MAATSCH. DER NEDERL. LETTERK. TE LEIDEN. Catal. bi. Geschenk van Tooneelstukken, 1841.   HET REVOLUTIONAIRE HUISHOUDEN: N A - S P E L: D 0.0 R LIEVE van OLLEFEN, Te A M S T E L D d M, by CORNELIUS R O M Y N, Boek,verkooper in de Beursfteeg, iu de Boog No. 14.   MEDEBURGERS! ' Iet zov.de. zeker lyk overtollig zyn , u, breedvoerig te ie> ebten wegens bet oogmerk , ■waarmede dit kleine too- telfpel op 't papier gebragt is, en u -wordt aangeboden — 'k vlei my dal de geeft van onzen tyd er in [preekt, en Het letzen , maar nog veelmeer bet ten toonecle brengen van 't zelve , zyne booge nuttigheid kan hebben ——— Van ons, Bataavcn, kan, over het algemeen, gezegd worden, dat wy, in onze dochters, der Maatfchapye gecne waarlyk vrye, fraaje menfehen leveren; maar voorbefchikte fiaavinnen ; onderworpelingen aan veelen van\zulkc tmjlandighidcn, die dt Aarde tot een traanendal, en het leven tit een haatelyken lastjnaaken ; omflandigheden ,even~ mei aan den anderen kant, -welken alle kracht van teistering Venomen kan worden , doxtr ver/land en bekwaamheden; dan, helaas! dcezen zyn menscblyke cieradjen, en hulpbronnen in nood, waarmede onze Ea^sffchedochters , (j-eni- ge •weinigen uitgezonderd ^) geheel onbekend zyn myn STandman heeft zulks befeft, en daarom tegen de tiranny der gewoonte gerevolteerd; wddre Patriotten zullen bent zikcrlyk navolgenswaardig vinden God laaie dat ge¬ beuren ! LIEVE van OLLEFEN.  PERSOONAADJEN. sTA.NJj.MAN. cHARLOTTE, vrou zs, A R I A, 7 ~\ van S TANDMAN, U',SAB«TH, '\ dochters, J C A T H A R I N A , ' V E B ï. G O E D. W E R K A A R T. l'.tr a vyf voluasfen knaaptn. Hel tobh'.eth ten huize van STANDMAN, in één der voorpaamfte (leden van de Baraaflche RcpubHek.  HET REVOLUTIONAIRE tier tceneel verbeeldt een kamer in bet h ii* van Standman, h rgerl^k be'tiisraal -~- aan de eene V>ie op d n voo'giv d zit Maria Jch eri n, ttt a-n de andere Elifhbeth klein n te manken beiden in alles zo al- dt wans t>ewjo Jyk aie ambachten imf'nen — wat ver-itr fiaa:, meer tuidd nwaaids, een /c'''laers ezel, waarop een iindfc/ups-Jiuk, er> ter zyd? . tegen over den ezel, een t/fel aan welke Standman zit te fc/ryen; rei d%om hem ligger veele b ek. n er pa iertn ; ook is «aast hem een kjnene b^k - kas geplaatst , die geheel f* wanorde is STANDMAN, ELISABETH, M A IU \- STANDM AN: by ziet op zyn barologie. jO'ize Ka blyft lang by den Procureur der Gemeentel I Ik weet bet niet, vader! maar dat entbod ligt my wo«letlyk op het hart te drukken. HUISHOUDEN. N A -S P E L. EERSTE TOONEEL. ELISABETH. A  2 Het ROVOLUTIONAIRE S TANDMAN. Ho!ho! ik dacht al, zou Be tb niet weer iet san heur hart gevoelen ? wel myn lieve kleêremaakftertjen! zult gy dan nimmer wys worden? ELISABETll. Ondertusfchen, vader! heb ik u nog nooit hooren be" toonen dat alle voorgevoel onbeftaanbasr is ~ gy. ischt er mcê; zo is 't; maar dat's 't ook air. STAKDMANiij legt zyn pen neder. Wel zóu ik er niet meé lagchen zusjen? waarotn "toch zóu'de goede God den eenen mensch meer pynigen, C het voorgevoel, waarvan gy (preekt, is tog- een •zekere pyn; want het is eene ongerustheid, eene kwel» ling; pynigen, zeg ik derhalven,) wegens het geen Hy den anderen zal, (nog maar eerst zal,) laaten overkomen? — zeker, meisje-lief! dat Hem toetekennen ,"verheerelykt Hem niet; en immers roep ik altyd: Kinderen! alles wat gy doet, alles'wat gy'gelooft , laat het grond' beginfel van alles zyn, de verheerelyking van het Opperwezen ! - behalve dat, myn lieve Betk! iet waarvan wy de onbeftaanbaarheid niet kunnen bewyzen, is daarom niet beftaanbaar; of liever, beftaat daarom niet. MARIA. Die goede vader kan tog allerliefst praaten! —— zie daar Beth! wiste ik dat hier of daar op Gods ruimen ■aardbodem een knaap rondfukkelde, die zo verftsndig dacht, en zo engelachtig kon praatea als dat vadertje», ik ging waarachtig naar hem vryen.  HUI S H O U D E N. "J ELIS ABETH, zuchtende. Stel 't vryen nog maar wat uit. S T A N D M A N. O de drommel! roer me dien fnaar toch niet aan ! Mietje! Mietje! vergeet gy dat het feutimenteele hartje» van uwe zuster, door de verdrietlykheden der liefde wordt geteisterd? {Op een deftigen toen:) Maar 'tfiaat, gelyk ten rots in 't iarnen der gevieren; Het wet dat, met den tyd, de lucht wéér »p zal klatren. Kom aan Mie! zing eens een vrolyk liedjen, terwyl ik deezen onbarmhartig dikken quartyn openfny. (Op het boek fiaan*.) Dat 's nog een fatfoen van den ouden tyd« MARIA. Wat wilt gy gezongen hebben, vader? *ELISABETH. Dat 's wéér fyn van vader uitgekeken! zó kruipen de ge erden altyd een achterdeunjen uit, neur Zrhotfd tikkende,} als het huishouden van binnen overhoop jijt. STAND MAN, lag etende. 'T fchoenmaakertjen, Mietje i ELISABETH. Neen neen; nu eens geen fchoenmaakertjen „„ wil ik eens den autheur.redafteurencorreftor.den üoeër den philofooph, den orateur, den moralist, die geheele halve brigade, welke vaders hoofd tot een cafe-ne heï uit kortswyl, 'in de pan hakken. -e'"" A 2  4 Hit REVOLUTIONAIRE S T A N D Al A N. op den toon van een commando; tevens zyn pin opncimendt. Vel de banjonet! El, ISAHF. TH, glimplagchendé. Neen maar dat gaat niet; myn (teelten tegen uwe letters, zou e«a nutlooze ftryd zyti; neep papa! ik eisch u voor de tong. S T A N l! M S N, na zie in een defli^en Hand gez t te hebben, inedèr. op een commanaeettndiR toon. . . Val aan! ELISABFTH, zeer ernt}i%, terwyl Maria , haar ioerk nederjegt, en zig omdraait om te luisteren. Er zvj voorgevoelens, vader! die door de uitkomst bewaarheid wórden. STAND M A N, Rest. dochter' voor dat fc'not zal ik u een' kogel dwars door den kop jaagen - In welke foort van hers- fcrigeftéKén zyn dé vöoigevoelens gccantonneerd ? altoos in die , welken begaafd zyn met eene leevendige verbeeldingskracht ; met eene bekwaamheid van zeer fiiel voorflellingcn te kunnen maaken - zodra zig nu eene of andere duistere , of zonderlinge omflandigheid daar-, fielt, dan brengen de hersfens terttond voor den geest , alles'wat met ntpgelykheii plaats zoude kunnen hebtenJ uit aanmerking van den aart, de waardigheid, bezigheid,, of gelegenheden van de perfoonen, welken inde bedoel-; de omftandigheden betrokken zyn — wel nu, daar ver-j  HUISHOUDEN. 5 der de bezitter van dat leevendig nérsfengeftel zekerlyk omtrent een vriend of vriendin werkzaam >s, en de voorftellingen van't geen plaats kan hebben, (tree. nde of gevreesd zyn , zo heeft irtuurlyk het gevreesde de overhand; het fteekt fcherper dan 't ureelende vlet, en Zie daar derhalven 't hart, dat al fpoedig de omangenaa. L boodfehnp wegens de gefteldhetd van den geest o tvangt, in onrust; de wanorde pymgt het, en d« Pi'» is uw voorgevoel. M A R I A, in de banden klappende, zet zig fnellyk recht., neemt haa> wérk neder op, en zingt, op de wys van 'l hkende jagerslied : Hy ligt geveld, de groote draak triumph! E LISA B E TM. Hou hou Mietje \ zo fchielyk niet! - Maar vader! dan is 't ook natuurlyk, dat de voorgevoelens door de uitkomst bewaarheid worden. STAND MAN, lagchende. Maar, dochter! even natuurlyk is het, dat zy zo dikwvls, en maestr.lt', in rook verdvvynen. MARIA, baar® *apg hervattende - 4Ut» Saan weder aan den arbaJ. Hy ligt geveld, de groote draak - triumph! Haast tent de Fr„k voltooide taak - trmmpb! Hy fmeet, ma m cd en overleg, T . DiS Dunfchers ftutte feboïnen weg, , > Triumph ! tl iumph ! triurr,ph! * A 3 . ; 1^;'  * Het R E V O L U T I O N A I R E •. ' Ku> wil Slaand, naar Albion - triumph! Daar fchuilt de laatste grouzueliron - triumph! Diens fchoen krygt nu ook, met een jhap,~) Een franfche zool en achterlap, ' (. Chorus. Triumph '. triumph! triumph ! ) Defpanriem dien de Fransrtman zwaait - triumphi Zynyzren haan, die altyd kraait - triumph', Zyn fcherpe bros S T A N D M A N. Stil! {Na fcherplyk geluisterd te hebben.) Ik dacht dat er iemand inkwam. ( Hy roept.) Lotje! - Die drommelfche Ka blyft tog lang uit. TWEEDE TOONEEL. De voorigen. CHARLOTTE. STAND11A N. Is er gefclieid? CHARLOTTE. Neen: ik heb eens uitgekeken. S T A N D M A N. Of onze Ka kwam, niet waar? CHARLOTTE. Ja, ik weet het niet; het duurt my zo lang.  HUISHOUDEN. 7 STANDMAN. Ei kom kom, moeder-lief! weet gy wel dat de Procureur der Gemeente omtrent aan 't andere einde van de ïïad woont? — 't is nog al een kuier! en mogelyk is hy wel op 't huis der Gemeente; den moet ze tog weêr daarheen klungelea. (Men hoort fchelkn.^Ya. ha ! daar zal ze weezen. (Charlottê ml vertrekktn , dtch Elifcbeth Springt van haar tafel, en gaat ie kamer utt, xrggendei) wacht, moederl ik zal wel opendoen; ikmoet tog ander garen krygen. DERDE TOONEEL. STANDMAN, CHARLOTTE, MARIA. CHARLOTTE. Jk mag wel lyden dat mefl op een_ ander' tyd die grillen aan een zyde ftelt. MARIA. Maar, moeder! er zal een kamer te fchilderen weezen. CHARLOTTE. 'T kan wel weezen, Mietje! maar voor alles wat aan de Committés van Justitie en Waakzaamheid grenst, ben ik zo wat rykiyk af keerig. STANDMAN. _ Om dat ze foms zo dapper woelen, ook moedertjen? , dan, ik heb 't u reeds dikwyls gezegd; dat is een natuurlyk gevolg van onze revolutie: o! er zyn in onze RepuMiek zo veelen,waarop zy,met reden, hunne oogen gevestigd houden, en die ze als op wollen fchoenen naA 4  * Het REVOLUTIONAIRE gaan, ook tot in derzelver minste bedryven toe er zyn zo veelen die het fpreekwoord volgen : iv troebel vat , is t fpfa yis/cke»: niet allen die zig als vooronders dervryfceid opdoen, zyn bewerkers van's volksheil: eigenbelang, < igenbelang, moedertjen! du's by veelen de voornaame d'-yfyeer y;,n hunne bemoejingen anderen zyn draroxn fchyn--epublik"inen, om dat er vorstlyke harten in hunne boezems kloppen; ja zy e.\n vorsten, en oordeelen het daarom beneden zig te wcezen,met regtfclrpen menfehen , met braave vryheidsVriehden te verkeeren; maar wmfchapen dwergen in deugd, monsters in het geflaebt der menfehen, deezen alleen mogen hun naderen, gelyk de vorsten ook lichts dwergen tot hun gezel'chap plagten te verkiezen — en v lt men, in gevolge de verpligting die op wélmeenend 'Republikeinen ligt,die knaapjens op 't lyf, zie daar hur? dan het h'.rnas aangespen; dan vervolgen zy met al hun vermogen; nfcn wordt gevloekt om dat men de waarheid verkondigde; men wordt gehaat om dat mcq de rechten van den riïensch en burger, en de waardigheid der Républiek hielp hnidhaaven^ de vyanden verm.ragvuidjgeii dageiyks, en - - - - c11aklotte. En het einde kan zeer bitter weezen. s ï a in n M a n. Ei kom ' vrrkks u ?een muts die drukt; de kop zeifis aityd nog zwaar,genoeg — weg met dat zwakmoedjg vreezen! — voégt dat'èen revohitionaire vryheids-doch(er? —- motst de burger het ht-il des vaderlands dan naar, bn&hgerberd'*ifn de klaruwen van fnoodaarts Iaaten? — neen.' — febep moedi de Hu tut ter zal zekeriyk uog ,  HUISHOUDEN. 9 eens kunnen zeggen, het geen ik onlangs den gewapendea Fi ank deed zeggen: Ik /lapte door een zee van bloei. Met onverfchrokken heldenmoed, En deed de gouden troonen bteven; Thans loont de lieve vrede my, Thans ben ik, (want t-ans ben ik vry,~) Weir lot den rang van mensch verheven. Herdenk flechts wat reeds gebeurd is, en heb verder geduld, tot dat wy maar eerst in Engeland geweest zyn. charlotte. God geevc het, Standman! maar de pen is tog aan veele onaangenaamheden en gevaaren verbonden. standman. T is waar, een hart vol vuur, en een' geest vol leven hebbende, kan men zig met de pen al fpoedig onaangenaamheden op den hals haaien; want een fchryver, zo als ik thans op 't oog aeb ,' fchynt blind te weezen voor 't geen uit zyne woorden getrokken kan worden; maar aan den anderen kant, ontftaan ook veele onaangenaamheden, daaruit, dtt de pen zo een verfehrikkelyk iet is, voor die niet wélmeenend zyn :befef maar eens dat de volksverdrukker op niemand zo zorglyk de oogen gevestigd houdt, als op een'fchryver: men plag te zeggen: het z waard van een vorstje pen van lm] fc'iryver ,endettmg eener vrouwe , zy:i 'éne geduchte ietsen , (Charlotte onder de» kin Jlieckndc: ) van een booze vrouw meen ik, lieve Lotje 1 charlotte. O wat zyt gy weêr aan 't fuappen! A 5  10 HeuvR E V q L U T I O N A I R E maria, omziende. Wat blyft Betb lang voor! (Cbarlotte gaat naar de deur, 'te 'gelyk komt Elifabeth binnen ; zy is zeer ontfleld, en -velt op een' jioel neder ; Sisndrnari, C'iarlotte en Maria Uopen te gelyk met drift, naar haar toe.') ' I VIERDE TOONEEL. De vporigen. ELISABETH. CHARLOTTE. M y-n Goj! Bgthje\ wat deert u? s t a N D m a N. Hoe! wat betekent dat? elisabeth, met een afgebroken flem. Eea — diea — der .... . CHARLOTTE,*?/ MARIA, te gelyk. Een diender! S t A N d M a N. Wat donder! QfJy vliegt de kamer uit.) CHARLOTTE, zeer verlegen. Mietje haai wat azyn! (Mietje vertrekt met drift; gelyktydig komt Sucdman weder linnen.} S t a n D M A N. i Ik zie niemand! -— Waar is die diender, Beth? CHARLOTTE, tederlyk. Waar is die diender, lieve Bethje ? (Maria, azyn aangebragt htbber.dt, dient denzelvcn Elifabeth toe , op ie geiuoonc i-yzc.)  HUISHOUDEN. it. ELISABETH, met een flaauwe ftem. Hy kwam zeggen dat Kaatje nog wel een uurtjen by den Procureur der Gemeente zal blyven. STANDMAN, in lagchen uitbarstende. Zie daar het geval! verfchrikkelyk! verfchrikke- lyk! welke eene omltandigbeid! maar Bctkjelzyx. gy nu geheel zot? meu vindt zekerlyk behagen in 't fnappen van de lieve meid; men kent zyn wereld, ea laat vader en moeder weeten dat men zig nog een uurtjen langer genoegen zal verfchaffen . > dat's 't all'! CHARLOTTE. En dat laat men met' een diender weeten! STANDMAN. Maar, goed wyfjen! meent gy dan dat die wezens in de oogen van zulke menfehen zo verfchrikkelyk zyn als in de uwen ? ■ ■ — 't gelykt er niet naar ! CHARLOTT Z,.gemelyk . Nu, en ik bedank voor zulke boodfehappers. S T A N D M A N. Ja ja! bedank maar wat voord! men zal u niet vraagen wien gy gezonden wilt hebben. MARIA, die zig intusfehen by haar zusteé heeft bezig gehouden. Hoe is 't, Balkje? ELISABETH. 'T is wat bedaard.  12 HetREVOI, UTIONAIR.E s t a n 0 M a n, fcbertflntte. Maar ma'Ioot! hoe kan de beleefdheid van iemand u zo verfchrikken I f. L i s a r e t h. Och vader! de vent zeide *t op zo barfen toon! 3 TAN D M a W. Hy dit dl zee beboi.wt, wordt woest, gelyk de zee. Die menfehen behandelen byna altoos rouwe vagebonden, tc brutaale fchurken. CHARU'fTI. En febryvers. (Standmrn glimplach!) Kom Beth! laaten wy een kopjen corjy gaan drinken. VYFDE TOONEEL. JTANDMA N. rlettrna mietje. lïoe men de vrouwtjer.s ook voorprecke, en opleide, de manlyte cöïdaatheid , die onverfebrokkenheid van fcart, welke een vrucht van de bemihnelyke onfchuld is, wii er tog maar niet in, ten minsten by zeer veelei; niet — 't febynt dat - - - ( •? en •>// driftig jc'tedet,.) Hel en hemel! die wil 'er mét geweld in. (_liy gtiut eau zyn tüjel zitten , neemt een papier op en leeil „ t>c dappere Franfch n hadden het blyde vooruitzicht, „ dat zy den eindeiyken volkomen triumph zekuriyh zou- den bebaaiea•» (en uit geluk dèelep wy met hun, zo „ tec op/.icbtc van onze binnen- als buiten-laudfche vyan-  HUISHOUDEN. '« , „„„ tikteen oorlog; wantzy oor'og- '* tweVlte r of is eene verbazend uügeftreUrheld gronds " S£S einaakt , en met menfchenbloed gedrenk " 9 7 «ïit bezit van een klcen ftukjen !ands, daar "^^ gduSLenvanmylenlands onbebouwd,^ " l dnis bet cK,rlogeneenhelfcherazerny;eniedcr rope„raer,fehenbloed,opdieWyZe geuort, zaUe^echtdage , Eeuwigen, tegen de pers nfoet zodanig zyn, als zy by de > ; Sfi onder bet beuuur van een' despoot; fttttaf durfde den despoot openlyk tóeroepen: Wie ton U " „nzien, wie kan u dulden, of hy moet een fpeeler, " een booswicht, of een ,onbefchaamde zyn? ——■ " verachtelyke «iftrancling van' Rotn. lm ! gy zyt dus " een foerier, een booswicht,-een onbefchaamde — het was dan daarom, dat gy in de verafgelegenfte Lan- "dengingt? herwas om u aan aile ongeregekl- heden overtegeeveft, dat gy zo veelemiliioer.envernondt! wel-nul is uwe noodlottige mildaadighetd vol- "daanï ._- zytgy verzadigd? — de Schatten van den Staat, de fchatten van Azia , van Spa**** heï -oud van d?n 74^,alles is door u ingezwolgen! ;', wat wilt gy a^cer? wat kunt gy meer? of gy moest  H H.x REVOLUTIONAIRE " 5" elseadom ™ elk burger inzweigen . , >, dan daarom, verfoejelvke kinband, i ' ™ „ vader alles opofferde?" - V dat uw fchoo«-die.trek zal fchitteren! 7 ™!,driel™' bravo} leest hy nogrnaaLO 'K ^7%^ O «r *< * «.Wrf van ons Land Om t bttl des volks den dolk te ge%f„ , lk. val u aan waar ik u vind En zal u voerde ftem van 'sBunrrr, „Li. , nu,persrecht doen beeven Myn God.» vader! Wit 2egt sy, , . Comraitté gedagvaard? ^ ' Weer Vöor eea S X A N D M A N. Loop zottin! ik verzekerde my van het tegendeel. MARIA. ftaaken, vader ! ~ lk *™ zowa" ^t fchryven S T A N D M A N. JVaarom zoude ik ophouden goed te doen, dochter? • de zang van uw moeder hebt gy..... M A R I A. ' 'Maar drommels, vader! ik vergeet waarlyk myn bood.  HUISHOUDEN. fchap — Een fatfoenlyk burger begeert van my een paar «wenen, en van Bethje een rok gemaakt te hebben; maar onder voorwaarde van onze werkplaats te mogen zien,. S T A N D Al A N. Best, best', op die geringe voorwaarde, behoeven Wy geen koom van den molen te zenden - de tyden zyn boos. Mietje \ ( ïïh zeggende jirykt hy over den mouw van zy»* rok.) Glad! glad; ► . (Maria vertrekt lagchende. Standman gaat voor den ^ fpiegel p.aan en verfcbike zyn linnen.) ZESDE T O O N E"E L. STANDMAN, VEELG'OËD, MARIA. ( Zo dra Maria . Veelgoed binnen geleid beeft, gaêt zy aan 't werk.) VEELGOED. Heb ik het genoegen van in u den Burger Standman te zien? S T A N D M A N. Zo u dat tot genoegen verftrekt, Burger! geniet gy *t werklyk. VEELGOED, Standnun de hand toereikende Heil! ^ STANDMAN. Dat overkome alle Braaveni MARIA, die paandede voorgaande begroeting, omgezien heeft, op een deftigen fpot - toon ; doch zacht, en als tegen zig zelve s Hoe ftaatelyk! - nu de encollade nog; Hy is ondertusfchen een mooje jongen.  ^ HetRETOLUTIONAIRÉ veelgoed. Burger, ik heb zo vee! van uw zonderling huisgezin gehoerd, dat ik my niet langer kon wederhouden van u, dien ik in zyne fchriften ken, ook in perfoon, zo wel als de Burgeresfen uwe doch-ers, te leeren kennen. MARIA, werkende, en np den toon en di wyzf als voeren; io ook vervolgends. ©ok de Burgeresfen dochters! standman. Zonderling, Burger: ja, dat zyn wy zekerlyk in fbmmïge opzichten. veeuof.d, Voornaamlyk, zo als ik gehoord heb, in de opvoeding van meisjes. s t a n D m a n. 'T is zo, Burger! wy zyn niet alleeniyk revolutionair in het ftaatswezen; maar ook omtrent de gewoonte van oas Land, ten opzichte van de dochters. maria. Waarom nu niet, Bataaffche maagden? veelgoed. Zie daar de zonderlingfce vertooning! een meisje op den fchoenmaakers drieftr.lt maria,, als veoren. 'K vraag excus, Burger! ik zit op een' vierftal. veelgoed. In de daad, ten uiterften zonderling stand-  HUISHOUDEN. 17 STANDMAN. Gy ziet aan dien kant de tafel van myne dochter de klcêremaakfter,en daar de ezel van myne dochter de fchiideres. VEELGOED. Zo heeft men mv, echter niet in alles de waarheid gezegd; men heeft my verhaald, dat gy zei dochters hebt. STANDMAN. Die heb ik ook, Burger! de eene van de drie overigen, ftudeert tot doftores in de medicynen; de tweede in de heel- en verlos - kunde, en de derde tot tooneelfpeellter. VEELGOED. Uwe handelwyze, omtrent uwe dochter», is zeer vreemd! MARIA, Ugchende ; verder nog ah vooren. Maar als een jonge linnennaajen leerde, dat zou nog vreemder weezen. STANDMAN. Reeds vóór onze heilryke (laats-revolutie, was ik desaangaande revolutionair, en ik beklaag het my zo weinig, dat ik van harten hoop volgers te zuilen verkrygen. VEELGOED. Die hoop voeden ook de Braaven , omtrent de (taatsrevolutie; dan (hy zucht.) STANDMAN. Die zucht klinkt aangenaam ia myne ooren! zy vertelt my uwe gevoelens, en dat gy een Republikein zyt. B  ia Het REVOLUTIONAIRE veelgoed. By God! me: geheel myn hart! s t a n d m a n. Hoor vriend! alle de onzen befchouwen de trotfche ryken nog niet uit het rechte oogpunt; nog niet van narten geloovende, dat een vergulde wieg den mensch geen Wezenlyk voorrecht kan geeven, boven den (lerveling, die maar op een bos flroo werd gelegen, toen hy de wereld intrad «venwel, Burger! beginnen de grondbeginfelen van onzen tyd meer velds te winnen, en welhaast zal de eerlyke daglooner lang genoeg zyn zweet en bloed uitgewerkt hebben, öm zyn brood even duur te kunnen koopen, als de rykaart, die lui en weelderig in zyn vergulden kas daarheen rolt, terwyl hy de deugdzaame armoede met trots afwyst, en van gebrek ziet vergaan dan , ik zoude u fpreeken over onze meisjeus in 't algemeen, en over myne dochters in 't byzonder. Ik bid u, goede Burger! wat zyn toch onze Nederlandfche meisjens, over 't geheel?wat anders dan onbekwaame wézeritjens, en, in gevolge van dien,veelal flaavinnen van heerschzuchtige mans; zy zyn meestendeels, altyd beuzelende modepopjens; want daar heen (trekt hunne aanleg — uitmunten wil ieder mensch gaarne , behaagen wil ieder meisjen niet minder gaarne; maar welke middelen daartoe zyn haar in handen gegeven? geene andere dan die der toojinge ; en kunnen zy daarmede niet naar genoegen werkzaam zyn, dan neemen zy vaak zulke zotte, zulke gemaakte , zulke wonderlyke eigenfchappen aan , dat het doorziend en waardeerend oog van eea gefchikt jongman ver weldra ecu afkeer van heeft.  HUISHOUDEN. i# MARIA: zy biz'ut haar kUdtrat en fchut met het hoe/4. Ik niet! STANDMAN. Anderen komen uit de handen haarer moedert, gelyk de beelden van onder de handen der bytelkunftenaaren; van zulk een meisjen kan men zeggen, dat zy is een wel gegroeide plant: ééns op haar ftoel zittende , durft zy niets beweegen dan harre oogen - weder anderen zyn zotte fnrpfters, trachtende ieders aandacht tot zig te trekke» door het ratelen met de tong, en 't gierend lagchen zonder oorzaak; zy zyn, gelyk het kwik, altoos in beweeging ; o hoe dikwyls ontmoet men die verachtelyke fchepfeltjens, voornaamlyk in de loges der fchouwburren , vanwaar zy den aandachtigen deugd- en kunst-minnaar doe» knarsfetanden van fpyt ; en hoe dikwyls ontmoeten de vloeken, van de mindere plaatfen haar toegefnord, elkander in het ruim des geb-oiws! zo dat de eene blikfem, van zynen donder gevolgd , in den anderen blikfem fraelt, en de donder van deezen, den eerden donder in (hikken botst, waardoor er voor den ongelukkigen toéaeelfpeele^ een nood-weer ontftaat. VEELGOED. Gy doet my lagchen; en evenwel hebt gy gelyk. STANDMAN. Zyn de meisjens fchoon, dan krygen zy al rasch aanbidders , met welken men haar leert fpotten , waardoor zy onverdraagelyke coquetten worden: en, o jammer ia dat haar verachwlyk gedrag worden zy pog gelterkt door B s  •eo II et REVOLUTIONAIRE lesfen van Geleerden, die zig een' naam gemaakt hebben; zo zegt, onder anderen , de beroemde St. Evrêtnond : „ Een fchoone vrouw kan, zo lang zy heure fchoonheid ,, behoudt,in welke omfh.ndigheden zy ook moge komen, ■ „ nimmer volflagen ongelukkig zyn." VEELGOED. 'T is zo, brnave Burger! — zo vond ik onlangs gefchreven: „Degrootfle roem eener vrouwe, belïnatin onbekend „ geleefd te hebben:" in dit gevoelen zult gy ,ongetvvyfeid, mede niet Hemmen ? SIANDMAN. Voorzeker niet.' — de beroemdheid is voor een vrouw zo waardig als voor een' man Voords, myn vriend! is over het algemeen, dit het eng' plan van de opvoeding der Bataaffche Burger-meisjens : naauwlyks goed leezen, en leesbaar fchryven leeren, een jaar diie of vier op het wollen- of linnen-naajen, of mutfemaaken gaan, en dan "voor de glasyengfters van moeders zykamer zitten, maar vooral getrouw dtn kerkgang waarneemen, b«den op hoop 'dat eën of ander jongman zyn oog op haar zal Iaatcn vallen. iMARIA, W< vooren. Maar ik maak fchoenen! S T A N D M A N. In de daad, het gros van ouders, onder ons, fchynen, in deezen ,het gevoelen te omhelzen van zeker vc'k, van't welk ik gelezen heb, dat een vrouw, ongehuwd geftorven zynde, geacht wordt verloren te weezen; dewyl zy ..gclooven dat het oogmerk van't fcheppen der vrouwen,  HUISHOUDEN. si aanwas en vermenigvuldiging is, en dat zy dan alleen aan heurbeitemming beantwoorden, wanneer zy kinderen, voordbrengen, of voor kinderen zorg draagen , 't welk zy zeg, gen, alle de deugden te zyn die het Opperwezen van haar verwacht. MARIA: zy ziet naar den hemel, en trekt de Jchouden op, te kennen gecvende dat zy dit gevoelen bckltagt. Helaas! STANDMAN. De meeste onzer dochters komen intusfehen ook tot een huwelyk; want zy worden den jongelingen aldra noodzaa- kdyk zie daar haar dan vrouwen , die den mal fpoedig zyne meerderheid doen befeffen, en des zig zeiven tot flagtoffers van dat befcf maaken: zy worden moeders, en deeze nieuwe waardigheid ftort haar (om dat zy onvernuftig en volftrekt flaafsch afhangend zyn ,) in eene altyd woelende zee van verdrieten; zy verliezen vuur en nayver, en worden , gelyk het gemeene fpreekwoord luidt; flobbctjens; verliezen , daardoor, al dat bevallige dat op het hart des mans zo verbindende werkt, en zie daar het huwelyk in eene yskoude, zo al nog vreedzaame zamenwaoning veranderd — maar nog veel erger, als zy heure mans ontydig verliezen! in de daad, dan verliest het hart vaak het minste, maar de beurs alles;een huisjen met kinderen; geeue bekwaamheid om een duit te kunnen verdienen, derbalven vallen zy uit de armen des mans, in die der nypende armoede voor dat lot heb ik getracht myne dochters te behoeden. M A R I A. • Bravo, vadertjen! gy houdt u we! — Ik maak fchoenen. B 3  »» Met R O V O L U T I O N A I R E veilgoes, tJvre gedachten over dit gewigtig onderwerp, zyn uitmuntend , en bülyken uw gedrag roet uwe dochters gehouden in allen deele - gy logenftraft .ook ten duidelykften «'at teloude fpreukjen, volgends 'twelk de zwakke vrouwtjens niet gefchikt zyn voor de gewoone mans-beroepen. STANDMAN, Te recht, goede Burger ! noemt gy die (telling een tpreukjen; ja by onze door eene verlafde opvoeding bedorvene meisjens heeft die ongefchiktheid plaats; masr dezelve is niet eene natuuriyke eigenfchap der vrouwlyke kunne; adres aan den derden (rand der zamenleeving: ik ken vrouwen die onder 't kruiwagen-hulpzeel krom zyn geworden: zyn er ook geen vrouwen onder de bovenlandfche arbeider» ? MARIA, gUmplagcbende ; verder nog els veeren. Trekvogels, Papal S T A N D M A N. Raadpleeg de vrouwen in den boerenhand, en (la het oog op veele andere broodwinningen meer , dan zult gy overtuigd worden vn de waarheid myns gezegdens — wat voords aangaat de gefchiktbeid tot het beoefenen van, ca ja zelfs uitmunten in kunsten en weetenfchappt-n ; lieve Broeder! laat ons daar niet intreeden > want vooreerst zoude ik een langen zomerfchen dag vorderen om tyds genoeg te hebben tot het opmaaken van de lyst der uitmuntende vrouwen, en ten anderen, («>ƒ> een f,he rf'e-aén tt»n,') is zulks wat al te vernederend voer myn eigen (ere.  HUISHOUDEN. 23 MARIA, zachtlyk in de banden klappende. Pluimen! pluimen! VEELGOED: by is ester het laatst firccken van Standman , naar den ezel gegaan , en befchouwt het daarop jlaande fluk met zichtbaare bewondering. Uwe dochter de fchilderes verdient in de daad op die lyst eene eerfte plaats. STANDMAN. En als myne doctores en heelmeesteres bekwaam mogen worden, waarop ik gegronde hoop heb, dan zullen zy my in myn graf nog zegenen Met een leevendig zielsgenoegen flel ik my voor, hoe dankbaar de fchoone kunne (aan zo veele zorgelyke onhandigheden onderhevig,) myne knndige en ervarene dochters zullen ontvangen ;dewyl zy dikwyls, ingevolge heure gevoelens van de eerbaarheid, onder de teisteringen der jammerlykfte gefteldhedeu moeten verzuchten. VEELGOED. Dat bevat ik! Waardig man! maar uwe dochter de tooneelfpeelfter ? T A N D M A N. Nu? VEELGOED. \ De tooneelzamenleeving is zeer verleidende. STAND MAN, lagehende. Zie daar al weder het domme vooroordeel , dat zo befmetteiyk is al. de pest zelve! — Hoor, Burgen naar mvne gedachte is eigenlyk gezegd.de lieve Deugd nergens, B 4  *4 Het REVOLUTIONAIRE ZrnTrrk;\h,aa7VeraI brengen ~ w<*' weg met de nog plaats hebbende denkbeelden omtrent de Uitoefening fchouwburg wydt, maakt z,g by het vaderland Verdien"ely.c; want de fchouwburg is, wél beftuurd, een oefenfctorol der zeden — en wat de deutrd der uitoefenende voorwerpen betreft; ik heb u myne gedachten over den aart der Deugd reeds medegedeeld. VKELCOKD. Ik bewonder u! — Cn uwe dochters hebben zig da, bek,wamd,en bekwamen zig nog verder, in gezelfchrp aer javoone leerknaapen ? STAND Al A N. I en waarom niet ? gelyk ik gezegd heb,Burger! c.e Deugd is waar men haar medebrengt . Myne fchil- deres heeft zig by het cabinetfchilderen nog niet durven bepaalen, daarom blyft zy nog op de fabricq werken, en ook op die fabricq vereert men haare knnst te meerder, om dat zy , als ze op de fabricq komt, de Deugd medebrengt. MARIA, ais voorin, i > myne zuster Cutha; ina! Heil, VEELGOED. Maar Burger •ta««t»*n \ hoe is het mogelyk dat ffy het Ithoenmaaken en kleèremaaken voor uwe dochters hebt kunnen verkiezen ? STAND M A N, UgchenJe. Ik heb gedaan! Burger! gelyk meestal de geenen doen,  HUISHOUDEN. *5 die eene revolutie beginnen ; deezen handelen naamlyk alsdan linlyk ultra-revolutionair; en hier van is oorzaak de worsteling die zy gemeenlyk hebben moeten dootftaan, a'.-oorens de revolutie te doea uitbreeken; doch, even als dat ultra-revolutionaire vaak zyne nuttigheid heeft, zal ook myne bedoelde keus die beide dochters niet ten kwaade gedyen ; althans het zal my niet zo duur te ftaan komen, als het niet zelden in het ftaatswezen wordt geftraft Na veel van de beltryders myner denkwyze geleden te hebben, barstte myne revolutie uit, en in het eerste vuur fmeet ik myne eene dochter op de kledermakert tafel, en myne andere op den fchoenmaakers drieftal. VEELGOED. Zy hebben tog zekerlyk bet geluk gehad van deugdzaam» knaapen aangetroffen te hebben ? S T A N D M A N. Waarom dat juist, Burger? — of leert ook de ondèrvindisg dat de meisjens , die men in 't midden van het gewoel der groote wereld opbrengt, ondeugender zy» dan die als zeldzaamheden in de kamers heurer moeders worden op°-efloten, en niet voor den dag komen dan onder t begeleiden van twee argus-oogen? — neen, beste Bur' ger' deezen, geene menfehen hebbende leeren kennen, : en niet, door de raadgevingen heurer ouders, in> dul*en" '• derleia voorkomende gelegenheden, gevormd zynde, «aa ■ veelmeer bloot voor verleid te worden, dan dochters de myn en. MARIA. Als wy! ■ Pluimen! pluimen! B 5  *6 HetRÈVOLÜTIONAIRe veelgoed. Burger Stanimmt ik ben u verpligt voor't genoegen van u te hebben mogen zien en hooren fpreeken; ik verzoek ernit.g ouder het getal van uwe vrienden gefteld te worden. SIANDMAN. Burger ! dat verzoek zal ik met vermaak inwilligen. veelgoed: by gaat naar Mint, die zodra hy tegen haar begint te fpeeeken , op/laat. Burgeres! gy weet dat ik een paar fchoenen van u verlang te hebben ? maria. Ja Burger. standman. Komt het u heden gelegen my de maat te neemen ? maria, fpotaebtig zedig. Burger! ik bepaal my by het vrouwenwerk. veelgoed. Ha ha! wel nu, maak my dan, tot een aandenken aan u, en aan dit zonderling huisgezin , een paar vrouwenfehoenen. maria. Naar welke maat, Burger ? veelgoed. Dat zou, voor eene gedachtenis, om 't even zyn; maar  HUISHOUDEN. 27 om de gedachtenis te krachtiger te doen weezen, verzoek ik ze voor uw eigen voet te maaken. MARIA, fcbalkachtig. Dan kunt gy terftond geryfd worden, Burger! zie daar een paar, die ik voor my zelve gemaakt, en nog niet gedragen heb. VEELGOED, de fchoenen beziende. Uitmuntend! — 'T gelyken, in de daad wel bruids- fchoenen? MARIA. Vergeef my, Burger! als ik eens de bruid word, zal ik my een paar fchoenen van wit fatyn maaken. VEELGOED. Juist van ligt fmertend wit? MARIA. Tuist! om my ook zelfs by myne fchoenen te herinneren, dat de huwelykideugd eener jonge vrouwe ligtlyk befmex wordt immers heeft ook eene jonge vróuw verfchrikkelyk, verfchrikkelyk veel te verantwoorden ? — want, goede Burger! 't is tog zo, gelyk ik eens gelezen heb, naamlyk.dat Cupido, wel is waar, blind, maar Hymen (dat Godjen kent gy immers wel?) fcherpziende is: en of ook iet aan zyne oogen mogte haperen,wordt hy met een brandende toorts verbeeld, van welke hy zig bedient om te beter de zwakheden en onvolmaaktheden te oa:dekken.  28 HïT ROVOLUTlONAIRE V Jt E L O .0 E D. Gy zyt zo fchrander als fehoon. 'M A r I a, zedig lyk. . *~*T*Z,>\1rz:z MARIA, lagchcnde. li er een fteekjen los, Burger ? VEELGOED. Neen E;:'/ VEELGOED. Ik ben nog ongehuwd, lief meisjen! en durf wel zweeren geen vrouw te zullen neemen, dan eene, aan wier voet dit bevallig fchoentjen volmaakt past; en dan hoo'p ik dat gy wel zo goed zult zyn, van my ook de andere fchocn weder afteftr.au? Zyt hartlyk gegroet. MARIA, (laatiglyk. Heil zy den Burger! VEELGOED. Zo als gezegd is, Burger Star.dman! S T A N D M A N. In gevolge myn antwoord, Burger! — Mag ik de eer hebben van uw' naam te weeten ? VEELGOED. Veelgoed. STA N'D MAN. Dewyl ik dagelyks ondervind wat ik niet bezit, zal uw naam my dagelyks byvallen. {lh vergezelt Veelgoed naar buiten; deck ketrl fftedig tei ug.) MARIA, baar fchocn beziende. Ik geloof indedaad dat ik u tot eene gewigtige beftemnting op de leest heb gezet - ik gis, (dewyl ik cordaat gis,) dat gy uw' medgezel zult weder vinden, by den medgezel van uwe Meesreresfe ik twyfel niet of 1  fj H« REVOLUTIONAIRE gordyn is geopend ter vmooni (Zj zucht,) mogelyk van een groot treurfpel . . . STA N O MAN. Nu heeft by zig van Betk de ^ ^ ^ ^ M A R I A, Conform gedecreteerd. vtrg"ten.' _ S T A N D M A N. Wat hebt gy zaBien toch al gebabbeld ? M A R i A Hoor eeni, Vadertje! hy heeft ó T A N D M A N. Eén fchoen] MARIA. fchoen, zeg ik u eveaffe, van t geheele paar de beide S -gekocht; maar één heeft hy ray totLe 20 STANDMAN, A ^arf^^u b . . ma den "Smoken vingnmaakcndl Mietje! Mietje! MARIA: zy fcwccgivg. Vadertje! vadertje! Hoor,ik zal u alle, vertellen, en «Ia-ik daardoor uwe dichterlyke verbeelding in werking  HUISHOUDEN. 31 kan brengen, dan zal u dit fchoemjen voorkomen, onder de gednante van een eerstgeboren muisjen , met een heel heel heel lange lange thart Ha daar is Moeder ook! ZEVENDE TOONEEL. De voorden. CHARLOTTE. CHARLOTTE: zy beeft een geopende» briefin de hand. Standman I 'zie daar eene tyding, die my zeer bedroeft, STAfiDMAH. Wat nu vteêr? {Na den brief gelezen te hebben.") Myn God! de dochter van onze vriendin Zorgerl — die ongelukkige vrouw! '.— en de knaap heeft het hazepad geko- zen! ° Louifa reeds zes maanden zwanger! MARIA, zeer verwon derd. Wie? STAN OMAN, ter-iuyl by den brief aan Matia geeft, die denzeivcn met aandacht leest. Louifa! ( tegen Charlotte.) Zie daar nu een meisjen dat byna naast den predikftoel is opgevoed; dat Biets of nergens zag dan door de oogen van heure moeder; dat mei de Deugd zelve, 'onder de gedaante van een' jongeling, geene wandeling zoude hebben mogen doen ; zie daar, Charlotte! dat zo zorgvuidiglyk bewaakte meisjen, reeds zes maanden zwanger, niet alleen, maar zelfs in den hoogüen graad gefchouden!  32 Hst REVOLUTIONAIRE CHARLOTTE, weenende. Het lot van dochter en moeder, treft my gevoeli»-. STANDMAN. Met reden: de omftandigheid van Louifa is de ergfte waarin een meisjen kan komen ----- maar welk een vreeslyk geraas hoor ik ? I MARIA, bedeesd, termyl zy haar moeder de ontvangene penningen ter hand jlelt. Moeder' vierdehalve gulden voor één fchoen. (Charlotte ziet haar veru enderd aan.) AGTSTE TOONEEL. Devoorigen. ELISABETTT, CATHARINA WERïAART,m vieravyf volwas/en knaapen. CHARLOTTE. Cxod dank! daar is onze Ka! - STANDMAN. Wat al volks brengt zy meê! CHARLOTTE, Cathtrina omhelzende. Ik ben blyde dat ik u wederzie, Kaatje'. CATHARINA. Gy zult nog blyder zyn , moeder- Kef! als ik u zal gezegd hebben dat ik in arrest heb gezeten. STANDMAN, ten uiterjlen verwonderd. In arrest! (Charlotte, Elifabeth en Maria, herhaalen te gelyk dez'lfJe weerden.) q a.  HUISHOUDEN. 3* CATHRINA. 'T is waar, vader! en wel op 't huis der Gemeente, in de zaal van 't Committé van Juftitie. CHARLOTTE. Myn God! Kaatje! hoe is dat mogelyk? STANDMAN. Wordt het penceel nu zo wel.... (Hy zucht.) als de pen! CATHARINA. Hoor, lieve beste vader! 'T ifeat u nog wel voor, moeder! dat ik u één en ande;-'^arl heb gefp'oken v n zekeren -chand*>icht, die. op de fabricq bloemfchilder is? CHARLOTTE. Ja! J CATHARINA. En hoe onbefcheiden , ja onbefchaaind hy zig dikwyls omtrent my gedroeg? CHARLOTTE. J WERKAART. Hy is een ligtmis! (Fan de overige knaapen, rt.-pl de cere:-Hy is een beest! de andere; Hy is een dier! de ■>■'■de- Kaatje moest hem door zyn ziel hebben geltoten! en dl overigen weder i<-t anders detigr /yks —— Maande het oveHce fpre- ken houden deezi zig naar genoegen bezig , de 'een C  H Het R E V O L ü T I O N AJI R E met het fchilderfluk dat op den ezel Jlaat, te befcbouven, de andere met in de boekkas van Standman te fnufelen, enz.) STANDMAN, tegen Cat'.arina. Wie zyn die Burgers? CATHARINA, Myn makkers op de fabricq. (Standman groet hen andermaal, met het afneemtn van zyn' hoed.) Nu dacht die fchobbert eergisteren zyn' flag waarteneemen, om zyn vervloekt oogmerk te bereiken; hy was met my alleen, dewyl hy aloës moest fchilderen op de pylaaren van een tuinhek dat in een fik , 't welk ik onder handen heb, geplaatst is thans liet de fchoft zig door mond noch handen afkeeren; hy gebruikte geweld, waardoor ik tot zo verre in woede ontftak , dat ik hem myn tempermes in zyn ribben joeg. STANDMAN, terkvyl zyn vrouw en dochters tekens van de uilerfle verbaasdheid getven. Bravo! bravo! revolutionair! En verder? CATHARINA. De daad berouwde wy wel nier ; maar evenwel vreesde ik tog voor de gevolgen: moeder weet hoe dikwyls zy my gisteren gevraagd heeft of ik ziek was — vooral floeg het ontbod van den Procureur der'Gemeente my geheel uit de lykcn ; evenwel verkoos ik myn lief huisgezin niet te ontrusten,alvoorens het noodig was; te meer verkoos is zulks, om dat ik van myn makkers vernam,  HUISHOUDEN. 35 est de wond die ik den fchurk had toegebngt, van eeene aangelegendheid was; een tempermes is n;et zeer ichet, en 't moest ook nog eerst door zyne klederen heen; ik wist ook dat hy, door blinden wraaklust vervoerd , in per- foon my had aangeklaagd ik besaf my dan,ver- gèzeld van , en bemoedigd door, alle deeze myne makkers, naar den Procureur der Gemeente : ons werd geboodfch'pt dat hy op 't huis der gemeente was; derV ven moesten wy daarheen ik liet my aandienen. Hond binnen, en deed voor de aldaar aanwezig zynde Rechters, benevens den Procureur der Gemeente, in 't beantwoorden der vraagen die my gedaan werden , een rondborstig en waar verhaal van 't gebtufde ik zag duidelyk , vader ! dat ik de goedkeuring der Rechters wegdroeg - - - - - s t a N n M a N. Geen wonder! geen wonder! gy had u loflyk gekweeten. catharina. My werd asngezegd, dat ik aldaar zo lang zou moeten blyven, tot Schanawicht in myn byzyn gehoord was; men had reeds om hem gezonden : verder werd een dienaar gelast u te gaan zeggen, dat ik nog wel een uurtjen by den Procureur der Gemeente zoude blyven. cha RLOTTE, tegen Standman Dat was tog vriendlyk. ■ STANDMAN, Wel wyfjen-lief! meent gy dan niet dat ik door myne fchriften achting verwerf, al laat ik den kneppel foms C 2  3* revolutionaire wZl2dë>™l Tnlyk hebben w? « 2or^ ™« ^ de Tien ' Cn de bevorderin? van 't algemeene heil te be,paalen - nUj vervolg AW/;V. CATHARINA. De fchurk kwam , en werd gehoord hy beefde ZJnëSt ~~T t6lken" a!s zvne ™S™ de mynen ontk~B ' W3S 1 °f h* «" Eeuwen aanval va/beroerte CHARLOTTE. f Dat's 't gevolg der fchuldigheid. CATHARINA. Men één woord, lieve vader en moeder! de Procureur den Chirurgyn,die't eerfte verband had geS Ztrri drftaat der wonde m^ * h"bbt; haalde Schandmcht gevoelig door , en de Prefident verwees hem tot een arrest van drie maanden op water en brood: ik zag hem door de dienders achteraf brengen dat my waar]yk omroerde; voQrds . «delyke vermaaning, en daarmede konde ik vertrekken. STANDMAN, hy omhelst C«h.rfn, met verrukking. Braave dochter! ik ben ten hoogflen over u voldaanO hoe zoet fmaakt my deeze vrnrhr »,„ a r ' die wy « hebben gegevenT ^ °PV°edl"g CHARLOTTE! zy omhelst Otharina,,* weent. Waardfte dochter! gy hebt u ten voorbedde aan uwe mede-zusters gefield.  HUISHOUDEN. 37 ELISABETH, na ook zy Catharini gikuscbt beeft, C 't welk , na haar, Maria mede doet,) tegen Standman. • Wel nu Papaatje! wat zegtgy nu van myn voorgevoel? STAND MAN, fpottcndc. Ja ja , uwe voorftellingskracht heeft u al knaphandig doen befeffen, dat hy, die by den Procureur der Gemeente word outhoden , ligtlyk een of ander gevalletjen aan de hand kan hebben. (Tegen Charlotte.) Zie daar moeder! een voorval dat onze grondftellingen ten nieuwen zuil verftrekt ; vooral daar het zo brandend contrasteert met het geval van de ongelukkige Louifa. CATHAR INA, verwonderd. Wat zegt gy, vader! ongelukkige Louifa? STANKMAN: Ja, meisjen, dat zeg ik, en met recht o wy hebben u veel te vertellen ; en om 't op ons gemak te doen , zullen wy met deeze Burgers een lekker morgendrankjen gebruiken. MARIA, Cathnrina ter zyde trekkende. Van fchoenen zult gy ook wat booren : (lagchende:) ik heb één fchoen verkocht voor vierdehalve gulden! CATHARINA. Eén fchoen! MARIA. Eén fchoen ! aan een' beeldig moojen jonge. C 3  3« Het REVOLUTIONAIRE S T A N D m A N. * Kom aan, wyfjen! tap eens op (erwyi Zl,ile, myne dochters myn ryfflrffe^b wel eens willen zingen ; ' is op het voorgevallene juist toepasfeiyk. (Tegen Werf aart en de andere foiaapen.) Kennen de Burgers de wy; van, Schep vnugde ia 't ,evci.? w e R K A A R T, en de. overige knaapen te gelyk. Ja ja wel, Burger Standman! STANDMAN. Goed ! dan kunt gy een chorus helpen maaken , a kent gy juist de woorden niet Vooruit meisjens i W E R K A A R T, ter-wyl Elifabeti) ziende dat er. nog niet gezongen zal worden , ver/rekt: vervolgend.- kqml zy -weder, en ^aat af en aan, ter ven richtinge van 7 een en ander huislyks. Burger stendman .' ik verzoek nog eerst het woord eens te mogen hebben. STANDMAN. 'T is u gegund, Burger! IV E R K A A R T. Ik ken uw cordaat char.afr.tr , daarom zal ik niet vee woordeii, ter bekleedinge van myn voorftel , gebruiken: het bevat usamlyk een verzoek om uwe dochter Catha< rir.a ter vrouwe te mogen hebben ; ik ben zo verrukl door haare deugd , als verliefd op haare fchoonheid, er verzot cp haare toverende kunst, en bevallige manieren...  HUISHOUDEN. 39 STANDMAN, lagchende, tcrzuyl Werkaart, dl hand Tan Caiharina kuscht. En komt dat alles u nu zo eensklaps, uit het Commité van Juflitie op 't lyf waajen? WERKAART. Neen, beste Burger! maar ik vond deeze gelegenheid zo juist gefchikt om 't u te opcnbaaren. STANDMAN. Wat zegt gy, Lotje 1 CHARL«TTE. Maar Standman! is dat nu iet waaromtrent men in zulk een woelig oogenblikbelluit? - ook is Kaatje nogvryjong. WERKAART, vrolyk. Maar, Burgeresfe moeder! die aanmerking doet, myns bedunkens, weinig af; uwe lieve dochter behoort, (dank zy de opvoeding die zy genoten beeft,) niet geracgIchikt te worden by de IFeener meisjens , van welken men zegt dat zy beneden de vy f-en-dertig jaaren, niet _ anders aangemerkt worden als Hechts onbedrevene, niets betekenende wezentjens; dewyl zy met geene mogelykheid eenig gerucht in de wereld kunnen maaken, beneden de veertig jaaren : (het woord veertig [preekt by zeer enderfiheidcnlyk en op een [pottenden toon uit.') STANDMAN. Hoe ftaat gy er meê , Catharina ? CATHARINA. Wet kaart doet zyn verzoek onder myn voorkennis, vadetl  40 Hu REVOLÜTIONAI'RE STANDMAN. Is hy een braave Jongen? CATHARINA. , Zoude ik hem kunnen beminnen, zo hy niet braaf ware? STANDMAN. Standvastig in de liefde,die vraag zal ik maar fpaaren; alle minnasrs zweeren ftandvastigheid ; doch zy bepwlen geen' tyd; en om te toonen dat zy eene onmogelykheid belooven, noemen zy ook eene onmogelyke duuring, zweerende eeuwig te zullen beminnen. WERKAART. Burger Standman! zo de vriendfchap van gelyken aart met de liefde is, dan zou de Burgeresfe uwe dochter, zig gerust kunnen (tellen; want wat de vriendfchap betreft, desaangaande durf ik van zeker Turkich verSjèn myne woorden maaken; het zegt: ,, Wy komen in deeze ,, wereld, wy huisvesten er, en wy vertrekken; maar hy ., die in myn hart gehuisvest is, vertrekt nooit." Een der K N A A P E N. A propos, W'erkaan'l gy fchynt met Turkyen bekend te zyn; maar ik hoop niet dat gy zeker fchoolmeester aldaar zult volgen; die had zyn nest op den top van een ctpresfen - boom , misfchien honderd voeten hoog , daar flïep hy in , en zyn vrouws nest was in den zelfden boom, eenige voeten laager; des was hy tog wel boven: maar, gevoelt gy? die afftand - - - -  HUISHOUDEN. 41 WERKAART. Zo blykt dan daaruit dat ook in Turkyen de fchoolmeesters gek zyn: ( Dit zeggrn verwekt gelach , terwyl het eenige der knaaoen gelegenheid vtrfchaft, om elkander met vroiyke ge ff rekken te onderhouden, gelyk uit hunne gebaarden duidelyk blykt.') STANDMAN, na zachtlyk in zyne handen geklapt te hebben, tegen Cutharina. Zyn kunst? CATHARINA. Voor huwelyks-kuschjens kan ik hoopen dat hy nsy verder les zal willen geeven, want om hem met geld,naar vereisch te betaalen, daartoe zyn onze omftandigheden te bekrompen. WERKAART, verrukt. Kaatje, Kaatje! gy vleit! S T A N D M A N. En de groote zaak? CATHARINA. De zaak des Vaderlands? WERKAART. Père ! voor de vryheid loop ik in den dood. STAND RIAN, cpwaards ziende. De hemel is boven uw hoofd vry helder, knaapjen; »■ wat dunkt er u nu vaa, Lotje ?  42 Het REVOLUTIONAIRE CHARLOTTE. 'Tgelukmyner kinderen is't myne, en ik heb hen in bun J wiegjens nooit met het rammelen van ketens in flaap gefust STANDMAN: hy klapt in zynt handt*; de knaa pen volgen hem daarin, en roepen allen te ge lyk : Heil zy de Btirgeresfe! Leeve Liefde voor vryheid , j Dan zyn wy goed. Kwetst men dan onzen naam en eer, Die wond geneest al fpoedig wéér, Daar rasch de faam den laster ftraft, En moed ons wraak verfcbaft: Deugd en verdienuen, enz. (Clwmt.% 3- Schoon 't geld maar fchaars by ons vernacht', Die laffe gril wordt Hechts belacht; Want hoofd of hand ter werk gefield, Dat geeft wéér ander geld. Deugd en verdienflen, enz. (C/urus.) 4- Sieekt dwinglandy het hoofd om hoog, En blikfemt ze uit het vorstlyk oog, De vryheidsmin ligt haar de voet, Zo dat zy vallen moet. Deugd en verjienften, enz. (Chnts.") 5- Bataaven! vormt u tot dien (land, Dan wordt weer 't fukklend vaderland, Europa's fchatkist als weleer; Dan kwynt de kunst niet meer; Deugd en verdienftes; enz. (_Ca)ru'.~) EIND E.