MAATSCH. DER JS'EDERt. «TTERK. TE LEIDEN. Calal. bl. Geschenk van 2'ooneelstukken , 1841.  DE PRUIKEN DE DAS, B L T S P E L. NAAR HET FR.ANSCH VAN B. P I C A R D, DOOR HENDRIK O GEL WIQHT, JvmoR, Te JLMSTELDAM. by PIETER JOHANNES UYLENBROEK, MPCCXCYII.   BERICHT. Selagchelyke zaken te gispen, met oogmerk om daar* door iets nuttigs te bereiken, is zeker altoos geweest, en zal/leeds blyven, de hoo fdpligt van een' boertig' fchryver. Dat dit op verfchillende wyzen gefchieden kan is onbetwistbaar. Bovenal munten daarin de Franfchen uit. Het thans door my aangeboden wordende flukje levert ons daarvan een nieuw bewys op. Hoe vele oude vryJlers zouden gelukkige vrouwen geworden zyn, indien zy niet, door het in hare jeugd te overdreven opvolgen der mode, brave mannen hadden afgefchrikt haar een geluk aan te bieden, dat duurzamer is dan da beste modegril zyn kan! Mogten dus de jonge meisjes uit dit en fuortgelyke ftukjes leeren de mode niet ia hare overdrevenheid te volgen, nimmer buiten haar* fiaat te gaan, en vooral nooit gehoor te verkenen aan die wezens, die zich mannen noemen, maar door hun gedrag toonen dien eernaam onwaardig te zyn!  PERSONAADJEN. J> U R M O N T. X> O R V A L. V A L E R I U ï. C R A V S. ADELAÏDE DUK.MONT. JU £ T Y N. tooneel is te Parys, in het huis vstt Durmont. D %  DE PRUIK EN DE DAS B L T S P £ L, EERSTE TOONEEL. nonvAL, alken. IVLn gaat hem roepen ; goed ! het is een uitfteKcnde dienst dien ik hem zal bewyzen; ik ben wel gelukkig, ontdekt te hebben, dat de heer Durmont de oom van dat bcminlyke meisje is ; inderdaad zeer beminlyk! wat zoude het jammer zyn , indien de overdryvingen der mode hare natuurlyke fehoonhcid fchonden : de vrouwen zyn zo beminlyk, als zyzichzelve 'gèlyk blyven; 'er is 'er geen, neen, geen één, die niet in haar perfoon, verftand, of hart, iets heeft , dat inneemt, dat behaagt; waarom dan gezocht zich nieuwe bekoorlykheden te verfchaffen , daar' zy 'er zo veel van de natuur ohtfangen hebben? TWEEDE TOONEEL. DURMONT, DORVAL. DURMONT.' Zjyt gy het die naar my vraagt, jonge heer? DORVAL. Gy zyt de heer Durmont ? dur mont. Juist :• wat begeert gy van hem ? A' D ó\-"  2 DE PRUIK JEN DE DAS* DOK. VAL. Hebt gy geen nicht, met name Adelaïde Durmont? DURMONT. Ja: hebt gy tyding van haar? Zoude zy te Parys zyn? DORVAL. Zyt gy ongerust wegens haar? DURMONT. Het is waarlyk niet zonder reden. Het is nu byna twintig dagen , dat Pieter Durmont , haar vader , myn oudfte broeder, koopman te Elbeuf, my fchreef Wacht! ik heb zyn'brief by my, luister: (Jly krygt den brief uit zyn zak en leest..) ,, Myn waarde broeder.... zes en veertig „ ellen blaauw laken " {Ophoudende.} Ncgotiezaak, die gy niet noodig hebt te hooren ha! daar is het, (Ily leest.) „ Ik maak gebruik van de gelegenheid, dat „ een myner vrinden met zync vrouw op reis gaat, om „ rnyne dochter naar Parys tc zenden; ik doe haar in de „ kost by ccne eerlyke linncnwinkclierfter; ik heb haar uw adres gegeven, cn bid u, haar als uwe eigen dochter te ,, handelen..." Nu volgt de befchryving cn de lof van zyne dochter; niets natuurlyker, dewyl het een vader is die fchryft. Hy heeft haar dus myn adres gegeven ; dat is zeer wei gedaan; maar hy had my ook het hare behooren te geven; federt ik dezen brief onttangen heb, wacht ik; nicmant komt opdagen; en ik weet dus niet cf myn waarde nichtje noch te Elbeuf, reeds te Parys, of onder weg gebleven is. D O R V A L. Zy is in Parys. D U R M O N T. Kom J DOR-  B L r S P E L. 3 DORVAL. Sedert veertien dagen. DURMONT. Ha! ha! DORVAL. Ik heb haar gezien. DURMONT. In waarheid? DORVAL. Bi heb haar gefproken, ik heb met haar gedanst. DURMONT. Ik maak 'er u myn kompliment over. DORVAL. Zy is volmaakt gezond. DURMON T. Dat is my lief: maar het is vreemd genoeg dat gy my tyding van haar brengt; en dat ik, haar oom, onkundig ben DORVAL. Het is veertien dagen geleden dat ik by mejuffrouw Desprez, linnenwinkelierfter, in. de wetftraat, op een bal genoodigd wierd; zy vierde haar' geboortedag; ik kom binnen , en myne oogen vestigen zich op cene kleine brunct van omtrent agttien jaren; de oogen levendig, maar zedig; ecnvouwdig gekleed, maar zindelyk; het evenbeeld der onfehuid, der oprechtheid en der befchroomdheid; het was uwe nicht. DURMONT. Ziedaar, juist, de fchets die haar vader 'er my van gegeven heeft. D ORVAI. Zy was denvorigen dag aangekomen; wat genoegen fmaakte ik in haar onderhoud ! maar ik koude'er, he'aas! niet lang A 2 my  4 DE PRUIK EN DE DAS, my in verheugen , dcwyl een hoop jonge lieden haar omringde : vooral nam een zekere Valcrius, de neef van' de vrouw van den huize, eeii bon ton gek, haar oplettendheid in; federt dien tyd heb ik haar niet geiproken, maar ben dagelyki den linnenwinkel voorby gegaan; Valerius was'er altoos, cn uwe nicht fcheen genoegen in zyn onderhoud te vinden; ik heb fpoedig grootc verandering in de kleeding van uwe nicht zien opkomen ; ik bedrieg my zelf zeer, zo ik haar gisteren niet in de opera gezien heb met eene dier blonde pruiken op het hoofd , waaronder de vrouwen fints eenigen tyd goedvinden zich te verbergen. DURMONT. Verdord! myne nicht in de opera met eene blonde pruik op het hoofd! en zeker Valcrius aan hare zyde. DORVA L. Vergezeld van juffrouw Ucsprcz. DURMONT. Ja, ja, de eene zottin door de andere geleid. DORVAL. Het is fchier onmogelyk, bcminlyker dan uwe nicht te zyn. DURMONT. Een zeer beminlyk klein meisje, die de beleefdheid niet heeft haar' oom te komen groeten. DORV A L. Hare jaren, en de maalftroom der vermaken, moeten haar tot verfchooning verftrekken. DURMONT. Een klein naaimeisje met eene blonde pruik op, en zeker de rest naar rato, en dat alles op kredit gekocht! ik bewonder de  B L r S P E L 5 de voorzigtigheid van myn' broeder ; hy begint met te vergeten my het adres der eerlyke linnenwinkel icrfter te geven, en die eerlyke linncnwinkelierfter is, naar het my tocfchynt, niet van de onhandelbaarfte wezens. DORVAL. Zy heeft een' zeer goeden naam in hare buurt; en ik ben gezind te geloven, dat zy dcnzelven verdient: maar zy bemint haar' neef; uwe nicht is ryk; en het is in het voorui tzigt van een voordeelig huwlyk aan Valerius te bezorgen dat zy zyne herhaalde opwachtingen duld. Uc geloof den pligt van een' ccrlyk' man te vervullen, u van alles, wat my bewust is , kennis gevende ; gelukkig , zo ik een eenvouwdig eerlyk meisje, daardoor, binnen de palen van welvoeglykheid en gepaste fpaarzaamheid kan houden. Vergeef dus, zo ik zonder de eer te hebben u te kennen.... DURMONT. Hier is myne hand, jongkman; eerlyke lieden maken fpoedig kennis; uwe poging doet u eer D ORVA L. Zy is niet geheel vry van eigenbelang. DURMONT. Ik zie u komen. DORVA. L. Uwe nicht is bevallig. DURMONT. En gy hebt een teder hart, en zyt verliefd. DORVAL. Ja- DURMONT. Daar is niets kwaads in. A 3 DOR.-  6 DE PRUIK EN' DE DAS, dorva l. Myn naam is Dorval; ik ben zeven en twintig jaren oud; ik heb tot noch byeen' koopman gewerkt; en heb ecnigc hoop v n fortuin te maken. Verneem naar myne zeden; cn wierd ik waardig gekeurd, onder uwe maagfehap te komen.... durmont. Dit is eene zaak, die met overdenking moet behandeld worden. Spreken vvy van myne nicht: het komt my voor dat zy eene fterke les noodig heeft: zal ik haar halen ? haar fchryven? of wachten tot zy uit zich zelve my komt bezoeken ? zy zal, hoop ik, niet lang meer vertoeven. Ziedaar haar reeds veertien dagen te Parys, dus zal het weinige geld , dat myn broeder haar voor de reis gegeven heeft, reeds verteerd zyn; cn het is , als zy geld noodig hebben, dat de neefjes cn nichtjes de oomes komen bezoeken ; is het niet waar ? dorva l. Tiet is zeker dus veelal de gewoonte. Maar zo zy niet kwam ? durmont. Dat ware ook mogelyk. Mynhcer Dorva!, zoud gy dezen middag met my willen eten , zonder omflag, dan zouden wy verder eens met elkander kunnen fpreken. dorval. Met al myn hart. biirwox t. Dewyl gy myn neef wilt worden, moet ik immers wel kennis niet u mak-en. d o r v a l. Tk ga 'er myn' meester van verwittigen , en kom Qfoedig te rug. . d o r-  B L T S P EL 7 durmont. Goed! ik verwacht u. dorval. Alleen met haar' oom te eten; wy zullen niet dan over bet beminde voorwerp fprcken.... ik ben dadelyk te rug. DERDE TOONEEL. durmont, alleen. Ik geloof echter, dat hy liever alleen met de nicht wenschte te eten... zy fchynt my toe zeer loszinnig te zyn , zo ik oordeelen zal naar 't geen hy 'er my van heeft gezegd; het fchynt dat zy de mode in al hare overdrevenheid gevolgd heeft. In waarheid, myne beminlyke dames, gy vcrftaat dikwerf uw belang zeer Hecht. Zo gy alleen in uwe oogen beminlyk wilde zyn, zoud gy ongctwyfeld zeer goed doen uwe denkbeelden in uw' tooi te volgen, maar het is om een weinig de mannen te behagen, dat gy uren voor uwcfpiegcls zit;is het niet waar? wel nu, ik heb den goeden fmaak geraadpleegd, en ik kan u verzekeren, dat het dc bevalligheden, welken gy des avonds op uw toilet nedcrlegt, niet zyn, die u de goedkeuring der mannen doen bekomen: ik verzeker u dat men u om uwe perfonen bemint, en niet om uwe tooifels. Maar wie is die vrouw, dip op zulk eene losfc manier binnen treed ? A 4 / 72  2 DE PRUIK EN DE DAS, V J E R D E TOONEEL. puh.mont; adelaïde, 7)1!t tCtlt blonde ffUtk Op lliï hoofd, en voorts zeer overdreven gekleed. adelaïde. D e'hccr Durmont. pu R Rf ONT. Ben ik. adel aïd e. Dat ik u omhelzc , m)-n waarde oom. durmont , haar befchouyvende. Uw waarde oom ! ( Ter zyde.~) Zoude zy het zyn ? AD E t. K IDE. Ilc zie wel dat gy my niet herkent, dat is natuurlyk; ik was noch zeer jong toen gy voor ecnige jaren by myn' waarden vader kwaamt durmont, ter zyde. Zy is het : ftandvastig; zie hier het oogenbük haar te verbeteren. adelaïde. Maar ik herken u wel; uwe trekken zyn in myne memorie geprent. durm o nt. Gy vergist u zeker : ik ben niet bewust rene nicht van uwe jaren en voorkomen te hebben. adelaïde. Adelaïde Durmont, dochter van uw' broeder, koopman te Elbeuf, die u van myne aankomst moet verwittiga hebben. VVS.-  £ L T S P E L. 9 d urm0nt. Myn broeder had my zyne dochter wel aanbevolen, dat is waar ; maar hy zal van gedachten veranderd wezen ; want volgens zyn' brief moest myne nicht reeds voor veertien dagen in Parys zyn, cn ik geloof niet dat zy zo lang zoude gewacht hebben , haar' oom te komen omhelzen. adelaïde. Ik gevoel het vcrwyt cn verzoek vergiffenis, myn waarde oom, van het verdiend te hebben. Maar men had my gezegd, dat gy op het land waart, en dan was ik by myne aankomst zo wonderlyk gekleed, dat ik nimmer zodanig hier op ftraat zoude hebben durven komen; het is flechts fints ecnige dagen, dat men my myne klecderen naar den fmaak gebragt heeft; ik ben er noch Wat ongewoon mede, niet waar? durmont. Niet veel. adelaïde. Zeker? gy vind my ?cr dus in.... durmont. Los, tot verbazens adelaïde. Gy vleit my. Naauwlyks heb ik my behoorlyk kunnen kleeden, of ik heb my gehaast e myn' pligt te betuigen... Ik hoop dat gy my nu voor uwe nicht erkent durmont. Een oogenblik, als 't u gelieft; gy zegt dus te zyn...? adelaïde. Adelaïde Durmont. A 5 vvi-  io DE PRUIK EN DE DAS, durmont. Kom! kom! adelaïde. Uwe nicht. durmont. Niet mogelyk. adel aïde. De dochter van uw' broeder. durmont. ,Gy iteckt 'er den gek mede. adelaïde. Weihoe? gy weigert my te geloven? durmont. Zeer fterk. ad el A ïde. En waarom? durmont. Om eene zeer eenvouwdigereden: myn broeder heeft my de beeldtenis zyner dochter in zyn' brief géïchetst; en gy zyt zeer verre van de gelykcnis af. adelaïde. Men heeft my wel gezegd dat myn waarde oom vermaak had te fchertfen. d u jor o n t. ik fcherts niet. Zo gy noch een' brief, een bewys had. adelaïde. En welk papier zoude ik kunnen hebben ? ik heb 'er geen dan myn paspoort. duk .'10 nt. Wel nu, een paspoort is altyd noch iets. Kunt gy het my vertoonen? a-  B L T S P E L. ii adelaïde, het overgevende. Gaarne. Maar ik was in waarheid deze ontmoeting niet te verwachten: daar is het. durmont. Men ftelt, meestentyds, het uitzigt op een paspoort. adelaïde. Het uitzigt? durmont. Zonder twyfel; en wy zullen zien. (Lezende?) Ja, zie daar, wel den naam van myne nicht, maar gy ziet wel dat gy dat niet zyt. adelaïde. Hoe! dat ik het niet ben! durmont. Wel neen, gy zyt het niet.. Lees maar zelf...{Hy leest?) ,, Het hair en de wenkbraauwen bruin: —uwe wenkbraauwen zyn bruin, maar uw hair is blond — „ bloot voorhoofd" en uw geboekeld hair valt byna op uwe oogen —> „ van „ kleur een weinig geel — " en gy zyt by uitnemendheid blank — „ oud negentien jaar — " ja, dat is de ouderdom van myne nicht, maar niet de uwe... adelaïde. Niet de myne ? d urmont. Kom, kom, de hand op 't hart; gy zyt niet ver van de zes en twintig jaar; is het niet zo ? ik ben mogelyk wat al te openhartig ? maar , wat wilt gy ? dat is myn humeur. adelaïde. Ik wilde lagchen, maar ben eer gezind te weenen. durmont, het paspoort toevouwende^ en wedergevende. Ziedaar, lieve juffer: neem uw paspoort te rug, de'grap is aartig. A.  12 DE PRUIK EN DE DAS ape laïde. Dc grap ? durmont. Evenwel een weinig fterk. adelaïde. Ik verfta u niet. durmont. Maar het zoude my flccht ftaan , my 'cr om te verftooren, dewyl ik daaraan het geluk te danken heb eene beminlyke dame by my te zien , die zonder twyfel zeer gezien in dc wacrcld is , zo ik aan hare houding cn tooi kan oordeelen. adelaïde, Wat wilt gy zeggen ? durmont. Dat gy dat papier , ik weet niet waar, gevonden hebt j en dat gy u verbeeld hebt, dat het eene aartige pots zoude zyn, als gy u by my voor myne nicht uitgaaft; niet waar? ade l a ï d e. Maar, mynheer — durmont. Gy had evenwel voorzigtiger moeten te werk' gaan; een aartig naaiftertje willende verbeelden, had gy hare klecding moeten aannemen : niet dat ik dc uwe wraak: ieder kleed z ch naar zyn' itaat: dc linncnnaajftcrtjes, zedig, ecnvouwdig; de vrouwen van de waereld , met meer fmaak , en , rac'. tig, zo als gy, by voorbeeld. adelaïde, ter zyde. Ik w eet niet wat te zeggen... durmont. Ziedaar haar zeer verlegen met zich zelve. rrw-  B L T S P E L< j3 V T F D E TOONEEL. de vorigen, dorval. d o rva l. H ier ben ik tc rug.... ö Hemel! zy is het. durmont. Ha ! zyt gy daar , Dorval! gy komt net van pas, om met my, over het geen my zo even is gebeurd , telagehen. adelaïde, ter zyde. Dorval! ik herleef. durmont, zagt tegen Dorval. Ik bid u my te helpen. adelaïde, ter zyde. Het is die bcminlykc jongkman,dien ik op het bal gezien heb: hy zal een einde aan dit wreede fpcl maken. durmont, overluid. Gy kent myne nicht; gy hebt my dezen morgen verteld, haar , den dag na hare aankomst , op een bal ontmoet te hebben: welnu! zoud gy geloven willen, dat hier deze juffer volltrekt wil hebben , dat ik haar oom ben ? gy begrypt zeer ligt, dat ik de dupe van dezen zotten inval niet ben : want, al had myn broeder my dc nette befchryving zyner dochter niet gezonden, zoude ik toch dc afbeelding, die gy my van dat beminlyk meisje gemaakt hebt, niet vergeten wezen j. en, waarlyk, de trekken dezer dame beantwoorden geenszins aan de my gemaakte fchildcry. Oordeel zelf. adelaïde. Mynheer Dorval, fpreek naar waarheid: heb ik voor byna  i4 de Pruik en de das, byna veertien dagen niet ten huize van mejuffrouw Desprez met u gedanst? DORVAL. Het is waar; omtrent dien tyd had ik met een beminlyk jong meisje een aangenaam gefprek; het meisje, noch het gefprek, zullen in lang myne gedachten ontgaan ;maar het is vergeefs dat ik haar hier zoek : het was het aartigfte fchepfeltje der waereld; de natuur fchcen zich te hebben vermaakt, in haar alle volmaaktheden te fchenken: eene zedige befchroomdheid; eene ldeeding, gelykvormig aan de eenvouwdigheid van haar hart, vermeerderde hare fchoonheid. — Werp uw oog op dezen fpicgel, en zeg openhartig, of gy in ftaat zyt Hechts eenige trekken van die fchildery op u toe te pasfen ? DURMONT. Gy hoort het: — maar weet gy, dat dit alles my zeer ontrust? gyhebt reeds voor veertien dagen met myne nicht gedanst: deze juffer heeft zich mcefteresfe van haar paspoort gemaakt; op wat wyze , is my onbekend: het is dus wel zeker, dat myne nicht aangekomen is. Maar waar is zy tegenwoordig ? wat zal 'er van haar geworden zyn ? Ik vrees waarlyk, vry onder ons gefproken, dat het arme kind geheel verloren zal zyn. DORVAL. ó Neen! niet geheel verloren ; ten minfte durf ik dit vertrouwen: wat zoude het wreed voor my zyn de hoop te verliezen van haar weder te zien ? zy zal wedergevonden worden , mynhcer Durmont : ik zoude het byna durven wedden. DUR-  B L T S P E L. i5 DURMONT. Gelooft gy dat zy wedergevonden zal worden ? — wat denkt gy 'er van, mejuffrouw: zoude zy gevonden worden? adelaïde. Ben ik genoeg vernederd ? durmont. Naar het geen my Dorval 'er van zegt, moet myn nichtje uitmuntend lief zyn. Ik bid u, mejuffrouw , zo gy haar ziet, zo gy tyding van haar bekomt, tracht haar tot ons te brengen, en verzeker haar, dat zy altoos wel ontfangen zal worden. ad ela ï d e. Maar , waarde oom, laat deze wreede fpot een einde nemen: gy kimt u niet verbeelden, hoe veel hy my (gevoegd by het verwyt dat ik my zelf doe van niet eerder tot u gekomen te zyn) doet lyden. Een bewys , dat ik u niet misleide, is, dat myn vader by myn vertrek gezegd heeft: Indien gy geld noodig hebt, ga by uw' oom; en daar ik het geringe, dat myn vader my gaf, verteerd, en reeds eenige kleine fchulden gemaakt heb, kwam ik zonder-veel •omilag... durmont, haar in de rede vallende. My om geld vragen? adelaïde. Deze vrymoedigheid is een bewys van het geen ik gezegd .heb. dub mont. Gy noemt dat een bewys ? dorval. Het is''er ten minftc een' van' hare eëiivouwdigheld.  16 DE PRUIKEN DE ÖAS s adelaïde. Zoude ik aan een' onbekenden zo iets durven vragen ? d u rmon t. Mejuffrouw! gy zult my toeftaan, dat dit een weinig dc fcherts begint tc overtreffen. adel AÏD E. Maar ik fpreek zeer ernftig. durmont. Zeer ernftig! wel nu, ik heb tot nu de zaak in fcherts opgenomen; — maar ik zoude cindclyk boos worden. dor va l, flzl tegen Durmont. Genoeg, mynhcer Durmont. durmont. Wel hoe! genoeg? ziet gy niet wat deze juffrouw wil? A d ELAÏp E. 6 Hemel! wat zegt gy? dorval, tegen Durmont. Maar ziet gy niet dat zy in tranen fmclt ? durmont. Ja , en het huilen ftaat u ook nader dan het lagchen: 't is natuurlyk : de tranen van eene jonge fchoonhe'd hebben geen moeite om het hart van een' jongkman te treffen; maar ik huil, den hemel zy dank! zo gcmaklvk niet. (Zagt.~) Hou moed.... ADE L AÏDE. Ik zal van fchaamte fterven. durmont, Z.Tgt. Ik ben zo wel als gy gevoelig voor hare fmart; maar ik Terzet 'er my tegen, (Hard.') Mejuffrouw het word tyd dat ■ < dit  È L T S P E L. 11 dit alles een einde neemt: ik moest mogelyk de zaak ftrenger behandelen. — Maar ik ben goed, en hou niet van geweld: mogt gy u dit geval ten nut doen ftrekken. Zy befchouwt Durmont met befluiteloosheid. adelaïde, naar de deur gaande. Welnu, myn waarde oom! ik ga heen. dorval, tegen Durmont. Maar zy gaat — wederhou haar dan. durmont. Vooral niet: de les moet volkomen zyn. dorva l. Sta ten minfte toe dat ik haar t'huis brcnge. d urm on t. Blyf hier , gy zoud alles bederven. adelaïde, langzaam, en zeer verward heengaande. Ach! Dorval! ZESDE TOONEEL. durmont, dorval. durmont. Ik fchep adem: zy is weg: het wierd tyd, de kracht begon my te begeven ; en ik zoude al myn werk weder omver geworpen hebben. dorval. Die arme kleine! hare droefheid verfcheurde myn hart. ©y zyt waarlyk een wreed man. durmont. Niet zo veel als gy u verbeeld: wanneer men eene wonde wil genezen, moet men tot in 't gezonde vleesch fnyden. B dor-  ï3 DE PRUIK EN DE DAS, dorval. Gy verftaat het u by uitnemendheid. durmont. Maar dit is het niet alles. dorval, Wat zult gy dan nu noch doen? durmont. Twee woorden aan myne nicht fchryven, en haar die op het oogenblik laten bezorgjn. dorval. Zult gy haar noch meer plagen? dur m o n t. Juist het tegendeel: gy beeft als een juffers hondje — maar ik weet, jongkman, hoe üc my moet gedragen. dorval. Wel nu, ik verlaat my op u. durmont. En gy doet wel. (Hy gaat zitten en fchryfi,} „Myne „ waarde nicht, ik heb vernomen, dat gy federt veertien „ dagen te Parys zyt; ik ben misnoegd op u, en zal geen „ vrede maken eergymyomecn' vrindfehappelyken maaltyd „ kjmt verzoeken: ik verwacht u van daag: uw oom Christoffel Durmont." dorval. Hoe! ik zal het geluk hebben met haar te eten! durmont. Indien zy myne uitnoodiging niet weigert. dorval. Dat geloof ik niet. dür-  B L r S P E L. 19 durmont, den brief vouwende. Noch ik. Gy zegt, dat zy by mejuffrouw Desprez, linnennaaifter, in de.wetftraat woont? dorval. Dicht by den tuin der gelykhcid. durmont. Goed. Justyn ! — Zy zal zeer verwonderd zyn dit briefje te ontfangen. dorval. De lezing zal haar vertroosten. ZEVENDE TOONEEL. de vorigen, justyn. durmont. Ziedaar, bezorg dit briefje aanftonds aan zyn adres. justyn. Ho ! het is hier dicht by. A G T S T E TOONEEL. durmont, dorval. durmont. H ier digt by; ja, voorzeker; maar ik durf wel wedden, dat myne nicht den weg vreesfelyk lang zal vinden : zy vreesde , zo zy my zeide, in het gewaad van een naaifterïje op ftraat te komen! hoe zal zy zich nu het afleggen van dien eenvouwdigen tooi beklagen! My dunkt dat ik haar, als tegen de huizen dringende, door de ftraat zie gaan, gelovende, in ieder,die haar kent, haar' Houten oom te zien, die haar vervolgt. Ba por-  Sö DE PRUIK EN DE DAS, dorval. Sta nu toch met my toe, dat zy bevallig is. durmont. Ik kan er warelyk noch niet over oordeelen. dorval. Waarom niet? d ü r m o n t. Dewyl ik haar niet heb gezien; hoe duivel wilt gy dat ik van hare houding en bevalligheid, onder deze mislyke kleeding, zal oordeelen? dorva l. Hoe! gy hebt geen fraaije trekken, geen evenredigheid in haar befpeurd? durmont. Myn arme Dorval! gy fpreekt wel als minnaar. Ik, voor my, ben een weinig kwaad op myne nicht; maar zeer fterk tegen die loshoofden , cn armzalige verftanden, die haar den fmaak voor dien overdreven belagchlyken modetooi gegeven hebben. — Ec ben geen vyand van het toilet, ik bemin 'er zelfs den goeden fmaak van; vooral in zulke meisjes , die noodig hebben daardoor te behagen, om zich het hart van een' cerlyk' man te verzekeren ; maar zal ik het dan nooit zo verre brengen, om aan die meisjes te doen bcgrypen, dat de ecnvouwdighcid , het naturelyke en befcheidene, altoos is geweest, noch is, cn fteeds blyven zal, de fchoonte en fynfee uitvinding van het toilet? dat zy moeten zoeken , niet naar het geen dat blinkt, maar naar het geen dat voegt? niet naar de kleuren, welken de mode haar voorfchryft, maar naar die, welke haar het behaaglykfte maken; want waarom u met zo vcd ver*  B L r S P E L. ai verderfden te overladen ? zeker , om geen andere reden dan omdat gy vreest niet fchoon genoeg te zyn, om die te ontbeeren. DORVAL. Indien gy de overdreven kleeding der vrouwen zo zeer afkeurt, wat zegt gy dan wel van die mannen, die hunne grootfte bezigheid in hun kapfel zoeken; die byna een uur noodig hebben om voor een' fpiegel het mïnfte plooitje in hunn' halsdoek te ontdekken: die men gemakkclyk aan hunne korte rokjes kent, en aan het Hokje van agttien duim, dat zy van een' googchelaar fchynen geleend te hebben ? DURMONT. Gy noemt dat mannen ? gy zyt wel zeer goed! Jk zal my tegen die lieden niet vertoornen , zy zyn het niet waardig, en verdienen den eernaam van mannen niet. Denk echter niet dat ik de voorftander van die ilordigheid ben, die fints eenigen tyd in Parys veld gewonnen heeft, en de party trek van die zich oprechte republikeinen wanen, dewyl zy met een' morfigen en gefcheurden rok loopen: 'er is zo veel belagchlykheid in het te veel myden als opvolgen der mode ; het is een groote gek die aan de eene of andere zyde te veel belang in zync kleeding ftelt — een verRandig man laat deze zorg aan zyn kleedermaker over. DORVAL. Dit is zeer wel gedacht — maar uw Justyn blyft zeer lang met het antwoord uit. DURMONT. Geduld, laat hem ten minfte den tyd van gaan en kornen. DORVAL. Et hoor iemant. B 3 D URr  22 DE PRUIK EN DE DAS, durmont, J^alerius ziende inkomen. Ha! 't is een van die inpcrtinente bon ton quibusfen, daar wy zo even van fpraken. dorval. Jk bedrieg my niet, het is Valerius. durmont. Valerius? de leermeester van myne nicht? dorval. Juist. durmont. Wat duivel komt hy hier doen? NEGENDE TOONEEL. de vorigen, valerius. valerius. Heb ik de oer niet tegen den heer Durmont te fpreken? durmont. Tegen hem zeiven. valerius. Ho! ziedaar den waarden Dorval! door wat toeval, myn vrind, heb ik het geluk u hier te ontmoeten? >— ik ben 'er over verrukt! dat ik u omhelze; het is wezendlyk uit grond van myn hart. durmont. De drommel! het komt my voor dat gy Dorval fterk bemint. valerius. •' Of ik hem bemin? tot dol wordens toe: maar zo ben ik, als ik iemant hoog fchat, zoude ik my voor hem in H vuur werpen. pur-  S L T S P E L. aS durmont. Zie daar heldhaftige fentimenten. Kan ik weten, mynheer, wat 'er van uw' dienst is? valerius. Ik kom u over ivc'e beminlyke nicht fpreken: gy weet dat zy te Parys is? durmont. Ja; ik heb het dezen morgen gehoord. valerius. Gy hebt haar mogelyk al gezien? durmont. Neen, dat ik weet niet. valerius. Noch niet? Zy had my evenwel ftellig beloofd u heden te gaan zien; maar de dag is noch niet ten einde; zy zal komen, ik fta 'er u voor in. durmont. Gy ftaat 'er my voor in? valerius. Zonder twyfcl! ik heb het haar gisteren ten fterkfte aanbevolen. Ik ben befchaamd voor haar, dat zy zo lang vertoefd heeft. Gy kent haar niet ... wel nu, gy zult 'er van verrukt ftaan ... het is het innemendite fchepzeltje... Dorval kan 'er u van onderrichten; hy heeft haar op zeker bal gezien. (Tegen Dorval!) Dat kleine bruinetje; in dei eenvouwdige kleedje; met die groote zwarte oogen; — gy herinnert het u immers wel? , ■ dorval. Voorzeker! B 4 va-  24 DE PRUIK EN DE DAS, valerius. Zy ziet 'er wel uit, niet waar? r,. dorval. Uitmuntend. valerius. Maar gy zoud haar nu niet herkennen. Zy was zo ityf, zo onnoozel, zo cenvouwdig, in hare manieren, in hare gefprekken, in hare kleeding ... ik heb my met de zorg harer befchaving belast ... en ik ben verpligt alles te zeggen, het is niet mogelyk meerder vlugheid te bezitten. — Zy heeft zich myne lesfen ten nutte gemaakt, op eene wyze die my zelf geheel verwondert ... durmont. En durf ik vragen aan wien myne nicht zo veel verfchuldigd is? valerius. Gy zult het aanflonds weten; maar ik moet u te voren bekennen , dat de meester niet ongeftraft zyne leerling heeft kunnen zien ... uwe nicht is gefchikt ieders hart in verwarring te brengen-in 't einde, wat zal ik u zeggen? maar de liefde is geen misdaaa! ik bid haar aan. du r.mont. Gy bewyst haar veel eer. valerius. Ik heet Valerius, ik ben de neef van mejuffrouw Desprez, by wie uwe nicht woont: ik heb een lief bedieningje op een comptoar: maar fk zal daar niet lang blyven. Ik bezit op dit oogenblik weinig vermogen, maar myne waarde tante zet hare negotie niet voort dan uit achting voormy M ben haar erfgenaam, zy wil volftrekt dat ik een' fehat zal  B L r S P E L. 25 zal vinden, als ik het ongeluk heb haar te verliezen. — Wat myne zedelyke talenten belangt, het voegt my niet daarover te fprekcn ... maar , zie daar Dorval, myn vrind, en, zo het my toefchynr, ook de uwe: ondervraag hem; hy zal u zeggen wat hy van myn verftand en hart denkt. Spreek — fpreek, myn waarde Dorval; geen wellevendheid , geen toegevendheid, voor uw' vrind; het betreft het geluk van het beminlyke nichtje: zeg de waarheid. dorval. Dat heb ik reeds gedaan. valerius. Hoe j dorval. Jk heb gelegenheid gehad met mynheer van u te fpreken, hem over zyne nicht fprekende. valerius. Dat is uitmuntend! en gy zeide? dorval. De waarheid. val,erius. Ach! myn vrind; wat dank ben ik u niet verfchuldigd! dorval. Geheel geen, ik heb gedaan het geen ik moest. valerius, tegen Durmont. Gy hoort het? zal het my vergund zyn, haar verder myn' dienst aan te bieden ? gy ziet ik ben zonder komplimenten, ik fpreek als een waar vaderlander; ik kom terftond tot de hoofdzaak. durmont. Dewyl gy zulk een goed vaderlander zyt, moet gy B 5 we-  26 DE PRUIK EN DE DA S, weten dat hedendaags het woord van een meisje van haar zelve afhangt. valerius. Geeft gy my uwe toeftemming, indien ik die van het meisje bekom? durmont. Ja; ik beloof u zelfs die van myn' broeder. valerius. Gy zyt een uitmuntend man! maar, waarde oom, gy moet ons heden beide onthalen; gy zult zien wat vordering ik by het meisje gemaakt heb. Ik geneer my niet by u, gy ziet het — myn waarde Dorval zal ook komen — gy ftaat het toe. durmont. Dat hoop ik. valerius. Het is een verftandig, gefchikt jongkman, waarvan ik veel werk maak — maar zy komt niet; dat is onbcgrypelyk: zy woont hier dicht by: indien ik haar ging halen? durmont. Dat waar' goed; ik wacht u. valerius, zich in een zakfpiegehje befchomvende. Ik breng haar op het oogenblik by u. Maar, hoe zie ik 'er toch uit? het waait heden geweldig. durmont, ter zyde. Wat gek! TIEN  B L T S P E L. 47 TIENDE TOONEEL. DE V0RIGEN, JUSTYN. justyn, zagt tegen Dotval. In het naafte vertrek is een jong meisje, die gaarne wênschte, maar niet durft met den heer Durmont te fpreken, en u dus verzoekt haar tot geleider te dienen. DORVAL. ö Hemel! zo zy het ware! — ik kom. (Hy gaat met Justyn heen!) ELFDE TOONEEL. DURMONT, VALERIUS. pURMONT, tegen Halerius. "Vi^eet gy, dat gy zeer wel doet naar het huwelyk te trachten, mynhcer Valcrius? VALERIUS. En waarom dat? DURMONT. De bon ton gekjes beginnen fterk te verminderen, dus kunt gy trachten hen in wezen te houden. VALERIUS. Een fchimptrek! — het is heerelyk, uitmuntend! ho! gy zult in my een' neef vinden, die zich de fchertstaal by uitftek verftaat, myn waarde oom! maar ik vlieg om onze waarde Adelaïde te halen ... blyf — wat ik u bidden mag, blyf. TWAALF-  Zi DE PRUIK EN DE DAS, TWAALFDE TOONEEL. durmont, alleen, zich omkeerende, ah om tegen Dorval te [preken. VXy had waarachtig wel gelyk, hem als een' bonton qui~ buste behandelen ... Wel nu, waar is hy dan ?.. hy zal wei weder komen... Welk een onderfcheid tusicben deze twee jonge lieden! ik ken hen noch niet wel ... maar heb alle reden te geloven, dat, zo myne nicht zich verbetert, ik haar wel beloon met haar aan Dorval te fchenken \ terwyl ik haar zoude ftraffen, haar aan Valerius overgevende, zo zy in hare zotheid volftandig blyft. DERTIENDE TOONEEL. durmont, dorval; adelaïde, in een eenvouwdig kleedje, zwart hair, en zindelyk getooid. dorval, Adeldide by de hand inliidende ± ree m, vrees met, gy zult wel ontfangen worden; ik fla 'er u voor in. Het is uwe nicht, mynheerDurmont, die op uwe uitnoodiging verfchynt, en niet nader durft komen. durm ONT. En waarom toch die kinderachtigheid ?Kom , myne waarde Dicht ... Haar vader had my wel gemeld dat zy zeer fchroomvallig was. adelaïde. Myn waarde oom, ik bid vergeef. durmont. En wat? dat gy noch niet by my zyt geweest? Kom, kom,  B L T S P E L. 29 kom, fpreken wy daar niet meer van — omhels my, en dat alles vergeten zy. ADELAÏDE. Met al myn hart. D URMONT. Zie daar myne ware nicht; zie daar wel dat beminlyke figuurtje; die zwarte hairen, dien eenvouwdigen tooi, die fchroomachtige verlegenheid, die myn broeder my in zya» brief gefchetst heeft; ik herken haar, en gy moet haar ook herkennen, Dorval. DORVA L. Of ik haar herken! ik vraag u of men zulke oogea vergeten kan? DURMONT. 't Is dat ons een wonderlylc cn kluchtig geval is gebeurd. A DEL AÏDE. Een wonderlyk geval! DURMONT, 't Welk u aangaat. Eene opgefchikte dame, vry belagchlyk aangekleed, met licht blonde hairen, is hier zich , onder uwen naam, komen aanbieden: zy wilde my ftaande houden myne nicht te zyn, vraag het maar aan Dorval. Maar, zeg, hoe komt gy uw paspoort te verliezen ? ADELAÏDE. Ik geloof niet DURMONT. Wel wis, gy hebt het verloren: want ik heb het in dc handen van dat kleine modegekkinnetje gezien; gygevoek wel dat ik 'er my niet door heb laten misleiden: maar ztf heeft zells de onbefchaamdheid zo verre gedreven van ray  $0 DE PRUIK EN DE DAS, -pldte vragen... Apropo, van geld — gy hebt het mogelyk noodig? myn broeder heelt my wel bevolen u niéts te weigeren; maar al had hy my 'cr niets van gcfchreven , zoude ik toch gereed zyn, u te dienen. Kom — fpreek— fpreek, myn kind. adelaïde. Myn waarde oom, ik ben in waarheid verlegen. durmont, haar eene brieventasch Ut de hand flekende. ^ Kom — kom —ik wed dat gy my niet verfmaden zult: zie daar, neem ■— neem — is het genoeg? — als gy niet meer hebben zult, kunt gy my vragen: ik verlaat my op u; — gy zult het niet in zottigheden verkwisten. adelaïde. Welk eene goedheid! de woorden ontbreken my: ik bloos. durmont. Bewonder dan met my hare fchoonheid, Dorval. Weet gy dat deze jongkman u hoog fchat? _. hy iiecft my van u gefproken, met een vuur — adelaïde. De heer Dorval heeft veel goedheid: ik wenschte zyne loffpraak waardig te zyn. VEERT/END E TOONEEL. de voorigen, craps. craps, by het inkomen. IVXag men binnen komen? durmont. Waarom niet? Zeker-alreeds een fchuldeifcher. . CRAPS  B L T S P JE L. si craps. Ik hinder u mogelyk. durmont. In 't geheel niet. craps. Ik heb in een oogenblik gedaan. adelaïde. My dunkt hem te kennen. craps*. Ik heet Craps, een eerelyke pruikenmaker: ik Vertrek overmorgen naar het Noordelyke leger, en ik maak voor myn vertrek myn werk van myne kleine fchuldjes in te vorderen; is dat niet recht, mynheer ? ieder moet van zyn handwerk leven. adelaïde. 6 Hemel! hy is het zelf. craps: Ik heb hier een klein vorderingetje op u. durmont. Op my ? craps. Als ik zeg op u — dan meen ik op iemant, die onder uw gezag Haat. adelaïde, fiil tegen Craps. In 'shemels naam, zwyg ftil. craps. Ha! mejuffrouw, zyt gy daar ? ik ben zeer verheugd n te ontmoeten: ik kom wegens de u bekende zaak. adelaïde, hem de brieventasch willende geven. Noch eens, zwyg ftil, en betaal u hier uit. craps.  32 DE PRUIK EN DE D AS, craps. Volftrckt niet; niet gy, maar uw oom moet, betalen. Zie daar, mynhecr, het rekeningetje reeds van ouderen voldaan geteekend. adel aïde. Die ongelukkige! durmont. Wat beteekent dat ? craps. Zedert zeven en een halfjaar, dat ik in Parys kap, en fcheer, heb ik voor het minst drie honderd jonge lieden bediend, en ik ben altoos, als ik betaald wierd, door vader, moeder, oom of tante betaald, dat is het gebruik. durmont, lezende. Eene blonde pruik, twee honderd en tienlivres! ha! ik zie. craps. Zy is in waarheid niet duur; zy trekt een beetje naar het rosfe - gy zoud ze heden 'er niet voorkrygen, Wanr het is duivels moeilyk om zulk hair te vinden. durmont. Wat drommel komt gy my vragen? heb ikooit-gedach ten gehad, u eene blonde pruik af te koopen ? craps. Neen, gy niet - maar uwe beminlyke nicht, die daar ftaat. durmont. Myne nicht? ... Welk eene waarfchynlykheid..? craps. De heer Valerius heeft my hare gunst bezorgd. SUR-  B L r S P E L. 23 durmont. "Gy fteekt, geloof ik, den gek met my, mynhcer Craps; Sc vraag u ééns, om wat reden myne nicht zulke dufs valfche hairen zoude gekocht hebben, daar zy 'er van ds natuur zulke fraaije onrfangen heeft,die haar niets kosten? craps. Ik ftem dit toe , cn bewonder met u dc hairen dezef juffrouw; maar gy kent de kracht der mode — doch wy kunnen ons gemaklyk verftaan. — Indien de juffrouw my toeftaat hare hairen aftefnyden, zal ik de rekening voldaan fchryven, en haar noch zo veel overlaten, om een' aartigca chignon te maken. durmont. Welnu, myn waarde kind, breng dezen man tot reden, en zeg hem dat hy zich bedriegt... adelaïde. Myn waarde oom! craps. Weihoe ! laten wy ons ter dege verfraan; ik weet zear •wel aan de nicht van den heer Durmont eene pruik geleverd te hebben — ik fcherts in 't geheel niet. durmont. Een oogenblik, mynhecr Craps! — Hoor, nicht, het ia wel zeker , dat gy die pruik niet genomen hebt: ik heb u geen oogenblik de belcediging aangedaan , 'er aan te twyfelen: — maar, ziedaar een' man, die geweld en proceskosten zal maken — indien ik , om alle praats voor te komen, die tweehonderd en tien livres. betaalde ? wat dunkt u? adelaïde. Wat zegt gy! uwe goedheid doet my weenen. C d u r-  34 DE PRUIK EN DE DAS, D URMOKT. Ik zoude weldoen, niet waar? CRAPS. Uitmuntend. Ik begin ook de zaak te begrypen: het is grappig — ik dank u uit al myn hart, mynheer Durmont. DURM ONT. Ziedaar uw geld, m?-"- zo ik u een' goeden raad fchuldig ben — zo maak nooit weêr blonde pruiken op crediet.voor jonge lieden — gy ziet hoe men gevaar loopt bedrogen te worden. CRAPS. Ik fchaam my van de zotheid van anderen te moeten leven ; maar wat zal men doen ? voorheen hadden wy de lange hairen der advocaten, kierken, notarisfen en procureurs; depruikenvoor het parlement, de generaal pachteryen en de faculteit, de rofetjes en duivcnvleugeltjcs der modeheertjes , kakatoes, de toupetten en creppen der kleine abétjes, cannunikken en prelaten, dat alles is verdwenen ; ik beklaag 'er my niet over : maar ieder is genoodzaakt een hulpmiddel te vinden om te leven. Ik wierd dc uitvinder van die brutuspruikjes, die kort na de revolutie zo veel trek hadden voor het gemak van hen , die zich ccne patriotfche plu'fionomie wilden geven — doch heden, daar men de menfehen begint naar hunne inwendige gefteldheid te oordeelen , en dc uitwendige da; r laat , bcb ik my als myne confraters op de blonde pruiken voor onze galante juffrouwen toegelegd — maar dat gaat ook af, zy worden wyzer — en daar ik dus in Parys van myn handwerk geen eerlyk beftaan meer kan tart-  B L r S P EL. 35 vinden, ga ik de Oostenrykers dc laatfte kamftreck helpen geven, cn wensch u van harten goedendag. durmont. Ziedaar een wonderlylc wezen ! yrFTIENDE TOONEEL. de vorigen, valerius. valerius. Ilc heb uwe nicht vergeefs gewacht; en ben dus zonder haar te rug gekomen. * adelaïde. ö Hemel! 't is Valerius. craps, wederkomende. Valcrius ! — ó ja, hy is het zelf 1 valerius. Daar is zy — maar waartoe die verandering ? craps, in zyne brieventas zoekende, Ilc heb hier zeker rekeningetje dat hem aangaat; grypen wy de gelegenheid by 't hair. valerius, tegen Adeldide. liet is eene vreeslyke zaak u in zulk een eenvouwdig gewaad by.uw' oom te vertoonen — laat ons van zal en fpreken, Ik heb alles aan dien waarden oom bekend, myne liefde , myne gevoelens: hy keurt die goed , en wy wachten niet dan uwe toelwmming. adelaïde. Gy zyt zeer verre van die te verwerven. Cl va-  Só DE PRUIK EN DE DAS, \ A L E RIÜS. Weihoe ! hebt gy my gisteren in de opera geen hoop gegeven ? adelaïde. Gisteren ! in dc opera!... ik heb niet met u gefproken. valerius. Neen: niaar ik weet het ftilzwygen uit te leggen. C&aP s. Ik was van gedachten rot u te gaan, mynheer; maar riew \ 1 gy hier zyt, verzoek ik u my te voldoen. va lerius. lJoe, gy hier ! laat my met vrede — lastige crediteur! craps. Reeds twee jaar wacht ik naar die kleinigheden; cn waf is het ? ccnig witzei cn roodze.', cciv\>c maanden kappen en eene zwarte pruik. durmont. Hy neemt eene zwarte pruik voor hem en laatdc meisjes blonde dragen. valerius. Ik gebruik uwe pruik niet meer, dc mode is voorby; laat ons crnitig fpreken: het kwam my voor, dat gy myne vooruitzigtcn goedkeurde ? d u r m o n t. Dat is waar, dewyl ik dacht dat ro; ne nicht uwe zaak was. IVlaar hefchouw haar ; zy is eenvouwdig, onnoozel ; zy bemint het groote toilet niet; zymoeteen" zuinig', gefchikt' cn zedig' jongkn.an hebben. valer ius. Zuinig, gefchikt, zsd:g! ik geloof,myn waaide Dorval, dat  B L r S P E L. 37 Jat die fchaapjes in uwe weide loopen? gy meesmuilt; het kleintje Haat de pogen neder; kom, kom, het is duidelyk. Ik zoude u hinderlyk zyn, zo ik bleef eten,niet waar? laat nicmant, wat ik u bidden mag , zich om my ontrusten ! CRAPS. Maar, mynheer, myne rekening. valerius. Kom over ecnige dagen by my , dan zal ik u betalen, op myn woord van eer. (7/y g*at zingende heen!) -LAATSTE TOONEEL. pe vorigen, behalve valerius. CRAPS. Ja, over ccnigc dagen, op zyn woord van eer; hy fpreckt altoos van de afwezenden; winst cn verlies! Mynheer Durmont, indien gy, om alle opfpraak te doven, goedvond, deze rekening als de anderen te betalen? DURMONT. Kom , kom, wees wyzer. adelaïde. Myn waarde oom ! ik zal uwe lesfen en uwe goedheid nooit vergeten. E URM O NT. Ik ben zeker dat gy ze niet wcèr noodig zult hebben; en zo u dc lust wcèr bekroop... zo befchouw u zelf ter, deeg, en gy zult overtuigd worden, dat gy niets aan uwe geftaltc kunt veranderen, zonder 'cr by te verliezen. CR Ai'S. Dy hebt gclyk -— maar dewyl wy van de blonde pruiken C 3 fF?-  g8 DE PRUIK EN DE DAS, (preken , cn gy my zo genereus betaald hebt, moet fe u een liedjetoonen dat menmy dezen morgen gegeven heeft, en gy zult 'er my uw gevoelen over zeggen. _ PURMONT. Laat ons zien, craps deelt aan een ieder een blaadje uit, en zy singe», op hunne beurt, de volgends coupletten. VAUDEVILLE. F) J-/e mensen is fchaars wat hy wil fchynen. Men noemt zich goed, en is toch kwaad; Men fchynt bemind, en is gehaatj Men roemt zich fiisch, en is aan t kwynen; Men noemt zich jong, cn is toch oud; B. Ruloffs, Willem Teil, treurfpel, peurt. . - - j'it : w >—1 Fredrik van der Trenck, tooneelfpel - . : g : - J. Stanenburg, Apollo in Dordiecht en De Zangberg, twee divertissementen . . - - : ff : j F. van Steenwyk, Leonidas, treurfpel . . - : 8 : - P. J. Uylenbroek, Meropé, treurfpel, pl. . - - : 13 : . — ■ De Vertrouweling, kluchtigtreurfp. - . : 13 : . ———1 — De Ware Heldenmoed, tooneelfp. - - : g : . — ■ Fenelon, treurfpel. . - - : 10 : - ' ■' •— Cecilia, tooneelfpel . . - - : 8 : D. A. v. d. Wart, Liefde en Grootmoedigh. tooneelfp. - . : 10 : - —— Cange, tooneelfpel . - - : ff : - '~ De Weldenkende Reprefent. toon. - - : ff : ■ De Schilder, tooneelfpel . - • : 8 : - M. Westerman, Afkeer en Liefde, tooneelfpel. - - : g : . ■ Wat doet het lot niet! blyfpel . . : ? : . ' ■ Rondenttein, tooneelfpel . - - : 13 : - Wigcherlink, De Rechtfchapen Krygsman, tooneelfp. - - : 8 : N. S. v. Winter, Menzikoff, treurfpel . . - - : g • - L" W Louize d'Arlac, treurfpel . - - : g s - 1 Sebille van Anjou. treurfpel . - - : g : . ■' Gelonide, treurfpel . . _ . . g . - Non datur ad mufas, &c. Esther, treurfpel . . . . j . . Vlijt doet vorderen, De Gewaende Philofooph, blijfp. - - : 6 : - Dc Burgemeester, tooneelfpel - • rs - - De Slacht-offers van Kloosterdwang, tooneelfpel - - : 10 • - Het Weeskind, tooneelfpei „ _ . _ De Gedwongen Geldleening, tooneelfpel. . . - . Van meest dien zyn eeni?en voor de liefhebbers op groot napier te bekomen. Verfcbeiden meuwen zy„ ter persfef P Veeriig Kunstprinten voor onderfcheiden tooneelfpellen. Algemeene Kunsttitels voor allerlei dichtwerken, in 4to.'en in 8vo.