VERHANDELING OVER DE* STRUMA of SCROPHULA.   VERHANDELING OVER De Ziekte en Ontaarding DER WATERVATEN en KLIEREN, Gewoonlijk Struma of Serophula genoemd. Naar het Engclsch VAN DEN II E E R E THOMAS WHITE. Heelmeester te London. DOOR E. J. THOMASSEN a THUESSINK, A. L. M. Philof. 6? Med. DoS. in 's Hage , Extraord. 's Lands .Med. DoSor , Medelid van de Koninglij ke Sociëteit der Geneeskunde en van kt Genoodfchap van Natuurl. Historie te Edinburg, Buiwüandsch Lid van het Mufeum te Parijs, en Lid van de Natuur- en Geneeskundige Correspondentie Sociëteit in 's Hage. Te L E Y D E N, B y A. en J. H on koop, MD C C I X X X V I I«' Ex Legato VERRIJST.   DEN IV EL-EDELE N E N ZEER GELEERDEN H E E R E J. JORISSEN9 Med. Doft. en Raad in de Proedfchap van 's Gravenhage &c. &c* Zij dit Stukje met needrigen eerbied, en met de opregtïie gevoelens van dankbaar-  baarheid voor 'deszelfs uitmuntende en ontelbaare bewijzen van gunst en vriendfchap, opgedragen DOOR Zijn WH-Ed. zeer Gel ootmoedigen en zeer gehoorzamen Dienaar E. J. Thomassen a Thüessink.  VOORREDE DES V ERÏAALER S. JDe geneeskunde heeft dit met alle andere kun<\ Jien en wetenfchappen, welke op ervaring gegrond zijn, gemeen, dat zij flapsgewijze, en zeer langzaam, tot den tegenswoordigen trap van volkomenheid geraakt is. Fan ouds wierden de ziekten met derzelver geneezingen naaukenrig opgefeekend in de tempels der Goden opgehangen; eene verzameling derzelven lag den eerflen grond tot deeze wetenfchap. Een reeks van jaren t ja van eeuwen, moest 'er verlopen, voor en al eer men de verfchillende ziekten , waaraan het menfchelijk lighaam onderworpen is, regt kende, en men van een genoegzaam aantal waarnemingen voorzien was, om zig van het nut der geneesmiddelen in dezelve te verzekeren. De grootjle oplettenheid en het juistjle oordeel wierd 'er vereischt, om uit een aantal waarnemingen in bijzondere lijders , en verfchillende ge [lellen, de wezenlijke toevallen van de bijkomende te onderfcheiden, ten einde uit alle deeze > algemeene denkbeelden der ziekten te vormen. Offchoon nu door de vereenig' de pogingen van verfchillende geneesheer en op deeze wijze, en vooral door de beoeffening der ontleedkunde, de geneeskunde tot eenen aanmerkelij* ■ ken  ïi VOORREDE ken trap van volmaaktheid gekomen is ; zal egaler elk regtgeaart artz met mij gaarn bekennen % dat 'er nog veel te onderzoeken, nog veel te beproeven is, voor dat dezelve tot het hoogjle toppunt van volkomenheid gejlegen is. Iedere poging van eenen htndigen geneesheer in het behandelen en verklaren eener tot nog toe min bekende ziekte behoort dus met dankbaarheid van zijne kunstgenoten «ntfangen te worden. En zeker is \r niets, het geen meer tot de wemfenlijke bevordering der geneeskunde toebrengt, dan eene befchrijving der ziekten, waaraan zommige landen meer bijzonder onderworpen zijn: dewijl deeze ziekten , in alle derzelver bijzondere toevallen , zo als dezelve daar te lande voorkomen, tiaaukeurig opgetekend, gemaklijk zullen gekend worden, wanneer dezelve in andere landen voorkomen, daar zij, bij gebrek van kennis , dikwijls buiten de fchuld des geneesheers, voor geheel iets ■anders gehouden, en diens volgens tot fchade des lijders, zeer verkeerd zouden behandeld worden. Jk geloof dus mijnen landgenoten geen ondienst tedoen, wanneer ik dezelve eene vertaling van een werkje aanbiede; hetwelk eene befchrijving eener landziekte bevat, welke in Engeland allergemeenst js, en die , bij ons minder voorkomende, ook zo. wel niet bekend en geheel niet naaukeurig 1 efchreven is. Ik heb dit werkje van den Heer White typen andere verkozen , dewijl hetzelve voor een ieder-  des VE'RTAALERS. in •ieder gefchikt is, en weinig geneeskundige wetcnfchap vereischt, en vooral ook, om dat hier niet alleen de beproefdfie[middelen ter geneezing.. maar ook ter voorkoming , welke vooral in de opvoeding der kinderen in haare vroegste jeugd gelegen is, zijn voorgefcht■even. Ik verlangde dus, dat hetzelve ook in die handen kwam, waaraan de zorga der opvoeding van kinderen is toebetrouwd. Daar 'er veel in -het Engelsch over deeze ziekte gefchreven was , heeft de Heer White zig op vcele plaatzen bekort, daar andere deeze flukken breedvoeriger behandeld hadden. Ik heb dierhalven nodig geoordeelt, om door te veel noten den aandagt van het werkje zelf niet af te trekken, hier e enige flukken kort clijk na te gaan, welke de 'fchrijver of geheel voorbijgegaan , of flegts ter loops heeft aangeroerd. Ik verzoek hier nog de vrijheidom, tegens de gewoonte der vcrtaalers ,hier en daar van mijnen fchrijver te mogen verfchillen: dewijl ik, alleen in het oog hebbende nuttig te zijn, der waereld geenc misvattingen voor waarheid wil opdringen. De ziekte , waar van de Schrijver handelt, is zo bekend, zo algemeen in geheel Groot-Brittanje , dat hij in den beginne van zijn werkje daarvan geheel gecne bepaling geeft. In ons land is dezelve minder gemeen , en dus ook minder bekent , zodat zelfs de groote Boerhaave, en deszelfs uitmuntende uitlegger , de Baron van Swieten , * 2 dg"  iv VOORREDE dezelve geene plaats onder de ziektens vergund heb' ben. Intusfchin is het 'er zeer verre van daan, dat dezelve hier te lande niet gevonden zoude worden. Bet is zeker, dat hier deeze ziekte gewoonlijk met minder zwaar e toevallen gepaard gaat , dat dezelve min hardnekkig is, en meer onder de geringste zoort van Heden befpeurd word, dan in Groot - Brittanje, Ierland en Vrankrijk. En dit is waarfchijnlijk ook de ree de, waarom deeze ziekte min naaukeurig onderzogt, en zelfs van veeIe geneesheeren zo dikwijls miskend is. Eene andere reedt waarom de Scrophula of Klierziekte hier Vlinder bekend is, is deeze, dat dezelve zo moeilijk van andere ziektens der kinderen, voor al van wormen, te onderfcheiden is. Gelegenheid gehad hebbende om dagelijks veele kinderen niet alleen, maar ook menfehen van allerhanden ouderdom, aan deeze eltndige ziekte onderhevig , te bezoeken, derzelvcr toevallen en de ma. nier van behandelen naaukeurig gade te fiaan , Iteb ik naderhand bij kinderen hier te lande dezelve toevallen dikwijls befpeurd; daar dezelve te voren aan andere oorzaaken waren toegefchreven: en de uitkomst heeft mij altoos geleerd , dat ik mij In mijne ge dagten niet bedrogen had. fa ik durf zeggen, dat ik de fcrephula, in alle dcszelfs verfchillende graden van hevigheid , en onder alle vcrfchcidcne gedaantens hier befpeurd heb. De kropkliergezwcllcn aan den hals, in den. neck y  ces VERTAALERS. v neck, onder de kaak zijn hier gemeen, en hiervan ontmoet men dagelijks voorbeelden : doch ik heb hier zelf eene zo algemeene klierziekte waargenomen, dat meest alle de klieren, die tot het gejlel der watervaten behooren , niet alleen gezwollen en verhard waren, maar zelf die bijzondere foort van verettering ondergingen, welke de Scrophuleufe verzweeringen kentekend. Witte zwellingen dergeledingen, vooral van het kniegewrigt uit eene inwendige oorzaak voortgefproten, heb ik in een fcrophuleus ge/lel hier meer dan eens ontmoet. De fcrophuleufe tecring , het inwendig waterhoofd, (hijdroccphalus internus acutus) eene fcrophuleufe ontjleking deroogen of ophthalmia fcrophulofi, zijn hier geene zeer zeldzame ziekten , vooral de eer-, fte, en laatfie. Oneindig veele menfehen komen aan de fcrophuleufe tecring hier , zo wel als in Engeland, om: ja , ik geloof, dat 'er geen foort van teering hier zo gemeen is, als deeze. De onderbuiks teering of tabes mefenterica is hier vooral bij het geringste foort van menfehen zo gemeen , dat 'er bijna geen huisgezin gevonden word, waarin niet een of meer kinderen het flagtoffer deezer ziekte worden. Uit het geen wij reeds aangemerkt hebben, zal men Hgielijk opmaken, dat ik door Scrophula geheel iets anders verfla , en het woord in een veel uitgcjïrekter zin neeme, danmengewoonlijk hi. r doet; men geeft den naam van klieren of klierziekte hier * 3 ife  tl VOORREDE alken aan eene opzwelling der waterkil eren ondef de kin, aan den hals, en agter aan den nek. DU is wel een foort van deeze ziekte, en word fomtijds wel alleen in den aanvang derzelve bij kinderen en ook vohvasfenen gevonden, en deeze is het, die bij Cullen Scrophula fugax genoemd word (*). Dan 'er kan eene algemeene klierziekte plaats hebben in de inwendige Mieren des lighaams, zonder dat dit kenteken zelf aanwezig is. Vrij algemeen intusfchen zijn 'er te gelijk ook hier of daar uitwendige waterklieren gezwollen en verhard. De bepaling der ziekte, die de lieer Cullen geeft, is zeer naaukeurig ; wanneer hij zegt , dat het eene ziekte is , welke zig uitwendig openbaart door eene opzetting der waterklieren, vooral aan den hals, eene zwelling van den cpperlip en den, neus, een blooz&id weezen, ccnen opgezettin buik, en tefder vel. Deeze zijn de teekenen, weïke eene aanwezende ziekte der waterklieren kenmerken : Mtüsfchen veranderen de toevallen deezer ziekte, en'er komen nieuwe bij, naar mate van de plaats, welke voornaamlijk door deeze ziekte aangedaan is. Dikwijls is de ziekte alleen in de klieren van de long, wanneer 'er bij deszelfs voortgang eene waare teering geboren word; zomtijds in die van de leever, of van de milt, doch het meest van allen in hei al- (*) Nof. Method. g. 84. Spcc. 3.  Des V E R T A A L E R S, *ï* •alvleesch {-pancreas) en in de klieren van het darmfcheil. Ik merkte reeds op, dat deeze aandoening der waterklieren van den onderbuik hier zeer gewoon is, vooral onder de kinderen van de geringste .foortvan menfehen: onder deeze treffen wij 'ervee* ien aan, welke op het uiterlijk aanzien z'eer opgezet van aangezigt zijn, eenen gezwollen neus en 'opperlip , holle oogen , eenen zeer onregelmatige» eetlust, eenen harden en opgezetten buik , en zeer onregelmatige buiksontlastingen hebben. Gewoon." lijk fchrijft men dan deeze toevallen aan wormen toe, en men word dikwerf in dit denkbeeld gevestigd, wanneer 'er zomtijds door wormdrijvends middelen maden of ronde wormen ontlast worden. Dan, offchoon er wormen geloosd zijn, verminderen de toevallen niet, maar 'er komt fchielijk 'eene uitflorting van water in den onderbuik, water tusfehen vel en vleesch, en de lijder komt eindelijk ■elendig 'aan deeze ziekte óm. Zomtijds vinden wij kinderen, die, zonder uitwendige toevallen, langzamerhand uitteer en, vervallen , en eindelijk ftcr•ven, zonder dat men daarvan de oorzaak bevroeden kan. In beide deeze gevallen is de naaste oorzaak der ziekte eene ontaarding der waterklieren van den onderbuik, waardoor alle deeze toevallen veroorzaakt worden. Deeze klieren ontaard of ver fopt zijnde, is de voeding onmooglijk, dewijl de chijl niet tot in de maffe van het bloed kan doordringen; hier door moet dan wel eene uitte erin gvol* 4 Se'h  vm VOORREDE gen. Ik heb hiervan voorleden jaar een zeer duidelijk voorbeeld ontmoet. Ik wierd door een geneesheer verzogd om bij de opening van een kind tegenwoordig te zijn, het welk zonder eenige hevige toevallen langzamerhand zodanig was uitgeteerd, dat het naar een geraamte geleek, en eindelijk overleed. Ik giste aanflonds , dat dit kind aan eene tabes mefent erica geftorven was , en de uitkomst ■voldeed volmaakt aan mijne verwagting. Me de Mieren van het darmfcheil waren zodanig verhard, dat 'er althans geen voed/el door deezen weg in het bloed gebragt konde worden: de melkvaten tusfehen deze klieren waren alle met chijl zodanig opgezet, als of dezelve kunstig opgevuld waren: uitwendig konde ik geene verharde Mieren ontdekken. Weinig tijds hier na zag ik een nog veel kcnlijkcr geval van fcrophula in een kind van zes jaaren. Dit kind, het welk uit er maten fchr ander was, had eene opzetting van den neus en opperlip, eene verwijdering van den oogappel, eenen harden en zeer epgezettenbuik, zwakken pols, zeer onrcgelmatigen eetlust, %einig ontlasting en groot e benaauwdlieden : na het aanwenden van verfchillende wormverdrijvende middelen, flierf het elendig. De opening gefchicde door mijnen beroemden vriend den Heere Stoke , Stads Medichcs Doctor te Zwolle. Wij vonden niet alleen alle de darmfcheilklieren, Waar zelfs het alvleesch zodanig ontaard en verhard, ditj alles als jn eenen klomp 3 die doorgejnc- - den  des: vertaalers; ix den zijnde zig fpekagtig ïvertoonde , was zaam* gegroeid. Zedert dien tijd heb ik diergelijke ge* vallen meermalen waargenomen , en eenige, die reeds ver in deeze ziekte gevorderd waren, nog bij ■tijds gered. Zommige zijn van gevoelen, gelijk ook de Heer White , dat ook de zo genaamde Engelfche ziekte of rachitis tot de fcrophula moet gebragt worden. Het valt zeer moeilijk dit te beflisfen. Men kan in geenen deelt ontkennen, dat 'er in kinderen , welke de Engelfche ziekte hebben, vooral in eenen zekeren graad , ook verharde waterklieren, bijzonder in den onderbuik, gevonden worden; dat dezelve toevallige oorzaaken beide ziektens kunnen daar/lellen , dat men niet zelden kinderen , uit fcrophuleufe ouders geboren, deeze ziekte ziet hebben , en dat eindelijk deeze beide ziekten dikwijls in het zelve onderwerp plaats grijpen. Daar intusfchen dikwijls de rachitis buiten de toevallen van fcrophula gevonden word , ten minsten in rachitis het waare kenmerk der ziekte, eene tegennatuurlijk ke gejleldheid der watervaten en waterklieren, ontbreekt , kan ik deeze ziektens niet tot een en dezelve brengen. De Engelfche ziekte fchijnt bijzonder de vaste deelen en vooral de beenderen aan te doen; 'er is hier voorzeker een gebrek aan toevoer van ftojfe, die tot de beenwording vereischt word, uit 'wat oorzaak dit ook moge voortfpruiten. De geneezing van beide ziektens verfchilt aanmerkelijk; in * 2 fw*  fc VOORREDE fcrophula zoude men in den beginne weinig met vérfierkende middelen vorderen; in rachitis doen deeze i gevoegt bij abforberende middelen, alles af. Met veel meer regt zoude men mijns oordeels tot fcrophula kunnen brengen eene ziekte, welke hier' 'zeldzaam voortkoomt, en meer zraEngeland en Schotland gevonden word; ik moen hier het inwendig waterhoofd, of hijdrocephalus internus acutus, het welk bij Cullen apoplexia hijdrocephalica (*) genaamd word, en waarvan bij Whijtt, Gaudelius, Quin en anderen, eenige weinige voorbeelden voorkomen. Het is hier de plaats niet alle deeze toevallen breedvoerig te befchrijven , dit 'zoude een bijzonder werkje vereifchen, en hier toé hoop ik mij eens naderhand te verledigen, thans zal ik dezelve maar met een woord aan/lippen. [In den beginne is de lijder lusteloos, walgagtig , en ■braakt bij wijlen, hij gevoelt eene '(gedurige pijn 'loven de oogen, fomtijds meer aan de eene dan aan de andere zijde van het hoofd, het hoofd helt meer na de pijnlijke zijde over, deeze pijn verwisfeld met buikpijnen, de oogen tranen en willen geen ligt (*) Apoplexia (hijdrocephalica) paulatim adoriensj infantes & impuberes, pri;r=um lasfnudine , febficula & dolore capitis, dein pulfu tardiore , pupüiae dilatatione, & foiiraolentia adficiens. Cullen Sijuopf. Nofol. Mathol g. xlii, Sp. 3.  des VERTA ALERS. X3 Ügt verdragen, 'er is eene gedurige Jlaapeloósheid, - en, wanneer de Jlaap overvalt, is dezelve onrustig, en dan hoort men van tijd tot tijd knerzingen der tanden , en het kind knijpt gedurig in den neus. De pols is eerst natuurlijk, dan zeer■fchielijk* Deeze toevallen worden rasch door andere gevolgt j de brakingen worden nu heviger, de pols fneller^ de hitte, dorst, benaauwde ademhaling en alle te> kenen van koorts vermeerderen, de oogappel word verdraait, en 'er koomt een foort van ijlhoofdigheid, het welk meest fiil, dog ook zomtijds zeer hevig is. Deeze toevallen maken het eerste tijdperk der ziekte uit , en duren gewoonlijk omtrent Veertien dagen; dan verandert de ziekte geheel van gedaante > zodat de pols van zeer fnel uitermar ten langzaam word ( *) ; de hitte blijft dezelve 4 doch de pijn word minder; de ijlhoofdigheid gaat in eene vol\omene Jladpziekte over; de verdraijing Van den oogappel vermeerderd, en dezelve word hoe langer hoe meer verwijderd en ongevoelig voor het indrukzel van ligt, en eindelijk word het geheel blind; de brakingen houden geheel op, en het kind neemt alles gretig na zig , de buik is gewoonlijk geconjlipeerd, het hoofd valt over eene zijde, of voor . (*) Ik heb eens in een kind waargenomen, dat inden tijd van 24. uren dc pois in een minuut van 124. tot45. ilagen neerkwam.  Xii VOORRE D E voor of agter over. Eindelijk weinig dagen voor den dood begint de pols wederom fnel .te \wordcn , doch verzwakt aanmerkelijk, de ademhaling word moeilijk, en die foort van jnorking , welke men in heroertens gewaar word, befpeurd men nu ook, de oogen worden rood, het wezen opgezet, het water en den afgang worden onwillig geloosd, en op den 28. 0/29. dag fier ft het kind gewoonlijk aan fluipen. Somtijds intusfchen koomt de ziekte langzaam aan, en het duurd dan zomtijds langen tijd eer ■het tweede tijdperk der ziekte aankoómt. Uitwenr dig kan men niets aan het hoofd ontdekken, fomtijds intusfchen openbaart zig deeze ziekte ook 'uiterlijk, wanneer de uitzetting van het water in het bekkeneel zodanig zijn kan , dat hier door de naaden open barsten. Het bekkeneel geopend zijnde , vind men de vaten der herfenen ''gewoonlijk opgezet , en in de holligheden- zomtijds verfcheidene onfen water. De zelfflandigheid der herfenen zelf is op verfcheidene plaat f en ontaard, ze dat men verhardingen van verfchillende grootte in dezelve waarneemt, deeze gelijken volmaakt na fcrophuleufe ontaarde waterklieren, en zijn, even als 'in fcrophula, met eene ikaasagtige dunne fiof ge-> vuld. Deeze ziekte koomt voor in fcrophuleufe gefeilen ; verfcheide kinderen in één huisgezin worden hiervan aangedaan, en men kan dezelve onder de familie ziektens tellen. Ik befcliouwe deeze Ziekte als eene ontaarding der waterklieren van de her-  hes VERTAALERS. xni "herfenen, waardoor eene foort van fcrophuleufe infammatie veroorzaakt word , welke eindelijk in verzweering overgaat, waaruit dan deeze verhardingen en veretteringen ontjlaan, die eene uitflorting van water en alle de toevallen eener dodelijke, beroerte te weeg brengen. De geneezingswijze bevestigt mijn denkbeeld aangaande de natuur deezer ziekte. Wanneer men 'er bij tijds bij is , voor dat 'er eene groote ontaarding der herfenen plaats heeft, alhoewel reeds eene aanmerkelijke flaaperigheid en traagheid van den pols eene waterige uitflort'mg te kennen geven , Man men deeze ziekte door kwikmiddelen geneezen, gelijk ik dit een en andermaal ondervonden heb. Te regt brengt de Heer White tot Scrophula de witte zwellingen der geledingen, eene ziekte, welke hier waarlijk zeldzaam is , zodat ik mij flegts errinnere dezelve hier twee malen gezien te hebben. In Groot-Brittanje is dezelve zo gewoon , dat deswegens dagelijks in de hospitalen afzettingen gefchieden. De Schrijver vcrfchilt hierin van de gewoone manier van denken, dat hij in die gevallen, waar in men eene fluctuatie kaft gewaar worden, aanflonds met het lancet de ftoffe zoekt te ontlasten, wanneer men bevreesd is, dat dezelve n'et door de watervaten zal kunnen opgeflorpt worden. De meeste heelmeesters zijn van gevoelen , dat men in de witte zwellingen, of eenige «ndere fcrophuleufe verzweering, waarin de beende-  Xiv VOORREDE deren aangedaan zijn, geenzints eene opening behoort te maken. Wanneer in het kniegewrigi, of eenige andere geleding eene vergadering van waterplaats grijpt, zodanig dat het gewrigt daardoor uitgezet word , indien ?nen dan dit gezwel wil openen, zal aanflonds de natuur der ziekte veranderen , de lugt zal het vogt, het welk te voren zagt was, eene fcherpte geven, welke een rotting (caries') zal voortbrengen, die dra dodelijk zal worden , de kragten zullen aanflonds den lijder begeven j 'er zal eene koorts ontflaan, welke den lijder fpoedig ten gr ave Jleept. De Heer Default, beroemd heelmeester te Parijs, verhaalde ons hiervan verfcheide voorbeelden, welke hij in zijne uitgeJlrekte praclijk had waargenomen. De zaak is ge/teel anders gelegen met eene rhumatique witte Zwelling der geledingen, welke vooral ook in do knie befpeurd word: zo dra men hier flof ontdekt, welke niet door mercuriale inwrijvingen opgejlorpt word; kan men dezelve of door een feton, of door kleine openingen gevoeglijk ontlasten, en men zal dan meest al de ziekte gelukkig geneezen. Wanneer het gcheele lighaam door fcrophula aangedaan is, en men te gelijk opzettingen der waterklieren befpeurd; dop zal men met het maken van openingen weinig vorderen ; dezelve zullen fcliielijk zig wederom /luiten, en dan zullen 'er zig overal holligheden en fistels opdoen, welke hier en daar zullen openbreeken, en van tijd tot tijd eene icha'■ - reufe  des VERTAALER.S. xv teufeJiof los/en; en dan zalmen eindelijk tot eene amputatie moeten overgaan. Intusfchen moet men aan den anderen kant niet al te fchielijk tot de afzetting overgaan: dewijl het altoos verkieslijk is, cm een f ij f been te hebben, boven een geheel gemis van het zelve; dewijl het fomtijds gebeurd, dat de ziekte hiermede eindigt. Men behoefd niet bevreesd te zijn, dat men, door de afzetting wat uit te feilen, het gevaar der kunstbewerking vermeerderen zal. De Heer Bell, een der eerste heelmeesters van het Koninglijk Edinburgs hospitaal,-merkt te regt aan , dat de afzetting beter verdragen wierd door lijders, welke een weinig door de ziekte vermagerd waren, daar Jlerke en volbloedige men« fchen , waaraan de operatie in den beginne verrigt wierd, zeer dikwijls aan' eene hevige ontflekingkoorts omkwamen. Dus verre met betrekking tot de toevallen, welke wij meenen uit eene fcrophuleufe gefteldheid des lighaams te ontfaan. Wij moeten nu een weinig Jlil Jlaan bij deszelfs voorbereidende en toevallige oorzaaken, en dan zien, wat men aangaande de natuur of naaste oorzaak der ziekte kan vast feilen. Met betrekking tot de voorbereidende oorzaaken , doet zig hier aanfonds een gewigtig verfchilfiuk op, of namelijk de klierziekte van de ouderen tot de kinderen over" gebragt word, dan of deeze ziekte van eene bijzondere geflcldheid der kinderen welke door eene tos-  XYi VOORREDE toevallige oorzaak opgewekt word , afhangt. Ik noem dit fiuk gewigtig ; dewijl over het algemeen deeze ziekte zodanig overervend gerekend word , dat men in Engeland en Schotland, niet alleen in het neemen van minnen , maar zelf in het ftuk van huwlijk, wel degelijk agtflaat, of de fcrophula ook in de huisgezinnen gevonden word. De Heer White behandelt dit .ftuk zeer breedvoerige en hij zoekt door verfchillende bewijsreedenen aan te toonen, dat deeze ziekte geenzints onder de overervende ziektens behoore: om dit wel te befisfen, dient men vooraf wel te bepaalen, wat men door overervende ziektens verf aan wil hebben : en dan geloof ik , dat men tweederhande foort Van evcrervende ziektens feilen kan. Vooreerst denk ik, dat men eene overervende ziekte noemen mag , wanneer 'er van de ouders zodanig eene gefleldheid aan de kinderen medegedeeld word , dat zij voor eene ziekte meer vatbaar zijn, dan andere menfehen; zodanig, dat de ligtste oorzaaken, welke niet in fiaat zijn eene ziekte bij anderen te weeg te brengen, de ziektens der ouderen bij de kinderen daar f eilen. Verder kan men ook eene overervende zie xte noemen, wanneer 'er eene foffelijke oorzaak , een miasma (fmetfof) een germen word over gebragt, het welk zig wel niet uitwendig openbaart, doch door de werking van toevallige oorzaaken uitbot, en de ziekte der ouderen te weeg brengt. Het  des VERT AALERS, xvn Het komt mij voor dat geene redenering, maar Ondervinding, dit verfchiljluk bejlisfen kan. Het Zal dus de zaak zijn te bepaalen, of het wefenlijk waar zij , dat kinderen, van fcrophuleufe ouders geboren, meer dan andere, aan deeze ziekte onderworpen zijn. De ondervinding leert ons, dat, zal 'er eene ziekte geboren worden, dat hier toe eene aanleidende oorzaak niet altijd genoegzaam is (*) , en dat tot verfchillende ziektens verfcheidene gefieldheden vereischt worden, zal de aanleidende oorzaak de ziekte voortbrengen: of, zo als Gaubius het zoude noemen, een feminium naturale commune is tot alle ziektens niet genoegzaam, dikwijls word 'er een feminium pr eet erna» turale proprium vereischt. Dus' zal de koude, die op den zelfden tijd verfchillende menfehen aandoet, hij den eenen eene inf animatie in de keel, bij den anderen eene pleuris, bij een derden eene enkele verkouwdheid veroorzaaken, daar een vierde hiervan niet het minste leed zal ondervinden. Verder is het eene onbetwistbaare waarheid, dat kinderen, niet alleen in wefenstrekken , maar in de geheele uit- en inwendige gedaante des lighaams, veelal nu (*) Ik zeg niet altijd, dewijl alle menfehen tot fommige ziektens voorbereid zijn; dit ziet men in de epi« demifche ziektens, in rooden loop, rotkoortzen, &c.  xviii VOORREDE na die geene gelijken, welke de oorzaaken van haar aanwefen zin: ja dit gaat zelf zo verre, dat het op de ziel invloed heeft. Dit heeft niet alleen plaats in het menfchelijk geflagt, maar zelfs in dieren. Wij zien dit in paarden, runderen, fchapen, en zelf huisdieren, weker jongen alle na haare ouders aarden. Is 'er dus een zamenhang tusfchen verfchillendê gcfiel:hcden des lighaams in zommige ziektens ; is 'er zodanig eene overeenkomst tusfchen het maakzei des lighaams der ouderen en der kinderen; wat is 'er dan natuurlijker, dan te vooronder f ellen, dat de kinderen ook veelal aan die ziekten onderhevig zijn, waaraan de ouderen of nog, of t'eeniger tijd onderworpen geweest zijn? En dit word wederom door de dagtlijkfche ondervinding bewaarheid gevonden. Ziet men niet dagelijks geheele huisgezinnen , op zekere jaaren gekomen , aan teering ficrvenl Is dit zelve niet duidelijk te zien in de podagra, rheumatismus en andere ziektens ? Maar wat meer is , leert niet de ondervinding, dat, wanneer 'er verfcheidene kinders in een huisgezin gevonden worden, waarvan zommige naar den vader, andere naar demoeder gelijken, dat die ook aan de ziekten der ouderen, waarmede zij de meeste overeenkomst hebben , het meest onderworpen zijn? Fan dit gevoelen is ten minsten mijn groot e leermeester Profesfor Cullen, die mij dit als iets, het welk hij in eene alleruiigefrektste veertigjarige prac-  des VERTAALERS. xis praclijk altoos had waargenomen , mededeelde , en hiervan de alleraanmerkcnswaardigste voorbeelden bijbragt. Laat ons dit nu op onze ziekte, waarvan wij handelen, toepas/en. De klierziekte treft niet alle kinderen , alle geftellen zonder onderfcheid; bijzondere gefieldheden zijn hier aan onderworpen. Kinderen , van fcrophuleufe ouders geboren, hebben dezelve veel meer dan andere; in huisgezinnen, waarvan een der ouders fcrophuleus is, heeft men doorgaans kinderen , die toevallen van klieren hebben. Ja de beroemde Cullen heeft mij verzekerd, altoos te hebben waargenomen, dat uit een huwlijk, waarvan de vader fcrophuleus en de moeder vrij van deeze ziekte was , die kinderen, welke de meeste overeenkoomst met den vader hadden , door fcrophula wierden aangetast ; daar de andere kinderen, welke na de moeder zweemden , van deeze kwaal bevrijd bleven ; ja dat hij dit tot in het tweede geflagt had waargenomen, en dienvolgens altoos zijne prognofis gemaakt hadde, waarin hij nimmer was te leur gefield. Andere fchrijvers over dit (luk fiemmen hier ahe gereedelijk mede in. Zie daar dan deeze ziekte . ten minsten in deezen opzigte, overervende; wil men dit geene erfelijke ziekte noemen, dan wil ik gaarne bekennen niet te weeten, wat men door overervende ziektens verftaan wil hebben. Dan, vraagt men mij verder, of'er buiten dien VOg een foffelijke oorzaak, een miasma morbofum  VOORREDE of fmetftof, gevonden word, welke van de ouderen word overgezet ; dan moet ik bekennen, dat dit fuk moeilijker valt te beoordeelen, en dan fchijnen mij de oplosfmgen van den Heer White al mede onvoldoende. Het is geen gevolg y dat, indien 'er eene foffelijke oorzaak vereischt wierd, dat dan alle kinderen van dit huisgezin moesten aangedaan worden , dewijl het gif in het eene germen kan voortgeplant worden, wijl het andere daarvan geheel vrij blijft, en bijgevolg ook naderhand door de ziekte niet aangedaan word. Ziet men niet meer* maaien, dat in de vcnerifche ziekte der ouderen het eene kind jammerlijk door deeze ziekte zijner ouderenomkoemt, daar het andere, zo wel voor als na hetzelve geboren, daarvan geheel vrij blijft, en welig en flcrk opgroeit, zonder immer de gevolgen deezer ziekte van een zijner ouderen te ondervinden; en kan men ontkennen, dat deeze ziekte waarlijk uit eene fnetfof voort koome ? Deeze bewijsrede zoude dus te veel bewijzen , en daarom gaai dezelve geheel niet door. Niet tegenflaande dit alles, wil ik gcenzints het gevoelen verdeedigen , dat de fcrophula uk eene fmetfof voortkoomt, welke van de ouders tot de kinderen over gebragt word: hiermede zoude ik ingewikkeld mijne toeflemming geven aan een gevoelen, hetwelk met de dagelijkfche ondervinding ftrijd, dat namelijk de ziekte 'ook befnctlijk was : proeven, met opzet over dit fluk genomen, bevestigen volflrekt het tegendeel; was  des VERTA ALERS. xxi wat ook hier tegen de Heer La Louette moge inbrengen, Deeze geleerde houd namelijk jlaande , dat niet alleen de fcrophula van het eene kind tot het andere door aanraking over gebragt word; maar dat hij deeze ziekte, wanneer dezelve door befmetting aangebragt is, door zekere tekenen kan on-derfcheiden van die geene, welke uit eene natuurlijke gefteldheid des lijders voortkoomt. Hij zegt, dat de kinderen , welke de ziekte uit zig zelve krijgen, uitgeput en verzwakt zijn; daar de bef nette lijders gezond zijnde, door de ziekte minder hevig aangedaan worden, en dezelve ook gemaklijker overwinnen. Hij roept hier zelf de ondervinding te hulp ; dat hij naamlijk verfcheide voorbeelden van volwasfenen zoude gezien hebben, welke deeze ziekte door gemeenfchap met fcrophuleufe kinderen gekregen hadden. Doch ik befclwuw deeze voorbeelden als louter toevallig ; daar alle die over deeze ziekte gefchreven hebben , en die men kwalijk vooronderftellen kan dit te hebben voorhij gezien, dit volflrekt tegenfpreeken. Het zij hier mede, zo het wil, ik denk, dat wij hier veilig mogen bef uiten, dat deeze ziekte tot die foort van over ervende ziektens behore, waarvan wij het eerst gefproken hebben. Dan men zal mij verder vragen , welke zijn die bijzondere gefieldheden , welke de voorbereidende oorzaaken van fcrophula zijn? welke zijn de onderwerpen , waarin deeze ziekte valt ? ** 3 Kin-  Xxii VOORREDE Kinderen van het eerste of tweede jaar af tot haar zesde of zevende jaar toe zijn het meeste aan deeze ziekte bloodgefleld. Zelden vind men kinderen onder liet jaar met deeze ziekte bchebt, van het zevende jaar tot het veertiende ontmoet men dezelve minder , en na dien tijd komt de ziekte zeldzaam aan. Intusfchen zijn'er gevallen, waarin de ziekte zelf in eenen hoogen ouderdom voor het eerst aangekomen is. Alhoewel de ziekte zo wel in mans als vrouwen valt ; heeft men egt er bij een naaukeurig onderzoek waargenomen, dat 'er veel meer mans, dan vrouwen, aan deeze ziekte onderworpen gevonden worden. De kinderen, welke het meeste door deeze ziekte lezogt worden, zijn van een lloedrijk, doch te gelijk van een flets en zwak geflel; zij hebben een dun en teeder vel, een fchoon rood en wit bloozcnde wangen, een gezwolle bovenlip en neus, doorfchijnende adertn, meest blond en zagt hair, en blaauwe oogen (*); gewoonlijk munten deeze kinderen zeer boven andere in verfland en oordeel uit. De ziekte fchijnt meer in gematigde lugtf reeken, dan in zeer koude of warme landen tehuis- ves- (*) Deeze regel is wel niet zonder uitzondering ; gelijk de fchrijver in het Werkje zelf aanmerkt, dog het is over het algemeen waar.  des VERTAALERS. xxm vesten; intusfchen zijn 'er voorbeelden , dat de ■Ziekte ophield , zo dra de lijder zig na een warmer landflreek begaf, en wederom begon zo fchielijk hij wederom verder Noordwaards kwam. Hiermede komt over een de algemeene waarneming, dat de fcrophula gewoonlijk met den aankomst der koude begint, en zodra het weder gunstig word, bedaart. De Schrijver heeft zo breedvoerig over de toevallige oorzaken gefproken, dat ik hier weinig of niet heb bij te voegen; alleen moet ik aanmerken, dat de beroemde de Haen, een groot vijand der inenting, hier aan dikwijls de fcrophula toefchrijft. Het is 'er verre van daan, dat de kinderziekte de fcrophula zoude veroorzaaken : ja zelf altoos verergeren. De Heer Cullen verhaalde ons in zijne lesfen een geval, het welk duidelijk het tegendeel bewijst. In een huisgezin, waarin verfcheidene kinderen waren , entede zijn Hooggel. alle deeze kinderen de pakjes in, uitgezonderd een kind , het welk zeer zwak en fcrophuleus was ; naderhand wierd de kinderziekte zo algemeen, dat men geen middel zag om dat kind van befmetting te bevrijden ; men befoot dan tot de inenting : het kind kreeg een aantal groote en onderfcheidene pokken , ronder dat dit den minsten invloed op de fchrophuleufe verzneeringen had; dan aanftonds na het aflopen der kinderziekte, begonnen alle de fcrophuleufe zweeren te heelen, zodat men dagt ie ziekte * * 4 hier  xxiv VOORREDE hier mede overwonnen te hebben; dan na drie of vier maanden tijds kwam de fcrophula, ah te voren . wederom. Offchoon de voorbereidende, zo wel als de aanleidende oorzaaken der klierziekte genoegzaam bekend zijn; is het 'er egter verre van daan, dat wij even zeker de naaste oorzaak of de natuur der ziekte zelve zouden kunnen aanwijzen. In de dierlijke huishouding zijn nog te veel geheimen overgebleven om te verklaren, dan dat lij altoos de afwijkingen van den ftaat der gezondheid juist zouden kunnen uitleggen. Wij dwalen in dit ftuk veelal in het duister om, en dikwijls zijn wij genoodzaakt hieromtrent gisfngen te maken. Intusfchen moet het altijd het doelwit des gtneesheers zijn om, zo veel mogelijk, waarnemingen te vergaderen, waarop zijne gisfngen gegrondvest behoren te zijn. Laat ons zien , hoe verre wij met cenige waarfchijnlijkheid komen kunnen, om de natuur van deeze ziekte te bepalen. Wij merkten te voren aan , dat de klierziekte met zonder onderfcheid allerhande foort van menfehen treft ; maar alleen die gef ellen , welke bloedrijk en volfappig zijn, doch te gelijk tedere fpiervefelen, een flap vaat gef el en eene groot e aandoenlijkheid van zenuwen hebben. Dat deeze ziekte vooral aan de kindsheid eigen is, tn dat de kinderen voornamelijk door deeze ziekte worden aangetast, wanneer zij van het z.igte voedzel, het welk  des VERTAALERS. xxv Welk 's moeders borst opleverd, gefpeend, met zwaarder fpijfe gevoed worden, en eindelijk, wanneer noch bij dit alles een gebrek aan behoorlijke lighaamsoefening , eene overlading der maag , ftegt voedzel, koude, of andere ziektens, welke het ge fel verzwakken, bijkomen. Het is over bekend, dat het ge fel der watervaten in kinderen veel grooter en uitgefirekter is , dan in volwasfenen. De lijmpha word ook na die -evenredigheid door meer klieragtige lighamen bereid, en die geene , welke in volwasfenen, zo wel als in kinderen , tot dit oogmerk allerwaarfchijnlijkst dienen, zijn in de laatsten veel aanmerkelijker: ten getuige hier van kunnen dienen de th'jmus, de milt, de capfulce fuprarenales of renes fuccenturiati, en een aanmerkelijk getal waterklieren, welke in volwasfenen of kleiner of geheel niet gevonden worden. Dit bijzonder maakzel had binten twijfel dit allerwijst oogmerk , dat, kinderen meerder gevoed moetende worden , hierom ook meerder werktuigen vereischt wierden , welke in ftaat waren, om het voedzel f onder te brengen, en in het bloed over te voeren. Is het getal der watervaten en waterklieren grooter, en het geheele gefel der kinderen veel gevoeliger ; dan is het ook waarfchijnlijk dat uitwendige oorzaaken ook veel ligt er het geflel der watervaten in gevoelige, dan in f erker kinderen of'volwasfenen, zullen aandoen. In de eerste zal eene ligte oorzaak eene zieklij** 5 ' ken  *xvi VOORREDE ken Jïaat te weeg brengen , daar in de laatsten de natuurkragten de vermogens der oorzaak zullen te boven koomen. Wanneer 'er de eene of andere fcherpte door de watervaten opgenomen word; zal dezelve de rokken van deeze vaten zodanig prikkelen, dat hierdoor het vat zelf opzet. Wij zien dit in verfcheidene gevallen daaglijks. Verzweeringen van allerhanacn aart, welke zig uitwendig aan het een of ander gedeelte des lighaams vertonen, veroorzaaken dusdanige opzettingen der watervaten. Dikwijls zien wij in een open kreeftgezwel kleine witte ratjes , welke zig als gefpanne draaden vtrtoonen, en van de verzweering zelf na de een of ander waterk lier toelopen, welke zig dan ook gezwollen vertoont. Na de inenting der kinderpakjes , voordat de pokjes zelf'uitzetten, zien wij dikwijls een opgezet watervat, het welk na de waterklieren van den oxel loopt, en daar ook in harde knobbeltjes eindigt. Hetzelve ontmoet men meermalen in gonorrheeae, ulcera venerea, Zomtijds is de fcherpe ftof niet vermogend genoeg om de vaten zelf te doen opzetten, of dezelve vertoefd niet lang genoeg in dezelve, om dit uitwerkzel te veroorzaaken: in dit geval zal 'er eene zwelling in de eei ste aanmerkelijke klier ontfaan \ doordien de fof niet fchielljk genoeg door dezelve doorgelaten word, wijl, deeze tot bereiding der lijmpha dienende , dit vogt in deeze klieren e enigen tijd vertoeven moet.  des VERT AA LERS. xxviï moet. Hier dan werkt deeze fcherpe fiof, veroorzaakt eene prikkeling , waardoor eene opzetting der klier geboren word. Wij zien dit gewoonlijk in den kanker der borst; daar, de waterklieren van de borst aangedaan zijnde , eene opzetting der oxelklieren veroorzaakt word. Hetzelve zien wij in de opgezette klieren der liezen in venerifche ziektens. Het is altijd niet nodig, om eene opzwelling der watervaten en klieren te veroorzaaken , dat 'er eene fcherpte door de watervaten opgenomen word: eene prikkeling en hierop volgende fiuipagtige zamentrekking van derzelver mondjes is bij wijlen in fiaat niet alleen eene opzetting der watervaten , maar zelf der klieren, te weeg te brengen. Dikwijls dus volgt 'er eene opzetting der klieren aan den hals na koude. Ik heb deeze algemeene waarnemingen, op ervaring gevestigd, moeten vooraf laten gaan om mijne gedagten nopens de natuur der fcrophula duidelijk te kunnen open leggen; laat ons beproeven of wij dezelve op onze ziekte kunnen toepasfen. Wij hebben hier te doen met een zeer gevoelig geftel, zeer irritabile watervaten; wanneer dusdanig een geftel of aan koude, of aan een uitwendige prikkeling der mondjts van de watervaten, hij voorbeeld aan den hals , word bloot gefield; dan moet 'er noodzaaklijk eene fiuipagtige trekking der mondjes van deeze vaten volgen ; deeze fpasmus zal zig langs dit vat voortplanten, het vat zelve of vel  xxvnr VOORREDE wel de klieren, die hier de naaste zijn, op doen zwellen , de vrije doorloop der lijmpha zal hierdoor belet worden; 'er word eene obftruclie geboren, de lijmpha zal in eene kleinere hoeveelheid, of wel geheel niet doorgelaten worden. De natuur van het vat veranderd zijnde, moet de werking op het vogt, het welk hierin bevat word, ook veranderen; de lijmpha moet ontaarden enfcherp worden: De klier moet eindelijk van natuur veranderen, en door eene foort van ontfcking aangedaan worden. Ik zeg, een foort van ontfcking aandoen; dewijl ik gcenXifis dezelve van dezelve natuur felle als eene ontJlehng, die in de bloedvaten plaats heeft; dezelve is veel langduriger cn met geheel andere toevallen verzeld , deeze ontfcking eindigt in eene foort vanfuppuratie of verzweering, of oplosfing. De verzweering en deftof, die uit dezelve voortfpruit, verfchilt ook zeer veel van etter. Het is eene dunne , vloeibare fiof, welke langzamerhand de bekleedzels doorboort en uit ge fort zijnde ons een mcngzel opleverd, het welk zeer verfchillende beftanddeclcn van den waaren etter geeft. Het is eene ontaarde lijmpha, welke zig in zijne befianddeelen van eene fibra fc? ferum verdeelt heeft. Wanneer het opengebroken is, word 'er gedurig eene menigte van deeze f of ontlast; wijl, de hinderpaal weggenomen zijnde, de vaten meer lijmpha kunnen opfiprpen en langs deezen weg uitforten. Eindelijk kan deeze opening eene weg m ge-  des VERTAALERS. xxixr geneezing zijn; wanneer door de gunfiige ,pogin\ gen der natuur, door gepaste middelen geholpen* even als in de bloedvaten, de zijtakken zig verwijderen, en er dus een nieuwe weg voor de lijmpha gemaakt word, terwijl het oude vat zig fluit. Op deeze wijze kanmen, mijns bedunkens, gemaklijk de toevallen van eene plaatslijke uitwendige fcrophula. verklaren. Wanneer deeze fcherpe fiof, in eene klier ge'boren, door de overige watervaten opgenomen word,, en zig in verfcheidene waterklieren plaatst, kan dezelve op verfchillende plaatfen dezelve toevallen veroorzaaken , welke in eene derzelven gebeuren. ■ Men kan gemaklijk begrijpen, dat, daar de mondjes der longwatervaten zig in de lugtpijp ope-.' nen, deeze door koude of andere uitwendige oorzaaken aangedaan zijnde, deeze kliertjes eene fcrophuleufe ontaarding kunnen aannemen, en hierdoor, een teering te weeg brengen. In het geheele lighaam is 'er geen plaats, welke zo zeer aan de werking van toevallige oorzaaken is bloodgefleld, dan de darmbuis ; zuur of ecnige fcherpe floffen kunnen hier de melkvaten op dezelve wijze aandoen als in andere gedeeltens des lighaams; hiervan daan heeft men zo dikwijls verfloppingen der onderbuiksklieren en de uitteering hier uit voortkomende. De lever , milt, en alt yleesch zijn, geloof ik , zelden of nooit aangedaan,zonder ver flopping der klieren van het dar.m- fcheil,  XXX VOORREDE fcheil, en hierom befchouwe ik deeze als gevolgen van de verjlopping der klieren van dit ingewand. Uit dit alles meen ik dan te mogen bef uiten dat de naatste eorzaak der klierziekte of fcrophula in eene bijzondere verzwakte gefleldheid der watervaten gezogt moet worden , % aardoor eene ontaarding derzelve veroorzaakt word. De fcrophula is eene ziekte, welke gemaklijk , wanneer dezelve uitwendig is, van andere ongemakken kan onderfcheiden worden. Steatomata of fpekgezwellen zijn veel zagter dan kliergezwellen. Eene opzetting, door ontfteking veroorzaakt, heeft geheel andere toevallen, dezelve is pijnlijk, rood, kloppend en eindigt fpoedig in eene verzweering: in kliergezwellen zijn alle deeze toevallen afwezig , en de ontfteking gaat veel langzamer voort. Zomtijds is het moeilijk om verouderde Jcrophuleuje ziektens der beenderen van venerifche gevallen te onderfcheiden. Wij moeten hier vooreerst letten op den ouderdom des lijders ; dewijl de fcrophula gewoonlijk in kinderen, en de lues in volwasfenen gevonden word. Ten anderen is de plaats der caries in de lues yoornamelijk in het midden der beenderen, daar de fcrophula vooral bij de -geledingen , en in dezelve befpeurd word. Eindelijk zal het beloop der ziekte , de gejleldheid des lijders en de toevallen, welke in beide ziektens zeer verfchillende zijn, ons geenen twijfel overlaten. Het valt zomtijds moeilijk om de kropkiiergezwellen  de* VERTAALERS. XXXl ■len en fcróphuleufe verhardingen der waterklieren '■yan Scirrhi of knoestgezwellen te onderfcheiden. Intusfchen zal men deeze beide ziekten beter van eikanderen kunnen onderkennen, wanneer men de gefeldheid' des lijders naaukeurig gade flaat. De fcrophuleufe kliervérhardingen gaan altoos gepaard met eene aanmerkelijke zagtheid van vel, met een vol en opgezetheid van weezen, en eene zeer teder en gevoeliggef el: — fcrophuleufe verhardingenverdwijnen fomtijds fchlelijk en komen naderhand op een andere plaats wederom te vomfchijn,, en dit ziet men nimmer in knoestgezwellen gebeuren : — op het uitwendig gevoel is 'er zeeker veel overeenkomst tusfchen deeze beide foorten. van kliervérhar dingen ; dan de knoestgezwellen zijn veel minder be weegbaar, daar de kropkliergezwellen'gewoonlijk zeer los onder de huid geplaatst zijn. —' Eindelijk zijn de fcirrhi veel harder op het uiterlijk gevoel dan de fcrophuleufe verhardingen, welke laatst en altoos zagter, min of meer elasticq en zeer zeldenpijnlijkzijn. 'Er is geene ziekte, waarmede men de fcrophula , wanneer zij in de klieren van den onderbuik gevestigd is, meer verwart, dan de wonnen De grootste oplettendheid word dikwijls vereischt om deeze ziektens wel te onderkennen. Veele toevallen zijn gemeen aan beide ziektens; doch in wormen is 'er een gedurige walging, een jeuking enfomtijds pijn rondsom d;n navel, vooral wanneer de ingewanden ledig zijn, en een loofing van fijmagtigeafgang, welke  xxxii VOORREDE welke toevallen in fcrophula niet aanwezig zijn Wanneer 'er intufchen op andere plaatzen dan in den onderbuik verhar de Waterklieren gevonden worden, wanneer andere kinderen van het huisgezin aan fcrophula onderhevig zijn, en men eene fcrophuleufe gefieldheid in de kinderen waarneemt; zal ons dit veel ligt geven in het onderfcheiden van deeze beide ziektens. De fcrophula is tot noch toe door de meeste Geneeshceren empirifch behandeld; de natuur der ziekte onbekend zijnde , heeft men allerhande foort van geneesmiddelen beproefd, doch vooral heeft men zig bij tweederhande foort van middelen gehouden, namelijk de oplosfende en verf erkende middelen, en deeze fchijnen ook inderdaad aan de geneesaanwijzingen best te voldoen. Immers moet het ons hoofdoogmerk zijn om de verfioppingen der klieren weg te nemen, en derzelver verhardingen op te losfen; waarna men de ziekte in haaren wortel eerst regt kan aantasten door het geftel zodanig te verf erken, dat 'er door geene ligte toevallige oorzaak wederom eene ontaarding der klieren ontfta. Wat nu de bijzondere geneesmiddelen betreft welke men in deeze ziekte gebezigt heeft; derzelver getal is zo groot, dat bijna ieder fchrijver over dit ftuk het een of ander fpecificum aanprijst. Het zoude der moeite niet waardig zijn , alle deeze middelen na te gaan, en derzelver wezenlijke waarde te beoordeelen : vrij volledig is dit door den Heer  qes VERTAALERS. xxxnx Heer La Louette in zijn Traité des Scrophules gedaan , die zig veel moeite gegeven heeft, om de verfchillende wstrums en geheimen hier gebezigd op te fporen. Intusfchen komt het mij voordat hij wat al te zeer de middelen , door anderen gebezigd , veragt en zijne eigene geneesmiddelen wat al te hoog opvijzelt: ten minstenzijn de gronden, waarop hij de antimoniaal en kwikmiddelen misprijst , mijns bedunkens, verre van buiten alle tegenfpraak te zijn. Hij keurt zo wel het antimonium crudum , als het fulphur antimonii auratam volfrekt af: dewijl hij voorgeeft, dat deeze middelen in onze vogten volfrekt onoplssbaar zijn. Ik flem gaarne toe , dat, zo lang de metalen , vooral het fpiesglas, met haar ontvlambaar beginzel vereenigd, en onder de gedaante van metaal zijn, zij volfrekt in onze vogten niet kunnen ontbonden worden: dus kan men het an timonium cru,dum , zo dra 'cr geen zuur in de eerste wegen is, in groote giften zonder eenige uitwerking toedienen. Doch dit gaat geenZints door , zodra het fpiesglas, in het een of ander zuur ontbonden, en daaruit door wasfehing of een loogzout neergeploft, tot den fiaat van een metaalkalk gebragt is. De ondervinding immers leert ons, dat de kalken vanhet fpiesglas , 't zij dezelve enkel gegeven worden , als het antimonium diaphoreticum, de kermes minetalis, het fulphur auratim antimonii; V zij dezelve in wijngeest of wijn opgelost worden toege* * * dient}  voorrede ^nt,^deTinBura^imonli, vinum antima geneesmiddelen opleveren. Zijn niet het lulpL *e y hebben en hoe kunnen deeze middelen Jken zon !er dat zij in de masfa ^ % oordnngen? Hetzelfde is eren zeker omrent Bereidingen van het ijzer; 'er is mooglijk g n ^terveiferkl.gsmiddel, dan dit metaal'; £ ******* eeni»e geven] doordien het zeer Ugt zijn mMü£ * " ,ü verlaat en zig met onze ^ J lm alse™ kalk toedienen : en'kan dU ^aren uit de uitwerking op ee " t^cgen Het is , dunkt mij , ^twisZr TZ \ dat hc£' (h"r de vervaten opgenomen en tn de musje van het bloed gebragt zijnde ' de verorene veerkragt aan de vaten\ J'^f> lehoorüjke koedanigheid aan het bloed wX geejt. Hiervandaan deszelfs nuttigheid in ckhrofs ^EnSelfheziekte en in eene algemeen* ver. zwmng van het geitel. Leeze fehrijvtr Jch, het nutder metalen m deeze ziekte uit eene L ;::f "fteIeukn>die ^Geneeskundige in deeze tijden verwonderen moet. Hij zeg, namelijk, dat de metalen de kleinste vaatjes door eene rnèohan* Jchekragt openen; dat, wanneer dezelve eens inde w# der vogten gebragt zijn, zij dan, Waarè foort-  Des VERTAALERS. Xxx? foortgelijke zwaarte behoudende , de wetten der voort geworpene lighamen volgen , en dus van het middelpunt naar den omtrek des lighaams gevoerd worden, en daar als door een zeker foort van aanftoting de fijne ver fopte vaatjes en buisjes der klieren openen. Op deeze gronden bouwende, moest ■hij natuurlijk op het zwaarfe metaal, het goud, vallen, en dit egter zodanig zoeken te bereiden, dat het gemaklijk in het bloed kende overgebragt worden. De zeep als het beste vehicuhm hiertoe houdende, heeft hij een allerwerkeiijkjle en moeilijke bereiding hiertoe uitgedagt, welke hij breedvoerig befchrijft en met den grootfehen titel van favon antimonial folaire aurifique befiempelt. .Deeze goudhoudende zeep befiaat uit gewoone witte zeep, welke een klein gedeelte fpiesglas en goud bevat , waarvan hij zulke kleine giften voorfchrijft, dat ik mij met geene mooglijkheid begrijpen kan, dat dezelve eenige uitwerking op het lighaam kan oefenen. Dit is het voomaamfe middel, waaruit alle zijne geneesmiddelen tegens de fcrophula beftaan; behalven dat hij nog een favon martial &? fel mariial antimoniacal, waarin het ijzer met de zeep ef het vlugtig loogzout vereenigt is, 'er nu en dan bijvoegt. Men kan in geencn deele ontkennen, dat de zeep een der beste refolventia is, en dat men gevoeglijk de metalen met dezelve kan verbinden, om dezelve d'es te beter te doen doordringen: dan ik geloof, dat eenvoudig het fulphur auratum an- * * * O Ü-  xxxvi VOORREDE timonii, of de Ümatura mortis met witte zeep tot pillen gemaakt het zelve zouden kunnen uitvoeren dan alle deeze omfagtige bereidingen. De beroemde CJoffius heeft niet alleen in fcrophula , maar ook in andere verf 'oppingen der klieren een Joon van antimoniaalfeep aangeprezen; waarmede hij met alleen, maar zelf ook een ander zeer kundtg geneesheer, in dit foort van gevallen wonderen vemgt hebben; deeze zeep is alreeds in de Ma Moguntina in den jaar e 1757. door dtnfyerej* cob! bekend gemaakt , en nader befehreven door den Heere Gerike in zijne differtatio de fulphur, aurato liquido antimonii, teY.xïmtin i776. Men neemt namelijk na willekeur eene zekere hoeveelheid van het Lixivium Sulphuris antimonii, op de gemene wijze uit het antimonium c3 nitrum fixum'toeberefd; men verdeelt deeze hoeveelheid in twee gelijke del len: bij het eene gedeelte, zo lang uitgewaesfemd dat er een eij m drijft, voegt men een gelijk gedeelte zoete amandel of papaverolij, men kookt dit meng. zei zagtkens tot dut het de lijvigheid van een zeep bckomnt; daarna doet men 'er het overige gedeelte van het lixivium Sulphuris antimonii bij, eu ■waeffcmt het wederom tot de dikte van een zeep uit. Dan daar deeze zeep niet lijvig noch volmaakt genoeg is, om dat let Sulphur auratum de cnmiddelljke verecniging van het loogzout met de «he verhindert, moet men op de volgende wijze voortgaan. Men doet in een kolf bij de verkregene zeep  des VERTAAL-ERS. xxxvii zeep zo veel zuivere alcohol, dat deeze vijf vingeren breed het mengzel bedekke; men laat dit twee dagen- digereeren en vervo'gens haalt men 'er de alcohol wederom af; men verdikte de overgeblevene f of tot de dikte van eene genoone zeep, welke zonder onaangenaame reuk moet zijn t men moet deeze wel gedroogd zijnde gedurende eenige men in een glafen mortier wel wrijven, en daarna op dezelve in een kromhals gedaan zijnde zo veel TinÜura antimonii acris, waarvan de helft der alcohol door distellering afgehaald is, doen, dat de zeep drie vingerbreed daarmede gedekt is; wanneer na eene digeflie van 24- uren al de zeep ontbonden zal zijn te gelijk met de Sulphur auratum, die daarin ontbonden is, zonder dat 'er iets in-de kromhals onopgelost overblijve. Op deeze wijze verkrijgt men eene allerwerkzaamfte antimoniaalbereiding, welke gemaklijk in onze vogten kan doordringen, en de allergewenfchte gevolgen in alle verf oppingen te weeg brengen (*). De (*) Ik heb hier de bewerking van deeze antimoniaal2eep, zo als dezelve door den uitvinder is opgegeven, mede'gedeelt, dan de zeer kundige Apothekar de Heer Damen verzekerde mij , dat deeze opgave niet genoegzaam voldeet S er» dat hii veel moeite en arbeid hefteed had, voor en aleer hij deeze bereiding na behoren konde gereed maken. Ik heb deeze zeep door des*** 2 aelf»  xxxvin VOORREDE De ondervinding waarlijk toont ons, dat onder de menigvuldige hulpmiddelen, Velke tot genee^ezerziekte zijn aangeprezen, de Limanutal „nadelen gcene der minst, vermogende zijn. Ja indien z;j in den beginne gebezigd worden geloof ik dat deeze genoegzaam kunnen zijn; w nneer er ter zeiver tijd eene f rikte levensr g l word tn agt genomen. 6 Zen verfchillende word 'er gedagt over het nut der Kwikmiddelen. Van oudsher is het kwikzl ver reeds mdeeze ziekte door groete mannen gebc z gd, doch met'een zeer verfclnllenden unfiag; h om wüknfommige alle kwikmiddelen in deeze zte r? %daar mdere > ^ * ** Winte , dezelve hemelboog verheffenWanneer men de zaak onbcvooroordeelt van vo- tafelen of de kwik moet hitr met J^/Z nen gebezigd worden. is imme], J ™* del het^elk zodanig in onze vogt endoog , ■dat het eene bijzondere en Jpecifiaue kragt op de jatenaten en derzelver klieren oefent , **ƒ *, kwikzilver. Daar nu het ge fel der watervaten on. ge-  des V E RTAALERS. xtm getwyfeld de zitplaats der ziekte is, kan het dezelve in den grond aantasten. Het is verders ontegenzeggelijk, dat 'er onder alle de geneesmiddelen geen gevonden word, het welk dusdanig het iighaam prikkelt , de levensgeesten aanzet , als dit ; hiervandaan deszelfs voortreffelijke nuttigheid in verlammingen , in opftoppingen der maandelijkfche ontlastingen , in amaurofis , en andere ■ziektens waarin een gebrek '.aan werking der levensgeesten,plaats heeft. In deeze ziekte moet het dus de yerflapte vaten tot werking aanzetten, en op deeze wijze de verjhppingcn oplosfen. . Intusfchen moet men aan den adderen kant niet ontveinzen, dat de groot e Cullen en andere beroemde artzen. bekennen , niet Ut minste nut van deeze middelen gehad te hebben. Daar intusfchen ontkennende voorbeelden niets tegen fiellige en deugdelijk bewezene gevallen .kunnen afdoen , helt zeker de waarfchijnlijkheid ten voordeele der kwikmiddelen over; te meer daar 'er geen geneesmiddel is, het welk niet zomtijds faad, of de gcfeldheid des lijders anderfints deeze geneesmiddelen niet verdragen kan. Het is onlochenbaar dat de kwik .zomtijds den lijder zo gevoelig maakt, dat, hij aan de ligtst.e toevallige oorzaak blootgefielt zijnde, de kwaal daar door verergert; enniet min zeker is het, dat de Hik veelal op eene verkeerde wijze word toege iiend, zodanig dat zij alleen op de eerste wegen werken kan, dezelve prikkelen, zwaa* * * 4 re  XL VOORREDE re buiklopen veroorzaken, en dus noodzaaklijk , daar er niets in de masje der vogten gebragt word, de zwakheid en dus de oorzaak der ziekte moet vermeerderen. Men verheelt zig te om-en dat men altoos de kwik met een zuur vereen]gd bezigen moet ; daar dit een feherp middenzout voor brengt het welk de verzwakte ingewanden te veel prikkelt, om opgejlorpd te kunnen worden. Het zuur het welk de kwik ontbonden houd, doet hier geheel geen goed . ^ dim ^ m ^ ^ deeltjes dies te meer te verdeelen. Hoe verkeerd J lm dm van ^nmige om die kwikbereidingen ]»er te geven , welke met het feherpjle mineraal zuur verenigt zijn; bij voorbeeld het bijtend fuUimaat het welk door het zalpeter zuur overladen * ,W1 men 'volfto** zoutagtige kwikbereiding begeert, zoude ik de kwik, met gemeen zoutzuur volkomen verzadigt en verbonden , en dan zoete kwik genoemd, boven alle andere verkiezen. Om dezelve volmaakt zuiver te hebben, zodanig dat er geen, overmaat van zuur plaats heeft die >»aalen over te haaien; men kan ze veel gemaklijker, na de nieuwe wijze van den beroemden ScheeJe, bereiden. Men doet naamlijk in een glas van eenen langen hals voorzien, een half pond kwikzilver en dezelve hoeveelheid aqua fortis; men beuekt dit met een f uk papier ; het èengzel word dan opeen matige warme plaats gezet totdat 'er git'  des VERTAALERS. M geene effervefcentie meer befpeurd word ; wanneer men het vuur vermeerdert tot dat het vogt kookt. Deeze hitte moet ten minsten drie of vier uren duren , waarna- de ontbinding nog wel een ■quartier uur ftijf moet doorkooken ; terwijl men ■inmiddels van tijd tot tijd hetzelve omjchudt. Men moet ter zeiver tijd vier en een half oneen gemeen keukenzout in zes of agt pinten waters ontbinden. Deeze ontbinding- word -kookend in een glas gegoten , waarbij men langzaam de ontbinding der kwik doet , zorg dragende dat men het vogt kokende houd en wel omroert. Wanneer het neerplofzel zig gezet heeft moet het vogt afgegoten en met heet water gedurig afgewasfehen worden , tot dat het water volkomen fnaakeloos 'is; wanneer het overgebleven poeder, door eene matige warmte gedroogd zijnde, een zuivere calomel zal opleveren. Ik zoude egt er boven alles noch de kwik in den faat van eenen zuiveren metaalkalk verkiezen ^dewijl deeze gemaklijk er opgeforpd word, zig met onze vogten vereenigt, en zo ligt geene diarrhcea of falivatie veroorzaakt. Van deeze bereidingen is ~er geene te verkiezen boven de mercurius prceeipitatus cinereus van Prof. Black , eene ontbinding van kwikzilver in falpeterzuur, waaruit de metaalkalk der kwik door een vlutig loogzout neergeploft is; door dit middel krijgt men eenen zuiveren metaalkalk, dewijl het falpeterzuur zig gretig met het vlugge loogzout vereenigt, het ontvlambare *** 5 be-  gux V O O R R EDE fef^feAtf «« 4f vereeniging met ht falpeterzuur reeds vervlogen zijnde, blijft 'er niet dan de metaakalk over, welke zig onder de gedaantemi een- asehgraauw poeder op den bodem van het fiffrzet Jje &mm mercmiaal Ukn de Edmburg che Apotheek ; de gmagtige m, hmUng ran Plenck , kwikzilver enkel ietfaiker tot een poeder gevreven, kunnen bij gebrek van de Mcrcurms einereus ook met veel nut gebezigd worden. ü Watmbetreft de'nuttigheid der kwikmiddeleniu kan tk met zeer veel bij eigen ondervinding fprc [ eirdewijl deeze gevallen m de hospitalen meestal pel htftief behandeld, en de kwikmiddelenZeldenein. flig beproefd worden. Dan in die gevallen, welke onder mijne behandeling gevallen zijn , heb ik op de -theorie zo wel als. op de ondervinding van del Heer White feuncnd,e , dezelve onl efchroomd toegediend, en daarvan altoos het beste gevolg mo. gen ondervinden. Foor ecnigen tijd wierdlk ter hulpe geroepen bij een jong kind, het welk zedert verfcheide maanden eene opzetting der klieren van den hals cn nek had; waarvan, eene tot de grootte van een hoaiderey opgezet en reeds ontjleken was f 'f"' f* l[' «** erving van fiof gewaar konde worden; de buik was te gciiflcr tijd hard en opgezet,het kind was vermagerd en uitgeteerd, tipols kleit enfnel; 'er waren gedurige verwisfe- liti'  des VERTAALERS. x.uh jtfr^ va», rillingen en hitte, de eetlust was ongeregeld, de neus, en bovenlip gezwollen, de oogappels verwijderd; met een woord, alle de tekenen ■van eene reeds ver gevorderde fcropWa met eene uitterende koorts verzeld , waren hier aanwezig. Te vergeefs had men gortpappen op de gezwollen? Jdier aangelegd.,, en purgeermiddelen toegediend. Ik Het de pappen afnemen en koud. water s -waarin ik ammon-iakzout had laaten oplosfcn, aanleggen, hetwelk egtex.dra verzuimd w.ïerd.fik gaf' inweitr ■dig.eerst een poeder van mdgnefm met cem'ge weinige greinen rliabarber; waarna ik om den undèr.en avond een grein calomel met wat kreeftsoog.en-toe.diende : na dat het kind deeze. middelen gedweilde veertien dagen gebruikt had, was. de opzetting der buit geheel, verdwenen, en de klier aan den hals zod/mg-verminderd, dat men het onnodig ag>■te Zig verder bij mij te vervoegm, terwijl men hei kind geneezen agte. Ik liet.egter noch drie weken in het gebruik van deeze poeders volharden, tak fchen beiden een zagt buikzuiverend middel 'ge~ vende, en na dien tijd was het kind volkomen van alle toevallen van fcrophula bevrijd. Door dit waarlijk zeldzaam geluk aangemoedigd, heb ik in verfcheide fcrophuleufe gevallen de zoete kwik gebezigd, zonder dat ik.ooit enig nadeel zelf bij' groot e giften ■ ondervonden , maar in tegendeel in de meeste gevallen eene fpoedige verandering ten besten befpeurd heb. Zomtijds heb ik bij de kwik -de li-  *m VOORREDE kZ MreT/S;m^8 teond^Mnenen altoos e ne vrije lati( m ^ ^ tt mT tevorderen>heb * * ***»«* dan een decoSum lignorum g d ^ werken konde , dat dit de lijders, door eene zweetiigte ver oorzaaken, verzwakte Zedert de Baron Storck.A* gebruik en de nuttigheid der vergiften uit het plantenrijk zo algeendoor proeven heeft aangetoond, en vooral dezelve tn ontaardingen der klieren heeft aangepre^n, heeft men dezelve ook in deeze ziekte veel toegediend: men kan hiervan voorheelden vinden «» het voortref ijk en uitmuntend ftuk , het welk -door hetgenoodfchap Servandis civibus te Amfterdam bekroond, en in derzelver Xde Deel is uitgegeven. De Amfterdamfche geneesheeren van det «N en van Leeuwen hebben in deeze verhandeling zo breedvoerig over alle deeze giften en derzelver gebruik gehandeld, dat ik bij dezelve weimg kan voegen. Ik zal die plaatzen, waarin zij over dezelve handelen, aanfippen, wanneer de lezereen breedvoeriger berigt van de proeven zelve yinden kan in de bronnen zelf, „elke door die ,e. leerden zijn aangewezen. Dus is de Plumba. go Europa of Europisch loodkruid uitwendig op fcrophuleufe verzweeringen aangelegd, door Maram nuttig bevonden, als waardoor eene goede ette-  des VERT AALERS. xlv tering te weeg gebragt was (*). De wortel van de Atropa Mandragora, in een pap uitwendig aangelegd, is alreeds door de ouden tegens krop- en kliergezwellen aangeprezen, let welk ook door latere fchrijver s bevestigd is (\). Mijn vriend Dr. Schwediauer bezigde dezelve met vrugp in verhardingen der zaadballen (§J; en in andere kliervérhar dingen verzekerde hij mij nut gehad te hebben van het unguentum de arthanita, gevoegd bij de radix mandragora. De Atropa Belladonna is zeker eene der voortref elijkfle oplosfende middelen in kliergezwellen, en verre boven alle andere ver giften f hier toe gebezigd, te verkiezen j en, daar ik geloof Jat een waare fcir.rhus onoplosbaar is , denk ik , dat de meeste gevallen van geneezing der verharde klieren fcrophuleufe ontaardingen geweest zijn; het ware dus te wenfchen, dat men dit voortreflijk middel in deeze ziekte eens emf ig beproefde. Van alle de plantgiften is 'er geen mogelijk meer gebezigd dan de dulle kervel of conium maculatum; alle geneesheer en bijna getuigen uit eenen mond, (*) Handelingen van het genootfchap onder de Zin», fprcuk Ssrvandis civibus. Tiende deel pag. 159. (f) Pag. 206. feqq. (§) Prafticaal obfervstions en the more obftmato & invetcrate venereal complainte.  *m VOORREDE mond, dat er geen voortreffelijker middel te«en! de kliergezwellen gevonden word , dan deeze pint Ver nar de klieren, welke alle andere middelen weerfionden, ^rden hierdoor fpoedig geneezen. In- tusffmi moet men vooral in het ooghouden , dat dor: net langdurig gebruik der eieuta de voeten te veel verdund en de vaste deelen verzwakt ^orden ■ Ivaarom men zeer voorzigtig doet deeze met dl koortsbast of andere verjlerkende middelen te vereenigen (*)• ' Toen ik dagelijks het Hospitaal te Edinburgh tezogt, had men veel op met de wortel van het Da-, pane mezercum r,f peperboompje; de Heer Prof Home , zo wel als de jonge Doclor Cullen , Jchrevcn dezelve met een gewenfcht gevolg vool m verhardingen en andere toevallen "eene?verouderde venusziekte; dan ik emmer e mij geen geral, waarin hetzelve in Scrophula gebezigd wierd De Heer Home Intusfchen geeft eenigc proeven op in vorige jaren genomen , waaruit hij deszelfs nuttigheid in deeze ziekte afeid (]), Mcn gaf gewoonlijk in een pond van het gewsone decoSum hgnorum een drachma Rad. Mezerei en het hetzelve in den tijd van vierentwintig uuren gebruiken. De (*) Pag: 281--2. (t) Medical fafts & experiment* & Serv. dvib. I. c.  des VERTAALERS. xlviï De Monnikskappen of Aconitum napellus verdienen hier zeker een plaats onder de vergiften door Storck aangeprezen , welke ook door andere in hardnekkige fcrophuleufe verhardingen zeer nuttig bevonden zijn (*). Kaempf genas door het Ex* tratc en een aftrekzei in wijngeest verharde klieren ff). De bladen van de digitalis flore purpureo, of paarsch vingerhoedskruid zijn zedert kort flerk in Tebruik geraakt in de Londonfche hospitalen. Mijn teachte vriend de Heer van Meurs, thans Med. Doel. te Amfterdanv, deelde mij aanmerkelijke gevallen mede, welke in Guijs hospitaal onder het opzigt van Dr. Saunders gezien had ; waarin niet alleen de digitalis met nut in waterzugt , maar ook in bloedfpuwing gebezigd was. De Heer Baron Halier en Baijlus geven' aanmerkelijke voorbeelden van de nuttigheid deezerplant, zo wel in, als uitwendig gebezigd , in kropgezwellen , die erf ijk waren (§)• Het verwondert mij , dat , daar men zo veele middelen tegens de fcrophula beproefd heeft, vooral ook uit de claffe der vergiften, voor zo verre mij bekend is , niemand tot nog toe in deeze ziekte de Ra- (*) P. 4CO. feqq. 1. c. (t) P- 415- 1- c CS) P- 457- 1- c.  xtvm .VOORREDE Radix violcB ipccacuannee of braakwortel gebezigd heeft. Immers hoe meer men deezen wortel belm meer ^treffelijke opksfcnde vermogens m deeze plant ontdekt worden. In kleine giften is dezelve een uitfekend oplosfend middel in borstziekten m zoude men dan niet met e enige waarfchijnlijkheid kunnen verwagten, dat, wanneer men dezelve in groter giften toediende, ze alsdan ook in deeze ziekte met vrugt zoude kunnen gegeven worden! Men werpe mij hier niet tegen, dat dezelve als dan brakingen zoude veroorzaaken, daar het volgens onlangs genomene proeven zeker is , dat de azijn het tegengift deezer plant in zo verre is, dat het deszelfs braking verwekkende eigenfchap wegneemt, daar het te gelijker tijd dezelve in de maffe der vogten dus te beter doet doordringen ; dan redenering kan hier weinig,, proeven kunnen alles best befisfen. Zeden dat de Heer Rusfel eene verhandeling over de Mieren gefchreven, en daarin het gebruik van het zeewater aangeprezen heeft, is dit door vcelen in fcrophula gebezigd. Hij laat zijne lijders tot een pond 's daags inwendig gebruiken ; doch te gelijker tijd duet hij het zeebad aanwenden , en geeft inwendig de Mthiops mineralis, de cinnaèaris antimonii en de asch van zeeplanten. De Heer Baster zegt, dat hij een mengzeï van zeewater met de asche van de quercus marina, inwendig gebruikt, zeer krachtig in fcrophula bevonden heeft. In  des VERTAALERS. xli* In Vrankrijk heeft men in alle verhardingen veel op met het uit- en inwendig gebruik van het alkali vegetabile, of potasch , in fcrophula; en de Heer Louis te Parijs verzekerde mij , dat hij in deeze ziekte geen vermogender middel kende, dan de üsfche van gebrande wijngaardranken, in water ontbonden, uitwendig aangelegd , waarmede hij het inwendig gebruik van de radix china, farfaparilla en diergelijke dingen vereenigde. Doch ik moet aan den anderen kant bekennen, dat ik in het hospice des écoles de chirurgie, waarvan hij het opperhoofd is, eenige fcrophuleufe lijders op deeze wijze maanden lang heb zien behandelen , zonder dat ik aan dezelve de minste beterfchap heb kunnen befpeuren. Een zeer beroemd geneesheer heeft mij eenige waarnemingen medegedeeld , waarin hij met het leste gevolg het fuccus fempervivi majoris , of het fap van het gewoone huislook , in fcrophula gebruikt had. En de Heer van Gesfcher haalt eene plaats aan'uit Boyle ; waarin hij zegt, dat een jongelinaan tcrpjij-/zen. In eiken, trap van Struma zullen 'er; ook dikwijls andere geneesmiddel3n vereischt worden., hetwelk van de toevallige oorzaaken, den ouderdom, de gefield-, heid des lijders en verfcheiden anderëi onhandigheden zal 'afhangen. Intusfchen zal het onnodig-zip om dezelve * o zeer  iv VOORREEDE zeer naaukeurig hier op te geeven: hier toe zijn te groote vorderingen in onze kunst gemaakt. Hierom zo wel, als om datyerfcheiden kwikbereidingen verbazend verfchillende zijn , wanneer zij door den een of den anderen zijn gereedgemaakt; heb ik best gedagt, alleen de heilzame uitwerkzelen dezer geneesmiddelen op te geeven, zonder de juifle gift daarvan aan te teekenen. Zo dra de tijd van oplosfmg der klieren voorbij gegaan en al reeds eene etterwording aanwezig is , heb ik vcornamelyk in zwakke geitellen eene vroegtijdige opening aangeprefen. De verzweeringen welke uitgekwetile of veretterde watervaten ontfpruiten , ontlasten dikwijls eene groote hoeveelheid van water, en dikwerf is deeze ontlasting zeer moeilijk door zagte middelen te fruiten, daar zij intusfchen de vorming eens lidteekens verhinderd. De overledene Heer Hewson verhaalt twee gevallen van eene doorfnijding eens watervats op het fcheeu-  des SCHRYVERS. v fcheenbeeh ; het eene was door hem zelf en het andere door Profesfor Monro waargenomen. Een goed verband en het gebruik van eene oplosfmg van blaauw vitriool genas fchielijk beide deeze gevallen. Hetfchijnt, dat de Heer Hewson niet veele fcrophuleufe gevallen gezien heeft; dewijl hij denkt, dat Profesfor Monro , zig vergiste, wanneer hij van een witte Fungus fpreekt, die zig toen vertoonde , en dat dit alleen geftolten Lijmpha was, welke door het verband belet wierd weg te loopen. De befchrijving van de Profesfor is naaukeurig, en egterheeft deHeerHEWSoN gelijk, dat het geftolten Lijmpha was , die zeer gewoonlijk in dit geval uitgellort word en gemakkelijk door behoorlijke oplettenheid kan voorgekomen worden; maar wanneer dit eenige dagen verwaarloosd word, zal dezelve verftijven, en juist die gedaante aanneemen, die Profesfor Monro befchreeven heeft. Dusdanige gevallen, zo wel door in als uitwendig geweld veroorzaakt, heb ik dikwijls waar* 3 Se"  Vi VOO RREEDE fernomon; deeze waarcn zeer ongemakJük voor den lijder, en onder alle geneesmiddelen heb ik'er geene kragtiger hier tegen bevonden, dan het kalkwa-. ter. Het fchijnt een t'zamentrekkend vermogen op de vaten te oeffenen, waardoor zo wel de doorfijging,..als uitftorting der vogten voorgekomen word, en dit geloof ik is desfelfs voornaamfte nut in dit geval. Ik heb fomtijds 'er de Gum Mijrrhe (V) of (d) öe be;tc wijze om deeze ontbinding te maaken, is de volgende: 3&. Calè. viv. §ij. Gum. myrrh. %). tcnuit. Exadt. in Mortar. marmor, Dein adde. Aq. fervent, ft-j. &'gcre per diquot Dies & cola. colat. ferva pro ufu. Tndeezen vorm zalhetaqm ealds een goed ontbindingsmiddel voor de Myrrhe zijn, en zal dit voordeel'- boven geestrijke aanwendingen hebben, d:.t he: geen pijn] veroorzaake.j  des SCHRIJVERS, vu of Koortsbast bijgevoegt, en ik denk dat deeze vorm boven andere te verkiezen is. Dit kan intusfchen niet meer dan eène plaatslijke uitwerking hebben , waarom 'er andere verfterkende inwendige middelen gebruikt moeten worden, Zo dra 'er eene algemeene verllappmg plaats heeft. Ik moet hier eenige toegevenheid bij de ontleedkundigen verfoeken, wanneer ik op verfcheide plaatfen van zieke waterklieren fpreek; wanneer derzelver aanwezen in den natuurlijken {baat nog niet eens bewefen is. 'Er kan immers een groot getal waterklieren aanwezig zijn, die, te klein om door het bloote oog ontdekt te worden, 4an eerst zig vcrtoonen, wanneer zij door eenenziekelijkeiiftaatopgezet zijn: Dit ftel ik dies te geruster, daar het tegenswoordig algemeen genoeg aangenomen is , dat de öpllorping alleen door de watervaten gefchied- Kunstwoorden heb is overal zorgvuldig vermijdt en dezelve, alleen behou* 4 den,  vin VOORREEDEdesSCHRIJV. den, émt derfelver verklaring te breedvoerig zoude zijn; in aanmerking neemende, dat veele dit ftuk leezen zullen dte met van ons beroep zijn en voor wel-' *cn het egter van belang is. Nog heb ik altoos in het oog gehouden om 20 kort mogelijk te fchrijven bebouwende dit als de beste verfchoo«*g voor die geene, die dóór mijne bev ijzen niet overtuigd mogten worden dat zij met het leezen van dit ftukje weimg tijds verfpild hebben. De grootfte openhartigheid word altoos gevorderd wanneer men verouderde en langen tijd vastgeftelde gevoelens zoekt omver te werpen. Het gebrek aan nanukeurigheid en begaafdheid van ftijl in deeze verhandeling zal, hoopc ik,.eenigermaten vergoed worden door eene naaukeurige oplettenheidop de zaaken zelve, en de waare en onvergrootte ongaaf der uitwerkingen zulker geneesmiddelen, welke Wr> bevonden, en de voortbrengzelen zijn eener herhaald* ondervindinge. VER-  VERHANDELING OVER DE KLIERZIEKTE 0 F SCROPHULA. "\Vanneer wij in aanmerking neemen, dat 'er, buiten de kinderpokjes en mazelen, geene ziekte in dit land meerder voorkoomt , dan de Struma (>) of het koningskwaad ( * ) CO;, (a) Ik heb het woord Struma aan deeze ziekte der waterklieren boven dat van Schrophula verkozen te geeven, om dat het bij de Latijnfche en oude geneeskundige Schrijvers gebezigd word. (*) Ik heb nu en dan het woord Struma door klierziekte overgezet; dewijl het eene ziekte der kllerén ii, die tot het gejiel der watervaten behoor en. Het woord Sorophulatyord hier gewoonlijk en meer dan dat van Struma gebezigd. De Hetr vsin Gesscher is van gedagte, dat dit woord van Scii ofa moet afgeleid -wor.t-n^ em dat da A 4 r*r-  io VERHANDELING over di zullen wij ons met reeden verwonderen, dat niet deeze ziekte de oplettenheid der voornaamste Geneesheeren tot zig getrokken heeft. Eene ziekte die niet alleen merkelifk onze jaarIijkfche fterflijsten vermeerdert, maar ook de fchoonfle onzer Medeburgers jammerlijk misvormd, is zeeker gewigrig genoeg om de naaukeurigrte navorfching te verdienen; ja 'er behoorde een wezenlijke naijver te ontftaan onder onze kunstgenoten, om zo veel mogelijk, de fchadelijke gevolgen van zulk eene jammerlijke •Ziekte voor te komen. Hoe wenfchelijk waare het, dat door tijd en oplettenheid een even gelukkig middel ter voorttft isffliM.WJfc,,»^ "'L3*l ko- mmens het me*st aan deeze ziekte zouden onderworpen z>jn. Het woord Struma leid hij af van Struo, en dus zoude dit niet andefs beteekenen, dan eene ophooping- hij noemd deeze kwaal krep-kliergezwellen. Zie Proeven over de voornaamfte langdurige gezwellen , p. 15. fc, . (b) In onze Moedertaal is het van de tijden van Koning Eduard toegenaamd the confefTor, die met Ver fcheide van zijne opvolgers voorgaf liet door de aanraaking te kunnen geneezen (Kingzevil) Koning,kwaad genaamd; maar, wanneer de Koningen van de ongerijmdheid hier van overtuigd waaren, deeze praftijk nalieten, en het gevoelen van eene overervende ziekte de overhand nam, wierd deeze benaaming zeer aanftootelijk, «?n de ziektens van dit foort wierden Scropïvulcus , cf Scrophula geheeten.  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. i i kominge ofgenezinge der Struma ontdekt Wierd, als de inenting der Kinderziekte, waardoor grotendeels derfelver fehadelijke gevok gen overwonnen zijn; een wezenlijk geluk voor het menschdom geweest is. Veel is 'er voorzeker over dit ftuk gefchreven; dog in een tijd, wanneer de behandeling der ziektens niet op eene ontleedkundige kennis der werkingen des lio-haams, maar op voorgaande waarneemingen, met bijgeloof 'en geheimzinnigheid genomen, gegrondvest Was; en des niet,te min is het bijna onmooglijk te geloven , dat Mannen die zo wel over de Ziektens, als andere onderwerpen, redelijk fchrijven konden, in goeden ernst reedenen in ftaat waren bij te brengen, hoedanig het mooglijk waare deeze ziekte door de aanraking van Vorftelijke perfoonen te geneezen. Ik zoude haast denken, dat hier veel Staatkunde onderliep, daar het mij, onder het leezen van Schrijveren dier tijden toefcheen,. dat de onderwerpen, welke tot de Koninglijke aanraaking het meest toegelaaten wierden, alken maar de beginfels der Struma of knobbels inden nek, ten minften de ziekte maar zeer ligt; hadden; toevallen, welke menigmalen van zelf, zonder de minfte hulpmiddelen, verdwijnen; zoo dat wij tegenswoordig de natuur nog gunSig genoeg vinden om hetzelve te verrigten, het geen zij eenige eeuwen geleden met 10 veel gerugts deed.  ** VERHANDELING over de Veele der zieken , van alle kanten van het land aankomende; waaren zommige der Schavers van dien tijd een weinig in twijfel, of niet wel dereijs, en de verandering vanlugt, veel tot de geneezing toebragt; andere integendeel verdechgden öp het ijverigfte het onderfeheid tusfchen Vorften en Onderdaanen, zelfs in zo verre, dat een vroom Geestelijke (a), dit als een overtuigend bewijsbijbragt, dat de hervormde■Godsdjenst voor de Roomfehe in voortreflijkheidniet behoefde te wijken (gX Wij hebben niet te min zeer veel reeden ons zeiven &i luk te wenfchen met de bevordering der Weetenfchappen in het algemeen, als wel bijzonder der Genees- en Heelkunde, en offchoon de Scrophula zedert eenigen tijd onaangeroerd gebleven is, is 'er naaulijks eene ziekte, welke met door kundige handen ten vollen verhandelt * De reede, waarom de Scrophula voorbij geZIen is, moet vooral in het gemeene gevoelen van desfelfs erfelijkheid gezogd worden; als O) Doftor Tooker. ,_(*) Dikwijls is 'er verfchil geweest, van wien derKomngen deeze groote gaaf zijnen oorfprong had, .of va,, de Roomfehe of Proteftantfche Koningen, en de feilbaarheid van de eene partij wierd fcerk door de andere in ver, denking gebragt. .  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. 13 als ook, om dat de toevallenen uitwerkingen .dezer ziekte bij veele Schrijvers zeer naaukeurig aangetekend zijn, heeft men gedagt dat het eenige voorwerp van onze aandagt zijn moefte een heilzaam en kragtig hulpmiddel tegens deeze ziekte uit te vinden. Het laatfte gedeelte van ons onderwerp is dikwijls behandeld en een reeks van Geneesmiddelen is in deeze kwaal aangeprefen. Ontelbaare dranken (diet drinks) en ruim zoo veele Hovingen, pappen, pleifters en zalven, zijn hier als fpecifica geroemd; maar, geene derzelven thans meer in aanmerking komende, moeten wij de kragt van deeze in twijfTel trekken, en de opgave daarvan voor bedrieglijk houden. Intusfchen worden bedriegerijen, welke door veritandige lieden als belachlijk en geheel onwaarfchijnlijk gehouden worden, door het gemeen en bijgelovige iteedsvastgehouden, om het lichtgelovige en weinig doordenkende gedeelte des menschdoms te misleiden O). Doch, daar wij van den eenen kant de geneezing deezer ziekte door noltrums en (a) Het hangen van Scharlaken rondom den hals, het behangen der aangedaane deelen met verfchillende edelgefteentens, het ilrijken der deelen met een doode hand, en verfcheide andere dingen zijn bij veelen, al» ao veele foecifique middelen, aangeprefen.  t| VERHANDELING over de en kwakzalverijen voor onmooglijk houden , laat ons niet in eene tegenovergestelde even groote dwaaling vervallen, denkende,' dat in een gantsch bedorven geitel een enkel uit- of in wendig middel, zonder het behulp van andere Geneesmiddelen in Haat zij, eene volkomene geneezing te weeg te brengen. Tot nog toe hebben de kwik en koortsbast Zich alleen den eernaam van fpecifique middelen verworven; doch het is even zeer bekend5 dat de medewerking van andere hulpmiddelen en de naaugezetfte levensregel nodig zijn, om deeze middelen het gewensehte uitvverkzel te doen hebben. Bij alle Schrijvers is de Klierziekte erfelijk gehouden. Ik zal de ongegrondheid-van deeze Helling zoeken te bewijzen, en redelijker oorzaaken, vertrouwe ik, aantooncn. Men kan geenzints tegehfpreeken, dat deeze ziekte hier meer, dan in andere landen -voorkoomt; Zaviani, een voortreffelijk Italiaansch Geneesheer, bevestigt dit gevoelen, door deeze kwaal de Engelfche ziekte te noemen. Deeze ziekte Jicerscht ook meer in het eene Graaffchap van dit Rijk, dan in het andere. Aanmerkelijk is het getal van deeze lijders in Suffolk en Lanershire, doch dit zelf bewijst geenzints deszeifs. overervende natuur. Dat 'er eene voorbereidende oorzaak in ver-  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. fcliillende' geitellen tot bijzondere ziektens, naar mate van de verfchcidenhcid van gefteldheid en maakzel ües lighaam-, is, kan niemand in twiifel 'trekken, en is zoo wüa-r, dat het voor fcene'Gemeen aa^genömene waarheid moetfe ^houden worden. Du's zijn die geene, weL f e c-ncn lorircn hals en naauwen borst hebben meest aam tecring-, en in tegendeel, die een P-root hoofd en'korten hals hebben, meer aan vallende ziekte en beroertens onderhevig. ■ Wil men nu dit door eëné erfelyke ziekte verdaan hebben; ik heb 'er het minfte met teo'cn daar het allergewoonst en ook natuurlyk S 'dat de Kinderen op haare Ouderen gelykéfi en bij gevolg ook aan-dezelve toevallige oorzaaken blootgesteld, voor dezelve ziektens meer vatbaar zijn zullen. Doch Struma kan daarom voor geene overervende ziekte gehouden worden, om dat 'er geene uitwendige vorm of gedaante des lighaams, geene ouderdom4 geen reflacht of gefteldheid van deeze ziekte blijft uitgezonderd. ■ Teder Geneesheer heeft zonder twijfel in de fchuorifte menfehen en volmaakt -wëlgefchapene * kinderen ontelbaare voorbeelden der Sci'ophula gezien; en dus kan men niet zeggen, dat een gebrek in de gedaan^ te des lighaams tot deeze ziekte aanleiding geeft. Dat eene mismaaking des lighaams dikwijls een gevolg der ziekte, en ook meer, dan J . men  9* VERHANDELING over dï men denkt, eene oorzaak van dezelve zij, en dus ook voorgekomen moet worden, zullen wij nader toonen. Men zegt gemeenlijk, dat de ziekte meer voorvalt bij menfehen, die rood of ligt gekleurd hair hebben; doch 'er zijn 3oo veel fcrophuleuze* lieden, welke donker van hair en van dezelve gejleldheid zijn, dat men dit geheel niet kan aanneemen (a). I Veele voorbeelden zijn 'er voor handen van geheel door deeze ziekte misvormde Ouderen; Is het dan rcedelijk in deeze ge- val- (*) Een heden Jaagsch beroemd Fransch Schrijver, de Heer Lalovette, ftemd hierin niet met den Heer W»it* vitreen, hij meend naam/ijk, dat de verhardm- B  ï.3 VERHANDELING over de vallen de ziekte erflijk te verklaaren? Zommige zijn/van meening, dat de ziekte vcrfcheiden iaa- gen der klieren, die zig na de kinderziekte, de mazelen, of andere herige ziektens vertoonen , geheel van eenen verSchillenden aart zijn, en hij houd de volgende kenmerken veor genoegfaaM onderfcheiden de; dat deeze zwellingen minder hard, ronder en meer ontftoken zijn, dat dezelve vroeger tot verettering overgaan, en naar mate ook fchiehjker herftellen , wanneer het kind van de oorfpronglijke mekte genezen word, dat de abfeesfen, die op de beenem gevonden worden, minder doordringen , dat zij fchielijker verdwijnen, en eindelijk dat de ziekte in die huisgezinnen te vooren niet is befpeurd gevonden. Vergel. Traité des Scrophules Tom. I. isag. 92. feqq. De Hooggeleerde Prof. Cul.len verfchild ook hier omtrent van onzen Schrijver; hij ftemd toe, dat zomtijds toevallen van Scrophula aanflonds na de kinderziekte volgen, dog alleen in kinderen, die volfrekt te vooren alreeds eene fcrophuleufe difpojïtie hadden. J„ z;jne /esfe„ over dU fiuk verhaalde hij ons een fierk voorbeeld van Scrophula , welke na de kinderziekte ophield. In een huisgefin, waarin verfcheide kinderen waafen , entede hij alle kinderen de pakjes in, behalven een , het welk Zwak en overal Scrophuleufe Llcers had; wanneer de kinderziekte zodanig doorbrak , dat het kind het grootfle gevaar liep om latuurlijk befmet te vinden, wierd de lieer Cvllen te rade ook dit kind inteënteii; de kinderziekte liep gelukkig af en de Scrophula bleef dezelfde; dog na het afloopen der kinderziekte hielden alle Scrophuleufe verzweeringen op ; het kind bleef geheel wel, geduurende den tijd van drie of vier maanden, dog hier na kreeg het de ziekte weeder. F,  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. i$ ren lang verholen kan leggen, en dat de llraks genoemde ziektens en andere oorzaaken dezelve dan kunnen opwekken. Ik ftemme toe, dat dé waterklieren in de longen of in het darmfcheil verdopt en uitgezet kunnen zijn, en de ziekte in eenen werkeloofen daat verfcheide jaaren kan blijven voortduren. Dit is dikwijls het geval met de uitzettingen der uitwendige waterklieren onder het vel, den oxcl, de borst, dewelke dikwijls jaaren lang fonder ontaarding gedragen wordefn. Meer gevallen zijn 'er nochtans,waarin deeze opzettingen voor lastige weèrwijzers dienden, en in verfchillende jaargetijden meer of min gevoelig en opgezet wierden; ja de minde ongeregeldheid in den leefregel zal hierop eenen onmiddelijken invloed hebben, en de ziekte zal waarfchijniijk in eenen meer gevorderden ouderdom aanwasfen. Wanneer de ziekte overerfde van de' ouderen: op dé kinderen , dan is het zeeker, dat allé kinderen door deeze ziekte zouden moeten worden aangetast, en geene van dezelve zoude daarvan volmaakt vrij kunnen blijven; intusfchen leerd ons de« ondervinding, dat vaneen huisgezin flegts een kind aangetast word; terwijl de andere volkomen gezond blijven. Een kind komt dikwijls zwak en uitermaaten klein ter wacreld, wanneer de moeder geduujtende haare zwangerfchap ongedeld geweest is; £ l ' sdoc!»  20 VERHANDELING over de doch dit bewijst geene overerving der ziektens; het kind word beeter van het ogenblik, dat het beeter gevoed word, en is dikwijls fchielijk een fchoon welgevoed kind. De Venerifche ziekte kan fomtijds van de moeder tot de kinderen overgebragt worden , doch, eens regt geneezen zijnde, komt dezelve zonder eene nieuwe befmetting niet terug; en hier bij moet men nog wel aanmerken, dat deeze ziekte ten aanzien van haare befmcttelijkheid, en de manier, op welke dezelve medegedeeld word, zeer veel van Scrophula verfchiit. Veele zijn van begrijp, dat deeze ziekte door de minnen aan de kinderen zoude kunnen medegedeeld worden; dit kan ik geenzints toèftem* men, daar de ondervinding leerd, dat de moeders aan veele ziektens onderhevig kunnen zijn, en de kinderen zeer gezond opgrocijen. Doch aan den anderen kant lijden de kinderen zeer aanmerkelijk, wanneer de moeders hevige ziekten hebben, en niemand zal in dit geval ftaande houden , dat de melk bij zulke minnen voor de kinderen goed kan zijn: dog wij vooronderitellcn hier, dat men voor 't uiterlijk gezonde minnen in het oog hebbe, en dan reeken ik het voor het kind van weinig belang, wat ook de ziekte zij, aan welke de minne waarfchijnlijkzoude kunnen onderworpen worden. Natuurlijk zal ieder een minnen verkiefen, die met opzigt tot haare lighaams  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. Stf haamsgeftalte het naaste aan het toppunt van volmaaktheid komen, indien 'er op haar anders niets te zeggen valt. Intusfchen zullen wij altoos vinden, dat welgemaakte vrouwen, die een dun en teeder vel hebben, ook teedere en dus voor deeze ziekte ligt vatbaare 'kindere zullen, voortbrengen. Ik kan egter geenzints begrijpen, dat de melk van eene volmaakt gezonde minne eene vatbaarheid in het zuigend kind zoude kunnen voortbrengen voor ziektens, waaraan zij 'teeniger-tijd zoude kunnen onderhevig worden. Even ongegrond is de gedagte , dat kinder ren, die na de inenting der pokjes Scrophuleus worden, met het pokgift de zaaden deezer ziekte zouden bekomen hebben, dewijl ik door opzetlijk geuoomene proeven vast verzekerd ben, dat de Scrophula niet door befmetting medegedeeld kan worden. Terwijl 'er dus geen een bewijs, voor de erfelijkheid deezer ziekte bijgebragt, voldoende is, zal het onnodig fchijnen om dit denkbecld'vcrder door eenige redeneering tegen te o-aan. Van waar dan kwam dit denkbeeld? Allerwaarfchijnlijkst van het groot aantal der lijderen, vooral van fcrophuleufe kinderen, van de groote moeilijkheid om dezelve te geneezen. Intusfchen kan men noch geenzints de menigvuldigheid der lijders, noch de plaatfelijke natuur der ziekte, als voldoende reedenen voor B 3 . dic  I* Verhandeling over dk dit gevoelen, aanvoeren; anders moest men alle ziektens, die aan bijzondere landen of gefreldfcedèn eigen zijn, als erfelijke befchou•wen. De Bronchocelc (*) 13 zo gemeen in Der- (*) De Bronchocele, is eene ziekte der Mieren, die bo7 fafmkonfi gelegen zijn, waarin dezelve zoda- f? U'Tet K°rden' ^ Z!J tot ee'W bazende groette l ;;J. *?>«* ** "als uitfeeken. Deeze * . " T Z°mm^^eken een landziekte, gelijk in -omm.ge plaatzen van Zwitzerland, Savoijen , in Trrol, in en "Prinsdom Trales: of deeze ziekte wel «ê<»ttyk tot de Scrophula, zo als de Heer H^h i te dezelve befekrijft, öehore, namelijk in eene bijzondere ziek"Jke gefleldheid Van het watergeftel, trek ik zeer in twüfJel; daar het a/leen een plaatslijk ongemak blijft, het geheele geftel vrij, de opzetting der klieren veel zagter 's, de klieren Zelden of nooit tot eene verzweering komen en, wanneer dit gebeurd, de verettering zagt en niet lang*»*g », Men heeft tot mg toe mijns bedunkens geene genoegzame reede kunnen vinden, waarom de Bronchocele *» Sommige.lanton zoo gemeen is, daar dezelve in andere, die dezelve legging hebben, geheel niet befpeurd word. De reede, die zommige rullen bijbrengen, als of dit uit het vitrioolzuur, V welk zig in die wateren bevind, zoude voortVloei},», het welk, koud gedronken zijnde, de uitloof,ngs Msjes der klieren , die zig in het Strottenhoofd openen, zouden toefchroeijen, en toetrekken, waarop dan eene opzetting der klieren zSlf zoude volgen, is dunkt mij geheel "iet aannemelijk, zie Lalo vette 1. c. p n—is De Marneming van den Heer GmEl1n in zijne reifèn door Maften, dat de inwooners van het land, het welk aan de ri-  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. 23 Derbyshire, dat dezelve van dit land eenen bijzonderen naam gekregen heeft ( Derbyshire Neck); en Heister merkt aan, dat deeze ziekte in Tyrol zo gemeen is, dat men dezelve roor een cieraad houd; dan eerst zoude deeze ziekte den naam van erflijk verdienen, wanneer de kinderen uit Tyrolfche en Derbyshirifche Vrouwen voortgekomen op eene andere plaats hier door ook aangedaan wierden. De fchijnbaarlte reede om deeze ziekte voor erfelijk te houden, dat zij namelijk allermeest in kinderen voorkoomt, is daarom bedrieglijk, dat ieder kind Scrophuleus kan gemaakt worden, en dat dit bij de meesten wezenlijk zoo plaats grijpt, rivier Kiringa legt, aan kropgezwellen onderworpen zijn, en dat hier ter plaatze de Seleniet of het Marienglas gegraven word, fchijnt dit gevoelen wel eenigzints te wettigen: 'doch aan den anderen kant zijn 'er zo veele landen, daar men harde, of met felenitifche of ook vitrioolzuur bezwangerde, wateren drinkt, daar intusfchen geen kropgezwellen waargenomen worden; zo dat deeze ftelmg bij mij haare geheele kracht verliest. — Verders moet ik nog aanmerken, dat, hoewel de Schrijvers verhaaien, dat in mies, Tyrol en andere plaatzen de kropgezwellen voor een cieraad gehouden worden , dat ik in het zeekere enderrigt ben, dat in Zwitferland de inwooners zeer gaarne van deezv gezwellen bevrijd fouden Uhf ven , en maar al te zeer hun ongeluk in deezett betreuren. V. B 4  H VERHANDELING over b. gnjpt, zal hierna ten vollen beweefen worden. Wanneer wij na dit alles op de kundige Mannen, die deeze ziekte behandeld hebben, en de groote vcrfcheidenheid van Geneesmiddelen hier te vergeefs gebezigd?, ons oog vestigen; denken wij dat deeze reedc, om als een verfchoning te dienen, hier zijn invloed gehad, en dat men daarom dezelve maar rot het getal der. overervende ziektens veroordeeld hebbe.' Ik zoude zo veel tijds niet hefteed hebben om dit gevoelen tegen te gaan , had niet dit vooroordeel veele onaangenaamheden in vcrfcheide huisgezinnen veroorzaakt, en wat meer is veele duifenden van menfehen haar leeven doen vcrliefen. Kundige Mannen, die in geen kring geplaatst zijn om met behoorlijke aandagt deeze kwaal waar te neemen, hebben zonder onderzoek der gronden, waarop dit denkbeeld fteunde, hetzelve als eene bewecfene waarheid aangenomen,en diensvolgens alleen Verzagteride en den verderen voortgang der ziekte fluitende middelen aangeprefen. Maar wat reede zoude 'er zijn, om de Geneeskunst, in alle haare verfchillende takken als tot haaren top van volmaaktheid gereezen, te befchouwen; verfcheide nieuwe ontdekkingen immers overtuigen ons dagelijks van het tegendeel. Hoe onlangs is niet, als wij in aanmerking, neemen de oudheid der JOntleedkunde, de gewig-  KLIERZIEKTE of SCROPHULA, « wigtige ontdekking van den omloop des bloeds. gefchled ; en alhoewel Bartholinus , Nuck en anderen over de watervaten iets gefchreeven hebben, zijn wij egter aan de Hoogleeraars dee-, zer Eeuw eene naaukeurige befchouwing van dit gewigtig ftelzel van vaten, geheel verfchuL digi; en zeeker, wanneer wij uit de te vooren gedane ontdekkingen iets mogen beftuiten, dan is 'er geene reede om te twijfelen, of onze opvolgers zullen gelukkig genoeg zijn, om tegen* die ziektens, welke thans tot geluk der Empirici en tot fchande voor kundige en reedelijke Artzen ftrekken, kragtige hulpmiddelen te vinden. . , Ik zal nu overgaan, om de zitplaats en oorzaak der Scrophula aan te wijzen. Doch om algemeen verftaan te worden zal het nodig zijn, om met korte woorden de wijze te ontvouwen, waarop ons ligchaam gevoed en onderhouden W°He'tvoedzel, de behoorlijke verandering door de fpijsverteering ondergaan hebbende , zodanig dat het tot voeding des ligchaams bekwaam zij& word in de dunne darmen voorwaards gedre'ven, alwaar het door de watervaten, die hier melkvaten genaamd worden, opgetlorpt word; vervolgens gaat het door de klieren, die in het vetagtig vlies, het darmfcheijl, geplaatst zijn , waar aan de darmen vastgehegt B 5 zijn;  VERHANDELING over db zijn; van deeze word her gebragt in het recep- Iast .n deonderfleutelbeens ader, vereenigd zig op deeze wijze met het bloed, het welk na het hart te rug gevoed word, en word dus op eens m den algemeenen omloop der vogten toegelaten; door de flagaders van het hart na alle de deelen des hgchaams gevoerd zijnde, word het doox de aders terug gebragt, en het geen van llloZ 1 °Verblijft' W°rd d°°r de ^ gevoeid en uitgeworpen. Dit is met weinig woorden de geheele bewerking, waar doof onsjigchaam gevoed en als 't ware vernieuwd Ik («) «et receptacumm chij« of cifterna lumbaris is f* ~ h0Hi^*; *> ais men uk bet woord Joud kunnen ppmaafcen, maar een kleine buis, ofverzame Hng van bu.jes, die ter Zijde der groote ^Z Tpklimmen en wanneer het diaphragma, of middelrif fchei dcnde de buiks en borstholte, hier van doorboord is" word het chijlbuis genoemd. f (*) De Schets, Welke onze Schrijver ons van de fpijsverteering en voeding geeft, zal niet voldoende zijn om onbedrevenen in de Geneeskunde eenig duidelijk denkbeeld van deeze werkingen te geeven, dewelke egter tot verftand van dit gedeelte van het merkje eenigfints vereischt word ■ ik zal daarom eenige nadere trekken hier bij voegen, die ten mhjlen over den Schrijver eenis ligt zullen verfpreiden. De  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. a? Ik merkte zo even in het voorbij gaan aan, dat de melkvaten tot het geitel der watervaten be- De MP ondergaat in den mond door de haauwmg al aanflonds eene groote verandering; zij word meteen ofilosfend zeepagtig vogt, het welk door verfcheidene klieren in den mond afgefcheiden , en door ons fpeekzel genoemd »>ord, Vereenigd; hier bij komt in de keel de flijm , en indenflokdarm het vogt het welk aldaar door de vaatjes en kliertjes bereid word. ' De fpijs in de maag gekomen zijnde, vertoefd aldaar eenigen tijd, dewijl dezelve onverteerd zijnde niet kan doordringen den fpieragtigen ring, die aan derzelver uiteinde gevonden word. Hier dan moet de eerfte fpijsverteering gefchieden, dewelke door bijvoeging van verfcheidene yogten, zo wel uit de flagadertjes als kliertjes aangebragt, verrigt word; deeze vogten ontbinden en doen ah het waare de fpijzen fmelten ; 'er heeft hier natuurlijk nog gisting nog verrotting plaats, zo als door opzettelijke proeven yan den fchranderen Abt Spallansani overvloedig bewefen is. De zagte beweging die door de fpiervefelen van de maag, die zig beurtlings toetrekken en beurtlings loslaten, gefchiedt, bevorderd niet alléén den door gang der SpV™ «a de dunne darmen ' maar de fpijzen ook behoorlijk , zo dat zij tot eene bruine of aSchverwige pap worden, die dan chijm geheeten word. Wanneer het voedzel genoegzaam in de maag gekleinsd is, komt het in het intejlinum duodenum of twaalfvingerigen darm, die aan de regterzijde van de Maag begint, zig na de linkerhand onder de Maag emkrommende langs dezelve henen loopt; hier ontfangt het yoedzel eenen nieuwen aanvoer van vogten, die hetzelve d*  ** VERHANDELING over de behoorden. In alle de overige deelen des lighaams zijn ook watervaten die, gelijk de ader ren j,*****1 Va" "»< roomagtige zelfstandigheid doen Vooreerst komt hUr ter plaatfe de gal , ee„ cp. losfend vogt, bij , dewelke van de hever afgefchejden ^ Ie , door een buisje na deezgH darm ^ au,tJ9 doorkruipt de rokken van dit ingewand op dusdanig eene w.jze , dat wanneer de darm bekoorlijk gevuld is dezelve open zij en de gal daarin vrijelijk uitgeftord worde; dan, wanneer bet ingewand leedig is, vallen de rokkentoe, en de gal blijft in de buis zelve, de wijze natuur heejt dan eenen zijweg gemaakt aan welkers einde een b.aasje gevormd is, hetwelk de overvloedige gal ontfangt, Juer tn word dezelve nog verder bereid, e„, wanneer de fpijs het tngewand uitzet, word zo wel de gal, die uit de lever zelfs koomt, als uit de galblaas, in hetzelve uiteejlori Bet alvleesch of pancreas een klieragtig lighaam, het welk aan de maag gehegt is, opent zig ook met een buisin dit gedeelte van het darmcanaal, en ftort een vogt uit, hetwelk veel tn hoedanigheid met het fpeekzel overeenkoomt Bij deeze komen nog vogten, die uit de Slagaderen en k,leren van dit ingewand afgefcheiden worden. Dus word de chijl gevormd, een dun, zagt, Smaakloos, rcomagtig voet" het welk nu eerst bekwaam is om met de overige logden van ons lighaam vereeuigd te worden. Tot opslorping van deeze chijl dienen de melkvaten. Dezelve zijn verbreid, zo wel door den twaalSvingerigen darm, als door de overige dunne darmen. De openingen van deeze vaatjes zijn zo fjn dat men nog ever ket maakzel derzelver mondjes het oneens ts. Genoeg is het voor ons tegenwoordig oogmerk , dat *r ontelbaar* mmdjes zig in het darmcanaal openen, di<  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. *$ ren van de uiteinden* na het middenpunt des lighaams loopen: deeze hebben oneindig meer klapvliezen dan de aderen, en zijn voorzien van een groot getal tusfchenkomende klieren, die bijzondere naamen naar haaren verfchillenden loop en legging hebben; een groot getal derzelver zijn ons in de plaaten van Hewzon aangeteeJ kend, «f| m groote takjes vereenigen, geduurende eenigen Ujd over de lengte van. den darm heen loopen en zig dan ,n het darmfcHeijl als een netwerk vereenigen, wanneer z,j door verfcheidene klieren loopen, die verder deeze chijl bewerken. Eindelijk komen dezelve alle te zamen in eetlus, die ter zijde der ruggeflreng gelegen is, die men ciflerna lumbaris noemd; hier komen de meeste watervaten des geheelen lighaams f zamen , die alle een wateragtig vogt voeren en hier mede de chijl nog verdunnen. Deeze buis klimt opwaards tot even boven het Jleutelbeen, waarna dezelve wederom zigomkromt, om zig in de linker onderfieutelbeens. eder te ontlasten, alwaar de chijl aanflonds na het hart gebragt en met het bloed vermengd word. De fijnere deelen der fpijzen zijn dus alleen gefchikt tot voeding van ons li,haam, de overige grovere deelen worden uitgeworpen. °Men zal uit het geene wij gezegd hebben nu begr.jpen , „toe de natuur zulk een lang canaal gevormd hebbe , waar door de fpijze gaan moet, vooren al eer dezelve ka» opgeflorpt worden. Immers Was dit klein*, dan zoude er geen oppervlakte genoeg zijn, om de opjlnrpende vaten behoorlijk te doen werken. De natuur heeft aller wij slijk* gezorgd om in de kleinjle plaats de grootfle oppervlakte tn Itrmen, hierom h het darmcanaal, het welk in de enge buiks-  3° VERHANDELING over de kend, welke den leezer een klaar denkbeeld der legging van deeze varen in de ledematen geeven zullen, Ikbenonderrigt, dat de watervaten der onderfte ledematen zig fomtijds in de ven. rfiac» openen; dit geen plaats hebbende 2 ontlasten zij zig i„ de ductus thoracicus bij de vena fubclavea (\), J e Zit- darmf , '' eereke"d W°rd' ah aan het darmee, ^ ^ ^ ^ ^ ^ - *" * *°ll'ghetd Van ******* Hangen en te gelijk ook voor klapvliefen dienen, om te beletten dat de jl^e fpoed'gdoor bet darmcanaal heen loops. aakZ7men; ^ demelkVate" ***** Z'in >' no°d***kUjk, daar deeze verminderen, verminderen ook deez. ^men z,n dezelve geheel nlT: (f) Men moet geenftnts denken, dat 'er geene se dan d00r de vereeniging van de CtylbuH , met de linker !' derjleutelbeens-ader. De Heer MECKEt heefl ZeZ ^genomen, dat >er watervaten zig vereenigen Z Raderen van het oor. Mijn Griend, de £> JH derT' "f'" fC'WOne ^"^-Verhandeling, on. ZpToT ,SyIlemath * *n ook Hier van voorbeelden op. En in zijn s d en hit den titel geeft van Lymphaticorum cum Jfi £££ Jlaaft hij dit met Verfch,J3 ,1222 ë  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. 31 Zitplaats der Ziekte. De ontleedkunde, die ons alleen omtrent de zitplaatfen der ziektens genoegzaam onderrigten kan, toont onwederfpreekelijk; dat de waterklieren de zitplaats der Scrophula zijn. En, alhoewel bij vervolg van tijd ook andere deelen doot Ik erinnere mij te Londen in het Cabinet van den beroemden W Hu nt er. gezien te hebben, een op ge/po ten Preparaat, waarin de watervaten van de onderfte ledematen zig in de vena iliaca openden. Doch, al ontbraken ons proeven, zoude eene, enkele redenering genoegzaam zijn om ons hiervan te overtuigen. Immers is het onbegrijpelijk, dat zulk eene groote hoeveelheid lympha, dis gedurig uit alle de.holligheden des lighaams niet alleen, maar ook doof de watervaten van de oppervlakte des lighaams, opgefiorpt word, door zulk een], klein canaal', het welk naaulijks de wijdte van een lijn heeft, zoude in het bloed gebragt worden, daar 'er flegts een druppel bij ieders contraStie van het hart door Jeezen weg word aangebragt, die onvoldoende zoude zijn om alle de vogten , die gedurig tot voeding en affcheiding gefpild worden , te herfiellen ; te meer, als men in aanmerking neemt de groote fnelheid, waarmede de drank na de pisweegen gevoerd word. Het is mijns bedunkens hoogst waarfchijnlijk, dat de groote hoéveelheid waterklieren, die overal zig in het gejiel der watervaten vertoonen, niet alleen tot de bewerking der lympha , maar ook tot de overbrenging derzelve in het bloed gefchikt zijn. De Heer vau Mburs l. c. geeft nog andere bewijsredenen,  ^ VERHANDELING over de door den t'zamenhang der ziekte aangedaan worden, heeft egter de Scrophula altoos haareri oorfprong, uit eene aandoening der watervaten; Beloop der Ziekte-, Struma fchijnt eene ziekte te zijn, die zelderi in uitermaten koude of warme, doch meest in gematigde , lugtitreeken waargenomen word. Menfehen, die een teder en aandoenlijk geftel hebben, zijn in dit land meer aan deeze ziekte onderworpen. Zommigen hebben opgemerkt dat die geene het meest aan eene uitzetting der waterklieren onderhevig zijn, welke eenen verwijderden Oogappel, en bloozende wangen hebben. De klierziekte bepaald zig niet tot het menfchelijk geflacht; veele dieren afijn hier ook mede behebt. Men zegt, dat het onder de zwijnen nen, die niet minder voldoende zijn. Namelijk , dat fpecerijen en andere Jlerk ruikende dingen , fchielijker in de tweede weegen koomen, dan met moogelijkheid zoude kunnen gefchieden, wanneer dezelve eerst door de gewoons weegen der fpijsverteering gaan moejlen , gelijk men in zoogende Vrouwen zien kan. Zommige geneesmiddelen , die plaatslijk aangelegt worden, werken al te fchielijk , dan dat men zoude kunnen vooronder/lellen) dat zij eerst door het gtheele lighaam met de ganfche masfa der vogten rondgevoerd waren. V:  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. 33 nen, gemeen is, en hierom zijn naam van Scrophula zoude ontleend hebben. De zo gewoone ziekte onder de fchapen, die wij ongans (rot ) noemen, is , mijns bedunkens , niet anders: dan het geen wij bij menfehen Scrophula zouden noemen. Het zelve heeft zijn zitplaats in de long (a) , lever ( b ), en het darmfcheil (c), en veroorzaakt gelijke uitwerkzelen als bij menfehen. Aapen (u) Haare eerftc verfchyning Ir» de longen is kenbaar, uit blaauwe kleine iKppcn, die men bij nader onderzoek zal bevinden uitgezette waterklieren te zijn, en als deeze aangioei.cn en doorgefneden worden , zal men 'er eene dikke kaaögllge zelf Handigheid ia vinden, en vervolgens ftmten stEj een dun, waterig vogt uit ; dikwijls zijn 'er aangloei.ingen ïr.et dc plcuraj de hoest is bijzonder kenbaar en ontdekt zeer klaar de aanwezig, heid dezer ziekte. (6) Wanneer de lever bégind aangedaan te worden, koomen 'er veele witte ftippen te voorfchijn, die gedrukt zijnde in hardheid aan die der longen gelijk zijn, de ziekte vermeerderende vertoonen 'er lig blaasjes, zomtijds van eene aanmerkelijke grootte; welke met watëragtig vogt gevuld zijn. (c) De ziekte in het darmfcheil huisvestende, heb ik de klieren zo menigvuldig en zodanig aan elkander vercenigd waargenomen , zelfs tot de lengte van een al, dat zij maar eene klier geleken. De fchapen worden dan magereninHëllaatfie tijdperk derziekte, juist als bij C de  'U VERHANDELING over se Aapen zijn hier ook dikwerf aan deeze ziekte onderhevig , dog ik weet niet , dat het door iemand opgemerkt is, dat zij deeze ziekte in haar geboorteland hebben. Zeer verfchillende zijn de gevoelens aangaande de oorzaaken deezer ziekte. Ik geloof, dat over het algemeen geen gevoelen meer ls aangenomen, dan dat het uit een overmaat van zaai? ontitaan zoude. Het is ■geenzints te verwonderen, dat eene zuur of loogzoutige of ook eenige andere fcherpte, in een lighaam het welk door ziekte overmee- ftèrd de menfehen , w:;terzugtig of tecn„g3grfs. Een fla-èr verhaalde mfj dit op eene zeer eenvoudige wiize, zeggende dat hoe grooter de klkren waren in het deel h £ welk ik taefenterium roemde, hoe magerder het febagp was. Het is cok opmerkenswaardig, dat ooi/en aan hu ongans fterven., daar de lammeren volmaakt gezond blfl ren; alhoewel de ziekte duidelijk aanwezig was voor het fpeenen der lammeren. Dit bevestigt het gevoelen van eene plaatflfjke en geenzints erfelijke ziekte. De oorzaak deezer ziekte bij de fchapen word gewoonlijk vóoronfoftefd te zijn, dat zij op een foort ya ^ WciJcn> het welk i„ !,.agS landen frisch en weddeng groeit.- dog ik geloof eerder, dat het nederleggen in vogtjge plaatzen de oorzaak deezer ziekte zij en dat, indien zij des nagts op eene hon™ „Wc lr""en v,im!cn' zJi °P verre na zo veel vaa deeze" ziekte met lijden zouden.  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. 35 fterd is , huisveste. De melkvaten zijn ongetwijfeld de grootfte werktuigen, waar door het voedzel in het lighaam gevoerd word, en bijgevolg, wanneer deeze tegennatuurlijk gefield zijn en hierom tot dit werk ongefchikc worden , mogen wij met alle reden vooron. derltellen, dat de chijl, die tot voeding van het lighaam aangevoerd word , niet alleen met opzigt tot de hoeveelheid, maar ook tot deszelfs hoedanigheid onvolmaakt is, en dus moet men het zuur, indien dit de overhand neemt, niet als de oorzaak, maar als het uitwerkzel der ziekte befchouwen. Men kan dit ophelderen met het voorbeeld van de geluw, wanneer alle de vogten ra gal fmaaken; dit is een uitwerksel en geen oorzaak van deeze ziekte, doordien de gal haaren natuurlijken uitweg misfende , door het ganfche gefte! verfpreid word. Ik ben van gedagten , dat eene der algemeenfte oorzaaken bij kinderen van verharde waterklieren , in eene verkeerde behandeling derzelven in haare kindsheid te zoeken is. Eenieder die de minfte oplettenheid, op de manier van opvoeden der kinderen in ons land, gehad heeft, moet de verkeerdheid daar van fchielijk in het oog loopen. Van haare geboorte af aan, zijn zij of aan de borst, of zij worden met voedzel opgepropt, Ca of  35 VERHANDELING ovee de of in de armen der minne, of eindelijk in de zo fchadelijke wieg , in flaap gebragt, welk laatfte egter het meest bij den gemeenen man •m zwang gaat, en hiermede is men zomtijds nog niet te vrede, dikwijls voegt men hier Jïog flaap verwekkende middelen, bij (*). De manier van kleedcn is niet minder nadeelig» daar zij alle beweeging belet, diwijls de ademhaling ftremt, en ftuiptrekkingen veroorzaakt (<*). Wat (*) Onder de aanleidende oorzaaken tot deeze ziekte zoude men, dunkt mij., ook kunnen brengen het te vroeg geeven van allerhande joon van voedzel aan kinderen, wanneer zij niét alken door gebrek aanlanden dezelve niet klein genoeg ver. maaien kunnen, maar de maag ook nog te teeder is hm deezt Spijzen te verduwen; hier van daan moet dus eene kwade fpijsverteering volgen, et: eene kwade chijl gemaakt worden. Sommige brengen met regt ook ut de oorzaaken der Klierziekte de werktuigen, die gebruikt worden om de kinderen het hooft te doen regt houden, enge keurslijven, drukkingen op verfchillénac plaat/en des lighaams en uitwendige beledigingen. V. (<0 Bijgeval wierd ik onlangs geroepenen' een jong kind', het welk mij gezegd wierd in ftuipen te leggen bet geen ik ook zo bevond te zijn. Aanflonds verzog. ik het kind te ontbakeren; ik vond het kind digt opgerold, zodanig dat ik overtuigd wierd, dat het digt bakeren en het opvullen der maag de ademhaling zodanig belette, dat het kind eindelijk geflikt zoude" lubben ïm het met gelukkig door mij voorgekomen.  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. 37 Wat kon doch het eerfte oogmerk geweest zijn om jonge kinderen op zulk eene belemmerende wijze te kleeden? onmooglijk is het voor mij hieromtrent iets zeekers te bepaalen, dan alleen, dat men van begrip is, dat zonder dit het kind niet regt zoude groeijen, en dierhalven niet wel gemaakt zoude worden. Dit gevoelen intusfchen is geheel ongerijmd; daar in die Landen , alwaar deeze wijze ge. heel in geen gebruik is, naaulijks een mismaakt menfeh gevonden word. Men vult dan beurtling, zo wel bij dag als bij nagt, ja men overlaadt den maag der kinderen , beurtling wiegt men dezelve in llaap, hier door ontftaat eene onmatige vetheid der kinderen, en de moeders zijn dan zeer grootfeh (prond of) een kind te hebben, het welk zo vet is, dat het, negen of tien maenden oud zijnde, daar door niet in ftaat zij te leeren gaan. De beenderen, wel is waar, groeijen naar mate het lighaam in grootte toeneemt; doch zij hebben, gelijk als de fpieren eenen trap van weekheid, waar door zij onbekwaam worden , om het lighaam van deeze welgevoede kinderen behoorlijk te onderfteunen: hieruit ontftaan de bogten en uitzettingen, die wij in deeze kinderen het meefte waarneemen, dewelke nog meer in het oog loopen, wanneer het lighaam door eenen ziekelijken C 3 itaac  SS VERHANDELING over si ftaat uitteert , en deeze ontaardingen is men gewoon den bijzonderen naam van rachitis (richets) of Engelfche ziekte te gee, ven. ^ Het gebeurt , mijns bedunkens , niet te min zeer zelden , dat 'er eene eigenlijke zagt wording in de beenderen plaats grijpt , het welk men egter in de Engelfche ziekte' meent te gebeuren; en daarom befchouwe ik deeze ziekte niet anders, dan eene evenredige uitzetting der beenderen , die door de opgenoemde verkeerde middelen veroorzaakt word. Men kan dit duidelijk befpeuren in de zagtere gedeekens der beenderen, vooral in de fponsagtige uiteindens der ribben, van het kniegewrigt, van den elboog en den enkel. Het is bij alle Heelmeeilers bekend, dat de Spieren door haare werking de beenderen bijzonder vormen , en dat daarom in beenbreuken eene behoorlijke drukking vereifcht word om de uitzetting van het gebrokene deel voorte koomen. Doch , zonder mij op mijne kuriftgenoten te beroepen, loopt dikwijls de .onevenredigheid in den groeij der kinderen, van haare geboorte af tot haar eerfte jaar of achtien maanden (indien dezelve niet eerder door ziekte verhindert word) zodanig in het oog, dat dit bij een ieder aanftonds eene volkomene overtuiging te weeg moet brengen, Ik moet zulk een kind bij eene plant , in eene  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. 39 eere flookkas voortgekweekt, vergelijken, welkers groeij door alle mogelijke middelen bevordert word; dezelve groeijen weel.g op, doch dit is zodanig tegen de order der natuur, dat hetzelve , in plaats van een geOagc van Herculesfen , zo al. men verwagten zoude voor te brengen , de zaaden van ontelbaare ,iektens te weeg brengt, fchielïjk door ftuiptrekkingen or de valLnde ziekte weggerukt ; andere worden aangetaft door hevige ontfteekingkoortzen , verzweringen agter de ooren en andere deelen des lighaams, brakingen, diarrheen en meest al% door uit- of inwendige verftopte waterklieren en doorgaans door beide te zamen gep.ard. Aan deeze verkeerde wijze van kinderen te behandelen moet men dus veelmalen , als aan eene algemeene aanleidende oorzaak de Scrophula toefchrijven. Behalven deezè kan de Scrophula door verfcheiden toevallige oorzaaken te weeg gebragt worden. De voornaamfte zijn de volgende: uitwend;ge beleedigingen , kneuzingen gefcheurde wonden , fterke koude , fchiebjke veranderingen van het weeder, vooral in de lente en in den herfst , natte en laage gronden , ophopingen van natuurlijke of door kunst ge.aakte ontlastingen , veranderingen van woning uit het land na groote iled.n en z fs C 4  4o VERHANDELING oter de van het eene gedeelte van het land na het andere, veranderingen in den gewoonen leefregel, verfchillende ziektens, bijvoorbeeldde kinderpokjes , de venusziekte , kinkhoeft , koortzen &c. eene onregelmatigen leefregel , »t zij in hoeveelheid of hoedanigheid der fpijzen (a), gebrek aan beweeging, welke laatfte oorzaak altoos, in alle landen en in eiken ouderdom ziektens zal veroorzaaken,en ook te regt onder de meest gewoone oorzaaken van Scrophula geteld moet worden Ik zal nu den verderen voortgang en de toevallen der ziekte zoeken aan te wijzen Dewijl in alle de gedeeltens van ons lighaam de waterklieren het meest aangedaan zijn cn allermeest de darmfcheilklieren de ziekten der jonge kinderen veroorzaaken , en deeze den grondilag leggen tot eene klieragtige gefteldheid des lighaams , trekt natuurlijk dit ftuk allereerft onzen aandagt tot zig. ^) Het O) De hoedanigheid van het voedzel, het welk aan kinderen gegeven word, is van zo veel aanbelang. a!s de hoeveelheid. Nimmer had de natuur voor, dat kinderen met eene groote hoeveelheid dierlijk voedzel er, gegiste dranken, vooral met gefoutene of ingemaakte ÏTnZ: Ved"!inmet gezette kosten of geestrijken öianken, zouden gevoed worden. V) De gedurig opvulling en gebrek aan beweging zijn  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. 41 Het is zeer duidelijk te begrijpen , dat, wanneer deeze klieren aangedaan zijn, een gedeelte des wegs verftopt is, waar door het voedfel in het lighaam moet gebragt worden, en dat hier van het vleefch, dat te voren Hevig en vast was, nu lós en flap, en het water bleek moet worden, dat 'er vooral in den morgen eene algemeene onluftigheid en vadzigheid tot allerlei foort van beweging plaats zal grijpen, de eetlust geheel onregelmatig, dat is zomtijds natuurlijk en goed, op andere tijden zeer weinig zal worden , dat er eene algemeene hette (a) en droogte, vooral in de zijn als de voornaamfte oorfaaken van ontaarde waterklieren aantemerken. Ik heb te vooren gewag gemaakt van de gelijkheid deezer ziekte met het ongans der fchapen en de volgende omftandigheid ftaaft dit gcvoejen. Men heeft mij onderrigt, dat lammeren, die op moetasfigen plaatzen, om ge fpoediger te mesten, gebrast worden, meestal ontaarde waterklieren hebben; daar die geene van dezelve kudde, die op flegter land gegraast hebben , volmaakt gezond blijven. \a) Dit word dikwerf in dit tijdftip aan het krijgen der tanden, wanneer'er nog tanden verwagt worden, en anders aan wormen, toegefchreven; terwijl dit voor een zceker kenteken van derzelver aanwezen in de ingewanden gehouden word. Dit kenteken egter y zo onzeeker, dut het in alle ziektens met koorts verzeld C 5 bs-  42 VERHANDELING over de de handpalmen , en eene fterke dorst zal plaats hebben ; de adem zal dikwijls onaangenaam zijn, en de lijder zal dikwijls over eene tegennatuurlijke gewaarwording in de ingewanden klaagen, en dit zal het kind, zo het oud genoeg'is, befehrijven door een gevoel van opgezetheid, de onderbuik zal gezwollen ziji, het welk ik egter liever aan'winden , dan aan eene ontaarding der waterklieren wil toefehrijven, de pols zal fnel en'klein zijn, en de vermoeidheid zal zodanig vermeerderen , dat, als men de kinderen het toelaat, zij langen tijd agter een in dezelve houding blijven zullen, haar neus knijpende of vrijvende. De uitwendige waterklieren , Vooral die aan den agterkant van het hoofd en onder de kin geplaasf zijn, zullen dikwerf zig uitzetten; de lippen zwellen veelmaals op, °en zomtijds _ zal 'er zig rondsom dezelve , op het agterhoofd, en öp andere deelen des lighaams een uitflag vertoonen. JNiet zelden deelen ook in bekeurt word: gedurende de koorts immers zijn alle natuurlijke affcheidingen minder, en onder anderen ook van het neusvlies, de hoeveelheid der afgéfcheidene ftoffe dus minder en de hette grooter zijnde, word hcC vel droog, de neus inwendig hard, en 'er word natuur' lijk eene geneigdheid verwekt om dezelve te vrijvea of in dezelve te knijpen.  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. 43 in deeze algemeene tegennatuurlijke aandoening des lighaams de oogen , oogleden, de vingers, toonen, de rug van de hand en de agterfte zijde van den arm, en, om kortte gaan , men zal bij een naaukeurig onderzoek bevinden , dat de waterklieren in verfchillende deelen des lighaams, min of meer zieklijk gefteld worden. De buiksontlastingen zijn gewoonlijk zb ongeregeld , dat de lijder zomtijds een paar dagen loslijvig zal zijn, en daarna wederom zeer weinig buiksontlasting hebben , doch meermalen zal het laatfte plaats grijpen. De vermagering zal van dag tot dag toeneemen, zo dat de beenderen, vooral in de gewrigten , zig als uitgezet verwonen zullen, het hoofd zal grooter fchijnen , de ribben zullen platter worden en zig omkrommende dikwijls bijna met het borstbeen en rugwervelen eenen regten hoek maken, of op verfchillende plaatzen zig verdraijen , naar mate de beenderen voor den aanvang der ziekte meer of min uitgezet waren. Te vooren merkten wij reeds op , dat men in dit tijdperk der ziekte dit toeval dikwijls als een ziekte der beenderen befchouwd , doch ik geloof eerder , dat in de meeste gevallen deeze bogten der beenderen reeds voor den aanvang der ziekte plaats hadden, en dat de uitpuiling des borst- beens  44 VERHANDELING over de °a e"dtPl3theid d£rribbe" *« anders dan aan de drukking dezer deelen door het opliJ ten va„ ee ]gevo£d ^ vewJJ word ; intusfchen wil ik geenzints ontkennen, dat er ook andere oorzaaken van eene algemeene zwakheid en derzelver gevolgen waar van wij reeds te vooren melding maak-' ten aanwezig kunnen zijn. _ m* ^ nu de borstholte naauwer word, drukken deszelfs ingewanden op het diaphragma of middenrif, en hier door word de onderbuik uitgezet In dit tijdperk is deeze uitzetting des buiks het duidelijkfte kenteeken der ziek te, de onderbuik is dan niet alleen Refpan. nen en hard, maar door desfelfs geheele uitgeftrektheid zeer pijnlijk; de lijder heeft eene geduunge diarrhee van vuile en fchuimagtiw ftoffen, waardoor de uitzetting nog vermeer dert , en dikwerf eene fchielijke dood ver oorzaakt word; in dit geval word de dood veelmalen aan ftuiptrekkingen der ingewan den toegefchreven (*). jn anderen zieC men eene ( ) De ffeer RUSSEL segt dat dg ^ fl*m de gewoonju t0 llm deszer z.jn ki.ne ^ («en waarvan hj verjcheide voorbeelden aanhaak, in dit ge «' Jnj veel nut gehad van nu en dan eeneadtrte openen en ttn feton in den neck te zetten V. '  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. 4$ eene waterzugt te voorfchijn koomen, waaraan dan ook de dood toegefchreeven word* Dikwijls vertoonen izïg geene van de opgegevene uitwendige toevallen, wanneer de lijders langzamerhand uitteerert , tot dat 'er niets dan vel en beenen overblijft, en naarmate •de darmfcheiklieren fchielijker ontaarden, (a) zijn deze gevolgen ook meer of min langdurig, tot dat eindelijk de lijder aan eene waare marasmus of teering omkomt : Wij vinden hier van het volgende voorbeeld in de Philofophieal Transaftions door Doel. Dougïas aangetekend. „ Het onderwerp was een jonge „ van 4. of 5. jaaren , welke aan eene alge" mecne uitteering der fpieragtige deelen des lighaams ftierf ; welke ongetwijfTeld veroorzaakt wierd door verfcheidene klier, agtige gefwellen, waarmede het darmfcheil , van onderen tot boven opgevuld was ; dee, ze veroorzaakten eene drukking der melk3 vaten, waar door de aanvoer der chijl, , volftrekt voor den aanwas en voeding der „ deelen noodzaaklijk^belet wierd: want zon- „ der («) In fommige gevallen, die ik gelegenheid gehad heb te onderzoeken, vond ik het uitgeftorte water dik en fchijnbaar met etter vermengd; het welk ik aan eene verettering der darmfcheillUieren heb toegefchreven.  46" VERHANDELING over di „ der eene gedurige aanbrenging van dit " 7* u? balfemaStiëe vogt moet de masfa „ des bloeds tot diedienften onbekwaam wor„ den-; waartoe eene telkens aangebragte „ftelt. Ik denk dan, dat deeze reedenen genoegzaam zullen zijn ter verklaaring der oorzaaken van de mismaaktheid bij kinderen De verftopping kan fomtijds wel niet zoda«*»jnt dat zij den dood des lijders ten volge hebbe; alhoewel dezelve genoegzaam kan zijn om de opOorping van eene behoorlijke hoeveelheid van voedzel te beletten - en dit is voornamelijk het geval, wanneer de kinderen door eene al te onmatige opvulling met fpijze en gebrek aan beveging eenen opgezetten buik hebben, zo als wij deszelfs toevallen zo even befchreeven. Daar een weinig onderzoek de waarheid van onze gezegdens bevestigen zal, is heron nodig meer befchreevene gevallen hier aan te haaien, het welk zeer gemaklijk te doen zou de zijn: Ja ik zoude hier zelfs verfcheidene" voorbeelden kunnen bijvoegen, die ik in mij. ne eigene praétijk gezien nebbe. Niet zelden ontmoeten wij ook uitzettingen en verftoppingen der klieren van de Ion, .gen, lever, milt enlugtpijp. In den aanvang dezer ziekte in de longen zijn  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. 47 gijn de volgende toevallen, die deze ziekte kenmerken, aanwezig: eene fterke droogs hoest, met eene moeilijke ademhaling, voornaamelijk wanneer de omloop des bloeds door beweging of andere oorzaaken aangezet is; de lijder zal eene zekere volheid gevoelen en klaagen, dat hij geene ruimte heeft om vrij zijnen adem te halen : fomtijds zal hij aan eene ftompe en drukkende pijn onder de fchouder> bladen, in de zijden, of onder het borstbeen om derworpen zijn: de pols is zeer veranderlijk , zelden zeerfnel en vol: de lijder hoest fterk en dikwijls, en hoest weinig op, dan eene fchuimendeflijmftoffe ,die uit de keel voortkoomt, door het gedurig hoesten. Wanneer de ziekte voortgaat, eindigt dezelve in verettering en veroorzaakt eene longteering , eene ziekte in dit Land, maar vooral in deeze Hoofdftad , zeer gemeen (a). Veel (a) Het getal der menfehen, die na uitwijzing der fterflijften aan teering fterven, is verfchriklijk en beloopt niet minder dan op vier duizend s' Jaarlijks. Ik ben volkomen overtuigd , dat het grootfte gedeelte derfelven uit eene ontaarding der waterklieren ontftaat. Intusfchen wil ik geenzints ftaande houden, dat alle de geene, die op de fterflijsten als teeringagtig geftorven aangetekend ftaan, aan eene waare longteering fter• ven : veele derzelver fterven ongetwijfeld aan andere ziektens en aan verftoppingen der darmfchcilsklierea,  48 VERHANDELING over de Veel moeilijker valt het nog de aandoeningen der lever en milt te onderkennen; vooralwanneer dezel.e het eerst aangedaan worden 5 beide worden in deeze gevallen veel grooter , dan natuurlijk , gevonden, en de lijder teert zonder eenige uitwendige oorzaak weg (*). '£r is bij wijlen een onaangenaam en pijnlijk gevoel op de plaats van de lever doch zelden is 'er eene belette affcheiding der gal , want in levers die buitengemeen ontaard waaren , heb ik de gewoone hoeveelheid {*) De uitteering door eene ontaarding en tegennatuurlijke uitzetting der milt veroorzaakt, is zeer moeilijk; ja, ik gelo,f, bijna onmoogljk te onderfcheiden van de teeringen', dit uit eene obflruBie van de waterklieren van het darmfcheil en de lever omjlaan; mogelijk is eene drukkende pijn en zwaarte in de linkerzijde het eenige kenmerk. Hiervan althans zag ik een voorbeeld bij eenen man, die zeer lang aan een verborgen ongemak fukkelde, en niet dan over benaauwdheid en pijn in de linkerzijde klaagde; eindelijk overleed hij zeer uitgeteerd zijnde. Bj het openen zijns lighaams waaren alle ingewanden in eenen volkomen gezmden flaat, uitgenomen de milt, welke bijna de geheele linhrbuiksholte vulde en niet minder dan agt ponden woeg. Een tweede voorbeeld zag ik eenige jaaren geleden op de ontleedkundige lesfen van mijnen hoog geachte leermeester, den Heer Profeffor Forsten, ineen zeer vermagerd en uitgeteerd lijk; waarin alle de ingewanden natuurlijk'gefield waren, maar de milt m de zwaarte van 64 onzen was uitgezet. F.  KLIERZIEKTE of SCROPHULA, 4£ heidvan gal in de galblaas waargenomen. De pols, eetlust en ontlastingen zijn, na de verfcheidenheid der omftandigheden , verfchillende. Wanneer de ziekte zijne zitplaats in de waterklieren der lugtbuis gevestigd heeft, word de lijder heesch en hoest ■ geweldig. Wanneer men op dit toeval niet oplettend is,verkrijgen deeze klieren meermaalen zulk een trap van hardheid, dat zij bezwaarlijk weder tot haare werking kunnen gebragt worden , en de lijders kunnen lange jaaren en zomtijds voor het overige van hun leven deeze heeschheid behouden (*). Dee* (*) De ovcrhlijvende hesschheid na eene fcrophuleufe aan* doening der klieren van de trachea, of die rondom dezelve gelegen zijn , is ieter het minst gevaarlijke gevolg van 'deeze ziekte. Dihvij'is worden deeze klieren ontjleken, veretteren en vereotzaaken dan eene phthif.s of liever tabes. Omlangs zas, ik hiervan neg een levendig voorbeeld. Een man van 27'. ja.tren kreeg eene pijn in de keel, met eene opzetting der klieren, die langs de trachea gelegen zijn, hij was heesch en klaagde over eene onlijdelijke droogte, die zelf vermeerderd'; na %et'gebruik van alle vogt; langzamerhand teerde hij uit; hl] hoest hevig, dog gaf niet dan fijmagtige fluimen op. Zijné longen waren geheel niet aangedaan, hij kon dezelve zeer vrij opzetten en diep inademen. Hij ftierf zeer vermagerd, en «Is een geraamte uitgeteerd. Znmwjlen volgt 'er eene veratt-rin* binnen de holle der ventriculi van de larijnX , dê D i Jcher-  So VERHANDELING over dê Deeze zijn de meest gewoone toevallen $ wanneer de ziekte zig tot de waterklieren van het darmfcheil, lever, long, 0f longpijpen bepaald, maar meest al zijn zij door andere uitwendige toevallen te onderkennen, gewoon* hjk zijn dezelve gepaard met harde bepaalde zwellingen, zonder verkleuring van het vel, welke zig of alleen, of verfcheidene klieren te zamen genomen, onder de kin of rondom den hals vertoonen ; deeze zijn zo weinigpijnlijk, dat zij meest bijgeval, als door het wasIchen van den hals , of kammen van hethaair, ontdekt worden ï hiervandaan denkt men , dat zij fchielijk ontflaan zijn , het welk ook eene enkele keer gebeurd. Wanneer dit het eerfte toeval der ziekte is , noemen het de Engelfchn vallen van de amandelen der ooren (fallmg of the almonds of the ears;) doch meermalen vind men verfcheidene dusdanige klieren , welke bij een nader onderzoek blijken, daar ter plaatfe reeds lang aanwezig te zijn geweest. Het Utrpe etterftof valt op de longen en veroorzaakt eene waare hngtcering; deeze zoort van phthifu larijngea heeft zig in het fw 1783. enige rei/en geopenbaard in het hipital de fo Charité te Perijs. Wanneer deze Scrophuleufe aandoenin* de klieren treft, die agter den oefophagus gelegen zijn, m*et d:t eene moeilijke en daarna belette doorzwelging venorJaakezt die eindelijk ook dodelijk moet worden. V.  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. St Het gebeurd dikwijls , dat dusdanige gezwellen ontftaan op de vingeren, op de bovenzijde van de hand , op den voorarm, op den binneakant van den arm, boven den elleboog , en onder den oxel. Niet zelden kan men dezelve op deeze wijze nafpeuren van de vingers tot de hand en zo voorts (*) . Dusdanige gezwellen hebben ook plaats m de onderfte ledematen; als bij voorbeeld van de toon tot aan het been, even boven den enkel , op het fcheenbeen , even onder de knie, juist boven dezelve, op de dij, en in de liefen. De oogen en oogleden worden ook dikwijls in Scrophuleufe lighaamen door deeze ziekte aangedaan. Bij Kinderen, die verharde waterklieren hebben, ontmoet men niet zelden een uitilag op het hoofd, eene ruwheid van vel, voornaamlijk van het aangezigt, kleine zweeren in den neus, en een uitflag over het ganfche lighaam, en hierom moet men deeze toevallen van dezelve oorzaak afleiden. Wan- (*) De Heer la Lüuittïiw* op dat deeze aath doming der wigeren altoos in het eerjle en tweede, en nimmet tk het derde gelid, voorvalt; ij meene dit ook een en andermaal te hebben waargenomen, doch mijne waarnemingen Jlrek* Kn zig hitroMCrt niet ttf genoeg uit, om iets tt Kunnen W 0en. V. p ^  óa VERHANDELING ovm d* Wanneer de lippen aangedaan zijn , het welk dikwijls gebeurd, zijn dezelve zeer gezwollen , 'er vertoond zig een uitflag rondom den mond, en in bedorvene geitellen koomen er diepe en pijnlijke verzweeringen. De jijden van het aangezigt zijn ook zomtijds zieklijk gefteld, en wanneer men hier voor niet de grootfte zorg draagt , mismaken zij den lijder op de verfchriklijklle wijze. De ziekte toenemende, verkrijgen de gezwellen, die te voren alleen bepaalde, ongevoelig en zonder verkleuring van de huid aanwezig waren , in het midden eene roode vlak , worden pijnlijk; en als 'er eene verzweering zal plaats grijpen, verfpreid zig deeze roodheid, de pijn word heviger, en eindelijk ontdekt men gemaklijk eene golving. Indien men geene opening door kunst maakt, duurt het zomtijds in zwakke geftelJen zeer lang , eer dezelve openbreeken, («) en dan nog' is de opening naaulijks grooter dan de fteek van eene ipeld ; zomüjds zijn 'er twee of drie zodanige openingen , die een dun, weijagtig en (a) Geene gezwellen zijn 'er, die zo lang draaien opentebreeken en de uitwendige bekleedzelcn te door. booren, dan die der waterklieren; behalven alleen dis geene, die uit waterzugt vóorïfpruitea.  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. 53 en fomtijds etteragtig vogt loozen , waar in bij wijlenkleine deeltjes zijn, niet ongelijk aan klein gewrevene noote korrels, behalven dat zij zagter zijn. Deeze ontlasting, die zomtijds aanmerklijk is, kan, verwaarloosd zijnde, maanden, ja zelfs jaaren, aanhouden De ziekte heeft zomtijds plaats in de borftender vrouwen, wanneer de borften doox ftooten of andere oorzaaken uitwendig beleedigd zijn; dit valt het meest voor, wanneer de maandelijkfche zuiveringen een aanvang neemen; en nog meer, wanneer dezelve onregelmatig beginnen te worden, en dan verdienen dezelve vooral haare aandagt. /mogende vrouwen koude vattende of haar melk te lang ophoudende , en wanneer zij op eens en zonder behoorlijke voorzorg haare kinderen fpeenen , hebben dikwijls Scrophuleufe ongemakken van dc borst. (*) ö Het {*) De verhardingen in vrouwe borsten worden hoe langer Inahmeener , zo Art men tans veel meer van knoest- en gezwellen hoord, dan te vooren. Ik ben van gedagten, dJde oorzaak deezer verhardingen en daar op volgende vet{leringen zeer dikwijls in eene Scrophuleufe gejïeldheti *r vrouwen moet gezogt worden. Hoe het ook zij, meene ,i m minsten herhaalde reifen de toevallen van het caranoma Saophulofum in zodanige horsten te hebben waargenomen, zo D 3 M  £4 VERHANDELING over de Het is niet zeer ongemeen , dat de zaadballen de zitplaats der ziekte zijn ; dat ge. beurd •fa hetzelve bij de Schrijvers befchreesen word, vooral bij den beroep Profejfor Bierchen, 4sfesfor van het Koning, hjk Collegium Medicum te Stockholm, i„ sijne iimiji" redenvoering over het onderfcheid tusfchen de cancreife Jcraphuleufe en venerifche rerzweeringen, zie comment.Lipf de rebus in media, & fdent, natur. geft. ton, ut. p. 11. f.qcj. Veeze verhardingen komen het meest voor in kwaadzappige hghaamen; zelden worden zij alleen gevonden, maar op verJttollende plaatfen des lighaams ontdekt men verhardingen. Dezelve zijn niet uitermaten hard, voor dat zij tpenbreeken De torst word loodverwig, plat en hard, het vel trekt »«g „ndm de verharding toe , en maakt rimpels , die uitgehold en als Sleuven zijn. Zomtijds word de borst roofig, en 'er koomt bij: het doorbreeken eene goede ettcrflof voor den dag; doch meest vallen er verfcheide gaten in de torst, waaruit eene dunne Slinkende en zwartagtige ichor vloeit, waarna de borst f oneen) word en weigerd te heelen. Van zodanig eer* JcnphuLl verzweering heb ik, weinig tijds geleden, een voorbeeld L *Ï" m eme m> « het zoogen eene verharding in de regter borst kreeg; deeze verharding wierd binnen yeinïg tjds. pijnlyk . en de lijderesfe fl,nd hieraan zeer veel uit de bors* begon op verfcheide plaatfen loodkleurig te zien , \n welkers midden kleine openingen doorbraken , welke eene Jlinkende Wartagtige, dunne etter uitwierpen. Ade geneesheeren verHaarden dit voor een open kreeftgezwel, en >er wierden daarop bemiddelen, tegen dezelve aangeprezen , naarfiig 00n„e *K, bet verdikte zap van de duik kavel wierd geduurend'e *W langen tijd ponder da minste vn^t gebruikt, m dat men ftt"  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. 55 beurd meermaalen aan jongelingen van veertien tot agtien jaaren; de voorbeelden egter zijn meer gemeen in lieden van meer jaaren, wanneer 'er geene de minfte reden is om eene venerifche oorzaak te verdenken Maar die geene, die, 't zij uit eene venerifche , sijuit eene andere oorzaak, ontaarde testes hebben, zullen meest aan deeze toevallen on- derworpen zijn. Skwijls gebeurd het, dat de dieper leggende waterklieren van den rug het opperfte gedeelte van de dij, vooral omtrent de geledingen, ontaard zijn; dikwerf geloof ik van uitwendige beledigingen, door eene eindelijk de lijderesfe, de ziekte Hand overhand^mende aan haar ongelukkig noodlot overliet. Eindehjk kwam er bij !* Zn Cekend Lpirïcus bij , *. niet alleen d« ^ Zr geen carcinoma apertum hield, m.ar hetzelve geijk te elL hield; h j leide op de peeringen nut anders, dan VZone JXtuL;deeUerjlof^d hier door n, et alleen go^ X »r de wondenden zig volmaakt >n weinig maand TleZdigheden vetdweenen , en de lijderesfe bevmd zig tot op g aile de tgevallm Z omeer gU* va» deezen aart gezien te hebben, ^ Jdeeze Lfe heb moeten brengen en de .. , j dat ik mij met bedrogen had. r< ks,nit mij geleerd heeft, aas m Wi » D 4  56- VERHANDELING over de fcheuring of verbreeking der watervaten in dat deeJ , zomtijds door kneuzingen en daar op gevolgde ontftekingen dezer vaten Ik heb dikwijls gedagt, dat, als men alleen uitzonderd de verfchillenheid van het maakzel welke uit de verfcheidenheid der order van deeze vaten voortfpruit ; men deeze gezwellen, bij aneurismata of liever bij aderfpatten (of varices j zoude kunnen vergelijken. Het duurt wel zeer lang, voor dat wij in ftaat zijn de natuur der ziekte en haare regte plaats juist te bepaalen. Kinderen worden het meest door deeze ziekte aangedaan, en haare befchrijving is over het algemeen duister en onvol doende: zomtijds klaagen zij over pijn in en rondom het heupgewrigt, van de knie, den rug en over pijn in de liezen. Wanneer de ziekte in de heup is (hipcafe), moeten wij voornaamhjk letten op de werking dier geledingdewijl zij meermalen als dan over deknieklaa' gen. De pijn is zomtijds, voornaamlijk bii jagt, zeer hevig, zomtijds zijn 'er koude rillingen en hier op volgt eene koorts. De pols verfchild, naar mate van de hevigheid der pijn en andere omftandigheden. Het eerste uitwendig kenmerk is eene uit. zetting van het bovenste gedeelte der dij het welk men ontdekken kan , door het kind op den buik te leggen en dan de beide hen, pen  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. 57 pen te vergelijken (a) *er is eene zwakheid in het geheele been, het verflapt zeer fchielijk en teerd geheel uit, men kan om de diepe legging geene golving ontdekken, voor dat het gezwel grooter en het vel gefpannen en glimmend word; 'er is met dit alles geene uitwendige ontfteking of pijn , wanneer het uitwendig met den vinger gedrukt word, zo lang men het been niet beweegd : op deeze wijze word hetallengskensgrooter, en fpreidt zig gedurende een of twee jaaren uir, terwijl de lijder meer en meer verzwakt en vermagert. Het gezwel nu zeer groot zijnde en zig verfpreidende van boven van de dij tot beneden aan de knie, word eindelijk het vel zeer dun en gevoelig, zo dat men gedurende verfcheide weeken hier of daar eene opening verwagt. Het gezwel doorgebroken zijnde , vloeit 'er eene ftof uit, die na het weijagtige gedeelte van bloed , of van melk gelijkt , waarin witte flippen, als van gehotte melk, vloeijen. In andere gevallen is dezelve met etter vermengd, en de hoeveelheid zo groot, dat *er zig van een tot drie pinten ontlasten, waarna 'er (a) In dit tijdperk der ziekte word dit dikwijls vermengd met eene heup-ontwrigting. D 5  58 VERHANDELING over de 'er gedurig zo veel van een dun weijagtig vogt zal uitloopen , dat de elendige lijder hierdoor uitermaten verzwakt , en meest al bij gebrek van de grootfte voorzorg hieraan omkomt.' De ziekte zig in het onderffe van den rug geplaatst hebbende, is 'er nog meer zwarigheid om van het aanwezen derzelve behoorlijk verzekerd te zijn: gedurende eenen geruimen tijd kan men uitwendig niets zien of voelen; maar de lijder klaagt zomtijds over pijnen, die wegens de ongefteldheid van het lighaam fterker zijn , dan in andere gevallen ; allermeest Wanneer hij zig voor over bukt, knielt, of iets van den grond moet opneemen. Wanneer het gezwel na de lies gelegen is, zijn de toevallen bijna dezelve; het kind vermijdt door de langdurigheid der ziekte en de aanhoudenheid der pijnen de fpieren. van de aangedane zijde te doen werken, (hoewel de pijnen niet zeer hevig zijn, ) het helt hier door aan eene zijde over , en wordeindelijk verdraait: uitwendig vertoont 'er zig een wijd uitgeftrekt gezwel, zonder verkleuring van het vel, of eenige pijn; tot dat het vel rood en dun word , wanneer het aanraken pijn veroorzaakt. Alle deeze gevallen , zijn ten opzigte der toevallen, het vogt het geen zij bevatten , den uitkomst en de bijkomende koorts ^  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. 59 koorts, die na de verfchillende omftandigheden meerder of minder is , genoegzaam elkander gelijk. Indien de ziekte zig op eene der geledingen geplaatst heeft; word ze gemeenlijk witte «welling genoemd ; hoewel deeze naam gewoonlijk aan de fcrophuleufe aandoening der kniegeleding gegeven word , kan men dezelve aandoening der overige geledingen ook gevoeglijk met deezen naam beftempelen. 'Er kunnen ziektens der geledingen zijn , die van verfchillende oorzaaken afhangen ; 'maar ik zal mij alleen bepaalen bij dat zoort dat uit eene fcrophuleufe aandoening voortfpruit. De waterklieren , welke de geleding omringen, zijn dikwijls aangedaan en geven de waare witte zwelling; gelijk in andere aandoeningen der waterklieren , is deeze zwelling in den beginne weinig pijnlijk; 'er neemt alleen eene zekere ftijfheid en pijn in het buigen der geleding , of regtuitfteeken van het been , plaats. Bij een naaukeurig onderzoek vinden wij bij de geleding een of meer kleine gezwellen ; en wanneer deeze toeneemen , worden zij gevoeliger , en de werking der geleding word moeilijker, het been teert uit, het word gevoeliger s men ontdek eene golving , het vel word  6° VERHANDELING over de Ta-Cn g'anzig' en de SM » na omHandigheden meer of min hevig en JZ wij reed, te vooren aanmerkten duurfh t jog dikwijlslang, eer het gezwel zig opent: Dit gebeurende, m^ord'er gewoonlijk een wit, vu.il (glough) vogt ontlast, het welk zomtijds etteragtig, zomtijds aan de ftoffe, die hjk is De toevallen zijn voor het grootfte gedeelte dezelve; doch ik befchouwe dit als van minder aanbelang voor den lijder , dan in .ene van de beide vorige gevallen, waarin de banden van de geleding niet aangedaan zijn. Verfcheide voorbeelden zijn 'er voor han- «.de Aderen, door haare onmiddehjke verbintenis met de bijgelegene deeJen, aangedaan geweest zijn. Het beenvlies, 't zij door uitwendige beInging, of eenige andere oorzaak, aangedaan zijnde , zal eindelijk ook het been zelf aangetast worden. i„ andere gevallen heb ik meermalen gedagt, of niet een gebroken watervat, zijn vogt tusfchen het beenvlies en been zelve uitftortende, aanleiding tot een beenbederving konde geven, en dikwijls heb ^ gedagt, dat dit als de gewoonste oorzaak van de ontaarding der kootjes in de vingeren en toonen der kinderen .moest befchouwd worden. Dc  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. 6i De eerste verfehijning van deeze ziekte der vingeren en toonen is met zo weinig pijn vergezeld , dat onze oplettenheid over het algemeen het eerste opgewekt word door een uitzetting van het aangedaane lid : het deel is hard en kan eenen zeekeren trap van drukking , zonder fterke pijn , verdragen ; voor dat.de zwelling grooter word, is het gebruik der vingeren niet belemmerd; eindelijk vermeerdert de pijn, het vel word rood, ontfteken , en bijgevolg ook zeer gevoelig. Wanneer men de opening aan de natuur overlaat , blijft de ontlasting van weinig aanbelang, de geneezing word verdrietig en langdurig, de huid blijft langen tijd eenen diep rooden kleur behouden, eene harde en uitgeftrekte zwelling blijft over rondom den geheelen vinger , en gedurende eenen langen tijd ontlast 'er zig een dun weijagtig vogt,en eindelijk komt 'er eene exfoliatie van het been. i Prognofe. In het voorzeggen van den uitkomst der ziekte behoort het eerste voorwerp van ons onderzoek te zijn , of de ziekte plaatslijk , dan wel een toeval van eene geheele ontaarding van het geitel is. De ziekte eigentlijk plaats:  VERHANDELING over db" plaatsh'jk zijnde, zal de uitkomst "gewoonlijk gunstig zijn , maar de ziekte algemeen over het geheele lighaam zijnde, moeten wij in ons oordeel door de vorderingen, die deziekte alreeds gemaakt heeft, den tijd, die menvooronderftellen mag , dat dezelve geduurd heeft en de vorderingen , die 'er in de geneezing' alreeds gemaakt zijn, bepaald Worden. Foorbehoedings Middelen. - De voorbehoeding der ziektens is zedert lang van zo veel belang gerekend, dat het tot een fpreekwoord geworden is; het is geihaklijker ziektens voor te komen , dan te geneezen: en waarlijk'er is geene ziekte, waarop men dit zo algemeen kan toepasfen, en waarin de voorkoming onze ernftige aandagt zo zeer verdiend, dan de ziekte, waar van wij handelen. Dc voorkoming van eene zo algemeene, en in haare gevolgen zo droevige ziekte t hangt in jonge kinderen vooral van eene behoorlijke oplettenheid op de lugt , zinlijkheid, leefregel en beweging , af: en in meer gevorderden ouderdom, zal het maakzel, ouderdom en de gefteldheid des lijders ons de beste middelen aan de hand geven , die tot dit gewigcig voorwerp het meest dienstig' zijn  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. 6$ zijn zullen. Het gebrek aan inademing eener zuivere lugt moet in ieder tijdperk van ons leven , maar vooral in jonge kinderen voor de gezondheid nadelig zijn. De lugt der groote fteden is uit zig zeiven nadelig, en dezelve word meer of min fchadelijk, naar mate van de wijdte der ftraaten , grootheid der huifen en kamers, het getal der inwooners, en den trap van zinlijkheid. Kinderen, welke een ongezonde lugt inademen, kan men bij planten vergelijken, welke in een kamer opgekweekt zo teder zijn, dat een togje haarfterven doet: de gefteldheid zulker kinderen lokt eerder de ziektens tot zig, dan dat zij derzelver aanval zouden kunnen wederftaan; de gevolgen van eene bedorve lugt kan men duidelijk in befmettelijke ziektens befpeuren. Kinderen , ja zelf volwasfenen, lijden veel meer in groote fteden, vooral in derzelver naauw bebouwde plaatzen, dan op het land. Eene zuivere lugt heeft buiten alle tegenfpraak veele voordeden ter bewaring onzer gezondheid niet alleen, maar zelfs ter voorkoming van ziekten : die geene daarom , die noodzaaklijk eene zuivere landlugt derven moeten, dienen vooral van die middelen gebruik te maaken, welke best desfelfs plaat» vervangen kunnen. Eene vrije doorgang van lugt en zinlijkheid moeten  «4 VERHANDELING over de- moetenop alle mogelijke wijzen bezorgd wor>'. den. Eene plaatsverandering kan zelfs op het land noodzaaklijk zijn. Vooral in den sinter is 'er zekerlijk een zeer wezenlijk verfchil tusfchen de hooge bergen van Highgate en Hampftead en de.laage Scoirifide van den Theems, en dit onderfcheid is nog aanmerkelijker in de noordelijke en zuidwestelijke graaffehappen. Gebrek aan reinheid van het lighaam is dikwijls eene onmiddelijke oorzaak van ziekte, waarom ook deeze zo wel, als de zinlijkheid der huilen onze oplettenheid verdient. Onreinheid veroorzaakt dikwijls bij kinderen verzweeringen agter de ooren , in den nek, onder de armen, en in de Jiefen. • De fterke ontlasting der zweetgaten van het vel veroorzaakt bij; verfuim van llegts: weinige dagen eene ontvelling en ontfteking , die wel dra de hulp des heelmeefters vordert. Indien nu de enkele uitvvaafeming der poren van de huid zo fchielijk nadeelige gevolgen kan te weeg brengen, welk moet dan niet het uitwerkzel zijn, wanneer men dikwijls voor een geruimen tijd kinderen nat en vuil laat leggen. Ik heb dit ergens als de gewoonste toevallige oorzaak vjn fcrophula zien aanmerken; doch het geringftc ongemak, 't welk hier uit kan voortfpruicen is ontvel: Ung i  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. ling en verzweering, Om de nadeelige uit» •werkingen van deeze overtollige uitwaczeming voor te koomen, is men gewoon verfcheide opflorpende middelen te gebruiken, als vollersaarde , poeder , bloem van meel, en eene niet geheel fchadeloze loodbereiding, die wij ceruis noemen : deeze middelen zal men egter gemaklijk kunnen misfen, wanneer men dikwijls van linnen verandert, en het kind alle morgen en avond fchoon wast, en daarna wel afdroogd. Eene gepaste beweging is van het uiterfte aanbelang. Men zal hier mogelijk vragen welke doch de beweging van kleine kinderen zijn kan ? het is waar , zij kunnen zig maar zeer weinig bewegen , en hierin worden zij nog, door het digt toebakeren, verhinderd. Indien men evenwel de kinderen haaren vrijen wil geeft, beginnen zij al ras haare beenen , en binnen korten tijd , eiken fpier van haar lighaam, te bewegen. Wanneer het kind door de min beurtling opgeheven en neergelaten word , zal het zig opgeeven en armen en beenen uitftrekken, en dit zoude , wanneer men het dikwijls herhaalde , eene goede beweging voor het kind zijn: het kind eenige maanden oud zijnde, zoude ik die geene, die alleen 'geen bediende voor het kind geven kunnen, aanraden, om, in plaats van in den £ wieg,  46 .VERHANDELING otex »? Wieg, her kind op den grond te leggen, BeJialven de voordeden , die uit het gedurig .Wasfchen voortvloeijen, is het afdrogen naderhand even dienftig. Deeze wijze van beweging is zeer bekend en in een algemeen gebruik bij de Oosterlingen, daarmen, van wegens de hitte der lugt, van onze Europifche bewegingen geen gebruik .kan maken ; hierom bedienen zij zig van flaven , om haar te wrijven, en bier door haare fpieren in beweging te brengen ; offchoon dit als een foort van pracht zoude kunnen gerekend worden, gaf egter ongetwijfeld de bewaring der gezondheid hier toe de eerfte aanleiding. Nimmer zijn jonge kinderen vergenoegder, dan wanneer zij ongekleed zijn, door haare' gebaarden geven zij een omvederfpreekelijk ;bewijs van genoegen ; en wanneer zij wederom gekleed worden, toonen zij door haar gefchreij haar ongenoegen. Dit, dunkt mij, moet eene voldoende reede zijn , om haar nimmer te digt toe te bakeren , en men moest hur , zo dra mogelijk, leeren haare voeten te bewegen: want eens geleerd zijnde te gaan, behoeft men haar, wanneer zij gezond zijn, daar toe weinig aan te zetten. Met betrekking tot den leefregel; wanneer kinderen de borst hebben , ('t welk ontwijfeïbaar , gedurende de eerste maanden , het beste  KLIERZIEKTE of SCROPHULA, 3ty feeste en gefchikfte' voedzel is,) moet men dezelve vooral niet te lang en te dikwijls zoogen, veelmin dezelve aan de borst houden, tot dat haar maag meer voedzel weigert te neemen: de maag der kinderen overladen -zijnde, word het zog dikwijls wederom opgegeven, en éen ogenblik daarna, wanneer het kind fchreit, geeft men het de borst weder. Hoogstwaarfchijnlijk wierd het fchreijen alleen door eene uitzetting der maag door den overvloed van melk veroorzaakt: hier van daan eene moeilijke ademhaling, en die onaangénaame gewaarwording , welke wij bij walging en braaking gevoelen ; men vernieuwd dan nog de ziekte, en door dezelve wederom van nieuws op te vullen, legt men den grond tot andere gebreken. Wanneer het gebeurd» dat de melk der moeder of min niet genoegzaam is , of dat men genoodzaakt is ander voedzel in deszelfs plaats te Hellen; moet men de melk van dieren met meelfpijzen gemengd boven vast Voedzel verkiezen ; ouder wordende , is het zeker beeter eens daags een weinig vleeseh dan zware poddings en andere gebakken te geven! Men doet zeer kwalijk de kinderen te gewennen om van den morgen tot den avond te eeteii: niet dat ik de kinderen verfeheideh uren agter elkander wil laaten vasten ; E i doch  m VERHANDELING over de doch ik wilde alleen het altoos door eeten verhinderen. Als het beste {voorbehoedmiddel in ftruma zoude ik, zo wel als in andere ziektens, die uit zwakheid ontftaan , het koude bad houden. De ondervinding leert , dat het zeebad verre boven het verfche waterbad te verkleien is , mogelijk om dat het getemperder, en met eenebeetere lugt, en meer beweging vergezeld is. De kleeding der kinderen moet hier ook vooral in aanmerking koomen : in den winter moeten zij warmer, dan in den zomer, gekleed zijn : niet tegenftaande men hier op weinig agt flaat, zijn hier van het gevolg pijnlijke gezwellen en verzweeringen, en niet zelden is dit eene onmiddelijke oorzaak van ontaarde waterklieren. Het is een klaar bewijs , dat hier een gebrek aan natuurlijke warmte plaats grijpt, en daarom moet men hier die middelen beezigen , welke deszelfs plaats best vervangen , namelijk een warme kleeding, kragtig voedzel, en fterke beweging. Deeze aanmerkingen zullen ons , wanneer wij onze eigene gewaarwordingen gadeliaan, gepast voorkoomen: wij hebben alleen maar te denken op het groote onderfcheid tusfchen den trap van heete en koude zomers, welke beide men in eenen zekeren graad ma* tigtj  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. 69 tigt, door zig naar den aart-van het faifoen te kleeden. Wij moeten ook nog aanft.ippen, dat het eene zeer groote dwaaling is kinderen tot flapen aan te zetten; derhalven is het gedurig gebruik der {laapverwekkende middelen niet alleen fchadelijk, maar zelfs ondeugend. Natuurlijk zijn kinderen al 'te zeer tot flapen genegen , en daarom is het noodzaaklijk, zo dra mogelijk , iets uit te vinden, om haareaandagt tot zig te trekken. Het ongerijmde denkbeeld van oude bakers, dat kinderen de> drie eerste maanden van haar leven flapen moeten, is, gelijk haare meeste onkundige begrippen, van eenen allemadeligsten invloed ,: en allerwaarfchijnlijkst een voort'pruitzel van baare'luiheid. Te veel flaap zal zo veel tot die vette, zagte en bolle gedaante der kinde-, ren toebrengen, als de hoeveelheid van voedzel; en ik zoude haast geloven., dat de langdurige ziektens der volwasfenen, die men met regt alleen bij de grooteri zoekt, door teveel fiaap aangebragt worden. Menfehen, die [anders matig zijn , zeggen dikwijls, dat matigheid geen voorbehoedmid-: del tegens ziekten is ; maar bij nader onderzoek heb ik altoos gevonden , dat zij of te veel werk van haar bed maakcen., of dat eene «f andere van de natuurlijke ontlastingen ge. ' .E3 • \  7© VERHANDELING over de heel of ten deele belemmerd was. Hebben wij niet altoos na het te lang te bed leggen eenen grooten trap van lusteloosheid , gaaping, rekking, en andere onaangenaame ge*, waarwordingen, en toevallen , die den grondflag tot andere ziektens leggen? daar in tegendeel weinig voorbeelden voor handen zijn^ dat menfehen, wier beroep het mede brengt vroeg op te Haan en ffcerke beweging te neemen , offchoon zij anders geenen gezetten leefregel houden, aan langdurige kwaaien onderworpen zijn. Bij aldien het geene wij met opzïgt tot de. lugt, reinheid, beweging en leefregel, gezegt hebben , op voorzigtige moeders en minnen genoegzamen invloed zal hebben om. haare oplettenheid op te wekken, en zij van tijd tot tijd hierin zodanige verbeteringen zoeken te maaken, als haar eene naaukeurige opmerkzaamheid zal aan de hand geven ; twijfele ik niet, of men zal grootendeels zo wel de fcrophula, als andere ziektens, kunnen voorkoomen. Alhoewel wij hier vooral, kinderen in het oog gehad hebben; kan men het gezegde ook op menfehen van allerhanden ouderdom toepasfen. Kinderen hebben, zeker opzigt nodig; volwasfenen weeten bij ondervinding het onmiddelijk nadeel van onmatigheid, en voelen bij tijds desfelfs ge* woonlijke nadeelige gevolgen. Reeds  KLIERZIEKTE of SCROPHULX 71 Reeds vroeg ingeboefemde, en voor langen tijd aangenomene gevoelens en vooroordeelen zullen mogelijk meer ingang vinden 5 dan het geene door iemand , die bij veelen onbekendis , es-mogelijk uit nieuwsgierigheid of andere beweegredenen eens doorgelopen word , aangeprefen word. Ik ben niet te min ten vollen overtuigd , dat de mees. te ziektens der kinderen uit eene verkeerde behandeling voortfpruiten, en dat die ziekten zelf, waaraan zij natuurlijk onderworpen zijn , door-eene-verwaarlozing eener gezette leefregel , niet alleen grootlijks vermeerderd, maar zelf hardnekkig en gevaarlijk gemaakt worden. Tegenwoordige manier van Scrophula te behandelen. Het eindelijk oogmerk der geneeskunst is te legt altoos gehouden de geneezing der ziekten zelf. Geene ziekte is 'er, waarin ni-n meer beproefde geneesmiddelen toemd, dan in Scrophula. Het is-.altoos geweest, en voor zo veel ik weet, geeft het nog het voornaamste middel van beftaan aan kwakzalvers, en geen-wonder: de langdurigheid van tijd, die tot de geneezing vereischt word, maa.KU den lijder ongeduldig; deeze ongeduldigheid J E 4 - word  7* VERHANDELING over de word nog vermeerderd, doordien de geneesheer zeer omzigtigis inhetvoorzeggen van den uitkomst der ziekte ; zijne prognofe beftaat dikwijls alleen in den lijder hoop tot herftel te geven , terwijl, de roekelooze kwakzalveir Itoutehjk verzekert, dat hij bekwaamheid genoeg bezit om de ziekte onder handen te neemen , en aan troosteloofe ouders en vrienden eene fpoedige geneezing belooft, op zij«e loosheid vertrouwende , om 'er zig door te redden, wanneer zijne voorzegging kwalijk uitvalt, en men hierom zijne bekwaamheid in twijfel trekt. De geneesmiddelen die men tot wegneeming der ftruma heeft aangeprezen ,. zijn zo menigvuldig en verfchillend, dat men in der daad bijna alle geneesmiddelen die bekend zijn, ja zelfs alle nieuwerwetfche middelen die zedert eenige jaaren in de materia Medica ingevoerd zijn, gebezigd heeft. Ik zal dit ftuk: maar even aanroeren, daar ik niet het minste nut vinde in het verzamelen der. verfcheidene geneezings wijzen, om de ongerijmdheid der eene, en het onwaerfchijnhjk nut der andere aan te tonnen. Ik zal alleen nagaan , in hoe verre de tegenwoordige wijze van fcrophula te behandelen onzen aandagt verdient. Het algemeen denkbeeld van fcrophula is,  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. 73 dat het eene ziekte is , die uit zwakheid voortfpruit , en daarom is het groote oogmerk des geneesheers om door alle middelenhet lighaam te verfterken : en hieronder verdienen voorzeker de tonica en het zeebad de eerste plaats. Zommige zijn van gevoelen, dat men (in kinderen) met deeze middelen tot den ouderdom van veertien of zestien jaaren gedurende de .zomermaanden moet voortgaan ; zommige prijzen dezelve niet alleen in den zomer, maar het geheele jaar door, aan; wijl andere alterantia toedienen , die voor-. naamlijk uit loogzouten bereid , en met antimoniaal middelen vereenigd , of zonder deZelve, gebruikt moeten worden: gedurende den winter geven [ zij alleen tonica , en in den zoomer vai het eerste begin der ziekte af, twee of drie jaaren agter elkander, laatcn. zij het zeebad of een enkel koud waterbadgebruiken. De voornaamste uitwendige middelen beftaan in. Hovingen van zeewater en pappen met hetzelve bereid. - Wat den leefregel betreft, zijn zommige voorftanders van melk en groentens ; terwijl anderen gegiste dranken en vleesch aanprijzen: op deeze wijze behandeld men tegenswoordig de ftruma. Dan het is de vraag, of deeze middelen in der daad aan onze verwagthig beantwoorden. Eene langdurige praclijk E 5 . heeft  74 VERHANDELING over de / heeft mij overvloedig van' het tegendeel over* tuigd ; en ik zal rekenen weinig geloof te verdienen , indien niet het geringste onpartijdig onderzoek mijn gezegde bevestige. 'Er moeten intusfchen voorbeelden voor handen zijn , waarin deeze behandeling nuttig geweest is, doch het is de vraag, in wat gevallen ? Wanneer tedere en gevoelige kinderen, 't zij door gebrek aan inademitig eener vrije en zuivere lucht, 't zij door gebrek aan eene behoorlijke lighaams oefening, eene aandoening der waterklieren verkrijgen,zal in den beginne eene verandering van wooning naar den zeekant, wanneer te gelijk eene vrije lugt ingeademd,» en het lighaam behoorlijk bewoogen en in de zee gebaad word , het lighaamsgeftel verfterken en daarom van de grootfte nuttigheid zijn. Kinderen, die volbloedig en zwaarlijvig zijn door gebrek aan goed voedzel en lighaams oefening , en daarom ;ook aan ontaarde waterklieren onderhevig zijn, zal eene reis na de zeekust, en vooral het gebruik vaq zeewater in dier maate, dat het den buik openhoude, veel goed doen. De verandering van omftandigheden , welke natuurlijk meer lighaams oefening vorderen , zal met deeze middelen vereenigd volmaakt aan haare verwagting beantwoorden , maar alleen in die gevallen, die juist het gemaklijkfte door een weinig  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. 75 pig oplettenheid geneezen worden. Deeze middelen beantwoorden geenzins aan onze hoop , wanneer de darmfcheilklieren fterk aangedaan, de longen tegennatuurlijk gefteld, en de heup of andere geledingen aangedaan zijn. De verandering van omftandigheden , de opgebeurdheid des lijders, de hoop van herftel, .en mogelijk ook het zien van nog erger aangedaane voorwerpen maaken wel , dat de lijders en zelfs haare vrienden in den beginne eenige beterfchap befpeuren; doch geenzints word hierdoor eene volnaaakte geneezing te weeg gebragt. Zijn verder de hier aangeprezene middelen van die natuur, dat zij gevoeglijk in ontaarde waterklieren , die van andere oorzaaken afhangen, aangeprezen kunnen worden? zouda men (over het geheel genomen) inbubones, verharde testes uit lues venerea, of andere oorzaaken voortgefprcoten, in verharde klieren , welke uit eene ontfteking door een uitwendige ftoot of fiag voortgebragt zijn , en eene opzetting der liesklieren te weeg gebragt hebben, of in eene opzetting der oxel-r klieren , uit opllorping eener etterftof van een wond des vingers veroorzaakt , tonica of het koude bad durven aanprijzen? Ik ge-', loof, dat men het laatst van allen om het koude bad, en den koortsbast zoude denken. IN ie-  ?6 VERHANDELING over de Niemand zal in twijfel trekken, dat eene behoorlijke leefregel, reinheid, en eene zuivere lugt , groote medehelpers der natuur zijn: het fchijnt mij daarom toe, dat al wat men voor dit plan van geneezen zeggen kan, hierop neerkomt, dat het een zeer goed voorbehoedmiddel is, dat het de kragten des lijders onderfteunt, terwijl het de geneezing Zelve aan de natuur overlaat. Niemand kan minder tegen dusdanig eene manier van ziekten te behandelen hebben, dan ik, wanneer men geene zeekere middelen heeft om de ziekte te verligten:. edoch eene langdurige ondervinding geeft mij eenig regt om te durven zeggen, dat in deeze-ziekte de pogingen' der natuur altoos zeer verdrietig, en wanneer dezelve eenige vordering gemaakt heeft, al zeer dikwijls geheel en al onvermogende zijn , en dat 'er geene ziekte is, waarin de hulp der kunst meer vereischt word, en wan-> neer dezelve behoorlijk in het werk gefield word , meer vermag , dan in' deeze. Onlangs heeft men ook in fcrophuleufe gevallen de ele&riciteit zeer aangepreezen. Zeker heeft dezelve haare nuttigheid, wanneer door de langdurigheid van tijd de uitgezette klieren e'enen zeekeren graad van hardheid en ongevoeligheid verkregen hebben , en wij dezelve tot werking willen aanzetten. ■' In dit ' -' zoort  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. ff zoort van gevallen heb ik dikwijls de eleftriciteit met nut gebezigd, daar alle andere middelen vrugtloos waaren: maar in hoeverre dezelve gefchikt zij om deeze klieren in werking te brengen, moet aan het oordeel des heelmeesters en aan de begeerte des lijders overgelaten worden. Manier van Behandelen. Ik zal nu voortgaan om aan het oordeel mijner kunstgenoten zodanige genezingsaanwijzingen voortedragen, als eene herhaalde ondervinding opgeleverd heeft, welke (zo ik hoop) met de kennis der dierlijke huishouding onzes lighaams volmaakt over een zullen ftemmen. Om dit eenigermaten algemeen en, zo kort als mogelijk is, te doen , zal het nodig zijn, de verfchillende toevallen en verfchijnfelen van ftruma in twee clasfen of tijdperken der ziekte te fplitfen. Tot het eerste tijdperk behoren alle die verfchillende toevallen, welke met eene ontftekings gefteldheid verzeld, en meest plaatslijk zijn: en tot het tweede, de toevallen en verfchijnfelen, welke met eene groote zwakheid , of eene meer algemeene aandoening van het geitel der watervaten, gepaard gaan. Deeze  *Jf VERHANDELING over se Deeze onderfcheiding zal dies te noodzaakIjker zijn , om dat de manier van behandekn in deeze twee gevallen zeer verfchilleradisi • Was 'er oplettenheid op de lugtsgefteldheid, beweging, en andere vereifchten» noodzaaklijk ter voorkopmingder ziekte, dan zai het onnodig zijn , derzelver voordeden aan te toonen , om den verderen voortgang te fluiten , en eene volkomene geneezing te bevorderen. Meest alle dé eerste toevallen deezer ziekte , 't zij inwendige, als van eene aandoening der lever, longen, of het darmfcheil; het zij uitwendige als gezwollene lippen, opzwellingen der zijden van het aangezigt of den hals; en de andere toevallen , welke men gewoonlijk als fcrophuleus aanmerkt , als een ruwheid der opperhuid -3 uitflag op het ag* terhoofd of andere deelen des lighaams, eene roodheid en zwelling der oogen en oogleden ; alie deeze verfchillende toevallen zijn gewoonlijk van eene ontftekings gefteldheid verzeld, en deeze kunnen in den beginnemet weinig moeite geneezen worden. Offchoort de ontfteking zelden zo aanmerklijk is , dat zij aderlatingen vereifche; heb ik egter', de noodzaaklijkheid zulks vorderende ,°nimmer getwijfeld eene ader te openen. Ds zagte kwikbereidingen, onder welke ik de  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. ?t> de zesmaal overgehaalde zoete kwik meene de voorkeur te moeten geven, heb ik altoos, ter wegneming van de zo even opgenoemde toevallen , het vermogendfte bevonden. De zoete kwik fchijnt een bijzonder vermogen te bezitten om verftoppingen der waterklieren weg te nemen ; intusfchen behoord men wel zorg te dragen om dezelve niet in die mate te geven , dat het fterke buiks- of andere ontlastingen te weeg zoude kunnen brengen. Dit middel gaf ik gewoonlijk in kleine giften 's avonds te bed gaande ; op deeze wijze blijft het langer in de ingewanden , 'er word eene grotere hoeveelheid opgeflorpt, en de lijder is minder voor koude vatbaar, dan wanneer het over dag genomen word; en op deeze wijze zal het den lijder in zijne gewoone bezigheid en beweging den volgenden dag niet verhinderen. De eerste en tweede gift zal mogelijk eene zeer noodzaaklijke ontlasting te weeg brengen ; maar hierna zal dezelve hoeveelheid zelden meer dan den buikopen houden: bij aldien het dit niet mogt doen, heb ik, navereischte van omftandigheden, om den derden of vierden dag, een zagt laxeermiddel aangeraden. Men kan hierbij eenige weinige greinen Salfodce, magnefia, of van andere opflorpende middelen voegen, zoo dra 'er zuur in de - . eerste  io VERHANDELING over de eerste wegen mogt zijn. Door deeze eenvoudige behandeling zulleh de meeste toevallen in korten tijd verdwijnen: maar wanneer de klieren hard blijven, haare gedaante behouden , zonder dat zij zig in kleinere kliertjes verdeelen , zullen wij met veel nut uitwendige middelen , vooral den damp van warm water kunnen bezigen. Te voren bezigde ik tot deezen damp verfchillende kruiden : doch ik ben nu van begrip , dat de uitwerking alleen aan de warme damp moest toegefchreven worden , welke boven andere ten minsten dit voordeelheeft, dat zij nimmer fchadelijk zijn kan. Zomtijds heb ik uit het deel eleclrifche vonken getrokken , tot dat 'er een ligte trap van ontfteking te weeg gebragt was ; en na het gebruik der warme water damp of elektriciteit heb ik zomwijlen in het deel en deszelfs omtrek een weinig kwikzalf laaten vrijven, of op het gezwel zelf een pleister uit het Empl. Saponaceum, of mercuriale cum ammoniaco , gelegd, en deeze middelen zullen meestendeels de verftoppingen wegnemen : doch , gefield, dat deeze klieren tot verettering overgingen, zo hebben wij in zulke geitellen ■niets te vreezen, 'er zal eene zagte fuppuratie voortgebragt worden , 'er zal zig een goede etter ontlasten , meestal zullen zij gemak- Ijk  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. 8^ lijk geneezen , cn wanneer 'er behoorlijke zorg voor gedragen word,zullen zij weinig of geen overblijffei nalaten. Op den uitflag van het hoofd kan men een weinig unguentum Saturninum , of ceratum album , fmeeren. De ruwheid der huid, welke gewoonlijk een uitflag over het geheele lighaam ten gevolge heeft , vordert gemeenlijk ook eenige uitwendige hulpmiddelen (a). Men kan hier, wasfchingen bezigen met het aqua vegeto mineralis, het kalkwater, met eene ontbinding, van het zout van potasch, of van bijtende gefublimeerde kwik: zelden zal dit laatste middel misfen den verderen voortgang hiervan te fluiten, en de zweeren op te droogen; dit zal niet de minste pijn veroorzaaken, wanneer men tien of twaalf greinen in een kan (quarc) water ontbind. Wanneer 'er eene ettering ontftaan mogt, kan men, om het kleeven van het linnen voor te koomen , gebruik maken van de te voren opgenoemde zalven,, de zweeren met warm water betten, en boven al zal hier een bad van zout water zeer nut- (n) Dit is dikwijls eene ziekte zó verfchillend van ftruma als van de wateravgt, maar dewijl het dikwijls terharde klieren onder den, kin en omtrent den hala vergezelt, heb ik 'er hier melding van gemaakt.  W VERHANDELING oter dé nuttig zijn. Nu en dan heb ik, om eene behoorlijke doorftraaling van vogten te bezor^ gen, inwendige middelen, als de antimoniaa! wijn, Tartarus cmeticus, het decoélum Lufitarticum en het decoóhim lignorum of farfaparillse, voorgefchreven, fomtijds heb ik fontanellen met nut doen aanwenden: dit toeval intusfchen begint gewoonlijk in den winter, en verdwijnt wederom zodra het warme weder aankomt ; en dit niet gebeurende is het fomtijds zeer moeilijk weg te neemen. In den beginne is het gemaklijk de aandoeningen der oogleden weg te neemen ;wij moeten 't samentrekkende wasfchingen Van enkel kalkwater, van aqua vegeto mineralis ( of eaui de Goulard ), van oplosfmgen der aluin of witten vitriool, en, om de aankleving der oogleden te beletten, de een of andere zalf bezigen, zodra 'er eene te groote affcheiding der traanvogten plaats beeft: Het unguentum faturninum is eene der beste zalven, tot dit oogmerk dienende. Deeze uitwendige middelen , wanneer dezelve met de reeds aangeprezene inwendige geneesmiddelen gepaard gaan, en hierbij eene behoorlijke leefregel in agt genomen word, zullen over het algemeen bevonden worden aan alle aanwijzingen te beantwoorden; doch deeze zelve aandoeningen worden zeer lastig, wanneer zij in menfehen vaq  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. S3 yan eenen gevorderden leeftijd vallen , of derzelver voortgang niet fchielijk genoeg gelluit Word. (*) Spaan, (*) De aandoeningen der oogleden , en het traanen dér eogen, belmoren onder de gewoonfte' toevallen der klierziekte .* ivi] zien hei dikwijls ook hier te lande in kwaadzappige lighaamen, waarin verhardingen van waterklieren gevonden mm» den, dit is egter,voor zo verre mij bewust is, de eenige aandoening van folliculi glanduloft, welke mogelijk tot het gejlel der watervaten behoort, die men in de fcrophula waarneemt; deeze aandoening der oogen en oogleden, uit eene fcrophuleufe geflel.iheïd voortvlodjcnde , kan bij wijlen zofterkzijn, dat daardoor een gedeelte dïr oogleden langzamerhand als opgeflorpi 'word, en de b dien der oogen meer dan natuurlijk voorwaards toornen, terwijl het benedenjle ooglid neerzinkt: ik heb dusdanige gevallen , meer dan eens, waargenomen. Wanneer de Ziekte in haare beginzden is , vertoonen zig de vaten van de adnata zeer opgezet, ei\ 'er formeer en zig vaja adfeititia op -deszelfs oppervlakte. In dit geval, zo wel als in andere oiu fledingen der oogen, heb ik in Schotland met het beste gevolg deeze vaten inet het punt van een lancet zien fcarificeeren; waarna men in het eerst emollieerende, en daarna, om de verlorene veerkragt aan de vaten te rug te geven, adftringeerende middelen gebruikt. Enkel laauw water met melk of rofewater voldoet zeer wel aan de eerfte, en het ferum aluminofum aan de laatfte indicatie. In deeze gevillen koomen de kwikmiddelen, zo wel uit als inwendig gebezigd, zeer tejlade; en men gebruikt in het Koninglijk hospitaal te Edinburgh hiertoe met een zeer goed g"volg het unguentum mercuriale forthis fan de pharmacopaa Edinburgenfis. F s Bier"  U VERHANDELING over dé Spaanfche vliegpleisters, na het aanzetferr" van bloedzuigers, aan de flaapen van het hoofd gelegd, en de Tinctuur van opium in het oog zelve gedropt , zullen zomwijlen veel dienst doen, en in tedere en zeer aandoenlijke geitellen zullen de koortsbast , en alle verwerkende middelen van nut zijn. De testes aangedaan zijnde, is het volftrekt noodzaakiijk een fchortband te dragen 5 anders zal het gewigt der opgezette klier eene hevige pijn en ontfteking der zaadstreng yeroorzaaken ; eene horizontaale legging zal de gemaklijkfte voor den lijder zijn. Eene aderlating op den arm en eene buikzuivering door middenzouten zijn ook in dit geval zeer gefchikt; waarna de zoete kwik op de befcbrevene wijze, en eene plaatslijke damping der aangedaane deelen met warm water gebezigd kunnen worden. In zommige gevallen heb ik uitwendige prikkelende middelen , als de fpïritus Mindereri of de Tinétura myrrha?. cum aloë, nuttig gevonden, De zwelling eenig- zints Hiermede koomt veel over een het voorschrift vm een oncenoem le Sehr'jver in het geniëlthatis magafme van een zalf, welke met veel nut in deeze gevallen gebruik was, en welke ik ook begrijpe , dat hier te ftade kunnen iconen, dezelve bejlaat vit tien greinen calmtl en twee irtgmaas hooning van reftn.F» m  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. 85 zints geflonken zijnde moeten wij geenzints onze behandeling verflappen ; anderzints zal 'er een kleine zwelling van de epedidijmis overblijven, welke wij naderhand met moeite verdrijven zullen. 'Er zijn twee omftandigheden, waarop men in de aandoening der borsten te letten heeft, de ouderdom naamlijk der lijderefTe, en de onmiddelijke oorzaak der ziekte. Bij aldien in volwasfene jonge vrouwen , door ongemakken aan den tepel der borst, of eenige andere oorzaak, waardoor de u.elk te lang in deborst opgehouden word en daar door hot, en de klieren door deeze ontfteking en deszelfs gevolgen uitgezet worden; zullen de reeds aangeprezene middelen altoos het voorgeftelde doelwit bereiken: in dit geval zullen de borsten, de oorzaak deezer uitzetting verdreven zijnde, wederom Hinken: 'er zijn niet te min voorbeelden, dat, na eene ettering na een volmaakt wel gevormd lidteken , 'er harde gezwellen in de borst overblijven. Hier moeten wij zeer voorzigtig zijn in het gebruik der calomel; dewijl wij dikwijls zullen ondervinden, dat dezelve weinig of geen werking op het lighaam der moeder Zil te weeg brengen , en intusfchen het kind fterk aandoen , door hevige pijnen in de ingewanden , een hevige koorts en bij wijlen zelf 'F 3 ftuip-  F6* VERHANDELING over de ftuiptrekkingen te veroorzaaken. In dit foor? van gevallen heb ik met een zeer goed gevolg den damp van warm water gebezigt (a; deeze zal dikwijls onder de aanwending zelf eene oogenfchijnlijke verandering te weeg brengen; men moet twee of driemaal 's daags dit her haaien, en daarna de borst met een ftuk fluweel of zeemleer bedekken , en te gelijk het lighaam door openende geneesmiddelen zuiveren. De verdrietlijkfte gevallen van dit foort kwamen van eene verkeerde befchaamdheid der lijderesfen, waardoor zij niet fpoedig genoeg de vereifchte hulp vroegen; de eene verettering volgde dan fpoedig de andere, tot dat eindelijk de geheele borst zieklijk geïleld was, en zig het kwaad tot onder den oxel verfpreidde. Behalven de uit- en inwendige zag- (a) Hiertoe had ik een werktuig van tin laaten verVaardigen , het welk een of anderhalf pint kookend water bevat•■ op het boveneind is een enge pijp, tien Of twaalf duimen lang , vastgemaakt , waar door de dainp gaat; aan het eind, is een krom beweeglijk lid vastgemaakt, om het gemaklijker op venchillende aangedane plaatzen te kunnen aanwenden. Het water kan Lgt aan de koek gehouden worden door een lamp aaa 6en bodem vastgemaakt.  KLIERZIEKTE or SCROPHULA. 87 zagte openende middelen, moeten hier ook andere artzenijen gebruikt worden; waaronder de verfchillende kwikbereidingen, na evenredigheid van de kragten der lijderesfe, de .voorkeur moeten hebben ; en bij aldien dezelve te veel het kind mogten aandoen, zal men het kind ten minsten voor eenigen tijd de borst moeten onthouden en ander voedzel geven. Dikwijls word de borst aangedaan, wanneer eenige gewoone ontlasting opgeftopt of onregelmatig is ; door de reeds gemelde middelen en door eene behoorlijke oplettenheid zal men dit gemaklijk wegnemen- In verftoppingen der longpijpküeren moet de lijder, behalven het gebruik van zagte altereerende middelen , zig zorgvuldig voor koude wagten, en de keel door warme verdunnende dranken gedurig vogtig houden. De damp van warm water , door Mudges werktuig ingeademd , zal hier van veel nut zijn ; uitwendig kan men een ftuk fluweel, of zeemleer op de borst leggen. Men zal zig geenzints verwonderen , dat ziekten, welke het lighaam in den beginne hevig aantasten en uiterlijke toevallen veroorzaaken , fchielijke veranderingen in het lighaam te weeg kunnen brengen. Wij hebben intusfchen nog veel meer rede om voor die ziekten bevreesd te zijn, welke, zonder F 4. eene  88 'VERHANDELING over de eene merkelijke uitwendige verandering In het lighaam te weeg te brengen, eerst de inwendige deelen des lighaams aandoen ; tot dat de ziekte zulke merkelijke vorderingen alreeds gemaakt heeft, dat zij de vermogens der kunst tart haaren verderen loop te fluiten, en haare doodelijke gevolgen voor te koomen. Teering (*) \ eene dier droevige ziektens , welke maar al te dikwijls fteelsgewijze on (*) Longteering word met reden voor eene der gevaar! jkfle Ziekten gehouden, welke ons lighaam kunnen overkoomen ■ en onder de verfchillende zoon van teeringen is de gevaarlijk nog, die uit eene fcrophuleufe gefleldheid des lighaams voortvloeit. Men vind deeze uitteering vooral bij menfehen welke uitwendige verhardingen der w,UrUieren hebben, of die anderzints alle tekenen eener inwendig, fcrophula bezitten , „ welkt te gelijk eene tabes mfenterica hebben. De ziekte 'komt ongemerkt aan, en begint met eene droge kuch, welke 'langzamerhand vermeerdert, doch zo, dat de lijder daar op weinig egt ft lat; de benaauwJ.heid op de borst is zeer gering en at leen merkbaar m eene fterkere beweeging, vooral na het op.aan : eener fleilte, of trap. Wanneer 'cr iets opgehoest word, zün Ce fluimen dun, fchuimagtig en wit, zomtijds met een weini* lloeds gemengd: met dit alles verminde,en daaglijks de kragten des lijders , de oogen worden blaauwagtig, wit en paarikle'urig, en alle de toevallen van eene uitteerende- koorts verf hijnen De ziekte duurt gewoonlijk zeer lang, en gaat zeer hnnaam voort, docji is even diarom te ziehrder dacdlijk; dewijl do lijden  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. 8$r en ongemerkt in het lighaam dringen, en offchoon men in het bijzonder tegens deeze ziekte op zijne hoede fchijnt te zijti, is men het egter nog niet genoegzaam , dewijl de verfchillende aanleidende oorzaaken niet genoeg bekend zijn. De longen door voorgaande plaatslijke of algemeene ontftekingen tegennatuurlijk gefield zijnde, vergezellen deeze gewoonlijk pijn en andere toevallen, welke dringende genoeg zijn, om niet alleen den aandagt des lijders, maar zelf van alle, die hem omringen, tot zig te trekken; doch zeer zelden gebeurd dit, wanneer dezelve uit eene fcrophuleufe aandoening voortvloeit. Op de tegenswoordige manier van behandeling valt veel te zeggen; men doet weinig meer dan de natuur zelve zoude verrigten, en de ongelukkige uitflag toont duidelijk dat, hier iets meer te doen valt. Een goede leefregel en verkoelende middelen verlieten wel de toevallen ; maar de ligtfle toevallige oorzaak zal dezelve op nieuws aan¬ een- altoos welgemoed blijien, en dus ook dikwijls in den beginne zig zelve verwaarloozen. Deeze teering koomt voort uit eene verharding der waterklieren van de longen, deeze ontjleeken, maaken kleine verzweeringen, kruipen voort, en teeren den lijder langzamerhand uit. V*  $o VERHANDELING over dé aanbrengen, en vroeg of laat zal in de meeste gevallen de ziekte doodelijk worden. Ernftig zoude ik in fcrophuleufe teeringen zulke middelen aanprijzen , welke in ftaat zijn om de verftoppingen weg te neemen. Ealfemagtige enexpeétoreerende middelen fchijnen hiertoe maar zeer weinig vermogen te hebben, en ik ben van gevoelen, dat meer lijders door eenen ftricte leefregel, dan door de toegediende geneesmiddelen behouden worden. Men zal in het algemeen het denkbeeld afkeitren van kwikmiddelen in den eenen of anderen vorm aan teeringagtige lijders te geven ; hier voor egter kan ik niet de minste rede vinden. Wel is waar, de kwik zal, in het lighaam eens doorgedrongen zijnde, voor een tijd lang eene prikkeling geven , doch het is niet minder zeker , dat fpaanfche vliegen, ieder geneesmiddel, ja het ligtfte voedzel, het zelve doen in teeringagtige lijders. Wij moeten egter hier wel in het oog houden het onderfcheid , 't welk hier plaats grijpt; daar deeze lijders dien trap van prik. keibaarheid, die zo bijzonder aan teeringen, uit andere oorzaakeu voortvloeijende, eigen is, niet bezitten. De zagtere foort van kwikmiddelen zouden , mijns bedunkens, hier zeer veilig kunnen toegediend worden. Derzelver nut heb ik in verfcheidene gevallen duidelijk on-  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. o.i Ondervonden , en nimmer hiervan eenig nadeel befpeurd. De grootfte hulp, welke men de geneesmiddelen kan toevoegen, is de verandering van eene koude na eene gematigde lugtftreek gedurende de wintermaanden. Het gewigtigfte voorwerp onzer oplettenheid moet zijn de beginzelen der verftoppingen der darmfcheilklieren weg te neemen. Dit fchijnt in de meeste gevallen in jonge kinderen (ik meen, die onder de zes jaaren zijn) de plaats te zijn, welke het eerste aangedaan word, en den grond van ziekten voor het overige h,ares levens legt. Ik heb wat breedvoeriger de toevallen befchreven,. welke gewoonlijk in den beginne verftoppingen der darmfcheilklieren vergezellen ; dewijl ik overtuigd ben , dat het de gemeenfte kwaal is , waarmede kinderen iri dit land behebt zijn, welke ik vreesde minste bekend te zijn, en, wat nog erger is, daar het minste opgelet word. Veele fterven 'er buiten alle tegenfpraak van longteering; doch veel meer fterven 'er daaglijksaan ontaardingen der darmfcheilklieren , welke op de begraaflijsten onder den naam van wormert, engellche ziekte, ftuipen, of van andere ziektens gefield worden. Wifeman, de beste fchrijver over dit onderwerp , heeft bijzonder op de aandoening der  92 VERHANDELING over de der darmfcheilklieren agt gegeven , en zo klaar hier over zijn gevoelen geuit , dat ik den Jeezer verlof verzoeke hier zijne eigene woorden aan te haaien. „ Wanneer de uit„ wendige en zigtbaare klieren onaangeroerd „ blijven, zijn over het geheel de inwendige, ,, vooral die van het mefenterium, verftopt „ en opgezet: hiervan heb ik verfcheide voor,, Deelden gezien , en ik was van oordeel , „ dat zij Scrophtileus waren. Wanneer de „ uitwendige tekenen in zo verre mijne gis„ fmg niet konden wettigen , dat ik anderen „ tot mijn gevoelen konde overhalen, bleek „ het bij de opening van het doode lighaam, » dat ik in mijne meening niet bedrogen ge„ weest was. " De zesmaal overgehaalde zoete kwik is verre het beste geneesmiddel om deeze kwaal weg te neemen ; het is 't beste verzagtings middel dewijl het te gelijk den buik open houd en de oorzaak tekeer gaat; ja het fchijnt mij bijna een fpecifiek middel in dit toeval van ftruma. Gewoonlijk heb ik het s'avonds te bed gaande gegeven in eene behoorlijke hoeveelheid om den volgende dag twee of driemaal ontlasting te geven , en heb het , naar mate het de kragten des lijders toelieten, om den twee.den of derden avond herhaald. Met een wei. Pig bloem van tanyen meel gemengd zijnde, kan  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. j>$ ian men het meestal zeer gerust geven. Indien'er, zo als al dikwijls gebeurd, zuur in de eerste wegen mogt plaats hebben , kan men 'er een weinig magnefia, of andere opfiorpende dingen bijvoegen (*). Herhaalde reifen heb ik waargenomen , dat de kinderen na dit middel een beter nagt hadden, zonder dat zij de gewone fiuipagtige fchrikken (ftartings) hadden , dat zij vrolijker wakker wierden , beter eetlust hadden, en meer beweging namen , dan in die dagen , waarin dit middel niet genomen was. Men heeft reeds (*) Het beste middel om het zuur tegen te gaan zoudehier, gelijk in alle andere gevallen , de magnefia alba zijn; deeze bijzondere zoort van aarde heeft de eigenfchap van zig zeer gretig met het zuur, het welk in de ingewanden geboren word, te vereenigen; het vormt met het zelve een zoort van bitter middenzout, het welk gedroogt en in crijflallen gebragt zijnde, veel overeenkomst met het Epfcms zout heeft; en het welk ook eene buikzuiverende hoedanigheid bezit, en daar door de ingewanden tegel jk van dit zuur ontlast. Het is door de endervinding gejiaaft, dat magnefia alleen buikzuiverend is, wanneer 'er zuur in de eerste wegen plaats heeft; doch geen. zints, wanneer dit afwezig is. — De magnefia gecalcineerd en daar door caufliek geworden zijnde heeft dit voordeel, dat dezelve , van de vaste lugt beroofd zijnde, zig aanflonds met het zuur d>r maag kan vereenigen, en dat hetzelve door de hslating van zijne vafte lugt geene winden, of oprispingen gal veroorzaken. V,  P4 VERHANDELING over de reeds lang waargenomen , dat kinderen ditf geneesmiddel gebruiken , zonder die toevallen , welke men in volwasfenen befpeurd, hiervan gewaar te worden. Het voedzel, 't welk op dezen tijd gebruikt word, moet ligt en gemaklijk te verteeren zijn , waartoe de.melk het gefehiktfte is. Vooral na het wasfelien, moeten de leden wel gevreven worden ; waardoor eene ilapheid voorgekomen word, die dezelve in een foort van werkeloosheid zoude houden , , wanneer deeze niet gedurig door verfchillende foorten van prikkelende middelen voorgekomen wierd. Het lighaam moet genoegzaam open gehouden worden, cn indien dit niet door de calomel gefchied , heb ik 'er eenige greinen rhabarber en fal polijchrest bijgevoegd , en weinige gevallen waren 'er , waarin deeze behandeling niet volkomen aan mijnen wensch voldeet. In verftoppingen der andere ingewanden moet men dezelve algemeene middelen gebruiken : het is zeker beklagenswaardig , dat wij in verfcheidene ziektens gebrek aan duidelijke kentekenen hebben ; doch in het tegenswoordig geval is het een grooten troost voor ons, dat dezelve manier van behandelen onfchadelijk is; en bijgevolg is 'er geen geVaar , dut 'èr de zieke bij lijden zal, of de zit-  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. zitplaats der ziekte in het darmfcheil, of in de andere ingewanden is (a). Wij moeten nu het tweede tijdperk der ontaarde waterklieren, of de behandeling dier toevallen béfchouwen , welke uit eene fterkere aandoening des geftels voortvloejen, en gewoonlijk met eene groote zwakheid en verflapping gepaard gaan. Het gebeurd dikwijls, dat de eerste verfchijnzels der verftoppingen van waterklieren door kinderpokjes , mazelen , kinkhoest , koortzen van verfchillenden aart , en een kwalijk behandeld geitel, voorgegaan worden. Wij hebben hier ook flapheid en verzwakking, door eene vermeerdering der verftoppingen in de darmfcheilklieren veroorzaakt , waardoor de zo zeer noodzaaklijke opflorping der chijl belet word. De zwakheid door ontaarde klieren van het darmfcheil veroorzaakt zijnde , kunnenr wij maar weinig goeds van een voedende dieet of verfterkende geneesmiddelen verwagten , tot (a) Ik zoude deeze ziekte zo wel niet gekend heb-^ ben, had niet mijn overleden vriend en amptgenoot Doctor Kooyftra, alle zijne lijders, die of waarlijk fcrophula hadden, of dezelve te hebben veronderfteld wier* den, aan mijne zorg toevertrouwd,  f$ VERHANDELING ovEr na tot dat de ziekte zelf of geheel , of ten deeJe,r weggenomen word. Om dit gewigtig oogmerk te bereiken, heb ik met veel nut dezelve algemeene middelen, die ik zo dikwijls heb aangeprezen , gebezigd. Wij moeten die kwikbereidingen verkiezen , welke het minste de zwakheid vermeerderen ; en van dezen aart zijn de kwikmiddelen, welke behoorlijk met gom of flijmagtige middelen vereenigd zijn. Dikwijls hebben wij veel werk om de kinderen geneesmiddelen in te geven j dit kan men verhelpen door het gebruik van kwikzalf, die men alle avonden, of om. den.anderen dag, op den buik of de andere ledematen wel inwrijft, behoorlijk intusfchen; op de uitwerking lettende. Een Lauw bad van melk, weij, of mtlkwater komt hier zeer teftade; het helpt de werking der kwikzalf en onderhoud de kragten des lijders. Het voedzel moet van het ligtste zoort zijn, en uit ezelinne of koeijen melk , magere foupes, en dunne geleen van hartshoorn, kalfsvoeten , of vislijm, (ifinglas) beftaan, en men moet alle mogelijke beweging in eene zuivere lugt verfchaffen. Wij vooronderftellen, dat alle middelen , overal waar het mogelijk is, met eene zuivere lugt verzeld worden: een droge gezonde landflreek, befchut voor noordelijke en noordoostelijke winden, heeft veele voor-  KLIERZIEKTE op SCROPHULA. 07- Voordeden boven andere, maar boven alles moeten laage en dampige landilreeken, welke in de nabuurfchap van ftilftaande wateren zijn, vermijd worden 5 de zuiverste en gematigste is de zeelugt. Men moet vooral hardlijvigheid zoeken voor tekoomenj en wanneer de ziekte reeds zo ver gevorderdt is, dat 'er eene gedurige ontlasting van Hinkende en vuile ftoffen plaats heeft, moeten wij fomtijds opiaten voorfchrijven, als ook zodanige't zamentrekkeade middelen, welke best gefchiktzijn, om aan deze aanwijzing te voldoen. Wanneer de voorgeftelde middelen aan ons oogmerk beantwoorden , zullen wij daarvan dra de bewijzen ondervinden; wij kunnen zeker wel niet die veranderingen ontdekken , welke 'er in de aangedaane deelen gebeuren; maar de lijder zal zigtbaarlijk in krachten dagelijks toeneemen, en gezonder en vrolijker worden ; wanneer wij onze geneesmiddelen langzamerhand kunnen verminderen , of, na vereisch van zaaken , in derzelver gebruik voortvaaren. Gewoonlijk zijn 'er ook andere uitwendige teekenen van deeze ziekte tegenwoordig. Wanneer de klieren van den hals of eenig ander gedeelte des lighaams in eenen ftaat van ettering zijn, zullen deezen in dit tijdperk ü dej  %$ VERHANDELING öt-tï tot der ziekte zeer veel van die geene verfchillen, welke wij te vooren befchreven hebben 5 'er zal eene langzaame verzweering koornen, het vel zal over al even dun en van eene diep roode kleur , en de zwelling zal flets en flap worden , even als of'er eene opflorping plaats had. Als 'er geene opening door kunst gemaakt word; zal het lang aanhouden Voor dat het vel wijkt, en wanneer dit gebeurd, zal de opening niet alleen klein , maar dikwijls op eene min voordelige plaats zijn ; het vogt, het welk zig in dezelve onthoud , zal eerder na flijm dan na ettér, of na een vogt uit beiden te zamen gefield , gelijken , en indien men geene andere middelen bezigd , zal 'er voor eenen geruimen tijd eene ontlasting vart dezelve natuur overblijven. In deeze gevallen hebbeik uitwendig een wasehing uit mijr?he in kalkwater ontbonden, en het unguentum faponaeeum , of iets diergelijks best bevonden; doch ons voornaamste voorwerp moet zijn om de ziekte van de darmfcheilklieren aftekeeren, en op alle mogelijke wijzen het lighaam te verfterken. Met opzigt tot de verfchijnzelen van ftruma , welke wij na de kinderziekte, mazelen, en langdurige koortzen befpeuren, zal men bevinden, dat dezelve in de meeste gevallen alleen plaatslijk zijn, «n door eenen behoorlijken leefregel (non na-  KLIERZIEKTE op SCROPHULA. #f haturaes) tot een gunstig einde gebragt worden. Maar het ongelukkigfte van alle gevallen van ftruma is , wanneer dezelve van eene Verkeerde opvoeding voortkomt ; de ziekte heeft niet alleen haare zitplaats in eenige bijzondere ingewanden ; maar haare toevallen zijn meer algemeen , zo dat 'er zulk eene verandering in de gefteldheid des kinds geboren Word, dat zij, bijaldien zij niet in de kindsheid zelve den dood Veroorzaake, ten minsten eene altoosdurende ongefteldheid te Weeg brengt, en den lijder altoos in gevaar zijnes levens houd. Het valt zeer moeilijk zulk foort van gevallen te geneezen, en dezelve Verëifbhen niet alleen het groótfle geduld , maar ook eene gedurige en waakzaame oplettenheid. In den beginne zal eene verandering van ömfhndigheden waarfchijnlijk , al het geen nodig is, afdoen, en hiervan zal men wel dra de goede uitwerkzelen gewaar worden ; doch wanneer 'er wezenlijk door eene verdrajing der beenderen eene verandering in de uitwendige vorm en 'gèdaante ib reeds voortgebragt, en het geitel zeer verzwakt is; zal 'er , door wat oorzaak dit ook moge te weeg gebragt zijn, de grootfte aandagt op den leefregel vereifcht worden. Kinderen , welke zeer mismaakt en verzwakt waren, wierden door aanhoudenheid van tijd G 9 hjttf  fioo VERHANDELING over de hier door fterk en gefpierd, de mismaaktheid wierd langzamerhand minder , en eindelijk verkregen zij eene goede gefteldheid,en haaren natuurlijken vorm. In aandoeningen van de dieper gelegene waterklieren van den rug , opperfte gedeelte der dije, en die rondsom de geledingen gelegen zijn, heeft men verfcheide uit- en inwendige middelen aangeprezen, als fontenellen , fetons , en fpaanfche vliegpleisters, pappen van de waterkervel, zeewier, en verfchillende meclagtige dingen , maakt. Het is moeilijk te bepalen, hoe verre men het in het begin der ziekte hiermede gebragt hebbe; dewijl, het geene men in den beginne voor deeze ziekte aangezien heeft, in het vervolg blijken kan eene andere ziekte te zijn. Doch in die gevallen , welke ik gedagt heb dat allerwaarfchijnlijkst op aandoeningen der heup zouden uitlopen, heb ik die deelen met het een of ander prikkelend middel , als het linimentum volatije , of met een fmeerzel van olie en campher , alle morgen gedurende eenen langen tijd, wel laten wrijven. Men moet niet anders , dan ligt voedzel geven , den buik zomtijds door een weinig calomel open houden, het lighaam zoveel mogelijk bewegen , en zodanige andere inwendige middelen toedienen, als de oraftan- dig-  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. 101 digheden zullen vorderen. Door deeze middelen ftandvastig te volgen , heb ik mij zomtijds gevleid , deeze droevige toevallen te hebben voorgekomen. Maar , wanneer onze pogingen om eene opflorping van deeze vogten voort te brengen vergeefs zijn, moet men naar mijn gedagten deeze gezwellen fpoedig openen ; dewijl het niet mogelijk is, dat men eenig voordeel kan hebben van deeze gezwellen verder te laaten toeneemen, zo dat ze vanzelf doorbreken; de lijder zoude hier door zwakker en gevoeliger worden , en men zoude hem aan zijn ongelukkig noodlot overgeven. Ten vollen overtuigd zijnde , dat men met gee:ie mogelijkheid iets goeds van de pogingen der natuur kan hoopen, heb ik altoos vroeg met de punt van een lancet openingen gemaakt; dewelke niet groot behoeven te zijn, daar de ftof gemaklijk door eene kleine infnijding zal uitvloeijen. Nadat de ftoffen ontlasDwaren, heb ik gewoonlijk eene oplosfing van mijrrhe met een klein fpuitje ingebragt; terwijl ik uitwendig het ceratum faponaceum bezigde ; op deeze wijze zal de ftof dikker worden en verminderen. Wanneer de koortsbast door den lijder gebruikt kan worden, heb ik dezelve altoos in den eenen of anderen vorm gegeven , en na dat de voortrefiijkheid der G 3 roode  102 VERHANDELING over b.e roode kina bekend geworden is, heb ik dezelve altoos bij verkiezing gebezigd : Zomtijds heb ik de flores martiales, het lal martis, felter water , eene ligte voedzaame of melkdieet , eene gepaste beweging, en zodanige andere geneesmiddelen , als een ieder, geneesheer natuurlijk gebruiken zoude, hierbij gevoegd, en in verfcheide gevallen ben, ik hierdoor gelukkig gcfiaagd. Wanneer deeze ziekte de geledingen aandoet, heeft het dikwijls onaangenaamheden aan die heelmeesters veroorzaakt, Welke de ziekte aanflonds ongeneeslijk verklaarden > en de afzetting aanrieden. Een aantal gevallen hiervan zijn mij voorgekomen, welke zig, met weinig of geen letzel aan de werking der geleding, zeer wel fchikten. Onz^ hulp bij tijds gevraagd zynde, moeten wij met alle moeite eene opllorping zoeken te bevorderen ; dikmaals heb ik dit oogmerk bereikt doorliet unguentumcamphoratum, herhaalde fpaanfchcvliegpleisters , 'en eene dusdanige behandeling , als ik te voren aangeprezen heb. Maar , wanneer.de ziekte zo verre gevorderd is , dat 'er reeds duidelijk eene golving gevoeld word, heb ik nooit gedraalt eene opening met het lancet te maken, infpuitïngen te doen en op de gezegde manier het te yerbinden; Waardoor ik dikwijls zeer '" ' ' 'j' " ' ' "" " ^ na  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. 103 na mijn genoegen gevorderd ben. Een zeldzaam geval van deezen aart gebeurde onlangs aan een kind van drie jaaren , wiens beide geledingen van den elboog door witte zwelling aangedaan waren ; verfcheide heelmeesters zagen en onderzogten dit kind, en velden gezamentlijk een ongunstig oordeel over hetzelve. Wanneer ik het zag, had het, buiten de ontaarding der geledingen , een groot gezwel van denzelven aart op den fchouder. Ik Helde aanflonds voor eene opening te maken; waar tegen van de zijde der oudersin den beginne eenige tegenwerping gemaakt wierd, om dat zij te voren daar tegens gewaarfchuwd waren. Doch, na dat ik met weinig woorden daaromtrent mijne gedachten gezegd had, en om de hoop , welke ik had opgevat,wanneer mijn raad gevolgd wierd , gaven zij hier toe geredelijk hunne toeflemming. Ik maakte diensvolgens eene kleine opening onder en boven het olecranum in de eene, en eene kleine opening onder het olecranum in de andere arm , ik flak te gelijker tijd het gezwel op den fchouder door , en ik verbond alles op dezelve wijze met eene ontbinding van mijrrhe en het ceratum Saponaceum. Na eenigen tijd verdween de uitzetting der geledingen, en derzelver werking vermeerderde : Ik beval, dat men alle middelen in Jiet werk G 4 zou-  io4 VERHANDELING over de, zoude Hellen, om de armen des kinds te doen bewegen: dit gelukte zeer wel, dewijl in de tijd van drie of vier maanden alle de zweeren geneezen waren, het gebruik der geledingen 's weeklijks toenam, en dat 'er tegenwoordig, wanneer het kind eet, eer eene onhandigheid, dan een gebrek in de geleding fchijnt plaats te hebben. Een ander geval kwam mij voor bij eenen fchoenmakers zoon ; waar in ik met andere heelmeesters van gedagten was, dat eene afzetting noodzaaklijk zoude zijn , daar ik bevreesd was, dat door de langdurigheid der ziekte de banden der geleding aangedaan zouden zijn ; maar , daar 'er geene dringende toevallen aanwezig waren , deed Let goede gevolg, het welk ik in andere gevallen ondervonden had , mij befluiten ook deeze wijze te beproeven. Ik opende het geT Zwel, het welk eene groote hoeveelheid dunne fiijmagtige ftof beyattede, Ik behandelde het op de gemelde wijze, en hoewel het verfcheide maanden duurde , eer de lijder volmaakt herfteld was , en het eenen geruimen tijd aanhield, eer hij alles verrig, ten konde, het geen tot het maken van een paar fchoenen vereischt word , kan hij dit nu zonder de minste moeite doen. Ik haal dit tweede geval alleen aan, om te toonen, in hoe verre de geleding wederom herfteld Wierd.  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. 105 wierd. Wanneer de banden der geleding aangedaan zijn , vrees ik, dat 'er weinig reede is om eene volkomene geneezing te verwagten: het is daarom egter der moeite wel waard om de .bewaring van het been te zoeken, al was het dat de geleding of verminkt, of geheel verloren was, indien het leven des lijders door de proefneming maar niet in gevaar gefield word. Dikwijls gebeurd het, dat de opperste zijde van de hand, of de kleine beentjes der vingeren en toonen aangedaan zijn: wanneer het been dusdanig ontaard is, dat 'er eene exfoliatie plaats grijpt , zal het geval langdurig worden ; vooral wanneer dit uit Scrophula ontftaat. Wij moeten hier tragten het geheele geitel te verfterken door tonica, door eene vrije lugt, beweging, eenen goeden leefregel ; wij moeten op de deelen zelf eenige prikkelende middelen leggen, en door middel van een bekwaam verband eene matige drukking voortbrengen , waardoor eene al te groote uitzetting deezer deelen, zo als dikwijls gebeurd, bij gebrek van behoorlijke oplettenheid, zal voorgekomen worden» Bejluit. Niet tegenftaande de bewijzen, die wij aanP 5 ge-  jo6 VERHANDELING over d£ gevoerd hebben om het gemeene gevoelen, dat de ziektens der waterklieren owrervende zijn, tegen te gaan; twijfele ik geenzints, of zommige zullen zeggen, dat een oogenfchijnIijk bewijs (ocular demonftration) een onwederfprekelijke proef is, en dat zij verfcheide familien kennen, welke eene regelmatige opvolging deezer ziekte voor jaaren lang gehad hebben. Dit egter is geene wefenlijke proef, dat de ziekte erflijk is; andere oorzaaken zijn door ons aangewezen , en ik twijfele niet, of, wanneer men op deeze met eenen onbevooroordeelden geest ernstig agt Haat , men wezenlijk zal bevinden, dat het oneindig meer waarfchijnlijk uit eene deezer oorzaaken , dan door overerving, voortgekomen zij. Het is overbekend , dat bijzondere levenswijzen, verfchillende gefteldhedeq en onderfcheidene beroepen, bijzondere ziekten voortbrengen; zo zijn by voorbeeld coliquen en verlammingen bijzonder aan fchil-, ders en loodbereiders eigen,de tusfehenpoozende koortzen, zo menigvuldig in de laage gedeeltens van Esfex en Lincolnshire en andere moerasilge landen van dit koningrijk , komen uit de geüeldheid des lands voort. Wanneer fchilders in haare konst derzelver kinderen opbrengen , en deeze aan de ziektens haarer ouderen onderhevig worden,zoude  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. 107 de men met regt dan moeten befluiten, dat fieezc ziekten errlijk zijn , en het zelve zoude doorgaan in de landziektens ? Met een woord, mijn voornaamste wenseh en verlangen is, ora het vooroordeel en wanbegrip , dat deeze ziekte uit eene te vooren aanwezige overgeërfde fmetstof voortfpruite, weg te neemen; hopende, dat wij, als wij beter de oorzaaken der ziekten kennen, in ftaat zullen gefield worden, om de gevolgen beter voor te koomen en weg te neemen. Ik vrees, dat men nog het meest tegen de voor gefielde hulpmiddelen zal hebben in te brengen. Zo menigvuldig en zo vreemd zijn de verfchillende opgaven der gevolgen van het neemen van kwikmiddelen, dac veele van angst .zouden fterven, wanneer zij wisten, dat zij kwikmiddelen genomen hadden , of moesten neemen. Ik zal daarom tragten eenige van de meest gewoone tegenwerpingen weg te neemen. De kwik word door fcheikunstige en andere bewerkingen in verfchillende gedaanten gebragt, en na de verfchillende oogmerken word het daar door min of meer werkzaam gemaakt. Met de grootfte gerustheid kan men de jongde kinderen, en na evenredigheid menfehen van allerhanden puderdom, kwik toedienen, en tegenwoordig geloof ik, dat men het in veel meer foorten  io8 VERHANDELING over de ten van ziektens geefd, dan eenig ander geneesmiddel. Men dagt te vooren, dat men de uitwerkingen van dit middel alleen aan de kwijling te danken had; doch ik geloof, dat 'er tegenswoordig zeer weinig heelmeesters zullen gevonden worden, welke die niet, als eene zeer onaangenaame en zeer onnodige omftandigheid voor den lijder en om het voorgeftelde doelwit te bereiken, befchouwen. Het is bekend, dat zeer veele venerifche lijders meer dan eens tot kwijling gebragt zijn, zonder dat daar door de ziekte geneezen wierd; en het is zekerlijk hiervan daan, dat zommige lijders door de kwik in eene verfchillende form te neemen, geneezen zijn , dewijl zij zekerlijk te vooren op eene origefchikte wijze aan het kwijlen gebragt waaren. Het zal eenieder aanneemlijk voorkomen, dat, wanneer de mond zodanig aangedaan is, dat 'er eene groote hoeveelheid fpeekzel door de fpogklieren afgefcheeden word, men, het vergif nog niet te ondergebragt zijnde, met geen goed gevolg den voortgang der kwijling kan bevorderen: want indien 'er meer kwiks gegeven word, zal men de kwijling vermeerderen, en dat zoude mijns bedunkens even onbezonnen zijn , als om op een wond fpaanfche vliegpleisters te leggen. Kwikzilver ichijnt het ecnigste middel te zijn, het welk op  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. ÏO0 op de fpogklieren op deeze wijze werkt, en dit verbazend onderfcheid tusfchen alle andere geneesmiddelen duid ons aan, dat hec een bijzonder geneesmiddel voor de ziektens der klieren is. Deeze onderfeheidende hoedanigheid is voor den lijder van het hoogste belang ; daar dezelve de zekerste wegwijzer in verfcheidene venerifche gevallen voor den heelmeester is. Het is een der moeilijkste flukken der heelkunde , om het tijdftip regt te bepaalen, wanneer iemand kan gezegd worden volmaakt geneezen te zijn; en het zoude nog moeilijker zijn, hadden wij niet, behalven de verdwijning der uitwendige toevallen , andere reedenen, om onze gedagtcn te wettigen. Ieder , die de praktijk oefent, weet,dat de een twintig maal meer kwik zonder aandoenig van den mond, of andere uitwendige veranderingen te weeg te brengen, verdragen kan, dan de andere ; daarom moeten wij dit als eene gewigtige omftandigheid aanmerken, zedert wij hier aan ziekten onderworpen zijn , die alleen door dit middel kunnen geneezen worden, dat 'er een waarfchijnlijk kenmerk is, het welk ons in ftaat fielt de vereischte hoeveelheid te beoordeelenden deeze is in de meeste gevallen zo zeker, dat men dezelve zeer gemaklijk ontdekken kan, zo wel als wij weeten kunnen de  tio VERHANDELING over fig de hoedanigheden van eenig ander ontbiftdingsmiddeJ, welke hoeveelheid'er vereischt Word, wanneer het zal beginnen te prsecipitceren, en dit zonder het minste nadeel aart den lijder toe te brengen. Ik durf zeggen ; dat 'er hier geen geval is, waarin kwijling te pas kan koomen; daarom moet zulk eene onaangenaame en pijnlijke gefteldheid voor den lijder zorgvuldig vermijd worden. Men zal waarfchijnlijk zeggen, dat hetgeen nieuws is kwikmiddelen in fcrophuleufe gevallen aan te prijzen; Ik meen niets van die natuur te zeggen; het is vrij zeker, dat in deeze ziekte twee en drie honderd jaaren geleden kwikmiddelen gegeven wierden, cn , indien wij aan de fchrijvers van dien tijd geloof mogen geven gaven zij het met het beste gevolg. JVifeman, Heelmeester (zerfeant turgeon) van Karei den Eersten, die^ meer dan eenig ander fchrijver, fcrophuleufe gevallen geboekt heeft, gaf zeer gewoonlijk de Calorhel; doch in zulke groote giften , dat ik zomtijds denke, dat 'er een groot onderfcheid ten opzigte van deeze kwikbereiding met de onze moet plaats gehad hebben: inde hoeveelheid , die hij gegeven heeft, moet het, of als een kragtig purgeermiddel, gewerkt, of den lijder fchielijk tót kwijling gebragt hebben : zeker is het intusfchen, dat,- nieè  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. irt «iet tegenftaande deeze ongemakken , het zijn geliefd geneesmiddel geweest is, waarop hij zo fterk vertrouwde , dat hij zondereen of ander kwikmiddel alle hoop tevergeefs agtte. Toen de Heer van Zwieten de ontbinding van Sublimaat, welke nog zijn naam draagt, invoerde , waren "er maar weinig kwikbereidingen, als altereerende middelen, in gebruik: dit zoude toen wonderen verrigten , en men fprak hiervan, als van een fpecifiek middel, en de goede uitwerkingen van dit middel zijn, zedert dien tijd , door verfcheide fchrijvers bevestigd, In Rusfels verhandeling over het gebruik Van zeewater in het geneezen der ftruma, Worden groote giften van iÈ'thiops mineralis aangeprezen; en, alhoewel dit op verre na de beste kwikbereiding niet is, moet men egter eenigen invloed aan een kwikmiddel toefchrijven, het welk ongetwijfeld eenige kragt bezit. In de verhandeling van Doet. Fothergiel , geplaatst in de Londori Mcdical obfervations , over de voordeden der koortsbast in fcro» phuleufe gevallen , Word de calomd in kleine giften, als een hulpmiddel der kina, aangeprezen. Ik neem de vrijheid van zo een groot man te verfchillen, in zo verre , dat ik de kina als het hulpmiddel, en de calomd als hes werkend middel befchouwe.  tfi VERHANDELING over ós Dat men van het ontijdig gebruik van dit geneesmiddel gevaarlijke gevolgen kan hebben, is buiten kijf. Ik merkte alreeds aan j dat de eene twintigmaal meer moest hebben ± om dezelve uitwerking te bekomen , dan de anderen; en omgekeerd, dezelve hoeveelheid, die nodig zal zijn voor den eenen, zal voor den andere hoogst -nadeelig zijn. Dit moet van zelf genoeg zijn , om ons zorgvuldig en oplettend te maken op de uitwerking , in -wat form wij het ook geven mogen 3 en dit leverd ons mede een bewijs uit, dat men het nooit, als een algemeen middel, of door onkundige handen t moet laaten gebruiken. Ik heb de verfchillende kwikbereidingen aan eenige duizend lijders toegediend, zonder dat ik ooit een voorbeeld, hetwelk mij eene wezenlijke moeite veroorzaakte, gehad heb. Lijders , welke deeze geneesmiddelen, zonder het huis te houden , bezigen, zullen na* tuurlijk aan verfcheidene ongemakken, door eene kwade dieet , verandering van weer > bloodftelling aan koude en diergelijke omftandighedei. veroorzaakt, onderworpen zijn. Hiervan heeft men zomtijds kleine ongefteldheden, doch deezezjn zo gering, dat men dezelve altoos met weinig moeite cn door zig een dag of twee in agt te nemen , kan overwinnen. Ik  KLIERZIEKTE of SCROPHULA. 113 Ik hoop , dat de uitgaaf van dit Werkje ten minsten deeze uitwerking zal hebben ; dat het de oplettenheid van bekwamere mannen zal opwekken, om niet alleen deeze, die de gemeenste van dit Koningrijk is, ( uitgezonderd de befmettelijke ziektens;) maar ook andere ziekten van het geitel der watervaten, welke tegenswoordig nog weinig bekend zijn, verder na te fpooren. EINDE. H DRUK-  DRUKFEILEN. De Leezer gelieve de volgende ZinJlorende Drukfeilen dus te verbeteren. Voorrede P. 8. lin. uit Lees dat p. 14. L rr. 'er en 'er p. 21. 1. 29. welke de welke zijn de P- 35-1 I. 23. antimoniacal —- ammoniacal p. 37. I. 4. verdikte . verdikt p. 40. I. 5- Zalpeterzuur Zeezoutzuur p. 41. 1. 25. vlutig . vlugtig p. 45- note i praéticaal praftical obfer- vations on the more obftinate &c. p. 14. I. 26. Lanershire Lancashire p. 15. 1. 5. moete -— moet p. 33. noot c. 1. pen. al — el P- 38. I. 3. richets — rickets p. 41. 1. uit. noot a. moet op pag. 42 ag. ter vryvende geplaatst worden. p. 54- L 2. dat dit P- 64. 1. 6. fevirifide -—■ furryfide P- 99- k 1. non naturaco non naturals p. 11 o. Zerfcant turgeon . Sergeant fur- geon