OOGENZALVE. DIENENDE TER VERSTERKING VAN HET ZWAKKE GEZIGT, DER EENVOUDIGE EN ONWEETENDE MILDE GEVERS, E N L E E D E N DER HERSTELDE LüTHERSCHE GEMEENTE^ TOT AMSTERDAM. O F EENIGE AANMERKINGEN,' OP HET BESTEK DER NIEUÏ? GEBOUWDE KERK* TE AMSTERDAM, By de Gebrs: M. en J. B O S C H» Boekdrukkers in de GraveftraaU En verder alom. 1 7 9 3»   aanmek.kin g3 OP HET HOOFD V A N 'T r BESTEK. Be Direftie heeft den Heer van der Hart iet Jr* chitecl verzocht. Deesheeft d*ar voor bedankt, maar aavgenoomen, Opziendcr te zyn, warneer de éreèie de Timmer - en Metzelbaazen, Smit en Helmers de Kerk lieten bouwen Demterderheitvan de direiïie heeft zich daartoe laaten overhaalen, fchoon ie minderheid haar onder H oog bragt^ dat de direiïie daartoe onbevoegd was; gelyk het in den Op> iauw ook niet veel goeds voor/pelde. Deeze gemeldé Batzen, of verzoek der meerderheid op zich genood «ten hebbende, de direclie in het opbouwen der Ken ke te willen bedienen, hebben dit lefiek, zo als het is* op gefield. Hetzelve is «ƒ> twee onderJcheidene tydert in de Vergadering geleezcn. Zommige Leden ftonden *erop, het Befiek voorafin handen te hebben, doch dit heeft niet mogen gefchieden. De gebreken dus, die V in menigte in het Befiek gevonden worden , zyn ue %* fckryven aan het groot wzuim , dat ds A a *H  (4) Direiïie]., die in het'geheel niet bouwkundig is, ov?r dit gewigtig werk geene informatie genoomen he/fté Zelfs word my verzekerd, dat het Befiek, *t welk op den 3den May 1792 getekend is, eerst vut veel moeite op den loden Augustus uit handen van den Prejident, onder de Leden gekomen is, en dus drie maanden en zeven dagen na de Tekening van hetzelve, toen de Muur en der Kerk reeds uit den grond waren ! Zoodanig is my verzeekerd, dat het zich met dit Bestek heeft toegedraagén. Bygevslg is dit Hoofd kwalyk uitgedrukt; maar moest heeten: BESTEK en VOORWAARDE, waar op de BAAZEN enz. voorneemens zyn, eene geheele NIEUWE KERK te roaaken.  BESTEK en VOORWAARDE, op welkende HEEREN DIRECTEUREN der Htrjlelde Lutherfcke Gemeente, binnen Amfterdam, voorneemens zyn, aan te befteeden , het Maaken van een geheele NIEUWE KERK, met aües wat daar by behoort, (niets uitgezondert,) zoo wel Bou-Materiaalen als Arbeidslooaen. Alles volgeng het daar van gemaakt Model en Tekeningen. % TIMMERMANS WERK. Beftaande in 't Leveren van al het benoodigde, Eiken, Greenen en Vuuren Hout, de Masten en Juffers, met Inheijen , al het benodigde Siygerhout, en al het Timmermans Arbeidsloon van het geheele Werk. Artikel, r.' Zal de Aanneemer affchucting moeten maaken voor opdeGragt, in de Spinhuisfteeg, en agter in de Steeg van 'c St. Joris. Art. 2. Verders het leeveren van al 't benodigde Stut en Schoeihout voor de Gravers, en al het benodigde Stygerhout en Leeren, welke totdengeheelen Opbouw van de Kerk zal benodigd zyn. Art. 3. Te maaken op de Wal een groot Kalkhok, en een Werkloots midden in de Kerk, en verders al de benodigde Schotten, Latten, Modellen, ea al het geen voor de Steenhouwer en Metz.eiaar zal benodigd zyn. Art. 4. Wanneer de Graver de blooven zal gegraaven hebben, moet hy laten Heijen voor de buitennauuren 340 Masten, of zo veel meer als 'er benodigd zyn, tnonderde Colommen 126 Masten,alle lang A 3 44-'  44 a 48 vost, en die Masten te laaien flaan dat dezëlve behoorlyk op 't zand fluiten. Onder de heele binnen muuren , tusfchende Colommen, onder de Portesfen en Predikftoel, als mede onder alle de Treeden welke buiten de Muur van de Kerk liggen, laaten Hei/en 130 zwaare, 30 of 36 voets Juffers. En zo het mogt bevonden worden dat het bavenftaande getal van Juffers en Masten niet nodig ware, door 't vinden van eenig goed Fondament, houden de Heeren Befteeders aan haar het recht, om voor ieder Mast, welke minder geflaagen word te korten — —- ƒ8::" En voor ieder Juffer. . — ■ 2:15. NB. De 400 Masten welke op Edam gekogt zyn, en liggen voor ƒ5 — zal de Aanneemer voor zyn Rekening daarvan daan laaten haaien; en voor dien prys aanneemen en gebruiken. Art. 5. Alle de Masten en Juffers behoorlyk geheid zynde, dezelve alle zuiver en waterpas afhakken, dat de boovenkant van de bovenfte Fondamentsplank 3 voet ooder de pyl van het water is, volgens de keuren dezer Stad, en op alle de geheide .Masten en Juffers te leggen Eyken 3 duims Kespen, breed 9 i 10 duim, en lang 3§ a 4 voet, dezelve met Treknagels op de Masten en Juffers vast gemaakt, en alle de Kespen beleggen met 4 duims Denne planken, en een Schuif hout tusfehen beiden,ter breete van 36 duira, de Planken breed id duim, twee in de breedte, en Iil. Schuyfhoud 4 k 8 duim, alle de Planken met Treknagels op de Kespen vast gemaakt, de Planken voor het verbreeden van het Middenfront, en onder de Tree$ea van buiten, onder den Predikftoel, Portaalen en hol»  ( 7 ): holle Muur, moeten alle zyn van 4 duims Denne planken , en vast gemaakt ais alle de andere fondamenten. («) Art. 6. In alle de vier Gevels volgens Teekening te maaken, de Deuren en alle de beneden en boven Cozynen, met ronde Drempels, m de rond Coazvnen, en in de Brand Gevels, in yder .Cozyn te maaken een Raam, welke opendraaijen of tuyaeler* kan, de bepaaling van de zwaarte van alle de yozynen is de buiten Stylen en Drempels 6 a.gdmro, de midden Stylen 8 i 9 duim, de dwars Drempels daar de Raaraenop komen te ftaan5 * 7 duim, alle van 't beste Greene houd , alle de Deuren te maaken van 3 duims Eiken houd, de Pawelen-i* duim, en de Roeden van 2 duims hout. (b.) * Art. 7. (V) Wat Artikel 5 betreft, hier zal ik niet breed over handelen wyl de geleegenheid niet wilde, dit naar beboeren ïobferSen, in ik ook nog in geen denkbee* was, dat het niet zou gebandelt worden naar Bellek en Cond ies. Ook heb ik het Bellek in dien tyd nog met geaiep. Alleen wil ik die aanmerken; zoo verre als hetmyn no? >n geheu. gen is, dunkt myn ligt de booven kant van de Fondament* Plank geen 3 voet onder den laagflen Pyl, en nog heb iK Sn dat de Masten allemaal geen beste en gaave Masten waaren. Want by het opheisfehen van een Mast brak deSve doot de midden, en deze was genoegzaam vergaan. • S beb een goede Vriend, die zulks daaglyks gezien beeft, die verzeekerdemy dat veele der Masten kwalyk het Henen *°Cbï) An.e6. Spreekt van de Cozynen met Deuren en Raamen, daar word gefprokenvan Raamen die opendraaijen of ruimelen kunnen, en in het eerfte Artikel van hetSpyker Werk ftaat dat daar Knieren van N". 12. toe moeten ge. SSkt "ordèJ, en nu zyn alle de Raamen digt gefpykert, «"idSand hteei, dL een Ruit uitgenoo.nen en aJs *>Pn Rnok elas eemaakt, zyn dat Tuimelende ot Draai» fende RaarnSa ? is dat een Bellek ? daar lagchen de Kinderen «"er, eo zeggen? d,ar zyn Rookglaazen in de K«* ficmaaki, A 4  ,..(*> - ; Art. 7. "Boven op 't Gebouw , volgens Tekening te maaken, de L-yfte» in 't Front'e Spits, alles volgens de Jonifche Orde, en aan de buiten zyde van 't St. Joris, een 3 duims buiten boeibord, (c.) Art. S. Alle de Colomme onder alledeGaanderyen , met alle de Lyflen roncöm de Gaanderyen, van zwaarte te maaken naar de Dorifche orde, a!l« de Lyften van Greenen Houd, de Colommen van Greene Balken of vugten , ter keuzen van de Aanbeftee. «Iers. De Balken welke op cf onder de eerfte Colommen komen te leggen, een zwaareBalk van 11 a 34. duim zwaar, en de Balken voor de Gaandery zwaar 8 a 10 duim. 32^ duim midden op midden yan elkander gerekend, en met Swaluwftaarten in de zwaare Balk, welke op de Colommen ligt, gewerkt ' (c.) Art. 7. Zegt van de Uften in 't Frorte Spiets, en zwygt van de Lyst onder de Goot. Doch ik begryp alle de Lyften met baar Sprong en Kornesfingen, dan kan het mooglyk weezen dat de Lyst rondom het Werk op zyn Alaat is. Ik zal daar niet» tegen betwisjen, want dat zou op een meeten aan komen, en dat is te hoog voor my »an de Straat. Doch dit moet ik zeggen: dat de Lyst romdöoi het Werk gemaakt is, zoo armoedig, zoo gebrekkig, zoo lchelmagtig, dat geen een Man, die Je korst verHaat, het door de vingeren kan zien. Want esn Lyst, die altoos in .Weer en Wind moet ftaan, behoord niet op den Sprong gefchaaft te worden, maar moet uit Masfief Hout gemaakt worden, dat f der ftuk Hout dat vooruit komt de breete >an de fprong en Hoogte uit maakt.— Ik beken, dat zulks word gedaan aan Binne-Lyften, maar deze uitvinding iï uit Bedrog voortgekomen, en deugt niet aan Buitenwerk, want het is aan ongemak genoeg onderworpen al is het Uit Masfief Hout gemaakt, wyl het hoog is, es altoos vatbaar voor het Weer. — Ik heb bet Juk of Raam, daar ie Lyst aan vast zit, wel geobferveerd, dat was boven maate nat en vol Spind en Vuur, zo dat het in de Natte Stee. nen werk zal hebben om je droogen, zonder dat de best© pit uit het Hout is.  (9) weikr met Treknagels tn yzere Bonten vast gemaakt. Alle de Vloeren van i£ duims declen, in tlkanderen geploegt en vastgemaakt, (0.) Art 9. Cd.) Art. 8. fpreekt weegens de Colommeu, met do Lyften, volgens de Donfche Orde. Het kan waar zyn, dat deze Colommen gemaakt zyn volgens deeze order, wanc ik heb die niet najemeeten. Maar ik vraag : waarom fteelt leen slen Colom 't zyne ? Hoord onder de Colom geen Te' defta! met zyn behoorlyke Lyften. Ik weet niet waarom dat zulks niet gedaan is, dan om dat daar meer zwaarte van onderen noodig was van Hout of Steen, en zulks v»el meerder zoude kosten. —Ik lees in dat zelfde Artikel van de Balken dat die moeten weezen 8 a 10 duim. Die nu de Konst verftaat, weet, dat na het werk wyt is, moeten de Balken dik zyn. Is nu, het werk van de Gaandery 20 voeten wyt, moeten da Balken ook sq duim dik zyn, dat is 9 duim breet, 11 duim hoog. En zo ik meen is de br> ete van de Gaandery 23 voeten wyt, dan moeten da Baken jo a 13 duim weezen,en zo zy wyder zyn, moeten zy naar maate dikker weezen. Wat de wyte van de Balken betreft, was hst geen fchaade geweest, al waar het rriddem epmiddem30 duira, doch dit kan der mee doorlopen. —Maar nu Lees ik in dat zelfde Artikel, datds Balken met Zwaaluwftiarten in de dikke Balk moeten gewerkt worden. Nu vraag ik: waarom is dat niet gedaan? dit was een werk clat groot nut zou by brengen voor fteevigheid, en om een verband te maaken even als een Roofterwerk. — Zo ik het begryp is het nagelaaten, om dat daar te veel werk aan. was, want dan moest yder Balk ingehakt worden, en na leggen de Balken daar maar boven op, dat fcheelt wel meer als 20 porfies in bet werk, anders weet ik riet waarom datzulks nagelaaten is, wyl zy het éérst zelfs geordonneerd hebben, gevolglyu is, om dat werk uit te winnen een bedurve Spul gemaakt. — WatdeTreknagels betreft, diedoor deze Balken moesten loopen met yzeren Bouten, zyn in de meeste niet gefchied, en daar die nog zyn, is het Yzerweik zoo dun, dat die door de vogtige Balken haastig verroest zullen zyn. ]k vraag nu eens aan alle Onpartydige kenners, of Vloerdeelen van 1 § Duym dik genoeg zyn voor een KERK , daar zo een' bewaeging plaats heeft. Als de Zaagfnee daar af Js, blyft die maar 1%. Duym dik. Nu aan twee zyde gefchaafd, blyft die maar een Duym. Wel is waar, dat deze Vloerdeslen die veele maar uit flsgt Stygerhout beftaan, aan eene zy gefchaaft zyn, dat wint weer werk uit» en zy blyven nog een agtfte dikker.  C io J Art. 9. Dt Gaandery daar boren, op alle Colomme te leggen een Baik zwaar 11 a 14 daim, en de Balken van de Gaandery zwaar 8 39 duim, 325 duim, midden op midden van elkander, en mee Swaluwftaarten in de awaare Balk welke op de Colomme legt ge werkt, en met Treknagels en yzere Bouten vast gemaakt. Alle de Vloeren van ij duim Deelen in elkander geplcegt en vast gemaakt. De Bal« ken welke midden door de Kerk komen 11 k 13 duim zwaar. (e.) Art. 10. De Balken daar booven, daar de Kappen koo. men te ftaan,de Balken op de Colomme zwaar 13 h 15 duim. ' De Balken voor de Midden Gaardeïy 8 a 9 duim, en onder de Kappen 7^9 duim, 32! duim midden op midden van elkander, en met Swaluwftaarten in de Balk, welke op de Colomme legt, vastgemaakt met Treknagels en Yzere Bouten, alle de Vloeren van ij duims Deelen, in elkanderen geploegd en vast gemaakt, (ƒ.) Art. ir. O) Art. 9. Ik Lees ia dit Artikel weer de zelve Historie , dat de Balken niet Zwaluwftaarten in makanderen moesten gewerkt worden, dit is weederom als voeren niefc gefchied, dus is het BEDROG ook weer als vooren. Nog lees ik dat de Balken 8 i 9 Duym moesten wezen, en die moesten weder als onderen 10 i 13 Duym, of wel na ia Duym dik zyn. Zo dat deeze Balken 6 Duym te dun zyn. — En wat de koppel Balken betreft, die midden door da Kerk leggen, moesten geen 11 i 13 Duym wezen, maar 19 a 21 Duym, wyl zy 40 Voeten lang zyn. (ƒ.) Ait. 10. De Balken daar booven, daar de Kap opkomt teftaan, de Balken booven de Kolommen, zwaar *3 a 15 , de Balken voor de Middengaandery 8 a 9 Duim, welke weder veel te ligt zyn naar de brete van 't Werk. -7 En onder de Kap 7 i 9 Duym, wel is waar dat deeze Balken niet veel gebruykt worden, maar het geeft een grootea Steun voor het Werk, indien daar fteevye Balken in zyn*  (II) Art. ti. Op alle deze Boven Balken te leggen 3 duims plaaten , dienende voor de Spantplaaten van de Kap, en boven over de Gooten zo breed als dezelve nodig zyn, en daar op ftelleneen Kap zo als dezelve op het Model gerirnmert ftaat, de Spanten alle 65 duim van elkander, midden op midden , komen als dan alle op de Balken te ftaan. Alle buiten Spanten zwaar 5 a 6 duim.en de midden Spanten 6i 10 duim, en de Boeyborden 8 a 31 duim, de Nokken en Gordynen 4^7 duim, de Schrooten op de Nokken 8 a 9 duim. Alle de Kappen befchieten met ii duims deelen, met vaste ploegen in eikanderen gewerkt en holletjes op zyn kant, en Tengellatten over de Naaden, de geheileKapte belatten met Latten van I a2 duim. (g) Art. 12. zyn.' — Zoo dat wanneer het werk goed zou gemaakt worden , moesten de Balken weedsr als vooren wel 6 duym zwaarder zyn. — In de Z^aaluwftaarteo , Koppel Yzêrs en Treknagels, is ook als vooren hst zelfde Bedroe Cg.) Au. 11. De g^.ntfche Kap, volgens dit Artikel, fpreekt van geen order, hoe die omtrend getimmerd moet werden. Alleen fpreekt dit Artikel van de zwaarte van het Hout, dierhalven kunnen de Baazen deeze maaken, naar hun wil-, le, al wilden zy die met Touwen aan malkanderen binden. Doch volgens de Konst, zsg ik rond uit, dat deeze Kap niet goed gemaakt is. — Want vooreerst moest het een Kap met een Borstweering geweest hebben, om dat het Rond dan beter kan vallen dan heeden, en dan kon op het Kapelletje veel meer volk gezeeten hebben, de Spanten zyn te ligt, en de gantfche Kap is niet goed in malkander gewerkt. Want ik zal een weinig: doch groote Gebreeken opnoemen. En zoo de Maskers Baazen, daar niet mee te vreeden zyn, zal ik een IV) o d e l daar van in het ligt geeven. — Ik zegpe alleen dat de Spanten te ligt zyn, en dat de KarebeelsKruyswys door malkanderen moesten loopen, by wy2e als die booven de Zaal van het Stadhuis. — Ik vraag aan allen die geleerd hebben een Kap te maaken: moeten de Care' tesls onder en booven met Pen en Gat in malkanderen gewerkt wor-  (lï) Art. ia. In de Kap te maaken 4 Dak Couzyr.cn met Raamen, en in alle de Gooten Planken van i£ duims worden, of moeten die daar teegen gefpjkert worden? 200 zal men antwoorden met Pen en Gat in malkanderen, want de Spykers kunnen les laaten, als de Kap wil fpatten, m.iar dt Pennen en die welopgeflooten, kunnen niet mee geeven , of het moet all es aan Stukken. Ik kan daar meer van zeggen, maar de Liefhebbers van de Kucat verftaan myn wel. fcn zoo het geoorlooft is, kunnen zy het zeiven onderzoeken. " Ik moet nog een aanmerking maaken, weegens het Hout, dat tot de Kap gehruyki is. Ik nebbe vericheide (lukken gezien, die te flegt waaren om op het Vuur te verbranden, onder anderen heb ik met myn eigene handen een fluk Hout van een Pen afgebrooken, datgars en al verrot was, darr ik verfcheiJe vrienden iets van meedepedeelt heb. Dat ook nog tot een gedachtenis bewaard word. En by Okkafis getoond kan worden. Wat het fatzoen vandegsnfebo Kap aan. gaat, mislyker fatzoen is in gantfeb Amftcrdam riet,ik weet niet wat ik daarvan maaken zal, het Iykt wel een Hooyberg, ik vraag wat doet die tweede Knik daarin, waarom niet jegt opgewerkt, kunnen daar wel fle^ter Serviruten bedagt worden, als dat miamaakte ding? Als het fheeuwt, moet immers de Sneeuw allemaal blyven liggen, en zoe lang als de Dekdeelen nieuw zyn, zal het waater' nog wat afloopen, maar als dat begint te verrotten, en daar word niee fkuur opgepast, dan loopt het Waater op het StukkedoorWcrk. en dat kan geen Waater veelen. Endan zou het niet vreemd zyn, als dat het Stukkedoor Werk. met Brokken daar uit kwam vallen , en viel eenige Menfchen dood of zwaar geblesfeerd. Wat de Gooten belangt, die zyn veel te rmu^, en zullen by Winterdag met Vriezend Weer vol Ys zitten, en dan byDooy weer,kunnen die Gooten dat nat tiiet opzwelgen, en dan moet het na binnen, zoo dat een ieder, die in het Ruym zit, zich we! van een Paraplui mag verzien. En de Goot na den Agterburgwal, is gantfeh niet teisgedeeld van zulken gevallen, temeer, dewyl de Muur zoo vol Bogten is, daar ik my veel heb over verwondert, waarom dat die zoo krom gemaakt is, en waarom die niet regt doorgemaakt? Om de ruimte te winnen, kunnen zy niet zeggen, want daar is zoo veel ruimte vertimmert, das bet op geen beetje aankwam, en ook zo uw dat niet verlooien hebben in de luymte.  f 12) duims deslen, doch o ^efchilJert. (//.) Art. 13. Voor alle de Buiten Deuren, van binnen maaken Portaalen, twee Deuren in 't midden, en aan yder zyde een Deur, de Portaalen van i| duims Deelen met Ribben, en de Deuren van 2 duims Eikenhout, en een duims Paneelen. (i.) Art. 14» Het Buitenwerk voor alle de Geftoeltens maaken van a duims Eikenhout, de Paneelen van een duim. Alle de Vloeren en Banken van ijduim? Deelen, en alle Ruuwe Schotten van j& duims Deelen, in Kostbaarheid zo als die in de Gasthui» Kerk gemaakt zyn. (£) Art. 15. Het Doophuis en Predikftoel, het Galmbord daar boven, in een goede en gefchikte order te maaken, zo als door de Heeren Befteeders zal gekozen worden, doch in Kostbaarheid zo als in de Oude Kerk op 't Sjauy. (/) Art. 16. (A.) Art. ii. De Dak Cozyns zyn zoo klein ,dat al waar het aan bet geringde Huisjo in een Gang, worden zy nietkleinder maar wel grooter gemaakt, hier weet ik geen reede van als om boe kleinder hei Dakkozyn is, hoe minder Loot dat daarop gaat. 0*3 Art 13. Weegens de Deuren, da Deuren ayn ruim een duym te dun, want deeze kunnen niet lang duüren, of zy zyn in 't geheel vertrokken, te meer met zulken dunne Knierijes, de Portaalen, het Hout van de Portaalen moest niet minder, maar 2§ duym zyn. (fc.) Art. 14. Zegt men dat deeze Geiïoelten of Banken moeten gemaakt worden, in kostbaarheid als ia de Gasthuis Kerk, ik vraag is dat in Kostbaarheid, als io den Gasthuis Kerk ? dat lykt nergens na. Het is eeven als op Kermis in de'SpnlIen. De Leggers onder deeze Banken leggen allemaal fcbuin, eeven als in een Koeftal, in plaats dat deeze Vloeren Waaterpas zouden aangevuld zyn. (".} Art. 15. Het Doophuis kon niet eenvoudiger gemaakt wordrn, als dit gedaan is, een Regte fteek Trap, en waarom kon hst niet gemaakt worden, dat de Dominees by den  ( H ) Art. 16. In alle de hoeken, van de Kerk te maaken tot booven toe, de Trappen, Treeden en Baomert van 3 duims Eikenhout, de Stootborden en veidek Stukken van 1% duims hout. Een Greeue ron* de Spil, zwaar 10 duim, alle de schotten van ij duims Deelen, en de Deuren van a duims Eiken* hout, den Preedikftoel zitten, dat die aan de andere zyde moeten zitten, wat is dat een plaats verlooren. En die Bankies agter het Doophuis, iyken wei een Gangetje, of als de Kinderen die het verbruid hebben in het Weeshuis, dat zysppard moeten zitten. Wat den Preedikftoel betreft, het Bellek , fpreekt dat het in Kostbaarheid, als die van de Oude Kerk moest weezen, maar die kan , naar myn gevoelen, iri lang daar niet mee eevenaarden. En daar en booven hebben Directeurs aan den Beeldhouder nog ƒ 1600 — betaalt! Zou nu de gantfche Predikftoel de helft zoo veel wel waardig zyn? Hoe komt het dan, dat de Directeurs het Geld zoo weg geeven ?—Het bedek luid, dat de Aanneemers moeten den Predikftoel leeveren voor haar aangenoomen Geld. —* En nu moeten of willen zy voor zoo een Wisfiewaszie Orna* ment, vier klyne Beekjes, ƒ 1600 — betaalen ? Hier ftaa ik by ftille, en geef de zaak aan den onpartydigen Leezer oover, en ik hoef daar niet meer van te zeggen, als dat ilc alle Liefhebbers Recommandeer, dat Konst ■ Stuk vaa ƒ 1600 — te bekyken. Doch wel in bet oog houdende, dat deeze ƒ 1600 — is maar voor het Beeldhouwers - Werk aan den Predikftoel. Maar ik mag hier wel vraagen: hoe komt de Predikftoef in het Bellek? Toen my vertelt wierd, wat al prezenten aan de Kerk gedaan waaren, hoorde ik ook zeggen, dat de Heer Direfteur FUHRMAN belooft had, den Predikftoel prezent te doen. Slacht hy dan den vermaarden üilenipiegel, die aan tien blinden tien guldens beloofde, en hen geen één gaf? Een fchoon prefent, dat de Kerk tweemaal betaalen. moet, eens aan de Aanneemers Baazen, en nog eens, wel dubbeld, aan den Beeldhouwer! Met aulke prezenten gaat de Kerk te gronde. Of heeft de Heer FUHRMAN daar voor iets anders aan de Kerk gegee en? Maar dat kan ife uit de Inwydings Predikatie van Dom. HAMELAU nie6 zien, want daar vind ik onder alle de gevers van prefeo* ten zyn naam, of de Letters A. H. F. in 't gebeel niet» '  ( t5) hout, en een duims Paneel, (m.) Art. 17. Op alle de Gaanderyen maaken Schuine Vloeren , en Banken van i| duims Deelen, in eikanderen geploegd en gefchaafd, alle de Trappen voor de Gaanderyen van 2 duims Greenen hout jf en voor en tusfchen de Calomme te maaken een Digte Balie mee Lyften opgelegd, [n.) Art. 18. Cm) Art. 16. Nu koomen wy aan de Trappen, heb ik ooit van myn leeven zoo lang als ik aan de Konst geweest ben, ooit VODDIGER WERK. gezien, dan wilikbefchaamt ftaan. Dat kan nergens flegter en lomper gemaakt worden. De treeden in de Boomen zyn op eenige plaatzen wel meer als een Kwartier oopen, geen tree van booven. een weinig gerond, de Trap teegens de Muuren overal oopen, met Wiggen daar ingeflaagen. Haddén zy om deeze fchande te bedekken, daar nog een Dek-Stuk booven opgeleid, dan zon een kender daar zyn tanden nog zco niet a&nftooten, of nog zoo niet verfoeijen. — Ik vraag den Heeren Baazen.- een Trap van 4 voeten 3 duym,is diegrooï genoeg, voor zoo een Kerk? — En dan nog met een Spil daar de Menfchen den hals. en beenen by zullen breeken, zoo daar maar eenig gedrang van booven komt, de Leu. ningen een Endrib zonder van agteren eens holgefchaaft, daar men met de hand inloopt. — Is dat een Leuning, neen dat lykt naar geen goed Werk, ik zal nog zwygen van het Hout van de Trappen , dat kunnen de Liefhebbers zei ven gaan kyken. Ik Lees van alle de Schotten in dat Artikel van den Trap, maar weet niet wat daar mee bedoelt word, want daar zyn geen Schotten. De Trappen moeften naar myn bedunkens gemaakt weezen. Ruim 7 voeten wyd, op zo een wys ala in de Nieuwe Kerk op de Stroomarkt, ao of z» omtrent (n.) Art. 17. Op de Gaandery te rriaaken een fehuine Vloer. Hier verftaa ik door een Vloer, die van de eer« lte Bank van de Colommen tot achter tegen s de Muuren moet doorlopen, en alle vol met Banken gezet, de Banken moeten niet verder als 2 voet van elkander ftaan, midden op midden, en elk een Bank moet een half voet booven malkander oploopen, en nu zyn daar maar zeeven Banken op de bovenfte Gaandery, die weinig opdragt hebben,— Ik vraag  ( tö) Art. 18, In het groote Wulf, over de geheele Midden Kerk, alle de Spanten van binnen hol, in kokeren, en tusfchen yder Spont te maaken van 3 duims planken, 2 Spanten na dezelve hohen en befchieten met Schrooten van ii a + duim in 't verband, door eikanderen gewerkt. (• ) Art. 19. Voor de Gragt en in de Spinhuisfteeg, te zetten zwaare Eiken Paaien van 8 en 8 duim. (p.) Art. 20. Voorde Gang je maaken 2 Deuren, van 2| duims Eikenhout, ij duims Paneelen, Het oude Fondament blyft leggen. vraag u Waarom loopen deze Banken niet door ? dat heeft zyn reeden in. Is het om dat daar dan te veel fjout zou toegaan? Zy zyn ook niet lang genoeg, zy konden die veel Langer maaken, en dat hoorde ook zo.—Maar neen, dat komt daar niet door, de ganifche Kerk is niet goed Geordoneerd. De Cofynen ftaan veel te laag, en als de Banken doorgetimmerd waaren, dan was de gantfche Verdieping Wind, en daar was in het geheel geen Licht. . DocnMk zal daar op myn beurt meer van zeggen. (0.) Art. 18. Is eenvoudig, en is geordonneerd met Planken tusfcben de Spanten. Waarom dat daar geen zwaarder Ribben toe genomen zyn in plaats van Vuuren deelen is my onbekend, of het moet wederom als vooren, om de mindere kosten gefchied zyn. Q>) Art. 19. Hier word van de Paaien gehandelt, doch dit is zo ik gehoord heb verworpen. En de Baazen hebben ƒ 200 — meer gekreegen, en hebben Steene Paaien gezet. METZELAARS WERK. Hier toe behoord Kalk, Steen, Graavers-,' Steenhouwers-, en Stukadoorswerk , met alle Arbeidsloon. Stygers, Touwen, Manden, Vaatjes, Metzeldraat. £n alles wat verders hier toebehoort, Air. u  Art. tl Wanneer de Timmerman de Fondament* plan* ken, zo van Gevels als Zymuuren , waarop dó Colommen rusten moeten, zal gelegd hebben. Eer* ïtelvk op deFondaments plank leggen, twee droogeLaagen, en vervolgens de Muur Opmetzelen tot gelykmet den Grond, van de Voorgevels en Zyglvels aanleggen 4 Heen dik, uitgezonderd het Middelfte Front van de Voorgevel , t welk § fteenen moet aangelegd worden, op de hoogte van 2i voet uit de Fondaments plank i fteen inyden. Onder de Colommen Penanten te raetzelen van 4 fteen dik en 4 fteen breed, van de Fondamenisplankaftot de hoogte van de begaane grond,van de Kerk tusfchen deze Penanten een Muur te metzelen, van de Fondementspkmk af tot gelyke hoogte van één fteen dik, die de pananten aan eU kander verbind. Art. ï. Alle Portaal Muüren te metzelen een fteen dik aanleggen i| fteen, de ronde Muur aan de zyde der Spinhuis fteeg, in de grond aanleggen i\ fteen op metzelen 1 fteen, alle de fteenen in de grond moeten oprechte beste roode Moppen zyti tan de Vecht. Aft. 3. . Wanneer meti gevordert is tot gelyks rriet dert crondjangsde Voorgevel, en de een Zyoegevel de Rondgaande Plint te ftellea, dezeke Agter te metzelen met vlakke Moppen Klinkers u goede bastert Cement. Men zal Dordfche of w'el Geoctroyeerde Cement gebruiken, tar keuze van de Aanbefteeders. De Agtergevel en de Zygevel aan. de kant van 't O. 1. Huis, alwaar geen plint gefteld word, van de Straat af tot de Bovenkant Van den rondloopende Plint, 3 vo6ten h?r,de LaaSen \° werken, ook van vlakke Mopklinkers in goeds bastert Cement gewerkt. . * g Art. 4  (11) Art. 4, De Voorgevels en .Zygevels op te metzelen van Graauwe fteen , de Voorgevel beste Graauwe fteen van de Vecht, van 3 fteen dik, de Voorge. vel en Agtergevel, uitgezondèrt het middelfte Front van de Voorgevel, htt welk met Pilasters moet vooruit gewerkt worden, en d«s4 fteen word. De Zygevels dk 2J fteen. Onder de Balken 3 harde laagen met basterd Cement gewerkt. Tusfchen de Balken en Gevels eenige kieine openingen te Jaaten voor lucht van de Balken. De Voorgevelsmoeten Netjes naar de Veer gewerkt worden , en de Vocgtn gefneden na de rey , de Zygevels ea Agtergevel net plat vol gevoegd. (0) Art. 5. (a) Art.i, 2,3,4. Hier word gefprooken van 2 droge Laagen, waarom twee, en niet een Laag, daar maarenkelddeStootvoegen open in zyn. Ik heb veel Werken afgebrooken, maar heb altoos ondervonden, dat de drooge Laagen tot gruis vermorzelt zyn. Want een Steen die niet vlak draagt, en zo een zwaarte op hem heeft, moet vermorszelen, en doet meenig Werk treeden of?akken. Hier moet ik weer eens vraagen: Hoe komt bet, daar ftaat: de Muuren moeten aangelegd worden van 4 Steenen, het middelfte Frond 5 Steenen dik,en op de hoogte van 2 en een halv voet uit de Fondaments Plank, een halre Steen fnyden. De maaker van het Bellek fpreekt van een égaale Snyding, de Muuren zyn 4 Steenen dik aangelegd; dat maar zo min is als het kan, het was niet flegt geordoneerd geweest, al was het één S'een zwaarder, doch htt is nu zoo. Nu Lees ik niet meer van Snyden der Muuren, als in het 4de Artikel, het geen ik hier by dit eerfte zal voegen, wyl het tg faamen fpreekt van het opgaan der Muuren. Wat met deeien Muuren is omgegaan, geloof ik, zal een geheim blyven. Van den beginnen af, is my gezegt, dat 'er by de Directeurs beflooten was. dat de geheele Kerk g Moppen Steenen dik zouw weezen, en dit fchynt oek :e ïtrooken met dit eerden Artikel van het Metzei - Werk, daar ftaat de Voorgeevels en Zyde Gevels, en dit is beide in het meerdervosdig, dus de gantfehe Kerk, aanleggen van 4 Steenen dik, op de hoogte van 1 en een half voet, uit den Fondament Planken een halve Steen Snyden. Bygevolg is den aanleg égaal, ei den Snyding égaal van dikte, en ondertusfehen ziet men 2 MaiU ten fan 3 Steenen, on de andere * Muuren van 2 es een bal-1  f 25) Art. 5. De Zyruuur en Agtergevel, en alle de rondióübende Muuren van de Kerk moeten van Graauwe Moppen opgewerkt worden, en de Agtergevel 1 r voor halve Steen dik. Het 4de Artikel is geheel verward, en S-ryd met het eerSen Artikel. Indien men gelooven moet, dat dit Artikel niet na het eerfte opftel verandert en verknoeit is, dan is den Opftelder daar van, op dit oogenblik geheel in den dut geweest. — Wy hebben gezien ui Art. 1. dat den geheele Kerk moet aangelegd worden van vier Stenen, en op » en een halfvoPt § fteen fnyden. HUI word ondertusfchen gefproken van Zyde Gevels, dik a en een halfe Steen: Ook moet men in dit Art. raaden welie de Zyde of Voorgeevels zyn zuilen, en hoe veel Muuren "ei in de Kerk gevonden worden —In het begin van het Art worden Voorgeevels en Zyde Geettels genoemd, 't welk men zoude moeten veronderftellen, dat elk twee, en dus de geheele Kerk was. En wanneer men de Standplastze "an het Gebouw zelve befchouwd, 10 zou men de Gevel in de Spinhuisfteeg en die op de Kolveniers Burgwal voor de t vee Voorgeeve!» aanmerken, en dit word ook in het flit van dit 4 Art. zo uitgedrukt; met deze woorden : Dè Voorgevels meten netjes tiaar de Veer gewerkt worden. Terwyl de Zyde Gevels dan zouden moeten zyn de Geevel aan de zyde van 't St. Joris, en de Gevel aan de zyde van *t Oost-Indiefch Comp- Huis. En ondertusfchen word in *t begin en aan het einde van dit zelfde 4 Art. rgg van een Agter Gevel gefprooken, en dit is dan de vvfdd Gevel van het Gebouw. — Hoe het bier meede ook zy. het is verward, en hier heeft gewis een zeekere fprong in plaats, die althans niet ten voordeele van het Kerkgebouw is uitgevallen. Want waarom heeft men de Muuren van de Kerk niet even dik gemaakt, drie Steenen roncö n waare daar wel uoodia geweest, want de Balken draagert óp drie plaatzen in de Muur, en aan de vierde Koomt hec i Orgel. HetBeftsk fpreekt van drie harde laagen onder de BalKen, en tusfchen de Balken een opening te laaten, dit was beide vergeeten, want onder de eerfte laag Balken was dan geen harde Laage ondergewerkt. Doch op hec flerke aandringen van eenige Directeurs is het in t vervolg gedaan. Ook is *er onder eenige Balken van vooren een halve harte Steen onder gelapt, om te verwonen dat deze doorloopt, doch dit is niet geheim genoeg gslchied, of is ontdekt, fchoon het s'Morgens heel vroeg gefchied is. Het fpreekt ook van Nefj-s naar de Veer gewerkt te B a wol;  ( if ) Voor zo verte dezelve in ?£ gezigt komt, ook dan van Roode fteen daar dezelve blind is en niet gezien word, doch zo 'er« gten Graauwe fteen genoeg te krygen was, zou men achter aan roode Moppen kunnen werken, (b.) Art. 6. De geheele Kap te beleggen met beste blaauwe Gladde Pannen, behoorlyk te Verdekken, en het Groote Wuif midden in de Kerk vlak teftukadoren. Art. 7. In de Kerk, alle de Muuren met gezifde Kalk op te Plyften . en onder op de grond van de Kerk, onder de Banken, onder de Gaandery en onder *t Doophuis met geele middel Klinkers in Zand te be- worden. Het was voor het Werk beeter geweest, dalt het plat vol was gewerkt, en Kalk in de Stootvoegen, dan zou het meer alt drie deelen beter tegens den Slag van den Reegen kunnen, en bet maakte in het geheel eon beter Verband uit, doch wyl het 20 gewerkt is misftaat bet voor een Kenner dat daar zo veel Stootvoeten ia dicht geflopt zyn. Het Art. 2. fpreekt van Vegtte Steenen, en daar zyn Lekfe Steenen aan gebruikr, dat lykt net zo veel naar het Ikftek als een Koe naar een Haas. Te meer wyl my door één der Directeurs, voor de Aanbefteédinge al verteld was dat HELMERS al de Steenen die aan de Vegt waaren, en in dat Jaar gebakken zoude worden, had opgekogt. (b.) Art. 5. De Zymuuren en Agtergevel alle rondlopende Muuren van de Kerk, moeten van Grauwe Moppen opgewerkt worden, en de Agtergevel zo ver als dezelve in het gezigt komt, doch als 'er geen Graauwe Steenen ee^ noeg te krygen zyn, dan zou men achteraan roode Moppen kunnen werken. — Nu waaren daar hondert duiiendea Graauwen Moppen, buyten die tot de Kerk nodig waaien, te bekoomen , en men heeft altoos den Partyzen Steen graauw, en een ftrekze Stesn rood, zoo dat altoos een enkelde, en een halve Steen graauw vooraan is gewerkt. Kan dat voer egt verklaard worden , geef ik alle eerlyke Kenners re beoordeelen, daar ftaat ook niet, dat zoo daar te kort kwam, Roode Moppen tnoeflen gebruikt wori den, maar dan konden daar Roode Moppen gebruikt worden. — Dus een behendige Praktyk, alle tot nadeel van de K E R K, doch niet eerlyk, anders moeste de Direo teuts daar voor korten, (dit is weeder voor haai Rekening,  (11) béftraaten. (e.) Art. 8. De Graver zal voor alle de Muuren , zo wel de Binnen als Buiten Muuren de behoorlyke Sleuven , maaken , tot de vereilchte diepte, dezelve ichoeiien en vervolgens weder aanvullen. J ' Art. 9. De Regesbakken, welke thans onder in de grondleggen, verfchuiven , indien zulks nodig is, ter plaatze daar dezelve best gefchikt zyn. (d.) Ciï Art. 7. Ik zal maar om de kortheid overgaan tot het. beftraaten onder de Banken en Doophuis, met geelen Mid. Helklinkers, nu is daar geen eenen Steen onder geftraat.- — Ku vraag ik? korten deDiredteurs daar voor, zoo van Steeren als Arbeidsloon, en ik vraag of het noodig was, dat zu?k geftraat wierd of niet: Was het noorfjg, waarom ts Z niet gefchied; was het niet nodig, hoe kunnen dan zul)c verftandige Baazen, zulle grove en domme misflaagen hebben dat zy een Rekening marten op het geen ly met nood is hebben , doch NB. het fonraeert aan haar Rekening Cd) Art o. De Regenbakken te verfchuiven , dat is me! «daan, de mond van den éénen Regenbak, was in den weg vóór het Fondament van ,en der Colommen, onder de Gaandery over den Predikftoel, men heeft myonderngt, S daar^direkt bevoolen was, de* zeiven te verfchuuen Hnrh nnlanks di' is dezelve blyven leggen, en de PeSa is op S zwakke Werk van d/n Bak- gemetzelt, fchuins over den Regenbak, om op deeze wyzen, de rag^fcaanMaats te krVeen. Nu vraag ik wederom aan Kenners van het W k kan feezc Colom" z,o vast ftaan, als de anderen of gelvk «kken , daar deeze Colom gedeeltelyk op een Roosut-Werk draagt, en den anderen op Paaien. NB DeMuuienvan deBrandgevelszyn maari es een halt Steen dik, zou het niet beter geweest zyn, dat die ook regt op «oven dik eeloopen hadden, want het zou het Werk en Kap «ootö S ïeShefd bygebragt hshben, en een Steun voor het g Sdir sS weederom in de Baazen hun zak gewerkt. NBi De Muur aan het Huis, in de Spinhuis Steeg, is Ter dfpté van dat Huis, tot aan het Confiftorie Gebouw, maar en een halve Steen dik, en dus 1 en een halve Steen "inde! als h!t Bedek bepaalt\ alweer tot voordeel van deftaazen, en groot nadeel van het Gebouw. B 3 STEEN*  ( 2* ) STEENHOUWER Y. Tot de Steenhouwery behoort alle de Blaauwe fteen, Breemer fteen met Hellen, Arbeidsloon en Vragten. &c. Art. i. De Steenhouwer zal de plinten leveren van Blaauwe fteen, langs de Voorgevel en Zygevel in de Spinhuisfteeg, gefchuurd en opgevrynd, dik 6 duim, en hoog3 voet raet de uitfpringende hoeken , als in de Teekeningen is aangewezen, als ook de Gaaten hakken voor de Anker en Dooken. («.; Art. t. Het middelfte Frond van de Voorgevel te maken, en ftellen van Bi emer fteen Netjes opgevrynd, dik 6 duim, en met de uitfpringende hoeken , volgens de Teekening , de trefiigten , ligtftukken en band en kraal van Blaauwe fteen, ook geichuurd en opgewerkt, de Lyst met deszelfs Cornesfing en Overftek vaa Bremer fteen, volgens ^eekeningen. (ö.) Art. 3. Oader alle de Couzyntn van Voor en Agterge- veis (a ) Art. i. Qe Plinten rond om het Werk moeten gefchuurd, en opgevrynd zyn, het Schuuren moet weezen , om dat alle de Kuiler: daar uit moeten weezen, en alles vlak onder den Ry moet zyn. Nu zyn in de Plinten zulke holten, dat byna blinde Menfchen die kunnen vinden , wat de Plinten op de Gragt betreft, zyn opgevrynd, met agï Frynfiaagen in een duym. Dit is zoo Ruyg alsmoogelyk is, en de Plinten in de Spinhuis Steeg, zyn niet opgevrynd of gefchuurd, maar is nog irfèt alle de Sefierliaagen daar in, zoo ais het uyt zyn Land gekoomen is. (6.) Art. a. Dit Artikel fpreekt van Netjes, het is oppervlakkig zoo ver ik het in eenvoudigheid befchouwd heb aan bet Biftek, e«nig2iijts vjkiosnende, als het woord Netjes «J«ar af n. '  C 23 ), veis te maaken en te leggen Blaauwe ligt (lukken, lang 8 voet, hoog 8 duim, en breed 15 duim, Netjes opgevrynd. ^c.) Art. 4. De twee Deurcouzynen in de Voorgevel, als ook het Deurcouzyn in de Zygevel van de Spinhuisfteeg te maaken en te üeiien volgens rekening, de Pilasters dik 6 duim, buiten de Sprongen van Bazimenten en Capkeelen 6 duim . do Inpost Lyften met deszelfs Cornesfingen , Blokken en uitftekken, alles ten minden 3 duun in de Muur gewerkt, volgens Teekening. Art. 5. De Bazimenten en Capiteelen van de Pilasters, in de Voorgevel te maaken, en te ftellen gelyk ia de Teekening is aangeweezen. Art. 6 De floepen in de Voorgevel en Zygevel gelyk is aangeweezen. Eerflelyk: een Zark, wvt 8 voet, breed 4 voet, dik 6 duim. Zo veel Treden, als in de Teekening te zien is, hoog elk 6 duim, en breed 12 duim , zonder het Ovërftek Die van Bremerfteen, alles Gefchuurd en wel Opge* vrynd. Achter da Zarken een Auk Blaauwe fteen te leggen, tot gelyk met de binne kand van de Muur. Art. 7. Alle de Portaalen en de Grond van de geheele Kerk, uitgezonden onder de Banken en Doophuis, re leggen met drie Opgraften. bö Att. 8. Onder alle de Colommen van de onderfte Gaandery, plinten en bazimenien te ftellen , ter dikte, en hoogte als zulks door de oorde vereifcht word, en de gaaten 'er in te hakken voor den Loodgieter. ö Art. pu (O Att. 3. Spreekt v?n de Legftukkec, daar zyn door het treeden, twee Legftukken gebrooken, en daar is voocdén eer.en weer een ander voorgekomen, maar het-anfle» Is met Stopzei digt gemaakt,  r *4 > Art. 9. Onder alle de Deurcouzynen , zo van de Trap*, pen, Portaalen, als Gevel», overal de behoorly ke Neuten te maaken en te zetten. Art. loOp de Brandgevel van de zyde van de Gang dek flukken te leggen, zo als tot goed werk behoort, van Blaauwe fteen, dik 5 d ui na, breed a voeten. (^) (rf.) Art. 10. Dit Artikel is in'bet geheel van alle opTegtheid vervreemd, hier word gefprooken van Blaauwo Steenen, en daar zyn Witte Steenen opgelegd, en in, plaats van 2 voeten Breed, is die maar 10 duym Breed, en men zegt zao goed Werk behoord. En dit is niei gedaan, Want de Naaden, of Voegen koomen maar regt teegens malkanderen aan, en dus de minfte treeding of verteering van dei Kalk , zyn de Voegen oopen, en het lekt altoos, door, maar de Voegen moesten Swaaluwltaarts Wyze, op malkanderen gewerkt worden, dat het Waater daar weet na buiten kan loopen, dan was de Kerk zo lang als het Gebouw ftaat, bevryd van Lekkafie. My is vertelt, dat in de Ver. gaadering, is door een Lid, die de Konst verftaat, een Model gemaakt, hoe dat deze Dek - Stukken moesten weezen , doch de Heeren Baazen hebben de minste moeite en kosten naar haar zin gedaan. Ik laat hier elk onpartydige oordeelen, uit dit Artikel, hoe bet Steenbouders-Werk ook behandel: is. LOODGIETERS WERK. Het Loodgieterswerk beftaat in de Leverantie van al het Lood en Zoldeer, met al het Ar* beidsloon van dien. Art 1, Alle de ftukken Lood op de Neuten van d§ Colommen, en alle (lukken op de Neuten of Drem» ! pels, van alle de andere Couzynen, zwaar 4 f8 in de vierkante voet, alle de Dooken welke in de Coïttmmen enfty len behooren,vastgieten raeth.ard.Lood,  C25) m alle re2te en ronde Couzynen leggen op de boven drempels een ftuklood, breed 13 duim, van a fS in de vierkante voet. O ) Arc- 2- *m Alle de eegotene oogen moeten zwaar zyn ó (g. welke in de plinten midden front en Deurcouzyns behooren, en alle dezelve in de Steen vol en vas gieten,deHardaeenen ftukken welke op deBrand. fevels komen, meede vast gieten, als meede de ^ Baiu'er;, welke op de Wal worden gezet en de Hardfteene Dekftukken op de wal met de vzers daar door vast gegooten. f» Art- 3' L J „o Het Lood in de Lystgooten moet breed zyn 0$ duim en in alle de andere Gooten 36 duim , zwaar 6 ■ n de vierkante voet, ter deegen mtgeflaaeen. en alle de Gooten gezoldeert met platte naaden De ftukken Lood welke op en voor het *ron- r„ \ Art 1 Hier vind ik weer een ongelukkige Verzinrinf. }ln het eerfte Artikel ftaat, op de Regte er1 Ronde ring. xu u« , r noj van 4 pond in de voet, en Kozynen, moet leggen Lood, van d Dus elkakriederr0S°tuk«- 17 * P°-«» uit' Kn men maakt ieder uiuk uc stukken eewoogen zyn, en verzeekert my, dat deeze S tóMJsw b y , ruwaarde,•bevond«. ^dan 2en glr i»nd ^ , elk een S»ook Loo^mm 12 pon ^ ^ ^ de weegen, zoo « t-ooan^gs * neemen, dat het re?oWoadeWNeïe^nbSS in den zelfden trant . Lood op de Neut=nc' „ GiPte van het Steenhouwerszal behandelt weezen. ^«J8n d moec men a. iWerk' Tt^u fwero^regte hfrde Specie was looven , ^\tz^0ZZo^r%^d, dan onkundigeHeeren. n'^ Arf66! ffle°^aa^: ^Ile Gegooten Oogen moeten zwaar (b.) Art. 2. W"» ongeluk vergeeten, en in plaats van ZV" öHdvo zv gewLgl enkoSdenniet meer als 1 ft« ^Tr e'h en S dat op ieder Oog maar 4* « -uider I7d n in hetBeftekgefchreeven ftaat.  C 25) te Spies koomen te leggen, de (lukken over el. ^anderen en met Doppen gefoldeert, en de Loodjes over de Doppen heen hangen, het Loot on'cr tty\Tim -Frrte- SP'"es móet breet zyn duim , van 6 8 m de vierkante voet. 00 t Att- 4- Kan et»2?K0Dd? dC Plaatzin^ van de rai^el(le Kap, moet breed zyn ar duim, en al het voet Kff j ne vierkame v^et , ter deegen in dè ^he van de Pannen ingedreeven,en de drie Keuj! fe Gooten, welke voor de Zolders komen, moet ÏÏ;ïdDlfflta' en zwaar 6 éin de Art. 5. Het Lood op en aan de zy wangen, van de vier Dakcouzynen en al het Lood 't welk in deBrand. gevels gewerkt word , en in de Pannen moet £aTvoe,breed 9 dUiin' ü —4 « * * S Art. 6\ De twee Goote bakken met uitfooppypen, wel. taJ?n»ene?eVK in/6 Gang moe^nPwyoPrden ge. bragt, moeten breed zyn a voet, en diep i| voet En wee zwaare Pypen om het waater na oe'neede te brengen, van 5 duim middeliyn, de pypen ge IZtr TJïll3ngte V2n 80 VOeC' doch^is niet «eker, dewyl men niet weet waar de Regenbak schil- omzalfkJ'a ArtlkeJ beb ik niet opgenoooien, daardfnnW^ aarn,Ct °ver "Maaten, alleen weet ik dat Sml^e,Jing!n vande Middel Gooten zeer ondiep\% lerzZ rlVn?et V6rdere, Loodgieters Werk, wee^ns ^ ét Z f nzw^en, wyl ik dit niet heb nagekeeken ia  ( 2? ) SCHILDER en GLAZEMAKERS Dit beftaat in het leeveren van Glas, en alle de verdere Metiriaalen met Arbeidsloonen. Art. i. Het Glas moet zyn allerbest zoort van BoheemsGlas, welke op dien tyd kon bekomen worden. Alle 'de Ruiten moeten worden gefneeden, dat dezelve net in de Raamen pasfen, en op yder Ruit S pennen flaan, en dezelve ter deeg vast te zetten. Dezelve ter deeg aanftryken met de beste 'zoorc van Stopverf, met wat Lootwit 'er onder geweikcvoor 't hard worden, de Ruiten moeten aangeftreken worden, van binnen mee de dag van 't Raam gelyk, en van buiten met de kant van 't Raam gelyk. («.) * Art. 4. Alle het Buitenwerk, beüaande inDeüren, en andere Couzynen ,a!le de Raamen, Deuren, de Lyst, het Fronte Spies, op het Gebouw, de Paaien om de Kerk, en de yzere Leuning op de Wal, en verder Buitenwerk, dit alles Gronden, Stoppen, en twee maal over fchildcren met ordinaire Couleur van Verf, beftaande in zuivere en onvervaUchte Lootwit, zonder Kryt of nadeelige Speciën onder* te mengen, maar alles zuiver in zyn zoort. Art. 2- fa "5 Art i. Het Glas moet weezen, van't Allerbest zoort van Boheems Glas, welke op dien tyd te bekoomen iss De Liefhebbers van de Glaazenmaakers Konst, bekyken deexe Ruiten eens, hoe netjes dat zy pasfen, zy gaapen net als op eenige plaatzen. Zy moeiten van binnen aangeftreeken worden met Stopverf, die voord opdroogt ; dog deeze Specie is ©er ongeluk wat zagt gebieeven. Het Glas is zoo gelyk, daar zyn niet weinig draaijingen m. Wat de. Verf betreft, geloof ik, dat best Lood wie zal zyn onvervalst i  Cal) f21 «* «te 1-r « » • »¥» t» ,ry Art. 3. Al het binnenwerk, beltaande in Zolders, Lyften, Coiommen, Portaalen, cn al bet verdere Houtwerk dat in de JCerk gevonden word, Lynxen , Stoppen, Gronden, en tweemaal over Schilderen, met ordinaire Couleur van Verf, zoo onver valfchst als hier voor is befchreeven. Art. 4. De Predikftoel, het Klankbord, het geheele Doophuis, en alle de verdere Geftoeltens en Banken» welke alle van Eikenhout gemaakt zyn, eens clien en ftoppen , tweemaal overkleuren , met beste Omber, met Oly gemengt. (£.) (6.) Art 4. Dit Artikel leert, dat alle Geftoeltens en Banken van Eeken Hout moeten gemaakt zyn. Zie hier over de Aanmerking van het 14. Artikel van den Timmerman SMITS WERK. Beftaande in het Leveren van al het Yzerwerk , met alle Arbeidsloon van dien. Art. 1. Alle de Puntdooken voor de Colommen, Deuren , en alle andere Couzynen, te maaken van een Duims Yzer, en alle lang 4 duim. Art. 2. - Alle de Ankers met haaken , welke aan de Plinten en Deurcouzynen behooren, als meede aan de Hardfteen , en het Middenfront, moeten zwaar ayn 6 eg, en ter deeg gepikt, (a.) Art. 3. (a ) Att. 2. Dit Artikel zegt, de Ankers moeten weegen 6 pond. En deezen zyn gewoogen, en weegen niet zwaarder als 4 en hsh' a4|f. Eu aan de meeften is het Pikken vergeeten, fchoon het bcerer waar geweest, dat deze jefchilderd waaien met Menie Verf.  Art. 3. Alle de verdere blinde Ankers aan de Balken, om de andere Balken, moeten zwaar zyn 15 ©, tn ter deeg Gepikt- (b.) Art. 4. Alle Koppel Yzers, Winkelhaaken en Bouten, welke aan de Balken komen, die op de Colomr men leggen, moeten zwaar zyn 6 £8. {e.) Art. 5 Aan alle de Buiten Deuren maaken zwaare Sloten, en de verdere Slooten voor de Banken, die benoodigd zyn, Art. 6. Door alle de houten Palen, welke voor en op de eene zyde van de Kerk komen, een yzer maaken van 1% duim vierkant yzer, en op de wal langs de geheele breedte van de Kerk en gang, zwaare yzere Pilaaren, met twee ronde yzers, een yzere Boom of Ketting voor de Deuren op de Wal. Art. 7. In de klyne Brandgevels maaken Heisyzers van li duim, *en in de groote twee Heisyzers, om een Bak aan te kunnen hangen. (b~) Art. 3. De blinde Ankers die om den anderen Balt moeiten -weezen, leggen veele om den derden Balk. (c ) Art, 4. Ik heb ondervonden dat dit Artikel ook niet in order is' opgevolgt, want daar zyn aan'veele Balken op de Colommen de Koppel Yzers vergeeten , en de Bout» weegen niet meer als 4 en een half d 4 en een quart pond. SP YK ER WERK. Dit beflaat in het leveren van Knieren, Spy. kers en Grendels. Art. I. Aan de Buiten Deuren leveren zwaare Knieren van  f 3=>) Van N°. 2.6. en aan alle Binnen Deuren van N*> ïö". en alle de Raamen welke na buiten draaiien» JN°. ia. («.) 3 Art. 2. Verders leveren alle Grendels, Knippen, en verdere Sluiting, van het zwaarfte en beste zoort, welke tot het geheele Werk moeten gebruikt worden. Art. 3. Alle de Spykers in zoorten, welke gebruikt worden tot het vastmaken van Ankers en verder Yzerwerk, moeten alle zyn taaije Spykers, met platte Koppen, van het beste zoort, en alle de anderen Spykers in zoorten, zoals men gewoon ïs dagelyks te gebruiken. Ca.) Art. 1. Hier moet ik wederom vraagen als in 't 6 Art. van de Timmerman.—Dit Artikel fpreekt van Knieren aan de Raamen .van N°. 12. En dat deze Raamen naar buiten moe* ten draaijen, en daar is geen een Knier gebruikt, wyl den Raamen alle vast gemaakt zyn. Waarom (laat dit dan in het Bellek. — Alweer tot grootmaakingen van de Rekening. — Hoe dat de Spykers. Sloten en diergelyke zyn, weet ik niet, want dit is verborgen. Indie» 'er iets het geen tot den Opbouw van deze Nieuwe Kerk behoort, in dit Beftek mogt ver* geeten zyn , zal het echter 'er onder begreepen zyn, en het zal deHeeren Aanbefteeders vry ftaan Iemand te ftellen, om te koomen zien. of alles volgens het Beftek, en als goed en deugdelyk werk behoort,gemaakt word.— De Betaaling zal gefchïedenin vier Termynen, de eerfte wanneer dit Werk gelyks de grond zal zyn.de tweede wanneer de tweede Laag Balken zal geleegen zyn de derde wanneer het Gebouw onder Dak is, en de vierde  C 3* ) oflaatfte Termyn» wanneer deze Kerk geheel eij ai zal voltooid zyn. De Aanneemers zullen verpligt zyn dit Gebouw tegen primo December, 1792. onder Dak te hebben, en tegen primo Juny, 1793. geheel af, op de verbeurte van ƒ 14 — daags, zo veel als hec langer duurt. Wy ondergeteekende neemen aan, te maaken eene Nieuwe Kerk, volgens dit Beftek, Teekeningen, en Model; voor een Zomma van HONDERT, VIER DUIZENT, VYF HONDERT Guldens, volgens de op heeden ingeleverde, e» door de Vergaaderinge van Directeuren der HerJlclde Lutherfche Gemeente geapprobeerde Tekeningen van den Heer van der HART,de verziering in het Fronte Spies uitgezondert. (w — ƒ 400 — — 8 Collecteer Hokken -— «*m / 200 — Het Hokje daar de Blaasbalk in komt te ftaan ƒ a8oo — — Het Orkesile daar de Mufikanten hebben gezeeten, van Ruige plarken opgtfhagen — ƒ 80 - -» De Mufiek Meefter heeft gehad — ƒ 605 —• —. Nog voor eenige buiten rekeningen, reparatien of derge- Jyken cif.ca. ——. — ƒ i^50 — —. 1 En meer andere verkwistingen* Moet dit de weidenkenden niet ter harte gaaf), dat wy Zoö gevordert zyn, en zo een' aanzienlyke Somma by een hadden , alles is ons voor de wind gegaan , en wat heeft de braave Godvrugtige Regeering van deze Stad, ons niet een groote gunst beweezen. Die goedheit van deze Hoogwaardige Regeering, zal zoo lang Luthers Religie in Nederland oprecht geleerd word, bet weldenkend Nakroost tot lof en boogagtii g verftrekken , die braaven daar wy alles aan verpligt zyn wat ons dierbaar is, aou het grieven, in dien zy alles wisten, wat tot nadeel en niet tot voordeel gewerkÉ is, want wat kan hethslpen dat deze geagte Regeeringe ons zoo veel gunften bewetzea heeft, en nog gunften bewyzen wil, a's het geld aan een anderen kant onnut verkwist word. Dit zal immers de milde geevers ook te rug houden, en dan loopen wy gevaar dat alle onze zaaken te niet zul. Jen loopen. Doch Jefus kent het hart der welmeenenden, dia zal het Gebet verhooren en alles ten beste keeren. In cit vertrouwen hehbe ilc my onderwonden, deze myne OOGENZALVE in liet Licht te geeeen. — Is ben geen Geeftelyke of Notabele Scnryver, ik veiftaa een wy'« aig van de Boukunde, en daar heb ik na, geaordeelt.