L U C I N A ONTDEKKENDE De waare oorzaaken, der onkunde en onbekwaamheid van de meefle Vroedvrouwen, binnen onze Republiek, zoo in zommige Steden als inzonderheid op bet platte Land: en, de waare wegen en middelen aantoonendewaar doormen onze Republiek gemakkelijk zoude kunnen voorzien , van welopgevoede, deugdzaame, oordeelkundige, handige, en bekwaams Vroedvrouwen. DOOR C. TERNE» MBO. DOCT. PR4ELECT0R. STADS PROED- MBESTER TE LEÏDEN. Bk Vorst handeld verflandig, welke in 't vernuftig aankweken en 'vermeerdemi van zijne Onderdaanen de vergrooting van zijn inkomen zoekt. Nu zijn wij overtuigt, dat de vrees voor zwaars baaringen en voor den dood, de vrees, om veele kinderen te baaren een machtige invloed heeft op zwakke gemoederen, maar de ondervinding leert ook, dat bekwaame Vroedvrouwen een groote gerustheid voor de Vrouwen kunnen te wegbrengen en in waarheid, oik veele het leven en gezondlieid redden als goede Geneesmeefteren hunne vlijt daar bij komt. Suszmilch, TE . L E T D E N, Bij C. F. K O E N I G, MDCCtXX XIV. ■ ACAB.LVG-D Ex Legato VERRIJST.  41, wat voorheen ooit juichte, treurd. Het aardrijk weigert nu den Landman zijn verinogen. De woejïe wolken , door den donder los gefcheurd , Bedekken al te v.wk de blaauwe hemelboogen ; Ma-ir ftort daar iemand uit met recht zijn jammer klagt, Het is het Vrouwelijk gejlagt. De ziel met zwakker vat omzet, Voelt dies te feller al de doornen van dit levm. En 't ligchaam draagt met fmert de vrugt van 't huwlijks b?d Die 't laai! te dikwerf moet al Jlervende overgeven, En noemen die, terwijl reeds de adem vlucht tot God , Of Ben-oni * of Ihabod. § Voet, * Gen. XXXV: ,8. 5 I Sim. IV: 10, tl.  OPDRACHT aan de VROUWEN IN NEDERLAND. Waarde Vrouwen "Ver gun mij deeze ■Verhandeling aan U eerbiedig toe te wijden. Dezelve is ingericht, om de onkunde van veelt Vroedvrouwen te verbeteren, het gebrek van dezelve te vervullen en aan U, die nodige hulp, welke Gij mei recht vorderen kunt, te verzorgen. ■ Noch Virvt, noch Overheid kunnen U zulks weigeren. —— De 'Vroedkunst is van te veel aanbelang voor] U zelve, voor U teder Kroost en voor de geheele Maatfchapptj om langer onverschillig te zijn. — Zijn 'er derhalven Steden of Dorpen, daar geen Vroedvrouwen aamveezig zijn, of word gij door de Onkunde mishandeld, breng het onder het oog van uwe geëerbiedigde Overheid, en verwacht, dat Zij zoodanige Vrouwen aan U zullen verzorgen, waarop Gij, U en U Kroost; veilig durft verlaaten. Indien Gij langer de ongeregeldheden en mishandelingen verzwijgd , dan beledigt Gij niet alleen Uzeiven maar ook de geheele Maatfchappij, en field de befte Overheid buiten ftaat, om aan hunne In~ gezectenen, die Aardfche Gelukzaligheid te verzorgen, welke Zij wenfehen, trachten en ook bereid zijn, om door hun macht en gezag te weege te brengen. ■ Met fmerte, wel is waar, is U opgelegd Kinderen te baaren, maar onder dezelve te bezwijken , is nimmer de taal van bet goedertierende en liefderijke Opperweezen. • Dit fleeds bedenkende, zult Gij hier door , U zelve geluk verfchaffen en beantwoorden aan het Oogmerk van die zich met achting noemdt, Waarde Vrouwen. Uwe beilwenfebende Vriend C. T E R N E. L E Y D E N den 15 Junij y 1784. * .2 A A N  AAN DEN L E E Z E R. D e fchreuw ijle mishandelingen , de onmedegen/le wreedheden, het verzu'. ,i van de rechte en behvaame tijd, om de Vrou~ •wen gelukkig van haare Kinderen te verhsfen en het wezentlijk gebrek aan behvaame Vroedvrouwen hebben gelegenthsid tot deeze Verhandeling gegeven. Zommige Heeren Befiierderen der Oeconomifche Tak mede overtuigd zijnde, dat 'er een wezentlijk gebrek aan bekwaame Vroedvrouwen plaatsch heeft, inzonderheid op het platte land, ftelde in de nuttige voorjlellingen van 'tjaar 1780, voor, om een goude medaille te vereeren aan die geenen, welke het befte plan zoude inleveren , om dat nijpend gebrek te verbeteren. Geene bedenking maakende of die nuttige voorflelling zoude in 't volgende jaar doorgaan, maakte ik mij gereed om mededinger te zijn , en verzamelde ten dien einde eenige ftukken om een plan te formeeren, ingericht na de nuttige voorflelling, maar die nuttige voorflelling verviel, en dus tok het plan dat ik dagt in te leverën. Zom. mige Heeren waaren van oordeel, dat zoodanige voorftellinge, niet tot de Oeconomifche Tak behoorde, en in zekeren zin behoorende Vrouwen en Kinderen niet tot de Oeconomifche Waar: want men kan in ons Vaderland de Vrouwen en Kinderen niet ep de Marten brengen cm te verkopen, gelijk men in Oost - en West ■ Indien gewotm is. Nochthans meen ik, dat men geene Oeconomifche Fabrieken en Travieken zonder menfehen handen kan beflieien, en dus zijn die inrichtingen, welke de vermeerdering des menfehen kunnen begunftigen, niet geheel van de Oeconomifche Tak te feheiden. —1 Genoeg dat hier uit blijkt, dat het gebrek aan bekwaame Vroedvrouwen iets wezentlijk, en geen bloote harfenfehim is. Mogte deeze Verhandeling eenigzints dienen , om de fuffende mijmeringen en mverfchilligheid te verbeteren, welke in zommige Steden en Dorpen omtrent het aanftellen van de Vroedvrouwen plaatsch heeft, en gelegentheid geven, dat de Baarende Vrouwen van kundiger en békwaamer Vroedvrouwen voorzien wier den, dan zou mijn eogmerk bereikt worden. ■ De Taal - en Drukvouten gelieve de Ltezer gunftig over het hoofd te zien. De reden waarom deeze Verhandeling zoo veel laater als men verwacht had, het licht ziet, is: Dat mijne Va-handeling aan het Geneeskundig Genootfchap Servandis Civibus gezonden en verfcheidemaalen hier in aangehaald noch niet uitgegeven is, ■maar thans binnen weinige dagen zal uitgegeven worden. ■■■ »'■■ LU-  L U C I N A ONTDEKKENDE «! Hf'v '13 De waare oorzaaken, der onkunde en onbekwaamheid van de meefie Vroedvrouwen , binnen onze Republiek, zoo in zommige Steden als inzonderheid op het platte Land: en, de waare wegen en middelen aantoonende waar door men onze Republiek gemakkelijk zoude kunnen voorzien, van welopgevoede , dcugdzaame, oordeelkundige , handige , en bekwaame Vroedvrouwen. D e Vrocdkonst , die voortreffelijke en groots Dienaares der Natuur, heeft onder de Goddelijke Voorzienigheid, door de vlijt, naarftigheid en onvermoeide poogingen , der uitmuntende Genees- en Heelkundigen , onbegrijpelijke groote verbeteringen en aanmerkelijke vorderingen gemaakt. Verftandige, bekwaame en handige Verloskundigen weetcn en kunnen thans veilig, zeker en gemakkelijk, zeer veeIe mocjelijke hinderpalen gelukkig te boven komen, (daar de voorige Eeuwen zich billijk over1 zoude verbaaren en verheugen) indien geen verdervende hand Natuur en Konst verkragte, alle bekwaam- en kundigheid nutteloos maakte en fchan-> delijk te Jeurftelde. Een verkeerd liggend kind , was in de voorige Eeuwen, in die daagen van onkunde, een wonder als het levendig gebooren wierd. Duizende vrouven en kinderen wierden, door een ontijdige en te vroege dood , den Staat deerniswaardig ontrukt, bejammerenswaardig van de Waereld gedoopt en het ongelukkig flagtoffer der onwetenheid. Men was zelfs in 't begin van onze Eeuw noch niet inftaat óm zonder gevaar de mocjeiijke en zwaare hoofdgeboortens te redden; ja, duizende vrouwen bleA ven  ( * ) ven de zerk haarer vrugten, of zonken in 't graf,aan de gevolgen van eisfelijke konst bewerkingen, om dat Natuur of Konst noch geene betere middelen uitgevonden hadt, om deeze moejelijke geboortens te verlosfcn en gelukkig te doen eindigen. Thans Land en Stadgenooten! beleven wij die gelukkige tijden, en kunnen die moejelijke en tegennatuurlijke geboortens, waar de Natuur voor in gebreeken blijft, of tevergeefs haare kragten op verfpild'j en ten nadecle van vrouw en kind werkt, machtig onder de armen grijpen, kragtdaadig onderftcunen en metof zonder eene gcwaapende hand, door kloekmoedige en op Rede gegronde Konstbewerkingen gelukkig en gemakkelijk met behoud van moeder en kind-ten einde brengen, ja fneuvelen in enkele gevallen (dat nochthans zeldzaam gebeurd, als vroegtijdig een bekwaam Vroeter aanweezig is ) de kinderen eens onder de moejelijke Konstbewerkinpen, verftandige en handige Mannen kunnen evenwel' de Vorm tot nader Vrugtgebruik fpaaren, zo door geen doemenswaardig eigen belang, Heidenfche domheid, roekeloosheid, of door onverftandige handgreepen de geboorte deelen der Vrouwen vertroeteld en tot verfterving toe verwaarloost ziin. De ondervinding heeft geleert, dat de doode kinderen zo dikmaals niet voorkomen zederd men Chirurgijns gebruikt heeft om levende kinderen te haaien en de baarende Vrouwen, hebben ook veel veiligheid daar bij gevonden. Welk eene voortreffelijke verbetering voor het Mcnschdom! en inzonderheid, welk eene gerustheid en geluk voor de baarende Vrouwen , is hier door te weeg gebracht? Men kan hier over nazien.mijne verhandeling onder de Zinfpreuk ïlmplex veriftgillumvan den grooten Boerhaave betrekkelijk op de Vroedkonst gemaakt; te vinden, inhetnegende deel van het Genootfchap Servandis Civibus. — Hoe ook de Vroedkonst ten top gefteegen is, 'er zijn nochthans gewigtige hinderblokken, welke zomtyds de bekwaamfte Vroedkundige doen ftruikelen , of noodzaaken en verpligten , om eene gevaarlijke konstbewerking in 'twerk te ftellen, om niet alleen daar  C 3 ) daar door te trachten en moeder en kind te be-i houden , welke natuurkundig zeker beide anders omkomen moeten, maar ook om aan de verftandige regelen der Konst te voldoen en zijn geweeten onfchuldig en onbevlekt voor knagend en wroegend na berouw te bewaaren. Zoo lang de Natuur door toevallige omftande en ziekelijke gefteldheden belet en verhindert word, om alle Vrouwen gelukkig en welgefteld voor het kinderbaaren te formeeren, zoo lang zullen ook onverzaagde en kloekmoedige Vroedmeefters, voor dit gering getal van mismaakte, kromme en van nauwe bekkens voorzien zijnde Vrouwen, verpligt zijn, hunne toevlugt te neemen tot gevaarlijke konstbewerkingen. __Zulke nauwe bekkens en mismaakte Vrouwen, zijn de klippen, waarop de verftandi^fte, handigftë en bekwaamfte Verloskundigen hunnen goede naam, faam en gezondheid op verzeild hebbenden in 't vervolg op verzeilen zullen, ja geduldig verdraagen moeten, van eerlooze Aterlingen en onkundige in de Verloskunde gelasterd , gehoond , geërgerd en vervolgt te worden. Zodanig een nauw bekken en mislukte konstbewerking deed hetcrediet van Mauriceau in Parijs wel vijftig percent daalen en een beroemde van Deventer in ons Vaderland op het einde van zijn leven ongelukkig worden. Beide Mannen nochthans van beproefde deugd en kundigheid, ja de grootfte Vroedkundigenvan hunnen tijd, waar de konst een oneindige verpligting aan heeft. Zoodanig een nauw bekken en mislukte konstbewerking was oorzaak, dat men de braave Vroedmeefler J. Brouwer, na de gevangenis fleepte en door tien gewaapende Boeren met gelaaden geweer als een ter dood veroordeelden liet bewaaken. Ja, hoe veele ervarene' Vroedkundigen, welkers naam ik uit hoogagting verzwijge, hebben om die Reden de Vroedkonst laten vaaren en voor altoos vaarwel gezegd , tot aanmerkelijk nadeel en fchaade der Vroedkonst. Echter hoe ook door laage zielen zulke mislukte gevallen aangezien worden, zij zijn uith'oofde van de nauwte der bekkens , misgeftalte der deelen, A 2 groo-  C 4 ) èfodtc der kinderen, of doordegoddeloofeverWaarloofmnen , welke voor af plaats' hebben zomt'yjds onvermijdelijk voor dc kundigltc, braaffte en handigfte Vroedmceper. Even gciijk een dapper Held die met beleid en oordeel een Bataljc waagt en verliest, dus geen louweren van overwinning plukt, nochthans een verdicniteiijke Held b-lij'*; of gelijk een ruftig' en ervaaren Zeebouwer, ceh goed Zeeman blijft of fchoon zijn onderhebbende bodem door de wocj de der normen tegen de rotichen verbrijze'd word,, zoo blijft ook een bekwaam en handig Vroedmeefler dezelve verdienstelijke man, of fchoon een wel uitgevoerde konstbewerking niet zo gelukkig flaagt als men wenscht, bid en verlangt. Gelukkig nochthans, ja, zeer gelukkig is het, dat die moejelijke verlosfingen niet dikwils gebeuren cn uit duizende vrouwen , vind men zelden een zoo eng als Mauriccau te Parijs en ik te Stompwijk aantrof, welke vrouw, ik, door de Keiferfnede verloste , cn bevond dat het bekken van 't fchaambeen tot het heilige been geen twee duimen wijt was, zijnde de vrouw geheel mismaakt en maar 33 Rhijnlandfehe duimen hoog. Ook komen die moejelijke baa-, ringen zeldzaamer voor om dat zommige mismaakte vrouwen van Natuur gelukkig onvrugtbaar_ zijn of door Mannen weinig gezogt worden, dewijl de uiterlijke gedaante en een gezonde geftalte der Vrouwen o-een geringe drijfveer is , om haar voordeMannen bekoorelijkte maken, welke aanlokfelen in mismaakte, °-eboggekle en krom gegroeile lichaamen niet aan te treffen zijn. Een wel ingerigte en gezonde Staatkunde zou mislchicn veel toebrengen kunnen om zodaanige moejelijke verlosfingen noch te verminderen. Hoe moeielijk en eng de bekkens ook moogen gevonden worden, zoo zijn nochthans die gevallen niet hoopeloos , maar kunnen of door de Keiferfhcede of als het kind zeker dood is, door het verdeelen van het kind tot een gelukkig einde gebragt worden , ja in onze daagen heeft de ondervinding geleerd dat de doormijding van 't fchaambeen met een goede uitflag in 't werk geiteld is geworden, veel, ja  C 5 ) ja zeer veel han „ doods  C 7 ) n doods van Vrouwen en Kinderen zijn en de Maat„ fchappij zoo veel nuttige leden jaarlijks niet on- medogend ontrooft worden en de konstkundige en handigfte konstbewerkingen niet zoo dikmaals „ met een flegteuitflagachtervolgtworden;totfchan- de voor een gezuiverde Vroedkonst en verwijt „ voor een verlichte Natie. " Om te verzwijgen dat men op zeer veele Dorpen in 't geheel geen hulpvrouwcn vind waardoor de zwangere Vrouwen in de grootfte verlegentheden gedompeld worden, ja met de reeds gebooren kinderen fheuvelen eer men van een ander Dorp een hulp- of vroedvrouw kan bekomen. Maar Helaas! Hoe is het zelfs gefteld met zommige vroedvrouwen, welke de goede ingezetenen toegevoegd' worden, en een zwangere vrouw haar leven en dat van haar kind moet aanvertrouwen, in zommige Steden en Dorpen binnen ons Vaderland gefteld? Aller betreurenswaardig en jammerlijk vind men zomtijds dat het met de bekwaamheden van zommige Vroedvrouwen gefteld is , en hoe veele baarende vrouwen moeten niet onder de grouwzaamfte en ongefchikfte handen van alle kundige hulp ontbloot, mét haare vrugtenrjaduizendeelendenuitgeftaan te hebben omkomen? Vrouwen van Nederland! Gijlieden dwingt ons, om voor U in de bres te fpringen! Gij verdiend een beter lot, een betere hulp voor de dienften aan 't Vaderland gedaan, voor de opgebragte fchotten en lasten waar mede men een wachlcnd Vaderland onderfteund en de Maatfchappij onderfchraagd, voor de nuttige Burgeren, Land- en Water-H elden, welke door U lieden zijn voortgebracht en ftaan voortebrengen. •— Of zal een Staat eeuwig onverfchillig zijn in de rampen der Vrouwen? Neen, dat zij verre. Door de wijze voorzorg der Overheden zijn zelfs hier en elders in de groote Steden Onderwijzers in de Vroedkonst aangefteld om de Vroedvrouwen te onderwijzen en nieuwe aan te kweeken, maer hoe veele verbeteringen diende op zommige plaatfen in de onderwijzing? ook zijn door de braave Regenten in A 4 vee-  ( 8 ) veele Steden , ja zelfs op zeer aanzienelijke jaarweddens, bekwaame Vroedkundige Mannen aange-. fteld om baarende Vrouwen, zo wel Rijke als Armen, in haar nooden bij te ftaan en de Vroedvrou-. wen te onderfteuncn. Maar goede Hemel ' wanneer roepen veele Vroedvrouwen de hulp van een Vrccdmccjier? Zïjn 'er niet veele domkoppige cn ftijfhoofdige Vroedvrouwen, die in koelen bloedcdedood van moeder en kind afwagtc», cn dus de Zenuwen van den Slaat roekeloos vergruifen , zonder een Vroedmeeitershulp te eilchen en de beste en voortreflijkfte inrigting en voorzorg van waardige Burger Vaderen fchandelijk en ongeftralt verlmaaden Ja, wij zouden haar met naam en toenaam kunnen noemen, die, als zij tot der dood toe, de vrouwen en kinderen , verwaarloost hebben, eerloos de arme vrouwen onverlost laaten leggen, en, onder cenige voorwcntlels weggaan, om dus met'geen Vrocdmcefïer te doen te hebben, hoe ook zulk een doen tegen Ordonnantiën en Reglementen mag aandruiien van de Hooge Overheid gegeven. Maar, al roepen cn eifchen zommige Vroedvrouwen een Vrcedmeefter, het is zeldzaam vroeger, oi het kind heeft reeds zijne levens grondbeginielen verloeren , en de moeder is nauwelijks te redden of legt in doodsworsteling ; dan, dan zoekt men maar ongelukkig te laat de hulp Van een Vroedmccfter in zeer veele gevallen, of om dat hij maar allcenig aanfebouwer zal zijn van het elendig en pijnelijk affterven , of om dat men de kwaade uitflag van een wel uitgevoerde konstbewerking hem pp den hals kan fchuiven, als hij de verlosfing onderneemt; hoewel Verftandige, de oorzaak des doods zoeken in het te lang toeven, en in de onkundige Raadgevers greetig vinden kunnen. liet is niet alleen Landgenooten dat zoodanig een verzuim, alhier in onze Republiek plaats heeft, maar „hoe akeiig Ichctst Doctor Eiszfeld die verwaarloofing der Vroedvrouwen in Qiiedlinhurg af, in zijn nuttig Werkje over bet aangenaame en onaangenaam me bij het uit oefenen der Vroedkonst, cn het lust mij zijne eige woorden hier in te voegen: zeggende bladz. 23. enz. " Als  C 9 ) Als ter regter tijd bij een jonge en voor de eerflt maal baarende vrouw alle tekennen van baaren verfcbijnen, de pijnen en onrustigheden in de buik beginnen, de vliezen Jpringen en de wateren af vlieten, zvaarop als dan de waare weeën uit de lendenen beginnen , en in de fchaamte nederdalen , met tusfchenpofende lendenpijnnen vergefeld, volgen , de vroedvrouw ontdekt de inwendige mond v,ande Baarmoeder geopend, en kan van het opperde deel des hoofds iets voelen, maar de buik in plaats van zich te veranderen en te daalen, gelijk gezvoonclijk gefekied, blijft als te voren , de vrouvj krijgt de hevigfte aenhcudende weeën, doch de vrugt daald niet lager door het bekken, maar zij bemerkt, dat de eene zijde van de onderbuik vol, en hard is en de andere zijde zich weck gevoelen laat; in deze omfiande wagt de Vroedvrouw de eerfte, tweede ook wel de derde dag af, cn alle de flren^e weeën, worden in die tusf ben tijd, zonder het gewenscht gevolg, te vergeefs verarbeid. Zij fpreekt dag ennacht tot deeze deerniswaardige en op fpoedige hulp hoopende vrouw , van een gelukkige verlosfmg, van God en zijn genaadige bij/land. Doch zij ziet en ondervind dat de omfandigbeid beklaaglijker bedroefder;, ende arme baarende elendiger en kragteloofcr wordt. Nu houd haar gemeende fchranderheid en in geheelde wijsheid op , weet zich niet verder te beraadslagen en de baarende te helpen, ja zij geloofd helaas! noch alles gedaan te bebben, wat mogelijk is. Daar op vald haar eindelijk noch eene goede raad in, fchoon eerst den anderen dag: men moest om een Doctor fluuren, dat dezelve fpoedig kwam, en een kragtigevlaag of weeën drank of een voortreffelijk afdrijvend poeder ordoneerde. Den Doctor komt, praat een wijnigmef de in zulke zware noodleggende vrouvj, (nut ailen fpoed voeld hij de pols nu, nu geduld bet is een eerjle ■kindje') maar hij is onbekommerd, om zorgvuldig de gedaante van de buik te betrapen, noch minder om met zijn handde uiterlijke en innerlijke teeldeclcn te betasten, en zeker te onderzoeken: of ook door een gebrek in de teeldeelen, in 't bekken, of ook de. groote van bet hoofd, kwaade legging of andere voorvallm, de A 5 oor-  ( io ) oorzaaken Van de hardnekkige en langduurige verlas fing zijn. De vroedvrouw zegt , Heer Doctor bet hoofd flaad regt in 't bekken (Goede Hemel? menigmaal legt de heup of een ander deel voor, het ontbreekt maar aan weeën en pijnen en helaas? duizende weeën heeft de vrouw vergeefs verwerkt,) voorschrijft doch maar een regt goed drankje dat braaf op de weeën werkt, waar door het boven los word, door zotte waan bezield zijnde, om dat het hoofd niet verder voortkomt, dat het hoofd vast gegroeid zit. Den Doctor door de vleijënde pluimjïrijkcrijen der Vroedvrouw ingenomen Qvjclke een fchande voor de Edele Geneeskonst) grijpt (o dat hij daar voor de teeldeelen hadt aangegreepen) den bereidwillige pen en inkt en voorfchijft een magtig en flerk vlaag drankje, uit den beroemde Borax , caneel poejer, caneel Pouieij wateren, en caneel Jlroop zamen gefield, om de barende vrouw alle 2 uuren een of twee lepels vol in te geven. De baarende krijgt daar op veel grocter onrust, benauwdheid en braaking, daarbij blijven de overige omjlande als te vooren; (ja niet zelden word daar door verwekt een Congefiio ad uterum en het bloed ontvlied de teeldeelen, dus veel erger en grooter gevaar.) Dewijl nochtans het opgekomen braaken om zijn heevigheid voor bedenkelijk en gevaarlijk gehouden word, zo word het voorig drankje eenigzints veranderd, men iaat namentlijk de Borax 'er uit , en neemt tot agt loot water een.fcrupel Balfamifche pillen en een half dragma gezuiverde falpeter: want de barende heeft in eenige tijd geen afgang gehadt. Het braaken vjel is waar verminderd eenigzints daarop , maar de overige omflanden blijven beklaagelijk en betreurenswaardig. — Moest niet een Doclor in zoodanig geval voldoender zekerder oordeelen en de beelkonfiige verlosfing voorjlaan ? was het niet raadzaamer en veel beeter geweest, de Geneesmiddelen te laten vaaren, en door de Vroedkundige handgreepen de noodige verlosfing onderzoeken ? Den 3 dag 's avonds zend men om hulp te erlangen, en deze droevige baarende vrouw noch te redden, na een ander Doclor, welke de vroedkonst verjlaat en van  ( i# ) Hoe aandoenelijk valt het voor een Vroedmeefter, die de menlcheüjkheid, ik wil niet eens zeggen de Christelijkheid,'geheel en al niet verloren heeft, bare: de vrouwen en kinderen elendig te zien omkomen, welke men door eene geringe hulp zomtijds hadt kunnen redden? kan 'er voor een menfchelijk hart wei iets treffender zijn, dan over een onfchuldige vrucht cn noodlijdende baarende het doodvennis te moeten vellen, welke een kundige hand v,;v.(^-fV ;• . -., .... f ■ ter  ( 25 ) ter regter tijd aangewent, Wis- en Natuurkundig zeeker hadt kunnen behouden? Nooit konnen de nakomelingen van Apeiles beter voorwerp aantreffen, om een verlegen mensen met penceelen en verwen aftemalen, dan een trouw echtgenoot, wiens baarende vrouw door verwaarioofing dér Vroedvrouw zieltoogende leidt, de weinige hoop, welke hij noch voet", de dienstvaardigheid waar mede hij nog tracht hulp toe te brengen , de liefde, welke in hem heerscht voor Vrouw en kmd, de wreeveligheid tegen de Vroedvrouw, en de onbekwaamheid om goede hulp toe te brengen, vertoont de verlegentheid op een kragtigc en wonderbaarlijke wijze ; welk een oog flaat de baarende Vrouw op haare beminde echtgenoot , haar teder kroost, waarde vrienden en goedebekenden? Hemel! hoe zieltreffend is het teder affcheid, dat een baarende vrouw' welkers verftand en hart gezond is van haare trouwe echtgenoot, kinderen en vrienden neemt? hoe nadrukkelijk en ernitig verwen zij met een ftainelende en ltervende mond* het fchandeüjk verzuim aan den Vroedvrouw en zegt (wij hebben het met eige ooren gehoord) ik vergeel U het wanbedrijf, god hoop ik , z/l het U ook vergeeven, toen ik voor twee en meerdere dagen om een Vroedmeefter fmeekte, weigerde gij mij zulks, en daar itaan nog Geneesheeren Ihlzwijgende bij , zonder het fmeeken gehoor te geven, is het niet wat te zeggen, mijne leezeren • Hebben wij geen reedenen om zomtijds een harde" taal te voeren ? nu zal ik geholpen wordm mi,ar te laat, ik voel de dood reeds m:t harde fchreeden naderen, de kinderen toe zes in getal noch onbewust van de bittere ramp van binnen kor* een braave moeder te zullen derven, beveeld zij nochmaals voor het laatst een zeer bedroefde Vader aan welke bijna zinneloos is over de veile fchok die hem ftaat te treffen. „ De bedroefde Ouders, Broeders, Zusters en Vrienden komen om haar de laatste kus te geeven en vaarwel te zeggen, het gekerm, geween, gcB S klag, f-  C 26 ) kla» gejammer en gehuil doet alles aan, treft ieder0 een, behalven het hart van een wreede Vroedvrouw ',' die even zoo onaandoenlijk blijft, als of zij verftcend cn door de gewoonte, voor de menfchclijkheid niet meer vatbaar is : of die alles, om zich te dekken, aan de Voorzienigheid toefchrijft, want zoo een geval zou haar anders voor een tweede , derde en meerder affehrikken en hoeden. Èen booswicht cn verftoorder van de algemeene rust, om zijn kwaad gedrag rechtvaardig ter dood veroordeeld, beweegt het hart noch van elk rechtgeaart mensen, hoeveel te meer moet het ons, mijne leezcren ter harten gaan, een braave en noodzaakelijke moeder voor een talrijk huisgezin te gelijk met haar vrucht te zien door roekeloosheid omkomen, die men had kunnen behouden. ■ De Gegoede, de Rijke cn,aanzienelijke Inwoonderesfen, trachten en kunnen door her gebruik van bekwaame Genees-cn Vroedmeelferen, wel is waar, zeer veel gevaaren ontduiken, of fchoon zij zich zelve door de goede raad van Genees- en Vrvedmeejieren te verwerpen, in ontallijke gevaarendikmaalsftorten. Dagten de Kraamvrouwen aan de wet en regel, door de Sügter en beste kenner der Natuur eertijds voor de Kraamvrouwen aan het oud Israël ge- geven , zij zouden omzigtiger zijn , niet zo fpoedig haar kraambedde en kamers verlaten, en daar door van een mcenigtc onheilen bevrijd blijven. — Kunnen gegoede Vrouwen veele gevaaren te boven komen, daar door is de geheele Maatfchappij noch niet geredt •, want de welvaart en gelukkige omftandc van Inwoonderen hangt niet alleen af, van eeni°e bijzondere perzoonen, maar dat elk Lid van de Maatfchappij , hij zij rijk of arm in zijn omftandc , zoo gelukkig als mogelijk is , en een arme baarende vrouw heeft zoo veel recht om een goede bekwaame en verftandige hulp te eifchen, als een rijke, ja een verftandige Staatkunde, heeft geen reden om die eisch niet te billijken en te verzorgen. , Dit voorafgegaan zijnde, laat ons nu zien, wet-  ( 27 ) lte de oorzaaken zijn dat de Vroedvrouwen n'et bekwaamer gevonden worden, omhaarnoodzaakclijk, teeder én zwaarwichtig air.pt, met meerder nut en veiligheid voor Vrouwen en kinderen ter uitvoer tebrenr gen, en ten tweeden trachten middelen aan de hand te geven, om die oorzaaken uit de weg te ruimen, dewijl deeze Eeuw en misfcHien de volgende niet toereikende zullen zijn, om te weeg te brengen, dac de Vroedkonst alleenlijk aan Mannen • toevertrouwd zal worden. De eerbaarheid , de edele fchaamte, het blind vooroordeel en eigenzinnigheid der Vrouwen , zal in deeze en de volgende tijden altoos werk verfchatfen aan Vroedvrouwen. Een hand konst, welke bijna van het begin dér Schepping af, en tot nu toe aan Vrouwen is aanvertrouwd geweest gaat zoo gemakkelijk niet als zommige zich verbeelden, om haar uit de hand te wringen. Zie van der Lyar in de Voorreden van. zijn nuttige Schets der geheele Vcrloskunde. De raad die Plaio geelt, is hier niet te verwerpen; naam'ijk, dat men niet moet voorneemen, pin in de Republieken iets anders te verbeetcren en in te voeren als het geen men weet , dat men die kan fmakelijk maaken, uit welke de Republieken beftaan. Tantum contendere in Republica, quantum probare Civibus tuif posjis. Ons voormecmen is derhalven niet om de Vroedvrouwen uit te roejen en te verdelgen, maar zoo het moogelijk was, nuttiger bekwaamer en kundiger te maaken, ten minfscn, daar toe de middelen aan de hand te geven. Mochte ik hier eenigzints gelukkig in flaagcn , ik achtc mijn tijdt niet onnut yèrfpild, maar mijn oogmerk, namentlijk het heil der baarende brouwen en kinderen, bereikt te hebben. in magnis voluisfe fat cji. De Eerji'e gelegentheid gevende Oorzaak van het gebrek aan bekwaame handige, deugdzaame en oordeelkundige Vroedvrouwen, zijn wij verfchuldigd aan, de algemeene minachting, welke men tegen de Vroedvrouwen, en derzclver zwaarwichtig Ampt heeft. — Doeze minachting heeft het Vroedvrouwen Ampt /•x - ge-  C 28 ) gemeen met meerder nuttige konften en wetenfehappen. Men vergood een Held, die de Wacrcld in vuïir en vlam Steld, en de Menfehen van de aarde voor altoos verdelgd, en een Vroedvrouw die de Menfehen helpt in de Waereld komen, cn zonder welke hulp veele kinderen zouden omkorhen wordt van veele onkundige veracht, ja het i§ bij groot en klein in de mond, dat de Vroedkonst het üiterfte middel zijn zou om een beftaan te zoeken, en het is mij meenigmaalen mislukt om een oordeel kundige vrouw tot het lceren der Vroedkonst overtchaalen. Men prent de kinderen al in de vroege jeugd fchadelijke en vcrdervelijkc vooroordcelen tegen de Vroedvrouwen in, zoo dat zij natuurlijk een afkeer krijgen tegen deeze nuttige menfehen , welke vooroordcelen bij rcipor jaaren in een zoort van minachting cn verontwaardiging veranderd. Even als of haare verrigtingen kwaad zijn, en tot fchaade der menfehen verftrekte. Lu vroegere jaaren Helde men de VroedvromvenmctToverresfen bijna in eene gelijke graad en van veele onkundige menfehen is dit vooroordeel noch niet geheel en al weggenoomen, men hield haar voor vrouwen, die oneerlijke en tiadeelige handel dreeven met de kwaade geesten , die de vliefen waar het kind in be/looten was, of de zogenaamde Helm voor zeer hoogen prijs Vcrkogten, en misfehien ook van zommige bij geloovige verkogt wierden: Men was cenvoudiggenoeg om te gelooven dat het geluk of de welvaard van de kinderen afhing van de eerlijkheid of oneerlijkheid van de Vroedvrouw: want als een kind met de vliefchen op 't hoofd geboren , en door de Vroedvrouw niet overgegeven wierd om verbrand of door de ouderen bewaard tc worden, hield men de kinderen ongelukkig , en bejegende de kinderen ongelukken, men fchreef het al zeer licht aan de Vroedvrouwen toe dat zij de Helm verkogt hadden, en waarlijkdeeze onnofelemeeningcndom vooroordeel is noch niet geheel en al van de onkundige menfehen weggenomen. Niqt lang ontmoete ik een Heer te Amjierdam woonendc en geboren te Riga., welke bijna 80 jaaren de zoogenaamde Helm bij zich ge-  C 29 ) gedragen hadt, om gelukkig te zijn, en evenwel tegen het bijzich draagen van de Helm juist de gelukkigfte niet is. Dwaaze ftervelingcn I wanneer zullen fchadelijke vooroordeelen eens geheel weggeroeid zijn? of de vliefen breeken, zoodat het kind 'er door komt, dan of die vliefen op het hoofd blijven zitten, dat meri de Helm noemt, ja of het kind geheel in de vliefen gebooren wordt, zij kunnen geen invloed op de kinderen hebben en zijn voor een Vroedvrouw niets waardig. De onkundige Doétoren in zonderheid zommige Vroedmeefleren hebben om eigen belang veel toegebracht om de achting van de Vroedvrouwen te doen dalen, dewijl zij alle gevallen hoe onfchuldigde Vroedvrouwen zomtijds zijn, kwaalijk en liegt behandeld noemen, om dus haar eer, achting en goede naam te ontncemen, waardoor de goede en kwaade op een gelijke rol gefteld geworden zijn. Dit is oorzaak dat men zeldzaam vind dat braave handige verftandige vrouwen tot het leren van de Vroedkonst overgaan, maar worden'er veel eer toe afgefchrikt. Een Vroedvrouw nochthans welke kundig handig eerlijk en Godvreefende is, is een mensch welkers noodzaakelijkheid nooit genoeg gewaardeerd kan worden, die'sLandsfchattenmerkelijke vergrooten kan,en in waarheid een bijzonder voorregt van deMagiltraat verdiende. Zoodanig een Vroedvrouw kan meerder dienst doen aan een Maatfchappij dan een groot getal onkundige Docloren, welke men met èertietels overlaat en tot walgens toe eerbiedigt. —• Waarom veracht en verfmaad men het Vroed vrouwen Ampt? Uit onkunde. Isheteenlchandeomeenba-1 rende vrouw van haar kind teverlosfen? Geenzints, maar het verftrekt tot eer en agting zulks loffelijk; te verrichten. Is het daarom een fchandelijke konst om dat een Vroedvrouw zomtijds dag en nagt moet doorbrengen niet zelden ten kosten 'van haare gezondheid bij een noodleidcnde baarende vrouw ? zeeker niet want het geen zij waagt naamelijk de gezondheid is niet te waarde eren , en geduldig voorzigtig en  C 3° ) én met oordeel de tijdt aftewagten zijn deugden welke een Vroedvrouw moet bezitten. Is de plaats, welke een Vroedvrouw moet kennen, naukeurig, en verltandig betasten eninvroeten, zoo haatel'yk dat men daarom geen achting voor het vroedvrouwen ampt of voor een vroedvrouw Heeft? in geenendeete; want anders zouden'er zoo veele flaaflche aanbidders der Vrouwen niet zijn. De Koningen en Vorften Geleerde en ongeleerde Rijke en arme fchamrn zich niet om vrouwen te liefkoofen. De Natuur drijft 'er zelfs een mensebtoe aan, en gelukkig hij, die dezelve niet te veel gehoor geeft. Weet iemand een Edeler cn bekwaamer plaats om de kinderen in voorteteclen en uitte ontlaft.cn! voor zeker neen, van de Grootfte Vorst, tot den armfte bedelaar is geen andere weg gebaand dan een pijnelijk baaren. Zij die de trotfche Schepter zwaaijen zijn zoo wel tusfehen de twee uitloosplaatfen geteeld en uitgekomen als die op den beedelaars ftaf rust. — Verliefen Genees- en Heelkundigen wel hunne achting, om dat zij de venus ziekte geneefen, een befmette öfpokl ge Roede en Schcede behardelen, ofeenfteen uit de blaas, een verharding uit de Baarmoeder wegnemen, of in 't fondement wroeten om een aarsfiftel tefnijden? opgeenerlei wijze, Eenb roemde Boeriave vergoode men, en hoe heerlijk heeft hij fpaanfche pokken belchreven cn genezen, maar een Vroedvrouw, die dag en nacht en dikwils voor een gering loon een kind verlost en een vrouw tot nader voorteeling lpaard is en blijft in veragting. Of is het dat zomtijds een of meerder vrouwen en kinderen omkomen in of na de verlosfing ? dit geeft fchijn , maar is de Vroedvrouw altoos de fchuld daarvan? zijn 'er geen duizende ongemakken die een baarende treffen en na het graf fleepen, zonder dat een Vroedvrouw 'er de oorzaak van is? moet men altoos een kwaade uitflag van een handige konst verrigting aan de Vroedvrouw toe ichrijven? wie zal dan door den tijdt Vroevrouw willen worden? Domme roekelooze en onbekwaame Vroedvrouwen moet men ruineeren ja ge-  C 3i ) %eheel uitroejen maar braave en kundige Vroedvrouwen moeten gemaintineerd worden of het gebrek aan goeden Vroedvrouwen zal dag aan dag meerderen. VerlielenGenees- enHeelkundige ook geene patiënten. En als men de Genees- en Heelkundige hunne eer, achting en aanzien ontnaamen als zij patiënten verloren , hoe zou de loffelijke Genees - en edele Heelkonst vervallen! als een voorzichtig Geneesheer bij voorbeeld kreefs oogen voorfchrijft en het heeft eene uitwerking even als of zoo een mensch arfenicum gebruikt heeft en fterft is het dan recht om zoo een mart te laaken te fchenden cn te lafteren ? Geenzints. Of als een kloek en handig Heclmeefter een zwaare_ en gewichtige operatie onderneemt en de patiënt fterft, moet men die dan fchandelijk ten toon ftellen of aan de woede van 't graauw blood overgeven om gelijk Archïbutus te Romen na een zwaare operatie gedaan te hebben, te fteenigcn. Hoe fpoedig zou het getal klein worden, en wie zou die konften en wetenfchappen willen leeren! zeer weinige zou men vinden, en geen weldenkende : Want een mensch, die onaandoenelijk is voor eer en fchande komt het naafte bij de dieren. Om dat men veel al de ongelukken die een Vroedvrouw overkomen, aan verzuim, nalatigheid en onkunde toe fchrijft, en dezelve dan fchandelijk ten toon fteld zonder reden , doet weldenkende, beleezene en wel opgevoede Vrouwen een afkeer tegen het Vroedvrouwen Ampt krijgen. Ja maar zal men zeggen het is omdat de Vroedvrouwen over het allegemeen.zoo onkundig dom en roekeloos zijn? het is zoo, 'maar is het over het algemeen met veele Genees- en Heelkundige ook zoo niet gelegen, wie twijveld daar een oogenblik aan? De vroedvrouwen het is waaragtig en het jammert mij dat ik het zeggen moet, tot fchande van mijn Vaderland, zijn, over het algemeen roekeloos eh onkundig, maar even wel hier en elders kunnen wij noch bekwaame vinden en noemen, is het dan niet fmertelijk dat de-goede ën bekwaame een lot met de roe-  C 3* ) roekelooze fmaaken en ondervinden dat men de goede weinig of geen eer of achting toedracht. Dat zommige Genees- en Heelkundige onkundig zijn , is veele hun eigen fchuld , maar dat veele Vroedvrouwen onkundig zijn, is haar niet alleen te wijten, want het Karafter van zommige Vroedmeefters , heeft haar onkunde vermeerderd, cn de gebrekkige onderwijzing gelegenheid gegeven , een verkeerde fpaarzaamheid geholpen en andere oorzaaken meer belet dat de aangeftelde Vroedvrouwen niet bekwaamer zjjn. Wil men dan, cn is het regt ernst onze Republiek van goede Vroedvrouwen voorzien, men moet het Vroedvrouwen Ampt uit het ftof der verachting en verimaading waarin het gedompeld en als onder de puinhoopen van vooroordeelen begraaven ligt zodanig verheffen dat ordentelijke fatzoenelijke en verftandige vrouwen aangemoedigt worden, om de noodzaakclijkc en heerlijke Vroedkonst, wel, nauwkeurig en grondig te leren en handig, deftig cn loffelijk ter. uitvoer brengen kunnen, de voor haar niet docnelijke werken ter regter tijd overgeven aan een Vroedmeefter. Het is nictnodig dat de kinderen, haar verrigtinge en werk weeten , maar het is ook fchadelijk dat men de kinderen voor de Vroedvrouwen bang maake en als werktuigen gebruikt om 'er na bed te jagen. Men deed veel beeter door haar verftand, aanzien erj deftigheid te verheffen om in de kinderen een behoorlijke aanzien cn eerbied te verwekken, 'welkeniet toeliet haare tegenwoordigheid te dulden, dit zou in 't vervolg van jaaren in itaad zijn, voor zommige die nu atgefchrik worden, tot het leeren van de Vroedkonst aantezetten, ten minften het kan geen nadeel verwekken. Een konst, een wetenfehap , welke een Staat een Republiek volftrekt niet ontbeeren kan , gelijk de Vroedvrouwen konst is, verdient ook van de Regenten der Sleeden en Dorpen eene bijzondere oplettenheid, ende uitoefenaarfters daar van behoorden niet alleen van de Regenten, alle mogelijke fchut en be- fcher-  C 33 ) feherming verleent te worden, maar vorderd ook tcffens bczondere eerbewijzingen, en aanziene'ijke ■ voorregten , waar van alle andere vrouwen uitgezondcrdt moeften blijven en die allen aan Vroedvrouwen vergunt wierden. — Menton aan bekwaame Vroedvrouwen zommige voorregten kunnen verleerien, welke in 't oog van iedcr'niensch aanzien en yoortrelïelijk waaren; men hegte bij voorbeeld aan het Vroedvrouwen werk ontflag van. alle impost op de eet en drinkbaarë voetfelen voor haar geheelè huisgezin. Men gaf in groote Steeden in de Kerken voor de Vroedvrouwen een,vrije aanzienelyke zitplaats dat het .voor het oog van de geheele Waereld bleek dat mch .de Vroedvrouwen hoógachte, én op de Dorpen is het zeldzaaam zoo vol in de Kerken, dat 'er geen goede en deftige plaats voor een Vroedvrouw zou overfchieten. De Nacht wagten van Steeden en Dorpen, moeften haar ten dienften zijn en zonder eenig voordeel, heen en weder brengen, ter plaatfchcn daar baar hulp vereischt wierd, .waardoormen voor eerst de Vroedvrouwen bevrijde om' niet voor fpot en uit baldadigheid geroepen te worden, maarten anderen wierden zij ook befebermt voor baldadige ftraadfehenders, waar voor Vroedkonstoefenaars al meenigmalen blood ftaan. Haare uithangborden, welke op zommige plaatfchen moedwilligafgefcheurd worden, dienden als vertrouwde goederen aangemerkt teworden. Een uitlïeekende lantaarn konde het kenmerk zijn van', een Stads Vroedvrouw, op dat men haar bij nacht gemakkelijk konde vinden •, aan Stads Doctoren, Vroedmeefters en Chirurgijns zoude .zulks' ook dienftig zijn.. Op plaatfcn daar bczondere fontfen zijn waar 'uit men aan arme baarende vrouwen eh kinderen luuren , linnen en eenig geld verleend, behóórde men in elke wijk, bon'of kwartier een van de Stads Vroedvrouwen ; voor Regentes .of goede Moeder bij openvallende plaatfen,aanteftel1 en , om, dat .zij niet alleen weeten', hóe noodzaakelijk diergelijke goederen bij zommige armen' zijn',' ma'af ook C ' tef-"  C 34 ) teffcns om haar een achting en aanzien te geven, en te gelijk met aanzienelijke vrouwen te doen verkeeren. Op de Dorpen diende eene Nieuwe aangeftelde Vroedvrouw van de Predikftoel aan de opgezeetene afgekondigt te worden, met al het geen men van haare bekwamheden en goed gedrag vernoomën hadt, met verzoek aan de Dorpelingen,haar daarvoor te erkennen. Ik weet dat zulks op zommige Dorpen plaats heeft. Ik leende voor eenige tijdt een leerling op een Dorp, om geduurende de ziekte van de Dorps Vroedvrouw de zwangere Vrouwen tegereiven; De Heer van 't Dorp vond goed zondags van de ftoel zulks te laaten bekend maaken, met zoodanige verzeekering van haare bekwaamheid dat de Vrouwen met de grootfte gerustheid en vertrouwen zich 'er van bediende, tot dat de Dorps Vroedvrouw weder gezond was. Indien een Vroedvrouw eens, een uitmuntende en gewichtige verlosfing door de konst verrigte, zoude men zulks door de Couranten konncn mededeelen, op dat haar vertrouwen bij de goede burgers vermeerderde. Ook zou de Overheid als zij onfchuldig benadeeld wierden, voor haar goede naam, faam en welvaard dienen te zorgen en voor al op de Dorpen belet moeten worden dat geen Vroedvrouwen van andere Ambachten op haar Dorp de voordeden wegnaamen, inzonderheid als zulks tegen de Dorps ordonantie ftrijde, welke disorder dikv/ils plaats heeft. — Door zulke en diergelijke aanzienelijke eerbewijzingen, zal men in ftaat zijn fatfoenlijke vrouwen uittelokken, om het Vroedvrouwen Ampt te leeren, en door den tijd zeer gefchikte, wellevende en handige Vroedvrouwen krijgen, waar aan een man gerust zijn vrouw kan vertrouwen, en de deftigfte Inwoonderen zullen zich niet fchaamen, met zodanig een Vroedvrouw te verkeeren: daar het thans op zommige plaatfen tot zodanig eene laagte is vervallen, dat zelfs Stadsvroedvrouwen de allerflegtfte aifairen bij de hand hebben, als oude lompen te verkopen, kroegjes te doen, een hoerhuis houden en wat foortgelijke laag-  C 35 3 laagheden al meer verrigten , fchuwende dus aanzienlijke Inwoonderen met recht, haare verkeering en gebruiken haar in nood, om dat'er geene van betere opvoeding bij de hand zijn, ik weet wel datzulke eerbewijzingen maar klaatergoud en bij verftandige menfehen van geene waarde zijn; maar, die de Vrouwen kent, die weet wel dat zij vatbaar voor eer en aanzien zijn. Maar veel licht denkt men, als Vroedvrouwen zoodanige achting worden aangedaan , dat zij dan te trotsch en hoogmoedig zullen worden , de arme menfehen, de fnoodfte ontmoetingen zullen krijgen en zelfs de gegoede en aanzienlijke niet behoorlijk zullen bedient worden? het is ten deele zoo, maar dit neemt niet weg , dat de bijgebragte voorftellingen nuttig kunnen zijn, de beste zaaken met de beste oogmerken ingericht, kunnen , door geen goed gebruik 'er van te maken, kwaad worden. De eer en hoogachting welke men, bij voorbeeld, aan een Predikant verfchuldigd is en bewijst, maakt zomtijds een armzalige Dorp Preediker, zoo hoogmoedig en trotsch dat hij noch zich , noch zijn vrienden, noch goede bekenden wil erkennen ,vergeetende wie hij geweest is, wie hij is en wie hij zijn moest ; kortom, hij wordt pedantorum facile princeps ,■ en als men om een of meerdere zoodanige dwaaze ftervelingen , alle de overige, wakkere, Godvruchtige en nedrige Predikanten, alle eerbied, hoogachting en fchuldige verplichting weigerde, zou zulks niet ten hoogften nadeelig wezen, en onkundig gehandelt zijn? Gewisfeiijk ja: Niet de Eer en Hoogachting, welke men aan een weldenkend mensch bewijst, maakt hem trotsch, maar het misbruik , en wie kan juist zoo [gelukkig de midden weg houden. Dat een Vroedvrouw Eergierig en naa hoogachting ftreeft, is zelfs voordeelig voor de konst, zij Zal, daar door geprikkeld, noch moed, noch arbeid, iever of tijdt ontzien, om door het handig uitoefenen van haar konst, zich verder te bevlijtigen, het heil der baarende betrachten om tot hoogheid te geC * raa-  C 3* ) ranken, door zoodanig de plicht te betrachten. Na eer en hoogachting te dingen is loffelijk. Hoe troostelijk en dienstvaardig zullen de arme vrouwen van zoo een Deugdzaame Vroedvrouw geholpen worden, en de gegoede zullen 'er de gewenschte uitwerking van hebben. Men moet niet denken dat zulke eerbewijzingen voor Vroedvrouwen te aanzienelijk zijn , want een kundige, braave en Godvreezende Vroedvrouw, bekleed een Ampt, ten hoogften noodzaakelijk voor de Maatlchappij en van zoo veel gewicht, dat men de braave uitoefenaarfters , zelden te veel eer en aanzien bewijst •maar wel te weinig. Laaten wij nu tot de tweede oorzaak overgaan, welke gewichtiger is, doch ook gemakkelijk te verbeteren. - De tweede gelegentheidgeevende Oorzaak, van de onkunde en onbekwaamheid der meefte Vroedvrouwen, zijn wij verfchuldigt aan het onvoldoend en gebrekkig onderwijs, van de Heeren Prof es foren en Lectoren, welke aangefteld zijn geweest, of noch zijn, om de Vrouwen te onderwijzen. Pace Virorum optimorum, zal ik met befcheidenheid en vrijmoedigheid: Voor eerst aanmerken, dat 'er Onderwijzers in de Vroedkonst en voor de Vroedvrouwen zijn geweest, en noch zijn, welke, hoewel in de Theorie van de Verloskunde kundig, nochthans van het uitoefenend deel de Praclijk , of eigenhandig de Vroedkonst te verrichten bij baarende Vrouwen niets verftaan, ja zelfs, nimmer een Vrouw hebben zien verlosfen, of bij een verlosfing tegenwoordig geweest zijn. Al het geen zoodanige Onderwijzers van de Vroedkonst leeren en onderwijzen, is dus gegrond op het gezag van andere Vroedkundige Mannen en gevestigd op befpiegelingen van het geen de Schrijvers hen geleerd hebben, zijnde dus verftooken van de Praclijk, en ook te gelijk berooft van iets beflisfent en op eigen ondervinding zeker fteunende, te onderwijzen. Dewijl nu de ondervinding ons geleert heeft, dat ■ het niet mogelijk is, alles in de Vroedkonst uit te voe-  C 37 ) voeren wat de Theorie wel voorfteld, zoo ook dat men in de Verloskunde handig ter uitvoerbrengt zommige Verlosfingen, welke alleenlijk Theoretisch betracht zijnde onmogelijk zouden fchijnen. Mijns bedunkens moet een onderwijzer van eenigc Konst, de Konst, welke hij anderen zal leeren , niet alleen in befpiegelingen en op het gezag van anderen weten voorteftellen, maar ook de konst zelve verftaan en ter uitvoer kunnen brengen. Hoe veel te meer is het noodzaakelijk dat een On-° derwijzer in de Vroedkonst, niet alleen de Theorie, maar ook de Handkonst zelve verftaat, en zelfs handig weet te Vroeten; anders, dunkt mij, is hij de Man niet daar hij voor fcheep komt, mist hij de kennis van de Praclijken dagelijkfche ondervinding, hij is en blijft een gebrekkige Onderwijzer, die dwaald , als zijn Leermeefters, naamentlijk de boeken dwaalen, en leert anderen mede dwaalen. Claudicat, zegt zeer fraai, Erasmus uit Galenus Lib. 7. Apopht. 112. qui alterum crus dejlderat, & mancus ejl Medicus, qui folam rationem aut experientiam habet. Dat is, dat een Geneesmeejler, die, of de reeden, of de ondervinding alleen bezit , even als een kreupele is, die maar een been heeft. Hoe veel te kreupelder zal dan het onderwijs zijn, van een Onderwijzer, die enkel de reden weet, en van de ondervinding verftooken is? Ten Tweeden. Zommige Profesforen en Lettoren, redeneren in de maandelijkfche, of veertiendaagfche lesfen voor de Vroedvrouwen, als of zij voor menfehen fpreeken , welkers brein gefpist is, voor diepdenkende en onafgebrookene redeneringen, vermengt met zoo veel onzekere fubtiliteitcn en memoriewerk, dat het uur verlopen is, zonder nuttig geweest te zijn. Daar kunnen misfehien Vroedvrouwen onder weezen, zo zij niet flaapen, welke zomtijds iets begrijpen, maar de leerling ziet daar dikwils, als een onoverkomelijke zwaarighcid en fteile berg tegen aan, wordt daar over moedeloos of verzuimt veel nuttiger deelen van de Konst. De ondervinding leert ons dagelijks, dat veele menfehen, inC 3 zon-  C 38 ) zonderheid Vrouwen, die van de jeugd af aan niet tot denken gewent zijn, voor onafgebrookene en in verbant ftaande redeneringen niet vatbaar zijn, (met uitzondering van die Vrouwen, welke ons Vaderland tot cieraat verftrekken) en het verbandt of zamenhang der gedaane redenering zeer fpoedig verliezen. Zien wij niet daagelijks veele menfehen in dc Keiken gaan , zelfs ingetoogen en Godsdienftig fchijnen te hooren, en evenwel niets verftaan, zij ■'onthouden hier en daar een woord van , zonder te weten van verdeeling der texten, of waarom , 'door een Predikant deeze of geene redenen, of bewijs plaatfen zijn bijgebragt, en komen dus zoo dom weder te rug als zij 'er na toe gegaan zijn, ja hebben dikwils verkeert verftaan en maaken dus een valfche belacbgelijke of gevaarelijke fluit regel. — Zoo gaat het veel al ook in de maandelijkfche lesfcn,in welke over het eene of andere ftuk gehandeld word Van de Vroedkonst, de Vroedvrouwen komen in de lesfen, meer zomtijds uit dwang cn omde boetens te'fpaaren als uit liefde? voor de konst, dein Verband ltaande redenering hooren zij, maar verliezen de fchakel van 't verband zeer fchielijk, dus ook de zin en mening van de onderwijzer en weten bij het uitgaan der lesfen zoo veel, alstoenzij 'er kwaamen.' Men is te hoogmoedig om het onvermogen der vrouwen te gemoet te komen en bij wijze van Catechezeren te onderwijzen. Ten derden. Zommige Onderwijzers der Verloskunde, welke te gelijk zelve de Vroedkonst uitoefenen, ftellen inde onkunde en onwetenheid van de Vroedvrouwen hun belang, lucri caufa, brengen dus geduurende hunne onderwijzing onnopdigezaaken voor den dag, waar hunne leerlingen niet vatbaar voor zijn, en maaken in 't geheel geen nieuwe kundige Vroedvrouwen, om daar door hunne eigene pracfijk te vermeerderen, beoogendc, hoe geeftig men het ook bewimpeld, niet anders als hunne eigene intrest, al is het met fchaade en nadeel voor baarende vrouwen en een onvermijdelijk verlies voor de Maatfihappij ver-  C 39 ) vergezeld, daar ftoord men zich wijnig aan, inzonderheid is dat eigen aan vreemdelingen van ons Gemeenebest, die gelijk de Oojevaars en fwaluwen na Hol'and komen om hun fortuin te maaken, hebben dus geen regt geaart hart om het waai* en algemeene welzijn te betrachten. Een welgcflelde Republiek moest zodanige vreemdelingen , althans met zulke tedere ampten niet begunftigen maar veel eer zorgdraagen dat men uit zijn eigen Provintien Mannen aankweekte , die het algemeene welzijn voor eigen baat en woeker zucht ftelden. Het publiek ziet licht in, dar door zulke lesfen de Vroedvrouwen wijnig voordeel trekken kunnen, en dat een Stad voor niet zijn geld daar aan ten kosten legt, en noch wel met verlies; want door dien in een reeks van jaaren, de Vroedvrouwen niet kundiger gemaakt worden, zoo verflimmeren zij en gaan te rugge dat ook het oogmerk van vreemdelingen is, om zoo veel te fpoediger een goede beurs te maaken. Ten vierden. Profes/oren en Praelecloren voorde Vroedvrouwen verzuimen menigmaal het gebruik van óePhantóme en inzonderheid met de leerlingen in hunne onderwijzingen;welke evenwel van zeer veel dienst is, fchoon men zich niet moet verbeelden, datmen op de Phantóme in allen deelen voldoenend leeren kan wat bij baarende Vrouwen uitgevoerd moet worden, het is een zeer groot onderfcheid een doode Machine en een pop te hebben om mede te werken als een levendige vrouw en kind, nochtans is het een machine, welke men niet verzuimen moet om de Vroedvrouwen daar door te onderwijzen. Een dood vrouwelijk met een dood kind daar in gelcgt is van geen minder dienst om de Vrouwen! te onderwijzen, wierden de Profesforen en Lectoren maar niet buiten ftaat gefteld om doode lijken en kinderen te bekomen. — Ten Vijfde. De Profesforen en Prselectoren artis obftetriciae, laten te veel hun onderwijzing berusten op de maandelijkfche lesfen, en verzuimen veel al het onderwijs aan hunne huizen voor de leerlingen, welke even wel van meerder dienst zijn kan als de openbaare lesfen: wel is waar zommige OrC 4 do-  ( 4o ) donanten gelasten aan de Profesforen of PraeteSoren niet van een dagelijks onderwijs aan hunne huifen, maar mijns bedunkens, moeften die Heeren zelfs van die noodzaakelijkheid overtuigt geweest zijn, en zonder dat -de Ordonantien 'er gewag van maken al in 't werk gefteld hebben, een weeklijks onderwijs voor de leerlingen van de Vroedkonst, of ten minften bij het uitkomen van een nieuwe Ordonantie of Regelement verzogt hebben van hnnne E. G. A. om te bcpaalen dat Profesforen en Praelccloren in de Vroedkonst weekelijks aan hunne huifen les moesten houden voor de leerlingen zoo lang de leerjaaren duuren, en dat leerlingen ook verpligt moeften zijn daar te komen. — Wel is waar de Ordonantie van Leijden gelast bladz. 7. en 8. dat de Praeleclor als de Leerlingen haar leerjaaren ten einde lopen alvoorens zij tot net Examen toegelaten zullen worden in 't bczonder onderweezen en ondervraagt moeten worden, maar zulks is hoe welmecnende Door Hun E. G. A. ook voorgefteld, niet krachtig genoeg om goede Vroedvrouwen te maaken, want de Praeleclor word <*clast om bezonder te onderwijzen en de leerlingen geordoneerd , als haar leerjaaren ten einde loopen haar te laaten onderwijzen. Laaten wij nu eens ftellen dat de Praeleclor oordeeld dat een half jaar voor het tijd is om Geëxamineerd te worden, haar leerjaaren ten einde loopen, en gelast dat zijn leerlingen komen om weekelijks les te haaien, komt het haar dan altoos gelegen ; want de wet is niet duidelijk genoeg om haar te verpligteiï, zoo zommi?e meenen , en genoomen de Praeleclor onderwees, zijne leerlingen kwaamenalle weeken zonder verzuim, dus waaren 'er al vijf en twintig lesfen te geven en te ontfangen, wat zullen 25. lesfen baatcn, voor vrouwen welke van meet af aan alles wat tot de Vroedkonst behoort moeten leeren? zeer weinig'! Onzer Nederlandfche vrouwen zijn bij mij van meerder waarde als dat ik haar aan Vroedvrouwen zoude overgeven welke maar 24 openbaare lesfen en 25 bezondere lesfen over de Vroedkonst hadden gehoord. 11-  C 4i ) Ik heb zoo veel onaangenaamheid ondervonden, om de leerlingen aan mijn huis te doen komen, om les te haaien dat ik haar zelve voor het Collegie heb gedagvaart, om haar daar toe te noodzaaken, doch te vergeefs : zoo dat ik mij in de noodzaakelijkheid bevond om mij maar te gedraagen na de letter van de wet. Ik twij'el niet of hunne Wel Edele Groot Achtbaare zullen bij het maaken van een nieuwe Ordonantie dit gebrek voorzien. De Ordonantie van Utrecht is in dit ffcuk noch gebrekkelijker,zoo het mij voorkomt, welke gelast om het laaste half jaar eens in de maand de leerlingen voor het examen bezonder te examineeren, dus zesmaaien, maar dit word vergoet door haar een jaar langer te leeren en om de 14 daagen openbaare lesfen te houden. Om geen meerdere Ordonantien over dit ftuk aan te haaien op hoe veele plaatfen word het onderwijs aan huis van de leerlingen der Vroedkonst verzuimt, ja ik ben verwondert dat in de Ordonantie van Amfterdam geen woord gerept word om de Leerlingen door Prof. of Praeleclor aan huis te onderwijzen en het is ook zeer waarfchijnelijk dat de leerlingen geen bezonder onderwijs aan huis van de Profesfor of Praeleclor genieten. — Om nu deeze tweede gelegenheid gevende oorzaak van de onkunde der Vroedvrouwen wegteneemen, of te verbeeteren, behoorde men voor eerst, geene Profeforen of Praelccloren in de Vroedkonst aanteftcllen als zodanige Mannen, welke niet alleen de Theorie der Vroedkonstverftonde, maar ookteffens de Verloskunde zelfs uitoefenen of ten minften eenige jaaren lang, uitgcoefent hadden, want de Theorie en Praclijk kunnen eikanderen niet misfehen gelijk reeds gezegtis, en hoe veele Praelecloren zijn 'er voor de Vroedvrouwen, welke van het uitoefenend gedeelte der Vroedkonst in vivo Corp ore foeminarum, minder verftaan dan de Vroedvrouwen die zij leeren. Het is Volftrekt onmogelijk om van de Vroedkonst een goed denkbeeld te hebben, zonder de hand zelve aan 't werk te flaan. Cs De  C 4* ) Be beste Theoreticus, zonder ooit bij verlosfingen geweest te zijn en gevoeld te hebben, is onbekwaamer in 't verlosfen als een domme Vroedvrouw welke honderde verlosfingen bij gewoont heeft en 'bijnaa yani de Theorie mets verftaat , ja men is in ftaat om de bekwaamfte Thoreticus al wijs te maaken wat men wil, als hij voor de eerfte maal zijn vinger in de lcheede fteekt en een hoop drek welke in het intestinum reclum zit, voor de kop van het kind te doen voelen, zonder dat onze Theoreticus merkt dat hij bedroogen is. Profesfor Musfenbroek was gewoon in zijn Collegie te zegg en 68. het welk te vooren nimmer plaats gehad heeft, zoo wij kunnen leezen op zeer veele plaatfen en met een fchcrpe pen aangeteekent in Diana door den braave Abraham Titftngb Heelmeefter te Amflerdam. Hoe hard en treffend ook deze wond voor Chirurgia was en hoe fpijtig het voor kundige Chirurgijns viel, zich ontroofd te zien voor een groot gedeelte van hunne konst ,'nochtans moeten wy bekennen, dat door het verzuim, door de onkunde en door de woekerzugt van veele Examinateurs teAmllerdam veele Chirurgijns waaren aangefteld geworden, welke in 't geheel niet bekwaam waren inde Chirurgie en dus ook niet bekwaam in de Vroedkonst, dit gaf geleegenheid dat de Monopoliften hun oogmerk bereikten, om de Vroedkonst uit de hand te wringen, aan die Heelmeefteren welke geene naaiere Examen wilden ondergaan. Hoe eerloos en zorgvuldig de Roonhuiziaanen het geheim verborgen hielden, nochtans wierd zulks ontdekt, en fchoon eene nadere Examen afgelegt moest worden,'twelk ik zelve goedkeur, houd men'erzich flip aan , zelfs zoodanig dat Profesfor Camper een bijzonder voorrecht verkreeg om de Vroedkonst te i lee-  C *> ) leeren voor en alleer het aan zijn wel Edele gcoor-* looft was, zijn ampt te aanvaarden, 'er kwaamen nochthans Chirurgijns te voorfchein die zich geen nader Examen ichaamde te doen en door de Heeren Examinateurs bekwaam geoordeeld wierden, en van Hun Edele Groot Acbtbaaren vrijheid verkreegen de Vroedkonst te Amflerdam te moogen oefenen, hetwelk zommige wederom met geen goed oog aanzagen. Men was bedagt voor zijne fchaade, en men wist het onderfchi-jn van met menfehen liefde vervuld te zijn,zo verre te brengen dat het bloote Examen niet voldoende was , om als een bekwaam Vroedmeefter geadmitteerd te worden, zoo ik mij niet bedrieg/ was de Heer G. de Barbanfon M. D. de laafte, die als Vroedmeefter op het Examen aangefteld wierd toen zijn Wel Edele eerst van Parijs geretourneerd was. Dat men van een Vroedmeefter voor hetExamenafeischt dat hij ondervinding gehad heeften de konst onder het opzigt van cenige bekwaame mannen geleerd heeft, heb! ik niet het minfte tegen, maar is in alle deelen te approbeeren , want om de p ra olijk op de vrouwen zelve te leeren, zonder het noodzaakelijk bij zijn van een doorgeoefend Vroedmeefter is te gevaarlijk en de Hof te edel om het voorwerp te zijn, om ons handig in de Vroedkonst te maken: veel beter is het dat men de handigheid verkrijgt op een Phantöme, Cadaver en onder het voorzigtig onderwijs van een doorkundige Vroedmeefter, die zoo wel in de Theorie als in de Practijk volkomen ervaren is. Maar leezers dewijl in Amflerdam geen gelegenheid was om de Practijk der Vroedkonst te leeren, zoo ziet men lichtelijk dat niet demenschlieventheid, niet de zorg voor het welzijn der baarende vrouwen en kinderen en ook niet de zorg voor het allegemeene welzijn der Inwoonderen was, welke "beoogt wierd, door de Vroedmeefters, neen het was een doemenswaardig eigen belang, en het eenige oogmerk was, om maar zijn beurs te mesten, cn voortekomen dat de Vroedkonst door andere mannen niet. zou-  C 61 ) izoïide uitgeoefend worden, welke niet tot hun Cabaal behoorden, want men moest bij hun komen ora voor groot geld onder hun gebrekkig opzigt zoo veele vrouwen te verlosfen en dan wierd men tot het Examen toegelaaten; maar wie zal toeftemmen dat een Vroedmeefter of Vroed vrouw bekwaam kan worden door bijgewoont te hebben twintig natuurlijke verlosfingen?immers niemant: want in moejelijke en tegen natuurlijke gevallen word het eerst Vroedmeefters werk, het andere behoord tot het Vroedvrouwen werk, ten andere zoo zijn geen twintig verlosfingen voldoenende , om de vlugfte vernuften en fehranderfte Mannen in ftaat te Hellen een goed denkbeeld te geven van een natuurlijke verlosfing. Men moet honderde vrouwen geëxploreerd hebben, dan krijgt men eerst een goed gevoel van het Oftium uteri, laat Haan dat men door twintig verlosfingen bijgewoont te hebben een goed Vroedmeefter kan zijn. Het oogmerk om twintig verlosfingen van een die zijn Examen als Vroedmeefter, wilde doen, was, hoe vernuftig bewimpeld, niet Edel en loffelijk, dewijl door dat verzoek de Monopolisten niet anders voor gehad hebben dan om groot geld te verkrijgen en hunne lievelingen en vrienden te begunftigen, met een kraam daar koek en geld.in te winnen is, om de brave Abraham Titfing zijne woorden te gebruiken. Toen de Vroedmeelteren van Amfterdam de noodzakelijkheid in zagen, om voor het Examen de Practijk bijgewoont te hebben, en verzogten dat 'er geen Vroedmeefieren aangefield mogten worden, dan na alvoorens bewijzen gegeven te hebben , dat zij de uitoefenende Vroedkonst bijgewoont hadden en verfchijden verlosfingen hadden gedaan, was het billijker geweest dat zij aan hunne Édele Groot Achtbaare hadden kennis gegeven , dat'er om die nuttige ' ondervinding van de Vroedkonst voor het Examen aan de Chirurgijns te doen erlangen , geen gelegenheid was, en dat 'er in 't geheel te Amfterdam om de Vroedkonst na behooren te leeren , geen goede gelegenheid was en dus volftrekt als "men een goede Theorie en Practjjk va» de.Vroedmce- Hè-  ( 62- ) fleren voor het Examen begeerde een bekwaam onderwijzer noodzaakelijk was , -wiens kundigheid in de Vroedkonst bekend, en het zwaarwigtig ampt op zich nam om daagelijks na het een of ander Syitema of na het Syitema door hem opgefteld, en op de Phantóme, die geenen in de Vroedkonst te onderwijzen, welke lust hadden om de konst te leeren, en teffen de noodzaakelijkheid hadden voorgefteld> om aan zoodanig een onderwijzer ^n het Gasthuis vrijheid te vergunnen om zijne leerlingen zoo mannen als vrouwen dePracrijk van de Vroedkonst te onderwijzen, daar goede gelegentheid toe is, of bij de arme Ingezeetenen gelijk men in Vrankrijk, Straatsburg en elders gewoon is te doen, dan zonden zij eerst billijk, Christelijk, en loffelijk gedaan hebben, en van groot nut geweest zijn voor onze geheele 'Republiek, en inzonderheid aan de baarende vrouwen en kinderen eene uitmuntende dienstgedaan hebben. Ja hoe mecnig Chirurgijn Zoude zich dan verheugd hebben, «welke rtu geene gelegenheid heeft om de Vroedkonst te leeren.- Welke kundige mannen en vrouwen zoude onze Republiek dan in de Vroedkonst hebben kunnne krijgen, daar thans over het algemeen gebrek aan is? Indien Vroedmeelteren zulks aan hun Edele Groot Achtbaaren, hadden voorgelteld, het zoude loffelijk gedaan zijn en wij hebben geene redenen om te twijfelen, dat de Burgervaderen jvan Amfterdam die met zoo een iever voor het welzijn hunner Burgeren bezield zijn, zoodanig een aller noodzaakelijk en nuttig voorftel van de hand zoude wijzen', en de Chirurgijns zoo een onontbeerlijke Onderwijzer onthouden hebben. Dan zoude men met het hoogfte recht niet alleen van een proeveling, het zij man of vrouw eifchen, dat zij achtien verlosfingen bij gewoont hadden , maar wij zouden mogen en kunnen eifchen dat zij niet allen twee of drie jaaren deTheoretifche onderwijfing van zoodanig een man hadden genooten, maar ook vorderen kunnen, dat zij geen twintig maar honderde verlosfingen hadden bijgewoont, het onder-  C 63 ) derflaan wel geleerd en op de Phantöme handig wisten te werken met en zonder inftrumenten, eer men hun dan vergunde de Vroedkonst na alvoorens behoorlijk examen gedaan te hebben opentlijk uitteoefenen. — Langs zoodanig een weg zoude men onze Republiek van,goede Vroedmeeftcren voorzien, die voor de trotiche en wreede Engelanderen, gedienftige Franichen en groothartige Duitfchers niet behoefde te wijken , en op dit zelve voetfpoor zouden wij bekwaame Vroedvrouwen ook kunnen maken. Maar hoe zoude het dan gefteld zijn met de goudmein van zoodanige Vroemeefters? zij zouden zeeker zoo een groote bron niet hebben om uitteputten, en zoo veel geld niet kunnen eifchen voor een verlosfing, maar daar is ook zeer wijnig aan gelegen, want ®m van een ordentelijk Burger, ja van een ar■beids' man tien en twintig dukaten te neemen voor eene verlosfing', is een ongehoorde ongeoorloofde zaak,en inderdaat een ondeugende ftrooperei, die niet als nadeelige gevolgen voorde baarende Vrouwen en kinderen kan hébben en door Overheden moest beteugeld worden, want een fcheepstimmerman, huistimmerman, een metzelaar of een ander arbeidsman die een gulden of daalder daagschwint, zijn vrouw een Vroeér 'tneefter van noden hebbendé, is het niet altoos doenelijk om dertig of'veertig en meerdere guldensuittebreeken, (en wij weeten dat. zommige eerlooze Vroedmeeftcren , geen hand aan 't werkhebben willen Haan , voor cerft de geeischte penningen daar waaren) om daar voor een Vroedmeefter te haaien. Hij die dikwils met zijn gering beftaan met vrouw en kinderen moet leeven en ook leeven kan, zonder aan' de Stad of Armen te vallen , vald het zuur om zoo veel geld bij clkanderen te krijgen en al kat*»hij het doen, zoo fchiet 'er niet veel over om zoodanig een vrouw geduurendc haar kraam iets ter verkwikking toe te brengen , want aan die kraam ■ hangt-noch. buiten dien veel geld. Om die redenen worden zoodanige menfehen afgefebrikt-, om een V'~oedmeeJter te haaien en zijn van te edele inborst om zich op Stads rekening te ftellen, waardoor veeltijds de  C 64 X de goede gelegenheid verloorcn gaat en men denkt niet eerder om een Vroedmeefter voor en aleer de dood op de lippen is. Konde men een Arbeidsman, konde men een gering Burger met voor een ordentelijkcr loon helpen, was een goude Rijder niet genoeg ! daar komen tusfehen beiden aanzienlijker lieden, die uit eige mildaadigheid, en het beetermisfen kunnen, meerder betaalen. Wij werkte zegt Abraham Titfingh voor twaalf guldens, andere eifchen tot duizent guldens. Door een ordentelijker loon te nemen zoude geringe en burger lieden ter rechter tijd om een Vroedmeefter ftuuren en hij ook gelukkiger flaagen, hoe veele kinderen en vrouwen zouden geret worden die den Stad door zoodane ftrooperijen ontroofd worden? — Veele plaatfen van onze Republiek, zijn van dit onkruid gezuiverd en hunne Inwoonderen mogen zich beroemen geen Roonbuifiaanen en brutaale Vroedmeefteren te bezitten , zij mogen met Jeremias roemen: De Geldfchraapers zijn het Land (of de ■Steeden) uit; en moedig zijn, dat zij Levretiaanen, Smelliaanen, Friediaanen, Steiniaanen en Saxtorfiaanen binnen hunne muuren hebben, dien het welzijn van 't Vaderland beter ter harte gaat, en het werk, de Roonhuiftanen , het mag zoo flim zitten als het wil voor de neus van daan zullen haaien : Want de Hefboom van Rogier kan maar in enkelde gevallen van dienst zijn, hoe zeer de Roonhuiftaanfcbe fnoefhaanen dezelve ook verheffen. De Heer Steidel oordeeld 'er grondig over, als hij zegt, de lievelingen van den Hefboom nebben zijne werking en -nuttigheid te wijd uitgeftrekt : hij beftaat dikwils maar in verbeelding , ik telle dezelve daarom niet alleen met Deleurye onder de onnutte Inftrumenten, maar ik betrachte dezelve in veele gevallen, als een gevaarlijk werktuig, van de tangen heeft men dat niet te vreezen. Zie mijne Verhandeling in 't Genootfchap Servandis Civibus. Bij aldien noch eenige mijner Leezeren twijffelen mochten, of zommige Vroedmeefter en wel fchuldig aan  aari'de.onkunde van de Vroedvrouwen zijn, zoo zal ik door het volgende hun overtuigen, en alle twijfeling hun ontheffen. Toen de Wel Edele Hooggeleerde Heer Camper het Ampt als ondcrwij-. zer en Leermeefter voor de Vroedvrouwen te Amfterdam uitoefende, wierd hij wel fpoedig overtuigd, dat de onkunde van veele Vroedvrouwen groot was ; althans Prof. Camper welke nicmant van lauwheid kan befchuldigen , wilde de Vroedvrouwen, welke hem aanvertrouwd waren kundiger maaken, haar het gebruik van de Catheter en het keeren van de kinderen leeren, als zij kwalijk geplaatst lagen en de verlosfing bij de voeten aftemaken. Deeze manier van onderwijzing kan men hier uit befluiten , was aan de Vroedvrouwen te yooren nooit gedaan, wartt aanftonds treeden de Stads Vröedmeefteren in de bres, welke op hun eigen verzoek bij de lesfen tegenwoordig waren, en naamen het edel oogmerk van Prof. Camper zeer kwalijk, om dat zij vreesden in hunne nering en praótijk fchade te zullen lijden , doch Prof. Camper Hoorde zich heel weinig aan het kwalijk neemen van de Stads Vröedmeefteren , het algemeene belang Helde zijn Wel Edele boven de gunst van de Stads Vröedmeefteren. Zulks moest elk geaard Vaderlander doen , en niet om de welvaart van eenige te begünfiigen, het algemeen den moorddolk iri 't hart fiooten! ... Hier mede meen ik, dat alle vertwijfeling weggenoomèn zijn en elk leezer overtuigd is, dat veele Vröedmeefteren van de onkunde der Vroedvrouwen oorzaak zijn: want waarom zouden zij het anders aan de Hobgleèraar Camper kwalijk genoomen hebben, dat zijn Wel Ed. de Vroedvrouwen'het Hellen van de Catheter leerde, het weik alle de Vroedvrouwen handig moesten kennen, is het om dat haar de Infirumenten verbooden zijn ? geenzints, want een Clilteerfpuit is zoo wel een InHrumen't als dè Catheter, en Wie weigert dat een Vroedvrouw\, een Clifteer zet? het onkundig beftier van de Clifteer- e rap'  C 66 ^ pijp is zoo gevaarlijk, als het inbrengen van de Catheter. Zie bladz. 14. , dierhalven is het Clifteren zoo gevaarlijk, als het Catheter zetten, indien hetdoor onkundige vrouwen verrigt word. Schoon het gebruik van de Inftrumenten de Vroedvrouwen niet gcoorlooft is, (of zulks billijk of onbillijk is ftaat mij thans niet te onderzoeken, nochthans ben ik van <*edagten, met van de Laar dat men aan zeer bekwaame Vrouwen en die op eilanden of op verre afgelegene plaatlen de Vroedkonst moeten uitoefenen daar men met geene mogelijkheid een Vroedmeefter bekomen kan, het gebruik van de tang, diende te leeren) evenwel zoo is aan alle Vroedvrouwen alle verlosfingen , waar men door enkeldc goede bekering van de handen de vrouwen en kinderen kan redden vergunt, die te mogen doen en ondernemen. De kering van een kwalijk leggend kind gefchied niet door Inflnimenten, maar alleenlijk door een gefchikte band, is nu een Lcermeefter niet verpligt aan haar de kering te leren, en legt 'er een Stad, een Republiek met zeer veel aangelegen dat een Vroedvrouw deeze kering wel en na de regelen der Vroedkonst kan ter uitvoer brengen? mijns bedunkens is er zeer veel aan gelegen, en een Vroedvrouw, welke niet anders kan als een kind ontfangen oordeel ik onbekwaam te zijn. Veellicht brengt men in, dat de Vroedvrouwen in die gevallen de hulp vaneen Vroedmeefter kunnen krijgen, het is zoo, maar kunnen alle verkeerd leggende kinderen vijlig wachten tot dat ecnige uuren verlooren gaan eer men een Vroedmeefter heeft kun«en bekomen? geenzints, want als bij voorbeeld, net kind op 't fpringen van 't water met de arm en ltreng doorzakt, zoo is gewis de navel ftreng zonder klopping , verflenst, kout en het kind geftorven eer men de Vroedmeefter gehaald heeft, dit verlies van het kind kan een kundige Vroedvrouw, die de kering verftaat voorkomen, de verlosfing gelukkig bij ac bcenen ter uitvoer brengen en heeft niet te wagten tot een Vroedmeefter gehaald is, daarenboven zo» kan een  C 67 ) een Vroedvrouw verftooken van het te kunnen kceren, in alle verkeerd leggende kinderen in 't geheel geen diens aan de baarende vrouwen toe brengen , en alle. Vroedvrouwen dienen het keeren van de kinderen, zoo goet te kennen als Vröedmeefteren, Want een ogenblik verzuim kan oorzaak zijn van de dood van moeder en kind. Zulks was" het oogmerk van de Hooglccraar Camper om voor te komen, en ik twijfel niet of die Meer is met mij van gevoelen, dat in verkeerd leggende kinderen, een fpoedige hulp noodzaakelijk is ; want waar een kind gekeerd moet worden, daar moet het gefchieden als genoegzaame verwijdering van de mond der baarmoeder plaats heeft, eri oogenblikkelïjk. op hetfpringen van.' het waate'r ja in zommige gevallen voor het fpringen van 't vlies, of bet kind is gewis verlooten en de verlosfing word voor de moeder pijnelijker, moeijelijker, gevaarlijker en zomtijds doodelijk. Wieoordeelennu, mijne leezeren, hebben de beste oogmerken gehadt, Prof. Camper ,of de Stadsvroed meefieren van Amflerdam? ik denk dat de oogmerken van de Hoogleeraar Camper mijne leezeren veet edeler zuilen Hellen, als die van Stads Vroedmeflereni want de Hoogleeraar wilde zijne Vroedvrouwen kundiger maaken, om daar door vrouwen en kinderen te fpaaren, welke een van beide anders door het vertoeven na de Vroedmeefter, gevaar liepen om te fterven : cn Vröedmeefteren wilden liever vrouwen en kinderen in gevaar brengen van te fterven, als aan hunne goudmein te laaten tornen. Het geld boven 's menfehen leeven te ftellen is voor de'rechterftoel der reden ontmenscht, door de Godelijke openbaaring vervloekt en voor God ftrafbaar. Misfchien zal iemand mijner Lczeren' inbrengenddat het oogmerk van zoodanige Vroeters geweest is om de Vroedvrouwen geheel cn' al van het Vroedvrouwen ampt en werk uittelluit'en ,' en het trachten daar heenen te wenden om het geheele werk aan de Mannen toe te vertrouwen. Neen Leexe-r! dit was haar oogmerk niet, want-waarom zouE- 2- den  den zij dan zoo een fchrikkelijke Monopolinm van de Vroedkonst gemaakt hebben? waarom zonden zij de Chirurgijns van de Vroedkonst fteek kind gemaakt hebben? en alle poogingen aangewend om Vroedkundigen te benadeelen , en dat alles te boven gaat toen de Hoogleeraar Camper de Vroedkonst opentlijk aan zijne leerlingen wilde leeren men Pr. Camper zulks beletten wilde? dus waare het niet het oogmerk om Vroedkundige Mannen aan te kweeken. Maar het was de fchraap- en woekerzugt die gevaarelijke pesten voor de Vroedkonst en hetonmiddclijk eigenbelang, welke hun daartoe aanzette om dit alles te beletten. Ook is het in waarheid de weg niet geweest, welke de Roonhuifianen daartoe ingeflaagen hebben. Als men zulks in den zin hadt, dan behoorde men geringe lieden zoo niet te woekeren, men zou met het loon dat men aan een Vroedvrouw geeft zich moeten vergenoegen, en de armen voor niet dienen te helpen, of voor het Stads of Dorps Traclement. Ook is het getal van de Vröedmeefteren , niet toereikende om alle barende vrouwen in de Steeden en Dorpen te bedienen; cn behoorlijk te voorzien, want waar is in Holland genoegzaame gelegenheid, om voor een matige prijs, de Vroedkonst te leeren, en als 'ér noch Mannen zijn die zulks trachten te doen wil men het beletten, gelijk men aan Prof. Camper heeft willen doen; bij de Roonhuifianen kan men niet als voor groot geld te recht, en dan krijgt men noch een gebrekkig onderwijs, want zij hebben niet genoeg van de gerfte brooden gegeten, om het ampt als een goed onderwijzer in de Theorie en Pradlijk waartenemen, boven dien zijn zij achterhoudende, dat in de Vroedkonst geen plaats moet hebben, daar zijn de geheimhoudingen gevaarefijk, en van de wetenfehap waar de Vroedkonst op gehoud is, weten zommige niets van. Op de Academiën in Holland, dat fchande is voor eene Natie, welke geen gebrek aan geld heeft, is uit gebrek aanHospitalen , geen gelegentheit om de Chi- rur-  ( 69 ) rurgie of Vroedkonst te leeren. Eindelijk zoo zonde 'er een geheele Reformatie in 't Vrocdwerk dienen plaats te hebben, als men betdoor Mannen allcenzouden willen bedient hebben, en nauwkeurig zorge gedragen dienen te worden, dat altoosjzeer bekwaame Mannen daartoe aangefteld wierden;' want anders verviel men in dezelfde verwarring, en dan zoude maar een verandering van fex en geen verbetering voor de Vroedkonst plaats hebben. Om zoodanig een verbetering te verkrijgen, is niet mogelijk voor cn aleer men de waardije van het menschdom beeter kend , gaade Oaat en in alle Academie plaatfen in Holland de nodige Hospitalen opricht, met kundige en handige Vroedkundige onderwijzers en Vröedmeefteren voorziet, welke bij de baarende vrouwen de Praclijk' aan leerlingen onderrechten. Onder zoodanig eene gefteldheid van de Vroedkonst mijne leezeren, kan het onnoozelfte mensch zeer gemakkelijk in zien en begrijpen, dat zulke fnoode Vröedmeefteren wijnig werk maakten, om de Vroedvrouwen bckwaamer te maaken, daar nochthans de Vröedmeefteren onder de verlosfing de beste gelegentheid toe hebben om haar te onderrechten en Kundiger te doen worden. Het baatzuchtig eigenbelang, was bij veelen in den weg, en heeft bij zommigen noch de overhand , dicrhalven meenen wij recht te hebben om het eerloos karacter van eenige Vroedmeeftcren te-ftellcn, tot eene gewichtige oorzaak der onkunde van de Vroedvrouwen. — De Hemel heeft veele van die eerlooze en wreede Vroedmeeftcren geftraft, en wij beklaagen hen, alleen , om dat zij hun lot verdient hadden. Deeze derde oorzaak weg te neemen, zal zoo gemakkelijk niet zijn; want om het Karacter , bij voorbeeld , van een booswigt te veranJeren , in een liefderijk, vroom, braaf, eerljjk en nuttig Burger, is bijna niet in 's Menfehen vermoogen. Een woekerende, fehrapende en geldgierige Vroeter, te veranderen in een medelijdende, onbaatzuchtige en eerlijke Vroedmeefter, wie is daar toe bekwaam? E 2 Doch  I C 70 ) Doch dc Goddelijke Voorzienigheid fteeds over ?s menfehen bedrijven waakzaam, heeft het vermogen om hunne woekerzucht, perk en paai te fteilen. "Wij weetcn dat de meefte geheimhouders van Rogier, zoo niet al in'Peribon zelve, door Gods hand over haare lhoodhcid geitraft zijn, ten minften in haar naakroost de duidelijke kenmerken zijn overgebleeven, dat het geld door woeker en fchandelijk gewin bij een vergaard, niet tot het derde en vierde lid gekomen is; ja , de nagelate weduwe van zommigen zijn nog gealimcnteerd geworden, een duidelijk kenmerk. Zoo gewonnen, zoo geronnen. Maar zoude evenwel niets kunnen aangewend worden, om tot voordeel van het Gemeenebest, dc Vroedvrouwen kundiger te maaken? Voor eerst, kunnen Overheden, Profesforen en Lettoren gelasten, alles aan te wenden wat mogelijk is , om de Vroedvrouwen kundiger te maken , en Vröedmeefteren ftrcngclijk te corrigceren, wanneer zij zich onderwinden, om Profes/, of Lettoren te betwisten geen vrijheid te hebben, om haar alles te leeren, wat de Vroedkonst aangaat, voor zoo vér de bloote handen toereikende zijn: dus indien dc Prof. en Lectoren bevel van Overheden hadden, óm aan een Vroedvrouw te leeren, alle handgreepen der' Vroedkonst except het gebruik van Inftruméntch, zoo zouden Vroedmeeftcren 'er zich niet tegen durven verzetten. Ten tweeden , hoewel dc Ingczcctencn volkomen vrij zijn,'om Vroedmeefter of Vroedvrouw te gebruiken, nochthans is het waarlijk al te zeer in gebruik om Vröedmeefteren in'» natuurlijke gevallen tb neem en'. Misfchien zoude men zulks eenigzints kunnen te keer gaan , door enkel in groote Stceden vergrooting van tractamenten aan Vroedmeeftcren te 'geven : ten'tweeden , inzonderheid behoorde belet te worden datgecn Vroedmeefters van andere plaatfen , de natuurlijke werken en voordeden de Vroedvrouwen ontnaamen: ja, fchoon zulks te «ioen ftrijd tegen eenige Ordonantien cn wat baa- ten  'C 7i ) ten die , als zij niet nagekomen worden. Het gezag en eerbied welke men aan een Overheid fchuldig is, word.daar door gekrenkt, ten minften, het geeft te kennen dat de Ingezeetenen geen vertrouwen in hunne Regenten fteilen, de gehoorzaamheid weigeren , of de Overheid aanmerken als onverfchillig in 't aanftellen van Vröedmeefteren en Vroedvrouwen door dc Burgercsfen aan onkundige Vröedmeefteren en Vroedvrouwen aantevertrotiwen. Ik geloof, dat door zoodanig te handelen, het karacter van een Overheid meer beledigd word, als de aangeftelde Stads Vroedmeeftcren en Vroedvrouwen, inzonderheid als de duidelijke letter van de Ordonantie zulks verbied. — Ten derden , zoo moesten Vroedmeeftcren verplicht zijn, Vroedvrouwen in moeijelijke gevallen te onderrechten,dc Oorzaak van de moeijelijkheid haar onder het oog Brengen , en leeren hoe men die gevallen moet en kan verbeeteren, hoe men verkeerd leggende kinderen veilig en zeker kan redden : zulks zoude van aanmerkelijke dienst zijn, de ondervinding zoude leeren, dathetdeheilzaamfteuitwerkingen zoude hebben. Want nieniant heeft.beter gelegentheid, om de oorzaaken der moeijelijke baringen te laten onderzoeken, haar te toonen dat het niet langer Vroedvrouwen werk is, of in tegennatuurlijke gevallen, haar de legging doen kennen, en ook de handgreep, welke men moet in 't werk Hellen te leeren , op dat zij in zoortgelijke gevallen, ontbloot van de hulp der Vroedmeejleren, gelijk op de "Dorpen zeer licht plaats kan hebben, gemakkelijk en veilig moeder en kind zoude kunnen redden : Waarom het vooral van het grootfte belang is, dat Overheden in 't uitkiezen van Vroedmeejleren omzigtig zijn, en zoo veel mogelijk is, Provintiale voortrekken, om dat de Vreemdelingen niets anders beoogen, dan hun eigen intrest en fortuin zoekers zijn, van hunne rampzalige gewesten komen afzakken om de Vaderlanders de vette brokken uit de mond te breekeu, hebben anders geen belang in 't E 4 wel-  C 72 ) welzijn van het Land dat zij bewoonen, als om fchatten op te leggen, welke hen in hun Vaderland onbekend waren, dus alleenlijk zich zelve zoekende, bekreunen zij zich heel weinig of het algemeen welzijn vcrflimmcrt, als zij voor zich maar rijkelijk een beftaan vinden , wat legt 'er hen aangelegen of een Stad ontbloot is van bekwaame Vroedvrouwen , zij zijn geen genaturalizeerde en dus gaat hen het algemeen niet ter harte, maar wel hun eigen en bezondere intrest: om kort te zijn, het waare te wenfehen dat men de Vreemdelingen, in onzeProvintien zoo handelde , als de Hollanderen in vreemde Rijken ontmoet worden, waar vind men in Duitschland, Frankrijk of Engeland dat Vreemdelingen van 't Land, met zulke aanzienlijke posten bekleed worden als in Holland. Neen, het is maar een witte valk als een Hollander daar in aanmerking komt, en met recht, men trekt zijn eigen Landgenooten voor, en die moode moest men al lang van onze nabuuren geleert hebben, want de Hollanderen zijn gefchikt om Mannen voort te brengen, voort Staats bewind, voor de Kerk Catheter en alle Konften en Wetenfcbappen, dus is het onnodig om vreemdelingen voor wat ampt of bediening het ook zij te gebruiken, doch laat ik niet te ver buiten het fpoor treden. Wij zullen onze afgebrooke draad vervolgen: Billijk waare het dat Overheden de ftrooperijen en extra buitengewoone hoogeloonen, welke zommige Vroeters bij geringe burgerlieden, voor dat zij hand aan 't werk willen flaan, eifchen, tegen gingen: want zulks ftrekt een Republiek tot fchande en wij hebben getoont, dat daar door, al veel de goede geIcgcnthcid voorbijgaat om een vrouw en kind gelukkig te verlosfen. Het tijdftip om voor de Vroedmeefters gelukkig te flaagenzoude men wat nauwkeuriger aan een Vroedvrouw kunnen bepaalen om een Vroedmeefter te haaien, als dc bekommernis en vreezc van in geld wolven hunne handen te vallen, weggenoomen wierd : Want zommige Vroedvrouwen maaken daa:  C 73 3 daar ook een kwaalijk gebruik van, metde waarheid te zeggen,de baarende noch meerder voor de Vroedkonst affchrikken, om dat het geld het welk gevraagt word, voor zommige te groot is,daarentegen als men voor een ordentelijk loon, dat niet zoo drukkende voor de gemeene man is helpt, zal men noch al fpoediger om een Vroedmeefter gaan en de Vroedvrouwen zullen beter het waare tijdtftip leeren kennen, om haar toevlucht tot een Vroedmeefter te neemcn en overtuigd worden, dat niet de Heelkundige bewerkingen fchuld van de kwaade uitflagen zijn, maar wel het lang vertoeven, en dit zal het gemeen ook in t oog loopen, en dus, dewijl zij voor een bekwaam loon een Vroedmeefter kunnen krijgen, zullen zij veel fpoediger zijn hulp roepen om vrouw en kind te redden, en tegelijk zal een Vroedvrouw niet in ftaat zijn door het hooge loon van een Vroedmeefter de verlosfing uit te fteilen cn dc baarende zoo wel als de vrienden aftefchrikken. — Ook diende men vooral in achtteneemen, dat men het loon niet zoo gering ftelde als voor een Vroedvrouw , dit zou wederom ten nadeele der Vroedvrouwen kunnen loopen: want als Vroedmeefters en Vroedvrouwen op een gelijk loon gefteld worden, zullen veele Vrouwen overgaan om een Vroedmeefter aanteneemen , in natuurlijke gevallen en daar door dc Vroedvrouwen ontroofd worden, van verlosfingen te doen en teffens van de voordeden daar aan verknogt, dat maar tot verflimmering der Vroedvrouwen konst en broodwinning verftrekt, dewijl wij de Vroedvrouwen niet willen, en bij deeze gcfteldheid van zaken niet kunnen uitrocjen, zoo is het ook de plicht van ieder wel denkende om te, zorgen, dat haar middel van beftaan door Vröedmeefteren niet geheel en al geruïneerd word. Het loon te verderven hoe zeer ik ook tegen de onreedelijke hoogge loonen in de Vroedkonst ben, is niet anders als nadcelig voorde Vroedvrouwen, en loon verdervers zijn gemeenelijk Vreemdelingen, welke in hunne rampzaalige gewesten , nauwlijks E 5 de  C 74 ) dc handeling van 't geld wecten , verderven als zij hier cn elders zich neerzetten niet zelden veele konften,neringen en hanteringen, door dien zij in den beginnen alles voor een gering loon doen, krijgen zij de toejuiging en loop van het blindgemeen cn evenwel degegoede jazeli's burgerlieden,weten zij wel op flinkfche wijze en laage dienften vermeerdering van loon af tekrijgen, maar om dat zij eenige keeren een laag loon bij de ccne of andcrc; genomen hebben, zijn zij reeds in de naam van edelmoedig cn medelijdend te handelen , zulks is genoeg om naderhand zoo veel te nemen, ais zij maar"krijgen kannen. Als een Vroedmeefter overgaat om voor het zelfde loon dat men aan een Vroedvrouw geeft, kinderen te haaien, heeft hij in waarheid een i'chalk in 't oog, welk tot nadeel der Vroedvrouwen verftrekken kan, of hij doet het om noch eerst een ampt het welk hij noch niet verftaat te leeren. Ten vierden. Zoude Vroedmeeftcren , verpiigt zijn, alle gevallen , welke door de Vroedvrouwen verzuimt zijn , op de cerftc Vergadering van het Collegie ad res objlctricias tc moeten aan geven , op dat de Vroedvrouwen naa den eisch van zaken geftraft wierden, maar daar cn tegen zoude geen Vroedmeefter door vreemde gebaarde , een on'chuldige Vroedvrouw in verdenking mogen brengen, veel minder door gezegdens bena.leelen , maar zoo hij vind dat de vrouw of kind verwaarloost is, aan de omftanderen zulks te kennen geven , en zich aanftondsbij het Collegie te verklagen, dienende alle anderen gezegdens niet ter goeder trouw erkend te worden, zoo niet het Collegie daar van verwittig word , ja zelf moest een Vroedvrouw vrijheid hebben , den Vroedmeefter te verklagen, als hij haar geafFroonteerd hadt , cn daar voor een geldboeten opgelegt worden, en zoo hij bleef continueeren de Vroedvrouw te lasteren, de Practijk ontzegt worden! dan zoude men zoo dikwils niet hooren lasteren. De Vierde oorzaak der onkunde van de Vroedvrouwen Jlel  C 75 ) ftel ik te zijn in de onkunde van zommige ExaminateurS voor de Vroedmeefters cn vrouwen. Ik zou mijn geweten niet gaarne befwaarenmette yeronderftcllen dat alle Examinateurs der Verloskunde de vereischte bekwaamheid daar toe hadden en liefdeloos alle voor onbekwaam te v.-rklaaren zoude niet minder onredelijk zijn. De Heer van de Laar fchets de onbekwaamheid van zommige Examincerders in de Vroedkonst zeer fraai doch zeer bedektelijk af bladz. xm. in zijn voorreden van zijn zeer nuttig werk over de verloskunde,, alwaar hij zegt; Schoon het waarfchijnelijk is dat veele Heelmeefters (Doctoren) gelijk de-hoofdlieden der Chirurgijns, zeer kundig in de verloskunde zijn, om te kunnen voldoen aaneenpost, waartoe zij gequalificeerd worden, namentlijk van niet alleen de Vroedvrouwen, maar ook de Vroedmeefters te Examineeren, voornaameiulijk over het tegen natuurlijke, het handelen van inftrumenten cn operatien daartoe ftaande, 't geen anders een Contradictie zou fchijnen, in een zoo gewigtige zaak als dc verloskunde is, niet kan of mach vooronderfteld worden. Van der Sterren klaagde rects in zijne tijd over het flcgt afnemen van Examens der Vroedvrouwen zeg-' gende bladz. 114 dat God betert de Examens met te ■veel oogluikingen gefebieden of van die geencn afgenomen worden, welke zich wijnig aan deeze kennis laaten gelegen zijn. Ik zal mij hier niet uiten dat zomtijds een Schout, Secretaris, of Dorps - Chirurgijn zich verftandig genoeg meent te zijn , om over de kunde of onkunde van een Vroedvrouw te oordeelcn cn het werk van Examinator zich toe eigent, zulke domheid fchoon het noch op zommige Dorpen plaats heeft, vervald doch op veele plaatfen, men word door verlies van vrouwen en kinderen wijzer, imaar zommige geleerde welke men uitkiest om het Examen van een Vroedvrouw aftencmen zijn mijns bedunkens 'er niet toe bekwaam. Elk ampt hoe gering het ook mag fchelnen eischt leen kundig ten minften een eerlijk man, en deeze twee ftukken dienen vooral in eea Examinator der Vroed-  C 76 ) Vroedkonst plaats te hebben , en op hoeveeTe Plaatfen en Dorpen word een Examen van een Vroedvrouw afgenomen door een Doctor die nooit een muis in de kraam heeft zien komen , bezit zoodanig een man de vcreifte kundigheid, om over een Vroedvrouw te oordeelen, 't is waar hij kan befpiegclcnde kundigheid van de Vroedkonst hebben en ook onderzoeken of de geene welke hij Examineerd daar in ervaren is , maar is zulks genoeg] geenzints. Op hoeveclc Dorpen laat men evenwel het Examen maar berusten op het gefag van een Doclor die in 't geheel van de verloskonst niets weet, als op het gezag van anderen. Mijns bedunkens is het niet recht dat tot Hoofdlieden of Examinateurs van welke affaire of handkonst het ook zij, Mannen verkooren worden, die de affaire of handkonst nooit hebben bij de hand gehad of noch bij de hand hebben, het diend in geen Schoenmaakers of Klecremaakers gild , veel minder dient het plaats te hebben in dc zoo noodzaakelijke Vroedkonst. Heeft men een zucht om iemant te begunltigcn ? Dat men hem dan bcgunftige met een post daar men verzekert van is dat hij voor dezelve bekwaam is , maar laat men aan die zucht niet het welzijn van baarende vrouwen en kinderen opofferen. Denkt Regenten dat al het geen uit gunst gefchonken word, ontrokken word, aan de verdienften. Een Forst, een Overheid, betaamd geene Funftelingcn, voornaamelijk in zaaken daar het op leven of dood van vrouwen en kinderen aan komt, en het zijn ook laage zielen die om zulke tedere ampten vraagen, want wie om een ampt vraagt is verplicht het zich waardig te maaken, ofhetaanneemen als hun die aangeboden word, en geene genocgzaame bekwaamheid daartoe hebbende, zij blijven, hoe beroemt zij ook mogen worden, zonderde verdienfte van hun hart, tot welke hoogte zij ook mogen (tijgen, hunne hoogheid word altoos, gelijk Joung zegt, de ga'g van hunne naam. Nachtgedachten 1 Deel. Bladz. 343. Het zoude ons niet moeijelijk zijn om te bewijzen, dat zelve onder de gequalificeerde Exa-  C 77 ) Examinateurs voor de Vroedvrouwen veele zijn, die gansch niet voor die post gefchikt zijn, doch Mannen, welke door Overheden Publieke Ampcen zijn aanvertrouwd, willen wij liefst hunne naam en gebrckkelijkheid verzwijgen, en liever aanwijzen hoe men te werk gaan moest, om de Examens af te neemen, wie daar fee gefchikt zijn en trachten deeze oorzaak te vcrbceteren. Eene we! ingerichte Regeringsvorm, eischt, datmen zich van de menfehen op de best mogclijkfte wijze bediene, dus is het noodzaakelijk, dat een machthebbende Regent, in het begeven van Ampten, ook zich bediend van die menfehen , welke of van natuur, of door vlijt en naarftigheid, het beste en het meest gefchikt zijn voor het ampt, 'twelk men aan hem toevertrouwen wil , op dat de overige leden van den Staat, voordeel genieten kunnen, dat het ampt in goede handen gefteld is. Zo zulks niet in 't oog gehouden wordt, dan geeft het altoos voor het algemeene welzijn verwarring , en de mede burgeren lijden ongemakken , door dien de ampten in handen gefteld worden, aan menfehen die 'er niet « toe bekwaam zijn en ook geen vermogen hebben, om 'er toe bekwaam te worden , een Regent bezit geen oordeel en jaloefie genoeg om zich van de menfehen op de beste wijze ten voordeel voor het algemeen te bedienen , als hij de bekwaamheden uit het oog verliest, welke tot een ampt ver•eischt worden; want onbekwaame, ftooten bekwaame uit een post in welke zij behoorden te weezen , en dus wordt het Vaderland de gelegenheid benoomen , om van de bekwaamde voordeel te trekken. Dit is tegen het zelve zondigen. Hierom wenschte ik dat men zulks vooral in 't oog hield bij het aanitellen van Examinateurs, zoowel voor Chirurgijns als voor proedmeejleren en Vroedvrouwen, dat men de bckwaamfte voorwerpen 'er toe uitkoos en vermits ai die ampten meer eer als geld geven , zoo past het ook dat men de eer en aanzien geeft, aan die geenen welke het waardig zijn. Voor de Vroedkonst zijn het best gefchikt Vroed- kun-  C 78 3 kundige zelve, Vroedkundige moeten Vroedmeejleren en Vroedvrouwen examineeren en zijn ook het best gefchikt om over de bekwaamheid bondig te oordeelen. Die van Utrecht hebben de rechte weg ingeflaagen , volgens de Ordonantie blijkt duidelijk , dat men aanzienlijk en op de rechte waarde de Vroedvrouw en. ichat, het Collegie Medicum wordt het examen der Vroedvrouwen, en met recht, niet alleen toe betrouwd : Want Art. V. bl. 10. ftaat „ bij dat Examen zullen altijd twee Heeren Gecom„mitteerden uit de Vroedfchaptegen woordig zijn, de- welke daar bij twee geadmitteerde Vröedmeefteren ,, zullen laaten komen, om de Vroedvrouwen tot het „ examen geadmitteerd zijnde, mede te examineeren." Wenfchelijk waare het dat in alle Steeden zoodanig een order plaats hadt, het zou geen gering aanzien voor het examen der Vroedvrouwen geven en met een alle oogluiking, welke maar al te dikwils bij zoodanig een Examen plaats heeft wegneemen. Ook zoude de Prof. en Prceletloren geene onbekwaame tot het examen durven admitteren, en men zou het gewensehte oogmerk bereiken, namelijk bekwaame Vroedvrouwen, ja hoe verwonderd zouden de Heeren van de Regering zijn, als zij zommige Examinateurs , een examen hoorden afneemen, met de vraagen op een briefje gefchreven beevende in de hand, en noch door de Vrouwen, welke geëxamineerd moeten worden , uit 't zaal gelicht wierden , zoo dat de examinateur zelfs geene woorden meer konde bij eikanderen krijgen om verder te vraagen. Men is zomtijds bevrcest om bekwaame Vrouwen tot het examen te brengen, om dat onbekwaame Examinateurs 'er mede verlegen zitten! — Men zoude bij deeze nuttige fchikking, nock kunnen voegen, dat men na het mondelijk examen, dat gantsch niet gemakkelijk behoorde te zijn , de Vroedmeefters op de Phantomê noch eenige verkeerd leggende werken van de Vrouwen lieten afmaken , om te zien of het manuaal dat zij hadden gefchikt en handig was, en zoo zulks niet voldeed noch ee- ni-  C 79 ) nige tijd geven om te leeren of fchoon de mondelijke examen voldoenende was geweest; waar door men zou verkrijgen dat de Prof. en Lettoren hunne Leerlingen wat beter en meerder met de Pbantóme zouden leeren gemeen worden, dat van de uiterfte noodzaakelijkheid was. De Ambagts Heeren moesten nimmer een Vroedvrouw op een Dorp aanftellen, als zoodanig een Vrouw , welke door het eene of ander Collegie voorbekwanm erkent was, en een behoorlijke adte van bekwaamheid hadt. Het zoude voor zommige Heeren Doctoren, welke doch niet meer als twee dukaten krijgen, voor het afneemen van een Examen een gering verlies zijn , en veel meerder gerustheid voor de Dorpelingen geeven, waarom ik ook vertrouw dat het mij van mijne Amptgenooten niet zal ten kwaade genomen worden, als dit gering voordeel hen door mij beneii wordt, mijn oogmerk is alleenlijk het geheel boven een bezonder. perzoon te fteilen, en wordt mij alzulks kwalijk genomen, ik zal mij troosten en denken, de helde tot het algemeene welzijn blijft evenwel plicht en deugt of fchoon zij mij haat berokkent en vijanden op den hals jaagt. — . Indien dus in 'c algemeen debExaminateurs bekwaamer waaren en geen oogluiking in de examens plaats hadden , dan zouden wij geen onbekwaame Vroedvrouwen hebben, en dat 'er onkundigen zijn, is alleenlijk veroorzaakt, dat men aan die onbekwaame menfehen, zegels en brieven van bekwaamheid gegeven heeft, en seffens vrijheid om de Vroedkonst te mogen uitoefenen, ja alle wanorders welke die onbekwaame Vroedvrouwen te weegbrengen, zijn die geenen fchuld aan, welke haar de vrijheid daartoe verleend hebben, om een konst uitteoctenen, waar toe zij niet bekwaam zijn Het is met genoeg om het geld voor een examen maar weg te ftnjken, en de Burgers Vroedvrouwen toe te voegen, welke niet bekwaam zijn, ja zelfs tegen het advies van Profesfor en Lettor met een Acte  C 80 3 Ac'te van bekwaamheid voorzien, 0 Tijden! 0 Zeèden! De vijfde oorzaak van de onkunde der Vroedvrouwen is geen van deniinfte, en aametreffen in de onkunde van zommige Geneesmeejiers in de Vroed- of Verloskunde. De Doctoren, van welke men oordeel en kundigheid dient te verwachten, bezitten juist niet alle die wetenfehappen en voortreffelijke vereischtens, welke de Ingezetenen met het hoog-fte recht vorderen kunnen,- en van een bekwaam Geneesheer, ei-' fchen, dat hij volftrekt dient grondig te kennen. De Gepromoveerde Heeren zijn niet alle Boerhavens, van Swietens, Werrelhoovens of andere kundige Practici, ja hoeveele zijn 'er welke door een hongerige Profesfor hunne Gradus Doftoratus verkrijgen ? ja hoeveel Baccalaurii Licentiaaten en Doctoren zijn 'er welke naar maate van hun geld met zegels en brieven van bekwaamheid op zommige Duitfche Academiën voorzien worden? Op onze JNederlandfche Academiën, zijn zonder bekwaamheden nochthans zoo gemakkelijk de bekwaamheids brieven niet te bekomen, doch veele Geneesmecfters binnen onze Republiek gepromoveerd, zijn evenwel niet bekwaam in alle takken, waartoe hen dc Diplomata wel vrijheid geven om uitteoefenen. De Heel- en Vroedkonst, die twee uitmuntende Konften cn AVetenfchappen, zijn zoo nauw aan de Geneeskonstverknocht, datikbillijkftel, datmennooit een goed Medicus zijn kan , zonder genoezaame bekwaamheid zich eigen gemaakt te hebben en van Heel en van Vroedkonst. Evenwel moeten wij bekennen , dat over het algemeen met de kundigheid der hoftoren in de Chirurgie en Vroedkonst rampzalig gefteld is, voortreffelijke Geneeskundige Mannen welke in de gelegenheid geweest zijn, om van de Heel zoowel als Vroedkunde behoorlijke vordering te maaken, zonderen wij uit. De Medicinae Doftores die meenigmaal het Heilig plecht anker zijn, om in zwaarwigtige Chirurgicale gebreeken te raadpleegen, zijn (wij zeggen het onbefchroomd) over het algemeen in de Heelkonst wijnig of niets ervaaren, en wat  C Si ) wat de Vroedkonst aangaat daar weeten veelen bijna ■niets van, en hoe meenigmaal verftreken evenwel zoodanige Doctoren tot Conciliarius van de Vroed^ vrcuwen, ja de Mannen, Vrienden zoo wel als baarende Vrouwen zijn wonder wel in hun fehikmetde •Recipe en raad van den Doclor, waar men zich zoo gerust zomtijds op verlaat, als of de man ceri Evangelium had verkondigt, Zijn raad en order geld al was het noch zoo lomp en onkundig, mijn Heer den Doctor heeft tiet gezegt, en daarmcede is het al wel, ja men zou een doodftrar verdient hebben, als men tegen den raat of het geneesmiddel van eenDoctor zich verzette. Dat het niet mogelijk is dat zommige Doctoren van de Heel-en Vroedkonst eene gegronde of genoegzaame kennis kunnen hebben, zal ik eerst trachten te bewijzen , naderhand door voorbeelden bevestigen, vervolgens de naadeelige gevolgen voor de Vroedvrouw enkons t daar uit afrijden en einde ijk bekwaame middelen en raadgevingen om de Doctoren in de Heel- ewVroedkonst bekwaamer te maaken , aim de hand geven, op dat door deszeifs bekwaamheden de Vroedvrouwen veiliger.Raadgeevers krijgen , enoirt teffens daar door in haar zwaarwigtig ampt kundiger .en bekwaamer te maaken , opdat der Ingezeetenen algemeen welzijn betracht word, de baarende vrouwen zoo veilig als mogeliik is, van haare lieve kinderen verlost , en de rijkdommen van een Gemeenebest op onwankelbaare gronden gevestigt, worden. — Om mijn eerfte gezegde te ftaaven, namelijk dat zommige Doótoren niet in de mogelijkheid geweest zijn, om van de Heel zoo wel als Vroedkunst een gegronde en genoegzaamc kennis te hebben , zal niet moeijeüjk om te bewijzen zijn , elk Leezer hij zij Edelman of Boer zal zelve bekennen dat mijne bewijzen niet ongegrond , maar uit de toeftand, van onze Nederlandfche Academiën gemakkelijk afteleiden zijn. Dat het niet mogelijk is , dat alle Doctoren , in de Chirurgie en Vroedkonst, zooveel bekwaamheid hebben, dat men hun E ge-  C 82 ) gerust en veilig in gewigtige Chirurgicale en Vroed* kundige gevallen, voor Conciliarius kan gebruiken, laat ftaan dat men hen het geheele bewind van Heel-en Vroedkonst zou durven aanvertrouwen of eene Operatie, het zij ter uitvoer brengen, of te onderneemen, enkel op 'i advies van een gepromoveerde Doclor diende aftehangen. Laaten wij eens onbevooroordeelt en naa waarheid onderzoeken langs welke weegen veele Geneeskundige tot het aanzienlijk ampt en karacter van Med. Doclor geraaken. Na dat ouderen hunne kinderen ter ftudie verweezen hebben, verzorgt men hun reeds-vroeg op het Latijnfchefchool en vermits de Franfchetaal thans zeer algemeen is, zoo is die gemeenelijk voorafgegaan of onder het leeren van latijn word men die ook kundig, vijf, zes of meerder jaaren aan de latijnfche ' franfche enz. talen belteed zijnde, verfchéinen zij op de Academie en Collegiën. Die zich aan de Geneeskunde overgeven, befteeden gemeenlijk de twee eerfte jaaren in de Logica Phyfica, Anatomia, en dewijl men tweemaal ter week ook de Chirurgie verhandeld, is dezelve gemeenlijk voor de eerlte jaaren gefchikt. De twee volgende hefteed gemeenlijk een vlijtig Medicinae Studiofus aan de Anatomie, Phijjiologie, Chimie, Pathologie, Materia Medica, en om dat de Botanie onontbeerlijk voor een Geneeskundige is, legt men 'er zich in die twee jaaren ook op toe. De twee laafte jaaren , worden voornaamentlijk tot de Geneeskundige Praclijk , Pathologie Phijjiologie , Chimie en nu en dan aan de Anatomie en de Chrirurgicale operaticn op cadavers befteed , de Vroedkonst word op zommige Academiën alhier in 't geheel -niet aangeroert. Een Medicina Studiofus dus zes jaaren op een Academie doorgebragt hebbende en zijn tijdt wel waargenoomen; kan in het eene zo wel als in 't andere gedeelte der Geneeskonst in waarheid de Theoretifche bekwaamheid verkreegen hebben, en gefchikt zijn om een loffelijk Examen te doen, de Gradus Doe-  C 83 3 DoBoratus met zeer veel lof verkrijgen, waar door hij niet alleen vrijheid bekomt om de Geneeskonst in 'i openbaar te mogen oeffenen, maar ook teffens op' zeer veele plaatfen de Chirurgie en Vroedkonst vrij en ongehindert ter uitvoer brengen mag. Te Leyden en op verfcheidene plaatfen meer, ftaat het de gepromoveerde Doctoren vrij de Chirurgie en Vroedkonst uit te oeffenen, maar te Amfterdam, Haarlem en den Haag is\ het aan de gepromoveerde Heeren nietgeoorlooft, deeze konften zonder eene byfondere Examen te ondergaan uit te oeffenen, zulks oordeeien wij niet onbillijk te zijn. De Geneeskonst, waar men zich ter tijd van de Studie het meest op toelegt, is op zich zelve befchoud een overruim Veld om te doorzoeken, zesjaaren vliegen om, en hoe veel worden 'er voor die jaaren, reeds DoBor , latende dus de ftudie en tijd niet toe, dat men op de Chirurgie en Vroedkonst met erhst zich kan toe leggen, te meer, als aile de Vacantie tijden afgetrokken worden, dan veranderen die zes ftudie jaaren bijna in drie, op dewelke Collegie gehouden word. Van zoo veèl Vacantierr weet men in Duitschland niet. — Hoe is 't mogelijk voor een jongeling, vraagt mijn braave Amfterdammer konstbroeder de overledene jibraham Titftngb, die de grootfte derde van zijn tijd' in 't kinderfchool, de volgende derde in de Latijnfche, de kleinfte aan de Academie heeft geweest, ert dan Med. DoBor geprorhoveert word, om Chirurgijn te zijn? wij zeggen, zij L. drijven als appelen, zie Diana pag. 114. , Daarenboven word op zommigè Academie thans" de Chirurgie niet Syfthematisch verhandeld , gelijk ik met zeer veel genoegen gezien heb dat men in Duitfchland deed , en al deed men zulks , de Chirurgie, kan men niet van hooren zeggen en lezen, goed en naukeurig leeren. Die konst eischt Volftrekt, zal men in dezelve vordering maaken, de gebreeken te zien, in de zieken zeive , waar is op onze Academiën daartoe gelegentheid ? nergens! .hierom is het ook dat een jongeling, welke twee, F a drie  ( 84 ) drie of vierjaaren bij de Chirurgie geweest is en roet zijn meefter uit verbinden gegaan heeft, ve 1 v'ugger de uiterlijke ongemakken kan, niet alleen roemen, maar ook teffens greetig toegepaste middelen ter herftelling weet aantewenden ^ veel beter als zommige Doctoren welke die ongemakken nimmer gezien hebben , waarom wij befluitcn dat men in waarheid het niet van veele Geneeskundige vergen kan , dat zij ook de Chirurgie grondig verftaan , niet dat ik eisch dat een Doclor zelve handig de gebreeken met het mes of door kcnjlige handgreepen weet te herftellcn, neen zulks zoude te veel gevergtzijn, 'er zijn maar weinige die de Genees-, Heel- en Vroedkunde grondig verftaan , en daarenboven noch die onverfchrokkenc moet bezitten om handig te opereeren, als men niet van de jeuat af aan goede voorgangcren heeft , welke men Operatien ziet verrichten en van geringe tot gewigtiger Operatien zich gewent, zoo geraakt men zelden tot die volkomenheid, ' om zwaarwigtige Operatien in koelen moede en zonder een bevende hand ter uitvoer te brengen , ook willen wij gaarne de Geneeskundige daar van excufeeren, indien zij zich maar z- :o vee' bevlijtigden , dat zij het werk van Cqnftïvdrii kundig ter uitvoer brachten, zich zoo verdraagzaam aanftelden , dat zij het bewind van Chirurgicale cn Vroedkundige gevallen niet trachten alleente bezitten , maar zich 'er veel liever op toe leiden , om van' Heel- en Vroedkundige wat te leeren, om naderhand in ftaat te zijn, met meerder vrucht heilzaamc raad aan hunne noodlijdende mede menfehen te geven:. 'Want dewijl op onze Academiën de Chirurgie niet grondig kan geleert worden , zoo zal het niet tot fchande der jonge Doctoren zijn, dat zij zich voegen bij dc Heelkundige om te leeren , dat hen inde uitoefenende Geneeskonst van de grootfte noodzaakelijkheid niet alleen is, maar ook dewijl het de gewoonte al veel is om in gewichtige Chirurgicale gebreeken een Doctoraal advies te vraagCn , zoo zullen zij ook van meerdere dienst cn nut bevonden worden. Niemant denkc evenwel om dat ik zegge , dat op  C 85 ) op onze Academiën de Heelkonst niet grondig kan geleerd worden, dat ik bedoel als of de Heeren profesforen in de Chirurgie, tot dat wprk en tot die gewigtige post niet bekwaam zijn, zulks zoude veel te liefdeloos gedacht zijn, en tegen mijn beter weten ltrijden, evenwel zoo zijn de b roemfte Profesforen, om dat de zoo zeer nuttige Hospitaalen in onze Academie p'aatfen onbekent zijn , buiten ftaat gefteld, om hunne ftudenten de Chirurgie m Vroedkonst grondig cn naa waardij der zaaken te leeren, en daarbij komt noch dat een Profesfor Anatomiae en Chirurgiae, niet genoeg Lijken kan bekoomen, om de Operatien jaarlijks behoorelijk niet alleen hen voor te doen, maar hen zelve het mes in de hand te geven om de Operatien te leeren , gelijk men in Duitscblanden Vrankrijk gewoon is te doen, Maar za. men zeggen watheefteen Geneeskundige nodig om zelve het mes te kunnen gebruiken, het is zoo, doch hij is daarom niet teflimmer als hij het doen kan. Schoon het niet volftrekt een Doclor noodzaakelijk is het mes zelve te bellieren , is het dan wel nodig dat de medici ftijfhoofdige bcdil'ers zijn over de Operatien, die zij zelve niet in ftaat zijn, te kunnen doen? zoo min als het hen nodig is de Operatien zelve te verrigten, zoo min hebben kundige Chirurgijns onkundige bedillers nodig. In gewigtige Chirurgicale gebreeken en Operatien, is het dikwils van hetuiterfte belang dat lijders bekwaame inwendige middelen toegedient worden, welke met de natuur der gebreeken overeenftcmmen en na de toevallen daarbij vergezeld gaande zijn ingericht, waartoe volftrektelijk genoegzaame en gegronde-kennis der gebreeken vereischt word, welke zoo zeldzaam in Geneeskundige aangetroffen worden , omdat zij geene genoegzaame gi tegenheid gehad hebben dc gebreeken te zien , waarom ook bekwaame Heel- en Vroedkundigen niet wel refólveeren kunnen om een Doctoraal advies te vraagen, voor en aleèr zij overtuigd ?ijn , dat die Doctoren ih de gelegèntheid geweest zijn om Chirurgicale-cn Vroedkundige gevallen te zien, en zelve wel wenschten dat over het F 3 al-  algemeen de Dottoren, ten tijden van de ftudie meer en beeter gelegenthejd hadden, om de Chirurgie cn Vroedkonst te leeren, maar omdat op onze Academiën bijnaa geen gelegentheid is om een kakhiel te zien verbinden, veel minder om andere gebreeken te zien behandelen , zoo blijven de ieverigfte en fehranderite Studenten yeiftooken om de Heelkonst grondig te Jeeren, welke men eyenwel hebben wil, dat zij naa hun Doctoraat verkreegen te hebben , zullen yerftaan, dat nochtans ongereimt is. Het uas hierom te wenfehen dat de Dottores Diploma wat bepaalder vrijheid gaf, of dat de Overheden door Ordonantien naadere Examen eischten zoo de Donoren zich wilden met dc Chirurgie en Vroedkonst bemoejen, tot zoo lang men het publiek overtuigde dat op de Academie Hospitaalen opgericht waaren , waar de Heeren Studenten dc Genees- Heden Vroedkonst konden zien behandelen. Zijn veele Medici flest ervaren in Heelkonst, om dat zij geen gelentheid gehadt hebben , de Chirurgie zelve te behandelen , of van bekwaame en gefchikte Mannen zien behandelen , noch veel elendiger en beklagenswaardiger is het gefteld met de kennis van de Vroedkonst, waar van zij geduurende de tijdt' hunner ftudie geen gelegcntheid gehadt hebben , noch om de Theorie behoorlijk te horen verhandelen , noch van de Prattijk het allerminst iets gevoeld, of gezien hebben; dat te betreuren is, zijnde dus veele volftrekt buiten ftaat: om eenige kundigheid daar in te verkrijgen, en berooft om ten tijd', der baaring, de baarende vrouwen van dienst te zijn , en eenige hulp aan een zwakke Vroedvrouw te weeg te brengen, achj wierd maar niet door de onkunde der Dottoren in de Vroedkonst yeele vrouwen en kinderen haar leven' onkundig vertroeteld, de Hcijdenfche domheeden cn vooroordcelen van onkundige Vroedvrouwen verfterkt; tot fchande voor onze Eeuw , blaam voor de Edele Vroedkonst en onvermijdelijk verlies van Nederlandsche ingezeetenen J Het Publiek kan het niet onbekend zijn, dat de Vroed-  ( 87 ) Vroedkonst geen ftof voor onze Academiën in vroegere jaren is geweest; 'er wierd geen Vroedkonst op de Academiën te Leyden, Utrecht, Harderwijk, Franeker en Groningen geleert, derhalven alle die geenen welke de Gradus DoBoratus voordien tijd verkreegen , hadden geene gelegentheid, als door eigene oefening om van de Vroedkonst iets te leeren. Na het jaar 1747. heeft men de Theori beginnen te leeren , doch tot de Practijk heeft men tot heden toe, noch geen gelegentheid aan de Heeren ftudenten gegeven om te leren, zijnde dus verftooken gcbleeven van het aller nuttigde en nodigfte deel van de Vroedkonst. Misfchien zijn 'er wel leermeefteren van de Vroedkonst geweest , welke alles bij overlevering van goede Schrijveren aan hunne discipelen voorgeleezcn hebben, vermits zij zelve nooit de uitoefenende Vroedkonst bij de hand gehad hebben. Ook zijn 'er onder de Profesfores artis ohftetricite geweest, die het gebruik der inftrumenten niet konden of durfden leeren ; want zij waren zelfs tegen het nuttig gebruik der inftrumenten, misfchien om dat zij, gelijk meer gaat, dezelve niet wel wisten te appliceeren.- De jongst overledene Prof. Alhinus mijne geachte leermeefter, leerde wel is waar de Vroedkonst, maar gaf voor, dat men alles met de hand kon redden en men in de Vroedkonst geen inftrumenten nodig had, daar geoefende Vroedmeefters geen geloof aan flaan, zedert dat de Hoogleeraar S. B. Albinus de waardigheid van Prof. Anatomia & Chirurgia heeft nedergelegt is op de Academie te Leyden eenige tijd geen collegie in de Vroedkonst gehouden. De beroemde Hoogleeraar Sandifort. Anatomie? en Chirurgia Profeffor, heeft nochtans die moeijelijke tak om de Vroedkonst te leeren wederom loffelijk aanvaart. Op andere Academiën onzer Provintiën word op het zelve voetfpoor de Theorie der Vroedkonst geleert. Wat de PraBijk aangaat , welke het meest noodzaakelijk was, daar heeft men op onze Academie Plaatfchen tot nochtoe in 't geF 4 heel  C 88 ) heel geen gelegentheid en meest alle Do/toren verkrijgen hun Gradus zonder bijnaa Zieken , Gewonde of Baarende Vrouwen gezien te hebben, en nimmer bij een verlofing tegenwoordig geweest te zijn, ja geen muis hebben zien werpen, veelminder een vrouw hebben zien baaren. Hier uit kan ieaer onpartijdig mensch, zonder een groot Politiek te zijn , gemakkelijk befluiten, da*- een DoBor alhier in de Nederlande geftudeert en gepromoveert zijnde, en niet buitens s'Lands geweest is, van de Chirurgie en inzonderheid van de Vroedkonst bijna niets zaakelijks weet, want de ondervinding ontbreekt hen alle, en hier mede vertrouw ik, dat elk mensch gaarne toeftemmen zal, dat uit gebrek aan Hospitaalen in onze Academiën veele Med. DoBores gevonde worden , die geen genoegzaame kennis hebben van Heelen Vroedkunde, en van mij geen verder .uitleg eifchen. Ongelukkig evenwel zijn, zoodaanige patiënten en baarende Vrouwen, welke de proeffteen moeten zijn van hunne ondervinding, cn wat is .' emeener als in een verlosfing die langzaam toegaat, dan dat men een Doéiors raad vraagt, en hoe gelukkig zouden wij de baarende vrouwen achten , als de DoBoren meerder in de vrouwen kraam ervaaren waaren. Is het een oordeel kundig man, en over het geheel genoomen een voorzichtig en kundig Geneesheer, dan gaat het noch wat, want een eerlijk kundig en braaf Geneesheer fchrijft in gevallen cn ziektens, welke hij niet volkomen kent of in 'i geheel geen verftand van heeft, onfchaadclijke Middelen voor, of zijn het Vroedkundige gevallen, zoo verzend hij dezelve naa Vroedmeefters. Waar zijn ooit de verlosfingen kwaalijk uitgevallen , daar men die voorzichtigheid in acht genoomen heeft? Ik laat mijne amptgenooten zelve oordeelen , en het verftrekt aan Geneeskundige (omdat het niet anders zijn kan, dat buiten hun fchuld is,) nut tot fchande mar.r tot eer, in Sufpette Vroedkundige gevallen, een Vroedmeefters hulp te eifchen, al was alles 'er tegen. Treft  C ?9 ) Treft men ongelukkig een Doclor, die verwaand en vermeeteld genoeg is alles te onderneejnen , ja om dat hij Doclor is , bijna zijn eigen zelve niet kend, dan is het met de baarende vrouwen en ongelukkige lijderesfen betreurenswaardig en allerelendigst gefteld. Wist het Publiek dat zelfs een allerkundigst en Geleerd Doclor, zonder nauwkeurig onderzoek van de legging der vrucht, toeftand van de mond van de baarmoeder en gefteldheid van *t bekken, inzeerveeiegevallen, zijne raadgevingenen hulpmiddelen onzeekerzijn, zij zouden zich zoo onbedacnc niet wagen op de Ordonantie van zommige kundige Doctoren. Ui betuig openhartig, dat ik menigmaal als Doftor bedrogen geworden ben, bij baarende Vrouwen , daar het mij niet geoorlooft was te exploreeren. Onlangs, wierd ik bij een arme baarende Vrouw gehaald, welke volgens het zeggen van de Vroedvrouw, het kind met het hoofd wel voorkwam, en reeds drie dagen in arbeid gezeten hadt, fchoon het water noch niet afgeloopen was, vermits ik op het uiterlijke aanzien nog geen gevaar ftelde , en mij bericht wierd, dat de Vrouw volkomen negen maanden zwanger was, en ik zoo uit de pols als op 't gezicht zag, dat de pijnen geen waare weeën waaren, voorIchieef ik haar een pijnftillend drankje met eenige d/ oppelen Laud. Liq. Sijdenh., en belaste de Vrouw van 't kort bed aftenecmen en ftil te bed te leggen, zeide tegen de Vroedvrouw als het water afloopt en geen kind komt mij aanftonds, te roepen , vierentwintig uuren daarna ging ik weder na de Vrouw, en vond haar in dezelfde toeftand , waar op ik zeide niets te kunnen ordor.eeren of te moest eerst onderflaan, dat mij ook niet ge weigert wierd, door de onderflaaning ontdekte ik aanftonds dat de Vrouw niet meer dan zeven en een halv.j maand zwanger was 1 de mond van de baarmoeder wel eenigzints open' maar dik en lang, het hoofd konde ik naauwlijks en met moeite voelen door de mond van de baarmoeder en door de vliezen heen , in de mond van de baarmoeder was eenige zamentrekkende beweging, ik zeide, dat de Vrouw niet meer dan ruim zeven F 5 maan-  C po ) maanden zwanger was, en het noch geen tijd wasora een kind te ontvangen, deed een kleine aderlaating uithoofde van de opgezette pols, krampachtige beweging van de mond der baarmoeder en volbloedige »efteldheid, een pijnftillend en wmdbreekende Mixtuur, met een diepe rust bedaarde alles, op haar tijd verloste de vrouw zeer fpoedig van eenlevendig welgefteld kind, waardoor overtuigend bleek, dat dc vrouw en Vroedvrouw in de rekening was bcdroogen, en ik ook voorde ondcrzoekening misleid was. Dcrhalven een Doclor, die zich verlaat op het gezegde van een i V'oedvrouw, baarende vrouw, uiterlijke omftande en pols en zelfs zijn vingers niet gebruikt of niet gebruiken kan, om van de gefWdheid der baarmoeders mond en vrucht te oordcelen, word lichtelijk misleid, waarom het ook zomtijds veiliger is geen DoBor te hebben , als een die dom te werk gaat in een zaak, daar hij geen verftand van heeft en zomtijds onbedachtelijk omdat het werk niet fpoedig voorgaat, drijvende middelen of zoogenaamde fellentia voorfchrijft. Hij doet mijns bedunkens een allergevaarlijkfte ftap, want op veele Vroedvrouwen haar gezegdens is niet veel ftaat te maaken ^ of de vrouw op haar rekening is of niet, of het hoofd, dan of de heup voorzit, aan de pols kan hij het niet ontdekken, en veel minder aan de weeën, want wij hebben ondervonden dat waare weeën en een opgezetten baarende pols zoo wel de heup, bil en verkeerde leggingen vergezelde, als naatuurelijke hoofdgeboortens; Hoe zouden en hoe loopen dan de omftande en uitflaagen af? ik ken zeer voorzichtige DoBoren, die zeldzaam iets anders zullen aan de baarende vrouwen vorfchrijven, als een Anodinumof Emulfie, door ondervinding geleert zijnde, daar jonge DoBoren noch niets van weeten , dat het te gevaarlijk is, iets anders te ordoneeren en dat pcllentia niet moeten voorgefchreeven worden, als men zelfs niet van de legging van 't kind enz. overtuigt is, zeer wel weetendehet gezegde van Roederer§. 337. „Me„ dicamina, quae pellunt, fuperftitiofa Aupidample- „ bem  C 9i ) „ bcm occupant, obftetricum ignorantiam velunt. , Jnfontiores prudentiores que medici artis oblktri„ cias tninus pcriti, parturientem & amicos folantur t lüasfamae conlulunt. Veris pcllentibus, fanguinem „ aduterummovendbus,, magna &medicastrorum, & „ tonfbrum & obftetricum turba pugnat, iis prorfus „ fimilis, qui incendium gladio extinguere furcnte „ aufu conantur." Niet zonder reeden zegt de Heer Mittelhaafer in zijn practifche verhandeling van deVroedkonst, welke in Leipzig 1754. is uit gekoomen, poeders om de baaring te bevorderen, zijn zeer fchaadelijk inverkeerdleggende kinderen, en billijk zullen zich alle Medici rationales 'er van onthouden, tot dat zij van de legging des kinds nauwkeurig verzeekerd zijn, en zoodaanige verzeekering kan men niet als zeergebrekkig van een Vroedvrouw krijgen, derhalven is het bijna aan Medici niet geoorloofd, zoodaanige drijvende middelen voortefchrijven, of zij moeten zelve onderzoek gedaan hebben, en van de legging van 't kind als anderzins wel verzeekerd zijn: want anders verwekt hij grooter gevaar, het bloed drijftmen naa de baarmoeder, door de zaamentrekking van de baarmoeder, word de naageboorte los, en 'er ontftat bloedftorting, het kind fterft, de ongelukkige baarende gaat, indien niet lpoedig een Vroedmeefter komt, op de erbarmlijkwaardigftc wijze tegelijk met haar vrucht te gronde, en moet daarmede als een offer der onwetenheid aangezien worden. Daarenboven wetefi wij dat drijvende middelen, fchoon de vrucht verlost is, niet ophouden te werken, en haar krachten geheel en al noch niet verlooren hebben, en dus naa de verlosfing door haar prikkeling fchaadelijke ontftceking, en inzonderheid doodelijke blocdftortingen, en een oceaan van andere kwaaien kunnen te weeg brengen, welke door kundige Medici kunnen en dienen vermijd te worden, hierom is het dat vanSwieten , (welkewij waar lijk voor een Groot Medicus en een man van zeer veel ondervinding houden moeten) in zijn Comm. ©p de Beroemde Boerbaave om het bijgeloof der vrouwen  C 92 ) -wen en omftandcrs te hulp te koomen, liever raad omchaadelijke hulpmiddelen voortefchrijven dan prikkelende cn drijven Je middelen. Was hut Publiek meerder verzeekerd datde Geneeskundige over het algemeen geen kennis en kundigheid der Vroedkonst hadden, zij zouden zich op hunnen raad zoo gerust niet vertrouwen. Wist een man dat het gevaarlijk was , om zommige Dottoren te halen, die geen verftand hebben om te onderdaan, en van de gefteldhcid en legging van dc vrucht te oordeelen, en evenwel ftoud genoe* zijn om icbaadelijke prikkelende middetén voortefchrijven, hij zoude nvt zoo veel greetigheid hunne Iralp niet bidden, en zijn geld niet ten kosten van zyne tedere Echtgcnoote en kind aan Doclor en Apotheker waagen Waaren baarende vrouwen en omftanderen, overtuigt dat dc gevallen zeldzaamer zijn, als men wel denkt, dat Geneesmiddelen iets goeds te weegbrengen, zij zouden zoo onbedachtzaam verir.an.1ige Medici niet kwellen om drijvende middelen, en het zijn dwaazen die op dit verzoek ze voorfebrijven. Niettemin daar zijn gevallen daar de Geneeskonst baarende vrouwen, van zeer veel dienst kan zijn waarom elk recht geaaTt mensh ookwenfeher mach' dat de Dottoren wat meerder kennis van de Vroedkonst mochten hebben Dus kunnen'er gevallen zijn, daar een Aderlaating onvermijdelijk noodzaakeijk is, een Gij. eer een Verkoel e'. de drank cn doch het onderzoek aan de pols i, niet genoeg, maar drijvende middelenkomenze'dzaam of'nooit tepas en hij dient een oed Prattisch -ezicht, en een fijn gvoel te hebben, die Peilenüa met vrucht zal ordoneeren, en eindelijk om niet langer hier bij te bljjvm zeg ik, dat naa hët fpringen van het watet als het kind met het hoo 'd voorkomt, de Levrètiche of Friedfche tang het be^te dnjvent en veiligite middel is , en wonde 'baai-dijk de Natuur te hulo komt. En legt het kmd verkeert, een verftandige en handi e keering, welke meerder te weeg brenn ais alle Medicamenten. — * ' Dat  C 93 ) Dat veele Geneeskundige niet kundig zijn in-de Heel-en Vroedkonst, zal nu .door zeer geringe! Chirurgicale ongemakken en Vroedkundige gevallen beweezen worden. Meer dan eens heb ik mij over de onnozelheid van zommige Gepromoveerde Doctoren in 't oordcelen over. Chirurgicale gebreeken moeten verwonderen. Een Medicus welke g.en gering credict had bij 't Publiek, zach toevalligerwijs een kind, waar over ik te Amfterdam als Heelmeejl er practiceerde, welke een Antrax op de buiten kant van h.t deije been hadt, de openingen, welke door het u'tvallen van de efcar veroorzaakt waaren, zach dien Hl er voor fistuleuze openingen aan , verwonderde zich, dat zulks maar door'een enkel plat wiekje met weinig zalve befmeerd en een dekpleifter verbonden wierd. Omdat het den Doclor voorkwam als een fistuleus ongemak, bracht hij het geheele fruisgezïo in rep cn roer , maakt mij bij dc mders, welke ziek waaren verdacht, kortom hij twijfelde zeer aan mijne kundigheid : want in zijn Doctors oog, moefte alle die openingen in een 'g.'lheeden worden, des anderen daags wierd mij zulks gezet, waarop ik antwoorde -lat het mijn zaak was , verzeekerde dat geen fnijden noodzaakelijk was, het ongemak geen bedenking hadt, en van zelve zoude gencezen , als 'er maar geen Doctoraal Advies in aanmerking genoomen wierd , ik ging met mijn Zacnre behandeling voort, waarover mijn Heer den \ Doftor gantsch niet wel te vreeden was, omdat ilc zijn zeggen in den wind doeg, en niet obferveeren konde, ik wierd op nieuw naa ik s'morgens verbonden hadt geroepen, en gezegt, dat den Doftor gevraagt hadt of het kin.1 al gefneedeil was, waarop neen gerapporteerd zijnde, hij anftons Doftoraal ordoneerde het kind moestgefneeden worden, ofhet was voor altoos ongelukkig, waarop ik wijgerde te komen, en liet wcetcn het Kind zou ongelukkig kunnen worden, als het sefneeien , maar njet als het zoo behandeld wierd ; wijnig tijd daarnaa wierd ik weder verzocht om te komen do :h wijgerde en zeide morgen zal ik op mijne gewoone tijd en uur komen, als  C 94 ) als den Doctor dan lust heeft kan hij 'er ook komen, en ik zal dan zeggen, dewijl hij niet weet welke ongemakhet is, hoe het door Chirurgijns genaamtword, en door de haatuur en wijnig hulp van de konst °-eneezen kan worden, zonder fnijden. — Niet lang daarnaa vermits het in mijn buurt was kwam iemant van de famiele , mij bidden om te komen, dat de Doctor boos was vertrokken, de ouderen enfamielien in de grootfte verlegentheid waaren, over het ongemak. Wat kan een onkundige DoBor over een niets heduident ongemak, een gerucht maaken! Om onkundige menfehen uit de verleegentheid te redden, ging ik 'er op ftaande voet na toe, vond een zeer verleegen huisgezin, overeen zaak die niets te beduiden hadt, endatdeBoerenmet wat Kockebakkers deeg gencezen, twee fterke Mannen waaren gekoozen op last van den Doctor, om het kind te houden, in verwachting noch zijnde dat ik de order van den Doctor zoude gehoorzaamen en het kind onnodig fnijden , men berichte mij dat de DoBor het kind voor ongeneezelijk verklaard hadt, bij aldien het niet gefnecden wierd: ik bejammerde de onnoofelheid van onze Dodtor, die nochtans voor geen van de minlte Geneeskundige in Amflerdam gehouden wierd, en zeer bemint van veele Apotheekers was. want hij ordoneerde zomtijds vier of vijf ordonantien te gelijk, en zulk een gewoonte is goed voor de Apotheekers maar kostbaar en ongelukkig voor de zieken, doch evenwel door zijn domheid geirriteerd zijnde, gaf ik aan de verleegen menfehen ten antwoord, als den Dodtor zoo wel de ziekte van de Juffrouw Termer gekendthadt, als ik kende en wist hoe te geneezen, het kind zonder fnijden, de Juffrouzv geen miskraam van zes maanden zou overgekomen zijn: want de dach, voor dat de Abortus kwam, wist onze Geleerde noch niet dat zij inde kraam moest, en had door geduurig de buik te pappen en fchadelijke Medicamenten, de Abortus begunftigt, welke zijn plicht was geweest voortekomen. Naa eenige redenwisfeling verzeekerde ik de Ouders dat  ( 95 ) dat de Doclor het ongemak niet kende, en dewijl ik hem met zijn zieken, welke hij armzaalig genoeg behandelde liet geworden , hij mij ook metdeuiter'ijke gebreeken moest laaten begaan, of ik zoude zijn onkunde naader aan den dach brengen, ik beloofde dat het kind binnen veertien daagen volkomen zoude geneezen zijn zonder fnijden, maar als 'er onnoodig in gefneeden wierd, kon ik voorde naadcclige gevolgen niet in ftaan; want lichtelijk zoude door de irritatie van fnijden, in zoo een gevoelig ongemak, kunnen komen ontfteeking, ftuipen en de dood; mijne reedenen wonnen veld: want de menfehen willen altoos liever zonder fnijden, als met fnijden geholpen worden: was het eens een ander gevalgeweest daar ik als Chirurgijn oordeelde dat noodzaakelijk gefneeden moest worden, en men hadt het ongeluk zoodaanig een domme Doclor tot hulp te hebben, dan kon lichtelijk de goede kans verkeekeix zijn, eer men "tot de daad kwam, en de ongelukkige leiders worden daar door niet zelden het offer van de onkunde, dc aanvolgende dach kwaam onze Geneesheer wederom zijn zieken te zien, en vroeg of het kind geopereerd was, hem wierd gezegt dat ik het ongemak zonder fnijden kon geneezen, maar als zijn Edele mij fprecken wilde, ik geroepen zou worden, hij was zeer onvergenoegt en begeerde mij niet eens te zien of te hooren fpreeken, binnen twaalf daagen was alles geneezen, en men liet het den Doclor zien die 'er op antwoorde dat het maar een geluk was, en hij het niet begrijpen kon. hoe het mogelijk was, geweest, dewijl het altemaal Fistels waaren. Hadt hij geweeten dat de Natuur gunftig was in 'tfcheiden van de verftorven kortten, onder het gebruik van een zacht plaasmiddel, en volkomen genas de goedaardige Antraces hij zou zich zoo niet verwondert hebben. Het gezegde van den Abt van Saint Real vinden wij hier uit genoeg bevestigt en volkomen bewaarheid; zeggende, die een Doclor noemt, noemt altoos geen wijs man maar zoo eenen die behoorde wijs en geleerd te zijn. En dat Primerofius niet zonder reeden gefchreeyen heeft, dat doorgaans de  C 96 ) de Medici \n Irt ftuk der Heelkonst zoo onweetent zijn , dat zij totbefpottingvande fchoone Geneeskonst verftrekken. In gevallen van meerder belang engevaar is het niet veel beeter zomtijds geleegen, met hunne raadgeeving, hoe mecnig Anuristna is op Doctoraal advies voor een Abces geopcnt; een fpreekend bewijs is op de Waal voorgevallen waar de 1 ij— dercs aanftcns dood blo de. Hoe mecnig een beknelde breuk is door het ta;men en draalen verwaarloost, wij hebben jaarlijks de droevige exempelen daar van , en veele Doctoren zijn 'er fchuld aan , omdat zij met niets beduidende middelen de zaken te lang ophouden , waarom niet als eenige proeven gedaan zijn aanftons de Operatie voorgefteld? die dan niet alleen gemakkelijk te doen was maar ook wijnig gevaar in zich heeft, en door het gelukkig flaagen zouden andere lijders ook aangezet worden om dezelve te ondergaan. Hoe meenigmaal word de trepaneering in hoofd wonden door onkundige Doctoren belet en hoe veel jaaren zijn 'er omgegaan, dat men nauwlijksin Leyden een Trepaan heelt gebruikt, en de verwaarloozing van dien heeft mifchien vijf cn twintig en meer menfehen het leeven gekost. Kundige Chirurgijns moeften zich aan onkundige Doctoren niet Hooren, en dat is de plicht en eisch het Karacter van een eerlijk man. Chirurgijns moeften als eerlijke Mannen betaamt met elkander in uiterlijke gewigtige gevallen raadpleegcn, en zich tegen de vijanden van Chirurgia aanftellen cn opereren als het tijd is, en niet van onkundige Doctoren afhangen, maar ach? hoe veel Chirurgijns vind men die draajers zijn, en al beaamen wat hun vriend den Doctor zegt, en door dit doen vijandig met hun Konstbroederen leven, dat niets als naadeel aan dc loffelijke Heelkonst kan te weegbrengen. Want vriendelijk elkander de behulpzaame hand te bieden , het zwakke dat een Operateur heeft te onderfteunen door goede hulp, doet de Operatien gelukkig flaagen , maar de haat, nijd wangunst- en bedilzucht, die gevaarelijke gedrochten , doen de Operatien veeltijds mislukken, en  i 97 ) cn de lijdór word al vast de prooi) van deeze on= reedelijke driften. Als Chirurgijns elkander dehuipzaame hand booden, zouden zij niet alleen gelukkiger flaagen,maar men zoude zommigeDocloren die geen kundigheid der uiterlijke gebreeken hebben,' en van Operatien niets verltaan wat beperken. Dit verhaalde mij eens mijn zeer geachte braave Amptgenoot de beroemde J. Stijger in zijn leeven een eerlijk en handig Heelmeefter te Amflerdam. Zeeker jong Doclor willende het dóen van een Operatie aan een Chirurgijn betwisten, nam J. Stijger tot adiiftentie. De Chirurgijns meende tegen het advies van de Heer Doclor, dat de Operatie niet uitgefteld moest worden, de Doclor vroeg wat hij dan bij de patiënt deed, waarop de oude Heer Stijger mij verhaalde geantwoord te hebben, zeer gepast, om inwendige Medicamenten voortefchrijven, zoo dc patiënt die konde gebruiken, toe te zien èn leerenhoe handig de Chirurgijns als Mannen opereerèn , daar het de nood vereischt. Deeden Chirurgijns zulks meerder en oprecht met elkander , het zou zod droevig met veele gevallen niet afloopen, en de Doclor en zouden zoo de Mcefter over hen, niet fpeelen. Hiermeede Vertrouw ik, dat men toeftemmenzal; dat zommige Medici flecht ervaaren zijn in de Heelkunde dat evenwel te beklaagen is. Om nu door gevallen te bewijzen, dat zommige Medici nietveel weten van de Vroedkonst ftaat nu te onderzoeken, verwacht niet dat ik gevallen van gewicht, en daar een fchrander oordeel om te kennen toevereischt word zal aan de hand geeven , of dat ik uit zeldzaame voorvallen dezelve zal kiezen, bij Voorbeeld dat men een onkundig Vroeter; van oorfprong een Apotheeker behulpzaam is in 't vermoorden van een ongelukkige vrouw , welke men verbeelde zwanger te zijn, en op die ingebeelde zwangerheid de Keizer Sneeden op 'xAdvies van drie Docloren in 't Werk ftelde , en in plaats van een kind te vinden een gezwollen èn ontftooken leever voor het mès krijgt en' doodelijk wond , zoo dat wijnig tijd daaniaa de t bewerking te wjjten IS- Hoe  C *°3 ) Hoe Gnertelijk vald het aan een Vroedmeefter dis overvloedige bewijzen van zijn bekwamheid en handigheid gegeeven heeft, dat hij op zijn eigen gezag een verkeerd werk nietaanftonsgcoorlooftis aftemaaken, en eerst het Doctoraal advies, en vrijheidmoet afwachten, en dat noch wel mijne leezeren van een man die nooit zelve de hand aan't werk geflaagen heeft, en van de Vroedkonst niets weet als bij overleevering van Schrijveren ; dat vald kundige fmertelijk, in waarheid ik zou niet tegoed zijn, om zoodaanig een Raadsman het geheele werk ovcrtegeeven: dat die Heeren geleezen hebben ondervinden wij daagelijks, is voor ons geen nieuw en leezen zulks ook, en wat ons onze gewaapcnde en ongewaapende handen uit kunnen voeren weeten wij , en boven dien wecten wij noch dat hunne handen daartoe niet in ftaat z}jn om te doen , dat zij op het gezach van anderen voorftellen. Denkt ondertusfchcn niet dat ik het confuleeren in gewigtige gevallen veracht of niet noodzaakelijk ftel, neen het raadpleegcn is in die gevallen zeer nut, want kundige Doctoren en Vroedmeefters ftemmen ligtelijk overeen. Dat men mannen van oordeel, kunde en die gewent zijn hunne handen in de baarmoeder te bellieren in gewichtige gevallen raadpleegt is een overdeftig doen, maar om het1 advies van een Solus Theoreticus aftewachten in gevallen daar haast bij 't werk is, is tijd, kosten en misfchien moeder of kind verlooren. Onze Practifche handen, dienen van een hoofd vergezeld te gaan dat zoodaanig een Theoretitus in fluit, dus hebben wij dezelve bij ons en niet noodig 'er naa te wachten, tot dat het water geheel is afgeloopen, de baarmoeder om het kind geweldig zaamengetrokken, kwaade toevallen op handen zijn, de krachten verminderd en uitgeput, om kortte zijn, en vrouwen cn kinderen in weezentlijk gevaar gedompeld zijn, dat gemeenelijk de gevolgen van lang delibereere , conjuleere en lange regilters voortefchrijven zijn. Dit voorafgaande geval zal overtuiging genoeg gegeven hebben, dat die Doclor het Yrpedwerk of niet G 4 v/ei  ( io4 ) wel verftaan of niet wel betracht heeft, meergevallen zoude ik kunnen aanhaalen zoo in geweldige bloedftortinge voor en naa de verlosfing, daar men de vrouwen mét een emulfie liet dood bloeden even als of'er geen andere hulpmiddelen in de Genees-en Vroedkunde bekent waaren. Droevige gevallen zoude ik kunnen aanhaalen daar de Docloren de Vroedvrouwen acht en twintig uuren lang een uitgevallen arm van 't kind lieten in werken, gevallen daar men vijf; zés, daagen een géklemt hoofd zonder hulp van een Vroedmejler, de vrouwen flimmer behandelde als een boósdoender op de pijnbank maar verfpaaf zulks tot naader geleegentheid, evenwel zal ik noch een geval aanhaalen, waar men deonverfchilligheid van zommige Docloren uit kan opmaaken of hunne lijders fterven of beéter worden. Ik wierd verzocht door de Vroedvrouw om zeekere vrouw te hulp te komen, welke gelukkig van haar vrucht Verlost was, maar de naageboorte waste rug gebleeven. Deeze gevallen loopen veeltijds zeer gelukkig af gelijk Ruisch, en andere leeren, ook zelve Ondervonden heb, Ruiscbnoch zijne naavolgers hebben hooit geleerd 'dat de naageboorte niet moest verlost worden, maar wél datmen de tijd daartoe wel behoorde in acht te ricemen en voorzichtig tewerk gaan. Nooit heeft Ruisch geleerd dat 'er geen gevallen plaats hebben, daar een konftige verlosfing van de naageboorte ónnoo'dzaakelijkis.Hij was tegen hét onbedacht dom en geweldig af haaien van dc naageboorte aanftonds op de verlosfmg van 't kind, en tegen zulk een handelwijs, welke van'onkundige Docloren noch bégunftigd word zijn wij mét recht ook tegen, de Natuur moet men daarin gaadc liaan en volgen, nochthans zijn'er gevallen daar her onvermijdelijk noodzaakelijk is een Voorzichtige en ko.nftige verlosfing van dc naageboorte in 't werk te fteilen. Vermits mij bericht wierd dat de Doclornietsgeordoneerdengezegthadt, het naa werk zóu wel komen , durfde ik zonder toeftemmimg van den' Doclor niet gaan: want als de gevallen niet naa wensch' üitvallen vervald men in 'de óngenaadc van die HeéPéri, liet dén 'DoBor weeteri zoo' hij van ger  voelen was dat een Vroedkundig onderzoelf nodig was, ik dan in aller eil zoude kpmen, doeh kreeg daar geen bericht op. Zondachs was de vrouw van haar kind verlost, dingsdachs onmoetemij de Vroedvrouw , welke mij berichte dat de moederkoek noch niet verlost was, s' wocndachs fprak ik de Vroedvrouw weder en mij verhaalde het geval noch het zelfde te zijn, yerzochtde Vroedvrouw om zelve naadeDoctor te gaan en hem voorteftcllen of zijn Edele niet zou goed vinden om de Vroedmeefter eens het geval te laaten onderzoeken, de Doctor al te Vroed zelve zijnde, maakte geen zwaarigheid, ordoneerde niets en achte geen hulp- van een Vroedmeefter nodig, donderdachs avonts wierd mij bericht dat de 'vrouw ■s'midachs met de naageboorte bij haar was geltorven. Schoon veeltijds het te rug blijven van ós nageboorte eenige tijd naa de verlosfing van 't kind wel afloopen, evenwel is het mijns bedunkens onrecht, om zonder Vroedkundig onderzoek alles aan de Natuur over te laaten. Konde onze Geleerde Doctor aan de pols wel weeten of de naageboorte in dit geval verlost moest worden of niet, kon hij aan de pols voelen of de naageboorte in een bczondere zak in de baarmoeder zich gehegt had of niet? dan of door verkeerde Contractie van de Uterus dc Placenta te rug gehouden wierd ? dan of een of andere oorzaak plaats hadt, waardoor de naageboorte belet wierd om naa buiten te febieten? en een onvermijdelijke hulp van een Vroede hand noodzaakelijk was of niet; zulks alles aan dcpols te voelen, waar wenfchelijk, maar zoo ver ik het pols voelen, kan, is 't mjj tot noch toe niet mogelijk geweest dit diep geheim te ontdekken, zoo min als door de pis te bezien, het Star graveel te leeren kennen, wat wordende menfehen niet al door kwakzalvers be droogen! De oorzaak van het te rug blijven van de Placenta, mach in dit geval zijn welke het wil, mijns bedunkens heeft den Doclor waan wijs, dom en geweetenloos gehandel omdat hij geen Vroedkundig onderzoek heeft laaten doen, en onkundig de vrouw heeft laaten fterven, zonder het eene of het andere. m G 5 ' ' in  \ C 106 ) m 't werk te fteilen even als of in de Genees Heet* en Vroedkonst niets bekend was, 't welk wij in die gevallen met fucces in 't werk gefteld hebben, omzijn Edele geen onverdiende roem te gceven, zeg ik , dat hij een roekelooze, onvoorzichtige, en ftjjmoofdige jiankleever geweest is van een gevoelen, dat hij niet verftaat en ook geen vermogen toe heeft om het hem verftaanbaar te maaken. Was 'er een algemeene wet dat Vroedvrouwen, alle kraamvrouwen welke binnen drie weeken naa de verlosfing kwaamen te fterven aan de Overheid moesten aangeeven, men zou veele zaaken ontdekken. Welke naadelige gcvoigen nu door de onkunde der Docloren aan dc Vroedvrouwen konst te weeg gebracht word ftaat nu bewcezen te worden. Het is bekend en boven reets aangehaald dat gegoede en aanzienelijke vrouwen meest altoos een Doclor zoo wel voor, in, als naa de baaring Confuteeren,en met recht; want zoo wel voor, in, als naa de baaring kan een oordeelkundig man van gewichtige dienst zijn; de gcmecnc burgers ja zelfs geringe lieden kraamen ook veeltijds met ftatie onder het opzicht van Docloren, ja zelfs aanzienelijke, rijke, gemeene, en arme raadplcegen dikwils den Doclor welke Vroedvrouzven dc bekwaamfte zijn, om de zorge der verjosling aan te betrouwen, elk mensch nu, die maar een grijn gezond oordeel heeft, zal derhalvengreetig met mij toeftemmen, dat als alle Docloren nu grondige kennis van de Vroedvrouwen konst hadden, zij niet alleen aan de baarende vrouwen gewichtige dienften en noodzaakelijke hulpe zoude kunnen te weeg brengen, maar ook dc Vroedvrouwen in 't bedienen van haar gewichtige postvan de aller uiterfte nuttigheid zouden kunnen zyiv, Het heil der baarende zou men daardoor kunnen erlangen, en de Vroedvrouwen zoude nuttige Raadgcevers niet alleen verkrijgen, maar ook door kundigheid, welke de Domoren hadden daagelijks wijzer voorzichtiger en handiger worden, om kort te zijn, elk Doclor zoude gelegenheid hebben om dc Vroedvrouwen daagelijks te leeren, onderwijzen en bekwaamer maaken. Men be-  C 107 ) behoeft geen groot Filofoof te zijn om te begrijpen, welke nadeelige gevolgen nu door onkundige DoBoren aan de Vroedvrouwen konst, aan de Republiek en inzonderheid aan het baarende gellacht te weeg gebracht word. Het vaid mij fmertelijk dat ik zeggen moet dat de onkunde, weike bij de Vroedvrouwen plaats heeft, zommige DoBor en niet alleen de fchuld van zijn, maar ook dat men zien moet dat door onkundige DoBoren de Vroedyi ouwen in haar domme meening niet alleen veriterkt worden, maar ook teffens al wat men ten beite van de baarende vrouwen aanwend voor nieuwigheden, onnodige zaaken, ja omdat zij 'er geen yerltand van hebben , alles wat maar mogelijk is aanwenden om de domheid der Vroedvrouwen tc ver»? fterken, de Heelkonflige uitoefenaren haatclijk bij het Pujüek affchctfen , cn willen aangezien hebben even als hafard fpeelders, dien het maar waagen of het geluk of ongeluk hen volgen zal, daar het eene zeekere waarheid is dat de Heelkonflige verloskunde in de meefte gevallen veel zekerder is als een cenigetak, van Genees-en Heelkunde. Waarom dus Medici, dc Vroed? Vrouwen in hunne domme meening, fchandelijk wagten en roekeloos toeven verfterkt? zij zijn van natuur Itijfhoöfcfg genoeg om baarende vrouwen rukeloos te ^Éjfëgen. Waarom Kundige uitoef cnaars der Reclkonjtigj yerlosfing, hun leeven zuur gemaakt hun edele pogingen ten befte van dc Republiek, op een doemenswaardige wijze gefchonden, hunne onvermoeide en zwaare arbeid , fomtijds ten kosten van hun gezontneid en onherftelbaar leeven zoo flecht betaald: Ei^cht de Goddelijke openbaaring, eischt dé reden, het gezond vernuft, vergt uwe'geweetens niet van u, ja de band van vereeniging waardoor de Genees konst aan de Vroedkonst gehegt is verpiichtu een beter loon te geven, dan te lasteren, doch ik fehenk hen de fpreuk van Xenophon, lasteren hebben zij van kindsbeenen geleerd. Waarom hoond gij zoo eene edele ja mach ik mij dus uitdrukken zoo eene Goddelijke konst, cn doet «naangenaanihedca aan deszclfs uitoefenaaren, is het om-  C 108 ) omdat zommige gevallen juist zooniet uitvallen als edelmoedige vroom e en handige Vroeters wel wenfehen? fterven moeten wij immers alle, daar kan God in den Hemel alleen voor zorgen, gelijk Brinkman zich uitdrukt, ook de beste Docloren ontvallen lijders, maar al te doen wat Natuur, Konst, Plicht, en Geweten vorderd is onze zaak, en zoo lang wij niet al aangewend hebben, wat inde Genees-Heel- en Vroedkunde bekend is, zijn wij van plicht verzuim niet te ontfchuldigcn. Denk: Heeren Doctoren dathetmeenigmaalen in uwe macht ftaat om de handige en wel uitgevoerde konst bewerkingen wel te doen flaagen, Üw Edelens zijt meenimaalen in de geleegentheeden, voor ons, bij de baarende tegenwoordig, uwe hulpe zoekt men veeltijds eerst, voor men een Vroedmeefter haald, derhalven UWE. kunnen veel toebrengen om dc uitflag der konst bewerkingen of gelukkig of ongelukkig te maaken, aan een vroegtijdige hulp van een Vroedmeefter, is zeer veel aan geleegen, weiketer rechter tijd geroepen zijnde meest altoos in mogelijke gevallen gelukkig flaagt, met behoud van moeder en kind, en in moeijelijkegevallen ter rechter tijdt geroepen zijnde, noch hoop "heeft van een van beide te kunnen fpaaren, daarentegen als dc gevallen, doornaalatigheid en ichandelijke verzuim vertroeteld zijn, en men te lang een vrouw metaderlaatinge, operatien en drijvende middelen zonder vrucht gekweld heeft , de goede kans verkeeken is en men maar een Vroedmeefter doet komen, om de oorzaak des doods van moeder en kind ten laste te leggen, de overheerelijke nuttige Vroedkonst endeszelfs getrouwe uitoefenaaren een fchandelijke blaam te doen aanwrijven. Door dien nu de Med. Doctores over het algemeen zeer flecht ervaaren in de Vroedkonst, zijn, zijn zij ook in de meefte gevallen gevaarelijke Raadgeevcrs niet alleen , maar zij zijn ooknaadeelig voor dc Vroedvrouwen konst, en veeltijds door hun onkunde en niet minder verwaantheid , oorzaak dat de gevallen gevaarlijker worden en flechter uitvallen dan dat het werk ailen aan de Vroedvrouw was aan vertrouwd ge-  ( iö9 ) geworden, want de Vroedvrouw meent haar plicht gedaan te hebben om een Doclor te laaten komen, fchuift het lang vertoeven op den Docloren den Doctor weder op de Vroedvrouw, de laafte minder in achting en met minder welfprcekentheit voorzien, jcrijcht de bout op de kop, en de vertroetelde vrouw1 is het rantfoen van hunne onkunde, dus doet de onkunde der Doctoren nadeel aan de Vroedvrou* wen konst. Om zulks noch wat naader te bewijzen, zal ik twee gevallen affchetfen, het eene Van een natuurelijk moeijelijk werk, en het andere Van eeri tegennatuurlijke verlosfing. In een natuurelijke moejelijke hoofdgeboorte veroorzaakt door een te groot hoofd, of'fchuinfche legging of nauwte van 't bekken is bekent, dat een kundige Vroedvrouw in die natuurelijke moeijelijke geboortens, buiten een goede fchikking plaatzing en gemak aan een baarende te verzorgen niets anders doen kan, de weeën en tijd, is haar ecnigfte hulp, de hand kan niet na binnen, want de opening van 't bekken is door het hoofd en omleggende deelen in die gevallen gevuld: Het geval duurt en blijft eens zes , acht, tien ; twaalf uuren in die zelfde toeftand, na het fpringen van 't water, en het hoofd is zoo laag dat men met een kleine vinger het kan ontdekken, men neemt, en met recht, zijn toevlucht tot een Doctor, in de Apotheek zijn 'er geen middelen, aan kundige bekend, waarmen zeeker vijlig eri gerust de verlosfing mede kan begunftigen, zie mijne verhandeling in 't Genoodfchap Servandis Civi'bus. Buiten de aderlaating, verkoelende middelenen opiaten zijn 'er wijnig, welke men ooit van dienst bevonden heeft, hoe hoog men ze ook door onkundige Docloren ziet opvijzelen. Wat is nu de plicht van, een Dodtor zal hij de baarende vrouw en Vroedvrouw van dienst zijn en niet tot fchaade en naadeel verftrekken? men ftcl eens alles is naa wensch, 'er zijn waare weeën of pijnen dus geen opiaten komen te pas, en hoe meenigmaal worden zij in die gevallen verkeerd voorgefchreeven en pijne welke noozaakelijk zijn gefufflamiaeerd,, om kort te Zijn,  C XIO ) zijn, de vrouw is buiten de ongemakkelijkheid van % baaren volkomen gezond , ergo zij beeft niets als de verlosfing, om Van die Ongemakkelijkheid zonder gevaar verlost te worden nodig. Medicamenten, welke een zeekere en een bepaalde uitwerkin» hebben, komen bij geen gezonde menfehen te pas° Purgeeren en Wisperen kunnen geen dienst doen Want men heeft niets anders als een vrucht te ontlaften, welke reets zoo laag gezakt is dat de Clijlleer pijp-niet zonder gevaar na binnen kan: zal nu een Doctor aan een baarende vrouw, kind en Vroedvrouw van dienst zijn, dan heeft hij niets te ordoneeren als een onfchadelijke ju/rp of emuljie, dateeen kwaade uitwerkingkan hebben, om niet alleen de menfehen te vreeden te fteilen en vergenoeging te geeven maar om zich te gedraagenalseenman van kundigheid betaamt daar bij gelaftende dat de vrouw gemakkelijk gcplaast word, ter rechter tijdt haar Weeën verwerkt en dat de Vroedvrouw niets moet doen, dan als het kind van de natuur na buiten gebracht word de deelen verzorgt voor verfcheuren , vooral dient bij het haar te verbieden het geduurig onderdaan, eene haatelijkc gewoonte naadeelig voor baarende vrouwen. • n zoodanig een geval zoo een weg mflaande , doet in waarheid de baarende Vrouw het kind en de Vroedvrouw dienst, door niets teordoneeren dat dc Natuur in zijne werking kan ftooren, beletten of verhinderen, maar teffens dient hij ook te wectcn dat men niet te lang, met deeze kuur en indicatie dient voort te gaan, of hy is, de barende Vrouw, het Kind en Vroedvrouw nadcelig. Indien hij zes, acht, ja op zijn hoogst, indien de Vrouw geen kwaade toevallen krijgt, twaalf uuren met die indicatie.voorgaat is overlang genoeg, zoo dan dc JNatuur de Verlosfmg niet te weeg brengt, is het niet langer een Doclor of Vroedvrouw zaak, maar een kundig eerlijk Doclor moet een Vroedmeefter zonder verder tijd verlies aanprijzen , voorftellen en deszelfs noodzaakelijkheid met de kraetigfte reeden de barende Vrouw en familie bekent maaken, en rond- bor-  borftig bekennen, dat hij als een eerlijk Man geeft' nader en zekerder weg weet om de barende Vrouw, Kind en Vroedvrouw van dienst te zijn. Want waarom in die moeijelijke en zoogenaamde geklemde Hoofden, zoo veel w/ïtenxbijRijke- en Gemeeneliedengedaan en vruchteloofeReceprengefchreeven, de Rijken kunnen immers een viftten en onderzoek van een Vroedmeefter gemakkelijk betaalen, en het is bij de gemeene lieden een geweetens zaak, om het geld dat zij zoo zuur winnen aan niets beduidende medicamenten en vifttens te verfpillen, een Vroedmeefters onderzoek "is noodzaakelijk, en een Man die kundig is en een goed geweeten heeft, zal 'er geen onbetaamlijk loon voor nemen, noch de verlosfing, ondernemen zoo hij niet volftrekt nodig is. Doet men zulks niet en een Doótor die anders handcld word een onnutte Comilizrius niet alleen, maar ook een gevaarlijk mensch bij eene baarende Vrouw, kind en eenbenaadeelderder Vroedvrouwen. Want de hulpmiddelen der Natuur, de Weeën verminderen langzaamerhand, het hoofd raakt en word door de Weeën veel vaster bekneld , ja eindelijk onbeweeglijk in 't bekken, de blaas en omleggende deelen worden van vooren gedrukt en het Inteftinum reclum met de bijleggende deelen van agteren, waar door de pis belet word te ontlasten, verzcld gaande Van een allerlastigfte ter.esmus, de vagina en omleggende deelen zwellen door de onophoudelijke' drukking van het hoofd , worden droog , pijnelijk en ontftooken, zeer gevaarlijk voor een vrouw als naderhand een Vroedmeefters bewerking, in't werk gefteld moet worden cn een groot hartzeer voor een Vroedmeefter , om zoo een verknoeide vrouw te' behandelen. Het kind word door de drukkingmeer en meer bekneld, de zagte beenen buigen in, de naden fchuiven over elkander, drukken onophoudelijk de' bloedvaten, en herzenen, zulks gefchiet zelfs in de natuurlijkfte baring, maar door dien als de Weeën af zijn, en ruimte genoeg overblijft dathethoofd zich wederuitzet, en vangeen lange duur is,zooishetniec gevaarlijk, maar alhier word hetdoor langduurighcid ge- vaar-r  vaarljjk en veeltijds doodelijk, zulks moeteen Medicüf' Voorkomen en daarvoorroeptmenbem,de drukking; welke een kind doormiddel van de tang of hefboom ondergaat, is in lang zoo gevaarlijk niet als die het door de Weeën en op het fchaambeen leid; want een handige vroeter zorgt dat dezelve niet lang duurt. De Vroedvrouwenkonst eindelijk lijd 'er nadeel door, om dat als Vroedmeefters altijd bij doode kinderen geroepen worden, en 'er verzuim bij plaats heeft', dc Vroedvrouwen Voor het verzuim itaan , of fchoon den Doclor mede niet te ontichuldigen is, maar daar de dijk op zijn laagst is loopt het water het fpoedigste na toe , derhalven: want Vroedmeesters visfen niet gaarne krengen hen door de onkunde toe gefchikt, of zij verzwijgen niet dat'er verzuim plaats heeft, waar door de Vroedvrouwen in haar ampt benadeeld worden, en de menfehen zich in het toekomende van zoeken te mijden , dus zich liever van 't begin af aan bij een Vroedmeefter vervoegen tot aanmerkelijke nadeel der Vroedvrouwen 't welk door een kundig bellier van een voorzigtigDoclor kan voorgekomen worden. Ik bid cn fmeek U Geneeskundige Mannen, want de zaak is van groot belang en wel waardig dat ik 'er U om fmeek, op hoop dat ik verhoord zal worden , zeg mij eens kan een kinderhoofd dat een duim te groot is, door Medicamenten een duim kleiner gemaakt worden, of als het kwalijk in 't bekken geplaatst is in eeft natuurlijke legging verplaatst worden, of een Vrouwe bekken, welke een duim te nauw, door Medicamenten een duim wijder gemaakt worden? Iemand die een grein gezond oordeel bezit al hadt hij in 't geheel geen verftand van de Geneeskonst , zal immers bekennen dat zulks met Medicamenten, niet mogelijk is; Waarom dan gewagtna de dood van 't kind, zulks is een doodflag en de moeder komt zeldzaam zonder gevaar het te boven, en aan U is de verantwoording vermits 'er door de Vroedkonst mogelijkheid was om beide te fpaa-ren, 't welk door U verwaarloost word. W aar-  C 113 3 Waarom geen medelijden met barende Vrouwen .geoefrènd? een braave deugdzaame Vrouw is immers het grootfte gefchenk, dat de Voorzienigheid op dit ondermaanfche aan de Mannen kan geeven, middclijk hangt ons tijdelijk en eeuwig wel of kwalijk, van eene deugdzaame Echtgenoote af, waarom dan de Vrouwen in haare nooden niet hooger gewaardeerd, haare pijnen verkort, haare fmerten verzagt en haar fpoedig een blijde en vrolijke moeder gemaakt van een levendige Vrucht, welkers gezicht en gefchrceuw fpoedig de voorledene bange uuren doen vergeten. Waarom, Medici niet al in 't werk doen fteilen, wat Natuur, Reden cn Konst leeren, Uwe Eed, en Geweeten vordert en de Hoogachting welke wij aan de Vrouwen fchuldig zijn, eifcht. EenDoctor, die door nalatigheid en onverftand oorzaak is, dat een Vrouw ongelukkig baard, is niet waardig van eene Echtgenoote bemind tc worden, en ik wenschte, dat .de Vrouwen elk wie zich fchuldig maakte aan die fnoodheid haare omhelzingen en gunste weigerde, zulks zoude van goede uitwerking zijn. Zal een Med. Doctor in een tegennatuurlijke baring van wezentlijke dienst zijn, zo moet hij een van deeze twee, wegen inflaan, of hij maakt zich aan plicht verzuim fchuldig, cn de naam van een Medicus onwaardig ; Hij is verplicht als de mond van de Baarmoeder genoeg geopent is 't welk hij zelve diende te kunnen onderzoeken en het kind legt verkeerd , het zij het kind met de arm, hals, borst, buik, billen of welk deel het ook mag zijn dat op de baarmoeders mond legt, hij moet ordoneeren dat de Vroedvrouw de verlosfing doet, en de baarende Vrouw en kind redt; of zoo ten tweeden, de Vroedvrouw zulks niet durft of kan doen, aanftonds moet den Doctor een Vroedmeefter voorftellen, die de verlosfing doet, en dan is 'er voor de baarende Vrouw en kind weinig te lijden, den Doctor heeft het welzijn van Vrouw en kind betracht, en elk recht geaarde Vroedmeefter zaldewijze' H fchifc-  C in ) fclnkkin? van den Doctor prijzen en de Vroedvrouw loopt geen gevaar van haar goede naam te verhezen, om dat zij ter rechter tijd, eer het werk zuur en zwaar word-zijne hulpe gevraagt heeft, en hij in ftaat gefteld word om levendige kinderen aan onze Republiek, Ouders en Familiën te leveren. Waarom Med. Doctores in verkeerd leggende kinderen anders te werk te gaan, en aan Vroedvrouwen geordoneerd, daar de kinderen met dc arm voor kwaamc de zelve te ruch te brengen en meer dan vier cn twintich uuren met die doemmenswaar-dige handgreep, de vrouwen zonder vrucht gemarteld cn de kinderen vermoord. Derhalven Medici ordoneerd als Mannen in zoort gelijke gevallen, laat de armen leggen daar zij zijn en ordoneerd dat de Vroedvrouwen de beenen zoeken , dan zal de arm wel te recht komen, of neem ü toevlucht tot een Vroedmeefter en laat geen ogenblik verlooren gaan, of het onfchuldige bloed zal over Uwe domheid in den Hemel om wraak fchreuwen, zie mijne verhandeling in 't Genootfchap Servandis Civibus. Misfchien werpt men mijtegen, daar zijn gevallen, welke twee, drie, en langer dagen duuren en evenwel gelukkig afloopen, ten tweede als men van een Vroedmeefter fpreekt verzet zich deVroedvrouw 'er tegen aan , welke dan in 'tafzijn van ons om een ander Medicus zend, welke bijna Verbotenus hetzelfde voorfch rijft, wacht eenige tijd met goed gevolg en dus raken wij onze roem cn klanten kwijt. Wat het eerfte aangaat ik beken , dc Natuur doet zomtijds wonderen en redt dikwils moeijelijke cn langduurige gevallen waar over wij ons verbaazen, maar Medici, ex raro' contingentibus nunquatn formantur regulee, zodanige gelukkige gevallen zijn zeldzaam en kan men over het algemeen in de Vroedkonst niet toepasfelijk maaken, en men handeld ook niet na de regelen der konst, men kiest een gevaarlijke omweg daar een zekerder bekend is, als men zoo met de baarende vrouwen leeft. Ik heb zelve gezien vier dagen en nachten, na 't ' fprin-  C $ïl ) fpringen van 't water, in 't Hospitaal te Straasbuvg een kind in de geboorte ftaan, zoo dat men de hairen van 't hoofdniet alleen konde voelen, maar ook buiten de teeldeelen zien, welke al zeer gezwollen waren cn evenwel het kind levendig ter wereld komen, ja dat te verwonderen is, het vogt 't welk op het kind volgde, ftonk zoo geweldig dat men de Kraamzaal open moest zetten , en dc Vrouw herftelde zeer wel, maar of fchoon dit geval cn andere wel uitvallen, ik hou ftaande dat zulks niet veilig, zeker, gemoedelijk en Kristelijk met barende Vrouwen gehandeld is, dewijl 'er veiliger en fpoediger middelen bekend zijn: Want den Accoucbcurwas eendommeftijfhoofdige fchrceuwcr, en gaf voor, dat hij alle verlosfingen met de hand konde afdoen, de overige Studenten zoo wel als ik wenschten gaarne te zien, hoe hij de verlosfing zoude afmaaken en de noodlijdende redden , waar over de Accouchcur in drift raakte, en de Vrouw de fchuld gaf, dat zij haare Weeën niet genoeg verwerkte, of fchoon de Vrouw alle krachten en vermoogen aanwende, ik voegde den Accoucbeur toe, dat de Heer Roederer de tang zou appliceren en zoo lang niet zou wachten, waar door zijn gramfchap tot het toppunt fteigerde, en om dat volgens zijn zeggen, zij de Weeën niet goed verwerkte, gaf hij de elendige baarende een gelukkige fiag in 't gezigt, dat de tanden los fprongen, ik zeg een gelukkige fiag, om dc uitwerking, want de lehrik van de klap, en de vrees voor meer, bracht bij dat mensch alles in beweging, zij drukte, zij perfte en wende op een onbegrijpelijke wijze alles aan ; want menfehen vleesch is niet gaarne geflaagen , tot dat fpoedig het hoofd van 't kind na buiten raakte, waar door de Vrouw van meerder klop bevrijd wierd , en van een levendig kind verloste. De onkunde in. 't bellier der Inftrumenten , was hier oorzaak dat men zoo lang wachte en moeder en kind in de waagfehaal ftelde , boven dien ben ik zeker dat men het geval vier dagen vroeger veilig voor moeder en kind bad kunnen redden, cji die zelfde Accoucbeur heeft geen maand daarna H 2 zijn  C 116 ) zijn Hcidcnsch dom gevoelen van' dc "Vroedkonst vaarwel gezegt en met de Tang in 't bijzijn van een groot getal Studenten een Vrouw van een levendig kind verlost, waar over hij zo zeer vergenoegt was, dat hij mij verzekerde, nimmer zoo lang te zullen wachten, maar in voorkomende gevallen'" van ue Tang fpoediger gebruik te zullen maken. Waarom zal men ook een zaak van zoo veel ge wigt als een Vrouw en kind is , in een onzekere waagfchaal zetten , als 'er een zekerder, minder gevaarlijker en korter weg is? Waarom zal men een Vrouw, Kind, Vrienden en Omftanders vier dagen én langer in vrees , ongerustheid met gevaar eisfelijke benauwdheid en Wreede pijnen laten worstelen, dewijl een Natuurkundig zeker Inftrument bekent is, waarmede mende Vrouwen en kinderen kan redden. Onze handen wel is waar , zijn met ftaale Inftrumenten gewaapent in die gevallen , maar wij weten dezelve zoodanig te appliceeren dat zij de hoofden der kinderen zagtclijk omvatten en dat zij aan de moeder geen fchaade kunnen veroorzaaken : derhalven zijn wij aan plicht verzuim fchuldig, wanneer wij in zoodanige twijfelachtige en gevaarlijke gevallen geen zekerder en korter weg gaan , en betrachten het waare welzijn der Republiek niet, het welk evenwel ieder een verplicht is en inzonderheid Med. Doctores betaamt, door de fterflijkheid te verminderen en de bevolking trachten te vermeerderen. Ten tweeden, men kan alle wol, zeg ik, op geen eene kam fcheeren, ook niet alle Vroedkundige gevallen op cnkelde gevallen beflisfen, ik heb binnen, de tijd van vijf uuren gezien, of fchoon het hoofd van 't kind wel voorkwam, moeder en kind verloorcn gaap en alle toevallen zoo fpoedig de overhand nemen , dat het niet raadzaam was een twijyclachtig middel in 't werk te fteilen', in dit geval was. noodzaakelijk geweest op 'tfpringen van het water, 'tkind aanftonds door de Forceps te verlosfen, en Om dat zulks verzuimt was ftierven zij beiden, hoe' dikmaals wacht men na het fpringen van het water te vergeefs op Weeën en in plaats van pijnen komen  C 117 ) men ftuipcn , waar men dan fpoedig hulp van een Vroedmeefter vraagt, ja fchoon men als dan een prompte en fpoedige verlosfing door een Vroedmeefter erlangt, het zenuwgeftel door ftuiptrekklng eens in beweging gebracht zijnde , word veeltijds door de verlosfing en gepaste middelen niet tot bedaaren gebracht, maar de convuljiones, blijven de ongelukkige zomtijds tot de dood toe vergezellen , of een doodclijk apoplexie door verbrceking van de vaten der herienen, befluiten het treurig fchouwtoneel, of de lijderesfen blijven geduurig haar leven aan Epileptifche toevallen'onderworpen, 't welk men alles voor zoude kunnen komen, als men fpoediger hulp bij Vröedmeefteren zogt. Voorafgaande ziektens, gefteldhedentot ontftceking, aandoenelijkheid in't zenuwgeftel enz. maken in zommige Vrouwen aanftonds gevaar cn vcreifchen een fpoedige Vroedkundige hulp of de gevallen zijn zeer fchielijk doodelijk, 't welk ook alle Medici rationales zeer naauwkcurig in 't oog houden, maartij die blooteEmpirici zijn, en daar eir boven van geen gezond oordeel voorzien zijn, denken dat geval is met wachten wel afgeloopen , dit zal het ook weldoen, bedriegen zich zeer en het kost al vast de lijderes het leven. Wat dc tweede tegenwerping aangaat, die heeft niet veel te beduiden. Ik weet zeer wel dat als oordeelkundige Artfen, in zommige bedenkelijke gevallen voorftellen, om een Vroedmeefter raad te pleegen, zommige Vroedwijven 'er zich tegen verzetten en in de afweefenheid van den DoBor een ander Medicus aanprijfen en dus de eerste hunne klanten en patiënten ontrooven. ( Zommige Doctoren om dat zij noch wel eens van een Vroedvrouw gerecommandeerd worden cn een fchelling verdienen , durven het ook niet doen, om niet in ongenaade van zoo een Vroedvrouw te vallen, doch dit zijn laagc zielen van Doctoren.) Het is mijns bedunkens flegt dat Doctoren geen meerder aanzien bij hunne lijderen hebben en aan het onkundig oordeel van een Vroedvrouw of Zuigster afhangen, moest en diende niet een Doftors raad boven die van een H 3 Vroed-  Vroedvrouw gaan? bovendien is het edelmoediger' en vcrftandigcr Doctor, als hij om een korter min gevaarlijker weg en een zekerder hulpmiddel a'angcpreezen te hebben, voor zijn dienden en van zijn Patiënt bedankt word, als door onzekere middelen en bedrieglijke vlijende redenen, zijn kalanten te behouden. Een eerlijk en gemoedelijk Doctor ziet liever zijn middel van beftaan en inkomen gefnuikt, als door verwaarlozing en verzuim barende Vrouwen en kinderen fterven , en daar door de gunst van een onkundig dom en rockelooze Vroedwijf die hem recommandeerd te behouden. ' Het waar te wenfehen dat de 'Reglementen op 't Vroedvrouwen werk gefteld, haar noodzaakte op poenalitijt te gehoorzaame aan de raadgevingen van Doctoren, en dat men ook teffens op de Academiën, zorg droeg geen Doctoren te promoveeren, die niet kundig waaren in de Vroedkonst, of dat men ten minften wat nauwer bepaalde Diplomata gaf aan Onkundige, wantvcelc menfehen hebben geen verftand om over de bekwaamheid der Doctoren te oordcelen en gebruiken hen, omdat zij met naam als Doctor aan het huis pronken. Schoon Vroedvrouwen zomtijds een Eerlijk kundig en aller bekwaamst DoBor, welk een Vroedmeefter voorftcld 'ervan daan bonst enhcthaargelukf'creen ander in te dringen, echter kan ik hier ook niet nalaaten zommige Med: Dodores zelve te beichuldigen, dat zij oorzaak zija dat de patiënten zoo licht veranderen van Geneesmcejler, waarom zijn zij zoo bereed in't werk van anderen te komen? waarornr.ls zij bij zodanig geval geroepen wierden niet gewijgert om te komen , of men moest dc voorbaande Doctor ook ontbieden ? dan kon men uit "ee'riefl mond voorftellen wat gedaan \mocst worden, en hadt de voorgaande Doctor reeds die middelen'aangewent, welke men in zodanige lijder gewoon is voortefchrijven , waarom dan niet uit eene mond op ftaande voet, de verlosfing een Vroedmeefter aan  aan bevoolen. Door zodanig doen zoude men in zijn geneezing en onderneemingen gelukkiger niet alleen flaagen, maar men zou ook de domheid van de menfehen te keer gaan, en hen leeren de Medicus, welke zij gebruiken in achting houden, te gelijk afwennen om van de eene naa de anderen te loopen, en Vroedvrouwen zoude ook dan die kwaade gewoontens afgeleerd worden, om de eene Doctor te verachten en de andere zoms minder kundig in te dringen. Maar ach Helaas ? hoe is het gefteld met zeer veele Medici op zommige plaatfen ? elendig genoeg. Veele zijn 'er op uit om elkander te onderkruipen en het doen van een ander Medicus, al was het noch zoo kundig en verftandig niet alleen te verachten, maar hunne Amptgenooten te blaameren en voor onkundig uittemaaken, al zijn zij zelfs overtuigd , dat het Mannen zijn , welke hen verre in kundigheid, verftand en oordeel overtreffen, en zij niet alleen, niet in ftaat zijn, om hun doen te verbeteren, maar zelve omdat zij niet weeten wat aan te vangen cn voortefchrijven, na de Apothekers gaan naazien welke middelen te vooren geordoneerd zijn door hun Collegaas en met eenige verandering in de couleur der dranken of conierven te maaken, dezelfde indicatie volgen. — Zulk een laag doen betaamt geen Kruijcr, en Schoenlapper, laat ftaan een Geleerde en vooral geen Medicus, des niet tegenftaande zijn'er ónder de Me,dVet, die met meerder moeite, listiger ftreeken en langs laager wcegen aan hun patiënten komen, als een lchuitjes boef een pakje krijgt, om van de eene fchuit na de andere te draagen. — Dewijl uit deeze mijne gezegdens genoegzaam blijkt dat over het algemeen de Medici flecht ervaaren zijn in de Vroedkonst, en ik in gemoede overtuigt ben dat het met veele Medici, noch veel ilimmer gefteld is als afgefchets is, volgt van zelve dat wij opgepaste middelen denken om aan de Heeren welke de Geneeskonst leeren, beetere gelegentheid tc geven om de Chirurgie en Vroedkonst zoo H 4 wel  C 120 ) wel als de Geneeskonst grondig te leeren , opdat zij na hun Promotie, niet alleen nuttige Geneeskundige maar ook allerbekwaamfte Conciliarii word-en voor Heel- en Vroedkonst Oefenaaren ch inzonderheid voor Oefenaaresfen, die dc hulp cn raad var crvaara Medici het meest van noden hebben, en op zommige plaatfen door de Ordonantien geboden word eerst een Doctor te fpreeken voor een Vroedmeefter gehaald wordt. Welke middelen zoudederhalven gefchikst zijn om de Heeren Medicina Studwfi gelegentheid te gecven , de Chirurgie cn Vroedkonst grondig te leren ? Verwacht niet Waarde Landgenootcn dat ik aan zal prijzen, dat als die Heeren hunne Studiën bijna ten einde gebracht hebben en reeds grootc kosten gemaakt hebben, om de Chirurgie cn Vroedkonst te gaanj leeren na Frankrijk, Engeland of Duitsland cn daar onze goede en Hollandfche pen. nmgen ten voordcel van Vreemdelingen te vertccren, cd ichoon zommige zulks en ik zelve het gedaan heb, omdat in onze Pro'vinticn tot noch toe geen gelegenthcit is, om die beide oogmerken voor een Medicus te bereiken. Het doet mij leet , dat zommige die we? 111 gcflagen hebben en noch langs die zelve weegen hun oogmerk bereiken moeten, en hun °-eld Verrenen moeten om een konst te leeren, welke zoo nauw aart de Geneeskonst verknogt is, dat men met geen mogelijkheid eengocd Genees Heer zim kan, zonder dezelve grondig te verftaan. Het is niet alleen net geld dat men daar ter plaatfen verteerd, dat ons a fcnrikt om zulks aan te prijzen, maar braave Jongelingen van alle opzicht van Ouderen, Voogden, Vrienden of Lancigenooten beroofd, ontaarden niet zeden het geld voorstudie hen aan betrouwd, word zomtijds juist niet altoos daartoe aangewend en wii hebben er gekend welkers gezondheid zodanig was SSn ii ZÜ--blJ minfe refour'd'ui^lHke kenmerken gaven Waai zy van daan kwamen. De Amflerdam- zfLn"5 Ï2Va? ijSkfon na pfrjr gezonden te hebben om de Chirurgie te leeren, zoo dat  C «i ) ,dat zulks nooit naderhand weder is in 't werk gefteld; hier komt noch bij, dat veele van onze Landgcnooten te verwijft opgevoed worden, zo dat als zij het geluid der Hollandfche klokken niet meer hooren , de gemakkelijke oppasfing en zorge van hunne Ouderen misfeh/en, en de last van Reizen voor hen gewaar worden, zij ziekelijk, lastig, ongemakkelijk, Landziekig en Melancholiek worden, zoo dat «' zij in die vreemde plaatfen niet anders als gevangene op hunne kamers leven, bezoekende noch Collegien noch Hospitaalen, leeren dus niets en komen misfchien onkundiger te rug, -als zij heen gegaan zijn, het gaat de zulke als de jonge Arijlus, welke ons Gellert affchetst in zijn Zedekundige lesfen bladz. 506 en 7, die alle Hoedanigheden bezat om zijn fortuin te maken, maar door zijn Ouders te teder opgebracht, zodat zijn lighaam de ongemakken van het weer, vreemde lucht en het gemis der gcrijfclijkhedcn niet kon verdragen, met de kous gelijk het fpreekwoord zegt, teruggekwam. Dewijl veele jongelingen niet altewei gefchikt zijn, om in vreemde 'Gewesten om te zwerven, ook veele Ouderen en Voogden niet al te gemakkelijk te bewecgen zijn, om hunne kinderen, fchoon zij bijna Mannen geworden zijn te laten reizen, en dus verftooken blijven moeten van deeze voor hen noodzaakelijke konften, fchiet 'er niets over, als dat wij op middelen bedacht zijn moeten om in ons eigen Vaderland cn Republiek de Heeren Medicina: Stu- ' diofi genoegzaame gelegentheid te geven, om de Chirurgie en Vroedkonst grondig te leeren , opdat zij niet nodig hebben hun geld in vreemde Landen te verteeren ; Het oprichten van Hospitaalcn in onze Academie plaatfen, zal onzes bedunkens in Haat zijn omdat gebrek te vervullen, en de Hooggeleerde Heeren Profesforen in ftaat fteilen niet alleen te onderwijzen, in de Theorie der Chirurgie cn Vroedkonst, maar ook teffens aan hen gelegentheit te geven, de voorkomende gevallen te zien behandelen, geneezen, opereren, verbinden, H 5 e»  C MS ) en vrouwen onder het opzicht van hun viilir van haar vruchten te verlosfen : waardoor dc HecTS Studenten in ftaat gefteld koude worden, om tentiS de van hunne ftudien ondervindig te kri Sen onder het opzicht van bekwame Mannen, wdke hen to een fterke Baak verftrekken zullen, als zij de SSd bekomen om de Practijk zelve uitteoefenen waa door men voorkomen zal dat veele leiders nictoneelukkig en c endigfneven, die de proef zijn moeten ' van de ondervindig der jonge Doftoren _ ' ' Wij moeten ons en met recht zeer verwonderen dat ao Hospitaalen in onze Academie pLTftn onbekend zijn , en een Vreemdeling die on nn7l n Jiteiten onbekend* zal het v!or ee^bef houTen' dat men zegt op de Univerfueiten in Ho land S geen Hospitaalen, die nuttige Meubelen ontbreken Aldaar want hij zal zich met kunnen verbeelden hofdlt een Academie zoo lang zal kunne frand houden zonder Hospitaal, en moet zich billijk verbaazrn rZ de roem der Nedmandfclre Aeaö^^&S al vervallen is, voor zoo verre de Geneesktnde Vn belangt. Wil verbaazen ons hier over ook "én kun' nen niet ontkennen dat indien wij Hollandetrnzol geneegen waaren tot Rijzen als de DuSSvrl fchen en Engelanderen zijn, de ftudentef "e G " neeskunde onze Academiën Vaarwel zoude yewrfL andere plaatfchen de voorran- ,et!ae Zfggeii en d,,r Hostaal en zijn, ^^^^ zieken zelfs onder het opzicht van bekwaame' Man nen kan zien behandelen, cn niet alleeTd? 2W> leeren, maar ook door de ondervindtZl fterkt worden Schoon wij geenzjs ontkennen kunnen dat weleenige kwijninVon onze JrnT plaats heeft, nochthjms door dten^fde pltaftS Geneeskunde, altoos binnen onze Nederlanden als Pro fesforen gehadt hebben cn noch hebben d" ar men m Duitsland en Frankrijk en Engeland de hoed voor m de Collegien afneemt, als men derzelvei■ iSm hoort noemen, ja daar meenig Vreemd in"om S Leyden gekomen is om de zelve te zien ° Welke  (? 123 3 lce op een aangenaame , fch rand ere, duidelijk en o-emakkelijke trand, de gronde der Geneeskunde aan hunne toehoorerden leeren , dat zelve Vreemdelingen als verbaast zijn , wanneer zij in de Collegie n verfcheinen en eindelijk de goede order welke deHoogleeraaren houden, zoo in 't onderwijzen, als verkeering met hunne Discipelen heeft mede veel toegebracht , dat ten minften de voornaamfte Academiën noch zijn, zoo zij zijn. Het ftrekt onze Eeuw onze Republiek onze Inwoonders waarlijk tot fchande, dat in onze voornaamfte Academie plaatfchen geen ziekenhuis of Hospitaal gevonden wordt, tot nut van die geenen welke GeneesHeel- en Vroedkunde trachten te leeren. De Nederlanders bekent weegens hunne rijkdommen, zijn nochthans in dit geval ten behoeften van noodlijdende cn ten nutte van de Geneeskonst oefenaaren fpaarzaamcr als een arrn Regentje in Westphaalen of ander Duitsch plaatsje. — Leyden, is een van de gefchikfte en bekwaamfte plaatfen voor een Hospitaal met een gezonde, ruime en frifche luchti, en keurlijk water voorzien , cn verdere vereistens tot een Hospitaal zouden daar ook te vinden zijn. De plaatsch om een Hospitaal op te richten ontbreekt 'er ook niet: want wij hebben twee of drie dnizentMilitairen kunnen bergen, zonder dat ecnBurger eenige last 'er van behoefde te lijden.Zonder dat het noodzaakelijk was om een nieuw Huis op te bouwen, zoo zijn 'er reeds genoeg bijna gercet, ten minften met geringe kosten gereet en bekwaam te maaken, waar in men een goed getal zieken gekwesten en baarende vrouwen konde plaatfchea , het Gasthuis in dé kamp, het Pesthuis buiten de Poort, 't welk door de vernielende tijdt, bijna zonder eenig nut gedaan te hebben als de koste van onderhouden, konde gefchikte Huizen zijn om een goed getaf noodlijdende te bergen die nu onder de handen van de Docloren , Chirurgijns , Vroedmeefters Apotheekers uit en der naa, ten kosten van de Stad en evenwel uit gebrek aan 't nodige, bijnaa, ongeneefelijk blijven. — Het  C 124 ) Het oprichten van een Hospitaal waarin men zieken gekwcsten en zwangere vrouwen in nam en behoorelijk van het nodige verzorgde, was in Levder zoo noodzaakelijk ajs bia ecnig ffaüch in de We reld; want door het kwijnen en zStogendér Tra' fitken en Fabrieken , fs den Weever Sp nder Twijnder cnal wat daar aangehegt is zoodariverarm , dat het droogbrood enVdappeJelÏÏaïSk zie!te o anïerf e1"1", bek°°^n gorden zf doo zieKtc ot andere kwaaien aangetast, dan moeten zii Ht^iH^ gCbrek ^ ontbloot van cle noodSg^S g** -ermcidclijk te Sten "ï''„ ui£crftc,^rd, binnevest, -vin !lacnten.> eriz- daar eertijds goede cn weifelde Burgertjes woonden die door de Indulriecn bloe^-Fabrieken in hunne eigeSglw^nS de nijpende armoede zelfs konde te gemoetKeS" zijn tansch met anders als gevuld mef naa?c en ve^' Demeeden. Eik rechtgeaard, M. Hoct., Chirurg Vroedmcelicr dre de zuivere waarheid regt wh doen' iSïï??°n b^endat menigmaal zijn zieken uit gcbiek aan nodig voetfel, dekiel, verfchoonin-enz verJooren gaan, of fchoon niet alleen geSen Middelen worden toegedient maar ook door dc Se of ander gebuur onderfteunt worden, van Armvaders m Idelijk en bereidvaardig bedeeld worden, en dóór de wijze voorzorg der Overheden goede ngezetenen kragtdadig onderfteunt worden , het gebrek Ê zÓms zoo groot, dat het de lijders niet alleenS, maaS geen tot ververfing, verkwikking en noodzaiTc ijfcJ heit gegeven word aan het huisgezin zoo wel vanpaa komt, als aan dezieken, gekwesten ofbaarende zijnde het zomtijds nodig als men een zieken heelt, vi'e v f zes, en meerder van alles te voorzien, hetwelk Sefk "loiradCrS' SmdCn Bml™ WC1 rSSt h^,verval df T"duftrie ZÜ" veele zodanig veraimt, dat m waarheid, indien p-ccn middelen ter mtvoer gebracht worden/ welke\TTbtiekel tn haar  C 125 ) haar voorige luider hcrftellen, Leyden eerlang een verblijf zal zijn, enkel voor geleerde Mannen en Renteniers, • welke duizende van hunne armde mede menfehen moeten onderhouden wil men ze van geen honger en gebrek zien vergaan. Van hoe groote noodzaakelijkheid het was, om 'in zoodaanig een Stad, welke vol is van arme menfehen een Hospitaal op te richten, laat ik aan de lezer over, ik zal alleenlijk maar zeggen, dat dewijl het zeer bezwaarlijk is om de oude Indujlrie te doen herleeven, dc Fabrieken tc doen bloeijen gelijk voorheen, omdat Aterlingen en vijanden Van ons Gemeenebcst merdcr fchijnen Engelfcbe Franfcbe of andere uitHeemfchcManufactuuren te beminnen,dan dat zij door het draagen van lnlandfcbe Goederen hunne eigene Ingezectcnen zoude trachten voor gebrek te hoeden, en de Fabrieken 'te helpen onderfchraagen, zoo is het een der gewigtigde plichten en noodzaakelijkde verrichting om de Academie blocijender te doen worden, en het grooter verval des Academie zou van. geen minder belang, zijn voor de Inwoonderen als het verval der Fabrieken. De Suilen van Leyden' zijn door het verval der Fabrieken aan 't waggelen gebragt, maar het gebouw ftord gewis in, indien de Academie noch meer vervald als die reeds vervallen is. IJet oprechten van een Hospitaal was niet alleen een zeer gefchikt middel om de bloei van de Leydfcbe Academie te doen herleeven-, maar ook voor alle Ingezetenen nuttig en heilzaam: want dewijl altoos groote mannen in de Geneeskunde daar het ampt als Hoog Leeraars bedienen, zoude de vreemdelingen van wijt en zijt afkomen zakken om hier de Genees- Heel-en Vroedkonst te leeren, en onze Inboorelingen hadden ook niet nodig na Vrankrijk, Engeland of Duitsland te rijzen : welke voordeden zulks aan de Ingezeten toebrengen zoude isdicht optemaaken: want hoe grooter het getal van Studenten is, hoe meerder voordedcnnietalleen •aan deStad komen , maar ook de Ingezetene , enBurgerswordengemakkelijkkerhunne kamers verhuurd, die tegenwooruig zomtijds jaaren ledig blijven daan tot  tot merkelijke fchaade van den Burgerftand: hier bii komt noch de aanmerkelijke voordeden welke den Ambachts man geniet van de Studenten, de kleeremaaker, fchoenmaaker, pruikemaaker,bakker boekbinder, boekverkooper enz. genieten alle aanmerkelijke voordeden van de Heeren Studenten, dierhalvcn hoe meerder 'cringetal zijn, hoe gemakkelijker zodanige Burgers aan 't brood kunnen komen, en met genoegen toebrengen kunnen het onderfchraagen van een Stad en Maadfcbappij, derhalvcn. kunnen Regeneen niet onverfchillig zijn, om een zoo nuttige cn noodzaakehjke Academie niet alleen in ftand te doen houden, maar ook wel inzonderheid verplichtzijn willen zij het allegemeene en bijzondere welzijn van de Stad en Ingezetenen betrachten, alles in 't werk te fteilen, wat maar eenigzints mogelijk is om de bloei van dc Academie te doen bevorderen, en dewijl mijns bedunkens een Hospitaal in een Academie Stad zoo als Leyden is, zoo noodzaakelijk is als een roer aan een fchip, zoo valter wijnig bedenking om zulks te verhinderen. Ook ben ik zeker, dat zommige Heeren Curatoren al reeds er op uit geweest zijn omdat onontbeerelijk Hospitaal binnen Leyden teltichten, en zoo ik mii niet bednege is door de onverwachte dood van de Heer Burgermeefler Hop, (die met zoo veel iever bezield was om de welvaart van de Leydfcbe Academie te bevorderen dat s'mans dood van veele noch betreurd word) zulks niet ter uitvoer gebracht. Misfchien zal men zeggen het allegemeen geroep is dat Leyden reeds onkosten genoeg heeft om jaarelijks te onderhouden, en dewijl door het verval de Fabrieken cn het verminderen der Ingezetenen eenige honderde duizende guldens jaarelijks zoo wel de Stad als het gemeene Land aan inkomften verminderd is zoo zoude de koste van oprichten en onderhouden van zoodaanig een Hospitaal tot een drukkende last der gegoede Ingezetenen kunnen verftrekken ? Wij willen gaarne toeftemmen, dat tot het opbouwen, (zoo het volftrckt noodzaakelijk was) en onderhouden van een Hospitaal, een aanmerkJij- kc  C i*7 3 ke zomme geld jaarlijks van'nood cn zouden zijn, maar teffens zij het 'er verre af dat wij die kosten de Stad Leyden op den hals zoude leggen , zulks zoude zelfs ongercimt en in 't geheel niet te vergen zijn. Een zaak, daar alle onze Provinticn Steeden en Dorpen voordeel en nut van hebben kunnen, moet mijns bedunkens indien eenige notabele kosten noodzaakelijk zijn op gemeene fchoudcre getorst worden, en zoo is het oprichten van een Hospitaal in een Academie Stad: want omdat daar door onze Provinticn voorzien zoude kunnen worden van bekwaame Doctoren, die voor hunne Promotie zelve de PraBijk Genees- Heel-en Vroedkunde hadden bijgewoont zoude zij ter plaatfen , waar zij zich ctablifeerden aanftonsch veel nuttiger Practici zijn cn hun lijderen behoefden niet de proef itecn te zijn, om hen de ondervinding te leeren, daarenboven zoo zoude veele bekwaamer-zijn in het oordeel vellen over wonden, derzelver doodclijkheid niet doodelijkheit of bijgeval doodelijke wonden leeren nauwkeuriger kennen, en goede Raporten aan dc Magiftraaten kunnen geven, dat met veele zeer gebrekkelijk toegaat , cn die van de Geregte, dikwils uit de verwarring, welke in de Raporten zijn, moeijclijkheeden veroorzaakt, zodat Hun Edele Geftrenge nauwelijks met een goed geweten een vonnis naa verdienften kunnen vellen, over de fchuldige, inzonderheid als twee drie ofmeermaalen , door de bericht gevers verandering in de Raporten gegeven worden, en'over een zaak van eminente gevolgen, in de tijd van tien minuten befluiten kunnen maaken en aan hunne Overheden geven. Mijns bedunkens zoude de onkosten van een Hospitaal ineen Academie Stad, niet voor rekening van zoo een Stad alleenig dienen te gaan maar voor het gemeene Land en genoemt moeten worden het Staaten Hospitaal, even als het Collegie voor de Studenten in de Theologie het Staaten Collegie gtnaamt, word. Want een Staat heeft zoo wel goede Geneesheeren als braave Predikanten nodig. In Oorlogstijden, zoude men de gekwesten en zieken van de Oolog fcheepen, op kosten van het gemeene. Land  ( 128 ) Land geneezen kunnen, met zeer veel vrucht voorde Med. Studiofi, ja hoe verheugd waarnrveejc^a- heT^JZl f/CdS,CCnigC fchikkinB maakte óm net . est huis voor de gckweste gereed te maaken Daarenboven ben ik verzeekerd dat de gegoede Ingezeetenen onzer Provimien, hunne milde en bereid vaardige hand, zeer 'gaarne zoide openen en 'er is geen twijfel aan of ieder mensch welke geen vrek bij uitltek is, zoude het zijne toebrengen, om zoodanig een allernoodzaakehjkfteinrichtmg m ftand te brengen: Indien men bii' voorbeeld een allegemeene Collecte deed vÓTlS opnehte van een Hospitaal voor behoeftige en noodijdende zieken, ik heb zoo veel vertrouwen op myne Landgenoot en, dat niet alleen de kosten van het gebouw zeer fpoedig bij der hand zou zijn, maar ik. vertrouw dat 'er noch zoo veel zoude overfchictcn vr mgVaaren lang een ^oecl gedeelte kicken er mecde zoude kunnen onderhouden te meer als zieken van alle Rcliegien in zoodanig een Hos* puaal mgenoomen wierden en geen onderfcheid ge- 2nS Tl °f n Z;°,kCn' zwa"ger^ en gewonden in het ftuk van Godsdienst , in befpicgclende bevattingen van elkander vcrfchilde. Hier bij komt noch dat als een goede beftiering cn order plaats hadt veeJe goede Ingezeetenen bij Donatien Testamente enz in korte jaaren zoodaanig een Hospitaal rijk zoude" Kunnen maaken,zoodat het op zichzclve genoegfehatten zoude bezitten, om een genoegzaam getal'zieken van al het noodige te voorzien : En wie twijfeld ot veele vroomc cn rechte geaarde Vaderlanders, zoude m hun leeven disponeeren over een gedeelte van hunne rijkdommen, ten voordeden van zodani» oSn %°sZ!taal m hun derven uittckecren ,te meer als Geeftehjke Perfoonen, Med. Doctores en Notarislen zeer rijkemenfehen indachtig bragten denoodzaakdyke dienften, welke hun geld na hunne dood, het Publtek te weeg bracht, als zij een gedeelte van hunne rijkdommen ten voordeden van zoodaanig een Hospitaal vermaakte en eigen bloedverwanten niet aanmerkelijk door bcnaadceld wierden. Ook zoude de  C I29 ) de Heeren Studenten jaarlijks of bij hunne Promotie eene zekere zomme gélds kunnen opbrengen voor de vrijheid van in de zieken , de ziekte zelve te Zien behandelen, tot onderhoud van het Hospitaal. Welk nut, zoude door zoodaanig een Hospitaal in. èen Academie Plaats zoo als Leyden is te weeg gebracht worden? —- Zeer veel; want voor eerst, Zoude de onvermogende, de armmoedige menfehen welk getal in Leyden niet gering is , in tijden van ziekte, toevallen , en zwangerheid van al het hoodige beter kónnen voorzien worden, wat tot herfteK ling hunner ziekten, geneefing hunner kwaaien, en het gelukkig baaren van haar vruchten volftrektnoodzaakelijk is. De Heelkundige gebreeken of bijzondere öper-atien, zouden met meerder vrugt behandeld, en boeter ter uitvoer gebragt kunnen worden in een Hospitaal , ónder het opzigt van een door gcoefent Profejjor en handig Heelmee/ler J als in de armoedige Stulp van door en doorverarmde fnwonderen, waar in van alles gebrek is, ja de handigfte uitgeoefende Operatien worden niet zelden door een flegte uitkomst agtervolgt, om dat de noodzaakelijke gerci lijkheden aan lijderen ontbreeken, 't welk men zomtijds verkeerdelijk aan de uitoefening der Operatie toefchrijft. De Verloskonst zoude niet alleen anmerkclijke vorderingen krijgen, maar, dewijl jaarlijks alhier te' Leyden veele onegte kinderen ter Wereld komen , zo zoude ook een genoegzaam getal Verlosfingen door de Heeren Studenten zelfs in het Hospitaal kunnen verrigt worden, onder het wijs en voorzigtig befticr van een Profesfor in de uitoefende Vroedkonst ervaren. Indien nu te gelijk een goede curfus in de ars obJJetricia gehouden wierd, zoo zoude binnen' korte jaaren de Medicina Doctores in de Genees- en Heelkunde niet alleen ervarener worden , maar, men zoude ook in elk Doctor kunnen aantreffen een Vroedmeefler, die met raad en daad de Vroedvrouwen van dienst konden zijn, en geliefde de Geneeskundige ï Sig  ( 130 ) Z\g zelve dan niet met het uitoefenen der Vfocdkunsc bezigte houden, zij zouden ten minften in ftaat kunnen zijn om goede Conjiliariite weezen, cn de werk en aan Vroedmeefters ter regter tijd overgeven voor cn aleer zij door fchandelijk verzuim verknoeit en vertroeteld zijn. Columella berispte reeds, dat 'ergeen Schooien voor den Landbouw opgcrigt waren; het zelfde moet men ook omtrent de Vroedkonst zeggen. in onzeNedcrlandenis gebrek aan een goed en wel ingerigt Hospitaal en aan een goede onderwijzing in de Vroedkonst in Academie plaatfchen, dit is de voornaamfte oorzaak dat de meefte Geneesheer en onkundig zijn in de Verloskunde, en het 'publiek verftooken is van die dienfton, welke men anders daar van zoude kunnen plukken. Dierhalven goede onderwijzing in de Vroedkonst en Hospitaalen optcrigtcn , zijn dc befte middelen om goede en bekwaame Vroedvrouwen te krijgen ; welke men in zodanig een Hospitaal twee of drie jaaren kan onderwijzen, om naderhand in de Steden en Dorpen verzonden te worden , welke dagelijks als zij in de practijk zijn, door de kundigheden van dc Docloren kunnen leeren, tocneemen, en van zeer veel dienst zijn voor de barende Vrouwen. Mijn oogmerk is niet om in 't bijzonder te handelen over de noodzaakelijkheid en nuttigheid der Hospitaalen in Academie plaatfchen, latende zulks over aan anderen of fpaare het tot nadere gelegenheid. Geleerde kunnen hier over de Schrijvers nazien, inzonderheid J. T. Leusjlcr de utilitate Xenodochiorum. Merkende alleen aan , om dat wij alhier op onze Academiën altoos zeer beroemde Mannen hebben in de Geneeskonst, die als een Hospitaal 'er tegenwoordig was, ons Gemecncbcstveelmeer konden van dienst zijn, de Vreemdelingen na zig trekken, (honderd Studenten meer of min brengt honderd dui- ■ zend guldens meerder of minder in de omwandeling jaarlijks in een Srad ) een kwijnende Academie opbeuren, de Geneeskonst doen bloeijen als van ouds, en de Heel- cn Vroedkonst ten hoogften top doen Iteigeren, veel beeter als bij eenige Natie in de geheele Wae-  ( i3i ) Wacreld, Dewijl wij nu om het fchandelijk en voor onze Natie een hooggaanend verwijt, uit gebrek van Zieken ofGafthuifen in Academie plaatfchen, ontroofd worden, om in onze Studentejaaren zieken, gekwetsten en barende Vrouwen te zien behandelen, dat nochthans zeer nodig was, welke ons evenwel als wij de Theoretifche kundigheden bekomen, cn de Gradus Dofloratus verkreegcn hebben, in de practijk toevertrouwd worden. Indien wij een Hospitaal binnen Leyden hadden ? en zulks wel gedierigeert wierd, nooit vonden wij gebrek aan Cadavers, en elke Student, welke lust hadt, kondeindeOndleedkunde vorderen, daartansch in 't geheel voor de Studenten niets te bekomen is, als met gevaar om hier of daar een Kerkhof te befteelen, of zich tc vergenoegen om van de Profesforen met een arm of been zich te vermaaken; en eindelijk zoude elk die lust hadt dc Chirurgicale operatic te doen, onder het opzicht van de Profesfor Chirurgia ciezelve.op Cadavers kunnen leeren, ook zoude de Prale&ores artis obfletricia om doode lijke niet tien twintig en meerder jaaren behoeven te wachten, en in ftaat gefteld worden bekwaame Vroedkundige zoo Mannen als Vrouwen aan ons Gemecncbcsttc leveren, dat tansch gelyk elk mensch weet zeer gebrekkig toegaat, ook zoude wij in een Hospitaal van de menfehen op de best moogelijkfte wijze kunnen ge bruik maaken, en die geene welke onvertnoogend waaren, hadden het geluk onder de bekwaamfte handen weder fpoedig te geneezen en wierden in ftaat gefteld om fpoedig de Fabrikcur ten nut te zijn, welke nu jaar cn dach zomtijds op het bezien van een glaasje pis elendig cn langduurig, ten kosten van de Stad met Medicamenten gegefeld worden, en buiten ftaat zijn om aan de Fabriken te arbeiden, ja hoe nuttig zoude de armen zijn, dewijl zij noch verftrekte om door hunne ziektens gelegentheid te gèeven , dat Heeren Studenten tot bekwaame en beoefende Geneeskundige wierden gemaakt? en welk een nuttig voordeel zoude men hebben van de arme baarende vrouwen en hoe een verftandig gebruik zoude I 2 men  C 132 ) men kunnen maaken van de vrouwen di> in ™ echt kraamen, die fchaadelyke leed en va r> een W Soude noch kunnen dienen om aan Pl ^f uJ grondig de Vroedkonst te" eeïn en on S C maakt een W van de menfehen opdekt mf Vroedkonst in onze Republiek zoude ond^rglan. *„Se;Z,"de- °,0TZaa\ Van dc onkunde der Vroedvrouwen js te vinden inde gerinve iaareliikTrh/T^Z sus, i^r- d° Ji'V* ******in«« iSS. C°q"° """" i""n' Mm<° C"«' 0bfle,r,tO Adulatori tatma Mn», Confultori ft™,. üat is: Men jeeft aaj een foj honderd htWens en mee. ffi^w c"""m"s»' (of feSr» aen m hunne wooningen Weë hpc r • j V Hot .r^^e « net met de loonen en vaste inkomilen det Vroed'  C 133 ) Vroedvrouwen in veele Steeden en Dorpen gefteld? flecht genoeg! ja veele Vroedvrouwen moeten onder haar zwaarwichtig cn noodzaakelijk beroep, bijna gebrek lijden, een winkeltje doen, met oude vodde "op de marken zitten, of andere flechte handteeringen by de hand neemen om aan 't brood te komen. Het geeft inderdaad ook wijnig achting en aanzien als de goede Ingezeetenen de Vroedvrouwen van de Lorremark, ofvandefchuurbank &c. &c. moetenhaalcn, en zulks gefchied op zommige plaatfchen dagelijks. Om teArerzwijgen, dat men op zommige Dorpen in het geheel geen jaarweddens geeft aan Vroedvrouwen, zelfs is 'er noch een beroemde Stad, alwaar reeds jaaren lang een bekwaam Vroedmeefler geweest is, zonder vast tratlement, zoo mij onderrecht geworden is, moet niet natuurlijk zodanig Man, 'zijn middel van beftaan zoeken ten nadeel dtïVroed'vromuen. 'Er zijn voornaame Steden en Dorpen daar 'men tot noch toe, het jaarlijks inkomen niet hoger geftelt heeft als op dertig, veertig, vijftig, zestig of 'zeventig guldens, ja als in zommige Steden de Vroeivromven, Stads Vroedvrouwen zullen worden, moeten zij eerst noch groote kosten doen, en om dat geld te krijgen, kenne ik Vroedvrouwen , die haar kleertjes, goud en zilver na de bank van barmhertigheid brachten of verkogten. Op zommige Dorpen, heeft men noch daarenboven de onredelijkheid, om van de beroepene Vroedvrouw, niet alleen geld 'aftenemen voor haar Acle, maar' de Gerechts Dienaars en andere omloopers , dwingen de Vroedvrouwen geld en fteekpenningen af, wanneer zy eerst op de Dorpen komen. Het is een on¬ begrijpelijke zaak, dat men in zommige Steden en Dorpen met de vaste inkomften en jaarweddens voor Vroedvrouwen zo deun bezet is , even als of men liaar niet nodig heeft: daar nochtans een bekwaame 'Vroedvrouw gemakkelijker zo een fchraal gevend Dorp kan misfehen , als het Dorp een bekwaame Vroedvrouw kan derven. Veertig, vijftig, ja honderd guldens, is dat een loon voor een bekwaame Vroedvrouw ? kan men I 3 daar  ( 134 ) daar burgerlijk en ordentelijk van beftaan? is dat ces betaaling voor een kundige Vroedvrouw, welke van zo veel nut en dienst kan zijn voor de Republiek Steden en Dorpen. 3 Neen Lezeren ! Mijns bedunkens, zijn die jaar», wcddcn voor kundige en handige Vroedvrouwen veel te gering. Zodanig een gering inkomen, doet oordeelkundige burgeren en wel opgevoede Vrouwen een tegenzin krijgen voor het Vroedvrouwen Ampt,en zyn 'er niet gemakkelijk toe te bewegen om het te leren, van daar dat het geringfte en flegfte zoort van Vrouwen, welke noch lezen , noch fchrijven kunnen (de goede niet te na gefproken) voor het Vroedvrouwen Ampt zijn weggelegt. Van daar is het dat men noch Zeden, noch Reden, noch Vermoogen om van de ondervinding een goed gebruik te maken aantreft in zommige hedencjaagfehe Vroedvrouwen , die dubbelde kruifen voor Lettoren en Vroedmeefters, ja, verdervende handen en nadeelige Vroedvrouwen voor de baarende Vrouwen zijn. Van daar is het dat zommige Dorpen ledig ftaan zonder bekwaame Vroedvrouwen, en de Ingezeetenen zo dikmaals ongelukkig met haare kinderen op zommige Dorpen omkomen. Van daar is het dat op zommige Dorpen jaarlijks verandering van Vroedvrouwen plaatsch hebben, welke zich van een ander Dorp voorzien daar het tractement hoger en meerder te verdienen is. Die wreede fpaarzaamheid is oorzaak, dat de baarende Vrouwen op die Dorpen onder de grouwzaamfte handen moeten bezwijken en het ongelukkig flagtoffer worden van onmededoogende Dorpbeflierders. God weet hoe veel baarende vrouwen en kinderen jaarlijks op de erbarmlijkfte wijze, fneuvclen, die een Handige Vroedvrouw zoude hebben kunnen fpaaren, maar omdat men te kaerig op 't Trattemenü is, niet heeft kunnen krijgen of'weder vertrokken zijn, omdat zij niet konde beftaan, en de ongelukkige Inwoonderesfen de droevigftc elende en rampen moeten ondervinden. Dorpsbeftierdcren gebrek aan bekwaame Vroedvrouwen op dc Dorpen is een wreedheid aan  C 135 ) aan zijne Medeburgeren plegen! welke Ingezetenen die gewillig Schotten en Lasten opbrengen niet behoorde te lijden. Laat ik een treurig en droevig geval, uit een meenigtc welke mij bekend zijn, ontdekken , welke eenig cn alleen veroorzaakt was, omdat geene bekwaame handen aanweezig waaren, om dc noodlijdende baarende te helpen ; zie hier hetgcval, ik wierd op den 7de April van dit jaar verzogt, onder Sasjenheim te komen om een Vrouw te verlosfen , bij mijn komst vond ik dc Vrouw ftervende en die ook binnen vijf minuten dood was, dit wierd mij door dc omftanderen bericht, naamentlijk, dat de Vrouw voor af zeer gezond was geweest, 's morgens om twee uuren baarende pijnen hadt gekreegen, waarom men na Lisje was gcreeden om een Vroedvrouw , die wegens onpaslijkhcid niet konde medegaan,cn dus kwam de Boer zonder Vroedvrouw te rug , waarop men na Hillegom fneldc, doch daar was de Vroedvrouw in een werk , dus moest den ongelukkige Landbouwer weder zonder Vroedvrouw te rug, in die tusfehen tijd was de baarende Vrouw van een levendig kind verlost,de bedrukte Landman reed daar op na Sasjenheim om een Vrouw, welke het Werk als noodhuip waarneemt, te haaien, doch die was niet op 't Dorp, ondertusfehen hadt een der bij zijnde Vrouwen het kind van de ftreng gefneeden, en misfchien ook een poging gedaan om de nageboorte af te haaien, dc nuttige Veldeling zonder Vroedvrouw niet te rug willende keeren, fpoedc zich na Warmond , doch in' die tusfehen tijd verloste de Vrouw van een tweede verkeerd leggend levendig kind, eindelijk, om acht uuren kwam de Huisman met dc Vroedvrouw van Warmond op 't Dorp, hebbende dus de Vrouw zes uuren clendig doorgebracht en van alle kundige hulp veritooken gebleeven. Schoon de baarende Vrouw van haare kinderen verlost was geworden' , 'nochthans. was,, de Nageboorte niet afgefchooten en welke geweldige poogingen men daartoe aangewend heeft, is mij onbekend, daartoe wierd 's middags om vier uuren mijn hulp gevraagd , doch de dood maakte reeds een einde van alle elenI 4 den,  C 136 5 f f 1 £n 1 mwas aanfch0«wer van het droevig en on~ g lukkig affterven Behoorde zoodanig een gebeu". tefiis wel m onze KepuM,* voor te valfen naarnS dat een Inwoonder f em Burger of Boer "ocvee! moeite en tijd moet toebrengen om een Vroedvrouw te bekomen en zou zulks wel gebeuren als op elk Dorp een Vroedvrouw tegenwoordig was , wefk'er een goed beftaan op vond? ja hoe groot i het "eta va,. Dorpen daar geen Vroedvrouwen zijn 'en daar de Op.ezeetenen van andere Dor^n of JmbaebteneZ Vroedvrouw moeten halen, en ook weder moete? laten gaan, als het Ambacht waar zij onderhond haar nodig heeft, fchoon de baarende nSeh Snverost is? zulk een gebrek aan bekwaame VroZrou' «en behoorde op de Dorpen geen plaatsch tf hebben, te meer daar de noefte lïndbolwer het meest van alle Ingezeetenen moet opbrengen, om een £ ÖV6 onjerrchraSe". de Vcldelin ™n de nuttigfte Inwoonderen van een G«n«nc*m zfh. W ant de fM " HC Gro"dna^"hetFonimentvan k nndiï, Maatfchappy, en een meenigte rijke en kundige Z^cWm 21jn de Cer en zefen van een w™;PT 5anSW°rdti11 ve'zuim ^treiu bekwame Vroedvrouwen, bn deeze op het fterkfte e vonden, zoo hier als in andere Landen. b I Hoort , mijne leezeren J een verftandige Sitszmuch daar over klaagen : De arme Landlieden* zcS zm. bijna, van alle zeekere hulp beroofd. De baarende Vrouwen moeten zich dikmaals aan degrouwZaam.fle handen overgeven, èn op de oneefcbik¥erZj ÏlTbèleei btZtv' mt ^\ooJXflie ITnt zulks beleeft dat de Vrouwen onder diergelijke hand. 11 zoo zij niet van 't leven beroofd wier den doch tot verder voortteelen onbekwaam geïaaktlTofiliekïaaZ klliiaa/£hjke hïismidde!™ omgebracht wierden % kleine Steden gaat het bijna niet beter en hoe weinig goede inrichtingen vind men in de meefte groote Steden) %Hoe weinig bekrmmert men zich om diergelijke febade? Zodanig een verzuim van geen goede voorzolge daar fn te d agen door een Staat, behoort tot de waare zonden van verwaarloozing. Hoe kan men met eeni^fchijl van  C 137 ) van billijkheid, diergelijke ombarmhenigheid te zamen brengen met de vuun^e Hef de, welke wij aan de bekoorlijke Sexe hulde aoea en fchuldig zijn? Menfehen en inzonderheid baarende Vrouwen en kinderen onder roekeloofc en onkundige handen te zien omkomen of elendig fneuVejen , om dat geene bekwaamehan .en te bekofnen zijn, is een van de allergrootfte ftraffe en oordeelen, welke immer een Land, Stad of Dorp kan treften, en geen Mensch, kan zich zoo verre aan een Staat vergrijpen, dat zoodanig een ftraf °eleden'moet worden. 'Het omkomen Van baarende Vrouwen en kinderen, welke door meer gefchikte handen noch te redden waaren , zijn geelelroeden welke de zenuwen van den Staat verammen ontkrachten en allengskens uitdroogen; her zijn kuftiïdingen door welke de Ingezeetenen van de aarde 4iweept worden, welke men, ach Helaas.' wel 011verfchiliig aanziet, maar die evenwel de waare zkere èn vaste fcöatt'en van den Staat fnuiken. Vroiïwen cn kinderen uit gebrek aan bekwaame handen te zien opofferen, zijn pijlen en zweerden, welke onze Republiek het hart en aderen affmjdcn en doen fidderen wanneer dreigende oorloogen ons ontrusten: want acht men in tijden van Vreede de Menfehen hoo^ dan kan men dezelve in de oorlog gebruiken Dee' •ze. verkeerde zuinigheid en onverschilligheid in 'twel of kwalijk _uitoerenen van de Vroedvrouwenkonst -brengt het zijne toe, tot het gebrek aan eigene Landbouwers , waar door eenige nuttige gewasfen niet meer voortgeteeld worden, als de Hcnnip en'Vlas waar toe veele handen en arbeid vercischt worden' Hier uit komt voort gebrek aan eigene Matroolen' gebrek aan nuttige handen voor de Fabrieken van daar zoo een meenigte onvrugtbaare VVocftijnen on de zoomen enin 't hart van ons Vaderland en eindelijk int dit alles: het verminderen van inkomsten aan Land en Stad. Denk doch, Land- Stad cn Dorpbellier-deren ! dat een Land, waar in de Landbouw bloeid de Zeevaart goede gelegentheid toe is, Coloniën heeft Fabrieken bekend zijn, en de Induflrie in 't oo«- °efiouden word , aimmer te veel Volk kan hebben I'S ,nl  ( 138 ) Inzonderheid denk dat van onze eigene Ingezeetenen en Inboorelingen als de nood aan de.Man is, voor onze Provintien altoos iets groots van te wachten is, en de meefte Helden, die wij gehadt hebben, noch bezitten en roem opdragen zijn Inboorlingen uit onze Provintien geweest, een roemruchtig voorbeeld, vind men noch bij onze Doggerbankfche Helden, waarvan de manmoedige Bevelhebbers, alle uit onze Provintien zijn voortgekoomen. Eene kloeke en deftige Bevelhebber, kan ook op zijne eigene Landgenooten veei zekerder zich verlaten, als op Vreemdelingen , die enkei om fortuin te zoeken, na deeze gewesten komen afdruipen. Een kloek en rustig Held, kan zijn eisrenc Inboorlingen met woorden treffen, waar voor°Vreemdelingen onvatbaar zijn, en op een vijand aanvoeren met deeze reden. Vegt cn ftrijd Landgenooten! met ftaale knuisten, voor het dierbaar Vaderland dat U gevoed heeft; voor het dak waar onder gij gebooren zijt; voor de geheiligde bcgraafplaatfchen der beenderen uwer Voorvaderen, die lijf en leven voor Godsdienst en Vrijheid waagde, voor U teder kroost, welke uw, Cchtgenoote in haare rommelende ingewanden met kommer voede, met fmerte baarde en met eigen borst drenkte-, ja, ftrijd voor U eigen leven, voor uwe Godsdienst, Vrijheid en Burgerrechten, welke trotfche Nabuuren ons ontwringen willen ; val aan als Helden, zijt grootmoedig en dapper als onze Voorvaderen, die Nederlanders-, Helden en Overwinnaars waren. — Grooter aanprikkelingen hebben eigene Inboorlingen en kloeke Belgen niet nodig, om op een Vijand los te blixemen, en hen het donderende metaal toe te fchikken, als zij onfchuldig aangerand worden. De Natuur is hunne fterkfte prikkel, ja het woord Vaderland, dat Cicero zo fraai altoos in de mond hadt, als hij voor de belangens van Rome fprak, is genoeg, om hen na de wapenen te .doen vliegen, en op den vijand los te branden en een machtiger neder te vellen. Dewijl nu de Öerkte van een Natie beftaat in de meenigtc van het gemeene volk en in een kloeke ar-  C 139 ) arbeidzaam e mecnigte menfehen , ja alleenlijk dc waare grondfteun van zijn macht uitmaakt, zoomoet een voorzigtige Polilick , die meenigte menfehen trachten door goede inrichtingen te vermeerderen. Die Vorst, zegt een beroemde, Suszmilcb, bandeld verftandig , die in 't vernuftig aankweeken en vermeerderen van zijne Ondcrdaanen de vergrooting van zijn inkomen zoekt. Nu zijn wij overtuigd dat de vrees voor zwaare baaringen en voor den dood, de vrees, om veele kinderen te baar en, een machtige invloed beeft op zwakke gemoederen , maar de ondervinding leert ook, dat bekwaame Vroedvrouwen, een groote gerttstheid voor de Vrouwen kunnen te wecgbrcrigen en in waarheid, ook veele het leven en de gezondheid redden, als goede Geneesmeeftercn hunne vlijt daar bij komt. Om te verzwijgen, welke wanorders, misnoegen en kwaade huishoudingen, onder de getrouwde menfehen voorvallen, door dc vrees van veele kinderen voorttebrengen, zwaare verlosfingen te ondergaan, en ver-, zeekerd te zijn van geen goede hulp te erlangen, ja,' hoe meenig Echtgenoot klaagd met Lupijn uit Geilen. Mijn Vrouw, helaas! wat ziel verdriet Mijn eigen vrouw bemint mij niet. . Het vermeerderen van Inwoonderen, bevorderd de bloei van een Staat en vergroot dus op de billijkfte wijze 's Lands, en Stads en Dorps inkomsten. De voorttecling word het gefchikst en 't meest bevorderd , als dè Lasten niet te hoog fteigeren en door een verftandige Staatkunde de Landbouw, Fabrieken, Travickcn, Koophandel en Handwerken bloeien, en met oordcel de Induftrie onder alle de Leden van een Staat opgewekt word, dan trouwen de jonge lieden vrocgtijds, en zijn het best gefchikt om duurzaame kinderen voorttebrengen cn te onderhouden. Om wel en gelukkig te baaren , zijn onvermijdelijk goede en bekwaame Vroedvrouwen nodig. Mijns bedunkens, behoorde 'er geen Dorp te zijn, welke in ftaat is, om een Heer, een Schout, een Secretaris, een Kerk, enz. te onderhouden of 'er moest ook cenbe- kwaa-  C Ho ) kwaame Vroedvrouw aanweezig zijn, op een goed loon: want ieder beroep, zegt Ifelin, moet na maate, van zijne nuttigheid en bekwaamheid, welke daar toe vereischt word, ook voordeel aanbrengen, en een beroep, dat den mensch niet meer opbrengt, als fchraal en met kommer zijn onderhoud, is zo Jlegt, als het zijn kan. Zoodanig een fchraal beroep , fchrikt de menfehen af' om het te aanvaarden. Nu is 'er geen beroep, konst, of wetenfehap, welke meerder nuttigheid, gerustheid en veiligheid, voorliet menschdom kan te weegbrengen eh daar meerder bekwaamheid toe vereischt word, als de Vroedkonst. zal dezelve na waarde uitgeoefend worden, en dus moerde zelve ook ruime voordeden en genugten voor die gecnen te weegbrengen, welke dezelve uitoefend, of men loopt gevaar die nuttige handen te derven , gelijk thans op zeer veele Dorpen plaatsch heeft. Deeze oorzaak moet derhalven , al bcfehouwen wij de Vroedkonst alleen Staatkundig weggenoomeh worden, en in alle Steden en Dorpen moeten goede fontfen zijn om de .Vroedvrouwen ruim en ordentelijk aan haar beftaan te helpen, ook geloof ik dat over het algemeen flecht en onkundig uitoefenen der Vroedvrouwenkonst, meerder fchadens aan de inkomsten der Steden cn Dorpen te weeg brengt, door het verlies van Vrouw en kinderen, als een aanzienlijk verhoogen van jaarlijkfche Traclemeriten de Steden of Dorpen zoude benadcelen. Het geld, het veel vermogende geld, is in waarheid een middel hetwelk ieder een aanfpoord om alles aantefpannen wat mogelijk is om hetzelve te verkrijgen. Door het geld word ieder mensch bijna uitgelokt om alles wat geoorlooft is in 't werk te fteilen, om daar aan te gcraaken. Een middel van een onbekrompen beftaan noodigt de menfehen uit, om alle zijne zenuwen aantcwenden om zulks te krijgen. Een goed beftaan doet een mensh moeite noch arbeid ontzien, om op een eerlijke wijze daar aan te geraaken. De Hoop van winst voordeel en een ruim beftaan doet een Zeeman de moeijelijkfte en gevaarlijk-  C Hl ) rijkfte rijze na het vergelegene Ooften, verzengde Zuiden, vrugtbaar Westen en norfche Noorden onderneemen, Geld en eer fpoord den Krijgsman en oorlogs Held aan om gezondheid lijf en leeven op te offeren, hij fchroomt om geld en eer geene gevaaren. Het verzoet, veraangenaamt en doet den Landman, den noefte vlijt en zwaare arbeid met eenvrooHjk hard ter uitvoer brengen, en de meenigte van zweet droppelen hitte , koude en alle onaangenaame gewaarwordingen in vergeetenheid fteilen. De hoop van winst, doet een Koopman zijn vermogen 'twelk hij bezit door de ongebaande wegen der zeën, aan veile ftormen, aan roovers ongrondelijke dieptens, bekende en onbekende droogtens waagen. De Predikanten, fcherpen hun brein op diep denkende onzekerheden, zwoegen en nachtbraaken ten kosten hunner gezondheid fomtijds , niet alleen om de menfehen van de gegrondheid hunner befpieglende bevattingen der Godsdienst te overtuigen , maar ook om aanzien, eer, een onbekrompen beftaan te moogen genieten en om van een gering inkomen tot ecnvoordeeliger post te geraaken. Indien men dat niet te wenfehen is, het loon of Tra Clement van een Predikant gelijk ftelde met dat van een Vroedvrouw, misfchien zoude veele Plaatfen ledig ftaan van Leeraars, even als thans zommige Plaatfen maanden lang van Vroedvrouwen ledig ftaan, tot een aller onbegrijpelijkfteverleegenheid der goede Ingezeetenen. De Medicus en Chirurgus fchroomt noch kwaaien, gebreken ofbefmettclijke ziektens, en dompeld zich zelve inde uiterfte gevaaren, zoo wel tot zucht voor het algemeene welzijn, van zijn even mensch , als ook om het nodig en deftig onderhoud voor hem en de zijne te erlangen. Een Vroedmeefter, onderneemd niet zelden de zwaarwichtigite, moeijelijkfte en zuurlte arbeid aan, waagt eer, aanzien, achting, gezondheid en leeven, niet alleen om zijn even mensch te redden, maar ook teffens om van de winst voor hem en de zijne de onaangenaamheden des levens te verzoeten : om kort te zijn, alles komt 'er op uit dat de hoop van een onbekrompen bsftaan, de menfehen, aan- Ipoord  Ipoord om een nuttige konst en wctenfehsp nauwkeurig te leeren, en, waarlijk het is ook een alderhartfte en grievende zaak, een nuttige konst ofwetenfchap wel te kennen en uitteoefenen en teffens uittedrogen en te verarmen, meteen woord dargent fait Tout, Vargent eft tout pitisfant. il n'y a rien de ft tor-tu, que l'argent ne redrejje. Heeft dit nuttig metaal zooveel vermogen, waarom zoude het niet inftaat zijn, om deftige verftandige en handige vrouwen uitte lokken, welke door wel opgevoede manieren, goede opvoeding en van een onberispelijk gedrag bekend waaren, die door een zuivere zedekunde overtuigd waaren, dat de liefde tot de menfehen en elkander in nood en dood met goede raad en daad tc helpen, de geheele inhoud der heerlijke Christelijke Godsdienst was, en een onverbree'kelijke band voor oprechte vriendlchap en algemeene liefde dc weg baanden. Vrouwen die de waardij van haare Sexe hoogachten, en in het behouden en vermeerdeten der menfehen, de bloei en welvaard der Republiek trachten te vermeerderen met een woord, vrouwen die de waardij der menfehen op de rechten prijs wisten te fteilen. Zoude men door dc vaste inkomftcn over het algemeen te verhoogen, geen vrouwen vanlmaak, geen belezene, geen burger en wel opgevoede vrouwen, en die in haar jeugd door goede onderrigtingen opgeleid waaren tot leezen fchrij ven, en denken , welke men in gevorderde jaaren volkomen vatbaar zou vinden voor vroedkundige onderwijzingen, inftaat zijn uittclokken dan bedrieg ik mij zeer zijn dan de vrouwen niet vatbaar voor eer, aanzien en geld , zo wel als de mannen ? zulks fpreckt de daaglijkfche ondervinding tegen! Indien aan het Vroedvrouwen - ampt eer, aanzien , agting cn een deftig beftaan verknogt was fpoedig zoude een groote verandering ten nutte van het algemeen en vrocdkonstplaats grijpen, men zou fpoedig deftige, brave, handige en burgervrouwen vinden, om de vroedkonst tc leeren. Vrouwen van een goed gedrag, welke of door onvermijdelijke rampen aan het  ( '43 ) het huuwelijk gehegt, of door nijpende flagen van het grillig fortuin gedreigd wierden van haar fatfoen, eer, aanzien en goederen beroofd te worden , of door het een of ander noodlotting geval buiten ftaat gefteld wierden, oni meteeren eneengoedgewceten door de wereld te komen, die overgongen om alle haar vermogens aantewenden, om een ampt of konst dat niet beneden haar fatfoen te leeren, en waar van zij verzeekerd waaren, dat als zij hetgrondig geleerd, wel verftonden en met iever bedienden, voor haar en de haare een goed en ruim beftaan te verkrijgen was. Hoe mcenig brave, verftandige en burger weduwe van Dorps Predikanten, Officianten Officieren enz. verliezen met de dood haarermannen, al haar inkomften en worden buiten ftaat gefteld om haar zelve te onderhouden en haar kinderen een goede opvoeding te geven, die misfchien zoude overgaan om de Vroedvrouwen konst tc leeren, als'er overliet algemeen een beetcr beftaan aan verbonden was , ja men zoude zeer wijnig moeite hebben , om vrouwen van lm aak, oordeel, goed gedrach en, die een leergierige aart hadden, tot de zoo zeer noodzaakelijke Vroedvrouwen konst overtehaalen en dus dezelve van het gemeene Pleps zuiveren, als men overliet algemeen de jaarlijkfche vaste tractementen tusfehen twee en vier honderd guldens verhoogden, ook geloof ik dat men nimmer over het algemeen bekwaame Vroedvrouwen zal kunnen krijgen , indien meri niet overgaat om de jaarweddens aanzienlijk te verhoogen, daarenboven heeft mij dc ondervinding geleert, dat in die Steden en Dorpen alwaar de hoogftc jaarweddens gegeven worden, ook de bekwaamfte Vroedvrouwen aan te treffen zijn. Misfchien zegt men: de Vroedvrouwen worden noch van de Wurgers voor haare diensten betaalt. Het is zo! maar in zommige Steden neemen Vroedmeejleren en eenige Vroedvrouwen al de voordeden bijna van de gegoede Burgers weg, en de overige Vroedvrouwen verdienen bijna niets, als de geringe Bakerpenningen cn het Vaders geld, dat zomtijds zo gering is, dat het" niet  ( *44 ) niet noemens waardig is, en op veele Dorpen is het niet beter gefteld , ja, ik weet zeer bekwaame Vroedvrouwen, welke mij in gemoede verzekerd hebben, dat zij voor dertig kinderen, welke zij verlost hadden , geen negen gulden verdient hebben, en hoe meenigmaalen gaan de Vroedvrouwen met een fchelling, en minder na huis van de gemeene lieden, ja, het word bij gemeene lieden, noch voor een goede betaalder gehouden, als zij de eene verlosfin , uit de ander houd, om te betaalen. Beter was het, dat de vaste inkomsten voor de Vroedvrouwen hooger gefteld wierden, en de arme Menfehen geen Baakerof Vaders-geld afgedwongen v/ierden , maar voor niet bedient. Ik weet wel, dat de Overheden zulks aan de trekkende Vroedvrouwen ook gelasten, nochthans, word hier dikwils tegen gehandeld, en ik heb zelve bijgewoont, dat ik om deknellendearmoede van Vrouwen, welke door mij zijn verlost geworden, vuur en licht heb moeten verzorgen, en nochthans^ dc Vroedvrouwen zonder geld niet wilden vertrekken, onder voorgeven, dat het haar Wijk of Bon niet was. Misfchien maakt men noch een bedenking, en vraagt, van waar zullen zommige Steden en Dorpen de kosten van goed maaken, tot het aanzienlijk verhoogen der jaarweddens, dein- en Opgezeetcnen, hebben al genoeg optebrengen? Ik beken, ons Land maakt een aanzienlijke vertooning in Europa, en mogelijk te groot, als men hetzelve in zijne inwendige fwakte oplettend befchouwd. —Doch, dewijl doof het verftandk, vermeerderen derlngezcetenen, de rijkdommen van een Staat bevorderd word, en dat bekwaame Vroedvrouwen die vermeerdering kunnen begunfrigen, zoo zal misfchien de verbeetering der Vroedvrouwenkonst, meerder voordeel kunnen aanbrengen, als het verhoogen der Traclementen nadeel te weeg zoude kunnen brengen. Ook is het mijn zaak niet, om mij daar over te uiten, ik laat zulks aan de Hooge Overheden over. Maar, misfchien zoude het geld't welk bij zommige fchouwingen plaats heeft, en aan een maaltijd te kosten gelegt word, toereikende zijn om op zommige Dorpen een aanzienlijke jaarwedde.  C 145 ) je, voor een Vroedvrouw te verzorgen, als men goed 'vond die kostbaare maaltijden agtertelaaten. Ook zoude men het geld 't welk thans zommige Roomfcbe Dorpelingen vóór de Vrijheid van hunne Godsdienstoefeningen, moeten opbrengen aan deSchouten enz., 'ter'toe kunnen aanwenden en verftandige zien, zulks aan, als een overblijfzel der Barbaarfchetijden, welke in onze verlichte eeuw niet behoorde plaatsch te hebben: noch eens, laat men zuinig zijn op alle Offcien en Ampten, maar niet op een zoo een voortreffelijke konst, als de Vroedkonst is, iaat Staat, Stad, Dorp en Ingezeetenen, zoo Veel belang bij hebben. Overheden!alle Menfehen zijn uwe Broeders, alle uwe Onderdaanen zijn uwe kinderen; uwe grootftezorg moet zijn, hoe gij Gelukzaligheid,welftandenvergenoegen over alle uitgiet,en de Vorsten en Overheeden, zijn reedsveroordeeld, indien niet de Welvaart, en de Zegenende Dankbaarheid hunner Onderdaanen, een getuigenis ten hunne voordcel afleggen, zegt Ifelin in zijn Gefchiedenis der Menschheid. DeZevende Oorzaak der onkunde van zommige Vroedvrouwen komt voort, om dat onkundige, roekelooze en •onbekwaame Vroedvrouwen andere Vrouwen de Vroedkonst leeren, zo gebrekelijk als zij dezelve verftaan. Te recht klaagt de beroemde Stein dat de Vroedvrouwen meest al de Vroedkonts leeren als een bloote konst, van dewetenfehap, waar op de Vroedkonst gegrond is, zijn de meefte van verftooken endus zijn zij veel al onkundig van die kennis, welke volftrckt noodzaakelijk is om de Vroedkonst met vrucht uit te oefenen. — Ik zoude een ruim getal, zogenaamde Vroedvrouiven kunnen opnoemen, welke enkel opde onderwijzing van een Vroedvrouw en die haar eenige verlosfingen hebben laten bijwoonen, bekwaam geoordeeld zijn geworden. Twee Vrouwen, wierden voor eenige jaaren', in de tijd van negen wecken bekwaam gemaakt om die gewichtige post te aanvaarden, en beijde die vrouwen, hebben ook vrijheid verkreegen om de konst uit te oefenen , de pene heeft als Vroedvrouw gewoont op het noedels ma-  maktrspad hij Amflerdam, cn de andere op een Dorp niet verre van de Stad. Hoe het mogelijk is, dat een Vroedvrouw, die zelfs niet kundig is, in de tijd van negen weken een Vrouw kan bekwaam in de Theorie en Praclijk der Vroedkonst maaken, zo dat zij voor een Collegie of voor een bekwaam Man een grondig Examen kan afleggen, beken ik niet te weten, te meer, als eens gezien word, welke lesfen zij van haare Lecrmeestcresfen krijgen, welke men haar van buiten leert klappen. Ik zal een Vraag en Antwoord letterlijk uit het Onderwijsboekje van een Leermeesteres hier nederftellen, waar uit men zal kunnen opmaken, dat die onderwijzing niets leert als een verwarde taal. Vrag. Wat verftaat men bij de geboorte des kinds? Antw. „ Welke uit weinig „ droppelen zaads door een onbegrijpelijke Voorftenigheid van den hemel verkreegen heeft de geftalte van „ een volmaakt mensch , voltrokken door de geheime „ vormkonst der natuur, welke nog Engelen nogMen„fchen kunnen navolgen, zijnde een Volmaaktheid van „ Lighaam en Ziel in dit klijn Menfte, 't welk nu in „ de poorte flaat om zijn intrc te doen op 's wereld „ Schoutoneel, om daar nevens andere de zorge der ti waeretd te dragen, de moederzit in arbeid, de leif„ moeder helpt wat zij kan, het kind zelfs woeld zijn „ best, om zijn banden te fcheuren en in de wereld te „ geraaken, dit nu is de natuurlijke wijs van's kinds „ geboorte. " Ik laat nu het oordeel aan iemand die een aas gezond begrip van de Vroedkonst heeft, of uit deeze beantwoording eenig begrip te krijgen is van een natuurlijke baaring, of hoe dat het mogelijk is, om door zodanig onderwijs een goede Vroedvrouw te maken, en hoe men op zodanig een onderregting een Examen kan afneemen of vrijheid vergunnen om de konst uitteoefenen. 'Er zijn plaatfchen genoeg daar Vroedvrouwen zijn, welke leezen nog fchrijven kunnen en door hulp van iemand, die leezen kunnen, eenige vraagen van buiten leeren, waarop zij dan eenzoogenaamtExamen afleggen en Vrijheid krijgen om de Vroedvrouwen konst te oefenen, offchoon en met regt in de groote Steden daar beter voorgezorgt word. Het  C 147 ) Met pradtisch onderwijs aan de Leerlingen gefchiot zelfs in veele, zoo niet allelgroote Steden door de Leermeesteresfe of Vroedvrouwen, en dewijl veele Vroedvrouwen zelfs geen grondig verftand van de Verloskonst hebben, gaat het gebrekkig tóe; deminagting, welke men over het algemeen heeft tegen de Vroedvrouwen , beneemt het behoorlijk gezag en vermogen, welke vereischt word, om een Leerling te leeren het uitoefenend deel der Vroedkonst, en nauwlijks kan een Leermeesteres een Leerling, bij een baarende Vrouw medebrengen, zelfs de armfte Vrouwen hebben 'er veel tegen om geholpen te worden van een Vroedvrouw, die een Leerling medebrengt, ja al heeft een Vroedvrouw al vrijheid om een Leerling mede te brengen, onder beloften van de Vrouw voor niet te helpen, zeldzaam is zij in ftaat om haar het zoo noodzaakelijk onderdaan, nai den eisch te leren, want de Vrouwen willen het niet gemakkelijk toe laaten, en om een gulden of drie, ja meerder toe te geven aan eèn arme Vrouw dat kan op zommige plaatzen 'er niet op overfchieten : want als bij voorbeeld, een Vroedvrouw eens van èen Leerling krijgt, voor het Praótiseh onderwijs vijftig guldens , en op zommige plaatfen mag eert Vroedvrouw 'er öök niet meerder voorneem en, en nu vcrpligt is aan haar Leerling tien verlosfingen onder haar opzigt te verzorgen, en daar voor zélve dertig guldens betaalen moet, dan blijft 'er maar twintig guldens Voor haar, 't welk een veel te gering loon is om met een Leerling,. uit te gaan en al die last zich op den hals te halen, 't welk ook al veel de oorzaak is dat Vroedvrouwen niet zeer greetig zijn om andere Vrouwen de Vroedkonst te leeren; Hoe het onderwijs van het uitoefenend gedeelte der Vroedkonst toegaat door zommige Vroedvrouwen hebbe ik gelegentheid gehadt na te gaan. Een Vroedvrouw „ welke een Leerling aanneemt moet verzorgen, dat zoodanig een Leerling zes, tien, ja agtien verlosfingen doet, onder haar opzigt: om dit te verzorgen brengen zij haar Leerling mede bij een arme baarende Vrouw öf beproefde maagd, de baarende Vrouw heeft I K.2 a*»t  ( H8 ) niet veel zin daac in , als zij 'er niet voor beloond word , derhalvcn wil de baarende Vrouw w vrc,es nV00'. de. pijn en kwaade gevolgen, het onderdaan niet toelaaten , blijvende dus een Leerling; veritookcn om een denkbeeld tc krijgen van mofHS h(? Water' het verwijderen van de mond der Baarmoeder, voor, in, en na de weeën van de waare natuurlijke legging van het hoofd of ™nhP^n~ e" uit?anS va» ki"d, in- en uit het klei* JSrjS*?* of,wat wrder nodig is om noodzaakelijk f-nn •• w°rden» om kort te zijn de nuttigfte zaaken blijven haar een verborgenheid: eindelijk, als het hooid u.t de geboorte deelen ichiet, dc baarende Sj*ftll !?na1 Zic-h zeIve niets weet* cn door de wreed te en tehte rnjne gefoltert word! dan neemt f;i , ï.a£f Ta" h;'ai" Lcc'lii^°m te voelen het hoofd van het kind na buiten komen, waarop de Vroedvrouw of Leerling het kind, zoo het al van zelve met komt na buiten naald. Het kind ter Waereld zijnde bekomt zy vrijheid de navclftreng te zien binzeTvc'n J of^orntijd3 doet zulks de Leerling Dc naageboorte is nog over om te verlosfen (indiui het oud vooroordeel noch niet bij de Vroedvrouw heersent, om voor bet kind van de ftreng gc- hr?r^DiS^het?aa^ ^haaien) ten dien einde brengt de Vroedvrouw met allen fpoed de hand na binnen in de Baarmoeder of dat nog flimmer is zij trek t aan de navclftreng en naald of zij een Koe uit de floot rukt dc nageboorte na buiten, zonder agt te geven of het de natuurlijke tijdt is om de nageboorte aitehaa cn of niet, daar het een waaragtige waarheid is dat 'er meerder konst in is om te regte gaa?C tC i]aa" °m handi- de nageboorte tc verlosfen, als een natuurlijke verlosfing te helpen Het te vroeg rmiw, ongefchikt, en in alle gevallen zonder onderfcheid, aanftonds de Vrouwen van de Nageboorte te verlosfen ftrijd tegen het gezond verSStaÏÏSfS ondervinding. DeHe&eren Medici mo-gen raaI-even Tv°ve™eBen' als ZÜ * Vroedvrouwen raadgeven Tttzingh zegt zeer aardig in zijn Diana, «ver het al of met afhalen van de Nageboorte fcmecr ver-  C 149 ) verfchil ontdaan , dan over de vrugt 'zelve en de oorzaak zegt hij is, om dat de Medici in 't fpel zijn gekomen, dat te geloven is. Hipocrates , die voor Christus geboorte leefde , P. Mginetta en meer Ouden, hebben al Geleerd dat in alle gevallen het fchadelijk was, om op de vrucht •aanftonds de nageboorte te verlosfen; hierom verwonderen wij ons zeer dat zommige onkundige, die voorzigtige Leermeefters voor'uitventers van nieuwigheden affchetfen, die in hunne lesfen en fchriften leeren, dat men om de Nageboorte veilig en zeker voor de moeder te verlosfen j de juiste tijd cn werkingen der Natuur moet gaade (laan. Wij wenfehen dat eenmaal dc fchriften van Ruisch , de Reus , cn inzonderheid de uitmuntende Verhandeling van ie groote Cbirurgus van der Haar ons medegedeeld, in het zesde deel van het Bat. Gcnootfchap der Proefondervindelijke Wijsbegeerte te Rotterdam, hun harfenvatzalverligten. Deeze verhandeling (fchoon ons bedunkens in alle gevallen niet aannecmelijk) is de moeite waardig om gelezen te worden, en men zal zich niet beklaagen de tijd onnut dood geflaagcn te hebben, dezelve te herlecfen, na ik dezelve geleefen enherlefen heb, hebikgoedgevonden eenmaal in mijn maandelijkfche lesfen aan de Vroedvrouwen dezelve voortclccfcn om dcrzelvcr nuttigheid, hoe in tranfitu. De leerling op deeze onoordeelkundige en ruuwe wijze haar Leermeefteres, de baarende Vrouw van de Nageboorte hebbende zien verlosfen, maakt het niet beter als zij eens Vroedvrouw word, Quo femel est imbuta recens, fervabit odorem, tejladiu, cn de geoefenfte Vroedkundige is niet in ftaat om die rukeloofe afhaaling der Naageboorte tegen te gaan, te meer, als domme en ftijfhoofdige Medici deeze ongefchikte handelwijs aanprijzen en begunftigen. De verdere behandelingen van de Kraamvrouw en kind onderrigt men ook aan de Leerling, men ftopt een zoogenaamde ftopdoek de Vrouw voor de geboortedeelcn, cn als zij op 't kortbed gelegen heeft dan brengt men haar te bed. Dan begint het ver~ ftand en wijsheid der Vroede Leermeesteres eerst ytit te lbinken, dan moet de Leerling aan 't werk Z 3 e»  C 150 ) en word onderrigt om de kneldoek aan te leggen, flmtband durf ,k ze nletnoemen, men knoopt de ver* loste Vrouw een fmalle knellende doek ftijf om 't lijf (meestentijd veel te boog) de knoop moet doch wel aan de linkerzijde zittenen hier inwijken zij alle geen hair van af, om de Moer tegen te houden, anders vliegt hij ,n de keel, onbegrijpelijke domheid > SSlSii6 en Pi)nelijke kneldoek marteld en pijnigt zoms de Kraamvrouwen meer, als de geheele verlosfing en evenwel deeze fraaije en verderfelijke kunsjesgaan van de Leermeefteresfen op haar LeerSr^nf ' 3lS °f het de n°odzaakelijkfte ftukken Snrone ïst waaren' ^Plaatsch dat de Leermeefteresfen na de manier van de Gorter haar Leerlingen zoude leeren een breede niet knedende en gelijk fJuitlaken aanleggen, om de verflapte buik en ingewanden te onderfteunen, en voornaamlijk om dc te zaamentrekkmg van de te vooren uitgezette baarmoeder te begunftigen, de werkende krachten der na- fchadelnke uitwerkingen, welke zoude kunnen geboren worden: door de groote verandering welke in de onderbuik voorgevallen is afgeweerd worden, en vermijd worden dat door atonia uteri, bloedftortingen en flauwtens de verloste vrouwen niet op het onverwachts fpoedig op de verlosfing uno iclu komen te fterven, met zelden is die doemenswaardige hatelijke en onkundig aangelegde kneldoek 'er een van de voornaamfte oorzaak van. Mannen, gedoog nooit dat Vroedvrouwen, uwe waardige vrouwen martelen met pijnigende enfchadelijke knelbanden, het is veel beetcr mets om 't lijf gedaan, dan zodanig een wreede knelband. Ik durf verzeekeren dat ik te Sraatsburg zijnde noch in het Hospitaal noch in de Stad aan verloste vrouwen nimmer een fluitband of laken heb zien aar. eggen, als eenmaal in de Stad door een zeer oude Vroedvrouw, en alle die daar door mi\ LendTr?tne.d" ^ ^f^. & VOl™akt 4 De Leerling is noch niet geperfectioneerd er ziin noch meerder fnedige loopjes, welke haareLcermee- fte-  ( I5i ) fteres haar moet leeren, ondertusfchen word het gedrang van de Buuren en Vrienden, welke om de Biest komen, al grooter de Vroedvrouw roept komt maar in: want hoe meerder Buuren en Vrouwen 'er komen, hoe meerder ftuivertjes voor haar: nu moet de moederkoek op de baan, met eenfraaije zwier leert zij de leerling de nageboorte aan de bijzijnde vrouwen vertoonen, trekt de vliezen over haare hand en toond aan alle de vrouwen de gaafheid van de Koek, die grinneke en beamen het gezegde van de Vroedvrouw, waarop dezelve met de gewoone ftatie ten vuure gedoemt of bij de ontfangcr van de verteerde kost befteld word. — Veel beeter waarehet dat zij haarLeerlingen leerden de bloedvaten kennen de uiterlijkegeftalte wel onderzoeken, de vliezen aantoonden endoor hetgevoei der nageboorte van andere deelen onderfcheiden, als met zuike grollen en aperijen het onkundig volk tc vermaaken. Het gebooren kind moet nu verder behandeld en gcwasfchen worden , zulks doet veeltijds de Leerling, en de Leermeefteres onderwijsthaarde manieren enwijze hoe, hoe verder de navel ftreng bezorgt moet worden, en dewijl zomige Ordonantien beveelen,dat eer de kinderen opgebaakerc worden, nagezien moeten worden of het kind ook eeige jetzei heeft, onderzoekt men of "er ook plaatfchelijke gebreeken gevonden worden, waarna men het kind volgens Landsgebruik opbaakert ja zomtijds als een misdadige onbeweegelijk in knellende luurenwind, even als of het onnozel wigt, om de misdaad der ouderen ftijf gekluifterd moet zijn, daar het zeeker is, dat door het benemen der vrijheid der Leedemaaten niet zelden de groei en aanwas belet word, maar ook mismaaktheden der deelen veroorzaakt worden of vroegtijdig de kinderen doen fneuvelen. Ondertusfchen heeft de man vrienden en omftanders reets gezorgt dat de brandewijns pot klaar is, ja al waar 'er geen duit in huis voor brandewijn met zuiker, maakt men wel dat geld komt: men drinkt de Kraamvrouw en Kinds gezondheid. Zommige Vroedvrouwen flaaa niet mis, lichten de beeker fchoon, dwingen de K 4 Kraam-  C 152 3 Kraamvrouw ook wat te neemen, al is het de pest voor een verloste vrouw, leerende dus aan haar Leerlingen vroegtijdig hoe zij leven moeten als zij Uit kinderharten gaan; het is fchandelijk om gezegt te worden dat menigmaal en de Vroedvrouwen Leerlingen Vrienden en Buuren dronken na huis gaan als bij gemeene lieden een kind gebooren word, en zulks is gcmeenelijk het eerfte dankoffer dat men God doet voor de gelukkige redding De ondervinding heeft geleerd, dat de Man, Vroedvrouw cn Omftanders als beeften zo dronken waren flewiji de Kraamvrouw uiteen onvergeeflijke nalatigncid van de Vroedvrouw in articulo mortis lach en het met de dood betaalde. Was het de noodzaakelijke plicht niet van Vroedvrouwen, door beeter voorbeelden haare Leerlingen voortegaan, om zodanige lc.ian-lelykc gewoontens tegen te gaan, van bij nacht bij deftige lieden de Suikerbakkers of Broodbakkers optekioppcn, om warm brood, gelijk in Groningen en anderen Plaatfen gefchiet. Beeter waare bet dat men zich bevlytigde om voor het welzijn van Modder en Kind te waken en de Leerlingen 'beeter te onderwijzen, opdat zij nuttiger leeden voorde Maadlchappy en zodanige Vroedvrouwen wierden, daar men met zeekerheid het leven van zijn vrouw en kind aan durfde overgeven. Na de opbakering van het kind leert de Leermec teres aan haar Leerling, hoe zij met dc gewoone plechtigneedcn het kind de Vader aanbieden moet om de offerbanden te ontfangen en van de Vader aan al dc overige Vrienden en Buuren het kind te vertoonen, die cl_k na haar vermogen de Vroedvrouw iets gecven.. By Armen en inzonderheid bij die van Stads wegen onderhouden worden, moest mijns bedunkens zuks verboode worden en door de Hoofden der °-ildens onderzoek na gedaan worden; want de Stad »eef er bet loon voor aan dc Vroedvrouwen. Alles- afgedaan zijnde zo men meent, gaat men aan 't ecten en drinken, en eenige uuren worden metpraiiten en lachen beftecd, waardoor niet zelden «e jonge Kraamvrouwen koors en dcszclfs gevolgen kijj-  ( *53 ) krijgen. Dus danig gaat het gemenlijk toe met de eerfte verlosfing welke een Leerling bijwoond en de overige onderwijfingbij verlosfingen zijner aan gelijk. Ik laat elk oordeelen of een leerling dus zes of meerdere baringen bijgewoont hebbende, metmogelijkheid bekwaam kan zijn om de Vroedkonst met vrucht uit te oefenen, inzonderheid als 'er geen werk te gelijk gemaakt word van goede Theoretifche onderwijfing. Deeze oorzaak moet zo veel mogelijk is geheel weggenoomenworden, en kan ook verbeeterd worden. Indien wij op onze Academie plaatfchen voorzien waaren van Hospitaalen, dan konde men het onderwijs zoo wel van de Theorie als Practijk, aan Vroedkundige Mannen alleen aanvertrouwen om de Vroedvrouwen bekwaam te maaken, en dus de Vroedvrouwen ontflaan van die gewichtige post als Leermcefteres, waar meede tegelijk veele oude vooroordcelen van de Vroedvrouwen zouden weggenoomen worden. Op plaatfchen alwaar Gasthuizen zijn gelijk als te Amfterdam en elders, zoude met zeer veel vrucht de geheele onderwijfing door een Praleclor die teffens een geoefend Vroedmeefter was kunnen gefchieden, welke niet allen de Theoretifche gronde daagfjjks, maar onder zijn opzicht de leerlingen zelfs de Praéijk der Verloskunde leerde. Zodanige Vrouwen , welke dus door Mannen de Vroedkonst ten minften onder hunne opzicht geleerd waaren, konde na haar Examen cn een Atle van bekwaamheid gegeven tc hebben, gerust en veilig in dc Steden en Dorpen verzonden worden om de Vroedkonst uitteoefenen. Doch tot noch toe, is onze Natie zoo verligt niet om het werk van de Theoretifche zoo wel als het Practifche onderwijzing der Vroedkonst de Mannen aan te vertrouwen,wij moeten het uitoefenend deel der konst, voor de Vroedvrouwen overlaaten, hetwelk wij ook gaarne doen, indien het maar weL ter uitvoer gebracht word. ^Iijns bedunkens moesten niet alle Vroedvrouwen in de groote Steden geoorlooft zijn Leerlingen aanteneemen, om haar het uitoefenend deel der Vroedkonst te Leeren, dewijl de ondervinding geleert heeft, dat zommige Vroedvrouwen in plaatsch van door de jaaren ervaareer te worK 5 den,  C 154 O den, onkundiger worden en al vergeeten wat door de Leermeesters aan haar geleert is. Beter zoude het zijn, dat men eenige van de bekwaamfte en meest beocfenfte Vroedvrouwen daar toe uitkoos, ja een bijzonder vrijheid als Leermecfteres gaf en ook voor de moejelijke tak van Leermeesteres, een grooter jaarlijks Tra item ent toegelegt wierden, mits dezelve ook zorge droegen dat jaarlijks, of om de twee jaaren, twee of meerder Vrouwen aan het Collegie aangebracht wierden om geëxamineerd te worden. Men heeft reeds in zommige Stecdcn, al ingericht, dat Stadsvrouwen om de twee jaaren een nieuwe bekwaame Vroedvrouw moeten aanbrengen, of haare Tractementen worden ingehouden , als zij daar in nalatig zijn, en zulk een doen is niet aftekeuren; ja, daar door kan men het gebrek aan Vroedvrouwen voorkomen, en die weg heeft men in 'sHage, en zoo ik mjj niet bedrieg, ook in Haarlem ingeflaagen. Daarenboven diende aan de Leermeesteres/en en aan alle Vroedvrouwen verbooden te worden, Leerlingen aan te neemen, zonder voorgaande, kennis der Collegien, hetzij dezelve voor de Steden ofDorpen wierden bekwaam gemaakt. Indien een Leermeefteres een Leerling aan 't Collegie brengt om geëxamineerd te worden, moesten zij vooraf een fchriftelijk bericht aan de Praleclor overleeveren van de Verlosfingen, welke door de Leerlingen zijn verricht geworden, met dc naam en woonplaatsch van de Vrouwen , welke door haar verlost zijn geworden, op dat daarna zoude kunnen vernoomen worden: want ik weet dat voor de Coliegien verfcheenen zijn, Vrouwen om geëxamineerd te geworden welke geen een kind verlost hadden , of fchoon de Vroedvrouw getuignis gaf, dat zij aan de inhoud der Ordonantien voldaan hadden, zulks zoude men op deeze wijze kunnen voorkomen en geen Praleclor moest vrijheid hebben, om het Tentamen afteneemen, zonder voor af onderzoek daarna gedaan te hebben. Ook moesten de Leermeeste- resfen bij alle de Stads-armen Vrijheid hebben om kaare Leerlingen meede te brengen. Ookwashetvan 4'J  C 155 ) de uiterfte noodzaakelijkheid, dat de Lccrmecsteresfen meerder vrijheid verguntwierdeuom haarcLeerlingen, bij baarende Vrouwen te plaatfchen: want een kundige Vroedvrouw kan gemaklijk ontdekken of het werk gedeeltelijk een Leerling aan te vertrouwen is ,' en als de Leermeesteres goede maatregelen neemt , kan zij altoos zorgen, dat zij als de Vrouw verlost 'er zelfs bij tegenwoordig is. —■ Om kort te zijn ik wenfchte, dat men het met de Leerlingen der Vroedvrouwen konst, even zoo inrichtc als met de Jongelingen welke de Chirurgie leeren , welke oflchoon dc verantwoording van de behandeling, altoos voor rekening van de Meesters blijft, nochthans aangezet worden , om Adertelaaten en bij afwezenheid van de Meefter, verbanden aanteleggen enz. cn daar door bekwaam gemaakt Worden. Op deeze wijze zouden de Vroedvrouwen gaarne Leerlingen aanneemen , dewijl als zij eenige tijdt geleerd hadden , haar tot een groote dienst cn gemak konde verftrekken, en ik twijfel niet als goede maatregelen genoomen w^den, zulks veilig zoude kunnen gefchieden. De agtfle oorzaak, dat wij op zommige plaatfchen. onkundige Vroedvrouwen hebben , is voorgekomen, dat men niet nauwkeurig genoeg is , om Leerlingen, aan te neemen, welke de Vroedvrouwen konst willen leeren. Men heeft in Duitschland een Zeer algemeen fpreekwoord, als de Vrouwen niet meer hebben te werken, worden zij Vroedvrouwen op 't platte Land. In onze Provintien zijn ook Vrouwen genoeg, die, om dat zij niet anders aan dc kost kunnen komen, zich maar voor Vroedvrouwen op het platte Land uitgeven, zonder dat zij de nodige kennis hebben om de Vroedkonst behoorlijk uitteoefenen. Het is volftrekt onmogelijk, dat de bekwaamde Onderwijzer , van alle Vrouwen, welke zich aanbieden om de konst te leeren, bekwaams cn nut-  C 15* ) tige Vroedvrouwen kan maaken: want indien zn reeds zoo hoog van jaaren zijn, dat zij niet meer kunnen zien te leefen ofte fchrijven, zoo zijn zii voor de onderwijzing niet vatbaar genoeg, en als zrj daarenboven noch bekend zijn, van geen goed gedrag, zoo dienen zij noch minder voor de Vroedkonst. Hoe meerdere bekwaamheid, fchranderheid en deugd de Vrouwen bezitten, welke zich tot hét leeren der Vroedkonst overgeven , hoe nuttiger Vroedvrouwen men'er van maken kan, daarentegen die Vrouwen, welke van natuur onvermogende zijn om door de onderwijzing bekwaam te maken is mets goeds voor de Vroedkonst van te maken derhalven moet deeze oorzaak zooveel doencliik is verbeterd worden. Men diende de grootfte omzigtigheid te gebruiken voor en al eer men een Leerling bij een Collegie liet ïnfchrijven, cn voor af, door de PraleHoren wei nauwkeurig laten onderzoeken, na het gedragen verdere vereischtens welke een Vroedvrouw moet bezitten, of men die wel in de Vrouwen welke om te leeren zich aanbieden aantreft. Die de Vroedvrouwen konst willen leeren, moeten jong zijn, gelijk Van Deventer zeer wel aanmerkt: want indien de Vrouwen, welke de Vroedkonst willen leeren, reedts oud van dagen zijn, en te gelijk van knellende armoede gedrukt worden heeft men zeer geringe voordeden en nut in een Republiek, Stad of Dorp 'er van te vcrwagten. Indien men al eens toeftemde dat zoodanige vrouwen de noodzaakelijke vereischtens bezaten, welke dienst kan 'er de Maatfchappij van vcrwagten ' als zij reeds de 40 jaren gepasfeerd zijn, en dan de Vroedkonst leeren. Twee, drie cn op zommige plaatfchen eifchen dc Reglementen noch meerdere jaaren om te leeren. In groote Steden gaan fchoon zij reeds Vroedvrouwen zijn twee, drie, vier, zes, agt ja tien jaaren voorbij eer zij in de Practijk komen, (in kleine Steden of Dorpen dienen geen eerst beginnende Vroedvrouwen maar beoefenende, men behoorde ze,ook al- daav  C 157 ) daar met te neemen) dan zijn ze vijftig jaaren; dan vfrof* den zij eerst van dienst voorde Maatfchappij, en nuttig voor baarende Vrouwen, als de booge jaaren; haar bijna tot de Vroedkonst onnut maakt, vita hrevis, ar; longa , in die tijd waarin zij al verpligt waren , het Vroedwerk aan jongere Vrouwen overtelaten, beginnen zij eerst ondervinding te krijgen, te bloeijen, en in de klanten te komen, zoo de last der ouderdom haar niet belet, haar zwaar wigtig ampt vaarwel te zeggen. De ondervinding, de" dochter der tijd en voorzigtigheid , haar zooi noodzaakelijk in 't uitoefenen der Vroedkonst, eerst krijgende , worden zij door de jaaren onnut cn ongefchikt voor de Vroedkonst. Het is niet mogelijk, ten minften zeer bezwaarlijk, om zoodanige Vrouwen , welke na de veertig jaaren de Vroedkonst beginnen te leeren, een volkomen en grondig denkbeeld van dezelve in te fcherpen , en die kundigheden, welke volftrekt noodzaakelijk zijn te doen verkrijgen. Haare zielsvermogens, welke niet van de jeugd af bearbeid zijn, laaten zich zoo gemakkelijk niet na de veertig jaaren aan 't denker» en overwegen gewennen, om het waare van het valfche te onderfcheiden, of om maar een woord te gebruiken, alle die veranderingen welke in de Verlos* kunde voorvallen in haar geheugen te onthouden, zoo men in vroege jaaren geen goede denkbeelden 'er van gehad heeft, hoe vroeger een Talent werkzaam gemaakt, hoe eerder het aangekweekt Wordt, zoo veel te hoger zal men het kunnen brengen. Daarentegen hoe laater men hem die het bezit, met de volmaakfte voorbeelden bekent maakt, des te meer gevaar loopt men, hem van den waren fmaak zijner kunst te verwijderen, en des tc meer verzuimt men aan hem. Zie ïfelins Dromen Van een Menfehen Vriend bladz, 246. Ik heb niet nodig om door veele bewijzen te ftaven, dat menfehen, welke onverfchilliar inde letterkunde tot haar veertig jaaren toe gelceft hebben, en zomtijds noch leezen of fchrijvcn kunnen, het zeer mocjclijkis, om langs een goede order te onderwijzen, tot  C 158 ) tot getuigen zal ik mij maar alleenlijk op deKategezeermeefteren en Leermeeiteresfen beroepen welke de menfehen de bcleidcnis van buiten leeren klappen : want hoeveel moeite men ook aanTvhtï • l ond™jfing is veeltijds vruchteloos. JK neb m het onderwijzen van zodanige oude leerlingen meenigmaal mij geërgert om met zodanig onbekwaame voorwerpen mijn hoofd te moeten breeKen, die al zeide men een zaak duizende maaien voor, het noch niet in de geheugen konde bewaaren, Hierom ben ik van oordeel met Van Deventer dat dé vrouwen , welke de Vroedkonst willen ICeren jon? dienen te zijn, ten minften niet boven dederti- iaaren met uitzondering nochtans van zeer joW Wulpicbe en dartele Dochteren: doch oordeel huuwbaare wel opgevoede dochteren om en bij de twintig jaaren voor het Vroedvrouwen ampt te leeren de beste cn gefchikfte voorwerpen zijn : getrouwde vrouwen van dezelfde jaaren, kan men ook met vrucht er toe aanwenden, maar in waarheid ongetrouwde dochteren verdienen noch de voorkeur voor getrouwde : want bij getrouwde Vrouwen, vind men zo veel hinderpalen onder het leeren, dat niet zeldzaam deleertijd voorbijgaat zonder veel vorderingen gemaakt te hebben in Theorie der Vroedkonst, en de Leermeeftcr ziet veeltijds hetirar, >t welkt hij bepaald heeft om het onderwijs aanzijn huis te houden, voorbij loopen , zonder dat zijne Leerlingen komen opdagen en onderwinden zich deLeermeefteren om over de nalatigheid van zijne Leerlingen te klaagen zulks baat! niet veel: want zommige wljshoofdige hoofden der Collegien, meencn dat men geene Leerlingen tot he^ onderwijs te haaien dient te conftringeerent datdwaas is, want menfehen die baar eigen best niet wetén dienen door wijzere ingezeetene beftierd te worden, weldenkende hebben geene Regenten nodig, maar het dom gemeen, moet door Wetten en Ordonantien in paaien gehouden worden , zegt Suszmilcb. Dan laat bij getrouwde vrouwen het de huishouding niet toe, dat zij les haaien, dan is het weer te liegt,dan is een man, dan een kind, dan een vriend ©f vriendin ziek, da*  C *59 ) éan moeten de leerlingen in de kraam en kunnen niet gemakkelijk genoeg zitten, dan leggen zij voor een week of drie in de kraam, dan is de lastigheid der kinderen hindernis, dan is het hier dan daar kermis op de Dorpen, daar moet men bij zijn. Zodat dan een maand, dan een vierendeel jaars verloopt, eer men lesfen haald, ondertusfen verzuimen zij geene openbaare lesfen en de leerjaaren gaan om, voor dat zij bekwaam zgn. Als de vierentwintig lesfen gepasfeerd zijn, Komen zn* om geëxamineerd te worden, weetende in waarheid de deelen nauwelijks te noemen, maar omdat zij voldaan hebben aan de openbaare lesfen, en de kosten of het °-eld aan de leermeefteren en leermeefteresfen voldaan hebben krijgen zij op zommige plaatfchen voor haar geld een acte van bekwaamheid en bekoomen vrijheid om de Vroedkonst openbaar uit te oefenen, tot onvermijdelijk verlies en fchaade der Ingezetenen. Veele van deeze hinderblokken vind men niet in de ongetrouwde dochteren, en als de jonge dochterenvoor de Vroedkonst opgeleid wierden even als de Jongelingen in de Chirurgie men zou fpoedig bekwaame Vroedvrouwen hebben. In Parijs, Duitschland, en Straatshurch leeren de huuwbaare dochters de Vroedkonst, waar men ook over het algemeen beetere Vroedvrouwen vind, als in onze Nederlanden, daar de Reglementen opzommi-eplaatfen vol ftrekt eifchen, dat die de Vroedvrouwen konst uitoefenen willen, getrouwd moeten zijn cn Leedemaat van de Gereformeerde Kerk, even als of het trouwen en lidmaat van de Gereformeerde Kerk te zijn, bekwaamheid voor de Vroedvrouwen te weeg bracht, mijns bedunkens moeften getrouwde, en ongetrouwde Vrouwen en van welke Relieo-ie zij ook waren als zij een Christelijk gedrach hadden, vrijheid hebben om de Vroedkonst te leeren en uit te oefenen, even als de Genees- en Heelkunde uitgeoefend word door Mannen van allerlij Ralie«ien, getrouwde en ongetrouwde. In Amflerdam, zijn bijna van alle gezindheeden Vroedvrouwen tot jodinnen toe, en het is noch beeter door een Jodia tHe iade Vroedkonst ervaren is ziel) W laten helpen,  C 1C0 y als Van een onkundige zogenaamde fijne zus zich te laten vertroetelen. Louife Buergois die beroemde Franfche Vroedvrouw, verhaald dat haar dochter eer zij vijftien jaren oud was meer dan vijftig vrouwen verlost hadt , obf. bladz. 75. lievre II. a Paris anno 16:7. In Parijs echter 'word geen Vroedvrouw aangenomen voor dat zij twintig jaren is, moetende drie jaren van een Vroedvrouw onderwezen zijn, en drie maanden in het Hotel Dieu gcoefent zijn. Ik vinde ook zeer wijnig redenen om getrouwde Vrouwen boven ongetrouwde Vrijfters tot het uitoefenen der Vroedkonst te verhellen, wijl veel afhangt van de Mode en gewoonte. Maakt het bnfi'aapen van de man haar in de Vroedkonst bekwaamer? .geenzints! maakt de bittere angst van kinderbaareri haar oplettender, voorzigtiger, naarftiger, en ieveriger in haar beroep ? het dicndewelzo, de ondervinding leerd nochtans dat zulks fpoedig vergeten word en weinig invloed heeft. Kunnen Vröedmeefteren die nooit de haarpijnen zelve ondervonden hebben, zo wel geen kinderen haaien als vrouwen , die veele kinderen gebaard hebben. Derhalven vind lk geene redenen om de getrouwde vrouwen, boven ongetrouwde te verkiezen naar wel dat de ongetrouwde de voorkeur verdienen. Ik weet ook niet dat het leeren der Vroedkonst aan huuwbaare Maagden tot fchande en oneer zoude verftrekken kunnen, of vermoogende zijn om de geiligheid en wellust optewekken, veel eer geloof ik dat het een tegenovergeftelde uitwerking zal te weeg brengen: want de bittere angst van kinderbaaren, welke zij in andere zien en bijwoonen zal veel al een prikkel zijn om kuis en deugdzaam te leven en zich te wachten voor de heimelijke laagcn, welke onkuize boeven en geile jonkers aan jonge dochteren zomtijds voorleggen, boven dien heeft een Vroedvrouw geen kennis nodig als van die deelen, welke zij zelfs bezit en van die werkingen eigen aan haare fexe, hebbende niets nodig tc weeten als wat haar cigc Kunne aangaat. Waarom zoude die fexe siet van de huuwbaare jaaren aan, geoorlooft zijn dat  dat geen te leeren, wat in haar zelve omgaat of in 't Vervolg van tijd ftaat te gebeuren? Wie is dwaas genoeg om zulks tegen te fpreeken? De edele Verloskunde is van geen minder waardij, nut en noodzaakelijkheid, als alle de overige takken van Genees- en Heelkunde, waarom zoude men dc Genees - en Heelkundige meerder vrijheid geven, om van de jeugt af aan de Genees- en Heelkunde te leren. Is het niet belaglijk dat men de Jongelingen van de prilfte jeugt af aan de Ontleed- en Heelkundige boeken zo tot het Vrouwelijke als Mannelijke geflagt betrekkelijk , in de handen geeft, en de jonge dochters zulks belet? die om de Vroedkonst te leren , haare eigene deelen maar nodig hebben om te kennen, welk een Dwaasheid! Indien de Genees- cn Heelkundige ook eerst als zij getrouwd waaren en 30 of 40 jaaren oud, de Genees- en Heelkunde begonnen te leeren, het Publiek zou fpoedig gewaar worden, dat zij niet meerder kundigheid zoude verkrijgen als de Vroedvrouwen in haar zaak hebben. Hierom behoorde men jonge dochteren in de Vroedkonst aan te kweeken , even als men van jongs op de Genees- cn Heel-kunde leert, en die we°- wilde onze groote Vroedmeefter , de braave Van Deventer al reeds ingeflaagen hebben, welke tot nog toe over het algemeen geen ingang gevonden beeft, of fchoon ik zeker weet, dat men in zommige plaatfchen, als te Amflerdam, Rotterdam cn 's Hage enz. alreeds Huwbaare vrijfters de Vroedkonst geleerd heeft, en vrijheid geeft, om de konst uit te oefenen, en wij wenfenen dat zulke en diergelijke nadeelige ongerijmdheden , haast uit alle de Ordonantie zullen uitgefchrapt worden. Het waare tc wenfehen , dat dewijl onze Nederlanderen zoo geneigt zijn , om alles wat ver afkomt, fpoedig na te aapen en te beminnen, zeer koftbaare en nadelige modens ras navolgen , .dat zij dan ook in zaaken van zoo veel belang, welke tot heil en nut verftrekt, voor een Republiek, ook eens navolgers wierden, van vreemde en jaloerfche L F**  C 162 ) Nabmiren en men zou niets als met roem 'er van zeggen. * In het aanneemen van Leerlingen , dient men de overige eigenfehappen, welke een Vroedvrouw noodzaakelijk zijn niet uit het oog te verliezen en inzonderheid dat de Leerlingen goed leezen en fchrijven kunnen Ik weet zeer'wel dat de-Reglementen door -deOverheden öp 't Vroedwerk geliefd zulks eifchen, doch ik ben nochtans overtuigd dat'er in zommige Steeden Stads Vroedvrouwen zijn, die zulks niet kennen en een kruisje tekenen; als zij een briefje van een dood gebooren kind zullen ter hand fteilen. Binnen Amflerdam beeft men voor eenige jaaren alle de Vroedvrouwen welke met leezen en fchrijven konden genoodzaakt haar bortje in te haaien, welke misfchien even als de Barbiers maar aangefteld waaren geworden om 't geld, zonder bekwaam te zijn, daar deLomjke Heelmeefler Abraham Titfingb, Amflerdam 'Van gepurgeerd heeft. Zo de Leerling noch leezen noch fchrijven kan, dan is 'ernauwlijks een weg open om haar bekwaam te maaken, daarenboven is het fchande voorde Vroedkonst en oneer voor eèn Stad ofDorp,om een Vroedvrouw tejiebben die de naam van "wijs draagt en zoveel wijsheid niet bezit om gefchreeven fchrift te leezen, of haar naam te zetten dat men het leezen kan. Voor eenige tijd bcfloot men te Leyden aan een vrouw geen Examen afteneemen, voor en aleer zij goed fchrijven kon, tc meer, dewijl haar bij de intekening als Leerling zulks was aangezegd geworden, 'twelk zij'in de wind flocg, onder voorgeven dat haar moeder Stads Vroedvrouw was en niet fchrijven kon, doch de tijd van het Examen daar zijnde wierd met eenpaangheid van ftemmen beflooten, geen examen afteneemen, voor en aleer zij genoegzaame blijken •gaf van het fchrijven geleert te hebben: omtrent een jaar daarna gaf zij daar van goede blijken, waaropzij tot het doen van het Examen toegelaaten wierd en mét zeer veel lof ook een bekwaamheids brief verkreeg. Wenfchelijk waare het dat men zulks overal .nn acht nam. — Schoon ik van gevoelen ben dat men  < i63 ) men Vrouwen van alle Religiën tot het leeren der. Vroedvrouwen konst vrijheid moet geven: want om menfehen die bekwaamheid tot de eene of andere konst hebben, uit hoofden dat zij in befpiegeknde bevattingen van Godsdienstverfchillen, afteweeren, ftrijd niet alleen tegen de gezonde Reden maarftrijd ook tcgens de Christelijke vrijheid, en daarenboven heeft geen Vorst, geen Overheid macht om net geloof te beveclen en in betrekking tot de burgerlijke rechten, zijn alle geloofs genooten elkander gelijk, en hierom meen ik ook dat belijders van alle Religiën, vrijheid vergunt moet worden om Konftcn en Wetenfehanpen uitteoefencn na hunne welgevallen,mdien hun eedrae leven en wandel, hen niet veroordeeld dat zij gevaarlijke menfehen zijn voor de zamen leviag en dus een konst als de Vroedkonst is niet aan ^fmwTXgie dcrhalven behoorde men geen Vrouwen van de Vroedkonst te weeren maar wel om dat zii van een flegt gedrag bekend waaren, Z zodanig een tedere konst als de Vroedkonst , haar niet aan te vertrouwen is : want zegt ArmfZiu bii aldien een Vroedvrouw ondeugend is, wie wet'niet wat gevaar daar van teyerwagtents, Zetke gemaklijker als eenige Booswicht de kinderen kunnen om balsbrengen. Een fnoode Pharao! wilde K hierom ook van de Vroedvrouwen bedienen om de llebrecuwfche Jongens fte dooden, doch haare deugd befweek geenzints voor een wreede SCwfare *7eu£t* geenzints aan deeze of geene belijdenis gekluisterd, en kan nimmer een uitwerking rrtWJ leweld zijn , maar is van het goedertierend Opperwezen zelfs oorfpronglijk en komt dus alle vSSng en bckooring te boven. Waarom men voor al op het deugdzaam gedrag, van een LeerS- diendPan te geven, ja de hoop van een Staat, RepubUek Sf Familie, kan afhangen van de bekwaan ieid en deugdzaam karakter van een Vroedvrouw en een Overheid moet zich op het deugdiaaTkaracto van een Vroedkundige zeer zeker kun-  C 5) nen verlanten. Een Vroedvrouw derhalven zonder eert Peproefde deugd, is een gevaarlijk mensch voor de Maatschappij en vervald van de eene fnoodheid lichtelijk tot de andere, de eene plicht verzuim vergezelt de andere tot dat men eindelijk tot het allerinootlte vervaldt. Waarom men voornamentlijk altoos op het goed gedrag en onberispelijk leven van een Vroedvrouw, of Leerling moet agt geven, ja, een Vroedvrouw Jan kwalijk gedrag, door een hoeren geest bezield van de deugd vervreemd, en in de wellust verzoopen kan met geen mogelijkheid geduld worden om dc Vroedkonst te leeren. De negende oorzaak van de onkunde der Vroedvrouwen is voortgekomen, om dat men toelaat, dat hier en e„ders< ongeëxamineerde Vroedvrouwen het Vroedwerk uitoefenen, welke nooit door iemant de Vroedkonst geleerd is. Deeze oorzaak heeft thans in de groote en Kleine Steden, voor zoo ver ik weet niet meer plaatsch-, maar de bocre Dorpen zijn nog met dit vergit l bennet en op zeer veel Dorpen zijn ongezwoofene Vroedvrouwen, die eerst uit bakeren gegaan hebben, en zoo allengskens in fpoedige gevallen een kind van de ftreng afgebonden hebben, en eindelijk maar het werk hebben aangepakt en zoo zich zelvé opgcleidhebben, cn voor Vroedvrouwhetwerkwaarncemen, en de Vrouwen verlosfen van haar Vraten, zonder eenige andere kundigheid te bezitten van deeze konst, als de ftoutheid, om maar aantetasten hebbende niet geleefen of gehoord, noch van 't een of t ander, 't welk op dc konst eenige betrekkin? heeft, ja, weten zelfs niet eens een Clifteer te zetfp£i&* °P zommige Dorpen ondervonden heb, dat de Chirurgijn van 'tDorp de clijfteer moest 'komen zetten Hoe heidensdom zodanige vrouwen m de Vroedkonst zijn, is licht nategaan en hoe .menig ongeluk 'er door veroorzaakt word weetea wij, cn alle Inwoonderen van zoodanige Dorpen, on-  C i*5 ) ondervinden'er de droevigfte gevolgen van voor vrouwen en kinderen. Ondertusfchen zo zijn zommige Dorps Regenten met zodanige vrouwen noch al zeer wel in hun fchik: want die bedienen de Vrouwen, zonder Dorps tractement, en voor dat tractement kan een koddebaijer die voor den Heer het wild opjaagd en dc Boeren wat overlast aan doét onderhouden worden. Zoodanige Regenten laaten zich meer aan de Jacht gelegen leggen, als om 't welzijn van dc Ingezeetenen gaade te flaan en zijn de naam van Regenten onwaardig. Die vrouwen, welke op dusdanig een wijs aan 't Vroedwerkgekomen zijn, zijn bij mij onfchuldig, dat zfj de konst niet beter verliaan, maar die Regenten der Dorpen , welke haar vrijheid geven, om de konst uitteoefencn zijn fchuldig en zij zijn alleen verantwoordelijk en niemant anders. Van hunne handen eifchen wij alde vcrzuimen,welke door die onbekwaame Vroedvrouwen bedrceven worden, en zij zijn ook alleen voor God en de Waereld rekenfehap fchuldig, van die ontaarde cn ontmenschte mishandelingen, welke barende vrouwen cn kinderen zo vaak ondervinden en wij veeltijds zien gebeuren, dewijl zij. als Overheden of Regenten der Dorpen de macht hadden, om te zorgen dat 'er een Vroedvrouw op een behoorlijk tractement wierd aangefteld, welke grondig onderwezen en door het eene of andere Collegie als bekwaam erkend was, dan waaren zij onfchuldig, niet de bedrijvers van een kwaad alleen, maar zij die, daartoe de gelegenheid gegeven hebben, zijn ook fchuldig te achten. Wenfchelijkwaarehetdierbaare mede Burgeren en Burgeresfen, dat die oorzaak ophield, en zodanige ongepermitteerde, ongeleerde en ongeëxamineerde Vroedvrouwen voor altoos op de Dorpen verbooden wierden. De Regenten der Steeden onder welke de Dorpen behoorden, moeiten mijns bedunkens daar in voorzien en zorgedragen, dat men geen ongeëxamincerde vrouwen op de Dorpen cn platte Landen behoefde te gebruiken, ea dat die geenen, welke zich ondcrL 3 won-  C 166 ) wonden de Vroedvrouwen konst uitteoefenen zonder geëxamineerd en goed gekeurd te zijn , van 't een ot ander Collegium artis obRetricia, met gevoelige *cld boetens te ftraffeen bij nalatigheid van dien bét Dorp uittejagcn, want hoe onkundig ook zodanige vrouwen zijn, zij vinden bij de eene en andere Oog zeetene ingang doordien de Natuur gelukkig zommige vrouwen verlost en zij de vrouwen eenige dienst geoaan nebben, waardoor de Dorps aangeftelde Vroedvrouwenhaare voordeelcn ontrokken worden, enbaar middel van beftaan ontnoomen worden, welke dan ï? nT^J^ hdMDorpe^moeten vertrekken, willen Eli? •• gulden vallen of gebrek leiden, gelijk voor wijnig tijd noch een aller bekwaamftc Lelrling van mij een Dorp verliet, omdat een onbekwaame en ongeexammeerde vrouw de meefte voordeden Stawie!d.Zij V°°r de moeJ'eliikfte g^allen geZorgt men, dat op de Dorpen de Vroedvrouwen lei0,0™" Yord^™de Steeden« welke dia?eS ™Zl g e°rd he-ben vai1 g°ede onderwijzers, en ™fegaarne «ammatcursgeëxamineerd zijn,eö dan fenJ h,KKge jaai'Gn in -de Stecdcn de konst uitgeoeX\h r)b:U' dan ^wjfel ik niet Qf ™en zal onderShnl* dat,zeerveele gewigtige zwaarigheden zullen te boven gekomen worden ende barende vrouwen geln 'fVan,ne kinderen verlost worden, als tanseft ZL Jk v?ele Dorpen plaats heeft, daar tot noch toe ongeexammeerde vrouwen zijnen op een grouwzaazai S Wff eud& Vroedkonst uitodenen • j™ ZlST VCCl Ilcht? e^en •waar zullcn de ongeëxamincerde vrouwen dan van leven? Door een verbo- ft!lrfde ln die tot verderf van de Inwoonderen Zl\ u h niet , het ftaat niet in de Overheden S; TCht om Zulks toe te laaten, het volk heeft de kl^ JTrr Zlch tegen aantekanten en te eifchen beflZT Jr°TC?- P,e Burgermeejleren van AmSte dam Hoorden 'er zich wijnig aan hoe die Vroedvrouwen aan de kost kwaamen, die om dat zij niet ^rijven konde het Vroedwerkverbodenwierd. Daarboven kunnen zij uit baakeren gaan en zulks is al genoeg vertrouwd. 0p  C 167 ) Op de dorpen alwaar zodanige onkundige en on-' geëxamineerde Vroedvrouwen zijn, raad ik vrijmoedig de Opgezetenen aan, om met een eerbiedig Reauest zich te vervoegen bij hunne Dorpbeftierders ert tè verzoeken een bekwaame geëxamineerde Vroedvrouw, waar aan vijliger en zekerder moeder en, kind is aan te vertrouwen, en bij aldien 'er geen voldoenende en gerufte fatisfasRie bij dc Dorpsbe(Herderen aan de Opgezeetenen gegeven wordt zo kunnen zij zich veilig en zeker vervoegen bij de Soevereinen van den Landen, bij welke alle mogelijke bijftand en vaardige hulp van zo een .billijk verzoek te wachten is. Eindelijk ten tienden zo kunnen wij met grond fteilen dat zommige Reglementen of Ordonantien oorzaaken zijn, dat veele Vroedvrouwen niet bekwaamer zijn in 'l uitoefenen der Vroedkonst. — Een Suszmilch zegt met het hoogftc recht, van de Heerfchappij van de eene mensch over den ander, ftaat niets in de eerfte woorden van den Schepper gelijk in de grondwetten der Waereld. De dis order der menjcbe* lijke begeertens hadt alleen de Heerfchappij noodzaakelijk gemaakt en veroorzaakt, dat vernuftige en voor vrijheid beftcmde menfehen , zich de Heerfchappij van andere menfehen hebben onderwerpen moeten. De wanorder der mcnfchclijke begeertens deeden Koningen. Vorftcn en Overheden tc voorfchein brengen, en vrije menfehen, wierden door die ongeregelde ber geertens Onderdaanen van hunne mede menfehen, welke nochthans van Natuur even zo mm macht hadden om te gebieden, als bij de andere eene verplichting van Natuur was om aan hen tc gehoorzaamen. Die zelfde ongeregelde begeertens der menfehen moeften door die geene aan welke men het Opperbewind of dc Heerfchappij aan vertrouwd hadt, beteugeld en in behoorlijke order gehouden worden door Wetten, bevcelen en gebooden. De ongeregelde begeertens en plicht verzuimen gaven dus aan 4eB3heerfchers gelegenheid om Wetten enz. L 4 vcof"  C i<58 ) voomebrcngcn waarvan zommige zeer ftrijdfe wiaren met de Goddelijke wetten J S De Landbouw, Konsten en Vetenfchappen vordenng maakende, deed onder de bcfchaafdeMenfcben GUdcns enz. te voorfchijn komen, waar door veele wanorders wierden voorgekomen, en voorzichtige Beftierderen, trachten meest al door We ten Ordonantien enz. Het algemeene welzijn hunner Onderdaanen of Burgerente bewerken, of fchoön wy niet ontkennen dat door zommige Wetten Beyeelen en Gildens dc Vrijheid niet alleen der Men- ïneDweflgr ede"heeft' maar °°k zommige Konsten Wctenfenappen en Fabrieken in al tc Inge bepaahngen gebracht zijn, en dus tot hunne val veel toegebrach hebben. De Genees- en Heelkonst van al e veel belang voor het Menschdom zijnde, S dus het oog met ontwijken van voorzichtige Beftierderen der Staaten en Volken, maar moest natuurlijker wijs het oog trekken' van veXndtê Vorsten en Overheden, welke door Wet en en Ordonantie met elk, welk het goed vond vrimeid verleende om die Konsten en Wefenfchanpel uittèoeienen zonder bekwaamheid daartoe te bezitten hoewel wy met ontkennen, dat noch door Landloo' pers en Bedriegers, zomtijds die nuttige Konden en Wetenfehappen tot verderf cn nadeel van het Mcnfthelük ge lagt ongeftraft ter uitvoer gebracht word? Onder dc Menfehen, welke vrijheid en bekwaamheid hadden om de Genees- en Heelkonst nittloefel nen wierden met zelden wanorders gevonden welke door Wetten en Ordonantien beteugeld moeiten worden, om dus het algemeene welzijn tc bewerken en de Wetten en Ordonantien zijn noch ten hoogften noodzaakelijk om alle wanorders voor tï komen, w ae behandeling en uitoefening diérnuttige Konsten cn Wetenfchappen. De VrU££%& al door Vrouwen uitgeoefend wordende, wierd eindelijk met meerder zorge gaade gefiagen en verftandige Genees- en Heelkundige brachten het zoo verïï dat men die uitoefenaarfters onder bepalin- bracht M d.t Overheden door Ordonantien ei? witten af- eisen*  C ) eischten , van die geencn , welke de Vrouwen in baarensnood bij Honden, dat zij bewijzen van bekwaamheid moesten geven, en zich te gedraagen na de Reglementen door de,Overhcden gegeven en het nakomen van de Eed welke men goed vond bij haar 'aanftelling afteneemen. Dc Vroedkonst allcngskens verbecterde en nuttige 'verandering door verftandige Mannen en Vrouwen ondergaan zijnde , wierd ook allengskens de Ordonantien verbeeterd , maar doordien de meefte Regenten van de Konst niet die bekwaamheid hadden, of hebben konncn, als wel vercischt word, om goede Voorfchriftcn aan Vroedvrouwen te geven , zoo kwaamen ook veele gebrekkelijke Ordonantien te voorfchijn , het welk nochtans buiten de fchuld was van Overheden: Want een wel meenend Vorst en Overheid kan wel een goed Regeerder , maar nochtans onervaaren zijn in de Vroedkonst. Ten dien einde, wierd de zorge van zoodanig een Reglement en Ordonantie aan de Hoofdens der Gildens aanbevoolen, welke naderhand de goedkeuring der Overheden wegdroegen. Ondertusfchcn kwaamen 'er Ordonantien te voorfchijn, welke op het uiterlijke aanzien te kennen gaven, dat na evenredigheid dat de Vroedkonst verbeeterd wierd, ook verbeetering in de Ordonantien plaatsch hadden, doch het eigen belang van zommige Opftellers misleiden zommige Overheden, en daar wierden op zommige plaatfchen nadeeiige Ordonantien voor de Vroedkonst te voorfchijn gebracht en welkers nadeeiige invloed noch niet geheel cn al is weg genoomen, ten minften de Heelkundige, wierden van de Vroedkonst fteckkind gemaakt in zommige Steeden, en zulks heeft gelegenheid gegeven, dat de meefte Heelkundige, zich weinig aan de Vroedkonst gelegen laten leggen, en teffens veroorzaakt dat men op de Dorpen weinige Heelkundige aantreft, die gegronde kennis hebben ■ van de Vroedkonst, het welk nochtans zeer nodig was, en plaatsch zoude hebben als de Heelkundige, bij het doen van hunne Examen over alle deelen dér Heelkunde, waar van de Vroedkonst een zeer voorna»»  C 170 ) ïiaarfle tak is, ondervraagd wierden, gelijk in voorige jaaren plaatsch hadt en de procvclingen grondig in alle takken der Heelkunde ervaren moesten zijn. De Helkundige , verftooken dus van de Vrocdkonstuit te mogen oefenen, en ook geen open weg hebbende om de Vroedkonst zoo wel als de Heeïkund ■ grondig tc leeren, heeft zeker te weeg gebrachtdat 'er geen genoegzaam getal beoefenende Vroedmeejleren in zommige Steeden en Dorpen aantetreffen zijn dat nochtans gemakkelijk zoude te verbeeteren zim ' jndien men van de Heelkundige Verloskunde dé Theorie en Practijk opentlijk leerde, zoo wel als men de Genees- en Heelkunde opentlijk leerd, en gelegentheid gaf, dat elk die lust hadt om de Vroedkonst te leeren, gemakkelijk konde en zonder zwaare kosten in onze Republiek daar in flaagen. Na mate dat de Vroedkonst verbeeterd is'geworden , moet noodzaakkelijk ook verbeteringen in de Ordonantien plaatsch hebben, en die Reglementen welke in de voorige Eeuw, en in het begin van deeze Eeuw goed en voldoende waaren , kunnen thans niet van verftandige Vroedkundige goedgekeurd worden, om dat de Vrouwen geen deelgenootene worden, van die verbeetcring welke latere tijden aan de konst te weeg gebracht nebben. Men vind noch Ordonantien, welke in voorige tijden nuttigheid hadden , maar thans gelegenheid geven dat de baarende Vrouwen van die verbeetcring der Vroedkonst verliookcn blijven welke men aan haar te weeg brengen konde ' Een verkeerd leggend kind wist men in voori°-e tijden naauwlijks te redden, en de geklemde hoofden was men niet of naauwlijks in ftaat om zonder gevaar voor moeder en kind te boven te komen, waarom door de Ordonantie ookgebooden wierden, dat in die gevallen, men eerst een Vroedvrouws hulp moest afwagten , die geen kans ziende, dan een tweede derde, vierde enz. die geen kundigheid hebbende! om de Vrouwen tc helpen, moest men tot een Do. ctor zijn hulp zoeken, die alle met malkander -een uitkomst ziende, dan was men verpligt een Vroed- mec-  C -7i > meefters hulp te vragen. Met hoe weinig fucces. Vröedmeefteren toen ter tijd Vrouwen verloste isbekend, en ter plaatfchen daar men noch zoo barbaars met de Vrouwen handeld , is zeldzaam veel hoop, dat de Heelkundige Vroedkonst nuttig ter uitvoer gebracht word: ook is 'er niet aan te twijfelen of zulke Ordonantien geven noch gelegenheid dat de Vroedvrouwen niet kundiger worden, en dat veele baaringen voor Vrouwen en Kinderen doodelijk zijn^ zoo wel als in de voorige tijden toen de konst 'er voor opftuite. Zelfs vind men zodanig een groot onderfcheid in de Ordonantien van zommige Steden en Dorpen, dat een vroedvrouw in de eene Stad gelast word, niet van de Vrouw van daan te gaan, londer ook teffens de Vrouw van de Nageboorte verlost te hebben op pcenaliteit, en in een andere Stad word wel nadrukkelijk gelast, dat indien de Nageboorte niet gemakkelijk komt, de hulp te vragen van een Med. Doclor en bevoolen word de Verlosfing der Nageboorte aan de Natuur overtelaaten. Derhalven dat in de eene Stad in een Vroedvrouw goedgekeurd word, is ftrafbaar in een andere Stad, dat nochtans in de Vcrloskonst ongerijmd fchijnd. In zommige Steden heeft men reeds de gebrekkelijkheid van de Ordonantie der voorige tijden over het Vroedwerk zich. bepaalende ingezien, en daarom nieuwe Reglementen voor Praietloren, Vroedmeefters en Vroedvrouwen gemaakt, en met het hoogfte recht en nut: Want alle die Ordonantien welke voor de ontdekking van de Hefboom en nuttige Tangen gemaakt zijn, geven geen gelegentheid, dat de baarende Vrouwen over het algemeen van die verbeetering der Vroedkonst deelgenooten worden. Thans heeft men niet onkundig na het fpringen van 't water te wagten twee, drie en meerder daagen en nachten en Vrouw en Kind in de onzekere waagfchaal te zetten en dus is het ook billijk dat zodanige Ordonantien opgeheven worden , welke geen gelegenheid geven, dat baarende Vrouwen van een gezuiverden en verbeterde Vroedkonst voordeel kunnen genieten. Hoe en welke bepaling aan een Reglement voor  c m 3 foor Vroedkundige uitoefenaars moet zijn ingericht;zal ik mij niet uiten , te meer, dewijl de nieuwe" Ordonantien van Haarlem, Utrecht enz. ons kunnen tot een leidsman zijn, of fchoon wel eeniger nauwkeuriger bepaling, zoo in 't eene als andere zoude kunnen voor andere Steden plaatsch hebben, inzonderheid is het jammer , dat 'er geen bepaaling Sn gevonden word , om hoog zwangere geftorvene Vrouwen, aanftonds door de buikfneden van haare noch levende kinderen te verlosfen , het geen de fchrahdere Opftellers, tot hunne leedweefen fchijnt ontwecken te zijn , het welk men evenwel in de Ordonantie van Groningen met zeer veel nauwkeurigheid vind aangeteekent cn in alle Reglementen behoorde in te zijn: want niets is onnatuurlijker als een levendig kind in een doode moeder te laten fterven , en nimmer zouden wij ons over Julius Ctefar verwonderd hebben, als men hem in zijn moeder hadt laaten dood fpartelen. Eindelijk, in een Ordonantie of Reglement over het Vroedwerk moet edele eenvoudigheid uitblinken en duidelijk en gemakkelijk om te verftaan zijn, en op de Natuur, Konst, Reden en Ondervinding gegrond zijn, ja te weeg brengen, dat het algemeene welzijn der baarende Vrouwen'er door bewerkt word, en aan alle barende Vrouwen voordeel doet genieten, van alle die verbeteringen tot welke de hedendaagfche noodzaakelijke Vroedkonst gefteigerd isa EINDE.