MILITAIR RECHTSGEBIED IN DB N ED ERLANDEN,   /// 't G E Z A G DE MAGT en de GRENZEN dek. MILITAIRE RECHTBANK in de VEREENIGDE NEDERLANDEN, aangeweezen wit STAATSRESOLUTIEN, PLAKKAATEN, ORDONNANTIES, INSTRUCTIEN, REGLEMENTEN, GEWYSDEN en andere AUTHENTYKE STUKKEN; byèenverzameld door F. A. FAN DEK KEMP. hierby is gevoegd de MEMORIE over de MILITIE van den STAAT, toegeschreeven aan Mr. SIMON VAN SLINGELANDT, Raadpmjiomris van FJelland, enz., enz. en een ONDERZOEK van den JBESTALTBRIEF, ter verklaaring van dat gedeelte van het NEDERLAND SCHE STAATSRECHT welk betrekking heeft tot den GERECHTSDWANG ovkr de KRYGSLIEDEN; nevens e e nige ophelderende bylaagen, door, Mr. J. C VAN OLDENBARNEVELT, genaamd tullincb, Advocaat-Fiscatl der Generaliteit, enz , enz. TIENDE DEEL, AMSTERDAM, By W. HOLTROP, i792.   NALEZING VAN STUKKEN TOT DE MILITAIRE JURISDICTIE BETREKKELYE. L MISSIVE van den Gouverneur van Breda J. de Nasfau aan den Raad van Braband, dato 29. Aug. 1613. Éddk, boocbgeleerde, wyze* VDOffietiige discfeté Heer en l Ïk heb uwe Ed. brief van date den xxi, defer lopende maand, eerst op huyderi den xxix. derfelverontfangen, met fekere ingeflotén Requefte, van. Jdhan Baptifta Vogelfanck , wonende alhier .tot Breda, door handeri van Mr. Claes van Dyck, Deurweerder van Uwe Ed., waer wt iK met verwonderinghe verftaan hebbe, het onwaarachtig inhouden der voormelde requefte, d'wékk ganfchelyk ftrydende li tëïens' des voornoempde Vogelfanx ende Mag. X. Deel. A W  a NALEZING van STUKKEN. zynsfaligen Zoons clare qnitancie,waer van ick Uwe Ed. copie authenticq hier mede zeynde, in welcke defelve lullen connen iien, dat de volle vier duifend Rynsguldens Cooppenningen, by ïhy voor de goeden,in de requefte gercert, over langhe zyn voldaen, ende betaald, Ende foude die nog wel eer betaald hebben , gelyck ik dikwils geprefenteert hébbe gehadt, ten waer geweest , dat ick ten eernftigen verfoeck van des voorfz, Vogelfanx zone (op wyen; overmits d'affterven fynder moeder, de voorfz goedenjeen wefende,waren gefuccedeert) my aen den Leenhove van Breda heb moeten verbinden, van de voorfz. penningen niet te fcheyden , zender des voorfz. zoons expres confent en de toelatinghe, die ook fonderlingen, in de eerftebet2eHnge der fes hondert Rynsguldens , by den Suppliant voor ontfangen bekend, heeft ingewilligt 't felve te gefchieden,, wanthy foone proprietaris van de voorfz. leengoeden ende fyn Vaedcr alleen Erftochtenaar was, van welcke verbintenisfe noot wefende, by fpeciale Afte voor Stadhouder ende leenmannen gepasfeert, blycken zal, Ende hoewel onder in de voorfchrevenquitantie gefeyt wert, dat ten tyden van't veiieenen derfelver, de voocht ende toefienders van den Weeskint, Mr. Henricxvan Vogelfanck, de refteerende fes hondert Rynsgulden pretendeerden te ontfangen , zo zyn defelve aen hen ook al by my voldaan, naer luyt der fchepene quitancie, daar af zynde, •fuïcx  tot de MILIÏ. JURISD. &c. g Tulcx dat de volle vier duifend Rynsgul* dens betaelt zyn als boven verhaelt is. Ontkennende voorts by my eenige vyftich Rynsgul. meer oft yet boven de voorfz. vierduyzend Rynsguldens gelooft te fyn, daer van de Vercoopcedulle ook niet en mentioneert, macr expresfelyk diéteert, Vry goet, vrygelr,proteltere daerom voorUwe Ed. van de grote injurie ende ongelyck, my by des voorfz. Vogelfanx valsch ende calumnieux te kennen geven aengedaen, daer van ick oorfaeckehebbe, myaanUEd. te beclaegen.ende mede te verfoeckenoverfulx,aen defelve regt endeJuftitie,ten einde fulcke een eervergetene perfoon om fyn valsheyt ende leugenen behoorlycken mag geftraft worden een ander ten exempele* Hier mede deze befluytende, fal ick God almachtig bidden. Edele, Hoochgeleerde, wyze, voorfienige discrete Heeren, UEd. te verleenen een lanck ende gelucfalich leven. Wt Bre~ da den 29. Augufti 1613. Uwe Ed. fecr dienstwilligheS (Get.) JUSTINUS de NASSAU- Het opfchrifft was: Ëde!e,ho«chgeleerde, wyze, rvoorfienige discrete Heeren, Myn Heeren d'Eerfte ende andere Raeden van Brabant,onder de geünieerde Provintien. A 3 II.  4 NALEZING van STUKKEN II. Brieven van P. C. Hooft Br. 490. H. 373 MISSIVE aan Jncob Wytz, 'Majoor. Generaal, ende Prefident van den Krygsraadt der Vereenigde Nederlanden, Gouverneur der Stad Amfterdam, enz. Wel Edele, geflrenge , hoogwyze, zeer voorzienige Heeren! Onder de Geappoineteerden op den huize te Muiden, is een genaamt George Cnalmer, oud omtrent 44 jaaren , gebooren in VrankrykvaneenenSchotfcheVaderende opgevoedtin Schotland. Dezelve, naa verfcheiden bevvys van eenen onruftigen en querelleufen geest, ende naa 't desbaucheïen van een'fraaye en voor henen eerlyk ge» achte Vrouw van eenen Matthys- Verhelsf, meede geappoincteert, heeft zich vervorderdt, overmits zy,met berouw haarderfaute weigerde daar in te contïnueeren,;haar te dreigen met een bloot mes, ende zulx te quetfen , dat zy gevaar loopt van te verliefen 't gebruik haarder {linkerhandt , en teffens 't middel om de kost voortaan te winnen, gelyk zy plag, met fpelwerken. Als na op 'troepen van haar enhaarenMan, die zeer oudt en onvermogende, de gebuiren t'hunner hulpe kwaarnen, en den voorzeiden George met ftokflagen van daar dreven, is  TOT DE MILIT. JURISD. &c. 5 hy gegaan naar huis; ende wederkeerende meteen' piftole enlank roer, elk wel fterk geladen met ganzen haagel, heeft bcftaan groot geweld te doen aan de deuren en glaazen van haar huis. Zulx ik , op *t fchreeuwen der gebuiren , ben van 't kafteel gekomen des avonds ontrent tien uuren, ende hem, dreigende mynen Schout (die meedc op 't gerucht daar gekomen was) te doorfchieten,hebbe geapprehendeert. Hoorcnde voorts murmureren, by deeze occaüe, dat hy eertyds tot Zwol een' manllachzouue hebben geperpetreerd, ende noch eenen te vooren in Vrankryk, hebbe hem geexamineert ten overftaan van twee Schepenen. Zyne confesfie gedraagt, dat hy dienende in den jaare 1618 tot Zwol, voor tmter onder den Ritmeefter Wiljam Horry, aldaar quéftie gekregen heeft met eenen John Guldit, Soldaat onder Capitein Ser Archebel Biton, met denzelven buiten gegaan is, in duel gevochten ende hem zulx getroffen heeft, dat hy daar aan,doch meer (zoo de perpetrant zeide gehoort te hebben, door zvn ongereegeltleven, dan door de zwaarte der Wonde in zich zclven,)geftoryen is, waar over hy perpetrant geloopen is naar Campen,en voorts na Oldenzeel by den Vyandt, denwelken hy omtrent 9 maenden gediend heeft, ende zich thans begeeyen naa de Palts in dienst der Koninklyke Majefteit van Boheemen, ende daarna weeder gekoomen is, in't landt te Gulich, enden dienst dezer landen onder Capitein Wiljaro Hutfon. A 3 Wy.  6 NALEZING van STUKKEN. Wyders bekent hy , eenige jaaren te vooren in Vrankryk ontrent Havre de Grace ter nedergeleidt te hebben eenen Monfr. de Peromare-, doch in rencontre, ende uit noodtweer zyn lyfs ende zeidt geaccordeert te zyn met den zoon van den nedergeflaagen, zulks om die zaaken geen vervolg aan rechten zoude gedaan zyn, en hy federt aldaar ongemolefteeit verkeert hebben. Nu waare wel dienftig te hebben de informatien genomen op de voorzeide twee feiten. Maar om die uit Vrankryk te bekoomen, zie ik kleene apparentie. r Om te récouvreeren d'informatien. op 't feit gefehiedt by Zwol, waare noodig te weeten, by wien althans de Compagnie van den Ritmeefter Horry te Paarde, en die van Beton te Voet, gecommandeert worden, ende waar zy jeegenwoordelyk zyn leggende, 't welk my onbekent zynde, ben benoodigt myn toevlucht te neemen t'uwer Ed. Geftr. ende Haar, t'mynen leedtwezen, moeilyk te vallen, met ootmoedige beede , dat Uw Ed. Geftr. gelieve, orde te geven , dat my de gemelde informatien moogen worden toegefchikt. Waar voor de Juftitie zelf Uwer Ed. Geftr. verplicht zal zyn, ende ik zoo veel te meer Wel Edele, Geftrenge, hoogwyze, zeer voorzienige Heer om alrydts te blyven Uit Amfterdam' Uwer Ed. Geftr. Onder. 3 van Sprok- . dard. Ootm. Dienaar feelrnaand 1636, P, C. HOOFT. III,  tot de MILIT. JURISD. &c. 7 III. BI. 377 Brief 494. MISSIVE aan Jacob Wjrtz, Majoor ende Prefldent van den Krygsraad. MYN HEER E! Ïk hebbe niet getwyffelt, ofF de getuigenisfen beleidt op dc Manfiagt bedreeven buiten Zwol door mynen Gevangen, «. zoude traaglyk te bekomen zyn, overmits 't lang verloop van tydt, en de veranderingen feedert gevallen onder de Bende; nochte aan UEd.'Geftr. goede genegenheidt tot hulp der rechtsvorderinge. &c. v IV. Br. 499. Pag. 380. Aan denzelven. Naa dankzegging voor de moeite , genoomen in 't nafpeuren des doodfiags begaan by Joris Chalmer, die daar over, ten aanzien des verloops van tyde , ende om zyn laatfte misdryf, aan den lyve doch niet aan 't leven geftraft is, is deze &c. A4 V-  8 NALEZING van STUKKEN, V- ADVIES van den Advocaat Fiscaal van Braband, ter zake van eene verzogte Remisfie van een Doodflag aanZ. H., door zekeren Ruyter te Maaftricht gecommitteert, en waar over dezelve by Schepenen van Maaftricht was gecondemneert den 10 Nov. 1644. EDELE MOGENDE HEEREN! Gezien by 't Officie Fiscaal van Brabant de Requefte met te bygaandeftucken, aan zyn Hoocheytgeprefenteert by ofte van wegen Jan Cappoens, alias Bocx, Ruyter onder de Ritmee/Ier //ey,gewoond hebbende totMaeftricht,tendeerende, omme geremitteerd te hebben den nederflach, by hem Suppliant begaenin denperfoon vanLaurens Cheelen, waer over hy by fcntentie van Schep enen van Maeftrkbt^'zn wegen haarHoog Mogende gewefen en gepronuntieertdena3en 25 Juny. 1644. refpeétive, is gecondemneert, door den Scherpregter te werden geexecuteert metten fwaerde, dat die doot daer naer volchde, en mits hy was vluchtig, datby proyifie fyn vonnisfe door den Scherpreg ■ ter in het aenfien van een yegelick foude PPgeflaegen worden op deGalge.Gefien UEd. Mog,  tot de MILIT. JURISD. ? Mog. apoftille op de margine van den voorfz. Requefte,gefteld in date den 30 Augufti 1644. omme &c. Dunckt (onder Correctie) nademael de Suppliant over den voorfz. Nederflach, by den Officier van de plaetfe in recht aengefproken zynde, hy daer tegens fyne defenfie heeft gehad, uytwyfens voorfz. ftuckeu, ende dat, na dat de faecke volfcreven ende voldongen was, by 'de voorfz. Schenen , opalles gelet hebbende, metkennisfe van'faecken, het ivoor verhaelt vonnisfe tegens hen is gegeven,ende vuytdevoorf. bygevoegde ftucken. nieten blykt, dat het zelfde qualyck zoude zyn gewefen, ofte daar inne eenig abuys, misverftandt ofte anderfints gecommitteert, dat hem Suppliant zyn verfoeck van remisfie behoort te werden ontfeyt, en het voorfz. vonnisfe ter executie geftelt. Aldus geadviieert m 's Gravenhage defen 10. Nov. 1644. Was get. C. van CUYCK.  i© NALEZING van STUKKEN VI. MISSIVE van de Magiftraat van de Stad Grave aan den Raad v. Brabant in dato i(5 Dec. 1641., ornme voorziening tegen de oeffening van Civile JurisdicTde door den Krygsraad aldaar. Edele, Hooghgekerde, wyze, voorpenigs , feer discrete Heeren! Den volmachtiger van Michiel Douckum, erffgenaem ab Inteftato van fynen broeder wylen den Capiteyn Edowaert Douckum, in zynen leven alhier guarnifoen houdende , Impetrant van Brieften van Beneficie van inventaris, heeft ons te kennen gegeven, hoe dat hy in gevolge van defelve Brieven de Muebele Goéderen, achtergelaten by den voorf. Capiteyn Douckum , geruftelyck heeft doen inventarifeeren ende verfegelen, om voerders met de folemniteyten, daar inne geroert, te procederen tot?executie ende vercoepinge toe, gelyck oock de brieften van Beneficie van Inventaris, naer haere teneur,mit proclamatien, aftixien, ende citatie van de Crediteuren, fyn in 't werck geitelt: maer foe ondertusfchen den Heere Gouverneur, ofte wel die vanCrighsraedt alhier,bo ven de verfegeling, ci-  tot de MILIf. JURISD. iï civilyk gefchiedt, de camar, daer defelve Goederen in bewaeringe waeren geftelt, oock heeft doen verfegelen, fuftinerende, dat defelve Goederen nyet den civüenrechter dan wel den Militairen fouden fubjeft Avcfen, willende daer doer eenige andere (onacn " enen de Brieften van Beneficie van Inventaris ende gerichtelyke gedaene arreften) prefereercn, belettende daer doer, dat defelve MuebeleGoederenvorts gerichtelyk, totvoldoeningc van de Creditueren, nyet en connen vercocht worden, n'yettegenitaende aen Cricdisraedt verfocht is , haere fegelen te wilfen aftdoen, die daer op geantwoert hebben, dat fy den Gouverneur dezer Stede, tegenswoirdich in 's Gravenhage fyndc, eerst daer van moften adviferen, alles ftreckende tot nadeel van Uwe Ed. auéthoriteyt, verminderinge van defer Stads Privilegiën ende prejuditien van de Creditueren, verfochte derhalven de voorf. volmachtiger onie voorfchryvens aen Uwe Ed. Waer orame fo is % dat wy tot mainétenement van defer Stadts Privilegiën, ende voorftant /anonieBörgers, mits dergelycke faecken hier meermaelen voorvallen, Uwe Ed. hierby ganschdienftelyckfynverfoeckeiide, dat delelven gelieven fulcken voorfieninghe te doen, daer door de Militaire Segelen moegen affgedaen, ende voerders in viguer van defelve Brieffen van Inventaris, tot voldoeninge van de Creditueren , ende fuyveringe van 't felve Erffhuys, mach geprocedeert worden doer den Civilen Richter tot  12 NALEZING van STUKKEN tot vercoepinge van de meergemelte Goederen, waar op vertrouwende Edele &c. fullen Uwe Ed. in de protectie Godts bevelen. Grave defeu 16 December 1641. UweEd.Diensbereyde Dienaers E Borgemrs., Schepenen ende Raed der Stadt Grave Ter Ordonnantie van defelven Xwasget.) A. SCMEERS. 'tOpfchriftwaï: . Aan Myne Heeren d'Eerfte en andere Raeden van'tHorT van Brabant, refideerendein's Gravenhage. VIL MISSIVE van den Raed van Staten aan H. H. M. nopens de Judicature van den Krygsraad te Bergen op Zoom over zekere civile zaak tusfen den Commis Schilperoort en den Comraisfaris Soetens, in dato 6 Febr. 1655. HOOGH MOGENDE HEEREN! Üwe Hoogh Mog. hebben by appointement van den 31 Dec. lestleden aan ons, als ook aan den Raedt van Brabant ge-  toT de MILIT. JURISD. &c. 13 ge ronden, om fadvifeeren op de ftucken van een quaftie; tot Bergen op den Zoom voorgevallen, daer in beftaende, dat de Commis Schilperoort over pretenfie van een erfenisie heeft in befettinge genomen voor de Magiftraat aldaar, de Huyfinge, Hoff, en Gronden van Erven, aencomende de Commisfaris Soetens, binnen defelve Stad, die fuftineert, fo ook de Crygsraedt aldaer doet, dat hy niet csnvenibelenis,alsfynde Militair, als voor denfelven Crygsraedt. Wy hebben defe faecke geëxamineert, en moeten U. Ho. Mo. te gemoet voeren, dat alle Arreften ofte befettingen fyn geadmitteert om twee redenen: d'eerfte, lbo wanneer iemand fufpeét is de fuga, ofte van infolventie, om door dat middel fyn achterwefen te verfekeren, endegelyckuyt die redenen d'Arreften worden toegelaten, foo behooren fonder lbodanige redenen d'Arreften geenzints te werden getolereert, Voornamentlyk en behoort fodanige evocatie van dén ordinaris Competenten Regter geen plaats te hebben tusfchen twee Perfonen, die in een en defelve Stadt en onder eenen Reghter woonen en gehoren, alwaar de ratio facilioris conventionis van felven compt te corrueeren, en in cafu fubjedto werdt van den voorf. Schilperoort niet eens geallegueert, dat daer eenige vreze van vlucht ofte infolventie van den voorf. Soetens foude fyn, waerom oock daer op geen reguardt behoort genomen te worden, want ten Militair, gelyk Soetens is, cas naer Reek'  14 NALEZING van STUKKEN Rechten' voor geen pelitycque Magiftraet bétrecken worden , maer wel voor ons ofte den Crychsraet , het zy dat by civiliter, ofte criminaliter geconvemeert werde; omme welcke alle redenen ons foude duncken, onder correcbie, dat de befettinge ofte arrest, by den voorf. Schilperoort op de Huyfinge , HofT , ende Gronden van erven, des voorf. Soetens toebehorende, gedaen doen, behoort te werden aifgedaen , en Parthyen gerenvoyeert voor den Crygsxaet aldaer ofte voor defen Rade, ende dat in het toekomende het felve, in faken van gelyke nature, alfo behoord te werden geobferveert en onderhouden; ons gedragende niet te min tót uwer Ho. Mo. difpofitie. In den Hage den 6 Febr. 1655. VUL EXTRACT uit het Regifier 'der Refolutien van de Ho. Mo. Heeren Staten Generaal der Vereenigde Neder, landen. Martis den 10 February 1655. Ontfangen een Misfive van den Raedt van State, gefchreven alhier in den Hagc den 6 dezevS, houdende, tot voldoeninge van H. H, Refolutie van den 31 Decemb. lestleden advies op fekere queftle, tot Bergen  tot ds MILIT. JURISD. &c. 15 gen op den Zoom voorgevallen, daer inne beilaende, dat den Commis Schilperoort, over pretenfie van een erffenisfe, in befettinge hadde genomen, voor de Magiftraet aldaer, de huyfinge, Hoff en Gronden van erven, acneomende de Commisfaris Soetens binnen defelve Stadt, denwelken fuftineert, gelyck oock de Krygsraedt aldaer, dat hy niet convenibel en is, als fynde Militair, als voor denfelven Crygsraedt, waer op gedelibereert fynde, is goedgevonden ende verftaen, dat de voorf. Misfive fal werden gefeponeert ten tyd en wylen toe, dat het gerequireerde Advies van den Raedt van Brabant op 't felve fubjeét. fal wefen ingecomen. Accordeert met 't voorf. Regifter etc. IX. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Mog. Heeren Raden van Staten der Ver eenigde Nederlanden. Dynsdag den 23 Oétob. 166$. Ontfangen eene misfive van Burgemeefteren, Schepenen en Raad der Stad Grave, gefchreven aldaar den 20. dezer, houdende; dat niettegenftaande de Creditueren van den gewefen Ritrnefter Voller, ter  i6 NALEZING van STUKKEN ter zake van Huishuur geleverde Wareiij op desfelfs Meubilaire en andre Goederen,door den Rigter der voorfz. Stadt by forme van beilag hadden geprocedeert, egter 'die van den Krysgraad, den voorf. boedel aangevaard, geinventarifeert ende by Trommeflag hadden doen publiceeren, omme denZelven ten profyte van de gewefen Officieren enRuyteren van dezelve Compagniepublicq te verkopen, alles ftrydende tegens de privilegiën der voorf. Stad ende jegens Haar Ed, Mog. Refolutie in dato den ii. Octob 1659. Waar op gedelibereert en naargefien zynde de gem. Haer Ed. Mog. Refolutie, mitsgaders gepraïfupponeert, dat het eerfte Arrest is gedaan door den civilen p ieter ,is goedgevonden en verftaan,mits delen den voorn. Krygsraad te ordonneeren , en te belaften, haar met den voorf. boedel niette bemoeven, maar die te laten aan den civilen Regter, omme daar uit zodanige! Creditueren te betalen, als daar toe naar reghten fullen bevonden worden bevoegd te fvn Onderftond W. v. Haerfolten vt, Laperftond Accordeert, met het voorf. Ragiller en was get. G van Slitïgeland,  tot de MILIT. JURISD. &c. 17 X. EXTRACT uyt het Regifter der RefolutienvandeHooch [Mogende Heeren Staten Generaal der Vereenigde Ne* derlanden. Jovis den if July 1655". ^Tochmaels ter Vefgaderinge voortge.L\J bracht fynde het Rapport by de Heeren van Raesfelt ende andere Heeren haere Ho. Mo. Gedeputeerden töt de faecken van de Meyerye den 9 defes gedaen, op de Requefte ende verfoeckby deMagiftraet van Bergen op den Zoom aen haer Ho. Mo. geprefenteert, ter oorfake van 't different tusfchen defelve Magiftraet ende die van den Crygsrade aldaer ontftaen, over de Judicatuere van feeckerProces voor Bürgemrs. ende Schepenen der voorfz Stede aengevangen by Robbrecht van Schilperoort,Commis van 'sLants Magafynen, tegens Jacob Soetens, Commisfaris van de Monfteringe aldaer, raeckende feeckere Erffenisfe van Goederen foo wel meuble als immeuble, aldaer gelegen. Waer op gedelibereert fynde , is goetgevonden ende verftaende voorf. faecke mits defen te laten ter judicatuere en decifie van den Politycquen Rechter aldaer, tot wekken eynde aen de voornoemde Magiftraet ende Crversraet Extract van d'efe Na', II. Detl. B ha  18 NALEZING van STUKKEN haereHo. Mo. Refolutie ge fond en fal werden omme te ftrecken tot derfelver narichting. Onderftont accordeert mett voorf. Regifter. X!. EED voor den Commandeur der Stad Zutphen. Ïk N. N. belove en fweere, dat ik als Commandeur, deze Stad en Magiftraat van dien, gehouw & getrouw zal wezen, en die felve getrouwelyk dienen, m 't geene haar Ed. en Eerfame my tot onderhoudinge van rust en vrede derzelver Stad, & voornamelyk tot weeringe van alle oproer ende feditien zullen bekend maken; houdende het Guarnifoen in goede orde, Wachtende Cryschs Difcipline, fonder te gedogen dat zy die Burgeren en Ingezeetenen dezer Stad ende Schependome eenige fchade, of overlast aandoen , voorts in alles met de Magiftraet goede Correfpondentie te houden, en des verzogt zynde hare politique beveelen te helpen uytvoeren. Op den ii Octob. 1659. Heeft de Heer Ritmeefter Alexander Schimmelpenninck van der Oye als Commandeur, inpleno fenatu der voorfchreven Eed met opgeftreckte vingers gedaan. XII.  tot de MlLIT. JURISD. &c 19 XV. EED voor den Burger-Major. *trk fecckere & fweere , dat ik deze Jl Stad.holt & getrouw fyn zal. dat ik de ordres en beveelen des Magiftraets en der Heeren Burger Hoplieden belioorlyck fall refpecteeren en die met allepromptitude verichten en naekomen. So waar helpe my Godt. XIII; SENTENTIE van den Krygsraed tc Grave tegen Jan de Meyer 14 Nov. 1674. Gefien by den Crychs-radede Informatien genomen in der faecke van Jan de Meyer, Lidmaet van de Paepfe Religie, jegenwoordig gevangen, waer uytdenfelven Crychs-radegebleecken is, dat hy Gevangen ten refpecte van fyne Leengoederen, Vasfal van fyne Hoogh. fynde, niettegenftaende de Capitulatie by Monfr. de Turenne ter eenre, ende de Borgemrs. ende Gedep. der Stadt Grave ter andere fyde, over dc overghevinghe van defelve Stadt gemaekt, expresfelyk dicteerde, dat fyn Hoogh. foude blyven in de posfesfie van alle fyne Goederen, Rechten ende Domeynen, foo in de B 3 * Stadt  20 NALEZING vas STUKKEN Stadt Grave als in den Lande van Cuyck gelegen, iich nevens eenigt andere Papillen heeft opgeworpen als Gedep., om over de Contributie ende Laften van de Stadt te oordeelen; ja dat felfs den Magiftraet geen Ordonnantie van Penningen heeft mogen depesfcheren, niettegenftaetfde 't felve altyt hen lieder ampt was geweest, dat by hem Gevangen neffens de andere pretenfe Gedepureerdens aen de Pachters van de Stadt is verbooden, geen Penn. meer aen de Rentmr. te betaelen, maer dat die op henluyden ordre fyn ontfangen. Dat den Magiftraet alle 't felve , vermits den aenhangh van de Borgers, ende by faute van macht, heeft moeten gedoogen, dat hy Gevangen met kennisfe van fynHoogh. van den Landtfchryyer acte van fubftitutie hebbende ontfangen, om het felve Ampt te exerceren, van denFvanfchen Commisfaris voor een Somme Geit het Ampt van Landtfchryver heeft gekocht ende in die qualiteyt alle Aflens gedepesfcheert, alle 't welcke fynde faecke, direételyk ftrydende jegens fyn Gevangens plicht, mitsgaders van notoire mutinatie, die daeromme niet geleden maer andere ten exempel behoorde te worden geftraft. Soo heeft den gemelten Crygsrade gehoort, den eysch van den Advocaat Fiscaal , ende met rype deliberatie van Raeden doorgefien ende overwogen hebbende, alle 't gene ter. materie dienende was, ende heeft mogen moveren, recht doende den voornoemde Gevangen verklaert, gelyck fy ver-  tot de MILIT. JURISD. &c. si verklaert wort by defen, inhabiel om eenige Ampten te mogen bedienen, condemneert hem wyders in een amende van duyfentfilvere Ducatons, mitsgaders vyfF hondert Guldens tot opbouwinge der voorfz. Stadt Grave ende in de koften ende mifen van Juftitie, doch alles op approbatie van fyn Hoogh. Aldus gedaen ende gefententieert tot Grave, ten overftaen van den Advocaet voornoemt op den 14 Novemb. 1674. ünderftondt ter Ordonnantie van den Crychraet , was get. N. Kuner, gefwooren Clerck. In margine ftondt, Syn Hoogh. hebbende geëxamineert de nevenftaende Sententie heeft defelve geaprobeert, foo als die geaprobeert wort by defen, dat die felve naer haere forme en innehouden fal werden geëxecuteert. Gedaen in 's Hage den 11 Defemb. 1674, onderftont ter Ordonnantie van fyn Hoogh. was get. Hubert Rofenboom, onderftond. accordeert met fyn Principael, was get. Nt Knnes, gefwooren Clerck. XIV. SENTENTIE van den Krygsraedt te Grave tegen Egbert van der Geest 14 Nov. 1674. Gefien by den Crychsrade de Informatien genomen in der faecke van Egbert van der Geest , Fiscaal van het Landt van B 3 Ra-  22 'NALEZING van STUKKEN Rauefteyn , Borger ende Inwoonder der Stad Gratie , jegenwoirdigh gevangen , waer uyt denfeluen Crychsraede gebleecken 15, dat hy Geuangen ten refpeéte van fyne Le'engoedéren, Vafal van fyne Hoogh. fynde nvettegenftaendede Capitulatie byMonfr. de Turenne ter eenre,ende deBorgemeefters ende Gedeputeerdens der Stadt Graue ter andere fyde, ouer de ouergeuinge van defelue Stadt gemaeckt, expresfelyck diaeerde, dat fyn Hoogh. foude blyuen indeposfesfie ende het gebruyck van alle fyne Goederen , Rechten-endeDomeynen,foo in deStadtGraue als in den Lande van Cuyck gelegen, fich neffens . eenige andere Papiften heeft opgeworpen als Gedeputeerden, om ouer de Contributie ende Laften van de Stad te. oirdecien , jae dat felfs de Magiftraet geen Ordonnantie van Penningen heeft mogen depesfchercn , nyettegenftaende het felue altyt hen lyder ampt was geweest, dat by hem Geuangen neffens de andere pretenfc Gedeputeerdens aen de Pachters van de Stadt is verbooden,geene Penningen meer aen den Rentmr. te betaelen, maer dat die Penningen op hen luyder order fyn ontfangen. Dat de Magiftraet alle 't feiue vermits den aenhangh van de Borgers ende by faulte van macht, heeft moeten gedoogen, dat hy Geuangen daer en bouen nog van. ■ verfcbeyde Jwaere crimina is beticht. 'T welck fynde faecken direftelyck ftrydende •jegens fyne Geuangens plicht ende ccd, mitsgaders-van notoire mutinatie. dewekke — ',' daer-  tot de MILIT. JURISD. &c. 23 daerorame nyet geleden, maer andere ten exempel behoorde te worden geftraft. Soo heeft den gemelde Cryschraede gehoort den Eysch van den Aduocaet Fiscael , ende mit rype deliberatie van Raeden doorgefien ende ouerwogen hebbende , alle 't gene ter materie dienende was, endeheeftmogen moueren, recht doende , den voornoemde Geuanp-en verclaert, gelyck fy verclaert wort by defen, inhabiel om eenige Ampten te mogen bedienen, mitsgaders veruallcn van alle fyne LeengoedereninhetLandtvan Cuvck gelegen, condemneerthem wyders m een föniföa van fes hondert Gulden tot opbouwinge van de Kerck der voorf. Stadt Graue, mitsgaeders in de coften ende mifen van Tuftitic. Dogh alles op approbatie van fyn Hooo-h. Aldus gedaen ende gefententteert tot" Graue ten overftaen van den Aduocaet Fitcael voornoemt op den 14N0vemb. 1674. Onderftont ter Ordonnantie van den Cryschraedt voornoemt. Geteeckent fvnde N. Cuner, gcfworen Clercq. In mareine ftondt: Syn Hoogh. hebbende ^examineert de nevenftaende Sententie heeft defelue geapprobeert foo als die oeapprobeert wordt by defen, ordonnerende dat delelue naer hare forme en inhouden fal worden geëxecuteert. Gedaen in's Haage den laDecemb. 1674.was geteeckentG.H.Pnnce d'Orange,onderftontterOrdonnantie van iyn Hoogh. was geteeckentHubertRofenboom, onderftont accordeert met fyn Principael was eeteeckentN. Cunes, gefwooren Clercq. ö B 4  • 94 NALEZING van STUKKEN. XV. SENTENTIE van den Krygsraed te Grave tegen Arnoldus Verheyen 14 Nov. 1(574 Gefien by den Chrysrade de Informatien , genomen in der fake van Arnoldus Vtrheyen, Licentiaat, woonachtig binnen de Stadt Grave, van de Paepfe Religie, jegenwoordig gevangen, waer uyt denfelven, Ghrysrade gebleken is, dat hy Gevangen fynde Leenman van fyn Hoogh. niettegenftaende de CapitulatiebyMonfr. deTnrenne ter eenre , ende de Burgemeefters ende Gedeputeerde der Stadt Grave ter andere fyde, over de overgevinge van defelve Stadt gemaeckt,expresfelykdiét.eerde,dat fyn Hoogh. foude blyven in de posfesfie ende het gebruyck van alle fyneGoederen,Rechten en Domeynen, foo in de Stadt Grave als in den Lande van Cuyck gelegen, fig nevens eenige andere Papiften heeft opgeworpen als Gedeputeerde, om over de Contributie ende Laften van de Stadt te oordelen, ja dat felfs de Magiftraet geen Ordonnantie yan Penningen heeft mogen depesfcheren, niettegenftaende het felve altyt hen lieder ampt was geweest.' Dat by hem Gevangen beneffens de andere pretenfe Gedeputeerden aen de Pachters van deS tadt is verboden,geen Pen:  tot de MILIT. JURISD. &c. fi5 Penningen meer aen den Rentmeefter te betalen, maar dat de Penningen op hen ïieder ordre fyn ontfangen. Dat de Magiftraet alle 't felve vermits den aenhanck van d^öorP-ers^en by faut van machtheeft moeten gedogen. Dat hy Gevangen op het volle Ra^dthuys [eer irreventelyk van Jyit lioogb. beeft ge spe.00 c ken, al het welcke fynde faken , diredtelyk ftrydende tegens het dcvoir, eer, eedt en pligt van een Leenman en Borger, mitsgaders van notoire mutinatie, dienende daeromme niet geleden, maar andere ten exempel behoorde te worden geftraft. Soo heeft den gemelde Chrysraede, gehoort den eysch van den Advocaet Fiscael, en met rype deliberatie van Raede overwogen hebbende,alhet gene ter materie dienende was, ende heeft mogen moveren, recht doende, den voornoemde Gevangen verclaert, gelyck hy verclaert wort by defen, inhabyl om eenige ampten te mogen bedienen. Condemneert hem wvders in eene amende vau dufent filvere Ducatons, ende vyf hondert Guldens tot opbouwinge van de Kercke van voorf. Stadt Grave, mitsgaders in de colten ende mifen van Jurtitie, doch alles op approbatie van fyn Hoogh. Aldus gedaen ende gefententieert tot Grave, ten overftaan van den Advocaat Fiscaal voornoemt op den 14 Novemb. 1674. Onderftont ter Ordonnantie van den Crysraedt voornoemt was get. N. Cuner., gefvvoren Clercq. B 5 la  z6 NALEZING van STUKKEN In Margine ftont, Syn Hoogh. hebbende geëxamineert de neffensftaende Sententie , heeft defelve geapprobeert, foo als die geapprobeert wert by defen , ordonnerende dat die naer haerc forme ende innehouden fal werden geëxecuteert. Gedaen in den Hage den 12 Decemb. 1674. Onderftont ter Ordonnantie van fyn Hoogh. was ondert. Hubert Rofeboom, Lagerftont accordeert met Principael en was onderget. N. Cunes, gefwoore Cierc. XVI. SENTENTIE van den Krygsraed te Grave tegen F. Bloemmaits 14 Nov. 1674. Gefienby den Chrys-rade de Informatien genomen in der faecke vin Francois Bloemmarts, Brouwer en Vendrich van de Borgerei der Stadt Grave, van de Paepfe Religie, jegenwoordich gevangen, waer uyt denfelven Crysrade gebleecken is, dat hy Gevangen , niettegenftaende de Capitulatie by Monfr. de Turenne ter eenre, en de Borgemeefters en Gedeputeerdens der Stadt Grave'ter andere feyde gemaeckt, expresfelyk dicteerde, datfynHoochh. foude blyven in de posfesfie, en hetgebruyckvan alle fyne Goederen , Rechten,enDomeynen foo in de Stadt Grave, als in de Lande van Cuyck  tot dis MILÏT. JURISD. &c. 27 Cuyck gelegen, fich nevens eenige andere Papillen heeft opgeworpen alsGedeputeerden onf over de Contributie, en Laften van de Stadt te oordeelen, jae dat felfs de Magiftraet "eene Ordonnantie van Penningen heef - mogen depesfeheren, niettegenftaende 'r felve altyt henlieder ampt was geweest-, da.t hy hem Gevangen neffens de andere «retpnfe Gedeputeerdens aen dePachters van S Stadt is verbooden, geene Penningen meer aen den Rentmeeller te betalen, maer dn de Penningen op henlieder ordere iyn ontfangen; dat de Magiftraet alle t felve vermits den aenhangh van de Borgers en bv faute van macht heeft moeten eedeogen; dat hy Gevangen ten tyde d'Heere van Walenburgh, met het Garnifoen uyt de Stadt Grave was getrocken , ende lyn Ed des anderendaeghs twee en tfeventign Carren tot Tranfport van de Amunitie van Oorloeh in de Stadt fynde, hadde gefonden eenige van defelve Carren de welcke airede waren geladen,heeft doen ontladen,en defelve, neffens alle de andere ledich te ruggegefonden, waer dooralle de Amunitie aen den Vyandt is gebleeven, dat ter dier tyt de Vyandt nopende de overige van de Stadt noeh niet en was gecapituleert, alle 't welcke fynde faecke diereftelykilrydende jegens het devoir en plicht van een Borger, mitsgaders van notoire mutinatie, tot groot naerdeel van de Stadt, en van feer pernitieufen gevolgen , dewelcke daeromme niet geleden, maer andere ten exempel behoorden r te  s8 nalezing van stukken te worden geftraft, foo heeft de geraelten Crysrade gehoort den Eysch van den Advocaet Fiscael, en met rype deliberatie van Kade , overwogen hebbende alle 't gene ter materie dienende was, en heeft mogen moveren, reeht doende, den voornoemde Gevangen verclaert wert by defen inhabiel om eenige Ampt te mogen bedienen. Con demneert hem wyders in een amende van twee duyfent filvere Ducatons en duyfent Guldens tot opbouwinge van de Kercke der voorf. Stadt Grave , mitsgaders in de coften ende mifen van Juftitie, doch alfcs op approbatie van fyne Hoogh. Gefententieert tot Grave ten overftaen van den Advocaet Fiscael voornoemt op den 4 Novemb. 1674 onderftondt ter Ordonnantie van den Crysrade voornoemt was ondert. N. Cunes, gefwooren Clerck. In margin e ftondt Syn Hoogh. hebbende geè'xamineert de nevenftaende Sententie, heeft defelve geaprobeert foo als die geaprobeert wert by defen. Ordonneert dat die naer haere forme ende innehouden fai werden geëxecuteert. Gedaen in den Hage den 12 Defemb. 1674 was get. G. H. Prince d'Orange. Onderftondt ter Ordonnantie van fyn Hoogh was get. Hubert Rofenboom. XVII.  tot de MILIT. JURISD. &c. 29 XVII. SENTENTIE van den Krygsraedt te Grave tegen Ludolph de Haen 14 Nov. 1674. efien by den Chrysrade de Informatien Jf genomen in de fake van Ludolph de Ha^n, Griffier van 't Leenhoff van de Lande van Cuyck, Borger der Stadt Grave, van de Paepfe Religie, waer uyt de Chrysrade gebleken is , dat hy Gevangen fynde Leenman van zyn Hoogh. niettegenftaende de Capitulatie, by Monfr. de Turenne ter eenre, ende de Borgemeefters ende Gedeputeerdens der Stadt Grave ter andere fyde, over de overgevinge van defelve Stadt, gemaeckt, expresfelyk dicteerde, dat fyn Hoogh. foude blyven in de posfesfie ende het gebruyck van alle fyne Goederen, Rechten en Domeynen, foo in de Stadt Grave, als in den Lande van Cuyck gelegen, fig nevens eenige andere Papiften heeft opgeworpen als Gedeput. om over de Contributie en Laften van de Stadt te oordeelen, foo dat felfs de Magiftraet geen Ordinantie van Penningen heeft mogen depefcheren, niettegenftaende het felve altythen lieder ampt was geweest,dat by hemGevangen beneffens de andere pretenfe Gedeput. aen de Pachters van de Stadt is verbooden aen den Rentmeefter geen Penningen meer te betalen, maer dat de Penningen by hem Gevangen fyn ontfangen;dat denMagiftraet alle 't  3o NALEZING van STUKKEN *t felve vermits den aenhangh van de" Borgers, enby faute van maghtheeftmoeten gedogen, 't welck fynde fake, directelyk ftrydende tegens fyns Gevangens eed en plicht, mitsgaders van notoire mutinatie, Sewelcke daeromme niet geleden,maer andere ten exempel behoorde te werden geftraft. Soo heeft den gem. Chrysrade gehoort den Eisch van den Advocaet Fiscael, met rype deliberatie van Rade, doorgefien ende overwogen hebbende alle 't geene ter materie dienende was, en heeft mogen moveren , recht doende , den voornoemde Gevangen gecasfeert, gelykhy gekasfeert wort by defen van fyne Chargie als Griffier, verclaert hem inhabiel om eenige Ampten te mogen bedienen, condemneert hem wyders in een amcnde van dufent filvere Ducatons, mitsgaderf fes hondert Gulden tot opbouwinge van de Kercke der Stadt Grave, ende in de coften en mifen van Jufiitie, doch alles op approbatie van fyn Hoogh. Aldus gedaen en gefententieert tot Grave, ten overftaen van den Advocaet Fiscael voornoemt, op den 14 Novemb. 1674. Onderftont ter Ordonnantie van den Crysraedt voornoemt. Was getekent N. Cunes, gefwooren Clercq. In Margine ftont, Syn Hoogh. hebbende geëxamineert de nevensftaende Sententie , heeft defelve geapprobeert, foo als die geapprobeert wert by defe, ordonnerende dat defelve nac hare - „for-  tot de M1LIT. JURISD. &c. 31 forme en innehouden fal werden geé'xecuteert. Gedaen in den Hage den 12 Decemb. 1674. Was get. G. H. Prince d'Orano-e. Onderftont ter Ordonnantie van fvif Hoogh. get. Hubert Rofenboom. Accordeert met fyn Principaal get. N. Cunes, gefwoore Clercq. XVIII. SENTENTIE van de Krygsraed te Grave tegen A. de Meyer 14 Nov. 1074. Gefien by den Crychsraedt de Informatien genomen in der zake van Anthony de Meyer, geboortigh binnen de Stadt Grave, van de Paepfche Religie', jegenwoordigh gevangen, wacr uyt denfelven Crychsrade gebleecken is, dat hy Gevanghen, niettegenftaende de Capitulatie, by Monfieur de Turenne, ter eenre, ende de Burgemeefters ende Gedeputeerdens der Stadt Grave ter andere zyde, over de overgevinge van ;defelve Stadt gemaeckt, e*presfelyck diéteerde, dat fyn Hoogheydt foude blyven in de posfesfie ende het gebruyck van alle fyne Goederen, Rechten, ende Pomeynen, foo in de Stadt Grave, als in den Lande van Cuyck gelegen, van de Minifters van den Coninck van Vranckryck nevens fyne Medeftanders, de Molens van fyn Hoogheydt heeft gepacht, ende fyne Hoogheydts Pachters daer affgeftooteu. Dat hy Gevangen figh alsCommis terrecherche  32 NALEZING van STUKKEN ehe van de incoomende ende uytgaende Goë* deren heeftlaten gebruycken. Dathy Gevangen ten tyde de Stadt van het Guarnifoen van de Heeren Staten Generael was verandert, ende den Heer van Walenburgh voor de Poorte was gekoomen, om wederom posfesfie van de Stadt te nemen, waer toe de Sleutels by den Richter-Boode wierden gedraghen, nevens eenighe andere fyne Complicen getraght heeft de Sleutels van den voorfz. Richter- Boode aff te nemen, ende overfulcx het openen van de Poorte te beletten. Edoch dat den voorfz. Richter-Boode van eenige getrouwe Burgers is gefecondeert. Alle 't welcke fynde faecken^ directelyck ftrydende jegens de eer ende plicht van den Borger, mitsgaders tot nadeel van den Staet ende fyne Hoogheyt, dewelcke daeromme niet geleden, maer anderen ten Exempel behoorden te worden geftraft: foo heeft den gemelten Crychsrade gehoort den Eysch van den Advocaet Fiscael ende met rype deliberatie van Raedeu doorgefien ende overwogen hebbende alle "t geene ter materie dienende was ende heeft mogen moveeren Recht doende, den voornoemde Gevangen gecondemneert , gelyck hy gecondemneert wert by defen,in een amende van vier hondert filvere Ducatons, ende hondert Dncatons tot opbouwinghe van de Kerck van de voorfz. Stadt Grave, mitsgaders in de koften ende mifen van Juftitie. Doch alles op approbatie van Jyn Hoogheyt. Aldus gedaen ende gefen- ten-  Tot de MILIT. JURISD. &c. *3 tèntieert tot Grave ten overftaen van den Advocaet Fiscael voornoemt op den 14 Novemb. 1674. onderftont, ter Ordonnantie van den Crychsraet voornoemt ende was getekent N. Cunes gefworen Clerck. In margine ftont. Syn Hoogheyt hebbende geëxamineert de nevenftaende Sententie heeft defelve geapprobeert , foo als die geapprobeert wert by defen; ordonnerende , dat die naer haer forme ende inhouden lal werden geëxecuteert. Gedaen in den Hage den 12 Decemb. 1674. getekent fynde G. H. Prince d' Orange, onderftont ter Ordonnantie van fyn Hoogh. was getekent Hubert Rofenboom onderftont accordeert met fyn Principael ende was geteeckent N. Cunes, gefworen Clercq. XIX, Coft Verhael van de onbehoorlyke en 011lydelyke Procedure, door den Heere Van Walenburgh, Gouverneur der Stad Grave, ende den Fiscael Militair, tegen den Perfoon van den Advocaat Af nold Verheyen en andere fyner Medeburgers gepleeght. Eerftelyk op den 2 November 1674 't favonts tusfehen thien en elff uren,den voorn. Verheyen met fyne geheel e Familie al flaepen fyndeds Cap". Kolckman,Major van de Stadt. nxivurofvyfsevjapendeSoldatcnfitn Nal. II. Deel. C fyn  34 NALEZING van STUKKEN fyn huis comen bellen, fo lang dat de voorn. Verheyen wacker wordende, opftont, ende de Poerte felfs ginck open doen, waer op de voorn. Major met fyn Soldaten incomende, feyde, dat hy door ordre van den Heer Gouverneur hem Verheyen in Arrest ofte Gifelinge name, belaftendeaen drye of vier van fyne byhebbende Soldaten, t'fynen huyfe te blyven, ende hem feer wel te bewaeren, gelyck defelven oock gedaen hebben, ftoockendeden gehelen nacht goet vier ende blyvende fitten by fyn bedde Welcke Soldaten dagelyckx verandert wierden, ende allen, neffens eenige van hare Vrowwen, die haer fonametyds volgden, in cost en dranck, fo veel als fy begeerden, moften onderhouden worden , het welke wel vyf ofte fes weken gecontinueert heeft. Niettegenftaende dat hy Verheyen neffens andere Gedetineerden aen den Heer Gouverneur Request hadde doen pnefenteeren, ende aen fyn Hooch Ed. door twee Huisvrouwen van de Gedetineerden, felfs behandigt hadde, ten eynde dat fy van defen onverdraaglyken last, onder fufïilante borgen, van niet te fullen ontwycken, by provifiemeuchte worden ontflagen:maer men heeft niet connen obtineeren; felfs en beeft de Heer Gouverneur die Requefte niet willen lezen. Daer is ook een Request geprafen teert aen de Heeren Schoutet , Burgemeefteren, Schepenen en Raet der Stad Grave, ver- foec-  tot de MILIT. JURISD. &c; 3$ Ibeckende daer mede haer patrocinie, te-_ gens foo eene harde Proceduere, dog daer op en is mede niet ge volgt ofte ondernomen. lnsgelyckxiseene Request geprxfenteert aen den Heer Amptman Steenhuis etc. ende daer by gedoleert, over defe inicque Proceduere etc., maer oock te vefgeefsch. Ey ndelyck is nog eeneRequefre door twéé van der Gedetineerdens Huysvrouwen , daer toe expresfelyck gecommitteert fyndfe, aen fyn Hoocheyt felfs behandigt, daer op door Hooggemelde fyn Hoocheyt ook ge» difponeert fynde, is die felve vermist geworden, foo dat die noyt meer gefien is. Daer na is wederom eene andere Requefte gepraïfenteert, maer daer op en is niet anders gedifponeert, als Jy geftelt in banden van den Heere van Waienburgh (die onze partie was) om aaer op te berichten. Den Fiscael Militair ondertusfchen tot Grave gecomen fynde, is den Voornoemde Verheyen door den Ondermajor gehaelt, om aen het huys van den Gouverneur te comen, alwaer hem van feecker perfoon (die hy naderhand verftaen heeft de Fiscael te wefen) geieyt wierde, dat hy last hadde van fyn Hoocheyt, om den voorn. Verheyen ietwes te vragen, die daer op antwoordde; geerue te willen feggen, wat hem bekend was. Ende als doen bracht den Fiscael eenen Interrogatoir voor het licht, daer uyt hy was vraegende in prsfentie van twee andere C 1 ®n-  %6 NALEZING van STUKKEN. onbekende perfonen,daer op geant\voirt,ende .die pointcn, van eenige meriten wefende, naer waerheid ontkend hebbende, is hy affgefonden, en wederom door den Ondermajor naer fyn huis, in voorgaende ftricte .bewaering, gebracht geworden. Twee ofte drye dagen daer naer is de voorn. Verheyen wederom ten huife van den Gouverneur gehaalt geworden, ende aldaer in prefentie van veele onbekende perfonen, aen een tafel fittende, fonder te weten, dat die de Crygsraet waren, op eenige Articulen van den voorgaende Interrogatoir wederom gevraecht fynde, ende geantwoird hebbende, 't felve in Confcientie te ignoreren, is hy wederom naer huys., als voren, gebracht, fonder dat als doen, voor off naer, aen hem eenig het minde bewys van die gevraechde Artikelen is verthoont, ofte daer op eenige aenclachte van den Fiscael gefien ofte gehoort heeft. Wanneer , fo het fchynt, die felve onbekende perfonen tegens den voornoemde Verheyen een onrechtmaetig vonnisfe geconcipieert hebbende , hebben 't felve door den Fiscael by lyn Hoocheyt (nog. tans fonder desfelfs ondertekeninge)laeten approbeeren; relaestotde Acte van pre ten fe approbatie onder die voorf. Sententie ftaende. Welck Vonnisie den voorn. Verheyen eenigen tyd daernaer door den Geweldiger en twee Officieren (foo gelooft wort) is voorgelefen, met inthimatie, omme die aldaer ge-  tot de MI LIT. JURISD. &c. 37 gefpecificeerde penningen binnen 24 uren of tweemaal 24 uren op te moeten brengen , op poene van alle dagen dubbele executie. Het welk al doe wel onmooglyk was, befonderlyk in fo feer bedroefde tyden, dat ook gelooft wort, dat ten dien tyt onder alle de Borgeren der Stadt Grave fo veel Gelds niet te vinden foude fyn geweest, als die fes gedetineerde Borgers, door die voorf. inique Sententien te lafte geleght was om te betalen. Soo is denfelven nogtans fodanig met de executie en vercopinge van fyne Goederen gedreygt geworden, dat hy naer veele gedaene devoiren twee duyfend Guldens op feer fware lnteresfen heeft moeten negotieeren, ende aen den Gouverneur (fonder daer van Quitancie te hebben) op rekemnge te laten betalen. Waer naer den Fiscael ofte den lieer Gouverneur door fyn Bediende, in desfelfs naem, van yder Gevangen, ende van den Franicben Amptman , die welke ook in Arrest was, voor cofien en verteeringen, Ion der fpecificatie, in eene masfa, ook fonder voorgaende tauxatic, met communicatie van executie , heeft laten eysfchen van yder ƒ 746 - 16-0, maeckende voor feven perfonen ƒ 5227 - 12 - o. Het welcke die famentlyke Gedetineerden feer exorbitant dunckende , hebben den Heer Gouverneur, die ter fel ver tyt in den Hage was, daer over door eenen vrient doen fchry ven, verfoeckende een cleyne declaratie C 3 van  38 NALEZING van STUKKEN. van defe exorbitante coften , ofte ten minften verrainderinge van de Somme. Waer op aen die fes gedetineerde Borgers (fonder van den voorf. Franfchen Amptman mentie te maecken) een feer inicque ende onredelyke Declaratie wierde toegefonden, daer by van yder Borger geëyst wiert voor fefthien dagen vacatiën (daer nogtans de Fiscael niet meer als 16 daegen voor de fes Gedetineerdens ende den Amptman te laemen gevaceert conde hebben) in de plaetfe van ƒ 746 -16-0 eene Somme van omtrent de f 1252 - o - o van yder, ende voor de fes Gedetineerden te faemen, eene Somme van ƒ 7512 - o - o. Edoch was 't felve verlaetende op voor. fpraecke ende ïntercesfie (vel quafi) van den Heer van Walenburgh, voor hondert Ducaten yder Borger, op conditie, dat defelve m promtis ende foo ras de Heer van Walenburgh uyt Guarnifoen foude comen, betaelt foude worden;daer toe noch voegende defe notabele conditie, mits dat men 'tfecretetrt, dat NB. maer zoo weynig is gegeven, op dat fuiks hy anderen niet foude in confeautntie. getrocken voorden. Welcke hondert Ducaten den voornoemde Verheyen met dreyginge van executie fodanig lyn afgeperst geworden, dat hy op mindennge van dien hondert Ricxdaelders, nevens die al nog van de pretenfe amende refteerende ƒ650 - o - o ten huyze van den geer.v™ Walenburgh brengende , fyn WoocJa Ed. die felve niet en heeft wille:/ ons  TOT DE MILir. JURJSD. 3S> ontfangen, ende eenen dagh uytftel verweygert heeft, om die refterende hondert Ricxdaelders als dan te geven, indien den Fiscael defelven niet en wilde remitteeren ; maer heeft wederomSoldaetenin hethuys van Verheyen doen leggen, en is ter felver tyd naer Arnhem verreyst. Sulcx dat denfelven Verheyen, om eens van die quelimgen ontflaegen te fyn, als doen aan Cornelis van Koevenhoven, daer toelast hebbende,op den 16 Febr. 1675 boven die voorf. /aoco-o o noch eene Somme van ƒ 1150 - 0 - oheett moeten tellen, als blyckt by desfelfs Quitantie; dewelcke de Heer Gouverneur ons wederom tegens onfen danck hebbende doen afhingen, heeft ons eene andere Quitancie van den Fiscael de date 21 bebr. 1675 behandight. Was get. A. VERHEYEN. C4  40 NALEZING van STUKKEN XX. MEMORIE ofte Verhael van 't geen© omtrent de inicque Proceduyren, door den Gouverneur der Stad Grave en den Advocaet Fiscael Militair tegens den perfoon van Ludolph de Haen ende anderen fyne Mitborgers der voorn Stadt gepleeght, isgepasfeert. TTn den eerften is op den i Nov. 1674 \ JL favonds fpade, omtrent ten 11 uren, ten huvfe van gem. de Haan, liggende fieck te bedde, gecomen Capn.Kolckman, Majorvan de Stadt, feggende, dat hy door ordre van den Heer Gouverneur hem de Haen in fyn huys in arrest ofte gyfeling nam, belaftcnds aen vier Soldaeten, die hy by hem hadde, t fynen huyfen te blyven, ende hem de Haen wel en nauw te bevvaeren,foo als defelve Soldaten ook gedaen, ende dien geheelen nacht vier ftoockende, voor lyn Bedde gefeten en gelegen hebben. Den volgende en noch eenige dagen daer aen heeft hy de Haen de voorf. Soldaten, doch defelve daeglycks verandert werdende, nj huys moeten lyden, en met hare Vrouwen, (diefeyden, daer hare Mans waren, fy daer oock moften wefen^ cost ende dranck geven. Hebbende hem Remonftrant fo nauw bewaert ende gade geflagen, dat, alhoewel hy doyr fyne nekte qualyk conde gaen, egter (met  tot de MILIT. JURISD. &c. 4 1 ( met .reverentie) om fyn gevoech te doen, van de Soldaten wierden gevolght. Dit als eenen onverdragelicken last fynde, en enige dagen geduyrt hebbende, heeft hy de Haen nevens d'andere Patiënten een Request aan d'Heer Gouverneur doen opftellen, 't felve door fyne en eenes anderen Patientes Huysvrouw, aen fyn Ed. fdf; doen behandigen, mitbitterlicke klachten over de voorf. harde Proceduiren ; tegens een eerlick Borger, daer benevens vcrfoeckende, van fyn Ed. te mogen weten de redenen,van hare Gyfelinge en Detentie,ende dat fy daer van onder fuciffiente cautie van hare perfonen wederom toties quoties te fullen fifteren, ende niet te ontwycken, by provifie mochten werden ontllagen. Dan en heeft den Gouverneur de Requefte niet willen lefen,maer wegge worpen,veel min de voorf. Vrouwen hooren fpreken, feggende fich omkeerende , ick bebbe den Fiscael ontbeden, die fal baast hier fyn, dan fullen fy wel horen de redenen waerom. Dit alfoo by deivGouverneur affgelopen fynde, hebben de Gegyfelde Borgers op den 9 Nov. 1674 goetgevonden Requefte te prefenteeren aan de Heeren Scholtes, Borgemeefteren, Schepenen, en Raedt der Stad Grave, daer by verfoeckende derfelver patrocinie tegens fodaene informeele en onbehoorelycke Proceduyren,foo alsdefelve eed en pligtshalven tot voorftand der Borgeren en Borgerenrechten fouden oordeelen te behoren , alfoo fy geenfmts en reforteerdeu C 5 0  42 NALEZING van STUKKEN onder den Gouverneur ofte die van de Militie, maer alleen den Politicqucn Rechter agnofceerden etc. edoch daer op niet anders hebbende becomen, als dat d"Heer Scholtes hun geantwoort heeft, dat daer tegenswoordig gene Magiftraet en was, fonder als Officier der voorf. Stadt tot voordeel der Borgerrechten in 't geriagftë te hebben willen ondernemen, Soo hebben de gegyfelde Borgers oock tegens denfelven over fyn wandevoir doen protefteeren, edoch te vergeefsch. De Borgers dan blyvende met de Militaire executie alfoo overlast, hebben goetgevonden, oock Requefte te prefenteeren aan den Heer Amptman Steenhuys etc., als haren Hooftofficier, ten eynde fyne Excellentie beliefde haer Borgerrecht te doen maintineren, 't fy dan by fyn Hoocheyt ofte anderfmts,daerfulcxnodigendienftich foude achten , die voorfiening te doen en ordre te doen ftellen, dat de Supplianten van de voorf. Soldaaten en Militaire Executie mochten werden ontflaegen en ten minften onder cautie tot Borgerrecht geftelt etc Edog al weder te vergeelfs Eyndelyek hebben oock goetgevonden over 't voorf. Werck Request te prefenteeren aan fyne Hoocheyt ende daer met eenen expresfe naer den Hage aff tefenden, die de Requefte felfs in handen van fyne Hoocheyt heeft overgelevert gehadt; Edoch is niets anders op gevolcht, als/y defe gefield in banden van den Heere van IValenburgb, om daer ej> te berichten. Ge-  tot de MI LIT. JURISD. &c. 43 Geve in bedencken, wat hope ofte troost de Borgeren van een te doene bericht te verwachten hadden. Den Fiscael dan heeft ondertnsfehen de Borgers ten huyfe van de Heer Gouverneur doen halen , ende geëxamineert, ende mitsdien-hy dellaen ter dier tyd fieck was,is de Fiscael met a Officieren tTynen huyfe gecomen en heeft hen op verfcheyde Vraagarticulen verhoort, waer op hy de Haen (alvorens onder protest van geencn Militairen Reghter te willen agnosceeren) pun&uelyk heeft geantwoort en felfs fyne depofitie raeerendeels gedicteert. Vertrouwende, dat den Fiscael fyne depofitie alfoo te recht fal hebben aenge. teeckent, want hy de Haen, als ter goede trouwe levende, en oock om fynefieckte, defelve fyne depofitie niet weder heeft nagefien. Omme dan eenige en de principaelfte Artikelen in pasfant en voor foo veel die ter goeder memorie noch indachtig fyn,aen te roeren. Onder anderen heeft de Fiscael hem de Haen gevraecht, off hy geen Leenman van fyn Hoocheyt en was, ende of hy geene Leengoederen en hadde. Waer op hy antwoordde van neen, gelyk ■ oock wacrachtig is, dan dat hy Griffier van de Leenen, ende dat hy fynen eed ende fchuldigen plicht feer wel heeftbetracht,ende defen goeden dienst aan fyn Hoocheyt gedaen : dat hy gedurende de reductie dei  44 NALEZING van STUKKEN Stad Grave onder 't gebied van den Coninck van Vranckryk, de Leenen heeft gefecreteert,fulcx dat deFranfchen,niettegenftaende gedaene vcrfcheyden Publicatien ende waerfchouwingen, noyt eenige kennisfe daer van hebben gehadt, anderfints defelve Leenen neffens de Domeinen'van fyn Hoocheyt al aengeilagen fouden fyn geworden; jae dat meer is, felfs ten tyde van voorf. reductie heeft hy de Haen, als wefende oock gefub» ftitueerde Stadhouder met Acte van fyn Hoocheyt, by abfentië van den Heere Stadhouder, noch verfcheyde Leenen doen verheffen, en eed doen aan fyn Hoocheyt, als den rechten Leenheer, gelyck hy met het Regifter van de Leenen en diverfe Leenheffers kan bewiefen. Item heeft de Fiscael hem de Haen gevraecht , off hy fich neffens andere Papillen niet en heeft opgeworpen, als Gedeputeerde : Waer op hy de Haen feyde neen, en dat dit point wat breder diende geè'xpliceert, hebbende in fubftantie geantwoord, gelyk als volght: Dat de Magiftraat hem Gedetineerde neffens de anderen op den Raedhuyfe door den Richterbode heeft doen citeeren ende verfoecken, omme met hun raets te leven, over die door deFranfchen opgelechde Contributie, en Laften, hoe ende op wat maniere de befte middelen, tot betaelinge van dien fouden connen worden uytgevonden. Syn-  tot db MILIT. JURÏSD. 45 ^ Synde als doen voorgeflaegen een middel van 'de Accyfen weder in treya, als ten tyde van de Heeren Staten, te mogen brengen, edoch dat fulcx niet wel lbude connen geleideden als met inwilliginge van de Gemeente , door dien de Franfchen geene Accyfen en vorderden. . Waer over de Deeckenen van de refpeéty ve Gildens ende voorts van de principaelfte Borgers door de Magiftraet oock geciteert, ende de voorf. Laften, mitsgaders 't voorf. middel van de Accyfen daer tegens voorgeflaegen geweest fynde; Hebben defelve ingewillicht, edoch daer by verfocht , dat uytter de Gemeente mochten werden gekoren ende gedeputeert fes Mannen, die over de voorf. middelen neffens de Magiftraet kennisfe fouden mogen nemen , ten eynde defelven wel ende naer behoren mochten" werden bekeert. 'T welk niet alleen wierde toegedaan, maer oock heeft de regeerende Heer tèurgemeefter Croefez felfs eerst aen de Gemeente, mitsdien eenichtfints difficiellyk vallende de geheele meenigte onder een Capruyn te brengen, geproponeert gehad, dat Hy eenige uytter den haeren kyefen fouden, omme mette Heeren van de Magiftraet te beramen ende te refolveeren de gevoechlykfte ende minst fchadelykfte middelen, tot Fournisfement van Penningen. Ende is als doen,op ftaende voet, eer ende te bevorens die van de Gemeente weder van 't Raethuys afgingen, de verkieünge van de  \6 NALEZING, van STUKKEN de fes Mannen gefchied, dewelke met de Magiftraet hebben goedgevonden, deConfumptien, gelyck voor defen door Myne Heeren de Staeten verpacht waeren, ten behoeven van de Stadt te laeten continueren, ende defelve niet genouch bevonden werdende, hebben noch ingewillicht verfcheyde extraordinaire Taxen, by forma van Verpondinge, hebben oock op Obligatien Geld moeten negocieeren en haer particulier credyt daer voor interponeeren. Ergo is het een groot abuys, dat defe fes Gedeputeerde Mannen haer als met gewelt (luyt de Sententie) fouden hebben opgeworpen, ende in de Magiftraet ingedrongen, ende fulcx noch byfonder, als men confidereert, dat defe Borgeren noyt op den Raethuyfe off by de Magiftraet en fyn gecompareert, olf defelve fyn eerst door de ' Magiftraet geroepen ende met den Gerigtsbode geciteert geworden. Item heeft de Fiscael oock voorgehouden , hoe ofte waeromme hy Gedetineerde neffens d'andere foude belet hebben,datde Magiftraet geene Ordonnantie van de Penningen heeft mogen depefcheeren, niettegenftaende 't felve altyt hen lieder Ampt is geweest; ende dat fy aen de Pachters van de Stadt fouden hebben verboden, geene Penningen meer aen den Rentmeefter te betaelen. . Daer op heeft men geantwoort, dat onderfcheid van Penningen hier is te maecken, te weeten, die van de Accyfen van s'Lants we  tot dï MlLlT. JÜR1SD. Sec. 4" wegen, gelyck in defen, ende die van Stadts wegen. Van s' Lants wegen is noyt het Ampt van de Magiftraet geweest, Ordonnantiën te depefcheeren, als hun niet raeckende, maer wel Stadtswegen, waar inne hun oock noyt eenich belet is gedaen, veel min dat de Gedeputeerdens hun m 't minfte niet bemoeyt hebben. Dan ommë Ordonnantie van Penn. van andere natuyre, namentlyck van de grote Accyfen, als in defen, te depefcheeren, moeiten Gedeputeerdens volgens haere Deputatie oock kennisfe hebben , waer ende tot wat eyndc de Penn. geëmployeert wierden, alfoo anderfints de Penn. tot andere eynde ende naer behoren veellicht gediverteert foude hebben geworden gelyck de Magiftraet buyten haere kennisfe gedaen hadde, met te vereeren aen den Franschman, die de Stad Grave was komen opeysfchen, voor een Honorarium 500 Guld., en aan den Franfchen Amptman van Gratuiteyt 250 Guld., item aen den Franfchen Gouverneur hondert Piftolen ende aen den Commisfaris vyftich Piftolen, ende meer andere onnodige vereeringen ende vertee» ringen. In dier voegen , dat fy Gedeputeerden over all't Gemeenebest gelucht hebben. Ende dat de Ordonnantiën door den Secretaris uyt den naeme enae ordre van de Magiftraet altoos felfs eerst opgeftelt, ende be-  NALEZING van STUKKEN. beteeckent, by een ofte twee Gedeputeerdens daer naer wierden beteeckent. Dat oock den Rentrar. dier tyt door de Franfchen in detentie op den Caiteele gefteld fynde, door een ofte twee van de Magiftraet de Penningen by de Pachters van Stadtswegen hier en daer, buyten kennisfe van de anderen, wierden opgehaelt; dat de Pachters fulcx bekent gemaeckt hebbende, is goetgevonden, felfs oock by die van de Magiftraet, neffens die van de Gedeputeerdens, aen te dienen, omme geduyrende des Rentmeefters detentie by provifie de Penningen te tellen aen den Gevangen in defen, als hebbende den Ontfanck van d'andere Penningen, ende daer toe by de geheele Magiftraet ende Gedeputeerdens^ met eenpaerichheid van ftemmen, volgens derfelver Refolutie van den 31 Decemb. 1672 aengeftelt geweest fynde, waer van Copye Autlaentycq hier neffens is gaende.' . ■ De meerefte van de Vraeghftucken heeft hy de Haen ontkent, fynde van geen belangh. Onderentusfchen heeft den Cryghsraedt defe inicque Sententie gefabriceert, fonder hem de Haen meer verhoort ofte eenige aenclacht overgelevert te hebben. Ende defelve Sententie door fub en obreptive middelen , ende andere finiftre ftreecken, geconfirmeert weeten te erygen by fyne Hoocheyt. Synde daer op de executie ende voldoe- nin-  tót de MILIT. JURISD. &c. 49 riinge van'dien gevolghtin alfulke maniere, als by deDeduclie van denAdvt.Verheyen,en anderen, breder is gcfegbt, waer toe hyde Haen figh, om in delen niet langer te welen, is gedraegende, ende daer mit conformeerende, alfoo fyns de Haens Huysvróuwe en haer Broeder, den Ad vt. Verheyen voornoemt, 't famen haer Geit geteit hebben. Was get. L, de HAEN. XXÏ. SENTENTIE. Ïrt der faecke hangende voor den Raeds ende Leenhove van Brabandt, tusfchen den Procureur Generaeï van Brabandt, Tmpetrant van Mandement vart Daeghfele in cas van casfatie, mette claufule omme ten dage dienende te verfoecken de bevelen, ende interdictie paniael, mitsgaders Mrs. Arnold Verheyen-, Egbert van der Geest, ende Johun 4* Meyer, der rechten Docbors, Francois Bloemarts, Ludvlph de Haen, ende Anthony dé Meyer , alle borgers , ende inwoonderen der Stadt Grave, als henlieden alle, ende een yeder in 't byfonder in defen Procesfe gevoecht hebbende, voor henlieden reipective intereften ter eenre, ende die van den Cbrygsrade der Stadt Grave voorfz*, Gedaechdens,Herdacchdens,endeDeifailliantenNat. II. Deel. D ter  5o NALEZING van STUKKEN. ter andere fyde , gefien de Mandamenten van Daechfele , d'Exploiéten uyt krachte van dien gedaen, mitsgaders d'Aéten van Defauten daer op geflagen , ende den Intendit mette Stucken, ende Munimenten tot verificatie van dien onder inventaris overgelevert, Ben Raedt mttxy^c Deliberatie van Rade doorgefien , ende overwogen hebbende alle 't geene ter materie dienende was, ende in defen heeft konnen, ende mogen moveren, Doende Recht, verfteeckt den voorfz. Gedaechdens, Herdaechdens, ende Defaillianten van alle Exceptien Dcclinatoir Dilatoir, ende Peremptoir, mitsgaders van alle defentien, ende weren die fyluyden ende elck van hen in defen hadden mogen doen, ende proponeren, Casfeert dienvolgende alle de pretenfe Prnceduren ende Vonnisfen by Frederkk Rofenhoom als Advocaet Fiscael Militair, jegens een yeder der voorfz. fes Borgeren gevoechdens in defen, voor ende van de voorfz. Gedaechdens, ende Herdaechdens in defen geentameert , ende geobtineert refpeétive , met allen den gevolge, ende aenkleven van dien, als notoir incompetenter ende fulcx nulliter, mitsgaders qualyck ende t'onrechten gedaen, Verhlaert alle defelve te wefen nul, egeen,ende van onwaerden, Decreteert wyders de interdictie pamael, interdiceert dienvolgende de Gedaechdens, Herdaechdens, ende Defaillianten op paene van hondert goude Realen, henluyden mette voorfz. Proceduren, ende Vonnisfen te behelpen , direcbelyck oft» in-  tot de MILIT. JURISD. &c. gi indireetelyck, noch defelve eeniger maten ter executie te Hellen of te doen Hellen, mitsgaders oytin het toekomende voor henluyden gelycke Proceduren jegens eenige Borgeren , ofte Politycque Stantsperfoonen in de Stadt Grave aen te matigen ofte Vonnisfe te wyfen, ende condemneert den voorfz. Gedaechdens, Herdaechdens ende Defaillianten in de kollen van den Procesfe, ter taxatie ende moderatie van den Voorfz. Rade, Actum in den Rade, den twintighften December xvjc. vyf en fevenrig, ende alfoo ten felven dage gepronuntieert, ende was onderteekent, N. van der Haer. Gelyke Sententie is in defe zaak gewefen tegen M. Fredrik Rofenboom als Advocaat Fiscaal Militair , mede Gedeputeerde en Hcrdaegde byEdifte, en Defaileant; xvaar by defelve tevens is gecondemneert de voorfz. praetenfe Proceduren en Vonnisfen kost en fchadeloos af te doen en te repareeren; "ö a XXIÏ.  52 NALEZING van STUKKEN XXII. QU1TANCIE van den Fiscael Militair Fredr. RofenbooiTj, wegens de betaalde Amende en Proceskoften. Bekenne ik ondergefchr. van wegen Arnoldus Verheyen,Licentiaet,ontfangen te hebben de fomma van twee duyzend, fes hondert en vyftich gulden,ende dat ter faecke van de amende, waer inne den voornoemde Verheyen by Sententie van den Crygsraedt van dato den 14. Nov. 1674. was gecondemneert, dan vermits den voorn. Verheyen heeft verclaert, ende ick oock onderricht ben, dat door de invafie der Franfchen en de belegeringe der Stad Grave , fyne Goederen meest fyn geruineert , ende bygevolge hem onmooglyk foude fyn , de voorf. Sententie in 't geheel te voldoen, foo verclaere ick in 't reguarde van de voorf. amende , met de voorf. fomme cdntentement te nemen. Gedaen tot Arnhem den 21. Febr. 1675. ende was ondertekent Fredrick Rofenboom. Ter fyde aldus: Nota hier onder is niet begrepen de Amende voor de Kerck. Bekenne ick ondergefchreven van de coften en mifen van juftitie, waer inne Arnoldus Verheyen by Sententie van den Crygsraede van dato den 14. Nov. 1674. was gecondemneert, voldaen te fyn. Gedaen tot  tot de MILIT. JURISD. &c. 53 tot Arnhem den 21. Febr. 1675. ende was ondertekent Fred. Rofenboom. ( Onderftond ) Naar gedane Collatie tegens fyn Origineele is defe Copie bevonden te accordeeren. Quod atteftor. (Get.) PET- van HAPS. Nets. Publicus. Nota. De Quitancien deswegens aan LudolfF de Haen gegeven, fyn woordelyk van defelfden inhoud en mede door den Notaris P. van Haps geauthentifeert. D 3 XXIII,  44 NALEZING van STUKKEN XXIII. EXTRACT uit 't Regifter der Refolutien van de Ho. Mo. Heeren Staten Generaal der Vereenichde Nederlanden. Mercurii den 15 January 1676". Ïs gehoort liet Rapport van de Heeren de Ruyter ende andere Hare Ho. Mo. Gedeputeerden tot de Militaire zaken, achtervolgens derfelver Refolutie Commisforiaal van den 5 en 4 d'efes, gevifiteert ende geëxamineert hebbende, twee diftincbe Misfiven van de Eerfte Prefideercnde ende andere Raden van Brabant, ende de bylagen, daer nevens overgezonden, houdende in effect notificatie van 't geene het Officie Fiseaal van den gemelten Rade jegens de Proceduren van den Crygsraedt der Stad Grave, mitsgaders desfelfs Fiscaél Militair, Mr. Fredrick Rofenboom , hadde geëntameert, raeckende fes Burgers ende Inwoonders der voorfz. Stad Grave, ende 't gene naderhand daar op was gevolgt, oock dien aengaende met eenige Gecommitteerden uit den welgcmelten Raet van Brabant in conferentie geweest,mitsgaders vervolgens gehoort ende ingenomen de hoochwyfe Confideratien ende 't Advis van fyne Hoocheyt, den Heere Prince van Oraigne; Waer op gedelibereert ende  tot de MILIT. JURISD. &c. 55 ende in achtinge genomen fynde, dat in dezen geen qüaeftiè is over de jurisdictie,die de Militairen haer zoudén mogen willen asfumeeren over eenige Burgeren of poli- • tiecke Perfonen , maer alleen over de executie van de voorf. Sententie by den voorfz. Militaire Crygsraed binnen de Stad Grave, over Burgeren ende Ingezetenen van de voorfz. Stad, binnen dewelcke doenmaels geene ordinaris o(F dagelycxe Rechter en was, Ende dewelcke haer voor denfelven Crychsraet ingelaten, de voorfz. Sententie geacquiefceert, ende die oock t'eenemael, uytgenomen alleen voor zo veel aengingh de Amende daer by ten behoeven van de Kerck geappliceert, voldaen hadden, meer als drie Maenden eer van, ofte by, den gemelten Rade van Brabant eene provifie van Juftitie was verfocht off verleent, Is goedgevonden verftaen , dat de voorf/:. Sententie van de voorfz. Militairen Crychsraet binnen de voorfz.Stad Graeve fyn executie zal hebben, ende die van den gemelten Raet van Brabant buiten executie zal gehouden worden , fonder dat nochtans deze Hare Ho. Mo. Refolutie fal mogen worden gealiegeert ; en daer door te luxeren eenige voorigeRefolutien by dezelve op 't voorfz. fubject genomen» off aen de voorfz. Militairen te attribueeren eenich gefach off authoriteyt over eenige Burgeren off andere Politicque perfoonen , ende fulcx fonder dat de voorfz. Refolutie dienaengaende fal mogen worden getrocken D 4 in  $6 NALEZING van STUKKEN in eenige confequentie; fullende hier van aen welgemelten Raet van Brabant, ende aen de voorfz. Crychsraet extract toegezon^ den worden tot derzelver refpeétive narich" tinge, ende om haer daer naar te reguleeren. Onderftond: L. ALTING vt. Lagerftond: Accordeert met 't voorfz. llegifter. Was get. H. FA GEL. XXIV. MISSIVE van den Raad van Braband aan Z. D. H. Doorlugtige Hooggeboren Forst! Maria La Porte, voor 't Hof van Holland in rechten hebbende betrocken den Heer van Walenburgh j Gouverneur van de Stad Grave, ten einde zyn Ed. aan haer zoude voldoen fekere fomme van Penn. over verdiend loon , costgeld en anderfints,heeft geobtineerd gehad Sententie tot haren voordeele , en alfoo gemelde. Heere van Walenburgh geen Goederen hadde onder het Resfort van hooggem. Provincie , waer. op de voorfz. condemnatie cofte werden ter executie gefield, zo heeft het .......  tot db MÏLIT. JURISD. 8cg. 5? gemelde Hof by hare Misfive van den 4 January lestleden, ter requifitie van de voorfz. Maria La Porte , defen Rade verfogt, dat defelve in faveur van Juftitie de voorfz. Maria La Porte foude willen accordeeren en doen expedieeren Brieven van attaché, uit crachte van welke de voorfz. Condemnatie van het Hof van ° Holland mochte werden gefteld ter behoorlyke executie aan de goederen van gemelde Heere van Walenburch , op welk verfoek ingevolgen vandemutueele correfpondentie de brieven van attaché, welke nooit in faveur van de Juftitie worden geweygert, geëxpedieert fynde, heeft fig een van onfe Deurwaerders met onfe brieven van exe'cutorien op 't verfoek van partyen, getranfporteert binnen de Stad Grave, en aldaer, fchoon hy wel vermochte fonder perfoneele fommatie de facto de executie te voltrecken aen de goederen van gem. gecondemneerde, echter uit beleefdheid denfelven gefommeert, om binnen 14 dagende condemnatie van den Hove van Holland te voldoen, \yaer op of wel voldocninge van de Sententie haddè behooren gevolgt" te hebben , zo heeft ter contrarie de Heer gecondemneerde de fommatie niet begeren aen te nemen, zo dat de Deurwaarder genootfaeckt is geweest Copye van fyn gedaen Exploict te leggen in desfelfs voorhuys, fynde daar op gevolght, dat den Majoor van'tGuarnifoen des avonds is gekomen in fyn Logement, feggende, dat den Deurwaarder met hem D 5 mog-  58 NALEZING van STUKKEN mógte gaan, alfoo de Gouverneur hem weder wilde fpreken, alwaer comende feer ftraf is bejegend en fyne origineele Papieren afgevordert, welcke overgegeven zynde, wierdt denfelven door den Gouverneur gevankelyk met twee Soldaten gefonden tot den . geweldigen ia een ftinckende plaetfe, met fcherp verbod hem Pen ofte Inckt te behandigen, alwaer des nachts is gebleven, en. iyn hem des anderen daegs door den Auditeur Militair fyne afgevorderde origineele Papieren gereftitucert, en des namiddags, naar dat hem door bedreyginge van langer gevanckenis een relaes naer den fin van den Gouverneur was afgeperst, weder los.gelaten , Wy hebben dienftig geacht, van 't geene voorfz. is Uwe Hoogh. kennisfe te doen hebben, op dat gemelde Heer van Walenburgh daar toe mocht werden gebracht, en gehouden, van de Juftitie over het gepasfeerde convenablc fatisfacbie te doen hebben, en in het toecomende verfekert, dat der fel ver gefach door de fouges van den Hr. van Walenburgh niet werde geoutrageert en onder de voet geworpen. < En alhoewel het de ordinaire wegh van alle Hoven van Juftitie is, in diergelyken cas van feitelyke refiftentie de ftereke hand van den Souverain tot intominge van fodanige onftuymigheden te imploreeren, fo hebben wy egter goedgeagt, U Hoogh.! alvorens van 't gepasfeerde kennis te laten toecomen, verhopende, dat door desfelfs hoogh-  tot de MILIT. JURISD. &c. 59 hooghwyze directie verdere inconvenienten fullen werden geweert. Waer mede fullen wy etc. U Hoogh. Onderdanige Dienaren d'Eerfte Preiiderende en andere Raden van Brabant. Hageden 8. Febr. 1677. XXV. MISSIVE van fyn Hoogheid aan dea' Heer van Walenburgh , in dato 11 Febr. 1677. Edele, Geftr enge, Vrome, Lieve, Btfondere! Wy hebben niet zonder veel ongenoegen vernomen, dat zekere Deurw. van den Raede van Brabant komende in de Graeve , om ter executie te leggen zekere Condemnatie in U£ reguard gedecerneert by den Hove van Holland, over een particuliere ende civile Schuit, uit kragte van brieven van attaché, by welgemelde Raede van Brabant verleent, door UE onhehoorlyke bejegeninge heeft ontfangen; ende alfoo wy defelve actie niet anders konnen opnemen ais gcfchied zynde tot viüpendie van de Juftitie ende injurieus tegen den Raede van Brabant, voornoemt, hebbende in de voorfz. aaeke betracht het geene van desfelfs funSiie was-, (s hier  5© NALEZING van STUKKEN hier mede ons begeeren, dat UE^daar 'over fonder uitftel aan denfelven Raede fal geven behoorlyke fatisfaétie ende verfekeringe van fich in het toekomende van diergelyke manieren van Proceduren te zullen wachten ende onthouden, fonder daer van te blyven in gebreken,waer toe ons verlatende,beveelen UE hier mede &c. ■ xxvr. EXTRACT uit het Regilter der Refolutien van de Ho. Mo. Heeren Staten Generaal der Vereenigde Neder-' landen. Jovis den 13 Oétober 1678. Zynde ter Vergaderiuge gelezen de Requefte vanHenrietteBeyhaerts,Weduwe ende Boedelhoudfter van wylen Henry Graham, in fyn leven Collonel ten dienfte defer Landen , rakende de fake , die fy Suppliante voor den Raet van Brabant, refideerende alhier in denHage, hangende heeft, op ende jegens den Collonel Kirckpatrick, Gouverneur tot 's Hertogenbosch, als erfgenaam van wylen zyn Zoon Johan Kirckpatrick, in zyn leven Capitein, Is naar deliberatie goedgevonden ende verftaen, de Suppliante te renvoyeeren, gelyk zy gerenvoyeert wert mits dezen, aen den wel  tot de MILIT. JURTSD. &c. 61 wel!. Febr. 1703. en 23. April 1706. Verders dat aen defen Crygsrade niet en conde nogte vermogte te prsjudicieeren de andere,byde Magiftraat hier vorens geallegueerde, Refolutien, door dien defelve ,maer waren genomen in particuliere voorvallen, op het fchryven en verfoeck van de Hoogh en Laagh-Schouten defer Stad en Meyerye, mitsgaders van andere, fonder dat die 'van defen Crygsrade daar op ofte over eens fyn geboirt geweest, behoudens ende behalven dat het niet eens confteerde, dat men figh, naer de Refolutien in de voorf. particuliere gevallen, heeft gereguleert gehad. Wy hadden vertrouwd, en verhoopt gehadt, alle het voorgededuceerde van foodanig effect loude fyn geweest, dat die van de Magiftraat van haar pretens gefuftineerd regt fouden hebben afgefien, en ons verders fouden hebben laten geworden en begaan, met de directie over den geabandonneerden Boedel van den overledene Major Poelgeest. Dog wy hebben onverrigter fake van den anderen moeten fcheyden, hebbende alleenlyk met malcanderen verfproken, dat men van wedercanten, ieder van het gebefoigneerde , rapport foude doen aan fyne Principalen . derfelver goedvinden en andere Iijftructien afwagten, en dat men als dan Nal. II. Deel. F tot  82 NALEZING van STUKKEN. tot onderhoudinge van de goede harmonie, die daar altyd geweest is, tusfchen defen Crygsrade ende die van de Magiftraat, de voorf. affgebroke Conferentie nog eens fouden hervatten, en fien off men met malcanderen als dan beter foude cunnen verftaen. Welke Conferentie hervat wefende,. is defelve vrugteloos affgelopen, door dien die van de Magiftraet by haer voorf, gefuftineerde bleven perfifteeren. Waeromme en geconfidereert, dat wy defe fake met alle foetigheyt hebben behandelt, fonder eenige opfchuddinge off verwyderinge tot nog toe, in het alderminfte gemaeckt te hebben, daer wy anderfints (onder ootmoedige correctie) tot maintien van ons oudt indisputabel regt, de Militaire hand wel fouden hebben connen gebruyken, omme de Effecten van den Geabandonneerden Boedel van den overledene Major Poelgeest, uit desfelfs Quartier te laten halen, en ad opus jus habentium te vercopen, ende dat wy nu onderregt fyn geworden, dat die van de Magiftraat van intentie fyn, haer daer over te adresfeeren aan Haer Ho. Mo. de Heeren Staten Generael der Vereenigde Nederlanden , en dat aldaer misfchien fouden connen befolÜciteeren , en obtineren eene Refolutie, dewelcke foude connen ftrecken tot groot nadeel van de Militaire Jurisdictie, UEd. Mog. en de fubalterne Crygsraden van alle oude tyden tot nu toe gecompeteert hebbende. Soo  tot de MIL1T. JURISD. &c. 83 Soo vinden wy ons verpligt, om UEd, Mog. van allen 't gene voorf. by defe kennisfe te geven,en te verfoeken,dat wy van UEd. Mog. by ons oud regt en continueele daer op gevolgde posfesfie mogen worden en blyven gemaintineerd, agtervolgens derfelver Refolutie van den 9 Febr. 1703 immers foo lange geen andere ordre by de gefkmentlyke Bondgenoten op deMilitaireJuftitie fal wefen geftelt, en dat UEd. Mog. vervolgens ons gelieven te laten toecomen derfelver goedvinden en ordres, hoedanig wy ons in dit fpeciael en andere diergelyke voorvallen verders fullen gedragen, 't welck met alle retpect affwagtende, fullen Wy enz, *s Bosch den 8 Jan. 1714. XXXVf; ÉXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Mog. Heeren Raden van Staten der Ver. eenigde Nederlanden. Saturdagh den 13 January 1714. Ontfangen eene Misfive van die van den Krygsraad te 's Bosch , gefchreveri aldaer den 8 defer, houdende een omftandig Relaes van het gepasfeerde tusfchen de Magiftraat en den Krygsraad aldaar, over de Inventarifatie en Verkopinge der Effecten van wylen den Sergeant Major Gerard van F 2 Poel-  84 NALEZING van STUKKEN Poelgeest, met verfoek van ordre, hoedanig fy figh fullen gedragen in dat en andere diergelyke voorvallen. Waer op gedelibereert fynde, is goedgevonden en verftaan, da- de Misfive fal gefonden worden aan de Mrgiftraat der Stad 's Bosch, ten einde om daer op te dienen van berigt, en dat aengefchreven fal worden, fo aan de Magiftraat, als aan den Krygsraedt, alles te houde i in ftate, hangendedede deliberatien va.i Haer Ed. Mog. Enz. XXXVII. MI^STVE van de Magiftraat van 's Bosch aan den Raad van Staten, in dato 3 Febr. 1714. EDELE MOGENDE HEEREN! Wy hebben ontfangen by Refolutie van UEd- Mog. van den 13 Jan. 1714 de Mbtive van die van den Chrygsraad binnen defeScadt, houdendeomftandigverhaelvan de Difputen , die waren voorgevallen tusfchen de Regeering defer Stad en Crygsraad voorf., over den Geabandonneerden Boelen van wylen GerardPoelgeest, gewefen Majoor van 't Regiment Cavallery van de Heer Grave van Wasfenaer, ten einde wy daer op fouden dienen van berigt; dogh aano-efien wy defen aangaande, al op den 5 January en fulx agt dagen te voren, aan Haar  tot Dn MILIT. JURTSD. 85 Haar Ho. Mo. de Heeren Staten Generaal, hadden gefchreven,gelyk Uw Ed. Mog. by de Copy derfelve, hier nevensgaende, fullen fien, die ook by Refolutie van Hooggemelte Haer Ho. Mo. van den 6 daer aen volgende was geftelt in handen van den Crygsrade voorf., ten fine van berigt, fulx wy de difpofirie daer over van Haer Ho. Mo. fyn afwagtende, foo fullen wy met alle eerbied ons tot de peremtoire redenen en motiven tot adftruétie van onfe futtenue in defen,en gelyke gevallen geavanceert, refereeren ; alleenlyk fullen wy daar bv voegen, dat de Refolutien van Haer Ho Mo., waar van de Regeering defer Stadt tot Confort yan de Politique Jurisdictie aan den gemelten Crygsrade hadde kennis gegeven, en die breder in de voorf. Misfive fyn genarreert, nooit fodaenige explicatie door de Pr ctycq off interpretatoire Refolutie van Haer Ho. Mo. hebben gehadt, als de Crygsraedt binnen defe Stadt gratis komt te allegeeren, voornamentlyk dat de difpufitie der Refolutie van den 25 Maart 1651 te veritaen foude fyn privative van Steden Item in Staat hebbende ; een evidentbewysis daer van, dat den Politiquen Regter binnen de Stad Steenbergen,gelegen in de Provincie vanHolland,geen Item in Staat hebbende, van 't effect der voorgeallegeerde Refolutie van 1651 in alle fyne deelen heeft gejouisfeerd,gelyk daer van eene ample verclaringe in den jare ^669 by haer is gegeven;en in reguard van't voor val in queftie is decifoir de Refolutie van Haer F 3 Ed.  86 NALEZING van STUKKEN. Ed. Groot Mog. de Heeren Staten van Holland, van den 25 Febr- l678' waer by is verftaan, dat alle Infolvente Boedels privative fullen worden befiist by de Magiftraet, daar de Infolventie is gevallen; dat dienvolgende de Magiftraat aldaar fal ftellen Curateurs, ende Pre- en Concurrentie houden; dat mede in defe Landen geen Verbintenisfe van Erff offMeuble Goederen cunnen werden gepasfeert, ten fuiken effecfen, dat daar uit een reëel regt foude volgen , als voor de Wet der refpeftive gefitueerde Goederen; welk univerfeel gebruik in 't particulier ten reguard van defe Stad naderis geconfirmeert bv Keyzer Kaerle Ao. 1531.; fnlx niet te bedenken is, hoe de Crvgsrade binnen defe Stad can fuftineeren, de directie te willen hebben van een GeabandonneerdenBoedel,want de treckende Crediteuren gehouden fynde te geven fcabinale Quitancie, dat ingeval meerder gepriviligeerde en beter regt hebbende Crediteuren in toecomende figh comen op te doen, dat in fulcken geval de Penningen weder fal reftitueeren, daer voor verbindende desfelfs Goederen. Is verders abufivelyk by den Krygsrade voorf. geallegeert de gepretendeerde posfesfie, terwyl daer van contrarie Producten fouden cunnen werden voortgebracht, ge» ïyk mede abufivelyk is de allegatie , dat de gereclameerde Refolutien van Haer Ho. Mo. by fub en obreptie, en den Krygsrade ongehoirt, fouden fyn genomen, terwyl '•■ •• * ' - ■ " ' hy  tot de MI LIT. JURISD. &c. 87 by ledure van de Hooggemelte Refolutie Uw Ed. Mog. aanftonds het tegendeel fal blyken; waer mede wy wederfenden de Misfive van de gemelte Krygsrade aan Uw Ed. Mog. gefchreven , en na eene voorfpoedige Regeeringe toegewenscht te hebben, fullen blyven enz. {a) 's Bosch den 3 Febr. 1714. XXXVIII. EXTRACT uyt het Regifter der Refolutien van de Ho. Mo. Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Veneris den 23 Meert 1714 Ïs gehoort het Rapport van de Heeren van Broukhuyfen, en andere haere Ho. Mo. Gedep. tot de Militaire faeken hebbende ingevolge, ende tot voldoeninge van der felver Refolutie Commisforiael van 5, 16 en 32. Feb. jongstleden met en nevens eenige 1 an- (a) Op den 12 Febr. 1714 is vervolgens wegens dit geval door den Raad van State eene Mislive aan Haer Ho. Mo. gefchreven, te voren reeds in het Magazyn geinfereert//. Deel pag. 316. Waaromtrent zie oofc het III. D. p. 228. pasfim. F4  88. NALEZING van STUKKEN andere heeren Gecommitt. uyt den Raad van State Geexamineert de Misfiven, foo van de Magiftraet van 's Bosch, als'van den Crygsraad van het Garnifoen aldaer, over het different tusfchen gem. Magiftraet, en Crygsrade over de directie van geabandonneerden Boedel van Gerrit van Poelgeest, in fyn leven Major van het Regiment van Wasfenaer, ieder fuftinerende, de voorn, direétie aen hem competerende, en nog geexamineert hebbende de Misfive van Raad van State, van dato den isFeb. laastleden, houdende derfelver berigt, en ad vis op het voorf. Subjeft. Waar op gedelibereert zynde, is goedgevondenen verftaan dat de dire&ie van voorf. geabandoneerden Boedel fal worden gelaten aen den Crygsraad van bet Gu~ arnifoen van's Bosch, ende dat hier van kennisfe fal werden gegeven aen de Magiftraat en Crygsraad aldaer, om haer daer naer te reguleren, was geparapbeert]. G. Taets van Ameronge vt. onderftont Accordeert mett voorf. Regifter en was get. F. Fagel. XXXIX.  tot de MI LI f. JURISD. 89 XXXIX. MISSIVE van de Magiftraat van 's Bosch aan H. H. M., in dato 3 Febr. 1715. HOOG MOGENDE HEEREN! Ons is by refolutie van Haer Ed Mo. de Heeren Raden van Staten van den 13 Jan. 1714. toegefonden eèn gecircumftantieerde Misfive van den Krygsrade alhier guarnifoen houdende, over de directie van den geabandonneerden Boedel van Gerard van Poelgeest in fyn leven Majoor van 't Regiment van de Heer Gra^ye van Wasfenaer tusfchen Schepenen defer Stad enden gemelten Krygsrade in difpuut, volgens Copie hier neffens gaande van welk difpuut wy den 5 Jan. te vorens by Misfive aan Uw Ho. Mo. hadden kennis gegeven, tendeerende de gem. Refolutie van HaerEd. Mo., ten einde wy daer op fouden berigten, en want wy vermeenen de ingrediënten van de voorf. Misfive des Crygsrade feerabufieff te fyn, eensdeels om dat by ciare befcheyden foude connen werden aangetoontde aldaar geallegeerde posfesfie niet te wefen aan den Crygsrade, maar aan de fyde van de Schepenen defer Stadt, ten andereta dat de Refolutienvan Uw Ho. Mo. van tyd tot tyd op fulke gevallen genomen, niet by fUp. en obreptie, maar cum plena caufa; cognitione, en na verhoor van 't Gouvernement (yn genomen; dat ook ten derden Uw Ho5 F 5 Mo!  90 NALEZING van STUKKEN Mo. fullen fienuit deMisfive van gem. Crygs • rade, dat aldaar wierde gepofeert, dat de Refolutien van Uw Ho. Mo., in onfe vorige misfive geraelt, op defe en gelyke gevallen genomen, foude ftrecken tot groot ' nadeel van de refpe&ive Crygsraaden en Haar Ed_. Mog. de Heeren Raden van State,niet duifterlyk te kennen gevende, dat het geval in qucefti niet alleen concerneerde de refpeétive Crygsraden, maer ook Haer Ed. Mog. boven gemelt, fulx het ook ligtlyk te begrypen is, dat gemelte Haer Ed. Mo. op den 3. Febr. 1703. en 32. April 1706. fodanige interpretatien hebben gegeven van Steden ftem in Staet hebbende en Steden, die geen ftem hebben; en waarlyk foude het een harde faak fyn, om dat defe Stadt niet wert gehandelt ingevolge den 7. Art. der Capitulatie, waer by belooft is, dat Uw Ho. Mo. geen andere geregtigheid en Jurisdictie fullen plegen, als de vorige Hertogen hebben geexerceert: en gelykde Hoofdfteden vanBrabant werden getracteert, die niet alleen ftemmende fteden , maer medeleden der Provinciën fyn geweest, dat daar enboven nogh foodanige confiderable Hoofdftadt foude werden gepriveert van een Jurisdictie, die foo notoirlyk haer is competeerende; maer off en hoe verre de refolutien van Uw Ho. Mo. by Haer Ed. Mo. de Heeren Raden van State, defen aangaande, connen werden geinterpreteert, en dat ten fuiken effeéte , dat daar door de politique Reghter ongehoort foude indragt wer»  'tot de MILIT. JURISD. &c. werden toegebragt in hare notoire Jurisdictie, laten wy aen het wyfer oordeel van Uw Mo. Mo., in die hope fynde, dat Uw Ho. Mo. favorabel en jequitabel reguard nemende op de perentoire middelen hier en by onfe vorige Misfive geavanceert, ons fullen doen hebben het effed van Uw Ho. Mo. Relolutie , op het poinét van Jurisdictie tusfende politique en Militaire Regter, foo iteratieff genomen, en dienvolgende den Krygsrade binnen defe Stad ordonneeren, van de directie van den geabandonneerden Boedel van gemelte Majoor Poelgeest, niet alleen aft' te üen, en Schepenen defer Stad daer mede te laten gewerden, maer daer nevens gelaften fighpunaueel te reguleeren na de Refolutie van Uw Ho. Mo van den 25. Maert 1651. «1 opgevolgde confirmatoire Refolutien. 1 Waer mede enz.'sBoschden 3Febr. 171?- XL.  9% NALEZING van STUKKEN XL. MISSIVE van den Raad van State aan den Raad van Brabant, in dato 29 Getob. 1715» Edele, Erentfefle, Hooggeleerde, Wyfe, foorfienige Heeren! Die van den Krygsraad van hetGuarnifoen van 's Bosch nebben aan onsgefonden Copie van een mandament poenaal, door UEd. verleent den ri. dezer, aan den Procureur Generaalvan Brabant, tegen de Proceduren van preferentie en concurrentie, hangende voor de gemeltc Krygsraad, over de nagelaten elfeéten van wyle Gerard van Poelgeest, in fyn leven Sergeant Major ten dienffe defer Landen, en ver fogt onfe ordre. Waer op wy aan den Krygsraed gerefcribeert hebben, figin geene proceduren voor UEd. in te laten, maar voort te varen met de preferentie en concurrentie foootai andere redenen, die het niet nodig is, alhier optehalen als infonderheid meede, om dat de Magiftraat van 's Bosch fig mede geoppofeert hebbende tegen de voorf. proceduren, de faak rypelyk geëxamine«rt, en vervolgens de Refolutie, hiernevens gaande, (*~) daar op door haar Ho. Mo. genomen is: waar [ (*) Van den 23 Maart 1714. Zie hier voren bl. 87.  tot dis MILIT. JURISD. &c. 93 waarvan wy niet hebben willen afwezen, kennis aan UEd» te geven, met verfoek, van het voorf. mandament poenaal te willen intrekken, en geen verder belet toetebrengen aan de van ouds gerecipieerde Jurisdictie der Krygsraden in de Steden geen ftem in Staat hebbende Édele enz. in den Heage den»29. Octob. 1715. XLI. MISSIVE van den Krygsraad te Bergen op Zoom aan Hun Hoog Mog. van 21 July 1716. HOOG MOGENDE HEEREN! Ter obediëntie en tot voldoening van Uw. Ho. Mo. Refolutie van den 11. defer, houdende ordre, om te berigten op fekere memorie, door het officie Fifcaalvan den Raad en Leenhove van Braband aan Uw Ho. Mo. overgegeven, klagende dat den Krygraad defes Guarnifoens eene faake wegens de nalatenfchap van eenen Joachim Smids, in fyn leven Lieutenant in het Regement Cavallery van den Generael Major van Regteren, hadde aangematigd, waer van nogthans de directie foude competeren aan den Geregte defer Stad enz.; Waer op Uw. Ho. Mo. met alle onderdanig refpect geheven berigt en gedient te zyn, dat gem. Fiscaal fiig merkelyk abufeert, van dien boedel te comprehendecren onder in- fol-  $4 NALEZING van STUKKEN folvente off geabandonneerde Boedels, nademaal defelve daar voor nooit is verklaard, als fynde genoegfaam in bonis, en felfs by de erfgenamen ab inteftato al verfcheide penningen getrokken, en alle fchulden, die men heeft konnen weten, betaald, fynde alleen by den executeur van des overleden teilaments, uyt oorfake, dat desfelfs erfgenamen in en omtrent Havelberg in het mark Brandenburgh, en fulks buiten defe Landen, fyn wonende, en om eenmaal fecuuf daer van af te wefen, aan den Krygsraad verzoek gedaan, dat alle die geenen, die vermeynden tot de voorf. nalatenfchapgeregtigdte wefen, of eenige pretenfien daar op fuftineerden te hebben, omalfoniemand te verongelyken, fouden worden gedagvaart, ten einde omme haar voor den 20. July 1716. met behoorlyke atteftatie ter audiëntie Militair te komen aangeven, op poene van verftek, en baar geinterponeert te worden een eeuwig Jlilfwygen, enfilentium, gelyk dan daar op vier proclamatien van 14 tot 14 dagen by trommelflag en affixie van billetten fyn gedaan, item den auditeur daar van ook kennisfe gegeven aan den Syndicus van het Dom Capittel tot Havelberg voorn, met verfoek, hy hetzelve wilde laten in* Animeren aan alle de genen, welke vermeinden erfgenamen te fyn, gclyk dan gedaan is, en bereids al eenige van jdefelven ten einde voorf. hier fyn gekomen, fo dat vertrouwd werd, daar in gehouden te fyn een regtmatige en onpartydige procedure :  tot db MILIT. JURISD. &c. 05 Nu gelieven Uw Ho. Mo. te fien, hoe verre dat dit vèrfcheelt van een infolventen of geabandonneerden boedel daar nog preferentie nog concurrentie wegens crediteuren te pas komt; ende of het al eens een in folvente of geabandonneerde boedel was, fo is de Krygsraad (onder reverentie} geheel van gedagten en verfekert, dat daaromtrent directie niemand competeert, dan den voorn. Krygsraad, en by vervolg in appel aan de Ed. Mog. Heeren Raden van State, als opperregters der Militaire perfonen en hare goederen concernerenda, in welke vrye posfesfie , buiten alle geheugenisfe van tyd, de Krygsraden in de Steden , onder de Generaliteit reforteerende , fyn geweest; daar en boven gelieven Uw Ho. Mo. eens in confideratie te nemen, dat het foude ftrecken tot ruine van de Mi- . litie, wanneer hare faken voor een politiquen Regter fouden moeten ventileren, uit oorzake dat tot grote koften en langdurige tyd de procesfen , naar de trein en manier van procedeeren ter rolle, moeten werden uitgevoert, 't geene by haer onmooglyk kan worden gefuppediteert en afgewagt, en daar ter contrarie by den Militairen Regter kort en onvertogen Regt, ja dat byde policie jaren duurt, daar in twee ct drie weken word'aj'gedaan, buiten merkelyke koften; want gem. HaerEd. Mog. deHee. ren Raden van State, nog verder, tot faciliteringe van de Juftitie en wegneminge van alle abuyfen , foo in civiele als criraineele fa-  g6 . NALEZING van STUKKEN. faken, by derfelver Refob van dato 28 Juny i7ii* hebben verftaan, dat de Officieren niet fullen mogen trecken tot laften van partyen over hare adfiftentie in den Krygsrade, en befoignes, daar uit refulteerende, daar in tegendeel alles by de poiicie moet werden betaalt, ende belangende het verfoek van gem. Fiscaal, omme te hebben difpofitie op fyn ingegeven memorie tegens den Krygsraad van 's Bosch , ten reguarde van de nalatenfchap van Gerrit Baron van Poelgeest, en bygevolge ook in defe, ten einde het gem. Officie foude mogen weten* waar na het felve fig, tot maintien van Uw Ho. Mo. Refol., fal moeten reguleeren,foo vermeinen de ondergefchrevcne (onder reverente correctie) dat het voorn. Officie Fiscaal daar in genen deele te pasfe komt j devvyle de Auditeurs in de Guarnifoenen gehouden fyn, omtrent de Militie en in alle faken,daar aan dependeerende,Uw Ho.Mo.Regt en dat van gem. Haer Ed. Mog.de Heeren Raden van State, aan dewelke fy verantwoording moeten doen, te maintineeren endoen maintineren , foo vertrouwen wy, dat Uw Ho. Mo. alles overwogen hebbende, en confidereerende, dat den Militairen Regter fo wel van Uw Ho. Mo. als Souvcrainen van den Lande, getrouwe onderdanen en afhanklyk fyn, als wethouders in de Steden * geene bedenklykheid fullen maken , omme de refpeétive Krygsraden te laten in haar oude Posfesfie en Regt, en vervolgens den voorn. Fiscaal en alle anderen te ordonnee- ren  tot de MILIT. JURISD. &c. 07 ren,van de voorf Krygsraden in't toekomende niet alleen in defe, maer ook in alle andere faken ongemolefteert en ongeturbeert te laten , fo als Uw Ho, Mo. na derlelver gewone \vys en regtmatigheid lullen bevinden te behoren , 't geene de ondergefchreven feer onderdanig verfoeken ; waar mede wy vertrouwen aan Uw Ho. Mo. beveelen te hebben voldaan, en verbly ven enz. Bergen op Zoom den 2.1 July 1716. (was geparapheert) Doetinchem (en get.) L. van Sambeek, Aud. Mil. XLIL EXTRACT uyt het Regifter der Refolutien van de Ho. Mo. Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Sabbathi den 25 July 1716. Ontfangen een Misfivè van den Krygsraad van "t üuarnifoen van Bergen op Zoom, gefchreven aldaar den 21 defer, houdende, ingevolgen en tot voldoeninge van H. H. M. Refolutie van den 11 daar te voren, derfelver berigt op de Memorie van het Officie Fiscaal van den Rade en Leenho ve van Braband klagende, dat de voornoemde Krygsraad een faak wegens de nalatenfchap van Joaofaim Smits,in fyn leven Lieutenant in Nat. II. Deel. G 't  o8 NALEZING van STUKKEN. 't Regiment van den Generaal Major Baron vanRegteren,iig hadde aangeinatigd,waervan egter de directie competeeren foude aan den Geregte der voorn. Stad Bergen op ten Zoom. Waer op gedehbereert fynde, is goedgevonden en verfbten, dat Copye van de voorf. Misfive geftelt fal worden in handen van de Heeren Ham en andere H. H, M. Gedeputeerden tot de Militaire Saeken, om met en nevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad vanScate,en uit den Raad van Braband, by haer E. Felfs te nomineeren, te viiiteeren examineeren , en van alles alhier ter Vergaderinge rapport te doen. xuir. ADVIES van den Advocaat Fiscaal van Brabant W. van Erpecum op 't Subject van de Jurisdictie van de Krygsraden in Braband. in materie van gemeene Delicten- in dato 19 Sept. 1719. Aan den Ed. Rade van Braband. EDELE MOGENDE HEEREN 1 *Ü*ngevolgen van het Appointement van ja. defen Ed. Rade in dato den 5 Sept. defes jaars I7ip, fo is in handen van den Advocaat Fiscaal van defen Ed. Rade gefield eene Refolutie van Haar Ho. Mo. de Hee.  tot de MÏLIT. JURISD. Sec. c£ Heeren Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden van den 28 Auguft. 1719 beneffens Copie van zekere Misfive , aan H. Hö. Mo. gefchreven door den Prefident en andere Schepenen der Stad Breda op den 24 van de voorf. Maand Auguftus, welke Copie Misfive by de voorf. Refolutie van H. H, M. verftaan was, dat gefonden zoude worden aan UEd- Mog., om derfelver berigt daar op aan H. H. M. te laten toekomen; houdende de opgemelde Misfive en Refolutie, dat den Heer vanDuyvenvoirde in qualiteit als Drosfard en Schout der Stad en Baronnie van Breda voorn, aan gemelde Prefident en Schepenen op den 22 van de maand July voorleden hadde verthoont, dat op den 17 daar te voren Matth. Gregorius Stoot, Scherpregter der Voornoemde StadBreda, door N.Matthei, Cadet onder de Compagnie van den Capitein Holtman, Dirk Sent,Granadier in defel veCompagnie,en door Theodorus Emmerik, Cadet in de Compagnie van den Collonel de Bringues,alle drie in het Regiment van gem. Collonel Bringues, aldaar in Guarnifoen leggende, zeer moorddadig was gewond, foodanig dat defelve aanftonds daar aan was overleden, verfoekende, dewyl de voornoemde Perfonen waren gevlugt, haar decreet, om defelven daar over by ediifte te mogen indagen, en voorts tegens defelven crimi-neellyk teprocedeeren, hebbende ten dien' einde aan haar door desfelfs Stadhouder Pieter van Bernage doen verthonen de G a in-  ico NALEZING van STUKKEN ingenomene informatien, mitsgaders fekere Misfive van den opgem. Advocaat Fiscaal gefchreven, door ordre van UEd. Mog. in dato den 5 July 1719 , in fubftantie houdende, dat de Commandeurs met den Krygsraden in de Steden de Militaire Jurisdictie niet verder mogen gebruiken en extendeeren, ais over nalatigheid en overtredinge in Togten en Wagten, overgaan tot de Vyand, deferteeren van de Compagnien, overloop van de eene Compagnie in de andere fonder Paspoorten , mitsgaders over de excesfen en delicten , die de Soldaten onderlinge, of den een tegens den anderen fouden begaan, en dat verders over allefaken, het zy crimineel, of civiel, de Militaire Perfonen fyn apprehenfibel, convenibel, jufticiabel en executabel by den civilen off politicquen Regter; dat de gemelde Schepenen derhalven ook geene fwarigheid hadden gemaakt, om het voorn, decreet van indaginge te verleenen. Dat daar op den Raad van State by derfelver Refolutie van 12 Aug. 17ir> baar hadden aangefchreven,datzy Schepenen welgemelde Raad van Staten zouden hebben te informeeren van de redenen, die haar bewogen hadden tot het verleenen van dagvaardinge tegens Militaire Perfonen, daar by, alsmede by derfelver Refolutie van den 25 July 1719 aan den Generaal Major de Villegas op dat fubject gefonden, niet duyfter te kennen gevende, dat welgera. Raad van Stateoordeelde, de judicatuyre en indaginge van  tot de MILIT. JURISD. &c. ioi * van Militaire Perfonen in de Steden, onderde Generaliteyt reforteercnde, teCompeteeren aan de relpective Krygsraden, en niet aan den politicquen Regter, voornemens fynde alle nieuwigheden , daaromtrent ondernomen werdende, tegen te gaanenefficacieuslykte beletten. Dat wyders gemelde Schepenen over het point van jurisdictie niet gaarne fouden handelen tegens de Placaten van den Lande , of daaromtrent incurreeren de indignatie van een der beiden voornoemde Raden, verfoekende dat II. H. M. als Vaders, Wetgevers en Souverainen, derfelver (poedige Refolutie aan haar geliefden te laten toekomen , hoedanig fy zig voor jegenswoordig in het voorf. geval en voor het toekomende in diergelyke andere ge- • vallen fouden hebben te gedragen. En omme derhalven in de voorf. fake tot nakominge van UEd. Mog. opgemeite appointcment den Raad te dienen van fyne fchriftelyke cenüderatien en advys ; foo foude de opgemeite Advocaat Fiscaal in defelve fake, onder reverentc correctie, van advys fyn: Dat by de opgemeite Schepenen van Breda wel en te reghte geprocedeert is, als zy in het voorf. geval aan den Heere van Duyvenvoirde, in qualiteit als Drosfard en Schout derStad enBaronnie vanBreda,hebben verleend het voorn, decreet van indaginge;en dat het eene wenfchelyke faak voor de Juftitie fal wefen. foo wanneer Haar Ho. Mo. by defe occaüe nader foude gelieven te G 3 ver-  102 NALEZING van STUKKEN. verftaan, hoe verre de judicatuyre en indaginge van Militaire Perfonen, onder de jurisdictie van defen Ed.Rade in Braband, aan. de refpectiveKrygsraden of aan den politiquen of civilen Regter is competeerende De redenen, Ed. Mog. Heeren, waaromme de gem. Advocaat Fiscaal,, cnder reverentie, van gedagten is, dat door Schepenen van Breda in het voorf. geval wel en te reghte is verleend het voorf. decreet van indaginge, beftaan hierinne :Eerftelyk,dat in het felve geval buiten alle conteftatie is, dat de opgem. Moord door de voorn, drie Soldaten aan den Scherpregter Matthaeus Gregorius Stoot, die geen Soldaat was, gepleegd, niet en is een delict um Militare, maar een commune deliéhun, Sande in decif. Frif. Lib. i. Th. i def.^en uytwyfende luiks onder anderen feer uitdruklyk de Refolutie genomen by de gefamentlyke Bondgenoten , op de grote Saai alhier in den Hage op den 05 Maart 1651, alwaar gefpecificeert wordende al het geene tot de Militaire Jurisdictie is behorende, niet gewaagd word van een Mandag , door een Soldaat aan iemand, die geen Soldaat is, gepleegd, maar alleen gemeld worden defe navolgende faken : alsnamelyk nalatigheid en overtredingen in togten en vaagt en , overgaan aan den Fyand, defer tien van de Compagnien, overloop van de eene Compagnie tot de andere fonder Paspoort,mitsgadersexcesfen endeli&en, aie de Soldaten onderlinge, of den een tegens den, anderen fullen komen te begaan, en Nota vorders niet. " '•' Waar  tot de MILIT. JURISD. &c. 103 Waar by komt in de tweede plaats, dat gelyk het wel regtens is, quod milites ratione delictt, qued militiam concernit , apud magilirum militum Punt conveniendi; Carpzov. in Praxi crim. Part. 3 qucefl. 10 num. 79. L. 6. Cod. de Jurisd. onmn. jud. & Sande in decif. Frif loc fupra cit., het felve regt ook dicteert, quod miles, ft quid gravius admiferit, in ea Provincia, in qua repertus est, ibi poena plecli debeat, ubifacinus est admisfum, L. 3. in pr> D. de re Milit., en gelyk gefegt word in L ul. D. de accufat. alterius Provincia reus a pud eos accufatus & dsmnatus,apud quoscrimen contraclum ojlenditur, quodetiam in militibus esfe ebfervandum. eptimi Principes noftri generaliter refcripferunt\ en dat tegens het voorf. regt aan, door H. H. M. aan de Krygsraden in de GeunieerdeProvincien nergens is gegeven de magt en faculteyt,omSoldaten voor haar te regt te ftellen^ die geen Militair, maar een gemeen deiiét hadden begaan. Dat wyders fyne Majelteyt van GrootBrittannien Hoogloff. Memorie, 't geene alhier voor een derde reden van het voorf. geadvifeerde bygebragt word, ten uiterften kundig van al het geen de difcipline Militair was concerneerende, tot een nadre preuve, dat de Krygsraden het regt hier te Lande van H. H. M. nooit gehad hebben, om over Militairen, die een gemeen delict begaan hebben, te oordeelen, wel van die gedagten is geweest. Dat als een Soldaat een gemeen delicl: hadde gecommitteerd, defelve daar over by Preventie fo wel voor den G 4 Mi-  194 NALEZING van STUKKEN Militairen , als voor den ordinaris Regeer, behoorde geoordeelt te kunnen worden, gelyk daar van blyken kan uit een brief, door Hoogstgedagte fyne Maj. in den Jare 1Ó75 aan de Heeren Staten der Provincie van . Utrecht gefchreven , dewelke ' geallegeerd word by den Heer Poet ad Tit. ff de judic. n. 104. maar dat felfs niet komt te eonfteeren, dat fodanig een Preventie in het voorf. geval by eenige Wet, of Refolutie van den Souverain foude fyn geaccordeert en toegedaan. Dat in de vierde plaats uit de voorf. ge allegeerde pasfage van Sande in fyne Decifö* eti , en uit Groenewe%. ad L. 6. C. 'de jurisd. omn jud. wel te iien is , dat in den jare 1633. door het Hof van Friesland, en in den jare 1640 door het Hof van Holland is verftaan, dat in twee gevallen, daar een Militair een gemeen delift hadde begaan, Preventie plaatfe behoorde te hebben; maar dat, als wanneer gereflecteerd werd op het gene rakende de gemeene Delicten, door Militairen gepleegd, te meermalen by H. H- M. gerefolveert is, als dan fal bevonden, worden , dat als Militairen een gemeen delict hadden begaan , en dat die faken gebragt wierden ter kennisfe van H. H. M. de Heeren Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden, in fulke gevallen iterativelyk , en felfs in feer ampele en generale termen is gerefolveert en verftaan,' dat de ppliticqueRegters waren de competenteRegters van ajle Militairs Perfonen in materie van dekSien, dis nut  tot de MILÏT. JURISD. 105 niet Militair zyfr,ge\y k daar van onder anderen is eene notable Refolutie van H. H. M. in dato 17 Jan. 1674, genomen op "t fubjeft, dat eenige Soldaten binnen 's Hertogenbosch aan Martinus Ackersdyck, Stadhouder van den Hoogfchout van de Stad en Meyerye van 's Hertogenbosch, in het ftoren van een Pausgezinde Vergadcringe of Conventicul, hadden gedaan eene fcitelyke reiiitentie, in welke voorf. Refolutie nog gemeld word van eene voorgaande Refolutie ' van H- H. M. van den '22 April 1670, op diergelyk fubjeét genomen, en gelyk op dat refpeét mede klaar fpreekt eene andere Refolutie van de Heeren Staten Generaal der iVereenigde Nederlanden van dato den 26 Febr. 1640, by dewelke verftaan is, dat twee Soldaten van het Guarnifoen tot Roermende, onder drie of vier perfonen geweld en huysbraak hebbende gedaan in 1'eker huys tot Diefen, en in het felve huis diefital hebbende gepleegd, daar over fy geapprehendeert waren, en Hoogfchout der Stede 's Hertogenbosch de voorf. delinquenten en gevangenen foude te regt ftellen voor den politiquen Regter , fuïks en daar het behoord , en jegens defelven te famen, en in het byzonder, proccdeeren en doen procedeeren, ende defelve vervolgens doen itraffen. "Kunnende voor een vyfde reden , tot confirmatie van h et voorf geadvifeerde,. mede genoteerd worden den inhoud van de Refolutie op den 25 Maart 1651. by de gefa. G 5 ment-  ïo6 NALEZING van STUKKEN. mentlyke Bondgenoten op de grote Saaie in den Hage genomen , dewelke hier voren aangehaalt is, om aan te tonen , welke faken tot de Militaire Jurisdictie zyn gehorende of niet, en in defe termen is leggende: dat de Commandeurs, met üe Krygsraden in de voormsm.ie Steden, de Militaire Jurisdictie niet verder Julkn moget&gebruiken, nog extendeeren , als over nalatigheid en overtredinge in togten en wagten , overgaan aan den Vyand, defertkn van de Compugnien, overloop van de eene Compagnie in de andere fond.'r Paspoort, miisgiiders over de excesfen en deli&en, die. de Soldaten onderlinge of den eene tegens den andere fullen komen te begaan, en vorder niet; invoegen, dat over alle andere faken, fy fyn dan crimineel of civiel, de Militaire Perfonen epprebenfibel, convenibel ,jufticiabelen executabel fullen fyn by den civilen of politicquen Regter; En daar bv wyders gevoegd werden, dat als gereflecteerd werd op de vooraangehaalde Refolutien van Haar Ho. Mo. en byfonderlyk op de voorf Refolutie van 17 jan. 1674., daar uit niet fonder fundament mag werden geconcludeert, dat de voorgemelde Refolutie van 25 Maart 1651 fprekende van Steden, of, gelyk daarin ftaat, van de voorn, of voorgemelde Steden, generaal fonder onderfcheid van eenige Steden in de Geünieerde Provinciën moet verftaan worden , en dat vervolgens de voorf. Refolutie, gelyk op dit refpect het begrip is van Haer Ed. Mog. de Heeren Raden van State der Vereenigde Nederlanden, niet alleen moet  tot de MILIT. JURISD. &c 107 moet oogevat worden te inreken van Steden ftem in Staat hebbende, dewyle immers de Steden in Braband geene ftem in Staat hebben en dat H. H. M. nogtans by hare opoèmelde Refolutien, genomen by occafie van gevallen, binnen »s Bosch gebeurd en foechial by de voorf. Refolutie van den 17 Tan. ió74, pofterieur aan de gemelde Refolutie van den 25 Maart 1651 , fo duydelvk en in 't generaal hebben verklaard, dat de politicque Regters zyn Regtersvan alle Militaire Perfomn in materie van delt&en, die Met Militair zyn . , Behalven dat als de woorden m de voorn, of voorgem. Steden geinflueert inde voorf Refolutie van den *5 Maatt j6g ftriftelvk op het geene m antecedentibus ge fgd was", foude moeten geapphceert worden, dandoordefdvet^of««rg««/& Steden alleen fouden moeten verftaan worden Ar Steden daar te voren van geipcoken was het" eene H. H. M. bevinden za len rweftn S Pemmende Steden indeProv^ae van Gelderland , en mitsdien met feclulie van alle andere, het zy ftemmendeoi geen ftemmende Steden, in de Geünieerde^ vincien, waar inne de Krygsrade".vervol gen eene ampelder en breder JuiisdiOie fouden mogen exerceerenj, als in de voort. Sutie ftaat uitgedrukt 't geene. onder reverentie vermeynd werd de Wf* ™ de gefamentlyke bondgenoten■ geweest te zyn, en het welks met io veel t. leer redenen mag gemeent woiden, als; uit de  io8 NALEZING van STUKKEN voorf. pofterieure Refolutien van H. H. M. komt te blyken van wat gedagten H. H. M. omtrent de Jurisditie van de Krygsraden in pofterieure voorvallende faken geweest zyn. Waer mede fo vertrouwd word, geallegeerd zynde, het geene ter materie diend, om aan te tonen, dat door Schepenen van Breda wel en te regt is verleend het opgem. decreet van indaginge, fo fpreekt het nu wyders van felve, dat het eene wenfchelyke fake voor de Juftitie fal wefen, fo wanneer H. H. M. by defe .occafie nader fouden gelieven te verftaan, hoe verrede Judicatuyre en indaginge van Militaire Perfonen in de Steden, resforterende onder de Jurisdiétie . van defen Ed. Rade, aan de refpective Krygsraden of aan den politicquen of civilen Regter is competeerende, niet alleen, om dat als fodanige zaken queftieus worden , de Juftitie daar door in haar loop belemmerd word, ende misdadigers niet naar behoren konnen vervolgt worden ; nemaar mede om dat deKrygsraden fig onder het resfort van defen Ed Rade in Braband, onaangefien de boven geallegecrde redenenen Refolutien, van tyd tot tyd in allerly zaken hebben getragt eene Jurisdictie aan te matigen, die fig meerder extendeerde, als aan haar uitgegeven was, in io verre felfs, dat by Refolutie van H. H. M. van dato den 21 Jan, 1/04!. gedeclareert, goedgevonden en verftaan is: dat nadem&al by experientie bevonden wierd, dat zelfs veelc civile faken, tot ae ordinaris Juftitie \ fpec-  tot de MI LIT. JURISD. 109 fpe&eerende, door abuis of oogluykinge van den ordinaris Regter van defelve wierden afgetrokken , en gebragt aan ütn Krygsraad, alle civile faken, waar in de Ingejetenen defer Landen fyn Maert daar aan volgende, en de Gage daer voor ingehouden wordende, als mede het Mon« tant van de Cooppenningen van het verkofte Paerd insgelyks befteed worden tot betaelinge van het nieuwe aengekofte Paerd, H 3 voorts  118 NALEZING van STUKKEN; voorts het geene daer aen nog mogte ontbreeken op rekeninge tot lafte van den Ruyter gefteld worden, foo noghtans, dat wanneer immediaet voor de 3 Maendtlyke Lyst van den 1 April een Paerd moghte komen te fterven , fodane manquerende Paerd in dat voorf. geval voor den 1 July daar aen volgende fal moeten geremplaceert fyn, en fulx alles by poene in Haer Ed. Mog. Refolutie van den 3 Mey 1738 geftatueert, en fal Extraét van defe Refolutie gefonden werden aan den Colonel von Keppel, ten einde fyn onderhebbend Regiment fig daer nae fai hebben te reguleeren. Pro vero Extraólu. D. V. RUYVEN. XLIï. EXTRACT uyt de Refolutien van de Edele Mogende Heeren Raeden van Staate der Vereenighde Nederlanden. Donderdag den 31 Maert 1740. Ïs gehoort het Rapport van de Heeren van den Broek, Bodel Thefourier Ge* nerael de La Basfecour en Secretaris van der Hoop,  tot de MILIT. JURISD. &c. 119 Hoop , hebbende ingevolge van haar Edele Mog. Refolutie van den 11 defer geëxamineert een Misfive van den Prins van Holfteyn Generaal van d' Infanterye en Gouverneur van 's Hertogenbosch, gefchreeven aldaer den 8 daer te vooren , ho udende fyne Confidentie op wat weyfe foude kunnen worden voorgekomen de excesfen en moetwilligheeden, die voornaementlylc den Platte Landen door de Sbldaeten met verloff uyt haer Guarnifoen fig abfenteerende werden begaen. Waer op Gedelibereert zynde is goedgevondenen verftaen, dat in de Pasfen, welke aen de Soldaaten werden gegeeven, om fig eenigen tyd uyt haeren Guarniloenen te begeeven, voortaen fal moeten werden uytgedrukt; [de naam van de Stad of Dorp, waer nae toe den felven voorneemens is fig te begeeven; ten anderen dat van nu voortaan de Soldaaten met verloff fig abfenteerende van haareRegementen, gehouden fullen fyn by haer aenkomst in de Dorpen of andere Plaetfen ten Platte Lande over te {reeven haere Pasfen in handen van den Drosfaerd, .of Schout, die gehouden fal fvn de voorfchreeve Pas van den Soldaatby fyn aenkomst over te neemen, en aen den felven by fyn vertreck de pas aanftons|teReftituééren ,[fonder daer voor ietwes hoegenaamt te genieten, en fal Extrad van defe Refolutie werden gefonden aan de Hoog enLage Schout der Stad en Meierye van 's Hertogenbosch , aan den Drosfaerd der Stad en Baronnye van Breda en H 4 de  lao NALEZING van STUKKEN de RefpeéKve Drosfaarden van het Marquifaet van Bergen op Soom, met Last om defe Refolutie te doen publiceeren daar fulx noodig en gebruikelyk is; en fal gelyk Extrad van deefe Refolutie worden gefonden aen de Refpe&ive Colonellen vandeCavallerye,Dragonders en Infanterye van den Staet als meede aen de Gouverneurs Commandeurs, mitsgaeders aen de Auditeurs Militairs, foo in de Steeden van de Bariere, als inde Frontieren,om te ftrekken tot naerightinge, en fig daer nae te reguleeren, met recommandatie aen de voorn. Gouverneurs, Commandeurs. Collonellen en Auditeurs Militair, om op de informatien, welke door de RefpeftiveDrosfaarden enSchouten, haar fullen werden toegefonden wegen de Miscomportementen der Verloffgangers behoorïeyk reflectie te maeken. Was geparapheert J. A. CRAP, ut. Qnderftond Accordeert metiiet Regifter. En getekent A. van der HOOP;  tot de MILIT. JURISD. &c iai L. EXTRACT uyt de Refolutien van de Ed. Mog. Heeren Raaden van Staate der Vereenigde Nederlanden. Dingsdag den 7 Maert 1741. Is gehoort het Rapport van de Heeren Vereist, Thefourier Generael de La Basfecour, en Secretaris van der Hoop, de Heer van Pallant |haer Meedecommisfaris abfent zynde, hebbende ingevolge van haer Edele Mogende Refolutie van den 28 der gepasfeerde maend February, geëxamineert een Memorie van Willem Moujits Grave van Nasfouw, Lieutenant Generael van de Cavallerye, houdende in fubftantie, dat in het gepasfeerde jaer 1740 tot Zwol een Ruyter van net Regement van wylen den Lieutenant Generael van Nasfouw la Lek geftraft is geworden niet defpitsroeden, door een gecombineerde Parade van Ruyters en Soldaten, dat het felve ftrydig is met het oude gebruyk en niet anders kan verwekken dan twist, tweedragt, en verbittering onder de Militie; dat dit ook foo fchyndt begrepen te fyn met relatie tot de Dragonders, als zynde by R.efolutie van haer Ed. Mog. van den 27 Juny 1716 verftaan, da; de Dragonders fullen worden geftraft met de fpitsroeden door Dragonders alleen, ennic H 5  122 NALEZING van STUKKEN. door haer en de Infanterye gefamentlyk; en dewyl de Cavallerye veel minder betrecking heeft opde Infanterye, alsdeDragonders, hy Lieutenant Generael vermeent dat de gemelde wyfe van ftraffoeffening ook foo veel te minder kan plaats hebben onder de Ruyterye, geevende in bedenking, of niet haer Ed. Mog. foude gelieven vast teftellen en te ordonneeren dat voortaan geen Ruyters fullen geftraft werden dan door Ruy ters alleen. Waer op Gedelibereert zynde is goedgevonden en verftaan, dat Ruy ters gecondemneert werdende omteloopen, doordeSteegriemen, de executie fal gedaen worden door de Ruyters alleen, en niet door haar en door de Infanterye gefamentlyk, het welk van geiyke fal geobferveert werden onder de Infanterye. En fal Extract van deefe Refolutie werden gegeeven aen den Prins van Hesfen, Generael van de Cavallerye en aen den Prins van HolfteynBeek, van Pallant enColyear, Genetaels van de Infanterye, om te ftrecken tot haer naerighte, als mede aen de Refpec • tive Gouverneurs en Commandeurs van de Steeden in de Barrière en Frontieren van den Staat, om fig daer naer te reguleeren. Was geparapheert A. van der DUYN, ut. Onderftond Accordeert met het Regifter. En geteekent A, van der HOOP. I r,  tot de MILIT. JURISD. &c. 123 LI. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Borgemeefteren en Vroedfehap der Stad Zutphen. Jovis den 29 Auguftus 174S. *tT\e Heer Schiramelpeuninck van der j^j) Oye, beeft ter Vergadering bekend, dat op gifteren avond by zyn Ed. nog het Parool gevraagt, nog ook de Raportcedul gebragt'was, dat zyn Ed. in ervaring was gekomen, dat zulks beyde ware gefchied aan de H. H. Gecomiteerdens uyt den Raad van Staten tot het vifiteeren der Magazynen hun alhier bevindende, weshalven zyn Ed. hier omtrent was verzoekende de nodige voorzieninge. Waar op gedelibereerd zynde hebben Hun Ed. en Agtb- goetgevonden,vooreerstin den Raad t'ontbieden den Adjudant van het Guarnifoen, dewelke dan daar over gehoort zynde, heeft verklaart, dat het voorgemelde door de Commandant van het Guarnifoen op gifteren avond de Heeren van den Raad hebbende opgewagt civiliteytshalve was gefchied. En is daar op vervolgens gem. Adjudant geordonneert , om nu nog op heeden het Parool op nieuw by den Heer Schimmelpenninck te gaan vragen, voorts de Capitain van  1*4 NALEZING van STUKKEN van de Hoofdwagt aan te zeggen, om de Raportceduls aan niemand dan aan de Heer Schimmelpennink als oudite Heer uyt de Magiftraat als na gewoonte toe te zenden. En eyndelyk om dien onvermindert wyders aan den Commandant van't Guarnifoen aan te > zeggen, van op morgen ten tien uuren in den Raad te willen komen. LII. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Borgemeelteren en Vroedfchap der Stad Zutphen. Veneris den 30 May 1749. De Heer Burgemeefter Schimmelpenninck van der Oye heeft ter Vergaderinge voortgebragt, hoe dat de Ondermajor van der Wal even voor de Vcrgaderinge zyn Edele hadde gezegd; Dat nu voordaan het Parool door den Commandeur zoude worden uytgegeeven,gelykfulksreeds dezen morgen gelchied was. Waar op gedelibereerd zynde, hebben Haar Ed. en Achtb. goetgevonden door den Ondermajor aan den Commandeur van Lintelo te laaten vragen , dat Haar Ed. en Achtb. wel wenschten te weeten , op wat voet en wiens ordres hy Commandeur het Parool hadde uytgegeeven, waar op een wey-  tOT "DE MILIT. JURISD. &c. 135 weynig daar na namens den Heer van Lintelo gerapporteert is, dat fulks gedaan hadde als Commandeur, doordien fulks in alle de Steeden alwaar Staten Guarnifoen lag gebruykelyk was. Waar op door den Ondermajor Haer Ed.en Achtb. aan hem Commandeur hadden laten antwoorden, dat Haar Ed. en Achtb. in die verwagtinge waren, dat de Heer van Lintelo daar in geen veranderinge foude willen maken, al/o het geeven van Parool nooyt alhier door den Commandeur gefchied ivas. En is wyders goetgevonden dat Vergaderinge van de Magiftraat, tegens morgen vroeg om tien uuren op den Scheepens Eed zal worden belegd, om op 't gunt voorf. nader te delibereeren. Zullende ondertusfchen daar over een Brief aan Z. Hoogheid worden opgeileld. lui. MISSIVE van de Magiftraat der Stad Zutphen aan Z. H. over 't geven van 't Parool en bewaren der Sleutels. Doorlugtigen Furst! < Genadigen Heere Erfftadhouder ! Moe zeer wy ook hebben voorgenomen gehad, Uwe H. in deze tyds omftandigheden, voor zo veel ons aangaat, te laven buyten interruptie, en met voorbrengen  126 NALEZING van STUKKEN. gen van affaires niet moeylyk te vallen, zo worden wy nogthans onwillens daartoe genootzaakt, door het geen ons van wegens den Generaal Majoor van Lintelo, oplaast. leden Vrydag, den 30 des gepasfeerden nraands Mey, is ontmoet en voorgekomen, hier in beftaande. Dat zyn Ed. als doen, zyne van Uwe H. fub dato den 6 Feb. dezes Jaars verkregene Acte of Commisfie als Commandeur dezer Stad, door den Onder Majoor aan ons in den Raad hebbende doen vertoonen. Wy ter dieroccafie wierden geinformeert, datzynEd.heeft kunnen goedvinden,bereyds dien Morgen zelfs, zonder eenige prealabele Communicatie of Advertentie, het parool uit te geeven t gelyk dan ook nader hand ter zelveredage, van voor het Huis van den oudften Burgemeefter Schimmelpinnink van der Oye , als 't Gouvernement in name van de Magiftraat vertredende, den aldaar ftaande Schildwagt, metremotie van het Schilderhuis, te laten intrekken. Waar op dan het na zig nemen, en bewaren der Sleutels dezer Stads Poorten en wat dies meer is gevolgt. Gelyk wy als nu minst esfentieel ConfL dereerende, de voorf. wyze van vertoninge der Commisfie (zo dog voor dezen door de Commandeurs in perfoon plagt te gefchieden, ook wel met aflegginge te gelyk van des Commandeurs Eedtt, van oudsdaar toe ftaande) daarom niet gehefiteerd hebben zyn Ed. Perfoon voor aangenaam te ver-  tot de MILIT. JURISD. &c. 127 verklaren , en in die qualiteyt te er* kennen. Als zullen wy ons ook abftineren,by deezen daarop eenige verdere reflexien te maken, maar liever 't zelve pasfeeren,'t geen zig egter zo wel niet laat doen omtrent het poinét,, „ vanden Eedt, als wezende van vrywezent\, lyker belang voor de Securiteyt van de „ Stadt, voor ons, en alle Ingezetenen van dien, hoewelziilksom redenenkortheydt halven, zonder verdere uitbrydinge, aan't hoogwyfe discernement. en goedvinden van Uwe Doorl. Hoogh. zullen laten daargeftelt. En alleenlyk maar de vryheid nemen,van voor te dragen het ftuk, waarop het thans principalyk aankomt zynde het geeven van Parool en bewaaren der Sleutels. Een zaak van zo veel importantie, en waar toe wy van oude tyden of zyn beregtigt, datwy, ontdekkende, daar in te zullen worden* geturbeerd, niet hebben vermogen ftille te zitten, nogte het zelve als ongemerkt kunnen laten voorbygaan. 't Was dan om die redenen, dat wy terftond den Commandeur, in wiens aéte, wy niet ter waereld hadden gevonden , 't geen hem tot ietwes vorders, dan vorige Commandeurs hebben gehad, ofte geëxerceert, kwam te magtigen , lieten verfoeken ons te willen informeren, op wat fundament of fpeciale ordre zulks kwame te doen. Waar op, zonder eenige demonftratie, door dezelfde onder Majoor ons niet anders tot  1*8 NALEZING van STUKKEN tot antwoord liet toekomen, dan dat zulké gebruikelyk was, in alle plaatfen alwaer Staten Guarnizoen was liggende. Gelyk wy nu als door den Schepens Eedt tot voorftand onzer Stads Rechten en Privilegiën wezende verbonden, en deswegens voor onze Burgeren en Ingezetenen, ook voor de Pofteriteyt refponfabel, hier op niet hebben kunnen acquiesceren,zozyn wy onvermydelyk geobhgeert geworden, dezen aangaande onze refpeclueufe Remonftrantien aan Uwe Doorl. Hoogheid te doen, en 't nodige redres daar omtrent te verzoeken. Wy betuigen Doorl. Hooggeb. Furst, dat het zo verre daar van daan is, dat wy dezen door Uwe Hoogheid aangefteldcn Commandeur, t'eeniger tyd, of in eeniger maaten, zouden zoeken te contrecarreren, ofte hem de minfte ftremminge in de exercU tie fyn er functie toe te brengen, veel min: daar omtrent ietwes ondernemen, 't geen aan Uwe Doorl. Hoogheid zou konnen onaangenaam voorkomen, dat wy integendeel, vaardig, en ten vollen bereyd geweest zyn, enj ons al nog vaardig en genegen vinden, met denzelven, dien wy hadden gewenscht, dat daar toe by het aanvaerden zyner Bedieninge, meer occufie hadden gelieven te fourneren, te leeven in alle harmonie, en onderhoud van goede Correfpondentie, ten eenemaal nootzake* lyk, zo wel voor den Militairen, als voor den Burgeren en Ingezetenen, onderling in eene Stad moetende verkeeren. Cc-  TÓT DE MILIT. jÜRISD. Sec. 120 Gelyk wy niet minder zo veel in ons is, altoos de hand zullen houden, aan "t geert van wegens Uwe Doorl. Hoogh.,tot dienst en welwezen van Land en Stad, zal worden geordonneert. Edog leven wy daar eh teegens ook in die hoope dat het Uwe Hoogh. zal behagen niet toe te laten, 't geen tot krenkinge der Voorregten, waar van deze Stad van ouds af in posfesfie is, en tot welker confervatie , op alle mogelyke wyzen, wy ons vinden geadftringeert, zoude kunnen ftrekken. Dat dien ten gevolge Uvve Hoogh. verhopentlyk met ons zal gelieven te begrypen, dat het generale argument of reeden, by den Commandeur genomen , uit een gebruik zo in alle plaetfcn, alwaar Staten Garnizoen ligt, zou vigeeren , niet altoos, ofte in alle opzigten, dus ook nietin het fubiede cas, op de Stad Zutpheïi applicatie kan vinden. . Wanneer maar alleen word aangemerkt, dat dezelve is de Hooftftad eener Graaffchap, na haer den naam dragende, welke voor dezen op zig zeiven is geweest, eene van de 17 Vereenigde en Integrerende Provintien, hoewel zig naderhand by on~ trekkinge van Onder het Spaanfche Juk en nadere Unie van agt Provintien, vrywillig heeft gevoegt by die van 't Hertogdom. Gelre, en daarmede als tot eene Provintie is gecombineerd. Nal. II. Dteh I Dat  I3o NALEZING van STUKKEN. Dat het vooren gezeyde van den Commandeur Lintelo , kan en mag plaats hebben, niet alleen in Steeden van de Generaliteyt, maar ook wel in anderen, welke van zulken Voorregt ofte Posfesfie met gauderen maar geenzints in deze Stad, welks van cudè tyden af is geweest in dat regt van het geven van Parool en beweren der Sleutelen, zonder dat ons is voorgekomen, zulks ooyt door Militaire Commandeurs te zyn betwist. Vermeenende wy veel eer uyt oude ^ aantekeningen, voor zo veel die in de kortheyd des tyds, hebben kunnen nazien, te mogen opmaken, dat wy by dit Regt zyn verbleeven, cok zelfs in tyden, dat'er Militaire Gouverneurs, binnen deze Stad zyn geweest, en gefungeert hebben, het geene by onze Voorzaaten altoos zorgvuldig is behartigt en geconferveerd geworden. Immers is ons niet gebleeken, dat 'er voor den Jaare 1607 daaromtrent eenige bedenkingen gevallen, nog oppofitie gemaakt is, als wanneer allereerst, den Heer van Dorth, als by den doenmaligen Heer Stadholder Prince Maurits Hoogl. Mem. aangeftelden Gouverneur,zig willende aanmatigen, 't geven van 't woord, en bewaren der Sleutelen, fchoon NB. maar voor de helfte , onfe Voorfaaten hun tot defenfie van Stads Praerogatyf in dezen met alle magt daar tegens hebben aangekant, deswegens, zo aan Hooggemelde Heere Stadholder als aan de Heeren Staaten Ge-  tot db MILIT. JÜRISD. &c. 13 ï Generaal en anderen gefchreven , en van hun recht, voorts conftante ufance, en oude gebruik van dien gedoceert. Dat of wel, om eyndelyk wegens den bekommerlyke toeftand , waar in dezo Stad en Graaffchap was gefteld, gelyk uit de Hittenen van die tyd bly kt, een afkomst dezer discrepantien te hebben, en het Gemeene Land daar by niet te pericliteeren , die zelve by een provifioneel accbord van den 22 Febr. des gez. Jaars 1607 door mediatie van Haar Hoog Mogende, en met góed vinden van Hooggedagte Heer Stadhouder Zyn vereffent, gelyk wy de eer hebben Copy Authentiecq van dien hier by in te fluiten. i Zo zyn dog ('t geene ten deele uyt d'eygen bewoordingen van 't accommodemertt felve , ten deele uyt die ter dezer occafie gefchreven en gewisfeldeBrievenen Stukken of andere aantekeningen, te lang om te allegeeren, men gezwyge te produceeren, zig hervoor doet) in dezen zeer notabel de' volgende poincten: 1. Dat dit differend over het geven vari 't woord, en bewaren der Sleutelen heeft geverfeert, niet met een, Commandeur, gelyk als nu, maar met een Gouverneur. 2. Dat het zelve word gezegt, als toen eerst te zyn gerezen, gelyk 't waarlykdoor dé voorn. Heer van Dorth eerflelyk is gemoveert, fonder dat blykt 's Magiftraats regr,in dezenjooyt te voren in difpuyt getrokken te' zyn ge weet t. 3. Dat by de Magiftraat is geamplecteerd, 1 2 tot  i3* NALEZING van STUKKEN. tot preventie van alle nadeel, omtrend den dienst en welftaad van den Staat, van den Lande in 't generaal en van de Graafïchap Zutphen 5n het particulier, tenblyke van de toenmalige perplexe fituatie van zaken in, en om welke men defer zyds wel wat toegevende heeft moeten zyn. 4. Dat daar by evenwel niet meer dan de helft der Sleutelen aan den Gouverneur is toegeftaan, dog de wederbelfte hy de Magiftraat gelaten. 5. „ Dat des niet te min alle de Sleutelen te famen des nagts hebben moeten wezen „ op het Stadhuis, overzulks gedurende ,, dien tyd, zynde die van de meefte bedenkelykheid , genoegzaam onder dc „ bewaringe van de Magiftraat verblyven. 6. Dat Stads Poorten , niet anders dan met goede Correfpondentie wederzyds, overzulks metconcurrentie, en medegoedvinden des Magiftraats, hebben mogen en moeten worden geopent en gefloten. 7. Dat wel fpeciaal by de Magiftraat vastgehouden , en het daar op ook ingewilligt is, dat by 's Gouverneurs abfentie de Sleutelen hy de Magiftraat zullen gebragt en bewaard en ook bet woord by die zelve zal gegeven worden, en zulks wel, 8. Met de nadrukkelyke byvoeging aldaar, van de woordjes, naar gebruik, welk niets anders zeggen, dan na den ouden gebruike, naar vorige Ufance, of diergelyke. 5>. En laaftelyk dat de Magiftraat dit ac- coord  tot de MIL1T. JURISD. &c. igg coord niet heeft willen ingaan, als onder expresfe a&e de non prajudicando, welk dan ■ ook. te gelyk daar by aan Haar word gegeven, en wel in deze iignilicante termen: „ Dat deze accommodatie is gefchied, „ onvermindert der Stad Zurphen Recht en „ Gerechtigheden , zonder dat dezelve „ accommodatie haar hiernamaals in eenigen manieren, in \t Gouvernement van dien „ zalmogen prajudiceren, ofte in confe„ quentie getrokken worden. Uyt weik laafte woorden notanter elucesfeert, dataan de Magiftraat dezer Stadeen Gouvernement geftendigt word. Boven al het welk, uytwyzens Stukken en Annotitien buiten gez. accoord gevonden , dog welker productie om de kortheyd word nagelaten, nog femarquabel is: Dat dit Accoord maar is geweest provifio* heet Dat het zyn grondflag heeft in degevaarlyke tydsomfimdigheyd, waar door de Magiftraat tot behoud harer Stad is worden gepermo* veert voor dat maal, iets te relacheeren. Gelyk wy dan ook niets anders vinden,dan dat die criticqiïe tyden gcpasfeeTtzynde.de Magiftraat wederom in het bezit van haar regt is getreden, en daar by verbleven. Dat het zdve accoord is gemaakt, met voorkennisfe en goedvinden van meergedagte Heer Stadhouder, zo als het zelve niet te min van stadswegen is gefchied met communicatie en aveuder gemeens lieden in name der geheele EüRGERv, ten blyke aan de I 3 eene  134 NALEZING van STUKKEN eene zyde, hoe fchoorvoetende dezelve daar van voor die tyd, maar in 't minfte heeft afgezien. Om alle welke, voorts andere gronden, motiven en blyken , wy van de hoge aequanimiteyt van Uwe Doorl. Hoogh. verzoeken en reeden hebben om eerbiedigst te mogen verwagten, dat het Uwe Hoogh. fcehage de Stad, byhaar voorf. gededuceerde aloude Recht en Pasfesjie, tot het bewaren der. Sleutelen en geeven van 't Parool te maintineren. Waar mede Boorlugtigften Furst! Genadigen Heer Erjjladhouder !, Wy God almagtig vieriglyk zullen bidden , dat hy Uwe Hoogh. dierbare Perfoon houde in zyn heylige Protectie. Gefchreven te Zutphen den 2 Juny 174.9. Uwe Doorl. Hoogh. Onderd. Dienaaren Burgermeefteren, Schepenen en Raad der Stad Zutphen. Ter Ordonnantie van Diezelve. LIV.  tot be MÏLIT. JURISD. &c. 135 LIV. ARTICULEN, makende de Subordinatie onder de Officieren van ieder Regiment. rJf yne hoogheid heeft met ongenoegen ffm ^verftaan, dat veeltyds geen goedeharmonie onder de Officieren in de Regimenten gevonden word, en dat daar uit facf.ies ont* ftaan , ftrydig tegens de Subordinatie, waar door den dienst van den Staat, en het welweefen van de Regimenten, veel nadeel werd toegebragt. Ook is Zyn Hoogheid ter kennisfe gekoomen, dat wanneer den;Chef van een Regiment aan den Commandant van het zelve, enden Commandant aan de Hoofdofficieren, en de Capitein en aan haar fubalterne Officiereu iets ordonneeren , fulks niet met iever en fchuldige obediëntie werd agtervolgt, ja felfs dat eenige Officieren fig niet ontlien, wanneer iets bevoolen word , voor en tegen te difputeeren , en veel raifonnementen by te brengen of het wel of kwalyk is. Zoo heeft Zyne Hoogheid noodig geoordeelt, diergelijks by zyn hoogfte indignatie te verbieden, en aan alle ernftelijk te ordonneeren dat de Subordinatie door de Officieren van de Regimenten, van den Generaal af tot den jongften Vaandrig toe, op het nauwkeurigfte fal werden geobferveert. I 4" . Ar.t L  10 NALEZING van STUKKEN. Art. I Wanneer den Chef van een Regiment iets belast, dat het Regiment of den dienst van den Staat aanbelangt, en dat den Commandant van het Regiment begrypen mogt, dat teegens de intentie of ordre van den Souvërain of van Zyn Hoogheid strydende was , zal den Commandant een beleefde vertooning moogen doen aan den Chef, maar wanneer den Chef 'er by blyft, datzyné ordres zullen jgeexcuteert worden, zal zulks zonder teegenfpreeken gefchieden, maar evenwel aar. den Commandant van het Regiment vry ftaan, Zyne Hoogheid van het gepasfeerde te onderrigten, en wanneer de Commandant in de zaak gelijk heeft, zal den Chef zig daar over voor'Zyn Hoogheid moeten verantwoorden. Als iets belast word, wanneer het Regiment onder de Wapenen is, meet zulks op ftaande wet geëxecute&t worden , en de reprefentatien niette vooren, maar na dat de ordres volbragt zyn , gedaan worden , om dat het tegens de Subordinatie en het fchuldige relpeét aan den Commandant zoude aanloopen , en kwaade gevolgen na zig fieepen, indien in prefentie van de Officieren en Gemeenen van het Regiment, de gegeeyene ordres wierden teegengefprooken. II.  .tot de^MILïT. JURISD. &g. 137 II. Gelyk de Commandant van hefRegiment de ordres moet ontfangen van den Chef, fonder daar over te raifonneeren , en defelve aanftonds moet executeeren, zoo moeten de andere Hoofdofficieren doen wat de Commandant van het Regiment haar ordonneert, de Capiteinen het geen de Hoofdofficieren haarordonneeren,ende Subalterne op gelyke wyfe executeeren, het geen haar door de Capiteinen werd gecommandeert. UI. ': En vermitsZyneHoogheid met ongenoegen ter kennisfe gekoomen is,datbezonderlijk de fubalterne Officieren de Subordinatie niet behoorlijk obferveeren jegens haare Capiteinen, tot zoo verre dat zig geoffenfeert houden wanneer de Capiteinen haar vermaanen tot haar pligt; zoo ordonneert Zyne Hoogheid aan de Capiteinen,haarc fubalterne Officieren in refpeét te houden,en wanneer een Subalterne zig niet ontfiet den Capitein teegen te fpreeken, wanneer hy hem iets belast, zal zulk een Capitein den Officier aanftonds in arrest zetten, en daar van kennis geeven aan den commandeerende Officier van het Regiment of van het Battaillon, die dan verder daar van kennis zal geeven aan den Gouverneur of Commandant van de Plaats , zullende gemelte Subalterne ondertusfchen zoo lang in ar1 5 rest  ijS NALEZING van STUKKEN rest blyven, tot dat den Commandant van het Regiment daar op ordre fal hebben geftelt. IV. Wanneer de zaak van belang is, waar in den Officier zig teegens den Capitein heeft geopponeert, moet den Commandant van het Regiment Informatie en Krygsraad laaten houden, en van het gepasfeerde aan Zyne Hoogheid kennis geeven. In gevalle den Overfte of Commandant zulks zelfs kan afdoen, zal hy zoodanigen Officier, zoo hy het gemeriteert heeft, als Arreftant voor veertien daagen, vier weeken, of langer in de Hoofdwagt in arrest houden, en hem zyn dienst daar laaten doen. V. Wanneer den Capitein zyne fubalterne Officieren niet in de Subordinatie houd, nog tot het geene den dienst van den Staat en het opzigt over de Compagnie aanbelangt, en zulks met de uiterfte feveriteit , van 's gelyken zoo hy de Officieren die negligent zyn, of teegens de Subordinatie aangaan, niet in arrest in de Hoofdwagt zet , zal den Commandant , daar van verwittigt zynde, den Capitein fcherpelijk reprimendeeren en Zyne Hoogheid daar van kennis geven. VI.  TOT DE MILIf. JURISD. 139 VI. De fubalterne Officieren zullen aan baare Capiteinen, in al het geen den dienst van den Staat belangt, defelve gehoorfaamheid en refpect bewyfen, als zy aan den Commandant van het Regiment-verfchuldigt zyn. VII. Indien de Hoofdofficieren teegens den .anderen , en de Capiteinen teegens de Hoofdofficieren , zig zoo verre mogten verbeten, van teegens de Subordinatie aan. te gaan, zoo kan den Overfte Lieutenant, als den Overfte niet by het Regiment is,den Major in arrest zenden , en den Major, wanneer den Overfte Lieutenant niet prefent is, den Capitein, waar van kennis zal moeten gegeeven worden aan den. Chef of Commandant van het Regiment, 'die dan verder ordres zal ftellen hoe men handelen zal met het arrest van zulk een Hoofd-Officier of Capitein. VIII. Als een Capitein teegen zyn Hoofdofficier, en een fubalterne Officier teegen zyn Capitein de Subordinatie niet heeft geobferveert, zoo kan den Hoofdofficier den Capitein in arrest zetten, en den Capitein den fubalterne Officier, zonder voorgaande ordre van den Commandant, mits dat hy, «a dat het gefchied is, van het gedaane ar-  140 NALEZING van STUKKEN arrest ami den Commandant kennis geeve voornamentllijk wanneer zulks onder de Waapens gefchied. IX. Wanneer een Hoofdofficier onbehoorlijke expresfien teegens zyn Officier mogt gebruiken , (het geen Zyn Hoogheid wel fcherpelijk verbied) waar zulks onder de Waapens gefchied, en uit iever voor den dienst, zal den Officier zig daar over niet offenceeren , en 'er ook niet over klaagen zoo lang hv niet in zyn eere geledeert is, maar dit zynde, kan hy fig addr^fegren -tan den commandeerenden Officier , en zig daar over bezwaaren. X. Wanneer een Capitein een Officier in arrest heeft gezet om dat hy teegeus de Subordinatie gepexeert heeft, en dat den Officier ontflaagen zynde, daarover explicatie aan den Capitein vraagt, zal den Capitein , in plaatfe van hem de gevraagde explicatie te o-eeven , op fïaande voet hem VJeedsr in arrest zenden. XI. Alzo het gebeurt dat de Onderofficieren en Soldaaten teegens de Officieren raifonneeren, en zig met woorden vergeeten, zoo is het ernftig bevel van Zyn Hoogheid, dat zulks metdeuitterfterigeurenzonder de min-  tot de MILIT. JURISD. &c. 141 minffe toegecventheid werde geftraft:, en zal ook niet geleeden worden dat deSoldaaten te faamen rotten en troupswyze zig bezwaaren: als zulks gefchied zal den Belhamel fcherpelijk daar over geftraft werden, XII. Wanneer een Soldaat zig door den Drank onbekwaam heeft gemaakt, zal geen Officier of Onderofficier zig in woordenwisfeling met hem inlaaten, veelmin hem Haan of mishandelen, alzoo men veel exempelen heeft , dat een Soldaat by zulk een gelegentheid, dronken zynde, zyn leeven verfpeelt heeft; maar zoodanigen dronken Soldaat zal men in arrest of op de Hoofdwagt of in de Quartierwagt moeten brengen ; om 's anderen daags nugteren geworden zynde, voor de begaane excesfen dubbelt geftraft te worden. XIII. De Hoofdofficieren moeten een byzondere attentie hebben op deconduitesendifcipline van de nieuweOfficieren enOnderofficieren,en dezelve ophetalderfcherpfte tothaarpligten applicatie tot den dienst houden, op dat uit die Jonge Officieren bekwaame Sujetten moogen voortkoomen XIV. En op dat ook naauwkeurigagtgegeeven werde op de conduites der Soldaaten, zal de Cor-  14* NALEZING van STUKKEN Corporaal, wiens orderweek het is, des morgens om agt uuren, na dat op die morgen de Quartieren der Soldaaten gevifiteert heeft, aan den Sergeant van zyn Compagnie, wiens orderweek het is, rapporteeren het geene des avonds en 's morgens by de vifitatie is voorgevallen, of de Soldaaten op haar tyd in de "Quartieren zyn geweest of niet, endiegemanqueerthebben by naamen opgeeven \ de Sergeant beneevens den Corporaal moeten hier op gaan by den Officier van de Compagnie wiens week het is, en aan denzelven rapport brengen, en die Officier met de beide Onderofficieren naar de Capitein van de Compagnie, rapporteeren het geene voorgevallen is, en de Capitein rapport doeti aan de Major van het Regiment op de Guarnifoensparade, en de Major aan den Collonel of commandeerende Officier van het Regiment, en die aan den Gouverneur of Commandeur, of commandeerende Officier van het Guarnifoen. Op de Regimentsparade moeten de Sergeanten welkers orderweeke het is aan den Adjudant van het Battailion rapport doen,van ' het geene by ieder Compagnie is voorgevallen , en den Adjudant weederom op de Guarnifoensparade aan den Lieutenant Collonel, als alle de drie Hoofd-Officieren prefent zyn. Gelijk ook de Sergeanten van ieder Compagnie aan de Officieren van haare Compagnien. Een  tot de MILIT. JURÏSD. 143 Eenmaal ter weeke fullen door een Officier per Compagnie die van de week is, by zig hebbende een Sergeant en Corporaal* om hem aanwyzinge te doen, de Quartieren van de Soldaaten gevifiteert worden, om te examineeren het gedrag derzelve, (of de ongetrouwde Soldaaten chambrée met malkanderen doen, zoo niet, haar hier toe aan te maanen) of zy haarQuartiergeldbetaalen alle weeken, en of de geene daar zylogeeren ook eenige klagten teegens de Soldaaten hebben in te brengen, en wat dies meer is, en des anderen daags op de gewoone uur des rapports, aan den Capitein van de Compagnie rapport doen van het geene by de vifitatie der Compagnie bevonden heeft, den Capitein weederom aan den Major en zoo vorders als hier booven van het dagelijks rapport gezegt is. De Soldaaten Leeninge zal voortaan uitgegeven worden in prefentie van de Capitein en Officieren van de Compagnie , en des Soomers niet voor agt uuren 's morgens, en des Winters niet voor neegen uuren. Aldus by zyne Hoogheidgearrefteertden 25 July 1749. Was geteekent, PRINCE D'ORANGE & NASSAU. Onderftond, (L. S.) Ter Ordonnantie van Zyne Hoogheid\ En gecontrafigneert, J. de Back. LV.  144 NALEZING van STUKKEN' LV. EXTRACT uit de Refolutiefi van de Ed. Achtb. Heeren Borgemee fleren en Vroedfchap der Stad Zutphen. Veneris den 25 July 1749. Mendrik Jan Winkeler en Matheus dfc Haas Medeparticipanten van 'de Ly. mery buyten de Marspoort traande hebben na Verzogte Audiëntie ter Vergaderinge geproponeert, hoe dat Thomas Roeloffen Meefterknegt op de gez. Lymery op heeden aan hunl.hadde bekend gemaakt dat ontboden zynde geweest om dezen morgen by den Heer Commandeur van Lintelo te komen vanzynEd.vernomenhadde,dathetHuys van de Lymery [wilde laten afbreken , als té naeby de werken llaende, en dat hy Thomas Roeloffen moeite bezorgen dat den Aak uyt de Gragt wierde weggehaald, voorts dat de Beeften gaande in de Weyde by en omtrent de Lymery daer uyt wierden gedreven of da tHyCommandeuranderfints dei beeften zoude laten fchutten, ten ware de Eygcnaren van defelve by zyn Ed. wilden komen om die Weyde te pagten, fuftineerende dat hem in qualiteyt als Commandeur die felve toekwam. Waar op Gedelibereerd zynde, hebben Haer Ed. en Achtb. approberende de conduite ' * hier  tot de MILIT. JURISD. 5êc. 143 hiér omtrent by Hunl. gehouden, met recommandatie van de ordres van den Commandeur vau Lintelo fo defen aangaande iri 't vervolg mogte komen te geeven niet te f e fpeéteeren, maar haar aanftonds wederom te adresfeeren by H. W. Ed. en Achtb. enz. Wolter Ploegman Pdgter van dezer Stads Bleeke buyten de Nuiftadspoort heeft na verzogte audiëntie ter Vergaderinge voorgedragen, hoe dan denzelven op gifteren by den Commandeur van Lintelo ontboden was, zyn Ed. aan hem heeftafgevraagt aan wien, en hoe veel Pagt van de Bleek voorn, kwam te betalen, en na dat daar op geantwoord hadde datHyJaarlyks 36 Guldens aan de Stad betaalde, vervolgens hem geordonneert, dat voortaan niet meer die Pagt aart de Stad maar aan zyn Ed. geven foude, dat fyn Ed. qq. die Bleek als onder de Fortificatiën leggende was competeerende^ en dat by verweygering van dien Hy Commandeur foude beletten dat daar op door hem niet meer gebleekt wierde. Waar op Gedelibereerd zynde , hebben H. Ed. en Agtb. gef. Ploegman geordonneert en gelast de Bleek verders te gebruykert en deswegens de ordres van den Commandeur niet te obedieeren. m. tl. Deel. K LVl.  146 NALEZING van STUKKEN LVL EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Borgemeefteren en Vroedfehap der Stad Zutphen. Jovis den 31 July 1749. •trvoor de Heer Prefideerende op heeden £jp aan Haar Ed. en Achtb. Gecommuniceerd zynde,hoe dat aan defen Stads Gerichte fig geaddresfeert hadde, de Ondermajor van de Wall jen namen de Commandeur van Lintelo verzogt dat aan zyn Ed. ;in die qualiteyt, de Sleutels van beyde ;SÏuyfen mogten worden ter handen gefteld, hebben haar Ed. en Achtb.zo uitConfideratie,dat deze Sluyfen niet alleen tot nut der Fortificatiën , maar ook van defe Stad felve waren aangelegt, als mede en wel in 't byfonder uyt hoofde van de nadeeligen gevolgen welke, daar uyt voor de Stad en derfelver Burgeren zouden kunnen refulteeren, na deliberatie goedgevonden en verftaan in 't gelibelleerde verzoek van den Commandeur immers by provifie te difficulteeren. LVII-  tot de MILIT. JURISD. &c. i47 LVIL EXTRACT uit de Refolutien • van de Ed. Achtb. Heeren Borgerneeiteren en Vroedichap der Stad Zutphen. Sabathi den 6 September 1749. De Heer Burgermeefter Schimmelpenninck van den Oye ter Vergaderinge Gecommuniceert hebbende, hoe dat op gilleren desfelfs Knegt Gerrit Jan Harmfen nevens de Scheepstimmerman Gerrit van Arien en Chriftiaen van Dapperen, door zyn Ed. gezonden zynde om zyn Aak zo aan deze zyde van het Hoornwerk buyten de Vispoort gelegen was te vifiteeren, daar in door den aldaar ftaanden Schildwagt waren belet geworden, is by H. Ed. en Achtb. goetgevonden, voorn, drie Perfonen aan' denEd. Gerichte op heeden te ontbieden, en daar 0 ver hare verklaringe af te geeven, welke! door de Secretarien by de andere ftukken van bef waar tegens den tegenswoordigcn Commandeur tot nader deliberatie zulle» geleponeert en bewaard worden. & » LVIII.  148 NALEZING van STUKKEN LVIIL EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Borgemeefleren en Vroedfchap der Stad Zutphen. Mercurii den 5 November 1749. Be Kribbebaas Jan Kemper op heeden na het fcheyden der ordinaire Vergaderinge aan een Edelen Gerichten kennis g'egeeven hebbende, dat een van desfelfs Arbeyders ingevolge H. Ed. en Achtb. ordres willende houwen het Hout op de willegen bomen eeven buyten de Vispoort, langs denHof van den oudRaads vriendüp ten Noort beneeden aan de Binnengragt ftaande om tot het repareeren derKribben gebruykt te worden , daar in niet alleen door den Schildwagt was belet, maar ook naderhand door een Sergeant uyt ordre van den Commandeur was afgevraagt geworden, wie van de Heeren hem daar toe last hadde gegeevem; hebben H. Ed. en Agtb. na deliberatie goetgevonden en verftaen de Heer Generaal Major van Lintelo als Commandeur dezer Stad alvorens door een der Secretarien daar omtrent te doen onderhouden en zyn Ed. te remonftreeren, dat H. Ed. en Agtb. op goede gronden fuftineerende aan Haar den eygendom en posfesfie van die gelibelleerde Boomen privative te compe- tee-  tot de MILIT. JURISD. &c. 140 teeren , by nader vervolg ook vermeynden met regt bevoegd te zyn om tot het houwen derfelve wettige ordres te mogen geeven,en over zulks van Hem Commandeur te verwagten, dat door desfelfs contraire mandamenten daar aan geene verhindering kome toe te brengen. LIX. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Borgemeefteren en Vroedfchap der Stad Zutphen. Jovis den 25 Juny 1750. De Heer Raadsvriend van Lathum heeft als prefiderende aan haar Ed. en Agtb. voorgedragen, dat zyn Ed. op eergifteren den Ritmeefter Cattenburg, by het vertoonen des Patents voor 't Regiment Cavallerie van den Heer Generaal Veltmaarfchalk Grave van Nasfau geinformeerd hebbende van den Eed welke de Commanderende Officier verpligt was aan handen van de Heeren Rigteren in der tyd af teleggen, eer en alvorens men zyn onderhebbend Corps deezer Stads Guarnifoen kwame te betrekken, zyn Ed. uit het antwoord van gemelde Ritmeefter Cattenburg niet anders hadde kunnen opmaken, ofte den Commandant zoude daar aan werkelyk voldaan hebben, dan K 3 ge-  i5o NALEZING van STUKKEN gemerkt den Heer Generaal Major en Commandeur van Lintelo fig deswegens op gilleren even naa het fcheyden van den Raad, aan zyn Ed. geaddresfeerd, en in plaats van dien vermeind hadde, dat het praïfteren van gemelten Eed federt 't aanHellen van zyn Hoogheid den Prince van Orange Nasfau tot Erfftadhouder en Captein Generaal van de Unie niet meer geprsefteerd wierde, hy Heer Pra:fiderende fig niet had kunnen dispenfeeren het geen voorf. ter kennis en deliberatie van haar Ed. en Achtb. te brengen. Waar op dan Gedelibereerd zynde hebben haar Ed. en Agtb. deeze manier van handelen, als een pbint van de uitterfte confeouentie confidereerende , goedgevonden alvorens den Heer van Lathum ter occaiie van deszelfs aanftaande vertrek nae 's Gravenhaage, teverfoeken, om zig aldaar, ten •zy by de Raad van Staaten , ten zy by de Minifters van zyne Hoogheid den Prince Erfftadhouder, of waar zyn Ed. het van eenige vrugt zal oordeelen deeze aangaande te willen informeren, om als dan naingekomen Rapport daar over met meerder fondament te kunnen befoigneren. En wordt mits deezen den Secretaris Sehomaker gelast, om niet alleen by de Secretarien der Steden Nymegen en Arnhem te vernemen hoedanig het gunt voorn, hedendaags aldaar geobferveerd wordt , maar ook , om daar van aan den Secretaris Coriman kennisfe te geeven, ten einde dee-  tot de MILIT. JURISD. &c 151 deeze ter occafie van deszelfs tegenwoordigheid in de Provintie van Overysfel gelyk als de nodige informatien ten reguarde der Overysfelfche Steden deswegens zal zoeken te bekomen. LX. EXTRACT uyt de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Borgemeefteren en Vroedfchap der Stad Zutphen. Veneris den 17 December 1751. ' Ter Vergaderinge voorgebragt en gelefen zynde, d'informatien, foo by de Heeren van den Gerigte van Stadswegen, als door den Auditeur Militair, terprefentie van eenige , daar toe Gecommitteerde Officieren des Guarnifoens alhier genomen, concernerende 't geval, het welk tusfchen Willem Winterink Burger en Inwoonder defer Stad , wefende van zyn Ambagt een Metfelaerskuegt, en Hendrik Twentman, dienende als Grenardier onder'tllegiment van den Lieutenant Generaal deGuy, op den 29 Novemb. laastleden,des Avonds tusfchen 10 en 11 uuren is gebeurt met en nevens ,het geene daar op verders is gevolgt. Is daar uyt, en wel infonderheid uyt de beëedigde verkiezingen van diverfe onpartydige Perfoonen gebleeken , niet alleen K 4 dat  15» NALEZING van STUKKEN dat den voorn. Grenardier H. Twentman (denwelken Hy W. Winterink wegens fufpicie van ongeoorloofde verkeeringe met zyn Vrouw, al voor lang uyt het Quartier had doen vertrekken, en zyn huys verboden, )daar door geirriteett zynde, nevens een Musquetier van 't zelve Regiment Willem Kimmel genaamt, dien Avond reeds ten huyfe van eenen Jan Maurits hun quaad opzet tegens gemeke W. Winterink hebben . doenblykon, en vervolgens van daar tegens vöorn. verbod , nae het huys en by de Vrouw van W. Winterink begeeven, dat korten tyd daer nae hy Winterink , zynde op gedaane waarfchouwinge wegens gevreesde onheylen, door een Klapperman verfeit, voor zyn huys komende, ziende altoen die beyde Soldaaten daer uytgaan, vervolgens tegens haer feggende, wat zy dceden aangezien hy hun fulks hadde verboden, en geen vergang van Militairen aan zyn huys hebben wilde, werkelyk op dat leggen heeft moeten ondervinden, dat den Soldaat Kimmel daer op bereyds fyn Sabel tot op de helft had uytgetrokken , edog door den Klappermau in 't verder uyttrekken van dien was verhindert geworden, dat H. Twentman daar op W. Winterink hebende uytgedaegt, immers zy beyden weggegaan zynde, te famen hebben gevogten wanneer den Grenadier Twentman door Wentrink >* ] s geblesfeert geworden, maar is ook daar en boven en wel voornamentlyk zelfs mede uyt de eygenedepofitien der Militairen, hoe zeef  tot de MILIT. JUPvISD. &c. 153 zeer ook deefe zaak paogen te bewimpelen, en waer het mogelyk anders te doen apareeren, edog evenswei door haere variatien en contradiétien zig klaarlyk ontdekken, genoegfaam evident voorgekomen , dat den Vaandrig van de Hoofdwagt, heeft kunnen goedvinden, terftond op de ontfangene tydinge, dat een Soldaat door een Burger was gekwetst, een Onderofficier met vier Grenadiers te zenden aan 't huys! van gez. Burger, om 't felve te bezetten, en te zien hem te krygen, en aandcHooftwagtte brengen , dat die zelve Militairen, als toen de Deur van 't Huis hebben moeten geforceert en opengebrooken of geftooten hebben, volgens blyk daar van zynde, fpeciaal mede by relatie van twee defer Stads Boodens, op haar Eed gedaan, houdende-, dat de planke waar aan 't Slot zit, was afgebroken , dat vervolgens naa dat twee van de vier Grenadiers in 't huis waaren gecommandeert , en het felve op eene violente wyfe hadden doorfogt, voorts meergemelte Willem Winterink van den Zolder , werwaars hy op het vernemen van 't Militairen Commando , en gepleegde violentie, uyt angst was gevlugt , de Ladder nae fig getrokken hebbende, hadden doen afkomen, denzelven daer op met geweld hebben aangetast , en ongeagt zyn beroep op de Burgerwagt, vermits hy Burger was, in tegenswoordigheid en ten aanhooren van den Klapperman nae de Militaire Hooftwagt gebragt, ook hem alK 5 daar  154 NALEZING van STUKKEN daar fonder de minfte kennisgevinge aan den Prsfident Burgemeefter , gedetineert tot 's anderendaags morgen tusfchen 10 en 11 uuren wanneer allereerst aan den Officier van de Burgerwagt is overgegeven geworden, waarop Gedelibereerd en in ferieufe deliberatie genomen zynde, dat fodanige bczettinge en vifitatie der huyfen , van dezer Stads Burgeren en Ingezetenen, met derzelver apprehenfie , wegvoeringe en detenfie, door Militaire Wagten, is een zaak van verre uytzigten, als continerende eene notoire violatie van 't territoriale Regt, en infraétie in de Jurisdictie Haer Ed en Achtb. over derzelver Burgeren en Ingezetenen indisputabel competerende , over fulks totabfolute vilipendie van Hun Ed. en Achtb. gezag [en aucloriteyd {trekkende, daar en boven de Burgeren en Inwoonderen, aan zulke of diergelyke ontruttin gen, feytelyke invafien der Militairen, wanneer ziilks wierde geconniveert, ten eenemaal exponerende , ftrydig tegen de nodige veyligheyd, welke de Burgeren voor hunne perfoonen. en befonder binnen haere huyfen behoorden te genieten, hebben Hun Ed. en Achtb. deefe zaak niet ongemerkt kunnen pasfeeren , maar in tegendeel fig amptshalven verpligt gevonden, om dusdanige handelwyfen op hetjnadrukkelykfte te desaprobeeren , en derhalven goedgevonden en verftaan, dat wegens het voorn, apprehenderen, weghaalen en detineren van haaren Burger, fal worden ge vordert, gelyk Haer Ed.  tot de M1LIT. JURISD. &c. 155 Ed. en Achtb. vorderen by en kragt deefes eene convenabele reparatie, en eclatante fatisfa&ie, terwyl Haar Ed. en Achtb. niet te minder van haere zyde, nae behooren zullen weeten te corrigeren , niet alleen Willem Wintèrink al? haarsn Burger, voor zoo verre denfelven in deeTèn escesfen heeft begaan, maar ook zodanig tegen zyne Huysvrouwe.wegenshaarfufpecb gedrag, en gecontinueerde verboden omgang met meer gez. Grenardier Hendrik Twentman, doen procedeeren, foo en als in goede Juftiti» zullen oordeelen te behooren. Levende Haer Ed. en Achtb. in die billyke en vafte vervvagtinge,dat denHeerGeneraal Majoor en Commandeur van Lintelo , niet alleen de vereyschte fatisfaétie , en reparatie aan Haer Ed. en Achtb. fal doen hebben, maar ook verder van zyn kant, foodane mefures nemen, en ordre ftellen, dat foo veel het prefente geval betreft, de Militaire Perfonen, welke in 't felve zyn gemeleert, nae Merites mogen geftraft worden. En in "t algemeen voor 't toekomende wel willen alfulke efficacieufe voorzieninge doen , dat tot preventie van alle colluüen en onaangenaamheden, dusdanige en diergelyke gebeurtenisfen moogen worden verhindert. Ten welken'eynde extracb defes,als mede Copie auctentique der becedigde en nader genomene informatien aan welgemelde Heer Commandeur zullen worden ingezonden en ter hand geftelt. LXI.  156 NALEZING van STUKKEN. LXI. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed, Achtb. Heeren Borgemeefteren en Vroedfchap der Stad Zutphen. Jovis den 17 February 1752. Ïn deliberatie gelegt zynde, dat den Heer Commandeur van Lintelo tot nog toe in gebreeken blyft, die by Refolutie' van den 17 Decem. 17 51 gevorderde fatisfactie foo wegens het violeren van 't huys van W. Winterink , als het wegvoeren en detineeren van denfelven, nae en op de Hooftwagt, door Militairen gedaan , aan Hun Ed. en Achtb. te bezorgen, ongeagt daar toe nader by Refolutie vaa den 27 Jan. 1751 laestleden is geiequireert geworden, hebben haer Ed. en Achtb. de Heeren Schimmelpenning van der Oye en Schomaker, onder wiens Rigterampt deefe zaak is gépasfeert, verfogt om den Ondermajoor van de Wall, aan den Gerigte te willen ontbieden, en door hem, voornoemde Heer van Lintelo te laaten kennis geven, dat Haer Ed. en Achtb. als nog "in die verwagtinge zyn , dat zyn Ed. tot die gelibelleerde fatisfactie, ten allereerften de nodige ordres gelieve te ftellen ende daar van aan HaerjEd. en Achtb. als dan Communicatie te geven. Al  tot de MILIT. JURISD &c 157 Al het welk dan ook, door welgedagte Heeren nog dien felven Morgen is verrigt geworden. LXII. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Borgemeefteren en Vroedfchap der Stad Zutphen. Veneris den 18 February 1752. Mr. G. Haefebroek, And. Milit. des Guarnifoens alhier , nae verfogte audiëntie binnen geftaan zynde, heeft aan Haer Ed. en Achtb. voorgedragen hoe dat den Heer Commandeur van Lintelo gifteren door den Ondermajoor van de Wall verftaan hebbende Haer Ed. en Achtb. inftantien om aan dezelve die by Refolutie van den 17 Decem. 1751 en 27 Jan. defes jaars gevorderde fatisfacbie wegens het violeren van 't huys en wegvoeren van den perfoon van W. Winterink, Burger defer Stad,-te bezorgen, hem , als Audit. gelast hadde, tig deswegens op heden aan Haer Ed. en Achtb. te adresferen, en kennis te geven, dat zyn Ed. daer aan al eerder foude voldaan hebben, by aldien niet nodig geagt hadde, dienaangEande den Coll. Cafenbrood, welke des tyds'by desfelfs abfentie het Guarnifoen gecommandeert hadde , voor-  158 NALEZING van STUKKEN vooraf te moeten onderhouden, dat fulks niet eerder dan gifteren hebbende kunnen gefchieden, gemelde Heer van Lintelo, hem Auditeur al verders in mandatis hadde gegeven, aan Haar Ed. en Achtb. bekent te maaken , dat zyn Ed, zedert gebleeken was dat den Corporaal ter dier tyd 't Commando over het Detachement gevoert hebbende, die aan hem gegevene ordres was te buitengegaan , dat overfulks den Heer Commandeur beflooten had, denfelven of aan handen en voeten gefloten zynde, by. de Provoost te zetten, of hem als Soldaat met de Snaphaan op fchouder te laaten fchilderen, byde foo l3ng als Haer Ed. en Achtb. fouden gelieven goed te vinden ten welken eynde hy Auditeur last hadt fig daar van by deefen te acquiteeren en te verfoeken, van daar omtrent met Haer Ed. en Achtb. Refolutie te mogen gehonoreert' worden, met verder byvoeginge dat fig al mede gelast vond* om voor den tweeden by deefe occafie te vernemen, wat Haer Ed. en Achtb. begreepen, door de periode in defelve laatfte Refolutie van den Jan. jongstleden ervintelyk en houdende, dat by bet begrip van voorn. Commandenr foude fyn geallegeert fodanige Refolutien welke op 't Cas in quaftie niet zouden applicabel zyn gelyk hy dan ook ten derden Haer Ed. enAchtb.verzogtom geelucideert te worden, of wanneer het gebeurde dat de Militaire Wagt, in Burgerhuyfen geroepen wierde , defelve als dan daer in zoude mogen gaan of niet ? waer op gedelibereerd zyn-  tot de MILIT. JÜRISD. &c. 150 zynde, hebben Haer Ed. en Achtb. voorn. Aud. Haefebroek voor antwoord op zyne gedaane Propofitien toegevoegt en wel eerjlelyk ten reguarde van die geoffereerde fatisfactie dat Haer Ed. en Achtb. daar inne genoegen namen, overfulks aan den Heer Generaal Majoor van Lintelo overlatende het decerneren van fodanige der voorengemelde ftraffen, als zyn Ed. zal oordeelen in deefen het meest applicabel en eclatants te zyn, wordende voor het overige de twee andere voordellen voor als nog in advys gehouden. LXIII. EXTRACT uyt de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Borgemeefteren en Vroedfchap der Stad Zutphen. Mercurii den 17 April 1754. De Heer Raadsvriend Schomaker namens de Opperbrandheeren,op heden omftandig Rapport gedaan hebbende , van het geene gifteren nagt ter occafie van den Brand in des Officiers Corps de Garde, boven deNieuwftadspoort alhier is voorgevallenen door haar Edele tot blusfinge van dien verrigp geworden, heeft onder anderen mede in 't breede kennis gegeven, van de infultes en quade bejegeningen, den Heer Raads-  i6o NALEZING van STUKKEN. Raadsvriend Verftege in fyne qualiteyt vaü Opperbrandheer, by die gelegenheid ont. moet, en aangedaan, van en door fekeren Lieutenant Collonel onder de Zwitferfe Guardes dienende en Matty genaamt, hebbende fig feedert eenigen tyd binnen deefe Stad met 'er woon ter nedergezet. Waar op gedelibereerd fynde, hebben Haar Ed. en Achtb. ten regarde van 't eerfte point , welgedagte Opperbrandheeren , voor hunne gepleegde vigilantie en gefielde ordres in defen bedankt, en ten aanzien van het tweede goedgevonden en verftaan, dat deswegens over gcz. Lieut. Coll. Matty by Misfive aan haar Koninglyke Hoogheyd, Mevrouw de Princesfe Gouvernante fal worden gedoleert , en hoogst [defelve daar by in behoorlyke termen verfogt, om wegens de merites defer zaak, ten dien eynde by voorz. Brief omftandiglyk te detaille,en , die voorzieninge te willen doen, dat Haar Ed, en Achtb. daar omtrent een convenable fatisfactie komen te erlangen, zoo en als by Misfive zelfs, in 't Boek van afgaande Brieven geregiftreert, en nog op heden verfonden , met meerderen ftaat uitgedrukt. LXiV.  tot de MI LIT. JURISD. &c. ïöi LXIV. MISSIVE van Burgemeefteren, Schepenen en Raad der Stad Zutphen aan Hare Koninglyke Hoogheid Mevrouwe de Princesfe Gouvernante, in dato 17 April 1754. Doorlugtigfie Koninglyke Prhcts en Vrouwe! Moe zeer wy ons altoos zorgvuldiglyk en zoo veel maer eenigzints mogelyk is geweest, gemenageert hebbende , Uwe Koninglyke Hoogheid laftig te vallen met het voorbrengen van zaken, door welker onderzoek Uwe Koninglyke Hoogheid in Hoogst Deszelfs hoogwigtige occupatich zoude kunnen geinterrumpeert worden. _ Zoo hebben wy ons egter by dezen niet kurtnen difpenferen, om ter kennis vart Uwe Koninglyke Hoogheid te moeten brengen navolgend geval, 't geen op gifteren alhier gefchied is. Het ongeluk heeft dan , Doorlugtigfte Vorftin en Vrouwe, gewild, dat gifteren avond omtrend tien uuren, in de Corps de Garde boven de Nieuwftadspoort, waarin 15 ter occafie van de doormarsch vanhettweede Nal. II Dtei. L B*>  ,62 NALEZING van STUKKÉN Bataillon van den Heer Generaal van Hirzel, eenige Manfchappen van dien gelogeert waren, Brand ontftaan is. Dat, dit Gebouw, het Gemeene Land toebehoorende , tusfen en naby twee Kruyd-magazynen gefitueert zynde, o verzulks daar door onze Stad en Burgerye, m zeer groote confternatie en teftens gevaer is gebrast geworden. Dat ingevolge van het Reglement, door ons op 't ftuk van Brand al voorlang geemaneert vervolgens met den Druk gemeen jremaakt en Jaerlyks op nieuws wordende gepubliceert, zig onder anderen aanftonds meede daer heenen hebben begeven die Leden uit het midden van ons , aen wien in hoedanigheid van Opper-Brandhceren by dat Reglement de directie is gedemandeert, ten eynde door hunne prafentie daaromtrent de nodige orders te ftellen: Dat, of het nu wel aen niemand betaemd hadde, om in dit exterend cas van nood en gevaar de gevorderde byftand te weigeren,en zig die, des wegen gemaekte , fchikkinge der Opper Brandheeren t'onttrekken, veel weiuiger eenig impediment in en aan Derzelven beveclen toe te brengen, het nogtans tegens alle verwagtinge is gebeurd, dat onder de meenigte van menfchen derwaerds totblusfingetoegefchoten, zig mede heeft bevonden den Lieutenant Collonel Matty, hemfederteenigentydmet'erwoon alhier hebbende ter nedergezet en zodanig. ge-  tot de MILI'f. JURISD. ó:c. i<$ gekleed wezende, dat men aan den zeiven geene de minfte kenmerken van een Militair ofte Officier op die tyd heeft kunnen befpeureri. Dat welgedagte Opper - Brandheéren beezig zynde, om inmiddels d'aanfchouwers, op dat dies te fpoédiger het water in d'emmers foii kunnen worden aangegeven ,iu ryen terangerenjonzenMede-Raadsvrind,de Heer Verflege, in qualiteit, a]s ÜpperBrandheer gez. Lt. Collonel Matty, welken zyn Edel c des tyds niet kende, hoe wel op eene befcheidene wyze by den arm hééft gevat en wyders in betamelyke termenaandenzelven benevens veele anderen ook een post aangeweefen, ten einde met d'overigen mede de behulpfame hand te bieden : Dat, in plaéts van daar aan te vöidóeii ofte zig toen ter tyd bekend te maekën', voorfz. Lt. Collonel Matty heeft kunnen goedvinden, om, niet alleen op prrètexi ëii met toeduwing, dat hy van niemand Uttiigè orders verwagtede, zulks rond te declineren. Maar ook zelfs door 'f aangrypèri van *t gevest zyns zydgeweers mov'emefitén te maeken, van daar mede welgemetdèh Heef verflege te Avillen attacquee'reni Niettegenftaande zyn Edele, naar itfj houd van't aangetogene Reglement met eert lange brandftok, aan welkers hoofd deéz'er Stads Wapens gefchildert ftaaf, als'tteeken' fyner functie, was voorzien en hem daar en' L 2 bo -  ,£4 NALEZING van STUKKEN boven nog van deze zyne qualificatie mondelyk geinformeert hadde. Dat eenigen tyd daer na meergezeide Lieutenant Collonel Matty, in ftede van zig, tot voorkominge van verdere conf ufie,te retireren ofte ftfl te houden » by continuatie aldaar gebleven is, en vervolgens aan den Heer Verftege , op Deszelfs vraege, zyn naera heeft opgegeven, waar na hy allereerst by zyn Edele is bekend geworden; Dat welgemelden Heer Verftege zig hierop by denHeer Raadsvrind van der Capellen en den Secretaris Schomaker, hun mede, als Opper Brsndheeren by dien Brand bevindende , heeft begeven: Dat, Haar Edele by den anderen ftaande en nog by zig hebbende den Secretaris Couleman, die, ten fine van informatie, door d'overige Leeden van ons, ten dien eynde, naar ouder gewoonte, in het Raadhuis vergadert zynde, naar de plaats van den Brand gecommitteert was, als toen •wyders is voorgevallen, dat voornoemden Lieutenant Collonel Matty, hem datelyk en uit eigen beweging by Hun Lieden heeft vervoegd ende in disrefpeélueufe en driftige bewoordingen meergemelden Heer Verftege over 't gepasfeerde aangefprooken, Jae zelfs nog daar en boven van zig kunnen verkrygen, om heden morgen den Heer Verftege, ten zynen huize, daar over nader te komen onderhouden en Hem by die gelegenthcid af te vragen , of zyn Edele hem  tot de MfLÏT. JURISD. &c. 165 hem gifteren avond niet gekend hadde, met nogmalige herhalinge, dat hy onder zyn orders niet ftonde. Zonder , dat de Heer Verftege ofte yemand der andere Opper - Brandheeren tot dit rencontre eenige de minfte reden gegeven, maar in tegendeel door haar moderaat gedrag en het weggaan van den Heer Verftege gepnevenieert hebben de nadelige gevolgen, dewelke anderzints hier uyt by mogelykheid zouden hebben kunnen refulteeren: Wanneer wy nu,Doorlugtig(lePrinces,deze gebeurtenis in hare omftandigheden komen' te befchouwen en daar by teffens in ferieufe confideratie te neemen, dat de Hr. Verftege in dezen heeft gefungeert niet als een privaat Perzoon, maar als een Regent van , deze Stad, ende dat gevolgelyk d'injurie, hem door den Lt. Collonel Matty, aangedaan, niet zoo zeer moet gerekent worden aan zyn Edele in 't byzonder, dan wel aan ons in 't algemeen gefchied te zyn. Zoo willen of kunnen wy niet ontveinzen, dat wy daer over ten uiterften zyn getoucheett en deze zake aanmerken te wezen van die dangereufe verre uitzigt. Dat, by aldien het aan yemand, fchoon al mogte vermeinen tot diergelyke adfiftentie niet gehouden te zyn, zoude vryftaan, om deswegen de geene daar over het bewind hebbende, in hunne bedieningen te turbeeren en te miszeggen , het als dan L 3 ze-.  iüö NALEZING van STUKKEN. eekeiiyk zou moeten verftrckkcn tot een kwaad exempel voor andere en verdere gequalificeerde ingezetenen, niet zonder vilipendie en lxfie van d'auctonteit, ons indisputabel competerende, voornamentlyk in zaken van aard, als deze, waerin , tot preventie van alle verwyderinge, de ftriétq peveelen ( die ter occafie van d'engte der avenues naar plaatz , daar de gementioneerde Brand geweest is, in cas fubjeét dies te noodiakelyker waren) dienen geobferveert te worden en dewelke zelfs andere Militairen en Perfonen , zonder onderfcheid van ftaat ofte rang, zig niet onttrokken hebben |n alle deelen naar te komen, En vermits wy nu ten vollen geperfuadeertzyn, dat Uwe Koninglyke Hoogheid om deze en meer andere redenen van noodzakelykheid, het algemeen belang tot haar doelwit hebbende, mede wel zal gelieven te disapproberen'de conduite, door voorfz. Lieutenant Collonel Matty dezen aangaande gehouden. r Zoo, hebben wy ons genoodperst gevonden , - ons hier over tot maintien van ons gezag , aan Uwe Koninglyke Hoogheid hier mede te moeten addresferen, geenzints twyffélende , of Uwe Koninglyke Hoogheid zal , wegens de merites dezer zake , wel die voorzieninge wil jen doen , dat wy daar omtrent eene convenabele latisfaéüe komen te erlangen > waar toe wy de vryheid gebruiken Uwe  tot de MILIT. JURISD. &c. 167 Uwe Koninglyke Hoogheid mits dezen op 't allerkragtigfte te verzoeken: Waar mede Doorlugtigfie Koninglyke Princes en Vrouwe! Wy God Almagtig bidden, dat Hy Uwe Koninglyke Hoogheid lange Jaren by eene voorfpoedige Regeringe wil bewaren. Gefchreven te Zutphen den 17™ van April des Jaars 1700 vier en vyftig. Uwe Koninglyke Hoogheids onder, danige en gehoorzame Dienaaren. Burgemeeftcren, Schepenen ende Raad der Stad Zutphen. Onderjlond. Ter Ordonnantie van dezelve Was getekend* 1-IERM. SCHOMAKER. L 4 LXV  168 NALEZIN G van STUKKEN LXV. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Borgemeefteren en Vroedfchap der Stad Zutphen. Sabathi den 20 July 1754. Goedgevonden dat Haar Koninglyke Hoogheid Mevrouw de Princesfe Gouvernante, over de infultes en quade bejegeningen door den Lieut. Coll. Matty den Heer Raadsvriertd Verftege in qualiteyt als Opperbrandheer.ter occafie van den laetften Brand aan deNieuwftadspoorttoegebragt en brceder by Refolutie, en daar op gevolgde Misfive by de van den 17 April laastleden vermeit, wederom in convenabele termen lal gefehreven en daar by als nog op een behoorlyke fatisfactie aangedrongen worden foo en als met meerderen by die Misfive zelfs , in 't boek van afgaande brieven fub hoe dato geregiftrcert, ve vaten uytgedrukt is. ■ LX VI  tot db MIL1T. JURISD. &c. 169 LXVI. MISSIVE van Burgemeefteren, Schepenen en Raad der Stad Zutphen aan Hare Koninglyke Hoogheid Me vrouwe de Princesfe Gouvernante, in dato 20 July »754- Doorlugtigfle Koninglyke Princss en Vrouwe ! Wy hebben de vryheid genomen van aan Uwe Koninglyke Hoogheid by onze Misfive van den I7den van April jongstleden in 't brede kennis te geven en daar by teffens klagtig te vallen van en over de kwaede bejegeningen en infultes, door den Lt. Collonel Matty aen onzen Mede-Raedsvriend, den Heer Verftege , in Deszelfs qualiteyt en functie , als Mede - Opperbrandheer , toegebragt .ter gelegentheid van den Brand, des nagts te voren in de Corps de Garde boven de Nïeuwftadspoott alhier ontftaan; met verzoek, dat het Uwe Koninglyke Hoogheid behae- ' gen mogte, van ons dieswegen eene convenabele fatisfactie, te willen doen hebben : L 5 Edog  I70 NALEZING van STUKKEN. Edog daer van tot heden toe geen effect gezien hebbende, en inmiddels gezeide Lt. Collonel Matty uyt zyn Guarnifoen binnen deze Stad geretourneerd zynde , zonder aen ons mede de minfte blykcn van eenige voldoeninge dien aangaande te hebben gegeven , 't geen ons doet fupponeeren , dat Uwe Koningiylyke Hoogheid door Hoogst Deszelfs hoogwigtige en meenigvuldige occupatien en opgevolgde abfentie zal verhindert zyn geworden , daer op voor als nog de nodige attentie te Haen , zoo hopen , Wy , dat Uwe Koninglyke Hoogheid ons niet kwaelyk zal duiden, dat wy ons hier over wederom op nieuws aen Uwe Koninglyke Hoogheid komen te addresferen. Niet twyfelende, of Uwe Koninglyke Hoogheid zal , met ons deze zaeke in haere omftandighcden en gevolgen befchouwende , daar op wel gelieven te reflecteren , en overzulks aen ons die Juftitie te doen , dat wy daer omtrent eene genoegzaeme en , naer de importantie van dit ft uk , geproportioneerde fatisfactie ten allereerften mogen erlangen , waar op wy nogmaals met alle eerbied, dog te gelyk met het uiterfte empresfement zyn infterende: op dat wy ons by diergelyke onverhoopte gevallen in ftaet mogen bevinden, ons gezag te kunnen maintineren en ten dien eya-  tot de MILIT. JURISD. &e. lyt eynde daar toe met behoorlyke zekerheid de vereischte orders te {tellen. Waer mede Doorlug}ig(ie Koninglyke Princes en Prouws! Wy God Almagtig bidden, dat Hy Uwe Koninglyke Hoogheid lange Jaren by eene voorfpoedige Regeringc wil bewaren. Gel'chreven te Zutphen den aoen van July des Jaar 1700 vier en vyftig. Uwe Koninglyke Hoogheids onderdanige en gehoorzame Dienaren. Burgemeefteren, Schepenen ende Raad der Stad Zutphen. Onderfïond Ter Ordonnantie van dezelve Was getekend. HERM. SCHOMAKER. LXVII.  X7» NALEZING van STUKKEN, LXVII. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Borgemeefteren en Vroed-, fchap der Stad Zutphen. jo-.is den 15 Auguftus 1754. De Heer Raadsvriend Verftege heeft ter Vergadering voorgedragen, dat gepasfeerde Zondag agt dagen geleeden, zynde geweest den vierden defer lopende maand, ter occafie, dat heen en weder van zyn Buytengoed in de Stad gekomen was, des middaags nae dePredicatie, by hem had laaten vifite vragen , den Lieut. Coll. Matty denwelken door hem Heer Verftege geaccepteert wefende, by die gelegentheyd fyn Ed. over het geene tusfchen hun beyde,by de laaften Brand aan de Nieuwftadspoort, was voorgevallen , hadde onderhouden, en als toen, onder deefe en geene proteften van verontfchuldiginge, in fubftantie betuygt, dat zulks door hem niet was gedaan, met intentie om hem Heer Verftege te beledigen, of de ordres van Hun Ed. en Achtb. in diergelyke omftandigheden gegeven,  tot de MILIT. JUR1SD. Sec. 173 ven,als't welkhy begreep,dat aanhera,als een inwoonder niet pafte, te willen vilipendeeren maar dat dit lbu gefchied fyn uit onkunde, en op een pretext, dat hy nog den Heer Verftege, nog te imand der andere Heeren aldaar de directie hebbende, had gekent, nog te ook iets geweeten van den inhout van 't Reglement, op 't ftuk van Brand geëmaneert,met verder allegatie van meer andere redenen , die hy tot fyn verfchooninge in deefen 'quam by te brengen , dat nae eenige woordenwisfelingen, welgem. Heer Verftege hem daar op had geantwoord en te gemoed gevoerd, dat indien hy Matty, fig aldus des anderen daags, in plaatfe van hem Heer Verftege, daar over te rede te ftellen, hadde geëxpliceert, zyn Ed. niet twyfelde of Haer Ed en Achtb., fouden fulks favorabel opgevat, en daar 0ver geen doleances gedaan hebben , met by voeginge, dat de zaak tans uyt fyne handen was, en vermits haer Ed. en Achtb. als in fyn Perfoon en Caracter fuftinerende gela> deert te weefen, fig die hadden aangetrokken,overfulks aan defelve dieswegens moefte fatisfactie, gegeven worden en dat by nader gevolg, gez. Lieut. Coll. Matty foo hy fyn oogmerken deefe wilde beryken hem daar over konde en moest adresieren aan den Raadsvriend Barthold van Hasfelt, als in de tyd pradiderende , welke als dan deefe zaak, fekerlyk in den Raad foude brengen, en daar omtrent hun Ed. en Achtb. Refolutie in-  174 NALEZING va;n STUKKEN innemen, dat echter voorfz. Lieutenant Collonel daar van 't contrair foutenerende, en vermeynende fulks, alleen ten opzigte van hem Heer Verftege genoeg te zyn, ten dien eynde aan zyn Ed. een en andermaal hadde . gevraagt, of hy hier mede Content was, dog dat hy Heer Verftege telkens by fyn voorig antwoord hadde geperfifteert, ende hem by repetitie aan Haar Ed. en Achtb. felfs gerenvoyeert hebbende , daar op meergez. Matty zonder fig hier over verderte verklaren, was opgedaan , en in civiele termen van zyn Ed. affcheyd genomen hadde: dat hy Heer Verftege van dit gepasfeerde, aan de prafente OpperBrandheeren,hebbende kennis gegeven, hun Eds. te famen hadden noodig geoordeelt, ende daar by teftens hem Heer Verftege verfogt, fulks ter tafel van Haer Ed. en Achtb. te brengen, waar van hy fig by deefe quam te acquiteren. Waar op Gedelibereerd fynde, hebben Haer Ed. en Achtb. de Conduite van den Heer Verftege in deefen approberende , het geen voorfz. voor norificatie aangenomen, en ter gevolge van dien verklaart, dat daar meede voor als nog geen" genoegen kan genomen worden/ LXVIIL  tot de MILIT. JURISD. &c. 175 LXVill. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Borgemeefteren en Vroedfchap der Stad Zutphen. Sabbathi den 17 Auguftus 1754. Ïnraer Ed. en Achtb. hebben goedgevonden , en verftaan, de Heeren Raadsvrienden Bartholt van Hasfelt, en Fredrik Robbert van Lathum als tans uyt hoofde, van 's Landfchaps Commisfie van den 15 Juny laastleden in 's Hage fynde, te verfoeken en te committeren fulks doends hier mede, om by deefe occaiie Haer Koninglyke Hoogheyd Mevrouw de Princesfe Gouvernante, over het geval tusfchen den Heer Raadsvriend Verftege, in fyn functie en qualiteyd van Opper-Brandheer , en den Lieut. Coll. Matty, by den Brand aan de Nieuwftadspoort, gepasfeert, en breder by Refolutien foo van den 17 April en 20 july beyde van dit jaar , als van den 15 defer lopende Maand, vermeld, ineen particuliere audiëntie, met en onder een compliment ter materie dienende, op te wagten, ende daar by als nog op eene convenabele fatisfactie dies wegen te infteren foo en als by de Misfive felfs , aan welgem. Heeren, op heden verfonden, en in 't Boek van afgaande Brieven overge- bragt,  i76 NALEZING van STUKKEN bragt , met meerderen vervat, en uytgedrukt is. LXIX. MISSIVE van Heeren Burgemeefleren, Schepenen en Raad der Stad Zutphen, aan de Heeren Burgemeefteren Barth. van Hasfelt en Fr. Robb. van Lathum, thans in 's Hage in commisfie van de Landfchap zynde, in dato 17 Auguftus i?54- Edele, Erentfefle, Wyze, Voorzienige en zeer Discrete Heeren en Medebroederen. Alzoo wy tot nog toe van Haere Koninglyke Hoogheid, Mevrouwe de Princesfe Gouvernante geen antwoord hebben ontfangen op onze fuccesfive Misfiven, beide tenderende, tot erlanginge van een behoorlyke fatisfactie wegens de injurien en infultes, ons in do Perfoon van onzen Mede-Raedsvrind, den Heer Verftege iri zyn qualiteit en funétie van Opper - Brandheer door den Lt. Collonel Matty aengedaen, ter gelegenheid van de bewutte Brand, voor ongeveer vier maanden in de Corps de Garde boven de Nieuwftadspoort 'alhier voorgevallen. Ende Uwe Edel Erntfefte weten, wat federd onze laetite Brief van den 10 der voorleden Maend op dat fubject, volgens dc ope-  tüt de MILIT. JÜRISD kc i7? openinge en bet Rapport, daer van door welgemelden Heer Verftege op gifteren aen ons in den Raed gedaen tusfen zyn Edele en gez. Lt. Collonel Matty is gepasfeert, waer door zomwyien zou kunnen worden gedebiteert, ais of wy naemens ons Cóllegie, waer van nogthans 't contrair aen Uw Edele en Erentfefte bewust is, daer mede zouden genoegen genomen hebben. Zoo hebben wy confiderende, dat wy deze zaeke voor den Heer Verftege hebben opgèvat,en dus daar by, voorbehoudens onze authoriteit, niet wel kunnen acquiesceren, overzulks tot voorkominge van deze en diergelyke verkeerde illatien vermeind, het: niet ondienitig, maer zelfs noodzaekelyk te zullen zyn, dat Uw Edele en Erentfefte, als uit hoofde van de tegénswoordige Land^ fchaps commisfie zig thans in 's Haeg© bevindende,uitonzenaem Haere Koninglyke Hoogheid mondelyk daar over kwaemen ta onderhouden. Ten welke einde Wy Uw Edele en. Erentfefte dan verzoeken, en teffens hier mede committeren, ósn ter deezer eccafle in eene particuliere audiëntie aan Haere Koninglyke Hoogheid voorfz. geval (waer van aen Uw Edele en Erentfefte de omftandigheden bekend zyn en naeder uit de copie van onze eerfte Misfive,die Wy tot faciliteringe van Uwer Edele en Erentfefte geheugen hief nevens voegen,kunnen vernomen worden) te willen rememoreren, en daer by, met een compliment, ter materie dienende en aen- Nal. II. Deel. M verf-  i78 NALEZING van STUKKEN voeringë van zoocaenige redenen,als dewelke UwEÜele enErer tfei're meest ftringent zullen oordeclen, en wyders aan derzelver goede directie en prudentie overgelaten worden, aïs nog op 't aliefkra'gtigfte te infteren, dat wy hier omtrent ten alle ëerften eene convenable.en, naer het gewicht van deze za?kegeproportioneerde,voldceninge mogen bekoomen: V/aer op ons verlatende bevelen Wy Uw Edele en Erentfefte in Godes heilige protectie. Gefchreven te Zutphen den zever tienden van Auguftus des jaers iroo vier en yyftig, Edele, Erentfefte, Wyze, Z'oorzkphge en zeer Discrete Heeren en Mcdeh cederen / Uwer Edele en Erentfefte Goede Vrinden en Medebi oederen. Burgemefteren, Schepenen ende Raad der Stad Zutphen. Onder ftond. Ter Ordonnantie van dezelve Was getekend HERM. SCHOMAKER. LXX  »f■ m MlLIT. JUiliSD. &c. IjrjT LXX. EXTRACT uit dc Rehblutien van de Ed. Achtb. Keeren Borgemeefteren en Vroed* fchap der Stad Zutphen. Sabathi den 3! Auguftus 1754. *tp&c Heeren Raadsvrienden Bartholt vlti KJ} Hasfelt en Fredrik Robbert van La-4 thum by Refolutie van den .,7dezerlopendé Maand, verfogt en gecommitteert fynde, om ter occafie van hunne tegenswoordigheid in 's Gravenhage haare Koninglyke Hooghcyd,Mevrouw de Princesfe Gouvernante, over het geval tusfchen den Heer Raadsvriend Verftege in qualiteyt als Opperbrand* heer, en den Lieut. Coll. Matty by dürt laaften Brand aan de Nieuwftadspooït alhier gepasfeert, op te wagten, hebben daar van needen ter Vergaderinge gerapporteert, dat fy Heeren Gecommi'tteerdens , op den ontfangst van hunner Rd. en Achtb, Misfiys , breder by voorn. Refolutie vermeit, fig hadden begeven nae 't Huys in den Bosch , en aldaar in eene particuliere audiëntie, aan haare Koninglyke Hoogheyd voorgeftelt, het geene aan haar, door haar Ed. en Achtb. by derfelver aangetogene Brief op dat fubjet was gedemandeert ge* worden;dat haare Koninglyke Hoogheyd haar Heeren Gecommitteerdens op sen feer  180 NALEZING van STUKKEN. graticufe wyfe hadde ontfangen, en de conduite door gez. Lieut. Coll. Matty dezes aangaande gehouden , geenünts geapprobeert, met byvoeginge onder anderen, dat hoogst desfelfs intentie was,dat de Militairen aan de refpeftive Magiftraten in de Steden zouden bewyfen het refpect, aan defelve verfchuldigt;; dat fy Heeren Gecom'mitteerdens by deefe -gelegentheyd niet hadden nagelate'n, aan hoogst gedagte haare Koninglyke Hoogheyd, vooriz. zaak op 't nadrukkelykfte voor te draagen, en daar van aan Hoogstdefelve de fchaadelyke gevolgen voor oogen te {feilen , dat hier mede deefe audiëntie geëyndigt, en fy Heeren Gecommitteerdens naar hun Logement gekeert zynde, des anderendaags by hun Ed. had laaten vifite vragen, den Heer Lieut. Generaal Roufe, haare Koninglyke Hoogheyds eerften Adjudant Generaal , denwelken,door haar Heeren Gecommitteerdens gerecipieert wefende,aan hun Ed.(nae eenige discourfen , over deefe materie gewisfeit, en mede nae iterative betuygino-en, dat niet quam, ofte voornemens was, om 't gedrag van gemelte Matty, waar van wel eer het tegendeel waar was, te willen juftificeeren) hadde geavanceert, wel te wenfehen, dat die zaak uyt de wereld was,en dat gevolglyk haar Ed. en Achtb. voor defe keer de goedheyd geliefden te hebben, van genoegen te nemen met het excuus, zoo meergez. Lieut. Coll. Matty volgens zyn voorgeven dieswegen voor eenige daagen aan  tot r>t MILIT. JÜRISD. fcc, i3i aan den Heer Verftege , zoude hebben gemaakt,teffens,meer dan eens.nietduyfter te kennen gevende , dat fulks aan haare Koninglyke Hoogheyd, mede niet onaangenaam foude weefen, daer by doende, dat zorge zoude worden gedraegen, dat diergelyke voorvallen in het toekomende niet wederom exteerden, en dat ook uyt lafte van haere Koninglyke Hoogheyd aan hem Matty, in feer ernftige termen hier over was gefchreven; dat fy Heeren Gecommitteerdens, op eene nadere fatisfactie aanhoudende, en daar van de noodfakelykheyd de. monllrerende , hy Heer Roufe nogmaals en telkens by repetitie, zyn verfoek van de gementionneerde zaak, niet verder te willen pousfeeren, hadde geinhsereerd, en defelve nog in 't weggaan, op 't favorabelfte aan haar Heeren Gecommitteerdens gerecomraandeert, dat fy Heeren.Gecommitteerdens "t een en ander,ad referendum, overgenoomen hebbende , fig daar van by deefen quaamente acquiteeren, in hoope, daar mede aan Hun Ed. en Achtb. oogmerk voldaan te hebben. Waar op gedelibereerd, en in overweginge genomen zynde, dat haare Koninglyke Hoogheyd het gedrag van voorn. Lieut. Coll. Matty, in deefen gehouden geenfints komt te approbeeren, hebben haer Ed. en Achtb.,mede gelet hebbende, op de fterke inftantien en daar by gedaane verfekeringe,. van welgemelten l ieer Lieut. Generaal Roufe, mitsgaders, en wel infonderheid, op de M § ia»  |B* NALEZING van STUKKEN inclinatie van hoogst gedagte haare Koninglyke Hoogheyd, dat voor deeze keer met de excufe door gez. Lieut. Coll. aan den Heer Verftege gemaakt, mogte genoegen genomen worden, overfulks goedgevonden,voorfz. zaak niet verder te pousfeeren,en fyn daar op welgedagte Heeren van Hasfelt en vanLathum voor derfelver genomenemoeyte en gedaan Rapport van Stadswegen bedankt. LXXI. EXTRACT uit de Fefolutien van de Ed. Achtb, Heeren Borgemeeiteren en Vroed* fchap der Stad Zutphen. Martis den 18 May. 1762. Be Heer 'Pra;fiderende heeft in fenat* voorgedragen, dat den Horologiemaafcet Chriftoffel Venderbosch, Burger en Inwoonder defer Steede, fig by fyn Ed. hadde peadresfeert, over en ter zaake hy zeden eenigen tyd, verfcheyde Klederen van ^yn Vrouw, nevens een ftukNeteldoek, en nu nog onlangs een filver zak Horologie tobbende gemist, en over ditlaafte Judith fordens, die ruym een jaar by hem als TJienstmeyd heeft gewoont, hebbende onderhouden , het daar op was gebeurt, dat v oor, kdën Zondag dieMeyd, wanneer fy melk  tot de MILIT. JURISD. &c. 183 foude haaien, is uytgeblcven, en volgens bekomene informatie is ge ,'lugt nae ,haar Vader wefende Soldaat onder het Regimert van den Generaal Majoor van iV-ndwyk, thans alhier Guarnifoen houdende; dat hy wegens fterke fufpicie, die uyt, dit wegblyven tegen haar had opgevat , haar hier over nader ten huyfe van haare O ?.ders hadde gefprooken, met dat effect., dat zy in prefentie van gez. haare Ouders reeds bekent heeft, het geme'ie Korologie gebragt te hebben in de bank van Leeninge, en daar op gehaalt fes GuldenVverfoekende tèffens dat die voorfieninge moge worden gedaan, dat fy werde geappreh en deert, en haar gelast-om de vermiftc Goederen, aan hepi te reftituceren. Dat hy Keer PrciTicvc-.ide lig hadde verpligt gevonden, over dn geval extraordinaire Vergaderhige te iaatjèrj beleggen, ten cynde by Haer Ed, Aclftb. hr'cr omtrent fo'danigworde gerefol« eerr. als defelve oordeelen fouden te bèhoöfen. Waar op Gedelibereert fynde , is gecd. gevonden de Heeren van den Gerigts te verfoeken, en auéf.orifecren,gelyk g'^fenied by deefea, om aardt,mos die, c'ves te ft ellen, dat gemehe Juditb JöVcfe^s werde geapprehendeert, vcrv.'igens in gyfelinge gebragt,en inval Hui. Ed. ontwaarmogten worden, dat meergedagte Dier.stmeyd %by Militairen quainte verbergen, als dan door den Önderniajoor den Heer Géneraal Majoor van Lintelo ats Commandeur defer Stad, of by desfelfs abfentie den commanderenM 4 ' de  ï?4 NALEZING van STUKKEN. de Officier van het Guarnifoen, te laatea verfoeken, om haar te doenapprehenderen, en HaerEd. en Achtb. als wefende in defen competente Rigters overtegeven. LXXIÏ. EXTRACT uit deRefoïutïen van de Ed. Achtb. Heeren Borgemeefteren en Vroedfchap der Stad Zutphen. Mercurii den 19 May 176e. De Heeren yan den Gerigte hebben op heden gerapporteert, dat fig geen apparentie hebbende opgedaan om Judith Jordensbuyteti't huis vanhaar Ouders te doen apprehendeeren3hunEd,vermogens het tweede lid, van Haer Ed. en Achtb.Refolutie, gifteren avond op dit fubjeft genomen, de Heer Coll. Ruysch als Commanderende Officier van,'t Guarnifoen alhier door den Ondermajoor nog laat in den avond hadde laaten verfoeken, om gez. Vrouwsperfoon op teligten, en vervolgens aan Haer Ed. en Achtb. over te geven, Dat daar op wel dadelyk, nae ontfangen berigt van den Nagtfchout Langenberg, die apprehenfie ■ gevolge was, maar dat het gemelteVrouwsperfoon door de Militairen nae de Provoost was gebragt, hebbende voorn. Coll. Ruysch, by abfentie van den Generaal Majoor van Lin, -  tot de MILIT. JURISD. &c. 185 Lintelo en alfoo buyten fyn ordre, in die overgifte fwarigheyd gemaakt, fonder dat egter tot hier aan toe, zy Heeren van den Gerigte deswegens door den ündermajor hadden ontfangen. Waar op Gedelibereerd fynde , hebben Haer Ed. en Achtb. eer, en bevorens hier over verder te refolveren goedgevonden, het voornoemde Rapport af te wagten. LXXIIL EXTRACT uit de Refolutie van de Ed. Achtb. Heeren Borgemeefteren en Vroedfchap der Stad Zutphen. Veneris den 21 May 176c. De Heer Praulderende heeft op heeden voorgedragen, dat de Heer Generaal Majoor van Lintelo, als Commandeur defer Stad, by zyn Ed.gekomen fynde, verklaart, hadde, dat wel geene bedenking zoude dragen, om 't bewufte Vrouwsperfoon, als tydes van haar begaane delict woonende als Meyd by een Burger en Ingezeten, alhier ter judicature van Haer Ed. en Achtb. te extraderen, indien niet de ordres van wvlenZyne Doorjugtige Hoogheydflen Heer Erfftadhouder Glor. Mem. hem toegezonden, houdende onder anderen dat Militaire Kinds, ten élinquerende^medj voor den Militairen Reg. M 5 ter  185 NALEZING van STUKKEN ter woeien te regt Paan, hgen in zulke gene. rale termen, dat defelve hem buyte.n Haat Helden, om fonder nader explicatie van voorfz. periode, aan de requiüde aan Haer Ed. en Achtb. tekonnen voldoen, dat daarom tot zyne decharge, ten eerften hier over by Miffive, niet alleen zig foude adresfeeren, by zyne Hoogheyd den Heer Hartog van Brunswyk,a1s reprefenfant van den min ier'jarigen Heer Erfftadhouder, maar daar by ook te gelyk de redenen der fuilenue van de Heeren van de Magiftraat, die hem mede feer gegrond voorkwamen, zoude allegeren, en nader aandringen, verföekende over fulks, dat Haer Ed. en Achtb.met hunne inftantien wegens voorfz. pvergifte, tot het inkomen van refcriptie, vanborg&t denfelven geliefden te fuperfëderen met verdere betuyginge, dat het hem feer <,:.:aangenaam foudë zyn, by ajdien met Haer Ed.^ en Achtb. welkers Vjiendfebap hy altoos eftimeren zal, omtrent deele zaak onverhoopelyk in eenig coniest moge geraaken. Waar op Gedelibereerd fynde, hebben HaerEd. en Achtb. tot voorkomirge van alle verkeerde interpretatien en explicatie, goedgevonden om het voorfz. geval, met allegaiie van defcrfydfe fuftenue, in aanzien van "t ft uk van Jurisdictie, Haer Ed. en Achtb.in deefen, buiten alle conteftatie c »mpeteerende, te brengen ter kennisfe van den Heet Hartog vanBrunswyk, nis Reprefentaut van zyne Doorlugtige Hoogheyd, den  tot de MILIT. JURISD. &c. 187 den Minderjarigen Heer Erfftadhouder, in aualiteyt als Capiteyn Generaal des Furftendorns Geiré en Graaflchaps Zutphen, by een Misfive, foo-als defelve in 't Boek der afgaande brieven , fub hoe dato te vernemen. LXXIV. MISSIVE van Heeren Burgemeefteren, Schepenen en Raad der Stad Zutphen, aan den Heere Hertog van Brunswyk Wolfenbuttel, reprsefenteerende zyne Doorluchtigfte Hoogheid, den Heere Prince van örange en Nasfau, in quahteit als Capitein Generaal des FurHendoms Gelre en Graaflchaps Zutphen, in dato 21 May 1762 Doorluchtige Hooggeboren Furst en Heer! Chriftoffel Venderbosch , wezende een Horologiemaker en Burger dezer Stad, heeft zig voor eenige dagen by ons klagelyk gcaddresfeert, ter zake hy zedert eenigen°tyd verfcheidene Kleederen van- zyn Huysvrouw nevens een ftuk Neteldoek en nu nog onlangs een Zilvere Zakhorologio heb-  188 NALEZING van STUKKEN. hebbende gemist, en over dit laatiïe zeker Vrouwsperfoon, Judith Jordens genaamt, die ruym een Jaar als meyd by hem had gewoond, hebbende onderhouden, het daar opis gebeurt, dat dezelve, wanneer door hem was uitgezonden om melk te halen, is weggebleven, en volgens bekomene informatie , gevlugt na haar Vader zynde Soldaat onder 't Regiment van den Heer Gene • raai Major van Randwyk, tans alhier Garnifoen houdende, werwaarts gemelte van der Bosch wegens fterke fufpicien,die uyt dit weggaan tegens haar niet ongegrond had opgevat, zig mede heeft begeven , om haar hier over nog nader te fpreken,'t welk ook van dat effect is geweest, dat zy aldaar ter pra?fentie van hare Ouders , reeds heeft bekend 't voorn. Horologie te hebben gebragt in de Bank van Leeninge, en daerop gehaald zes guldens. Wy hebben aamtonds die ordres gefteld , dat het gedetineerde Vrouwsperfoon mogte werden geapprehendeert, en in gyfelinge oyergebragt, maar by die occafie vernomen, dat zy zig by Militairen kwam te verbergen, waarom wy, byabfentie van den Heer Commandeur van Lintelo, den Heer Collonel Ruysch als commanderenden Officiervan 't Garnifoen, daar toe hebben laten verzoeken, en als dan haar aan ons te extraderen. Hier op is wel datelyk de apprehenfie gevolgt, dog Judith Jordens is na de Provoost gebragt, al waar zy nog is zittende» om dat de Heer  tot de MILÏT. JURISD. &c. 1Z9 .Heer Commandeur in die overgifte zwarigheid maakte uit hoofde der ordres van wylen zyne Doorluchtigfte Hoogheid, den Heere Prince Erfftadhouder glorieufer memorie hem toegezonden, met betrekkinge tot delicten, by Militaire Kinderen mede werdende begaan, lagen in generale termen, en mitsdien hem buiten ftaat (telden,. om zonder naedere explicatie van die periode en fpeciale ordres van Uwe Hoogheid, aan onze requifitie te konnen voldoen, hoewèl. zyn Ed. ons betuigd heeft, datde redenen van onze fuftenuehem zeer gewigtig waaren voorgekoomen, en die wy voor Uwe Hoogheid ook niet willen verbergen, maar de vryheid neemen dezelve meede te deelcn, hier in beftaande; Dat aangemerkt het voorfz. Vrouwsperfoon, of ïchoon een Soldaaten Kind nogthans door haar dienst als Meyd van een Jaar lang by onzen Burger hier ter Steede te hebben geprefteert,buiten alle conteftatie, geconfidereerd moet worden onder zyn huisgezin mede te gehooren, en zy het gez. delict gedurende dezen haren dienst aldaar hebbende gecommitteert ook aan dien Rechter, daar de overige Léeden, van dat Huisgezin onder gezeten zyn» gevolgelyk aan onze Jurisdictie privativelyk en alleenlyk metfeclufie van die der Militairen, Subject is, en by verdere confequentie wegens haere begaene fait voor voor ons zal moeten te rechte Haen; En bet is dan op deze gronden, dat wy door  iqo NALEZING van STUKKEN door welgem. Heer Commandeur, als dié de vryheid zou neemen, om zig hier over ten fpoedigften by Misfive aen Uwe Hoogheid té addresferen , en daar by teffens onze aangevoerde redenen zelfs allegeren en nog nader aan te dringen, verzogt zyn geworden om met onze bovengemelte inftan* tien zoo lang te willen fuperfederen, tot dat zyn Ed. met refcriptie van Uwe Hoogheid zoude wezen gehonoreei't; Hoe zeer, Doorlugtige Furst en Heer, wy nu zyn geconvinceert van'de rechtmatigheid van ons féntiment, zodanig, dat wy wel gefundeerde redenen hadden, om met meerder empresfement op de extraditie te infteren, hebben wy egter, zoo tot confervatie der goede] verftandhoudinge tusfchen ons en den Heer Commandeur, als tot voor* kominge van alle eventuele onaangenaame fuites, aan zyn Ed. verzoek wel willen defereren, des niet te min ons mede vetpligt gevonden van onze zyde ook deze zaak te brengen ter kennis van Uwe Hoogheid, in dat vertrouwen ,dat Uwe Hoogheid, pondereerende de kragtvan onzegementioneerde redenen, zal om dezelve en wegens andere opzigten voor 't Militaire weezen nadelige gevolgen, die wy vast ftellen, dat door den Heer Commandeur zullen worden gedetailleert, die prompte en efficacieufe ordre gelieven te ftellen, dat aan onze Requifitie tot ovefgifte van meergemelde Vrouwsperfoon werde voldaan, ten einde in ons regt van Jurisdictie,- diewy verbonden  tot dê MILIT. JURISD. «rc 191 den zyn allerdirigs temamtineren en te con« ferveren, geenatteinte of prejudicie werde toegebragt. Waar mede,. Doorluchtige Hooggeboren Furst en Heere 1 Wy God almachtig bidden, dat Hy Uwe Hoogheid houde in zyne heilige Protectie. Gefchreven te Zutphen denaï May 1762.. Uwe Doorluchtige Hoogheids Dienstwillige goedeVrienden. Burgemeefteren, Schepenen ende Raad der StadZutphen. Onderpond Ter ordonnantie van defelve Was getekend H. A. TOEWATER. LXXV.1  NALEZING van STUKKEN LXXV. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Borgemeefteren en Vroedfchap der Stad Zutphen. Mercurii den 26 May 1762. Ïs terVergaderingè ingekomen en verleefen Misfive van Zyn Hoogh. den Heer Hartog van Brunswyk, als Reprefentunt van Zyne Hoogh. den Heer Prince Erfftadhouder als Cepiteyn Generaal van deefe Provincie, gefchreven in 's Hage den 25 defer lopende maand , houdende antwoord op Haer Ëd. brief van den ai daaar te vooren, met betrekkinge tot de Perfoone van Judith Jordens, door de Militairen, defer fydfe requifitie geapprehendeert, en tans by de Provoost zittende, luydende defelve van woord tot woord als volgt. EDELE ACHTBAARE HEEREN! Ik heb wel ontfangen Uwen Ed. Achtb. Misfive gefchreven te Zutphen den 21 deefer maand, waar by UEd. en Achtb. my voor te dragen, een geval, betrekkelyk tot fekere Judith Jordens, Dogter van een Soldaat in het tweede Bataillon van Brakel, welke als Dienstmeyd wonende ten huyfe van Chriftofel Venderbosch, Horologiema- ker  tot de MILIT. JUPJSD. &c. 193 keren aldaar fig aan diefftal hadde fchuldig gemaakt, en vervolgens ter requifitie van UEd. en Achtb. geappreheiadeert was geworden,dog ten aanzien van welker overgifte eenige bedenkelykheyd,byden Generaal Majoor en Commandeur vanLintelo gemoveert wordende, UEd. Achtb. ter confervatie der goede harmonie, en voorkominge van onaangenaame gevolgen, op verfoek van voorn. Commandeur wel hadden willen fuperfederen, met de verdere inftantien, tot dat defelve myne refcriptie daar op foude hebben bekomen, met verder byvocginge van redenen, waarom UEd.en Achtb.vertrouwden, dat door my de nodige ordres, tot de voorfz. overgifte fouden worden geitelti Het voorfz. geval door voorn.Commandeur terfelver tyd tot myne kennisfe zynde gebragt, te gelyk met de bedenkelykheden, waarom defelve in meergemelte overgifte hadde gedifiiculteert, alleen voortfpruytende uyt fekere ordres door wylen Zyne Doorl. Hoogh. den Heere Prince Erfftadhouder Gl. Ged. gegeven , ten aanzien van deliéten door Kinderen van Militairen gepleegt, héb ik gemeent, fonder te treeden in eenige discusfie der redenen by UEd. en Achtb. gedetailleertjhet genoeg foude fyn te melden, dat nae examinatie van hooggeel, ordres, het my is voorgekomen,dat de intentie van wyle Zyne Doorl. Hoogh. geenfins geweest kan zyn, defelve mede relatief te maaken* tot foodanige een, als in het voorhanden zynde geval van de voorn. Dienstmeyd Nal. II. Deel N Ju-  j94 NALEZTNG van STUKKEN Tudith Jordens. Dienvolgende , foo heb 'ilc dan ook ter beantwoordinge van UwEd. en Achtb. dien my ten hoogfren aangenaam is geweest, en om mede te Contribueeren, tot berykinge van defelve heylfaamc oogmerken , van UwEd. en Achtb. tot confervatie van de goede verftandhoudinge tusfchen de Burgers en Militairen. Ik tweyfelc niet of hier mede fal aan de intentie van UwEd. en Achtb. volkomen voldaen zyn, waeromme na UEd. ea Achtb. in de Heylige Protedtie Godes te hebben aanbevoolen, ik d' eer hebbe met alle hoogagting teblyven. EDELE en ACHTBARE HEEREN. In's Gravenhage Uwer Ed en Achtb. den 25 May 1762. Dieustw. Dienaar. JVas getekend L. HERTOG van BRUNSWYK. HetOpfchrift was, Edele en Achtbaere de Heeren Burgemeefteren Schepenenen Raad der Stad Zutphen. Waar op Gedelibereerd zynde, hebben Haer Ed. en Achtb. het gunt voorfz. voor noüficatie aangenomen, en wyders goedgevonden, dat foo dra den Heer Commandeur van Lintelo, van die in boveuftaande Misfive-  tor db MILIT. JURISD. &c. 195 five, vermelde ordres tot extraditie van het gez. Vrouwsperfoon aan de Heeren van den Gerigte, fal hebben kennis gegeven, defelve fal gefchieden, in defer voege , dat het voorn. Vrouwsperfoon, nae het optrekken van de Wagt, door een Commando van Militairen uyt de Provoost, tot aan 'tStadhuys fal worden gebragt, en aldaar door den nagtfehout overgelevert, ten eynde in defer Stads gevankenisfe te worden geinhafteert. LXXVI. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb, Heeren Borgemeelieren en Vroedfchap der Stad Zutphen. Jovis den 27 May 1762» De Heer Prsefiderende heeft op heden voorgedragen, dat den Heer Commandeur van Lintelo even voor de Vergaderingebylyn Ed. was geweest, en berigt had, dat ordres, tot uytleveringc van het bewufte vrouwsperfoon, heeft bekomen, wenfehende te mogen weeten wanneer, en hoe defelve gefchieden foude dat fyn Ed. aan welgemelte Commandeur heeft geant woord, dat de overgifte in conformitö der Refolutie, gifteren agter middag, op dit fubject genomen, foude moeten worden ge* N 2 daan,  ï96 NALEZING van STUKKEN daan, het welke dan ook in dier voegen verrigt is Waar op Gedelibereerd fynde, hebben Haer Ed. en Achtb voorn. Heer Pradiderende voor fyne genomene moeite, en gedaan Rapport bedanktvervolgens Heeren van den Gerigte verfogt, om van de geinhafteerde Judith Jordens, ' en wyders ibdane informatien in te winnen, als vermeenen fullen te behooren, ten eynde defelve nader ten fine van Deliberatie voor te brengen, LXXVIT. MISSIVE van Louis Hertog van Brunswyk aan de Magiftraat te Arnhem. EDELE AGTBARE HEEREN. Moe zeer ik in alle voorkoomende geleegentheden niets meer verlange, en ook dagelix butere alles zorgvuldig te vermeiden al het gene tot onaangenaame discusfien, die uyt voorkomende conflicten van Jurisdictie tusfen den Politiquen en Militairen Regter refulteeren moeten,aan leiden geven kan,vinde ik my egter in die onvermydelyke noodzakelikheid gebragt, om myne hoogfte furprife aan UEd. Agtb. te moeten te kennen geeven , aangaande de behandeling van het geval het welk de Major  tot db MILIT. JUR1SD. &c. 197 jor van Nyvenheim, als Commandeerende het Guarnifoen van Arnhem tot myne kennis komt te brengen , concerneerende feker Perfoon,geen Borger zynde, welke door die van het Guarnifoen bezig bevonden zynde met het Iósflaan en fteelen van Palisfaden op de Glacis buiten de St. Janspoort in Arres: genoomen is binnen 's Lands Fortificatiën en egter op requiiitie van UEd. Agtb. door de voornoemde commanderende Officier aan UEd. Achtb. fonder iritftel heeft moeten overgegeeven worden, offchoon voornoemde Officier de permislie verzogt om den gem. Gedetineerde in de Hoofdwagt alleenlyk foo lang te mogen bewaren, tot dat myne ordres met de eerfte Post dien aangaande zoude ontvangen hebben. Gelyk ik niet nagelaten heb weegens de voorfz. gedaane overgifte myn ongenoegen aan voorn. Majoor van Nyvenheim te kennen te geeven, foo kan ik ook aan de andere kant my niet dispenfeeren my weegens het voorfz. geval aan UEd, Agtb. te addresfeeren, en foo uit hoofde van de qualiteit die ik de Eer heb te bekleden en in welke ik alle de Prceeminentien van den minderjarigen Heer Capitain Generaal cuftodieren en ibeke te conferveeren als van wegens den aard en de omftandigheden van het tegenswoordige delicl:, het welke,gelyk alle violatie van 's Lands Fortificatiën Werken ten allen tyde, als een Militair Delict, is geconfidereert geworden, denvoorM 3 ge-  198 NALEZING van STUKKEN. melden Delinquant voor den Militairen Regter te reclameeren; ik vonde my deste meerdaartoenoodzakelik verpligt, vermits aan my wel fpeciaal is gedemandeert by het derde Articul van myne Inftruclie als Repraïfentant van den Heer Capitain Generaal van 't Furftendom Gelre en Graaffchap Zutphen forgvuldig het oog tc houden , op de Fortificatiën van den Staat, met relatie tot de Steden van de gemelde Provinciën, ten einde die altyd in goeden ftaat van defenfie gehouden worden , en ftatteeren dienvolgende, dat UED. en Achtb. uit confideratie van dat alles geen fwarigheid fullen vinden, om tot de Reftitutie van den meergem. Delinquant aan den Commandeerende Officier van het Guarnifoen te refolveeren en my daar door in ftaat ftellen om behoorlyke Juftitie doen adminiftreren over de befchadigers van de Fortificatie der Stad, die aanmync voorzorg fyn gedemandeert, Ik hebbe de eer in die verwagting met waare hoogagting en attachement te blyven, ,EDELE AGTBARE HEEREN. 'sGravenhageden Uw Ed. Agtb. soDecemb. 1763. Dienstw. Dienaar. (Was getekend) L. HERTOG van BRUNSWYK. LXXVIIL  tot de MILIT. JURISÜ. &c. 19) LXXVIII. MISSIVE van de Magiftraat van Arnhem ■ aan Z. H. Louis Hertog van Brunswyck 30 Dec. 1763. Doerlugtigfïe Hoogstgcbaore Furst en Heer! By onfe refcriptie van den 21 defes waar by de ecre hadden U Doorlugtige Hoogh. voorlopig kennisfe te geeven van de receptie van hoogstdesfelfs Misfive waar by U Doorlugtige Hoogh. ons quam te verfoeken , datwy aan den commandeerende Officier van het "Guarnifoen alhier fouden reftitueren feker Perfoon, welke zig foude fchuldig gemaakt hebben aan het losmaken en fteelen van Palisfaden buiten de St. JansPoort, hebben wy teffens gemeld dat wy zoö ras onfe abfente Medeleeden weeder geretourneert fouden fyn, wy deefe faak welke wy voor ons van feer veel confideratie en gevolg oordeelden in ferieufe deliberatie fouden neemen. Wy hebben ten gevolge van dien voort na de te rug komst van gemelte onfe Medeleeden defelve in een bedaarde overweginge genomen, en met de vereischte attentie gepondereert de redenen welke U Doorl. Hoogh. oordeelde te konnen {trekken om ons van onfe fuftenuen te doen afzien. Wy kunnen niet afzyn U Doorlugtige Hoogheid voor af te betuigen dat hoe N 4 zee?  eoo NALEZING van STUKKEN zeer wy niet anders dan ten uiterften konnen loueeren de attentie en forge van U Doorlugtige Hoogh. om geduurende de minderjarigheid van den Heere Prince Erfftadhouder de faaken concerneerende den Militairen dienst by de vastgeftelde regels te maintineeren, en hoe feer wy ook geneegen fyn aan de eene fyde om alle Conflicten van Jurisdictie tusfchen ons en den Militairen Rigter foo wel als al 't geene daar toe eenige aanleidirige mogt konnen geeven, ibigneufelyk te vermyden, wy echter aan de andere kant ons onbevoegd agten om de exercitie van een ft uk van regtsoefening, het welke wy by gebrek van kennis van een ter contrarie vastgeftelde regel in deele Provincie in ons gemoed overtuigt fyn van onfe privative competentie te weefen, aan eenen anderen Rigter over te laten , en daar door over te geeven een Privilegie van onfe Stad, Borgeren en Ingefetenen welkers hewaaringe ons is aanbetrouvvt , en altyd met zoo veel forgvuldigheid door onfe Voorfaaten is gehandhaaft geworden. Wy verhoópen mitsdien dat Uw Doorlugtige Hoogh. ons wel fal willen toelaaten om de Principes waar uit en de gronden waarop wy in deefen werkfaam fyn geweest met eene refpectueufe vrymoedigheid te reprcfenteeren en voor te dragen. _Wy verfoeken dat U. Doorl.Hoogh. ten dien einde in confideratie gelieve te nemen, dat de Jurisdictie der Steden in het generaal* en byzonderin deefe Stad.welke de eer heeft mee*  TOT BE MILIT. JURISD. &C. 201 meede ftem in Staat te hebben, van "die natuur is, dat dezelve gaat over allerley foort van Perfoonen en faeken, niets daar van uitgezondert, als het welke fpeciaal aan, die Jurisdictie word bevonden onttrokken te zyn,. en dat integendeel de Jurisdictie der Militairen is een gelimiteerde Jurisdictie, waar onder niets gehoort, als het geen aan defelve fpeciaal gedemandeert geworden. Dat mitsdien ook de effecten en gevolgen van dien feer fyn verfchillende, terwyl onder de éerfte altyd blyft het geen niet word beweefen geëxcipieert te fyn, en onder de tweede niet kan getrokken worden het geen niet fpeciaal aandefelve is overgegeven. Sulkx dat ter cas fubject alleenlyk maar overbyvende deeze eene vraag, of de Judicatute >over het geval van een Ingefeten befchuldigt wordende een gemeen delict van diefftal aan eenige Palis iaden begaan te hebben , aan de Krygsraden in de Steden ftem in Staat hebbende is geeoncedeert, wy vermeenen bevoegt te zyn ons foo lang op het defect van foo een conccsfie tc mogen beroepen, tot dat een wet of order door de Legiflative Magt gecmaneert en fulx expresfelyk dictterende door de Krygslaaden werde geproduceert, fonder welk zoo een geval blyft onder de generale Jurisdictie de Steeden competeerende. Hoe feer wy nu ook met alle opletten, heid op alles hebben gereflccteert, konnen wy echter ter goeder trouw vcrklaaren te N 5 igna-  202 NALEZING van STUKKEN. ignoreeren, dat ooit een fodanige wet of order met betrekkinge meede tot deefe Stad gepromulgeerd of ergens voorhanden is. Wy moeten in tegendeel de vryheid neemen U Doorl. Hoogh. te informeercn, dat van alle ouden tyden felfs van't begin der erectie van deefe Republicq tot deefen huydigen dag de Magiftraat decfer Stad de cognitie heeft gehad over alle Delicten van natuur als het geval in quaiftie. Dat ook op die gronden door onfe Pnedecesfeuren verfcheide Publicatien teegens het fteelen van Palisfaden fyn gecmaneert,cn daar by fwaare poenaliteiten teegens de Contraventeurs van dien geftatueert geworden , waar van onder anderen tot voorbeelden konnen verftrekken de Publicatien, welke op den 4 December 1675. 29 Dec. 1676 en 6 January 1679, en dus op een tyd wanneer deefe Republicq het geluk genoot van een Stadhouder en Capitain Generaal aan Haar Hoofd te hebben, op order van de doenmalige Magiftraat deefer Stad gedaan fyn geworden, fonder dat ooit daar op eenige de minfte bedenking is gevallen, of door ymand eenig contest omtrent de competentie der Jurisdictie ten deefen opfigte gemoveert is. Dat wy ook uit dien hoofden in den Jaa1710 een deefer Stads Ingefetenen over't beklimmen der Wallen en diverfe andere by die gelegentheid begaane euveldaaden publicq aan den Lyve hebben doen ftraiten, en  tot de MI LIT. JÜR1SD. &c. 203 cn vervolgens buiten deProvintie gebannen. Dat wy in het by fonder ook na die gronden fyn te werkgegaen in twee gevallen , 'teene in denjaere 1758 en het andere in den Jaare 1756 cn gevolgelyk in een tyd dat wy het genoegen hadden de Vrouwe Gouvernante Hoogloff. Memorie aan het hoofd der R egeeringe van deefe Provintie te zien, wanneer de Militairen in 'teerfte geval een ingefeeten defer Stad over het beklimmen der Stads wallen by nagt, en in het tweede geval wanneer defelve een onfer Borgeren ter oorfake van geprauendeert geweld aan een der Barrières by deefe Stads Poorten en dus aan 's Lands Fortificatiën hadde geapprehen- ' deert, fyn voorgevallen, welke niet alleen aan ons overgegeven fyn , maar waar over ook de Cognitie aan ons onverhindert is overgelaaten geworden. Het zy ons geoorlooft Doorl. Vorst hier nog'byte voegen, dat verfcheidene andere reedenen,welke wy vermeenen uit de natuur der faak en het delict felve voort te vloeyen, ons van foo veel gewigt fyn voorgekoomen , dat die alle bedenking fchynen weg te neemen. Wy verfoeken mitsdien dat U Doorl. Hoogh. in d'e eerfte plaats gelieve te reffecteeren dat het regt van een Univerfeele Jurisdictie komt te fpruytcn ex Jure Univerfali Territorti, waar van het gevolg is, dat van welke natuur het delict ook mag weezen, en door welke Perfonen het zy Bergers^ Ingefeztenen of V~rèérH,aen(terwyi met hctBorgerregt waar de Inwooning 'en temporaire op-  204 NALEZING van STUKKEN ophoudinge binnen onze Jurisdictie den xegtsdwang geeft) het zelve gepleegt mogt zyn foo lang blyft by den Territorialen Rigter tot dat het contrarie door een andere Wet geftatueert word. Dat gelyk het nu aan de eene fyde geen 'bedenkinge fchynt te konnen iyden dat de grond tot aarjlegginge der fortificatiën door de Stad ten behoeve van het gemeene Land wel is gecedeeit, dog nooit het terri. tonale regt, foo fal 't ook geen fpeculatie onderhevig konnen zyn , aan de andere kant dat de Delicten, welken aan defelve worden begaan , geen wet ter contrarie fig voordoende, aan onfe Judicature fyn gebleeven. Op welke gronden dan ook U Doorlugtige Hoogheid niet onbekend zal zyn, dat de gefamentlyke Bondgenooten al ia den jaare 1588 by 't formeeren van de Inftructie voor den Raad van Staaten Art. 43 en den 50 Art. van derfelver nadere Inftructie van xlen jaar 1651 hebben verftaan, dat alle faaken den Staat, Politie en Juftitie van de voorfz. Landen, Steeden en Leeden van dien, in 't generaal, en in 'Cpartïculier aangaande, ter dispofitie van den Raad niet expresfelyk gefteld, fullen bly ven ter dispofitie van de Staaten Generaal, de Staaten van de particuliere Provinciën, de Magiftraten van de Steeden en andere wettelyke Overheeden elx in haar regard. Wy moeten in de tweede plaats onder het oog van U Doorl. Hoogh. brengen, dat  TOT DE MILIT. JURISD. &c. 203 dat het dclift waar van den Gedetineerde befchuldigt wordt, niet is begaan door een Militair maer door een Ingefetendezer Stad -welke meer als dartig Jaaren hier gewoond heeft en dat de Militaire Jurisdictie nogtans niet anders kan verftaan worden te zyn dan eenprivilegium perfonale't welke fig alleen bepaald tot Militaire perfoonen en over fulx geenfints kan geëxtendeert worden tot Ingefetenen of Borger ftands Perfoonen, omtrent welke nooit de Judicature aan ymand buiten den Ordinaris Rigter verleend of geconcedeert is. Waar by nog voor een derde zoude konnen gevoegt worden, dat het voorwerp waar aan het delict, begaan is niet verandert de natuur van het deliét, en dat dewyl U Doorl. Hoogh. felfs gelieft te melden dat de misdaat welke in deefe fou fyn gecommitteert is een Diefftal, ook mitsdien den eigendom van 't geen in deefe geftoolen foude fyn niet verandert den aart van delict, en over fulks ook de Jurisdictie en erkentenisfen over het felve niet fchynt bepaalt te kunnen worden na den eigendom van het geene ontvreemt is , maar na maate die Perfoon , die het gepleegt heeft aan deeze of geene Jurisdictie onderhorig is. Behalven dat voor een vierde het nit alle omftandigeedenevident is, dat zoo de misdaat waarvan de accufatie gedaan is, door den gedetineerde al mogt begaan fyn, hoewel denfelven by fyne cofnesfie {taande houd, dat op het land buiten de Fortificatiën  206" NALEZING van STUKKEN. tien heeft gearbeid en aldaar geapprehendeert is geworden , en fig alfoo op fyn on« fehuld feer komt te beroepen, het felve gepleegd is, met een oogmerk om fig felve te verryken en geenfints hoftili animo om daar door de defenfie van de Stad te verminderen. Waar uit by nadar gevolg proflueert dat dit geval nooit als een Militair delict geconfidereert fal konnen worden , maar in tegen Helling als een gemeen delift over welke de Cognitie aan den Ordinaris Rigter is competeerende en by gevolg ten opfigte van het gevat in quajftie aan ons die volgens onfe Privilegiën de Judicature over onfe Ingefeetenen alleen is aanbevoolen. Want offchoon wel de bewaaringe, toefigt en.gefag over de Fortificatiën aan de Militie is toevertrouwt, foo verre dat die geene die fig verftout daar teegen yts te doen of onderneemen, daar inne door defelve metwaapenen of ook anderfints kan worden verhindert, foo vertrouwen wy nogtans U Doorl. Hoogh., met ons wel fal willen begrypen, dat de Militaire Jurisdictie geen gevolg van deeze toebetrouwde bewaaringe is gelyk dat danookalzoo fchyntbegreepen te zyn in een nabuurige Provincie wanneer in den jaare 1658 de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland by derfelver Refol. van den ir April des felven jaars hebben geoordeelt, dat de Judicature over het geval, dat ymand by nagt de Stads Wallen foude hebben beklommen, en het welk ge- fu-  tot *e MIL1T. JURISD. &c. ao? fuftinecrt wierd aan de Cognitie van den Militairen Krygsraad ex natura delicti te gehooren, aan den Ordinaris Rigter foude moeten gelaaten worden. Wy moeten eindelyk by dit alles by herhaling nog voegen de betuiging van ons leedweezen over het ongeluk dat wy hebben van ten deefen opfigte met U Doorlugtige Hoogheid in verfchillende denkbeelden te fyn. , . , Wy hadden wel gewenscht, dat wy in de onaangenaame gefteldheid niet waaren gebragt geweest om daar over in discusfie te treeden dog wy verfoeken U Doorlugtige Hoogh. om die goedheid te willen hebben van lig eens voor oogen te ftellen en te reprcfcnteeren de fituatie van Burgemeefteren, Scheepenen enRaaden van eenStad, aan wien in een Republicq toevertrouwt is de befcherming van alle haare Ingefetenen,ten einde om door geen ten hunnen opfigte vreemt gerigt geoordeelt te kunnen worden, wanneer wy ons vleyen datU Doorl. Hoogh. volgens desfelfs edelmoedige wyfe van denken, aanftonds fal ontdekken en overtuigt worden, dat het nergens anders als uit een confideratie van onbevoegdheid om'de jurisdictie over de Perfoon vaneen Ingefeete te konnen afftaan , fpruit, dat wyons genoodfaakt vinden om in deezen van U Doorl. Hoogh. opinie, waar voor anderfints met alle promptitude , indien het aan ons gepermitteert was om onfe eige perfoneele inclinatie te volgen, alle deference fou-  ao3 NALEZING van STUKKEN foude betoonen, en waarvan felfs met een volkome gerustheid fouden willlen acquL teeren, eenigfints te difcrepeeren. Waarom wy ons dan ook flatteeren, dat U Doorl. Hoogh. van dit alles geinformeert zynde de faak in een nadere confideratie fal neemen, ons verfeekert houdende, dat hoogt dezelve ons niet qualyk fal afnemen, dat wy op die gronden voortgaande aan den gedetineerde foodanig Regt en Juftitie wee. dervaaren, als wy na merites en bevind van faaken fullen oordeelen en meen na goede Juftitie te behooren. Inmiddels fullen wy. Doorkigtigfie &c. God Almagtig bidden om U Doorlugtige Hoogh. lange Jaaren in] fyn Heilige hoede en befcherminge te bewaaren. Gefchreven te Arnhem den 30 December 1763. U Doorl. Hoogh. goede Vrienden. B. S. en R, der Ter Ordonnantie van dezelve LXXX*  tot de MILIT. JURISD &c. 209 LXXX. MISSIVE van Louis Hertog van Bruns* wyk aen de Magiftraet van Arnhem, 6 Jan. 1704. EDELE ACHTBAARE HEEREN! De beide Misfivens door UEd. Achtb. op den 21. en 30 December van het afgelopenjaar 1763 aan my afgezonden, op zyn tyd. my wel geworden zynde, heb ikuit den inhoud van de laetfte derzeive gezien, dat UEd. Achtb. goedgevonden hebben niet alleen te declineeren het verzoek by myne misfive van den 19 bevoorens gedaan totreftitutieaan den Militairen Rechter van den Perfoon, die zich aan het losflaan en befteelen van Palisfaden hadde fchuldig gemaakt, maar ook finaal te de* clareeren (hoe zeer te gelyk myne voorzorge voor de confetvatiederMilitaireJurisdictie en myne gewoone oogmerken in het eviteeren van alle occafien tot onaangenaame verfchillen loueerende) zelfs vooorneemens te zyn met de berechting van den gem. Perfoon, van liet delicl: waar aan hy zich fchuldig gemaekt heeft, te zullen voortgaan. Wanneer ik met naeuwkeurigheid geëxamineert heb de refpective gronden by de voorfz. laatfte Misfive tot weigering van het voorfz. verfoek geallegueert heb ik een ampel detail gevonden van die gewoone en zoo dikwils tegens de Militaire Jurisdictie in het geNal. II. beek Ö ne-  2 :o NALEZING van STUKKEN neraalflioe zeer nimmer met minder effeétdan in tyden dat de Republicq een Stadhouder en Capitain Cenerael aan het Hoofd gehad beeft) gedaene allegatie, van eene gelimiteerde Jurisdictie der Militairen, zich alleen bepalende tot het geen fpeciaal aan dezelve is geconcedeert, en van een Privilegium Perfonale, zich alleen over Militaire Perfoonen extendeerende, deels in een onderricht aangaande de natuur van de Jurisdictie der Steeden in 't generaal en' die der Stad Arnhem in het byzonder, met eene bygevoegde verhandeling over het jus Unkerfale territorü en van de verpligting der Magiirraten, om voor de confervatie der Privilegiën van derfelver Borgers enlngezeetenen, alle mogelyke zorg te dragen; deels in het bybrengen van anterieure gevallen by UEd. Achtb. van gelyken natuur gereekent als het tegenwoordige dat tot deeze discusfieii aanleiding gegeeven heeft, en wyders in differente reflexien van dien zeiven aard. Ik zalmy niet inlaten in eene Particuliere rescontre van alle de voorfz. alleguatien, hoe zeer zich daar toe materie genoeg voordoet; maar alleen remarqueeren, dat gelyk alle Militaire delicten eoipfo, omdat zy den MilitairenRechter fpecteeren,alle fpeciale concesfie van Jurisdictie, die men zich iniagineert noodzakelyk te zyn als meede alle extentie van het zoogenaamde Privilegium Perfonale omtrent dezelve ten eenemaal komt te cesfeeren,en dienvolgende ook geene der Privilegiën vanBorgeren of Jngefetenen, in die gevallen eenige atteinte lyden konnen,  tot de MILIT. JURTSD. &c. 211 nen, als omtrent ietvves dat in zyn aart Militair is, verfeerende; terwyl het met betrekking tot. het teegenwoordige geval geen conteftatie behoorde onder hevig te zyn, dat het zelve een zodanig Militair deliét waarlyk tot zyn grondflag heeft; niet alleen om dat het zelve gepleegt is aan de Fortificatie werken van de Stad over welke alleen de Militie de bewaaringe, de toeziften het gezag is toevertrouwt, gelyk UEd. Achtb. zelfs genoodzaakt zyn met deeze zelve bewoordingen by derzelver laatfte te avoueeren, maar dat ook daar en boven insgelyks volgens Uwer Ed. Achtb. eigen aveur(het geen ik gaarne overneem) het voorfz. gezag der Militie zoo ver gaat, dat die geene die zich verftouten tegens zodanige Fortificatie werken iets te doen of te onderneemen, daar inne door de Militie met Wapenen of ook anderfints kunnen verhindert worden zulks het aan de Militie vry {taande zich zeiven tegens de violateurs der Fortificatie werlcen met gewelt van Waapenen te rechten, en op ftaande voet, zonder tyd van gerechtelyke defenfie te verdunnen, tegen te gaan en dadelyk te verhinderen, ook ontegenfeggelyk aan dezelve Militie de faculteit competeert om tegens zodanige onderneemingen van geweldadige befchadigers eene veel zagter weg in te liaan, en met overlatinge van volkomen defenfie behoorlyke Juftitie tegens dezelve te adminittreeren ten zy men zyne Burgers en Ingezetenen liever aan eene geweldadige O 2 af.  3ia NALEZING van STUKKEN. afweringe met de wapenen der Militie, welke dikwils niet zeer gemefureert kan plaats hebhen, op ftaande voet wilgeëxponeert hebben. En gelyk het alleen op die gronden is, gevoegd by myne particuliere verplichting uit hoofde van fbet geallegueerde derde Articul van myne Inftruétie, als Reprefentant van den Heer Capitain Generaal van het Furftendom Gelre en Graaffchap Zutphen,dat ik de reclame van den gedetmeeide Perfoon in het voorhanden zynde geval genoodzaakt geweest ben te doen, en ik daar en boven, des noods ook meer als een exempel zoude kunnen allegeeren, dat zelfs in tyden Wanneer de Republicq geen Stadhouder of Capitein Generaal aan het hoofd had, foortgelykegeweldadige Violatien van Fortificatie werken als Militaire dèliéten zyn geconfidereert, en aan den Militaire Rechter onverhindert ter j udicature overgelaten en het tegelyk onmogelyk is dat eenig deliét op de eene plaats Militair zynde, op eene andere cesferen kan zoo• dani°- te zyn, zoo vertrouwe ik ook dat Uw. Ed, Achtb. my wel zullen willen permitteeren te declareeren dat ik in de voorfz. Uwer Ed. Achtb. Misfive nietwes gevonden heb, waar door ik gepermoveert kan worden, om van myne gedaane reclame , die ik meen dat op goede gronden gefundeert blyft, af te zien; terwyl met betrekking tot de beide gevallen van de. Taaren 1755 en 1758. door UEd. Achtb J ge-  töt de MILIT. JURISD. &c. 213 geallegueert, bchalven dat dezelve niet paral el zyn, my nimmer gebleeken is, dat dezelve of fchoon by het leeven van de Vrouwe Gouvernante Hoogloffelyker Memorie, gebeurd, ooit met voor kennisfe, veel min met approbatie van wylen hoogst dezelve van den Militairen Rechter onttrokken, en aan den ordinairen Rechter, terjudicature zouden overgelaaten zyn, en voor het overige alle particulieren door Uw Ed. Achtb. gedaafre Publicatien tot het werk der Fortificatiën betrekkelyk, enalleguatien van gevallen, buiten de Stadhouderlyke Regeering gebeurt, wel kunnen gefchied zyn , maar geenfints tot een regtfnoer in de tegenwoordige omftandigheeden ftrekken kunnen. Ik zoude hier nog verfcheide reflectien kunnen byvoegen , zoo uit de plaats der apprehenfie van den gedetineejde, als 't poinct van privente , dat zelfs omtrendlngezeetenen, die geen Borgers zyn, in andere gevallen plaats heeft, refulteerende, maar naar dien ik my buiten de mogelykheid gefteld vinde om met effect- ietwes meerder in deezen te kunnen verrichten, door de pracipitante overgavevan den gedetineerde, uit handen van die geene die hem wel en wettig hadden en hielden geapprehendeert, vertrouwe ik dat het hier vooren gedueeerde genoegzaam zal zyn, om ten alle tyden te doen zien, dat ik aan de eene kant niet anders als in myne qualiteit van Reprefentant van den Heer Capitein Generaal, en O 3 met  ai4 NALEZING van STUKKEN. met. een oogmerk, om hoogst desfelfs prajrninenentien ongefchonden te conferveeren, in jdeezen ben te werk gegaan, en aan de andere kant te verhinderen, dat niet invervolg van tyd het tegenwoordig geval geallegueert werde als een blyk dat in eenige op zichten de Militaire Jurisdictie doormy zoude zyn genegligeert. Voor het overige heb ik de eere met waare hoogagting en attachement te blyven. EDELE ACHTBAARE HEEREN i Onderflond In 's Gravenhage Uwer Ed. Achtb. den 6 January 1764. Dienst w. Dienaar. Was getekend. L. HERTOG van BRUNSWYK. LXXXL  tot de MILIT. JURISD. &c. 215 LXXXI. MrSSIVE van de Magiftraet van Arnhem . aen Z. H. Louis Hertog van Brunswyk 18 Jan» 1764, Deorlugtig[ie ffooggeboore Furst en Heer! Wy hebben voor weinige dagen U Doorl. Hoogheids Misfive dienende tot releriptie op die, welke wy d' eer hebben gehad op den 31 Decemberlaastleeden aan U Doorl. Hoogh. te Schryven, in onfe vergadering wel ontfangen en desfelfs inhoud, zoo als meriteerde. met alle attentie overwogen hehad. Wy moeten voor af betuigen , dat 't ons ten hoogften finert en leet doet, daar uit voornoomen te hebben dat wy omtrent fekere bevattingen ten aanzien van de Jurisdictie der Krygsraden met U Doorlugtige Hoogh. blyven difcreperen. Wy hebben 't felve al in den beginnen voor ons aangemerkt als een groot ongeluk door 't geval geproduceert en blyven t als nog als dusdanig aanzien. In die gefteldheid ons bevindende hebben wy aan d' eene zyde feer gebalanceert, of wydie vryheid fouden mogen gebruiken om onfe Confideratien en Gedagten over dit ontftaane different in 't generaal en in 't byzonder over de onbevoegdheid, waar in wy ingemoedebegrypen ons te bevinden O 4 om  m 6 NALEZING van STUKKEN. om op onfe eige anthoriteit te kunuen relacheeren van de Jurisdictie onfer Ingefetenen aan U Doorl. Hoogh. nader te Communiceeren. Doch wanneer wv aan d' andere kant op 't befluit u Doorl. Hoogh. veel geëerde Misfive hebben gerefefteert gehad is 't ons voorgekomen, dat 't fomwyle U Doorl. Hoogh. onaangenaam zoude konnen wefen wat wy in een nieuwe discusfie van wederfyds gronden en motiven fonder eenige noodzakelykheid' voor zoo veel 't fubjedt geval betreft quamen te treden. En hebben wy daarom 't befcheidenfte en voorfigtigftegeoordeelt om ons daarvoor 't teegenwoordige 't onthouden. Sodanig echter, dat wanneer wy mogten ontwaar worden, dat U Doorl. Hoogh. inclinatie daar heene moht ftrekken , om onfe geavanceerde gronden, middelen en motiven nader te|hooren, wy ten allen tyden bereid fullen gevonden worden , om dezelve in een nader dagligt te ftellen en ook voor foo veel nodig U Doorl. Hoogh. omtrent eenige Hellingen fullen tragten te defabufeeren, en fulx alles op foo een discrete en refpeétueufe wyfe aan U Doorl. Hoogh. voor te dragenen te reprefenteeren als de eerbied voor de Hooge Perfoon Caracteren merites van U Doorl. Hoogh. voor welke wy altyd alle hoogachting fullen blyven behouden, Komen te vereysfchen. Waar meede eyndigende. Door.  tot de MILIT. JURISü. &c' 217 Doorlugftigfïe Hooggeboore Furst en Heer ! Beveelen wy U Doorl. Hoogh. in Godes Heilige befcherminge, gefchreeven t' Arnhem den 18 January 1764. U Doorl. Hoogh. goede Vrienden B. S. en R. der S. A. Ter Ordonnantie van dezelve LX XXII. MISSIVE van Z. H. Louis Hertog van Brunswyk aen de Magiftraat van Arnhem, 26 Jan« 1764. EDELE ACHTBAERE HEEREN! Wanneer ik den inhoud van Uwer Èd. Achtb. laetfte Misfive van den 18 dezer loopende Maand, waarmeedeEwEd. Achtb. my op het fubjeét van den Perfoon, die zich aan het Militaire delict van het hefteden der Palifaden fchuldig gemaakt heeft, vereert hebben, met allentie geëxamineert hebben is my in dezelve nietwets voorgekomen , waar door ik gepermoveert heb konnen worden, om van begrip omtrent de voorfz. faak te veranderen : En, hoezeer ik dien volgende niet ongevoeglyk my van O 5 eene  ci8 NALEZING van STUKKEN eene verdere refcriptie zoude hebben kunnen dispcnfeeren, heb echter niet willlen nalaaten derefcreptie van de voorfz. Uwer Ed. Achtb. Misfive by deezen teaccufeeren , met verdere byvoeging, dat gelyk ik de éer gehad heb myne voorige Misfivens my aangaande deze Zaak aan Uw Ed. Achtb. te expliceeren, ik niet anders daar by te voegen heb, veelmin ietwes anders als het geen in myne eerfte Misfive vermeld is, en in de overgifte van den Perfoon in queftie beftaat, vim Uw Ed. Achtb. te verfoeken heb. Waarmeede ik d' eer hebbe met waare hoogagting en attachement te blyven. EDELE ACHTB. HEEREN. In 'sjGravenhage Uwer Ed. Achtb. den 26 Jan. 1764. Dienstw. Dienaar. L. HERTOG van BRUNSWYK LXXXIU.  tot de MILIT. JURISD. & c. 219 LX XXIII. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Borgemeefteren en Vroedfchap der Stad Zutphen. Sabathi den 3 Maart 1764. Ïs ter Vergaderinge ingekomen en gelefen een ample Request van Gerrit Heuvelman Coopmans Boode en Burger alhier, by wyfe van klagten aan Haer Ed. en Achtb. geprefenteert, en in houdende in fubftantie, hoe dat hy eergifteren avond ten half tien uuren, nae vierdaagen envyfnagten op Zee gefworven te hebben, cn te Muyden binnen gelopen te zyn, met een afgehuurde Post wagen,waar mede hy dien morgenvanAmersfoort was vertrokken, tot voor deefe Stad op delange Brugge gearriveertfynde ,en fig vervolgens,terwyldeVoerman met de postwagen even voorde brug was blyven ftaan vooftval van de Brug begeven hebbende, aldaar meer alsvyf en twintig maaien luydkeels had geroepen, om de Poort los te doen, fonder eenig antwoord te hooren, ofte bekomen, dat nae verloop van wel een quartier, en na herhaalde roepingen eyndeiyk wel antwoord of geroep komende van de Wagt aan de Marspoort, gehoord, dog inmediaat daar op van dien felve kant ook een gelach vernomen hebbende, middelerwyle nog  220 NALEZING van STUKKEN nog een geruymen tyd verloopen was, fonder dat fuppliant weder eenig gewag vernam veel weiniger dat de Poort wierd los gemaakt, dat den voerman als doen den fuppliant hadde toegeroepen, dathethemonmolyk was, de Paarden , die feer gefatigeert waaren , aldaar langer te houden, wegens degroote koude, dat den fuppliant, behaiven dat felfs nae alle die fatigues ten eenemaal afgemat, devehemente koude niet langerverduuren konde, had moefe refolveeren,om te rug te keeren,en den Voerman tc helpen, om de Wagen met de Paarden agter uyt te fetten, en defelve alfoo om te draayen, het geene met veele moeite gelukt zynde, fy nae de Herberg den Hartog genaamt, gereeden en aldaar ten half elf uuren, ofte om die ftreeke gekomen waaren, dat de Paarden uytgefpannen, nae de Stal gebragt, en vervolgens vuur in de Kamer aangelegt fynde, als doen, den fuppliant en den Hospes by den haart zittende,en de deur door den laatlten, op het hooren van eenig gewag, open gedaan wefende een Soldaat, ftaande in het portaal en even om de deur tiende, gefegt hadde, dat nu konde binnen komen, of de Bode konde binnen komen;dat hy fuppliant onverduldig wegens 't gepasfeerde en blyvende by het vuur fitten even omgezien en gezegt hadde, gaat gy nu maar heenen, ik heb U nu niet van doen, ik Jal U morgen by de Generaal wel vinden of verklaagen, zytgyvanUw Post geweest, loopt nu, of gy kunt m nae de donder lopen, dat alstoen daar niets anders of meerders voorgevallen, en den  rc-t deMILIT. JURISD. &c. 221 den foldaat ook inmediaat vertrokken was , hetwelk uyt de Atteftatie van den Hospes in den Hartog Willem Grooterkamp, de Requefte geanneéteert, confteren konde, dat den fuppliant den volgenden morgen om feven uuren, of om die ftreeke, de Postwagen weder hadde laaten aanfpannen, en nae de Stad ryden, terwyl den fuppliant even voor uyt wandelde, dat hy fuppliant aan de Wagt aan de Marspoort , komende aldaar aangehouden en door den Sergeant toegeroepen wierd, hoor eens hier, hoor eens hier, dat hy fuppliant daar op geantwoord hadde, ik heb met U niet van doen, ik fal ?nyn beklag maaken aan den Generaal. Als wanneer hy fuppliant aanftonds door eenige gewapende Manfchappen, omcingeld wierde, dat hy fuppliant hoe zeer ook door defe violentien gefurpreneert, egter nog meer verbaast ftond,dat men hem,wiensPerfoon,en beroep men kende, gewapenderhand dwong, om tusfchen fes gewapende Soldaaten, metde bajonetten op het Geweer, publieklyk over de markt nae deHoofdwagt gebragt te worden,alwaar de Officier van deHoofdwagt fig agter aan de deur bevond, dathy fuppliantin het midden van die gewapende Manfchappen , byde trappen van 'tWynhuys ftaande dien Officier als toen hadde toegevoegt, wat is dat dat ik hier foo worde aangebragt, ik ben Koopmans Boode van de Stad en een Burger, dat gemelte Officier den fuppliant op een brutaale wyfe hadde toegeduuwt ik weet van geen Boode of Burger *fi gy m(>et maar nae boven , nae boven, het gee-  aaa NALEZING van STUKKEN geene dan ook van dat effect, was, dat den fuppliant door de foldaaten onder het feggen van kom kom maer geduurig wierd vooitge* ftooten, en alzoo gedwongen, om als een moordenaar, of het flimfte booswigt, onder geleyde van,en geanvironneert door defelve gewapende Manfchappen nae boven te gaan, alwaar men hem aanftonds op de foo genaamSpekkamer in hegtenisfe kwam te fetten, en de deur zorgvuldiglyk toe te fluyten, dat hy fuppliant, dus ten minften ander half uur in detenfie had moeten blyven, totdat den Piasmajoor komende, hém op ordre van den Heer Collonel Ruysch ontfiagen hadde, al het welke hy fuppliant in ftaat was ten allen tyde, op de folemneelfte wyfe te corroboreren, met dat verder gevolg , dat hy fuppliant aldaar buyten acces gefeten heeft, fynde het alleen aan fuppliants Zoon gepermitteerd geweest, om hem eens te mogen fpreeken, dan aan wien naderhand, wanneer hy voor de tweedemaal verlogt, om den fuppliant over devragtvan den Amersfoorder Voerman te onderhouden, door den Corporaal wierde gerapporteert, dat den Officier ordres gegeven hadde , dat 'er geen menseb mogt binnen komen verfoekende hy fuppliant derhalven, om deefe en meer andere ter Requefte breder geallegeerderedenen, dat haar Ed. en Achtb. die voorfiening wilden gelieven te doen, dat gelyk den fuppliant alduspubliquelyk , en met alle violentiea is geaffronteerr en gebedeert geworden, lbo ook publieque fatis- f«e  tot de MILIT. JURISD. &c. 923 factie moge bekomen, geproportionneert aen de atrociteyt der gedaene geweldige exeesfen, den fuppliant foo als Burger als in fyne publieque functie aangedaan, foo en als Haer Ed. en Achtb. bevinden foude te behooren. Waar op gedelibereert, en in ferieufe overweginge genomen fynde dat uyt bovenftaande Requefte en die daarbygeappliceerde attettatie van Willem Groterkamp, zoo en als ook vervolgens, en nader uyt het fchriftelyk Rapport, daar van door den Officier , als toen de Hooftwagt gehad hebbende en S. Jacob genaamt,nae het gelibelleerde arrefteren en detineren van den fuppliant aan den Heer Collonel Ruysch als by abfentie van den Heer Commandeur van Lintelo 't guarnifoen alhier Commanderende,op gifte. ren gefonden, en namens fyn Ed. aan dea Heer Pra;fiderende ter handen geftelt, ten klaarden komt te blyken , dat gez. Officier niet alleen des fuppliants qualiteyt van Koopmans Boode niet heeft geignoreert, ja wat meer is, hem daar voor by zyn aangetoogeu Rapport felfs erkent, maar ook en wil mfonderheid mede, dat hy Officier Jacob by voorz. zyn Rappott uytdrukkeïyk komt te poferen, en alzoo felfs te geftendigen, dat hy den Sergeant van de Marspoort hadde laaten gelaften, om,wanneer den fuppliant dien morgen binnen quam, denfclven wegens die by hem, gefuftineerde onbetaamelyke belchimpingen , den Commandant en de Wagt des avonds te voo- ren  224 NALEZING van STUKKE". o kan ik insgelyks reciproquelyk d' eer hebben, UEd. en Achtb. ten aanfien van 't Guarnifoen binnen UEd. en Achtb. ftad van myne eontinueerenden intentie te verfekeren, om, alles wat mogelyk is , by aanhoudentheyd t« contribueeren, toteenonverbreekelyke Confervatie van de bovengemelte zoo noodfakelyke harmonie, en om ten dien eynde tot fyn pligt te houden een iegelyk, die van my dependeert. En het is dan ook ten preuve daar van Ed. en Achtb. Heeren, dat ik met betrekkinge tot het geval , hetwelke tans tot deefe discusfie aanleydinge geeft, boven en behalven de blyken van myn ongenoegen reeds aan denLicut. Jacob, gelyk aan Uwtl  tot vjE MIL1T. JURISD. &c. 243 Üvvel Ed en Achtb. kennelykis, wegens fyn gedrag, betoont, agreëre den voorilag door Uwel Ed. cm . Aghtb. gedaan, omme den voorn. Lieut, aan Uwel Eci. en Achtb. ook te doen vragen excuis, voor foo verre Uwel Ed. en Achtb. gemeynt hebben in cteslelfs gezag en regtsocffeninge over derfelver Burgers en ingezetenen gclcedeert en gevilipenceert te zyn, met verklaring, dat hy in fyn gehouden gedrag, zoodane oogmerken in geenendeele gehad heeft, en fulks alles, nae dat de meergemelte Coop'mansboode vooraf, wegens by hem gebefigde expresfien, en gedaane bcfchimpingen van het Guarnifoen, en het dry ven van de fpot met defelve door Uwel Ed. en Achtb. feer fcherpelyk gereprimcndeertzal zyn, en behoorlyke verfchooninge deswegens verfogt fal hebben, aan den Generaal Majoor en Commandeur van Lintelo ten zynen Huyfe, in prefentie van een of twèe Officieren van het Guarnifoen. Alleen wenschte ik wel, tot voorkominge van verder eclat, (het welk defe laak reeds meer dan te veel gemaakt heeft) dat even, als aan het Huys van welgemelte Commandeur van Lintelo,en nietin devergaderinge van een volle Krygsraad de boven gemelte fatisfactie van den Coopmansboode ftaat gegeven te worden, UEd. en Achtb. ook foo geliefden te agreeren dat den voorn. Lieut. jacob niet op het Stadhuys in Uwel Ed. en Achtb. Raadsvergaderinge, maar ten huyfe vaH den Heer Pradident BurgemeQ 2 fter,  244 NALEZING van STUKKEN fter, in prefentie van een of twee leeden , van de Magiftraat het bovengemelte excus kome te verfoeken; my van Uwel Ed. en Achtb. Vriendelykheidverfekert houdende, dat UEd. en Achtb. daar in geen fwarigheid fullen vinden, ik vertrouwe dat op deefe wyfe dit different op de minileombrageufe wyfe tot onderling genoegen fal getermineert weefen, terwyl ik op den bovengemelte voet ook heden aan den Heer Generaal Majoor van Lintelo fchryve, om dien conform het gunt voorfz. is, in het werk te doen ftellen. Voor het overige heb ik d' eer met alle agting te blyven, EDELE AGTBARE HEEREN. Onderjlond In 's Gravenhage Uwer Eden Achtb den 27 Maart 1764. Dieustw. Dienaar. Was getekend L. HERTOG van' BRUNSWYK. HetOpfchrift was, Edele en Achtbaare de Heeren Burgemeefteren Schepenenen Raad der Stad Zutphen. Waar op Gedelibereerd fynde, hebben Haer  tot de MIL1T. JURISD. &c. 245 Haer Ed. en Achtb. goedgevonden en verftaan. Dat of fclioon Haer Ed. en Achtb. wel redenen fouden hebben, om daar op te blyven urgeren, dat den Lieut. Jacob, wegens de lsfie en vilipendie door het arrefteren en detineren van den Coopmansboode in hunner Ed. en Achtb. gezag en regtoeifeninge over derfelver Burgeren en ingefetenen toegebragt aan Haer Ed. en Achtb. in den vollen Raad quame excufe te verfoeken, Haer Ed. en Achtb. egter ' terbetooninge van hunne waare hoogagting en detferance voor de betuyginge van de hooge inclinatie van hoogstgedagte zyne Hoogheid den Heer Hertog van Brunsvvyk Wolfenbuctel by hoogstdesfelfsaangetogene Misfive,op eene zoo obligeante, als gratieufe wyfe, gedaan, daar mede ten aaniien van dit finguiiere geval, in foo verre fullen genoegen nemen, dat het verfoeken van bovenftaande verfchoninge door gez. Lieut. Jacob kome te gefchieden, niet in den Raad maar in het Huys van den Heer Pradiderende, ten overft.ian van zyn Ed. en desfelfs Heer mede Rigter in der tyd, benevens den Secretaris Hunner Ed. en Achtb. Vergaderinge tans refpicierende, dewelke over luiks daar toe, uyt het midden van Haer Ed. Achtb. by deefen worde gecommitteert. Dat daar tegen den Koopmansboode Gerrit Heuvelman, op morgen aan den Gerigte zal ontbooden, en aldaar door de Heeren Rigteren zoo over die by hem in defen geQ 3 be-  U NALEZING van STUKKEN bezigde Expresfien en gedaane befchempingen der Militairen, als overliet dryven, van den fpot met deWagt, zeer ferieufelyk gereprimendeert worden, metaanduydinge, van fig daar voor, of iets diergeïyks in het toekomende te menageren , of dat Haer Ed. en Achtb. daar in anderünts met meer-r dere nadruk fullen weeten te voorzien. Dat wyders fulks voorgegaan zynde, voorn. Coopmansboode fal worden gelast, gelyk gelust word hier mede, om op foclanigen dag en uur, als hem daar ofte namens de Heeren van den gerigte nader zal werden aangefègt en geordonneert, fig ten Huyfe van den Generaal Majoor van Lintelo, als Commandeur defer ftad, te begeven, èn daar ter plaatfe aan fyn Ed. iu prefentie vaneen ofte twee Officieren van dit Guarnifoen , over het gunt voorfz. excufe te vragen-j met en onder verklaringe, dat het felve in een haeftigheid, en door onbedagtfaamheid was gefchied, en dat hy daar mede geen intentie gehad heeft, het zy den Heer Commandeur ofte. het Guarnifoen eenigerhande manier te beledigen. En dat eyndelyk de Heeren van den Gerichte zullen'worden verfogt, foo en als verfogt worden mits deefen, om daar van aan den Heer van Lintelo kennis te geeven, by die occafie met hem den tyd, defer onderlinge fatisfaétien te reguleeren, en van alles ter Vergadering rapport te doen. LXXXV1II.  tot de MIL1T. JURISD. &c. *47 LX XXVIII. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Borgemeefteren en Vroedfehap der Stad Zutphen. Sabathiden 31 Maart 1/64. tp^e Heeren van den Gerichte hebben ter jL^ Vergaderinge gerapporteert, dat Haer Edelens ingevolge en ter voldoeninge fan Haer Ed. en Achtb. Refolutie van den 28 defer lopende Maand , den Coopraansboode Gerrit Heuvelman des anderendaags aan den Gerigte ontboden, en hem aldien Conform , over het voorgevallene van den eerden, daer te vooren,- ter occafie, dat hy by fyn aankomts van Amfteldam destyds alhier de Poort voor den felven was geopent geworden, ferieufelyk gereprimendeert hadden, met last om fig ten Huyfe van den Heer Generaal Majoor van Lintelo, als Commandeur defer Stad, te begeven, en aan_ fyn Ed. in prefentie van een of twee Officieren van dit Guarnifoen, dies wegens excuie te verfoeken. Dat in middels den fleer van Lintelo fig aan den Gerichte geaddresfecrt, en aan Haer Ed. gecommuniceert hadde een diergelyke Misfive by hem mede op dat f ubjeét van fyn Hoogheid den Heer Hertog van Brunswyk W olfenbuttel, reprefenterende Q 4 fyne  248 NALEZING van STUKKEN. fyne Dooilugtige Hoogheyd , den Heer Prince van Orange en Nasfau in qualiteyt als Capiteyn Generaal des Furftendoms en Graaffchaps, ontfangen, by welke gelegentheyd fy Heeren van den Gerichte met zyn Ed. den tyd van het geven van de onderlinge fatisfaétien , zoo aan zyde van den Coopmansboode voorn, nopens deMilitairen, als aan die van den Lieut. Jacob met betrekkinge tot Haer Ed en Achtb. hadden gereguleeit. Dat ter gevolge van dien, de Coopmansboode Heuvelman, zig ook op gifterennademiddag ten Huyfe van den Heer Commandeur van Lintelo, vervoegt, en daar ter platfe aan! denfelven, integenswoordigheid der Heereh Collonellen Ruysch en Rohwedel de bewufte verfchooninge gevraagt hadde. Dat den Lieut. Jacob mede dien felven nademiddag aan het Huys van den Heer Burgemefter Bartholt van Hasfelt; als prefi. derende, gekomen was, en aldaar tenoverftaan van zyn Ed, den Heer Raadsvriend Huinmk, desfelfs mede- Rigter, benevens den Secretaris Schomaker, daer toe van Stadswegen gecommitteert , van's gelyken aan Haer Ed en Achtb. 'wegens het gepasfeerde, en voor foo verre Haar Ed en Achtb. gemeent hebben, in derfelver gezag en regtsoeffeninge over hunner Burgeren en Ingezetenen gelïedeert en gevilipendeert te zyn, excufe verfogt hadde, met verklaringe, dat hy in zyn, daeromtrent gehouden gedrag, Zoo-,  tot deMILIT. JURISD. &c. 249 zoodanige oogmerken in geenen deele gehad hadde. Waar op gedelibereerd zynde , hebben Haer Ed. en Achtb. welgemelte Heeren Gecommitteerdens voor haer genomene moeyte , en gedaan rapport van Stads wegen bedankende, hetgunt voorfz. voor Notificatie aangenomen , en wyders goedgevonden,dat hier van nog op heden by refcriptie, aan hooggedagten Heer Hertog van Brunswyk Wolfenbuttel , met een Compliment ter Materie dienende, fal worden kennis gegeven, zoo en als met meerderen by Misfive lelve, in het Boek der afgaande Brieven van woord tot woord geregiftreert vervat en uytgedrukt ftaat. LXXX1X. MISSIVE aan den Heere Hertog van Brunswyk Wolfenbuttel, reprefen terende zyne Doorluchtigfte Hoogheid, den Heere Prince van Orange en Nasfau, in qualiteit, als Capitein Generaal des Furftendoms Gelre en Graaflchaps Zutphen. Doerlugtigfie Hoogstgeboore Furst en Heer ! Wy hebben ons laastledeu Woensdag gehonoreert gevonden met Uwe Hoogheids zeer gerefpeéteerde refcriptie van Q 5 den  250 NALEZING van STUKKEN den zeven en twintigften dezer ioopcnde Maend, waer by het Uwe Hoogheid behaagt heeft, genoegzaam in alle deelen te aggreeren de fchikkmge , nopens de wyze van het geven der onderlinge fatisfaétien,, zoo aen de zyde Van den Lieutenantjacob, als aen die van onzen Burger en Koopmansbode. Gerrit Heuvelman, door de Heeren van onzen Gerechte aen den Heer Generael Majoor en Commandeur van Lintelo voorgefteld, en by onze daer over aan Uwe Hoogheid gefchrevene Brief van den vier cn. twintigden, bevorens, met meer dezen wezende gedetailleert. Wy zyn ten uytterften gevoelig over cle zeer obligcante engratieufeexpresiien ,w;iur mede Uwe Hoogheid zig, ten aanzien van ons, en onze manier van denken, daarby, heeft gelieven te expliceeren, en hebben overzulks, ter betoninge van onze waere ' Hoogachtinge, die wy in dit geval hebben, cn in alle andere gevallen altoos zullen conferveren, voor de hooge inclinatie en intentie van Uwe Hoogheid, dan ook geen zwarigheid willen maeken , onfe betrekkinge tot den Lieutenant Jacob, te amplecteren de modificatie, door Uwe Hoogheid dieswegen aen ons voorgellaegen, Wy hebben thans d' eere Uwe Hoogheid te informeeren,dathet- vraegen der bewufte verfchoninge, zoo door den Koopmansbode aen den Heer Commandeur van Lintelo ten zynen Huyze, alsdoor den Lieutenantjacob aen ons,ten Huyze van onzen Heere Pra:fi- dee-  tot de MILIT. JURISD. &o • 251 deercnde, op gifteren, dien Conform, is gefchied, 'en dus daar mede deze zaek gètermineert geworden: Wy danken dan Uwe Hoogheid voor de moeite en gunft-ige reflexien, dewelke Uwe Hoogheid, in dezen, ten onzen reguarde en op onze remonftrantien, wel heeft gelieren, te noemen, en, gelyk wy hy onze voorgaande "Misfive reeds hebben betuigd, alzoo betuigen wy nogmaals, dat wy van onze kant alle occafien tot aigreur en disfenfie tusfchen ons en die van het Guarnifoen dezer Stad by continuatie zullen trachten te pra; venieren, en dat het niet, dan fchoorvoetende, en in de hoogfte noodzaekelykheid, zal zyn; indien wy zomwylen in die onaengenaeme fituatie mochten worden gebracht, om ons daer over aen Uwe Hoogheid te moeten addresferen. Waer mede. Doorlugtigfte Hooggeboore Furst en Heer! - Wy God Almachtig bidden , dat Hy Uwe Hoogheid houde in zyne Heilige proteaie. Gefchreven te Zutphen den 31 van Maert des Jaers ifoo vier en zeftig. Uwe Doorluchtige Hoogheids dienstwillige Goede Vrinden. Burgemeefteren, Schepenen ende Raed Stad Zutphen. Onderfiond T^r Ordonnantie van dezelve Was getekend, HÉRM. SCHOMAKER XC  t#2 N ALEZING van STUKKEN. XC. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Burgemefteren en Vroedfchap der Stad Zutphen. Mercürii den 28 Aug. 1765. De heer Praefidérende Verftege heeft ter Vergaderinge bekent gemaakt dat geinforraeert was geworden , dat eergifteren een _ Tamboer in de Compagnie van den Capiteyn Mosburger onder het fwemmen in de Kolk van een weyde aan den Ysfel, kort aan de Marsch, en alfoo in 't Schependom gelegen, zynde verdronken, desfelfs lighaam buyten voorkennisfe van een Ed. Stadsgerigte, door een Chirurgvn Majoor of Doctor, geadfifteert met gewapende Manfchappen , uyt dit Guarnifoen foude fyngefchout, en vervolgens weggehaalt. { Dat fyn Ed. fig verpligt oordeelde, dit ter kennisfe van Haar Ed. en Achtb. te brengen, ten eynde, hier ontrent by Haar Ed. en Achtb. foodanig mag worden gerefolveert, als totconfervatie van'tPoinétvan Jurisdictie defer Stad fouden meynen te behooren. Waar op gedelibereerd en in agting genomen fynde, dat voorfz. Tamboer verre buyten de Fortificatiewerken, in dit Schependom, is verdronken, ook niet tot dit Guar-  tot de MILIT. JURISD. &c. 253 Guarnifoen behorende, hebben Haar Ed. en Achtb. deefe daad niet ongeremarqueert konnende pasfeeren , goedgevonden de Heeren van den Gerichte te veribeken,om den Heer Commandeur van Lintelo daar over te onderhouden, en fyn Ed. af te vragen, of fpeciale ordre tot het gunt voorfz. heeft ontfangen, als mede op welk fundament fyn Ed. eygener autoriteyt uyt dit Guarnifoen gewapende Manfchap buyten deeze Stad kan zenden, vervolgens hier van ter Vergadering rapport te doen. XCI. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Burgemeefteren en Vroed» fchap der Stad Zutphen. Mercurii den 4 September 1765. De Heeren van den Gerichte hebben op heden gerapporteert, dat ingevolge Haar Ed. en Achtb. Refolutie van den <2o der voorleden Maand den Heer Generaal Majoor van Lintelo als Commandeur defer Stad den inhoud van voorfz. Refolutie hebbende voorgehouden,cerstden 31 daaraan volgende, en den 2 defer, hier op tot antwoord van fyn Ed. bekomen hadden, dat tot het fchouwen en weghaalen van het verdronken lighaam door de Militairen, geen fpe-  254 NALEZING van STUKKEN fpeciaale ordre was hebbende, maar dat vermeynde hier toe bevoegt te zyn, vermogens de generaale ordres van wylen zyne Hoogheyd den Heer Erfftadhouder, Glor. Mem. ontfangen, en-mede by Haar Ed. en Achtb. bekent, uyt de toegefondene Misfive van het Hof van Gelderland, deefe materie concernerende, waar by Hoogstdenfelven gewilt heeft, dat de " Militairen fouden exerceeren er. hebben eene feparate Jurisdictie, en wel in alle gevallen, foo wel ontrent het Civile als Crimineele. Dat hy Heer Commandeur uyt dien hoofde verpligt was, om forge te dragen, dat die ordres agtervolgt wierden, foo als buyten het geval in qusftie reeds twee Schouwingen van verdronkene Militairen lighaamen hadde laaten doen. Dat hier tegens door de Heer Frauderende wierd gerepliceerd, dat het Schouwen van 'tbewufte doodlichaam, was gefchied op een plaats verre buyten de Fortificatie Werken cn het Schependom deefer Stad , het welk een actus Jurisdicbionis fynde, uyt dien hoofde fulks deMagiftraat competeerde,ende diensvolgens verwagt hadden, dat den gemelte Heer Commandeur hier toe geen ordres fou gegeven hebben gehad ; dat fyn v Ed. hier op repliceerde, dat uyt kragt der generaale ordres, van Hooggedagte fyne Hoogheyd by repetitie fouteneerde,hiertoe geregtigt te fyn, felfs foe verre het Canon fig extendeert, en fonder reflertie op de Fortificatiën te öaan, foo als met de twee voorfz.  tot de MILIT. JURISD &c. 255 voorfz. gevallen toen 'er in de Witte Kolk op Veluvve een Soldaat, en teWamsveldm de Berkel een Conftapel, verdronken waaren; dat bovendien fuüineerde, dat de plaats , alwaar dit lighaam gevonden was, ouder de Fortificatie-Werken mede behoorde, dewyl in vorige tyden, een gedeelte van de Marsch of Stadsweyde, door het opftuwen van de Polbeek tot het formeeren van een inundatie, en alfoo tot defenfie van deefe Stad was dienende, waarom ook voor deefen by de Herberg den Pol tot dekkinge van dien , een Fort gelegen hadde. Gevende egter niet onduyfter te kennen, dat, by aldieivdeefe Schouwinge, eerstop ordre van dén Gerigte gedaan, cn hem Heer Commandeur als dan het lighaam overgegeven was, fyn Ed. fulks niet qualyk foude genomen nebben. Dog vermits twee jongens circa agticn jaaren oud, van het verdrinken van meergemelte Tamboer, aan de Wagt hadden kennisfe gegeven, men des tydsniet weten konde , of fulks met voorkennisfe van het Gerigte gefchied was, en of het felve de voorfz. twee Perfoonen, nae de Militairen gerenvoyeert hadde. Dat van het zenden van gewapende Manfchappen uyt 't Guarnifoen, om by de voorn, fchouwinge en weghalinge van den verdronkenTamhoer te asfifteren betreft,den Heer üverften Ruysch in fyn abfentie een Corporaal met twee gewapendeManfchappen derwaars had gezonden, met geen ander in- ten-  256 NALEZING van STUKKEN tentie, dan om 't gez. lighaam te bewaaren, offchoon hy Heer Commandeur in dusdanige gelegentheyd gewoon was, om geen oog te geven, een Onderofficier fonder geweer mede daer nae toe te zenden. Waar op gedelibereerd zynde, hebben Haer Ed. en Achtb. welgemelte Heeren van den Gerigte voor haar genomene moeyte en gedaan rapport bedankt, en fonder het gepo feerde van den Heer Commandeur, fpeciaal met relatie tot de extenfie derFortificatie Werken eenigfins te avoueeren of geftendigen goedgevonden by provifie bet hier byte laaten verblyven , terwyl Haer Ed. en Achtb. deefe zaak aan de Landfchap,mede fullen voorbrengen, foo drae de Heeren Staaten defer Provintie iets finaals ontrent diergelyke gevallen, door bet Hof Provin. ciaal aan de Landfchap in April 1764 binnen Nymegen gehouden, by Misfive ter kennisfe gebragt, met betrekkinge tot het ftuk der Militaire Jurisdiftie mogters refolveeren en arrefteren. XCII.  tot de MILIT. JURISD. &c. 25? XCII. MISSIVE van Heeren Burgemeefteren, Schepenen en Raad der Siad ^Zutphen aan Z D. H. Willem de V. 10 April 1767. Doorlugtigfte Furst! Qenadigen Heer Erfftadhouder! Den. tydelyken Pagter van defer Stads Impost op de Kraan,heeftfig laatstleden . Saturdag, fynde geweest den vierden defer lopende maand, aan ons geadresfeert, en klaaglyk te kennen gegeven , dat den Collonel Pallardy , commanderende het tweede Bataillon van het Regiment Infanterie van fyne Hoogheyd, den Heer Hertog van Holfteyn Gottorp, den volgenden dag nae Schoonhoven fullende uyttrekken,aan hem weigerde te betaalen het Kraangeld van eenige de Kraan fubjecte Goederen, in Kiften, Koffers, en Manden beftaande en geladen in een Schip , door die van het gemelte Bataillon afgehuurt, om defelve te water derwaarts te tianfporteren , verfoe* kende derhalven, dat wy hem by fyn regt van Pacht daarom -.rent wilden gelieven te maintineren, en tot dat eynde die voorfiening te doen, dat voorfz. Gerechtigheyd aan hem mogte worden betaalt, in conformité mede van voorgaande gevallen, volgens dewelke dat Kraangeld by diergelyke occafien van het vertrek der Militaire Guarnifoenen van hier, altoos, en felfs nog on J\ai. II. Deel. ' R langs  258 NALEZING van STUKKEN langs door het uytgemareheerde Escadron Cavallerie van den Heer Lieutenant Generaal Grave van Regteren naer Breda, fonder eenige oppoütie, en fonder onderfeheyd of de Kraan daar toe gebruykt was, daa niet, was voldaan geworden. Üffchoon nu de Pacht van de Kraan is een Financieel Middel fpe&erende tot de bifondere Financien van deefe Stad. En wy mitsdien niet fonder redenen gemeent hebben, dat de Regtsoeftening daar over gehoorde aan ons, als den alleen Gompetewten Regter in deefen, nae inhoud felfs , van de uytdrukkelyke Misfiven , door wylen Uwe Doorlugtigite Hoogheyds, Doorlugtigfte Heer Vader, Giorieuler Gedagtenis , onder anderen ook aan den Commanderenden Officier van de Militie alhier, den 6vanMaert, des jaars 1750 gefchreven , en op hoogstdesfelfs expresfe last, door den Heer Lieutenant Generaal van Lintelo, als Commandeur defer Stad, aan ons gecommuniceert, waar by Hoogstgedagte zyne Doorlugtigfte Hoogheyd in Generale termen, alle contravsntien en fraudes die ontrent de gemeene middelen door Militairen fouden mogen worden gepleegt , met ,. en benevens al het geene daar toe eenigfins betrekkelykis, van de Militaire Jurisdictie heeft geexcipieert, en goedgevonden, datde Judicature van alle Militaire!'et fonen in dat (tuk fal worden overgelaaten, aan den Politiquen,met feclufie van den Militairen Regter. Soo hebben wy egter dien Pagter niet aan-  tot m MIL1T. JURISD. &c. 259 aanftonds ten ordinairen regten gerenvoyeert , maar hebben wy denfelven ten overvloede, en, om foo veel in onswas,alie aanleydinge tot onderlinge Difputen , en cventueele conflicten te pnevenieren, geordonneert, alvorens daar van den Heer Lieutenant Generaal en Commandeur van Lintelo te adverteren, ten eynde fyn Ed. het daar henen wilde dirigeren , dat hy Pagter , wegens defe fyne Financieek preeteniie, in der minne klaagloos geftelt mogte -worden. Hier op heeft de Heer PrKfidcrende ons geinformeert, dat vermits, ingevolgeü van het verflag , dienswegen door den Pagter aan fyn Ed. gedaan, welgedagte Heer van Lintelo van gedagten waare geweest, dat van bovenftaande Goederen geen Kraangerechtighcyd foude behoeven te worden betaalt, hy Heer Pradïderendë overfulks aan dien Pagter, op fyn aanhoudent verfoek, confent tot Citatie tegen den Collonel Pallardy, het welke hysals een ordinaire provifie van Juftitie periculo partis petentis, niet had mogen verweigeren, nog dienfelven nademiddag om vyf uuren had geaccordeert, en deefe Citatie voorbedagtelyk foo fpoedig belegd, om daar door gelegentheyd te geven, dat dit different,nae verhoor van voornoemde Collonel, nog voor den uytmarsch, van dat Bataillon de plano konde worden gedecideerr. Die Citatie is ook nae gewoonte, en ftyl van onfeu Gerechte, door een van R 2 011-  26*o NALEZING van STUKKEN. onfere Stads Roedendrageren, wier post dat is, ter inftantie van den Pagter, des nade. middaags ten twee uuren aan den Collonel Pallardy voorhoofds gefchied, en heeft voorts den Roedendrager gedelateert, dat van den Collonel Pallardy tot antwoord bekomen hadde, „ dat hy die Citatie nietaannam,en „niet foude compareeren, en dat hy aan „ de Heeren van den Gerigte loudefeggen, ,, dat hy ordre van Uwe Doorlugtigfte „ Hoogheyd had, om morgen, fynde ge„ weest den dag daar aan volgende, te „ marcheren, en dat hy niet manqueren „ foude, om daar van kennis te geven, „ daar het behoorde. Den Collonel Pallardy op het geprefigeerde uur, nog in perfoon, nog door iemand fynent wegen gecompareert zynde, fouden wy Doorlugtigfte Furst en Heer, wel redenen gehad hebben, om, op verder aanhouden van den Pagter aan denfelven te hebben laaten wedervaren wat recht is. Maar neen ! wy hebben integendeel om alle " mogelyke toegeventheyd wyders te gebruyken, welgemelte Heer van Lintelo door een onfer Secretarisfen daar over doen onderhouden, in dat vertrouwen, dat fyn Ed., tot voorkominge van alle onaangenaernc gevolgen, wel die ordre foude hebben willen ftellen, dat meergez. Collonel Pallardy den Pagter defen aangaande.genoegen kwam te geven, ofteanderfintsfuftinerende redenen ter contrarie te hebben, aan de gedaane Citatie als nog te defereren, op dat  TOT D8 MILIT. JURISD. &c. a6*i dat wy in ftaat mogten wefen, om over datdifferentiaele point een volledig vonnis, het fy tot condemnatie, het fy tot abfolutie,te kunnen vellen. Onfen Secretaris heeft ons daar op gerapporteert, dat hy het gunt voorfz, in fubftantie, aan den Heer Lieutenant Generaal en Commandeur van Lintelo voorgehouden had, dog dat zyn Ed. hier op aan hem hooftfakelyk hadde gedeclareert,dat,hoe veel egards hy ook voor ons had, fyn Ed. nogtans in dit cas, de handen waaren gebonden, en daarom fig verpligt foude vinden, daar van aan Uwe Doorlugtigfte Hoogheyd rapport te moeten doen, foo om dat hy van gevoelen was, dat den Pagter tot het vorderen van dat Kraangeld, ter oorfaak , die van het gementionneerde Bataillon, de Kraan niet zouden gebruykt, maar tot de infchepinge der aangetogene goederen , haar eygene Manfchappen geëmployeert hebben gehad, ten eenemaal onbevoegt foude zyn, als om dat het fyn Ed. voorkwam, dat de hoogtsgerefpedteerde brief van Uwe Doorlugtigfte Hoogheyds, Doorlugtigfte Heer Vader, Ontfterfelyker Memorie van den 6 Maart 1750 alleen meefte verftaan worden te fpreeken van fodanige algemeene Landsmiddelen, welke door de Heeren Staaten defer Provintie of wel door, of namens de Heeren Staaten der refpedtive Quartieren, het geene, nae desfelfs opinie, de, daar in geinfereerde woorden van Gemeene Middelen genoegfaam r 3 mede  a6t NALEZING vant STUKKE M. mede foude indigiterert „ verpagt , en geheven wierden rot preftatie of fournisfementen van haare gedragene Confentcn , en andere Lallen, edog geenfins vanbefondere Mads Impofiüen en Domeynen, dewelke door particuliere Reglementen en Refolutien van de Magiftraaten in de Steeden waaren geinttoduceert en gevolglyk ook alleen haare pnvative Rurgery fouden concerne- . ren. Wy wiïlenDoorlugtigfteFurst en Heer.'niet ontveinfen, dat ons defe behandelinge van den Collonel Pallardy, en de declaratie van den Heer Lieut. Generaal enCommandeur van Lintelo beyde feer hebben gefurpreneert,en wy hadden mitsdien wel gewenscht, dat wy dit geval hadden kunnen fpasfeeren, londer nodig gehad te hebben, Uvve Doorugtigfte Hoogheyd met remonftrantien en klagten van aart als deefe laftig te vallen,en m hoogstdesfelfs hoogwigtige%ccupatien, daar door te interrumperen. Maar vermits wy uyt het gedeclareerde, ioo van den Collonel Pallardy a]s van den Heer Lieut. Generaal en Commandeur van Lintelo hebben moeten vcronderftellen, SLSfcïn Tr n"*^ »n Uwe Doorlugtigfte Hoogheyd reeds hebben geadresfeert, ofte nog fullen adresferen En wy daar benevens de confequentie» van dit gebeurde foo feer appSten! dat defe fuftenue doorgaande, dien volgende n l t°A we-en f°° iraP°«ante nadeel aan onle Stads Financiën fal worden toegebragt dat  TOT DE MILir. JURISD. &c. 263 dat wy daar aan niet dan roetbekommeringe kunnen denken. Dewyl dit heden, aangaande de Kraan gepraétifeert wordende, morgen, en in 't vervolg tot een quaad voorbeeld foude kunnen (trekken, om op dienfelven voet en grond, fulks mede ten aanfien van de overige Stads Gemeene Middelen , en Accyfen, als daar fyn , die van de Wynen , Bieren,het Gemaal,de Waagenibortgelyke meer, waar van de Importen dadeiyk moeten gefourneert worden, in 't werkteftellen,en fig op dat fubjeft onfe Financieele Judicature vansgelyken te onttrekken , foo hebben wy, verpligt fynde, onfer Stads Financyen, en Domeynen, met de gevolgen van derfelven erkentenis, foo veel doenlyk te conferveren, ons niet kunnen, nog mogen difpenferen, van deefe geheele zrak, foo en als fi? die in alle haare om Handigheden heeft - toegedragen , en hierboven met meerderen gedetailleert is, mede ter kennis en onder het oog van Uwe Doorlugtigfte Hoogheyd by deefen te brengen. Wy fullen tans tot dat eynde in geene discusfien treden of en hoe verre, die van dat Bataillon van de aangeroerde Goederen , defer Stads Geregtigheyd van de Kraan te betaalen fchuldig is geweest, dan niet? aangefien de bepaalinge daar van allereerst foude kunnen in aanmerkinge komen, wan» neer defelve nae verhoor van Partyen, door ons ter decifie foude voorgenomen weefen. R 4 Wy  26*4 NALEZING van STUKKEN Wy fullen daarom maar alleenlyk by het point van Judicature bjyvendedn eerbiedige fuppofitie van Uwe Doorlugtigfte Hoo%heyds hooggunftige welnemen, tot een algemeene grondllag van deefe onfe ftellinee leggen. & Dat de Magiftraaten, foo wel van deefe "stad, als van alle andere, fonderlinge Stem in Staat hebbende Steden, van ouds af hebben gehad, en als nog hebben haare eygen patnmonieele Goederen, en privative Financien, hebbende daar en boven de Steden, foo wel haare laften, als de reipeétive Provintien, en Quartieren, en welke laften niet kunnen worden goedgemaakt, byaldien haare Uomeynen, dewelke voor het grootfte gedeelte uyt Impofitien op diergelyke gemeene middelen beftaan, met behoorlyk in ftaat geftelt worden,defelve te kunnen fupporteren, en te maintineren, waar uyt dan by een noodfaakelyk floteevolg moet proflueren, Dat de invorderinge en executie der eemeeae middelen, nae de Conftitutie van onfe Republiek aan de gefamentlyke Leeden en Steden van de Provintien toevertrouwt S ^gerTe graden, die hierom ook, door Uwe Doorlugtigfte Hoogheyds Onfterfelyken Heer Vader, daar van oplettelyk fyn geexcludeert, omtrent defelve iets te zeggen, ofte te difponeren hebben. Wy worden in dat denkbeeld dies te meerder gefterkt, naardemaal Uwe Door. lugtigfte Hoogheyds Doorlugtigfte Heer Va-  tot de MILIT. JURTSD. &c a6< Vader den Commanderenden Officier van dit Guarnifoen niet foude hebben gelast gehad, ora defe fyne Hoogheyds intentie, by hoogstdesfelfs tot meermalen aangehaalde misfive, op een foo duydelyke wyfe verklaard , mede aan ons kennis te geven, foo fyne Doorlugtigfte Hoogheyd niet tevens was geconvinceertgeweest,en begrepen had, dat de Magittraten van de Steden defer Provincie , en dus ook wy, van alle tyden herwaarts, en fonder eenige interruptie insgelyk hebben regt gedaan over alle zaken, de Financien en Gemeene Middelen haerer Steden rakende , op die felfde maaier,als de Heeren Gedeputeerde Staaten van de befondere Quartieren gewoon fyn regt te doen, over deFinancieele zaaken,en Gemeene Middelen, de Quartieren toucherende , want de redenen van deefe privative Judicature, foo wel in de Steden, als in de Provinciën en Quartieren defelfde fyn, cn onfer Stads Financien en Gemeene Middelen te gelyk dienen tot betalinge van ons Contingent in de gemeene s lands laften, en verfcheyde andere Stads onkoften, welke daar uyt dagelyks moeten vallen. Ditalles fouden wy Doorlugtigfte Furst en Heer! nog breeder kunnen aandringen, indien wy ons niet verbeelden dat deefe geavanceerde Confideratien , tot provifioneele Deductie, en JüftiScatie van ons recht, van notoire competentie in deefen, het welke buyten dat uyt de natuur der zaake vloeyt, genoeg waaren, en wy daar en boven R 5 niet  a66 NALEZING van STUKKEN niet vreesden bereyds, veel te lang Uwe Doorlugtigfte Hoogheyds hooge attentie te fullen nebben gevergt. Wy fullen derhal ven het voor het tegenswoordige hier by laaten beruften , en nemen de vryheyd Uwe Doorlugtigfte Hoogheyd met alle reverentie te verfoeken: Dat UweDoorlugtigfteHoogheyd uythoofde van deefe en meer anderen in dit opfigt voor ons militcrende redenen en motiven de goedheyd gelieve tc hebben om den Collonel Pallardy te gelaften, van den Pagter van defer Stads Impost op de Kraan, wegens het gevorderde Kraangeld, contentement te geven, ofte anderfints de redenen waarom hy oordeelt , daar toe ongehouden te fyn,inae behooren aan ons te doen voordragen , ten eynde daar over by ons. fodanig fal kunnen worden erkent, "als wy, nae exigentie van zaken, en in goede juftitie fullen bevinden te gehooren, en om wyders den Lieut. Generaal van Lintelo als Commandeur defer Stad aan tefchryven,omde behandelinge en regtsoeffeninge van. en over deefe en diergelyke Stads Financieele zaaken en gemeene middelen, conform de hooge beveelen , van wylen Uwe Doorlugtigften Hoogheyd Heer Vader by hoogstdesfelfs Brief van den 6 Maart 1750 vervat,aan onfe Cognitie en Decifie voortaan te laaten. Met verfoek, dat indien Uwe Doorl ugtigfte Hoogheyd nopens deefe onfe gefuftineerde Judicature onvermoedelvk , nog eenige bedenkinge hebben, het als dan aan Uwe Door-  tot de MILIT. JURISD. &c. a67 Doorlugtigfte Hoogheyd goedgunftig behaagen mag, ons hier over nader te willen hooren, wanneer wy niet nalaten fullen, daar aan op Uwe Doorlugtigfte Hoogheyds eerfte requifitie, dooreen meer gedetailleerde adftructie met allen refpect te voldoen. Waar mede Doorlugtigfte Furstl Genadigen Heer Erfftadhouder! Wy God Almagtig bidden, dat hy Uwe Doorlugtigfte Hoogheyd by eenlangduurige en voorfpoedige Regeringe genadiglyk wil bewaaren. fGefchreven te Zutphen den 10 van April 1700 feven en zeftig. Onderfland Uwe Hoogheyds gehoorfaame en onderdanige Dienaren, Burgemeefteren, Schepenen ende Raed der Stad Zutphen. Lager ftond Ter Ordonnantie van dezelve Was getekend HERM. SCHOMAKER XCil.  «68 NALEZING van STUKKEN. *; xcki. MISSIVE van zyne Doorluchtige Hoogheid , den Heere Prince van ürange en Nasfau, in qualiteit, als Capitein Generaal des Furftendoms Gelre en Graaflchaps Zutphen 27 April 1767. Edele, Erentfefte, Wyze, Voorzienige, Discmte, By zonder e goede Vrienden! Wy hebben wel ontfangen de Misfive doorUE. op den 20dezer lopende' Maand aan ons geaddresfeert, waar by UE. om redenen by dezelve in 't breede gedetailleert verzoeken, dat wy den Collonel Pallardy zoude gelieven te gelaften van de Pachter van de Stads Impost op de Kraan wegens het gevorderde Kraangeld coaten tement te geven ofte anderzins de reden-en waarom wy oordeelen mocht daar toe ongehouden te zyn naar behoren aan UE. te doen voordragen, ten einde daar over by UE. zodanig zoude konnen worden erkend. Als UE. naar exigentie van zaaken en in goede Juftitie zouden bevinden te gehoren, en dat wy wyders den Lieutenant Generaal van Lintelo als Commandeur der Stad geliefden aantefchryven om de behandeling en rechtoeffening van en over deeze en diergelyke Stads finantieele zaaken, en gemeene middelen conform de beveelen van onzen Heer Vader by hoogst des-  TOT MILIT. JURÏSD. &c. 269 deszelfs brief van den 6 Maart 1750 vervat aan UE. cognitie en decifie voortaan te laten. Wanneer wy geexamineert hebben op hoedanige gronden de voorfz. verzoeken by UE aan ons werden gedaan, kunnen wy niet anders conlidereren, dan dat het "eerfte, concernerende de verzochte ordres aan den Collonel Pallardy, omme den Pagter van de Stads Impost op de Kraan contentement te geven wegens het gevorderde Kraangeld, op die fuppofitie berust, dat voorn. Collonel tot de voorfz. betalinge gehouden en verpligt zoude zyn, nadien wy,buiten zodanige verpligting, niet konnen vermoeden, datUE. de voort z. ordre aan gem. Collonel om den Pagter wegens het gevorderde Kraangeld te contenteren van ons konnen vorderen terwyl wyten aanzien van het tweede verzoek in fubftantie tenderende om de cognitie over de voorfz. afvorderinge van voorn. Collonel in gevalle ' van contradictie gelyk ook over [diergelyke Stads financieele zaaken, en in 't vervolg ook ten aanzien van Militaire Perzonen voortaan aan UE. overtelaten bevonden hebben datUE. hetzelven daar op funderen dat de voorhanden zynde zaak van gemelden Collonel en alle andere van diergelyke natuur fpeéteren of betrekking tot de gemeene middelen , welke van de Judicature van den Militairen Rechter zyn geè'ximeert. Wy vinden geene zwarigheid vooraf te declareren dat wy nimmer van intentie zyn de zaaken tot de gemeene middelen effeclivelyk fpec-  *7o NALEZING van STUKKEN fpeclerende aftetrekken van defpcciale Rechters aan wien dezelve refpedivelyk alomme zyn gedemandeert, en dat wy dien volgende zeer gaarne aan den Rechter daar over in Uweprovintie enQuartier gefteld (zonder daar toe echter de Magiftraat van Zutphen bevoegd te rekenen) zouden overlaten de cognitie over de afvordering van het quajftieufe kraangeld van den Collonel Pallardy, indien wy maar geperfuadeert waren, dat het zelve tot de gemeene middelen, in de aangehaalde ' Misfive vermeld , behoorde i maar gelyk het zeer verre daar van daan is' dat wy het voorfz. middel van de Kraan als zodanig zouden kunnen aanmerken, als het welk UE. zelfs definiëren te zyn een financieel middel, fpefterende tot de byzondere finantien van de Stad, het welk "ook niet gelykelyk op enen egalen voet van een ygelyk gedragen wordende derhalven ook met als een middel over alle gemeen kan worden geconfidereert, en dat daarenboven met geheven word volgens den inhoud van enige generaale en bekende ordonnantiën zo als andere gemeene middelen, maar alleen volgens particulier reglement, dat niet blykt immer gepubliceert te zyn, en waar van den inhoud zo wel als de tyd van deszelfs invoering van een ygelyk geignoreert, en zo het fchynt ftudieuslyk verborgen gehouden word, met verbod zelfs van daar van vifie te geven of overgave te doen, zo zullen UE. hgtlyk begrypen, dat wy de cognitie over differenten over dat kraangeld ontftaan- de  TOT DB MTLIT. JURISD. &c. a7i deen anderen van diergelykc natuur voor zo verre daar inMilitairePerzonen zyn geconcerneerd niet aan den Regter over de gemeene middelen gefteld, en die zekerlyk niet zyn de Magiftraten van de Refpective Steden in UE. Quartier, maar alleen de gedeputeerde Staaten konnen overlaten, maar dat wy allezins moeten difficulteren in de verzoeken door UE. des wegens aan ons gedaan in het voorhanden zynde geval van denCollonelPallardy ons genoodzaakt zien te declareren, datby aldien daar over een geregtelyk onderzoek zoude moeten gaan, wy geene redenen zien, waarom dezelve van zynen ordinairen en dagelykfehen Regter zoude moeten afgetrokken worden. Dan nadien de zaak ons zo evident voorkoomt, dat daar over generly procedures nodig zyn , en ook zelfs geene geregtelyke citatie hadde behoren toegelaten te worden, hebben wy gemeent in dit particuliere geval best te zyn, ook tot affnydinge van alle verdere onnodige discusfien deze zaak zelve door onze uïtfpraak te termineren en te beflisfen, en te verklaren gelyk wy doen by dezen,, dat de Collonel Pallardy geen zins „ gehouden of verligt is tot debetahnge „ vanhetgevosderdeKraangeldindeezen"en wy maken geene zwarigheidhier by te voegen deredenen die wy daar toe hebben, en welke aan de eene kant daar in beftaan, dat noch de gem. Collonel noch iemannd van het Battaillon , zich tot infeheping van hare bagagie bediend heeft gehad van de Kraan, ge-  s7z NALEZING van STUKKEN gelyk de Pagter zelfs heeft gedeclareerd, en het ene ongehoorde zaak zoude zyn , iemand te verpligten tot de betalinge van ietwes,waar van hy geen gebruik en dus nochnu't noch voordeel gehad heeft, en dat aan de andere kant ook by UE.niet kan worden geignoreer t, dat de Bagage der marcheerende 's LandsMilitie Cover de hoedanige alhier de quseftie is)op vertoninge van onsPatent op alle Comptoiren en Tollen vry pasfeert en geëximeerd is van dieBagagie, welke particulierelngezetenen aldaar gehouden zyn te doen, zulks het ons heeft moeten furpreneren, dat men niettegenftaande deze zoperemtoire redenen noch een Proces heeft willen toelaten of echter dit ui tmarcherendBataillon niet bezwaard behoorde te worden met het voorfz. quseffieufe Kraangeld , terwyl wy veeleer ver wagt hadden dat UE.op vertoon van deze zelfde redenen welke de Lieutenant Generaal en Commandeur van Lintelo niet nagelaten heeft aan US.intyds voor te dragen,deeze zaak in hare origine zouden geftuit en buiten onze tusfenkomst alle procedures deswegens gepraïvenieert hebben. Waar mede Edele, Erentfefte, Wyze, Voorzienige, Difcrete, by zonder e'goede Vrienden ! wy UE. beveelen in Godes heilige protectie, ln's Graven hage UE. goedwillige Vriend den 27 April 1767. (get.) W. Pr. V. ORANGE. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid. (Getekend) T. J. de LARREY. XC1V,  tot de MIUT. JURISD. &c. 2^3 XCIV. Op de klagten nopens het maken der Monteeringe door de Militairen voor het Guarnizoen door die van het Gilde aan de Magiftraat gedaan, welke zich aan dén Heer Prince van Orange enNasfau hadden geaddresïeert, was van wegens gemelde Zyne Hoogheid aan de Magiftraat toegekomen de volgende Mibüve Edele Erntfefte Voerjianigt Discreets onze Lieve Byfondere Op de Repra fentatien door UE. in faveur van die van het Kleermakers Gilde binnen UE. Stadt aan ons gedaan, goedgevonden hebbende de nodige ordres te doen afgaan , dat die van het Guarnifoen in 't toekomende, by occafie van het maken van nieuwe Monteeringe, gebruyk zullen hebben te maken van die van het Kleermakers Gilde binnen defelve Stad, des dat de Balen van het zelve (rilde gehouden zullen zyn in Zodanige gevallen , wanneer 'er nieuwe Monteeringen by hunlieden beftelt worden, ter requifitie van den Gouverneur op derzelver Winkels tot Knegts te admitteeren ibodanige Perfoonen van het Guarnizoen welke in ftaat bevonden worden het Kleermakers Ambacht te konnen exerceeren en mits dat de voorfz ordre niet van applicatie zal zyn op de reets in gereetheid zynde IS al. II. Dteh S , nieuwe  *74 NALEZING van STUKKEN. nieuwe Monteeringen van het teegenwoordige Guarnizoen hebben wy niet kunnen af zyn UE. daar van by deeze kennis te geven (a). Waar meede. Edele Erentfefte Voorfienige Discrete onfe Lieve Byfondere. Wy UE. beveelen in Gods Heilige prote&ie UE. goedwillige Vriend. (JVas getekend?) W. P. V. ORANGE. (Lagerftond) Ter ordonnantie van Zyne Hoogheid by abfentie van den Geheim Secretaris. (JVas getekend) D. COOLHAAS. Op het Loo den 22 Aug. 1767. Vide de Documenten dezes in het Gilde Kistje. (a) Men *ergelyke hier de Misfive vanZ. H. Willem IV in het Magez. van St. tot deMil. Jurisd. betrek. V. D. II. bi, 6-8. XCV.  tot de MILIT. JURISD &c. 275 XCV. MISSIVE van Zyne Doorlugtige Hoogheid den Heere Prince van Ofange en Nasfau (a). Ed le Ge ft ren ge Vroomen onze Lieve Getrouwe ! Wy hebben niet zonder verwondering gezien uyt het Raport door den Cnllonel van der Hoop aan ons toegezonden, dat aan den Ritmeefter van der Bruggen die hy na Utrecht gezonden had om het Patent voor de Exquadrons van ons LyfRegiment, door hem gelyd wordende, aen de Heeren Gedeputeerde Staaten aldaer te vertoonen, aengezegt is, dat hun Edele Moogende verwagten, dat hy nog eens een Officier voor uyt zoudezenden, ten eynde hun Edele Moogende van den preciefen tyd der door marseh geinformeert zynde hein te gemoet zoude konnen komen tot Hermeien om den Eed aldaar van hem af te neemen. Wy confidereeren deze begeerte als een volftrekte nieuwigheid, in cas van doormar fcheeren niet gebruykelyk geweest zynde, ook in geene der andere Provintien tyde van een Capiteyn Generael gepraétifeert wordende, en dus ftrydig aen het Regt van het geven van Patenten aen ons competeerende, Wy vinden derhalve goed dat wanneer die zelfde verging aen UE. zal mogen gedaen worden UE. zig van dezelfde, als zynde een S 2 nieu- (a) Zie de Zamenfpr tusfchen H. A. WtteWaal, B. ^eGruiter enj. F. Roe'11,1782. bl.43- en inde B)'lp.r.  £76" NALEZING van STUKKEN nieuwigheid beleefdelyk excufeere, voor het overige alle behoorlyke egards voor de Heeren Gedeputeerden Staaten en Ma« giftraaten van de Sneeden obferveercade cn ingevalle men aen UE. foude komen te alegeeren exempelen van den een of anderen Collonel, die geen Swarigheid gemaakt mogten hebben diergelyken Eed te prefteefteeren, zal UE. kunnen declareeren, dat zulks zeekerlyk zonder onze kennisfe moet zyn gefchiet, daerby voegende, hoe byhet doormarfcheeren van orsEsquadronGuardes du Corps niet diergelyks gevergt geworden is. Waar meede. Edele Geftr enge Vroome onfe Lieve Getrouwe. Wy UE.beveelen in GodsHeylige Protectie In 's Gravenhage UE. goedwillige Vrind, den i April 1770. (getekend) W. Pr. V. O RANGE. {Lager) Ter ordonnantie van Zyn Hoogheid. T. J. LARREY. XCVI.  tot de MILIT. JURISD. &c 277 XCVI. MISSIVE van den Auditeur Militair W. Bekol te Heusden. MYN HEER! Alfoo UEd. zig onthoud buiten de Jurisdictie van den hogen Krygsraad dezer Vereenigde Nederlanden, zoo bekomt UEd. hier ingeflooten CopyeAóte van dagyaardinge met de Claufule van Edicle met de ondergaande Acte van Exploit by my inqualiteit als Provoost Militair der Stad Heusden uit den naam en van weegens Zyn Hoogheid op treedenden 54 Auguftus 1773 naa voorgaande Trommelroering by openbaare Edifte van en aan de Puye van de geweldige aan UE. als mede Crediteur van E. L. Schnitzer gedaan en geëxploiéteert, om dat UE, hier van geen ignorantie foude mogen of konnen pretendeeren foo fende hier nevens de bovengemelde Copye Acte van dagvaardinge om daar na te konnen reguleren. Waar mede blyve met agting. MYN II E E R. Heusden UED. Dvv. Dienaar. 24 Auguftus 1773. (JVas getekent) W. BEKOL. Het Adres was: MYN HEER De Heer . . . te Heusden. S 3 XCVIL  t7t NALEZING van STUKKEN XCV1I. D AGVAA RDINGE. *|J*Tyt krakte van zekere opene Brieven van (^J Benefitie van Inventaris met de Claufuie van Ediéte enCommittimus aan deKrygs• raad des Guarnifoens der Stad Heusden in dato den 26 July 1773 van den Hooge Krygsraad der Vereenigde Nederlanden geimpetreert by ofte van weegens Anna Elizabeth Spittel, weduwe en geinftitueerde Erfgename van wylen Ernst Ludwig Schuit* zer in leven Chiurgyn Major van het eerfte Battaillon Walen van het Regiment van den Lieutenant Generaal Smisfaert, Irapetranre en ter haren verfoeke foo is 'tdatik ondergefchreve Provoost Militair der Stad Heusden uyt den name ende van wegens Zyne Hoogheid by openbare ediéte dagvaer binnen deefe Stad als mede Crediteur en fchuld eysfer van de voorn. Ernst Ludwig Schnitzer om te komen en te Compareeren ofte gemagtigdcn te fenden voor den voorfz. Krygsraad des Guarnizoens der gemelde Stad op Vrydag den 3 September dezes Jaers 1773 omme ten overftaan van Commisfarisfen en Auditeur Militair ten fterf huife te fien maaken goede en deugdelyke Inventaris van alle de goederen door voorn. E. L, Schnitzer nagelaten dezelve volgens den Inhoud van de voorfz. Brieven van benefitie van Inventaris te zien aftimeeren en Cautie te zien ftellen,als na behooren en voorts omme  TOT .DE MILIT. JÜRISD. «CC. 27p omme ten zeiven dage voor den Prsefident en verdere leden van den Krygsraad des GarmToens te Heusden voornoemt te Compareren ofte gemagtigden te zenden ten eynde de voorfchreve Brieven van benefitie van Inventaris te zien interineren of defelve te debatteren met inthimatie, indien den gedaegde compareert .of gemagtigde zend dan niet dat egter byde voorfz. Krygsraad zoo wel tot intevinatie van de voorfz. Brieven als anders voort geprocedeert zal worden als na regten. Aldus gedagvaart mitsgaders defe geaffigeert na voorgaande Trommeroering by openbare ediéte van en aan de Puye van de geweldige op den 24 Auguftus 1773 fonderftónd) by my Provoost en Was geieekent W. Bekol. Uytgegeven voor Co* pye na de origineele Aéte van Dagvaardinge en defelve Copye onder beilotene Misfive aan den voornoemde Gedt. op dato den voorfz. 34 Auguftus 1773 toegezonden en geinfinueert. By My (Was getekent) W. BEKOL. S 4 XCV11I.  2go NALEZING van STUKKEN xeviH. Sententie jegens Jan Hèfmanus Jonckers, gevonnist in den Krygs- Rade des Gu, arnifoens van 's Hertogenbosch den 22 Auguftus 1774. Alfoo aan denKrygsraadedes Garnizoens' van 's Mertogenbosch, zoo uyt de Schriftuure van tigt en aanfpraak ende veniicatoire Hukken daar toe relatief, over-, gegeven by Johan Versfeld Auditeur Militair Ratione üfficii Eyfcher en aanlegger ter eene, op ende jegens Hermanus Jonckers, Zoldaat in 't 2 Uatt. van her. Regent, van den Luytenant Generaal van üyen in de Compagnie van den Collenel by d'Armee F. Hooft, inGarnifoen te Breda," en gevangen by den Provoost Geweldiger alhier, beklaagde ter andere zyde , als uytdevrywillige Confesfie van den beklaagde is gèbieekeu. Dit hy bekl. zynde tot Leydengebooren, en hebbende den Ouderdom van 22 Jaaren 'berykt, in den Jaare 1770 zig als Soldaat voor 8 Jaaren en omtrent 5 Maanden in 't voorfz. Regiment heeft geëngageert, 0111 den Lande getrouw te dienen. Dat of fchoon hem bekl. was bewust, dat het in deefen Militairen dienst een zeer ftrafbaare nu'sdaat zy, zoo wanneer een Soldaat zig deguifeerd, als bv aldien hy buyten, voorweeten van zyn Capiteyn een Huwe! yk  tot de MILIT. JURTSD. Sec. Ét weVyk coiitrafteerd, hybekl. nogtans heeft durven beftaan, op Jden 9 der Laastleedea Maand July, van Heusden (alwaar hy nier verlof voor vier weeken geweest en zig opgehouden heeft, ) gekleed in Borgere Kleederen binnen dit Garnifoen te komen: En vervolgens buyten voorkennisfe en't vereyfte blykvan zynen Capiteyn , en voor al zonder toeüemminge. en 't volftrektnodige confent van zyne Ouders, met zekere i lendrina Doper, Inwoonderfe der gemelde Stad Heusden , te begeeven voor Commisfarisfen der Huwelyke Zaaken alhier, ten eynde te zaamen iu Ondertrouw te worden opgenomen. Dat hy bekl. al meede van zig heeft konnen verkrygen, op de door gem. Commisfarisfen gedane vragen, teegens de waarheid en dus valschelyk te antwoorden en voor te wenden. Voor eerst, dat hy geen Ouderen meer in Leeven had. Ten anderen, dathy jegenswoordig niet in dienst en daar in nooyt geweest, was. En cyndelyk, dathy bekl. een Jaar en voorn. Hendrina Duper, anderhalf Jaar binnen deefe Stad had gewoont. Dat Meergem. Commisfirisfen daar mede genoegen genomen hebbende, hy bekl.met defelve Hendrina Duper in ondertrouw is aangeteekend, en de drie Huwelyks gebooden alleen binnen deefe Stad gegaan zynde, op den 24. daar aan volgende iu Borgere S 5 - Klee-  282 NALEZING van STUKKEN Kleederen gekleed, voor de Wet alhier is getrouwt. Zaaken derhal ven die ten eenemaal zyn ftrydende met het Egtreglement van Hun Hoog Mogende myn Heeren de Staate Generaal der Vrereenigde Nederlanden, in dato 18 Maart 1656', en andere Wetten en Placaaten van den Lande op het Trouwen van Soldaaten geëmaneert, en die dus tot voorkominge van pernitieufe gevolgen, niet konnen worden geieeden, maar daar in moet worden voorfien en den bekl. omtrent zyne begaane misdaaden rigoureufelyk geftraft. Zoo is 't dat die van den voorn. Krygsraade, gefien hebbende den Eysch en conclufie door voorn. Auditeur Milit. Amptshalventeegens den bekl. genomen, waarop den zeiven in de Vergadering nader in zvne defenfie is gehoort, en voort geklop 't geen waar op in deefen te letten ftonde, en wel fpeciaalyk Reguazt genoomen op 't 43 Articul van voorfz. Egt Reglement, doende regt, verklaaren den voorn. Ondertrouw, en 't daar op gevolgde Pr eten fe Huwelyk, door den beklaagden Jan Hernianis Jonckers, met HendrinaDuper in voege voorfz. gedaan en voltrokken, te zyn nul en de van geender waarden, Interdicee j renden Bekl. om met voorn. HendrinaDuper meer te cohabiteeren, voor en aleer hy met haar volgens 't voorfz. EgtReglement, en Placaten van den Lande behoorlyk zal zyn getrouwt, condemneeren den Bekl. ter zaake van 't voorfz. clande- fteyn  tot deMILIT. JURTSD. &c. 283 fteyn trouwen, verregaande desobedientien bedrog en misleydinge, om door de Manfchappen van een dubbelde Nationale wagt Parade, ter discretie van Commisfarisfen uVt' deefen Krygsraade met fpitsroeden te worden afgeftraft; en om voorts na desfelfs Compagnie gefonden te worden, ten eynde daar by te blyven, zonder in de tyd van twee Jaaren daar van met verlof te mooen gaan* Conderaneeren den Bekl. wyders, in de kofte van Regt en mife van Juftitie als meede in die van den procesfe ter Tauxatie en moderatie van defen Krygsraade, Aldus met unanime Hemmen gevonnist in den Krygsrade des Garnifoens van *s Hertoeenbosch den 22 Augufti 1700 vier en Zeventig, by de Leeden den Lieutenant Collonel Grothe Prefident, de Capiteinen Pofen, en Engelburg, den Lieutenant Bruyn en de Vaandrig Pendz Montanus , en Heiwig Was getekent J. W. Grothe Onderftond., ttr ordonnantie van den Krygsraad err ts getekend T0h Versfeld Audit. Milit. in Capite ftaat Zyne Hoogheid, geüen en geexamineeit hebbende het onderftaande vonnisfe, heeft goetgevonden het zeiven by deefen teapprobeeren. Gedaan op het Loo den 23 Auguftus 1774 was geparapheert W. Pr. V. OrangeO»*rftond, ter Ordonnantie van Zyne Hoogheid in abfentie van den geheim Secretaris «1 getekend G. A. V. Riel in Pede (iaat Fiat Pronuntiatio et Executio defes, ten Over- ftaan  284 NALEZING van STUKKEN. ftaan van de rCapiteinen Pofen en Engelburg als Commisfarisfen en is getekent L. H. V. Brunswyk Nog lager ftaat, op huyden den a-c Auguftus 1700 vier en Zeventig is •deefe ten overftaan van voormelde Commisfarisfen op de Parade plaats gepronuntieert, en behoorlyk ter Executie gefteld Onder, fto'nd quod Atteftor en is getekend Toh. Versfeld Audit. Milit. XC1X. EXTRACT uit het Boek vm uitgaande Brieven der Stad Campen. Doorluchtige HooggeborenFurst en Heere! De Lieut. Col. Fricke, in het Regiment Cavallery vnn den Generaal Major de Famars, thands alhier in Guarnifoen,op den 29 Decembei- des afgeweekenen jaars binnen deeze Stad zynde overleeden, is, gelyk wy daar na ontwaar zyn geworden, deszelfs Inboedel immediaatelyk daar na door order van den Commandeerende Officier van 't Guarnifoen geinventarifeerd geworden. Dewyl nu onder dészelfs nagelaateue Kinderen en Erfgenaamen , zynde de Moeder reeds te vooren overleeden,zich bevinden Meerderjaarigen en Minderjaarigen van beide Sexen, zyn wy in die verwachtinge geweest, dat deeze Meerderjaarigen geadfi- fteerd  tot de MILIT. JURISD. &c. 285 fteerd met de verdere naastbeftaande Vrienden, die buiten deeze Stad woonachtig zyn', zich, by Requefte, aan ons, gelyk't behoord , zouden hebben geadresfeerd, met verzoek, dat door ons tot Voogden over de Minderjaarigen mogten worden gequalificeerd en aangefteld zodaanige Perfoonen van de Naastbeftaanden en anderen, als bevonden zouden worden daar toe in deezen de bekwaamde te zyn : dan wy zyn federt van ter zyden ontwaar geworden, dat deeze meerderjaarige Erfgenaamen, in de plaats van aan ons, zich by Requefte, hebben geadresfeerd aan den Hoogen Krygsraad in 's Hage, en dat ook gemelde Hooge Krygsraad heeft kunnen goedvinden, twee Perfoonen van de naastbeftaande Vrienden, zynde beide Militairen , tot Voogden over deeze onmondige Kinderen te nomineeren en aan te ftellen; terwyl een derde van die Naastbeftaanden, een Politicq Perfoon zynde, verklaard heeft zich daar aan niet te kunnen onderwerpen. Hier door geturbeerd in de exercitie van de wettige rechten, die ons van alle tyden privativeïyk hebben gecompeteerd , en zonder infpieringe van iemand,by ons tot den huidigen dag zyn geoefend, hebben wy niet kunnen nalaaten dit geval ter kennisfe van Uwe Hoogheid te brengen, ten einde daar van behoorlyk redres te mogen erlan? gen. Wanneer wy,Doorluchrigf::eVorst,ons dan nader op dit geval-hebben geinformeerd,en van  s86 NALEZING van STUKKEN. van de waarheid van dien zyn verzekerd geworden, heeft ons zulks niet weinig moeten furpreneeren ; en wanneer wy voorts de zaak zelve in haaren aart en natuir, met deszelfs omfiandigheden, benevens de gewigtige gevolgen van dien, nader in overweeginge hebben genoomen, hebben wy niet kunnen bevroeden op welken fundament dezelve Hooge Krygsraad zich hebben kunnen aenmartigen, het ftellen van Voogden over miuderjaarige Kinderen van een binnen deeze Stad met de woon gezeeten en afgeftorven Militair, en over dezelve alzoo een Aéte van Turisdiétie te pleegen , daar de Militaire Perfoonen dit hun aangenoomen Caraéter, 't welk blootelykaan hunne Perfoonen en zoomëde, geduirende derzelver leven, aan hun Gezin gehecht is,te gelyk met het leven afleggen, even als men 't zelfde nog, geduirende "t leven, door verkreegen demisfien van den Militahen dienst ziet gebeuren; en wier Kinderen, door het vallen van dit hun Hoofd,dat meteen Perfoneel Privilegie bekleed is, en waaraan dezelve Kinderen by 't leen van dit hun Hoofd en Principaal wel mede participeeren, alle rechtelyke relatien met den Militairen Stand verliezen, en ftraks weder vervallen in den gemeenen of burgerlyken ftand,en vervolgens mede onder het opzicht en Rechtsgebied van den gemeenen Richter van de plaats; alzo het in rechten overbekend is dat geene aangenoomene en wandelbaare perfoneele privilegiën r ter diftinetie van aan-  töt de MILIT. JURISD. &c. 287 aangeboorene en die aan 't gedacht verknocht zyn,) tot de Kinderen enErfgenaamen overgaan, en wel voornaamlyk, niet zulke privilegiën, welken aan een zeker foort van menfchcn, certh perfonatum gemribus, en waar onder de Militairen met naamen geteld worden, competeeren, gelyk zulks by alle voornaame Rechtsgeleerden, waar onder, by voorbeeld, AntoniusFaber, David Mevius, Johan Nicolaas Hertius, en anderen meer, geroemd worden, eenpaarig geleerd wordt,met welker verdere allegatien wy Uwe Hoogheid niet zullen laftig vallen. Gelyk het dan alzoo , Doorluchtigfte Vorst, aan de eene zyde vast ftaat, dat ten opzichte van het perfoneele privilegium, de Kinderen van Militairen, na 't af derven van hunnen Vader, geen Militaire Privilegie meer competeerd, ofte genieten mogen, maar dat dezelven immediaat weder vallen onder het burgerlyk beftier, en dat aldus geene Voogdftellinge over derzelver perfoonen, anders dan door den Politicquen Rechter, waar onder die zeiven behooren,kan gedaan worden, zal Uwe Hoogheid, aan de andere zyde, mede gelieven geïnformeerd te zyn , dat de aart en natuir van verftorvene Erfhuizen, zonder onderfcheid van welke Perfoonen die ook nagelaaten mogen zyn, in deeze Stad en Provincie medebrengd, dat dezelven onder geen ander, dan onder den ordinairen en burgerlyken Richter behooren, en daar van önaffcheidelyk zvn, gemerkt een Erfhuis, voor  288 NALEZING van STUKKEN voor zo ver het zyn beftaan in rechten neeft, geconfidereerd wordt, als ie'ts dat reëel, en even gelyk ais andere valte Goederen in het Territoir van den Souverain, gefundeerd is, en daaraan vastgehecht; zodaanig, dat gelyk in deeze Provincie en in de Steden van dien, in reëele aaien met in- en uitleidi"ge, die voormaals op de plaatzen zelve gefchiedde, moet geprocedeerd worden, naar 't Landrecht, part. I, tic. 8, art. i , alzoo ook ia Erf huis-zaaken met inleidinge en niet anders , al is 't, dat 'er geene onbeweeglyke Goederen in den Boedel, of Erf huizen worden bevonden , moet worden geprocedeerd; d. part. I, rit. 3 , art. 4 en 7; en zulks, vermits alle Goederen, gereede en ongereede.roerende en onroerende,waardie ook gelegen zyn, ofte tot wat recht die ftaan.daarin dieOverleedeneis verftorven,en die hy dervende heeft nagelaaten, daar onder behooren; Stadr. van Deventer, part. II, tit. 6, art, 1. Alle deeze zaaken nu, en alle proceduiren daaromtrcnd plaats kunnende vinden, zyn zodaanig aan het Grondgebied van den Souverain geannecteerd, en als vereenigd, datjiiemand buiten den Souverain, cn den Richter van dc Plaats, aan_ wien de Jurisdictie aldaar competeert, zich dezelve mag onderwinden; want het is de Souverain, oftede Richterdie zyn plaats bekleed, die de Gerichtelyke in- en uitleidingen auétorifeerd, ea het zyn ten platten Lande de Droften en andere Hoofd-  tot de MILIf. JURISD. &c. 289 Hoofdofficieren der Provincie , die in zaaken van posfesfie, zo van Erfhuizen, als van andere Vafte Goederen, 't hoogfte vonnis wyzen, en in cas van wederftreevigheid , het zelve mede met de daad ter executie Hellen; en voorts tegen dien Occupateur als tegen een Geweldenaar procedeeren. Landr. part. x , tit. 15 , art. 1 en part. x , tit. %i , art. 3; en in de Hoofdlieden de Magiftraaten. Gelyk nu dit recht van Erfhuis tot de reëcle zaaken behoord; zoo is het in deeze Provincie en de Hoofdlieden van dien,med» buiten alle twyfel gefield, dat'er geen het minfte onderfcheid gemaakt wordt, en mede naar de gronden van rechten geen onderfcheid gemaakt kan worden, tusfchen Erfhuizen van perfoonen van den Burgerlyken ofte van den Militairen Stand, dewyl het Militaire privilegie, een perfoneel, en geen reëel privilegie is, gelyk dan ook het geen reëel is, naar rechten , reëel blyft,ten waare het door een privilegie van den Souverain uit de gemeene Clasfeder reëelen worde geëximeerd, Ende hier aan, te weten, dat het perfoneele privilegie van een Militair perfoon , zyn door de dood nagelaaten Erfhuis, niet raakt ofte aandoet , nochte het zelve daar toe, als van een gantsch byzonderen aart geworden zynde, kan worden uitgeftrekt, zal Uwe Hoogheid minder kunnen twyfelen, wanneer Uwe Hoogheid in aanmerkinge gelieve te neemen, dat by de NaL II. Deel. T al.  soa NALEZING van STUKKEN algemeene Land-en byzondere Stad-wetten deezer Provincie uitdruklyk word gemeld en vastgefteld,dat de Sterfhuizen van Militairen mede aan deeze orders fubject zyn, wanneer deeze Militairen niet elders hunne vafte woonplaats hebben ; want het Landrecht, part. 2, tit. 8, art. 5, fpreekt diftindtelyk: dat het Erfhuis, met den gevolge van dien, gehouden zal worden, niet ter plaatze, daar de val gefchied, maardaar de üverleedeue zyn vafte woonplaats en domicilie gehouden heeft; doch dat onder Studenten, Koopluiden, Soldaaten, (Milites, Militairen) Knechten en Maagden en andere perfoonen, geen zeker domicilie hebbende, de val het Erfhuis zal maaken ; "t welke men alzoo mede geftatueerd vindt in'tStadr. van Deventer, part. il, tit. ö, art. 3. Alzo ons nu niet bekend is, dat wylen de Lieut. Col. Fricke een ander vast domicilium, dan zyn tydelyk Guarnifoen gehad heeft, kan het geen twyfel lyden, datzyn affterven binnen deeze Stad en in zyn Guarnifoen zvnde voorgevallen , het Erfhuis mede alhier is, en het zelve dienvolgens, met den gevolge en aankleeve van dien, fubject: aan onze Jurisdictie is geworden. Het geen wy , Doorluchtigfte Vorst, hier avanceeren van het Sterfhuis, met den aankleeve en gevolge van dien, is woordelyk in onze Land- en Stadrechten ter aangehaalde plaatzen begreepen,en ftrekt zich,behalven de ordinaire zaaken van i:: en uitfchulden enz.  tot de IVIILIT. JURÏSD. &c. 291 enz. tot een Erfhuis gehoorende , mede uit tot zaaken van Testamenten, Erfmaakingen, Erflcheidingen, cautien van evictiö en diergelyke; en dit zal Uwe Hoogheid kunnen dienen tot byzondere illuftratie omtrend het geval, waarin Wy hier verfeeren. Het is, naamlyk, by algemeen geruchte i bekend, en 't wordt voor ontwyfelbaar gehouden, dat denagelaatene boedel van den Lieut. Col. Fricke met zwaare fehulden bezet is, zoo dat, naar Ons berigt wordt, de meerderjarige Kinderen en Erfgenaamen zwaarigheid maaken, deezen Boedel pure teadieeren, en deezen derhal ven, nevens de Voogden der minderjaarige Kinderen, het beneficie van Inventaris zullen moeten imploreeren. Dit zoodanig adres ter bekoominge van dit Beneficie;, behoord, naar de hiervoor gededuceerde gronden van rechten en deconftante pracbycque mede nergens anders gedaan te worden, dan aan de Droften eri verdere Hoofdofficieren ten platten Lande, en aan de Magiftraaten in de Steden, men zieLandr., Part. 9 tit 7. Art. 3. Ende wanneer Uwe Hoogheid hier by, in het eerfle refpeet, te weeten, in casvart geimpetreerdbeneficie van Inventaris, in aanfchouw gelieve te neemen, welke fcrupuleufe cauteelen, tot confervatie van het recht den crediteuren competeerende, aan den eenen kant, en tot voorkoominge van alle mooglyke mishandelinge des Boedels, aan den anderen kant, daar by moeten worT a den  spa NALEZING van STUKKEN. dengeobferyeerd, waarvan, by voorbeeld, t Landr. van Overysfel, Part. 2, en 'tStadr. van Deventer Part. 3, en in beiden den geheelen7dcn Titel doorgezien kauworden; en in het tweede refpecl, te weeten, incas van't vervolg, en explicatie van zodaanige onder beneficie van Inventaris aangevaardè Erfenis, met al den verderen omllag en gevolge van dien; als, naamlykde Gerichtelyke Verkooping van de gerecde en ongerede Goederen van den Roedei, dedisputatien der Crediteren, de defenfie van het interesfe des Boedels daar by voorkoomende naar den aart en de rechten der Goederen daar in behoorende, de vonnisfen daarover te vellen de diftributie der Penningen onder dezelven en decautien daarover te prasfteeren , het doen van finaale Reekeninge enz ; zal Uwer Hoogheid verlicht oirdeel°wel dra penetreeren, hoe weinig 't met het Krygs- ■ wezen zoude kunnen overéén koomen,zaaken van zulk een differente natuir, en van zulke uitgeftrektheid te beheeren, ofte behoorlyk daar opteletten ; waarom het by de Roomfche Rechten in't generaal verboden is geweest, Militaire Perfoonen tot Voogden aan te ftellen , zelfs niet over Kinderen van hunne naastbeftaanden ofte van hunne Mede-Krygslieden; ende hoe weinig het met de gronden van den Staat, met de vastgeftelde order van Regeeringe, en mét alom gerecipieerde forme en manier van procedeeren, in alle deeze zaaken overéén gebragt zoude kunnen worden eene zodaa' rii*  tot es MILIT. JURISD. &c. 203 nige geheele vernietiginge in de van ouds gewoone maniere van Voogden te ftellen, met den aankleeve van dien, te zien gebeuren; een'zaak, waarin het algemeen belang der Burgerlyke Maatfchappye , en de aanzienlykfte familien binnen deeze Landen, met relatie tot den Staat en de geheimen hunner geextendeerde Boedels en Familien, en byzonderlyk dat van onmondige Kinderen, en derzelver Goederen „voornaamlyk intyden van Oorlog plaats heeft; Uwer Hoogheid permitteere Ons, tot meerdere illuïtratie van dit alles, hier nevens Uvve Hoogheid nog onder het doorziend oog te brengen het gewigtig point van't verleenen van tettia atatis aan minderjaarigen, hetwelk by gelegenheid van erfhuizen zeer dikwyls 't zy om het ftellen van Voogden voor te koomen ,'tzy om derzelver adminiftratie te verkorten en te doen cesfeeren, voorkoomt, wanneer, naamlyk, der minderjaarigen gedrag zulks favorabel maakt, en de naastbeftaande Vrienden of Voogden van den Souverain, waar onder de minderjaarigen domicilieeren, ofte van die geenen, aan wien door den Souverain zulk een magt fpeciaalyk is gedemandeerd, behoorlyk verzoeken; dan, alzo naar onze Land- en Stad Wetten het domicilium der minderjaarigen is, ter plaatze , daar't Serf» huis gevallen is, zoo kan ook dit Beneficie ten platten Lande niet dan van Ridderfchap Steden, en in de Hoofdlieden van de refpective Magiftraaten worden geobtineerd, T 3 gclYk  294- NALEZING van STUKKEN gelyk alzoo rnede het Beneficie vanRefiimie, den minderjaarigen, zoo wel m "t limpel adieeren van een fchadelyke erfenisfe , als in 't repudieeren van een voordeelige, en generaalyk in alle andere zaaken, naar Rechten, competeerende, bevonden word aan het Hooggezag der Heeren Staaten en Magiftraaten refpectivelyk te zyn verknocht. Daar dan, Doorluchtigfte Vorst en Heere! binnen deeze Stad en Provincie gcneraalyk bet domiciliumzo wel van perfoonen van den Militairen, als van den Burgerfland, het fterfhuis maakt, daar de minderjaarigc Kinderen tot het Erfhuis fpecbeeren, daar het beneficie van Inventaris en mede van Reftitutie in integrum wordt verleend, daar verder de Boedel tot liquiditeit wordt gebragt,_en ter verantwoordinge blyft tot iinaale afreekeninge van dien , en daar men, eindelykdiet veniam tetatis voor minderjaarigen obtineerd: Daar, zeggen Wy , dit alles naar onze grondwetten vi territorii, en volgens oude wel herbragte coftumenen ufancyen den Souverain , en denpolitiquen , of civilen Richter privativelyk toekomt; die alleen magtig is die te verleenen: En daar in 't tegendeel de Militaire Richter nochte eenig recht van territoir bezit nochte met eenige magt is bekleed om eenige van de voorfchreevene aften van Souverainiteit te kunnen pleegen :kun nen wy hier uit geen ander befluit opmaaken, dan dat de Hooge Krygsraad niet bevoegd is, of ken zyn, tot het ftellen van Voogden over de mm*  tot de MIL1T. JURISD. &c. 295 minderjaarige Kinderen van wylen denLieut. Col. Fricke, binnen deeze Stad zyn Guarnifoen en domiciiium hebbende gehouden en daar in mede overleeden. Wy kunnen dan ook Uvve Hoogheid ter goeder trouwe verzekeren , dat Ons geen Geval bewust is, dat ooit eene hooge ofte laage Krygsraad Voogden over minderjaarige Kinderen, vaneenig Militair Perfoon groot of klein, binnen deeze Stad overleeden ofte weder hertrouwd, hebbe gequalificeerd, maar in tegendeel leveren Onze Boeken van Momberftellingen overvloedige voorbeelden uit van Voogden door ons over diergelyke minderjaarigen aangeduid ; waar van een versch bewys voor handen is, terwyl Wy nog onlangs, te weeten, op den 2ÜftenÜftober 1773 , de Perfoonen van JanReynhorst en Hendrik Knobel tot Voogden over de onmondige Kinderen van Jacób Scheid, Wagtmeefter in het Regiment van den Lieutenant Generaal Prins van Hesfen, entoen tèr tyd alhier in Guarnifoen liggende, by wylen zyne eerfte Vrouw in egte verwekt, hebben geauctorifeerd. Wanneer Uwe Hoogheid,die de conftitutie derRegeeringe van deeze Stad ten vollen bekendis , en weet, dat alleHooge Rechten ,hier voor befchreeven, aan Onsprivativelyk zyn competeerende-, en dat Wy alle deeze rechten indiftinctelyk,zo omtrent minderjaarige Kinderen van Militairen , als van anderen, van alle tyden af, zonder infpreekinge van iemand, hebben geëxerceerd, ennogdageT 4 lyks  2.9$ NALEZING van STUKKEN lyks exerceeren; dit alles naar deszelfs hooge wysheid gelieve te overweegen; endaar nevens te confidereeren, aan welke moeielykheden, en confufien en zwaarigheden het beftellen en verder dirigeeren van Voogdyen van minderjaarige Kinderen, ( voor een oogenblik eens gefteld zynde , dat het quahfieeeren van Voogden een hoogen ofte laage Krygsraad konde worden aanbeVoolen,) onderhevig zyn, en hoe zulks alles zoude moeten uitloopen tennadeele zo der weefen zelve, als van de gemeene Ingezetenen, waarvan het onderhavige geval zelve ten bewyze kan Strekken, alzo, naar Wy verneemen , de zaaken van het Sterfhuis van wylen den Lieutenant Collonel Fricke zich nog bevinden, op die onzekeren voet, als die by des deszelfs afderv.en ftonden tot achterweezen der Creditoren;twyfelenWy niet of Uwe Hoogheid zal wel willen billyken,dat Wy, die Ambts-enEeds-halven,verpligt zyn Onze aloude en welherbragte rechten, coftumen, en ufancien ,getrouwlyk temoetenvoorftaan,en dezelven aan Onzcnazaaten overteleveten; Ons medein 't bezit van dezelve mainteneèren, en dat Wyniet kunnen toelaaten daaromtrend in 't geringfte deel te worden geftoord ofte verkort. En het is in dit eerbiedig vertrouwen, dat Wy Uwe Hoogheid by deezen hebben moeten verzoeken , dat Uwe Hoogheiddeit hoogen Krygsraad,gelieve te gelaften, om zodaanige dispofitie, als de zelve op 't verzoek tea Requefte van de meerderjaarige Kin-  tot de MI LIT. JURISD. &c. 297 Kinderen van wylen den Lieutenant Collonel Fricke gedaan, ten fine van'het ftellen vanVoogden over de minderjaarige Kinderen van den zei ven Lieutenant Collonel Fricke, mogte hebben verleend , weder intetrekken, en de Supplianten te renvoieeren aan Ons, als den competenten Richter in deezen, ten einde Wy op derzelver verzoek als voorfchreèvèn, met allen gevolgen en aankleeve van dien zodaanig inoogen disponeeren, als Wy ten meeften nutte van de minderjaarigen en het interesfe van den Boedel zullen oirdeelen te behooren. Waar mede deeze eindigende, beveelen WyfUwe Doorluchtigfte Hoogheid, in Gods Heilige protectie Doorluchtige Hooggeboren Furst en Heere! Uwer Doorluchtigfte Hoogheid zeer Dienstwillige Vrien ■ den en Ootmoedige Dienaaren. Campen 22 Burgemeefleren, Schepenen April 1779. cn Raaden jder Stad Campen. Ter Ordonnantie (g«) C. ROLDANUS, Secret. T 5 c-  293 NALEZTNG van STUKKEN C. E XTR ACT uit het Boek van lijkoömende Brieven aan de Stad Campen. Edele, Erentfefte, Wyze, Voorzienige, Discreete, Byzondere Go:de Vrienden! Geëxamineerd hebbende UE' Misfive van den 22 April laatstleeden, waar by dezelve hun bezwaar voordraagen , nopens de aanftellinge der Voogden over de minderjaarige Kinderen van wylen den Lieutenant Colonel Fricke, te Campen overleeden , hebben wy goedgevonden UE by deezen te refcribeeren: Dat wy wel mogen lyden, dat, voor zo verre onder de nagelaatene Kinderen van wylen den voorn. Lieut. Col. gevonden zouden mogen worden, zulke, welke geen Militairen zyn , door den Politicquen Rechter alnog Voogden over dezelve wordenaangefield, gelyk wy ook aan den Hoogen 'Krygsraad der Vereemgde Ne. derlanden hebben aangefchreeven, om de Voogdye, door denzei ven gedecerneerd, tot de zodaanigen niet te extendeeren : belettende zulks echter niet, dat wy allezins vermeenen, dat de gedecerneerde Voogdye by welgemelde Hoogen Krygsraad , in deezen Boedel, haar volkomen effect forteeren moet, voor zo verre daar in minderjaarige Militairen zouden mogen zyn geconcer- neerd,  tot de MILIT. JURISD. &c. • 299 neerd, welke wy niet gezind zyn aan de Voogdye van den Politicquen Rechter te onderwerpen, gelyk wy ook van begrip zyn, dat independent van deeze benoeminge van Voogden, de Boedel van meergemelden Lieutenant Colonel Fricke , buiten alle tegenfpraak, alleen voor , en door den Krygsraad van het Guarnifoen tot liquiditeit moet gebragt worden, gelyk zulks, nog niet zeer lang geleeden, ook heeft plaats gehadin den Boedel van den geweezen Lieutenant van de Wal, verwachtende niet, dat daar over eenige oppofitie vallen kan , en vindende ook geen grond, om daar van eenigzins te giisfeeren. Waar mede Edele, Erentfefte, Wyze, Voorzienige Bhcreete, Byzondere Goede Vrienden!] Wy UE beveelen in Gods heilige protectie. In 's Gravenhage UE GoedwilligeVriend den i7aen September 1779. (Geteekend) W. PR. v. ORANGE. Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid (Get.) T. J. DE LARREY. Cl.  3^ NALEZING van STUKKEN. CL EXTRACT uit het Boek van Refolutien der Stad Campen. Den 25 Oétober 1770. Ey refumtie gedelibereerd op de Misfive van zyne Hoogheid, den Heere Prince Erfftadhouder , gefchreeven in 's Gravenhage den 17 September jongstleeden, in antwoord van de Misfive van Schepenen en Raaden, van den n April daar te vooren, raakende het ftellen van Voogden over de minderjaarige Kinderen van wylen den Lieutenant Colonel Fricke, binnen deeze Stad overleeden, en waarby Hooggemelde Zyne Hoogheid heeft gelieven te verklaaren,wel te mogen lyden, dat, voor zo verre 'er onder de Kinderen van voorfchreeven Lieutenant Colonel Fricke gevonden zouden mogen worden , zulken , welke geen Militairen zyn, door den Politycquen Rechter alnog Voogdenover dezelve worden aangeftèld,en dat ook Hoogstdezeive den Hoogen Krygsraad der Vereenigde Nederlanden had aan. gefchreeven, om de Voogdye door dezelve gedecerneerd , tot de zodaanigen niet te extendeeren, met uitzonderinge dan nog van de Minderjaarigen, welke Militairen zouden mogen zyn; en geconfidereerd, datfedert het afzenden van voorfchreevene Misfive van Hun Wel Edele Hoog Achtbaare, door het  tot db MILIT. JURISD. &c. 301 het repudieeren van den Boedel van voorichreeven Lieut. Col. Fricke, door de mcerderjaarige Kinderen en Erfgcnaaraen,en door de prakten ie Voogden van de Minder» jaarigen , en door het daar op gevolgde daadelyk diftraheeren van dien alzoo gerepudieerden Boedel , door den Militairen krygsraad binnen deeze Stad, het point nopens het aanvaarden ofte repudieeren van voorfz. Boedel, met den aankleeve van dien , zo als het zelve anders, wanneer de voorfchreevene minderjaarige Kinderen op zyn tyd en,gelyk'tbehoorde, doorSchepenen en Raaden van Voogden waaren voorzien geweest, plaats zou gehad hebben, is koomen te vervallen, zo dat 'er thands niet anders over is, dan alleen het ftellert van Voogden over de voorfchreevene Minderjaarigen : Is goedgevonden en verftaan,uit voorfchreeven hoofde in dit finguliere geval, en zonder hier mede het recht, Hun Wel Edele Hoog Achtbaare competeerende, om generaalyk en zonder onderfcheid,! van welken ftaat de Perfoonen ook mogen zyn, over alle minderjaarige Kinderen, welken zich in Sterfhuizen, binnen deeze Stad koomen^e te vervallen-, bevinden , Voogden te' ftellen, te willen hebben geprcejudicieerd, het aanflellen van Voogden over de voorfchreevene minderjaarige Kinderen, alleen te bepaalen tot dezulken, welkenbevonden zullen worden geen Militairen te zyn: En worden overzulks de Heeren Hoofdluiden van het Broeder Quartier mits deezen ge-  Soa NALEZING van STUKKEN. gequalifkeerd om zich op voorfchreevene minderjaarige Kinderen nader te informeer ren , en eenige bekwaame Perfoonen tot Voogden over dezelven aan Hun Wel Edele Hoog Achtbaaren voor tedraagen;terwyl dan nog met relatie tot die minderjaarige Kinderen, welken bevonden zullen worden, Militairen te zyn, Hunne Wel Edele Hoog Achtbaare zich wel expresfelyk referveeren het Hooge recht, dat Hun, als O vermombers, over deeze pupillen competeerd en blyft competeeren,en fpeciaalyk dat,waar < an mentie is gemaakt in de Misfive van Hun Wel Edele Hoog Achtbaare aan Zyne Hoogheid , in 't hoofd van deeze Refolutie gemeld. En worden de verdere poinften,in Hooggemelde voorfchreevene Misfive ver* vat, al nog gehouden Commisforiaal. Pro vero Extra&u. J. A. de MIST, Secret. CU  tot de MILIT. JURISD. &c. s©3 CII. EXTRACT uit het Regifter der Refol.van de Ed. Mog. Heeren Raden van Staate derVereenigdeNederlanden. Vrydag den 24 Maart i78o. Ontfangen eene Misfive van Schepenen, Gezworene en Raden der Hoofdftad 's hertogenbosch, gefchreven aldaar den 22 deezer, houdende, dat haar Ed. Mog. by het Reglement van den 28 Mey 1745, waar na de Militie van het Guarnifoen der gemelde Stadt, in de Barakken gelogeert worden. Waar op gedelibereert en gelet zynde bp den inhoud van haar Ed. Mog. Refolutie van den 15 July 5748 is goedgevonden en verftaan Copie van de voorfz. Misfive te ftellen in handen van Zyne Hoogheid den Heere Hertog van Brunswyk in kwaliteit van Gouverneur der Stad 's Hertogenbosch, ten einde de nodige voorzieninge te doen, dat de pretentie daar by vermeit, door het eerfte Bataillon van den Vorst van Waldeck voor deszelfs vertrek uit 's Bosch geadfifteert werde, en vervolgendspromptelyk voldaan, het geen het zelve deswegens zal bevonden worden fchuldig te blyven. En zal hiervan by Extraft dezer aan de Magiftraat der Stad 's Bosch worden kennis gegeven, om te ftrekken tot derzelver narigting. Wasgsparapheert A. du Tour van Warmenhuyfcn. Qnderfiond Accordeert met 't Regifter. Ge* tekend J. J. van Hees.  304 NALEZING van STUKKEN Cl II. BRIEF van gemelde Heere Hertog- Edele Achtbare, Erentfefte, voorzienige Heeren en Lieve Byzondere! Met alle aandagt overwoogen hebbende al het geene, zoo van de zyde van Ufcet Achtb. als van die van 't Eerde Battaillon van den Vorst van Waldek aan ons is voorgedragen geworden by de wederzydfche Memoden , concerneerende de bewufle pretentie van 't Fonds der Barakken, tot laften van 't gemelde Battaillon aan ons ingedient, en welke wy als Schrifturen van Eisch, Antwoord, Re- en Duplicq hebben geconfidereert , vinden wy ons thans in ftaat gefteld, na den ontfangst van de laastgem. Schriftuur deezerdagen by ons ingekomen, te verklaren, dat wy geen grond vinden , om het gem. Bataillon andermaal te doen betalen de quajftieufe Contributien zeedert den 28 July 1778 tot den 11 Auguftus 1779; waar van wy niet hebben willen afzyn UEd. Achtb. by deezen kennis te geeven, ende voords Uw Ed. Achtb. in Godes heilige protectie beveelehde, blyven wy met alle aanklevenheid en vricndfchap Edele, Achtbare, Erentfefte, Voorzienige Heeren en Lieve Byzondere! Uwer Edele Achtb. Dienstwillige en wel genegen Vriend (Get) L. H. van BRUNSWYK. CIV  tot de MILIT. JURISD. &c. 305 eiv. EXTRACT uit het Memorie en Refolutie Boek 's Hovcs van Gelderland. Mercurii den 29 Novb. 1780. Ingekoomen en geleezen de Requefte van Anna Maria Boon,geboortig vanZutphen, eu aldaar woonachtig, daarby te kennen gevende, hoedatHendrikHendrikfen, Soldaat onder hetRegiment Infanterie van den Generaal Major Stuart in de jaaren 1775 en 17,76', wanneer te Zutphen in Guarnifoen lag naa haar Suppliante verkeerd, en dezelve gefollici teert hadde,orn zig met hem iu den Huwelyken Staat te verbinden. Dat het gemelde Regiment vervolgens uit Zutphen naa Philippine, en van daar naa Berr gen op Zoom, om Guarnifoen te houden, vertrokken zynde, opgemeite Hendrik Hendrikfen in den jaare 1777 zig met verlof uit de laatstgenoemde Plaats na Zutphen terugbegeeven hadde,en haarSuppliantc op nicuw,en doorfterkeinftantien gezogttepermoveeren, om met hem een Echtverbintenis aan te gaan, voorgeevende, ten weynigften aan de Suppli • ante doendehoopen,' datdesfelvsCapitain't Iluweïyk voltrokken zynde, zulksligtelyker zoude aggreëcren, dandathydaar toe tevorenConfentof eenBrief jcvanpermisfie zoude kunnen obtineeren. Dat dcSupplian te zig hier door tot haar ongeluk al te ligt hebbende laten feduceeren, gefë'folvëert hadde, om met voorfz. Hendrik Nal. II. Deel. V Hen-  jo6 NALEZING van STUKKEN Hendtikfennan Lochem te gaan, en zig aldaar roet hem in ondertrouw te laaten aantekenen, gelyk zy dan ook werkelyk gedaan en aldaar op den 29 Juny 1777 hetHuwelyk voltrokken hadden. Datgemeltc Hendrik Hendrikfen, naa expiratie van deszei vs verlof, gedeeltelyk te Groningen doorgebragt, zig naa zyn Guarnizoen te bergen op Zoom begeeven hebbende, daar op in den jaare 1778 wanneer zyn gehouden gedragen Huwelyk buiten Confent van desfelvs Capirein met de Suppliante aangegaan, rugtbaar was geworden,uit vrees van zware ftïaffe desweea;enste ontfangen, uitlaatstgemelde Guarnifoen gedeferteerd, en nae eenen geruimen tyd elders vertoefd te hebben , in den jaare 1779 wederom zig te Zutphen by de Suppliante vervoegd, en in vry willig Arrest begeeven hadde Dat dtMilitaireRigter teZu.tphen,die zaak in onderzoek genoomen hebbende by Senten- ' tie van den 15Febr. 5779 verklaard haddehet opgemelteHuwelvk van voorfz.HendrikHen • drikfenmet haar Suppliante ingegaan,te weezen nul en van geenef waarden, condemnerende wyders denzei ven uithoofde van gecommitteerde Defertie,om geduurendezvn leven lang met boeyen aan de benen vastjrcilooten te moeten werken aan's Lands Fortificatiën,enz. En welke Sententie door Zyne Doorluchtige HoogheyddenFIeerePrince Erfftadhouder op , den i9February daaraan volgende was gecom» firmeert geworden, met remisfie nochtans van de gedecerneerde llraffe ad opera publica,welke in eene poene van twee agter een volgende da-  tot de MILIT. JURTSD. &o 307 dagen ftréngelyk metSpitsroedenafgefcraftte worden was gealtereerd, alles met meerderen uitdeCopielykeSententiederRequefte geannecceerd, te verneemen. Dat voorfz.vonnis.invoegen gemeld geëxecuteerd zynde voor Ichr.HendrikHendrikfen zig wederom naa zyn Guarnifoen begeeven hebbende, naderhandingegevolgebekoomene informatien op nieuws gedeferteerd was. Dat dus het voornoemdeHuwelyk van haar Suppliante metmeergez. Hendrik Hcndrikfen by voorfz. Sententiegeanulleerdzynde, de Suppliante vermeend hadde een ander Huwelyk te kunnen en te mogen aangaan. Dat zy Suppliante ook ten dien eynde een. engagement ingegaan hebbende met eenen HendrikllberinkteZutphen woonachtig, zig opVrydag den 27 October dezes Jaars 17S0 geaddresfeert hadde aan den Predikant van der EaukteZutphen en naa informatie der omiiandigheeden van haareerfte,doggeannulleerde Huwelyk gegeven te hebben, by zyn Wel Eerw. geinfteerd en verfogt hadde, om haar Suppliant met laatstgemelden Hendrik ïlberink in ondertrouw te willen aanfehryven, dochdatdeSuppliantetothaar furpriie ondervonden hadde,datby welgem. Predicant, daar in zwarigheid wierae gemaakt, zoo dat onverrigter zaake hebben moeten heengaan. Datde Suppliante uit hoofde der meergem. annullatie van haare verbintenis metdukgenv Hendrik Hendrikfen by Sententie van dtf Krygsraad te Zutphen gedaan, en door Zyne DoorluchtigeHoogheidgecom'irmeert, alleV 2 zints  308 NALEZING van STUKKEN zints vertrouwende vryheid bekoomen te hebben,om z ig wederom op nieuw in denEcht te konnen en temoogen begeeven,en dat overzulxmeerged. Predicant van der Bank onbevoegd was geweest om de gementioneerde intekening te verweigeren, ofte daarin eenige zwarigheid te maakemde vrymoedigheid nam zig met voorige onderdanigheid aan deezen Ho ve te addresfeeren, en oodmoedigst te verfoeken,dat'tdeezenHove goedgunftiglyk behagen moge aan meergem. Predicant van der Bank te gelaften, om de gelibelleerde aantekening in ondertrouw van haarSuppliante met voorfz. Hendnkllberinkverzogt, zonder ecnigen verderen oponthoud te verrigten, ten eynde dezelve de perfecteeringe van die hunnen voorgenoomenEchtvervolgensnaa ordre van den Lande zouden konnen en moogen bekoomen daarop en over 's Moves favorabele difpofitie verioekende. En hierop,tervoldoeninge van's HovesRefolutie van den 17 deezer,gehad hebbende't bericht van Rudolph Wildrik Predikant te Zutphen, als tegenswoordig gecommittèert zynde, tot dein fchry vingen der Huwelyken aldaar , is naa deliberatie verftaan,dat'tHoff zich ten allen deele laat welgevallen't geen in deezen door Ds. Henricus van der Bank is verrigt,deszelvs voorzigtigheid in deezen betoond laudeerende, en wyders goedgevonden indesSuppliantes verfoek te difficulteeren,ge* lyk daar in gedifficulteerd word by deezen. En zal exrraftdeezes mede by Misfive worden ter hand gefteld aan dePredicanten, en die van  tot de MILIT. JURISD. &c. 309 van den Kerkenraad teZutphen, ten eyndete ftrekken tot derfelver narigt. Accordeert met voorfz Memorie en Refolutie Boek. CV. BEKENDMAKING, Ktf vne HobGHEiDlast en ordonneerthier meyfc j de alle Gouverneurs, Commandeurs of Commandeerende Officieren van Steeden en Plaatzen, metTroupes van den Staat befet,om in hunne onderhebbende Guarnifoenen te doenPubliceeren,datalle gemeene Militairen, in dienst van denStaat, die eenige redenen van aanbelang tot klaageh zoude vermeenen te moogen hebben,na al voorens Redres aan hun• ne Officieren verfogt, dog het zelve niet bekoome te hebben zich zullen moeten adresfeeren aan den «VuditeüfMilitairvanhuri Guarnifoen, die als dan gehouden zal zyn daar van aanftonds kennisfe te geeven aan den Gouverneur, Commandeur of Commandeerende Officier van het Guarnifoen. Ten einde den klaager prompt en goedRegt gefchiede en dat alle gemeene Militairen die zich voortaan uyt hun Guarnifoen, zonderverlofzullenbegeeven op prcetext van te koomen klaage als Deferteurs zullen worden geconfidereerden geftraft, al waare het ook dat hunneklagten volkoomen gegrond bevonden wierden, en v 3 . zy  S-io NALEZING van STUKKEN zy zich vrywillig in Arrest hadden begeeven. Gegecven in *s Gravenhagen den n Juny 1781. Getekent W'. PR. van ORANGE; Ter Ordonnantie van Zyne Hoogheid. Gecontraiigneerd F. J. de LARREY, CVI. RFQUEST van Drosfaard, Schouteth, Borgemeefteren, Schepenen enRaadcn der Stad Bergen op Zooiïï (a). Aan de Hoog Mog. Hkeren Staten Generaal der VeR1;NIGDE NEDERLANDEN. GevemefSchuldigRefpecT: te kennenDros? faard, Schouteth,Burgemeefteren,Schepenèn en RaadenderStadBergen opZoom,dat op den 29 November dezes, jaars 178a eenen Coenraad van Nispen, InwoonderderHeer- lyk- C<0 De Commandant van 't Guarnifoen te Bergen op Zoom hadt een Perfoon,die geen Militair was, doen vatten; de Raed van Staeten belalïe, op order van de Staeten Generael, om den Gevangen aan de Magiftraat van ïer en op Zoom, die deswegens geklaegthad, overte geven; op ft weikbyH.H M.gerelblveerdwas.omdien Perfoon van Z. D H. te verzoeken, en inmiddels met dc executie te furcheren. ' ' ' ' '  tot de MÏLIT. JURISD.&c 311 lykheid Noordgeest, gelegen in dit Marquifaat van Bergen op Zoom, door dc Militaire Wagt van deSteenbergfche Poort binnen deze Stad in arrest is genomen en door eenDetache ment van dezelve Wagt opgezonden naar de Hoofdwagt, ter zake, zoo zy Supplianten onderrio-tzyn ,'datdezelveCoenraad van Nispen met eenSoldaat vimhetalhierieggendeGarru. foen queftie zou gehad hebben en met den* zeiven zou hebben willen buiten de Stad gaan om te vegten, dat dezelve Cocnraad vanNispen eèhigen tyt in de Hoofdwagt in arrest zynde gehouden, van daar is getranfporteert in ftri&e Hegtenisfeby den.Provoost Militair alhier en overgegeven aan den Krygsraad van ditGarnifoen, teneinden,foo fySupplianten geinformeertiyn, door denAuditeurMilitair voor derzelver Krygsraad; tegen hem fou worden geproccdeert ter zake dat dezelve CoenraadvanNispen, zig zoude fchuldig gemaakt hebben aan het debaucheerenvaneen Soldaat van dit Garni foen, dat de Lieutenant Drosfaard dezer Stad, van dit alles kennisbekomen hebbende, niet heeft nagelaten , zig terftond te vervoegen by den Heere Lieutenant Generaal Deutz, Gouverneur van deze Vetting, en denzelven feer inftantelyk te verzoeken dat dezelve Goenraad van Nispen, als zynde eenBurgerlykPerfoon en geenzins fubject de Judicature van ditGarnifoen,uit de Militaire gevangenis mogt worden ontflagenen aanhemLieutenantürosfaard mogt worden 0vergegeven, benevens de bewyzen van het «■eene door denzelven mogte zyn gedelinoueert, ten einden dezelve Goenraad van NisV 4 pen  gia NALEZING van STUKKEN. pen deswegens voor zynen Competenten en Burgcrlyken Rigter mogt worden te regt geftelt, en zodanige geftraft, als in goedejuftitie zou bevinden worden te behoren: dan dat dezelve Heer Lieutenant Generaalen Gouverneur Deutz niet alleen vol ftrekt heeft ge weigert denzelven Coenraad van Nispen aan voorn. Lieutenant Drosfaard over te geven, maar felfsjgedeclarcerd, dat dezelve door den Krygsraad alhier zoude worden Te regt geftelt, en dat fy Supplianten dan ook dien volgende hebben vernomen, dat de procedures tegen denzelven Coenraad van Nispen voor den Krygsraad werklyk worden gepousleert dat het onder reverentie notoir is , dat door foödaanige handel wyfe een alderfterk'fte infractie word toegebragt aan de regten Hen Supplianten als Êurgerlyke en plaatfelyke Regters alhier competeerende alzoo daar gelaaten Hoog Mogende Heeren! hoeverre de Militie hunne Regtsoeffening omtrent Militaire Perfoonen met regt zoude kunnen extendeeren, het ten minften onder reverentie, van zeiven fpreekt, dat in conformité van de Refolutie by de Hooge Bondgenooten,, mde groote Vergadering genomen den 24 Maart 1651, de Militie geene Regtsoeffening hoegenaamd kan exerceerenomtrent Bu-rgerlyke of zoodanige Perfoonen,welke niet directelyk tot de Militie of het Garni foen behoren, en dat over fulks de Regtsoèffemngen over zodanige Perfoonen met betrekking tot der Supplianten Stad alleen com'. peteerd aan de Supplianten als plaatfelyke Regters, en ook door niemand dan de S"p-  tot drMILIT. JURISD. &c. 313 i plianten, kan en mag geëxerceerd worden. Dat onder reverentie hier tegens niet kan geexcipïeerd worden , dat de gearrefteerde Coenraad van Nispen zig zoude fchuldig gemaakt hebben aan de Misdaad van debaucheeren van een Soldaat en daar over als zynde quafie een Militair delict door den Militairen Regter zou behooren te regt gefteld en gevonist te worden, want men zoude met regt kunnen twyffelen Hoog Mogende Heeren, ja zelfs onder reverentie dadelyk ontkennen, of een eigentlyk Militair delict wel door een Burgerlyk Perfoon, geen Militair zynde , zou kunnen begaan worden , d'ewyl een Militaire misdaad, èigentlyk maar alleen kan genoemd worden zodanig eene misdaad die door een Militair in zyne hoedanigheid als Militair en tegens de byzondere discipline Militair, waaraan iemand als Militair verbonden is , bedreven word en de misdaad van debaucheeren van Soldaaten daarentegen ook kan bedreven worden door eenPerfoon geenMilitair zynde, gelyk blykt in het voorhanden zynde geval, en mitsdien dan eigen tlyk voor geen Militaire misdaad kan gehouden worden, bebalven Hoog Mogende Heeren! dat wanneer men de aart 1 van deefe misdaad van debauche inziet, dezelve niet meer voor eenMilitahre misdaad kan gehouden worden dan alle gemeene delicten, welken tegens de gemeene rechten en 's Lands Placaatèn tegens of omtrent een Militair of het Militaire weezén konnen begaan worden , wyl dezelven niet en raakt de bvzondere disciplire V 3 Mi  3ï4 NALEZING van STUKKEN. Militair,welke onder het Krygsweezen plaats heeft, maar inderdaad niets anders is dan eene gemeene misdaad, welken even zeer tegen 's Lands gemeene wetten en Placaaten als tegen ofomtrenthet|VJüitair etablifeinent begaan word als alle andere gemeene misdaaden tegens dezelve gemeene Lands wetten , tegen of omtrent andere publique infteliinge of byzondre Perfqonerr worden bedreven,waarom dan zodanige misdaad van debauche, onder reverentie,even als andere misdaaden ook tot de cognitie van den ordiuairen en plaatfeiyken geitelden Rechter moet behooren, en waarom dan ook onder reverentie.een Burgerlyk Perfi ion zig aan zodaanige misdaad van debauche fchuldig gemaakt hebbende daarom niet meer, dan om eenige andere misdaad, van zynen ordinairen en Burgerlyken' Rechter kan onttroken en aan de ftrafoeffening van de Militie onderworpen worden en de Supplianten nogte zyneCheurvorftelykeDoorlugtigheid van de Paltz, Hertog van Opperen Neder Beyeren in wiens naam zy de Eere hebben de Juftitie alhier te exerceeren, onder reverentie, onder zodanig voorwendzel niet kunnen geturbeert en ontzet worden, van de regtsoeffening, Hen Supplianten als plaatfelyke Rechters alhier competeerende. 'Er is ook te meermalen verftaan Hoog Mogende Heeren! dat Burgerlyke Perfoonen, welke aan de misdaad vm\ debaucheeren van Soldaaten fchuldig gehouden wierden , en bereids deswegens door de Militie in detenfie waren genomen, aan  tot de M1L1Ï. JÜ1USD &c. 315 m den Burgerlyken Rechter moeiten overgegeven worden en felfs niet -relatie tot de Supplianten iu de Maand O&ober van den Jaare 1753 als, waaneer Abraham Vonk en David lieer d'eene Burger en de ander* Inwoonder dezer Stad door de Militie van dit Garnifoen , wegens debaucheeren van Soldaaten in detentie ■ fynde genomen na gedaane reclame enremonitratiëii van wegens de Supplianten op ordre van Haare Koninglyke Hoogheid Mevrouwede Prinfes van Orange en Nasfauw Gl., Mem., aan de Supplianten zy'n overgegeven cn door den Gerechten alhier zyn gevonnisten geftraft geworden, de Supplianten nemen de Vryheid zig te keeren tot Uw Hoog Mogende? ootmoedig verfoekende, dat Uw Hoog Moogende den Heer Lieut. Generaal en Gouverneur Deutz en den Krygsraad van het Guarnifoen alhier gelieven te gelaften den voorn. Coenraad van Nispen uit de Militaire Gevangenis te ontdaan, en hem beneffens de bewyzen, welken ten zyne» latten zouden mogen zyn, over te geven i;i handen van den Drosfaard dezer Stad, ten einden over denzelven Juilicie moge gedaan worden, 'zoo als bevonden fal worden te behoren , en dat Uw Hoog Moogende hier over gelievende te deliberccren , aan voormelden Heere Lieutenant Generaal en Gouverneur Deutz en den Krygsraad van dit Guarnifoen gelieven aan te fchryven om,hangende Uw Hoog Moogende Delibcratien , d? Procedures tegen denzelven Co en-  316 NALEZING van STUKKEN. Coenraad van Nispen, te houden in ftaate en furcheance. Het welk doende tnz. Drosfaard,' Schoutheth, Burgcmeefteren, Scheepenen,en Raaden derStad Bergen op denZoom. Ter ürdonantie van dezelve. Was get. J. F. de BOET, Secretaris. CVÏI. EXTRACT uit het Regifter der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Senaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Mart is den n February 1783. *U*s gehoord het rapport van de Heeren van ji, Lynden van Hemmen en andere haar Hoog Mogende Gedeputeerden tot de militaire Zaaken, hebbende ingevolge en ter voldoeninge van derzelver Refolutie Commisl'oriaalvanden n December 1782, metennevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate , geëxamineerd de Requeste van Drosfard, Schouteth, Burgemeesteren, Scheepenen en Raaden der Stad Bergen op den Zoom, houdende, dat op den 29 November daartevooren eenen Coenraad van Nispen, Inwoonder der Heerlykheid Noordgeest , gelegen in de Marquifaat van Bergen op den Zoom, door de militaire Wagt-kan de Steenbergfche Poort, binnen de voornoemde Stad in  tot de MIL1T. JUR1SD. &c. 3*7 in arrest was genoomen, endoor een detachement van dezelve wagt opgezonden naar de Hoofdwagt, terzaake, zoo zy Supplianten onderrigt waren , dat dezelve Coenraad van Nispen met een Soldaat van het aldaar liggend Guarnifoen qusestie zoude gehad hebben, en met denzelven zoude hebben willen buiten de Stad gaan, om te famen te vegten. Dat dezelve Coenraad vanNis- pen, eenigen tyd in de Hoofdwagt in arrest zynde gehouden, van daar was getransporteerd in ftricte hegtenisfe by de Provoost Militair te Bergen op den Zoom voornoemd, en overgegeeven aan den Krygsraad van dat Guarnifoen, ten einde, zoo zySupplianten geinformeerd waren, door den Auditeur Militair, voor denzelven Krygsraad tegens hem zoude worden geprocedeerd, ter zake dat denzelven Coenraadvan Nispen zich zoude fch ul dig gemaakt hebben aan het debaucheeren van een Soldaat van het gemelde Guarnifoen. Dat de Lt.ÜDrosiard der voorn. Stad, van dit alles kennis bekoomen hebbende, niet had nagelaaten, zich terftond te vervoegen by den Lt. Generaal Deutz, Gouverneur van die Vesting, en denzelven zeer inftantig te verzoeken?, dat dezelve Coenraadvan Nispen, als zynde een Burgerlyk perfoon, en geenfints fubject. de judicature van dat Guarnifoen, uit de militaire gevangenis mogt worden ontflagen, en aan hem Lt. Drosfard overgegeeven, beneevens de bewyzen van het geen door denfelven mochte zyn gedelinqueerd, ten einde dezelve Coenraadvan Nispen deswegens-voor zynen compe- ten.  3i8 NALEZING van STUKKEN tenten en JBurgerlyken Rechter mogt worden te recht gefteld, en zoodaanig geftraft, als in goeie Juftitie zoude bevonden worden te behooren; dat dezelve Lt. Generaal Deutz niet alleen Volftrekt had geweigerd, denzelven Coenraad van Nispen aan voorn. Lt.Drosfard overtegeeven, maar zelfs gedeclareerd, dat dezelve door den Krygsraad aldaar zoude worden te recht gefteld. en dat zy Su mliartten dan ook dienvolgende hadden vernomen, dar dc .procedures tegens den zei ven Coenraad van Nispen voor den Krygsraad werkelyk waren gepourfuiveerd. ■ Dat het notoir was, dat door zoodaauige handel wyze eene allerfierk/te infraélie wierd toegebragt aan de rechten .. hun Supplianten, tisBurgeriykeen plaatfelykeRechters aldaar, competeerende; verzoekende de Suppliam3 ten, om redenen, in de voorfz Requeste geallegucerd, dat Haar Hoog Mogende den voornoemden Lt Generaal en Gouverneur Deutz, en den Krygsraad van het Guarnifoen aldaar gelieven te gelasten , den voornoemden Coenraadvan Nispen, uit de Militaire gevangenisfe te ontdaan, en hem, benevens de bewyzen, welke ten zynen lasten zouden mogen zyn, overtegeeven in handen van den Drosfard der voornoemde jStad, ten einde over denzelven Juftitie mogte werden gedaan; en dat haar Hoog Mogende, hier over gelievende te delibereeren aan den voornoemden Lt. Generaal en Gouverneur Deutz, en den Krygsraad van dat Guarnifoen zouden gelieven aantefchryven, om, hangende haar Hoog Mogende deliberatien , da  Tot de MI LIT. JURISD. &c. _ 319 de procedures tegens denzelven Coenraad van Niipèti te houden in ftaté en furcheance. __ mitsgaders ter voldoen! ngge van haat Hooi Mogende Refolutie van den der grmelde maand December \ 782, de nadere . Requeste van voornoemden Drosfard,Schouteth. Burgemcestcren, Schepenen en Raaclen der Stad Ber%m op den Zoom, daar by aan Hun Hoog Mogende prrefentecrende een Memorie tot nadere adftru&ie van het verzoek, door bun, met opzichte totdeovergaave van Coenraad van Nispen,by Requeste op den 11 December 1.78?. gedaan, en verzoekende , dat Haar Hoog Mogende dc voornoemde 'Memorie gelieven te voegen by voorfz. Requeste, ten einde om by het decideerender voorfz. zaake, daar op zodanig reguard moge worden genomen , als Haar Hoog Mogende zouden vinden en oocdeelen te behooren. Waar op gedelibereerd en ingenomen zynde de confideratien en het hoogwys Advis van zyneHoogheid, en in agting genomen zvnde, dat de voornoemde Coenraad van Nispen geen Burger of Ingezeten van Bergen op den Zoom is, maar aldaar ,als Vreemdeling is gearresteerd geworden, zynde destyds woonachtig geweest op de Noord geest, eene Heerfykheid , onder het resfort vim de Generaliteit, en jouisfeerende van Hooge, 'Middelbaare, enLaageJunsditlie, — Is goedgevonden en verdaan, dat in het verzoek, by de Magiftraat van Bergen op den Zoom gedaan, niet kan worden getreeden , en mitsdien het zelve geweezen van de hand ; dat  32o NALEZING van STUKKEN dat hooggemeldezyne Hoogheid zal worden verzogt, zoo als verzocht word mits deezen, om met terugzending van hetvonnis ende Hukken, tot de zaak van den voornoemden Coenraad van Nispen ipeélecrende, den Gouverneur en Krygsraad van Bergen op den Zoom aanteJchryvenj, dat zy van het voorf. geval zullen kennis geeven aan den Bailliuw en Geregte van de Heeriykheid Noordgeest , met aanbieding van den voornoemden Perfoon van Coenraad van Nispen, en de informatien tegens denzelven in verwachting van goede Juftitie tegens denzelven naar bevinriiena: van zaaken. En zal extradl van deeze haar Hoog Mogende Refolutie, ten dien einde worden gezonden aan Hooggemeldezvne Hoogheid om te [trekken tot Hoogst Deszelfs 'informatie ' al& mede aan den Drosfard en Gerechte van Noordgeest voornoemd, tot -.derzelver nar'm en om zich daar na te reguleren, — met recommandatie , om , naar bevinding van zaaken , het recht van de hoge Overheid, volgens de placaaten van den Lande , tegens meergemelden Coenraad van A%ö4. ai XV. — Arnoldus Verheyen, 14 November .1674. 24 XVI. — — F. Bloem- marts, 14 November 1674. 26 XVII. — . Ludolph de Haen, 14 November 16-4. 29 XvTlI. ' A." de Meyer, 14 November 1674. 31 XIX. CORT VERHAEL van de onbehoorlyke en onlydelyke Procedure, door den Heer van Walenburg , Gouverneur der Stad Grave, en den Fiscael Militair, tegens den Perfoon van den Advocaat Arnold Verheyen en anderen fyner Medeburgers gepleegd, 33 XX. MEMORIE ofte VERHAEL van 't geene omtrent de inicque Proceduiren, door den Gouverneur der Stad Grave, en den Fiscael Militair, tegens den Perfoon van Ludolph de Haen ende anderen fyner Medeburgers der voorn. Stad gepleegt, is gepasfeert. 40 XXI. SENTENTIE. 45 XXII. QUITANCIE van den Fiscael Militair Fr. Rofeboom,wegens de betael de amende en Proces-kollen. 5a X a XXUI. EX-  3a4 INHOUD van 'r TWEEDE DEEL. XXIII. EXTRACT uit 't Regifter der Refolutien van de H. Mog. Staeten Generael' der Vereenigde Nederlanden, 15 January 1676. BI. 54 XXIV. MISSIVE van den Raed van Braband aan Z. D. H. Willem lil., S Febr. 1677. 56 XXV. - Z. D. H. aan den Heere van Walenburg, 11 Febr. 1677. 59 XXVI. EXTRACT uit het Regifter der Refolutien van de H. Mog. Heeren Staeten Generael der Vereenigde Nederlanden, 13 October 1678. 60 XXV1L—-« loDec. 1678. 61 XJkVUL MISSIVE van den Raed van Staeten aan H. H. Mog. 17 December 1678. 63 XXIX. EXTRACT uit het Regifter der Refolutien van de Li. M. Heeren de Staeten Generael der Vereenigde Provintien, 26 July 1704. 66 XXX. MISSIVE van den Raed van Braband, 29 April 1713. 67 XXXI. RESCRIPTIE van den Raed van Braband op deze Misfive, 15 May 1713. 69 XXXIL MISSIVE van den Raed van Staeten aen den Raed van Braband, 18 May 1713. XXXII. MIS.  INHOUD van 't TWEEDE DEEL. 325 XXXIII. MISSIVE van de Magiftraet van 's Bosch aan H. H. M. over den Boedel van den Major van Poelgeest, 5 Jan. 1714.Bl.73 XXXIV. EXTRACT uit 't Regifter der Refolutien van de Ho. Mo. Heeren Staeten Generael der Vereenigde Nederlanden, 6 Jan. 1714. 76 XXXV. MISSIVE van den Krygsraed in 's Bosch aen den Raed van Staeten. 8 Jan. 1714 76 XXXVI. EXTRACT uit de Refolutien • van de Ed. Mog. Heeren Rae- den van Staeten der Vereenigde Nederlanden, 43 Jan. 1714. 83 XXXVII. MISSIVE van de Magiftraet van 's Bosch aen den Raed van Staeten, 3 Febr. 1714. 84 XXXVIII EXTRACT üit het Regifter der Refol. van de Ho., Mo. Heeren Staeten Generael der Vereenigde Nederlanden, 23 Maert i7»4. 87 XXXIX. MISSIVE van de Magiftraet van 's Bosch aan H. H. M. 3 Febr. 1715. 89 XL. 1 Raed van Staeten aen den Raed van Brabant, 29 October 1715- 94 XLI. Krygsraed Bergen op Zoom aen H. H. Mog. 21 July 1716. 93 X 3 XLII.EX  326 INHOUD van 't TWEEDE DEEL. XLII.EXTRACT uit 't Regifter der Refolutien van de Ho. Mog. Heeren Staeten Generael der Vereenigde Nederlanden, 25 July 1726. BI. 97 XLIII. AÜV1S van den Advocaet Fiscael van Brabant W. van Erpecura op 't fubject van de Jurisdictie van de Krygsraeden in materie van gemeene Delicten, 19 Sept. 1719. j>8 XLIV.EXTR4CT uit de Refolutien van de Ed. Mog. Raeden van Staeten der Vereenigde Nederlanden , 7 Juny 1731. 110 XLV.RESOLUTIE van H. H. Mogende omtrent het aannemen der Roomfehe Religie. 113 XLVT. EXTRACT uit het gebefoigneerde van het Gecombineerde Collegie binnen Zutpnen, 30 Sept. 1738. ui XLVÏI. 600.1738. 115 XLV11I. ■— op den Ordinaris Landdag binnen Arnhem ,18 Oétober i73$>. n% XLIX. —■ ^Refolutien van de Ed. Mog Heeren Raeden van Staeten der Vereenigde Neder!, 31 Maart 1740. 118 L. 7 Maart 1741. 121 EL' uit deRef. vamdeEd. Achtb Heeren Burgem. en Vroedf. der Stad Zutphen, 29 Aug. 1748. 123 LIL EX -  INHOUD van't TWEEDE DEEL, 3*7 LIL EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Acht. Heeren Burgemeeft. en Vroedfchap der Stad Zutphen , 30 May 1749. BI. 124* LUI MISSIVE van de Magiftraat der Stad Zutphen aan Z. H., Willem de IV. over 't geven van het Parool, en bewaren der Sleutels, a Juny 1749. 125 L1V. ARTICULEN raekende de Subordinatie onder de Officieren van ieder Regiment, 25 July 1749- «35 LV. EXTRACT uit de Refolutien van de .Ed. Acht. Heeren Borgemeefteren en Vroedfchap der Stad Zutphen, 25 July 1749. 144 LVI. 31 J^y l749> t*6 LVII. — 6 Sept. 1749. 147 LVIII. 5 Nov. 1749» «4* LIX.— 25 Jun. 1750- 149 LX. 17 Dec. 1751. 15c LXI. 17 Febr. 1752. 156 LXÏI. 18 Febr. 175a. 157 LXtll. 17 April i7f4- 159 EXIV.MISSIVE van Burgemeefterea, Schepenen en Raed der Stad Zutphen aen Haere Ko. ninglyke Hoogheid Mevrouw de Princesfe Gouvernante, 17 Sept. 1754. i6ï LXV.EXTRACTuitdeRef.vandeEd. Acht. HeerenBurgem.enVroedf. der Stad Zutphen, 20 July 1754. '68 X 4 LXVLMtS-  328 INHOUD van 't TWEEDE DEEL. LXVI.MISSIVE vanBurgem., Schepenen cn Raed derScadZutphen aan Haere Koningl. Hoogh. Mevrouwe de Princesfe Gouvernante, 20 July 1754. BI. 169 LXVII. EXTRACT uit de Ref. van de Ed. Acht. Heeren Burgem. en Vroed f. der Stad Zutphen, 15 Ang. 1754. 172 LXVfll.-— i7Aug.i754. 175 LXIX. MISSIVE van Heeren Burgemeefteren , Schepenen en Raed der Stad Zutphen aan de Heeren Burgemeefteren Barth.van Hasfelt en Fr. Robb. van Lathum , thans in's Hage in Commisfie van de Landfch. zynde, 17 Aug. 17*4. 176 LXX. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Acht. Heeren Burgemeefferon en Vroedfchap der Stad Zutphen, 31 Aug. 1754. 179 LXXL- 18 May 176a. ig2 LXX11. — — 19 May 1762. 184 LXXül. — 21 May 1762. 185 LXXIV. MISSIVE vanHeerenBurgem. Schepenen en Raed der Stad Zutphen.aan denHeereHertog van BrunswyckWolfenbuttel, reprefenteerende zyne Doorl. Hoogh., den Heere Prince van Orange en Nasfau,in qualiteit . als Capitaki Generaal des Furftendoms GelreenGraaffchap Zutphen, ai May 1762. 187 LXXV. EX-  INHOUD van 't TWEEDE DEEL- 319 . LXXV. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Burgemeefteren en Vroedfchap der Stad Zutphen, 26 May 1762. BI. 192 LXXVL RESCRIPTIE van den Hartog van Brunswyk Wolfenbuttel, 25 May 1762. 19a LXXVÏÏ. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb, Heeren Burgemeefteren en Vroedfchap der Stad Zutphen, 27 May 176a. 195 LXXVill. MISSIVE van LOUIS Hartog van Brunswyk -aan de Magiftraat te Arnhem, 20 "Dec. 1763. 196 LXXIX. -—. — de Magiftraat te Arnhem aan Z. H. LOUIS Hartog van Bruns. wyk, 30 Dec. 1763. 199 LXXX. LOUIS Hartog van Brunswyk aan de Magiftraat van Arnhem, 6 Jan. 1764. £09 LXXXI. dc Magiftraat van Arnhem aan Z. H. LOUIS Hartog van Brunswyk, 18 January 1764. 215 LKX lt. Z H.LOUIS Hartog van Brunswyk aan de Magiftraat van Arnhem, só January 1764. 217X 5 LXXXIII. EX-  330 INHOUD van 't TWEEDE DEEL. LXXXIII. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Burgemeefteren en Vroedichap der Stad Zutphen, 3 Maart 1764. BI.219 LXXXIV. 17'Maart 1764. 226 LXXXV. — 24 Maart 1764. 229 LXXXVI. MISSIVE aan den Heere Hartog van Brunswyk Wolfenbuttel, reprefenterende zyne Doorl. Hoogheid , den Heere Prince van Orange en Nasfau , in quali. teit als Capitein Generaal des Furftendoms Gelre en Graaffchap Zutphen, 24 Maart 1764. a?i LXXXVTL EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Burgemeefteren en Vroedfchap der Stad Zutphen, 28 Maart 1764. j4l MISSIVE van Z. H. den Heer Hartog van Brunswyk Wolfenbuttel, zynde een Refcriptie op de voorige Misfive, 27 Maart 1764. 241 LXXXVIII. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Burgemeefteren Vroedfchap der Stad Zutphen, 31 Maart 1764. 347 LXXXIX. MIS-  INHOUD van't TWEEDE DEEL. 331 LXXXIX. MISSIVE van Burgemeefteren , Schepenen en Raad der Stad Zutphen aan den Heer Hertog, van Brunswyk Wolfenbuttel, reprefenterende zyne Doorluchtigfte Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nasfau, in qnaliteit als Capitein Generaal des Furftendoms Gelre en Graaffchaps Zutphen 31 Maart 1764. BI. S49 XC. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Achtb. Heeren Burgemeefteren en Vroedfchap der Stad Zutphen, 28 Aug. 1764. 252 XCI. - 4 Sept. 1764. 253 XC1I.MISSIVE van Heeren Burgemeefteren, Schepenen en Raad der Stad Zutphen aan Z. D. H. Willem V, 10 April 1767. 257 XCI1L zyne Doorlugtige Hoogheid i den Heere Prince van Orange en Nasfau, in qualiteit als Capitein Generaal des Furftendoms Gelreen Graaffchap Zutphen , 27 April 1767. 268 XCIV. op de klagten nopens het maken der Monteringe door de Militairen voor het Guarnifoen door die van het Gilde aan de Magiftraat gedaan , welke zich aan den Hee  332 INHOUD van 't TWEEDE DEEL. Heere Prince van Orange en Nasfau hadden geaddresfeert, 22 Auguftus T767. BI, 273 XCV. 1 April 1770. 276 XCVI t» van den Auditeur Militair W. Bekol te Heusden, 24 Auguftus 1773. , . 277 XCVII, DAGVAARDINGE. 278 XCVM. SENTENTIE tegens Jan Hermanus Jonckers, gevonnist in den Krygsraade des Guarnifoens van 's Bosch, den 22 Auguftus 1774. 280 XCIX. EXTRACT uit het Boek van uitgaande Brieven der Stad Campen, 22 April 1779- 284 C. r*«— 17 Septemb. 1779. 298 Q\t —~— van Refolutien der Stad Campen, 25 OcL 1779. 300 CII- — uit het Regifter der Refol. van de Ed. Mog. Heeren Raaden van Staaten der Vereen. Nederl. 24 Maart 1780. 303 CIII. MISSIVE van Z. H. Louis Hartog van Brunswyk Wolfenbuttel aan de Magiftraat van 's Bosch. 304. . C1V.EXTRACT uit het Memorie en Refolutieboek 's Hoves van Gelderland. 29 Nov. i7èo. 30? CV. BEKENDMAKING van Z. D. H. Willem V. 11 Junv »78i 309 CVL REQUEST van Drosfaard, Schouteth, Burgemeefteren, Sehepenen en Raad der Stad Bergen op Zoom. 310 CVILEX-  INHOUD rvAN 't TWEEDE DEEL. 333 CVII. EXTRACT uit het Regifter der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, 11 February 1783. BI. 316   I