MILITAIR RECHTSGEBIED IN DE NEDERLANDEN. XI.   't GEZAG- f~ t de MAGT en de GRENZEN der MILITAIRE RECHTBANK IN de VEREENIGDE NEDERLANDEN, aa ngeweezen uit STAATSRESOLUTIEN, PLAKKAATEN, ORDONNANTIËN , INSTRUCTIEN, REGLEMENTEN, GEWYSDEN en andere AUTHENTYKE STUKKEN; BYeENVERZAMELD DOOR F, A, VA hl DER KEMP. HIER BY IS GEVOEGD DE MEMORIE o"ver de MILITIE van den STAAT, TOEGESCHREEVEN AAN Mr. SIMON VAN SLINGE LANDT, Raadpenfionaris van Heiland, enz., enz. en een ONDERZOEK Vak den BESTALTBRIEF, ter VERKLAARING VAN DAT GEDEELTE VAN HET NE DERLANDS CHE STAATSRECHT, WELK BETREKKING HEEFT TOT DEN GERECHTSDWANG over de KRYGSLIEDEN; NEVENS EENIGE OPHELDERENDE BYLAAGEN, door Mr. J. G. VAN OLDENBARNEFELT, genaamd tullimgh, Advocaat-Fiscaal der Generaliteit, enz-, enz. ELFDE DEEL. AMSTERDAM, $y W. HOLTROPj, 17Q2,   VOORBERICHT, LEZER! /ie daer 't overfchot mijner aenzienlijke verzameling,bij welke ik alles gevoegd heb, wat mij van elders is toegezonden. Het medegedeelde zal overgenoegzaem zijn voor elk REGENT , wien der Burgeren belangens na aen 't harte liggen, en de laetftcn zullen ook uit rfeseNalezinge zien kunnen, tot wdke laegte de Inwooners deezer Pro vintien gezonken waren. Niet zonder weerzin Jloeg ik de laetfte hand aen deezen overmoeüijken arbeid, en elk,die een Vaderlandsch hart met zich omvoert, zal wel bevroeden, dat meer dan ééne oorzaek dien weerzin kunnen bewerkt hebben. ' T zoude mij tot genoegen firekken, indien iemand zich der moeite wilde getroosten, om eenige hoofd-gebreeken van dit werk, zoo veel mogelijk , uit den weg te ruimen. Mij ontbreekt het hier toe aen lust; en dit Voorbericht zal zulk eenen in dezen eenige handleiding om den Leden der Hooge Staetsvergaderingen van deze Gewesten, in hunne deliberatien over dit gewichtig Point, vaneenigen dienst te kunnen zijn, kunnen geven. — Er zijn veele drukfouten — zomwijlen zinftorende-door des kundigen met weinig moeite te verbeeteren, door de- afgelegenheid van de pers en ddi fpoed,^ met welken dit TVerk is moeten vervaerdigd en in 't licht gegeeven worden, voornamelijk veroorzaekt. Meer orde, meerder aèneenfchakeling van Jlukken ware wenfchelijk geweest: doch zulks valt in een werk van zoo veel omfiags moeilijker, dan het * op-  VOORBERICHT oppervlakkig fchij'ut, en men ontvangt alle Jfukken met op dezelve tyd, en deeze leemte zoude nu door elk anderen, met eene naeukeurige Chronologische lijst , zo der \Agt Deelen van het MAGAZYN als van deeze NALEZING, met aenwijzing der deckn en bladzijden, en bijvoeginge van eenen volledig faekelijken Bladwijzer kunnen weggenomen worden. Hier en elders, zullen nog Stukken van belang zijn blijven rusten., maar die zelvde rede ,welke in opzicht tot anderen mij verhinderde deeze Verzameling — buiten noodzaeke — door reeds uitgegevene jlukken, als 't GELDERSCH AD VIS &c. te vergrooten, belette mij, wat mij bijzonder betreft, meer kosten en moeite te fpillen, om deze te bekomen. Eene gewigtige Ordonnantie op het in dienst houden van Troupes van den 29 Juni} 1471 is mijner oplettenheid ontjlipt. Zij is te vinden in ds Memoires pour ferVir h 1'Hiftoire de France& de Bourgog \e in 8vo. en hoofdzaekelijk aengehaeld in het andwoord op de Mislive van een Regent &c. toe adres der Memorie van Confideratien van Amfte.dam BI. 1461115. eenfiuk} dat de queefiie over de primitive Militaire Jurisdictie, ten tijde der Graeven, volkomen decideert, en van aenbelang zoude kunnen geoordeelt worden, indien de Souvtrain verplicht was, van daer de gronden te ontkenen , om zijn gezag tegen een gedelegeerde Rechtbank, als die der Militairen , te handhaven. In het Vde Deel des MAGAZYNS BI. 72 treft, men een EXTRACT aan, uit de Notulen van RiJderfchap en Steden,de StaatcnvanOVERYSSEL. Zwol den 17 Julij 1752- ter naders op.  VOORBERICHT. , in ephelderinge van 't zelve , kan een gedetailleert Juridisch Advis dienen , 't welk -te vinden is in de Confult. en Advifen van SCHRASSERT V. D. Conf. 34. p. 298. en by SCHOMAKER V. D. Conf. 18. p. 114. By gelegenheid dezer aenwyzinge kan ik niet voorbij, één woord te melden, omtrent, het plaetzen der volledige naemen, daer ik mij, volgens fommiger oordeel, met de voorfte letteren derzelve zoude hebben kunnen vergenoegen. Dit vinde ik mij verplicht, om aen eenen mij geheel onbekenden Schrijver des Briefs, gedateert Ceulen aen Rhyn 2 Sept. 1784. éénig genoegen te geven, gelijk ik hier zijn Ed. mijnen ongeveinsden dank betuige, voor zijne oordeelkundige Remarques zo wel, als voor de medegedeelde lijst van Jlukken, welker het Jlegts ten deele mij heeft mogen gebeuren, om magtig te worden. Ik bedoelde alle Jlukken , zoo volledig mij mogelijk was, te geven, en het is niet in mij opgekomen, om éénige naemen te verdonkeren. Aen het zinkend Vaderland van éénig nut te. zijn was mijn doel en de zugt voor deszelvs heil mijn eenige drijfveer. Het gebruik van letteren ineen fl.uk, in het IV. Deelbladz. 86. geplaetst, zo ook in 't VI. Deel bladz. 171. is buiten mijn fchuld — in diervoegen waren die Jlukken mij medegedeeld en, op die voorwaerde, het gebruik derzelven vergunt. Veelen zullen wagten, en zommigen hebben er opgedrongen, dal ik, die op 't voetjpoor der Heeren Commisfarijfen van het Zeeuwsch Rapport hadt in twijfel getrokken, dat de Beitaltbrief daedelyk door de gezamentlyke Bondgenoten zoude gearrefteerd zijn, en, als een LANDWET, ge* * 2 n*  tv VOORBERICHT. vigeer & hebben, nu zoude trachten om dit gevoelen teftaeven, vooral daer een kundige TULLING van OLDEN-BARNEVELD, in zijn onder, zoek over dit Stuk, geoordeelt heeft, dit punt te kunnen betogen. Daar het egter mij alleen om de waarheid te doen is, niet om de zege , erkenne ik gaem , zo dosr den Heer TULLING, als door andere kundige Vaderlanders in meer dan één opzichte, te zijn toegelicht, fchoon het Stuk zelve, myns bedunkens, nog niet volkomen is voldongen; en, wanneer men alles beaemt, wat ten voordeels des Beftait-briefs, zoo door den Heere van de SPIEGEL, als door de Heer TULLING is aengevoerd, is mm nog zeer weinig gevorderd in het bewijzen van die Juftenue, welke dien B1ÏSTALTJlRfEF ze juist van pas door den Heer van de SPIEGEL der vergetelheid deed ontrukken. Het is goed trouwens, dat men eene zoek van alle kanten bezichtige, en ten dien einde moet ik nog het volgende omtrent dien Beftalt-brief hier bijvoegen ; 't welk mij van een goede hand is medegedeeld geworden. Men vermoedt, namelyk, dat die Beftalc-brief daer de Gedeputeerden tot de nadere linie zoude geconcipieert zijn. Uit de Notulen der Gedeputeerden tot de Unie van 31 January 1579, zoude blijken, dat er ten dien dage een Bcftait-brief gearrefteerd is voor het Krijgs-volk der Geünieerde Provinciën en Steden. Indien nu de echtheid dezer Notulen buiten kyf is, zoude de zwaerigheid uit den datum\ van ultimo February 1579, met geringe moeite zijn weg te nemen. Het is zeer mogelijk, dat, daer die uitgebreide Stukken dezelfde dagtekening hebben van uit. Fcbruarij 1579, en het niet vermoedelyk is, dat de  VO O 11 BERICHT. de Deliberatie?: over dezelve in êène zitting zullen afgeloopen zijn, deeze de vergaderde Heeren eenige dagen bezig gehouden hebben, en op denzelfden dag kunnen zyn uitgegeven. Vet der is mij verzekerd, dat er nog een Inventaris van Stukken, door een der Zeemvfche Gedeputeerden overgelegd, onder welkegewaegd wordt van den Beitalt-brief voor de Militie , onder de Zeeuwfche Staatspapieren zoude voorhanden zijn, welke twijjfeling door hun, die tot die zo zeidzaëm geopende bewaeiplaetj'en der Staets -befluiten toegang hebben, zoude kunnen uit den weg geruimd Viorden, zonder vreze van hier door de wetenjchap der Burgerij te zullen uitbreiden. En eindelijn is mij noch van elders onder het oog gebragt: i ) Het extereri eener Misfive van Willem I, van 1580 met eene Copie des Beltalt- briefs in ■ hetzelve jaar bij die van Holland gearrsfleerd, wooraelljk met de bekende overeenkomende} alleen met dit onderfcheid, dat die van Holland gaei op den naern van zijne Furstelijke Genade en de Staeten van Holland. 2) Het ex eren eener Rejblutie der Staeten van Zeeland, van het laatst van 157 8, waer bij . Gedeputeerden tot de nadere Unie gelast worden , cm eene generale Krijgswet over 't volk van Oorlog te bewerken wélke Refolutie te. vinden zoude zyn in een Reg. ter Staeten - Griffie het een gequoteerd A. het ander D. xvelke laatfle voor de jlukken, tot de Unie relatif, zoude zijn aengelegd. Indien deze Sukken zvaerHjk ter Staeten -Griffie van Zeeland exceren , en den opgegeven in. heud bevatten, zoude het hoogwaerfcbijnelijk worden., dat in Holland, en misfehien ook i:i Zeeland uit hoofde van 'ttoenmalige naeuw verbond tusfchyi de beide Provintien, jchoon zulks niet even duid- * 3 liik  VOORBERICHT. juma^aie kon overtuigen, te veve» «kV, de goedkeur in? mii», e.êevef*> uitvoeren: gelden, meer en ^beneveld Jrden, «L^w/ voorgelicht en aangevoerd . itBu hebkn verlry/u. ^er wel' U'.o beilwearcbende Uide-Bmgtr, - Leijden **" AD' ÏAN u'& KEMPden io November 1785.  INHOUD "van het EERSTE DEEL TWEEDE STUK der NALEZING van STUKKEN tot de MILITAIRE JURISDICTIE BETREKKELYK. I. MISSIVE van Heeren Burgemees- teren, Scheepenen en Raaden der Stad Zierik-Zee. van 15 January 1784.-Relatif tot de Staacen Not. van 22 November 1783. Bladz. r. II. EXTRACT uit het Register van de Refolutien der Heeren Gecommitteerde Raaden van Zeeland. Den 22 January 1784. - 4. III. • uit het Register van de Refolutien der Hoog Mog. Hes- , ■ * ren  U IV. V. VI. VII. VIII, IX. 6, 14, 22. 26", 33- aen INHOUD. ren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Den 30 January 1784. - - BI. MISSIVE van Z. H. aan de Ed. Mog. Heeren Staaten van Zeeland, den 27 January 1784. Relatif tot de Staaten Notulen van 2 February ... • aan Z. H. van de Ed. Mog. Heeren Staaten van Zeeland. Den 5 February 1784. EXTRACT uit het Register van de Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Den 5 February 1784. - - ■ uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland. Den 19 February 1784. - MISSIVE van Z. H. aan de Ed. Mog. Heeren Staaten van Zeeland. Den 23 February 1784. Relatif tot de Staaten Notulen. Van den 20 February 1724, Vervolg der J)eliberatien over het zelve. . . . MISSIVE van Burgemeesteren en Scheepenen der Stad Zierik Zee  INHOUD. rn X. XI. XII. XIII. XIV. XV. XVI. 34. 35. 40. 44. 48. 53. 57. 69. 78. aan de Gecommitteerde Raaden van Zeeland. Den 23 Feb. 1784. BI. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland. Den 27 Feb. 1784. CIRCUEAIRE MISSIVE. PLAN van behandeling der ondfgedaane zaaken, by den zoogenaamden Hoogen Krygsraad, voor zoo verre dezelve niet het Generaliteits Reffort betreffen. MISSIVE van den Raad van Braband aan H. H. M. Den 19 February 1784. EXTRACT uit het Register van de Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Den 4 Maart 1784. *~ *r Den 11 Maart 1784. CIRCULAIRE MISSIVE 'der Heeren Staaten van Zeeland. Den 11 Maart 1784. MISSIVE van de Staaten van Zeeland aan Z.; H, Den 11 Maart 1784, EXTRACT uit de Refolutien van * %  ÏV XVII. XVIII. XIX, xx. XXI. XXII. XXIII. CONCEPT-MISSIVE van de 8oa 83. 84. 88. 96\ 97< roi, :o2. INHOUD. de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland. Den 20 Maart 1784. - - - BI. EXTRACT uit 't Register der Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Den 11 Maart 1784 MISSIVE aan Z. H. EX TRAC T uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland. Den 20 Maart 1784. • Den 24 Maart 1784. MISSIVE van den Raad van Staaten aan H. H. M. Den 10 Maart 17 84. < van de Ed. Gr. Mog. Heeren Staaten van Holland en West- Vriesland , aan de Heeren Staaten van Zeeland. Den 26 LMaart 1784. CONCEPT- PUBLICATIE van de Heeren Staaten van de Stad Groningen en Ommelanden Den 1 April 1784.  INHOUD. XXIV, XXV. XXVI. V 104. 105. IOQ. III. "3114, 114, £X. Ed. Mog. Heeren Staaten van Stad en Lande aan Z. D. II. Den 1 April 1784. . Jjl. EXTRACT uit de Act en en Refolutien der Ed. Mog. Heeren Staaten van Stad en Lande. Den 1 April 1784. MISSIVE van Burgemeefteren, Scheepenen en Raad der Stad Zi'rik Zee aan H. Ed. Mog. de Staaten van Zeeland. Den 5 April 1784. EX TRACT"u,it de Refolutien der Ed. Mog., Heeren Staaten 'sLands van Utrecht. Den 7 April 1784. ' uit de Refolutie van de Ed. Gr. Achtb. Hoeren Burgemeejïeren en Vroedfchap der Stad Utrecht. Den 29 Maart 1784. - ' - 1 " -uit de Refolutien van de Ed. Mog. Heeren Raaden van Staat der Vtreenigde Nederlanden. Den 17 Maart 1784. ■ uit de Refolutie van de Ed- Gr. Achtb. Heeren Bargemecsteren en Vrocdfchap der Stad Utrecht. DensApr. 1784. * 3  vi INHOUD. EXTRACT uit de Refolutie ut fupra. Den 19 April 1784- 115" XXVII. uit de Refolutien van de Ed. Mog. Heeren Staaten 'sLands van Utrecht. Den 21 April 1784. - - I2r» XXVIII. MIS SI FE van de Heeren Staa- Un 'sLands van Utrecht, aan Schout êfc. Den 7 April 1784. 124. XXIX. EXTRACT uit de Refolutien der Heertn Staaten van Zeeland. Den 8 April 1784. - - XXX. Den 15 April 1784. - - " I27' XXXI. uit het Memorie en Refolutie - Boek der Stad Zut- phen. Den 16 April 1784. 128. XXXI. MISSIVE aan Prcefident en Ra. den van den Hove van Holland, Zeeland en West- Vriesland. Den 19 April 17 ■ • J30° XXXII. aan &e Heeren Staaten van Hollanden West-Vries. land. Den 19 April 1784- I31- XXXIII. EX TRACT uit de Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Den 19 April 1784. - *.33* AA Al V.  INHOUD. st XXXIV. XXXV. XXXVI. XXXVI. XXXVII. EXTRACT uit de Refolutien der Heeren Staaten van Holland en West- Vriesland. Den 21 April 17 - BI. 1784. Den 5 Febr. uit het Register der Refolutien van de Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Den 30 January 1784. uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West- Friesland. Den 22 April 1784. - MISSIVE van Gecommitt. Raaden van Zeeland aan H. Ed. Gr. Meg. Den 15 April 1784. XXXVIII. XXXIX.j 148. 149. 157» 160. 163. 168. BY- 135. EXTRACT uit de Refolutien der Heeren Staaten van Holland en West- Vriesland. Den 29 April 1784. B Y L A G E A. MISSIVE der Heeren Staaten van Zeeland  INHOUD. XL. BYLAGE B. EXTRACT uit het Register van de Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Den 4 Maart 1784. - . . XLI. BYLAGE C. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland. Den 19 Febr. 1784. XLII. . jjen 30 jprü J78-4- . - - XLIII. B Y L A G E N A. MISSIVE van Gecommitteerde Raaden van Holland aan H. Ed. Gr. Mog. Den 30 April 1784. XLIV. B. EXTRACT uit het Register der Refolutien van de Ed. Mog. Heeren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en West Vriesland. Den 28 Atril 1780. . --„•■. ,- XLV. C. . ■ Den 30 April 1784. - : _ Antwoorden door den Vraagen aan den Col. Collonel Macales- loncl Macalefter ter op de neeven- gedaan op den ftaande Vraagen 29 April 1784. gegeeven. . -185 XL VI. 169, 178. 179. 180, 182.  XLVI. XLVII. XLvnr. xux. L, 191, 193» 207, 210, 221, INHOUD. PUBLICATIE van de Hee- ren Burgemeefteren , Scheepenen en Raaden der Stad Nym^gen. ' Den 19 Mey 1784. MISSIVE van Z. D. Hoog. Meid, als Capitein Generaal van Zeeland, van den 2 Mey 1784. houdende deszelfs confideratien op de Mijfive der Heeren Staaten van die Provintie, van den 11 Maart te voor en, raakende het verkenen van titulaire Act. n aan Officieren, en andere Poincten. Relatif tot de Staaten Not. van den 6 der eerstgemelde maand. EXTRACT uit de Refolutien der Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland. Den 22 Mey 1784. REQUEST van den Collonei Commandant R. Macalefter, aan de Ed. Gr. Mog. Heeren Staaten van Holland en WestVriesland. EXTRACT uit de Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland. Den 16 Juny 17*84.  siv INHOUD, g Y L A G E N. A. B. - - C. D* - ' ' - 228. LI. 225. 226. 227. 229. 230. 334234.234- 236. 242, EXTRACTuit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West' Vriesland. Den 17 Juny 1784^ B Y L A G E N BYLAGE I. - , - II, - - ; III. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West -Vriesland. Den 17 Juny 1784. . uit. de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West - Vrtesland. Den 18 Juny 1784. MISSIVE van de Staaten van Friesland ÖV. LIL LIIL A.  INHOUD. LIV. LV. LVI. FORMULIER van Eed voor de Mi- 245* 247- 252, 278 295, CONCEPT.RESOLUTIE op de zaak van den Collonel Commandant Macalejler. PRM - AD VIS voor Heeren Gecommitteerde Raaden in het befoigne by hun Ed. Gr. Mog. te houden over de Antwoorden door den Collonel Macalejler ge ge even op de Vraagen , welke hem door Heeren Commiffariffen uit Gecommitteerde Raaden op den 29 April 1784 zyn voorgehouden en de Requejle door denzelven aan hun Ed. Gr. Mog. op den 25 deezer geprej'enieert. Exhibitum in het befoigne. Den 28 Mey 1784. EXTRACT uit het Register der Refolutien van de Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Den 15 Juny 1784. EXTRACTEN uit de Registers en Party-Boeken van den Raad van Staaten. CONSIDERATIE en Advis' van den Advocaat Fiscaal van de Genenaliieit. Den 10Mey 1784.  xvi INHOUD. Militie in Zwol in Guarnifoen komende. Den 16 April 1785. LV1I. EXTRACT uit 't Prothcol der Arreften der Stad Nymegen over den jaare 1745. 397 399'  NALEZING VAN STUKKEN, T O T D E MILITAIRE JURISDICTIE BETREKKELYK. I. MISSIVE van Heeren Burgemeefteren, Schepenen en Raaden der Stad Zierik-Zee. Relatief tot de Staaten Notulen Van 22 November 1784. Edele Mogende Heeren! D aar wy nu reeds zoo meenigmaal in de onaangenaame omftandigheid zyn geweest, om tot handhaving van 't gezag van de Regtbank dezer Stad, onze gegronde klagten te moeten inbrengen ter Vergadering van de Heeren Staaten , of by Hoogftderzelver abfentie aan U Ed. Nal. I. Deel. II. Stuk. A Mos.  2 NALEZING van STUKKEN Mog. weegens de indragten door die van het Guarnifoen alhier, daar op gepleegd,zoo door 't appnehendeeren van Militaire Perfoonen , weegens Delicten, welkers cognitie alleen aan Burgemeefter en Schepenen deezer Stad competeerd, als door de aanhoudende weigering, om dezelve aan den Civilen Rechter over te geeven , niet tegenftaande de uitdrukkelyke Refolutie en Publicatie ten dien opzigte den 22 September des afgeloopen Jaars by de Heeren Staaten gearrefteerd, hadden Wy wel gewenscht, dat het neemen eener heilzaame nadere Staats Refolutie om tegen te gaan zulk een voor de beveelen van den Souverain gansch disrefpe&ueus gedrag tot hier toe niet was verhindert geworden, door eene oorzaak, die aan ons als meede Lid van Staat niet onbekend is ; Hier door zoude zeeker reeds over lang zyn gepreevenieert, dat de zaaken buiten haar geheel werden gebragt,'t zy door de ontvlugting van fommige Gedetineerdens, of door de meedevoering van de nog aétueel zittende by het uittrekken van 't tegenwoordig Guarnifoen ; welke laatstgemelde te leur ftelhnge buiten twyffel reeds zoude hebben plaats gehad, indien Wy daar tegen niet voorheen,en nu wederom hadden gevigileert. De Commandeerende Officier van t alhier nog leggende 2de Battaillon van den Generaal Lewe , aan den Heer regeerende Burgemeester deezer Stad, vertoonende Patent van Z. D. H. om te vertrekken naar Lillo en verdere Forten aan de Schelde geleegen, heeft zyn Ed. de overgifte der als nog zittende Militaire Gedetineerdens wederom gerequireeit, dog met geen an-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 3 ander gevolg, dan dat gemelde Officier,fchoon in 't eerst voorwendende de voornoemde Gedetineerdens te zullen meedc voeren , heeft gedeclareert alle de Gevangenen te zullen agterlaaten, mits Wy ons wilden engageeren, om dezelve in de Militaire Provoost te Jaaten blyven zitten tot de aankomst van een ander Guarnifoen binnen deezeStad. ■ Tot zulk eene belofte oordeeien Wy ons ongehouden en ook geheel onbevoegd, gemerkt'Wy eene volkomene bewustheid hebben , dat de Competentie van de Rechtbank deezer Stad tot de judicatuure over deeze Gevangenen , zelfs byde uitdrukkelyke Staats Refolutie van den 22 September 1783, en uit kragte van dien aan Z. II. gedaane aanfchryving, in allen opzigte is gewettigt, en dus dit recht door zulk een engagement niet moet worden verkort, of qua?itieus gemaakt; in deeze onzeekerheid nu, hoezeer Wy zelfs wel eenige zorg tegen de wegvoering deezer Gedetineerdens zullen tragten te gebruiken, neemen Wy de vryheid U Ed. Mog. te verzoeken, op deeze zaak refiexie te wilten liaan by 't verlcenen van 't Provintiaal Patent of Attaché tot uittrekking van dit gemelde 2de Battaillon , waar van 't zelve, zoo wy geinformeert worden, nog onvoorzien zoude zyn;of, zoo wanneer reeds de gemelde Attaché mogte zyn afgegeeven, alsdan aan den Commandeerende Officier zoodanige nadere aanlchryvinge te doen, dat de extraditie van dezelve Gedetineerdens aan de Burgerlyke Rechtbank dezer Stad niet langer werde gedifficulteert, immers en in allen gevalle de agterlaating der zelve niet werde verknogt, aan zulk eene fingu. A * lie-  4 NALEZING van STUKKEN liere voorwaarde, tot welkers praeftatie de Heeren van de Weth deezer Stad zig om bovengemelde reedenen nooit verbinden kunnen. Waar meede Wy U Ed. Mog. beveelen in de protectie Godes en blyven. Edele Mogende Heeren! U Ed. Mog. goede Vrienden, Burgemeesteren, Schepenen en Raaden der Stad Zierik-Zee. Ter Ordonnantie van dezelve (Geteekent) C. EVERTSEN. Zierik-Zee den 15 January 1784. II. EXTRACT uit het Register van de Refolutien der Heeren Gecommitteerde Raaden van Zeeland. Den 22 January 1784. Is goedgevonden en verftaan, dat aan den Capitein het Patent van Z. H. hebbende overgebragt, het zelve zal worden te rug gegeeven, met een extraft Refolutie in een beÜoten omflag, geaddreffeerd aan den Collonel of Commandeerende Officier van het 2de Battaillon van  t tot de MILIT. JURISDICTIE. 5 van het Regiment van den Generaal Lewe, in Guarnifocn te Zierik-Zee, houdende, dat de voorfz Commandeerende Officier word aangefchreeven en gelast, de Militaire Perfoonen, weegens Commune delicten, te Zierik-Zee, onder bewaaring van het Guarnifoen in arrest zittende, ten eersten , aan de Civile Juftitie der Stad Zierik-Zee over te geeven, zonder eenige referves of conditiën ten dien opzigte te proponeeren , als welke niet zyn over een te brengen met de Refolutie en Publicatie der Heeren Staaten deezer Provintie van den 22 September 1783, op het Stuk der Jurisdictie over Militaire Perfoonen geëmaneerd,zullende de Provintiaale Attaché op het Patent van Z. H., om uit Zierik-Zee te vertrekken, zoo lang worden opgehouden, tot dat door hem Commandeerende Officier aan deeze aanfchryvinge pra?cifelyk zal weezen voldaan, terwyl hy, zoo dra zulks gefchied zal.zyn, de Provintiaale Attaché kan ontfangen uit handen van den Heer, waarneemende de vacante Bailliuagie der Stad Zierik-Zee , en naar de plaats van zyne deftinatie vertrekken. Accordeert &c. A 3 III.  6 NALEZING van STUKKEN III. EXTRACT uit het Register van de Refolutien der Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Verïenigde Nederlanden. Veneris den 30 January 1784. Ds Heeren van Lynden van Hemmen, en andere H. H. M. Gedeputeerden tot de Militaire zaaken , hebbende ingevolge en tot voldoeninge van H. H. M. Refolutie Commifforiaal van den 24 December 1783, met en nevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staaten overwogen en geëxamineert, wat de gevolgen en arrangementen zouden behooren te zyn , wegens de by H. H. M. ten zeiven dage afgefchafte en buiten effeér. gefielde Hogen Krysraad, hebben ter Vergadering voorgedragen en gerapporteerd, dat, watdepoincfen aangaat, die uit het voorfchreeveCommifforiaal ,,als meede uit de fpeciale Refolutie derrefpeólive Provintien , op dat fubjecT: fuccesfivclyk ingebragt zouden mogen proflueeren, voor eerst en vooral als een poinft, dat de attentie van H. H. M. zoude verdienen , aan haar Heeren Gedeputeerdenen Gecommitteerden was te voren gekomen, te zyn de afbetalinge niet alleen van de ten agter zynde Tracf ementen, zoo van de prefente en verdere Leden van de gewezen Hogen Krygsraad, als van die van den Griffier en verdere mindere bediendens van dien, mitsgaders van het gunt nog dient betaalt te worden, ter zaake van de onkosten, wegens de  tot de MIL1T. JURISDICTIE. 7 de geconfineerde Deferteurs, methet gunt daar toe betrekkinge heeft, en alle welke betalingen uit de post van ƒ3750 ter lopende maand ofte ƒ45000 — In het jaar, voor de onkosten van den gewezen Hogen Krygsraad, breder op de ordinaris Staten van Oorlog is gebragt, en ter Repartitie van de Provintie van Holland en West-Vriesland gefield , dienden voldaan te zyn, dan die zedert primo July 1783 door dezelve Provintie zyn onbetaald gebleven, maar boven dien ook de voorzieninge by vervolg voor alle dezelve fubjeften, en wel fpecialyk voor de Praefident, de Leden , de Griffier, en verdere mindere bediendens van meergemelde gewezen Hogen Krygsraad, wat dezelve haar leven lang zouden behoren te behouden, terwyl om van het laatstgemelde eerst te beginnen , zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden H. H. M. konden informeeren, dat het Traftement van den Lieut. Generaal Rengers, als Prefident van den gewezen Hoogen Krygsraad heeft beflaan in ƒ4800 : - : - van de twee volgende leden de Generaal Majors Vink en van Brakel ieder van ƒ2400 : - : 's Jaars , en van de fes overige leden, zynde de Collonels de Brouw, Gonzal , van Polnitz, van Goens, T Hooft en de Tumal ieder tot ƒ 1200 : - : - dat, wat de Fiscaal van de Generaliteit aangaat, als in die qualiteit by de gewezen Hoogen Krygsraad gefungeert hebbende, dezelve met zyn Traftement a ƒ 75 'smaands, is gefield op den ordinaris ftaat van Oorlog, waar in als zulks ten allen tyde plaats gehad hebbende, geen verwondering zal behoeven gemaakt te worden, terwyl nogthans de declaA 4 ra-  8 NALEZING van STUKKEN ratien zoo van denzelven als van zyne Procureur , als altoos uit de voorfchreeve post tot de noodwendigheeden van de gevveze Hoogen Krygsraad zynde betaald geworden, ook tot de tyd der affchaffing van dien , meede uit dezelve post zullen dienen voldaan te worden; en zynde ten reguarde van de Griffier van dezelve gewezen Hoogen Krygsraad van Rheenen te noteeren , dat aan dezelve by Refolutie van 14 Auguftus 1750 voor Traftement is toegelegd geworden eene fomme van ƒ2000 : - : en tot een douceur voor het Crimineele nog ƒ200 : - : . welke fomma's hem zedert zyn goed gedaan, eerftelyk in het ftellen van ƒ25 'smaands of ƒ300 jaarlyks, daarvan op de ordinaris ftaten van Oorlog voor zyn Traftement, terwyl de refteerende ƒ1900 : - : - hem jaarlyks zyn voldaan, by afte van verzoek op de Provintie van Holland,alsmeede uit de groote post voor de noodwendigheeden , van de geweeze Hoogen Krygsraad , ende is verders aan de twee Clerquen van gemelde Griffier met namen van Rhyn en ter Westen , voor Traftement aan ieder van dien toegevoegt geworden de fomme van ƒ600 : - : - jaarlyks, en aan eenen Wubben als Deurwaarder en Kamerbewaarder van meergemelde Hoogen Krygsraad is eerst toegelegd een jaarlykfe fomme van ƒ300 : - : - en naderhand nog ƒ300 : - : voor zyne asfiftentie in zaken 'het Land concerneerende,en voor alle zoodanige diensten, als waar voor was gewoon geweest, ten laste van den Lande te declareeren , dus te zamen insgelyks ƒ 600 : - ; - jaarlyks; en is laastelyk aan-denScherpregter van dezelve geweeze Ho gen  tot de MILIT. JURISDICTIE. 9 gen Krygsraad nog toegelegt geweest eene fomme van ƒ40 : - : - jaarlyks voor huishuur, alle welke toeleggingen insgelyks zyn betaald geworden , by Aélens van verzoek van den Raad van Staaten op de Provintie van Holland, uit de meergemelde grote post van ƒ 45000 : -: jaarlyks, gelyk daar uit al meede is voldaan geworden , al het gunt zyn relatie en betrekking heeft gehad,tot de lasten,die gedragen moesten worden , wegens de geconfineerde Deferteurs, met de gevolgen van dien. En dat zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden dienvolgende omtrend alle de voorgemelde poinften H. H. M. in confideratie moesten geeven,of Hoogfldezelve, terwyl de meergemelde post tot de behoeftetis der geweeze Hoogen Krygsraad op de ordinaris ftaten van Oorlog over de jaren 1783 en 1784 ter Repartitie van de Provintie van Holland is verbleeven, welgemelde Provintie niet zouden behooren te verzoeken, omme alle de posten, hier vorens vermeld , op de gewoone Aclens van verzoek , by den Raad van Staaten verleend, of nog te verleenen, te willen afbetalen, tot op den dag der affchaffinge van gemelde gewezen Hoogen Krygsraad, zynde geweest den 24 December 1783, ende dat H. H. M. ook zouden gelieven te declareeren , op wat voet zoo de Prefident als de geweeze Leeden, Griffier en verdere bediendens van dezelven Hogen Krygsraad daar na zullen dienen behandelt te worden, het zy aan dezelve d.e voorfz gcheele toegelegde Tractementen voor haar leven te doen behouden, ofte wel dezelve zoodanig te moderceren, als zullen vermeenen te bqhooren, A 5 ter-  io NALEZING van STUKKEN terwyl nogthans alleonkosten haare betrekking hebbende omtrend de geconfineerde Deferteurs, de betaling van dien op den ouden voet zoude dienen te continueeren, en dat al het zelve in diervoegen, als by H. H. M. zal worden goedgevonden , als meede door de Provintie van Holland tot ultimo December van dit Jaar uit de meergemelde post zoude dienen gekweeten en voldaan te worden, als wanneer daar door by den Raad van Staaten allereerst zal konnen worden opgemaakt, wat fomme by hooggemelde Provintie van Holland uit de meergemelde post voor den Hoogen Krygsraad, door de daar uit gedaane mindere betaling dan dezelve heeft bedragen, zoo in den jaare 1783 als in 1784, zal hebben geprofiteerd gehad, om het zelve op den ordinairen ftaat van Oorlog voor den jaare 1785 onder de refpective Provintien eguaal te verdeelen, en te repartitieeren en vervolgens die geheelc post op den ordinaire ftaat van Oorlog over den jaare 1785 en vervolgens af te laten blyven , en daar tegens voor de onkosten , die wegens de geconfineerde Deferteurs, die nimmer eenige Connexie met de geweeze Hoogen Krygsraad, gehad hebben,dan dat die kosten uit dezelve post zyn goedgedaan, eene zoodanige fomme op denzelve ordinaris ftaat van Oorlog voor den jaare 1785 en vervolgens in de plaats te brengen, als den Raad van Staaten na een naauwkeurig onderzoek zal bevinden daar toe te behooren, terwyl ook daar'na de voorige Traftementen, ofte anderzints de douceurs welke H. H. M. aan den Prelident, Leden, Griffier en verdere bedienden van den geweczen Hoogen Krygsraad,  tot de MILIT. JURISDICTIE. n raad, haar leven lang zullen gelieven toe te voegen, op den ordinaris ftaat van Oorlog voor den Jaare 1785, en verders als Penfioenen zullen kunnen gebragt worden,die zullen moeten uitfterven , en waar onder in allen gevalle ook zal behooren het Traftement van ƒ300 : - : op den ordinaris ftaat van Oorlog voor den Grif- v fier van den Hoogen Krygsraad gebragt, nadien by Refolutie van H. H. M. van den 25 July 1724 is vastgefteld, geen Griffier van den Hoogen Krygsraad aan te Rellen, zoo lang geen Prefident aan gefield, of Hoogen Krygsraad geformeert zal worden, en dus ook dat Traftement meede zal moeten uitfterven , en daartoe op den extraordinairen ftaat van Oorlog moet gefield worden. Dat wyders wat de verdere poinften Commifforiaal aanbelangt, en wel in fpecie.op wat wys de Militaire Jurisdiftie in de Generaliteits Landen aftueel geëxerceert word, en hoedaanig zulks volgens de grondwetten moet gefchieden , en welke voorzieninge voor het vervolg daar omtrend noodig zoude zyn, de Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden moesten declareeren, met derzelver informatien en opfpeuringen daar omtrend in zoo verre nog niet te zyn geavanceert, dat dien aangaande H. H. M. na behooren zouden konnen dienen, van derzelver gedagten en advis, waar toe egter geen tyd zouden verzuimen zig in ftaat te ftellen, dan dat dien onvermindert niet konden nalaten, ter kenniffe van H. H. M. te brengen, het gunt de Heeren Gecommitteerden wegens den Raad van Staaten, in het befoigne over deze materie gehouden hadden gedeclareerd,  12 NALEZING van STUKKEN reerd, dat, naardien de Raad van Staaten met alle grond hadde vermeind te mogen vastftellen, dat door liet doen ceiFeeren van den Hóogen Krygsraad eo ipfo op haar wederom waaren gedevolveert, alle die Regten , die bevorens door den Raad van Staaten omtrend de Militairen, en derzelver zaaken waaren geëxerceerd geworden , en wel vooral ten opzigte van het reffbrt van de Generaliteit, welgemelde Raad van Staten onvermindert, de deliberatien van H. H. M. over de finale fchikkingen wegens de Militaire Jurisdictie en de gevolgen van dien,by provifie, en alleen voor zoo verre het reflort van de Generaliteit zoude aangaan , van den Fiscaal van de Generaliteit, als in die qualiteit alle zaaken voor den Hoogen Krygsraad waargenomen hebbende , hadden doen afvergen de extraditie en overleeveringe niet alleen van alle de Gevangenen , die daar onder zouden behooren en welkers zaaken nog ongedecidcert waaren gebleven, maar ook alle de Proces (tukken van zoodanige zaaken, als nog ongetermineert, waaren gebleven,en voorts alle effecten en penningen , die in de Griffie van den gewezen Hoogen Krygsraad zouden mogen bevonden worden, en waar in luiden onder het resfort van de Generaliteit gehoorende zouden zyn geinterelfeert, alle welke bezorging de Fiscaal van de Generaliteit hadde aangenoomen, ten ipoedigften te zullen effectueeren, waar na de Raad van Staaten ten dien opzigte geen tyd zoude verzuimen , om alle dezelve zaaken voor haar te doen pourfuiveeren, op den vorigen voet en na ftyle, zoo als daar inne bevoorens cn voor het exteeren van een Hoogen Krygsraad  TOT DE MILIT. JURISDICTIE. 13 raad was geprocedeert geworden, en ten meesten nutte van 'sLands dienst, en ter bevordering van eene goede Juftitie zouden bevinden te behooren. Terwyl al verders den voornoemde Fiscaal hadden gelast, tot informatie van den Raad van Staaten over te geeven, een exacte Lyst van alle verdere Gedetineerdens, mitsgaders de Proceffen en alle verdere zaaken, die buiten het reffort van de Generaliteit, en dus tot de refpeclive Provintien fpecteerende, op het cesfeeren van meergemelde Hoogen Krygsraad, tot hier toe onder dezelve zyn verbleven en berusten , het gunt gemelde Fiscaal insgelyks hadde aangenoomen ten fpoedigften te zullen effeótueeren. Waar op gedelibereerd zynde , hebben de Heeren Gedeputeerden van de refpeétive Provintien het voorfchreeve gerapporteerde Copielyk overgenoomen, om in den haaren breeder gecommuniceert te worden. IV.  14 NALEZING van STUKKEN IV. MISSIVE van Z. II. aan de Ed. Mog. Heeren Staaten van Zeeland. Relatief tot de Staaten Notulen Den i February 1784. Edele Mogende Heeren,byzondere goede Vrienden! Wy hebben op zyn tyd wel ontfangen U. E. M. Miffive van den 18 December laatstleeden, by welke U. E- M. ons verzoeken ons advis te uitten op het Rapport van de befoigne den 27. dèr voorleede maand November uitgebragt raakendè het afleggen van den Eed door Militaire Corpfen, thans in Zeeland Guarnifoen houdende, aan de Provintie en Hemmende Steeden , volgens het Formulier pratenfelyk gearrefteerd, by de informeele Refolutie van den 22 September laatstleden, en op de Miffive aan Ons, nevens dat Rapport gevoegd, als op het geadvifeerde der Heeren van Vlisfingen , omtrend het door Ons, volgens de aan Ons competeerende authoriteit, verleende Patent aan het aftueele Guarnifoen van Vlisfingen, als ook omtrend het Rapport van den 8 December, ter Vergaderinge uitgebragt, raakende de evafie van zeekere Militaire Perfoonen, uit hun arrest , zoo te Middelburg, Zierik-Zee als Vlisfingen- en hebben niet willen af zyn aan U. E. M. voor te dragen, dat Wy niet denken, dat eenig  tot de MÏLIT. JURISDICTIE. 15 eenig exempel zal gevonden worden, 'dat ooit van de Militie van den Staat een Eed is gevergd in eene derProvintien, veel min in Zeeland, gelyk aan die , welke de meerderheid der Staatsleden heeft willen invoeren tegens het conftante gebruik, dat in de Provintie van Zeeland heeft plaats gehad; en dat die prtetenfe Refolutie, een geheel nieuw recht, omtrend de Jurisdictie over Militairen etabliffeert, dat volkomen ftry, dig is met de Ufantie, welke tot hier toe in U E. M. Provintie heeft plaats gehad, en ten minften, voor zoo verre als concerneert de Militairen in Guarnifoen binnen Zeeland zynde, op eenparige Staatsbefluiten is gefundeert, derhal-, ven kunnen Wy geenzins voor een wettig Staatsbefiuit aanzien, de informeele Refolutie van den 22 September jongstleeden, omtrend de Militaire Jurisdictie met alle de gevolgen van dien, of eenige kragt van Wet aan voorgemelde prastenfe Refolutie toekennen, welke op een inconjlitutioneele wyze is genomen by overftemmingen tegens het protest van den Eerlten Edele; Wy zullen dus by provifie in advyshouden de by U E. M. voorgemelde Miffive van den 18 December vermelde Rapporten, als meede het advis van de Heeren van Vlisfingen wegens de infraÜie, die daar in zoude gelegen zyn op het recht van den Capt. Gen. tot het verleenen van Patenten, en verwagten , dat met de Conclufie niet zal worden voortgegaan, en dat in het byzonder niet zal worden gerefolveerd, tot het doen afleggen van den voorgemelden Eed, by de actueele Guarnifoenen , het gene, al was de prsetenfe Refolutie van den 22 September wettig genomen, in gèe- nen  i6 NALEZING van STUKKEN nen deele als een gevolg van dezelve kan worden aangezien ; verklarende voor nul en van geenen waarde al het geene, daar omtrend door de andere Staatsleden buiten onze concurrentie zoude worden gerefolveerd en referveeren aan Ons daar tegens zoodanige Conftitutioneele mefures te neernen , als IVy zullen oordeelen te behooren tot maintien van Ons Regt en Vryheid van advis; Terwyl Wy betuigen niets meer te verlangen , dan de harmonie en vriendfchap met de verdere Leden van U E. M. Vergadering te conferveere.n , en gaarne te zullen zien, dat met wederzyds genoegen een arrangement kan worden getroffen omtrend dé Militaire Jurisdictie, en dat op eene Conftitutioneele wyze een afkomst van de deliberatien omtrend dit poinót kan worden gemaakt, waar toe Wy gaarne alle infchikkelykheid zullen gebruyken, en zoo veel met onzen pligt, en het maintineeren van de fubordinatie en difcipline beftaanbaar is, te gemoet te komen aan de fentimentcn en verlangen van Onze mcede Leeden. Waar meede: Edele Mogende Heeren, Byzondere goede Vrienden. Wy U Ed. Mog bevelen in Gods heilige Proteétie U Ed. Mog. D. W. Dienaar. (geparap.) W. Pr. V. ORANGE. , Ter Ordonnantie van Zyne Hoogheid. (get.~) F. J. de LARREY. In 's Gravenhage den 27 January 1784. V.  töt de MI LIT. JURISDICTIE. i; V. AAN Zyne Doorl. Hoogheid den Heer Prins van Örange, Eerste Edele van Zeeland. Doorlugtige Vorst en Heer! By het reëntamceren der Staats deliberatien, na het genomen reces, hadden Wy gemeend, te zullen vinden Uwe D. H. Refcriptie op onze Miffive van den 18 December des voorigen jaars, en wanneer wy eenige dagen te vergeefs daarop hadden gewagt, refol veerden Wy, U D. H. dit retardcment, by Miffive in termen ter materie dienende, onder het oog te brengen , en teffens kennis te geeven, dat Wy een peremtoiren tyd hadden gefield, tot afdoening der poinften in onze eerstgemelde Miffive vervat. Het antwoord van Uwe D. H. van den 27 January, by ons op den 2. deezer maand ontfangen zynde,heeft wel eenige verandering in de form van onze Refolutie, maar niet in de gronden derzelve te wege gebragt, en zelfs zoude dit antwoord aanleiding hebben kunnen geeven tot een veel uitgebreider en ernftiger deliberatie, indien Wy wilden releveeren verfcheiden bedenkelyke flellingen en uitdrukkingen, die Wy in uwe D. H. Miffive aantreffen. Wy zouden zekerlyk overvloedige flof en reede hebben, om ons uit te laaten over het denkbeeld, 't welk uwe D. H. fchynt te vormen van de bevoegtheidder Heeren Staaten van Nal. I. Deel II. Stak B de  i8 NALEZING van STUKKEN de refpeclive Provintien , om de Militie, op hun Souverain Territoir zynde, een Formulier van Eed voor te fchryven: over de affumtie by uwe D. H. gepofeerd, aangaande het Staatsregt, dat in deeze Provintie , omtrent de Militaire Jurisdictie altoos zoude plaats gehad hebben: over de praïtenfe informaliteit, waar van uwe D. H. onze Refolutie van den 22 Septemter 1783 taxeert, en vooral over de zoogenaamde infractie, die uwe D. H. fuftineert, aan het regt van den Heer Capitein Generaal tot het verleenen van de Patenten te zyn toegebragt; doch Wy oordeelen deeze discufien tegenwoordig te kunnen voorbygaan , en Wy verwagten niet, dat uwe D. H. door het perfifteeren by foortgelyke allegatien , een bepaalde deliberatie op dezelve zal noodzaakelyk maaken. Vervolgens toetreedende tot den principaalen inhoud van onze voornoemde Miffive, en van uwe D. H. Refcriptie op dezelve, daar in beftaande, dat Wy uwe D. H., als Eerften Edelen deezer Provintie, hadden verzogt, zig finaal te expliceeren op eenige openftaande poincten van deliberatie, en waar op uwe H. als nu antwoordt, die poincten by Provifie in advis te houden, met declaratoir, van voor nul en van geener waarde te zullen aanzien al het ■ geene daar omtrend, door de andere Leeden , buiten uwe Hoogheids concurrentie , zoude worden gerefolveerd; moeten Wy opregtelyk verklaaren, wel gewenscht te hebben, uit liefde voor de eendragt, die in deeze tyden zoo noodig is, dat Wy in het antwoord van uwe D. H. die voldoening hadden mogen vinden, dat  tot de MILIT. JURISDICTIE. tp dat de opengaande zaaken, waar aan het advis van den Heer Eerst Edele alleen ontbreekt, met concurrentie van alle de Staatsieeden hadden kunnen geconcludeerd worden , en Wy fiatteeren ons dat uwe D. H. zig, door de redenen vervat in onze Miflive van 18 December wel zoude hebben laaten perfuadeeren, indien Hoogftdezelve in deezen alleenlyk had gereflecteerd, op de relatie waar in die Miffive aan uwe D. H. was gefcheeven, naamelyk als Lid van Staat; maar het is ons, uit het gansch beloop der Refcriptie voorgekomen, dat uwe D. H. zig, door de confideratien van Hoogftdesfelfs betrekking als Capt. Generaal heeft laaten te rug houden, van het geene Wy, volgens de regels van orde en reciproque verpligting der Leeden van Staat regt hadden van uwe D. H. als een meede Lid, te verwagten. Thans zyn, door de weigering van uwe D. H. om zig by provifie te expliceeren , de zaaken in die termen gebragt, dat de meergemelde poinélen kunnen worden geconcludeerd, welke conclufie, zoo wel tegen een niet coneurreerend Lid als tegen de andere Leeden, zelfs des noods, met de magt van het Land, kan en moet worden geëxecuteerd, gelykzulks onlangs by een gedetailleerd Rapport, in een zaak een ander Lid van Staat concerneerende, ten klaarften is aangetoond, en ook aan uwe D. H. ten vollen bekend is. Wy hebben nogthans, alvoorens hier toe over te gaan,nog een blyk willen geeven, hoe zeer wy, tot confervatie van de harmonie tusIchen de Staatsieeden, de concurrentie van uwe D. H. verlangen, en daarom geprefereerd anB 2 der-  NALEZING van STUKKEN zo »p j i —~„ a™a;«P inOnntifin te itereeren ten einde uwe Hoogheid desfelfs finaal advis op j_ u„i.„„^Q „^nAnn t-ni- Verpaderinge gelieve te laaten inbrengen ; maar vermits de conclufie, om verfcheiden redenen presfeert,moeten Wy uwe H. verzoeken, dit advis te laaten inbrengen , uiterlyk binnen veertien dagen , na dat deeze vernieuwde inftantien tot Hoogttdesfelfs kennis zullen gekomen zyn, terwyl Wy, bv gebreke van een voldoenend antwoord, na expiratie van dien tyd, niet langer zullen kunnen uitftellen de conclufie van die poincten, welke volgens orde van de Vergadering als dan zal genomen en gemaintincerd worden. Uwe D. H. is te verlicht, om niet in te zien de verpligtingen, door welke Hoogftdezelve, nevens ons, als Lid van Staat; verbonden is aan de handhouding van de goede orde in s Lands zaaken , gelyk ook tot welken nafieep van gevolgen uwe D. H., door verdere weigering of uitftel, aanleiding zou kunnen geeven- Wy onthouden ons, van dit alles breeder te detailleeren en laaten het over aan de nadere overweging van uwe Hoogheid. Wy moeten nu alleenlyk nog beantwoorden dat gedeelte van uwe D. H. Miffive in 't welke Hoogftdezelve betuigt, niets meer te verlangen, dan de harmonie en vriendfehap met de verdere Leeden van onze Vergadering te conferveeren, en gaarne te zullen zien, dat met wederzyds genoegen, een arrangement kan worden getroffen, omtrend de Militaire Jurisdictie , en dat op een conftitutioneele wyze een afkomst van de deliberatien omtrend dit poinct kan worden gemaakt, waar toe uwe H. aan-  tot de MILIT. JURISDICTIE. zr bied alle infchikkelykheid te willen gebruiken, en zoo veel met Hoogftdesfelfs pligt, en de fubordinatie en discipline beftaanbaar is, te gemoet komen, aan de fentimenten der andere Leeden. Het is ons buiten twyffel Doorlugtige Vorst, ten hoogden aangenaam, deeze verzekering van uwe D. H. inclinatie voor de harmonie en vriendfchap met de verdere Leeden deezer vergadering te ontvangen, en hoe gaarn Wy daar aan, van onze zyde, beantwoorden, is blykbaar uit onze tegenwoordige behandeling der differentiaale poincten: Wy zouden ons ook niet onttrekken om aan te hooren en in deliberatie te neemen zoodanige fchikkingen als uwe D. H., tot een amiable afkomst van zaaken, zoude gelieven te proponeeren, indien die fchikkingen alleenlyk tot oogmerk moesten hebben, om, met wederzyds genoegen fccuure maatregelen vasp te Rellen, dat onze reeds genomen of nog te neemen Refolutien op het Stuk der Militaire Jurisdictie met den aankleve van dien, niet tot prejudicie van de discipline of wettige fubordinatie Militair worden misbruikt, welke wy doch in het allcrminfte niet gebuteerd hebben eenigzins te krenken; maar gelyk Wy uwe D. H. reeds te kennen gegeeven hebben by onze Miffive van den 22 Sept. 1783 , kunnen Wy ons in geenerlei fchikkingen in laaten, die afwyken van de wettige genomen Refolutien van dien dag,en van derzelver onmiddelyke gevolgen , namelyk bepaaling van de Militaire Jurisdictie, de gerequireerde overgifte der Militaire gevangenen wegens Commune delicten actueel nog in arrest zittenB 3 de,  12 NALEZING van STUKKEN de , en de procedures tegen die , welke op een gansch finguliere wyze zyn geëchapeerd: en deeze poincten zyn het, welke moeten gehouden worden vast te liaan, voor dat Wy eenige fchikking over andere poincten zouden kunjjen admitteeren. Hier meede &c. ïn 'tHof van Zeeland &c. den 5 Feb. 1784. STAATEN. VL EXTRACT uitliet Register van ie Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Den 5 February 1784. ■ De Secretaris van 't Land heeft gerappor' teerd, uit naam van Heeren Commiifariffen , by H. E. M. Refolutie van den 2. deezer maand, genomen op de Miffive ten zeiven dage ingekomen van Z. D. H. den Heere Prince van Orange als Eersten Edelen deezer Provintie, in dato den 27 January, en dienende tot antwoord op de Miffive van H. E. M. van den 20 December te vooren , zynde verzogt, om te examineeren en aan H. E. M. te advifeeren, welke mcfures , overeenkomftig de orde van de Vergadering, behooren genomen te worden, vermits Z. H., by deszelfs refcriptie niet heeft gedefereerd aan het oogmerk der befchryving, van  tot de MILIT. JURISDICTIE. 23 van wegens de Tafel der Heeren Staaten, aan Hoogftdenzelven gedepecheerd. Dat Heeren CommiffarifTen, op de gronden, in het breede gedetailleerd by derzelver Rapport van den 29 der voorl. maand, over de Miffive der Heeren van Veere, en welke in deeze zaak volkomen van applicatie zyn, zig onbezwaard vinden, om H. E. M. te advifeeren, dat, na het inkomen der bovengemelde Miffive van Z. H., de poinclen vervat in H. E. M. Miffive van den 18 December, in die termen zyn gebragt, dat, volgens de Orde en Reglementen van de Vergadering, met de conclufie kan worden voortgegaan , of ten minften tot het vastftellen van een peremtoiren tyd,op welken de Conclufie zal moeten genomen worden , en -dat deeze Conclufie alzoo genoomen zynde, is een wettige Staats Refolutie, die zoo wel tegen het niet concurreerend Lid als tegen de andere Leeden , des noods, met de magt van het Land, moet worden"gemaintineefd. Dat Heeren CommiffarifTen egter zig herinnerende de deliberatien op voorfz 29 January gevallen, en het gercfolveerde van H. E. M., om, vermits de refcriptie van den Heer EerRen Edelen toen nog niet was ingekomen , HoogRdenzelven andermael te befchryven , en op het ernftigfte te verzoeken, om binnen den tyd van 14 dagen zig finaal te expliceeren op de bekende poinéten, of dat, by gebreke van dien , de andere Leeden , na expiratie van dien tyd, met de^Conclufie zullen voortgaan, Heeren Commiüariffen nu ook zouden prxfereeren, in bedenking te geeven, of H. E. M. tot een blyk, hoe zeer Hoogftdezelve de concurrentie B 4 van  H NALEZING van STUKKEN van Z. D. Hr als Eerste Edele tot confervatie der harmonie tusfchen de Staatsieeden, verlangen, niet zouden kunnen goedvinden, alvorens de Conclufie te doen neemen , de Miffive van Z. D. H. in convenable termen te beantwoorden , en een peremtoiren tyd te Hellen, binnen welken , Hoogftdezelve het advis van den Heer Eerftcn Edelen ter Vergaderinge kan Jaaten inbrengen, terwyl H. E. M. nu en voor alsdan , zouden kunnen refolveeren, dat de gefielde termen , zonder een voldoenend antwoord van hooggemelde Heer Eersten Edelen verftreeken zynde, de poinéten in de bovengemelde Miffive van 18 December vervat, zullen worden ter Conclufie gebragt, en dadelyk ten effeéte gelegd: refereerende Heeren Commiffariffen zig verder tot de concept Miffive, welke zy de eer hebben nevens dit hun Rapport, over te leggen. Accordeert &c. Waarop zynde gedelibereerd, heeft de Secretaris van 't Land voor den Heer Eerste Edele Copie verzogt van het voorfchreeve Rapport en de Concept Miffive daar toe Relatief ter kennis en deliberatie van Hoogftdenzelven terwyl de Heeren Gedeputeerden van de refpective Steden zig bereid toonden om het een en ander op deeze Sesfie ter Conclufie te helpen brengen , verzoekende niet te min insgelyks Copie van dezelve Hukken om aan de Heeren hunne Committenten te communiceeren, en voegende die van Zierik-Zee en Vlisfingen voorts daar nog by5 dat desweegens met de andere  tot de MILIT. JURISDICTIE. 2$ derc Steden zouden concurreeren, onverminderd de uitgebragte advyzen van de Heeren hunne Committenten op die materie , en welke als nog inhaleerden. Het welk gehoord is goedgevonden de Misfive aan Z. D. H. als Eersten Edelen nevens het voorfz Rapport gevoegd , te approbeeren en te arrefteeren , zoo als gefchied by deezen, om zonder verdere refumtie aan Hoogftdenzelven te worden toegezonden. En is by verdere deliberatie conform het flot van het zelve Rapport, nog goedgevonden nu voor als dan te refolveeren, gelyk gefchied mits dezen, dat de gefielde termyn zonder een voldoend antwoord van den Heer Eerflen Edelen verftreeken zynde , de poinéten in de Misfive van befchryving aan Z. H. van 18 December 1783 vervat, zullen worden ter Conclufie gebragt. en dadelyk ten effe&e gelegd. Waarna de Secretaris van 't Land occupeerende voor den Eerflen Edelen heeft geinhaereerd tot antwoord van Z. D. H. van den 27 Jan. ten laatste Seflie ingekomen en wyders verzogt dat de bovengemelde Miffive aan Hoogftden£e!ven niet mogt worden gedepecheerd. B | VIL  2* NALEZING van STUKKEN VIL Afgeflagen hec verZoek om abolitie,pardon of remifiïe voor P. van Brakel, gevangen op de Voorpoorte van den Hove. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Hollands en West- Vrieslandt, in hun Ed. Gr. Mog. Vergaderinge genomen op Donderdag den 19 February 1784* Dc Heer Penfionaris van Zeebergh heeft ter Vergadering gerapporteert, dat de Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlem en verdere hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Juftitie , met Commiffarilfen van den Hove, in gevolge en ter voldoeninge van hun Ed. Gr. Mog. Refolutie Commifforiaal van den 29 Oftober 1783 , hadden geëxamineert het Request van Jannetje van Tol, eerder Weduwe van Jan van Brakel, thans gehuuwt met Ary Roofeboom , Watermolenaar te Nieuwkoop , verzoekendé van hun Ed. Gr. Mog. abolitie, pardon of remiffie voor haaren Zoon Pieter van Brakel, thans Gevangen op de Voorpoorte van den Hove , ter zaake by het zelve Requefte vermeld ; als meede het Advis door Praïfidcnt en Raaden van den Hove , aan hun Ed. Gr. Mog. op het voorfz Rcquest gegeeven ; mitsgaders ook de daar by gevoegde Confideratien en het Advis, door den Procureur Generaal aan den Hove op de gewoone requifitie gefuppediteert. En dat zy Heeren Gecommitteerden nog in het voorfz. Request,nog in den aart of de omftandighecden van de misdaad , of Perfoon van den Gevangen Pieter van Brakel, nog ook in de  tot de MILIT. JURISDICTIE. 27 de detentie van den zeiven (over,welk een en ander zy, uit hoofde der anterieure examinatie der Proces ftukken in deeze zaak te zeekerder konden oordeelen) eenigen grond of beweegreeden voor den Souverain tot het verleenen zelfs van de allerminfte gratie aangetroffen hebbende, mitsdien ter contrarie alles hier, naar hun begrip , het bewyzen van gunste aan den Gevangen , verbied. Waar op gedelibereert zynde, is, conform het Advis van de voorfz Heeren Gecommitteerden, goedgevonden en verftaan, het verzoek van abolitie, pardon of remiffie, by het voorfz Request, ten behoeve van den Gevangen gedaan , by deeze te wyzen van de hand. En zal Extract deezer Refolutie gezonden worden aan Prasfident en Raaden van den Hove , tot informatie. Accordeert met de voorfz Refolutien. VIII. MISSIVE van Z. H. aan de Ed. Mog. Heeren Staaten van Zeeland. Relatief tot de Staaten Notulen Den 23 February 1784. Edele Mogende Heeren,byzondere goede Vrienden! Wy hebben den 7. deezer ontfangen Uwer Ed.  28 NALEZING van STUKKEN Ed. Mog. Miffive van den 5. deezer, houdende nadere inbranden , ten einde Wy Ons wilden voegen by het fentiment der overige Staatsieeden op diverfe Objecten, rakende de Militaire Jurisdictie, vermeld by Uwer Ed. Mog. Miffive van den 18 Dec. laatstleden. Het is alleen ten betoge van Onze ware geneigdheid en welmeenenden yver tot behoud van de eensgezindheid en harmonie, dat Wy verkiezen Ons te onthouden van alle beklag , het geen Wy anderzints over de geheele behandeling deezer zaake zoo regtmatig zouden kunnen voordellen ; dog Wy kunnen niet afzyn van Ons leedweezen te betuigen, dat U Ed. Mog. in geene fchikkingen gelieven te komen, eenigzints drydig met het by de meerderheid op eene informeele wyze geconcludeerd befluit van den 22 September, en dat U Ed. Mog. daar aan by continuatie adhaircercn; Wy houden Ons verzeekert , dat dezelve, zoo zy naargekomen moet worden, van de aller nadeeligde gevolgen zal zyn voorde discipline en fubordinatie,welke de ziel van het Militaire wezen uitmaakt, en zonder welke zy veel eer tot last dan tot nut voor het lieve Vaderland zyn moet, en dat de droevige gevolgen daar van, wanneer het geval zoude exteren, dat men genoodzaakt was dezelve te gebruiken, zullen ondervonden worden, en protedeeren wel expreffelyk, dat Wy Ons onfchuldig houden aan de onvermydelyke gevolgen van eene al te mauwt bepaaling van de Militaire Jurisdictie, en dezelve overlaten voor reekening van de overige Staatsieeden, indien dezelve zullen goedvinden, om in seenen deele van derzelver begrippen omtrend dit  tót de MILIT. JURISDICTIE. 19 dit zo zwaarwigtig poinfl;aftegaan,en zonder in het oog te willen houden , het geene by de Beftaltbrief van den Jaare 1579 was vastgefteld, nog het geene als eene conftante praclyk in Zeeland heeft plaats gehad, namentlyk dat, zoo niet alle Militairen , ten minsten die, welke ' Guarnifoen hielden binnen de Provintie van Zeeland, in derzelver Guarnifoen altyd voor den Militairen Rechter wierden geconvenieerd, zullen willen volharden , om een daar meede ftrydende recht te établiffeeren ,het welk Wy nogmaals moeten verklaaren, volgens onze begrippen niet te kunnen gefchieden, zonder volle eenparigheid; doch onze intentie is geenzints, om ons in geene minnelyke fchikkingen te begeven en ons Confent te weigeren aan bepalingen van de Militaire Jurisdictie, voor zoo verre als zulks met het behoud van de discipline en fubordinatie overeen te brengen is: Wy zouden wel daar toe een voorflag aan U Ed. Mog. doen, wierden Wy niet daar van weerhouden, door dien reeds in Onze naam,als Eerst Edele van Zeeland is geadvifeert om Onze confideratien als Capitein Generaal over het poinér. van de Militaire Jurisdictie te vragen , en dat die Advis niet by U Ed. Mog. is geamplecteerd. Wy vreezen dus aan U Ed. Mog. eenig ongenoegen te geeven, indien Wy onze confideratien ,ah Capitein Generaal by eene Miffive kwamen te voegen, die Wy alleen in qualiteit van Eerfte Edele van Zeeland fchry ven, en dus niet anders kan aangezien worden, dan als een Advis van een Lid van Staat. Indien U Ed. Mog. gelieven onze confidera- tien  30 NALEZING van STUKKEN tien als Capitein Generaal over deeze materie te requireeren , zullen Wy niet afzyn met alle volvaardigheid daar aan te voldoen , en met den eerften aan U. Ed. Mog. te fuppediteeren een voorflag, op welke wyze Wy denken , dat van deeze zaak ten meeften diende van den Lande een afkomst zoude kunnen worden gemaakt. Nog verzoeken Wy U Ed. Mog. in confideratie te nemen , dat, hoe zeer Wy zorgvuldiglyk onderfcheiden onze handelwyze als Lid van den Staat, en die, welke ons incumbeert als Capitein Generaal van de Unie, of van U Ed. Mog. Provintie , het niet van ons gevergt kan worden, om door onze concurrentie te helpen concludeeren zoodanige bepaalingen, die ons voorkomen nadeelig te zyn, met het behoud van 'sLands Militie, waar over de directie aan ons, zoo door de Generaliteit, als door ieder der Bondgenoten in het byzonder is aanbetrouwt; en dit is de reede die ons belet, om ons te kunnen voegen by de fentimenten van onzeMedeleeden omtrend de bepaalinge der Militaire Jurisdi&ie , en byzonder omtrend het vastffcellen van de ampliatie van den Eed voor de Militaire Officieren , welke ampliatie Wy confidereeren te wezen van dien aard, dat Wy ons niet bevoegd achten , om ordres te geeven tot het pr afteer en van dezelve, dan onverminderd den Eed aan de Generaliteit gedaan. Het zy ons geoorloofd nog hier by te voegen , dat dien Eed geheel onnoodig is tot dat einde waar toe men dezelve wil invoeren , namentlyk als een vaderhand voor de Militie, om haar te onderwerpen  tot de MILIT. JURISDICTIE. 3r pen aan de fchikkingen die U Ed. Mog. zullen gelieven te maken omtrend de Militaire Jurisdictie binnen uwer Ed. Mog. Provintie; want eene deezer Hellingen moet waar zyn, of U Ed.Mog. kunnen zonder concurrentie der Bondgenoten zoodanige bepaalingen omtrend de Militaire Jurisdictie maken, als zy zullen goedvinden , of zy hebben daar toe noodig de concurrentie der Bondgenoten; zoo het eerste waar is, is de Eed onnoodig, wyl de Militaire zweerende gehouw en getrouw te zyn aan de Heeren Staaten van de Provintie waar in zy Guarnifoen houden, verpligt zyn .te obëdiëeren de befluiten van Hoogftdezelve , zoo ten dien opzigte als in alle andere zaaken, zoo zy zonder concurrentie der Bondgenoten de Judicature omtrend de Militairen kunnen reguleeren naar welgevallen; dog zoo het tweede waar is, kan dien Eed hun niet ontbinden van den Eed aan de Generaliteit gedaan, en zy zyn verpligt om zig te rigten naar de befmiten, die de gezamentlyke Bondgenoten omtrend de Militaire Jurisdictie zullen gelieven te neemen. Wy kunnen dus niet afzyn om U Ed. Mog. te verzoeken,om geene Conclufie voor als nog te neemen omtrend het doen van den Eed door de Militie actueel binnen Zeeland Guarnifoen houdende, en wenfchen, dat eene nadere bepaaiing omtrend de Militaire Jurisdictie met onze concurrentie kan worden getroffen, waar door de harmonie onder de Staatsieeden moge worden bevorderd , als meede het welzyn van 's Lands goede Ingezeetenen , en waar door zy, zonder krenking van de fubordinatie en Militairs  %t NALEZING van STUKKEN re discipline, tegens alle overlast werden ge* praeferveerd, het welk altoos ons grootfte doelwit zal zyn. En om een blyk te geeven, hoe zeer Wy verlangen, om zoo veel in ons is, te contribueeren aan de harmonie en eensgezindheid onder de Staatsieeden, zoo zullen Wy, onverminderd onze Contradictie tegens de Conclufie van den 22 September jongstleeden, aanzien de te nemene Conclufie, ingevalle U Ed. Mog. goedvinden , dat tegens de , uit hunne detentie gevlugte Militairen , Procedures werden aangevangen; hoe zeer het ons aangenamer zoude zyn , dat zulks wierde nagelaaten, en dat zy gepardonneert wierden , zonder dat deeze zaak eenige verdere voortgang hadde; en zyn ook onder die zelve re/erve, genegen om te confenteeren , dat aan ons als Capitein Generaal van Zeeland werde aangefchreeven, om aan den Commandeerenden Officier te Zierik-Zee, de noodige ordres te geeven , om de, in deszelfs bewaringe zynde Militaire gevangenen over gemeene Delicten, voor zoo verre als hun Delict met geen zwaarder Militair Delict is gepaard, op requifitie van het Gerecht van Zierik-Zee te extradeeren , dog zulks alleen in verwagting, dat daar uit geene prcejuditie zal worden getrokken, en dat de overige Staatsieeden onze faciliteit in deezen ziende , met ons zullen willen concurreeren tot het maken van eene nadere fchikking omtrend de Militaire Jurisdictie binnen de Provintie van Zeeland, en om dezelve te doen ftand houden, tot dat met eenparigheid van alle de Bondgenoten eens eene permanente Wet  tot de MILIT. JURISDICTIE. 33 Wet kan worden gemaakt, waar naar zig de Militie in de refpeclive Provintien Guarnifoen houdende ten opzigte van de Jurisdictie zal moeten reguleeren. Waar meede: Edele Mogende Heeren, Byzonder e goede Vrienden. Wy U Ed. Mog. bevelen in Gods heilige Protectie. Uwer Ed. Mog. Dienstwillige Dienaar. (geparaph.") W. Pr. V. ORANGE. (Onderftond~) Ter Ordonnantie van Zyne Hoogheid (geteekent) F. J. de LARREY. In 's Ha ge den 20 February 1784. Conclufie den 2 3 Feb. 1784 gekomen op de Miffive vanZ.D.H. van 20 te voren. Waar op zynde gedelibereerd — is goedgevonden , dat perfifteerende by H. E. M. Refolutie van den 5. deezer in een Commifforiaal befoigne een gave extenfie omtrend de Militaire poincten, vervat in hun Ed. Miffive van den 18 December 1783 , aan de Heer Eersten Edelen gefchreeven, zal worden geformeerd, en zoo dra mogelyk, aan H. E. M. overgebragt. Nol. I. Deel II. Stuk C IX.  34 NALEZING van STUKKEN IX. MISSIVE van Burgem. en Schep, der Stad Zierik-Zee aan de Ge. committeerde Raaden vanZeeland. Edele Mogende Heeren ! Gifteren morgen ons Collcgie by den anderen zynde geconvoceerd, werden Wy door den Heer Praefident Burgemeester gecommuniceerd, dat in dien zeiven nagt de Militaire delinquanten, omtrend welker extraditie aan den Civilen en Competenten Regter deezer Stad, Wyons meer dan eens aan U Ed. Mog. hebben geaddresfeerd, dog die tot heeden door de Militairen is gedifficulteerd, uit hunne Gevangenis waren geéchappeert, dat echter, nadat hyHeer Praefident de vcreischtte order tot het agterhaien derzelve had geëxpedieerd, een der voorfz voortvlugtigen door den Onderfchout was geapprehendeerd en ten 's Gravenfteene in detenfie gebragt, terwyl de overige derzelver door de Militairen zelve waren agterhaald , en in de Hoofdwagt in bewaaring genomen. — By onze deliberatien over dit voorval, oordeelden Wy genoegzaam te zyn U Ed. Mog. van het zelve kennis te geeven, in overweeging nemende dat Wy in de vorige gevallen hier toe betrekking hebbende, onze gehouden directie en gedaane demarches U Ed. Mog. altyd hadden gecommuniceerd, en nu des te meer daar Wy de fatisfaétie hadden ; om een der voorfz delinquanin onze magt te hebben. Waar  tot de MILIT. JURISDICTIE. 35 . Waar raeede wy U Ed. Mog. in Godes heilige befcherming beveelen en blyven. Edels Mogende Heeren! U Ed. Mog. gehoorzaame Dienaren Burgemeesteren en Schepenen deiStad Zierik-Zee. Ter Ordonnamie van dezelve. (Was geteekent) J. van der HOUTE. Zierik-Zee den 23 Febr. 1784. X. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland cn West- Vriesland, in hun Ed. Cr. Mog. Vergaderinge genomen op Fry dag den 27 February 1784. De Heer Penfionaris van Zeebergh heeft ter Vergadering gerapporteert, dat de Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlem en verdere hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Juftitie, met Commilfariffen van den Hove, in gevolge en ter voldoening van hun Ed. Gr. Mog. Refolutie Commifforiaal van den 11 December 1783 hadden geëxamineerd eene C 2 " Pro- Rapport op de Propofitie van Gedeputeerden der Stad Delfc nopens de onafgedaan gelaten Proces-  $6 NALEZING van STUKKEN fen en Sententiën by den zoogenaamdenHoogen Krygsraad; en's Hofs Berigt en Advis daar op; als mede op een Generaü- < teit Rapport omtrent voorzieningenvan den Raad van Staaten ten aanzien van Gevangenen en zaaken by den zeiven Hoogen Krygsraad gevonden. Overgenoomen. Propofitie door de Heeren Gedeputeerden der Stad Delft op den 16 Oétober bevoorens ter Vergadering alhier gedaan, zoo omtrend het arrefteeren eener voorziening noopens eenen by den zoogenaamden Hoogen Krygsraad gedetineerden J. B. Jacobi, als noopens andere Proceffen en Sententien , by denzelven Krygsraad onafgedaan gelaaten; mitsgaders eene Misfive van Praefidlnt en Raaden van den Hove, houdende, in gevolge hun Ed. Gr. Mog. requifitie, derzelver berigt, confideratien en advis op de evengemeide Propofitie; 'als meede nog, in gevolge en ter voldoening van hun Ed. Gr. Mog. Refolutie Commifforiaal van den 5 February laatstlecden, een Rapport op den 30 January bevoorens ter Generaliteit uitgebragt, voor zoo verre betreft de daar in vermelde voorzieningen van den Raad van Staaten ten aanzien van zommige Gevangenen en zaaken, by den zoogenaamden Hoogen Krygsraad gevonden wordende, gearrefteerd. En dat zy Heeren Gecommitteerden volkomen overtuigd van de noodzakelykheid, zoo by de voorfz Propofitie van den Heeren Gedeputeerden der Stad Delft, als by het daar op geformeerd berigt en advis van Prefident en Raaden van den Hove, aangedrongen,tot het maak'en van gepafte voorzieningen omtrend de Gevangenen van den zoogenaamden Hoogen Krygsraad, als meede wegens de verdere zaaken, en Proceffen, aldaar nog onafgedaan gevonden wordende , zig meer byzonder hadden bepaald cot eene overweeging der middelen , die hier toe by het voorfchreeve Berigt en Advis zyn voorgefteld, en welke daar by ver-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 37 verder in aanmerking zouden kunnen komen. Dat, offchoon die onderfoek zig in den eerflen opfiag wel alleen fcheen te moeten bepaaJen tot zoodanige Gevangenen , zaaken en proceffen, welken , als deeze Provintie concerneerende, meer direct en immediaat een voorziening van hun Ed. Gr. Mog. zouden vorderen, nogthans by hen Heeren Gecommitteerden begreepen was, dat, ter bevordering, zoo wel van de publique utiliteit, als van de rigtiger uitvoering van de by hun Ed. Gr. Mog. te maaken verordeningen, het alzins preferabel was, om het voorflel der te arrcfleeren voorziening zoo te doen, dat de gezaamentlyke Bondgenoten , voor zoo veel de Gevangenen en zaaken, hun refpectivelyk aangaande, betreft, daar toe niet alleen op eene gevoegclyke wyze zouden kunnen accedeeren, maar zelfs langs dien weg zig bevryden van een embarras, waar in zy anders , boven deeze Provintie zelfs, zig in het vervolg veel al zouden vinden ingewikkeld. Dat zy Heeren Gecommitteerden , in de hoop, dat-zoodanig project niet geheel zoude worden verworpen, het zelve in het generaal tot een grondflag in dcezen gelegd hebbende, by de cxaminatie der zaak hadden bevonden: dat , gelyker, met betrekking tot de voorhanden zynde • Gevangenen, en verdere voorziening vereffenende zaaken , aanftonds eene bepaaling zal moeten worden gemaakt, welke zaaken als' pure Militair, en welken als ordinair en civiel te confldereeren zyn , even dit, zal het met de vereischte naauwkeurigheid gefchieden, behoorde te worden gedaan niet door particuliere Perfoonen, vooral niet door Militairen, maar C 3 door  3 8 NALEZING van STUKKEN door een Collegie van Juftitie ,het welk by de hand zynde gepaftelyk zig zoude kunnen verleedigen, om alvorens alles, wat 'er met betrekking tot Gevangenen van den voorfz Krygsraad, of van onafgedaane zaaken aldaar, die onder de hertelling der refpcctive Bondgenoten zouden behooren, gevonden mogt worden, by wege van zeekcr zoort van fequeftratie onder zyne bewaaring te neemen , en dan wyders te procedeeren tot fchifting en verdere bereddering van alles, zonder nogtans hier onder te begrypen de Gevangenen en zaaken hét reffort van de Generaliteit aangaande, als zynde, in gevolge het voorfz Generaliteits Rapport van den 30 January laatstleeden, daar omtrend reeds eenige voorziening gedaan by den Raad van Staaten; welker wettigheid of onwettigheid egter, ten aanzien zoo van de form als uitgebreidheid , zy Heeren Gecommitteerden gemeend hadden geen object van discufüe in dit bcfoigne te weezen, waar om zy zig daar over niet ipeciaal zouden uftlaaten, maar alleen Blyven in het oog houden het geene hier omtrend in faclo plaats had. Dat zy Heeren Gecommitteerden ondertusfchen geoordeeld hadden, in de|keufevan een Collegie van Juftitie tot de uitvoering van het voorfz generaal project, zig niet becter te kunnen bepaalen, dan tot het Hof Provintiaal, als welks gefleldheid en refidentie binnen deeze plaats, gevoegd by zyne meer dan waarfchynclyke directe betrekking tot verfcheide zaaken van den zoogenaamden Hoogen Krygsraad, het zelve ten deezen abfolutelyk het eerst in aanmerking moest doen komen: terwyl zy zig ook niet  tot de MIL1T. JURISDICTIE. 39 niet verbeelden konden, dat de Bondgenoten, de zaak wel inziende , en byzonder in het oog houdende, dat het belang van allen vorderde maar één bepaald Collegie van Juftitie in deezen te qualificeeren, bedenkelykheid zouden draagen, om in dit finguliere geval daar toe over te gaan, vooral, daar zulks kon gefchieden onder de fterkfte proteftatie van non pra> judicie en tegen alle confequentien, die daar uit immer zouden mogen worden afgeleid. Dat zy Heeren Gecommitteerden egter hadden gemeend, dat, om met te meerder vrugt ih deezen te werk te gaan , het niet ondienftig zoude weezen, om vooraf zeekere poinéten te bepaalen, naar welken het Hof, uit kragte der te verleenen qualiticatie, zoude te werk gaan, waar toe zy dan hadden ontworpen het Plan, aan het einde deezes geinfereerd. Dat op alle deeze gronden zy Heeren Gecommitteerden derhalven van gedagten zouden weezen, dat hun Ed. Gr. Mog. alvoorens met betrekking tot de voorfz zaaken en Gevangehen , die deeze Provintie betreffen, eene afzonderlyke voorziening te doen, zouden behooren te beproeven , of de refpeótivc Bondgenooten, door het verleenen eener gepaite qualificatic op het Hof, zig in de hier vooren opgegeeven gemeenfehappelyke fchikking zouden willen inlaaten,en dat tot zoodaanig einde aan defelve, met toezending van het hier agter volgend Plan van behandeling , zoude 'kunnen worden geaddreffeerd eene circulaire Miffive van den navolgenden inhoud. C 4 Edek  40 NALEZING van STUKKEN Edele Mogende Heeren, byzondere goede Vrienden, Nagebuuren, en Bondgenooten. By ons eene deliberatie aangelegd zynde over de voorzieningen , die 'er , vermits de geheele remotie van den zoogenaamden Hoogen Krygsraad, ten aanzien van de aldaar gevonden wordende Gevangenen, en onafgedaane zaaken , voor zoo verre dezelve Onze Provintie betreffen , door Ons zouden behooren te worden gemaakt, zoo is aan Ons,by die gelegenheid eene bedenking voorgekomen, of het, ter bevordering zoo wel van de publique utiliteit als van de rigtiger uitvoering van de te maaken verordeningen, niet dienfiiger zoude zyn,om de te arrefteeren voorziening zoo te projeéleeren , dat de gezaarnentlyke Bondgenooten, voor zoo veel de Gevangenen en zaaken, hun refpcélivelyk aangaande, betreft, daar toe niet alleen zouden kunnen accedcercn, maar zelfs langs dien weg zig bevryden van een embarras, waar in zy anders, boven deeze Provintie zelfs, zig in 't vervolg veelal zouden kunnen vinden ingewikkeld. De fingulariteit van het voorhanden zynde geval, gevoegd by den omflag en inconvenienten, waar aan het onderzoek der competentie van de Regters, en het renvoyeeren der zaaken buiten deeze Provintie t'huis behoorende, wanneer zulks omtrend alle gevallen indiftinctelyk geadmitteerd wierd, onderheevig zoude zyn, en het verloop van tyd, aan dit alles verbonden , heeft Ons aanftonds in het denkbeeld gebragt, of het niet raadzaamst zoude zyn, om,  tot de MILIT. JURISDICTIE. 41 om, dewyl de in deezen vereischt wordende fchifting en beftelling van zaaken geenzins aan particuliere Perfoonen, vooral niet aan Militairen , kan worden overgelaaten, dit werk te demandeercn aan een byzonder Collegie van Juftitie, en wel bepaaldelyk aan het Hof van Juftitie Onzer Provintie , als 't welk, om verIe heiden reedenen, daar toe zeeker het meest gefchikt gekeurd moet worden. Alvooren derhalven voor Ons zeiven tot het arrefteeren van eenige Domeftique fchikkingen over te gaan, hebben Wy best geoordeeld , om aan U Ed. Mog. en aan de verdere Bondgenoten in confideratie te moeten geeven, of dezelven ook zouden kunnen goedvinden, het voorfz Hof te qualificeeren, om de zaaken , zoo Civiele als Crimineele, die by den zoogenaamden Hoogen Krygsraad aanhangig zyn geweest (met uitzondering alleen van het geen de Generaliteit raakt, als waar omtrend de Raad van Staaten , zoo als Wy geïnformeerd zyn, goedgevonden heeft, reeds beftellingen te maaken) voor zoo verre dezelven niet begreepen kunnen worden tot de judicature van den Hcllandfchen Regter te behooren, af te doen en te termineeren ;mits regard neemende op zoodaanige exceptien van incompetentie en renvoy, als van wcege de refpeétive Gedaagden nog gevoeglyk zouden kunnen en mogen worden geproponeerd, en door een vrywillig acquiescement niet reeds zouden moeten worden verftaan vervallen te zyn: in alle de voorfz zaaken dan verder; ten aanzien van derzelver behandeling, in het oog houdende de poinften, vermeld in een by ons ontworpen Plan, waar C 5 van  42 NALEZING van STUKKEN van Wy teffens de eer hebben een affchrift hier nevens aan U Ed. Mog. te laaten toekomen. By aldien dit generaale denkbeeld mogt gegoateerd worden, geeven Wy nog in confideratie , of U Ed. Mog. en de andere Bondgenooten dan wyders niet zouden kunnen goedvinden hunne refpeftivc Gedeputeerden ter Generaliteit te qualificeeren en te gelasten,om de zaak daar heen te heipen dirigeeren , dat het Hof van Holland, als zig bevindende in loco, alwaar de Gevangenen , en de Stukken en Papieren, mitsgaders genamtifeerde en geconfigneerde Penningen , in deezen geconcerneerd, zig allen bevinden, en uit dien hoofde, mitsgaders alleen om deezen reede, en in confideratie van dien, daar toe het convenabelst moetende geoordeeld worden, van wegen'de gezaamentlyke Bondgenooten mogen worden geauthorifeerd , alle het gunt voorfz is in fequeftiatie over te neemen, ten einde die zaaken , welke zyn pure Militair en das tot den Militairen Regter geoordeeld worden te behooren, van de anderen af te fonderen, en aan den Raad van Scaaten ter afdoening, of examinarie en renvoy aan de competente Regters, wanneer zulks noodigmogt zyn, over te brengen: en ten einde voorts alle de "andere , zoo Crimineele als Civiele , in gevolge en uit kragte der bovengemelde particuliere quaüficatie der refpecfive Bondgenoten, op den voorfz voet te termineeren en af te doen; zonder dat uit dit een en ander, als in dit fingulicr geval geoordeeld wordende, het meest gefchikt tezyn, om de afdoening der gemelde aanhangige zaaken  tot de M1LIT. JURISDICTIE. 43 ken te effe&ueeren, en veelvuldige inconvenienten voor te komen, eenige de minfte confequentie, in prcejudide van wien het ook zy, voor het toekomende zal mogen worden gededuceert. Wy vleien Ons, dat U Ed. Mog. dit voorHel wel ten fpoedigften in overweeging zullen neemen, en Ons daar op derzelver gedagten meede deelen, terwyl Wy voor Ons den uitÜag daar van liever willen afwagten , dan door het maaken van Provinciaale beftellingen, waar toe Wy egter, zoo Ons geproponeerde onverhoopt niet mogt worden geaggreëert, wel verpligt zouden zyn over te gaan , in de behandeling der zaak zelve eenige ongeleegenheid toe te brengen. Waar meede &c. Fiat infertio van het Plan. Waar op gedelibereert, en Copie van het voorfz gerapporteerde verzogt zynde door de Heeren van de Ridderfchap en Edelen , om het zelve in de Ordre nader te examineeren , en door de verdere Leden om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen, is de finaale Refolutie uitgeftelt tot nadere deliberatie. Accordeert met de voorfz Refolutien. PLAN  44 NALEZING van STUKKEN PLAN van behandeling der onafgedaans zaaken by den zoogenaamden Hoogen Krygsraad, voor zoo ver dezelve niet het Generaliteits Refjort betreffen. Art. I. Het Hof van Holland, de noodige qualificatie ontfangen hebbende, om in fequeftratie over te neemen het geene by den zoogenaamden Hoogen Krygsraad zou mogen worden gevonden , zal eerst en vooral van den Fiscaal van de Generaliteit requireeren de overgave van alle zoodanige Gevangenen (uitgezondert a]s jn het hoofd deezes) die wegens eenige delicten in detentie van den voorfz Krygsraad zyn, of welker zaaken daar mogten gebragt weezen , met de Informatien en het geen tot derzelver zaake behoord; gelyk meede eene opgave van de uit kragre van Sententien van den zei ven Krygsraad Geconfineerden ter zaaken van delicten, als ook van de Plaats, waar, en van den tyd voor. welken zy geconfineert zyn : En vervolgens, onder fequeftratie overneemen alle dehnspendente Proceffen, mitsgaders Stukken en Papieren , gelyk ook de genamtifeerde en geconfigneerde Penningen (met uitzondering als vooren) welke by het gemelde praetenfc Collegie zouden mogen gevonden worden. I I. Na eene fummiere kennisneeming van zaaken zullen wyders door het Hof aan den Raad van  tot de MILIT. JURISDICTIE. 45 van Staaten overgegeeven worden de litispendente Proceffen wegens pure Militaire zaaken, als meede de Gevangenen, die daar in zouden mogen zyn geconcerneert, mitsgaders verder alles, wat bevonden zoude worden betrekking te hebben tot Perfoonen, die wegens Militaire misdaaden of mefufes, uit kragte van eenige dispofitien van den zoogenaamden Hoogen Krygsraad, in bewaaring zouden mogen zyn: alles ten einde dien aangaande door den Raad van Staaten de noodige voorzieningen, en daar zulks te pas komt,ook de vereischte rerivoyen van zulke Militaire zaaken aan de Competente Rzgters zouden kunnen gedaan worden. I I I. Het Hof, de qualificatie om ten aanzien van alle andere zaaken werkzaam te zyn en regterlyke daaden te pieegen, ontfangen hebbende, zal telkens in zyne uit kragte daar van te arrefteeren dispofitien melding maaken van de fpeciale qualificatie der Heeren Staaten van die Provintie , onder welkers Reffort de zaak, voor handen, zoude mogen behooren. I V. In zaaken, die reeds getermineerd zyn, dog waar in de Sententien of Condemnatien nog geen effect geforteert hebben, of ter executie gelegt zyn, voor zoo verre dezelven zyn getermineert op over gif te van Partyen, zullen zulke Sententien worden ter executie gelegt, gelyk Uitfpraaken van Arbiters, na daar op door het  46 NALEZING van STUKKEN het Hof verleende Condemnatien; en voor zoo verre zy mogten gedecideert zyn op Intendith, zal de alzoo Gecondemneerde nog eens peremtorie voor het Hof moeten worden geciteert, om Condemnatie te zien decerneeren op de by Intendith geweezen Sententie. V. Ten aanzien van Proceduren en differenten, die nog niet gedecideert maar in ftaat van wyzen zyn, het zy de Gedaagden gecompareert zynde defenüe hebben gedaan, of wel dat 'er, na het gaan van defaulten ; gediend zy van Intendith, daar in zal op de gehouden Proceduren, zoo in dezelven geen elfentieele gebreeken gevonden worden, by het Hof deciüe vallen; behoudens dat wanneer by Intendith geprocedeert word, nog eene peremtoire Citatie voor het Hof zal worden gedaan. ' . V I. In zaaken, die ongedecideert en nog niet in ftaat van wyzen zyn, zal, by aldien de Gedaagde reeds is gecompareert, volgens de laatfte Retro-Aéta, zoo die niet aan wezentlyke defecten laborecren, voort geprocedeert worden , behoudens in allen gevallen des Gedaagdens exceptie en detentie; dog den Gedaagden nog niet gecompareerd, en nog geen default tegen denzelven gegaan zynde , by aldien hy geen Vreemdeling is, en hier te Lande eene gefixeerde woonplaats heeft, den Aanlegger worden geinjungeert om zyne Party voor deszelfs da-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 47 dagelykfchen en Competenten Rechter aan te fpreeken. V I I. Dc zulken, die eenige Aften van Confine. ment mogten hebben geobtineert, of ook zy, wier Nabeftaanden ex officie geconfineert mogten zyn, zullen zig by Request moeten addresfeeren aan den Magiftraat van de Plaats, waar onder de Geconfineerden uit hoofde van Domicilie , of van Guarnifoen, hebben behoort, ofte wel aan het Hof, ten einde op het verzoek refpeótivelyk van Confirmatie of van relaxatie zoodanig zoude kunnen worden gedisponeerd, als dezelve Magiftraat, of het Hof, zoude oordeelen te behooren. VIII. De Voogden en Curateuren, by den zoogenaamden Hoogen Krygsraad aangefteld, zullen op gelyke wyze , en ten zelfden einde, als in het voorgaande Articul bepaald is, zig moeten addrelfeeren; zoo als meede zal moeten gefchieden door Sequefters en Curateuren in infolvente of onbeheerde Boedels, dog deeze laatste ter Plaatfe , alwaar de Boedels gevallen zyn: terwyl al het geene deswegens in Confignatie gebragt, en aan den Hove uit kragte der bovengemelde generaale qualificatie overgegeeven zoude mogen zyn , voor zoo verre zulke Penningen tot Boedels mogten behooren, die niet onder het oppertoezigt van den Hove zouden moeten worden beheerd, door het Hof zullen moeten overgegeeven worden aan de Gereg- ten  48 NALEZING van STUKKEN- tender PJaatfen, ten aanzien van zulke Boedels competent: zullende ook het Judicium Presferentice & Concurrentie gehouden worden voor den Regter, die de voorfz Confirmatie verleend mogt hebben. I X. Onder de voorfz qualificatie op het Hof van Holland zal fpeciaal ook begreepen zyn de bevoegdheid om te cognosceeren over Pratenfien van Pracfizyns wegens Salaris en gedaane Verfchotten in zaaken voor den zoogenaamden Krygsraad verdiend en geimpendeert. XI. MISSIVE van den Raad van Braband aan H. H. M. Hoog Mogende Heeren! Het kan aan Uw Hoog Mog. niet onbekend zyn, hoe dikwyls dezen Rade zig al van de eerfle tyden harer erectie af, in de noodzaaklykheid bevonden heeft3 om de ufurpatien en infraétien van het Militair Gebied, zoo op de wettig verkregen Jurisdictie van de Magiflraten en ordinaris Regters in Braband, als opdepraeëminentien van dezen Rade zelve, zomtyds door middelen van regtsdwang, dan eens door de fouveraine tusfehenkomst van Uw Hoog Mog. tegentegaan; En het zal derhalvenaanUwHoog Mog. niet vreemd kunnen voorkomen, dat wy betuigen, nimmer dan met een regtmatige fmart den voortgang te hebben kunnen befchouwen, wel-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 49 welke des niettegenftaande het fyltcma eene onbepaalde Militaire Jurisdictie , zoo als dezelve binnen het Territoir van Braband wederom is geëxerceert geworden, gemaakt heeft. Wy verbeelden ons egter, dat Uw Hoog Mog. te zeer overtuigd zyn van de onbeftaanbaarheid van dit fyftema, dan dat wy in een detail zouden behoeven te treden van zaken en gebeurteniffen, m de Registers, zoo van Uw Hoog Mog., als van dezen Rade, overvloedig te vinden, om Hoogftdezelve te doen gevoelen, hoe zeer de demarches der Militaire Krygsraden geftrekt hebben , om de Jurisdictie van dezen Rade en der plaatzelyke Regters op het grondgebied van Braband te krenken, het Juftitie' wezen in veragting te brengen , en de belangen der Ingezetenen te benadeelen. Immers Hoog Mog. Heeren, (om er dit alleen van te zeggen) het behoord zoo min in Braband, als in eenige andere Provintie, in twyffel getrokken worden , dat aldaar van ouds af tot de adminiftratie der ordinaris Juftitie, tam in civilibus, quamin criminalibus, geene andere Jurisdictie is toegelaten, dan die uit den boezem van den Souverain op dezen Rade, of op de plaatzelyke Regtbanken , wettig geprofiueerd, en by folemneele toezeggingen, yder voor zo veel hen aangaat, privative is afgeftaan. Terwyl het even min eenige contestatie kan onderhevig zyn, dat de Ingezetenen van Braband met behoud dezer Regten , welke zy altoos als het plegtanker hunner veiligheid hebben aangemerkt , en welke daarom telkens door de fuccesiïve Hertogen op de folemneelfte wyze zyn bezworen en bekragtigd, onder Nai. l.Deel. 11. Stuk. D het  5° NALEZING vao STUKKEN het Oppergebied van Uw Hoog Mog. gekomen zyn; zoo dat men zonder de equiteit van Uw Hoog Mog. te kort te doen; niet zoude kunnen of mogen fupponeeren, dat het immer de intentie van Uw Hoog Mog. zoude hebben kunnen zyn, om in prejudicie dezer alzo wettig verkregen voorregten der Brabandfche In- en Opgezetenen , aan de ordinaire Juftitie te onttrekken , en aan de Militaire Krygsraden, of aan wien het ook zyn mogt, op te dragen eenig regt van Jurisdictie over Perfoonen en zaken, tot de ordinaris Juftitie fud naturd behorende.. Dezen dan de ware principes zynde met betrekking tot de exercitie van Jurisdictie, zoo hebben wy gemeend, in de tegenwoordige omftandigheden van zaken, terwyl men in byna alle de byzondere Gewesten dezer Republiek maatregelen tot ftand ziet komen, om de Militaire Jurisdictie binnen hare natuurlyke grenzen terug te brengen, insgelyks te mogen vertrouwen, dat de gevoelens van billykheid en regtvaardigheid, die Uw Hoog Mog. voor het maintien van de Regten en Privilegiën van Braband beftendig betoond hebben, zoo veele waarborgen zyn , dat de Hoge Bondgenoten in dit poinót voor de bewaring en befcherming van de Privilegiën der Steden en Ingezetenen, onder de Souverainiteit van hetgemeeneBondgenootfchap gehorende, geen mindere zorge zullen dragen , dan elk der refpective Bondgenooten, immers de meesten derzelven, voor die hunner byzondere Provinciën bereids betoond hebben; en fchoon dezelve geene Item in Staat hebben, nog als integreerende Leden in de Souverainiteit participeeren, daar aan egter geen minder , ef-  tot de MILÏT. JURISDICTIE. sï effect van verbindende kragt, dan aan de Privilegiën der Steden Hem in Staat hebbende, zullen blyven toekennen, en mitsdien geene onbepaalder Jurisdictie der Krygsraden aldaar zullen toelaten of gedogen. Trouwens; dat wy in dezen van Uw Hoo°Mog. niet anders verwagten kunnen, daar van meenen wy ons reeds vooraf te mogen verzekerd houden , daar het bekend is, dat bereids zommige Provinciën Uw Hoog Mog. hebben opgewekt, om in de Generaüteits Landen mede alle ingeflopen misbruiken der Militaire Jurisdictie te beteren en af te weeren. Wcshalven wy dan ook gemeend hebben op grond van al het geen wy tot hier toe de vryheid genomen hebben , aan Uw Hoog Mog. voor te dragen, eed en amptshalven verpligt te zyn, in dezen Uw Hoog Mog. te adiëeren, met eerbiedig verzoek, dat Uw Hoog Mog. zoodanige efficacieufe ordre zullen gelieven te Hellendat door geene Militaire Regters, of door wien zulks ook zoude mogen wezen, op de territoriale Jurisdictie in Braband, meer geëmpieteerd werde. Terwyl wy al verder de vryheid nemen, om van Uw Hoog Mog. inflantelyk te verzoeken, dat, daar Hoogfldenzelven in navolging der Refolutien, door alle de Bondgenoten afzonderJyk,.met opzigt tot de Provinciën genomen, bereids ook ter Algemeene Vergadering van het Bondgenoodfchap gerefolveert hebben, om den gewezen Hogen Krygsraad af te fchaffen, en er alzoo verfcheiden zaken waarfchynlyk zullen zyn onafgedaan gebleven, welke uit het diflrict van Braband herkomflig , en objecten der ordiD 2 na-  52 NALEZING van STUKKEN naris Juftitie zynde , mitsdien tot de cognitie van dezen Rade of der ordinaire Regtbanken behoren, Uw Hoog Mog. dienvolgende dienaangaande zoodanige gepaste voorzieninge gelieven te doen, dat alle dezelven , het zy crimineel of civiel, voor zoo verre niet pure Militair zyn , of tot dez-3n Rade, of tot de Geregten der Steden en Plaatzen, alwaar dezelven volgens de grondwetten van Braband hadden behoren beregt te worden, mogen worden overgebragt; en dat mitsdien Uw Hoog Mog. het daarheen zullen gelieven te dirigeeren, dat zulks door den Rade van Staaten, welke, volgens bekomen informatien., zig actueel bezig houd met de herftelling van den loop der Juftitie in de zaken , welke by voorgemelde Hogen Krygsraad nog onafgedaan waren berustende , moge worden geëffectueert. En daar wy door het gevoel van onzen eed en pligt ons tot de reclame van onze wettige Jurisdictie hebben gedrongen gezien, vertrouwen wy, dat deze onze pogingen tot maintien der Hoge Regten van Braband in 't gemeen , en van alle de Steden en Plaatzen in 't byzonder, de goedkeuring van Uw Hoog Mog. zullen wegdragen, en wy dezelven eerlang met eene gewenschte Refolutie zullen agtervolgt zien. Waar meede enz. XII.  tot de MIL1T. JURISDICTIE. 53 l XII. EXTRACT uil het Register van de Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Den 4 Maart 1784. De Raadpenüonaris heeft gerapporteerd uit naam van Heeren Commiffariffen hebbende ter voldoéning van H. E. M. Refolutie van 11 September laatstl. geëxamineert de Requeften door den Gevangen Vaandrig Jacob Eduard de Witte, om brieven van Abolitie, ten zei ven dage aan H. H. M. geprefenteerd, mitsgaders het daar op gerequireerd en den 6 November ingekomen Advis van Praefident en Raaden van den Hove van Holland en Zeeland, benevens de confideratien van den Procureur Generaal aan den Hove, e»de verdereftukken de voorfz zaak concerneerende , en verder ter voldoening aan H. E. M. Refolutie .van den 6 Nov. laatstl. met de Heeren Gecommitteerde der Heeren Staaten van Holland eene fchriftelyke conferentie over deeze zaak gehouden hebbende en beraamd een gemeenfchappelyk Rapport, aan de Heeren Staaten der beide Provintien op dit fujet uit te brengen. Dat Heeren CommiffarifTen na het wiflelen van eenige confideratien met welgemelde Hollandfche Heeren Gecommitteerde met dezelve waren overeengekomen, ten aanzien van het Advis, dat in deezen zoude behooren te worden uitgebragt, zoo wel als van de generaale gronden, die daar toe konden dienen. D 3 Dat  S4- NALEZING van STUKKEN Dat Heeren Commifiariflen ingevolge hier van dan ook de eer konden hebben, aan H- E. M. te rapporteeren. Dat zy , Baaüwkeurig overwoogen hebbende de redenen en gronden, waarom door Praefident en Raaden van den Hove op des Gevangens verzoek om Abolitie, een declinatoir Advis aan H. E. M. is ingediend, niet hadden konnen disconvenieeren eensdeels, dat de misdaad van Landverraad, door den Gevangen gepleegd en geconfeffeerd j is een crimen atrocillimum, het geen op zig zelfs befchouwd niet zeer fusceptibel is voor ablblute gratie;en anderdeels, dat de reedenen, door den Gevangen tot verfchooning, was het mogelyk, van zyn misdryf aangevoerd van dien aart zyn , dat dezelve, als alleen tendeerende, om de graad van misdaad te verminderen , op het gmntigftc befchouwd, maar zouden kunnen dienen tot eene mitigatie van de ft'raf, en dus eigentijd niet op een verzoek van gratie, aan den Souverain geaddresleerd, maar by den Regter in judicando te pas gebragt kunnen worden. Dat zy Heeren egter, in aanmerking noemende de bedenking, door Prasfident en Raaden van den Hove by hun Advis aan H. E. M. voorgemeld, nafnelyk : ofniet, dewyl des fuppliants langduurige gevangenis nog aan hem zeiven , nog aan den gewoonen loop der regtspleeging is toe te fchryven, maar door een zamenloop van extraordinaire omftandigheeden, en zelfs door de deliberatien van H. E. M. is toegekomen, deze confederatie van dien aart zoude zyn, dat op dezelve meer by den Souverain zelfs, dan by den Regter reguard zou behooren te worden genoomén, niet konden ont- vein-  TOT DE MILIT. JURKDICTIE. 55 veinfen deeze bedenking niet ongefundeerd bevonden te hebben, terwyl het bekendis, tot welke dcliberatien,inzonderheid by de Heeren Staaten der beide Pro vintien, het geval van den Suppliant aanleiding gegeeven heeft; welke gewigtige gevolgen daar uit zyn geproflueerd; hoe even diezelfde deliberatie een afwisfeling van Regts onderzoek omtrend den Suppliant hebben geëffectueerd, en eindelyk, hoe hier door de gevangenis van den Suppliant is ver lengt, en zyne angften door eene geduurige flingering en de beklemmendfte onzeekerheid wegens zyn aannaaderend Lot, zyn verdubbeld. Dat zy Heeren, begrypende dat alle deeze omftandigheedcn, alleen by den Souverain naar behooren kunnen worden geapprecieerd, gemeend hadden, dat, voor zoo verre uit dezelve een grond tot eenige mitigatie van ftraf konde worden afgeleid, de bepaling daarvan niet onvoegfaam by den Souverain zelfs zoude gefchieden; terwyl zy, met applicatie van de voorfchreeve omftandigheedcn op 't voorhanden zynde geval, en by eene fcrupuleufe overweging derzelve, zoo in het afgetrokkene als met betrekking tot verfcheiden zaaken, die hen ,by de antcrieure examinatie der Proces ftukken, zyn voorgekomen, geoordeeld hadden, dat deze finguliere gebeurtenis, welke, ten aanzien van haar beloop, en vooral van haare merkwaardige gevolgen , in de Jaar-Boeken van Nederland, altoos een zeer notabele plaats beflaan zal, zonder de minfte vrees voor de gevolgen, kan fusceptibel gemaakt worden voor eenige, uit hoofde der circumftantien geenzints willeD 4 keu-  56 NALEZING va:t STUKKEN keurig te noemen gunfte van den Souverain , door de welkej, zonder eene totale uitwiffing der gepleegde misdaad plaats te geven, echter in de maate van de te inflingeeren ftraf eene aanmcrkelyke verzagring zöude worden daar gefield. Dat Heeren CommifTariflen mitsdien van Advis zouden zyn, dat het verzoek om Abolitie, door meergemelde Gevangen Vaandrig de Witte aan H. E. M. gedaan , zoude behooren te worden geweezen van de hand; dog dat echter , uit aanmerking der reedenen en gronden, by ditRipport gedetailleerd, aan den Suppliant zoude kunnen en behooren te worden gcremitteerd.de doodflraf, mitsgaders alle andere ftraf op een fchavot, welke het Hof ter zake van de voorfchreevc misdaad aan den Procureur Generaal tegen den Suppliant by fententie zoude komen -an tewyzen; en datwyders aan Pra-fident en Raaden van den Hove met toezending eener Copie van de in deezen te neemen Refolutie en van de redenen en rootivcn , daar toe by dat Rapport geallegeerd, zouden behooren te worden aangelcbreeven en aan dezelve als Regters ovcrgclaaten, om regard necmende op de alzoo verleende Brieven van gunftige remisiie, verder ter voldoening aan de eistenen van het Regt, zoodanig tegen den Suppliant ter zaake voorfchreeve te feritentieeren , als het Hof in goede Juftitie zoude oordeclen te behooren. Dat Heeren Commiifariffen aan welgemelde Heeren Gecommitteerden der Heeren Staaten van Holland wel hadden voorgehouden, of het niet beter zoude zyn , dat het Hof in de zaak van  tot de MI LIT. JURISDICTIE. 57 van den Gevangen de Witte eene fententie tegen denzelven arrefteerde, alvorens by de Hoeren Staaten,der twee andere Provintien eenige dispolitie op des Suppliants verzoek om gratie verleend wierd, dan dat hier over eenige confideratien gewislcld zynde, daar van de uitflag geweest was, dat het zelve voorftel weder met gemeen goedvinden was ter zyde gefield. Dat Heeren Commiffariffen mitsdien van advis waren geweest, dat de form van behandeling der te verleenen gratiën zouden behooren geëxamineert te worden , byzonder ten aanzien van het tydftip wanneer , de misdaaden waar in ,en de wyze , op welke die thans gewoonlyk geaccordeerd worden, en behooren te worden, op Rapport van Hun Ed. Mog. Accordeert &c. XIII. EXTRACT uit het Register van de Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Den li Maart 1784. By refumptie gedelibereerd zynde op het Rapport, den 27 November 1783 uitgebragt op de Miffive van den Heer P. A. de Jonge , Gemeente Burgemeefter der Stad Zierik-Zee, en by vacature van de Bailliuage der zelve Stad , hebbende waargenomen de Commiffie tot het beëedigen van het nieuw Guarnifoen voor de voornoemde Stad gearriveerd; als meede de D 5 Pro- Refolutien tot handhaving vnnd. Ed. Mog. ortires op hetrtukder Militaire Jurisuiéiie en het ge- aniplicL-id  $8 NALEZING van STUKKEN Formulier van cLn Eed; tot het doen van perquflitienaardegevallen van het evadeerenvan eenige Militaire Arreftan ten, en tot overgifte van die nog ' te ZierikZee in detentie zitten , aan de Weth aldaar: met Mifïïves ♦ aan de Fleren Staaten van de zes andereProvintien en het Landfchap Drenthe, als mede aan Zyn Doorlugtige Hoogheid , als Capitein Generaal van Zeeland. Propofitie door de Heeren Gedeputeerden der Stad Goes,uit naam en last van de Heeren hunne Committenten, ter zei ver tyd gedaan, heide betrekkelyk tot de difficulteit door de nieuwe aangekomen Guarniibenen voor de Steden Zierik-Zee en Goes gemoveerd, omtent het formulier van den Eed aan dezelve voorgehouden, uit kragt van Hun Ed. Mog. Refolutien van den 22 September en 10 November laatstleden , en eindelyk nog hebbende geëxamineerd 'het 2de Lid van de voornoemde Propofitie der Heeren Gedeputeerden van Goes, houdende de bedenking of het niet noodig zoude zyn, dat de Officieren der aótueele Guarnifoenen, zoo wel in de Stad Goes als andere Steden deezer Provintie, die aldaar voor het nemen hunner Ed. Mog. Refolutie van 22 September hebben gelegen, en wier vertrek, voor als nog onze. ker is-, meede verpligt worden den Eed conform de voornoemde Refolutie af te leggen; is goedgevonden en verftaan , dat het Formulier van den Eed voor de Militairen, by hun Ed. Mog. Refolutie van 22 September gearrefteerd, en waar omtrend hun Ed.Mog. den ioNovember beide laatstleden , nader hebben gerefolveerd, ftiptelyk zal worden nagekomen,en dat geene veranderingen ofreferven, hoe genaamd, daar in kunnen worden geadmitteerd; dat nogthans wanneer door de Officieren van nieuwe Guarniibenen of anderzints, nu of in der tyd, difficulteit wordt gemaakt, omtrent het afleg- ..„., r?„j ,„1™ u„t- .*„^-~~n~A<± gen van den Eed, ingevolge het voornoemde Formulier, en dat die difficulteit alleenlyk voorkomt uit een fcrupule, als of dat gearrefteerd Formulier iets contineerde ftrydig met den Eed van  tot de MILIT. JURISDICTIE. S9 van trouwe, door gemelde Officieren aan de Generaliteit gedaan, dat de Heeren hun Ed. Mog. Gecommitteerde Raaden , en de refpeótive Regeeringen der ftemmende Steeden deezer Provintie door hun Ed. Mog. zullen wotden geauthorifeerd, gelyk gefchied mits deezen, om ten overvloede , aan zoodanige Officieren , op hunne gemoveerde bedenking , te declareeren: dat, gelyk aan de eene zyde de intentie van hun Ed. Mog. niet is, of kan geweest zyn, om van de Officieren of Troupes, in dienst van de Republyk, een Eed af te vergen , welke ftrydig zoude zyn met den Eed van trouwe, waar door dezelve wettig aan de gezamentlyke Bondgenooten zyn verbonden en dat derhalven hunne fcrupule ten dien opzigte is overtollig en geheel ongefundeerd, hun Ed. Mog. ook aan de andere zyde vaftelyk zyn gereflvcerd tot het handhaaven van derzelver hoog gezag over het Krygsvolk dat zig op het Territoir van Zeeland zal bevinden, en fpeciaal aangaande de Jurisdictie over dezelve, zonder dat hun Ed. Mog. ooit zouden kunnen gedogen dat hunne IVetten en Ordonnantiën op dat fujet vastgefteld, onder pratext van andere orders of verbinteniffen zouden illufoir gemaakt worden: onverminderd de Refolutie den 10 November des vooriges Jaars genomen, te weten dat de Troupes, welke weigerig zyn den gearrefteerden Provintiaalen of Stedelyk, n- Eed af te leggen , niet zullen mogen binnen trekken, maar gelast worden aanftonds het Territoir deezer Provintie te verlaaten; met dien verftande egter, ten aanzien van Officieren ter Repartitie deezer Provintie flaande, dat dezelve zig aan voorfchreeve weigering  6o NALEZING van STUKKEN ring fchuldig makende , direóteiyk en zonder eenige conniventie door de Heeren Gecommitteede Raaden zullen worden gecaifeerd, zonder eenige meerdere betalinge te genieten, en andere in hunne plaats'aangefteld worden, waar toe Z. H. de Heer Capitein Generaal deezer Provintie op de aan Hoogftdenzelven , in zoodanig geval, gegeeven kennis, nu voor als dan word geauthorileerd , met qualificatie op de Heeren Gecommitteerde Raaden,om,wanneer hier in by Z. H. onverhoopt zwarigheid mogt worden gemaakt, deeze Refolutie in naam van hun Ed. Mog. zelve dadefyk ter uitvoer te brengen , van welke Refolutie door de Heeren Gecommitteerden ter beëediging der voorfchreeve Troupes, namens hun Ed. Mog., voor zoo verre zulks noodig mogte zyn, al meede verklaaring zal worden gedaan : wc "Jende hunEd. Mog. Refolutie van 10 November 1783 mits deezen in zoo verre gealtereerd. Vervolgens in aanmerking genomen zynde de noodzaakelykheid , dat de ordres van hun Ed. Mog., om het Territoir deézer Provintie te verlaten , aan Troupes ter repartitie van andere Provintien ftaande, wanneer zy weigeren mogten den gerequireerden Eed te praefteeren, ftiptelyk worden geëxecuteerd , en derzelver plaats vervuld met andere Troupes ter betaling van deeze Provintie gerepartitieerd, is goedgevonden , dat van de op dit fujet genomen Refolutie zal worden kennis gegeeven aan de Heeren Staaten der refpective Provintien en het Landfchap Drenthe, en Hoogftdezelve daar benevens verzogt om door derzelver concur- ren-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 6t rentie de executie van deeze hun Ed. Mog. Refolutie te bevorderen, ingevolge de Miffive hier agter geïnfereerd. En zal als dan Z. D. H., als Capitein Generaal deezer Provintie, door de Heeren Gecommitteerde Raaden, in naam van hun Ed. Mog., worden aangefchreeven en verzogt, om tot remplacement der afgewezen Militie een gelyk getal ter repartitie deezer Provintie ftaande herwaarts af te zenden , met verdere qualificatie op welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden, om, wanneer hier aan door Z. H. onverhooptelyk niet word voldaan , als dan zelfs, in naam van hun Ed. Mog., de benoodigde Troupes directelyk op te ontbieden , en de Heeren Staaten van het Gewest, waar in zy Guarnifoen houden, by Miffive re verzoeken de noodige ordres tot uittogt te verleenen. En ten einde alle Officieren ter repartitie deezer Provintie ftaande, te befchermen tegen alle inconvenienten , welke dezelve ter oorzaake hunner pligtfchuldige gehoorzaamheid aan de beveelen van hunnen Souverain, by mogelykheid zouden kunnen overkomen, is goedgevonden alle zoodanige Officieren, te neemen in hun Ed. Mog. protectie en te garandeeren tegen de gevolgen. En zal hier van by Miffive en Extract deezer aan de Regeeringen der refpective Hemmende Steeden worden kennis gegeeven , mitsgaders gelyk Extract aan de Bailliuws der Steeden Zierik-Zee, Goes en Tholen tot derzelver narigt refpective worden toegezonden ; zullende al verder Copie der Refolutie by hun Ed. Mog. den  6 a NALEZING van STUKKEN den 22 September 1783 op het Stuk der Militaire Jurisdictie in deeze Provintie genomen, met het toen gcarrcftqerd Formulier van Eed, als meede hun Ed. Mog. Refolutie van den 10 November 1783, en eindelyk deeze geheele Refolutie, by Miffive worden gezonden aan Z. D. H.,als Capitein Generaal van Zeeland,met ferieufe recommandatie om zig daar na ftipteJyk te gedragen, ingevolge de Miffive hier agter gcïnfereerd. By refumptie gedelibereerd zynde op het geproponeerde der Heeren van Vlisfingen den 8 December 1783 aan hun Ed. Mog, gedaan, is goedgevonden, dat het Patent by Z. D. H., als Capitein Generaal deezer Provintie, aan het 2de Battaillon van den Generaal Major Douglas, in Guarnifoen te Vlisfingen gegeeven, om te vertrekken naar Bommel, zal worden buiten effeót gefield, geiyk gefchied mits deezen , en worden de Heeren Gecommitteerde Raaden verzogt om geen Attachés te verleenen op eenig ander Patent van Z. D. H., waar by deeze of andere Troupes ter repartitie deezer Provintie ftaande , nu of in der tyd, zouden gelast worden zig naar buiten deeze Provintie te begezven,als met voorkennis en confent der Heeren Staaten van Zeeland. Ook is by verdere deliberatie goedgevonden en verftaan, tot kragtdadig mainétien van hun Ed. Mog. meergemelde Refolutie van 22 September 1783, ten aanzien van de actueele Guarnifoenen te Vlisfingen en Veere, aan welke den Eed, volgens het gearrefteerde Formulier, nog niet is voorgehouden, te dcclareeren, dat dezelve verpligt zullen zyn, binnen den tyd van vier  tot de MILIT. JURISDICTIE. 63 vier weeken, na dato deezes, den voorfchreeven Eed te praefteeren , op poene van, in cas van weigering, voor zoo verre zy ter repartitie deezer Provintie ftaan, te worden gecasfeerd, zonder eenige meerdere betaling te genieten ; en zal voor zoo verre zy ftaan ter repartitie van de Heeren Staaten'van Holland, van deeze weigering direct: by Miffive door de Heeren Gecommitteerde Raaden worden kennis gegeeven aan de Heeren Staaten hunne Betaalsheeren , met verzoek om dezelve Troupes te rug te roepen, in welk geval, na dat by welgemelde Heeren Staaten hier toe de noodige ordres zullen zyn gefteld, tot remplacement van dezelve Troupes zal worden gehandeld, als hier vooren breeder is vermeld. Van welke Refolutie de Commandeerende Officieren der voornoemde Guarnifoenen van Vlisfingen en Veere, door de Heeren hun Ed. Mog. Commilïkriffen prsealabel zullen worden geadverteerd. Dog met relatie tot het Guarnifoen van Zierik-Zee, beftaande uit het 2de Battaillon van het Regiment van den Generaal Lewe,in aanmerking genomen zynde dat het zelve heeft bekomen Patent om te vertrekken naar Lillo en Lief kenshoek, en dat daar op by de Heeren hun Ed. Mog. Gecommitteerde Raaden, by Refolutie van 22 January laatstleden, ten zeiven dage by hun Ed. Mog. geapprobeerd, de Provintiaale Attachés verleend zyn , onder voorwaarde dat de Militaire Perfoonen wegens commune Delicten te Zierik-Zee onder bewaring van het Guarfoen in arrest zittende, ten eerften aan de Civiele Juftitie der Stad Zierik-Zee worden  ,64 NALEZING van STUKKEN den overgegeeven', en dat de Commandeerende Officier daar toe op heden nader wegens hun Ed. Mog. zoude worden aangefchreeven, is goedgevonden , provifioneel te iüperi'cdeeren met het van voorfchreeve Troupes requireeren van den Eed, volgens het nieuw Formulier, waar toe dezelve egter in cas van langer verblyf al meede zullen verpligt zyn. En zal van het voorgevallene te Zierik-Zee en Goes, zoo veel betreft de'weigering der Officieren van het Regiment van den Collonel van Pabst, kennis worden gegeeven aan de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland , in dezelve Miffive, welke aan Hoogftdezelve , ingevolge de voren gerefolveerde aanfchyving aan de refpective Bondgenooten , zal worden afgezonden , en welke meede hier agter is geïnlèreerd. By refumtiegedelibereerd zynde op het Staats Rapport van den 8 December 1783 , op de Misfive van Heeren Burgcmeefteren, Schepenen en Raaden der Stad Zierik-Zee, van den 1 derzelver maand , raakende het échappeeren uit het Militair arrest van zeekeren Corporaal, die zig in de maand juny laatstleeden had fchuldig gemaakt aan violente oppofitie tegen de bedienden der Civiele Juftitie; als meede op de propofitie der Heeren Gedeputeerden der Stad Middelburg den 3 November 1783 , ter Vergadering gedaan , wegens het ontvlugten van eenige Militaire Perfoonen, die zig aan commune Delicten hadden fchuldig gemaakt en onder bewaaring van de Militairen van het Guarnifoen fe Middelburg en te Vlisfingen waren geweest; wyders op het tweede Lid der bovengemelde Mis-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 6J Misfive der Heeren van Zierik-Zee, houdende inltantien dat hun Ed. Mog. zouden gelieven te refoh eeren omtrend de overgifte van de andere Militairen, die zig aan Straatfchendery, in de maand Maart laatstleeden, hebben misgaan, en zedert altoos by die van het Guarnifoen zyn in arrest gehouden, en eindelyk op de door Heeren Gecommitteerde Raaden der 3 deezer maand voorgebragte Miffive der Heeren van de Weth der Stad Zierik-Zee van den 23 February te vooren, communiceerende de nieuwe pogingen, door de Militaire delinquanten aldaar gedaan, om uit hun arrest.te ontvJugten: en in aanmerking genomen zynde, zoo verre de omftandigheden van het evadeeren deezer gearrefteerd e en door den Civielen Regter gereclameerde Perfoonen, ter kennis van hun Ed. Mog. gebragt zyn , in de gevallen , zoo te Middelburg, als te Zierik-Zee en te Vlisfingen , dat of een zeer flegte directie van de Militairen in het bewaaren van perfoonen, die zig aan misdryven hebben fchuldig gemaakt en des wegens behooren te regt geitel t te worden, heeft plaats gehad, of een voorbedagten toeleg, om de Refolutie van hun Ed. Mog. van den 22 September , op de extraditie dier gevangenen aan den Civilen Regter illufoir te maken , en dat het hun Ed. Mog. ten hoogften importeert, op eene legale wyze geïnformeerd te worden, wat hier van zy; is goedgevonden en verftaan den.Fiscaal Militair van de Guarnifoenen in deeze Provintie, Mr. D. P. de Mauregnault, mits deezen te gelasten een allerexaétfte perquifitie te doen, naar de voornoemde gevallen, en fpeciaal naar de wyze' Nal. I. Deel II. Stuk E waar  66 NALEZING van STUKKEN waarop de arreftanteii zyn bewaard, de omitandigheden van derzelver evafie , en doos wiens aanleiding, hulp of toelating zulks gebeurt zy, met verderen last, om zoo hy Fiscaal bevind, dat 'er door eenig Militair Perfoon, met de bewaring van de voornoemde arreftanten gechargeerd, pligt verzuim is gecommitteerd, of dat een Militair Perfoon,aan het favorifeeren van die ontvlugting fchuldig ftaat, als dan tegen denzelven te procedeeren naar exigentie van de zaak , en eindclyk dat hy Fiscaal aan hun Ed. Mog. zal rapporteeren, wat by hem in deezen zal zyn bevonden en gedaan. Ten welken einde Extract deezer aan welgemelde Mr. D. P. de Mauregnault zal worden gezonden. En zullen wyders de Heeren van de Weth der Stad Zierik-Zee by Miffive en Extract deezer worden geauctorifeerd,en ernftig gerecommandeerd , de Militaire Perfoonen, welke zig aan commune Delicten onder hunne Jurisdictie hebben fchuldig gemaakt, en nog by die van het Guarnifoen in detentie worden gehouden , uit handen van de Militairen op nieuw te reclameeren , en ter hunne Judicature over te nemen. Ook is by verdere deliberatie goedgevonden, dat, even als gedaan is, na de ontvlugting der Militaire gevangenen te Middelburg en Vlisfingen , de Commandeerende Officier van het Guarnifoen der Stad Zierik-Zee zal worden aangefchreeven en gelast, om aan den Heer, die de vacante BailliuagederzeiveStad waarneemt,ter hand te ftellen het naauwkeurige fignalement van  tot dé MlLlT. JURKDICTIE. 6f van den geëvadeerden Corporaal, en voorts aan denzelven Officier kennis gegeeven van hun £d. Mog. verleende auótorifatie op de Heeren van de Weth der Stad Zierik-Zee, tot reclame van de nog in detentie zittende Militaire Perfoonen , met last om zorg te dragen , dat de gereclameerde Militaire Perfoonen aan den Heer waarneemende de Bailliuage worden overgegeeven , ingevolge de aanfchryving van Heeren Gecommitteerde Raaden van den 22 January laatstleeden, en zulks binnen den tyd van agt dagen na den ontfang van hun Ed. Mog. Refolutie, met ferieufe waarfchouwing, dat, by aldien deeze Militaire gevangenen van onder de bewaaring der Militairen échappeeren, of by aldien hy Commandeerende Officier niet ftiptelyk aan deeze ordres voldoet, hy deswegens aan hun Ed. Mog. verantwoordelyk zal gehouden worden , terwyl hun Ed. Mog. het zelve zullen aanzien als een vilipendie van derzelver Souveraine beveelen , tot wier maintien hun Ed. Mog. in zulk een geval, zeer ernftige mefures zullen neemen. Ten welken einde Extract deezer, aan den Commandeerenden Officier van het voorfchreeve Guarnifoen zal worden ter hand gefield. Zullende eindelyk de Heer Rentmeefter Generaal van Zeeland Beweftenfchelde, ten aanzien van de Militaire gevangenen te VJisüngen geéchapeerd, welke door de Heeren Burgemeelteren en Schepenen der Stad Middelburg, als 'sGravenmannen , waren gereclameerd, en de Bailliuw der Stad Middelburg zoo veel de Militairen gevangenen te Middelburg betreft, mitsgaders de Heer waarneemende dcBailliuaE 2 ge  6B NALEZING van STUKKEN ge te Zierik-Zee worden aangefchreeven en ge-' recoramandeerd, om na het bekomen der refpeaive fignalementen der geëvadeerde Militaire Perfoonen, tegen dezelve, by pubhcque indaging, volgens de gewoone form voor de refpeftive Vierfchaaren gebruikelyk, te procedeeren, en die procedures te vervolgen tot den uiteinde toe. Van welke Refolutie al meede gelyk Extract aan den Heere Rentmeefter Generaal van Zeeland Beweftenfchelde, en de Heeren de Bailliuage der Steeden Middelburg en Zierik-Zee refpêaive waarneemende, zal worden gedepe- ChEn worden de Heeren Gecommitteerden Raden mits deezen verzogt, om aan den inhoud van deeze Refolutie, en alle de poinften daar by vervat, punftueelyk de hand te houden, en dezelve te executeeren. XTV.  tot de MÏLIT. JURISDICTIE. 69 XIV. Dezelve Miffive mutatis mittandis Aan de Heeren Staaten der van Hol- van 'het | land en Landfchap West- Drenthe. Vriesland. Aandellc- Aan de Heren Staaten ren Staaten Provintien van Gelderland, Utrecht, Friesland, Over-Yffel en Stad en Lande. Edele Edele Groot Mo- Mogende 7. TT.. TJ„„..„„ I Wanneer Wy op den 22 September des afgeloopen jaars hadden gerefolveerd tot ., het bepaalen der Militaire Jurisdictie binnen de bornes, die de Grondwetten deezer Provintie en het belang Onzer Ingezeetenen daar aan voorfchreeven, oordeelden Wy dienftig te zyn den Eed, die door de Troupes, by derzelver arrivement op Ons Territoir, pleeg geprcefteerd te worden, te amplieeren met deeze woorden : dat Wy ook ftiptelyk zullen naarkomen de ordrês en reglementen, by de Ed. Mog. Heeren Staaten van Zeeland, omtrend de Militant jurisdictie gemaakt, of nog te maken , en [pedaal HoogfldtrE 3 zei. gende Hee- Heeren! t en, £rV. gebuuren en Bondgenooten] Edele Mogende Heeren, Byzondere goede Vrienden, Na-  7© NALEZING van STUKKEN zeiver Refolutie en Publicatie in dato den 22 September 1783, blykens Copie van het Formulier hier nevens gevoegd. Dan op den 10 November daar aan, wierden Wy door de Heeren van Zierik-Zee en van Goes geïnformeerd, dat de Officieren van de Compagnien Infanterie behoorende tot het ifte Battaillon van het Regiment van den Collonel van Pabft, op Patent van Z. D. H. en Attachés van de Heeren Onze Gecommitteerde Raaden tot Guarnifoen der gemelde Steeden refpeefivelyk gedeftineerden afgezonden, geweigerd hadden, den Provintiaalen Eed met de voorfchreeven ampliatie te pra?fteeren, anders als onverminderd den Eed aan de Generaliteit gedaan, Duidelyk befpeurden Wy het waare oogmerk deezer verregaande vermetelheid,en Wy befloten de voorfchreeve Officieren , by aldien zy andermaal by hunne weigering mogten perfifteeren, te doen gelasten, om zig met hunne onderhebbende Manfchappente begeeven buiten ketTerritoir dezer Provintie. Bil-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 7* Billyk verwasten Wy, dat deeze Onze Refolutie aan de voorfchreeve Officieren bekend gemaakt, ten gevolge zoude gehad hebben, dat dezelve by nadere overweging van hunnen indispenfabelen pligt, den gerequireerdenEed, zonder verdere baffitatie zouden hebben gepraefteerd, dog Wy wierden wel haast tot Onze uiterfte verwondering en indignatie onderrigt, dat de voorfchreeve Officieren by hunne voorige weigering waren blyven perfifteeren en mits dien gelast waren, hét Territoir deezer Provintie met hunne onderhebbende Manfchappen te verlaaten, waar aan ook door dezelve niet lang daar na is voldaan. Ln vermits de voorlchreve Compagnien behooren tot het ifte Battaillon van het Regiment van den Collonel van Pabft, ter betaling van U Ed. Gr. Mog. eereoartitieerd.zouden Wv aan Holland alleen. 1 reeds terftond deeze verre¬ gaande onderneeming ter kennis van U Ed. Gr. Mog. als Betaalsheeren der voorfchreeve Troupes gebragt I hebben, by aldien Wy daar L E 4 in NB. Dit aangehaalde  72 NALEZING van STUKKEN NB, in door het defect van advys van Z. D. H., als Eerften Edelen deezer Provintie , tot heden niet waren verhinderd geworden. Dan alzoo thans, volgens de orde Onzer Vergaderinge,op dit fujet finaale Conclufie kan worden genomen, hebben Wy niet willen afzyn U Ed. Gr. Mog. van het gunt voorfchreeve mits dezen vrundnabuurlyk kennis te geeven, in die verwagting, dat U Ed. Gr. Mog. geene zwaarigheid zullen maken , om in deezen zoodanige voorziening te doen, als U Ed. Gr. Mog. na het gewigtderzaaken tot voorkoming van de onvermydelyke gevolgen , die tot disrefpeci der Hooge Regee- ringe en verbreking van al¬ le goede orde, uit dit voorbeeld te wagten zyn , na derzelver hooge wysheid zullen vinden te behooren. Deeze verregaande onder¬ neming heeft Ons niet alleen Het voorgevalle- meer en meer overtuigd van > tn 7 ïprit. / ff Pil . , ° de noodzakeJyKheJd om de Troupes op Ons Territoir door eene beëedigde belofte te verbinden tot de nakoming On- Dit onderfiaande aan Holland. re te Zierik-Zee en Goes omtrent de prsftatie van den gereqtii roerden Eed hüeb voren breeder  tot de MILIT. JURISDICTIE. 73 «emeld, heefc Ons Ed. Gr. Mog. Heeren! niet alleen meer en meer ccc. Onzer Refolutie, op het ftuk der Militaire Jurisdictie binnen deeze Provintie genomen , en Ons ook daarom doen befluiten om zelf de jegensvvoordige Guarnifoenen der Steeden Vlisfingen en Veere (de eenige welke ten deezen voor als nog in aanmerking.komen kunnen) den Eed op het nieuw Formulier af te vorderen; maar ook boven dien Ons doen bedagt zyn om de Militaire Officieren, die zwarigheid mogten maken den gerequireerden Eed af te leggen, uit vrees dat dezelve mogte ftrydig zyn met den Eed van trouwe door hen bevoorens aan de Generaliteit gedaan, in die ongefundeerde fcrupulete gemoet te komen, door de Heeren Onze Gecommitteerde Raaden en de Regeeringen der (temmende Steden deezer Provintie te auctorifeeren , om ten overvloede aan zoodanige Officieren op hunne gemoveerde bedenking te declareeren : dat,gelyk aan de eene zyde Onze intentie niet is, of kan geweest zyn, om van de Officieren of Troupes in dienst van de Republyk een Eed af E 5" te  74 NALEZING van STUKKEN te vergen , welke ftrydig zoude zyn met den Eed van trouwe, waar door dezelve wettig aan de gezamentlykeBondgenooten zyn verbonden,en dat derhalven hunne fcrupule ten dien opzigte is overtollig en geheel ongefundeerd. Wy ook aan de andere zyde vastelyk zyn gerefolveerd tot het handhaaven van Ons hoog gezag over het Krygsvolk dat zig op het Territoir van Zeeland zal bevinden,en fpeciaal aangaande de Jurisdictie over dezelve, zonder dat wy ooit zouden kunnen gedogen dat Onze Wetten en Ordonnantiën op dat fujet vastgefteld, onder pretext van andere ordres of verbintenisfen zouden illufoir gemaakt worden. Dan vermits het geheel onzeker is , of de Officieren, zelf na de zoodanige overbodige verklaringe van Onze intentie , bereid zyn zullen den gerequireerden Eed af te leggen , en Wy zoo min als een' der andere Bondgenooten, volgens de gronden der Unie, Troupes opOnsTerritoir kunnen dulden of admitteeren, die in bedenking nemen of zy fub-  TOT DE MII LIT. JURISDICTIE. 75 j fubjeét zyn aan de orders der Hooge Regeering van 'tLand, tot wiens befcherming zyzyn gedeftineerd, hebben Wybefloten zoodanige Officieren, wanneer zy ftaan ter Onzer repartitie, directelyk te casfeeren, ingevolge de Refolutie Onzer beide Provintien van den 6 February 1587,en anderen in derzelver plaats te doen aanftellen, met toezegging egter , van Onze fpeciale protectie en van garand voor de gevolgen,in casvan obediëntie ; en by aldien zy ftaan ter repartitie van een der andere Gewesten, dezelve te doen gelasten , om met hunne onderhebbende Manfchappen het Territoir deezer Provintie te verlaaten,en derzelver plaats te vervullen met een gelyk getal Troupes, ter betaling Onzer Provintie {taande, waar over Wy, het geval exteerende , Ons directelyk zouden addreffeeren aan de Heeren Staaten van dit Gewest, waar in het Krygsvolk ter Onzer repartitie zoude Guarnifoen houden, en ook niet nalaten aan de hooge Betaalsheeren kennis te geeven, van den geweigerden Eed en On- NB. De inCurcyf gefielde woorden alleen aan Hol land.  76 NALEZING van STUKKEN NB. Dein Curcyfgefielde woorden alleen aan Holland. Onze opgevolgde ordres; terwyl Wy niet hopen dat de Officieren van 't jegenswoordige Guarnifoen van V-eere,befiaande uit 't Regiment van de Generaal Major Houfton , ter betaling van U Ed. Gr. Mog. gerepartitieerd, de eerfie zullen zyn aan wien Onze voorgemelde ordres zullen moeten worden ter uitvoer gebragt. Wy twyffelen niet of U Ed. Mog. zullen volledig overtuigd zyn, zoo wel van de volftrekte noodzakelykheid voor de Bondgenoten, om het Territoriaal gezag te handhaven over het Krygsvolk, fpeciaal in zaaken van Jurisdic1:ie,als van de gefchiktheid der middelen, daar toe by Ons vastgefteld, en houden Ons dus verzekerd , dat U Ed. Mog., in onverhoopt voorkomende gevallen, zig niet onttrekken zullen om door U Ed. Mog. concurrentie en mcedewerking de executie Onzer Refolutie te facilitceren , en mits dien zoodanige Troupes, die ter zaake van geweigerde Eeds pra> ftatie, zouden mogen worden gelast het Territoir deezer Provintie te verlaten,en die U Ed. Gr.-Mog. U Ed. Gr. Mog. Aan Holland. U Ed. Gr. Mog.  tot de MIL1T. JURISDICTIE. 77 U Ed! Gr. Mog. U Ed. Gr. Mog. Drenthe, Landfchap. die ter repartitie van U Ed. Mog. ftaan mogten , ook iramediaat ordres te geven ofte doen geven tot vertrek , mitsgaders aan zoodanige Militie, ter Onzer betaling ftaande, en zig in U Ed. Mog. Provintie bevindende, welke door Ons tot remplacement der vertrokkene zouden worden opontboden, de noodige permiffie tot uittogt te verleenen; terwyl Wy van Onze zyde U Ed. Mog. verzekeren, dat Wy in gelyke gevallen, ter requifitie van U Ed. Mog. gereed zyn zullen de noodige voorzieninge t© Holland. Drenthe. Edele Gr. Edele MoMogende gende HeeHeeren, ren. Aan Holland. U Ed. Gr. Mog. U Ed. Gr. Mog, XV. doen. Hier meede: Edele Mogende Heeren! êPc.' In 't Hof van Zeeland, te Middelburg', den n Maart 1784. STAATEN.  ?S NALEZING van STUKKEN XV. AAN Zyne Doorl. Hoogheid, als Capitein Generaal van Zeeland. Doorlugtig, Hooggeboren Vorst en Heer l Wy hebben met verwondering en het hoogfte ongenoegen vernomen , dat de Commandeerende Officieren van het Guarnifoen voor de Steeden Zierik-Zee en Goes gedefinieerd, difficulteit hebben gemaakt om den Eed aan deze Provintie te praifleeren , conform het Formulier, door Ons op den 22 September jongstleeden gearrefteerd , en vermits Wy volgens de gronden van de Unie, zoo min als een der andere Bondgenooten,Troupes op Ons Territoir kunnen admitteeren, die in bedenking neemen, of zy fubject zyn aan de ordres der Hooge Regeering van het Land, tot wiens befcherming zy worden geëmployeerd, heeft de conduite van de voornoemde Commandeerende Officieren, natuurlyk tot gevolg moeten hebben,dat dezelve, uit Onzen naam, gelast zyn zig met hunne onderhebbende Manfchap, te begeeven buiten het Territoir deezer Provintie, en Wy verder goedgevonden hebben zoodanige fchikkingen vast te Hellen, als Wy tot handhaaving van Ons Territoriaal gezag over hetKrygsvolk, voor nu en het toekomende bevonden hebben te behooren. Schoon nu uwe D. H., in Hoogfldeszelfs qualiteit, als Lid van Onze Souveraine Vergaderinge, volledige kennis bekomen heeft van  tót de MILIT. JURISDICTIE. 79 van de Refolutien, onlangs in dezelve genomen op het fubjeét der Militaire Jurisdictie, binnen deeze Provintie, en van het geamplieerd Formulier van Eed, hebben Wy egter goedgevonden Copie van de voorfchreeve Refolutien, van den voornoemden Eed, als meede van de Refolutien op heden by Ons, tot handhaaving derzelve gearrefteerd , aan uwe D. H. te laaten toekomen , in Hoogftdeszelfs qualiteit als Capitein Generaal van deeze Provintie, van welke Wy niet anders kunnen verwagten en vertrouwen, of uwe D. H. zalmetallen ernst de hand daar aan houden, dat de voornoemde Refolutien door het Krygsvolk op het Territoir van deeze Provintie ftiptelyk worden geobferveerd, en dat het zelve Krygsvolk op Ons Territoir thans zynde of namaals komende, zig aan de obfervantie van dezelve Refolutien, met het doen van den gerequireerden Eed, voortaan zal onderwerpen; waar omtrend Wy des te minder kunnen twyffelen, om dat Onze intentie niet is, nog ooit geweest is, om de Officieren of Troupes in dienst van de Republyk, door het afvorderen van deezen Eed te verpligten tot iets dat ftrydig is met den Eed van trouwe, door welke zy wettig aan de gezamentlyke Bondgenoten zyn verbonden ; fchoon Wy nogthans aan de andere zyde, vaftelykzyn gerefolveerd tot het handhaven van Ons hoog gezag over het Krygsvolk dat zig op Ons Territoir zal bevinden, en fpeciaai aangaande de Jurisdictie over dezelve, zonder dat Wy ooit zouden kunnen gedoogen, dat Onze Wetten en Ordonnantiën op dat fubjeét vastgefteld, on- *  8o NALEZING van STUKKEN onder preetext van andere ordres of vcrbintenilfen zouden iliulbir gemaakt worden. Hier op Ons verlatende &c. In 't Hof van Zeeland, te Middelburg, den xi Maart 1784. STAATEN. XVI. Mi (live van de Staaten van Zeeland met hunne provifioneeleRefolutie op haarEd. Gr. Mog. gecommuniceertRapport en Refolutie omtrend het tegen- Fiat EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West- Vriesland, in hun Ed. Gr. Mog. Vergaderinge genomen °P Saturdag den 20 Maart 1784. Ontfangen eene Miffive van de Heeren Staaten van Zeeland, gelchreeven te Middelburg den 11 deezer, tot geleide van hun provifioneel geretblveerde op hun Ed. Gr. Mog. gecommuniceert Rapport en Refolutie omtrend het tegengaan van verfcheide misbruiken in de Armee van den Staat, en raakende het borneeren van de titulaire Aften voor de Officieren, alleen tot Regimenten van effeftive Generaalsperfoonen ; en der Copie hunner Miffive aan Z. H. als Capitein Generaal van Zeeland , breeder hier na geinfereert.  tot de MILIT. JURISDICTIE. Si Fiat infertio. Waarop gedelibereert zynde, is goedgevonden en verftaan , dat de voorfz Miffive en Bylagen zullen worden geëxamineert door de Heren van de Ridderfchap en verdere hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden tot de Militaire zaken , met de Heeren Gecommitteerde Raaden^ en de Vergadering daar op gediend van derzelver confideratien en advis; Accordeert met de voorfz Refolutien. gaan van misbruiken in deStaatsArmee, en het boraeeren der titulaire Acten voor de Officieren; en Copie hunner Miffive aan Z. H. Commisforiaal. Edele Mogende Heeren, byzondere goede VHenden, Nagebuuren, en Bondgenooten. Wanneer U Ed. Gr, Mog. by Miffive van den 17 Oftober des voorigen jaars, Ons geliefden te communiceeren het Rapport by U Ed. Gr; Mog. uitgebragt den i Augufty te voren, omtrend het tegengaan van verfchciden misbruiken in de Armee van den Staat ingefloopen j mitsgaders de Refolutie op dat Rapport genomen, en Onze concurrentie verzogten tot één poinft, namelyk het borneeren van de titulaire Aften voor de Officieren, alleen tot Regimenten van effcftivcGeneraalsperfoonen, hebben Wy niet alleen geconfidereert het belang van het laatstgemelde poinft, maar van alle de ingrediënten van het voorgemelde Rapport, en van anderepoinften van diergelyken aart,welke Ons zeedert zyn voorgekomen; en Wy oordeelen niet bceter te kunnen beantwoorden aan de vriendelykheid en nabuurlyke correfpondenNal. I. Deel II. Stuk F tie  NALEZING van STUKKEN tie van U Ed. Gr. Mog., dan met aan Hoogftdezelve meede te deelen Ons provifioneel gerefolveerde op voorfz fubjeft, beneffens Copie van Onze Miffive aan zyn D. H. den Heer Prins van Orange, als Capitein Generaal van Zeeland. Wy verhoopen, dat het antwoord van zyn Hoogheid fpoedig zal inkomen en aanleiding geeven tot het neemen van finale en vrugtbaare Refolutien, waar van Wy alsdan meede niet zullen nalaten U Ed. Gr. Mog. communicatie te doen. Hier meede, Edele Groot Mogende Heeren! Byzondere goede Vrienden, Nagebuuren en Bondgenooten, zullen Wy God Almagtig bidden U Ed. Gr. Mog. loffelyke Regeeringe met alle prosperiteit en voorfpoed te willen zeegenen 1 In het Hof van Zeeland tot Middelburg den n Maart 1784. (Onderftond'y U Edele Groot Mogende goede Vrienden, Nagebuuren en Bondgenooten. De Staaten van Zeeland. (haager ftond~) Ter Ordonnantie van dezelve. (Was geteekent) T. M. CHALMERS. XVII.  tot de MILIT. JURISDICTIE. XVII. EXTRACT uit het Register van de Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Den ir Maart 1784. . By refumptie zynde gedelibereert op het Rapport van den 8 December 1783 , over de Misljve der Heeren Staaten van Holland en WestVriesland van den 17 Oftober te voren, raaien de het verleenen van titulaire Aften aan Officieren en andere poinften ,'breeder vermeld fn vorige Notulen, mitsgaders op de onderfcheiden Advilen der reipeftive Leeden op het voorfz Rapport ingebragt, is goedgevonden en veiitaan, op de gronden by het zelve Rapport en Advilen der Leeden in het breede gcdetailleert, dat, aangezien in het beftier van de Armee van den Staat verfcheiden notable abuifen zyn ingeflopen, welke, naar het oordeel van hun Ed. Mog., met allen fpoed en nadruk, behooren te worden geredreffeert, en offchoon tegen de meefte van die abuifen, door de van ouds geëtablifleerde Wetten en Refolutien van deeze Provintie wel is voorzien, of door hun £d. Mog. nader zoude kunnen voorzien worden , met die magt welke aan iedere der fouveraine Leeden van het Bondgenootfchap over de Militie op haare repartitie ftaahde inconteftabel toekomt, hun Ed. Mog. egter dienftig oordeelen, alvorens eenig nader befluit te nemen , en ten einde alles, met genoegzaam overleg, en zoo veel doenlyk met influiting van ds F 3 mo*  84 NALEZING vaw STUKKEN mogelyke gevallen , zouden kunnen worden vastgefteld , Z. D. H. den Heere Prins van Orange,als Capitein Generaal van deeze Provintie, te verzoeken ; om-deszelfs confideratien enhoogwys advis te fuppediteeren, aangaande de wyze waar op de voorfz geötablifleerde Wetten en Refolutien best zouden kunnen worden geëxecuteert,' of welke Refolutien nader zouden behooren genomen te worden, om alle inbreuk en misbruiken efficacieuslyk te prsevenieeren: dat ten zeiven einde alle de poinften, welke in het bovengemelde Rapport en in de Advifen van de Leeden op het zelve, als abuifen zyn geremarqueert, in een Miffive aan Z. D. H., in opgemelde qualiteit, fpecificq zullen worden voorgefteld , in de verwagting, dat hooggemelde Z. H. aan de requifïtie van hun Ed. Mog. zoo fpoedig zal voldoen , dat op deze objecten, by de aanftaande deliberatien op de Staaten van Oorlog, te gelyk zal kunnen worden gerefolveert; in dier voegen als zulks breeder is gedetailleert in de Miffive aan Z. H. alhier volgende geinfereert. Doorlugtige, Vorst en Heer ! Terwyl verfcheiden van de geünieerde Provintien , Steden of Leeden van dezelve, ernftige deliberatien hebben aangelegt, tot redres van de abuifen , welke hunnes eragtens, in het beftier van de Armee van den Staat zyn ingeflopen, hebben Wy meede niet willen afzyn, Onzen aandagt op dat gewigtig onderwerp te veftigen , en Wy hebben , na rype deliberatie gerefolveert, aan uwe D. H. als Capitein Gene-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 85 neraal van deeze Provintie, voor te houden zoodanigen poinften waar van het misbruik het meefte in het oog loopt, en het eerst behoord geredrelieert te worden. In de eerfte plaats hebben. Wy geremarqueert de verderfelyke gevolgen voor de Armee en de notable ondienst voor het Land, welke ontftaan uit de opéénftapeling van titulaire Aften aan Officieren by de Regimenten dienende, waar tegen in deeze Provintie, by fpeciale Refolutien is voorzien en dezelve titulaire Aften alleentyk bepaald tot de Stafs-Officieren van Regimenten van Generaals, ter Onzer repartitie ftaande. Ten tweeden , hebben Wy geconfidereert, dat het geeven van zoogenaamde Aften by de Armee, voor een groot gedeelte de oorzaak is, waarom zoo veel Officieren met een hoogeren titul by de Regimenten moeten dienen, dan zy, in gevolge van hunne beibldinge behooren te hebben, waar uit een totale disproportie tusfchen den dienst en de betaling moet gebooren worden, behalven veele andere inconvenienten die tot een merkelyk bezwaar van de Officieren zyn. Het derde poinft waar op Onze refiexie gevallen is, regardeert het verkoopen van Militaire Charges, of het refigneeren van dezelve onder zeekere uitkeering aan den Prcedeceffeur, waar door zoo veele brave Officieren worden gepraïjudicieert in de promotie welke zy, naar hunnen rangen verdienften,hadden mogen verwagten ; om welke reede by onderfcheiden Placaaten van hun Hoog Mog. en Refolutien van Onze Vergadering, zulks tenhoogften is afgeF 3 keurd}  g6 NALEZING van STUKKEN keurd, en tot voorkoming van alle kwade inbreuken , by Ons, een ftrifte Eed van zuivering is gearrefteert. Wyders hebben Wy geoordeeld, behoudens de confideratie voor de verdienften van vreemde Officieren, uwe D. H. onder het oog te moeten brengen, of, in de Nationaale Regimenten, niet behoorden alleenlyk Nationaale Officieren geëmployecrt te worden , boven den rang van Sergeant of Wagtmeefter, en of dit ook niet behoorde relatif gemaakt te worden tot de bedieningen van Commandeurs en Majors van Steeden en Forten,welke Posten, (althans in deeze Provintie en Quartieren tothaare beforging ftaandej Wy oordeelen, dat niet anders als aan Inboorlingen van de Republicq en haare Colonien behooren begeeven te worden, en zelfs, by preferentie, daar toe geëmployecrt Officieren met hunne Traftementen of Pcnfioenen op deeze Provintie gerepartitieert. Ten vyfden , komt het Ons voor ten hoogften nodig te zyn, en dienftig tot aanfporing van een eerlyke ambitie en ajmulatie in 'sLands dienst, wanneer de Militaire Officieren ftaat konden maken,dat zy zig gedragende,als Lieden van eer hetaamt, altoos naar hunnen rang en verdienften zullen worden geavanceert, zonder het desagrement te moeten ondergaan , van, door Officieren die met een hooger titulairen rang uit andere Regimenten by het hunne geplaatst worden, in hunne billyke verwagting terug gefteld te worden. Ten zesden,zoude het Ons zeer aangenaam zyn, dat by de vervulling der Guarnifoeneu pin-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 87 binnen deeze Provintie, by voorkeur, altoos wierden geëmployeert Troupes ter Onzer betaling ftaande. En eindelyk vermeenen Wy, dat de gedurige changementen van de Guarniibenen, en de voet welke tegenwoordig daar in gehouden word, met de Troupes dikwils naar de meest geëloigneerde Piaatzen van haare vorige Guarniibenen te verfenden, zeer ftrekt tot ondienst van het Land, en tot nadeel van de Troupes zelve, en dat derhalven dit poinót op een anderen en meer gefchikten voet behoord gereguleert te worden. Wy zouden, Doorlugtige Vorst, tot redres van verfcheiden deezer zoo tastbaare misbruiken, niet anders nodig hebben, dan de reeds geëtabliffeerde Wetten en Refolutien met vigeur te laten werken , of gebruik te maken van de magt welke aan iedere der fouveraine Leeden van het Bondgenootfchap over de Militie op haare repartitie ftaande, inconteftabel competeert; maar Wy hebben dienftig geoordeeld, alvorens eenig nader befluit te neemen,en ten einde alles met genoegzaam overleg, en zoo veel doenlyk, met influiting van de mogelyke gevallen zouden kunnen worden vastgefteld , uwe D. H. in Hoogftdeszelfs qualiteit van Capitein Generaal deezer Provintie te verzoeken, Ons te fuppediteeren de confideratien en het hoogwys advis van uwe D. H., aangaande de wyze waar op de voorfz geëtabliffeerde Wetten en Refolutien best zouden konnen werden geëxecuteert, of welke Refolutien nader zouden behooren genoomen te worden, om alle inbreuk en misbruiken efficacieuslyk te prsevenieeren. F 4 Wy  n NALEZING van STUKKEN Wy verwagten dat uwe D. H. aan deeze Onze requifitic, zoo fpoedig als mogelyk is,zalgelieven te voldoen, vermits Onze intentie is, om deeze objecten, by de aanftaande deliberatien op de Staaten van Oorlog in het oog te houden. Waar meede, &c. Den n Maart 1784. STAATEN. Dat vervolgens Copie van dit gercfolveerde met infertie van de Miffive aan Z. H., by een Miffive, in termen, ter materie dienende, zal worden gezonden aan de Heeren Staaten van Holland en West Vriesland. Accordeert met voorfz Register. X VIII. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Hollandt ende West-Frieslandt, in hun Ed. Gr. Mog. Vergaderinge genomen op Saturdag den 20 Maart 1784. Mïfiïvevan Ontfangen een Miffive van de Heeren Staade Senaten ten van Zeeland,gefchreeven te Middelburg den land faken 11 deezer' waar °y ter kennis van hun Ed. Gr. de den Eed Mog- brengen, de geweigerde prajftatie door der Miütai- Militairen op deeze Provintie gerepartitieert tenen am- van den Eed, en de ampliatie defzelve, en de mid-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 89 middelen tot handhaving van hun Territoriaal gezag over het Krygsvolk by hun vastgeftelt, waar omtrend zig verzeekert hielden , dat hun» Ed. Gr. Mog. tot executie derzelve zouden mede werken op den voet als breeder in de navolgende Miffive ftaat vermeit. Fiat infertio. Waar op gedelibereert zynde,is goedgevonden en verftaan , dat de voorfz Miffive en Bylagen zullen worden geëxamineert door de Heren van de Ridderfchap, en verdere hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden tot de Militaire zaken, met de Heeren Gecommitteerde Raaden en de Vergadering daar op gediend van derzelver confideratien en advis. Accordeert met de voorfz Refolutien, Edele Groot Mogende Heeren, byzondere goede Vrienden, Nagebuuren en Bondgenooten .' Wanneer Wy op den 22 September des afgeloopen jaars hadden gerefolveerd tot het bepalen der Militaire Jurisdictie binnen de bornes, die de Grondwetten deezer Provintie en het belang Onzer Ingezectenen daar aan voorfchreeven, oordeelden Wy dienftig te zyn den Eed, die door de Troupes, by derzelver arrivement op Ons Territoir, pleeg geprafteerd te worden , te amplieeren met deeze woorden: dat Wy óok ftiptelyk zullen naarkomen de Ordres en Regiementen by de Ed. Mog. Heeren Staaten van F 5 Zee- pliatie van dien, en de middelen tot handhaving der Militaire Jurisdictie 'by hun vastgeftelt, Commisforiaal.  9© NALEZING van STUKKEN Zeeland, omtrend de Militaire Jurisdictie gemaakt of nog te miaken, en fpeciaal Hoogstderzelver Refolutie en Publicatie in dato den 22 September 1783, blykens Copie van het Formulier hier nevens gevoegd. Dan op den 10 November daar aan, wierden Wy , door de Heeren van Zierik-Zee en van Goes geinformeerd, dat de Officieren van de Compagnien Infantery behoorende tot het ifte Battaillon van het Regiment van den Collonel van Pabft, op Patent van Z. D. H. en Attachés van de Heeren Onze Gecommitteerde Raaden tot Guarnifoen der gemelde Steeden refpectivelyk gedefinieerd en afgezonden , geweigerd hadden den Provintiaalen Eed met de voorfz ampliatie te praefteeren , anders als onvermindert den Eed aan de Generaliteit gedaan. Duidelyk befpeuren Wy het ware oogmerk deezer verregaande vermetelheid, en Wy befloten de voorfz Officieren, by aldien zy andermaal by hunne weigering mogten perfifteeren, te doen gelasten, om zig met hunne onderhebbende Manfchappen te begeeven buiten het Territoir deezer Provintie. Billyk verwagten Wy , dat deeze Onze Refolutie aan de voorfz Officieren bekend gemaakt, ten gevolge zoude gehad hebben,dat dezelve by nadere overweeging van hunnen indispenfablen pligt, den gerequireerden Eed , zonder verdere haefitatie zouden hebben gepra?fteerd; dog Wy wierden wel haast tot Onze uitterfle verwondering en indignatie onderrigt, dat de voorfz Officieren by hunne vorige weigering waren blyven perfififceren, en mitsdien gelast waren, het Territoir deezer Provintie met  tot de MILIT. JURISDICTIE. 91 met hunne onderhebbende Manfchappen te verlaaten, waar aan ook door dezelve niet lang daar na is voldaan. £n vermits de voorfz Compagnien behooren tot het ifteBattaillon van het Regiment van den Collonel van Pabft ter betaaling van U Ed. Gr. Mog. gerepartitieerd, zouden Wy reeds terftond deeze verregaande onderneeming ter kennis van U Ed. Gr. Mog., als Betaalsheeren der voorfz Troupes gebragt hebben , by aldien Wy daar in door het defect van advis van Z. D. H. als Eerften Edelen deezer Provintie, tot heeden niet waren verhindert geworden. Dan alzoo thans, volgens de ordre Onzer Vergade. ringe op dit fujet finaale Conclufie kan worden genomen, hebben Wy niet willen afzyn U Ed, Gr. Mog. van het gunt voorfz mits deeze Vrundnabuurlyk kennis te geeven, in die verwagting, dat U Ed. Gr. Mog. geen zwaarigheid zullen maaken , om in deezen zoodanige voorziening te doen , als U Ed. Gr. Mog., na het gewigt der zaak en tot voorkoming van de onvermydelyke gevolgen, die tot disrefpeét der Hooge Regeeringe en verbreeking van alle goede orde uit dit voorbeeld te wagten zyn na derzelver hooge wysheid zullen vinden te behoren. Het voorgevallene te Zierik-Zee en Goes omtrend de praeftatie van den gerequireerden Eed, hier voren breeder gemeld, heeft Ons, Ed. Gr. Mog. Heeren! niet alleen meer en meer overtuigd van de noodzaaklykheid om de Troupes op Ons Territoir door eene becedigde belofte te verbinden tot de nakoming Onzer Refolutie , op het ftuk der Militaire Jurisdictie binnen deeze Provintie genomen, en Ons ook daar-  92 NALEZING van STUKKEN. daarom doen befiuiten om zelf de jegenswoor. dige Guarniibenen der Steeden Vlisfingen en Veere, (de eenige welke ten deezen voor als nog in aanmerking komen kunnen) den Eed op het nieuw Formulier af te vorderen ; maar ook boven dien Ons doen bedagt zyn om de Militaire Officieren, die zwaarigheid mogten maaken den gerequireerden Eed af te leggen, uit vrees dat dezelve mogte ftrydig zyn met den Eed van trouwe , door hen bevorens aan de Generaliteit gedaan ,in die ongefundeerde fcrupule te gemoet te komen,door de Heeren Onze Gecommitteerde Raaden en de Regeeringen der ftemmcnde Steeden deezer Provintie, te authorifeeren, om ten overvloede aan zoodanige Officieren op hunne gemoveerde bedenking te declareeren : dat, „ gelyk aan de eene zyde Onze intentie niet is, of kan geweest „ zyn, om van de Officieren of Troupes in „ dienst van de Republiek, een Eed af te ver- gen , welke ftrydig zoude zyn met den Eed ,, van trouwe, waar door dezelve wettig aan „ de gezaamentlyke Bondgenooten zyn verbon„ den, en dat derhalven hunne fcrupule ten ,, dien opzigteis overtollig en geheel ongefun,, deerd , Wy ook aan de andere zyde vafte,, lyk zyn gerefolveerd tot het handhaven van Ons hoog gezag over het Krygsvolk dat zig ,, op het Territoir van Zeeland zal bevinden, „ en fpeciaal aangaande de Jurisdictie over de,, zelve, zonder dat Wy ooit zouden kunnen ,, gedogen, dat Onze Wetten en Ordonnan„ tien op dat fubjeélvastgefteld, onder preetext „ van andere ordres of Verbinteniffen zouden v illufoir gemaakt worden." Dan  tot de MILIT. JURISDICTIE. 93 Dan vermits het geheel onzeeker is, of de Officieren , zelf na de zoodanige overbodige verklaaringen van Onze intentie, bereid zyn zullen den gerequireerden Eed af te leggen, en Wy, zoo min als een der andere Bondgenooten , volgens de gronden der Unie, Troupes op Ons Territoir kunnen dulden of admitteeren, die in bedenking neemen of zy fubjeét zyn aan de orders der Hooge Regeering van het Land, tot wiens befcherming zyzyn gedeftineerd, hebben Wybefioten, zoodanige Officieren, wanneer zy ftaan ter Onzer repartitie, direételyk te caffeeren, in gevolge de Refolutie Onzer beide Provintien van den 6 February 1587, en anderen in derzelver plaats doen te aanftellen, met toezegging egter, van Onze fpeciaale protexie en van guarrand voor de gevolgen , incas van obediëntie; en by aldien zy ftaan ter repartitie van een der andere Geweften , dezelve te doen gelasten , om met hunne onderhebbende Manfchappen het Territoir deezer Provintie te verlaaten , en derzelver plaats te vervullen met een gelyk getal Troupes ter betaaling Onzer Provintie ftaande , waar over Wy, het geval exteerende , ons direételyk zouden addreffeeren aan de Pleeren Staaten van het Gewest, waar in het Krygsvolk ter Onzer repartitie, zouden Guarnifoen houden, en ook niet nalaaten aan de hooge Betaalsheeren kennis te geven van den geweigerden Eed en Onze opgevolgde ordres; terwyl Wy niet hopen, dat de Officieren van het jegenswoordige Guarnifoen van Veere, beftaande uit het Regiment van den Generaal Major Houfton , ter betaaling van U Ed. Gr. Mog. gerepartitieerd, de eer- fte  94 NALEZING van STUKKEN fte zullen zyn aan wien Onze voorgemelde ordres zullen moeten worden ter uitvoer ge^. bragt. Wy twyffelen niet of U Ed. Gr. Mog. zullen volledig overtuigd zyn, zoo wel van de volftrekte noodzaaklykheid voor de Bondgenoten , om het Territoriaal gezag te handhaaven over het Krygsvolk fpeciaal in zaaken van Jurisdictie, als van de gefchiktheid der middelen daar toe by Ons vastgefteld, en houden Ons dus verzeekert , dat Ü Ed. Gr. Mog. in overhoopt voorkomende gevallen , zig niet onttrekken zullen omme door U Ed. Gr. Mog. concurrentie en meedewerking, de executie Onzer Refolutie te faciliteeren , en mitsdien zoodanige Troupes, die ter zaake van geweigerder Eeds prreftatie, zouden mogen worden gelast het Territoir deezer Provintie te verlaaten, en die ter repartitie van U Ed. Gr. Mog. ftaan mogten, ook immediaat ordres te geven, of te doen geven tot vertrek, mitsgaders aan zoodanige Miiitie ter Onzer betaaling ftaande, en zig in U Ed. Gr. Mog. Provintie bevindende, welke door Ons tot remplacement der vertrokkene zouden worden opontboden, de noodige permiffie tot uittogt te verleenen ; terwyl Wy van Onze zyde U Ed. Gr. Mog. verzeekeren , dat wy, in gelyke gevallen, ter requifitie van U Ed. Gr. Mog. gereed zyn zullen de noodige voorzieninge te doen. Hier meede, Edele Groot Mogende Heeren , Byzondere goe* de Vrienden, Nagebuuren en Bondgenooten, zullen Wy God Almagtig bidden U Ed. Gr. Mog. lof-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 95 loffelyke Regeeringe met allé prosperiteit en voorfpoet te willen zeegenen. In 't Hof van Zeeland te Middelburg den 11 Maart 1784. (Onderftond) . U Edele Groot Mogende goede Vrienden. De Staaten van Zeeland. (Lager ftond') Ter Ordonnantie van dezelve. (Geteekent) J. M. CHALMERS. Formulier van Eedt. Voor alle Overften, Collonellen, Ritmeefteren , Capiteinen , Lieutenanten, minder Officieren, &c., ter Repartitie deezer Provintie ftaande , of binnen dezelve Guarnifoen houdende, en niet zynde van derzelver Repartitie. Wy belooven en fweeren de Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden , die by de Unie en handhoudinge van de waare Christelyke Religie zullen blyven, ende namentlyk de Staaten van Zeeland, en Z. H. den Heere Prince van Orange en NaiTau, Erf-Stadhouder deezer Provintie, &c. &c. &c., gehouw en getrouw te wezen, dezelve vromelyk en getrouwelyk te dienen, tot voorftand van de voorfz Vereenigde Nederlanden , en namentlyk den Lan-  po" NALEZING van STUKKEN Lande van Zeeland, den Quartieren, Steeden en Leeden van dien jegens alle haare Vyanden; de welgemelde Heeren Staaten van Zeeland, ofte haare Geauthorifeerden , en Hooggemelde Z. H. , voor den tyd dat wy in dezelve Provintie zyn, gehoorzaam te wezen in het geen Zy luyden Ons tot vorderinge van den dienst en defenfie van de voorfz Landen beveelen zullen : dat Wy ook füptelyk zullen naarkomen de Ordres en Reglementen , by de Ed. Mog. Heeren Staaten van Zeeland, omtrend de Militaire Jurisdictie gemaakt of nog te maaken, en fpeciaal Hoogftderzelver Refolutie en Publicatie in dato den 22 September 1783, en voortsin alles de Ordonnantiën en Articulen van Oorloge te agtervolgen. Soo waarlyk moet ons God Almagtig helpen. Nota. De woorden : voor den tyd dat wy in dezelve - Provintie zyn ; moeten alleên geleezen worden , wanneer Troupes niet ter deezer Repartitie ftaande, binnen deeze Provintie in Guarnifoen komen. XIX. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland, in hun'Ed. Gr.Mog. Vergaderingegenomen op Woensdag den 24 Maart 1784. De Raadpenfionaris heeft ter Vergadering ge- com-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 97 communiceert, een Miffive van den Raad van Staate der Vereenigde Nederlanden , gefchreeven in den Hage den 10 deezer, en den 12 ter Generaliteit ingekoomen, en by de Gedeputeerden van alle de Provintien overgenoomen, daar by kennis geevende dat zy de noodige ordres hadden geftelt, ten einde alle, zoo Crimineele als Civile Proceffen, en alle zaaken zonder onderfcheid tot de cognitie van den geweezen Hoogen Krygsraad hebbende behoord gehad, ter Secretary van gemelde Raad van Staaten zouden worden overgebragt, breeder hier na geinfereert. Fiat infertio. Waar op gedelibereert zynde,is goedgevonden en verftaan, dat Copie van de voorfz Misfive zal worden gegeeven aan de Leeden, om in de deliberatien over het Rapport den 27 der voorlede maand omtrent dat fubjecl: ter Vergadering uitgebragt, daar op meede zoodanig regard te nemen, als geoordeelt zal worden te behooren. Accordeert met de voorfz Refolutien. XX. MIS SI FE van den Raad van Staten aan H. H. M. Den 10 Maart 1784. Hoog Mogende Heeren'. Wannner door het circumftantieele Rapport Nal. I. Deel II. Stuk. G der Mifïïvevan den Rand van Staateii over hunne gefielde ordres, dat alle zoo crimineele als civile Proceffen, en alle zaaken zonder onderfcheid tot deCognitie van den geweezenHoogen Krygsraad hebbende behoord gehad ter Secrerarye van gemelde Raad van Staten wierden overgebragt.Copie aan de Leeden tot het Pv3 ■ port van 27 February op dat !ubjefr.  9S NALEZING van STUKKEN der zaaken de afgefchafte Hooge Krygsraad concerneerende, en den 30 January laatstleeden ter Vergadering van U Hoog Mog. uitgebragt, aan Hoogftdezelve zyn meede gedeelt, hoedanige ordres wy geftelt hadden, om door den Fiscaal van de Generaliteit, als in die qualiteic de zaaken voor de gemelde geweeze Hoogen Krygsraad hebbende waargenomen, provifioneel aan ons te doen overbrengen , niet alleen de Crimineele Gevangenen , maar ook alle Proceffen , en verdere zaeken, die by meergemelde Hoogen Krygsraad, op het ceffeeren van dien, waren onberegt-en ongedecideert verbleeven , alles voor zoo verre dezelve relatie zouden hebben tot Perfoonen en zaaken,die zouden behooren tot het reffort van de Generaliteit , ten einde daar meede een begin te maa-ken, ter beocffening van de Jurisdictie en Juftitie , die door het doen ceffeeren van de Hooge Krygsraad, als van zelfs weederom aan ons waaren gedevolveert, zoo is ook daar by gevoegt geweest, dat bovengemelde Fiscaal van de Generaliteit hadde aangenomen, aan dat provifioneel geordonneerde te zullen voldoen; dan Hoog Mogende Heeren, het is zoo verre van daar verbleeven, dat in tegendeel dezelve Fiscaal, omtrend de overleeveringe der voorfz Gevangens,en verdere Crimineele zaaken , zyne fcrupules en zwarigheeden aan ons heeft-te kennen gegeeven, en zig dieswegens heeft geexcufeert, op fundament, dat weegens dezelve geen keufe, ofte uitzondering konde maaken; terwyl ook aangaande de Civile zaaken, en andere objeften, daar toe relatie hebbende, aieede geen behoorlyke overbrenginge was ge-  tot de MÏLIT. JURISDICTIE. 99 effectueert geworden; en het is vervolgens uit die fource voortgekomen, dat daar het boven dien aan ons bekend en zeeker was, dat de afdocninge van verfcheide zoo Crimineele als Civile zaaken, acceleratie waren vereiffchende, en aan de Juftitie, die nu zoo lang hadde ftilgeftaan, derzelver loop ook behoorde weeder gegeeven te worden; wy eindelyk op den 17 February laatstleeden, om alle captien en objeótien van diergelyke natuur volkomen te doen ceffeeren, ten dienste van de Juftitie hebben gerefolveert gehad, om de gemelde Fiscaal van de Generaliteit,en ook, voor zoo veel zyn departement zoude mogen aangaan , de geweeze Griffier van den Hoogen Krygsraad ferieufelyk te gelasten , om generaalyk, en zonder eenige referve, ten fpoedigfte te effeftueeren, dat alle , zoo Crimineele Gevangens, als Proceffen van die natuur, als meede alle Civile Procesfen, en wyders alle zaaken, zonder onderfcheid, die op het ceffeeren van den Hoogen Krygsraad, tot derzelver cognitie hadden geftaan dan derzelver volle effect niet zouden mogen bekomen hebben, zouden werden gefteld en overgebragt ter Secretarye van onze Raad, ten einde voor ons daar omtrend te konnen worden voort geprocedeert, en gedisponeert, zoo als wy ter materie dienende in goede Juftitie zouden vermeinen te behooren, aan welke onze voorfz Refolutie, bereids voor een groot gedeelte is voldaan, en daar meede nog fucceffivelyk word gecontinueert, waar van wy als hebbende ons voorfz provifioneel gerefolveerde doen komen ter kennis van U Hoog Mog., ook hebben vermeind niet te mogen afzyn Ü Hoog G 2 Mog'  100 NALEZING van STUKKEN Mog. ,en door dezelve de refpeftive Bondgenoten, by deeze insgelyks de communicatie te laten toekomen , als waar uit wy vertrouwen, dat de inactiviteit, die omtrent de zaaken van de geweeze Hoogen Krygsraad, tot dus verre heeft plaats gehad, geenzints aan ons zal konnen werden geattribueert; maar in teegendeel voor billyk zal worden aangezien, 't gunt wy ter uitvoering van de intentie der Bondgenooten, door de affchaffinge van den Hoogen Krygsraad, vermeind hebben ,abfolut nodig te zyn , in welk vertrouwen wy te gerufter zyn , dewyl door de voorfz overnceminge van alle zaaken die tot dezelve Hoogen Krygsraad hebben behoord , en onafgedaan waren verbleeven, niemand werd geprayudicieert, maar een iegelyk , wie hy zy, de faculteit heeft bekomen , om indien eenige befwaren wegens deeze of geene zaaken, die voor de meergemelde geweezen Hoogen Krygsraad zyn aanhangende of ongedecideert verbleven, zoude willen inbrengen, desweegens zig aan ons te kunnen addreffeeren , die niet zullen nalaten, op alles, in billykheid reflexie te geven, en de Juftitie na behooren te adminiftreren. Hoog Mogende Heeren , Wy beveelen U Hoog Mog. in Godes heilige protectie. In den Hage den 10 Maart 1784. (Geparapheert) C. j van Lichtenbergh , vt. (Onder Jlond') Ter Ordonnantie van den Raad van Staten der Vereenigde Nederlanden. (Was geteekent) v • ¥. van Het'. J J XXL  tot de MILIT. JURISDICTIE, ioi XXI. MISSIVE van de Ed. Gr. Mog. Heeren Staaten van Holland en WestVriesland, aan de Heeren Staaten van Zeeland. Edele Mogende Heeren, Byzondere goede Vrienden, Nagebuuren en Bondgenootan! Door de Heeren Onze Gecommitteerden tot de zaaken van de Juftitie,in onze Vergadering een Rapport zynde uitgebragt, behelzende de confideratien, tusfchen hen en de Heeren UEd. Mog- CommiffarifTen tot de ordinaire befoignes, nopens het verzoek van gratie van den Gevangen Vaandrig de Witte, geconcerteerd: Zoo hebben Wy ter bevordering van de verdcse gemeenfchappelyke afdoening deezer zaak, niet ondienftig geoordeelt , een affchrift van het zelve Rapport aan U Ed. Mog. hier nevens te laten toekomen; terwyl Wy, fchoon ons geene reedenen voorkwamen, waarom Wy zouden moeten hefiteeren, om het daar by geadvifeerde in eene Refolutie te veranderen, egter hier meede hebben gefupcrcedccrt, totdat Wy ook van U Ed. Mog. gedagten, dien aangaande, geinformeert zouden zyn. Wy verzoeken derhalven hier moede te worden vereert, en geeven teffens aan U Ed. Moe. in bedenking, of niet, ingeval er geene byzondere confideratien tegen het Rapport by U Ed. Mog. vallen, dan dadelyk de correfpondentie omtrend deeze zaak zoude kunnen worden geG 3 ' hou-  102 NALEZING van STUKKEN houden voor afgelopen, en de zaak zelve op den voorgeflagen voet, ten fpoedigften, zoo by U Ed. Mog., als by ons getermineert. Hier meede Edele Mogende Heeren, Byzondere goede Vrienden, Nagebuuren en Bondgenooten ! beveelen Wy U Ed. Mog. in de befcherminge Godes. Gefchreeven in den Hage den 26 Maart 1784. U Edele Mogende goede Vrienden,Nagebuuren en Bondgenooten. ■ De Staaten van Holland en West-Vriesland. Ter Ordonnantie van dezelve. (Geteekend~) C. CLOTTERBOOKE. XXII. CONCEPT-PUBLICATIE. VAN de Heeren Staaten van de Stad Groningen en Ommelanden. DE STAATEN VAN DE STAD GRONINGEN EN OMMELANDEN DOEN TE WEETEN : Nademaal Ons iterative maaien klagten zyn voorgekomen over het engageeren van minderjaarige Perfoonen tot den Militairen dienst, offchoon dezelve nog vverkelyk onder de macht hunner Ouders of Voogden geftelt zyn, en dus onbekwaam zyn om  tot de MILIT. JURISDICTIE. 103 om eenige valide verbintenis aan te gaan; ook zoodaane onwettig geëngageerde jonge lieden door de Militairen opgelicht, na het Guarnifoen verzonden, of gearrefteerd worden, ftrekkende tot vilipendentie Onzer vorige gemaakte Ordonnantiën en notoire in fractie der rechten van den Competenten Richter, waar onder zoodanige minderjaarige gezeeten zyn, en niet dan met toeftemming van Ouders of Voogden kunnen worden weggetrokken ; zoo is het,dat Wy daar tegens op het efficacieufte willende voorzien, tot handhaaving van de gepromulgeerde Wetten , gerustftelling der goede Ingezeetenen, en maintien van derzelver Rechten en Vryheeden, alle zoodaane engagementen van minderjaarigen , die den ouderdom van 25 jaaren nog niet hebben bereikt en zig onder de macht hunner Ouderen of Voogden bevinden, zoo dezelve zonder toe» ftemminge van hunne Ouders of Voogden hebben aangegaan, mits deezen nul en nietig verklaarende, elk en een iegelyk die zulks aangaan mag interdiceeren om minderjaarigen buiten confent van derzelver Ouders of Voogden in den Militairen dienst aan te neemen , op te lichten, te vervoeren , of te arrefteeren, op poene , dat die geene,welke bevonden zullen worden deezen ter contrarie gedaan te hebben , als verleiders van de jeugd , en ontvoerders van ander lieden kinderen tegen de wil hunner Ouderen of Voogden naa exigentie van zaaken gecorrigeert en geftraft zullen worden. EN OP DAT NIEMAND HIER VAN eenige ignorantie moge voorwenden, zal deezen van de Predikftoelen te Lande worden afgeleezen en verders aLommc gepubliceert en aanG 4 ge-  io4 NALEZING van STUKKEN geflaagen te plaatze daar men gewoon is zulks te doen. Aldus gedaan binnen Groningen in 't Provincie Huis op Donderdag den i April 1784. Ter Ordonnantie van Hun Edele Mogende. E. LEVVE, Secret. XXIII. CONCEP T-MISSIVE van de Ed. Mog. Heeren Staaten van Stad en Lande aan Z. D. H. Doorlugtigjle Prins en Heere ! Gelyk Wy Ons verpligt hebben gevonden op de ingebragte klagten wegens het engageeren van twee minderjaarige Perfoonen tot den Militairen dienst, zonder toeftemminge van hun Ouders, Onze vorige deliberatien over dit onderwerp te hervatten, en by die gelegendheid op nieuws met de vereischte naauwkeurigheid hebben overwogen en gepondereert, de gronden en motiven, welke daar omtrend voor en tegens zouden kunnen worden ingebragt, hebben wy gemcent althans zoodanig in deezen te moeten voorzien en refolveeren , als Wy tot confervatie en maintien van 'sLands Rechten en Statutaire Wetten ter gerustftellinge van onze goede Ingezcetenen hebben geoordeelt te behoren. En  tot de MILIT. JURISDICTIE. 105 En ten einde dit Ons heilzaam oogmerk en ernfhge begeerte op de meest gevoeglykfte wyze werde bereikt; hebben Wy nodig geoordeelt van de Refolutie , ten dien einde by Ons op heden genomen, eene Copie hier nevens aan Uwe D. H. toe te zenden, en teffens op het nadrukkelykfte te verzoeken, ten einde door Uwe D. H. als Capitein Generaal,de vereischte orders werden geftelt, dat dezelve door de refpective Officieren van den Staat ftiptelyk •werde nagekomen, en langs dien weg zulke en drergelyke wederregtelyke engagementen in het Vervolg voorgekomen en geweert. Waar meede &c. De Staaten van Stad Groningen en Ommelanden. Ter Ordonnantie van dezelve (Geteekend) E. LEWE Secret- Groningen den 1 April 1784. Aan den Heere Prins Erfftadhouder, XXIV, EXTRACT uit de Alten en Refolutien der Edele Mogende Heren Staaten van Stad en Lande. Donderdag den 1 April 1784. Gedelibereert zynde op het Rapport der He. ren Gecommitteerden tot de petitiën van den Raad van Staaten en deezer Provintie Finances in dato den 29 Maart jongstleeden, nopens G $ het  m NALEZING van STUKKEN het engageeren van minderjaarige perfoonen tot den Militairen dienst, luidende als volgt. Rapport De Heeren Gecommitteerden tot de Petitiën van de Raad van Staaten en deezer Provintie Finances. Edele Mogende Heeren! De Heeren U Ed. Mog. Gecommitteerden by Refolutie van den iSden deezer zynde verzogt en aangeraaant om de Commiffie over het engageeren van minderjarige Perfoonen in den Militairen dienst den 2often October 1774 gedecreteert, ten fpoedigften te hervatten en daar van te rapporteeren, vermits dienaangaande wederom op nieuws klagten waren gedaan, hebben dezelve niet in gebreken willen blyven ter voldoening aan U Ed. Mog. weimening die befoigrres by de eerfte gelegcndh'eid te reëntameren, en thans de eer U Èd. Mog. te rapporteren, dat,naardien ingevolge de Statutaire Wetten in deeze Provintie vigerende, alle Contracten en Handelingen van minderjarigen zonder confent hunner Ouderen of Voogden ingegaan, ipfo jure nul en nietig zyn, invoegen dat daar uit geene de minfte verbintenis op een minderjarigen gelegt kan worden, des temeer de engagementen in den Militairen dienst van minderjarige Perfoonen zonder fpcciale bewilliging van die geene, onder wier magt ob lubricum cetatis annum geftelt zyn, met deeze allerheizaamfte Lands Wetten ten eenenmaale onbe- ftaan-  tot de MILIT. JURISDICTIE. lo> flaanbaar geoordeelt moeten worden; alzoo dezelve meeftentyd aan verleiding, dronkenfchap, en andere folies, waar aan de jeugd zo licht is blood geftelt, haren oorfprong yerfchuldigt zyn, en gewoonlyk dooreen droevig naberouw worden opgevolgt, wanneer tot hun zeiven gekomen bedaardelyk overwegen, hoe deerlyk zig zeiven door zulk eene onbezonne pas bedrogen, en eensklaps hebben ontzet van het aangename vooruitzigt,waar meedehunne Ouders of Voogden zig hadden gevleid ten einde hun op een andere wyze, en waar toe zy de Pupillen gefchikt oordeelden,een ordent]yk beftaan te bezorgen, en tot nuttige Leeden van die Maatfchappy, waar in geboren en opgevoed zyn, te bekwaamen, ook om die reden geen moeite of kosten hebben gefchroomd, en zomtyds meerder geimpendeert, als hunne vermogens toelieten: het zoude derhalven de ongerymtheid zelve zyn,alle andere handelingen van minderjarigen zelfs over de geringftë zaaken, voor invalide, en nogthans derzelver engagement in den Militairen dienst, hetwelk van zoo veel te meerder gewicht is, dat hun tydelyke welvaart daar van kan afhangen, voor valide te houden, waar uit teffens by wettige confequentie voortvloeit, dat de Militairen zodane onwettig geëngageerde jonge lieden oplichtende , na het Guarnifoen verzendende , of arrefteerende , notoire infracÜe doen op da Rechten van den Competenten Rechter, waar onder die minderjarigen gezeten zyn, en niet, dan met toefte-mming van Ouders of Voogden kunnen worden weggetrokken, naardien hun  ïo8 NALEZING van STUKKEN gezag flegts op eene nietige verbintenis gegrond is. En vermits de ondervinding te meermaalen heeft geleert, dat ongeacht deeze Landswetten, en reeds voor lange op dit fTuk geëmaneerde PJacaten zodane kwaade practyken nog geftadigin het werk worden geftelt, gelyk thans daar over weder op nieuws klagten zyn ingekomen, waar tegens efficacieus diende te worden voorzien , zouden de Heeren U Ed. Mog. Gecommitteerden van advis zyn, dat tot handhaving van de gepromulgeerde Wetten, gerustftelling der goedeIngezeetenen en maintien van derzelver Rechten en Vryheden , U Ed. Mog. alle engagementen van minderjarigen , die den ouderdom van 25 Jaarcn nog niet hebben bereikt , en zig onder de magt hunner Ouderen of Voogden bevinden, nul en nietig verklarende, elk en een iegelyk, die zulks mag aangaan benoorden te interdiceeren om minderjarigen buiten confent van derzelver Ouders of Voogden in den Militairen dienst aan te neemen , op te lichten en te vervoeren , of te arreftecren, op poene dat die geene, welk bevonden zullen worden deezen ter contrarie gedaan te hebben als verleiders van de jeugd en ontvoerders van ander lieden kinderen , na exigentie van zaken gecorrigeert en geftraft zullen worden. Dat voorts hier van tot een ieders naricht Placaat geëmaneert en by Miffive aan Z. D. H. kennis behoorde te worden gegeeven,met ernftig onderzoek en adhortatie om als Capitein Generaal alle de Officieren van den Staat nadrukkclyk te injungeeren zig ter vermeiding van  tot de MIL1T. JURISDICTIE. 109 van fchade en verdere onaangenaame gevolgen hier na ftiptelyk te reguleeren, ten welken einde zodane Concept Placaat en Miffive hier nevens voegen. Aldus gedaan &c. Hebben de Heeren Staten van Stad en Lande zig met het uitgebragte Rapport geconformeert en de bygevoegde Concept-Publicatie en Misfive geapprobeerd. (a) XXV. MISSIVE van Burg. Schep, en Raad der Stad Zierih Zee aan H. Ed.Mog. de Staaten vanZeeland. Den 5 April 1784. Edele Mogende Heeren! Wanneer Wy ontfangen hadden UEd.Mog. Miffive van den 11 der maand Maart, met bygevoegde Refolutie en Authorifatie, ten zeiven dage door U Ed. Mog. op Ons verftrekt, om de Militaire Perfoonen welke zig aan Commune Deliéfen hebben fchuldig gemaakt, en nog by die van het Guarnifoen in detentie wierden gehouden , uit handen van de Militairen op nieuw te reclameeren, en ter onzer Judicatu- re (V) Deeze Stukken .(trekken ter bevestiging van he/ gemelde in myn MAGAZYN van Stukken tot de Miliiairejui^dictie betrekkelyk VII. D. p. 143 en 144. No. XIII.  «o NALEZING van STUKKEN re over te neemen , hebben Wy aanftonds uit kragte van de voorfchreeve U Ed. Mog. Refolutie , de bewuste Militaire Perfoonen andermaal doen reclameeren, en hebben ook dadelyk het Effect daar van ondervonden , alzoo de Militaire Perfoonen door Ons gerequireerd, weinige dagen daar aan , ter Onzer Judicatuure zyn geëxtradeert geworden en in bewaring overgebragt, ten 's Gravenfteen deezer Stad. Wy hebben vermeend U Ed. Mog. hier van te moeten kennis geeven niet twyffelende of U Ed. Mog. zal daar aan ten hoogften gelegen leggen 5 dat Hoogftdeszelfs orders en Refolutien Hoor hunne geadfubjecleerdens zonder de minfte twyffeling, werden geobedieert en nagekomen; — Wy acqtiiteeren ons hier van by deezen, God Almagtig biddende U Ed, Mog. te geeven een heilige en voorfpoedige Regeeringe en blyven. Edele Mogende Heeren! U Ed. Mog. gehoorzaame Dienaren Burgemeesteren en Schepenen der Stad Zierik-Zee. Ter Ordonnantie van dezelve. (Was geteekent} J. van der IIOUTE. Zierik-Zee den 5 April 1784. XXVI.  tot de MILIT. JURISDICTIE, in XXVI. EXTRACT uit de Refolutie van de Ed. Mog. Heeren Staaten 's hands van Utrecht. Mercurii den 7 April 1784. By Extract uit de Refolutie der Heeren Ordinaris Gedeputeerden op heden genomen is ter Vergaderinge alhier opening gedaan , dat zy Heeren Gedeputeerden ontwaar zynde geworden, hoe by den Raad Staaten op den 25 Feb. en 17 Maart laatstleeden twee Refolutien genomen waaren, by welke was vastgefteld, dat overmids het ceffeeren van den Hoogen Krygsraad, voordaan alle Appellen van de byzondere Krygsraaden aan den Raad van Staaten als den eenigen fuperieuren Rechter zoude moeten gefchieden, als meede dat binnen de Steeden ftem in Staat hebbende de Militaire Jurisdictie niet verder geëxtendeerd zal worden, dan in conformiteit van de Refolutie van 25 Maart 1651, by de gezamentlyke Bondgenooten op de groote Vergadering genomen, dat is alleen over de nalatigheid en overtreedingen in Tochten en Wachten overgaan aan den Vyand, defertie van de Compagnien, of verloop van de eene Compagnie onder de andere zonder Paspoort, mitsgaders over exceffen en delicten, die de Officieren en Soldaten onderling of de een tegen den anderen zullen komen te begaan en verder niet, en dat van de gemelde Refo, lutien aanfchryvingc was gedaan aan de Commandanten der refpective Guarnifoenen, zy Hee.  H2 NALEZING van STUKKEN Heeren Gedeputeerden dien aangaande de nodige informatien genoomen hadden,en al zulks ook bevonden, dat de voorgemelde aanfchryving in den jaare 1783 meede ten fine voorfz had plaats gehad. Dat zy Heeren Gedeputeerde verder in aanmerking neemende, hoe in den jaare 1675, op de Propofitie van wylen Z. H. Prins Willem de III., by hun Ed. Mog. zekere provifioneele fchikkingen omtrend de Militaire Jurisdictie waren vastgefteld, welke nader in den jaare 1677, door de Heeren Staaten geconformeerd en by aanfchryvinge de obfervantie aan de Collegien van Juftitie binnen deeze Provintie geïnjungeerd waren , hadden verxneind deeze gedane aafifchryving van den Raad van Staaten aan den Commandant van het Guarnifoen binnen deeze Stad ter erkenteniffe van H. Ed. Mog. te moeten brengen. , Waar op gedelibereerd, en gelet zynde, op het verdere voordraagen van de welgemelde Heeren Gedeputeerde deezen aangaande, is dien conform goedgevonden en verftaan, dat de Heren van den Hove Provinciaal en andere Collegien van Juftitie binnen deeze Provintie zullen worden aangefchreeven en gelast zig tot H.Ed. Mog. nadere dispofitie , met relatie tot de adminiftratie der Juftitie over Militaire perfoonen, naar het geene zederd den jaare 1651 tot 1Ö72, en wederom van den jaare 1703 tot 1747 heeft plaats gehad te reguleren, en alzulks aan den Militairen Rechter, zoo lange hier omtrend niets nader by H. Ed. Mog. zy gefolveerd,geene andere Jurisdictie toe te kennen, dan in conformité van de boven gementioneerde Refolutie van den jaare 1651. EX-  tot de MlLIT. JURISDICTIE. 113 EXTRACT uit de Refolutie van de Ed. Gr. Achtb. Heeren Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Utrecht. Maandag den 29 Maart 1784. Door den Heer Ëyck zynde vooitgebragt een Extract uit de Refolutie van de Ed. Mog. Heeren Raaden van Staaten der Vereenigde Nederlanden van den 17 deezer maand, luidende het 'zelve als volgt. Fiat infertio.. ■ En daar over gedelibereerd en in eonfideratie genomen zynde, dat het ten hoogden nodig en met de goede orde overeenkomende is, dat de Magiftraat en Raad dezer Stad van zoodanige dispofitie en Refolutie legale kenniffe bekomen, heeft de Vroedfchap den Heer eersten Burgemeester,als Gouverneur dezer Stad,Vérzogt den Commandant van het tegenwoordig Guarnifoen binnen deeze Stad, daar over te fpreeken en van zyn Ed. te verneemen, of Hy, of den Auditeur Militair alhier zoodanig eene Refolutie van den Raad van Staaten ontvangen heeft, en daar van als dan te vorderen eene geauthentifeerde Copie, Nal. I. Deel II. Stuk H In-  ii4 NALEZING van STUKKEN Infertio. EXTRACT uit de Refolutie 'van de Ed. Mog, Heeren Raaden van Staaten der Vereenigde Neder■ landen. Woensdag- den 17 Maart 1784. Is na deliberatie goedgevonden en verftaan, dat by provifie en zoo lang geen andere ordre &c. (zoo als dit ftuk alomme bekend en reeds in de Nieuwspapieren meedegedeeld is.) EXTRACT uit de Refolutie van de Ed. Gr. Agtb. Heeren Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Utrecht. Maandag den 5 April 1784. Door Heeren Burgemeesteren zynde voorgebragt een geauthentifeerd Extract uit de Refolutie van de Ed. Mog. Heeren Raaden van Staaten der Vereenigde Nederlanden : luidende als in de Vroedfchaps Notulen van voorleden maandag vermeld ftaat, en daarop gedelibereerd zynde, heeft de Vroedfchap de Heeren Gecommitteerden tot den ftaat van Oorlog verzogt en gecommitteerd, om dezelve te examineeren en de Vroedfchap te dienen van derzelver confideratien. EX-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 115 EXTRACT uit de Ref. ut fupra. Maandag den 19 April 1784. Door de Heeren Gecommitteerden tot den Raat van Oorlog zynde gedaan navolgende rapport en voorftel. Fiat infertio 1. Heeft de Vroedfchap na deliberatie gerefolveerd, als volgt. Edele Groot Agtbaare Heeren ! De Heeren Gecommitteerden tot den ftaat van Oorlog, ingevolge Vroedfchaps Refolutie CommhToriaal van den 5. deezer lopende maand, in overweginge genomen hebbende, zeekere Refolutie van den Raad van Staaten van deo 17 Maart deezes jaars, vervattende eene aanfchryving aan den Commandeerenden Officier van het alhier zig bevindend Guarnifoen, houdende in fubftantie, onder meer anderen, dat, by provifie, zoo lange geene andere ordre by de gezamenlyke Bondgenooten op de Militaire Juftitie zal zyn gefield, gevolgd zal worden de voet, die daar omtrend gehouden is zederd den Jaare 1651 tot 1672, als meede zederd 1703 tot 1746, en dat dienvolgends,met betrekking tot de Stecden Item in Staat hebbende, de Militaire Jurisdictie alleenlyk zal gaan over nalatigheid en overtredingen in Tochten en Wachten, overgaan aan den Vyand, defertie van de Compagnie of verloop van de eene Compagnie H 2 on-  n6 NALEZING van STUKKEN onder de andere zonder paspoort, mitsgaders over exceflen en delicten, die de Officierenen Soldaten onder of tegen elkaar begaan, voor behoudens het middel van Appel aan den Raad van Staaten, kunnen niet ontveinzen , ge- confidereerd tot nog toe alleenlyk de zoogenaamde Hoogen Krygsraad by alle de Bondgenooten is afgefehaft, en daar door de Sententien der lagere Krygsraden, van welke tot nu toe aan deeze Rechtbank pleeg geappelleerd te worden, thans wederom , gelyk voor de introductie van gemelde Hoogen Krygsraad, by wyze van beroep, door den Raad van Staate, aan wien zulks door de gezamentlyke Bondgenooten nog laatstlyk by Refolutie van 9 Feb, 1703, is toegekend, moeten worden gerevideerd; Dat het hun Ed. wel is voorgekomen, dat de gemelde aanfehryving van den Raad van Staaten zig eeniglyk hadde behoren te bepalen tot de gezegde Appellen , vooral met betrekking tot zoodanige Provinciën , gelyk Utrecht, alwaar de Jurisdictie der Militairen door den Souverain tot hier toe nog niet is gereduceerd tot de enkele beoordeeling der pure Militaire delicten, want het als nu zoude kunnen fchynen , als of de Raad van Staaten zoude vermeinen , met voorbygaan der Souveraine Staaten, bcftellinge te mogen maaken omtrend de Militaire Juftitie, en ten aanzien van deeze Provintie eene provifioncele fchikking, zoo als dezelve in den jaare 1675, is aangenomen en nog kortelyks in den jaare 1777 is gerenoveerd, zonder concurrentie der Heeren Staaten, te kunnen vernietigen. Dan, wanneer de Heeren Gecommitteerden hier  tot de MILIT. JURISDICTIE. 117 hier tegen in aanmerking neemen, dat de Raad van Staaten,aan wien nimmer, ten minften yan wegens deeze Provintie, eenige aanichryving is gedaan van eenige byzondere Provinciale fchikkingen of Wetten , concerneerende de Militaire Jurisdictie, by deszelfs circulaire toegezondene Refolutie geene melding heeft kunnen maken van dusdanige aan H. Ed. Mog. onbekende particuliere befchikkingen, neen maar zal gedagt hebben, by deszelfs aanfehryvinge aan de Commandeerende Officieren der onderfcheidene Guarnifoenen binnen deeze Republiek te moeten volgen denzelven voet , welken de Raad van Staaten voormaals in de jaren 1651 en 1703, gehouden heeft, wanneer insgclyks de toenmaals zynde Hooge Krygsraden vernietigd zyn geworden, en door den Raad van Staten op beide die tyden, by eene gelyke aanfehryvinge aan de commandeerende Officieren der refpective Guarnifoenen , benevens een ordinatoir omtrend de Appellen der Sententiën van Militaire Rechtbanken , eene admonitie, concerneerende de juiste bornes der Militaire Jurisdictie , is toegezonden geworden. Zoo vermeinen de Heeren Gecommitteerden, dat de Raad van Staaten niet zoo zeer buiten voorbeeld gehandeld heeft, dat gehegd zoude moeten ^worden , deszelfs oogmerk geweest te zyn, omme te empieteren op'het recht van bellellinge omtrend het Militaire wezen, aan ieder der Bondgenooten in't byzonder comr-'terende, voor zoo veel Hoogftderzelver Territoir, en de Militie op een ieders Repartitie ftaande, betreft. Om deeze redenen hebben Heeren GecomH 3 mit-  ii 8 NALEZING van STUKKEN mitteerden gedagt, niet zoo zeer te moeten inhereren op het geen in de vorm van aanfchryving door den Raad van Staaten aan den Commandeerenden Officier des Guarniibens alhier , als meede aan alle andere Commandeerende Officieren der overige Guarnifoenen binnen deeze Republiek gedaan, gebrekig zoude kunnen fcbynen voortekomen; maar veel eer deeze omftandigheid ten nutte te moeten aanleggen , ten einde eene zoo bekwaame gelegenheid ter verkryging van eene zoo algemeen hegeerde zaak, als is de bepaaling der Militaire Jurisdictie tot pure Militaire Delicten, worde gearripiëerd, en hierinne eens eindelyk een éénpdrigen voet by alle de Provintien beraamd en vastgefteld worde, gelyks zulks bereids in Zeeland eh Friesland door Staats Refolutien is geètrec>ueerd. Te meer nog daar in deeze Provintie nimmer zoodanige algemeene Militaire Jurisdictie heeft plaats gehad, waardoor Militaire Perfoonen , zoo omtrend Civile als omtrend Crimineele zaaken, voor geenen anderen , dan voor den Militairen Rechtbank zouden .kunnen worden geconvenieerd of te recht gefteld , maar ter contrarie by eene provifioneele fchikking is vastgefteld, dat alle Actiën wegens Civile zaaken voor den ordinaris Civilen Rechter zouden moeten worden geïnftitueerd , terwyl in het Crimineele alle pure Militaire Delicten by den militairen Rechter en alle gerneene Delicten by preventie, het zy by den Civilen, het zy by den Militairen Rechter , die eerst zoude geoccupeerd hebben, zoude beoordeeld en geftraft worden; waar uit dan fchynt te volgen dat de Militaire Jurisdictie in dcc-  tot de MIL1T. JURISDICTIE. 119 deeze Provincie genoegzaam van zelve vervallen is binnen die juiste bepaalingen, binnen welke de meeste Bondgenooten dezelvejegens- woordig hebben terug gebragt: immers, daar by opgemelde provilioneele fchikking aan den Militairen niet meer is toegeftaan, als de bloote praventie in gemeene Delicten , en deeze preventie in niet anders beftaat, dan in de faculteit van te kunnen presvenieeren, zoo volgt, dat, ten minsten met betrekking tot die Militairen, welke ftaan ter repartitie van zoodanige Provintien, welke bereids de Militaire Jurisdictie bepaald hebben tot de enkele pure Militaire Delicten , geen gebruik van opgenoemde preventie kan gemaakt worden, aangezien de faculteit om te kunnen 'of te mogen prcevenieeren , aan dezelve benomen is, door het verbod van in gemeene Delicten te jugeeren. Waar by komt,dat H. Ed.Mog., de Heeren Staaten deezer Provintie,in Hoogftderzelver laatfte Vergadering van den 7. deezer maand hebben goedgevonden aan het Hof Provinciaal, en aan andere Collegien van Juftitie binnen deeze Provintie aan te fchryven, dat met betrekking tot de adminiftratie der Juftitie, omtrend Militaire Perfoonen, zig ftiptelyk zullen gedraagen, naar het voo'rfchrift van het deezen aangaande gerefolveerde by de gezamenlyke Bondgenooten op de groote Vergadering, in 'sHage gehouden in den tjaare 1651, waar door dan niet alleen het recht van prceventie, maar ook zelve de meergemelde provilioneele fchikking van den Jaare 1675 is verwittigd geworden. Om dan ook vervolgends deeze zoo zeer geil 4 wensen-  i2g NALEZING van STUKKEN wenschte zaak deszelfs vol beflag te doen vérkrygen , zal nu nog noodig zyn , dat door eene nadere Provinciaale Refolutie een zelve voet beraamd worde , omtrend de Militaire Jurisdictie , als bereids by de Provintie van Zeeland en Friesland gefchied is ; omme het welk te effeclueeren ,de Heeren Gecommitteerden van oordcel zyn, dat Burgemeefteren en verdere Gecommitteerden ter befchryvinge behooren te worden verzogt en geauthorifeCrd, om van Stads wegen ter eerstkomende Vergadering van Staaten voor te draagen , hoe het de Vroedfchap wcnfchelyk is voorgekomen, dat omtrend het Stuk van de Militaire Jurisdictie by alle de Bondgenooten een gelyke en eenparige voet mooge worden beraamd, en dat, geconfedereerd de tot hier toe zederd in den jaare 1675 ■geëxteerd hebbende provilioneele fchikking, nu van zelfs vervallen is, zoo door de onderfcheidene Refolutien van meest alle de Bondgenooten , als mede door de laatfte forraeele aanfehryving van den Raad van Staaten aan de Commanderende Officieren der refpective Guarnifoenen binnen deeze Republiek en wel voornamenlyk door H. Ed. Mog. op de laatfte Vergadering van den 7. deezer maand genoomen Refolutie boven vermeld, het aan de Vroedfchap toefebeen als nog nodig te zyn , dat by eene Staats Refolutie verklaard wierde , dat, uit hoofde voorfchreeve, de opgemelde provilioneele fchikking zynde komen te ceffeeren, voordaan binnen deeze Provintie geene Militaire Jurisdictie zal mogen worden geoeffend , dan alleenlyk omtrend zuiver Militaire Delicten waardoor verftaan worden dezulke,welke alleen door  tot de MILIT. JURISDICTIE. 121 door een Militair, als Militair kunnen worden geperpetreerd, als mede over exceffen en delicten , niet capicaal aynde, die Officieren en Soldaten tegen elkaar binnen de refpective Guarnifoenen begaan , mitsgaders- over verfchillen tuffchen Militairen, ontftaande over Leeningen, Soldyen, Monteringen, Wapenen of andere Krygsmans behoeften met recht van Appel aan den Raad van Staaten , terwyl de Militairen omtrend alle andere gemeene delicten, als meede, wegens alle Civile zaaken onderworpen zullen zyn aan den ordinairen Civilen Rechter der plaats, waarin zy Guarnifoen houden, of zig mogen bevinden , met byvoeginge, dat de Vroedfchap van oordeel is, dat van zoodanige genomen Refolutie aan den Heer Erfltadhouder, én aan den Raad van Staaten by Miffive kenniffe gegeeven en by openbaare Publicatie aan een ieder bekendmaking gedaan moet worden. XXVII. EXTRACT uit de Refolutien van de Ed. Mog. Heeren Staaten 'sLands van Utrecht. Mercurii den 21 April 1784. De Heeren Gecommitteerden der Stad Utrecht hebben ter Vergadering voorgebragt en laten leezen de Refolutie van de Heeren hunne Principaalen in dato 19. deezer , betrekkelyk de Militaire Jurisdictie en deswegens gedane aanfchryvinge van den 7. deezer,als breder by dezelve Refolutie volgende hier na geïnfereerd, H 5 Fiat  122 NALEZING van STUKKEN Fiat infertio 2. Gehoord het Rapport van de Heeren Gecommitteerden tot den ftaat van Oorlog, heeft de Vroedfchap , de Heeren Burgemeefteren en verdere Gecommitteerden ter befchryvinge verzogt en geauthorifeerd, om van Stads wegen, ter eerstkomende Vergadering der Heeren Staten voor te dragen, dat het de Vroedfchap wenfchelyk is voorgekomen; dat, omtrend het ftuk van de Militaire Jurisdictie , by alle de Bondgenooten, een gelyke en eenparige voet worde vastgefteld, en dat, geconhdereerd de tot hier toe geëxteerd hebbende provilioneele fchikking van den jaare 1675 , als nu vanzelf vervallen is, zoo door de aanfchryvinge van den Raad van Staaten aan de Commandeerende Officieren der ondcrlcbeidene Guarnifoenen binnen deeze Republiek, zoo als dezelve vervat is by Hoogftdeszelfs Refolutie van den 17 Maart deezes jaars, als wel voornamentlyk door de Refolutie by H. Ed. Mog. de Heeren Staaten deezer Provintie genoomen op de jongstleeden Vergadering van den 7. deezer maand, waar by H. Ed. Mog. hebben goedgevonden om aan den Hove Provinciaal en andere Collegien binnen deeze Provintie aan te fchry ven, dat, met betrekking tot de adminiftratie der Juftitie omtrend Militaire Perfoonen , zig ftiptelyk zullen gedragen, naar het voorfchrift van het, dien aangaande gerefolveerde by de gezamentlyke Bondgenooten in de groote Vergadering, gehouden in 'sHage in den jaare 1651 , het aan de Vroedfchap toefcheen, als nog noodig te zyn, dat by eene nadere Staats Refolutie ver-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 123 verklaard werde: dat, uit hoofde voor- fchreven de gementioneerdeprovifioneele fchikking zynde komen te ceffeeren, voordaan binnen deeze Provintie geene Militaire Jurisdictie zal mogen worden geoeffend, dan alleenlyk omtrend zuiver Militaire Delicten, waar door verftaan worden zulke , welke alleen door een Militair,als Militair kunnen worden geperpetreerd; als meede 'over exceffen en delicten, niet capitaal zynde , die Officieren en Soldaten tegen elkaar binnen de refpective Guarnifoenen begaan ; midsgaders over verfchillen tuffchen Militairen ontftaande over Leeningen, Soldyen, Monteringen , Wapenen of andere Krygsmans behoeften en zulks met recht van Appel aan den Raad van Staaten van alzulke zaaken, die appellabel zyn naar de gemeene Rechten: terwyl de Militairen omtrend alle andere gemeene Delicten als meede wegens alle Civile zaaken , onderworpen zullen zyn aan den ordinairen Civilen Rechter der plaats, waarin zy Guarnifoen houden, of zig mogen bevinden. Eindelyk, dat de Vroedfchap van oordeel is, dat van zoodanige genomen Refolutien aan den Heer Erfftadhouder deezer Provintie en aan den Raad van Staaten by Miffive kenniffe gegeven, en by openbaare Publicatie aan een ieder bekendmaking gedaan, moet worden. Waar op gedelibereerd zynde, hebben de Heren van de twee voorftemmende Leden dezelve gehouden in advies. XXVIII.  124 NALEZING van STUKKEN XXVIII. MISSIVE van de Heeren Staaten 'sLandsvan Utrecht Schout &c. der Stad Utrecht. Geregiftreed in het Memoriaal van den Ed. Agtb. Gerechte der Stad Utrecht den 22 April 1784. Edele, Erentfe/le, Vrome, Hooggeleerde Wyze, zeer voorzienige Heeren ! Op het geene deezen aangaande ter, Onzer Vergaderinge is voorgedragen , hebben Wy goedgevonden U Ed. by deezen aan te fchryven en te gelasten , om met relatie tot de adminiftratie der Juftitie over Militaire Perfoonen , U Ed. te reguleeren naar het geene zederd den Jaare 1651 tot 1672, en wederom van den. Jaare 1703 tot J74.6 , heeft plaats gehad, en alzuiks aan den Militairen Rechter, zo lange hier omtrend niets nader by ons zy gerefolveerd, geene andere Jurisdictie toe te kennen , dan in conformité van de Refolutie den 25 Maart des Jaars 1651, by de gezamenlyke Bondgenooten op de groote Vergadering genomen, te weeten, alleen over de nalatigheid en overtreedingen in Tochten en Wachten, overgaan aan den Vyand ,defertie van de Compagnien of verloop van de eene Compagnie onder de andere,zonder Paspoort, mitsgaders over exceifen endeli&en, die de Officieren en Soldaaten onderling of de een tegens den an1 de-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 123 deren zullen komen te begaan , en verder niet. Hier' meede Edele, Erentfefte, Vrome, Hooggeleerde Wyze, zeer voorzienige Heeren! beveelen wy U Ed. in de befcherming van God Almachtig. Gefchreeven te Utrecht den 7 April 1784. (Was get eekend) A. F. GODIN. vt. U Ed. goede Vrienden De Staaten van den Lande van Utrecht. Ter Ordonnantie van dezelve. (Geteekend) H. A. LAAN. (De Superscriptie was) Edele, Erentfefte, Vrome, Hooggeleerde, Wyze, zeer voorzienige Heeren. Schout, Burgemeeftercn en die van den Gerechte der Stad Utrecht. XXIX.  126 NALEZING van STUKKEN XXIX. EXTRACT uil de Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Van den 8 April 1784. By refumptiegedelibereerd zynde opbet Rapport van den 11 Maart is dien conform goedgevonden en verftaan, de Heeren H. Ed. Mog. Gecommitteerde Raaden te authorifeeren , gelyk gefchied by deezen, om in geval dat eenig Militair Officier, van welke qualiteit hy ook zyn mogte , by vervolg weigerde om den Eed tot zyn functie ftaande, met de ampliatie van het Formulier, volgens H. Ed. Mog. Refolutie op het ftuk der Militaire Jurisdictie, den 22 September 1783, genomen af te leggen, en, zulks wel, na dat aan hem daar van explicatie was gegeeven, als dan deszelfs Commisfie niet te laten regiftreeren, zyn Traftement in te houden en ten allen tyde het ptcEiteeren van dezelve, offchoon hy zig op nieuws daar toe aanbood, te refufeeren; dat wyders zulks ook betrekkelyk zal moeten zyn tot de Commandeurs cn Majors van de Steden en Forten deezer Provintie. En worden eindelyk de welgemelde Heeren van den Raad geauthorifeerd , om direct van zoodanige weigering aan Z. D. H. als Capitein Generaal van 'sLands Militie kennis te geven; ten einde zoodanig vaceerende plaats met een ander Perfoon zoude kunnen worden gefuppleerd. XXX.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 127 XXX. EXTRACT uit de Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Den 15 April 1784. De Heeren Gedeputeerden vanMiddelburg,ter Vergadering hebbende voorgedragen, dat de Heeren hunne Committenten tot nog toe niet legaal zyn geinformeert, of in gevolge de Staats Refolutie van 11 Maart de aftueele Guarnifoenen te Vlisfingen en Veere hebben gepra?fteerd den Eed, geamplieerd by Refolutie van 22 September 1783, nademaal de geprsfigeerde tyd van 4 wceken, binnen welke zy verpligt zyn geweest zulks te doen, bereids verfchenen is, of van het geen door de Heeren Gecommitteerde Raaden ter executie van de voorfz Refolutie van 11 Maart is gedaan ,infteerende derhalven , dat deswegens de verëischte opening mogte worden gegeeven, heeft de Raadpenfionaris daar op gecommuniceerd, dat het Guarnifoen te Vlisfingen op voorleden Zaturdag, den 11 deezer, den bovengemelde geamplieerden Eed met alle bereidwilligheid had afgelegt: dan dat, betreffende het Guarnifoen ter Veere, hy Raadpenfionaris op den zeiven 11 deezer was opgewagt door den Capitein Lieutenant Bruce , welke aan hem had kennis gegeeven , dat de Commandanten andere Officieren wel bereid waren , om denzelven Eed af te leggen, maar dat zulks niet konden doen, als met voorkennis en confent van hunne Betaalsheeren: dat hy Raadpenfionaris daar van op huiden morgen  128 NALEZING van STUKKEN gen aan de Heeren Gecommitteerde Raaden rapport hebbende gedaan, dezelve daar op hadden goedgevonden om van het voorfz gezegde van dien Captein, als meede brengende eene ingewikkelde weigering van obediëntie aan de orders van de Heeren Staaten , direct by Misfive aan de Heeren Staaten van Holland , als op wiens repartitie die Troupes ftaan, kennis te geven , met verzoek om dezelve Troupes op te ontbieden, zoo en in deeze voegen als de meergemelde Refolutie van n Maart'dicteert. Waar op gedelibereerd en de Raadpenfionaris voorde gegeeven ouvertuure bedankt zyn. de, hebben H. Ed. Mog. het verrigte der Heeren Gecommitteerde Raaden in deezen geapprobeerd; de Heeren Gedeputeerden van Vlisfingen en Veere hebben nogthans zulks gedaan in verwagting, dat conform dezelve Staatsrefolutie, die Miffive ten fpoedigfte zal worden gedepecheerd. XXXI. EXTRACT uit het Memorie en Refolutie - Boek der Stad Zutphen. Veneris den 16 April 1784. In gevolge het gerefolveerde van gister, op heden by refumptie gedelibereerd zynde, zoo op eene door den Heer Commandeur deezer Stad aan den Heer pra-fiderende gecommuniceerde Refolutie van den Raad van Staaten der Vereenigde Nederlanden, in dato den 17. der vo-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 129 vorige maand Maart met opzigt tot de exercitie rot de Militaire Jurisdictie binnen de Stern in Staat hebbende Steeden, als op eene tevens overgegeevene pro memoria, houdende, dat Haar Ed. Mog. de Raad van Staaten hadden goedgevonden , dat den Generaal Majoor en Commandeur van Heekeren de twee Trompetters en Soldaaten, met de informatien en befcheiden daar toe relatief, aan den Civilen Regter zoude aanbieden , en des gerequireerd zoude overgeven, ten einde over voorfchreeven twee gevallen, by denzclven gecognosceert,en geoordeelt te worden, zynde hy Commandeur alleen, ingevalle de Civi'le Regter mogte weigeren , zig de zaak der Trompetters en Soldaten aan te trekken, geauthorifeert en gelast om tegen dezelve voor den Guarnifoen Krygsraad te doen procedeeren. Hebbende Hun Ed. en Achtb. naa«voorgaande deliberatie wat het eerste gemelde ftuk betreft, het zelve voor notificatie aangenomen, ten welken einde, die gecommuniceerde Refolutie in het Memorien en Refolutien.Boek zal worden geregiftreerd, en met opzigt tot het Jaatfte, uit confideratie niet alleen, dat reeds volgens Magiftraats Refolutie van den 17 Maart dezes jaars,de informatien door den Ed. Stadsgerigte , omtrend de voornoemde Trompetters ingewonnen, aan welgemelde Heer Commandeur waaren ingezonden, ten einde tegen dezelve te doen procedeeren , als in goede Jufb'. tie zoude bevonden worden te behooren , maar dat ook daar benevens hetpoinct van bepaaling, omtrend de exercitie der Militaire Jurisdictie, waarfchynelyk een object van Hun Ed. Mos. 'Nal. I. Deel. II. Stuk* I de-  i3o NALEZING van STUKKEN deliberatien, op den eerstkomende, en nu op handen zynde s'Landfchaps Vergadering ftond op te leveren , en dus door Hun Ed. en Achtb. niet behoorde geanticipeert te worden, mitsdien goedgevonden en verftaan,om zonder prejudicie, en onder inhaMie der voorgementionneerde Refolutie van den 17. Maart jongstleden, de cognitie van deeze zaak aan de Militairen Rigter te laaten verblyveu. (Onderftond) Pro vero Extractu. X X XI. MISSIVE aan Prcefident en Raaden van den Hove van Holland, Zeeland en West- Vriesland. De Staaten van Zeeland! Edele &c. Door de Heeren onze Commiiïariffen tot de ordinaire befoignes op zyn tyd in onze Vergadering een Rapport zynde uitgebragt behelzende derzelver confideratien nopens het verzoek van gratie van den Gevangen Vaandrig de Witte den 11 September 1783, aan ons gedaan, hebben Wy op heeden goedgevonden Copie van het zelve Rapport, als meede van de Refolutie, daar op by Ons genomen, aan U Ed. te laten toekomen , en daar benevens te requireeren om reguard flaande op den inhoud derzei-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 131 zelve, vervolgens in de zaak van den voorfz Vaandrig de Witte te fententieeren, als U Ed. ia goede Juftitie zullen oordeelen te behoren. Waar meede Edele &c. j In het Hof van Zeeland te Middelburg den 19 April 1784. STAATEN. XXXII. MISSIVE aan de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland, Edele Groot Mogende Heeren , Byzondere goede Vrienden, Nabutjren en Bondgenooten. By ons op heeden ontfangen zynde U Ed. Gr. Mog. Miffive van den 26. Maart jongstleden, waar by aan Ons wel hebben gelieven te zenden een affchrift van het Rapport door de Heeren U Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Juftitie ter Vergadering van Hoogftdezelve uitgebragt, behelzende de confideratien tuffchen hen en de Heeren onze Cornmiffariffen tot de ordinaire befoignes, nopens het verzoek van' gratie van den Gevangenen Vaandrig de Witte geconcerteerd, bedanken Wy U Ed. Gr. Mog. deswegens, en hebben de eer daar op te refcribeeren, dat door de welgemelde Heeren onze Commilfariffen, in onze I 2 Ver-  i32 NALEZING van STUKKEN Vcrgaderinge insgelyks over die materie Rapport zynde uitgebragt, Wy goedgevonden hebben het zelve op heeden in eene Refolutie te veranderen en daar van met toezending van Copie van het zelve Rapport, aan U Ed. Gr. Mog. kennis te geeven, ten einde de voorfz. zaak ook by U Ed. Gr. Mog. zoo als by ons gefchied is, te konnen worden getcrmineerd op den voorgcÜaagen voet, houdende Wy mitsdien de wederzydfche Correspondentie hier omtrend voor afgeloopen. Waar meede Edele Gr. Mog. Heeren, Byzondere goede Vrienden, Nabuuren en Bondgenooten, zullen Wy God Almagtig bidden U Ed. Gr. Mog. loffelyke Regeering met alle prosperiteit en voorfpoed te willen zegenen. In 't Hof van Zeeland te Middelburg den 19 April 1784- (Onderjlond) U Ed. Gr. Mog. goede Vrienden, Nagebuuren en Bondgenooten. De Staaten van Zeeland. (Lager Jlond) Ter Ordonnantie van dezelve. (Was geteekenf) L. P. van de SPIEGEL. XXXIIL  tot de MILIT. JURISDICTIE. 133 XXXIII. EXTRACT uit de Refolutien der Heeren Staaten van Zeeland. Den 19 April 1784. Is gelezen eene Miffive van de Heeren Staa-' ten van Holland en West-Vriesland, gefchreven in 's Hage den 26 Maart jongstleden waar by hun lid. Gr. Mog. overzenden een affchrift van het Rapport in derzelver Vergadering uitgebragt nopens het verzoek van den Vaandrig de Witte om abolitie, en wyders te kennen geven , dat H. Ed. Gr. Mog. wel niet haTiteeren om het daarby geadvi leerde te veranderen in een Refolutie, maar nogthans verzoeken ter bevordering van de gemeenfchappelyke afdoening dier zaak , van het fentirnent van H. Ed. Mog. ten dien opzigte geïnformeerd te zyn: en hebben vervolgens de refpective Leden na gedane fommatie , gezegd zig te conformecren met het Rapport van het befoigne, den 4 Maart ter Vergadering uitgebragt, over het Request den r 1 September 1783 , door voorfz Vaandrig de Witte ten zeiven einde aan H. Ed. Mog. geprefenteerd , mitsgaders over het den 6 November, daar aan volgende ingekomen advys van Prajfident en Raaden van den Hove Provinciaal, benevens de confideratien van den Procureur Generaal aan denzelven Hove enz. breeder onder vorige Notulen vermeld: Op welke voorfz Miffive als meede by refumptie op evengemelde Rapport, en op al het geene daar toe betrekkelyk is, gedelibereerd zynde, I 3 is  134 NALEZING van STUKKEN is goedgevonden en verftaan, dat Copie van het zelve alhier uitgebragt Rapport aan de Heren Staaten van Holland (onder aflating nogthansvan de laatfte periode) by Miffive zal worden gezonden, en hun Ed. Gr. Mog. tevens kennis gegeven, dat H. Ed. Mog. hebben goedgevonden het daar by geadvifeerde meede in eene Refolutie te veranderen, en wel mcgen lyden,dat de zaak van den Gevangen Vaandrig de Witte op den daarby voorgeflagen voet worde getermineerd. Is voorts goedgevonden het voorfz verzoek om abolitie door denzelven Gevangen Vaandrig de Witte den i r September 1783 , aan H. Ed. Mog. by Requcst gedaan conform het voorfz alhier uitgebragt 'Rapport den 4 Maart jongstleden te wyzen van de hand, gelyk gefchied by deezen, dan dat echter, uit aanmerking der redenen en gronden , by dat Rapport gedetailleerd aan den Suppliant zal worden geremitteerd de doodftraffe mitsgaders alle andere ftraf op een Schavot, welke het Hof Provinciaal ter zaake van de misdaad door den Gevangen gepleegd, aan den Procureur Generaal tegen den Suppliant by fententie zoude komen aan te wyzen, en dat wyders Prrefident en Raaden van den gemelden Hove by Miffive met toezending van Extract dezer Refolutie en Copie van de redenen en motiven daar toe by het voorfz Rapport geallegeerd, zullen worden aangeichreeven , en aan dezelve als Regters overgelaten , om, reguard nemende op de alzoo verleende Brieven van gunstige Remiffie, verder ter voldoening aan de eifchen van het Regt zoodanig tegen den Suppliant ter zaake van  tot de MILIT- JURISDICTIE. 135 van zyn misdaad te fententieeren als zy in goede Juftitie zullen oordeelen te behooren. 'En is de Raadpenfionaris verzogt, om ten voorfz einde de noodige Miffives te concipieeren en ter refumptie te brengen. Terwyl eindelyk is goedgevonden dat de form van behandeling der te verleenen gratiën in een Commifforiaal befoigne zal wordenj geëxamineerd, byzonder ten aanzien van het tydftip, wanneer, de misdaad waar in, en de wyze op welke die thans gevvoonlyk geaccordeerd worden,en behoorden te worden, op Rapport aan hun Edele Mogende. XXXIV. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland cn West-Vriesland, in hun Ed. Gr. Mog. Vergaderinge genomen op W'oensdag den 21 April 1784. De Raadpenfionaris heeft ter Vergadering gerapporteert, dat de Heeren van de Ridderfchap en verdere hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Finantieil, met de Heeren Gecommitteerde Raaden in den Hage , teffens die te Hoorn vervangende, in gevolge en ter voldoening van hun Ed. Gr. Mog. Refolutie Commifforiaal van den 5 February deezes jaars, hadden geëxamineert het Rapport, den 30 January te vooren ter Generaliteit uitgebragt, zoo ver betreft de betaaling I 4 der Rapport op het GeneraliteitsRapport van 30 January 17S4 zoo ver betreft de Traktementen van de Prasfident, Leden, Gnf"  135 NALEZING van STUKKEN fier en mindere liediendensder gemortiliceerdeHoogen Krygsraad, en verdere Financieele,voor7.ie.ningendaarby vermeld. Ovcrgpnoomen. der Traétementcn van den Pra»fident, Leden, Griffier, en de verdere mindere Bediendens van; den gemortificeerden Hoogen Krygsraad, mitsgaders de verdere Fïqancieele voorzieningen dien aangaande by het zelve Rapport breeder onder de Notulen van den voorfz 5 February gedetailleert. En dat zy Heeren Gecommitteerden hadden geconfidereert , dat de Ingrediënten van het voorfz Rapport, voor zoo veel het onderwerp van de bovengemelde Refolutie Qommiflbriaal betreft, zeer gevoeglyk tot de navolgende drie Hoofd Objecten geredigeert konnen werden, als namentlyk , voor eerst, de principale daar by gedaane voorflag, tendeerende, ten einde de Provintie van Hollandzeudé werden verzogt, de agterftaliige Tiactemeuten, zoo van de Prasfident en Leeden, als van de Griffier, en mindere Bediendens van de nu gemortiriceerde Hoogen Krygsraad j mitsgaders" de dcclaraüen van de Fiscaal van de Generaliteit cn van zyn Procureur, dewelke by hooggemelde Provintie, met cn zedert 1 July van het vooiieedene jaar 1783 onbetaald zyn gelaaten, als nog op de gewoone Actens van verzoek byden Raad van Staaten reeds verleend , of nog te verleenen, tot op den dag der affchaffing van gemelde geweezcne Hoogen Krygsraad , zynde geweest den '24 December van het zelve jaar 1703, af te betaalen en te voldoen. Ten tweede, het verdere by het voorgemelde Rapport geproponeerde, het welk daar heen gaat, dat by hun Hoog Mog. gerefolveerd wcrdende op wat voet, zoo de Prtefident, als de Leeden,Griffier en verdere Bediendens van den ge-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 137 geweezen Hoogen Krygsraad daar na zullen dienen te werden behandeld,het zy, door aan dezelve de volle toegelegde Traétcmenten voor hun leeven te doen behouden, ofte wel dezelve zoodanig te modereeren , als vermeend zal werden te behooren, die Traclementen of Dedomagementen al meede door dezelve Provintie op Actens van verzoek, als voren, tot ultimo December van dit loopende jaar'gekwceten en betaald zouden werden, om vervolgens, met het volgende jaar 1785 en verder,als Penftoenen op den Extraordinaris ftaat van Oorlog, gebragt te werden , als wanneer dan ook het profyt by de voornoemde Provintie, uit 'de mindere betalingen, zoo in den jaare 1783, als in 1784 op de voorfz Postgcnooten , opgemaakt zynde , onder de refpeétive Provintien egaal verdeeld en verreekend zouden moeten worden. Terwyl het derde en laatfte Object was concerneerende de kosten voor het onderhoud der geconfineerde Deferteurs dewelke meede wel uit de voorfz Post zyn betaald geworden, dog nimmer eenige connexie tot den Hoogen Krygsraad gehad hadden. Dat met opzigt tot het eerfte Hoofdpoinct geen bewys nodig had, maar terftond en als van. zelfs in het oog moest loopen, dat de voorflag dien aangaande by het voorfz Rapport vervat, regtftreeks isingerigt tegens het befluit van hun Ed. Gr. ^Mog., waar by Hoogstdezelve in.de Staaten van Oorlog over het voorleedene jaar niet anders hebben geconfenteert, als met uitdrukkelyke afwyzing van de Post voor de behoeftens van meergemelde Hoogen Krygsraad, I 5 en  133 NALEZING van STUKKEN en waar by hun Ed. Gr. Mog. te gelyk met nadruk hebben geinfteert, dat die Post uit de ftaat van Oorlog geligt, en gcroyeert zoude werden: dat het overbodig zyn zoude tot betoog der wettigheid van deeze afwyzing ietwe3 by te brengen, daar, zoo lang d& vryheid der Confenten onder de voorname Plegt-Ankers der gevcftigtle Conititutiegetelt engeroemtzal werden , het onwederfpreekelyk moet zyn,dat die vryheid niet misbruikt werdende, om zig door een voorgewend onvermogen, of door een niet genoegzaam opengclegt Financieel bezwaar, aan dc Lasten van het Bondgenootfchap te onttrekken , onwrikbaar ftand moet houden, en aan geen der Bondgenooten betwist kan werden , zoo als ook niet minder ontegenzeggelyk is , dat het wettig gebruik van die vryheid geen andere paaien behoeft te erkennen,dan dezoodanigen, welke betrekking hebben tot die Posten waar in de Staat van den Lande cn de belangens van dealgcmeene befcherming geraakt zyn, dan binnen den Kring van welke zaaken de Post voor de behoeftens van het voorfz. Collegie in geenen deele gezegt kan werden te behooren. Dat overzulks van de beproefde ftandvastigheid van hun Ed. Gr. Mog. in het volharden by hunne welberaade befluiten, geenzints verwagt kan werden, dat Hoogftdezelve door het amplecteercn van de gemefde voorflag tegens de gedaane afwyzing zouden ingaan , en de zaak wederom in dien ftaat brengen, als of by deeze Provintie in de voorfz Post,even als in alle andere Posten van de ftaat van Oorlog een gaaf Content was gedraagen. Dat die zelfde reedenen ook op het tweede Hoofd-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 139 Hoofdpoinct, voor zoo ver de daar by gevoegde betaaling der Traélementen of Dedomagemcnten voor de Prafident en Leeden, mitsgaders Griffier en mindere Bediendens van den gewezen Hoogen Krygsraad betreft, inde volfle kragt toepaffelyk zyn, nadien de meergemelde Post eenmaal door deeze Provintie afgeweezen, en op de Royeering en aflaating van dezelve geinfteert zynde , het niet voldoen aan die inftantien, en het wederbrengen van die zelfde Post op den ftaat van Oorlog voor dit jaar , in de daad, weinig grond konde geeven, om van deeze Provintie dusdanige betalingen te vergen, dewelke eene herroeping van het disconfent en eene retractatie van de gedaane afwyzinge zouden meede brengen: —■ en dat zulks met des te minder fchyn van regt of reeden gevergt kan werden, dewyl hun Ed. Gr. Mog. de voorfz afwyzing met zoodanige voorzieningen hebben doen gepaart gaan , waar door Hoogftderzel ver ernftig voorneemen tot affchaffing van gemelde Hoogen Krygsraad ten klaarften aan den dag hebben gelegt, en het mitsdien aan deeze Provintie geenzints geimputeert konde werden, dat de Refolutie tot mortificatie van dien Raad by de gezamenlyke Bondgenooten niet veel vroeger , en zelfs zoo vroegtydig voor het uiteinde van het voorleedene jaar genomen hadde konnen werden, dat de kortheid des tyds tot het maken der nodige en uit die affchaffing refulteerende veranderingen in de conftitutie der Sta*aten van Oorlog, geen reeden of prtetext voor den Raad van Staaten zoude hebben opgeleevert, om die Post op de jegenswoordige ftaat onverandert te laaten; neen  14°. NALEZING van STUKKEN neen maar, dat zulks aan de traage voortgang der deliberatien op dit mbject by zommige der Bondgenooten, en byzonder aan de procraftinatie van de Provintie van Gelderland tocgcIchreeven moet werden. Dat uit dit gededuceerde ten duidclykfte confteerde , dat de voorflaagen , met relatie tot de voorgemelde twee Iloofdpoincten by het voorfz Rapport vermeid, zoo als dezelve zyn leggende, weinig gcfehikt waren, om by hun Ed. Gr. Mog. eenigen ingang te vinden. Dan dat, gelyk geene byzondere reedenen van Financieof Pecunieele inzigten eenigen invloed hadden gehad op eene afwyzing, welke vergezelt is geworden met de verklaarde bereidwilligheid van hun Ed. Gr. Mog., om de Amptenaaren en Bediendens van de geweeze Hoogen Krygsraad, wegens het gemis hunner vaste inkomften, op eene convenable wyze, te gemoed te komen, zy Heeren Gecommitteerden verder hadden vermeend , de zaak ook uit dat oogpunt te moeten befehoawen, en vervolgens bedagt te moeten zyn op gepafte middelen, waar door, onverminderd de wettigheid der gedans of wy zing, en zonder daar van te glijjleren, of in het minjle af te wyken, de guhftige intentie van Hun Ld. Gr. Mog. in faveur van de voornoemde AraptDnaaren en Bediendens op de volleedigfte wyze agtervolgt en tot volkomen effect gebragt zal konncn werden : Dat ten dien einde geen bekwamer expediënt was voorgekomen, dan eene Provinciaale voorziening, waar door de voornoemde Amptenaaren en Bediendens uit 'sLandsKasgefubvenieert en buiten klagten gefteld wierden. Dat  tot de MILIT. JURISDICTIE. 141 Dat daar toe naar de gedagten van de gemelde Heeren Gecommitteerden geen beeter middel voor handen was, dan dat Heeren Gecommitteerden Raaden wierden geauthorifeert, om de agterftallige Tractementen van de Praffident en Leeden, mitsgaders van de Griffier en van de mindere Bediendens van de meergemelden Hoogen Krygsraad, met den 7 July 17 83 > wanneer by deeze Provintie met de gewoone betalingen op de meergedagte Post is opgehouden, tot op den dag der mortificatie van het zelve Collegie , by Ordonnantiën , uit kragte van eene fpeciale authorifatic door hun Ed. Gr. Mog. aan de Heeren Gecommitteerde Raaden voornoemt te verleenen, en zulks niet op Actens van verzoek van den Raad van Staaten, maar by weegc van Provinciaale betalingen, aan dezelve Amptenaaren en Bediendens, onder behoorlyke Quitanticn , te doen geworden: Terwyl met opzigt tot de Declaratien van de Fiscaal van de Generaliteit, als meede van'zynen Procureur, wesaangaande by het voorgemelde Rapport voorgellaagen werd , dat het montant daar van al meede door deeze Provintie, op Aflens van verzoek van de Raad van Staaten ,gedraagen zoude moeten werden , het van zelfs fprak , dat, van dien tyd af, dat by hun Ed. Gr. Mog. aan den Hoogen Krygsraad het pleegen van jurisdiflioneele Aflens en alle oeffeninge van Jullicieele Funflien op Hoogftderzelver Souverain Territoir geinterdiceert, en wel uitdrukkelyk verboden is,dan ook door deeze Provintie geene zoodanige kosten konnen werden geleeden, welke de volle rtandhoudins en de volkoome activiteit van dien Raad b tot  142 NALEZING van STUKKEN tot op den voorfz 24 December laatstleeden zouden yooronderftellen. Dat hier meede voldaan werdende aan al het geen door gemelde Prcefident en Leeden , mitsgaders de Griffier en mindere Bediendens ten aanzien hunner agterftallige Traétementen, ovcr het jaar van 1783 , verlangt kan werden, al verder met relatie tot de Traétementen of Dedommagementen welke dezeive zullen behouden , of aan hun op nieuws toegelegt zullen worden , eene byzondere diftinétie plaats moest hebben tulfchen den voet dier betaalingen geduurende dit loopende jaar, cn de wyze, waar naar dezelve in het vervolg gedaan zullen moeten werden. Dat de meergemelde Post op den ftaat van Oorlog bereids in het vorige jaar afgeweezen , en door den Raad van Staate, des nietteegenftaande , wederom op de jegenswoordige ftaat gebragt zynde, het verre van daar was, dat men zoude konnen denken , dat hun Ed. Gr. Mog., afziende van het zoo ernftig gedeclareert disconfent, eenige betalingen op die Post, naar de gewoone wyze, en zulks op Aétens van verzoek van welgemelde Raad, zouden kunnen gedoogen. Dat intufTchen niet redelyk, nog billyk zyn zoude, dat de voorfz Amptenaanm en Bediendens van het genot hunner Traétementen of Dedommagementen over dit gehecle jaar gepriveert wierden gelaaten: Dat, om hier aan te obvenieeren , en tevens alle daaden te vermyden, welke met een gecontmuecrt disconfent niet zouden ftrooken, ook op dit refpect de weg van eene Provinciale  tot de MILIT. JURISDICTIE. 143 le voorziening ingeflagen zal dienen te worden. Dan dat het beloop dier te doene betaalingen onzeeker blyvende zoo lang de alternative voorflag by het voorgemelde Rapport dienaangaande gedaan, en aan de befliflïng der Bondgenooten overgelaaten, niet zal weezen geconftateert, hetprEecife montant daar van niet wel anders, als door zoodanige gunftige dispofitie van hun Ed. Gr. Mog. bepaald kan werden, waar door aan de voorfz Amptenaarcn en Bediendens derzelver volle Traétementen by provifie voor dit jaar gelaaten werden, ten einde dezelve op de Extraordiaaris ftaat van Oorlog voor het jaar van 1785, met dubbelde Pennoenen zouden kunnen werden gebragt, om vervolgens daar op aan deeze Provintie gevalideerd te werden het gunt bevonden mogt worden door dezelve deswegens te veel betaald te zyn. Dat wat aangaat het geavanceerde by het voorfz Rapport, met opzigt tot eene op de Ordinaris ftaat van Oorlog voor het aanftaande jaar te doene verreekening en egualifatie tusfchen de refpeétive Provintien , ter zaake van het profyt by deeze Provintie op de meergemclde,Post,door de mindere daar op in het vorige jaar gedaane en nog te doene betaalingen, genooten, met alle regt gefuftineerdzoudekonnen werden, dat daar deeze Provintie op verfcheide andere Posten van de ftaat van Oorlog zoo veele en zoo aanzienlyke over betaalingen, van tyd tot tyd,genoodzaakt is geweest te doen; en daar van deeze zyde met zoo veel ernst, reeds voorlang, op eene generale Liquidatie omtrent  144 NALEZING van STUKKEN trent de gemeene lasten van de Unie vrugteloos is geinfteerd geworden, men thans ongehouden zoude zyn eenige particuliere verreekening óp de een of andere fpeciale Post te admitteeren ; dog dat, gelyk het voeren van die fuftenue niet zoude overeenkomen met het oogmerk, om by de gedaane afwyzing en de gevolgen van dien alle Financieele motiven ter zyde te Hellen, zy Heeren Gecommitteerden mitsdien in bedenking moesten geeven, om in de gemelde verreekening en egualifatie op dien voet te condcscendeeren, dat daar by, met valideering van de Provinciaale betaalingen, in voegen als voren te doen, ook aan deeze Provintie werde goedgedaan de over- betaalingen , welke op deze zelfde Post zeedert eenige jaaren herwaards zvn gevallen, en waar van het montant in de laatfte tien jaaren met legaale Documenten, ter Generalitcits Rekenkamer berustende, beweezen kan worden eene fomma van ƒ 31508-19-0 te bedragen. Dat eindelyk, betreffende het derde of laatfte Hoofdpoinct, relatif tot de kosten voor het onderhoud van de geconfincerde Dcferteurs met den aankleeve van dien, het zeeker is, dat dit Objeéf. geene andere betrekking tot de geweezene Hoogen Krygsraad is hebbende, dan dat die kosten uit dezelfde Post zyn goedgedaan, en dat vervolgens de gedaane afwyzing , als alleen de meergemelde Hoogen Krygsraad tot onderwerp hebbende, ook daar toe afzondcrlyk zoude konnen werden bepaald, en de Gecommitteerde Raaden geauthorifeerd, om de nodige Ordonnantiën van betaalinge wegens het voorfz onderhoud met de gevolgen van dien over het voor-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 145 voorleedene jaar 1783, te doen expedieeren, en daar meede ook in dit loopende jaar te continueeren: En dat zy Heeren Gecommitteerden op alle deeze gronden van gedagten zouden zyn, dat de Gedeputeerdens van deeze Provintie ter Generaliteit zouden behooren te werden geauthorifeert, om van wegens hun Ed. Gr. Mog. te declareeren,dat Hoogstdezelve niet dan na zeer rype deliberatie, by hun confent in de Staaten van Oorlog over het gepaffeerde jaar 1783 gekomen zynde tot het befluit ter afwyzing van de Post voor de behoeftens van de geweeze Hoogen Krygsraad op haare repartitie ftaande, en die afwyzing gepaard hebbende met een Declaratoir van bereidwilligheid, om de geinteresfeerde Amptenaaren en mindere Bediendens weegens het gemis hunner vaste inkomften op eene convenabele wyze te gemoed te komen, by dit befluit als nog volftandig perfevereeren, en dien volgende zig genoodzaakt vinden, om de voorflagen by het voorfz Rapport gedaan, zoo als die zyn leggende , en regtllreeks ingerigt zyn , om de dadelyke werking van het gemelde befluit tegen te gaan, en de zaak met opzigt tot de te'doene betaalingen op de ftaat van Oorlog weder in die ftaat te brengen, als of van wegens deeze Provintie in de gemelde Post een gaaf confent was gedragen, volftrekt te moeten declineeren; dan tevens het voorfz Declaratoir geftand doende, als nog bereid zyn, in den haaren die voorziening te doen,dat aan den Prtefidenten Leeden, mitsgaders den Griffier en mindere Bediendens van de nu gemortificeerde Hoogen Krygsraad, hunne agterftalNal. I. Deel II. Stuk K li.  itf NALEZING van STUKKEN lrge Traélementen zedert den i July de, wanneer met de gewoone betaling is opgehouden , tot de dag der affchaffing van gemelde Raad, door middel van eene Provinciale dispofitic buiten betrekking tot de ftaat van Oorlog , en zulks niet op Aétens van verzoek van den Raad van Staate, maar by directe Ordonnantiën van de Heeren derzelver Gecommitteerde Raaden, zullen geworden. Dat hun Ed. Gr. Mog. al verder bereid zyn, om op dien voet van betaaling de voorfz Traétementen ook geduurende dit jaar te continueeren. En dat, offchoon van eene Provintie, dewelke op andere Posten van de ftaat van Oorlog zoo veele en zoo aanzienlyke overbetaalingen genoodzaakt is geweest te 1'upporteeren , en die reeds voor zeer lang met allen ernst, dog vrugteloos, op het ftuk van eene generaak Liquidatie omtrent de gemeene Lasten der Unie by de Bondgenooten heeft geurgeert, met geen genoegzaame grond eene byzondere verzeekering van de eene of andere fpeciaale Post kan werden gevergt; hun Ed. Gr. Mog. niet te min , hoe zeer ongehouden , egter geneegen zyn te condescendeeren daar inne, dat hetprofyt voor deeze Provintie, fpruitende uit de mindere betaalingen , op de meergemelde Post over het voorleeden jaar gedaan, na aftrek en onder valideering van het geen zoo weegens de voorfz Traétementen, als volgens hun Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 20 February deezes jaars, voor het onderhoud der by Sententie of Ref> lutie van de meergemelde geweeze Raad in het Tugthuis der Stad Delft geconfineerde Perfoonen  tot de MILIT. JURISDICTIE. 147 Ben uit kragte der Provinciaale Dispofitien van hun Ed. Gr. Mog. op de hier voorgemelde voet bevonden zal werden betaald te zyn , als meede het verdere profyt over dit loopende jaar op de Ordinaris ftaat van Oorlog voor liet jaar 1785 verreekenten over de refpective Provintien gerepartitieert werde , alles met dien verftande, en onder deeze exprefie mits en conditie, dat daar by aan deeze Provintie zal werden gevab'deert en goedgedaan het beloop van de cra--betaalingen, welke op de meergemelde Post in de tien laatst voorgaande jaaren ter montant van ƒ 31508-19-0 hebben moeten werden gedragen. Dat hun Ed. Gr. Mog. voorts bereid zyn, met de verdere Bondgenooten te concurreeren, ten einde aan den Praefident en Leeden, mitsgaders den Griffier en mindere Bediendens van de geweeze Hoogen Krygsraad, de volle Traétementen , by hun refpeétivelyk genooten, voor het vervolg hun leeven lang geduurende geconferveert blyven , en by wege van afftervende Lyfpenfioenen op den extraordinaris ftaat van Oorlog van het jaar 1785, en verders gebragt werden; terwyl tot verreekening en valideenng van het geen op de voorfz Traétementen by Provinciaale Dispofitien van hun Ed. Gr. Mog. betaald zal worden, de voorgemelde Amptenaaren en Bediendens op den extraordinaris ftaat van 1785, met dubbelde Penfioenen ter repartitie deezer Provintie zullen dienen te werden gefteld. Waar op gedelibereert en Copie van het yooriz gerapporteerde verzogt zynde,door de Heeren van de Ridderfchap en Edelen,om het K 2 zei-  148 NALEZING van STUKKEN zelve in de ordre nader te examineeren, cn door de verdere Leeden om daar op te verltaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen, is de finaale Refolutie uitgefteld tot nadere deliberatie. Accordeert met de voorfz Refolutien. XXXV. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland ende IVest-Friesland, in hun Ed. Gr. Mog. Vergaderinge genomen op Genera',!teks Rapport rakende de Traktementenvan Prafident , Lc den &c. van den geweezenHoogen Krygsraad; en waar by kennis word gegeeven van het provifioneel gerefolveerdedoor den Raad van Donderdag den 5 February 1784. De Raadpenfionaris heeft ter Vergadering gecommuniceert het Rapport den 30 der voori'eede maand , uit kragt der Refolutie Commisforiaal van den 24 December laatstleeden , ter Generaliteit uitgebragt over de gevolgen en arrangementen wegens de by hun Hoog Mog. ten zei ven dage afgefchaften en buiten effect geltelden Hoogen Krygsraad ; welk Rapport hier na volgt geïnfereert. Fiat infertio. Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verltaan, dat het voorfchreeve Rapport, zoo ver betreft de voorziening op de betaaling van den PraffideDt, de Leeden, den Griffier en de verdere mindere Bediendens van  tot de MILIT. JURISDICTIE. 149 gemelden ge weezen Hoogen Krygsraad, &c. en de verdere Financieele voorzieningen daar in vermeit, zal worden geëxamineerd door de Heeren van de Ridderlchap en verdere hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden tot de zaken van de Finanticn, met de Heeren Gecommitteerde Raaden in den Hage en te Hoorn refideerende;en ten aanzien van dePolitique voorzieningen door den Raad van Staate gerefol- Staate omtrent poiitique voorzieningen. Commisforiaal veert,door de Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlem en verdere hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Juftitie, en de Vergadering op het een en ander gedient van derzelver refpective confideratien en advis. Accordeert met de voorfz Refolutien. XXXVI. . i EXTRACT uit het Register der Refolutien van de Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Veneris den 30 January 1784. De Heeren van Lynden van Hemmen en andere haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de Militaire zaaken, hebbende , in gevolge en tot voldoening van haar Hoog Mog. Refolutie Commifforiaal van den 24 December 1783, met en nevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staaten overwogen en geëxamineert, wat de gevolgen en arrangementen zouden behoore n te zyn wegens de by haar Hoog Mog. K 3 ten  iSo NALEZING van STUKKEN ten zeiven dage afgefchafte en buiten effeét gefielde Hoogen Krygsraad, hebben'ter Vergadering voorgedraagen en gerapporteert, dat, wat de poinéten aangaat, die uit het voorfz Commifforiaal, als meede uit de fpeciaale Refoluuen der refpective Provinciën op dat lubt ject fucceffivelyk ingebragt, zouden mogen proflueeren, voor eersten vooral als een poinót, dat de attentie van haar Hoog Mog. zoude verdienen , aan haar Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden was te voorep gekomen te zyn de afbetaaling niet alleen van de ten agter zynde Traétementen zoo van den Praefident en verdere Leeden van den geweezen Hoogen Krygsraad, als van die van den Griffier en verdere mindere Bediendens van dien, mitsgaders van het gunt nog dient betaalt te worden ter zaake van de onkosten wegens de geconfinecrde Deferteurs, met het gunt daar toe betrekking heeft, en alle welke betaalingen uit de Post van 3750 guldens ter loopende maand , of ƒ45000 in het jaar voor de onkosten van den geweezen Hoogen Krygsraad, breeder op de ordinaris Staaten van Oorlog gebragt, en ter Repartitie van de Provintie van Holland en West-Vriesland gcftelt, diende voldaan te zyn, dan die zeedert 1 July 1783 , door dezelve Provintie zyrr onbetaald gelaaten; maar boven dien ook de voorziening by vervolg voor alle dezelve fubjeéten ,en wel fpecialyk voorden Praefident, de Leeden, de Griffier en verdere mindere Bediendens van meergemelden geweezen Hoogen Krygsraad, wat dezelve haar leeven lang zouden behooren te behouden; terwyl, om van het laatstgemelde eerst te beginnen, zy Ilee-  TOT" DE MUIT. JURISDICTIE. 151 Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden haar Hoog Mog. konden informeeren, dat het Traftement van den Lieutenant Generaal Rengers, als Praefident van den geweezen Hoogen Krygsraad, heeft beftaan in ƒ4800 des jaars, van de twee volgende Leeden, de Generaal Majors Vinck en Brakel, ieder van ƒ 2400 'sjaars, en van de fes overige Leeden, zynde de Collonels de Brauw, Gonzal, van Polnitz, van Goens, 't Hooft cn de Fumal, ieder tot ƒ1200 dat, wat de Fiscaal van dc Generaliteit aangaat, als in die qualiteit by den geweezen Hoogen Krygraad gefungeert hebbende , dezelve met zyn Traftement a ƒ75 '?maands is geilek op den ordinaris ftaat van Oorlog, waarin, als zulks ten allen tyden plaats hebbende,geen verandering zal behoeven gemaakt te worden, terwyl nogtans de Declaratien zoo van dcnzelven , als van zyn Procureur, als altoos uit de voorfz Post tot de noodwendigheeden van den geweezen Hoogen Krygsraad zynde betaalt geworden , ook tot den tyd der affchaffing van dien meede uit. dezelve Post zullen dienen voldaan te worden : en zynde ten reguarde van de Griffier van clezelve geweezen Hogen Krygsraad van Reenen te noteeren, dat aan denzelven by Refolutie van den 14 Augufty 1750 voor Traftement is toegelegt geworden eene fomme van ƒ 2000, en tot een douceur van het Crimineele nog ƒ200, welke fomma's hem zeedert zyn goedgedaan, eerstelyk in het ftellen van ƒ25 'smaands, of ƒ300 jaarlyks, daar van op de ordinaris ftaaten van Oorlog voor zyn Traftement, terwyl de refteerende ƒ 1900 hem jaarlyks zyn voldaan by Afte van K 4 ver-  152 NALEZING van STUKKEN verzoek op de Provintie van Holland, al meede uit de groote Post voor de noodwendigheeden van den geweezen Hoogen Krygsraad, en is verders aan de twee Clercquen van gemelden Griffier, met naame van Rhyn en ter Westen voor Traftement aan ieder van dien toegevoegt geworden de fomma van ƒ600 jaarlyks; en aan eenen Wubber, als Deurwaarder en Kamerbewaarder van meergemelden geweezen Hoogen Krygsraad is eerst toegelegt eene jaarlykfche fomme van ƒ300, en naderhand nog ƒ ?oo voor zyne adfiftentie in zaaken het Land concerneerende, en voor alle zoodanige diensten , als waar voor was gewoon geweest ten lasten van den Lande te declareeren, dus te zaamen insgelyks ƒ Coo jaarlyks; en is laatstelyk aan den Scberpregter van dezelven geweezen Hoogen Krygsraad nog toegelegt geweest eene fomme van ƒ 40 jaarlyks voor Huishuur: alle welke toeleggingen insgelyks zyn betaald geworden by Attens van verzoek van den Raad van Staate op de Provintie van Holland uit de meergemelde groote Post van ƒ 45000 jaarlyks: gelyk daar uit al meede is voldaan geworden al het gunt zyne relatie en betrekking heeft gehad tot de lasten , die gedraagen moesten worden wegens de geconfineerde Deferteurs, met de gevolgen van dien. En dat zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden dienvolgende omtrent alle de voorgemelde poinften haar Hoog Mog. in confideratie moesten geeven, of Hoogstdezelve, terwyl de meergemelde Post tot de behoeftens der geweezen Hoogen Krygsraad op de ordinaris ftaaten van Oorlog voor den jaaren 1783 en 1784,  tot de MILIT. JURISDICTIE. 153 1784, ter repartitie van de Provintie van Holland is verbleeven, welgemelde Provintie niet zoude behooren te verzoeken, om alle de Posten hier bevorens vermeld op de gewoone Actens van verzoek by den Raad van Staate verleent of nog te verleenen te willen af betaalen tot tot op den dag der affchaffinge van gemelden geweezen Hoogen Krygsraad , zynde geweest den 24 December 1783; en dat haar Hoog Mog. ook zouden gelieven te declareeren , op wat voet zoo de Praefident, als de geweeze Leeden , Griffier en verdere Bediendens van den zeiven Hoogen Krygsraad daar na zullen dienen behandeld te worden, het zy aan dezelve de voorfz geheele toegelegde Traétementen voor haar leeven te doen behouden, of wel dezelve zoodanig te modereeren, als zullen vermeenen te behooren; terwyl nogtans alle de onkosten, haar betrekking hebbende omtrent de geconfineerde Deferteurs , de betaaling van dien op den ouden voet zoude dienen te continueeren , en dat al het zelve in dier voegen , als by haar Hoog Mog. zal worden goedgevonden , al meede door de Provintie van Holland tot ultimo December van dit jaar uit dc meergemelde Post zoude dienen gequeeten en voldaan te worden , als wanneer daar door by den Raad van Staate allereerst zal konnen worden opgemaakt, wat fomme by hooggemelde Provintie van Holland uit de meergemelde Post voor den Hoogen Krygsraad door de daar uit gedaane minder betaaling, dan dezelve heeft bedraagen, zoo inden jaare 1783als in 1784zal hebben geprofiteert gehad, om hetzelve op den ordinaris ftaat van Oorlog voor den jaare 1785 K 5 on-  154 NALEZING van STUKKEN onder de refpective Provintien egaal te verdeelen en te repartitieeren , en vervolgens die geheele Post op den ordinaris ftaat van Oorlog voor den jaare 1785 en vervolgens af te laaten b'yvcn , en daar tegen voor de onkosten , die wegens de geconfineerde Dcfcrtcurs , die nimmer eenige connexic met den geweezen Hoogen Krygsraad gehad hebben , dan dat die kosten uit dezelve Post zyn goedgedaan, eene zoodanige fomme op denzelven ordinaris ftaat van Oorlog voor den jaare 1785 en vervolgens in de plaats te brengen, als de Raad van Staate na een naauwkeurig onderzoek zal bevinden daar toe te behooren, terwyl ook daar na de voorige Traétementen , of anderzints de douceurs, welke haar Hoog Mog. aan den Praefident, Leeden , Griffier en verdere Bediendens van den geweezen Hoogen Krygsraad haar leevcn lang zullen gelieven toe te voegen, op den extraordinaris ftaat van Oorlog voor den jaare 1785 en verders als Penfiocnen zullen konnen gebragt worden, die zullen moeten uitfterven ;en waar onder, in allen gevalle ook zal behooren het Traétcment van drie honderd guldens, op den ordinaris ftaat van Oorlog voor den Griffier van den Hoogen Krygsraad gebragt, nadien by Refolutie van haar Hoog Mog. van 25 July 1724 is vastgeftelt, geen Griffier van den Hoogen Krygsraad aan te ftellc-n , zoo lang geen Praefident aangeftelt of Hoogen Krygsraad geformeert zal worden , en dus ook dat Traétement meede zal moeten uitfterven , en daar toe op den extraordinaris ftaat van Oorlog moet geItelt worden. Dan wyders, wat de verdere poinéten Gommis-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 155 mifforiaal aanbelangt, en wel in fpecie ,op wat wyze de Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen actueel geëxerceert word, en hoedanig zulks volgens de Grondwetten moet gefchieden, en welke voorziening voor het ver-' volg daar omtrent noodig zoude zyn, zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden moesten declareeren met derzelver informatien en opfpeuringen daar omtrent in zoo verre nog niet te zyn geavanceert, dat dien aangaande haar Hoog Mog. na behooren zouden konnen dienen van derzelver gedagten en advis , waar toe egter geen tyd zouden verzuimen zig in ftaat te ftellen: dan dat dien onvermindert niet konden nalaaten ter kennis van haar Hoog Mog. te brengen , het gunt de Heeren Gecommitceerdens wegens den Raad van Staate in het befoigne over deeze materie gehouden hadden gedeclareert gehad , dat nadien de Raad van Staate met alle grond hadde vermeend te mogen vastftellen , dat door het doen ceffeeren van den Hoogen Krygsraad eo ipfo op haar wederom waren gedevolveerd alle die regten,die bevorens door den Raad van Staate omtrend de Militairen en derzelver zaaken waren geëxerceert geworden, en wel vooral ten opzigte van het reffort van de Generaliteit , welgemelde Raad van Staate , onvermindert de deliberatien van haar Hoog Mog. over de finaale fchikkingen wegens de Militaire Jurisdictiën, en de gevolgen van dien, byprovifie, en alleen voor zoo verre het reffort van de Generaliteit zoude aangaan , van den Fiscaal van de Generaliteit, als in die qualiteit alle zaaken voor den geweezen Hoogen Krygsraad waargenomen hebbende, had-  156" NALEZING van STUKKEN hadde doen afvergen de extraditie en overleevering niet alleen van alle Gevangenen, die daar onder zouden behooren, en welkers zaaken nog ongedecideert waren gebleeven,maar ook alle de Procesltukken van zoodanige zaaken , als nog ongetermineert waren verbleeven, en voorts alle Effecten en Penningen, die in de Griffie van den geweezen Hoogen Krygsraad zouden mogen bevonden worden , en waar in Luiden onder het reffort van de Generaliteit gehoorende zouden zyn geintereücert; alle welke beforging de Fiscaal van de Generaliteit had aangenomen ten fpoedioften te zullen effectueeren, waar na den Raad van Staate ten dien opzigte geen tyd zoude verzuimen , om alle dezelve zaaken voor haar te doen pourfuiveeren, op den voorigen voet,en na ftylc, zoo als daar in bevoorens en voor het extecren van een Hogen Krygsraad was geprocedeert geworden,en ten meesten nut van 's Lands dienst en ter bevordering van een goede Juftitie zouden bevinden te behooren; terwyl al verders de voornoemde Fiscaal hadden gelast tot informatie van den Raad van Staate over te geeven eene exacte Lyst van alle verdere Gedetineerdens,mitsgaders de Proceffen en alle verdere zaaken, die buiten het reffort van de Generaliteit, en dus tot de refpective Provintien fpecteerende, op het ceffeeren van meergemelden Hoogen Krygstot hier toe onder denzelven zyn verbleeven, en berusten; het gunt gemelde Fiscaal insgelyks had aangenomen ten fpoedigftcn te zullen effeótueeren. Waar op gedelibereert zynde, hebben de Heren Gedeputeerden van de refpective Provintien  tot de MILIT. JURISDICTIE. 157 tien het voorfz gerapporteerde Copielyk overgenomen, om in den haaren breeder gecommuniceert te wórdenAccordeert met het voorfz Register. XXXVI. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland dn haar Ed. Gr. Mog. Vergadering genomen «SB Donderdag den 22 April 1784. Ontfangen een Miffive van de Heeren Gecommitteerde Raaden van Zeeland, gelchreven te Middelburg den 15 dezer, dog niet eerder als gisteren om half drie uure door een Boode aan het huis van den Raadpenfionaris beitelt, houdende, dat de Heeren Staaten van die Provintie op den 11 Maart laatstleeden onder andere poinétcn betrekkelyk tot de Militaire Jurisdictie , ook goedgevonden hebbende, dat, tot maintien van ,de gemaakte regulative op voornoemde Jurisdictie, het actueel Guarnifoen der Stad Veere, zynde het Regiment Infanterie van den Generaal Major Houfton , ter repartitie van hun Ed. Gr. Mog. ftaande , den Eed aan dezelve Provintie van Zeeland zoude doen, volgens het Formulier, den 23 September 1783 gearrefteert, zoodanig dat het zelve Guarnifoen den gemelden Eed zoude moeten prafteeren binnen vier weeken, of dat in Cas van weige- Refolutie op de Misfive van GecommitteerdeRaaden van Zee. land over het gebeurde met het Regiment van Houstoun op hun Ed. Gr. Mog. Repartitie, omtrent den Eed by Refolutie van de Staten van Zeeland van 11  35 8 NALEZING van STUKKEN Maart 1784 van de Guarnifoenen aldaar gerequireert volgens liet Formulier van 23 September 1783. gering, direct by Miffive daar van kennis zoude worden gegeeven aan hun Ed. Gr. Mog. als Betaalsheeren , mee verfoek om dezelve Troupes te rug te roepen , op den 13 Maart den Lieutenant Colonel Macalefter toen Commanderende het bovengemelde Regiment voor Heeren Commiffariffèn van Staat was ontboden, en denzelven de voornoemde Refolutie tot het doen van den Eed aangezegt; en vervolgens aan hun Ed. Gr. Mog. als Betaalsheeren , kennis geevende van het gebeurde van het voorfz Regiment; en in naam van de Heeren Staaten van Zeeland verzoekende hun Ed. Gr. Mog. voorziening, dat het gemelde Regiment hoe eerder zoo beter werde te rug geroepen, terwyl zy gequalificeerd waren om demarches te doen, en des noods maatregulen te neemen, dat derzelver plaats aanftonds door andere Troupes, ter betaaling der Provintie van Zeeland ftaande werden gefuppleert; breder in de navolgende Miffive (a) vervat. Fiat infertio. Waar op gedelibereert en in agting genomen zynde, dat de Coiloncl Commandant Robert Macalefter van het voorfchreeve Regiment Infantery van den Generaal Major Houftoun, niet tegenftaande hy kennis had van de bovengemelde Refolutie van de Heeren Staaten van Zeeland, den tyd tot-het afleggen van den gerequireerden Eed daar by gepraffigeert heeft laaten verloopen, zonder hun Ed. Gr. Mog. daarover te adieeren,en zig daarenboven een half uur voor dat men ftrict genomen, kon re- ke- (V) Zie het volgend ft uk bl. 160  tot de MIL1T. JURISDICTIE. 159 tenen, dat de vier weeken by de Refolutie bepaald , waren geë.xpireert, niet heeft ontzien aan den Heer Raadpenfionaris van Zeeland door den Capitain Lieutenant Bruce te doen te kennen geeven,dat de Commandeerende en verdere Officieren wel bereid waren den Eed „ af te leggen, maar dat zulks niet konden „ doen als met voorkennis en confent van hun,, ne Betaalsheeren", en over zulks zig heefc beroepen op gebrek van ordres, die hy in het geheel niet heeft gevraagt; is mitsdien goedgevonden en verftaan, dat den voornoemden Collonel Commandant Macalefter zal werden aangefchreeven en gelast', om tot eene volleedige verantwoording van zyn gedrag met betrekking tot de voorfz weigering en het daaromtrent gebruikt prsetext gehouden, zig aanftonds en ten fpoedigften herwaards te begeeven : wordende de Heeren Gecommitteerde Raaden ialhier refideerende verzogt en geauihorifeert om het onderzoek tot de gemelde verantwoording relatif, met allen ernst naauwkeurigheid cn promtitude te doen, en van den uitflag daar van een punctueel Rapport ter Vergadering in te brengen', ten einde het zelve gezien zoodanig by hun Ed. Gr. Mog. te worden gedisponeert,als bevonden zal worden te behooren : gelyk meede welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden wel expreffelyk gelast worden om inmiddels aan den voorfz Collonel Commandant Macalefter, geene betaling van deszelfs Appointementen te laaten gefchieden, tot zoo lang hy zig tot genoegen van hun Ed. Gr. Mog. ter zaake voorfz zal hebben verantwoord. En zal van de voorfz hun  i6o NALEZING van STUKKEN hun Ed. Gr. Mog. Refolutie aan de Heeren Gecommitteerde Raaden van Zeeland tot refcriptie kennis worden gegeeven, met bygevoegd verzoek, om by provifie in de voorfz zaak niets verder te doen tot dat by hun Ed. Gr. Mog. omtrent de alzints finguliereenirreverente handelwys, door den voorfz Collonel Commandant Macalefter in deeze gehouden, finaal zal zyn gerefolveert, waarvan hun Ed. Gr. Mog. niet zullen nalaaten aan de Heeren Staaten van Zeeland ten fpoedigfte kennis te geeven. Aanteeke- De Heeren van de Ridderfchap en d"'Ridder- Edelen geadvifeert hebbende om de Itkap. " bovengemelde Miffive te maaken Commifforiaal in een groot befoigne, hebben daar by geperfilteert, en tot het neemen van de voorfz Refolutie niet geconcurreert. Accordeert met de voorfz Refolutien. XXXVII. MISSIVE van Gecommit. Raaden van Zeeland aan H. Ed. Gr. Mog. 15 April 1784. Edele Groot Mogende Heeren, byzondere goede Vrienden. De Heeren Staaten deezer Provintie op den 11 Maart laatstleden, onder andere poinóten betrekkelyk tot de Militaire Jurisdictie, ook goedgevonden hebbende, dat, totmaintien van de gemaakte regulative op voornoemde Jurisdictie , het actueel Guarnifoen der Stad Veere, zynde het Regiment Infantery van den Gene.raal Major Houftoun , ter repartitie van U Ed. Gr. Miffive van GecommitteerdeRaaden van Zeeland, over het gebeurde met het Regiment van Hou-  tót de MïLIT. JURISDICTIÈ. rdï wf; Mog. ftaande, den Eed aan deeze Provhii üie zoude doen, volgens het Formulier den 23 September 1783 gearrefteerd, zoodanig, dat het zelve Guarnifoen den gemelden eed zoude imoeten prafteeren binnen vier weeken, ofte dat, in cas van weigering, direót by Miffive daar van kennis zoude worden gegeeven aan U Ed. Gr. Mog. als Betaalsheeren, met verzoek, om dezelve Troupes te rug te roepen, is op den 13 Maart de Lietïtenant Collonel Macalefter , toen commandeerende het bovengemelde Regiment, ontboden voor Heeren Commiffariffen van Staat, en denzelve de voornoemde Refolutie tot het doen van den Eed aan^ gezegd-, waar op hy heeft aangenomen, zoo fpoedig als mogelyk was, te zullen antwoorden ; terwyl hem verder is te kennen gegeven j dat ;de tyd van vier weeken niet was gegeeven aan de Officieren, om zig zoo lang te beraden op het al- of niet obtempereeren der ordres van den Souverain van het Territoir, maar dat die tyd door de Heeren Staaten was gelaaten aan de Heeren Gecommitteerde Raaden , om inmiddels, naar convenientieder zaaken van hun CoU legie, den Eed van de Troupes te komen afneemen. Niet teegenftaande deeze zoo duidelyke aan» zegging hebben wy nogtans geen antwoord van den Commandeerenden Officier bekomen, tot dat op den 10 April, een halfuur, voor dat men, ftrift genomen , kon reekenen, dat de vier weeken, by de Refolutie bepaald, wareil geëxpireerd, zig by den Heer Raadpenfionaris heeft aangemeld een Capitein Lieutenant Van het meergemelde Regiment, genaamd Brucej Nal, I. Dssl II. Stuk. L te ftoaii; 'óp* hun Ed. Gr. Mog. Repartitie* omtrent den Eed-, Dat. 15 Ree. 22. Aprili784-.  lC>2 NALEZING van STUKKEN te kennen geevende, dat de Commandeerende en verdere Officieren wel bereid waren, om den Eed af te leggen, maar dat zulks niet konden doen, als met voorkennis en confent van hunne Betaalsheeren. Vermits nu dit antwoord is ten hoogften ïrreverent voor de beveelen van den Souverain, en zoo ten aanzien van de wyze, op welke het beraad is uitgerekt, als waar op het antwoord is overgebragt, zeer indecent voor ons Collegie, refteert er niets anders, dan dat wy ten dien opzigte executeeren het overige gedeelte der bovengemelde Refolutie der Heeren Staaten van den 11 Maart laatstleeden , waarvan, by Miffive van denzelven dag, aanUEd. Gr. Mog. en de Heeren Staaten der andere Provintien , Communicatie is gedaan. Wy hebben mitsdien de eer, dit gebeurde met het Regiment van Houftoun, te brengen ter kennis van U Ed. Gr. Mog. als Betaalsheeren, en in naam van de Heeren Staaten van Zeeland te verzoeken, dat U Ed. Gr. Mog. die voorziening gelieven te doen , dat het gemelde Regiment, hoe eerder zoo beeter, worde te rug geroepen, terwyl wy gequalificeerd zyn, om demarches te doen, en des noods, maatregelen te neemen , dat derzelver plaats aanftonds door andere Troupes , ter betaaling van deeze Provintie ftaande, worde gefuppleerd. Waar meede, Edele Groot Mogende Heeren, byzondere goede Vrienden, zullen wy God Almagtig bidden, U Ed. Gr. Mog. loffelyke Regeeringe met alle pros-  tot de MILIT. JURISDICTIE, 163 prosperiteit en voorfpoed te willen zeegenen. In het Hof van Zeeland te Middelburg den 1? April 1784. (Onder fond) Uw Edele Groot Mogende goede Vrienden, De Gecommitteerde Raaden van Zeeland. (Laager Jlonf) Ter Ordonnantie van dezelve. (Was geteekent) L. P. van de Spiegel. XXXVIII. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland ende West- Vriesland, in hun Ed. Gr. Mog. Vergaderinge genomen op Donderdag den 29 April 1784. Ontfangen een Miffive van de Heeren Staaten van Zeeland gefchreeven te Middelburg den 19 deezer, waar by, bedankende voor het ontfangen affchrift van het Rapport der Heeren hunner Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden, behelfende de confideratien van weerzydfche Commiffariffen , nopens het verzoek van gratie van La den Refolutie op den voet der verleende remiffievan doodftraf, mitsgaders alle andere  ftraf op een Schavot, aan den gevangenVaandrig j. E. de . Witte. Fiat infertio. En vervolgens by nadere refumptie gedelibereért zynde op het Rapport den 19 February deezes jaars ter Vergadering uitgebragt door de Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlem en verdere hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden tót de zaaken van de Juftitie , hebbende met Commiilariffen uit den Hove, ter voldoening aan hun Ed. Gr. Mog. Refolutie Commifforiaal van den 10 Oótobcr 1783 , geëxarmneert een Request door Jacob Èduard de Witte , Vaandrig Supernumerair in het Regiment van den Lieutenant Generaal van Yienburg, in dienst van den Staat der Vereenigde Nederlanden, aan hun Ed. Gr. Mog. gepra;lenteert, ten einde het aan Hoogftdezelve behagen mogte al het geen door den Suppliant, in de zaak daar by gèmeld, gedelinqueert of verbeurd zoude mogen zyn, te aboleeren en te niet te doen, en daar van aan den Suppliant te verleenen brieven van abolitie in optima forma; als mede een Miffive van Praffident en Raaden van den Hove gefchrceven den 8 Oélober 1783 , houdende tot voldoening aan hun Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 4 September bevorens,derzelver Confideratien en Advis op het voorlz Re- 164 NALEZING van STUKKEN den Gevangen Vaandrig de Witte, in refcriptie toezenden het Rapport door de Heeren hunne Commiffariffen over die materie uitgebragt, en by gemelde Heeren Staaten in een Refolutie verandert; waar door de wederzydfche correspondentie hier omtrent was afgeloopen, breder hier na geinfereert.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 165 Rcquest; en eiridefyk ook de Confideratien en het Advis door den Procureur Generaal in deze zaak aan het Hof op de gewoone requifitre gefuppediteert en door den Hove by de bovengemelde Miffive als een bylaag gevoegd. En door'de voorfz Heeren Gecommitteerden, ingevolge het geconcerteerde met de Heeren Commiffariffen van de Heeren Staaten van Zeeland, gerapporteert zynde, dat zy , naauwkeurig overwogen hebbende de reedenen en gronden, Waarom door Praefident en Raaden van den Hove op des Gevangens verzoek van abolitie een declinatoir Advis was uitgebragt, niet hadden kunnen disconvenieeren eensdeels, dat de misdaat van Landverraad, waar in hier geverfeerd wierd, als een crimen atrotisfimum, waar omtrent veele byzonderheeden zamenliepen , die allen den ernst van den Wetgever, om daar tegens te voorzien, billykten , uit haar aart en op zig zelve befchouwt, niet zeer fusceptibel was voor een abfolute gratie, en anderdeels, dat de reedenen,door den Gevangen tot excufatie, ware het mogelyk , van zyn delict geallegeerd, zoodanig waren , dat dezelven, als alleen tcndeerende; om de graed van misdaad te verminderen, op het gunftigfte befchouwd , maar zoude kunnen dienen tot eene mitigatie van de ftraf, en dus eigentlyk niet op een verzoek van gratie aan den Souverain geadresfcert, maar byden Regter in judicando te pas gebragt konden worden. Dat zy Heeren Gecommitteerden egter daar en tegen in aanmerking genomen hadden de bedenking doo't Praefident en Raaden van den Hove by hun Advis aan hun Ed. Gr. Mog. voorL 3 ge-  166 NALEZING van STUKKEN gefteld, of niet, dewyl des Suppliants langdurigs gevangenis, noch aan den Suppliant, noch aan den gewoonen loop der Regtspleeging, was toe te fchryven, maar door een zaamenleop van extraordinaire omftandigheeden, en zelfs door.de deliberatien van hun Edele Groot Mogende was toegekomen , deeze confideratie van dien aart zoude zyn , dal op dezelve meer by den Souverain zelf, dan by den Regter reguard zoude behoren genomen te worden, welke bedenking hun was voorgekomen van zeer veel aanbelang ten deezen te zyn , naardien het bekend was, tot welke deliberatien, inzonderheid by de Heeren Staaten der beide Provintien, het geval van den Suppliant aanleiding had gegeeven: welke gewigtige gevolgen daar uit waren geproflueerd; hoe even die zelfde deliberatien ecnafvviffeling van regtsonderzoek omtrent den Suppliant hadden geëffectueerd; en eindelyk hoe hier door de gevangenis van den Suppliant was verlengd, en deszelfs angften door eene gedurige flingering, en de beklemmendfte onzekerheid wegens zyn aannaderend lot waren verdubbeld. Dat zy Heeren Gecommitteerden, begrypende dat alle deeze omftandigheeden alleen by den Souverain na behooren konden worden geapprecieert, derhalven gemeend hadden, dat voor zoo verre uit dezelve een grond tot eenige mitigatie van ftraf konde worden afgelegd , de bepaling daar van niet onvoegzaam door den Souverain zelfs zoude gefchieden; terwyl zy , met applicatie van de voorfz omftandigheeden op het voorhanden zynde geval en by eene fcrupuleufe overweging derzelven zoo'inhet afgetrokkene , als met betrekking cot verfcheide zaa-  tot de MILIT. JURISDICTIE. ió> zaaken die hun, by de anterieure examinatie der Procesftukken van deezen Gevangen en ook van P. van Brakel, waren voorgekomen, geoordeeld hadden dat de finguliere gebeurtenis, ten deeze occurreerende, welke ten aanzien van haar beloop, en vooral van haare merkwaardige gevolgen, in de Jaarboeken van Nederland, altoos een zeer notable plaats beflaan zoude, niet onvoegzaam kon , en zonder de minfte vrees voor gevolgen, mogt fusceptibel gemaakt worden voor eenige, uit hoofde der circumftantien , geenzints willekeurig te noemen gunfte van den Souverain, door dewelke, fonder eene totaale uitwisfching der exteerende fchuld plaats te geeven, egter in de maate van de te inffigeeren ftraf eene aanmerkelyke verzagting zoude worden daar gefteld. Is mitsdien , volgens het eenparig begrip van voorfz Heeren Gecommitteerden , goedgevondea en verltaan, het verzoek om abolitie ,door den Gevangen aan hun Ed. Gr. Mog. gedaan te wyzen van de hand; dog egter, uit aanmerking van de reedenen en gronden , by het voorfz Rapport gedetaiileert, aan den Suppliant te remitteeren de doodftraf mitsgaders alle andere ftraffe op een Schavot, welke het Hof anderzints ter zaake van de voorfz misdaad aan den Procureur Generaal tegen den Suppliant by fententic zoude komen aan te wyzen , zullende wyders aan Praefident en Raaden van den Hove, met toezending eener Copie deezer Refolutie , waar in de reedenen en motiven daar toe by het Rapport geallegeerd,zyn vervat, worden aangefchreeyen en aan dezelve als Regters overgelaaten, om (reguard nceL 4 men-  ió8 NALEZING van STUKKEN mende op de alzo verleende gunftige remiffie) verder ter voldoening aan de eifchen van het, Regt, zoodanig tegen den Suppliant ter zaake voornoemt te fententieeren als het Hof in goede Juftitie zal oordeelen te behooren. Accordeert met de voorfz Refolutien. BYLAGE XXXIX. A. Edele Groot Mogende Heeren, by¬ zondere goede Vtienden, Nagebuuren en Bondgenooten ! By Ons op heeden ontfangen zynde U Ed. Gr. Mog. Miffive van den 26 Maart jongsleeden, &c. 00 XL. B. EXTRACT uit het Register van de Refolutien der Heeren Staarten van Zeeland. Den 4 Maart 1784. De Raadpenfionaris heeft gerapporteert uit paarn van Heeren Commiffarifièn &c. (b) XLI, Qa) Zie boven bl. 101. Q$ Zie boven bl. 53.  Tot de MILIT. JURISDICTIE. 269 XLI. C>. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland, in Hun Ed. Gr. Mog. Vergadering genoomen • . op Donderdag den 19 February 1784. De Heer Penfionaris van Zcebergh heeft ter Vergadering gerapporteert, dat de Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlem en verdere hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Juftitie met Commisfarisfen uit den Hove, in gevolge en ter voldoening van hun Ed. Gr. Mog. Refolutie commislbriaal van den 30 Ocfober 1783. hadden geëxamineerd een Request, door JacobEduard de Witte, Vaandrig Supernumerair in het Regiment van den Lt. Generaal van Yfemburg, in dienst van den Staat der vereenigde Nederlanden, aan hun Ed. Gr. Mog. geprefenteerd , ten einde het aan hoogstdefelven behaagen mogte, al het geen door den Suppliant, in de zaak daar by gemeld, gedelinqueerd of verbeurd zoude moogen zyn, te aboleeren en te niet te doen, en daar van aan den Suppliant te verleenen Brieven van abolitie in optima forma : als mede eene Misfive van Praefident en Raaden van den Hove, gefchreeven den 8 Oóbober 1783. houdende, ter voldoening aan hun Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 4 September bevoorens , derzelver confideratien en advis op het voorfz. Request; en eindelyk ook de confideratien en E 5 het Rapport op de verzogte abolitie door den Vaandrig J. E. de Wi tte ; met een Concept Misfive daar- over aan deStaaten van Zeeland; en om vais het Hof opgave te requireeren van de form van behandeling in het verleenen van gratiën. Overgenomen.  i7o NALEZING van STUKKEN 'het advis door den Procureur Generaal in deeze zaak aan het Hof op de gewoóne requiiitie gefuppediteerd, en door den Hove by de bovengemelde Misfive , als eene Bylaag gevoegd. En dat zy Heeren Gecommitteerden, in gevolge het verlangen van de Heeren Staaten van Zeeland, in hun Ed. Mog. Misfive van den 10 November 1783. den 18 daar aan volgende ter Vergadering alhier ingekomen, vervat, over deeze zaak in een fchriftelyke conferentie getreeden zynde met de Heeren Commisfarisfen van welgemelde Heeren Staaten van Zeeland, tot de ordinaire Befoignes, na het wisfelen van eenige confideratien met dezelven waren over een gekomen ten aanzien van het advis, dat in deeze zaak zoude behooren te worden uitgebragt , zoo wel als van de generaale gronden, die daartoe konden dienen. Dat zy Heeren Gecommitteerden in gevolge hier van dan ook de eer konden hebben, aan hun Ed. Gr. Mog. te rapporteeren , dat zy naauwkcurig overwoogen hebbende de rcedenen en gronden, waarom door Praefident en Raaden van den Hove op des Gevangens verzoek van abolitie een declinatoir Advis was uitgebragt, niet hadden kunnen disconvenieeren eensdeels, dat de misdaad van Landverraad, waar in hier geverfeerd wierd , als een Crimen . atrpcijfimum, waar omtrent veele byzonderheeden zaaien liepen , die alien den ernst van den Wetgeevcr om daar tegen te voorfien, billyken, uit haar aart en op zig zelve befchouwd niet zeer fuscëptibel was voor eene abfolute gratie, en anderdeels, dat de reedenen, door den  tot de MILÏT. JURISDICTIE. 171 den Gevangen tot excufatie , ware het mogelyk , van zyn delict geallegeerd , zodanig waren , dat dezelven , als alleen tendeerende om de graad van misdaad te verminderen , op het gunstigfte befchouwd, maar zouden kunnen dienen tot eene mitigatie van de ftraf, en dus eigentlyk niet op een verzoek van gratie, aan den Souverain geaddresfcerd , maar by den Rechter in judicando te pas gebragt konden worden. Dat zy egter daar en tegen hadden in aanmerking genoomen, de bedenking door Praefident en Raaden van den Hove , by hun Advis aan hun Ed. Gr. Mog. voorgefteld, of niet, dewyl des Suppliants langduurige gevangenis nog aan den .Suppliant, nog aan den gewoonen loop der Regtspleeging was toe te fchryven, neen maar door een zaamcnloop van extraordinaire omftandigheeden, en zelfs door de, deliberatien van hun Ed. Gr. Mog. was toegekomen, deeze confederatie van dien aart zoude zyn , dat op dezelve meer by den Souverain zelf, dan by den Regter reguard zoude behooren genoomen te worden; welke bedenking hun was voorgekomen van zeer veel aanbelang ten deezen te zyn, naar dien het bekend was, tot welke deliberatien, inzonderheid by de Heeren Staten van twee Provinciën, het geval van de Suppliant aanleiding had gegeeven ; welke gewigtige gevolgen daar uit waren geproflueerd ; hoe eeven die zelfde deliberatien eene afwisfeling van Regts onderzoek omtrent den Suppliant hadden geëffectueerd ; en eindelyk hoe hier door de gevangenis van den Suppliant was verlengd, en deszelfs angften door eene geduurige flingering, en de beklemmendfte 011-  172. NALEZING van STUKKEN onzeekerheid wegens zyn aannaderend lot waren verdubbeld. Dat zy Heeren Gecommitteerden begrypendc, dat alle deeze omftandigheeden alleen by den Souverain naar behooren konden worden geapprecieerd , derhalven gemeend hadden, dat, voor zoo verre uit dezelve een grond tot eenige mitigatie van ftraf konde worden afgeleid, de bepaaling daar van niet onvoegzaam door den Souvcrein zelfs zoude gefchiedeH , terwyl zy met applicatie van de voorfz. omftandigheeden op het voor handen zynde geval, en by eene fcrupulcufe overweging derzelven, zoo in het afgetrokkene, als met betrekking tot verfcheide zaaken, die hun by de anterieure examinatie der Proces-ftukken van deezen Gevangen, en ook" van P. van Brakel,waren voorgekomen , geoordeeld hadden, dat de ünguliere gebeurtenisten deezen occurcerende , welke ten aanzien van haar beloop, cn vooral van haare merkwaardige gevolgen, in de Jaarboeken van Nederland altoos eene zeer notabele plaats bcflaan zoude , niet onvoegzaam kon en zonder de minfte vrees voor gevolgen mogtfusccptibel gemaakt worden, voor eenige uit hoofde der circumftantien gcenzins willekeurig te noemen gunfte yan den Souverein, door dewelke, zonder eene totaale uit-, wisfehing der èxteerende fchuld plaats te geeven , egter in de maate van de te infügceren ftraf eene aanmerkelyke verzagting zoude worden daar gefteld. En dat mitsdien zy Heeren Gecommitteerden eenpaarig van gedagten zouden zyn, dat het ver-zoek o.m abolitie, door den Gevangen aan  tot de MILIT. JURISDICTIE. ift aan hun Ed. Gr. Mog. gedaan, zoude behooren te worden geweezen van de hand; dog dat egter uit aanmerking van de reedenen en gronden , by dit Rapport gedetailleerd, aan den Suppliant gunstig zoude kunnen cn behooren te worden geremitteerd de Doodftraf, mitsgaders alle andere ftraffe op een Schavot, welke het Hof anderfints ter zaake van de voorfz. misdaad aan den Procureur Generaal tegen den Suppliant by Sententie zoude komen aan te wyzen; en dat dan wyders aan Praefident en Raaden van den Hove, met toezending eener Copie van de in deezen te neemen Refolutie , en van de reedenen en motiven , daar toe by dit Rapport geallegeert, zoude behooren te worden aangefchreeven , en aan dezelven als Regters overgelaaten, om (reguard neemende op de alzoo verleende gunstige remisfie) verder ter voldoening aan de eifchen van het regt, zoodanig tegen den Suppliant ter zaake voornoemt te fententieeren , als het Hof in goede Juftitie zoude oordeelen te behooren. Dat ondertusfehen hun Ed. Gr. Mog. wanneer zy dit gcadvifeerdc mogten billyken, en geneegen wezen, om zig daar meede te conformeeren, in dat geval, alvoorens het zelve in eene finaale Refolutie te veranderen, daar van zouden behooren kennis te geeven aan de Heeren Staaten van Zeeland, teneinde alzoo met betrekking tot de finaale afdoening der zaak diezelfde communicative behandelingtusfchen de Heeren Staaten van de refpective twee Provinciën teobferveeren , welke ten aanzien van het uitbrengen van een Rapport tusfchen de wederzydfche Heeren Gecommitteerden  174 NALEZING van STUKKEN den had plaats gehad, en dat hier toe aan welgemelde Heeren Staaten ,met toezending eener Copie van het voorenftaande Rapport zoude behooren te worden geaddresfeert de navolgende Misfive. Edele Mogende Heeren, byzondere goede Vrienden, Nagebuuren en Bondgenooten. Door de Heeren Onze Gecommitteerden tot de faaken van Juftitie in Onze Vergaderinge een Rapport zynde uitgebragt, behelzende de confideratien tusfchen hen en de Heeren U Ed. Mog. Commisfarisfen tot de ordinaire befoignes, nopens het verzoek van gratie van den gevangen Vaandrig de Witte , geconcerteerd; zoo hebben Wy, terbevorderinge van de verdere gemeenfchappelyke afdoening deezer zaak, niet ondienftig geoordeeld , een'Affclirift van het zelve Rapport aan Uw Ed. Mog. hier neevens te laaten toekomen : terwyl wy, fchoon Ons geene reedenen voorkwamen , waarom Wy zouden moeten haefiteeren, om het daar by geadvifeerde in eene Refolutie te veranderen, egter hier meede hebben gefuperfedeert, tot dat Wy ook van Uw Ed. Mog. gedagten dien aangaande geinformeert zouden zyn. Wy verzoeken derhalven hier meede te worden vereert, en geeven teffens aan Uw Ed. Mog. in bedenking, of niet, in'geval er geene byzondere confideratien tegen het Rapport by Uw Ed. Mog. vallen, dan daadclyk de correfpondentie omtrent deeze zaak foude kunnen worden gehouden voor afgeloopcn , en de zaak zei-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 175 zelve op den voorgeflaagen voet ten fpoedigIten , zoo by Uw Ed. Mog., als by Ons, getermineert. Hier meede, ócc. Dat zy Heeren Gecommitteerden wel zouden kunnen fuftineeren , hier meede in deezen te hebben gcdefungeerd ; dog dat hun in de gehouden correfpondentie met Heeren Commisfarisfen tot de ordinaire befoignes van wegens de Heeren Staaten van Zeeland , met relatie tot de generaale materie van gratie te verleenen, eene bedenkelykheid was voorgekomen, welke zy begreepen hadden niet ftilzwygend te kunnen voorbygaan , als een zaak betreffende, die, uit hoofde van haar gewigt, alle opmerkzaamheid verdient. Dat, namentlyk welgemelde Heeren Commisfarisfen van Zeeland hun hebbende voorgehouden , of het niet beter zoude zyn, dat het Hof in de zaak van den gevangen de Witte eene Sententie tegen den zeiven arrëfteerde, alvoorëns by de Heeren Staaten der twee Provinciën eenige dispofltie op des Suppliants verzoek van Gratie verleend wierd ; hier over wel eenige confideratien waren gewisfeld, dog waar van de uitflag geweest was, dat het zelve voorftel weder met gemeen goedvinden was ter zyde gefteld, uit aanmerking in het byzonder , dat het verleenen eener eigentlyk gezegde volftrekte gratie, en dus zonder interinement, nadat men de geheele zaak ook de reedenen van excufatie der misdaad, en fpeciaal die zelfde motiven , die voor het verzoek van gratie in aanmerking gebragt worden, by den Com-  176 NALEZING van STUKKEN; Competenten Regter, met een regterlyk oog* befchouwd waren, en geëxamineert, mitsgaders vervolgens by een Vonnis afgedaan , altoos, ten minsten in de uieerlyke apparentiej, een zeefeer zoort van willekeurigheid in zig bevatte , waar van de Souverein zelf , zoo veel doenlyk , zig moest wagtèn eenig voorbeeld te geeven , offchoon ook aan den zeiven het vermogen toekwam, jom in fpeciale gevallen, die het zelve zouden mogen vereilchen, zyne , het zy voor of na de decifie eener zaakj verleende gratie van een interinement, het welk anders ten aanzien van gratiën, remisfien, pardon en abolitien, altoos plaats moest hebben , te eximeerem Dat zy Heeren Gecommitteerden ondertusfchen geinformeert zynde, dat deeze gewigtige materie niet naar een vasten reegel binnen deeze Provincie wierd behandeld, gemeend hadden, zig niet te kunnen dispenfeeren, om de attentie van hun Ed* Groot Mog. daar by fpeciaal te bepaalen, en teffens in bedenking te geeven, of hoogstdezelve niet zouden kunnen goedvinden , om van Pra?fident en Raaden van den Hove te requireeren eene opgave van de gebruikelyke form van behandeling in het verleenen van gratiën, byzonder ten aanzien van het tydftip , wanneer de misdaden , waar in , en de wyze , op welke, die thans gewooniyk geaccordeert worden , als meede derzelver confideratien omtrent de crimineele gevallen , waar toe hun Ed. Gr. Mog. voor zig zeiven, ter vermyding van allen fchyn van willekeurigheid, gevoeglykst het verleenen van gratie zonder interinement zou-, den  tot de MILIT. JURISDICTIE. 17; de behooren te bepaalen : alles ten einde dan verder by hun Ed. Gr. Mog. zoodanige voorziening op dit Huk zoude kunnen worden gemaakt, als zy naar hunne hooge wysheid zouden bevinden te behooren, Waar op gedelibereert en Copie van het voorfz. gerapporteerde verzogt zynde door de, Heeren van de Ridderfchap en Edelen , om het zelve in de Ordre nader te examineren , en door de Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Delft, Leyden, Amfterdam, Gouda, Rotterdam, Gorinchem, Schiedam , Schoonhoven , Brielle en Hoorn , om daar op te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen , is de finaale Refolutie uitgefteld tot nadere deliberatie. Accordeert met de voorz. Refolutien. Nol, I. Deel II. Stuk M XLII.  Miffive van GecommitteerdeRaaden rakende hun verrigte,uit kragt hunner Ed.Gr. Mog. Refolutie van 22 April, in het onderzoek relatief tot de verantwoordingvan den Collonel Commandant Macalefter : CommiiT. 178 NALEZING van STUKKEN XLII. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland 5 in haar Ed. Gr. Mog. Virgaderrng genomen op Vrydag den 30 April 1784. Ontfangen een Miffive van de Heeren Gecommitteerde Raaden , gefchreeven in den Hage op heeden, waar by hun Ed. Gr. Mog. toezenden twee Refolutien door hun op de fucces- five Rapporten der Heeren hunne Commmarrsfen tot de Militaire zaaken, den 28 deezer en heeden genoomen , en zynde by de laatfte gevoegt de vraagen aan den Collonel Macalefter gedaan, cn de antwoorden door denzelven daar op gegeeven : alles uit kragte van hun Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 22 daaromtrent genoomen; volgende de gemelde Miffive en Bylaagen hier na geinfereert. Fiat infertio. Waar op gedelibereert zynde,is goedgevonen verftaan, dat de voorfz Miffive en Bylaagen zullen worden geëxamineert door de Heeren van de Ridderfchap, cn verdere hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden tot het groot befoigne, met'de Heeren Gecommitteerde Raaden , en de Vergaderinge daar op gediend van derzelver confideratien cn advis. Accordeert met voorfz Register. XLIIL  tot de MILIT. JURISDICTIE. 179 XLIII. B Y L A G E N A. MISSIVE van Gecommit. Raaden van HoU land aan H. Ed. Gr. Mog. 30 April 17 84. Edele Groot Mogende Heeren ! Op het ontfangen van U Ed. Gr. Mog. Refolutie in dato den 22 deezer, waar by U Ed. Gr. Mog. onder anderen ons hebben gelieven te verzoeken en authorifeeren , om het onderzoek relatief tot de verantwoording van den Collonel Commandant Macalefter, in de voorfz Refolutie vermeld, met allen ernst, nauwkeurigheid en promtitude te doen , en van den uitflag daar van een punctueel Rapport ter Vergadering van U Ed. Gr. Mog. in te brengen en voorts ordre te ..Hellen tot het inhouden van het Traftement aan denzelven Collonel competeerende; hebben wy de Heeren onze Commiffariffen tot de Militaire zaaken verzogt ons te willen dienen van hunne Confideratien en Advis, nopens de wysop welke aan U Ed. Gr. Mog. intentie in deeze best zoude kunnen worden voldaan. En hebben thans de eere U Ed. Gr. Mog by deeze te laaten toekoomen twee Refolutien door ons op derzelver fuccesfive Rapporten den 28 deezer en heeden genoomen , by welke laatfte gevoegd zyn de Vraagen aan den gemelde Collonel Macalefter op gister ieterativelyk door welgemelde Heeren Commiifariffen gedaan en de Antwoorden door denzelven daar M 2 op  i8o NALEZING van STUKKEN op gegeeven, door al het welke wy hopen dat aan de intentie van U Ed. Gr. Mog. in deeze zal weezen voldaan. Waar meede, 'Edele Groot Mogende Heeren, zullen wy God Almagtig bidden UEd.Gr. Mog. te willen houden in zyn heilige protexie. Gefchrëeven in den Hage den 30 April 1784. (Onder ftoni) U Ed. Gr. Mog. Dienstwillige, De Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en West-Vriesland. (Langer Jlond) Ter Ordonnantie van dezelve. (Geteekend) A. J. ROYER. XLIV. B. Ter executie van hun Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 22dee. zer, de Ordonnantievan het EXTRACT uit het Re? ister der Refolutien van de Ed. Mog. Heren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en WestVriesland, genomen op Den 28 April 1784. Op het provifioneel Rapport van den Wel Edele Heer van der Does, Heere van de Noordwyken, en van de Heeren Snellen en Patyn,hun Ed. Mog. medebroederen in raade,ingevolge en ter voldoening aan hun Ed. Mog. appointement Commifforiaal van den 26 dee-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 181 Hoofd Traftement van den Collonel Commandant M.ica letter', verfeheenenna het neemen der voorfz Refolutie, by provilie niet te dept c'ieere i, en voirt. als in den Text. M 3 XLV. deezer, geëxamineerd hebbende de Refolutie door hun Ed. Gr. Mog den 22 bevoorens ten opzigte van den Collonel Commandant Macalefter genomen: is ,na voorgaande deliberatie, ter executie van de voorfz Refolutie, conform het Advis van welgemelde Heeren Commiffariffen, goedgevonden en verftaan, de Commifen van de Finantie by deezen te authorifeeren en gelaften , om de Ordonnantie van het Hoofd-Tractement verfchenen na het neemen der voorfz Refolutie,by provifie en tot hun Ed. Mog. nader ordre niet op te maaken of te depecheeren, en voorts aan de Ordonnantie van foldy aan de Compagnie van denzelven Collonel den 5 Mey aanftaande zullende verfcheinen, deszelfs Traftement als Capitein te korten en in te houden, mitsgaders daar meede op de volgende Ordonnantiën zoo lang te continueeren tot dat hier omtrent nader door hun Ed. Mog zal weezen gedisponeert. En zal Extra£t deezer gegeven worden aan de Commifen van de Finantie , zoo tot naricht, als om zich daar naar te reguleeren. Accordeert met het voorfz Register.  i8i NALEZING van STOKKEN C. XLV. EXTRACT uit het Register der Refolutien van de Ed. Mog. Heren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en JVesiVriesland, genomen op Den 30 April 1784. De Wel Edelen Heer van der Does, Heer van de Noordvvyken , en de Heren Snellen en Patyn, hun Ed. Mog. medebroederen in raade,en Commisfariffen tor. de Militaire zaaken, hebben aan hun Ed. Mog. gerapporteerd, dat de Collonel Commandant van het Regiment van den Generaal Major Houftoun, Robbert Macalefter, ingevolge de ordres in hun Ed. Mog. Refolutie van den 22 deezer vervat, alhier was overgekoomen en aan hun Heeren CommiffarifTen van zyn arrivement op den 27 deezer had kennis gegeeven; en dat zy vervolgens, ten einde hun Ed. Mog. conform aan derzelver appointement Commifforiaal van den 26 bevoorens,in ftaat te Hellen, om aan de requifitie in hun Ed. Gr. Mog. gemelde Refolutie vervat, zoo fpoedig doenlyk, door het inbrengen van een punctueel Rapport te kunnen voldoen, met elkander hadden overlegd en gearrefteert, de poincten, waar omtrent de gemelde Collo. nel Do Vragen aan den Collonel Macalefter voorgehouden , roet deszelfs ant woorden , beneevens de in deze gemelden Extracten, by Mjflive aan hunEd. Gr. Mog. se zenden.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 183 nel Commandant, ter bereiking van het voorgcftelde oogmerk , behoorde te worden ondervraagd. Dat zy deeze poinéten vervolgens aan zyne Hoogheid, in qualiteit van Capitein Generaal deezer Provintie , hadden gecommuniceert, welke meede begreepen had, dat dezelve tot het gemelde oogmerk zouden kunnen ftrekken , en dat zy op gister den meergemelde Collonel Commandant dezelve poinéten, met allen ernst, een en andermaal voorgehouden hebbende , daar op door denzelve waaren gegeeven de Antwoorden, welke neevens deeze poinéten waaren genoteerd; Dat zy deeze Antwoorden wederom aan hooggemelde Z. H. hadden gecommuniceerd, en dat Hoogstdezelve met hun begreepen had, dat hier in vervat was, het geene ten deeze in confideratie fcheen te kunnen komen; Dat zy Heeren Commiffarilfen de eere hadden deeze Vraag-poincten, met de daar op gegeeven Antwoorden, thans te brengen ter Tafel van hun Ed. Mog. en aan hun Ed. Mog. in confideratie te geeven, of hun Ed. Mog. niet zouden kunnen goedvinden, dit ftuk, beneevens Extract: deezer, en van hun Ed. Mog. Refolutie van den 28 deezer maand, ten opzigte van het inhouden der Traktementen van den Collonel Macalefter genomen, aan hun Ed. Gr. Mog. by Miffive toetezenden, M 4 ten  184 NALEZING van STUKKEN ten einde daar meede aan Hoogstderzelver gemelde requifitie en beveelen te voldoen. Waar op gedelibereert, en welgemelde Heeren Commiffariffen voor derzelver moeite in deeze genomen bedankt zynde, is, conform derzelver Advis, goedgevonden en verdaan, dat de Vraagen aan den Collonel Macalefter , door hun op gister voorgehouden , met de Antwoorden daar op doorhem Collonel gegeeven; zo als dezelve aan het einde deezer zyn gevoegd, beneevens Extracten deezer Refolutie, en van die, welke nopens deeze zaak bereids door hun Ed. Gr. Mog. op den 28 deezer maand is ge. nomen, by Miffive aan hun Ed. Gr. Mog. zullen worden gezonden, ten einde ter voldoening aan Hoogftderzelver requifitie te ftrekken. Fiat infertio van de Vraagen en Antwoorden in deeze gemeld. (Onder Jlond) Accordeert met voorfz Register. (Was geteekend) A. J. ROYER. AnU  tot de MILIT. JURISDICTIE. 185 Antwoorden door den Collonel Macalefter op de neevenftaande Vraagen gegeeven. Zegt , dat den 13 Maart niet in het Guarnifoen heeft gecommandeert, maar dat hy op den 21 daar aan volgende van Bergen op den Zoom dervvaards is vertrokken en aldaar in den volgende nagt, na zyn onthoud, ten een uuren is gearriveert, en dat het antwoord in het neevenftaande Articul vermeld, vervolgens door den in zyn abfentie gecommandeert hebbende LieutenantCollonel Macalefter , deszelfs Broeder, is gegeeven, welke hem na zyn voorfz arrivement het zelve heeft gecommuniceert. Zegt, by zyn arrivement, onpaflelyk te zyn geweest, dog wederom herfteld zynde, twee Vraagen aan den Collonel Macalefter gedaan , op den 29 April 1784. 1. Om welke reedecen hy Collonel, wanneer hem op den 13 Maart laatstleeden is aangezegt, dathy benevens de verdere Officieren van het Guarnifoen der Stad Veereden Eed by Refolutie der Heeren Staaten van Zeeland in dat023Septemberi 783 vastgefteld , zouden hebben af te leggen, op deeze aanzegging heeft aangenoomen, hier op zoo fpoedig ah mooglyk was te zullen antwoorden. 2. Hoedanig en wanneer hy van de voorfz aanzegging aan de Officieren van hetGuarnifoen M 5 der  i85 NALEZING van STUKKEN twee a drie dagen, na zyn retour in het Guarnifoen , het voorenftaande op de Parade aan de prefent zynde Officieren te hebben gecommuniceert , en dat dezelve Officieren hebben verklaart, dat zy zich zouden conformeeren aan het geene hier omtrent door hem Collonel Commandant zoude worden gedaan , gelyk zy reeds hadden voorgenoomen te doen voor zyn arrivement. Zegt, dat het antwoord in queftie door den Capitein Bruce is overgebragt , zynde geen Capitein Lieutenant van dien naam in het Regiment bekent, en dat hyCollonelCommandant den 30 Maart laatstleeden tot het verrigten van eenige Regiments zaaken uit Veere zynde gegaan en aldaar niet eerder als op den 8 April daar aan volgende geretourneert der gemelde Stad kennis heeft gegeeven, en wat daar omtrent onder dezelve Officieren is gepaffeert en beflooten ? Waarom hy niet eerder als op den 10 April het antwoord in questie heeft laaten geeven , en om welkereeden hy het zelve niet in Perzoon heeft gebragt , maar laaten overbrengen door den Capitein Lieutenant Bruce ? Waar  tot de MILIT. JURISDICTIE. 187 neert weezende , den 9 niet op de Parade was geweest, dog den gemeldenCapitein op den 10 der gemelde maand met het antwoord naar Middelburg had gezon- • den en zulks heeft gedaan , vermeenende hier door volgens ftyl van den dienst niet misdaan te hebben. Zegt, dat door den Capitein Bruce, en niet door denCapiteinLieutenant Bruce, woordelyk heeft laaten antwoorden aan den Heer Raadpenfionaris van Zeeland: ik weiger e den Eed niet te doen, edoch moet alvoorens afwagten en gelast worden door de' Heeren Staaten van Holland , om dezelve te prceJleeren, als zynde op de repartitie van de gemelde Provintie, dathyhec zelve antwoord heeft gegeeven, van gedagte zynde en zelfs gehoord hebbende, dat de Heeren Staaten van Zeeland overliet doen van 4' Waar op gegrond was het antwoord dat den gemelde Capitein Lieutenant aan den Heere Raadpenfionaris van Zeeland heeft gegeeven, dat de Commandeerende en verdere Officieren wel bereid waren om den Eed af te leggen, maar zulks niet konden doen , als met voorkennis en confent van hunne Betaaldsheeren ? Of  188 NALEZING van STUKKEN van den Eed in queftie, aan de Heeren Staaten van Holland hadden gefchreeven, endathy vermeende daar ómtrent van hun Ed. Gr. Mog. alle oogenblikken ordres te zullen ontfangen. Zegt, dat conform aan zyn gezegde op het vierde poinct afvvagtende de ordres van hun Ed. Gr. Mog., hy niet anders gedaan neett om net content, in dit poinct vermeid, te verkrygen als een mondeling Adres aan zyn Hoogheid. Zegt, geene middelen in het werk gefteld te hebben , en dat dit poinct door het antwoord op het voorige is komen te vervallen. Zegt, Of hy Collonel Commandant vervolgens zyn werk heeft gemaakt, om het geene van hem en zyne meede Officieren was gevordert , te brengen ter kenniffe van wel¬ gemelde Betaaldsheeren , en om Hoogftderzelver confent tot het afleggen der voorfz Eed te obtineeren ? 6. Welke middelen hy ten dien einde heeft in het werk gefteld, en met wien hy daar over heeft geconfuleert , mitsgaders welk narigt of raad hy nopensdeeze zaak heeft ontfangen en welke motiven hem bewoogen hebben daar aan te defereeren? Of  tot de MILIT. JURISDICTIE. 189 Zegt, gelyk in zyn antwoord op het vyfde poinér. gemeld is, zig over deeze zaak aan zyn Hoogheid mondeling geaddresfeert te hebben op den 6 April laatstleeden , en aan Hoogftdezelve te hebben gevraagt, hoe zig gedragen zoude in het doen van de gerequireerden Eed aan de Provintie van Zeeland, en dat Hoogftgemelde zyn Hoogheid hier op geantwoord had , dat hy Collonel Commandantden gemelden Eed konde doen , of niet doen ,. en het aan hem overliet, dog hem het doen van den zeiven Eed niet verbood. Zegt, zich in verleegentheid te hebben gevonden, wat daar omtrent te doen, dewyl hy altoos afwagtende was de ordres van zyne Betaaldsheeren te zullen ontfangen, dog dat, de zaak van agteren 7» Of hy nopens het afleggen der voorfz Eed zig ook geaddreffeert heeft aan zyne Doorlugtigfte Hoogheid,in qualiteit van Capitein Generaal van de Unie, welke ordres hy dien aangaande van Hoogftdezelve heeft bekomen ? 8. Waarom na het ontfangen van dit antwoord in 'sGravenhage zynde , hy niet gedagt heeft zich nader te moeten informeeren by hun Ed. Gr. Mog. of by den Heer Raadpenfionaris hoe zich in dee-  2 go NALEZING van STUKKEN ren befchouwende, begrypt, dac hy voorzigtiger gedaan zoude hebben nadere informatie te neemen, maar dat hy te dier tyd daar op niet heeft gcdagt, zynde fpoedig wederom naar zyn Guarnifoen vertrokken , in het vertrouwen aldaar dc verwagte ordres zyner Betaaldsheeren te zullen vinden- deeze te moeten gedragen ? Zegt, van den beginne aan van begrip te zyn geweest, dat den Eed niet zonder confent van zyne Betaaldsheeren konde doen,en zulks voor dat de ordres van zyn Hoogheid had gevraagt. Dc Collonel Commandant Macalefter de vorenftaande Vraagen voorgehouden zynde, heeft dezelve daar op geantwoord, gelyk nevens ieder derzelve is genoteert. Aétum 's Gravenhage den 29 April 1784. (Was getcekent) IV. van der Does, V. N. W. Snellen. G. A. Patyn. XLVI. 9' Of hy reeds voor de ordres van zyn Hoogheid te hebben gevraagt,degedagte heeft gehad, dat hy de ordres van zyn Betaaldsheeren moest hebben, en zoude ontfangen ?  tot de MILIT. JURISDICTIE. 191 XLVI. PUBLICATIE. VAN de Heeren Burgemeesteren, Schepenen en Raaden der Stad Nymegen. BORGEMEESTEREN, SCHEPENEN EN RAADEN DER STAD NYMEGEN, doen den goeden Borgerenen Ingezeetenen notificee-. ren , en tot narigt van allen en een ieder, wien zulks verder mooge aangaan, by dezen bekend maaken : Dat de Heeren Staaten dezer Provintie , by Hoogstderzelver Refolutie van den ïften dezer loopende maand, goedgevonden hebbende , dat inmiddels, en hangende H. Ed.Mog. deliberatien over de wyze , waarop in het vervolg de Militaire Jurisdictie bttinen deeze Provintie zoude behooren te worden geëxerceerd, agtervolgd zoude worden 'sLandlchaps Refolutie van den ifte May 1728, Haar Ed. Gr. Achtb., met betrekking tot deeze Stad en het Schependom, zich daar meede hebben geconformeerd , cn daar na zich zullen gedraagen. En dat het gedisponeerde by dezelve Refolutie van den 1 fte'May 1728, is luidende,als volgd: ,, Hebben H. Ed. Mog., tot voorkoming van ,, alle disputen in het toekoomende, en onder j, voorbehoud van het regt, deeze Provintie ,, en Leeden van dien , neffens de andere haa,, re Bondgenooten competeerende, goedge,, vonden, by interpretatie van derzelver Re,, folutievan den ifte April 1715, te verklaa„ ren en te verftaan, dat de Judicature over „ alle  192 NALEZING van STUKKEN ,, alle exceffen en delicten, puurlyk Militair ,, zynde, zal zyn en blyven aan de Krygs,, Raaden binnen de Hemmende Steeden dezer „ Provintie. ,, Dat voorts die zelve Krygs-Raaden zullen ,, hebben de Judicature en erkentefiiflè over alle exceffen en delicten , die de Officieren „ en Soldaaten van dat zelve Guarnifoen on,, dcrling, of die een tegens den anderen zul,, len koomen te begaan, of fchoon die voor. ,, fchreeve exceffen en delicten in haar natuur niet puurlyk Militair moogen wezen. ,, Blyvcnde egter aan den Politicquen Rich,, ter de erkenteniife en Judicature over gelyke exceffen en delicten, tuffchen Officieren en Soldaaten onderling of den eenen tegens ,, den anderen begaan wordende, in geval die ,, Officieren en Soldaaten mogten weezen van ,, diverfe Guarnifoenen. „ Voor welke Politicque Richter die Militaij, re Perfoonen dan ook, voorts in alle andtre „ zaaken, zy zyn dan Crimineel , of Civile, ,, Apprehenlibel, Convenibel, Jufiitiabel en ,, Executabel zullen zyn, en wiens Sententien ,, meede overfchulden en anders geweezen, by ,, gebrek van gereede of ongereede goederen, ,, op die Gagien van die gecondemneerdens, „ naar ordre van het Land, ter executie gefield zullen worden." En op dat een iegelyk hier van eene behoorlyke informatie en het vereischte narigt bckoome, zal deeze worden gepubliceerd en geaffigeerd naar gewoonte. Aldus gedaan in den Raadt te Nymegen, den 19de May 1784. My pradent. XL VII.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 193 XL VIL MISSIVE van Zyne DoorlugtU ge Hoogheid, als Capitein Generaal van Zeeland, van den % Mey 17 84. houdende deszelfs confideratien op de Misfive der Heeren Staaten van die Prov'ntie, van den 11 Maart ie o-co* ten, radkende het verleenen van titulaire Aaen aan Officieren, en andere Poincien. Relaiyf tot de Staaten Notulen van den 6 der eerst gemelde maand. Edele Mogende Heeren, Byzondere goede Vrienden! Ons is te zyner tyd geworden Uwer Edele Mog. Misfive van den 11 Maart laatsleden, waar by het UvVe Ed. Mog. behaagd heeft , Ons, in Onze qualiteit van Capitein Generaal van UwcrEd. Mog. Provincie, te verzoeken, dat Wy aan Hoogstdezelven wilden fuppediteeren Onze confideratien en advys, aangaande de wyze, waar op de reeds gcëtablisfecrde Wetten en Refolutien , omtrent de zeven poinélen , in de voorfchr. Misfive voörgcfteld, en omtrent welken Uwe Ed. Mog, van begrip zyn, dat verfcheiden misbruiken zouden zyn ingelloopen, best zouden kunnen worden ge* cxecuteerd, of welke Refolutien nader zouden behooren te worden genoomen, om alle inbreuk en misbruiken efficacicuslyk te praeyenieeren. Nal. I. Deel II. Stuk N fet  194 NALEZING van STUKKEN Ter voldoeninge aan dat verzoek hebben Wy, alle de bovengemelde poincren met de vercischte attentie geëxamineerd hebbende , niet konnen afzyn, aan Uwe Ed. Mog. by deeze te refcrïbeerèn. Met relatie tot het eerfte poinct, dat Wy het verleenen van titulaire Acten geenfintskonnen aanmerken als een ingefloopen abuis,maar in tegendeel gelooven, dat de dienst van het Land vorderd , dat dezelve van tyd tot tyd , tot encouragement van welverdiende Officieren, verleend worden, zonder dat daaromtrent de handen van den geenen, aan wien de begeeving der Militaire Charges is gcdefereerd, door eene al te nauwe bcpaaling , behooren gebonden te worden. Echter hebben Wy by Ons zeiven voorgenoomenj, om in het vervolg, buiten zeer pregnante redenen, niet meer dan vier Hoofd-Officieren by een Regiment Infanterie aan te ftellen ; daar onder niet begreepen de Generaals, die, volgens den alouden voet van's Lands dienst, by de Regimenten nimmer gediend hebben, nog ook de Collonel Commandant of Collonel effectief. Wy zyn van oordeel, dat het voor den dienst nuttig is, dat de Battaillons altoos, zoo veel mogelyk , door een Hoofd Officier gecommandeerd worden, en daar de Collonels Commandanten of Collonels effectief, in vredes tyd, nimmer gehouden zyn geweest,' meer dan vier maanden in het Jaar, by hun Regiment door te brengen, hebben Wy , om daar aan te fuppleeren\ een Hoofd-Officier meer by ieder Regiment, en dus by ieder Battaillon twee Hoofd-Officieren aangefteld, om dat het niet doen*  tot de MTLIT. JURISDICTIE. 19ƒ doenlyk is, de beide Battaillons van een Regiment altoos by eikanderen in een en het zelfde Gtiarnizoen te plaatfen, en dat,'er derhalven, indien'er geene titulaire Hoofd-Officieren wierden aangefteld, by het eerfte Battaillon , buiten den Collonel Commandant of Collonel effectief, maar een Hoofd-Officier zoude zyn, van welken het niet gevergd kan worden, altyd daar by te blyven, waar door veeltyds de eerfte Battaillons zig zonder Hoofd-Officier zouden bevinden. Om deeze redenen vleien Wy Ons , dat Uwe Ed. Mog. wel zullen gelieven te approbeeren, dat Wy , by continuatie, by de Regimenten Infanterie , op derzelver repartitie ftaande, buiten den Collonel Commandant of Collonel effectief, aanftellen vier Hoofd Officieren, als meede zoo veele Capiteinen titulair, als Wy nodig zullen oordeelen, om den dienst waar te neemen, endaar door te fuppleeren aan het gebrek van effective Capiteinen of Capiteinen Commandanten; gelyk ook, dat Wy, om den dienst van de fubalterne Officieren niet te bezwaaren , eenige Vaandrigs titulair aanftellen, om hun, in het waarneemen van den dienst, te gemoet te komen. Nopens de Acten by de Armée , en de permisfien tot verkoopinge van Militaire Charges of het religneeren van dezelven, onder zeekere uitkeering aan den Predecesfeur , oordeelen Wy, dat dezelven niet dan zeer fpaarzaambehooren te worden verleend. Zelfs wenschtenWy, dat het doenlyk was, dezelven in het vervolg volkomen te pra?venieeren. En hier toe weeten Wy geen beeter middel uit te denN 2 ken?  ïyd NALEZING van STUKKEN ken, nog voor te flaan, dan het plaatfen va?4 een post op den Staat van Oorlog, tot Pennoenen voor oude, impotente of geblesfeerde Officieren , zoo als de post voor Appointésis, voor oude, impotente of verminkte OnderOfficieren cn Soldaaten. 't Is uit gebrek aan zoodanig fonds , dat Wy Ons genoodzaakt: hebben gevonden, om Acten by de Armee te verleenen, dog Onze vaste intentie is , om dezelven nimmer te accordcercn, dan wanneer het welzyn van 's Lands dienst, volgens Ons begrip , zulks abfolutelyk zal vorderen. Omtrent dc transporten van Compagnien of hooge Militaire Charges, mogen Wy wel ]yden, dat eenige bepaalingen gemaakt worden,, en zouden aan Uw Ed. Mog. in bedenking geeven , om te refolvecren dat het aan Ons of aan den Erfstadhouder in der tyd zal worden overgelaaten , om aan die gcenen , die voor dato van de door Uwe Ed. Mog. te ncemene Refolutie , Compagnien op%le repartitie van Zeeland, by transport, bekomen hebben, te permitteeren , om die wederom voor denzelfden prys, wel minder, maarniet meerder, te mogen transporteeren; doch dat voor het overige alle transporten van Compagnien worden geïnterdiceerd; aan Ons of aan den Erfstadhouder in der tyd overlaatende, om wanneer, Wy zulks raadzaam mogten oordeelen , permisfie te verleenen tot het transporteeren van Standaart of Vaandels, en in zoo verre het gewoone verzoek té doen om te dispenfeereu van den Eed van Zuivering; zoo als ook om dien Eed te remittceren in gevallen , omtrent welke Wy of de Erfstadhouder in der tyd, no-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 197 'nodig mogten oordeelen aan Officieren permisfie te geeven, om zig, met behoud van een gedeelte van hun Traktement , by wege van Penfioen , te retireeren, en daardoor te pra> venieren , of datYLands dienst daar by lyde, of dat zulke Officieren tot laste van den Lande geraaken ; en derhalvcn mogten goedvinden, om of de fuccesfeuren .van die Officieren , of wel de jongftc Capiteinen of fubalterne Officieren in der tyd , met eene uitkeering ten hunne behoeve te chargeeren. En wat aanbelangt het vierde poinkt waar by Uwe Ed. Mog. geoordeeld hebben , Ons onder het oog te moeten brengen, of in de Nationaale Regimenten niet behoorden aileenlyk Nationaale Officieren gecmploieerd te worden, boven den rang van Sergeant en Wachtmeester, en of dit ook niet behoorde relatief gemaakt te worden tot de bedieningen van Commandeurs en Majors van Steden en Forten ; welke posten Uwe Ed. Mog. oordeelen dat niet anders dan aan Inboorlingen van de Republyk en haare Colonien behooren begeeven te worden , en zelfs, by preferentie, voor zoo veel Uwer Ed. Mog. Provincie betreft, daar toe geëmploieerde Officieren, met hunne Traktementen of Penfioenen op hooggcmelde'Provincie gerepartitieerd. Wy hebben, uit hoofde van het gewigt der zaaken , die het object uitleeveren van dat vierde poinkt, Ons verpligt gevonden' dezelve zaaken in de ferieufte overweeging te neemen, en nauwkeuriglyk te onderzoeken , of het mogelyk zoude zyn het daar by gedaane voorftel over 'een te brengen met het geene N 3 by  ï9S NALEZING van STUKKEN by meest alle Mogendheden plaats heeft, hier te Lande, op expres goedvinden van UweEd. Mog tot hier toe plaats gehad heeft, en met de denkbeelden , welke Wy Ons van de beftaanbaarheid en goede conftitutie van de Armee van den Staat hebben gevormd , volgens de gefteldheid van de Geünieerde Provinciën, de ondervinding van vroegere tyden en krygsn ¥\»welke te8cnswoordig by genoegzaam alle de Mogendheden is geïntroduceerd. , Dan hoe zeer Ons niets aangenamer zoude wezen, dan de Inboorlingen deezer Landen in allen opzigte bevorderd te zien ; moeten Wy aan Uwe Ed. Mog. declareeren by de bovengemelde overwecging geene de minste reden te hebben gevonden, om de principes, ten aanzien van het wclzyn van den dienst, by Ons, Onze Voorouderen cn Voorzaaten geadopteerd en m het oog gehouden, in het allermraite af te gaan, maar in tegendeel Ons verpligt gevonden , om ten aanzien van het voorfchr. poind, aan Uwe Ed. Mog. als nog voor te draagen : dat het admittceren van alle JNaticn in den Militairen dienst, van zeer oude tyden , by genoegzaam alle Mogendheeden is gepermitteerd geweest, en fpeciaal binnen Uwer Ed. Mog. Provincie niet alleen tot hier toe heeft plaats gevonden; maar ook dat die Provincie en de geheele Republicq meer dan eens m vroegere tyden uit zoodanige admisiien, zeer veel nuts heeft getrokken; zynde den Staat byna in geene Oorlogen gemêleerd geweest, of Uwe Ed. Mog. hebben in het byzonder getoond, van de noodzaaklykheid van zoodanige admisficn volkoomen overtuigd te zyn;  tot de MILTT. JURISDICTIE. 199 zyn; gelyk dit een en ander uit veele Refolutien , door Uwe Ed. Mog. genomen, zoo ten tyde dat Hoogstderzelvcr Provincie een Stadhouder en Capitein Generaal had , als in Stadhouderloze tyden , ten allerklaarften blykt, terwyl de geneigdheid van Uwe Ed. Mog. tot zodanige admisfien , onder anderen , op het evidenfte confteert uit het geene door de Provincie van Zeeland in den Jaare 1742. is goedgevonden , wanneer tot eene Promotie van Generaals, ook met concurrentie van de Heeren Uwer Ed. Mog. Gedeputeerden ter Generaliteit, op den 19 September door Hunne Hoog Mog. is gerefolveerd, en om by die gelegenheid twee Generaals van de Cavallerie en vier van de Infanterie, uit vreemde diensten, in dienst van deezen Lande te neemen. , Dan daar laatende alle andere Landen en byzondere omftandigheeden van tyden , als meede de inzichten, welken in dezelven hebben konnen plaats vinden, oordeelen Wy, dat het employeeren van vreemde Officieren allernoodzakelykst is voor de recruteering der Armee van den Staat, dewyl het overbekend is, dat er geene mogelykheid gevonden word, om dezelve Armee alleen met Nationaale recruten, voor den dienst bekwaam en gefchikt, zonder employ van vreemde Manfchappen, te fconnen voorzien, en dat, daar deeze Manfchappen voornamelyk in het Duitfche Ryk moeten worden gezogt, men altoos als een groot voordeel voor 's Lands dienst heeft aangemerkt , in denzelven dienst , door middel van Militaire Charges , te engageeren Duitfche of andere vreemde Prinfen, Graven en PerN 4 foo»  3C© NALEZING van STUKKEN fbonen van minderen rang, door welken men verzekerd was of hoopte, een bekwaamen voet van recruteering in Duitschland of elders , te zullen kunnen verkrygen , waar van menigvuldige exempels in de Registers van Uwe Ed. Mog. Refolutien voorkomen , en ook zeer goede gevolgen nog heden worden ondervonden, zoo als het ook by Uwe Ed. Mo*, in meer dan eene gelegenheid, nuttig voer 's Lands dienst is gerèekend, om Officieren , die ondervinding hadden, uit vreemde diensten in 's Lands dienst te trekken. _ Wy vermecnen, dat door deeze confideratien genoegzaam zyn betoond de fchadelyke gevolgen, welken uit het geheel niet employeeren van vreemde Officieren, op de repartitie van Uwe Ed. Mog. Provincie , voor de Armee van den Staat zouden refulteeren, en moeten hier nog by voegen, dat het niet adrmtteeren van vreemde Officieren te bepaalen alleen tot Nationaale Regimenten, en de gemeene vreemde Soldaaten alleen in 'den rang van Sergeants en Wachtmeester , maar in geen hoogeren rang te employeeren , haar Onze gedagten geenfin ts zoude konnen dienen, om de voorfchr. zwaarigheden weg te nemen: naar dien de eerfte dier bepaalingen Ons voorgekomen is onmogelyk in de executie , en de tweede tot een allergrootst nadeel van den diénst verftrekken zoude. . • Van die onmogelykheid zal men aanftonds overtuigd zyn , wanneer men confidereert, dat door_de differente incorporatien , en onderfteekingen van Compagnien , zoodanige veranderingen cn vermengingen in de Troupes van  tot de MILIT. JURISDICTIE. 2©ï van den Staat zyn voorgevallen, dat het zeer moeilyk en byna onmogelyk geworden is, te bepaalen welke Regimenten eigenlyk als Nationaalen moeten worden gcconfidereerd, naar dien veele vreemde Troupes zoodanig met Nationaalen zyn vcreenigd, dat zig in een en het zelfde Regiment, ja zelfs in een en het zelfde Battaillon bevinden, Nationaale Compagnien en anderen , welken voorheen by vreemde Natien zyn opgerëgt en aangeworven. En wat de tweede bepaaling betreft', moeten Wy verklaaren, dat dezelve, naar Onze gedagten, alle ambitie in dat gedeelte van óe Armee uitdoovcn en tot een allcrgrootft nadeel van den dienst zoude ftrekken, dewyl de hoop om tot hoogercn rang te geraaken, by regtgeaarde Krygsluiden, de begeerte van alle andere belooningen te boven gaat, en veele braave gemeene Manfchappen , in vroegere tyden, alleen heeft konnen aanzetten , om hun leven op de edelmoedigfte wyze in's Lands dienst te vvaagen; gelyk dezelve dan ook veeltyds, in die gelegenheden, voor derzelver betoonde bravoure, met den rang van Officieren zyn vereerd geworden: want het is meer dan waarfchynlyk , dat die verhevenheid van gedagten , welke tot het voortbrengen van alle Acten'van bravoure, volftrekt nodig is, niet zal worden gevonden , of blyven refideeren in luiden die, veronderfteld wordende vreemdelingen te zyn, nimmer gezegd konnen worden, voor het behoud van AltaarenenHaardfteden te vegten , en die by het nemen van dienst, met zekerheid weten, dat zy, voor het wagen van hun Jeven, en het plegen van N 5 de  2o2 NALEZING van STUKKEN de lofJykfte daaden, niet anders dan de belooning van eenige Huivers 's weeks, en ten hoogiten den rang van Sergeant of Wachtmeester te verwagten hebben. Wy vertrouwen, Edele Mogende Heeren ! dat door alle de voorfchr. confideratien genoegzaam is beweezen het onherftelbaar nadeel, 't "welk door het arrefteeren van dit vierde poinct, aan de Armee en den dienst van den Staat zoude worden toegebragt, zonder dat het nodig zy hier nog by te voegen alle de inconvenienten , die uit de voorfchr. fchikkingen, ten aanzien van het huishoudelyke van den dienst, zouden gebooren worden : weshalyen Wy van gedagten zouden wezen, dat Uwe Ed. Mog. de zaaken, in het gemelde vierde poinct vervat , geheel en al zouden behooren te laaten op den ouden voet, zonder daar omtrenteenige de minste verandering te maaken. Zoo als Wy Ons ook dan flatteeren , dat Uwe Ed. Mog. geene zwarigheid zullen maaken, om tot de Commandeurs en Majorsplaatfen, zoo binnen de Provincie van Zeeland, alsinhetCommittimus, by continuatie, Ons te laaten benoemen zoodanige Officieren , die den Lande wel gediend hebben, en aan welke diergelyke posten worden gegeeven als eene belooning, zonder deswegens geborneerd te zyn aan Officieren op de repartitie van Zeeland. De Troupes van dit Gemecncbest zynmeermaalen, en byzonder wanneer veranderingen in den Staat van Oorlog plaatfe hebben , van de eene repartitie overgebragt op eene andere, zoo als, nog niet zeer lang geleeden, van de repartitie van Holland op die van geland is over-  ■5ot de MILIT. JURISDICTIE. 203 overgebragt het tweede Battaillon van het Regiment van den Generaal Major van Dopffjen van Zeelands repartitie zyn afgenoomen de beide Battaillons van Ons tweede Regiment Orange Nasfau ; het tweede Battaillon van het Regiment van den Lieutenant Generaal van Sommerlatte , het Regiment van Saxen-Gotha, en de twee eerfte Escadrons van het Regiment van den Lieutenaftt Generaal Pous , zonder te fpreeken van de veranderingen , die omtrent Compagnien Zwitfers of Artilleristen , Ingenieurs en gepenfioneerde Officieren hebben plaats gehad. Wat nu betreft het vyfde poinct, volgens welk in de dispofitie over Militaire Charges altoos zoude moeten worden in het oog gehouden de anciënniteit, konnen Wy voor Uwer Ed. Mog. niet verbergen, dat Wy het zouden aanmerken als pernicieus voor den dienst, en dat door het neemen van eene Refolutie tot dat einde de begeevinge der Militaire Charges op de repartitie van Zeeland, welke aan Ons is gedefereerd, virtualiter zoude worden gereduceerd tot die van de jonefte Vaandrigsplaatfen in ieder Regiment.. Wy begrypen, dat er veele gevallen zyn, waar in Wy tot bevorderinge van het generaale welzyn van 's Lands dienst, aan het welk Wy niet onverfchillig konnen nog mogen zyn , genoodzaakt worden, om Officieren van het eene Regiment te doen overgaan in het andere : en vlycn Ons dierhalven, dat Uwe Ed. Mog. ook ten deezen opzigte geene bepaaling zullen maken ten nadeele van de aan Ons gedaane delatie. Nopens de zesde en zevende poincten, relatie  flo-4 NALEZING van STUKKEN tie hebbende tot het aan Ons , als Capitein •Generaal van de Unie, opgedraagen regt van het geeven der Patenten, ffatteeren Wy Ons, dat Uwe Ed. Mog. geene intentie hebben , om eenige bepaalingen te maken , ftrydig met het 'bovengemelde Recht, hoe zeer Wyniet kunnen ontveinfen , dat deeze en geene Refolutien zederd eenige maanden by Uwe Ed. Mog. genoomen en het geene Uwe Ed. Mog. aan derzelver Heeren Gecommitteerde Raaden bevoolen hebben, zoo ten opzigte van het tweede Battaillon van het Regiment van den Generaal Major Douglas, als omtrent de verdere Troupes, op Uwer Ed. Mog. Provincie ftaande , en omtrent het Regiment van den Generaal Major Houftoun, Ons wel eenige redenen geeven tot vreeze. Dan Wy meenen , Uwer "Ed. Mog. te moeten onder het oog brengen, dat Wy het bovengemeld Recht der Patenten bekomen hebben van Hunne Hoog Mog., met die zelfde volle magt, met welke OnzeVoorzaaten het zelve geoeffent hebben ; gelyk meede, dat het zevende Articul van de Unie van Utrecht meedebrengt , dat die voorfchr. Frontierfteden; en ook andere, als den noot vereisfehen zal t'allen tyden gehouden zullen wezen te ontfangen al zulke Garaifoenen, als die zelve geünieerde Provintien goet vynden, ende henlieden Ordonneren zullen , fond-er dat ft des fullen moegen weygeren. Zoo lang derhalven als Ons dat Recht door de Generaliteit der Bondgenooten niet is afgenoomen, zyn Wy, onder reverentie, van begrip, dat geene Provincie deswegens in den haaren eenige verandering maaken kan: terwyl aan Onze zorge bevoolen zynde het  Tot de MILIT. JURISDICTIE. ao£ u.ct in behoorlyken ftaat van defenfie brengen, van het Vaderland voor zoo verre naamelyk de middelen , Ons door dc hooge Bondgenooten in handen gefteld, daartoe ftrekken konnen , Wy , zonder tegenfpraak, moeten de raagt hebben, om de Troupes van den Staat te doen marcheeren ter plaatfe, waar Wy oordeelen dezelven nodig te. zyn, zonder welke authorite.it Wy geenen deele aan dat gedeelte van Onzen pligt kunnen voldoen, byzonder indien Wy geëxponeerd moeten zyn, dat eene Provincie weigert te laaten uittrekken Troupes, die Wy oordcelen op een ander gedeelte der Frontaren, van het Land te moeten plaatzen , om hetzelve te verfterken. Waarby Wy nog voegen konnen , met relatie tot de voorftellen, in deeze twee poincten vervat, dat de ondervinding geleerd heeft, dat de Provincie van Zeeland weinig of geene recruuten fourneert, immers niet genoeg, om daaruit te konnen recruteeren, die in Zeeland gelegd worden, en moeilyk zoude het zyn , om van elders recruten te trekken, indien zy; wisten , dat zy voor altoos of ten minsten voor een zeer langen tyd, in Zeeland , alwaar het voor de Soldaaten zeer duur is te leeven, zouden 'moeten blyven. Al verder heeft dc ondervinding geleerd, dat de in Zeeland leggende Regimenten jaarlyks aan veele ziektens zyn geëxponeerd ; terwyl het teegenaeel van de opinie van die geenen , die van gedagten zyn , dat de Regimenten , in die Provincie en in Vlaanderen permanent blyvende, aan de lucht gewennen zouden, daar uit is af te neemen,' dat de meeste van  2o5 NALEZING van STUKKEN van die Regimenten, die in den Iaatften OorJog geduurende meer dan een Jaar, zoo in Zeeland als op de Kusten van Holland, zyn geè'mployeerd geweest, het tweede, ja zelfs het derde Jaar niet minder geleeden hebben dan net eerfte; om welke reedenen dan ook, zeederd de Vrede van Aken, jaarlyks de Garnizoenen in Zeeland en Staats-Vlaanderen zyn afgelost; by welk gebruik Wy tot hiertoe hebben gecontinueerd. Dit vertrouwen Wy, dat voldoen zal, om Uwe Ed. Mog. te overtuigen, dat deiriconvenienten uit het geene tot hier toe plaats gehad heeft, refulteerende, en welken Uwer Ed.Mog. met den naam van tastbaare en in het oogloo* pende abuizen hebben gelieven te beftempelen, zoo zy al door de voorgeftelde bepaalingen en veranderingen wierden weggenoomen , daar en tegen zouden worden gevolgden geremplaceerd door andere niet min wezenlyke, maar in tegendeel van een algemeen nadeeliger invloed; en vleyen Ons derhalven dat Uwe Ed. Mog. wel zullen gelieven zig met dit Ons advys te conformeeren. Waar mede: Edele Mogende Heeren , byzondere goede Vrienden! Wy Uwe Edele Mogende bevelen in Gods heilige Protectie. (Onder flond) Uwer Edele Mogende Dienstwillige Dienaar, (Was  tot de MILIT. JURISDICTIE. 207 (Was get eekend) W. Pr. v. Orange. In 's Gravenhage den 2 Mey 1784, (Lager Jiond) Ter Ordonnantie van Zyne Hoogheid (En gecontrasigneerd) P. de Larrey'. XLVIII. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West Adviesland, in hun Ed. Gr. Mog. Vergaderinge genomen op Zaturdag den 22. Mey 1784, De Heeren Gedeputeerden der Stad Dordrecht hebben ter Vergadering gecommuniceert, dat niet tegenftaande hun Ed. Gr. Mog. in het afgeloope jaar op den 30 April hadden verklaart, en ook tot een ieders narigt door een Publicatie van denzelven datum bekendgemaakt dat in het generaal, zoo wel in ci„ vile als crimineele zaaken, Militaire Perfoo„ nen volgens de grondwetten van deeze Pro- vincie, te recht moesten ftaan voor de ordiv naris Rechters binnen dezelve, zodanige ge- „ val- Op het geproponeerde vanDordrecht, de Gouverneurs , Comandeurs en Krysgsraaden in de Hollandfche Steden, geen  ao8 NALEZING van STUKKEN" Stem in Staat hebbende , flipt te volgen hun Ed. Gr. Mog. Publicatie van 30 April 1783.111 de exercitie der Militaire Jurisdictie'; en, anvermind rfillid tferfchaps en Amftetdann overneémingcommislöriaal met de drie Holland fche Raaden in den Raad van Staaten, of, in hoe ver en waarom, geconcurreert hebben tot dé Refolutie vim 17 Maart 1784 dien aangaande genoomen. „ vallen allcenlyk uitgezondert, als by de opi ,, gemelde Publicatie nader word geindigi* ,, teert;" de Raad van Staate nogtans op den 17 Maart laatsleden had kunnen goedvinden, onder anderen te belluyten ,, om de Godver,, neurs Commandeurs en Krygsraaden in de ,, Steden der refpective Provinciën, geen ftem ,, in Staat hebbende, te gelasten, dat zy by „ provifie, en tot dat anders by hun Ed. Gr. ,, Mog. zou zyn gedisponeert, in alle zaaken, „ fpecteerende tot harer kennisfe, zoo crimineele als andere, recht moesten doen , zoo als fcy zouden oordeelen, in goede Juftitie ,, te behooren ," door welk befluit de bovengemelde Refolutie van hun Ed. Gr. Mog. voor zoo veel de Guarnifoen Steden deezer Provincie, geen ftem in Staat hebbende, betreft, buiten werking zou zyu gefteld, indien daar tegens niet immediatelyk op een cflicacieufe wyze wier de voorzien. Waar op gedelibereerd zynde, is, conform het geproponeerde door dc Heeren Gedeputeerden van Dordrecht, goedgevonden cn verftaan, dat de Gouverneurs, Commandeurs cn Krygsraaden in de Steden deezer Provincie, geen ftem in Staat hebbende, van wegens hun Ed. Gr. Mog. zullen worden aangefchreeven en gelast, om zig in de exercitie der Militaire Jurisdictie ftiptclyk te gedraagen aan het declaratoir , vervat in dc bovengemelde hun Ed. Gr. Mog. Publicatie van den 30 April 1783 , zonder te mogen defereeren aan eenige andere ordres, van wie dezelve hun mogten gegeeven worden. En is wyders mede, op het geproponeerde van  töt 8ê MILIT. JURISDICTIE. 20$ Van welgemelde Heeren Gedeputeerdens , onvermindert de overneeming door de Heeren van de Ridderfchap en Edelen, als meede door de Heeren Gedeputeerden der Stad Amfterdam, goedgevonden en verltaan, dat in een groot Beibgne met de drie Leden die van wegens deeze Provincie ten tyde van het neemen der bovengemelde Refolutie van den 17 Maart laatstleeden, in den Raad van Staate fesfie hebben gehad , zal worden geëxamineert, of en in hoe verre, benevens om welke reedenen gemelde drie Hollandfche Raaden tot die Refolutie hebben geconcurreert. $al. LDeel. 11. Stuk, o xlix. Declaratoir van de Ridderfchap. Accordeert met de voorfz. Refolutien. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen de voorfz. Refolutie van den 30 April 1783. op de gronden van het declaratoir daar omtrent gedaan hebbende gecontradiceert , hebben mede de bovengemelde Refolutien tegengefprooken.  .410 NALEZING VAN STUKKE^ XL IX., REQJJES TE van den Collonel Conu mandant R. Macalejler, aan de Edele Grcot Mogende Iïeeren Staaten van Holland en West* Vriesland. Request van den Collonel Commandant R. Macalester, om, met intrekking der Refolutie van 22 April 1784. weeder de betaaling zyner Appointemerten te genieten ; bereid zynde tot den gerequireerden Eed. Commisfo» ïiaal groot Befoigne met GecornmitteerdeRaaden. Mey I784. Geeft met den diepften eerbied te kennen Robbert Macalefter , Collonel Commandant van het Regiment van den Generaal Major Houfton, ftaande ter Repartitie van deeze Provincie. Dat de Heeren Staaten van Zeeland op den 11 Maart laatsleeden goedgevonden hebbende, dat onder anderen het Garnizoen der Stad Veere, zynde het voorfz. Regiment van den Generaal Major Houfton , den eed aan hooggemelde Provincie zoude moeten doen, volgens het Formulier, den 23 September 1783. daar toe gcarrefteert, op den 13 Maart daar aan volgende voor Heeren Commisfarisien van Staat is ontboden de Lieutenant Coiionel Macalester, alstoen in plaatfe van den Suppliant, by deszelfs abfentie , het voorfz. Garnifoen te Veere commandeerende ; en aan den zeiven de voornoemde Refolutie tot het doen van den voorfz. eed is aangezegd , zoodanig, dat het zelve Garnifoen den gemekien eed zoude moeten prsefteeren binnen vier wecken; met dien verftande nogtans , dat de tyd van vier weeken niet werd gegeeven aan de Officieren, om zig midlerwyl te beraaden , op het al of niet obtempereeren der ordres van den Souverain van het Territoir, maar dat die tyd door de  tot de MILiT. JURISDICTIE. iïi Üo Heeren Staaten was gelaaten aan de Heeren Gecommitteerde Raaden j om inmiddels, naar convenientie der zaaken van hun Collegie , den Eed van de Troepes in voegen voorfchreeve af te neemen. Dat de gemelde Lieutenant Collonel daar op heeft aangenomen , zoo fpoedig als mogelyk was , te zullen antwoorden, en dienvolgende dan ook van de voorfz. Refolutie heeft kennis gegeeven aan Zyne Doorlugtige Hoogheid, den Heere Prince Erfftadhouder ,met verzoek, om daar omtrent met dc noodige ordres van Zyne Dooriugtige Hoogheid te mogen worden vereert. Dat de Suppliant op den 21 daar aan volgende van Bergen op den Zoom naar Veere is vertrokken , en aldaar in den volgenden nagt is gearriveert; en dat het voorfz. antwoord, door des Suppliants Broeder, den voorgemelden Lieutenant Collonel Macalefter gegeeven , aan den Suppliant, na deszelfs arrivement aldaar, alzoo is gecommuniceert. Dat de Suppliant, by zyn arrivement onpasfelyk geweest zynde, twee a drie dagen nA zyn retour in het Garnifoen , de voorfz. Refolutie der Heeren Staaten van Zeeland'op de Parade aan de praefent zynde Officieren al meede heeft gecommuniceert, en dat dezelve Officieren hebben verklaart , dat" zy zig zouden conformeeren naar het geen hier omtrent door hem Suppliant, als Collonel Commandant, zoude worden gedaan , gelyk zy bereids hadden voorgenomen te doen voor des Suppliants voorfz. arrivement. Dat de Suppliant vervolgens tot het verrigO a ten  ÏI2 NALEZING van STUKKEN ten van eenige Regiments zaaken uit Veere zynde gegaan, zig op den 6 April laatsleeden mondeling heeft geaddresfeert aan Zyne Hoogheid, en aan hoogstdenzelvcn , als Capitein Generaal heeft gevraagt, hoe de Suppliant zig gedraagen zoude in het doen van den voorfz. gerequireerden Eed; en dat hooggemelde Zyne Hoogheid hier op heeft geantwoord , dat de Suppliant den gemcldcn eed konde doen, of niet doen, en zulks aan den Suppliant overliet, doch den Suppliant het doen van denzelven eed niet verbood. Dat de Suppliant ondertusfehen inde publicque Nieuwspapieren hebbende geleezeh de Misfive van hooggedagte Heeren Staaten van Zeeland , in dato u Maart 1784. aan U Edele Gr. Mog. gefchreevcn , daar uit, onder anderen , had gezien , dat de Compagnien Infanterie, behoorende tot het eerfte Battaillon van het Regiment van den Collonel van Pabft, meede ftaande ter repartitie van U Ed. Gr. Mog., en refpeclivelyk gedeftineert voor de Guarnifoenen van Zierikzee en Goes, den voorfz. eed hadden geweigerd te praefteeren , anders als onvermindert den eed aan de Generaliteit gedaan; en dat dezelve Troupes, niettegenftaande aan dezelven andermaal was gelast geworden, om den zeiven eed te prcefteeren , of anders zig buiten het Territoir der Provincie van Zeeiand te moeten begeeven ; ijiet te min by hunne voorige weigering hadden blyven perüfteeren , en mitsdien gelast waren , "het Territoir van dezelve Provintie te verhaten , waar aan dan ook door dezelven niet lang daar na dadelyk was voldaan ; en dat, niet  tot de MILIT. JURISDICTIE. 213 niettegenftaande hooggemelde Heeren Staaten van Zeeland van deeze weigering hadden kennis gegeeven aan U Ed. Gr. Mog., in die verwagting, dat U Ed. Gr. Mog. geene zwaarigheid zouden maaken, om in deezen zoodanige voorziening te doen, als U Ed. Gr. Mog. na .het gewigt der zaake en tot voorkoming van de onvermydelyke gevolgen , die uit dit voorbeeld zouden te wagten zyn , na derzelver hooge wysheid zouden vinden te behooren; U Ed. Groot Mog. nogtans, voor zoo veel den Suppliant bewust is , niet hadden goedgevonden daar omtrent iets te refolveeren , veel min aan de voorfz. Troep'es ordres te zenden, om den gerequireerdeneedtedoen, of hoogstderzelver goedvinden dien aangaanden aan dezelven te laaten toekomen, of ook derzelver gehouden gedrag in deezen op eenigerley wyze te disapprobeeren , de Suppliant dan ook hadde gemeend, de ordres van U Ed. Groot Mog., als zyne Betaalsheeren , niet te moeten vooruitloopen ; maar hoogstderzelver finale Refolutie te moeten afwagten; te meer nog, daar de Suppliant uit de voorfz. Misfive van hooggemelde Heeren Staaten van Zeeland al verder hadde gezien, dat hoogstdezelven al meede ter kennisfe van U Ed. Gr. Mog. gebragt hadden, dat het voorfz. Regiment van den Generaal Major Houfton , ter betaaling van U Ed. Gr. Mog. gerepartitieert, thans te Veere in Garnifoen lag , en dat hoogstdezelven niet hoopten, dat de voorgemelde hunne Refolutie aan het zelve Garnifoen het eerst ter uitvoer zoude moeten worden gebragt. Dat dc Suppliant, alzoo ter goeder trouwe O 3 zig  414 NALEZING van STUKKEN zig verbeeldende , dat het pra^fteeren van derj voorfz. eed , ook door zoodanige Troupes , welken ftaan ter betaalinge van UEd. Gr. Mog. alsnu ter deliberatie van U Ed. Gr. Mog. gebragt was, en dat U Ed. Gr. Mog. daar op dan ook wel eerlang een finale Refolutie zouden neemen, waar na de Suppliant en een ie, der dien het verder zoude mogen aangaan zig praecifelyk zoude kunnen en moeten reguleeren, zig dienvolgende in dat eerbiedig vertrouwen wederom heeft begeeven naar Ter Veere, alwaar deszelfs tegenwoordigheid daarenboven door de reeds begonnen Voorjaars-Exercitiën noodzaakelyk wierd vereischt, en aldaar op den 8 April daar aan volgende ook is geretourneert, fteeds in die hoope verfeerende, dat de Suppliant aldaar nog in tyds, tcweetcn voor de expiratie van de voorfz. vier weeken , met de ordres van U Ed. Gr. Mog., of wel van zyne Doorlugtige Hoogheid, als Capitein Generaal, zoude worden gehonoreert, of dat U Ed. Gr. Mog. ten minsten ten opzigte van het voorfz. eerfte Battaillon van den Collonel van Pabft zodanige Refolutie zouden hebben genomen, waar uit de Suppliant met genoegzaame zekerheid voor zig zeiven zoude hebben kunnen opmaaken, hoedanig zig in deezen , overeenkomftig met de intentie van U Ed. Gr. Mog., te gedfaagen. Dat de Suppliant in die eerbiedige hoope en verwagting fteeds gemeent heeft het voorfz. antwoord, door den Lieutenant Collonel Macalefter aan welgemelde Commisfarisfen van Staat toegezegd , zoo lang te moeten uitftelien, als er maar eenige gelegenheid overbleef, om  tot de MILIT. JURISDICTIE. 215- om nog voor de expiratie van de voorfz. vier weeken de ordres of de intentie van U Ed. Gr. Mog. omtrent het doen van den voorfz. eed te kunnen ontvangen of verftaan ; en dat dit de eenige en >waaragtige reeden is geweest, waarom de Suppliant den Capitein Bruce (en niet den Capitein Lieutenant Bruce, zynde er geen Capitein Lieutenant van dien naam in het voorfz. Regiment bekent) flegts een half uur, voor dat men ftrict genomen konde reekenen , dat de vier weeken, by de voorfz. Refolutie vermeld, waren geëxpireert, aan den Heere Raadpenfionaris van Zeeland met deszelfs antwoord heeft afgezonden, behelzende: dat den Suppliant den eed niet weigerde te doen, doch alvoorens moest afwagten en gelast werden door dt Heeren Staaten van Holland, om den zeiven te prcsfteeren, als zynde op de Repartüis van de genielde Provincie. Dat de Suppliant in de omftandigheden , waar in hy zig bevond , aangezien het voorbeeld van de voorfz. Compagnien van het Regiment van den Collonel van Pabft, en het ïtilzwygen vanU Ed. Gr. Mog. aangaande derzelver gehouden gedrag in deezen , had ge"* meend , geen voorzigtiger weg te kunnen inflaan , dan door den Suppliant in voegen voorfz. is gefchied , daar de Suppliant aan de eene zyde zyne bereidwilligheid te kennen gaf, om cafu quo aan de voorfz. requifitie van de Heeren Staaten van Zeeland te voldoen; doch aan den anderen kant meende verpligt te zyn, de ordres van U Ed. Gr. Mog. niet te mogen vooruitloopen , of eene daad te pleegen, die zoude kunnen gereekent worden aan te loopen O 4 te-  a itf NALEZING van STUKKEN tegen den eerbied en de verpligting, die da Suppliant aan U Ed. Gr. Mog.'vooral in de betrekking van. zyne Betaalsheeren , boven alles verfchuldigt was. Dat de Suppliant dcrhalven tot zyn grievend leedweezen heeft moeten ondervinden, dat de Heeren Staaten van Zeeland, of wel Hoogft. derzelver Heeren Gecommitteerde Raaden in hunnen naam, (voor welken refpectivelyk de Suppliant gaarne erkent den hoogften eerbied te hebben, en aan welken de Suppliant al nog volkomen bereid is, al dat refpcét, gehoor, zaamheid en onderdanigheid te bewyzen,waar toe U Ed. Gr. Mog. den Suppliant gehouden zullen oordeelen ; en waar omtrent de Suppliant zig ook eerbïediglyk verbeeld , nooit te zyn gebleeven in gebreeke) zig hebben geaddreffeert aan U Ed. Gr. Mog., en , het voorfz antwoord of declaratoir van den Suppliant , zoo het fchynt, hebbende geconfidereert als ten eenemaal arbitrair, en mitsdien ten hoogften irreverent voor de bevelen van den Souverain van het Territoir, en voorts nog, zoo ten aanzien van de wyze, op welke bet beraad zoude weezen uitgerekt, als waar op het antwoord zoude weezen overgebragt, zeer indecent voor het Collegia van welgemelde Heeren Gecommitteerd^ Raaden ; wyders verzogt hebben, dat L Ed. Gr. Mog, die voorziening zouden gelieven te doen, dat het gemelde Regiment van den Generaal Major Houfton hoe eerder zoo beeter zoude worden te rug geroepen van het Territoir der Provintie van Zeeland. Dat de Suppliant nogmaals ter goeder trouwe moest betuigen, dat de reeden, waarom het  -tot de MILIT. JURISDICTIE. £17 het voorfz antwoord flegts omtrent een half uur voor de expiratie van de voorfz vier weeken is gegeeven, geen andere is geweest, dan die de Suppliant zoo even de eer gehad heeft, daar van aan U Ed. Gr. Mog. eerbiedigst voor te draagen ;en dat, wel verre dat de Suppliant, door het zenden van den Capitein Bruce in voegen voorfz aan den Heer Raadpenfionaris van Zeeland, eenige intentie of oogmerk zoude hebben gehad, om de Heeren Staaten van Zeeland , of Hoogftderzelver Heeren Gecommitteerde Raaden , of denzelven Heere Raadpenfionaris , eenig disrefpect te bewyzen, de Suppliant in tegendeel heeft gemeend, dat zulks met den ftyl van den dienst overeenkwam, en dat hy derhalven daar meede geen ongenoegen konde geeven , protefteerende by deezen wel expreflelyk van eenige intentie ter contrarie daar meede gehad te hebben, of dat zulks uit eenige kleinagting van Hoogftdezelven refpective zoude zyn voorgekomen. Dat U Ed. Gr. Mog. op de voorfz Miffive van welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden van Zeeland hebben goedgevonden enverftaan , dat de Suppliant zoude worden aangefchreeven en gelast, om tot eene volleedige verantwoording van zyn gedrag in deezen,zig aanftonds en ten fpoedigften hcrwaards te begeeven,met verzoek en authorifatie op de Heren Gecommitteerde Raaden alhier refideerendc, om het onderzoek, tot de voorfz verantwoording relatief, met allen ernst, haauwkeurigheid en promptitude te doen, en den uitflag daar van aan U Ed. Gr. Mog. te rapporteeren, ten einde daar na door U Ed. Gr. Mog. zoodaO 5 nig  Ïi8 NALEZING van STUKKEN nig zoude worden gedisponeert, alsUEd. Gr, Mog. zouden oordeelen te behooren; met ver, dere last aan welgemelde Heeren Gecommitteerde Raaden, om inmiddels aan den Suppliant geene betaaling van deszelfs Appoinclementen te laaten gefchieden, tot zoo lang de Suppliant zig tot genoegen van U Ed. Gr. Mog. ter zaake voorfz zoude hebben verantwoord. Dat de Suppliant, ter voldoening aan de hoogftgerefpeéteerde ordres van U Ed. Gr. Mog, zig dan ook aanftonds herwaards heeft begeeven, en zig voor Heeren Gecommitteerde Raaden van U Ed. Gr. Mog. alhier in den Hage heeft gefifteert, en op dc vraagen, door Hoogftdezelven aan den Suppliant ter zaake voorfz voorgehouden , zonder eenige bewimpeling , eenvoudig en naar waarheid, zoodanig heeft geantwoord, als uit dezelve refponfiven aan U Ed. Gr. Mog. bereids zal zyn gebleeken, en zoo als de Suppliant den toedragt derzelve zaake by het hier vooren geavanceerde de vryheid^ heeft genoomen, aan U Ed. Gr. Mog, voor te draagen. Dat de Suppliant zig daar uit met eerbiedige fiducie durft flatteeren, dat U Ed. Gr. Mog. het voorfz gedrag van den Suppliant, zoo ten aanzien van U Ed, Gr. Mog., als ten reguarde van de Heeren Staaten van Zeeland en Hoogftderzelver Heeren Gecommitteerde Raaden, in deeze zaake gehouden, na dit alles aan geene irreverentie of vilipendie van U Ed. Gr. Mog., of van de Heeren Staaten van Zeeland, of van Hoogftderzelve'r Gecommitteerde Raaden, verder zullen attribueeren , maar alleen aan het bovengemelde begrip van zaaken, het welk de Sup-  tot de MILIT. JURISDICTIE. tif Suppliant zig daar van hadde geformeert: een begrip, het welk de Suppliant nu van agteren nogtans gaarne erkent, dat erroneus geweest is, en dat hy beeter en voorzigtiger gedaan hadde , om, in plaatfe van de ordres van U Ed. Gr. Mog. omtrent het doen van den voorfz Eed af te wagten, dezelve ordres van U Ed. Gr. Mog. daaromtrent direételyk en zonder eenig delay te hebben gevraagt; doch een begrip teffens, het welk de Suppliant eerbiediglyk vertrouwt, dat U Ed. Gr. Mog. wel aan deszelfs waare fource bullen believen toe te fchryven , te weeten, aan het minder doorzigt van den Suppliant in de behandeling of directie van politicque zaaken, welke de Suppliant, die zyn leeven lang geene andere dan Militaire zaaken heeft getraóteert, ligtelyk in de keuze deibefte middelen, die hem uit deeze ongelegenheid redden moeiten, kan hebben doen dwalen. Dat de Suppliant zig daar van met te meer fiducie verzekert houd , daar de Suppliant deezen Staat bykans een reeks van vyftig jaaren, zoo hy meent, met eer en reputatie hebbende gedient, en aan denzelven dan ook door zoo veele banden van affectie en dankbaarheid zynde verbonden, dat de Suppliant geen ogenblik heeft geh?efiteert, om by zekere gebeurtenis , niet lang geleeden voorgevallen, en die voorzeker aan U Ed. Gr. Mog. nog niet uit het geheugen zyn zal, zyn fort voor altoos aan deezen Staat vast te maaken, en het zelve te Hellen boven dat van zyn oorfpronkiyk Vaderland; niet wel kan gefupponeert worden, om zig moedwilliglyk te hebben willen bezoedelen met  i2o NALEZING van STUKKEN met de misdaad van vilipendie en irreverentie omtrent die geenen, aan welken de Suppliant door de heiligfte banden van Eed en trouwe ten naauwften is verbonden ! Dat de Suppliant derhalven op grond van dit alles de vryheid neemt, zig te keeren tot U Ed. Gr. Mog., ootmoediglyk verzoekende, dat het U Ed. Gr. Mog. goedgunftiglyk behaagen moge, hooggemelde Refolutie van UEd. Gr. Mog., in dato 22 April 1784, in te trekken en buiten effect te ftellen , voor zoo verre, namelyk, als daar by aan Heeren Gecommitteerde Raaden word gelast, om inmiddels aan den Suppliant geene betaaling van deszelfs Appointementen te laaten gefchieden. tot zoo lang de Suppliant zig tot genoegen van U Ed. Gr. Mog. ter zaake voorfz zoude hebben verantwoord, en dienvolgende aan den Suppliant wederom , en zonder eenige discontinuatie, te laaten genieten de betaaling van des Suppliants voorfz Appointementen; zynde de Suppliant al nog bereid cn te vreeden, den voorfz gerequireerden Eed daadelyk te prafteeren , in gevalle U Ed. Gr. Mog. zulks alzoo zullen vinden te behoren» (Onder ftond~) 't Welk doende, &c„ (Was geteekent) R. MACALESTER,  Ti tot de MILIT. JURISDICTIE. %a4 L. EXTRACT uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland ende West- Vriesland, in hun Ed. Gr. Mog. Vergaderinge genomen op Woensdag den 16 Juny 1784/ Ontfangen een Miffive van B. H. Bentinck, als Commandant der twee laatfte Esquadrons van het Regiment Cavallerie van den Lieutenant Generaal Staveniffe Pons, gefchreeven te Leeuwaarden den 12 deezer, waar-by kennis geeft, by de Heeren Gedeputeerde Staaten, den 10. te vooren te zyn ontbooden, alwaar hem voorgeleezen was een Refolutie der Heeren Staaten van Vriesland van den 9. en een Formulier van den Eed van de Militie, aldaar gerequireert fub A- en B., by de voorfz Misfive gevoegt, en van het geen hem voorts by die geleegenheid was gecommuniceert; als meede van zyn gegeeven antwoord; mitsgaders van 1 _^ 1 _- j_„ i„ 1 j_ u É Miffivevan 15. H. Bentinck , raakende den gerequirjerdenEed van de Guarnifoenen in Vriesland , en byzonder concerneerendede Patenten.CoramüT. net daar op nader gerelolveerde by de Heeren Staaten van die Provintie, en van zyn verfogt uitftel omtrent dien Eed , byzonder raakende de Patenten fub C. en D. by de voorfz Misfive gevoegt, breeder hier na geinfereert;hebbende gemelde Commandant Bentinck zig daar omtrent meede op gelyke wyze, in fubftantie aan hun Hoog Mog. geaddréffeert, met by voeging, dat dezelve gercquireerde. Eed door Z. H. Compagnie Vriefche Guardes,en het Regiment Orange Vriesland, was afgelegt. Fiat  NALEZING van STÜKKÈÈ$ Fiat infertio. Waarop gedelibercert zynde,is goedgevonden en verftaan , dat de voorfz en Bylagen zullen worden geëxamineert door de Heeren van de Ridderfchap, en "verdere hun Ed. Gr. Mog, Gecommitteerden tot het groot befoigne, met de Heeren Gecommitteerde Raaden, en de Vergadering daar op gedient van derzelver confideratien en advis. Accordeert met de voorfz Refolutien* Epkle Groot Mogende Heeren, Laatstleeden Donderdag morgen den 10 deezer , wierd my door een Boode der Heeren Gedeputeerde Staaten aangezegt, om aanftons op het Collegie te komen, werwaarts my dan ook oogenblikkelyk begaf, en ontmoetende aldaar de Commandanten van zyne Hoogheid* Compagnie Friefche Gardes; en 't Regiment Orange Friesland, dewelke aldaar insgelyks ontbooden waaren, na een weinig vertoevens liet men my eerst, en alleen in de Vergadering komen , en las my aldaar een Refolutie der Heeren Staaten deezer Provintie voor , van welke hier nevens Copie fub A. overzende, daar na wierd my het Formulier van den gerequireerd wordenden Eed voorgeleezen , waar van Copie fub B. en liet hier op den Heer Praefident terftond volgen, dat zy Heeren Gedeputeerden hadden gerefolveert, des avonds om 5 uur het Guarnifoen in Eed te neemen, my gelastende tegens dien tyd met myn onderhebbend Corps  tot de MILIT. JURISDICTIE. 223 .Corps op de gewoone Paradeplaats onder de Wapens te ftaan, om dien eed af te leggen. Thans meende ik het de tyd te zyn, myne gedagten hier omtrent aan haar Ed. Mog. te moeten communiceeren, dewelke de vryheid nam, om Hoogftdezelve voor te leezen, zoo als dezelve door den Heer Secretaris van het Collegie gecopieerd,en woordelyk van inhoud zyn zoo als fub C. Daar op liet men my een weinig buiten ftaan, en weder binnen gekoomen zynde, zeide my den Heer Praefident, dat haar Ed. Mog. gelet hebbende op myn gegeeven antwoord,my voor dien dag dispenfeerden van het in het Geweer trekken van myn onderhebbend Corps,en het doen van den Eed. Dat van myn antwoord ten eerften Rapport zouden doen aan de Heeren Staaten, en my nader Hoogftderzelver Refolutie doen toekomen, gelyk dan ook op dit myn antwoord by de Heeren Staaten nader is gedelibereerd, en gerefolveert, dat de Heeren Gedeputeerden den Lieutenant Collonel Bentinck nader voor zig doen komen zouden, en afvragen , aan wien hy intentie had om zig over de Patenten te addresfeeren, gelyk zulks dan ook heeden morgen gefchied is, by welke comparitie en afvraging ik woordelyk geantwoord hebbe , zoo als fub D. te zien is, op welk door myn afgegeeven antwoord , nog geen nader Refolutie voor het vertrek der Post kan zyn gevallen. De fchielykheid waar meede dit alles is gefchied en de nabyheid van het vertrek der Post zyn de reedenen die my genoodzaakt hebben UEd. Gr. Mog. het zelve met Byiaagen te relateeren. Ik vertrouw dat uit dit myn gehouden gedrag  224 NALEZING van STUKKEN drag volkomen zal blyken dat ik geenzin? geweigert, maar volkoomen bereid ben geweest aan de intentie der Heeren Staaten van deeze Provintie, voor zoo ver ik oordeelde dat het in myn magt was,aanftonds te voldoen. Dan aan de andere kant meende ik om verfcheiden reedens niet bevoegt te zyn , den Eed omtrent het 'ftuk van de Patenten van myn gerequireerd te mogen prsefteeren, en wel voor al niet dewyl wy ons daar door, aan het willekeurig en van de Heeren Staaten van Friesland volftrekt af, hangelyk Guarnifoen houden binnen deeze Provincie zouden verpligten ; terwyl wy indien ons daar toe verbonden, nooit, wanneer daar toe order bekwaamen en door U Ed. Gr. Mog. gerequireerd wierden aan de intentie van onze Hoge Principaalen,ter wiens repartitie wy ftaan, zouden kunnen voldoen , om welke reden ik hoope en vertrouwe, dat U Ed. Gr. Mog. myn gehouden gedrag in deezen wel zult gelieven goed te keuren , en my met HoogftderzeLver orders hoe my in deezen verder te gcdraagen te honoreeren. Waar meede de eer heb met de diepfie eerbied , en alle bereidvaardigheid te zyn. Edele Groot Mogende Heeren (Onder ftond) U Hoog Ed. Gr. Mog. onderdanigfte en gehoorzaamfte dienaar. (Was geteekeni) B. H. BENTINCK. Leeuwaarden den 12 Juny 1784.  tof de MILIT. JURISDICTIE, 22* B Y L A G E N A; Ter 'Vergadering in confideratie genoomen zynde, dat in gevolge Staats-Refolutie van den 14 Maart deezes jaars , nimmer Troupes in deeze Provintie zullen mogen komen, het zy om daar Guarnifoen te houden of om door te marchcercn voor en al eer op de Grenzen, door twee Commifiariffen uit het Collegie namens haar Ed. Mog. van de commandeerende en andere Officieren, zal zyn afgenoomen den Eed van getrouwigheid, en dat de Militie uit deeze Provintie niet fchynt te zullen marcheeren, nog den Eed van getrouwigheid heeft gepreftecrt. Is na deliberatie goedgevonden en verltaan, het Collegie der Heeren Gedeputeerden te au* thorifeeren, om door twee Commiffariffen uit derzelver midden, de Guarnifoenen van Leeuwaarden en Harlingen, op het Formulier by bovengemelde Refolutie vastgeftelt, den Eed af te vorderen , ep zal Extract door 's Lands Secretaris aan den Praefident van het Collegie worden ter hand gefteld , ten einde zoo ras mogelyk aan hun Ed. Mog. wel meening werde voldaan. Aldus gerefolveert den 9 juny 1784, Nd. I. Deel II. Stuk. t" ft.  m.6 NALEZING van STUKKEN ]3. ■ Formulier van Eed. Wy belooven ende zweeren, boven den Eed voormaals door ons aan de Generaliteit gedaan, de.Staaten van Friesland, gehouwen getrouw te weezen, denzelven vromelyken ende getrouwelyken te dienen tot voorftand van de Unie ende hanthoudinge van de waare Chriftelyke Relige , ende namentlyk de Provintie van Friesland, de Quartieren Steeden ende Leeden van dien , tegens alle haare Vyanden ; de welgemelde Heeren Staaten van Friesland ofte hare geauthorifeerden voor den tyd dat wy in dezelve Provintie zyn , gehoorzaam te weezen, in het geene zy luyden ons tot vorderinge van den dienst, en defenfie van de voorfz Landen beveelcn zullen , ende namentlyk. omme de platte Landen der voorfz Provintie van alle inlegeringe ende foelen van het Volk van Oorloge te helpen befchermen , ook binnen deeze Provintie niet van de eene Plaats na de andere nog weder uit de Provintie te zullen marcheer en, als op Patent van meergemelde Heeren Staaten van Friesland of derzelver geauthorifeerden: voorts in alles te agtervolgen de Ordonnantiën en de Articulén van den Oorlog, en wel fpeciaal de beide Publikatien van den 28 February ende 14 Maart 1784, op het ftuk van de Adminiftratie der Civile en Crimineele Juftitie in deeze Provintie geëmaneert. Zoowaarlyk helpe my God Almagtig!  tot pb MILIT. JLTvISDICTIË, gsf) - t. Edele Mogende Heeren , Wat my als Commandant der twee laatste Escadrons van het Regiment Cavallerie van den Lieutenant Generaal Stavenifle Pous betreft t vinde geen zwarigheid zoo lang in deeze Pro-» vintie Guarnifoen houde , dit Formulier, voor zoo ver het de gehoorzaamheid aan de Heeren Staaten of hunne Geauthorifeerdens, de getrouwheid aan, en judicature van deeze Provintie aangaat, ftiptelyk na te komen, en met folemneelen Eede te beveiligen. Dan wat het Artikel van Patent betreft, Ed. Mog. Heeren,zulks komt my voor, het zy met alle eerbied gezegt,als een zaak van het grootste gewigt, waar aan de overige Bondgenooten ten uitterften geleegen legt, te meer, daar ilc meene zulks by geene derzelver zoo als in deze Provintie word gefuftineert, en wy ter repartitie van een ander ftaan, waarom ik dan ook zivaarigheid maake zonder daar van de behoorlyke kennis te hebben gegeeven, en antwoord bekomen , my hier toe met folemneelen Eede te verbinden, om welke reedenen ik dc vryheid neeme U Ed. Mog. op het aldcreerbiedigft te verzoeken , my tot dien tyd toe uitftcl te willen verleenen , my intuffchén verbindende, tot dat my nader zal hebben verklaard, den inhoud van het zelve in allen deelen na te iiomen,  $H NALEZING van STUKKE $ D. Edele Mogende Heeren, De geene, waar aan vermeen my temoeteiï addreffeeren, en kennis te geeven van den gerequireerden Eed, zyn Haar Hoog Mog. de Heeren Staaten Gene- raHaar Edele Mog. de Heeren Raaden van Staaten. Haar Edele Groot Mog. de Heeren Staaten van Holland, als ter wiens repartitie wy ftaan. Zyne Doorlugtigfte Hoogheid den Heer Prince van Orange ^ als Stadhouder en Capitein Generaal van de Unie, op wiens Patent wy in deeze Provintie in Guarnifoen gekomen zyn. Vervolgens fchroome ik gecnzints om voor U Ed. Mog. rondelyk te declareeren , dat niets my aangenaamer zoude zyn, dan aan het verlangen van U Ed. Mog. zonder eenige fcrupule , te kunnen voldoen , maar teffens opentlyk te belyden , geen genoegzaame kundigheid te hebben van de byzondere Regten op dit Stuk, het welk by my natuurlyk moet doen ontftaan een vreeze van aan den eenen of anderen kant tegen myn pligt, en voorige gedaane Eeden te zullen handelen, en my daar door buiten myn fchuld, in onaangenaamheeden te zien gewikkeld: het welk ik ook vertrouwe ten eenenmaale tegen U Ed. Mog. intentie te zyn, en over zulks my wel ten besten zult duiden, dat ik het zelve tragte te vermyden: zynde dit de reden, waarom ik uitftel van het doen der gerequireerden Eed hebbe verzogt, onder verphgting by dat verzoek vermeld. LI.  ■tot de:MTLIT. JURISDICTIE. *2-ftaan, dat de voorfz Miffive en Bylaage zuilen worden geëxamineerd door de Heren van de Ridderfchap, en verdere hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden tot het groot befoigne, met de Heeren Gecommitteerde Raaien, en de Vergadering daar op gediend van ierzelver confideratien 'en advis. Accordeert met de voorfz Refolutien, Ede% Miffive van denLtCo!» lonel Bentinck tot nader voordragte der gronden van zyn uitftel tot het afleggen der gerequirèerdenEed in Vriesland. ConimifT.  TOT DE MILÏT. JURISDICTIE. Edele Groot Mogende Heeren Na het antwoord door my aan haar Ed. Mog.' op den 12 deezer gegeeven, waar by verklaarde aan wien vermeinde my te moeten adreffeeren, en kennis geeven van den gerequireerden Eed, is op gemelde antwoord door de Heeren Staaten nader gedelibereert en gerefolveert, van welke Refolutie hier nevens Copie overfende. Dewyl dan in gevolge deeze Refolutie door de Heeren Staaten van Vriesland aan U Ed. Gr. Mog. zal worden kennis gegeeven van het voorgevallene , en teffens verzogt dat my door Hoogftdezelve mogte worden gelast, den gerequireerden Eed onder de referve by die Misfive bepaald te prefteeren. Soo vinde my verpligt met de diepftc eerbied aan de confideratien van U Ed. Gr. Mog. voor te dragen de voor myn zoo vreemd als onverwagte wyze waar meede men my in gevolge Staats Refolutie van den 9 Juny heeft gehandelt; men vroeg my niet, of deezen Eed zonder zwaarigheid konde doen, (ten einde daar door te vermyden dat aan de Troupes ter repartitie van U Ed. Gr. Mog. iets wierde opgelegt dat prejudiciabel was aan Hoogftdenzelven) neen dezelve wierd direct en zonder beraad te geeven afgevordert, gelyk zulks uit de order door Heeren Gedeputeerden aan myn den 10 deezer 's morgens gegeeven, om namentlyk dien zclven avond met myn onderhebbend Corps onder de Wapens te komen , 'en den Eed in handen van twee Heeren Commisfariffen uit het Collegie af te leggen , ten klaarften confteert, ja zonder dat er toen eenige mende, veel min referve  21% NALEZING van STUKKEN ve met betrekking tot de vereischte toefteffl* ffiing van U Ed. Gr. Mog. gemaakt wierd. Daar nu egter uit de nevensgaande Refolutie fcbynt te blyken, dat haar Ed. Mog. die toeftemming admitteeren en in hunne Miffive verklaaren dat geen oogenblik gehaifiteerc hebben, my hier toe het uitftel te verleenen, als meede dat er wel eenig fcrupule omtrent het doen deezer Eed by U Ed. Gr. Mog. zoude ontftaan kunnen, vermeine ik te mogen remarqueeren, dat ten klaarften blykt haar Ed. Mog. my by Staats» Refolutie geordonneert hebben een Eed af te leggen , dewelke thans fchynen te avoueeren, ik zonder toeftemming van U Ed. Gr. Mog. niet.bevoegt was te doen. Dan het geen my omtrent deezen Eed niet minder verwondert en teffens bekommernis baard, is, dat haar Ed. Mog. in deeze laatfte Refolutie alleenlyk het confent van U Ed. Gr. Mog. tot het doen van den gerequireerden Eed zonder referve admitteeren, en er voor myn niets anders zoude nodig zyn om dezelve zonder eenige reftriétie of exceptie te prefteeren. Haar Ed. Mog. ignoreeren voor zeekcr niet dat de Officieren ter repartitie van U Ed. Gr. Mog. zoo wel als die têr repartitie van deeze Provintie ftaan ,haar Actes, waar by door haar Hoog Mog. worden aangefteld, met folcmneelen Eede in handen van de Raad van Staaten hebben bezwooren, in welke A£te van Ritmeefter immers met zoo veel woorden ftaat uitgedrukt. „ Geevende hem volkoomen Jast, 3, magt en bevel oyer dezelve Compagnie tc „ gebieden, die te geleiden en gebruiken te„ gen-den Vyand deezer Vereenigde Nederlan- j) den,  tot de MILIT. JURISDICTIE. 23$ j, den, het zy te Velden of in Guarnifoen tot „ bewaaring van eenige 'Steeden of Sterkten ,, daar en zoo het hem van ons of by de geene ,, van ons last hebbende tot den voorfz Landen„ dienst zal worden' geordonneert en bevolen. Het welk ons nog nader bevoolen word in de Provinciaale Acte van haar Ed. Mog. de Heeren Gecommitteerde Raaden van Holland en West-Vriesland, door ons met folemneelen Eede beveftigt, alwaar onder andere ftaat. ,, Mits zig in alles te gedraagen na de orders „ van den Lande op poene dat wy deeze hou„ den voor niet geinterineert of geadmitteert, „ nog in de betaaling geconfenteert." De Heren Staaten deezer Provintie befchryven de order hier omtrent nog fpecifiquer in de Provinciaale Acte van Capitein eener Compagnie, dewelke haar Ed. Mog. als Betaalsheeren geeven en doen bezweeren, zeggende aldaar. „ Met dewelke hy hem zal laaten gebruiken, „ zoo by den heelen als hal ven Vaandels, of „ eenige van dien het zy te Water of te Lan„ de, te Velde of in Guarnifoen, op alle Plaat>, zen daar het hem van de Hoog Mog. Heeren ,, Staaten Generaal, Raad van Staaten, Zyne „ Hoogheid, Ons of van andere Collonels en „ Gouverneurs des van haar Hoog Mog. last „ hebbende, zal worden geordonneert, &c. „ waar op en van hem wel en getrouwelyk te „ quyten, hy Capitein gehouden word den bes, hoorlyken Eed in onze . handen te preftee„ ren." Op welke gronden nu de Heeren Staaten van Vriesland van myn kunnen vorderen, dat door een andere particulieren Eed my zal verbinden dee-  24o NALEZING van STUKKEN deeze Provintie niet te verhaten, dan op fp&ciaal patent van Hoogftdezelve of deszelfs Geauthorifeerde, is my ten eenenmaale onhekent. Want immers zoude ik my hier door in de omftandigheeden kunnen vinden , dat wanneer de Heeren Staaten Generaal of van Hoogftdezelve last hebbende, mogten oordeelen my tot dienste van den Lande buiten deeze Provintie te doen marcheer'en, aan derzelver order niet te kunnen voldoen; niettegenftaande my hier toe met folemneelen Eede by myn aanftelling verbonden hadde. Het is dan, Ed. Gr. Mog. Heeren, op de voorenftaande gronden dat myn gehouden gedrag rust; egter blyft het altoos voor myn een zeer ingewikkelde omftandigheid , en dewyl niets vuuriger verlange dan in allen deelen volgens de intentie van U Ed. Gr. Mog. en overeenkomftig myn Eed en pligt te mogen handelen , zoo bidde aldergehoorzaamst met Hoogftderzelver welmeening te worden vereerd. En het zy my geoorlooft my in de befcherming van Ü Ed. Gr. Mog. op het aldernederigst aan te beveelen, en met de diepfte eerbied en alle bereidvaardigheid te zyn. Edele Groot Mogende Heeren, . (Onder ftond) U Ed. Gr. Mog. onderdanigfte en gehoorzaamfte Dienaar. (Was geteekent) B. H. BENTINCK. Leeuwaarden den 15j.Ju.ny 1784. Ge-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 241 Gedelibereert zynde op het Rapport van het Collegie der Heeren Gedeputeerden, nopens de last aan hun by Staats Refolutie van den 11 deezer maand gegeeven, om den Lieutenant Collonel Bentinck, commandeerende de twee laatfte Esquadrons Cavallerie, van den Lieutenant Generaal Staveniffe Pous, hier te Leeuwaarden in Guarnifoen leggende , nader voor zig te doen komen, en af te vragen, aan wien hy intentie had, om zig over de Patenten te addreffeeren , zoo als by zyn antwoord op den 11 voornoemt aan welgemelde Collegie, wanneer het doen van den Eed van getrouwigheid, in gevolge Formulier by Staats-Refolutie van den 14 Maart 1784 voorfchreeven van hem gevordert wierde, verzogt had voor af te mogen doen. Mitsgaders op het antwoord door gemelde Lieutenant Collonel daar op gegeeven , en in voorfz Rapport geinfereert. Is goedgevonden en verftaan, de navolgende Miffive aan de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland af te zenden. Fiat infertio. Wordende wyders de Heeren Gedeputeerden gelast aan voornoemde Lieutenant Collonel Bentinck, hier van in zoo verre het uitftel betreft , de vereischte kennis te geeven. Aldus gerefolveert op het Landfchaps Huia den 13 Juny 1784. Nol. I. Deel. II. Stuk. Q> LlIL  242 NALEZING van STUKKEN UIL EXTRACTuit de Refolutienvan ' de Heeren Staaten van Holland en West- Friesland, in Hun Ed. Gr. Mog. Vergadering genoomen Vrydag den i8 Juny 1784. De Raadpenfionaris heeft ter Vergadering gerapportcert, dat de Heeren van de Ridderichap, en verdere hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden tot het groot belbigne , in gevolge en ter voldoening van hun Ed. Gr. Mog. Refolutien Commifforiaal van den 30 April en 25 Mey deezes jaars, met de Heeren Gecommitteerde Raaden hadden geëxamineert een Miffive van de laatstgemelde Heeren , den gemelden 30 April in den Hage gefchreeven, waar by dezelve aan hun Ed. Gr. Mog. hebben toegezonden twee Refolutien, door hun op de fucceffive Rapporten der Heeren hunne Commisfariffen tot de Militaire zaaken, den 28 en 30 April genomen, en zynde by de laatfte gevoegt de Vraagen aan den Collonel Macalefter gedaan en de Antwoorden door denzelven daar op gegeeven , alles uit kragte van hun Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 22 April op de Miffive van de Heeren Gecommitteerde Raaden van Zeeland over het gebeurde met het Regiment van Houftoun op hun Ed. Gr. Mog. repartitie, omtrent den Eed by de Refolutie van de Heeren Staaten van Zeeland van den n Maart 1784 van de Guarnifoenen aldaar gerequireert vol- Rapport op dé zaak van den Collonel Ma cal ester. Overgenomen.  tot de MILIT. JURISDICTIE. 243 volgens het Formulier van den 22 September I783; als meede de Requefte door gemeldcn Collonel Robert Macalefter den 25 Mey deezes jaars aan hun Ed. Gr. Mog. geprefenteert, waar by, na een ample voordragt der reedcnen waarom hy oordeelde niet wel gefoupconneert te konnen worden, om zig moedwilliglyk te hebben willen bezoetelen met de misdaad van vilipendie en irreverentie omtrent die geencn, aan welken de Suppliant, die bykans vyftig jaren,^zoo hy meende, met eer en reputatieliad gedient, door de heiligfte banden van Eed en trouw ten naauwftcn was verbonden , maar uit een dwalend begrip in de keus der befte middelen , die hem uit zyne ongeleegentheid moesten' redden, opgrond derzelve reedenen heeft verzogt, dat het hun Ed. Gr. Mog. behaagen mogt, Ï-Ioogftderzelver Refolutie van den 22 April 1784 in te trekken en buiten effect te ftellen, voor zoo verre daar by aan de Heeren Gecommitteerde Raaden was gelast, om inmiddels aan den Suppliant geene betaaling van deszelfs Appointeméntcri te laaten gefchieden , tot zoo lang hy zig tot genoegen van hun Ed. Gr. Mog. ter zaake voorfz zoude hebben verantwoord, en dienvolgende aan den Suppliant wederom en zonder eenige discontinuatie, te laaten genieten de betaaling van deszelfs voorfz Appointementen; als nog bereid zynde den gerequircerden Eed, ter requifitie van de Heeren Staaten van Zeeland, dadeiyk te prafteeren, ingeval hun Ed. Gr. Mog. zulks alzoo zouden vinden te behooren. En dat zy Heeren Gecommitteerden van advife waren, dat de voornoemde Collonel ComQ_ 2 man-  244 NALEZING van STUKEEN mandant Robert Macalefter zoude behooren te worden geordonneert en gelast, om zig voor het Collegie der Heeren Gecommitteerden Raaden van Zeeland te fifteeren en aldaar zyn innig leedweezen te betuigen over het billyk en regtmatig ongenoegen, by welgemelde Heeren tegens hem opgevat, ter zaake, dat hy gedifficultcert heeft den gerequireerden Eed voor zig en de verdere Officieren van het voorfchreeve Regiment af te leggen, met verdere ootmoedige fdpplicatie, om verfchooning wegens zyn gedrag in deezen gehouden, en met verzoek' om als nog tot den gerequireerden Eed geadmitteert te mogen worden ; en dat voorts gelet op de betuigingen door gemelde Collonel Commandant by de voorfchreeve Requefte gedaan , en gunftig reguard genomen zynde op reedenen en motiven welken tot indulgentie, in faveur van den Suppliant, die den Lande geduurende by na vyftig jaaren met eer en reputatie heeft gediend , kunnen moveeren, zoude behoren te worden gerefolveert, dat, zoo dra door den Suppliant aan de voorfchreeve ordres zal weezen voldaan, en daar van aan hun Ed. Gr. Mog.behoorlyk zal zyn gebleeken, als dan de Heeren Gecommitteerde Raaden zouden behooren te worden geauthorifeert, om de nodige voorziening te doen, ten einde de ingehouden Ordonnantiën van het Traftement en de Soldy van den gemelden Collonel Commandant te laaten opmaaken en depecheeren: en dat van de te neemen Refolutie by Miffive aan de Heeren Staaten van Zeeland kennis zoude behooren te worden gegeeven, in vertrouwen dat met de voorfz gefielde ordres genoegen zal wor-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 245 worden genomen ; en voorts Extract aan den voornoemden Collonel Commandant Macalester, zoo ver hem betreft, ter hand werden geftelt, om zig daar na te reguleeren. Waar op gedelibereert, en Copie van het voorfchreeve gerapporteerde verzogt zynde door de Heeren Gedeputeerden der Steeden Leyden en Schiedam, om daar op te verftaan de intentie van dé Heeren hunne Principaalen, is de finale Refolutie uitgeftelt tot nadere deliberatie. Accordeert met de voorfz. Refolutien. LIV. CONCEPT.RESOLUTIE op de zaak van de Collonel Commandant Macalejler. Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verftaan, dat de voornoemde Collonel Commandant zal werden geordonneert en gelast , zoo als geordonneert en gelast word by deeze, om zig voor het Collegie der Heeren Gecommitteerde Raaden van Zeeland te fifteeren , en aldaar zyn innig leedweezen te betuigen over het billyk en regtmaatig ongenoegen, by welgemelde Heeren tegens hem opgevat, ter zaake, dat hy gedifficulteert heeft den gerequireerden Eed voor zig en de verdere Officieren van het voorfz Regiment af te leggen, met verdere ootmoedige fupplicatie, om verfchooning wegens zyn gedrag in deezen gehouden, en met verzoek, om alsnog tot den geQ 3 re-  246 NALEZING van STUKKEN rcquireerden Eed geadmittccrt te mogen werden. En voorts gelet op de betuigingen door den Suppliant by de voorfz Requefte gedaan , en gunftig reguard genomen zynde op de reedenen en motiven welken tot indulgentie, in faveur van den Suppliant, die den Lande geduurende byna vyftig jaaren met eer en reputatie heeft gedient, konnen moveeren; is wyders gerefolveert, dat zoo dra door den Suppliant aan de voorfchreeve ordres zal wezen voldaan , en daar van aan hun Ed. Gr. Mog. behoorlyk zal zyn gcbleeken , als dan zyne ingehoude Appointementen hem wcder.om zullen worden afgegecven en betaald van den dag af, dathy den gerequireerden Eed in Zeeland zal hebben gepraefteert. En is laatftelyk goedgevonden, by deeze vast te Hellen, dat de voorfz Eed by alle de Officieren , ftaande ter repartitie van deeze Provintie, by derzelver aankomst tot het houden van Guarnifoen , zoo in de Provintie. van Zeeland, als in de andere Provintien , al waar gelyke Eed voor de Militaire Officieren aibereids geintroduceert is, of in het vervolg geintroduceert mogte werden, op de eerfte requifitie zal moeten werden afgelegt. En zal van de voorfz Refolutie by Miffive aan de Heeren Staaten van Zeeland kennis worden gegeeven , in vertrouwen , dat met de voorfz geftelde ordres genoegen zal worden genoomen : En voorts Extract deezer aan den voornoemden Collonel Commandant Macalester , zoo ver hem betreft, ter hand werden geftelt, om zig daar na te reguleer en.  tot de MILIT.'JURISDICTIE. 247 PRJE-ADVIS voor Heeren Gecommitteerde Raaden in het befoigne by hun Ed. Gr. Mog. te houden over de Antwoorden door den Collonel Macalejler gegeeven op de Vraagen welke hem door Heeren Commijfarijfen uit Gecommitteerde Raaden op den 29 Apri 1784 zyn voorgehouden en de Requejle door denzelven aan hun Ed. Gr. Mog. op den 25 deezer geprefenteer t. Dat het object van het befoigne aan de Gecommitteerde Raaden is voorgekomen te zyn tweeleedig, en in confidentie te komen : in de eerfte plaats, in hoe verre door hun Ed. Gr. Mog. genoegen zoude kunnen worden genoomen met het geene door den Collonel Commandant Macalefter tot zyne juftificatie cn verfchooning is gealleguecrt, zoo by deszelfs Antwoorden op de poincten welke hem op den 29 April laatstleeden door Heeren CommiffarifTen uit het Collegie van Gecommitteerde Raaden zyn voorgehouden ,als in het byzonder by het amplc Request welke door denzelven Collonel Commandant op den 25 deezer aan hun Ed. Gr. Mog. is geprefenteert geworden ; en in de tweede plaats hoedanig den gemelden Collonel Commandant ten aanzien van het doen van den Eed door de Heeren Staaten van Zeeland van hem cn de verdere Officieren van zyn Regiment gevordert, door hun Ed. Gr. Mog. zoude behooren gelast te worden. Dat de Gecommitteerde Raaden omtrent het Q 4 eerfte Exhibitum in het befoigne 28 Mey 1784.  248 NALEZING van STUKKEN eerfte poinór. begreepen hebben, dat uit de antwoorden door den meergemelden Collonel Commandant op de aan hem voorgehouden Vraagen gegeeven, ten duidelykfte is gebleeken , dat denzelven geenzints is vry te fpreeken van de grootfte onvoorzigtigheid in het niet werkftellig maaken van zoodanige middelen , waar door hy de nodige directe ordres van hun Ed. Gr, Mog. had kunnen bekomen, gelyk hy Collonel Commandant zulks ook op de volleedigfte wyze by de voorfz Requefte heeft geavanceert, met bekentenis, dat hy beeter en voorzigtiger hadde gedaan om in plaats van de ordres van hun Ed. Gr. Mog. omtrent het doen van den voorfz Eed af te wagten, dezelve ordres van hun Ed. Gr. Mog. direüelyk en zonder eenig dilay te hebben gevraagt; dog dat het geene door den Collonel Commandant Macalefter by de voorfz Requefte aan hun Ed. Gr. Mog. is voorgedraagen, mitsgaders den aart der zaake, en de Antwoorden nopens de Vraagen aan hem voorgehouden gegeeven , geen de allerminfte reedenen uitleveren , om te kunnen denken, dat het niet praofteercn van den voorfz Eed zoude kunnen wezen voortgefprooten uit eenige verkeerde inzigten of manquement aan het refpect en de gehoorzaamheid welke hy Collonel Commandant ann hun Ed. Gr. Mog. fchuldig is, maar dat het zelve veel eer moet worden gezogt in het erroneus begrip waar in denzelven Collonel Commandant, ter goeder trouwe en volgens het geene hy by zyne voorfz Requefte heeft gepofeert fchynt geverfeert te hebben, dat de Heeren Staaten van Zeeland, gelyk by uit do Zeeuwfche Nieuwspapieren zegt gezien te hebben, over het doen, van  tot de MILIT. JURISDICTIE. 249 van den meergemelden Eed een addres aan hun Ed. Gr. Mog hebbende gedaan, hy Collonel Commandant; nopens deeze zaak met Hoogftderzelver bepaalde ordres zoude worden voorzien, en dat hoe zeer denzelvc , gelyk even gezegt is deeze ordres had behooren niet af te wagten, maar te vraagen , het egter een waarheid is, dat door de Heeren Staaten van Zeeland op den 11 Maart deezes jaars over het doen van den Eed in qussftieeen Miffive aan hun Ed. Gr. Mog. is gefchreeven, waar op tot hier toe geene finaale Refolutie is gevallen ; hun Ed. Gr. Mog. dan ook met deeze en de verdere reedenen door den meergemelden Collonel Commandant tot zyne verfchooning by de voorfz Requefte geallegueert,eenigzints favorabel refiecteeren op het verzoek door hem by dezelve Requefte gedaan. Dat de Gecommitteerde Raaden ten aanzien van het tweede poinct begreepen hebben, da: daar hun Ed. Gr. Mog. hebben goedgevonden het oeffenen der Militaire Jurisdictie binnen deze Provintie by Refolutie en Publicatie in dato 30 April 1783 af te fchaffen , en de ampliatie van den Eed by de Heeren Staaten van Zeeland gearrefteert en gevordert geworden , niets anders inhoud, als dat de Officieren welken den zei ven afleggen, zig verbinden, om ge duur ende den tyd dat zy in de Provintie van Zeeland Guarnifoen zullen houden, ftiptelyk zullen nakomen de Ordres en Reglementen by welgemelde Heeren Staaten van Zeeland omtrent de Militaire JurisdiÏÏie gemaakt of nog te maaken, en fpeciaal derzelver Refolutie van den 22 September 1783, welke Refolutie in fubftantie niets anders als een ge, q 5 lyke  250 NALEZING van STUKKEN ]yke affchaffing contineert; hun Ed. Gr. Mog. vervolgens geen zwaarigheid zouden behooren te maaken ,om den Collonel Commandant Macalefter en de verdere Officieren van het Regiment van den Generaal Houftoun,te gelasten, om den Eed van hun gerequireert by de Heeren Gecommitteerde Raaden van Zeeland zonder eenig uitftel af te leggen , en dat hun Ed. Gr. Mog. goedvindende deeze zaak op de voorfz wys te termineeren, hier van aan de Gecommitteerde Raaden van Zeeland by Miffive kenniffe zouden behooren te geeven , en voorts de Gecommitteerde Raaden deezer Provintie te authorifeeren, om den Collonel Commandant Macalefter de voorfz Refolutie en Ordre van hun Ed. Gr. Mog. aan te zeggen, mitsgaders, om hem te gelyk van wegen hun Ed. Gr. Mog. op een ernftige wys te kennen te geeven de onvoorzigtigheid van zyn gedrag en verzuim, in het niet verzoeken van hun Ed. Gr. Mog. directe ordres, ten aanzien van het afleggen van den meergemelden Eed, met ferieufe recommandatie, om zig in het vervolg op een voorzigtiger wye te gedraagen , alles met verdere authorifatie op de Gecommitteerde Raaden, om de nodige voorziening te doen, ten einde de ingehouden Ordonnantiën van het Traftement en de Soldye van den meergemelden Collonel Commandant te laaten opmaaken en depecheeren. En kunnen de Gecommitteerde Raaden niet afzyn by geleegenheid van het houden van dit befoigne aan hun Ed. Gr. Mog. in confideratie te geeven, of, ui: hoefde van dc naauwe relatie welke het onderwerp van het zelve be- foj-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 251 foigne is hebbende met de materie van de reeds gemcntioneerde Miffive door de Heeren Staaten van Zeeland aan ban Ed. Gr. Mog. op den 11 Maart laatstleeden gefchreeven , en op den 20 daar aan volgende by hun Ed. Gr. Mog. Commifforiaal gemaakt in handen van de Heeren hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerdens tot de Militaire zaaken met de Gecommitteerde Raden , als meede tot voorkoming van alle verkeerde begrippen welke in het vervolg by eenige Officieren omtrent het afleggen van den meergemelden Eed zouden mogen plaats hebben ; by hun Ed. Gr. Mog. niet zoude kunnen worden vastgeftelt, dat denzelven gcamplieerden Eed by alle de Officieren ftaande ter repartitie van deeze Provintie, by derzelver komst tot het houden van Guarnifoen in Zeeland, op de eerfte requifitie , zal moeten worden afgelegt, en of hun Ed. Gr. Mog. zulks agreëcrende niet zouden kunnen goedvinden hier van aan dc Heeren Staaten van Zeeland kenniffe te geeven, mitsgaders de Gecommitteerde Raaden te-authorifeeren en qualificeeren, om van den inhoud der Refolutie door hun Ed. Gr. Mog. hier omtrent te neemen aan alle de Officieren ftaande ter repartitie deezer Provintie de nodige informatie te doen hebben, ten einde zig daar na te reguleeren.  252 NALEZING van STUKKEN LV. EXTRACT uit het Register der Refolutien van de Hoog Mog. Heren Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Jovis den 15 July 1784. De Heeren van Lynden en andere haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de Militaire zaaken, met en neevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate, geëxamineert hebbende in gevolge en ter voldoening aan haar Hoog Mog. Refolutien Commifforiaal van den 29 September, 12 November, 16, 17, 22 en 24 December 1783 als meede van 20 February 9 en 17 Maart 1784. 1. De Refolutie van de Heeren Staaten van Zeeland, voor zoo verre dezelve behelst een voorflag, „ om door eene Commiffie „ van haar Hoog Mog. na te gaan, op „ wat wyze de Militaire Jurisdictie in de ,, Generaliteits Landen actueel geëxerceert „ word, hoedanig zulks, volgens de Grond„ wetten moet gefchieden en welke voor„ ziening voor het vervolg daar omtrent „ noodig zoude zyn." 2. De Refolutie van de Heeren Staaten van de Provintie van Stad en Lande voor zoo verre daar by in ferieufe bedenking gegeeven word , ,, op wat wyze de Papieren en „ opgebragte Penningen ter geleegent„ heid van de fubfiftentie van den Hoogen Krygsraad in haare handen geftelt of on- 33 der  TOT DE MILIT. JURISDICTIE. 253 „ der de Minifters beruftende, ten meeften „ dienfte van dien recht hebbende, of ,, Crediteuren van Officieren van deezen „ Staat voortaan zal worden gehandelt." De Refolutie van de Heeren Staaten van de Provintie van Overysfel, voor zo verre daar by word voorgedraagen; >, om . „ door eene Commisfie uit de Vergadering „ van haar Hoog Mog. nategaan , op wat „ wyze de Militaire Jurisdictie in de Ge„ neraliteits Landen werkelyk geëxerceerd „ word, hoedanig zulks volgens de Grond„ wetten moet gefchieden , en welke voor„ zieninge daar omtrent voor het vervolg „ nodig zoude zyn." . De Refolutie van de Heeren Staaten van de Provintie van Vriesland, voor zoo verre daar by voordraagen ; ,, om op aanlei„ ding van de by haar Hoog Mog. inge„ komene Refolutie van de Heeren Staa„ ten van Stad en Lande, de dato 6 No„ vember laatstleeden behoorlyke voor„ zieninge te doen omtrent de Papieren „ en Penningen in handen van den Hoo„ gen Krygsraad geftelt: of onder de Mi„ nifters beruftende als meede nopens de „ afdoening der procedures, by affchaf„ fing van den Hoogen Krygsraad onaf„ gedaan, en dus ongedecideert hangen3j de." 3. Plet geproponeerde van de Heeren Gedeputeerden van de Provintie van Utrecht, voor zoo verre dezelve zig conformeeren met de Refolutie van de Heeren Gedeputeerden van de Provintie van Stad en Lan- „ de,  254 NALEZING van STUKKEN de, ten opzigte van het geproponeerde omtrent de Papieren en Geiden onder dat Gerechtshof beruftende. 6. Op de Refolutie van de Heeren Staaten van de Provintie van Gelderland voor zoo verre daar by derzelver Gecommitteerden ter Vergadering van haar Hoog Mog. worden geauthorifeert; ,, om met de Gedepu„ teerden' der andere Provinciën en com„ municatie van Zyne Hoogheid omtrent „ de nodige fchikkinge en bepaalinge de „ Militaire Jurisdictie betreffende, en we- gens de arrangementen uit de gemelde „ affchaffing van den Hoogen Krygsraad „ refulteerende als andcrzints zoodanige „ fchikkingen te beraamen als zal geoor,, deelt worden nodig te zyn." 7. Eene Refolutie van haar Hoog Mog. voor zoo verre daar by Commifforiaal gemaakt word, met den Raad van Staate het onderzoek over de gevolgen en arrangementen , uit de affchaffing van den Hogen Krygsraad refulteerende. 8. Eene Miffive van den Raad van Braband , houdende derzelver befwaar over den voortgang, welke het fyftema eener onbepaalde Militaire Jurisdictie , zoo als dezelve binnen het Territoir van Braband, weederom is geëxerecert geworden gehad had, en rsepraafenteerende dc onbeftaanbaarheid van het voorfz fyftema, wdkc tot niets anders had gelfckr , als om de Jurisdictie van gemelde Raade en derplaatfelyke Rechters op Gi ondgebied van Braband te krenken, het Juftitie wezen in ver- ag-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 255 agting te brengen, en de belangens der Ingezeetenen te benadeelen; verzoekende gemelde Raad van Braband, om reedenen in de voorfcheeve Miffive geallegueerd, dat haar Hoog Mog. zoodanige efficacieufe ordre zouden gelieven te ftellen,dat door geene Militaire Rechters , of door wien zulks ook zoude mogen weezen opdeTerritoriaale Jurisdictie in Braband meer geëmpieteert werde; en wyders inftantelyk verzoekende, dat, door haar Hoog Mog. in navolging der Refolutien door alle de Bondgenooten afzonderlyk, met opzigte tot de refpective Provintien genomen, dat bereids ook ter algemeene Vergadering van het Bondgenootfchap gerefolveert hadden, om den geweezen Hogen Krygsraad af te fchaffen ; en er alzoo verfcheide zaaken waarfchynelyk zouden zyn onafgedaan gebleeven welke uit het Diftrict van Braband herkomftig, objecten der ordinaris Juftitie zynde, mitsdien tot de cognitie van voornoemde Raade ofte der ordinaire Rechtbanken behoorden , haar Hoog Mog. dien aangaande zoodanige gepaste voorzieninge gelieven te doen, dat alle dezelve het zy Crimineel of Civiel voor zoo verre niet pure Militair zyn, of tot den gemelde Raade of tot de Geregten der Steden en Plaatzen, alwaer dezelve volgens de Grondwetten van Braband hadden behooren beregt te worden, mogen worden overgebragc, en dat mitsdien haar Hoog Mog. het daar heen zouden gelieven te dirigeeren, dat zulks door den Raad van Staate, welke volgens  256 NALEZING vaïj STUKKEN gens bekome informatie, zig bezig hield met de herftelling van den loop der Juftitie in de zaaken, welke by voorgemelde Hogen Krygsraad nog onafgedaan waren, beruftende, mogen werden geëffeótueert. 9. Het geproponeerde van de Heeren Gedeputeerden van de Provintie van Vriesland infteerende op den fpoedigen voortgang der befoigne op de evengemelde MisfiVe van den Raad van Braband gedecerneert. 10. Eene nadere Miffive van den voornoemde Raad van Braband, houdende , dat by hunne Miffive van den 19 February laatstleeden aan haar Hoog Mog. fummier gedetailleert hadden de reedenen en gronden waarom zy Eeds en Amptshalven meenden verpligt te zyn haar Hoog Mog. voorzieninge te verzoeken, ten einde die zaaken , die uit het Diftrict van Braband voor den geweezen Hogen Krygsraad by deszelfs te niet doening nog litispendent waren en in Civile zaaken beftonden, of uit Commune deliSten haar oorfpronk neemen mogten worden gerenvoyeert, het zy dan aan den Rechter ter eerfter inftantie, daar toe competent, het zy aen voorfz Raade; dat zy zig gevleid hadden, dat hangende die deliberatien, den Raad van Staate zoude hebben gefuperfedeert, om inmiddels ten opzigte van de zaaken eenige verdere Acte van Jurisdictie te exerceeren; dog dat in teegendeel vernomen hadden, dat gemel: de Raad van Staate voortging met zig voorfz zaaken aan te trekken, en ook reeds den  tot de MI LIT. JURISDICTIE. 257 den Drost van de Generaliteit na Breda hadden gezonden om zeekere aldaar geapprehendeerd Militair herwaarts over te brengen , die door dezelve ook daadelyk herwaarts overgebragt was geworden ; verzoekende gemelde Raad van Braband om rcedenen, in devoorfz Miffive geallegueert, dat haar Hoog Mog. zoodanige voorzieninge gelieven te doen, waar door de voorfz zaaken inmiddels niet uit haar geheel gebragt, maar in ftaate gelaaten worden, tot dat door de refpective Bondgenooten zoodanige finaale Refolutie op deeze materie zal genomen zyn, als Hoogftdezelve zullen meenen te behooren : Hebben ter Vergadering gerapporteert, dat zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden in het examen van het hier bovengemelde vermeend hebben, allereerst zig te moeten bepaalen tot de Grondwetten, volgens welke in het generaal aan den Raad van Staate competeert het recht en de bevoegtheid om de Militaire Jurisdictie te adminiftreeren en doen adminiftreeren over de Militie en den Volke van Oorlog in Eedt en dienst van de Generaale Staten der Vereenigde Geweften zynde: dat in de examinatie hier van bevonden is, dat by de Inftructie aan den Raad van Staate en Graaf Maurits gegeeven,den 18 Auguftus 1584 en wel by het 3 Articul aan den „ Raad gegeeven word ,, het recht om kenniffe te neemen en judica„ ture te oeffenen over alle Collonellen, Capiteinen en ander Krygsvolk, mitsgaders over „ alle Generale en particuliere Overften, Be,, vel hebberen , CommiffarifTen en Officieren Nal. I. Deel II. Stuk R „ van  a58 NALEZING van STUKKEN „ van den Oorloge te Hellen en te onderhou„ den alle goede ordre en discipline,ook mee„ de daar over ftraffe, recht en juftitie te doen, ,, en doen doen , zulks zy bevinden zullen te behooren." Dat na de refignatie van den Graaf de Leicester (wanneer de form van Regeering, welke den Staat zeedert 'altóós onder het Stadhouderlyk bewind gehouden heeft,ïs begonnen) aan den Raad van Staate , by volgende lnftruótien van den 12 April 1588 en 18 July 1651 fpeciaal by het 5 Articul van dezelve aanbevolen is dezelfde authoriteit om ,, te disponeeren in zaaken van Oorlog en over het Volk van ,, Oorlog &c. (woorden, welke alleen kunnen „ relatief gemaakt worden tot het geen by de gemelde Inftructie van den jaare 1584 aan den Raad van Staate is gegeeven) zynde wyders in het generaal aan welgemelde Raade gedemandeert het Hellen van ordre op de discipline Militair , en over het Volk van Oorlog, en omtrent het einde derzelver, het houden van discipline Militair, en ftraffe van alle exceffen, alle welke gcneraale bewoordingen in haaren zaamenhang genomen en vergeleeken met het 32 Articul van de gemelde Inftructie van den jaare 1588 en 50 Articul van de Inftructie van den jaare 1651 duidelyk doen zien, dat de Bondgenooten de discipline Militair , en het ftraffen van alle excesfen, hebben overgelaaten aan den Raad van Staate , als welke in Eed der Unie zynde en op Inftructie der gezaamentlyke Bondgenooten haar magt en gezag oeffenende volgens de gemelde Inftruótien daar toe het rneefte gefchikt en bevoegd is. Dat  tot de MILIT. JURISDICTIE. 259 Dat zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden al verder bevonden hadden, dat uit kragte van de voorfz Militaire Jurisdictie aan den Raad van Staate gedemandeert,door dezelve gemaakt is, den Articulbrief of Ordonnantie op de discipline Militair van 13 Auguflus 1590 e» van den-jaare 1705, waar na nog ten huidigen daage recht gedaan word by alle Krygsraaden, zonder önderfcheidt, zynde onder anderen ten deezen remarquabel, dat uit de Refolutien van den Raadindatis2j Juny cn 12 November 1590 confteert, dat de Raad op fpeciaal goedvinden yan de Heeren Generaalc Staaten, (die gelet hadden dat den Raade het beleid van de Kryo-szaaken eigentlyk was aanbevoolen') zig toen begeeven heeft gehad naar Arnhem; om aldaar naar occurentien van zaaken, met advis van zyn Excellentie vanNdffau, en andere Krygs-Overftens, te moogen advifeeren , en refolveeren, het geen tot 's Lands viecsten dienst nodig zoude bevonden worden; zynde ter dier geleegentheid dan ook den Articulbrief te Arnhem gemaakt,en naderhand op verzoek van haar Hoog Mog. blykens derzelver Refolutien van 29 juny 164.1, 26 Auguflus 1648, en 14 April 1Ó68, door de Raad de nol dige Placaatcn tcegens exceffen van het Krygsvolk geëmaneerd: Dat mitsdien aan hun Hoog Mog. Gedeputeerden en Gecommitteerden is voorgekomen, dat de voorfz Inftruftien , en ■ het geen uit kragte van dien door den Raad van Staate, onder het. oog van het Bondgenootfchap niet alleen, maar zelfs op derzelver expres verzoek en inftantie verrjgt is , genoegzaam doen zien, hocdaanig het gezag van den Raad van Staate over de Militie van'den Staat R 2 is  26o NALEZING van STUKKEN is geweest van de eerfte tyden van de Rcpublicq', en dat zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden voornoemt vermeenen,daar uit die wettig gevolg te mogen afleiden, met opzigte rot de exercitie der Militaire Jurisdictie inde Generaliteits Landen , waar over ten deezen alleen , zonder onderzoek der Territoriaale Rechten der Souveraine Provintien , quseftie is; dat de Hooge Bondgenooten niet kunnen worden begreepen in den jaare 1584 en 1588 hunne eige Militie te hebben willen onderwerpen, aan de judicature van Steden en Plaatfen, dewelke zy in het vervolg door haare zeegenryke Wapenen zouden overwinnen, en den Rechtsdwang over dezelve een voornaam gedeelte van de magt over de Militie van den Staat aan onderworpen Gerechten en Rechters te hebben willen overlaaten. Dat deeze gevolgtrekking nog des te kragtigcr word , als men conlidereert, dat door de •gezaamentlyke Bondgenooten by de Refolutie van de groote Vergadering in dato 25 Maart 1651, op voorftel van de Provintie van Gelderland de Militaire Jurisdi&ie in Steden item in Staat hebbende bepaalt is „ tot de nalatigheid en overtreedinge in togten, en wagten , overgaan aan den Vyand, defertie aan Compa,, gnien , of verloop van de eene Compagnie „ onder de anderen zonder Paspoort; mitsga„ ders over exceffen en delicten , die de Offieieren en Soldaaten onderling , of dc een teegens den anderen , zullen komen te begaan, en verder niet;" nadien het zeeker is dat by de voorfz Refolutie eene volkome tesenoverftelling word gemaakt tuffchen de ö Sis-  tot de MI LIT. JURISDICTIE. 261 Steden ftem in Staat hebbende, ende Steden in de Generaliteits Landen ,• en dat het ftem in Staat hebben , of het participeeren in de Souverainiteit, dc grond is van dat onderfcheidt. Dat uit alle deeze reflcxicn notoir volgt, dat dan het Gcueraliteits Territoir onder de Souverainiceit en legislative magt van de generaale Bondgenooten gcfteltis, de gezamentiyke Bondgenooten dit Generaliteits Territoir, als in dezen van eene andere natuur zynde,in de voorfchreeve Generaliteits Refolutie van 25 Maart 1651 ook duidelyk teegens de Hemmende Steden , als in het geheel onafhankelyk van de Generaliteit zynde,hebben kunnen goedvinden te oppofeeren ;dat, mitsdien het oeffenen van de Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen , gegrond is op de refpective Inftructien van den Raad van Staate, nader bekragtigt is, dooide gezaamentlyke Bondgenooten by de voorlz Refolutie van 25 Maart 1651; en dat, voorzoo verre hier omtrent nog eenige tvvyffeling zoude kunnen overig zyn, zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden voornoemt vermeenen zig veilig te mogen beroepen op het eige begrip van haar Hoog Mog. gemanifefteert by derzelver Refolutie van den 26 Augustus 1754; waar by dezelve aan hunne toenmaalige Mfnifter aan het Hof van Bruffel hebben gelast dat hy in antwoord op eene Memorie van dat Hof, raakende de judicature van den Militairen Rechter , weegens eene qureftie over de wettigheid van een Huwelyk onder anderen zoude reprefenteeren ,, dat de Militie van den ,, Staat volgens befchreeve Rechten , ende daar ,, op gerecipieerde grondreegels van de RepuR 3 5) blicq  262 NALEZING van STUKKEN „ bücq allezints , en fpeciaal in de refpective ,, Guarnifoenen van de Generaliteit, een Corps ,, gantscb en al gefepareert en afgezondert van „ de Steden, waar in zy leggen , uitmaakt, het ,, welk zoo wel in het Civiel als in het Crimi,, neele buiten eenige Stedelyke relatie haare ,, gepriviligeerde Rechten heeft, cn omtrent j, welke voor meer dan tagtig jaaren verftaan is , dat de judicature over matrimonieele dif„ferenten, raakende Militaire Perföocen of ,, daar de Gedaagde alleen Militair is, in de Generaliteits Guarnifoenen competeert aan de ,, refpective Krygsraaden." Dat zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden voornoemt, vermeenende, dat uit al het voorenftaande genoegzaam is op te maaken , hoedaanig de Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen volgens de Grondwetten behoord te werden geocffent,m de tweede plaats hebben nagegaan, hoedanig dezelve in de voorfz. Landen dadelyk is gcëxcrccert ; en dat zy in het examen hier van zig bepaalt hebben tot twee byzondere Epoques; namentlyk van den jaare r 651 tot 167 2 en die van 1703 tot 1746, twee tydperken waar in de Militaire Jurisdictie geen al te breeden loop gelaaten is, en dewelke in zoo verre gelyk zyn aan de teegensvvoordigc, dat in die tyden geen Hoogen Krygsraad gefubfifteert hebbende , de Raad van Staate meer byzonder geinformeert is geweest omtrent de oeffening van de voorfz Militaire Jurisdictie ; en dat zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden voornoemt in het examen van de voorfz Epoques en wel in die van 1651 tot 1672 bevonden hebben, dat in de Generaliteits Landen, de  tot de MILIT. JURISDICTIE. 263 de Militaire Jurisdictie tedier tyd geoeffent is, cn in het Civiele als tb het Crimineele onbcpaalt, over Militaire Perfoonen; zoo nogtans dat de Militairen Gedaagdens en geen Eisfchers mogten zyn; (zynde by een expresfe Refolutie van den Raad «ran Staate 'in dato 30 July 1643 aan dc Militairen jverboden teegens een Burger reconventie te mogen doen ,) cn dat boven dien de Militairen moeiten zyn in hunne Guarnifoenen, uitwyzens het Piacaat door den Raad van S'aate bereids op den 29 April 1589 geëmaneerd: dat met betrekking tot het aeffenen der Militaire JurisdicUe in Crimineele zaaken allezints notabel is eeneilefolutie van haar Hoog Mog. van den 18 Augustus 1Ó55, genomen op het Berigt van den Raad van Braband op de Requefte van zeekeren Schellaart van Oppendorf Heer van Schinnen, verzoekende dat den Rand van Braband geordonneert mogt werden de Crimineele Citatie teegens hem verleend , af te doen , vermits hy was in Militaire dienst van den Hertog van Lotharingen, waar by haar Hoog Mog. verftonden, dat in het verzoek niet kon werden getreeden, gelet zynde dat het delict by den Suppliant geperpetreert niet is een Militair , maar, een gemeen delitv, ook niet gcpirpetreerd in het Leeger of Guarnifoen, mitsgaders niet by den Lenen Soldaat teegens den anderen maar ten platten Lande in de Heerlykheid van Schinnen: waar uit blykt, dat haar Hoog Mog. van begrip waren , dat de Militaire Jurisdictie gefundeerd is r) indien het delict is Militair, waar het zelve ook gepleegd geweest, 2) indien het delict is gemeen, maar begaan in het Leeger 3) indien het zelve is gemeen, maar geperpeR 4 treerd  264 NALEZING van STUKKEN treerd in het Guarnifoen, 4) indien het is gemeen, maar gecommitteert door den eenen Soldaat teegen den anderen, zonder onderfcheid van plaats : dat al verder by Refolutie van den Raad van Staate in dato 24 Juny 1659 ,, het fchouvven van Militaire Perfoonen, fchoon ,, verongelukt op Stedelyke grond in de Ge,, neraliteits Plaatzen is toegekend aan de Krygs- raaden aldaar." Dat met opzigte tot de Militaire Jurisdictie in Civile zaaken notabel zyn de volgende Refolutien van den Raad van Strate als van 24 Juny 1659, „ dat namentlyk de Judicatuure ,, over Boedels van Militaire Perfoonen fchoon „ overlydende in. burgerhuizen toekwam aan ,, de Krygsraaden in de Generaliteits Frontieren; van 29 April 1661 dat zo iemand op ,, Soldaaten in 's Lands dienst zynde ietwes te pretendeeren had, dezelve betrokken en aangefprooken moeiten worden voor dcnKrygsraad van hun Guarnifoen als hunne Compc„ tente Rechter", en eindelyk van 18 November 1670, waar by, op fundament, dat de Krygsraaden in de Guarnifoenen in de Generaliteit exerceeren, allerhande Jurisdictie over Militairen, is verklaart, ,, dat de Judicatuure over matri,, monieele differenten raakende Militaire Per,, foonen competeert aan de refpective Krygsraaden:" Dat de Registers en Parthy-Boeken ter Secretary van den Raad van Staate beruftende, en gehouden van den jaare 1651 tot 1672 vol zyn van Exempelen , dat de Militaire Regters en den Raad van Staate in alle Crimineele zaaken, ais meede in Civile zaaken, daar de Militaire  tot de MILIT. JURISDICTIE. 265 taire Gedaagden* zyn geweest, en namentlyk over fchulden en praetenfien , tot lasten van Militairen over concurrentie en preferentie van Crediteuren en inlölvente Boedels van Militairen in haar Guarnifoen overleeden , en wat dier gelyke meer is, recht hebben gedaan zonder dat ergens gevonden word, dat desweegens eenige de minfte oppofitie of contradictie is gefchied. Dat met opzigte tot de exercitie van de Militaire Jurisdictie in de voorfz Generaliteits Landen federt den jaare 1703 tot 1746, zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden haar Hoog Mog. konden informeeren dat uit de retroacta van dien tyd geformeerd, en welke door Heeren Gecommitteerden van den Raad van Staate in het befoigne geëxhibeert zyn zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden voornoemt ter Tafel van haar Hoog Mog. overbragten, confteert, dat niet alleen geduurende de voorfz tyd in de Generaliteits Landen eene onbepaalde Militaire Jurisdictie, zoo in het Civile als in het Crimineele is geoeffend, maar dat zelfs een en andermaal daar over, zoo tusfchen de Magiftraaten der Steeden in de Generaliteit en de Guarnifoens Krygsraaden , a!s byzonder tuffchen de laatstgemelde en den Raad van Braband quaeftie ontftaan zynde, haar Hoog Mog. by fucceffive Refolutien na volleedig onderzoek van zaaken , de Guarnifoens Krygsraaden en daar door den Raad van Staate in de exercitie van haare Militaire Jurisdictie hebben gemainótineert, gelyk zulks onder anderen met opzigte tot Crimineele zaaken gezien kan worden uit haar Hoog Mog. Refolutien van 2 Feil 5 bru-  i66 NALEZING van STUKKEN bruary 1731 en van 31 Mey 1743 en met relatie tot Civile zaaken uit haar Hoog Mog. Refolutie van 23 Maart 1714 zynde, met opzigt tot de laatstgemelde zaaken byzonder remarquabel eene: Refolutie van haar JHoog Mog. van den 19 September 1715, by dewelke haar Hoog Mog. hebben bepaald, ,, dat Militaire 5, Perfoonen ftervende, haare goederen,in cas van publicque verkooping door de Auditeurs ,, Militair, alwaar zy fierven, en niet door de 3, Vendumeefter verkogt moeten worden." Dat deeze zoo notable Refolutien van haar Hoog Mog. niet kunnen worden geinfringeert door de Refolutien van haar Hoog Mog. van 26 February 1649, 17 January 1Ó74, en 21 january 1704, vermits dezelve zyn anterieur aan de hier boven gemelde, en juist eeven daar door kragteloos worden , cn dat men zig veylig, tot iblutie van dezelve refereeren kan tot het geen daar omtrent gevonden word in eene ampele Miffive van den Raad van Staate, op den 30 October 1719 aan haar Hoog Mog. gefchreeven, ter geleegendheid dat de Advocaat Fiscaal van Braband appuyeerende eenefuftenu van Scheepenen van Breda, dat, niet de Militaire Rechter, maar Scheepenen voornoemt moesten kennis neemen vaneen Manllagsdoor een Ruyter aan een Ingezeeten aldaar begaan. Dat zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden vermeenen door het boovengemekie genoegzaam te hebben aangetoond, hoedaanig de Militaire Jurisdictie in de Generaliteit, geduurendc de jaaren 1651 tot 1672, cn 1703 tot 1746 (wanneer er geen permanente Hoo. gen Krygsraad geweest is) geoeffend is, en dat daar  tot de MILIT. JURISDICTIE. 267 daar door ook te gelyk beweezen is, dat, even gelyk dc Raad van Staate by haare eerfte inftructie van den jaare 1584, de magt en authoriteit bekomen heeft om , over het Krygsvolk ftraffe, Hecht en Juftitie te doen, en doen doen, zoo ook aan dezelve inftructie by laaitere typen, en byzonder by de inftructie van den jaare 1651 nogte by de Refolutie van de groote Vergaderinge, eenige maanden voor de laatstgemelde inftructie genomen, met opzigte tot de Generaliteits Landen geen atteinte is werden toegebragt. Dat zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden , by aldien het nodig geoordeeld wierd na te gaan de reedenen , waarom de Bondgenooten nu cn dan bepalingen omtrent het oeffenen van de Militaire Jurisdictie op haar Territoir gemaakt hebben, zonder egter daar door het oude gebruik in de Generaliteits Landen in eeniger maate te hebben willen tegengaan, van gedagten zyn, dat er verfcheidene en dat wel zeer gewigtige reedenen van onderfcheid dienaangaande kunnen werden geallegueerd , aan de eene zyde ontleend uit het nut en voordeel voor dc Militie zelfs , aan de andere zyde gehaald uit de Souverainiteit, dewelke haar Hoog Mog. in de Generaliteits Landen inconteftabel toekomt. Dat dienaangaande te confidereeren is. 1. Dat er groot onderfcheid behoord te zyn tuffchen het Souverain Territoir van iedere Souveraine Provintie en het geconquefteert Territoir van de aan het gezamentlyke Bondgcnootfchap onderworpene Generaliteits Landen ,een onderfcheid, waar uit van zelve voortvloeit, dat  268 NALEZING van STUKKEN dat het recht van Jurisdictie op het Souverain Territoir is originair, en een recht van Souverainiteit, daar het op het onderworpen Territoir alleenlyk is geconcedeert, en dus op het onderworpen Territoir geheel en al afhangt van de wil van den Souverain, oin hetzelve, naar goedvinden te bepaalen ; dat deeze reeden van onderfcheid , door haar Hoog Mog. zelve geadopteertis, gelyk onder anderen klaar geblecken is in den jaare 1666, wanneer ter gelegenheid, dat den Keurvorst van Brandenburg in het Tractaat met haar Hoog Mog. te fluyten, wilde gevoegt hebben, een Articul, volgens welke de Militie van de Hooge Bondgenooten, leggende in de Steden van het Land van CleeiF, zoude moeten te regt ftaan onder de Cleéffche politique Overheid in zaken, welke de Militie niet concerneerde , en zulks op fondament dat in haar Hoog Mog. eige Staaten hetzelve alzoo zoude worden geobferveerd , de Raad van Staate wiens advys daar op ingenomen wierd, advifeerde, „ daf hetzelve om zeer im- portante reedencn zoude behooren gelaten ,, te worden by het toenmalig gebruik, dat wel ,, waar was, dat in den Haat deezer Vereenigde „ Nederlanden de Steden ftem inStaat hebbende, ,, in eenige gevallen over de Militie, in den haare logeerende, hebben en oeffenen Juris,, dictie; maar dat te confidereeren ftond, dat ,, de magt haar daar omtrent competeerende, komt „ te derlueeren, uit het regt van Souveraini„ teit over de Militie, in welk regt de gemel„ de Steeden als integreerende Leeden , zyn „ participeerende, en dat om die reedenen het „ zelvde regt aan de Steeden in de refpective „ Pro-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 269 „ Provintien, geen ftem in Staat hebbende, „ niet wierd toegeftaan , veel min aan de Ste„ den , refforteerende onder de Generaliteit," zynde dit Advys door haar Hoog Mog. ook geadopteert zoodanig , dat het bovengemelde Articul gebleven is buiten het Tractaat, het welk den 16 February 1666 geflooten is. „ 2. Dat (gelyk de Raad van Staate zig onder anderen by eene Miffive aan haar Hoog Mog. in dato 12 February 1714 uitlaat.) het „ veel gevoeglyker en te gelyk onkostelyker is, wanneer een Officier, dieniets gemeens „ heeft met de Stad waar heen hy door haar ,, Hoog Mog. gezonden word, aldaar komt te „ overlyden , dat deszelfs Equipage en wat by „ verder by zig heeft gade geflagen ende ge,, beneficeert worde door den Krygsraad, en „ Commilfariffenvan dien, beftaandeuit Perfo„ nen,die alle een gemeen intrest hebben om het „ voordeel en menage van den Overledenen te betragten, als door de Geregten en dat me,, nigmaal van flegte Guarniibensplaatzen ,"en dat, gelyk zulks met opzigte tot dit eene poinét waar is, hetzelve ook in het generaal ten aanzien van alle andere zoo Crimineele als Civile zaaken plaats moet hebben. 3. Dat in zommige Generaliteitsplaatzen het ook van de uitterfte gevaarlykheid zoude wezen die van het Guarnifoen van de Civile Magiftraaten af hankelyk te maaken , alzoo er plaatzen gevonden worden , daar dezelve Magiftraten of geheel uit Roomsch Catholique Perfonen beftaan, of door tweederlei Souverainen aangeftelt worden, of geheel dependent zyn van een vreemde Mogendheid. Dat  27o NALEZING van STUKKEN Dat zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden voornoemd, mitsdien van gedagten zyn, dat het fyftema eener Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen op lbiide gronden beruftende is, en dat de hooge Bondgenooten aan de Judicature van de Magiftraaten en de Steeden van de Generaliteit, om zeer wyze reedenen , zonder egter derzelver Jurisdictie over derzelver Burgers en Inwoonders te hebben willen verkorten , niet hebben willen onderwerpen de Militie van den Staat, welke van tyd tot tyd derwaards gezonden word, niet om te maken een gedeelte van het ligchaam der Ingezeetenen , waar van de Magiftraat het hoofd is, nog om te genieten de voordeden , en te helpen dragen de Burgerlyke lasten van de Ingezeetenen der Steeden , nog om eenige relatie te hebben tot dezelve , maar alleen om die Steeden te bewaren ten dienfte van het Bondgenootfehap , en om zig aldaar op te houden voor den dienst van haar Hoog Mog. van den eenen dag en uur tot het ander , en fubject te wezen zoo wel aan hetregts als aan het Krygsbedwang van de Officieren over haar geftelt. Dat zy Heeren Gedeputeerdenen Gecommitteerden vervolgensin de derde plaats onderzogt hebbende hoedanig de Militaire Jurisdictie in het vervolg in de Generaliteits Landen zoude behoorm te werden geoefend, vermeenen by een wettig gevolg uit al het bovenftaande te mogen en te moeten afleiden, dat even gelyk zulks in de gemelde Epoques van den jaare 1651 tot 1672 , en van 1703 tot 1746 gefchied is, alzoo ook voor het vervolg de Raad van Staate in naam van het gezaamentlyk Bondgeuootfchap,en by haar  tot de MILIT. JURISDICTIE. 27! haar zelve als opperfte Regter in appel en door de Guarnifoens Krygsraaden ter eerfter inftantie zoude behooren te blyven oeffeiien Judicature zoo in het Civile als in het Crimineele over de Militairen by.aldien dezelve in haar Guarnifoen zyn en gedagvaard worden. Dat' zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden wyders vermeend hebben ter kenniffe' van haar Hoog Mog. te moeten brengen het geen door Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate. in het befoigne over deeze zaak gecommuniceerd was, dat namelyk de Raad van Staate in aanmerking der gronden, waar op dezelve altoos, byzonder in d<*_bovengsmelde tydperken in den haare ordre gefteld hadde op de Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen in confideratie , dat nog nimmer door de gezamentlyke Bondgenooten daar in eenige verandering of bepaling gemaakt was, .op den 17 Maart laatstleden hadden gerefolveert, voor zoo veel de Generaliteits Landen betreft, „ dat by provifie, en zoo lang geen ,, andere ordre zal gefteld wezen by de geza,, mentlyke Bondgenooten op de Militaire Ju,, ftitie, gevolgt zal worden den voet, die daar „ omtrent gehouden is zedert den jaare 1Ó51 „ tot 1672 als meede zedert den jaare 1703 tot 1746, en dat mitsdien door de refpective „ Krygsraaden in de Guarnifoenen zoo in het Civile als in het Crimineele onbepaald by ,, continuatie regt zal worden gefproken. ,, Dat dienvolgendc Extract van deeze hun ,, Ed. Mog. Refolutie gezonden zal worden aan ,, alle Gouverneurs, Commandeurs en Krygs„ raaden indiltinctelyk, met last aan de laatst- » ge-  Z72 NALEZING van STUKKEN „ gemelde, dat zy by provifie en tot dat an„ ders by hun Ed. Mog. zal zyn gedisponeert, „ in alle zaken ipecteerende tot haare kenniffe, ,, zoo Crimineele als andere, regt moeten doen ,, zoo als zy zullen oordeelen in goede Juftitie „ te behooren, voor behoudens niet te min „ het middel van appel, aan hun Ed. Mog. , ,, in alle zaken, die appellabel zyn na gemee,, ne regten." Dat al verder door welgemelde Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate in het voorfz befoigne was gecommuniceerd en thans ter kenniffe van haar Hoog Mog. gebragt wierd, dat de Raad van Staate reeds eenige fchikkingen en arrangementen uit de affchaffing van den Hoogen Krygsraad refulteerende , gemaakt heeft (aangaande zommige van dewelke aan haar Hoog Mog. by het rapport op den 30 January laatstleden ter Vergadering van haar Hoog Mog. uitgebragt cn by een Miffive van den Raad van Staate in dato 10 Maart deezes jaars reeds de nodige ouverture gegeeven was.) Dat eindelyk de Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden haar Hoog Mog. zullende dienen van derzelver gedagten op den inhoud van de twee Miffivens door den Raad van Braband aan haar Hoog Mog. gefchreeven en op de daar in voorkomende doleance van denzelven Raade nopens de Judicature over zekeren Pieter Cicot, Soldaat in het Regiment Walons van den Generaal Major Grenier in de Compagnie van den Collonel Piper , thans Gedetineerde in het Prevoosthuis van de Generaliteit, door den Raad van Staate aangenomen , niet kunnen nalaaten hunne verwondering aan haar Hoog Mog. te  tot de MILIT. JURISDICTIE. *f.3 Cs kennen te geven, dat hoe zeer de fuftenue van welgemelde Raade van Braband zoo voor haer zelve als voor de piaatfelyke Regters in Braband , om over Militaire Perfoonen in het reffort van Braband te mogen cognosceeren in Civile zaaken en over Commune delicten door dezelve begaan, gebouwd word, onder eene generaale benaming op de Regten en Privilegiën der Steeden en Ingezeetenen van Braband competeerende, egter dat regt uit de Privilegiën zelve niet 'vord bewezen, nogte aangetoond, „ dat ,, aan haar geen geconcedeerde Jurisdictie op „ een afhankelyk geconquefteerd Territoir," maar een originaire en territoriaale Jurisdictie competeert, dat het al meede zeer tè verwonderen is, dat uit de voorfz Misfivens niet conIteert, dat over deeze materie de gedagten van den A Ivocaat Fiscaal van Braband (die volgens het 97 Articul der Ordonnantie en manier van Procedeeren van den Raad van Braband in dato 13 April 1604 verpligt is te be-~ waar n en füftineeren de regten, Domeinen, Jurisdictie en hoogheid van den Raade van Braband) ingenomen zyn ; dat zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden , by aldien over de fuftenue van den Raade van Braband eenige twyf. feling ten hun yobrdeele overig bleef, het als dan zeer nodig zoude zyn de gedagten en confideratien van den voornoemden Advocaat Fiscaal van Braband alvorens in te neemen, ten einde omtrent de gronden , waaruit de voorfz Regten en Privilegiën deriveren geinformeert te worden : dan dat zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden vermeenen dat de voorfz fuftenue van den Raad van Braband, door het Nal. I. Deel II. Stuk S ceen  274 NALEZING van STUKKEN peen boven in het breede is gedetaillcert, als ni " de door verfebeide Refolutien van baar Hoog • Mog. byzonder in het beloop van den jaaren 1705 tot 1746, na een volledig onderz >ek van zaaken, genoegzaam wederlegt en d »pr de voorbeelden van dien tyd weerfprok,n is, en dat boven dienzelve moet worden aangemerkt als allernadeeligst voor den dienst van"den Lande, en voor de Militie van den Staat , als meede van verregaande gevolgen te z\ n , na dien de ftelling van den Raad van Braband eens by haar Hoog Mog. gegouteert zynde de Heeren Commiffariffen decifeurs der beide Hooge Heeren van Maaftricht,de Raad van Vlaanderen en het Hof geordonneert in het Overquartier van Gelderland, meede geregtigd zouden zyn tot het voeren van dezelve fuftenue , en de Militie van deezen Staat derhalven zoude moeten worden onderworpen aan dc judicature van die Heeren Commiffariffen Decifeurs, en van die Gerechtshoven als meede van de Steeden en Plaatzen daar onder refpectiveiyk bchoorende, en dus ook onder de judicature van Rcgters van eene andere Mogendheid of van de Roomfche Godsdienst, behalven dat in deezen nog te refleóteeren is, dat de fuftenue van den Raad van Braband om de Militairen in 'Commune delicten aan den Burgerlyken Regter te onderwerpen, niet zoozeer concerneert het maintiain haarer Jurisdictie over dezelve, als wel dat van de Steeden en Plaatzen in Braband zelve, nadien volgens de Regten, Wetten en Privilegiën van Braband geen appel of reformatie vallen kan van Crimineele Vmnisfen, in Braband gewezen dan alleen in de geval-  tot de MÏLIT. JURISDICTIE. 275 Vallen, dat die Vonniffen laboreercn aan nulliteit : gelyk hun Hoog Mog. op herhaald advys van den Hoogen Raade van Holland,Zeeland, en Vriesland een en andermaal verklaard hebben by derzelver Refolutien van 15 April 1707 en 25 July 1753 , waarom de Raad van Braband dan ook zig onbezwaard had kunnen vinden , met deeze qneeftie gelyk zulks in voorige tyden gedaan is, over te laaten aan de Geregten der Brabandfche Steeden zelve,die meermaalen blyken gegeeven hebben van geenzints önverfchillig te zyn ten aanzien van hunne Jurisdictie, waar van de bewyzen in de Registers van haar Hoog Mog. Refolutien te vinden zyn, hoe zeer niet zelden de fuftenuen van gemelde Steeden na volkomen onderzoek van zaken , by finaale Refolutien van haar Hoog Mog. zyn verworpen. Dat zy Heeren Gedeputeerden en Gecommittee rden om alle deeze reedenen van advyze zouden zyn , dat haar Hoog Mog. den voornoemden Raad van Braband by Refolutie zouden behooren aan te fchryven om zig geenerlei Ju risdictie over Militairen in Guarnifoen zynde in Steeden en Plaatzen geleegen onder het resfort van Braband, het zy in het Civile, het zy in het Crimineele aan te maatigen direct nog indirect. • Dat zy Heeren Gedeputeerden voornoemdt zig vervolgens kunnen dispenfeeren van eenige reflexien te maken op de byzondere fuftenue van gemelde Raad van Braband in de voorfz laatstgemelde Misfive vervat, waar by dezelve verzoekt haar Hoog Mog. voorkoming, ten einde door de Raad van Staate nopens de litisS 2 pen-  276 NALEZING van STUKKEN pendente zaaken van dengewezenHogen Krygsraad , dewelke onder het reffoft van Braband zouden oehooren en tot haar cognitie konden ipeèteeren, niet worde gedisponeert, voor en al eer degezamentlyke Bondgenooten over deeze materie zig finaal zouden hebben geëxpliceerd, vermits al het geene hier vooren dienaangaande gedetailleerd is ten allerklaarften het begrip der Bondgenooten ten nadeele van de fuftenue van den Raad van Braband in het helderfte daffh'gt geftclt heeft. 5 Dat zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden voornoemt ten flotte van dit alles nog moeten remarqueeren de ongegrondheid der klagten van meergemelde Raad van Braband , hier inne beftaande, dat de Raad van Staate, niettegenftaande de deliberatien van haar Hoog Mog. over den inhoud van de eerstgemelde Misfive van den Raad van Braband bereids aanhangende waren-, den hier bovengemelde Pieter Cicot uit Breda na herwaards over zoude hebben doen brengen , en dienvolgende met de mdicature over deeze zaak zoude voortgaan, nadien uit het gunt door Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate in het befoigne was gecommuniceerd , dat namentlyk de misdaad, waar over voornoemden Soldaat Pieter Cicot befchuldigd was , belfond in een moord aan een Soldaat aangedaan, en dus in een Commun delict door den eenen Soldaat tegens den anderen begaan, maar bovendien , dat deeze zaak thans in appel was, en dat dezelve voorden Hoogen Krygsraad voor dato van derzelver affchaffing reeds gedeelre^yk geinftrueert was, zy Heeren Gedeputeerden en Gecommit- teer-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 277 teerden vermeenen dat het van zelve fpreekt hoedanig het begrip der Bondgenooten ook im-, mer zoude mogen zyn nopens de Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen voor het vervolg, dat door niemand anders in appel alwaar moet worden gejugeert of de Regter h quo wel of kwalyk gevonnisd heeft over een vonnis van een Guarnifoens Krygsraad kan wor. den geoordeeld, als door den Raad van Staate, als zynde den opperften Militairen Regter die zelfs den Articulbrief en andere Ordonnantiën en Placaaten , raakende de Militairen op naam van de gezamentlyke Bondgenooten uit derzelver magt en bevel, gemaakt heeft, en na dewelke een Militair voor zyn Guarnifoens Krygsraad , cn vervolgens ook door den Regter in appel moet gevonnisd worden, Waarop gedelibereerd zynde hebben de Heren Gedeputeerden van de refpective Provintien het voorfz gerapporteerde Copielyk over. genomen, om in den haaren breeder gecommuniceerd te worden.  273 NALEZING van STUKKEN Generaliteits Landen. Anno Civiele zaaken. 1705 8 October. Refolutie Raad van Staate, de Judicature over Boedels van Militaire Perfoonen, fchoon overlydende in Burgerhuizen, en hetfchouwen van derzelver Lyken, fchoon verongelukt op Steedeiyk Grond , komt toe aan de Krygsraad, in gevolge haar Ed. Mog. Refolutie van 24. Juny 1659, en van de oude en ongeinterumpeerde Practyk in de Generaliteits Frontieren. 1713 29 December. Refolutie Raad van Staate , pub'l'vque Verkoping van Goederen toekomende aan Militaire Perfonen , in aéfeeelc dienst van den Lande zynde, of daar in komende te fterven , indien dezelve Verkoping gefchied, in de plaats van hun Guarnifoen , te doen door den Auditeur Militair van het zelve, en niet door Slokhouder of Vendumecfter. 19 September. Refolutie Staaten Generaal, dat Militaire Perfoonen ft ervende, haare Goederen in cas van piiblicqiie Vtrkoping , door de Auditeurs Militair, alwaar zy fterven; en niet door de Vendumeefiers verkogt moeten worden. I7H 13 January. Refolutie Raad van Staate, rakende het different tuifchen de Krygsraad en de Magiftaat te 's Bosch, over de Inventarifatie en Verkoping der Effe&en van den overleedenen Major Poelgeest. 12  tot de MILIT. JURISDICTIE. 279 Anno 12 February. Refolutie Raad van Staate aan haar Hoog Mog. by Misfive aangetoont, dat de Krygsraad volgens de oude Ufantie, en opgevolgde PraEtyk, daar toe alleen geregtigt is. Refolutie Staaten Generaal 23 Maart 1714, by haar Hoog Mog., na volkomen kennis van zaaken, afgedaan ten voordeele van de Krygsraaden. 1715 29 October. Refolutie Raad van Staate, de Krygsraad gelast, met de preferentie en concurrentie voort te gaan, niettegenftaande het poenaal van den Raad van Braband. 29 October. Refolutie Raad van Staate, gearrefteert eeneMisfive van den Raad, aan den Raad van Braband te fchryven , om het voorfchreeve Mandament in te trekken, en geen belet toe te brengen aan de Jurisdictie der Krygsraaden , in de Steden geen ftem in Staat hebbende. 1718 Op den 22 Augufty. (Waar by men voege kan de Refolutien van den Raad van Staate in datis 5 February 1721, 29 January en 18' Mey 1723) by de Raad van Staate gerefolveert , en op den 30 Maart 1729 by Refolutie van haar' Hoog Mog. geconfirmecrt; dat de Ruiters en Soldaten mogten maken hun eige Kleederen , en die voor het Regiment waar in zy dienden , en dat ook de Ruiters en Soldaten van de refpective Guarnifoenen gepermitteerd was het beS 4 ftan  2 Sa NALEZING van STUKKEN Anno ftaan van Paarden, en het maaken] van Monteeringen , zoo van Kleederen als van Schoenen, voor het Regiment waar in zy dienst doen : Zoo nogcans daczy daar toe eenige hulp nodig hebbende, van Menfchen buiten het Regiment, zy alsdan, en anders niet,zig moeten bedienen van Menfchen gehoorende onder de Smits, Kleermaakers en Schoenmakers Gilden; daar by geperfifteejrÉ door dc Raad van Staate, vide derzelver Refolutie in dato 2 December 1729, ter gelecgenheid van een gefchil daar over met het Schoenmakers Gilde , binnen de Stad Grave ontftaan. Ï720 4 December. De Krygsraad te Bergen op Zoom gelast, niet te defereeren < aan het Mandement Poenaal van den Raad van Braband, tegens het verzee. gelcn , inventarifecren en arrefteererj van de Nalaatenfchap van Capitein Lefchern. 23 December. Refolutie Raad van Staate, ampele Misfive van de Magiftraat over Arreften op Militaire Goederen in Burgerhuifen, Commiff. 1721 3r January. Refolutie Raad van Staate , rapport, aangenomen haar offerte, van af te zien van de inftantie en van in dc Huifen van Militairen in te vallen; als met kennis en adfiltentie van denvGouverneur, en in confidentie van die Verklaring, ordre aan de  tot de MILIT. JURISDICTIE. 28? Anno de Militie, niet te infringeeren dePrivilegien, Grondwetten van de Magiftraat , en in geen Burgerhuifen in te vallen , als met kennis van de Magiftraar. 19 Maart. Bezwaar van de Magiftraat, over haar Edele Mog. Refolutie van 31 January laatstleeden : Commiff. 17 April. Welgevallig,Commiifariffen her waards te zenden , om over de voorfz en andere zaaken te fpreeken, in vcrwagting dat zy niet zal voortzetten de Procedures voor den Raad van Braband. 1728 7 November. Refolutie Raad van Staate, aan de Commandeerende Officier en Krygsraad van 'sBosch, aan te fchry ven, dat de Goederen en Effecten , die de Lt. Nicolaas van den Berg, ftervende had nagelaten , behoorlyk verzeegeld en in bewaring wierden gefteld, ten behoeve van die geene, die voor de Krygsraad te Bergen op Zoom, alwaar de voornoemde Lieut. laatft in Guarnifoen hadt geleegen , en dienvolgende gehouden moest worden, zyn Domicilium gehad te hebben, en het fterf huis getallen te zyn ; verklaart zoude worden geregtigt te wezen tot de Nalaatenfchap van voornoemde Lieut., en zulks ook tot dezelve Goederen en Effecten. J73° 13 en 31 Maart en, 17 April. Refolutie Raad van Staate , de Collonel Sigteu S 5 man,  232 NALEZING van STUKKEN Anno 1731 man, Commandeur van de Grave, aldaar overleeden zynde, is er different ontftaan tuffchen de Magiftraat en Krygsraad over de Judicature van deszelfs Boedel. 8 Mey. Refolutie Raad van Staate, by Staaten Generaal, over de voorfz zaak zaak zynde gedisponeert, is een Conferentie verzogt. 10 Mey. By Refolutie Staaten Generaai, is derzelver vorige Refolutie ingetrokken , en de Raad van Staate , verzogt voor de fecuriteit der Goederen zorge te dragen. 11 Mey. Refolutie Raad van Staate, ordre aan de Krygsraad voort te gaan met de beforging van den Boedel. 15 Mey. Refolutie Raad van Staate; Misfive van den Krygsraad, item verzoek van de Crediteuren aldaar, dat' de Judicature moge worden^ gelaaten aan de Magiftraat, Commiff. 22 Mey. Rapport en Refolutie Raad van Staate,zeer ampel, volgens welke door den Raad geadopteert worden , de gronden nopens eene umverfeele Militaire Jurisdictie, except in de plaatzen vervat in de Refolutie van 25 Maart 16 51. 2 July. Refolutie Raad van Staate, de Collonel Balfour, Commandeur van Tfendyke , overleeden zynde te Doornick, alwaar in Guarnifoen is, moet bet Judicium prcefcrentice ê? concurrentie  tot de MILIT. JURISDICTIE. 283 tics over deszelfs Boedel gehouden worden voor den Krygsraad te Yfendyke. 23 July. Refolutie Raad van Staate, de Krygsraad van het Guarnifoen te Grave aangeichreeven ,dat een Auditeur, fuftineerende, dat de Nalaatenfchap , by gebrek van Erfgenaamen, vcrvallen'was aan het Land, daar in waarnam het regt van de Hooge Overheid, en dat zyne functie daar over niet minder ging, dan over Crimineele zaken; dat derhalven de Krygraad dezelve in zyne functie niet zoude turbeeren, maar in tegendeel' alle beletzeis afdoen , en hem als een Bediende van de Hooge Overheid den Krygsraad, in zaake de Hooge Overheid concerneerende , zonder onderfcheid van Crimineele of Civile zoude laaten adfifteeren, en dienen van zyn raad en advis. Ï739 \$' McMrt. Refolutie Raad van Staate, gelyk disput te Bergen op Zoom, alwaar de Magiftraat fuftineert, dat de verkoping der Goederen van een overleeden Capitein moest gelbhieden door Stads Vendumeefter , is de Auditeur gelast met de verkoping voort te gaan. 25 Mey. Refolutie Raad van Staate, Misfive van de gemelde Magiftraat wegens haar bezwaar, en Refolutie. 1741 Op nadere fuftenue van de Magiftraat van Bergen op Zoom, by Refolutie Raad  2*4 Anno 1705 8 Otiober. Refolutie Raad van Staate, dat het fchouwen van Lyken, van Militaire Perfoonen,fchoon verongelukt op Stedelyke Grond , in de Generaliteits Landen toekwam aan den Krygsraad. 1705 29 April. Refolutie Raad van Staate, dat de Refolutie der Bondgenooten van 25 Maart 1651 alleen applicabel was, op de Steeden ftem in Staat hebbende en dus geenfints op de Steeden in de Generaliteits Landen. 1713 29 April. RefolutieRaad van Staate,ter geleegenheid van een conflict van Jurisdictie , tuffchen de Krygsraad tt 5'Bosch en de Raad van Braband, over de te regtftelling van de Kntgt van een Officier, eenige feitelykheeden in de Heci% NALEZING van STUKKEN Raad van Staate, in dato 20 April 1741 verftaan , dat de publicque verkoping van Goederen, toekomende aan Militairen , zynde van het Guarnifoen, competeerde aan den Auditeur Militair, maar niet van een ander Militair , die niet onder her Guarnifoen gehoorde; welke dispofitie de Raad van Staate nog nader heeft geinhaereert, by Refolutie van 26 Aug. 1763- Generaliteits Landen. Crimineele zaaken.  tót de MILIT. JURISDICTIE. 285^ Anno 1718 Heerlykheid Dinther gepleegt hebbende ; de Krygsraad gelast zig in geene Procedures voor den Raad van Braband te moeten inlaaten, gelyk by Refolutie Raad van Staate in dato 17 Mey de Krygsraad nader is gelast, niet te dcfereeren aan het Poenaal van den Raad van B'*aband; als zynde de Krygsraaden ongehouden rekenfchap aan dezelve te geven, of fubject aan haare beveelen. Evenwel vermits het Delict begaan was buiten het Guarnifoen, en den Delinquant, door de órdinairis Civilen Regter in loco delicti was geapprehendeert, gerefolveert Schout en Scheepenen van Dinther dc voornoemde Suppliant over te laaten. 29 November. Refolutie Raad van Staate, op voorftel van den Fiscaal van Braband , geobtineert hebbende Mandement Crimineel tegens Coenraad Dragonder in het Regiment van de Heer van Tilburg, over een Manflag begaan aan een Ingezeeten van Tilburg, en dewyl hy geretireert is naar Maaftricht, verzoekt gemelde Fiscaal ordres aan den Gouverneur of Stadhouder aldaar, om hem te apprehcndeeren en over te geeven: En in agting genomen zynde, dat het delict, niet Militair maar gemeen delict is, en begaan buiten het Guarnizoen : Ordres aan den Gouverneur van Maastricht , om den voornoemden Dragon-  286 NALEZING van STUKKEN Anno 1719 gondcr te doen apprehendeeren en overleeveren , aan de ordres van den Raad van Braband, ten ware de Krygsraad aldaar geprevenieert had. 25 July. Refolutie Raad van Staate, agting genomen, dat de Militaire Jurisdictie buiten de Steeden, ftem in Staat hebbende, generaal voor alle delicten ook Commune is geëxecreeert; den Gouverneur van Breda aangefchreeven, geene nieuwigheeden toe te ftaan, nogte aan Officier en Scheepenen van Breda, iets te defereeren al was het op ordre van den Raad van Braband: by die geleegenheid generale ordres aan alle Gouverneurs, &.c. nopens het niet refpecteeren van ordres van den Raad van Braband, zelfs geen prceventie te admitteeren, als alleen te pas komende in opzigte van Regters een gemeene Jurisdictie hebbende, maar geenzints als by Wet of Refolutie, alle misdaden zonder onderfcheid, door zekere Perfonen begaan, voor een zeekeren en bepaalden Regter, moeten worden geoordeelt en geftraft. 30 October. Refolutie Raad van Staate, tegens den Raad van Braband by Misfive aan haar Hoog Mog. beweezen, dat niet Schepenen van Breda , maar alleen de Militaire Regter, competent is, kennis te neemen van een Manflag door een Ruyter aan een Ingezeeten begaan. 1721  tot ds MILIT. JURISDICTIE. 287 Anno 1721 1723 4 December. Refolutie Raad van Staate , by geleegentheid dat twee Soldaten van het Regiment van den Lieutenant Generaal vander Beeke eenige exceffen te Buuren begaan hadden, gedeclineert het verzoek door die twee Soldaten aan de Krygsraad van het Guarnifoen te Sluis gedaan, en zulks in agting genomen zynde , dat het voorfz voorval gebeurt was niet in de plaats van het Guarnifoen, maar tot Bituren, en zulks op de plaats, daar de voornoemde Soldaten niet anders konden worden geconfidcreert, dan als particuliere Perfoonen. 23" February. Refolutie Raad van Staate , in agting genomen dat zeekere Otto Roeters, gepenfioneert Vaandrig op den weg tuffchen Ryswyk en den Haag, een Manflag begaan hadde aan den Vaandrig Stuwting, en dat het Hof van Holland ten eerften kennis had genomen van het voorfz fait cn actueel bezig waren in die zaak te procedeeren, en dat de voornoemde gepenfioneerde Vaandrig Roeters,op requifitie van het gemelde Hof, was geapprehendeert geworden ; is gerefolveert den Commandeerenden Officier te 's Bosch aan te fchryven , den geapprehendeerden te laten volgen , aan den Politicquen Regter zonder dezelve van wegens den Krygsraad t» reclameeren. 1724  288 NALEZING van STUKKEN Anno 1724 1726 1729 20 November. Refolutie Raad van £taate , een Vaandrig voor Scheepenen van 's Bosch in' Perfoon gedagvaart zynde over een begaane Manflag te Oofterwyk,om dat zig heeft ingelaten voof Scheepenen en niet tot het Guarnisokn gehoort; de Krygsraad gelast, zig dit geval niet aan te trekken. 23 Augufty. Refolutie Raad van Staate , tuflchen de Magiftraat van Sluis en de Krygsraad, disput zynde over het fchouwen van een Soldaat van het Guarnifoen door een ander doodgeftoken: is de Krygsraad in het gelyk eeftelt. J ö 28 October. Refolutie Raad van Staate, ter gelegentheid van het apprehenderen van «eekeren Boone, te Sas van Gent, de Fortificatiën hebbende befchadigt ; generale ordres aan alle Guarnifoenen dat over geen delicten mag werden gecompoTeert. 29 Augufty. Refolutie Raad van Staate, twee Soldaten aandadig aan een Manflag te Berlicum begaan tegens een Ingezeeten aldaar, is op daar toe exprés gedaan verzoek, van den Heer van Berlicum, de Krygsraad te s'Bosch gelast, tegens dezelve te procederen. Dp verzoek van den Raad van Braband, fuftineerende, dat de cognitie deezer zaake behoorde aan de Plaatfelyke Regter , vermits de misdaad buiten het Guarnifoen gepleegd was, heeft de  tot de MILIT. JURISDICTIE. 289 Anno ï?35 1736 J738 Nal. de Raad van Staate in agting genomen dat de Krygsraad van s' J^oscb, alleen gelast was over die zaak te cognosceeren bp verzoek van den Heer van Berlicum , en uit vreeze dat de misdaat anderzints ongeftraft blyven zoude, op den 26 September. Gerefolveert den Krygsraad te gelaften, om des verzogt werdcnde, den Gevangenen Soldaat, aari den Heer van Berlicum over te geeven, mits gerefundcert werden de kosten. 7 Maart. Refolutie Raad van Staate, een Cadet van het Guarnifoen te Zutphen, hebbende begaan eene Commune deliétum te Venlo , is dezelve aan de Magiftraat aldaar overgelaten. 10 September. Refolutie Raad van.Staate , Commune deliÜen, ook door gelicentieerde Soldaten te Bergen op Zoom begaan, te doen .ftraffen by de Krygsraaden. 4 Maart. Refolutie Raad van Staate, een Soldate Vrouw, welke by een vonnis des Krygsraads van het Guarnifoen te Sluis in Vlaanderen, gecondemneert was tot geeffeling en banniffement, gedurende haare zwangerheid niet konnende worden geëxecuteert, is de Proovbost van het Guarnifoen gelast, voor haar kostgeld ten lafte van het Land, fes ftuivers daags te mogen declareeren. I. Deel II. Stuk. T 1739  290 Anno ' '739 1740 1741 NALEZING van STUKKEN 16" October. Refolutie Raad van Staate7 ' genoegen genomen , dat de Magiftraat van Aardenburg, cognosceerde over een Manflag door een Corporaal in Guarnifoen te. Sluis, even buiten Aardenburg voornoemt begaan; vermits de misdaat was begaan buiten het Guarnifoen. 11 December. Refolutie Raad van Staate , in het Marquifaat van Bergen op Zoom , een zwaar delict zynde begaan door vier Perfoonen, waar van een by den Drosfaard is geapprehendeert, en twee andere Soldaten zynde van het Guarnifoen van Breda , aldaar by den Provoost zyn gefteft: is verftaan dat op dc reclame van den voornoemde Drosfaard, de voornoemde twee Soldaten beneevens de derde Soldaat, indien geapprehendeert word, zullen worden overgegeeven, niettegenftaande dezelve twee Soldaten geconfesfeert hebben , een Diefftal (en dus „ een minder delict, als zy in het Marquifaat begaan hadden) te Breda begaan te hebben. 31 January. Advis van Staaten Generaal , weegens een disput, tuffchen de Magiftraat van 's Bosch en de Krygsraad aldaar, over de judicature van Margriet Valk, by dé Krygsraad geapprehendeert en befchuldigt van het debaucheereh van Soldaten , uit den dienst van het Land.  tot de MILIT. JURISDICTIE. a$t Anno '74* ï742 9 e?z ro February. Eeh Soldaat vaft het Guarnifoen van Breda 5 een Diefïtal hebbende begaan in het Oostquarticr van het Marquifaat, en door den Drosfaart van Breda, buiten de Stad geapprehendeert zynde , is dezelve door de gemelde Drosfaart aan de Militaire Juftitie overgegeeven, die by den Raad, by Refolutie van ro February voornoemt gelast is, denzelve wederom over te geeven aan den Droffaart vau het Overquartier van het Marquifaat van Bergen op Zoom , alwaar hy de Diefftal gepleegt had. 3 November. Refolutie Raad van Staate, een Burger van. Bergen op Zoom eenige Paliffaden aldaar leggende geftole hebbende, door de Militaire Wagt geapprehendeert zynde, is ordre gegeeven om dezelve aan aan de Magiftraat over te geven. 7 en 17 November. De Magiftraat fustineert, dat dezelve moet worden overgegeeven , ter plaatfe alwaar hy geapprehendeert is 14 December Refolutie 22 dito. 27 July. Een Soldaat van het Guarnifoen van Breda, aldaar een Diefftal begaan hebbende en in Dirksland geapprehendeert zynde , door den Drosfaart van Breda, is disput ontftaan tuffchen den Droffaart en den Krygsraad, aan wien de judicature over denzelven competeert én is hangende het T % voorfz  202 Anno 1743 NALEZING van STUKKEN voorfz disput by Refolutie van den Raad van Staate in dato als voren , verftaan, dat denzelven ondertuffchen aan den Krygsraad zoude worden overgegeeven onder een Acte van non prejuditie. 5 September. Refolutie Raad van Staate , in conformiteit van haar Ed. Mog. Refolutie van 2.5 July 1719 op Advis van den Fiscaal van de Generaliteit, gedeclareert, dat in de Generaliteit , aan den Raad competeert de cognitie over Militaire Commune delicten begaan hebbende, en heeft geen preventie plaats. 3 December. De Vrouw van een Soldaat van het Guarnifoen te Breda, aldaar een Diefftal hebbende begaan , is de Droffaart by Refolutie van den Raad van Staate, in dato als voren gelast, dezelve aan de Krygsraad over te geeven. 15 December 1742. Refolutie Staaten Generaal Miffive van Droffaart, Burgemeefteren en Scheepenen van Breda over de reclame van den Raad van Staate: Commiff. met den Raad van Staate. 31 Mey. Rapport en Refolutie Staaten Generaal, de Soldate Vrouw aan den Krygsraad over te geeven vermits Breda niet was in een der zeeven Provintien , maar in het reffort van de Generaliteit en dus aan dezelve in gemee-  uot de MILIT. JURISDICTIE. 293 Anno 1745 meene delicten een Jurisdictie competeert over Militairen aldaar Guarnifoen houdende, nog daar over eenige preventie konde fundeeren. 17 July. Refolutie Raad van Staate, dezelve overgegeeven, en de koften van detentie betaalt. 1 r Augufty. Een Soldaat van het Regiment van Budenbroek in de Meyerye van 'sBosch,veele moedwilligheeden hebbende gepleegt, en ten platten Lande door den Stadhouder geapprehendeert en op de Poort te 's Bosch gevangen gezet zynde,is dezelve door den Gouverneur van 's Bosch gerevlameert, dog is verftaan, dat de Cognitie daar van competeert aan Scheepenen van 's Bosch. 17 September. De Lieutenant Generaal van Echten, Commandeur teMeenen, zig niet wel gequeeten hebbende, in de beleegering van Meenen, is de Fiscaal van de Generaliteit geauthorifeert, zig nopens de overgaaf der Stad te informeercn. 15 April. De Fiscaal geauthorifeert, om tegen van Echten te procedeeren. 21 April. Verfoek van de Fiscaal, om Brieven van befchryving , en geaccordeert, adde 23 , 29 Juny. 22 Juny. Qvergefonden zynde de Vonnilfen van den Krygsraad te Velde, ten latte van den Collonel Commandant Appius, Major Sickinge, Lieutenant Sluiterman en Vendrigs Petreus en Colt- T 3 bof;  £94 NALEZING van STUKKEN Anno hof, die zig in de A&ie-iy Doornik hebben fchuldig gemaakt aan Wandeyoir , zynde voorfz Vonnilfen met de informatien gefteld in handen van den Fiskaal van de Generaliteit. 28 Juny. Advis van den Fiscaal, en dezelve geauthorifeert van de voorfz Vonnilfen te appelleeren. 1 July. Aan denzelven verleent Mandement van Appel.met de Claufule van Apprehentie en Editie. 2 July. Letteren requifitoir aan de Magiftraat van Groningen, en het Hof van Friesland, om Apprehenfie. 19 July. Antwoord van het Hof van Vriesland, dat heeft doen apprehendeeren. 19 July. Dcclinatoir Antwoord van de Magiftraat van Groningen,om gemelde Appius en Sickinge te apprehendeeren, en overgeven, en Antwoord aan dezelve. 2 3 July- De Fiscaal geauthorifeert , om Petreus door den Drost van den Raad te doen af haaien , en op de Voorpoorte alhier té doen logecren. 29 July. De Gedeputeerde Staaten van Vriesland weigeren de voorfz Vendrig te laaten volgen. 16 Augufty. Groningen perfiftcert by haare weigering, zynde de voorfz Refolutien van den jaare 1744 en 1745 alle van den Raad van Staate. Edele  tot de MILIT. JURISDICTIE. 295 • Edele Mogende Heeren , By Refolutie van den 7 April laatstleden hebben U Ed. Mog. in handen van den ondergetekenden Advocaat Fiscaal van de Generaliteit gelieven te Hellen eene Refolutie van hunne Hoog Mog. van den 20 February laatstleden, waar by met deezen Raade van Staate wordt commifforiaal gemaakt eene Miffive van den Raade van Braband, met opzigt tot de Militaire Jurisdictie in Braband, op den 19 February 1784 aan Hoogftgemelde hunne Hoog Mog. gefchreeven; als mede eene Refolutie van hunne Hoog Mog. van den 9 Maart laatstleden, waar by met deezen Raade van Staate wordt Commiiforiaal gemaakt het geproponeerde van de Heeren Gedeputeerden van Vriesland , op exprelfe last van de Heeren Staaten hunne Principaalen infterende op den fpoedigen voortgang van het befoigne, by hunne Hoog Mog. op den 20 February laatstleden gedccerneert op de voorfz Miffive van den Raade van Braband; en nog eene Refolutie van hunne Hoog Mog. van den 17 Maart laatstleden, waar by insgelyks met deezen Raade van Staate word Commifforiaal gemaakt eene nadere Miffive van den Raade van Braband over het gemelde onderwerp, op denzelfden 17 Maart gedateert; gelyk meede de Bylaagen dier Commifforiaale Refolutien; welke Bylaagen zyn de evengemelde twee Miffives van den Raade van Braband; alles ten einde de ondergetekende Advocaat Fiscaal U Ed. Mog. op den inhoud van de gemelde Bylaagen zoude dienen van zyne confideratien en advis, T 4 Om  296 NALEZING van STUKKEN Om aan den gemelden last van Uwe Ed. Mog. met betrekking tot eene zaak van zoo veel gewigt: naar des ondergetekendens geringe vermogens te kunnen voldoen, heeft de ondergeteekende Advocaat Fiscaal vermeend, verpligt te zyn, om niet alleen zyne confideratien op die beide Miffives van den Raade van Braband aan Uwe Ed. Mog. voor te dragen ; maar ook, om by deeze Memorie kortelyk na te gaan de gronden , op welke de Militaire Jurisdictie in Braband , zoo als dezelve thans plaats grypt, berust. Wat dan in de eerfte plaats betreft de beide Miffives van den Raade van Braband, zoo reinarqueert de ondergeteekende Advocaat Fiscaal , dat die Raad by zyne eerfte Miffive doet twee verzoeken. ,, Voor eer ft, dat hunne Hoog Mog. zooda„ nipe efficacièufe ordre gelieven te ftellen, ,, dat door geene Militaire Regters, of door ,, wien zulks ook zoude mogen wezen, op de ,, Territoriaale Jurisdictie in Braband meer gë- ëmpieteert worde; ,, En ten anderen, dat hunne Hoog Mog. ,, zoodanige gepaste voorziening gelieven te ,, doen , dat alle de zaaken, welke by de af,, fchaffing van den Hoogen Krygsraad aldaar onafgedaan zyn gebleven, en welke uit het diftrict van Braband herkomftig en objecten der ordinaris Juftitie zyn mogten , het zy Crimineele of Civiele, voor zoo verre niet ,, pure Militair zyn, mogen worden overge,, bragt of tot den Raade van Braband, of tot de Gerégten der Steeden en Plaatzcn , alwaar dezelve volgens de Grondwetten van „ Bra-  tot de MILIT. JURISDICTIE. s, Braband hadden behooren beregt te worden; „ en dat mitsdien hunne Hoog Mog. het daar ,, heen gelieven te dirigeeren , dat zulks door deezen Raade van Staate mooge worden ge- effectueert." By die twee verzoeken heeft de Raad van Braband by zyne nadere Miffive nog gevoegt dit derde verzoek. ,, Dat hunne Hoog Mog. zoodanige voor,, ziening gelieven te doen , waar door de voor- gemelde zaaken niet uit haar geheel gebragt, ,, maar in ftaate gelaaten Worden , tot dat door de refpective Bondgenooten zoodanige finaale Refolutie op deeze materie zal geno„ men zyn, als Hoogftdezelve zullen meenen ,, te behooren." Gelyk nu het laatstgemelde verzoek alleen]yk voorkoomt als een gevolg van de voorige verzoeken, zoo zal de ondergeteekende Advocaat Fiscaal , alvoorens de gronden voor het principaale verzoek ter toets^te brengen, vooraf nopens dat laatfte verzoek refleéteeren, dat, zyns bedunkens, alle redelykheid voor het zelve pleiten zoude , indien de Raad van Braband het zelve bepaald had tot de finaale afdoening der gemelde zaaken, en niet tot het in ftaate laaten van dezelve; want moeiten die zaaken in ftaate blyven , dan zoude daar in niet mogen worden voortgeprocedeert, en dus de loop der Juftitie zoo lang moeten blyven geftremt; waar door in het byzonder de detentie der gevangenen (indien er zoodanige, ais door den Raade van Braband bedoelt worden , mogten zyn) buiten noodzaakclykheid verlengt zoude worden. T 5 He:  298 NALEZING van STUKKEN Het verdiend ook zyne opmerking, dat de Raad van Braband het laatstgemelde verzoek gedaan heeft, ter gelegenheid der overbrenging van den Soldaat Pieter Cicot, die zyn meede Soldaat om het leven heeft gebragt; het welk dus eene misdaad uitlevert van den eenen Soldaat tegen den anderen : en mitsdien eene zaak, waar over de gezaamentlyke Hooge Bondgenooten by de bekende Refolutie van den 25 Maart 1651 de judicature zoo expreiïelyk aan den Militairen Regter hebben gedbfereert. Niet minder aanmerkelyk is het, dat de Raad van Braband by die laatfte Miffive een ftap verder gaat, dan by dc eerfte, door zig regtftreeks te beklaagen over deezen Raade van Staate; dat, naamelyk, de Raad ten opzigt van dc gemelde zaaken Actcs van Jurisdictie exerceert; en dus fchynt de Raad van Braband deeze gewigtige zaak te willen doen voorkomen, als eene eenvoudige Jurisdictie queftie; daar de ondergeteekende Advocaat Fiscaal zig nogtans mcrkelyk moet bedriegen, indien ten deezen niet waarlyk de queftie is over de Hoogheid en Souverairiiteit van de gezaamentlyke Hooge Bondgenooten ; waar van de ondergeteekende in het vervolg gepaster gelegenheid zal hebben nader te fpreeken. Hier meede de laatfte Miffive van den Raade vzn Braband hebbende afgehandclt, reflecteert dc ondergeteekende Advocaat Fiscaal ten aanzien van de verzoeken, by de eerfte Miffive gedaan , dat het eerfte verzoek in zig vervat eene onderftclling , dat door dc Militaire Rcgters , of door anderen , die gedeflgneert worden met de woorden, door ivien zulks ook zou-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 299 zoude mogen wezen, op de Territoriaale Jurisdictie in Braband zoude wezen geëmpieteert; en uit het tweede verzoek blykt, dat hetzelve empieteeren door den Raade van Braband word gefteld daarin te beftaan , dat alle Crimineele zaaken, voor zoo ver dezelve niet zyn pure Militaire delicten , en alle Civiele zaaken , de Militairen concernerende, niet gelaaten zyn aan de judicature van den Raade van Braband of van de Geregten der Steeden en Plaatzen in Braband. De Helling van den Raade van Braband is derhalven eigenlyk deeze , dat de Geregten van de Steeden en Plaatzen in Braband eene algemeene Jurisdictie hebben over de Militie van den Staat, welke zig in Braband bevinden dat de Raad van Braband is de fuperieure Regter over die Militie van den Staat, met uitzondering alleen van de pure Militaire delicten. In het voorbygaan merkt de Advocaat Fiscaal met opzigt tot het tweede verzoek alleenJyk aan , dat hetzelve is een bloot gevolg van het eerfte verzoek, en dus gefundeert zoude zyn, indien de gemelde ftelling van den Raade van Braband op folide gronden beruftede. Het zal daarom alleen de vraag zyn, of de Raad van Braband die ftelling bewyst. Maar eer de ondergeteekende Advocaat Fiscaal toetreed, om na te gaan, welke de gronden zyn, die door den Raad van Braband by zyne Miffive zyn geavanceert, moet de ondergeteekende voor af maaken deeze twee reflectien ; Foor eer ft; dat de Raad van Braband ten deczen meer het zwaard opvat voor de Steeden en Plaat-  9oo NALEZING van STUKKEN Plaatzen in Braband , dan voor zig zei ven ; vooral met opzigt toe het Crimineele; alzoo volgens de Regten , Wetten en Privilegiën van Braband geen appel of reformatie vallen kan van Crimineele Vonnilfen, in Braband gewezen, dan alleen in de gevallen, dat die Vonnilfen laboreeren aan nulliteit en informaliteit; gelyk hunne Hoog Mog., op herhaald advies van den Hoogen Raade van Holland, Zeeland en Vriesland, een en andermaal verklaart hebben by Hoogftderzelver Refolutien van 15 Ar pril 1707 en 25 July i7'53; waarom het den pndergeteekenden Advocaat Fiscaal toefchynt, dat men zoude kunnen twyfelen aan de bevoegtheid van den Raade van Braband tot het doen van zoodanige ongelimiteerde verzoeken; immers fchynt het, dat die Raad zig onbezwaart zoude hebben kunnen vinden, met zulks over te laaten aan de Geregten der Brabandfche Ste-i den, die meermaalen blyken gegeeven hebben, van geepzins onverfchiliig te zyn ten aanzien van hunne Jurisdictie; waar van de bewyzen zig by het.vervolg deezer Memorie zullen maiiifefteeren; Ten anderen, dat, indien de ftelling van den Raade van Braband gefundeert is, de Heeren Commiffariffen Decifeurs der beide Hooge Hee-i ren van Maaftricht, de Raad van Vlaanderen, en het Hof, geordonneert in het Overquartier. van Gelderland, meede geregtigt zyn tot het voeren van dezelfde fuftenue; en de Militie van deezen Staat derhalven zoude moeten worden onderworpen aan de judicature van die Hee. ren Decifeurs, en van die Geregtshoven ; als meede van de Steeden. en Plaatzen, daar on-  tot de MILIT. JURISDICTIË. jof der refpeétivelyk behoorende; en dus ook onder de judicature van Regters van eene andere Mogendheid, of van den Roomfchen Godsdienst; zoo als, by voorbeeld,van het geregt der Stad Venlo. Dat een en ander vooraf gereflccteert hebbende, gaat de ondergeteekende Advocaat Fiscaal nu over ter discusfie van de gronden , by de Miffive van den Raade van Braband voor deszelfs ftelling gelegt. De eerfte grond fchynt te moeten worden gezogt in het voorftel van den Raade van Braband, dat die Raad al van de eerfte tyden zyner erectie af heeft tegengegaan de ufurpatien en infraétien van het Militair gebied op de wettig verkregen Jurisdictie van de Magiftraaten en ordinaris Regters in Braband,en op deprseeminentien van den Raade van Braband zelve; en dat des niettegenftaande het Syitema eener onbepaalde Militaire Jurisdictie in Braband wederom is geëxerceert geworden; en dat welgemelde Raad niet behoeft te treeden in een detail van zaaken en gebeurteniffen , om hunne Hoog Mog. te doen gevoelen, hoe zeer de demarches van de Militaire Krygsraaden geftrekt hebben , om de Jurisdictie van denzelven Raade , en der plaatfclyke Regters op het grondgebied van Braband, te krenken, het Juftitiewezen in veragting te brengen , en de belangen der Ingezeetenen te benadeelen. Edele Mogende Heeren , de ondergeteekende Advocaat Fiscaal vind in dat voorftel in algemeene bewoordingen voorgedraagen, wat de Raad van Braband met opzigt tot de Militaire Jurisdictie in Braband heeft gedaan, en wat  302 NALEZING van STUKKEN wat de Militaire Regters aldaar zoo voorheen*' als nu wederom dienaangaande zouden hebben verrigt; hy vind gewag gemaakt van zaaken en gebeurteniiFen, dewelke in.de Registers, zoo van hunne Hoog Mog., als van den Raade van Braband overvloedig te vinden zouden zyn; hy vindt ook ter neder geftelt, dat de demarches van de Militaire Krygsraaden geftrekt hebben, om de Jurisdictie van den Raade van Braband en der plaatfelyke Regters op het Grondgebied van Braband te krenken; het Juftitie- wezen in veragting te brengen, en de belangen der Ingezeetenen te benadeelen; zwaare befchuldigingen voorzeker ten lafte van de Militaire Krygsraaden , en fterke uitdrukkingen ! dog die niet minder gehazardeert zouden zyn, indien het blyken mogt, dat die Krygsraaden hunne Jurisdictie van den beginne der Republicq af tot heden toe niet anders geëxerceert hebben , dan ingevolge de Souveraine Wetten en beveelen der Hooge Bondgenooten; want dan zoude de Raad van Braband, hoe zeer ook tegen deszelfs intentie , de Hooge Souverainen van de refpective Provintien regtftreeks befehuldigèn , dat Hoogftdezelve aan hunne Militaire Regters zoodanige Jurisdictie in Brabandgedefereerthadden, waar dooide Regtsdwang van den Raade van Braband en van de plaatfelyke Regters gekrenkt, het Juftitie-wezen in veragtjng gebragt, en de belangen der Ingezeetenen benadeelt waren geworden; door hoedanige befchuldiging de Hoogheid en Souverainiteit der gezaamentlyke Hooge Bondgenooten niet weinig zouden worden aangerand. Edoch  tot de MILIT. JURISDICTIE. 303 Edoch of de Krygsraaden in Braband hunne Jurisdictie verder geëxtendeert hebben, dan de Wetten en Beveelen hunner gezamentlyke Souvereinen, toelieten, zal by het vervolg deezer Memorie nader moeten blyken ; ondertuffchen meend de ondergeteekende Advocaat Fiscaal temogen zeggen, dat.hy, zulke zvvaare befchuldigingen leezende, verwagt had, de bevvyzen daar van in de Miffive van den Raade van Braband te vinden; maar het is , zyns bedunkens, in die Miffive gebleven by enkele pofitieven , illatien , confequentien en bloote onderftellingen van het geene door welgemélden Raade in quarftie geftelt wordt; het detail der zaaken en gebeurteniifen, waar van die Raad gewag maakt, was, naar de meening van den Ondergeteekenden, niet alleen noodig, maar volltrekt onontbeerlyk, om de bewyzen van het gepofeerde daar te ftellen; doch de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal verbeeld zich, dat dan ras gebleken zoude zyn, dat het Syftema eener Militaire Jurisdictie, welke door den Raad van Braband onbepaald genoemt wordt, geenzints eene nieuwigheid in Braband is, maar aldaar reeds getubüfteert heeft van den eerften aanvang der Republicq af tot heden toe; zoo als ook, dat hetzelve Syftema berust op de Wetten en Refolutien van de Hooge Bondgenooten , en van Hoogstderzelver Repraafentanten in de Vergaderingen van hunne Hoog Mog. en van deezen Raade van Staate; ja dat zoo dikwyls de Raad van Braband, of de Gerechten van Steeden in Braband getragt hebben} hunne Jurisdictie te extendeeren over de  §o4 NALEZING van STUKEEN naris Juftitie fua natura behoorende. Alle die raifonnementen, Edele Mog. Heeren! want men houde het den Ondergeteekenden Advocaat Fiscaal ten goede , bewyzen voor de ftelling van den Raade van Braband zyn het niet; alle die raifonnementen zoude de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal volkoomcn kunnen toegeven, indien uit den zaamenhang der Miffive van den Raade van Braband niet bleek, dat die Raad daar aan eene meerder uitgeftrektheid geeft, dan de gewoone betekenis der woorden ichynt meede te brengen; immers zal niemand ontkennen, dat van ouds af geene ande^ re Jurisdictie, welke betrekking heeft tot de adminiftratie der ordinaris Juftitie, in Braband is toegelaaten , dan die uit den boezem van den Souverein is geproflueert, en aan den Raade, of aan de plaatfelyke Rechters in Braband, is gedefereert ,• en dat hunne Hoog Mog. nimmer aan de ordinaire Juftitie hebben willen onttrekken, en aan eenig ander Rechter hebben willen opdragen eenig Recht van Jurisdictie over Perfoonen en zaaken, die fua natura tot de ordinaire Juftitie in Braband behooren; maar onder die algemeene woorden verbergt zich die adfumtie, dat meede in Braband uit den aart der zaake onder den Rechtsdwang van de ordinaire Juftitie behooren zouden de Perfoonen en de zaaken van 'sLands Militie; en het is dart die adfumptie, waar omtrent de Raad van Braband zich de moeite niet gegeven heeft,eenig bewys by te brengen, welke de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal met fiducie ontkend; Om Nal. I. Deel. II. Stuk. V dat  3o6 NALEZING van STUKKEN dat uit die onbewezen adfumptie noodzaakclyk zoude moeten volgen, dat het Recht van Jurisdictie in Braband egaal zoude zyn mot dat van de Souvereine Provintien, en dus de natuurlyke Grenzen der Militaire jurisdictie even dezelfde zouden wezen op het onderworpen , als op de Souvereine Territoircn; op de Souvereine Territoire der refpective Hooge Bondgenooten , en op de Landen, die door de Wapenen dier overwinnende'Bondgenooten geconquefteert zyn; ten dien effecte, dat de Gerechten dier geconquefteerde Landen zouden hebben eene originaire en univerfeele Jurisdictie, welke uit dc Privilegiën dier overwonnen Landen zouden voortvloeien, en welke dus geenzins door de gezaamentlyke Souvereinen dier over wonnen Landen aan die Gerechten zouden weezen geconcedeert, en by gevolg ook door die Souvereinen niet zouden kunnen worden bepaald ; en de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal ontkend al verder die adfumptie, om dat die Brabandfche Jurisdictie zich dan ook zoude moeten uitftrekken over de Militie van de Hoge Bondgenooten, hoe zeer het overwonnen en afhangelyk Braband geenerley Recht van Souvereiniteit over die Militie pretendeeren kan ; om dat niet alleen 's Lands Militie dan onderworpen wezen zoude aan die Brabandfche Jurisdictie, maar zelfs alle de geene, die zich op het Brabandfche Territoir mogten bevinden; en dat dus zelfs de Hooge Regenten der refpective Souvereine Provintien, in Braband koomende , uit kragte van zoodanige originaire en Territoriaals jurisdictie,zouden moeten terecht ftaan voor de Gerechten hunner eigen gecon- ques-  tot dé MILIT. JURISDICTIE. 307 quefteerde Landen; en dus de Overwinnaars voor de overwonnenen; ja hadden de geconquefteerde Landen zoodanig eene originaire en Territoriaals Jurisdictie, welke alleen het gevolg is van de Souverainiteü , zouden die geconquesteerde Landen dan ook niet met alle recht kunnen vorderen, om voor integrerende Leden van den Staat en van het Hooge Bondgenootfchap te worden erkend ? en die originaire en Territoriaal e Jurisdictie der Souveraine Bondgenooten kan of mag derhalven geenzins geconfundeert worden met eene geconcedeerde Jurisdictie op een af hangelyk Territoir van geconquefteerde Landen. Verre zouden dan ook te zoeken zyn de bewyzen voor zoodanige verregaande adfumptie; en het tegendeel van dien zal ten klaarften blyken , wanneer by het vervolg deezer Memorie zal worden aangetoond, dat de Militaire Jurisdictie, zoo ais dezelve in Braband en de verdere Generaliteits Landen fubfifteert, direételyk uit den boezem van den Souverein, van de gezamentlyke Hooge Bondgenooten , is voortgcvloeit; de Raad van Bratrnd heeft by zyne Miffive dan ook geen het minfte bewys voor zyne gemelde adiumtie bygebragt; wel wordt er in die Miffive gefproken van Rechten en Privilegiën der Ingezeetenen van Braband; en van zaaken en gebeurtenisfen, welke zoo in de Registers van hunne Hoog Mog. als van den Raade van Braband overvloedig zouden te vinden zyn ; doch die zaaken en gebeurteniffen worden niet opgegeeven; die Rechten en Privilegiën worden niet gefpecificeert; en veel minder wordt uit de eene en andere behoorlyk V a be-  3cS NALEZING van STUKKEN betoogt, dat (het zy den Ondergeteekendeïï gepermitteert, de zaaken met haare naamen te noemen} dat die verregaande en geheel nieuwe pretenfien van den Raade van Braband eenigzins gefundeert zonden zyn. Alle bewys voor de ftelling van den Raade van Braband dus geheel ontbreekende , bewys het welk dien Raad, als eene territoriaale en univerfeele Jurisdictie over de Militie van den Staat in Braband (uitgezondert alleen ten aanzien van pure Militaire delicten]) pretendeerende, zekerlyk zoude incumbeeren; zoo zoude de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal hier meede kunnen agten,aan Uwer Ed. Mog. Refolutie te hebben voldaan; en zig dus over de gronden der Militaire Jurisdictie in Braband en de verdere Generaliteits Landen niet behoeven te uitten; maar het gewigt der zaak, als, zyns bedunkens, de Hoogheid en Souverainiteit van het algemeene Hooge Bondgenootfchap regtftreeks toucheerende, vordert van den Ondergeteekenden Advocaat Fiscaal, dat hy zoo kort doenelyk aanwyze de ware gronden der Militaire Jurisdictie, zoo als dezelve van den beginne van de Republicq af tot heden toe in de overwonnen Generaliteits Landen heeft plaats gehad. Tot dat einde zal de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal in overweging neemen de drie navolgende zaaken, Voor eerst, de eigenlyk gezegde wetten, waar uit, de Jurisdictie voortvloeir, Ten tweeden, de Refolutien, zoo door hunne Hoog Mog. als door deezen Raa • de van Staate daaromtrent van tyd tot tyd  TOT DE MILIT. JURISDICTIE. 3°9 tyd genomen , waar door de voorgemel• de Wetten in eene conftante practyk zyn gebleven. En ten derden de reedenen, waar in die Wetten en Refolutien gefundeert zyn. Wanneer de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal dan nu in de eerfte plaats zal nagaan de eigenlyk gezegde Wetten, uit welke de Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen voortvloeit , zal de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal beginnen met het eerfte tydftip der exiftentie van het Hooge Bondgenootfchap, te weten, met de Unie van Utrecht van den jaare 1579, door welke eene Republicq der Vereenigde Nederlandenen een Hoog Bondgenootfchep van de zeven Souverainen dier Landen geboren is geworden. Trouwens in eene byzondere discusfie van het Romeinfche Regt en van de dispofitie van het agt en feitigfte Articul van de Crimineele Ordonnantie van den jaare 1570 behoeft dc Ondergeteekende Advocaat Fiscaal niet te treden ; vermits het geenzins ontbreekt aan duidelyke en klaare Wetten van de Souveraine Bondgenooten; dit alleen meend de Ondergeteekende ten aanzien dier Crimineele Ordonnantie te moeten refieóteeren, dat, offchoon by die Wetten van de Hooge Bondgenooten geen gewag word gemaakt van het agt en fes* tigfte Articul dier Crimineele Ordonnantie, die Wetten nogtans zoo wel als de daar uit voortgevloeide practyk in veele opzigten met het dispofitief van dat agt en festiglte Artikel overeenkomen; zoo als de Ondergeteekende Ad- V 3 VQ*  3io NALEZING van STUKKEN vocaat Fiscaal met opzigt' tot het Romeinfche Regt ook moet aanmerken , dat de Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen al meest naar dat Regt is ingerigt géworden , het welk gemakkelyk zoude kunnen worden aangetoond; en dat, offchoon het eene waarheid is, dat het jus publicum Remanum in alle zyne deelen nimmer als een Land-Regt door de Hooge Bondgenooten is aangenomen, of als zoodanig niet aangenomen heeft kunnen worden;het gebruik nogtans fchynt gewild te hebben, dat het/elve jus publicum Romanum als een gepaste regel voor de Militaire Jurisdictie is befchouwt en ingeroepen geworden; niet alleen door groote Staatkundigen en beroemde Regtsgeleerden deezer Landen,zoo als een Slingeland, een Bynkershoek, een Sande, een Voet ,een Mattheus en diergelyken; maar ook door hunne Hoog Mog. en door deezen Raade van Staate zelvewaar van de blyken zig by het vervolg deezer Memorie zullen opdoen. Het heilig Verbond der Ucrechtfche Unie is dan, naar de gedagten van den Ondergetcekenden Advocaat Fiscaal, de eerfte Wet, welke ten deezen in aanmerking koomt, als den grondflag zynde van alle de Wetten en Refolutien , welke vervolgens door de Hooge Bondgenooten ten aanzien van de Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen gemaakt of genomen zyn. Niemand zal ontkennen , dat het voornaa'mo oogmerk dier Unie van Utrecht geweest is dc aigemeene befcherming der gezamentiyke Hooge Bondgenooten; om dat oogmerk te bereiken moest het Hooge Bondgenootfchap noodwendig  tot' de MILIT. JURISDICTIE. 31 ï dia hebben eene gemeene Militie, waar over die Hooge Bondgenooten eene gemeenlchappelyke volltrekte magt , en mitsdien ook eene gemeenfchappelyke Jurisdictie hadden; het hebbenen aanneemenvan zoodanige gemeenfchappelyke Militie wordt by de Unie van Utrecht, en in het byzonder by het zevende Artikel, dan ook zoo klaar onderfteld, dat zulks, naaide mening van den Ondergeteekenden, geen betoog behoeft. Maar moeften de Hooge Bondgenooten , ter bereiking van het oogmerk hunner Unie, dan eene gemeene Militie aannemen, waar over zy te zaamen eene volftrekte magt moeften hebben,zoo was het teffens niet minder nodig, dat by die Unie gemaakt wierden zoodanige fchikkingen , dat die gemeene Militie kon worden gebruikt op het Souverain Territoir van ieder Bondgenoot, zonder dat daar door de Privilegiën , Vryheden , Exemptien , Regten , Statuten , loffelyke ende wel hergebragte Costuimen, Ufantien, en alle andere geregtigheden van eene iegelyke Provintie en die particuliere Steeden, Leeden ende Ingezeetenen van dien, eenigzins wierden vermindert, of daar aan eenige prsejuditie , hinder of letzel wierdt toegebragt, als waar tegen by het eer/re Artikel van de Unie reeds zoo byzonderlyk was voorzien; en het is daarom , dat by het zevende Artikel -van die Unie moest worden overeengekomen , dat de Frontier- en andere Steeden ten allen tyde, als de nood het vereifchen zoude, gehouden zouden weezen te ontfangen al zulke Guarnifoenen, als de gezaamentlyke Hooge Bondgenooten zouden goedvinden; en V 4 daï  fiia NALEZING van STUKKEN dat de gezaamentlyke Hooge Bondgenooten by hei zeilde zevende Artikel moeften beloven , dat zy die Guarnifoenen betaalen zouden van hunne Soldye; dat de Capiteinen en Soldaaten boven den generaalen Eed, aan het algemeenc Hooge Bondgenootfchap te-doen,ook een par. tieulieren Eed doen zouden aan de Stad en Stede ende Provintie, waar in zy gelegt zouden worden , en dat zulks in den Artikelbrief dier Militie zoude worden gefteld; dat de Hooge Bondgenooten ook zoodanige ordre zouden ftellen, en zoodanige discipline onder de Soldaaten zouden houden, dat de Burgers en Inwoonders van de Steeden en platte Landen door die Mihtic niet bezwaart wierden , en geen overlast van dezelve leden; dat ook die Guarnifoenen der Hooge Bondgenooten, zoo wel impost betaalen zouden, als de Burgers cn Inwoonders van dc plaats, daar die Militie in Guarnifoen wierdt gelegt; en eindclyk, dat de Hooge Bondgenooten het nodige Logies-Geld voor hunne Militie aan de Burgers en Inwoonders dier Guarnifoens-Plaatzen betaalen zouden. En die fchikkingen fcheenen dc Hooge Bondgenooten toe, genoegzaam te zyn, om hunne gemeenlchappelyke Militie te kunnen plaatzen op het Souverain Territoir van ieder Bondgenoot, ten einde ieder Souverain Territoir behoorlyk te kunnen befchermen, zonder daar door de Territoriaale en verdere Regten van ieder byzonder Souverain in het minlte te benadcelen. Maar die fchikkingen konden geene de minlte betrekkingen hebben tot het Territoir van de daar na geconquefteerde Generaliteits Landen^  tot de MILIT. JURISDICTIE. 3'3 den; die Landen waren toen nog niet overwonnen; de* Hooge Bondgenooten dagten toen nog maar alleenlyk aan hnnne gemeene befcherming, en konden toen ook nog niet denken aan geconquefteerde Landen, maar al hadden de Hooge Bondgenooten daar aan toen reeds kunnen denken, zouden immers Hoogftdezelve zoodanige en even dezelfde fchikkingen niet hebben willen maaken ter confervatie van de Souveraine en Territoriaale Regten van Landen , die zy door hunne zegenryke Wapenen zouden overwinnen , als zy met zoo veele wysheid maakten tot behoud van de Territoriaale Regten van ieder der contracteerende Souvereinen; de Hooge Bondgenooten konden immers geen het minfte voornemen hebben, om voor meede Souvereinen te erkennen en als integreerende Leeden van hun Hoog Bondgenootfehap aan te neemen de Provintien of Landen, welke daar na door de gezamentlyke Hooge Bondgenooten zouden worden overwonnen. En daar uit vloeit van zelvcn voort het groote onderfcheid, dat er moet worden gemaakt tuffchen de hooge Regten der Souveraine Provintien , en tusfehen de Regten der geconquesteerde Landen ; als meede tusfehen de grenspaalen der Militaire Jurisdictie over de Militie van de gezamentlyke Hooge Bondgenooten , wanneer dezelve zig bevind op het Souverain Territoir van één derzelver, en tusfehen de Grenspaalen van die zelfde Militaire Jurisdictie, wanneer 's Lands Militie zig onthoud op het geconquefteert Territoir der Generaliteits Landen; want in het eerfte geval moet de MiV 5 U-  3i4 NALEZIMG van STUKKEN litaire Jurisdictie zoodanig worden bepaald-, dat daar door geen het minfte nadeel kan worden toegebragt aan de hooge Regten van ieder byzonder Souverain Territoir, daar er in het laatfte geval geen byzonder Souverain Territoir is, en mitsdien zoodanige bepaaling der Militaire Jurisdictie uit den aart der zaake geen plaats kan hebben ; gelyk daarom ook de voorgemelde fchikkingen, by het zevende Artikel van de Utrechtfche Unie gemaakt, inzonderheid nopens het doen van eenen particulieren Eed aan de Stad, Steeden of Provintie, waar in de Militie in Guarnifoen zouden worden gelegt, nimmer hebben plaats gehad ten aanzien van de geconquefteerde Generaliteits Landen. Naauwclyks was de Unie. van Utrecht dan in dier voege gefloten , of de Hooge Bondgenoten namen Militie in hunnen gemeenfebappelyken dienst, en maakten de nodige Wetten voor dezelve, te weten, de Beftaltbrief, de Ordonnantie van der Oorloge, en de Injlrutlie voor den Commiffarifjen van de Monfiering, alle drie van den laatften February 1579; welke, en eene daar toe behoorende Verhandeling en Bylaagen, de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal .onlangs met den Druk heeft gemeen gemaakt ; en in welke Verhandeling de Ondergeteekende vertrouwd te hebben bewezen deeze twee Hiftorifche waarheden , dat die ftukken kragt van Wet hebben gehad , en dat die Beftaltbrief en Ordonnantie van der Oorloge zyn geweest dq Capitulatien, waar op de eerfte Militie zig in den dienst van het Hooge Bondgenootfehap begeeven heeft. Die nu dien Beftaltbrief en die Ordonnantie van  TOT DE MILIT. JURISDICTIE. 315 van der Oorloge na leest, zal ras ontwaar worden , dat de Hooge Bondgenooten de judicature over hunne Militairen by die Wetten privativelyk gedefereert hebben aan de Militaire Officieren of Krygsraaden, en zulks niet alléén, wanneer de Militairen begaan zouden zoogenaamde pure Militaire rnisdaaden, maar ook, ingevalle zy eenige Commune delicten perpetreerden; het hoofd , de tweede , derde , zesde, ■ zevende, negende, dertiende, • negentiende en negen en veertigfte Artikelen van den Beftaltbrief toonen zulks niet alleen duidelyk aan ; maar de vierde en vyfde Artikelen maaken die zaak , naar de meening van den Ondergeteekenden Advocaat Fiscaal, volkomen uit; waarom de Ondergeteekende de vryheid moet neemen , die beide Artikelen woordelyk alhier te infereeren. Artikel 4. ,, Alle moetwillige Doodflagen, Die„ veryen, Brandftigtinge, Straatfchen- derye , Overfpel', Vrouwenkragt , ,, Fortfe, Geweld, Valschheid, ende „ andere gelyke booze Daaden ende o„ penbaare kvvaade Feiten en Misbrui„ ken, zullen aan 't Levengeftraft wor,, den met oordeel van den Cryschs O„ verften, Capiteinen ende Bevelheb„ beren naar Crys gebruik, of zulke „ Ordonnantie, als by de voorfz Pro„ vintien ende hun Stadhouders daar ,, op gemaect es', of gemaect zal wer,, den, ende zullen in gelyke fchult en„ de misdaad gehouden worden allen ' ,, den  3i 6 NALEZING van STUKKEN De Ondergeteekende Advocaat Fiscaal behoeft op den klaaren inhoud dier beide Artikelen Hechts te remarqueeren, dat by het vierde Artikel genoegzaam alle Commune delicten worden opgeteld, en vervolgens geftatueert word, dat die Commune delicten aan het leven geftraft zullen worden metoordcel van deKrygs- Qver- den geenen, die al zulke misdadigen ,, wetende, toeftaan, aanhouden,ver. fteken ende verbergen in eeniger wys. Artikel 5. ,, Item zullen al zulke Misdadigen, „ ook alle Soldaaten, die zig aan eeni„ ge Burgers, of Ingezeetenen van den ,, Steden, ende Landen der voorfz Pro,, vintien ende anderen eegenc Soldaa,, ten, nogte onder 't Cryschs Regi,, ment weezende, ontgaan, misdoen, ,, of iet misbruyken, by den Officier ,, van der Plaatzen mogen aangetast en„ de in hegtenis gehouden worden, zoo verre die Prevooft niet tegen„ woordig ofte van zulks te doen ver. „■zuimelyk es, behoudelyken ,dat men ,, dezelve Gevangenen binnen vier en „ twintig uuren naar date van de ap,, prehentie in handen van den Over,, ften, of flopman, over zal leveren, ,, zonder dat iemant van de Soldaaten ,, den voorfz Officier daar in eenig be„ let ofte daarom eenige injurie ofte „ leet doen zal op lyfftraf."  rot de MlXtT. JURISDICTIE. 317 ©verften , Capiteinen en Bevelhebberen naar Krygsgebruik, of volgens zoodanige Ordonnantie, als by de Hooge Bondgenooten daar op was gemaakt, of gemaakt zoude mogen worden; en dat by het vyfde Artikel wordt vastgefteld, dat de Militairen, die zig aan zoodanige Commune delicten hebben fchuldig gemaakt , wel zouden mogen worden geapprehendeert door de Officieren van de Plaatzen ^ indien de Prevooft niet tegenwoordig was, of zyn pligt verzuimde; maar dat zoodanige geapprehendeerde Militairen als dan binnen vier en twintig uuren na de apprehenfie in handen van hunnen Overften of Hopman zouden moeten worden overgelevert. Ook toonen het hoofd en de veertigfte en een en veertigfte Artikelen van de Ordonnantiu van der Oorloge insgelyks ten klaarften aan, dat de Hooge Bondgenooten eene algemeene en privative Jurisdictie ten aanzien van alle Crimineele zaaken, de Militie van het Bondgenootfchap concerneerende, hebben opgedragen aan de Overften en Bevelhebbercn dier Militie. En gelyk die Beftaltbrief en die Ordonnantie van der Oorloge gemaakt 'zyn door dezelfde Bondgenooten, die de Unie van Utrecht gefloten hadden , en flegts weinige dagen ha het fluiten dier Unie, zoo meend de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal, dat daar uit noodzaakelyk volgt, dat die Hooge Bondgenooten, die zekerlyk het best konden oordeelen over den zin en meening der pas gefloten Unie, door het maaken dier Wetten getoond hebben  3i8 NALEZING van STUKKEN* ben te begrypen , dat zy uit kragte dier Unie het volftrekte gezag en de volkomen Jurisdictie over hunne gemeenfchappelyke Militie hadden , en dat gezag en die Jurisdictie konden opdragen aan wien zy goedvonden, en in zoodanige maate en uitgeftrektheid , als zy oordeelden meest gefchikt te zyn ter bereiking van het groote oogmerk dier Unie, te . weeten, de algemeene befcherming. Of en in hoe verre nu zoodanige Militaire Jurisdictie , als de Hooge Bondgenooten by dien Beftaltbrief en by die Ordonnantie van deiOorloge, ten regarde hunner gemeenfchappelyke Militie, hebben geë'tabliffeert, al of niet zoude kunnen worden overeengebragt met de de Territoriaale Regten der Souveraine Provintien; en of dus zoodanige Militaire Jurisdictie zoude kunnen plaats grypen op de Souveraine Territoiren dier Provintien, is thans in geenen deele het object van onderzoek; maar alleen, of die Militaire Jurisdictie, uit kragte dier Wetten van de Hooge Bondgenooten , niet gevoegelyk kan , en (onder reverentie) niet behoord plaats te grypen op het Territoir van de geconquefteerde Generaliteits Landen; en dus van die Landen , die dooide gezamentlyke Hooge Bondgenooten gemeenfchappelyk bezeten worden; en op het Territoir van welke Landen de gezamentlyke Hooge Bondgenooten dan ook het indisputabel Regt gehad hebben en nog hebben , om zoodanige Militaire Jurisdictie over hunne eigen gemeenfchappelyke Militie te etabliffeeren en te handhaaven, als de Hooge Bond-  tot de MILIT; JURISDICTIE. 31 j Bondgenooten, tot weizyn van hunnen algemeenen ftaat en ten meeften nutte hunner eigen Militie goedvinden ; dan wel, of de Hooc?e Bondgenooten, zoo als de Raad van Braband fchynt te fuftineeren,uit hoofde der Regten en Privilegiën van de overwonnen Landen* gehouden en verpligt zouden zyn, hunne eigen Militie byna in allen deelen te onderwerpen aan de Judicature van de Geregten der geconquefteerde Steeden en Plaatzen, en in het hoogfte reffort aan den Raade van Braband ; en zy Hooge Bondgenooten even daar door genootzaakt zouden wezen, den Regtsdwang, en dus een voornaam gedeelte van de magt over hun* eigen Militie, over te laaten aan die onderworpen Geregten en Regters. Edog Ed. Mog. Heeren! nog toen, nog in het vervolg van tyd tot heden toe hebben de Hooge Bondgenooten immer getoond te begrypen, dat zy zig uit kragte der Regten en Privilegiën van de Generaliteits Landen zouden bevinden in de noodzaakelykheid , om den Regtsdwang over hunne eigen Militie af te ftaan en over te geven aan de van hun volftrekt afhangelyke Geregten en Regters dier Landen; de fuccellive Inftruétien van deezen Raade van Staate van de jaaren 1584-5 15^8 en 1651; de Artikelbrieven van de jaaren 1590 en 1705 ; de Inftructie voor den Advocaat Fiscaal van de Generaliteit van den jaare 1602 ; en eindelyk de Refolutie der groote Vergadering van de Hooge Bondgenooten van den jaare 1651 evinceren alle.klaarblykèlyk het tegendeel; gelyk de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal nu verder zal tragten aan te tooncn. Had-  326 NALEZING van STUKKEN Hadden dan de Hooge Bondgenooten, zoo dra zy na het fluiten der Unie Militie in hunnen gemeeniehappelyken dienst aannamen,gbedgevonden, de Judicature over die Militie op te dragen en by Capitulatie toe te ftaan aan dc Officieren, Bevelhebberen en Krygsraaden dier Militie; zoo begreepen de Hooge Bondgenooten reeds weinig tyds daar na, dat hunne Militie moest worden voorzien van eenen fuperieuren Regter, en zy droegen derhalvcn die fupeneure Jurisdictie op aan eenen Raad van Staate by eene Inftructie, in dato r8 Auguflus 1584 , by het derde Artikel van welke Inftructie aan dien Raad gegeeven wierdt de kennis en Judicatuure over alle Collonellen, Capiteinen en ander Krygsvolk te Water en te Lande; en of die algemeene woorden nog niet genoeg waren , om de OpperjurisdiéHe over de Militie van den Staat aan dien Raad op te dragen, zoo wierdt er in het volgende vierde Artikel dier Inftructie nog bygevoegt, dat de Raad zoude gehouden zyn, over alle generaale ende particuliere Overften, Bevelhebberen, Commiffariffen ende Officieren van den Oorloge te ft ellen ende te onderhouden alle goede ordre ende discipline, ook meede daar over ftraffe, Regt ende Juftitie te doen, ende doen doen, zulks zy bevinden zouden te behooren. De Ondergeteekende Advocaat Fiscaal bedriegt zig mcrkelyk, indien die woorden, vooral die van het vierde Artikel, niet in zig behelzen eene algemeene Judicatuure over alle Crimineele en Civile zaaken, de Militie van den Staat betreffende; en , zyns bedunkens, konden daar toe geene duidelyker en meerbeteekenende.woorden gebruikt worden; te meer, daar  tot de MILIT. JURISDICTIE. 32 * daar er geene de minfte uitzondering wordt bygevoegt. Met de gcdagte, dat die opdragt der Jurisdictie over sLands Militie alleenlyk haare betrekking zoude hebben tot de Militaire discipline , zoo als daar door verftaan wordt de Judicature over de pure Militaire delitïen, kan de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal geenzins inftemmen ; om dat by het gemelde vierde Artikel niet alleen gezegt wordt, dat de Raad zal gehouden zyn te ftellen ende te onderhouden alle goede ordre ende discipline (waar by het natuurJyker wyze zoude hebben moeten blyven, indien de delatie alleen moest worden betrekkelyk gemaakt tot de Militaire discipline) maar dat er ook wordt bygevoegt, ook meede daar over Straffe , Regt en Juftitie te doen , ende doen doen, zulks zy bevinden zullen te behooren,• welke woorden zoo generaal zyn , dat zy geene exceptie fchyncn te admitteeren. Bovendien kan de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal ook niet adopteeren zoodanige explicatie van de woorden, Militaire 'discipline, dat, naamelyk door die woorden alleenlyk zoude moeten worden verftaan het in ordre houden der Militie met opzicht tot de verrichtingen van den Militairen dienst; en „dat dus onder die Militaire discipline alleenlyk zoude begrepen zyn de correétie of ftraf over pure Militaire delicten; immers worden in de Artikelbrieven van, de jaaren 1590 en 1705 , en wel voornaame]yk in de derde Artikelen dier Artikelbrieven, de meefte Commune delicten opgeteld, en do ilraffen tegen dezelven geftatueert, even zoo als zulks te vooren by den Beftaltbrief van den Nal. I. Deel II. Stuk X jaa-  322 NALEZING van STUKKEN jaare 1579 was gefchied; en nochtans luiden de infcripticn dier Artikelbrieven Artikelbrief of Ordonnantie op de discipline Militair; waar uit fchynt te moeten worden opgemaakt, ' dat onder de discipline Militair meede begreepen is de correctie en ftraf van Commune delicten, die door Militairen worden begaan ;dewyl anderzins het fcatueren van ftraffen tegen Commune deliften in eene Ordonnantie op de Militaire discipline in het geheel niet te pas zoude kunnen koomen. En die reflectie fchynt van meerder gewigt te zyn, wanneer in aanmerking genomen wordt, dat hunne Hoog Mog. en deeze Raad van Staate in vroeger en laater tyden voor eene maxime gehouden hebben , dat een Guarnifoen in een Generaliteits Plaats een Lighaam uitmaakt, geheel en al gefepareert van dat van de Burgery van zoodanige Plaats ;• gelyk deeze Raad van Staate ter gelegenheid eener Jurisdictie quceftie tuffchen den Krygsraad te 's Hertogenbosch en den Magiftraat van die Stad, wegens het Itellen van een Curator in den Boedel van den Sergeant Major van Poelgeest, die in zyn Guarnifoen aldaar was overleden ,-by Miffive aan hunne Hoog Mog. van den 12 February 1714, zich daar omtrent in deezer voegen uitlaat ; „ Uwe Hoog Mog. gelieven dan ge,, dient te wezen, dat dewyl' [de Mili,, taire Officieren doorgaans geen de ,, minfte relatie hebben tot de Steden, ,, waar in ze Guarnifoen houden,en het „ Guarnifoen een Lighaam maakt, gefe„ pareert van dat van de Burgcrye, welke „ ieder  tot oe MILfT. JURISDICTIE. 323 3, ieder hebben haar aparte Rechter, ,, het Guarnifoen de Militaire, de Bur- • gcrye de Burgérlyke , van ouds af ,, geufeert is, dat gelyk de Burgers te recht ftaan voor de Burgérlyke Rech„ ter, zoo ook de Krygsluiden, voor ,, de Militaire." En hunne Hoog Mog. toonden ook met er daad, zulks voor eene maxime te houden, dewyl Hoogftdezelve by Refolutie van den 23 Maart van het zelfde jaar verftonden, dat de directie over dien geabandonneerden Boedel zoude worden gelaaten aan den Krygsraad van het Guarnifoen van 's Hertogenbofch; ja zelfs hebben hunne Hoog Mog. zich op die maxime, als op een gerecipieerden grondregel van de Republicq, uitdrukkelyk beroepen by eene buitenlandfehe Mogendheid ; de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal bedoelt de Refolutie van hunne Hoog Mog., in dato 26 Auguftus 1754; waar by Hoogftdezelve aan hunnen toenmaaligen Minifter aan het Hof van Bruffel hebben gelast, dat hy in antwoord op eene Memorie van dat Hof, raakende de judicature van den Militairen Rechter wegens eene qua?ftie over de wettigheid van een Huwclyk, onder anderen zoude reprefenteeren. ,, Dat de Militie van den Staat vol,, gens de befchreven Rechten en de daar 5, op gerecipieerde grondregels van de Re,, publicq, allezins ende fpeciaal in de re,, fpeÜive Guarnifoenen van de Generali„■teit, een Corps, gantsch en al gefepa,, reert en afgezondert van de Stcedcn, „waar in zy leggen, uitmaakt , 't welk X 2 zoo  524 NALEZING van STUKKEN „ zoo veel in het Civiele als Crimineels „ buiten eenige Steedelyke relatie haa„ ren geprivilegieerden Rechter heb*. „ ben, ende omtrent welke voor meer „ als tachtig jaaren verftaan is , dat de ,, judicature over matrimonieele diffe„ renten , raakende Militaire Perfoo- . „ nen , of daar de Gedaagde alleen Militair is , in de Generaliteits Guami„ /oenen competeert aan de refpeétive Krygsraaden." Maar hebben dan hunne Hoog Mog. en deeze Raad van Staate in vroeger en laater tyden verklaard, dat het een grondreegel van de Republicq is, dat 'sLands Militie, die zich in een Generaliteits Plaats in Guarnifoen bevind, een Lighaam uitmaakt, dat geheel is afgezondert van de Stad, waar in dezelve legt,en het welk zoo wel in het Civile als Crimineele buiten alle Steedelyke relatie is, zoo volgt daar uit, dat dc voorgemelde bedenking wegens de uitoeftrektheid der judicature, aan deezen Raade Övan Staate by de Inftructie van den jaare 1584 opgedragen, van geen het minfte gevvigt kan zyn met betrekking tot de Generaliteits Landen; en dat de tegenwoordige pretenfien van den Raade van Braband op die judicature over 'sLands Militie, als welke judicature door de gezamentlyke Hooge Bondgenooten aan deezen Raade van Staate is opgedragen, van alle fundament zyn ontbloot. Te willen zeggen , die Inftructie van den jaare 1584 was maar provifwnsel, en is geheel en al vervallen, vermits de Raad van Staate naderhand in den jaare 1588 en laatftelyk in den  tot de MILIT. JURISDICTIE. 325 den jaare 1651 andere Inftruótien bekoomen beeft;zulks zoude op de zaak, waar over thans gehandeld wordt , in geenen deelen kunnen worden toegepast: 't is waar , die Inftructie van den jaare 1584 Was Hechts provifioneel, en de Raad heeft vervolgens in den jaare 1588 en laatftelyk in den jaare 1651 eene andere Inftructie gekregen ; doch by die twee laatere Inftructien is aan den Raade van Staate juist dezelfde authoriteit over de Militie van den Staat opgedragen, welke by dc eerfte Inftru&ie van den jaare 1584 aan den Raad was gedefereert; want by het vyfde Artikel der Inftructie van den jaare 1588 wordt met zoo veele woorden gezegt, dat de Raad zal hebben en gebruiken dezelfde authoriteit, om te disponeeren in de zaaken van den Oorlog ende over het Volk van Oorlogen dienst van denzelven Lande wezende, doende haare bevelen volbrengendoor de Gouverneurs _ van de Provintien in der tyd wezende, den Admiraal ofte andere Officieren , elk in hun regard ,• het welk genoegzaam woordelyk herhaald wordt by het vyfde Artikel van de "laatfte Inftructie van den 18 July 1651, alleenlyk met die byvoeging, dat de Raad van Staate die authoriteit zoude hebben en gebruiken met en nevens de Vergadering van de ordinairis Gecommitteerden ter Generaliteit; en de gezamentlyke Hooge Bondgenooten hebben derhalven by de laatfte Inftructie van den jaare 1651 aan den Raade van State wederom gedefereert dezelfde authoriteit over de Militie van den Staat, welke by de derde en vierde Artikelen van dc eerfte Inftructie van den jaare 1584 reeds aan den Raad was opgedragen; want zoo men het anders wijde X 3 b?*  B2ö NALEZING van STUKKEN begrypen, zoo zouden de woorden, dezelfde authonuit over het Volk van Oorlog, welke by de vyfde Artikelen van de twee laatfte Inftrucnen voorkoomen, geene betekenis hebben; vermits by die twee laatere Inftruftien te vooren van die authoriteit niet was gefproken ; en dus geene omfchryving dier authoriteit zoude kunnen worden gemaakt, ten zy men daar onder be~ grype dezelfde authoriteit, welke by de eerfte Inftructie van 1584 reeds aan den Raad was opoe. dragen ; onder die authoriteit nu was begrepen met alleen het ftellen van goede ordre ende discipline; maar ook het ftraffeft van alle exceffenen zulks wordt ontcgenfprekelyk door den inhoud van het 43 Artikel van de Inftructie van J588 en van het 50 Artikel van de laatfte Inltructie van 1651, die woordelyk overeenkoomen; want, wanneer de Hooge Bondgenooten by die Artikelen te kennen geven , dat zy door die Inftruétienof inftelfing van Regeringen van een Raad van Staate geenzins verftaan te abdiceeren de magt en het'recht, om by tyden van nood, of als de zaaken van den Lande zulks zullen vereisfchen, eik zoo veel'hun aangaat," zelve ordre te ftellen in dc zaaken, door de Hooge Bondgenooten ter dispbfitie van den Raade van Staate gefteld; zoo noemen dc Hooge bondgenooten onder die zaaken, welke te»oispohtie van den Raade van Staate gefteld waren, meede uitdrukkelyk op hei houden van de discipline Militair , en het ftraf en van die excellen ; hoe zeer van die beide zaaken in die Inftruchen te vooren in het geheel niet gefprooken was; en dezelve dus by die Inftructien waar*y* met aan den Raade van Staate zouden zyn  tot de MILIT. JURISDICTIE. 32? opgedragen geweest, indien door de woorden van de voorgaande vyfde Artikelen, dezelfde authoriteit, niet moest verftaan worden die zelfde authoriteit over het Krygsvolk, welke by de eerfte Inftructie van den jaare 1584 reeds aan den Raade van Staate was gedefereert geworden. _ _ Het is dan ook uit kragte van die authoriteit, welke aan den Raade van Staate by de drie fuccesiive Inftruétien is opgedragen , dat de R.aad heeft gemaakt verfchciden Militaire Ordonnantiën , en inzonderheid de beide Artikelbrieven of Ordonnantiën op de discipline Militair van de jaaren 1590 en ,1705; by welke beide Artikelbrieven of Ordonnantiën de Raad daadelyk getoond heeft, dat de algemeene judicature over de Militie van de Hooge Bondgenooten aan hem was opgedragen ; alzoo by die Artikelbrieven, gelyk reeds is aangemerkt,niet alleen ftraffen geftatueert zyn tegen Militaire misdaaden , maar ook tegen de meefte Commune deliften; en het zyn nochtans die beide Artikelbrieven , die van den jaare 1590 af, toen de Unie van Utrecht nog maar elf jaaren gefloten was geweest, tot heden toe hebben verftrekt tot een richtfnoer voor de Militie van den Staat, en tot eene Wet, waar naar die Militie is geoordeelt geworden; zonder dat ooit 111 eenigen twyfel is getrokken , of die Artikelbrieven kracht van Wet hadden. Geen wonder ook, dat daar aan nimmer getwyfelt is! de volkomen authoriteit en dispofitie, en de algemeene fuperieure Jurisdiftie over 's Lands Militie was door de Hooge Bondgenooten aan deezen Raade van Staate te meermaalen opgedragen, en mitsdien ook de beX 4 voegt,  3*3 NALEZING van STUKKEN voegtheid tot het maaken van zoodanige Militaire Wetten; en of zulks niet genoeg ware zoo blykt uit de Refolutien van den Raad, in dato 25 Juny en 12 November 1590, dat de Raad zig op het fpeciaal goedvinden van de Heeren Generaale Staaten, die gelet hadden, dat den Raade het belyd van de Krygszaaken eigenlyk was aanbevolen , toen begeven heeft ge'bad mar Arnhem; om aldaar naar occurentie van zaken met advys van zynder Excellentie van Kaffan ende andere Heeren Crygs Overften te mogen advijeeren ende refoiveeren 't geen tot 's Lands meesten dienst nodig zouden bevonden worden; en dat de Raad ter dier gcleegenheid dan ook den Artikelbrief te Arnhem gemaakt heeft. Maar is dan de algemeene Jurisdictie over de Militie van den Staat door de gezamentlyke Hooge Bondgenooten bydrie fuccesfivelnftructien aan deezen Raade van Staate opgedragen en heeft deeze Raad van Staate uit dien hoofde gemaakt die Artikelbrieven of Militaire Ordonnantiën, welke tot heden toe zonder tegenzeggen van iemand zyn agtervolgt geworden; met wat Ichyn van grond kan de Raad van Braband dan pretendeeren, dat in de Generaliteits Landen, 111 die Landen, die onmiddelyk behoren onder de dominatie van de gezamentlvke Hooge Bondgenooten, het grooVte gedeelte tier Jurisdictie over de eigen Militie dier Bondgenooten ooit behoord zoude hebben aan de Geregten in die Landen, en in het hoogfte reslort aan den Raade van Braband ? hoe kan de -Kaad van Braband dan tog fpreeken van ufurfatien en infraclien, welke door de Militaire Regters 111 het Generaliteits Braband gemaakt zou-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 3*9 zouden zyn op de Jurisdictie van de Geregten der Guarnifoensplaatzen aldaar? ja hoe kan de Raad van Braband zulks by wege van klagte voordragen aan hunne Hoog Mog., daar hunne Hoog Mog. zelve, flegts drie en twintig jaaren na het fluiten der Unie van Utrecht, eene Inftructie gemaakt hebben, welke volmaakt ftrydig is met alle de prctcnfien van den Raade van Braband; de Inftructie naamelyk voorden Advocaat Fiscaal van dc Generaliteit, in dato 15 November 1602; by het elfde Artikel van welke Inftructie hunne Hoog Mog. den Artikelbrief van de discipline Militair, en dus die Wet, welke door den Raade van Staate was gemaakt,uitdrukkelyk erkennen voor eene Landwet , als den Fiscaal gelaftende, om dien Artikelbrief en de Placaaten en Ordonnantiën van de Landen onder den volke van Oorloge te Lande wel te doen onderhouden; en by welk elfde Artikel hunne Hoog Mog. daar en boven eene algemeene Militaire Jurisdictie aan zig zclven en aan den Raade van Staate toekennen, alzoo Hoogftdezelve daar by aan den Advocaat Fiscaal van de Generaliteit bevelen, om de J-uftitie-Militair in het Civiel en Crimineel zoo ie doen belyden , dat de boozen geftraft en de goeden voor gefiaan mogen worden; woorden immers, die generaal zyn; die geene Civile en geenerly Crimineele zaaken uitzonderen; zoo als dienaangaande ook geenerly'uitzondering gemaakt wordt by de volgende twaalfde, dertiende en veertiende Artikelen dier Inftructie. Eene diergelyke last, ja zelfs de woorden Juftitie-Militair, zullen daar en tegen te vergeefs pezogt worden in de Inftructie voor den P . ö - & ■ ■ X 5 Ad-  33o NALEZING van STUKKEN Advocaat Fiscaal en Procureur Generaal van Braband; welke Inftructie geinfereert is in de Ordonnantie, ftyl en manier van Procedeeren van den Raade van Braband,*door de Aartshertogen Albert en Izabella op den 13 April van den jaare 1604 gemaakt; het vyfde Capittel van Artikel 97 tot Artikel 125 beide ingefloten; zynde het den Ondergeteekenden niet bewust, dat hunne Hoog Mog. ooit eenige andere Inftructie voor den Advocaat Fiscaal en Procureur Generaal van Braband hebhen gearrefteert. Ondertuffchen moet de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal nog aanmerken,dat, daarin den Beftaltbrief en de Ordonnantie van der Oorloge van den jaare 1579; in de drie Inftructien van deezen Raade van Staate; en in de beide Artikelbrieven van den jaare 1590 en 1705, niet fpeciaal gefproken wordt van de Civile Jurisdictie over de Militie van den Staat, daar van nogtans meede eene byzondere melding wordt gemaakt in dat elfde Artikel van- de Inftructie voor den Advocaat Fiscaal van de Generaliteit ; ten blyke , dat hunne Hoog Mog, toen reeds begreepen, dat onder de algemeene bewoordingen van den opdragt der Militaire Jurisdictie, door de Hooge Bondgenooten by de Inftructien van de jaaren 1584 en 1588 aan deezen Raade van Staate gedaan, zoo wel de Civile als Crimineele Jurisdictie begreepen was. De volledige Crimineele en Civile Jurisdictie over de Militie van den Staat in de Generaliteits.Landen, bleef dan ook aan deezen Rade van Staate, zonder dat daar in door de gezamentlyke Hooge Bondgenooten ooit eenige dp minfte verandering wierdt gemaakt, zelfs niet  tot de MILIT. JURISDICTIE. 331 niet in den jaare 1651; wanneer door de gezamentlyke Hooge Bondgenooten in de groote Vergadering genomen wierdt de bekende Refolutie van den 25 Maart van hetzelve jaar; welke Refolutie, naar het begrip van den Ondergeteekenden Advocaat Fiscaal, alleen, en meer dan genoeg is, om de volftrekte ongefundeertheid der tegenwoordige pretenfien van den Raad van Braband met de hand te tasten. Het koomt met opzigt tot de queftie, welke ten deezen door den Raade van Braband is gemoveert, in gcenen deele te pas, om te onderzoeken, of de'Militaire Jurisdictie in het algemeen by die Refolutie al of niet gecircumicribeert is geworden- of by die Refolutie iets of niets ten faveure van de Provintie van Gelderland is geintroduceert; cn of het oogmerk by het-neemen dier Refolutie' al of niet geweest is, diftinctie te maaken tüffchen Hemmende en niet Hemmende Steeden van écne en dezelfde Provintie; genoeg is het ten deezen, dat'by die Refolutie een groot onderfcheid gemaakt is tuffchen' Stccden van Hemmende of Hem in Staat hebbende Provintien, en Stecdcn, gelegen op het Territoir van de Generaliteit; zoodanig, dat hy die Refolutie eene volmaakte tegenovcrflclling tuffchen die beiden is gemaakt. En de Ondergeteekende AdvocaatFiscaal kan derhalven ten deezen volkomen adoptcerenalles, wat nopens het ware verftand dier Refolutie beredeneert is in het tweede hoofddeel van de Memorie niet betrekking tot de Militaire Jurisdictie , welke door de Heeren Gedeputeerden der Stad Jmjlerdam pp den 30 January van den voorbeden jaare 1783 aan hun Ed. Gr. Mog. is qver- 6C  33* NALEZING van STUKKEN gegeeven; en het aldaar beredeneerde toont no? zoo veel te fterker aan,dat de pretenfien van den Raade van Braband van alle fundament zyn gedelhtueert. By die Refolutie hebben dc Hooge Bondgenooten goedgevonden, aan de Commandeurs van de Guarnifoenen van de Steden van Gelderland, ftem in Staat hebbende,aan te fchrvyen twee zeer notable zaaken, „ Foor eerft, dat die Commandeurs „ of hunne Majors zig niet zouden heb„ ben aan te matigen het bewaren der „ Sleutelen, openen en fluiten van de „ Poorten, ofte het uitgeven van het „ woord, maar zulks privatfVelyk en „ alleen zouden laaten verblyven aan „ de Magiftraaten van de voorfz Steej, den , ftem in Staat hebbende; „ Ten anderen, dat die Commandeurs „ met den Krygsraad in de voorgemel„ de Steeden de Militaire Jurisdictie niet „ verder zouden mogen gebruiken nog „ extendeeren als over die nalaatigheid „ ende overtreedinge in Togten ende s, VVagten , overgaan aan den Vyand „ defcrtie van Compagnien , ofte ver„ loop van de eene Compagnie in de an„ dcre zonder Paspoort; mitsgaders o„ ver exceffen ende . delicten , die de „ Officieren en Soldaaten onderling of „ den een tegen den anderen zullen ko„ men te begaan, ende vorder niet,in „ voegen, dat over alle andere zaaken, „ zy zyn dan Crimineele ofte Civile, V die Militaire Perfoonen apprehenfi. „ bel ^  TöT DE MILIT. JURISDICTIE. 335 „ bel, convenibel, jufticiabel ende ex„ eutabel zullen zyn by den Civilen of„ ce Politicquen Regter." Klaar is het, indien ooit iets klaar geweest is dat die beide dispofitien alleen betrekkelyk worden gemaakt tot de ftemmende Steeden in de Provintien , of tot de Steeden in de itemmende Provintien; en dat derhalven by die Refolutie eene volkomen tegenoverftelhng wordt gemaakt'tuffchen die Steeden, en de Steeden in de Generaliteits Landen ; en dat het ftem in Staat hebben , of het participeeren in de Souverainiteit, de grond is van dat onderfcheid; en zoo derhalven ooit eene gevolgtrekking noodzaakelyk voortvloeit uit de praemisfen , is het zekerlyk deeze, dat de Hooge Bondgenooten by die Refolutie in der daad hebben gcftatueert eene algemeene Militaire Jurisdictie binnen die Landen of Provintien, welke geen ftem in Staat hadden, maar onder de dominatie van de gezamentlyke Hooge Bondgenooten behoorden ; het welk noch nader blykt uit de eerfte dispofitie met opzigt tot het bewaren van de Sleutelen , het openen en fluiten van de Poorten, en het uitgeven van het woord; waar aan de Steeden in de Generaliteits Landen zoo min als de Raad van Braband, offchoon thans het zwaard voor die Steeden opneemende,immer gedagt hebben ; maar wilde die Raad de geconquefteerde Landen gelyk gefteld hebben met de Souveraine Provintien, ten opzigte van het Regt der Militaire Jurisdictie, wel waarom dan tog ook niet ten aanzien van het bewaren der Sleutelen, het openen en fluiten van de Poorten, en het uitgeven van het Wagtwoords! iru-  ff4 NALEZING van STUKKEN immers was (onder reverentie) zoo veel reden Voor het één als voor het ander, Die Refolutie van de gezamentlyke Hooge Bondgenooten in Hoogftderzclver plegtigib Vergadering genomen, is derhalven de onwrikbaarste zuil, waar op de Jurisdictie der Krygsraaden en de Opper Jurisdictie van deezen Raade van Staate over de Militie van den Staat, welke zig onthoud in de Generaliteits Landen, geveltigt is; en niet alleen de volkomen Crimineele maar ook de Civile Jurisdiftie, vermits by die Refolutie even zoo uitdrukkelyk van de Civile ais van de Crimineele Jurisdictie gefproken wordt. _ En voor zo ver de Raad van Braband zig daar jegens noch zoude willen beroepen op Regten en Privilegiën van Braband, en daardoor ftjl. zwygende zoude willen te kennen geeven , als of de Hooge Bondgenooten, verpligt zynde tot handhaving dier Regten en Privilegiën niet bevoegt zouden zyn geweest tot het etablifeeren eener algemeene Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen; zoo zy het den Ondergeteekertden Advocaat Fiscaal gepermittcert, om de woorden, by de gemelde Memorie , door de Heeren Gedeputeerden der Stad Amfterdam ter Vergadering van hunne Ed. Gr. Mog. overgegeeven , dienaangaande in het tweede hoofddeel gebruikt, tot de zyncn te maaken; „ Niemant trekt in twyfcl datdeBond„ genooten natuurlyker wyze tot het ,, maaken van zoodanige Wetten (den ,, Artikelbrief van den jaare 1590) voor „ het Leger zoo wel, als voor Genera„ litcits Piaatzen, onder derzelver gc- hoor-  tot de MlLIT. JURISDICTIE. 335 „ hoorzaamheid zynde, van zelfs . „ bevoegt zyn." En nog eens, . ,, Daar in tegendeel het Generaliteits „ Territoir onder de Souverainiteit en „ legislative magt van de generaale Bond„ genooten gefteld zynde; mitsdien dui„ delyk kan begreepen worden, dat de ., Bondgenooten dit Generaliteit Territoir, als in .deezen van eene andere „ natuur zynde, in de voorfz Genera,, liteits Refolutie van 25 Maart zoo wel „ als in de andere voornoemde Provin„ ciaale Refolutien ookuitdrukkelyk te,, gen de Remmende Steeden, dat is, „ de Steeden der Remmende Provintien, „ als in het geheel onaf hangelyk van de ,, Generaliteit zynde , hebben konnen „ goedvinden te opppofeeren." Die Refolutie nu van den 25 Maart 1651 is, voor zoo veel de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal weet, de laatfte eigenlyk gezegde Wet, welke door de gezamentlyke Hooge Bondgenooten ten aanzien van de Militaire Jurisdiftie , in de Generaliteits Landen is gemaakt, en die Wet, zoo wel als de voorige Wetten, is dan ook tot heden toe in de Generaliteits Landen agtervolgt geworden, zoo wel in Stadhouderloze als in Stadhouderlyke tyden. En hoe zeer het dan, daar de Wetten zoo' klaar en duidelyk fpreeken, waarlyk niet nodig zoude zyn, om iets meer te zeggen , ten betooge van de ongefundeertheid der pretenfien van den Raade van Braband;zal de Ondergeteekende Advocaad Fiscaal cogtans, ter meer-  $3 6 NALEZING van STUKKEN meerdere convictie, nu in de tweede plaats tragten aan te toonen de overeenkomst, welke er gevonden wordt tuffchen die Wettenen de Refolutien, zoo door hunne Hoog Mog. als door deezen Raade van Staate, omtrent de Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen van tyd tot tyd genomen ; door welke Refolutien de voorgemelde Wetten tot heden toe in eene conftante practyk zyn gebleeven. Ordershalven zal de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal ee-st fpreeken van de Refolutien, welke betrekking hebben tot de Crimineele Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen; en vervolgens van de Refolutien, welke de Civile Militaire Jurisdictie in die Landen betreffen ; waar omtrent hy de ordre des tyds zal volgen zonder de Refolutien van hunne Hoog Mog. en van deezen Raade van Staate van elkanderen te fcheiden; en zonder ftilzwygende voorby te gaan zoodanige Refolutien, als, in den eerften opfiag befchouwt wordende , de tegenwoordige fuftenue en, pretenfien van den Raade van Braband zouden fchynen te favorifeeren. Met eene Refolutie van dat laatfte foort zal de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal zelfs beginnen, te weten, eene Refolutie van den 26 February 1649, waar by hunne Hoog Mog, goedvonden , dat twee Soldaaten van het Guarnifoen te Roermonde, die onder drie of vier Perfoonen geweld en huisbraak hadden gepleegt aan een'Huis tot Dicffen, en Diefftal in hetzelve Huis hadden begaan , en daar over door den Hoogfchout der Stad 'sBofch waren geapprehendeert , zouden worden te regt gefteld voor  TOT DE MlLIT. JURISDICTIE. 337 Voor den Politieken Regter, zulks en daar het behoorde. Maar de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal kan niet beter doen, dan met opzigt tot die Refolutie alhier te herhaalen het geen deeze .Raad van Staate by Miffive aan, hunne Hoog Mog. van den 30 October 1719, ten aanzien van die , en van nog twee andere Refolutien (van welke twee Refolutien vervolgens meede zal gefproken worden) heeft geremarqueert, zig daar omtrent uitlaatende in deezer voege-; ,, Vooraf erkennen wy gaarne Hoog „ Mog. Heeren, dat indien de meening „ van Uwe Hoog Mog. geweest was, „ door de voorfz Refolutien te Vernie- ti'gen zoo het Roomfche Regt, als het „ Regt, dat boven getoond is hier te Lande gerecipieert en In practyk te wezen, en een ander Regt in de plaats ,, in te voeren-, beide zoude moetert „ wyken aan de nadere dispofitie van ,, Uwe Hoog Móg., als aan welke wy ,, geenzins willen dispüteeren dè legis,, lative magt over het diftrict van de ;, Generaliteit. „ Maar of de meening van die Refo,, lütien is, verandering te maaken in ,, het Regt, laaten wy Uwe Hoog Mog. oordeelen , welke wy verzoeken, ten „ dien einde in agt te neemen, dat in ,, die Refolutien. nergens minder van gefproken wordt als van iets nieuws ,,' te ftatUeercn , en wel iets dat ftiydcn ,, zoude, niet alleen met het RoomNal. I. Deel II. Stuk Y „ fche,  338 NALEZING van STUKKEN „ fche, en met het hedendaagfche Regt, „ maar ook met eene Refolutie van de ,, folemneele Vergadering van het jaar 1651 , welke Refolutie,gelyk gezegt „ is , uitdrukkelyk onderfcheid maakt „ omtrent het ftuk in verfchil, tuffchen „ Steeden, ftem in Staat hebbende,en andere; en welke een foort van Wet „ of Reglement is , ftilzwygende con„ firmeerende het gerecipieerde Regt „ en Ufantie, in opzigt van de Steden „ in het diftrict van de Generaliteit, „ ter zeiver tyd dat ze uitdrukkelyk „ daar van eximeert de Steeden, ftem ,, in Staat hebbende, en geconfirmeert „ door de opgevolgde practyk , zoo „ vóór als na de verandering in de Re„ geering voorgevallen in het Jaar „ 1672. „ Zoo dat de voorfz Refolutien, genomen op particuliere gevallen , en „ zonder dat de Raad van Staate, wel» „ ke notoirlyk geconcerneert is in al, „ wat de judicature over de Militairen „ raakt, daar in gekend is, en de laat„ fte van de drie op eene bloote fug,, geftie van den Raade van Braband, ,, niets anders zouden bewyzen , voor ,, zoo ver ze zouden mogen ter materie „ dienen, als dat Uwe Hoog Mog. niet „ zbuden zyn verdagt geweeft in het „ neemen derzelven op het onderfcheid ,, tuffchen de Steeden , ftem in Staat „ hebbende, en de Steeden in het di„ ftrict van de Generaliteit. „ Het  tot de MILIT. JURISDICTIE. 339 „ Het welk geenzins zoude wezen te verwonderen , om dat zaaken van die natuur, geen gemeenfchap hebbende ,, met Staatsdeliberatien , minder voorkomen aan Uwe Hoog Mog. als aan „ ons. ,, Maar wy kunnen er by voegen Hoog Mog. Heeren, dat geene van de drie ,, bygebragte Refolutien bewyst het geene, waartoe zy bygebragt zyn. ,, De eerfte, zynde die van den 26 ,, February 1649, fpreekt van deteregtftelling van drie of vier Perfoonen , en daar onder twee Soldaaten van het Guarnifoen van Roermonde, geapprehendeert döor den Hoogfchout van ,, Js Hertogenbofch over Geweld, Huisbraak en Diefftal, begaan te Dieffen, Meyerye van 's Hertogenbofch. „ Be-halven, dat hier Burgérlyke en ,, Militaire Perfoonen in één fait ge„ mengt zyn , en derhalven continentia ,, caufee te pas koomt; behalven dat de ,, Hoogfchout konde praevcntie allegu,, eeren; behalven, dat hier queftie is „ van een delict, begaan buiten het 3, Guarnifoen, en waar van de daaders zyn geapprehendeert in loco delicti: het Placaat van den 29 April 1589 „ verfteekt uitdrukkelyk de Militairen, diergelyke faiten ten Platten Lande „ perpetreerende, van Privilegie Mili,, tair." Op den 18 Auguftus 1655 namen hunne Ploog Mog. eene Refolutie op een Berigt van den Y 2 Raa»  340 NALEZING van STUKKEN Raade van Braband, het welk die Raad gegeeven had opeen Request, aan hunne Hoog Mog. geprefenteert van wegens Johan Fredrik Schellaart van Oppcndorf, Heere van Schinnen, verzoekende, dat den Raade van Braband geordonneert mogt worden, de Crimineele citatie tegen hem verleend af te doen, vermits hy was in Militairen dienst van den Hertoge van Lotharingen; en by die Refolutie verftonden hunne Hoog Mog., dat in het verzoek van denzelven Schellaart niet kon worden getreeden; van welke dispoficie hunne Hoog Mog. deeze reedenen geeven, ook gelet zynde, dat het delict, by den Suppliant geperpetreert, niet is een Militair maar een gemeen delict, ook niet geperpetreert in het Leger ofte Guarnifoen, mitsgaders 'niet by den eenen Soldaat tegen den anderen, maar ten platten Lande in de Heerlykheid van Schinnen, waar uit manifest is, dat hunne Hoog Mog. toen begrepen , dat de Jurisdictie van den Raade van Braband in geenen deele gefundeert was in de volgende vier gevallen, i, indien het delict was Militair, waar het zelve ookgepleegC mogt zyn ; 2, indien het delict was gemeen, maar begaan in het Leger; 3 , indien het delict: .was gemeen, doch geperpetreert in het Guarnifoen; en 4, indien het delict was gemeen, doch gecommitteert door den eenen Soldaat tegen den anderen, cn in dat laatfte geval meede zonder onderfcheid van plaats;en derhalven was het fundament dier Refolutie voornamelyk, dat het was een gemeen delict:, het welk ten platten Lande was begaan; en dus fchynen hunne Hoog Mog. in dat geval tot een grondflag dier Refolutie gelegt te hebben het 68 Ar- ti-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 34* titel van de Crimineele Ordonnantie van I57°> en deeze Raad van Staate, zoo als vervolgens blyken zal, is meede niet alleen geweest, om in het laatstgemelde geval de judicature aan den Politiquen Rechter in Braband over te laaten; welke toegevendheid van deezen Raade van Staate een zonderling contraft maakt met de Maften van ufurpaticn en infraótien, welke de Raad van Braband thans in zulke fterke uitdrukkingen tegen de Militaire Krygsraaden in Braband gedaan heeft. Op'die Refolutie van hunne Hoog Mog. moet de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal ook nog maaken deeze drie reflectien voor eerft, dat in dat geval de Raad van Braband de preventie vóór zig had ; hoedanige praeventie wanneer de misdaad buiten het Guarnifoen van den Delinquant begaan was, door deezen Raade van Staate uit infehiklykheid, en om laftige Jurisdictie qusftien uit den weg te ruimen , doorgaans meede is geadmitteert geworden ; gelyk in het vervolg blyken zal; ten anderen, dat hun ■ ne Hoog Mog. die Refolutie genomen hebben zonder kennis en advis van deezen Raade van Staate; enten derden, dat, blykens de gemelde Refolutie, de Suppliant was in Militairen dienst van den Hertoge van Lotharingen, en dus niet behoorde tot de Militie van de Hooge Bondgenooten; welke reeden zekerlyk alleen genoegzaam was tot het neemen der Refolutie , vermits de Hooge Bondgenooten de Jurisdictie over vreemde Militairen nimmer aan deezen Raade van Staate of aan dte Krygsraaden van 'sLands Militie hadden opgedragen; voor Y 3 hoe<*  34a NALEZING van STUKKEN hoedanige opdragt (onder reverentie) ook ge» ne reden zoude zyn, Maar op den 23 July 1600 naamen hunne Hoog Mog. eene Refolutie, welke alleenlyk gebouwt fchynt te zyn op het Syftema eener algemeene Crimineele Militaire Jurisdictie, want daar by refolveeren Hoogftdezelve op een Requeft van Dykgraaf, Gezworens en de princj, paalfte Ingelanden van den Polder van den Ruigenhil,dat den Krygsraade der Steede Willemïtad zoude worden aangefchreeven, dat zy tegen de Militairen , die de onbehoorlykheeden by het Rcqueft vermeld, tegen ordre en voorig gebruik mogten plegen , rigoureufelyk zouden hebben te procedeeren en doen procedeeren volgens Dykrecht van Dykgraaf en de Gezworens voornoemt; ten blyke dat hunne Hoog Mog. niet begeerden, dat hunne Militie te recht zoude ftaan voor eenige andere dan de Militaire Rechters, zelfs over zaaken, waar over de judicature anderszins zonder eenige uitzondering van Perfoonen aan eene byzondere Rechtbank waren gedefereert. Volgens het zelfde Syftema eener algemeene Crimineele Militaire Jurisdictie verklaarde deeze Raad van Staate ook reeds by Refolutie van 24 Juny 1659, dat het fchouwen van Lyken van Militaire Perfoonen, fchoon verongelukt op Steedelyken grond in de Generaliteits Plaatfen , toekwam aan de Krygsraaden aldaar. Met de evengemelde Refolutie van hunne Hoog Mog. van den jaare ióóo fchynt nochtans in geenen decle over een te koomen eene Refolutie van hunne Hoog Mog. van den 17 Ja-  tot de 3VIILIT. JURISDICTIE. 343 January 1674, genomen ter gelegenheid, dat eenige Soldaaten binnen 's Hertogenbofch aan den Stadhouder van den Hoogfchout dier Stad in het ftooren van eene Pausgezinde Vergadering hadden gedaan eene feitelyke refiftentie; en by welke Refolutie hunne Hoog Mog. in algemeene bewoordingen zeggen , dat de politique Regters waren de competente Regters van alle Militaire Perfoonen, in materie van delicten, die niet Militair zyn ; edoch deeze is mede ééne van de drie Refolutien, waar omtrent de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal de generaale Remarques, door deezen Raade van Staate in de Miffive aan hunne Hoog Mog., in dato 30 Oftober 1719 dienaangaande gemaakt, reeds hier vooren woordelyk heeft geinfereert; en hy zal dan nu ook hier laaten volgen de fpeciaale Remarques ; door deezen Raade van Staate op de Refolutie van 17 January 1674 by de even gemelde Miffive aan hunne Hoog Mog. gefuppediteert, en woordelyk dus luidende; „ De tweede Refolutie , zynde die „ van den 17 January 1674, fpreekt „ van de te regt ftelling van verfchei„ de Burgers en Ingezeetenen, mitsga„ gaders van een goed aantal Soldaaten „ van het Guarnifoen van 'sHertogen„ bofch, welke gerepoufleert en zwaar „ gewond hadden den Stadhouder van „ den Hoogfchout in het ftooren van „ een Vergadering van Pausgefinden. ,, Dat de Hoogfchout daar' over voor „ Scheepenen van :'s Hertogenbofch begonnen had te procedeeren, word in de ReY 4  344 NALEZING van STUKKEN ,, folutie zelve geallegeert onder de mo,, tiven van het neemen der Refolutie, ,, zoo dat de preventie zonderling in ,, confidentie gekomen is. Behalven, dat hier weder, gelyk in de eerfte, ,, quaeftiè is van een delict, waar in Burgers met Militairen gemengtzyn „ en waar in de continentia cavfee nog meer te paffe komt als in de voo» rige. ,, Men zoude de Refolutie leezende, dezelve byna aanzien voor een dele,, gatie over een horribel en ongehoord ,, attentaat, gelyk dc Refolutie fpreekt, waar door U Hoog Mog. "yerftonden haar hoogheid en authoriteit en die van den Staat.ten hoogfte gekdeert te wezen; in hoedanige extraordinaris gegclegentheeden delegatien femtyds. „ plaats hebben; indien de Refolutie „ niet meede bragt, dat de Soldaaten zouden te regt geftelt worden voor ,, Scheepenen van 's Hertogenbofch , als, ,, Politique Rechters van alle Militaire „ Perfoonen in materie van delicten , niet . Militair zynde : woorden , welke met „ geen delegatie beftaan kunnen, maar „ op welke de bovenftaande gcneraale ,, Refolutie toepaiièlyk is, en welke men ,, aanzien moet, als het effect van de „ eerfte indjgnatie , wanneer het geen „ wonder is, dat niet zoo net op alles gelet word, de Refolutie op de heete „ daad genomen zynde." Dat deeze Raad van Staate vervolgens even min  tot de MILIT. JURISDICTIE. 345 min als hunne Hoog Mog. by Hoogftderzelver gemelde Refolutie van den jaare 1660 eene andere Crimineele Jurisdiftie over 'sLands Militie, zelfs wegens zaaken, anderzins aan byzondere Regters gedemandeert, admitteerde, dan alleen de Krygsraaden, blykt uit de Refolutie van deezen Raade van Staate, ra dato 26 'November 1689; waar by , tot voorkoming van alle fraudes in de Stad Grave en het Land van Cuyck omtrent de Impoften gepleegt , wierdt goedgevonden , den Gouverneur deiStad Grave te authorifeeren, en ftrictelyk te ordonneeren , om de Pachters, zulks verloekende, tot het onderzoek van alle die fraudes de fterke hand te bieden, en de Wagten eens vooral te gelaften. de Pachters te adfifteeren, de Fraudateurs te apprehenderen , en de Burgers en Ingezeetenen aan den Magiftraat en de Militairen aan den Krygsraad over te leeveren; mitsgaders, dat de Fraudateurs, die geene middelen hadden, om de boete te kunnen betaalen, de Burgers en Ingezeetenen by publique geesfeling en de Militairen met het loopen door de fpitsroeden zouden worden geftraft. S De algemeene Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen Itandvaftiglykblyvende handhaven , nam deeze Raad van-Staate op den 9 February van den jaare 1703 eene Refolutie , om aan de Commandeurs en Krygsraaden in de Steeden, ftem in Staat hebbende, te gelasten, precifelyk te achtervolgen de Refolutie van de gezamentlyke Bondgenooten van den 25 Maart 1651 met 'toezending van Copie dier Refolutie, en teffens aan alle de Gouverneurs, Commandeurs en Krysraaden indiftinctelyk aan te Y 5 fchry-  346" NALEZING van STUKKEN fchryven, dat zy] van toen voortaan in alle zaken, fpecteerende tot hunne kennis, zoo Crimineele als andere, Rechc zouden doen, zoo als zy zouden oordeelen in goede Juftitie te behooren. Den 8 October van den jaare 1705 verklaarde deeze Raad van Staate andermaal by Refolutie , dat het fchouvven van Lyken van Militaire Perfoonen, fchoon verongelukt op Steedelyken grond,in de Generaliteits Landen toekwam aan den Krysraaden. In den volgenden jaare 1706 by Refolutie van den 29 April verklaarde de Raad ook nader, dat de Refolutie der Bondgenooten van den 25 Maart 1651 alleen applicabel was op de Steeden , ftem in Staat hebbende , en dus geenzins op de Steeden in de Generaliteits Landen. In den jaare 1713 ontftond er een conflict van Jurisdictie tuffchen den Krygsraad van het Guarnifoen van 's Hertogcnboffche en den Here en Drolfaard van de Heerlykheid Dinther; waar in de Raad van Braband gemeleert raakte, en het welke van eene byzondere applicatiets op de quasftie, thans door dien Raad gemoveert wordende, het geval beftond hier in ; Richard Fuisfer, knegt van den Cornet Thiclen, pleegde eenige feytelykheeden binnen de Heerlykheid van Dinther; de Heer van Dinther klaagde dien. knegt aan by den Commandeur der Stad «s Boflche, met verzoek, dat die Commandeur deswegens geliefde ordres te ftellen, en voorziening te doen; inmiddels koomt die knegt binnen de Heerlykheid van Dinther, wordt aldaar door den Droffaard geapprehendeert, en overgebragt op de Gevangepoort te 'sBoffche, waar  tot de MILIT. JURISDICTIE. 347 waar van de Heer van Dinther kennis geeft aan den Commandeur,met verzoek,om dien knegt op de Gevangenpoort eens te mogen doen hooren, en met toezegging, om den zeiven daar na aan den Commandant over te leeveren; de Commandant ftaat het verzoek toe, en het Verhoor gefchied; maar vervolgens weigert de Heer van Dinther de overgave van dien knegt, en fuftineert, dat de judicature over denzelven blyven moest aan Scheepenen der Heerlykheid Dinther; de Droffaard van Dinther en de Heer dier Heerlykheid, met Hem gevoegt, verzoeken wyders een Mandament Poenaal van den Raad van Braband tegen den Krygsraad te 'sBosfche, waar by dien Krygsraad zoude worden geinterdiceert, Scheepenen van Dinther in het adminiftrcercn van Juftitie over dc delicten van voornoemden Fuisfer hinderlyk te zyn, en in tegendeel geordonneert, dezelve Scheepenen, daar meede als competente Rechters te laaten geworden; ondertuffchen ontkoomt de voornoemde Fuiffer uit zyne gevangenis, en niettemin doen de Heer en Droffaard van Dinther vier of vyf dagen daar na het door hun geobtineerde Mandament van den Raade van Braband exploiéteeren aan den Commandeur van 'sBoffche, en denzelven voor den Raad van Braband dagvaarden ; waar op de Krygsraad van 'sBoffche zich addreffeert aan deezen Raade van Staate, met verzoek om ordres, of de Krygsraad gehouden was, in dat en in alle andere voorvallen aan Mandamenten van den Raad van Braband te obedieeren , dan of die Krygsraad tot maintien van de Militaire Jurisdictie tegen hetzelve Mandament Poenaal van den  54S NALEZING van STUKKEN oen Raade van Braband in oppofitie zoude komen ; of wel, dat deeze Raad van Staate zoodanige Refolutie geliefde te neemen, en ordres te ftellen, als hunne Ed. Mog. tot confervatie van derzelver gezag en Jurisdictie over de Militairen best zouden oordeelen. Daar op neemt deeze Raad van Staate op den 29 April van den gemelden jaare 1713 eene allezins gematigde Refolutie, waar by de Raad aan de eene zyde zyn wettig gezag over de Krygsraaden en de Militaire Jurisdictie in Braband wel behoorlyk maintinecrde, doch teffens aan den anderen kantaUe toegeeffelykheid in het toen voor handen zynde geval gebruikte; want deeze Raad van Staate vondt goed, aan die van den Krygsraad van 'sBofch te rcicribeercn, dat dewyl de Krygsraaden niet gefubordineert zyn aan de ordinaris Juftitie, maar aan deezen Raade, zy zig in geene Procedures voor den Raade van Braband moesten inlaaten over het voorfchreeven Poenaal, als incompetenter verleend zynde , maar dewyl aan de andere zyde het deliét, waarover tegen den voornoemden Richard Fuiffer geprocedeert wierdt, een gemeen delict .was, begaan buiten het Guarnifoen, en waar over de Delinquant geapprehendeert was door den ordinaris Rechter in loco debcti, in boedanige circumftantie de prarventie kan verftaan worden plaats te hebben , en het geen over die zaak gepaffeert was tuffchen den Commandeur van 's Bofch en den Heer van Dinther, zonder interventie van den Krygsraad en van'Schout en Scheepenen van Dinther, geene verandering kon geven in de zaak; dat zy (te weeten, die van den Krygsraadjden voornoemden Schout en  töt de MILIT. JURISDICTIE. 349 en Scheepenen daar meede zouden laaten geworden , zonder aan dezelven eenig belet te doen in de Procedures tegen den voornoemden Delinquant; gelyk deeze Raad van Staate alverder teffens goedvond,zoo van het een ,als van het ander kennis te geeven aan den Raade van Braband, met verzoek, van zich voortaan te onthouden van het verleenen van zoodanige Mandamenten. Allezins aanmerkelyk is die Refolutie"; om dat uit dezelve blykt, aan de' eene zyde, hoe weinig de' Militaire Rechters in Braband verdient hebben, van ufurpatien en infractien te worden befchuldigt, zoo als dc Raad van Braband thans by deszelfs eerfte Miffive aan hun Hoog Mog. gedaan heeft; daar de Krygsraad te 's Bofch in het gemelde geval geenszins op zyn eigen authoriteit geweigert heeft, aan een Mandament Poenaal van den Raade van Braband te obedieren, maar eenvoudiglyk de ordres van deezen Raade van Staate daar omtrent heeft gevraagt; en daar by die Refolutie van deezen Raade van Staate in het algemeen en uitdrukkelyk is verklaart geworden, dat de Krygsraaden niet gefubordine-ert zyn aan de ordinaris Juftiüe , en dien Krygsraad daar by verboden • is, zich in Procedures voor den Raade van Braband over dat Poenaal, als incompetenter verleent zynde, in te laaten; en aan den anderen kant, dat hoe zeer by de Wetten van de Hooge Bondgenooten , eene algemeene Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen was geë tabliffeert geworden, zonder in eenig geval de minfte uitzondering te maaken, deeze Raad van Staate nochtans in de adminiftratie dier Militaire  35o NALEZING van STUKKEN re Jurisdictie alle mogelyke tbegeeventheid heett gebruikt gehad, door toe te Jaaten, dat Militaire Perfoonen voor de Burgérlyke Rechters in Braband vvierden te recht gefteld, wanneer die Militairen begaan hadden gemeene delicten buiten hun Guarnifoen; en vooral, wanneer in dien gevalle kon verftaan worden pra> ventie te hebben plaats gehad, van hoedanige toegeeventheid van deezen Raade van Staate zich vervolgens noch meerdere voorbeelden zullen opdoen. Het fchynt evenwel, dat de Raad van Braband daar meede in het voorgemelde geval nog geen genoegen nam; dewyl deeze Raad van Staate op den 17 Mey daar aanvolgende als noch genoodzaakt was, den Krygsraad te 's Bosfche te gelasten , niet te defereeren aan het Poenaal van den Raade van Braband , als zynde de Krygsraaden ongehouden, rekenfchap aan dien Raad te geeven, en niet fubject aan deszelfs beveelen. Op den 25 Maart van den jaare 1717 naamen hunne Hoog Mog. wel wederom eene Refolutie, waar uit in den eerften opflag ten faveure van de tegenwoordige pretenfien van den Raade van Braband zoude fchynen te kunnen worden geredeneert; hunne Hoog Mog. Relden namelyk by die Refolutie onder anderen vast, dat alle Militaire Perfoonen, die zich in de Dorpen van het Ampt van Montfoort by hunne Vrienden of anderszins zouden komen op te houden, het zy dezelve in dienst van hunne Hoog Mog. ofte van andere Mogendheden zouden mogen wezen , wanneer die Perfoonen eenig exces, geduurende hun verblvf al-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 351 aldaar zouden mogen komen te bedryven geftraft zouden worden volgens de Stads LandRechten en Placaaten in het Overquartier van Gelderland geëmaneert, Maar behalven' dat op die Refolutie wederom kan worden geremarqueert, dat dezelve genomen is buiten kennis van deezen Raade van Staate, en dat dezelve alleen relatief is tot Militaire Perfoonen , die zich buiten hun Guarnifoen en buiten alle bedwang hunner Officieren bevinden,zooblykt uit de woorden van de Refolutie zelve, dat hunne Hoog Mog. in dat geval hebben willen maaken eene fpeciaale exceptie van den generaalen regel der algemeene Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen; alzoo hunne Hoog Mog. er met zoo veele woorden byvoegen, dat die Militaire Perfoonen in zoodanige geleegendhsid .geenszints zullen gaudeeren van de Militaire Privilegiën, riochte van hunne Militaire Overigheid gereclameert zullen mogen worden; door welke exceptie die generaale regel derhalven noch te meer wordt 'geconfirmecrt; zoo dat die Refolutie, verre van eenigzins favorabel te wezen voor de tegenwoordige pretenfien van den Raade van-Braband, dezelve in tegendeel ten eenenmaale renverfeert. In den jaare 1718 gaf deeze Raad van Staate wederom dezelfde blyken van toegevendheid, als in het voorgemelde geval van den jaare 1713, want wanneer de Fiscaal van Braband van den Raade van denzelven Lande geobtineert had een Mandament Crimineel tegen een Dragonder van het Regiment van den Heere van Tilburg, wegens een manflag, aan een Ingezeeten van Tilburg gedaan, en die Dragonder zich naar  352 NALEZING van STUKKEN naar Maaftricht begeeven bad, verzogt de gc~ melde Fiscaal aan deezen Raade van Staate ordres aan den Gouverneur of den Stadhouder aldaar, om dien Dragonder te apprehendëeren en over te geeven , en deeze Raad van Staate nam op den 29 November 1718 eene Refolutie , waar by, in achting genomen zynde , dat. het delict niet Militair maar gemeen en buiten het Guarnifoen begaan was, aan den Gouverneur van Maaftricht wierd gelast, den voornoemden Dragonder te doen apprehéndeereri en overleveren aan de ordres van den Raade van Braband, ten ware de Krygsraad te Maastricht geprasvehieert had. Ondertuffchen gaven die herhaalde blyken van deezes Raads infehikkelykhcid, verre van Jurisdictie-quasfticn voor te komen , in tegendeel reeds in den volgenden jaare 1719 aan den toenmaaligen Fiscaal van Braband Mr. Willem van Erpecum aanleiding tot het maaken van dezelfde preteniien op de Militaire Jurisdictie in Braband, alsnu wederom door den Raade van* Braband worden gcformeert, hoe zeer de voornoemde Fiscaal in dien tyd door welgemelden Raade van Braband of niet, of zeer flaauwelyk wierdt gefouteneert; hetgeen toenmaals daaromtrent is voorgevallen befraat kortelyk hier in; de Stadhouder van den Droffaard te Breda geeft op den 3 Juny van dat jaar 1719 by Misfive aan den Fiscaal van Braband kennis; dat een Ruyter van het Regiment van Eek een Schoenlapper te Breda zoodanig gekwetst had, dat dezelve daar van was koomen te fterven ; en dat hy Stadhouder kennis van dat voorval gegeeven had aan den Commandeur dier Stad, ora  tot De MILIT. JURISDICTIE. 353 om tegen dien Ruyter te doen procedeeren; de Fiscaal van Erpecum antwoord daar op aan dien Stadhouder by een Brief van den 15 July daar aan volgende; dat hy Fiscaal door den Raade van Braband was gelast, aan hem Stadhouder te refcribeeren , dat de Raad te onvreede was over de evcngemelde kennisgeving; als een reden van welke ontevredenheid by die Miffive wierden opgegeeven de woorden van de Refolutie der Höoge Bondgenooten van 25 Maart 1651 ; zoodanig nochtans, dat de Fiscaal die woorden relatief maakte tot de Commandeurs en Krygsraaden in alle Steeden, door naameiyk de woorden Stem in Staat hebbende geheel uittelaaten; en de Fiscaal voegde er verder by, dat hy van den Raade van Braband meede in mandatis had, om aan dien Stadhouder te recomniandeeren en te ordonneeren, in het toekomende zorg te dragen,dat diergelyke abuifen niet meer kwamen voor te vallen ; inmiddels was het op den ir July gebeurt, dat de Scherprechter van het Guarnifoen te Breda door twee Cadets en een Grenadier van dat Guarnifoen zoodanig was gekwetst geworden, dat hy aanftonds daar van was komen te ovcrlydcn , waar op de Daaders de vlugt namen; de Stadhouder, daar op de gemelde Aanfchryving van den Fiscaal ontfangende, verzoekt dienvolgende aan Scheepenen van Breda een decreet van indaging tegen dc drie Militairen, welk decreet op den 22 July door het,Gerecht van Breda word verleend; de Commandeur geeft daar van byMiflivevan den volgenden dag kennis aan deezen Raade van Staate, met verzoek om ordres; en daar op neemt deeze Raad de Nal. I. Deel II. Stuk. Z no-  354 NALEZING van STUKKEN notabele Refolutie van 25 July 1719 , waar by in achting wierd genomen. „ Dat de Refolutie van de Groote „ Vergadering van den 25 Maart 1651, „ waar van de inhoud of het dispofitief „ van woord tot woord geinfereert was in de bovengemelde Bylaag (te we,, ten de Miffive van den Fiscaal van „ Braband) niet applicabel was op de „ Steeden onder het reifort van de Ge- neraliteit, maar uitdrukkelyk en al- leen fprak van de Stceden, ftem in ,, Staab hebbende, het welk verzweegen wierdt in de voorfz Bylaag : dat ook ,, zoo vóór als na het nemen der voorfz „ Refolutie van het begin van de Re,, publiek af tot toen de Militaire Krygs„ raaden alomme, de Steederi, ftem in „ Staat hebbende, alleen uitgezondert, „ zonder interruptie kennis genomen „ hadden, zoo wel van gemeene delic,, ten, door de Militairen begaan wor,, deude, als van Militaire delicten: en ,, dat het geenzins toeftond aan den „ Raade van Braband, daar in eigener authoriteit verandering te maaken , of „ de Refolutien van den Staat te muti,, leeren, en door dat middel de Stee. ,, den onder het reffort van de Genera„ liteit gelyk te ftellen met de Steeden, ,, ftem in Staat hebbende, cn zyne Juris,, dictie te extendeeren verder, dan dc ,, conftante en ongeinterrumpeerdc ,, practyk medebragt. En by welke Re„ folutie dienvolgende wierdt goedge. von-  tot, de MILIT. JURISDICTIE. 355 3, vonden en verftaan, te refcribeeren „ aan den Generaal Major de Villegas, „ dat by de Militaire Juftitie zoude main„ tineeren zoodanig, als die altyd on„ verbreekelyk was gcpraétifeert ge„ weest, en geene nieuwigheeden daar »i omtrent zoude toeftaan., maar met ,, de Proceduren in die en in andere „ diergelyke gelegenheeden zoude laa., ten voqrtvaaren, zonder te defer.ee„ ren aan het geen door den Officier „ en Scheepenen van Breda, fohoon op „ ordre van den Raad van Braband, daar „ tegen zoude mogen worden geatten„ teert: en dat, dewyl gelyke nieuwig,, heeden door, of van wegen den meer„ gemelden Raad zouden kunnen wor„ den ondernomen in andere Steeden „ van zyn Reffort, Extract, dier Refo,, lutie gezonden zoude worden aan de Gouverneurs of Commandeurs, mits„ gaders aan de Auditeurs Militair van ,, dezelve Stecden, om te dienen tot „ hun narigt, en om het geval extee,, rende, zig daar na te reguleeren." Maar niettegenftaande die ernftige Refolutie van deezen Raade van Staate, en de daar op gevolgde contumacieele Procedures tegen de Dclinquanten voor den Krygsraad van het Guarnifoen te Breda,ging het Gercgt dier.Stad nochtans voort met deszelfs indagingen tegen dezelve Delinquanten, waar van de Commandeur by Miffive van den io Auguftus kennis gaf aan deezen Raade van Staate, met verzoek om ordres, ingeval die Delinquanten door het Z 2 zei-  356 NALEZING van STUKKEN zelve Geregt mogten worden geapprehendeert; waar op deeze Raad van Staate by Refolutie van 12 Auguftus 1719 goedvond en verftond. „ Dat alvoorens nader te refolvee„ ren, zoude worden aangefchreeven „ aan Scheepenen van Breda, dat, de„ wyl geene Crimineele indaging zon„ der decreet van Scheepenen konde ge„ fchieden, hunne Ed. Mog. ten eers„ ten zouden verwagten, dat zy hun„ ne Ed. Mog. zouden informeeren van „ de reedenen, welke hen bewogen „ hadden tot het verleenen van dag„ vaarding van Militaire Perfoonen , „ daar zy immers zeer wel wiften, dat „ het zelve ftreed met de conftante en ,, ongeinterrumpeerde practyk, en met ,, het eigen adveu van den Officier en „ Scheepenen van Breda in alle voori„ ge geleegenheeden, waar in Officie„ ren en Soldaaten van het Guarnifoen ,, hadden moeten te regt gefteld wor„ den zoo wel over gemeene delicten ,, als over Militaire; en dat hunne Ed. „ Mog. niet zouden kunnen afwezen, „ van alle nieuwigheid, welke daar om„ trent zoude mogen ondernomen wor„ den, tegen te gaan en efficacieufelyk „ te beletten. Zoo groot was toen evenwel de yver , dat, in plaats van aan die Refolutie van deezen Raade te defereeren, Scheepenen van Breda goedvonden , zig by Miffive van den 24 Auguftus daaraanvolgende direételyk te addreffeeren aan hunne Hoog Mog., met verzoek, om Hoogft- fir>r_  tot de MI LIT. JURISDICTIE. 35? derzelver Ordres en Refolutie, hoe'zy Scheepenen zig in dat en in andere diergelyke gevallen zouden hebben te gedragen; het welk ten gevolge had, dat hunne Hoog Mog. by Refolutie van den 28 Auguftus 1719 die Miffive van het Geregt van Breda Commifforiaal maakten met deezen Raade van Staate, en dien onvermindert het Berigt van den Raade van Braband op die Miffive requireerden. De Raad van Braband nam daar. op in het advis van den Fiscaal van Erpecum; die by een ampel advis van den 19 September 1719 zyne fuftenue; welke ook thans door den Raade van Braband wordt gevoerdt, tragtte te fundeeren; dan welk advis de Raad van Braband toenmaals by Miffive van den 25 September daaraanvolgende wel aan hunne Hoog Mog. toezond, dog zig daar toe eenvoudig refereerde; zonder het zelve eenigzins te onderfteunen of te adopteeren, veel min te erkennen, eenige last aan den Fiscaal te hebben gegeeven, om aan den Stadhouder van den Droffaard te Breda te fchryven op die wyze, zoo als hy Fiscaal gedaan had, en welk fchryven oorzaak had gegeeven tot die onaangenaame discuffien. Hunne Hoog Mog. die Miffive van den Raade van Braband en het advis van deszelfs Fiscaal by Refolutie van den 25 September 1719 gezonden hebbende aan deezen Raade van Staate, om deszelfs advis daar op aan hunne Hoog Mog. te laaten toe komen, gaf zulks geleegenheid aan den grooten Slingeland , om by de Miffive van deezen Raade van Staate aan hunne Hoog Mog. in dato 30 October 1719, de gronden der Militaire Jurisdiétie in Braband ten Z 3 klaar-  358 NALEZING van STUKKEN klaarfte en kragtigfte aan te wyzen, en het advis van den Fiscaal van Erpecum op eene triumphante wyze te wederleggen; en die Miffive, welke te meermaalen gedrukt is, verdiend dan ook dubbel gelezen te worden. By Refolutie van den i November 1719 maakten hunne Hoog Mog. die Miffive wel Commifforiaal aan de Heeren hunner Hoog Mog. Gedeputeerden tot de Militaire zaaken; maar het is den Ondergeteekcnden Advocaat Fiscaal onbewust, of die Heeren immer eenig rapport deswegens hebben uitgebragt, en of daar op eene finaale Refolutie door hunne Hoog Mog. is genomen, dan of datjeen en anderlals onnodig geoordeeld zynde,gecn plaats heeft gehad. Deeze Raad van Staate bleef echter in het vervolg handelen met dezelfde toegeevenheid als te vooren , waar van de Refolutie van 4 December 1721 een bewys opleevert, waar by, ter geleegenheid, dat twee Soldaaten van het Regiment van den Lieutenant Generaal van der Beek eenige exceffen te Buuren begaan hadden, is goedgevonden te declineeren het verzoek, door die twee Soldaaten aan den Krygsraad van het Guarnifoen van Sluis in Vlaanderen gedaan, en aan dien Krygsraad te refcribeeren, dat, zoo die Soldaaten vermeenden, by het Vonnis van den Gerechte van Buuren bezwaart te wezen, v zy daar jegens moeften gebruiken het middel van appel, of zoodanige andere middelen, als zy naar Rechten zouden vermeenen te behooren ; en zulks, gelyk by die Refolutie gezegt word, in achting genomen zynde , dat het voorfcheeven voorval gebeurt was niet in de plaats van het Guarnifoen, maar tot Buuren, ende  tot de MILIT. JURISDICTIE. 359 ende zulks op een plaats, daar de voornoemde Soldaaten niet anders konden worden geconfi. dereerd, dan als particuliere Perfoonen, en misdoende door vegten of andere diergelyke gemeene delicten ,fubject waren de judicature van den Rechter van die plaats. Het zelfde voetfpoor wierdt door deezen Raade van Staate gevolgt in den jaare 1723, wanneer Otto Roeters , gepenlioneert Vaandrig van het Regiment van den Brigadier Berkhoffer, den 28 January van dat jaar op den Weg tuffchen Ryswyk en den Haage een Manflag begaan hebbende aan den Vaandrig Stauting, geapprehendeert wierdt door den Stadhouder van het Hoog Officie te 'sBofch op ordre van den Raade van Braband, daar toe dooiden Hove van Holland by Letteren requifitoriaal verzogt; en welke apprehenfie gedaan was te St. Oedenrode, Meyerye van 'sBofch, alwaar de voornoemde Roeters woonde; want by Refolutie van den 23 February 1723 in achting genomen zynde, dat de voorfchreeve Manflag was begaan op den Weg tuffchen den Haage en Ryswyk (en dus buiten een Guarnifoen) dat het Hof van Holland ten eerften kennis had genomen van het voorfchreeve fait, en actueel bezig was, in die zaak te procedeeren; en dat de voornoemde gepenfioneerde Vaandrig Roeters op requifitie van het zelve Plof was geapprehendeert geworden; wierdt goedgevonden en verftaan, aan den Commandeerenden Officier te 'sBoffche te refcribeeren, dat hy den geapprehendeerden zoude laaten volgen aan den politiquen Rechter; zonder denzelven van wegen den Krygsraad te reclameeren. Z 4 Twee  3^o NALEZING van STUKKEN Twee blyken van dezelfde infchikkclykbeid van deezen Raade van Staate doen zich wederom op in den volgenden jaare 1724; want by Refolutie van den 2 November van dat jaar vond deeze Raad van Staate goed, aan den Commandeur van 's Boffche te refcribeeren , dat hy dc te recht ftelling van den Dragonder Antony Degenaar, die by Vonnis van den Krygsraad te 'sBofch, in dato 1 Maart 1723, by contumacie was ter dood gecondemneert, en die vervolgens door den Droffaart van Qirfchot en Hilvarenbcek was geapprehendeert wegens huysbraken, gewcldenaryen, en andere enorme faiten, door hem Degenaar met zyne complices tot Oirfchot cn elders in de Meyerye van 's Bofch geduurende zyne voortvlugtigheid en toen onlangs noch geperpetreert, zoude laaten aan den Droffaart en Regenten van Hilvarenbeek; des nochtans , dat, zoo dezelve Antony Degenaar ,van dc voorfchreeven enorme faiten niet zoude mogen worden overtuigd of dat hy zo fchuldig niet zoude mogen worden bevonden, als de voornoemde Droffaart vermeende, in voege hy Degenaar wegens die faiten niet met den dood zoude moeten worden geftraftjin dat geval de voornoemde Droffaart gehouden zoude zyn , zoo als hem by die Refolutie wierdt gelast, den voornoemden Antony Degenaar over te geven aan den Krygsraad te 'sBofch ,|om, in gevolge van het Vonnis van dien Krygsraad, met den dood geftraft te worden. Het tweede geval, in dat zelfde jaar 1724 geëxteert hebbende, beftaat hier in, dat' de Commandeur van 'sBofch den 13 November 1 vaq  tot de MILIT. JURISDICTIE. 361 van dat jaar aan deezen Raade van Staate by Misfive te kennen gaf, dat Elbert van Meurs, Vaandrig in het Regiment van den Collonel van Amerongen, van wegen het Hoog Officie dier Stad betigt wierdt, van een Manflag op den 21 September daar te vooren binnen de Vryheid Oofterwyk te hebben begaan; dat Schepenen van 'sBofch aan den Hoogfchout aldaar tegen dien Vaandrig verleend hadden een dagement in Perfoon op de Crimineele Rolle; dat dc voornoemde Elbert van Meurs zich in die procedures had ingclaaten zonder te proponeeren de exceptie van incompetentie of van renvoy aan de Militaire Juftitie; dat Scheepenen der Stad 'sBoffche , dat geval capteerende, daar uit in tyde en wyle zouden trachten af te lyden, dat aan hun, gelyk als aan de Steeden Item in Staat hebbende, zoude competeeren de judicature en correctie van gemeene delicten, door Militairen begaan ; daar echter de contrarie Ufantie zich geftabileert vondt door hunner Ed. Mog. Refolutien van den 9 February 1703, 23 April 170Ó, en 25 July 1719; en dat hy Commandeur van zyn plicht geoordeelt had, hunne Ed.Mog. daarvan kennis te geven,ten einde die voorziening te kunnen doen, dat door het geene voo'rfchreeven was aan de Militaire Jurisdictie van het gemelde Guarnifoen geene prejuditië mogt worden toegebragt. Maar deeze Raad van Staate nam op den 20 November 1724 de Refolutie , om aan dien Commandeur te refcribeeren , dat in het zelve geval voor geene confequentie te vreezen was, niet alleen, om dat de gemelde Vaandrig zich ingelaaten had, zonder gebruik te hebben geZ 5 maakt  362 NALEZIMG van STUKKEN maakt van het Privilegie Militair, en om mee? andere confideratien ; maar inzonderheid , om dat hy niet behoorde tot het Guarnifoen van 's Boffche; en dat de Auditeur Militair daar van aanteekening kon houden tot narigting. In den jaare 1726 ontftond er tuffchen den Magiftraat van Sluis in Vlaanderen en denKrygsraadaldaar een verfchil over het fchouwen van het Lyk van een Soldaat van het Guarnifoen, die dood geftoken was ; doch deeze R.aad van Staate ftelde den Krygsraad in het gelyk by Refolutie van den 23 Auguflus van het zelve jaar. Dat nochtans deeze Raad van Staate altyd foigneus geweest is, om de Militaire Jurisdictie in Braband niet verder te extenderen, dan de Wetten van de gezamentlyke Hooge Bondgenooten meede bragten , blykt uit des Raads Refolutie van den 24 December van denzelfden jaare 1726; waar by de Raad aan den Commandeerenden Officier te 'sBofch gelaftte, aan den Magiftraat dier Stad, op deszelfs gedane reclame, over te geeven Cornelis Michielfe van Hout, die 'sjaars te vooren over dieverye binnen de Stad Grave was gegeeffelt en gebrandmerkt, en zich vervolgens onder twee Regimenten als Soldaat had gcëngageert; doch die befchuldigt wierdt geweest te zyn een van de fameufe Landloopers van de Meyerye, en begaan te hebben verfcheiden brandftichtingen en huisbraaken vóór den tyd, dat hy in dienst geraakt was; en welke Refolutie ter overgave van dien Gevangen deeze Raade van Staate nam, niettegenftaande dat de Raad, toen onkundig zynde, dat die van Hout voor dm tyd  tot de MILIT. JURISDICTIE. 363 Zyner dienftneeming zoodanige misdaaden begaan had , aan den Commandeerenden Officier te 'sBofch by Refolutie van den 20 December daar te vooren had gerefcribeert, dat de voornoemde van Hout niet kon verftaan worden onder het generaal pardon voor de Deferteurs begrepen te zyn; en dat hy Commandeerende Officier denzelven te recht zoude doen ftellen voor den Krygsraad te 'sBofch. In het jaar 1729 deedt zich wederom een geval op, waar in deeze Raad van Staate nochmaals een byzonder blyk gaf van infchikkelykheid voor den Raade van Braband; by Refolutie van den 29 Auguftus van dat jaar had deze Raad van Staate goedgevonden, den Krygsraad te 'sBofch te gelaften, om te procedeeren tegen twee. Soldaaten, die handadig waren aan een Manflag te Berlicum begaan tegen een Ingezeetenen aldaar;den 19 September daar aanvolgcnde deedt de Raad van Braband door zyn Griffier eene conferentie ter gemelder zaake verzoeken met Heeren Gecommitteerden van deezen Raade van Staate; in die conferentie droegen Heeren Gecommitteerden uit den Raade van Braband voor, dat de Raad van Braband , kennis bekomen hebbende van zekeren Manflag , in de Hooge Heerlykheid van Berlicum begaan tegen een Ingezeetenen van dezelve Hooge Heerlykheid , aan welken Manflag twee Soldaaten, de een van het Guarnifoen van 's Bofch,de ander van het Guarnifoen van Hulst, handdadig zouden zyn; en daar beneevens geinformeert zynde, dat dezelve Soldaalen aan den Krygsraad van 's Boffche zouden overgegeeven zyn, en dat op ordre van deezen  $64 NALEZING van STUKKEN zen Raade van Staate tegen dezelve geproce. deert wierdt; gemeend had, deezen Raade van Staate te moeten verzoeken, dat de gemelde Soldaaten, als buiten hun Guarnifoen gedelinqueert, en een Commune delictum tegen de Ingezeetenen van eene Hooge Heerlykheid begaan hebbende, en boven dien in loco delicti geapprehendeert zynde, wederom mogten overgelevert worden aan den Rechter te Berlicum. Heeren CommiHariffen van den Raade van Staate antwoordden op dien voordragt, dat geene de minfte bedenkelykheid zoude Vallen over de Jurisdictie van den Heere van Berlicum over het voorfchreeven geyal, doch dat van wegen den Heere van Berlicum zeiven de Commanderende Officier Van 'sBofch verzogt en gerequireert was , om de voorfchreeven'twee^Soldaaten van Berlicum te doen af haaien; dat de Commandeerende Officier, aan dat verzoek en requifitie voldaan hebbende, daar van kennis had gegeeven aan deezen Raade van Staate; dat deeze Raad daar op , tot bevordering van de Juftitie en om den voorfchreeven Neerlaag niet ongeftraft te laaten, den Krygsraade van 'sBofch had geordonneert, door den Auditeur Militair informatien over dat geval te doen beleggen , en tegen de fchuldigcn naar bevind van zaaken te procedeeren, zoo als in goede Juftitie bevonden zoude worden te behooren; overlaatende aan den Heere en Rechtbank van Berlicum, zich wegens hunne nalatigheid in dat geval te verantwoorden aan den Raade van Braband; dat zy Heeren CommiHariffen van dezen Raade van Staate niet geinformeert waren, hoe verre aan die ordres was voldaan,- doch dat  tot de MILIT. JURISDICTIE. 36s zy aannamen, die zaak ten favorabelfte aan deezen Raad van Staate te rapporteeren , om, zoo de zaak niet reeds te verre buiten haar geheel was gefteld, aanleiding te geven, dat de Heer en Rechtbank van Berlicum hun begaan abuis mogten redreffeeren. iJFijj. Op het rapport dier Heeren Commiffariilen vond deeze Raad van Staate dan ook, by Refolutie, van denzelfden 19 September 1729, goed, den Krygsraad van 's Boffche aan te fchryven, dat dezelve ten fpoedigfte zoude berichten , hoe ver in de voorfchreeven zaak geprocedeert was, met furcheance van de procedures tot nadere ordre van hunner Ed. Mog ; en toen dat bericht van dien Krygsraad was ingekomen, refolveerde deeze Raad den 26 September daar aanvolgende, denzelven Krygsraad te gelaften,'des verzogt wordende, den gevangen Soldaat, gehoorende onder het Regiment van den Collonel Kretshmar , (die tot het Guarnifoen van Hulst behoorde) aan den Heere van Berlicum over te geeven, mits alvoorens door den voornoemden Heere van Berlicum voldaan wierden de koften , zoo van den Auditeur Militair, mifen van Juftitie, als anderszins , op de voorfchreeven Proceduren gevallen. De Ondergeteekende Advocaat Fiscaal mag niet nalaaten , daar omtrent te maaken deeze twee reflectien, Foor eerft, dat de Raad van Braband ter dier tyd.geenszins, zoo als dezelve nochtans tegenwoordig doedt, pretendeerde, dat de algemeene Militaire Jurisdictie in Braband, met uitzondering alleen van pure Militaire delicten, aan den  366 NALEZING van STUKKEN den Raade van Braband en aan de plaatfelyke Rechters aldaar zoude toekomen; maar dat de Raad van Braband toen zyn verzoek fundeerde op dezelfde gronden, welke deeze Raad van Staate zelf gewoon was in acht te neemen, te weeten , dat die Soldaaten begaan hadden een gemeen delict, buiten hun Guarnifoen, en tegen een Ingezeeien van het platte Land; en dat zy in loco delicti geapprehendeert waren; Ten anderen , dat deeze Raad van Staate in dat geval geene de minfte condescendance had behoeven te gebruiken, dewyl het Gerecht van de plaats zelf den Militairen Rechter verzogt had, de Delinquanten te doen af haaien en over te neemen; en dat deeze Raad, ter bevordering van de Juftitie, en om een Neerlaag niet ongeftraft te laaten , den Krygsraad te 's Bofch reeds gelast had, tegen de Delinquanten te procedeeren; uit welke byzondere condescendance van deezen Raade van Staate jegens den Raade van Braband kan worden beoordeelt , met wat gratie die Raad zich thans aan hunne Hoog Mog. kan beklagen over het empietecren van het Militair gezag of van de Militaire Rechters op de Tcrritoriaale Jurisdictie in Braband. In het fataale jaar 1730 had deeze Raad van Staate wederom gelegenheid ter handhaving der Crimineele Militaire Jurisdictie in de Generaliteits- en Barrière plaatfen ; cn rcfolveerde op den 23 Mey van dat jaar aan den Commandeerenden Officier te Sas van Gend te relcribeeren, dat hy twee Soldaaten, wegens het crimen nefandum aldaar in hegtenis, zoude doen ftraffen en executceren in alle ftilte ;dan waarom  tót de MILIT. JURISDICTIE. 36? omtrent deeze Raad van Staate op den 21 Juny daar aanvolgende,tergeleegenheid vaneen diergelyk geval in het Guarniiben te Namen, goedvond, dat de ftraf van die verfoeielyke misdaad ten exempel en affchrik van anderen voortaan publiquelyk zoude gefchieden. Op den 7 Maart van den jaare 1735 nam deeze Raad van Staate wederom eene Refolutie, op de voorgemelde principes gefundeert, om een Cadet, die te Venlo een gemeen delict begaan had, aan den Magiftraat aldaar over te laaten, vermits hy dat delict begaan had buiten zyn Guarnifoen, als behoorende tot dat van Zutphen. Maar dat deeze Raad van Staate ook begreepen heeft, dat de Crimineele Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen zich meede uitftrekte over de Vrouwen van Soldaaten , die tot het Guarnifoen behoorden, blykt uit eene Refolutie van deezen Raade van Staate, in dato 4 Maart 1738; alzoo de Raad daar by goed vond, dat eene Soldaaten Vrouw, welke by een Vonnis des Krygsraad van het Guarnifoen te Sluis in Vlaanderen gecondemneert was tot geeffeling en banniifement,dog welke die ftraf niet kon ondergaan , zoo lang zy zwanger was, in detentie mogt worden gehouden, tot dat zy zoude wezen verlost; en by die Refolutie teffens den Provoost van het Guarnifoon te Sluis authorifeerde, om voor haar kostgeld zes Huivers daags ten latte van het Land te mogen declareeren, indien de onkoften aan de Gecondemneerden niet konden worden verhaalt. Deeze Raad van Staate, dezelfde principes ftandvaftelyk aankleevende, nam in den volgen-  365 NALEZING van STUKKEN gcnden jaare 1739 op den 16 October ec-Tiü Refolutie, waar by goedgevonden wierdt, genoegen te neemen met een bericht van den Magiftraat van Aardenburg, en dat daar van kennis zoude worden gegeeven aan dien Magiftraat, en aan den Krygsraad van het Guarnifoen te Sluis, om te {trekken tot narichting; en dus liet deeze Raad van Staate aan de judicature van dien Magiftraat een Corporaal van het evengemelde Guarnifoens die buiten hetzelve , te weten, te Aardenburg, een Manflag begaan had aan een Burger aldaar, en door den Magijlraat buiten die Stad geapprehendeert was en aldaar in hegtenis, zat. Noch meerderfaciliteit gebruikte deeze Raad van Staate, wanneer dezelve by Refolutie van den 2 December 1740 aan den Magiftraat te Vcnlo overliet de judicature over den zclfsmoord van een Sergeant van het Guarnifoen aldaar; zekerlyk , om dat deeze Raad begreep, dat, dien Sergeant overleeden zynde, zulks in zich zelvcn van weinige confequentie voor de judicature was. Op den 21 December van het zelfde jaar 174b refolveerde deeze Raad al meede , dat twee Soldaaten, die tot het Guarnifoen van Breda behoorden, en aldaar by den Provoost waren gefteld, beneevens een dei de Soldaat, indien hy geapprehendeert wierdt, en welke drie Soldaaten met nog een vierde Perfoon een zwaar delict in het Marquifaat van Bergen op den Zoom begaan hadden,en welke vierde Perfoon door den Droffaard was geapprehendeert,zouden worden overgegeeven op de reclame van den voornoemden Droffaart, niettegenftaande de-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 36? dezelve twee Soldaaten geconfesfeert hadden, een Diefftal te Breda begaan te hebben ; uit welke Refolutie wederom blykt, dat deeze Raad van Staate dezelfde grondbeginfelen bleef aankleeven, vermits die twee Soldaaten een gemeen en zwaarer delict buiten hun Guarnifoen en ten Platten Lande begaan hadden, cn de Drosfaart door het apprehendeeren van één der Delinquanten ook kon worden verftaan,in dat geval te hebben gepravenieert. En op het zelfde fundament, dat een gemeen delict buiten het Guarnifoen en ten Platten Lande was begaan, heeft deeze Raad van Staate vervolgens ook by Refolutie van den 10 February 1741 aan den Krygsraad te Breda gelast, aan den Drosfaart van het Ooftquartier van het Marquifaat van Bergen op den Zoom over te geven een Soldaat van het Guarnifoen van Breda, die een Diefftal in dat Ooftquartier had begaan, en vervolgens door den Drosfaart van Breda buiten die Stad geapprehendeert zynde, aan de Militaire Juftitie aldaar was overgegeeven. In den volgenden jaare 1742 ontftond wederom een dispuut tusfehen den Drosfaart van Breda en den Krygsraad van het Guarnifoen aldaar over de judicature van een Soldaat van het Guarnifoen te Breda, die aldaar een Diefftal begaan had, en door denzelven Drosfaart was geapprehendeert in Dirksland; dog deeze Raad van Staate verftond by Refolutie van den den 27 July van dat jaar, dat, hangende het voorfz dispuut, die Soldaat aan den Krygsraad zoude worden overgegeeven onder eene Acte van non prejudicie; zonder twyfel op funda- Nal. l.Deel. 11. Stuk, Aa ment,  éjfó NALEZING van STUKKEN ment, dat die Soldaat een gemeen delict in zyrt Guarnifoen begaan had, en dus niet alleen volgens 's Lands Wetten , maar zelfs ook volgens de geadopteerde principes van ^deezen Raade van Staate , voor den Krygsraad van zyn Guarnifoen moest te regt liaan ; dog juist gaf dat geval gcleegenheid, dat deeze Raad van Staate den 5 September van het zelfde jaar 1742, op het advies van den tocnmaaligcn Fiscaal van de Generaliteit Mr. Jan Wybo, wederom nam eene generaals Refolutie tot handhaving van de algemeene Crimineele Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen; waar by deeze Raad goedvond , by inlucfie van des Raads Refolutie van den 25 July 1719, te declareeren, dat in de Steeden van het Reffort van de Generaliteit, geen ftem in Staat hebbende, met Guarnifoen van den Staat bezet, de cognitie en judicature over Militairen , een Commune delictum begaan hebbende, competeert aan de refpective Krygsraaden in die Steden, en dat daaromtrent geene preventie plaats heeft; by welke Refolutie deeze Raad tcifens goedvond, dat Extract van dezelve zoude worden gezonden aan de Gouverneurs of Commandeurs , .mitsgaders, aan de Auditeurs Militair in de Steeden van het Reffort van de Generaliteit,om te ftrekken tot hunne narigting. In het zelfde jaar 1742 handhaafde deeze Raad van Staate insgelyks de {Crimineele Militaire Jurisdictie over de Vrouwen van Soldaaten, tot de Guarnifoenen in de Generaliteit behoorende ; vermits deeze Raad by Refolutie van den 3 December van dat jaar den Drosfaard van Breda gelafte, aan den Krygsraad aldaar over te  tot de MILIT. JURISDICTIE. 37? te geven de Vrouw van een Soldaat van het Guarnifoen te Breda, dewelke aldaar een Diefftal had begaan; en wanneer Drosfaart, Burgcrmeefteren en Scheepenen van Breda zig daar over by Miffive aan hunne Hoog Mog. addresfeerden , welke Miffive door Hoogftgemelde hunne Hoog Mog. by Refolutie van den 15 December 1742 met deezen Raade van Staate wierdt Commiiforiaal gemaakt; zo vonden hunne Hoog Mog. vervolgens by Refolutie van den 3: Mey 1743 goed, dat aan den Magiftraat van Breda zoude worden gerefcribcert, dat de Stad van Breda niet zynde in ééne van de zeven Provintien , maar in het Reffort van de Generaliteit, aan dezelve in gemeene delicten geene Jurisdictie competeerde over de Militairen , aldaar Guarnifoen houdende , nog daar over eenige preventie konde fundeeren; en dat derhalven de Soldaaten-Vrouw, waar- over questie was, door hun aan den Krygsraad, die dezelve Vrouw.had gereclameert,moest worden overgegeeven ; en dus toonden hunne Hoog Mog. als nog te inhereeren de Wetten van de Hooge Bondgenooten ten aanzien van de algemeene Crimineele Militaire Jurisdictie in de Steeden van de Generaliteit; en daaromtrent volkomen in te ftemmen met deezen Raade van Staate. Maar, gelyk deeze Raad van Staate de Crimineele Militaire Jurisdictie op die wyze by continuatie handhaafde, zoo bleef deeze Raad nochtans altyd gebruiken dezelfde toegevendheid , wanneereenig Militair'een gemeen delictbegaan had buiten zyn Guarnifoen, en ten Platten Lande door den Burgerlyken Officier was A a 2 ge-  s7a NALEZING van STUKKEN geapprehendeert; want, wanneer in den volgenden jaare 1744 een Soldaat van het Regi» ment van den Generaal Major van Buddenbroek zig by den Uitmarsch uit 's Boffche van dat Regiment had geëcarteert, en vervolgens menigvuldige en zeer verregaande infolentien ten Platten Lande had gepleegt, en in het byzonder te Oofterwyk zonder eenige reden gefchooten had onder eenige Ingezeetenen aldaar, en één van dezelve had gekwetft, en daar op aanftonds aldaar was geapprehendeert en op het Raadhuis gebragt , en vervolgens op de Poort binnen 's Bofch; en wanneer hy door den Gouverneur van 's Bofch wierdt gereclameqrt; verftond deeze Raad van Staate by Refolutie van den 11 Auguflus van denzelven jaare 1744 conform het Advies van den toenmaaligen Advocaat Fiscaal van de Generaliteit Mr. Jan Wybo , dat de cognitie over die zaak zoude worden gelaaten aan Scheepenen van 'sBoffche. De laatfte Refolutie, welke, voor zoo veel den Ondergeteekenden Advocaat Fiscaal bewust is , door hunne Hoog Mog. is genomen met betrekking tot de Crimineele Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen , is die van den 2 Maart van den jaare 1757 , waar by hunne Hoog Mog. goedvonden, dat aan Scheepenen der Stad 's Hertogenbofch zoude worden aangefchreeven, zig niet te bemoeyen met de judicature over het geval van den gepenfioneerden Vaandrig Jan Coehoorn, die befchuldigt wierdt den 15 February daar te vooren een Manflag te Vechel onder de Crimineele Jurisdictie deiStad 's Bofch begaan te hebben; maar de Judicature daar over te laaten aan den Militairen Regter. De  tot de MILIT. JURISDICTIE. 373 De Ondergeteekende Advocaat Fiscaal vertrouwt hier meede nu meer dan genoegzaam te hebben aangetoond , dat de Refolutien, zoo door hunne Hoog Mog., als door deezen Raade van Staate, van de eerfte tyden van de Republiek af tot nu toe fuccesfivelyk genomen met betrekking tot de Crimineele Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen,niet alleen overeenkomftig zyn met de voorgemelde Wetten van de gezaamentlyke Hooge Bondgenooten ; maar zelfs, dat deeze Raad van Staate, offchoon by die Wetten geene de minfte uitzondering was gemaakt, nochtans zoo veele toegevendheid daar omtrent heeft gebruikt, van de judicature over Militaire Perfoonen doorgaans aan de politieke Regters in Braband over te laaten, ingeval die Militairen Commune deliéten begaan hadden buiten hun Guarnifoen; vooral, wanneer zy in loco delicti waren geapprehendeert geworden ; en de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal zal derhalven nu overgaan tot een onderzoek der Refolutien van hunne Hoog Mog. en van deezen Raade van Staate, ten aanzien van.de Civiele Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen insgelyks van tyd tot tyd genomen. By eene hier voor reeds gemelde Refolutie van deezen Raade van Staate, in dato 24 Juny 1659 verklaarde de Raad toen reeds, dat de judicature over de Boedels van Militaire Perfoonen , fchoon overlydende in Burgerhuyzen, toekwam aan de Krygsraaden in de Generaliteits Frontieren. In den jaare 1661 verftond deeze Raad van Staate by een Refolutie van den 29 April in A a 3 het  374 NALEZING van STUKKEN het algemeen, dat zoo iemand op Soldaaten, in 'sLands dienst zynde,ietwes te pretendeeren meende te hebben , dezelve betrokken en aangefproken moeften worden voor den Krygsraad van hun Guarnifoen, als hunnen competenten Regter. En wanneer in den jaare 1664 tuffchen den Magiftraat der Stad Bergen op den Zoom cn den Krygsraad van het Guarnifoen aldaar verfchil ontftaan was nopens de Jurisdictie over de Boedels der Militairen , in hun Guarnifoen overlydende, en van beide zyden eene Memorie of Deductie aan deezen Raade van Staate was overgegeeven , verftond deeze Raad by Refolutie van den 17 December van dat jaar wederom in het algemeen , dat de judicature, de directie en het opzigt over de Weduwen , Weezen, en Boedels van Militairen, alleenlyk en privative competeerde aan den Militairen Regter, even cn in dier voege, als over de Perfoonen van de Militairen zelve; en dat dienvolgende dezelve over perfoneele fchulden nergens anders geconvenieert konden worden,dan voor den Militairen Regter. Ten aanzien der judicature over Huwelyksquautien , concerneerende Militaire Perfoonen, ontftond in den jaare 1670 ook verfchil tusfehen den Magiftraat der Stad Grave , en den Commandeur met den Krygsraad aldaar, wanneer deeze Raad van Staate by Refolutie van den 18 November van het zelve jaar 1670,"in agting ncemende, dat dc Krygsraad in de Guarnifoenen onder het diftrict van de Generaliteit, mitsgaders in de Steeden en Plaatfen , geen item in Staat hebbende, exerceert allerhande Juris- dic-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 37J dictie tuffchen Militaire Perfoonen, ofte daar de Gedaagde alleen Militair is, zonder onderfcheid van zaaken, of dezelve Crimineel of Civiel zyn, goedvond te verklaaren, dat de judicature over matrimonieele differenten, raaiende Militaire Perfoonen, competeerde aan de refpective Krygsraaden; en dat mitsdien over het cas, toen fubject, aan den Krygsraad tot Grave ftond te disponeeren, zulks Haar Ed. zouden bevinden en oordeelen te behooren. Het is wel waar, dat met de evengemelde Refolutien van deezen Raade van Staate rechtsreeks ftrydig is eene Refolutie van hunne Hoog Mog. van den 21 January 1704, op eene Misfive van den Raade van Braband genomen ; want daar by hebben hunne Hoog Mog. goedgevonden, nademaal by experientie bevonden wierdt, dat veele Civiele zaaken, tot de ordinaris Juftitie fpeéteerende, door abuis ofte oogluiking van den ordinaris Rechter van dezelve wierden afgetrokken , ende gebragt aan den Krygsraad; mitsdien te verklaaren, dat alle Civiele zaaken, waar in de Ingezeetenen deezer Landen zyn geeoncerneert, moeften gebragt worden voor den ordinaris en competenten Rechter , en niet voor den Krygsraad, die in zoodanige zaaken geene Jurisdictie had; en dat Extract van die Refolutie zoude worden gezonden aan den Raade 'van Braband tot deszelfs narichting. Doch die Refolutie van den jaare 1704 is ééne van de drie Refolutien, waar over in de Miffive van deeze Raade van Staate aan hunne Hoog Mog, van den 30 October 1719 gefproken wordt ;en waaromtrent de OndergeteekenAa 4 de  37ó NALEZING van STUKKEN de Advocaad Fiscaal de generaale remarques» door deezen Raade van Staate by de evengemelde Miffive daar op gemaakt, reeds hier vooren heeft geinfereert; waar toe hy zig derhalven alhier eerbiedig refereert. Evenwel moet de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal de vryheid neemen, om, met betrekking tot deeze hunner Hoog Mog. Refolutie van den jaare 1704 in het byzonder meede voor te draagen dc remarques van deezen Raade van Staate by Miffive aan hunne Hoog Mog. van den 12 February 1714 dienaangaande gemaakt; deeze Raad laat zich daaromtrent uit in deezer voege: ,, Dat onder de Refolutien, door de ,, Magiftraat. van 's Bofch bygebragt, „ in haar Miffive aan Uwe Hoog Mog., „ wel een of twee zyn, en namentlyk ,, die van den 2 January 1704, welke ,, favorifeeren het gefuftineerde van de „ Magiftraat; maar dat de Refolutie van j, de folemneele Vergadering van de groote Zaal, welke een foort vaneen „ Wet of Reglement is, en welke, ge„ lyk ze confirmeert de oude Ufantie , „ ten opzichte van de Steeden, geen ftem in Staat hebbende, geconfirmeert ,, is door de opgevolgde praótycq, zoo voor , als na de verandering in de Re„ geering, gevallen in het jaar 1652, ,, behoord te overwegen een of twee „ Refolutien, genomen op particuliere „ gevallen, en by welke het zoo ver „ van daar is , dat de Refolutie van de 5, groote Zaal, en een Ufantie zoo oud 3, als  tot de MILIT. JURISDICTIE. 37? „ als de Republicq , voorbedagtelyk zoude wezen ingetrokken en veran„ dert, dat zelfs daar van niet gerept word in de Refolutie, door de Magi„ ftraat van 's Bofch bygebragt; tot een „ klaar bewys, dat Uwe Hoog Mog., ,, waar aan zelden zaaken van die na„ tuur , geen gemeenfchap hebbende „ met Staats deliberatien , voorkomen, „ niet zyn verdagt geweest in het nee„ men derzelve op het onderfcheid tus,, fchen Steeden, ftem in Staat hebben,, de , en niet hebbende." En die Miffive van deezen Raade van Staate van den 12 February 1714 was dan ook van dat effect, dat hunne Hoog Mog. op den 13 Maart daar aan volgende eene Refolutie dien conform namen; van welke in het vervolg nader zal moeten worden gefprooken. Deeze Raad van Staate nam vervolgens op den 8 October van den jaare 1705 ook wederom eene Refolutie, waar by andermaal verklaart wierdt, dat de judicature over de Boedels van Militaire Perfoonen, fchoon overlydende in Burgerhuizen , toekwam aan de Krygsraaden in de Generaliteits Frontieren; zoo als deeze Raad dien ten gevolgen by Refolutie van den 29 December van het zelfde jaar 1705 ver•ftond , dat de publique Verkoping van Goederen , toekomende aan Militaire Perfonen in actueelen dienst van den Lande zynde, of daar in koomende te fterven, indien dezelve Verkoping gefchied in de plaats van hun Guarnifoen, moest worden gedaan door den Auditeur Aa 5 Mi-  S78 NALEZING van STUKKEN Militair van het zelve , en niet door den Stok. houder of Vendumeefter. En wanneer de Magiftraat van Sluis in Vlaanderen in den jaare 1712 over zoodanige Verkoping van de Goederen van den Ingenieur Basfonville , door den Auditeur Militair van het Guarnifoen aldaar gedaan, aan hunne Hoog Mog. klagtig viel,zoo verklaarden hunne Hoog Mog. insgelyks by Refolutie van den .19 September van den jaare 1713 niet alleen , dat die Verkoping wel gedaan was, maar.ook in het algemeen , dat de Goederen van Militairen, in actueelen dienst zynde , of daar in komende tefterven , in cas van publique Verkoping door ■den Auditeur en niet door den Stokhouder verkogt moeten worden. Daar op volgde de reeds gemelde Refolutie van hunne Hoog Mog.,in dato 23 Maart 1714 op de meede reeds gemelde Aliffive van deezen ■Raade van Staate van den .12 February daar te vooren, en dus na volkomen kennis van zaaken, genomen ; by welke Refolutie hunne Hoog Mog. goedvonden, dat de directie over den geaban.donneerden Boedel van wylen Gerard van Poelgeest, in zyn leven Sergeant-Major ten dienfte deezer Landen, binnen 'sBoffche, alwaar hy in Guarnifoen was, overleden ; (het ftellen van een Curator in welken Boedel aan den Krygsraad aldaar was betwist door den Magiftraat der Stad 'sBoffche, zich daar over by Miffive aan hun Hoog Mog. geaddreffeert hebbende) zoude worden gelaaten aan den Krygsraad. Niettemin verleende de Raad van Braband vervolgens een Mandament Poenaal ter verhinde-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 379 dering van het houden der preferentie en concurrentie voor den Krygsraad; doch deeze Raad van Staate vond daar op by Refolutie van den 29 Oftober van het volgende jaar 1715 goed, den Krygsraad te gelaften, met de preferentie en concurrentie voort te gaan; en fchreef ten zeiven dage eene Miffive aan den Raad van Braband, om het Mandament in te trekken, en geen belet toe te brengen aan de Jurisdictie der krygsraaden in de Steeden, geen ftem in Staat hebbende. Op den 22 Auguftus van den jaare 1718, (waar by de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal, om herhaalingen te vermyden, alhier maar voegen zal de verdere Refolutien op het zelfde fubject) 17 February 1721, 29 January en 18 Mey 1723 , verftond deeze Raad van Staate al verder, en hunne Hoog Mog.. confirmeerden zulks by Refolutie van den 30 Maart 1729,dat de Ruiters en Soldaaten mogten maaken hunne eigen Kleederen , en die voor het Regiment, waar in zy dienden; en dat ook aan de Ruiters en Soldaaten van de refpective Guarnifoenen gepermitteert was het beflaan van de Paarden, en het maaken der Monteeringen, zoo van Klederen, als van Schoenen voor het Regiment, waar in zy dienst doen; zoo nochtans dat zy daartoe eenige hulp noodig hebbende van menfchen buiten het Regiment, zy alsdan, en anders niet,'zich moeften bedienen van menfchen, gehoorende onder de Smits, Kleermaakers en SchoenmaakersGilden; en daar by perfifteerde deeze Raad noch nader, by deszelfs Refolutie op den 2 December van den jaare 1729, ter gelegenheid van een gefchil, daar over met het Schoen-  38o NALEZING van STUKKEN Schoenmaakers Gilde binnen de Stad Grave ont: ftaan; uit welke Refolutien, zoo van hunne Hoog Mog., als van deezen Raade van Staate overvloedig blykt, dat door Hoogftdczelven altyd voor een grondregel gehouden is, dat een Guarnifoen van 's Lands Militie in de Generaliteits Landen een Lighaam uitmaakte, dat geheel was afgezonden van dat der Burgery, en buiten alle Steedelyke relatie was; en dat mitsdien de Civiele zoo wel als de Crimineele Jurisdictie over die Militairen in alles toekwam aan de Krygsraaden aldaar. In den jaare 1720 verleende de Raad van Braband al wederom een Mandament Poenaal tegen het verzegelen , inventarifeeren en arrefteren der nalatenfchap van den Capitein Leschern; doch deeze Raad van Staate nam op den 4 December van rjet zelfde jaar eene Refolutie, waar by den Krygsraad van het Guarnifoen te Bergen op den Zoom wierdt gelast , aan dat Mandament Poenaal niet te defereeren. En in het volgende jaar 1721 , den 31 January refolveerde deeze Raad van Staate nader met opzicht tot het gefchil over dien Boedel, om aan te neemen de offerte van den Magiftraat van Bergen op den Zoom , van af te zien van de inftantie voor den Raade van Braband, en van in geene Huizen van Militairen in te vallen , dan met kennis en adfiftentie van den Gouverneur; en in confideratie van die verklaaring, gaf deeze Raad teffens ordre aan de Militie, om de Privilegiën en Grondwetten van den Magiftraat niet te infringeeren, en in geene Burger Huizen in te vallen, dan met kennis van den Magiftraat. Met  tot de MILÏT. JURISDICTIE. 3** Met opzicht tot de beheering der Boedels van overleeden Militairen, nam deeze Raad van Staate al wederom eene Refolutie op den 17 November van den jaare 1728; en vond daar by goed, aan den Commandeerenden Officier en Krygsraad van 's Bolfche aan te fchryven > dat dezelve zorg zouden dragen , dat de goederen en effecten, die de Lieutenant Nicolaas van den Berg ftervende had nagelaaten, behoorlyk verzegelt en in bewaaring wierden gefteld , ten behoeve van die geenen, die door den Krygsraade te Bergen op den Zoom, alwaar de voornoemde Lieutenant laatst in Guarnifoen had geleegen , en dienvolgende gehouden moest worden zyn domicilium gehad te hebben, en het fterfhuis gevallen te zyn,verklaard zouden worden gerechtigt te weezen tot de nalatenfchap van den voornoemden Lieutenant, en zulks ook tot dezelve goederen en effecten. Den Collonel Sichterman, Commandeur van de Stad Grave, in den jaare 1730 aldaar overleeden zynde, ontftond er over de judicature van deffelfs Boedel wederom een different tusfehen den Krygsraad en den Magiftraat aldaar; waar op hunne Hoog Mog. by eene Refolutie van den 10 Mey van het zelve jaar, na eene gehouden conferentie met deezen Raade van Staate genomen, aan deezen Raade verzogten, voor de fecuriteit der goederen van dien Boedel zorg te dragen; en de Raad gaf dienvolgende by Refolutie van den volgenden dag ordre aan den Krygsraad te Grave, om met de bezorging van dien Boedel voort te gaan; doch verfcheiden Crediteuren van dien Boedel by Re- ques-  3S2 NALEZING van STUKKEN quefte aan deezen Raade van Staate hebbende verzogt, dat hnnne Ed. Mog. den Krygsraad der Stad Grave geliefden te ordonneren den zich met Boedel van den voornoemden Collonel Sichterman en de goederen en effecten in het fterfhuis gevonden, of elders aldaar te vinden , niet te bemoeyen, maar die en de differenten, uit kracht van antericure arreften voor den Civielen Rechter litispendent gemaakt,aan denzelven te laaten verblyven , gaf zulks gelegenheid , dat Heeren Commiifariffen van deezen Raade van Staate op nieuws een naauwkeurig onderzoek deeden nopens de gronden van de Militaire Jurisdictie in de Steeden van de Generaliteit; het refultaat van welk onderzoek vervat is in de allezins notabele Refolutie van deezen Raade van Staate van den 22 Mey 1730, waar by hunne Ed. Mog. zich conformeerden met het rapport van Heeren Commisfariffen in die Refolutie geinfereert ten aanzien van het gemeene Recht en de aloude generaale obfervantie nopens die Militaire Jurisdictie in het gemeen, en byzonderlyk ook in opzicht van de Boedels der Militairen, in hunne Guarnifoenen overlydende; en by welke Refolutie deeze Raad vervolgens goedvond, dat daar by voortaan gelyk van ouds zoude gebleven worden , en dienvolgende zoude worden afgeflagen het verzoek, by het Requeft der gemelde Crediteuren gedaan, zoo als hetzelve was leggende; doch dat, om de byzondere omftandigheeden by het rapport gemeld, en zonder pra> juditie van iemand, die interest in de voorgemelde Goederen zoude mogen hebben , zoude worden aangefchreeven aan den Krygsraad en Au-  TOT DE MILIT. JURISDICTIE. 3^3 Auditeur Militair in de Grave, dat dezelve, mits vooraf betaald wordende de onkoften voor den Krygsraad gevallen, zich met de voorfchreven differenten-en Goederen niet verder zouden hebben te bemoeycn. In het volgende jaar 1731 overleed te Doornick, alwaar hy in Guarnifoen was,de Collonel Balfour , Commandeur van Yfendycke; als wanneer deeze Raad van Staate by Refolutie van den 2 July van dat jaar goedvond, dat het judicium preferentie & concurrentise over deszelfs Boedel gehouden zoude worden voor den Krygsraad te Yfendycke. En op den 23 July van den zelfden jaare 1731 nam deeze Raad van Staate ook eene Refolutie , om aan den Krygsraade van het Guarnifoen te Grave aan te fchryven, dat een Auditeur, fuftineerende, dat eene nalaatenfchap by gebrek van Erfgenamen vervallen was aan het Land, daar in waarnam het Recht van de Hooge Overigheid, en dat zyne funótie daar over niet minder ging, dan over Crimineele zaken; dat derhalven de-Krygsraad denzelven in zyne functie niet zoude turberen, maar in tegendeel alle beletfel afdoen, en hem als een Bediende van de Hooge Overigheid den Krygsraad in zaaken, de Hooge Overigheid concerneerende , zonder onderfcheid van Crimineele of Civile, zoude laaten adlifteeren, en dienen van zyn raad en advies. In den jaare 1739 fuftineerdc de Magiftraat van Bergen op den Zoom , dat de Verkooping der Goederen van een overleeden Capitein moest gefchieden door den Stads Vendumeefter; doch deeze Raade van Staate gelafite den Auditeur by  3 U NALEZING van STUKKEN by Refolutie van den 25 Maart van dat jaar,7 met de Verkooping voort te gaan. Gelyk dispuut moveerde dezelfde Magiftraat wederom in den jaare 1741, toenmaals fuftineerende, dat de publique Verkoopingen van Goederen van Militairen indiftinótelyk, of zy van het Guarnifoen waren of niet, moeften gefchieden door den Stads Vendumeefter, en niet door den Auditeur Militair; doch deeze Raad van Staate verftond by Refolutie van den 26 April 1741 , dat de publique Verkooping van Goederen , toekomende aan Militairen, zynde van het Guarnifoen, competeerde aan den Auditeur Militair, maar niet van andere Militairen, die niet onder het Guarnifoen gehoorden ; welke dispofitie deeze Raad van Staate ook nog nader gein hereer t heeft by Refolutie van den 26 Auguftus 1763. Ook heeft de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal reeds te vooren gewag gemaakt van hunne Hoog Mog. Refolutie van den 26 Auguftus 1754, waar by Hoogftdezelve, na eene ampele deductie der redenen deswegens aan het Hof van Bruffel voor te dragen, hebben goedgevonden de qua;ftie over de wettigheid van een Huwelyk te laaten aan de decifie van den Militairen Rechter. Hier meede heeft de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal dan nu ook in de tweede plaats nagegaan alle de aan hem bekende Refolutien * zoo door hunne Hoog Mog. als door deezen Raade van Staate van tyd tot tyd met opzicht tot de Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen genomen. Uit die Refolutien blykt nu naar de gedachten  tot de MILIT. JURISDICTIE. 385 ten van den Ondergeteekenden Advocaat Fiscaal, dat dezelve overeenkomen met de hier voorgemelde Wetten der Hooge Bondgenooten; immers, dat, wel verre dat hunne Hoog Mog, of deeze Raad van Staate ooit verder gegaan zyn, dan die Wetten meedebrengen, Hoogftdezelve in tegendeel de Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen naauwer bepaald hebben, dan by die Wetten gefchied was; want daar by die Wetten geene uitzondering was gemaakt, of de Militairen gemeene delicten begaan hadden in hun Guarnifoen of daar buiten; en ook niet, of zy al of niet geapprehendeert waren buiten hun Guarnifoen in loco delicti; en ook by die Wetten geen het minfte gewag van eenige preventie was gemaakt; zoo heeft deeze Raad van Staate nogtans te meermaalen de toegevendheid gehad , om daar omtrent eene diftinétie te admitteeren, cn om aan den politiquen Rechter in Braband over te laaten de judicatuure over zoodanige Militairen, die gemeene delicten buiten hun Guarnifoen hadden begaan; vooral, wanneer door eene apprehenfie in loco delicti de preventie aan de zyde van den politiquen Rechter was; waarom het dan ook een raadzel blyft voor den Ondergeteekenden Advocaat Fiscaal, welke eigenlyk de gronden zyn , waar op de Raad van Braband , by deszelfs Miffive aan hunne Hoog Mog. van den 19 February laatstleden, heeft gepofeert, dat die Raad zich al van de eerfte tyden zyner erectie af in de noodzaakelykheid bevonden had, om de ufurpatien en infraÜien van het Militair gebied op de wettig verkreegen Jurisdictie, zoo van de Ma?iftraaten en ordinaris Rechters in Braband, Nal. I. Deel 11. Stuk Bb als  336 NALEZING van STUKKEN als op de praeeminentie van dien Raad zelve, zomtyds door middelen van Rechcsdwang,dan eens doorde Souvereine tuffchcnkomst van hunne Hoog Mog. tegen te gaan, want wel is waar, dat, blykens die Refolutien, de Raad van Braband een en andermaal Mandamenten Poenaal verleend heeft tegen de uitoeifening der Militaire Juftitie in Braband in het een of ander byzonder geval; maar uit die Refolutien confteert tcffens, dat die Mandamenten altyd krachteloos zyn geweest , en dat in tegendeel de Souvereine tuffchcnkomst van hunne Hoog Mog. den Raad van Braband altyd belet heeft , om zyne Jurisdictie en die der Plaatfelyke Rechters van Braband te extendeeren over de Militie van de Hooge Bondgenooten ; terwyl de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal voor het overige'aan welgemelden Raade van Braband moet overlaaten , om aan te toonen , dat er ufurpatien en infraétien van het Militair gebied op de wettig verkregen Jurisdictie van de Brabandfche Magiftraaten en op de Prsëminentien van den Raade van Braband zelve zouden hebben plaats gehad ; want de Ondergeteekende Ad vocaat Fiscaal kan of mag niet onderftellen, dat de Raad van Braband voor ufurpatie en infrattie zoude willen houden de uitoeffening eener algemeene Militaire Jurisdictie in Braband;als welke Militaire Jurisdictie nu,zoo als de Ondergeteekende vertrouwt, bewcezen is te beruften op de klaare en duidelyke Wetten der gezaamentlyke Hooge Bondgenooten, en op zoo veele fucceffive Refolutien, zoo van hunne Hoog Mog., als van deezen Raade van Staate. En  » tot de MILÏT. JURISDICTIE. 38? En die Refolutien moeten (onder reverentie) gehouden worden voor zoo veele Wetten, om dat de gezaamentlyke Souvereine Bondgenooten aan deezen Raade van Staate, eerst afzonderlyk, en daar na met en benevens hunne Hoog Mog., hebben opgedragen de authoriteit, om te disponeeren over den Volke van Oorlog; en dat dus deeze Raad van Staate zoo wel als hunne Hoog Mog. door het neemen dier Refolutien niet anders gedaan hebben, dan gebruik te maken van die authoriteit hun door den Souverein behoorlyk gedefereert. Voor zoo ver de Raad van Braband by deszelfs gemelde Miffive zich ook beklaagt, dat het Syftema eener onbepaalde Militaire Jurisdictie binnen het Territoir van Braband wederom was geëxerceert geworden; en vervolgens verzoekt,dat hunne Hoog Mog. zoodanige efficacieufe ordre zouden gelieven te ftellen, dat door geene Militaire Rechters, of door wien zulks ook zoude mogen wezen , op de Territoriaale Jurisdictie in Braband meer ge'èmpieteert worde; zoo moet de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal de vryheid neemen, te reflecteeren , dat, indien de Raad van Braband daar door mogt hebben willen jjte kennen geven, dat zoodanige empieteeren plaats zoude hebben gehad geduurende de exiftentie van den nu afgefchaften Hoogen Krygsraad; die klagten dan immers tegenwoordig moeten wezen geëvanesceert,en zoodanige' efficacieufe ordre van hunne Hoog Mog. bereids onnoodig is geworden ; niet alleen door het af fchaffen van dien Hogen Krygsraad , maar in het byzonder ook door de Refolutie van deezen Raade van Staate van den 17 Bb 2 Maart  388 NALEZING van STUKKEN Maart laatftleeden , als waar by de Militaire Jurisdictie in de Generaliteits Landen wederom gebragt is op denzelfden voet, die daar omtrent zedert den jaare 1651 tot 1672 als meede zedert den jaare 1703 tot 1746 is gehouden. Maar, dewyl de Raad van Braband zich by deszelfs meergemelde Misfive niet alleen beklaagt , dat de demarches van de Militaire Krygsraaden geftrekt zouden hebben , om de Jurisdictie van dien Raad en van de Plaatfelyke Rechters op het grondgebied van Braband te krenken; (waar van, indien de Raad van Braband daar door verftaan mogt de uitoeftening eener algemeene Militaire Jurisdictie, de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal vertrouwt, het tegendeel nu te hebben aangetoond) maar dat welgemelde Raad teffens heeft gepofeert, dat door die demarches van de Militaire Krygsraaden het Juftitie wezen in verachting gebragt en de belangen der Ingezeetenen benadeelt zouden zyn;zoo vind de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal zich verplicht, om, hoe zeer die Raad geen het minfte bewys , ja zelfs geen één eenig fait tot ftaving dier pofitieven heeft bygebragt, evenwel nu in de derde plaats te toucheren de redenen, waar 'in de voorgemelde Wetten der Souveraine Bondgenooten en de Refolutien van Hoogstderzelver hooge Reprcefentanten gefundeert zyn; ten volledigen betooge, dat de demarches van de Militaire Krygsraaden ter uitoefening en handhaaving van eene algemeene Militaire jurisdictie in Braband (want van andere demarches, welke door den Raade van Braband zouden mogen wezen gebuteert, betuigt de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal niets te weeten)  tot de MILIT. JURISDICTIE, 3 §9 ten) nimmer hebben kunnen (trekken, om het Juftitie-wezen in verachting te brengen,en om de belangen der Ingezeetenen te benadeelen; om dat die demarches niet alleen gedaan zyn volgens de meergemelde Wetten en Refolutien; maar ook om dat die Wetten en Refomtien gefundeert zyn in zeer folide redenen. Eene dier reedenen heeft de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal reeds te vooren aangeroert, te weeten, het groot onderfcheid, dat er is , en (onder reverentie) behoord te zyn, tuffchen het Souvcrein Territoir van iedere Souvereine Provintie , en het geconquefteert Territoir van de aan het gezaamentlyke Bondgenootfchap onderworpen Generaliteits Landen ; een onderfcheid , waar uit van zeiven voortvloeit, dat het Recht van Jurisdictie op het Souvereine Territoir is originair en een Recht van Souverainiteit; daar het op het onderworpen Territoir alleenlyk is geconcedeert, en het dus op het onderworpen Territoir geheel en al afhangt van den wil van den Souverein, om hetzelve naar goedvinden te bepaalen; en zoodanig hebben hunne Hoog Mog. en deeze Raad van Staate de zaak meede al voor lange begrepen; want, wanneer de Keurvorst van Bran. denburg in het Tractaat van den jaare 1666 wilde gevoegt hebben een Artikel, volgens het welke de Militie van de Hooge Bondgenooten, leggende in de Steeden.van het Land van Cleef, zoude moeten te recht ftaan onder de Cleeffche politicque Overheid in zaaken welke de Militie niet cóncernceren, gelyk zulks in hunner Hoog Mog. eigen ftaat zoude worden geobferveert- " zoo advifeerde deeze Raad van Bb 3 Staa«  39° NALEZING van STUKKEN Staate daar op by Miffive aan hunne Mooe Mog,, s „ Dat hetzelve om zeer importante „ reedenen zoude behooren gelaaten te „ worden by het toenmaalig gebruik; „ dat wel waar was, dat in den ftaat „ deezer Vereenigde Nederlanden de „ Steeden, ftem in Staat hebbende, iu „ eenige gevallen over de Militie, in ,, den haare logeerende , hadden en .„ oeffenden Jurisdictie ; maar dat te ,, confidereeren ftond , dat de magt , „ haar daaromtrent competeerende, koomt „• te defiueeren uit het Recht van Souve„ rainiteit over de Militie; in welk Regt „ de gemelde Steeden, als integreeren„ de Leeden, zyn participeerende; en ,; dat om die reedenen hetzelfde Regt „ aan de Steeden in de refpective Pro„ vintien, geen ftem in Staat hebben,, de , niet wierdt toegeftaan , veel min ,, aan de Steeden, refforteerende on,, der de Generaliteit." En het gevolg toonde, dat hunne Hoog Mog. met deezen Raade van Staate in het zelfde begrip Ronden; want het Artikel bleef buiten het Tractaat, het welk op den 16 February 1666 gefloten wierdt. Daar uit kan dan ook teffens gemakkelyk worden beoordeelt, of de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal ongelyk gehad heeft, wanneer hy in den beginne deezer Memorie reeds heeft aangemerkt, dat de tegenwoordige pretenfien van den Raade van Braband, om zyne Jurisdictie, en die der plaatfelyke Rechters in Braband ,  tot de MILIT. JURISDICTIE. 391 band, te extendeeren over de Militie van den Staat, van zelve in zich behelsde eene pretenfie op de Hoogheid en Souvereiniteit, en om het overwonnen Braband in het Hooge Bondgenootlchap te doen participeren. De tweede reeden, waar in de meergemelde Wetten en Refolutien zyn gefundeert, wordt aangevoerdt in de Miffive van deezen Raade van Staate aan hunne Hoog Mog. van den 28 December 1717 , alwaar deeze Raad op het einde dier Miffive zich dus uitlaat, „ Confidereerende, dat de Militie wel „ haast gantsch zal vervallen , zoo Re„ folutien en bevelen van Uwe Hoog „ Mog. en deezen Raad, ftrekkende om „ de Ördresen Reglementen van de Ge„ neraliteit door de Militie te doen prac„ tifeeren , verliezen de klem, welke „ de Militaire Juftitie, dat is, de vrees „ voor ftraf, aan dezelve geeft.'' En de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal meent, die woorden byzonderlyk te mogen toepaffen op de authoriteit, welke aan deezen Raade van Staate by deszelfs fucceflive Inftructien is gedefereert, om te disponeeren over het Volk van Oorlog, en om eene algemeene Militaire Jurisdiaie over het zelve in de Gsneraliteits Landen te doen uitoeffenen; die Jurisdiaie aan deezen Raade van Staate ontnomen wordende , zoude de Raad teffens verhezen de klem zyner authoriteit over die Militie; die Militie zoude dan ras vervallen, en het gezag van deezen Raade van Staate zoude daar door zeer verminderen , waar door wederom de band van het Hooge Bondgenootfchap allengsBb 4 kens  393 NALEZING van STUKKEN kens meer en meer zoude kunnen worden losgemaakt 5 vermits deeze Raad van Staate het eenige Collegie in de Republicq is, waar van de Leeden, volgens het een en vyftigjïe Aitikel der Inftructie van den jaare 1651, moeten beloven en bezweeren , dat zy, zonder aanzkn te neemen op de Provintien, of Steeden, daar uit zy zyn geboren of verkoren, ofte het particulier frofyt derzelver, ofte van iemand anders, alleenlyk voor oogen zullen houden de eere Gods, ende de welvaard en confervatie der voorfchreeven Landen ende de gemeene zaaken; waarom die Leden ook by Eede moeten renuntieeren van alle particuliere correspondentien, het zy met de Provintien, Steeden, of private en particuliere Perloonen, voor zoo veel hetzelve den Gemeenen befte hinderlyk mogte wezen. Van eene derde reden, waar in de meergemelde Wetten en Refolutien , naar de gedagten van den Ondergeteekenden Advocaat Fiscaal, gefundeert zyn, heeft de Ondergeteekende reeds meede in den beginne deezer Memorie gewag gemaakt, te wceten, dat in de Generaliteits Landen de Militie van den Staat rnet kan gefubjeéteert worden aan de plaatfelyke Regters, om dat die Militie der gezamentlyke Hooge Bondgenooten dan ook te reg{ zoude moeten ftaan , zomtyds voor Regters van eene andere Mogendheid, zoo als den indivi- \\ a Gn Heeren Commiffariffen Decifeurs te Maaftricht; zomtyds voor Roomschgezinde Regters, zoo als het Geregt te Venlo, en gedeeltelyk het Hof, geordonneert in het Overkwartier van Gelderland. Eene vierde reden beftaat. in het interest der Mi-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 393 Militie van de Hooge Bondgenooten; welk interest deeze Raad van Staate by deszelfs Miffive aan hunne Hoog Mog. van den 12 February 1714 uitdrukkelyk zegt het fundament te zyn van de iblemneele Refolutie van 25 Maart 1651, welke kragt van wet heeft; en welk interest van 's Lands Militie dan daar in beftaat, dat (het zyn wederom de woorden van deezen Rade van Staate by de evengemelde Misfive van Ï2 February 17 14.) „ Dat veel gevoeglyker en te gelyk „ onkostlyker is,wanneer een Officier, „ die niets gemeens heeft met de Stad, ,, waar heen hy door Uwe Hoog Mog. „ in Guamizoen gezonden is, aldaar komt te overlyden, dat deszelfs equipage, en wat hy verder by zig heeft, gaade gellagen en gebeneficeert wor„ den door den Krygsraad en Commiffa„ riffen van dien, beftaande uit Perfoo„ nen, die alle een gemeen interest heb,, ben, om het voordeel en menage van „ den Overleden te betragten, als door de Geregten, en dat menigmaal van ,, flegte Guarnizoensplaatzen," En dat interest van 's Lands Militie met opzigt tot dat ééne poinót, door deezen Raade van Staate geallegueert, heeft dan ook plaats ten aanzien van alle andere zoo Crimineele als Civile zaaken; terwyl het een groote hardigheid fchynt te zyn, dat de Militairen genoodzaakt zouden wezen te regt te ftaan voor de Geregten van Steeden, waar meede zy niets gemeens hebben, en meenigmaal van flegte Guarnizoensplaatzen ; daar die Generaliteits Steeden Bb 5 en  394 NALEZING van STUKKEN en Plaatzen in het minfte uiet participeeren in de Souverainityd over 'sLands Militie; welke hardigheid des te grooter zoude zyn, vermits (zoo als te vooren getoond is) volgens de Privilegiën van Braband geen appel of reformatie in Crimineele zaaken plaats heeft; en 's Lands Militie in Braband zig derhalven van dat Regt van appel verftoken zoude zien. Eindelyk wordt nog eene gewigtige reden by gebragt in de gemeldeMisfive van deezen Raade van Staate,in dato 12 February 1714; dat, naamelyk, de Magiftraaten van de Steeden in de Generaliteits Landen door het gemis der Jurisdictie over 's Lands Militie nergens in verkort wordt, „ Alzoo de Bondgenooten niet heb,, ben behoeven te onderwerpen aan „ haar judicature de Militie, welke hun„ ne Hoog Mog. van tyd tot tyd zou,, den zenden naar'sBofch, (of andere ,, Steeden in de Generaliteit) niet om te ,, maaken een gedeelte van het lighaam ,, der Ingezeetenen, waar van de Ma,, giftraat het hoofd is, nog om te ge,, nieten de voordeden , en te helpen „ dragen de Burgérlyke laften van de ,, Ingezeetenen der Stad , nog om eeni,, ge relatie te hebben tot dezelve; maar ,, alleen, om zig aldaar op te houden ,, voor den dienst van hunne Hoog ,, Mog., van den eenen dag en uur tot ,, het andere, en fubject te wezen zoo ,, welaan hetRegts-aisaan hetKrygsbe„ dwang van de Officieren, door of van „ we-  tot de MILIT. JURISDICTIE. 395 „ wegen hunne Hoog Mog. over haar ,, gefteld." En hier meede vleidt zig de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal nu ook genoegzaame reedenen te hebben bygebragt, waar in de meergemelde Wetten en Refolutien zyn gefundeert; reedenen, welke, zyns bedunkens , allergewigtigst zyn, en het welzyn van het algemeene Hooge Bondgenootfchap van naby raaken ; en de Ondergeteekende verbeeld zig, daar door op eene nog meer overtuigende wyze te hebben aangetoond, dat de Raad van Braband zig (onder reverentie) zeer geabufeert heeft, wanneer dezelve de algemeene Militaire Jurisdictie in de Generaliteit heeft afgefchetst ,als te ftrekken niet alleen tot krenking van de Jurisdictie van dien Raad en van de plaatfelyke Regters op het Grondgebied van Braband, maar ook tot het in veragting brengen van het Juftitie-wezeu, en tot benadeeling van de belangen der Ingezeetenen; en dat integendeel de pretcnfien van wclgemelden Raade niet overéén te brengen zyn met de Hoogheid en Souverainiteit van degezamentlyke Bondgenooten; met de Authoriteit over 'sLands Militie, door Hoogftdezelven aan deezen Raade van Staate opgedragen ; zoo als ook niet met het welzyn en het°behoorlyk beftaan dier Militie; als meede dat die pretenfien ftrekken, om aan de plaatfelyke Regters in Braband, en aan den Raade van denzelven Lande te doen toekennen eene Jurisdictie, waar toe zy uit den aart der zaake geen het minfte regt hebben. Heeft de Ondergeteekende Advocaat Fiscaal alle die waarheedcn nu niet volkomen betoogt, dan  39$ NALEZING van STUKKEN dan neemt hy de vryheid, zig verder eerbie. dig te refereeren tof de Misfives, door deezen Raade van Staate aan hunne Hoog Mo