacticn en knevelaryen , elders meer in de Guarnizoensplaatzen van den Staat in fwang zouden gaan , aan alle de refpeclive Gouverneurs en Commandeurs, mitsgaders Auditeurs Militair, zal worden aangelehreeven , dat zy, zoo veel in haar is , de hand daar aan houden, en zorgdragen zullen, dat by deKrygsraden over zaken , ter kennisfe van dezelve ftaande, gevonnisd werde , zoo als in goede Jüftitie zal bevonden worden te behooren s zonder eenige zaken van wat natuure dezelve mogen zyn, compofibel te verklaren i en geene compolitien het zy met, of zonder Vonnis van den Krygsraad, zelve, of ook door anderen, dircclelyk of indirectclyk, aan te gaan \ beveelende niet alleen alle de refpeétive Auditeurs Militair deezc Haar Edele Mogende Refolutie te doen regiftrceren in de Registers van de Kfygsïaden% waar boven dien dezelve wel uitdrukkelyk gelastende , om naauw reguard te ncemen , of ook eenige compofitien aangegaan werden , en daar van met ten eerften aan Haar Edele Mog. kennis te geeven. ****** W&i  txvi AENHANGZEL. (Was getekenf) W. Paats, Vt. (Onderftond') Accordeerd met het Register. (Geteekend) N. ten Hove. XLII. (No. XIX. Bladz. 83.) EXTRACT uyt het Raadt Signaat der Stadt Nymegen over den jaare 1733. Mercury 4. Meert 1733. Verlefe de Requeste van Benedittus Levi Gompers, 'waar mede fig pro fuo interesfe is volgende J. Boenders , daar by te kennen gevende , hoe dat de Supplianten by het Wel Ed. en Weerden Buyten Gerigt hadden geobtineert eene triumphante Sententie, by welke A. van Uyterweerden Capitain Lieutenant in het Regiment en Compagnie van den Generaal Grave van Nasfouw La Leek was gecondemneert, aan Supplianten te betalen te famen eene fomme van twee duyfent vier hondert vyff en tachtig guldens , dat gemelte Capitain Lieutenant A. van Uytterweerdcn voor die gementioneerde fchult in  AENHANGZEL. LXVII in defer Stads Gyfeling met prsealabel confent van de Heeren Borgermeesteren was geftelt, en in die Gyfeling op Supplianten kosten tot nog toe onderhouden. Dat Supplianten bemerkten,en den Gearrefteerden ook niet onduydelyk te kennen was gevende , dat hy door het maken van exceslive kostende Supplianten fogt te matteren, om was het mogelyk daar toe te nootfaaken hem van het Arrest en uyt de Gyfeling te ontflaan: verfoekende de Supplianten overfulx, dat meergemelte Capityn Lieutenant Uytterweerden uyt dcsfelfs Lieutenants Tra&ement mogte werden onderhouden, off immers na ftyl alhier gebruykelyk werden gefet op agt ftuyvers des 'daags. Waar op gedelibereert zynde, hebben Haar Ed. en Achtb. goet gevonden, dat Supplianten opgemelte Capitain Lieutenant A. van Uytterweerden in defer Stads Gyfeling zullen mogen doen verplegen tegen agt ftuyvers des daags, fonder gehouden te wefen daar voor meerder te betalen, foo nogthans dat Supplianten defe Haar Ed. en Agtb. Refolutie aan meergemelte Capitain Lieutenant zullen moeten infinueren , ten eynde denfelven binnen drie dagen zyn belang daar tegens, foo eénig na regten zoude vermeenen te hebben, aan Haar Edele en Achtbare zoude konnen indienen. ***** % XLIIL  lxviii AENHANGZEL. XLIIL (No. XXXVIII. Bladz. 176.) EXTRACTEN uyt het Raadt Signaat der Stadt Nymegen over den jaare 17 43- Sabbathi den 20. July 1743- In faake van Cafimir Abraham Grave van Slippenbach Appellant van'de eerfte petitie der conclufie van den Citaat % C. Schonbach by Sententie van de Heeren Borgermeesteren den 16. July dcfes jaars aan denfelven geadjudicieert ter eenre op en tegens J. C. Schonbach Geappellecrden ter andere zyde, verfocckende den Appellant ecnen termyn van 14. dagen om na voorige gebruyk te mogen dienen van fyne gravamina en aan den geappellecrden gelyk termyn van 14. dagen om te dienen van debat, en by ontftentenisfe , dat defe faak mogte worden mondeling Bepleyt by Aanfpraak, Antwoort, He- en Duplicq: En den Geappellecrden daar tekens, dat defe faak huyden in judicio mogte worden by monde bepleyt en getermincert na gewoonte. . Haar Ed. en Achtb. als Appellations Rigteren rejecleren het eerfte verfoek van den Appellant en verftaan, dat deefe faak fittens deiVergadering Mondeling by Aanfpraak, Antwoort, Re- en Duplicq zal worden bepleyt, cn vervolgens afgedaan. In faake van Cafimir Abraham Grave van SHppenbach Brigadier en Collonel van een Re- gi-  AENHANGZEL. lxix gimont Dragonders ten dienfte van defen Staat, in Guarnifoen binnen defe Stad Appellant van de eerfte petitie der conclufiedoor johan Christoffel Schonbach Citant in de eerfte en Geappellcerden in defe tweede inltantie, in het extra ordinaris. Heeren Borgermeesteren Gcrigt defer Stadt op den 16. deles Maants July van den Appellant geëyst en aan denfelven te weder geweien, ter eenre, op en tegens den Coopman Johan Christoffel Schonbach Geappellecrden in het felve cas ter andere zyde. Haar Edele en Achtbaarcn als AppellationsRigteren , gehoort hebbende de Aanfpraak van den Appellant, Antwoort van den Geappellecrden , voorts Re- en Duplicq by monde gedaan, ook gefien en geëxamineert hebbende de wederzytlche Producten by Partyen in prima inftautia hinc inde, overgelegt en in defe tweede inftantie weder geëxhibeert, vervolgens gelet op alles waarop in defen te letten ftonde , doende Regt, verftaan dat by de Heeren Borgermeesteren als Rigteren ter eerftere inftantie in defen wel geweien , en qualyk van derfelver intentie geappelleert is, dienvolgens die felve Sententie, voor foo verre daar van geappelleert is , confirmeerende , condemncerende den Appellant in de costen by defe tweede inftantie gevallen. 3 XL1V  txx AENHANGZEL. XLIV. (No. XXIX. Bladz. 190.) EXTRACT uyt het Raadts Signaat der Stadt Nymegen , over den jaar e 1747. Mercury den 17. Maji 1747. Op verlefen Request van de famentlyke Crediteuren van den Lieutenant J. U. de Wilde, in Gyfelinge fittende. Hebben Haar Edele en Achtbaare na gehoudene deliberatie goedgevonden dat voornoemde Lieutenant J. U. de Wilde van nu aff aan zal verpleegt worden voor eene fomme van twaalff ftuyvers daags, de jura van den Stockmeester daar onder begrepen. XLV. (No. XXIX. BI. 190). EXTRACT uyt het Raadts Sig. naat der jladt Nymegen. Veneris den 9. jfuny 1747. Verlefen de Requeste van P. L. Souborn Capityn onder 't Regiment van den Heere Prince van Stolberg, daar by te kennen gevende, hoe dat hy Suppliant door de Heeren Regeerende Borgermeesteren was geciteert geworden voor het Buyten Gerigt defes Maants Juny voor den Raad  AENHANGZEL. LXXI Raad defer Stadt te erfchynen en aan te hooren foodaane eysch, en conclufie, als wel gemelte Heeren Borgermeesteren tegens hem Suppliant zouden nemen, dat den Suppliant door Ziekte was buyten ftaat geftelt, om zulcx na behooren te doen , en geen Praéfcifyns konde uytvinden, die hem Suppliant in voornoemde faaken wilden patrocineren. . Verfoeckende overfulx, dat Haar Edele en Agtbaare voorfz. faak nog eenige tyt geliefden te dilayeren, off anders een Advocaat off Procureur ter patrocinie toe te voegen. Waar op gedelibereert zynde , hebben Haar Edele en Agtbaare goed gevonden, den Advocaat Johan Moorees en Procureur Peter van de Velouw te auctoriferen , om den Suppliant in fyne faaken tegens de Heeren Regeerende Borgermeesteren te patrocineren als oordeelen zullen te behooren, doende zulcx by defen. XL VI. (No. XXX. Bladz. 196.) EXTRACT uyt de Refolutien van de Edele Mogende Heeren Raaden van Staate, der Ver* eenigde Nederlanden. Saturdag den 7. OStober 1747. Extra Ordinaris Vergadering. Ontfangen een Misfïve van den Commandee-  LXXÏI AENHANGZEL. renden Officier van het Regiment van den Brigadier Veldman , gefchreven in het Camp by Crabhendyk den 2. dezer, waar hy kennisie geeft, als dat dcii Sous-Licuccnanf de Cock ingevolge de Sententie van den Krysraad, van den 25. der voorleede maand is gecasfeerd ; voorts meld dat hy de Lysten by Haar Edele Mog. Refolutie gerequireerd, als noch niet kon overzenden. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, aan te fchryven aan de Gouverneurs en by haare abfentie aan de Commandeurs of Commandeerende Officieren van de Steden en Plaatfen met Trouppes van den Staat bezet, dat zy moeten zorge dragen , dat in het toekomende aan Zyne Hoogheid, in plaatze van aan dezen Raad kennisfe gegeven werde van de Vonisfen welke door de Krygsraden zullen werden gewezen, En zal hier van mede kennisfe werden gege* ven, aan de Auditeurs Militair inde bovengemelde plaatzen , om te ftrekken tot hare narigting, (Getekent), J. C. Godin, Vt, (Lagerftond) Accordeert met het Register j (Getekent) -A. van der Hoop. XL VIL  AENHANGZEL. lxxiii XLVII. (No. XLVII.) MISSIVE van den Hoge Krygsraad aan den Krygsraad des Cuarjiizoens van Heusden, Den 3. Ocjober 1760.. Lieve, Vroome, Bysondere, Wy zenden UEd. hier nevens te rug de ftukken van het Proces tegen den gewezenen Capitein Thierry , en hebben niet willen afzyn UEd. kennisfe te geven , dat wy onder anderen uit conlideratie, dat wanneer klagten door den Superieur over een Inferieur worden gedaan , het de post van een Auditeur Militair van een Guarnifoen is, om Ex Qffi, cio de getuigenisfen in te winnen , 't zy by den Krygsraad, of by Requifitoriaal verzoek van den Krygsraad voor het Geregt der Stad, zonder dat het te pas komt , dat een Klager daar over bewyzen inwint, waar door niet dan onnodige kosten worden veroorzaakt , verklaard hebben, dat ten laste van denzclven Thierry niet kunnen worden gehragt de kosten , welke den Lieutenant Collonel van Bronkhorst op het inwinnen van bewyzen heeft gemaakt, maar alleen UEd. Declaratie welke wy getaxeerd hebben op 74 guldens 6 ftuyvers , en 3 gulden 12 ftuyvers, en noch 3 gulden 12- ftuyvers wegens Daggelden van ... .0 bLr  lxxiv AENHANGZEL. getuigen en eindelyk de kosten van de Provoost des noods onzer taxatie. Waar mede Edele , Vrome , byzondere , Wy UEd. beveelen in de Protectie Godes. Gefchreeven in 's Hage den 3, Oótober 1760. UEd. goede Vrienden, De Prafident en Raden van den Hogen Krygsraad der Vercenigde NeHerlanden. (Getekent) K. van Kinfchoty Ter Ordonnantie van dezelve (Getekent) L. E. van Reenen. XLVII!.  AENHANGZEL. lxxv XLVIIL No. XLVIIL Bladz. 236.) MILITAIRE ZAAKEN, Ex. cepta uit de Refolutie en Memorie Boeken der Stad Zutphen. Het St. Anthony's kleine Gilde oudtyds de Schutterey. De Ouderlieden en Gildemeesters van het zelve geaccordeert , dat het ganfche Gilde, zynde de Schutterey, by een komen en teeren, 't Schepenhuis of Zaal daar toe gebruikt, en by Publicatie van 't Wynbuis als van ouds daar toe uitgenodigt den 6. Auguftus 1645. Derk van Dordt, aangeftelt zynde tot Gouverneur, pretendeert het Woord uittegeven, en de Sleutels voor de helft te bewaaren. Door de Magiftraat gecontefteert, dog door de mediatie van de Staten Generaal geaccomodeerc, onder a£te de non prcejudicando, dat het Woord alleen by den Gouverneur zal uitgegeven worden, en de Sleutels op het Stadhuis blyven , in een Kist met twee floten, waar van de Magiftraat en de Gouverneur, beide fleutels zullen hebben. , By abfentie van den Gouverneur alleen by de Magiftraat. Deze fchikking is met Communicatie van Kerkmeesters en Gemeensluyden aangenomen den 3. 19. en 22 February 1607. Gouverneur Dorth, weigerde in de Magiftraats Vergaderinge te erfchynen, cifchende 2 Gecommitteerdens uit dezelve , hem zouden komen fpreken. Conftant by den Magiftraat gedeclineert den 25. Maart 1Ó19, G011-  lxxvi AENHANGZEL. Gouverneur Grave van Flodorf geeft zyn Gouvernement over aan de Magiftraat, den 22. Oótober 1702. De Gouverneur in de Stads gragten gevist hebbende , door den Secretaris verzogt daar van te defifteren, alzoo aan den Gouverneur een dubbelde portie word gezonden. De Gouverneur pretendeert de helft der Visfchcreyen in gezegde Gragten te hebben, prefenteert het gele bil te fubmitceeren aan zyn Excellentie, den 24. April. 1622. De Portiers gcordonneert, het gevondene Visgerecdfchap in de Stads gragten, prys te maken, den 15 Maart 1661. Groot Majoor Cazyn van der Heil op Commisfie van de Staten en den Prins, aangeftelt tot' Wagtmecster den 21 Jannuary 1592. De Magiftraat verftaat, dat dit Officie byjde Magiftraat moet worden vergeven, en fielt daartoe aan den Raadsheer Harmen Schimmelpewiinck, met magt tot aanftelling van een bekwaam Lieutenant den 13 Juny 1623. De Raads-Vriend Jacob van Winshem, op inductie van den Prins en Raad van Staaten aangeftelt, is daar voor aangenoomen 1Ó36. De Groot-Majors plaatfe is doorgaans door een Lid der Magiftraat waargenomen. Frans van der Does op aóte van zyn Hoogheid daar toe aangeftelt, verftaat de Stad,dat hy zyn Commisfie zal kunnen.komen exerceren dèn 28 September 1674. Door de Magiftraat en Gouverneur tot Lieutenant van den Heer Wagtmeester aangeno■ men , Berend Frocesfimh, zo wel voor de Wagt der Burgers als Krygslieden den 3 Dec. 1591. De  AENHANGZEL. Lxxvir De Patenten van zyn Excellentie den Prins van Oranje voor 400 Koppen tot dienst van den Koning van Portugal, NAA VOORGAANDE DELIBERATIE MET KERKMEESTERS EN GEMEENSLIEDEN gereipecteert den 3 Maart 1578. Aan de Officieren van het Guarnifoen gecommuniceert, een Ordre van zyn Excellentie, wegens het ontdekken van het Veld, viziteeren, enz. den 23 November 1600. Een Vaandrig, een ingezeten dodclyk gewond hebbende, word denzelvenaan den Krygsraad overgegeven, doch gerelacheep; zynde by de Militairen is door de Magiftraat wederom te doen apprehenderen. Over deze en andere Militaire desordres, Conteften met den Gouverneur Dorth, die ftaande wilde houden , dat de geheele Stad zo Militaire als Burgers onder zyn Ordres en Gouvernement zouden ftaan , den 1. 4 September 1618. Een Commisfie van 2 Leden uit de Magiftraat, om by zyn Excellentie voorts Cantz. en Raden te klagen, over den indragt van haare civiele Judicature over de Militaire goederen, en vreemde Soldaaten, door den Gouverneur Dorth dagelyks haar aangedaan, den 19 Auguftus 1623; Èenige Leden naar Arnhem gecommitteert, om by het Hoff de gefchillen tusfchen de Stad en Gouverneur Dorth af te doen, den 25 Auguftus 1623. De Magiftraat apprehendeert en geevt vervolgens over aan den Scholtus een Soldaat uit een ander Guarnifoen alhier hebbende gede-  Lxxviii AENHANGZEL. delinqueert, verklaart hier toe, volgens oude privilegiën beregtigt te zyn, dat de Krygsraad, volgens haaren- Articulbrief, maar Jurisdictie heeft over haar Guarnizoen, en niet generaal over alle Militairen, ook niet privative ten opzigte van de ordinaire Magiftraten, maar cumulativé, zoo dat dan over dezelve by preventie haare Jurisdictie mogen exerceren. Op fchryvens van zyn Excellentie tendeerende, om voorfz. perzoon voor den Krygsraad te doen te recht ftellen, heeft de Magiftraat aan den Hove, tusfchen wie en zyn Excellentie, dezelve vermeinde dit point te moeten worden afgedaan, gefchreven tot furcheance der executie van de Sententie by de Militairen geveld, doch met geen ander gevolg, dan dat de Mombers expresfe zyn overgekomen, en te vergeefs verzogt hebben, de Asfesforen voorfz. Sententie dienzeluen avond hebben doen executeeren, waar tegen de Magiftraat als ftrydig tegen hare privilegiën heeft geprotefteert, den 15. 17. 19 Jannuary, den 2. 5. February 1634. In de remonftrantie van den Krygsraad tot de relaxatie van een Arrest, met kennisfe van 't gericht op de effecten van een Soldaat, geinterponeert uit hoofde denfelven voor een jaar als Burger alhier den Eed hadde gedaan, gedeficulteert den 6 December ió"34. Heeft de Magiftraat omtrent de opening van de Marspoort vcrplaatfinge der Hoofdwagt met communicatie van den Commandeur eenige fchikking gemaakt, onder andere mede, dat de Sleutels van de Poort, na 't fluiten van dezelven, door den Majoor ter gewooner plaaf- fe  AENHANGZEL. fe zullen gebragt, en aan hem door den oudften Burgemeester 't Woord gegeven worden, om voortaan den Commandant over te brengen, den io February 1646. Een Perzoon na gefloten Poort en bezette Wagt, met een Schuit over de Gragt zynde gevaaren, door een Commandant in de Provoost gezet, bevonden een Burger te zyn, aan de Magiftraat overgegeven, die hem daar over heeft gecorrigeert, den 18 Jannuary 1649. Noch een Ingezeten der Stad, over 't Ys gegaan, en de Stads Wallen beklommen hebbende, door de Militairen in apprehenfie genomen, die eerst zwarigheid maakten om hem over te geven , waartoe zy evenwel naderhand komen, den 18. en 19 February 1649. Capitein van Keppel en Jr. E. Tengnagelt over een rencontre en gevegt, in Gyzeling gebragt, en daar over te a&ionneren, den 13 Maart 1650. Een Tambour en een Soldaat wegens petulantie op ftraat door den Commandant by den geweldigen gebragt, is door order der Magiftraat daar uit gehaalt en in Stads gevangenisgebragt. De Commandeur na gehoudene Krygsraad, verklaart daar op in Senatu, zig daar aan te gedragen. Alzo Soldaten na 9 uuren dés avonds over infolentie geattrapeert wordende , voor gecasfeert wierden gehouden. Hier tegen fuo tempor e te voorzien , den 8. 9 February 1665. Over eenige foules en extorfien begaan door eenige Soldaaten van dit Guarnifoen , informatie by den Krygsraad genomen, als politicq ge- con-  Lxxx AENHANGZEL, confidereert, en aan de Magiftraat dus gered-* . voieert zynde , zyn dezelve hoewel by de Magiftraat als Militair geconüdereert, by den Krygsraad geoordeeld Commun, en dus volgens de Refolutie van de Groote Zaal aan de Magiftraat te behooren , waar by heeft geperfifteert ende de Delinquanten verklaart te zullen ontflaan , in cas die niet worden overgenomen, 't geen daar op by de Magiftraat gefchied is, den 25. .29. 30. 31 Jannuary 1666. Door een Commandant Schimmelpenninck geapprehendeert zynde zekere Soldaat, een an-^ der in duël hebbende dood geftoken ,• en denfelven aan de Magiftraat geoifereert, dog aan den Krygsraad pro hoe vice overgelaten, mits goede Jultitie doende, den 3 April 1672. - Over de ver weigering van den Major Keppel om te compareren voor 't Gerjgt, wegens 't flaan van zeker Perzoon, onder pnutext van te reforteren onder de Militaire Jurisdictie, daar over gefchreven aan zyne Hoogheid,den 17 Juny 1079. Omtrent het conflict van Jurisdictie Commisfie aan den Gouverneur Grave van FlodorJJ\ en gerapporteert, dat de Soldaten wegens derzelver comparitie en depofitie voor 't Gerecht in zekere zaak, buiten order van den Commandeerende Officier waren geftraft, doch dat Zyn Hoog Wel Geborene verftont, dat een Militair aan een Burger verfchuld zynde , of hem beledigt hebbende, op Citatie voor de Magiftraat zal hebben te comparecren ende te rechte to ftaan, ten waare de zaak Militaire mogte zyn, den 21 Jannuary 1680. Gcfententieert over een Militair geënga- geert  AENHANGZEL. LXXXI geert tot Soldaat, onder den Capitein WmU holten Vos, den 18 February 1689. ^ Een Perzoon buiten kennis des Gerigts over een pretens engagement tot den Militairen dienst, in de Provoost gezet, door den Onder* fchout en zyne dienaars van daar gehaalt, en in de Gyfelkamer gebragt, den 27 en 29 Jannuary 1692. Alzoo by de Werving jonge en minderjaarige Lieden worden aangenomen, zonder aanzien van Burger of Ingezeten, maar de faclo uit hare huyzen gehaalt en by de Provoost gebragt, welke by de nieuwe Werving weder occafie zou geven, om den Politicquen Rechter in hare Jurisdictie te verkorten; daar over gefchreven aan den Raad van Staten, den % February 1689. Wegens een gelyk voorval omtrent twee Ingezetenen , den geweldigen Provoost in Senatu ontboden, en over de inkaftinge buiten kennis van het Gerigt, fterk gereprimendeert, en gerefolveert, deze Perzonen uit de Provoost als vooren te doen haaien: de redenen door eenen Secretaris aan den Gouverneur Grave van Flodorf bekend gemaakt, die de relaxatie verweigerde, dog dit om de omftandigheden van tyden te zullen aanzien, en zig daar over zou be. klagen enz. En zyn daarop deze twee Perzoonen afgehaalt, waar toe de Provoost de deuren losgezet hadde , vervolgens is door een Roeydrager kennisfe gegeven aan Capitein Heil, ten einde zyn actie voor de Magiftraat zou kunnen inftitueeren, by manquement van 't welk de twee voorfchreeve Perzoonen na 9 of 10 dagen zit# # * * # tens  unnox AENHANGZEL. tens op de Gyfelkamer zyn ontflagen, den 29 December 1693. Conteft tuslchen de Magiftraat en Commandeur Zwaan, over de Judicature omtrent den boedel nagelaten by den Cornet Schoemaker, waar op by de Magiftraat was geaccordeert, Arrest aan verfcheidene Borgers en by den Commandant aan de Militairen, de eerste zig funderende, dat de Judicature over dusdane zaak voornamentlyk mede, wanneer een Militair dood was, ja over alle civile zaken, in conformité van 't Reglement door zyn Majefteit 167^. binnen Duffel by provilie gearrefteert, haar competerende, en ten laatsten, dat dit Reglement alleen zou fpreken van grote en verhypothequeerde fchulden; En den Krygsraad 1687. zelfs dusdane Judicature over den Boedel van een Corporaal zou hebben geëxerceert, heeft de Magiftraat, vermits de Commandeur perfifteerde de goederen in fequeftratie te houden te verkopen, en onder de Crediteuren te verdeelen , door een Roeydrager denzelven doen aandienen, dat de Cognitie over verhypothequeerde fchulden aan den Judex rei fitcs toebehoorde, en derhalve 't Reglement op allerley fchulden applicabel was &c., dat 't geval van 1687. in dezen niet quadreerde. Dat ook van ouds her zodanige Jurisdictie over civiele zaken by de Magiftraat is geëxerceert, zedert den tyd van den Conink van Spanjen tot 1672. en nainhout van het Reglement van Duffel voorfz. Ook volgens de verklaaring van den Graaf van Flodorff als Gouverneur van deze Stad en Graaffchap enz. doch dit alles te vergeeffch zynde, is een Commisfiege- de„  AENHANGZEL. LXXXIII decerneert aan den Heere Grave van Athlone, Commanderende de troupes van den Staat, welke heeft verftaan , dat by provifie de verkoping zou gefchieden, door de Magiftraat, ten overftaan van twee uit den Krygsraad by den Commandeur te nomineren, en de penningen onder de Magiftraat gefequeftreert blyven tot nadere ordre , quod factum, en alle andere zaken, dezen boedel aangaande, zyn alleen by de Magiftraat verrigt, den 19. 20. 22. 24. 27. en 29 den 21 en 24 September 1700. De goederen van een Chirurgyn-Major nagelaten , aan het huys van den Auditeur Militair verbragt, door de Magiftraat gereelameert mee fterke drangredenen van dezer Stads gerechtigheden en Jurisdictie, den 11. 14. 20. en 26 Juny 1700. De Commandeur eyfehte, dat een Burger zig als Soldaat hebbende doen aannemen, zig by de Compagnie zou vervoegen , verftaan, dat in cas van difpute, zulks allen ter Judicature van de Magiftraat ftond, waar omtrent dezelve gene infraótie zal lyden , den 29. April 1701. Sententie wegens de aanneming van een Soldaat, den 28 Jannuary 1702. Gerefolveert geene Troupes alhier zullende Guarnifoen houden , te laten binnen komen, men, alvorens den Eed van getrouwheid by den Commanderende Officier , ingevolge '5 Landfchaps Refolutie van Ottobcr laatstleeden, zal zyn afgelegt;' dat de ftem hebbende Steden 't bewaren der Sleutels en het geven van 't Woord zedertdeUnie van Utrecht tot 1672. ALTOOS ****** % aan  lxxxiv AENHANGZEL. aan haar hebben gereferveert, waar van aan de Commandanten der Tröepes , die hier Guarnifoen komen houden, de nodige kennis is gegeven , om zig naar te gedragen, zoo als ook is geobferveert geworden, den 14 November den 27 December 1702. den 28 September den 10 November 1703. den 27 November 1705. den 1 Mey 1709. den 11 December 1710. den 3 July 1713. den 4 Mey 1714. Eenige Compagnien van het Regiment van Glinjira, zullende uittrekken, op inftantie van. Crediteuren , den Commandant gelast alhier te doen verblyven, 't geen gedaan is &c. den 7. 8. en 9 Mey 1709. Erkent over verfcheiden Militairen engagementen , den 17 Jannuary 1711. den 10 February, den 16 Mey 1712. den 3 Jannuary 1713- Een Sergeant zeker Soldaat weigerende zyn pas te vertoonen, en willende echapeeren,met den degen geftoken, dat daar van is geftorven, is op eene praeliminaire informatie van den Commandeur , by de Magiftraat of dit een Militair of civiel deliét is, na bekomene blyken, dat den gefneuvelde Soldaat een deferteur was, aan den Krygsraad overgegeven, den 26 en 27 December 171.1. Geen Condfchappen over zaken tegens Borgers mogen getrokken worden by den Krygsraad , alleen voor het Gerigt; daar van Extract aan den Commandeur gegeven, den 31 December 1712. De Magiftraat twee Soldaten over infolentien op de ftraaten gepleegt, gecondemneert by fententie door de lpitsroeden te -loopen, en den  AENHANGZEL. lxxxv den Commandeur geordonneert ter executie te ftellen,is daar toe de manfchap door den Commandeur, de Officieren van Villegas en Lawich verweigert, die daar op in Senatu ontboden , en gefuftineert ongehouden te zyn tot de executie van fententie door een Politiecq Regter tegens Militairen afgegeven ; waar over gerefolveert te fchryven aan den Raad van Staten; doch de Commandeur geeft kennis , dat de voorfz. Sententie ter executie is geftelt, waar over de Magiftraat voldaan is, den 19 December 1714. den 10 Jannuary 17-15. De Commandeur aangezegt, geen volk buiten de Stad zonder kennis en confent van de Magiftraat te laten volgen , den 28 December 1715. Op Communicatie van den Commandeur jegens infolentie van een Soldaat; geordonneert, dat by Militairen zou geftraft worden, den 19 May 1718. Door den Onder-Major namens den Commandeur gecommuniceert zynde, 't gevegt van eenige Soldaaten, daaromtrent verftaan, i-° dat in zulk of diergelyken gevallen van belang de Commandeur in Perzoon zal compareeren, 2? dat in cas eenige gequctfte fterven , daar over geen Krygsraad zal convoceeren, maar dezelve overleveren, 3? en voorts van haar toeftand van tyd tot tyd rapport doen, quod faZtum, den 21 en 23 172°- Comparitie van den Commandeur over een gevegt van twee Soldaten,en zyn dezelve zonder confequentie overgegeven, den 31 Jannuary 1721. Den Commandeur aangedient zorge te dra****** g den,  txxxvi AENHANGZEL. gen, dat zig zoo veele Officieren niet uit het Guarnifoen abfenteeren , den 25 October 1721. Op Requefte van de Commandanten van de refpective Regimenten hier Guarnifoen houden, de , verftaan , dat dezer Stads Boden, by een Commandant wordende gehaalt, zullen compareren , om op last van den zeiven, ten overftaan van een Militaire Wagt te vifiteren , de Herbergen na tap toe voor fes weken, den 18 Maart 1732. Wanneer de oudfte Heer van de Magiftraat reprefenteerende de Gouverneur, de Hoofden andere Wagten pasfeert, zullen dezelve uitkomen , den 25 Maart 1739. Op interdictie tot ftuitinge der huwelyks Proclamatien van een Ruiter, door den Ritmeester Grave van Najfau gedaan, op bekomene klagteh van de Bruid verftaan, dat gezegde Ritmeester by inductie en perfuasfie door de Commisfarisfen tot Huwelyks zaken niet kunnende gedisponeert worden om zyn confent te geven, de zaak zyn voortgang zal gewinnen, denzelven referverende zig niet te min aa'n 't Hof, wien het matrimoniéle is gedefereert , te kunnen addresferen , den 7 Juny 1741. Zeker Lieutenant zyn knegt geen Militair zynde, privata auctoritate op de Hoofdwagt hebbende doen brengen, verftaan denzelven door een Bode te doen ontflaan, en gezegde Lieutenant voor 't Gerigt ontboden en aanbeduid, dat hy zyne actie voor 't zelve kon inftitueeren, den 31 December 1742. Wegens de gedeclineerde Jurisdictie van Haar Edele Achtbare,door eenige Officieren aan zyn Hoog-  AENHANGZEL. lxxxviï Hoosheid gefchrcven en gedoleertzynde,is tot antwoord ingekomen,DAT DE MILITAIREN ZONDER DISTINCTIE VAN ZAAKEN , VOOR DEN MILITAIREN REGTER CONVENIBEL WAAREN, den 19 Maart, den 10 April 1749. O) Ook de apprehenfie van een Burger door de Militairen opgenomen, als een notoire infractie in deze Stads voorrechten, waar over by den Commandeur eene eclatante latisfaéhe gerequireert zynde, hebben Haar Edele Achtbare op vertoninge zulks door den Officier onwetende te zyn gedaan, en buiten ordre,haar laten vergenoegen met 't. excus, by denzelven, ten overltaan van twee Officieren in Senatu verrigt 1749- O) Zie dit Stuk MAGAZYN F, O. No. 1. BI. U ****** ^ AEN,  AENHANGZEL OP HET VYFDE DEEL. XLIX. (No. LI. Bladz. 265.) MISSIVE van Louis Hertog van Brunswyk aan den Commandeur der Stad Br edevoort. Den 2\. October 1763. Wel, Edele gestrenge Heer ! De overgefondene Misfive van den 14. dezer , beneffens de bygevoegde Informatien, aan den gearrefteerden Bilevcltfchen Kramer, Aibert Kruys, genoomen, wel ontfangen en geëxamineert hebbende , is my, voor foo verre de duifterheid derzelve toegelaaten heeft te ontdekken , daar uyt toegefcheenen , dat de voornoemde Kramer, op fufpicie dat hy de behulpzaame handt geleent zoude hebben in het weg bezorgen van het goed van een gedeferteerden Soldaat van het Guarnifoen, in arrest genoomen is. Hoe zeer ik vertrouwe , dat deze zaak fig klaarder zoude ontwonden hebben , indien de voorfz. informatien met meerder duidelykheid waaren genoomen, en indien particulier dezelve daar over gcrouleert hadden, of de gearrefteerde perfoon niet reedts ten tyde wanneer  AENHANGZEL. LxxxtX neer hy het goedt van gemelden Soldaat mede genoomen heeft (volgens zyn avceu op Art. io. en ii.) geweeten heeft, dat dezelve uyt het Guarnifoen gedeferteert was, vooral terwyl hy op Art. 6. geantwoort heeft van de gemelde defertie kennis te hebben gehad, hebbe ik echter best geoordeelt deze zaak niet verder met nadere Informatien te traineeren, maar genoegfaame grond in dit werk vindende, om voornoemde Kramer de Stadt Bredevoort te ontzeggen, goed gevonden Uw Wel Edele Geftrengenaan te fchryven, om denzelven uyt zyn arrest te ontflaan, en aan te laate zeggen van zorge te draagen, dat hy zig niet weeder binnen Bredevoort voornoemt laate zien, terwyl Uw Wel Edele Geftrengen te gelyk zal gelieven vcrdagt te zyn , om aan gemelden Kramer alle zyn Koopmanfchappen ongefchonden, en in die ftaat, zoo als dezelve by het arrcftceren Van denzelven bevonden zyn te doen reftitueren en 'ter hande ftellen. Waar mede ik d'eere hebbe met agtinge te blyven. . Wel Edele Gestrenge Heer! Uwer Wel Ed. Geftrenge Dienftwillige Dienaar, L. Hertog van Brunswyk. In 's Gravenhage den 21. O&ober 1763. ****** - L.  AENHANGZEL, L. (No. LI. Bladz. 165.) INFORMATIE over A LBERT CRUYS, Bileveltfe Cramer alhier in arrest by de Provoost. Vrydag den 14. Oclober 1663. Door ordre van den Hoog Wel Edele Geftrengen Heer Daniël van Bouricius, Generaal Majoor ten Dienfte deefer Landen, en Commandeur der Stadt en Fortresfe van Bredevoort. . Gecoinmandeert Cornelis Gert/en en Cornelis van den Broek, beyde Sergeanten in 't eerfte Battaljon van 't Regiment van den Collonel Rnysch, onder de Compagnie van den Capitein Lech , over defe volgende Vraag Articulen ; vragen als volgt: Op Art. 1. fyn Naam is x. Albert Cruys, 25 jaar Hoe is u Naam, hoe oudt , geboortig van oudt, en waar gebooFrecaen in de Graaf- ren. fchap Lingen. Op Art. 2. a. Albert Kruys fegt ja. Of hy Albert Kruys lig niet vee} heeft opge-  AENHANGZEL. xci gehouden tot Ligtenvoordcn. Op Art. 3. 3- Albert Kruys fegt, Of hy niet gekent dien Andries Bockers wel Andries Boekers en met tien jaaren gekent te den felven een geruime hebben, enaltydtgoe- tydt vriendfehap heeft de vriendfehap te heb- meede gehouden, ben gehouden. 4. 4. Albert Kruys affir- Of hem niet bewust meert, is, dat de Perfoon van Andries Bockers Dienst heeft genoomen als Soldaat in 't Battaljon van de Collonel Ruysch onder de Compagnie van den Capitein Lich, alhier in Bredevoort in Guarnifoen leggende. Albert Cruys fegt dat, Of hem bewust is, dat dies tvdt is geweest, die tydt en of Andries doe hy in Arrest te Lig- Bockers voor of nae, of tenvoorden heeft ge- doe hy Albert Kruys in feeten. arrest heeft gefeeten op 't Hoff te Ligtenvoorden Dienst als Soldaat heeft genomen. 6.  AENHANGZEL. Art. 6. 6. Albert Cruis fegt wel Of hem niet bekent weet dat die Andries is dat de gemelde AnBockers gedeferteert is, dries Bockers is gedefer'maar dat volgens feg- teert, en of hy niet gen vanéenSchoenma- weet, waar lig die meer kers Baas of Gefel Jan ophoudt. te Veluwe genaamt, dat hy Andries Bockers foude fig ophouden te Arafterdam. Art. 7. 7- Albert Kruis'fegt, dat Of hy door Andries hy een reysfak heeft Bockers is verfogt om die Jan te Stroete teLig- fyn goedt, dat meede tenvoorde toebehoor- heeft genoomen uyt fyn de aan den voorfchree- Qjiartier , en door hètn ve Jan te Stroete heeft in fyne pak is gedaan, overgegeven, en door aan het huys van Gerde Meydt gehaalt met rit Beumer Hospes in de 't goedt , maar datter Witte Swaan te Bredeeen vuylhemdtin fou- devoort, en door hem de geweest zyn, en dat is gepakt in praefentie niet meer weet, of er van de Huysvrouw van meer in geweest is. de Hospes Beumer boven gemelde. Art. 8. 8. Albert Kruis fegt hier Wat reden hem geniet te kunnen antwoor- moveert hebben, om den, als dat den reys- Andries Bockers de behulp-  AENHANGZEL; XCIII fak als in Art. 7. ver- hulpfaame hand tebiemeldt aan het huys van den. voorfchreeve te Stroete door desfelfs Meidt is weg gehaalt. Art. 9. 9- Albert Kruys fegt hier Waar hy het goedt op als Art. 7. geant- dat hy voor Andries woort heefc. Bockers in fyn fak heeft gedaan , en de Poort hier uyt gegaan is, en hy dat goedt aan Andries Bockers felfs heeft overgegeven , of aan wien en waar fulks is gefchiedt. Art. 10. 10. Albert Kruys fegt van Of hy Albert Kruys 'ja. niet gefegt heeft aan Cornelis Gert/en Sergeant, en de Corporaal van der Poel, beyde in 't Battaljon vandeCollonel Ruysch , alhier in Guarnifoen, dat hy het goed van Andries Bockers heeft meede genoomen. 11.  ;xciv AENHANGZEL. Art. ii. ii. Albert Kruys fegt ja. Of fulks niet is voorgevallen in de Herberg genaamt de Witte Swaan by Jan' te Stroete tot Ligtenvoorde , dat fulks gefegt heeft, aan den Sergeant en Corporaal als Art io. is gemelt. Art. 12. 12. Albert Kruys fegt hier Wat reede hy'geniet meerder op te kun- hadt heeft om de denen antwoorden , als jn fertie gemakkelyk te Art. 7, 8, en 9. daar maaken van Andries van gefegt heeft, maar Bockers , en fig heeft dat van geen defertie uytgelaaten in dingen kan feggen , waarom die in een Landt van dat den Andries Boe- Juftitie niet kan of mag kers gedeferteert is. geleden worden. Op Art. 13. 13. Albert Kruys fegt, Nog hem Albert Kruip dat hier niet meer kan defe Art. diftinclelyk feggen als in voorige voorgeleefen. Artikulen gefegt en geantwoord heeft. Aldus ter prsfentie van ons onderfchre. ven  AENHANGZEL. xcv ven afgehoort in Bredevoort den 14. Oélober 1763. C. Gert/en, C. v. d. Bm\ Sergeanten. My praefent, Benj. Satinki Auditeur Militair. Dat defe Copie is accorderende met zyn Origineele betuige by deze A&um ut fupra, Benj. Satink, Auditeur Militair. AEN-  AENHANGZEL OP HET SESDE DEEL. LI. (No. XX. Bladz. 71.) Aan den Wel-Edelen Gejïrengen Krygsraad van 't Regiment Gu~ ardes Dragonders , Guarnifoen houdende binnen Leyden. Geeft met eerbied te kennen Hermanus Christiaan Drefing, Koopman wonende te Amfterdam, Lieutenant van een Burger Compagnie aldaar, dat hy Suppliant op den 14. October dezes jaars 1768. gelogeert zynde in 't Heeren Logement den Burg te Leiden , met den Castelein Hendrik Bagh is gereeden naar de Stads Doelen aldaar, om de Exercitiën der Engclfche Pikeurs te zien , dat hy Suppliant eenige tyd op de plaats daar toe affgeperkt geftaan hebbende, ooggetuige is geweest van de verregaande en geweldadige mishandelingen door Justus van den Hoeven Lieutenant in eene Compagnie Guardés Dragonders te Leiden voornoemt Guarnifoen houdende , met hulp van eene menigte Dragonders tegen de voornoemde Hendrik Bagh gepleegd, dat hy Suppliant zig daar over en wegens het evident gevaar waar in hy dezelve 'Hendrik Bagh hadde gezien,  AENHANGZEL» xcvit zien, ten uiterften ontfteld hebbende, en mitsdien uit den Doelen naar zyn Logement willende gaan, door de gemelde Lieutenant van der Hoeven , op de infolentfte wyze is gearretteert en vastgehouden , hém onder zware vloe* ken en dreigementen zyn Naarri afvragende, het welk door den Suppliant op debezadiglle wyze zynde beantwoord, met te vragen wat hy Lieutenant van der Hoeven zyn naam behoefde te weeten, off' hy van hem iets te prastendeeren had, en zo ja, dat hy hem op den Burg alwaar hy gelogeerd was konde vinden, heeft gemelde Lieutenant hem Suppliant welke hy intusfehen by continuatie vasthield, gedreigd, dat, indien hy zyn Naam niet zeide, hy hem aanftonds door zyn Dragonders in arrest zoude laten brengen , waar op hy Suppliant welke eenige oogenblikken te voren gezien had wat effecl; de ordresvan gemelde Lieutenant op de Dragonders gehad hadden , en vreezende aan diergelyke mishandelingen te zullen geëxponeerd werden, zyn Naam en Woonplaats aan voornoemde Lieutenant heeft gezegd, en daar mede uit desfelfs handen is ontkomen , blykende van de waarheid deefer omftandigheeden uit de Verklaaring van Weifel Wiggeimarien Izaak van Vliet, terrequifitie van hem Suppliant onder praffentatie van Eede gegeeven, waar van copie authenticq ten dezen is geannexeerd , welke hy Suppliant bereid is voor dezen Wel Edelen Geftrengen Krygsraad bchoorlyk te doen beëedigen. Dat hy Suppliant deeze verregaande infultcs en injurieufe dreigementen , hem buiten eenige reeden gedaan, door oen Officier die ter  xcviir AENHANGZEL. dier tyd en plaatze geen de minfte authoriteit hadde, dan ook ad animum heeftgerevoceert, en daar over aanftonds zyne klagten aan den Wel Edele Geftrengen Heer Commandant der Stad Leiden gedaan , welke hy als nu profequeerende , ootmoedig verzoekt appoinóïement van dezen Wel Edelen Geftrengen Krygsraade , waar by gemelde Lieutenant van der Hoeven gelast en bevolen zy, aan hem Suppliant ter zake van de hem aangedaane verregaande infultes en injurieufe dreigementen, te doen honorable en profitable betering, honorabel met deswegens zyne leedweezen te betuigen, en den Suppliant daar over excuus te vraagen, profitabel met ten behoeven van de Gereformeerde Armen dezer Stad Leiden te betalen een Amende van vyff en twintig goude Reyders, ofte zoo veel min als Uwe Wel Edelen Geftrengen zullen oordeelen te behoren, zynde de Suppliant bereid onder folemneele Eede te zweeren, dat hy om die en nog Wel meerder fomme diergelyke infultes en injurieufe dreigementen niet andermaal zoude willen leyden met de kosten hier omme gedaan. (Onderftond*) 't Welk doende, &c. (Was geteekend") H. C. Drefing, C. Boers J. Z. Jofue L'Jnge, Procureur 1768. LIL  AENHANGZEL. XCIJS LIL (No. XX. Bladz. 71.) DECLARATOIR van WESSEL WIG GELMAN en ISA AC VAN VLIET. Den 26. October 1768. Wy ondergefchreeve Wesfel Wiggelman oud ruim 70 jaaren, en Ifaac van Vliet, oud omtrent vier en dertig jaren wonende te Leiden, verklaren, ter requifitie van de Heer Christiaan Drefing, Koopman wonende te Amfterdam, de opregte waarheid te zyn , dat wanneer de Heer Requirantop Vrydag den 14. October dezes jaars zig by het doen van de exercitiën der Engelfche Pikeurs in den Doelen alhier bevond, en, na het voorgevallene tusfchen Hendrik Bagh, en de Lieutenant van der Hoeven, zig daar van daan wilde begeven de Lieutenant van der Hoeven denzelven heeft tegengehouden, en hem vasthoudende zyn naam heeft gevraagt , 't welk door den Requirant ten uiterfte daar over ontftelt, in deezer voegen zynde beantwoord, wat behoeft gy myn Naam te weten, ik ben op den Burg gelogeerd, heeft gemelde Lieutenant van der Hoeven, hem alverder belet van daar te gaan, en hem by continuatie vasthoudende gedreigt, dat zoo hy zyn naam niet zeide, hy hem zoo aanftonds in arrest zoude laten -brengen, waar op den Heer Requirant dan ook zyn Naam heeft gezegt en vervolgens van daar is vertrokken. • ******* 2, Ge-  AENHANGZEL. Gevende wy Depofanten voor redenen van wetenfchap het zelve alzoo te hebben gezien, gehoord en bygewoond, bereid zynde ons Gedepofeerde , wanneer zulks" zal gerequireerd worden met folemnelen Eede te affirmeeren. Aóïum den 26. Octcber 1768. LUI. (No. XX. Bladz. 71.) MISSIVE van N. D. Wolfganck Aud. Militair. Den 11. December 1768. Myne Heeren! Aan den Krygsraad van het Regiment Guardes Dragonders van Zyn Hoogheid , door Heere Commisfarisfen rapport gedaan zynde, op wat wyze de zake van de Heer Drefing, en de Heer Vaandrig van der Hoeven was gefchikt, ende met compenfatie van costen getermineert, hebben de Heeren van de voorfchreeve Krygsraad met die fchikkinge en de betuiginge door gemelde Heer van der Hoeven gedaan, te weeten, geene de minfie intentie gehad te hebben, om den Heer Drefing te beledigen ofte te injurieeren , en voor zoo verre zoude konnen geoordeelt worden dat de Heer Drefing door hem beleedigt was, dat hem zulks leet is , en hy de Heer Drefing erkent voor een fatzoenlyk man, op wien hy niet te zeggen heeft: ge-  AENHANGZEL. ci genoegen genomen heeft , en my gelast UEds. als Praólizyns daar van kennisfe te geven. Ik vertrouwe hier meede aan UEds. verzoek te hebben voldaan, en betuige met alle agting te zyn. Myne Heeren! Uw Edele Gehoorzaame Dienaar, (Was getekend) N. D. Wolfganck, I7Ö8',- Aud. Militair. 's Hage ii. December 1768. ******* g AEN-  AENHANGZEL OP HET ZEVENDE DEEL, LIV. (No. X. Bladz. 128.) EXTRACT uit het Register der Refoiutien van de Gedeputeerde van de Staten van Overysfel. Zwolle den 12. Augusty 1773. De Heeren wegens de Stad Campen in deze 'Vergadering gecommitteerd , op fpeciale requifitie van de Heeren van de Magiftraat van dezelve Stad ter Vergadering hebbende geproponeerd , dat de Pagters van den Impost op de Brandewyn en gebrande Wateren aan dezelve Stad, haar had kennis gegeven, dat zy in de gepasfeerde week des avonds na tien uren hadden willen examineeren een van boven afkomend Schip, het welkzy fufpe&eerende gefraudeerde goederen in te hebben, tot hunne adfiftentie als haar gewoonte van de Militaire Wagt aan de Vispoort aldaar twee Mannen hadden verzogt , doch dat dezelve aan haar waaren geweigerd, en dat zy Heeren van de Magiftraat daar aan den tydelyke Commandant van het Guarnifoen aldaar hadden doen onderhouden , en dat dezelve daar op had geavanceerd, dat  AENHANGZEL. cm dat wel by verfcheidene Refolutien was geinftrueerd, en ter Reqüifitie van de Magiftraten der Hoofdfteden, en van de Heeren Drosten en Hooge Officieren deezer Provintie zoo veel Manfchap te doen volgen, als van hen zouden worden gevordcrt, doch dat hyby voorfchreven Refolutien nochte ook by geen andere was geauthorifeert, om des avonds na geflotene Poorten en bezette Wagt aan de Pagteren eenige Manfchap te doen volgen, en dezelve te adfifteeren buiten de Stads Poorten of Wallen. En daar omtrent zynde geconfidereerd dat de meeste Sluikeryen des Nagts worden gedaan , en de Pagteren als dan de adfiftentie van de Militie op het meeste nodig hebben; zoo rs naa deliberatie goedgevonden , den Officier Commandeerende het Guarnifoen binnen Campen mits dezen aan te fchryven , om de Pagteren niet alleen des Daagsch, maar ook des Nagts na geflotene Poorten eenige Manfchap tot hare adfiftentie te verleenen zelfs ook buiten de Stads Wallen, en overal in des Pagters PagtdiurióL (Ondertekent) C. W. Sloet, Vt. Accordeert met het voorfz. Register. By abfentie des Griffiers (Getekent) D. Qjiyfen. ******* 4, LV.  crv AENHANGZEL. LV. (No. XXIII. Bladz. 187.) EXTRACT uyt het Regifïer der Refolutien van Burgemeester en Schepenen der Steeden en Ambagten van Axel, en Neuzen, te Axel. Zaturdag den 13 April 1776. Prefent de Heren Burgemeester Paulus , Seriepenen de Jonge, Wieden, Du Pont, Dieleman, Willemfen en Kraker. Jacobus Schoonakker, binnen ftaande heeft de Magiftraat te kennen gegeven, dat zyn Varke, dat hy zoo even had geflagt, op de plaats alwaar altoos, door fyn Vader en hen , die beesten gedood en gebrand zyn, door eenige Soldaten was omcingeld , en (foo hy dagt) genomen in arrest, waar op gedelibereerd zynde is goedgevonden, alvorens ons over deze zaak te addrefleeren aan Hun Hoog Mogende, de Heeren J. de Jonge en Julius Hendrik Wieben, benevens den Heére Griffier Geene, te zenden als Commisfarisfen, aan den Heer Commandeur van deze Stad, G. van Eeuwig, op wiens orde gemelde Varke is gearrefteerd, en denfelven voor te houden , hoe van onheugelyke tyden , de grond, waar op, voorfz, Varken gearrefteerd legt, heeft gehoord aan onze Stad, en dat diensvolgens dezelve ook altoos, door onze Borgers, die met hunne wooningen,ftalJingen en erven tegen delélve aankomen, is ge- bruykt.  AENHANGZEL. cv bruykt, en dus verfoeken, dat den Heer Commandeur het felve, gelyk hy voorheen gedaan heeft, alfoo gelieft te laten continueeren, dat fy Heeren al verderden Heer Commandeur fouden voorhouden, dat de Magiftraat verpligt is, om voor de geregtigheden der Stadt en Borgers te forgen, en daar voor te vigileeren, foo fy daar in wierden geturbeerd, en des noods verpligt zoude zyn, ons daar over te addresfeeren, daar het foude behooren, het geen niet anders dan onaangenaamheeden tusfchen haar en hem Heer Commandeur zal veroorfaken, dat fulks aparent ook geen genoegen fal baaren tusfchen Hun Hoog Mogende (die fy daar over abfolut moeten interpeleeren j en de Edele Mogende Heeren Gecommitteerde Raaden van Zeeland; dat zy Gecommitteerde dienvolgens'hem Heer Commandeur fouden verfoeken, de Magiftraat en hunne Burgers onverhindert , hunne voorfz. Gronden en Erven te laaten gcbruyken , ten zy dat hy Heer Commandeur hier ontrend eene Orde ter contrarie van Hun Hoog Mogende, of van den Raad van Staate konde toonen, aan welke niemand liever dan de Magiftraat. zal defereeren, en dat fy Heeren, ingevallen hy Heer Commandeur daar geen 1 Refolutie van hadde, en gemelde Varken niet gelievde te ontdaan, moetten declareren , tegen het in arrest nemen van bet meer gemelde Varken op Stads grond te protefteeren; en dat zy vervolgens hunne gegronde klagten foude moeten brengen,daar fy fulks dagten te behooren, Voorfchreeve 'Heeren ter Vergaderinge wederom geretourneerd zynde, hebben gerappor******* 5 teerd,  trvi AENHANGZEL. teerd , dat hy Heer Commandeur had kunnen goedvinden, aan haar (fonder de Heeren te willen hooren) te declareeren, dat vermids de Heeren met hun drien waren, geen woord van de Commisfie te fpreken, voor dat hy ook met zyn drie perzoonen was, en vervolgens is door den Onder-Major Droesbeek ter Vergaderinge verzogt , om gemelde klagten fchriftelyk te doen. Waar op gedelibereerd zynde is goedgevonden , gemelde verzoek te accordeeren , en werden voornoemde Heeren al verder gedeputeerd defe Refolutie den gemelden Heer Commandeur voor te lezen,'en des noods over te geven, onder die mits, dat hy Heer Commandeur daar op illico foude gelieven te antwoorden : om daar van nog aan hunne Committenten rapport te doen, die nog ten dien fine vergaderd zyn. . ' Gemelde Heeren Gecommitteerden die Commisfie afgclegt hebbende, en door hun gerapporteerd zynde, dat meer gemelde Heer Commandeur hunne Commisfie fchriftelyk had overgenomen, en wyders aangenomen binnen twee a drie dagen daar op te zullen antwoorden, is na verdere deliberatie onfenHeer Burgemeester Paulus Gecommitteerd, om zig te begeven na Middelburg in Zeeland, en aldaar aan Heeren Gecommitteerde Raaden van Zeeland, 't zy mondeling of fchriftelyk te verfoeken, ten eynde de Heer Commandeur G. van Eeuwig worde gelast, het gemelde Varken kost en fchadeloos te ontfiaan; met zich nemende de Hukken daar toe relatief, en zal extract deefen dienen voor Commisfie. EX-  AENHANGZEL. CVXI EXTRACT uit de Notulen, als vooren. Donderdag den 18. April 1776. Extraordinaire Vergadering. Prefent de Heeren Burgemeester Paulus, Scheepenen de Jonge, Wieden, Du Pont, Dieleman, Wülemfen en Kraker. Onfen Heer Burgemeester Paulus, foo even van Middelburg geretourneerd zynde, legt over zyn fchriftelyk rapport, 't welk luyd als volgt: Agtbaare Heeren, ingevolge de Commisfie, den 13 jongstleeden op my geftrekt, heb ik over het geval in qureftie, met onfen Heer Commandeur, breder by de Notulen van den foo even gemelden datum vermeld, met de meeste Heeren vyt de Gecommitteerde Raaden ge fproken , cn hun Edele Mogende het Regt, dat wy op den Grond, waar in wy door gemelde Commandeur zyn geturbeerdt, van alles geinformeerdt en het gedrag van hem Commandeur gecommuniceerdt, en inftantelyk verfogt, dat Hun Edele Mogende mcergemelden Commandeur geliefden te ordonneeren , om het door hem gearresteerde Varken van Jakobus Schoonhakker,kost, enfchadeloos te ontflaan ,en hem voorts te gelasten , om de Magiftraat in hunne Pofesfie van voorfchreven Grond te laten , ten minsten foo lange, tot dat daar omtrend nader fal weezen gedisponeerd, al het welke U Edele Agtbare in het breede zal blyken, uyt eene memorie, door hem Gecommitteerde geiteld , dewelke hy aan den Heer Raadpenfiona- ris  CVIII AENHANGZEL. •ris Chalners getekend (op fyn verzoek) heeft overgegeven, met dat gelukkig gevolg, dat hy Heer Raadpensionaris (devvyl het Staats Vergaderinge was, daar over geen Gecommitteerde _ Raadsvergaderinge kon beleggen ) eenen Brief aan hem Commandeur had gefchreven, dewelke aan hem Gecommitteerde was ter hand gefield, om aan den voornoemden Commandeur over te geven, fynde gemelde Misfive aan hem Gecommitteerde doorhem Heer Raadpenfionaris gecommuniceerdt, welke fakelyke inhoud behelsde, dat hy Heer Raadpenfionaris was geinformeerdt geworden, dat 'er tusfchen hem Commandeur van Axel G. van Eeuwig en de Magiftraat, over fekere Grond, binnen Axel, onaangenaamheden waren ontftaan,die fig foo ver hadden geëxtendeert, dat den Commandeur had konnen goedvinden om het Aagten en branden van een Varken, aan eenen flagter te verbieden ; dat hy tot de uytvoeringe van die Ordres had gebruykt, een Sergeant met eenige gewapende manfehappen. Dat hy Heer Commandeur moeste begrypen, dat het voor de Magiftraat zeer onaangenaam moet zyn, hunne Borgery aan fulke demarches van hem Commandeur geëxponeerd te zien, daar het, al was het s' Lands grond, de weg voor hem open ftond, om zig daar over aan hun Edele Mogende te addresfeeren, dat hy Heer Raadpenfionaris daarom van begrip was, dat hy Heer Commandeur die quasftie by minnelyke fchikking met de Magiftraat foude uyt de weg ruymen, en dat hy ondertusfehen alles moest laten in die fituatie, zoo als zulks voormaals ten tyde der gedaane interdictie, is ge, weest,  AENHANGZEL; cl* wcest, welke Brief hy Burgemeester zoo even (door onfen Stadsbode Jan Meertens') in handen van den meergemelden Commandeur had laten brengen, waarop gedelibereerd fynde, is den gemelde Burgemeester voor de gedane Commisfie bedankt; En voorts goedgevonden, om aan de voorfchreve Commandeur te laten vragen , of hy twee Heeren Commisfarisfen fouw kunnen afwagten, om hem te fpreeken, 't welk geacccpteert fynde , zyn de Heeren Du *Pont en Dieleman Gecommitteerd, om hem Heer Commandeur op eene vriendelyke manier te verzoeken, het ftinkende Varken van onfen Grond te weeren, en de fchade, door de meergemelde interdictie, aan den flagter, en eygenaar van het Varken veroorzaakt te willen goeddoen; En foo de Heeren in defen verfoeke , niet reusfeerden, als dan aan hem Heer Commandeur te declareren, dat wy het gemelde Varken foude weeren, en ons over de fchade van het Varken met de kosten daarom gedaan , addresfeeren, daar wy fouden meenen te behooren ; de gemelde Heeren geretourneerd zynde, hebben gerapporteerd, dat den meergemelden Commandeur, fig op de gedane verlöeken niet had gelieven te expliceeren, maar alleen verzogt, dat de gemelde verfoeken aan hem in fcriptis mogten gedaan werden, waar op al verder gedelibereerd zynde, is goedgevonden, het Varken in de grond daar het op legt, te laten begraaven, door twee van onze Stads Arbeiders, gelyk gefchied is; En op iederen hoek van de Put, daar het Varken in gefmeeten is; een paaltje te laten flaan, op dat men weten fouw, waar het Varken gelegen en be-  ex AENHANGZEL. begraven is. Sullende over het geven van de Commisfie in fcriptis aanftaande Saturdag nader werden gedelibereerd. LVII. (No. XXIII. Bladz. 97.) EXTRACT uit de Refolutien van Burgemeester en, Schepenen der Steden en Ambagten van Axel en Neuzen, te Axel. Zaturdag den 20. April 1776. By Refumtie gedelibereerd fynde, op de Notulen van den 18. laatstleden , waar by (ingevolge het gerapporteerde) den Heer Commandeur G. van Eeuwig heeft verzogt, dat het aan hem gedane mondeling verzoek, om het Varken, en de kosten deswegens gevallen te wilde goeddoen, in fcriptis te mogen hebben, is goedgevonden, met pasferinge van het mistrouwen , dat hy Heer Commandeur, in al de Heeren Commisfarisfen fchynt, te hebben, met op niets, dat mondeling gefchiedt te willen antwoorden, fyn verzoek al wederom te accordeeren, en zyn Edele te informeeren, dat de Commisfie, die fy Heeren Commisfarisfen aan hem hebben gedaan, is geweest om fyn Edele te verfoeken, eerst, dat zyn Edele hetbedorye Varken geliefde te weeren ; En het ander, om de onkosten en fchade, die fyn Edele door de gedaane interdiftie, om het Varken agter het ftal van den flagter Jacobus Schoonhakker, niet  AENHANGZEL. cxi niet te Aagten en Branden, veroorfaakt, goed te doen, welk laatste verfoek de Magiftraat by defen aan fyn Ed. voor de tweede maale doet, bereid zynde met zyn Edele daar over op een vriendelyke manier in onderhandeling te treeden. En fal Extraft defer Refolutie aan fyn Edele werden ter hand gefteld, om ons op dezelve, hoe eerder hoe liever te kunnen antwoorden. NB. Deze kosten zyn door den Commandeur nooit goedgedaan, maar aan den voorfchreeven Jacobus Schoonakker, uit Stadts Kaffe betaald. LVIII. (No. XXIV. Bladz. 114.) MISSIVE van de Magiftraat van Bergen op den Zoom aen den Raad van Staten. Den 25. November 1782. Edele Mogende Heeren ! Wy hebben op den 10. dezer Maand ontfangen het Request aan UEd. Mog. geprjefenteert door Jmolt van Hulfteyn en Hans Jurieri Blank , Onder-Majors des Guarnifoens dezer Stad Bergen op den Zoom, tendeerende, om te hebben UEd. Mog. protectie en ordres, waar by zy Supplianten in alle hunne emolumenten , waar op fy zoo door UEd. Mog. als door Zyn Doorlugtigfte Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nasfau &c. &c. &c. zyn aangefteld geworden , werden gemaintineerd, en van dezelve zoo voor hun Supplianten, als derfelver Opvolger, in alle tranquili- teit  cm AENHANGZEL. teit mogen blyven jouisfeef en, op zoo een voet als van ouds hier in ufantie is geweest, mitsgaders UEd. Mog. appoinctement, van den 2 daar bevorens, by het welk UEd. Mog. goedgunftelyk behaagd heeft, hetzelve Requeft te ftellen in onfe handen, ten fine van berigt, omme waar aan te voldoen, wy de eere hebben U Edele Mogende voor te dragen , dat voor, zoo veel betreft het dispofitief van het Requeft, wy ons zeer wel zouden kunnen confonneeren met het zelve, dewyle het nooyt de intentie van deeze Magiftraat, of van iemand anders, voor zoo veel wy weten, is geweest, om de Onder-Majorsin de Emolumenten, welke hun van Rechtswege toekoomen , en aan die bedieninge annex is, te beknibbelen, dan dewyle uit de middelen van het gemelde Requeft blykt, dat het but van de Supplianten, voornamentlyk is, om van U Edele Mogende een verklaaring te bekoomen , dat onder die emolumenten ook gehoore de Takkenbosfen en Blokkeel, die van het Brandhout, het welke, met Wagens of Karren binnen deeze Stad word gevoert, aan dePoort,langs welke die invoeringe gefchied, van hunnent wege worden afgevordert, zoo kunnen wy niet afzyn U Edele Mogende daar omtrent te avanceeren, dat het ons toefchynt, dat het voorfchreve fuftenue van de Supplianten met betrekkinge tot dezelve Takkebosfen en Blokkeel (men voege hier ook by, het half of Vaamhout en Turf, waar van ook een zeekere tax word gevordert) van genoegfaame grond is ontbloot: want, wat betreft, dat de Supplianten by hun Request allegueeren, dat zy by U Edele Mogende en by zyne Hoogheid tot  AENHANGZEL. cxin tot Onder-Majors des Guarnifoens dezer Stad zyn aangefteld op zodaanige baaten, profyten en emolumenten, als van ouds aan gemelde Charge annex zyn geweest,kunnen wy het zelve zeer ligtelyk advoueeren, dewyl wy meenen , dat dan nog altyd overig blyft de vraa» ge, waarin die baaten, profyten en emolumen* ten, welke aan der Supplianten Charge annex zyn, van ouds hebben beftaan; want men kan immers niet ftellen', dat daar onder ook zouden gehooren, zulke praïtenfe baaten , profyten en emolumenten, welke niet van ouds aan de voor* feide Charge annex zyn geweest, maar naderhand door der Supplianten praidecesfeuren, door overmagt,inkruyping of geweld of door andere wegen, daaraan getrokken zyn, en waar van de Souverain of die geene die de Commisfien uitleveren, onkundig zyn, en offchoon wy nu wel niet hebben kunnen ontdekken, uit wat oorzake de huisluiden of anderen, met Brandhout of Turf binnen komende, daar van iets aan de Poorte, langs welke zy binnen komen, hebben afgcgeeven; zoo is egter dit zeeker, dat daar toe nooyt ordrc of eene wet door den Souverain is gegeven, zonder welke het egter aan niemand wie hy ook zy, geoorloofd is, iets als een Taxt of Impost van de Ingezeetenen te vorderen, en zulx nog te minder in opfigt van deeze Stad, alwaar fclfs 's Lands Gemeene Middelen niet anders zyn geintrodu ■ ceert, dan met confent van de drie Leeden van den Breeden Raad dezer Stad, gelyk uit de Verpagts Conditiën , waar op die middelen by Gecommitteerden uit U Edele Mogende werden Verpagt, te zien is , waar uit wy dan moeten  cxiv AENHANGZEL. befluyten, dat dit afvorderen en afgeven van Brandhout en Turf, het welke van de huisluiden of andere aan de Poorten werd gedaan, zyn oorfprong heeft gekregen door inkruypinge , ten einde dezelve Huisluiden daar mede te redimeren van Vexatien, waar aan fy anderfints geëxponeert konden zyn, ofwel, om by het in- en uitryden de Vryheid te mogen hebben , dat zy met eenige goederen, te koop binnen komende, wederom tusfchen twaalf en een uure , wanneer de Poorten gefloten zyn, zouden mogen uytryden, gelyk in vorige tyden altyd is gepermitteerd geweest,of eindelyk, dat dat afgeeven van eenig hout en Turf is geweest een Vrywillige gifte, welke de Huisluyden by het inkomen binnen de Poorten, aan de Manfchap, die aldaar de Wagt hadden , wel hebben willen doen, om zig te beter te kunnen verwarmen : Tot het eerst gemelde zoude men kunnen inclineeren, als men reflecteert, dat al van oude tyden af, het afperfen van Goederen van de Huisluiden, welke daar mede ter Markt kwamen, by de Militie heeft plaats gehad, zodanig, dat de Magiftraat tot voorkoming van het zelve by Refolutie van den 16 December 1572. genoodzaakt is geweest, daar tegens te voorzien, met het ftellen van Wakers aan ydere Poorte, ten einde dit onbehoorlyk afneemen van de Soldaaten te beletten, ja zelfs dat Haar Hoog Mog. al in vroege tyden daar tegens by verfcheide Placaaten, en zonderling by dat van den 9 Maart 1652 en 5 Auguftus 1678. hebben moeten voorfien, met te verbieden aan alle Gouverneurs, Commandeurs &c. eenige foyen of  AENHANGZEL. cxv of vereeringen, onder wat pratext het ook zy, van Scheepen, Waagens of Karren ,met Koopmanfchap gelaaden, af te vorderen: en wat de tweede reeden betreft, defelve ccsfeert je* genswoordig geheel en al, dewyle de Poorten van twaalf tot een uure, zelfs op Marktdagen gefloten worden gehouden , zodanig dat er niemand uit- of in mag komen , het welk voor deefen nooyt gepraótifeerd is geweest, en het welke tot groot ongerief van de alhier ter Markt komende Huisluiden ftrekt, dewyl die dan, wanneer zy met hunne zaken voor twaalf uuren niet klaar kunnen komen, genoodfaakt zyn tot een uur binnen te blyven, en ondertusfchen het nodige werk, dat fy fomtyds t'huis te doen hebben, moeten ongedaan laten, en daar en boven nog verteringe in de Stad te doen, zelfs in het kortfte van de dagen, wanneer de Poorten eerst open gaan om agt uüren des 'smorgens, en wederom voor vyf uuren des avonds gefloten zyn, werden de Poorten toegehouden op Zondag onder den Godsdienst des voor- en nademiddag, als mede van twaalf tot een uur. zoo dat 'er op die dagen nauwelyks vier uuren in 't geheel zyn, dat men uitof in de Stad kan komen, en dan nog juist, moet waarneemen het tydftip, op welk de Poorten open zyn , het welk niet alleen ftrekt tot nadeel van de Diaconic-Armen, dewyl men in vorige tyden, de Poorten onder den Godsdienst alleen gefloten hield op het Cünquet, zoo dat ieder een daar uit- en in konde komen, mits geevende een Aelmoes in de Busfe, welke op die tyd door een Perfoon van weegens de Diaconie daar toe aan ieder Poorte gefteld,  CXVI AENHANGZEL. aan de uit- en inkoomende Luiden geprsefenteerd wierd, maar ook tot merkelyke fchade van de Neringdoende Ingezetenen deefer Stad, dewyl daar door veroorzaakt werd, dat veele Luiden van het platte Land, die alle meest Roomsch gezint en hier Kerkelyk zyn, op andere plaatfen ter Kerke gaan, en juist altyd geen gelegentheid hebbende, om op werkdagen binnen te komen, als dan het nodige voor hun of voor hun huishouden, in plaatfe van in deze Stad op die plaatfen koopen, alwaar zy ter Kerken gaan, ja zelfs 't geen in 't generaal nog lastiger is, zo werd de Waterpoort voor de Pasfagiers, welke met Scheepen aan den Ham aankomen, na dat de Poorten des avonds gefloten zyn, toegehouden, zoo dat door de Poort, of fchoon maar op het Clinquet ftaande, niemand wie hy ook zy dan alleen de Visfchers, welke een pas van den Gouverneur hebben , waar voor zy fes en twintig ftuyvers jaarlyks betalen, mag binnen komen, en Schipper en Pasfagiers een geheelenagt moeten buyten blyven, offchoon dan de Brieven, waar by fomtyds haast kan zyn, niet dan voor den anderen dag kunnen befteld worden , en de Pasfagiers dien nagt aan de Schcepsongemakken geëxponeert blyven, gelyk mede de Poort, waardoor de Post moet binnen komen, geduurende laatstleden Wintertyd niet langer open gehouden is, dan des avonds tot half feeven uuren, daar het by Winterdag door het flegte weder en de kwaade weegen , veeltyds onraogelyk is, om voor die tyd binnen te zyn, en over fulx de Postbrieven voor al van Saturdag, al meedeniet eerder kunnen befteld worden  AENHANGZEL. CXVII den dan den dag daer aan, tot merkelyk ongerief en nadeel van de Commercie. Wat nu eyndelyk betreft de derde reden, waarom 'er eenig Hout of Turf by het inkomen van de Poorte aan de Wagt aldaar, zoude kunnen afgegeeven geweest zyn, zoo is het immers zeeker, dat een vrywillige gifte offchoon te meermalen herhaald, geen verpligtinge maakt voor het toekoomende, en dat die Wagten, van weegen U Edele Mogende nu en federt lange van Brand wordende voorfien, diergelyke giften en bedelaryen in allen gevalle nu niet meer te pas kunnen komen, maar van zelve hadden behooren te cesfeeren; dog het zy dan Edele Mogende Heeren uit wat oorfake men wilde ftellen, dat het afgeeven van Brandhout en Turf aan de Poorten zyn oorfprong heeft, zo is het altoos zeker, dat dit afgegeven Brandhout en Turf in vroegere tyden nooit is geprofiteerd by .de Onder-Majors dezer Stad, maar wel by de Manfchap van de Wa-Jt, zynde voor zoo veel wy hebben kunnen nagaan, het voordeel daar van door de OnderMajors eerst na de evacuatie der Franfchen in 't jaar 1748. verpagt aan den Commis van den Brabandfchen Landtol van London, voor tweeen veertig Guldens jaarlyks voor alle de Poorten, vervolgens voor twee en twintig Guldens jaarlyks voor de Woudfe Poort alleen, en naderhand aan deszelfs Weduwe voor vyf en twintig Guldens jaarlyks, en nu eindelyk aan den Commis van den Brabandfchen Landtol, van Dooren, voor veertig Guldens jaarlyks, mede voor de Woudfche Poort alleen;door welk beftaan van de Onder-Majors, niet alleen word g ge-  cxvin AENHANGZEL. geïntroduceerd een foort van Impost op de inkpomende Waagensen Karren met Brandhout, maar ook met dezelve te Verpagten aan Commifen van den Land Tol, werd gecaufeerd , dat deeze Impost nog met meer vigeur ingevordertkan worden, dewyl de Huisluiden mcestendeel onkundig zynde van de Wetten dezer Landen, veeltyds metbetrekkinge tot den Brabandfchen Land Tol, niet weten waar toe zy gehouden zyn, en dikwils genoodzaakt werden , om zig van vexatien vry te koopen, Tolbriefjes te halen, en Tol te betalen van Goederen , die zelfs by den Souverain zyn vry gefield , en om welke reden het afgeeveri van het afgevorderd Brandhout en Turf, door de Huisluiden niet durft geweigerd worden , dewyl fy bevreest voor dat foort van Volk zynde, in het onzeker zyn, of hun zoo een weigeringe door andere vexatien wegens den Brabandfchen Land Tol niet zal betaald gezet worden. Dog buiten dit alles abufeeren de Supplianten zig merkelyk, wanneer zy zeggen ; dat dit afgeven van Hout door een ieder met de uyterfte bereidwilligheid zoude gefchieden, dewyl er verfcheide Ingezeetenen dezer Stad zyn, welke het zelve geweygerd hebben, — en welkers getal naar alle apparentie nog grooter zou zyn, indien men niet bevreest was, voor de violente middelen , welke er in 'twerk gefteld worden, om de Lieden tot het afgeven van Hout te noodzaken: Middelen welke in eene zagtmoedige Regeering ende in een Land daar het Recht door middel van de Juftitie werd gehandhaafd (waar over wy onder Gods Zegen het geluk hebben ons te mogen be-  AENHANGZEL. CXIX beroemen) ongehoord zyn , want by aldien men al eens konde Hellen, dat de Onder-Majors geregtigt waren, om zoo een Impost van het iiikoomende Brandhout en Turf te genieten , dan zoude immers de iMvorderinge daar van niet anders kunnen of mogen gefchieden dan op den voet, waar op de gemeene middelen van 'sLands wegen werden ingevordert, datisby wege van Juftitie, op dat eenieder welke fuftineerde tot het afgeeven van Hout en Turf ongehouden te zyn , daar tegens zyn defenfie zoude kunnen doen , daar nu in tegendeel die afvorderinge van hout en turf gelbuteneerd word door middelen van geweld, gelyk gebeurt is, in 't geval van den Capitain F. May, wonende binnen defe Stad, welkers Wagen , Paarden men door de Wagt heeft aaiagehouden en genecesfiteert aldaar te blyven ftaan , tot zoo lange de gemelde Heer F. May eyndelyk heeft moeten refolveeren tot voorkominge van verdere onaangenaamheeden , het afgevorderde hout, af te geeven , en zon'derling nu onlangs in het geval van den Oud Wethouder dezer Stad, en geweefe Secretaris van Wouw, Simon van Henneveld, waar over der Suppliantens klagten voornamentlyk zyn ingerigt, en waar omtrent wy van den gemelde Oud Wethouder Simon van Henneveld, het volgend berigt hebben bekomen: Dat hy zedert eenige dagen met een Wagen met twee Paarden befpannen, door de Woudfche Poort binnen deze Stad hebbende laten voeren een party Brandhout, het welke hy op zyn Landgoederen had laten kappen, de voren genoemde Pieter van Boeren aan hem heeft doen te ******** ^ ken-  cxx AENHANGZEL. kennen geeven, dat men van ieder Wagen Mutzaard aan hem van Dooren moest geeven een Mutzaard, en van ander Brandhout naar advenant: Dat hy daar op aan gemelde van Dooren hebbende laten vragen uyt wat hoofde hy zulx vorderde , tot antwoord van denzelven van Dooren heeft bekomen , dat dit voor het Guarnifoen was , en aan hem door den Onder-Major Hulfteyn is Verpagt, voor veertig Guldens jaarlyx: Dat vervolgens by hem is gekomen den voornoemde Onder-Major Hulfteyn, en uit naam van den Heer Gouverneur dezer Stad Deutz, heeft gevraagt, de reden waarom hy Henneveld weigerde aan zyn Pagter van Dooren het gevorderde hout te geeven , waar op de gemelde Henneveld in fubflantie heeft geantwoord, dat hy oordeelde, daar toe niet verplicht te zyn, dat hy nu federd veele jaaren rneenigvuldig Brandhout had laaten binnen voeren, maar niet te weeten , dat daar van ooit iets was afgegeeven, dat hy egter verfogt te mogen weeten of men dat met recht konde vorderen, en als men zulx konde bewyzen hy dan bereid was te geeven , het geene hy verfchuldigt was, dat daar op des anderen daags zynde geweest den 22. der gepasfeerde Maand O&ober des morgens om agt k negen uuren wederom een Wagen met Mutzaard gelaaden, binnen komende dezelve met de Paarden en den Voerman op ordre van Wel gemelde Heer Gouverneur, en op verfoek van voorfz. van Door en, terttond door de Wagt aldaar is aangehouden, de Voerman in de Corps de Guarde gebragt, en als een Misdaadiger naauw-  AENHANGZEL. CXXÏ mauwkeurig bewaart , en de gelade Wagen en Paarden voor het huys van den gemelde van Dooren, door een Schildwagt befet , dat daar op de gemelde Henneveld zig naar den Heer Gouverneur begeevende , van denzelven het ontflag van den Voerman , Wagen, Paarden heeft verfogt, en zulx niet kunnende bekoomen, ten zy hy het gevorderde hout afgaf, verder heeft geinfteert, dat dan ten minften by proviüe de Voerman mogt werden ontflagen , en de Paarden op een Stal wierden gebragt, om van het nodige verforgt te kunnen worden , dewyl er genoegfaam verhaal op de Wagen met hout geladen, was , indien men meende tot het gevorderde hout geregtigt te zyn, dog waar toe de gemelde Heer Gouverneur niet heeft willen verftaan, zeggende , dat alles in zyn ftaat moest blyven, tot dat het gevorderde Hout wierd afgegeeven , zulx dat de Voerman in de Wagt en de Paarden met de Wagen voor het huis van den meergemelden Verdooven, geëxponeert aan het gure Weeder van Reegen en Wint, het welke men toen hadde , in de open lugt zyn gehouden , van 's morgens om agt a negen uuren tot des anderen daags 's middags om een uure, als wanneer eyndelyk dezelve op inftantie dezer Magiftraat, aan wie de gemelde Henneveld over deze ongehoorde behandelinge klagtig was gevallen , door Wel gemelde Heer Gouverneur zyn ontflagen geworden, van hoedanige arbitraire handelwyze en misbruik van Overmagt, misfchien geen exempel zelfs in geen willekeurige heerfchappye, men zwyge in een vrye  cxxn AENHANGZEL. Republyk , daar de weg van Juftitie voor yder open ftaat, zal gevonden worden. Dat voorts met opfigt tot het geene de Supplianten verder zeggen, dat zy als Onder-Majors geen Gagien genietende, van de Emolumenten moeten beftaan, en dat wanneer die als dan voorfz. is, betwist werden, zy geheel en al buiten Inkomften zullen gefteld worden , en dus die Charge , zoo ten reguarde van hun, als van hunne Succesfeuren onbeftaanbaar zal zyn, meenen wy , dat, behalven dat zulx niets ter zake kan doen, om dat het der Ingezeetenen post niet is, om uit hun privé beurs een beftaan aan de Onder-Majors te bezorgen , het ook buiten dien een voorwendfel is , waar voor geene de minfte vrees kan zyn, dewyl offchoon men nu federt eenige jaaren twee Onder-Majors in deeze Stad heeft, daar er in vroegere tyden by vry fterker Guarnifoen als men nu heeft, maar eene was, echter die Charge met zoo veel y ver word geambitioneerd,datizelfs de tweede Suppliant Hans Jurien Blank voor den afftant, die den geweezen Onder-Major van Baarle daar van in zyn faveur, heeft gedaan , aan denzelven van Baarle heeft gegeeven drie duyzend Guldens, welke van Baarle, zoo als wy geinformeerd zyn, aan den geweefen Onder-Major Kaps daar voor had betaald vier duyzend Guldens , ten bewyze dat de Emolumenten offchoon die nu met hun beide gepartageert moeten worden , zoo gering niet zyn, of daar zullen er altyd genoeg gevonden worden , die naar die Charge zullen ftaan ; waar by nog komt, dat het ten uiterften hard voor de Ingezeetenen zoude zyn, dat zy van de  AENHANGZEL. CXXIII de winsten welke zy van het Brandhoud gerieten kunnen nog een gedeelte ('t welk na aftrek van de onkosten die er op het kappen, bosfehen en vervoeren vallen; ruim twee percent zal bedragen) tot een ruimer beftaan van de Onder-Majors zouden moeten misfen, en zulx quafie om dat zy het zelve binnen deezö Stad brengen, daar nogthans de Onder-Majors voor de geringe diensten welke men van dezelve kan genieten, zoo.van weegens deeze Stad, als van weegens de omliggende Jurisdictiën genoeg beloond werden, gevende de Stad voor de Manden welke zy voor het afhalen van den Turf voor de Wagten leveren , jaarlyx aan Hun een hondert en fes Guldens , welke hun op geen tiende part kunnen komen te ftaan , en bovendien nog een douceur van vyftig Guldens, jaarlyks, het Dorp van Wouw twee duyzend Blokkeelhouten , Borgvhet drie Guldens, jaarlyks, het Dorp Halfleren drie Guldens, ende Noordgeest mede drie guldens, boven dien venvisfelen zy den Turf, welke de Stad volgens het Contract met U Edele Mogende gemaakt, aan de Wagten moet leveren, teegens Kooien die zy in plaats van den Turf voor de Wagten beforgen , waar op zy naar mate van de prys van de Kooien al mcede een goed voordeel hebben. Wy vertrouwen dan van de aequiteit van U Edele Mogende, dat Uwe Edele Mogende niet zullen kunnen verftaan de Ingezeetenen een last op te leggen, welke by den Souverain niet gewettigt is, en dien volgende de Supplianten zullen wyzen van de hand, of ten minften dezelve indien zy ecnig recht tot het doen  cxxiv AENHANGZEL. doen afvorderen van het Brandhout en Turf in quasstie vermeenen te hebben, te renvoyeeren aan de Ordinaire Juftitie. Waar mede na UEdele Mogende Uluftre Perfoonen en Regeeringe in de befcherminge Godes bevolen te hebben , wy de [eer hebben ons met fchuldig refpeét te noemen. Edele Mogende Heeren! U Edele Mogende Onderdanige en Gehoorfaame Dienaars, de Magiftraat van Bergen op den Zoom. Ter Ordonantie van dezelve. (Was getekent) J. F. de Boet, Stads Secretaris. Bergen op den Zoom den 25. November 1782. AEN-  AENHANGZEL? O P H E T AGTSTE DEEL. LVII. (No. LXII. Bladz. 325.) EXTRACT uit de Notulen van den Raad Ordinair der Stad Zierik Zee. Den 18. Maart 1783. Is na deliberatie goedgevonden en verftaan de Heeren Gedeputeerden ter jeegenswoordige Staats Vergaderinge occupeerende aan te fchryven en te gelasten , om van wegens deze Stad ter Hooggemelde Vergadering voor te draagen: dat wanneer de Heeren van ZienkZee op den 6. February laastleeden , aan Haar Ed. Mog. voorhielden, de Hooge noodzaakelykheid om gepaste middelen te beraamen en vast tefteHen, waar door de Burgerlyke Rechtbanken kragtdadig zouden werden gefoutineert, in gevalle dezelve, in de uitoeffening van hun Wettig Rechtsbedwang door eenigen Militairen Rechter werden ontrust, Hun Ed. Agtb. geenfints hadden verwagt de gegrondheid van dit voorftel ten opzigte van de Rechtbank hunner Stad, het eerfte bevestigt te zullen zien, in een geval door de Heeren Burgemeesters en Schee-  cxxvi AENHANGZEL. Scheepenen ter hunner kennisfe gebracht, en waar van de byzonderheeden hoofdzaakelyk hier in beftaan : Dat op den 12. February laastleden , den Heer Bailliuw aan Haar Ed. Agtb. hadde gecommuniceert , dat in den als toen laatst gepasfeerden voornacht, aan twee Burger Huizen de Glaazen ingeflaagen en eenige verdere Brutaliteiten langs ftraat waaren gepleegd; dat een der Bewooners op het geraas direct na vooren loopende, nog voor zyn deur aantrof een Militaire Sergeant uit het Regiment van den Collonel Pain, die nog eenigzints bedeest door de fchielyke vraag aan hem gedaan , of niet wist wie dit gepieegd hadde, antvvoorde, dat het Militairen waaren geweest, gelyk ook dien Burger aan het einde der ftraat nog eenige Perfoonen hoorde, welke den voornoemde Sergeant als fcheenen te willen inwagten. Dat de Nagtwaakers hier van door dien Burger aanftonds geadverteerd zynde , dezelve in hunne Patrouille,welke direób daar op hebben gedaan, ook niemand anders hadden ontmoet dan vier Militaire Perfoonen, loopende door de Stad en uit zeer veele byzondere omftandigheeden, zoo zy vast fielden, fchuldig aan het voorfz. fait. Dat gemelde Nagtwaakers eenigfints bedugt, om dezelve Perfoonen van ftraat te krygen , raadzaamst geoordeelt hadden, hun op eene zagte wyze na de Militaire Hoofd-wagt te begeleiden , alwaar dezelve , zynde twee Sergeanten, een Corporaal en een Soldaat aanftonds werden aangehouden fchoon laatstgemelde het echter nog heeft weeten te ontkoomen. Dat uit dit alles,het geen door vol-  AENHANGZEL. cxxvrr volleedige Verklaaringen by den Heer Bailliuw ingewonnen en voor Heeren Commisfarisfen gerecolleert ten duidelykften is geconfirmeert, de Heeren Burgemeesters en Schepenen hebben opgemaakt, dat gemelde Militaire Perfoonen zig zelvs onder vehemente fufpicie hadden gebracht van aan voorfz. brutaliteiten fchuldig te zyn , ten minsten desweegens Rechtelyk behoorden te worden ondervraagd, terwyl het fait zelve niet anders dan als een commune delict konde worden geconfidereert, waar van de kennisneeminge aan de Wet dezer Stad alleen competeert, en diensvolgens ook vermeend na dit voorval Verder onderzoek te moeten doen; ten welken einde nog ftaande de Vergadering de Secretaris van hun Collegie na den Collonel Pain hadden afgezonden, om de voornoemde Perfoonen, die volgens informatie nog op de Hoofdwagt in arrest gehouden wierden, uitnaam der Heeren van deWethte reclameeren , om aan den Heer Bailliuw te worden geëxtradeert. Dat uit het desweegens gedaane rapport verftaan zynde, dat de Collonel Pain zig hadde geëxcufeert aan de gemelde Requifitie van Haar Ed. Agtb. in deezen te voldoen, ten zy daar toe alvoorens wierde gequalificeert, voornemens zynde dit voorval ter kennisfe van Zyn Doorlugtige Hoogheid enden Generaal Major van Dopff, Commandeerende de Troupes binnen deeze Provincie te brengen , dog teffens aanneemende zorge te zullen draagen, dat gemelde Perfoonen in afwagtinge van nadere ordres uit hun arrest na de Provoost in goede bewaaringe werden gefteld, Burgemeesters en Schepenen hadden vermeend die toe-  cxxvin AENHANGZEL. toegeeventheid te moeten gebruiken, om het finaal antwoord van gemelde Collonel Pain af te wagten; en welk antwoord op gisteren eindelyk ingekoomen , hier op uit kwam, dat uitdrukkelyke ordres hadde ontvangen, om voornoemde drie Perfoonen niet over te geeven , maar voor den Militairen Krygsraad te doen te recht ftellen , waar toe gemelde Collonel dan ook declareerde voorneemens te zyn dadelyk te doen procedeeren, niet tegenftaande denzelven van weegens de Heeren van de Weth was aangemaand, dezclvde infchikkelykheid te gebruiken, welke men ten zynen opzigte hadde betoond en mitsdien de gantfche zaak te laaten in ftatu en in zyn geheel tot dat Burgemeesters en Scheepenen zig ook deswegens zouden hebben geaddresfeert ter plaatfe daar zulks behoort. Dat uit dezen voordracht van zaaken de Heeren van Zierik-Zee wel volkomen zyn overtuigd, dat de competentie van de Rechtbank hunner Stad in allen opzigte is gefundeert, dog te gelyk begrypen, dat Burgermeesters en Scheepenen juist nu verfeeren in die termen waarin, gelyk onlangs onder het oog van Haar Ed. Mog. is gebragt, de Burgerlyke Overheid doorgaans de magt ontbreekt om haare Rechten na behooren te doen gelden, wanneer dezelve door een Militairen Krygsraad worden geufurpeert; en diensvolgens gcoordeelt, dit voorval ter kennisfe van Haar Ed. Mog. te moeten brengen ; terwyl geenfints twyffelen of het fait, waar over de aanklagte is gedaan, zal by hoogst dezelve ook uit dit zelvde oogpunt niet anders dan als een commune delict wor.  AENHANGZEL. cxxïx ■worden befchouwd, en vermeenen dat aan het doorligt der Leeden zouden te kort doen met alhier breedvoerig te willen aantoonen , dat de Rechtbank hunner Stad tot de cognitie van 't zelve zoo wel uit hoofde van 'tgeperpetreerde fait als ten aanzien van de perfoonen , welke daar meede worden betigt, volgens oude voorgaande Refolutien eeniglyk is bevoegt, voor al daar dit onderwerp zeederteenigen tyd ter Staats Vergadering voileedig is getracteert, en de gegrondheid dezer affirmative ten duidelykften gedemonftreert. Dat Haar Ed. Agtb. derhalven nu ook verwagten dat de Heeren van de Weth hunner Stadt, die in naam van den Souverain de Hooge Jurisdictie alleen uitoeffenen , by dit uitftee» kend voorrecht tegen allen indragt efficatieufe* lyk zullen worden gemaintineert, en dat hoogst dezelve dus ook geen zwarigheid zullen maaken om even gelyk by Refolutie van 31. Maart 1631. aan den toenmaligen Heer Capitein Ge» ncraal op eene gelyke reprsefentatie van onze Voorzaaten is gefchied , Zyn Doorl. Hoogheid by Misfive te verfoeken , om die van den Krygsraad des Guarnifoens binnen de Stad Zierik Zee te gelasten, de bovengemelde Militaire Perfoonen in handen van den Bailliuw over te leveren, en zig de Kennisfe, Judicatuura en Straffe van diergelyke deli&en niet meer te onderwinden , of aan zig te neemen , maar daar meede te laaten gewerden Burgemeesters en Schepenen der voorfz. Stad, immers en in allen gevallen zoo wanneer daar op onverhoopt by Haar Ed. Mog. invoegen voorfz. niet direél konde worden gerefolveert , Haar Ed. Agtb.' »***#**♦* mee  cxxx AENHANGZEL. met allen nadruk moeteninfteeren, dat alsdan Zyn Hoogheid ten fpoedigften mag worden verzogt, zorge te draagen , dat hangende haar Ed. Mog. deliberatien , by den voornoemde Krygsraad niets hoe genaamd werde ondernomen , veel min ver.rigt, waar door de zaak eenigzints buiten zyn geheel zoude worden gefield. En werden de Heeren Gedeputeerden gelast deezer Propofitie na gedane pradectuure , in de Notulen van den Staat te laaien infereeren. Accordeert met voorfz. Notulen. (Getekent) C. Evertfen. LVÏII. (No. LXIV. Bladz. 401.) EXTRACT uit de Notulen van den Raad Ordinaris der Stad Zierik Zee. Ven 3. April 1783. Edele Mogende Heeren ! De Heeren Gedeputeerde van Zierik-Zee hebben uit fpeciaalen last van de Heeren hunne principalen , Haar Ed. Mogende voorgedragen. Dat Haar Ed. Agtb. door de Heeren van de Weth  AENHANGZEL. cxxxx Weth hunner Stade wederom zyn geinformeert, dat de Heer Bailliuw ter hunner kennisfe hadde gebragt, vernomen te hebben, datop laastleeden Vrydag den 28 der afgeloopen Maand Maart, tusfchen de zoogenaamde Houte Poppen en Haamfteede, een Soldaat van het alhier leggende Guarnifoen was dood gevonden * fchoon de omltandigheeden, waar door zulks mogte veroorzaakt zyn, by gebrek van de nodige informatien aan zyn Ed. tot hier toe nog onbekend waaren. Dan dat teffens hadden, verftaan , dat't zelve doode figh aam des anderen daags op order van den Krygsraad reeds was gelchouwd, en vervolgens ter aarde befteld, en dat twee andere Soldaaten die gezegd worden daar by tegenswoordigte zyn geweest, wegens hun daar omtrent gehouden gedrag, en het niet toebrengen van de behoorlyke hulp aan den Overledenen reeds deswegens eenige Militaire ftraf zoude hebben ondergaan; terwyl de Heeren Burgermeesters en Schepenen hadden vermeend geen verder onderzoek in deezen te kunnen nog te moeten doen, zoo om dat de zaak door de faitelyke wegvoering en begraaving van het doode lighaam bereids buiten zyn geheel was gebragt, als om dat uit ondervinding van het onlangs binnen deeze Stadt voorgevallene zig niet konden voorn-ellen, dat derzelver pogingen tot handhaving van derzelver Jurisdictie by den Krygsraad thans van een gewenschteruitflag zouden zyn, en daarom geoordeeld hadden zig aan geen verder refus tot declin van de Achtbaarheid van hun Collegie te moeten bloot Hellen , maar deeze zaak wederom door middel van deezen *#«♦♦**** g Ra»i«  cxxxn AENHANGZEL, Raade onder het oog van Haar Ed. Mog. te brengen. Dat derhalven dit voorval andermaal een eclatant voorbeeld oplevert van de verregaande demarche van den Krygsraad, dewelke, door het pleegen van een daad, die buiten allen twyffel kan worden uitgevoert door zoodanige Rechter aan wien de Crimineele Juftitie competeert, zig niet heeft ontzien ten fterkftente violeeren het Territoriaal Rechtsgebied deezer Stadt, en dus een direéten inbreuk op derzelver Hooge Jurisdictie te doen. Dat Haar Ed. Agtb. mitsdien zig indispenfabel hebben geoordeelt verpligt te zyn hunne Mede Leeden nogmaals gansch ernftig te verzoeken, om overeenkomftig derzelver onlangs gedane propofitie de Rechtbank hunner Stadt met Haar Ed. Mog. Souverain gezag, tegens alle zoodanige willekeurige en gansch onwettige onderneemingen kragtdadig te maintineeren, en daar toe Zyn Doorlugtige Hoogheid als Capitein Generaal deezer Provincie by aanfchryvinge te verzoeken aan die van den Krygsraad des Guarnifoens binnen deeze Stadt de noodige ordres te geeven, dat dergelyke attentaaten voortaan werden geprsevenieert. Terwyl deeze aanhoudende ufurpatïen ten duidelykften doen zien de hooge noodzakelykheid , dat de gepretendeerde Jurisdictie der Militairen binnen de behoorlyke paaien werde gefield, en Haar Ed. Agtb. daarom met allen nadruk moeten infteeren , dat dit poincl in het gedècerneert befoigne ten fpoedigflen onderzogt en aan de Heeren Staateri rapport over uitgebragt werde, nadien een verder retarde- ment  AENHANGZEL. ment in de afdoening van dit gewigtig ftuk by Haar Ed. Mog. van merkelyken invloed op de aanftaande deliberatien, over de Generaale Petitie en Staaten van Oorlog zouden kunnen zyn. Uit naam van Heeren Gedeputeerden. (Getekend) J. van dm Houte. ********* ^ TJX.  «xxxiv AENHANGZEL. LIX.. (No. LXIII. Bladz. 348.) BESTALTBRIEF (a) Naardemael by die van den Furftendomme Gelre metten Graeffchappe Zutphen en Graeffchappe en de Landen van Holland, Zeelandt, Utrecht, de Vriefche Ommelanden, tusfchen die Eems en Lauwerts, die Stad van Gendt, en (a) Eindelyk is 't my gehikt dezen Beflaltbrief, op welken de Heer VAN DEN SPIEGEL zulken greoten prys fchynt te Hellen in zyne Pt e Memorie , magtig te worden, en ik heb 't genoegen , by deszelvs herhaalde leezing, my in myn opgevat denkbeeld omtrent dit ftuk, in 't welk ik door meer dan een kundig Regent, die dit ftuk naeuwkeurig gewikt hadden, was gefterkt, volkomen te zien bevestigd, dat namelyk dit ftuk, omtrent V punft van de Militaire Jurisdictie NIETS afdoet, zo lang men buiten ftaat is de bewyzen tegens dezelve in V algemeen, en in V bizonder tegen den Artikulbrief geopperd, te verwikken. Ik wil de echtheid van het ftuk, onder de Archiven van Middelburg onder andere aften, volgens rapporten , gevonden — in zo verre men hier door verftaat, dat er in 't jaar 1579. zulk een opftel vervaerdigt en onder de Aften van Middelburg bevvaerd is gebleeven, niet betwisten; maer ben van oordeel, dat 't genoeg is dit ftuk te lezen , om overtuigd te zyn; i) dat dit ftuk, op 't hoogst, voor een_ Concept Ordonnantie moet worden gehouden, 2) dat er in de Registers geene blyken fchynen voor handen te zyn, zo ver wy' uit het ftilzvvygen van den Oudheidkundigen Heer VAN DE SPIEGEL mogen opmacken, en my van elders is verzekert, dat de Bondgenooten hunne Gecommitteerden tot 'tvastftellen van dezen BESTALTBRIEF, zoo als die legt, uitdrukkelyk gevolraagtigd, of naderhand denzelven bekrachtigd hebben. 3) Dat deze BESTALTBRIEF in dezelfde finaak als de Concept Unie, van welke ons de Heer VAN DE  AENHANGZEL. cnav ên de Heeren Stadhouders van Dyen , noodich bevonden is nodich te weezen, voor als noch een merkclyk getal van Voetknechten in den dienst aen te houden, tot verfekertheid en de befcherminge van voorfz. Lande, ende tot wederftand van den Spaignaerdcn ende andere Vreemde Nationen ende haer Aenhangeren, Vyanden des gemeynen Vaderlandts &c. Ende willende dat zodane Knechten in goede geregeltheyd ende Krychsdiscipline onderhouden werden, omme mitsdyen voor te koomen ende beletten alle geweld, beroovinge ende ruvtervnge , zoo binnen den Stecdcn, als ten J J 6 Plat- DE SPIEGEL er eenige heeft medegedeeld, voor een Concept des Artikulbriefs moet gehouden worden, en dat de Anikulbrief van 1590. in de daad de eerfte Wet van dezen aert is, welke de Bondgenoten gemaakt hebben. Daar my verzekerd is, dat een Man van Naam en Verdienden zich zal verledigen, om dezen. BESTALTBRIEF naauwkeurig te ontleden , en 't my alleen te doen is 0111 de waarheid, zal ik my vergenoegen mynegedagte bcknoptelyk medegedeeld, en den grond op wélke dezelve rusten , met eenige'zwaerigheden, te hebben aangeweezen, welke laatfte misfehien weggenomen, welke eerfte ontzenuwd zouden zyn geworden , had de kundige Heer VAN DE SPIEGEL kunnen goedvinden , dit ftuk in zyn geheel te geven, en dan de bedenkingen, welke Zyn Hoog Edele by deszelvs lezing en vergelyking met den Anikulbrief waarfchynelyk zullen zyn voorgekomen, uit den weg te neemen. Myn voornaame grond voor de gedagte, dat deze BESTALTBRIEF voor niets meer dan voor een Concept des Artikulbriefs kan worden gehouden fteunt op de vergelyking van beide ftukken — 't welk ik gedeeltelykin den BESTALTBRIEF hebbe aangewezen. Maar hoe koomt 't, dat deze pratenfe eerfte Wet zonder Ondertekening is? Hoe koomt 't, gefteld zynde dat dit ftuk door de Bondgenoten gezamentlyk is vastgefteld, en bekragtigd, tot 't welk echter de Heer VAN DE SPIE********* ^ GEL  cxxxvi AENHANGZEL. Platten Landen van Hollandt, Zeeland, Utrecht, die Vriefche Ommelanden tusfchen die Eemfche ende Lauwerts , die Stad van Gendt, ende den Heeren Stadhouders daer op gemaecl: ende geflooten deze jeghenswoordige Ordonnantiën ende Beftaltbrieff, dcwelcke alle Bevelhebbers ende Crychsluyden , Edelen ende Onedelen dobbelfolders ende andere gemeyne Knechten gehouden zullen zyn te befweeren ende punéluelicken te achtervolgen, ende in alle manieren te doen achtervolghen. Sullen dan vqor d'eerfte beloo ven ende fwee- ren GEL geen ENKEL bewys heeft bygcbragt, hoe koomt *t, dat dezelfde Bondgenooren in 3. Augustus 1590. uit hoofde der menigvuldige disordren onder den Volke van Oorlogh, ftrekkende tot groote fchade van den Lande , en pnejuditie van de Regeering van dien, die nochthans .alomme bevonden werden niet fulks geftraft te worden, als wel behooren foude , TER OORZAAKEN OP ZULKE EN DIERGELTKE POINCTEN GEEN VASTE ORDONNANTIE OF ARTIKULB RIEF CEARRESTEERT EN GEPÜBPICEERTJVAS ,den Artiknlbrief, (in welkers hoofd geen zweem is van eenige Renovatie of A'mpliatie,) byna van denzelvden inhoud, eerst vastgefteld hebben? En om welke reden heeft zich Prins Maurits in zyne twist met de Zeeuwfche Steden NIMMER op dezen BESTALTBRIEF beroepen; Ik voor my, zie geen kans deze vraegen voldoende voormy zelve te beantwoorden, en zal gaerne zien, dat de Heer VAN DE SPIEGEL zyne wel befhedene pen bezige, om myne twyfelingen uit den weg te neemen, en het poinft der Militaire Jurisdictie verder toete lichten , door dezen BESTALTBRIEF zoo 't mogelyk is, als eea Wet der Geünieerde Provinciën boven alle tegen- ■ fpraak te Hellen; en dan eerst kan 't onderzoek te pas komen , wat uit denzelven ter verdediginge eener meer uitgebreide Jurisdictie, dan welke naderhand de Bondgenoten ftandvastiglyk geoordeeld hebben den Militairen te moeten vergunnen, kan uitgelokt worden.  AENHANGZEL. cxxxvn ren die van den Furftendomme Gelre met den Graeffchap Zutphen , mitsgaders de Staten van den Lande van Hollandt, Zeelandt, Utrecht, de Vriefche Ommelanden tusfchen die Ecmfche ende Lauwerts, ende de Stad van Gendt, wel ende gctrouwelyck te dienen heuren beftelten, Overften, Hopluyden, Vendrichsende Bevelhebbers oock 'tgunt by anderen in heuren naam zal worden bevoolen, in alle Krychzaken, ondcrdanich en gehoorfaam te zyn, altyds naer heuren uiterften vermoghen, 't nutlixte en beste voorderen , alle fchade ende nadeel van de voorfz. Landen en Provintien , mitsgaders van de Onderfatcn ende Vrunden van dyen, af te keeren ende fchutten, ende alle de ghemenen Vrienden, die nu zyn ende namaals weten mochten gheene uitgefondert ten beveele van hare Öyerheyt hinderen , crencken ende daar jegens 't alderftond henlacten gcbrucken, te Water ende te Lande, binnen of buiten die voorfz. Provintien, 't zy in Slachten, Stormen, Wachten of Tochten, by Rotten, Ven-delen hcele ofte halve, in alrehande getale, ende aen alle orten,lyf ende leevenongefpaert ende zoo wy anders, ofte jegens enighe van deeze poinclen dede, dat dezelve zal geffcraft worden aen lyff ende leven, zonder enich verdrach. Dat zy Lieden de Naem Gods nyet ydelick, lichveerdich ofte te vergeefsch en zullen gebruyeken en blafphemeren , vlouckcn , ofte andere fchelden ende onnutte woorden opftraffe van naer gelegcnthcid van der zaeken die ghene die eenige woorden in lpyt ofte fpot yan het Woord Godts ende der Leeraars des  cxxxvin AENHANGZEL. Euangelie fpreekt, zal voor de eerfte reyze drie daghen te water ende te brood gefet, ende voor de tweede reyze zyne wapenen verbeuren ende gebannen ofte naar exigentie van der zaecke aen den lyve geftraft worden, (a) Alle moetwillighe doodflaghen , dieveryen, brandftichtingen, ftraatfehenderie, overfpel, Vrouw-cracht, fortfe , geweld, valschheyd ende andere gelyke boofe daden ende openbaere quade feyten ende misbruyeken zullen aen 't leeven geftraft worden (b) , met oordeel van Crygsoverften, Capiteynen ende Bevelhebberen naer Crygsgebruik, ofte fulcke Ordonnantiën als by de voorfz. Provinciën ende zyne Stadhouders, daar op gemaeckt is ofte gemaecr. zal mogen worden, ende zullen in gelycken fchult ende misdaed gehouden worden, allen den genen die al zulcken mitsdadige wetende toeftaen, aenhouden, verfteeken ende verberghen in eeniger wyzen. Item fulke misdadighen, oock alle Soldaten, die zich aen enighe Borghers ofte Ingezetenen van de Steeden en Landen der voorfz. Provintien ende andere egheene Soldaten nochte onder Crygsregiment wefende , ontgaen mitsdoen ofteyet misbruicken , by den Officieren van der plaetfe moghen aengetast ende in hechtenisfe gehouden worden,zoo verre diePrevoost nyet jeghenwoordich ofte overfulex te doen verfuvmelick is , behoudelicken dat men d'felve 3 Ge- («) Deze is de zaekclyke zin van 't i en 2. Art. des Anikulbr. van 3 Augustus 1590. (T) Dus verre gaet-'t 3. Artikul des Artikulbriefs'toverige met oordeel &c. is weggelaten.  AENHANGZEL. CXXXIX jevangenen binnen xxiv uuren naer dato van le apprahentiein handen van den Overften of:e Hopman over zal leveren , zonder dat- yemandt van de Soldaten den voorfz. Officieren daar inne eenig belet of daer omme eenighe injurie ofte leet doen zal op Lyfftraf. Die contrarie zynen Eed van ghehou ende ghetrouw te zvn, eenige confpiratie ofte opfet maea ofte" voorftelt in 't Heymehck ofte in 't openbaer jegens die voorfz. Provintien den Heeren Stadhouders ofte den Staten des Lands, Steeden of Leeden van dyen , ofte oock die faecken van den Landen, oock jeghens zynen Overften, Capiteyn ofte Bevelhebberen; oock den ghene die daar afweet, ende 't zelfde niet aen de Provintien , Heeren Stadhouders, Staten 's Lands, zynen Overften ofte Capiteynen te kennen geeft, zal zonder Genade geftraft worden als voren (c)- Gelyckerwys ook geftraft zullen worden die ghenen die enich verftandt metten Vyand hebben , ofte van enighe heuren aenflach wetende , dezelve nyet te kennen gheven , als boven, ofte die in Steden , Sterkten, Belegernisfe en Befettynghe, ofte daer vuyt metten Vyanden fprake houden, aen denfelven, deur Brieven, Boden, ofte anderfints eenige condfchap doen ,yet overfchreyven, ontbieden ofte van daer yet ontfangen zonder voorvvecten ende bewillinge van zyne Ovcrheyt (d~). Die vuyt ofte inne eenige Stad, Schanfe, Sterkte ofte Befettynge gaet ofte wederkeert, dan (c) Vergeleken met Art. 5. \d) Vergeleken met Art. 12 en 13.  cxl AENHANGZEL. dan deur de gemeene Poorten ,inneganck, of te weerch. (e) ofte enighe Vreemde ofte Onbekende innelaet, gaen ofte kommen, fonder te belletten , ofte aen te geeven, zal aen 't leven geftraft worden. Den Soldaet die zyne Weerdt ofte Weerdinne, diener ofte dienstwyff, Borgers ofte Landsluyden dreigt ofte fnydt, fal voor de eerste reife drye daghen te water ende te broode gefteld worden, ende foo verre datter bloetftortinge gefchiedt is, lidt ofte leeden gecrenckt ofte geminct zyn, fal zyn rechterhand afgehouden endevoorts vuytten Regimente gebannen worden, ofte aan 't leeven geftraft worden, alles naer exigentie van de faecken , (ƒ). Den ghenen die den Vrienden, Coopluyden, reyfende luyden, eghenen vyanden fynde, eenighe heurer goederen waeren victualie ofte anderen Coopmanfchappen op eenige pasfagen, byzunder gaende naer de Veltlegher ofte naer Steeden ende Landen, zynde in de onderdanigheid ende Vriendfehap, ofte Aliantie van de voorfz. Landen en de Provintien, by fortfe neempt ende aantast, het zy te Water ofte Lande, ofte die zelfde aen haere perfoonen, ofte goederen befchadighen , ofte aen heure reyze beletten, het zy in 't gaen ofte in 't wederkeeren, ende dat onder 't dexel van gebrek ofte quade betalynghe ofte anderfints zonder expres bevel, confent ofte last van de voorfz. Provintien ende heuren Stadhouders, Overften of- O) Ofte weerfch. ftaet in myne Copié, in den Anikulbrief Art. 46. itaet Ordinarifche wegen. Vergeleken met Art. 4.6. (f) Vergeleken met het 18. Art.  AENHANGZEL. cxli ofte Capiteynen, zal zonder genade gehangen worden, (g) Desgelycx en zal nyemandt den Soetelaers die eenighe toevoerynghe zullen doen, yet zonder betalynghe ontweidighen, ofte meer als twee weeken leenynghe ofte betalynghe mogen af borgen, ende fal een yegelycken zynen Weert, 't zy in 't duer trecken, ofte ftille legghen behoorlyckbetaelen, ofte te vrede ftellen, ende fich dier moeten fchicken, datter geen waerachtige dachten over hun commen, op peyne van rigoureufelyck geftraft te worden tot discretie der overheyt. Soo fullen hen ook allen ende een ygelick vergenoegen laten metten logyfe, d'welk hem aangeweezen zal zyn , ofte met alfulcken betalynghe in gelde, als een yder in de plaatfe van dyen toegevoecht is, by zeekere andere Ordonnantiën ende foo wie enighe van der Vlecken, ofte Dorpen, onder 't gebied van de voorfz. Provintien en de Heeren Stadhouders fynde in 't ghemeen ofte enige huysluyden ten platten Lande , onder enige Couleur yet affchat, ofte afdruét voor eenighe behoefte op den naam van Service, ofte anders in wat manieren dat het zy, ofte denzelven met moetwillen overlastich is , hen aendoende onbehoorlicke costen, ofte eenighe fchade in zyne huyfinghe, goederen, haeve ofte beesten daer meede hy den Lande en de Acker moet bouwen, beweyden ofte tot nutfehap brengen, zal gehangen ende geworcht ofte anders aan zyn Lyf geftraft worden naar ge- (g) Vergeleken met Art. 14 en 19. (/Q Zie 't begin van Are. 20.  cxlii AENHANGZEL. gelegentheid van der zaecke, als ook geleideden zal van alle den gheene die zich buiten haeren Quartieren fchantfen ofte legéren beghevcn omme te moescoppen, ende te teeren op den boer zonder Ordonnantie van hunnen Overften ofte Capiteynen, alle die zich in der voorfz. Provintien en de Heeren Stadhouders protectie ende befchermenisfe begeeven, 't zy Geestelick ofte Weerlick, zal een yegelick fchutten ende handhaven, ende nyemant en zal, dies aangaande Paspoorten ofte andere Brieven van verzeekertheeden van de voorfz. Provintien en de Heeren Stadhouders, ofte derzelvers Gecommitteerde gegeven in 't minste afwerpen, fchenden ofte overtreden op lyfftraffen,maar indyen daar in by yemant enighe frauden bevonden zal worden , zal 't zelve te kennen geven. Die Soldaten, nochte nyemant van hen en fullen vervoorderen omme eghcenderhande faecken , raetflagen, verfamelynghen tëmaken nochte houden, noch beghinnen te houden ,op lyfftraffe, maar indyen daer enighe gemeen gebreecke ofte yet feelt zal 't zelve zonder rinkflaghen, beroerten, muyteryen ofte rumoer te maecken, reverentelyk aen die voorfz. Provintien , ende den Heeren Stadhouders hen Gecommitteerde , by een , tWee of drye daer toe vuitgefchikt verthoond ende aengedient worden , omme , in alles naer behooren ende billicheyt verfien te moghen worden, welverftaende, dat wefende die Landen in benautheyt ende noot van Ghelde, een ygelyck hem met redelycke lenynghe ofte victualiën tot redelicke pryfe zal laeten contenteeren, ende te vreeden zyn, des zal naer ende van allen vier maen- den  AENHANGZEL. cxliii den van de refteerende penningen afreeckeninghe gemaect, ook verfekerynghe ofte verfchryvinge gegeeven worden, (i) Men fal nergens egeene alarme maken Tonder grooten noot, ten ware 't zelve by den Overften, Hopman of Bevelhebber jegenswoordig zynde ten dienfte van de voorfz. Provintien en den Heeren Stadhouders en den gemeenen Landen belast worden, noch nyemandfal, wanneer alarmen gcmaekt worden , fonder groote Lyfsnoot ofte Crankheid in zyn Logement blyven, of hem verfteken, by Lyfftraffe (/:). Ende nademael alle verraders ende muytemakers gheen beter gelegentheyt hebben haar fchelmerye ende verraet in 't werk te ftellen, dan wanneer men op tocht ende wacht trekt, ofte den Vyand voorhanden is, zal nyemant op de tocht in den flachordere, ofte werwaarts hy geftelt wordt geen geld roepen, op verlies van zyn Lyf (/) ende Leven en de geltroepers zullen ghehangen ende geworght worden. Dat ook nyemant der voorfz. Provintien ende Heeren Stadhouders foldye ontfanghen, ofte hen onder eenigh Vendel begheven hebbende van 't zelve zal moghen vertrecken ofte zich onder een ander begheven, zonder oorloff ende confent van den Overften ende Commisfaris van de monfteyrynghe op lyfftraff. (m) Wanneer men in-ofte buyten velde, ofte van d'ene (t) Vergeleken met Art. 35—37. (Je) Vergel. met Art. 31 en 48. (/) Vergel. met Art. 36. (»/) Vergel. met Art. 16 en 17.  CXLIV AENHANGZEL. d'ene in d'andere plaetfe in befettynghe ende Guarnifoenen ter Ordonnantie van de voorfz. Provintien en de Heeren Stadhouders vertrecken moet, foo fal nyemand den Innewoonderen ofte Landluyden heuren Waghens, Peerden , ofte Schuyten ontweldighen, ofte afhandich maken ten waere om merckelicken oorzaaken die by den Overheyd bevolen worden te gebruycken, in welken gevalle de meester of eygenaar van dyen enen redelicken loon toeghevoegd ende betaelt zal worden ofte onder de handt van Overften ofte Capeteynen een fchriftelick fchyntfel ende bekentenisfe daar of te geven, omme betalynghe van dyen te erlanghen. Noch zoo en zal nyemant enighe Jongedochters gehouden ofte ongehouden Vrouwen, nochte oock eenighe Craemvrouwen gheenfints befwaernisfe ofte eenighe overlast doen, eenighe quade ontuchtige woorden gheven, oneerlyken aentaften, noch ook enighe gewelt, fortfe , flaen , ftoten, dreyghen ofte anderfints, tot heuren ondank, aendoen, in wat manieren dat het zy, op peyne van gecasfeerd te worden, zonde geld ofte pasfepoorten ook aen den lyve geftraft te worden naer gelegentheid van de faecken. 00 Den Soldaet, die fonder confent van fyne Overften ofte Capitein van fyn Vendel vuyt fyn Guarnifoen of Quartier voorder dan eenen fchoot van een der Cartouwen vertreecken , ofte die overnacht, zonder confent van zyn Hopman van 't Vendel blyft, fal aen Lyf ofte an- der- («) Vergeleken met Art. 4.  AENHANGZEL. CXLV dei-fin ts naer erkentenis des Overften geftraft worden, (o) Den gheenen die Zyn Vendel verlaat , als't zelve trekt deur 't Landt naer d'Oorloghe, ofte Vyand, ofte van daer wede keerende ofte au•derfints zal aen zyn leven geftraft worden zonder genade, (p) Daer en zal oock nyerhand op eenige toch» ten by den tros of Bagagie blyven, ofte achter nenvolgen, ten ware hy van grooter fiec-> teniet Voort en mochte, by veriiefynghe zy» ncr eere* ende fonder Pasfepoort ofte betalynghe van 't Vendel gewefen te worden, (q) Den ghenen die vuyt fyn Vendel ofte Slachorden fynde, voorden Vyand afwyekt, ende naderhand weder bekommen wordt zal gehanghen en geworcht worden , maer indien hy nyet gecreghen wort,zal hy opcnbaerlickentot een fchelm gemackt worden, (f) Den Soldaet die fyn Wacht nyet gade en flaet, ofte hem felve vol op in der Wacht vindt, ofte van der Wachte daer hy by zyn Bevelhebbers verordent is, zonder behoorlicke oorlof, die oock nyet volbrengt 't gunt hem by zyne Overften , Capiteynen ofte bevelhebbers dyen aangaende bevolen is zal aen 't Lee» ven geftraft worden (s). Den gheenen die men vindt op de Schiltwachte (kepen, ofte dat hy zyne Looze ofte Waehfc (0) Vergeleken met Art. at. (/>) Vergeleken met Art. 24. Ca) Vergeleken met Art. 25. (r) Vergeleken met Art. 50 en 51. (s) Vergeleken met Art. 26. **********  cxlvi AENHANGZEL. Wachtwoord vergeeten heeft ofte van zyn Schiltwacht afgaet, al eer hy afgevoert wort, zal zonder eenige genaden aan Lyf ende leven geftraft worden (t). \ . Een ygelyk zal in zyn eyghen Perfoon waecken ende nyemandt van de Wachte onfchuldich blyven, dan by Crencte ofte Siècle, 't welk hy zynen Hopman zal moeten aengeven ofte doen aengeven ende die hem abfenteert ofte verliest vuyt zynen Wacht, buiten confent van fynen Corporaal ofte Rotmeester , zal zonder Soldye, indien daer eenich is van fynen Vendel gecasfeerd, gebannen ende gefcholden worden (u). Den geenen die men bevindt Tuysfchen of Spelen met Teerlinghen ofte Caerten , fyne Wacht geduurende, zal voor de eerfte reyze zyne Wapenen verliezen, en voor de tweed© reyze gebannen worden. Die ghenen die twist maecl ofteyemantbinnen die Wacht injurieert ofte beliegt, fal voor 't eerfte naer uitfprake van de Bevelhebbers van't Vaendel, eerlicke boete doen aan den Perfoon hem vindende t' onrecht misfeyt te zyn , voor de tweede reyze zal hy van zyne wapenen gebloot, ofte anders naer heysch van de zaecken geftraft worden, maer die eenige fchult ofte aenzegghe op yemant heeft, fal zyn aenklachte mogen doen, en 't zelve moghen voorderen naer Krygsgebruycke (y). Item en zal nyemant zonder bevel van zynen (f) Vergel. met Art. 27 en 28. Vergel. met Art. 30. (y) Vergel. met Art. 44 en 45.  AENHANGZEL. CXLVrt rsen Hopman ofte Bevelhebber , eehich handtroer ofte gefchut naer befetten Wacht, ofte by Nachte affchieten , of eenig teeken doen, fonder confent van fynen Hopman op lyfftraf ten ware yemant onder zyne Wacht wilde commen , zonder 't Woord ofte Loze te ghee* ven, ofte datter hem van buiten cnich Verraed openbaerde (w~). ■ Den gheenen die in twist maken of kyven zigh rotten 5 enighe natie tot zyne hulpe roept ofte brengt, oft anders een oproerende onrust maeft, zal met zyn Medehulpers aan 't le» ven geftraft worden ~(x). Een Soldaat die enen anderen vuytdaegt ofte beroept omme te vechten, zonder confent van zynen Overften ofte Capteyn zal zonder Pasfepoort ofte Betalynghe gecasfcerd worden (y~), en indien den beroepen zyn parthye of d^eene den anderen doodflaet, zal* den doodflager dood by den dooden geleyt worden , maer indien yemant met gewelt overvallen wort, zal hem die overvallene hem zyn Lyf verweeren moghen. Ende wanneer hem enich Soldaat bevindt t'onrccht-geinjurieert ofte misfeyt te zyn, fal hem felve by zynen Overften, Gouverneur van der Stad ofte ten minften by zynen Hopman vinden, d'welke eerst van allen verftaen hebbende die reedenen van beyden den ghenen, die onrecht heeft, die reparatie doen doen, naer billicheyt ende gelegenthcid der faeken en« (i*0 Vergel. Art. 31. {xj Vergel. Art. 39. (y) Vergel. met Art. 42,  gxlviii AENHANGZEL. ende getuygenisfe der genen die men vindt weetende" van der zaeken, ende twist ofte gefchüle te fpreeken of zal den Overften Gouverneur ofte Hopman zyn beste doen, omme beyde partyen in zyn praefentie te veraccordeeren, indien hy bevindt die materie zulks te verheysfchen, ende foe hy tot ghene vermanynghe ofte redenen en willen verftaen fullen beyden vuytten Vendel gebannen worden (z). Dat ook geen Rotmeester , Corporaals ofte andere Bevelhebbers , geen Soldaten van den Wacht fullen laten vuytgaan, omme met den anderen te flaen of Vechten op peyne van foo wel den Rotmeesters, Corporaals ofte Bevelhebbers , als de Soldaten zonder betalynghe gecasfeerd van fyne wapenen gebloot, ende boven dyen naer gelegenheyt van der faecke geftraft te worden (a); ende fo wie in 't vechten ofte balghen gelamt ofte gecrepelt wordt, dat hy des Heren befoldynghe nyet langer verdienen kan zal d'zelve vuyt 't Vendel gemonfterd worden. Die ghenen die zonder behoorlicken voorgaende bevel ofte confent eenighe Cloosteren, Kerken , Leproofen , ofte andere Huyfen , Landhuyzen, Moelens ofte Backovens befchadigen, branden, breken, ofte afwerpen, ook 't Veltleger of eenige hutten in brand fteken , fullen aan 't Lyf geftraft worden (b). Wanneer yemand den Vyand enen afbreuk doet, ende den Veltheer, ofte eenighe Overften (2) Vergeleken met Art. 44 en 45. («0 Vergel. met Art. 4a. (b) Vergel. met Art. 14.  AENHANGZEL. CXLTX Hen vanget, fal denzelven terftond in handen van de Provintien, Heeren Stadhouderen ofte hunne Gecommitteerden overleveren , ende van dien als ook van andere Gevanghenen, die dezelve aen hen begheeren te neemen, fal met hen luyden naer billicheyt ende crygsordre gehandelt worden ende alle brandfchattynghe, ofte verdinghen zullen d'voorfz. Provintien ende Landen alleen toekomen , ende zullen zy heden hen met haer lieder betalynghe heten genoegen zonder eenige brandfchattynghe te mogen doen, dan daar denzelven zulks zonderlinghe toegelaten ende bevolen zal zyn by de Overheyt (V). Den Soldaet, die hem jeghens den Wachtmeester wederfpannig maeét ofte thoont met woorden ofte werken int bedienen van zyn Officie ende weigert te volbrengen zyn bevel, zal geftraft worden aen zyn Leeven (d). Nymandt en zal dy Juftitie wederftand doen, ofte verhinderen ofte pooghen te verhinderen , nochte de Provoost ofte Dienaaren der Juftitie in haeren Ampt ende Dienst enichfints beletten , misdoen ofte misfegghen , met woorden, dreygementen, ofte feytelyke wei' ken op Lyfftraffe , maer zullen al ende een ygelyk Soldaat by Eede gehouden zyn, ter vermaninghe van. haren Overften, die Juftitie te helpen voorftaen, voorderen ende die handt houden, dat recht gefchiet ook alle asfiftentie doen den Overften, Capiteinen, ende Bevelhebberen, dat, naer 't gewys.de ende Oordeel der (V) Vergeleken met Art. 60. (d) Vergeleken met Art. 57. ********** g  cl AENHANGZEL. der Rechters alle quaat ende boosheid, naer inhoud dezer Articulen geftraft, ende Juftitie vuytgericht worden, (e). Die Soldaeten zullen tot allen tyde, 't zy by de Staten by den Monfterheer, ende Commisfarisfen, ofte yemand anders daar toe gecommitteerd, zonder enich wederfpannicheyd hem laten Monfteren ende egheene heuren Jonghers, ofte Kinderen, by hen houden ofte naervueren , noch zal egheen Soldaet op de Monfterplaetfe commende, zyn Roer met fcherp geladen moghen hebben, ofte daer wezende, nochte in 't aftrecken zal mogen laeden, veel min aldaer met enich fcherp 1'chieten alles op poene van daer over geftraft te worden aen zyn lyf, of anderünts naer gelegentheid van faecken (ƒ_) Sullen in geenderhande Monfterynghen, Revuen ofte Overflihten , die op een gedaen Zullen worden , den verordeneerde Monfterheer ofte Commisfaris fchamperlicken toefpreeken , denzelven verachten ofte in eniger manieren aen hem vergrypen , maer denzelven alle behoorlickeeere ende obediëntie bewyzen, en wanneer denzelve Overlte , Monfterheer ofte Commisfaris yet heeft voor te houden, zullen die zelfde, ofte denzelven vry, vranck, ende onbehindert by hem laten commen gehoor geeven, en denzelven tot zyn welbelyeven ongemolefteert laten wederomme vertrekken fonder hem te becommeren ofte aen te liouden omme geit, betalynghe, ofte eenighe an- (V) Vergel. met Art. 78. (/) Vergel. met Art, <53 en 69,  AENHANGZEL. CLI andere faeken, maer zullen die Soldaten nopens hare voorgewende gebreeken hendraghen ende voeghen als voren verhaelt is, op peyne van aen LyfF ende Leven geftraft te worden , zonder alle genaden (g). Ende zal een yegelyk Soldaet by den Monfterheer afgevraecht zynde , wat Befoldynghe ofte Leenynghe hy van zynen Hopman ter Weeke ofte Maenden ontfanght, by' zynen Eede gehouden zyn die waarheid daer van te verclaeren zonder eenige fraude ofte bedrogh op poene van gefcholden te worden (/?). Item en zal egheen Soldaet in eenigher derzelver Monfteringhe ofte redenen van wat qualiteit ofte conditie hy in dienfte zy, nyemant vuytgezondert, enige valscheyt daer inne laeten pleghen ofte hen gebruicken, dan zynen kerftelicken naem, ende die plaetfe van daer hy is, noch op genen anderen naem, deur de Monfteringhe gaen dan op zyn eygen naem , noch ook nyemant, t'onrecht verantwoorden, ende met geen ander lank-cort, ofte hals- en zytgeweer deur die Monfteringe gaen, dan dat hem zelfs toebehoort, ofte hy van den Heere ontvanghen heeft, op Lyfftraffe, en zoomen yemandt in de jegenswoordige Monfteringe Devind zulx gedaen en toegelaeten te hebben, als voorfz. is, ende men 't zelfde naemaels mette waerheid kan bevinden zal t'allen tyden geftraft worden als voren (0- Item en zal nyemant van de Crychsluyden van (#) Vergel. met Art 75. (%j Vergel. met Art jó. (2) Vergel. met At. 69 en 71. ********** ^  CLït AENHANGZEL. van wat gefteltenisfe die zyn , zyn geweer, of rustinghe daer mede hy in Dienst gecommen is, Hem ofte den Heere toebehorende mogen te pande fetten, vervreemden ofte verfpeefen op de verbeurte van den Ly ve (k), maer zal wel een yegelyk zyn geweyr moghen verbeteren ende nyet verargheren, ende den Soldaat die op zyn geweyr geen achte heeft, nochte ree ofte veerdich houdt, fal die Commisfaris , die befoldinghe desfelfs mogen verminderen, en aen eenen anderen die beter is mogen hefteden. Een Soldaet die hem voor den Vyand Optocht, Wacht, Storm, ofte Schermutzel laec vinden , zonder zyn behoorliclc geweyr veerdich ende gereed te hebben , ofte fonder cruyt, lonten of loot, fal aen 't Leeven geftraft worden (/). Sullen ook alle die ghenen die voor deze nyet bezworen zullen hebben , maer hier namaels in Dienst te comme en der voorfz. PrOr vintien geit ontvangen al evenwel tot den inhout ende der peyne van deze Articulen mede verplicht ende verbonden ftaen , ende of hy die mede befworen hadde, des hem oock op de Infchryvinghe ofte d'eerfte Monfteringhe vermaen fal gedaen worden (in). Ende zullen die Overften , Capiteynen , Bevelhebberen , ende Soldaeten by Vendelen, Rotten, heele of halve totter gemeenen beste gevallen ende der Landen meeste profyte, zon- (T) Vergel. met Art. 73, (7) Vergel. met Art. 58." (w~) Vergel. met Art. 82,  AENHANGZEL. cun der wederzegghen hem laten afdancken, alwaer 't oock dat men hunne betaclinghc nyet ten volle op en brachte ofte verftrekte maer alleerïlick van heure reftant hem verfekertheyt dede, op alfulcke redelicke tcrmyncn , als die gefteltenisfe der Landen cenigünts moghcn dreeghen ofte lydcn. Alle welke Articulen die voornoemde Overfte, Hopluyden, Amptluyden, Bevelhebberen ende Soldaten , elcks in zyn regart zullen zweren, te onderhouden ende jeghen d'zelve nyet te doen noch te weygeren , 't geene hem lieden naer gelegenheid des tyds, ende tot dienfte van de voorfz. Provintien ende Stadhouders binnen ofte buiten die bepalinghen derzelver anders opgeleyt endebevolen zouden worden, en DIE VOORSZ. PROVINCIËN ZULLEN DEZEN ARTICULEN NAER DERZELVER GELIEFTE MOGHEN DOEN VERMEERDEREN , OFTE VERANDEREN NAER GELEGENTHEYD DER SAECKE , 't welck die voorfz. O verfte, Hopluyden , Amptluyden, Bevelhebberen ende Soldaten elks in zyn reguard gehouden zullen zyn te achtervolghen en naer te cornmen. Sullen mede gehouden wezen byzonder Eed te doen van den onderhoude der voorfz. Articulen van getrouwicheyt aen ALLEN ende ELCKEN van de geünieerde Provintien, ende Steden daar inne zy luiden, by advis van de Heeren Stadhouders van die zelve Provintie ofte Steden, geleyt zullen worden, zoe wanneer zulcx van dezelve Provintie ofte Steden aen hen luyden verzocht zal zyn, 'Ende al het gene dat in defe Articulen nyet **********£ ge-  «liv AENHANGZEL. geftelt ofte daer inne nyet begreepen is, zal naer ouder gebruick des Crychs bericht worden (n). Ende op dat nyemant van deze jeghenwoordig Articulen eenige onwetenheid ofte igno. rantie mag, voorwenden, omme hem daer mede te behelpen, zal het vuytfchrift ofce die Copie derzelver onder alle Hopluyden blyven, ten einde een yghelyk daer van t'allen tyde opening gedaen mach zyn en des te beter hem daer na heeft te reguleeren (o). Wy belooven , ende zweeren, wel ende getrouwelick die van de voorfz.j Furftendcm Gelre Graaffchappe Zutphen, Graeflchappe ende Landen van Holland , Zeeland , Utrecht en die Ommelanden tusfchen die Eemfche ende Lauwers, die van de Stad Gent , ende Heeren Stadhouders met heuren Vrienden en Bondgenoten,* foe wel de Generale Staten van den Lande, als andere gehouw ende getrouw te zyn, ende alzulcx d'zelve heuren beflalte Overfte in der tyd zynde te dienen ende gehoorfamen, ende voorts ons te gebruicken ten dienfte van de voorfz. Geünieerde Provinciën ende Bondgenoten derzelver', daer 't hem gelieven zal, teghens alle heurlieder Vianden , tot allen Plaetfen, 't zy in Steeden ofte Sterkten, te Water ofte Lande, alzo de tyd en zaecken vereifchen zullen , moghen ende benevens dyen ons te draghen ende houden in alle Zedigheid ende Vromicheyt volgende de Articulen ende aireede voorgehouden, ofte die nog- («) Vergeleken met Art. 81. (o) Vergel. met Art. 82. 't iaatfte deel.  AENHANGZEL. clv nogmaals ons nog voorgehouden mogen worden , tot alle goede Crychsdicipline dienende, ende voorts alles te doen wat Vroome ende Getrouwe Overften , Capiteinen Bevelhebberen, Amptluyden ende Soldaten toebehoort ende beftaet te doen, zonder eenighe faecken ter contrarie. SOO WAERLYK ALS GOD ALMAGTIG HELPE ENDE ZYN HEYLIG WOORD; Aldus gedaen tot Utrecht den laetften February 1579. ter oirconde van dien 't Zegel der Stad Utrecht ter begeerte van den Gedeputeerden van de Geünieerde Provintien voorfz. hier op gedruyckt, ende ter Ordonnantie van dezelve defen by my ondertekent.   INHOUD OP HET AENHANGZEL. VAN HET EERSTE DEEL. I. EXTRACT uit het Gulde Regis¬ ter der Stad Middelburg in Zeeland. . 1 . Bladz. v. II. Aan den Keyzer , van de Wethouwers der Stad Middelburg. . VI, III. Commiffion , & Ordonnance de Capi- taine de Flotte. . . vin. IV. SUPERSCRITION, onzen Lie- yen Beminden Bruyninck van Wyngaarden , Raad ons Heeren des Koninks , ende Rentmeester Generaal van Zeeland Beoosterfcheld of zynen Gecommitteerden. . xl V. EXTRACT uit de Refol. der Hee¬ ren Staeten van Holland en WestFriesland, 21 February 1587. xni. VI. EXTRACT uyt de Refolutien der H. H. Staten van Holland en Westvriesland, 21 Oftober 1587. xiv.' VII.  li INHOUD. VII. Den 24. dito. . Bladz. xv. VIII. EXTRACT als vooren, 7 Decem¬ ber 1587. . . . XVI. IX. EXTRACT uyt de Refolutien van Haar Edele Groot Mogende, 2 3 July 1626. . . XVII. TWEEDE DEEL. X. EXTRACT uyt het Reces des Qiiartiers van Nymegen op eene Landdag in den jaare 1643. tot Arnhem geholden , 21 Martii l643 xix. XI. EXTRACT uyt het Reces des Landdagesin den jaare 1643. tot Arnhem gehouden , 21 Marty l643- • • . xxi. XII. EXTRACT uit de Refolutie van Hun Ed. Gr. Mog., 13 Febru- *ry l65i- • . xxiii. XIII. Den 14. dito. . . xxin. XIV. Den 11. Maart . xxv# XV. Maandag den 13. dito. . xxv- XVI. Den 17. dito. . . xxvr. XVII. Den 24. Maart. . . xxvn. XVHL  INHOUD. in XVIII. Saturdagden 25. dito. Bladz. xxvni. XIX. Maandag den 27. dito. . xxvni. XX. Den 10. Mey. . . xxix. XXI. Den 19. Mey. . . xxx. XXII. Den 19. dito. . . xxx. XXIII. Den 19. dito. . . xxxi. XXIV. Den 20. dito. . . xxxi, XXV. Den 19. Juny. . . xxxn. XXVI. Den 21. dftfc . . xxxii. XXVII. Dra 2 July, 13 dz'fo. . xxxii. XXVIII. EX TRAC Tuit de Refolutie van Haar Edele Groot Mogende, 28 April 1652. . . XXXIII. XXIX. EXTRACT uyt het Raadt Sig- naat der Stadt Nymegen van den jaare 1666., 29. April 1666. xxxv. XXX. Lunce den 30. April. . xxxv. XXXI. EXTRACT uyt het Raadts Sig- naat der Stad Nymegen , 9 Ju- ny 1666. . . xxxvi. XXXII.  INHOUD. XXXII. EXTRACT uit het Raai Signaat der Stad Nymegen , 7 September 1666. BI. xxxvn. XXXIII. EXTRACT uit de Refolutie van Haar Edele Groot Mogende, 14 February 1Ó69. xxxvn. XXXIV. EXTRACT uit de Refolutien van Haar Edele Groot Mog., 11 Julii 1671. xxxix. . XXXV. EXTRACT uit de Refolutien van Haar Edele Groot Mog. 13 Augusti 1671. xLt XXXVI. EXTRACT uit rfe Refolu¬ tie van Haar Ed. Gr. Mog. 30 September 1671. xliii. XXXVII. EXTRACTEN uit de Pro. thocollen van Derk van Sandtbergen, Rechter der Heerlykheid. Keppel, 11 Augusti 1683. • • XLV. XXXVIII. EXTRACTEN uyt het Raat Signaat der Stadt Nymegen, 1 Augusti 1705. . Lxn. XXXIX. EXTRACT uyt het Raadt Signaat der ftadt Nymegen, 14 Februarii 1707. . lxii. XL.  INHOUD. v XL. EXTRACT uyt het Raadts Signaat der Stadt Nymegen , 7 May 1708. . Bladz. lxiiï. VIERDE DEEL. XLL EXTRACT uit de Refolutien van de Edele Mog. Heeren Raden van Staaten der Vereenigde Nederlanden, 28 October 172Ó. lxiv. XLII. EXTRAC T uyt het Raadt Signaat der Stadt Nymegen over den jaare 1733. 4 ïViec?-* 1733. lxvi. XLIII. EX TRAC TEN uyt het Raadt Signaat der Stadt Nymegen over den jaare 1743. , 20 July J743. • . . lxviii. XLIV. EXTRACT uyt het Raadts Signaat der Staat Nymegen, over den jaare 1747. 17 May J747- . . lxx. XLV. EXTRACT uyt het Raadts Signaat der Stadt Nymegen, 9 Juny 1747. . . LXXt XLVL EXTRACT uyt de Refolutien van de Edele Mogende Heeren Raaden van Staate, der Verenigde Nederlanden, 7 OEtober lW lxxi. *********** XLVII  INHOUD. XLVII. MISSIVE van den Hoge Kfygs* .. raad aan den Krygsraad des Guarnizoens van Heusden, 3 October 1760. . lxxiii, XLVIIL MILITAIRE ZAAKEN , Excerpta uit de Refolutie en Memorie Boeken der Stad Zutphen. lxxv, VYFDE DEEL. XLIX. MISSIVE van Louis Hertog van Brunswyk aen den Commandeur der Stad Bredevoort, 21 October 1763. . lxxxviii. L INFORMATIE over AL¬ BERT CRUTS , Bilevehfe Cramer alhier in arrest ly de P?*ovoost , 14 October 1763. . . , XC. SESDE DEEL. LI. REQUESTE aen den Wel- Edtien Geftrengen Krygsraad van 't Regiment Guardes Dragonders , Guarnifoen houdende binnen Leyden , 1768, xcvs LII DECLARATOIRvan WESSEL WIG GELMAN en ISA AC VAN VLIET, 26 QÜober 1768. , xcix. LUI,  INHOUD. vit LUI. MISSIVE van N. D. Wolfganck Aud. Militair , 11 December 1768. c. ZEVENDE DEEL. LIV. EX TRAC T uit het Register der Refolutien van de Gedeputeerde van de Staten van Overysfel, 12 Augusty 1773. • ctï. LV. EX TRAC T uyt het Regifier der Refolutien van Burgemeester en Schepenen der Steeden en Ambagten van Axel, en Neuzen, te Axel, 13 April 1776. . civ. LVII. E X TR ACT uit de Refolutien van Burgemeesteren, Schepenen der Steden en Ambagten van Axel en Neuzen , te Axel, ,20 April 1776. . . cx. LVIII. MISSIVE van de Magiftraat van Bergen op den Zoom aen den Raad van Staten, 25November 1782. cxi. AGTSTE DEEL. LVII. EXTRACT uit de Notulen van den Raad Ordinair der Stad Zier ik Zee, 18. Maart 1783. cxxv. *********** ^ LVIII.  vin INHOUD. LVIII. EXTRACT uit de Nêtulen van den Raad Ordinaris der Stad Zierik Zee, 3 April 1783. BI. cxxx. LIX. Beftaltbrief. . . cxxxiv.  NALEZING VAN STUKKEN, TOT DE MILITAIRE JURISDICTIE BETREK KELYK. I. MISSIVE van den Have Provinciaal van 15 Mey 178^ , in antwoord op die van Hun Ed. Mog. van 30 April te voren, over de by gem. Hove gefuftineerde onnoodige delegatie, om in 't geval van den gedetineerden Vaandrig de Witte Judicature te oeffenen. Relatyf tot de Staaten Notulen van den 24 July 1783. Edele Mogende Heeren ! O nze veelvuldige en preffante occupatien, en de incompleetheid van den Raad , zyn de oorzaaken geweest, waarom Wy niet eerder hebben kunnen refcribeeren op Üw Ed. Mog. hoogst gerefpe&eerde Miffive van den 30 April Mag. IX. Deel I. Stuk A dee-  2 NALEZING van STUKKEN deeZes Jaars, welke Wy op den 5 deezer Maand* ontfangón hebben. Wy hebben uit dezelve vernomen, dat U Ed. Mog. in Onze Miffive van den 31 December des gepafleerden Jaars 1782 , in antwoord op die van U Ed. Mog. van den 2 dier maand, betrekkelyk tot de Judicature van den gedetineerden Vaandrig de Witte, met verwondering gezien hadden de by Ons gebruikte uitdrukking „ dat Wy Ons door de refpe&ive af„ zonderlyke aanfchryvingen van de Heeren „ Staaten der beide Provinciën overvloedig ge„ qualificeertvonden, om uitnaam, en vanwe„ ge beide dezelve, ook zonder delegatie, als „ welke Wy , met eerbied , en behoudens de „ Voorrechten der Provincie van Zeeland, yer„ trouwden, ten onzen opzichte niet nodig te „ zyn, ter deezer zaake Judicature te oeffe„ nen, en dat UEd. Mog. requireeren, dat Wy aan U Ed. Mog., zoo dra mogelyk, zouden opgeeven de redenen, welke Ons hebben gepermoveert, om , in deezen , zoodaanige fuftenuë, ten U Ed. Mogende opzichte te voeren. Ter beantwoordingeen voldoeninge aan deeze U Ed. Mog. hoogftgevenereerde requifitie , hebben Wy de eer te refcribeeren, dat de redenen , om welke Wy, met verfchuldigde eerbied, vermeenen, dat, ten onzen opzichte, in deezen, geene delegatie nodig zy, van onderscheidene aart zyn, na mate men de zaak van den Vaandrig de Witte, waar over thans de quaeftie is, befchouwt, of in het afgetrokkene, en wanneer de vraag eenvoudig zoude zyn, of het Hof eene delegatie van U Ed. Mog.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 3 Mog. nodig zoude hebben, om te jugeeren over de misdaad van hoog verraad, door iemend, in U Ed. Mog. Provincie gecommitteert; of, wanneer men dezelve confidereert in de byzondere omftandigheden , waar mede dezelve is verzelt geweeft ? De voorfchr. zaak in het eerftgemelde oogpunct befchouwd werdende, zouden wy voor rede van Ons gefuftineerde met grond (zoo wy vertrouwen^ kunnen allegeeren, dat by het 8 Articul onzer Inftruótie uitdrukkelyk is geftatueert, dat het Hof zal kennis neemen van alle zaaken, 'sGraaven Hoogheid roerende en aangaande, (waar toe buiten tegenfpraak behoord de misdaad van hoog verraad, waar over de voornoemde de Witte is geaccufeert) en dat by geenige Verdragen tulTchen U Ed. Mog. Provincie en de Provincie van Holland aangegaan, aan dat gedeelte der voorfchr.Inftru6r.ie is gederogeert, zonder hoedaanige derogatie, ingevolge U Ed. Mog. eigen begryp en goedvinden , het Hof zich in de exercitie der Jurisdictie, aan het zelve gedefereert, moet reguleeren na gemelde Inftruétie, zoo als het zelve ten klaarden confteert uit het 1 Articul van het Verdrag tullchen U Ed. Mog. en de Heeren Staaten van Holland en Welt- Vriesland in dato 21 September 1662., dióteerende „ dat „ by provifie , en zonder prsejudicie van de „ Gerechtigheden van de refpective Provin„ cien , beide de Hoven van Juftitie in de ex„ ercitie van de Jurisdictiën, haar gedefereert, zullen continueeren, volgens en op de ori„ gineele Inftructien, mitsgaders de Accorden , en Traétaten daar op gemaakt; zonder dat A 2 „in  4 NALEZING van STUKKEN „ in dezelve Inftructien of Verdragen eenige verandering, vermindering, of vermeerdering, en zulks daar by of af zal mogen wer- „ den gedaan , dan met voorgaande communicatie , advys en bewilliging van beide de Provinciën. Kunnende Wy Ons voorts refereeren tot de fucceffive Verdragen tuffchen beide Provinciën, en fpecialyk tot het jongfte van den n Juny 1674, als waar by wel is voorzien omtrent der Hoven Jurisdictie in crimineele zaaken , maar niet anders, dan in cas d'Appel, en geenzins in zaaken, in welke, uit hoofde der Inftruétie, het Hof ter eerfter inftantie is competent; zoo als dan ook bereids in den Jaare 1576 by het 9 Articul van de opdracht achter de Unie, tuffchen de Staten en Steden van Holland en Zeeland, is verdragen en geftatueert, dat in alle voorvallende gefchillen , en judicieele zaaken, 't Hof en de Raad Provinciaal, met heuren Lidmaten gerefpeéteerd, gekend , en haarluider Mandamenten en bevelen geobedieert zullen worden, zoo binnen den Quartiere van Holland, als den Noorder-Quartiere en Zeeland, zulks als van ouden herkomen is gedaan; zonder dat eenige Steden, of Plaatfen hen daar tegen zullen mogen ftellen , nog ook die proviiien en bevelen van denzelven Hove mogen contravenieeren, nog hen van de jurisdictie des Hofs mogen onttrekken. Edog, wanneer Wy de zaak in quseftie befchouwen in haare omftandigheeden, en zoo als Wy dezelve hebben geconfidereert by Onze Miffive van den 31 December des voorleden Jaars, en byzonder in de periode van dezelve, wel-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 5 welke by U Ed. Mog. hoog gerefpecteerde Misfive, en hier voren is uitgedrukt, zoo beftaat de eigentlyke en naafte rede van Ons gefuftineerde , dat in deezen geene delegatie van noden ware, daar in, dat Haar Ed. Groot Mog. de Heeren Staaten van Holland , ingevolge van Hoogftderzelver gerefolveerde van den 27 December 1782, Ons hebbende aangefchreeven, om uit naam van Hun Ed. Groot Mog., en van Hun Ed. Groot Mog. wege, direclelyk en zonder tuiïchenkomft van eenige delegatie, tegen den voornoemden de Witte te procedeeren , Wy vervolgens, als zynde het Hof van Holland en Zeeland, Ons volkomen bevoegd mogten en moeften achten, om , zonder eene afzonderlyke en expreïïe delegatie, in deezen, gelyk in alle andere zaaken, uit naam en van wege de Hooge Overigheid van Holland, Zeeland en Vriesland recht te doen ; en zulks te meer, daar U Ed. Mog. zelve Ons, ten zelfden einde, mede aanfchryvinge gedaan hadden. Wy vertrouwen hier mede aan U Ed. Mog. requifitie te hebben voldaan, en zullen God Almagtig bidden, dat Hy U Ed. Mog. in een lange en voorfpoedige Regeering bewaare. Gefchreeven in den Hage den 15 Mey 1733. (Onder ftond) U Edele Mogende gantfeh Dienftwillige, De Pra?fident en Raaden over Holland, Zeeland en Vriesland. (Lager Jlond) Ter Ordonnantie van Dezelve. (Geteekend) ADRIAAN BODT. A 3 n.  6 NALEZING van STUKKEN I I. MISSIVE van zyn D. H. Willem V. aan de Ed. Mog. Heeren Staaten van ZEELAND. Den 2 Juny 1783. Edele Mogende Heeren byzondere goede Vrienden ! Jacob Eduart de Wkte , Vaandrig Supernumerair in het Regiment van den Luitenant Generaal Grave van Yzemburg, nu den Collonel Pain, in dienft. van den Staat der Vereenigde Nederlanden, en thans gevangen op de Voorpoort van den Hove Provinciaal alhier, heeft zich by Requefte aan Ons geaddrefleerd, en, na eene breedvoerige voordracht van het gunt hy gemeend heeft tot verfchooning van zyne misdaad in cas van ontrouw en Verradery, teegens den Lande, verzogt Onze brieven van Abolitie in optima forma. Dan, Wy hebben gemeend, uit hoofde der diverfe deliberatien, difpofitien en Refolutien , welke met betrekking tot den voornoemden Perfoon en zyne misdaad, zoo by Uwe Ed, Mog., als by de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland, zyn gevallen , en genoomen, en ook fpeciaal uit aanmerking van verfcheide byzonderheeden en omftandigheeden , in deeze zoo finguliere en remarquable zaak occurreerende, Ons zeiven te moogen en tot Onze eigen volkoomen genoegdoening te moeten excufeeren van de beoordeeling der gronden van de voorfchreeve fupplicade, en van de  tot de MILIT. JURISDICTIE. 7 de dadelyke exercitie van een Recht, waarvan Wy in andere gevallen, na ingenoomen advis van voorfchreeven Hoove, ingevolge de aan Ons gedefereerde Macht, niet zouden hebben gedifficulteerd de Adminiftratie op Ons teneemen, en zoodanig te disponeeren , als Wy zouden oordeelen met het gevvigt en aanbelang der zaak en de Reegelen van voorzigtigheid, overeenkomftig te wezen. Wy hebben dan om de evengemelde reedenen geoordeelt Copie Authenticq van de voorfchreeve Requefte van den voorgemelde J. C. de Witte, by deeze aan Uwe Ed. Mog. te moeten doen toekomen, en teffens Uwe Ed. Mog. te verzoeken , uit hoofde van de voorfchreeve omftandigheeden en van de buiten gewoone byzonderheeden van de zaak zelve, daar omtrent in dit geval zoodanig te willen disponeeren en refolveeren, als Uwe Ed. Mog. naar derzelver hooge Wysheid en naar de importantie der zaak, ten dicnften van den Lande zullen oordeelen te behooren. En nademaal welgemelde Heeren Staaten van Holland en Westvriesland , met veel ernst den Suppliant in deezen hebben gereclameerd, als een Perfoon die door den meergemelden Hove, als Hoogstderzelver Gerechts-Hof, moest worden te recht geftelt, en zyne zaak gemaakt tot een object van derzelver zeer ferieufe dehberatien, met expreffe aanfchryving aan het voorfchreeve Hof, om, wanneer dezelve zou werden in ftaat gebracht om te procedeeren tot het voteeren en fententieeren, alvorens daar van aan Hun Ed. Gr. Mog. kennilfe te geeven, ten einde als dan zoodanig nader te kunnen A 4 dis-.  8 NALEZING van STUKKEN disponeeren,als dezelve zouden vermeenen te behooren , hebben Wy Ons niet kunnen dispenfeeren des Suppliants Origineele Requeste (a) , aan Welgemelde Heeren Staaten toe te zenden, aan Hun Ed. Gr. Mog. verzoekende, om in deeze zaak zoodanige dispofitie te neemen en te befluiten, als naar hunne hooge Wysheid zullen bevinden dienftig en oirbaarst te weezen. Wy vleijen Ons, dat Uwe Ed. Mog. zullen billyken de reedenen die Ons gepermoveerd hebben om Ons te excufeeren van te disponeeren over des Suppliants Requefte en verzogte gratie. Waar meede Edele Mogende Heeren Byzondere Goede Vrienden. Wy Uwe Ed. Mog. beveelen in Gods heilige protectie. In 'sGravenhage den 2 Juny 1783. Uwer Ed. Mog. Dienftwillige Dienaar (geparapheert) W. Pr. d'Orange. Ter Ordonnantie van Zyne Hoogheid. (geteekent) F. J. de Larrey. III. (V) Het nevensgevoegd Requesr van de Witte aan Z. D. H. is van den zei ven inhoud als geinfereerd is in het Mag. van flukken &c. VÏII. D. bl. 475. Zie uok ik 472-474.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 9 I I I. PROPOSITIE der Heeren van Middelburg. Edele Mogende Heeren! De Gedeputeerden van Middelburg zyn door Prop. de Heeren hunne Committenten fpeciaa! gelast M^delom aan U Ed. Mog. te moeten voordraagen ; j^f dat de Heeren van de Weth hunner Stad , over taliteiien eenigen tyd kennis hebbende bekomen van de van ,Miliverregaande brutaliteiten en infolentien in de tairen in maand Mey deezes Jaars door een meenigte van ^^eve" foldaaten , te Colynsplaate in den Eilande van a" ' Noord-Bcveland gedetacheert leggende, aan en binnen eenige Ingezeetenen aldaar gepleegd,geen zwa- Mldd* righeid hebben gemaakt, om ten verzoeke van de Heer Hoogbailliuw Bewestenfchelde te verleenen apprehenfie op twee van voornoemde Soldaaten, die tot het pleegen der gezegde moedwilligheeden, de meefte aanleiding fcheenen gegeeven te hebben ; en dezelve apprehenfie, door het bereids gedaan apprehendeeren van den Militairen Rechter, niet zynde kunnen ter executie gebracht worden , daar op, na voorafgegaane weigering tot overgifte van wegens den Officier aldaar guarnifoen houdende , hunne brieven van voorfchryving tot derzelver reclame van den Krygsraad tot Goes (waar onder zy forteerden; hadden verleent. Dan welke aanfehryving van geen ander gevolg is geweest, als dat gemelde Krygsraad by eene Miffive van den 5 der voorleede Maand A 5 niet  io NALEZING van STUKKEN niet alleen derzelver overgaaf ten fterkften refufeerde, maar zelfs, zig tot de Judicatuure van gezegde delinquanten alleen bevoegd rekende. Deeze fuftenue , Ed. Mog. Heeren welk zoo fterk attenteerde aan onze bekende Privilegiën, en het wettig recht tot de Judicatuure, waar toe de Heeren van de Weth als 's Gravenmannen van Zeeland, Beweftenfchelde zig indisputabel alleen bevoegd rekenden , ter kenniffe van H. E. A. zynde gekomen , bracht dezelve in de onvermydelyke noodzakelykheid, om in deezen voor het behoud van de aan hun toevertrouwde voorrechten met alle mogelyken ernst te vigileeren. Ten welken einde H, E. A. by derzelver Miffive van den 7 Juny laaftl., aan de Ed. Mog. Heeren Gecommitteerde Raaden , alvorens van den toedracht der zake kennis hebbende gegeeven, inftantelyk verzochten, den Militairen Krygsraad tot Viisfingen (werwaarts voornoemde Delinquanten waaren getransporteerd) te willen aanfchry ven, en des noods gelasten, van met de Proceduures tegen dezelve niet voort te gaan, maar die te furcheeren tot tyd en wyle deswegens nadere ordrcs zoude bekomen hebben; terwyl ten zeiven tyd meede werd gerefolveerd een gelyke Miffive aan Z. D. H. te doen afgaan , met verzoek, gedagten Krygsraad tot de Extraditie van gemelde perfoonen te authorifeeren. Daar, Ed. Mog. Heeren! Heeren Gecommitteerde Raaden, al ras geconvincecrd van de billykheid van gemelde verzoek, ook geen zwarigheid maakten, om het zelve te accordee- ren,  tot de MILIT. JURISDICTIE. n ren, (waar van wyop den 14 daar aan, met Copie van de, aan den Krygsraad toegezondene, Miffive kennis kregen) hadden H. E. A. ook wel gewenscht, zig door een favorable refcriptie op laastgemelde Miffive, by hunne wettige voorrechten gemaintineerd te zien. Dan hier in vonden zy zig al ras te leur gefield : En daar het favorifeeren van een fuftenue , welke men thans meer dan ooit, in weerwil van alle pogingen, die daar tegen worden aangewend ,-fchynt te willen doordringen, ook natunrlyker wyze meer aanleiding moet geven, tot de inconvenienten, die daar uit geboren worden, wierden H. E. A. wederom al kort daar op, de nadeelige gevolgen daar van ontwaar. Het volgende geval, in veelen opzigte gelykvormig aan 't voorgaande zal aan U Ed. Mog. zulx ten vollen doen confteeren, en een nieuwe blyk uitlecveren van 't gevaar, waar aan de rust en veiligheid der Ingezeetenen deezer Provincie en byzonder onzer Stad door de buitenfpoorigheeden en brutaliteiten der Militairen binnen dezelve guarnifoen houdende zyn bloot gefteld geweest, en te gelyk van de verregaande onderncemingen van den Militairen Rechter, die zig by geen gelegenheid fchynt te ontzien op de onbetwistbaare voorrechten der Provinciën en Steeden te empieteeren, en zig in praejudicie derzeive over alles een onbepaald gezag aan te matigen. Hier toe kreegen dezelve op nieuws gelegen, heid , door de ongehoorde handelingen, en het openbaar geweld op den 10. der vorige maand binnen deeze Stad gepleegd, door een groo; aan-  12 NALEZING van STUKKEN aantal Militairen alhier guarnifoen houdende, die zig niet hebben ontzien verfcheide zeevaarende perfoonen gewapender hand aan te vallen , en veelen van dezelve, met hunne uitge. trokke zydgeweeren op eene allerdeerlykfte wyze te mishandelen, waar door aan zommige zulke gevaarlyke wonden werden toegebracht, dat men met rede aan derzelver opkomst fcheen te wanhoopen: en welk openbaar geweld miflchien nog akeliger gevolgen zoude hebben na zig gefleept, had niet het geüUC rr Van een aannaderend detachement uit de Hoofdwacht dien woedenden hoop doen befluiten, zig op de vlugt en elk na zyn quartier te begeeven. Deeze handelingen, Ed. Mog. Heeren gaven door derzelver gevolgen, wederom aanleiding tot het beklag 't geen de Heeren van de Weth andermaal vermeenden te hebben over de atteince, die op nieuws aan hun bekend recht tot ae Judicatuure van alle perfoonen, en fpeciaal van voornoemde Delinquanten werd toegebragt; nadien zommige van dezelve bereids door den Militairen Rechter in apprahenfie genoomen, en van den Krygsraad alhier gereclameerd zynde, het zelve wederom niets anders ten gevolge had, als dat gemelde Krygsraad by derzelver Miffive van den 23 derzelvc maand, de overgifte van voornoemde perfoonen ftandvaftelyk refufeerde, op voor geeven van een pretenfe onbevoegdheid, om aan dezelve reclame te defer eer en,zonder alvoorens behoorlyk gequilificcerd en gelast te zyn, door de zulke van men aan hun de Jurisdictie over de Militaire perfoonen binnen hun garnifoen was gedemandeerd. De-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 13 Deze fuftenue- Ed. Mog. Heeren even als de vorige, zoo verregaande zynde, dat, moest dezelve worden geadmitteerd , de rust en veiligheid der Ingezetenen , de Privilegiën en geregtigheeden dezer Provincie, en byzonder dezer Stad, aan het grootile gevaar zouden zyn blootgefteld, ter kennis van H. E. A. zynde gekomen, was 'er voor dezelve wederom geen anderen weg in te flaan, om voor het maintien van hunne voorrechten te waaken, dan even als in 't voorgaande geval, aan Gecommitteerde Raaden, by eene Miffive het doen furcheeren van de proceduures tegen gedagte Delinquanten te verfoeken; terwyl Z. D. H. ook wederom op nieuw tot authorifeeren van gemelde Krygsraad, ter extraditie van dezelve , by Miffive van wegens H. E. A. inftantelyk werd verzogt.. Dan hoe zeer Gecommitteerde Raaden wederom ten fpoedigften aan 't voorfz. verzoek defereerden, hebben H. E. A. tot nog toe het genoegen niet gehad van de voornoemde Miffives van Z. D. H. met een favorabele, refcriptie gehonoreert te zien. En of fchoon H. E. A. wel vertrouwen , dat de gedagte Krygsraaden zoo te Vlisflngen, als binnen deeze Stad niet zullen nagelaatcn hebben , aan de aanfehryving van Gecommitteerde Raaden,als by abfentie van UEd. Mog. hunnen wettigen SouvrainJ, te obedieeren, zoo houden H. E. A. zig niet te min vaftelyk vcrzeekerd, dat zoo lang dezelve van gemelde Z. H. geen expreffeauthorifaüe zullen hebben ontfangen ,zy ook zoo lang, de extraditie van de  i4 NALEZING van STUKKEN de by hun in apprehenfie zynde perfoonen, zullen blyven difficulteeren. Deeze zwarigheid uit den weg te ruimen , en zig zelfs deswegens recht te verfchaffen, is buiten het vermogen van H. E. A. De middelen die tot hier toe, ter confervatie van de, aan hun toevertrouwde voorrechten zyn geëmployeert, hebben H. E. A. Eed en plichtshalve vermeend niet temogen nalaatcn, en houden zig thans daar mede voor gedefungeert. H. E. A. achten het gansch onnoodig aan U Ed. Mog. in 't breede te detailleeren het recht het geen de Heeren van de Weth hunner Stad, tot de Judicatuure van de meergemelde perfoonen zig vermeenen te competeeren; zy zouden aan 't verlicht oordeel van U Ed. Mog. te kort doen, by aldien zy zulks, zoo, uit den aart der gepleegde misdaaden, (die men immers met geen mogelykheid anders, dan als pure communia kan coniïdereeren) als, uic de binnen deeze Provincie exfleerende grondwetten trachten te deduceeren. Zy verlaaten zig verder op de difpofitie van U Ed. Mog, en achten het genoeg hunne wettige bezwaaren thans aan Ü Ed. Mog. voor oogen gehouden te hebben, en de ongehoorde atteintes en verregaande infrafticn op hunne wel verkreege en nimmer geïnterrumpeerde voorrechten, in de voornoemde gevallen door den Militairen Rechter te werk gefield, thans gebracht te hebben ter kenniffe van die geene, die alleen in Haat zyn hun daar tegen te maintineeren. Een  tot de MILIT. JURISDICTIE. 15 Een Favorabel antwoord van Z. D. H., op H. E. A. voornoemde Miffives, zoude dezelve buiten de noodzakelykheid gebracht hebben U Ed. Mog. met dit adres lastig te vallen. Dan, daar H. E; A. zig met zulk eene refcriptie, om gegronde redenen niet durven flatteeren, en daar by in aanmerking nemende, dat, door de verandering van guarniibenen , wel ligt het geheele different kunnende worden geamoveert, des niet te min de Heeren van de Weth, in hun onbetwistbaar recht, tot de Judicatuure van voornoemde Delinquanten, (met hunne guarnifoenen mede trekkende) zouden verkort zyn, zoo verfeeren H. E. A. in de rechtmatige verwagting, dat U Ed. Mog. ten fpoedigften hunne wettige bezwaaren zullen te hulpe komen, en, het zy door eene nadera aanfchryving aan Z. H., of op eenige andere wyze, die middelen in 't werk ftellen, die U Ed. Mog. tot maintien van hunne wel verkreege voorrechten meest efficacieus zullen oordeelen. Uit naam der Heeren Gedeputeerdens van Middelburg. (Geteekenf) J. H. Schorer IV.  IC NALEZING van STUKKEN I V. PROPOSITIE der Heeren van Zierik-Zee. Relatif State Not. 21 July 1783. Prop. De Heeren Gedeputeerde van Zierik-Zee hebZierik-Zee ben op de Propofitie der Heeren van Middelbuuaiuei- burg ëeze§d ' dat dic voorval wederom een ten van Mi- nieuw bewys opleevert van de hooge noodzaljtairenbini kelykheid, dat het poincl; der Militaire Jurisnen hunne dictie eens eindelyk op eenen vallen voet en Stad. overeenkomftig de waare belangens der Ingezeetenen werde getermineert. Dat de Leeden hier van nog des te meer zouden zyn geconvinceert wanneer dezelve behoorlyke Ouverture bekomen hadden, van de zoo eclatante ontmoetinge binnen de Stad Zierik-Zee, tufTchen de bediende der Civile Juftitie en de Militairen voorgevallen , welk poincl: van zoo veel aanbelang en veruitziende gevolgen de Heeren van Zierik-Zee met veel verwondering hebben gezien, dat by het 15. poincl: der befchryvinge flegts als in het voorbygaan was gebragt, en zig daarom oordeelen verpligt te zyn, hier van aan hunne Medeleeden, breedvoeriger openinge te moeten geeven. Dat Hy Gedeputeerde mitsdien fpeciaal gelast was ter overweginge van de Leeden te brengen de Miffive door de Heeren zyne principaalen op den 13. Juny laastleeden over dit poincl; aan de Heeren Gecommitteerde Raaden afgezonden, en van de daar op ingekomene re-  tot de MILIT. JURISDICTIE. t? refcriptie van Iaastgemelde Heeren van den 16 daar aan volgende, van welke beide ftukken vervolgens fe&üüre heeft gedaan. Dan nademaal de Heeren Gecommitteerde Raaden deeze zaak aanftonds ter kennis van Z. D. H. den Heer Capitein Generaal deezer Provincie hadden gebragt, met ernftig verzoek, dat de reeds gearrefteerde en van dieverye fuipefte perfoonen en alle andere Militairen by het voornoemde geval geconcerneert, tot fatisfactie van de gefchonde eer der Juftitie, aan den Bailliuw van Zierik-Zee worden overgegeeven , om ter aanklagte van de gemelde Bailliuw voor de Heeren Burgemeefteren en Scheepenen der gemelde Stad te regt geftelt te worden, en er nu reeds zulk een aanmerkelyken tyd zedert het afzenden der gemelde Miffive van de Heeren Gecommitteerde Raaden aan Z. D. H. is verloopen, zonder dat H. E. A. vernomen hebben, dat tot het een en ander eenige de minste aanftalte word gemaakt, Hy Gedeputeerde in naam van de Heeren zyne Principaalen met alle nadruk moest infteeren, dat H. E. M. zig deeze zaak gelievden aan te trekken , en daar toe aan Z. D. H. zoodanige nadere aanfehry vinge te doen, waar door aan de zoo billyke requifitie byde Miffive van de Heeren Gecommitteerde Raaden vervat tot confervatie van de voorrechten van de Rechtbank der Stad Zierik-Zee en tot handhaving van de achtbaarheid der Juftitie, ten fpoedigften werde voldaan, bereid zynde om omtrend het voorgevallene by de propofitie der Heeren van Middelburg vermeld eeven gelyke aanfehryvinge Nal. I. Deel I. Stuk. B van  i8 NALEZING van STUKKEN van wegens deeze Vergadering aan Z. D. H. te helpen arrefteeren. Dat eindelyk hy Gedeputeerde H. E. M. konde verzekeren, dat de Heeren zyne Principaalen niets vuuriger verlangen dan dat alle verdere discuffien van dien aart door het bepaalen der bornes, binnen welke de Militaire Rechter zal verpligt zyn zig te houden, voortaan werde geprsevenieert, en ten dien einde volkomen genegen te zyn , om met de overige Leeden, in overleg te treeden , tot het bepaalen, van een vasten tyd binnen welke de Befognes hier over gedecerneert zullen moeten gehouden en daar van aan H. E. M. rapport uitgebragt worden. V. MISSIVE aan de Heeren Gecommitteerde Raaden van Zeeland. Edele Mogende Heeren! De Heeren Burgemeester en Schepenen dezer Stad hebben ons gecommuniceerd, dat de Heer Bailliuw ter kennifïe van dezelve hadde gebragt, dat in apprehenfie genomen hebbende zeker perfoon Abraham Marinuffe genaamd, wegens gepleegde bleyk dieverye op Schuddebeurs onder Noord-Gouwe en door denzelven geinformeerd zynde, dat nog twee Soldaaten van 't Regiment van den Collonel Pain zig aan het voorfz. fait mede hadden fchuldig gemaakt, zyn  tot de MUIT. JURISDICTIE. tg Eyn Ed. op gepaffeerde maandag middag van den 9. dezer tuffchen 1 en 2 uuren den voornoemde Abraham Marinuffe geadfifteert met den Onderfchout en 's Heeren Dienaars hadde gezonden na het huys , alwaar één dier Soldaten inwoonde en de ander ook wel gewoon was te komen, ten einde dezelve den Önderfchout te kunnen aanwyzen, aan wien de Heer Bailliuw hadde gelast aan de voornoemde twee Soldaaten aldaar aantreffende te zeggen, dat eens by zyn Ed. moesten komen, bedoelende daar mede uit dezelve te verftaan in hoe verre aan het voorgeven van gedagten Abraham Marinuffe, al of niet geloof verdiende gegeven te worden, en zoo wanneer by onderlinge confrontatie de waarheid van zyn gezegde beveftigt wierd , zip teffens van hunne Perfoonen in zoo een geval te kunnen verzekeren, met verderen last aan voornoemde Önderfchout, om wanneer gemelde twee Soldaaten weygerig mogten zyn, daar aan te voldoen, dezelve als dan met de fterke hand by zyn Ed. te brengen. Dat voornoemde Önderfchout en 's Heeren Dienaars aldaar aangetroffen hebbende, een der gemelde twee Soldaaten die hun door voornoemde Abraham Marinuffe was aangewezen, aan denzelven hunne Commisfie hadden volbragt, dog dat hy hadde gerefufeert daar aan te voldoen, en met de verdere aldaar zynde Militairen in veel fchimp en fmaat tegen de bediendens der Juftitie was uitgevaaren, voorwendende tot het nakomen van dergelyke be•veelen van den Heer Bailliuw geheel ongehouden te zyn. Dat gemelde Önderfchout hier door genoodB 2 zaakt  20 NALEZING van STUKKEN zaakt zynde te volgen het ander gedeelte van zyn last, reeds dadelyk bezig was om 't zelve ten uitvoer te brengen, en ten dien einde den voornoemden Soldaat by den arm hadde gevat, dan dat niet alleen de andere aldaar tegenwoordig zynde Militairen zulks tragten te beletten, maar ook de verdere buitenftaande Militairen door een Corporaal in voorfz. huys geroepen zynde, alle dezelve met veel fcheltwoorden en dadelykheden hadden betoond voornemens te zyn, om zig tegens de wegvoering van gemelde Soldaat met kragt te verzetten, en dat onder hun menigvuldig geraas en getier een der 's Heeren Dienaars die den gedagten Soldaat in verzekerheid genomen had, inzonderheid de uitwerkfels hunner verregaande infolentien heeft moeten ondervinden , in zoo verre, dat niet alleen werd op den grond gefmeten, maer dat ook gemelde Corporaal zyn zydgeweer trekkende de overigeaanhitfte met te zeggen allon! al wat Militair is trek dan uw zydgeweer (gelyk zy ook deeden) en Jla den donder dood, dog dat gemelde 's Heeren Dienaar losgeraakt zynde zy op den anderen waren aangevallen, waar door denzelven onder het worllelen in het aangezigt was gekwetst geworden. Dat daarop, terwyl de Ondetfchout, geen kans ziende, om door de menigte Militairen heen te dringen, den gevangenen in een kamertje bezet hield, intuffchen aldaar mede in huys was gekomen de Adjudant Schmit, die van den Önderfchout hadde geeischt, dat hy dien Militair aan hem zoude overgeven, en waar van geenzinds konde worden eedetourneerd , niet tegenftaande de Önderfchout daar van alvorens aan den Heer Regee- ren-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 21 renden Burgemeester wilde kennis geven, maar by aanhoudenheid de overgave bleefï vorderen, zeggende, dat het zyn Soldaat was, dat denzelven onder den Krygsraad hoorde, dat hy hem hebben moest en dat het voor zyn rekening was, het geen er van kwam, ordonneerende te gelyk dat gemelde Soldaat, die door den Schout in den hoek van het kamertje gehouden werd, voor moeste komen, om bera weg te brengen , waar op gemelde Önderfchout geen kans ziende om zig met geweld te verzetten tegen dezen ongepasten eisch van gemelde Adjudant, die zeer zeker door alle de verdere Militairen ftond te worden onderfteund, eindelyk genoodfaakt was, den Soldaat, door hem reeds geapprashendeert te laten pafteeren en den Adjudant er mede te laten geworden; gelyk 't zelve in alle zyne omftandigheden ons volkomen is gebleken,uit het fchriftelyk rapport en relaas by den Önderfchout en 's Heeren Dienaars daar van geformeerd en aan ons overgelegt. De Heeren Burgemeester en Schepenen deeze verregaande infultes en brutale bejegeningen door de gemeene Soldaaten de bedienden der Juftitie aangedaan met alle billyke verontwaardiging verftaande, konden nauwlyks gelooven, dat de Adjudant Schmit deze ongelegendheden waarin dezelve zig des tyds bevonden , hadden willen waarnemen, om zig meester te maken van een perfoon, die door de bediendens der Juftitie reeds in bewaring genomen was, en lieten daarom den Heer Collonel Pain door den Secretaris van hun Collegie verzoeken en afvorderen , om den voornoemden Soldaat die na de Hoofdwagt in arrest was geB 3 brag£*  22 NALEZING van STUKKEN bragt, wederom in handen van de Juftitie te ftellen ; dan werden tot hunne merkelyke verwondering geinformeerd,dat voornoemde Collonel Pain , of fchoon voorwendende de heilzaamlte oogmerken tot beveiliging van de bediendens der Juftitie en tegens alle verderen overlast der Militairen in het afzenden van den Adjudant Schmit te hebben bedoelt, tot de gevorderde extraditie geenfints genegen was, maar zig wederom daar van hadde geëxcufeert, als zeggende daar toe zonder nader orders, welke hy voornemens was af te vragen, geheel buiten ftaat te zyn; daar by voegende,dat de animofiteit der Militairen tegens de bedienden der Juftitie tot die hoogte was geklommen; dat dezelve niet dan met veel moeite en beleit van verdere buitenfporigheden konden wederhouden worden; en naderhand heeft men nog daar by verftaan, dat de ander Soldaat, die met voorfz. diefftal mede werd betigt, gelyk ook de Corporaal die de Militairen tegens de bedienden der Juftitie hadde opgezet en aangevoerd, insgelyks in arrest waren gezet, waar door de Heer Bailliuw buiten de mogelykheid werd gefield, om na dezelve verder onderzoek tot apprashenfie te doen. De Heeren van de Weth dezer Stad hebben dus in dezen wederom niet alleen moeten ondervinden, dat op de uitoefening van derzelver wettig rechtsbedwang over alle perfoonen op hunne Jurisdictie zig bevindende, door de Militairen continueele inbreuken werden gedaan, maar zelfs thans moeten ontwaar worden dat die van 't Guarnifoen geheel den fpot dryvende met den eerbied, welke men aan de Juftitie ver-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 23 verfchuldigt is, zig nu niet meer ontzien , oin aan derzelver bediendens in hunne functie bezig zynde alle faitelyke refiftentie te bieden , en de by hun reeds geapprehcrfdeerdens met geweid uit hunne handen te ontrukken; terwyl deze verregaande ongeregeldheden der gemeenen door het daar by gehouden gedrag hunner Superieuren ook zelvs fchynd aangemoedigt en onderfteunt te worden. De pernitieufe gevolgen , welke dergelyke demarches noodwendig moeten na zig fleepen en de noodzakelykheid om dezelve in tyds te voorkomen , zyn zoo tastbaar, dat alhier niet verder in 't breede behoeven te worden gedetailleerd, nadien in een land, alwaar het gezag der Juftitie verzwakt en in haren vryen loop word geftremd , de losbandigheid alras de plaats der goede orde inneemd, de burgerlyke Vryheid en veiligheid allengskens meer en meer word onderdrukt, en eindelyk het allerakeligst uitwerkfel gezien word van alle die onheylen, welke uit een Regeeringloosheid voor allerley Maatfchappyen immer zyn ontftaan. Dan , daar wy, hoe zeer dit alles ten hoogften apprehendeerende, niet in ftaat zyn het wettig gezag en de achtbaarheid der Juftitie tegens dergelyke geweldadige ondernemingen te maintineeren, hebben wy dienstig geoordeelt, gemerkt de Heeren Staaten dezer Provincie thans niet by den anderen vergadert zyn, dit zoo eclatant voorval onder het oog van U Ed. Mog. te brengen, met verzoek om daar van zoo fpoedig mogelyk aan Z. D. H. als Capitein Generaal dezer Provintie te willen kennis ceven en te infteeren dat Hoogst de zeiven zoB 4 da"  24 NALEZING van STUKKEN danige orders aan die van het Guarnifoen binnen deze Stad gelieve te ëxpedieeren, dat de in defen gefchondene ëer der Juftitie door het bekomen van eene genoegzame fatisfactie na behooren werde gerepareert, ten dien effecte dat de bewufte Corporaal door wien de overige Militairen tegen de bedienden der Juftitie zyn opgehitst en aangevoerd, mitsgaders de twee reeds in arrest zittende Soldaten, die als mede pligtigen aan bovengemelde diefftal worden geaccufeerd, aan den Heer Bailliuw dezer Stad werden geëxtradeert, en wyders zodanige efficatieufe voorzieninge werde gedaan, dat de bediendens der Juftitie tegens alle moedwil zyn gedekt, en met alle gerustheid en veiligheid hunne functien tegens allen ftand vanmenfchen zig op het grondgebied dezer hooge Jurisdictie bevindende na behooren uitoefenen kunnen. Zonder aan eenige verdere dadelykhedcn en infultes geëxponeerd te zyn , welke uit hoofde van het hier voren gedeclareerde van den Collonel Pain anderzints onvermydelyk zouden te duyden zyn. Wy hadden wel gewenscht — Edele Mogende Heeren! dat de laatst gehoudene Vergadering der Heeren Staaten dezer Provincie niet van den anderen gefcheiden waare, zonder dat op het poincl; der Militaire Jurisdictie een finaal befluit was genomen geworden. De noodzakelykheid dat zulks niet langer werde uitgefteld, manifefteerd zig dagelyks meer en meer, en zoo lang den Militairen by eene nadere Staats refolutie niet voorgefchreven zyn de paaien , binnen dewelke zy zig zullen hebben te houden is 't te dugten , dat de Juftitie allengskens meer ge-  tot de MILIT. JURISDICTIE. aj gevilipendeert en de burgerlyke rechtbanken geduurig aan nieuwe indragten op hun rechtsgebied en aan allerley moedwil zullen worden bloot geftelt. En het is uit overweging van alle de nadeelige gevolgen welke uit een langer retardement in de afdoeninge dezer zaak voor het algemeen belang en de veylige inwooninge der Ingezeetenen noodwendig zullen moeten ontftaan , dat wy de gelegendheid, waar in wy ons in de onaangename noodzakelykheid wederom gebragt zien, om dezen te moeten afzenden over een poincl; waar omtrend wy ons zoo menigmaal hebben beklaagd,niet hebben willen laten voorbygaan , zonder aan Uw Ed. Mog. deswegens onze gegronde bekommeringen te kennen te geven ; en om tot wegruiminge daar van zoo veel in ons vermogen is toetebrengen, teffens gantsch ernstig te verzoeken , dat by het arrefteeren der poinclen, waar op de respe&ive Staatsleden tegen de eerstvolgende Vergaderinge ftaan befchreven te worden, dit ftuk op nieuw mag worden levendig gemaakt en onder den aandagt gebragt, en dezelve Leden daar by tot eene finale afdoeninge in de eerstvolgende byecnkomst mogen werden geëxhorteert: terwyl wy geenzints twyfelen of de als dan te benoemen Heeren CommiirariiTen ziende de algemeene geneigdheid en yver der Staatsleden zullen méde niet langer willen uitftellen om de befoignes daar over gedecerneerd ten fpoedigften voorttezetten en de Heeren Staaten te dienen van hunne confideratien en advys, wat omtrend deze gewigtige zaak overeenkomstig het algeB 5 meen  26 NALEZING van STUKKEN meen belang der Ingezeetenen behoorde te worden gerefolveert. Waar mede wy Uw Ed. Mog. in de befcherminge des Aller hoogften aanbevelen en blyven. Edele Mogende Heeren Uw Ed, Mog. goede Vrienden Burgemeesteren Schepenen en Raaden der Stad Zierik-Zee. Zierik-Zee den 13 Juny 1783. Ter Ordonnantie van dezelve (JFas geteekent) C. Evertfeo. V I. MISSIVE van Gecommitteerde Raaden van Zeeland aan Burgemeesteren Schepenen en Raaden van Zierik-Zee. Edele, Erntfeste, Wyze, Discrete, zeer Voorzienige Heeren. Zoo dra wy uit Uw Ed. Miffive van den 13. dezer geïnformeerd waren geworden van het geval binnen Uw Ed. Stad gebeurd, tuffchen eenige Militairen en de bedienden van de civile Juftitie, in hunne funftie zynde, hebben wy met  tot de MILIT. JURISDICTIE. 27 met Uw Ed. moeten inftemmen , dat diergelyke gewelddadige ondernemingen van de a!lergevaarlykfte gevolgen zyn, niet alleen voor de agtbaarheid der Juftitie, maar ook voor de veiligheid van de perfoonen en bezittingen der goede Ingezeetenen, die grootendeels van een prompte en onbelemmerde Juftitie afhangt, en daarom hebben wy die zaak aanftonds, volgens Uw Ed. verzoek, ter kennis van zyn Doorl. Hoogheid den Heer Capitein Generaal dezer Provincie gebragt, met ernstig verzoek, dat de reeds gearrefteerde en van dievery fufpeéte perfoonen, en alle andere Militairen by het voornoemde geval geconcerneerd, tot fatisfactie van de gefchonden eer der Juftitie aan den Bailliuw van Uw Ed. Stad worden overgegeven, om ter aanklagte van den gemelden Bailliuw voor de Heeren Burgemeester en Schepenen der Stad te regt geftelt te worden. Dit recente geval en veel andere, zoo te Zierik-Zee als in andere Steeden dezer Provincie gebeurd, beveiligen ons dagelyks in het fentiment, dat het ten hoogften wenfche]yk ware, indien Hun Edele Mogende de Heeren Staaten konden goedvinden finaal te refolveeren, ter affnyding van de quaeftien aangaande de Jurisdictie over Militaire perfoonen; en wy zullen niet nalaten, by de eerstkomende befchryvinge van Hun Edele Mogende Vergaderinge, dit poincl;, op Uw Ed. verzoek levendig maken. Waar mede Edele Erntfefte Wyze Discrcete zeer voorzienige Heeren! zullen wy Uw Ed. in de protectie Godes beveelen, in 't Hof van  28 NALEZING van STUKKEN 1 van Zeeland te Middelburg den 16 Juny 1783. Ter Ordonnantie van de Gecommitteerde Raaden van Zeeland. (Geteekent) L. P. van de Spiegel. V I ï. EXTRACT uit de Notulen van Extraordinaire Wet en Raad. Relatif tot de Staaten Not. van 31 July 1783. Woensdag 30 July 1783. Prop. Nog is gehoord het Rapport van den SecreVeereno- taris in naam der Heeren Leeden van Burgerpens vei- meeS(;ers Kamer geëxaniineert hebbende eenige buizen en poinften waar over H. E. A. by refolutie van outrages 26 deezer beflooten hebben zig ter huidige derMilitie. Staats Vergadering te befwaaren. Is na deliberatie goedgevonden en verftaan de Heeren ter dagvaart gecommitteerd te inftrueeren en gelasten , aldaar van wegens deze Stad te doen de volgende Propofitie. Edele Mogende Heeren ! „ De Gedeputeerden van Veere, hebben de „ eer uit naam en last van de Heeren derzel„ ver Committenten, U Ed. Mog. by gelegen„ heid dat Hoogstderzelver deliberatien daar hee-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 29 heenen ftrekken , om het gewigtig poinct der „ Militaire Jurisdictie eens voor al te bepaa„ len, voor te dragen, hoe H. E. A. vermee- nen, dat ter zeiver tyd wel in aandagt mag „ genomen worden, de verregaande auftori„ teit die de refpeólive Commandanten derMili„ tie binnen een Hemmende Stad deezer Provin„ cie zich aanmatigen, waar van tot voorbeeld „ diend, dat, wanneer laatst het Regiment „ van Houfton dat van Byland kwam aflosfen, „ alvorens dat Corps gedebarqueert, veel min „ in Eed van Lande of der Stad Veere was ge„ nomen, reeds zonder kennis en toeftemming van Heeren Regeerende Burgemeesters een „ Detachement van dien, naar Oost-Cappelle „ en den Haak was vertrokken, om de pos„ teeringen door het Regiment van Byland daar gefteld te remplaceeren. ,, H. E. A. is al verder voorgekomen, hoe niet lang geleedcn, een gedetineerde Soldaat, „ van Goes afgevoerd, door deze Stad en Ju„ risdi&ie is heen geleid, zonder dat Heeren „ Regeerende Burgermeesters daar kennis van „ hebben gehad, veel min toeftemming toe is „ gevraagd. „ Laatstelyk, dat het diverze maaien ge„ beurd is, geduurende de Stad Middelburg „ guarnifoen in zig heeft gehad, dat Soldaaten „ van daar herwaarts zyn getransporteerd, en„ kei om afgeftraft te worden, al mede zon„ der kennis of adveu der Heeren van Veere. „ Welke onderfcheidene grieven H. E. A. „ vermeenen de attentie Uwer E. Mog. wel „ degelyk te verdienen, en verzoeken dat als „ nu moge gezorgd worden,zulke ongeregelt- » he-  30 NALEZING van STUKKEN „ heden ftrekkende tot minachting der Hooge en StedeJyke Regeeringen en overtreeding „ van derzelver gezag, voor het vervolg wer- „ de gepravenieerd, en de Militie belet, in alles niet willekeurig te handelen , en die ferieufelyk herinnerd worde , zy geenzints ,, zyn aangenomen om de geregtigheeden van den Lande, Steeden of Leeden van dien te verkorten , of met disrefpe£t te behandelen: „ Wy zyn verder gelast Ed. Mog. Heeren „ hier van infertie in de Notulen van ftaat te „ verzoeken. Zullende hiervan Extract aan voorzeide Hee- renGedeputeerden werden gedepecheert totHun Ed. informatie, en om daar van het uoodige employ te maken. Accordeert met voorfz. Notulen (Geteekend) J. ERMERINS. VUL MISSIVE van zyn D. H. Willem V. aan de Ed. Mog. Heeren Staaten van ZEELAND. Den 2 Auguftus 1783. Edele Mogende Heeren! byzondere goede Vrienden. Miffive Z. Wy hebben met leedweezen vernomen dat d. h. pro- eenige ongeregeltheeden door Militaire perfoonen ,  tot de MILIT. JURISDICTIE. 31 nen, in fommige guarnifoenen van Zeeland gepleegd , en welke naar Krygsgebmik en Krygsregt tot mainótien van de Militaire discipline , zouden gecorrigeerd zyn geworden, aanleiding gegeven hebben tot differenten over de Judicatuure, terwyl de Civile Rechters van de plaatzen, daar de voornoemde ongeregeltheeden zyn gecommitteerd, oordeelen dat de voornoemde Judicatuure aan hun competeerd, en ten dien einde, de gedetineerden, voor zoo verre zy door de refpective Krygsraaden zyn geapprashendeerd,uit handen van dezelve komen te reclameeren. Dat de Krygsraaden van hunne zyde, aan die gedaane verzoeken van overgifte, niet hebben kunnen defereeren, naardien zonder by deeze gelegentheid aan te haaien de verdere gronden, die ten betooge der gefundeerdheid van de Militaire Jurisdictie zoude kunnen worden geallegueerd , volgens Refolutien van U Ed. Mog. de delicten van Militairen (althans die in het guarnifoen gepleegd zyn) aan de Judicature van de Krygsraaden zyn overgelaaten , en er ook nog zeer recente gevallen zyn, dat in Zeeland niet alleen publyke ftraf over gemeene delicten van Militairen op kennis van de Krygsraaden is geoeffend maar dat zelfs informatien by den Civielen Rechter genomen, aan den Krygsraad zyn ter hand gefield. Terwyl zedert dien tyd nog door eene Refolutie van U Ed. Mog. nog op eenige andere wyze, aan de Krygsraaden in Zeeland een contrarie intentie van U Ed. Mog. is gemanifes. teerd, veel min dat aan dezelve, eenig rigtfnoer zoude zyn voorgefchreeven, naar 't welk U Ed. pon. de preventie hangende H. E. M. deliberatien over de Milit. Jurisdi&ie.  32 NALEZING van STUKKEN U Ed. Mog. begrypen, dat de Krygsraaden in Hoogstderzelver Provincie zig zouden behooren te reguleeren. Wy zyn zeer geëloigneerd van aan de Jurisdictie der refpective Steeden en Plaatfen van Zeeland eenige prajuditie te willen toebrengen, welke Wy in tegendeel, als Erfftadhouder van de Provincie, altoos by derzelver Wettige rechten en privilegiën , zoo veel in Ons vermogen is, zullen trachten te mainctineeren, en het is om daar van een Uyk te geeven, dat Wy, fchoon niet geconyinceerd zynde van de gefundeerdheid der reclame in de voornoemde gevallen, egter gelegentheid hebben gegeven, dat een zaak van dien aart, daar men zig beriep op regten en privilegiën, met bedaardheid konde worden onderzogt en gctermineerd, en dat daarom Wy hebben geacquiesfeert in de Surcheance der Procedures voor den Krygsraad in een der betwiste gevallen , en zelfs Surcheance in een ander geval hebben geordonneert, in die verwagting dat de voornoemde differenten, fpoedig zouden worden afgedaan. Dog zyn ondertuffchen deeze zaaken üeepende gebleven , zonder vooruitzigt, dat dezelve binnen weinig tyd zullen ten einde gebragt worden, waar dooide Juftitie (by welken Rechter zy ook behoord geëxerceerd te worden) haar refpect verliest, en verfcheide gedetineerden door een langduurige apprabenfie, tegen het regt en de principes van humaniteit hunne detentie tot een wezentlyke Jiraf word gemaakt. - Wy hebben boven dien geconfidereerd, dat in een tyd als deze, daar zoo veele gewigcige zaaken de deliberatien der hooge Regeering be- hoo-  tot dé MlLlT. JURISDICTIE. 33 hooren beezig te houden, differenten of Jurisdictie quaestien in byzondere gevallen, met wederzydfche toegevenheid behooren getra&eerd te worden, tot dat de gelegentheid zal geboren zyn , om eene generale Cynofure vast te Hellen, die alle diergelyke quseftien voor het vervolg kan affnyden. En hebben derhalven gemeend aan U Ed, Mog. te moeten proponeeren, als een middel om hangende de tegenwoordige deliberatien over het poinït der Militaire Jurisdictie, de zaak niet buiten haar geheel te brengen, dat U Ed. Mog. by die Steeden, welke de reclame van gedetineerde Militaire Perfoonen gedaan hebben, gelieven te effectueeren , dat dezelve Steeden daar van willen afgaan , en de Krygsraaden met de Judicatuure laaten geworden, terwyl Wy ook bereid zyn, om in gevalle daar Militaire Perfoonen by den Civilen Regter zyn geapprehendeert, en door den Krygsraad of een Commandeerenden Officier gereclameerd, het daar heenen te dirigeeren, dat van deze reclame worde afgezien, en de gedetineerde Militair aan den Civielen Rechter overgelaten, en dat dus de zaaken worden getermineert voor dien Rechter , welke in deze gevallen, door apprehenfie heeft geprcevenieerd, zonder dat uit deze fchikking eenige argumentatie voor of tegen het wederzyds gefuftineerde nu of ooit zal mogen getrokken worden, en dit alles onvermindert het regt van eige Juftitie aan de Zwitferfche Regimenten by derzelver Capitulatie gegeven , waar omtrent, als zynde een Traótaat tusfchen deze Republyk en de Zwitferfche Cantons gemaakt, Wy Ons niet kunnen of mogen inlaaten. Nal. I. Deel ï. Stuk C Ein-  34 NALEZING van STUKKEN Eindelyk zoo veel aangaat de principale quafestie, raakende de Jurisdictie over Militaire Perfoonen, zullen Wy gaarne zien dat omtrent die poincl:, door U Ed. Mog. en de andere Bondgenooten, met Onze Communicatie zoodanige fchikkingen kunnen worden gemaakt, waar door die zaak eens voor altoos tot voorkominge van Jurisdictie quseftien op een onwrikbaare voet kan worden vastgelteld, zoo dat de discipline, en fubordinatie, zoo hoognoodig in den Militairen dienst, daar by niet kome te lyden. Waar meede Edele Mogende Heeren Byzondere Goede Vrienden. Wy Uwe Ed. Mog. beveelen in Gods heilige protectie. Uwer Ed. Mog. Dienftwillige Dienaar (geparapheert) W. Pr. d'Orange. In 'sGravenhage den 2 Augustus 1783. Ter Ordonnantie van Zyne Hoogheid. (geteekent) F. J. de Larre y  tot de MILIT. JURISDICTIE. 3$ I X. EXTRACTEN uyt de Refolu» tien van de Heeren Staaten van Hollandt ende West- Vrieslandt, in hun Ed. Groot Mog. Vergaderinge genomen op Woensdag den 6 Augiifty 1783. By refumtie gedelibereert zynde op het Rap- Geperflport den 2 July deefes jaars ter Vergadering fteert by uitgebragt , tot voldoening aan de Refolutie g™^212 commïiToriaal van den 13 Juny te vooren op Refolutien een Miffive van Zyn Hoogheid den Heere Prin- van den 30 Ce van Orange en Naffau, den 12 Juny in den April, ien Hage gefchreeven , concerneerende het werk 3° van den Hoogen Krygsraad, breeder onder de ™e' Notulen van den voorfz 13 Juny vermeld. Militaire Is goedgevonden en verftaan, conform het Jurisdiéne voorfz Rapport, by hun Edele Groot Mog. en hoos^ Refolutien van den 30 April, 1 en 30 Mey dee- juinen, fes jaars , foo omtrent de Militaire Jurisdictie als den Hoogen Krygsraad genomen, by deefe te perfifteeren. By geleegentheid der Refolutie heedcn geno- Uitgeltelt men op het Rapport van den 2 July laatstlee- de finale den, om te perfifteeren by hun Edele Groot Refolutie Mog. Refolutien van den 30 April, 1 en 30 gènRegieMey deefes jaars omtrent de Militaire Jurisdic- mentover tie en Hoogen Krygsraad, door eenige Leden de compe. deefer Vergadering geinfteert zynde, om fon- temie'van der eenige de minfte atteinte aan de voorfz Re- de.n R^h' folutien van den 30 April, 1 en 30 Mey, te [g'rr™ geeven , in tegendeel, overeenkomftig de prinC 2 ci-  3 6 NALEZING van STUKKEN cipes en gronden by gemelde Refolutie van den 30 April laatstleeden geëtablilfeert, en alleenlyk om voor te komen procedures over de competentie of incompetentie van den Regter, voor wien Militaire Perfoonen gedagvaart fouden kunnen fuftineeren , dat de faake gedisponeert foude weefen, om door den Militairen Regter te worden beregt, een Reglement te ontwerpen, waar by de gevallen werden bepaalt, waar in de Militaire Regter geoordeelt word privativelyk competent te zyn ; en daar op vooraf in te neemen de confideratien en het hoogwys advis van Zyn Hoogheid ; dog in welk laatfte lid door verfcheide andere Leden zynde gedifficulteert; is de finaale Refolutie daar op uitgeftelt tot nadere deliberatie. Protest De Heeren van de Ridderfchap en en Deck- Edelen , als'meede de Heeren Gedepuratoir yan teercjen jer Steden Delft, Rotterdam, Sup'eï.rSchiedam , Brielle, Enkhuifen , Edam, Steden. Monnikendam, Medemblik en Purmerende hebben tegens de conclufie van het voorfz Rapport en de Refolutien daar op met het mindertal van de Leden genomen, geprotefteert, en gedeclareert, de voorfz Conclufie en Refolutien , foo als defelve genomen zyn, te houden voor nul en informeel, met referve van foodanig nader Protest, Declaratoir , of andere middelen van redres, als de Heeren hunne Principaalen zullen te raade worden; hebbende de Heeren van de Ridderfchap voorts nog affonderlyk gedeclareert dat defelve  tot de MILIT. JURISDICTIE. 37 ve in de Refolutie van den 1 Meylaatstleeden niet geconcurreert, maar defelve gecontradiceert, en daar tegens wel expreffelyk geprotelleert hebbende, fig ook nü niet konnen inlaten in eenige deliberatien, dewelke tot confirmatie van die Refolutie fouden mogen werden ingerigt: dan dat de Heeren van de Ridderfchap ten vollen perfifteerende by hun voorig advis, en fonder daar van in het minfte af te gaan, ten fterkften moeten infteeren, dat de Hooge Krygsraad in haare functie op het Territoir van deefe Provincie werde herftelt, of dat immers in allen gevallen, conform het flot der Miffive van Zyn Hoogheid , het felve Collegie werde gelaaten in de exercitie van deffelfs functie op het gemelde Territoir, hangende de deliberatie der gefaamentlyke Bondgenooten over het al of niet royeeren en traceeren van de poll tot de koften voor het felve; kunnende voor het overige de Heeren van de Ridderfchap niet afzyn alsnog ten kragtigflen te vernieuwen hunne bevorens gedaane inftantien, ten einde met opfigt tot de Militaire Jurisdictie in nader overleg werde getreeden, en in een groot Befogne met CommiiTariiïen van den Hove werde geëxamineert en overwoogen hoedanige convenabelfte fchikkingen zullen kunnen worden beraamt, waar door aan de eene zyde de regten van 'sLands Ingezetenen in het ftuk C 3 van  38 NALEZING van STUKKEN van Judicatuure volkomen geconferveert, en tevens aan de andere zyde op de gevoeglykfte wyfe gepraevenieert werden de meenigvuldige inconvenienten en nadeelige gevolgen, welke uit eene al te enge bepaling der Militaire Jurisdictie noodwendig moeten proflueeren, en dat daar op alvorens mogen werden ingenomen de hoogwyfe confideratien en het advis van Zyn Hoogheid. Contra- De Heeren Gedeputeerden der SteProtest enden Dordrecht , Haarlem , Leyden , ^'^"Amfterdam , Gouda , Gorinchem , drecht en Schoonhoven, Alkmaar en Hoorn heb? Steden, ben tegen het voorfz Protest en Declaratoir, foodanig Contra-Protest en Contra-Declaratoir gereferveert, als de Heeren hunne Principaalen zullen vinden te behooren. Accordeert met de voorfz Refolutien. X.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 39 X. RAPPORT van Heeren Commijfarijfen overliet poincl: der Militaire jurisdictie, uitgebragt ter Vergadering der Heeren Staaten van Zeeland, den n Augufius > 1783. De Raadpenfionaris heeft gerapporteert, uit naam van Heeren CommilTariffen, hebbende ter voldoeninge aan Hun Ed. Mog. Refolutien van den 12 December 1782 en 21 July laatst leden, geëxamineert het poinét der bornes van de Militaire Jurisdictie , welker aanwyzing, zoo wel in het Civile als Crimineele, door verfcheiden Leden van Staat in onderfcheiden Advyfen, fucceffivelyk ingekomen, was gerequireerd. Dat Heeren Commiffariflen uit den inhoud der eerftgemelde Refolutie gemeend hadden te moeten befluiten, dat van hen,door Hun Ed. Mog., niet alleen gerequireerd wierd eene opgave van het geene binnen deeze Provincie in deeze materie het geëtablhTeerd Regt zy, maar ook welke voorzieningen voor het vervolg tot maintien van het gezag der Ordinaire Juftitie en auftoriteit der Stedelyke Overheden zouden behooren gemaakt te worden. Dat Heeren CommilTariffen in het onderzoek deezer materie gemeend hadden te kunnen pasfeeren eene discusfie van al het geen de Militaire Jurisdictie, in het afgetrokkene befchouwd, concerneert, mitsgaders het geen betrekking heeft tot het Krygsvolk onder de Gravelyke C4 Re-  4° NALEZING van STUKKEN Regeering, fpeciaal onder de Regeering der tweelaatfte Graven Karei en Philips, vermits het aan Heeren Commiffariflen was voorgekomen , dat het Krygsvolk onder de vrye staats- Regeering niet kan worden geconfidereerd het zelfde morele lighaam te zyn, het geen het Krygsvolk onder de Gravelyke Regeering uitmaakt, en dat mitsdien uit de Ree. ten van het een tot het ander met geen mogelykheid kan worden geconcludeerd. Dat ook voor al in het onderzoek deezer materie moet worden onder het oog gehouden, i. Dat de Militaire Jurisdictie eene gedelegeerde Jurisdictie zynde en afwykende van den gewonen loop van Regtsoefening, ook niet kan worden afgeleid uit onderftellingen of andere mm directe bewyzen, als by voorbeeld, uit gepleegde Acten van Jurisdictie, en dergelykemaar fteunen moet op uitdrukkelyke blvken van eene fpeciale overgifte van den Souverain, en dat, by defect daar van, alle regtsdwang, zonder onderfcheid, moet verftaan worden in den boezem der Souverainiteit gebleven te zvn, of onder het beftuur der zulken , aan wien de Souverain de adminiftratie daar van in de eerfte plaats had toevertrouwd. Terwyl, al ware deeze fpeciale overgifte van den Souverain al bewezen , dezelve, even als alle andere Privilegiën, van een allerftrikfte interpretatie zvn zou, zoo dat al het geen niet bewezen word uitdrukkelyktezynafgeftaan, moet gereekend Wn1 ^ 0i'dinain? Kegtbanken te he- 2. Dat hoe ver de Militaire Jurisdictie zig ook zoude mogen uitftrekken, de Souveram nog.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 4* nogthans nimmer dat uitftekend deel zyner Regalia heeft geabdiceerd, en mitsdien het regt behoud, om, zulks noodig oordeelende, zodanige nadere befchikking daar omtrend te maken , als hy ten dienfte van den Lande nuttig oordeeld: gelyk uitdrukkelyk bepaald is in het 32 Art. der ïnftructie van den Raad van Staate van den 12 April 1588, en het 50 Art. der Inft.ru6r.ie van den 18 July 1651. Dat, met betrekking tot de bronnen, waar uit het Staats-Regt van Zeeland aangaande de Militaire Jurisdictie te halen zy, Heeren Commiflariflen bcgreepen hadden, te moeten te rade gaan met zodanige Wetten, Inftruétien, Accoorden, &c. die by de Staaten van Zeeland afzonderlyk, of in concurrentie met de andere Bondgcnooten, zyn gearrefteerd , het zy dan dezelve met zulk een bepaald oogmerk zyn ingerigt om tot regels in dit ftuk te dienen , het zy der Staaten oogmerk en begrippen omtrent het poinct der Militaire Jurisdictie daar uit, meer van ter zyde, maar nogthans duidelyk , kunnen worden afgenomen, Dat, aangaande het Staatsregt der nabuurige Landfchappen , fpeciaal der Provincie van Holland, Heeren Commilfariiren geoordeeld had. den, dat het zelve niet geheel kon worden uit het oog verlooren; trouwens, dat, hoe zeer by de Unie van Utrecht iedere Provincie haar eigen conftitutie en Staatsregt behouden heeft, het Staatsregt nogthans van de eene Provincie meermalen uit dat der andere moet worden opgehelderd , geconfedereerd de naauwe relatien, welke, zelf voor het aangaan der Unie, tusfchen de refpective Provinciën, fpeciaal tus. C 5 fchen  42 NALEZING van STUKKEN fchen die van Holland en Zeeland intercedeerden, en de gewoonte, daar uit fpiuitende, om by defect of duifterheid van het oorfprongeJyk Landregt, te raadplegen met dat der nabuurige Landfchappen ; eene reflectie, welke Heeren CommilTariffen oordeelden , dat wel fpeciaal in het ftuk der Militaire Jurisdictie van applicatie was, alzoo niet alleen de eerfte deliberatien, welke men in Zeeland op dit Sujet, ten Jare 1590 en 1591 gehouden heeft, maar - ook die van latere tyden, onwederfprekelyk bewyzen, dat men het aldaar nuttig en noodzakelyk agtte met het Staatsregt der nabuurige Provincie van Holland in deeze materie te rade te gaan : waar door, naar het oordeel van Heeren Commiffariflen, niet onnatuurlyk eenige overeenkomft tuflchen het Staatsregt der beide Geweften aangaande de Militaire Jurisdictie kan en moet gezogt worden. Dat Heeren Commiflariflen als nu zullende overgaan tot examinatie van het poinct in quaestie, geoordeeld hebben het zelve in drie voorname hoofddeelen te moeten verdeelen. I. De Jurisdictie over Militaire Perfoonen, in cas van deliCten door dezelve gepleegd. II. Dezelve Jurisdictie in cas van Civile qucestien 6rV. III. De Hooge en Laage Militaire Regters. EER-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 43 EERSTE HOOFDPOINCT. Rakende de Militaire Jurisdictie in cas Crimineel. Heeren Commiflariflen vermeenen den aandagt van Hun Ed. Mog. niet te moeten bezig houden met een detail van den oorfprong der gefchillen over de Militaire Jurisdictie; vermits men als dan zoude moeten opklimmen tot een tydperk, waar in het Krygsvolk onder der Graven oppcrmagt en tot werktuigen van derzelver hecrfchzugtige oogmerken diende, waar van mitsdien (gelyk reeds te voren is aangemerkt; tot de tyden derVrye Staats-Regeenng geen gevolg kan worden afgeleid. Men kan dus met ftilzwygen voorbygaan , zoo wel de Ordonnancie van Keizer Karei van den aojanuary 1521, Art. 13, het Placcaat van denzelven in dato 12 October 1547? rakende het onderhoud der Benden van Ordonnancie , mitsgaders het 68 Art. der Criminecle Ordonnancie van Philips van den Jare 1570, als de Ordonnancie van Hertog Karei den Stouten van den 29 Juny 1471, te vinden in de Memoires pour fervir a VHiftoire de France & de Bourgogne, gedrukt in 4°. te Parys Anno 1729, aangehaald in de Miffive tot addres der uitgave van de Memorie van confideratien der Stad Amfterdam op_ het fujet der Militaire Jurisdictie in 80. onlangs uitgegeeven, bi, 4, 15- Uit welke laatfte Ordonnancie anderzins ten duidelykften zoude kunnen blyken, dat het eerfte geregeld en gehuurd Krygsvolk deezer Landen , in 't ftuk van misdryvcïï wel degclyk onderworpen WiiS  44 NALEZING van STUKKEN was aan de Judicature der Burgeriyke Regtbanken, welker wettig gezag in dit Huk eerft door Keizer Karei , en daar na door zynen heerfchzugtigen Zoon bcfnoeid is. Zynde in deeze Ordonnancie uitdrukkelyk geftatueerd: Si les gens d'armes font ou commettent aucuns cas criminels ou autres, ils feront punis ou corrigés par les Juflices des Lieux, ou les dits cas auront été commis. Terwyl, in allen gevallen, niets ligter zoude zyn, dan te bewyzen, dat de oorfprong van alle Jurisdictie, welke het Krygsvolk boven de Discipline Militair, (dat is de cognitie en ftraf van pure Militaire misdaden) immer in deezen Lande geëxerceerd heeft, niet kan gezogt worden in een vrywillige overgave van den Souverain, gefproten uit de befchouwing van het algemeene nut, ( het eenig fondament nogthans van een wettig verkregen gezag) maar alleenlyk moet worden afgeleid uit het vermogen en de overmagt der gewapende benden, onderfteund door het gezag der Legerhoofden en de verwarring der tyden. Immers het lydt geen tegenfpraak, dat alle de Zeeuwfche Steden, benevens de Smalfteden en zeer vecle Ambagten , by oude uitdrukkelvke Privilegiën, verlyd zyn met de VOLLE Crimineele en Civile Jurisdictie binnen dezelve, zonder uitzondering van eenige Militaire Perfoonen hoe genaamd; in dier voege, dat alle Crimineele en Civile zaken, binnen de voorfchr. Steden en Plaatfen voorvallende, zonder eenige limitatie of exceptie, ftaan ter Judicature van de Burgeriyke Vierfchaaren, zonder dat zig iemand, wie'hy ook zy, het zy hytot den  tot de MILIT. JURISDICTIE, 45 den Burgerftand behoore, of tot het Krygsvolk , zig daar van vermag te onttrekken. Indien men zig nu fiegts voor een oogenblik gelieft te herinneren de wezentlyke waardy van dit voorregt voor alle 's Lands Ingezetenen , en fpeciaal voor de Magiftraten der Steden en Plaatfen , daar mede begiftigd, mitsgaders hoe yverig en jaloerfch zig deeze daar omtrent altoos getoond hebben, zal men zig niet behoeven te verwonderen , dat zy, na het opvatten der Wapenen ter verdediging van Voorregten en Vryheden, in de eerfte grondwetten der vrye Staats Regeering zoo zorgvuldig waakten, dat daar op, door niemand, wie hy zyn mogt, indragt gefchiede. Dus na dat ten Jaare 1575, en naderhand op den 25 April 157Ó, eene Unie en Verbond tusfchen de Staaten en Steden van Holland en Zeeland tot gemeene en kragtdadige befcherminge van Voorregten en Vryheden,geflooten was, wierd by het 14 Art. der opdragt van de Hooge Overigheid aan denPrince vanOrange, Willem den i. wel uitdrukkelyk bedongen en vaftgefteld : Gelyk zyne Excellentie ook handhouden en beschermen zal alle Regten, Privilegiën en Geregtigheden, Vrydommen en loffelyke CouJlumen der Landen en Steden van Holland en Zeeland, onder zyne gehoorzaamheid zynde in het gemeen, ende van elk een in 't byzonder, met voorJland, handhouding ende protectie van de praeminentie en auctoriteit van alle wettelyke Officieren. Magiftraten ende Overigheid zonder dat de GOUVERNEURS , CAPITEINEN OFTE ANDERE TOT VORDERINGE VAN KRYGSZAKEiN IN EENIGE QUARTIEREN GE. STELD,  46 NALEZING van STUKKEN STELD, hen zullen vervorderen nog onderwinden EENIGE kenniffe te neemcn van Pulitiqueof JUDICIEELE zaken, binnen of buiten de Steden vallende, maar daar mede zullen laten bewerden den Officiers, Magiftraten ende Wtthouderen aldaar, mitsgaders den Raade Provinciaal, zulks van oude tyde altyd gebruikt ende geobfirvecrt is geweeft. En zulks niet tegcnftaande by het 2 Art. aan den Prince was opgedragen het geheele beleid der Krygszaken, met reet om zoodaanige GOEDE EN GENERAALE KRYGSORDEN1NGE EN DISCIPLINE TE STELLEN , als tot foulagement der Ingezetenen, en ten minfte quetfe van den Lande, in alle gelykheid en eenparigheid, zou mogen gefchieden. Ten duidelykftcn blyke, dat het oogmerk van 'sLands Vaderen nimmer geweeft zy, den Krygsvolke eene Jurisdictie te demandeeren, welke zoude te kort doen aan de Voorregten van den Lande en der Steden , en dat mitsdien alleen de discipline Militair, dat is de cognitie en ftrafoefeninge van pure Militaire delicten aan den Militairen Regter gerekend kan worden hier mede te zyn afgeftaan. Een gevoelen , het geen niet weinig kragt ontfangt uit vergelyking van de Crimineele Ordonnancie der Staaten van Holland, gearrefteerd den 18 September 1576, en dus weinige maanden na dat de Hooge Overigheid aan den Prince van Orange, door de Staaten van Holland, zoo wel als van Zeeland, in voegen voorfchr. was opgedragen: by welke Ordonnancie ecrftgemelde Heeren Staaten uitdrukkelyk vastftellen : Dat de Procureur Generaal het regt zou hebben om aan te tajien en te regt te ftel- len  tot de MILIT. JURISDICTIE. 47 len alle Delinquanten, zoo SOLDATEN als anderen : en indien eenige Capiteinen eenige delinquanten Soldaten wezende, verzogten in hare handen gefield te worden, onder prcetext van Judicature Militair, henluiden competeerende, al zidke Soldaten, indien het delictfua natura GEHEEL MILITAIR is, of by den eenen Soldaat op den anderen gefchied , aan dezelve Capiteinen zullen worden overgegeeven. Met verdere byvoeging: Dat muytery, melées van het eene Vendel jegens het andere, verraderyen en diergelyke delicten, als concerneer ende de generale rufte en verzekerdheid van den Lande, niet zullen verftaan worden, SIMPELE MILITAIRE Delicten te zyn. Vervolgens is by het 6 Art. der Pacificatie van Gend van den 8 November 1576 uitdrukkelyk bedongen : Dat de Prins zou blyven Admiraal Generaal van de Zee, en Stadhouder van Zyne Majefteit, van Holland, Zeeland, Bommel en andere geaffocieerde Plaatfen; om in alles te gebieden , zoo DEZELVE JEGENSWOORDELYK DOED (dat is op den voet van den opdragt der Hooge Overigheid, den 25 April deszelven Jaars 1576, aan den Prince gedaan) met dezelve Officieren, Juflicieren, Magiftraten, zonder eenige verandering of innovatie. Tot dus ver dan niet gebleken zynde, dat door de Staaten van Zeeland, of afzonderlyk, of te famen met hunne Bondgenooten,aan den Militairen Regter iets meerder afgeftaan zy dan de cognitie en ftrafoeffeninge van pure Militaire Delicten , maar in tegendeel dat by alle publyke Aften ten flipften gezorgd zy voor de auftoriteit en het gezag der Territoriale Overheden, zal men nu onderzoeken of by de Unie  48 NALEZING van STUKKEN Unie van Utrecht van den 23 January 1579 iets meerder zy afgeftaan. By het 7. Art. daar van is bepaald : Dat de voorfchreve Front ierjteden en 00T andere , als de nood vereijfchen zal, gehouden zullen wezen, te ontfangen al zulke Guarnifoenen als de Geünieerde Provinciën goedvinden, en henlieden by advys van den Gouverneur van de Provinciën , daar 't Guarnifoen geleid zal worden, ordonneer en zullen, zonder dat zy des zullen mogen weigeren : wel verft aande, dat de voorfchreve Guarnifoenen by de voornoemde Geünieerde Provinciën betaald zullen worden van haarlieder Soldye, en dat de Capiteinen en Soldaten boven den generalen Eed, particulierlyk de Stad, Stede of Provincie, daar in zy gelegd zullen worden, Eed doen zullen, en dat 'het zelve ten dien einde in haarlieden Anikulbrief gefield zal worden, DAT MEN OOK ALZULKE ORDE STELLEN EN DE DISCIPLINE ONDER DEN SOLDATEN HOUDEN ZAL, DAT DE BORGERS EN INWOONDERS VAN DE STEDEN EN PLATTE LANDEN, ZOO WEL GEESTELYK ALS WEERELDLYK, DAAR BY BOVEN REDENEN NIET BEZWAARD EN WORDEN, NOG EENIGE OVERLAST LYDEN. _ Het is duidelyk, dat de bepaling by dit Articul aangaande het Krygsvolk gemaakt, tweederlei is, 1. ten refpecle van haar Krygsampt, in welke betrekking het ftaat onder de Generaliteit, 2. ten refpe&e van het Territoir, daar het zig onthoud, ten welken opzigte het ftaat onder de magt der Hooge en Lage Locale Overheden en wetten van het Territoir. Het .  tot dk MILIT. JURISDICÏIË. 40 Het laatftgemelde trouwens blykt ten duïdeJykftén niet alleen uit het oogmerk, waar mede dit verband van vereeniging by de Bondgenooten is aangegaan, nameJyk tot kragtdadige befcherming van Vryheden en Voorregten, en fpeciaal ter beveiliging der Pacificatie van Gend, maar ook uit het geen daar by uitdrukkelyk bedongen is. Immers by het 1. Art. der Unie verklaren de Bondgenootcn uitdrukkelyk : Dat zy zig zoodanig^ te Jamen vereenigden, als of zy maar eene Provincie waren, onverminderd nogthans een iegelyke Provincie, de particuliere Steden, Leden en Ingezetenen van dien haare fpeciale en particuliere Privilegiën, Vryheden, Exemtien, &fc. waarin zy eikanderen niet alleen geen hinder of letzel doen zullen, maar zullen den anderen met alle behoorlyke en mogelyke middelen, ja met lyf en goed (is 't nood) helpen handhouden , ftyven en fierken, tegen alle en een iegelyk, wie en hoedanig hy zoude mogen wezen, die hen daar in eenige daèelyke inbreuk zoude willen doen. Het is 'er dus zoo ver af, dat de Bondge^ nooten by de grondlegging van dit Gemeenebefl, en fpeciaal by de Unie van Utrecht, eenige hunner Souveraine Rechten of Territoriale Jurisdictie aan de Generaliteit zouden hebben afgeftaan of gemeen gemaakt, dat zy veel eer dezelve uitdrukkelyk zich gereferveert hebben. Bovendien 2 Word by het 7 Art. met zoo veel woorden vaflgefteld : Dat de Capiteinen en Soldaten boven den generalen Eed, particulierlyk de Stad, Stede en Provincie, daar in zy geleid zullen worden, Eed doen zullen. , Nal. I. Deel. I. Stuk. D Ten  So NALEZING van STUKKEN Ten convincanfte preuve, dat hoe zeer de Bondgenooten de Militie, met relatie tot hun Krygsampt, hadden gefubjeéteerd aan de Generaliteit, zy nogthans dezelve, befchouwd als Ingezetenen, met betrekking tot het Territoir. waar op zy zig onthielden, wilden hebben onderworpen aan de Locale wetten en het gezag der Territoriale Overheden. Daar nu by de Unie van Utrecht het Territoriaal gezag over de Militie aan de Generaliteit niet was opgedragen, kon men niet verwagten, dat in de Renverfalen, door de Bondgenooten aan fommige Steden gegeven, tot derzelver gerustftelling verklaard wierd, dat de Magiftraten de wanorde en overlaft van het Krygsvolk met de ordinaire Juftitie zouden mogen reprimeeren, terwyl het zeer natuurlyk was, daar by te beloven de goede discipline onder de Soldaten zoodanig te zullen doen onderhouden, dat 'er by fchulde van de geünieerde Provinciën geen wanorde zou voorvallen; eene belofte, aan welkers praaftatie de ordinaire Juftitie ook ten hoogfte gelegen lag; aangezien het onmogelyk is, de wanorde en overlaft van het Krygsvolk met de ordinaire Juftitie te reprimeeren , indien 'er teffens onder het zelve geen flipte Krygstugt heerfcht. En das moet de belofte by de Bondgenooten aan elkander by dit 7 Art. der Unie gedaan , dat men al zulke ordre ftellen, en discipline onder den Soldaten houden zal, dat de Burgers geen overlaft leden, in dier voegen worden opgevat , als of men beloofd had de goede Krygstugt ftiptelyk te zullen doen onderhouden, het zy met de prompte executie der reeds fub- fi-  tot de MLLIT. JURISDICTIE. 51 fifteerende Krygswetten, het zy met het ontwerpen en arrefteeren van nieuwe. En door deeze aanmerking word men van zelfs geleid tot een ander aanmerkelyk ftuk B»Jialtbrief genaamd, waarvan de oorfprong mogelyk in het voorfchr. beding der Bondgenooten zoude moeten gezogt worden. Dit ftuk onder andere papieren van dien tyd geïnfereerd in een Regifter ter Griffie van Zeeland, zonder eenige blykcn nogthans van egtheid, en gedrukt in het Magazyn van ftukken de Militaire Jurisdictie aangaande, uitgegeven door den Heer F. A. van der Kemp, VIIID» p. i^^etfeq. in 't aanhangfel, word gezegd gemaakt te zyn den laatften February 1579 by die van Gelre, Zutphen, Holland, Zeeland, Utrecht, de Vrkfche Ommelanden, tuffchen de Eems en Lauwers, de Stad van Gend eri de Heeren Stadhouders van dien. Dan hoe zeer by deeze Beftaltbrief, hec fyftema volgens het welke de delicten der Militairen in het Guar^ nifoen bedreven, aan de cognitie van den Militairen Regter zoude competeeren, eenigzins fchynt te worden begunftigd , kan egter het Landregt van Zeeland daar uit niet meerder worden afgeleid, als dat der andere Bondgenooten; behalven dat by deeze zelfde Beftaltbrief wel uitdrukkelyk gezorgd is voor de auc-< toriteit en het gezag der Territoriaale Overheden en Magiftraten, terwyl al de magt, die daar by aan den Militairen Regter zoude mogen zyn toegeftaan , wel uitdrukkelyk is geilibordineerd aan zoodanige Ordonnancien, 'ah ly de voorfchr. Provinciën en haare Stadhouders daar op gemaakt zyn, of gemaakt zouden mogen D 2 orer-  5i NALEZING van STUKKEN worden; en bovendien in het flot is bedongen; Dat de voorfchr. Provinciën deeze Articulen naaf derzelver geliefte zullen moghen doen vermeerderen, ofte veranderen, naar gelegenheid der zaake, het welk die voorfchr. Overfte, Amptluiden, Bevelhebberen , en Soldaten, elk in zyn reguard, ge* houden zullen zyn te achtervolgen en naar te komen. Men zoude op den voorfchr. Beftaltbrief verfcheide andere aanmerkingen kunnen maken, indien het niet genoegfaam bleek, dat men dit ftuk flegts houden kan voor een Concept, by de Gedeputeerden tot de Unie ontworpen , en ter approbatie der Heeren hunne Committenten overgenomen, welke, immers zoo veel deeze Provincie aangaat, aan Heeren Commilfariifen niet is gebleken immer gevolgt te zyn, of door de openlyke afkondiging van het ftuk zelf onderfteld te kunnen worden. Trouwens by de inleiding of het begin van den bekenden Anikulbrief, den 13 Auguftus 1590, by den Raad van Staate, op den naam der Staaten Generaal gearrefteerd, word, met zoo veel woorden gezegt, dat op de disorders van het Krygsvolk geen vafte Ordonnancie of Artikulbrief gearrefteerd en gepubliceerd was, en dat men daarom had goedgevonden deeze Artikulbrief te arrefteeren. Een argument van- te meerder klem, daar het uit vergelyking der beide Stukken conftcert, dat de opfteller van den Artikulbricf kennis aan den Beftaltbrief gehad, en van dat ontwerp verfcheide Artikulen heeft overgenomen. En als nu van den Beftaltbrief overgaande tot de Inftructie van Prins Mauritz en van den Raad  tot de MILIT. JURISDICTIE. 53 Raad van Staate van den 18 Auguftus 1584, zal men nagaan in hoe ver de Militaire Jurisdictie daar in gewettigd zy. 't Is waar volgens het 3 Art. der eerftgemelde Inftructie zou Zyne Genade en de Raad van Staate kennis en Judicature hebben over alle haarlieder Officiers, Ontfangers, Collecteurs en andere Dienaars, mitsgaders over Collonellen, Capiteinen en Krygsvolk te Water en te Lande; en volgens het 10 Art. overliet Krygsvolk, mitsgaders over alle generale en particuliere Overften , Bevelhebberen, Commiffariffen en Officieren gehouden zyn te ft ellen en t' onderhouden alle goede orde en discipline; Ook mede daar over ftraffe, Recht en Juftitie te doen , en doen doen zulks zy bevinden zullen te behooren. Dan alzoo by het begin van het 3 Art. reeds was bedongen, dat Zyne Genade en de voorfchr. Raad niet zoude vermogen iets te doen of te attenteeren, 't geen praejudiciabel zoude mogen wezen de Privilegiën, Geregtigheden, Coftumen, Ufantien , Policien en JUSTITIEN, met het geen daar aan kleeft, der voorfchr. Landen in het generaal, ofte eenige STEDEN of Leden van dien in het particulier, zal men niet kunnen tegenfpreken, dat hier mede voor de Territoriale Regten genoegzaam gezorgd zy, Behalven, dat by het 2 Art. wel exprelTelyk was bedongen , dat de Raad van Staate, de vorige Verbinteniffen en Unien der Provinciën zoude nakomen; en by het 16 Art., dat de Steden, nopens het innemen van Guarnifoen, zig zouden reguleeren na het 7 Art. van de nadere Unie, Behalven dat de voorfchr. Inftruétie, gemaakt zynde by de Staaten van Braband, Vlaanderen, D 3 Hol-  54 NALEZING van STUKKEN Holland , Zeeland , Utrecht , Mechelen en Vriesland, voor geen grondwet van het jegenswoordig Bondgenootfchap dienen kan ; dat zy flegts was eene provifionele fchikking; en heeft opgehouden van kragt te zyn, toen na het vertrek van den Graaf van Leieefter, de Bondgenooten van buitenlandfche protectie begonnen af te zien, en beiloten zelf de Regeering in handen te houden, Hellende ten dien einde een anderen Raad van Staate aan, aan wien zy het Huur der zaken, en defenfie van de Unie opdroegen, ingevolge een nieuwe JhnVuóèie van den 12 April 1588. Wat nu deeze Inftru&ie van den voorfchr. Raad van Staate (welke mede flegts provilioneel was) aangaat, hoe zeer het waar zy, daE by het 6 en 11 Art. derzelve aan den Raadzy opgedragen de dispofitie over het volk van Oorloge en de Discipline Militair, was zulks nogthans by het 7 Art. gelimiteerd met deeze claufule: Zonder dat zy lieden iets zullen mogen doen of (ittenteeren, dat zoude mogen ftrekken tot prcejuditie van de Privilegiën, Regten, Vryheden, Tree* toten , Contracten, Ordonnantiën, Statuten, Decreten ende Ufantien derzelven Landen in 't Generaal, ofte van eenige Provinciën, Steden of Leden van dien in 't particulier. En by het 32 Art. word dezelve nog nader geclaufuleerd met te verklaren: Dat alle zaken, der Staat, Politie en Juftitie van de voorfchr. L anden , Steden en Leden van dien in 't generaal en particulier aangaande, ter dispofitie van den Raad NIET EXPRESSELYK GESTELD, üullen blyven ter dispofitie van de Staaten Generaal,  tot de MLLIT. JURISDICTIE. 55 raai, der Staaten der particuliere Provinciën, der MAGISTRATEN VAN DE STEDEN en andere wettelyke Overheden. Behalven dat ten aanzien van het geen exprejfelyk aan den Raad gedemandeerd was, nog bovendien in het zelve 32 Art., tot Confervatie van het Regt der Vereenigde Landen in het generaal en particulier, word verftaan: Dat de algemeene Staaten zig met deeze InftruÜie niet ABDICEEREN het Regt en deMagt omme hy de Staaten Generaal, de Staaten van de Provinciën in 't particulier, elke zoo veel hem aangaat, by tyde van nood, ofte als de zaken van den Lande zulks zullen vereiffchen, zelf ordre, tot dienfte van den Lande, te ftellen ende executeeren, by directie van de zaaken van der Oorloge te Water en te Lande, met al het geene daar aan kleeft, en namelyk mede het doen van de monfteringe, houden van de DISCIPLINE MILITAIR, ftraffe van alle exceffen en in alle andere zaken. Uit al het welke mits dien ontegenfpreeklyk confteert, dat de Discipline Militair aan den Raad van Staate, by deeze Inflruólie opgedragen, niet verftaan kan worden, tot eenige andere misdaden van het Krygsvolk betrekkelyk te zyn, als tot pure Militaire delicten, mitsgaders tot alle andere delicten, door het Krygsvolk in het leger of op marfch, buiten het Territoir der refpective Provinciën, bedreven. Trouwens dit was volftrekt en ook alleen noodig om de goede orde onder het Krygsvolk te bewaren; en een ruimer magt aan den Raad van Staate op te dragen , zoude geftreden hebben tegen de Territoriale Regten der Bondjjenooten, welker bewaring nogthans zy zoo D 4 ern:  56 NALEZING van STUKKEN ernftig bedoelden , dat zy zelf aan zig referveerden, om van het Regt, aan den Raad by deeze Inftruétie opgedragen, zelf, des goedvindende, gebruik te maken. Men zoude als nu moeten overgaan tot den Anikulbrief van den 13 Auguftus 1590; dan, alzoo dezelve by den Raad van Staate, op den naam der Staaten Generaal, gemaakt zy, kan dezelve niet verder werken, als het gezag van den Raad zelf zig uitftrekt, zoo dat de Artikulbrief alleenlyk kan worden aangemerkt als een rigtfnoer voor den Militairen Regter in de gevallen, waar in de Militaire Jurisdictie gefundeerd is, maar geenzins als een opdragt van Jurisdictie, welke te vooren aan den Militairen Regter niet zoude gecompeteerd hebben. Ook diend by deeze gelegenheid geremarqueerd te worden , dat nog in de Commiffie van Prins Mauritz als Gouverneur, Capitein Generaal en Admiraal van Holland en Zeeland, nog in deszelfs Inftruétie, een enkel woord gerept word van de Judicature over het Krygsvolk. Zoo ver zelfs was het 'er af, dat men de Prins zoude hebben te confidereeren als het hoofd der Militaire Discipline, dat, daar in de eerfte Inftruétie van den Raad van Staate van 1584 het gezag en de Judicature over het Krygsvolk aan den Prins en den Raad te famen zyn opgedragen, des Princen naam in de Inftruétie van 1588 word verzwegen , en de bovengemelde magt aan den Raad alleen opgedragen. En dus is men genaderd tot het tydperk, waar  tot de MILIT. JURISDICTIE. 57 waar in het Artikul der Militaire Jurisdictie by de Staaten van Zeeland meer afzonderlyk en bepaald is behandeld geworden, zonder dat men tot hier toe heeft kunnen ontdekken, ,dac door dezelve, of afzonderlyk, of met en benevens de Staaten der overige Provinciën, iets meer dan de Discipline Militair; aan den Militairen Regter zy afgeftaan. Den 25 Auguftus 1590 wierd door de Heeren Gecommitteerde Raaden van Zeeland, by Miflive als by een Poincl; van Befchryving , ter kennis der Staats-Leden gebragt, dat 'er dagelyks zwarigheden ontftonden over de kennis der delicten van het Krygsvolk, zoo te Water als te Lande, allegeerende het zelve Privilegie, uit kragte van dewelke zy den regtsdwang van hunne ordinaire Magiftraten , zoo wel van de Admiraliteit als andere Regtbanken declineerden , verzoekende mits dien dat de Leden daar omtrent ter naafte Staats-Vergadering geliefden te voorzien. De Staaten refolveerden den 14 September deszelven Jaars,zig te doen onderrigten,dooide Gedeputeerden ter Generaliteit, hoedanig dien aangaande het gebruik in Holland was, en wanneer deswegen geen berigt was ingekomen , vonden Heeren Gecommitteerde Raden goed, andermaal dit Poinct in Uitfchryving te brengen, by Miffive van den 29 Maart 1591. Omtrent welke beide Miffi ves ftaat aan te merken, dat de Heeren Gecommitteerde Raaden van Zeeland geenerley mentie maken van een Landregt, het geen fteunen zou op de Ordonnancien van Karei en Philips, op den Beftaltbrief enz. en waar van men de herinnering in D 5 dee-  58 NALEZING van STUKKEN deezen zou hebben mogen venvagten, indien het zelve als zoodanig waserkend geweeft. Hier op is den 18 April 159 j by de Staaten _van Zeeland genomen deeze notable Refolutie: Op de kenniffe van de delicten by 't Krygsvolk , dienende te Water of te Lande, geperpetreerd in eenige bejloten Steden ende Jurisdictie derzelve, is gerefolveerd, dat de kenniffe daar van genomen zal worden by de voorfchr. Steden (blyvende die van der Tholen dien aangaande in heure liberteit ende vryheid om gelyke kenniffe te mogen neemen of te laten varen) ten ware dezelve met Guarnifoen bezet waren, en het delict geperpetreerd by een of eenige van 't zelve,Guarnifoen, en niet van andere Soldaten van de voorfchr. Guarnifoenen niet wezende, maar van elders in de voorfchr. Steden ge~ komen, welke Refolutie Zyn Excellentie ten zeiven dage aangezegd zynde, heeft daar op voor antwoorde gegeeven te vreden te zyn, dat de Steden by haarlieder oud gebruik (daar in zy maintineersn te wezen) blyven en continueeren , en belangende 't fchryven by Zyn Excellentie aan den Bailliu van Vlifingen des aangaande gedaan in contrarie, zegt zulks gefchied te zyn op het fchryven ende verzoek van die van de Admiraliteit in Zeeland. Het is geenzins te verwonderen, dat de voorftanders der Militaire Jurisdictie over de Delicten , in 't Guarnifoen bedreeven , veel fteun in deeze Refolutie meenen te vinden, dog men zal ook niet kunnen tegenfpreken, dat deeze Refolutie, benevens het daar op gegeeve antwoord van den Prins, de duidelykfte blyken draagt van eene onderhandeling, in welke zig de Staaten ( hoe zeer bevoegd om anderzins afzonderlyk te disponeeren) met den Prins  tot de MILIT. JURISDICTIE. 59 Prins op dit ftuk wel hebben willen inlaten, en waar by zekere fchikking of overeenkomft, betrekkelyk de Judicature der Delicten van het Krygsvolk, zoo te Water als te Lande, tuffchen beide is aangegaan: en dat de aart van alle overeenkomft mede brengt, dat dezelve, van de eene zyde niet wordende nagekomen, de andere ook niet gehouden zy zig daar na te gedragen. Eene Helling zoo veel te dringender, wanneer men confidereert de partyen tuffchen welke deeze onderhandeling hebbe plaats gehad. Behalven dat hoedanig ook deeze Refolutie van 18 April 1591 zyn moge, en hoe plegtig de Militaire Jurisdictie over de Delicten van het Krygsvolk in het Guarnifoen gepleegd, daar by zoude mogen zyn erkend , dezelve nogthans door een volgende Staats Refolutie van den 23 Mey 1597 is vernietigd en buiten effect gefield. Het duurde niet lang dat de voorfchr. Refolutie van 1591 en de daar by vaflgeftelue fchikkingen wierden nagekomen. De Judicature der Delicten, by het Bootsvolk in de Steden geperpetreerd, was de eerfte en voornaamfte ftruikelblok. Den 10 December deszelven Jaars 1591 be. klaagden zig de Heeren van Viiffingen reeds, dat de Admiraal Juftinus van Naffau hen in de voorfchr. Judicature turbeerde: en de Staaten Notulen van den 30 January en 1 February 1592, 18 December 159Ó, 21 en 24 Maart en 20 Mey 1597, leverende ontegenfprekelykfte bewyzen op, van aanhoudende moeiclykheden, die de Steden ter deezer oorzake lyden . moes-  óö NALEZING van STUKKEN moeften. De Prins had die van Vljflingen en Veere zelf aangefchreven om geen kennis te nemen van de Delicten van het Krygsvolk , ter tyd toe de Staaten desweegens met Zyn Excellentie nader zoude zyn verdragen: ook deed hy den Staaten een Vertoog overleveren door den Raadsheer Bruininx, waar in hy eischte gemaintineerd te worden by de kennis der Delicten van het Krygsvolk te Water en te Lande, binnen de Steden en haare Jurisdictiën geperpetreerd , zonder zig nogthans te beroepen op eenige dier Hukken of gronden, welke men naderhand in faveur eener meer uitgebreide Militaire Jurisdictie heeft aangevoerd. Te vergeefs zelf tragten de Staaten door een exprefle commiffie een redelyk vergelyk te treffen , fuftincerende de Raadsheer Bruininx, van wegens den Prins, dat de kennis der Delicten van het Krygsvolk aan. Zyne Excellentie toekwam uit hoofde van Hoogftdeflelfs onderfcheidene betrekkingen, zog van Gouverneur Generaal, als Marquis van Veere. De Heeren Gecommitteerde Raden dan ziende de onmogelykheid om de Militaire Jurisdictie te herftellen op den voet der Refolutie van 1591 , en egter hoe noodzakelyk het ware om een vatten voet daar omtrent te beramen, vonden goed in Mey 1597, by een expres poinct van Befchryving den Staatsleden te proponeeren , hunne Gedeputeerden te gelaften, ten einde dien aangaande finaal met Zyn Excellentie te veraccordeeren, het zy om by praventie of anderzins daar in te procedeeren. Uit al het welk mitsdien ten duidelykften confteert,dat, welke fchikking ook ten jaare 1591 tuf-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 6t tuffchen de Staaten van Zeeland en den Prins omtrent het ftuk der Militaire Jurisdictie mag zyn aangegaan , hoe lang ook de Staaten zig daar aan mogten hebben willen houden , deeze overeenkomft egter door den Prins niet alleen niet is nagekomen, maar zelf opzettelyk verbroken , zoo wel met betrekking tot het Krygsvolk te Lande, als te Water, waar van het natuurlyk gevolg zyn moet, dat de Staaten van hunne zyde al mede eo ipfo ontflagen waren, van de overeenkomst, waar toe Hun Ed. Mog. wel hadden willen accederen, al was het zelf dat Hoogftdezelve dit gevoelen niet by een expreffe Refolutie verklaard hadden. Waarom men zig ook niet verwonderen moet, dat men na de deliberatien van 21 Maart 1597, geen mentie van de voorfchreeve Refolutie van 18 April 1591 meer gemaakt vind. Dan, alvorens den inhoud op te geeven der Refolutie 23 Mey 1597, zal het noodig zyn aan te merken, dat de Staaten eene Commiffie naar Holland gedecerneerd hadden , beftaande in de Heeren van Santen, Huybert, Reigersbergen en Vosbergen , ten einde aldaar te be" foigneeren over eenige dift'erenten de directie der Admiraliteit betreffende: „ Alzoo het poinct ,, van de kenniffe over de delicten van het Krygs„ volk en Bootsvolk in Zeeland met Zyn Excellen- tie door de voornoemde Gedeputeerden mede zal ,, dienen afgehandeld, is daar op mede geadvi„feerd; ende zeggen die van Middelburg, dat „ onverminderd hun Privilegie, in Judicia Conj, tradictorio geconfirmeerd, van dat zy vermogen zonder eenige exceptie te neemen kenni(Je van „ ALLE delicten , binnen hare Stede gecommitteerd ,  62 NALEZING van STUKKEN ,, teerd, den Lande van Zeeland in deeze gelegen,, heid dienftelyk te zyn, dat de kenniffe van allen „ delicten zoude blyven by de Steden, TEN WA„ RE DAT DEZELVE WAREN GESCHIED „ TUSSCHEN TWEE SOLDATEN OFTE „ BOOTSGEZELLEN, in welken gevallen AL„ LEENLYKen ANDERS NIET , zy zouden ,, agten , dat prceventie behoorde plaats te hebben: Die van Zierik-Zee, ook onvermindert hun Pri„ vilegie, zoo zy eenige mogten hebben , zeggende ,, nogthans hier van te wezen in goede deugdelyke >, poffejfie (die in plaats van Privilegie is) advi„ feeren, dat de voorfchreeve kenniffe, zonder ee„ nige limit at ie ofte exceptie, by den Stede be„ hoord te blyven, in aanzien van de groote zwa,, righeden , die anderzins dagelyks daar uit zou,, den mogen ry zen: Goes, Tholen, Vlis fingen en ,, Veere, zouden om de zake te mogen accommo,, deeren , mede goedvinden 't Advys van die van „ Middelburg aangaande de prceventie, behoudens ,, niet te min dezelve mede hunne geregtigheid, ,, die zy in deezen zouden mogen hebben. Uit den inhoud van welke Refolutie mits. dien blyken kan : i. Dat, gelyk de Prins ongenegen was zig te houden aan de befchikking, op het ftuk der Militaire Jurisdictie van den Jaare 1591, alle de Steden nu ook ten klaarften toonden, zig daar aan niet te willen houden; terwyl, wat byzonder de Stad ZierikZee aangaat, deeze in 't geheel geen Militaire Jurisdictie wilde erkennen: hoe zeer dezelve naderhand, den 29 derzelve Maand, zonder blykbare tegenfpraak bewilligende , dat de Gedeputeerden ,naar Holland gaande,gelaft wierden op den voet der bovenfiaande Rejolutie met den  tot de MÏLIT. JURISDICTIE. 63 den Prins te handelen, dit befluit op de toeftemming van alle de Steden moet geoordeeld worden te beruften. 2. Dat agtervolgens deeze Refolutie vari 1597 , de Militaire Jurisdictie binnen deeze Provincie niet verder by den Staaten zy toegelaten , dan wanneer een delict zoude mogen zyn gefchied tuffchen twee Soldaten of Bootsgezellen, mits dan nog boven dien in zoodanig geval de Militaire Regter zig by prseventie van den Delinquant had meelter gemaakt, blyvende de kennis en ftraf van pure Militaire Delic' ten (als in deezen geen object van deliberatie uitmakende) aan den Krygsregter daar en boven opgedragen , agtervolgens de Unie van Utrecht, en de Inltructie van den Raad van Staate. Men zou hier tegen kunnen inbrengen r. dat het poinct van deliberatie niet fchynt te worden gehouden voor afgedaan, maar voor een zaak, welke de Gedeputeerden , naar Holland gaande, nog met zyn Excellentie hadden af te handelen. 2. Dat de Staaten niet gezegd worden te refolveeren, maar de,Steeden te advifeeren. 3. Dat 'er niet blykt van 't advys van den Eerst Edele. 2. Dat 'er geen conclufie genomen is : dog hier uit volgt geenzins, dat de voorfchreeve deliberatien gsen formele Staats Refolutie zouden uitmaken. De fchikking van 1591 door den Prins verbroken zynde, flond het gefchapen, dat dagelyks meerder zwarigheden en gefchillen zig zouden opdoen. De Heeren Gecommitteerde Raden hadden daarom by een poinct van Befchryving voorgeflagen om de preventie of eenige fchii-  NALEZING van STUKKEN fchikking in te voeren. Die van Vlisfingen hadden nieuwe klagten ingebragt, waar in zy by ftaats Refolutie wilden voorzien hebben. In deeze {land van zaken, ftonden eenige Zeeuwfche Heeren op hun vertrek naar 's Hage,ten einde aldaar te handelen over eenige zaken de Admiraliteit betreffende. Deeze gelegenheid oordeelden de Staaten te moeten waarnecmen , om met den Prins zelf (daar de onderhandelingen met den Raadsheer Bruininx vrugteloos afgeloopen waren) het verfchil af te handelen} niet om dat zy buiten zyn Excellentie onbevoegd zouden geweest zyn zulks te doen, maar om dat zy den invloed van Hoogftdenzclvcn op de executie der genomen befluiten hadden leeren kennen, en door deeze toegevenheid alle ftribbeling wilden wegneemen. De zaak nogthans was van te veel gewigt om dezelve aan het goeddunken der afgevaardigden over te laten. Zy hadden eene Inftruclie noodig, volgens welke zy zig in die onderhandelingen met den Prins zouden hebben te gedragen. De Staaten delibereerden hier over, den 23 Mey 1597; en het is, voor al uit vergelyking der Staats Refolutie van 29 Mey daar aan volgende , duidelyk, dat hoe zeer de Steden flegts gezegt worden geadvifeerd te hebben , en 'er van geen conclufie melding gemaakt word, deeze gezamentlyke advyfen nogthans dienen moeiten ter Inftruclie der Gedeputeerden. En dus moet het afhandelen van dit poinct met zyn Excellentie begreepen worden den Gedeputeerden niet verder of anders te zyn toevertrouwd, als voor zoo ver zulks agtervolgens de beide Staats Re- fo-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 65 fblutien van den 23 en 29 Mey 1597 zou kunnen gefchieden. Dat van het advys des Reprefentants van den Eerst Edele in deeze Refolutie van 23 Mey niet blykt, is zeker; dog niet, wat hier van de reden zy. Het is zeer vermoedelyk, dat de Heer van Malderé , ter dier tyd die functie bekleedende, zoo hy ter Vadering tegenwoordig geweest is, (gelyk uit vergelyking van eene andere Refolutie, ten zeiven dage genomen, waarfchynelyk is) geen advys op dit fujet zal hebben uitgebragt, om dat hy zig niet onzydig oordeelde in de deliberatien over een zaak, in welke zyn Meester zulke oppofite begrippen aan die der Steden gevoerd had, en ftaande gehouden, uit hoofde zyner eminente qualiteit van Gouverneur Generaal als anderzins, tot de geheele Judicatuure over het Krygsvolk geregtigd te zyn. Dan gelyk in deeze deliberatien van 1597 niet blykt van het advys van den Eerft Edele, even weinig was'er van gebleken in die van 1591. Der Staaten Refolutie wierd des tyds zyn Excellentie ten zeiven dage aangezegd, en toen verklaarde dezelve genoegen daar mede te neemen. Eene handeling welke abfurd zoude geweeft zyn , indien zyn Excellentie als Lid van Staat de bewufte Refolutie had helpen nemen. En, wanneer men der Staaten deliberatien van 31 Maart 1631, op de propofitie der Heeren van Zierik-Zee, en die van 14 April 1645» aangaande de Judicatuure van vier Zeeuwfche Scheeps Capiteinen voor den Hoogen Zee Krygsraad, inziet, zal men bevinden, dat de Heer Knuit, toenmaal de Reprasfentant van Nal. L Deel ï. Stuk E den  66 NALEZING van STUKKEN den Eerft Edele, te omzigtig was om de Staatsleden aan zyne onzydigheid te doen twyffelen. Een vermoeden., waar tegen de Steden zig niet behoefden te dekken , als quafi Regcers zynde in haar eigen zaak, vermits deeze, zig verzettende tegen de uitbreiding der Militaire Jurisdictie, niet anders deden dan te handhaven de regten,de veiligheid, en de belangens hunner Ingezetenen, waarvan deuitoeffening aan de refpeclive Regtbanken door den Souverain was toevertrouwd. Terwyl de Eerst Edele, de voorgewende regten van den Militairen Regter verdedigende, dit motif zeker uit zyne repraefentative qualiteit niet kon afleiden. Twyfelt men nu nog of de deliberatien van den 23 Mey 1597 voor een wettige Staats Refolutie kunnen doorgaan , men leeze der Staaten Refolutie, den 29 Mey daar aan genomen. De voorfchreeve Gedeputeerden (dus luid dezelve) gaande na Holland, ZYN mede GELAST te handelen met zyn Excellentie op het nemen van de kennis van de delicten over het Bootsvolk ende Krygsvolk, in conformiteit van de RESOLUTIE by den STAATEN VAN ZEELAND daar op genomen den 23 Mey 1597. In deeze Refolutie van den 29 Mey remarqueert men geen der zwarigheden, waarom die van den 23 te vooren geen formeele Refolutie zoude kunnen wezen: de Reprefentant van den Eerst Edele is zeker tegenwoordig geweest ter Vergadering , en dus zal men eerftgemelde Refolutie van den 29 Mey dien titul ten minflen niet ontzeggen. Maar moet men deeze voor een formeele, voor een wettige Staats Refolutie houden, zoo volgt,  tot de MILIT. JURISDICTIE. 67 volgt, dat men ook de deliberatien van den 23 Mey voor zoodanig moet erkennen ; terwyl de Staaten (die immers zes dagen later over hunne eigen meening wel zullen hebben kunnen oordeelen) dezelve uitdrukkelyk noemen eene Refolutie by ie Staaten van Zeeland genomen. En hoe zeer by beide Refolutien de zaak fchynt geconfidereerd te worden, als nog met zyn Excellentie moetende worden afgehandeld, infereert zulks niet, dat de Refolutien van 23 en 29 Mey voor wettige Staats befluiten niet zouden kunnen doorgaan. Trouwens,al Was der Staaten oogmerk niet geweest het ftuk der Militaire Jurisdiftie by deeze Refolutien voor altoos af te doen en een nieuw Staatsregt daar by in te voeren , al was het, dat de Staaten niet goedvonden zig te bedienen van de magt, dezelve onbetwistbaar toekomende, om, zonder communicatie met zyn Excellentie, de zaak af te doen; lyd het nogthans geen bedenking, dat gemelde Refolutien, immers te zamen genomen, behelzen een formele Inftruclie voor der Staaten Afgevaardigden, uitdrukkende de gevoelens van den Souverain omtrent het ftuk der Militaire Jurisdictie , en de magt der Afgevaardigden in de onderhandelingen met den Prins bepalende. De Commiffie dus aan zyn Excellentie, hoe zeer onnodig op zig zeiven , was niet onnodig naar der Staaten oogmerk, en het zoude eene abfurditeit geweest zyn, indien de Staaten Gemagtigden ter onderhandeling hadden afgezonden, zonder hunne gevoelens en oogmerken by Staats Refolutie te bepalen. De Afgevaardigden , 't is waar, fchynenmet E 2 den  68 NALEZING van STUKKEN den Prins, ingevolge hunnen Last en Inftructie, de zaak niet te hebben kunnen af bandelen: doch de Staaten op het hier van den 4 July 1597 bekomen Rapport, toen of daarna, geen nadere Refolutie nemende, is de inftructie der voorfchreeve Commiflie, begrepen in de Refolutien van 23 en 29 Mey 1597, het eenig gedenkftuk gebleven van der Staacen gevoelen omtrent de Militaire Jurisdictie, het eenige rigtfnoer, waar na de intentie van den Souverain kan worden afgemeten: voor al na dat dezelve, ten Jaare 1631 zoo duidelyk getoond had in dezelve begrippen te perfevereeren: immers niet meerder aan den Militairen Regter te willen afftaan. Men verbeelde zig niet, in de Refolutie van Ï597 5 fporen te ontdekken van der Staaten aankleving aan 't zoogenaamde Staatsregt van 1591, en zulks om reden Hun Ed. Mog. ten zeiven dage Gedeputeerden zonden na Vlisfingen aan den Gouverneur Sidney , ten einde hem te verzoeken, dat hy Gouverneur de Aucleurs van zekere foule en oploop onder het Krygsvolk binnen die Stad zoude doen nafpeuren en ftraffen; aangemerkt het Guarnifoen van Vlisfingen alleen bellond uit Engelsch Krygsvolk , het geen by een fpeciaal Accoord gefubjeóteerd was aan de Judicature van den Gouverneur der Stad Vlisfingen, ingevolge het 5 Art- van het Traétaat tuffchen de Heeren Staaten Generaal en Elizabeth , Koningin van Engeland, aangegaan den 10 Auguftus 1585; eene uitzondering, welke den anderzins aangenomen llelregel ten duidelykften beveiligd, en geen ongegrond vermoeden opleverd, dat het Staaten  tot de MILIT. JURISDICTIE. 69 ten Krygsvolk , deeze gewaande voorregten hunner Engelfche fpitsbroeders befchouwende, daar door zullen zyn aangemoedigd, om op ge]yke Privilegiën aanfpraak te maken. En wat aangaat het 3 Art. der Inftruclie voor de refpeétive Admiraliteiten, by de Heeren Staaten Generaal, den 13 Auguftus 1597 gearrefteerd, volgens het welk de Raaden ter Amiraliteit zouden kennis en Judicature hebben van alle misdaden, door het Bootsvolk begaan, namelyk zoo verre de kennis en ftraf der Capiteinen niet competeert; wel verjlaande, dat de delicten BUITEN SCHEEPSBOORT gepleegd , EN NIET WEZENDE MILITAIR, geftraft zullen worden by de Magiftraten, Officieren en Jufticieren van de Steden of Plaatfen, in welker Jurisdictie dezelve geperpetreerd, of de Delinquanten gevonden zullen worden; ontkend men geenzins, dat het zelve overeenkomt met het geftatueerde by Refolutie van Zeeland van 18 April 1591 , zoo veel het Bootsvolk aangaat: maar wel, dat de rede deezer conformiteit zoude moeten gezogt worden in de overeenkomft, welke men zoude meenen te vinden tuffchen een Guarnifoen, en tuffchen een Leger, Vloot of Oorlogfchip : zoo dra de Ordinaire Regtbanken niet kunnen geadiëert worden, gelyk in het Leger, buiten het Territoir der Provinciën , in een Vloot en op een Oorlogfchip, is het zeer natuurlyk dat de delicten, daar binnen gecommitteerd, geftraft worden door den eenigen daar aanwezenden Militairen Regter: maar in de Guarnifoenen is de Burgeriyke Regter by de hand , en 'er is geen reden om denzelven voor by te gaan. E 3 Men  ;o NALEZING van STUKKEN Men zal nu overgaan tot de Refolutie der Heeren Staaten van Zeeland van den 31 Maart 1Ó31, genomen op verzoek der Heeren van Zierik-Zee, en de Miffive aan Prins Frederik Hendrik daar uit gepreflueerd. De quaeftie was over een Soldaat,behooren* de tot het Guarnifoen van Zierik-Zee, befchuldigd van dievery, by die van 't Guarnifoen gevangen genomen , en by den Bailliuw der Stad te vergeefs gereclameerd. De Staaten fchryven hier over aan den Prins , met verzoek, dat zyn Excellentie den Krygsraad van Zierik-Zee zoude gelaften zig niet te onderwinden de kennis, 7*0» dicature en ftraffe van zulke delicten, NIET MILITAIR zynde, die by de Soldaten van hunne refpethve Compagnien binnen de voorfchreeve Stad en Jurisdictie van dien zouden worden geperpetreerd, maar daar mede te laten geworden Burgemeefteren en Schepenen voorfchreeve , die daar toe niet alleen by OUDE VOORGAANDE RESOLUTIE geautlorifeerd, maar daar van ook over veel faaren, en in CONTINUELE POSSESSIE zyn geweest. Ln verzogten de Staaten boven dien den Heer de Knuit de voorfchreeve Miffive met zyn particuliere Brieven te willen fecondeeren. Het ware fyftema der Heeren Staaten van Zeeland omtrent de Militaire Jurisdictie ftraalt ui deeze Refolutie en Miffive te duidelyk door om eenige uitleg of verdediging te behoeven l en zet een nieuw gewigt by aan de redenen,' ten bewyze aangevoerd,dat de deliberatien van den 23 Mey 1597 een formele Staats-Refolutie behelzen, aangezien de oude voorgaande Refolutie, waar van in deezen mentie gemaakt word, geen andere zyn kan, dan even die van 23 Mey  tot de MILIT. JURISDICTIE. 71 Mey 1597, terwyl men ter goeder trouw ignoreert een andere Refolutie , op dit geval toepaffelyk. Maar hier uit blykt boven dien, hoe onvoegfaam het zoude zyn, het geftatueerde by Refolutie van 18 April 1591 op te geven als een Landregt, het geen zelfs na de deliberatie van 1597 , zoude hebben voortgeduurd. Niet minder verzetteden zig de Staaten van Zeeland tegen de uitbreidinge van het Militair gezag, den 14 April 1645: vier Scheeps Capiteinen , behoorende onder het Reffort der Admiraliteit deezer Provincie , en befchuldigd zig tegen den Vyand niet wel gequeeten te hebben, wierden op Last der Staaten Generaal gedagvaart voor een Hoogen Scheeps-Krygsraad in 's Hage. Na rype deliberatie , refolveerden Hun Ed. Mog., dat, alzoo de Judicature der voorfchreeve Capiteinen toekwam aan de Admiraliteit deezer Provincie, men daar in geen indragt kon of mogt lyden , en dat, om de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal alle hoop en apparentie te beneemen , dat men zig zoude laten disponeeren, de voorfchreeve Judicature aan den Hoogen Scheeps-Krygsraad te laten, het zelve aan Hun Hoog Mogende by eene beredeneerde Miffive in klare, precyfe en peremptoire termen zoude worden bekend gemaakt. Aan deeze Refolutie wierd promptelyk voldaan, verklarende Hun Ed. Mog. in meergemelde Miffive , dat Hun Ed. Mog. zoodanigen Hoogen Scheeps* Krygsraad, voor welke de voorfchreeve Capiteins ontboden waren, niet kenden, en ignoreerden, BY WIEN en op WIENS COMMISSIE ende IN• STRUCTIE dezelve zoude zyn geerigeerd, waar E 4 toe  1% NALEZING van STUKKEN toe alvorens STAATSGEWYZE DELIRFRA ™N en CONSENT VAN DE PROVit HEN wierd gerequireerd. Men is dus genaderd tot de bekende Refolutie door de Bondgenoten , op de Groote Vergadering, den 25 Maart 16*1 genomen, en jaar by bepaald is: Dat de Commandeurs met den Krygsraad in de voorgemelde Steden, (te we. ten van Gelderland) de Militaire Jurisdictie niet verder zullen vermogen gebruiken nog extendeeren als over du nalatigheid en overtreding van togten en wagten , overgaan aan den Vyand, defertie van Compagnien, ofte verloop van de eene Compagnie onder de andere zonder paspoort, mitsgaders over exceffen m delicten, die de Officieren en Soldaten onderling op de eene tegens den anderen zullen komen te begaan, en vorder niet. Invoegen dat over alkandere^ zaken, zy zyn Crimineele of Civile, die Militaire Perfoonen apprehenfibel, convenibel, jufticiabel en executabel zullen zyn by den Civilen ofPohtiquen Rechter, wiens fententie mede over Jchulden en anders gerezen by gebrek van gerede of ongereede Goederen, op de gage van de gecondemneer de, na de ordre van 't Land, ter executie geJteld zullen worden. ° Men kan zig, ten aanzien dezer Refolutie, refereeren tot het geen daar omtrend in de voortreffelyke Memorie der HeeTen Gedeou teerden van Amflerdam op het fuS der MiS-' taire Junsdufhe, den 28 January i7ts/ er Vergadering van Holland overgegeven,! er neder gefield en waar by bewezen is (onder anderen) 1. Dat by deeze Refolutie geen particulier R.gt aan de Provincie van GeldeXd word toegekend, het welk de andereSï cien  tot de MILIT. JURISDICTIE. 73 cien niet zoude competeeren:maar alleen, ten verzoeke van die Provincie,een aanfchryving gedaan word, tot maintien van het Territoriaal regt, welke aanfchryving de andere Bondgenoten, en dus ook deeze Provincie, voor zig onnodig oordeelden, begrypende het zelve hen, independentelyk van eenige dispofitie van de Groote Vergadering, uit hoofde van derzelver Souverainiteit, refpectivelyk te competeeren. 2. Dat door deeze Refolutie geen de minfte atteinte word toegebragt aan het Regt, ieder der Bondgenoten competerende, omtrent het beleid der zaken van de Militie, en fpeciaal de Militaire Jurisdictie, terwyl het zelve veel eer daar by is gereferveerd en beveiligd. Zoo dat deeze aanfchryving aan de Commandeurs en Krygsraden der Steden van Gelderland geene de allerminfte relatie heeft tot de zes andere Provinciën , nog in praejudicie van dezelve kan getrokken worden, en dat de Militaire Jurisdictie in de Groote Vergadering is gelaten op den voet der Inftructie van den Raad van Staate van 1588 , gelyk uit het 50 Art. der Inftructie voor denzelven Raad, in deeze Groote Vergadering gearrefteerd, kennelyk is. Mogelyk zou het fchriftelyk Rapport door de Zeeuwfche Heeren Gedeputeerden den 6 Juny 1651 nopens het voorgevallene ter Groote Vergadering aan de Staaten van Zeeland gedaan , eenig meerder ligt aan de bewufte Refolutie, met betrekking tot deeze Provincie, kunnen byzetten , dan alzoo Heeren Commisfarilfen het zelve niet hebben kunnen magtig worden , zullen zy zig met de voorgeftelde reflectien vergenoegen. E 5 Men  74 NALEZING van STUKKEN Men kan egter niet ontkennen dat de Raad van Staate by Refolutie van 9 February 1703 de Commandeurs en Krygsraden der Steden, Stem in Staat hebbende, heeft aangefchreeven praecifelyk te agtervolgen de Refolutie der Groote Vergadering: en dat dus deeze, ook op dien grond, geen vryheid hadden hunne Jurisdictie verder uit te breiden, dan de voorfchreve Refolutie mede bragt, die hun ten rigtfnoer door den fuperieuren Militairen Regter was voorgefchreven. Nog diend hier geremarqueerd, dat Prins • Willem de III, by Miffive van den 3 Juny 1675, aan de Staaten van Zeeland een voorflag gedaan heeft, ten einde te arrefteeren een proviiionele fchikking nopens de Militaire Jurisdictie, in het Criminele en in 't Civile, vermeld in deeze Staaten Notulen van den 6 Juny daar aan volgende, en waarfchynelyk van denzelven inhoud als de Miffive van Hoogftdenzelven Vorft aan den Hove van Holland en Zeeland, te vinden onder de bylagen agter de Verhandeling over de Militaire Jurisdictie van den Heer Rendorp p. 18. 19. dog waar opgeen deliberatien gevallen zyn, hebbende alleen de refpeétive Leden daar van Copie verzogt. Uit al het hier vorengemelde blykt mitsdien ten duidelykften, dat de Heeren Staaten van Zeeland, nog afzonderlyk, nog gezamentlyk met de Bondgenooten, aan de Militaire Regters binnen hunne Souveraine Provincie iets meerder hebben afgeftaan, dan de kennis en ftrafoefening van pure Militaire deliclen,en dat mitsdien door laatftgemelde geen breeder Jurisdictie kan worden gefuftineerd, als over nalatig-  tot de MIL1T. JURISDICTIE. 75 tigheid en overtreeding in Togten en Wagten, overgaan aan den Vyand, defertie van Compagnien , overloopen van de eene Compagnie onder de andere zonder Paspoort, en dus in 't generaal over alle zoodanige misdaden, die door een Militair tegen zyn functie als Militair begaan zyn, zynde het mitsdien overbodig hier by te voegen, dat de delicten van Militaire vrouwen, kinderen en dienftboden; gelyk mede de delicten van Militairen, begaan voor zy in dienft waren, en eindelyk de Militaire delicten , gepaard gaande met eenig commun delict, aan de cognitie van den Civilen Regter competeeren. Terwyl, ten aanzien der Delicten van den eenen Soldaat tegen den anderen in het Guarnifoen gepleegd, hoe zeer de Judicature derzelve niet uitdrukkelyk aan den Militairen Regter is opgedragen, de Staaten van Zeeland nogthans by Refolutie van den Jaare 1597 getoont hebben niet ongenegen te zyn de prseventie in dat geval, te willen toelaten. Daar nu Koogltdezelve, nadien tyd, zulks niet hebben gerevoceerd of tegengefproken , kan zig de ordinaire Juftitie onbezwaard houden, wanneer zy in zoodanig geval door den Militairen Regter is gepravenieerd, immers ter tyd toe de Souverain zyne intentie anderzins zoude hebben verklaard. Doch ten aanzien der delicten , door den eenen Bootsgezel tegen den anderen gepleegd, buiten Scheepsboord, oordeelt men het Regt van preventie der Militairen Scheeps-Regter binnen deeze Provincie niet te competeeren, hoe zeer anderzins de Staaten van Zeeland by Re-  76 NALEZING van STUKKEN gevenneid ook daar omtrent betoonden; aangezien de voorfchr. deliéten niet vallen in de derTn^»-^ hierJV°ren «gehaalde 3 Art dei Inftruaie voor de Admiraliteiten van den j3 Auguftus des zeiven Jaars, welke den SeepS-R!gter Zeker ten Vnoer van zyn gedrag in deezen verftrekken moet. Daar nu de Militaire Jurisdictie binnen de Piovincie van Zeeland niet verder gaat dan omtrent^ Militaire delicJen, was hit over boodig te bepalen dat Militaire Perfoonen in cas van fraude van 's Lands Gemeene Midde, Jen en van dejagt, voor den Civilen Regter zouden moeten te regt ftaan , ingevolge de Miffive van Prins Willem den IV?, van den bv defl.750 ? V6 Hl W« Cte vinden bj deïHeer- van der Kemp Magazyn Milit. V.D. °J' 3Ö' S1-) daar deeze misdaden even als andere verkortingen van 'sLands Domeinen, gelyk Strandroof, Viffery, en alle andere mï- dHr'f me;MiJitair Z*nde> tot departement der ordinaire Juftitie eo ipfo behooren. hPul^ z?ude als nu k"™en aantoonen hoe Ï£ ZT ^ StaatsreSc deezer Provincie, zoo ine< rv 6 °.mKrent d£ Militaire Jurisdiftie m cas Ciimmeel bewezen is geëtablisfeerd te zyn, voor s Lands welvaart en de veiligheid dei goede Ingezetenen zy, en aan hoeveel zwa.igheden een verdere uitbreiding dier Judicature onderhevig zyn zou: dan alzoo zulks mcermaalen is aangetoond in verfcheiden ge\V> Z!deVi eeniSen £yd op dit onder- h 'P r deVdrS gCmeen g^aakt, zullen tieerea CommilTariffen de vryheid neemen zig, voor  tot de MILIT. JURISDICTIE. 77 voor als nog, daar omtrent niet verder te elargeeren, immers ter tyd toe zy de eer zullen hebben hunne gedagten nopens eenige te maken voorzieningen voor het vervolg, en de middelen die tot maintien van het gezag der ordinaire Regtbanken en Politique Overheden zullen dienen in 't werk gefield te worden,aan Hun Ed. Mog. te fuppediteeren. TWEEDE HOOFDPOINCT. Rakende de Militaire Jurisdictie in cas Civit. Heeren CommifTarifren zullen de vryheid nemen hier omtrent te herinneren, het geen reeds in begin van dit Rapport is aangemerkt, namelyk, dat de Militaire Jurisdictie eene gedelegeerde Jurisdictie zynde, ten klaarften , met vertooning van eene fpeciale overgifte van den Souverain, moet bewezen worden, door de geenen, die uit kragte daar van een Privilegium Fori pratendeeren. Nu is de vraag, of een Militair gedaagd zynde (want zoo hy Eiffcher is, volgt hy het forum van zyn party) door een ander Militair of een Burger , in civile zaken, naar Zeeuwfche Regten kan en moet aangefproken worden voor den Militairen Regter ? Wat onder de Gravelyke Regeering des aangaande regtens geweeft zy, en welkefuftenuen 's Graven Krygsvolk immer beflond te voeren, daar latende, als niet applicabel op de Militie van den vryen Staat der Zeven Vereenigde Geweflen, zalmen alleen remarqueeren, dat men reeds ten Jare 1590 het Krygsvolk heeft ziep  78 NALEZING van STUKKEN zien prstenfie maken op een Civile Jurisdictie, en declinatoire exceptien proponeeren van hunne ordinaire Magiftraten, gelyk Heeren Gecommitteerde Raaden van Zeeland, by Miffive van den 25 Auguftus 1590 den Staatsleden vertoonden, fchoon Hun Ed. Mog. by derzelve volgende Miffive van den 29 Maart 1591 alleen mentie maken van verfchillen over de Crimineele Juftitie. Dog nimmer is by de Staaten omtrent de Militaire Jurisdictie in cas Civil eene Refolutie genomen, nog afzonderlyk, nog met de gezamentlyke Bondgenooten, waar by het Landregt van Zeeland in dit ftuk zoude zyn verminderd geworden. Uit de Inftruclie van den Raad van Staate valt niets ten voordeele van de Krygs-geregten af te leiden , gelyk de primitive Militaire Regter de Raad van Staate zelf erkende, met de Krygsraden, by Refolutie van 9 February 1703, aan te fchryven om precifelyk te volgen de Refolutie der groote Vergadering van 25 Maart J651, volgens welke het Krygsvolk alle aanfpraak op Civile Jurisdictie uitdrukkelyk ontzegt word : en welk bevel het zelve wel ftiptelyk had behooren te volgen, voor al na dat deeze aanfchryving van den Raad van Staate by Refolutie der Staaten Generaal van den 21 January 1704, was beveiligd. 'tls waar, in de Refolutie der groote Vergadering ftaat niet, dat in civile zaken de Militaire privativelyk convenibel zyn zullen by den Politiquen Regter, niet tegenftaande de Provincie van Utrecht daar toe geadvifeerd had. Het is mogelyk, dat de Militaire Regter meermalen over civile zaken heeft gecognos- ceerd.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 79 ceerd, onder het oog en zonder tegenfpreken van den Souverain. Het is mogelyk, dat zulks in fornmige gevallen nuttig geweeft zy, maar is het gevolg, hier uit af te leiden, genoegfaam om eene gedelegeerde Jurisdictie te bewyzen, al was het zelf, dat zy zoude moeten concurreeren met de Ordinaire Juftitie, en niet werken als volente actore ? Het denkbeeld van Jurisdictie ftryd volftrekt met zoodanig eene opvatting. Het gedrag van een aanlegger, die goedvind zyn party voor een Militaire Regtbank aan te fpreken, geeft denzelven Regter geen meerder grond tot eene concurrente Jurisdictie, dan of de Militaire zyn Spitsbroeders of een Burger voor een Militaire Regtbank had geconvenieerd, en deeze zig dien Regter hadden onderworpen. En het oeffenen van Jurisdictie, buiten uitdrukkelyke toeftemming van den Souverain van het Territoir , is niet alleen een loutere ufurpatie, maar bovendien een manifefte en ftrafbaaro fchending zyner Hooge Regten. Men oordeele dan, wat men te denken hebbe van zoodanige acten van Jurisdictie, waar door de Militaire Regter zig heeft durven aanmatigen de magt om Burgers indirect te verpligten van voor een Militaire Regtbank te moeten ageeren, by voorbeeld, in de beheering van Infolvente Boedels, en 't houden van Judicium Prceferentice et Concurrentia, de aanitelling van Voogden, en zoodanige andere daden , die uit het Regt van Magiftrature proflueeren. Uit eerbied voor de nagedagtenis der overledene Stadhouders, Willem den III. en Willem  80 NALEZING van STUKKEN lem den IV. zal men geen gewag maken vafl die gehafardeerde Hellingen, die Hoogftdezelve meermalen , aangaande de Militaire Jurisdictie in cas Civil, hebben gevoerd , en by aanfchryving aan Collegien en Regtbanken gefouteneerd. Liever field men deeze op rekening van des Vorflen gevaarlyke Raadslieden, wier onkunde of kwaadwilligheid daar van de eenige dryfveeren zyn konden. Het is genoeg, dat aan geen der Stadhouders of Capiteinen Generaal, immer gegeeven zy de magt, om omtrent de Militaire Jurisdictie in cas Civil binnen hunne Provincie beflelling te maken. Heeren CommifTarhTen befluiten dus, dat volgens het Staatsregt van Zeeland aan de Militairen , op het Souverain Territoir dier Provincie niet competeert eenig Regt, hoe genaamd, tot de exercitie van Jurisdictie in cas Civil, zonder eenige de minfle bepaling of uitzondering, en dat mitsdien een Militair, door een ander Militair of Burger, voor den Krygsgeregten in civile zaken niet alleen niet moet, maar ook niet kan worden geconvenieerd. DERDE HOOFDPOINCT. Rakende de Hooge en Lage Militaire Regters. Dook de Lage Militaire Regters verftaat men de Krygsraden der Militie binnen de Provincie van Zeeland Guarnifoen houdende, zonder onderfcheid of dezelve zig bevinden in Stemmende of niet Stemmende Steden of een Platten Lande, vermits de diftinctie, welke tuffen de Steden, uit kragte der Refolutie van 18 April 1591  tot de MILIT. JURISDICTIE. 8i 1591 (in welke gefproken word van bejlote Steden) zoude mogen gerekend worden te zyn ingevoerd, moet geoordeeld worden te ceiTeeren, zoo dra de werking der voorfchr. Refolutie zelfs heeft opgehouden, te meer daar by de nadere Refolutie van 23 en 29 Mey 1597, buiten welke,gelyk hier vooren is aangetoond, aan den Militairen Regter door den Souverain nimmer iets is afgeftaan, dit onderfcheid niet is ingevoerd; en dus de Magiftraten der niet Stemmende Steden binnen deeze Provincie, behooren te behouden het vrye en ongeftoord genot der volle Criminele en "Civile Jurisdictie, aan dezelve by oude Privilegiën opgedragen, met uitzondering alleen van de cognitie en ftrafoeffening van pure Militaire delicten, even en op denzelven voet, als aan de Magiftraten der Stemmende Steden toekomt. En hoe zeer de aanfchryving der Groote Vergadering aan de Commandeurs en Krygsraden alleen der Stemmende Steden van Gelderland fchynt ingerigt geweeft te zyn, kan zulks niets opereeren ten aanzien van deeze Provincie, niet alleen om dat dezelve by de voorfchr. aanfchryving niet was geconcerneerd, maar ook om dat meermalen bewezen is, fpeciaal ook by de meergemelde Memorie der Heeren Gedeputeerden van Amfterdam, dat door de Stemmende Steden aldaar niets anders kan verftaan worden, dan de Steden der Stemmende Provinciën, in tegenoverftelling der Steden op het Territoir van de Generaliteit of buiten de Stemmende Provinciën gelegen. Wat de fuperieure Militaire Regters aangaat, kunnen Heeren CommilTariiTen daar voor geeNal. I. Deel. I. Stuk. F ne  82 NALEZING van STUKKEN ne andere erkennen dan alleen den Raad van Staate, üit kragte en ingevolge deszelfs Inftructien , fpeciaal van dejaaren 1588 en 1651, hier voren aangehaald : en waar uit, zoo vertrouwt word, ten duidelykften is aangetoond , dat de Jurisdictie van den Raad over het Krygsvolk niet verder gaat; dan nopens pure Militaire delicten, mitsgaders zoodanige commune misdaden, die in het Leger of op Marfch, buiten het Territoir der Provinciën zouden zyn voorgevallen. Daar nu niemand aan een ander meer kan overdragen danhy zelf heeft, in gevallen zelfs, waar in zoodanige overdragt zoude geoorloft zyn, is het zeer duidelyk, dat al het gezag, het geen de Raad van Staate aan de refpective Capiteinen Generaal van de Unie, of aan den zoo genaamden Hoogen Krygsraad, betrekkelyk de Militaire Jurisdictie, direct of indirect, zoude mogen hebben overgelaten, zig volftrekt zoude moeten bepalen tot het geen bewezen is, den Raad zelf alleenlyk te competeeren. Dan het is eene onloochenbaare waarheid, dat eene fpeciaal gedelegeerde Jurisdictie (hoedanig zeker die van den Raad van Staate over het Krygsvolk is) aan een ander niet kan worden overgedragen, dan op expres bevel van den Souverain , in wiens naam zoodanige regtsdwang word uitgeoefFend , ten dien effecte , dat al het geen op zoodanige expreffe blyken van den wil des Souverains niet zoude kunnen bewezen worden te fteunen, ipfo jure nul zy en van onwaarde. Maar hier van zal de Raad van Staate nimmer  tot de MILIT. JURISDICTIE* 83 mer voldoende bewyzen kunnen bybrengem Veel eer zal dezelve uit vergelyking derlnftructien voor Prins Mauritz en den Raad van Staate van 1584, en haare Inftruclie van 1588 ontdekken, dat, daar in de eerftgemelde het gezag en de Judicature over de Militie aan Prins Mauritz en den Raad gezamentlyk was opgedragen, de naam van den Prins in de Inftruótie van 1588 (op welk tydftip de tegenwoordige Staats-Regeering eigentlyk haar begin genomen heeft) niet voorkomt, maar dat het daar by bepaald gezag over de Militie aan den Raad alleen is toevertrouwd, terwyl zelf, ingevolge de Inftruclie van den Jaare 1651, de Heeren Gedeputeerden ter Generaliteit tot de gezamentlyke uitoefening van deeze magt met en benevens den Raad van Staate zyn gequalificeerd. En gelyk de Raad van Staate niet bevoegd was de magt, haar opgedragen, geheel of gedeeltelyk aan een ander over te laten, zoo hadden de refpective Stadhouders, uit hoofde van geen van Hoogderzelver eminente charges (onder reverentie) het regt dezelve aan te nemen. De Heeren Stadhouders, op commiffie der Staaten van de byzondere Provinciën aangefteld,ftonden niet in betrekking als Capiteinen Generaal van de Unie of van de Vereenigde Geweften, en konden mitsdien geen magt oefenen over het Krygsvolk van den Staat, buiten het Territoir der Provinciën , van welke zy particuliere commiffie ontfangen hadden. Ook waren zy niet altoos Capiteinen Generaal van de Unie en te geJyk van alle de Geweften. En F 2 wan-  84 NALEZING van STUKKEN wanneer deeze hooge waardigheden ai in denzelven perfoon vereenigd waren, kon zig de magt van Hoogdenzelven ais Capiteinen Generaal van de Unie over het volk van Oorlog of de Legers van den Staat,binnen de Provinciën niet verder uitftrekken als Hoogdeszelfs Commiffie als Provinciale Capitein Generaal toeliet. Voor het overige kan hier over breeder worden nagezien de Verhandeling van den Heer van Slingeland over de Militie, thans gedrukt in het Magazyn van den Heer van der Kemp, IIL D. Capitt. 5 en 6. Wat verder den zoogenaamdcnHoogenKrygsraad aangaat, of, gelyk dezelve zig nog korts geleden noemde, de Hooge Krygsraad der Vereenigde Nederlanden, het is meermalen bewezen , dat dezelve originelyk is geweeft een Krygsraad te Velde by Prins Mauritz aangefteld, ten dienfte van het Leger, buiten eenige toeftemming der Bondgenoten, (waar op vvaarfchynlyk applicabel is de Refolutie der Heeren Staaten van Zeeland van den 12 September van 1590, in deeze woorden : Op het poinct der ereclie van een Krygsraad, nevens zyn Excellentie, is geresolveerd, onnoodig hier op te refolveeren alzoo de voorfchr. Krygsraad alleen is opgeregt geweeft ad Certum actum.) Dat ditCollegie al vroeg haar permanente refidentie in 'sHage gehouden heeft, dog vervallen is na den dood van Prins Willem den II. en weder herfteld by Prins Willem den III., door wien zelf een exprelfe Inftructie voor denzelven Krygsraad ten Jaaren 1700 is vaftgefteld. Dat eindlyk Hooggemelde Prins ten Jaare 1702 overleden zynde, de Hooge Krygsraad weder heeft  tot de MILIT. JURISDICTIE. 85^ heeft opgehouden, ter tyd toe dezelve door den laatft overleden Stadhouder Willem den IV. weder herlteld is. Gelyk al het zelve meermalen is aangetoond in zeer veele Provinciale en Stedelyke Advyfen en Memorien, en andere private gefchriften, van tyd tot tyd met den druk gemeen gemaakt, waar toe Heeren CommifTariiren de vryheid nemen zullen zig kortheids halve te refereeren. Nimmer heeft deeze Provincie, nimmer hebben de Bondgenoten in de Commiffie en Inftruclie voor den bewuften Krygsraad bewilligd. De Vergadering van Hun Hoog Mog. was onbevoegd denzelven te homologeeren, en het adveu van Hun Hoog Mog. zou in allen gevalle niet kunnen effeclueeren , dat de Hooge Krygsraad als een by de Bondgenoten geavoueerde Regtbank, als een intermediair Hof van Militaire Juftitie voor het Krygsvolk van den Staat zou kunnen worden aangemerkt. Terwyl uit de Confenten der refpeótive Provinciën in de betaling van de Traktementen der Leden van den Hoogen Krygsraad, Jaarlyks op den Staat van Oorlog gebragt, niets meerder ten voordeele van den gemelden Krygsraad kan worden geëlicieerd, dan dat de Bondgenoten bewilligd hebben, dat eenige Amptenaren betaald wierden , om, in tyd van Oorlog , wanneer het Leger van den Staat was te Velde getrokken, te kunnen worden geëmployeerd. Wel verre dus dat de prastenfe Hooge Krygsraad der Vereenigde Nederlanden zoude kunnen geoordeeld worden over een te komen mef de Conftitutie der Republyk, zouden daar F 3 op  86 NALEZING van STUKKEN op konnen worden toegepaft de praxife en peremtoire termen, waar van zig de Heeren Staaten van Zeeland, ten Jaare 1645, aangaande zekeren Hoogen Scheeps- Krygsraad in 'sHage, bedienden, dat Hun Ed. Mog. zoodanigen Hoogen Krygsraad niet kennen en ignoreeren, op wiens Commisfie en Inftrutlie dezelve zou zyn geërigeerd , waar toe alvorens Staatsgewyze deliberatien en confent van de Provinciën word gerequireerd. De onwettigheid der exiftentie van den Hoogen Krygsraad, buiten expres Confent der Bondgcnooten, ontleend uitdeszelfs oorfprong, voortduring en genfurpeerd gezag, zoude uit de arbitraire en gedurig toenemende regts-oefening van die prajtenfe Regtbank nog verder kunnen worden aangewezen, indien menigvuldige voorbeelden van tyd tot tyd voorgevallen, byzondcr de eclatante procedures tegen den Vaandrig de Witte, (waar mede een notoire inbreuk is gedaan op het Hoog gezag deezer Provincie) dit poinct, naar het oordeel van Heeren Commiflariiren, niet buiten tegenfpraak gefield hadden. Behalven dat omtrent den Hoogen en Mindere Krygsraden zou kunnen worden aangemerkt, dat deeze Regters doorgaans meer ken, nis hebben van den Wapenhandel dan van het Regt, fleunende op Placaten , Privilegiën, Wetten en Couflumen van den Lande en der Steden, welke niet te min op Soldaten zoo wel als andere Ingezetenen applicabel zyn; dat de Militaire Regtbanken niet zelden beftaan uit Officieren van allerley natiën, dikwerf onkundig in de taal van het Land : en eindclyk, dat de  tot de MILIT. JURISDICTIE. 87 de manier van procedeeren voor de refpective Krygsraden zoodanig onregelmatig en onzeker zy, dat men alles te famen overwogen, aan de Militaire Regters ter naauwer nood de kennis neeming en ftraf alleen van pure Militaire misdaden, die niet zelden met verlies van leven of vryheid gepunieerd worden, zoude durven toevertrouwen. Daar nu deeze Provincie by Refolutie van den 2 Mey laatftleden in den Staat van Oorlog over dezen Jaare niet verder heeft geconfenteerd, als voor zoo ver daar in eenparig by alle de Bondgenooten zoude worden bewilligd, en, de Heeren Staaten van Holland, ingevolge de Refolutie van Hun Ed. Groot Mog. van den 1 Mey laaftleden, den 2 daar aan ter Generaliteit ingebragt, de poft voor den Hoogen Krygsraad, ter repartitie dier Provincie ftaande , hebben afgewezen, gelyk ook door andere Provinciën, meer of min direct is gefchied, oordeelen Heeren Commiffariflen, dat de meergemelde Hooge Krygsraad ook by deeze Provincie moet gehouden worden voor afgewezen , en dat de Heeren Ordinaris Gedeputeerden zouden kunnen worden aangefchreven, om te infteren, dat de Raad van Staate wierd verzogt dien poft voortaan uit den Staat van Oorlog te ligten, en verder te vigileeren, dat door den voornoemden Hoogen Krygsraad geenerley Aften van Jurisdiftie op het Territoir der Generaliteit gepleegd wierden : dat ook door eene Commiffie, door de Vergade. ring van Hun Hoog Mog. expreflelyk te benoemen , zoude worden nagegaan, op wat wyze de Militaire Jurisdiftie in de Generaliteits F 4 Lan"  88 NALEZING van STUKKEN Landen aftueel geëxcerceerd word; hoedanig zulks volgens de Grondwetten zoude moeten gelcnieden , en welke voorziening voor het vervolg daar omtrent noodig zoude zyn, waar van het uit te brengen Rapport door de Heeren Ordinaris Gedeputeerden ter deliberatie van Hun Ed. Mog. zou behooren te worden overgenomen. Dat ook by deeze Provincie deliberatien zouden kunnen worden aangelegd en overwogen, welke fchikkingen zouden behooren beraamd te worden en vaftgefteld omtrent de procedures, voor den gewezen Hoogen Krygsraad onafgedaan, er, de Gevangenen, wier lot aldaar onbenut gebleven is. Dat wyders, zoo wanneer Hun Ed. Mog zig mogten confomieeren met de eenparige adees van Heeren Commisfariflên in het eerfte en tweede Hoofdpoinft voorgefteld, Hun Ed Mog. daar van by Publicatie aan de goede In. gezetenen zouden behooren kennis te geeven, even als de Heeren Staaten van Holland op den 30 April deezes Jaars hebben gedaan. Dat alzoo de kortheid des tyds niet heeft toegelaten na behooren te examineeren de onderleidden Propolitien der Heeren van Middelburg, Zienczee en Veere, rakendeverfcbillen over Judicature van Militaire Perfoonen mitsgaders de Miffive van Zyne Doorlugtigè Hoogheid in dato den % deezer, proponeerende eenige provifioneele fchikkingen, Heeren Commiffariflen de eer zullen hebben zoo dra mogelyk Hun Ed. Mog. daar omtrent te dienen van derzelver Confideratien en Advys Terwyl eindelyk Heeren Commiffariflen de vry-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 89 vryheid neemen aan zig te referveeren, omme, by een volgende gelegenheid, Hun Ed. Mog. te advifeeren hoedanig het Staatregt deezer Provincie op het ftuk der Militaire Jurisdictie in byzondere gevallen zoude behooren te worden gereguleerd , en' fpeciaal, welke voorzieningen tot maintien van de aucforiteit der ordinaire Juftitie en van het wettig gezag der Stedelyke Overheden zouden behooren te worden vaftgefteld. X I. EXTRACT uit het Register van de Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Den 11 Auguftus 1783. De Raadpenfionaris heeft gerapporteerd uit naam van Heeren Commilfariffen, hebbende, ter voldoening van H. E. M. Refolutie Commisforiaal van den 24 July jongstleden geëxamineerd de , ten zeiven dage, ter Refumtie gebragt Concept Miffive van den Hove Provinciaal, om H. E. M. te dienen van Advys op het aan Z. H. geprrefenteerd , dog door Hoogftdezelve aan H. E. M. zoo wel als aan de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland gezonden, Requeft door den gevangen Vaandrig de Witte, om brieven van abolitie; als mede de Miffive van den Kove Provinciaal van den 15 Mey, in antwoord op die van H. E. M. van den 30 April te vooren, over de by denzelven Hove gefustineerde onnoodige F 5 de- Rankt de zsnk van de V/iite Miffive aan Holland en aan 't Hof.  oo NALEZING van STUKKEN delegatie, om in 't geval van den voorfz. de Witte Judicature te oeftenen; mitsgaders de confideratie der Heeren van Middelburg, zoo verre betreft het met Hooggemelde Heeren Staaten van Holland de concert gaan, nopens het bovengemelde Requeft, en eindelyk nog nader de niet beantwoorde Miffive van Hun Ed. Gr. Mog. van den 27 Decemb. 1782, in antwoord op die van H. E. M. van den 2 te vooren, alles breeder vermeld by de Notulen van den voorfz. 24 July. Dat Heeren Commiirariilen van oordeel waren geweeft, dat het requireeren van de Conlideratien en Advys van den Hove op het voorfz. Requeft van de Witte om abolitie , tot nadere deliberatie zoude behooren te worden aangehouden, in afwagtinge wat hier in by de Provincie van Holland zal worden gedaan, en ten einde diezaak niet buiten haar geheel geraake; dog dat zy Heeren vermeend hadden het van de uiterfte noodzakelykheid te zyn, dat de redenen dooiden Hove, by derzei ver Miffive van den 1 s Mey, geallegeerd tot ftaaving van derzelver fuftenue van geen delegatie in 't geval van de Witte noodig te hebben, behoorden te worden gerefuteerd en aangetoond te ftryden met de Accorden tusfchen de beide Provinciën aangegaan , omtrent de Hoven van Juftitie,. engantfch niet overeen te komen metdedenkwyze in vroeger tyd van den gemelden Hove; en dat ook by die gelegenheid door H E. M. van den Hove zoude behooren te worden ge. requireerd alle de ftukken en befcheiden tot de zaak van de Witte betrekkelyk, en te gelyk aangefchreven, om in deeze zaak niet te vo- tee-  tot de MILIT. JURISDICTIE, 91 teercn, of iets te doen buiten kennis deezer Provincie, aangezien dit ook aan hen Heeren zeer noodig was geoordeeld. Dat Heeren Comtnifl'ariflen voorts, met betrekking tot de dus verre onbeantwoord gebleeve Miffive der Heeren Staaten van Holland van 27 December , als nu hadden gemeend dat zulks ten fpoedigften behoorde te gefchieden , en daar by in confideratie gegeeven, of het ter bevordering der wederzydfche deliberatien op het voornoemde Requeft van de Witte om abolitie, niet nuttig en dienftig zyn zou , alvoorens door Hun Ed. Gr. Mog. of door II. E. Mog. op de Miffive van Z. H. en dat bygevocgd Requeft wierd gedisponeerd, des aangaande met gemeen overleg te werk te gaan; doch dat ook by die gelegenheid reflexie zou dienen te worden geflagen op de periode, voorkoomende in de bovengemelde Miffive van Holland, wegens de oy H. E. M. in de zaak van de Witte genomen Refolutie , zonder eenige voorafgaande communicatie deezen aargaande met Hun Ed. Gr. Mog. plaats gegeeven te hebben. Dat Heeren Commiffarilfen ten voorfz. einde hadden geconcipieerd twee Miffiven , als een aan den Hove, en een aan Holland, welke d'eer hadden nevens dit hun Rapport over te leggen. Dat voorts en in afwagtinge van het antwoord van dezelve Provincie, en van de gerequireerde ftukken van den Hove, de deliberatien van H. E. M. over de Miffive van Z. H. en bygevocgd Requeft van de Witt? al  92 NALEZING van STUKKEN BOUdV^ Z0Ude behooren te worden aange- Accordeert &c. X I I. EXTRACT uit het Regijier van de Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Den 21 Auguftus 1783. t _ Na het Gebed, zyn gercfumeerd de Refolutien van den 18 deezer maand, die, na deliberatie , zyn geapprobeert en gehouden voor gearrefteerd: by welke gelegentheid de Heeren Gedeputeerden van rcfpeftive Steeden hebben geinfteert, dat de Raadpenlionaris voor den Heer Eerst Edele, zich als nu geliefde te expliceeren op den voorflag der Heeren van Middelburg , by de Notulen va den 4 deezer vermeld, ter bepaaling van een tyd, binnen welken, na het uitbrengen van het Rapport, het poincl der Militaire Jurisdictie zal moeten worden afgedaan; waar op de Raadpenlionaris in bovengemelde qualiteit, in bedenking heeft gegeeven, of over een zaak van zoo een aanbelang, erheen zoo naauwe relatie hebbende, met de difcipline Militair , die , zonder Jurisdiftie , niet geëxerceert kan worden, de confideratien en advis van Z. D. H. als Capitein Generaal niet behoorden gevraagt te worden, en ten dien einde het Rapport aan Hoogftdenzelven toegezonden. Het  tot de MILIT. JURISDICTIE. 93 Het welk gehoord, hebben de Heeren Gedeputeerden van de Steeden gefuftineerd, dat, den Heer Eerst Edele, zich verklaard hebbende, als nu ook de tydsbepaaling, tot het afdoen van 't poincl.der Militaire Jurisdiftie konde geconcludeerd worden ; verzoekende mitsdien , dat de Raadpenfionaris thans-daar toe geliefde te procedeeren; dan declareerde dezelve zulks niet te konnen doen, aangezien hy voor den Heer Eerst Edele zich geenfints op de bovengemelde tyds bepaalinge had geëxpliceert, maar alleen een confideratie van een andere natuur geoppert, verzoekende teffens op het vriendelykfte dat deeze deliberatie nog eenige dagen mogte Werden uitgeftelt, wanneer de Heer van Lynden van Blitterswyk,Zyne Hoogheids effeftiven Reprafentant, ter vergadering zelve prasfent zoude konnen weezen. Hier óp wierd door vyf Leden wel gezegt, dat daar in zouden bewilligen, voor den tyd van agt dagen, mids hy Raadpenfionaris aannam, om , 't zy welgemelde Heer van Lynden als dan prafent mogte weezen , of niet; op die Scffie de Conclufie te zullen nemen, doch de aan wezenden Heer Gedeputeerde van Tho]en , perfifteerende by de inftantien, dat de Raadpenfionaris heden daar op behoorde te Concludeeren , terwyl het aan Z. Ed. voor den Heer Eerst Edele advifeerende, vry ftond,om tegens dezelve Conclufie , des goedvindende , te protefteeren : Waar na de Raadpenfionaris gezegt hebbende dat zich niet konde engageeren, om heden 8 daagen de Conclufie te neemen , maar wel om te verzoeken dat als dan wegens den Heer Eerst Edele ten deezen finaal mo-  94 NALEZING van STUKKEN moge werde geadvifecrt; te meer daar zoodanig een engagement van evenveel efFect zoude moeten gerekent worden, als of de Conclufie zelve heden wierde genomen, hebben de Heeren Gedeputeerden van alle de Steeden,op het kragtigftegeinfteerd, dat hy Raadpenfionaris dan maar te deezer Seflic voor den Heer Eerfte Edele, zich nopens de tyds bepaalingen wilde expliceeren en heeft hy vervolgens om een afeinde van zaaken te maakcn, gezegt, dat Z. H. van oordeel zynde,dat,omtrent de Militaire Jurisdictie, er een Landwet in deeze Provincie plaats heeft, dat dezelve niet kan worden geabrogeert en een ander daar tegens in de plaats gefteld, zonder eenparigheid van alle de Staatsleden , dat het derhalven een zaak is, die niet per plura kan worden geconcludeert, en dat dus ook zonder eenparigheid geen dag konde worden vastgeftelt, om af te doen, ietwes dat ex fua natura niet conclufibel is, by meerderheid; en dat Hoogftdezelve dus regt hebbende , om zig in dit geval tegens het bepalen van een termeyn ter afdoening te oppofeeren, hem Raadpenfionaris verzogt had wegens den Eerst Edele te adviieeren tegens het vastftellen van een dag, om op het meergemelde Rapport over de Militaire Jurisdictie van 11 deezer finaal te Concludeeren, van welke last hy Raadpenfionaris zig by deze acquiteerde. Van welk advis, zoo wel als van de bovengemelde eerst geopperde confideratie, by de refpective Heeren Gedeputeerden der Steeden Copien verzogt zynde ter kennis en deliberatie van de Heeren hunne Committenten , hebben dezelve als nu den Raadpenfionaris andermaal  tot de MILIT. JURISDICTIE. 95 maal cn met allen aandrang, verzogt, de Conclufie tot een vafte tyds bepaaling ter afdoening te neemen; die dan ook (onder declaratoir echter, dat wel gewenscht had, dat alle de Leeden zulks eenparig hadden willen uitftellen, zonder den hier boven bygevoegdenmids, ten einde hem te houden uit het onaangenaam embarras waar in zig thans bevind , als aan de eene zyde fungeerende voor den Heer Eerst Edele, en aan den anderen kant als Raadpenfionaris) ter allerfterkfte en eenparige inftantien van zes Staatsleden, genoodzaakt is geworden te Concludeeren, dat aanftaande maandag over vier weeken zullende zyn den 22 September eerstkomende, de deliberatien over het Rapport van den 11 deezer loopende maand, concerneerende de Militaire Jurisdiftie zullen moeten zyn afgedaan , en ter Conclufie gebragt. En heeft de Raadpenfionaris vervolgens gezegt , door den Heer Eerst Edele fpeciaal gelast te zyn, om, in geval die Conclufie, in Hoogftdeszelfs naam tegens dezelve, als informeel, op het kragtigfte te protefteeren, dezelve te Contradiceeren, en Hoogftdeszelfs nadere aanteekening,'daar tegen te referveeren, terwyl zoodanige eene Conclufie houd voor nul en van geener waarde en ftrydig tegens de voorrechten van de Staatsleden. Infteerende hy Raadpenfionaris voor den Heer Eerfte Edele wyders dat ter voorkominge van dergelyke onaangenaamheden het befogne van 26 February 1781 gedecerneerd , ter examinatie en diftinfte bepalinge, in welke zaken al of geene overltemming plaats heeft, ten fpoe-  96 NALEZING van STUKKEN fpoedigften moge werden gehouden, en dat poincl afgedaan. De Heeren Gedeputeerden van de Steeden, Copie verzoekende van het voorfchreeve protest van den Heere Eerst Edele, ter kennis en deliberatie als voren , hebben voor de Heeren hunne Committenten gereferveerd, daartegen zoodanige Contra aanteekeningen en proteflen te doen , als dezelve zullen nodig oordeelen , en bevinden te behooren. Accordeert &c. XIII. RAPPORT van Heeren Commis* fariffen op de Propofitien der Steden Middelburg en Zierik-Zee refpective , raakende verfchillen over Judicature van Militaire Perfoonen , en op de Miffive van Zyne Hoogheid, voorjlaande eenige provifioneele fchikkingen, met eenConcept Antwoord aan Hoogstdezelve, uitgebragt ter Vergadering der Heeren Staaten van Zeeland, Den 28 Auguftus 1783. De Raadpenfionaris heeft gerapporteerd uit naam van Heeren Commiffariflen, hebbende ingevolge en ter voldoeninge van Hun Ed. Mog. Refolutien Commiflbriaal van den 21 Maart, 3 April en 21 July deezes Jaars , geëxamineerd de  tot de MILIT. JURISDICTIE. 97 de onderfcheide Propolitien door de Heeren van Middelburg en Zierik-Zee gedaan, omtrent eenige gevallen , waar over de Burgeriyke Rechtbanken dier Steden zig hebben beklaagd in de uitoefening hunner Jurisdictie over Militaire Perfoonen door de Krygsraaden of Commanderende Officier van 't Guarnifoen verhindert te zyn. En eindelyk nog, ter voldoeninge van de Refolutie Commilforiaal van den 4 deezer loopende maand, geëxamineerd hebbende de Miffive' van Z. D. H. van den 2 te voren, waar by aan Hun Ed. Mog. voorflaat,om zoo ten aanzien van de reeds voor handen zynde gevallen, als omtrent die, welke hangende Hun Ed.Mog. deliberatien over het poincl: der Militaire Jurisdictie nog exteeren mogten , de zaaken té doen termineeren voor dien Rechter, welke door apprehenfic daar in heeft geprsvenieert, ongepraejudicieert de wederzydfche fuftenuën, alles by voorige Notulen breeder vermeld. Dat Heeren Commiifariifen, om met des te meerder grond op alle deeze Hukken te kunnen advifeeren, praealabel onderzogt hebbende tot hoe verre de Militaire Jurisdictie', volgens het Staatsrecht deezer Provincie, moet geoordeeld worden zig te kunnen uitllrekken , hunne gedagten deswegens aan Hun Ed. Mog. reeds hebben opengelegr by een Rapport, 't geen de eer hadden op den n deezer maand ter Vergadering uit te brengen, en waar by, zoo men vertrouwt, ten vollenis gedemonftreerd, dat de Militaire Jurisdictie op het Staatsrecht van Zeeland niet verder is gefundeert, als ten aanzien van pure Militaire delicten, en dat mits- Nal. I. Deel I. Stuk. G dien  98 NALEZING van STUKKEN dien alle gemeene delicten door Militairen, of fchoon in hun Guarnifoen, gepleegt, door de Burgeriyke Vierfcharen moeten worden berecht, ten waare het fait door den eenen Soldaat tegen den anderen ware begaan, en dan nog maar alleen wanneer de Militaire Rechter zig van den Delinquant by praeventie had meester gemaakt. Dat diensvolgens,daar 's Lands grondwetten dit Huk zoo duidelyk beflilfen, Heeren CommilTariffen geen redenen kunnen vinden, waarom Hun Ed. Mog. dit geëtabliffeert recht niet zouden doen gelden, om tot een richtfnoer voor alle Burgeriyke en Militaire Rechters binnen deeze Provincie te verftrekken. Terwyl de klagten der Burgeriyke Rechtbanken , over inbreuken door Militairen op hunne Jurisdictie gepleegd en by de bovengemelde Propolitien ter kenniffe van Hun Ed. Mog. gebragt, in allen opzigten op het voorfchreeve Staatsrecht deezer Provincie zyn gegrond; nadien de geperpetreerde faiten geenzints kunnen gezegt worden de discipline Militair, in het afgetrokkene befchouwd, alleen te betreffen, maar wel degelyk aanloopen tegen de gemeene rufte en Burgeriyke veiligheid, doorgaans met den naam van commune delicten onderkend, en daar en boven niet van den eenen Soldaat tegen den anderen , maar tegen de Ingezetenen deezer Provincie zyn geperpetreerd; in welken geval de Militaire Rechter zig geen Recht tot de Judicature door apprehenfie konde aanmatigen, terwyl zelfs in het laatfte gefchil binnen de Stad Zierik Zee, in de maand Juny voorgevallen, de Civile Ju- fti-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 59 ftitie door apprehenfie den Militairen Rechter reeds hadde geprsevenieert, dog door laatftgemelde daar van op eene verregaande faitelyke wyze wederom is ontzet. Dat Heeren Commiffariflen om alle deeze redenen van oordeel zouden zyn, dat tot bewaring van de achtbaarheid en 't refpect voor de Civile Juftitie, de Burgeriyke Rechtbanken in hun zoo wel gefundeert Recht behoorden te werden gemaintineert; en diensvolgens geene fchikkingen daar van afwykende kunnen toegelaten worden, maar van Z. D. H. behoorde te worden gerequireert om zoodanige ordrcs te ftellen, dat de thans nog gedetineert zittende perfoonen, by de gevallen in bovengemelde Propofitien vermeld, geconcerneert, aan de Civile Juftitie, door wien dezelve zyn gereclameert, ten fpoedigften overgegeeven werden , ten ware Hun Ed. Mog. rnogten goedvinden aan de drie Militairen, vermeld by de Propofitie der Heeren van Zierik-Zee van den 21 Maart laatftleden, uit confideratie van de langduurigheid van derzelver detentie, te verleenen Brieven van Abolitie, voor zoo verre zy zig aan de misdaaden, waar van verdagt gehouden worden, rnogten hebben fchuldig gemaakt: en wyders Z. D. H. verzogt zoodanige voorzieninge te doen , dat het bovengemelde Staatsrecht door de refpective Krygsraaden en Commanderende Officieren binnen deeze Provincie ftiptelyk werde geobferveert; en al het zelve te vervatten by eene Miffive in antwoort op die van Z. H. van den 2 deezer, waar van Heeren Commiffariflen de vryheid genomen hebben een concept hier nevens te voeG 2 gen,  io© NALEZING van STUKKEN gen, tot welke de eer hebben zig kortsheids halve alhier verder te refereren. Doorlugtig, Hooggeboren Vorst en Heer! Wy hebben op den 4 deezer loopende maand wel ontfangen en in Onze Vergadering gelezen Uwe D. H. Miffive van den 2 te vooren, by dewelke, ter gelegenheid van verfcheide tot hier toe vrugteloos gedane reclamen door de Civile Rechters van Plaatfen binnen deeze Provincie, alwaar eenige ongeregeldheden door Militaire Perfoonen, by de refpective Krygsraden als nog in detentie gehouden werdende, zyn gecommitteert, Uwe D. H. Ons voorflaat als een middel waar door de zaak, hangende Onze deliberatien over het Poincl: der Militaire Jurisdiftie, niet buiten haar geheel zoude worden gebragt, dat wy by die Steden, welke de reclame van gedetineerde Militaire Perfoonen gedaan hebben,geliefden teeffeftuercn, dat dezelve Steden daar van wilden afgaan en de Krygsraaden met de Judicature laten geworden; verklarende Uwe D. H. ook bereid te zyn, om in gevallen , daar Militaire Perfoonen by den Civilen Rechter zyn geapprehendeert, en door den Krygsraad of den Commandeerenden Officier gereclameert, het daar henen te dirigeeren , dat van deeze reclame worde afgezien en den gedetineerden Militair aan den Civilen Rechter overgelaten, en dat dus de zaken zouden worden getermineert voor dien Rechter, welke in deeze gevallen door apprehenfie heeft gepraevenieert, zonder dat  tot de MILIT. JURISDICTIE. 101 dat uit deeze fchikking eenige argumentatie voor of tegen het wederzyds gefuftineerde nu of ooit zal mogen getrokken worden, en dit alles onverminderd het Recht van eige Juftitie aan de Zwitferfche Regimenten by derzelver Capitulatie gegeeven. Terwyl eindelyk Uwe D. H. deszelfs verlangen betuigt, dat tot voorkoming van dergelyke quaeftien de Jurisdictiën over Militaire Perfoonen eens voor altoos op eene onwrikbaren voet worde vastgefteld. De gevallen waar omtrent de Burgeriyke Rechtbanken zig hebben beklaagd in de uitoeffening hunner Jurisdictie, door de Krygsraaden of Commandeerende Officieren van het Guarnifoen verhinderd te zyn , beftaan , .zoo verre dezelve ter Onzer kenniffe zyn gebragt, hoofdzakelyk daar in ; Voor eerft, in eene door de Heeren van de Weth der Stad Zierik-Zee by den aldaar Commandeerenden Officier vrugteloos gedane reclame van twee Sergeanten, een Corporaal en een Soldaat, welke zig onder vehemente fuspicie hadden gebragt wegens het inflaan van glazen aan twee Burgerhuizen en het plegen van verdere brutaliteiten binnen de gemelde Stad in de maand February deezes Jaars, ten einde des wegens, na behooren, te worden ondervraagd. Ten anderen, in het fchouwen en wegvoeren van zeker dood gevonden Soldaat van het Guarnifoen der Stad Zierik-Zee, in de maand Maart deezes Jaars tuffchen de zoogenaamde Houte Poppen en Haamftede, (behoorende onder de Jurisdictie der voorfchreeve Stad) op G 3 or-  io2 NALEZING van STUKKEN order van den Commandeerenden Officier of die van den Krygsraad aldaar. Ten der dén, in een geweigerde overgifte door den Krygsraad te Vlisfingen aan den Heer Hoogbailliuw Beweftenfchelde, van twee Soldaten, die de meeste aanleiding fchenen gegeeven te hebben tot het plegen van verregaande brutaliteiten en infolentien , aan eenige Ingezetenen in den Eilande van Noordbeveland in de maand Mey deezes Jaars, door een menigte van Soldaten aldaar gedetacheert. Ten vierden, in eene geweigerde overgifte door den Krygsraad des Guarnifoens der Stad Middelburg aan de Heeren van de Weth der voornoemde Stad, van eenige Militairen, fuspect van gepleegd openbaar geweld op den io der maand Juny laatftleden , en het gewapenderhand aanvallen van verfcheide zeevarende perfoonen. En eindelyk ten vyf den, in eene verregaande refiftentie door de Militairen binnen de Stad Zierik-Zee, op den 9 Juny laatftleden, den Bedienden der Civile Juftitie aangedaan in bet doen van recherche na twee Soldaten, welke ten hoogften waarfchynelyk aan Bleik-dievery op Schuddebeurs onder Noordgouwe medepligtig waren, als mede in eene faitelyke ontzetting van een derzelve die bereids door de voornoemde Bedienden was geapprehendeert, op ordre van den Commandeerenden Officier des Guarnifoens aldaar, en daarop geweigerde extraditie van dezelve twee Soldaten, en van een Corporaal door wien de overige Militairen tegen de Bedienden der Civile Juftitie waren op-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 103 opgehitft , aan den Bailliuw der voornoemde Stad. Wy befpeuren wel uit Uwe D. H. Miffive, dat door het furcheeren der Proceduures voor den Militairen Regter de zaken niet buiten haar geheel zyn gebragt, doch hadden telïens wel gewenst dat de competentie van de Regtbanken der voornoemde Steden tot de Judicature over de in bovengemelde gevallen geconcerneerde perfoonen niet verder in twyffel getrokken was, en dezelve aan de Civile Juftitie, op de daar toe gedane reclamen, aanftonds waren geëxtradeerd; nadien de bevoegdheid der Militaire Jurisdictie in deezen zoo min is gegrond op eenige nog kragt van Weth hebbende Refolutie van Ons of op eenigerley, zelfs met kennis der Burgeriyke Regtbanken, by de Militairen gepleegde Aclen van Jurisdictie, als op den aart der begaane delicten zelve, die geenfints de goede orde in den dienst en de krygstugt alleen in het afgetrokkene befchouwt betreffen, maar aanloopen tegen de gemeene rufte ende veiligheid der Ingezeetenen doorgaans met de naam van commune delicten onderkend, die wel degelyk van de discipline Militair onderfcheiden zyn. Of nu zoodanige misdaden door Militairen begaan ook by den Militairen Regter kunnen en moeten beregt worden , het ftuk zynde, waarop het hier voornamelyk aankomt, hebben alle deeze gevallen , waar in zulks van weerzyden werd gefoutineerd of tegengefproken, aanleiding gegeeven, dat wy het Staatsregt deezer Provincie omtrent de Judicature over Militaire Perfoonen met alle naauwkeuG 4 ng-  ïo4 NALEZING van STUKKEN rigbeid nader hebben onderzogt; dewyl, of fchoon zoo veele andere gewigtige zaken van Regeeringe Ons in deezen tyd bezig houden, Wy geenünts met onverfchillighcid konden aanzien, dat eenigerley Jurisdiftie uit Onze Oppermagt alleen voortvloeiende op het Territoir deezer Provincie werd uitgeoeffend, door eene Regtbank aan wien Wy nimmer zoodanige magt opgedragen hadden. Dit onderzoek heeft ons tot de volle overtuiging toe doen zien, dat de Militaire Ju ris, diftie op het Staatsregt van Zeeland niet verder is gefundaert, als ten aanzien van pure Militaire deliften , en dat mitsdien alle gemeene deliften door Militairen offchoon in hun Guarnifoen gepleegd, door de Burgeriyke Vierfcharen moeten worden beregt, ten ware het fait door den eenen Soldaat op den anderen ware begaan, en dan nog maar alleen, wanneer de Militaire Rechter zig van den delinquant by preeventie had meefter gemaakt, Wy willen geenfints ontkennen, dat 'er gevallen kunnen zyn , waar in binnen deeze Provincie niet alleen publicque ftraf over gemeene deliften van Militairen op Vonnis van de Krygsraden is geoeffend, maar zelfs informatien, by den Civilen Regter genomen,(aan den Krygsraad zyn ter hand gefteld 3 doch gelyk geene voorbeelden van misbruiken kunnen worden geallegueerd , om daar öp te veftigen een praetens Recht, het geen direft tegen 's Lands Grondwetten aanloopt, kan de Militaire Regter daar uit even zoo min afleiden eene Jurisdiftie , die aan hem door ons nooit exprefle-» lyk is opgedragen, als de onagtzaamheid van zom-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 105 zommige Burgeriyke Regtbanken, in deeze of geene gevallen betoond, ooit verminderen kan de magt van rechtsoeffening, welke door een Civilen Regter in 't algemeen, oorfpronkelyk alleen van Onzen t'wegen, word geëxei ceert, en buiten Onze kennis en uitdrukkelyken wil aan niemand anders konde worden afgeftaan. Daar dus het Staatsrecht rakende de Jurisdictie over Militaire Perfoonen binnen deeze Provincie, op zoo eenen onwrikbaren voet reeds is geëtablilfeert, en wy ook met zonderling genoegen verftaan, dat de Burgeriyke Rechtbanken hunne Voorrechten in deezen thans naar behooren tragten te maintineeren , twyffelen wy ook niet of Uwe D. H. zult met ons moeten inftemmen , dat WyOns in geenerley fchikkingen daar van afwykende, kunnen mlaatcn, nog den voorflag door Uwe D. H. aan Ons gedaan, zelfs niet omtrent de reeds exteerende gevallen , eenigfints kunnen admitteeren, nadien de faiten daar by vermeld, niet van den eenen Soldaat op den anderen, maar omtrent de Ingezeetenen deezer Provincie en tegens da algemeene Burgeriyke veiligheid zyn geperpetreerd , en dus geen Krygsraad of Commandeerenden Officier, zig eenig recht tot de Judicature door apprehenfie konde aanmatigen ; terwyl nog daar en boven in het laatfte gefchil binnen de Stad Zierik Zee in de maand Juny voorgevallen, de Civile Juftitie door apprehenfie den Militairen Rechter reeds had geprsevenieert, doch door laatftgemelde daarvan op eene verregaande faitelyke wyze wederom is ontzet. Wy verwagten derhal ven veeleer van den yver ' CJ 5 wel-  106 NALEZING van STUKKEN welke Uwe D. Ff. tot handhaving van de wettige Rechten en Privilegiën der refpective Steden en Plaatfen van Zeeland betuigd te hebben, dat Hoogftdezelve als nu aangaande dit alles nader onderrecht, geen zwarigheid zult maken , om zoodanige ordres te (tellen, dat de thans nog gedetineert zittende Perfoonen hier vooren vermeldt aan de Civile Juftitie, door wien dezelve zyn gereclameerd, ten fpoedigften overgegeeven worden, op dat zy door de verdere weigering van een Krygsraad of Commandeerenden Officier niet langer wettige redenen van klagten hebben, dat hunne langduurige apprehenfie tegen het Recht en de principes van humaniteit tot eene wezentlyke ftraf word gemaakt, en het betamelyk refpeót voor de achtbaarheid der Juftitie, door de verregaande infolentien der Militairen, fpeciaal omtrent de laatftgemelde zaak binnen de Stad Zierik-Zee voorgevallen, op zulk eene eclatante wyze gevioleert, naar behooren herfteld en aan dezelve deswegens eene billyke fatisfaétie gegeeven worde. Alsmede dat Uwe D. H. zoodanige voorzienige gelieve te doen, dat geen Krygsraad of Commandeerenden Officier binnen deeze Provincie zig wederom bemoeye met het fchouwen van doode Lighaamen , of zig onderwinde eenige verdere kennis, judicature en ftraffen van zulke deliften, niet Militair zynde, die by hunne onderhoorigen zouden mogen worden^eperpetreert, dan aanhun door Ons uitdnifckelyk is afgeftaan , maar daar meede laaten geworden de refpective Geregten, die daar toe alleenlyk zyn geauthorifeert; en dit alles onverminderd het Recht van eige Ju- fti-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 107 ftitie aan de Zwitferfche Regimenten by derzelver capitulatie gegeeven, waar omtrend wy bereid zyn te doen nakomen de Traftaaten tusfchen deeze Republicq en de Zwitzerfche Cantons gemaakt. En wanneer aan de flipte nakoming van deeze Grondwet Onzer Provincie behoorlyk de hand gehouden worde, vertrouwen wy, dat alle gefchillen over jurisdiftie quajftien geheel zullen afgefneden zyn, zonder dat de discipline en fubordinatie, die Wy volkomen erkennen in den Militairen dienst zoo hoog noodig te zyn , daar door eenigfins kome te lyden;en waar toe wy zelfs niet ongenegen zyn (des noods) zoodanige nadere ordres te ftellen,dat dezelve nog des te meer kan worden geobfervcert. Waar mede &c. XIV. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland, in hm Ed. Groot Mog. Vergaderinge genoomen. Donderdag den 28 Augufty 1783. De Heer Penfionaris van Zeebergh heeft ter DeMisfiVergadering gerapporteert, dat de Heeren v£™lffi Gedeputeerden der Stad Haarlem, en verdere metfeitiy-" Hun Edele Gr. Mog. Gecommitteerden tot de king der zaaken van de Juftitie, in gevolge en ter vol- rcedenen doe-  io8 NALEZING van STUKKEN c°o'nLngTVan,Hlin Edele Gr' M°g- Refolutie dispos- }- ^tonaal van den 4 Juny laatftleeden, len over nadd.n geexamineert een Miffive van Zyne ue^an ^ff^? ^ I** Erfftadhouder, den gevar- 1 ia, den HaSe de" 2 bevorens, hou- gen Vaan- dende de redenen , die Zyne Hoogheid gedrigJ.E. Permoveert hadden fig te excufeeren van te «ïeWitte disponeeren op bet daar by gevoegd, en insen verzog. gelyks by hun Heeren Gecommitteerden geëxl LIZ' ™,nee«! R?queft van Jacob Eduart de Witte, men voor vaandrig iupernumerair in het Regiment van notificatie, aen Lt. Generaal van Ifenburg, nu den Colonel Pain, in dienft van den Staat, thans gevangen op de Voorpoorte van den Hove, verzoekende, na een breedvoerige voordragt van het geen hy vermeende tot verfchoning zyner misdaad in cas van ontrouw en verraderv tegen den Lande te kunnen ftrekken, van Zyne Wa 'ieVen Va" ab°litie in °P^ma En dat zy Heeren Gecommitteerden in aanmerking neemende de misdaad van den voornoemden Jacob Eduart de Witte benevens der ielver omftandigheeden en gevolgen, en met dat alles vergelykende de Commiffie, door hun Edele Gr. Mog op den 27 February 1766 voor TT m°^§heid den Heere Prince vanOrange, als Erfftadhouder, gearrefteert, voor zoo verre de concesfie, om in zekere gevallen gratie te verleenen, daar by vermeld, betreft? niet dan ten hoogften hadden kunnen billyken de difficulteit, by welgedagte Zyne Hoogheid gemaakt, om op het geprefenteerde Requeft van den Gevangen om abolitie te disponeeren; naardien deeze zaak, volgens de opinie van hun  tot de MILIT. JURISDICTIE. 109 hun Heeren Gecommitteerden, tot die gevallen behoord gebragt te worden, in dewelken hun Edele Gr. Mog. het verleenen van gratie aan fig gcreferveert hebben: Dan dat zy Heeren Gecommitteerden by examen van des Gevangens Requeft om abolitie, door Zyne Hoogheid aan hun Edele Gr. Mog. toegezonden, fpeciaal confidereerende, dat het zelve niet aan hun Edele Gr. Mog. was ingerigt, en uit deefen hoofde vermeenende, dat daar op niet wel eenigerhande dispofitie van hun Edele Gr. Mog. konde vallen, derhalven zig voor alsnog hadden onthouden, om in eenig byzonder onderzoek der redenen en motiven by het gemelde Requeft voor het gedaane verzoek van gratie geallegeert, te treeden. Waar op gedelibereert zynde, hebben hun Edele Gr. Mog. op de voorfz gronden, billykende de reedenen, waarom Zyne Hoogheid de Heer Prince Erfftadhouder zig in deefen heeft geëxcufeert van te disponeeren over des Suppliants Requeft en verfogte gratie, goedgevonden en verftaan, de voorfz Miffive van welgedagte Zyne Hoogheid aan te neemen voor notificatie. Accordeert met de voorfz Refolutien. XV.  iio NALEZING van STUKKEN X V. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland, in haar Ed. Groot Mog. Vergadering genomen op Donderdag den 28 Augufty J783. De Pro- De Heer Penfionaris van Zeebergh heeft ter fn^zaa11 Vergadering gerapporteert de confideratien en kenderGe- net advis van de Heeren Gedeputeerden der vangenen Stad Haarlem en verdere hun Ed. Gr. Mog. de Witte Gecommitteerden tot de zaaken van de JuftikelVa"Bira' t'e' 'ieDbende, in gevolge en ter voldoening Ho/terug van ^un Edele Gr. Mog, Refolutie Commiffote zenden', riaal van den 6 Juny laatftleeden, geëxamiom daar in neert een Misfive van Prsefidcnt en Raaden van ingoede den Hove, gefchreeven in den Hage den 20 fententiee- ^ev laatft'eeden en den 30 daar aari volgenren. de ter Vergadering ingekomen; benevens de crimineeleEiffchen en Conclufien van den Procureur Generaal tegen Jacob Eduart de Witte en Pieter van B rakel, beiden Gevangenen op de Voorpoorte van den Hove; als meede een Miffive van welgemelde Praefident en Raaden, van den 5 Juny en den volgenden dag ter Vergadering ingekomen, daar by, ter voldoening aan hun Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 30 Mey bevorens, toezendende alle de informatien , verhooren, confesfien en verdere Procesftukken, concerneerende de gemelde twee Gevangenen, mitsgaders nog de Copien van eenige Papieren, tot den voornoemden de Witte betrekkelyk. En  tot de MILIT. JURISDICTIE, ni En dat zy Heeren Gecommitteerden, in het oog houdende dat deeze zaak volgens haar aart, en ook in gevolge het gedeclareert begrip van hun Edele Gr. Mog. by hoogft der zeiver Refolutie van den 27 December 1782 gemanifefteert, moet worden befchouwt en behandelt als een zaak van Juftitie, en dat derhalven het onderfoek, hun by de voorfz Refolutie Commisforiaal gedemandeert, zig alleen bepaalen moeft tot eene overweeging, of, en in hoe verre, de omftandigheeden van deeze zaak eenige andere voorziening, dan volgens den gewoonen loop der Juftitie plaats kan hebben, zouden vereiffchen ; mitsdien naar dit principe het examen van alle de voorfz Papieren hadden ingerigt: dan dat zy Heeren Gecommitteerden, by eene nauwkeurige overweeginge van alles, niets gevonden hadden, waar uit zy, fpeciaal in de tegenwoordige fituatie der procedures, eene noodfaakelykheid voor foodanige byzondere voorziening van hun Edele Gr. Mog., of wel eenige particuliere reeden, waarom in deeze ten aanzien van den loop der Juftitie eenige verandering geftatueert zoude moeten worden, konden afleiden, Waar op gedelibereert zynde, is derhalven goedgevonden en verftaan, de Procesftukken in de zaaken van de voornoemde twee Gevangenen aan Praffident en Raaden van den Hove by Miffive te rug te zenden, ten einde in die faaken fodanig te kunnen fententieeren , als het Hof in goede Juftitie bevinden zal te behooren. Accordeert met de voorfz Refolutien. XVI.  Ui NALEZING van STUKKEN XVI. MISSIVE aan de Heeren Staten van Holland en West Vriesland. Edele Groot Mogende Heeren! Nademaal Jacob Eduard de Witte Vaandrig fupernumerair in het Regiment van den Lieutenant Generaal Grave van Yzenburg (nu den Collonel Pain) in dienft van den Staat, thans Gevangen op. de Voorpoorte van den Hove, zig by Requefte aan ons heeft geadrcfleert, verzoekende na een breedvoerige voordrage van het geen hy vermeende tot verfchooning zyner misdaad in cas van ontrouw en verradery tegen den Lande te kunnen ftrekken, onze Brieven van abolitie in optima forma en vervolgens het zelve Requeft een objeót onzer deliberatien is geweeft, hebben wy goedgevonden Copia authenticq van het zelve te ftellen in handen van den Hove Provinciaal, om ons daar op derzelver fchriftelyke confideratien en advys, zoo dra mogelyk te laten toekomen, en daar benevens te requireeren om inmiddels en hangende onze deliberatien, alles teiïDuden in ftate en furcheance, van welke genome Refolutie wy U Ed. Groot Mog. wel hebben willen kennis geven ; mitsgaders dat wy by die gelegendheid, ook onze deliberatien hervat hebbende, over U Ed. Gr. Mog., tot nu toe onbeantwoord gebleeve, Miffive van den 27 Decemb. 1782, dienende ter refcriptie op de onze van den 2 te vooren omtrent  tot de MILIT. JURISDICTIE. 113' !:rent de zaak van den voorfchr. Vaandrig de Witte, wy uit dezelve hebben gereflecteerd , dat UEd. Groot Mogende goedgevonden hebben daar by te manifefteeren derzelver bevreemding, dat wy in de zaak Van denzelven Vaandrig de Witte Refolutie genomen hebben, zonder eenige voorafgaande communicatie met U Ed. Gr. Mogende, en verder te verklaren, dat, alzoo daar door het middel zoude zyn afgefneden , om in dezen arrangementen te maken U Ed. Gr. Mog. zig dan ook hadden genoodzaakt gevonden ongeprejudicieert de fuflenue dezer Provincie in het generaal of derzelver Steden in het byzonder, te nemen eene afzonderlyke Refolutie, waar van U Ed. Groot Mog. ons eene Copie hebben toegezonden. Hoe zeer het ons zeer aangenaam zou geweeft zyn indien U Ed. Gr. Mog. hadden kunnen goedvinden , ons van de propofitie der Heeren Gedeput. van Amfterdam reeds den 16 Oétober te voren, ter Vergadering van U Ed. Gr. Mog. gedaan, kennis te geven; hebben wy nogthans niet willen afzyn U Ed. Gr. Mog, by dezen te informeeren, dat wy nimmer eenige blyken gezien of vernomen hebben, dat de aanflag van de Vaandrig de Witte U Ed. Gr. Mog. Provincie zoo wel concerneerde als de onze. Wy hebben getragt hier van nader onderrigt te worden door van Zyne Doorl. Hoogheid by Miffive der Heeren onze Gecommitteerde Raaden van den 21 der voornoemde maand October te verzoeken de Copien der bewyzen ten lafte van den Vaandrig de Witte, mitsgaders Nal. I. Deel. I. Stuk. H van  ii4 NALEZING van STUKKEN van de Interrogatorien en Refponfiven in die zaak, dog wy hebben dezelve niet ontfangen, hebbende Zyne Doorl. Hoogheid ons by Misiive van den 3 Novemb. 1782. geinformeerd, dat hoogftdezelve reeds lang, voor den ontfangft der voorfchreeve Misfive van de Heeren onze Gecommitteerde Raden , goedgevonden, had de ftukken van het Proces, door den Fiffcaai der Generaliteit tegen den Vaandrig deWitte gevoerd , te zenden aan het Hof van Holland, Zeeland en Weft-Vriesland'. Daar wy dus by gebrek der nodige befcheiden niet konden nagaan hoe ver de misdaad van den Vaandrig de Witte betrekking had tot de Provincie van Holland', oordeelden wy te voldoen aan het geen U Ed. Gr. Mog. van ons zouden konnen verwagten, met aan U Ed. Gr. Mog. zoo dra wy in de bewuUe zaak Refolutie hadden genoomen,, daar van ten zeiven dage by Miffive, van den 2 December 1782. kennis te geven. Wy vleyen ons, dat U Ed. Gr. Mog.. het gunt voorfchr. is, in conüderatie nemende ,, zig wel zullen gelieven overtuigd te houden,, dat wy in deeze behandeling niet hebben bedoelt af te fhyden het middel, om in deeze. zaak communicatif te handelen. En alzoo aan ons uit de Refolutie van UEd. Gr. Mog, van den 27 Decemb. 1782. is gebleken, dat door de nadere ouverture van Commisfarisfen van den Hove, zoude zyn geconfirmeert het ge> pofeerde by de voorfz. Propofitie der Heeren Gedeputeerden van Amfterdam, aangaande de daar by vermelde Verraderiyke deffeinen, ook tegen U Ed. Gr. Mog. Provincie : dat ook meer-  tot de MILIT. JURISDICTIE. meergemelde Vaandrig de Witte zig (volgens bekome informatie) ook aan U Ed. Gr. Mog. zoo wel als aan ons, by Requeft zoude geaddrefleert hebben, om te obtineeren Brieven van abölitie; hebben wy ongepra?judicieert onze luftenue, en behoudens de hoogheid en fouveraine Rechten dezer Provincie, mitsgaders uit overweginge der byzondere betrekkingen tusfchen wederzydfche Provinciën fubfifteerende, en ter voorkoming dat niet door de een of andere eene afzonderlyke en buiten concurrentie finale refolutie genomen worde , goedgevonden U Ed. Gr. Mog. by dezen te geven in confideratie, of het ter bevordering der wederzydfche deliberatien niet nuttig en dienftig zyn zou, alvorens door U Ed. Gr. Mog. of door ons op het Requeft van den zeiven Vaandrig de Witte finaal werde gedisponeert, des aangaande met gemeen overleg te werk te gaan, waar toe wy betuigen van onze zyde bereid te zyn. Hier mede Edele Groot Mogende Heeren &c. Middelburg den 15 September 1783. STATEN. H a XVII.  tió NALEZING van STUKKEN XVII. MISSIVE aan den Prefident en Raden van den Hove tan HoU land, Zeeland en Weft- Vriesland. De Staten van Zeeland! Edele Erntfefte &c; Nademaal Jacob Eduard de Witte, Vaandrig fupernümerair in het Regiment van den Lieut. Generaal Grave van Yzenburg (nu den Collonel Pain) in dienft van den Staat, thans Gevangen op de Voorpoorte van den Hove, zig by Requefte aan ons heeft geaddresfert, verzoekende na een breedvoerige voordragt van het geen hy vermeende tot verfchooning zyner misdaad in cas van ontrouw en Verradery tegen den Lande te kunnen ftrekken, onze brieven van Abolitie in optima forma, en vervolgens het zelve Requeft een object, onzer deliberatien is geweeft , hebben wy goedgevonden Copie authenticq van het zelve te Hellen in U Ed. handen, om ons daar op U Ed. fchriftelyke Confideratien en advys zoo dra mogelyk te laten toekomen , en U Ed. daar benevens te requireeren om inmiddels en hangende onze deliberatien alles te houden in ftate en furchcance. Dan betreffende U Ed. Misfive van den 15 Mey dezes Jaars in antwoord op de onze van den 30 April te voren, waar by wy van U Ed. hebben gerequireerd eene opgave der gronden, waarom U Ed. volgens derzelver anterieure Misfive eene fpeciale  tot de MILIT. JURISDICTIE. 117 le delegatie tot de Judicature over den voorfchr. Vaandrig de Witte hebben gefuftineerd onnodig te zyn, hebben wy, om ons hier over in geene details in te laten , alleen dienftig geoordeeld U Ed. wederom te antwoorden dat wy, by onze voorz. Misfive van den 30 April aan U Ed. wel gelegenheid hebbende willen geven om de gronden voor derzelver fuftenue onder ons oog te brengen, ten einde (hoe vreemd en ongewoon het zelve ook zyn moge ) in dezen niet onverhoord te beflisfen, wy de voorz. gronden als nu gezien en overwogen hebbende, dezelve alzints onvoldoende bevonden en dezelve nodig gedagt hebben U Ed. mits dezen te requireeren, om zig in het vervolg van het voeren van zodanig fustenue foigneufelyk te onthouden, en ons niet tot het nemen van nadere en ernftiger melures te noodzaken. Wy hebben by deze gelegentheid, om redenen ons daar toe moveerende , verder goedgevonden U Ed. te requireeren om aan ons te zenden alle de Hukken en befcheiden tot de Zaak van den meergemelde Vaandrig de Witte betrekkelyk, even en op denzelven voet, als door de Heeren Staaten van Holland en WestVriesland is gerequireerd en aangefchreven geworden, en in verwagtinge van welk een en ander wy Edele Erntfefte &c. Middelburg den 15 Sept. 1783. STATEN. H 3 XVIII,  jriS NALEZING van STUKKEN XVIII. R4PPQRTyflp de Commiffie van den 18 September 1785. Edele Mogende Heeren i OJ$S ((f) pp nieuws vereerd vindende met Uwer E,d. Mög- Refofjutje van den 19 July deezes Jaars, waar by Uw Ed. Mog. op Ons te VQren inggdisnt Rapport; jnhqudende eenige V.OQfflagQp ter faciljfeering Onzer befoignes qver het onderwerp der Militaire Jurisdiftie in deefe Provincie; hebben goedgevonden en verftaan , yoqraf eenige poinften vast te ftellen , welke Ous tot een bafis zquden moeten dienen, v,fipr het dopr On§ te formgerene Fjan der beboprjyke exercitie deezer Jurisdiftie, in het vervolg : tendeerende wyders gedagte Refolutie daar toe rneede, om, iq het yeëntameeren Onffer befqjgne qver dit geheelè onderwerp, tot een ingrediënt daar van te doen dienen de refpeftiveKamer Advifen, in den ordinaris Landsdag deezes Jaars over die materie uitgehragt, in zo verre deeze advifen over een te brengen zyn met de poinften, door UwEd. Mog. op het ftuk der Militaire Jurisdiftie laatftelyk vastgefteld: alles hreeder in bovengemelde Refolutie O) Men zie dit Rapport in de VERZAMELING VAN STUKKEN, betr.ekkchjktat de getiouden.e Befoigne over de MILITAIRE JURISDICTIE in de Provintie van VRIESLAND, aanvang nemend? met den extrqordina&ett landsdag van January 1783 , en eindigende met "cien ordiiiairen Landsdag van den jaare 1784, te Leeuwaarden ter-Uoek«irukkerye van JOH. SEYDEL.  tot de MÏLIT. JURISDICTIE. 119 tie vervat; zo hebben Wy, zo ras de tyd zulks toeliet , deeze omflagtige zaak wecderom ter hand genomen; en, na aan dezelve Onze ferieufte attentie te hebben aanbclteed, vermeenen Wy Ons nu in ftaat te hebben gefield, Uw Ed. Mog. van Onzegehoudene Commiffie rapport te kunnen doen ; met aan Hoogftdezelve voor te flaan een Reglement, volgens welk Wy meenen, dat, onder gunftige approbatie en vastftelling van Uw Ed. Mog., de Militaire Jurisdictie zal kunnen worden geëxerceerd op eene wyze , zo niet geheellyk overeenkomflig met de grondbeginzelen eener Vryheid aan deeze Provincie byzonder eigen; en door Privilegiën , Coftumen en loffelyke herkomen beveftigd, ten minften op eene wyze, beflaanbaar met het welzyn eener Burgeriyke Maatfchappye, aan den eenen kant; en teffens aan den anderen ftrokende, zo veel mogelyk, met den geest van Krygstugt, den militairen Stand eigen en genoegzaam by alle befchaafde volkeren in Europa aangenoomen. De veiligheid der Ingezeetenen onzer Provincie , gepaard met de zo nodige Wetten eener gereegelde discipline, dan altoos geweest zynde de Grondbeginzelen , op welke de door Ons gehoudenc Commiffie heeft berust, zouden Wy hier meede kunnen overgaan tot het van Ons vereischte Plan zelv, ware het niet, dat de onderlinge verfchillen der kamer advifen , welke tot eene ftoffe onzer befoigne behoorden te dienen, voorgegaan door de Refolutie van den 21 January en gcvolgt door die van den 19 July deezes Jaars, Ons noopten , voor Uw Ed. Mog. beknoptelyk open te leggen de reePi 4 de-  ■i2o NALEZING van STUKKEN denen en motiven, welke Ons bewogen hebben tot het voorftel van eenige der Arciculen, in het door Ons geconcipieerde Reglement vervat. De eerste aanleiding tot de thans door Ons gehoudene befoigne te vinden zynde in de Refolutie door Uw Ed. Mog. genomen op den 21 January deezes Jaars, hebben Wy gemeend, dezelve tot den eersten grond Onzer overweegingen te moeten leggen; en alzbo in die Refolutie ftellig gezegd word , dat het door Ons te doene onderzoek daar toe meede zoude tendeeren, om de Militaire Jurisdiftie op een zeekeren voet te brengen en de extentie en exercitie daar van, voor zo verre Onwettig mogte be~ vonden worden, te vernietigen en die in 't vervolg voor te komen, hebben Wy geoordeeit alle Onwettigheeden welke 'er in dat onderzoek aan Ons, zo in het Crimineele als Civile, nopens de administratie der Militaire Jurisdictie , zyn voorgekomen voor Uw Ed. Mog. te moeten openleggen; daar by voegende teffens die middelen, welke Ons het gefchikfte tot een heilzaam redres fcheenen te zyn. Het eerste en voornaamste, 't welke Wyin het Crimineele als een merkelyk abuis moeten aanmerken, is de approbatie der Sententien, door byna alle de Capitainen Generaal deezer Provincie in der tyd, niet alleen; maar zelvs door het Collegie der Gedeputeerden , by voorvallende minderjarigheeden der Heeren Stadhouderen en Capitainen Generaal, geoeffend; beftaande deeze approbatie, gelyk alöm bekend is, niet in een declaratoir alleen van weibevinding der fententie, opgemaakt naar krygs- wet-  Tot de MILIT. JURISDICTIE. 121 wetten, maar zeer dikwyls in eene probatie en veeltyds in een dadelyke alteratie en arbitraire verandering van het Regterlyk Vonnis zelve: Ja 't geen zomtyds nog verder gaat, word daar uit het regt afgeleid, om, by improbatie eener fententie, een nieuwen Krygsraad of meerder gelyk fucceffive te ordonneeren, ten einde, door volgende Vonnilfen , de voorgaande met 'er daad te vernietigen, gelyk daar van (om van geen vroeger tyden te gewagen) het geval van den Dragonder in 'sHage nog onlangs tot een eclatant bewys gedient heeft, zonder Ons nu in te laten tot het onderzoek, in hoe verre het, by tyden van expeditie en wanneer het Leeger te velde is, noodig tot onderhouding eener goede discipline kan zyn, dat de Vonniffendoor Wettige Krygsraden geveld, op een arbitraire wyze door den Capitain Generaal behoren verandert te worden, zullen Wy Ons alleen bepalen tot het betoog van het weederregtelyke eener diergelyke handelwyze, in tyden van Vreede, in het hart eener Provincie, beroemd door eene goede verzeekerde administratie der Juftitie, gegrond op onwrikbare fundament, waar door elk en een' yder, zo wel ïngezeeten als Vreemdeling, veilig en met gerustheid de vrugten zyner nyverheid in vreede en vryheid mag genieten: Eu of het niet genoeg waare aan Uw Ed. Mog. in het voorbygaan te hebben aangetoont de onbestaanbaarheid der approbatien , (gelyk die thans geoeffend worden ) met de Grondbeginzelen van vryheid , met het fpannen eener Regtbank : Ja zeivs met de begrippen van alle hoegenaamde Regtspleeging, vermeenen Wy, zander tvvyfH 5 fel,  122 . NALEZING van STUKKEN fel, dat dezelve, direcT aanloopende teegens de laatst door Uw Ed. Mog. genomene Refolutie, by welke den Krygsraad word gemaakt Provinciaal , behoorde te worden opgedragen aan Z- D. H. den Heer Erfftadhouder, op dien voet en onder die wettige bepalingen, welke Wy de eer hebben in het door Ons ontworpen Reglement aan Uw Ed. Mog. voor te flaan. Door deeze weg durven Wy Ons vleijen, dac alle inkruipzelen dien aangaande zouden kunnen worden afgefneeden , de zeekerheid der Militairen zeiven bekragtigd en de nodige discipline behouden: zonfler eevenwel in eeniger mate te kort te doen aan de regten en pra?rogativen,aan Z.D. H. en Hoogftdeszelvs Doorluchte Voorvaderen wettiglyk opgedragen. Hier meede befluitende OnzeRemarquesover het eerste merkwaardige poincl Onzer befoigne, gaan Wy nu over tot een tweede, het welk Ons van geen mindere importantie is voorgekomen; waarom wy ook vermeenen hier omtrent deeze reedenen en motiven, zo kort mogelyk, voor Uw Ed. Mog. in deeze pramifTen te moeten openleggen. Daar het-by Uw Ed.Mog. Refolutie van den 19 July jongstleeden vastgefteld en bepaald is, dat voor het toekomende in deeze Provincie de Militaire Jurisdictie zal worden geoeffend door eenen Provincialen Krygsraad, van welks VonnilTen in het Civile, boven eene bepaalde fumma, appel volgens gewoonte aan het Collegie der GedeDutcerde Staaten zal moeten vallen, hebben Wy gedagt, dat 'er in eene materie van dat gewigt, als zyn in het Crimineele de beoor- dee-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 123 deelingen der voorname en Gequalificeerde Delicten, ook teftens eenige modificatie behoorde plaats te hebben : Wy hebben daarom noodig geoordeelt aan Uw Ed. Mog. in deezen te moeten voorflaan de Sententien van den Krygsraad, jnhoudende infameerende ftraffen of den dood, onderheevig te maken aaneeneRevifie, zarnengefteld uit Politiqueen Militaire Regteren, hebbende aan hun hoofd den Capitain Generaal, wanneer en zo dik wils dezelve zoude goedvinden deeze Vergadering met zyne teegenwoordigheid te vereeren; zynde verders de inrigting van dit Revis- breeder in het hier aanvoigende Plan gedetailleerd, tot welk Wy de vryheid neemen Uw Ed. Mog. eerbiediglyk te renvpijeeren. Eene der voornaamfte redenen welke Ons gepermoveert hebben tot het voorflaan en nodig oordcelen eener diergelyke Revifie, is, dat men hier door de diltincTie tusfchen Militaire en Commune delicten (eene diftinctie, onderhevig aan de yerfchillende uitleggingen en de bron van Jurisdictie-qusfticn, zoo ras de concurrentie van delicten plaats heeft) misfchien ten eenemaal zoude kunnen vermyden. Zoo ras 'er van Sententien, by den Krygsraad uitgefproken, in gevallen, concernerende Eer en Reputatie, Leven of Dood, Revifie voor eenen Opper, meer kundigen, dog teffens aan deeze Provincie gefubordonneerdcn Regtbank word verleend, dan is 'er zekcrlyk minder gevaar , aan den Militairen Regter de uitfpraak over alle Soorts Delicten over te laten, dan komt de diftinctie , hier voren gemeld, niet meer te pas, de Militaire perfoon moet dan  124 NALEZING van STUKKEN dan (uitgezondert eenige weinige exceffèn aan de Nederregters in de plaatzen, waar geen Guarnifoen legt, overgelaten) altoos over allerhande Deliften door den Militairen Regtbank werden gevonnist. Deeze redenen zullen genoeg zyn, zoo wy vertrouwen, U Ed. Mog. te overtuigen, dat dit gedeelte van ons Plan op goede gronden is berustende, Ons blyft dan nog maar over de motiven op te geven, welke ons bewogen hebben , in cas van Revifie, Politicque Regteren by de Militaire te adjungeeren. De reden is deeze, om dat men by Militaire Perfoonen die geoeffende kunde, in de beoordeeling der bewyzen, niet kan nog behoord te verwagten, welke eene gegronde kennis van Regten, gepaard met eene dagelykfche ondervinding, in voorkomende neetelige gevallen, aan Regtsgeleerden en Civile Regteren natuurlyk moet verfchaffen. Het begrip, dat die Regteren ook de gefchikfte zyn, om deeze Krygslieden in de voorkomende Proceduren, door hunne kundigheden, van nut te kunnen zyn, vind men reeds in eene der oudfte Hukken, waar op de Militaire Jurisdiftie oorfpronkelyk gegrond is, wy bedoelen de Ordonnantie gemaakt door Carel den Stouten, by het opregten van het eerfte permanent ligchaam Krygslieden in deeze Landen; eene Ordonnantie, naderhand door Carel den vyfden in den Jaare 1547. vernieuwd. In dit ftuk, waar in de toenmaalige Opperheer deezer Landen zoo zorgvuldiglyk gemyd heeft, de goede Ingezetenen des Lands aan hunnen dagelykfehen en competenten Regter te onttrekken; waarom de Heer Rendorp ook ge*  tot de MILIT. JURISDICTIE. getuigt: dat het is een loflyk voorbeeld, 't welk een Vorft, gelyk Carel de V, niet vry anderzins, gelyk wy weeten, (voegt hy 'er by) van lust tot vermeerdering van gezag, aan de Regeerders van Onz' Gemeenebest heeft gegeven. In deeze Ordonnantie is het dan, dat men vind , dat de Hopluiden ende Capiteinen, in de voorkomende neetelige zaken , advis zullen mogen nemen by de Provinciale Raden in de Provinciën, onder anderen, van Braband, Holland , Utrecht en Friesland; wordende die Hoven ook gelalt door den Keizer (in wiens perfoon toen, als Landheer, alle Jurisdiftie rendeerde) de Krygslieden te dienen van advis, wanneer door dezelve gevraagt wierden. Heeft men nu in die tyden reeds gedagt, dat de kunde en ervarenheid van verflandige Regtsgeleerden, wanneer die in de Guarnifoenen , en buiten tyden van expeditie, voor handen waren, den Militairen (niet genoegzaam op Regtszaken gevat) van het hoogfte nut konden zyn, dan is 'er ook niets vreemds in de door Ons geproponeerd wordende adjunftie; daar en tegen is het zelfs ten uiterften nodig, dat de door Ons voorgeftelde Revifie op een diergelyke wyze werde gecomponeerd, op dat'er niet alleen behoorlyk Recht en Gerechtigheid geoeffend werde; maar ook ten einde, alles rypelyk overwogen wordende, de Reputatie, Eer en 't Leven der Militairen op even onwankelbaare grondbeginzelen mogen fteunen, als die der overige Leden van ons Gemeenebeft. Dit bovenftaande nu inhoudende (wat het Crimineele aangaat) de voornaame Poinften, over  !26 NALEZING van STUKEEN over' welke wy genïeent hebben- in een vry tvydloopig detail te moeten treeden, biyfc ons nog óver, met een woord van de Civile' Ge#eehts-oefremng' te fpreeken; dog aizoo de verfchillende Kamer-Advifen hier in vry wel over é'en komen, om die Objecten, Welke aan de Militairen dien aangaande zouden moeten worden overgelaten, zo veel mogelyk, te bepalen, hebben wy gereekend,- zonder te treeden in eene nodeloze optellinge van Actiën wiér benamingen alleen voor dé" Militairen onverstaanbaar zouden zyn, ons te kunnen bepafew tot dePenninglykeSchulden en" nog maar'cenigë weinige andere zeer noodzakelyke Objecten, breeder in het door Ons geconcipieerde Plan vervat. Wy befluiten dan éindelyk, Edele Mogende Heeren ! deeze onzë Pramisfen, met aan tö dringen op de noodzakelykhcid, om niet (gelyk eén der refpective Kamer-Advifen daar toé aanleiding fchynt te geven) die Objecten öptd tellen, welke geen voorwerp- der Militaire Jurisdictie voor het toekomende zuilen opleveren; maar om in deeze de gewoone form en ftyl eener Wetgevende Magt te volgen met Stellig te bepalen die voorwerpen, over welke, zoo over perfoorien als goederen, in het Crimineele als Civile , de Rechtsmagt aan den Militairen Regter voor het toekomende fpecialyk word gedemandeerd: De Regtbank, volgen*' Uwer Ed. Mog. Refolutie van den iojulii 4783-, volgens deeze Praemisfen en het daar op volgende Reglement, zynde geworden een Provinciaal Geregte, behoort het zelve ook regt te fpreeken, niet op een onbekende naarri, maar  tot de MILIT. JURISDICTIE. 127 maar uit naame derHeerlykheid of van de Staaten des Lands, op wiens grondgebied zy haare Jurisdictie zal oeffenen. Nog moeten wy reilefteeren, dat, indien het hier aan volgende Reglement de gunftige approbatie van U Ed. Mogende kan wegdrageu, het zelve behoord geconverteerd te worden in eene politive Wet, en diensvolgens openbaar gepromulgeerd en, ter kennisfe' van alle Rechteren en Ingezetenen, over de Roi'le van den Hove en alle andere Geregten gepubliceerd te worden. En hier meede gaan wy over tot de Articulen van het Reglement zelve. REGLEMENT, Volgens welke voortaan door den Krygsraad in de Provincie van Friesland over Militaire perfoonen Recht zal worden gefproken. Generaale Articulen. 1. DeTroupes, thans in de Provincie van Friesland Guarnifoen houdende of vervolgens komende te houden, zullen verpligt zyn, behalven het doen van den Generalen Eed van getrouwheid, naar inhoud van de Unie van Uu-echt, nog fpecialyk in handen der Gedeputeerde Staaten deezer Provincie te zweeren, dat zy, in 't fpreeken van regt, zig ten allen tyde zullen reguleeren naar de Wetten, Reglementen en Statuten, op het Huk der Juftitie  Ï28 NALEZING van STUKKEft. tie en adminiftratie van dien in Friesland g ftien en gemeene delicten , zonder eenige uitzondering , geheel benomen. Desgelyks hebben de Staaten van Zeeland gedaan, en wel om dezelve reden. Ten minften de Zeeuwsfche Commisfie laat zig in hun Raport ten aanzien van de hooge en laage Militaire Regterop een zeer merkwaardigen toon aldus hooren: Nol. I. Deel. I.Stuk. L „ Be-  i6z NALEZING van STUKKEN <,, Behalven dat omtrent den hoogen en minderen Krygsraaden zou kunnen worden aangemerkt, ,, dat deeze Regters doorgaans meer kennis hebben „ van den wapenhandel cfc. . ÉN EIN- „ DELYK DAT DË MANIER VAN PRO „ CEDEEREN VOOR DE RESPECTIVE „ KRYGSRADEN ZODANIG ONREGEL„ MATIG EN ONZEKER ZY, DAT MEN, „ ALLES TE ZAMEN OVERWOGEN, „ AAN DE MILITAIRE REGTERS TE „ NAUWERNOOD DE KENNIS - NEE„ MING EN STRAFFE ALLEEN VAN „ PURE MILITAIRE MISDADEN , DIE „ NIET ZELDEN MET VERLIES VAN „ LEVEN OF VRYHEID GEPUNIEERD „ WORDEN, ZOUDE DURVEN TOE„ VERTROUWEN." Zie daar het oordeel der Zeeuwen over zulk een Guarnifoens Krygsraad en deszelfs directie van zaken, als men in 1775. aan de Friefen onder glimpige voorwendzels, maar met een boos oogmerk heeft weeten op te dringen. En zouden dan de Friefen die fraaje Guarnifoens Krygsraad met zyn Auditeur laten blyven, zo als zy is, en nogtans aan denzelven behalven een gedeelte der civile quasftien, al het crimineele, zonder onderfcheid, en wel privative toevertrouwen, en dus de cognitie over gemeene deliften, voor zo verre die ter haarer kennisfe komen (want zy hebben zelfs de middelen niet om ze te ontdekken en voor te komen) blootflellen aan de gevolgen van onkunde, van partydigheid , van willekeurigheid, ja van opzettelyke malverfatie? Gelyk goed Recht en Juftitie te doen het fundament der Burgeriyke vryheid , en  tot de MILIT. JURISDICTIE. itf3 en de band der Burger maatfchappy is, even zo is een geregelde en voor verdraajingen onvatbare manier van Procedeeren de eenige weg tot een rechtmatig vonnis. De Friefen derhalven (om tot een befluit te komen) moeten één van beiden doen, het oude Krygsgerigt met de manier van Procedeeren, daar voor gebruikelyk geweest, weder oprechten en in train brengen, en tevens de prasventie tusfchen 't Hof en de Militaire Regtbank in gemeene deliften weder invoeren: Of, zo zy de Guarnifoens Krygsraad met den Auditeur op dien zeiven voet, als thans gefteld is, gelieven te laten, dan moet men even gelyk in Holland en Zeeland die Regtbank van de cognitie en Judicature van alle gemeene deliften en civile zaken, den Militairen rakende, geheel uitfluiten: en hier meede zal eerst regt voldaan worden aan het geen het Staats-Regt en de Grondwetten van deeze Provintie van de Staaten zelve, en nog veel meer van den Stadhouder eifchen, zynde de geopperde vreeze voor Jurisdiftie-quasftien niets anders dan een bullebak, daar meede men weeke gemoederen , en zwakke geeften tragt voor in te nemen- Waarom verneemd men thans in Holland van zulke Jurisdiftie-qureftien niet? Om dat de Leden van Staat op het point van de Militaire Jurisdictie eendragtig en kloekmoedig zyn. De Stadhouder zelve zal tegens het weder oprechten van de Praeventie, en van het afgefchaftKrygsgeregte met den aankleeve van dien minder kunnen hebben, dan men zig verbeeld , nademaal het hem alleen te doen geweest is om den Hogen Krygsraad te begunftiL 2 gen,  iÓ4 NALEZING van STUKKEN gen, en langs dien weg alles alleen aan zig te trekken. Dog deezen pas hebben de Staaten hem reeds afgefneden, door 't vernietigen van den Hogen Krygsraad, door de Friefche Krygsraad Provinciaal te maken, en nu door hem het approbeeren en improbeeren der Vonnisfen te verbieden, waar door hy eene ondeugende en allergevaarlykfte invloed op de Juftitie , door den Provintialen Krygsraad uit te oeffenen, ftaat te verliezen. Wat kan't hem dan in 't vervolg fcheelen, of de praeventie weder ingevoerd worde, dan of de Militaire Regter in gemeene Delicten van Militairen privative competent zy ? Wat kan 't hem fcheelen, of door 't oprichten van 't Krygsgerigte de vorige goede order van de Militaire Regtbank herfteld worde, dan of het een zamenweefzel van ongeregeldheden blyve ? Behalven dat zonder de weder-oprichting van 't Krygsgerichte, en zonder weder invoering der praeventie, de Staaten geen verzekering, hoe genaamd, hebben, dat de fchadelyke invloed van de Militaire fubordinatie van alle Officieren aan den Capitein Generaal in 't ftuk van de crimineele Juftitie voortaan cesfeeren zal. Wat heimelyke kunften kunnen 'er al niet gebruikt worden om den Officieren in den Krygsraad benoemd dus of zoo te doen ftemmen, al is 't, dat het opentlyk approbeeren en improbeeren van gevelde Vonnisfen worde afgefchaft? Ja, de recherche zelve van delicten door Militairen bedreven, de aanleg en de inftruclie van een Crimineele zaak tegens een Militair wordt alleen door de affchaffing der approbatie van fententien, ganfch en al niet beveiligd tegens den  tot de MILIT. JURISDICTIE. 165 den verkeerden en verderrfelyken invloed van den Capitein Generaal op het gemoed en op de handelwyze van den Auditeur Militair, van wiens kunde, eerlykheid, en vigilantie het niet alleen moet afhangen in een Land, daar Justitie heet te vigeeren, of hy een delict wil, of niet wil, rechercheeren, en hoe actief hy wil te werk gaan. Met één woord, zoo men de Burger maatfchappy in zekerheid wil (tellen, dan moet de Militaire Jurisdictie los gemaakt worden niet van de Generaliteit; want onze Bondgenoten hebben ons in dit ftuk geen kwaad gedaan, in tegendeel, zy laboreeren alle aan dezelve kwaal, maar zy moet los gemaakt, en ten eenemaal los gemaakt worden van den Stadhouder en Capitein Generaal, want van deeze is het, en niet van onze Bondgenoten , dat ons al dit kwaad overkomt. Dit nu kan door geen ander weg gefchieden, dan door de weder-invoering van de Praaventie en de wederoprichting van 't Krygsgerigte. En hier tegen kan en zal de Raad van Staaten, voor zoo veel zuiver Militaire Deliften betreft, die eigenlyk van haar departement privative zyn, ook nu zoo min hebben, dan voor 't Jaar 1775. Zy wisten, dat 'er zulk eenKrygsgerigte by ons was, want zy admitteerden Jaarlyks, en admitteeren nog ten huidigen dage de posten, daar toe betrekkelyk , op den Staat van Oorlog. Daar en tegen moeten zy zig noodwendig vroeg of Iaat tegen zulk een Revifie, als voorgellagen word, verzetten. Ik zegge dit geenzins uit kleinachting voor de Commiffie, en voor de penibelen arbeid, die Haar Ed. op zig genomen hebben. Maar met L 3 hoe  166 NALEZING van STUKKEN hoe veel kunde, vlyt en omzigtigheid de Heeren te werk gegaan zyn , zo ftrekt evenwel een merkelyk gedeelte van hun Rapport tot een overtuigend bewys, dat geen menfchelyke wysheid in ftaat is om de Militaire Jurisdictie behoorlyk te beteugelen en te reegelen, dan door te herftellen in priftinum ftatum, H geen Anno 17 en 1775 verkeerdelyk gedaan is. En uit dit oogpunt het Rapport befchouwd wordende, gelyk billykis, dan heeft elk Lid van Staat, ja elk Ingezeeten , zig grootelyks van de Heeren Commiflarisfen te beroemen, en Denzelven te bedanken voor hunnen betoonden iever. En hier meede zoude men kunnen achten te dcfungeeren zonder particuliere Rerrïarques op ieder artikel van het geprojecteerd Reglement van Revifie te maken : Tegen welk Reglement nog dit in 't generaal diend geremarqueerd, dat zulk een Revifie, al was zy beftaanbaar met 's Lands Grondwetten, al bereikte zy ten vollen het bedoelde oogmerk, nogtans een nieuwigheid, ja eene in andere opzichten fchadelyfce nieuwigheid zoude zyn, doordien uit zulke Reglementen altoos, in andere zaaken, ter ondermyning of verdraajing van het algemeen Regt, illatien gemaakt, en confequentien getrokken worden, zeer tegen de meening der Staaten zelfs, en dus alles meer en meer in onzekerheid word gebragt. Om niet te melden, dat met zulke nieuwe wetten en inzettingen, gelyk de ondervinding leerd, de Staaten wel mogen fchrap ftaan, om by iedere Vergadering, geadieerdte worden om interpretatie, ampliatie, alteratie. Wat al haaken en öogen! wat al onaangenaamheden voor de Staaten zelfs!  tot de MILIT. JURISDICTIE. 167 zelfs! Dog zulk een net van verwarringe zoude de Verdervende Hand den Hooge Magten des Lands gaarn over 't hoofd haaien, om hen buiten ftaat te ftellen van toe te zien op de Rechten des Volks, en voords, of ongemerkt, of tegen wil en dank, te fleepen, daar men ze hebben wil. Wat nu betreft fpeciale Remarques op fpeciale Artikelen. Generale Artikelen. Art. 1. Dat de troup- Dus zweerenzydan pes zullen zweer en, in ook, dat zy de manier het fpreeken van Regt van Procedeeren by zig te zullen reguleeren 's Lands Ordonnantie naar de wetten in Fries- voorgefchreeven , in land vigeerende &c. acht neemen zullen. Al aanftonds een meineed, zo zy 't niet doen. Of zal men, om de ongeregeldheden finaal te auétorifeeren, hun uitdrukkelyk van de obfervantie van de manier van Procedeeren vryftellen ? Zonder dat mogen zy 'er niet van afgaan, nog in Civilibus nog in Criminalibus, zelfs niet in pure Militaire Delicten, want de Raad van Staate permitteerende, dat die in Friesland door een Guarnifoens Krygsraad beregt worden , ftaan even daar door toe, dat men, gelyk overal gebruikelyk is, volge en gebruike de ftilus fori van die plaats, daar't Proces word aangeheven. L 4 Art.  id8 NALEZING van STUKKEN Generale Artikelen. Art. 2. Dat de Com- Ut fupra. mandant, en Auditeur Militair zig daar toe mede aan de Provintie onder Eede zullen verhinden. Art. 3. Niemand Au- Voeg hier by : En diteur, dan een gebooren die de practyk het zy als Fries. Advocaat voor 't Hof, of voor de Vrederechters als Procureur ten minften vyf volle jaaren geoeffend heeft. Art. 4. De uitoef e- Wat /ora,blyktuithet ning der Juftitie zal ge- geen by wege van genefchieden door een Guar- raleRemarquesisgepras nifoens Krygsraad, zo mitteerd. Zie voorts als die thans geconfti- watdeZeeuwfcheComtueerd is , en form ge- miffie in haar Rapport kregen heeft. van deeze fraaje form getuigd, te voorenDygebragt. Art. 5. Dat de Mi- Ten aanzien van cihtaire Regter zal Von- vile zaaken en gemeemsfen in den naam ende ne deliften is dit, zo't van w\eegen de Heerlyk- behoord. Maar ten aan. heid der Landfchappe. zien van zuiver Militaire deliften , overmits in zoo verre de Jurisdiftie aan den Raad van  tot de MILIT. JURISDICTIE. 169 Generale Artikelen. van Staaten toekomt, diend 'er eigentlyk gevonnisd te worden in den naam van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal. Dog 't is voor het Regt van de Provincie, voorzoo verre men aan deeze Regtbank de Jurisdictie over Civile zaken en gemeene delicten toeftaat, veiliger, dat alles gefchiede op naam der Provintie, dan dat door 't gebruiken van die diftinctie , het gevaar loopt, dat'er zaken, die Provinciaal zyn, in naam van H. H. Mog. gedecideerd worden. Hier diend ingevoegd het volgend nieuw generaal Artikel. „ Dat de Auditeur 'tls hoog nodig dat „Militair in zaken, men bet forum compe- „ die niet zyn amt be- tens van den Auditeur ,, treffen, te recht zal zelve weete, en dathy „ ftaan niet voor den in zaaken, die niet zyn „ Raad van Staaten , ampt betreffen aan den „ maar zoo wel in 't Burgerlyken Regter „ Civile, als in't Cri- onderworpen blyve, „ mineele refpective- en dat dit zo bepaald „ lyk, voor zynen or- worde, om reden, dat „ dinaris Burgerlyken men in'tMagazyn van „ Regter. Dat hy al- van der KEMP eene „ daar insgelyks zal Refolutie van den Raad „ moeten te recht ftaan van Staate vind van „ wegens malverfatien den 12 April 17 2 8 waar „en exceffen door by verklaard word, dat hem L 5 de  ï7o NALEZING van STUKKEN Generale Artikelen. ,, hem in zyn ampt de Auditeurs in particubegaan : Ten ware liere zaken, E. Gr. in ,, die exceffen ge- cas van Injurie onmid„ pleegd waren no- delyk aan de jurisdictie ,, pens zuiver Militaire van den Raad onderdeliften, ofperfoo- worpen zyn. Schoon „ nen van zulke mis- dat geval teNamur was, ,, daden betigd of be- zo (preekt nogtans de ,, rucht, in welk ge- Refolutie in 't alge,, valde correftieover meen van alle Audi„ hem toekomt aan teurs. En dit zoude ,, den Raad van Staa- hard zyn voor iemand, „ten. . die van een Auditeur iets te pretendeeren had, dat hy zyn recht tegen hem in 'sHage zoude moeten zoeken, of dat hy in 't Crimineele , niet rakende zyn ampt, zoude zyn buiten de Jurisdiftie van 't Hof. Wat zyn ampt en de waarneeming van dien betreft, ten aanzien van gemeene deliften, door Militairen begaan, is hy een Dienaar en Amptenaar van de Provincie, dus moet hy dien te neffens verantwoordelyk en aanfprakelyk zyn voor de Burgeriyke Regters van de Provintie, Civile, en Crimineele elk in zyn regard. Dog voor zoo ver hy vervolg doet, of moet doen op Militaire, zuiver Militaire deliften , en daar in exceffen, committendo, of omittendo begaat , ftaat- hy onder de Judicature van den Raad van Staaten. Cri-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 171 Crimineéle zaaken &c. Art. 1. Dat door den Militairen Regter zal worden gevonnisd overalIe delicten, begaan door Militaire perfoonen, namelyk door de zulke die (gelyk boven omfchreeven) actueel in dienst of Recruten zyn , zonder onderfcheid &c. Art. 2. Dat zoo wanneer door Militairen buiten het Guarnifoen, of door Verlofgangers, gepleegd rnogten worden eenige mindere exceffen Voeg dan agtcr dit tweede Artikel, dit nieuwe. ' Actueel in dienst „ zynde Militairen, of ,, Recruten, niet behooreilde tot het Gu'arni„ foen deezer Provintie, ,, en in deeze Provintie . „ misdryvende , zullen ,, respectivelyk voor 't ,, Hof Provintiaal, of „ Nederregter te recht j, Jlaan, . Voeg onmiddelyk agtcr de woorden, of Recruten zyn, tusfchen in, de volgende: mits nogtans dezelve Militairen behooren tothetGuarnifoen van deeze Provintie; omreden agter Artikel 2. te melden. Zeg: Dat zoo wanneer door Militairen, behoorende wel tot het Guarnifoen deezer Provintie, maar nogtans buiten de plaatze van hun Guarnifoen , gepleegd rnogten worden êfc. Dit Artikel nopens Militairen, die elders, dan in Friesland, Guainifoen hebben, fchynt ten hoogften nodig voor der Ingezetenen veiligheid, en fteevigheid van de Burger maatfchappy. Want anders kunnen Marodeurs en  172 NALEZING van STUKKEN Crimineele zaaken &c. „Jlaan, mits in Fries- en Verlofgangers huis- » l?nd> ? * * niet op braak en moord aan- " tri , da?d> ge- reSCen> en op hun ge„ apprehendeerd wor- mak het hazepad kie- " dende- zen, nademaal Ingeze¬ tenen van andere Grietenyen en andere Geregcen , als daar 't feit • o ■ c • , bedreeven is, geheel inactief in de apprehenfie zullen zyn, en wegens hunne inactiviteit aan 't Hof, dat geen Jurisdictie competeerd, niet verantwoordelyk. Ln als zy ze al apprehendeeren, aan wien zullen zy ze overgeven ? Dired aan den Krygsraad van des Delinquants Guarnifoen? Dan zal t beregt, dat de apprehenfie gedaan heeft, hem tot hun pencul en kosten moeten bewaaren en voeden, tot dat zy op gegeeven kennis afgehaald worden. Dan zullen de Friefche Kegtbanken in het neemen van informatien te dienst moeten ftaan , zelfs aan Guarnifoens Krygsraden door de geheele Republyk. En wie zal hun de kosten van informatien &c. betaalen ? Of zal onze Provinciale kas de eer hebben van de kosten te betalen, die 'er op zulke Dehnquanten lopen, zonder dat haare Provinciale Regters de Jurisdi&ie hebben ? Voeg hier by, i° dat een Militair van een buitenlandfch Guarnifoen, m Friesland misdryvende, notoir moet geftraft worden naar de Friefche wetten voor zoo ver by de Artikelbrief geen fpeciale' ltraffe op die misdaad gefteld zy. In de Friefche wetten nu zyn buitenlandfche Guarnifoenen  tot de MILIT. JURISDICTIE. 173 Crimineele zaaken &c. nen onkundig, en zullen byna altoos de maat te buiten gaande injuftitie, voor juftitie doen. En waar tog kan men een misdader best overtuigen? ter plaatze van de misdaad, of 20, of 40 mylen daar van daan, als het bewys op ieder omftandigheid van verre moet komen? 2°. Diend geremarqueerd , dat het Artikel van 't Project-Reglement, dat alle delicten bedreven voor '£ engagement in Militairen dienst, blyven ter cognitie van de Burgeriyke Regter,bloot ftaat aan opentlyke elufie; want als de bewyzen, dat iemand actueel in Militaire dienft geënrolleerd is, van verre moeten komen, dan kan men veel minder-nagaan, of zy echt, dan valfch, zyn. Ten minften daar loopt weder veel tyd en riïoeite met heenen, De Rechten leeren ook, dat het veel beter is, iemand in loco delitti commisfi, dan elders, te ftraffen. Want een ftraffe elders opgelegd, dan ter plaatze van het bedreven deliét, voldoet op verre na zoo goed niet aan haar oogmerk, om namelyk de mishandelde Ingezetenen en Landgenooten tot trooft te verftrekken, en die in 't vervolg van tyd voor zulken overlaft te dekken. Dog Willem IV. had een andere Regtsgeleerdheid, en Staatkunde, want die fchreef aan 't Hof van Gelderland, dat zulke Militaire Delinquanten, die niet van 't Guarnifoen zyn, juist ter plaatze van het begaan delict moeten geapprehendeerd worden , en zoo niet, dat zy dan moeten worden geftraft, en dus overgezonden of afgehaald door den Militairen Regter van hun Guarnifoen. Zie de Miffive by van  in NALEZING van STUKKEN Crimineele zaaken &c. Van der KEMP in 'tMagazyn op dato den 25 Maart 1749. Maar boven dit alles, zo valt 'er op dat Eer. fte, en Tweede Artikel van Crimineele zaken nog iets anders aan te merken. In 't eerfte Artikel word gepofeerd eene Univerfeele Militaire Jurisdictie in 't Crimineele, tegens 's Lands Grondwetten , zo als meermaalen gezegt is. In het Tweede Artikel nogtans relacheerd men iets hier van, ten voordeele van de Geregten van Grietenyen en Steden. Deezen laat men de Correótie van kleine mes-ufes, voor zo verre die ter hunner berechting ftaan, behouden, of liever men geeftze hun nu te rug,, in navolging van 't geen bj'-de Inftruclie van 't Krygsgerigt Art. 6. eertyds geftatueerd was. Het Hof Provinciaal moet het alleen ontgelden. Maar wat is de reden van die liberaliteit en toegeevenheid nopens de Grietenyen en Steden ? Om dat uit de Volmagten van Grietenyen en Steden de Staten-Vergadering beftaat; Om dat de Grietslieden de Hoofden van de Geregten ten platten Lande, en de meefte van hun de aanzienlykfte Leeden der Staten Vergadering zyn. Haar derhalven, benevens den Steden-Regenten wil men cajoleeren, en met dit lok-aas verfchalken om meester van de groote Delicten te blyven. Zulke looze ftreeken pasfen beter aan eenen Granvelle, aan eenen Don Jan van Ooftenryk, dan of aan den Stadhouder, of aan Stadhoudersgezinden quafi. Waarlyk, de verdervende hand heeft  tot de MILIT. JURISDICTIE. 175 Crimineele zaaken &c. heeft in weerwil van alle de oprechtheid en goede trouwe der Heeren Commillarisfen,merkelyk gewroet in dit Reglement. Dat eerfte en tweede Artikel in haare connexie befchouwd, dienen nergens anders toe, dan om tweedragt en jaloufie te zaajen en voort te planten tusfchen 't Hof Provinciaal en de Geregten van Steden en Grietenyen, en om onder fchyn van wat af te geven, het Militair des* potismus zo vast in 't vervolg, als ooit te voren, te houden. Want in der daad zouden de Geregten van Grietenyen en Steden daar niets by winnen, 1) om dat volgens dat 2de Artikel , het oordeel, of het exces van dien aart is, dat het zelve door 't Geregte gecorrigeerd kan worden, dan of het tot de HoogereRegtbank , ce weeten den Militairen Regter behoord, niet zal ftaan aan 't Geregte zelve, maar aan die Hoogen Militaire Regter , of op zyn best aan myn Heer de Prins, die men tog alles in allen wil doen zyn. Zyn 'er de Geregten, zyn, met name, de Grietslieden 'er dan beeter aan, dan ten aanzien van non Militairen met hunne fubordinatie aan 'tHof? In der daad veel erger. Ook zoude dus de Militaire Regtbank eensklaps eene fuperioriteit, en betrekking van fubordinatie krygen op de Geregten van Grietenyen en Steden, die 'er tot nog toe niet geweest is, en die veel ondragelyker zoude worden , als die aan 't Hof, zo iemand mogt deeze voor ongemakkelyk keuren. 2) Dat de Geregten van Grietenyen en Steden by die cognitie en Judicature, die men haar ■ Ar-  176 NALEZING van STUKKEN Crimineele zaaken &c Artikel 2. quafi gund, niets zouden winnen, maar zelfs verliezen van 't geen zy tot nog toe hebben, blykt klaar uit het derde Artikel: want aldaar word gezegt, dat de fententien door den Militairen Regter over delicten en MINDERE MISDRYVEN geveld, ter approbatie zullen moeten overgezonden worden, 't Is waar, daar ftaat door den Militairen Regter : Maar men houd de Geregten van Grietenyen en Steden, voor zoo verre men hen Regtfpraak gund over Militairen, niet voor een Burgeriyke, maar voor een Militaire Regter, en dus onderworpen aan dezelve wetten of ordres, als andere Militaire Regtbanken. Dit is V'esprit (de booze geest) van dat Artikel, En dat de fuperieure Militaire Regter, de Guarnifoens Krygsraad, moet doen, te weeten, hunne fententien overzenden, zoude de inferieure, dat is, het Geregt van Stad of Grietenye, dat niet behoeven te doen ? Dat zoude vreemd luiden. En in allen gevalle zoude die overzending nodig zyn, ten einde de Prins oordeele, of de misdaad zo klein zy, dat zy door 't Geregt gecorrigeerd kan worden, of zoo groot, dat'er de Krygsraad aan te pas kome. Begrypt dan de Prins het laatfte, dan heeft het Geregte alle moeite, vlyt, en kosten vergeefsch gedaan. En wee een Grietman, die niet volftrekt naar die pypen wilde dansfen, die 'er zelfs maar zuur over zien durfde. Met zulk een was het ten Hove voor altoos gedaan. Men oordeele dan nu, wat faveur het is, dat aan Geregten van  tót de MILIT. JURISDICTIE. 177 Crimineele zaaken &c. Van Grietenyen en Steeden quafi gegund word by 't tweede Artikel. Art. 3. Dat de Jen- In plaats Van dit Artentien door den Militai- tikel moet 'er een zyn ren Regter over Delicten dat volftrekt vifie en en mindere misdryven ge- approbatie verbied. Zie veld voor de pronuntiatie hier boven de eerste gezullen moeten overge- nerale remarque. De zonden worden aan Z. woorden onverkort het H. ter vifie en approba- Recht aan Z. H. wettig tie, onverkort het Recht competeerende &c. zyn aan Hoogstdezelve wettig ook veel te algemeen , competeerende om den pa- en kunnen misduid tient., zo daar moveeren- worden. De Staaten de reedenen toe vind, te hebben aan de Prins pardonneeren. Ao. 1748 gegeevenhet Recht van pardon eeven verre en niet verder, dan dat Recht 's jaars te voren aan hem gegeeven was in Holland. Maar in Holland is het hem gegeeven, alleen in zeekere gevallen , namelyk in misdaden, die niet met opzetten wille, of geleider lage bedreeven zyn. Hier van daan is het, dat onlangs, doe de Prins het Requestvan den Vaandrig de Witte, aan Hem ter fine van abolitie of pardon gepraefenteerd, overbragt aan de Staaten,en het verleenen van gratie zcide aan den Souverain in dit geval over te laten, zonder gebruik te willen maken van zyn Recht; de Staaten nagezien hebbende 'sPrinfen Commiffie, en daar by vergelykende het geval van de Witte, verklaarden by RefoNal. I. Deel I. Stuk M lu-  i78 NALEZING van STUKKEN Crimineele zaaken £?c lutie, dat Z. H. zeer voorzigtig gedaan had, met aan Hun Ed. Gr. Mog. over te laten het verleenen van gratie, want dat in zulk een geval , als dit, dat Recht aan Z. H. nooit opgedraagen was. Een goede baake voor de Friefen. Men diende derhalven te zeggen: onverkort het Recht om den patiënt, de materie daar toe gedisponeerd zynde , de ftrajfe quyt te fchelden, VOOR ZO VERRE aan Z. H. dat Recht is opgedragen. Art. 4. Dat boven dien ter faciliteering van den Dienst, aan Z. H. het Recht gegeeven word, om de fententien over gepleegde defertie aan Hoogstdezelve overgezonden te mitigeeren, zo zulks nodig oordeeld. Art. 5. Dat de fententien van den Krygsraad zullen moeten worden gepronuntieerd uiterlyk 4 weeken naa de overzending. Hebben de Staaten van een particuliere Provintie hier Recht toe? Ikmeene dat Defertie een zuiver Militair delict is, waa'r over de Jurisdictie aan het Bondgenootfchap is opgedragen,en dus de gratie , of het recht om de ftraffe te verzachten van dat zelve Bondgenoodfehap aan de Prins moet gegeven worden. De fententie behoefd en moet niet overgezonden worden, maar alleen kennis gegeeven , dat een fententie geveld is. En eigentlyk behoord dit alleen in  tot de MiLIT. JURISDICTIE. 179 Crimineele zaaken &c. in condemnatoire Tentenden te gefchieden, ja de Refolutie van den Krygsraad Ao. 1673.be* paalde dit ook zo. En in abfolutoire tentenden komt het geeven van pardon niet te pas* Als van alle fententien, zonder onderfcheid kennis gegeeven word, en dat met overzending der fententien , en der proees-ftukken zelve, dan loopt het weer op een approbatie, enimprobade uit. Art. 10. Dat het den Maar wie zal deeza beklaagden vry zal ftaan, Memorie voor den be0772 voor dat de befoignes klaagden opftellen?De in Revifie beginnen, een Auditeur Militair? Aan Memorie van Rechte ter wien in 't volgende Ar* zyner defenfie in te lee- tikel vrygelaten word veren, om door het Col- een Contra-Memorie te legie by *l P roces gevoegd ftellen? Dat moet zeete worden. kerlyk een kunftig per¬ foon zyn, die twee Heeren beide eeven zeer ter goeder trouwe, die teegengeftelde belangen hebben, dienen kan. Of zo die Memorie in faveur van de reeds gedoemde dooreen ander zal opgefteld worden? Wie zal dat doen ? Wie zal men daar toe kunnen conftringeeren ? Voorwaar niemand. En niemand zal of kan het-ooit vrywillig op zig neemcn, nademaal de gedoemde ter eerfter inftantie geheel geen defenfie gehad heeft, en dus geene Copyen van informatien &c. bezit. Die Memorie , ex nihilo per neminem gecomponeerd , zal wel een mirakel zyn, vooral zo zy M 2 ver-  ï8o NALEZING van STUKKEN Crimineele zaaken &c. verandering in de fententie te weege brengd. Geen defenfie in prima inftantia, en wel in Revifione, daar zy byna geheel niet te pas komt te gunnen, is (Je paarden achter den ploeg gefpannen. Art. 23. Dat aan de Eene wanftaltigeReRechters, zo zulks nodig vifie voorwaar! Zie oordeelen , recht gegee- brecder in de Prasmisven word om den Delin- fen. quant voor zig te doen komen , en nader over de zaaken in quaftie te verftaan, en het nodig onderzoek te doen. Art. 24. Dat na het Uit naam der Staten, opneemen der ftemmen, Men meend OP de naam volgens meerderheid ge- der Staten En zo fpreekt concludeerd, en daar na 's Lands Ordonnancie op 't Collegie uitfpraak tit. van Revifien art 33. zal gedaan worden uit UIT naam van de Heernaam der Staaten van lykheid der LandfchapFriesland. pe word recht gedaan, zelfs in grooteRevifien. Maar OP DE NAAM beteekend — gezien by den Gerechte — gezien by den Hove — gezien by de ..Staaten. ■ Art. 25. Dat aan ie- Neegen Rechters , der der Revifeurs ge du- fampt Secretaris , en ren- Com-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 181 Crimineele zaaken &c. rende de befoignes over het CommifTaris, maken 8 8 Reyies Landsweege be- guldens 's daags. Als taald zal worden acht de Politieke Rechters Caroli guldens en aan de niet te Leeuwaarden Secretaris insgelyks acht t'huis hooren , maarelCaroli guldens. ders in de Provintie, zo zal men haar geen Art. 26. Dat de Com- vacatie voor Sondagen mijjaris uit de Gedepu- en andere, op welke teerden zo lang de befoi- men niet befoigneerd, gnes duuren voor zyn va- kunnen weigeren. De catie zal genieten's daags Militairen, dit fpreekt acht Caroli guldens. van zelfs, moeten niet minder, dan de PolitieArt. 27. Comies eens ken, hebben. Als nu voor al acht gulden, Ka- die Revifie maar eens merbew aar ders te zamen 14 dagen aanhoud, dan acht guldens, Statsboden kost zy aan 't Land al fes Caroli gulden. by de 1300 Caroli gul-' dens en met het nodig onderzoek te doen, kan zy gemakkelyk een maand, ja langer, aanhouden. Daar kunnen ook gemakkelyk twee Revifien in een jaar voorvallen , te meer, om dat men verzeekerd kan zyn, dat elk, die aan Leeven of Eer gecondemneerd word, dien weg zal inflaan, Hy behoefd 'er niet toe te betalen, 't gaat alles, zonder onderfcheid , of de Gevangen in bonis zy, of niet, uit 's Lands beurs. Waar blyft nu de menage die men door 't affchaffen van 't Krygsgerech- te qiiafi heeft willen behartigen ? Daaren- M 3 bo-  i82 NALEZING van STUKKEN Crimineele zaaken fj'c. boven in Holland word van de Crimineele fententien van de Hoven wel nu en dan Revifie pro Deo verleend, dog voor eerst geheel niet aan zulke, die op hunne confesfie gecondemneerd worden, maar alleen aan die geene, die in ordinair proces zo als men daar fpreekt,zyn ontvangen , en'dan nog gansch niet aan die alle , maar met zeekere reftrictien en limitatien. Zie het Reglement van den 9 Maart 1728 by Cau Gr. Placaatb. 6. Deel pag. 648. 2) Dan word zulk een Revifie ook vergeefsch bediend, en de Revifeurs trekken geen penning van 't Gemeene Land, maar moeten vaceeren opeigen kosten. Zal het invoeren van zulk een fraaije Revifie meede een bewys zyn van de zuinigheid in de uitgave van 's Lands penningen , waar meede men' by de Bondgenoten pronkt., als men op vermindering van quote dringt ? En hoe moet dit by de Hollanders opgenomen worden, die wel zorg dragen, dat Revifien pro Deo niet ten lafte van 't Land komen ? Civile zaaken. Art. 3. Dat de arres- Dit derde Artikel ten en kortingen weegens fpreekt van arreften , fchulden, op Militaire welke by den ingang des perfonen,hunne roerlyke rechts, of ten minften goederen en tractemenien, voorde condemnatie, zullen gevraagd en ver- periculo petentis gefchie- leend worden by den Mi- den debiti fervandi litairen Regter. caufa. Het volgende 4de  tot de MILIT. JURISDICTIE. 183 Civile zaaken. Art. 4. Als de Ey- 4de Artikel fpreekt van fcher verkiest, de attie arreften, welke na de weegens geleend geld voor condcmnatie gefchiede Burgeriyke Rechter den by weege van Exaan te feilen, en aldaar ecutie. Maar als dat condemnatie verkrygd , eerfte zoort van arresdan zal hy by Request tere op roerlyke goeaan de Militaire Rechter deren , eevenveel in moeten verzoeken, arrest welke zaaken en aótien, ofkortinge Op des gedaag- altoos zal moeten gedes roerlyke goederen,en vraagd worden by de tractementen (fc. Militaire Rechter, dan worden daar door alle actiën weegens fchulden , van welke natuur die ook zyn, en uit welke oorzaak fpruitende, met de daad toegekend aan de Militaire Rechter. Want in dat forum, daar men arrest doet, aldaar moet ook de actie aangefteld worden , en vice verfa, het forum competens tot het aanftellen der actie is teevens het forum competens van 't arrest, als een Accesfoir van de actie. En waarom zouden de Burger Rechtbanken geen arrest voor de condemnatie, en na de condemnatie geen executie kunnen en mogen doen op des Militairs roerlyke goederen, zyn wapenen en militaire plunje uitgezonderd, want deeze zyn nog arreftabel, nog executabel, zelfs niet by de Militaire Rechter. Het fchynt waarlyk, dat men de Burgeriyke Rechters,in opzigt van die fraaije Militaire, als jongens behandelen wil. De Burgeriyke Rechter zal de Jurisdictie hebben , maar de klem van hunne Jurisdictie, beM 4 ftaan-  18+ NALEZING van STUKKEN Civile zaaken. ftaande in arreften en executien, zal zyn by de Militaire Rechter, teegen dep Reegel deiRechte': Ei. cui jurisdiföio data eft, ea quoque conceffa intelliguntur, fine quibus jurisdictio exerceri nequit. Men heeft waarlyk, om die fraaije Militaire Jurisdictie ftaande te houden , niet minder nodig, dan met de Grondwetten van 'c Land, met de welherbragte gewoonten en inzettingen der voorouderen, het geheel Burgerlyk Recht, en wel in 't byzonder die grondreegelen van het Burgcrlyk Recht 't onderst boven te keeren, welke niet alleen in Friesland, maar by alle befchaafde volkeren de fteunpilaaren eener wclgeftelde Burgermaatfchappy uitmaken, en dat dan, zo men voorgeeft, behoudens een Burgermmtfchappy; O tyden , O zeeden ! XX.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 185 XX. PROTEST van de Heer Eerfte Edele van Zeeland. Relatif Staaten Not. 22 September 1783. Op de Rapporten van 11 en 28 Auguftus 17 83 over de Militaire zaaken : heeft de Héér van Lynden gezegd, volgens het-gedeclareerde van de Raad Penfionaris voor de Heef Eerfte Edele op den 21 Auguftus laatftleden, van oordeel te wezen, dat het poincl der Militaire Jurisdictie niet behoorde te worden behandelt, veel min daar omtrent nieuwe, immers van de tegenwoordige praclyk afwykende, bepalingen gemaakt of gearrefteerc, buiten prealabel overleg en advys van Z. H. als Capitein Generaal van deeze Provincie, zoo op grond der nauwe en directe relatie, welke deeze materie is hebbende tot de discipline Militair, als uit hoofde van voorige exempelen, ten tyde van Z. H. Predecefleurs de Heeren Capiteinen Generaal hoog!, memorie. Daar zu:ks thans te meerbad behooren te gelchieden, vermits Z, H. by Miffive in dato den 2 Auguftus aan H. Ed. Mog. heeft verklaart, niets meer te verlangen, dan dat omtrent dit poincl, met Hoogftdeszelfs communicatie zoodanige fchikkingen konden werden gemaakt, waar door die zaak, eens voor altoos, tot voorkominge van Jurisdictie quasftien op eene onwrikbare'wyze, wierd vastgelteld, zonder dat de discipline en fubordinatie, zoo hoognodig in den Militairen dienft, daar by kwamen te lyden. M 5 Dat  i85 NALEZING van STUKKEN Dat ook de Conflitutie deezer Provincie, en het recht aan ieder der refpective Staatsieeden competeerende, niet gedoogde, om nopens de Landwet op voorfchreeve fubject exifteerende, veranderingen te maaken of een nieuw Staatsrecht te introduceeren by meerderheid van ftemmen; maar dat zulks abfolutelyk vereischte de eenpaarigheid van alle de Leeden. Dat derhalven voor onwettig moeft verklaaren de determinatie van tyd tegens het fentiment van de Raad Penfionaris voor de Heer Eerfte Edele tot de afdoeninge deezer zaak door de meerderheid vaftgefteld, by Refolutie van den 21 Auguftus laatftleden metinhaafievan het protefl daar tegens ten zei ven dage door de Raad Penfionaris voor de Heer Eerfte Edele gedaan. Verzoekende hy Heer van Lynden, dat daar meede voor als nog mooge werden gefupercedeert; terwyl zyn H. Ed. anderzints in de onvermydelyke noodzaakelykheid zoude wezen, om de Refolutie op het bewufte fubject te houden voor gansch wederrechtelyk, als op eene ïllegaalc wyze genomen, ten dien effeéte, dat dezelve nimmer als een wettig Staatsrecht zullen konnen worden aangezien, nogte in eenige confequentie voor het vervolg getrokken worden. Na de Conclufie, heeft de Heer van Lynden al het geadvifeerde op dit poinct-, zo door de Raad Penfionaris voor de Heer Eerst Edele op den2t Auguftus laatftleden, als door zyn H. Ed. op heden geinhasreert, protefteerende wegens de Heer Eerst Edele op het kragtigfte tegens de Conclufie op deeze materie genomen, als meede tegens de onderfcheidene depêches daar uit  tot de MILIT. JURISDICTIE. 187 uit refulteerende,metfpeciaale refcrvc van zodaanige nadere aanteekeningen en mefures, als dienftig oordeelen zal, tot maintien van het recht aan ieder der Staatsieeden competeerende, en waar aan ten opzigte van de Heer Eerst Edele door deeze Conclufie is gederogeert. X X I. EXTRACT uit het Regiftcr van de Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Den 22 September 1783. By Refumtie en tot finaale afdoening op heden, volgens Hun Ed. Mog. Refolutie van den 21 Auguftus jongftledcn, gedelibereerd zynde op het Rapport den 11 daar te vooren ter Vergadering uitgebragt, uit naam van Heeren Commiffariflen, hebbende, ingevolge en ter voldoening aan Hun Ed. Mog. Refolutien Commisforiaal van den 12 December 1782 en 21 July deezes Jaars, geëxamineerd het poinft der bornes van de Militaire Jurisdictie, welker aanwyzing, zoo wel in het Civile als Crimineele, door verfcheiden Leden van Staat in ondcrfcheiden Advyfen fucceflïvelyk ingekomen, was gerequireerd; is goedgevonden en verftaan, dat de argumenten, op welke by het voorfchreeve Rapport in 't breede'isgedemonftreerd, dat de Militaire Jurisdictie op het Staatsrecht van deeze Provincie niet verder is gefundeerd, als ten aanzien van pure Militaire Deliften, zullen worden geadvoueerd en geadopteerd, gelyk  i88 NALEZING van STUKKEN lyk HunEd. Mog. al het zelve advoueeren en adopteeren by deezen, en dienvolgende mits deezen verftaan en verklaaren, dat Hun Ed. Mog. geen andere Militaire Jurisdiftie binnen derzelver Provincie erkennen , nog voor het vervolg zullen admitteercn, dan in cas Crimineel, over pure Militaire Deliften, en verder niet; dat Hun Ed. Mog. niet te min dezelve ook toelaaten, wanneer eenig delift door den eenen Militairen tegens den anderen indeplaats van hun Guarnifoen, mogt zyn gepleegd, en den Delinquant by preventie door den Militairen Rechter aldaar, geapprehendeerd; alles nogthans met dien verftande, voor eerft: dat aan de Zwitzerfche Regimenten zal worden toegelaaten het Recht van eigen Juftitie, zoo verre het zelve fteunt op de Traftaeten tusfchen deeze Republyk en de Zwitzerfche Cantons gemaakt. Ten tweeden: dat zoo wanneer een Militair zig aan de misdaad van hoog verraad, binnen deeze Provincie kwame fchuldig te maken, door een hem aanbetrouwde post in handen van den Vyand te willen ftellen , of dadelyk gefteld te hebben , of den Vyand op eenigerley wyze behulpzaam te zyn geweeft, de Militaire Rechter zig de Judicature van eene zoodanige zaak niet zal mogen aan te trekken. En ten derden: dat, wanneer, onverhoopt, in der tyd, over deeze Hun Ed. Mog. intentie verfchil mogt ontftaan, of wel, dat de Militaire Krygsraaden ondernamen exces te plegen , de zaak niet buiten haar geheel zal mogen worden gebragt, maar de Burgei lyke Rechtbanken of Magiftraaten, zig terltond deswegens  tot dë MILIT. JURISDICTIE. 189 gens zullen moeten addreifeeren aan de Heeren Staaten van Zeeland, ofby Hoogftderzelver abfentie aan de Heeren Gecommitteerde Raaden, omme daar op ten fpoedigften, immers binnen den tyd van drie weken , na. het gedaan addres te worden gedisponeerd, by pluraliteit van ftemmen: van welke Refolutie immediaat, zoo aan den Civilen Rechter, als aan die van het Guarnifoen, kennis zal worden gegeeven , ten einde zig daar naar prsecifelyk te reguleeren. Is voorts goedgevonden en verftaan, te verklaaren , gelyk Hun Ed. Mog. verklaaren by deezen, dat Hoogftdezelve in het Civile geenerley Militaire Jurisdictie, hoe genaamd, binnen dezelve Provincie erkennen , nog zullen admitteeren; zullende van de voorfchreeve Refolutie aan de Ingezeetenen van deeze Provincie, by Publicatie, die mits deezen word geapprobeerd en gearrefteerd, worden kennis gegeeven, van welk een convenabel getal gedrukte Exemplaaren aan de Officieren en Regeeringen der Steden en Plaatfen deezer Provincie zal worden gezonden , met verzoek en last refpective, aan laatftgemelde, om dezelve niet alleen te publiceeren en affigeeren ter gewoone plaats ; maar ook boven dien om die te distribueeren, yder aan de Gerechten onder zyne Jurisdictie behoorende: mitsgaders ook aan de refpective Hoven van Juftitie, en zulks aan alle dezelve ten fine als by die Publicatie ftaat omfchreeven, en zoo verre daar by zyn geconcerneerd. En zal Extract van deeze Hun Ed. Mog. Refolutie worden gezonden aan de Civile Rechters, als mede aan den Advocaat Fiscaal van de  190 NALEZING van STUKKEN de Militie, Mr. Daniël Pietcr de Mauregnault, ten einde zig daar na in zyn Diftrict te gedraagen, en eindelyk aan-de refpective Commandeurs en Majors van de Steden en Plaatfen binnen deeze Provincie ,mede om zig daar na prcecilelyk te reguleeren. Terwyl by verdere deliberatie is goedgevonden, dat het Formulier van den Eed der Militairen binnen deze Provincie Guarnifoen houdende zal worden geamplieerd met deze woorden : dat ik ook fiipteiyk zal nakomen de orders en Reglementen by de Ed. Mog. Heeren Staaten van Zeeland omtrent de Militaire Jurisdictie gemaakt of nog te maken , en fpeciaal Hoogjlderzelzer Refolutie en Publicatie in dato 22 September 1783. Dat de Heeren Gecommitteerde Raden mitsgaders de Regeeringen der Steden binnen deze Provincie mitsdien worden verzogt, omme zorg te dragen, dat telkens by het beëdigen der nieuwe Guarnifoenen, aan deze Hun Ed. Mog. intentie worde voldaan. Dat verder betreffende den zogenaamden Hogen Krygsraad, dezelve by H. E. M. worde gehouden voor afgewezen , en de Heeren Ordinaris Gedeputeerden ter Generaliteit aangefchreeven, zoo als dezelve aangefchreven wonden by deezen, om aldaar te infteeren, dat de Raad van Staaten verzogt word dien poft voortaan uit den Staat van Oorlog te ligten, en verder te vigileeren, dat door den voornoemden Hoogen Krygsraad geenerlei Acten van Jurisdictie op het Territoir der Generaliteit gepleegd worden : dat al verder door een Commiffie uit de Vergadering van H. H. M. mag worden nagegaan, op wat wyze de Militaire Ju-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 191 Jurisdictie in de Generaliteits Landen actueel geëxerceert word: hoedanig zulks volgens de Grondwetten moet gefchieden, en welke voorzieningen voor het vervolg daar omtrend nodig zouden zyn: met verdere last aan de voornoemde Heeren Ordinaris Gedeputeerde om het daar van uit te brengen rapport ter deliberatie van Hun Ed. Mog. over te nemen. Dat voorts Hun Ed. Mog. bereid zyn, omme met de Bondgenooten in overleg te komen,op welke wys aan de Leden van den zogenaamden Hoogen Krygsraad eenig redelyk dedommagement voor het gemis hunner Tractementen zoude behooren te worden gegeven, ten einde op het daar van uit te brengen rapport nader by H. Ed. Mog. te worden gedelibereerd. En is eindelyk goedgevonden met relatie tot de gevangenen, waar omtrend de procedures voor den meergemelden Krygsraad onbeflist gebleven zyn, dat het advys der Provincie van Holland zal worden afgewagt. . Accordeert &c. PUBLICATIE De Staaten van Zeeland, allen den geenen die dezen zullen zien of hooren lezen, Salut! Alzo Wy zyn onderricht van de van tyd tot tyd ontftane klagten, dat door die van de Militie binnen deze Provincie Guarnifoen houdende, onder den naam van uitoefFening eener Militaire Jurisdictie, zo in het Civiele als Criminele, verfcheidene inbreuken zyn gepleegd op het recht en gezag der Ordinaire Juftitie, aan welke Wy de Adminiftratie van allen Rechts- dwang  i92 nalezing van stukken. dwang op Ons Souverain Territoir hebben toevertrouwd. ZOO IS 'T, dat Wy, daar tegens willende voorzien , goedgevonden hebben mits dezen te verklaaren, dat in het Generaal, zo wel in CIVILE, als CRIMINEELE ZAKEN, alle Militaire Perfoonen, volgens de grondwetten dezer Provincie, moeten te recht ftaan voor de Ordinaire Burgeriyke Rechtbanken binnen dezelve; uitgezonderd vooreerst, in pure Militaire deliften , te weten, wanneer door een Militair Perfoon tegens de Krygsdiscipliné alleen, en zonder eenig gelyktydig gepleegd commun delift, mocht wezen gepecceerd, en tentweeden , wanneer eenige misdaad mocht zyn bedreven door den eenen Militairen Perfoon tegens den anderen in de Plaats van hun Guarnifoen , en de Delinquant by preventie door den Militairen Rechter aldaar , mocht zyn geapprehendeert; in welke beide gevallen alleen, Wy goedgevonden hebben aan die van de Militie de Judicature enStrafoeffening toe teftaan, onverminderd zodanige nadere orders en bepalingen , als Wy daar omtrent by vervolg rnogten nodig vinden te ftatueeren ; alles nochthans met dien verftaande, dat in de eerfte plaats aan de Zwitzerfche Regimenten zal worden gelaten het recht van eigen Juftitie, zo verre het zelve fteunt op deTraftaeten, tuffchen deeze Republiek en de Zwitzerfche Cantons gemaakt. Ten tweeden, dat zoo wanneer een Militair zig aan de misdaad van hoog verraad, binnen deze Provincie kwame fchuldig te maken, door een hem aanbetrouwden Post in handen van den Vyand te willen ftellen , of dadelyk gefteld te heb-  tót de MILIT. JURISDICTIE. 193 hebben, of den Vyand op eenigerlei wyze behulpzaam te zyn geweest, de Militaire Rechter zig de Judicature van een zoodanige zaak niet zal mogen aantrekken ; en eindelyk ten derden, wanneer het onverhoopt gebeuren mocht, dat in der tyd over deze Onze intentie, in byzondere gevallen verfchil mocht ontftaan - ofte wel, dat die van de Militaire Krygsraaden ondernamen exces te plegen, zal de zaak niet buiten haar geheel mogen' worden gebragt, maar zullen de Burgeriyke Rechtbanken , daar by geconcerneerd, zig terftond deswegens moeten addreifeeren aan Ons of by Onze abfentie aan de Heeren Onze Gecommitteerde Raaden, ten einde daar op, naar bevind te worden gedisponeerd. En op dat niemand, het zy in het vervolgen van zyn Recht, het zy in het adminiftreeren der Juftitie van deezen Onzen ernftigen wil, ignorantie zoude pretendeeren, zal deeze worden gepubliceerd en geaffigeerd alomme, daar Zulks gewoon is te gefchieden. Aldus gedaan en gearrefteerd ter Vergadering van de Edele Mogende Heeren Staaten van Zeeland, in 't Hof aldaar, te Middelburg, den 22 September 1783. (Onder ftond) Ter Ordonnantie van de Hooggemelde Heeren Staaten. ( Wat geteekend) L. P. van de SPIEGEL. Nal.1. Deel. I. Stuk. N XXII.  Ï94 NALEZING van STUKKEN XXII. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland , in haar Ed. Groot Mog. Vergadering genomen op Advis van lietHof op deverzogte abolitie door den Vaandrig J. de Witte van de zaak by zyn Requeft gemeld, en inmiddels furchennce.Commifl*. Vrydag den io October 1783. Ontfangen een Miffive van de Praafident en Raden van den Hove, gefchreven in den Hage den 8 deezer, houdende, tot voldoening aan Hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 4. der voorleede maand, derzelver confideratien en advis op de Requefte van Jacob Eduard de Witte, Vaandrig Supernumerair in het Regiment van den Lieutenant Generaal van Yfenburg (nu Pain) in dienft van den Staat der Vereenigde Nederlanden, ten einde het aan Hun Ed. Gr. Mog. behagen mogte , al het geen door den Suppliant, in de zaak daar by gemeld, gedelinqueert, of verbeurt zoude mogen zyn, te aboleeren en teniet te doen, mitsgaders daar van aan den Suppliant te verleenen Brieven van abolitie in optima forma ; en dat inmiddels , en hangende de deliberatien van Hun Ed. Gr. Mog., alles wierde gehouden in ftatu en furcheance; leggende dat Advis Declinatoir; en zynde daar by gevoegt de confideratien en het advis van den Procureur Generaal , aan het Hof, op de gewoone requifitie gefuppediteert. Fiat  tot de MILIT. JURISDICTIE. 195 Fiat infertio. Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden en verftaan, dat het voorfchreeve Advis met de Bylaagen, en de bovengemelde Requeste zullen worden geëxamineert door de Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlem , en verdere Hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Juftitie,met Commisfarisfen van den Hove , en de Vergadering daar op gedient van derzelver confideratien en advis. Accordeert met de voorfz Refolutien. Edele Groot Mog. Heeren, Omme te voldoen aan de gerefpeéteerde or. dre van U Ed. Groot Mog., vervat by hoogffc derzelver Miffive en Refolutie, beide van dato 4. September 1787. met opzigt tot de Requefte van Jacob Eduard de Witte, Vaandrig fupernumerair in het Regiment van den Lieutenant Generaal van Yfenburg (nu Pain) in dienft van den Staat der Vereenigde Nederlanden, tendeerende, ten einde het aan U Edele Gr. Mog. behaagen moge, al het geen door den Suppliant in de zaake daar by gemeld gedelinqueert, of verbeurt zoude mogen zyn, te aboleeren , en teniet te doen; mitsgaders daar van aan den Suppliant te verleenen brieven van abolitie in optima forma,en dat inmiddels, en hangende de deliberatien van U Edele Gr. Mog., alles wierde gehouden in ftatu en furcheance; hebben wv by deeze de eer, aan U ' N i Ede-  xg6 NALEZING van STUKKEN Edele Gr. Mog. te dienen van onze confideratien en advis op de voorfz Requefte. Ten dien einde nemen wy de vryheid, te premitteeren, dat het hoofdzakelyke van des Suppliants confeffie by deszeifs twee fucceflive verhooren, in datis 6, 7 en iojanuary deezes Jaars 1783, heeft beftaan in de navolgende pointen : 1 Dat hy op Donderdag den 5 September 1782 te Brouwershaven, aan zekeren van Brakel, op deszeifs verging, niet alleen zyn bereidwilligheid heeft betuigt; om op te geeven de fterkte van het Detachement op het Eiland Schouwen ; maar ook dadelyk die fterkte heeft opgegeven, als meede wie op dien tyd Commandant was te Burgt, en in de Zuidduinen, mitsgaders nog hoe vecle Batteryen en Hukken Kanon rondom het Eiland waren , en zulks, na dat hy van van Brakel had verftaan, dat hy (van Brakel) zig te Brouwershaven in Commiffie bevond, wegens de Engelfche, om zekere voorgenomene Landing der Engelfche op Schouwen te bevorderen, (a) Voorts dat van Brakel hem Gevangen voor de voorfz gegeevene informatie heeft belooft honderd Ducaten. (b) 2 Dat hy Gevange vry willig aanvoornoem' den van Brakel (welke hy Gevange nu wift, dat in Commisfie van de Engelfche was) geoffereert heeft te laten zien een Kaartje, het welk (a^ Art. ip—23 van het eerfte Verhoor en Art. 1 en 2 Tan het tweede Verhoor, (b) Art. 3 v*n het twaede Verhoor.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 197 welk hy Gevange dagt, dat aan van Brakel in zyne zaak (de voorgenomene Landing) dienffig zoude kunnen zyn. (c) 3 Dat hy zig op gemelde Donderdag aan voornoemden van Brakel geëngageert heeft, om de voorgemelde Landing te faciliteeren. (d) 4 Dat hy Gevangen zig genegen heeft getoont, om van Brakel voor zyn vertrek nog eens te fpreeken. (e) 5 Dat op gemelde Donderdag, tusfchen hem Gevange en van Brakel, eene vafte affpraak was gemaakt, om eikanderen Vrydag te Zirkzee te zullen zien, en dat van Brakel hem dan den Patroon van hem van Brakel zoude aanwyzen. (f) 6 Dat hy aangenomen heeft, aan van Brakel een accurate Kaart te zullen bezorgen ; en dat hy die Kaart ook vervaardigt heeft, met een oogmerk om de Landing te favorifeeren. (g) 7 Dat hy aan van Brakel gefchreeven heeft een Misfive onderteekent Vaderlander, by welke Misfive hy heeft opgegeven het gunt daar by is vermeld, (h) en dat hy die alzoo onderteekent heeft, ook om reden, dat, wanneer zoodanige brief mogt vermilt worden, (c) Art. 28 van het eerfte Verhoor juncto Art. 4 van het tweede Verhoor, (dj Art. 33 van het eerfte Verhoor. (_e) Art. 35 van het eerfte Verhoor. (f) Vraag agter dito Art. 35. (g) Art. 56 en 60 b. van het eerfte Verhoor juncto dito Art. 28. (h) Art. 64 var%het eerfte Verhoor. N 3  iqS NALEZING van STUKKEN den, de correspondentie tusfchen hem Gevange en van Brakel niet zoude ontdekt worden, (i) 8 Dat op voorgemelde Donderdag, de af. fpraak tusfchen hem Gevange en van Brakel is geweeft, dat, in gevalle de Landing op het Eiland Schouwen zoude gefchieden, en by aldien hy Gevange alsdan op de Batterye den Os zoude commandeeren, hy Gevange geene Allarmfcboten zoude laten doen, en dat van Brakel zulks aan hem geproponeert, en hy het zelve aangenomen heeft, (k) 9 Dat het de pligt van een Ingezeeten van den Lande is, om, zoo dra hy eenige kennis bekomt van een verraad tegens zyn Vaderland gefmeed, daar van ten fpoedigften, ter plaatze daar het behoord, kennis te geven , en dat het verzwygen daar van op zig zelf een zwaare misdaad is. Dat ondertusfchen hy Gevange zedert den 5 September, wanneer van Brakel, zeggende voor de Engelfche in Commiffie te wezen, om een Landing te bewerken, aan hem Gevange in fecretesfe het voorneemen van eene vyandlyke Landing op het Territoir van den Staat had gecommuniceert, tot zyn eerfte aanhouding toe, nooit aan iemand van dit verraderlyk voorneemen kennis heeft gegeven; en dat hy overzulks zig zeiven, door dit verzwygen, aan zwaare misdaad fchuldig gemaakt heeft. (1) 10 O) Art. 15 van het tweede Verhoor. (k) Art. 72 van het eerfte Verhoor. (l) Art. 16, 17 en 18 van het uvee^e Verhoor.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 199 10 Dat, vermits het tot hier toe door hem geconfesfeerde, hy zigfchuldig gemaakt heeft aan verftandhouding, ten einde den toeleg, die de Vyand, volgens zyne gedagten, had gemaakt, om een Landing op het Territoir van een der Provinciën van den Staat der Vereenigde Nederlanden, in welker eed en dienft hy Gevange was, te doen, te faciliteeren, en daar in behulpfaam te zyn, om dien toeleg te doen gelukken ; en dat hy dus zig aan de misdaad van Landverraad fchuldig gemaakt heeft, (m) En voorts heeft de Gevange, op het einde van deszeifs tweede verhoor, eenige redenen voorgedragen, welke hy gemeent heeft tot zyne verfchooning of excufatie van zyn misdaad in deezen te kunnen {trekken; als in de eerfte plaats dat hy daar toe door den voornoemden van Brakel, met vcele fchoonfchynende redenen , was gefeduceert; ten tweede zyne zeer jonge jaaren (als zynde toen nog geen negentien jaaren oud) en den korten tyd, (namelyk van twee jaaren) dat hy nog maar in den dienft was geweeft; ten derde, zyn Gevangens armoede, en hoop, om gered te kunnen werden uit zyne fchulden, door de beloofde honderd Ducaten; en eindelyk in de vierde plaats, dat zyn voorneemen nimmer was geweeft , om de geprojecteerde Landing dadelyk te favorifeeren; met by voeging van zekere omftandigheid, waar uit het zelve zoude kunnen blyken. Alle welke, en nog meer andere redenen, de Suppliant vervolgens by zyne voorfz. Re- quefte (ui) Art. 19 van het tweede Verhoor. N 4  2oo NALEZING van STUKKEN quefte om abolitie nader in het breede heeft gedetailleert. Het zal 'er, Edele Groot Mog. Heeren,vervolgens op aankomen, wat 'er zy, in de eer. fte plaats, van de waarheid; en ten tweede, van de relevance van de pofitiven, op het verzoek óm abolitie, by des Suppliants Requefte vervat. Betreflende bet eerfte , zoo remarqueeren wy, dat wel, ja eenige van de voorfz pofitiven der waarheid conform zyn, als daar is, het gunt den Suppliant heeft geavanceert, nopens de abominable feductie door van Brakel ten zynen opzigte gepleegt, en de liftige per. fuafiven daar in gebruikt (als dat zoodanige Landing niet met al was, dat men daar door veel eerder de Vreede zou krygen, dat de Prins van Walles dan zou trouwen met de jongePrinces van Orange, en dat de Suppliant dan haaft uit zyn flegt Guarnifoen zoude raken, en diergelyke redenen meer) zonder dat ook de Suppliant, voor of na, met iemand anders, over de zaak der Landing, om dezelve te faciliteeren, hadde gefprooken of gehandelt; als meede dat de Suppliant nimmer helder of penning van van Brakel heeft genoten; voorts, nopens des Suppliants zeer jonge jaaren, en behoeftige toefland; als meede met opzigt tot het brouillon of kaartje, het welk van Brakel is magtig geworden; de wyze waar op zulks is toegegaan, ende gebrekkelykheid van hetzelve kaartje, zulks het van geen dienft voor den Vyand, in de te onderneemene landing zou hebben kunnen zyn. Wyders het geavanceerde, met relatie tot de  tot de MILIT. JURISDICTIE. 201 de belofte, van het laaten zwygen van debatterye den Os, dat namentlyk ook de prseftatie van die belofte van weinig of geen nuttigheid voor den vyand zoude hebben kunnen zyn, als meede dat een landing by of omtrent den Os, genoegzaam onmogelyk zou geweeft zyn; als van welk een en ander uit de refpective verhóoren van van Brakel, en de confrontatie van den zeiven met den Suppliant, gelyk mede uit het geattefteerde van den Lieutenant Collonel Ingenieur C. J. van de Graaf by deszelfs verhoor in dato 3 January 1783, en uit zekere Miffive van den Collonel Pain in dato Zierkzee 13 Oétober 1782 kan conlteeren: (n) Terwyl, ook nopens het geallegeerde van den Sup- (11) „ Men zie fpecialyk met relatie tot de feduttietwaelfde „ vuïhoor van van Brakel op de Voorpoorte van dato 23 „ January 1783 C: C. 1 en 2 loco, Art. 5, 7, 8, 17, 22, veertiende verhoor en confrontatie niet de Witte, in dato . „31 January 1783 E: E. 1 en 2 loco Art. 1, 7 met de „ daar agter ftaande vragen en refponfiven, twaalfde ver„ hoor in de Caftelenye, in dato 15 November 1782. M. 1 en 2 loco Art. 20, voeg 'er by de twee laatlte verhoo- ren van de Witte, voor den Militairen Regter, in dato „ p en 11 October 1782. „ Voorts met relatie tot het Brouillon of Kaart 7 en p „ verhoor van van Brakel op de Voorpoorte in dato 28 No„ vember 1782 en 11 January 1783 X. 1 en 2 en Z. 1 en 2 „ loco, dertiende verhoor van van Brakel op de Voorpoor„ te in dato 28 en 2p January 1783. D. D. 1 en 2 loco, „ Art. 1 en 15. „ Wyders met relatie tot de belofte van den Suppliant om „ den Batterye den Os te zullen doen zwygen, negende „ Verhoor op de Voorpoorte in dato n January 1783 Z. „ 1 en 2 1: Art. 13. veertiende Verhoor of continuatie van ,, het zelve, en confrontatie met de Witte, in dato 1 en 3 „ February 1783 F. F. Art. ra N 5  202 NALEZING van STUKKEN Suppliant, dat al het gunt door van Brakel was voorgewend, niets anders was geweeft, dan een figment, wy' ten dien opzigte, U Edele Groot Mogende kunnen informeeren, dat het, zoo uit de ingewonne informatien, als uit de fuccelfivé verhooren van voornoemden van Brakel, welke vol zyn van contradicfien en onwaarfchynelykheden , aan het Hof meede zeer prasfumtif is voorgekomen, dat die geheele hiftorie van zekeren Mr. Crefit met deszeifs Joodfchen Knegt, welke de Patroonen van van Brakel zouden zyn geweeft, door voornoemden van Brakel tegen de waarheid was verzonnen ; in zoo verre zelf, dat het Hof, by Refolutie van den 4April 1783, conform demondelinge confideratien van den Procureur Generaal, heeft goedgevonden, dat voornoemden van Brakel particulierlyk op dat point (namelyk van de al of niet exiftentie van dien zoo genaamden Mr. Crefit) voor den vollen Raad zou werden gehoord, en, in gevalle hy alsnog by zyne ten dien opzigte gegeevene refponfiven mogt blyven perfifteeren, alsdan tot een fcherper examen, te wceten eene geesfeling in de Pynkelder, zou werden gebragt, ten einde hem de waarheid te doen confesfeeren; zoo als het zelve dan ook op den 17 daar aan volgende ten effeéte is gebragt; dog (waarfchynelyk door de hartnekkigheid van denzelven van Brakel) met geen ander gevolg dan dat hy, tot twee driemaalen toe, aan de Paal geconfesfeert hebbende, dat hy gelogen had, en dat *er geen Mr. Crefit had geëxteert, telkens die zyne confcffie weder heeft geretracteert, uitwyzens het verhoor van den zeiven voor den vol-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 203 vollen Raad in dato 17 en 18 April 1783. zynde vooi' het overige ook conform de waarheid, het gunt door den Suppliant, met opzigt tot de langduurigheid zyner Gevangenis, is gepofeert; en ook zeer geloofwaardig het gunt door hem is geavanceert, met opzigt tot de zwaare doods-angften, welke hy, geduurende eenigen tyd, in die zyne Gevangenis, zoude hebben gefupporteert. Edog, wat het verdere gepofeerde by de voorfz Requefte betreft, enrfpecialyk het gunt de Suppliant heeft voorgegeven, zoo omtrent zyne intentie , dat namelyk dezelve nimmes zoude hebben geftrekt om de Landing te favorifeeren, maar alleen om honderd Ducaten van van Brakel magtig te werden, en de omftandigheid, waar mede hy het zelve heeft getragt te bewyzen, als met opzigt tot de noodzaake, die hy gehad hadde, om het geen van Brakel hem had voorgefteld te verzwygen; gelyk meede, omtrent zyne befchouwingvan den beginne af van dit Plan, als onuitvoerlyk,zoo ftryd het zelve immers grootendeels, en tegen alle waarfchynelykheid en tegen des Suppliants hier vooren gedetailleerde uitdrukkelyke confesfie, want, wat betreft des Suppliants voorgeeven, nopens zyne intentie, zoo is daarmede niet te compafïeeren, dat de honderd Ducaten reeds verdient waren, door de opgave van deBatteryen, van het Kanon, en het caliber van het zelve; en dat hy geconfellëert heeft, naderhand van Brakel by zig genodigt te hebben, om hem wat te laten zien het geenhem in zyn zaak, (waar door hy de landing verftond) konde dienen, en aan van Brakel een  204 NALEZING van STUKKEN een Kaartje belooft, en het zelve vervaardigt te hebben, om de landing te favorifeeren; en, wat de omftandigheid aangaat, welke hy tot bewys van zyne intentie heeft bygebragt, behalven dat defelve niet is ge verifieert, zoo fchynt dezelve ook weinig uit te doen , om deeze zyne intentie te probeeren, alzoo iemand, die Landverraad in de zin had, ligtelyk in dier voege zig gedragen kon, al ware het maar om meerdere fiducie in zyn Perfoon te verwekken; en,wat aanbelangt de noodzaake, om het geen door van Brakel hem was voorgefield te verzwygen, zoo was 'er zoodanige noodzaake in het geheel niet; en al het geen daar omtrend nog al eenige bedenking mogt kunnen geeven, wierd weggenomen, toen hy de brief van van Brakel, onderteekend pro patrio,, in handen had; eneindelyk, wat concerneert het gunt de Suppliant heeft geavanceert, om U Edele Gr. Mog. te-doen geloven, dat hy dit Plan van den beginne af, als onuitvoerelyk, zoude befchouwd hebben; het zelve werd voor een groot gedeelte geënerveert, door de evengemelde voordragt der omftandigheid , welke hy, om zyne intentie te probeeren, heefc voorgedragen; dewyl daar uit blykt, dat hy het, na zyn begrip, niet onmogelyk geagt heeft, dat 'er Vyandelyke Schepen tot digt by de Batterye den Os konden naderen. Ondertusfchen is het zoo verre van daar, dat de voorfz tegen de waarheid ftrydende, voordragt van zaken, den Suppliant in deeze zoude kunnen van eenig voordeel zyn, dat in tegendeel dezelve alleen genoeg zoude mogen geagt worden, om hem zyn verzoek om gratie te  tot de MILIT. JURISDICTIE. 205 te doen afflaan; dewyl het eerfte en voornaame requifit, om gratie met effect te kunnen obtineeren, daar in geleegen is, quod preces veritate niti debeant, boven en behalven, dat, zoo wanneer het met de zaak waarlyk zoo geleegen legt,als het verfiert en opgclchiktverhaal, by de Requefte gedaan, medebrengt, de Suppliant dan, als genoegzaam van alle misdaad vry, geen gratie zoude van noden hebben. Edog, zonder dit verder te urgeeren, overgaande tot een kort onderzoek van de relevance der na waarheid dan ter nedergeftelde gronden van des Suppliants verzoek, zoo neemen wy de vryheid, te pramritteeren, dat de Suppliant, gelyk hy door dsn Procureur Generaal is geaccufeert, zoo ook volgens deszeifs hier vooren gedetailleerde confesfie, zig zeiven ten volle geconvinceert gehouden heeft, dat hy zig aan de misdaad van Landverraad heeft fchuldig gemaakt. En, offchoon wel eenige fpeculatie zoude kunnen vallen (zoo als de Suppliant zelf dat by zyne Requefte heeft getoucheert) of ten deeze, behalven zyne voorfz confesfie, wel kwame te conftceren de corpore delicti; aangezien het geheele voorgeeven van van Brakel (dat hy namelyk van den Vyand eenige commisfie zou gekregen hebben) na alle apparentie een louter figment zynde, warelyk en we. zentlyk geene verrading van het Land aan den Vyand zou hebben plaats gehad; zoo verheft die geopperde bedenkelykheid in dit geval, raerkelyk van haar kragt, als gcconfidereert werd, dat de Suppliant, volgens zyne confesfie,  2o6 NALEZING van STUKKEN fie, niet alleen heeft gehad de wil en het voorneemen, om den Vyand in eene vermeende Landing behulpzaam te zyn, maar dat hy dien wil, en dat voorneemen ook, zoo door daden, als door nalatigheid , van dat gunt te doen, waar toe hy gehouden en verpligt was, na buiten heeft gemanifefteert; (wy bedoelen zyn engagement, met woorden en beloften, aan den voornoemden van Brakel gedaan, de mondelinge en fchriftelyke opgave van de Batteryen, het caliber van het Kanon, en van de bezetting van het Eiland Schouwen ; en des Suppliants reticentie, of verzwyging, van het gunt hem van voornoemden van Brakel was voorgekomen; al het welk in de Perfoon van den Suppliant te meer als misdadig moet geagt worden, om dat dezelve is een Officier, die by Eede zig had verbonden den Lande getrouw te zyn, en het zelve te helpen bewaren enbefchermen) en dat vervolgens het daar voor kan en moet gehouden werden dat het corpus delicti, in gemelde engagementen, en reticentie zelve geleegen zy; nadien iemand ook gereekendwerd, zig aan Landverraad fchuldig gemaakt te hebben, wanneer hy zyn voorneemen daar toe door uiterlyke daden manifefteert, zonder dat het nodig is, dat het Land warelyk aan den Vyand verraden zy. Maar dan is , Edele Groot Mog. Heeren, in de tweede plaats de vraag, of van een delict van Landverraad (waar van de Suppliant door den Procureur Gen-jraal werd bcfchuldigd) wel om eenige reden gratie vermag verleend te werden ; of liever, of aan den Souverain wel gevoegelyk, en met genoegzame grond door deszelfs  tot de MILIT. JURISDICTIE. 207 zelfs confiliarii, in zoodanige materie favorabel vermag te werden geadvifeert? Wanneer, Edele Gr. Mog. Heeren, het vyf en twintigfte Articul van de Crimineele Ordonnantie werd ingezien , zoo werd bevonden, dat daar by, uitdrukkelyk is gewild, dat, in het generaal van misdaden, welke gedelibereert, en met opzetten wille gepleegd zyn, geen gratie verleend zoude worden; en wanneer men daar by dan nog in aanmerking neemt dat de misdaad van Landverraad is een crimen atrocislimum, een misdaad waar in, boven andere misdaden, veele byzonderhedert, na het recht, en de leere der D. D. zamenloopen (als onder andere, by voorbeeld, dat de reticentie in deezen, zoo wel als de daad zelve, ftrafbaar is; dat de wil voor de daad genomen word; dat zelf de geen , die geen voorneemen gehad heeft, het Land eenig nadeel toe te brengen, maar alleen met den Vyand in onderhandeling is gekomen , met oogmerk om den zeiven te bedriegen , voor fchuldig aan de misdaad van Landverraad gehouden werd) alles ftrekkende, om de ernlï, van den Wetgever, in deezen aan den dag te leggen ; dat het vervolgens van de allernadeeligfte gevolgen zou zyn , by aldien in zoodanig crimen op gratie kon gehoopt werden, en dat ook, voor zoover wy weeten, geene voorbeelden exteeren van gratie in die materie verleend, of het moeite zyn aan zulke, welke het verraad, waar aan zy zelf meede fchuldig waren, hadden ontdekt; zoo zien wy niet, hoe wy de voorgeftelde vrage anders dan negative zoude kunnen beantwoorden. Dan dit moet te meer plaats hebben, wanneer de  co8 NALEZING van STUKKEN de redenen, welke tot gronden van het verzoek van gratie werden geallegueert; de zoodanige zyn en van die aart, dat daar op, tot vermindering, of geheele bevryding van ftraf, door den Regter in Judicando kan reguard genomen worden. Daar is dog, Ed. Gr. Mog, Heeren, een merkelyk onderfcheid, tusfchen het verleenen van gratie door of van wegen den Souverain, en het mitigeeren van ftraf door den Regter; handelende een Regter na het Regt, wanneer hy, om deeze en geene omstandigheden, in de zaken voorkomende, de ftraf mitigeert, en die poene infligeert, welke de Delinquant, de zaak in alle haare omftandigheden bcfchouwd, verdiend heeft; daar een Souverain, gratie verleenende, ook die alzoo gemcriteerde ftraf, aan den Misdadigen kwytfcheld ; en het welk dan gefchied, om redenen, van eene geheel andere aart; als by voorbeeld, om rede van de merites van den Perfoon, foms mogelyk ook, om die van zyne Voorouderen; of ter oorzake van een publique vreugde; of om eenige andere politique confideratien; maar, om te onderzoeken, of iemand, die, als ten deezen, van Landverraad befchuldigd word, om deeze en geene redenen, zoude moeten geoordeeld werden daar aan min fchuldig, of geheel onfchuldig te zyn, zulks vermeenen wy, het zy met alle eerbied gezegt, niet zoo zeer het werk van den Souverain, als wel van het departement te zyn van den Regter. En, ten einde nu dit gepraemitteerde kortelyk ter applicatie te brengen, op het geval voor handen ; zoo remarqueeren wy, in de eer-  TÓT i>E MILIT. JÜRISDIGTIË. zö$ «eerfte plaats, dat geene van de by de Requefte geallegeerde redenen, van dien aart, en van dat gewigt zyn, dat om dezelve gratie van de voornoemde allerzwaarfte misdaad van Landverraad zou behooren verleend *te werden: Dan wy voegen 'er in de tweede plaats by, dat ook geene van de by den Suppliant geavanceerde redenen bevonden werden van dien aait cn gefteldheid, of dezelve kunhen, by den Regter in een geregterlyk onderzoek van des Suppliants zaak, in aanmerking genomen werden ; de eenvoudige rememoreeringe der hier vooren in hetbreede opgegeevene redenen van excufatie, als die genomen zyn uit des Suppliants jongkheid, armoede, de liftige wyze van feduótie, de omftandigheden , betrekkelyk tot het Plan, of gewaande Plan der Landingen, voorts wegens des Suppliants uitgeftaane doodsangften in de Gevangenis, en de langduurigheid der Gevangenis zelve, kan voor een betoog van het voorfz verftrekken ; alleen zoude met opzigt tot des Suppliants voorfz langduurige Gevangenis, eenige bedenking kunnen ontftaan, of niet, dewyl dezelve, nog aan den Suppliant nog aan den gewoonen loop der Regtspleeginge is toe te fchryven, nemaar, door een zamenloop van extraordinaire omftandigheden, en zelfs door 9e deliberatien van U Edele Gr. Mog., is toegekomen, die confideratie van dien aart zoude zyn, dat op dezelve meer by den Souverain zelve, dan by den Regter reguard zoude behooren genomen te werden. Wy vinden ons vervolgens genoodzaakt,op alle de voorgelegde gronden, te befluiten, en Nal. I. Deel. I. Stuk. O dien  IfS NALEZING van STUKKEN i dien conform, aan UEd. Gr. Mog. te advfc feeren, dat UEd. Gr. Mog. het verzoek, dooiden Suppliant by deszeifs voorfz Requefte aan UEd. Groot Mogende gedaan, zouden behooren te wyzeti van de hand. Ons niet te min eerbiedig refereerende aan het hoogwys oordeel en goedvinden van U Ed. Gr. Mog. Wy neemen intusfchen ook de vryheid hier nevens te voegen de Confideratien en het AdVis van den Procureur Generaal, aan het Hof, op de gewoone requilitie gefuppediteert. Hier meede, Edele Groot Mogende Heeren, bidden wy God Almagtig, U Edele Groot Mog. in eene langduurige en voorfpoedige Regeering te conferveeren. Gefchreven in den Hage den 8 October 1783. Onder ftond, U Edele Groot Mog. ganfch Dienft willige, , De Prsefident en Raden over Holland, Zeeland en Vriesland. Lager ftond, Ter Ordonnantie van dezelve, Was ge teekent, ¥. T. Ro'yeK XX'IIL  vot de MILIT. JÜRlSDICtïË. m XXIII. CONSIDERATIEN en Advis van den Procureur Generaal over Holland, Zeeland en Vriesland, op de Requefte, aan Hun Edele Groot Mog. ge-prefenteert, door Jacob Eduard de Witte, Vaandrig fupernumerair in het Regiment van den Lieutenant Generaal Grave van Tzenburg, (nu Pain) in dienft van den Staat der Vzreenigde Nederlanden, Gevangen op dl Voorpoorte van den Hove. Edele Mogende Heeren! De Ondergefchreeve geëxamineert hebbendö de Requefte, aan Hun Edele Gr. Mog. gepra^ fenteert, by Jacob Eduard de Witte, Vaandrig fupernumerair in het Regiment van den Lieutenant Generaal Grave vanYzenburg(nu Pain) in dienft van den Staat der Vereenigde Nederlanden , gevange op de Voorpoorte van den Hove, verzoekende en fmeekende om redenen in het breede daar by geallegueert, dat het aan Hun Edele Gr. Mog. behagen moge, al het geen door den Suppliant in deeze gedelinqueert of verbeurt zoude mogen zyn, te aboleeren en te niet te doen; mitsgaders daar van aan den Suppliant te verleenen Brieven van abolitie in optima forma, en dat inmiddels en hangende de deliberatien van Hun Edele Gr. Mog. alles moge werde gehouden in ftatu en furcheance, Heeft de eer, ter eerbiedige voldoeninge O % aan  &12 NALEZING van STUKKEN aan de Refolutie van den Hove in dato 8 September 1783 vooraf te remarqueeren, dat offchoon de aanleidende oorzaken en de horrible feduétie, waardoor de Suppliant tot het pleegen van de misdaad van Landverraad is verleid geworden , by de voorfz Requefte , meerendeels conform de waarheid werden voorgedragen , egter de misdaad zelve, en vooral niet in die aggraveerende omftandigheden, als dezelve by den Suppliant is geconfeüeert,en uit deszeifs verhooren in de crimineele conclufie (waar van bereids tegen den Suppliant is gedient) is overgebragt, by de voorfz Requefte geenzints naar waarheid is gedetailleert geworden , het welk de Ondergefchreeve gemeent heeft alhier kortelyk te moeten noteeren,zonder nodig te hebben, zulks uit vergelyking van de judicieele confeflïe, met de pofitiven van dit Requeft, breedvoerig par le minu te betogen , te minder, daar de Stukken van dit Proces , en dus vooral ook de confesfie van den Suppliant bereids eenigen tyd onder het oog van Hun Edele Gr. Mog. geweeft zynde, men zeker mag ftellen, dat het verfchil tusfchen de voorfz confesfie, en het voorgeeven by de gemelde Requefte daar omtrent gedaan , ook reeds by Hun Edele Groot Mog. zal opgemerkt wezen. En dus flatteert zig de Ondergefchreeve, nopens de van hem gerequireerde confideratien en advis, aan de intentie van den Hove te zullen voldoen, wanneer hy zig ten deezen bepaald by een onderzoek en betoog van deeze twee zaken. Voor eerft of de tweeleedige misdaad, waar aan  tot de MILIT. JURISDICTIE? 213 aan de Suppliant zig heeft fchuldig gemaakt, en welke hy behoorlyk heeft geconfesfeert,van die natuur is, dat daar omtrent gratie van Hun Ed. Gr. Mogende zoude behooren plaats te vinden, en wel zoodanige gratie, waar door de Souverain zoude aboleeren en te niet doen, al het geen de Suppliant in deeze zoude mogen hebben gedelinqueert of verbeurt. In de tweede plaats, zoo deeze misdaad van den Suppliant al niet op zig zelve gratiabel of tot een verzogte abolitie gefchikt mogt wezen, of dan egter in deezen concurreeren, en by de voorfz Requefte gefuppediteert worden zoodanige omftandigheden en zaken , welke mogelyk by den Hove in Judicando, tot mitigatie van de ordinaire ftraf in overweeging hadden kunnen komen, en nu aan Hun Ed. Groot Mog. by de voorfz Requefte voorgedragen, hoogftdezelve , zoo niet tot het accordceren van de verzogte abolitie in eene ten eenemaale te niet doeninge van de voorfz misdaad, zoude behooren te permoveeren , om dit verzoek van den Suppliant niet ten eencmaal van de hand te wyzen, maar egter eenige gratie aan den Suppliant ten deezen te accordeeren. Met opzigt tot het eerfte poiPt, namelyk de tweeleedige misdaad confesfeert de Suppliant, 1. Dat hoe zeer hem bekent was, dat het piet alleen de pligt van eenlngezeeten van deezen Lande is, om zoo dra hy eenige kennis bekomt van een verraad tegen zyn Vaderland gefmeed, daar van ten fpoedigfte ter plaatze daar het behoord kennisfe te geven, maar dat het verzwygen daar van op zig zelve een zware misdaad is, hy Gevange egter het voorgeeO 3 ven  2i4 NALEZING van STUKKEN ven van Pieter van Brakel (zeggende voor do Engelfchen in commisfie te wezen om een Landing te bewerken) aan hem Suppliant in fecretesfe geopenbaart, heeft verzwegen, en tot zyne apprehenfie toe,aan niemand geopenbaart, en dat hy Suppliant zig dus daar meede aan een zwaare misdaad heeft fchuldig gemaakt. Wyders 2. Dat hy Gevange zig aan gemelde van Brakel heeft geëngageert, om van zyne kant, de voorfz Vyandelyke Landing te favorifeeren , en ten dien einde met den zeiven heeft gemaakt een affpraak , dat indien de voorfz Landing op de Goederée gemunt was, hy Suppliant 'er niet meede te doen zoude hebben, om dat de Engelfchen uit de Noordzee moetende komen agter de Plaat de Springer, die de Goerée dekt, heen moeiten vaaren, en men dus met de Batteryen van het Eiland Schouwen en Duyveland niets konde uitregten , om dat de tusfchenwydte te groot was en met het Kanon niet konde beftreeken worden. Dog dat in geval de Landing op het Eiland Schouwen zoude gefchieden, het wel denkelyk was, dat de eerfte aanval zoude gefchieden op de Batterye den Os , dewyl de Engelfchen dan zouden moeten komen door het Jobsgat , het welk gelegen is tusfchen de Banjaard en de Springer, en vervolgens in het Brouwershavenfe gat, en dat dus de affpraak is geweeft, dat in dat geval, by aldien hy Suppliant alsdan daar zoude commandeeren, hy Suppliant geen Alarmfchoten zoude laten doen, zoo als zulks alles door gemelde van Brakel was gepropo- neertj  tot de MILIT. JURISDICTIE. 215 , fleert, en by den Suppliant om de voorfz Landing te favorifeeren en te faciliteeren was aangenomen geworden. Dat eiridelyk de Suppliant, om aan zyn voorfz engagement, om meergemelde voorgenomen Landing te favorifeeren, aan gemelden van Brakel, onder belofte van belooning, een accurate Kaart van het Eiland Schouwen en Duiveland heeft toegezegt, en ook dadelyk heeft afgemaakt, en wyders nopens de fterkte van het voorfz Eiland ,het getal der Batteryen cn de fhikken Kanon eerft mondeling en daar na fchriftelyk heeft gegeven zoodanige informatien, als by zyne confesfie, en de crimineele conclufie, tegens den zeiven genomen, breeder kan gezien worden. En dus dat de Suppliant volmondig heeft moeten bekennen, dat hy zig heeft fchuldig gemaakt niet alleen aan het verzwygen van een aan hem geopenbaart Landverraad, maar ook aan verftandhouding, ten einde den toeleg, dien de Vyand volgens zyn gedagten had gemaakt, om een Landing op het Territoir van een der Provinciën van den Staat der Vereenigde Nederlanden, in welkers eed en dienft hy was, te doen, te favorifeeren, en daar in, om dezelve te doen gelukken, behulpfaam te zyn, en dat de Suppliant dus heeft moeten bekennen, zig fchuldig gemaakt te hebben aan de misdaad van Landverraad. Dat nu zoodanige misdaad opzettelyk gepleegt, geen object van gratie is, blykt uit de enormiteit van de misdaad zelve, graviffime enim delinquit qui contra Majeftatem impcrii nuid molitur, qua propter hoe Crimen omnium O 4 de-  %i6 NALEZING van STUKKEN deli&orum, quae in homihes committi pofïunt, (volgens het algemeen gevoelen der D. D.) gravisfimum eft. Dat het boven dien ook van al te dangereufe gevolgen moet geoordeelt worden, om te aboleeren, en te niet te doen een gepleegde misdaad van gekwetfte Majefteit, waar van de kwade Menfchen niet alleen formidine pcenae, maar ook door het beneemen van alle hoop op gratie behooren gedeterreert en afgefchrikt te werden. En waarom dan ook de Ondergefchreeven (onder eerbiedige correftie) dunkt, dat van wegens den Hove op dit verzoek van den Suppliant, zoo als hetzelve legt disfavorabel aan Hun Edele Groot Mog. zoude behooren geadvifeert te werden. Dan vermits de ganfche Natie over het fort van deezen Suppliant, ja, zoo de Ondergefchreeve vertrouwt, zyne Regters zelfs (voor zoo verre zulks met het Regt kan en mag beftaan) met meedelyden over dit geval van den Suppliant zyn aangedaan , en zulks alles beruft op eenige van die gronden, welke, om hun Edele Groot Mog. tot het verleenen van de verzogte abolitie te permoveeren, by des Suppliants voorfz Requefte in het breede zyn gealJegeert en gedecailleert geworden. En waarom de Ondergefchreeve dan ook zia verplicht acht, om die gronden te toucheeren^ daar op zyne confideratien te fuppediteeren, en vervolgens daar op te dienen van zyne confideratien en advis, en dus hier mede overgaande. Tot het tweede Poinft, namelyk, zoo deeZe misdaad van den Suppliant al niet gratiabel of  tot de MILIT. JURISDICTIE. 217 of tot een verzogte abolitie gefchikt mogte wezen, of dan egter in deezen niet concurreeren, en by de voorlz| Requefte gefuppediteert werden eenige omftandigheeden en zaaken, welke het Hof zouden kunnen permoveeren, om , wel niet voor het accordeeren van de abolitie, maar egter voor het verleenen van eenige gratie, favorabel aan hun Edele Groot Mog. te advifceren. Na dat de Suppliant zyn geval met gemelden. van Brakel, van den beginnen af tot zyne incarceratie toe by de twaalf eerfte pagina's van zyn Requeft, meerendeels naar waarheid, hadde genarreert, heeft dezelve tot een eerfte grond van verfchooninge geallegueert. Dat hy met al het geene, door hem in de voorfz zaake is gedaan en verrigt, wel een voorneemen heeft gehad, om van den voornoemden van Brakel, de beloofde honderd Ducaaten magtig te worden, dog geenfints eenige de minfte 'intentie zoude gehad hebben om zig aan eenige ontrouw of verraad van zyn Vaderland fchuldig te maaken, neen , maar in teegendeel i'aftelyk zoude befloten hebben, om na dat hy de voorfz honderd Ducaaten magtig zoude zyn geworden, zig niet verder met den voornoemden van Brakel op te houden, en zig van zyn eed en pligt ten opzigte van zyn Vaderland in allen gevallen, als een Man van eer betaamt, te quyten. Leyferus in zynemeditation. ad Pandect.fpecim. 568 de Perduelïis §. 4. verhandelt daar genoegzaam dezelve quasftie, namentlyk, an qui, fine animo Reipublicae nocendi Confilia quidem cum hofte de illa prodenda iniit, at de Conlilüs iftis O 5 ex-  4i8 NALEZING van STUKKEN exfequendis nunquam cogitavit, fed hoftem decipere ac pecunia emungere voluit, Perduellis dici poffit. Ulpianus in L. r. §. 3. D. de dolo malo. een diftinctie maakende tuffchen een dolus bonus, en een dolus malus, noemt, fubdolas iftas contra hoftem machinationes dolum bonum & fo]ertiam. Leyferus daarentegen d. L. meent dat de zoodanige wel te regt als een perduellis moet geftraft werden, en beroept zig daar toe op het Judicium Juris confultorum Vitembergenfium, ex quo apparet; talem reum intentionem ac conatum plane negaffe ; & tarnen condemnatum fuiffe. En offchoon dan op deeze grond des Suppliants eerfte reeden van verfchooning hem niet te zeer te ftade zoude kunnen komen, zoo meriteert het egter eenige confideratie, dat het voorgeeven van den Suppliant, dat het hem maar te doen is geweest om den voornoemden van Brakel te bedriegen, en de beloofde honderd Ducaaten magtig te worden , maar geen. fints dat hy een intentie gehad, veel min getragt zoude hebben zyn Vaderland te verraaden, dit zyn voorgeeven niet, gelyk in het Wittembergfche geval , alleen op woorden berust , maar door een zeckere daad na buiten werd gecorroboreert, zoo als de Suppliant dit geval en bewys van zyn pligt en iever betoond ter occafie van het naderen van eenige Schepen , die, uit onkunde , geen Sein gedaan hadden , en daarom voor Vyandelyke Schepen wawaren aangefien, niet alleen by zyn voorfz. Requeft, maar reeds hy zyn Verhoor voor het C0l;  tot de MILIT. JURISDICTIE. 219 Collegie van den Raade, tot zyne defenfie heeft opgegeeven. _ .. En of wel dit gedrag van den Suppliant omtrent van Brakel gehouden, en zyn oogmerk om den zeiven langs deezen weg van honderd Ducaaten te ontzetten op zig zelve weinig yerfchooning kan vinden, en zelfs in het geheel van misdaad niet kan vrygefprooken werden, zoo tragt egter de Suppliant zulks eenigzints verfchoonbaar te maaken daar meede, dat iiy als Vaandrig fupernumerair op Cadets lractement dienende en van zyn Familie byna geen onderftand kunnende bekomen ,in fchulden was geraakt, en dus vermeint zig door de gemelde honderd Ducaaten eenigzints te zullen kunnen redden , dog dat hy nimmer eenige Penningen van gemelden van Brakel ontfangen hebbende, overzulks zyne intentie geen effect hadde geforteert. Nopens de misdaad gelegen in het verzwygen en niet openbaaren van het voorftel van een Vyandelyke Landing door van Brakel aan hem Suppliant gedaan, allegeert de Suppliant tot zyne verfchooning , in de eerfte plaats, dat hy in dat geval zyn oogmerk om de voorfz honderd Ducaaten meester te worden dan niet hadde kunnen bereiken, maar in de tweede plaats, dat dit voorftel aan hem door van Brakel, remotis arbitris, gedaan zynde, hy huiverig zoude moeten geweest zyn, om het zelve te openbaaren , als daar van geen bewys kunnende fuppediteeren , en waar door hy dus zig zelve in merkelyke ongeleegentheid zoude hebben kunnen brengen. ' Gundling in zyn Traiïaat, gèhtitUkert fmgte  fizói NALEZING van STUKKEN leS«n Majeftatis itemque de filentio in hot cnrmne, leerd wel Cap. 4. §. 6. Legislatores non ica ngidos effe debere, ut ad quarnvis vulgi auram, & vagos remusculos denuntiandi ne. cemtatem imponantfuis, maar vermits hy op net iterkfte had getoond en beweezen lolum fiientium in cnmine Majeftatis jure puniri, Zoo raad by egter alle en een iegelyk ut fine fcrupulo, quod cognoverint,apcriant,tne dum evitare charybdim ftudent in fcvllam funeftiori caia pr£ecipitentur,hoe zeer het altoos een waar. heid blyft dat een accufatie van zoodanige misdaad, zonder van behoorlyk bewys voorfien te xyeezen, ten uiterfte gevaarlyk is, zoo als Ly. ierus m zyne Meditat. ad Pandect. fpecim. 168. §• 7' daar van een allernotabelst voorbeeld opgeeft. Maar hoe zal deeze verfchooning eenige grond voor de verfogte abolitie kunnen opleeveren, byzonder als men r. diftingueert tus, ichen het openbaaren van een voorgekomen verraad, waar omtrent mep volftaan kan,met de voorgekomen omftandigheeden , aan den gcenen, die daar toe competent is, te openbaaren, en de verdere recherge, ter ontdekking aan denzelven over te laaten,en tusfchen het formeel accufeeren van iemand van verraad , waar door men zig tot het bewys obligeert en verbind, en men confidereert 2. daar by, dat de Militaire Wetten, waar van de Suppliant geen onkunde mag voorwenden, en welke op het verfwygen van een voorgekomen misdaad van Landverraad de dood ftefien, hem daar toe allezints verpligten, als te zien is Art. $ en 6 van de Articulbrief of Ordonnantie op de discipline Militaire gearrefteert 13 Augufty 1 jqo, eq  tot de MILIT. JURISDICTIE. 22 f en in dier voegen met relatie tot beide de voorfz Articulen gebleeven by den Articulbrief geamplieert 9 Mey 1705. De Suppliant draagt wyders, zoo tot verfchooning van zyn misdaad in het generaal, als om te doen zien dat zyn oogmerk alleen zoude geweest zyn, de bovengemelde honderd Ducaaten te bekoomen, voor , dat hy van den beginnen af aan, de voorgeftelde Landinge als onuitvoerlyk befchouwt, en alzoo zig voorgeftelt zoude hebben, dat dezelve nimmer ondernomen zou kunnen werden, welke voorfz onuitvoerlykheid hy dan wyders uit diverfe refpeóten by de voorfz Requefte tragt te betoogen. Dog de Ondergefchreeven meend dat het zeer twyfïelagtig , en veel eer als onwaar moet voorkomen, dat de Suppliant dit Plan van een Vyandelyke Landing van den beginne af aan , als onuitvoerlyk zoude befchouwt hebben, ten minften tot de overtuiging der onuitvoerlykheid van diergelyk Plan van Landing behoord een volleedige kennis van de drieptens welke de Vyandelyke Schepen in het naderen, en de Plaaten welke zy moeiten myden, nodig hadden, maar de Suppliant betuigt by dat zelve Requeft, dat hy geen kenniffe altoos hadde van de Gronden , Plaaten , Dieptens en Ondieptens aldaar gevonden wordende, en heeft dus ten dien opzigte over de mogelykheid of onmogelykheid van zoodanige Vyandelyke Landing van den beginnen af niet kunnen oordeelen. Hier komt by, dat wanneer de Suppliant, na het vertrek van van Brakel en dus na zyn engagement met denzelven gemaakt, wierd uit- ge-  222 NALEZING van STUKKEN* gezonden, om eenige Schepen, welke reets vei genadert waren, en welke men voor Vyandelyke Schepen had aangezien, te recognosceeren, de Suppliant ten minften op die tyd, en dus geenzints van den beginne af aan dit Plan van een Vyandelyke Landing zoo onuitvoerlyk heeft geconfidereert. Maar het was eens zoo, dat de Suppliant van den beginne af dit Plan van Landing als onuitvoerlyk hadde befchouwt, zoo bleef het egter een zeer ftrafbaare misdaad, dat de Suppliant aldaar als Officier zynde in een publicq caraéter, zig aan een Perfoon, dien hy niet kende, die voorgaf van weegens den Vyand in zoodanige Commiffie te weezen, en zyne Patroonen te Zierik-Zee had, in dier voegen op belofte van belooninge, tot het favorifeeren van zoodanig Plan heeft geëngageert, en den zeiven zoodanige accurate Kaart van het Eiland toegezegd en werkelyk in gereedheid gebragt heeft, als meede dat hy aan denzelven van Brakel, eerst by monden , en naderhand by gefchrifte heeft gegeeven die volleedige informatien |, welke breeder by des Suppliants Miffive,aan van Brakel gefchreeven,ftaan vermeld, en Welke niemand anders ten minften in die uitgebreidheid heeft kunnen geeven dan een Officier tot het voorfz Detachement behoorende. Nog pofeert de Suppliant by het voorfz Requeft om abolitie tot zyne verontfchuldiging, gemeend te hebben, dat onweederfpreekelyk zoude zyn, dat de misdaad van verraad of correspondentie met den Vyand, met geen mogelykheid konde werden geimagineert, zonder dat d§  tot de MlLIT. JURISDICTIE. 223 de Vyand daar toe mogte hebben geconcurreerd en zonder dat van zoodanige concurrentie volleedig kwam te blyken, en dat de Suppliant vermeenende ontdekt te hebben, dat geen ichyn • van bewys exteerde, nog van eenige Commisfie door den Vyand aan den voornoemden van Brakel gegeeven, nog van eenige correspordentie door hem met den bedoelden Vyand van den Staat, nopens eene prstenfe Landing, door denzelven Vyand te onderneemen,en dat mitsdien ook niet heeft kunnen blyken, dat de Vyand tot het praetenfe verraad of correspondentie ■zoude hebben geconcurreert, en de Suppliant dus ook gemeent heeft, dat by gebrek van het gemelde onvermydelyk bewys, al het gunt dooiden voornoemden van Brakel dien aangaande mogte zyn voorgewend naar Regten gehouden moest werden, niet geëxteert te hebben. Dan hier tegens komt in confideratie, dat op die tyd , wanneer de Suppliant door gemelde van Brakel in fecreteffe genoomen was en van den zeiven verftaan had, dat hy van Brakel van wegens de Engelfchen in Commisfie was,om een Landing met vyftien honderd Man op het Territoir van den Staat te bewerken, en dat zyn Patroon zig daar toe te Zierik-Zee bevond, de Suppliant ten minften op die tyd door zyn engagement aan gemelde van Brakel (tot dien einde zoo hy Suppliant diestyds zee^ ker ftelde door den Vyand afgezonden) heeft getoond aan de waarheid van dit voorgeeven geenzints getwyftelt te hebben, en dat de Suppliant dus door dit zelve engagement, (daar na door daaden beveiligt) ten klaarften van zyne zyde heeft beweezen, zyn verraaderlyk voor-  224 NALEZING van STUKKE^ voorneemen, om tot deeze Vyandelyke Lart» ding te willen, en op belofte van belooninge te zullen meede werken. Daar nu in criminibus atrocilïïmis, uti in perduellione & aiïaflinio conatus seque ut crimen ipfum punitur, gelyk zulks genoegzaam de een-paarige leer der Criminaliften is, ja, daar de löla machinatio contra Rempublicam, & fi reus animum exequendi non habuerit perduellio eft uti Leyferus meditat. ad Pandeft. fpec. 568. §. 4. zoo meend dan ook de Ondergefchreeven, dat deeze verfchooning den Suppliant zelfs niet van de ordinaire ftraf in deeze (daar de ejus conatu , & machinatione contra Rempublicam confteert) niet zoude kunnen bevryden. Hier komt by dat offchoon van Brakel de exiftentie van een zeeker Mr. Crefit, en de onderhandelingen met denzelven over een Vyandelyke Landing gehouden, den Regter genoeg niet heeft kunnen bewyzen, dezelve egter pertinaciter daar by is gebleeven, dat 'er waarlyk zoodanige Mr. Crefit is geweeft, en dat hy met den zeiven, re vera, zoodanig verraad heeft gefmeed, en waarom de Regter zig verpligt zal vinden, om dit poinct in medio te laaten, en waar uit dan ook van zelfs volgt, dat hoe onwaarfchynelyk, ja onwaaragtig het voorgeeven van gemelde van Brakel voorkomt, men egter niet zoo pofitief ftellen kan dat deeze geheele hiftorie een louter figment zoude weezen , op welke pofitive ftelling egter deeze grond van verfchooning zou moeten beruften. Om nu uit het dus verre verhandelde een ge.neraale conclufie op te maaken, zoo dunkt de Ondergefchreeven (onder eerbiedige correctie) dat  tot de MILIT. JURISDICTIE. 225 dat alle de bovengemelde redenen van verfchooninge niet alleen geen grond voor de verzogte abolitie , maar zelfs niet rot het obtineeren van eenige gratie van den Souverain kunnen uitleeveren. Maar met een ander oog, en in een gunttiger dagligt kunnen befchouwt werden,de reedenen en motiven, welke de Suppliant op het einde van zyn Requeft, ten minften tot het verkrygen van eenige gratie,aan den Souverain heeft voorgedraagen. De eerfte deezer reedenen beftaat daar in , Dat de Suppliant door abominable intrigues van den meergenoemden van Brakel in deeze is gefeduceert geworden. Dat is een waarheid, waar van niet alleen het Hof, maar hun Edele Gr. Mog. zelfs door het examineeren der Stukken en particulier van de confeffie van gemelde van Brakel, (zoo de Ondergefchreeve vertrouwt) zullen geconvinceert weezen. Want daar by confteert: 1. Dat hy van Brakel is die geen, die gehouden moet werden, den Suppliant tot het pleegen der voorfz misdaat aangezogt te hebben. 2. Dat gemelde van Brakel alvooren te Brouwershaven (daar den Suppliant in Guarnifoen lag ) te komen, zig reeds op den atmoedigen toeftand van den Suppliant hadde geinformeert. 3 Dat gemelde van Brakel, om in zyn horribel oogmerk te ilagen , den Suppliant dien avond van het Gelag heeft :vrygehoüden, en met denzelven eene copieufe quantiteit Nal. I. Deel. I. Stuk. P Wyn,  226 NALEZING van STUKKEN Wyn, waar door de Suppliant is bezet geraakt , heeft gedronken. 4 Dat gemelde van Brakel door calumnieufelyk uitgedagte redenen en motiven den Suppliant heeft weeten in zyn belang te krygen, en tot een engagement om eene Vyandelyke Landing te favorifeeren, heeft weeten over te haaien. 5 Dat gemelde van Brakel door het vervalfchcn van een Brouillon Kaart van den Eilande Schouwen en Duiveland, die hy van de Tafel van den Suppliant te Brouwershaven genoomen had, en dus door een falfiteit, den Suppliant als een Landverraader aan den Heere Raadpenfionaris heeft aangebragt. 6. Dat al wat gemelde van Brakel by den Suppliant heeft in het werk gefield zoo om van den zei ven te bekomen een accuraate Kaart van het Eiland Schouwen en Duyveland, als om den zeiven te hebben opgave van de Batteryen, het caliber der flukken Kanon, de bezettinge derzelve, het veranderen der Officieren , en verdere zaaken by den eerfte Brief van van Brakel uit Rotterdam aan den Suppliant gefchreeven, gemeld, geen ander dan alleen dit verfoeyelyk oogmerk heeft gehad , dan om den Suppliant van verraad en correspondentie met den Vyand by den Heere Raadpenfionaris te kunnen befchuldigen, en den Suppliant alzoo in gevaar van zyn leven te brengen , mitsgaders wegens diergelyk gruwelftuk voor zig zelfs eene belooninge in geld te bekomen. 7. Waar  tot de MILIT. JURISDICTIE. 227 7. Waar by eindelyk nog komt, dat gemelde van Brakel, hoezeer te meermaalen door de Juftitie daar toe gepoufleert zynde, buiten ftaat is geweest, om de exiftentie van zeekeren Mr. Crefit, (die hy te meermaalen op diverfe plaatzen te Rotterdam en ook te Zierik-Zee zoude gezien en gelprooken hebben) eenigzins den Regter waarfchynlyk te maaken , veel minder te bewyzen, en waar uit mitsdien een allerfterkst vermoeden is gerefulteert, dat 'er nooit zoodanig Mr. Crefit, die de Autheur van het voorfz verraad zoude geweest zyn, heeft geëxteert, en dat dus al het geen gemelde van Brakel van een prastenfe Commiffie van den Vyand, van deszeifs voorneemen om een Landing te doen, en van de correspondentie door hem van Brakel dien aangaande gehouden is voorgewend. geworden, de grootfte waarfchynelykheid 'van een louter figment en verdigtfel heeft. Tot een tweede reeden van verfchooning allegeert de Suppliant zyn jonkheid , onkunde , onbedreevenheid en onagtzaamheid, aan jonge Luyden eigen, hier omtreut is het meede een waarheid , dat wanneer de Suppliant dit geval met den voornoemden van Brakel, heeft gehad, hy den ouderdom van twintig jaaren nog niet had bereikt, en offchoon deeze ouderdom genoeg is, om in cas van misdaad met de ordinaire ftrafte geftraft te kunnen werden, is het egter niet buiten voorbeeld, byzonder wanneer 'er meerdere omftandigheeden concurreeren, dat een Regter daar op in Judicando agt neemt, en daar door tot mitigatie van de ordinaire ftraf gepermoveert werd. P 2 een  228 NALEZING van STUKKEN Een derde reeden van verfchooning ftelt dö Suppliant daar in, dat door het geen in de voorfz zaake by den Suppliant zoude moogen zyn gecommitteert , nog aan den Lande nog aan eenig Ingezeeten van dien eenig leed of nadeel is toegebragt of overkomen. De waarheid van dit voorgeeven is by de informatien en de naauwkeurige behandeling deezer zaake aan den Regter gebleeken, want offchoon deeze zaak zoo binnen als buiten deeze Landen zoodanig eclat heeft gemaakt, als was de ganfche Republicq daar door in het grootfte gevaar en op de kant van deszeifs ondergang gebragt, en welk eclat voornamentlyk voet en veld gewonnen heeft, door een leugenagtig verhaal van bovengemelden van Brakel in het ontdekken quafi van de misdaad van Landverraad , door den zeiven op publique plaatfen gedaan, zoo is egter al aanftonds, zoo dra de Juftitie zig met deeze zaak en het onderzoeken van dezelve heeft bemoeit,gebleeken, dat buiten hem Suppliant en den voornoemden van Brakel, niemand in de ganfche Republicq daar by is geconcerneertgeweest;Dat daar door nog aan de Republicq zelfs nog aan eenig Ingezeeten van den Lande eenig leed of nadeel heeft kunnen toegebragt werden, en eindelyk dat de voornoemde van Brakel, door enorme en verfoeyelyke feduétie van den Suppliant, bedriegeryen, valsheeden en misleidingen van den Heer Raadpenfionaris, zoodanige infame rol heeft gefpeelt, waar door hy zig aan zwaare misdaad, en dus ook aan die ftraf, waar toe de Procureur Generaal tegens hem heeft geconcludeert, naar Regten heeft fchuldig gemaakt. Ein-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 229 Eindelyk voegt de Suppliant 'er nog by een argument van commiferatie beftaande hier in. Dat hem Suppliant door den Griffier van de geweezen Hoogen Krygsraad aangezegd zynde, dat zyne zaak zeer criticq ftond, met bygevoegde vraage, of hy Suppliant niet een Ziekentroofter by zig wilde hebben, de Suppliant daar uit had moeten vastftellen , dat hy eerstdaags de ftraffe des doods zoude moeten ondergaan ; dat hy Suppliant vervolgens den tyd van ruim twee maanden in doods angften door gebragt hebbende, eindelyk op zeekere avond aan een Keeten gefloten , mitsgaders aan een der Helbardiers vast gebonden , door een Detachement uit het Provoosthuis na de Voorpoorte van den Hove is overgebragt, na dat hy Suppliant, al wat gemeint wierd eenigzints tot zyne Monteeringe te behooren, had moeten afleggen, en dus zig niet anders had kunnen voorftellen , als dat hy derwaards was getransporteert geworden om des anderendaags ter doodftraffe gebragt te werden, en dat hy Suppliant zig dus zedert zoo een geruimen tyd tot heeden toe in eene akelige Gevangenis bevind opgefloten. Dat nu zoodanige omftandigheeden doorgaans van wegens een crimineele Gevangen tot mitigatie der condigne ftraffe geallegcert, en de Regters, byzonder wanneer daar by andere favorable omftandigheeden concurreeren , tot zoodanige mitigatie gepermoveert, en dus ook tot motiven kunnen bygebragt werden, om den Souverain tot het accordeeren van eenige gratie te permoveeren, vind de Ondergefchreeve geen grond om te contradiceeren. P 3 En  230 NALEZING van STUKKEN En het is derhalven om deeze reedenen, dat de Ondergefchreeve vermeent den Hove in conlideratie te mogen geeven, of het Hof niet goed zoude vinden, om aan hun Edele Groot Mog. op het verzoek van den Suppliant in zoo verre favorabel te advifeeren, dat aan den Suppliant by hun Ed. Groot Mog. wierde geremitteert de doodftraffe of zoodanige andere publique en infamatoire ftraffe op een Schavot, als het Hof ter zaake van de voorfz misdaad aan den Procureur Generaal tegens den Suppliant by Sententie zal komen aan te wyzen, mitsgaders aan den Hove overlaatende,om (reguard neemende op de alzoo verleende Brieven van gratie) verder zoodanig tegens den Suppliant-ter zaake voornoemt te fententieeren, als het Hof in goede Juftitie zal oordeelen te behooren, in welk geval de Ondergefchreeve wyders in confideratie geeft of 't Hof niet goed zoude vinden den Suppliant by zoodanige Sententie alsdan te condemneeren om voor zeeker getal van jaaren te werden geconflneert op alzulke plaats als by den Hove gefchikt zal geoordeelt werden, en na expiratie van die tyd ten eeuwigen dage gebannen uit den Lande van Holland, Zeeland, Vrieslanden Utrecht, zonder ooit daar weder in te komen, op poene van zwaarder ftraffe, en eindelyk gecondemneert in de kosten en mifen van Juftitie ter taxatie en moderatie van den voorfz Hove. 'Aldus (Talvo meliori) geadvifeert by den Ondergefchreeven in 'sGravenhage den 22 September 1783. (Geteehnt) Tsbrand 7 Hoen. XXIV.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 231 XXIV. Aan de Edele Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en WestVriesland. Geeft onderdaniglyk te kennen Jacob Eduard de Witte , Vaandrig Supernumerair in het Regiment van den Lieutenant Generaal Grave van Yzenburg (nu Pain) in dienst van den Staat der Vereenigde Nederlanden, &c. (*) (Onderftond) 't welk doende &c. (Was geteekenf) J. E. de WITTE. C. v. d. KOP. G. V. Zeider van Beveren. XXV. (*) Dit Repuest is woordelyk het zelfde, met het geen te voren door dien on gelukkigen geprefenteert was aan Z. d. H. zie MAG. v. STUK. VIII, D. 475 tot 5o°. met byvoeging in het flot, na de woorden; in OPTIMA FORMA, en dat inmiddels en hangende de deliberatien van u Ed. Gr. Mog. alles moge werde gehouden in ftatu en furcheance. P 4  232 NALEZING van STUKKEN X X V. MISSIVE aan de Edele Groot Mog. de Heeren Staaten van Holland en TV est-Vriesland. Edele Mogende Heeren, byzondere goede VrüNDEN , NagEB uuren en Bondgenooten! Wy hebben wel ontfangen Uw Ed. Mog Misfive van den 15. der voorleeden maand September, waar by Uw Ed. Mog. Ons niet alleen tennis geeven van 't verzoek om abolitie, door Jacob Eduard de Witte, Vaandrig Supernumerair in t Regiment van den Lieutenant Generaal Grave van Yzemburg, (nU den Collonel 1 ainj in dienst van den Staat, thans gevangen op de Voorpoorte van den Hove, aan Uw Ed Mog. gedaan en van de provifioneele Refolutie daar op by Uw Ed. Mog. genoomen, maar tcttens ook, daar de gemelde Gevangen zich meede met een gelyk Request aan Ons gead, dresfeerd heeft, Ons in confideratie geeven, ot net niet, uit aanmerking der byzondere betrekkingen , tuffchen Onze wederzydfche Provmtien fubfifteerende, en ter voorkooming, dat met door eene of andere afzonderlyk, en buiten concurrentie, eene finaale Refolutie in deezen genoomen wierde, ter bevordering der wederzydfche deliberatien, nuttig en dienftig zoude zyn, alvoorens door Uw Ed Mog of door Ons 0p bet Request van denzelven Vaandrig de Witte, finaal wierd gedisporieert, des aangaande met gemeenen overleg te werk te gaan.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 233 gaan, waar toe Uw Ed. Mog. dan betuigden, van hunne zyde bereid te weezen. Wanneer Wy by de overweeging van deeze Uw Ed. Mog. Misfive in 't byzonrier gelet hebben op defituatie, waar in de zaak van den Gevangen de Witte zich tegenwoordig bevindt, en op de betrekking die Onze Provintien,niec alleen tot dezelve, maar ook op eikanderen hebben, zoo hebben Wy Uw Ed. Mog. voorftel, en de gronden, waar op het zelve gebouwt is,alzints gepast en billyk moeten keuren, als volkomen gefchikt,om, zonder kwetzing der hoogheid en lbuverainiteit Onzer refpeltive Provintien, en ongepra?judicieerd elks recht en gefuftineerde ten principaale,een eind aan de voorfchreeven zaak toe te brengen, en alle confufie te vermyden. Wy accepteeren dus gaarne den voorflag, door Uw Ed. Mog. aan Ons gedaan , en doen dit met te meer genoegen, uit hoofde van Onze conftante geneegendheid, om niet alleen in deeze , maar ook in andere zaaken Onze Provintien betreffende, overeenkomstig de naauwe relatie, tulfchen dezelve plaats hebbende, met Uw Ed. Mog. de concert te werk te gaan. Intuffchen vinden Wy Ons verplicht, om, met betrekking tot de yoorhanden zynde zaak van den Gevangen de Witte, ook van Onzen kant Uw Ed. Mog. te informeeren, dat Wyop den 11. van deeze loopende maand reeds ontvangen hebben het Advis van den Prefident en Raaden van den Hove, op des Gevangens aan Ons geprEefenteert Request, om abolitie, als meede de confideratien , welke de Procureur Generaal dien aangaande voor af aan den HoP 5  234 NALEZING van STUKKEN ve bad geiuppediteerd; en dat Wy alle deeze Stukken toen hebben gefield in handen van de Heeren Gedeputeerden van Haarlem, en de , verdere Onze Heeren Gecommitteerden tot de zaaken van de Juftitie,ten einde die in een beioignc met Commilfariffen van den Hove te examineeren , en Ons daar op van Advis te dienen; dog Wy moeten 'er byvoegen , dat, fchoon Wy in het decerneeren van 't gemelde befoigne , de gewoone form van Onze Vergadering geobferveerd hebben, nochtans de gezegde Heeren, Onze Gecommitteerden met het dadelyk houden van 't zelve zullen fuperfedeeren, tot dat de manier , op welke het gemeenfchappelyk overleg, tuffchen de twee Provintien te houden, gefchieden zal, met Uw Ed. Mog. zal weezen gereguleerd. Wy verzoeken derhalven alleenlyk, geinformeert te worden, van de wyze, die aan Uw Ed. Mog. het gemakkelykfte zoude vallen, om in deezen de vereischte Communicatie tusfchen Onze Gecommitteerden, en die, welken Uw Ed. Mog. van hunne zyde daar toe zouden gelieven te benoemen, te doen plaats hebben; 'c zy Uw Ed. Mog. zouden mogen inclineeren, om eenige Heeren herwaards af te vaardigen , ten einde met Onze Gecommitteerden mondeling te befoigneeren, het zy de keuze van Uw Ed. Mog. mogt zyn, dat de wederzydfche Heeren Gecommitteerden, hunne Correspondentie tot het gemeenfchappelyk arrefteeren van een uit te brengen Rapport fchriftelyk hielden. Hier op Uw Ed. Mog. refcriptie te gemoet ziende, zullen Wy, Edele Mogende Heeren, byzondere goede Vrienden , Nagebuuren en Bond-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 235 Bondgenootcn ! God Almagtig bidden , dat Hy Uw Ed. Mog. en derzelver loffelyk beltuur in allen opzichte-wil zeegenen. Gefchreeven in den Hageden 16 Oct. 1783. Uw Ed. Mog. goede Vrunden,Nagebuuren en Bondgenooten. De Staaten van Holland en West. Vriesland. Ter Ordonnantie van dezelve. g. . (Geteekent) C. CLOTTERBOOKE. XXVI. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West- Vriesland, in hun Ed. Gr. Mog. Vergaderinge genoomen op Donderdag den 16 October 1783. De Heer Penfionaris van Zeebergh heeft ter Vergadering gerapporteert, dat de Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlem en verdere hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Juftitie, in gevolge en ter voldoeninge van hun Edele Groot Mog. Refolutie Commifforiaal van den t, deezer loopende maand, Gcarrefteert een Refcriptie aan de Staten van Zeeland op hunne Misfive van 15 Septembe  236 NALEZING van STUKKEN nopens hun maand , hadden geëxamineert eene Miffive van gerefoi- de Heeren Staaten van Zeeland, gefchreeven veerdeom. te Middelburg den 15 September laatstleeden, hun ver- den 1 O&ober daar aan volgende ter Vergazogte abo- dering alhier ingekomen, waar by de zeiven litie door kennis gaven van hun provifioneel gercfolveerSnVaaT" £e °P de van hun verzogte abolitie door den drig de G€vangen Vaandrig Jacob Eduard de Witte, Witte, en a,s meede van het refultat hunner hervatte deconcernee- liberatie op hun Edele Groot Mog, refcriptie rende hun van den 27 December 1782 op de zaak van den Mog Re- Voorfz Vaandrig, en wyders in het byzonder fcriptievan in confideratie geevende, om, tot bevorde37 Dec. ring der weederzydfche deliberatien, dies aan1782 ten gaande met gemeen overleg te werk te gaan zaafvafr ?n 'dat z? Heeren Gecommitteerden met tér dien Vaan- z^éQ ftelling van alle thans ten eenemaal nodedrig. looze discusfien over de Staats-Refolutien, by de twee Provintien, te vooren met betrekking tot den voornoemden Gevangen afzonderlyk genomen, zig alleenlyk geborneert hebbende tot den gedaanen voorflag van de Heeren Staaten van Zeeland , ten einde alvoorens, het zy by hun Edele Groot Mog. het zy by hen, op het verzoek van den Vaandrig de Witte om abolitie finaal wierde gedisponeert , des aangaande met gemeen overleg te werk te gaan, bevonden hadden, dat de reedenen voor dit voorftel by gebragt, vergeleeken met deaftueele gefteldheid der zaak, een voldoenden grond opJecverden om daar aan te defereeren, alzoo langs deezen weg, zonder kwetfing van de hoogheid en fouverainiteit der twee Provintien, en ongeprasjudicieert elks regt en gefuiiineerde ten prmcipaalen, geleegenheid zoude worden ge- gee  tot de MILIT. JURISDICTIE. 237 geeven, om eene eenftemmige dispofitie in dezen uit te brengen. Dat zy Heeren Gecommitteerden hierom gemeend hadden, dat de voorflag van de Provintie van Zeeland gevoegelyk konde en ook behoorde te worden geaccepteert, en dat hier van aan de Heeren Staaten der gezegde Provintie by Miffive communicatie gedaan wordende, aan dezelve Heeren teffens zoude kunnen worden overgelaaten om de manier op te geeven , op welke tot hunne meefte convenientie het in deezen nodiggemeenfchappelyk overleg zou-, de worden ingerigt, terwyl dan met het houden van het befoigne, by hun Edele Groot Mog. Refolutie kommiflbriaal van den 10 deezer maand op het Request om abolitie van den voornoemden de Witte , en de daar op gefuppediteerde confideratien en advis door Prffifident en Raaden van den Hove gedecerneert.. verder gefuperfedeert zoude kunnen worden, tot dat het vereischte arrangement nopens de wyze van behandeling in deezen met de Heeren Staaten van Zeeland gemaakt zoude weezen. Waar op gedelibereert zynde, hebben hun Edele Groot Mog. op de voorfz gronden , conform het Advis van de voornoemde Heeren Gecommitteerden , de voorfz bygebragte confideratien goedkeurende en approbeerende, goedgevonden en verftaan, dat aan de Heeren Staaten van Zeeland zal worden afgezonden eene Miffive van den navolgenden inhoud. Fiat infertio. Accordeert met de voorfz Refolutien. XXV1L  238 NALEZING van STUKKEN XXVII. PROPOSITIE van de Heeren van Middelburg, nopens het voorgevallene der ontvlugte Militaire Perfoonen, welke zoo te Middelburg als te Vlisfingen zyn geapprehendeerd geweest. Relatief tot de Staaten Notulen van 3 November 1783, De Gedeputeerden van Middelburg zyn door de Heeren hunne Committenten fpeciaal gelast, ter tafel van U Ed. Mog. voor te dragen. Dat H. E. A. geinformeerd van de ordres, door Z. D. H. gegeven, tot vertrek der Guarnifoenen , welke ter gelegenheid van den Oorlog, zoo binnen deeze, als de andere Steeden deezer Provintie waren gelegd, zig verpligt geoordeeld hebben om de Heeren Gecommitteerde Raaden, in abfentie van U Ed. Mog., by Misfive , in dato den 4 October laatstleeden, te verzoeken, de noodige ordres te willen ftellen, dat de Militaire perfoonen, welke zoo by die van het Guarnifoen alhier, als te Vlisfingen, wegens het pleegen van Commune Delicten waren geapprehendeerd, en als nog in detentie gehouden, by de door H. E. A. aan U Ed. Mog. gedaane Propolitien breeder vermeld, voor het vertrek der gemelde Guarnifoenen, aan de Juftitie mochten worden geëxtradeerd. Wel gemelde Heeren Gecommitteerde Raaden hebben daarop, by derzelver Miffive van den 7. dier zelfde maand, jerefcribeerd; dat H.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 239 H. E. M. zoo dra van H. E. A. verzoek, met betrekking tot de bewuste gearrefteerde Militaire perfoonen geinformeerd waren , den Heer Raadpenfionaris hadden verzogt , den Lieutenant Collonel,commandeerende hetGuarnifoen alhier, te ontbieden en aan te zeggen, dat de voornoemde gearrefteerdens ten eerften moesten worden overgegeven , en dat geen Provinciaal Patent nog Attaché zou worden verleend , voor dat aan die reclame zoude wezen voldaan ; dat de Heer Raadpenfionaris zig van die Commisfie geacquitteerd hebbende, de Lieutenant Collonel voornoemd had geantwoord, buiten ftaat te zyn, om aan de ordres van den Raad te voldoen, vermits des daags te voren de vier gearrefteerde alhier, middel hadden gevonden om te echappeeren,fchoon hy Lieutenant Collonel op zyn woord van eer verklaarde, niets daar van geweten te hebben, en ook eenige manfchappen, die gefoupconneerd worden, meedewetend of niet vigilant genoeg geweest te zyn, in arrest had doen zetten, terwyl de ontvlugte perfoonen, als d<*lèrteurs had laaten aan teekenen; dat daar op H. E. M. ilico eene Miffive hadden laaten afgaan aan den Generaal Major van Dopff, commandeerende alle de Troupes, binnen deeze Provintie, ten einde de gearrefteerdens, zoo te Middelburg, als te Vliilingen te reclameeren , om aan de Civile Juftitie overgegeven te worden , fundeerende gemelde reclame op de Staats Refolutie van den 22 September laatstleden,en onder declaratoir, dat H. E. M. gerefolveerd hadden het Provinciaal Patent en Attaché zoo lang  240 NALEZING van STUKKEN lang in te houden, tot dat daar aan zoude zyn voldaan. Dat hier op by H. E. M. nog geen antwoord was ingekomen , dan dat, volgens, van ter zydeh ingekomene informatien, de twee gearrefteerden te Vlisfingen meede zouden zyn geëchapeerd. Dat, hoe fingulier dit geval aan H. E. M. was voorgekomen, egter daar door Icheen te vervullen de mogelykheid, om aan de gedaane reclamatie te doen defereeren, zoo dat H. E. M. als nu zouden inclineeren, het Provinciaal Patent en Attaché te laaten afgaan ; niet te min declarerende daar mede te zullen fupercedeeren tot den 9. dier maand na de middag, ten einde H. E. A. tyd der deliberatie te laten, of H. E. A. redenen oordeelden te hebben, waarom het voornoemde Patent en Attaché langer zoude behooren te worden opgehouden, welke redenen H. E. M. verklaarden , alsdan gaarne in nadere overweging te zullen nemen. De zoo evengemelde informatien nopens het ontvluchten der gearrefteerde Militairen te Vlisfingen , wierden vervolgens beveiligd by eene nadere Miffive van de Wel gemelde Heeren Gecommitteerde Raaden, dien zeiven dag by H. E. A. ontfangen en dienende ter geleide van eene, des avonde te voren by H. E. M. ingekomene refcriptie van den Generaal Major van Dopff, op de hier voren gemelde reclame, welke laatstgemelde refcriptie , behalven de conformatie der voorfz tyding wegens het échapeeren der gearrefteerdens te Vlisfingen, H. E. A. is voorgekomen te behelfen diverfe zeer  tot oe MILIT. JURISDICTIE. 24Ï Zeer bedenkelyke en de attentie Uwer E. JVL allezints meriteerende uitdrukkingen, waar van voornoemde Heer Generaal Major zig nopens deszeifs bevoegdheid, om (indien zulks al mogelyk geweest ware) aan de ordres van Heeren Gecommitteerde Raaden te voldoen , by dezelve bediende, tot leftuure van welke refcriptie zelve kortheidshal ven word gerefereerd; De Heeren Onze Committenten by de allereerste gelegentheid, derzelver deliberatien hebbende laten gaan over de voorfz onderfcheidene Misfives,konden niet zonderde grootftefurprife in verantwoordiging verneemen , dat de bewuste gevangenen op zulk eene finguliere wyze, uit hunne detentie waren ontvlucht, en daar juist alk dezelve gelyktydig zoo hier als te Vlisfingen waren geéchappeerd, kort na dat door U Ed. Mog. eene efikacieufe Refolutie in deezen was genomen, en precies op het tydftip, dat die van 't Guarnifoen, uit krachte der gemelde Refolutie , tot de overgave dier Gevangenen Ronden te worden genoodzaakt, moest dit geval H. E. A. niet alleen meede ten hoogften fingulier voorkomen , maar zy vermeenden uit alle deeze omftandigheeden met grond te moeten befluiten, dat (hoe zeer het mogelyk ware, dat de Commandant van het Guarnifoen binnen deeze Stad daar van niets geweten had) het een en ander echter geenzints aan eene enkele Cafualiteit kan worden toegefchreeven, maar veel eer aan een opzettelyk oogmerk, om de zoo heilzaame ordres van den Souverain, waar tegen men zig niet opentlyk had durven verzetten, op eene indirecte wyze te eludejren. Nal. I. Deel. 1. Stuk. O; H.E.A,  i42 NALEZING van STUKKEN H. E. A. befioten dan by nadere Misfive de Heeren Gecommitteerde Raaden, onder dankzegging voor de fpoedigeorders, welke H. E. M. tot hier toe wel hadden gelieven te ftellen, nader te folliciteeren om met H. E A., zoo veel mogelyk, meede te werken tot zoodanige mefures, als volgens de doenmaalige ftaat der zaaken konden worden genomen, ten einde de Uitvinders of medehelpers van foortgelyke, in Vilipendie en tot minachting der nadrukkelyke ordres van de hooge Overigheid gefmeede onderneemingen, indien mogelyk, te ontdekken en naar verdienften te doen ftraffen. Ten welken einde H. E. A. verzochten, dat H. E. M. de Commandanten van de Guarnifoenen, zoo binnen deeze Stad als te Vlisfingen , geliefden te gelasten , om ten fpoedigften op te geven, de namen, geboorte plaatfen en naauwkeurige fignalementen der bewuste geéchappeerde Perfoonen, ten einde daar van , zoo tot het laaten doen der noodige recherche, als anderzints by H. E. A. gebruik te kunnen worden gemaakt; Als meede gelyke opgave te doen van de namen der Officieren, welke ten tyde der voorfz ontvluchting , de Wacht hadden gehad , om daar van meede het noodige employ te maken, en dat H. E. M. geen Provinciaal Patent, of Attaché tot vertrek der gedagte Guarnifoenen geliefden te verleenen, voordat aan al het voorenftaande zou wezen voldaan. Op den ii der meermaals gemelde maand Ocfober, wierden H. E. A. door eene Miffive van de Heeren Gecommitteerde Raaden, in dato den io. te voren, geinformeerd, dat door den  tot de MILIT. JURISDICTIE. 243 den Heer Raadpenfionaris de Commandeerende Officier van 't Guarnifoen binnen deeze Stad was aangezegd, om ten fpoedigften aan H. E. M. in behoorlyke orde over te brengen de informatien, door H. E. A. gerequireerd, en dat ten zelfden einde door H. È. M. aan den Generaal Major van Doplf, commandcerende het Guarnifoen te Vlisfingen, aanfchryving was gedaan, met byvoeging, dat by H. E. M. geen Patent ,zoude worden verleend tot het uittrekken van het Guarnifoen binnen deeze Stad, voordat aan de voornoemde requifitie in beide gevallen zou wezen voldaan. Dat daar op dan door denLieutenant Collonel du Buy aan den Heer Raadpenfionaris was overgebracht het fignalement van de vier bevorens gearrefteerdens binnen deeze Stad, en dat dien zelfden dag by H. E, M. was ontfangen eene Miflive van den Heer van Dopff, ter refcriptie van Hunner Ed. Mog. bovengemelde aanfchryving. Van welke beide Stukken Copie daar nevens was gevoegd, tot welker inhoud hier meede word gerefereerd ; verklaarende Heeren Gecommitteerde Raaden te vertrouwen, dar hier meede aen H. E. A. intentie in zoo verre voldaan zynde, dezelve als nu meede begrypen zouden , dat vermits de preifance der zaak,nadien de herwaarts gezondene Schepen , nog verfcheide andere Militie zouden moeten transporteeren, het Provinciaal Patent en Attaché niet langer behoorde te worden opgehouden. H. E. A. repliceerden hierop, by derzelver Miflive van denzelfden 11 October, dat hoe zeer by de zoo evengemelde Stukken in zoo Q. 2 ver-  244 NJ^EZING van STUKKEN verre aan het gerequireerde was voldaan, dat door den Commandant van 't Guarnifoen alhier was overgebracht het fignalement der vier geëvadeerde Perfoonen, en by den Heer van Dopff was aangenomen , het fignalement der ontvluchte manfchappen te Vlisfingen aan H. E. M. te zullen toezenden. H. E. A. echter mocften remarqueeren , dat de verdere informatien, door gemelde Heer van DopfT en commandeerenden Officier gegeeven , en behelzende dat, om redenen daar by gemeld, ten tyde der voornoemde evafie,zoo binnen deeze Stad als te Vlisfingen geene Officieren aan de Wacht geweest waren, geenzints voldoende konden worden geoordeeld , aan het oogmerk, by H. E. A. bedoeld. Dan dat H. E. A. in aanmerking der redenen, door H. E. M. bygebracht,wel rnogten lyden, dat het Provinciaal Patent en Attaché tot vertrek van voornoemde Militie niet langer wierd opgehouden, in dat vast vertrouwen echter; dat H. E. M. de Commandanten der Guarnifoenen, zoo hier als te Vlisfingen wel zouden gelieven te gelasten, om voor derzelver vertrek op te geven de naamen der geenen, aan welke in afwezenheid der Officieren, ten tyde van de voorfz ontvluchting, de refpeótive Wachten waren toe vertrouwd, ten einde daar van, als meede van het door den Heer van Dopff nader in te zenden fignalement der ontvluchte Perfoonen te Vlisfingen, gebruik te kunnen worden gemaakt. Eindelyk ontfangen H. E. M. op den 18 Oef. eene Miffive van de Welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden, tot addres zoo van de . laatst-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 245 laatstgenoemde gerequireerde opgave der naamen van de Perfoonen , ten tyde voorfz de Wacht gehad hebbende, als van het bekomene fignalement der manfchappen, te Vlisfingen ontvlucht, communiceerende H. E. M. verder dat als nu het te meermaalen gemelde Patent en Attaché werkelyk was verleend. De onderfcheide fignalementen hier vooren gemeld, zyn door H. E. A. inmediaat na derzelver ontfangst geftelt in handen der Heeren van de Weth deezer Stad, ten einde daar van tot het laten doen van recherche employ te worden gemaakt; En hebben de Heeren Onze Committenten vervolgens gemeend dit geval met alle zyne omftandigheeden te moeten brengen ter kennis van U Ed. Mog., met inftantie dat U Ed. Mog. derzelver fpoedige en ernftige deliberatien gelieven te laaten gaan over het neemen van zoodanige maatregulen, als U Ed. Mog. zoo* tot ontdekking der fchuldigen of mede plichtigen aan de met een zeer waarfchynJyk overleg gefmeede ondermyningen van U Ed. Mog. zoo recente en heilzaame orders omtrent de Militaire Jurisdictie gefteld, als tot handhaving van dezelve orders voor het vervolg tegens .alle foortgelyke finiftre ondernemingen, zullen vinden te behooren. Uit naam der Heeren Gedeputeerden van Middelburg. (GeteekencT) W. A. de BEVEREN. Q. 3 BY-  S46 NALEZING van STUKKEN B Y L A G E A. Relatif tot de Raade Notulen Van den 8. Oftober. 1783. Edele Mog. Heeren, Gifteren na den middag ben ik gehonoreerd geworden met een Miffive van Uw Ed. Mog. waar by, op verzoek van de Heeren Burgemeefters , Schepenen en Raaden der Stad Middelburg , uitdrukkelyk gereclameerd worden, ten einde aan de Civile Juftitie over te geeven de gearrefteerde Militaire Perfoonen, zoo te Middelburg.als te Vlisfingen,van het Regiment van den Heere Erf Prince van Nasfau Weilburg, en van my, als Commandeerende de Troupes binnen deeze Provintie, word gerequireerd om die ordres te ftellen , dat aan deeze reclame, gefundeerd op de Staats-Refolutie van 22 September laatstleden, worde vodaan. Tot myn groot leedweezen, ben ik genoodzaakt hier op Uw Ed. Mog. eerbiedig te informeeren, dat, hoe zeer reeds over langen tyd, zelfs voor myn laatst retour, van het verregaand misnoegen der voorfz gearrefteerde, wegens hunne langduurige detentie, zonder recht gedaan te worden, eenige informatien hebbe gehad, ik egter niet meende te moeten verwagten, dat dezelve occafie zouden hebben gezogt en ook weeten te vinden om zig door de vlugt aan eene langere detentie te onttrekken, en dat ik derhalven ten uitterften gefurpreneerd ben geweest, toen ik fuccesfivelyk de rapporten  tot de MILIT. JURISDICTIE. 247 ten wegens de évafie van alle die Perfoonen ontving, fchoon het motif, waar door die lieden tot zulk eene desperate Refolutie en onderneeming zullen zyn gekomen, ligtelyk te penetreeren is, en dus meer dan waarfchynlyk moet toegefchreven worden aan het op handen ftaande vertrek van hun Regiment en eene niet ongegronde vrees van hunne ongelukkige fituatie nog langer geperpetueert en zelfs gedeterioreerd te zien. Ik hebbe geoordeeld niets anders in dit facheufe geval te konnen doen dan gewoonlyk is de noodige ordres te ftcllen tot het neemen van informatien, en het Officie Fiscaal ook ten eerften kennis laaten geeven. Van die van Middelburg hebbe ik nog geene volleedige informatie, maar hier te Vlisfingen confteert klaar,1 dat de twee Arreftanten geprofiteerd hebben van de nonchalence en ablentie van de Vrouw; welke hier als Provoost fungeert, en zig door een klein deurtje, dat in de Stads Gragt uitkomt, hebben gefauveerd. Dit alles zynde wat van myn departement in deezen kan gereekend worden, agte ik, omtrent deeze zake, voor zoo veel my aangaat, tot hier toe gedefungeerd te hebben. Uwe Ed. Mog. zullen, gelyk ik met allen eerbied vertrouwe,nu ligtelyk begrypen,dat ditfacheus voorval my thans buiten de geleegenheid ftelt, om zelfs in overweeginge te konnen neemen, in hoe verre ik, fchoon commandeerende binnen deeze Provintie, geauthorifeerd of bevoegd zoude zyn, om die ordres te ftellen dat aan de bovengemelde reclame werde voldaan, vooral daar de zaaken van die Perfoonen reeds Q_ 4 over  c*8 NALEZING van STUKKEN over lange zyn geweest en gebleeven aan d@ ordinaire Guarnifoens-Krygsraaden, zoo te Middelburg als te Vlisfingen en aan welke, maar niet aan my , ook bevoorens dezelve reclame, zoo van wegens Uwe Ed. Mog., als van wegens de Regeering van Middelburg is gedaan , gelyk Ik dan wel gewenscht had, dat ook tegenswoordig was gefchied. By dit alles komt nog, gelyk ik my verpligt vinde en ook, niet min eerbiedig, de vryheid gebruike Uw Ed. Mog. te doen remarqueeren, dat reeds lange voor het neemen der, by Uw Ed. Mog. Miflive geallegueerde, Staats Refolutie zyn voorgevallen de zaaken waarom de meergemelde Perfoonen zyn gearrefteert en dezelve met voorkennis en op ordre zyner Doorl, Hoogh. in arrest zyn gebleeven. Wanneer Uw Ed. Mog. deeze en andere omftandigheeden eens in haaren zamenhang gelieven te overweegen, en dezelve te appliceeren op de fituatie waar in ik my zoude bevonden hebben, indien dit geval niet was gebeurd, houde ik my compleetelyk verzeekerd , dat Uw Ed. Mog. zonder moeite zullen penetreeren, dat ik als dan nog in de grootfte verlegenheid zoude zyn gebragt geweest. Ik flatteere my dan ook, op grond van al het hier vooren gezegde, dat Uw Ed. Mog. overtuigd zullen zyn van de volftrekte onmogelykheid die 'er voor my is om eenige dispofitien, hoedanig ook, omtrent de gearrefteerd geweest, dog nu geëvadeerd zynde Perfoonen te neemen, zoo lange dezelve niet weder in handen zyn. Ik houde my ook te gelyk verzeekerd, dat Uw Ed. Mog. te Edelmoedig zyn, om het ondoen- lyke  tot de MILIT. JURISDICTIE. 249 lyke van my te vergen, en derhalven niet kwalyk zullen neemen, dat ik Uw Ed. Mog. met allerefpect. en onderdanigheid verzoeke om niet alleen goedgunstiglyk af te zien van de gerefolveerde inhouding van het Provinciaal Patent en Attaché, maar ook daar en boven Uwer Ed. Mog. goede Officien by de Regeering van Middelburg , voor zoo veel, des noods te interponeeren, dat Hunne Ed. Achtb. de zaaken 'er tog toe leggende, geen oorzaak geeven, dat het zoo merkelyk geleeden hebbende Battaillon van Nasfau-Weilburg in zyn vertrek werde gearrefteerd en door dit retardement geene onaangenaamheeden, confufien , en zelfs hardigheeden voor veele Regimenten, die door eene interruptie van het plan van changement zeer zouden fouffreeren, werden geoccafionneerd. Voor het overige heb ik de eere met diep refpeót te zyn. Edele Mogende Heeren! Uwer Edele Mogende Onderdanigen en gehoorzame Dienaar. CGeteekend') W. van DOPFF, Vlisfingen den 7 Oétober 1783, (Is BY,  iSó NALEZING van STUKKEN B Y L A G E B. Relatief tot de Raade Notulen van den 10 October 1783. Edele Mogende Heeren ! Ter voldoeninge aan Uwer Ed. Mog. zeer geëerde Miffive, door my op heeden ontfangen, zal ik ten eerften fchryven aan den commandeerenden Officier in Noordbeveland van te zenden het fignalement der twee geëvadeerde manfchappen van zyn Detachement, de welke alhier te Vlisfingen by den Provoost zyn gedetineerd geweest , het zelve my toegekomen zynde, zal ik de eere hebben het aan Uw Ed. Mog. te doen geworden. Aan de Rammekens-Poort, waar de Provoost is, heeft geen Officier de wagt gehad, ten tyde van de evafie der gedetineerden, en nooit is 'er, op die Post, een Officier, dan in het Piquet, om'dat zig aldaar geen plaats tot een Officiers wagt bevind. Hebbe de Eer met diepen eerbied te zyn, Edele Mogende Heeren ! Uwer Edele Mogenden zeer onderdanigen en gehoorzaamen Dienaar. (Getee\ent) W. van DOPFF. Vlisfingen den vo Oclober 1783. XXVIII.  TOT Dfi MILIT JURISDICTIE 251 XXVIII. ADVYS van 't Hof Provinciaal op de verzogte Abolitie door den Vaandrig J. E. de Witte, en inmiddels Jürcheance; als meede 't Advys van den Procureur Generaal aan 't gemelde Hof, en 't Request van denzelven de Witte. Relatief tot de Staaten Notulen van Zeeland, van den 6 November 1783. Edele Mogende Heeren! Omme te voldoen aan de gerefpe&eerde ordre van Uw Edele Mogende, vervat by Hoogscderzelver Miflive van dato 15 Septembei-^1783, met opzigt tot de Requefte van Jacob Eduard de Witte : Vaandrig fupernumerair in het Regiment van den Lieutenant Generaal Grave van Yfenburg (nu Pain) in dienst van den Staat der Vereenigde Nederlanden , &c. (a) XXIX. («) Deze Advifen zyn reeds woordelyk geplaatst blafe. 195 23,:.  252 NALEZING van STUKKEN XXIX. MISSIVE der Heeren van Goes aan de Staten van Zeeland. Edele Mogende Heeren! Op heden alhier gearriveert zynde een Compagnie van het eerfte Bataillon van het Regiment van den Collonel van Pabft, met een Paten van Z. D. H. en de nodige brieven van Attaché van de Heeren Gecomm. Raden dezer nSnCr^»°m,aIhier t0t nadere «'der Gu"mloen te houden, zoo zyn de Heer voorzit- Heer%?S.-g?eefter Wfiüe van den om n? V nü Cen,ge Heeren Raden gegaan om gemelde Compagnie buiten deze Stad in vol d ?A Pl'°?nCie te nemen> met ^ ge- Helr Rn r en/ed'oZ°° 3)5 die laacft aa" ^n Heer Bailliu door Heeren Gecomm. Raden is toegezonden , door den Auditeur Militair voorgelezen zynde, de Heeren Officieren zwarigheidmaakten om dien Eed te prafteeren, als SS tJr' dat ZuIks ë^hiïde, behoudens den Eed bevorens aan de Generaliteit gedaan, voegende een der Officieren daar by, dat zwarigheid maakte in het laatfte van dien Eed over de nieuwe Refolutie, door welke omftandigheid wy geen vryheid vonden, om gemelde Officieren den gem. Eed onder gemelde referve te laten doen, maar ordonneerden hun om met gem. Compagnie zig wederom in hun Schip te embarqueeren , alleen aan de Officieren en twee ongewapende Gemeenen permitteerende, om binnen deze Stad tot het koopen van nood! wen-  tot de MILIT. JURISDICTIE. *sl wendigheden te mogen komen, van al het welke wy Ons verpligt agten U Ed. Mog. te moeten kennis geven, met verzoek, om met U Ed. Mog. ordres te mogen worden vereerd, hoe en op wat wyze ons verder in dezen zullen moeten gedragen. Ondertusfchen blyven wy Edele Mogende Heeren! U Ed. Mog. Onderd. Dienaren Burgemeefters en Raden Regeerders . der Stad Goes. Ter Ordonnantie van dezelve abf. Secret. (Gei.) B. Verfelewel van der BUL Goes den 6 Novemb. 1783. XXX. MISSIVE van den Bailliu van Tholen aan de Heeren Gecomm. Raden van Zeeland. Edele Mogende Heeren! * Ik heb de eer Uw Ed. Mog. by deeze kennis te geven, dat de Staf en twee Compagnien van het eerfte Bataillon van het Regiment Infantery van den Colonel van Pabft op heden alhier zyn binnen gemarcheerd. Schoon  254 NALEZING van STUKKEN Schoon de Heer Commandeerende Officier zeer difficulteerde den Eed, zoo als die thans door de Heeren Staten is gearrefteerd, te doen, en infteerde dat de woorden, onvermindert den Eed aan de Generaliteit gedaan, in dezelve rnogten worden ingelafcht en daarby voorgeleezen, is echter dezelve na eenige woorden wisfelingen, daar omtrent gevallen, conform het Formulier en volgens de regulative van het Ceremonieel, my door U Ed. Mog. ten dien einde toegezonden, geprafteerd. Wyders heb ik de eer, onder byvoeging van de Lyft der fterkte van gemelde Compagnien , zoo als my die door den Commandeerenden Officier is ter hand gcfteld, my met de diepfte veneratie te noemen Edele Mogende Heeren! Uw Edele Mogendens zeer onderdanige en gehoorzame Dienaar (Get. J. F. van der Burcht van 'Lichtenberg. Tholen den 6 November 1783. Aan de Heeren Gecommitteerde Raaden van Zeeland. xxxr.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 255: XXXI. MISSIVE aan de Edele Groot Mog. de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland. Edele Groot Mogende Heeren, byzondere goede Vrienden, Nagiïbüuren en Bondgenooten. Het is Ons byzonder aangenaam geweeft, uit Uw Edele Gr. Mog. Miffive van den 16 Oclober jongftleeden, ter beantwoording dienende van de Onze van den 15 September te vooren, te verneemen de bereidheid van Uw Ed. Gr. Mogende, en den voorflag, by Onze voorfz Miffive aan Uw Edele Gr. Mog. gedaan, betrekkelyk de Communicative behandeling van het verzoek van den Vaandrig de Witte, om Brieven van Abolitie, te accepteeren, en mitsdien, alvoorens op des Suppliants verzoek finaal te disponeeren, des aangaande met gemeen overleg te werk te gaan; terwyl, wat betreft het verzoek van Uw Edele Gr. Mog. ten einde geinformeerd te worden van de wyze, die aan Ons het gemakkclykft zoude vallen, om in deezen de vereifchte Communicatie tusfchen Uw Edele Gr. Mog. Gecommitteerden, en die, welken Wy van Onze zyde daar toe zouden benoemen , te doen plaats hebben, Wy goedgevonden hebben Uw Edele Gr. Mog. daar op te refcribeeren, dat Wy beft geoordeeld hebben de Heeren Onze Commisfarisfen tot de ordinaire Befognes (in wier handen Wy, ten fine van examinatie, gefteld heb-  a$tf NALEZING van STUKKEN hebben het Requeft van den voornoemden de Witte, om Abolitie, den n der laatftgenoemde maand aan Ons geprtefenteerd, mitsgaders het Advis van den Hove van Holland en Zeeland, by Ons daar op gerequireerd, benevens de confideratien van den Procureur Generaal van den Hove en de verdere Stukken de voorfz zaak fpeéïeerende) te verzoeken, om met de Heeren Uw Edele Gr. Mog. Gecommitteerden fchriftelyk in Conferentie over deeze zaak te treden, ten einde aldus gemeenfchappelyk te beramen en arrefteeren een fchriftelyk "Rapport, waar op by Uw Edele Groot Mogende, en by Ons, finaal zoude kunnen worden gerefolveerd. Wy zouden mitsdien op het vriendelykft verzoeken, dat Uw Ed. Gr. Mog. de Heeren derzelver Gecommitteerden van deeze Onze Refolutie zouden gelieven kennis te geven, en tot het houden der bewufte Conferentie, in maniere voorfz auclorifeeren. By deeze gelegentheid willen Wy niet afzyn te accuferen de receptie van Uw Edele Gr. Mog. Miffive van den 17 Oftober laatftleden, waar by Uw Edele Groot Mog. Ons verzoeken, dat Wy concurreeren met een gelyke Refolutie , als by Uw Edele Gr. Mog. den jte vooren is genomen, en by die Misfive gevoegd, ten opzigt van dit één Poincl:, namelyk : dat voortaan de conceffie van Titulaire Aclens voor de Officieren ter repartitie deezer Provincie ftaande, alleen tot de Regimenten van de effecfive Generaals Perfoonen , zal moeten blyven geborneerd: waar omtrent Wy Uw Edele Gr. Mog. kunnen informeeren, dat Wy dezelve Miffive en bygevoegde Refolutie en Rapport ge-  tót de MILITi JURISDICTIE. 25? gefteld hebben in handen van welgemelde Heeren Onze Commisfarisfen, ten einde op derzeh ver Rapport, zoo betrekkelyk het evengemelde, als de verdere daar by vervatte poinclen zoodanig te refolveeren, als Wy ten meeften nutte van den Lande, en van 'sLands Militie zullen dienflig oordcelen, en waar van Wy als dan niet zullen naalaten aan Uw Edele Gr. Mog. vriendnabuurlyke Communicatie te geeven : insgelyks bereid zynde in meergemelde en andere zaken het gemeen belang van den Lande concerneerende , overeenkomftig de naauwe relatie, waar door Onze Provinciën aan eikanderen zoo plegtig verbonden zyn, met Uw Edele Gr. Mog. de concert te han* delen. Waar mede, Edele Groot Mogende Heeren, Byzondcre Goede Vrienden, Naagebuuren en Bondgenooten, zullen Wy God Almagtig bidden U Edele Groot Mog. loffelyke Regeeringe met alle prosperiteit en voorfpoed te willen zegenen. In het Hof van Zeeland te Middelburg den 10 Novemb. 1783. Onder ftond, U Edele Groot Mog. goede Vrienden, Nagebuuren en Bondgenooten, De Staaten van Zeeland , Lager ftond, Ter Ordonnantie van dezelve Was geteekent, L. P. van de Spiegel, Nal. I. Deel I. Stuk R XXXIL  25» NALEZING van STUKKEN XXXII. AD FIS der Heeren van ZierikZee, op de Misfive der Heeren van Goes, kennis gevende dat 't nieuwe Guarnifoen heeft gedifficulteerd den Eed, te prefteeren anders dan onder zeker referve. Relatif tot de Staaten Notulen van den io November 1783. De Heeren Gedeputeerden van Zierik-Zee hebben gezegd, dat aan H. E. M. konden informeeren, dat met opzigt tot de Compagnie van het zeive Battaillon van het Regiment van den Collonel van Pabft na de Stad Zierik-Zee om aldaar Guarnifoen te houden, afgezonden, dezelfde difficulteit in het afleggen van denProvinciaalen Eed, fpeciaal uit hoofde vandeAmpliatie volgens H. E. M. Refolutie van den 22 Sept. dezes Jaars daar by gevoegd door de Officieren van gem. Compagnie was gemaakt, en dat zulks ook ten gevolge hadde gehad, dat dezelve Militie binnen die Stad niet was geaccepteert, maar hun geordonneert om met het Schip waar mede zy gekomen waren in de Haven , buiten den boom te moeten blyven leggen, met toelating alleen om zig door eenige weinige ongewapende Manfchappen , van de nodige leevensmiddelen uit de Stad te mogen voorzien. Dat de Heeren van Zierik-Zee ook niet zouden zyn in gebreeken gebleven om van deeze ontmoeting aan de Heeren Staaten dezer Provin-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 259 vincie aanftonds de vereifchte communicatie te geven , was het niet, dat de Officieren van gem. Compagnie direct een expresfe om nadere ordres, hoedanig zig in dezen te gedragen,afgezonden hebbende, die binnen weinige dagen wederom te rug konde zyn, men hadde gedagt de finaalen uitflag daar van alvorens te kunnen afwagten, te meer, daar door de bovengemelde by de Regeering gehouden directie, de zaak in allen opzigten bleef in ftatu, en volkomen gehouden werd in haar geheel. Dat zy Heeren Gedeputeerden hier van geinformeert,niet konden afzyn 't zelve ook als nu ter kennisfe van deze Vergadering te brengen , ten einde H. E. M. Hoogftderzelver deliberatien daar over insgelyks zouden kunnen laten gaan, indien zy Heeren Gedeputeerden uit de bovengem. Misfive der Heeren van Goes hadden befpeurt, dat dit voorval binnen de Stad Zierikzee op gelyken voet als te Goes was getenteert, en dienvolgens ook even gelyke dispofitie vereisfchen zou. Dat, wat de zaak zelve betreft, zy Heeren Gedeputeerden ten uiterften waren aangedaan, dat het disrespect, van 's Lands Militie voor de beveelen van den Souverain, ter verdediging van wiens territoir zy werden afgezonden , tot die maate was geklommen, dat door het weigeren van den Eed invoegen als aan hun werd voorgehouden, zy dadelyk betoonen ongezind te zyn, om zig behoorlyk te gedragen naar de ordres welke H. E. M. tot handhaving van het wettig gezag der Burgeriyke Overheid en ter beteugeling van de menigvuldige inbreuken, welke daar op by de Militairen werden geR 2 pleegd  zoo NALEZING van STUKKEN pleegd, ten algemeenen nutte dienftig geoordeeld hadden te moeten ftellen, en tot welkers obfervantie de Militie op het grondgebied dezer Provincie genomen werdende, buiten allen twyffel is verpligt. Dat zy Heeren Gedeputeerden ook geenzints twyffelen , of alle de Leden dezer Vergadering zullen eenpaarig van begrip zyn, dat de bewuste Hunner Ed. Mog. Refolutie van den 22 Sept. dezes Jaars, omtrent het ftuk der Militaire Jurisdictie genomen, en de Ampliatie welke uit kragte derzelve in den Eed , door de Militairen aan de Provincie en Steden af te leggen, is geintroduceert, allerwegen behoord gehandhaaft te worden, en voor al geenzints toegelaten, dat door eenige tergiverfatie van de Militairen het wettig gezag van de Heeren Staaten op Hoogftderzelver fouverain Territoir werde verzwakt en te leur gefteld. En dat zy Heeren Gedeputeerden dienvolgens voor zig in dezen van advys zouden zyn, dat met opzigt tot de Steden Zierik-Zee en Goes en zoodanige andereSteden binnen deeze Provincie, waar Militie in Guarnifoen legd en H. E. M. van begrip mogten zyn, dat gelyke dispofitie nodig was,de Bailliuwen welke tot het beëedigender Militie zyn gequalificeert, behoorden te werden aangefchreven en gelaft om den Eed van het aldaar inkomende Guarnifoen niet anders af te nemen dan met de Ampliatie by Hunner Ed. Mog. Refolutie van 22 Sept. 1783. gearrefteert, en de respe&ive Magiftraaten dier Steden daar benevens mede aangefchreven en verzogt zodaanige directie te houden en ordres te Hellen, dat de aangekome Militie niet werde ge-  tot de MILIT. JURISDICTIE. aoi gedebarqueert, ten zy de Provinciale en Stedelyke Eeden overeenkomftig de Refolutie by de Heeren Staaten daar omtrent'.genomen, en aan dezelve Bailliuvven en Magiftraaten ten fine van obfervantie toegezonden, behoorlyk werden afgelegd en gepraefteert; met verdere qualificatie op dezelve, om by onverwagte voortduurende weigering van het Guarnifoen om daar aan na behooren te voldoen , de commandeerende Officieren van 't zelve, uit naam van H. E. M. aan te zeggen, om met hunne onderhoorige Manfchappen direól het Territoir van de Provincie te moeten verlaaten. Dat vervolgens, aangezien dit'Regiment van den Collonel van Pabst ftaat ter repartitie van de Heeren Staaten van Holland en WestFriesland , en derhalven zoo lang 't zelve niet in den Eed is genomen, ook niet direér. onder H. E. M. bedwang is gefield, om aan'tzelve immediate beveelen tot het moeten afleggen van de voorfz. Eeden af te zenden, Z. D. H. by Miflive behoorde kennis gegeven te worden , dat H. E. M. met verwondering de voorn, weigering der Officieren van de afgezondene Compagnien van 't gem. Regiment hebbende ftaan, tot maintien van Hoogftderzelver Souverain gezag, nodig geoordeeld hadden omtrent dezelve te moeten neemen zoodanige dispofitie als hier boven gemeld, met verzoek, dat tot voorkominge van dergelyke disrefpectueufe ontmoetingen, voor 't vervolg , Zyne Hoogheid, in het afzenden van Troupes naar deeze Provincie , welke niet ter Repartitie van dezelve zyn gefield, zoodanige direólie gelieve te houden,dat dezelve ook teftens van R 3 de  362 NALEZING van STUKKEN! de nodige Ordres voorzien werden , om te pra?fteeren den Eed welke van hun uit hoofde van H. E. M. Refolutie zal worden gerequireert, of wel anderzins die voorzieninge doen» dat niet anders dan Troupes ter Repartitie dezer Provincie ftaande, binnen dezelve worden gelegt, en aan welke mitsdien door H. E. M. zelve de nodige beveelen ten voorfz. einde imniediaat kunnen worden gedepecheert. xxxiii. EXTRACT uit het Regifter van de Refolutien der Heeren Staten van Zeeland. Den io November 1783. Is goedgevonden en verftaan, dat tot maintien van Hun Ed. Mog. Refolutie van den 22 September jongstleeden op het Stuk der Militaire Jurisdiftie, de Regeeringen van de refpective ftemmende Steeden , by Miffive en Extract dezer Refolutie , zonder verdere refumtie zullen worden aangefchreevcn en geauthorifeert, gelyk gefchied by deezen , om aan den Commandeerenden Officier van het reeds aan gekomen of nog verwagt wordende nieuwe Guarnifoen , 't zy tegenwoordig of in het toekomende, ieder in den haren, ter hand te ftellen , het by bovengemelde Refolutie gearrefteerd formulier van den Eed, alvorens door dezelve Regeeringen permisfie zal mogen worden gegeven, om de Troupes te debarqueeren, en hem in naam van Hun Ed. Mog., af te vragen  tot de MILIT. JURISDICTIE. 263 gen of eenige difficulteit zoude maken, dat de gemelde Eed door het nieuwe Guarnifoen wierd afgelegt, en indien dezelve onvoldoent antwoord daar op geeft, dat Heeren Burgemeesteren als dan geen permisfie zullen geven om te debarqueeren, tot dat, voor zoo ver de Walcherfe Steden aangaat, de Heeren Gedeputeerden uit de Gecommitteerde Raaden, aldaar zullen zyn aangekomen, en zoo ver de Steeden van Zierik-Zee, Goes en Tholen betreft, de Heeren Bailliuws aldaar , of dezelve reprefenteerende (welke tot het in Eed nemen van de nieuwe Guarnifoenen, door de Heeren Gecommitteerde Raaden worden geauthorifeert) met den Commandeerenden Officier zullen hebben gefprooken, welke Heeren Gedeputeerden uit den Raade en Bailliuws refpectivelyk worden gerequireerd , zoo veel in hun is te effectueeren , dat aan de intentie van H. E. M. ten ftipften worde voldaan, en in cas van refus, den Commandeerenden Officier van het nieuwe Guarnifoen, meede uit naam van Hun Ed. Mog. aan te zeggen, dat Hoogftdezelve door het verleenen van Provinciaale Patenten aan de Troupes, om in eenige Stad of Plaats van de Provintie in te trekken, altoos fupponeeren , dat de Troupes zullen obediëeren aan Hoogftderzelver orders als Souverain van het Territoir, en vermits zulks by dezelve word gedifficulteerd, zy Heeren Gedeputeerden uit den Raade en Bailliuws refpective, door H. E. M. geauthorifeert zyn, om het gemelde Guarnifoen niet binnen de Stad, alwaar zoodanig geval mogte exteeren, te laten inmarcheeren, maar den Commandeerenden Officier te gelasR 4 ten,  264 NALEZING van STUKKEN ten, met zyn onderhebbende manfchappen, zig te begeven buiten het Territoir dezer Provintie. En is by verdere deliberatie nog goedgevonden, dat welgemelde Bailliuws en Regeeringen zullen worden geauthorifeert en gequalificeert, gelyk gefchied by dezen, om indien nu of by vervolg door een Commandeerenden Officier van het nieuwe Guarnifoen , mogt worden gedifficulteerd , den Stedelyke Eed , zoo als dezelve by H. E. Mog. is gearrefteerd , met de Ampliatie volgens de gemelde Refolutie van den 22 September te prefteeren, als dan dezelve middelen van contrainte te gebruiken, als met relatie, in cas van refuys nopens den Provintiaalen Eed gemeld zyn: zullende ook gelyke Extract deezer, by Miffive worden gezonden aan de Heeren Bailliuws der Steden Zierik-Zee, Goes enTholen, tot derzelver informatie en narigt refpective. Accordeert mét voorfchr. Regifter. -■en 1 (Geteekend') L. p. van de SPIEGEL, XXXIV.  TOT DE MIL1T. JURISDICTIE. 265 XXXIV. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Hollandt ende West- Frieslandt , in hun Ed. Groot Mog. Vergaderinge genomen op Dingsdag den 18 November 1783. Ontfangen eene Miffive van de Heeren Staaten van Zeeland , gefchreven te Middelburg den 10 deezer, waarby, betrekkclyk de Communicative behandeling van het verzoek van den Vaandrig de Witte, om Brieven van Abolitie, kennis gevende Heeren hunne Commisfarisfen te hebben verzogt om met de Heeren hun Edele Gr. Mog. Gecommitteerden fchriftelyk in Conferentie over die zaak te treden tot een gcmeenfchaplyk fchriftelyk Rapport, verzoekende daar van Communicatie aan hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden; en accufeerende daar by verder de receptie van hun Edele Groot Mog. Miffive van den 17 Oftober en daar by gevoegde Refolutie van den 3. betrekkelyk de Militie van den Staat, breder hier na geinfereert. Fiat infertio. (V) Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verftaan, dat de voorfz Miffive voor zoo ver het eerfte Point betreft, zal worden geftelt in handen van de Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlem, en verdere hun Edele Groot (V)v Zie boven dezen brief reeds geplaatft onder de Zeeuwfchc «ukken N. XXXI. bi. 355. Misfive • van deScaa. ton van Zeeland, totfehriftelyke Conferentietusfclii'ii hunne Gecommitteerden en die van hun Edele Gr. Mog. betrekkelykde Communicativebehande, ling der verzoete Abolitie door den Vaandrig de Witte; en over de receptie van hun Edele Gr. Mog. Mis • iive eh Refolutie  265 NALEZING van STUKKEN concernerende de Militie. Aan Gedeputeerden van Haarlem &c. tot informatie het eerde Point; en voorts notificatie. Groot Mog. Gecommitteerden tot de zaken van de Juftitie tot derzelver informatie; en is voorts dezelve Miffive aangenomen voor Notificatie. Accordeert met de voorfz Refolutien. XXXV. MISSIVE der Heeren van Goes aan de Staaten van Zeeland. Relatif tot de Staaten Notulen van den 20 November 1783. Edele Mogende Heeren! Wy vinden ons gelast uit naam der Heeren van Goes, ter tafel van U E. M. voor te dragen, dat, wanneer by H. E. A. is ontfangen UE. M. Misfive van den 10 dezer maand, tot addres van Hoogftderzelver Refolutie, ten zeiven dage genomen, tot main£tien van H. E. M. Refolutie van den' 22 Sept. dezes Jaars, over het ftuk der Militaire Jurisdictie; H. E. A. den Commandeerenden Officier van de voor de Stad Goes gearriveerde Compagnie, om binnen dezelve Guarnifoen te houden, voor zig ontboden en verfcheenen zynde, ingevolge evengem. Refolutie van den 10 dezer, is afgevraagd , of hy nog difüculteit maakte om den Eed, zoo als dezelve hem reeds was bekend ge-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 267 gemaakt, met zyne onderhebbende Manfchap. pen af te leggen, zonder eenige referve, en gelyk die lag, en door Hem daar op zynde gedeclareerd als nog in het zelfde geval, als op den 6 dezer, zig te bevinden, en buiten ftaat om aan het gerequireerde te voldoen, dat de Heer Prcefideerende Burgemeefter, by abfentie van den Heer Bailliu, denzelven Officier onder het oog heeft gebragt deszeifs verpligting om, zoo veel in Hem was, aan de intentie [van U E. M. te voldoen, en dienvolgens Hem nogmaals op het ernftigfte aangemaand, den gerequircerden Eed af te leggen. Dat, wanneer zulks ook van geen effect is geweeft, den meergem. Officier door den Heer Prrefideerende Burgemeefter, uit naam van U E. M. eindelyk is aangezegd, dat Hoogftdezelve , door het verleenen van Provinciaale Patenten aan de Troupes, om in eenige Stad of plaats binnen deeze Provincie in te trekken, altoos fupponeeren , dat zoodanige Troupes zullen obedieeren aan Hoogftderzelver Ordres als Souverain van het Territoir, en, vermits zulks by Hem wierdt gediffieulteerd, gclaft met zyne onderhebbende Manfchappen zig te begeven buiten het Territoir deezer Provincie, en verder uit naam van H. E. A. uiterlyk 's anderen daags met het eerfte gety, weer en wind dienende, van voor de Stad Goes te vertrekken. Dat, vermits het onzeker is, of de Manfchappen aldaar actueel Guarnifoen houdende, nog eenigen tyd zullen verblyven,en H.E.M. Refolutie van den 22 Sept. jongstleden , volgens H. E. A. begrip, omtrent die Manfchappen  268 NALEZING .van STUKKEN pen van dezelfde applicatie is, als voor de nieuwe inkomende Troupes, H. E. A. aan U E. M. in confideratie geven, of het niet nodig zoude zyn,dat de Officieren der Guarnifoenen, zoo. wel in de Stad Goes, als andere Steden en Plaatzen dezer Provincie , die aldaar voor het neemen uwer E. M. Refolutie van 22 Sept. hebben gelegen, en, voor zoo verre dezelve daar toe nog niet zyn verpligt geworden, den Eed conform die Refolutie worden afgevorderd. Uit naam der Heeren Gedeputeerdens van Goes. (gjt.) ANTHONI OSSEWAARDE. . XXXVI. MISSIVE der Heeren van Veert aan de Staaten van Zeeland. Relatif tot de Staaten Notulen 20 Novemb. 1783. Edele Mogende Heereh ! Zekere Soldaat van 't Regiment Infanterie van den Heer Generaal Major Crave van Byland, Compagnie Major duPasquier, genaamt Jofeph Hamers, heeft zedert eenige tyd zig binnen deeze Stad opgehouden, hebbende een behoorlyke Verlofpas, zig geneerende met arbeiden, zoo als nog gisteren aan het Zuyderhoofd, tot het heyen van paaien. Welke Soldaat van zyn werk door twee Militaire Officieren zynde geroepen, terftond in de Hooft- wacht  tot de MILIT. JURISDICTIE. 269 wacht by arreft is gefield zonder zig te deezer Steede aan eenig Militair delift te hebben fchuldig gemaakt, of des aangaande van het Regiment waar toe hy behoord, eenige klagten te zyn ingekomen. De informatien daar omtrent genomen, brengen mede, dat gem. arreft zoude zyn gefchied , vermits Jofeph Hamers voor den Nederduitfchen Kerkenraad alhier ondertrouwd is met een Vrouwsperfoon uit Zuidbeveland geboortig , by welke hy te vooren een kind had verwekt, en apparent andermaal zwanger is, zonder dat hem tot zulk huwelyk eenig confent van zynen Capitein bovengem. Major du Pasquier is gegeven. Wy begrypen niet hoe de Lt. Coll. Macalefter Commandeerende de Militie alhier , van zig heeft kunnen verkrygen, om hier een Soldaat tot dit Guarnifoen niet behoorende, van wien reeds twee Huwelyks Proclamatien zyn gegaan, aan geen misdaad fchuldig, als inwooner onder onze immediate befcherming ftaande, zonder aanklagte van iemand , heeft kunnen of durven arrefteeren, dit evenwel gefchied zynde, hebben wy vermeend den gearrefteerden Jofeph Hamers te moeten reclameeren , dan hy ons geweigert zynde, is voorgem. Lt. Coll. by een Extraft uit onze Refolutien heden genomen, gerecommandeert, door geenerhande dispofitie deeze zaak buiten haar geheel te brengen , dewyl ons voorneemen was, daar over adres aan U. E. M. te maken. Wy neemen de vryheid, om ingevolge het derde Lid uwer Ed. Mog. hoogft gevenereerde Refolutie van den 22 Sept. laaftleden rakende  2?o NALEZING van STUKKEN de de Militaire Jurisdiftie , het geen voorfz is, tot Hoogft derzelver cognitie te brengen, met eerbiedig verzoek, dat het U E. M. behage , Ons deswegens last te laten toekomen, ten einde Wy, zoo wel als de refpeft. Kerkenraden, eens voor al weeten zouden, hoe in cas dat Militairen zig ten Huwelyk prefenteeren, zonder hunne qualiteit te verzwygen, (gelyk voorgem. perfoon niet gedaan heeft,; men daar in kan en zal moeten handelen: ook hoe ver de Commandeerende Officieren magts hebben, om Soldaten en Onder-officieren van andere Guarnifoenen zonder aanklagte te arrefteeren, en dus het Stedelyk Rechtsgebied als 't ware , te fchenden: Wy verhopen dat U E. M. ons hier omtrent met hunne Hoogwyze dispofitie, zullen gelieven te vereeren. Biddende God, Hoogftdezelve eene voorfpoadige Regeering te gunnen, en blyven Edele Mogende Heeren! U Edele Mogende gehoorzame Dienaaren, Bailliu, Burgemeejleren en Schepenen der Stad Veere. Ter Ordonnantie van dezelve (Get.~) J. ERMERINS. Veere 19 Novemb. 1783. XXXVII.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 271 XXXVII. MISSIVE van den Gemeente Burgemeefter van Zierik-Zee aan de Staaten van Zeeland, ontfangen den 20 Novemb. 1783. Edele Mogende Heerfn! Wanneer ik my vereert vond met Uw Edele Mog. altoos gevenereerde Order van 10 November dezes Jaars, heb ik ingevolge dezelve den Commandeerenden Officier van de Compagnie van den Collonel Pabft het Formulier van den Eed by U Ed. Mog. gearrefteerd, voorgelezen, hebbende hem gevraagd, of hy ook voornemens was het zelve zoo te bevestigen , dan waar op, Ed. Mog. Heeren ! gem. Officier gedifficulteert hebbende , en by myne nadere inftantie perfifteerende, heb ik hem Officier uit naam van U Ed. Mog. geordonneert en gelaft het Territoir dezer Provincie met deszelfs onderhoorige Manfchap te verlaten, hem ernftig recommandeerende, dat de non executie van dien met al deszeifs gevolgen voor zyn rekening liet: waar op voorn. Heer Officier heeft aangenomen zoo dra hem mogelyk, weer en wind en eenige geringe verzorging voor zyn Volk, bereid was het Territoir deezer Provincie te verlaten. Ik heb my indispenfabel verpligt gevonden, van dit voorval U Ed. Mog. te moeten informeeren , in afwagting van Hoogftderzelver wyze en verdere voorziening, en in vertrouwen , dat deeze myne behandeling overeenkom-  -NALEZING va» STUKKEN komftig is aan de altoos gerefpe&eerde beveelen van U Ed. Mog. en aan derzelver intentie voldoende is. Waar mede Edele Mog. Heeren, U Edele Mog. in de protectie Godes beveelende, my met alle veneratie teekene De Secretaris van't Land heeft gerapporteerd, uit naam van Heeren Commiffariflen, hebbende ter voldoening aan H. E. M. Refolutie Commifforiaal van den 20. dezer maand geëxamineerd, de Miflive der Heeren van de Weth der Stad Veere van 'sdaags te voren, kennis geevende, dat de Commandeerende Officier van de Militie aldaar heeft kunnen goedvinden, te arrefteeren een foldaat van het vorige Guarnifoen , over welken geene klagten zyn ingekomen, en dienvolgende door welgemelde Heeren fchoon te vergeefsch gereclameerd, breeder vermeld by de Notule van de vorige feffie: dat uit de informatien, door den Lieutenant Col- Edele Mogende Heeren! U Ed. Mog. gehoorz, Dien. (Gef.) P. A. de JONGE. XXXVIII. EXTRACT uit het Register der Refolutie van de Heeren Staten van Zeeland. Den 24 November 1783  tot de MILIT. JURISDICTIE, Collonel Macalefter in het befoigne gegeven , aan Heeren Commiirarillen zynde voorgekomen, dat de voorname reede van het in arrest: Hellen van voornoemde foldaat is geweest, dat dezelve heeft getragt te trouwen zonder permisfie van zyn Capitein; Heeren Commiifarisfen aan voornoemde Lieutenant Collonel heb* ben voorgehouden , dat deze zaak civiel zynde , en eigenlyk meer reguardeerende den Capitein van gemelde foldaat dan hem Commandeerende Officier van het Guarnifoen ,waar toe die perfoon niet behoorde, zy Heeren Commisfariifen van gedagte waren , dat hy Lieutenant Collonel wel zoude doen, die zaak buiten pourfuite te houden, en den foldaat te ontflaan, terwyl aan hem overbleef de gewone middelen te employeeren tot interruptie der huwelyks proclamatien, indien hy mogt goedvinden, het voorgenomen huvvelyk te beletten,dat nogtans indien hy Collonel oordeelde, uit dien hoofde den foldaat in arrest te moeten houden, Heeren Commiflariflen aan Hun Edt Mog. zouden rapport doen, waar door de zaak buiten haar geheel zoude geraken , dat voornoemde Lieutenant Collonel daar op geantwoord heeft, geen de minfte intentie te hebben iets te doen, dat onaangenaam zyn kon aan Hun Ëd. Mog. of aan de Stad, daar hy de eer had in Guarnifoen te zyn, en dat hy den foldaat zoude ontflaan. Dat betreffende het verzoek der Heeren van de Weth der voorfz Stad Veere , by de voorfz. Miffive gedaan , dat namelyk H. E. M. aan dezelve de noodige ordens gelieven te laten toekomen , ten einde zy zoo wel als de refpective Kerkenraden eens voor al zouden weeten, hoe Nal. I. Deel. I. Stuk. S in  274 NALEZING van STUKKEN in geval dat Militairen zig ten huwelyk prefenteeren, zonder hunne qualiteit te verzwygert, daar in kan en zal moeten worden gehandeld, als mede hoe ver de Commandcerende Officieren de magt hebben om foldaten en Onder-Officieren van andere Guarnifoenen zonder aanklagte te arrefteeren, Heeren Commiffarilfen vermeend hadden, dat die beide objecten, als van mindere preffancezynde, voor als nog zouden kunnen worden aangehouden om nader te examineeren. Waar op gedelibereerd zynde, hebben Hun Ed. Mog. het verrigte van Heeren Commilfarilfen in deeze geapprobeerd, en daar in berust, onder afwagting nogthans van een nader uit te brengen Rapport van dezelve Heeren ten opzigt van de verdere ingrediënten by de voorfz., Miffive vervat en hier voren gemeld. XXXIX. EXTRACT uit de Refolutie van de Ed. Mog. Heeren Staten van Zeeland. Den 27 November 1783. De Secretaris van 't Land heeft gerapporteerd, uit naam van Heeren Commiffarilfen, hebbende ter voldoening aan Hun Ed. Mog. Refolutie Commilforiaal van den 20. deezer, geëxamineerd de Miffive , ten zeiven dage ingekomen, van den Heer P. A. de Jonge, Gemeente Burgemeester der Stad Zierik-Zee, en by Vacatuuie van de Bailliuage der zelve Stad, heb-  tot de MILIT. JURISDICTIE. i7S hebbende waargenomen de Commiffie tot het beëdigen van het nieuw Guarnifoen voor de voornoemde Stad gearriveerd, als meede de propofitie door de Heeren Gedeputeerden der Stad Goes, uit naam en last van de Heeren hun. ne Committenten , ter zeiver tyd gedaan, beide betrekkeiyk tot de difficulteit door de nieuw aangekomen Guarnifoenen voor de Steeden Zienk-Zee en Goes gemoveerd , omtrent het formulier van den eed aan dezelve voorgehouden, uitkragtvan Hun Ed. Mog. Refolutien van den 22 September en 10 November laatstleden, en eindelyk nog hebbende geëxamineerd het tweede Lid van de voornoemde Propofitie der Heeren Gedeputeerden van Goes, houdende de bedenking, of het niet noodig zouden zyn, dat de Officieren der a&ueele Guarnifoe. nen, zoo wel in de Stad Goes, als andere Steden deezer Provintie, die aldaar voor het nee men hunner Ed. Mog. Refolutie van 22 Sept hebben geleegen,en wier vertrek, voor als noV onzeker is, meede verpligt worden den eed conform de voornoemde Refolutie af te leggen' Dat Heeren Commifiariifen van Advys zyn' dat het formulier van den Eed, voor de Miïi tairen, by Hun Ed. Mog. Refolutie van 22" September gearrefteerd, en waar omtrent Hun Ed. Mog. den 10 November, beide laatstlede nader hebben gerefblveerd, ftiptelyk behoord te worden nagekomen, en dat geene verande. ringen of referven,hoe genaamd, daarin kunnen worden geadmitteerd; dat nogtans, wanneer door de Officieren van nieuwe Guarnifoenen, of anderzints, nu of in der tyd, diffieulteit word gemaakt, omtrent het afleggen van s * den  i76 NALEZING van STUKKEN den Eed,ingevolge het voornoemde formulier, en dat die difficulteit alleenlyk voorkomt pit een fcrupule, als of dat gearrefteerd formulier iets contineerde ftrydig met den Eed van trouwe , door gemelde Officieren aan de Generaliteit ,gedaan, dat de Heeren Hun Ed. Mog. Gecommitteerde Raaden, en de refpective Regeeringen der Hemmende Steden deezer Provintie, door Hun Ed. Mog. zouden kunnen worden geauctorifeerd, om, ten overvloede, aan zoodanige Officieren , op hunne gemoveerde bedenking, te declareeren, dat de intentie van Hun Ed. Mog. niet is, of kan geweest zyn, om van de Officieren of Troupes in dienst van de Republiek een Eed af te vergen, welke ftrydig zoude zyn met den Eed van trouwe, waar door dezelve Wettig aan de gezamentlyke Bondgenooten zyn verbonden, en dat derhalven hunne fcrupule ten dien opzigte is overtollig en geheel ongefundeerd : terwyl nogthans Hun Ed. Mog. vastefyk zyn gerefolveerd tot het handhaaven van derzelver hoog gezag over het Krygsvolk, dat zig op het Territoir van Zeeland zal bevinden, en fpeciaal aangaande de Jurisdictie over dezelve in zaaken niet pure Militair zynde, zonder dat Hun Ed. Mog. ooit zouden kunnen gedoogen, dat hunne Wetten en Ordonnantiën op dat fubject vastgefteld, onder pretext van andere ordres of verbinteniffen zouden illufoir gemaakt worden. Dat wyders Copie der Refolutie by Hun Ed. Mog., den 22 September 1783 , op het ftuk der Militaire Jurisdictie in deeze Provintie genomen, met het toen gearrefteerd formulier van Eed, als meede Hun Ed. Mog. Refolutie van  tot de MILIT. JURISDICTIE. 277 van den 10. deezer maand, en eindelyk deeze tegenwoordige verklaaring van Hun Ed. Mog. intentie , by Miffive zoude kunnen worden gezonden aan Zyne Doorl. Hoogh. den Heere Prince van Orange en Nasfau, als Capitein Generaal , met by voeging, dat Hun Ed. Mog. van Zyne Doorl. Hoogh. allezins verwagten en vertrouwen, dat hoogftdezelve de hand daar aan houden zal, dat de voornoemde Refolutien op het ftuk van de Militaire Jurisdiftie in Zeeland genomen ,door het Krygsvolk op het Territoir van de Provintie ftiptelyk worden geobferveerd , en dat het voornoemde Krygsvolk, by hunne aankomst op het Territoir, zig aan de Obfervantie van dezelve Refolutien, met het doen van den gerequireerden Eed zal onderwerpen. Dat eindelyk, zoo veel aangaat de Troupes, welke voor het neemen der meergemelde Refolutien reeds in Guarnifoen zyn geweest, en nog zyn, aan welke de Ead volgens het gearrefteerd formulier nog niet is voorgehouden , Heeren Commiffarilfen van oordeel zyn , dat het buiten alle bedenking is, dat die Guarnifoenen in de Provintie blyvende,den Eed zouden moeten doen, even zoo wel als de nieuw inkomende Guarnifoenen; doch vermits het onzeker is, of dezelve niet binnen korten door nieuwe Troupes zullen worden afgelost, dat Hun Ed. Mog. de refpeftive Regeeringen der Steeden Zierik-Zee, Goes, Vlisfingen en Veere , daar het geval thans plaats heeft, zouden kunnen auftorifeeren , om nog uiterlyk vier weeken te fuperfedeeren , met de gemelde actueele Guarnifoenen, den Eed op het nieuw S 3 for-  a?S NALEZING van STUKKEN formulier af te vorderen , onverminderd nogthans, ten opzigte dier Guarnifoenen, de kragt van Hun Ed. Mog. Refolutien op het fubject der Militaire Jurisdictie genomen ; doch dat Hun Ed. Mog. te gelyk zouden behooren te verklaaren, hoogftderzelver ferieufe intentie te Zyn , dat de gemelde Guarnifoenen , indien zy nog langer dan vier weeken , zonder afgelost te zyn , in de Provintie blyven, den Eed zonder contradictie zullen moeten afleggen. XL. MISSIVE van Burgem. Schepenen en Raade der Stad ZIERIK-ZEE aan de Heeren Staaten van ZEELAND. Relatief tot de Staaten Notulen Den 4 December 1783. Edele Mog. Heeren, Heden door den Heer Regeerende Burgermeefter uit naam van 't Collegie van Schepenen, den Raade gecommuniceert zynde, dat den Heer Gemeente Burgermeeflrer waarnemende de Bailliuage, aan 't zelve Collegie Communicatie had gedaan, dat zyn Wel Ed. ter kennis was gekomen , dat de bewuste Corporaal, die zig in de maand July aan verregaande brutaaie behandeling aan de bediendens der Juftitie, zoo om hun met geweld te beletten het apprehendeeren vaneen ander militair, als mee het trekken van zyn zydgeweer, waar door nog eene van de gezegde bediendens was ge- quetst  tot de MILIT. JURISDICTIE. 279 quest geworden, alles breeder omfchreeven in onze Miflive van den 13 Juny aan Heeren Gecommitteerde Raaden (alzoo U Ed. Mog. toen niet vergadert zynde) geaddreflèert, was geëchapeert, en zulks prefumtief wel veroorzaakt door de flegte voorzorg, die de Heeren Officieren van het 2de Battaillon van het Regiment van den Generaal Lewe, thans hier nog Guarnifoen houdende, aan welke die Corporaal door en by 't vertrek van 't Regiment van den Collonel Pain , op hooge ordres hier gelaaten zynde , was overgegeven en aanbetrouwd, alzoo die Corporaal door gemelde directie nooit anders dan in de zoogenaamde Hoofdwagt, zonder ergens in opgeflooten te zyn, is bewaard geworden, en wanneer dien gedetineerden het feereet benoodigt hebbende (het welk eenige pasfen van de Hoofdwagt af ftaat) daar na niet zeldfaam is gebragt, door een door ziekte nog zwakken foldaat, die belaaden zynde met geweer en wapenen niet in ftaat was,zoo die Corporaal gezint was met de vlugt zig weg te maken , denzelven na te zetten, veel min met zyne wapenen hem te noodzaaken , zig weder te laaten apprehendeeren , van welke voor den Corporaal meer dan eens geprefenteerde gelegentheid, denzelven eindelyk op den 24. der afgeloope maand November heeft gebruik gemaakt, en zig alzoo uit de detentie van den Militairen heeft zoek gemaakt, en vervolgens met de vlugt uit dit Eiland geéchappeert, en aangezien de meergemelde Corporaal na het pleegen van zyne faitelykheeden , om niet, ('t zy op hooge ordre of anderzints) door den Politiquen Rechter geapprehendeert te worden, 't S 4 zy  iSo NALEZING van STUKKEN zy uit eigen beweeging of aanraading van an»~ deren , zig by de Militairen in arrest beeft be, geven, alwaar hy daar zoo lange is bewaard, en zoude bewaard blyven, tot dat 'er by U Ed. Mog. daar omtrent eene nadere Refolutie Zoude zyn genoomen. Dan alzoo door gemelde vlugt het Collegie van de Weth dezer Stad is gepriveert geworden , van in dit geval te kunnen worden gemaintineert, by hun wel verkregen regt en het bekomen eener behoorlyke fatisfactie, geëvenreedigt aan de beleediging hun en hunne bediendens aangedaan, alleenig zoo vertrouwen veroorzaakt, door dien by U Ed. Mog. omtrent dit poincl; nog geene Refolutie is genoomen. Weshalven Wy Ons wederom genoodzaakt vinden aan U Ed. Mog. te moeten addresfeeren, en met allen gepasten ernst te infteeren,, zoodanige efficatieufe middelen te employeeren als U Ed. Mog. overeenkomftig het gewigt dezer zaak, meest dienstig en gefchikt zullen oordeelen. Terwyl Wy by deeze gelegentheid Onze Inftantien zyn vernieuwende, en op het ernftigst nogmaals zyn infteerende, dat by U Ed. Mog. zoo fpoedig mogelyk eene Refolutie mag werden genomen, omtrent de extraditie van de andere by den Militairen Rechter alhier gedetineerde Perfoonen, die zig aan ftraatfchendery in de maand Maart laatstleeden meede hebben fchuldig gemaakt, en zedert dien tyd, altoos by gezegde Militairen in arrest hebben gezeeten, of fchoon meer dan eens by de intusfehen Voorkomende gclegentheeden van dien aart,  tot de MILIT. JURISDICTIE. 281 tot de overgaaf van dezelve aan den Politieker! Rechter, by U Ed. Mog. is geinfteert geworden, dan waar in H. E. tot op heden tot derzelver leedweezen niet hebben kunnen reusfeeren. Waar meede zullen Wy God Almagtig bidden U Ed. Mog. Regeering, roemrugtig en voorfpoedig te zyn , verblyvende Edele Mogende Heeren! U Ed. Mog. goede Vrienden, Burgemeefteren Schepenen en Raaden der Stad Zierik-Zee. Ter Ordonnantie van dezelve (Geteekenf) Gillis van Ysfeljieyn, abf. Secret. Zierik-Zee den 1 Decemb. 1783. XLI. EXTRACT uit het Register van de Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Den 8 December 1783. De Secretaris van 't Land heeft gerapporteerd, uit naam van Heeren Commiffariiren, hebbende, ingevolge H. E. M. Refolutie van S 5 den  tU NALEZING van STUKKEN den 4. deezer, geëxamineerd de Miffive, ten zeiven dage ter Vergaderinge geleezen , van de Heeren Burgemeesters, Scheepenen en Raaden der Stad Zierik-Zee , van den 1. derzelver maand, raakende het échappeeren uit het Militair arrest van zekeren Corporaal, die zig in de maand Juny laatstleden had fchuldig gemaakt aan violente Oppofitie tegen de bedienden der Civile Juftitie, als meede, ingevolge H. E. M. Refolutie CommiiToriaal van den 3. November, hebbende geëxamineerd de Propofitie door de Heeren Gedeputeerden der Stad Middelburg, op dien dag, ter vergadering gedaan, wegens het ontvlugten van eenige Militaire Perfoonen , die zig aan Commune Deliften hadden fchuldig gemaakt, en onder bewaaring van de Militairen van het Guarnifoen te Middelburg en te Vlisfingen waaren geweest, en eindelyk, ter voldoening van het 2de Lid der bovengemelde Miffive der Heeren van Zierik-Zee, meede aan dit befoigne gerenvoijeerd, houdende inftantien, dat H. E. M. zouden gelieven te refolveeren omtrent de overgifte van de andere Militairen, die zig aan ftraatfchendery, in de maand Maart laatstl., hebben misgaan , en federt altoos by die van het Guarnifoen zyn in arrest gehouden. Dat Heeren Commiffariflen, zoo verre hun de omftandigheeden van het evadeeren deezer gearrefteerde, en door den Civilen Rechter gereclameerde Perfoonen , bekend zyn , in de drie gevallen, zoo te Middelburg, als te Zierik-Zee, en te Vlisfingen, hebben geremarqueerd of een zeer flegte directie van de Militairen in het bewaaren van Perfoonen die zig aan  tot de MILIT. JURISDICTIE. 283 aan misdryven hebben fchuldig gemaakt, en deswegens behooren te regt gefield, te worden, of een voorbedagten toeleg, om de Refolutie van H. E. M. van den 22. September op de extraditie dier gevangenen aan den Civilen Regter , illufoir te maaken, en dat het, naar het Advys van Heeren Commiffarilfen , H. E. M. ten hoogften importeert, op een legaale wyze geinformeerd te worden, wat hier van zy, dat mitsdien van oordeel zyn, dat H. E. M. den Fiscaal Militair van de Guarnifoenen in deeze Provintie Mr. D. P. de Mauregnault, zouden kunnen gelasten , de allerexaftfte perquifitie te doen,naar de voornoemde drie gevallen, en fpeciaal naar de wyze waar op de arreftanten zyn bewaard, de omftandigheeden van derzelver evafie, en door wiens aanleiding, hulp of toelaating zulks gebeurd zy, met verderen last, om zoo hy Fiscaal bevind, dat 'er , door eenig Militair Perfoon met de bewaaring van de voornoemde arreftanten gechargeerd,pligt verzuim is gecommitteerd, of dat een Militair Perfoon aan het favorifeeren van die ontvlugting fchuldig ftaat, als dan tegen denzelven te procedeeren naar exigentie van de zaak; en eindelyk, dat hy Fiscaal aan H. E. M. zal rapporteeren, wat by hem in deezen zal zyn bevonden en gedaan. Dat wyders, de Heeren van de Weth der Stad Zierik-Zee behooren te worden geauftorifeerd, en ernftig gerecommandeerd, de Militaire Perfoonen, welke zig aan Commune Deliften onder hunne Jurisdiftie, hebben fchuldig gemaakt, en nog by die van het Guarnifoen in detentie worden gehouden, uit handen van de Militairen '  z$4 NALEZING van STUKKEN' ren op nieuw te reclameeren; en ter hunner Judicatuure over te neemen. Dat ook, even als gedaan is, na de ontvlugting der gevangenen te Middelburg en Vlisfingen , de Commandeerende Officier van het Guarnifoen der Stad Zierik-Zee, behoord te worden aangefchreeven en gelast, om aan den Heer, die de vacante Bailliuage derzelve Stad waarneemt , ter hand te ftellen , het naauwkeurige fignalement van den geëvadeerden Corporaal, en dat voorts aan denzelven kennis gegeeven van H. E. M. te verleenen auftorifatie op de Heeren van de Weth der Stad Zierik-Zee,tot reclame van de nog in detentie zittende Perfoonen, met last aan den Commandeerenden Officier , om zorg te draagen, dat de gereclameerde Perfoonen aan den Heer waarneemende de Bailliuage worden overgegeeven , binnen den tyd van 8 dagen, na den ontfang van H. E. M. Refolutie, met byvoeging van een ferieufe waarfchouwing, dat by aldien deeze gevangenen van onder de bewaaring der Militairen échapeeren, of by aldien hy Commandeerende Officier' niet ftiptelyk aan deeze ordres voldoet, hy deswegens aan H. E. Mog. verantwoordelyk zal gehouden worden, terwyl H. E. M. het zelve zullen aanzien als een vilipendie van derzelver Souveraine beveelen, tot wier maintien H. E. M., in zulk een geval, zeer ernftige mefures zullen neemen. Dat eindelyk de Heer Rentmeefter Generaal van Zeeland Bewestenfchelde , ten aanzien van de gevangenen te Vlisfingen geéchapeerd,welke door de Heeren Burgemeefteren en Schepenen der Stad Middelburg als 'sGravenmannen, wa-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 285 waren gereclameerd,en de Bailliuw der Stad Mid delburg,zoo veel de gevangenen te Middelburg betreft, mitsgaders de Heer waarneemende de Bailliuage te Zierik-Zee, behoorende te worden aangefchreeven en gerecommandeerd, om, na het bekomen der refpective fignalementen der geëvadeerde Perfoonen , tegen dezelve by publieke indaaging, volgens de gewone form voor de refpective vierfchaaren gebruikelyk te procedeeren, en die procedures te vervolgen tot den uiteinde toe. Accordeert &c. XLII. ADVYS der Stad Vlisfingen op het Staats Rapport van den ijlen December 1783. Relatif Staate Notulen 5 Febr. 1784. Dat Hun Ed. Achtbaare tot bereik der voorgeflagen Militaire redresfen, de fubfifteerende wetten kragtig en duidelyk genoeg oordeelende, en in aanmerking nemende den ftaat der deliberatien over andere Militaire zaken zouden praefereeren zig direct op de voorfz poincten te expliceren, en daar op zoo ras mogelyk een finale refolutie te helpen nemen , liever dan, ingevolge den voorfiag van het Rapport, aanleiding te geven tot het protraheeren deezer deliberatien; te meer, daar Hun Ed. Mogende de magt hebben , om in voorkomende gevallen, des verzogt zynde, en nodig oor- dee-  a86 NALEZING van STUKKEN deelende, eenige mitigatie te accordeeren, er! na vereisch der omftandigheden te disponeeren. Dat, ten aanzien der zaak zelf, en wel fpeciaal het eerfte Poinét, rakende het geven van Titulaire Aflens, Hun Ed. Achtb. zig zouden conformeeren met de Refolutie van de Provincie van Holland van 3 October 1783. en de Refolutie deezer Provincie van 24 Novemb. 1740. en met relatie tot de vacant blyvende Compagnie van oordeel zyn het zelve geen voorziening te behoeven, vermits dezelve van het eene in het ander Regiment verwisfelende, flegts korten tyd vacant blyft, en door de andere Capiteins gemaklyk kan worden waargenomen, alles zonder af te wagten het befluit der andere Provinciën, op dit Sujet, even weinig als zulks by de Provinciën van Holland en Vriesland is nodig geoordeelt. Dat Hun Ed. Achtb. ook van begrip zyn,. dat by aldien Hun Ed. Mog. het misbruik der Titulaire Abten efhcacieus willen wegnemen, Hun Ed. Mog. ook te gelyk behoorde te vigilecren tegen de nuttelooze vermenigvuldiging der Titulaire Generaals perfoonen, als welke even weinig als de effeffive Generaals (die reëel het Traélement van Generaal, Luitenant Generaal en Major genieten) in qualiteit van Collonel dienst kunnende doen, de titulaire Acten zoude perpetreeren en vermenigvuldigen, tot voorkoming waar van H. E. A. van advys zyn, dar de Heeren Ordinaris Gedeputeerden dezer Provincie ter Generaliteit zoude behooren te worden aangefchreven , om wanneer in 't vervolg door Zyne Doorl. Hoogh. ter Vergadering  tot de MILIT. JURISDICTIE. 28/ ring van Hun Hoog Mog. een Promotie van Generaals Perfoonen zal worden geproponeerd, van die propofitie aan Hun Ed. Mog. kennis te geven, ten einde op deze Confideratien te kunnen worden gelet, als na behooren. Dat ten aanzien van het 2de Poinét, het geven van Allen by de Armee, of dispenfatien van dienft met behoud van Traótement, Hun Ed. Achtb. zig conformeeren met de Refolutie der Provincie van Holland. Dat, rakende het 3de Poincl, het verknopen der Militaire Charges, Hun Ed. Achtb. zouden perfifteeren by de|Refolutie van 10 Novemb. 1651. en het n Art. van het Reglement op de begeving der Militaire Charges van den 28. January 1706.; een Reglement, hetgeen niet anders als met eenpaarige Hemmen van alle de Leden, ingevolge het 12 Artikel van het zelve, vermag gealtereerd of gedispenfeert te worden , verwagtende mitsdien Hun Ed. Achtb. dat de Heeren Geeommitt. Raden , agtervolgens het 6. Artikel hunner Inftruclie, voortaan daar aan de hand zullen houden, zonder daar van onder eenig voorwendzel af te wyken. Dat, betrekkelyk het 4de Poincl, het employeeren van Nationale Officieren, Hun Edele Achtb. zig zouden conformeeren met de Refolutie der Provincie van Vriesland van den 15 Decemb. 1783. met die byvoeging alleen, dat Hun Ed. Achtb. de geenen, die in de Colonien van den Staat gebooren zyn, mede als Inboorlingen zouden confidereeren. Dat Hun Ed. Achtb, al verder van begrip zyn, dat tot aanfporing vaneen eerlyke am-  288 NALEZING van STUKKEN bitic en aemulatie in 'sLands dienst, diendë bepaalt te worden dat de Militaire Officieren ftaat konden maken, dat zy zig gedragende als Lieden van Eer, altoos naar hunnen rang en verdienften, zullen worden geavanceerd, zonder het disagrement te moeten ondergaan van door Officieren, die met hooger titulairen of effeétiven rang uit andere Regimenten by het hunne geplaatft worden, in hunne billyke verwagting te rug gefield te worden: en dat aan Zyne Doorl. Hoogh. van deeze hunne Edele Mogende ferieufe intentie kennis behoord te worden gegeven; Dat voort Hun Ed. Achtb. inhereeren derzelver voorig geadvifeerde op den 8fte December laatftleden, ten aanzien van het by voorkeur employeeren van de Troupes ter repartitie van deeze Provincie ftaande, ingevolge het oogmerk der Bondgenoten by de verdeeling der betaling van het Krygsvolk, en de verklaring meermaalen daar omtrent, fpeciaal door de Provinciën van Holland en Zeeland, ter Groote Vergadering ten Jaare 1651. gedaan. Dat verder hun Ed. Achtb. het dikmaals changeeren der Guarnifoenen , confidereeren als ten uiterften nadcelig, zoo voor de Militie zelf, als voor den Lande, en ftrekkende om het Krygsvolk meer en meer af te trekken van de betrekkingen tot de andere Burgers en In-* gezetenen,- en dus in te boezemen zulke beginzels, die juist zouden aanlopen tegen het oogmerk, waar mede het Krygsvolk is aangenomen : Redenen waaromme 'hun Ed. Achtb. van oordeel zouden zyn, dat de Voorzieninge van dit Poinét nader in een Commiflbriaal Be- foigne  tot de MILIT JURISDICTIE fcigne zou kunnen worden onderzogt,en waiir neer by hun Ed. Mog. een zekere tyd voor het verblyf der Guarnifoenen binnen deeze Provincie zoude bepaald zyn, Heeren Gecoramitt. Raden zouden behooren te worden gerecommandeerd, omme geene attachés op eenig Patent tot verlegging of verandering van eenige Guarnifoenen te verleenen, wanneer daar door op de te maken bepaalingen zoude worden geimpieteerd. Dat, gelyk hun Ed. Achtb. het employeeren alleen van Nationale Officieren in de Regimenten ter repartitie dezerProvïncie allezints 'biilyken,hun Ed. Achtb. al verder van begrip zyn, dat geene andere dan Inboorlingen tot de funftie van Commandanten en Commandeurs der Steden en Forten dezer Provincie en geadfigneerde Quartieren behooren geadmitteerd te worden , en daar toe by preferentie geëmployeerd Officieren uit de Zeeuwfche Regimenten of gepenfioneerde Officieren op deze Provincie gerepartiticerd. Terwyl Hun Ed. Achtb. by deze gelegenheid niet kunnen verbergen hun verlangen, omme geëlucideerd te worden aan wien^het regt van aanftelling der voorfz Commandanten en Commandeurs competeerd, het zy aan de Heeren Staaten dezer Provincie, het zy aan Zyne Doorl. Hoogh. als Capitein Generaal zelve , vermits Hun Ed. Achtb. by het nagaan der retro-aóta bevonden hebben , dat Hun Ed. Mog. meermaalen dit regt hebben geëxerceerd,' en ter gelegenheid van de Groote Vergadering ten Jaare 165-1. als een onbetwistbaar regt gereclameerd, terwyl in het 2de Artikel van 't Nal. I. Deel. 1. Stuk, f j^l  2qo NALEZING van STUKKEN Inlf.rumenf.um Pacis van den Jaare 1708. onder de Ampten, die op prcefentatie der Steden ter begeving van de Staaten bedongen worden, uitdrukkelyk worden opgenoemd de Commandementen der Steden; daar het aan de andere zyde Hun Ed. Achtb. al mede gebleken is, dat dit regt door den tegenwoordigen Heer Capi. tein Generaal en Hoog deszeifs twee laatfte Prsedecesfeurs Gl. Ged. is uitgeoeffend, in dier voegen, dat by de Heeren Gecommitt. Raden Commisfie verleend wierd aan de genen, die Afte van den Heer Capitein Generaal bekomen hadden , zonder dat Hun Ed. Achtb. immer eenige traces van overgave van dit regt der Provincie hebben kunnen ontdekken: dat mitsdien Hun Ed. Achtb. zouden verzoeken, dat dit Poincï in een Commisforiaal Befoigne zou mogen worden onderzogt, en daar van rapport gedaan aan Hun Ed. Mog. ten einde het zelve gehoord zynde, by de Leden daar op zodaanig te kunnen worden gerefolveerd, als Hun Edele Mogende nuttig zullen oordeelen. XLIII. EXTRACT uit het Register van de Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Den 8. December 1783. De Secretaris van 't Land heeft gerapporteerd uit naam van Heeren Commisfarisfen, hebbende ter voldoening aan H. E. M. Refo- lu-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 291 Jutie Commisforiaal van den 6 Novemb. jongsleden , geëxamineerd de Miflive der Heeren Staaten van Hofland en Weit-Vriesland van den 17 Oftob. te vooren, ten eerftgem. dage ter Vergadering ingekomen &c. Dat Heeren Commisfarisfen zig, inde eerfte plaats, bepaalende, tot het principaale Poinét, waar op H. Ed. Gr. Mog. de concurrentie van deeze Provincie verzoeken, namelyk het borneeren van de Titulaire Acten aan dienst doende Officieren, hebben nagegaan, wat by de Heeren Staaten deezer Provincie voor deezen op die materie is gerefolveerd, of welke practycq daar in heeft plaats gehad, en bevonden hebben, dat H. E. Mog. in 't generaal zoodanige Titulaire Aften altoos hebben afgekeurd, zoo dat zelfs by de meefte Leden van Staat op den 6 Aug. 1714. is verklaard, dat men geen titulaire Acten meer geven zal, om den cndienji welke daar uit refulteerd. Dat op den 3 April 1703. in de poinften van befchryving aan de Leden zynde voorgedragen een Miflive van H. H. M. van den 10 Maart te vooren, tendeerende, om, vermits de Generaals niet kunnen dienen by de Regimenten, daar aan te remedieeren door de aanftelling van Titulaire Collonels, Lt. Collonels en Majors, buiten laft van het Land, de Refolutie op dat poinét wel is in bedenking gehouden , om rede, dat het geval in Zeeland toen niet exteerde, gelyk blykt uit H. E. M. Notul. van 21 Mey 1703, maar dat by Refolutie van 24 Nov. 1740. als een vaste orde en wet is geftatueert, dat wanneer een Collonel of Brigadier, ter repartitie van Zeeland ftaande, tot Generaal wierd aanT 2 ge.  29* NALEZING van STUKKEN gefield, in zoodanigen geval, de Lt. Coll. ctl Sergeant Major van dat Regiment zouden worden gepromoveerd tot Coll. Commandant en Lt. Collonel. Dat egter buiten dien, verfcheide exempelen gevonden worden, waar in H. E. M. hebben gedisponeerd over Titulaire Aften, hetzy uit faveur of tot fuppletie van Officieren, die van den dienst gedispenfeerd of gedimitteerd zyn, met behoud van Traftement tot recompenfe van hunne merites, gelyk, om van andere en verdere gevallen te zwygen, kan gezien worden uit de Notul. van 6 Aug. 1731., 1 Mey 1736, 14 Maart 1737, 24N0V. 1740., en byna in yder Promotic van Officieren. Dat uit deeze retroafta fchynt te moeten opgemaakt worden, dat de generaale regel by deeze Provincie ten dien opzigte gevolgd, overeenkomt met de Cynofure in Holland gebruikelyk geweeft, en vervat in de Refolutie welker obfervantie H. Ed. Gr. Mog. nu wederom hebben gerenoveerd, by Hoogftderzelver Refolutie van den 3 Oftob. laatstleden, namelyk dat de Commiffie van Titulaire Aften regulariter geborneerd is geweest tot Regimenten van effeftive Generaals perfoonen. Dat nogtans Heeren Commisfarisfen uit de exempelen van het Jaar 1702 tot 1747, wanneer de begeving der Militaire Charges in de Regimenten ter repartitie van deeze Provincie door de Heeren Staaten zelve is geëxerceerd, gezien hebbende, hoe dikwyls deeze regel aan exceptien is fubjeft geweeft,-van oordeel zyn, dat dezelve bepaaling eenige nadere explicatie nodig heeft, om alle duifterheid en gelegenheid  tot de MILIT. JURISDICTIE. 203 heid tot foortgelyke exceptien, zoo veel mogelyk is, weg te nemen , dat althans behoord bepaald te worden, of in Regimenten van effeótive Generaals Perfoonen die Titulaire Acten zig alleen zullen borneeren tot de groote Stafs Officieren , gelyk de intentie van de Heeren Staaten van Zeeland fchynt geweest te zyn in de even aangehaalde Refolutie van 14 Nov. 1740 ; dan of daar onder ook begrepen zyn de Capiteins en mindere Officieren : Dat men ook in confideratie diende te nemen, of niet gevoeglyk kunnen bepaald worden alle andere gevallen, waar in het geven van Titulaire Acten bevorens .by H. E. M. als noodzaaklyk is aangezien: By voorbeeld, wanneer een Officier door blesfures in den dienst van 't Land bekomen, of door andere infirmiteiten buiten ftaat raakt, om in zyn qualiteit by het Regiment te dienen, en 'er geen ander middel is Om hem te recompenfeeren, dan door het laten behouden van zyn-Traótement, in welken gevalle zyn post en qualiteit door een ander Officier met den blooten Titul bekleed, moet waargenoomen worden: of gelyk in deeze Provintie moet plaats hebben in de Compagnie, die altoos vacant gehouden wordt, en mogelyk andere gevallen, die een meerder kundigheid in het Militairen wezen zoude aan de hand geeven : en eindelyk, dat zoodanig een Refolutie niet finaal by deeze Provintie zoude behooren gearrefteerd te worden, als ter gelyker tyd, dat diergelyke mefures ook by de andere.Provintien zullen, genomen worden, dewyl anders de Officieren ter Repartitie van deeze Provintie .ftaande, zig zouden bevinden in het geval, 't T 3 welk  S94 NALEZING van STUKKEN welk de Heeren Staaten van Holland te regt in hoogftderzelve Miffive, ten opzigte van hunne Officieren apprehendeeren , naamelyk van gepostponeerd te raaken in hunnen rang aan Officieren van andere Provintien,daar deeze Refolutie geen plaats zou hebben. Dat mitsdien Heeren Commiffariflen van advys zyn, dat H. E. M. zig over het generaal conformcerende met de zeer juiste redenen door de Heeren Staaten van Holland geavanceerd, nopens de verderfelyke gevolgen voor de Armee, en den ondienst van het Land, die uit een opeenftapeling van titulaire aften moet onftaan, gepaste maatregelen zouden behooren te concerteeren , om zulk een misbruik tegen te gaan, maar dat, ten einde de finaale Refolutie door H. E. M. op dit poinft te neemen, met genoegzaam overleg , en met influiting van alle noodige exceptien, zoude kunnen worden vastgefteld en onverbreekelyk geëxecuteerd, Z. D. H. de Heer Prins van Orange, als Capitein Generaal van Zeeland, door H. E. M. zoude behooren te worden verzogt, om op de befte wyze van executie dezer mefurcs, de Heren Staaten van Zeeland te fuppediteeren deszelfs confideratien en hoog wys Advys. Dat vervolgens overgaande tot de verdere ingrediënten van de Miffive van H. Ed. Gr. Mog. van 17 Oftober vervat en meede aan dit befoigne ter examinatie gcrenvoyeerd, voor eerst voorkomt het poinft van het geeven van zoogenaamde acten by de Armee, welke tot de titulaire aften by de Regimenten, voor een groot gedeelte oorzaak geeven , Heeren Commiffarisfen van oordeel zyn, dat hoe zeer dezelve niet ge-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 295 geheel kunnen worden geprasvenieerd, en ook altoos by de Armee van den Staat hebben plaats gehad, dezelve egter niet dan fpaarzaam, en in finguliere gevallen behooren te worden verleend , en dat ten aanzien van de Gereformeerde Officieren , waar onder men begrypt de Krygsgevangenen geweest zynde, en by de refpedlive redu&ien op Penfioen gefielde, wier Penfioenen tot een drukkende last voor de Provintien zyn en blyven, veel als een vaste regel behoorden in agt genoomen te worden, dat zoodanige Officieren, nog in ftaat zynde om te dienen, zonder onderfcheid in de vaceerende plaatfen invallen, en voor allen anderen, tot gelyke Militaire Ampten geprefereerd moeten worden ; dat egter Heeren CommiffaruTen voorzien, dat deeze regel niet naar den letter zal kunnen geobferveerd worden, zonder praejuditie te leggen aan de thans dienende Officieren, die telkens in hunne verwagting op Promotie zouden te rug gezet worden, door het plaat-, zen van Officieren in Regimenten, waar toe zy te vooren niet behoord hebben, 't welk zekerlyk het oogmerk dezer deliberatien niet kan zyn, die veel eerder zyn aangelegd, om een juiste retributie, naar een ieders rang en verdienften in de Armee van den Staat te doen plaats grypen. Dat ten aanzien van het derde poinct., het yerkoopen van Militaire Charges, Heeren CommifTariflèn aan H. E. M. moeten rappelleeren, niet alleen de Placaaten van H. H. M. van 7 February 1637, en 8 Mey 1749, tegen het verkoopen en refigneeren van Militaire Charges, onder zekere uitkeering, als ftrekkende T 4 tot  296 NALEZING van STUKKEN tót raerke'lyken ondienst Van bet Land, en prst?-juditie van braave Krygslieden, aan welke hier' door de rcgte weg word afgefneeden, om door' hunne merites geavanceerd te worden, maar Ook de fpeciaale Refolutie der Heeren Staaten deezer Provintie op dat ftuk genomen, namenlyk die van io November 1651, waar by H. E. M. goedgevonden hebben de verkoopingen te diffkulteeren, en den Raadpenfionaris verzogt, geene Requeften daar toe aan te neemen, nog mondelinge Propofitie te doen, welke Refolutie is geïnhereerd den 7 February 1653, met by voeging, dat zoodanige verzoeken niet meer zullen worden geaccordeerd, als op een poinót van befchryving, waarom ook by onderfcheide Refolutien van H. E. M. en byzonder in het Reglement op de begceving der Militaire Charges ter repartitie deezer Provintie, de Eed van zuivering, zoo wel tot Militaire als Politique Emplo3Ten is geëxtendeerd, gelyk het praefteeren van dien Eed ook nog in Itipte obfervantie is, en geene Officieren , met een onereufen titul aan hunne Charges komende, by de Heeren Gecommitt. Raaden worden beëedigt, dan onder exceptie van het gene door hen gegeeven of beloofd is, tot het admitteeren van welke exceptie in die gevallen, Z. D. H., by een afzonderlyke acte, de Heeren van den Raade verzoekt. Dat Heeren Commiifarilfen op dit poincl: j even als op de vorige, van begrip zynde, dat diergelyke dispenfatien van den Eed van zuiveringen , niet dan zeer fpaarzaam, en om zeer wigtige redenen moeten verleend worden, egter niet ontkennen, dat dezelve in fommige geval*  Tót de MILIT. JURISDICTIE. 297 vallen onvermydelyk zyn, om een convenable recompenfe te vinden , voor Officieren die in dienst van den Staat grys en caducq zyn geworden , waar toe geen ander middel voorhanden is , dan dezelve ten laste van de refpective Provintien te penfioneeren, uit 't fonds van den hal ven hondertften penning, 't geene volgens 't plan van reforme van 1752 daar toe is gedestilleerd , of aan dezelve Officieren, buiten last van de Provintien een fomme gelds of jaarlykfche uitkeering te accordeeren uit de Charges die zy met eere hebben waargenoomen, en door infirmiteit moeten quitteeren, in welken gevalle de Succeüeur in het employ, met de uitkeering belast, van den Eed van zuivering in zoo verre, moet gedispenfeerd worden; welke modificatie en exceptie, gelyk ze in zig zelfs billyk is, ook altoos door .deeze Provintie is geadmitteerd, en door de Provintie van Holland expreffelyk is geinfereerd in de Refolutie op den Eed van zuivering voor Militaire Charges te doen, van den ió Maart 1675. Dat Heeren CommilTariffen derhalven van Advys zyn , dat in deezen niet anders noodig is, dan de geftatueerde Wetten te laaten werken, terwyl de Heeren Gecommitt. Raaden, zonder nadere auftorifa'cie van H. E. M. niet bevoegd zyn , dispenfatien te verleenen, die tegen het oogmerk van de Wet zouden aanloopen. Dat het egter zeer wenfchelvk was, indien er eenig ander toereikend middel kon uitgedagt worden , om Officieren die niet langer kunnen dienen, eene erkentenis voor hunne merites en een eerlyke fubfifïentie teaffigneeren buiten bezwaar van hunne Succesfeurs, en dat dit naar T $ het  29 8 NALEZING van STUKKEN het oordeel van Heeren Commiffariflen, dezekerlte, zoo niet de eenige weg zoude zyn, om aan alle de inconvenienten waar over thans met zoo veel rede geklaagd wordt, te remedieeren. Dat aangaande het 4de objeét, betreffende het employ van Nationaale Officieren in de Nationaale Regimenten, boven den rang van Sergeant of Wagtmeefter, Heeren Commiffariflen als een billyke regel vastzeilen, dat alle andere redenen egaal zynde, Inboorlingen boven Vreemdelingen behooren geprefereerd te worden, maar dat het zeer veel bedenking heeft, of deeze regel in het Militaire wel altoos als een onverbreekelyke cynofure kan worden gevolgd, dat'er althans verfcheide confideratien zouden moeten geëxamineerd worden, alvorens zy dit poinét als een te ftatueeren voet aan H. E. M. zouden durven aanraaden. Dat Heeren Commiffariflen op de drie laatst beredeneerde poinclen van Advys zyn even als by het eerfte poinét is voorgedragen, dat H. E. M. , alvoorens buiten de reeds geëtablisfeerde Wetten en Refolutien, die in volle kragt en obfervantie moeten blyven, iets naders te befluiten, zouden kunnen inneemen de confideratien en het hoogwys Advys van Z. D. H. den Heer Prins van Orange , als Capitein Generaal , aangaande de wyze , waar op de voorfz. geëtabliffeerde Wetten en Refolutien best zouden kunnen worden geëxecuteerd, en alle inbreuk op dezelve efficacieufelyk zoude kunnen worden geprevenieerd. Dat wyders aan Heeren Commiffariflen in confideratie is voorgekomen, of het niet ten hoog-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 299 hoogften noodig zoude zyn en dienftig tot aanfporing van een eerlyke ambitie en emulatie in 's Lands dienst, indien de Militaire Officieren ftaat konden maaken, dat zy zig gedraagende als lieden van eer betaamt, altoos naar hunnen rang en verdienflen zullen worden geavanceerd, zonder het disagrement te moeten ondergaan, van door Officieren, die met hooger titulairen rang uit andere Regimenten by het hunne geplaatst worden, in hunne billyke verwagting te rug gefield worden. Op welke confidentie Heeren CommifTarifren zouden vermeenen, dat H. E. M. mede de gedagten , en het hoogwys Advys van Z. H. zoude kunnen verzoeken. Dat voorts van H. E. M. te neemen Refolutie op de ingrediënten van dit Rapport, by Miffive zouden behooren kennis gegeeven te worden aan H. E. Gr. M. de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland. Accordeert &e. PU.  Boo NALEZING van STUKKEN PUBLICATIE van Ridderjchap l en Steeden der Staaten van 0~ yerysfel. PUBLICATIE. Ridderfchap en Steeden de Staaten van Overysfel doen te weeten ; Alzoo ons is voorgekomen, dat onder de goede Ingezeetenen deezer Provincie eenige twyfFelingen fchynen te fubfifteeren omtrent de Jurisdiftie aan de Civile Regtbanken over Militaire Perfoonen in deeze Provincie Guarnifoen houdende of inwoonende, competerende; en het ondertusfchen zeker is, dat binnen deeze Provincie nimmer eenige Militaire Regtbank nog in 't Civile, nog in 't Crimineele, is erkend of toegelaaten, tot prejudicie van de voorregten en privilegiën, de refpeftive Territoriale Richters binnen deeze Provincie competeerende; maar dat in tegendeel Ridderfchap en Steden zich tegen de oeffening van allen Militairen Regtsdwang, van't begin en ereftie van de Republicq af, binnen dezelve ten allen tyde hebben verzet en voorzien ; Zoo is 't; Dat wy hebben goedgevonden tot naricht van een ieder te verklaren , zulks doende by deeze; dat, uitgezonderd in 't geval van pure Militaire Deliften, waar over de kennisneeming , als van ouds, aan den Militairen Rechter word overgelaaten , de Jurisdiftie over alle Militaire, zo wel als andere perfoonen, zo in 't Civile, als in 't Crimineele, alleen competeerd aan de refpeftive Regtbanken in deeze Provincie fubfifteren.de; en dat wy nooit zullen.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 30f ïen gedogen, dat eenige, het zy hooge of lage Krygsraad, of iemand anders, wie het ook zoude mogen weezen, zich in deeze Provincie eenige Jurisdictie, hier mede ftrydig, aanmatige, of dat iemand onderneeme ergens anders dan als voorfchreeven recht te zoeken. Aldus gedaan en gearrefteerd binnen Deventer den 10 December 1783. Ter Ordonnantie van Hooggemelde Heeren Staaten. DERK DUMBAR, XLIV.  $oz NALEZING van STUKKEN Berigt en Advis van het Hof op de Propofitie van Gedeputeerden der Stad Delft omtrent het doen van voorfiening nopens eenen by den zogenaamdenHoogen Krygsraad gedetineerden J. B. Jacobi,dog wiens Sententie zonder approbatie was gebleeven; en nopens andereProceflen en Sententien by voorfz Hoogen Donderdag den n December 1783. Ontfangen een Miffive van de Praefident en Raaden van den Hove, gefchreeven in den Hage den 5 deezer, houdende, tot voldoening aan hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 16 Oótober laatstleeden,derzelver berigt, confideratien en advis op de Propofitie door de Heeren Gedeputeerden der Stad Delft , ten laatftgemelde dagen ter Vergadering gedaan, waar by dezelve hebben voorgedraagen, dat zeekeren Jacob Jacobi, woonende te Delft, aan hunne Principaalen had te kennen gegeeven, dat desfelfs Zoon Johan Baptist Jacobi, zig als Deferteur aan den zoogenaamden Hoogen Krygsraad ter verantwoording hebbende overgegeeven, nu byna fes maanden in arrest had gezeeten , zonder eenig verhoor; en dat zeekere Burga Jacoba Paspoort, gefepareerde Huisvrouw van HermanusHubertus van Steenvoorden , meede woonende binnen dezelve Stad, zig insgelyks aan gemelde hunne Principaalen had geadrefleert, en te kennen gegeeven , dat zy tegen gemelden haaren Man die Soldaat was geweest onder het Regiment van den Lt. Generaal Raders, en van een gedetacheerd Commando te Veurne was gedeferteert, van het ge- XLIV. EXTRACT int de Refolutien van de Heeren Staaten van Hollandt ende West-Vriesland, in hun E. Gr. Mog. Vergadering genomen op.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 303 gemelde Collegie had verfogt en geobtineert Mandament van R. A. met de clauiide vanEdicïe ad valvas Curie, met dat gevolg, dat die zaak by Sententie van het zelve op Intendith was afgedaan; dog dat dezelve Sententie, om dat door tusfchen gekomene omftandigheeden de approbatie van Zyne Hoogheid daar op niet was gevolgt,niet ter executie had kunnen worden gelegt; en waar by de gemelde Heeren Gedeputeerden teffens hun Ed. Gr. Mog. in confideratie hebben gegeeven, of niet, ten aanzien van den gemelden Jacobi, en andere als nog by voornoemden Hoogen Krygsraad gevangen zittende, gelyk ook ten aanzien van alle Proceffen, welke aldaar nog iitispendent waren, als meede tot de bovengemelde Sententie, en andere , welke wel geflaagen, dog door opgekoomene omftandigheeden , niet ter executie hadden kunnen gelegt worden, de noodige voorzieningen behoorden gedaan te worden, tea einde (in aanmerking, dat gemelde zoogenaamde Hoogen Krygsraad, in gevolge hun Edele Groot Mog. Refolutie van den 30 Mey laatstleeden geenerley Aclens van Jurisdiélie of geenerley gezag meer vermogt te oeffenen op het Territoir van deeze Provincie) de bovengemelde gedetineerde op de eene of andere wyze te regt geltelt, en wyders zorge worden gedraagen, dat de Juftitie niet veragtert, maar de geinterelTeerde Partyen in bovengemelde Procedures in ftaat worden geftelt, om dezelve Procelfen en Sententien te vervolgen op zoodanige voet en wyze als geoordeelt zal worden te behooren; volgende het zelve Berigt en Advis hier na geinfereert. Fiat Krygsraad onafgedaan gelaaien , commijfl; ■ en Refolutie op de zaak vaa gemelden Jacobi.  3©4 NALEZING van STUKKEtf Fiat infertio. Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonV den en verftaan, dat de voorfchreeve Propofitie en het daar op gegeeven Berigt en Advis zullen worden geëxamineert door de Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlem en verdere hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Juftitie, met Commiflariflen van den Hove, en de Vergadering daar op gedient van derzelver confideratie en advis ; en is dien onvermindert goedgevonden en verftaan, den gedetineerden Jacobi, met relatie tot het geen ten zyne opzigte in de gemelde Propofitie is voorgedraagen te laaten onverlet om daar omtrent zoodanig adres te doen als geraaden zal vinden. Accordeert met de voorfz Refolutien. XL V. MISSIVE van Prefident en Raade van den Hove. Den 5. December 1783. Edele Groot Mogende Heeren! Wy hebben de eer gehad te ontfangen UEd. Gr. Mog. Refolutie van den 16 October deezes jaars , waarby U Ed. Gr. Mog. van ons ge^ lieven te requireeren , dat wy U Ed. Gr. Mog.. zouden dienen van berigt, confideratien en advis , op de Propofitie door de Heeren Gedepu- teer-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 305 teerden der Stad Delft, uit naam van de Heeren hunne Principaalen, ter Vergadering van U Ed. Gr. Mog. gedaan, waar by dezelve voordraagen , dat zeekere Jacob Jacobi, woonende te Delfc, aan hunne Principaalen had te kennen gegeeven , dat desfelfs Zoon Johan Baptist Jacobi, zig als Deferteur aan den zoogenaamden Hoogen Krygsraad ter verantwoording hebbende overgegeeven, nu byna zes maanden in arrest had gezeeten , zonder eenig verhoor, en dat zeekeren Burga Jacoba Paspoort, gefepareerde Huys vrouw van Herman us Hubertus van Steenvoorden, meede woonende binnen dezelve Stad, zig insgelyks aan gemelde Heeren hunne Principaalen had geaddreffeert, en te kennen gegeeven, dat zy tegen gemelden haaren Man, die Soldaat was geweest onder het Regiment van den Lt. Generaal Raders, en van een gedetacheerd Commando te Veurne was gedeferteerd, van het gemelde Collegie had verzogt en geobtineert Mandament van R. A. met de Claufule van Edicle ad valvas Curiae, met dat gevolg , dat die zaak by Sententie van het zelve op Intendith was afgedaan ; dog dat dezelve Sententie,om dat door tusfchen gekomene omftandigheeden de approbatie van Z. H. daar op niet was gevolgt, niet ter executie had kunnen worden gelegt;en waar by de gemelde Heeren Gedeputeerden teffens U Ed. Gr. Mog. in confideratie geeven, of niet ten aanzien van den gemelden Jacobi, en andere alsnog by voornoemden Hoogen Krygsraad gevangen zittende, gelyk ook ten aanzien van alle Procelfen , welke aldaar nog litispendent waren, als meede tot de bovengemelde Sententie , en anderen Nal. I. Deel. I. Stuk. V wel-  SoS NALEZING van STUKKEN welke wel geflaagen, dog, door opgekomene omftandigheeden , niet ter executie hadden kunnen gelegt worden, de noodige voorfieningen behoorden gedaan te worden , ten einde (in aanmerking, dat gemelde zoogenaamde Hooge Krygsraad, in gevolge U Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 30 Mey laatstleedcn geenerley Aflens van Jurisdiftie of geenerley gezag meer vermag te oeftenen op het Territoir van deeze Provincie) de bovengemelde Gedetineerde op de eene of andere wyze te regt geftelt, en wyders zorge werde gedraagen, dat de Juftitie niet veragtert, maar de geintereffeerde Partyen in bovengemelde Proceduresin ftaat worden geftelt, om dezelve Procesfen en Sententien te vervolgen op zoodanigen voet, en wyze, als gcoordcelt zal worden te behooren. Om aan die gerefpefteerde requifitie te voldoen , hebben wy de eer U Ed. Gr. Mog. te berigtcn , dat wy ons nopens de twee zaaken in de Propofitie van Heeren Gedeputeerden van Delft gefpecificeert geinformeert hebben by den Fiscaal van de Generaliteit, en by Mr. L. L. van Rheenen , Griffier van het gemelde Collegie; en van den gemelden Fiscaal hebben vernoomen , dat 'er in het Provoosthuis van de Generaliteit alhier zeekere Johan Baptist Jacobi, geweezen Soldaat in het Regiment van Grenier, gedetineert zit, en dat hetgeen in de voorfz Propofitie omtrent den zeiven word voorgedraagen, genoegzaam overeenkomt met deffelfs gezegdens, en dat de Griffier ons heeft onder, rigt, dat Burga Jacoba Paspoort, wonende te Delft, als gefepareerde en verlaate Huisvrouw van Hermanus Hubertus van Steenvoorden, gede.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 5o7 déferteert Soldaat van het Regiment van den Lt. Generaal Raders van den gemelden Krygsraad had verzogt en geobtineert Veniam agendi (voorzoo veel des noods) en een Mandament van Rauaótie, met de Claufule van Edi&ie , en na behoorlyke defaulten by Intendith had geprocedeert, zoo als in die materie gebruikelyk is, en dat in die zaak Sententie was ge weezen, en aan Z. H. ter approbatie gezonden, dog dat die approbatie voor den 30 Mey laatstleeden niet was ingekomen. Meer kunnen wy des aangaande niet berig. ten , en zullen als nu overgaan om U Ed. Gr. Mog. op het geproponeerde van Heeren Gedeputeerden van Delft te dienen van onze confideratien en advys. In de overweeging, Ed. G. Mog. Heeren, van het geen wy daar omtrent zouden behooren te advifeeren, was het zeer natuurlyk, dat wy tragtten naar te gaan , welke fchikkingen , er gemaakt waren in het begin van deeze'eeuwe , toen door het aflïerven van Willem III., gl. ged., de Hooge Krygsraad gereekent wierd te cefleeren ; dan wy hebben des aangaande nog in de Refolutien van U Ed. Gr. Mog., nog in 's Hofs Regifter der Mifliven van en aan U Ed. Gr. Mog., nog in 's Hofs Refolutien iets gevonden; maar by den Raad van Staaten is op op den 18 January 1703 goedgevonden, „ dat „ tot expeditie der zaaken litispendent hangen„ de voor den Hoogen Krygsraad, ondertus„ fchen dat zoude gedclibereert worden over „ het werk van den Krygsraad, dezelve zou„ den afgedaan worden geduurende de Winter „ door een Krygsraad extraordinaris te convoV 2 „ cee-  3o3 NALEZING van STUKKEN „ ceerer. door den Prafident Unkel, zonder „ dat dezelve Krygsraad zoude mogen aannee„ men de kenniffe van eenige nieuwe zaaken „ het zy raauwelyks of by appel, en dat de „ Raad van Staaten nader zoude disponeeren „ over de afdoening der zaaken, welke niet zouden getermineerd zyn op het aangaan van „ de volgende Campagne, werdende Heeren Gecommitteerden verzogt te fpreeken met ,, den Prafident Unkel, over de executie dier „ Refolutie en rapport te doen." En op den 20 January 1703, is op rapport van Commiflariflen, in gevolge Refolutie van den 18. daar te vooren met den Praefident Unkel gefprooken hebbende over de executie van de Refolutie ten zeiven dage genoomen, over de afdoening der zaaken litispendent hangende voor de Hooge Krygsraad verftaan, „ dat de „ Krygsraad, ten dien einde naar het gewoon gebruik te convoceeren, zoude gebruiken in „ haare Vonniffen, dit Formulier: doende regt „ uit den naam en van wegen de Hoog Mog. Hee- ren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlan„ den; dat dezelve zig by provifie zouden ont„ houden van het gebruik van een Zegel op haare Vonniffen , als onnodig, en daarom „ niet gebruikelyk by veele voornaame Regt„ banken; en dat dezelve zouden regt doen, „ zoo als zy zoude vinden in goede Juftitie te „ behooren; zonder approbatie te verzoeken „ op haare Vonniffen, als zynde fubject aan „ het appel aan den Raad; en is voorts de Heer Thefaurier Generaal verzogt te fpree„ ken met de Heeren van de Reekeningen der „ Domeinen van Holland , ten einde het ge- ,, bruik  tot de MILIT. JURISDICTIE. 309 ,, bruik van de Kamer in dewelke de Hooge „ Krygsraad vergadert had by het leeven van „ zyne Majefteit van Groot-Brittannien , gl. „ ged., gelaaten wierde aan de gemelde Krygs„ raad." Vervolgens is op den 9 February daar aan volgende by den gemelden Raad van Staaten gerefolveerd; „ dat by provifie, en zoo lang ,, geen ordre zoude geftelt worden by de gc„ zamentlyke Bondgenooten op de Militaire Juftitie , gevolgt zoude worden de voet, die „ daar omtrent gehouden was tuffchen de Jaa- ren 1650 en T672, en dat dienvolgens de ,, Krygsraad, welke zou geformeerd worden by het zaamen trekken van het Leeger, geen kennis zou neemen als alleen van zaaken, die „ in het Leeger zouden voorvallen, en dat de Griffier van de Krygsraad aanftonds na het ,, fcheiden van het Leeger, zou moeten over,, brengen aan den Raad alle de crimineele Pro,, cellen , welke niet hadden kunnen in het ,, Veld getermineerd worden, ten einde om te ,, ftellen de vereischte order op het vervolg en ,, afdoening derzelve, en dat tot prompter ex,, peditie van alle onafgedaane zaaken, dezel- ve met het fcheiden van het Leeger zouden ,, devolveeren aan de ordinaris Krygsraad van ,, de Plaats, alwaar de Gedaagde Guarnifoen „ ging houden, of zoo daar geen behoorlyke ,, Krygsraad was, gelyk gebeuren kon in For„ ten en Schanfen , aan de Krygsraad van het ,, Gouvernement; of Commindement, waar „ onder dezelve reftbrteeren , of zoo ook daar ,, geen genoegzaam Guarnifoen was tot het 5, formeeren van een Krygsraad, aan de KrygsV 3 „ raad  3io NALEZING van STUKKEN „ raad van de naastgelegen Plaats, aan welke „ de bovengemelde Griffier zou hebben met het „ fcheiden van het Leger geëvangelifeert over „ te zenden de Notulen en Dingtaalen met de Stukken , die onder hem zouden gefourneerd weezen: en eindeling dat aangefchreevenzou „ worden en gelast, aan de Commandeurs en Krygsraaden in de Steden item in Staat hebbende, prcecifelyk te agtervolgen de bovengemelde Refolutie van de gezamentlyke Bond„ genooten (de Refolutie namentlyk van 25 Maart 1651) waar van Copie aan haar zou j, gezonden worden, en aan alle Gouverneurs, „ Commandeurs en Krygsraaden indiftinflelyk, „ dat zy voortaan in alle zaaken, fpecleerende „" ter haarer kennis, zoo crimineele, als ande„ ren, regt zouden doen, zoo als zy zouden „ oordeelen in goede Juftitie te behooren, „ zonder haare Vonniffen te zenden om appro,, batie, als ftrydig met het oud gebruik, en „ met de gewoone wys van Regtspleeging, „ voorbehoudens niet te min , het middel van „ appel in alle zaaken die appellabel waren na ,, de gemeene Rcgten." De nadere dispofitie , welke de Raad van Staaten by Refolutie van 18 January 1703 aan zig gereferveerd had, omtrent de afdoening der zaaken , welke op het aangaan van de volgende Campagne nog niet getermineert zouden zyn; fchynt onnoodjg geweest te zyn; immers wy zyn onderrigt dat des aangaande in de Notulen van den Raad van Staaten van den Jaare 1703 niets voorkomt: maar na het fcheiden van het Leeger is in gevolge het gerefolveerde van den 9 February 1703 op het rapport van Commis- fa-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 3ir fariffen, gebefoigneert hebbende met den Prnefident Unkel over de Notulen van zaaken die onafgedaan waren blyven hangen by het fcheiden van het Leeger; op den 20 November 1703 goedgevonden fommige van dezelve zaaken aan Guarnifoens Krygsraaden te renvoyeeren, en anderen te doen voortprocedeeren voor den Raad van Staaten, volgens de laatfte Retroaóta, en over de afdoening van eenige andere zaaken , die volgens de voornoemde Memorie onafgedaan waren, nader te delibereeren, als daar over nader aanzoek door de Geïntereifeerden zoude worden gedaan. Uit dit ftilzwygen van de Refolutien van U Ed. Gr. Mog., en uit dit gepalfeerde by den Raad van Staaten meenen wy te mogen befluiten, dat in dien tyd door U Ed. Gr. Mog. des aangaande geene verordeningen zyn gemaakt3 en dat U Ed. Gr. Mog. zullen hebben toege laaten, dat de Sententien van den Hogen Krygsraad , die onder het Stadhouderfchap van Willem III., gl. ged., judicature had geëxerceert, welke by het ceffeeren van denzelven Krygsraad nog niet ter executie gelegd zouden mogen geweest zyn, op die zelfde wyze ter executie gelegd wierden, als voor den Jaare 1672 de Sententien ter executie gelegd wierden, die by den Raad van Staaten, agtervolgens derzelver Inftruclie (zoo als U Ed. Gr. Mog. in Hoogftderzelver Refolutie van 30 November 1669 fpreeken) tegen eenige Militaire Officieren of Soldaaten in dienst van den Lande zynde , en op de Repartitie van Holland ftaande , wierden uitgefprooken; en dat de noodige arrangementen omtrent de zaken voor dienKrygsV 4 raad  3i2 NALEZING van STUKKEN raad nog litispendent, zoo crimineele als civile door den gemelden Raad van Staaten wierden beraamd, terwyl voor het vervolg, overeenkomftig de intentie.van UEd. Gr. Mog., de zaaken gebragt wierden op den voet, die tusfchen den Jaaren 1650 en 1672 omtrent de Militaire Juftitie gehouden was. Het gedeclareerde begrip van UEd. Gr. Mog. en het oog , waar meede U Ed. Gr. Mog. nog onlangs getoond hebben de Jurisdiftie door den Hoogen Krygsraad geëxerceert, en in het generaal de judicature van den Militairen Regter omtrent commune deliften en civile zaaken te befchouwen heeft naauwlyks by ons in aanmerking kunnen doen komen , om aan U Ed. Gr. Mog. te advifeeren om dit zelfde voetfpoor ook tegenwoordig te volgen : 't Is daarom, Ed.Gr. Mog. Heeren, dat wy zyn bedagt geweest op welk eene wyze dit werk in deeze omftandigheeden overeenkomftig dat begrip van U Ed. Gr. Mog. met de minfte inconvenienten zoude kunnen worden gearrangeerd. Dan alvoorens onze confideratien daar omtrent aan U Ed. Gr. Mog. voor te dragen,moeten wy remarqueeren, dat uit het hier boven door ons gegeeven berigt blykt, dat de eerste zaak, die by de Propofitie van Delft word voorgedragen niet behoord tot de judicature van den Regter in Holland; alzoo de gedetineerde Jacobi, wien dezelve betreft, gezegt word gedeferteerd te zyn, terwyl hy te Namen in Guarnifoen lag. Omtrent zoortgelyke tot de judicature van den Hollandfchen Regter niet behoorende zaaken, zouden wy U Ed. Gr. Mog. wel in 't gene-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 3r3 neraal in confideratie geeven, of niet door U Ed. Gr. Mog. aan de Bondgenooten zoude behooren te worden geproponeert, of ter Gene-r raliteit gecoopereert, dat dezelve door de meest convenable middelen , zonder atteinte toe te brengen aan het door U Ed. Gr. Mog. op den 30 Mey laatstleeden gerefolveerde, zoo fpoedig mogelyk rnogten worden getermineerd: terwyl wy omtrent het fpeciaal geval van den in de Propofitie van Heeren Gedeputeerden van Delft gemelden Jacobi begrypen, dat de omftandigheeden met relatie tot hem in de gemelde Propofitie voorgedraagen, gevoegt by deszelfs langduurige detentie , U Ed. Gr. Mog. zouden mogen permoveeren , om te effectueeren, dat dezelve alsnog begreepen wierd onder het generaal Pardon. Onze confideratien, Ed. Gr. Mog. Heeren, zullen zig dus alleen bepaalen tot zaaken die tot den Hollandfchen Regter kunnen gereekent worden te behooren , het zy dan om dat de delicten in Holland zyn geperpetreerd, of om dat de Gedetineerde of Verweerders Militairen zyn , welke in Holland gedomicilieerd zyn, of in Guarnifoen liggen; het zy om dat dezelve behelzen voorzieningen omtrent Perfoonen of Boedels van zoodanige Militairen, en die dus meer immediate de objeclen zyn van U Ed. Gr. Mog. voorfieningen. Ten opzigt van dezelve kunnen in aanmerking komen. Voor eerst, zaaken in cas crimineel. Ten tweeden , zulke welke relatie hebben tot civile proceduuren en differenten , en Ten derden , Aclens van Confinement, van V 5 Voog-  314 NALEZING van STUKKEN Voogdy en van Curateele, zoo over Perfoonen , als over infolvente of onbeheerde Boedels. Wat de eerste betreft;dezelve fpefteeren of Commune of Militaire deliften , omtrent zaaken , welke Commune deliften fpefteeren, en tot den Hollandfchen Regter kunnen gerekent worden te behooren; geeven wy U Ed. Gr. Mog. in overweging, of 't Plof niet zoude kunnen worden geauthorifeert , om van den Fiscaal van de Generaliteit te requireeren de overgave van alle zoodanige Gevangenen, welke ter zaake van gemeene deliften in het Provoosthuis van de Generaliteit mogcen worden gedetineert met de informatien en het geen tot derzelver zaaken behoord, gelyk meede eene opgave van de uit kragte van Sententien van den Hoogen Krygsraad ter zaake van Commune deliften Geconfineerde, en van de plaats waar, en van den tyd voor welke dezelve zyn geconfineert, en om van denzelven of (voor zoo verre de zaaken reeds mogten gefourneert zyn) van den gemelden Griffier van Rheenen te requireeren de Proceffen, zoo extraordinaire als ordinaire, welke ter eerster inftantie, als meede die,welke by provocatie wegens Commune deliften voor het gemelde Collegie litispendent waren, en tot den Hollandfchen Regter kunnen gereekent worden te behooren, ten einde door 't Hof te worden geëxamineert,en met approbatie van U Ed. Gr. Mog. gereguleert, welke zaaken en Gevangenen door 't Hof zouden behooren te worden beregt, en welke zaaken en Gevangenen aan andere Burgeriyke Regters zouden behooren te worden gerenvo- yeertj  tot de MILIT. JURISDICTIE. 315 yeert, en aan welke Regters dit renvoy zonde behooren te gefchieden ; gelyk meede de verandering welke omtrent de plaats van het Conflnement der voornoemde Geconfineerden en het opper toefigt over dezelve zoude behooren gemaakt te worden. En wat aangaat de zaaken, welke Militaire delicten fpefteeren, omtrent dezelve zyn wy van oordeel, dat U Ed. Gr. Mog. het daar heenen zouden behooren te dirigeeren, dat de deswegens geaccufeerde Gevangenen, met de informatien, en het geen tot derzelver zaaken behoord, gelyk meede de ProcelTcn, zoo extraordinaire als ordinaire, welke ter eerster inftantie, als meede die, welke by provocatie ter zaake van Militaire deliften voor het gemelde Collegie litispendent waren, worden overgenomen door den Raad van Staaten , om geëxamincert en gereguleert te worden, welke van die zaaken en Gevangenen door den Raad van Staten zelve beregt; en welke gerenvoyeert zullen worden aan andere Militaire Regters, en aan welke dat renvoy zoude behooren te gefchieden: en dat de gemelde Raad van Staaten insgelyks de noodige voorfiening deede omtrent de ter zaake van Militaire deliften'geconfineerde Perfoonen. Wat de tweede foort van zaaken betreft, die relatie hebben tot civile Proceduuren en differenten, ten dien opzigte,Ed. Gr. Mog. Heeren, komen in aanmerking, voor eerst, 1. Zaaken, die reeds getermineert rnogten zyn , dog waar in de Sententien of Condemnatien nog geen effeft geforteert hebben, of ter executie gelegt zyn en deeze kunnen wederom, of  $16 NALEZING van STUKKEN of na gedaane defenfie, of op overgifte van Partyen , ofwel oplntendith zyn getermineert. Omtrent die, welke, na gedaane defenfie of op overgifte van Partyen getermineert rnogten zyn , kan men remarqneeren, dat Partyen zig aan de uitfpraak van het gemelde Collegie hebben onderworpen, en daarom zoude het ons niet ongefchikt voorkomen, dat de Sententien of Condemnatien in dezelve geobtineert ter executie gelegt wierden, zoo als Uitfpraaken van Arbiters , na daar op door 't Hof gedecerneerde condemnatie. Omtrent die welke op Intendith gedecideert rnogten zyn , deficieert wel, Ed. Gr. Mog. Heeren , die onderwerping van de eene Party ; maar als men confidereert, dat de Eysfchers in die zaaken geprocedeert hebben voor een Collegie, het welk zoo lang ongeftoord Judicature heeft geëxerceert, en waartoe de Gedaagdens waarfchynlyk zouden gefuftineert hebben te moeten gerenvoyeert worden, indien deEisfchers hen voor eenen anderen Regter hadden geciteert, fchynt 'er eene hardigheid in te zullen zyn , indien alle die Proceduuren de novo Zouden moeten begonnen worden, en dus zoo veel tyd en koften te vergeefs gefpild zouden zyn ; daarom zouden wy ten deezen opzigte in overweging geeven; of U Ed. Gr. Mog., om aan den eenen kant dit befwaar voor te komen, en aan den anderen kant,den op Intendith Gecondemneerden nog gelegenheid te geeven, om voor den Burgerlyken Regter zyn belang te allegueeren , niet zouden goedvinden te bepaalen, dat dezelve op verzoek van den g'eenen, die de Sententic heeft geobtineert nog eens peremto.- re  tot £>e MIL1T. JURISDICTIE. 31? re voor 't Hof zoude worden geciteert, om condemnatie te zien decerneeren op de by Intendith geweeze Sententie. Onder deeze tweede foort van zaaken komen ten tweeden in aanmerking, 2. Proceduren en differenten, welke nog niet gedecideert, maar in ftaat van wyzen zyn, en deeze kunnen wederom , of na dat de Gedaagdens of Gerequireerdens gecompareert en defenfie gedaan hebben , zoo verre zyn gebragt; of tegen Defaillanten op Intendith. Omtrent alle dezelve zouden wy van gedagten zyn , dat dezelve moeten komen voor den competenten Regter van den Gedaagde, om door denzelven op de gehoudene Proceduren, indien daar in geene effentieele gebreeken gevonden worden, gedecideert te worden, alleen met dit onderfcheid, dat in zaaken , waar in by Intendith is geprocedeert,nog eene pererntoire citatie voor den competenten Regter zoude moeten gedaan worden. Onder deeze tweede foort van zaaken kunnen ten derden ook zyn 3. Zulke, die nog niet gedecideert, en ook nog niet in ftaat van wyzen zyn. In deezen zyn wederom, of de Gedaagdens gecompareert, en dan zouden dezelve insgelyks behooren te komen voor den competenten Regter van den Gedaagde, om voor den zei ven volgens de laatftc Retroaóta, indien dezelve aan geene zeer effentieele gebreeken laboreeren, voort te procedeeren ; Of de Gedaagdens zyn niet gecompareert, en dan zouden de nog gerequireert wordende ci- ta-  318 NALEZING van STUKKEN tatien van den Gedaagden voor desfelfs corripetenten Regter behooren te gefchieden. Tot het geen relatie heeft tot civile Proceduuren, zouden, Ed. Gr. Mog. Heeren, ten vierden ook behooren Penningen, welke uit kragte van provifioneele Sententien onder den Griffier van het meergemelde Collegie rnogten zyn genamptifeert, of anderfints uit kragte van eenige Sententie, Appoinftement of andere Ordre geconfigneert; en deeze zouden wy begrypen, dat tegen behoorlyke decharge van denzelven Griffier zouden dienen te worden overgebragt onder den Griffier van den Hove. En om deeze drie laatfte onder dit Articul gemelde poinften te effeftueeren, geeven wy U Ed. Gr. Mog. in overweging , of niet 't Hof zoude kunnen worden geauthorifeert, om van den gemelden Griffier te requireeren, dat dezelve alle de voornoemde Proceflen , voor zoo verre die ter Griffie van den gemelden Krygsraad zyn gefourneert, geëvangelifeert overfende ter Griffie van den Hove; en aan den Griffier van den Hove opgave en overgifte doe van de onder hem alzoo geconfigneerde Penningen ; ten einde 't Hof examineere en, onder approbatie van U Ed. Gr. Mog., reguleere, aan welke Burgeriyke Regters ieder der voornoemde ProceiTen refpeftivelyk zal behoo- ' ren te worden gerenvoyeert, en den Griffier van den Hove gelaste de voorfz Penningen onder zig in confignatie te houden. Ten opzigte van dit Articul zouden nog in aanmerking kunnen komen civile Gearrefteerde of in Gyfeling zittende Perfoonen, maar dewyl  tot de MILIT. JURISDICTIE. 519 wyl wy geinformeert zyn, dat 'er tegenwoordig geene de zoodanige zyn , behoeven wy U Ed. Groot Mog. attentie hier op niet te bepaalen. Wat de derde foort van zaaken belangt, en waar onder wy rangeeren de Aótens van Confinement, de Aflens van Voogdy of van Curateele over Perfoonen van Militairen of derzelver Kinderen, en de aanftellingen van Curateuren over infolvente of onbeheerde Boedels van Militairen hier in Holland gevallen met het geen daar toe behoord. Daar omtrent geeven wy U Ed. Gr. Mog. in overweging, of niet ten aanzien van Aflens van Confinement zoude kunnen bepaalt worden , dat die dezelve geobtineert rnogten hebben , of ook zy, wier Naastbeftaande door het gemelde Collegie ex officio mogten zyn geconfineert (en van welke ex officio Geconfineerde 't Hof zoude kunnen worden geauthorifeert eene opgave van den meergemelden Griffier van Rheenen te requireeren) zig by Requefte om confirmatie aan de Magiftraat van de Plaats, waar onder de Geconfineerde 't zy uit hoofde van domicilium of anders uit hoofde van Guarnifoen hebben behoord, of wel aan 't Hof, ten einde daar omtrent gedisponeert te worden, zoo als dezelve Magiftraat of't Hof zal oordeelen te behooren moesten addrefleeren ; En wat de aangeftelde Voogden en Curateuren betreft,dat dezelve zig op gelyke wyze en ten zelfden einde zouden behooren te addrcsfeeren; zoo als meede de Curateuren in infolvente of onbeheerde Boedels, dög deeze laatfte ter plaatfe daar de Boedels zyn gevallen; ter-  320 NALEZING van STUKKEN terwyl al het geen deswegens in confignatie mogte zyn, behoorde overgebragt te worden ter Secretarye van de Plaats daar de Boedels zyn gevallen, of, indien de Boedels onder het opper toezigt van den Hove zouden behooren te worden beheerd, ter Griffie van den Hove, en dat voorts ook het houden van het Judicium preferentie & concurrentie van den Regter van die Plaats of voor 't Hof refpeóHvelyk zoude moeten gefchieden: om welke overbrenging van het in confignatie gcbragte te effeétueeren, wy U Ed. Gr. Mog. in overweging geeven, of niet 't Hof en de Geregten van de voorfz Plaatfen refpeclivelyk zouden kunnen worden geauthorifeert, om dezelve van meergedagten Griffier van Rheenen tegen behoorlyke decharge te requireeren. Voor het overige, Ed. Gr. Mog. Heeren, neemen wy de vryheid hier by te voegen, dat wy geinformeert zyn , dat er voor den 30 Mey laatstleeden in eene en andere zaaken nopens Penningen, het zy geprovenieertuit Transporten , het zy nagelaaten door overleedcn Officieren provifioneele ordres zouden zyn gefield, of wel fchikkingen aangegaan, waar in meede Ingezeetenen van Holland wegens pretenfien, of Praófifyns wegens falaris en verfchot zouden zyn geintereffeert , en waar aan (naar men zegt) al fpoedig een einde zoude hebben kunnen gemaakt worden, en dat wy met relatie tot die zaaken van begrip zyn, dat het Hof zoude kunnen worden gelast, zig op dezelve te informceren , en zoo het Hof bevind, dat dezelve tot den Hollandfchen Regter behooren , de Penningen daar toe fpecteerende (des no-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 32r nodig oordeelende) onder Regterlyke bewaaring te doen brengen, en te effeftueeren dat die zaaken zoo fpoedig mogelyk ten einde gebragt worden: gelyk meede dat wy vastftcllcn, dac er zeekerlyk Praftifyns zullen zyn, die wegen?, in zaaken voor het meergemelde Collegie verdient, falaris en gedaane verfchotten praetenfien hebben ,en dat deeze, naar onze gedagten door UEd.Gr.Mog. (voor zoo veel des noods) zouden kunnen worden gequalificeert, om, voor zoo verre die geene, tegen welke zy uit dien hoofde praetenfien hebben in Holland rnogten convenibel zyn , de voldoening van hunne prastenfien voor 't Hof te eisfchen even als ' voor 't Hof verdiende falarilfen en gedaane verfchotten. Dit is het, Ed. Gr. Mog. Heeren, het geen wy in de fituatie, waar in de zaaken zig bevinden, en in aanmerking neemende U Ed Gr Mog. omtrent de Militaire Jurisdiftie en het gemelde Collegie gedeclareert begrip, hebben gemeend op de in onze handen gefielde Propofi tie van Heeren Gedeputeerden der Stad Delft te kunnen advifeeren. Wy twyffelen niet, Ed. Gr. Mog. Heeren of er zullen deeze en geene gevallen zyn, waar omtrent of in het zelve geene voorlienin8 NALEZING van STUKKEN XLVIIL ADVIS Heeren van Middelburg op het Rapport van den 8 December, nopens 't niet geeven van titulaire Acten aan Militaire Of* f eieren, &c. Relatief tot de Staaten Notulen van den 15. December daar aan volgende. De Heeren Gedeputeerden van Middelburg hebben zig met het voorfz. Rapport geconformeerd, met byvoeginge,dat,naar het oordeel van de Heeren hunne Committenten, ter deezer gelèegenhejd , mede de confideratien van Z. D. H. als Capitein Generaal op de twee volgend* poinften behooren te worden verzogt, te weeten : of niqt tot het'vervallen der Guarnifoenen binnen deeze Provintie, by voorkeur zouden kunnen worden geëmployeerd de Regimenten ter Repartitie deezer Provintie ftaande ? en in de tweede plaats, om de geduurige changementen der voorfz. Guarnifoenen, ter voorkoming zoo wel van het nadeel daar uit voor de Regimenten zelve , als voqr den Lande refulteerende, ten minsten aanmerkelyk te verminderen; en de orde welke daar in tegenwoordig wordt geobferveerd, volgens welke de gemelde_Regimenten dikwils naar de, van hunne voorige Guarnifoenen meest geëloigneerde, plaatfen worden verzonden, op eenen anderen, meer gefchikten en voordecligen voet te regu, leeren. [XLVII.  tot de MIXIT. JURISDICTIE. 329 XLVIIL AAN Zyne. Doorl. Hoogheid den Heer Prins van Orange, Eerst Edele van Zeeland. Relatief tot de Staaten Notulen van den 18 December 1783. Doorlugtige Vorst en Heer! Wy twyfelen niet, of Uwe D. H. heeft, door den Heer van Lynden van Blitterswyk, die Uwe D. H. in onze Vergadering reprefenteerd als Lid van Staat, kennis bekomen van het rapport van het befoigne den 27. der voorleeden maand uitgebragt, raakende de verpligting van alle Militaire Corpfen, welke zig nu, of in der tyd op ons Territoir zullen bevinden, om den Eed aan de Provintie en Hemmende Steden , af te leggen volgens het Formulier by ons gearrefteerd den 22 September laatsleeden, en van de concept Miffive aan uwe D. H. nevens dat rapport gevoegd , als meede van het geadvifeerde der Heeren van Vlisfingen den 8 deezer maand, met betrekking tot het verleende Patent aan het aétueel Guarnifoen der gemelde Stad, gelyk ook van de Advyfen der overige Leden van Staat, welke zig niet alleen met het voorfz. rapport, concept Miffive, en geproponeerde der f Ieeren van Vlisfingen hebben geconformeerd, maar ook, iterative reizen, de presfantfte inftantien hebben gedaan, ten einde welgem. Heer van Lynden , wegens uwe D. H. bekleedende den Staat van Eersten Edelen, X 5 zig  33c5 NALEZING van STUKKEN zig op de voorfz. poinclen zoude gelieven te expliceercn. Op dezelve wyze is het ook gelegen met de deliberatie over het rapport den 8 December ter Vergadering uitgebragt, raakende de gevallen, aan uwe D. H. bekend, van eenige Militaire Perfoonen te Middelburg, te ZierikZee en te Vlisfingen, die door de civile Juftitie gereclameerd zynde , egter in Militair arrest zyn gehouden, en eindelyk uit het zelve geëvadeerd; welk rapport, even als de voorige poinften, zoude ter conclufie gebragt zyn, indien de Heer van Lynden, voor uwe D. H,, daar op had gelieven te advifeeren. Het onderwerp van de voornoemde deliberatien confiderceren wy van het hoogtte belang te zyn voor de Souveraine Regten deezer Piovintie, welke uwe D. H., niet minder als de overige Leeden van Staat, verbonden is, met alle magt te maintineeren, en wy agten het overbodig, aan uwe D. H. te repra?fenteeren, welke kwaade gevolgen het, voor de behandeling van 's Lands zaaken, zoude meede brengen , indien een Lid van de Souverainiteit , enkel door zig niet uit te laaten ,een conclufie van de gewigtigfte poinclen zou kunnen tegen houden : Wy zyn ook te zeer geperfiiadeerd van uwe D. H. inclinatie voor de goede orde, dan dat wy ons kunnen verbeelden, dat uwe D. H. zulk een verkeerde maxime, door Hoogftdeszelfs voorbeeld zou willen juftificeeren. Het weinig effect nogthans, dat wy, tot heden toe, van de refpective inftantien der overige Leeden van Staat hebben gezien, verpligt ons toevlugt te neemen tQt een middel, 't welk de  tot de MILIT. JURISDICTIE. 331 de orde onzer Vergadering,van ouds af, heeft gedicteerd, naamelyk om uw D. H. te befchryven, en met het meest kragtigfte empresfement te verzoeken , dat uwe D. H. deszeifs advys op de voornoemde poinclen gelieve te laaten inbrengen, zoo fpoedig als mogelyk is, immers tydig genoeg, dat op onze eerste aanftaande byeenkomst, een finaale Refolutie op dezelve kan worden genomen. Wy hopen en vertrouwen, dat dit middel van perfuafie, op uwe D. H. het gewenscht effect zal hebben , en dat wy daar door gedis-, penfeerd zullen blyven van de onaangenaame noodzaakelykheid, om de verdere middelen te moeten in 't werk Hellen, welke de Reglementen op de deliberatien onzer Vergadering aan de hand geeven, om tot een af komst van zaaken te komen. Waar meede Den 18 December 1783. STAATEN, PU.  032 NALEZING van STUKKEN PUBLICATIE van Burgemeester en, Schepenen en Raaden der Stad Deventer. PUBLICATIE. Burgemeefteren, Schepen en Raaden der Stad Deventer doen te weten: Alzo zedert eenige Jaaren binnen deeze Stad, zoo wel als in andere plaatzen van deeze en de overige vereenigde Provintien, veelerhande misbruiken zyn ingeflopen, omtrend het Stuk van Regtsoeffening over Militaire Perfoonen , hier Guarnifoen houdende, of inwoonende,en ons is voorgekomen , daar door onder de goede Burgerye en Ingezeetenen dezer Stad, eenige twyffelingen te zyn ontflaan, omtrend de Jurisdictie aan de refpective Stads Regtbanken competeerende; Zoo is 't, dat wy een iegelyk die zulks aangaat, by deezen bekend maken, dat Ridderfchap en Steden, ten einde alle zoodanige twyffelingen weg te neemen, hebben goedgevonden, by Publicatie op den 18. dezer gearrefleert, te verklaaren ; dat uitgezondert in 't geval van pure Militaire Delicten , waar over de kennis neming, als van ouds, aan den Militairen Regter word overgelaten, de Jurisdiftie over alle Militairen zo wel als andere Perfoonen, zoo in 't Civile, als in 't Crimineele alleen- competeerd aan de refpeftive Regtbanken in deeze Provintie fubfifleerende, als meede dat Wy voor zoo verre deeze Stad in 't byzondcr betreft, de voorfchreeve verklaringe mede voor de onze aanneemen en dien ten gevolge nooit zullen gedoogen5 dat eenige, het zy hoQ^  tot de MILIT. JURISDICTIE. 333 hooge of laage Krygsraad , of iemand anders, wie het ook zouden moogen weezen, zig in deeze Stad eenige Jurisdictie, hier meede ftrydig aanmatige, of dat iemand onderneme ergens anders, dan als voorfchreeve Regt te zoeken. Ita publicatum Coff. S. de Schepper, Ysfel de Schepper DDren den 24 Dec. 1782. Ter Ordonnantie des Raades GERH. DUMBAR. Secretaris 1783. XLIX. EXTRACT uit het Register der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Mercurii den 24 December 1783. By refumtie gedelibereerd zynde op de differente Refolutien der Heeren Staaten van de refpeftive Provintien rakende het werk van den Hogen Krygsraad,fuccesfivelyk alhier ter Vergadering ingekomen, en in agting genomen zynde , dat Hoogftdezelve alle daar in overeenkomen , om den Hoogen Krygsraad af te fchaffen. Is goedgevonden en verftaan, dat gemelde Hoogen Krygsraad zal worden afgefchaft, en buiten effeft gefield, zoo als afgefchaft en buiten effect gefield word by dezen; zullende daar van  334 NALEZING van STUKKEN enz. van kennis gegeven worden aan den Raad van Staaten om te ftrekken tot derzelver narigtin. ge, en om de post daar toe ftaande op den Raat van Oorlog daar van af te laten. En voor zoo veel de gevolgen en arrangementen daar uit refulteerende aangaat, dat Copie van de voorfchreeve Refolutie gefteid zal worden, in handen van de Heeren van Lynden van Hemmen, en andere H. H. M. Gedeputeerden tot de Militaire zaken, om met en benevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staaten , by Haar Ed. zelfs te nomineeren, te vifiteeren, examineeren , en van alles alhier ter Vergadering rapport te doen.