MAATSCH. DER ÏTEDERL. LETTERK. TE LEIDEN. Catal. hl. Geschenk van Tooneehtukken, 1841  BL IJ SPELEN.  Ridendo dicere verum, quis vetat?  BLIJSPELEN, VAN G-JEJUjKXT jBJL JLjBJE. met tlaaten. Te AMSTERDAM, Bij J. V E R L E M. 1789.   t aan, I GE^TO OT £ CHAP . f * \ X te :■ i 1 f acrar   VOORBERIGT. Treiter mijne Vaderlandfche Blijfpelen uitgeevende, ondervond ik, met genoegen, dat dezehen het oogmerk, Waarmede ik ze opjlelde, bij veelen mijner Leezers , bereikten dit was esne jierke aanmoediging voor mij , om op denzelven trant voorttegaan , en zeker had ik reeds het Ontwerp voor een Derde Deel gemaakt , het welk ik ook ter uitvoer zou gebragt heb~ ben, indien er geene Cefchiedenis was voorgevallen waardoor het woord Vaderlandfche voor mijne Blijfpelen, mooglijk ten ergernis zou verfirekt hebben- Ik liet derhalven dit Ontwerp rusten, en vatte, in Jlede van dien, eene geheel onpartijdige , doch niet min leerzaame Onderwerpen ter hand, om er eer;t mij zelve en daarna mijn geweezen Vaderland mede te vermaaken. • •< Een oogmerk, dat niemand anders dan zugtende Dweepers en wreedaartige vijanden in mij wraaken en benijden kunnen. De Gejchiedenis der Abderiten,van den vermaarden W i b l a w d, (door mij uit het Hoogduitsch vertaald , * 3 le-)  VOORBERIGT. leverde eene belangrijke en teffens vermaaklijke Jlof voor mijnen arbeid op. De Republiek deezer verwonderlijke Menfchcn , had het ongel'.'k, om ficeds tegen haar eigen weezenlijk belang aangekant te zijn* sn $m den buitenfpoorigflen eerbied aan dat geene te bewijzen, het welk noodwendig haaren welvaart verwoesten; haare Vrijheid kluisteren, en eindelijk haar geheel ten val brengen moest. Dit deed zij op eene wijze, die, in weerwil der ongelukken welken zij met zig Jleepten , echter in de oogen der verjlandigen en onpartijdiger ten hoogjlen belachlijk was. —■ De Leezer verwagte hier geen Gifihiedverhaal van den endergang van Abdera! Die lust heeft, leeze Wieland ef de vertaaling van de Gefchiedenis der Abderiterc. De twee eerfis Stukken zijn beiden uit deeze Gefchiedenis ontleend, en ondergingen alleen de noodige veranderingen, om ze behaaglijk en voor het Tooneel gefchikt te maaken. Ik heb het nuttige met het vermaaklijke poogen te Veréérttgen; mijn verfiandige Leezer cordeele Zelf in hoe verre ik damn geflaagd hen. Eens vooral, Beöordeelingen ,die ter loops, met vooroordeel of uit partijzugt, ten opzigte van mijne werken, in het openbaar, gegeeven worden, trek ik mij in 't geheel niet aan. De fchrijvtrs derzelven kunnen deczs hunne moeite dcrhalven wel befpasren, vermits zij er nimmer hun oogmerk mede bereiken  VOORBERIGT. ken zullen- Van gegronde aanmerkingen zal ik altoos een nuttig gebruik pogen te maaken. Mijn oude Landgenooten te vermaaken was mijn hoofdoogmerk; dit te bereiken is mijne grootjie voldoening. Antwerpen, den 3 April, 1789. IN-