I, - — 1 i, MAATSCH. DER NEDERL. LETTERE. TE LEIDEN. Calal. bi.  GASTON en BAYARD.     TREURSPEL. NAAR HET FRANSCHE, van den heere DE BELLOY. door J. G. D 0 O R N I K. Te AH8TEL D,A M, b y J. HELDERS en A. MARS, in de Nes. 1785. Met Privilegie.  NED. LETTERK.  VOORBERICHT. T)e uitmuntende fchoonheden van dit Jluk, en het genoegen dat de vertaaling en vertooning van het zelve, myns oordeels, zou geeven aan het Publ'cq (ten minfle aan dat gedeelte van hetzelve, 'f welk /maak vind in het waare fchoone) deeden my bejluiten hetzelve in Nederduitfche vaerfen ten tooneele te voeren. Ik ben nochtans zeer verre van te gelooven, dat ik hier in ten vollen geflaagd zou wezen, en dat myne vertaaling de fchoonheden van het origineel geheel zou behouden hebben', maar ik vertrouw tevens dat kundigen de gebreken van een'' jongen dichter , in zulk eenen moeielyken tank, gunstig zullen verfchoonen. De heer de eelloy geeft in zyn voorbericht een fchets van het karakter der twee helden, welke ik niet owoegelyk achtte hier te plaatfen, zullende eenige andere, plaatfen, uit het zelfde voorbericht, in de bygevoegde aanteekeningen den lezer mededeelen ,, Gaston van Foix, Hertog van Nemours, neef van Lodewyk den twaalfden, zegt hy, was geboren „ Generaal, gelyk Homerus dichter geboren was. Hy was een volflagen oorlogsman, zo dra hy in „ de heldenloopbaan getreden was. Hy behaalde w meerder laurieren in twee veldtogten, als zelfs zeer „ groo.  V O O R B E R I C H T. „ groote generaals geduurende den loop van een l m „ levert gepinkt hebben. Zyne jongkheid, zynedeug- den, zyne bekwaamheden en bevalligheden hadden „ hem tot den afgod van zyne natie gemaakt. Men „ gaf hem den bynaam van, de Franfche Achillcs , „ om dat hy, gelyk de Griekfche held, de fchoonfte „ en dapperfte oorlogsman van liet leger var. Welk „ een waardig voorbeeld in een' jongen Prins in zyn „ twee en twintigjle jaar, bezittende alle de hoeda„ nigheden van oude krygsbevelhebbers; en aan wien „ men in al zyn leven niets heeft kunnen verwyten, „ als de uitfpoorigheid van zynen moed, die hem het ,, leven deed verliezen. „ Bayard, bygenaamd de Hercules van Vrank„ ryk, Jlreed onder den jongen Gaston; en, hoewel „ beroemd door een" langen dienst aan zyn vaderland, „ achtte hy het geen fchande te gehoorzamen aan „ een' Generaal, wiens bekwaamheden hy meerder „ telde dan deszelfs jaaren. „ Bayard die, gebocren om te gebieden, nooit ee„ nig opperbevel gevoerd heeft als te F er rara en te „ Méziéres, is een bekwaam voorbeeld voor verfchei- den krygslieden van den tweeden rang, aan wel„ ken het gehoorzaamen een fchandelyke last fchynt. „ Het is te verwonderen (zegt de heer belloy op „ eene andere plaats dat, ondanks de ongelykheid van jaa~  VOORBERICHT. „ jaar en, ondanks het verfchil van rang tusfchen „ eeri gemeenen edelman, en eeri" Prins dien Lodewyk „ de twaalfde handelde als zyn" zoon; Gaston, van „ al de Generaals onder dewelke Bayard gediend „ heeft, den goeden ridder meest bemind heeft en meest ,, van hem wierd bemind." Zie daar defchoon- „ fle loffpraak die men hen beiden geeven kan. Ik heb my in de vertaaling van dit treur/pel bediend van een'tweeden, door den heer de bell oy veel verander den en verbeterden druk, 'twelk ik dengeenen ,die deeze vertaaling met het oorfprongkelyke gelieven te verge~ lyken verzoeke in acht te neemen. Zo deeze myne arbeid myne landgenooten een nuttig vermaak en den Schouwburg een rykelyk voordeel kan geeven, zal ik my ten vollen beloond achten. A 4 PER-  PERSONAADJEN. gaston van Foix3 hertog van Nemours. de ridder bayard. r o ve re, hertog van Urbino, zendeling en neef vati paus Julius den tweeden. de hertog van alïemoro, een Napolitaan. de graaf van avogaro, een der edelen van Brescia. euphêmia, dochter van avogaro. d'alègre, een Fransch bevelhebber. een GRYZaART. Gevolg, van Franfche Ridders,en Franfcheen Itdiaa®fche Soldaaten. liet tponeel is in het kafieel viinBREscu.  GASTONen BAYARD, TREURSPEL. eerste bedryf. Het tooneel verbeeld een gaandery in het tuighuis van het kasteel van Brescia, waarin men allerhande wapenen en oorlogstuig ziet. EERSTE TOONEEL. bayard, avogaro, Gevolg van Franfchs Ridders. (Bayard, inkomende , geeft zyn fchild en fpeer aan zyri" fchiidknaap.) avogaro. "v enedigs krygsgeweld , een krachtloos bliksemvuur, Sterkt Brescia vergeefs in 't ftryden voor deez' muur. \Vy tarten'onbevreesd de muitgezinde Iqhaaren; Gyzyt voor ons,voor hen zyn niets landoodsgevaaren; Dit flot is fterk genoeg wanneer men u daar ziet; Men overwint geen' wal daar held Bayard gebied, 't Vertrouwen op uw' moedis in elks oog te leczcn; Myn ziel, verrukt van vreugd, verbant een nutloos vreezen. ik, burger van dees ftad, maar die myn hart en hand j\anVrankryks vorst, aanu, voor eeuwig, heb verpand, a 5 ft  io GAS T ON f. n BAYARD, Ik vreesde lang de ftraf aan 't landverraad befchoren, Van hen die ik weleer tot meesters had verkoren. Gy red myn telg en my, op deez' doorluchten dag , En loont wat heldenmoed, doorpligt genoopt, vermag. Eén held was dan bekwaam om, Hechts met weinig klingen, Ja,met een hand vol volks , door legers heen te dringen ! Maar, had niet reeds 't gerucht uw daaden my gemeld ? Wierd 's vyands menigte ooit door held Bayard geteld ? Wanneer heeft hy verzuimd den ramp eens vnnds te kceren ? bayard. Myn Avogaro, 't geen ik altyd hoogst zal eeren, De Hemel, Vrankryk, de eer, de vrindlchap, liefde en pligt, 't Dreef me alles hier, en tot all' 't geen ik heb verricht, Zo dra ik, in Milaan, uw' toeftand had. vernomen: Maar zonder uwe trouw waar' ik te laat gekomen. Ontfang myn eerbewys , ó Franïche heldenftoet! Ik fta op 't hoogst verbaasd om eenen oorlogsmoed, Die, zes paar dagen, 't heir van drie vereende ryken, Van deezen zwakken muur, gefta'êg te rug deed wyken. Welk een geluk, dat ik, daar u den ftryd ontrooft De krygsk unde en den moed van't waardigst legerhoofd, Ik meen Durfort, wiens wond hem ftuit in''t grootseh geMy vader noemen mag van u,zyne oorlogslieden!(biederi Myn oog doorliep dees fterkte;en myne liefde en trouw Meld u 't geen , buiten u, ik elk verbergen zou: In't kort, zo wy niet ras van Gaston hulp Verwerven, Dan zy ons lot om faam' op 't bed van eer te ftervcn. 't Is waar, die held verwon : Bologne is buiten nood • Maar tot zyn rasfe komst is de afftand al te groot. ' Betrouwen we op ons zelv', ten fpyt van 's vyands magten. Cverachten. Meest red hy 't leven grootseh die 't moedigst durft Ui-  TREURSPEL. n Urbino, om zyn deugd, met recht, alom geloofd, Du oorlogsman, de neef van 't Kerklyk Opperhoofd, Verzoekt gehoor by my. Wat fmart,dat hy durft waagcu My ie doen wanklenlja, zelfs hoopt daar in te flaagen. Veréénen wy den moed met een bedaard beleid: Voorzigtigheid betaamt aan waare dapperheid. Naby des Hertogs hof ligt onze vesting open; Tracht dat verblyf van weelde en ydle pracht te floopen: Bouwt daar een' (terken wal, en delft een diepe gracht j Waardoor de Garzoftroom zy in dit (lot gebragt. Ik zelf, ik zal met u dat edel werk verrichten, Dat ons nog langen tyd behoeden zal voor't zwichten. Dat elk zyn'val vcrtraage,ofwreekeeerdathyfneev', En dus zyn' jongden fnik tot nut van Yrankrykgcev'! De winst ééns dags,wanneer men legers moetbellrydenj Doet mooglyk een' foldaat zyn vaderland bevryden. Hy geeft aan zyn gevolg een teken om te vertrekken. TWEEDE T O O N E E L. BAYARD, AVOGARO. BAYARD. at lot, doorluchte vrind ! is ons in't eind bereid, Daar zo veel krygsvolk ons van G astons benden fcheid ? Ik zie in dit gewest ons leger ingeflotcn, En Brescia gefterkt door zyne bondgenooten; 't Venetiaanfche hcir is, nevens 't groot getal Van Romes oorlogsvolk, ontfangcn in zyn' wal: Deeze onverwachte flag doet naauw' ons uitkomst hoopen. Welk een ontrouwe hand deed hen mvpoorten open? AVOGARO. Men weet dit niet, mynheer. BA-  i? GASTON en BAYARD, i4ïabd, Waant dat ons een no^J^t^^ Brief door welk een drift my„?id wroid SSre^i : Euphemia en gy, gy doet VOül. »t eerst J/S/vS Hing niet een wis gevaar ons allen boven 't hoo l' k Verhaastte thans een' echt myn liefde lang beloofd • Een'echt my door myn'pligt en neigingSbZi' Ja fints uw telg myn hart geboeid heeft in haar man Ist haare alleen de prys waarnaar myn glorie tS Dit is der Ruldren wet, die wy al/heHig eeren l oen karei, waarlyk de eer van Vrankrvksop^erl "i'en Die bliksem van ltalje, in 't ftryden altoos groS P SlooiSnr'"' VCrdie" d°0r dCLlgd de,ll^d" ,, De liefde kan den moed verdubben en bekroonen lk volgde zyne les, en heb voortaan altvd Aan t vaderland en haar myn' oorlogsmoed gewydMaa echter vond ,k toen geen voorwerp nogWaarde Da n myn ziel dat vuur, dien gloed der Hefde ha r e Dat inn,g zielvermaak, dar tevens ftreelt en plaagt' Die wanorde m de ziel, die ons zo fterk behaagt Die opgetogen vreugd, alleen in ons geboren g " By t ziqn der wedergade aan ons ten echt befchoren È'AfCh-ter.tyd' in 'r ™' van mvnjeugd Ontftak Euphemia in my die driften vreugdTkeS Ï 7%m\T f ?h0'rn "Y» batt d<™' oog ven ! 'pSiSï p g 'dc fbll0nn,lc Iauw™ Om haar vind Ik vermaak in 't heetfie doodsgevaarJk lee f voor haar alleen;.. Ik fterf met vreugd JoorS ten die^n't vaderland, voor 'cgeenES !t?te 3  TREURSPEL. 13 Is waarlyk 't edelst eind' van een roemruchtig leven» avogaro. Bayard, het lot fchynt ons nog uitkomst aan tebiêni Urbino heeft begeerd u in dit Hot te zien. (ten* Men moog' van zulk een komst iets ongemeens verwachMen weet hoe Rome u eert. Wat zyn gezant moog' trachten , Vertrouw dat zich myn hart aan uwen dienst verbind: 'k Heb, eer ik Vrankryk achtte, alreê Bayard bemind: 'k Wil myn belang en heil geheel u overgeeven: Befchik vry vanm^nlot, myn telg, ja van myn leven... Maar hoe! wat wil d'Alégre ? DERDE T O O N E E L. bayard, avogaro» D'aLÉGRK, d'alé gre. Op 't krygsmans woord van eer Kwam ftraks Urbino hier: hy nadert reeds, mynheer. bayard. Hykome; ik zal den held op deeze plaats verwachten. Tegen Avogaro, die vertrekt. Verlaat gy ons? avogaro. Ik vlugt voor zyn verwyt en klagten. V l ER-  H GASTON bk BAYARD, VIERDE TO O N EEL. DE HERTOG VAN U R li I f( O , BAYARD. Zy zetten zich beiden neder. En MasimiKaan, ^TÏeSr^S^^. Zy allen hebben my tot afrezmr II ' gronden; P eeds op onV«rwrikbre k Beklaagde uw vaderlnir) nn^, 11 Die ieder vorst me 3 on^n,;b?a1r voor«vv trouw, De ftaatkunde en ?gn^ verwonnen volk vermeert. OntdekkenShTpS'^^^J^^ V e unci, zy hebben't laam befloten Ita-  TREURSPEL. 15 Italië' te ontilaan van Vrankryks ovexmagt, Door een ontzachlyk heir, hiertoe te veld gebragt. Het Alpitche gebergt' zal'tFransch gebied beperken: Europa ftcmt 'er in, 't zal niet ons medewerken: Vier vorften bragten reeds hun legermagt byeen ; En tot haar Opperhoofd voegt Held Bayard alleen. Urbino roemt op de eer,dat hy, in de oorlogsvelden, Het eerst de flappen volgt des grootften aller helden; 't Is Julius vooral die uwe deugd waardeert, En u tot legerhoofd van 't gantfche heir begeert; Hy acht uw dapperheid en is u dankbaar tevens Voor uw doorluchte trouw in't grootseh behoud zyns levens , Toen een verrader fnood dorst dingen naar zyn' val. BAYARD. Hy eischt dan, tot myn loon, dat ik het worden zal! URBINO. ó Neen; gy word het niet: als uwe hulp kan baaten Aan Rome of Julius, moogt gy uw' vorst verlaa'ieu. Een held behoort aan dien die hem het best beloont; Hoe menig voorbeeld heeft ditVrankryk reeds getoond? Een vorst, aan wien wy ons door eigen keur verbind ju , Kan zelfs den kleinften dienst belooning waardig vinden; Maar, waant een opperheer, verblind door zynen rang, Ons, als zyn onderdaan, verpligt aan zyn belang, Niet zelden zal hy zich, dit wcetgy, in't beloonea Der grootfte dienften flauw, zo niet ondankbaar toonen. BAYARD. Het Hoofd der Kerk vermaant my tot verradery! 'kWeet van derChristnen wet dan waarlyk meer dan hy. De Hemelvorst doet dus zyn' wil en wetten hooren Aan ieder onderdaan, zo dra hy word geboren : „ Zo gy my dienen wilt, dien'dan uw'vorst en land; „ Myne oppermagt op aard' ftelde ik in's Konings hand; „ Het  i6 Gaston en bayud, „ Het is uw' pligt voor hem te leeven en te derven'** Dn doet den vorst het recht op onzen dienst verwerven En, geeft het Hoofd der Kerk die wetten aan zyn volk' Dan fpreekt de Hemel zelf door hem , als door zyn tolk • Doch zo hy iets beveelt recht ftrydig met die wetten • Zo hy een onderdaan tot ontrouw aan durft zettenBeftrydhy s Hemels wil door zyn begeerte en wensch Dan is t demensch d.efpreekt,jaeen misdaadigmensch' Vergeefs moog Julius zyn' rang als heilig roemen Hyldie oen vrede haat en't misdryf deugd durft noemenVerfpreidende overal die drift die hem bezielt Waar door hy't wyd heelal door kryg en moord vernieltWiens kruin, alreeds vergrysd door viermaal twS jaaren, m'& DC Prpaarenïe *" '* krySsmans helm durft Die zelf voor Mirandole een zwaar beleg dorst flaan Beroovende den wees, wiens zaak hy voor moest liaan Denk echter met dat ik door blinde drift aanSS' Des priesters Wanbedryf op 't outaar wil verhaakt, ' g'efthkdV rt'Clu8ekrenktd^'tletrouw de krygskans niet, die fchaadlyk uit kan vallen. De Prins, met al zyn heir,ftraks in de ftad gebragt, Door een gewaand verdrag, verga daar deezen nacht: Pescara , die alleen 't geheim wist na te fpooren Van 't nieuwe blikzemvuur, zal u myn wit doen hooren. Hiertoe heeft Ferdinand ons beiden magt verleend: Hy, hoofd van 't Spaanfche volk met R omes heir verurbino, Avogaro aanziende, (eend ... Hou op. Laat Ferdinand zich vry verraders koopen; Maar nooit Venetiën of Rome daar toe noopen. Urbino voegt zich nooit by 't eerloos vloekgefpan: Ik ftry met oorlogsliên, gelyk een oorlogsman: De eer zou, zo ik u volg, voor eeuwig van my wyken; Ik overwin met eer... of wil met roem bezwyken. ZEVENDE T O O N E E L. altemoro, avogaro. altemoro. Die uiterlyke deugd baar' u geen vrees , mynheer; Zyn volk is my verkocht, hy is geen meester meer. Die overgroote fpoed van Gastons wederkeeren, Verydlende ons ontwerp, kan onze hoop vermeêren. De Franfchen, die vol drift reeds haaken naar deez' wal, B 4 Ver*  2.). GASTON en BAYARD, Vervullen onzen wensch, verhaasten zelf punn' valGee„ hunner kan den ftrik,doororisgefpreid,v«myden* Wy zullen, met één' flag, Italië bevryden. AVOGARO. Wat hoop bezielt myn hart na de uitgeftaane pyn ' wy,Le.Cht|en00t,- Cn Z°°n 1 zult SewrokenP zyn! ^mt^T tW°èa Va"'£ ^chelolk Ik heb, op dat myn wit te beter mogt gelukken Myn eedle woede en fpyt, twee gantfehej a e lang Door hst en yeinzery, gehouden in bedwing: g' Maarop deez dag van wraak zal zich myn arm verheffen Myn dwingeanden zyn op myne trouw geruster f,¥f l00V,,fïheid 'S Van §ee" kw«d bewust derven ! getr°°St't0£n ik myn'20011 llloest Befchuldigde ik alleen het krygslot van zyn teven En heb Nemours gevleid dat myn gerechte™' Bayard acht zich door my myn dochters hand befchoren In '? muïrnnridpnkt ^ * hV °proer aan do™ frSS In t muitend Brcscia, en heimelyk die ftad Met volk en wapentuig, langs 't onderaardfche pad Het heir diei ftad deez nacht m dit kasteel zal laaten. altemoro. Van al den dienst, mynheer, dien ik u thans betoon Was uwe Euphemia het oogmerk en het loon ' Gy bood haar hand my aan ; ik acht u als mvï vader En wreek met vreugd uw gade en uwen zoo™tegader' kWierd eertyds door Nemours gebannen uit myn land ?'Se >.,toe" <*at ryk moest vallen in zy? hand- SS fS/ï 'V3™ §U"St ^rdanikkongelooven' Doch, om het ryksgezag van Napels hem te ontroo ven Dat  TREURSPEL. 25 Dat Lodewyk hem geeft, fpoort Ferdinand my aan, Door menig gunstbewys, om Gaston te verraên; Hy wil myn Hertogdom my heimlyk wedergceven; Tot onderkoning zelfs word ik veelligt verheven ; Maar 't is een waarder zorg die my aan u verbind, Nemours bemint uw telg, en ach ! .. . hy word bemind. avogaro. Dit heb ik reeds vermoed, toen gy in liefde aan't blaaken Van my bevel verkreegt die niet bekend te maaken. Zie daar het goed gevolg van uw bedwang, myn vrind; Gy treed in 't hartsgeheim van Gastonen mynkind , Daar zy onkundig zyn van 't geen wy faamen fmeeden... Maar waarom hebben zy die liefde nooit beleden ? altemoro. De Prins had haar beloofd te zwygen van die trouw, Totdat zyn vorst daar toe verlof verleenen zou; Dit is hem thans gelukt. Dees tyding die my griefde... avogaro. 'k Heb fterke wapenen tot weering van hun liefde: Zo dra Bayard verneemt dat Gaston blaakt in min Voor haar die hy verwagt tot zyne gemaalin, Dan zal zyn minnenyd,die,door de wraak aan't branden, Held Sotomaïor reeds deed fneuvlen door zyn handen... altemoro, zeer levendig. 6 Hemel! welk een heil word my door't lot voorfpcld! Myn medeminnaars de een door d'ander neergeveld! ö Vrankryk! hy die dus uw helden kan verdeelen Mag veilig zich met hoop van overwinning ftreelen ! 't Is zeker dat de liefde in 't hart den roem verwint. Twee vrinden, als hun hart het zelfde voorwerp mint Gaandaadlykdoor één'wenk,ééneenkle lonk verloren... avogaro. (fpooren, Ach ! vrind! zo liefde in 't hart de wraak niet aan kan Verwyderd zy voor 't minst de toezicht en 't beleid, B 5 Dus  26 GASTON en BAYARD, Dus valt de fterfling ligtst in 't net voor hem gefpreid Laat ons vooral de ftad hen daadlyk overgeeven. ALTEMORO. ó Ja; dus word dat volk in hun verderf gedreven: Daar barst de kolk van vuur voor hunne voeten uit, Die geen van hen ontdekt voor dat hy de oogen fluit. Einde van het eerjle Bedryf. TWEE-  TREURSPEL. 27 TWEEDE BEDRYF. EERSTE TOON li E L. avogaro, euphémia. euphémia. Myn vader! avogaro, in woede. Neen; gy doet myn' haat nog feller blaaken. e uphémia. Zou ik uw hartsgeheim aan iemand kenbaar maaken? avogaro. Denk dat gyzelf daarvoor aan my ten borg verftrekt: 't Ontkennen baat niet meer ; 't is alles u ontdekt. Wat trouwelooze fehelm dorst u 't geheim verklaaren ? euphémia. i baaren. Een deugdzaam mensch , wiens naam ik nooit zal open- avogaro. Ik zal hem kennen: ja; hy fneuvle door myn ftaal... Met meer bedaardheid. Maar Gaston hoopt dat hy uw hand, als uw gemaal, Van my ontfangen zal; zelfs durft zyn hart zich vleijen Dat gy door 't zelfde vuur... euphémia. Zou hy zich zelf misleiên, Wanneer hy denkt, mynheer, dat hy myn hart bezit, Dat ik hem teder min, ja dat ik hem aanbid! Ik open u myn hart om 't uwe best te winnen. Eer ik held Gaston zag moest ik hem reeds beminnen: 'k Ontroerde vaak van vreugd op 't glorieryk verhaal Van zyne heldendaên en grootfche zegenpraal: Men  28 GASTON en BAYARD, Men zag my op 't gerucht van zyn gevaar verbleeken : Zyn roem fcheen in myn ziel een' fleren moed teont- Myn hart riep vol verlangst, hem telkens naar dit oord • Ik wenschte hem, door liefde en glorizuchtgefpoord Steeds nieuwe deugden toe,fleeds nieuwe lauwerbladen En zag^dien wensch vervuld door zyn doorluchte daa- Zyn hoofd was teAgnadel met lauwren reeds verfierd Toen t fiere Brescia door hem veroverd wierd ' Gy zaagt zyn' moed, zyn deugd en zyn bevalligheden Betoovrende ieders hart, door ieder aangebeden ' Hoe bitter heeft hy niet myns broeders dood befchreid Die toen het offer was van driftig wanbeleid ■ Tn'n.-ri °en ft °n,tza§ heeft hy U niet bewezen, 1 oen ik door weldaên, hem uw droefheid zag genezen? Dit zelf, dit trof uw hart. Bayard intusfehen zoch Van Gaston onbewust, aan my te zyn verknocht • ' Ik vond geen reên Bayard toen nog te wederflrec'ven Zolang de vorst zyn ftem tot Gastons echt moest gee? ven, b c Helaas ! Eén vonk van liefde , in een geftreng gemoed Word ligt een hevig vuur, een onukbluschbregloed' zen' "S hand' Wat l0t ftaat ^tè Vlecl 'k Zal mooglyk tusfehen hen een toorts van meedran Maai een veel grooter angst beknelt myn fiddrend hart • Myn Vader! uw gevaar baart my een feller fmart: (men ' t Geheim van t vloekvcrbond ftaataan den dag e koo' En, als Vorst Lodewyk uw' toeleg heeft vernomen £ hX"/hy' na al die tnanum euveldaên, ' Aan held Nemours voor u vergifnis toe wil ftaau Verfoei uw fpoorloosheên, eer 't mooglyk is te fp'ade Bekennen wy die zelf: of twyfelt ge aan genade tiXc'rgeknieId voor 'c voorwerpvan haar Haar'  TREURSPEL. 29 Haai' traanenvloed vermengt met dien van 't waar berouw? AVOGARO. lk,om't onwaardig vuur dat Gaston kon ontfteeken, 't Vermaak me ontrooven om myn gade en zoon te wreeken ? Zaagt gy uw' broeder niet in dit paleis vermoord, Door 's Gaulers woedend ftaal met wond op wond doorboord? Hier hield ik, vol van woede envaderlyk erbarmen, Zyn ligchaam , wreed verfcheurd, nog in myn bevende armen: Hier drukte hy myn hand nog voor de laatfte maal : Hier riep zyn veege mond, met nauwverftaanbre taal, Zyn' vader aan om wraak; en ik, daar door verwoeder, Bezwoer die by zyne asch,by zyne ontzielde moeder; Die moeder, dié by 't lyk haar' laatften adem gaf, Verpligtte my om hen te volgen in het graf. Uw wreede tederheid konmyin'twoènweêrftreeven; Maar tot myn wraak alleen verdroeg ik't lastig leven. Gy weet dat reeds myn hart, lang eerik zo veel kwaad VanVrankryk hebgeleén, dien landaart heeft gehaat: Elk vloekt dat volk,dat ons zo fmaadlyk wil verdrukken, Dat ons geboren acht om lchandelyk te bukken Voor ieder dwingland wien deesheerfchappy behaagt, En elk gelukkig acht die zyne ketens draagt, 'k Bevry myn vaderland door naar de wraak te hooren : Italië is geenszins aan Vrankryks vorst befchoren. Wat rechten had dit volk om krygenrouw en moord Te brengen uit hun land in dit gelukkig oord? (geeven: Hunrampfpoed zal voor 't minst myn fmart vertroosting Dees dag zy voor al 't heir de laatfte dag van 't leven : GantschVrankryk zy vervuld met vaders zonder troost, Wier hart,als't myne,fchreit om't misfen vanhun kroost. E U-  30 GASTON ek BAYARD, Hoe dwaalt gy door uw woede ! ach ! laat u toch hewJ Heeft LodewykMilaan door't erfrecht niet mkreS Gy zyt zyn onderzaat: hy is uw opperheer • 8 ^u ^ is billyk dat uw hart zich voor dien vorst vernederUvy eer belangen pligt't roept al tot hem u we er' Aanvaard voor uwen zoon een veel doorluchterloon £cn. i„0gt de IceptergJans uw hartewee vermetZt Nemours legt Napels kroon met eerbied aan uw ™ " Daar uwe gloriezucht nooit om dien Juisteï dacht - ' fcn gy gereed om 't hart dat u bemint en acht SSSïite ?ï '3,S ^^"-ht'verraa w? uy traent zyn beul te zyn veel hever dan zvn vader! Hoe ! waant »v Ao, * V °u AR°' "(fcboon, Herleefden m myn zoon, tot glorie van zyn' vadet. a, vervoering. i\iyn zoon was al mvn hoon mm Si • i Dit  TREURSPEL. 31 Dit alles is voor my met hem in 't graf verloren : Het kroost is vreemd voor mydatuitu word geboren: Myn naam verdwynt en derft voor eeuwig van deeze aard': (waard. De zoonen uws gemaals zyn voor myn' dam niets EUPHÉMIA. Hoe flecht is onze kunne in achting by de grooten! Zy achten nauwlyks ons als uit hun bloed gefproten; Een zoon, wiens rang het hart door trotfche hoop verblind , Word meer door hovaardy, dan door natuur bemind. Myn waarde vader, ach! zult gy dan nooit gehengen, Dat myne liefde uw hart van 'tdwaalfpoor af magbren'k Heb billyk ftof tot klagt;en ach! ik fmeek genaü. (^gen. Zy knielt. Zal 't 11 tot blydfchap zyn zo ik door druk verga? Ik ben alleen uw troost ;gy hebt thans niemantnader; Wees voor Euphdmia een teêrbeminnend vader! Men maaktjwanneer ons hart flechts peinst op wraak en haat, Ligt een gewoonte, in 't eïnd',van dat verfoeilyk kwaad. Laat,laat een zachter drift de ftem der wraakverfmooren. Natuur doet, aan uwkniên, eentedrcHem u hooren: Verander voor die telg, die u de Hemel gaf, Het dierbaar leven niet in de allerwreedde draf: Herleeft de deugd door my in de oorzaak van myn leven, Danfchenkik hem zelfs meer,dan hy my heeft gegeeven. AVOGARO. Sta op: verberg uw klagt die myne gramfchap fart. De wraak is al myn heil, de wellust'van myn hart. Met woede. Ik offer, fchoon uw ziel voor zulk een woede gruwe, Aan deeze drift met vreugd myn bloed en ook hetnwe. Slaavin van een' tiran, wiens haat uwgantsch .teflacht Wreed-  32 GASTON en BAYARD, Wreedaartig heeft vervolgd en deerlyk omgebra»t Uw onnatuurlyk hart, gewyd aan dien veSef' Behoort my langer niet... ik ben niet meer uw'vader. euphémia. Mynheer. avogaro. Men nadert ons. 't Is Gastons vrind • welaan Maar bee™yn hamgeheiin V1T tot myn'val verftaan; euphémia. Rampzalige, ach! Terwyl zy neèrjlagtig blyft peinzen, vertrekt Avn„nrn en geeft aan Altemoro e'en teek^^J^0' houding. J TWEEDE T O O N E E L. altemoro, euphémia. euphémia, met levendigheid. Hy heeft u blvk on uhJ?efchermmy"s vaders leven , ach i Z°rg V00r beide uw vrinden, Voorkom hun beiderramp; Jaat dees rampzaalge dag wlthStt"0'' mCeene^^ sondering. ' EUPHÉMIA. 1 oon die trouw, waar van wy ons beloofden.. 'kZie  TREURSPEL. 33 'k Zie Gaston met Bayard, omringd van legerhoofden; Myn ziel, te fel ontroerd, verbergt voor hem haar'rouw: Mynheer, verwydren we ons. DERDE T O O N E E L. gaston, bayard, euphémia, altemoro, d'alé cre, Franfche Ridders. gaston, met een opgerold papier in de hand, tegtn Euphêmia. Ontwyk my niet, Mevrouw. Gy ziet uw krygsvolk hier. Dees pracht der oorlogsvelden (helden: Mishaagt geenszins aan 't oog van 't achtbaar kroost der Eén lonk uk uw gezigt fpoort tot uw wraak hen aan, En doet hun moedig hart zichzelv' te boven gaan. Als Vrankryks volk hunn' roem de fchoonheid toe mag wyden, Dan vliegt die heldendrom om in haar'dienst te ftryden... Maar hoe! gy fchreit, Mevrouw ! wat droefheid treft uw euphêmia. (hart? Ach Prins! dees dag van roem is ook een dag van fmart. Myn vader...zyn gevaar...het uwe...'s landsgevaaren... Dit alles moet myn ziel de felfte fiddring baaren. bayard. Hoe! fiddring! daar Nemours, die altyd overwon, Den vyand driemaal doeg, twee fteden vvreeken kon, En, in zo kort een' tyd, de kunst der ftervelingen, Ja, door een wondre kracht, natuur zelf kon bedwingen! Thans mag derFranfchen roem hunn'moed teboven gaan Door hun doorluchtig hoofd : zy beefden voor Milaan, Men ziet thans Julius voor Romes wal zelfs beeven: Wjztnde op Nemours. tVervvisflen van één' man kan zo veel voorfpoed geeven. C gas-  .14 GASTON en BAYARD, n. gaston. Die man i$ mm zyn kunst dan zyn geluk verpligt Wat woudreu had Bayard met zulk een voWScht! bayard. Meer dar. ik immer deed deed gy in vierpaar dagen • Uw laatfte togt: doet elk van 't kunstbeleid gewafgen Dat gy alleen beztt: Bayard zelf heeft gebeefd ' By 't zien des binderpaals dien gy te boven ftrèeft. gaston. (geseeven Rftfï' .ftreng. ^ch nut, heeft ons dien fpoed Ik heb de hoo fche pracht myn leger uitgedreven, 1 ie menigmaal den loop der helden heeft vertraagd Hunn arm verflappen deed, hun harten heeft vertraagd' De glans van 't wapentuig is al de pracht dier helden Die nimmer hunnen roem in grootfche weelde Helden' Tegen de Ridders. Myn vrinden, toeft een poos eer gy ten firydegaaf Vier uuren zyn genoeg tot rust van een' Ibldaaf. Ik wil in Brescia het leger overvallen, Dat laf zich altoos houd befloten in zyn wallen iervvy het zo 't zich had bediend van de overmagt Myn kleine bende reeds vernield had en geflapt ' Dit nieuwe wonderwerk kan thans myn' moed bekóorenGantschVrankryk zie deez'dag vorst Kareis tyd helbo1 oen deeze koning, door drie vorfïen aangevat fren Meer krygsgevangnen kreeg dan hy foldaaten had. Oien' Kom t trach ten we ons een'weg naar zulk eene eer te baaMen brenge in Romes muur onze achtbre lelivaanenHerwinnen we ons gebied van Spanjes opperheerDe eer die hy déns verloor bekomt hy nimmer wéér. Met eene edele verrukking. «Ridders! 'k breng u thans een dierbre wet te binnen De dienst van 't vaderland kan 't hart der fchoonewin! Laat ons dn uur doen zien wie van deez'heldenllSïen- De  TREURSPEL. 35 De meeste liefde wint door d'eêlften heldenmoed. Met levendigheid Euphêmia vertoonende. Ziet hier het waardig doel dat myne ziel doet blaaken : Ik mag door'skoningskeur dien gloed u kenbaar maaken: Haar liefde heeft voor lang myn zucht voor't land he- bayard, ter zyde. (loond. ó Hemel! ^ gaston, met meerder drift. Zo dees dag myn hoofd met lauwren kroont, Wil ik,op morgen zelf, voor Bresciaas altaaren, Myn glori en myn' moed met haare deugden paaren , En , binnen weinig tyds , haar' liefdegloed ten loon, In Napels haar' gemaal doen praaien met de kroon. bayard. Gy haar gemaal, mynheer! gaston. Ge ontroert! wat doet u yzen? bayard. Gy kent Bayard : zyn' moed zal hydit uur bewyzen: Ik min die fchoone, met een drilt die alles tart. gaston, droevig. My haar ontrukken! gy! ontruk veeleer my 't hart. bayard, met een bedaarde drift. Eer ik haar misfen zou derf ik veel liever 't leven. gaston. Bayard! euphémia. Ach! Prins! ik bid bedaar: gy doet my beeven. bayard, gemelyk. Euphêmia! kan 't zyn! gy mint hem ! welk een fpyt • 't Verbergen van dien gloed ontvonkt myn'minnenyd: Maar 'k heb op u een recht, dat nooit mag zyn gelchon- den; C 2 Ik  3« GASTON en BAYARD, iVif^^ VadfrS Woord' gv ^yt aan my verbondenÉn ik verweer dat recht ten koste van myn bloedI. gaston, met drift. Myn rechten zyn haar keuz', myn liefde en heldenmoed. M Meer bedaird. Nemours kan, als Bayard,die ongekrenkt bewaaren. s'" (ren: gaston. Cv ^ Mvn ranS? welaan, ik leg dien neêr • ^ zyt met my gelyk doorliefde en deugd en eer. * Ach.' ik waardeer u meer' dand'eerlïen medeminnaar. \\T . „ gaston. Wat zegt gy? hoe! bayard. Hit is een fan* È' P"nS' ik wierdzy" overwinnaar. 'I Hehsi, MT0l,w' waarva>< gy nimmer wist: MSïrmT01' ree/i UW hand ee«yds betwist; (ven Myn arm, gewapend door de liefde, deed hem fneeven! gaston. CVon Maar'ÏÏ^ VM ?M "5*'Bayard' decd nooit °>y beeMaai k moest u reeds verltaan; dit woord is my genoeg, Tegen de Ridders. Dat elk van u terftond zich op zyn' post vervoeg'; Men wachte myn bevel en maak' ten ftryd' zich vaardig . De Ridders vertrekken niet, zy fchynen ontfleld en' Jpreekenjld onder eikanderen. Nemours vervolgt, T Bayard by de hand neemende. fdig Dan dlr'lï^ 'f/100^ >« deugdzaam en roemwaar! Dan dat gy dulden zoud dat onze twist ooit fchand' En  TREURSPEL. 37 En nadeel baaren zou aan ' t dierbaar vaderland, ïk wil aan u, Bayard,'t geen ik belloot vertrouwen, En myn geheim ontwerp nauwkeurig doen befchouvven. Hy geeft Bayard het opgerold papier. Doorzeek thans of myn jeugd ook myn beleid bedroog: Sla op myn krygsbeleid uw wys voorzichtig oog. Laat ons vereend,met moed,tot eer des ftaats, verwinnen'k Zal,zo 't myn eer dan duld.een'andren ftryd beginnen' bayard, bewogen. Ach! Prins!... gaston. Vertrek, Bayard. Bayard vertrekt, gevolgd van de Ridders. VIERDE T O O N E E L. gaston, euphémia. euphémia. "Wat neemt gy voor, mynheer ? Waant gy dat ik een hart dat dorst naar bloed begeer? Een liefde,die een'vrind berooven zal van 't leven, Of u door 'tfchuldig (taal van zyne hand doen fneeven ? En 't zou myn noodlot zyn, ó Hemel! wilt gy dit! Te derven 't geen ik acht, of't geen myn hart aanbid! gaston. Verban dien fchrik, Mevrouw, uit uw ontroerde zinnen. Bayard kan mooglyk nog zyn woeste drift verwinnen: ïk laat aan hem den tyd dat hy zich kan beraên. 'k Wil dat hy my uw hand vrywillig af zal ftaan; Die daad alleen verfchoon' detrotschheid zyner reden. Had ik dit ongelyk met meer' geduld geleden, ïk waar' veelligt myne eer en ook myn rechten kwyt; Maar mooglyk wierd Bayard te fel vervoerd van fpyt, C 3 Door  38 GASTON en BAYARD, U^knnTvTfhtCn fChri!{die h6m mi» moest baaïtnif 5y i de mlgt op zvne ziel bewaaren ! (rei: hJi ^^^mynhart, door grimmigheid verblind Hy is zo fchuldig met, hy zag zich niet bemind. VTFD E T O ONEEL. gaston, euphémia, avogaro. .__ avogaro. V ergeef dat ik Bayard zo roekloos hoop dorst geeven • t Is waar doorlachte Prins, ik heb hierin Seven • ïviaar dat Bayard vry dreig', gy zult haar de uwe zien. caston. Ik wilde ó waarde Graaf, myn liefde u niet ontdekken heb, opdat die hoon u niet gebeuren most Hem eerst verlof tot d'echt met uwe telg verSht Vrees geenszins held Bayard: deeze arm bëVchennr mvn' Mogt mym,oprech te Iiefde en tedre zo TvSr Ben zoon hergeeven aan uw hart, door druk beftreên! avogaro. Ik zie op deezen dag het eind' van myn ^wecn' Myn zoon! die dierbre naam verzacht myn bóèzem. Hy omhelst hem. (fmarte v euphêmia, ter zyde. Hy drukt hem aan zyn borst,en vloekt hem in zyn harte . . Tegen Gaston. Ween, Prins, begeer my nooit tot uwe genmlin • Myn vader weet te wel dat ik vergeefs u min * Z^elfsditwreedgevechtdeez'dagnietmoWBebcnren Zal een veel wreeder lot myuit uwari^S Be-  TREURSPEL. 39 Bedrukten zien zich fteeds vervolgd door nieuwen druk, En 't onheil volgt altyd een ander ongeluk. avogaro. zacht tegen Euphêmia. Hoe.' durft gy dan?.. . gaston. Vaar voort. euphêmia, met verlegenhad, nu en dan haar'' vader aanziende. Dewreevle Bresciaanen Zyn bezig zich een' weg tot uw verderf te baanen; En, als uw wrcekende arm hen billyk loon veffchaft, Word mooglyk myn gellacht, daar woonende, ook geitraft: Veelligt verbind my 't bloed aan zulke fnoode harten, Wier ftraf Euphêmia in eeuwigheid zou fmarten. gaston. Myn vader! acht gy me ook zo wreed dan van gemoed, Dat ik myn firengheid zelfs zou toonen aan uw bloed? Tegen Euphêmia. De neef van Lodewyk, gelast om hem te wreeken, Toont ook zyns konings gunst, zo menigwerf gebleken. Die traanen heeft geltort zucht om eens anders fuiart; Ply die geleden heeft troost best een treurig hart Myn vorst zag reeds zyn jeugd, door duizend ongelukAan een onrustig hof, op 't ysfelykst verdrukken; (ken, Hy weende by den troon, hem eigen door het bloed; En langs den nutten weg van harden tegenfpoed, Den vorftcn onbekend, moest hy dien troon betreeden: Hy trad op't pad der deugd langs't pad der tegenhedcn : Zyn hart, door leed geleerd, hoort der bedrukten ftem: De mensch en koning toont zich luisterrykst in hem; En ik, wiens kindsheid deelde in zyne tegenfpoeden, Leerde, op dezelfde wyz', in 't hart de deernis voeden. C 4 EU-  4o GASTON en BAYARD, n . euphémia. De fchuldbekendtenis zou dan uw edel hart?... ZESDE T O O N E E L. gaston,euphémia,avogaro, altemoro. ■q altemoro. "rins, ik omring voor u dees leturen van Bayard. ■ gaston, leest: „Dieiemands eer bezwalkt moet ook die eer herftellen • „ Nooit ftelt een edel hart zulk een voldoening 5 ' " Fn 't^i ka?' 0Prins' deez' da§ '«y nedefvelïen „En k wil aan de eer voldoen eer ik myne oogenfluit.' » Myn opperhoofd kan zelf verkiezen " LaaToPn?H;;reClKer,S,'-,pIaatS' naar hy 'c S^en vind. Ik diÜ i00ge,lbi'k !™ g'ori niet virliezen: „ ik, die hem daag ten ftryde,ik blyf nochtans zyn vrind. Wie ziet hierin llayard? wie moet dit niet mispryzen? ti . , . gaston. Ik zie hierin de liefde, alleen de klip der~wyzen. Tegen Altemoro. Welaan: dat hy terftond ten ftryd' zich vaardig maak'.. iv 'i t- evph&mia , in woede JNeen; k vlieg, opdat ik ftraks die dubble misdaad flaak' Haar en vader aanziende. Met recht moet dit gevaar myn ziel metfehrik bezvvaati i n , Tegen Gaston. fren Ik zal Bayard het recht waarop hy fteunt verklaaren En toonen hem dat hy, my MpJV^SS | Der  TREURSPEL. 41 Der riddren wet en pligt ontaart met voeten treed; Dat hy zyn land verraad zo hy zichzelv' doet fneeven ; Dat hy my 't licht ontrukt door 't korten van uw leven ; Ja dat altyd een wyze, als hy zichzelv' verwint, Daar in den grootllen roem, den eêlften wellust vind; Gebruikende al de magt om harten te overwinnen, Die 't voorwerp dat men mint heeft op eens minnaars zinEn dan, zo ik nog niets kan winnen op zyn hart, (nen; Zal hy, die 't bloed vergiet van Gaston of Bayard , Myn' onverzoenbren haat en de algemeene fchande Ten loon genieten voor zo wreed eene offerhande. Zy vertrekt. ZEVENDE T O O N E E L. gaston, avogaro, altemoro. gaston. Haar pooging is vergeefs.Dees brief verwekt myn fpyt. Na zulk een woest gedrag verhaast ikzelf den ftryd. Bayard,tkzochr,kon 't zyn, dien ramp te wederftreeven; Maar gy verhaast ons lot; 'k moet u voldoening geeven. avogaro, met eene gemaakte gnimfchap. Mynheer, had gy deez'brief, die oorzaak van verdriet, Niet aan den Prins bezorgd... altemoro, met eene valfche eenvoudigheid. Ik wist den inhoud niet; Ook is 't Bayard alleen wiens val men heeft te vreezen: De Hemel zal gewis held Gastons byitand wezen, Die, lteunende op zyn recht, zyn vyana moedig tart En, wat Bayard betreft, de Hemel kent zyn hart. gaston. Hoe!  42 GASTON e n BAYARD, -t , altemoro. Nochtans... tij , _ , r-  TREURSPEL. 43 Tegen Altemoro. Welaan; gy kunt Bayard terftond myn antwoord bren. Hy wederhoud hem. (gen ... Maar 't leger zal gewis dien tweeflryd nooit gchengen; Indien het volk by tyds ons lylsgevaar ontdekt, Is 't zeker dat elks hart ons toteenfeheidsmuurftrekt. Draagt zorg voor dit geheim , verfpreid het niet, myn Tegen Altemoro. (vrinden. Dat binnen't uur Bayard zich op dees plaats laat vinden: De kling is myn geweer, 't is dat waarmeê die held Reeds Satomaïor heeft in tweeftryd ncêrgeveld: Gy beiden zult alleen hierby getuigen wezen. AVOGARO. Hoe! ik? GASTON. 't Strekt u tot eer. Hy geeft Altemoro een teken cm te vertrekken , die hem gehoorzaamt. AVOGARO. Myn zoon! wat moet ik vreezen! GASTON. Euphêmia! Helaas! ontvlieden wy haar fmart. Wat ook hier de uitflagzy , vertroost haar teder hart. 'k Ga zorgen dat de Staat, indien ik word verflaagen, Al lchreicnde op myn graf de zege weg zal draagen. Bayard, indien ik fterf zy Lodewyk voldaan: 'k Wil dat gy, door myn zorg met weldaên overlaên, Mayvrig op myn eer, myn'naam zult doen herleeven; Dus zal myn nederlaag uw' roem te boven ftreeven. Hy vertrekt. ACHT-  44 GASTON e n BAYARD, ACHTSTE TO ONEEL. ^ y avogaro, alken. 'kZaf ™1 mvn'Vvand zelv'myn wenfchen dan voldaanWv k'. nï e" "leLUV Sel"k I hen beiden doeni ver aa • Voor R0mes eg1rma«Pe°nrïvdei* Zy °nt"oteiI ó VrankrvM ,i g „en zyne togtgenooten. V^d w ^liïï' verd/°"Se» en ontfteld, Dat MiiiwlvlrePl/ fd' worde overal g^eld: Die,fiddTe?^ Italië 1 eef^fteeds u 1 \ d°6 dier e,ende": M,„ • . l^cas u, ais zyn roê, gevreesd • Maar t tt m t einde altyd der Gaule8n graf geweest. Einde van het tweede Bedryf. DER-  TREURSPEL. 45 DERDE BEDRYF. EERSTE T O O N E E L. altemoro, avogaro. Zy komen elk van zenen byzonderen kant. altemoro. JEuphémia, mynheer, werkt vruchtloos op Bayard: Ze ontfteekt de liefde en toorn nog feller in zyn hart. avogaro. Pescare is by de brug, die word Braks ingenomen: Als gy hem 't teken geeft zalhy te voorfchyn komen. altemoro. Het doodlyk uur genaakt, waarin hier de eene held Op 't overwonnen lyk door ons word neêrgeveld. avocaro. (aanfchouwen? Maar fpreek: zou Ferdinand dien moord met vreugd De broeder van zyn gaê!... kan ik gerust vertrouwen Dat hy u zulks gebood ? zou hy ?... altemoro. Verbeeld u niet Dat ooit een fchrander vorst het wanbedryf gebied: Een kundig hoovling weet der vorften wil te raaden, En fpaart aldus hunne eer door nuttige euveldaade». In Napels kiest het volk prins Gaston tot den troon; Die hem het leven rooft geeft Ferdinand een kroon. De deugd, den vorst onnut, hoop' vruchtloos op beloo-ning; (koning. Maar door zo groot een' dienst behaagt men aan zyn' Dit haatlyk heldenpaar, verbysterd door 'hunn' moed, Ontrooft ons beiden de eer van't ftorten van hun bloed. Uw  4* GASTON EN BAYARD lllïllfi De ontwerpen fclieiden of ,7£ E",?f vf ™egen, altemoro. TWEEDE TO O NE EL. avogaro, bayard. bayard, met bedaardheid. K^ie u met bJydfchap tot myn' rechter aangelteld Zo'k twyfelde aan UWzege^waarMeespIaars ontfneld. Ba-  TREURSPEL. 47 Bayard verwint gewis wanneer Dayard gaat ftryden. Die losfe jongeling verdient myn medelyden; Maar 't zou my, ó Bayard, veelmeer aan 't harte gaan, Zo ik, door d wang geperst,de vrindfchap moest verraên: Ja, zonder dit gevecht had my de hoop begeeven Om 't koningklyk befluit te kunnen wederftreeven. Nemours, die, hierop ftout, myn telg ten huwlyk vraagt, Ziet door Euphêmia zyn pooging onderfchraagd; Hunne onderlinge min, door 'svorften magt verdedigd, Acht door den tegenftand eens vaders zich beledigd. bayard. Ach ! zy aanbid Nemours, 't geen zy my zelf belyd! Elk woord uit haaren mond ontvonkt myn'minnenyd. Hoe ! zelfs die hoon vergroot al haarbekoorlykheden ! Door welk een kracht van taal heeft zy myn drift beftreden ! Haar traanenvloed drong nog haarreednen fterker aan... Indien my de eer vergunde om weêr te rug te gaan, En met geen' yzren arm de loopbaan van ons leven Had afgeperkt... ik kon de ondankbre niet weêrftreeven. ó Liefde! ach! welk een juk hebt gy my opgelegd! Door u word ons 't gebied op onze ziel ontzegd! Gy maakt door uwe magt den mensch een ander wezen ! Bayard eert uw gezag en heeft zichzelv' te vreezen! Men komt. avogaro, ter zyde. Hun dood genaakt en 't einde van myn fmart. DERDE T O O NE E L. gaston, bayard, altemoro, avogaro. gaston. Indien de reden eens uw driften volgt, Bayard, Be  43 GASTON e n BAYARD Behaal hem é^^^^^^^db^ Wat toch hergeef"ik hem»! ' ° l£ um°gt Aagten, Ontfangmynfaatsvarwel, V' Wf?n van "ayard Vaarwel! 'k bem n n nn™ 'i ° f'frdyk voo™yn hart: Omhels vooiThS&^WW'yrtLmr. /ij ^to fcw „ ^ wrw^w ^ ^ Beftry een'medeminnaar. En,ommyn'levenslooD onn^ ZUIvrei\va» dien hoon; Weet ik hoe dat?Bav?OT 6 Zuilen van den S J,G?S -°n moet beflryden! Treed toe. 3t' doorluchtige oorlogsliên, ^r/M«Vfc» i0WeB ft dg zaaU avogaro, tfr ^ Wat tegonfpoed bayard, wm levendigheid. Wat woede en fPVt in m?%' W-e ik eerst decd z,'en Getuigen van dffifr ,£y de minne«yd verwekte, Chabannes, Luxeer gevlekte, ' Brisfac, myndappTe vr1,l!l0,,nerre' d^bigny, oy,wie ik, doTeenlhnlE-myn£oïlz"y> Sy» dlC tVoorwerPzytvanmyueliefdeentrouvv,  TREURSPEL. 49 Gy, die ik hoogst vereer door 't misdryf en berouw, Hy trekt zyn' degen met de fchede uit. Befchouwt... hoe zich Bayard grootmoedig kan vernêeHy legt denzelven voor Gastons voeten neder. (ren. Ziethoe de deugd en de eer hem tot zyn'pligt doenkeeren, Hoe hy dien pligt vervult, zyn glorie recht verfchaft, En hoe een oorlogsman zich voor een dwaaling ftraft. gaston. (ftroomen! Ontroerd, verrukt van vreugd, voel ik myn traanen Bayard geeft my zyn kling, nu is myn heil volkomen! Hy neemt den degen van Bayard op en geeft hem den zynen. Dat myn geweer het uwe, en 't uwe 't myne zy. Beftryders van myn' vorst, beeft meer dan ooit voor my! Het ltaal van held Bayard geleid myn togtgenooten , Dees ftaf van krygsmans eer zal aller moed vergrooten. Gy, Franfchen ! ziet dit uur dat Gaston zulk een' vriend En medeminnaar ook door zyne deugd verdient. Tegen Altemoro. Gykunt thans aan den held't gefchrift in handen geeven, Dat hy ontfangen moest zo hy my had doen fneeven. Bayard neemt het papier. Gy, in wiens hart ik dacht te leeven na myn' dood, Zie welk een' buitNemours aan uwe zege bood :(gen, De vorst zwoer,zo het lot in 't veld myn bloed mogt plenDat hy myn' laatften wil nauwkeurig zou volbrengen, En gy wierd door dit fchrift, zo gy verwinnaar waart, Tot graaf en hertog van Nemours en Foix verklaard : Myn naam , door u gevoerd, zou nooit van de aard verfterven; Manr door uw heldendafin eene eeuwige eer verwerven.. Mevrouw, ik waagde zelfs 't befchikken van uw hart; Gy had my niet verfmaad herleevende in Bayard: D Uw  5o GASTON EN BAYARD bayard. Die word van my geëischt; den woord is hier van kracht " faaren? ' Vergeef mv« verfSSSï^ Door zulk eene offerhand' moet ik myne eer bewaören Ja, «k wil uw hand, mevrouw, hem afüaan vooTaUyd* „ „ n ^S*» Avogaro. k Untlla u van uw woord. Tkge» Euphêmia. gebruik der redenskrae^StSrón"^ oogenrVrüUW ' " b£dryf V™ UW Befchouw°hun groote kracht in 't geen hier is verricht • Zy hebben zelfs Bayard doen wanklen in zW pK ' . Met levendigheid. & ' Maar eindlyk deed myn hart, die rechter onzerdaaden ik zag dien, k heb gebloosd, en daagde Gaston nir Om ylhngs voort te gaan in 't eens gevormd beflui? ' Ik vreesde , zo deez' dag het krygslot my deed fteeven Het eerst verwyt van de eer, op't einde Van myn S' k Ontveins het met, mevrouw, uw traanen , uw gebeïn Vervoerden my byna om weêr te rug te treên. Uw byzyn doet my „0g met fmartmyn lo- befl s'fen- k Z e ,n dit uur wat fchat ik voor altoos möet rn sfen* Maar een grootmoedig held, die fierzichzelv'gebtd | Hoort  TREURSPEL. 51 Hoort,als de deugd zulks eischt,de ftcm der driften niet. 'k Zie in dit uur wat magt een mensch heeft op zyn zinnen; Die hen met kracht beftryd zal zeker overwinnen. Dit hart, waarin myn gloed noch meer dan ooit ontDat u (leeds minnen zabdbet aflland van uw hand;(brand, Maar, 't zal uw fchoonheid fteeds die hulde en eerbied toonen Die aan de dapperheid vergund word door de fchoonen , 1 )at wierook, dat Iteeds brand op haar gewyd altaar, Haar daaglyks toegezwaaid door onze riddrenl'chaar: De grootfte koningin zou zelf die niet verachten; Gy zult die zyn, mevrouw: ik zal uw' wil betrachten, Naast dien van Lodewyk, zo lang ik adem haal; 'k Beloof dit, ja ik zweer 't aan Gaston uw' gemaal. EUPHÉMIA. 'k Sla door uw grootseh beftaan verrukten opgetogen. Nooit heeft de dèugd een hart tot eedier pligt bewogen. Indien 'er ooit een prys aan hem te beurte viel. Die van uw beiden 't grootst', het edelst' was van ziel, Wat Ücrveling zou hier het vonnis durven vellen ? Tegen Gasion. Wat vreugd nu held Bayard my u ter hand wil Bellen 1 Tegen Avogaro. Maar Bemt myn vader ook in 't heil dat my verrukt? avogaro, tegen Euphêmia. Uw heil is 't myne. Ter zyde. 6 Spyt! 't is alles thans mislukt. VIERDE T O O N E E L. de voorigen, d'alégre. d'a l é g tl e. zien door ons gefchut de Bresciaanfe wallen, D 2 Aan  » GASTON E a BAYARD, ,„,t . gaston, w/ i/y/CW in t eind dan komen ze ons een^m,!^ Door zulk een krS Keid^Is9fa"ons"?ani vercercn: De kun, is grooK'^,01? v^T.^^ o a s t o n , «« levendigheid. CzS Uw moed, uw arm myn vrind, zal groofer roemlTeha, ~. . ,. TeS'» -Euphêmia. rlen Zie hem die u aanbid met glorie zegenpraalen. Te^ra Avogaro. En gy, khm op den burgt met uwe telg, mynheer. avogaro. Ik, laf getuige zyn van uwe heldenëer' De neef van Lodewyk zal my zyn' vader noemen • k Iraeht door verdiende ei/moed JzulkSeerte gaston, met 'dezelfde drift, (roemein Welaan , gele, haar dan, en volg ons Braks'in 't veld . . Tegen Bayard. Dat de uitflag van den twist ons volk nu zy gemeld t Zal, door uw deugd verrukt, zieh alles onderwinden Tes,en de Ridders Kent uw geleiders recht, ziet beiden uwer wS. V T F-  TREURSPEL, 53 V T F D E T O O N E E L. avogaro, euphémia. euphêmia, haar'' vader, die vertrekken wil , t«genhoudende. Myn vader,antwoord my. Wat hebtgy voorgenomen? avogaro. Kunt gy dit yraagenPk ga om 't misdryf voor te komen: lk eer, ja ik aanbid hun hoogverheven deugd. euphémia. 6 Hemel! avogaro, met verrukking. Kom,betoon in's vaders arm uw vreugd! (oogen. Dit voorbeeld treft myn hart; 't berouw verlicht myne ó Hemel! heeft de deugd dan zulk een groot vermogen ! Haare invloed heeft in my een wonderwerk verricht: Zy trof myn wrokkend hart als met een' blikzemfchicht, Deed al myn grimmigheid en woede en haatbezwyken, En voor het naberouw en felle wroeging wyken. Ik vind myzelv' zo laag, verachtelyk en fnood, By helden zo volmaakt, zo luisterryk en groot, Dat ik de drift vervloek waardoor ik wierd gedreven , En 't misdryf boeten wil, al waar' 't ook met myn leven. Haar omhelzende. (ontvliên. Vergeef me uw fmart, mynfchande.. .ik moet uw oog Gy, die my deugdzaam ziet, zult my verwinnaar zien. ZESDE T O O N E E L. euphêmia, alleen, en zittende. , VV at heil ftreelt myne ziel, na't wee dat haar doorgriefD 3 Ik  5+ GASTON en BAYARD Kom, gaan vvy... maar'tgevecht... ö * * Zy blyft in verlegenheid Jlaan. Daar gy de doodbaar dekt op S^^W*^ van A« Arrfe ^-y/. VIER  TREURSPEL 55 VIERDE BEDRYF. EERSTE T O O N E E L. euphémiA) alleen, en inde uiterjle ontroering. Ontvlugten vvy 't gezigt dier naare tafereelen Van't woên des (tervelings,die woeste moordtooneelen, Die hoofden neêrgeploft van boven van den muur , Dien Broom van gudzend bloed, dat fchrik verwekkend vuur, (yzen, Dat vreeslyk fchittrend Baal, waardoor, daar't ons doet De dood zich Baég vertoont op duizend wreede wyzen; Vervolgende overal myn' vader en myn' held! Zy zet zich. Myn vader! uw gevaar houd myne ziel bekneld, ó Hemel! moest gy hem zyn misdryf doen befeffen Om my, door zyn gemis ,te feller 't hart te treffen! Maar Gaston... in de bres fpreid hy zyn' moed ten toon ; Daar wacht de glorie hem on gantfche flapels doön... De glorie! 't is dan daar dat haar de mensch moet zoeken! óHelfche uitzinnigheid, die elk met recht moet vloeken! Zy flaat op. Hier hoor ik't krygsgefchrei,vermengd met naar geween; Het dringt door 't fchor geluid der koopren donders heen... 't Gefchreemv van 't oorlogsvolk komt langs hoe meer my naadren ... (aadren . .. Ik hoor een naar gekerm... het bloed Bremtin myne Wat moordkreet jaagt myn ziel nogfellerfiddringaan!... 'k Zie d'overwinnaar zelv'! ó Hemel! 't is gedaan! Zy werpt zich weder in den armftoel. D4 TWEE-  56 GASTON e n BAYARD, TWEEDE TOONEEL. euphêmia, urbino, Wachten. „ urbino. VTy ziet een'oorlogsman, die, door Bayard gevangen, ntV T£ ,,lu'Ste^s ^ 8lorie ^z'et hangen 0 ™ * Spaanfche volk met hst een'aanval dorst bellaar &ard w eS?en reeds den brug had ingenomen? fchrolmen S§eVaai' 0ntVonkte en ""oit deed Vliegt yllings naar die brug, gaat Spanjes magt te keer, Bnbied geheel alleen, hen aUen tegenweer; ' Hy doet het wonderwerk der oudheid thans herleeven En dwmgt ons oorlogsvolk daaraan geloof te geeven Du itreed hy langen tyd, trotfeerende den dood! 1 ot dar in t eind' zyn volk hem dapper bylrand bood • Toen kwam ïk by ons heir, dat reeds begon te vl ede,,' (Ik zag zyn groot gevaar en moest het bylrand bieden ) Maar noch hun groot getal, noch langbeproefde moed Kunizulk een ftorm weÖrflaan:hetFranfche?olk,ver voe Door toomelooze drift, deed al de benden vreezenDe mmfte krygsknecht zelfs fcheen eenBayard te wezen' k Zie eindlyk aan ons volk de zegepraal mislukt, (rukt: Ve, aÏÏn " S:'»tschver(lrooid, de (landaards ons onï Verhaten op myn beurt, moest ik my overgeeven rl -d" vf °°S"lb'ik! h« ^1 uw ziel doen beeven : Bayai d die braave held,vvas doodelyk gewond; (grond iVl nTleKn P,°0S "°g fta,nd; do^h/vallende op en Bevind de bende, tot zyn' byftand aangedrongen *t Gantsch y.er van een fpeer by'r haraasingewrongeh Men wensent hem hulp te biên.maar vreest,1n d t geva * Dat die hem 't Baal ontrukt hem 't licln ontrukken Si.' Men  TREURSPEL. 57 Men zegt zelfs dat een fchelm den held zocht neêrte velGy kent hen die ik zag alom zyn zy'verzeilen, (len: EUPHÉMIA. Ik ken hen langer niet... Waar bleef Nemours, mynurbino. (heer 'i 't Venetiaanfche volk gaat dapper hem te keer: (gen. Hun krygshoofd d' Alviane is waard' elks roem te erlanDe zege blyft met recht hier nog in twyfel hangen. Men nadert met Bayard. DERDE T O O N E E L. urbino, euphémia, bayard, Franfcllt Sol- daaien. bayard, het lichaam in eeri' Jluijer gewonden, en gedraagen op Jlandaarden en fpetren. D e hevigheid der pyn Ontdekt my dat het haast myn doodlyk uur zal zyn. ó Hemel! 'k derf! myn ziel verlaat deeze aardfche wooning ! Die ziel was u gewyd; myn bloed was voor myn' koning: Vyf helden van myn' ftam, gcfneuveld in 't geweer, Herkennen thans hunn' zoon , geveld op 't bed van eer. euphémia. Zie uw vrindin, Bayard, met uwen ramp bewogen... bayard, met een afgebroke Jiem. Zyt gy 't, Euphêmia? ö wellust van myne oogen !(ftaan? Hoe grootseh ben ik beloond voor't moedig zelfweêrIk fterfthans als uw vrind, en heb aan de eer voldaan. Myn ziel, die door geen vrees noch wroeging word beftreden , Ontvlugt dees aard', gerust en met zichzelv'tevreden. D 5 Ga,  58 GASTON en BAYARD, Ga, zeg aan Lodewyk dat ik gelukkig fterf Nu ik, in uwen arm, voor hem het leven derf. Haar teder aanziend;. Zal hy, als hyuziet, myn' afltand wel gelooven? VIERDE TO O N E EL. de voorigen, avogaro. avogaro. Oayard, myn fmart om u gaat alle fmart te boven. bayard. Ik fneuvel door verraad. Ween niet om my, ö neen • Beween hem die zyn' phgt zo eerloos heeft vertreên! avogaro. De tyding van uw'dood deed elk in 't leger zuchten • Men zegt dat deeze maar het krygsvolk heeft doen v u"I Dat s vyands heir de zege... ) ö . , (ten» ha yard, zich een weinig oprichtende. En leeft myn dappre vrind ? avogaro. Men denkt het. bayard. */r u r E" men zegt dat's vyands heir verwint r Men heeft u valsch bericht... Brengt my te ru™,v ! I Moet omNemöurs gevaar my alles onderwi den-rdé r Plaatst, keerend' tot den ftryd, en vechtend byuwvaan Voo';aa„a.yard "°g ,eeft' b '< heetstydes7orms' Dit bleek dit bloedend lyf,ontwapend ,zonder krachten Verlevendigt den fchrik welhaast in h vyandfmagS Terwyl men hem opheft. Dat volk zag nooit Bayard of't heeft voor hem gebeefd • Gy  TREURSPEL. 5? Gy zult bet fiddren zien als by den doodfnik geeft: 'k Wil Üervend zelfs met u tot in hun fchuilplaats dringen : Zo kon' held du Guesclin in 't graf nog fteden dwingen. Avogaro volgt hem. euphémia. Houd ftand ! men roept triomf, Nemours en Lodewyk» Men zet Bayard wederom neder en Avogaro en de Soldaaien keaen te rug. V T F D E T O O N E E L. de voorigen, d'aLÉGRE. d'al 1- gre. Dees groote dag volmaakt den roem van 'tleliryk. Nemours is in de ltad, en d'Alvianc in boeien. urbino. ó Hemel! d'a lég re. 'k Zag om u zyn bittre traanen vloeien; Zyn allergrootfte zorg , ö held, was uw behoud; Ik kom hier tot uw hulp, hy heeft my dit betrouwd. Ik heb reeds door de kunst de middlen doen bereiden. Laat ons den held terftond naar dit vertrek geleiden. Hy toont een kamer aan de eene zyde van het tocneel. bayard. Blyft... ligt gaat met dit ftaal myn ziel ten boezem uit. Met meerder kracht, ö Myn Nemours! ik wil, eer ik myne oogen (luit, Nog eens het grootseh verhaal van uwe glorie hooren, En deelen in 't geluk myn vaderland befchoren. Te-  6o GASTON en BAYARD, Tegen d'Alégre Verhaal zyn heldendaên... rs hy gekwetst ? d'al É gr li. it r , ó Neen; Vergeefs vloog 't moordend lood al gonzend om hem heen. SYl r ee|ier.v,an zichzelv' e" van zyn legcrfchaaren. Verheft 0f ftuit hun woede,in^heetStderkrvgsgevaarcn, Gelyk men 't moedig ros met bit en toornen leid. Wiens fierheid zich ontzet om zyn gehoorzaamheid, t Gerucht van uwe dood deed ftraks elks moed bezwyJtn deed de voorite bende een wyl te rugge wvken-rken Maar, tzien van heldNemours verwekt hunn'vvcr wcêr' Lu maakt van hunne fchande een fpoor tot heldenëer! Wreekt, roept hy wreekt Bayard, indien hy 'tlicht moet derven! Zoud gy het graf des helds onteeren na zyn fterven ' Die taal, de blos die 't volk op 't achtbaar aanzicht ziet' De traanen die hy thans zyn oog ontvallen liet, Beflisten voor altoos het lot van dees gewesten. Enfchoon hetRoomfche volk op nieuw zich in de vesten Van Brescxa vereent, ja, fchoon der burgren ftoet Dt lr' Ik  TREURSPEL. 63 Ik weet dees nieuwe kunst, den Franfchen onbekend, Waarvan Navarre 't eerst een proef heeft aangewend; Het kruid, dat met geweld ten afgrond uitkomt dringen, Doet zelfs den zwaarften muur door'twyde luchtruim fpringen ; (braakt, Het wroet de grondvest om, die 't uit zyn vuurgloed En met het hooge dak gelyk ten puinhoop maakt. avogaro, met woede. Welaan; op 't oogenblik waarin, naar ons behaagen, Die nieuwe donderdof hun hoofden heeft verflaagen, Worde al het Franfche volk, in 't holde van den nacht, Door 't leger van Pescare op 't onvoorzienst gedacht, 'k Beveel u dit ontwerp, waarop gy acht moet geeven; Ikzelf bewaak dit Bot, en, zo Bayard blyft leeven, Strekk' Gaston, door uw list, verzwolgen in die kolk, Ten teken om Bayard te treffen door myn' dolk: Ik, meester van het Bot, zal daadlyk by u komen. De Siciljaanfche moord deed zo veel bloeds niet droo- men... Gy zult, 6 Vreemdenftoet! geenszins uw'val ontvliên: 'k Wil dat Italië u eensklaps verdelgd zal zien. altemoro. Uw dochter keert te rug. Gy moet haar wederhouên: Zy zal misfchien Nemours nooit leevend weer aanfchouwen. ACHTSTE T O O N E E L. avogaro, edphémia. euphêmia, genaderd tot by haar en vader, vol fchrik en met de traanen in de oogen. "Wat heeft men my gemeld!Barbaar,mynboezembeeft. Kan't zyn dat my uw mond op't fnoodst bedrogen heeft? Doemt  64 GASTONen BAYARD, Doemt gy , daar gy my dwingt als eerloos u te aanfc hou wen, My om nooit na dit uur op vaders trouw te bouwen. Hoe grootseh blonk uw berouw ... daar 't hart de wraak bedoelt! (gevoelt' Ach! maalt men 't ooit zo fchoon, wanneer men 't niet A VOCAROi Hoe! welk een dolle woede! e u p n i m i a. 6 Wreedftedagmynslevens! Myn vader zelf omhelst me, en hy vermoord my tevens! avogaro. Vermeetle, durft gy dan ?... EUPHÉMIA. p u.f i. o Drfef.nietmvhandverwoed bayard het ftaal in 't hart >zy druipt nog van zyn bloed. avogaro. Ik? euphémia. Gy. Urbino zag dat gy hem hebt doorftoken, Dat uw gevloekte fpeer is in de wond gebroken' Zyne achting voor myn deugd verzweeg me uw fnoodavogaro. (heidniet. Urbino ftraft my dan wyl ik zyn zy' verliet? Hy kookt dan wantrouw aan ?... euphémia. Wantrouwt men ooit een' vader? Hem eeri' brief teonende. Zie daar het geen gyzelf bericht aan een'verraader* Gy roemt hier by Pescare op 't moorden van Bayar'dDaar gy met Gastons dood hem vleit m't wrokkend hart! „ avogaro, verlegen. Hoe! heeft Pescara dan dit groot geheim doen blyken ? e u-  TREURSPEL. 65 euphémia. Neen: nimmermeer verried Pefcara zyns gelyken: Hy volgde, van zyn jeugd, zyn' vorst in veinzery, En blyft getrouw aan elk die handlen durft als hy. De braave Bresciaan, verknocht aan myn belangen, Die van uw wreede list my deed bericht ontfangen, Wist ook dit heilloos fchrift te krygen in zyn magt, Dat, door zyn vlyt en zorg, terftond my is gebragt: Hy blyft, fchoon reeds vergrysd , niet minder onbezweEn onvermoeid in deugd, dan gy in fnoode treken, (ken avogaro, ter zyde. De valBrik is gereed ; kom laat ons daadlyk gaan. Hy wil vertrekken. euphêmia, hem volgende. Ik zal, zo gy vertrekt, Braks alles doen verftaan. avogaro, haar by de hand vattende. Wat wilt gy? denk dat ik u 't leven heb gegeeven, Dat gy het roekloos waagt. e'uphémia, met de grootjle vervoering van woede en droefheid. Stoot toe, herneem dat leven , Nu gy 't bezoedeld hebt: Ik haat, ik fchaam my 't licht, Ja tot myn ongeluk ben ik 't aan u verpligt... Wat zeg ik! ach ! vergeef... Zy omhelst hem. Gy zult, wat ge ook moogt vreezen, 6 Vyandmy zo waard! my 't licht ook fchuldig wezen: Ik zal uw' val verhoên of nevens u vergaan. Ja, wreede vader... zo myn mond u heeft misdaan; Verfchoon die razerny om 't geen myn ziel moet lyden. Zie , zie my aan natuur dees bittre traanen wyden : Kunt gy die. zonder fmart, in 't lot dat my verdrukt, Uw hand befjproeijen zien, die my het hart ontrukt ? E avo-  ™ GASTON EN BAYARD, Gy moet dan myn geheim" uit Hefde en pligt bedekt™ L Zal morgen reeds met u uit B^SsSS™" euphémia. öp morgen! Ach ! gy hebt Nemours een Brik rcfor^d hooretK my-" k Moet alIeshe" doen De Hemel fchynt myn hart daar toe zelfs aan te fpooren Hoe! avogaro. , 7 .. euphémia. Maar zoïv^S^S'» myn lotis deerniswaard'Zal hl y5 tedre zorS Nemours in'c leven fpaart' ^ hy, myn deugd ten loon, üw misdaad uwrgeeven" Hoe! levert ge aan zyn wraak verwoed uw' vaders leven? n . • euphémia. cl M u deuSden lliet van zulk een hart als 't zvn' • Omruk ik u aan 't kwaad en 't zekerIyfsgevaar. ' , ~ avogaro, in woede. t Gevaar,ontaarde telg! is u-alleen befchoremOpooren' Be f voor myn woede, en vrees myn wanhoóS aan ?e' Ik hoor a'leen haar Bern, haar invloed fpoort my aan Uw minnaar zal geenszins myn haat en wra^mLan^ Ik wy aan hem myn leed en 't llerven van uw moeder • ' Hy ,s het eerloos hoofd der moorders van uw'broed» Die hg met eigen hand heeft op zyn bom gewoed' Cy zult my fterven zien bezoedeld met zyn bloed ' Zo«  TREURSPEL. 67 Zodaanig is die wraak, die nimmer kan bedaaren , Die deugd van myn gewest, die drift van myne jaaren: Ik volg u overal; gy zult my niet ontvliên; Gy zult uw'minnaar nooit, dan in myn byzyn,zien. Beef: door dén woord, één wenk verhaast ge ons beider fterven : Al moest ik door zyn volk terftond het leven derven, Hy zal, voor uw gezicht, door my zyn omgebragt, Of gy, myn wraak ten zoen, zelfs in zyn' arm geflacht. EUPHÉMIA. Waar ben ik! op wat wyz'zal ik myn' pligt betrachten? AVOCARO. Hykomt:ik vrees geenszins zyn heldenftoet en wachten. Ziende dat zy zich wil verwyderen. Blyf hier, onzalige! zo gy my durft verraên!... Gy zult het grimmig oog uws vaders niet ontgaan: Verberg voor elks gezicht uw'fchrik en boezemfmarte. NEGENDE T O O N E E L. GASTON, AVOCARO, EUPHÉMIA, Gevolg van Frcwfche ridders en foldaaten, waarvan eenigen vaandels draagen. Avogaro plaatst zich tusfchen Euphêmia en Gasten. . GAST ON. rVlevrouw, deel in myn vreugd,zo ftreelend' voor myn Tegen Avogaro. (harte. Bayard, die braave held, is van gevaar bevryd; Dit zal zyn' moordenaar verbleeken doen van fpyt: Men trok de fpeerfpits uit en deed zyn pyn bedaaren: E 2 Zyn  CS GASTON en BAYARD, Zyn wond toont aan de kunst niets dat ons zorg kan baaren. ° Wat heil is 't voor den (raat hem dus gered te zien ! uns ryk verloor in hem de bloem der oorlogshên, ljk ons op t pad der eer geleidde en voort deed Ureeven. uci 1'ranlchen roem, Bayard, leeft door uw dierbaar leven! Lautrec, ga bied den vorst dees zegetekens aan: tiy zal haast door den vreö zyn wenfchen zien voldaan. Lautrec vertrekt met de vaandels, de andere riddets blyven: Gaston vervolgt tegen Euphêmia. Hoe zal myn zegepraal 't Paryfche volk bekooren ! Haas ziet ge of zy in 't hart de ftem der glori hooren! Hun hefde zet myn roem nog grooter luister by. Her helden edelst loon is 't hart der burgery. £n gy, ö heldenftoet! in deugd niet te evenaaren, vervvinnaars van uw'moed en 's vyands legerfchaaren, gebied altyd uzelv' door uw gehoorzaamheid : iieicnouwt het grootseh gevolg van uw bedaard beleid: Kostte ooit zo groot een roem zo weinig bloedlóvrinden' ijus kan Nemours zyn vreugd in zyne zege vinden, Hus is t dat hy den wil van Lodewyk voldoet. % 1,n™chen! fpilde gy voor uwen vorst uw bloed, £yn deugd verdient dat hy dat bloed moet dierbaar ach! oaat, wiltmyin t paleis van Avogaro wachten, (ten. avogaro, ter zyde. ö Hemel! wat geluk 1 gaston. ,r , , Waakt daar deez'nacht met my. Vergunt het volk de rust: het lyd veel meer dan wy. ^paarr de arme bnrgery,het fpeeltuig flechts der grootenHaar bloed word vaak het eerst, in 't woên des ftryds, Al het gevolg vertrekt. (vergoten. TIEN.  TREURSPEL. 69 TIENDE T O O N E E L. gaston, avogaro, euphémia. avogaro, ter zyde. Hy blyft! gaston, nadert Euphêmia. Het krygsgeluk is veeltyds niet dan fchyn. Die fteeds verwinnen wil moet ook fteeds waakzaamzyn. Men kan de gantfche ftad uit uw paleis befchouwen, Daar kan een legerhoofd zyn oog op alles houên: Duld dat ik, als uw zoon , dat vry gebruik', Mynheer. avogaro. Myn hart acht zich op 't hoogst geftreeld met zulk Maar gaan wy ftraks. (een eer... gaston. Ik wenschte, eer wy van hier vertrekken, Om uit uw beider mond een vloekgefpan te ontdekken. avogaro. Uit onzen mond, mynheer? gaston. Een gryze Bresciaan Deed ftraks, door een' foldaat, dees"tyding my verftaan: „ De moorder vanBayard,dus fprak hy,dreigt uw leven: „ Euphêmia zal u van 't verdere oopning geeven. Tegen Euphêmia. Gy zult my dan behoên voor zulk een ongeval! Wat heil dat ik het licht u fchuldig wezen zal! Tegen Avogaro, hem vattende by de hand, waarmede hy naar zyn' dolk wilde grypen. Tegen Euphêmia. (duldig: Zy antwoord niet!... Ach ! fpreek, gy maakt my onverE 3 Gy  7"> GASTON en BAYARD, Gy word,indien gyz wygt,aan mynen dood ligt fchuïdijr euphêmia, ter zyde, Gaston en haar' vader' befchouwende. Ik plaats mytusfchen hen j 'k waag dus myzelve alleen. Mynheer'.". ' *"* %w wUknde gaan' Avogaro trekt haar te rug. gaston. Weerhoud gy haar ? zy fcbyrjt door ansst beftreên ! euphêmia, terwyl Gaston haar de hand toeIk wil aan uwe knien,. . avogaro, trekt, terwyl zy hem voorbygaat, zyn' dolk. Welaan! euphémia, dit bemerkende. ~ , . , Hou Rand, myn vader! drifr r.!? tegen, en omhelst hem met groots drift. Gaston Jlaat de hand aan zyn geweer, n a ,, , avogaro. Ondankbrelgy weêrhoud me; ontfang uw (haf. Hy dreigt haar te doorjleeken. gaston, hem den dolk ontrukkende. Gy zelf, gy zu!t terftond uw welverdiende ara^?3^ Hy dreigt hem te doorjleeken. euphkmia, hem weerhoudende en haar' vader ai,, , met haar Ugchaam bedekkende. En JtJonrl ^ °P d'06Ver Van het En ging te ver/S^^^ E L F-  TREURSPEL. 71 ELFDE T O O N E E L. de voorigen, altemoro, Franfche Soldaaten. altemoro, ter zyde. w at wreede tegenfpoeden! gaston. Neem hem gevangen. al temo ro. Hoe! gaston. Die wreedaart zocht zyn kind En my te moorden, door de zucht tot wraak verblind. Hy werpt den dolk weg. altemoro, tegen Avogaro. Hoe! gy? wat kon uw ziel tot zulk een woede noopen? avogaro, met eene gemaakte gramfchap. Ik vols u geenszins na in 't eerloos landverkoopen. Ik zocht 'slands dwingeland op te offrenaan myn' haat, En tevens eene telg die eerloos my verraad. gaston. Zy fpaart u't leven, ja; 't geen ubehoud ,Verraader, Is haar geween, haar deugd... en dat gy zyt haar vader. Tegen Altemoro. Dit gruwlyk wanbedryf vervult myn ziel met fmart: Ik tchaam myzelv' om hem... 6 Hemel! eer myn hart Zo wreed een euveldaad verdenke of ooit geloove , Dat liever dan zyn hand my 't levenslicht ontroove • Tegen Altemoro en de foldaaten. Hy blyve in zyn paleis; men breng' hem ftraks daar heen. E 4 eu-  72 GASTON en BAYARD, euphémia. Hy leeve, of ik , ik fterf. gaston, Jlil tegen Euphêmia. Hy zal niet derven, neen. t Overluid. O.rf'r fiï ?n Sn?Ch *tt in 't geheim ontdekk'. ,, t urbino. Eaat u alleen , mynheer -H]v vertrekt. gaston. VooWrankryken ~n:i^t%^S-? k Verlaat u met oen hart door wreeden angst beftreên. ' bayard, zich een weinig oprichtende. gaston. lk zoek uw' wy2eil r„d in „„^j, d„ m|n vrc°°t; bayard. Die 't best dien geeven kan zoekt dien altyd het meest. ^ gaston. Iree toe. DER-  TREURSPEL. 75 DERDE T O O N E E L. gaston, bayard, een gryzüart. gaston, tegen Bayard. Euphêmia, altyd vol mededoogen , Heeft, met deez' Gryzaartsïot tot in de ziel bewogen , Zyn langgeleden leed en ongeluk verzoet: Hy loont grootmoedig thans zo veel genoten goed: Vertrouwende op haar deugd,deed hy haar heimlyk weeten Hnar' vaders wanbedryf, zo Itout als eervergceten: 'k Heb van zyn zoonen ftraks het naar bericht gehoord Van 't ysfelykst verraad en van een' dubblen moord. Gaston gaat zitten. bayard, tegen den Gryzairt. Men leest de oprechte deugd,6 Gryzaart,uit uwe oogen: 't Inneemende gelaat... de gryzüart. Helaas! gy zyt bedrogen; >t Bedekt een fchuldig hart. Tegen Gaston, zich aan zyn voeten werpende. Ik kom u redden, ja; Nochtans ik fmeek, geknield en fchreiende , om genaê. gaston. Genaê! de gryzüart. Myn traanenvloed belet my meer' te fpreeken. gaston, hem oprichtende. Hoe! gy misdaadig! gy van uwen pligt geweken! Wie zyt gy? de  76 G A S T O N e n BAYARD, DiSmyS» Dat ik tien aS SiaïsdertigiWÏffiini^™d™ dienstverfleet; Woon ik in deereftad Sflv^nbykn(?),fve,«eet. Waarom niet weérgekmd^ug gevoerd door de eer? kBefb-eed myn vaderland,dit grieft my 't hart mvnh ^ Op Gatiler afkomst trotsch,moet ik die vvre'd b™dél HmDe •v^ftntfweèridèka.oBd Zy , ftrydende onder u,en waard uw liefdeéiSi™' . - „ ., ^ «eerder drift. H7 i , GASTON. Wat hebt gydan ontdekt? de  TREURSPEL. 77 DE GR YZ Ü ART. De gruwlykfte aller laagen. Men durft hier tegen u een' fno'oden aanflag waagen. De donder dreigt uw hoofd daar gy de zege wacht; Men brand naar 't Franfche bloed. Gy zult nog deezen nacht, , a . (men, Door d'ysfelykften moord, de ftad van bloed zien ltrooPescareen'tRoomfche volk Baan heimlyk op tekoomen, By 't heilige gebcrgt', langs wegen onder de aard'. Een deel der burgery, naby den Broom vergaêrd, Zal 't fier Venetië, met al zyn legervaanen, Langs een aloude gracht den vryen toegang baanen. Het pas ontwaoend volk is reeds, om hulp tebien, In hunne tempelen van wapentuig voorzien, (braaken Men zegt zelfs dat hier de aarde een' zwavelgloed zal En een geheele vest zal tot een' puinhoop maaken; De Spanjaard roemt die vond. Ik weet niet waar het vuur Uit de aarde barsten moet; maar'kweet dat, binnen t Tegtn Gaston. (uur, Dees doodlyke afgrondskolku't eerfte moet verzwelgen, En dus de ziel van 'their (dus noemt men u) verdelgen, lkfidderde vanfchrik, van gramfchap, woede en fmart: De zorg voor uw behoud ging my het naast aan thart. Gy ziet aan zulk een trouw dat ik, fchoon eens geweken Van 't waare glorifpoor, fchier door myn' ramp bezwe- Verzwakt door ouderdom, nog d'ouden moed bezit, En, krygsman in myn hart, de helden nog aanbid. G A S T O N. En op wat wyz' hebt gy dit naar geheim vernomen? DE GRYZaART. Eén middel vond ik flechts om tot myn wit te komen, 'k Verkocht het nedrig dak,bewoond door myne vrouw, Dat fchamelc verblyf van armoêde en van rouw, Door  7B GASTON EN BAYARD, Door jaaren vïyts en door Euphêmia verkreeen En maakte een'SpaanschToldaat tot ons bSSEfe, gaston, ontroerd. ö Hemel! welk een deugd 1 ïAYAKD. Welk een doorluchte daadl gas t o n. En wy door 't lot gefield in een' verheven fïaat Wy achten ons-alleen als groot en edelmoedig ' Vaar voort getrouwe vrind , ontdek my alles fpoedia • Een verder onderzoek fcfaynt fchrik in henne wekken™7 Maar ik, mynheer maar ik, wküs onbzSzaSZ't Tot weering van uw'ramp , den dood in 't aanzichttart' Ik heb het geen ik wist u daadelyk doen hooreï En ga om kan het zyn, het verdre na te fpoorèn Ierland?" bl°ed V00r '< ESSl* Ik geef myn leven zelfs daarvoor ter offerhand' • Wanneer eenf ranschloldaat gevaaren moetbrave'eren Dan onderzoekt hy nooit of hy te rug zal keeren! ' bayard, met verrukking ó Franschmanlneem op nieuw deez' eedlen eernaam aan gaston, den Gryzaart omhelzende. Gy zyt het waard' te zyn! Tegen Bayard. ,„ . * Zal daadlyk derwaards E?ain Wecrhou my, zo myn jeugd door drift te vcrr'gedreVen' Te roekeloos iets waagt. Ik zal bevelen geeven ' Tot (tuiting van du kwaad. Treed toe Vtrjcheiden officieren enfoldaaten komen ophettooneel. d' Ale-  TREURSPEL. 79 d'AIegre, ga, Volg, met d'Evreux, terftond deez'braaven gryzaart na: Gy moet het heimlyk Ipoor, dat hy u toont, bezetten En aan 't vyandlyk heir den uitgang dus beletten. " Kiest daartoe honderdman van 't beste krygsvolk uit • 't Zy u genoeg dat gy hiermeê den doortocht Ruit. ' Crusfol en d'Imbercourt, gy zult terRond de benden Gelegerd op het veld , naar Brescia doen wenden • Doch doet den aanval niet, voor dat des vyands magt Geheel befloten is in de onderaardfche gracht: Dus zal hun vuige list hun eigen onheil brouwen. Tegen twee andere ridders. Gy, om de burgery in diep ontzag te houên, Verlpreid u door de ftad , met fakkels in de hand, En dreigt hun daken dus te fteeken in den brand J Ikzelf zal naar 't paleis van Avogaro ftreeven , En u, zo 't noodig is, van daar bevelen geeven; Ik vlieg 'er daadlyk heen, opdat ik u , indien (biên. De myn een bolwerk floopte, op 't fpoedigst'hulp moog' Tegen Bayard. Behaagt u dit ontwerp? bayard, wyzende op de ridders. Het kan elks hart behaagen: Een ander voert het uit, dit maakt myn' geest verflagen. de gryz3art. Ik zal, doorluchte Prins! met uwe helden gaan, En zonder tydverzuim den vuurpoel gadeflaan. Als iemant3wien een denkbeeld op 't oogenblik te binnen fchiet. Ik hoop dat ik voor u dien afgrond masr ontdekken. Al moest myn leven zelfs daar voor ten offer flrekken , Gelukkig zo ik flechts bevryd van wroeging; fterv', En niet de vrucht myns doods,als die myns levens,derv'. gas-  to GASTON en BAYARD, gaston, terwyl de Gryzaart vertrekt. Vertrouw dat wy uw' dienst naar waarde zullen loonen : Nemours... de gryzüart, te rug keerende. Ik ben onwaard' dat gy me uw gunst zoud toonen; Maar k fmeek u, Prins,dat gy die aan myn zoonen gunt: Ligt dat gy morgen my die niet meer toonen kunt. Hy vertrekt met de zes Ridders en eenige Soldaaten. gaston. Vaarwel, Bayard. b a ya r d. Draagt my in 't veld hem na,foldaaten. gaston. Neen blyf. Ik gaf hen last u niet alleen te laaten: Blyf met Euphêmia in dit kasteel bewaard. Wat heil, indien myn zorg die dierbre harten fpaart, Zo ik myn weêrhelft hoed voor 't onheil haar befchoren! Die dervend' haar bevryd gaat niet geheel verloren. Hy vertrekt, laatende een" Ridder en eenige Wachten by Bayard. VIERDE T O O N E E L. bayard,een Ridder, Wachten. bayahd. Daar is dan één triomf, daar is dan één gevaar, Waarin Bayard niet deelt met zyne vrindenfchaar'! Tegen den Ridder. Hoor ó myn voedderling,aanFrankryk trouw bevonden! «-staing, ó hart vol vuur, aan my door 't bloed verbonden! Gy  TREURSPEL. 8Ï Cy die geboren zyt om eens, als uw gedacht, Uws vorften fchild te zyn, de (teun van zyne mast, Verlaat held Gaston niet; zorg voor zyn dierbaar leven; Nooit zal de zege 't heir, door hem geleid , begeeven. De Ridder vertrekt. 6 Hemel! door wat hand Ruit gy deeze euveldaên! Tegen zyne Wachten. Gy zaagt dienGryzaart Rraks,al fchreiend',van ons gaai; Hy is een vlugteling, wien zulks te laat berouwde. Denkt dikvvils aan den Raat waarin gy hem aanfchouwdf, Aan al zyn wroegend wee en felle hoezemfmart. Dus is de foltering van 't onnatuurlyk hart, Dat al de zucht voor bloed en vaderland verdoofde, En leven, trouw en dienst zyn' wettig' vorst ontroofde: Weêripannig tegen hen wier zorg en tedre vlyt Zyn leven heeft behoed, in d'eerften levenstyd, (nen: Beftryden fchaamte en fchrik,waar hy ook gaat, zyn zinHy ziet elk Rerveling zyn' landgenoot beminnen Daar hy, van elk verfoeid, in droevige eenzaamheid, Met vruchtloos naberouw, de bange dood verbeid. V Y F D E T O O N E E L bayard, altemoro, Itaüaanfche Soldaaten. altemoro, tegen de Wachten van Bayard. N emours heeft u ontboón;volgt daadlyk zynbegeeren: Ikzelf bewaak Bayard , en zal dit flot verweeren. Zy vertrekken. bayard. Hoe! gy verlaat Nemours? altemoro. Hy is 't die 't my gebied. F Te-  82 GASTON en BAYARD, .r , Tegen zyn Gevolg. Verwacht het teken hier, of de aanflag is te niet En mooïL ^?Vlugt' beSullfligd rioor den nacht; bayard. Zyn vrinden worden ligt zo wel ontdekt als hv Het kwaad verraad zichzelf, door eigen ktstJaary. altemoro, met arglistigheid. H.er zyn wy meer'bedaard, elk heelt aS fïB yn wiykSht'door een rchvn ««SS Ter zyde. vv aar of het teken blyft! bayard. Dan zal do n,^ Zo my. 'c verraad doetfneeven, Wie wlf ^°°rdenaa,r, en niet het offer, beeven. Wie weet, als hy zyn' arm verheft tot mynen val, Of  TREURSPEL. g3 Of niet zyn hart dat uur zyn hand weerhouden zal. altemoro. (waards treeden. Hyfpreekt de waarheid... maar... 'k hoor iemand herHy gaat een weinig achterwaards. ZESDE T O O N E E L. de voorigen, euphémia. euphêmia, tegen Bayard. fïoei is Nemours niet hier ? bayard. Een oogenblik geleden Ging hy naar uw paleis. euphémia. ó Hemel! 't is gedaan! Daar ligt de ftrik gefpreid ! daar zal de held vergaan! Ik vlieg... altemoro, haar tegenhoudende. Vertoef, Mevrouw. euphémia. 6 Monfter, die zyn leven... Men hoort het fchrikkelyk gehad van het in de lucht fpringen van het paleis van Avogaro. ó Hemel! welk een flag! Zy leunt tegen den muur. Ik voel dees muuren beeven, Ja de aarde davert zelfs: natuur ftaat als ontftcld. bayard. Myn ligchaam fchud en trilt door 'tysfelyk geweld. altemoro, met drift. Italië is verlost: ik ben in 't eind' verwinnaar. F 2 Te-  tl GASTON e n BAYARD, ~. . Tegen Bayard. Avogaroos vrind en Gastons medeminnaar ó Hemel! **»***1È* bayard. Snoode! altemoro. , ^Ja' dit blikfemvuur verflonrl Den vyand die myn liefde en eerzucht Berk" wetLd Ik fterf! EÜPHÉMIA> ïezwymende. altemoro, tegen Bayard. Hy trfeï Zr7d°°J W°rd myne Wraak nAtr , doorjleeken. Jr altemoro, verwonderd. Kunt gy alleen dus mv M*1 gy ,yoor?e,lr>men ? n,o„n ; , y en al dlt vo]k weêrltaan? SeWaaïw naderen Bayard, die zich met zyo lans verweert. Beeft, fnooden , ziet Nemours' Alienoro en Zyne Soldaaten wenden het hm tA f«*offlt. /Je Itahaanen neemen de vlust Altemoro, verfchnkt, laat zyn fpeeï ' vallen. Z E-  TREURSPEL. 8j ZEVENDE T O O N E E L. de VCORlGEN, gaston, urbino, Franfche Ridders. c a s t o n. Men gryp' den booswicht aan. Hy omhelst Bayard. 6' Dierbre vrind! bayard. Wat heil! gy red my uit zyn handen \ gaston, wyzende op Altemoro en Urbino. Zie hier byeen de fchande en glorie deezer landen: Urbino bied u hulp. bayard, de hand van Urbino vattende. Zyn ziel was altyd groot. gaston, wyzende op Altemoro. Men breng'dien fnooden fchelm op't oogenblik ter dood. Men Jleept Altemoro weg. Maar, welk een nieuwe ramp! Euphêmia! ófmarte! BAYARD. De fchrik van uwe dood grieft op het felst haar harte. euphêmia, weder bekomende, en de oogen naar den hemel (taande. Hy ftierf! gaston, haar by de hand vattende. Euphêmia! euphêmia, Nemours ontdekkende. ó Dierbre Prins, gy leeft! gaston. Ja, door des gryzaarts zorg die ons behouden heeft. F 3 eu-  9f GASTON EN BAYARD, e uphériia, met vervoering. Hoe hoog waardeer ik hem! gaston. Waarin ik reed. ^ ui'k Wa? nauw"t paleis genaderd, vv aann ik reeds de bloem der riddren had vergaderd Ophoop vangrooterloon,den vuurkolk dom'fSï Vlug haastig, fchreeuwdenzy, vertoef hiern ie t £ De vloekpod tot uw' val is onder uwe fchreL ^ DUSSSi'1£ "? "rlZyn> Bayard £n dóód tê SSfc Wv ul " ■Voor ?aal van Altemoro bukken ?ke Wy allen vliegen ftraks tot ftuiting van uw' lof Maar, nauwiyks naadren wy de poorten vin dit (lot Of hooren een gedruisch dat aller hart deed wen En zien een wolk van rook en vlam ten hemel rS Die hardende uit den grond, met aTefgTeruch ' van f g^eis deed duiven dóSAe lucht Hè?Wer!fCi °mflipt aaU 'f Woê" va" een' verader; Dat ilIn , fflag ya? myn doorluchten vader: Dat ik zo waard een' vrind myn hulp en bvdand hied Opdat geen vuige fchelm zyr!f heldenb?oed Srgfc?'' urbino, tegen Bayard. BavS I?eeftgroVpenf imAT V00rbeeId na te «"*ven. Waïr i A R ni? V°°r f??e razerny- (leven Gv hebt ,ïw Uwi U^r°em ! die lyden zy" voorby.' oy hebt uw heldenrei, uw edle deugd /verloren ■ Fabncusfen zien we in 't Franfche ryk'herboren' gaston, tegen zyn Gevolg. Hy, waanend dat ue myn my 't leven heeft benomen, Zal  TREURSPEL. £7 Zal uit zyn'fchuilhoek reeds te voorfchyn zyn gekomen. Hy vil vertrekken. bayard. Hou Rand... LAATSTE T O O N E E L. gaston, urbino, bayard, euphfm1a, d'alégre, Franfche Ridders en Soldai.p.n. d'alégre, met levendigheid tegen Gaston. D e zege is ons; al's vyands oorlogsmagt Wierd, door ons heldenvolk, befloten in de gragt: Venedigs oorlogsvolk, dat fnood ons dorst belaagen, Is, met het Roomfche heir, in ketenen geilagen. gaston. Maar is Pescara?... d'a légre. Prins, zyn fchrander krygsbeleid Had, aan een ander oord, ons meer gevaar bereid; De poort van FauRa wierd op 't hevigst aangevallen: Hy, waanende, op 't gerucht der zwavelmyn, de wallen Ontbloot van tegenweer, viel Rraks de toorens aan; Maar ziende dat ons volk hem moedig dorst wefirftaan. Daar hy niets anders dacht dan fchrik en vrees te vinden, En tevens onderricht van 't onheil van zyn vrinden, Verbergt hy verr' van hier zyn fchande en zielverdriet. ga ston. Wat doet die gryzaart thans ? waarom verfchynt hy niet, Met zyne zoonen , hier? zyn deugd kon my behaagen, Ik wil... d'alégre. Gy zult zyn lot, zyn deerlyk lot, beklaagen. F 4 Zo  88 GASTON en BAYARD, Verr' van 't gcfloopt palcis, pas door ons volk verlaaten EUPHÉMIA. Myn vader.' BAYARD. 6 Soldaat! met roem gedaald in 'tunfi Ik merkte dat uw hart zich 't misdryf fiet verfS Uw zoonen zullen fteeds de mynen zyn ê EUPHÉMIA. Myn vader ^^^^0^^!^ Hy heeft alleen misdaan • verlost uw teêr gemoed TT , , EUPHÉMIA. 't voeg, my -ffiSJtSffi Te-  TREURSPEL. 89 Tegen Bayard. (vrind 1 'k Wacht, voor dien Rerken wal, uw hulp en raad, myn Wat baat Nemours de zege, alsgy nietmeê verwintï bayard, hem by de hand vattende. Ga; maar bedwing uw'moed: gy, die niet weet vaii zwichten, Acht niets door u verricht,zolang ge iets kunt verrichten: Gy,wien reeds de eer haar' prys aan 't eind' der loopbaan geeft, Hebt, in een' korten tyd, voor de eeuwigheid geleefd; Maar denk dat zich uw moed ligt kan te veel vermeeten, En ge, in den fchoot der zege, uzelven kunt vergeeten. EINDE. De  De Gecommitteerden tot de zaken van den Schouw, burg hebben, volgens Odtroy door de Heeren Staten van Holland en Westvriesland, den 5den November, 1772. aan hen verleend, het recht van deze Privilegie' alleen voor den tegenwoordigenDruk vanGASTON en BAYARD, Treur/pel, vergund aan j. helders en a. MARS. Amjleldam, den 15 Mey, 1785. Geene Exemplaren zullen voor echt erkend worden dan die door een' der gemelde Gecommitteerden onderteekend zyn. , H I S-  HISTORISCHE AANTEEKENINGEN.   HISTORISCHE AANTEEKENINGEN. D. Heer de belloy merkt aan in zyn Voorbericht, dat hy even als de Heer racine in zyn' Mtridates,alle de uitfteekcndfte bedryven van den ridder Bayard (gelyk ook van Gaston wiens daaden , in een kort bedek van tyd uitgevoerd , met min' der moeite'in een Treurfpel te brengen waren,) een plaats in dit ttuk gegeeven, en dczclven vermengd heeft met het geval van de fainenzvveeriiig van Brescia, van welke de Graaf Avogaro het hoofd was , en die tot oogmerk had het gantfche Franfche leger te verdelgen ; welke femenzweering eigentlyk de hoofddaad van dit Treurfpel is ; doch om de verfcheidcne: gevallen van Bayard in dit eene tydftip te brengen, had de Dichter dezelven zomtyds moeten verplooijen naar de Tooneelwetten , gelyk blykt uit de Historifehe Aantcekcningen , door hem achter het (tuk gevoegd , waarvan ik zommigen hier laat volgen, die eenig licht aan hetzelve konden geeven, of de Karakters der Hoofdperfoonaadjen nader doen kennén en luister byzettcn, en die tevens van belang voor onze natie waren, voor welke eenige van die Aanmerkingen, als aanhaalütgen van Autheuren, Geflachtlysten, enz. vry owerfchillig zouden zyn. Ik twyfele niet , of de volgende Aannekenineen zullen den leezer behaagen. Pag. 12, Regel 15. Sprak hy : ga heen , verdien door deugd den lof der fchoonen; Dus waren de eigen woorden van Karei den Achtften tegen Bayard ,  2 HISTORISCHE yard,wanneer de jonge Ridder, voor de cerftc keer, naar 't leoer trok: Gy gaat naar een landJaarfchoonejuffers zy,,, doe al vat?yku-, om haar* gunst te verkrygen (»). De liefde v.as ahoos de „rvs der eer. De liefde van Bayard tot Euphêmia is niet volgen, de Ge fchiedenis. De Perfonaadje van deeze minnaares is van des biebters uitvinding. Pag. 14, Regel 1. Wat is 't my zoet, e held! eene eer u aan te biét, Waarvan 't heelaljlechtsfchaars een votrbeeld heeft gezien! Dit tooneel is op een waarlyk gebeurd voorval gegrond. Dc Paus waagde het meer dan eens te beproeven om Bayard tot zytma dienst over te haaien, en bood hem het opperbevel over zyn leger aan. Bayard antwoordde: Ik heb 4irt Heer in den hemel, en één- op de aarde, en gee,f anderen zal ik in deese wgereU dienen. Ik heb, (zegt de Heer BB Ollior,; Bayard in dit Toon el doen fpreeken, gelyk men toen frak, en gelvk men nog tegenwoord.g ,„ gelyke omflandigheden fpreeken zot,. Men heeft altvd den Codsd.enst ond,rfeheiden van deszelfs Bedien»,,, en dus in den Paus twee onderfcheidene perfoonen aangemerkt, den Priester en den Vorst. Een Paus Soldaat, als Julius de Tweede, deed «tot onderleheid nog meerder bemerken. Ily on.eerde te veel zyn gcestelyke waardigheid, om door die waardigheid eerbied te ver wekken, zelfs in die eeuw van onweetendheid. De Venetiaanen behandelden hem met eene zeer ftoutinoedige vryheid : Marcus I 0 redui, Zoon van den Doge, deed, in deu vollen raad,een voorftel C*) De Leezer moet altyd.ten opzichte van de Karakters dit Huk voorkoomende, in 't oog houden, den riddcrlykcn fmaak of dcnkwyze, die in dien tyd onder dc Officieren, vooral de Fran fche, heetschte, en die zeer van de tegenwoordige dcnkwyze verfchüt. DE VERTAAL ER.  AANTEEKENINGEN. 3 era hulp te zoeken by den Turkfchen; Keizer, tegen deezen beul van het menfchelyk geftaeht , die zich vader van hetzelve noemde Bayard was één van de geenen, die het minst den perfoon van Julius den Tweeden achting betoonden : geduurende de belegering van Mirandola, befchikte hy een hinderlaag om hem op te lieten. Een zwaarc meeuw redde den Paus, die, echter, zo hy dapperder geweest, en eenige minuuten laater gevlugt was , gevangen zou zyn geweest. Hendrik de Achtte, Koning van Engeland, deed ook aan Bayard de verleidende aanbiedingen, opdat die held zich aan hem verbinden zou. ty doezen Vorst was meerder te winnen als by den Paus; doch Bayaid berekende niets dan zyne pligten. Pag. 14, Regel 15. Toen de eer Urbino hield aan Lodewyk verbonden, Steunde onze vriendfchap reeds op onver wrikbre gronden. De Hertog van Urbino was opgevoed aan het hof van Lodewyk den Twaalfden. Hy was altyd ingenomen voor de Franfchen • hy wraakte zelfs opetitlyk het gedrag van den Paus, zyn' oom wan neer deeze Vrankryk op zulk eene onberaamelyke wyze bedroog De Kardinaal van Pavia had de teutheid, om den Hertog van Ur bino valfchelyk te befchuldigen van eene verftandhoudiug met I o dewyk den Twaalfden. De Hertog wierd hierover zo vertoornd dat hy den Kardinaal met eigen hand doodde. Pag. 15, Regel ir. Hy acht uw dapperheid en is u dankbaar tevens Voor uw doorluchte trouw in 't grootseh behoudzyns levens, Toen een verraader fnood dorst dingen naar zyn' val. Dit voorval is een der gewigtigte in het leven van den ridder Bayard. De Hertog van Ferrara had gevtaagd om eene Franiclie be-  * HISTORISCHE bezetting in zyne hoofdftad, om die te verdedigen tegen den Paus die dezelve wilde belegeren , na de inneeming van Mirandola. Bayard had het bevel over deeze bezetting. Dc Pa is zond ecu' geheimen zendeling, genaamd Gerlo, om te trachten i'en Hertog over te haaien tot een afzonderlyk verdrag , als de eerfte voorwaarde voorftellcnde,dat men hem de Franfchen zou overleveren, van welken hy niet wilde dat één ontfnappen zou. Dc Hertog, na lang met den afgezondenen gefproken te hebben, cn ziende dat hy een dier fcbelmen was, die zich aan dc meestbiedende verkoopen , bragt hem onder 't oog , het weinig vertrouwen dat de beloften van den Paus konden inboezemen; drong aan op dc bekende ondankbaarheid van Julius den Tweeden, jegens alle de geenen die hem gediend hadden; eene ondankbaarheid, zeide hy, aan dewelke gy, Gerlo, meer dan een ander bloot ftaat; want het is zeer gcvaarlyk, de geheimen van zulk eenen meester te bezitten. De H rtog voegde 'er by dat de Paus heel oud was, dat _zyn opvolger misleiden geen vyand van Vrankryk zou weezen; dat aldus dc toeftand van Getto niet zeker was, en zyn gering fortuin groot gevaar liep. Ongevoelig waagde het de Hertog, om hem een aanzienelyker en zekerder lot aan te bieden, zo hy zich aan hem wilde verbinden. Deeze baatzuchtige wierd bekoord op het eerfte aanbod, en gaf zich over op het tweede. De Hertog kwam zo verre, dat hy den verraadcr overhaalde om den Paus te vergiftigen : en, moedig op dien uitflag, ging hy alles aan Bayard verhaaien. Hy begon met het ontwerp van Julius tegen de Franfchen aan hem te ontd.kken, en eindigde met deeze woorden : maar ik heb zyn' man omgekocht, die my beloofd heeft dat de Paus binnen acht dagen niet meer in 't leven zal zyn. Hoe , zeidc Bayard, boertende en met eene gulhartige eenvoudigheid , die nier eens het denkbeeld van de misdaad, die hem voorgehouden wierd , op. merkte. Hoe weet men dat de Paus binnen acht dagen niet meer keven zall heeft dan de man die dit zegt met God gefproken? De Her-  AANTEEKENINGEN. 5 !0g msgclykj deeze verheven eenvoudigheid inrerlyk vcrfraaadende, maakte geen zwaarigheid om het ontwerp van het vergift aan hem te ontdekken : 6 mynheer, riep Bayard uit, ik zeil nooit gelooven dat zulk een edele Prins, als gy zyt, dit gruwelyk verraad toe zal jlemmen: en, zo ik hel geloofde, ik zweer u,by myn ziel,dalik, eer het nacht wierd, den Paus daar van kennis zou geeven. Hem ? hernam de Hertog, hy heeft wel zoniet u en my willen handelen: gy weet dat wy zeven of acht van zyn fpionnen hebben doen ophangen, welken naar Ferrara gezonden waren om my te doen van kant helpen door myne onderdaanen. Bayard antwoordde ftoutmoedig dat hy niet gefchikt was om voorbeelden van veiraad na te volgen. Toen zeide dc Hertog, zyne fchouders opnaaiende, en tegen de aarde fpuwende, deeze woorden : bayard, ik wenschte dat alleen dit, al myne vyanden kon dooden : maar dewyl gy het niet goedvind Zal de zaak niet verder gaan. Denk vry dat het u en my nog zal bemuwen. —— Neen, het zal my nimmer berouwen een misdaad belet te hebben, hernam Bayard: maar, mynheer, lever my den knaap over,die dit fraaije meesterjluk wil uitvoeren; en, zo hy niet binnen een uur gehangen is, wil ik het in Zyn plaats gedaan worden. De Hertog aniwoordde dat hy aan Gerlo vrygeleide beloofd had, en dat hy hem te rug zou zenden, hetwelk, tegen den zin van Bayard, gefchiedde. Gerlo wierd eenigen tyd daarna, om eene andere verraadery, te Brescia opgehangen. Deeze daad overtreft die van Fabricius, want de dokter, die aanbood om Pirrhus te vergiftigen, was niet afgezonden door dien vorst om een verraad uit te werken tegen den Romeinfchen Burgemeester. Fabricius behoefde dus, gelyk Bayard, in zichzclven niet te ftryden met de zucht tot wraak, die zo natuurlyk en verleidende is; die ons de rechtvaardigheid zelve fchynt, wanneer het 'er alleen op aan komt om weerwraak te gebruiken, cn onzen eigen vyand te doen vallen in den ftrik dien hy voor ons bereid had. G Pag.  6 HlSTORISCHE Pag. 16, regel 13. ^ns kruin, alreedsvergrysddoorvlermaal twintig jaaren, Oe Pnesterlyke muts en V krygsmans helm durft paaren. ***** ^ndelyk e» belagche.yk, dat JnUua de tweede, Dezelfde Pag. Regel 25. Fan Maximiliaan kan ik geen voordeel hooien, Die vorst tracht naar geen hart, zo hydoor goud moet koop». Deeze Vorst was gierig, en had altyd gebrek aan geld. Men noemde ben,, u,t fpotterny, Miximittln prtHe cke,a,ce. (7o veel ■h of men zeide: * kaaUs MMmUmm.) IIy had nochtans een vry zeldzaam middel om geld te verkrygen. want, als het gebrek daarvan, hem te fterk drong, teekende hy een traktaat van bondrnoodfcbap, en deed zieh zeer duur voor zyne teekening betaa- Dezelfde Pag. Regel 27. Van Ferdinafld, wiens list de Koningen misleid, Ferdinand, Koning van Arragon, uit hoofde zyner geboorteKoning van Kastilien, uit hoofde van zyn huwelvk; Overwinnaar van het Koningryk Crcnad-,, was de eerfte Koning van Spanje Zvn kwaade trouw heeft hem meer' berucht gemaakt dan zyne «Mgt. Op zekeren tyd zeide iemand tegen hem: Lodewyk de twaalfde geeft voor dat gy hem driemaal bedrogen hebt. Driemaal, hernam Ferdinand? ik heb hem wel tienmaal bedrogen. De-  AANTEEKENINGEN. 7 Dezelfde Pag. Regel 29. Venedig, ik leken 't, doet zich door ftoutheid eeren. liet Geinccnebcst Venedig of Venctie'n weèrdond, met eene ftandvastigheid tien ouden Romeinen waardig, de eerfte poogingen van vier ontzarjchclykc mogendheden tegen hetzelve verhonden, en zyne eeifte ncdtrlaagcn, die onvermydelyk waren. Lodewyk de twaalfde had den grootden misdag begaan, door zich te verbinden met den Paus, den Keizer, en den Koning van Spanje, zyne vyanden ten allen tyde, tegen de Venetiaanen, zyne roodzaakclyke vrinden, liet Kamcryks verbond word befchouwd als een monster in de ftaatkunde. Het bewy.st, zeggen de Prcfident Hénault en de Abt du ISos, deeze waarheid, meer dan eens erkend, dat de groote mogendheden, zich verzwakken door zich te faamen te verbinden. Maar het geen nog wonderlyker fcheen dan dit verbond, was Lodewyk den twaalfden alleen, zonder hulp van zyne bemdgenooten, de legers van het Gemeenebest te zien verdaan, het te noodzaaken om al dcszclfs Staatcn op het vaste land te ruimen, cn vervolgens Venetien alle deeze Provinciën te 71'en lui neeroen door bvftand van dcnzclfden Paus, dcnzelfden Keizer en derzelfden Koning van Spanje, die zich, kort te vooren, tegen dit Gemeenebest, met Lodewyk den twaalfden, verbonden hadden. De Paus na de Venetiaanen in den ban gedaan en het Franfche leger ingeroepen te hebben, deed dat leger in den brm en zegende de Venetiaanen. Dit onbetaamelyk misbruik van de geestelyke magt kwam het hof van Romen, in deeze oneelukkige eeuw, duur te daan. Wanneer men den Paus dus met zyne gewyde wapenen zag fpeelen, hield men op die te vreezen: zyne magt bedond in den eerbied van 't voik: en, wanneer hy zelf het volk dien eerbied verliezen deed, moest hy opgemerkt hebben dat hy werkzaam was tot vernietiging van zyn eigen gezag. G 2 Pag.  8 HISTORISCHE Pag. 18, Regel 26. De jeugdige Valois, die na hem heer/eken moet, enz. De Historiefchryvers zeggen, dat Francois de eerde, toen nog Hertog van Valois, opgehouden aan het hof van Lodewyk den twaalfden, wiens waarfchynelyke erfgenaam hy was, op eene edeIe wyze den roem, dien Gaston in Italië verkreeg, benydde. Men weet dat Francois, Koning geworden, door de band van Bayard na den flag van Marignan, Ridder geflagen wilde worden: het is niet wel moogelyk vooreen' monarch een grootereer aan een'onderdaan te vergunnen. Bayard, die, geduurende zyn gantfche leven nooit om gunstbewyzen verzocht, ontfine nooit andere dan zullè waarom nooit verzocht word; die eerbewyzen, welke eene groote verdtende de helden doet verwerven in het eetde oogcublik dat zy zich naar billykheid doen bewonderen, wanneer de nyd nog geen* tyd tot overweegteg gehad heeft. Indien men deezen grooten man krygswaardigheden of bedieningen gaf, dan was het om dat men hem tot dezelven noodig had: en die bevorderingen kwamen trog zo laat dat ze hem weinig genoegen meer konden geeverr. Wat de rykdommen aangaat, men fchonk hem die nierr hy wist dezelven te verkrygen door zynen degen. In zyne eeuw had een oorlogsman niets dan dcezen noodig om zyn fortuin te maaken Bayard was arm geboren; hy maakte veel krygsgeva,genen en leefde' rykelyk:de menigvuldige losgelden aan hem betaald, en die zyne grootmoedigheid altyd op een edele wyze bepaalde, de aautnerkelvke buit die hy op zyne vyanden maakte, bezorgden hem een Voort van overvloed. Zyne gefebiedenis fpreekt dikwils van groote kos ten die hy in 't leger deed, niet bedeed voor voorwerpen van weel de; zulk een man verfmaadde al het geen de ziel en het lichaam" verzwakt; maar tot nuttige einden, om op zulk een grooUche wyze zyne middelen te doen drekken tot voordeel van de adelyke ar-  AANTEEKENINGEN. 9 armoede, die op geene andere wyze iets zon konnen aanneemen. Alles gaf Bayard aanleiding tot müddaadighcid. Hadden eenige Officieren cenigzins fchade geleden in een gevecht, dan achtte hy zich verpligt om met hen het geen hy van den vyaud gewonnen had te deeltn. Van zyne vio.gfte jeugd af verloor nooit iemand zyner medgczellen zyn paard, of Bajard bezorgde hem een ander; wanneer hy tfdnc kroon had, deelde elk daarin. Op zekeren tyd fehonk zyn Genei aal hem 300 mark zil vei werk, dat de oproerigen van Tortonne aanboden om zich van de plundering vry te koopen. Bayard durfde niet weigeren, het zelve aan te ncemen; ma.ir zocht een vr orwendzel om grootmoedig te zyn, 't welk zyn braaf gemoed welhaast vond. God bewaar e my, zeide hy, dat het geen van zulke Jlechte lieden komt ooit in myn huis koome; dit mogt my onheil baar en. En hy had deeze woorden niet uitgefproken, of het zilverwerk was onder de foldaaten verdeeld. Ondertusfchen had Bayard, toen flechts vierentwintig jaaren oud, geen tien kroonen in zyn beurs. Op een' anderen tyd, dat hy op party uitgezonden was, veroverde hy 15000 ducaaten, toebehoorende aan dien doorluchtigen bedrieger, den grooten Generaal genaamd. Een jong Officier, die zich by het ncemen van deczen buit bevond, zo veel goud in zyn byzyn ziende tellen, riep uit: Ach ! Zo ik de helft hiervan had zou ik al myn leven gelukkig zyn. Tast toe, fprak Bayard. De jongman dacht dat het boertery was, te meer daar Bayard reden had om zich over hem te bcklaagen; maar hoe groot wartn zyn verwondering, zyne blydfcbap en fchaamte, toen hy zag dat de liddcr ernftig fprak 1 hy nam de helft van de 15000 dukaaten.eu Bayard gaf dc andere helft aan de foldaaten van zyne Kompagnie. In een tydftip dat hy zekere neiging tot wellust wilde involgen , bragt men hem een jong Meisje , by welke hy dacht met het levendigst vermaak ontfangen te zullen worden. —— Zy fchreidë : hy ondervraagt haar, en verneemt dat zy de docliter G 3 i*  10 HISTORISCHE » » een' arm' edelman, in 't ,eger geftorvcn; en dat haar moeder, door gebrek tot het meerite gebragt, de eer van dit ongeluk. k.g knul thans, voor de eerfte maal, had verkocht. Op het oogen- * Ba>'^ ^ *■ arm, en geleid haar by een zLr bloedverwanten, eene vrouw van den aanzienleden (Hat in Grenoble: hy zend om haare moeder, brengt haar de eerloosheid van haar gedrag onder de oogen, verzacht haare nooddruft, fehenkt een' bruidfchai aan de dochter en trouwt haar uit. Het is byna niet moogelyk voor de yvcrigfte voorltanders van het zelfbelang om niet aangedaan te worden, ja, ik durf zeggen om «chzclven niet te verachten, by het leezen van diergelyke trekken van belangeloosheid. Pag 19, Regel 11. De broeder van den vorst van 't Spaanfche koningryk, De Hertog van Nemours, de Neef van Lodewyk. Gaston, zoon van eene zuster van Lodewyk den twaalfden, had zelf een zuster, genaamd Germaiue van Foix, die gehuwd was gewcest aan Ferdinand, Koning van Spanje, Weduwnaar van ICabclIa van Kastilien. Gaston wierd in alles behandeld als een Prins van den bloede: mm gaf hem in 't leger geenen anderen naam dan dien van mnfieur. Het is zeker, dat Lodewyk hem het koningryk van Napels wilde afftaan, en hem zyne tweede dochter Renée van Vrankryk, naderhand Hertogin van Ferrara, ten huwlyk geeven. Het eenige mie! lel om dat koningryk aan de Franfchen te behouden was moogelyk, om dc Napolitaanen een' eigen Koning te bezorgen: hunne onftandvastigheid jegens vreemde Koningen, die buiten hun ryk hunnen zetel hadden, maakte deeze ftaatkunde, die naderhand met een goed gevolg aangenomen is , noodzaakelyk. Dc-  AANTEEKENINGEN. II Dezelfde Pag. Regel 2t. Gelyk een jong foldaat haakt hy gejlaag naar 't Jlryden; Gelyk een gryze held weet hy den flag te myden. Gaston deed zyn' eciften veldtogt by de inneeming van Genua, en by den veldflag van Agnadel, waar hy zich vertoonde als een held, die zich in zyne kindschheid reeds kennen doet. Sedert, het bevel over het leger aangenomen hebbende, deed hy in het Milaaneefcheeen' veldtogt tegen de Zwitzers, waardig aanFabius, den beltr)dcr van Hannlbal, dewyl hy die vyanden zo wist af te matten en den toevoer af te fnyden, dat zy, zonder flag geleverd te hebben, naar hun land te rug moesten trekken. Welk eene krygskunde trv voorzigtigheid in een' Generaal van twee- en twintig jaaren 1 Pag. 20. Regel. 14. Uw kloekheid word misleid indien gy hoop durft voeden Op Gastons onderfland, die, door de watervloeden En menig diep moeras in d' optogt word belet. I!i heb (zegt de lieer de belloy) getracht de zwaarigheden, die zich te;;en den togt van Gaston aankantten, naauwkeurig te befchryven: en, wel verre van die te vergrooten, heb ik die misfchien niet groot genoeg voorgcfteld. Zonder de zekel'e waarheid van dit byna ongelooflyk voorval, had ik de treffende Coup de Theatre die de tyding van de aankomst van Gaston verwekt niet durven waagen. De groote verwondering die deeze komst moet veroorzaaken, is volkomen gelyk aan de ontzetting die zy in het kasteel van Brescia voot'bragt, wanneer men in hetzelve de vaandels gewaar wierd van dat leger, 't geen men wist dat veertig mylen van daar in zyn voorttrekken wierd belet door ontzagchelyke benden, cn bovenal weêiljpuden door de fneeuw en het ys, en door drie overftrooinde rivicicn, die hetzelve doortrekken moest in 't gezicht van twee talG 4 ry-  12 HISTORISCHE ryke legers, en hetwelk nochtans dien togtin den tyd van acht dagen had gedaan. Maar diergelyke zwaarigheden , voor anderen onoverkomelyk/poorden Gaston aan; maar verhinderden hetn niet. On- eeiukk ,s Ilv die te veei op de zwaarig|]£den ]e m ny die er mee genoeg oplet. Pag. 21, Regel 18. En weet dat geen van hen deez' moordpoel zal ontwyken Dan langs een brug van puin en vyandlyke lyken. Deeze twee vaerfen behelzen de eigen woorden met welke Bay rd,teMez, res (daar hy het opperbevel had) hen voortelde om zich over te geeven. Dit beleg van Méziéres is byna het eenige voorval van cenig belang in het leven van Bayard waarvan in dit treurfpel geen melding gemaakt heeft kunnen worden. Hoe zou men, onder Lodewyk den twaalfden, een ver maard voorval , behoorei.de tot de regeering van de«elfi opvolger Franco.* den eerden, plaatzen? Bayard, verdeedigde zich in Mé' Ziéres met een hand vol volk in Hechte wallen, tegen twee ontzae Chelyke legers, en dwong die om het beleg op ,e breeken. De in woonders gedroegen zich waardig om hem tot Gouverneur te heb ben. Zy evenaarden hem in moed en geduld. Zy „aakten nielIwe walen, aan dewelke hy vlytig arbeidde gelyk de minde van hen Bayard, die vrolyk van aart was, bediende zich van een vry aaniee' hst om tnisverdand te wekken tusfehen de twee vyandlyke gene raals; maar deeze list zon niet genoegzaam zvn ceweest om Mé ziéres te redden, zo „iet de dapperheid en de blykbaarte oorlogskunde alle de onderneemingen der belegeraars verydeld hadden Dec ze fchoone verdeediging en de veldflag de t* Bastldo bevvyzen dat Ba yard met alleen de onverfaagdheid van een' foldaat, maar ook de be kwaamheden van een' Generaal bezat. Hy droeg een byzonderë zorg om van goede (pions wel voorzien te zyn. Te Méziéres word nog alle jaaren de vermaarde verloste»; van die  AANTEEKENINGEN. 13 die Stad, met groote pracht, gevierd. De voornaamfte plcgtigheid van dit feest is de lofrede van den ridder Bayard , die altyd uirgefprob.cn en gehoord word met eene nieuwe verrukking, en onder het Horten dier zoete traanen van verwondering en tederheid, die de bedryven van den dapperften der oorlogslieden en den besten der burgeren uit alle oogen doen vlocijen. Een Stad, die hy door zyne heerlyke daaden vereerde, en die zichzelve vereerde door hem getrouw byftand te bieden, heeft altyd recht zich daarop te beroemen. Dit gedenkfr.uk van dankbaarheid, geduurig vernieuwd door de burgers van Méziéres, getuigt dat zulk een dierbaare verlosfer niet Ikchts in hun geheugen leeft: neen: men bewaart in zyn hart. de deugden die men met zo veel dtift bemint. Pag. 24, Regel 23. H9t heir dier Stad deez' nacht in dit kasteel zal laaten. Avogaro, het hoofd van de faamenzwecring te Brescia, zocht het gantfche Franfche ieger te verdelgen. Dat leger had Brescia, een der grootlte Steden van Italië, achter den rug : Avogaro bragt de inwoonders aan het muiten, en liet het Venètiaanfche leger in de Stad, het welk door dat middel de Franfchcn aan alle kanten befloten hield, die tegelyk door 's Pausfen benden cn door de Spanjaarden wierden aangetast. De reden van deeze wraakzucht was eigentlyk dat een Italiaan, die door de Franfchen befchermd wierd, den zoon van Avogaro bcleedigd had. Doch de heer de eelloy heeft noodig geiicht hem een andere oorzaak tot die wraak te moeten geeven, om de hartstochten in het ftuk fterker te doen werken. Deeze Avogaro was een geboren onderdaan van den Koning van Vrankryk, alzo Brescia altyd tot het Franfche ryk behoord had. C 5 Pag.  H H'STORJSCHE Pag- 25, Regel 3. Hy Wil myn Hertogdom my heimlyk wedergeeven. Altémoro b, een klein Prinsdom in het koningryk Napels. De perfoonaache die ,n dit treorfpel den naam van Altemoro draagt is van des dichters uitvinding, VJOr 't minst voor zo veelden rangen de lytels die hy hem geeft aangaat: want van de Ichelmachtige iiandehvys die Altemoro in het frul- hr»,A ■ 1 . , ' .. . . uct ml noud» vind men voorbeelden 111 de gefcbiedenis van dien tyd. Deeze Altemoro is eigentlyk een vertrouwde van den Graaf Avogaro, maar geenszins zulk een koele vertrouwde als men in verfcheiden treurfpelcn vind. De twee verraders zyn kontrasten van de twee helde,,, en bovendien is de tweede verrader volftrekt noodzaakelyk 111 het vyfde bedryf. Dezelfde Pag. Regei 20. Held Sotomahr reeds deed Jneuvlen door zyn handen. Het was ei.entlyk de liefde niet die Bayard tegen Sotomaior wapende; het was a'Ieen de eer. Deeze Spanjaard was gevangen geweest van den Franfchen ridder, en, misbruik maakende van de vryheid die men hem op zyn woord gelasten had, had hy het middel gevonden om te ontfnappen en was weder gevangen geno men. Eenigen tyd daarna keerde hy, zyn losgeld betaald hebbende, naar het Spaanfche leger. Men verweet hem de laagheid van zyne vlugt een gedrag een' ridder Onwaardig. Soto,naïor dur.de, om zich te rechtvaardigen, Bayard befchuldigen, van hem op eene harde en aan een' edelman weinig betaamelyke wyze behandeld te hebben. Bayard, die de beleefdheid zelve was was zeer verontwaardigd over deezen leugen, die hem ter ooren kwam • en zond een' uudaagingsbrief aan Sotamaio, Deeze was moedfc en wegerde het geveeht niet, het lot viel rechtvaardig „it, 2 I**rd, verwmna.tr,-beweende zyncn vyand. Zo ik looooo kr00. nen  AANTEEKENINGEN. 15 nen had, zeide hy, gaf ik die om hem verwonnen, zonder hein gedood te hebben. Voor 't overige gefchiedde dit gevecht te voet en met den degen, gelyk in het tweede bedryf van dit ltuk gezegd word. Pag. 33, Regel 15. Den vyand driemaal Jloeg, twee Jleden wreeken kon. Het ontzet van Bologne door Galton van Foix was een ft ort van wonderwerk, door de vaardigheid vaartne !e byuit het Milaaneefche tot hulp dezer Stad gevlogen was. By zyn aankomst, nam het leger der bondger.o itén, hoewel giootcr dan het zyne, de vlugt , en liet deszelfs achtethoede (laan. Van daar vloog Gaston naar Brescia, en verfloeg byna geheel de twee kleine legers die hem den overtogt van de Mincio betwistten. Alle zyne heldendaaden, en de herneeming van Brescia, waren het werk van Hechts vyftien dagen, van den 4den tot den 19 February. Pag- 34» laatfte regel. Laat ons dit uur doen zien wie van deez' heldenjloet De meeste liefde wint door d'eelflen heldenmoed. Deeze, waarlyk ridderlyke uitdrukkingen, zyn vry gelyk aan die, van welke Gaston zelf zich bediende vour den flag van Ravenna. Laat ons zien wat gy deczen 'dag doen zult ter eert van myn beminde. Pag. 49, Regel 2. Befchouwt... hoe zich Bayard grootmoedig kan verneiren. Dit tooncel van het tweegevecht, en de andere tooneelen die tot hetzelve aanleiding geeven, is een Epifode van des dichters vinding, die  *« HISTORISCHE die het ft* veel luister byzet. De grond daarvan is nochtans getrofe ken ült degefchiedenis. Bayard heeft nooit eenig verfchi, me Gaston gehad;maarhy heeft een' «er h_evigen twist gehad met den AttaÏÏ Bonnen cüe ook zy„. ^ ^ _ ^ ^ A opde.nech£enPostteRehee5alwaarhyhen1Seen-onderrtandbeZo^ ha mettegenftaande de nadrukkelykfte beloften. De fcbryver van het even van Bayard zegt, „ dat de ridder, eenige dagen voor Z dood, moc.elykheidhadmet den AdmirtaI; enL, J ' t leven gebleven was , zy beiden tnoogeiyk verder gegaan zotu „ wezen voor my, zegt de heer de bEIL0Ï) i^eL fd , b ^ yard, dte geftreng. inachtneetner der krygstucht f op , £ £ 48fte,aar, met zou begontten hebben dezelve in zo verre te ' er treeden, otn zyn' Generaal ten ftryde uit te daagen, otn eene o " voorztgttge onderneeming waarmede hy Item belast had. 11- , ' roep my hierin op de fchoone ziel van den ridder: deeze htd be-" ter dan tk een ede.aartig middel uitgevonden om het onaangenaame, dat deeze twtst voor zyn' General en hem kon geeven ,e vermyden. 81' tc Pag. 56, Regel 7. FUegt yllings naar die brug, gaat Spanje* magt te keer, Zn bied, geheel alleen, hen allen tegenweer. Bayard vernieuwde tweemaal in zyn leven deeze, byna ongetoofélyke dasd v,r Horadus Coc.es. By den brug van de GaShn, «. het Koningryk Napels, wederhield hy alleen tweehonderd ETt" ! T kWaW *** by tydS te hl""' c" zv "«'den verjaagd. Na zekeren flag , waarby het Franfcbe leger de neerlaag ge- O Bayard was in het jaar 1512, waarin het Stuk (peelt oud Co jaaren. 3  AANTEEKENINGEN. 17 geleden had, redde hy het overfchot van dat leger, zichzelvtn waagende, en byna een uur lang, niet vyftien mannen, by een brug, het grootfte gedeelte van het zegepraalende leger wederhoudende. Maar een bende Engelfchen, de rivier met fcbuirin overgekomen zynde, bezette hem van achteren, en Bayard wierd door eene vry aartige kunstgreep , gevangen zonder dat men hem als krygsgevangen kon aanmerken. Hy drong door alles wat hem omringde heen, en bemerkende, aan de overzyde va« den brug, een' Engdsch' officier, die, den ftryd geëindigd achtende, zeer vermoeid by den voet van een' boom nederzat, liep hy naar hem toe met de gevelde fpeer, en riep: Geef u over, man van wapenen of gy zyt dood. Dc Engelschman , veifchrokken , gaf zich over: en ik, fprak Bayard, geef my ook aan u over. Na dien tyd durfde de Engelfche Officier vraagen om het losgeld van Bayatd, aan wien hy het leven fchuldig was. De Keizer cn de Koning van Euaeland verwierpen deezeii oncdelen eisch. Dezelfde Pag. Regel 26. 't Gantsch yzer van een fpeer by 't harnas ingedrongen. Bayard had , by het ftormen op Brescia, het middenpunt des aanvals op zich genomen : op het oogenblik dat hy dc verfchansfin» indrong, ontfing hy in het bovenfte van de dye eenfteekmet een fpeer die zo diep doordrong dat de fpeer brak: het yzer en een fluit van het hout bleef in de wonde, fly zeide tegen den heer de Molart, zyn' bloedverwant, die naast hem ftreed: Myn vrind, laat uw volk voorttrekken, ik fterf. Nemours vernam dit ongeluk, en riep uit, eenige traanen ftortende: myne vrinden, laat ons den volmaakjlen ridder, die ooit in de waereld was, wreekenl De ftad wierd welhaast ftormenderhand veroverd, en eenige foldaaten droesen Bayard in dezelve, op een huisdeur die zy losgemaakt hadden. Men had toen nog in dc legers die voorzichtige en onbegrypelyke voorzorgen niet,  18 HIST0RISCHE niet, die de mcnscMicvcnd'.eid thans zo memgVBIdfe verich.fr b het midden dier velden van bloedirortim, verlcnaft m deren en de eer van haare dochters tP k ' " g0c- <-> * - «. ^rr^rtTï zou verftrckken. Deez* vrouw r.ins 7c.r , ? r ZCkerheid heelmeester haa-en, die het L „t d ! 0,daatC"' dC" dat de woud niet doodelvk Z DI Tf f de wonde hield; het ^^LLZ^^T, pag- 57, Regel ir. Vyf helden van myn'flam, gefneuveld door 't geweer. De vader van Bayard wieed in een' n,8 zodanio „.i den dienst est venten, » £ «» zyn ailen i„ den dienst van hun vaderland gelne^d Pag. 58, Regel 5. n fneuvel door verraad. Ween niet om my, g neen. Beween hem die „„• VllRt Zo eerloos heeft vertrel - -«. * -«.m- * H--volTAIREllctftgebn,1;gcn]Mkt vm ^ J in  AANTEEKENINGEN. 19 in zyn fchoon Treurfpel Amelia, daar Vamir zegt, (volgens de vertaaling van den Heer nomsz.) Myn ziel beklaagt u meerder! Gy baat uw vaderland, en gy verraad verwoed Uw' vorst, die u bemint, en boven dien uw bloed, en wat verder: Beklaag hem meer dan my, en fmeck niet, tot uw' fmaad Beklaag hem, die u hoont, en laf zyn' vorst verraad. Ik denk niet, zegt de Heer de bfiloy. dat dit my mo~-,t beletten om Bayard zyne eigene woorden te doen fpreeken. Dc famenhang geeft dezelven in dit ft uk minder'levendigheid; maar echter een byzondere fynheid cn kracht, doordien Bayard, tegen den fchuldigen zeiven fpreekende , tegen hem van een* ander* meent te fpreeken. Dit is veel winnen door een weinig tc verliezen. Pag. 60, Regel 19. 'k Zag dertigduizend mannen... (Schoon '* ongelooflikfchynt,') door een tienduizend tal Van ons heldhaftig volk vermeesterd in hunn' wal. Hoewel de Heer r>r? belloy de Spaanfche en Italiaanfche benden, (wel niet juist overeenkomftig met de gefchiedenis) in IVe«cia gefteld heeft, is echter het getal van 't krygsvolk dat de Stad verweerde niet vergroot: het bedroeg meer' dan 22000 mannen, behalvcn de inwoonders, die allen gewapend waren. De vrouwen zeiven wierpen uit de vensters met fteenen , kookend water,en*. Nemours bad in alles geen 12000 mannen, en had noch twaalf honderd daarvan gelaaten, onder het bevel van d'Alégre , by de poort van St. Joannes, de eenigfte die de vyanden niet bemuurd hadden , en door dewelke zy een' uitval konden doen. Deeze twaalf-  a« HISTORISCHE twaalfhonderd mannen hielden zich huiten den aanval , zy verdelgden de vlugtelingen. De oneven, eehgheid tusfchen het getal der aanvallers en verdeedigers van Brescia was zo gtoot, dat de laatfte, de overwinning zeker achtende, met eikanderen raadpleegden of zy de Franfchen in gewyde aarde zouden begraaven : (want men achtte de geenen die met den Paus oorloogden in den ban gedaan.) Dit was wel de historie van den beer en de jaagers. Dezelfde Pag. Regel 23. En 't Franfche heir, gefchaard by zyne krygsbanieren, Scheen Jlechts een legerveld gefchikt om feest te vieren. De Historiefchryvers fpreeken allen met verrukking, van de naauwkeurigheid en dc' gcmakkelykheid waarmede Gaston zyn leger wist te bellieren, tot de grootfte krygsverrichtingen, en die rasfe beweegingen, die de fortuin als beheerfchen: na de verfchanfingen en wallen van Brescia ingenomen te hebben, deed hy zyne benden aan de overzyde van een brug fland houden, en hcrftelde dezelven, zo fpoedig en in zulk een goede orde, dat men zou gedacht hebben dat zy den vyand nog niet gezien hadden. Hy plukte op het oogenblik de vrucht van dit verftandig gedrag; want hy vond, op de groote markt der ftad, de Venetiaanfche benden geheel frisch en in de fchoonfte orde. Wat zou van de verwinnaars geworden zyn, zo hun generaal hen het misbruik van de zege had vergund, en hen niet gewend had altyd gereed te zyn tot ftryden, zelfs na het einde van het gevecht. Hoe verwonderenswaardig is het dat de eenige generaal van die eeuw, die de krygstucht en oorlogskunst tot dien top van volmaaktheid gebragt heeft, een jongeling is geweest van 20 a 22 jaaren. Welk een vernuft! Men zeide ook van hem (*) dat hy „ de ziel van zyn „ le- (') Zie Pag. 77. Regel 18.  AANTEEKENINGEN. 21 „ leger was, en dat hy hetzelve zo gemakkelyk kon in beweeging „ brengen als hy zyn eigen ligchaam beweegde. In het midden van „ den ftryd nam hy zo bedaard zyn befluit als in zyne tent. De „ foldaaten toonden , zo dra zy hem zagen , een gerust vcrtrou„ wen, dat zy onder de andeie legerhoofden niet hadden." Men waagde alles met hem , om dat men hem aanbad, en dat men dacht met hem niets te waagen: en waarlyk , by deezen aanval op Brescia, die byna een geheel leger aan de belegerden kostte, verloor hy geen tweehonderd mannen. Pag. f55, Regel x. Neen: nimmermeer verried Pescara zyns gelyken. Deeze Spaanfcbe Generaal, zeer bekwaam in de krygskunde , was al zyn leven listig en woelziek: opgevoed aan het hof van Ferdinand , was het moeijelyk voor hem om een eerlyk man te wezen. Hy wierd door Gaston van Foix , by den veldflag van Ravenna , krygsgevnngen gemaakt. In het vervolg bragt hy byna even veel toe tot dc overwinning van Pavia, als de Connedable van Bourbon ; maar hy wilde zich meester maaken van den pcrfoon van Francois den eerden, om met Karei den vyfden een beding te maaken , en hem de wet te dellen. In 't einde bedroog hy zyns gelyken : hy verraadde , op een trouwelooze wyze, Moron, Kanfelier van 't Milaanetfcbe gebied, en al de andere faamengezwoorenen , met dcwelken hy het ontwerp gevormd had, om Karei den vyfden uit Italië te verjaagen , en zich, tot loon van zyn verraad, van de kroon van Napels te verzekeren. Deeze faamenzweering ontdekt zynde, veinsde Pescara daar aan alleen dc hand geleend te hebben, om beter de dryfveeren daarvan te ontdekken , en die vervolgens aan den Keizer te openbaaten. Deeze draay overreedde echter Karei niet, cn Pescara dierf kort daarna op eene vry verdachte wyze. » . Pm.  32 HISTORISCHE Pag. 68. Regel. 24. Spaart de arm burgery , het fpeeltuig Jlechts der grotten. Gaston was zo goedertitr nd en mensenlieven ! als dapper. Ily trachtte de verwoesting van Brescia voor te komen, en Helde de invvoonersvoor zich op billyke voorwaarden over te geeven ,Boe fflisdaadig ook hunne muit'ery mogt wezen ; zy antwoordden hem met Italiaanfche fpotternyën over zyne jcucd en welgemaaktheid. Nemours was genoodzaakt tot den ftonn, en, na de wallen overweldigt te hebben , moest nog van ftraat tot ftraat gevochten worden : toen was 'er geen middel meer om dc woede der benden te bedwingen , en Gaston zou voor de eerfte maal niet gehoorzaamd geworden zyn , zo hy de plondcring had willen beletten. De Schryver van het leven van Bayard getuigt : „ dat Nemours „ met eeten noch drinken wilde, voor dat hy alle de bevelheb„ bers by elkander geroepen en dc orde herfteld had." Ondanks al zyne zorgen was het eene flagting: achtduizend Venetiaanfche Soldaatcn, en meer dan twaalfduizend inwoonilers wierden gedood. De woede der Franfchen was rechtvaardig ; want de Bresciaancn hadden, by hunnen opftand, al dc Franfchen, die zich in hunne Stad neergezet hadden, onbarmhartig vermoord,zonder een' eenigen genade te vcrlcenen. De Graaf Avogaro nam dc vlugt, wierd gevat door het paardevolk van d'Alegre , en is nadttha.nl , op bevel van Gaston , te Brescia onthalsd. Pag- 73. Regel 8. Verdubbel 't losgeld Jlechts: laat dit u niet mishaagen. 't Is voor u volk, gewond in 't jongst gevecht,gefchikt. Dit is een flnamve fchets v»h dc edelmoedigheid die Bayard bje-  AANTEEKENINGEN, 23 toonde omtrent de vrouw, by welke hy, na zyn wond , gebragt wierd. Deeze gelukkige moeder, achtende hem een blyk van haare dankbaarheid, en zelfs een foort van rantfoen voor de befcherming van haare dochters en het behoud van haare goederen, fchuldig te wezen, bragt hem, toen hy vertrekken zou, een klein kistje met 2500 ducaaten. Bayard glimlagchte: zy dacht dat hy de geringheid dier fom verfmaadde; maar, welhaast van het tegendeel oveptui^d, ziende, dat zy zyne weigering niet verwinnen kon, achtte zy zich daar door beledigd. De goede Ridder, haar niet te zeer willende bedroeven, verzocht haar haare dochters te laaien ko-> men: en ,' na zich voor deeze juffrouwen ontfchuldigd te hebben, dat hy haar geen aanzienelyker gefchenken aan kon bieden, zeide hy tot haar: „ Zie hier eene gift die uwe moeder my zo daadlyk heeft doen ontfangen; wees zo goed om deeze 2000 dukaalen onder UW beiden te verdeden; opdat men zeggen kdn, dat Bayard geholpen heeft om u uit ie trouwen" Ten opzichte van de overige 500 ducaaten, verzocht hy de moeder die voor hem uit te dcelen aan de ongelukkigften uit de inwoonde», die geplonderd geweest warm. Pag. o 1 , Regel 5. 6 Hemel! door wat hand fluit gy deeze euveldaên! De Gryzaart, alleen in het laatfte bedryf vorkomende , verre van eene overtollige perfonaadje te wezen, is geheel in den fmaak van het Griekfche treurfpel, en gelykt zeer veel naar den herder in den CEdipus van Sophocles. Hy is het die de knoop en de ontknooping van het treurfpel uitwerkt : daarenboven ftrekt hy tot een nieuw voorbeeld van den invloed die geringe lieden fomtyds hebben op het lot der grooten. Hoewel zyn geval niet in alle opzichten waar is,kan hetzelve echter,in eenen zekeren zin,als gebeurd worden aangemerkt ; want men weet dat byna alle faamenzweeiiügcn door gemeene lieden ontdekt zyn geworden. Dik„ H 2 wik  *4 HISTORISCHE 'v.1- gebeurt het, in tydcn van oproer, in de oorlogen , en zeIf3 « ■ «cmecnen loop des levens , dat het ,ot der ko ingen "„ vorte»va» de laagte foort van ntenfchen afhangt. De Trafi! * e Soldaat, » Zelmirc , en de Hoofdfchou, van Galais, ln de wiT^r Ca,a,S' hCri"-"- «* «— deeze nmti " * * *™" - Senoeghe,haa,enkan. „ej onu.ngd van zo veel lieden, wier belang het is hen dit te vergceten dat zy waarlyk eenigeu dank fchuldig zyn aan zul- ;f ^ °nderi'0U^ De van den treurfpel- ■ c r is om dan zyne lesfen niet op eene wyze te doen hooren, d,C d0ür Vcran'Ic™S van gclykcnisfén en voorbeelden voor tó Pag. 89, Regel r. r* «Wit, voor dien Herken wal, uw hulp en raad, mynvrlnd! Na de verovering van Brescia, trok Gaston „« Ravenna, waar e heerlyke zege beulde, doch na dezelve, op een ongeluklage Wyze fheuvelde. De Schryv.s verfcbillen zeer over de omllaudigheden van zvne A^nA, • , < djgftcni ZJ1K dood: volgende zyn dc gclocfwaar- bemSt WM tcn «« Franfchen, verzocht G*tOn zelf op bet ilagveld blyven zott : Gaston bleef eenigen *yd *ar op; maar een bende Spaanfche Piekenie* was in het begin van den flag door een bende Franfche Sfhutters heen «drongen en met te rug durvende keeren, waar alles met de zegepraal^ ' cn bedekt was, ,Mm zy den weg naar de Stad, om ziek it, deze-ve te beveiligen. Gaston, die niet zeer verre was van den «ivn, zag dtc btweegtog, hsderde om de reden daar van te onder. *K*cn, cn ncr, tegen eenige Schutters, die zich by hem kwamen voe-  AANTEEKENINGEN 25 voegen: wat is dat daar? zy antwoorden: het zyn de Spanjaarden die ons verflagen hebben. Nemours, het gevaar grooter achtende als het inderdaad was, vertrok zo fnel als een blikfem , niet denkende dat hy zich verwyderd had van zyn paardevolk, en niets by zicli had dan vyftien mannen: hy viel op de twee bataillons Spanjaarden aan, drong 'er in, ondanks een bosch van fpec-ren die tegen hem geveld wierden: maar welhaast wierd zvn paard gedood} Nemours viel; hy Hond weder op, en verdeedigde zich lang als een wanhoopende, geene andere wapenen hebbende dan zyn' degen. Vergeefs lchreeuwdc Lautrec: dood hem niet; het is onze onderkoning, de broeder van uwe Koningin : de woedende Spanjaarden doorboorden hem met duizend fteeken: hy ontfing alleen in het aangezicht veertien wonden. Bayard, van het najaagen der vyanden te rug keerende, ontmoette dezelfde bataillons; hy deed hen hunne {landaarden overgeeven en liet hen gaan, om dat hy toen niet meer' dan 40 mannen by zich had. Ily wist niets van het ongeluk van Gaston: moogelyk, zo hy 't gewceten had, zouden de droefheid en toorn hem ook hebben doen dwaalen, en hy zou, door zyn' generaal en vrind te willen wreaken, moogelyk mede vergaan zyn. Ik zal hier alleen nog laaten volgen een uittrekzel van een' brief, (die geheel achter bet Franfche Stuk gevonden word) geschreven door Bayard aan zyncu Oom Laurent Alcman, na den flag van Ravenna, in den naïven ftyl dier eeuw, dien ik in de vertaaling niet kan behouden: welk uittrekzel ten bewyze kan {trekken van de tedere vrindfehap tusfehen Gaston en hem. Na dat Bayard een nauwkeurig verllag van de nederlaag der vy inden gegeeven heeft, drukt hy zich dus uit : „ Mynheer, zo dc Koning den veldflag gewonnen heeft, ik zweer n dat onze arme edellieden die verloren hebben: want, terwyl wy de vyanden najaagden , vond Mynheer van Nemours eenig voetvolk d.itzich weder heifhlddc, en wilde daatop aanvallen,maar die door- luch-  20 HISTORISCH luchtige Prins was van zo weinig volk vergezeld, dat hy daar ge. dood wierd. Nu was van allen rouw die ooit gezien wierd geene zo groot als die, welken men thans betoond heeft,' en nog in ons leger betoont: want het fehynt als of wy den flag verloren hadden. Ik verzeker u, Mynheer, dat het voor den Konina een grooter verhes is als eenig vorst, in. honderd jaaren, gebs/heeft: en, 20 hy tot mannelyke jaaren gekomen was, zou hy daaden gedaan hebben die nooit eenig Prins gedaan heeft. De Soldaaten kunnen wel zeggen, dat zy hunnen vader verloren hebben: en, wat my aangaat, Mynheer, ik moet voortaan myn leven flyten fa droefgeestigheid 5 want ik heb zo veel verloren, dat ik het u niet fchrvven kan :" enz. EINDE.