ALGEMEENE Geschiedenis der wereld. ZEVENDE TIJDVAK. Van 1795 tot op de Staatkundige verandering gen in Spanje, Napels en Portugal, ' 'in 1820. Jaren na de Geboorte van christuS 179 5—18 20; I. De groote Omwenteling, federt den jare 1789 in Frankrijk voorgevallen, had op al de Staten van Europa meer of min invloed, hetzij door onmiddellijke Staatkundige veranderingen, hetzij door 'wijziging van het algemeene gevoelen. Men had namelijk bij die Omwenteling, volgens het zeggen harer voorftanders, ten doel: de algemeene regten van den mensch, die te lang waren verloren geweest, te herftellen, en aan de volken vrijheid en gelijkheid weder te geven. Daar nu in Europa de algemeene veripreiding der kundigheden, en de zucht tot lezen ieder gelegenheid gaf, zich met hetgene hieromtrent uitkwam bekend te maken, en daar de leer zelve velen aangenaam moest zijn, zoo vond de Franfche. Omwenteling eenc menigte voorftanders in bijkans alle Staten van Europa, zoowel in België (hetwelk in 1794 met Frankrijk vereenigd werd), als in de Vcreenigde Nederlanden, Duitschland, Zwitfcrland, Italië m A Invloed der Fran~ schc Omwentelingop Europa. Voordeelin,derzelyiti  J.n.C.g i7o5— 1820. 2 ALGEMEENE GESCHIEDENIS Polen, zelfs ook, hoawel in minderen getale, in de meer afgelegene deelen van Europa. Dit kwam den Franfchen, bij hunne oorlogen, welke zij vóór 1795 tegen bijna geheel dit werelddeel voeren moesten, uitnemend te ftade; en hoezeer de beginfelen dezer Omwentehng die algemeene vorderingen niet maakten , welke velen zich_ daarvan voorfpeld hadden, (waartoe het fchrikbewind van rohespierre veel bijdroeg ) (* ) vestigden zij zich nogtans in Frankrijk, de Nederlanden, Italië en Zwitferland, alsmede, na verloop van tijd, in Amerika, van waar zij eigenlijk in Frankrijk waren ingevoerd, en deden de Spaanfche volkplantingen aldaar tegen het Moederland opftaan. Ook kan men niet ontkennen, dat deze beginfelen, hoewel op eene andere wijze, dan door de eerde bewerkers der Franfche Omwenteling, toegepast, in de meeste Europefche Staten vooreerst eene gelijkmatige vertegenwoordiging des volks hebben bewerkt door Afgevaardigden, tot dat einde gekozen , en die de wetgevende Magt bezitten , terwijl de uitvoerende Magt in die Staten doorgaans aan eenen Koning is opgedragen; (deze Regeringswijze heeft in het laatst dezes tijdperks zelfs de gedaante van het zuidelijk Europa , waar eeuwen lang eene onbepaalde Regering geheerscht had, geheel van gedaante doen veranderen). Ook hebben die beginfelen eene andere zeer groote weldaad aan Europa bezorgd, dat namelijk in alle Europefche Staten Cmet uitzondering van Groot - Brittanje , Ierland, Spanje, Portugal, de Italiaanfche Staten , Denemarken, Zweden, en , in zekeren zin, Oostenrijk ) alle Godsdienilen voor de wet gelijke befcherming genieten, d. i. dat die Godsdienilen , welke de Vorst niet belijdt, niet alleen verdraagzaamheid maar zelfs gelijke regten hebben met dien, welken het Opperhoofd van den Staat toegedaan is, iets hetwelk vóór de groo- (*) Zie Kort Begrip der Algemeene Geschiedenis vxa curas en schróck, 3e. Stukje, ae. gedeelte, bli 378 en 279,  6 algemeene geschiedenis J.n.C.| 1820» >. den een nieuw Zendelings - Genootfchap opgerigt, hetwelk ten oogmerk had, onder de Heidenen , vooral der nieuw ontdekte eilanden in de Zuidzee, te werken, met dien gelukkigen uitflag, dat, volgens de jongfte berigten, genoegzaam het geheele eiland O-Taïti tot den Christelijken Godsdienst is overgegaan. Ook in de binnenlanden van Afrika, Van de Kaap de Goede Hoop af, hebben zij aan de Hottentotten en andere onbefchaafde natiën niet zonder vrucht het Christendom gepredikt. Niet minder ijverig betoonde zich het te Londen opgerigte Britsch - en Buitenlandsch Bijbelgenoof fchap, ten oogmerk hebbende de Heilige Schrift onder allerlei klasfen van menfchen, doch vooral onder minkundigen en behoeftigen, die begeerte naar dezelve gevoelden , ook onder uitheemfche volken, te verfpreiden. Ongemeen zijn de pogingen, welke dit Genootfchap reeds ten goede gedaan heeft, en tot hetzelfde oogmerk zijn kort daarna in Duitschland, de Nederlanden, Denemarken, Zweden, vooral in het groote Rusfifche Rtj'k, Maatfchappijen van gelijken aard opgerigt, welke gezamenlijk de Heilige Schrift in eene onbegrijpelijke hoeveelheid afdrukken, in bijna al de maar eenigzins bekende talen der wereld, vooral van Europa en Azie, onder een groot aantal volken, zoowel Christelijke als Heideniche en •Mahomedaanfche, hebben verfpreid. Het is ook zeer merkwaardig, dat eenige Regenten, onder welke de Rusfiiche Keizer alexander I inzonderheid uitmunt, deze onderneming krachtdadiglijk befchermen, terwijl zich vele der voornaamfte Staatsmannen, ja zelfs Prinfen, onder het aantal harer befchermers en leden bevinden. — Intusfchen zijn ook de vroeger opgerigte Protestantfche Zendelings - Genootfchappen, vooral die der Moravifche Broeders of zoogenaamde Hernhutters, op den duur in werking gebleven, en hebben vele goede vruchten gedragen. Ook de opvoeding heeft uitmuntende vorderingen gemaakt door de leerwijze van pestalozzi , in Zwitfcrland, en het onderling en-  der wereld. 7 onderwijs, door bell en lancaster , uit /«die in Engeland ingevoerd, en in Frankrijk vooral zeer getrokken, hoewel door fommigen voor te werktuigelijk geacht, daar in tegendeel dat van pestalozzi de geestvermogens uit zich zelve leert ontwikkelen; terwijl, in de Nederlanden, de Maatfchappij: Tot Nut van ft Algemeen, aanleiding heeft gegeven tot de uitftekende Schoolverordeningen der Hooge Magt van den jare 1806, en tot de voorbeeldig ingerigte leerwijze, zelfs door vreemdelingen bewonderd , in de Stads - Armenfcholcn, te Amfterdam en elders in de Nederlanden. VI. Intusfchen werd de orde der Jczuiten, welke door Paus clemens XIV (ganganelli) in den jare 1773 was afgefchaft, door Paus pius VIL, na deszelfs terugkomst te Rome, in 1814 weder herfleld, als, naar men zeklc, dienftig tot opvoeding der jeugd en nuttig voor den Godsdienst. Dezelve is echter tot hier toe, behalve in eenige Italiaanfche Staten en in de Zwitferfche Kantons Wallis en Presburg, door geene Europifche Mogendheid erkend of herfteld. In Rusland heeft haar Keizer alexander zelfs (in i8ao) om wangedrag verbannen. Gelijktijdig met de Jezuiten werd ook de Inquifitie, welke de Franfchen bij hunnen inval in Spanje, in den jare 1808, hadden afgefchaft, en welke affchaffing door de Cortes, of Wetgevende Vergadering des Rijks , bevestigd was, door Koning ferdinand VII weder herfteld, voornamelijk ook met het toezigt over uitheemfche gefchriften, zoowel van eenen Staatkundigen als Godsdienftigen aard, belast. Doch in de Omwenteling van 1820 is deze Geloofs - Regtbank weder afgefchaft. VII. Onder zoodanige omftandigheden kon zekerlijk de Godgeleerdheid, door zoo velen met minachting befchouwd, terwijl anderen om de gevolgen van het misbruik der Wijsbegeerte alle vrijmoedig onderzoek vreesden, geene groote vorderingen maken. Nogtans vond men zoowel in de Roomfche als Protestantfche kerk mannen, die, door eene edele zucht tot handhaving A E NIS •g.des Christendoms en van den Natuurlijken Godsdienst gedreven, beider hoofddellingen tegen de aanvallen van het ongeloof durfden verdedigen; zoo als willxam paley en de Bislchop van Londen, porteus, in Engeland- franc0is AUGUSTUS DE CHiTEAUBRIANT «1 duvoisin, Bisfchop van Nanies, in Frankrijkkrans volkmar reinhard.t (die ook als Kanfelredenaar en Zedekundige groot was), in DmtsMand, en vele thans nog levende Schrijversin de Nederlanden, wier gefchriften meestin de Werken van teylers Godgeleerd GenootJc/iap, ha Gcnootfchap ter Verdediging'van den Christehjken Godsdienst in V Hoge", en de Maaticnapprj: Tot Nut van 't Algemeen, gevonden worden Omtrent de kennis der H. Oorkonden en Zedekunde, hadden johann jacob gries- bach, joiiann jacob hess, tohann godfried eichhorn , stüudlin, planck , eHï., en onder de Roomfchen johann mattkias sailer oberthur, uug en jahn , in Vuusfihland, groote verdiensten. De YVelfprekendhe.d van den kanfel bereikte vooral in de Nederlanden m dit tijdftip eene hoogte, waarop zij nog nimmer gedaan had, en ging doorgaans met eene gezonde Uitlegkunde en verlichte begrippen omtrent den Godsdienst gepaard, hoewel vrij van de ligtzinmgheid en afkeer van het oude, die wel elders heerfchende was. Behalve de Leerredenen verfcheaen ook een aantal voortreffelijke uitlegkundige, leerdelhge en zedekundige Gefchriften, die grootdendcels verlichting met eerbied voor de duideliike begrippen der Openbaring paarden. Het zal genoeg zijn, hier als voorbeelden eenen van ha- melsveld, van vloten, greve, van der palm, van voorst, muntinghe, heringa, kist, clarisse, van der roest, scholv uoernd SCHRANT en sttjart, te hebben opge- VIII. Ja de Wijsbegeerte heerschte in het begin van dit tijdperk de leer van den Koningsbergicfien Hoogleeraar immanuül kant, voornamelijk in Duitschland en het Noorden van Eu-*  der wereld. 9 Europa, doch vond derke tegenfpraak vooral door de beroemde mannen frederik. hendrik' jacobi en johann godfried von herder. 1 Dezelve werd in de Nederlanden voornamelijk bekend door den Amftcrdamfchen Hoogleeraar paulus van hemert. De aanhangers van kant verdeelden zich echter fpoedig in verfcheidene wijsgeerige gezinten, waaronder reinhold en wchte den meesten opgang maakten; de laatfte fcheen, volgens fommigen, het denkbeeld van het Opperwezen te bellrijden, welke befchuldiging hij echter loochende. Schelling helde over tot eene Wijsbegeerte, die zoowel in de beoefening der Natuur, als van den menfchelijken geest eenheid brengen wilde, en vooral meer plaats, dan tot hier toe gefchied was, aan de verbeelding en het gevoel toekende. Eenen anderen weg ging schleiermacher , die alle zedelijke delfels onderzocht, en aan niet één ftellig de voorkeur gaf. In Engeland (lichtte du» gald stewart een nieuw ftelfel, waarin hij de drie beginfelen der zedelijkheid (gebiedende, rede, zedelijk gevoel en geweten) vereenigde. Ten aanzien van de Gefchiedenis der Wijsbegeerte leverden tidemann en tennemann Veel goeds. In Frankrijk daarentegen was de naam zelfs van Wijsgeer en Wijsbegeerte, uit hoofde van het daarvan gemaakte misbruik, bij velen gehaat, en eerst de burgertwisten, daarna de onbepaalde heerfchappij van eenen man, die meer de Wiskundige wetenfehappen,. dan de befpiegelende Wijsbegeerte beminde, deden dit vak van letteroefeningen aldaar geheel verwaarloozen. IX., Daarentegen werden de reeds genoemde Wis- en Natuurkundige wetenfehappen nergens meer dan in Frankrijk en Engeland gedreven. In het eerde dier beide Landen werd -het groote werk der eenparige maten en gewigten, gegrond op eenen boog der middaglijn, door mechain en delambre tot dand geb.ragt, niet zonder medehulp van den Hollandfchen Geleerde, van swindf.n, die het berigt daarover delde. Ook legendre, lagrange, la place en Bl- ot , maakten in de hoogere Wiskunde zeer A 5 ge* J.n.C.g. Wi«- 311 Na:uurkunligc we;enschap-ipen ia het algemeen.  10 algemeene geschiedenis J.n.c i7>)5— 1Ö20. Stern kunde. I. Jai 1S01. i. Sep 1802. a8. Maai 1802. ag. Maai 1807. Natuuren Scheikunde» g.gewigtige ontdekkingen. De EngelCchen deden vele uitvindingen in de Werktuigkunde, waardoor zij hun fabrijkftelfel eenvoudiger en minder kostbaar maakten ; vooral werd door den damp of rtoom onnoemelijk veel in beweging gefteld, nadat fulton in Amerika het eerst een vaartuig , eene zoogenaamde ftoomboot, daardoor had in werking gebragt, welke vervolgens in Engeland en ook elders gebezigd werd. - X. De Sterrekunde maakte in dit tijdvak, hoe kort ook, bijna zoo vele vorderingen, als in het geheele vorige. Op den eerden dag der nieuwe i.eeuw ontdekte de Sterrekundige piazzi, te Palermo in Sicilië, eene nieuwe Planeet, tusfchen Mars en Jupiter, die hij Ceres noemde; door ■• harding , te Lilienthal bij Gotha, werd eene ttweede, met name Juno, >en door olbers te Bremen nog twee andere, Pallas en Vesta, altlen digt brj elkander, ontdekt. Sedert 1789 werden door laatstgenoemden Geleerde en massier, bouvard, mechain, pons, en Mejufvrouw herschel, zeventien nieuwe Kometen gezien, De broeder van laatstgemelde, herschel, een in Engeland woonachtige Duitfcher, heeft zich vooral door zijne groote ontdekkingen, zoowel ten aanzien der Planeten, als vaste en nevelllarren, gelijk de Vrijheer von zach , schröter en burckhardt door teekeningen, bcfchrijvingen en waarnemingen omtrent de Sterrekunde zeer verdienflelijk gemaakt; door hunne vereenigde pogingen, en die van andere Geleerden, heeft men nu eenige kennis van de oppervlakte der Planeten, en vooral van de maan, bekomen. Ook omtrent de Natuur- en Scheikunde werd een geheel nieuw ftelfel der grondftoffen, door lavoisier bekend gemaakt, in gansch Europa weldra aangenomen, en verrijkt dOOr fourcroy, chaptal, vauquelin , berthollet, klaproth, van marum, deiman, bondt, vrol-k en anderen. Vooral gcwigtig was de ontdekking van de Elektriciteit der Metalen, of hetgene men anders door Galvanismus verflaat, door galvani en volta ; de Engelscliman humphrey davy leerde, onder au- .  der wereld. ii andere belangrijke ontdekkingen, eene veiligheids- J lamp vervaardigen , die de arbeiders in de koolmij-17 nen voor de onderaardfche uitbarstingen van ont-1 vlambare lucht beveiligt. In de kennis der Delfftoffen muntte werner , te Frcybcrg in Sak/en, en hauy , in Frankrijk, uit, gelijk in de Kruidkunde willdenow. De vergelijkende Natuuren Ontleedkunde der menfchen en dieren werd door sommering en blumenbach, in Duitschland, door brugmans , in de Nederlanden, en cuvier , in Frankrijk, aanmerkelijk bevorderd. Doch niets droeg zoo zeer bij tot de kennis der Natuur , als de menigte reizen, die de Europeërs te naar vreemde gewesten deden, grootftendeels jj' met het oogmerk om aldaar de Natuurlijke tj voorwerpen beter te leeren kennen. Zoo deden y de Engelfchen uit hun groote Rijk in India ontdekkingsreizen naar Thibct, Soutan en Nepaul, en vonden de hoogte der bergen in die binnendeelen van Azië nog aanmerkelijker, dan die der Andes of Cordilleras, in Zuid-Amerika, namelijk 25 of 27,000 Engelfche voeten. In Afrika ontdekte mungo park, een Schotsch Reiziger, den loop van den Niger, die niet, zoo als men dacht, naar het westen , maar naar het oosten, naar de binnendeelen van dat werelddeel vloeit, doch waarvan het einde nogi niet ontdekt is. In eene tweede reis, ter ontdekking van dien uitloop, heeft die moedige man waarfchijnlijk zijn einde gevonden, gelijk frederik hornemann , een Duitlcher, de Zwitfer burckhardt , en de Engelfchen tuckey , peddie en campbell, > die door het ongunftige jaargetijde hunnen dood vonden. De uitgeitrekte Zuidwest-kust van Nieuw - Holland werd door baudin en flinders nader bekend, terwijl de Rusfen onder krusenstern vele ontdekkingen in de Zuidzee maakten. De Franfchen deden, gedurende hunne bezitneming van Egypte, aldaar vele gewigtige Oudheiden Natuurkundige ontdekkingen, die zij in een allerkostbaarst Werk aan de wereld hebben medegedeeld. In Amerika drongen de Amerikanen lewis en clarke dwars door het .nCg. DO— 20. Eleizen a b.>eve ir weuschap;U. »796, / 1806.  a.n.c i795_ 2820, '798 l8o5, Genee en Hul houdkm ds. 1798. *a algemeene g B s C Hl e D£ nis g.het vaste land naar 'de Zuidzee door, enontdekten verfcheidene nog nooit bereisde lire. ken. Doch niemand bevorderde de Natuur-en Aardrijkskennis zoo zeer als alexander von humboldx, een Duitsch Edelman, die met zijnen reisgenoot, den Franschman bqmpland , Zuid -Amerika te land en te water doortrok , en zoowel de heete woestijnen , als de hoogile gebergten van dat werelddeel bezocht, ja, zoo ver als het immer mogelijk is, den hoogden berg. der Jndes, den Chimboraco, beklom. Onder de menigte voorwerpen van Natuurlijke Historie, door humboldx ontdekt of nader opgemerkt, bevinden zich. wel 4000 geheel nieuwe foorten van planten. !; XI. Ook in de Genees- en Huishoudkunde .werden aanmerkelijke ontdekkingen gemaakt. Brown , een Schotsch , in Duüschland gevestigd , Geneesheer, maakte veel opgang met een nieuw ftelfel, hetwelk vele ziekten-, die men te voren door zuivering, trachtte weg te. nemen, nu door verjlerking wilde genezen. Van een gedeelte zijner voorichriften maakt men nog gebruik , doch anderen zijn door de meeste Artfen als nadeelig verworpen. De Franfche Natuurkundige guyton de morveaux leerde in de befmettelijke ziekten- de berooking met zeezoutzure lucht, welke de befmetting kan tegengaan , en reeds te meermalen met een gelukkig gevolg is bekroond. In Engeland vond men de kunst uit, om geheele fteden door middel van. ontvlambare lucht (gaz ) uit fteenkolen voortgebrast, te verlichten , hetwelk in ons Vaderland door den Heer koning met ,den besten uitflag' werd beproefd. De beroemde Engelschman rümford, die te Munchen in Beijeren gevestigd was, onderwees de kunst, om, door middel van zekere toebereiding , zeer goedkoope, en tevens, voedzame, gezonde en aangename fpijze te bereiden; terwijl men'in Frankrijk uit de kracht der beenderen van het vleesch , die men te voren wegwierp, een zeer voedzaam gelei leerde bereiden. Het nuttigst echter van al deze ontdekkingen was die van den Engelschman jenner, welke de pok»  Ti e r wereld. 1$ pokgezwellen aan de uijers der koeijen aan de menfchen leerde inenten, om hen tegen de ge-' vaarlijke befmetting der kinderpokken te bchoe-' den; eene uitvinding, die onder Gods zegen reeds de rijkfle vruchten gedragen, en door geheel Europa, ook in vele itreken van Azië en Amerika, jaarlijks vele duizende kinderen voor een' lmartelijken dood, blindheid of andere treurige ligchaamsgebreken behoedt. Door verfcheidene Duitfche Geleerden werd omtrent dezen tijd ook eene nieuwe geneeswijze beproefd, door middel van het Dierlijk Magnetismus, of het bewerken van een' kunstigen flaap, door wrijvingen, enz., waarin de lijder zijn' eigen' toettand zou kennen en opgeven, iets hetwelk g voort ostenft. 179*. 2. en S. ept. t. 3cpt»  l8 algemeene geschiedenis J.n.C.g 1790— 1820. 1793. 21. Jan. Si; Mei 1. en 2. Junij. 37. Junij 1795. Februa ïij. April. Augustu: Si.Octo ber. deelde, en waarvan een gedeelte het andere verbannen, in hechtenis genomen of afgezet hebbende, onder den naam van Bergpartij, een fchrikbewind invoerde, aan welks hoofd zich. (wel niet in naam, doch in de daad) dê be, ruchte robespierre bevond, die veertien maanden lang Frankrijk met ongehoorde gruwelen vervulde. Ondertusfchen hadden de Franfche legers , in den oorlog tegen Oostenrijk , Pruisfen , het Duitfche Rijk , Engeland, de Vereenïgde Nederlanden, Spanje en de meeste Italiaanfche Mogendheden, na afwisfeling van voor- en tegenfpoed, Savoye, de Zuidelijke en Noordelijke Nederlanden en den linker -Rijn-oever ingenomen. .Na den dood van robespierre, en den val van de Bergpartij, of het zoogenaamde fchrikbewind, keerde de regering aldaar wel weder tot gematigde beginfelen, zoowel binnen- als buiten 'slands, terug; ook werd er een nieuwer en vaster vorm van beftuur ingefleld, waarbij de Wetgevende Magt aan twee Kamers, de Raad der Vijfhonderden en die der Ouden genaamd, en de Regering aan een Uitvoerend Bewind van vijf perfonen werd opgedragen; ook werd de vrede met Toscanen, daarna met Pruisfen en ^Spanje, te Bazel gefloten: maar nog altijd duurde de oorlog voort met Oostenrijk, die met een' verfchillenden uitflag gevoerd werd. In den veldtogt van 1795 drongen de Franfchen op twee .plaatfen over den Rijn, en belegerden Manhcim; doch de Keizerlijken hernamen niet alleen deze plaats, maar ontzetteden ook Mentz door .eenen groolen veldflag, voor die ftad geleverd. In den veldtogt van 1796 waren de Franfche troepen reeds tot digt bij Regensburg genaderd, en hadden Munchen in Beijeren bezet, toen zij ' door eenen gelukkigen aanval van den Aartshertog karel van oostenrijk, broeder des Keizers, tot aan den Rijn teruggedreven werden, terwijl de Generaal moreau , een hunner Veldheeren, van de Lech tot den Rijn, een' meesterlijken aftogt maakte. In dat zelfde jaar behaalde napoleon buonaparte , tót het eiland Corfika geboortig, doch  DER WERELD. 19 doch nu Generaal in Franfchen dienst (*), eene reeks van veroveringen in Italië, door welke hij1 den Koning van Sardinië tot vrede dwong, en' hem noodzaakte Savoye en het Graaffchap Nizza af te ftaan, daarna de Hertogdommen Milaan en Mantua, aan Oostenrijk, en de Landfchappen Bologna, Ferrara en Romagna, aan den Paus toebehoorende, benevens het Hertogdom Modena veroverde, en in eene zoogenaamde Cifalcijnfche Republiek vereenigde. Voorts verdreef hij de Oostenrijkers uit de Venetiaanfche Staten,: trok de Alpen tusfchen Duitschland en Italië over, en vermeesterde alles tot aan Stiermarken toe. In dit laatfte Hertogdom kwamen eindelijk , nadat de Franfchen van eenen anderen kant over den Rijn getrokken waren, de vredespreliminairen, en zes maanden daarna de vrede tusfchen Oostenrijk en Frankrijk te Campo^ Formio, in het Venetiaanfche, tot Hand, waarbij het eerstgemelde al deszelfs Staten in Italië aan de Cifalpijnfche Republiek, en deszelfs Nederlanden aan Frankrijk afftond, en daarvoor al de Venetiaanfche Staten, met uitzonnering dér Ionifche Eilanden, bekwam, terwijl het in geheime Artikelen aan Frankrijk de ontruiming van Mentz en den linker -Rijn- oever beloofde, die dan ook fpoedig door de Franfchen werd in bezit genomen. Ondertusfchen was eene gematigde partij, welke in het Franfche Wetgevend Ligchaam de meerderheid had, door het Uitvoerend Bewind met geweld door krijgsmagt uiteengedreven, en de leden naar het ongezonde Cayenne gebannen, waarop ook een vredehandel met Engeland te Rijsfel werd afgebroken. XVIII. Daarop volgde eene onderneming, welke het Franfche Uitvoerend Bewind, om deszelfs krijgsbenden bezig te houden, te fcheep on- (*) Deze man, die zoo veel invloed op zijnen tijd had, heeft in Frankrijk , op de Militaire School van Brienne, zijne opvoeding genoten, en is naderhand naar 'Corfika , z' van Hol1 land en 1 de Han^ zesteden,  24 ALGEMEENE GESCHIEDENIS J.n.C.j 1795— 1820. Dcccml Togtnaa Hus- land. Junij, 1812, Sept. Val van NAl'O- LeoK. Jaiiuarij, JÖl5'. den Paus uit Rome vertrekken, hetwelk hij, be. nevens al de opgenoemde Landen, met Frankrijk vereenigde, of, zoo als men het noemde, 'daarin inlijfde. r XXII. En daar hij nu, Engeland en Rusland uitgezonderd, genoegzaam meester van geheel Europa was, befloot hij (dewijl de verovering van Engeland hem, uit hoofde van deszelfs zeemagt, onmogelijk was) zich met al zijne magt naar Rusland te wenden. Tot dat einde iloot hij vérbonden met den Keizer van Oostenrijk en den Koning van Pruisfen, noodzaakte dezelve, hem met een gedeelte hunner magt bij te (laan, en trok Rusland aan de zijde van Pruisfen binnen. In den beginne maakte hij zekerlijk ongeloofelijke vorderingen, iloeg de Rusfen bij Smolensko en Borodino (hoewel aan deze plaats de overwinning zeer duur gekocht werd ) en trok zelfs de groote ftad Moskau binnen , doch de Rusfen, bezield door edele Vaderlandsliefde, (laken deze plaats zelve in brand, waardoor de middelen van beftaan voor dm Franfchen Keizer, met het begin des winters, zoo verminderden, dat hij tot den terugtogt befloot; deze viel echter niet alleen door de vervolging der Rusièn, welke met ongeloofelijke verbittering de Franfchen, als fchenders hunner heiligdommen en geweldenaars, overal aanvielen, maar ook door eene fpoedig ingevalleno hevige koude, Cdie velen aan eene onmiddellijke werking der Voorzienigheid, om dus Europa van het juk te verlosfen, toefchreven) zoo noodlottig voor de Franfchen uit, dat van hun leger, uit ruim 500,000 man beflaande, nog geen 30,000 in Pruisfen terugkwamen, zijncje al de overigen geüieuveld, door de koude verftijfd of gevangen. XXIII. Nu draalden de Rusfen niet, hunne voordeelen te vervolgen. Hun Keizer, alexander I, riep zelfs de Europefche Vor(ten en volken op, om zich aan het overweldigend gezag van éénen man te onttrekken; een gedeelte der Pruisliicbe legers, en eerlang de Koning «elf, zoowel a.ls de geheele na• • tie,  der wereld. =5 tie, voegden zich met de grootfte bereidwillig- : beid en geestdrift bij hem. De Franfchen1' moesten niet alleen het Koningrijk Pruisfen,1' maar ook Duitschland tot aan de Elve en Saaie ontruimen; doch napoleon, naar Parijs teruggekeerd zijnde, deed weder ontzaggelijke ligtingen van manfchappen in zijn Rijk, en rukte op nieuws met eene zoo groote magt op, dat hij de Rusfen en Pruifen tweemaal floeg (te Lutzen en Bautzen) en tot in Silezië terugdreef, alwaar een wapenftilftand gefloten werd. Gedurende denzelven trachtte Oostenrijk den vrede te bemiddelen, doch, daar dit niet gelukte, voegde het zich, benevens Zweden, aar, de zijde van Rusland en Pruisfen; en dit dus aanzienlijk verfterkte Bondgenootfchap hervatte nu den oorlog met zulk een goed gevolg, dat na verfcheidene mindere gevechten, meest alle ten nadeele der Franfchen, hunne hoofdmagt met napoleon zeiven, in den driedaagfchen veldflag bij Leipzig, bijna geheel verpletterd werd, en het overfchot over den Rijn moest vlugten. Thans maakten niet alleen de Duitfche volken zich vrij van de overheerfching, maar ook de Vereenigde Nederlanden wierpen het dwangjuk af, en baanden aldus aan de Bondgenooten den weg, om door Braband, en dus van de noordzijde, in Frankrijk te rukken, terwijl zij ook over den R j-ftroom, of van de oostzijde, dat Land binnentrokken, en Napoleon aldus noodzaakten om vrede te verzoeken, die hem ook zekerlijk zou toegedaan zijn, zoo hij zich met het oude Frankrijk had willen vergenoegen j doch eenige voordeden, door hem op de Bondgenooten behaald, maakten hem weder zoo trotsch, dat hij de buitenfporigfle eifchen deed. Toen befloten de Vereenigde Mogendheden, in de merkwaardige bijeenkomst te Chaumont, noch met napoleon, noch met iemand der zijnen, meer te handelen, en terwijl deze, niet zonder blijkbare medewerking der Voorzienigheid, aldus zelf zijnen ondergang voorbereidde, trokken de Bondgenooten op Parijs, en namen die ftad na een hevig gevecht bij verdrag in; de Franfche B s Re- l.n.C.g o5_ s20. Febr. 16.—ig. Jetober. 3i. Maart.  J.n.C 179Ö— 1820. Teruj komst i ballingschap V! NAPOLEON. 18 Junij iöi5. 26 algemeene geschiedenis g. Regering verklaarde toen zelve napoleon van de kroon vervallen, en riep den broeder des in 1793 onthoofden Konings, lodewijk XVIII, terug, die daarop aan zijn Land i in een Charter of Staatswet, al die voordeden en vrijheden fchonk, welke verftandige en gematigde lieden in 1789 gewenscht hadden. Napoleon deed afiland van het Rijk, en bekwam daarvoor, benenens een zeer aanzienlijk jaargeld, het kleine eiland Elba in de Middellandfche Zee, terwijl Frankrijk al deszelfs veroveringen, met uitzondering van eenige ftreken in Savoye en de Nederlanden, afilond, doch daarentegen de meeste volkplantingen terugbekwam. :- XXIV. Nu dacht men, dat de vrede alge"meen, en voor langen tijd, zou herfteld zijn; „ doch terwijl te Weenen een Congres bijeen was, om de verfchillende belangen der Mogendheden te vereffenen, kwam onverwacht napoleon uit Elba terug, en maakte zich, onder voorwendfel, dat de Koning den Ouden Adel te veel begunftigde, en de landlieden en den foldatenftand vernederen wilde, waardoor die beide (landen hem toevielen, zonder eenige moeite meester van het geheele Koningrijk, en wilde zich nu weder als Keizer doen gelden, terwijl hij ook de heviglle voorllanders der gewezene Republiek in zijne belangen getrokken had. Maar toen hij nu, daar de Mogendheden hem buiten de wet Helden, eenen inval in de Nederlanden deed, bekwam • hij niet verre van Waterloo, door de Vereenigde Engelfchen, Pruisfen en Nederlanders, onder het bevel der groote Veldheeren wellington en blucher, eene beilisfende nederlaag, en moest andermaal zijn bewind nederleggen. Zijne aanhangers wilden nu zijnen zoon tot Keizer doen verklaren, doch de Verbondene Mogendheden weigerden hem te erkennen, en napoleon zelf moest zich aan de Engelfchen overgeven, die hem, met gemeen overleg des Bondgenootfchaps, levenslang naar het eiland St. Helena verbanden. Koning lodewijk beklom daarop ten tweeden male den troon, en er werd nu een vrede met de Verbondene Mogend*  der wereld. 2-7 gendheden gefloten, die voor Frankrijk veel J nadeeliger was dan de eerfte; niet alleen de af->7 geflane (treken in Savoye en de Nederlanden, maar ook de vestingen Mariënburg, Philippe- > vitte, Saarlouis, Landau, enz. werden aan-p Frankrijk ontnomen; hetzelve moest vijf jarenti lang een leger van 150,000 man onderhouden, en daarenboven 700 millioenen voor de krijgskosten aan de Bondgenooten betalen; doch daar de Koning door wijs beleid en gematigdheid weldra de rust in zijn Land herftelde, werd het bezettingsleger reeds na drie jaren uit Frankrijk teruggetrokken, en hetzelve dus in zijne onafhankelijkheid herfteld. Ook zijn de geldmiddelen weder in goede orde gebragt; doch detwist tusfchen de partijen der bovenmatige Koningsgezinden (die tevens den Roomfchen Godsdienst meer uitfluitend begeeren) en de zoogenaamde Liberalen houdt nog (tand. De boeren(tand heeft over het algemeen door deze groote gebeurtenisfen aanmerkelijk gewonnen, daar de groote eigendommen des adels thans in vele kleinere verdeeld zijn, en hierdoor is ook de Landbouw zeer verbeterd, gelijk mede de Fabrij ken, door het lange verbod der Engelfche goederen, aanmerkelijk toegenomen zijn. — Het Koninklijke gezin leed een treffend verlies door den fluikmoord van den Hertog van berry, neef des Konings, in Februarrj 1820, wiens weduwe op den 2Qsten September van een' zoon beviel, Hertog van Bordeaux genaamd, die de waarfchijnlijke troonsopvolger is. XX.V. Het meeste nadeel leed Duitschland door de gedurige veroveringen van Frankrijk, en wel voornamelijk door de verdeeldheid der Duitfchers zelve. Immers na het uitbreken van den Rijks-oorlog met Frankrijk (treden aanvankelijk wel Keizer frans II en frederik willem II, Koning van Pruisfen, de magtigIte Rijksftanden, eenparig met elkander, doch reeds in den veldtogt van 1794 verflaauwde de medewerking van Pruisfen, hetwelk daarop te Bazel een' afzonderlijken vrede floot, waarin het geheele Noordelijke Duitschland deel nam, ter- .n.C.g. 95— 10. 'rede te irjra. lov. IÖ. Oititsch'and. 1792. April, 1795.  fl8 ALGEMEENE GESCHIEDENIS J.n.< i735- IÖ20. Van I cemhe 1797Api*799- »799 Soculari MÏÖBa De Ko. ningrijken Beijeren ei Wurtemoerg. nn£r' ƒ ^ ^ ^ rUSt ge»00^ ZOOWel onder de regering van frederik willem II ajs van zijnen zoon frederik willem III. Het Zuidelijke Duitschland zettede den oorlog voort tot men na het fluiten des vredes tusfchen \e-0ostcnnjk en Frankrijk, in 1797 ook met ;• laastgemelde te Rajladt onderhandelde, doch i,, vruchteloos. De moord der Franfche VredeS zanten (onbekend door wien) deed den oorfog , hervatten In den daarop volgenden tweeden oorlog der Franfche Omwenteling, waren de Duitlchers ui den beginne voorfpoedig, en dreven de Franfchen over den Rijn te?ug-dïh Jpoedig hernamen deze hunne voordeelen, en fclireven den Keizer in de nabijheid van Weenen den vrede voor, welken hij ook in naam van het Ryk te Lunevillc floot, en waarin de '%f/^offchc Kreits, of'de Oostennjt *ïh& TJ?ederlanden, benevens al die ovdeeirpn fen, welke op den linker-oever des Rijns Ifc- -f wMDUn",^'i werden a%e»aan. Om nu -de Wereldlijke Vorllen, die hierdoor verliez™ geleden hadden, fchadeloos te Hellen, we?den al de Landen der Geestelijke Vorften (Bis- Ryk, zoo als men het noemde, zefecularileerrl of wereldlijk verklaard en %jg£. ften, Hertogen, Markgiavcn, en2. verdeeidwaarbij vooral Pruisfen, Paltl-Beijeren ] wtr. temberg Hcsfcn-Darmjladt en Baden veel voel deel bekwamen, en het reeds in den Westfaalfchen vrede begonnene werk werd voltooid ( * 1 Deze fchikking was echter van korten duur In het jaar 1805 brak een nieuwe oorlog iS .Oostennjk uit, waarin Beijeren, Baden en Wurtemberg de zijde van Frankrijk kozen, en Am n Tu je-ie toebereidfeIen maakte om tSn KeiZ£1" te °»derfteunen, doch toen het te laat was, en Keizer frans reeds te f*J Zie 3:. Stukje, M. 25F,  der wereld. 2y te Presburg den vrede gefloten had, met erkentenis der Koninklijke waardigheid van den1 Keurvorst van Paltz - Beijeren en den Hertog1 van Wurtemberg. Toen maakte ook Pruisfen een afzonderlijk verdrag, waarbij onder anderen ^ het geheele Keurvorflendom Planover aan het- g zelve door Frankrijk werd afgeflaan. Napo- h leon, hierdoor aangemoedigd, vernietigde in* Julij i8c6 het geheele Duitfche Rijk, waarvan het Zuidwestelijke gedeelte zich, onder den mam van Rijnverbond, onder zijne befcherming ftelde; de Rijksdag te Regensburg ging uiteen, en Keizer frans , die zich in 1804 tot Erf keizer van Oostenrijk verheven had, leide de Keizerlijke waardigheid over Duitschland neder, die federt karel den- Grooten nu 1006 jaren geduurd had. XXVI. Toen daarop de noodlottige oorlog met Prnisfen uitbrak, werd ook het geheele' Noordelijke Duitschland door Frankrijk over-' heerd; Sakfen nam de Koninklijke waardigheid^ aan, en voegde zich bij het Rijnverbond, en bij/ den vrede werd een Fransch Prins, broeder van napoleon , met name hieronymus , als Koning van Westfalen (de Hesfifche, Brumwijkfche een gedeelte der Pruisfifche Landen) erkend, en nam zijn verblijf te KasfcU Doch niet alleen deze, maar ook alle andere Duitfche Vorsten waren geheel van Frankrijk afhankelijk, en moesten voor deszelfs oorlogen in Spanje, Polen, enz. hunne beste jonge manfehap leveren, en daardoor hunne Staten met ongehoorde belastingen drukken, terwijl tevens alle zeehandel in geheel Duitschland ftilïlond. De Huizen van Sakfen, Mecklenburg en andere traden ook in het Rijnverbond; te vergeefs trachtte nu frans II de Duitlchers in den jare 1809 tot herneming hunner onafhankelijkheid te bewegen. De vrees hield hen terug, en bij den vrede werd weder een (luk van het Zuidelijke Duitschland (Krain en half Karinthic), onder den naam der Illyrifche provinciën, van het Rijk afgefcheurd; ja napoleon vereenigde zelfs een jaar Ln.C.g. iao 'erriirti^iig Van rtDUit- De Ko- ingrijen Saken en Vestjacn.  30 ALGEMEENE GESCHIEDENIS J.n.C. »7951820. Herstel ïing di onafhan lelijkheid va Duitse! land. j.jaar later den halven Wcstfaalfchen, en een gedeelte van den Nederfakfifchen Kreits , met de Hanzefteden, Hamburg, Bremen, en Lttbeck met zijn Rijk. - XXVII. Nu echter ontwaakte ook de zucht rvan alle Duitlchers voor hun oud, eerwaar"dig Vaderland. Zij erkenden, dat tweedragt en n onverfchilligheid hetzelve ten gronde hadden ge- - holpen, en zoodra was niet het Franfche leger in Rusland vernietigd, of het geheele Duitfche volk vattede eerst met Pruisfen, en kort daarna met Oostenrijk en Beijeren, de wapenen op; nu konden de Franfchen hen niet weêrftaan, en na de veldflagen van Leipzig en Hanau trokken de Duitfchers zelve Frankrijk binnen, verdreven den opgeworpenen Keizer, en herftelden den ouden Koningsftam der Bourbons. Bij den vrede van 1814 werd bepaald, dat er een Duitsch Bondgenootfchap, doch niet meer onder een' Keizer, maar van Vorften op gelpen voet, zou beftaan, waarvan acht en dertig Afgevaardigden te Frankfort zouden bijeenkomen, om de algemeene belangen van Duitschland te behartigen. Deze Vergadering werd in den jare 1816 geopend, en het Voorzitterfchap van dezelve aan Oostenrijk toegekend. Voorts hebben er vele veranderingen in de bezittingen der Vorften plaats gehad. Het Koningrijk Westfalen is vernietigd, Hesfen en Brunswijk zijn in hunne Landen herfteld; Hanover heeft de Koninklijke waardigheid aangenomen; Oostenrijk heeft alles, wat hetzelve verloren had terugbekomen ; maar Sakfen heeft de helft zijner Landen aan Pruisfen moeten afftaan, hetwelk ook aan den Rijn aanmerkelijke aanwinst bekomen heeft. In de laatfte vijf vredejaren is Duitschland eens het tooneel geweest eener bijeenkomst der Keizers van Oostenrijk, Rusland, en des Konings van Pruisfen, ter regeling van den ftaat van Europa ten aanzien van Frankrijk (in Oftober 1818 te Aken) en eens van hunne Ministers te Carlsbad, in iSto, waarop onderfcheidene befluiten der Verbondsvergadering gevolgd zijn, vooral ter beteugeling van de vrijheid  der wereld. 31 heid van drukpers, en het zoeken naar fchul- j digen in eene onderftelde zamenzwering tegen 17 de Regeringen, waarvan echter tot nu toe nog*3 niemand voor het regt is geroepen. De aanleiding daartoe was gegeven door den moord des bekenden Tooneeldichters kotzebue in zijn eigen huis, door den dweeper sand, hetwelk men aan een uitgebreid ontwerp toefchreef. Ondertusfehen hebben de Koningen van Beijeren en Wurtemberg, benevens de Groothertogen van Baden en Hesj'en - ( Darmftad) aan hunne volken vrije Staatsregelingen gegeven, en daardoor niet alleen de inwendige rust en tevredenheid, maar ook het geluk en de welvaart hunner Staten aanmerkelijk bevorderd. — Over het algemeen kan men zeggen, dat de Duitfchers door de ongevallen der laatfle jaren veel van de wufte modezucht, en navolging der Franfche manieren, begrippen en beginfelen hebben afgelegd, ernlligcr en Godsdienfliger zijn geworden, en hun Vaderland meer hebben leeren beminnen. XXVIII. Onder de naburige Staten van Duitsck- 2 land leed ook Zwitfcrland veel van den invloed l der Franfche Omwenteling. Dit Land had zich in den oorlog zorgvuldig onzijdig gehouden, doch eenige misnoegden, hoewel in kleinen getale, vervoegden zich tot de Franfche Regering om hulp, welke dan ook van de groote kantons (Bern, Bazel, Solothum, Freiburg en Lucern) eischte, dat zij het volk meer gezag in de Re-1 gering zouden geven, en hunne Staatsregeling op de wijze der Franfchen veranderen. Op eenig voorwendfel trokken de Franfchen in het kanton Bern, en maakten zich, na eenige gevechten, meester van de hoofdftad, waarop Zwitfer/and hun in handen viel, behalve de zoogenoemde kleine kantons, Uri, Schwcitz en Unterwaldcn, die reeds van zelve eene Volksregering hadden, en dus meenden, dat de Franfche Regering niets van hen kon eifchen. Doch deze wilde nu daarenboven, dat de kantons van Zwitferland niet meer elk op zich zelf zouden liaan, maar eene Algemeene Regering heb- n.Cg. 10. witserind. Maart ,  32 algemeene geschiedenis J.d/C l7951820. Scj en 0< 1798. Sep 1801. Febi i8o5. Vee l8i3. ■ g.hebben, hetwelk vooral de kleine kantons als ' geheel ongewoon en voor hen nadeelig befchouwden. Zij verzetteden zich dus ook met 'fl de wapenen, doch werden overheerd, en bij die gelegenheid, vooral in het kanton Unterwalden, door de Franfchen ontzettende wreedheden gepleegd. Nu werd Zwitferland in eene zoogenoemde eene en ondeelbare Helvetifche Repw u bliek veranderd, waarin echter de omwentelingen en veranderingen elkander gedurig opvolgden , totdat eindelijk, na het vertrek der Franfche troepen, de oude Regering genoegzaam herfteld werd; maar de Conful boonaparte hiermede niet tevreden, deed zijne manfchap • weder in Zwitferland rukken, en gaf aan het Land eene zoogenaamde ASte van Bemiddeling, waarin veel van den vroegeren Regeringsvorm was bewaard geblevendoch het kanton Bern ook veel van zijn gebied verloor, daar deszelfs voormalige onderdanen nu onafhankelijk werden. Na tien jaren, in welke het Land rust en vrede gefmaakt, doch aan Frankrijk gedurig hulptroepen had moeten leveren, trokken de legers der Vereenigde Mogendheden hetzelve binnen, en werd de Regering grootfiendeels weder op den voet herfteld als vóór 1798, doch mer meerderen invloed van het platte land -op de Regering. Bern bekwam voor deszelfs verlies ( de kantons Waadland en Argau j eenige fchavergoeding in de landftreken (het Bisdom Bazei en Biel), die men te voren aan de Franfchen had moeten afftaan en nu terugbekwam. Bij al deze onlusten en woelingen heeft het eenvoudige en Vaderlandlievende karakter der Zwitfers vooral in de fteden, veel verloren, en in het Noordelijke gedeelte des Lands is bij velen eene fchadelijke dweeperij en bijgeloof, aangekweekt door Gefchriften van anders welmeenende lieden, binnengeflopen. De ftilftand der fabrijken, door Franfche verbodswetten veroorzaakt, en mislukte oogden, hebben vele Zwitfers naar Noord-Amerika gedreven , en in Brazilië hebben zij de volkplanting Nieuw - Freiburg aangelegd. XXIX,  ft É R WeRÊLD. 53 XXIX. ïn Italië hebben ook vele merkwaardige veranderingen plaats gehad. Niet alleen moest de Koning van Sardinië eerst een aanzienlijk gedeelte van zijn gebied afdaan; het Werd hem tWee en een half jaar later dóör de Franfchen geheel ontnomen, die hetzelve daarop met hun eigen Land Vereenigden,. en niet, dan bij den eerden vrede van Parijs, weder aan den ouden Regent teruggaven. (Karel emaNueL, die federt 1796 regeerde, had zijne rég*ten, benevens het eiland Sardinië, in 1803, aan zijnen broeder victor EMANüëL afgedaan , die dus nu weder in het beduur trad.} Oostenrijksch Lombardijë, of de Hertogdommen Milaan eh Mantua, werd, — benevens het Hertogdorrr Modena en een gedeelte van den Kerkelijken Staat, — in 1796 door de Franfchen veroverd, en, onder deft naam van Cisalpijnfohe Republiek, in het jaar 1797 onafhankelijk verklaard, doch koos ruim vier jaren daarna den, Franfchen Conful buonaparte tot haren Prefident, ter-i wijl zij tevens den naam van Italiaanfche Republiek aarmam. Daarop' veranderde deze Prefident haar in een Koningrijk (het Koningrijk ^ Italië genoemd), zette zich zeiven daarvan de kroon op, delde zijnen diefzoon eügeniüs, tot Onderkoring aan, en vermeerderde hetzelve bij den vrede van Presburg met al de Venetiaanfche Staten. De aloude Republiek Venetië was namelijk in 1797 ook onder de magt van buonaparte bezweken, en door hem, in vergoeding voor Milaan,, aan Oostenrijk gegeven; doch nu bedong hij den afftand daarvan, en verdubbelde daarmede zijn Koningrijk. Dan na' de zegepraal der Bondgenooten, in 1814, werd hetzelve, onder den naam van Lombardisch-Vcnetiaansch Koningrijk, aan Oostenrijk afgedaan. De Republiek Genua, alwaar napoleon in plaats van het Adelbeduur de Volksregering had1 ingevoerd, werd acht jaren daarna door hem' met Frankrijk vereenigd, doch bij de herftelling van zaken veroverd door de Engel-1 fchen, welke haar de vrijheid beloofden. Het Wcener-Congres echter plaatde dezen Staat, C on- J.n.C.g. 179*-' 1810. Italië', Mei,- Dec. 1798. iKia. i8i4v Tcïtt. 802. Mei,8o5. DccV Junij r< k>5. Maart, 5i4. Jan;  ,34 ALGEMEENE GE sc HIE D E NI. J,n,C.g, Ï7y5_ 1820. Parme en Piaeenza.1802. Tosca. nen. 1801. i8o4. Decemb, 1807. KerkelijkeStaat. Febr. 1797. Febr. 1798. onder de heerfchapprj van den Koning van Sa, diniê. De Hertogdommen Parma en Piacenza kwamen , . volgens een verdrag, na den dood van den ouden Hertog, in 1802, onder Fr ankrijks gebied; zij werden bij den eerden Parijfchen vrede aan maria louisa van Oostenrijk, echgenoóte van napoleon boonaparte , ten eigendom toegewezen, doch moeten, na haren dood, aan maria louisa van Spanje, of aan den zoon dier Vorstin, vervallen, welke daarvan ook, als kleinzoon des laatften Hertogs,. wettig erfgenaam is. In Modena is frans, uit het oude Huis van Este, kleinzoon des laatden Hertogs, cn volle neef des Keizers van Oostenrijk, in het bewind gefield. Toscanen moest door den Aartshertog ferdinand, broeder des Duitfchen Keizers, worden afgedaan aan lodewijk, zoon des overledenen Hertogs van Parma, die echter kort daarna overleed, en door zijne echtgenoote maria louisa, Dochter van Spanje, als Voogdes over haren onmondigen zoon, werd opgevolgd. Napoleon buonaparte echter, fchoon hij zelf dat nieuwe Koningrijk ( onder den ouden naam van Uetrurië) had gedicht, noodzaakte de Koningin, om met haren zoon naar Spanje te trekken, en floot haar daarna zelfs in een klooster te Rome op, waaruit zij door de Bondgenooten in 1814 verlost werd. Hij vereenigde Toscanen met Frankrijk, maar ook deze befchikking duurde niet langer dan zijne regering. Na het einde derzelve keerde Aartshertog ferdinand, als Groothertog van Toscanen, terug, en de gewezene Koningin maria louisa bekwam, tot eenige fchavergoeding, de gewezene Republiek Lucca, en de toezegging der opvolging in de Hertogdommen Parma en Piacenza. XXX. Van den Kerkdijken Staat moest Paus pius VI eerst de provinciën Bologna, Ferrara en Romagna aan de Franfchen afdaan, die hem daarna zeiven gevankelijk met zich namen, en zijn Land in eene zoogenaamde Romeinfche Rupubtiek veranderden. Deze hield echter niet lang  DÉR WERELD. 35 lang ftand, maar werd door de Verbondene Mogendheden een jaar daarna ingenomen. Ondertusfchen was pius VI, dien men midden in den winter over de Alpen had doen gaan, te Valence in Frankrijk geftorven, en nu hield men te Venetië het Conclave of de Kiesvergadering, in welke de Kardinaal chiaramonte gekozen werd, die den naam van pius VII aannam. Dezelve bekwam nu wel het grootfte gedeelte zijner Staten terug , welke hem ook de Franfche Keizer , toen deze meester van Italië werd, liet behouden; doch fchoon napoleon hem eerst zeer genegen fcheen, en zelfs zich door hem te Parijs deed kroonen, zoo veranderde dit toch aanmerkelijk, toen de Paus weigerde, in al zijne maatregelen te treden; Rome met deszelfs gebied werd toen met het Franfche Keizerrijk vereenigd, en ook deze Paus naar Frankrijk gevoerd, waaruit hij eerst na den intogt der Bondgenooten bevrijd werd, en zijn geheele gebied, zelfs het in 1797 afgeftane, terugbekwam. Men kan niet ontkennen, dat het Franfche beduur nuttig was ter beteugeling van die roovers en moordenaars (bandijten), Welke te voren, en ook nu weder, zoo lchaamteloos in dezen Staat het hoofd opïtaken. XXXI. Het Koningrijk Napels werd tweemaal door de Franfchen overheerd, eerst in den jare 1799, doch in dat zelfde jaar door de opftandelingen uit Calabrië, met behulp eener Engelfche vloot, heroverd, waarbij vele menfchen op de wreedlte wijze ter dood gebragt werden; daarna in 1806; alstoen verloor de Koning ferdinand , die federt 1759 regeerde, en zich beide die keeren naar Cicilië begaf, de kroon van Napels, Welke napoleon aan zijnen broeder jozef , en toen deze daarna Koning van Spanje werd, aan zijnen fchoonbroeder joachim murat gaf. Deze verbond zich daarna met Oostenrijk en Engeland, en behield daardoor zijn Rijk, doch toen zijn fchoonbroeder zich weder van Frankrijk had meester gemaakt, wilde hij ook geheel Italië veroveren, hetwelk hem echter zoo volkomen mislukte, dat hij zelfs G g bin- J.n.C.g. l7g5— 1820. •»799' 1800. 180$. i8og. 1813. Napels* 180G. 1808. i8i4. 181&  36 algemeene g e s c h ie d e n.is 3. n.C. ( 1795— 1820. Spanje Van 179; tot 1802 Van 180' tot 1808 1808. ig.Maart . binnen eene maand ook zijn Koningrijk Napels verloor, naar Frankrijk moest vlugten, en, van daar met eenige gewapende manfchap naar Napels tcrugkeerende, gevat en doodgefchoten werd, volgens eene wet, door hem zeiven tegen gewapenden opftatid gemaakt. Koning ferdinand was reeds, na de nederlaag van murat , naar Napels teruggekeerd, en had dat Rijk weder in bezit genomen. De Oostenrijkers trokken, na eene vrij lange bezetting des Lands , weder huiswaarts. In 1820 ftonden de troepen op, en voerden, onder toejuiching des volks, de nieuwe Spaanfche Conftitutie in, waartegen zich echter het eiland Sicilië grootflendeels verzettede, bij welke gelegenheid, vooral te Parelmo, bloedige tooneelen van opfrand en moord plaats hadden. Een gedeelte des eilands, nogtans, verklaarde zich voor Napels, en het overige, benevens de hoofdftad Palermo, werd door de Napolitanen ingenomen', wier onderneming nogtans bij andere Mogendheden, vooral bij Oostenrijk, geene goedkeuring vond, welke laatfte Mogendheid daarop ook in Maart 1821 de nieuwe Conftitutie gewapenderhand deed omverrewerpen, en den Koning in de volheid van zijn gezag herftellen. , XXXII. Spanje betoonde in dit tijdsbeftek ongemeen veel moed en krachten. Na eenen ongelukkigen oorlog met Engeland, die van ,1802 tot in 1804. flechts voor een paar jaren werd afgebroken, en waarbij het eiland Trinidad ■verloren ging, ontftond er tweedragt tusfchen ' Koning karel IV, of liever deszelfs gunsteling, den Hertog van alcudia, bekend onder den naam van Prins de la paz , en den erfgenaam des troons ( Prins van Afturië ). De oude Koning ftond, na eenen hevigen opftand des volks, te Aranjuez de kroon aan zijn' zoon af. Napoleon gaf voor, in deze gefchillen bemiddelaar te willen zijn, lokte de beide Vorsten naar Bayonne in Frankrijk, en deed hen aldaar afftand doen van den troon te zijnen behoeve, waarop hij dit Rijk aan zijnen broeder jozef toedeelde. Doch het volk was hiermede niet tsvrcden, maar ftond overal op ten. behoeve van  DER W E R B L B. 37 van den jongen Koning, die ondertusfchen in Frankrijk werd gevangen gehouden. Daar zij met eigene krachten den vijand niet konden tegenhouden, zoo riepen zij de Engelfchen te hulp, welke hen dan ook, vooral onder arthur , Hertog van wellington , zoo krachtig onderfteunden , dat de Franfchen, na eenen hardnekkigen ftrijd van ruim vijf jaren, ten Lande uitgedreven werden. In dezen ftrijd werden vele Franfchen openlijk en ter (luik omgebragt. De Cortes, of Algemeene Staten van Spanje, die den ophand, ten behoeve van Koning ferdinand, beftuurden, hadden ondertusfchen eene Staatsregeling voor de natie opgefteld, waarin, volgens de oude Grondwetten, de regten des volks uitgebreid en gehandhaafd , en de magt des Konings zeer befnoeid was. Toen echter Koning ferdinand in zijn Rijk terugkwam, weigerde hij die Staatsregeling aan te nemen, dreef de Cortes uiteen, zettede hunne voornaamfte leden gevangen, liet fommige ter dood brengen, en herftelde de Inquifitie, die door de Cortes afgefchaft was. Spanje was door al deze oorlogen en beroerten ongemeen verzwakt, en bijna uitgeput. Sedert 1810 waren ook de voornaamfte Amerikaanfchc bezittingen, Mexico, Venezuela, Buenos-Ayres en Chili, geheel of gedeeltelijk tegen Spanje in opftand, en hebben zich tot eigene Gemeenebesten verklaard. De Spaanfche natie , tot het uiterfte van ellende gebragt, bij welke ook de geldmiddelen en de krijgsmagt in den jammerlijkften toeftand waren, deed, na de mislukking der ondernemingen van por lier in Gallicie ( 1815) en van lacy in Valencia ( 1817), eindelijk eene ftoute poging, om al die rampen te heelen, en tevens de vrijheid te herftellen, Op den ist<=" Januarij 1820 verzetteden zich de krijgslieden, die reeds federt lang flecht betaald waren, en die men nu naar Amerika wilde overfchepen ter beteugeling der opftandelingen, tegen dit bevel, namen het eiland en de ftad Leon bij Cadix, onder belijd van den Kolonel quiroga, in bezit, terwijl ook op de andere troepen de Regering niet vertrouwen kon5 kort daarna braken te Coruuha in Gallici 'c, te Saragosfa en C 3 el- 3.11. C. g. '795— 1810. i8i4.  Xn. C.g. 1790— 1820. Portugal. 1816. 38 algemeene geschiedenis elders, almede opftanden uit, en de Koning was genoodzaakt, om de beroerten te lullen, iq Maart daaraanvolgende, de Staatsregeling van 1812 aan te nemen; daarop werd de Inquifitie weder afgefchaft, en de Cortes bijeengeroepen, die in Julij te Madrid vergaderden, doch van hunne overwinning een zeer gematigd gebruik maakten, zoodat niemand om voorgaande ftaatkundige daden vervolgd werd, en men ook aan de Fransehgezinden, of aanhangers van jozef boonaparte, de terugkomst vergunde, ja zelfs aan de vervolgers van de voorgaande leden der Cortes ( federt 1814) vergiffenis fchonk. Ook de geldmiddelen werden eenigermate in orde gebragt, de buitenlandfche fchuld met de achterltallen, door eene zeldzame goede trouw, erkend, en ter betaling en aflesfing van die, en de vele andere fchulden, de kloostergoederen aan het gemeene Land getrokken, behoudens een jaargeld voor de belanghebbenden. Deze Omwenteling is door geen bloed bezoedeld, uitgezonderd door een ijsfelijk moordtooneel te Cadix, waaraan zich echter alleen de foldaten, aanhangers van het oude ftelfel, fchuldig maakten. XXXill. In Portugal regeerde de Koningin maria francisca isabella , doch nam haar zoon, de Prins van Brazilië, johan , wegens de zwakheid van geestvermogens zijner moeder 7 de regering, onder den naam van Prins-Regent , op zich. De Franfchen veroverden, na een geheim verdrag met Spanje in 1807, het geheele Land, waarop het Koninklijke geilacht naar Brazilië week, en aldaar in de hoofdstad Rio de Janeiro deszelfs verblijf vestigde , alwaar ook de Koningin overleden is , en haar zoon, de tegenwoordige Koning, de regering aanvaard heeft, onder den naam van johan VI. Intusfchen hadden de Portugezen, met krachtdadige Engelfche hulp, hun Land van de Franfchen bevrijd, welke zich verbinden moesten, ter zee Portugal te veriaten. Vergeefs deden de Franfchen in 1810 en 1811 weder een' inval in Portugal; wellingtomS beleid dwong hen tot den aftogt. Ook hebben de Por-  DER WERELD. Portugezen daarna veel toegebragt, om hunne, vijanden uit Spanje te verdrijven. Van deze1 verandering van zaken heeft echter Brazilië,1 waar terltond een vrije handel met alle natiën, vooral de Engelfchen, werd ingevoerd, en waar de Koning nog zijn verblijf houdt, wel de meeste voordeelen geplukt. — De Portugezen, dit befpcurende, maakten gebruik van de verandering van zaken, die in het begin van 1820 in Spanje plaats had , om ook de aloude Cortes of Algemeene Staten, benevens eene vrije Staatsregeling, te eilchen. In September brak de opftand in de tweede Had des Rijks, Oporto, onder de troepen uit, en fchoon de Regering, door den Koning aangefteld, zich hiertegen een' tijd lang verzettede, moest zij toch eindelijk, op de nadering der op Mandelingen tot de hoofdftad , voor den verklaarden wil des volks wijken. Er werd ook te Lisfabon, de hoofdftad, eene Regerings-Commisfie aangefteld, welke,zich met die van Oporto vereenigde, om de vrijheid der natie te herftellen, en buitenlandfchen invloed te weren, waarom de Engelfchen, van welke vele, ook in bedieningen, nog in dat Koningrijk waren, hoewel zonder mishandeling , door inlanders werden vervangen. XXXIV. Over het geheel maakte Engeland zich in dit tijdsbeftek meester van bijna den, geheelen koophandel van Europa. De Franfche J Regering trachtte aan hetzelve echter alle mogelijke afbreuk te doen in den eenentwintigja-1 rigen oorlog, die flechts door het kortftondige verdrag van Amiens voor een jaar werd afgebroken. In dezen oorlog maakten de Engelfchen zich bijna van alle Volkplantingen hunner vijanden meester, met name van Pondicherij' in Oostindië, Tabago en een gedeelte van St. Domingo, ( Guadeloupe, hetwelk zij mede veroverd hadden, werd hun weder ontnomen,) St. Lucia, Granada, St. Fincent in Westindië van Frankrijk ; de Kaap de Goede Hoop, Ceylon, de Malabaarfche bezittingen, de Moluk-: fche Eilanden, Demerarij, EÏfequebo, Berbice en Surinamen van Holland; en Trinidad (op de C 4 Zuid* l.n.C.g.- 796— 820. CrootIrittane. '793— 8i4. i793. lug. April. Sept. 1796. 1795. 6. Sept. 1796. ApriL  4P algemeene geschiedenis j.n.C.g I795_ ^806. 1810. tón. m> Febr. OcL 1798. A.ug. 1801. 9. April i8o5. OcL j7o3. Pet. 1799^ Aug. 1807. Sept. 1806. Jau. . Zuid-Amerikaanfche kust ) van Spanje. Van deze veroveringen behielden zij, bij het eerfte vredesverdrag te Amiens, Ceylon en Trinidad; het overige gaven zij terug; doch na den op nieuws uitgebroken' oorlog in 1803 werden de meeste dezer bezittingen heroverd, onder anderen de Kaap de Goede Hoop, de Molukfche Eilanden, en eindelijk zelfs Batavia met het geheele eiland Java, de voornaamfte Nederlandfche bezitting in Qostwdiè, alsmede al de Franfche eilanden in Westindië (behalve St. Domingo ). Deze ongemeene voorfpoed helde de Engelfchen gedeeltelijk voor "het verlies des koophandels in Europa fchadeloos, welken de Franfchen overal firemden, waar zij als veroveraars henen kwamen. Ook behaalden zij verfcheidene gewigtige overwinningen ter zee, zoo als in 1797 bij Kaap St. Vincent en Kamperduin op de Spaanfche en Nederlandfche, in 1798 bij Aboukir op de Franfche, in 1801 bij Koppenhagen op de Deenlche, en eindelijk in 1805 bij Trafalgar op de vereenigde Franfche en Spaanfche vloten; zij namen de Franfche vloot uit de haven van Toulon, de Nederlandfche uit de Vlieter weg, (waarbij hun binnenlandfche verdeeldheden zeer te ftade kwamen) en bemagtigden de geheele Deenfche zeemagt in 1807 met geweld, waardoor zij eindelijk hun doel bereikten, van meester over de zee te worden, zoodat geene Mogendheid in ftaat is hen te water te beftrijden. In Oostindiê veroverden zij het geheele Rijk van den magtigen Koning van Mysfoer, tipposaïb , het beste gedeelte van het Rijk des Grooten Mogols, (wien zij met een jaargeld tevreden Helden ) en werden aldaar bijna van geheel Indostan meester. De meeste dezer groote voordeden (waarbij ook hun koophandel met Noord-Amerika en Brazilië ongemeen toenam) behaalden zij onder het beftuur van den fchranderen Staatsman william pitt, die, na eenen tijd lang van zijn' post te' zijn afgetreden, denzelven hernam, doch kort daarna overleed, waarop zijn groote tegenftander, charles fox, Mi-  der wereld. 41 Minister werd, dan, die ook nog dat eigen jaar ftierf. Te lande waren de Engelfchen in het eerst niet zoo gelukkig; na in 1794 uit Holland verdreven te zijn, ondernamen zij nog tweemaal eene landing, eerst in Noord-Holland, daarna in Zeeland, doch beide keeren tot hun nadeel. Daarentegen ontnamen zij den Franfchen Egypte, en eindelijk ook, na eenen langdurigen oorlog, en met hulp der ingezetenen, Porti/gal en Spanje, vooral door den moed en het beleid van hunnen grooten Veldheer arthur, Hertog van wellington. Hunne derde landing in de Nederlanden viel ook gelukkiger uit, omdat alle ingezetenen zich toen met hen tegen de Franfchen vereenigden. Bij den vrede bekwamen zij van Frankrijk het eiland Mauritius ( Is le de Franee); van de Nederlanden de Kaap de Goede Hoop, Esfequebo, Demerary, Berbipe, en de bezittingen op de kust van Malabar; van Denemarken Helgoland, en in de Middellandfche zee werden hun Malt ha en de Iönijche Eilanden (over deze laatfte bekwamen zij den naam van Befchermheeren) afgedaan. Te midden van al deze veranderingen was Koning george III, wegens ongeneeslijke verftancteziekte, door zijnen zoon george , Prins van Wales, in de regering vervangen , en overleed in 1820 , na eene zestigjarige regering, waarop zijn zoon, george IV, hem daarin opvolgde. Men kan zeggen, dat Engeland, hetwelk ook in 1816, in vereen iging met een Nederlandsch fmaldeel, Algiers gebombardeerd, en de Algerijnen tot vrede gedwongen heeft, thans op den hoogden trap van uitwendigen luister Haat, hoewel binnen 's Lands zeer groote armoede heerscht, vooral door de verkeerde wetgeving omtrent het armenwezen, en vele menfchen door de nieuw uitgevondene werktuigen bij de vele fabrijken, en het mindere debiet dier fabrijken door den algemeenen vrede , van arbeid verdoken zijn. XXXV. Ook in de Vereenigde Nederlanden werd in dit tijdsverloop de welvaart zeer aanmerkelijk verminderd. De intogt der Franfche troepen, welke door > een verdrag van BondgeC 5 noot- I.D.C.g. 1795— 1820. Sept. 1799. Aug. 1809. Julij. 1803. Sept. 1808— l8l3. i8i3. Kov. i8i4. l8i5. 1811, VereenigdeNederlaifderf.1796.  42 ALGEMEENE GESCHIEDENIS J.n.C. ïtiao. Sedui 1 Maart 5796, i »797- 22. Jar i798. 2 2. April 1798. 12. Juuij Sept. 1801. 1802. l8o5. ApiiU >, nootfchap, gefloten in 's Gravenhage, gevolgd werd, waarbij men 100 millioenen, Maastricht, het land van Overmaze, Staats-Vlaanderen, en de helft der haven van Vlisfingen, als losprijs der onafhankelijkheid, moest afftaan, vereischte ook het blijvend onderhoud van 25,000 man dier natie, terwijl daardoor een nadeelige oorlog met Engeland ontflond, welke aan den Staat deszelfs beste bezittingen kostte, ( zie §. XXXIV.) en den koophandel zoo belemmerde, dat men bijna niet meer onder Hollandfche vlag voer. Om dit te beftrijden, moesten, eerst al het goud en zilver, hetwelk men nier dagelijks gebruikte , daarna drukkende belastingen op de bezittingen t en inkomlten worden opgebragt, om hetwelk vele , ingezetenen het Land ontweken. De Staatsregering hoopte men door middel eener Nationale Vergadering op een' vasten voet te brengen, doch \ na eene door die Vergadering opgeffelde en door het volk verworpene Staatsregeling, namen eenige leden der tweede Nationale Ver. gadering op zich, hunne ambtgenooten gedeeltelijk gevangen te nemen, en eene andere Staatsregeling in te voeren, welke door een ge, deelte der natie werd aangenomen en ingevoerd. Doch deze lieden werden een half jaar jaarna, ook met geweld, van het beftuur verwijderd en ten deele gevangen gezet; hunne Staatsregeling bleef echter nog drie jaren m werking (in welken tijd een leger Engelfchen en Rusfen, in Noord- Holland geland, werd afgeflagen, doch welke de vloot medenamen); daarop fchafte het Uitvoerend Bewind van vijf leden, hetwelk bij die Staatsregeling was aangefteld, dezelve af, en bragt eene andere in werking, die meer naar den ouden Regeringsvorm zweemde , waardoor tevens de partijen vereenigd, en de voorftanders van het Stadhouderlijke Huis weder in posten van regering herfteld werden.. De vrede van Amiens, kort daarna gefloten, fcheen aan deze regering duurzaamheid te beloven. Doch de vernieuwing des oorlogs en der drukkende belastingen, en de gedurige willekeurige maatregelen der Franfche Regering vcr«  der W E r e l d. 43 verwekten na drie jaren eene nieuwe verandering ; het beftuur Werd alstoen, op last van napo- • leon buonaparte , aan één' perfoon , onder11 den naam van Raadpenfionaris, den Heer r. j. schimmelpenninck , en de Wetgeving aan eene Vergadering, onder den ouden naam van Hunne Hoogmogenden, toevertrouwd. Dit duurde echter flechts één jaar, wanneer napoleon buonaparte aan de Nederlanden eenen Koning opdrong, namelijk zijnen broeder lodewijk , die echter veel beter en menschlievendcr was, dan de meesten hadden durven hopen, en vier jaren lang, hoewel met vele geldverfpillingen en verandering van ontwerpen, het welzijn der .ingezetenen behartigde. XXXVI. Doch ook deze Vorst, hoewel een eigen broeder van napoleon , voldeed niet a;ui zijne eerzuchtige bedoelingen. Hij moest gedurig de Nederlandfche krijgslieden , nu eens naar Duitschland, dan weder naar Spanje doen trekken, zonder eenig voordeel voor het Land; hij moest verder al de havens fluiten, om den koophandel met Engeland te beletten;, doch daar hij genoegzaam de belangen zijner onderdanen kende, om het nadeelige daarvan te befeffen, zoo gaf hij in het geheim den handel eenige meerdere vrijheid, hetwelk zijnen broeder zoo zeer verhoorde, dat deze, ook over eene landing der Engelfchen in Zeeland vergramd, hem ' naar Parijs ontbood, en daar vier maanden lang \ genoegzaam gevangen hield, totdat hij Zeeland, Stayts - Braband, en een gedeelte van Gelderland tot aan de Waal, aan Frankrijk afflond, en weder een aantal Franfche foldaten in Holland moest toelaten, welke fpoedig zoo vermeerderden, dat de Koning te vreezen had, die ook in zijne hoofdftad Amfterdam te beko-1 men, waarop hij deze en het geheele Land verliet, de regering aan zijne vrouw opdragende , voor zijnen onmondigen zoon; doch napoleon achtte dit niet, maar nam het geheele Land in bezit. Toen werden de twee groote onheilen, die lodewijk gedurende zijne ganfche regering had tegengehouden, de gedwongene opfchrijving tot den krijgsdienst bij loting,. en de i.i..*:.g. -oh- D,'». Ang, 1808. 28. Julij ii. Nor tigden. De Engelfchen deden intusfcheu eenen vergeeffchen aanval op Konjlant'mopcl, en waren ook ongelukkig in eene poging op Egypte.' Maar in de' Turkfche hoofdirad zelve hadden de grootfle verwarringen plaats: de Janitfaren waren misnoegd, omdat de Sultan de Europefche krijgskunst bij zijne natie wilde invoeren, en daartoe reeds eene menigte Franfche Bevelhebbers in dienst had. Er ontflond een oproer. De Sultan selim werd door de muitelingen afgezet, die zijnen neef mustapha IV op den troon plaatften. De Rusfen bleven intusfehen (hoewel zij een' wapenftilftand met Turkije hadden gefloten, ten gevolge van den vrede met Frankrijk ) in bezit van hunne veroveringen , en vernieuwden den oorlog in Maart 1809. Ondertusfchen waren weder twee nieuwe Omwentelingen te Konftantinopel voorgevallen. Zekere Landvoogd mustapha bairaktar wilde den moedwil der Janitfaren beteugelen, en den afgezetten selim herflellen; doch dit kostte den ongelukkigen Vorst het leven, hoewel bairaktar zijn doelwit bereikte; in plaats van mustapha werd echter deszelfs broeder, mahmud II, tot Sultan uitgeroepen, en eerstgenoemde zelfs bij eenen nieuwen opftand der Janitfaren door bairaktar vermoord; deze behaalden nu voor goed de zegepraal: mahmud moest hun toegeven, en mustapha bairaktar liet zich, om niet in hunne handen te vallen, met een kruidmagazijn in de lucht fpringen. Sedert werd alle verbetering in het Staats- en Krijgswezen geheel geftaakt, en men ziet uit deze herhaalde bloedige Omwentelingen, hoe verre de Turken nog af zijn van befchaving en een gevestigd Staatsbeftuur. Ook maken zich verfcheidene Pacha's, vooral die van Janina in het oude Epirus en Thesfalic , en die van Egypte, genoegzaam onafhankelijk. Den eerflen tracht men echter te beteugelen. De laatfte ontdeed zich op eene verraderlijke wijze (door moord) van de Bey's, die in dat Land veel gezag hadden, en regeerde hef federt onbepaald, doch tracht nijverheid en fabrijken in zijn Land aan te moedigen, terwijl hij  der wereld. 53 hij vreemdelingen krachtdadig befchermt. Ondertusfchen had de Ottomannifche Porte met Engeland vrede gelloteu; dan de oorlog met Rusland was op nieuws zeer nadeelig, hoewel zich de Turken zeer dapper verdedigden, en elke overwinning den Rusfen ongemeen veel volks kostte. Het leger des Groot-Viziers bij Schiimla werd met dorm ingenomen, en daarop verfcheidene vestingen in Bulgarië veroverd. Doch toen buonaparte eenen inval in Rusland deed, haastte zich de Rusfifehe Regering eenen vrede met Turkije te fluiten, waarbij de Donau en Pruth tot grensfeheidingen werden aangenomen , en Rusland dus Besfarabië en de helft van Moldavië won. Sedert is de vrede naar buiten niet weder geftoord geworden. XL1I. In Arabië is de nieuwe gezindte der Wechabiten opgedaan, dus genoemd naar derzelver Stichter al-wahab, die de zuivering der Mahomedaanfche leer van al de bijgeloovigheden der latere, en ook vroegere verkondigers derzelve, ten doel heeft, en op eene zuivere Godsvereering aandringt, doch daarbij het zinnelooze gevoelen koestert, van allen , die deze gereinigde leer niet willen aannemen, ter dood te brengen. Dit heeft wel voor een' tijd lang door fchrik vele aanhangers aan deze gezindte verfchaft, zoodat zij in 1799 zelfs meester werd van de twee heilige deden Medina en Mekka; doch thans is zij door den Pacha van Egypte (1818 ) geheel en al verdagen , hun Opperhoofd gedood, en heeft zij hare krachten zoo verloren, dat zij eerlang misfehien zal uitdelven. Het Perzifche Rijk, hetwelk in het vorige tijdperk aan zoo vele onlusten ter prooije was , kwam in het tegenwoordige allengs tot rust. Zekere grijsaard, mohammed-aga-khan , maakte zich, door ontelbare wreedheden, van de Noordelijke provincie Manzanderan, aan de Kas~ pifche Zee, meester, alwaar hij in de dad Teheran zijnen Rijkszetel dichtte, en veroverde van daar het geheele Perzifche Rijk. Zijn neef fethaly-schaii volgde hem op, en heeft tot hier toe binnen's lands eene vrij geruste regering, doch D "x naar J.1..C.0 1795— 1820. 1809. 5. Jan, 1810. . j. Sept. iSt 2. yt^ie. Arabiè. Pertië. i795.  54 algemeene geschiedenis J.n.C.g. 179/i— 1820. 1813. Kandahar. Indië. China. Afrika. naar buiten verfcheidene oorlogen gehad, vooral met de Rusfen, die hem de twee fchoone provinciën Daghejlan en Schiervan, aan de Kaspifche Zee, hebben doen afftaan. Zijn zoon abbas-mirza wordt als een veelbelovend Prins afgefchilderd, die de zeden en kunsten der Europeërs hoogacht, en allengs meer befchaving en orde in zijn Rijk zoekt te verfpreiden, hetwelk door een' bijna zeventigjarigen burgeroorlog geweldig geleden heeft, en eene zachte herftellende regering zeer behoeft. In het Oosten is echter reeds federt lang het Rijk van Kandahar, of der Afghans, van Perzië afgevallen, en vormt nu eenen nieuwen Staat tusfchen dat Rijk en Indië, alwaar ook de Groote Mogol geen wezenlijk gezag meer heeft , maar een jaargeld geniet van de Engelfchen, die verreweg het grootfte en beste gedeelte van Wcster-Indië of Indostan in hun bezit gekregen hebben, vooral na de vernieling van het Rijk huns ergften vijands, tippo-saïb, Koning van Mysfocr, en de veelvuldige voordeden op de Maratten behaald , welke zij, gelijk al de Indilche Vorsten, genoegzaam tot hunne afhangelingen vernederd hebben. In China hebben ook federt eenige jaren hevige onlusten en oproeren in verfcheidene gewesten plaats gehad, en de Keizerlijke troon fcheen door zamenzweringen ten hoogde bedreigd te worden; doch thans is dezelve, zoo het fchijnt, weder bevestigd, en de rust grootftendeels herileld. Nog altijd worden daar de Christenen, en vooral de Roomfche Zendelingen, vervolgd. XLI1I. In Afrika heeft eene verandering plaats gehad, welke iederen menfchenvriend met blijdfchap moet vervullen. De affchuwelijke en onmenfchelijke Slavenhandel, welke zoo vele Afrikaanfche Negers uit hunne hutten, uit de armen hunner vrienden en huisgenooten rukte, is, na onvermoeide pogingen , veertig jaren lang aangewend, van den braven Engelsman wilberforce, vernietigd, waartoe eerst Engeland, en jaarna Denemarken, het Koningrijk der Neder'anden. Frankrijk, ja nu zelfs Spanje en Portugal ..  DER W li 11 li L D. 55 gal-, zich binnen zeker tijdsverloop verbonden hebben; zoodaf de Westerkust van dat wereld- < deel, die tot hier toe flechts door menfchenroof: en wreedheid bekend was, weder aan den meer onichuldigen handel, den landbouw en de nijverheid zal worden teruggegeven, waartoe eene Engelfche vreedzame volkplanting, te SierraLcona gevestigd, krachtdadige pogingen doet. De dwingelanden dier landftreken zijn daarovei wel een weinig misnoegd, omdat zij iiunne 11a ven niet meer' voor brandewijn en andere fchadelijke of nuttelooze dingen kunnen verkoopen , en dus minder nut in de oorlogen vinden, waarvan zij alle gevangenen tot flavernij veroun loeiden ; dan dit is juist eene der bedoelingen; en dus doende, zullen zij genoodzaakt zijn hunne heerlijke landftreken beter te bebouwen, hetwelk hun tienvoudig voordeel zal geven boven den oorlog en den flavenhandel, waarbij zij altijd de kans hadden van te verliezen. lntusfchen worden de heilzame bedoelingen, door fluikhandel roet de (laven, nog al te dikwijls ontdoken. XLIV. In Amerika eindelijk zijn van alle de meeste veranderingen voorgevallen. Vooreerst zijn1 in het Noorden de Vereenigde Staten zeer aanmerkelijk toegenomen, zoowel door binnenlandfche verbeteringen en aanwas van volkplanters, welke bijna uit geheel Europa daarhenen zijn toegeftroomd, als door vergrooting naar buiten. Geheel Louiftana, aan de Misfijippi-dvoom, ten Westen van hun gebied gelegen, kochten zij van Frankrijk, en breidden daardoor hun gebied uit tot aan de Groote Zuidzee, waar zich nu eene groote menigte volkplanters, ook uit de Oostelijke Staten, henen begeven, en waar zich gedurig nieuwe Staten vormen. In den jongden tijd hebben zij ook de beide landftreken, Oost-en West - Florida, van Spanje gekocht, waardoor zij zich nu tot aan de Golf van Mexico uitftrekken. In eenen korten oorlog met Engeland werden de openbare gebouwen der Verbondsftad Washington, die federt 1800 de ' zetel der Algemeene Regering is, in de asch gelegd. — Ten andere zijn de Spaanfche volkD 4 p'an- J. u.Cp. 7,j5_ 8;.o. Amcri'ia, i Vob. 1819. 1812. i8i4.  j.H.c. l795- 1820. 1810. VRA- 56 algemeene geschiedenis [.plantingen in dat werelddeel in openbaren oorlog met het Moederland, federt dat de Koning ferdinand Vil in Franfche gevangenfehap geraakt is, en dus de ingezetenen dier volkplantingen vreesden, van door den broeder van napoleon te worden overheerd. Zij bepaalden zich aanvankelijk flechts tot inrigting eener afzonderlijke Regering, met erkentenis van onderwerping aan het beftuur van ferdinand VII; doch toen de Cortes of de Spaanfche Staatsvergadering hun daarop den oorlog aandeed, vormden zich vier gemeenebesten in Zuid-Amerika: Nieuw-Granada, Venezuela, BuenosAyres en Chili; en een in Noord - Amerika, namelijk Mexico. Van deze echter is Mexico weder , door magt van wapenen, onder het gebied van Spanje gebragt. Eene Spaanfche krijgsmagt, onder den Generaal morilLo , veroverde ook Carthagern en Nieuw - Granada (1816;, doch verloor het laatfte weder vier jaren daarna, door het beleid en den moed- van den Veldheer der opftandelingen in Venezuela, simon bolivar. Buenos-Ayres en Chili hebben zich volkomen vrij gemaakt, en in Venezuela, op de Noordkust van Zuid-Amerika, duurde de worfteling voort, en wel van beide zijden, vooral van die der Spanjaarden, met eene onmenfchelijke wreedheid, die alle gevangenen als oproerlingen of verraders doet van kant maken; een treurig verfchijnfel zekerlijk onder Christenen, en in eene eeuw, zoo verlicht als de onze. In 1820, na de verandering in Spanje, werd echter een wapenltilftand gefloten.  der w e/r e l d. 57 VRAGEN betreffende het zevende tijdvak van de algemeene gefchiedenis der wereld. I. Welke was. de invloed der Franfche Omwenteling op Europa ? — Wat was het doel dier Omwenteling, volgens hare voorftanders? — Won dit haar niet eene menigte aanhangers in de meeste Staten van dit werelddeel? — Werkte dit den Franfchen bij hunne oorlogen niet zeer in de hand? — Waar vestigden zich eindelijk de beginfelen dier (Jmwcnteling ? — Welke voordeden hebben zij aan Europa bezorgd ? II. Welke nadeelen verzelden daarentegen die Omwenteling? - Waardoor zijn die nadeelen voor een gedeelte uit den weg geruimd ? III. Welke waren de blijvende onheilen, die de Franfche Omwenteling heeft veroorzaakt? — Welk nieuw ltelfel van krijgsdienst heeft dezelve doen geboren worden ? —• Welk Land buiten Europa is door al deze onlusten aanmerkelijk bevoordeeld ? — Heeft in de onderlinge handelgcmeenfchap der volken door de Franfche regering ook geene verandering plaats gehad? IV. Welk eenen invloed heeft de Franfche Omwenteling gehad op de magt van den Paus ? — Welke Paus overleed in Frankrijk ? — Hoe werden die Kerkvoogden in Duitschland geëerbiedigd ? — Hoe ftond het aldaar met het gebruik en misbruik der verlichting? — Naderden de Protestanten tot elkander?' Heeft ook in de Griekfche kerk niet eenige verbetering plaats gehad ? V. Welke buitehfporigheden deed het ongeloof in Frankrijk ontftaan? — Had dit echter daarna geene voordeelige gevolgen ? — Welke middelen werden er ter meerdere uitbreiding des Christendoms in het werk gefield -, vooral in D s En- J.'u.C.tj l79:>— 1820.  $8 ALGE M li K N E OÜ S C «I li D E NI S .i.n.C.g ■ Engeland? — Hoe zijn daarvan tot nu toe de uitwerkfelen geweest ? — Was er ook niet een ander Genootfchap ten behoeve van het Christendom werkzaam ? — Vond dit Genootfchap geene navolgers ? — Welke waren daarvan de vruchten? — Hoe ftond het intusfchen met de opvoeding der jeugd, vooral in Nederland? VI. Welke beruchte orde werd nog in dit tijdperk herfteld door den Paus, wiens voorzaat haar vernietigd had ? — Welke andere inftelling uit de Middeleeuwen werd eerst afgefchaft, daarna weder herfteld, en ten tweeden male vernietigd ? • VIL Hoedanig was de toeftand der Godgeleerdheid? — Vond het Christendom niet ook mannelijke verdedigers ? — Welke waren de voornaamfte Uitlegkundigen, of kenners der gewijde oorkonden buiten ons Vaderland? — Welke vorderingen maakte de Kanfelwelfprékendheid? — Wie waren de voornaamfte Bijbeluitleggers en Kanfelredenaars in ons Vaderland? VUL Hoe heette de beroemde man, welke m het begin van dit tijdperk in de Wijsbegeerte gevolgd werd ? — Vond hij geene tegenlpraak, en van wie? — Wie maakte zijne leer vooral in de Nederlanden bekend? — Verdeelden zich niet weldra zijne aanhangers? — Noern eens de drie voomaamfle mannen daaronder, die bijzondere wijsgeerige ltelfels predikten! — Wie betrad daaromtrent eenen anderen weg? — Hoe was het rikt de Wijsbegeerte in Engeland, en hoe ïn Frankrijk ? IX. Waar werden de Wis- en Natuurkundige wetenfehappen het meest gedreven? — Weike groote arbeid kwam daaromtrent in Frankrijk tot ftand? — Noem eens eenige beroemde Franfche Wis- en Natuurkundigen van dezen tijd op! — Welke uitvindingen deden voornamelijk de Engelfchen? — Wie leerde het eerst vaartuigen door damp of ftoom in bewegingbrengen ? X. Wie waren de groote Sttrrekundigen, welke vier nieuwe Planeten ontdekten? -— Wit heb.  !) ER w Ë r E & d. ■ 59 hebben nieuwe Kometen gezien ? — Welke zijn. voornamelijk de verdienden van herschel ? — i Noem eens eenige andere uitmuntende Stcrre-1 kundigen uit dit tijdvak! — Wie maakte een geheel nieuw ftelfel van Natuur- en Scheikunde bekend? — Welke gewigtige ontdekking deden de Italianen gal van i en volta ? — En welke de Engelschman humphrey davy ? — Wie muntte in de- kennis der Delfftoffen, de Kruidkunde , en de vergelijkende Ontleedkunde uit ? — Wat droeg echter wel het meest tot bevordering der Natuurkennis bij ? — Welke ontdekkingen deden de Engelfchen in Azië en in Afrika ? — Noem eens eenige voorname Reizigers , die op hunne reizen rot bevordering der wetenfehappen in Afrika geftorven zijn ? — Wie waren de voornaamfte Ontdekkers in Nieuw - Holland en de Zuidzee? — Welke vorderingen heeft men gemaakt in de kennis van NoordAmerika ? — Welke groote Reiziger heeft ZuidAmerika naauwkeurig bezocht, en welk een landsman was hij ? XI. Welk was het nieuwe Geneeskundige ftelfel, in dit tijdperk uitgevonden? — Wordt hetzelve nog aangenomen? — Welke nuttige uitvinding heeft men aan guyton de morveaux te danken? — Waar is de verlichting door gaz of ontvlambare lucht oorfpronkelijk te huis? — Waardoor heeft zich rumford voordeelig bekend gemaakt? — Welke andere voordeelige uitvindingen voor de huishouding maakte men in Frankrijk ? — Waardoor heeft zich de Engelschman jenner zoo beroemd gemaakt ? — Is zijne uitvinding niet hoogstgewigtig ? — Wat is het Dierlijk Magnetismus ? XII. Hoe ging het met de Wetgeving en wijze van Regtspleging in de eerfte tijden der Franfche Omwenteling? — Wat -deed de Eerfte Conful buonaparte voor dezelve ? — Bleven zijne Wetboeken alleen tot Frankrijk bepaald, of werden zij ook elders ingevoerd? — Wat deed Koning lodewijk napoleon te dezen aanzien in Holland? — Bleef zijn werk wel in ftand ? — Wat (leed men voor de Wetgeving in Oos- . H. C 795~ 820.  J.n.Cg i795— 1820. 60 ALGEMEENE OESCHIEDENIS , Oostenrijk ? — Wie waren de meest beroemde Regrsgeleerden in dit tijdvak ? XIII. Werd de Gefchiedenis in dit tijdvak wel tterk beoefend? — Waarom niet? — Wie muntten als Gefchiedonderzoekers en Gefchiedfchrijvers in Engeland uit, en wie in Duitschland, Frankrijk en de Nederlanden? XIV. Bloeide de Oudheidkennis, algemeene en oude Taalkunde ook wel zeer in dit tijdvak ? — Wie waren te dezen aanzien eenige der voornaamfte mannen? —- Bloeide de Dichtkunst in Duitschland niet zeer, en door wie? — Wie waren de voornaamfte Franfche en Italiaanfche Dichters, en wie de Engelfche? — Hoe ftond het met de Dichtkunst in ons Vaderland ? — Hoe ging het met de Welfprékendheid ? XV. Wie waren eenige der groote Toonkunstenaars in Italië en Duitschland, in dit tijdvak? -— Welk voornaam Beeldhouwer heeft Italië in dit tijdvak gehad ? —■ In welk vak der Fraaip Kunften begint ons Vaderland thans weder uit te munten? XVI. Welke algemeen nuttige takken van kennis , te voren meest verzuimd, werden thans beoefend , en welke andere, meer fchadelijke, kunst ? XVII. Geef eens een kort verflag van de eerfte tooneelen der Franfche Omwenteling! — Tegen wien hadden, federt 1792, de Franfchen te flrijden? — Keerde de regering in Frankrijk niet tot gematigder beginfelen terug? —. Hoe was de regeringsvorm, alstoen ingeileld? — Met welke Mogendheden werd kort na elkander de vrede gefloten? — Met welke Mogendheid bleef men nog in oorlog? — Hoe liep de veldtogt in Duitschland van 1795 voor de Franfchen af, en hoe die van 1796? — Welke Veldheeren maakten zich daarin van de Oostenrijkfche en Franfche zijde meest vermaard ? — Welk Franfche Veldheer behaalde groote voordeden in Italië? — Noem eens eenige dier voordeden op! — Wat was daarvan het gevolg, en op welke voorwaarde ? XVIil, Naar welk Land trokken de Franfchen na  der wereld, 6l m den vrede met Oostenrijk ? — Waar wilden, zij verder heen V — Gelukte hun die onderne-: ming wel volkomen ? — Hoe heet de Had, waarvan napoleon buonaparte het beleg moest opbreken ? — Waar ging hij toen heen ? — Hoe zag het er intusfchen in Frankrijk uit? — Welke magt bekwam daar buonaparte ? — Hoe ging het verder met den oorlog tegen Oostenrijk ? — Waar werd andermaal de vrede gefloten, en wanneer? — Waar en wanneer die met Engeland? XIX. Werd deze vrede niet fpoedig verbroken? — Welke Mogendheden moesten in den nieuwen oorlog deel nemen, en voor wien? —. Tot welke waardigheid had buonaparte zich intusfchen verheven ? — Met welke Mogendheden brak de nieuwe oorlog in 1805 uit? — Hoe liep die af? — Welke Koningen werden daarop door buonaparte in Napels en Holland aangefteld ? — Welk Rijk vernietigde hij toen ? — Gaf dit niet aanleiding tot eenen nieuwen oorlog, en met wien ? — Welke was daarvan de uitdag ? XX. Op welk eene wijze bemoeide zich napoleon met de zaken van Spanje? — Aan wien droeg hij de heerfchappij van dat Rijk op? — Waren de ingezetenen daarmede tevreden? — Bleef de nieuwe Koning lang in zijne hoofdftad? — Hoe ging het vervolgens in deze hoofdftad? XXL Welke oorlog ontftond er nu op nieuws, en waren de Franfchen daarin weder voorfpoedig? — Wat moest de Keizer van Oostenrijk afftaan? — Was napoleon nu tevreden met zijne veroveringen, of voegde hij nog nieuwe Landen bij zijn Rijk, en welke? XXII. Welke Mogendheid was de laatfte, die napoleon aanviel? — Was hij daarin ook in den beginne niet gelukkig? — Bleef hij zulks echter op den duur? — Wat gebeurde er te Moskau, en wat op den aftogt der Franfchen naar Polen? XXIIL Vervolgden de Rusfen hunne overwinningen niet? — Hoe was de verdere loop van den,, oorlog? — Behaalde napoleon niet nog l.n.Cg. 70A— .820.  62 algemeene geschiedenis •'• C.{! '7951820. .nog overwinningen? ~ Waar onderging hij eindelijk eene volkomene nederlaag? — Welke volken maakten zich nu vrij van de overheerfching der Franichen? — Behoorden daartoe nier ook onze landgenooten ? — Langs hoe vele zijden rukten nu de Bondgenooten in Frankrijk? — Nam buonaparte nu de aangebodene gelegenheid aan, om eenen billijken vrede te bekomen? — Hoe liep het vervolgens met hem af, en wie kwam in Frankrijk aan de Regering ? XXIV. Kwam napoleon niet terug? — Wanneer en onder welk voorwendfel? — Waar bekwam hij de nederlaag? — Welke Veldheeren verfloegen hem? — Waarheen begaf hij zich toen, en waarheen werd hij gebragt? — Met wien floten de Verbondene Mogendheden nu den vrede, en welke waren daarvan de voornaamfte voorwaarden? — Werden die niet verzacht? — Welke zijn de grootfte voordeden der Omwenteling voor Frankrijk geweest? — Is alles daar thans in diepe rust? XXV. Welke was de hoofdreden van de gedurige nederlagen der Duitfchers tegen de Franfchen ? — Trokken de twee voornaamfte Mogendheden van Duitschland wel ééne lijn? — Wie floot eerst den vrede met Frankrijk, en op welke voorwaarden? — Waar onderhandelde het Duitfche Rijk met Frankrijk, en hoe lang? — Welke Landen verloor Duitschland in den vrede te Luneville? — Hoe trachtte men dit verlies aan de Wereldlijke Vorsten te vergoeden? — Welke Vorften namen in 1805 de Koninklijke waardigheid aan? — Aan wien kwam Hanover in 1806? — Werd hierop niet het Duitfche Rijk, als zoodanig, vernietigd? — Wanneer en door wien? — Bleef nu nog de Keizerlijke waardigheid over Duitschland in ftand ? — Hoe lang had dezelve geduurd? XXVI. Hoe ging het nu in het Noordelijke Duitschland? — Welk vreemd Vorst kwam aldaar op den troon? — Was Duitschland nu niet ongelukkig? — Welke Mogendheid trachtte hetzelve in 1809- te be- vrij-  OER WERELD. Ó3 vrijden? — Werd dit oogmerk bereikt? — Ging nai>oLeon niet nog meer voort met zijne' inlijvingen ?e i XXVII. Welke uitwerking deed dat op de Duitfchers? — Wanneer vatte bijna het geheele Duitfche volk de wapenen op? — Welke waren hunne voordcelen? — Hoedanig was in 1814 de nieuwe Staatsinrigting in 'Duitschland^ — Noem eens de voornaamfte veranderingen die door dezen ommekeer van zaken in de'bez'ittingen der Vorften hebben plaats gehad! — Welke was de voornaamfte heilzame vrucht dezer gedurige oorlogen voor Duitschland? — Welke gebeurtenisfen hebben er federt den vrede voornamelijk in Duitschland plaats gehad ? XXVIII. Hoe werd de Omwenteling in Zwitferland bewerkt? — Wilden zich de zoogenaamde kleine kantons daar wel naar fcbikken ? — Hoe werden zij te onder gebragt ? — Welk kanton leed daarbij het meest? — Hoe was nu de titel, welken Zwitferland verkreeg? — Wanneer werd de oude Regeringsvorm' herfteld? —- Liet het de Franfche Keizer daarbij? — Wat werd er bij de ABe van bemiddeling• vastgefteld? — Wanneer werd de Regering grootltendecls weder op den ouden voet herfteld? — Welken invloed heeft dit gehad op liet karakter der Zwitfers? — Wat veroorzaakte de landverhuizing van vele Zwitfers? XXIX. Welke veranderingen hadden in de Staten van den Koning van Sardinië plaats? — Hoe heette de Koning, die affland deed van de kroon? — Welke Omwenteling onderging Oostenrtjksch Lombar dij e in 1796 en 1707? -_ Wien koos deze Republiek tot haren Prefident? — Welken hoogeren titel nam hij vervolgens aan, en wanneer? — Wien ftelde bil tot Onderkoning aan ? ~ Hoe ging het met de oude Republiek Venetië? _ Werden die beiden voormalige Republieken in den jongflen tijd niet weder tot dén Koningrijk hereeni«d? — Welke waren de lotgevallen van Genua? — On* der welke Mogendheid is die Staat thans teplaatst? - Wie bemagtigde Parma en Pia- cen- ,96- ÖÏO.  3. n. C. '795— 64 algemeene geschiedenis \.ccnza? — Wie heeft dat Land thans in bezit, en wie Modena? — Aan wien moest de Groothertog van Toscanen zijn Land aflhym, en wie regeert thans in Toscanen? XXX. Welke gewesten mosst Paus pius VI aan de Franfchen afltaan? — Hoe ging het hem en zijn Land een jaar later? — Waar ftierf hij? — Wie werd in zijne plaats gekozen, en waar? — Bekwam hij zijn Land niet grootftendeels terug? — Wat eischte de Franfche Keizer van hem? — Hield deze goede verllandhouding aan? — Welke onaangename lotgevallen kwamen den Paus over? — Had hij niet gedeeltelijk ook het lot van zijn' voorganger, en werd hij daarop niet weder verhoogd? — Welke gevolgen heeft het Franfche beftuur voor den Kerkelykcn Staat gehad? XXXI. Hoe dikwerf werd het Koningrijk Napels in dit tijdsbeftek door de Franlchen overheerd? ■— Werden zij den eerden keer niet verdreven, en hoe? — Wie bekwam in 1806, en wie daarna, in 1808, de kroon van Napels? -— Waardoor werd deze laatfte van zijn Rijk ontzet , en hoe verloor hij zijn leven ? — Wie werd toen in zijne waardigheid herfteld? — Wat is in 1820 in Napels gebeurd, en wat in Sicilië? — Hoe liepen deze gebeurtenisfen af? XXXII. Gebeurden er niet zeer merkwaardige dingen in Spanje? — Hoe heette de Koning, die zijne kroon aan zijnen zoon afftond, en hoe heette die zoon? — Hoe gedroeg zich napoleon in dit geval? — Wie riepen de Spanjaarden daarop te hulp ? — Welke Veldheer maakte zich in dezen oorlog inzonderheid beroemd ? — Hoedanig was de Staatsregeling, .welke de Spanjaarden zich zeiven gaven? -- Bleef dezelve in ftand? — Hoe en wanneer werd zij herfteld? — Welk gebruik maakte de overwinnende partij van hare zegepraal, en welke verbeteringen voerde zij in? — Welke zijn de gevolgen van al deze onlusten voor de Spanjaarden naar binnen en buiten geweest? XXXIII. • Wie nam in Portugal de regering op zich als Prins-Regent? — Wanneer werd , het  der wereld. 65 het geheele Koningrijk door de Franfchen ingenomen ? — Waarheen vlugtte toen het Koninklijke gedacht ? — Hoe bevrijdden de Portugezen hun Land ? — Moesten zij het niet andermaal verdedigen? — Welk Land heeft de meeste vruchten van deze verandering geplukt? — Hebben de Portugezen in 1820 niet hunne regering veranderd, en hoe? XXXIV. Waarvan maakten zich de Engelfchen in dit tijdsbeftek meester? — Hoe lang duurde de oorlog met Frankrijk, flechts door het kortftondige verdrag van Amiens afgebroken? — Welke Volkplantingen behielden de Engelfchen bij dat vredesverdrag? — Werden de overige, die zij teruggaven, niet in den hernieuwden oorlog andermaal veroverd? — Wat ontnamen zij daarbij nog aan de Hollanders? — Wat verloren zij daartegen? — Welke overwinningen behaalden zij ter zee ? — Hoe bekwamen zij in 1799 de Nederlandfche vloot? — Is thans wel eene Mogendheid in ftaat, hen ter zee te beftrijden ? — Onder wiens ftaatsbeftuur behaalden zij de meeste dier voordeden ? — Wanneer overleed die Staatsman ? — Wie volgde hem op ? — Stierf deze ook niet kort daarop ? — Waren de Engelfchen te lande ook wel zoo gelukkig? — Hoe dikwijls ondernamen zij landingen in ons Vaderland? — Uit welke Landen verdreven zij de Franfchen ? — Wat hebben zij bh' den vrede met Frankrijk behouden? — Wat bij dien met de Nederlanden ? — Wat bij dien met Denemarken? — Welke veroveringen zijn hun nog in de Middellandfche Zee overgebleven ? — Door wien is Koning george III in de regering opgevolgd? — Hoe is het thans met den voorlpoed van Engeland gelegen ? XXXV. Ondergingen de Vereenigde Nederlanden geene menigvuldige Omwentelingen? — Wat moest men bij het Haagfche verdrag aan Frankrijk afftaan, en hoe veel man Franfche troepen onderhouden? — Noem eens eenige der drukkende belastingen op, die men tot dat einde betalen moest! — Welke nieuwe Vergadering kwam in 1796 in de Nederlanden bijeen?-— E Werd J.n.C.g. '795— 1820.  ■j.i..c.r. 1820, 66 ALGEMEENE GESCHIEDENIS Werd hare eerfte werkzaamheid niet door het volk verworpen ? — Wat gebeurde toen ? — Hoe ging het met die tweede Staatsregeling? — Bleven de nieuwe Befluurders lang aan het bewind? — Hoe lang duurde die nieuwe Staatsregeling? — Wat was het gevolg der derde, die in 1801 werd ingevoerd? — Wat was het gevolg van den vernieuwden oorlog met Engeland voor den Staat? — Wanneer werd de vierde Staatsregeling ingevoerd? — Wie bekwam toen het hooge gezag onder den naam van Raadpenfionaris ? —- Hoe lang duurde dit ? —■ Wie werd toen Heer van ons Land, door welke middelen , en onder welken naam ? XXXVI. Voldeed deze Vorst aan de verlangens van napoleon? — Hoe ging het hem dan ook? — Wat moest hij in 1810 aan zijnen broeder afftaan? — Waarmede werd hij echter bedreigd ? — Vertrok hij daarop niet ? — Hoe ging het toen met ons Vaderland ? — Welke twee groote onheilen hadden toen dadelijk plaats? — Noem eens eenige der andere rampen op, die de Nederlanden onder het Franfche bewind moesten doorltaan! — Wat deden de Nederlanders, toen er zich eenige hoop van weigelukken opdeed? — Bekwam de nieuw beroepene Vorst niet eene hoogere waardigheid dan zijne Voorzaten ? — Hoe werden de vestingen, die de Franfchen nog in de Nederlanden hadden, ontruimd? —» Onder welken naam werden al de Nederlanden hereenigd ? — Werd deze nieuwe Mogendheid niet fpoedig aangevallen, en door wien? -r- Waar werd deze vijand geheel en al verflagen ? — Waarmede werd in den vrede de Nederlandfche Staat nog vergroot ? — Hoe is tegenwoordig de ftaat der Nederlanden? XXXVII. Welk een gewigtig verlies onderging Denemarken ? — Wat was daarvan de aanleidendc oorzaak? — Hoe liepen de eerfte vijandelijkheden in 1801 tegen Engeland af, en hoe de tweede in 1807 ? — Welke Koning Itierf gedurende dien oorlog, en hoe heet zijn opvolger? — Wat eischten de Bondgenooten, nadat hunne wapenen tegen Frankrijk zegevierend waren  DER' WERELD. 07 rën geweest ? — Welke veroveringen maakte de Kroonprins van Zweden? — Wat moest Denemarken toen afftaan ? — Begint zich dé Deenfche natie echter na die verliezen niet weder op te beuren ? XXXVIII. Wie befttiurde Zweden federt 1792 ? — Hield deze Vorst' zich niet buiten den oorlog? — Wanneer kwam de jonge Koning aan de regering? —- Hield deze zich eerst niet bij de Staatkunde van zijn' oom ? — Wat deed hem daaromtrent veranderen? — Welke verliezen onderging hij in den oorlog tegen Frankrijk, en waren die in den oorlog tegen Rusland niet nog gevoeliger? — Wat was daarvan het gevolg voor den Koning ? — Wie werd toen Koning in zijne plaats, en wie eerst Kroonprins ? — Wien beriep men na deszelfs dood ? — Volgde deze wel de zijde van Frankrijk? — Wat bekwam men van laatstgemelde terug, en wat moest men aan Rusland afftaan? — Droeg de Kroonprins van Zweden niet krachtdadig bij tot de beflisfing van den oorlog in Duitschland , en op welk eene wijze? — Wat was het gevolg daarvan voor Zweden? — Hoe ftond het intusfchen met de geldmiddelen van Zweden, en tot welk middel deed zulks de toevlugt nemen? — Wanneer overleed de Koning, en hoe heet zijn opvolger? XXXIX. Hoe ging het in 1795 met het Koningrijk Polen? — Was dit voor de burgers en boeren niet voordeelig ? — Hoe ontftond echter de opftand van 1806? — Onder welken naam werd Polen bij den vrede van Tiljit weder herfteld ? — Waarmede werd het twee jaren later vergroot ? — Wie werd daarover als Vorst aangefteld? — Behielden de Franfchen nogtans hunne magt niet in het Land? — Bij welke gelegenheid hernam deze Staat den naam van Koningrijk Polen? — Hoe kwam het onder de Rusfifche magt? — Wie is thans Koning van Polen ? — Welk eene weldaad heeft hij aan dat Rijk gefchonken? — Werden daarvan nogtans niet eenige ftreken afgezonderd, en welke ? Ë a XL. I.n.C.è. i8ïo.  J.n.C.g, 179.51820. 68 algemeene geschiedenis XL. Wie werd in 1796 Keizer over Rusland? — Waardoor werd hfj tegen de Franfchen verbitterd? — Wat had dit ten gevolge? — Hoe verzoende zich de Keizer weder met Frankrijk1? — Welk verbond bewerkte toen de Keizer? — Hoe was zijn beduur binnen 'sLands? — Welke gevolgen had dit voor hem zeiven? — Wie volgde hem op? — Veranderde deze niet terftond van maatregelen? — Hoe was zijn beduur in het algemeen? — Welke fchadelijke zaak trachtte hij te verminderen en trapswijze af te fchaffen? — Was hij niet ongelukkig in zijne eerde oorlogen tegen Frankrijk? — Wat beloofde Rusland bij den vrede te Tilfit? — Volgden daarop geene nieuwe oorlogen? — Wat won Rusland daarbij, zoowel tegen Zweden, Turkije als Perzië? — Ontdond daarop niet een derde oorlog met Frankrijk? — Welk was het middel, waardoor die zoo gelukkig afliep voor Rusland? — Welk beroemd Congres woonde de Keizer in perfoon bij? — Welk verbond ging alexander te Parijs (na den flag bij Waterlos) met Oostenrijk en Pruisjen aan? XLI. Bewaarde Turkije niet zoo veel mogelijk den vrede met al zijne naburen? — Waartoe werd het door de Franfchen genoodzaakt? — Bekwamen de Turken het verlorene bij den vrede niet terug? — Werd toen de vriendfchap met napoleon niet herdeld? — Met welke twee magtige Rijken moesten de Turken daarentegen vervolgens oorlog voeren? — Voegden zich geene eigene onderdanen van Turkije daarbij? — Waren de Engelfchen wel gelukkig in dezen oorlog? — Bleef Sultan selim III tot aan zijnen dood regeren? — Hoe werd hij afgezet, en wie kwam in zijne plaats? — Vernieuwden de Rusfen den oorlog niet? — Welke Omwenteling kostte aan selim III het leven? — Wie werd toen Sultan? — Hoe heette de Turkfche Bevelhebber, die dezen nieuwen Vorst op den troon plaatde? — Kwam hij zelf niet kort daarop om het leven, en op welke eene wijze? — Heerschte er niet groote wan-  DER WERELD. fj() wanorde in het Turkfche Rijk? — Zijn al de Pacha's of Stedehouders wel aan den Sultan gehoorzaam? — Welke zijn dé twee meest be» kende dier Stedehouders in onze tijden? — Hoe liep de oorlog met Rusland af? — Welke Landen verloor Turkije, daarbij? XLII. Welk is het gevoelen der Wechabiten in Arabiè? — Welke gruwelijke Helling koesteren zij daarbij? — Hoe (laat het tegenwoordig met die gezindte? — Kwam het Perzifche Rijk niet weder eenigermate tot rust? — Hoe heette de grijsaard, die zich daarvan in het begin van dit tijdperk meester maakte? — Wie volgde hem op? — Met welke Mogendheid heeft deze Vorst te oorlogen gehad? — Van hoedanig eene inborst is zijn zoon abbas-mirza? — Hoe heet de nieuwe Staat tusfchen Perzië en Indië? — Heeft de Groote Mogol nog wel eenig gezag? — Wie heeft het grootfte en beste gedeelte van Wester-Indië in bezit — Tegen wien hadden zij wel het meest te ftrijden? — Hoe zijn thans hunne betrekkingen tot de Indifche Vorsten? — Bleef China in dit tijdperk in rust? — Hoe gaat het daar met de Christenen? XLI1I. Welk eene gelukkige verandering heeft in Afrika plaats gehad? — Wie heeft daartoe den eerften ftap gedaan? — Welke genoegelijke uitzigten levert dit op ? — Heeft men niet reeds pogingen gedaan, om nuttige kunften door middel eener volkplanting in Afrika te bevorderen? — Zijn de Vorsten daar te Lande over dit alles wel zeer vergenoegd? — Gefchiedt het nogtans niet tot hun eigen nut? —. Wordt echter dit nut niet te meermalen door llinkfche wegen te leur gefteld? XLIV. In welk werelddeel zijn van alle de meeste veranderingen voorgevallen? — Welke Staten zijn daar aanmerkelijk toegenomen? — Hoe heeten de landftreken, die zij van Frankrijk en Spanje gekocht hebben? —- Vormen zich daar niet nog gedurige nieuwe Staten? — Welk een onheil leed die Mogendheid, in den oorlog met Engeland, tusfchen i8i2eni8iA? — Gehoorzamen alle Spaanfche volkplantingen nog E 3 aan ï. n.C.g, '795— 1829.  J. n. C. g 1795— 1820. 70 ALGEMEENE GESCHIEDENIS aan het Moederland? — Wanneer fielden zij eerst eene eigene Regering in, en wanneer fcheidden zij zich af van Spanje? — Hoe vele Gemeenebesten vormden zich daar in het begin? — Hoe vele daarvan zijn thans weder door de Spanjaarden geheel of gedeeltelijk onderworpen ? — Noem eens de Opperhoofden des oorlogs aan beide zijden! — Wordt deze oorlog niet op eene zeer barbaarfche wijze gevoerd? — Heeft men daaraan echter niet bij voorraad een einde gemaakt?  DER WERELD. 71 GEMENGDE AANMERKINGEN over de gefchiedenis van het zevende tijdvak. X. Wij zien uit al het verhandelde, dat de hooge verlichting, tot welke Europa op het einde der achttiende eeuw was opgeklommen, eene menigte allerbloedigfte oorlogen en verfchrikkelijke burgerlijke beroerten niet heeft kunnen beletten. De reden daarvan is, dat de Christelijke Godsdienst, welke door vele zoogenaamde fterke geesten meer openlijk of bedektelijk was aangerand, bij velen verworpen werd, en zelfs op meer dan eene plaats, bij de groote menigte, het gezag over de harten verloren had; en juist daar, waar dit het geval was, heeft men ook de meeste gruwelen en buitenfporigheden gezien. Zoo verzaakte men in 1793 en 1794 in Frankrijk openlijk niet alleen het Christendom , maar zelfs het Opperwezen; en het gevolg daarvan was, dat geen Land zoo veel ijsfelijkheden in zoo korten tijd heeft zien gebeuren. Daarentegen bleef men b. v. in ons Vaderland den Godsdienst nog beter aankleven, en vandaar, dat bij ons die gruwelen geheel onbekend zijn gebleven, fchoon wij de Franfche Omwenteling in bijna al het andere hebben nagebootst. 2. Nooit is duidelijker gebleken, dan in onzen tijd, dat veroveringen een Land niet gelukkig maken, en ook niet van langen duur kunnen zijn in den tegenwoordigen ftaat onzer maatfchappij. Wij hebben gezien, dat Frankrijk, na gedurige oorlogen van twintig jaren, meester was van geheel Europa tot Moskau toe; — doch juist door de onnatuurlijke grootte van dat Rijk, ftortte het in twee jaren geheel in, zoodat deszelfs vijanden tweemaal de hoofdftad bemagtigden, de geheele' krijgsmagt afgedankt, de Beheerfcher gevangen genomen en naar een afgelegen eiland gebragt werd, en het E 4 Land I. n. C. g, 1795— 1H20.  74 ALGEMEENE GESCHIEDENIS J.n.C.g i706_ löao. VRA» Land geheel ter genade der overwinnaars ftond. Deze les moet nu den Vorsten en volken wel leeren, dat geene oorlogen, overwinningen, of bemoeijingen met andere volken, maar een goed binnenlandsch beftuur, befcherming van koophandel, fabrijken en landbouw, de volken gelukkig maken. Dit zien wij in het voorbeeld der Vereenigde Staten van Noord-Amerika. 3. Het is een droevig verlchijnfel, dat de mensch zoo ligt van het eene uiterfte tot het andere vervalt, en dat de terugkeering van velen tot den Christelijken Godsdienst, ten gevolge van de rampen der tijden, gepaard ging met het vervallen van anderen (en ook wel eens van dezelfde perfonen) tot de bijgeloovigheden der Middeleeuwen, en de herftelling der Jezuiten en der Inquifitie. In ons Vaderland is men gelukkig over het algemeen den middelweg blijven bewandelen; en dit moet ons ook weder toonen, hoe gevaarlijk het is, zich eenmaal van den regten weg te verwijderen, omdat men alsdan zoo vele moeite heeft, denzei ven weder te vinden, en niet op zijpaden te vervallen. 4. Eindelijk moet men de hand der aanbiddelijke Voorzienigheid in de befturing onzer lotgevallen, die zich in onzen tijd zoo krachtdadig getoond heeft, vooral niet voorbij zien. Niet flechts is er een einde gefteld aan eene foort van dwang en overheerfching, die men voor altijd gevestigd waande, maar vooral is er zelfs uit het kwade veel goeds voortgekomen. Zoo is er in Frankrijk en elders, na vele fpoorloosheden, een gematigd beftuur gevestigd, en een welvarende boerenftand opgekomen; de onregtvaardige inval in Spanje, gevoegd bij de denkbeelden, door de Franfche Omwenteling verfpreïd, hebben de vrijheid des volks gevestigd in Landen, die men daarvoor eertijds onvatbaar hield, in Spanje en Portugal; en na de vele oorlogen van het begin dezer eeuw fchijnt men meer ernftig bedacht op het bewaren van den algemeenen vrede, wiens voortduring door alle volken gewenscht wordt.  DER WERELD. 73 VRAGEN betreffende de gemengde aanmerkingen over de gefchiedenis van het zevende tijdvak. 1. Heeft de verlichting dus wel vele bloedige oorlogen, beroerten en verwoestingen kunnen voorkomen ? — Waarom niet ? — Waar zijn die bloedtooneelen het hevigst geweest ? — Was de natie daar ook wel Godsdienftig? — Was het bij ons daaromtrent niet beter gelfeld, en is hier ook wel zoo veel bloed vergoten? 2. Kunnen veroveringen een Land wel gelukkig maken? — Waaruit is dit ten allerduidelijkfte gebleken? — Hoe lang hadden de Franfchen werk om Europa te veroveren? — In hoe veel tijds verloren zij het weder, en hun eigen Land daarbij? — Wat moeten de Volksbeftuurders hieruit leeren? — Welk voorbeeld leert ons, dat men hoofdzakelijk de binnenlandfche welvaart moet trachten te bevorderen? 3. Gingen de menfchen in het Godsdienftige niet veelal van het eene uiterfte tot het andere over? — Welke twee fchadelijke uitvindingen der duistere eeuwen werden herfteld? — Is men bij ons ook zoo dtiftig van het eene op het andere gevallen? — Wat moeten wij daaruit leeren? 4. Moeten wij uit de gebeurtenisfen van dezen tijd niet nog eene andere groote waarheid leeren? — Waaraan heeft de Voorzienigheid een einde gefteld, en welk is het kwaad waaruit zij goed heeft doen voortkomen? Een Werk, dat opgeleidt is van lotwissel en meenigerley geval, gruwzaam van veldslaaghen. waaterslryden, belecgeringen , bitter van twist, warrigh van muitery , beklad van moorddaad buiten de baan des kryghs , wrang van wreedtlieid, zelfs in Pais. HOOFT. TIJD- J. n. C. r. '795— 1820.  74 TIJDTAFELEN DER ALGEMEENE TIJDTAFELEN VAN HET VERVOLG DER ALGEMEENE WERELDGESCHIEDENIS, 1796. 17971798.1799. 1800. 1801. ZEVENDE TIJDVAK. Van 1795 tot 1820. Verovering van Lombardijè door de Franfchen , onder Buonaparte. * Overwinningen van den Aartshertog Karel. Oorlog tusfchen Spanje en Engeland. Eerfte Nationale Vergadering in de Nederlanden. Katharina de tweede fterft. Paul de eerjle. Vrede te Campo Formio, tusfchen Oostenrijk en Frankrijk. Tweede Nationale Vergadering in de Nederlanden. Mislukte Vredehandel te Rijsfel. Omwenteling van 4. September (18. Fruélidor ) in Frankrijk. Frederik W i 11 e m de tweede fterft. Vredehandeling te Rajladt. Onderneming van Buonaparte naar Egypte. Zeedag van Aboukir. Omwentelingen van 11. Januarij en 12 Junij in de Nederlanden. Omwentelingen in Rome en Zwitferland. Tweede algemeene oorlog in Europa. Italië door de Rusfen en Oostenrijkers heroverd. Landing der Engelfchen en Rusfen in Noord-Holland. Togt van Buonaparte naar Palestina. Buonaparte Eerfte Conful. P i u s de zesde fterft. Ruhnkenius fterft. Washington fterft. Karei Theodoor van Pa/tz - Beijeren fterft. Tippo-Saïb fneuvelt. Slag bij Marengo. Slag bij Hohenlinden. Pius de zevende tot Paus verkozen. Verbond van handhaving der zeeregten tusfchen Rusland, Denemarken, Zweden en Pruisfen. Staatsbewind in de Nederlanden. Vrede te Luncville. Vredespreliminaircn met Engeland. Vre-  WERELDGESCHIEDENIS. 75 1802. 1803. 1804. 1805. 1806. 1807. 1808. z8co. Vrede van' Frankrijk met Rusland en Turkije, Dood van Paul den eerjlen. Alexander de eerfte. Keizer van Rusland, Ontdekking der Planeet Ceres, 1. Januarfj. Vrede te Amiens. Napoleon Buonaparte, Conful voor zijn leven. H u m b 01 d t reist in Amerika. De twee Planeten Juna en Pallas ontdekt. Vernieuwde oorlog met Engeland. Napoleon, Bemiddelaar van Zwitferland. Klopftock fterft. Gleim fterft. Oorlog tusfchen Spanje en Engeland. Overwinningen der Engelfchen in Indië. Napoleon de eerfte , Keizer van Frankrijk. Kant fterft. Oorlog in Duitschland. Veldflagen bij Ulm en Aufterlitz. Vrede te Presburg. Zeedag te Trafalgar. R. J. Schim melpenninck, Raadpensionaris in de Nederlanden. Schiller fterft. Napoleon, Befchermer van het llijnverbond. Oorlog met Pruisfen. Slag bij Jena. Lodewijk, broeder van Napoleon, Koning van Holland. Befluit tot affchaffing van den Slavenhandel. Pitt fterft. Fox fterft. Prins Willem de vijfde fterft. Oorlog in Polen en Pruisfen. Veldflagen bij Eylau en Friedland. Vrede ie Tilfit. Bombardement van Koppenhagen. Ramp van Leyden , 12. Januarij. Kluit, Luzac en Rau fterven. Selim de derde vermoord. De Planeet Vesta ontdekt. Oorlog in Spanje en Portugal. Oorlog van Zweden met Dekemarken en Rusland. Bijeenkomst van Napoleon en Alexander te Erfurt. Muftapha de vierde vermoord. Karei de vierde, Koning van Spanje, doet afftand. Ferdinand de zevende. Oorlog in Duitschland. Veldflag bij Aspern en Wagram. Vrede te Wcenen. Landing der Engelfchen in Zeeland. Gustaaf de vierde in Zweden afgezet. Karei de dertiende. Johannes von Muller fterft. 1810.  70 TIJDTAF. DER ALGEM. WERELDGESCH. l8lO. 1812. 1813. 1814. 1815. 1816. 1817. 1S18. 1819. 1820. Holland en de Hanzejlede met Frankrijk vereenigd. Opftand der Spaanfche volkplantingen in Amerika. Miranda. De Generaal Bernadotte (Karei Johan) Kroonprins van Zweden. Batavia door de Engelfchen veroverd. George, Prins van Wales, Regent van Engeland. Wieland fterft. Oorlog in Rusland. Brand van Moskau. Noodlottige aftogt der Franfchen. Conftitutie der Cortes in Spanje. Inquifitieafgefchaft. QorloginD uitschland. Vddihgenbij Lutzen, Baut- zen en Leipzig. Groot verbond tegen Frankrijk. Opftand in de Vereenigde Nederlanden tegen de Franfchen. Willem de eerjle , Souverein Vorst. Overtogt der Bondgenooten over den Rijn. H e 1 m e r s fterft. Inneming van Parijs door de Bondgenooten. Afftand van N a p o 1 e 0 n. L o d e w ij k de achttiende , Koning van Frankrijk. Grondwet in de Vereenigde Nederlanden. Eerfte vrede van Parijs. Congres van Weencn. Ferdinand de zevende keert naar Spanje terug. Inquifitie en Jezuiten herfteld. Terugkomst van Napoleon. Willem de eerjle, Koning der Nederlanden. Slag bij Waterloo. Tweede vrede van Parijs. Herftelling der algemeene rust. Heilig Verbond. Mislukte oogst. Groote fchaarschte in een gedeelte van Europa. Congres te Aken. Ontruiming van Frankrijk door de Bondgenooten. Karei de dertiende, Koning van Zweden, fterft. Karei (Johan) de veertiende. Congres van Carlsbad. Kotzebue vermoord. Brugmans fterft. Opftand in Spanje. Verandering van Regeringsvorm in Spanje, Napels en Portugal. Cortes in Spanje. Affchafling der Inquifitie. Verbanning der Jezuiten uit Rusland. George de derde fterft. Wyttenbach fterft. Cras fterft. Borger fterft.    KO RT BEGRIP der ALGEMEENE GESCHIEDENIS, loopende van den jare 1795 tot i Sao; strekkende ten vervolge op het kort begrip der. algemeene geschiedenis gevolgd naak. Jt CURAS en J. M. SCHROCK. UITGEGEVEN DOOR DE m a a t s c h a p p ij'TOT NUT VAN T ALGEMEEN, Te leyden, deventer en groningen, Uj D. du MORTIER en ZOON, J. H. de LANGE en J. OOMKENS, m d c c c x x i.   VOORBERIGT. Het is de taak niet der Maatfchappij: Tot Nut van 't Algemeen, de hooge warde van de beoefening der Algemeene Gefchiedenis te Jchetfen; ook zonder de welverdiende loffpraken, dezer beoefening van zoo vele onderfcheidene kanten toegezwaaid, gevoelt elk nadenkende het nuttige en aangename daarvan tevens. Genoeg: de Maatfchappij begreep, bij hare uitgegevene verkorte navoiging van curas en schrock, aan deze onmisbare behoefte in de Scholen te moeten voldoen, en floot dit Kort Begrip der Algemeene Gefchiedenis met een, althans voor de Noordelijke gewesten onzes Vaderlands, belangrijk tijdftip, h& jaar 1795. Wat is er echter federt dit tijdftip, zo» in Europa in het gemeen, als in ons Vaderland in het bijzonder, niet voorgevallen? Onwillekeurig rijst het antwoord als uit éénen mond: voorwaar in deze vijf en twintig jaren is meer dan ecne eeuw beleefd! Allerbelangrijkst moest het dus geacht worden, om der jeugd, bij het afloopen van dit tijdperk, of na hetzelve, geboren, een algemeen overzigt van dit belangrijk tijdvak te geven, ten >einde de klippen te leeren kennen, waarop volksgeluk zoo veel gevaar loopt van te flranden, en dezelve het voorregt te leeren waarderen, hetwelk Nederland, na zoo vele doorgeftane Staatsfiormen, geniet. Moeijelijk voorzeker was de taak , den Schrijver opgelegd, welke naar den hiervoor uitgeloofden Eereprijs C in de gewone Gouden Medaille, benevens Twintig Gouden Dukaten, beftaande) wilden dingen: er werd toch niet alleen eene uitgebreide kennis, veel nafporing en verr gelijking, maar ook die flrenge onpartijdigheid gevorderd, welke de Maatfchappij in hare Werken moet, en zoo veel mogelijk tracht te bewaren, en welke, bij * 2 een  iv VOORBERIGT. een onderwerp als het onderhavige, meer dan bij eenig ander, ook met den besten wil, bezwaarlijk 'is vol te houden. Uit drie hierop ingezondene Antwoorden, werd aan het tegenwoordige Werk, door de meerderheid van Beoordeelaars , de hierboven vermelde Eereprijs toegewezen; waarna uit het Naambriefje bleek, dat daarvan Schrijver was de Heer nicolaas Godfried van kampen, Leclor aan de Hoogefchool te Leyden, een man, zoodanig algemeen als Gefchiedfchrijver beroemd, dat deze bekendwording van zijnen naam alleen de reden verklaren kon, waarom die naam onder de Nederlandfche Gefchiedfchrijvers, in het behandelde tijdftip, (bl. 15.) niet gevonden wordt, daar zijne zedig, heid hem niet ken toelaten zich zeiven te noemen. Vilgens het oogmerk en den aanleg van het Werk, kon hetzelve fi'echts een Kort Begrip zijn; veel zal er dus voor den Onderwijzer overfchieten om aan te vullen, dan, even dit zal, zoowel voor hem, als voor de ondarwezenen, den lust ontjleken, om meer ruime bronnen te raadplegen, en alzoo bij beide de Gefchiedkunde uit te breiden en te versterken. Het is althans met deze hoop, dat de Maatfchappij het Werk in het licht geeft. Op last der Maatfchappij: AMSTERDAM, dcu 24sten vau Bloeimaand f&n. A Bladz. 12, reg. 7, /laat: lqmpland; men leze: bonplanDo  DER WERELD* 3 groote Omwenteling alleen in Noord-Amerika het geval was. Ten derde is de vrijheid van de drukpers meer algemeen bekend, en in ver* fcheidene Landen tot eene Staatswet geworden; terwijl men zich nu met vrijmoedigheid over het Algemeen Beftuur van den Staat en de misbruiken, die men daarin meent te zien, durft uitlaten. Ook is, ten vierde, ten gevolge dezer Omwenteling, het overfchot des ouden leenftelfels, of de heerendiensten , die nog op vele plaatfen in gebruik waren, en de lijfeigenfchap der boeren, zelfs in Polen, (niet in Rusland) opgeheven. II. Daarentegen heeft de ondervinding vele gewigtige nadeelen, die deze Omwenteling in den beginne vergezelden , doen verbeteren: zoo als den geest van losbandigheid en ongehoorzaamheid , die niet alleen alle Vorsten als overtollig en nadeeh'g deed befchouwen, maar ook de Gemeenebest - Beituren telkens aan wisfehng en verandering blootftelde; de openlijke minachting voor den eeredienst, die vooral in Frankrijk plaats had, en eindelijk de zucht tot verovering , die een gevolg was van den lust, om de beginfelen der Omwenteling naar elders over te brengen, en welke de Franfchen, door het krijgsgeluk begunftigd, een' tijd lang tot Heeren van Europa maakte. Het gedeeltelijk uit den weg ruimen dezer nadeelen is men voornamelijk aan de voorbeeldige ecndragt en za■menwerking tusfchen de Volken en Forsten, in het laatst van dit tijdperk, verfchuldigd. III. Het is echter niet eensklaps of fpoedig, dat zulke heilrijke einden bereikt werden. Ons werelddeel Mond namelijk bijna gedurende dit geheele tijdperk, ( eene korte tusfehenpoozing in de jaren 1802 en 1814 en de jaren van ï8l 6 tot 1820 uitgezonderd) ten doel aan allerhevigfte oorlogen te land en tet zee, waarvan het onmiddellijk gevolg was: algemeene verarming, moedeloosheid, verval of verwoesting van vele bloeijende. lieden ; verzwakking der zeemagt van alle Mogendheden des vasten lands , en ongemeene vergrooting van die van Engeland; het -ilelfel, dat men zich ter A 2 vei- I.n.C.g, 1795— 1820» Nadeelen. Geweldige oorlogen vaa dit tijdperk.  'K ALGEMEENE GESCHIEDE NIS 3;t> C. %7q5 — % 20. Vermin deiing der mnj Van de Paus. Trns VI 1798 , overleden 1709, en fius VH.vai i8lo_ ï8i4. 5. verdediging des Vaderlands niet van gehuurd? troepen, maar van eigene Landskinderen en wel jongelingen van zekere jaren bedienen moest, hetwelk , eerst door de Franiche opfchrijving tot den krijgsdienst van alle jonge lieden begonnen, naderhand op een' dergclijken voet in de meeste Staten van Europa is ingevoerd; eindelijk de verhuizing van een groot aantal huisgezinnen naar de Vereenigdc Staten van Noord-Amerika , welke dan ook in de laatfte twintig jaren in bevolking en welvaart verdubbeld zijn, en nog dagelijks toenemen, zoodat daardoor Europifche bevolking en befchaving over een groot gedeelte van het nieuwe werelddeel wordt veripreid. Voorts mag nog als nadeelig uitwerkfel der nabootfing van het Franfche (Wel worden befchouwd de lieerfèhende manier, om iederen Staat door tolbedienden te omringen, hetwelk eene algemeene kwijning van den handel in Europa heeft ten gevolge gehad. - IV. Een ander gevolg dezer groote veranderin* tgen was de vermindering van " het aanzien dec a Paufen, welke zich tegen de nieuwe inlrellingen reeds in den beginne verzetteden, en daardoor niet alleen in Frankrijk reeds toen hun gezag verloren, maar ook naderhand genoodzaakt werden een groot gedeelte van hun wereldlijk gebied af te Haan, ja tot tweemalen toe hun ,geheele Land, benevens de Had Rome, verloren , en zich in Frankrijk moesten ophouden, alwaar zelfs een dier kerkvoogden overleed. 'Hierdoor werd ook hun geestelijk gezag min1 der geëerbiedigd, en in Duitschland vooral kwamen begrippen op van vrijheid der kerke, welke met de Paufelijke aanfpraken weinig beftaanbaar waren. In Beijeren inzonderheid werden eene menigte bijgeloovige misbruiken afgefchaft, en de Roomfche kerk vertoonde zich aldaar in eene zeer achtbare gedaante. De Godsdienüige verlichting drong ook hoe langs hoe meer in Protestantfchc Landen door, hoewel fommigen daarvan wel eens een verkeerd gebruik maakten, tot geheele miskenning der Openbaring, en verheffing van den bloot Natuur*  DER WERELDS $ fuurlijkeii Godsdienst. Maar de verfchillen tusfchen de Protestanten lieten allengs zoo geheeP af, dat reeds in 180a in een gedeelte van het voormalige Keurvorstendom Paltz (Departement Donners'berg') de Hervormden en Lutherfchen zich tot ééne Protestantfchc kerk vereenigden, hetwelk in 1817 , bij gelegenheid van het Hervormingsfeest, door een gedeelte der Protestanten , vooral in het Pruisfifche, ja door den Koning zeiven, werd nagevolgd. In de Griekfeke kerk kwam ook allengs meer verlichting, en waardige Geestelijken toonden de kern boven de fchors, Godsdienftigheid boven, uiterlijke Godsdienstplegtigheden te Hellen. V. Zoo in het begin der Franfche Omwenteling de ongodsdienltigheid meer en meer veldj won, fzelfs tot die hoogte klom, dat men, openlijk de Godverloochening predikte, en zoo- s genoemde feesten der Rede en Vrijheid inlielde, waarin verachtelijke vrouwsperfonen openlijk vereerd werden, als moetende die denkbeelden zinnelijk voordellen; zoo verdween toch fpoedig zulk eene buitenfporige verblinding, en men erkende eerst weder de noodzakelijkheid van het geloof in God en de onfterfelijkheid der ziel (in i794)> daarna (in 2802) de behoefte, dat een Staat ook een* Heiligen Godsdienst moet hebben, en daarom werd dan ook de Roomfche Godsdienst, als zijnde die van het grootlle gedeelte der Franichen, weder openlijk herfteld. Het voorbeeld van zulk eene afdwaling werkte voordeelig op andere Staten, die nu door de ondervinding leerden erkennen, hoe heilrijk het Christendom ook voor de tijdelijke belangen der menfehen is, en daarom hetzelve ook in afgelegene^ werelddeelen trachtten te verkondigen en uit te breiden. De zendingen der Roomfche kerk kwijnden veelal bij gebrek aan onderftand uit Europa, hoewel de Christenen in China, tot die kerk behoorende, langen tijd eene zware vervolging kloekmoedig doorftonden; doch die der Protestanten bekwamen, als ware het, een nieuw leven. In den jare 1797 werd te LonA 3 den. l.n.i.*. ,320., Zendc- UlRS- Cll Sijbelge- loot- chappaa»