MAATSCH. DER NEDERL. LETTEUK. TE LEIDEN. Catal. bl. Geschenk van Tooneelstukken , 1841,  D E ALGERYNSCHE LANDVOOGD.   D E ALGERYNSCHE LANDVOOGD, TOON E E L S P EL, MET ZANG. gevolgd naar het fransche L E CO R S A I li E. Te AMSTELDAM, by j. helders en a. mars, in de Nes, 1785. iict Pririlegie,   VOORBERICHT. /&ie hier eene naarvolging van het Franfche ftuk Le Corfaire. Ik heb hetzelve de Algerynfche Land voogd genoemd, vermits ik meende dat de /land, waar in Mahamet in dit ftuk voorkomt, niet wel over een te brengen was met het denkbeeld dat wy gewoon zyn ons zeiven van een'' kaper {hoedanig men het woord Corfaire zoude moeten vei taaien} te vormen: want jchoon deze, middelen genoeg bezittende, wel een ferail zoude kunnen onderhouden, zoude liet echter ongerymd zyn hem die magt toe te kennen, die hem, het geheele Franfche ftuk door, gegeeven word en die hy ook buiten dat ferail oeffent. Daar en boven heb ik hier door gelegendheidgekregen om aan de reize die Mahamet naar de ft ad Algiers onderneemt eene andere beweegreden tegecven. In het Franfche ftuk wi hy derwaarts gaan , om uit hoofde van een verraad dat tegen hem gefmeed word, den byftand van den Dei te verzoeken. Daar derhalven dit verraad reeds ontdekt was, zoude Mahamet daar tegen eenigzints op zyne hoede hebben kunnen zyn, en het zoude eene groote onvoorzichtigheid van hem geweest zyn, zyn voorneemen om tot ft uiting daar van naar Algiers te vertrekken, zo algemeen bekend te maaken, vermits dit natuurlyker wyze de faamgezworenen tot de fpoediger uitvoe~ ring daar van moest aanzetten; be halven ook dat de ontdekking die Florville op het einde van het derde bedryf van dat verraad doet, meer treffende is wanneer hetzelve nog geheel verborgen is gebleven, dan wanneer hy daar van reeds bewust **> gehk hy in het Franfche ftuk door Mahamet zelven daar A 3 van  VOORB ERICHT van onderricht word, ah deze in het ijle tooneel van het ide bedryf tegen hem zegt: Je fuis dans un peril extréme: On trame contrc moi le complot le plus noir Ik heb derhalven de oorzaak der rcizc van Mahamet toegefchreven aan de gewoonte die de Beis of Landvoogden in het Algerynfche ryk verpligt jaarlyks naar de hoofdplaats te vertrekken om eene zekere fchatting aan den Dei op te brengen (Laugier de Tasfy, befchryving van het koningryk en de ftad Algiers ade boek 8fte hoofdftuk). Uier doorword de ontdekking van t verraad, waar van nu voor afgcenc de ti/infte melding gemaakt word, gchee leital aan Florvillc toegekend'; zo dat Ma hornet zyne redding uit het hem dreigende gevaar alleen aan zynen vriend verfchuldigdisen dus in eene mg ft erker vei p ligt ing jegens hem gefield word. Voorts heb ik achter de laat ft e Aria , die door Zima gezongen word, eenige regels gevoegd die in het Franfche ftuk niet gevonden worden; dan daar de onverwachte wederkomst van Mahamet haar zekerlyk verwondering moest baaren, en zy derhalven van de reden daar van en van de edelmoedige daad van Florvilk behoorde onderricht te worden , hetwelk in den Slotzang Finale niet volledig genoeg gefchied; kwam het my niet eng fchikt voor het verhard daar van, in eene voorafgaande korte tusfehenjpraak, wat meer duidelyk voor te fiellen. In'  VOORBERICHT. Indien de bovenftaande veranderingen (waar uit eenige mindere zyn voortgevloeid, waar van ik hier geene melding zal maaken) de goedkeuring vanTooneelkundigen mogen genieten , zal ik myn oogmerk ten vollen bereikt hebben ; terwyl ik en dezen en alle beminnaars der dichtkunde verzoeke de begaane mis/lagen gunftig voorby te zien , voor aW de zulken die zy in de Zang ft ukken ontmoeten, als van welker behandeling groot e dichters, die in dat vak arbeiden, zeiven meerdau eens de moeijelykheiderkend hebben. E. G. van BEAUMONT. A 4 PER-  PERS OONAADJEN. MAHAMET, Landvoogd in eene der zeehavens van het ryk van Algiers. FLORVILLE, een Franschman, flaaf van Mahamet. ZIMA, begunfligde mimi aar es van Mahamet. JULIA, minnaares van Florville, en flavin van Mahamet onder den naam van Florentine. LIZETTE, kamenier van Julia. NARZIT, opziender van het ferail van Mahamet. EERSTE SIPIER. TWEEDE SIPIER. WACHTEN. Het tooneel verbeeld in de twee eerftebedryvcn een"'der tuinen van Mahamet; aan de eene zyde ftaat een zomerhuisje op de Oosterfche wyze gebouwd meteen balcon, waar op Zima, als zy op het einde van het tweede bedryf op het tooneel komt, verfchynt ; aan de andere zyde is een falon. In het derde bedryf ziet men de zee en voor dezelve het bosch, waar in fchuins over eikanderen twee torens geplaatst zyn waar in de gevangenen bewaard worden, en op dcwelktn een plat of omgang is , waarop dezen zich kunnen begecven om lucht te fcheppen. By het opengaan van het gordyn zit Florville, in eene pein. zeilde houding, voor het falon.  D E ALGERYNSCHE LANDVOOGD, TOONEELSPEL. EERSTE BEDRYF. EERSTE TOONEEL. FLORVILLE, alleen. ]VI/ii waarde Julia, 'k ben dan van u gefcheiden! 'k Vind van uw byzyn en myn vryheid my beroofd! Reeds naderende aan 't heil my door uw trouw beloofd, Zie ik op 't onverwachtst my verr' van u geleiden. Wie weet of niet uw hart Florville thans vergeet! Dit denkbeeld baart myn ziel het allergrievendst leed. ROMANCE. Wat fmart, ö Julia! Doet my uw afzyn lyden ! Micts kan myn hart verblyden, Waar ik myne oogcn fla. Zal 't leed dat tny doet kwynen Dan nimmer zyn verzagt! 'k Zou 't licht niet meer zieu fchynen,' Zo ik aan u niet dacht. A 5 6He*  io DE ALGERYNSCHE LANDVOOGD, ö Hemel! kan 't gefchiên, Dat zy my word' hergccven! Ik gaf met vreugd myn leven Om haar dén' dag te zien. Door haar zo lang te derven Lyd ik de wrecdfte pyn. 't Is minder zwaar te fterven, Dan vcrr' van haar te zyn. Moest ik genoodzaakt zyn een reis my te onderwinden Op 't oogenblik dat ik met haar my zou verbinden L En moest die tocht voor my zo ongelukkig zyn! Met reden mag ik van myn noodlot my beklaagen. Ik hoopte binnen kort in mynen wensch te flaagen, En word in dit gewest flaaf van een' Algeryn. My word door Mahamet, 't is waar, veel gunst bewezen, Hy fchenkt my alles en verligt myn flaverny Door zyne vriendfchap; doch dit kan my niet genee zen Van al de fmarten die ik om haar afzyn ly. Zyn mildheid kan my nooit een waar genoegen geeven: Daar toe word Julia te flerk van my bemind. Veel liever wilde ik thans met haar behoeftig leeven. Oprechte liefde word door fchatten niet verblind. TW E EB E TOONEEL. FLORVILLE, NARZIT. NARZIT. Üen kaaper, hier zo (taks van Tunis aangekomen, Brengt dezen brief voor u. DER.  T O O N E E L S I' E L. u DERDE TOONEEL. FLORVILLE, alleen. emcl! wat geluk! Myn hoop word my dan niet ten eenemaal benomen, En 't zien van haare hand vermindert reeds myn' druk. (der. brief openende.} (fchreven! Hoe! reeds drie maanden fints zy heeft dien brief geDoor welk een ongeluk word die zo laat befteld? (iïy leest.} „ Waarde Florville! het toeval't welk u verpligtte my „ te verlasten in het tydft.p, waar in wy meenden ons hu„ welyk te voltrekken, is voor my van een ongelukkigge„ volg geweest. Mynvoogd,die onze vereeniging fteeds „ met tegenzin zag, heeft getrrcht van uw afwezen ge„ bruik te maaken en alles in 't werk gefield om myn hart ,, van u te verwyderenj doch zulks doorzyneredenen „ niet kunnende verkrygen, hcefthy my de ongehoordfte „ behandelingen aangedaan. Dan eindelykismynlotver„ anderd; nadien ik door zyne onverwachte dood volko- men meesteresfe vrn myzelve gelanten ben. Ik heb van „ myne vryheid gebruik gemaakt om naar u te verneemen; „ doch langen tyd te vergeefs alle vlyt aangewendheb„ bende om uw verblyf te ontdekken, ben ik eindelyk „ gewaar geworden, dat het fchip waar mede gy vertrok- kcnzyt, genomen en in Tunis opgebiagt is, alwaar „ gy tot flaaf zyt gemaakt. In-  u DE ALGERYNSCHE LANDVOOGD, In Tunis! wie toch heeft haar dit berichtgegeeven? Maar laat my verder zien wat ze in den brief my meld. (Hy leest.) ,, Ik vlieg om my naar u te begeeven; het geen ik be„ zit is, zo wel als uwe inkomften , gering ; doch zo het „ niet kan toereiken om uwe boeijen te verbreeken, zal ik ten minden die te faamen met u draagen, nadien het „ zelfde lot ons beiden moet wedervaaren , en gy daar „ door een blyk zult ontfangen van de oprechte liefde „ van uwe 'JULIA. Helaas! ik beef wanneer ik inzie de gevaaren Waar in zy zich begeeft, terwyl zy vruchtloos tracht My weêr te vinden. Ach! waar 't flechts in myne raagt Om door myn' byftand haar voor onheil te bewaaren. ARIA. Wreedaartig lot, om welke reden Hebt gy my hier gebragt? Myn ziel gebukt voor uwe magt, Word fteeds door nieuwen ramp bedreden, 'k Wicrd door een zagte hoop gevleid, ó Julia, myn eenigst zielsverlangen. Door dezen brief van u te ontfangen Scheen my een beier lot bereid, 'k Vind my bedrogen, Myn hoop vervlogen, En ben door ydle vreugd misleid. FIER-  TOONEELSPÊL. 13 VIERDE TOONEEL. FLORVILLE, MAHAMET, geduurende de voorgaande Aria op het tooneel gekomen zynde zender door Florville gezien te worden. DUO. FLORVILLE. *k Bid u, Hemel, keer Den ramp van myn beminde! Geef, op dat ik haar vinde, My myne vryheid weêr! MAHAMET, ter zyde. Wel aan, dat hy gelukkig zyï (tegen Florville.) Florville! ik maak u vry. FLORVILLE. 6 Hemel! kan het mooglyk wezen! MAHAMET. Keer weêr tot haar voor wie gy blaakt: Laat dit geluk uw zinnen ftreelen. Myn ziel zal deelen In alles wat uw heil volmaakt. TE SAAMEN. Ach ! wat vcrblyden ! ]k zie iny7 , , , , > van druk bevryden, Gy ziet u j Daar uwe 1 C myn "5 .. > hand < > boeijen flaakt. Daar myne _) c. uw j MA"  14 DE ALGERYNSCHE LANDVOOGD, MAHAMET. ó Ja; Florville, 'k lchenk aan u de vryheid; ga, Begeef op 't fpoedigst u narr uwe Julia; Op dat ge in haar bezit volkomen rust moogt vinden. Al myn verfangen drekt om aan u wel te doen. De vriendfchap blyve ons aan eikanderen verbinden! Dit is de prys dien ik begei-r voor uw rantzoen. FLORVILLE. Weldaadig vriend, zo lang ik op deze aard'zal wezen, Blyft myne erkentenis u dankbaar toegewyd. MAHAME T. Ik ken uw hart en weet dat gy befcheiden zyt, Derhalven zal ik thans in 't myne u ook doen leezen. Zo gy fomwylen my zwaarmoedig hebt gezien, Zo dat ik meenigmaal uw byzyn fcheen te ontvlién; De liefde alleen, myn vriend,was oorzaak dier ontroering. Thans is hier een flavin, die, hoe'k my moog'beraên , Het my onmooglyk maakt myn drift te wederdaan: Ik min haar; ja, Florville, ik min haarmet vervoering. Haar naam is Florentine en uit een Fransch gedacht Gefproten, is ze onlangs aan deze kust gebragt. Wat heilryk lot zo 'k my van haar kon doen beminnen! FLORVILLE. Hoe! dek gy Zima dan geheel uit uwe zinnen, Wier tederheid u fchenkt ail' wat uw ziel begeert? MAHAMET. f^,^ 'k Schaam my myne ontrouw; maar de liefde kent geen Geea  TOONEELSPEL. 15 Geen drift, hoe fterk die zy, kan by de myne haaien: Ik voel myns ondanks dat haar kracht my overheert. Schoon Zima my nog houd geboeid aan vriendfchaps banEn myne ziel voor haar de zuiverfte achting voed; (den De fchoone Florentine ontfteekt in my een' gloed Dien ik niet dooven kan, hy is te fel aan 't branden; Doch kan niet duurzaam zyn: want hy is al te lterk. Dies zal ik met den tyd tot Zima wederkeeren; Zy zal dan als voorheen weer in myn hart regeeren. Intusfchen draag ik zorg dat zy thans niets bemerk'. FLORVILLE. Tot welk een droefheid zal haar uw verkoeling ftrekken. Gy kunt onmogelyk die lang voor haar bedekken. Hoe dikwyis hebt gy haar beloofd dat ze onverdeeld Uw hart bezitten zou? haar met die hoop geftreeld? Toen gy haarzeide: 'kvind, fintsu myne oogen zagen, Geene andre fchoonheid die myn zinnen kan behaagen. MAHAMET. In dien tyd had ik nooit een Franfche vrouw gezien. In haar vereent zich aü' wat iemand kan verrukken: Elk een moet, eer hy't weet, voor haar vermogen bukken: Geen ftervling die de kracht daarvan kan weêrftand bién. Een zeker iets, \vaar ik geen'naam aan weet te geeven, En dat men vruchtloos in een' andren laudaart tracht Te vinden, boeit de ziel, fchenkt aan de liefde't leven; Deinneemendheid,naar't fchynt, is door haar uitgedacht. Maar 'k hoor dat zy zo ras niet minnen als behaagen; Men  15 DE ALGERYNSCHE LANDVOOGD, Men moet veel moeite doen om haar genegenheên Te winnen: zeg my eens hoe ik my moet gedraagen En op wat wyze ik haar het best kan overreên. FLORVILLE. Tracht door oplettendheid in haare gunst te raaken; Verberg de hoop dat gy haar ligt verwinnen zult; In all' wat zy begeert zy ftraks haar wensch vervuld; Laat ze u fteeds ieverig naar haar bezit zien haaken. Doch als haar uw gelaat al 't vuur der liefde toont, Moet geen onvoeglyk woord aan uwen mond ontglippen, Zie toe dat gy haar nooit door uwe reden hoont: De drift zy in uw oog en de achting op uw lippen. .ARIA. FLORVILLE. In 't minnen moet men met beleid Zich by een Franfche vrouw gedraagen: Wen kan baar 't allermeest behaagen' Door zorg en tedre oplettenheid. En als men op die wyz' mag flaagen, Is'er geen zege die meer vleit. Zo trotsch van hart als zagt van zinnen," Veracht ze een' die baar wetten geeft; De dwang, waar van ze een afkeer heeft, Zal nooit haar fiere ziel verwinnen. Maar als men zich wil doen beminnen, Moet men zich zclven met beleid Omtrent een Franfche vrouw gedraagen: Men kan. enz. Na  TOONEELSPEL. 17 Na een' zagcen tegenftand , Gevoelt baar ziel het minvermogen : Liefde krygt dan de overhand ; 't Hart.ontvlamt en word bewogen. En daar ze allen trots verbant, Zegt u de ontroering van haare oogen; In 'c minnen enz. MAHAMET. (gebied Zoude ik haar dwingen! neen: fchoon in het Turksch Zulk een gewoonte heerscht, my kan zy niet vernoegen. Dat een flavin zich hier naar mynen wil moet voegen Mishaagt my, zo 'kmyn' wensen alleen door magt geniet, 'k Wil niet dat Florentine ooit myn gezag zal vreezen: 'k Wil haar aan liefde, niet aan dwang verfchuldigd wezen; Den weg my baanen tot.haar halt door myn gedrag, FLORVILLE. Door die gevoelens zult gy haar het meest bekooren. MAHAMET. Schoon wel myn vrieudfehap iets, naar 'tfchynt, op haar vermag, (hooren. Schuwt zy nochtans myn oog en doet geen woord my FLORVILLE. Wat meerder aandrang is in dat geval niet kwaad. "t Ontmoeten van uw oog zou zy misfehien niet myden Zo ze onverfchillig was ; zy zal niet Itraks belyden Air wat haar hart gevoelt: een vrouw zoekt in dien ftaac Twee zaaken zeer gefchikt tot ftreeling haarer zinnen: b zy  18 DE ALGERYNSCHE LANDVOOGD, Zy wil voor eerst den roem van tegenftand te biên; Vervolgens het verinaak van zich te zien verwinnen. MAHAMET. 'k Verfta u; de aanval moei wat fterk door my gefchién. FLORVILLE. 'tTs, tusfchen ons gezegd, iets dat ik u zou raaden. Somwylen mag men wel wat onderneemend zyn. Een weinig (toutheid, mits men voor den minsten fchyn Van ongevoeglykheid zich wachte, zal niet fchaaden. Men moet, dit is de zaak, in alles wat men doet Door tedre aandoenlykheid het vronwelyk gemoed Ontroeren; zich vol vuur en teffens kiesch gedraagen. Zie daar het gantsch geheim om welby haar te (laagen. MAHAMET. My komt iets in den zin: eer ge u van hier begeeft, Kan my uw doorzicht in die zaak tot nut verflrekken. Gy zult ons faamen zien: zie of gy kunt ontdekken Dat myne liefde reeds haar hart getroffen heeft. Misfchien zal zy met u min achterhoudend wezen; Sla alles gade en fpreek haar in myn voordeel aan. Bewyl gy elders mint, behoef" ik niet te vreezen Dat iets u hindren zal in my ten dienst te Maan. Wees nochtans op uw hoede, ik wil u niets verzwygen ï Breng u niet in gevaar als gy haar fchoonheid ziet. Laat die op uw gemoed nooit de overhand verkrygen. In zulke omftandigheên kent gy myne inborst niet. A R I-  TOONEELSPEL. 19 ARIA, MAHAMET. De vriendfehap doet myn harte blaaken, Zy ftreclt myn zagt en teer gemoed. De ftille rust der vreê te fmaaken, Is voor myn ziel liet hoogfte goed. Maar als ik my zie Wederftreeven, Moet ieder voor myn woede beeven. 't Vuur word ontrtoken ; Myn bloed begint te kooken; Niets kan myn dr:ft wecrflaan. Al wie my durft trotzeeren , My in myn min braveeren ; Blaast myne wraakzucht aan. In vriendfehap ben ik teer, aandoenlyk. In minnenyd ben ik verwoed en onverzoenlyk. Ja; als ik my zie? wederftreeven , Moet ieder, enz- FLORVILLE. Wees niet beducht voor my , gy kunt my vry vertrouwen. Wie zo gelukkig is dat Julia hem mint, Loopt nimmermeer gevaar door anderen te aanfehouwen. MAHAMET. 'k Denk dat de vriendfehap ook te flerk ons faam' verbind, Dan dat ge in alles niet haar heilig recht zoud eeren, 'k Ga thans naar Florentine en zal ftraks herwaarts keereu. Wanneer ik dan met haar op deze plaats verfchyn, Verzoek ik u dat gy hier insgelyks wilt zyn, B 2 Om'  £o DE ALGERYNSCHE LANDVOOGD, Om my te helpen in myn' wensch haar voor te draagen* FLOR VILLE. 'k Ben u te veel verpligt om iets, in wat geval 't Ook zy, u af te (laan: ik ga flechts even vraageu, Of 'er in 't kort een fcliip zeilvaardig wezen zal. V T F D E TOONEEL. MAHAMET, NARZIT, die op het einde van het voorige tooneel is ingekomen. NARZIT. D ie Franschman zal weêr naar zyn vaderland vcrtrekGy hebt de vryheid hem zo gunftig toegeftaan. (Xen> Ach ! dar ge uw goedheid ook tol my thans uit woud ftrekEn my vergunnen om met hem van hier te gaan. 0ien* MAHAMET. Gy my verlaaten! wat mag u daar toe bewegen? Verklaar me om welke reen gy dat verzoek my doet. NARZIT. Zo ik u ongeveinsd de waarheid zeggen moet, De post, dien ik bekleed, flapt my geweldig tegen: Dies wenschte ik dat ik myn ontflag daar van ontfing. 'k Wou gaarne een reisje doen, my zclven wat verluchten. Gy zyt verliefd, dat fpelt my vry wat ongenuchten:, 't Bewaaken van 't ferail is een verdrietig ding. Men zal op Florentine en Zima moeten letten, Wier onderlinge hart zo nartlyk wezen zal, Dat zy, hoe waakzaam men moog' zya in dit geval, In  TOONEEL SPEL. 11 In ttant zyn om het ajl' in rep en roer te zetten. Die zaak bevalt my nier; 'k vrees liet gevolg daar van. Twee vrouwen die elkaér een minnaars hart betwisten Zyn twee leeuwinnen die geen mensen regeeren kan. Ook brengt haar tweedragt meer gemoederen aan 't gisten, Naar maate een ieder de eene of andre is toegedaan. Dies zal 'er menig een weêr naar de torens gaan ; Waarvan de wacht aan twee rampzaalge renegaaten Bevolen is, die nooit elkaêr met vrede laaten. Doch 't geen mv 't allermeest brengt in verlegenheid, Is dat ik altyd moet by Florentine aanfehouwen Een aartig kaïneniertje , een allerlieffte meid; Maar diemy drommels plaagt en telkens praatvan trouwen, 'k Geloof in waarheid dat zy ernftig my bemint. Schoon ik haar weigren moet, wilde ik voor 't lieve kind, Indien't my mooglyk was, de reden wel verzwygen. Zy denkt, naar ik bemerk, my tot haar' man te krygen; Doch 't is haar onbekend dat een barbaarfche wet Den armen turkfehen knecht het huwelyk belet. Daar is zy. M A H A M E T. 'k Maak u vry; gy kunt uw' wensch genieten. ZESDE TOONEEL. MAHAMET, NARZIT, LIZETTE. MAHAMET. Myn engel, wees gegroet! al't geen waar ik naar haai B 3 fs  sa DE ALGERYNSCHE LANDVOOGD, Is dat ik uw meestresfe en u gelukkig maak'; Op dat u nimmer iets mooge op dees plaats verdrieten, 'k Wil dat men Florentine op haaren wenk bedien'. Kan ik thans by haar gaan ? lizette. Zo gy zulks moogt verkiezen , ó Ja; myn heer. mahamet. 'k Wil dr.n geen oogcnblik verliezen, Daar ik 't heelal vergeet wanneer ik haar mag zien. ZEVENDE TOONEEL. lizette, narzit. lizette. JVIen kan zich waarlyk hier niet van zyn Iotbeklaageu. In meende dat een Turk een vreeslyk fchepzcl was; Doch hem te vrcczen komt, naar'k zien kan , niet te pal. Dit land bevalt my wel; nooit fleet ik beter dagen, Wyl ik thans alles heb wat iemand wenfchen kan. 'k Vind Mahamet een braaf en allervriendlyksr man, Die myn meestresfe fchenkt wat zy ook moog' begeeren, En 't fpreekwoord zegt: gelyk de meester is de knecht. Hy handelt wel met haar, gy leeft met myniet flecht. Zo dat ik niet verlang naar Frankryk weêr te keeren. narzit. Naar allen fchyn hebt gy dan niemand daar bemind. lizette. (ken. ''Och ! neen; ik heb nog nooitmyn hoofd daarmee gebro» Ver-  TOONEEL SPEL. 23 Verliefd te zyn, zeide ik , is dwaasheid; maar'kbevind Dat ik ter dier tyd wat voorbaarig heb gefproken. 'k Zie dat men niets, zo lang men leeft, verzeggen moet. Veeltyds moet, eermen daar op denkt, de reden wyken; ■ De liefde fchynt ons dan vermaakelyk en zoet. Dunkt u dat ook zo niet? NARZIT. Och! ik en my 's gelyken Zyn in die zaakcn juist niet al te zeer verlicht. Doch gy zyt al te fchoon dan dat gy op uw jaaren Niet minnen zoud. LIZETTE, ter zyde. 'k Geloof dat hy zich wil verklaaren» (Tegen Narzit.) In ernst, ik bid u dat gy my eens onderricht. Is 't minnen een vermaak, of zou het zotheid wezen? Ik wilde in 't eind daar van de waarheid wel verdaan. Somwyien word het als iets aangenaams geprezen, En dan gaat elk 'er weer geweldig tegen aan. Ik laat de zaak aan u. NARZIT. Wat zal ik daar van zeggen?... 't Is waarlyk iets waar op ik u niet dienen kan. 'k Ben buiten ftaat om dat behoorlyk uit te leggen. LIZETTE. Men heeft nochtans altyd daar eenig denkbeeld van. (ter zyde.) Hy iswatbloö, 'k dien van myn' kant wat byte komen. B 4 EER.-  £4 DE ALGERYNSCHE LANDVOOGD, NARZIT, ter zyde. Zy tergt my Wéér: het fchyntdat zy heeft voorgenomen Om niet te rusten zo 'k haar alles niet ontdek. Hoe drommel red ik my het best uit dat gefprek? (tegen Lizette.~) 't Beminnen is 't niet all', men moet daarby behaagen, LIZETTE. Al wie oprecht bemint heeft hoop om wel te flaagen; Doch gy begrypt wel dat men nimmer met fatzoen Een meisje vergen kan om d'eerften (lap te doen. NARZIT. *k Zal openhartig u de waarheid dan omleeden. 'k Ben van gedachten om in 't kort op reis te gaan : Ik heb reeds myn ontflag en denk in dienst te treeden By iemand die van daag of morgen hier van daan Vertrekt: daar is hy zelf. J G T S T E TOONEEL. LIZETTE, NARZIT, FLORVILLE. FLORVILLE. Xloe! wat komt my te vooreil? Lizettc! LIZE TT E. Hoe! zyt gy 't, myn heer Florville? FLORVILLE. Waar Is myne Julia ? LI»  TOONEEL SPEL. 25 LIZE T T E. Ze is hier: ik ben met haar Op reis gegaan om u in Tunis op te fpooren; Doch ruim een maand geleên zyn we in dit land gebragt* Op dat men echter van haar oogmerk niets zou weeten, ïleeft zy, fints al dien tyd, zorgvuldig haar gedacht Verborgen en zy laat zich Florentine heeten. FLORVILLE. (Wjfc. Wat zegt ge ? ik beef! myn hart gevoelt een' doodfchen Die naam klinkt my gelyk een donderflag in de ooren. Ze is dan voor Mahamet! zo in het oogenblik Deed hy my zulks verftaan: ik ben gewis verloren. LIZE TT E. Bczadig u, myn heer! Hel u niet hooploos aan. • NARZIT. Waar toe die fterke drift? wat heeft men u misdaan! FINALE. FLORVILLE. Wat moet ik hooren! Helaas! ik ben verloren En alles (laat myn hoop ter neer! LIZETTE, NARZIT. Wee-s toch bedaard. FLORVILLE. 'k Ontzie niets meer. LIZETTE, NARZIT. Gy moet uw drït betoomen : Bedwing u toch, myn lieer. FLOR-  26 DE ALGERYNSCHE LANDVOOGD, FLORVILLE. Ach! wat heb ik vernomen! Neen, neen; 'k ontzie niets meer. LIZETTE, NARZIT. Myn waarde meester, 'k bid, bedaar. Denk dat Mahamet kan komen. FLORVILLE, by zich zeiven. Bedwingen we ons in dit gevaar Om geen erger leed te fchroomen. LIZETTE, NARZIT. Bedwing u toch : want hy is daar. NEGENDE TOONEEL. DE VOORIGEN, MAHAMET, JULIA. MAHAMET. ó Schoone Florentine! Verban uw zielsverdriet. Dat alles u hier diene ! Regeer in dit gebied. MZETTE, ter zyde JULIA. tegen Julia. Ja;'t is uw minnaar dien gyziet, Maar laat daar van toch niets bemerken : Want gy zoud zyn' val bewerken. Helaas! helaas! Ach! verraad u zelve niet. Verraadenwy ons niet. MAHAMET, tegen Julia. Zie hier een' landgenoot. Dat de \reu:d van hem te vinden Thans uw geluk vergroot'!  TOONEELSPEL. 27 (Tegen Florvilie.) FLORVILLE, ter zyde. Eji gy,o waardfbe myner vrinden'. Daar gy liet uur geboren ziet Ach ! wat verdriet! Waar op gy kunt myn heil btwerken , Vergeet thans uw belofte niet. Helaas! vrrraaden wy ons niet. MAHAMET. JULIA, FLOR- N AB.ZIT ter zyde, V1L L E , tei zyde. tegen Florville. Daar gy het uur gebo- Ach! wat ver-Tracht tot uw eigen ren ziet. «n» ^ia'. mit te werken. Spreek voor uzclv'; . LIZETTE. maar laat niets mer- Ja; 't is uw minnaar Helaas ! verraadenwy ken. dien gy ziet; enz. ons niet! Verraad u niet. FLORV ILLE, tegen Julia. Aanfchouw, ó Florentine ! Hem die u mint en achr. Dat hem de hefde dienc In 't heil dat hy verwacht. JULIA. Alreeds ziet Florentine Haar leed door 't lot verzagt. Dat dit haar verder dicne , Zo word uw wensch vulbragt. MAHAMET. Zy doet zich in myn voordeel hooren. Hoe kan dit myn ziel bekoorenl Gy hoort wel wat zy van my zegt. FLORVILLE, ter zyde tegen Lizette. U 't wel van my dat zy dat zegt ? Ik begryp dat nog niet recht. ^  ö8 DE ALGERYNSCHE LANDVOOGD, LIZETTE, ter zyde NARZIT, tegen Maha» tegen Florville. niet. Ja; 't is van u dat zy dat zegt. 't Is Wis van u dat zy dat zegt. MAHAMET, JULIA,FLOR- LIZE TTE,N AR- tegen Florville. VILLE, ter zyde. ZIT, ter zyde te- ,. gen Florville. Ga voort en traent b haar te overreedan. , , Ga voort, ftelhem tc Gy zet de zaak geen , , , r, i i vreden. nadruk by. Helaas! Zeg haar, datzy word Wat oogenblik aangebeden. voor my! Dat haar hart te vre- Volhard in uwe vci»- éentj. z™y'- FLOR.VILLE, voor Julia nederknielende en huare hand neemende. Ik zweer voor hem dies gy hier ziet, Dat hy zyn trouw nooit zal verbreeken. MAHAMET, Florville doende opftaan. Met uw veilof; gy doet daar iet Waar ik my wel bekwaam toe reken. MAHAMET. JULIA, FI.O R-LI7.ETTE, NARVILLE, ter ZIT» ter zyde tegen zyde. Julia en Florville. *t Is tyd om zelf te Ik moet en durf niet Bedwing u toch in 't fpreeken, fprceken. Iprecken. Opdatikmyn'wensch Wat verdriet! ach!wat Ach! verraad u zeigeniet', verdriet! ven niet. MAHAMET, tegen Julia. 'k Zweer dat nooit iets den liefdegloed Zal in uw minnaars hart verdom en. Ontfang aan uwe knier, den eed dien hy thans doet. TIE N-  TOONEELSPEL. 29 TIENDE 1 O O N E E L. DE VOORIGEN, ZIMA. ZIMA. Wat durft gy haar bclooven? Staat u deze ontrouw vry? Wat deed ik u, om my uw hart te ontrooven ? Verrader, antwoord my. ALLEN behalven Zima. Wat razcrny! MAHAMET, tegen Julia. Kom; laaten we ons van hier begeeven: Be minnenyd maakt haar verwoed. Maar 'k zal hier die u wil doen bceven, Wc! toonen dat ze u eeren moet. Mahamet vertrekt met Julia. ZIMA. Wat mocc ik hooren ! Helaas! ik ben verloren En alles (laat myn hoop ter neêr. LIZETTE, FLORVILLE, NARZIT. Wees toch bedaard. ZIMA. 'k Ontzie niets meer. LIZETTE, FLORVILLE, NARZIT. Keer tot u zelve weer. ZIMA. Op dien barbaar en haar die hy bemint Zal ik my daadlyk wraak verlchafFen. FLORVILLE, ter zyde. Ach ! welk een ramp, zo ze iets zich onderwind! (te*  So DE ALGERYNSCHE LANDVOOGD, (tegen Zima.) Befluit nog niet om hen te firaflen. LIZETTE, FLORVILLE, NARZIT. Hoor tocli naar ons eer ge iets begint. FLORVILLE. Tracht uw drift te wederftreeven, Door onze hu'p word gy gered. Dat men my de flavin doe geeveu En haar ontroove aan Mahamet. ZIMA. Welk een hoop doet my herleeven ! Hoe'. bied gy my uw'byftand aan! Ik zal u de flavin doen geeven ; Maar kan ik zekeropugaan? LIZETTE, FLORVILLE, NARZIT. Laat alles op ons (taan. Ja; gy kunt zeker gaan. ZIMA. Men kan hier alles hooren ; Begeevcn we ons dan hier van daan. Dat men ons niet kom' ftooren Als we ons te faam' beraen. ALLEN te faamen. Daar is nog niets verloren. Wat vreugd word myne ziel gewaar! Ik voel de vreugd herboren En vrees thans geen gevaar. Daar is nog niets verloren, De liefde werkt met or.s te gaer. Einde van het Ecrfle Bedryf. TWEE-  TOONEELSPEL. 31 TWEEDE BEDRYF. EERSTE TOONEEL. ZIMA, alleen. RECITATIVO. Welk een verwarde drift ontroert thans myn gemoed? Ik voel dat liefde en fpyt myns ondanks my beftryden. 6 Mahamet! daar gy myn ziel zo veel doet lyden, Kan 't wezen dat ik nog voor u die liefde voed! ARIA. Keer toch weé.r, verligt myn fmart: *k Min u ahyd even teder. Keer tot uwe Zima weder. Gy -egeert fteeds in haar hart. Maar zo hy my veracht en zich niet laat verwinnene Dat alle zucht voor hem verdwyn'! 't Is niets zich niet te zien beminnen; Maar 't is een hoon niet meer bemind te zyn. Helaas ! na 't geen hy heeft misdreven, Blyft myne ziel hem nog getrouw: Een oogenblik van waar berouw, En alles is hem weêr vergeeven. Maar zo hy my enz. Ik moet in deze zaak te werk gaan met beleid, Om des te zekerder myn onheil af te wenden: Voor al is 't nodig haar, wier tegenwoordigheid My 't meest in myn ontwerp zou hindren, weg te zenden. Beginnen wy daar mee. TWEE-  32 DE ALGERYNSCHE LANDVOOGD, TWEEDE TOONEEL. ZIMA, FLORVILLE. FLORVILLE. Mag ik in 't eind, mevrouw,. My vleijen dat ik zal myn leed te boven komen? ZIMA. Het fchikt zich alles wel; in 't kort ziet gy uw' rouw Verzagten ; doch er moet een aanflag ondernomen Waar toe 't geluk u dient: ik heb zo ftraks ontdekt Dat Mahamet nog eer dan gy van hier vertrekt; Vermits hy in Algiers de fchatting gaat betaalen Die jaarlyksch aan den Dei moet worden opgebragt. Neem dezen tyd dan waar om Julia zyn magt Te ontrukken; wyl hy dus u niet kan achterhaalen, FLORVILLE. Kan ik tot dat bedrog befluiten? ZIMA, In de daad Ik vind uw kieschheid vreemd: hoe! aarzelt ge in den Haat Waar in gy u bevind? gy moet ftraks vaardig wezen Om, daar ik u thans help, ook my ten dienst te ftaan; Of ik beveel 't geen my betreft, een' ander' aan; Maar denk dan wat gevaar daar doom ftaat te vreezen. FLORVILLE. ó Hemel! neen, mevrouw; wat gy me ook moogt gebiên, 't Word  tooneelspel. 33 't Word alles ftraks door my volbragt, 'k zal niets ontzien. Wat wilt gy? ZIMA. Dat gy voort aan Julia zult fchryven; Wyl zy ran myn ontwerp niet moet onkundig blyven. 'k Zal zorgen dat zy worde op deeze plaats gebragt, Zo dra als Mahamet van hier zal zyn geweken. Daar ligt een fchip gereed, waar meê gy dezen nacht, Wanneer hy weg zal zyn, terftond in zee kunt fteeken. Verzuim alsdan geen'tyd, ga ftraks met haar aanboord Van 't vaartuig en vertrekt aldus uit dezen oord. 'k Zal ondertusfchen nu my naar 't ferail begeeven En all' wat nodig is bereiden tot uw vlucht. Let gy op Mahamet en kies of gy de vrucht ^ven< Wilt plukken van myn hulp of voor myn wraakzucht bee- derde tooneel. FLORVILLE, LIZETTE. LIZETTE. Wel nu, myn heer, zyt gy te vreden ? naar ik hoor, Hebt gy ten tweedemaal met Julia gefproken. FLORVILLE. Wat baat zulk een gefprek? daar Mahamet my door Zyn tegenwoordigheid van 't voorrecht heeft verftoken Om iets te zeggen; doch gy kunt in dit geval My dienst doen door in ftilte een'brief aan haar te geeven, q Waar  34 DE ALGERYNSCHE LANDVOCGD, Waar in ik all' wat zy moet doen haar melden zal. Wacht my op deeze plaats tot ik dien heb gefchreven. Ik zal op 't oogenblik hier wederkomen. lizette. Ik Zal zorgen dat zich 't all' naar uw verlangen ichikk'. VIERDE TOONEEL. lizette, alleen. Jïoe teder mint hy haar! maar waar mag Narzit fteeken? 't Schynt dat hy my ontvlucht en dat is juist het geen My raazend maakt; zulk een gedrag is ongemeen. Wat ik ook zeg, hy wil my nooit van trouwen fpreeken. 't Is onverdraagelyk. Verbeeld zich deze fnaak Dat hem een meisje als ik daarom moet komen vraagen? Neen , meester deugeniet; ik vind u naar myn' (maak En wil, hoe 't ga, dat gy my liefde toe zult draagen. Zo niet... ik troost my weer: het trouwen is wel goed En 't moet vermaaklyk zyn wanneer men is verbonden; Het is een tydverdryf dat zoet is uitgevonden; Doch dat my niet bevalt zo 'k daaróm zuchten moet. Zo 'k om de min de vreugd moet uit myn hart verdryven, Bedank ik voor de klucht en wil liefst vrolyk blyven. R 0 M A N C E. Men diingt altyd te fpoedig aan Om in het huwiyk zich te waagen. 't Is een woord, 't Is een woord, 't Is  T O ONEELSPEL. sj 't Is een woord dat kan behaagen, Waar die te driftig voort wil gaan Blyft verlegen ftaan. En zegt bedrukt en heel verflagen: Ach! had ik nooit de zaak gedaan. Het woord doet ons de zaak befbian, Waar van we ons mecnigtnaal beklaagcn. Door het woord. Door het woord , Door het woord zien wc ons belaagen. Zy die haare eer wil gadeflaan Treed voorzichtig aan. Wen moet om reden nooit het waagcn, Dat men de zaak voor 't woord laat gaan. Maar als men zich eerst heeft beraên En wel in zyne keur mag flaagen; Doet het woord, Doet het woord, Doet het woord de blydfchap daagen. 't Hart kan zyn vreugd niet wederftaan En zegt, wel voldaan: Hoe my het woord ook moog' behaagen, De zaak ftaat my nog beter aan. VTFDB TOONEEL. LIZETTE, NARZIT. NARZIT. ^r^at roert ge uw mondje fchoon! LIZETTE. 't Is om dat niets my kwelt. C 2 Maar  36 DE ALGERYNSCHE LANDVOOGD, Blaar zeg my eens waar gy zo lang toch zyt gebleven. NARZIT. Ik heb den last volvoerd door Zima my gegeeven, En op een fchip voor elk van ons een plaats befteld. LIZETTE. 't Gaat alles, naarmydunkt, totnogtoe naar genoegen. NARZIT. Indien maar Julia zich mee by ons wil voegen. LIZET TE. Gewis zal zy dat doen: 't voornaamlte is toe te zien Dat niemand ons ontdekkc als wy dit land verlaaten; Doch ik geloof dat zulks gemaklyk kan gefchièn. Kom; laaten wy nu eens wat van ons zeiven praaten. NARZIT. Qer zyde.) Qtegen Lizette.) Daar hebje 't liedje weer... Wel nu; watzal het zyn ? LIZETTE. Elk land heeft zyn gebruik; doch ieder moet, naarmyn Gedachten , een gewoonte in Frankryk prettig vinden, Die ik u zeggen zal: 't word daar zo overlegd, Wanneer de meester en meestresfe zich verbinden, Dat dan de kamenier te beurt valt aan den knecht. Zeg; hoe bevalt u dit? gy moet me eens openbaaren Wat uw gedachten zyn: vind gy die fchikking goed? N A Tv Z IT. 'k Geloof dat zy gantsch niet onnartig wezen moet In Frankryk ; maar by ons... zo ik 't u moet verklaaren.. 7) U O.  TOONEELSPEL. 37 DUO. NARZIT. Zo ons de trouw te faam' verbond Zoud gy u ras daar van bcklaagen. LIZETTE. Zo ik uw liefde oprecht bevond, Waarom zoud gy my dan mishaagen ? NARZIT. Gy hebt een minnelyk gelaat. LIZ ETTE. Gy hebt veel goedheid in de daad. NARZIT. Een vriendfyk oog, volmaakte en poëzie leden, Een lieve mond, zeer wel befneden, Wangetjes als incarnaat. LIZETTE. Gy hebt veel goedheid in de daad. NARZIT. Maar zo ik u moet openbaaren... LIZETTE. Wel nu; wat moet gy openbaaren? NARZIT. 't ls.. 't Is.. LIZETTE. Wel nu; wat dan? Waarom wilt gy dat niet veiklaaren ? NARZIT. 't Is juist wat ik niet kan verklaaren. C 3 NAR.  33 DE ALGERYNSCHE LANDVOOGD, NARZIT. LIZETTE. Ach! houtl toch op om meer te Maar antwoord my dan op myn vraagen. vraagen. Ii; kan u waarlyk nooit behaagen. Waarom kunt gy my niet behaagen ? Dat 's all' wat ik u zeggen kan. Zeg my daar toch de reden van. LIZETTE. Gy zyt te nedrig, dat 's gewis. NARZIT. Te nedrig! neen ; gy moet my dat vergceven. LIZE TTE. Ik heb 't geraón. NARZIT. Gy hebt het mis. TB SA AMEN. Wat tegenftieeven! LIZE TTE. Gy hebt een vricndelyk gelaat. NARZIT. Gy hebt veel goedheid in de daad. LIZETTE. Gy zyt oprecht, goedhartig en dienstvaardig, Altyd lustig, altyd aartig, Uw postuur is ook niet kwaad. In 't kort gy zyt beminnenswaardig. NARZIT. Gy hebt veel goedheid ln de daad. NARZIT. LIZETTE. Maar zo dc trouw ons faam' ver- Zp ik uw liefde oprecht behoud, vond, Zoud gy u ras enz. Waarom zoud gy enz. LI«  T O O N E E L S P E L. 39 LIZETT E. Waartoe die wartaal ? fpreek, dryftgymetmydenfpotï NARZIT. Ik bid u, vraag niet meer zo gy my wilt verpligten, En laat my myn geheim: doe fleclus u onderrichten Wat zo in Afiën als Africa het lot Van hen is die een ampt, gelyk ik heb, bekleeden. Men wil niet dat ons ooit 't genot der liefde ftreel'; 't Is alles voorden heer: die trouwt hier al te veel, Daar de arme knecht votftrekt in 't hnwiyk niet mag tre* LIZETTE. Zo 't hier u word belet, in Frankryk zyt gy vry. NARZIT. Vergeeft my; overal blyft my 't beletzel by. LIZETTE. 'k Verlies al myn geduld. NARZIT. Ik kan niet anders fpreekeu. LIZETTE. 'k Ben indedaad wel gek om zo myn hoofd te breeken. Gy hebt twee dagen tyd waar in ge u kunt beraên; Uit een byzondre gunst zal ik u die nog fchenken: Misfchien zult ge in dien tyd u zeiven wel bedenken, .Doch zo gy dan noch draalt is alles afgedaan, 'k Zal ras om my een zwerm van minnaars zienvergaeren Als ik in Frankryk kom; daar zy zich niet als hier Doen bidden om aan ons hun liefde te verklaaren. Myn heer Florville komt. ^ 2 £ 5-  4o DE ALGERYNSCHE LANDVOOGD, ZESDE TOONEEL. LIZETTE, NARZIT, FLORVILLE. FLORVILLE. Lizette, dit papier Zal ons geheel ontwerp aan uw meestresfe ontdekken. Zeg haar dat zy niet fchroome om met my te vertrekken: Zy volge flechts myn' raad en zy voor niets bevreesd. LIZETTE. Ik ga om daadlyk haar uw' brief ter hand te Hellen. (jegen Narzit.) Dag, lompen! NARZIT. Ze is recht lief, hoe zy my ook moog' kwellen. De Franfche vrouwen zyn toch aartig en vol geest. FLORVILLE. Gy,Narzit, ga ftraks heen : myn ziel, door angst gedreven, Mistrouwt den uitflag nog en is voor kwaad beducht. Bezorg toch wel dat niets ons hindre in onze vlucht. ZEVENDE TOONEEL. FLORVILLE, alleen. 1 erwyl de hoop my vleit, voel ik myn leden beeven En kan de wroeging niet verfmooren in myn hart. Een vriend die my fteeds heeft met weldaên overlaaden , Word, daar hy alles my vertrouwt, doormy verraaden: Voor  TOONEELSPEL. 41 Voor 't goed dat hy my doet bewerk ik zyne fmart. Doch hoe de liefde ook door de vriendfehap word' beftreIk kan toch Julia niet aan hem afltaan ; neen! Cden» Wat ramp, belaas! zo hy haar ooit wist te overreên. Dat zy gevoelig wierd voor zyne tederheden, ö Hemel! 'k zie hem zelf. AGT ST E TOONEEL. FLORVILLE, MAHAMET. MAHAMET. Ik zocht u, waarde vriend. Gun dat ik u omhelze en moog' myn' dank betuigen. FLORVILLE. Aan my! waar voor? MAHAMET. Ik heb my van uw* raad bediend En daar door is het my gelukt het hart te buigen Van myn flaviu; dies ben ik alles u verpligt. FLORVILLE. (Ter zyde.) (Tegen Mahamet.) Wat zegthy? van myn raad! ..Wat hebt gy dan verricht? MAHAMET. Gy hebt my ftraks geleerd hoe ik haarmoestbehaagen: Hoor nu, ten naasten by, hoe ik my heb gedraagen. C 5 DUO.  4a DE ALGERYNSCHE LANDVOOGD, DUO. MAHAMET. Ik trof haar eenzaam aan En dacht, door liefde aan 't blaaken, Dat ik iets moest beftaan Om tot myn' wensch te raakcn. Zeg; had gy ook niet zo gedaan? FLORVILLE. Ja; 't kan we! zyn. MAHAMET. Ja ; zonder faalen ; Gy had ook zo gedaan. FLORVILLE. Maar 'k bid dat gy my wilt verhaalcij Wat gy by haar hebt beftaan. MAHAMET. 'k Zwoer dat ik fteeds voor haar zou leeven, En nooit myn liefde zou verraén : Dat ik haar nimmer zou begecven, Noch ooit tot ontrouw ovcrllaan. Zeg; had gy ook niet zo gedaan? FLORVILLE. Ja; 't kan wel zyn. MAHAMET. Ja; zonder faalen; Gy had ook zo gedaan. FLORVILLE. Maar 'k bid dat gy my wilt verhaalen Wat gy verder hebt beftaan. MA'  TOONEELSPEL. 43 MAHAMET. FLORVILLE. Zy hield haare oogen H»are oogen ! neêrgeflagen. Toen is haar mond Haar mond! een zucht ontgaan. M AHAMET. Van 't zuchten, 't oogen nederflaan Behoeft men de oorzaak niet te vraagen. FLORVILLE. Maar 't zuchten, 't oogen nederflaan Toont op zich zelf nog geen behaagen. MAHAMET. 'k Viel daar op voor haar kniën neer. FLORVILLE. Wel nu, wel nu ; wat deed gy meer? MAHAMET. Ik drukte teder haare hand ; Zy deed een' flaauwen tegenfland. Zy was geheel verward van zinnen ; 't Hart begon zeer fterk te flaan. FLOR. VILLE. Wel nu ? MAHAMET. Ik zal haar vast verwinnen En zie myn' wensch voldaan. FLORV1 LLE. Ach! zou zy hem beminnen! Wat moet ik ondergaan ! FLORVILLE, ter zyde. Zo heeft ze u dan gezegd dat ge in haar liefde deelt? MA-  44 DE ALGERYNSCHE LANDVOOGD, MAHAMET. Nog niet volkomen, fchoonerjuist niet veel aan fcheelt. FLORVILLE, ter zyde. Ik voel door ieder woord op 't felst myn hart doorbooren. M AH AME T. 't Scheen ilechts uit fchaam te dat zy zulks nog niet beleed; 'k Zag echter haar tot die bekentenis gereed, Wanneer Lizette juist ons onderhoud kwam ftooren. FLORVILLE, ter zyde. Ach? ik herleef. MAHAMET. Kwel u in 't minst daar over niet. 'k Zal vast verwinnaar zyn en my niet meer bedwingen,' Maar door, zo als gy hebt gezegd, fterk aan te dringen, Zal ik... FLORVILLE. Zie toe dat niets verkeerd door u gefchied'. Zo gy haar kieschheid krenkt kunt gy u ligtlyk fchaaden: De drift in dat geval doet meerder kwaad dan goed. MAHAMET. Gy hebt nochtans zo ftraks heel anders my geraaden. FLORVILLE. Ik had nog Florentine op dien tyd niet ontmoet. Haar aart fchynt zonderling, en , naar my is gebleken, Zult gy een' andren weg met haar in moeten flaan; Maar laat me, op dat ik zulks ontdekk', nog eens haar fpreeken. MA-  TOONEELSPEL. 45 MAHAMET. (gum Neen, vriend, zie haar niet meer en zoek 't gevaar te ontOm, door haar oog bekoord, u zeiven te vergeetcn. Gy zoud misfchien.... FLORVILLE. Hoe ! ik! zoude ik my iets vermeeten ? Hoe meer ik haar aanfchouw, hoe meer ik ondervind Dat eeuwig zich myn hart aan Julia verbind. MAHAMET. Wel aan; ga dan van hier, ik zal u niet weêrhouén; Maar eisch zelfs dat gy u terftond op reis begeeft, 't Valt hart het heil der liefde in anderen te aanfchouwen, Wanneer het noodlot ons daar van verftoken heeft. Maar gy fcbynt ongerust en ftaat fteeds in gedachten. FLORVILLE. •kBedenk dat meenigmaal,wanneer wy't naast verwachten Aan ons geluk te zyn, dit zeer verr' van ons vhed. 'k Ga thans naar Julia: wie weet, helaas! of niet De ftond dat ik haar zie my zal rampzalig maaken. 'k Stel dat ze, als Florentine, eens ware in iemands magt. MAHAMET. Dan kunt gy dooreen fterk rantzoen haarbanden flaaken. In dat geval heeft wel het geld de grootfte kracht. FLORVILLE. Maar zo de liefde eens meer dan 't geldhemkon bekooren Die haar gevangen hield? MA-  45 DE ALGERYNSCHE LANDVOOGD, MAHAMET, Gy moet door kracht van reên Dnn deaanfpraak die gy op haar hart hebt hem doen hooEn dus beweegen om haar af te ftaan: elk een (ren . Heeft die oploopendheid en onverzetbre zinnen Niet, die my, als ik min, wreed en onhandelbaar Doen zyn: want ik beken 't, men zou by my niets winnen, 'k Zou myn meêminnnar nooit zyn beê vergunnen ; maar Terïiondvan zyn meestresvoor eeuwighem doen fcheiden. FLORVILLE, ter zyde. 'k Had my byna verraén; nu moet ik hem misleiden. MAHAMET. Doch weinig menfehen zyn, geloof ik, van dien aart. Zo ge echter onverhoopt in zulk een' toelland waart Dat tot uw ongeluk gy 't zelfde had te fchroomen, Dan moet gy door bedrog zien tot uw' wensch te komen. FLORVILLE. Zo dat gy in zulk een geval de list te baat Zoud neemen? MAHAMET. Ja; gewis zoude ik my daar toe keeren. Men kan zich dan daar na van verre 't best verweeren. FLORVILLE. 'k Ben u op 't allerhoogst verpligt voor dezen raad. M A H A M E T. Maar waar toe toch voor af u zeiven dus te kwellen ? Deze ydlc vrees moet gy uit uw gedachten ftellen. Maak  TOONEELS PEL. 47 Maak alles ftraks gereed tot uw vertrek; befluit Daar fpoedig toe en ftel uw reis in 't minst niet uit. FLORVILLE. Ik hoop noch dezen nacht in zee te zullen komen; Maar zeg my of gy ook deez' avond niet vertrekt. MAHAMET. Ik meende zulks te doen-, doch heb thans voorgenomen Om morgen eerst te gaan, wyl myn verlangen ftrekt Om nog eens in 't geheim haar die ik mintefpreeken: Dit is een zaak die ik ten hoogften nodig reken, 'k Zal buiten weeten dies van Zima by haar gaan. Geen mensch weet in 't ferail dat ik ben hier gebleven; Men meent dat ik alreeds my heb op reis begeeven, En 'k wil dat elk daar zal volharden in dien waan. Intusfchen grieft het my dat wy thans moeten fcheiden: 'k Hoop echter dat we elkaêr eens zullen wederzien. Vaar wel! vertroosten wy ons daarmeê, dat wy beiden Uit de armen van een' vriend in die der liefde vliên. NEGENDE TOONEEL. FLORVILLE, alleen. (het begint duister te worden.) 'k IVIoet hem dan tegens dank verraên! hoe klopt my't Gewis zyn Julia en Zima thans by een: (harte! Indien hy derwaarts gaat! ó Hemel! welk een fmarte! Wy zyn verloren zo by'tminst vermoed ! maar neen.. Hy  43 DE ALGERYNSCHE LANDVOOGD, Hy neemt een' andren weg, dit doet my minder vreezen. Zo nu maar Julia niet fchroomt om meê te gaan; Qaan. 'k Heb nog haar antwoord niet; maar'k zie de nacht komt Mogt zyne duisternis myn liefde gunltig wezen! FINALE. FLORVILLE. Wat valt my 'c wachten zwaar! Hoe doet dit uur my vreezen ! 't Schyur all' hier (til te wezen En ik word nog niets gewaar. Gy die me in min doet blaaken, Msgt ik u zien genaaken ! Waar toeft ge in dit gevaar? H TIENDE TOONEEL. FLORVILLE, ZIMA. „ ZIMA. "^yt gy gereed ? FLORVILLE. Is Zima daar? ZIMA. Ja; gy hebt niets te fchraomen, 't Is alles tot ons oogmerk klaar. TE SAAM EN. Thans is my alle vrees benomen, * Hy -j r hy mint 7 S- zal haar die < . S- bekomen. K J C. ik min J -t C zyne T Wat heil voorfpelt my } f vlucht! C myne J FLOR.  TOONEELSFEL. 49 FLORVILLE. Ik hoor gerucht! ik hoor gerucht! ZIMA. 't Zal uw vriendinne wezen Die herwaarts word gebragt. Doe , zonder iets te vreezen, Uw voordeel met den nacht. ELFDE TOONEEL. FLORVILLE, ZIMA, JULIA, LIZETTE. FLORVILLE. Zyt gy 't, myn aangebeden ï Julia, ó Julia! Zyt gy 't ? JULIA. Florville 1 TE SAAMEN. ö Vreugd! FLORVILLE. Kom; ga '' Met my, volg myne fch'reden. T WA AL F D E TOONEEL. DE VOORIGEN, MAHAMET, WACHTEN. MAHAMET. Beeft,ongettouwen ! gy die fnood my hebt verraên,' Denkt niet myn wraak te ontgaan, D MA-  5o DE ALGERYNSCHE LANDVOOGD, MAHAMET. ZIMA, JULIA, CHOOR VAN FLORVILLE, WACHTEN. LIZETTE. Beeft, ongetrouwen! zy T Beeft, ongetrouwen ! cnz. Helaas: " > zyn wy \ Denkt niet myn wraak Uw ftraf zult gy ftraks te ontgaan. verraen! ondergaan. JULIA, FLORVU.LE, MAHAMET. Zeg wat wy u misdccden ! Men gryp'lien aan! 6 Wrccdaart! welke reden Spoort tot die woede u aan? Ik ben vcrraCn. ZIMA, JULIA, FLOR- CIIOOR VAN VILLE, LIZETTE. WACHTEN. Zy ? • > zyn ven-afin! Wat fnood beftaan ! Wy J M AHAME T. Dees brief meld my uw gruweldaên ; Maar voor 't verraad dat gy dorst fmecden Zult gy uw ftraf ftraks ondergaan. MAHAMET. ZIMA, JULIA, CIIOOR VAN FLORVILLE, WACHTEN. LIZETTE. Beeft, ongetrouwen! zy ^ Beeft, ongetrouwen! Helaas! \ zyn ■ Denkt niet myn wraak wy J Uw ftraf zult gy ftraks te Ontgaan. veriaën! ondergaan. MAHAMET. My baar die ik min te cnirooven ! Wat trouweloos beftaan! Niets kan myn wraak verdnovcn, Gy zult die niet ontgaan. FLOR-  TOONEEL SPEL. 51 FLORVILLE. My haar die 'k min te ontrooven! Zulks hebt gy zelf gedaan, 't Kwaad word op my gefchoven , En gy hebt dat beftaan. FLORVILLE, JULIA. Gy wilt de fchuld < my > * 6" Chem j ven, En gy hebt zelf misdreven. ZIMA, LIZETTE. Hy wil de fcliuld hem gccven, En hy heeft zelf misdreven. FLORVILLE. 't Is Julia, 't is myn beminde. MAHAMET. Verrader die myn oog verblindde, 'k Zweer onze vriendfehap af. 'k Zal u met uw beminde Vereenigen in 't graf. FLORVILLE. JULIA. ZIMA, LIZETTE. Ach ! fpaar toch myn Helaas! ik ben't die hy Helaas! 't is zyn bebeminde. voorheen bezinde. minde. Spaar hem die my CHOOR VAN fteeds minde; WACHTE N. Volvoer aan my de Volvoer aan my de 't Is zyn beminde» ftraf. ftraf. D 2 ZI* MAHAMET. Hoe daar gy hebt misdreven, Wilt gy de fcliuld my geeven ? CHOOR VAN WACII. T E N. Van 't secn hy heeft misdreven Wil hy de fcliuld hem geeven.  5a DE ALGERYNSCHE LANDVOOGD, ZIMA, JULIA, MAHAMET. CHOOR VAN FLORVILLE, WACHTEN. LIZETTE. Neen; geen genade! Neen; geen genade! Niets komtu thans te ftade, Helaas! wat wreede Verwacht eerlang uw Verwacht eerlang uw ftraf! ftraf. ftraf (tegen de Wachten) Volbrengt teiftond den Volbrengen wy den last dien ik u gaf. last dien hy ons gaf. FLORVILLE. JULIA. Ach! fpaar toch myn beminde. Spaar hei» die my fteeds minde. MAHAMET, CHOOR VAN WACHTEN. Neen , neen; verwacht eerlang te faam' uw ftraf. Einde van het tweede Bedryf. DER-  TOONEELSPEL. 53 DERDE BEDRYF. EERSTE TOONEEL. JULIA» op den omgang van haar'' toren, alleen. ARIA. Helaas! waar is die blyde tyd, Toen ik van alle leed bevryd, 't Oogenbiik reeds zag genaaken Dat myn' heilftaat zou volmaaken ? 6 Dagen van geluk! ó tyd, gy zyt niet meer! Helaas! komt^gy dan nimmer weer! Hoe lang zal 't noodlot my bcftryden ? Wanneer zal ik my zien bevryden Van dit fiaafsch en knellend juk? Vruchteloos is al myn klaagen; Niets verligt myn ongeluk. Ach ! Florville ! nu ge om my... ook in ketens zyt geflagen, Voelt mjn ziel nog zwaarder druk. Helaas ! niets kan myn fmart verzagten ; Al myne hoop is thans voorby. Vergeefs zoude ik eene uitkomst wachten; Daar is geene uitkomst meer voor my. 'k Hoor iemand: 't minst gerucht doet my den wreedaart vreezen, Misichien zou 't klaagen zelfs by hem misdadig wezen. D , ' TWEE'  £4 DS-ALGERYNSCHE LANDVOOGD, TWEEDE TOONEEL. JULIA, FLORVILLE, vervolgens LIZETTE. FLORVILLE in den toren, zonder gezien te worden, R O M A N C E. Verr' van bet voorwerp myner trouw Verdriet my alles in dit leven. Julia, hebbende willen binnen gaan, komt op het koeren der ftcm van Florville, weder boven. DUO. R E C I T A t I V O. JULIA. F LOR VILLE,/ ÜE bemin, C haar die j Zal ik uw weldaên fteeds gedenken. MAHAMET, tegen Zima. Nooit zal iets myne trouw weer krenken. Dat myn berouw uw hart verwinn'! CHOOR. Dat zyn berouw uw hart verwinn'! ZIMA, tegen Mahamet. Ja; ik geef u myn liefde weer, En uw geluk is all' wat ik begeer. JULIA, FLORVILLE, LIZETTE, NARZIT, MAHAMET. WACHTEN. Hoe groot is myne vreugd! Doe groot is hunne vreugd! Wat is myn ziel verheugd! AVat is elk thans verheugd ! CHOOR.  TOONEELSPEL, 75 CHOOR. Dat in deez' aangenaamen oord Elk van ons ten allen tyde Zyn hart aan liefde en vriendfehap wyde! Zo word nooit ons heil gcftoord. Laat ons fteeds, van druk ontheven. Aan de vreugde ons overgccven, Die ons te faam' dcez' dag bekoort. EINDE.  De Gecommitteerden tot de zatdcen van den Schouwburg hebben, volgens Octroy door Hunne Ed. Groot» Mog. deHeeren Staaten van Holland en Westvriesland, den eerften November, 1787, aan hen verleend, het recht van deeze Privilegie, alleen voor den tegenwoordigen druk van DE ALGERYNSCHE LANDVOOGD, Tooneelfpel, vergund aan j. helders en a. mars. Amfteldam, den 20. Oêïobcr, 1788. Geen Exemplaaren zullen voor echt erkend worden, dan die door één' der heeren Gecommitteerden onderteekend zyn. *s