| J0$$ MAATSCH. DER NEDERL. 1ETTERK. &r yj" TE LEIDEN. Catal. bl. Geschenk van Too?ieelstukken , 1841.  VANGLEN NE, OF DE KARAKTERTOETS.   VANGLEN NE, OF DE KARAKTERTOETS; TOONEELSPEL. GEVOLGD NAAR L'HABITANT DE LA GUADELOUPE, VAN M E R C I E R. Te A M S T E L D A M, by PIETER JOHANNES UYLENBROEK. MDCCLXXXVIII.  LJ5TTKK K,J  P~erzoek'mgen ën dantokfclen tot hoogmoed —> tot verachting en verdrukking der armen en geringen , tot hardigheid en ongevoeligheid jegens de ellende van anderen : hoe belaagen en omringen die niet den ryke van alle kanten ! En hoe ligt kan hem niet zjn rjkdont ten valftrik en verderf vetftrekken ! ZOLLIKOFERi  PERSOONAADJEN. De beer dort igni, bankier. Mevrouw dortigni, zyne echtgenoote. Mevrouw milville, weduwe, zuster van Dortigni. vangeenne , nc;f- van Dortigni. mui.son, makelaar in efleiïen en wis fels. brigitta, in dienst van mevrouw MilviUe. een notaris. bedienden. Het tooneel is te Parys» VAN-  VAN GL ENNE, of de KARAKTERTOETS; TOONEELSPEL. EERSTE BEDRYF. EERSTE T O O N E E L. De heer dortigni, mevrouw dortigni. Dortigni zit voor een geopende fecretaire, met verfcheiden papieren. Mevrouw Dortigni is in nachtgewaad, zittende in een' gemaklykenjloel. dortigni. Gy hebt gisteren zeer veel met (poelen verlooren, mevrouw; ik zal u myn geld niet meer toebetrouwen. Mevrouw dortigni. Gy zyt wel onheusch! ... Gy rekent dan myn winstdagen niet? dortigni. Hoor, mevrouw, gy moet nimmer verliezen. Mevrouw dortigni. Gy waagt niets met my van daag honderd louizen tc leeneti; wy zullen faamen doen Ik zal met Artemize A 4 fPee-  8 VANGLENNE.of de KARAKTERTOETS; fpeelen : het is de alleronbedrevenfte zottin... Geef my, zeg ik , honderd louizen: ik ftaa u borg dat ik 'er duizend mede zal winnen, en wy zullen deelen. dortigni. Wel, laat het zo zyn: kies uw party wel; fpeel vooral niet met die bezadigde , omzichtige , en oplettende lieden , welke eiken trek naargaan : maak party met loshoofden , met verftrooiden van gedachten... Dit zyn de beste fpeelers voor u. Mevrouw dortigni. 6'. Laat my maar begaan. dortigni. Maar, mevrouw, het word tyd dat ik u eens een zeer ernstige berisping doe over uwe buitenfpoorige uitgaaven. Mevrouw dortigni Maar, mynheer, moet ik weder herhaalen, 't geen ik u reeds honderdmaal gezegd heb, dat ik u flechts alleen getrouwd heb om het bedwang waarin ik voor myn huwelyk leefde te ontwyken ? dortigni. Mevrouw, ik wil u geen der rechten van een getrouwde vrouw beneemen... Ga, begeef u in de waereld, ontfang by u wat gezelfchap gy wilt ; maar ik bid u , ontzie myn beurs. Dit is de groote zaak. Mevrouw dortigni. Uwe uitlleekende zuinigheid betreft my altoos alleen... En uw tafel, mynheer... uw tafel? DOR-  TOONEELSPEL. 9 dortigni. Hebt gy daar ook geen genot van, mevrouw? ... Ik heb menigvuldige redenen om zo teleevenalsikdoe, en gy zult dit toeftemmen. Men verwerft zich begunstigers , men verkrygt een' naam , een' rang... Gy weet dat men aan tafel, zonder een woord te fpreeken, meer zaaken afhandelt dan op de beurs ... Maar uw opfchik, mevrouw, ... dit is verfchrikkelyfc. Mevrouw dortigni. Word hiervan gelproken ? dortigni. Meer dan vyfhonderd louizen in 't jaar aan modewinkelierfters! Mevrouw dortigni. De pracht word noodzaakelyk: men moet die wel vertoonen. dortigni. 't Is gelukkig dat niets my affchrikt, en ik om één kroon te winnen geen moeite ontzie; ik heb ook geen rentmeester. Gy weet, dat ik zelf alle myne fchatten beduur, en daarvoor zorg met de fchroomv,.llig(le oplettendheid ... Maar wat baat myn aanhoudende arbeid, zo gy voortgaat met deeze verbaazende verfpilling ? .. . Waartoe dient dan uw fpeldegeld? Mevrouw dortigni. Cy mankt my toornig met uwe vt-rwytingen... Van myn' kant werk ik voor u met al myn magt: ik heb de zaak van dien jongen marquis u aangebragt, en u de overwins: bezorgd van een a .nzienlyke fom, A 5 dor-  io VANGLENNE,of de KARAKTERTOETS 5 dortigni. Wel, gy hebt gelyk , mevrouw; maar, hiervan gefproken... op wat Ivf zullen wy dit geld' beleggen ? wy hebben reeds faamen beflooten het op lyfrenten uit te zetten. Mevrouw dortigni. Ja, mynheer, als het u gelieft... Ik vind het goed... dortigni. Laaten wy iemand zoeken die nog lang leeven kan. Mevrouw dortigni. Zy zyn zeldzaam ; maar ik zal u iemand aanwyzen, die my voorkomt honderd jaaren te zullen leeven. Laaten wy het op het lyf van dien jongen hertog beleggen. dortigni. Waarom meer op hem dan op een' ander' ? Mevrouw dortigni. Omdat die jonge hertog een groot liefhebber vafl de jagt, en zeer zot is; dat hy veel beweeging heeft, nimmer een boek opent, en , niets in 't hoofd hebbende, lang in een bloeijende gezondheid moet leeven. dortigni. Ik verwonder my over de juistheid van uw doorzicht. Mevrouw dortigni. Ik zeg u, dat het een uitileekend Hgchaamsgeftel is, zeer gefchikt tot een' vasten grondflag voor wel rekenende renteniers. dortigni. Kom aan: laat ons morgen vyftig duizend livres op het lyf van dien jongen hertog plaatzen; gy Haat my daarvoor in , mevrouw. ^Ie_  TOONEELSPEL. n Mevrouw DORTIGNI. Volg altoos myn' raad... Verkeer alleen met de ryken, en met geen anderen; want daar is, wel over. dacht, met hen alleen wat te winnen. DORTIGNI. Ik weet het wel. Mevrouw DORTIGNI. Van de penningen, welken gy opeen hoopt, zult gy welhaast een adelyk goed kunnen koopeu, en vervolgens de geheele waereld uitlagchen. DORTIGNI. Dit is ook myn ontwerp. Mevrouw DORTIGNI. Maak geene verbindtenisfen hoegenaamd, dan na a daarop wel beraaden te hebben. Wees zeer naauvvkeurig, bovenal in de geringfte zaaken; de gewigtigc zaaken verderen de aandacht ah van zelve. DORTIGNI. Mevrouw, ik laat waarachtig het gerirgfte papiertje niet verflingeren; want het kan in vervolg van tyd van de grootfte aangelegenheid zyn. Daar zyu menfehen, welke , in de vervoering van hun hart, als loskoppen alles fchryven wat hen in 't hoofd komt, die allerlei bekendtenis Ichriftelyk doen. Deeze openhartigheid komt hen duur te liaan. Na verloop van vyft en jaaren dient een klein briefje, wettig verkregen, en bewaard , dat zy zich niet eens herinneren , tot een bewys ten hunnen nadeele, en zo worden zy in bedwang ge- hou-  li VANGLENNE,oF de KARAKTERTOETS; houden... Ik bewaar alles en ik nommer alles zeer naauwkeurig. Mevrouw dortigni. Zo doet een man, die orde bemint, en het toekomende in acht neemt ;hy is oplettend op alles wat hy fchryft, en weet met de onvoorzichtigheid en losheid van hen, die niets vooruit zien, zyn voordeel te doen. dortigni. Myne brieven volgen juist van dag tot dag , mevrouw; ik verzeker u, dat ik wel naauwkeurig ben. By voorbeeld, zie daa'r een' merkwaardiger! brief, welken ik by het nazien van myn oude papieren heb gevonden. Zoud gy 't wel gelooven ? de dagteekening is bvna een-en-twintig jaaren oud; hy is van een' vollen neef van my, die omtrent dien tyd zyn geluk, of veeleer zyn dood, in de nieuwe waereld ging zoeken. Mevrouw dortigni. Maar hoe weet gy dat hy dood is ? dortigni. Wel, mevrouw, ik denk het, omdat hy my nooit om iets heeft gevra.gd. Mevrouw dortigni. 6 Dit bewys is zo zeker als zyn doodceel. dortigni. Het was een dier groote vernuften , die zo veel niet weeten te winnen dat zy konnen beftaan. Mevrouw dortigni. Inderdaad, een groot vernuft! dor-  TOONEELSPEL. 13 dortigni. In Parys blonk hy uit in de gezelfchappen; men verhaalde en roemde zyne geestige en kluchtige invallen; hy bragt zyn' tyd door met aangenaame vertellingen en kleine dichtltukjes op te Hellen; men hoorde hem over alles redeneeren ; hy verfinaadde de fortuin, en is eindelyk van elende geftorven Mevrouw dortigni. Maar my dunkt dat hy vry wat overeenkomst had met uw lieve zuster, welke zich verbeeld de boeken wel te kennen, en in de letterkunde bedreven te zyn... 't Is een zottin. Maar, hebt gy bericht van haar ? dortigni. Ja, zy is beter. Mevrouw dortigni. 7.0 ... Heeft zy de boeken, die ik haar geleend had, weder te rug gegeeven ? dortigni. Ja- Mevrouw dortigni. Zy moet my daar niet meer om vraagen... Ik waarfchouw 'er u van, dat ik myn boekenkast fluit. Men verzoekt om boeken, even of zy niets kosten ; en wanneer ik haar een werk had geleend, fcheen het, als of zy, by het te rug geven , my verweet, dat ik het niet had geleezen. Ben ik gefchikt om myn' tyd te verzuimen door het nagaan van die ongerymde en dwaaze denkbeelden! Daar is in de waereld flechts een nuttig denkbeeld, dat, namelyk, waardoor wy tot rykdom geraaken. DOR-  i4 VANGLENNft ,of de KARAKTERTOETS; dortigni. Zy heeft my nergens om laaten verzoeken, en ik heb my daaraan gehouden. Mevrouw dortigni. Zy verveelt my dan fchrikkelyk! dortigni. Maar wy zien haar niet meer, en wy fchynen van beide kanten hiermede wel in onzen fchik te zyn... zo dat... Mevrouw dortigni. Ik gun het haar ... Zy heeft de onbefchaamde hovaardy om voor een goede moeder te willen doorgaan; zy met haar twee jonge kleuters, die zy overal brengt. Daarmej kan ik my niet ophouden; ja! het is of zy zegt: z;e hoe ik hen opvoede, hoe ik hen geen oogenblik uit het oog verlieze , hoe ik de gevaaren hunner onnozele kindsheid afweere! ... gy handelt zo niet, myn fchoonzustcr... Wel, men kan het niet verdraagen... Voor 't overige is zy zo treurig, zo zwaarmoedig ' zuchtende nog altoos over haar' overleden echtgenoot. dortigni. Zy heeft Hof tot zuchten . de overledene heeft haar flechts zeer geringe middelen nagelaaten ; maar zy heeft het zo gewild. Ik heb het haar voorfpeld; ik had fchoon zeggen , toen hy haar vryde : hy is niet ryk, myn zuster ; wees op uw hoede; dat is het grootfte gebrek dat een man kan hebben. Zy antwoordde my : hy is beminlyk , zeer braaf en deugdzaam. En door deeze fraaije tederheid , en zeldzaame hoedanigheden, is zy nu  TOONEELSPEL. 15 nu naar een vierde verdieping verbannen; ja ik twyfel zelfs of zy, om onderhoud te vinden, niet genoodzaakt is eenig handwei k te doen. Mevrouw dortigni. Een fchoone les voor die gelukkige vernuften, die waanen meer te weeten dan verftandige lieden , die zich verheffen op ik weet niet welke belagchelyke gevoeligheid , en geen werk maken van den rykdom, als of'er inderdaad iets zo wcezentlyk in dewaereld ware. Gedrukt door haare armoede, wil zy nog de fiere fpeelcn. dortigni. Zy was altoos wat fier; het is waar... Mevrouw dortigni. Nu, Iaat zy dan met haar waardigheid en wysbegeerte tusfehen vier muuren pronken. Ik wil haar niet meer zien. TWEEDE T O O N E E L. De heer dortigni, mevrouw dortigni, een knecht. de knecht. Mynheer, daar is een man , die zedert een half uur gewacht heeft, en die verzoekt u te fpreeken van wegen mynheer De Vanglenne. dortigni. Vanglenne ! Zie daar weer wat nieuws. Hebt gy dien naam wel regt < Ga hooren of gy dit niet mis verftaan hebt. De knecht vertrekt. dor-  16 VANGLENNE,of de KARAKTERTOETS; DORTIGNI vervolgende t°gen mevrouw Dortigni. Zo heette die neef; maar het is meer dan twintig jaarcn geleden, dat die naam my niet ter ooren is gekomen. Mevrouw DORTIGNI. Wel zo! daar is uw geest reeds fchielyk op reis naar Amerika by dien ver af zynden neef, omdat gy my van hem gelproken hebt' Zyn 'er dan geen menigte naamen die op verfcbillende wyze naar elkander gelyken? DE KNECHT, wtder binnen komende. Mynheer, die man zegt dat hy u iets van belang mordeling heeft te zeggen van wegen den heer De Vanglenne, uw' neef, welken hy laatftelyk in Amerika heeft gezien. DORTIGNI Wel nu, mevrouw/ nu hojrt gy 't, dien hy in Amerika heeft gezien. Het betreft hem inderdaad... Dit verwondert my zodanig ! .. ■ Mevrouw DORTIGNI. Hy is dan niet dood' DORTIGNI. Ik weet het niet, mevrouw; maar ik heb altoos voorgevoelens van alles wat my moet overkomen... Laat hem binnen komen... Waarachtig.' ik ben nieuwsgierig . .. DER-  TOONEELSPEL. 17 DERDE T O O N E E L. De heer dortigni, mevrouw dortigni, vanglenne. Vanglenne wacht met fpreeken, tot de knecht is weggegaa?i. Mevrouw dortigni, ter zyde. Ach, goede Hemel, wat bode is dit! hoe fiyf! dortigni. Wel nu , mynheer, Ipreek op, wat hebt gy my te zeggen ? vanglenne. De Hemel zy gedankt, myn waarde neef! hoe verheugd ben ik u weder te zien! Hebt gy my dan geheel vergeeten ? dortigni. Hoe, mynheer, gy zoi.d.... Ik kan my uw gelaat niet herinneren. Mevrouw dortigni, ter zyde. Waarom heeft men dit fchepzel binnen doen komen..? 't Is een bedelaar. vanglenne. Ik heet, Vanglenne... Ik ben uw naaste bloedveiwant. dortigni. My Haat zo iets voor, mynheer, dat ik een' bloedverwant gehad heb van dien ntam; maar wy allen dachten dat hy dood was. B VAN-  i3 VANGLENNE, of de KARAKTERTOETS; Vanglenne. Hy leeft, helaas! en ik ben het. dortigni. Mynheer, 't is reeds zo lang geleeden, dat gy .my wel zult verfchoonen dat ik my uw gelaat niet kan herinneren... vanglenne. Voor my, ik herken u wel; maar ik ben veel meer veranderd dan gij, en dit is niet te verwonderen. De vermoeijenis, de onaangenaamheden, het verdriet, een lang verblyf in een vreemde luchtftreek... Voor 't minst moet myn Hem, by gebrek van myne wezenstrekken.... dortigni. Ik betwist u niet, dat gy het zyt, mynheer. vanglenne. Herinner u nog eens, wy waaren vrienden. dortigni. Schoolvrienden, als kinderen .. Maar, ik bid u, waar zal dit op uitkomen , mynheer?... Welke be. veelen hebt gy my te geeven ? vanglenne. Ik heb 'er geene, myn waarde neef... Helaas: de arme ontvangt beveelen, maar geeft die niet. Mevrouw dortigni, ter zyde. Ho! ho! hy zal om geld vraagen .. Ik jaag myn' poortier weg. Die gek! zulk een' mensch te lanten bin.  TOONEELSPEL. to binnen komen , in weerwil van myn dagelykfche on* derrichtingen... vanglenne. ik had my nedergezet te Guad'eloupe. dortigni. Te Guadeloupe ? zo, mynheer. Ter zyde. Gaa, keer [poedig naar de tegenvoetelingen... vanglenne. Met veel moeite had ik een weinig byéén vergaörd. Verwaardig u myn droevig noodlot aan te hooren: het ongeluk gehad hebbende van myn vrouw en zoon te verliezen, verbond my langer niets aan een vreemd land, en ik bedoot naar Vrankryk te rug te keereit. De liefde tot het vaderland fprak levendig in myne ziel. Dit gevoelen blyft ons tot het uiterfte by. Mevrouw dortigni. Ach! welk een ondraaglyk begin! Vanglenne. Het fchip belaaden met myn vermogen, dat in waarheid maar zeer fober, doch toereikende was aan myne begeerten, is vergaan op de kusten van Spanje. .. Ik heb alles verlooren ; myn ramp is door de nieuwspapieren bekend geworden. Het fchip de Eenhoorn... Tien myner reisgenooten zyn verdronken , omdat zy het treurig overfchot van hun vermogen nog poogden te redden. B a Me-  so VANGLENNEjOf de KARAKTERTOETS; Mevrouw dortigni. Met dat al zyn zy zeer gelukkig , wyl zy niets meer in de waereld hadden... 't Is zo goed... vanglenne. Gy hebt wel gelyk, mevrouw; deeze zyn niet het meeste te beklaagen. Ik heb meer dan eens hun lot benyd. Met zeer veel moeite heb ik Parys konnen bereiken. Zo gy wist wat ik onder weg heb geleeden ! Welke vernederingen flcept de armoede achter zich! Maar ik heb my met ftandvastigheid en moed gewapend. Ik kom hier in de fiad en verneem naar u... Met hoe veel vermaak hoorde ik dat gy in de ruimte 'eefde! dat de Hemel uwen arbeid heelt gezegend, en gy in rust gebruik maakt... Mevrouw dortigni. In de ruimte! wie heeft u dit gezegd, mynheer? Kan men in Parys wel ryk zyn ?.. . Gy hebt dan in de Nieuwe Waereld de leefwyze van deeze vergeeten? vanglenne. Vergeef my, mevrouw; nnar dit huisfieraad dit paleis, de uitwendige pracht die u omringt; alles zegt... Mevrouw dortigni. Wel nu, mynheer , men (chikt zich Irerin naar de waereld... gy toont die geestdryvende verwondering nog van een' eerst aangekomen reiziger. vanglenne Hy, die gebrek aan het noodige heeft, maakt, zyns ondanks, aanmerkingen op alles, wat zyn oog treft; hy  TOONEELSPEL. 21 hy ziet, hy gevoelt den grooten afftand tusfcben hem en de geenen die gelukkig zyn. Mevrouw DORTIGNI. Maar, mynheer, vergun my u te zeggen, dat uw gedrag zee" vreemd is omtrent ons: gy weet door list by ons binnen te komen; gy neemt een' vallenen naam aan, onder voorwendzel van ons tyding te brengen van een' bloedverwant : maar dit vtorwendzel is een zeer onheusch bedrog. VANGLENNE. Ik oordeelde, dat ik in dit kleed, dat niet dan a! te veel myne behoefte te kennen geeft, my niet voor uwe dienstboden bekend moest maaken... 't Is uit befcheidenheid, myn waarde neef, alleen uit befcheideniieid. dat ik my bediende van dit middel waardoor myne elende bedekt bleef. DORTIGNI. Gy had my konnen fchryven... VANGLENNE Een brief zou nooit zo veel indruk gemaakt hebben als myne tegenwoordigheid. Ik voedde meer hoop wanneer ik zelf u kwam fmeeken, en u mondeling myn* bedroefden en fmartelyken toeftand op het treffendst verhaalde .. DORTIGNI. Ik verfta u: gy hebt my boven anderen gekoozen om de verongelykingen der elementen te herftellen. Omdat het lot u myn neef heeft doen zyn, lyd gy fchipbreuk op de kusten van Spanje, en ik zal daarvoor R 3 te  22 VANGLENNE,of de KARAKTERTOETS; te Parys verantwoordelyk moeten zyn .. na verloop van twintig jaaren komt gy my opzoeken, en zeggen: Hier ben ik; pccf my onde'riland. vanglenne. Ja, deeze bede heb ik u te doen... Ik verberg het n niet. Mevrouw dortigni. Hebt gy dan alles in één fchip gelaaden ? vanglenne. Helaas! ja , mevrouw. Mevrouw dortigni. Gy handelde zeer onvoorzichtig; maar dit deed gy altoos, zo als ik gehoerd heb... I n fchoon wy al de begeerte hadden om u te helpen, zyn wy daartoe niet in ftaat. vanglenne. Ik weet het. mevrouw... Maar ik ben nog wel ergens goed toe, en ik fmeek om uwe weldaaden, en edelmoedigheid. dortigni. Toen gy jong waart, mynheer, hebt gy niets willen doen ; gy verfpilde uw' tyd in luisterryke gezelfchappen, terwyl anderen, ftyf gezceten, vlytig werkten by een' prokureur of notaris .. Dit verzuim word vroeg of laat betaald gezet. vanglenne. Ik beken, dat ik in myn jeugd wat los leefde : het heeft my ook genoeg berouwd; ik was ;oen Zeer jong, <*n de verleiding der vermaaken .. dor-  TOONEELSPEL. 23 dortigni. Toen gy vertrokken zyt hebt gy zwaare fchulden iaagelaaten. vanglenne, levendig. Ach! myn neef, die zyn allen federt naauwkeurig afgedaan... Ik betuig het ernstig. dortigni. Uw karakter was zeer gefchikt tot fnaakfche kuuren, om gevaarlyke grappen uit te voeren. vanglenne. Zeer onfchuldige grappen, dit zult gy zelf bekennen, myn waarde neef, waardoor niemand beleedigd is geworden. dortigni. Uw wangedrag heeft uw oom hier van droefheid doen fterven. vanglenne. Ach, wat zegt gy, myn waarde neef? dit is zoniet. dortigni. Wel zo, wel zo, dit is zo niet? zie daar my tot een' volflagen leugenaar gemaakt, mynheer. Mevrouw dortigni. Dit is zeer onbefcheiden... vanglenne. Vergeef het my, mevrouw; myn oogmerk was niet om te beleedigen. dortigni, toornig. Hoe, mynheer... B 4 VAN-  s4VANGLENNIÏ,of de KARAKTERTOETS; VANGLENNE. Ik verzoek verfchooning ; ik wilde alleenlyk zeggen dat myn waarde oom my ten allen tyde aanhoudende blyken zyner vricndlchap heeft betoond. Hy heeft zich verwaardigd om my verfeheiden maaien te fchryven... Ik heb eenigen zyner brieven by my .. QHy haa.i een brieventas uit. Hier zyn 'er,die ikzeer zorgvuldig bewaar. Gy zult zien dat hy my hoog achtte. DORTIGNI. Ik heb niet noodig die te zien. VANGLENNE. Zyne brieven melden, dat hy, indien hy geen twee kinderen had gehad . welken hy gelyk redelyk was, den voorrang moest geeven, my meer goed gedaan zou hebben: niet te min, heeft hy my, in weerwil van den aftand van plaats, veel gunst bewcezen, door zyne aanbeveelingen en dienstbewyzen, welke wel geen geld zyn , maar die echter veel meer verpligten dan geld... De gedachtenis van uw' vader , myn lieve neef, ial my altoos dierbaar en heilig zyn. DORTIGNI. Myn vader was, dit durf ik zeggen, fomtyds fchuldig door te veel toegcevendbeid .. Is men niet genoodzaakt geweest na uw vertrek uw vaderlyk erfgoed te verkoopen ? VANGLENNE. 't Is waar, dit gelehiedde om myne dtyaaze fchul- den,  TOONEELSPEL. *5 den, in de onbezonnenheid myner jeugd gemaakt, te vereffenen. dortigni. Zyn vaderlyk goed te verkoopen! Dit is evenwel niet te verfchoonen, mynheer. Het toont een ondeugend hart.... Zyne wettige en natuurlyke erfgenaamen te vergeetea! Leer van my, mynheer, dat men geen bloedverwanten meer heeft, wanneer men zyn vaderlyk erfgoed heeft verkocht. vanglenne. Ik vrees hef, maar overweeg dat dit alles voortkomt uit een'en denzelfden misfiag... de losbandigheid myner vroege jeugd. Ik heb federt daarvoor wel geftreng moeten boeten. Nooit heb ik de eer, noch de oprechtheid te kort gedaan ; en zo ik arm ben , heb ik echter niets verricht dat u kan doen bloozen, of u recht geeft om my uit uw har: te verftooten. Mevrouw dortigni, aan knoopwerk bezig. Myn man geeft fomtyds aalmoesfen... Maar over't geen hy tegenwoordig kan geeven is reeds befchikt. vanglenne. Ik begeer niet tot last te zyn, mevrouw... Ik tracht naar een geringe bediening in het komptoor van myn' neef, ofwel dat hy my ergens wil aanbeveelen, en ik zal dan welhaast een' post verkrygen. Mevrouw dortigni. Welhaast een' post! Maar mynheer is zeker onbewust dat 'er reeds zeer veel bedienden boven 't getal zyn, die federt verfcheiden jaaren dienen, die van B s aU  26 VANGLENNEofde KARAKTERTOE 1S; allen kant aanbevolen worden , zelfs door hooge perfoonen. dortigni. 't Is waar, mynheer. Mevrouw dortigni. Men kan ze ook niet dood flaan om u plaats te maaken. Elk zyn beurt, en het getal der mededingers is zeer groot. dortigni. In 't oneindige. Mevrouw dor tig ni. Men kan, door Hechts eens met den voet te ftampen.. op de ftraaten van Parys, een geheele bende klerken, commieilèn, fecretarisfen, en fchryvers doen opkomen. dortigni. Men heeft 'cr honderd voor een', die ons lastig vallen. vanglenne. ö, Mevrouw!ik verzoek alleen een bediening,waardoor niemand word benadeeld: daar zyn 'er zo veelerlei! M.iar zo de hulp naar den nood geregeld word, dan is 'cr niemand in dit oogenblik die daarop meer recht heeft dan ik... Morgen heb ik gebrek aan brood , zo uwe edelmoedigheid my deezen avond niet in Haat ftelt het te winnen... Ik heb geene nader bloedverwanten dan u in deeze grooteftad, die ik naauwlyks herken .. Ik ben tot alles bereid : maar , in 's Hemels naam! geef my thans eenige onderfteuning. dos-  TOONEELSPEL. 27 DORTIGNI, ftil tegen zyn vrouw. Ik zal my van hem ontdaan, door hem een kroon van zes livres toe te werpen. Mevrouw DORTIGNI, hem tegenhoudende. Neen, neen .. Dit is de gewoone taal van al die bedelaars... Geef hem fchielyk en beilisfend zyn affcheid... Wat heb ik met zulk een bezoek te doen?... Op myn eer, een fraaije bloedverwant! DORTIGNI. Kom aan. mynheer, men zal zien... Ik zal voor u fpreeken, ik beloof het u... Ga maar heen... vertrek nu maar... VAN GLENNE. Ach! mynheer. DORTIGNI. Ik betuig u dat ik all' zal doen wat my mogclyk is. VANGLENNE. Ik ben ongelukkig; en vergenoeg my met de beloften welken gy my aanbied. Maar zo deeze beloften niet voldaan zouden worden, dan zou het beter zyn dat gy my terflond de treurige waarheid, hoe wreed die ook waare» voorftelde: want dan behoef ik my aan eene harsfenfchimmige hoop niet over te geeven... DORTIGNI. Ik zal onmogelyke zaaken doen, ik zal hemel en aarde beweegen; en zo 'er het een of ander voorkomt, zal ik 't u doen zeggen. VAN-  28 VANGLENNE,of de KARAKTERTOETS; vanglenne. Gy zult hemel en aarde bcweegen!... Maar, mynheer, 't is dan noodig dat gy myn woonplaats weet. dortigni. 6 Ja,., ja... Wel nu, uwe woonplaats?... vanglenne. In de ftraat De laHuchette, in De blaauwe wyzer. Mevrouw dortigni. De la Huchctte! hoe aflehuwelyk! .. Hoe is 't mogelyk dat men in zulk een ftraat kan woonen!... Hy zal niet heen gaan. vanglenne. Begeert gy dat ik 't u opfchryve, uit vrees dat uw gehe.igcn..? dortigni Neen, ik zal dit zeer wel onthouden. vanglenne. Ik ga dan, ik zal u niet langer lastig vallen. Hy groet als om heen te gaan. Mevrouw dortigni. Eindelyk zyn wy van hem bevryd... Hy komt te rug .. Ach, welk een plaag! Ik kan het niet langer verdraagen. vanglenne, te rug komende. Maar, mynheer, ik heb, eer ik vertrek, u eenezaak te verzoeken, welke gy my voor 't minst terfiond kunt toeftaan dortigni, misnoegd. Geen vooraffpraak, mynheer: wat wilt gy... ik bid u, kom fpoedig tot de zaak. VAN-  TOONEELSPEL. 29 VANGLENNE Ik verzoek u my de woonplaats op te geeven van myne nicht, uwe lieve zuster, welke zeer edelmoedig en medelydende fcheen te zyn. DORTIGNI. Het is lang geleeden, mynheer, dat wy haar hier hebben gezien; zy komt niet by haar bloedverwanten ; zy leeft op een vreemde wyze .. En bchalven dat, wat kunt gy van haar verwachten? zy leid een afgezonderd en eenzaam leven, zy is weduwe en met twee kinderen belast. VANGLENNE, met deelneeming. Zy heeft twee kinderen! DORTIGNI. Ja- VANGLEXNE. 6! Zo veel te beter, zo veel te beter. DORTIGNI. Hoe! zo veel te beter! wat kan 11 dat fcheelen ? VANGLENNE. Ik wilde zeggen dat ik zeer verheugd zal zyn, hen te zien, te omhelzen, en... Ik vraag u op het allerernstigfte haar woonplaats temogen weeten; want ik ben zeer onverduldig haar een bezoek te geeven, en ga op ftaanden voet DORTIGNI. Myn poortier zal u die wel opgeeven: gy wilt deezen (lap doen ? nu goed ; men heeft u voorzegd dat gy daar niets door zult vorderen : gy zult Hechts tyd ver- zui-  3o VANGLENNE,o f de KARAKTERTOETS; VIER ruimen; zy is volflrekt buiten Haat om iets voor u te doen. VANGLENNE. Zo zy arm is, zal zy all* doen wat zy kan; en zozy niets voor my kan doen, zullen wy voor 't minst te faamen Ichreijen: zy heeft de armoede gekend, en zal daardoor gevoelig voor myne elcnde zyn... Ik zal van uwent wegen haare woonplaats den poortier afvraagen. DORTIGNI Ja, want ik weet die niet recht; zy vergeet ons op een onvcrfchoonclyke wyze. Maar ik heb thans eenige zeer gewigtige bezigheden , gy zult nu wel zo goed zyn... VANGLENNE, in 't heengaan. Vergeef den overlast, welken ik u gedaan heb. Ik ben in de uitcrllc behoefte gellort .. Ik wensch, mynheer, dat gy nimmer zult ondervinden hoe fmartelyk het is eensklaps in armoede te vervallen: ik heb u myne elende bekend gemaakt ; maar zo gy my byllaat, ten minfle door uwe aanbeveelingcn, zo gy my niet misleid in de belofte die gy my hebt gegeevcn, zult gy de oplettendheid welke men aan ongelukkigen verfchuldigd is niet misbruikt hebben... Ik vertrek. Dort'gni [loot , om zo te fpreeken, Vanglenne uit de kamer, terwyl Mulfon inkomt; zodanig dat deeze twse perfoonen elkander regtflreeks ontmoeten.  T O O N E E L S P E L. 31 VIERDE T O O N E E L. De heer dortigni, mevrouw dortigni, mulson. Mulfon, in een gegalonneerd kleed, hebbende een rotting met een gouden knop in de hand, vertoont by 't inkomen, op het zien van Vanglenne, alle tekt nen van verwondering. MULSON, ter zyde. k myn oog gelooven? Dourville in Parys? Ziende dat Vanglenne vertrekt. Hy is het waarachtig! dortigni. Gy komt my regt van pas verlosten... Waarom zyt gy Bief een half uur vroeger opgekomen! MULSOs, ter zyde. Men zend hem koeltjes heen , men geleid hem zelfs niet tot aan de deur, men groet hem naauwlyks. Zou ik my bedrogen hebben? dortigni. Wel nu, hoe veel gelden de effcQen?... Ik ben onverduldig... MULSON. Wacht, v/acht. Naar^de deur gaande. Maar hy is het, daar is geen twyffel a:n; hy is het, zelfs in deeze kleeding... dortigni En de aktiën op de pachter)en, daa'en die? MUL-  32 VANGLENNE.op de KARAKTERTOETS; MULSON. Kent gy dien man die daar uit uw huis gaat ? DORTIGNI. Ter naauwernood. MULSON. ö! Dat zie ik wel. DORTIGNI. Hoe veel op Hamburg? MULSON. Vyfen tachentig . Maar dit is ongelooffyk... DORTIGNI. Maar waarom , zegt gy ongelooflyk ? Het is de gewoone cours .. MULSON Uw dienaar, mevrouw; veiffchoon my: ik had iets in 't hoofd. Tegen Dortigni. Zeg my eens, wist gy dan niet met wien gy zo aanflonds hebt gefproken ? DORTIGNI. Vergeef het my, het is ons bekend. MULSON. En gy doet zulk een' perfoon geen eerbiedig uitgeleide? DORTIGNI. Gy lacht 'er mede. MULSON. Neen, waarachtig, ik lach 'er niet mede. dor  T O O NEE L SPEL. 33 DORTIGNI. Hoe veel, op Livorno? MULSON. Acht en negentig .. Maar uw gedrag omtrent dien man moet my met reden verwonderen. Ik zou wel durven zweeren dat gy hem niet kent. .. DORTIGNI. Ik zeg u dat ik hem zeer wel ken... Hoe veel op Amfterdam ? MULSON Vier en vyftig... En gy behandelt hem dus... een' der rykfte burgers van het koningryk? DORTIGNI. Gy hebt harsfenfehimmen, myn lieve Mulfon. Hebt gy op zyn kleeding acht gegeeven ? MULS O .M ja, zyn kleeding heeft my wat verwonderd; maar hy is eigenzinnig in zyn gedrag, en dit belet niet, dat hy in dit kleed de beroemde Dourville van Guadeloupe is. DORTIGNI, lagchtnde. Ha, ha, ha' hoe bedriegt gy u myn vriend! Teezc man heet Vanglenne, en zyn vermogen is wel zeer gering. MULSON. Vanglenne of Dourville de naam doet niets tot de zaak, ik ken dee/en man, en deeze man is ryk, en leeft in overvloed. C BOK-  31 VANGLENNE, of de KARAKTERTOETS; DORTIGNI. En ik zeg u dat die man in de uiterfle armoede is, dat hy daar het voorkomen, den toon, de hou. ding en taal van heeft... MULSON Ik verzeker u van het tegendeel. DORTIGNI. 't Is een arm mensen, zeg ik u... MULSON, levendig. Gy moogt wel wenlében in zyne plaats te zyn. Dit wezen is my zo wel bekend als myn eigen. . Hy heeft twee huwelyken gedaan ; Sedert achttien ma inden is hy weduwnaar, heeft geen kinderen, en bezit onmeetelyke febarten. Mevrouw DORTIGNI opjlaande. Geef wel acht op 't geen gy zegt, mynheer Mulfjhn, wees voorzichtig... Groote 1'chatten en geen kinderen ! MULSON. Ja, mevrouw, hy heelt geen kinderen en is ontzagchelyk ryk. 't Is drie jaaren geleden dat ik hem vier maanden achter een te Guadeloupe heb gezien; en ik verzeker u dat hy my heeft herkend. Maar ik weet niet waarom hy zyn oogen heeft néér* geflagen, alsof hy my niet wilde kennen. Mevrouw DORTIGNI. ö ! Daar hebben wy het al. Gy weet niet waarom... Wel nu, ik zal het u zeggen; de reden hier van  TOONÉELSPEL. 35 van is,dat deeze man, weiken gy voor zo ryk opgeeft, ons werkelyk om eene aalmoes kwam verzoeken. MULSON. Hy kan om zich te vermaaken u eene aalmoes afgevraagd hebben. Maar hy alleen is ryker, dan gy en alle uwe buuren. DORTIGNI. Hy heeft fchipbrcuk geleden op de kusten van Spanje, met het fchip de Eenhoorn. Ik herinner my inderdaad dat ik dit in de courant geleezen heb, terwyl ik koffy dronk. MULSON. Indien hy deeze fchipbreuk al geleden had , zou hy nog wel zo veel overhouden om zes maal ryker dan gy te zyn. DORTIGNI. Moet ik het u dan geheel verklaaren ? want dit gepraat begint my in 't eind' te verveelen. Weet dan dat deeze man een neef van my is. dien ik voor den drommel wensch en die eensklaps my op 't lyf valt: hy komt inderdaad uit Amerika , na twintig jaaren afzyns. MULSON. Het is uw neef? DORTIGNI. Ja- MULSON. Wel nu, dan kwam hy z±er om u te beproeven. C 2 Me-  56 VANGLENNE ofde KARAKTERTOETS; Mevrouw dortigni. Om ons te beproeven ? mulson. Dit is zo zyn karakter... IJy heeft geduurende zyn leven wel twintig zulke trekken gefpeeld, de een kluchtigcr dan de ander Mevrouw dortigni. Ik gevoel my ontroerd en verlegen,... 6, hoe verfchrikt gy my, mynheer Mulon! mulson Mevrouw, ik verzeker u. op myn eer, dat uw neef een koopman is in Guadeloupe, waarvoor men het groot(lc krediet heeft. Ikzelf heb eenigen handel met hem gedreeven lk heb zyn wisfelb: ieven verkocht, 't Was allerpuikst, waarachtig.. My heeft een lidteeken onder 't oog, een klein wratje op de rechter wang, poezelige en welgemaakte handen. Mevrouw dortigni. Zou 't moge'yk zyn ? Ach ik fidder... Gy hebt hem in Guadeloupe gezien! IJy had daar zyn' naam dan veranderd. mulson. Hy heette daar Dourville... Maar wat doet de naam daartoe, zo het de zelfde perfoon is? dortigni. Ik dacht dat hy voor twintig jaaren al geftorven was. . en by zyn te rug komst te bedelen!... muls o M. Hy bezit een vrolyk, haastig, en levendig karakter,  TOONEELSPEL. 37 ter, vermaak vindende om iets vreemds te verzinnen, om verrasfing te weeg te brengen. Mevrouw DORTIGNI. t Hemel! is 't wel mogelyk! MULSON Voor 't overige milddaadig, ja zelfs prachtig. DORTIGNI. Milddaadig, prachtig ! Hoort gy 't, mevrouw ? MULSON. Indien hy u den kluebtigen trek gcfpeeld heeft om pnder een gefleten kleed te komen, en geld van u ter leen te verzoeken, zult gy hem dit zeker gegeeven hebben, en dit zal vervolgens wederzyds met lagchen zyn afgeloopen ? DORTIGNI. Maar... Ik heb hem wat koel ontfangcn. MULSON. Dit doet my leed: hy is gevoelig zo wel voor goede als voor kwaade behandelingen. Mevrouw DORTIGNI Myn man had zo veel bezigheden in 't hoofd. MULSON. 't Is een voortreffelyk man voor zyn vrienden; maar voor hen , die hy niet bemint is hy ook... Mevrouw DORTIGNI, ter zyde. Elk woord doorgrieft myn hart DORTIGNI, ter zyde. Ik ben hevig aangedaan. Ik heb groote fpyt.. 'C 3 Óver.  38 VANGLENNE,of de KARAKTERTOETS; Overluid. Mynheer Mulfon, wy moeten niets voor u verbergen: wy hebben hem niet ontfangen zo als hy buiten twyffel verdiende .. MULSON, Maar kan men op uw jaaren geen ryk man ontdekken , al is hy met fchamclc kleederen bedekt ? Immers altoos blykt zo iets... Het is wel te verwonderen .. Mevrouw DORTIGNI. Wy hebben op zyn' penoon niet veel acht gcflagen .. MULS ON. Gy hebt zeer kwalyk gedaan, mevrouw, zeer kwalyk .. Hoe veel vroeg hy u ter leen ? Vyf honderd louizen '... DORTIGNI. 't Is daartoe nog niet gekomen. MULSON. Verfchoon my... Zoud gy die geweigerd hebben? Wat duivel! den vermaarden Dourville twaalf duizend livres te weigeren, dit is onbegrypelyk. DORTIGNI Om onzer vriendl'ehap wil, wyl gy hem kent, doe uw best om alles ten goede te fchikken Mevrouw DORTIGNI, Myn waarde Mulfon, wy hebben dit oogenblik uwe bemiddeling noodig. De lieden van de Nieuwe Waereld denken dat zy hier onthaald worden, ge!yk  TOONEELS PEL. 39 zy dat daar gewend zyn te doen. Gy weet dat dit zeer veel verfchilt. mulson. Maar wat wilt gy dat ik hem zal zeggen ? Mevrouw dortigni. Dat myn echtgenoot, toen hy hem ontfing, duizenderlei zaaken in 't hoofd had, die hem kwelden; dat gy zyn hart, en de vriendfchap welke hyvoor z>n bloedverwanten heeft kent; dat gy 'er voor in daat; dat ik van myn' kant in een kwaade luim was; dat ik myn dienstboden had bekeven ; dat wy hem eerbiedigen ; dat wy hem beminnen; dat wy hem morgen reeds een bezoek zullen geeven , en dat hy ons geheel anders zal bevinden. mulson. Gy belast my daar al met een zeer byzondere taak. Maar zo hy 'er niet over gebelgd is, dan word myn bemiddeling overbodig. Mevrouw dortigni. Hy mogt zich nog eenigzins beleedigd achten door onze onoplettendheid. mulson. 6, Indien het Hechts onoplettendheid is geweest, hy is goed, ongeveinsd menschlievend, zonder bekrompenheid, een driftig maar teffenS voortreftelyk karakter. Hy zal de eerde zyn om 'er mede te lagchen. Mevrouw dortigni. Ik bid, fpoed u om ons met hem te bevredigen. Indien gy wist hoe noodzaakelyk dit is! C 4 MUL-  40 VANGLENNE,o f de KARAKTERTOETS; mulsün Ik zal hem eerst over geldzaaken (preeken, wyl hy in Parys is- Zo hy zes maal honderd duizend livres met voordeel wil uitzc en, ben ik zy:i man Daar is dertig ten honderd mede te winnen .. En zeker, zonder gevaar, en zo hy toornig is, zal ik alle moeite aanwenden om hem te bevredigen Tegen iJorc gni. En het fluiten van onze party, mynheer? dortigni Hiervan zullen wy op een' ander' tyd (preeken, als 't u gelieft. mulso n. Maar gy zuit moeten beduiten .. Ik zal dtezen avond wederkomen Vaarwel, mevroinv; ik ga. Dourville zien. Ik ben wel zeer uw ootmoedige dienaar. V T F D E T O O N E E L. dortigni, mevrouw dortigni. dortigni. Wel nu, mevrouw zie daar het u'twerkze! uwer onhefcheidênheid. . Gy hebt niets minder daarby gewaagd, dan my myne erfTenis te doen verliezen. Gy hebt hei gehoord; hy is weduwnaar en heeft geen kindeven. Mevrouw d 0 r t i g ni. Kende ik hem? Was ik bewust van zyn karakter, dat u behoorde bekend te zyn? Ik zou my hierin zo niet  T O O N E E L S P E L. 41 niet bedroogen hebben als gy .. Gy word dus over uwe dwaasheid geftraft , en met veel meer recht dan ik. DORTIGNI. Was ik niet gereed hem eenig geld te geeven. toen gy myn hand te rug hield? cn nadien gy.door uwe onbarmhartigheid my deezen dag de lehoonfte gelegenheid om my te verryken i ebt doen mLfcn, Met nadruk. Zult gy my borg Haan, mevrouw, voor de fchade die ik zal lyden. Mevrouw DORTIGNI. Hoe, ik zou borg ftaan voor uwe eigen dwaasheden ? DORTIGNI. Zo hy my mogt onterven, wreek ik my op u; uw fpeelgeld zil 't my vergoeden: ik zal u noodzaaken tot de uiterfte fpaarzaambeid. Mevrouw DORTIGNI. Hoe zeer beheerscht u de gierigheid! DORTIGNI. Hoe zeer is het geld uw eeuwigduurende beul!... Om een beuzeling van één kroon te befpaaren, moet men zien dat een fchatryke erfenis op anderen word overgehragt. Mevrouw DORTIGNI. Ga, gy zotfte en onbezonnenile der mannen, gn uw* gr.oven misQag herflellen... Ga u voor zyn voeten werpen , hem nederig de hand kusfehen; ga hem vergiiTeC 5 nis  42 VANGLENNE,of de KARAKTERTOETS ; nis verzoeken. Maar gy zoud hiertoe nog niet eens moeds genoeg hebben. dortigni. *t Is uw zaak, mevrouw, daar te gaan , en wel terftond, of ik wil van u fcheideu. Lene vrouw heeft altoos vermogen op een' man: ga hem verbidden. Ik wil geen vertroosting: breng hem te rug, beweeg hem dat hy my in zyn testament niet uitfiuite, of in myn woede ben ik bekwaam tot alles. Mevrouw dortigni. Ik weet wit my te doen ftaat. Ik zal u geen raad vraagen; ik ken geen man welke zo zwak is in zyn grondbeginselen. Gy weet noch te fpreeken noch te handelen; en buiten die duistere woekery, waarin gy uitmunt, zyt gy een volftrekt nutteloos wezen. dortigni. Goed, goed, ik wil geen andere wcctcnfchap kennen; maar ik zal myne erfTenis door uwe fchuld niet verliezen Ik zeg 't u nog eens. ZESDE T O O NEE L. Mevrouw dortigni, alleen. Hoe is dit te herftellen :•... 't Js niet onmogclyk... Hemel! had ik den rykdom van dien man Hechts kon* nen vermoeden! 6 fortuin ! gy fchiept deezen morgen vermaak in my te verblinden: maar ik verhef my tegen den flag; en dewyl gy de vermetelheid begunsligt zal ik zorgen dat gy my niet ontfnapt. Einde van het eerste bedryf. TWEE.  TOONEELSPEL. 43 TWEEDE BEDRYF. Het tooneel verbeeld de wooning van mevrouw Milville. EERSTE TOONEEL. Mevrouw MILVILLE, BRIGITTA. Mevrouw Milville werkt aan een borduurraam. BRIGITTA komt in, met een papieren doos onder den arm, welke zy op de tafel zet. Myn waarde meesteres, zie daar de vruchten van onzen geringen arbeid. Ik heb een' koopman gevonden, die uw werk, als uitfteekend , en vcrwondcrlyk net, heeft geprezen, en die my beloofd heeft het wel te zullen betaalen, telkens als ik 'er hem van zal brengen Daar, mevrouw, berg dit. Zy geeft geld aan laare meesteres. Mevrouw MILVILLE. 't Is geen fchande, myn lieve Brfeitta, te werken om ecnig ruimer bcltaan voor zyn huisgezin te verkrygen, vooral wanneer men kinderen heeft.... Maar gy zult my vermaak doen zo ga u altoos met den verkoop daarvan wilt belasten... Dit is een zekere achting welke ik verfchuldigd ben aan de nagedachtenis van myn' echtgenoot; die, helaas! niet geloofde my in zulk een' tocdand te zullen nalaatcn. BRIGITTA. Telkens als ik uw'broeder ontmoet, voortgetr. kken in een kostbaar rydtuig, en ik dan bedenk dat hy u hier  44 VANGLENNE,of de KARAKTERTOETS; hier verlaat zonder u de minjte onderfteuning aan te bieden, ben ik op 't punt van op ftraat al de voorbygangers toe te roepen: ziet deezen prachtiger! heer; hooit, hy wil liever paarden op zyn (tal voeden, dan de behoefte van zyn zuster en haar twee onnozele kinderen verlichten. Mevrouw milville Neen, myne goede vriendin ! neen, geene buitenfpoorigheden ; laaten wy die bedaardheid bewaareri, welke het ongeluk aan verheven zielen niet kan ontrteetnen. Myn broeder is niet onbarmhartig uit zichzelven ; maar hy hangt af van cene eerzuch ige en hoogmoedige vrouw, die alle zyne goede hoedanigheden heeft bedorven Ik begeerde niets dan hunne vriend Ichap. brigit ta. Wat hebben zy u dan te verwyten ? Mevrouw milville. Dat ik niet ryk ben, en alles mishaagt hen in my... Zy hebben my wel twintigmaal verflooten. Ik oordeel thans dat ik my niet by hen moet vervoegen dan nadat zy meer als broeder en zuster zullen denken. bri gitta. Uw fciioonzuster behandelt u met zulk een verachting, dat ik haar in myn hart moet haaten. Mevrouw milville. Geen haat, myn waarde Brigitta haat is een al te kwellend gevoel voor de z;cl die denzelven voed. B R 1-  TOONEELSPEL. 45 BRIGITTA. Hoe, tervvyl gy ziek waart, en op den rand des grafs laagt, flechts eens naar u te laaten verneeinen, zeker om te hooren dat gy niet meer in leven waart!... U geen enkel bezoek te geeven!... 1 en openbaare vyandfchap, een gezette wrok, zou verkiezelyk zyn boven deeze wrcede onverfehilligbeid. Mevrouw MILVILLE. De ryke verbreekt gewoonlyk , in weerwil der naauvve banden van bet bloed, alle vcrbindtenis met den armen ... Hy verwydert hem zo wel door neiging als beraad. Dit ziet men overal. Ik gevoel in myne ziel zekere waardigheid, die my ongevoelig maakt voor de beleediging, of veeleer my boven dezelve verheft. BRIGITTA. ' Gy zyt wel gelukkig dat gy deeze wysbegeerte bezit: ik moet u pryzen; maar, voor my ik zou ia zekere hevigheid uitbarsten, om hunne onwaardigheid bekend te maaken , en hen die te doen gevoelen... Mevrouw MILVILLE. Men moet nimmer beleediging met beleediging vergelden; dit zou het middel zyn om twist en gefchil te vereeuwigen. Door zachtmoedigheid en geduld gelukt het ons dikwils onbarmhartigheid en hoogmoed te ontwapenen Ook verplicht my be belang, myncr kinderen dit voor my zo waard belang, om den hoon te verkroppen, welken menhunne moeder aandoet. Myn broeder kan de ftem der natuur, die haare rech-  46VANGLENNE , op de KARAKTERTOETS j rechten altoos behoud, weder gehoor geeven,en, getroffen door myne bezadigdheid, zyne verongelykingen des te meer erkennen. BRIGITTA. De Hemel, zegt men, vernedert de hoogmocdigen vroeg of laat.... Ach ! ik zou vergenoegd fierven, myn lieve meesteres, indien ik zulk een voorfpelling mogt zien waar worden. Mevrouw MILVILLE. Mvn lieve Brigitta, vorm geene wenfehen, die flrydig zyn met eens anders rust. Alles is hier bereden door hooger hand belchikt. ik heb in u een meisje gevonden boven uwen (laat verheven , door uw edel hart en gelukkig karakter. Door (landvastigheid komt men het ongeluk te boven Vertrouwen wy op de Voorzienigheid, en hiaten wy ons wachten om het treurige gevoel van haat te voeden. Wat raakt ons de trotsheid der ryken : Wenden wy ors oog daarvan af; laat ons op hen geen acht geven. Dit valt zo gemakkelyk! Ik leef nu alleen om myn gezin de grondbeginzelen der deugd in te boezemen, en myne kinderen zyn de eeniglle banden welken my voortaan aan 't leven hechten. BRIGITTA. Gy hebt om uwe kinderen geweigerd te huwen. Echter wierden u goede partyen aangeboden... Hebt gy hier wysfelyk aan gedaan ? Mevrouw MILVILLE. Ja,zo ik my verbeeldde; een tweede huwelyk zou hen  TOONEELSPEL. 47 hen een' meester hebben gegeeven , zonder hen een' befchermer te bezorgen, 't Herdenken aan een' echtgenoot, altoos tegenwoordig aan myne tederheid, doet hen voor my eiken dag dierbaarder zyn. Ach! ik heb nimmer hunne lief'koozingcn genoten, of myne hartelyke traanen hebben ook hunne wangen bevochtigd. brigitta. Hoe zeer bemin ik hen! Zy duiden reeds een ziel aan welke de uwe evenaart ... Door duizend eenvouwdige trekken befpeurt men reeds de goedaartigheid van hun karakter. Mevrouw milville. Myn lieve Brigitta, dewy! gy my behulpzaam zyt in de gewichtige taak hunner opvoeding, moet gy geene hunner gebreken voor my verbergen, opdat ik die in derzei ver geboorte verfmoore. Gewen hen vooral aan bezigheid, cn zelfs aan zekere onthoudingen; want zy zyn niet geboren voor onafhanglykheid en ledig, heid. De moederlyke liefde is teder en moedig; maar zy kan geen overvloed verfchaffen daar die niet s. Ik ben noch befchroomd, noch al te vertrouwelyk. 't Is in tegenfpoed dat men de waereld eerst recht leert kennen, en de rampen des levens zyn my by ondervinding bekend. brigitta- Myn lieve meesteres. ik verbeeld my nog altoos, dat de Hemel uwe deugd eens zal beloonen. Mevrouw milville. Maar ik ben niet ongelukkig lieve Brigitta; 't is waar, ik fchyn wel een weinig droefgeestig. BEI-  43 VANGLENNE,ok de KARAKTERTOETS; brigitta. Ja, gy zucht dikwils, cn ik durf u dan niet naar de reden vraagen waarom gy zucht. Mevrouw milville. Ik word weemoedig over myne kinderen; ik denk aan den tyd wanneer de behoeften met hunne jaaren zullen vermeerderen : maar, betrou ende op de Voorzienigheid, en de betrachting der fpaarzaamheid, be_ kommer ik my niet meer dan noodig is.. Geloof my, de vrede woon: in 't binnenfte myner ziel. brigitta, met aandoening. ]s 't wel waar'... Maar gy waart niet zo we' als ik gewend aan een fobcrc lecfwyze. Mevrouw milville. Ik verzeker t u; daar is cene zachte en doordringende tederheid, die myne ziel vervult op t zelfdeoogenblik dat de traanen my in de oogen dringen. Ik befchouw myne kindereu in dat tydftip. Kunt gy de vreugd bezeilen eener moeder op het verrukkend gezicht van de eerste lachjes welke hunne lipjes vormen, in de bekoorlyke befchouwing hunner eerste beweegingen, wanneer zy hunne kleene armpjes naar my uitftrekken, en haar willen omhelzen, aan wier borst zy zyn gevoed ? Dit is het eerste blyk van erkentenis 't geen wy van hen ontfangen, en dit verwekt in ons de zuiverfte geneugten. Dan d ukken wy in vervoering het geliefde wichtje aan onzen boezem, en de vreugd, •welke het dit oogcnblik ondervind, gaat honderdvoudig in ons hart over, dat fterk aangedaan en vervuld word  TOÖNEELSP EL. 49 word met ftreelende, nieuwe, en onbekende gewaarwordingen. brigitta. Ach! ,gy zyt de beste meesteres en de voortreffelykfte mceder. Men klopt. Mevrouw milville. Brigitta, daar word geklopt.... Doe epen. Brigitta vertrekt. brigitta, terugkomende. Mevrouw, daar is een man, die niet jong meer is: hy vraagt om u te (preeken. Mevrouw milville. 1L weet niet wie dit kan weezen... Gy weet dat ik geen mannen in myn huis ontfang.... Wat dunkt 'er u van ?... brigitta. Hy heeft het voorkomen van een' zeer eerlyk' man... Mevrouw milville. Wel nu, dat hy dan binnenkome. TWEEDE T O O N E E L. vanglenne, mevrouw milville, BRIgitta- Ah Vanglenne inkomt, ftaat mevrouw Milville op. vanglenne. Myn voorkomen verbaast u, mevrouw, maar wanD neer  5P VANGLENNE,of de KARAKTERTOETS; neer ik my zal genoemd hebben, zult gy minder verwonderd zyn over het bezoek, dat ik de vryheid neemu te geeven... Ik had u iets afzonderlyk te zeggen. Mevrouw milville, verwonderd. Aan my, mynheer? vanglenne. Ja, mevrouw, wees zo goed my dit onderhoud te vergunnen , ik imeek 'er u om. Hy ziet om naar eei' jlocl. Mevrouw milville. Neem plaats, mynheer. Zy geeft aan Brigitta een teken om te vertrekken. Men hoert de kinderen die in 't naaste vertrek fptelen. Brigitta, laat de kinderen zich wat flil houden, da; zy minder geraas maaken. vanglenne, zittende. Ik zie, mevrouw, dat gy my niet herkent. Mevrouw milville. Ik weet niet .dat ik u ooit meer gezien heb, mynheer... vanglenne. Gy hebt my meer gezien, mevrouw; maar gy waart toen nog zeer jong! Gy waart hechts tien jaaren oud, en in die jaaren flaat men zo geen acht op de gelaatstrekken, die d;or den tyd moeten veranderen, vooral wanneer zy door den rampfpoed geleden hebben.... Kunt gy u niet meer herinneren zekeren neef gehad te .hebben, Vanglenne genaamd , die voor omtrent twintig jaaren naar Amerika vertrokken is? Me*  T O O N E E L S P E L. 51 Mevrouw milville, levendig. ja, mynheer, ik herinner my dit zeer wel. Maar deeze neef... Men had ons federt gezegd dat hy dood was. Vanglenne. Men had in de familje dit reeds onderling verfpreid, eer gy de jaaren van ortderfcheid had bereikt... Gy ziet thans dien neef, dien ongelukkigcn... Hy is hier Voor uwe oogen. Mevrouw milville. Gy, mynheer... Gy zoud... v/i nglenne. Na uwen broeder , ben ik uw naaste bloedverwant. Uw vader, aan wien ik altoos met tederheid1 én eerbied zal gedenken, was de eenigo broeder van myne moeder. Mevrouw milville. Ac'.:, mynheer, myne vreugd evenaart myne verwondering... Ja, gy waart myn' vader altoos dierbaar, en hy bezat veel menfehenkennis... Ik dank den Hemel dat hy u hier gebragt heeft. Maar door wat voorval heb: gy uw verblyf verlaaten in Amerika, dat gy verkozen had en waar gy zo lang woonde ? komt gy u in Parys ter nederzetten ? Vergeef aan het be« lang, 't wolk gy my inboezem:, de vraag die ik u doe. vanglenne. Ik ben u een getrouwe fchets van myn voorgaand D 2 le*  5a VANGLENNE, of de KARAKTERTOETS; leven verfchuldigd, mevrouw, wyl ik u niet kan verbergen, dat ik uw medelyden kom affmeeken. Mevrouw milville. Myn medelydcn, mynheer! 't geen men vcor zyn bloedverwanten doet is een pligt. vanglenne. Gy hebt zeker gehoord, mevrouw, dat ik in myne jeugd woest en onbezonnen leefde; ü: moet bekennen dat dit waar is. Van myne kindsheid af ouderloos, en onder het opzicht van uwen vader zynde, gaf hy my zedelesfcn waaraan ik flecht gehoor gaf, en waarvan ik my zeer weinig ten nutte maakte. Waarom heb ik cp die goede Icsfen geon acht gcllagen, endezclven niet opgevolgd! Myne dwaasheden eindelyk willende herftellen door ernst en vlyr, ging ik t'fchccp naar Amerika. In 't eerst enkel kommies zynde van eene plaatery, verwaardigde zich uw achtenswaardige vader myne brieven met veel goedheid te beantwoorden. Hy ftierf! welk een vader! welk een vriend! welk een verlies voor my! Geduurende verfcheiden jaaren !.cb ik den koophandel gedreven, en men fehoen in Europa niet meer aan my te denken. Mevrouw milville. Gy hebt dan niet aan myn' broeder gefchrevei. ? vanglenne. Vergeef hot my, maar ten minfte acht of negen brieven welken ik fchreef bleven onbeantwoord. Ik dacht dat de geheugenis aan myne voorige misflagen myne bloedverwanten nog tpgen my verbitterde, cn, oor.  TOONEELS PEL. 53 oordeelende daarvoor genoog geboet te hebben door myne rampen en bet verlasten van myn vaderland, verviel ik tot een ande: uiterfte. Jk hield van myncn kant ook op te fchryven; men verlpreidde het gerucht van myn dood naar goedvinden; mon fchilderde my af met de vreemdfte kleuren. Ik maakte my van nut by den koopman wiens plantery ik befiierde, en binnen weinig tyds fehonk hy my zyn vertrouwen. Hy had eene dochter aan wie ik niet mishaagde; ik verkreeg haar ten huwelyk. De vader verrukt doo.' dezo verbintenis, en geen mannelyke kinderen hebbende, deed my geen andere voerfiagen dan dat ik myn' naam moest afleggen en den zynen aanneemen. Ik beloofde dit en hield myn woord. Myn noodlottige naam ware het voorwerp geweest van verfmaading en afkeer, en de koophandel wierd achtervolgd op een' bekenden ei welgevestigd en naam.... De dood ontrukte my byna in 't zelfde jaar myn' fchoonvader en myne echtgenoote. Ik bleef eenigen tyd weduwnaar, en hertrouwde met eene vrouw die my de liefde deed kennen, en my de op'rechtfte tederheid inboezemde. Na veertien jaaren in deezen gelukkigen echt gefleten te hebben , verloor ik haar... Ach ! beklaag my. Dit is een diepe wond' welke de tyd niet ligt geneest. Mevrouw milville. Ach! waarde neef, dit zyn flagen, die het hart verfcheuren en overflelpen! VANGLENNE. Het verdriet dat ik gevoelde maakte my het D 3 le-  54 VANGLENNE, of nE KARAKTERTOETS; leven ondraaglyl:. De luchtltreek van Amerika had voor my geen aantreklykheden meer. Op myn zevet*. en-veertigfte jaar bevond ik my eenzaam, en verlaaten, na bemind te hebben; en alle de voerworpen, die my omringden , herinnerden my een onhciTtelba r verlies... De liefde tot het vaderland fprak in myn hart: ik befloot naar Frankryk te rug tekeeren... Helaas! mevrouw, de kusten van Spanje waren getuigen van myn fchipbreukl Mevrouw MIL VILT. E. Gy verloort dan alles, myn waarde neef? vanglenne. Alles , myne lieve nicht, en zonder hoop van uitkomst. Genoodzaakt om die reis verder te vcet af te leggen, bczeft gy ligtelyk ... De wend' is nog versch; maar ik heb van uwen edelmocdigen vader geleerd, dat ftandvastigheid en volharding de eenle deugden moeten zyn van den man , die I et ongeluk zoekt te boven te komen... Ja, ik gevoel my in ftaat om het te verdraaien* Mevrouw MIL VIT. L E, Hoe heeft uw verhaal my getroffenI;.. Gy hebt alles verlooren ? VANGLENNE. Ik bedroef u, maar ik oordeelde dat ik de ongelukken, waarmede de fortuin my heeft overltelpt, niet met ftilzwygen moest voorbygaan. Ik heb eenigen tyd haare weifelende gunsten genoten. Helaas ! dit is een droom, dien ik wel uit myn geheugen wenschto te  TOONEELS PEL. 55 te wisfchen. T'nans ben ik tot het aiterfte gobragt cm de bcfcherming af te fmeeken van hen welke my nog eenige goedheid willen bewyzen; want geen mensch op deeze waereld is in 't geval, mevrouw, van die ■meer noodig te hebben dan ik. Mevrouw milville. Hoor, myn waarde neef! ik heb ook tegenfpoeden goleden en ben arm; maar echter zo arm niet dat ik niet een weinig kan mededeclen aan een' bloedverwant, die nog ongelukkiger is dan ik. vanglenne. Ach, mevrouw'. Mevrouw milville. Zo gy u vergenoegen wilt met een eenvouwdige tafel , zo als ik die heb met myn klein gezin en deeze medgezellin, of liever deeze vriendin welke gy gezien hebt, zult gy hier altoos welkom zyn, totdat gy !e:s beters zult vinden. vanglenne. Hoe niedelydend zyt gy! Mevrouw milville. Ik zie zeer weinig menfehen , en ga byna nooit uit; maar ik zal uitgaan, en overal myne poogingen aanwenden om u te helpen. Ik zal ten uwen voordeele fpreeken met eenigen myner kennisfen, die in ftaat zyn om u dienst te doen, en u bezigheid te bezorgen... Schoon ik befchroomd ben, gevoel ik my ftandvastig, en zelfs ftoutmoedig, wanneer ik voor «en ander iets verzoek. D4 van-  56 VANGLENNE, of de KARAKTERTOETS; vanglenne Gy geeft my de hoop en 't leven weder, myn waarde nicht. Mevrouw milville. Gy zyt my wel in een afgelegen vcrblyf k:mcn opzoeken... Zoud gy wei met my willen ontbyten? vanglenne, levendig. Zeer gaarne, mevrouw; want ik heb veel geloopon en nog niets gebruikt. Mevrouw milville. Gy hebt nog niets gebruikt! Haare ftem verheffende. Brigitta, breng de koffy. brigitta, binnenkomende. Zy is gereed, mevrouw. Mevrouw milville. Schenk dan. Brigitta brengt twee kopjes, wat klein brood, en de koffy. Vanglenne eet en drinkt greetiglyk. Myn waarde neef, deezen dag zal ik aanmerken als een' der belangrykftcn van myn leven. v anglen ne. Gy zyt wel edelmoedig. Ik ben evenwel een man die u verder tot last zal zyn, en dien gy, ik wil het u niet ontveinzen, zeer wel zoud kunnen misfen. Mevrouw milville. Ik zal ook al het vermaak daarvan hebben ; want gy, gy zult alleen den last der verpligting draagon. vanglenne. Gy voegt vriendclyke bevalligheid by edelmoedigheid. ..  TOONEELSPEL. 57 heid... Maar zou het, daar gy zo veel belang in myn lot (lelt, my niet geoorloofd zyn naar uwe omttandigheden te verneemen? Want indien ik een misbruik ma kte... Hy voleind niet op een teken van mevrouw Milville. Hoe vecle rampen beltonnen het menfchelyk leven, dat zo kort van duur is! Mevrouw MILVILLE. Een moeijelyk en kommerryk leven, zie daar het gemeene lot der menfchen ... Men kin hier op aarde de gelukkigen tellen.... Jk tartte de tegcnfpoeden; maar ik heb den ramp ondervonden voor welken ik het meest vreesde. De dood heeft my een' echtgenoot ontrukt dien ik tederlyk beminde Gy hebt by uZJlven ondervonden hoe wreed deeze fcheiding is. Het geluk 't welk my begon toe te lagchea is met hem begraven. Dit laatfve verlies echter heeft my geen manen gekost; my is voor allen troost niets overgebleven, dan twee onnozele kinderen ... VANGLENNE, met deelneeming. Twee kleine meisjes ? Mevrouw MILVILLE. Ja, neef. VANGLEN NE- Toen ik inkwam heb ik hen even gezien... Mevrouw MILVILLE. Ik had moods genoeg om myn' Haat zonder verfchrikking te befchouwen, om myne toekomende uitzichten te overdenken. Ik verzamelde de overblyffelen van myn gering vermogen, en befloot een waereld D 5 te  58 VANGLENNE50f de KARAKTERTOETS; te verlaaten die alleen de ryken begunfcigt. Ik heb geheel afgezonderd geleefd,zoekende den ry kdom die my ontbrak door fpaarzaamheid te vergoeden; en wyl men in Parys meer dan elders zyn bekrompen leefwyze kan bedekken en leeven zonder het nieuwsgierig en beledigend oog van de geencn die u omringen op zich te ■vestigen, oordeelde ik het de beste plaats voor my te zyn. In myne afzondering vergat ik ligtelyk die vermaaken welke meer verbysteren dan aangenaam zyn. Ik ftelde myn' overvloed in de vermindering myner onnutte behoeften en in het genoegen 't welk de reden fcheppcn kan. De waare behoeften zyn bepaald, en men kan in die maate van gevoeligheid, waaraan het hart deelneemt, vergoeding vinden voor die weeltierige begcerien waarop de ryken 'zich zo verhovaardigen. Dus heeft de fortuin my een geheim geleerd dat ik zonder haare nutte ftrengbeid nimmer zou geweten hebben. vanglen n e. Hoe gaarne nijg ik u hooren fprceken!... Gy hebt van uwen vader de wysbegeerte der ziel ontfmgcn, verre verheven boven die, welke flechts in redenen beftaat, en zo noodzaakelyk in den loop des levens, dat is te zeggen, des ongcluks. In uw byzyn vergeet ik myne rampen, en gevoel my op nieuw bemoedigd. Mevrouw milville. Maar is 't my vergund te \ raagen, waarde neef, op welk een wyzc gy myn woonplaats hebt ontdekt? Ik  TOONEELSPEL. 55> Ik dacht dat die genoegzaam onbekend was voor de geheelc waereld. vanglenne. Mevrouw, men heeft my die aan 't huis van mynheer uw' broeder opgegceven. Mevrouw milville, levendig. By myn' broeder? Hoe, gy hebt hem gezien? vanglenne. Ja, mevronw. Mevrouw milville. Wel nu? vanglenne. Ik ben tot zyn prachtig huis ingeleid; ik heb de eer genoten hem in zyn vertrek te begroeten; ik heb hem byna het zelfde verhaal gedaan 't geen gy do goedheid hebt gehad om aar, te hooren. Mevrouw milville. Wat heeft hy geantwoord?... Wat heeft hy gedaan ? Na eenig Jlilzwygen. Hemel, myn broeder! vanglenne. Uw broeder,, mevrouw, fchynt zyn hoofd vol te hebben met groote en gewigtige bezigheden. Hy is ver gevorderd in 't bewind der geldmiddelen; dit is eene bezigheid , waarover zeer veel moet gedacht worden, en die hem dus geheel inneemt .. Hy was wat verbysterd... Uwe fchoonzuster is eene zeer vermogende vrouw, die op haaren gelukftaat zeer moedig  ,6o VANGLENNE,ofde KARAKTERTOETS; dig fcbynt ... Ik denk, dat zy in een' ryken overvloed leeven? Mevrouw milville. 6 Ja! voorzeker. VANGLENNE. Evenwel kan men de uitwendige pracht in Parys niet betrouwen. Het kon zyn dat zyne omftandigheden niet ruim waren, met al den luister des overvlocds... Ik heb het gewaagd naar u te vernecmen. Mevrouw milville. Wat hebben zy u gezegd? VAN GLENNE. Dat gy weinig middelen bezat, cn geheel buiten ftaat waart om my van eenigen dienst te zyn... De pngelukkigen voeden altoos hoop... Jk heb het vertrouwen niet verloren ; en heb , de Hemel zy geloofd, geen reden tot berouw. Mevrouw milville. Hoe! myn broeder heeft niets voor u gedaan? Is 't wel mogelyk? niets? VANGLENNE. Neen, mevrouw... Ik mor hierover niet... Elk is toch eigenaar van zyn goed, en meester van zyne bezitting. Mevrouw milville. Niet altyd, myn lieve neef, niet altyd. Daar zyn geheiligde fchulden; ik ben wel verzekerd dat gy my verüaat, en dat gy in zyne plaats... van  TOONEELSPEL. 61 vanglenne. Ik kon in zyne plaats... Maar by was my niets verfchuldigd.. Ik heb echter getracht om zyne kieschheid te ontzien, door my niet onder myn' eigen naam te doen aandienen, uit vrees van hem te zullen hoonen, door myne armoedige kleeding... Ik fchaam my niet om het u te zeggen... Ik heb geen ander dan dit... Gy bcgrypt dus dat ik my niet anders kon aanbieden. Zo hy my eenigen onderftand had gegeeven, zou ik dien zeker hebben aangenomen. Mevrouw milville, met een zachte firn. Ach! myn broeder, myn broeder! VANGLENNE. Deeze gunst des Hemels zou my, ik moet het u bekennen, zeer te (lade gekomen zyn, want de ftVaaten van Parys zyn ::cer moeijelyk te begaan, vooral voor iemant die lang op zee is geweest... Sedert tien dagen heb ik veel uitgegeeven, en bevind my thans in de grootfte verlegenheid. Gelukkig voor my zyn d3 lieden , by wio ik myn' intrek heb genomen, zeer heufche menfehen, en zy hebben my beloofd te zullen wachten. Mevrouw milville, haart beurs bevalliglyk uit' haaiende. Dierbaare bloedverwant, het goud vloeit hier zo niet over als by myn' broeder; maar, neem, bid ik u, tciwyl wy op beter .hoopen, deezen dubbelen louis... Dit is een fchuld die ik met vreugde betaal aan de bloedverwantfchap en vriendfehap. Neem dit aan, bid  64 VANGLENNE, of de KARAKTERTOETS; bid ik u; bet word u van gahtfcher harte aangeboden vanglenne. Edelmoedige vrouw, gy zyt weinig meer vermogcnd dan ik. Gy bied my uwe tafel aan, ik neem die aan met erkentenis, dit is genoeg... Een ander, in ruimer omflandigheden, zal my wel in ftaat nellen... Mevrouw milville, aandringende. Neem dit, myn waarde neef. vanglenne. Gy berooft u, ten mynen gevalle, van iets dat uvoiftvekt noodzaakelyk zou kunnen zyn. Zy fleekt kern den dubbelen kuis in de hand. Ik weet niet of ik dit moet aanneemen .. Mevrouw milville. Behoud het vryelyk, zeg ik u. Een' tram afwisfehende. Ik ben reeds al te gelukkig door 'er op die wyze over te konnen befchikken. vanglenne. Gy weent van medelyden, myn waarde nicht!..* en ik !... Ach! ach! Hy zucht, fchreit, en roept, den gouden huis kusfchende, uit. Dit ftuk gelds is my dierbaar!... Ik zal het myn geheele leven bewaaren. Mevrouw milville, ter zyde* Zyn geheele leven, wat zegt hy? VAN-  T O O N E E l S P E L. 6f vanglenne, /nikkende. Ja... myn geheele leven; maar, maar, maar... Hy kuscht de hand van mevrouw Milville. Vergeet my, waarde nicht... Ik kan myne ontroering niet langer verbergen... Opfiaande. Vergeef my... Mevrouw milville, verwonderd. Waartoe deeze hevige dankbetooningen, voor ecrï zo geringe weldaad? vanglenne, gevoelig uitroepende. Gering! ach ! vergeef dat ik een hart als het uwe op de proef heb gelteld. Mevrouw milville. Ik begryp u niet... vanglenne. Gy gclykt volmaakt naar uw' vader. Deeze edele en medelydende goedhartigheid... hoor,gy hebt in myn hart een weldaad gedrukt, die daarin eeuwig zal leeven' en vrucht draagen... Ik heb uw gift ontfangen.... Hy haalt een brieventas uit. Ontfang de myne, ik vorder dit... Zie hier iets voor u, en voor uwe kinderen. Ik ben niet behoeftig; ik ben fehatryk; maar myn hart is daarom niet verhard; neen, dat is het niet:ik fchrei van vreugd en tederhartigheid, wanneer ik denk aan ons toekomend geluk. Mevrouw milville. Ik ben verbysterd, verwonderd. vanglenne. Wees, wees gy myne erfeenaame, Mc-  64 VANGLENNE, of de KARAKTERTOETS; Mevrouw milville. Ik? VANGLENNE. Ta, wie zou anders myne uitzichten vervullen? T)e Voorzienigheid heeft my met middelen gezegend; >k oordeelde daarvan een waardig gebruik te moeten maaken: maar ik wilde niet bedrogen worden docr ongevoelige en ondankbaar* bloedverwanten te bevoordeeld Myn hart wilde een nadere proef neemen... De hoop op het geluk doet den mensen maar al te dikwils een huigchelend gelaat aanneemen, en leent aall hetzelve het uiterlyk voorkomen van weldaadigheid Ik wilde de gevoelens onbewimpeld zien,en heb in Amerika het plan ontworpen dat ik thans ten uitvoer Leng' het bettond daarin, om by myne bloedverwanten te verfehynen in dit gering gewaad, en met het waare voorkomen eens behoeftigen, om ui dien ftaat de karakters te toetfeii. Het natuurlyk karakter zal zich in deeze eerste onverwachte ontmoeting vertoorn , zeide ik by myzelven , en ik zal myne goede"en niet deelen dan met hen die zich het waardigfte zullen gedraagen, door edelaartigheid en gevochgniT want ik acht hen alleen als waare bloedver, t „ten, wier ziel aandoenlyk is voor de rampen der ongelukkige,:. Myn zeker befluit was cm de anderen T verilooten, en hen over te haten aan hunne kou de Llfsliefde. In al wat ik u verhaald heb, myn waarde nicht, is niets waarachtig dan myn fchipbrcuk en ik heb het vyftigfte gedeelte van myn' rykdom daarby  TOONEELSPEL. 6$ niet verloren Nu heb ik het edelmoedig en ge-* voelig hart , dat ik zocht, gevonden ! Ik deel met hetzelve alle de goederen Welken de Hemel my hecfc gefchonken, en verftoot voor altoos myn' onwaardigen neef. Mevrouw MILVILLE. Ach! verftoot hem niet.... Hy wierd bedorven door de valfche grondregels welken de waereld inboezemt... Maar hy kan zich nog beteren. VANGLENNE. Hoe! zyt gy uit het zelfde bloed gefproten?... Ik heb u niet alles gezegd, waarde nicht. Neen, het heeft aan hem niet gehaperd om my den laagften (laat van vernedering en fchande te dosffl gevoelen. Jk heb eerst als by verrasfing by hem moeten komen. Ik heb alles in 't werk gefield om hem te beweegen. Ik heb gefmeekt.ik heb in alles den ftand van een' behoeftig' man aangenomen; ik had daarvan de houding, de ftem, de uitfpraak; een ongelukkige moet altoos geëerbiedigd worden, wanneer hy zucht en fmeckt. Wat heb ik daarmede gewonnen? Onmenfchelyke weigering, voorwendfels, verachting, laaghartige logens , trotsheid, onbefcheidenheid, en beieedigende koelheid blonken uit in de minfte zyner uitdrukkingen; hy gebruikte dien grommenden toon van een' ryken, waarmede hy den genen die niet ryk is belcedigt. Zyne vrouw, nog veekhoogmoediger dan hy, bezag my met een verfmaadend oog : zy was nog wreeder, no\>; onbefcheidener in haare lompe verwaandheid.... Ik E zou  66-VANGLENNE,ofde KARAKTERTOETS ; zou hen dit misfchicn vergeeven hebben; want de ry- ■ ke is zo dwaas! .. Maar het geen ik hen niet wil vergeeven, niet zal vergeeven, noch in myn geheele leven kan vergceven, is hunne onbarmhartigheid jegens u. Hoe i kan een broeder, in 't midden des overvloeds leevende,zonder aandoening zien, dat zyn deugdzaame zu.ter met haarc onnozele kinderen gebrek aan het noodige heeft? Hy heeft dan noch gevoel, noch hart,, noch eer! Mevrouw milville. Ik vroeg hem niets. vanglenne. Gy beschouwde hem dan als wel ongevoelig! Lievenicht, gy hebt zyn vonnis daar uitgcfproken... Mevrouw mii.vii.le. Ach! geloof my, ik befchuldig hem niet. Neen,, neen... VANGLENNE, met vervoering. Ik fchenk myne liefde den goeden, myne vyandfchap den kwaaden, en al die verharden van harte r welken niet dan voor zichzclven beftaan. Dewyl de wetten geen (h*af bepaalen voor ongevoeligheid, hoogmoed, of ondankbaarheid, moet men (Irenger zyn tegen deeze ondeugden,dan tegen die,welken de wetten ftraffen en met fchaode merken, 't Is den rechtfehapen man wien de famenleeving haarc wraak heeft bevolen ; hy moet die uitoefenen als een billyke vergelder zonder haat of gramfchap. Indien hy in 't geval komt, moet hy op zyne beurt hem vernederen, die, an-  TOONEELSPEL. 6? anderen vernederde... Dac die woekeraar, dat zyne hoogmoedige vrouw, nu ook gevoelen... Mevrouw MILVILLE. Vergeet, vergeet veel liever hunne buitenfpoorige verwaandheid ; dit voegt aan die verhevenheid , welke uw karakter kenmerkt. VANGLENNE. Men; zou welhaast de deugd vergeeten, indien men zyn rochtmaatige verontwaardiging tegen de ondeugd verloor. En wie zou voortaan den eerlyken en gevoeligen man konnen onderfcheiden van den onbarmhartigen en hoogmoedigen, zo men hen op de zelfde wyze ontmoette, zo op hunne nadering hen gelyken eerbied wierd bewezen?.. Ik herhaal het nogmaals: elk vriend der menschlievendhc-id is een wreeker van die ondeugden welken onze onvolmaakte wetten hebben vergeeten te ftraffen. Ieder deugdzaam mensch heeft zyn byzonder wetboek om de bedryven, waarin de boozen en laaghartigen zich zonder gevaar meenen te mogen toegeeven,te befiryden én te fchandmerken. Kom, myn waarde nicht, van dit oogenblik af zyt gy myn fchatbewaarltcr,,. Ik zal u voortaan belasten met een bewind dat zeker uwe ziel zal behaagen, met de zorg om ongelukkigen by te flaan. Ga,zoek hen,breng hen by my; wees niet bevreesd dat gy 'er my te veel zult vergaderen... Ik geloof, zo wel als gy, aan het hartelyk vermaak dat vertrouwelykheid inboezemt... Myn woning is gereed; kom die verfieren, want het alierprachtigfle paleis is een treurig vcrblyf zonder de E 2 vriend-  68 VANGLENNE, of de KARAKTERTOETS; vricndfchap. Dat zy daar heerfche, en haare wetten voorfchryve ! Aan u ftaat het my te troosten over het geen ik verloren heb... Bovendien wil ik dat gy de pracht verduistert waarop uwe fchoenzuster zich verhovaardigt. Gy verfmaad dit, ik weet het: maar zy, zy zal de laagheid hebben om van fpyt te verteeren; want de laaghartigen zyn in alles elendig... Ja, myn beminnelyke nicht, ontzeg my dit niet langer... . Wat ik heb behoort u. Ik heb by u het ontbyt genomen; wel nu, ik zal u deezen middag myn koets zenden, en wy zullen den dag eindigen door aan myn huis deezen avond te eeten. Mevrouw MILVILLE. Waarde neef, neem, eer gy vertrekt, uw papieren wedet. VANGLENNE, met veel nadruk, terwyl hy op een eerbiedige wyze haar by de hand vat. Ik laat u die, wees gy daar bewaarfler van... Zo gy my die weder wilt geeven... bedenk, bedenk u wel dat ik dezelve niet dan op een eenige voorwaarde zal aanneemen... Hy kuscht haare hand. Vaar wel, myn beminnelyke nicht. DERDE T O O N E E L. Mevrouw MlLviLL-E, alleen. Waak ik?... Is het een droom?... Ik zou het haast geleoven. FIER-  T O O N- E E L S P E L. 69 VIERDE T O O N E E L. Mevrouw milville, brigitta. brigitta, fchielyk inkomende. Ach! myn waarde meesteres!... Ik heb hem nagezien zo lang ik kon, dien waardigen man... Ach! ach! Mevrouw milville. Wel nu, lieve Brigitta... Wat deert u? Gy fchreit! brigittaAch! ik beb my niet kunnen weerhouden van alles te beluisteren ... ó myn waarde, goede meesteres!... Vergeef het my: ik kan niet meer, de vreugd over. Helpt my. Mevrouw milville. Gy hebt my in myn' tegenfpoed opgebeurd, en bunt nu myn geluk niet draagen? Maar ik hoor gerucht! ga zien wat het is. brigitta vertrektf doch keert met groote verwondering weder. Mevrouw, mevrouw, een rytuig... Ryk gekleede livreibedienden... Ach, mevrouw, mevrouw, mirakel, mirakel. Mevrouw milville. Wat is het dan? brigitta. Het is mevrouw uw fchoonzuster, die in perfooa naar uwe vierde verdieping komt klimmea. E 3 Mev.  7oVANGLENNE, ofde KARAKTERTOETS; Mevrouw MILVILLE. Myn fchoonzuster!... Deeze dag fchyntgefchiktom my verwondering te baaren. V Y F D E T O O N E E L. Mevrouw dortigni, mevrouw milville. Mevrouw dortigni, haart zuster om den hals vliegende. Goeden dag, myn zuster. Het is lang geleden dat wy malkander niet gezien hebben. Mevrouw milville. Inderdaad, gy verwondert my grootelyks . mevrouw, ik verwachtte dit bezoek niet, ik beken het... Mevrouw dortigni. Ach! indien gy alle omftandigheden wist, zoud gy 't my vergeeven; maar die kunnen nu niet verhaald worden. Wel nu, hoe vaart gy? Mevrouw milville. Veel beter... Ik heb dit meer te danken aan een' maatigen leefregel dan wel aan de geneesmiddelen. Mevrouw dortigni. Dit verblyd my... Het was eene befmettelyke koorts die u heeft aangetast? Mevrouw milville. Neen , mevrouw, 't was maar een gewoonekoorts... Mevrouw dortigni Maar wat heeft men my dan verhaald! Men verze- ker-  TOONEELSPEL. 71 kerrie my dat zy befmettelyk was... En hebben uwe kinderen de kinderziekte niet gehad in dien tyd? Mevrouw milville. In 't geheel niet; het waren Hechts lichte mazelen. Mevrouw dortigni. Zie eens hoe verward alles toegaat!.. De knechts ■verdaan altoos kwalyk;maar, de Hemel zy geloofd, dat gy allen weder fpoedig herfteld zyt. Mevrouw milville Myne herftelling is niet dan zeer langzaam voortgegaan. Mevrouw dortigni, haar [tredende. Uwe gezondheid zal daardoor te beftendiger zyn .. ïk wil voortaan niemant dan myne bloedverwanten zien. Want dit zyn toch de be.,ta vrienden welken men op deeze waereld kan hebben. Mevrouw milville. Zy behoorden zulks voor 't minst te zyn... Mevrouw dortigni. Myn lieve zuster, waarom vergeet gy ons zo geheel? ons niet eens te komen zien!... Gy hebt meer tyd dan ik. Mevrouw milville. Dit verwyt is verwonderljk! Ik ben wel vyf of zes maal aan uw h is geweest; nooit waart gy te fpreeken. Mevrouw dortigni Voor u, myn waarde zuster, voor u ?... Ach! gy zult zo onbillyk niet z>n om dit te gclooven. VcrE 4 gun  72 VANGLENNE, of de KARAKTERTOETS; gun my te zeggen, als ik zulke bevelen gegeeven heb, zo waart gy daar onder niet begrepen, 't Is de fchuld van myn' poortier, den grootllen lompert... Kom ons bezoeken, laaten wy het voorledene vergeeten... Zo ik uw fchuldig toefchyn, wyt zulks aan uw' broeder; hy is waarlyk een dwingeland... ik zal 'cr het leven by infehieten. Mevrouw milville. Myn broeder? Mevrouw dortigni. Uy dwingt my om viermaal 's weeks een prachtige tafel te houden. Mevrouw milville. Op die wyze leeft men nooit 1 oor zichzclven. Mevrouw dortigni. Niets valt moeijclyker, myn zuster, dan dagelyks zyn goed te befteeden tot onthaal van duizend onverfchillige wezens, om maar niets meer daarvan te zeggen, en dan nog op den koop toe de vertooning te moeten maaken of dit ons altoos aangenaam waare. Mevrouw milville Dit zyn de kwellingen der ryken .. naar men zegt. Het een moet door het ander opgewogen worden. Mevrouw dortigni. Gy zyt veel geruster dan ik, honderdmaal gelukkiger... Vreedzaam in deeze bekoorlyke eenzaamheid geheel voor tt zelve .. Hebt gy altoos nog behaagen in het Ieezen?  TOONEELSPEL. 73 Mevrouw milville. By uitftek: 't is myn eenigst vermaak ; en wyl dit niet zeer kostbaar is, kan ik het verkrygen. Mevrouw dortigni 6! Ik zal u eenige aardige nieuwe werken doen toekomen. Men zend my die van overal, fchoon ik ze niet lees. Ik heb, inderdaad, geen' tyd om 'er myne oogen in te (laan. Nu en dan doorloop ik vluchtig eenige uittrekzels by brokken; maar op die wyze kan men niet dan zeer oppervlakkig daarover oordeelen. Mevrouw milville. Nochtans oordeelt men dus in de waereld, en men vonnist niet minder Hout... Gy zult dit wel toeftemmen. Mevrouw dortigni. Het is wel waar... Wanneer zal ik een weinig vryheid genieten, om my «bezig te houden met de onuitfpreekelyke geneugten der letterkunde'... Ach .'daarin ligt het waare genoegen der ziel. Men heeft geene wroegingen van deeze genietingen; zy zyn boven alles verheven ... Maar zeg eens, zuster, hebt gy dien besten neef niet gezien, die nieuwlings uit Amerika is gekomen ? Mevrouw milville. Ja; hy is voor een oogenblik van hier gegaan. Mevrouw dortigni. Hyis hier geweest:6! hy heeft ons een' koddigen, vermaakelyken ,en wonderlyken trek gefpeeld. 'tls een zeldzaam fchepzel. E 5 Mev.  74 VANGLENNE, of de KARAKTERTOETS; Mevrouw milville. 'Hoe dan ? Mevrouw dortigni. Verbeeld u dan dat hy by my veri'cheen als een bedelaar Op 't zelfde tydftip had myn man een zeer flechte tyding ontfangen; hy zat omringd van papteren... Myn hoofd was ook niet wel gefield... Wy hebben hem niet vriendclyk ontfangen: maar hy zal buiten twylfel dit ongelukkig oogenblik vergeeten, want ons voorneemen is deze onoplettendheid volkomen te verbeteren. Maar dit is echter geen welvoegelyke pots; men overvalt dus de menfchen niet... Heeft hy by u de zelfde veinzery gebruikt?... Mevrouw milville. ]a zuster .. Hy heeft zich by my aangediend als ïemant die grootelyks verlegen was, en eene bediening zocht. Mevrouw dortigni. Een bediening! Dit is bclagcnclyk. Hoe zeldzaam kan men in Parys daar aan komen... De komptoiren zyn overkropt met bedienden, die op hunne beurt wachten om geplaatst te worden. Mevrouw milville. Ik heb hem dien geringen byfland aangeboden welken men verfchuldigd is aan de bloedverwantfchap en dc memchlievendheid. Mevrouw dortigni Ach', gy zyt wel verlicht geweest, gy had hem dan berkend, onder zyn meer dan geringe kleeding? Mc-  TOONEELSPEL. 75 Mevrouw milville. Neen, dit verzeker ik u. Mevrouw dortigni. En niemant had u daarvan verwittigd? Mevrouw milville. Niemant- Mevrouw dortigni, met een' gedwongen grimlach' Ach! gy hebt dan een vtcl fcherper, en doordringender doorzicht dan wy. Mevrouw milville. Ik had niets voorzien van 't geen 'er gebeurd is... Toen ik hem myne gift had gegeeven, die inderdaad maar zeer gering was, en hy een kopje koffy had ge. bruikt, ftond hy eensklaps op, met uitgeftrekte armen, en betraande oogen , en zeide tegen my op een' gevoeligen toon , op een' toon dien men nimmer kan nabootzen : Ik heb uwe gift aangenomen, myn nicht, ontfang de myne.... Hy heeft my vervolgens deeze portefeuille ter hand gefield, zo als hy zeide, voor my, en myne kinderen... Hier is de portefeuille; ik heb die nog niet opengemaakt Mevrouw dortigni, met drift. Laat zien, laat zien wat 'er in is... Mevrouw milville. Ik ben zeker van voorncemen hem die te rug te geeven, gelyk gy ligt kunt denken. Mevrouw dortigni, nadat zy de portefeuille geopend heeft. Maar, zuster, zuster, zuster! zie daar voor meer dan  76 VANGLENNE, of de KARAKTERTOE TS; dan zesmaal honderd duizend livres... Hoe! hy heeft u dat voor een enkel kopje koffy gegeeven ? Dit is ongelooflyk... Ik had ongelukkig myn chocolade reeds gebruikt. Mevrouw milville. Gy bczeft ligtelyk, zuster, dat ik myzelve alleen als bewaarder daarvan befchouw, en niet meer. Mevrouw dortigni. Ja, anders zou de waereld daar ook van Ipreeke* Zyne weldaaden konden niet beter geplaatst zyn ..Ik hoop dat hy daarin zal volharden. Men moet echter op zulk een grillig wezen Hechts een maatig vertrouwen nellen Die byzondere, om niet te zeggen buitcnfpoorige karakters,hebben duizend grillen welken hen elk kwartier uurs doen veranderen. Mevrouw milville. Hy heeft my duizend betuigingen van vriendfehap gedaan... welken my zeer oprecht voorkomen... Hy dringt my op 't allerfterkst om by hem te komen inwoonen. Mevrouw dortigni. 6 Myn zuster, wacht u daar toch voor ; gy zyt nog niet in de jaaren.. - Men moet kwaadfpreekende tongen vreezen. Mevrouw milville. Ik vrees die niet; maar wees verzekerd dat ik altoos zeer Kreng zal zyn, op 't geen de welvoegclykbeid betreft. Me-  TOONEELSPEL. 77 Mevrouw dortigni. Men behoeft zo weinig, om zyn' goeden naam te bezwalken!... De giften,welken gy van hem ontfangen hebt, moeten, zo gy my wilt gclooven, zelfs aan niemand bekend zyn; want men zou 'er gevolgen uittrekken. Mevrouw milville. Myn zuster,ik betuig u dat ik geen wcldaaden zal aannecmen dan met vryheid om die a..n de geheele waereld te mogen vertellen. Mevrouw dortign i. Gy zyt weduwe, jong; men zal 'er van fpreeken. Mevrouw milville. Hoe boos de waereld ook zyn moge, zy erkent en eerbiedigt altoos de waare deugd... Men kan haar wel belasteren; maar niet geheel onteeren. Mevrouw dortigni. Ik geloof dit; maar, hoor, ik weet reeds iets dat u misfchien nog onbekend is .. Myn navorsfingen zyn zeker en fpoedig verricht. Weet gy waar hy woont ? Mevrouw milville. Neen: hy zal my en myn kinderen komen af haaien. Mevrouw dortigni Wel nu, dan zal ik het u zeggen: hy woont in de ftraat van Richelieu, in een prachtig paleis. Hy heeft een hofhouding!... En dan onder een fchamele kleeding te komen fmeeken, een almoes vraagen, of veeleer  ?8 VANGLENNE,of de KARAKTERTOETS; eer het medelyden te bedriegen... Ach! dit is een misfelyke grilligheid. Mevrouw milville. Ik geloof inderdaad dal niemand immer om zulk een herfcheppirig gedacht heeft. Mevrouw dortigni. Dit behoorde niet geoorloofd te zyn, zuster, want zo deeze gewoonte eenmaal in de waereld ftand greep, zou men welhaast niet langer weeten,aan wien men zekere pligtpleegingen verfchuldigd is. Mevrouw milville. Men zou dan de party kiezen, van alle menfehen befcheiden te behandelen. Mevrouw do tl Ti gn i. Dit is wel wysgecrig gezegd , zuster, maar gy zult met my toellemmen dat in de famenleeving zekere rangen, klasfen . cn een noodzaakelyke ondergefchikthcid plaats vinden. Mevrouw milville. Ik begeer dit niet te ontkennen Mevrouw d o r T i g n i. Kom aan, zuster... Gy hebt een onbepaald vermogen op zyn' geest... Gy zyt goed, gy zyt welfpreekend... Herftel ons in zyn gunst. Mevrouw milville ik verzeker u dat ik daartoe hartelyk myn best zal doen. Mevrouw dortigni. Wacht eens; men moest hem zeggen dat dit alles flechts  TOONEELSPEL. 79 fjcchts fpel is geweest, en dewyl wy wis, dat zy daar niet een woord van weeten, maar dat zy gezond verltand, en vooral een gevoelig en goedaartig hart bezitten! Zie daar het wczentlyke; maar ik ben bevreesd dat het ongeluk hunner geboorte hun nadeelig zal zyn. fÊÊk  T O O N E E L S P E L. 09 Mevrouw dortigni Onze lieve neef fcfiynt nog wat gevoelig over het trecn zo even is voorgevallen. dortigni, opflacmde. Wy bekennen onzen misdag; en dat wy hier komen, drekt alleen om dien te herdellen.... Ik weet niet meer wie het v-n de ouden geweest is, die deachteloosheid van zyn uiterlyk voorkomen op dezelfde wyze heeft geboet. Het was een wysgeer; hy was 'er niet gevoelig over. v a N g l li n n R • Men liet hem, zo ik het my wel herinner, hout zaagen of kappen... Men bezigde hem ten minde,en oordeelde hem nog ergens goed voor; men wees hem niet met verachting van de hand. dortigni. Waarde neef, gy hebt te veel verdafld, om u over deeze onoplettendheid te verdooren. Drie vierde gedeelten van Parys zouden als wy zich daarin bedróogen hebben. vanglenne. Is dit nu den lof, dien gy de inwooners van Parys geeft ? Zy zyn u daarvoor dank verfchuldigd. [Mevrouw dortigni, tegen haare zuster. Lieve zuster, doe uw best dat de vrede nog deezen dag in de famiïje herfield worde. Mevrouw milville. Ik heb dit reeds gedaan, en zal al wat in myn vermogen is doen, opdat alles mag worden vergeeten. G 2 M«*  joo VANGLENNE of de KARAKTERTOETS; Mevrouw dortigni, na eenig zwygens. Onze waarde neef is, een liefhebber van 't leezen, naar 't my toefchynt... Ik zal zo vry zyn hem eenige fraaije boeken uit myn verzameling te zenden... Ik heb werken die zeer geacht worden... Want ik koop geen boeken voor dat ik de uittrekzels daarvan heb geleezcn. vanglenne. Ik lees weinig; maar ik befchouw het gelaat der mtnfchen... Dit boek is niet altyd zeer aangenaam, verre van daar; maar het zegt veel voor hem die 'er in leezen kan. j Hy gaat voort nut leezen. Mevrouw d o r t i g N r. 't Geen gy daar hebt fchynt u zeer te behaagen. Mag men weeten wat het is?.. Js't wat nieuws?... Daar zyn weinig nieuwigheden die bevallig zyn. vanglenne. Ik weet het niet: het is een verzameling van dichtflukjcs, die genoemd is: kleine dichterlyke handschriften. Mevrouw dortigni. Dicbtftukjes! dichtftukjes! daar komt haast niets anders uit. do utic ni. 't Is een mengelmoes, maar, inderdaad, eender fechtfleh. vanglenne. Ik ben dit ten naastenby met u eens; in 't alge- iiieeD  TOONEELSPEL. 101 meen heb ik geen gro te liefhebbery voor poè'zy, maar by geval heb ik een ftukje opgeflagen dat my myns ondanks heeft doen lagchen. Mevrouw dortigni. Dat is wel getroffen. Wat is het dan ? VANGLENNE. „Brief aan myn kleed." dortigni. ö Mynheer, dat ken ik wel: 't is van den flechtften fmaak, van de gemeende foort! VANGLENNE. Gy kent dit dichtfiukje, mynheer? dorti gni. Ja, ik heb die grol voorheen geleezen. vanglenne. Slechte fmaak, gemeene foort, 't zy zo.. .Maar 't i« nog het beste dat ik in deeze verzameling heb gevonden. do s. tig r>. i. Men pryst die zelden, zelfs niet in de journaalen. vanglenn e. Ik haal myne kundigheden niet uit de beoordeeling van een' ander'; ten opzichte der letterkunde, beroep ik my op my zelv', en ieder behoorde dit te doen. dortigni, ter zyde. Laaten wy dan dit fiukje oordeelkundig befchouwcn. VANGLENNE. Irlef aan myn kleed. Deeze tytel is, voor eerst, G 3 van  ïoaVANGLENNE.of de KARAKTERTOETS; van een' man die befehouwt, en gevoelt. Dit gelykt niet naar die brieven aan Flora, aan de Zephirs, aan de actrices van de opera De tytel behaagt my.... Brief aan myn kleed, DORTIGNI. De brief heeft niet veel opgang gemaakt... Ik zeg n dit vooraf... Jk heb hem nooit als iets fraais hooren opgecven. V AN GI. E NNE. Daar zyn meer goede werken in 't zelfde geval; maar eindelyk vertoont zich een liefhebber die het ten minde voor zich beoordeelt.'... Ik denk dat dit hem vry ftaat. Dewyl 'er in Parys byna zo veel boeken als leezers zyn, is het geoorloofd dat een ieder de werken naar zyn' fmaak uitkiest, even als men vrienden verkiest. Mevrouw DORTIGNI, tegen Dortigni. Al wat neef daar zegt is de zuivere waarheid, en wonderbaarlyk juist geoordeeld. Ik weet niet waarom gy zulke voortreffelyke zaaken kunt tcgenfpreeken... VANGLENNE. Mevrouw, het ftrydperk is geopend, en dk kan zyn gevoelen verdedigen. Laat ons zien. „Myn dierbaar kleed,%oe zal ik best u loovcn! Den gouden boord van zyn kleed aanvattende. Ik word niet moede van my te verwonderen over deezen aanhef, deeze uitroeping üo vol waarheid cn geest. >, Myn  TOONEELSPEL. «03 „Myn dierbaar kleed, koe zal ik best ti hoven ! „Hoe hoog ryst myne waarde, alleen door uw waardy ! DORTIGNI. Waarde, waardy. VANGLENNE. Nu, dit zy zo... „ Ik ken myzelv'; maar ftreef door u myzelv' te foren ; „ Uw invloed, 't blykt my klaar , is 7 werk van toovery. „ Myn fnyder bragt gewis, verborgen in uw plooijen , „ Een"1 wonderdoende!! Talisman , „ Waardoor ge , 6 dierbaar kleedl zo fihittrend my lunt „Dat ik etks hart verwinnen kan. (jooijen, Wat zegt gy 'er van, mynheer de Aristareh?... Wel nu, neem al uw overleg te baat... Ja, ik begryp u: verwinnen is daar mogelyk het rechte woord niet: ecu kleed verwint geen harten : zy blyven altoos 't geen ,ze zyn, valsch, geveinsd, bedriegelyk; maar het kleed verwoont dezelvcn in een tegenovergeftelde gedaante. Vleijend inneemen zou het woord moeten zyn; maar ik vermoed dat verwinnen een fchertfende trek word: wat dunkt 'er u van? Wy zullen 't zo laatcn. , Wat gunst bewees men my, wat vriendlyke eerbetooning, „ Toen ik, door 11 bekleed, in 7 fraaist gszelfchap trad ! ,;kWierd naast de vrouw vant huis geplaatst..gelyl een ko- „ Daar ik gemaklyk in éerf ruimen armfloelzat. Qung, In een' ruimen armfloel; 't is of men 't ziet. „, Efts lagchende oogwenk fcheen me ehs vriendfehapuitt-e leggen! Scheen me elks vriendfehap uit te leggen. Dit is recht G 4 lcc"  jol VANGLENNE, ofde KARAKTERTOETS; leevendig uitgedrukt... Oogwenken, die ondertusfehen bedrieglyk waaren... Het komt 'er niet op aan... De dichter fchildert naar 't hem voorkomt. „ 'kGenoot het recht om fpreckend niets te neggen. Spreekend niets te zéggen1, Danr was toch (tof genoeg om te fpreeken; waarfchynlyk fprak hy. Maar daar zyn 'er dia hart en oor fluiten. Nu, 't komt op t zelfde uit. , Een eedle dame, met eer? weidfehen tooi verfie-rd,,.. Ha, ha, ha! ik kan myn lagchen niet inhouden. „ Een eedle dame, met een weidfckentóoi verfierd, „ Raadpleegde my omtrent haar Jchoove wezenstrekken. Ik fla nu eenige regels over. ,,'tlFds'tn»» plus ultra dat door my geoordeeld wierd... „Ik had alleen gelyk; elk kon myn' geest ontdcWen. Ha , ha l ik kan my alweder niet onthouden van lagchen. „Myn kleed, om u, werdikgezocht,gevleid, gevierd. Ja, ik zal dit ftukje van buiten leeren. 't Is vol gelukkige trekken, treffende waarheden. DOK T IG I. Waereldkennis ontbreekt 'er aan. VANGLENNE. Waereldkennis?... Hoor dit eens, mynheer. „ Ja , die marquis, de vriend van myne kindfche dagen, ,, Herkende my welras; en deed my daad'.yk de eer „ Fan my met tederheid te omhelzen , keer op keer: „ Zyn Jmgmoedkeurde V goed, en voua daarin behaageh. „Het  T O O N E E L S PEL. iq5 „ Hetgeen de vriendfchap, reeds gevestigd in myn jeugd, „ Myn vroomheid, zedigheid, myn onbefmctte deugd... Men rekent hier eenige losfe grappen niet; zy worden op rekening gefield van de jeugdelyke onbezonnenheid. „ Het geen de vriendfchap, reeds gevestigd in mynjei/gd' „Myn vroomheid, zedigheid, en onbefmette deugd, ,, My niet verworven had geduurende al myn léven , „Verwierf ik firaks, door u verfierd. „My» dierbaar kleed, wat lof zal ik u geeven! „ Om u , word ik gezocht, gevleid, gevierd. Ik neem op my dit ftukje te verdedigen tegen elk die 't aanvalt... Vergeef het my; het genoegen heeft my vervoerd. dortigni. Ik vind hpt niet zo fchoon als gy... De fiyl is ge. brekkig. VANGLENNE. De ftyl, de ftyl! maar ik bid u, is dit wel iets anders dan de denkbeelden ? Zie eens hoe fchoon dit is, en hoe vloei.end gefchreeven! ,,'k Vertoonde my voorheen fteeds met fehroomvallighcid ; 'k Zat naauwlyks op den rand des ftoels, my aangeweeitn; „ li zweeg, en luisterde, en vermydde met beleid ,, Te zeggen wat fk dacht, als waar' het onbefcheïd. Elk was van my voldaan ; men had m\ ffiet te vreezen : „ Maar van myzelven was ik niet voldaan voordeezeu, dortigni. Plat proze, fleeht gerymd, gemeen, beuzelachtig» G 5 royn-  io6 VANGLENNE, ofde KARAKTERTOETS; •mynheer, dit is myn gevoelen, en dat van luiden van fmaak. Mevrouw DOR TIG NJ. Maar, lieve man, gy wilt over vaerzcn oordcclen, eh gy weet zelf wel dat gy 'er niet veel kennis van hebt. Over het proza zou het mogelyk nog konnen gaan. VANGLENNE. Mevrouw, een iegelyk is gebooren beoordeelaar van letterkundige werken. Mynheer heeft eenigszins gclyk om daarover, te vallen. Op den rand des ftoels , fchynt my daar inderdaad ingevoegd te zyn als een Hoplap. Men laat zulk een' man niet zitten; neen, nooit.; men laat hem een uur lang voor zich flaan. Geloof jny.hy zit niet... Hy ftaat., met het ligchaam eerbiedig ■ gebogen, den hoed onder den arm, met gevouwen of fmeckende handen, in de houding.... Gy begrypt ïay ? Mevrouw MILVILLE, aangedaan. Myn zuster, wat lyde ik! Mevrouw dortigni. Ik heb liever dat hy zyn drift dus den teugel vie•re... hoe heviger zy is, hoe korter zy van duur zal Zyn. Mynheer leest verwonderlyk. VANGLENNE. »t Is omdat ik wel gevoel, mevrouw. Nu fpreekt de fchryvcr van Holland. InVrankryk geeft het kleed den man de wnarde, In Holland geeft de man de woede aan V kleed.  T O O NEE L S P E L. ' 107 En dus befluit hy. „' t Bevallig Franfche volk, dat geestig hvynt en zucht, ,, En in vernuft geen weêrgaê 'kent op de aarde, „ Schat nooit den boom naar bloefem of naar vrucht : „ De fchors alleen bepaalt zyn waarde. Wel nu mynheer, wat zegt gy 'er van? Dit is geen valsch vernuft, maar goed, en gezond ventend. Wie is dq fchryver van deezen brief? DORTIGNI. Ik weet het niet, mynheer, ik bemoei my zeer weinig wie fchryvers zyn, of wie niet. vanglenne. Voor my, ik zou gaarne het genoegen hebben van kennis met hem te maaken, om hem te betuigen hoe zyn gezond verfland my bekoort... Maar, mynheer, naardien de naarfpooring dcezer zaak .begonnen, en he: veld vry is voor vraagcn en antwoorden, wat denkt gy, dat het oogmerk is van dit dichtftukje? DORTIONI, gemelyk. Dat men zich fchikken moet naar de thans in zwang gaande zeden,- en dewyl men in de waereld alleen een kleed noodig heeft om nevens anderen gelyk to ftaan, moet men niet uit loutere eigenzinnigheid nalaaten het aan te trekken. vanglenne. Zie daar het beste wat gy nog gezegd hebt. En ik, mynheer, ik ga verder, dewyl men ailecn voor goud fchoone klecderen kan krygen , hou ik fiaande, dat 'er niet; boven 'tgoud te verkiezen is; dat 'er op deeze aarde «1  i.oSVANGLENNE,oï de KARAKTERTOETS de niets bcgeerlyks, niets achtkigswaardigs is, dan dat; dat men zonder fchaamte de (laaf daarvan moot zyn, alle zyne wenfcheo tot de rykdommcn uitflrekken, niet bloozen over eenige laaghartige of fchandelyke flappen, al is zelfs de hoop ongewis om eenige brokken daarvan te verkrygen: gevolgelyk hou ik ook itaande, dat m6n geen gemeenfchap moet houden mét dezulken die geen goud bezitten , dat men tegen hen hardvochtig moet zyn in karakter, onbefcheiden in grondbeginfelen, en zelfs de ongevoeligheid ten hunnen opzichte met redenen moet bekieeden. Dit zyn de hooge en geheiligde wetten van perfoonlyk eigenbelang, dat alles moet verwyderen , van alles zich meester maaken , en alle gevoel zonder wroeging verdooven Het eigenbelang berekent alleen, wat voordcel de e?ne mensen aan den ander' kan verfchafFeu, en het moet hem, die, geen geld bezittende, hem nergens in van nut kan zyn, befchouwen alsof hy niet beflond. Mevrouw dortigni. Ik verzeker u, mynheer, dat deeze grondbeginfelen my verfchrikkelyk toefchynen; ik kan ook niet zien, dat men de menfchelykheid zo laag moet vernederen. vanglenneEn ik, mevrouw, beweer, (en ik beef als ik het u zeg) ik beweer.dat 'er nydige iiedenzyn.die hunne wangunst over het goed, dat aan anderen word gedaan , doen blyken; uitzinnige benyders, die lafhartig zuchten (fchoon reeds bedeeld met de goederen der fortuin)  TOONEELSPEL. 109 min) omdat zy den rykdom hunne uitgeftrckte en open handen zien voorbyflippen, die alles voor zicl*Zelven alleen willen verzamelen, alles opflokken, diehunne nabuuren, vrienden, en bloedverwanten onder, kruipen, onverdeeld willen genieten, en vervolgens hunne deur fluitende, hunne ooien floppen voor den kreet van derzelver behoeften, zo zy zelfs zich niet inwendig verheugen over derzelver armoede. Mevrouw milville, ter zyde. Ach, Hemel! Hoe zeer wenschte ik dit niet by t€ woonen. Mevrouw dortigni. Welk een verfchrikkelyk tafereel fchetst gy nu, mynhe-er!... Neen, zulke monsters beflaan niet..Zy zyn het uitwerkfel uwer verbeelding... do 11 tig ni» Maar mynheer begeert zeker hiervan geen toepas-» fing te ma ken Mevrouw dortigni. ö! Hy is daartoe te verftandig, en te welleevend^ maarom onzen waarden neef, die deezen dag de menschlykheid van haare donkere zyde befchouwt, geheel te «vertuigen, zal ik haare verdediging op my neemen. van glen ne. Cv, mevrouw? Mevrouw dortigni. Ja, mynheer; en om de naare wolken, die uw* geest verdonkeren, weg te neemen, durf ik my ten voorbeeld ftellen.  IïöVANGLENNE.of de karakter. toe VS; vanglenne. U, mevrouw ?. •. Ten voorbeeld !... Mevrouw dortigni. Ik geloof u te verfhan , waarde neef. Vergun my u' te antwoorden. Ailes wat ik hier zie behoort myne fehoonzuster; gy overlaad haar met uwe weldaaden ; het goed 't welk gy haar doet verwekt in my geen jaloersheid: ik betuig u dit uit den grond myner z;c!; in tegendeel» ik verheug my zo veel als zy over haaf eigen geluk, en in dit oogenblik négeer, verlams en verzoek ik niets dan uwe vriendfchap en de haare. vanglenne. Gy hebt uwe fch'öoiizuster lief, mevrouw?... Gy verzoekt haare vriendfchap? gy verheugt u inwendig over het goede dat ik reeds voor haar doe, en 't geen ik voor haar nog heb gefchikt ? Gy begeert dan oprechtciyk haare vriendin te zyn ? Mevrouw dortigni. Ja, myn beste neef. Zy omhelst mevrouw Mihillr. -Ik bemin haar, en zal haar dit by alle gelegenheden toonen... Mynheer, gy moet de verlrröoïjingcn, nl te gemeen in de waereld, niet als ongevoeligheid befchouwen. vanglen ne. ' Gy bem'tlt htar, en gy verzekert my dit?. .. Ach! Weesop uwe hoede; ik ben zeer bekwaam om op de aangezichten te leezen wat 'er in 'thart omgaat.., Houd u wel,..  T O O N E E L S P E L. ru- wd... zo ik my bedrogen heb , dat zeer wel kan weezen , zo inderdaad de gevoeligheid nog in uwe ziet huisvest, zo gy flechts verbysterd zyt geweest, gelyk gy zegt, door de verflxooijing der waereld, de gewoone gebruiken, die de weelde regelt en de pracht in zwang brengt, zal ik alles vergeeten; ik ben daartoe bekwaam; ik zal u waarlyk erkennen en zonder eenige gevoeligheid.... Ik ben noch wraakzuchtig, noch onbillyk, mevrouw; ik weet dat 'er fommige deugdzaame aandoeningen ais in ons flaapen, zonder echter vcrfmoord te worden, en die ontwaaken, en herleeven, wanneer het hart word getroffen. Ik weet dat men1 nimmer moet wanhoopen omtrent de verbetering van het menschiyk hart, dat by 't grootfte gedeelte wel zwak maar echter goed is. Helaas! wy hebben allen' te veel toegeevendheid noodig om niet te loeren de' zwakheid van de ondeugd , en de dwaaling van de onmededoogendheid te onderfcheiden. Ik zal dan hef vermaak genieten van uwe gevoeligheid te zien herleeven , en het zal my zeer aangenaam zyn .. Indien het zo is, zal alles worden vergeeten, en gy zult in my een' bloedverwant wedervinden. Hy fchelt: een bediende komt. Laat hem binnenkomen. I. A A t-  ïI2VANÜLËNNE,of de KARAKTERTOETS; LAATSTE TOONVEL' DE VOORIGEN, EEN NOTARIS. De Notaris komt binnen en geeft een papier aan Vanglenne. ■ VANGLENNE. Zie dnareen volkomen overgaaf van myne goederen, die ik aan myne nicht fchenk' Deeze gift ia gegrond op all' wat billyk is, op vriendfchap, hoogachting , en erkentenis. De geheele waereld zal weeten wat ik voor baar heb gedaan, en waarom ik dit deed. Ik zal aan ieder die 'er naar wil hoe-ren j vernaaien, op welk een grootmoedige en edele wyze zy my in haare geringe wooning heeft onthaald; en ik denk, dat de geheele wereld myn bedryf zal toejuichen. Het ftaat zonder twvffel vry om weldaaden tebewyzen aan eene deugdzaame bloedverwante, vooral wanneer zy-weduwe js en kinderen heeft op te voeden; maar wyl ik overdacht heb dat de pleitzucht van alles gebruik maakl0| alles verwarde, alles verllond, en dat men den ukerften wil der lecvenden terftond na hunnen dood verbrak, heb ik den zekerden, volkomenden, en onkreukbaarden vorm van afgifte gezocht... Ik heb vernomen dat men door een huwelykskontrakt alle deeze verfchillende punten vereenigde, en ik heb nood.g geoordeeld zulk een kontrakt te doen ftellen. Mevrouw D 0& TIONI, ter zyde. Z'- daar het geen ik vreesde... Bedwingen wy ons, van.-  TOONEELSPEL. 113 VANGLENNE, mevrouw Milville naderende. Mevrouw, onze zielen zyn onderling bekend; zy zyn voortaan te famen vereenigd .. Ik bied u myne hand aan; gy zoud den pcrlbon zonder den rykdom kunnen beminnen, gelyk ook den rykdom zonderden perfoon.... Zie hier nu het tydfïip waarvan ik u zo even fprak, en de eenigfte wyze om de gefchonken effecten weder onder ons in gemcenfchap te brengen. Behoud die, of wees zo goed van te teekenen. Mevrouw MILVILLE. De verwondering beneemt my de ftem... Ach! myn weldoener! gy verdiende een volmaakter vrouw dan ik ben!... Kunnen wy niet leeven onder de wettert der vriendfchap - Gy hebt my immers dit beloofd. V N ' • L È N N E. ik dacht Zo met u te leeven, waarde nicht, en ik zou dan geen andere rechten gehad hebben om dit geluk te genieten , dan die van Uw vriend te zyn; maar gelooft gy dat de kwaadfpreekendhcid ons zou hebben gefpaard? Vruchteloos zouden wy in onfchtld leeven; de kwaadfpreekendheid,die onverzoenlyke vyandin der kuifche zeden, zou niet hebben gedraald om de zuiverheid onzer vriendfchap te bevlekken, en zy zou iri dezelve verbindtenisfen oflderftellen die ons zouden oriteeren... Ik wil haar voor altoos doen zwygen, om dat haare tong my bekend is: eerst valsch, dan vleijend, en daarna vergiftigend .. Ik verlang in 't einde om my te vereenigen met een hart, dat ik verzekerd ben altoos te zullen hoogachten. H ' 'Me-  ii4VANGLENNE,of dé KARAKTERTOETS; Mevrouw MILVILLE. Gy hebt my gekozen .. Ik ben u alles verfchuldigd... Wel na,ik geef dan een vader aan myne kinderen. VANGLENNE. Ja, ik zweer het u, en roep den Kemel en mya eer tot getuigen, ons hui-; zal nu in alles een zyn! Mevrouw MILVILLE, met nadruk. Zo wel als onze harten .. VANGLENNE, teekenende na witvrouw Milville. Kom, mevrouw, zie hier de beftendige verzegeling Onzer verzoening; zy zal van mjne zyde volkomen zyn; dat op deezen dag de vreugd zegeviere, dat alle ander gevoel verdooft! worde ... Bekrachtig het geluk van uwe fchoonZnster en het myne... Daar,, neem; hier is de pen: en gy, vervolgens, mynheer, als het u belieft. Mevrouw DORTIGNI, de pen neeir.ende. Ach! met al myn hart. Zy nadert tot de tafel. Zal ik my konnen vei winnen ?... Beproeven wy. Ach!... Zy knarst op de tanden, geeft een gil van gefmoorde gramfchap , en bezwymt. Hemel! iïc kan niet meer... Ik fterf. Mevrouw MILVILLE, jchreenwende. Is 't mogelyk!... Men moet haar byftaan. Zy roept om hulp. doe-  TOONEËLSPEL. 115 dortigni. Zy is meer onderhevig aan diergelyke toevallen. Mevrouw milville. Zy bekomt niet weder. vanglenne, koeltjes. Men breng' haar weg. Men draagt mevrouw Dortigni in haare lezwyming uit het vertrek; haar man en mevrouw Milville volgen haar. VANGLENNE alleen. Wreedaartige en laaghartige vrouw! gy waart zelfs myne wraak niet waardig... Laat ons, in den boezem der vriendfchap, vergeeten, dat 'er zulke ongevoelige en wangunstige harten in de waereld worden gevonden. EINDE.