CHARACTERKUNDJJ DER VADERLAND S C H B GESCHIEDENJSSE.   CHARACTER KUNDE DER VADERLANDSCHE GESCHIEDENISSE. II. DEEL. Te IJ A E RL E M, lhj A. L O O S J E S, 1'z. MDCCLXXXVl.   CHARACTERKUNÖÉ DER yADERLANDSCHÊ GESCHIEDENISSEN VIERDE BOEK. BEVATTENDE DE CHARACTERS DER GRAAVEN UIT DEN HUIZE VAN BEIEREN EN HUNNE VOORNAAMSTE TYD* GENOOTEN, f» ° E D E E L- TENS DER THANS VEREENIGDE NEDERLANDEN. EERSTE HOOFDSTUK. margareet Gravinne van Hollandvv11> le M van ieijeüEN 5 of de V, Graaf van Holland; jan van arkel, Bisfchop van Utrecht* Verwondert u niet, Lezers, den Inhoud deezes Boeks in het Opfchrift des eerften Hoofdftuks met elkander vergelykende * hier den naam Gravin margareet te vinden, en haar dus geplaatst onder de GraaVen uit Beijerfchen Huize. 7>y behoort tot U DEEL. A die, IV Boek; I. Hoöfdüt. Waarom migareet Uiét geplaatst ï 1  ft CHARACTERKUNDEDEtt IV Boek. I. HOOFÜST. MARGAREET tot Gravinne verhecven. i t ( ) ( t die, uit den Huize van Henegouwen. Docli in de Character-befchouwing dier Gravinne flaan wy, a!s 't waare, teflens het oog op haarcn Zoon willém den V, eerlied Graaf uit den Huize van Beijeren. De Staatsverrigtingen dier Moeder en Zoon, ter opzigte van deeze Landen, zyn dermaate aan elkander gehegt, dat men margareet, behalven in den beginne, en Hechts voor een korten tyd , niet zonder deezen haaren Zoon ziet, die in 't einde over haar zegepraalde, en het Graaffchaplyk bewind in den Huize van Beijeren overbrugt. Eene genoegzaam e reden voor de Characterkunde , om , met deeze kleine herinnering, van den gewoonen weg eenigzins af te wyken , en de Gefchiedkundige waarheid in haar geheel laatende, eene Vryheid te neemen, welke haar in (iaat fielt, om, op de voeglykften tred, voort te gaan. Veelvuldige poogingen van het Engelfche ïïof, om deeze Gewesten, in zyn Geweld, )f althans onder zyn Befluur, te krygen, varen gelukkig verydeld. Geen wonder, lat de Staatzugtige eduard, by het kinIerloos overlyden van willem den IV, ïiets onbeproefd liet om voor zyne Vrouwe, luster diens Graave, de naagelaatene Lanlen zo niet geheel, ten minften ten deele, e bekomen. Engelsgezindheid was, in deeze da.  VADERL. GESCHIEDENIS, 3 dap-en dc kwaal der Landzaaten niet; in te» ] gendeel waren zy tegen den trots van dat Volk ingenomen; de aanflag op Graaf f l oris den V, aan dat heerschzugtig Hof gefmeed , zo wel als de dwangrcgeering' on* der jan d e n I, van daar herkornftig, ftalc hun in den krop. 'sOverleeden Graafs oudlfr* Zuster, Keizerin margareet, was zyne naaste Erfgenaame. Keizer LoDEwyfcgaf niet alleen de Inhuldiging van Henegouwen, Holland , Zeeland en Friesland , aan zynft Egtgenoote ; doch verklaarde , op dat Engeland zich geen deel dier naalaatenfchappe zou aamnaatigen , dat deeze Vier Landichappen niet van elkander zouden kunne» gel'cheiden worden. Desgelyks tradt margareet, om edüards Staatzugtige bedoelingen te verydelen, onmiddelyk in eene Verbintenis met Frankryk. Men zou zich ligt verbeelden, dat eene Gravinne, gelterkt door zulk een magtigen arm als die haars Mans den Keizer, met allen glans der Heerfchappye, in de naagelaatene Landen haars Broeders, zou opdagen; maar dit was, noch in Henegouwen, noch in deeze Gewesten , haar geval. In 't eerst* gemelde Landfchap vverdt zy voor Gravinne erkend, onder voorwaarden, van niets uit *sLands inkomfteji te zullen genieten, voor dat de fchulden van haaren Broeder Graaf A a WiJ> V Roek. . HüOFUST» 4 Verbintenissen door haar langegaan.  VI Boek. i. HjOFDST. 4 CHARACTERKUNDÊ der. vvillem betanld waren; en, fcnoöii men hier te Lande zich niet afkeerig getoond hadt van uitheemfche Vörftinnen , door Egtverbintenisfen met Graaven uit den Hollandfc'ie Huize vereenigd; doch deeze veeleer als Inboorlingen aangemerkt , en tot Voogdesfert over haare Zoonen aangefleld , vondt de Kleindogter van avenues uit Duhschland overkomende om de Regeerirg te aanvaarden, ondanks haare Keizerlyke Waardigheid, geen gerecden ingang. De liefde voor het Huis waar uit zy afftamde was niet geworteld in 't hart der Nederlanderen ; in tegendeel fchooten de zaaden van onmin en beroerte, onder de Regering haarer Henegouwfche Voorzaaten , gezaaid , van alle kanten op. Zy moest, om deezen opgroei te verhinderen, en zich te Herken tegen den aanhang, dien de Koning van Engeland onder de Landzaaten mogt hebben : (want Staatzorg gaat met veel agterdenkens gepaard;) als mede om den Landzaat aan zich te verbinden, eene Voorwaarde voor zich en haar Naakomelingen ondeifchryven , die de voorregten der Oppennagt bepaalde, en de Ingezetenen vrywaarde van Krygstochten, welke zy voorheen , en nog onder den laatst overleden Graaf huns ondanks, hadden moeten vof- (*) Be ka, pag. 115.  VADERL. GESCHIEDENIS. 5 volgen: naamlyk , van geen Oorlog te zul i len beginnen buiten de paaien van Hofland, Zeeland en Friesland, dan by goeddunken der Ridderen en Knaapen, en der goede Steden van Holland ; of, in gevalle zy het dcedt, zou niemand gehouden weezen, haatte dienen, dan uit gunst en vrywillig. — Daarenboven eischte elke Stad , by haare Inhuldiging, verfcheide Voorregtcn, welke zy, om, door Goedertierenheid, de harten te winnen, toeftondt: was dit Staatkundig gehandeld, in haare omftandigheden, enden toenmaaligen ongerusten flaat van het Gemenebest ? Verre van daar, 't viel ligt te bevroeden, dat ieder weldaad, welke zy eene byzonderc Stad bewees , de verpligting, om de overige Steden desgelyks te beyoordeelen, vermenigvuldigde ; dit was onvolvocrbaar; haare Goedertierenheid, werdt, welhaast, voor Lafheid aangezien. Margareets fpoedig vertrek uit deeze Gewesten, naa haare Inhuldiging, vervreemde nog meer de Ingezetenen van de Gravinne : en het zenden van haaren tweeden Zoon willem, door den Keizer reeds tot Opvolger zyner Moeder benoemd , wrogt Jria* toe kragtdaadig mede. De Tytel van ve r BE ider der Graaflykheden van Henegouwen, Holland, Zeeland, en de Heeriykheid Friesland, was deezen Eerzugtigcn A 3 Jon- V ROMCi . IloOFUST. ZySeltHerr tOg WILLEM', haar Zoon toe Onderregent aan.  I. HlüIDST. MAROAEEB' beeft beroui van haare ovci gil'tc ; ep hei neemt dcLand voogd) e. 6 CIIARACTERKUNDE dek Jongeling niet genoeg: hy wilde op zyn eigen naam, niet als Stedehouder, regeeren. Hier toe zogt de Jonge Hertog zich by allen bemind te maaken. /eden vielen hem toe, fchoon anderen de zyde der Vorftinne hielden. Onzydigheid kon hier niet wel plaats, vinden. — 's Keizers dood deed hem openlyker uitkomen voor 't geen hy in den fchild voerde. Van ontzag voor zynen Vader ontflagen , drong hy zyne Moeder , om Bolland, Zeeland en Friesland geheel aan hein, op te dra-igen, gelyk gefchiedde, ten overilaan van veele Edelen en Staaten. 't Graaffchap Henegouwen zou zy haar leeven lang behouden , benevens een jaargeld van tienduizend Schilden, 's jaarlyks uitdeinkomften der ovtrgedraagen Lande haar te betaalen. f Berouw was niet zelden het gevolg van -een afgedaan Bewind, dit kreeg Marga- reet, te meer dewyl haar ondankbaars Zoon het bedongen jaargeld inhield. Zy keert in Holland te rug, en vordert haaren Zoon de Regeering der Landen weder aan haar af te Haan; willem gelaat zich te onderwerpen , en ontfloeg alle de Edelen en Steden van den Eed der Gehoorzaamheid, hem by de voorgaande Overdragte gezwooren (*) Man- O a. matt.*us AS, Chronka de IMlant 3" tjm CumtuiU, pg. 56i3 &c.  VADERL. GESCHIEDENIS. 7 Mangel aan geld fchynt hem tot dien flap, J] bewoogen te hebben. Hy ontdekte, tot zyn groot genoegen, hoe veelen, die hy byzonder aangenaam was, en voorheen zyne party gekooren hadden , hem nog geneegen bleeven, en noode onder de Regeering der zich op nieuws ingedringende Landsvrouwe, wilden Haan. De aanzienlykfle Steden van Holland verdraagen zich onderling en beloofden elkander te zullen byltaan , om wille ai van beijeren, in de Graaflyke Opperheerfchappy te handhaaven, en door onder» (tanden , uit zyne fchulden te redden; als mede om, wanneer will em, zonder manlyk oir naa te laaten, overleedt, niemand tot Heer aan te neemen en te huldigen dan Hertog albrecht, zynen Broeder (*). Willem hadt, op zyne beurt, berouw, en zogt den Afftandsbrief in handen te krygen. Gerugfleund door zo veele Edelen en Steden, en van onderftand geld verzekerd, vaart hy het Graaflyk bewind weder aan met het vast opzet om zyne Moeder ten Lande uit te dryven, en dier Aanhang te onder te brengen. — Hier openbaart zich de fchrikiykfte en langduurigfte tweefpalt der Kabbeljaauwfchen en Hoekfcken. De Medellauders van willem gaven zich, uit hoog- (*) GmI Plakantioek III. Deel, p. 3. A4 r Roek. üoosojt. WnxEMtragt le Heerfcbap->y te berkty;en. Oorsprong van den twist der UoelrVien en KabbeljaauY/fclien.  iv Eer f, i. HüoiD^r. Sduwpftryder ^isfchen MAR' HABEET Cll tiaaren Zoon. 8 CHAR ACTERKUNDE der hoogmoed, den eerften naam, zich verge-. lykende by den Visch, die op onze Kusten over de andere Visfchen den meester fpeelt x en dezelve verflindt; terwyl de Begunstigers, van mar gare et, in tegenfpeeling, zich Hoekfchen noemden, om aan te duidden , dat zulk een gering Werktuig, als een Hoek, genoegzaam was om dien geweldigen Visch te verfchalken en op te trekken. — Haatlyke benaamingen, vergezeld van onderfcheids tekenen, die een ongelooflyke kragt hebben, om het vuur van tweedragt aan te fteeken en lichtelaai te doen opblaaken. Graauwe, hoeden dekten 't hoofd derKabbeljaauwfchen, Roode die der Hoekfchen. Droeve voorboden van feilen Burgerkryg! 't Vernielend Buskruid toonde in denzelven hier te lande, voor 't eerst zyne verdelgende kragt aan de Slooten der Hoekfchen. Burger tegen Burger gewapend, was 'cr geen eind aan gevegten en fchampere mishandelingen, Margareet zogt haare zwakke party binnen 's Lands, door buitenlandfche hulpe , te Herken , en nam, ten blyke haarer groote verlegenheid, de toevlugt tot haaren ouden gevrecsden Mededinger den Koning van Engeland, wiens Heerschzugt, door voordeeJige aanbiedingen, wel te beleezen was. Met eene magtige vloot, beftaande uit Engelfcben Henegouwers en Zeeuwen, behaalde zy, by " dQ  VADERL. GESCHIEDENIS. 9 de Stad Veere, naa eenen bloedigen Zeedag, de overwinning op haaren Zoon; die in een Volgenden, by den mond der Maaze, haar eene onherdelbaare nederlaage toebragt: zo dat zy naauw tyd hadt om zich, met het ovcrlchot der Vloote, te bergen en na Engeland te wyken. De Zoen tusfchen Moeder en Zoon werd gcflootcn : deeze zou haar om Vergiffenis fmeeken ; zy dezelve verkenen ; en, op riieuw, afdand doen van Holland, Zeeland en Friesland , uit welke Gewesten zy een ïaarlyks inkomen zou trekken , en voorts haar keven lang Henegouwen bezitten Niets hadt zy met zo veel onrnsts te verwekken uitgerigt ; door hartzeer afgemat, overleefde zy die vernedering fiegts korten tyd. Men kan aan haar niet denken, zonder, verfchoon het my Leezeresfcn, zo u dit blad onder de oogen valt, haar alleszins eene Vrouwe te vinden: zwakhartig, en veranderlyk in den hoogden graad. Het eerde gebrek draalde de Burgers der Steden allerwegen in 't oog; en dat maakte haar, ondanks de verleende guntbewyzen , veragtlyk. Een Zoon, door betoonde liefdeblykeu ondankbaar geworden, drong haar, om van inzigten en maatregelen te verwisfclcn, A 5 Niets IV Roek. I, Hooïost. Mar gariet mei hem verzoend derft. Haar Cuaras:ter.  io CHARACTERKUNDE deh IV Roek. 1. hoofdst, Willem de V, aanvaart de Regeering, Voert eenen gelukkigen Kryg tegen Jan van akkel , Bisfehop van Utrecht. I Niets fcheen aan willems geluk te ont« breeken. Aan machte ld van Lancater getrouwd, met zyne Moeder bevredigd, in 't vol bezit deezer Gewesten gefield, aan 't hoofd eener zegepraalende Partyc: want de Kabbeljaauwfche was, naa de ncderlaagevan margareet, en bovenal naa haaren dood, de e'önig overgebleevene; eene algemeene Schuit-ontheffing van allen leed en fchade, in den Burgcrkryg gepleegd, flelde de Hoeksgezinden te vreden : althans'zy durfden nergens het hoofd opfleeken. De ontflclde raderen des Staatsbefluurs kreegen een beter loop , en de hand van Graaf Willem den V bezat bekwaamheid genoeg om ze in orde te houden; inzonderheid zogt hy de Steden, die hem, in den verzoenden binnenlandfchen Oorlog met Geld en Volk, boven verpligting(*) gediend hadden, op allerlei wyzen, genoegen te geeven. Hy hadt het leed der nederlaage hem door den Utrechtfchen Kerkvoogd , toen hy als Verbeider deeze Landen beheerschte, toegebragt ongewrooken moeten laaten ; jan van arkel, fchoon Overwinnaar, vondt zyne C*5 Boven Verpligting. Het getal der Manfchappe , t welk de Steden ter Heiman moesten leveren, was >cpaald; doch thans over fchreeden : wagenaar , J:nf:. I Stuk, bl. 97, <;3.  VADERL. GESCHIEDENIS, n ?yne Magt dermaate verzwakt en zyne Schatkist zodanig uitgeput, dat zy een ftilftand van wapenen ftooten. Dien tyd bclteedde de Bisfehop om, zyne geldmiddelen en kragten te herllellen. Strooperyen op den HslJandfihen Bodem waren tergzelen tot eenen nieuwen Kryg. Graaf willem, van den twist over 't Landbeftuur met zyne Moeder pntflaagen, verzekerd van eene bykans onverdeelde genegenheid zyner Onderdaanen, en vertrouwende op de verftandhoading met veele Utrechtfche Edelen , beantwoordde deeze heginzels van vyandlykheid met eene ppenlyke Oorlogsverklaaring. Zyne Krygsmagt liep het Bisdom af. Veelen der aanzienlyklten in Utrecht, met den Vyand heulende , bragten te wege, dat de Burgers den Bisfehop hunnen byftand weigerden. Zyi kleine Legermagt werd uit het veld geHaagen. Een hervatte Veldtocht, met het ver branden van Weefp en Muiden door dei Kerkvoogd aangevangen , liep even vrugt loos ten einde; Zoest en het Slot van Nie veld werden in kooien gelegd, door dz Hol landers , wier zegepraalende Wapenen de: Bisfehop noodzaakten den Vrede te verzpe ken , welken hy verwierf op den Graave we: behaagelyke voorwaarden. De ondervinding leerde Bisfehop van aü kel, voorts eeueu Nabuur te ontzien, i d< IV Boek.. I. HoOFdST?» l I 1 rii ara eter n vnn jan van aukel. :n  1 IV Boïk. L Hoofdst, / 3 < ( Krankzinnigheid van Graaf willem ( dl n V. ( } o tc v; 12 CHARACTERKUNDE der den Eryg zo zeer tegen hem op en boven 't hoofd gewasfeïi : en zich toe te leggen op het bezorgen van het welweezen zyns Bisdoms, 't geen door zyn wys beduur bloeide. Hy ftondt in blaakcnde gunst by Keizer c aRel den IV, die de Utrechtfche Kerk, op zyn verzoek , in alle haare Voorregtett bevestigde ; Paus nrbanus U£ v verplaatfte hem na het Bisdom van Luik. Hy praalt onder de Utrechtfche Bisfchoppen als Held, als Staatsman, als een Beminnaar en Bel'chermcr der Weetenfchappen en fraaije Letteren, daar in niet alleen op zyne Kamer; naar ook op zyne Reizen , onderweezen, tich bevlytigende om de Geestlykcn eene sugt tot dezelve in te boezemen: ten welken inde hy Boekcryen, naar de geftcltenis dier lagen , oprigtte. Van de groote Werken loor hem gefchreeveü, is niets voor handen (*). Graaf wille m de V, bediende zich lesgelyks van de buite- en binnelandfche rust im zyne Staaten welvaart te bezorgen. Hy egttc de Heerlykheid Heus den aan Holland. ran zyne Staatkunde mogt men zich zo veel goeds CO Zie heda, pag. 245 , 255, die als 't waare zich 11 woorden verlegen vindt om deezen Bisfehop in top heffen; en meer de 10I van Lofredenaar (peelt, dan n Gefcliicdboekcr.  VADER.L. GESCHIEDENIS 13 goeds als van zyne Dapperheid belooven. Dan eene Krankzinnigheid , onzeker uit welke ©orzaake herkomftig, maakte hem geheel onbekwaam ter Regeeringe. Voor zyn vertrek na Engeland, om eenige zaaken den Lande betreffende te regelen, hadt hy reeds tekens van eene verregaande ftrengheid betoond: weshalven de befchuldiging, dat vergif, hem in Engeland gegeeven , hem die kwaaie zou hebben aangezet, van allen grond ontbloot is: deeze verergde met den tyd en bleef hem by tot het einde eens langen deerJyken leevens , in een opgeflooten ftaat, eerst hier, en vervolgens in Henegouwen, doorgebragt. Zyn Leeftyd is , in de Gefchiedboeken , aanmerkenswaardig, van wegen den aanvang der Hoekfche en Kabbeljaauwfchen Tweefpalt niet alleen; maar ook ter oorzaake van den Broedertwist in Gelderland, tusfehen den kleinverftandigen en vadzigen reinoud den III, en zynen fchranderen, ftoutmoedigen en Staatzugtigen Broeder eddard: die het wangunftig geboorte-lot , 't welk zyn Broeder de Opvolging gaf, hem betwistte. De Steden van dat Gewest zogten, door een Bondgenootfchap , haare voqrregten onderling te beveiligen. Hertog reinoud deedtjde hekeeens in alle gunften des Hofs! deelen ; de b ronk horst ein [. HyOFDST. De lleierens en Bronkhorsun in QMerland.  14 CHARACTERKÜNDE deI I. HoOFDST. Öe SchieringtTsenyetkoopi.rs in Friesland. 1 1 1 I 1 sten van dezelve verftooken, vervoegden -zich by e d ü a r d. Geheel Gelderland was welhaast in twee Partyen tusicben de beide Broeders en elk dier aanzienlyke Geilachteri verdeeld. De band, die de Steden verbonden hadt werd te flap bevonden, verrekt ert Verbrooken ; zy koozen party. Het gantfche Gewest werd een Tooneel van de veffchrikiykften moorden , verwoestingen, geweldenaaryen en wreedheden ,• waar by de gruwelen en de onlusten tusfehen de Hoekfchen en Kabbeljaamvfchen , tot nog gepleegd, geen gelykheid hadden. Men was onbefchaamd genoeg om deezen Broeder en Familie-Kryg met den naam van Fryen Oorlog te beflempelen. In dit Tydvak, 't welk Beroerte en Burgertwist, als een Charactertrek, op 't voorhoofd draagt, ontftonden 'er, in Friesland, 't geen, naa den dood van Willem den IV, onder eene drukkende Adelheerfchappy :ugtte, of bloot ftondt voor de fpoorlooste >alddaadigheden , onder den heiligen deknantel van Vryheid gepleegd , twee Aanlangen; bekend by den Party naamen van \chieringers en Vetkoopers die even als de (*) Schierinaers, was een fmaadnaam ontleend van eker foort van Aal veelvuldig in de laage en wareragtigt treeken, door hun bewoond. *** f%ii«tfttt wiffdèa de Be-  vAdërl. geschiedenis. t|, de Hoekfchen en Kabbel]aauwfchen hunne Oproer-leuzen en tekenen droegen, en door geheel de Landftreeke hunne Begunftigers hadden , in de Steden , onder de Edelen; ja de Geestlyken en Monniken koozen Party, het vuur van wederzydfche onmin aanblaazende, door hun getal, vermogen, en invloed op het Volk. Soortgelyke euveldaaden, als in Holland en Gelderland bedreeven werden, fchandvlekten de Friezen. Burgertwist, tot zulke uitterltens voortflaaude, gaat van Rcgeeringloosheid, en alle onheilen daar uit voortfpruitende, onaffcheidelyk vergezeld ; alleen neemt dezelve naar de Landsgefteltenisfe en den aart der Inwoonderen, onderfcheidene wyzingen aan. Wy laaten het verflag daar van den Gefchiedboekcren aanbevolen. Voor onze Character-befchouwing is 't genoeg , dezelve aan geflipt jte hebben. Wy mogten ze zo min voor by flappen als den Hoekfchen eri Kabbeljaauwfcben Tweefpalt; daar wy deeze, in ons volgend Hoofdftuk, nevens de andere weder, met nieuwe verfchrikkingenomgord, zullen zien te voorfchyn treden. Bewoonders der hooge Landen geheeten , naar de vette waaren , welke d*ar vielen, in welken zy handel drecven. twee- [V Boei'. [. HfJOFDSTi  16" CHARAC TER KUNDE deü, rv Boek. II. HaorosT. Albrecht van beijeren zoekt zich ter Ivegeeringe in te dringen. TWEEDE HOOFDSTUK. albrecht van beijeren regent en Graaf van Holland, o tiio van arkel. aoeliieid van POEL» geest, Byzit van albrecht VAN be ij ere Né In die jaaren, dat de Heersclizugt, doorgaans een der bovendryvende hartstochten wordt by Lieden , wier Geboortekring hun ter Heerfchappye roept , tot iemands Opvolger , onder zekere voorwaarden , benoemd te zyn, kan niet wel anders dan een leeven vol onrust en zorge baaren, en zulk een voorregt zeer verbitteren. Dit ondervondt albrecht van beijeren, tot Opvolger van zynen Broeder willem den v, aangefteld en verkoozen, indien deeze zonder manlyk Oir overleedt. Het vertrek van Graaf willem na Engeland, om met Koning ed ltard, wien mar gareet reeeds in 't jaar m c c c l de Regeering haarer Landen, voor een bepaald aantal, jaaren , hadt afgedaan, eenige zaakfin , deeze Gewesten betreffende , te regelen , deedt ftLBrecht dugten, dat 'er iets mogt bc-paald worden ten nadeele van zyn regt tot Opvolging in 't Graaflyk Bewind. Deeze onrust trok hem herwaards, en hy zogt, om  VADERL. GESCHIEDENIS i? om eenige vastigheid hier te Lande te hebben , zich het Slot de Geertruidenburg te doen in handen ftellen. Magteld van lancaster deEgtgenoote van willem, ftaande diens afweezigheid de Regecring der Landen waarneemende, vermaande by brieven de Edelen en Steeden van Holland , dat Slot en de Stad tegen Hertog albrecht te befchermen die zeker eene ontydige Heerschzugt door dit beltaan aan den dag lag, en veeier gemoederen met vooringenomenheid tegen hem vervulde. De tastbaare blyken van Krankzinnigheid, kort naa 't Graaven wederkomst, zich ontdekkende , moest 'er eene fchikking op 'sLands Regeering, niet langer in de handen van een dollen man betrouwd , gemaakt worden. De Kabbeljaauwfche Aanhang, overal'op 't kusten, oordeelde in 't gerust bezit der Ampten te kunnen blyven, indien men , geduurende de Krankzinnigheid des Graaven, die hoe woedend ook, niet geheel onherftelbaar kon gekeurd worden, 'sLands Reo-eering aan Vrouw magteld toevertrouwde. Onbeftaanbaar met zich zel- ven te handelen, is geen vreemd verfchynzel in de Staatkundige Wereld. Zy, die onder de voorgaande Lanldvoogdye, verklaard hadden , niet vervrouwd te willen wcezen, of II DEEL. B rv BOEK. II. HOOFDST,' Deinzigfend» Kabbeljaatiw fchen, die Vrouw M AIJTE L u begmiSi gen.  IV Boek. Ut Hoofost. Atbrecht van B.ijcren, door de Iliekfchen tot Regent aaneeHeld. iS CHARACTERKUNDEder onder de Regeering van mar gar eet , de Dogter en Zuster hunner eigene Graaven te ftaan; zy, die nog korten tyd geleeden, weigerden de beveelen van mag teld van lancaster op te voIgen,cn metfchroom bevangen waren over den invloed, dien de Vader dier Vorftinne op den Staat deczer Landen zogt te krygen; zy, cindelyk, die de Engelfchen, wegens hunne Zeerooveryen vloekten, en aanzagen als een Volk, door welks verbintenisfe en toedoen, de Landen zich dikwyls in vreemde en altoos verderf- lyke Oorlogen vonden ingewikkeld. Zy, zeg ik, Honden gereed om Vrouw magteld het Regentcsfchap op te draagen. Hertog albrecht bedient zich van de oude, en zo 't fcheen verdoofde Partyfchappen , en van der' Kahbeljaauwfchen toeleg verwittigd, weet hy , onder de Hoekfchen, eenen magtigen Aanhang te verwerven. Zy komen uit hunne fchuilhoeken te voorfchyn , 20 ras deeze aanblik van hoope op herfteï hun in de oogen flikkert. Zy bragten he£ eerlang zo verre, dat 'sGraaven Broeder tot diens Opvolger gefchikt, tot Ruwaard, Toeziender en Befchermer der Landen verkoozen werd, Vrouw magteld, door het lokaas van een aanzienlyk jaargeld bekoord , of door vrees gedreeven , bewilligde hier in, en de Kahbeljaauwfchen moesten het aanzien.  VADERL. GESCHIEDENIS. 19 gien, dat albrecht de Voogdyfchappej in handen kreeg en aannam de Landen, geduurende zyns Broeders ziekte , te zullen regeeren, by de goede Steden , en by den Raad der geenen, die hy met dezelve, daar toe neemen zou, regtdoende, in allen gevalle, volgens 'sLands Regten en Gewoonten. Zo uitdruklyk droeg men zorg voor het bedingen van 't behoud zyner Voorregten! Met Friesland ging de Ruwaard desgelyks een verdrag aan. Hadt albrecht den aart der Landzaaten, hunne wetten en gewoontens, enden, ftaat des Lands gekend , was hy niet te Vorstlyk en te zeer in de denkbeelden van Opperheerfchappye opgewiegd geweest om een vryen Staat te beftuuren; hy zou veele misdagen vermyd hebben , die zyn eigen leed en den ramp des Volks berokkenden. Ken kloek Verftand, dat eigen en Staats belang doorziet, was alb rec h t niet ten: deele gevallen. Staatkunde daar op gegrond , zou hen geleerd hebben, den onlangs magtigen en heerfchenden Aanhang der Kabbeljaauwfchen te ontzien. Doch de zwakheid, om hun, die hem begunstigd en aan het Ruwaardfchap geholpen hadden, weder te begunstigen, bewoog dier^onvoorzigtigen, den geest der Panyfchappe ^te tergen ; door de Regeering in de Steden , die het met de B a Kab* [. HoorDSf. Dnvoorzigtiga tappen van LLBRECHI4,  iv IÏOEK. II. HoOFDST. Hy bedwingt de Kabbeljaauwfihen.. 20 CH AR AC TER KUNDE der Kabbeljaauwfchen hielden te veranderen, en een algemeen ongenoegen in het Land te verwekken. Een Balj uw van Kennemerland van de nu verdrukte Party , moest zyne plaats iiruimen voor eenen van de thans boven dryvende. De Kabheljaaimfcben verbonden zich. Plet Kasteel van Heemskerk en de Stad Delft ftrekten hun tot wykplaatzen. Laastgemeldc Stad was de eenige voornaame in Holland , die den Hertog niet als Ruwaard ingehuldigd, of, kort daar op, zich tegen hem verzet hadt: dewyl hy, ftrydig met de Stads voorregtcn, buiten tyds, verandering inde Regeering maaken wilde. Vrugtlooze tegenkantingen ! Het Kasteel van Heemskerk, cp bevel van albrecht, door den Heer van polaanen belegerd, moest bukken, en daar heen geweekenen werden in 's Graaven gevangenis gebragt. Het vpbrregt. handhaavend Delft wierf Krygsvolk , op eigen kosten, het droeg misnoegde Edelen het bevel over 't zelve op, en het ftondt gefchapen, dat de gruwelen van binnenlandfchen Kryg zich op nieuw zouden vertoonen. De Delvenaars trokken met hun Krygsvolk naa de Sloten Polaanen en Binkhorst, die beide overweldigd en ter gronde toe vernield werden: zy rukten vooit na 'sGraavenbaagen, braken de deuren der Gevangenisfe op,  VADER-Li GESCHIEDENIS. 21 op , en voerden hunne verloste Mcdeftanders in zegenpraal na Delft. De getergde Hertog belegert die Stad: en zy moet, naa een beleg van tien wecken, op de vernederendfte wyze , zich overgeeven , voor de voeten der Overweldigers, kruipende hem de Stads - üeutels overryken , en zwaare geldboeten zyner inhaaligheid opbrengen. — De Kabbel)aauwfche Edelen uit Delft na *t Slot van Hemden geweeken.j, werden desgelyks genoodzaakt te bukken , genade te verzoeken, en , by een vonnis , 't welkeen Godvrugtigen fchyn; doch een Staatkundig oogmerk hadt, een twee jaarigen Bedevaart na 't Heilige Land doen. Hadt zich een Afitammeling uit den ftoutmoedigen Huize van Arkel, oïho, meer ■als Party dan als Middelaar tusfehen de beide Aanhangen Maten zien, de te onderbrenging der Kabheljaauwfchen was zo gemaklyk niet toegegaan. Zy zouden, in deezen zo magtigen als onverzaagden , eenen Herken rugfteun, indien geen Befchermer, gevonden hebben. Hy hadt, op zyn eigen grondgebied niet alleen, door het flipt handhaaven des regts, groot ontzag verworven; maar 'e geheele Land door , zag men hem na de oogen; het voordeel der Nzynen te bevorderen lag hem na aan 't hart\. Hy ftremde de Scheepvaart langs den Rhyn tet dat die van B 3 Dor- IV Boek. ü. HoofosT. Otho van ar- kels Charaetet en het gedrag van a l15 recht ten dien op/Jgte.  IV Boek. 11. ijoofdst, 'A t.» * e c n t Jfleekt zich in den Gelderfchen twist er betoont zyner verandcrlyken Uit. sa CHARACTERKUNDE der - Dordrecht den Opgezetenen van den Lande van Ar kei van 't ftapelrcgt verfchoonden, Albrecht heeft deezenEdelman eer ontzien dan bemind, en door gunst betoon van bet aankleeven der Kabbeljaauwfchen tragten af te trekken, Hy, die Delft zo diep vernederde , en te ondergebragte Edelen, ter Eedevaart ten Lande uitfchikte , betoonde zich die Man niet, wanneer otho van arkel, in 'sGraavenhaage verfcheen, om hem vergiffenis te verzoeken, wegens het laaten ombrengen van een Dordrecht fchen Tollenaar die de Gormchemmers gekweld hadt , 't gezigt van een ftoet gewapenden, die otho vergezelden, haalde hem over om eene gunst te verkenen, die zulke Middelaars hem beduidden , dat hy niet ftraffeloos zou hebben kunnen weigeren. De vrees , dat Wy zich aan 't hoofd der Kabbel jaauwfchen mogt Hellen, hieldt, voor een tyd, den Ruwaard in bedwang, en fchonk Holland rust. In Gelderland bleef de Broedertwist en Burgerkryg, met felle woede, blaaken. De Party van reinoud verzwakte, zyne gunstverleeningen waren zo vecle betooningen van zwakheid; die van eduard nam toe; en hy wist, door beleid met moed gepaard, te vergoeden 't geen aan de regtmaatigheid zyner «ifchen te kort fchoot. Den tytel van Hertos  VADER.L. GESCHIEDENIS. 23 tog en het Hertoglyk gezag nam hy aan, waar hy meester was. Een kortftondig verdrag der Broederen werd van het hevig uitbarsten eens heftiger Krygs en een beilisfende Slag gevolgd, die re in oud in de gevangenis en editard in het Hertoglyk bewind hielp — De te ondergebragte Hekerens zogten in Holland eene fchuilplaats en in a l b r e c h ï eenen Befchutter : zy vonden ze beide. Gramfchap, die geen kragten .overweegt, vervoerde eduare om de Hollanders deswegen ten ftryd te daagen. Hy verfchynt niet ter beftemde plaatzc en moest dulden dat de Hollanders, in zyne Staaten vielen , die zy niet dan met rykei buit belaaden, weder verlieten. Albrecht Gelderland aan zich willende veipligten Hemde in eduards aanbod om zyne Dogte catharina , zo ras zy huwbaar was, V zullen trouwen. Hier op werd de zoen ge troffen; doch eduard , in een gevegt tegen & Brabanders gefneuveld, beleefde den trouw dag niet: albrecht hadt het genoegen haa te befteeden aan willem van gulik, die reinoud kinderloos geftorven zynde, na een nieuwen Burgerkryg over de Opva ging, het Hertogdom verkreeg. W; vermelden dit voornaamlyk om den wisfei zieken aart van albrecht^ te toonen, al B 4 di IV Boek. 11. Hoofdsï» t ( i C > I f s e  JV Boei,'. ll. Hoofust. Wen weigert hem, by *t ]eeven zyns Broeder?,voor Ora.:Jte erkennen. i i 1 t i 2 t 31 T)0!t de W11''. -/cto bukIcen, | I 24 CHARACTERKUNDE der die zyne Dogter gaf aan den Opvolger, door de Party der Bronkhorsten gekooren, en dus de voorheen befcbermde Hekerem liet dryven. Wy zullen hier van eerlang treffender blyken ontmoeten , die hem zo gehaat by zyne Tydgenooten als veragtlyk in 't oog der Naakomelingfchap maaken, Streelende voor de Staatzugt van al. brecht, was het, dat de Edelen en Steden, alle de cifchen der Koninginne van Engeland, voor van geener waarde, en deeze Landen geheel en al op zynen Broeder en Hem aanbeltorven verklaarden; en hem volmagt gaven om deeze zaak met den Engel- fchen Koning af te doen. . Streelende voox diezelfde gemoedsdrift, was het dat de Keizer, op.zyn aanhouden, hem, tot Graaf 'an Henegouwen, van Holland en van Zeeand, en tot Heer van Friesland aanftelde, >y opene brieven , de Ingezetenen bevelende em in die waardigheden te erkennen. Dan e weigering der Landzaaten, om hem, hoe eer hy daar op drong, voor het overlyden yns Broeders, den Tytel van Qraaftt laa:n voeren , was een onaangenaame öag zy. er greetig haakende Eerzugt toegebragt. Zyne Geldzugt drong den Utrechtfchen 'erkvoogd van verneburg tot het beialen van eejje femme gelds, wegens het Slot  VADERL. GESCHIEDENIS. 25 Slot Vredenburg fchuldig; die hy, zich in zwaare fchulden geftooken hebbende, niet kou aantellen, arnold van Hoorne, diens Opvolger boodt aan een gedeelte der fchuld af te doen ; dit werd van de hand geweezen, en oorzaak dat die Bisfehop van een onverfchrokken aart, met de Geestlyken, de Edelen en de Afgevaardigden dei Steden, Holland den Oorlog verklaarden. — Een gelukkig begin was geen voorteken van een gewenscht einde. Naa veelvuldige Vy. andlykheden , bleev'en de Stkhtfchen niet alleen met de oude fchuld bezwaard ; maai werd die van fchavergoeding daar by gevoegd , en de Stad onder de verpligting gebragt om Hertog-al bre c h t, zes weeken lang, op eigen kosten te dienen met vyftig Schutters en vyftig Gewapenden , mits hy het Sticht niet beoorloogde. Middelerwyl brandde het gedempte vuur van Burgertwist tusfehen de Hoekfchen en Kahbeljaauwfchen weder op, in Delft, Haartem en Amfterdam; geldboeten konden den inhaaligen Hertog verzoenen; en hy wist de Voorftanders der Hoekfche Partye uit te monfteren van hun aandeel in de afgeëischte penningen : dus beloonde hy de beweegenisfen ten voordeele van de door hem begunstigde Aanhang verwekt, en\de anderen moesten voor hunne Kabbeljaauwsgezind' B 5 heit IV Boek. 11. hoqfdst. Nieuwe Burgertwisten op eene onvoeglyke wyze bygelegd. I  IV Boek. il. Hoofdst. Tot Graaf,naa zyns Broeders dood verheeven, verwislelt hy van Party. i 1 1 1 act CHARACTERKUNDE dek beid- boeten (*). Eenige Edelen fchooten tegen elkander het harnas aan. De Ruwaard tradt zomtyds, met zyn gezag, ter verzoening tusfehen beiden; doch 't zelve werd nu en dan verfmaadt en hielden de twistende Partyen niet op, dan naa dat zy onderling elkanders bederf, door Moorden, Branden en Plunderen, berokkend hadden. — Schoon hy in den Vlaamfchen Oorlog , de zyde koos van Graaf lode wyk, kon hy niet beletten , dat de Hollandfche en Zeeuwfcbe Kooplieden , de belegerde Gentenaars , allerlei leevensraiddelen toevoerden. Een voller gezagoefening, dan hy tot nog gevoerd hadt , ftelde hy zich, naar allen fchyn, voor, wanneer zyns Broeders dood , hem den langbegeerden en geweigerden Tytel van Graaf fchonk, tot welke Waardigheid hy zich allerwegen liet inhuldigen; de frywillige giften der Steden (f), hem, te lier gelegenheid , gedaan, waren buiten wyfel welkom, by eenen, die altoos gelds rebrek hadt. Flikkerlichten van Grootheid :n Voorfpoed! Eene dwaaze Liefde¬ drift O Wagenaar, Amft. II Stuk, bl. 152, 153. (t) Vossius tekent uit oude Gedenkftukken aan, dat y van Ilearhm 5000; van D.lfl 4000 en van Amfterdam 000 Ponden ontvangen heeft; dit kan ons cenigermaate iet vermogen dier drie Steden, ten decïen tjde, tooucn. rossti, AtmaU lik, XIII, W, 428.  VADERL. GESCHIEDENIS. 27 drift maakt den Graaf afhanglyk van eene i Vrouwe , doet hem van Party verwisfelen, ■cn in de zwaarfte ongelegenheden vervallen, die den Lande ramp op ramp brouwden. Adelheid , uit den Adelyken ftam van .■poelgeest gefprooten, trok door haare öngemeene fchoonheid zyn oog en vermeesterde zyn hart; hy haalt die dartele en wulpfche over om in 't Graatlyk Paleis te 'sGravenhage haaren intrek te neemen; en de veragtlyke rol van Byzit te fpeelen. Der Kableljaauwfche Partje toegedaan wist zy den door liefde verblindden Graaf te beleezen om deeze te begunffigen, en zyne weldaaden aan de Hoekfchen te onttrekken. Zy beheerschte hem geheel, zonder haare tusfchenkomst, was 'er geen gehoor, geen ampt , geen regt te verkrygen. Wee der geenen , die deeze hoogmoedige niet aan badt ; zulk een euveldaad kwam op niet! minder dan Amptloosheid te ftaan; de Hoekfchen zich daar aan fchuldig maakende, zagen hunne plaatzen door Kabbeljaauwfchet hekleeden, en den klem der Regeeringe ir de hand eener. trotfche Byzit. Wil lem van oostervant, 'sGraavei Zoon, kon het verdriet, van eene ontugtig Vrouwe meer te moeten ontzien dan hy zyn eigene Moeder gedaan hadt, niet verkrop pen. De Hoekfchen dagten in deezen Jon g< V Boek. i. Hoofdst» Adel heid van poelgeest Cliaraftei. t L  IV Boe re. ii- hoofdst. Gevolgen van den Moord aan haar gepleegd. i t « 1 ( ( C I t e s ma* 25 'CHARACTERKUNDE der geling, wiens hart van Heerschzugt blaakte, en van fpyt zwol, den (leun te zullen vinden, dien zy in den Vader, derfden, zints Adelheide de uitdeelfter was van alle Gunstbewyzen. Hy ftemt met de misnoegden in, wier heete wraaklust, niet te koelen fcheen dan door het bloed van hunne Rampberokkendfter. De nagt begunftigt hunnen fïouten toeleg: zy dringen, 's Graaven Hofmeester kuser, die hun wederlïand boodt, afgemaakt hebbende, in 't Slaapvertrek van Adelheide, die, doodlyk gewond, den Geest gaf. Voor 's Graaven woede vreezende , verlieten zy 'sGravenhaage , en niet min dan vier en vyftig Edelen verraadden door hunae verhaaste vlugt, hun aandeel in dit beIryf. Dan Graaf albrecht het Aantal, en le Magt der fchuldigen weetende, als mede lat zy zyn Zoon op hunne zydc hadden, lurfde hun niet vervolgen, en zou dit fmertyk verlies, dien gevoeligen hoon, misfehien n flilte verkropt hebben, hadt de Vader des vermoorden Hofmeesters, niet aangedrongen ip regtsvordering. De uitgeweekenen weren ingedaagd , en , op hun niet verfchyen, verklaard leeven en goederen verbeurd : hebben. By het geeyen der Vryheid aan lk in Holland en Zeeland om ieder, die een. nder binnen den Lande vermoord hadt, te  VADERL. GESCHIEDENIS. 29 mogen doodflaan, waar men hem vondt,1^ zondef' deswegen by den Graave of iemand anders, tot eenige betering gehouden te zyn; by het bevel aan de Baljuwen en andere Regters, om allen , die, wegens den Moord van kus er ter Lande uitgeweeken waren , te vatten, als zy zich weder in 't zelve vertoonden, repte hy geen enkel woord van Adelheide ; hy fchaamde zich het noemen eener Byzitte, wier trotfche en ondraaglyke handel, den dolk tot haar verderf gefleepen, en al dit onheil veroorzaakt hadt. 's Graaven van oostervants" fmeeken ,, ten behoeve van eenige uitgeweekenen, < vondt geen gehoor. Vrees van als medepligtigen , of ten minden als toeftemmer, des begaanen Moords aangezien te worden, bewoog hem het Vaderlyk Hof te verlaaten en naa zyn Slot Altena te gaan : deeze wykplaats der gevlugten, door een beleg van zynen Vader gedreigd , ontruimde hy ; in 's Hertogenbosch zich. mede niet veilig agtende, was Frankryk, de toevlugt van hem, en eenigen zyner Vrienden. Eene verzoening tusfchen Vader en Zoon bewerkt bragt den laatften weder ten Hove. De voorgenomen Krygstocht tegen de Friezen, kon deezen onrustigen Zoon, die naa Krygsverrigtingen haakte , de handen vol werks geeven. Men wil dat hy willem dee- ' Boek. :. Hoofdst; t Gedrag van v 1 l l e m omrent zyn Valer. Albrecht met deezen verzoend flaat liemvoorFri«lami te beoorlogen.  30 CHARACTERK.UNDE der r* HOEK. II HOOFDST. Staat van Friesland ten dien tyile. 1 i 1 i 1 i i c i I l deeze reden te gemoet voerde; of hy zo gefprooken hebben laaten wy aan zyne plaats; doch het is de taal der Heerschzugt, en deeze paste in zynen mond. „ Onze Wa„ penen zyn regtvaardig tegen een Volk, „ dat langen tyd wederfpannig geweest is, „ en nu door verbintenisfe nog trotfcher ge,, worden, fchoon ook door oneenigheden te gemaklyker te overwinnen. Schiet dan „ nevens my de Wapenen aan ; laat ons hun ,, Land verwoesten, hunne Steden ftormen„ derhand inneemen ,• dewyl zy naa den „ dood van uwen Oud-Oom, nog halsftar„ riger geworden zyn, en ons Gebied ver- fmaad hebbende, hun Land bezitten als ,i of het hun, van regtswegen, toekwam!" Friesland bekreunde zich huns Heers weiïig ; zints den dood van willem den IV vas Heer van Friesland bykans een bloote rytel geweest. Doch terwyl men 'er waanle de Vryheid te offeren , was heldhafige Vaderlandfche Vryheidsliefde , door peroonlyk belang vcrdreeven; kleine Dwingemden, op hunne Sloten gelegerd, en verterkt, zwaaiden den yzeren Schcpter der Ldelhecrfchappyc , Geweld deedt alles af, e Wetten zweegen. De Partyschappen der chieringers en Vetkoopers dompelden dal; -andfehap jn de heillooste Regecringloos-  VADERL. GESCHIEDENIS. 31 Wy kannen de Gefchiedenisfen leezende j ons van verbaasdheid over de toerusting tot, dien Tocht, niet onthouden. De Steden 5 van Holland en Zeeland moesten een aantal; Gewapenden, Timmerlieden, Metzelaars en ' Arbeiders , en de benoodigde Scheepen leveren : van de Edelen werd manichap gevraagd, Henegouwfche Benden, Franfche en Engelfche Hulptroepen vermeerderden dit aantal geheel op vyf en vyftig duizend begroot (*). Het Opperbevel over deezen Tocht was willem, Graavevan Oostervant, opgedraagen; die te Enkhuizen , de verzamelplaats des Krygsvolks , en de haven ter infcheepinge beftemde, een twist tusfchen de Hollanders en Engel fchen, uit ouden wrok, gexeezen, en die alles ftondt te verbrodden, met veel moeite, ftilde. Eene Vloot van vier honderd negen en zestig Schepen ftak van Enkhuizen na de Kuinder over : want de Friezen hadden het Oorlogs onweer ziende opkomen , een Verbond met den Utrecbtfchen Kerkvoogd FREDEIUK. VAN BLANKENHEIM aan gegaan , waar by deezen zich verpligtte , geenen doortocht aan eenig vreemd Krygsvolk te vergunnen , niemand, die den Friezen den Oorlog wilde aandoen, eenige huk C*) Waobnaar, Atnft. U Stuk, «. i?9 en l8*« V Boek; i. hoofdst*^ roerusting van ien Kryg. ogt onder s Graavtn ioon. Voorrpoedvan denzelveu.  IVBoTt: II hoofbst. I ï i < £ ] friesland vcrzei zicü wevier. 1 e 1 c i e li e J2 CHARACTERKUNDEder hulpe te verleeneri. De Beoorlogden Houden in het moedig beflüit. Liever vrye Friezen te fier ven dan ah SJaaven van een vreemd lieer te ieeveul zy verwierpen den voorzigtigen raad van den ouden Krygs- en Edelman juwinga om zich in Slooten en Herke Plaatzen te legeren ; zy wilden de Landing beletten, en, dit mislukt zynde, eenen veldflag waagen. Ondanks hun moed 2n het tot den laatHen fnik volharden in Jen evcngemelden grondregel, moesten zy, iaa eene allerdeerlykHe flachting, wyken, :n hun land ren prooije Iaaten aan den Overvinnaar. De weinige gevangenen, in den Slag bekomen : dewyl zy den dood boven laaverny Helden, werden niet gelost, geene >tad wilde haare Burgers, geen Vader zyn £oon die zich hadt laaten gevangen neemen, Tyeri ; zy keurden eenen gevangenen den ernaani van Vryen Fries onwaardig. —— £en Herke, doch egte Charaflertrek! Hoe veel leeds de Friezen leeden valt ligt i raamen, op de enkele bedenking, dat ene overwinnende Legermagt, vyf weeken mg, in het Land herom toog. alurecht ntving te Staveren de hulde derovcrwonne- en. In een gedeelte der Ommelanden rkenden hem de Vetkoopers. Dan naauw was y, den Winter naderende, naa het maaken eniger vastftellingen op de Regeeringe, „ in  VA DÉ RL'. GESCHIEDENIS. 33 ïn Holland weder gekeerd , het Lyk van willem den IV medevoerende, of de Friezen (tanken het hoofd weder op, om 't pas ontvangen 'juk af te fchuddeh. De Sc'rierin•gers in de 'Ommelanden vielen op eène Hol'landfche Bezetting aan , namen ze gevangen 'en verdronken alle de Knegtcn. De Stad. 'Groningen 'tradt, voor de eerde keer, met 'de Ommelanden lh een Verbond, (trekkende om de Hollander s\ met veréénde kragten aaii te tasten, 'en ten Lande uit te dryven. Nieuwe Opftanden der Friezen bragteri albrecht tot nieuwe ontwerpen om hun te vermeesteren , 't geen zo (legt daagde dat hy eerlang niets in dat Gewest overhield , dan het Hollandsgezind 'Staveren; dit ook vreesde hy , en met het zelve alle vastigheid in Friesland te verliezen; te meer daar die van öostergo en Westergo in een Verbond met den Koning van Engeland ge; treedèn waren, den geldbelioevenden fïertoc ten laste leggende, dat hy met de Zecroovers, Likedeelers of Gelykdeel'ers gcheeten. zamen deedt, de Zee voor de Koopvaardyi onveilig maakte , in welken ramp ook di Erigelfchen deelden. Een Verdrag, voor eet . bepaald getal jaaren gé troffen, ltaakte dei Kryg tegen Friesland, 't Is onzeker of d Friezen hem, geduurende 't zelve vóór C uk en X [y .Boek. tl. Uoofust i l t i  ÏV Boek. H. HoofDsr. Albrecht maakt zich af banglyk van d( Steden-. I i I 1 J i 1 t V c r t. d na- 34 CIIARACTER.KUNDE DEa erkend hebben; doch 't gaat vast, dat,deeden zy het, zulks alleen in naam was. Niets hadt albrecht, met zo veel Krygs en geldfpillens uitgevoerd, dan zich in diepe fchulden geftooken , en, daar hy zyne Heerfchappy zogt uit te breiden, zyne Afhanglykheid vergroot. De Steden Haarlem, Delft, Leyden en Amfterdam, hadden hem zekere fomme gelds gefchooten, die hy, binnen een jaar naa zyne wederkomst u« Friesland, beloofde te zullen aflosten, of deedt hy 't niet, dan zou men ze, op zyne eerde bede, mogen korten. Het leveren van Manfchap, Schepen en andere Behoeften, moest vergoed worden: van hier veele Vry' beden de Steden gefchonken. Hy die zyne legeering aangevangen hadt met de Voor•egten der Steden te befnoeijen, werd door >ehoefte genoodzaakt toe te daan wat zy 'orderden: zyne onbekwaamheid om zyne ekening goed te maaken, was een haatlyk ;ebrek in 't oog der Hollanderen: en het is liet van waarfchynlykheid ontbloot, dat, ehalven de aanzoeken zyner Byzit , het ei-mogen der Steden , welker hulp hy nooig hadt, en die meest Kabbeljaauwsch wa;n, hem aanzette om deeze Party voor te •ekken. Terwyl zyne verregaande eenzy'gheid eerst tegen de Kxibbeljaauwfche en  VADERL. GESCHIEDENIS. 35 naderhand" tegen de Hoekfthe Edelen, he: lichaam van den Adel verzwakte en hem van de Steden bykans geheel deedt afhangen. 'sGraaven verlegenheid om geld, bewoog hem zyne - Rentmeesters tot „het doen van Rekening te roepen, die.van Zeeland te Amfterdam .gegyzeld gehoorzaamde; doch jan van arkee, Rentmeester der Graallyke inkomftcn vair Holland, trotsch en. opvliegend.* nam dien.eisch voor een hoon op-, en weigerde te meer denzelven te volbrengen, naafr demaal hy vastftelde dat willem - van oostervant, zynen Vader hier toe hadt aangezet; hy agtte het zo veel als. verantwoording te geeven aan de Hoekfchen. albrecht * gebelgd over eene weigering, die. naar 't verfmaaden zyns gezags fmaakte, gebied zynen Zoon hier over wraak te neemen op dien voorheen ■ hoog begunftigden. 1 Aangenaam bevel! Geroepen om czn.Kabbeljaauwsgezlnden, van zo veel aanziens, te vernederen , verklaarde hy van a r ic e l voor ecu Vyand des Vaderlands, en eenige van deszelfs goederen verbeurd. De ftoutmoedige aart der van arkels , die den Vader deezes Rentmeesters met een aanzienlyken en ontzag verwekkenden (loet, gelyk wy gezien hebben, na 't Graaflyk Slot'deedt trekken, bewoog hem om albrecht en den Graave van oostervajmt , den Oorlog te verklaaC 2 jen: [V P.1T-.K. [I. HüOFDST. óorfprons var da /o-k ■  IV Boeic. JI. Iloui'Dsr. Albrecht flerft, van fchulden overlaaden. i 36 CHARACTERKUNDE der Mi, die twee jaaren lang het beste gedeelte van Holland in een Tboneel van Kryg hervormde , en 's Graaven geldhehoefte& vermeerderde (*). • Eene bemiddeling bewerkte een Verdrag , de hoogmoedige van arkel moest zich vernederen om op de kniën Hertog albrecht', en Graaf willem, vergiffenis te verzoeken, en toelaaten, dat'stlertogs Vaandel , een geheelen dag, op het Slot van arkel ftondt; doch hy zou ontflaagen zyn vim het doen der gevorderde Rekeningen ; het beginzel des Krygs. Albrecht overleefde dien Zoen niet lang, en hy, die, ondanks zo veele aangewende middelen om geld te krygen, altoos des gebrek hadt , liet een Boedel naa met zulke onbetaalbaare fchulden bezwaard, dat zyne Weduwe, door hoogheid van Itaat niet boven 'sLands gebruik en wet verheeven, zich moest getroosten , voor de lykbaar haais Mans , in geleende klecderun , te gaan, met eenen halm in de hand, welken zy wegwierp onder de vernederende betuiging dat zy haars Egtgenoots naalaatenfchap verzaakte (f). • Nie- O Wagenaar, Am"t. II Stuk, bh 195. CD Men vind: de regtérlyke Behandeling hier van Itfawkeurig befehreeven , in dé Patttyit Roering y*n ten Briel, bl. 310.  VADERL. GESCHIEDENIS. 37 Niemand bejammert de veragting met] welke hy ten graave daalde. Zyn Characler■ heeft niets groots, niets edels. Rleinveï-1 Handigheid , en gebrek aan Menschkunde , firaalt door in alle zyne bedryven: deze bewoog hem om een onbepaald vertrouwen te Hellen op de zodanigen, die hy voor zyne Vrienden hieldt. Nu de eene dun de andere Party in den Lande toegedaan, volgde hy flrydige' maatregelen , en een tyd lang den wenk eener Byzitte. Geldbehoefte bragt hem niet zelden in de noodzaaklykheid om te gehoorzaamen , waar hem het gebieden beter zou gevoegd hebben. In Krygsverrigtingen Hak hy niet uit. Het beoorlogen van Fries/and was meer de zaak zyns Zoons dan de zyne , en deeze ook de volvoerder varj den Jrkelfchen Kryg. Met één woord , albrecht mag op de lyst der onbckwaame Vorsten, die ten fpeelbal van tyd en lotvvisfel flrekten, worden aangefchreeven. C 3 DE R- v bobk. [. IIOOFBST. :yn Charac- l  3§ CIIARACTERKUNDE.be DERDE HOOFDSTUK, willem de VI. Graaf van Holland; ja-* coea van beijeren Gravinne van, Holland; jan van beijeren; Jan Hertog van Brabant; frans van eorsel.en; fr ede rik van blankenheim; zwep e r van kuilenburg en rudolph van diephout , Bisfchoppen van Utrecht. JY Boek. III hoofdst. Vv'r .; sm devi die reeds met zyn Vader ye Kxceid h^et, Vurdt Giaaf. Willem de VI, hebben wy reedsleeren kennen als een onderneemziek Jon'geling, en van Hout beftaan. Zyn Vader, ' den krygshaftigen arm deezes Zoons noodig hebbende, om de oogmerken zyner Heerschzugt, tor welker bereiking, hem de moed ontbrak , uit te voeren, hadt hem aan 't hoofd der Lcgermagt geplaatst; en de vrees dat deeze Zoon, door met de Hoekfchen zamen te fpanncn , hem van 't Landbeftuur, ten eenigen tyde , mogt ontzetten, bewoog dien kleinmoedigen den Graave van oostervant zo veel deels in 't befhuir te geeven , dat hy, nevens hem Verbonden met buitenlandfche Mogenheden bekragtigde , Handvesten verleende en itaafde. Ten halve ücgts veranderden de Landzaaten van Deer. Zyne opcnlyke inhuldiging, in de Steden, die  VADERL. GESCHIEDENIS. 3? die zonder ftoorenis toe- en in alle van het j bekragtigen der Voorregten , en in eenige van het verkenen van nieuwe, vergezeld ging, was het eenig blyk dat men eenen anderen de Landsheerlyke Waardigheid opdroeg. Weinig doorzigtigen mogten zich met de hoop op beter tyden, dan die zyns Vaders , ltreelen. Allen , die den aart van willem pen VI, en 'sLands gclteltenis kenden, ontdekten de donkere wolken, die onrust dreigden, en welhaast het leed, waar van zy zwanger gingen , over het Land uitftortten. Naauwlyks was hy tot Graaf gehuldigd, of hy plaatfte zyne oude Gunstelingen de Hoekfchen in de Regeering, die op 't einde van 's Vaders Landvoogdye alomme door Kabbel' jaauwfehen bekleed wierd. Deeze onvoorzigtige ftap verwekte, in veele Steden, gevaarlyke en bloedige opfchuddingen ; en dreef hem tot daaden van geweld om zich te handhaaven (*). Welhaast vondt hy een gedugten tegenftander , in den korts vernederden jan van arkel , die het geüoote Verdrag fchondt er vyandlykheden aanving. Niet ruimer dan zyn Vader van geld voorzien verpandde hy, om (*) Wagenaar geeft hier van fchrikbaarende prcuvet «p, Antjt. II Stuk , bi. 180. C4 V Boek. II. ÜOOFDST» Zyne onvoorzigtige bevordering der Hockjchen. , De Arkrlfihe Kryg hervat. Vermeerdering van de Magt der Steden in dien tyd.  IV BoKK. XII- IiOOfDST. ] j 1 < ( I i c c c li c \ c c ri e a b i J< k 40 CEARACTERKUNPE der om de onkosten der toerustigen tot bet ka vatten des Arkelfchen Krygs goed te maaken, aan de Steden Haarlem, Leyden, Delft en Amfterdam , de Graaflyke Goederen en Renien van Kennemerland en West-Friesland, e Steden magtigcnde om de Graaflyke inomflen zeiyen aan te tasten, in gevalle de Rentmeesters, in 't betaalen der Renten naaatig biceven, zonder dat zy hier door iets egen hem of iemand, zouden verbeuren. — ^•lyk, aan den eenen kant, hier uit blykt, !at de Steden , van ouds, niet gehouden waan zich , ten behoeve der Graaven , in gulden te fteeken ; en dat zy het niet deeen, dan op goede verzekering voor de voloenmg van hun verfchot; zo wyst het, aan en anderen kant, niet min duidelvk uit, oe oud reeds de gewoonte der Vorften is' m, met de fterkfte verzekeringen, hunne leerlyke Goederen, voor opgenomene gelen te verbinden; ten vollen bewust, hoe ngemaklyk , of zelfs onmogelyk, de uitwinmg dier verbanden zou vallen ; doch dat :ne fchynbaare verzekerdheid van deezen « genoegzaam is tot het verkivgen der enoodigde penningen. ■ Graaflyke Ren. ;° en Pachteit aan de Steden door zyncu, ader verpand voor opgefchooten gelden, 'ste hy, met de Steden Voorregten te fchen-' ■ft» die derzelver overgifte konden ópwee- gen  VADERL. GESCHIEDENIS. « gen. En, wanneer het voortzetten van den Kryg van jan van arkel , die reinoud Hertog van Gelderland tot Medeftandei- kreeg, Graaf willem den VI, gelegenheid gaf om by de Steden van Halland eene buitengewoone Bede te doen , verworf hy ze niet ponder zich te verbinden , om die gunst door het verkenen van nieuwe Voorregten te axkennen (*). Aanwas van der Steden magt, en daar aan geëvenredigde vermindering van 't Graaflyk gezag - Een voorlpoedige Kryg, met tusfehenpoozen van Rcdand , alleen dienende om tot verhaal van kragten te komen, eindigde in, een Vrede, by welken de Hertog van Gelderland. , wien jan van arkel , door list verkloekt, zyne Lauden verkogt hadt, alk zyne regten op de Landen van Arkel en Qornichem aan Hol/and afltondt, Met deeze werd het Graaflchap van Holland ten zynen tyde vermeerderd. Eenezamenzweering qp 's Graaven keven, voor welker Hoofdperfoonaadie de altoos onrustigen jan van arkel gehouden werd, ontfloeg hem van dien lastigen Vyand; deeze geraakte in hegtenis, en de goederen zyner Jïedgenooten. jan van egmond en willem van yssel- stein.. (") Wag^naar , Axift» ii Stuit, tl. 205. Van Oosten »3e bruin Haarlems; Ge/lliiedcnhjifi, i Deel, bi. 205. ƒ C 5 [V Boek. UI. HouFDST, willem jyï. gcpvaalt in den Arkelfchen Kiyg en breid zyn gezag uit.  IV Boek. ui. IIoorrssT Tfhs-land msüktzich van hem oraihanglyfc. ] 4a CHARACTERKUNDE beu stein, werden verbeurd verklaard. ~ Gelyk hy meest door Gunstbetoon de Steden aan zich verbondt, zo hieldt hy door Vrees den Adel in bedwang. Zyne magt deedt in Utrecht de Party, die BfoHmÜbèguttstigde^ zegepraalcn: een prachtig en Vorstlyk onthaal ftrekte ten blyk van dankerkentenis, en hy mogt zich ftreelen met een beheerfchenden invloed in het Sticht. De Zon van Graaf willems Heerfchnppye fcheen dus ten vollen middag te zullen klimaten ; doch werd met een wolk overtrokken. Het altoos op Vryheid ftaarend Friesland, wagtte flegts op eene gunstige gelegenheid om het nog geringe overblyfzel van onderdaanigheid aan Holland, te vernietigen. Sta* veren was de dénige Stad deezes Landfchaps in 't bezit des Graaven. Zwak bezet, flap bewaakt, wordt zy verrast, overrompeld en van Hollandfche Bezetting ontledigd. Willem den VI mogt zich dier flegte wagthoudinge beklaagen. Friesland was van het juk zyner Heerfchappye geheel ontheeven , en de handen te vol hebbende aan verwarde :aaken van Frankryk , waar in hy te veel leels hadt genomen , moest hy met een ^olk, wiens Heer hy zich noemde in Onderlandeling treeden en een Bcftand fluiten. Door zyn eigen Huwelyk vermaagfehapt tan den Hertog van bourgonje ; en door dat  VADERL. GESCHIEDENIS 43 dat zyner eenige Dogter jacoba, Schoonvader van den vermoedelyken Erfgenaam der Franfche Kroone, jan Hertog van Touraine, hadt hy zich in eenen onuitkomelyken maalftroom begeeven: zyn Schoonzoon kwam in den zeiven om, en hy zelve ontging het gevaar niet dan met groote moeite. Opmerkenswaardig zyn de voorwaarden der Huwelyksverbintenisfe 'zyner Dogter. „ De Landen zouden , indien hy, zonder „ Zonn naa te laaten , overleedt , aan ja9, coba en haare Erfgenaamen komen, en j, door haar E-gtgenoot beftuurd worden , volgens den raad en het voorbeeld, door 5, Hertog willem in zyn leeven gegeeven. „ Hy zou, zo lang hy leefde, Geweldig Heer deezer Landen blyven; en naa zyri ., aftterven, zouden zy het leen deezer Lam „ den zoeken te ontvangen van den geenen, ,, en op zulk eene wyze als het door Her. „ tog willem en alle zyne Voorvaders ges, daan was. De drie Landen zouden on „ verdeeld blyven, en altoos op den oud „ ften Zoon, of by ontftentenis van Zoo „ nc-n , op de oudlte Dogter, verllerven ,? De oude Voorregten, Handvesten, Vry „heden en Gewoonten, zouden bewaard „ en geene Vreemdelingen; maar alleen di „ oudite en beste Ingcboorenen, tot Amp „ tenaars, in en buiten den Graaflyken Raai be [V Boek. III. Hoofdst.' Voorwaarden by dc Egtvcrbmteais zynci üogtcr JACO HA» l  IV Boek. iH JlooFDSTc Voor zyne Opvolfter hier ten tande erkend, j 1 h o k d P & u b) U GHARACTERKÜND.E DK5. „ bevorderd worden", i : Dc Tytel v:;t5 Geweldig Heer, welken de Graaf hier zichzelven geeft, blykt, uit het Slot, dat geen willekeurig, Cn eigendunkelyk gezag influit (*) : en vinden wy in dit ftuk de duidelyke erkentenis van, de Leenroerigheid deezer Landen , ougetwyfeld van het Keizerryk; zommigen willen ook, dat hy Keizer Sighmundus, naa het Leen deezer Landen van hem verkreegen te hebben, vrugtioos aangeweest was, om. het verly yoor zyne Dogter te verwerven (t;. Beter Haagde hy, by de Edelen en Steden, in dus het Volk zelve , verzoekende, dat sync Dogter, zyn ééatg wettig Kind, by syn overlyden voor wettige Landvoogdes^ nogt eikend , en , als zyne Erfdogter cn leenvolgfter ingehuldigd worden (§). Korten yd overleefde hy die bezorging. Nie- CO Wy hebben hier boven, I Deel, bi. 206 gelegen 5id gehadt om aan te merken , dat liet woord gewddig, idtyds dien haatlykcn zin niet met zich bragt: dé Hoogfc ètn* brengt ook deeze vooiwaarde by ter bewyze van en zin deezes woords, Hifi. Critic, Tom. I, p. j. ig. 76. (t) Winder. Vita Sigumutidi, apud mekken, Germ. 'ript. Tom. I. pag. 1104. (§) Van loon, Geweeze Leenroerigheden, II Deel ■ 15.5 cn v an mieris, Nederlandse fatten, I Deel, - ili — 20.  VADERL. GESCHIEDENIS. AS Niemand twyfelt in willem dén VI een j Man te zien van meer moeds en bélëids dan fcya Vader. Hadt hy, met een ohvoorzigtige hand , het órider de asfche bedolven vuur van de Hoekfche 'en Kabbel) aauwfcke Tweefpalt, eerst opgerokkend , hy wist het 'erweer onder te bedelven: en; zo lang hy leefde ■, bedolven te houden. In Heerschzugt, zo wel als iii beleid en moed, overtrof hy albrecht ;. doch deezé zou misfchien , was ecti langer Regeerertyd dan dertien jaaren hem ten deele gevallen, de bron. geweest hebben van de grootflre misflagen. -Zyné verbintenis aan het Franfche Hof, ih den toenmaaligen Verwarden Staat diens Ryks£ het aanzienlyk Huwelyk zyher Dogter aan eenen Prins uit den Bloede, om daar doof zynen Huize eer en gezag by te zetten, hadt veel ligt zyn eigen en 'sLands Verderf naa aich gefleept. Welwikkende Staatkun¬ de , die 's Lands belangen en betrekkingen fteeds in 't öög houdt, en tfcn grondflage ftrckt van de kunst óm een Volk onzaglyk cn gelukkig te maaken, bezat hy zo min ah* de meesten zyner Voorgangeren, en deeze ; in'eene groote- maate, zou alleen het middel hebben kunnen zyn, om het Land in gunstiger gclteltenisfe dan zyne Ërfdogter en Opvolglter jacoba van beheren over te hiaten. . . JA- v Boek. II. IIOOFDEf.'  IV Boek. lil. HoOFDST. Jacoba VAN beije PvE N volst haare» Vader op. De Kahbeljaauwfchen.tiaar vyandig. C k& CHARACTERKUNDE der Jacoba van beijeren. — Op het leezert van haar Naam wordt het gevoelig hart verteederd. Jeugd, Schoonheid, Verfiand en Moed, in eene ontydige Weduwe, ongelukkig te zien, roert de fhaar des Medelydens op het fterklre, en pleit voor de verfchooning der zwakheden, aan welke zy meer als Vrouw, dan als Vorftin, fchuldig ttondt, en haar van elk, die de kragt der Menschlyke driften in Vorstlyke Perfoonaadien, zo wel als in de anderen, erkent, gereedlyk za! Vergund worden. Haars Vaders bezorgdheid voor de Erfop. volging zou eene gewenschte uitwerking her/oortgebragt, en haar van het gerust bezit leezer Landen verzekerd hebben, indien het /uur der gedoofde Tweefpalt geheel uitge. jluscht geweest ware. De Hoekfchen toonlen zich gereed te haarer inhuldiginge , en )m geftand te doen aan den Eed den overlelen Graaf gezwooren. Geen wonder, zy 'oorzagen op het kusfen te zullen blyveni lan de Kabbel]aauwfchen, naa de lang geniste waardigheden haakende , beweerden , lat het Land, nooit rust genooten hadt onder ene Vrouwlyke Regeeringe, dat de gegce'e goedkeuring aan de Erfopvolging, alleen [oor vreeze afgeperst, hun niet verpligtte. Zeer gegrond en overneemenswaardig is de pmerking eens zo bevalligcn als kcurigen Schry.  VADERL. GESCHIEDENIS. 47 Schryvers. „ In langduurige verdeeldheden , „ die zich over het ganlche Lichaam van 5, eenen Staat uitftrekken, ziet men dikwyls dat de Party , welke eenigen tyd onder3, drukt geweest is, by de de eerde gelegenj, heid , om zich op nieuw te verheffen , „ eene volkomene omwenteling veroorzaakt, 't Schynt, dat ontelbaare werktuigen , die 5, zo lang nutloos hebben moeten rusten, evenwel in dien tyd zamengekoppeld zyn , „ om door één enkel beweegrad allen gedreeven ie worden. Dus waren de Hoek„fchen, toen Hertog willem de V, van 9, zyne kwaaie overvallen werd, uit hunne „ fchuilhoeken te voorfchyn gekomen om alles te bepaalen naa hunnen wil. Nu „ deeden de Kahbeljaauwjchen, die pnder s, willem den VI hadden ftilgezeten, het zelfde op het eerfte oogenblik, 't welk „ hun eenige ruimte gaf om zyne Dogter 9, het geleeden ongelyk betaald te zetten (*)". De Inhuldiging gefchiedde , fchoon niet j zonder opfcliuddingen, in Holland en Zee-' land; Dordrecht alleen weigerde. Deeze ( Stad , vol Kahbeljaauwschgezinden , hieldt { heimlyk verftand met janvan beijeren yerkooren Bisfehop van Luik , Oom der Gra- <*) Stïl. Opktmst en Bhei fan dg RspitKlih der Vereenige Nederlanden. IV Boek. [II. Hoofdst. r » an van bei.' eren haar lom, houdt eimlyk ver.and met hpn :yn Charac2r.  tV boek. ■ UI. Uo.ofüst 4°* CHAR.AC TER.KUNDE der , Graavirine, die reeds , in zyhe vroege jeugd \ ' den mond op déeze Gewesten gemaakt hadtj en, niet dan noode, zynen Broeder met dezelve befchonken zag. Hy verdient, als een der Berokkenders van 'sLands leed, gekend te worden. Eene ongebonden Eerzugt , tot alle fchelmflukken bekwaam, was zyne dénige dryfVeer; deeze openbaarde zich reeds als hy, der kindsheid naauwlyks ontgroeid , door kdiperyen , zich tot Bisfchop en Prins van Luik deèdt verkiezen. Plet Wereldlyk Gebied, aan die dubbele Waardigheid verknogt, was zyn doel j docli het Geestlyk Gewaad, en de KerklykeBediening, ftondt hem dermaatetegen, dat hy, de Ordening niet wilde aanneemeh , noch de Mis bedienen. — Men fchryve dit in dien fnooden niet toe aan fchroom, dat hy deeze gewydé Orde zou ontluisteren; doch aan da vrees, dat de Kerklyke banden, hem in het Volvoeren zyner wydftrekkende heerschzug. tige oogmerken konden belemmeren. Dc Luikenaars, zich tégen zulk een ongefchikten Prins Bisfehop verzettende, moesten dn* boeten, en, voor zyne overmagt bukkendej zynen wreeden aart ondervinden, die herrt den welverdienden fchandnaam van jan zónder Genade deedt draagen. Zijn List en Staatkunde maakte hem zo bekwaam tot het saaijen cn opkweeken der zaaden van twee- ipalé  VADERL. GESCHIEDENIS 49 fpalt, als om 'er de vrugten van in te zamelen. Wy zullen, onder het vermelden der Lotgevallen van jacoba , in zo verre zy noodig zyn om haar Charaóter te doen kennen, gelegenheden te over aantreffen, om tctoonen, dat wy deezen haaren Mededinger, die haar Befchermer hadt faehooven te weezen, in het voorbygaan , met geene te zwarte koole tekenden. — Wy kunnen niet vorderen zonder dien haatlyken Man te ontmoeten. In Dordrecht was zyne verwagte komst aangenaam. De Kabbel] aauwfchen aldaar erkenden hem voor Ruwaard; de Stad Briele volgde dit voorbeeld. De listen en ftreeken in andere Steden aangewend om die Waardigheid , en onder dien dekmantel de geheele Regeering in handen te krygen, troffen geen doel; ook moest hy het misfen op eene byeenkoomst van 'sLands Staaten, welke hy hadt weeten te bewerken om het Stuk der Voogdye in overweeginge te neemen. Deeze te leurltelling doet.jan van beijeren, verbitterd, tot ftrenger middelen befluiten. Het weigeren der Voogdye dient ten voorwendzel, om de Dordrecht fchen, en de Ingezetenen van Voorne, in 't harnas te brengen , met oogmerk, om de Steden te dwingen tot eene erkentenis , welke zy, ongedwongen, niet hadden willen doen. De weigering van jacoba op eenen brief vol beD drev. v Boek. il, üoorJST. Zoekt liet Rw waartifihap met Uit tekiy. gen. Bedient zich van W .'.penen.  50 CHARACTERKUNDE der iv PoF.K. iii. lioOFDS JaCoba vericbynt in L'c, iuini; haar heldhaftig ge «hag. Trouwt jan Heitot; van Bie'iant; diens Cl.ara&er. T> dreigingen van zyne ongenade, als zy hem niet voor Voogd groette , ftookt het vuur zyns euvelmoeds aan. Hy zogt en vondt fteun by eenige uitgebannen Heeren. Van Egmond en van arkel lieten zich, op de belofte van in hunne Vryheid en Goederen herfteld te worden, ligt beleezen. Zy vermeesterden Gornichem. De moedige jacoba hoort het gevaar des _ Lands en haars gezags niet, of zy verlaat Henegouwen ; en verfchynt , de beste maatregels genomen hebbende, met hulpbenden, geflcrkt, voor Gornichem, betrekt het nog behoudene Kasteel, aanfehouwt het beleg, moedigt door haare tegenwoordigheid , door haare redenen, den Krygsman aan. Zy ziet de Stad vermeesteren, de Verdeedigers over den kling jaagen, of gevangen neemen. Jonkheer willem van arkel liet 'er het leeven, egmond met vecle Gelderfche Edelen zyne Vryheid. Zy betreurde, te midden van de zegepraal, het fneuvelen van walraven van brederode , een haarer grootfte Voorltanderen cn den Bevelhebber haars Legers. Op den aandrang der Hoekfchen, die den Lande eenen Voogd wilden verzorgen, in ftaat om tot Schutsheer tegen de Kabbel' jaauwfeben en van den irdringenden jan van beijeren te (trekken; op het aanftaan van de Gravin Weduwe haare Moeder, wier Staat-  VA DE RL. .GESCHIEDENIS. $i Staatzugt een ftreelend welgevallen vondt in i eene Egtverbintenisfe, welke zo veele Staaten in haar Gedacht veréénigde, en in gehoorzaamheid aan den ulterften wil haars Vaders, geeft zy, fchoon met tegenzin, de hand aan haaren Neef jan Hertog van Brabant. Zy deelde in 't ongelukkig lot dcc Vorstlyke Pcrfonadien , die, in een ftuk, waar van het geluk des leevcns, voor een groot deel, afhangt, met hun eigen hart cn genegenheden, niet mogen te raade gaan. Deeze Verbintenisfe eener Prinfesfe in 't bloeiendst haarer Schoonheid, en 't prilfte van haar Jeugd, die boven de meeste haarer Sexe in Verftand en Oordeel uitftak, en een manlyk hart in vrouwlyke boezem omdroeg, aan eenenEgtgenoot van een zwakLichaamsgeftel, van een bekrompen Verftand, van een loggen losfen en onagtzaamen aart, onbekwaam ter Regeeringe, fpelde Huislyk ongenoegen,- en den Lande, waar over hy, als Man, den gezagvoerenden Tytel kreeg, niets, dan nadeel. Schoon jan van beijeren, alles aanwendde, om dit Huwelyk, 't geen hem van 't beoogde Ruwaardfchap en verdere Staatzugtige bedoelingen ontzette, te ftuiten; hadt hy, 't zelve niet kunnende beletten, zyne toeftemming gegeeven: doch hier mede van zyn toeleg op de Regeering deezer LanD 2 den kT ri.-ïF.K. tl, UoOFDST- f Jan van beieren trouwe en verwerft van den Kei. zer het Vevly dezer Landen.  TV J?okk. ïil- IiooroST. Nceun den 3'ytcl van praat aan, en bevoordeelt pordu ciu. i ] 1 t 1 l i 1 1 • \ 5* C H AR AC TERKU-NDE dek den niet afgezien. . Zyn lang gekoesterd voorneemen om den Geestlyken Staat te verlaaten, en zich in den Egt te bcgeeven, volvoert hy. In de keuze zyner Egtgenoote Kraalde zyn Staatzugt en de toeleg tot vernedering zyner Nigte door. De Nigt van Keizer sioismukdus ter Vrouwe en met haar het Ver'ly der Erflanden van jacoba te verwerven was het dubbel oogmerk, 't geen hy zich voorftelde , en bereikte. Schyn van Regt wees hem de Erflanden toe, en een vermeend Keizerlyk gezag ontfloeg de Ingezetenen van den Eed van getrouwheid aan, jacoba , en haaren Man , gezwooreu. De regtmaatige weigering om zich naarieeze Landbegiftiging te fchikken, en het a^ederflaan van dien cisch, wedcrhieldt dien Snoodaart niet, om, trots op denKeizeiiyken Dverdragt, den Tytcl van Graaf aan te neensn, en zich daar toe, in het hem begunsigend Dordrecht , met groote plegtigheid, e laaten inhuldigen. Een Handvest dier geiefde Stad gefchonken, welke haar van verbeide Voorregten verzekerde, behelsde tef'ens een lokaas, om andere Steden tot het 'Olgen van Dordrecht op te wekken , jacoba 2'verlaaten, en hem roe te vallen. — Zyn, ist mislukte. Zy bleeven jacoba getrouw., taderfreunde haar niet alleen met geld; maar 'erbojidcn zich tot het beleg van Don&echt^  VADEHL. GESCHIEDENIS: 53 de Burg des nieuw opgeworpen Graaflykén Bcwinds. Dit het fteunzel van List dervende moest tot Geweld de toevlugt necmen; De Burgerkryg fteekt het gruwzaam hoofd weder boven. De Tooncelen van den Hoek' fchen ën Kahbeljaamvfchen twist worden vernieuwd. Brand en vernieling vertoonen het fcbriklykst gelaad; Dordrecht wordt belegerd door jacoba met de Hollanders van den eenen, en door haaren Egtgenoot met de Brabanders van den anderen kant; Zo nóode als deeze traage en vad2ige Man der werk zaamlte en klockfie Vrouwe zich tot dit beleg hadt laaten beweegen, zo laf en bedryf loos gedroeg hy zich in het zelve. Jacoba ga: agt op alles , moedigde elk aan tot zynei pligt, alles, ter vermeestering noodig, werd onder haar oog en aanvoering, met der grootllen yver en wakkerheid j volvoerd JJe Krygslieden zagen Heid willem in zym X)ogter herbooren , en eene Heldinne aai hun hoofd geplaatst, wier bevelen zy me de ftrikfte naauwkeurigheid volbragteii. Had men van de anderen kant den zelfden rfloe« en beleid getoond, Dordrecht ware vermees terd geweest. De vadzige Hertog leed met de zynen van de uitvallen der Bele gerden veel afbreuks \ terwyl zy het we verfterkt Leger onder jacoba ongeffloeh lieten* Het behaalen eener overwinning ö] d 3 IV Boek; lil. HÖoFDsfj Dordrecht Mói T.-.cobA bslc; gerë; i ; i L é 1 i i .  IV Roek. lli. Ik/CFDST } jan van i1ei- jgrrn vaavt voort in zyne b Heerscbzugtisauitogeu. W 54 CHARACTERKUNDE der uitvallende Belcgeraaren fcheen hem eers genoeg , hy befluit het beleg , van zynen kant, op te breeken en na Brabant te keeren. In den aftocht vervolgd, kwam de hulpe van jacoba, die uit het Krygsgeichreeuw het gevegt vernam, te fpade. De Beijersman behaalde zege en veel buits. De lafhartige Brabander vlugt, en laat het beleg aan zyne Vrouwe over. - Vrees voor een wel verdiend verwyt, dat hy haar in 't hachlykst gevaar gelaatcn hadt, dreet hem te rugge, niet om het beleg te hervatten, doch om haar te beweegen, het desgelyks te ftaakcn, en met hem na Brabant te trekken. Spyt en hartzeer, dat zy , door de fchuld en lafhartigheid haars Mans, den ichoonlten kans om haarBeleiden Dapperheid aan den dag te leggen, en tellens de Wapenplaats eens gevaarlyken Mcdedingerste overweldigen , verlooren hadt, vervullen haar hart; en niet, dan met den gevoeligften wederzin,' liet zyzich overhaalen, tothetftaaken van den kloek beraamden en van haare zyde dus ver-e gelukkig volvoerden aanflag; haar eenige troost was, dat zy, door 't langst het veld e houden, de fchande der ontruhninge geeel van zich kon weeren. Jan van beijeren, van dit benaauwend ïleg, verlost, zet zyne Heerschzugtige onterpen voort, bernagtigt, mi weinig Volks, door  VADERL. GESCHIEDENIS. SS door verraad geholpen, Rotterdam, 't welk, den Graaf en Gravinne afzweerende, hem voor Graaf uitroept. Den Kabbeljaauwfchen Aanhang in alle Steden tot zynen wil hebbende , twyfelde hy niet of de algemeene veragting , die jan van brabant zo wel verdiend zich op den halze gehaald hadt , en onverdiend' ook op jacoba-overfloeg, zou hem de Regeering in handen ftcllen. Men heeft alle rede om te denken, dat jan van brabant voor altoos zyne aanbe huwelykte Landen zou hebben laaten dryven. Maar jacoba, den voortgang der zegepraalende wapenen van haaren vyandlyker. Oom verneemende, bedugt voor een groo ter, zo geen geheel, verlies van alle haan Vaderlyke Erflanden , 't welk haar in d< treurige noodzaaklykheid zou brengen, on haar geheel volgend keven, ter genade vai haaren veragtlyken en by haar verfmaadei Man te ftaan, befloot, deezen in Braban laatende, na Holland te trekken, en, doo haar Heldinnemoed, het verder verloop 6 fluiten. Haar onvermoeide yver, haar voorbeeld wekten de Hoekfchen op, zy bezogt de Stc den, en herftelde de vervalie Vestinger Zy bepaalde den loop des indringers. De Burgcrkryg ontftak met feller woede da ooit; de Land en Veebouw met den Koor D 4 hsu IV Boek. [II. Hoaeasr. Jacoha biedt hem klcrsken wedecltiud., L l t » 1 f. I»  tv r.ipx. ui. IljOI'DS* <^nrrt een Ver. drag met jan VAN UiiiJEUEN aan. i I C \ & S n d S' 56 CHAIIACTERKUNDE der ■ handel kwyBden. Onzydigheid kende men met, wie zulks voorwendde, ftondt tusfehen twee vyanden. De immen ym wantfehap werden ydele klanken, zonder kragt, met 'm ftaat om iemand te redden uit eemg dreigend gevaar. Een onverniydelyke ondergang hing het Land, door onderlingen i^Yg, wederzydsch op de wyze der Struikrooveren gevoerd, boven 't hoofd. In die byfiere verwarring liet zieh de ftem der Verzoening hooren. - Elk luisterde. Vrees en Hoop wekten aandagt. Vrouw jacoba zag, dat jan van beijeren, gelyk het gelchaapcn ftondt, peer Steden verwesterende, haar ^ toevoer van hulpe uit Lrabant zou affnyden : deeze hield zieh ver«kcrtl de zaaken zo verre gebragt te hebben, at een Verdrag hem alles , wat hy begeerde, zou doen verwerven, of althans den a'eg daar toe baanen. Trouwloosheid Staatkunde, en List vangen eene onderhandeling an, en beraamen een Verdrag van verzoemg , alleszins ingerigt ten voordeele van en trouwloozen Zoensman , en om jan an beijeren het Landsbcftuur grooteneels in handen te ftellen. Jacoba het lachtoffer dier zamenfpannende ondeugden , oest van den nood eene deugd maaken, en oen 't geen men haar niet toeliet te weiren. Ver-  VADERL. GESCHIEDENIS. 57 Verdeeldheden in Brabant door jan van beijeren berokkend, terwyl men hier aan eene verzoening arbeidde, en dezelve plegtig bezwoer, riepen den Graaf en Gravinne, derwaards. Hier door de handen ruim hebbende , en niet vergenoegd met het deel der Regeeringe, hem by den Zoen opgedraagen , ftondt hy welhaast na meer gezags; veran* derde de Regeering in de Steden ter begunstiging der Kabbel]'aamfchen, die hy alzins voortrok. Dus misbruikte hy de magt by den Zoen verleend om dien te verbreeken. Eenige Steden , die het Ruwaardfchap niet erkend hadden, vreesden met rede, dat de verandering der Wethouderfchap ook ten haaren opzigte zou ondernomen worden. Leyden zoekt, door Bondgenootfchap met Utrecht en Amersfoort in de Overysfelfche Steden, wegens veelvuldige verdrukkingen op de Kabbel]aauwfchen fel gebeten, het gedugte onheil af te weeren. Zy verklaaren, door de Hoekfche Edelen gefterkt, den Overweldiger den Oorlog ; die zich met de Gelderfchen verbonden hebbende, Leyden belegerde, 't welk, naa eene verdeediging van negen weeken, door gebrek aan lyftocht, zich genoodzaakt vondt te daadigen. De haatlyke van beijeren verkreeg het Burggraaffchap van Leyden , verfcheide Eeuwen door den D 5 Huize [V Boek.II, HooFDST. an van bei- [ehen misbruikt het aafl ïetn afgedaan ;ezag. Verbintenis ;egen hem»  IV Roek. III. HoOFDST fACOBA in Huislyken onmin. 58 C TI AR AC TE R KUN DE der Huize van wassenaar bezeten. Alles bukt voor den Geweldenaar; hem, dien men alles moest ontzegd hebben, ftondt men alles toe. Van waar deeze vervoering ? Hoe komen Burgers, die, door ondervinding, geleerd hadden, Wat het was eenen vreemden Heer te gehoorzaamen, tot de buitenfpoorigheid om eenen Heerschzugtigen Verleider te gehoorzaamen, die zo klaar getoond hadt, hoe hy, kon het flegts dienen om zyn Gezag uit te breiden, alle regten fchondt, geene betrekkingen ontzag V — Uit de kortzig- tigheid der Staatkunde des Volks, die, alleen op het tegenwoordige ftaarende, niets vooruit ziet; en zich werpt in de ftrikken van een ieder, die een behendig lokaas van oogenbliklyk voordeel uitvindt. Jacoba ontving de tydingen van het verdrukken haarer Landen en Vrienden met diep treffenden weedom : zy wenschte niets vuuriger dan redding en hulpe toe te brengen; zy hield 'er om aan, met de dringendfte redenen, by haaren Egtgenoot, die doof voor haare aanzoeken, zich der befcherming van jacoba's Erflanden niet bekreunde: en op niets gefteld fcheen, dan op het plaagen zyner Vrouwe, in alle opzigten boven hem uitfteekende. Men bedenke , dat zy nu :erst omtrent twintig jaaren bereikte. De iffceer tegen den lafhartigen Egtgenoot opgevat.  vaderl. geschiedenis. 59' vat, die zich in Regeeringszaaken even onbekwaam toonde als in Krygsverrigtingen, 't welk geheel Brabant in beweeging bragt om de Regeering in bekwaamer handen te vertrouwen, werd verfterkt door Huislyken onmin, ontftaande uit zyne fchennis der Huwelykstrouwe, door een onwettigen minnehandel met eene Brabantfche Adelyke Jonkvrouwe; zy zag haare jeugd, haare fchoonheid, Vrouwlyke voorregten, van welke zy niet onkundig kon weezen, verfmaad. Hy zogt haar het eenig genoegen, te midden van zo veel ongenoegens , te ontzeggen, door haare Hollandfche Staatjuffersteweeren , en haar Brabantfche op te dringen. Dit ontdekkende , voerde zy , met eene manlyke taal, haar voegende, dien laffen Huisdwin. geland , te gemoete. ,, Ongaarne zou ik ,, my laaten affcheideri van Juffers, die met my zyn opgevoed, in wier vrolyk gezel. „ fchap ik myn tyd met genoegen kan fly,, ten, zonder altoos aan myne veelvuldige onheilen te denken. Ik ben, in allen gevalle, zo wel eene Vrye Vorftin, als de Hertog een Vrye Vorst, en zal my niei „ laaten dwingen, 'er is geen reden 011 „ myne Staatjuffers te verdenken " ! — Z; moest dezelve egter misfen. Haare betoondi gefteldheid, om ze by zich te houden, wa: genoeg, om hem te meer tot het verzendei aa: IV Boek. III. Hoofdst. [ I i 1  IV 6pBjr4 Ui. Hoerosi Verlieft op den Hertog van GLOCHESTER. i ] i 1 i 2 a h a v o eenen 60 CMARAC TERKTJNDË der i nan tc zetten- ' Beklagenswaardige .ja-* coba! hoe veel huislyk leeds hebt gy, bv zo veel ander ongenoegen,, moeten verkroppen ! En , zelve in fhat om te regeeren f moeten dulden, dat een Egtgenoot, onbekwaam tot het Landbeftuur, de jaaren der Voogdyfchap over u verlengde , om dus uwen Vyand , en Gezagsontroover geheel aan zich te verbinden, en u, op het grievendst, te hoonen! Geen wonder, dat gy een Man uwer onwaardig en een Hof, waar uwe begaafdhc- ~ den en talenten anderen in 't licht fi-aan, verlaat! Uwe braafheid draagt de goedkeuring der beste Brabanderen weg , daar zy 11 aanzoeken weder te keeren; en, door eert Gezantlchap, fmeeken, ten Hove te komen, m met uwen Egtgenoot, de voorige verbit«ringen vergeetende, weder te verzoenen 1 fe regt twyfelde gy, of de Veréönigiug, hoe >legtig ook, ooit van getrouwe Liefde zou ;evolgd worden. — Uwe Kiesheid, om ia iet bedde de plaats niet te willen bekïeederJ :aast een Man, die de heilige regten van 't elve zo menigmaal gefchonden hadt, zoii Hen lof verdienen ; indien uwe Gcneseneid tot den Hertog van glochester , den ' ['keer van uwen Man niet geftyfd en u beroogen hadt om Heelswyze na Engeland ver te fteeken , u daar te verbinden aait  VADERL. GESCHIEDENIS. 61 eenen, die niets anders bedoelde, dan het Ge-1 zag op uwen Naam te bekomen-, die met u herwaards overgeftooken, zich welhaast uit vreeze wegmaakte, op uwe fmeekbrieven om om» verwylde hulpe, daar men u op 't verraade» lykst behandelde , geen daadlyken byftand zondt ; en, naa eenige zwakke poogingen te uwer hulpe, zich uwer zaake onttrok, en uwe Liefde met Trouwloosheid beantwoord, de: zyn ligt gellingerd hart en hand geevende aan uwe Mededingfter eleqnqor cob- ham 1 Doch, eer zig dit alles ontwikkelde moest jacoba veel wisfellots en de fchande ondergaan van na Gent gevoerd, en, op het Hof, in bewaaringe gefield te worden, door den Hertog van Bourgondie. Haare Hoekfche Vrienden in die Gewesten, door de Kabbeljaauwfche verdrukt, toonden zich met haar lot begaan , en maakten haar geld in overvloed over, zo dat het haar, in dien gevangen (laat, aan geene fraaijeHofhouding ontbrak, Haare Vyanden misgunden haar dit genoegen, en waren 'er op uit, dat zy na elders gebragt en in naauwer bewaaringe geheld mogt worden. Zy fcherpte, om dit te voorkomen, haar vernuft om een middel ter verlosünge te bedenken. In Mansgewaad yermomd . yerfehalkt zy de waakzaamheid de$ V Boek. II. IIoofdst, Dntkomt ge- ' vangen zyn do de Gevangon is.  IV Boek. iii. iioofds' En verfrbyn Holland j a van be ije Rens dood. Philip van bourgonje haar Neef berokkent haar leed. t% CHARACTERKUNDE der der Wagteren, gaat onbekend uit, ftygt te paard en komt in Holland. Met baar verfcbynen fcbeen de zon des voorfpoeds, voor de lang verdrukte Hoekfchen , op te gaan. 't Was eenige Steden genoeg deeze ongelukkige Vorftinne te aaitfchouwcn , om baar voor Gravinne uit te roepen , weder moed te vatten , en den wraaklust op de Kabbeljaauwfchen te koelen. ■ Tot bemoediging hunner hoope eindigde jan van beijeren, zyne dagen. Niet alleen hadt hy, door de fnoodlle flrecken en gruwzaamfte geweldenaryen , het Bewind in Henegouwen , Holland en Zeeland gevoerd, en het greetig oog zyner Staatzugt op Brabant geflaagen; maar ook het zo vaak onbedwinglyk Friesland en Groningen verpligt hem voor Heer te erkennen, en zich aan fchatting te onderwerpen. Vergif hielp dit monfter van Hecrschzugt aan kant; en zyn geweldige dood flrekt terlcsfe, hoehachlyk en verderflyk de Hoogheid is, tot welke de Eerzugt, langs trappen van Boosheid en Geweld, opklimt. Jacoba , van dien gevloekten Oom ontflaagen , ftreelde zich, misfehien, met de verwagting van betere tyden; doch deeze werden haar ontzegd door een Neef, die reeds voor lang met den nu overleden Berok- kener  VADERL. GESCHIEDENIS. 63 kener van haar leed, tot haar verderf zamemj fpande. Philip van bourgonje was, by uiterften wille , door jan van beijeren begiftigd met al het regt, 't geen hy waande op deeze Landen te hebben. Hy was nederig , neen ! hy was voorzigtig genoeg om den tytel van Graaf over de vermeende Erflanden niet aan te neemen, en dus zich met dien van Ruwaard en Oir of naasten Erfgenaam der Landen te vergenoegen. Welk een fpyt, welk een ondraaglyke hoon voor jacoba! Hy doet, z.ader van haar een enkel woord te reppen, jan van brabant , in alle Steden, die de zyde van jan van beijer.en gehouden hadden , voor Graaf erkennen, die , daar toe ingehuldigd, weder na zyne Staaten vertrok. Jacob van gaasbeek, die van des Hertogen wenken vloog, bekleedde het Stadhouderfchap in Holland. Hoe veel Heerfchers in een vryen of liever in een overheerschten Staat! Dit klein Gewest hadt op één tyd, een Graaf, eene Gravinne, een Ruwaard en een Stadhouder. De gehoonde Gravinne met de weinige Steden haar toegedaan, en deHoekfcheGrooten, wagtten op Engelfche hulpe. Schoon, hooven ftondt een halfjaarig beleg van den Stadhouder gaasbeek uit. Gouda, het verblyf der Gravinne, met een beleg gedreigd, word 'er van verlost door haare Kloekmoe digi V Boek. II. IIöofdst. Zoekt met de Wapenen haar gezag te handhaaven.  IV Boek. III. Hoofdst. ( 5 5 >• S I »: »: »: s: 55 5» 55 55 *5 55 55 55 »5 »5^ 64 CHARACTERKUNDE der dige Heldinnc, die aan 't hoofd der Hoek* Cchen en haare Utrechtfche Hulpbenden , op een Leger meest uit Poorters der Hollandfche Steden beftaandc, lostoog. De meerderheid ran Manfchap was aan de Kabheljaauwfche zyde. Moed alleen kon hier de zege behaaJen, en wil men, dat jacoba dien in 't hart haarer Krygs- en Lotgenooten, toen zy by Alfen, in 't gezigt des wandlyken Legers ïckomen waren, door deeze aanfpraak ont'onkte. „ Nu, braave Krygsmannen.' Nu » is het tydflip gekomen, waarom ik zo me, rug-maal gewenscht heb , om u aan veiligheid, en my zelve wederom aan 't ge, bied te helpen , waar van men my, zo > fchehns, zoekt te berooven. Toont dan nu, was gy lieden wel vermoogt, ook onder het geleide van eene Vrouw, die met Lichaam en Geest beide in 't gevaar zal tegenwoordig zyn. Befchermt zo wel uzei ven als haar tegen de Verraaders hunner wettige Gravinne , wier Gebied zy, zelfs by haar leeven , in andere handen poogen te brengen. Weinige woorden zyn ter ontfteekinge uwer Dapperheid genoeg ; daarom zal ik my van veelc onthouden, op dat ik geen fchyn van wantrouwen aan dezelve geeven moge. Laat de menigte der Vyanden u niet verfchrikken, daar eene Vrouw moeds genoeg be- ?3 zit,  VADERL. GESCHIEDENIS. 65 *w zit, om hem tegen te trekken, 't Getal: ■„ 'der aa'nfchouwereh 'in een gevegt is altoos „ grooter dan die 'er daadïyk in gemengd „ zyn. Valt 'er dan met wakkerheid op aan, op dat ik in myne bezittingen her• fteld worde , en uwe Vrouwen en Kindè„ ren in veiligheid mogen zyn!" — Eene aanfpraak , die, fcboori waarfchynlyk door 'de Gefchiedfchryvers haar in den mond gelegd, zeer Charaétermaatig is, en voegende aan de omftandigheden, waar in zy zich nevens haare Aanban geren bevondt. Overmagt laat zich doorgaans, mét veel vertrouwen, eene gewisfe overwinning vooirjftaan , en baart eene gerustheid, die den Vyand te ligt agt ; dit was het geval der Vyanden tegen jacoba ópgetoogen. Haar hand vol Volks, met den gewensch'ten moed 'bezield, behaalde eene volkomene overwinning ; zy voerde de Banieren van Leyden \ Haarlem , en andere Steden , in zegepraal ha Gouda. De gèlterkte hoop van jacoba en dèi Hoekfchen kreeg een nieuw leeveri, en beloofde zich nog grooter voordeden , óf de tyding dat glochester. feene E'ngelfcht Vloot ter hulpe zou zenden. Deeze daagt ór. aan dé Zeeuwfche kust; doch wordt, voo teeii 'gedeelte 't door de Kabbel]aauwfehen uhdericlïept , en de gelanden kreegeh me i a V EiïEK. ' t \  tv Boer. fü. HCQFDST : ] 1 1 < I < t I I e h Jacoba gaat inet te veel ftren heid te z' werk. j1; b( 66 CHARACTERKUNDE der de Hoekfchen in Zeeland eene allergevoeligfte nederlaage. Hoe fmérdyk dit jacoba viel, daar eene overwinning, met dien byftand bevogten , baar een gunstigen keer van zaaken mogt doen verwagten, ontzonk haar de moed niet. In Holland zogtzy de Ichade in Zeeland geleeden geboet te vinden: waarom zy, niet de Ulrechtfche, Kenucmers en IFe stfriezen, het beleg voor Haarlem fioeg. Een Legér tot ontzet gezonden, meende haarden hertocht na Gouda af te fnyden, door gebrek aan toevoer te benaauwen, of met geweld tot het jpbreeken van 't beleg te noodzaaken. Ceuk ontdekt haar deezen aanflag ; Vaardigleid van geest maakt 'er gebruik van; zy taakt het Beleg, komt den Vyand voor cn verzekert zich van eene bekwaame plaats tot !en gevegt, en {laat in flagordeby.^9»; eene ■laats, op welke het herdenken der voorgaane overwinning zeer gefchikt was, om het art in Heldenyver te ontfteeken. Een hardekkig gevegt deedt de zege lang in twyfel angea; doch deeze verklaarde zich, in 't inde, voor jacoba, wier tcgenwoordigeid even als te vooren, wonderen wrogt. Dat zy eenige Hoekfchen, die zich , in deern ftryd, by uitftek, dapper, gekweeten iddën tot den Ridderftand verhief was een dryf haarer Edelmoedigheid waardig: en eene  VADER.L. GESCHIEDENIS. 6? 'eene welverdiende Eerbelooning. De ruwheid dier tyden, de veelvuldige ongelyken baar aangedaan, pleiten eenigzins ter verfchooning van de wreedheid, betoond hl het, op baar bevel, ten doodbrengen veelei' Gevangenen, die zy als Muitelingen en Oproerrfiaakcrs deedt ftraffen; dan het bedaard oog der Gefchiedenis en Ctfara&erbefchou\ving, ontdekt hier eene ontydige Geftrengheid. Haare omltandigheden vorderden veel ter , door zagtheid te lokken, dan door het voldoen van Wraaklust te verbitteren; Hoorn onttrok zich haarer, om de doodftral aan den Zoon eens Burgemeester, die te ■Gouda jacoba ziende, misleiden , uit medélyden, zich deeze woorden hadt laaten ontglippen : *i Is fchande , dat' men zo fchoon en adel eene Vrouwe , ah de Gravin, heen en weder fleurde , ah was zy eene openhaare Hoer . Dit zeggen, ten ergften aangebragt, en ir den flegtften zin genomen, koste hem den hals; doch der Gravinne den afval van de Stad Hoorn , en een groot gedeelte van WestFriesland. Het voorbeeldlyk ftfeng gedrag van jac oba wekte eene verderffyke volgzugt in dt Kennemers, die zich allen moedwil van plun deren, rooven, en verwoesten veroorlofden. en Hoorn belegerden; doch eerlang moester bukken, en boeten voor 'sRuwaards magt E a dii ui. HootBST- Haar zaaken Ir.oyen ten agteren. i i  IV Roes. HL HOOFDST, I 4 3 1 j 2 £ | h h tl g * Te 6$ CHARACTERKUNDE naa die ook meester werd van de meeste Waterlandfche Steden , welke zich nog onlangs voor jacoba verklaard hadden. Hoekfche euvelmoed, te Enkhuizen aan een honderdtal Burgers gepleegd , gaf hem een fchynbaar voorwendsel, om jn de Steden bezetting te leggen tot het beletten van dergelyke verrasfingen aan geweldenaryen. De Scheepsvloot der Hoekfchen, de Zuider. zee doorkruifende , werd eene volllaagen neierfeage toegebragt van eenige fchepen, door 3e Hollandfche en Westfriefche Steden uitge. rust. De Vlootvoogd willem van-ure. >er ode , gevangen geraakt, verwierf ten naau. ven noode , om zyne aanzienlyke geboorte yfsgenade,terwyl vcelen der zynen te Enkhui* :en, uit wederwraak, het met den hals moesen bekoopen. Hadt jacoba , in Hollands Meerderdeel, alles verlooren, uit Engeland, taa glochesters trouwlooze verlaating , eene hulpe te wagten, en in 't geheel niets leer over,dan drie Steden Schoonhoven, Ouavatar en Gouda : de laatstgemelde met een evig beleg gedreigd , ontzonk de moed aaren Aanhangeren: enzy, die, dus lang, le voortjagen van vergelyk fier van de hand jweezen hadt, begon, het ergfte dugtea:, zich niet afkeerig te toonen, om 'er het >r aan te kenen.  VADERL. GESCHIEDENIS. 69 Te grootmoedig , egter , om , hoe zeer ook in den druk, eenige de minde Laagheid te begaan, wilde zy de eerde niet zyn om 'er eenige opening van te geeven. Philips oordeelde het zyn belang liever by Verdrag van haar het Regt op de Heerfchappy deezer Landen te verkrygen , dan haar geheel te onder te brengen, en in het haatlyk licht eens Geweldenaars voor te komen. De onderhandeling werd welhaast van een Verdrag gevolgd, welks harde Voorwaarden genoeg aanduidden, dat nood haar tot het ondertekenen dwong. De ongelukkige jacoba zou den Tytel van Gravinne, met de begeeving van eenige Ampten,behouden; dochrniLiPS voor den eenigen Erfgenaam van alle haan Goederen en Landen erkennen, hem tot Stadhouder van Holland, Zeeland en West friesland aanftellen, en zich niet weder in der Egt mogen begeeven , dan met toeftemmin£ van pniLiPS en de Snaten; of dat anders dc Onderzaaten van alle gehoorzaamheid aai haar, ten behoeve van Philips , zouden ont flaagen zyn. Hertog jan van Brabant was overleden: glochester aan een ander getrouwd: haai bekende Manzieke aart mogt tot een vierde Huwelyk neigen, en dit, met Kinderen gezegend, de bedoelde Opvolging doen mislukken Zich ten deezen opzigte geheel van philip< Es af iv Boek. iii. Hoofds*. Verdrag met pinriP van bouk.gonjb. [  IV Boek lil. IloOFDST* ] 3 3 i l h 9* behoudt si'een den hlooten Tytel K van Gwio. 1° CHARACTERKUNDE EEa afhanglyk te maaken viel jacoba nusfcbie» onder 20 veel bitterheden, bet bitterst Nogthans bejegent zy deezen Beroover van Goederen en Vryheid , u-elk een zelfbe. dwang-j met een bly gelaad, by de eerde ontmoeting, die, van zynen kant, met betoon van alle eer en agting, vergezeld ging. Dit diende ter haarer cpbeuringe, toen zy, meer als een gevangene, dan als eene vrye Vorilin , hem op zyne reize door Holland en Zeeland vergezelde , om hem als Ruwaard en Oir der Landen tc doen erkennen en huldigen. Wy mogen , op zulk een aiïland van tyd, ons verbaazen over de Landzaaten, die, by dit Verdrag, zo weinig 0p hunne hoede'geweest zyn tegen den dwang dcr Bourgondische Regeering, welke zich reeds in veele chikkingen vertoonden; onze verwondering ?al merkelyk bedaaren; als wy overweegen, 10e, ,11 deeze Binnenlandfche cn Burgerlyke horlogen, veel bloed, vergooten was, g* leele Steden bykans verwoest lagen de koophandel met de Handwerken verloopt varen ; en veele aanzienlyke Famiiien zich 11 de dicpfle laagte gebragt vonden. Onteffing van dit daadlyk prangend leed be:tte het vooruitzigt op toebereid jammer! Om lot jacoba weder te keeren. - De opte Tytel van Gravin w*S eerlang alles  VADEPvL. GESCHIEDENIS. 7* wat zy overhield:; het aandeel in de befchikking der Ampten, en voor zo verre in de Regeering, hadt niets te beduidden. Zy zogt haar leed over glociiesters ontrouw en de Heerschzugt haars verdrukkers te verzetten door de fchuldelooste uitfpanningen, waar in zy haare natuurlyke bevalligheden ten toon fpreidde, als mede haare bekwaamheid in Ridderlyke oefeningen. Het verblyf in 't lustig VGwve»%ewisfeldezy af met dat van 't haar altoos getrouw gebleeven Goes, waar zy haare afgerigtheid in 't fclneten met den Kruisboog betoonde en den Pappegaai trof. Hoe kinderlyk ook de naam van Koningin hier door verworven, mogt klinken, deeze, met geringe gefchenken h?ai vereerd , troffen haar gevoelig hart der maate dat zy , uit erkentenis fommige plaatzen in Zuid-Beveland voor altoos van de Vlas ■ tienden onthief. Edelmoedigheid vertoont zich, waar zy kan! Zy mogt zich verpynen , om het gevoe haarer voorgaande onheilen , eenigzins t< verdoovcn. Nieuwe wakkerden het lteeds op Het was haaren Heerschzugtigen Verdrukke; niet genoeg haar alles fchjer ontnomen t< hebben. Hy beroofde haar ook van 't eenij uitzigt haar overgebleeven om 'eens in eet onafhanglyken ftaat te geraaken, daar h; haare Vrouw Moeder margaretiia ontzette E 4 va; V BosK. [II. Hoos?oa-E. Berovingen en Verdrukkingen baat aangedaan. L f i  JVBoek, III. ttoqjtasr j I t ( ] j ( Pt> FRANK VAN bOKSELBN ver. field, dien zy spuwt, h z rr t( V' I ^ CHARACTERKüNDEmr' ,Van het Hertogdom Brabant , 't welk haar,, '1,sMoei des 'wst overreden Hertogs, van «gtswegc toekwam, en, by Imr affterven, op jacoba zou hebben moeten overgaan. Dageh/klche kwelling, uit gel** aan geld onthande , was het elendig kot van een. R,Hm Cn Edelmoedig hart, fchoo» geen groeten ftaat voerende, ontving zy té wei-' ff t0t Imre Hofhouding om het rond te gieten, uit handen van den wangunstigen i oeeigenaar haarer goederen. Welk een fPVt de brengers van een geftfei* onbeloond 'te moeten laaten; en, op 't verzoek om geld ter leen van meer dan eenen , die zy vooraeen met gunstbewyzen en weïdaaden op. Joopte, ten antwoord te ontvangen dat nen, al zy„ geld by haar opgezet hebbende, uet meer kon geeven 1 Geen wonder dat haar liep gewond hart zich in een vioed van traaicn ontlastte , en haar mond deeze betuiing afperfte; ik geloof dat Vriendfchap er* dankbaarheidflegts bloote klanken zyn, die t» dage des tegenfpoeds, niets betekenen! ' Haare verlegenheid om geld kon zy voor aare Bedienden niet verbergen. Een dee-. sr raadde haar zich by den Ryken en Edeloedigen Stadhouder frank van bouselem ! verY0CS'cn ■> '»'en hy dagt, dat wel icw )or de Gravinne zou over hebben, fchooji \ $toos, d^ zyde yan philips gehouden hadt. mm.  VADER.L. GESCHIEDENIS. 73 hadt. — Welk eene vernedering voor een Grootmoedige Ziele! Zy kan -er niet toe befl uiten. De nood blyft dringende, en groeit san. Zy laat van borselen ontbieden, om te minder gevaars van weigering te loopen , of, in zulk een geval, geen getuigen van die fchande te hebben. Meer dan eens ver- fcheen hy; doch het hooge woord van Gebrek , en Geldbehoefte wilde 'er niet uit. Dan haare houding en gelaad ontdekte, fchoon de tong zweeg, dat zy iets op 't hart hadt, 't welk deeze weigerde te openbaaren. De Hpfdienaar, die haar het toevlugtneemen tot van borselen hadt aangeraaden, ontdekte het geheim; en hadt naauw xütgcfprooken of de Edelmoedigheid reikt hem de fleutels eener geldkiste over , met fle woorden. Neem zo veel Gelds als der Gravinne zal behaagen, 'ik zal het my mi en altoos voor een zonderling geluk rekenen, haar dienst te mogen doen.' Een min gevoelig hart, dan dat van jacoba zou, ten voordeele van eenen zo belangloozen weldoender, zich hebben laaten inneemen. Dankbaarheid werd van Vriendfchap gevolgd; de eerffe door nieuwe weldaader van foortgelyken aart vergroot, en de laat Mc door gemeenzaame verkeering gekweekt er gefterkt. De menigte van onheilen had. > t t 1 t e » S » n u it 5 n L  ill. Hoofdst. Z WEDER VAN KUILENBURG Bisfehop van V^ckt Zyn Lriiaracleri > i ï z I e i> z b d h rt h; et ec • h; vv At te zien-: So GfiARACTERKÜNDE de* ( Z WEDER VAN KUILENBURG en RUDOLPft van diephoud, de twee Hoofddingers na de Bisfchoplyke Waardigheid, de ëerfte door PHiups en de Kabbeljaauwfchen\ de laatilé door jacoba cn de Hoekfchen, daar voorerkend, vervulden de voorfpelling des overleden Bisfchops op eene maar al te volko. mene wyze: 't geheele Bisdom, voor eenigeri tyd, in twee deeien fplytende. 't Pauslyk gezag van martinus den V fchorfte deit kerkdienst, waar men zyne verkiezing vart 'weder niet gereëdiyk aannam. Dit fchrikyk bevel word op eenige plaatzen gehoor* aamd, op andere verworpen, en zweder ogt met wapenen 'er klem aan by te zetten* idien Geweld, Trouwloosheid, Wreedheid* n Hciligfchennis de trappen waren om tot erklyke Waardigheid op te klimmen, hadt weder daar op den 'voet gezet. Naa het smagtigen eeniger Steden en het dwingeri srzelven, om hem voor Bisfehop te erken» -n; deedt hy zyne plegtige Intrede te Utebt. Tegen het gegeeven woord, bragt r Ballingen mede ; deezer gezigt baardé nen bloedigen opftand. De Bisfehop, welk n mengzel van Laagheid en Wreedheid! idt het vleeschhouwers Gilde op zyne zyde' seten te trekken; lieden aan 't bloedftorteil r Dieren gewoon , en min dan anderen jen het plengen van Meufchen bloede op-  VADER.L. GESCHIEDENIS 8i 'tiende. Rechtaarte Medeflanders van een kerkvoogd, die bezwaariyk zich Liet wederhouden van met eigen hand den kranken Burgemeester barend proois , een yverig Voorftander zyns Mededingers , terwyl deèze de laatfte Kerkgeregten ontving, af te maaken, gelyk op zyn bevel gefchiedde. jacob van Lichtenberg , Proost van St. Pieter , ontkwam het deerlyk lot zyns Neefs en de 'hand der Moordenaareu, die allen -eerbied Voor 't geen ten Godsdienstigen gebr'uikè 'gefchikt was uitgefchud hebbende, de Kerk* gewaaden, Boeken, Cieraaden tot de Godsdienst - oefeninge afgezonderd , roofden. Gruweldaaden , door zweders aanftooken gepleegd, cn die hy ook alle voor zyne re. kening nam, met alle de buiteufpoorigheden van gelykeu aart, tien maanden lang te Uf. recht en elders in 'bet Sticht uitgevoerd. Wel voegde in den mond van zulk een Kerkvoogd den Ban', dien hy alle zondagen óver zyner Mededinger uitbiixemde, hem-, rotf.de fchrik lykfte verwenfehingen, aan den Duivel óver? gee/ende , onder 'het dof en grof gebrom éener klokke, het ter aarde wei pen van het kruis, van het Euangeiie, efi de óntftookê kaarsfen. Rudolpii van diephout bekremidë'zic' dier vervloekingen niets, en fclryut j van zynei H Deeb. F kant [V Boe'k. Hf. Höoütsr. , RtmnrpH van DIEPHOUT BiS- 1 fetitfp van L t- rer'n. Zyn S Gnaraéter.  IV Boek. III. HOOFDST. ] i c C o h g< E in bi Aanmerking over het Bisfchoplj k he- VC ftuur te Ut- , feclit. DJ fel 'et wc de dó zie die 8a CHARACTER KUNDE der Wnt, dit Kérklyk Wapentuig ongebruikt geJaaren en alleen op zyn Degen vertiouwd te hebben. Eet gelukte hem, met List en Geweld-, z weder , die zich door zyne wreedheden bykans in algeméenen haat gebragt :n door een aaneenfchakeJing van misdryven' ïen naam van Meineedige,, Doodflaager /erbrceker der Regten, en Vervreemder der kerklyke Coederen gekreegen hadt, van den hsfehoplyken Zetel te ftooten, en 't Gebied ii handen hebbende ttrénge ftraf te oefenen ver die 't met zweder gehouden hadden 'nder veel Krygs, Kerklyke en Burgerlyke neenigheden, bekleedde hy eene Waardig:id, tot welke hy min dan tot de Wapenen :fchikt was. De vervalle zaaken van het sdom werden door hem herfleld , doch wonderheid de flerkten en ilooten zyns Geeds verbeterd. Slaan wy de Jaarboeken van Utrecht, ia rfchade fydperken, open, elke bladzyde kans gewaagd van onmin tusfehen de Bis 'oppen cn hunne Onderdaanen. Zy zyn fteeds op uit om hunne Weréldlyke zo 1 "Is Geestlyke MagtsoeFenirig uit te brei». Gewapende, trotfehc, ihhaalige, weel. ige;, wreede Kerkvoogden, vertoonen h m eene zeer onvoeglykc gedaante zelfs bet Volk aanzette om hun te verimaaden en  VA DE RL» GESCHIEDENIS. H 'en te veragten; en, hoe zeer anderzins met: bygeiobvigèti eerbied voör deGeestlykenver-' vuld, van de aangeboore Vryheid gebruik temaaken*. om zich tegen onwettige aanmaatigingen te verzetten, onbillyke eiicheiraf te flaan, en den hals aan 't vernederend juk Van 't Priesteiiyk Staatsbewind te onttrek* ken-. F 2 VtER- V Boeit. II. liuuFDÏV-  «4 CHARACTERKUNDEdeh VIERDE HOOFDS TUK. Algemeene Aanmerkingen over De Staatsgesteltenisse, het volks-character onder de graaven uit den Huize van henegouwen en beijeren. IV Boek. tV. liOQFDST Schets der Staaisgeftelie- ms. . r\nzer belofte, in het Slot des Eerften Deels van onze CharaSerkunde der Fa* derlandfche Gefchicdenisfe gedagtïg- kunnen wy niet voorttreedcn , zonder eenigen oogenblikken ftaan te blyvcn, om twee Tydvakken te overzien, cn eenige algemeene Aanmerkingcn te maaken. 'tGraaflyk Gezag, de Magt der Edelen, en het Regtdcr Steden, vertoonen zich niet altoos in een behoorelyk evenwigt; deStaatsbalans flingert, cn (laat nu tot de eene dan tot de andere zyde over. Graaven uit vreemden Huize, door Huwelyken aan Magtig» Vorften vermaagfehapt, en doorverbonden in uitlandfcbe gefchillen ingewikkeld, dongen na eene volftrekte Opper-Mogenheid.' Geldgebrek was eenderhoofdoorzaaken, dat zy dien trap van eigendunklyke Heerfchappy niet beklommen De Edelen onder elkander verdeeld , fchcenen , in den Hoekfchen en Kabbel]aauwfchen Bargerkryg, rustloos elkanders verderf te berokkenen, en de verwoesting van veele hunner fterkteus, dreig- de  VADERL. GESCHIEDENIS. 85 de hunne Magt en Vryheid met een gewisfen doodftëek; veelen zogten, zelfs in de overwinning vernederd, de befcherming der Steden. Het Stedelyk gezag wist met dit alles voordeel te doen. Der Graaven veelvuldige en fchreeuwende geldbehoeften vervulden zy 3 doch bedongen teffens behoud van reeds verleende en vermeerdering van Voorregten tot uitbreiding van den Koophandel en aanwas van Magt. leder maakte een Staat op zich zelve uit, en- was op eigen voordcel gefield. Haat en afgunst over deeze en geene keuren hieldt ze verdeeld,- en Graaven, ecnigzins het handhaaven huns gezags verftaande, bedienden 'er zich van, tot bepaaling van het aangroeijend vermogen dei Steden en uitbreiding van hunne eige Magt. — De fchokken door de Haekfehe en Kabbeljnauwfche verdeeldheden aan den Staal toegebragt, zouden de Landzaaten tot Slaa ven van vreemde Hccren hebben kunnet maaken, indien de Graaven uit het Stamhuis ■ van beijeren , zo veel Schranderheids er Staatkunde als Heerschzugt bezeten hadden, Gelukkig dat behoefte door Oorlog tn Verkwisting veroorzaakt, hun wederhieldt var aanhoudende fchennis der bezwoore Voor regten, en dwong om 'er nieuwe by te voe gen. Met dit alles nam het-gezag der Ste den toe: en de geknakte Magt der verdeeld F 3 Ede [V Roe*. [V. HoofbsK [  iV% Iit>üF.:5i V'uhreiding ■ m iii Zeevaafd-, Koophandel, ) 3l2"ihvcrkcn Viifcry. Hl 9 k 8, en Men vas bcdagt op middelen om de lündeniisfcu veg te neem en. „ De Koophandel", merkt robertson P , „ is gefebikt om de vcoroordeelcn weg , te ncemen , welke de Voflreri van elkander , verwyderen , en tegen elkander verbitterd honden; deze'.ve verzagt en befchaaft de. Zeden der Mcnfchcn, veiéénigt hun door ecu der ftcrkflc banden van Menschlykheid, naamlyk, die der vervulling van Q& derlinge behoeften, en neigt hun tot den Vrede , met , in eiken Staat, een rang van Burgers te vormen, die een peifoon! iyk belang hebben, om de algemeene rust V. ft  VADERL. GESCHIEDENIS. 89 „ te onderhouden.' Zo haast de geest des j „ Koophandels toeneemt, en iets in eenige „ Maatfchappy vermag, ziet men het Staats„ beftudr en de Verbintenlsfen, Oorlogen, „ cn Onderhandelingen van den Staat, eene „ gantsch andere gedaante aanneemen. 't „ Geen in de Steden van Nederland, ten „ deezen dage, omging, kan hier van ten ., bewyze verftrekken (*)." Dan hoe zeer deeze eigenaart'ge (trekking des Koophandels , eenigermaate plaats greep, was het 'er, nogthans, verre af, dat men alzins die voordeelen befpeurde. Bmne'niandfche hoog'loopende onlusten veroorzaakten niet weinig helcmmerings; weelde, door den overvloed gevoed , moest door Wetten beteugeld worden; en men hadt met dc nydige armoede dér Nabeuren van den Handel verftooken, te Worstelen , of aan rnagtlge Medcdingeren tegen ftand te bicden. In tyders van Burgerlyke pheenighedè'n beroofden de Koopvaarders elkander. Zeeroovers van beroep bedienden zich van de Regeeringloosheid, waaronder Friesland ziigtte, vonden daar wyk enfchuilplaatzen, uit welke zy te voorfchyn komende de Zeccn onveilig maakten. Bezwaarlyk viel het dit Gebroedzel uit te roorjen ,fchoon de Hanze Steden dikwyls fchepen uitrustten (f) Robeimfson, Hijl. van Carel- den F- F S V Boek-' V. HoOFDST* l  TV Roek. IV. Hoofdst < < G S ik fc bi m ba m< de ?'*« eer e 9o CB AR AC TER KUN DE der. om op die Roovers tejaagen , en geen genabetoonden, aan die in hunne handen vielen, £ gelukte hun eindelyk de zee te zuiveren van dit gefpuis en de fterktens der Friefche Edelen, werwaards zy de wyk en toevlugt "amen , te verdelgen. Hier in hadden de Hanze Steden deezer Landen veel deels (*). In den langduurigen en verderflyken Oorlog msfehen erik den VII. Koning van Denenarken , en de IJolJleinfche en Pomerfche Vanze Steden , kleefden zy de gelukkige •taatkundc aan, om onzydig te blyven , en, 'oor dit middel, haaren Handel wyder dan oortyds uit te breidden, in Pruis/en, Lyfi 'nd, Moskovie en andere Noonlfche Ge'esten. Te midden van zo veel onlusten, alsd^eze ewesten, ftaande de Tydperken onzer te. mwoordige befchouwinge, beroerden, kunin wy ons geene groote vordering in belaaving van Zeden voorftellen. Hoe zeer ttcre Haat uit Partyfchap gebooren, den :ester fpeelde , hebben wy in veele fchrikirende voorbeelden van wreedheid ont. »et; ongebondenheid van Zeden kwam oas ^gel\ks te vooren. Graaf albrecht wetde ze door zyn voorbeeld; en meer dan 1 Bisfehop van Utrecht hadt vrugten van ) VfesNniM- Amji. II Stuk, bl. 207.  VADER.L. GESCHIEDENIS. 91 van ongeoórlofden minnehandel. Bordeelen , kweekplaatzen van ontugt , ftonden open. ■ Scheepslieden en Geestlyken mogten zich . derwaards ongemoeid vervoegen: deezen om door minvermaak de moeilykheden der reize te vergeeten, geenen om een grooter kwaad • te voorkomen, Ten opzigte van de laatflen vinden wy byzonder gemeld, „ Priesters en klerken zullen in de kroegen, de Bordee9, led, en de Badftoven niet gegreepen wor- . „ den , dan ingevalle zy wapens by zich „ draagen, vegten , kyven en flaan". Ter .hlyke dat zy, met de daad, zulke buitenfpoorigheden pleegden was 'er te Delft eene kcure afgekondigd om hun vast te houden, indien zy de openbaare rust Hoorden. De onbefchaamdheid der ligte Vrouwlieden om in fchemeravond, of 'snagts, rondsom de Kerken te loopen, om de Mansperfoonen aan te lokken en verdere onbetaamelykheden te pleegen, werd beteugeld door de ftraffe var vastgezet of van den mantel beroofd te wor .4en. Voorts werden , in verfcheide Sted en, haar plaatzen ter wooninge aangeweezen. Uit kragte van Graaflyke Privilegiën waren ?er in eenige Dobbelfchoolen, die men te Am fier dam verboodt (*). Albrecht ga: 'een blyk van de haatlykfte willekeurigheid. di< C») Wagenaar, Apji. II Stuk, bi. 78. [V Boek." i [V. Hoofdsï»  ÏV. HOOFDST < ( l I e l r I h P g' Godsdienst in ftyge.'oof en r Geestdryvery le Veranderd 92 CHARACTERKUNDE du . die den band der goede Zeden los maakt cn het heil der Maatichappyc aan de vervaarlyke misbruiken van eigendunklyke magt opoffert. Wie beeft niet op het leezen van het Voorregt, door hem aan de Pandneemers te Middelburg gegeeven. Aan deezen , die van de elenden hunner Meoemenfchen leeven, en by 't gemeen vervloekt zyn, verkoopt hy zyne befcherming voor den tyd van twintig jaaren; zo dat zy niet gemoeid konden worden over eenig misdryf voorheen be. 1 gaan. Zy zouden kwytlchclding hebben van een Moord, of liever dien kunnen pleegen , wanneer zy hem twintig Ponden Tournois garen : en niet verpligt weezen aan de Eigelaars goederen, voor geftoolenebekend,weier te geeven. Zy mogtcn overal wapens Iraagen, 't welk aan andere Burgeren verboden was. Wanneer iemand van de fexe net hun iets te doen gehad hadt, en klaagde enige mishandeling of geweld geleeden\e ebben, zou zy niet gehoord worden, zelfs iet fchoon de Geestlyke of Wereldlyke leeren voor haar fpraaken. Zy werden ontgeven van alle inftelling of bevel van Schemen of Gczwoorenen der Stad Middelburg iduurende deezen verlof tyd. Verkragtingen van Eerbaarheid, Schennis1 van het Natuurlyk Regt, die een berve Godsdienst niet kon beletten. — Een  VADERL. GESCHIEDENIS. 9S ledorve Godsdienst, fchryfikvry: dewyl de i Zedebevorderende invloed van het Christendom voor lang gettremdwas, door de ydelzinnigheden des Bygeloofs de plaats van Zedelyke Deugd te doen bekleedden ; cn zy, die voorgangers des Volks op den weg van pligt behoorden te weezen hun op het pad van ongebondenheid voorgingen. Wie wederhoudt zich van lachen, van verontwaardiging, van medelyden? als hy een Aanhang van Geesfelaaren ziet te voorfchyn treeden, wier Geestdryvery, Menfchen van allerlei rang, fexe en ouderdom befmette, die by hoopen, overal rondliepen, met Geesfelroeden in de hand, hunne ontbloote ligchaamen , met eene ongelooflyke flrengheid teisterende, terwyl de lugt van hun vervaarlyk getier weergalmde, en zy een verbaasd en eislyk wild gezigt ten Hemel hieven, in de verbeelding , dat zy , door hunne vry willige boetedoening en dooding van hel vlcesch , Genade van God voor zich zeiver en voor anderen zouden verwerven. — Eene wyze om de Godheid te verzoenen, vol maakt ftrookende met de heerlchcnde denk beelden van die tydeii. De Gesfelaars volgdet de Lyfkwelladien aan de ftrenglte Monnik orders voorgefchreeven ; fchoon zy 'er an derc hellingen nevens voegden, die zo zee tot eer van hun Geesfelend bedryf als to fmaa \f Boes.' V. HooFDSTi Geestdryvefj vervangt het Bygeleot. L r t i  IV Boer, IV» ÜOul'DSÏ ] 1 i i ] 1 li V d n w ik d< de de ui; ge- 94 CHARACTeRKÜNDËder fmaad van den Godsdienst ftrekten. Aart hunne Geesfeling eigenden zy dezelfden kragt toe als aan den Doop en andere Saerameriten; door deeze alleen, zonderde verdien* «en van Christus , kon men vergiffenis van alle zonden verwerven : dè oude Wet van Christus zou, huns oordeels,welhaast afgefchaft, en eene nieuwe Wet, den Doop des Bloeds , door Geesfelflageu toe te die^ lien, bevelende, in Hede gefield worden. — De Gecstdryveiy neemt allerlei rigtingen aan, en eene recht tegen deeze droefgeestige overgehelde was die der vrolyke Dans* ttrs , welke zich vervolgens, in dit Tyd3erk, in deeze Gewesten vertoonde! Manïen en Vrouwen van deezen Aanhang, gin;en', zo afzonderlyk , als in 't openbaar, chielyk aan 't dansfen , hielden elkanders landen vast en zetten hunne beweegingert iet groot geweld, voort, tot dat zy, by ans geheel afgemat, en buiten adem nederielen. Zy gaven voor, dat zy, geduurendö -eze tusfchenpoozen van hevige beweegeIs, met wonderbaare Gezigten verwaardigd ierden. Zy gingen , even als de Geesfears van de eene plaats na de andere, leeft :n van 't geen zy bedelden: en bejegenden Priesterfchap , de openbaaren Plegtighe. n en den Eerdienst der Kerke , met de :erfte verfmaading. Dit faatfte was eenl  VADERL. GESCHIEDENIS. 95 ] genoegzaame rede om 'er zich tegen te ver-; zetten; en de Priesters gaven voor de Duivels , die deeze Geestdryvers zo vrolyk maakten , door gebeden , bezweeringen en het aanfleeken van reukwerken uit te dryven. Tegen dé Geesfelaars, die welhaast oproerige zamenrottingen vormden, werden Pauslyke vervloekingen uitgedonderd, en de Inquifilie doemde 'er veelen ten vuure C*.). Terwyl men dus de onzinnigheden der Geestdryveren te keer ging, tragtte men de gewaande zuiverheid van het geloof der Kerke , of de regtzinnigheid te bewaaren. Floris van wevelikhoven, Bisfehop van Utrecht, deedt het gebeente van eenen Ketter, mattheus lollard genaamd, opgraaven, verbranden en de asfche in den wind fh-ooijen (I). Welk een heilige, maar tevens verftandlooze yver! Dan 't belang der Kerke, door de Aanhangers van wickliff, zo men zich verbeeldde, beflreeden, moest gehandhaafd en alle inbreuk, daar op gedaan, fel gewrooken werden. Dit on« dervondt ook een braaf Monnik 'mOverysfel, maïthys grabo die, ten deezen tyde, de pen opvatte en tegen het ongeregeld leeven der Kerklyken fchreef. Hy werd, als Schry- ver OO Mosheim, Kerkl. Gsfchiedenis, VDeel,bl,36i,ecz. (f) Heda, paj. 259. V Boek. V. HoofdsT. Hoe men de gewaande zuiverheid der Leere zogt te aandhaaven.  IV Boïk. IV. Hoofcst. Vorderingen toe Beschaving en Geleerd- i heid gf-rard BB groot. ( < ( I C tl l b y h k È V w £6 C HAR AC TER. KUNDE der ver ontdekt, verketterd, voor de Kerkvergadering van Conflam gedagvaard ; doelt daar , met de ftraffb des vuurs gedreigd, herriep hy zyn gëfchryfi Dc Overheden vaü verfcheide Ovcrysfelfche Steden, en byzonder van Deventer, dreeven openlyk een toen wanfmaakJyke leer; naamlykdat ook deGeestïyken aan het wereldlyk gezag onderworpen waren. Grabo hadt de eer, dat, toen hy zwygen moest, anderen zyn gedragbillykten* 2ii op het ongebonden ïeeven der Gecstlyken lanvielen (*). Een Man uit die eigenlle ttreekë afkombg, te Deventer gebooren , gerard dé ïRoot , beroemd door zyne Geleerdheid , :n uitfleekende in blaakende Godsvr.igt, lag len grondflag eener Broederfchappè ,' die net lof verdient gemeld en der vérgetelnisfe nttrokken te worden, bekend onderden aam van Broederen en Klerken des gemeenai .ecvens. De Geleerde Broeders of Klerken èvlytigden zich, meteenen voorbeeld ly keil ver, in de befchaafde Weetenfchappen, en et onderwyzen der Jeugd; zy Helden geerde Werken op, ten' diende hunner tydmooten, en tochten Kweekfchoolen op alle aatzen , waar zy kwamen , welke greote en ydberoemden agting verwierven, en waaruit :*) Marïinet, Cafchiea. der Wereld, IV d, bl. iijk.  VADER.L. GËSCHiÊDËNïS. of int eerlang de Herftellers van Geleerdheid i en goeden fmaak te voorfchyn traaden. De Ongeleerde Broeders hielden zich bezig met Handwerken. De Zusters van deeze Ge* meenfehap befteedden de uuren, niét tot Godsdienstoefeningen beftemd, in het opvoederi en onderrigten van Jonge Dogters; Aangenaame morgenfehemerirtgen eener opdagen* de Geleerdheid en Befchaafdheid! (*). Joannes bekanus of de beka, Kanunnik i te Utrecht, fchreef een Kronyk der Bisfehop- i pen van Utrecht en der Graaven van Holland , door ons meermaalenj aangehaald; een Schryver, meer om dat hy onder de Kronyk- fchryveren geteld word, dan om zyne geloofwaardigheid of fraaiheid geagt: immers ftaat hy by de Oordeelkundigen bekend als te ligtgeloovig en te gereed, om veel valfche munt van vertellingen onder de egte van Gefchiedkunde te mengen: terwyl men hem Vergelykt by een Timmerman, die veelbouwftoffe tot een Huis byeenverzameld hebben* de , niet wist * welke best te kiezen en de gevoeglykfte plaats te geeven (■}")• Pnr- lippüs van leyden ; van Hoogleeraar te Parys* Raad en Geheimfchryver van Graaf Willem den V geworden, was een wondef vari (*) Möshèim, Ktrkl. Gefch. V. D. bl. 440, (•)•) Burmanx TrajiSum Eruditiim, p. *a. U Deel. G OANNES Dï iEKA;PKILlli. us VAN leiIBM.  iv Boek, IV. hoofdji ] ] \ l i l z § I < ( len 98 CHARACTERKUNDE der .van Geleerdheid en zyne Boekverzameling ftak, in die dagen, toen de Drukkunst no* «iet was uitgevonden, boven alle uit. Hv was de üichter van de Flcarle St. Mee, Salomo* Tempel geheeten , ten dienite der Letter-oefennaren, waar 2yn groote Boek. fohat voor hun open Mondt; doch Burgc mester oreers meidt, dar de£ze ,« -plaats van ten nutte van 't gemeen gefchik e worden, by gebrek van liefde tot de Geleerdheid, door eenigen zyn verduisterd (*). De beroemde Secretaris jan vanhoot, heeft *LZ dC BOekZad der keydfch* Hoog Schoole gevestigd xvas, de werken van phi. Dit tydperk ging zwanger van de kunst der ransten, en kwam deeze in Haarlem ter weeld ; waar de gebreklyke eerflelingen dier mdinge van lahrens janszoon koster y de kunstlievende Heeren Enschede no' oorhanden zyn. Gedenktekens, die de etwiste Eer, aan den waaren Vmder toewvf O». Hce gering deeze kunst m den bei m* mogt weezen : hoe zeer zy toenee. men- '.y Orleks BéJtnryvtognnLeyfin, bI. 3I dén  VADERL. GESCHIEDENIS. 99 mende voor tovery mogt uitgekreeten worden ; zy hadt , eerlang door Europa verfpreid , eenen verbaazenden invloed in het Burgerlyke, Staatkundige en Godsdienstige. Recht tydig werd dit vaardig middel om de op 't papier gcbragte denkbeelden te vermenigvuldigen, en ten goedkoopen pryze deiwereld mede deelen,- gebooren. Naauwlyks hadt die kunst eenigen wasdom gekregen, of de Grieken, door dc Turken uit hun Vaderland verjaagd , bragten de fchatten der Griekfche Letterkunde en Wysheid met zich in Italië, Frankryk en elders; de zugt tot de langverftorven Letteren en Weetenfchappen herleefde. De werken der beroemdfte Griekfche en Latynfche Schryveren, tot dus lang in de Boekeryen der Monnikken als opgeflooten , werden nu gereedlyk alom verfpreid, en door veelen geleezen, die voortyds, door duurte der gefchreevene Boeken, ze niet konden magtig worden. Het leezen deezer uitmuntende fchriften zuiverde den fmaak, wekte onder Lieden van vernuft den pryslykften nayver, en bezielde hun met eene edele eerzugt om uit te munten. De duisterheidminnende Onkunde, de gédrogt- lyke één te vinden , wyzen wy onze Leezer tot van oosten db Bruins Gefchudenis van Haarlem, I D. bl. 209 enz., die dit pleit ten voordeele van zyne Sta'a vuldingt en beflist; G 2 IV Bock. iv. iioofdst.  tV Sonic. IV. HoeFDS' \ C H A- too CHARACTERKUNDEDER r.Iyke Dwaaling, het waa„2iek Bygeloof, de verdrukkende Dwlnglandy en alles verdelgende RegeerMglooshsïd, kreegen eene «redugte «/yandin ; die haare wenschlyke ovïrWinnmgen voortzette; doch eer wy deeze gehouwen zuilen wy „og eenigen tyd, ons Vaaerland zien zugten onder de veréénde magt dier Wangedrogten.  CHARACTERKUNDE DER VADERLANDSCHË GESCHIED ENISSE. V Y F D E BOEK. BEVATTENDE DE CHARACTERSDER GRAAVEN UIT DEN HUIZE. VAN BOÜ RGONJE, EN VAN HUNNE VOORNAAMSTE TYDGENOOTEN, IN DE ANDERE GEDEELTENS DER THANS VEREEN1GDE NEDERLANDEN. EERSTE HOOFDSTUK. Philips de I;, Hertog van Bourgonje, Graaf van Holland; david van bourgonje, Bisfehop van Utrecht. Van eenen Staatzugtigen listigen en geweldigen indringer op de Regtenen Eigendommen, zyner Nigt; want als zodanig hebben wy philips den I, die de Graaflyke Regeering in den Huize van bourgonje overbragt , reeds leeren kennen , toen wy hem jac 013a zagen mishandelen , verG 3 »e- V BniK. [. HOOFDST. Philips dü 1, Graat van Hol. laad.  io2 CHARACTER KUNDE der V BOBK. !• Hoofüst. I t r \ tl h V b. fc vc de Lo Uitgebreidheid j zyner Heer- n Iciiappye. t-> C Jee bat c*: mm nederen en verdrukken (*), kunnen wy orS wet veel goeds belooven j maar mogen alle, kwaads verwagten. . h p ]]y be_ Itondt, nog Ruwaard en 0/r deezer Lanm zynde, töonde duidelyk genoeg wat derzei ver lot zou weezen; als hy,het zich aangemaand bewind ten vollen aanvaard hadt — De toen reeds verdrukte Kememen kekten Jfea voorbedde van een verdrukt o k Van muitery befchuldigd en veroordeeld hf en goed verbeurd te hebben, moesen zy her loutere gunst en genade rekenen iet verlies van alle hunne Handvesten en ryheden , door den Dwingeland gefpaard ! worden. Het houden van Dagvaarten M draagen van Wapenen , werd hun geeigerd, en niet alleen eene zwaare Gcld>ete hun opgelegd ; maar zy tot eene alósduurefide boete van vierGrooten 'sjaars, or cike IJaardflede verweczen. zy lever' n het eerfte voorbeeld op van eene ftandudende belasting in deeze Gewesten. SrfopvoJgingén, Aankoop, Staatzugt en -ei', maakten philips, nog by jacoba's ren , meester van tien der voornaamfie iinkmdftln Landfchappen. Naauwlyks Ü hy het laatfle oveil'chot haarer, door Oom i Zie bet lutfté Boofdfiiik des voorgaanden Boeks, i CharactiTkuttdt.  VADERL. GESCHIEDENIS. 103 Oom cn Neef benydde en ontvreemde Grootheid, den Graaflyken Tytel, ontnomen, of hy verklaarde alle Voorregten, eertyds als Ruwaard verleend, voor van geener waarde, indien hy ze niet als Graaf bekragtigde. De Landzaaten ondervonden, dat, hoe grooter en magtiger de vreemde Heer was, aan wien zy zich onderwierpen , hoe zwaarder het haatlyk juk van willekeurige Heerfchappy hunnen hals drukte, en de heiligde Regten met den voet vertrapt wierden. Met Manfchap en Geld moesten zy den Graave, tot uitputtens toe, ten dienst itaan in den Oorlog, dien hy met de Engelfchen, uit wraakzugt, tegen Frankryk voerde. Met dit Ryk bevredigd, ten nadeele van Engeland, kreeg hy daar de haatlyke naamen van befaamden Verraader, Vyand van, en Muiteling tegen den Koning. Zyne Afgevaardigden derwaards gezonden, om dien hoon af te wisfchcn, leeden veel fmaads van dit hoogmoedig Hof, en het Gemeen den teugel vierende aan den haat tegen Vreemdelingen, viel met woede aan op de Onderdaanen des Hertogs; de Hollanders hadden hier bet meest te lyden, eenigen werden, ftrydig mei het heilig Regt der Volken , omgebragt. Hei leed der Hollanderen aangedaan fchouk hen een allerwenschlykst voorwendzel om Perfoonlyken hoon te wreekeu ; en, ondank; G 4 * V Boen. I. HoorotT. Oorlog met Engeland,  j. HpoFDsr, m CHARACTERKÜNDE «. £ B;ïeVe" dC0r Koni"? BENDriij den IV, ^ de aa^enJykften Steden van 7/./W en Deeze Bneven p„ILIPs ter hand gefield en Eu geen wonder hy moest de2elve ^ ken C' ,7 dieSfede«^,n te onttrek, ken : dewyl de bevoorregte Steden veel geyl^etds hadden met kleine Gemeeneb^ aan eenen Monarch onderworpen. Zy hie jen eIgen belastingen, hadden een Land-' en 2eemagt ^ ^ tot eigen verdeedgDg van te bedienen; en maakten dikwylj Verbintenwfen met buitenlandfche Mogen eden. _ Wy ^ bevicemding te voorkomen, dat de Koning van de Steden deezer Landen "t hetbevvaaren van den Vrede aanmaande, op en tyd dat 'er een Oorlog tusfehen hem en den Graaf op 't punt ftonA. barsten. P °"dt °m lUC te De Hollandfehe Steden ondeifteunden phi. W< met Geld, Manfchap , en Schepen. Om ene gevreesde Landing der EngelfL onzeker waar, te weeren, fielde me„ ^ om er, door middel van vuuren van de t00. van te gceven; en beloofden de Heilanden en Zeeuwen elkander ouderlingen byfond kwamen met de vrees voor eene landing vry  VADERL. GESCHIEDENIS. 105 vry; en de fchade geleden, in het vrugtloos J beleg van Calais , werd vergoed door de voordeden, welken zy op Zee behaalden, den Engelfchen niet weinig nadeds toebrengende, Tot het treffen van een Beftand met Engeland, vonden zich de Hollanders te meer genegen: dewyl zy alle hunne magt moesten veréénigen, tot het voeren van den Oorlog tegen de Kooplieden aan de Oostzee, waar in zy zich middelerwyl vonden ingewikkeld. Koopbelang was de oorzaak deezes Krygs, en de Hollander volmoedig om dien flag , op zyn hartaar gemunt, af te keeren. De geftremde vaart op de Oostzes, het verbeurd verklaaren of vernielen de Schepen met Graan belaaden , veroorzaakt fchaarsheid en gebrek , ziekte en oproer De Ridderfchap en Steden bellooten all Vaartuigen, welke dienst konden doen, te Oorloge toe te rusten, tachtig nieuwe Baard fen te timmeren. De Hertog beval dat me dit befluit zou naakomen en volvoeren. H kende het belang des Handels; en wist , d: de Landzaaten, te water oorlogende, doo gaans met voordeel ftreeden. Ook gaf li verlof, om op de Oosterlingen te kaapen, c gemaakte Pryzen geheel aan de Kaape toeleggende. In Bloeimaand des Jaa mc c ccxxxvii i',was dit befluitgenomet G 5 "*'''• r BoRK. , HoorDJT» Oorlog met de O'Sterlingen, omdenHan tel gelukkig gevoerd, 1 t X y :e 'S rs 1, ik  V Bom. I» ÜOOFCST. I < \ \ k n n v * ve by Ks WH C*. 106 CHARACTERKUNDE oer dit verlof gegeeven, en in Herfstmaand fiak de Vloot reeds i„ Zee. Welk een werkzaamheK welk eenyver, onzer Voorvaderen! Vreemden bewonderen ze, en doen hun regt, " t ' :s'khlyft Alb- krantz > van " °0ri°g ragende," ^ tot de " fhee^ §eb°oren, en gewoon, zon„ der Jaargetyde te ontzien, in zee te loc „ pen (*). In dit en de twee volgende jaaren werd dien Handel- kryg met veel nadruks voortgezet- De Oosterlingen, die men vergeefsch, vóór het uitbarsten van denzelven, om fcha^rbetenng hadt aangezogt, moesten ze nu tobbel betaaïen, door 't verlies van Schepen cederen en Volk. De zegenpraalenden aagden de Zee ftfaoon, en een Bezem in de iars gevoerd, ftrekte ten teken van hunne v-aterheerfchappy. Het vooruitzigt op ryM buit deedt eene menigte van Kaapers trasten, en baarde ongeregeldheden. Alle kgelaade Vaartuigen, zonder aanzien of ze nend dan Vyand toebehoorden , werden nomen , opgebragt, voor goeden prys rklaard, en verdeeld. Klagten desvvegens den Hertog gedaan noodzaakte hem, de apery te verbieden, en de Neemers 'van iere Schepen dan die des Vyands tot fchade ) Lib. XI. Cap. XXIX. pag. 304.  VADERL. GESCHIEDENIS. 107 deboeting te ^erpligten (*> De eifchen der Oosterlingen om fchavergoeding ftremden de Vredes -onderhandelingen, te Koppenhagen aangevangen. En gclyk de Oorlog met En* geland, door de onheufche handelwyze der Engelfchen den Hollanderen aangedaan, gereezen was , zo nam deeze Kryg met de Oosterlingen een einde, door het verpligtend onthaal, waar mede men de gevangenen bejegende. Zy fpraken , in hun Vaderland wedergekeerd, van de Edelmoedigheid en Braafheid der Hollander enhy hunne Landgenooten, met zo veelnadruks, dat de meestverbitterde Steden tot een Beftand neigden, 't geeneerlang de kragt van een wel bevestigden Vrede kreeg. De lang gekwynd hebbende Scheepvaart op de Oostzee , bloeide als van oudi en men oogfte de vrugten des Handels in Amfterdam , door philips met den riaan van de voornaomfte Koopftad in Holland ver eerd (*} , hadt zeer veer deels in deezei Oorlog genomen , en de Vlootvoogden uit geleverd. Aan deeze Stad de Vryheid de Kaapvaart te verkenen was genoeg om d ftoutheid der Bremeren te beteugelen e: hunnen overmoed, in het verklaaren een Oorlogs, te ftraffen. W (*) Wagenaar, Am*. 11 Stuk, bl. 240 — (f) AU, bl. 25c. 7 Boek. [, Hoopdst. I 1 r 1 3 sr  y Bom, '«* CHARACTERKDNDEmk Philips fielt cm Stadliouilir aan onder den naam van V efdcnt. DcPartyrchap. pen van Hoeki'ch-n en K.ib. i' luiauvfchtn komen weder te voorfehyn. *" Jïi >' °"Ze Vooj™^s geluk met dit WoeKmoedig-beftryden en overwinnen der H[ xdeldwinglandy, mogten wy bun ook geut wenichen met het afvveeren van binnen-dfcnen ^ l>e magt des jg* «roeit nog aan: de Steden Gouda en W; de EUanden W en 4W^, aIs ddm, Krommenie , Nieuwhnd en fc,^ 3vLT rRGARETIIA ™ BOURGONJE veilyltogt, kwamen, naa haaren dood, op J-:hy het zich op deeze plaatzen inhul lgen;ê,! befWoer de Regten, Handvesten derzelver te bevestigen, te vermeerderen en met te verminderen. . Zints den tyd dat Vorsten uit vreemden , Hmze hier HeerfChappye voerd beflelhng van 'sLands zaaken , bv hunne veelvuldige en langduurige uitlandigheden anderen opgedragen. PmLIPs BF j * den Stadhouder, die zyn p]aats hckl4d^ den naam van Prjfldent over HolJand Zeelard en Westfriesland; doch , onder dien fchynbaar minderen naam , een alleruitgebreidst gezag Hy beriep de Vergadering derStaaten, be' fchikte de Ampten, hief Belastingen; en was te eenemaal afhanglyk van den Vorst Philips mogt, in den Zoen metucoB* getroffen, bedonge hebben, dat het reppen wegens de verzoende Veete van Hoeksck 0f Kab-  VADERL. GESCHIEDENIS. 109 Kahbeljaaumch , voorbeeldlyk zou geftraft . worden; die Partyfchap werd daar door niet uitgedelgd. De Kabbeljaauwfchen die doorgaans de Overweldigers en Dwingelanden begunstigden, hadden natuurlyk by philips den voorrang boven de Hoekfchen , welken wy meest als Voorltanders van Regtvaardigheid en Vryheid ontmoeten. Geen wonder, dat philips zyne Stadhouders uit de party der Kabbeljaauwfchen nam. Dan willem van lalaing , met die waardigheid vereerd, hadt zyne Dogter aan reinoud valv brederode, het Hoofd der Hoekfchen, uitgetrouwd , en wist deeze zynen Schoon-vader tot het begunstigen dier Partye te be. weegen. De Amptbegeeviugen den Stadhouder gelaaten vielen nu den Hoekfchen ten deele tot verbittering der lang begunstigde Kab beljaauwfchen ; deezen zogten het Ge meen tegen hun op te hitzen- Nypende be hoefte, door een harden Winter en fchras len Zomer veroorzaakt, en verzwaard doe nieuwe belastingen, gaven gelegenheid oi een Staatwisfelbaarend Oproer , met^oo! fchynlyk goeden kans, aan te vangen. I aangroeijende magt van Amfterdam, wa de Hoekfche Party de overhand hadt, ft andere Steden en den Adel in 't ooge. Tw Edellieden verfcheenen 'erom, uit 's Graav naai 1 Boek. . hoofdst. t r n le ir dc :e ;n 1,  v Boek. I. ijoofdst, Hevigheid des Opi'oers. \ '■ i ï i »■ >: 99 99 55 95 »9 95 99 99 5» voiz- »o CHARACTERKUNDE der. naam , de Wcthouderfchap te veranderen. Het Oproer borst uit; dan de Kabbeljaauwjchen de zwakften zynde moesten de Stad ruimen en ftaaken den brand des Burgerkrygs te Haarlem aan , in welke Stad hunne 1 arty de meerderheid hadt en behieldt, en de Hoekfchen na Amfterdam deedt wyke'n Het vuur van Tweefpalt, om met pontüs he uterus te fpreeken, en een algemeen Tafereel van die verbystering te fchetzen, geraakte zo hevig aan 't branden, „ dat deeze „ Jaatfte Burgerkryg , den voorigen in fel,, heid en woede fcheen te zullen overtref, fen, zo dat gebuur tegen gebuur, bloed. , verwant tegen bloedverwant, Vader te. , gen zyne Zoonen, Zoonen tegen hunnen , Vader, Egtgenooten tegen Egtgenooten , wrokten , zoekende de verdeelde Ouders hunne gemeene kinderen, door allerlei kunstgreepen, elk in zyne Party over te haaien , tot dat men van huiskrakeelen handgemeen wordende, tot bloedftorten over ging, en de eene Party tegen de andere, in verfcheide Steden gewapend optrok, waar door de Priesters genoodzaakt werden met het Heilig Sacrament tusfehen beiden te gaan, om, door eerbied voor het Heilige , de verwoede Partyen van een te houden, welk oogmerk zy dikwerf niet bereiken konden , en werks genoeg  VADERL. GESCHIEDENIS Ui „ vonden om hun eigen lyf te bergen, ge- J „ fyk ook aan eenigen bier en daar bloedige „ handen werden geflaagcn (*)." Amfterdam Haarlem en Leyden waren de voornaamlte Tooneelen van dit Oproerig geweld. Isabella , de Egtgenoot van philips, van haaren Man met het Regement over Holland en Zeeland, gelyk men toen fprak, bekleed, vervoegde zich na het oproerig/foorlem. Lalaing met van borselen vergezelde haar; doch de eerste, onder den weg, kundfchap krygende, dat zyn leeven te Haarlem gevaar liep , keerde na den Haag te rug: zeer voorzigtig, in de daad, want hoe zeer de Kabbel) aauwfchen het op hem gemunt hadden blykt uit hunne onbefchofte vrypostigheid om de Staatjuffers der Hertoginne, zo ras zy in de Stad kwam, onder de kleederen te betasten, om te ontdekken» of zich de Stadhouder, in Vrouwengewaad, daar onder verftooken hadt. — Haare komst hadt de bedoelde uitwerking niet, Zy keerde , onverrigter zaake , na den Haage te rug, werwaards zy die van Haarlem dagvaardde : en op hunne aanhoudende ongehoorzaamheid , verboodt eenigen Koophandel te dry ven in Holland, Zeeland en Westfriesland. De C) Lib. IV. pas. i*U T Boek. . Hoofdst. sabella niet n Haat om het £ dempen.  i. HoOFDST. Vociizigtiü bc leirt van Pm ups om dei: twe> fpalt te «veeren. I ( 1 i < 1 1 t I i r f d Is bi ft $ ii2 CHARACTERKUNDË der De Kabbeljaauwfchen , boven al die van Haarlem, wilden hun oproerig gedrag verdédigen , zy vervoegden zich by den Hertog te en wisten te bewerken, dat de gehaate lalaing van zyn Stadhouderschap ontzet wierd: waar door de Heekfcke Party den voornaamfl-en fletm miste, Hiermede nam de tweefpalt geen einde : en kwam eerst tot bedaaren, als philips zelve in Holland vertelleen , de beide Partyen ruimte gegeeVen hebbende, om eenigen tyd te wortlelen, ;n elkander de wieken te fnuiken. Zyn voor ngtig beleid om de Ampten onder lieden van ie twee Aanhangen te verdeden , was het :enigst middel om de gistende gemoederen ot bedaaren, om het Land in rust te bren;en. Zyne tegenwoordigheid gaf klem aan :en Bevelfchrift voorheen uitgegeeven; doch net gehoorzaamd, waar in hy het oude ver>od van ^nder Floeksch 0f Kabbeljaauwscb e noemen vernieuwde; het geeven van Liery, behalven aan eigen Huisgezin en Dieaaren ; het oprigten van nieuwe Schutteyen , het opzetten van Kaproenen tot onderleid tekens der Partyen ingevoerd, als mee het draagen van Harnasten, Zwaarden, nge Mesfen, of eenig ander Geweer, Ver>odr. «- De Hoekfche Party, die in Am'rdam zich met geweld meester van de Reering gemaakt, en de Kabbeljaauwfehen van 't  VADERL. GESCHIEDENIS. 1I3 h kusten af; en ter Stad uitgeweerd had, ^ inoest voor 'stlertogs magt bukken, dié, aan 't hoofd van eenig Krygsvolk, ter Stad introk , aile Hoekfche Regenten daar uit dreef, en de uitgeweekene Kabbelj aauwfchefi herftelde. Zy bleeven zintS iü het bewind * en te geruster: dewyl zy, van tyd tot tyd, eenigen der aanzienlykfte en rekkelykfte Hoelfchen nevens zich in de Regeering namen, ziende, (eene vreemde zaak waarlyk, wanneer 'er Partyfehappen woelen!) meer na de zulken j die bekwaam waren om de Stad , naar behooren te regeeren , dan na de party, welke men bun meest toegedaan agtte (*). Schrikbaarende Strafoefe¬ ningen over de Oproerigcn en andere Misdaadigers, beteugelden de hoogloopende ongeregeldheden. PtliLirs deedt zich ontzien, en voerde door de Hoekfchen en Kabbel jaauwfchen tegen elkander op te weegen eet volllaagen Opperheerfchappy in deeze Ge westen. Tydig was voor hem' het dempert deé eer Beroerte : dewyl de Centenaars , d' belastingen op Zout en Graan gelegd de fchaamele Gemeente meest drukkende voor eene onmenschlyke en dwinglandfch 9 (*) Aiic.nym. ad Calc. poutani, pag. $» II Deeb H . HOOÏDSt. I ■ . Dï HntUnieri en Zeeuwen ' helpen heni d* Gentenairs »beteujelm. |  V Boek. I. Hoofost. ] < 1 I < C i s d \ h w ( "4 CHARACTERKUNDE der vinding uitkreeten, en door openbaaren om itand zich van dezelve zoeten te ontheffen. Hollanders en Zeeuwen , Hoekfchen zo wel als Kabbeljaauwfchen , fchooten voor hem het harnas aan. Streelend was het Krygshaftig vertoon van 'sLands Edelen in 't oog van den trotfchen philips, zy waren van't hoofd tot de voeten geharnasd, de Baanderheeren droegen hunne Baanderollen , en de andere Edelen hunne Wimpelen ontrold. De wonderen van dapperheid, welke zy verrigtten in het bedwingen der Gentenaaren, vergoldt hy, door verfcheide wydïuftige Voorregten, ian Holland en Zeeeland in 't algemeen, en tan byzondeie Steden, te verleenen. OntïeflSng van zekere Tollen; verzekering van len uitheemfchen geene Tolvryheid te zullen erleenen door Holland of Zeeland; het neelen ter zyner koste van alle Bezendingen, re ten dienste des Lands in 't algemeen geaan werden ; de verbintenis om voortaan eene Brieven te zullen afgeeven, Jftrydig iet de Privilegiën, Regten en Vryheden der reden, gelyk hy bekende voormaals wel geian te hebben (*;; de bekragtiging van het 'oorregt der Landzaaten om niet buiten inne Landpaalen te regt gefield te kunnen orden : waren de vergeldingen van deeze diens- *) Wagenaar, Amft. ii ftulc, bl. 3a7.  VAderl. geschiedenis. ii5 ëiensterii Nogthans maakte hy ten opzigte j Van het teatfte voorregt, bepaalingen, die 't zelve van kragt beroofden, of aan zyn goeddunken onderfchiktcn, waar door het meer in fchyn dan niet de daad beftöndt; immers hing het van hem en de zynen af te oordeelefl iof 'et wederfpannigheid, oproer, gefchil bsichen Stad eh Stad mede gemeènd of onder gemengd was; Wanneer dit voorregt geen ftand zou gryperi. De Soldy den Hoofden der Hoekfchen beloofd, bleef agter, en de Gebroeders brederode kreegén welhaast reden van berouw over het helpen van eenen ten hunnen opzigte ondankbaaren Vorst. De Heerschzugt van philips , lioe zeer ook, by wylen, met den gryns van goedertierenheid bedekt en vermomd; zyn vrees Voor en haat tegen de Hoekfchen , vertoonden zich te gader in liet weeren van gys& recht van brederode van den Utrecht' fchen Bisfchoplyken Zetel, bykart§ met alge. meene (temmen daar orj geplaatst , om 'et Zyn Badaard dAvid Van SouaöONjE die geeri Èén Item voor zicli hadt* op te zetten; en dil ftuk met list te Rome, eri met geweld van Wapenen te Utrecht, door te'dringen. — Ir 't voörbygaan moeten wy deezen Bisfchoj doen kennen — Haatlyke ondankbaarheid te gen de Arederodes , Wier veelvuldige dien ften hy met de Hechte munt va» verkorting; Ha *n r fioEK., . , Hoofdsx; Philips ver- , heft zyn Zoon david tot Bis. i'chop van Utrecht. Charac. ter van dién Bisfehop. i I  "o* CHARACTERKUNDE der V Boek. i hoopdst. ontrouw, valfche betichtinge, gevangenis, en pyniging, beloonde,kentekent deezenBisfchop voor een flegt Man; -— Op de magt zyns Vaders , en vervolgens op dien zyns Broeders , (leunende , zogt hy in Utrecht eene onbepaalde Magt te krygcn ; met vertreeding van de oude Wetten en Voorregten, deedt hy, naar welgevallen , beftéifirig op de Overheden, en liet, op eigen gezag, de Bevelschriften afkondigen , ontzette de Kanunnikken van hunne Prebenden , om ze aan zyn Gunflelingen te fchenken, en dwong de vermogendfle Inwoonders der Stad, hunne Dog* ters aan Voorfianders zyner Party ten Huwelyk , en deeze een groot Hnwelyks goed te geeven. — Handelingen, die hem gevreesd , doch tevens gehaat maakten. Een haat, die zich naa den dood van zynen Broeder carel vertoonde , en het Sticht een Tooneel van dollen Binnenlandfchen Oorlog deedt worden: Waarop de Hollanders de zaak des Disfchops Voorftaande, zich nu als Overwonnenen, dan als Overwinnaars vertoonden. Een groot deel zyner veertig jaarige Bisfchoplyke Regeering fleet hy in onrust en kryg, en zag te midden van denzclvcn zyn Bisfchoplyk gezag dikwyls verfmaad , en de Pauslyke Banbullc in zyne hand kragtloos, daar men, ondanks dezelve, de Geestlykheid noodzaakte de Kerkdiensten te volvoeren, — Zyn onr- flag  VADERL. GESCHIEDENIS. ïlf {lag uit de Gevangenis en hertelling op den Zetel, door maximiliaan moest vergolden worden , door dien Verlosfer en Herfteller voor iVereldlyk Voogd van Utrecht te erkennen. De Hoogmoed , die hem in zyne jeugd, en verderen leeftyd , bezielde , verliet hem in den hoogen ouderdom niet. Geraaden om den last der Bisfchoplyke Bediening, dooi eenen Medehelper , te verligten , wees hy den Raadgeever af met dit zeggen: hiervoor hoede my God! het voorbeeld van den H. an tiiomüs ftrelit my tot een les: die heilig Man werd niet meer geagt, na dat men hen. den nieuwen St. rochus hadt toegevoegd. Hoe zeer zich met het Staatkundige ei Burgerlyke moeijende , heeft hy , volgen het getuigenis van erasmus, het geen eigen lyk zyn post was , niet vergeeten: deez befchryft hem „ als een zeer geleerd Man en wel ervaaren in de Godgeleerdheid „ het welk in Edellieden, en voornaamly ,, in Bisfchoppen van dat Landfchap , di „ tot de ooren toe In de beilommernisfe „ der tydelyke goederen ftaaken, voor eei „ zeldzaa ne zaak moet worden aangeziei Bisfehop david van EOURGONje hadt ve „ flaan, dat 'er onder een zo groot aant „ der zodanigen, die na Kerklyke Ampti ftonden , zeer weinigen in Weetenfch; „ geoefend waren , hy wilde de waarhe II 3 n V Boik. L HoofOST. I I » •> k e n % i. r- ü n 'P «i  V Bobk. ï., |lüon ^f, 4 j i 5 » i » »! V 5» »' »> ii6 CHARACTERKUNDEdpr n hier van onderzoeken. Hy deedt in de „ Zaal, waar de beprpeving der zich aange„ diend hebbende, zon gefchieden,' ziel, „ een ftoel zetten, ondervroeg hun, hoofd „ voor hoofd, paar maate van het Ampt 0f „ de Wyding, na welke zy flpnden. Hy ,, wees ze allen af, drie alleen uitgenomen. ?, Die het opzigt over deeze zaaken hadden, hieldep hem voor, dat het der Kerke tot fchande zou (trekken , jndien. 'er flegt* « drie, in itede yan driehonderd, gewyd wierden: waar pp de Bisichop, vplgens, s, zyn vuurigep aart, antwoordde, dat het ?> *">g grooter fchande zou weezen ah 'er ff Ezels , ja nog dommer dan Ezels , voor M Me"fri™ de Kerk werden ingedrongen, , Zy die gewoon waren uit deeze aanftellin, gen, eenig voordeel te trekken, hieldeq > by den Bisfehop aan, om verzagting yan, » dit yonnis, hem herinnerende, dat deeze , Eeuw geen paulussen of hieronymus! , SEïf opleverde, waar op hy hun te hou. . den gaf. Ik eisch geen paulussen of ! "'eRONymussen ; doch wil geen Ezels. , voor Men fchen laaten gaan! Zy vonden zich genoodzaakt eene Iaatlte popging netwerk te ftellen en wel deeze onbefchaamde; Indien gy zo meent voort te gaan , zeiden zy, rnoetgy onze wedde verhoogen3 anders is 't onmogelyk zonder zulke Ezels te be- ?3 ft aan  VADERL. GESCHIEDENIS. 119 „ftaan. De Bisfehop, die tot dus lang in s, zyne weigering volhard hadt , bezweek; „ doch ook dit, hadt hy kunnen afweeren „ met te zeggen, de wedden worden niet s, gefchonken om uwe Overdaad en Groots„ heid na te volgen ; maar om 'er maatig „ van te leeven ; en daartoe zyn ze groot genoeg. Schoon zy den Bisichop mis„ fchien met gelyke munt hadden kunnen „ betaalen , als aan wien de Kerklyke in" komften ook maar gegeeven werden om 'er eerlyk van te leeven, en niet om een % Vorstlyken ftaat te houden, Edelmoedi"y ger hadt de Bisfehop kunnen antwoor £ den, met te zeggen, als u lieden iets noo. „ digs ontbreekt, zal het van eenen lande " ren kant, al was het uit myne inkomsten 11 vergoed worden , wanneer men de Kerl " maar door zulke Ezels niet laat ontee !, renC*}". Met hoe veel regts Bisfehop david ziel tegen de onbekwaamheid der Geestlykei van zynen tyd verzette , kan ons blyken ui het voorbeeld van eenen brugman, tot d Francifcaaner Orde behoorende, die hier tei Lande veel ophefs met zyn prediken , ei zich tot een Spreekwoord van weibefpraak: hei n touw* rm' v* Lib* U m* 7081 H 4 v roEK. I. RoorMT. i Brugman» weJfprteUeaI heid. C i t l  V Roek. !• HooPDjT, i ! » 1 ï*o CHARACTERKUNDE der beid maakte, daar hy het vermogen bezae om het Gcmeeu te treffen, en eenen aanhang te winnen. Wie fta« „iet verlteld als hy z>ch deezen Prediker verbeeldt te Amjlerdam een briefje uit den zak haaiende, waar uit by, zo het heette, zich zeiven eenige vraa, gen deedt, welke hy terfiond, beantwoord, de: en op deeze wyze, om het fprgekivoord letterlyk te gebruiken als brugman praatte. tt Och i brugman , brugman, wat „ erger quaedt mfnfche plag flu te wezeni du plagfie tp gaen met lange mesfen , bor, „ deelen te helpen houden, fegg my brug-' „ man , waerom hester gekomen ? om die nog te houden i? Trouwen neen. Du „ wildflp die nu verjaegen, foo daer anders' „ Godt betert, niemant en is die denkt te? * verJ'-egen. — Brugman, bedu gekomen „ om fchout ampten in de Kerken te pacl> „ ten? Neen, du en wilfte immer geen Si„ mony doen , maer fimpehk gaen in een h »tn« venvorpc lapte Kapken. . Brug. ' „ man, wilüu Pater, eertte Klooster, an, (, dere Kloosteren, cn Ook de Parochie Ker, f» ken verderven? trouwen, neen, ~ Brug„ man , willlu biecht hoeren om geld ? , trouwen , neen. _ Brugman wil de , fchacpen haer wol Jaeten , en de gaerne , een legclyck fy„ biecht hoorei, zonder , geld. ^— Brugman, wiUIu ook van de  VADERL. GESCHIEDENIS, iüï ,i luiden loopen , die dc Pestilencie hebben , „ als 1'ommigen wel doen? trouwen, neen; s, du wiWe altoos daarby blyven, 1'yn fy „ ryk offarm, dynen mond op beurten mond „ leggen", en ter dood toe daar by blyven**. , . Wie ergert zich niet als hy dien Predi ker, dus de aandagt des Gemeens opgewek hebbende, een kruisbeeld uit de mouw zie haaien , en , 't zelve om hoog houdende yoortyaart om zyn wezenlyken toeleg, he blyven daar ter Stede, ftrydig met den wi deT Overheid , gegrond op een gekreegei Handvest, iu deezer voege te kennen geeft „ Gy goede luiden hebt wel gehoort, waei „ om ik met myn arme fchamele Broederken „ hier gaerne met u woonen, en de een an „ fnoode Rloostcrke hebben zoude, om „ allen den weg des eeuwigen leevens t „ wyzen , ende daer in te helpen. Maei „ overmits datter eenige fyu, die Jt gaen „ behinderen zouden, mogten fy, die nocl „, thans geen magt hebben fuüen; wilt wc doen en bidden voor die luiden, op d ,, fy van heuren quaeden opzet in dele fael „ atiaeten.. Ep de lieve Vrienden in Cinilh „ want wy hier doch blyven willen, cm wy wel byftand en hulpe behoeven lullei 9, pm in defe facke tot, onze meeninge „ komen, lbo begeer ik om den gekruist! „ God , daer na dit Crucifix gemaekt is, d II5 a V Bof.«. I, Hqjïus'S. [ > i l i I I e » c ïUit :e i; ie >• i te " Ti le "  V B n Phil,ps, tot dus verre in zyne Staatzug•tige oogmerken geflaagd, wilde ze ook by de Friezen doordryven. Hunnen Vryheidmin«enden aart kennende, die altoos den Dwin. ger voor de Icheenen fpringt, zogt hy, doo? gunstbetoon, hun over te haaien tot het vernieuwen der Verdragen, en het onderwerpen aan zyn Bewind; hy maakte zich Vrienden m dit anders den Hollanderen thans zo vyan. dig Gewest, dat men op eenige plaatzen hun onbevoegd verklaarde om het Burgerfchap te verkrygen. Teugellooze Vryheid was tot Regeringloosheid voortgehold; aanhoudende-Burgerkrygen tusfehen Landfchappen, Steden, Dorpen, en Heerlykheden, elk na flppüBagt en Onafbanglykheid dingende , zonder genaébetoon gevoerd, hadden het Land verzwakt, uitgeput en verwoest. Zulk eene ondlanaigheid zogt de fchrandere philips zich ten nutte te maaken, om den Vriezen , aan den eenen kant te herinneren, hoe zy Joor oproerigheid en hei (laan na onaf hang. lyk, C'; <"E. iïLvius de Statu Euref* Ct.p. XVII. p. -73.  VADERL. GESCHIEDENIS. H5 "ykfleid zich der Régéeririg van de Holland J jche Graaven onttrokken, en daar door'sHertogs hoogfte ongenade verdient hadden; en 4 aan den anderen kant, voor te houden , dat hy, meer tot zagtheid dan ftrengheïd overhellende, gereed was het voorledene te vergeeven en te vergeeten , ingevalle zy hem voor Heer wildert erkennen , wanneer hy hun in hunne Handvesten en Voorregten zou bevestigen ; een bloeiende Koophandel zou dan huri thans elendig verwoest GeWest gelyk tienen met die Landen, welke onder zyne gnnftigc Graaflyke Regeering , dat heil ge. nootem - Vrugtlooze voorflagcn , yde le aanbiedingen , niets betekenende van verre gedaane bedreigingen , de Friezen bleeven zichzclven gelyk , en beflooten , op eene Dagvaard, éenpaarig het Fry en Friesch mei hf en goed tegen aller uitheemsch geweld t< befchennen. Ook bedienden zy ziel van den ouden fcherm, waar agter zy ziel meermaalen verfchoolen. Keizer frederu de III vernieuwde ten zelfden tyde de ei fchen zyner Voorzaaten by de Friezen; e verkreeg ze , onder voorwaarden , dat h philips van bourgonje deedt aanzeggen dat deeze zich geeneriet Bewind overdek zen zou aanmaatigen, of die Landen eenige overlast aandoen , en dat de Friezen , c zwaare ftraffen, verbooden zouden wordt eet / Bof.*'. 1 1 l f ' > n P n j ii-  V BoEK. I. HuOFUST. 2yn gedrag ten opzigte van de Geestlyken. : i t UëC HARACTE RKÜNDEder eenigen anderen Heer dan den Keizer te es kennen; als mede dar hy de Voorregten vari cared den grooten en sigismundus vernieuwen, en de ftrydige verbintenissen met de Hertogen albrecht én jan van beyeren aangegaan, vernietigen wilden. ~ - ln deezer voege Werd philips in zyn oogmerk verydcld, en, in ftede van de Friezen aart zich te onderwerpen, door den Keizer, als een Ryksleenman behandeld. Zyne hooge j'aaren, zyne huislyke omftandigheden, ontraadden hem den kryg. Zyn verzwakte' geest, door de eerbetoonihgen van den jongen lodewyk den XI betoverd, Wanneer hy' de Krooning van deezen Vorst bywoonde \ haalde hem over tot het doen van hulde, wegend eenige Landen van öuds Lecmen van' Frankryk. Naa lang weigerenS hadt hy, in vroegeren tyde , den Keizer hulde gedaan j ten opzigte van Henegouwen , Holland en Zeeland. Philips fchynt veel fmaaks gevonden te hebben in de drie Hellingen der Husfiten, die hier te Lande niet ongevallig klonken. De Zondaars moeten volgens gods Wet ge. (treft worden, door de zulken aan wien de' ftraf (laat— bekwaame Priesters moeten gods1 voord prediken — en de Geestlyken hebben ;een regt over het Tydlyke. - 't \yas in ;evolge hier van* dat hy de verregaande magt der  VADERL. GESCHIEDENIS. %lf der Kerldyken, die alles, wat tot den Godsdienst betreklyk gemaakt kon worden , voor hunne Regtbankentrokken, beteugelde, en doorBevelfchriften veele misbruiken weerde , die den Burger van de Geestlykheid afhanglyk maakten, en tot benadeeling zyner Be* zittingen, en bederf zyns Koophandels ftrek. ten. Nogthans droeg hy zorge om inde gunst van 't Roomfche Hof, welks byftand hy noodig hadt, te blyven. Brieven vol van yvei voor den Stedehouder van chmstüs, wien hy zyne Landen aan beval; toebereidzels tot éen Krygstodht tegen de Turken , en het vullen van 's Pausfen Schatkist, waren de hier toe gefchikte en gebruikte middelen. Weidfche Pracht, bedervende wellust en overdaad , woonden ten Hove van philips Den I, die, by zeventien Byzitten, even z( veel Natuurlyke Kinderen hadt (*),. Dan hoi veel tot zyne kostbaare Hofhouding behoe vende, liethy, by zynen dood, een verbaa zende fchat naa (t). Ik geloof niet dat één myner Leezeren uit alles wat wy van philips den I, gezeg( heb (♦) J. kok, geeft in zyn Vaderlands fPoordenfaek,dtei Lyst op, Art. david van bourgonje. (f) Hy liet, zo men wil 4^0000 Kroonen aan gemui Goud, 72000 Mark Zilverwerk, en voor meer dm tws MiUioenen prachtig Huisraad, Boeken en Schilderyen na: V BoïKê I • CharacSer vut» [ PHILIÏSDEN 1. e It e t.  y Rost. i- HooMMT. 1 1 < < CO De St. fok, £j.pr Parite ia3 CHARACfERKÜNDÉ der hebben, geheel het zegel zal hangen aan dé Characterfchetö, doör «en Fransen Schryver van hen, vervaardigd. „ dat by een Mensch' ,, was zonder Trouwe , zonder Braafheid, „ bezield met eene onverzaadigbaare Eer„ zugt, eh 'er altoos op uit Was om zich •>, groot te maakèn ; niet min onderdrukkend , niet min hard, niet min onregt„ vaardig mét zyne Bloedverwanten, dan met „ zynen Oppervorst handelende (*)*»• dan ik geloof tellens dat zy veel werks zullen hebben om te vinden, van waar hem den loflyken bynaara van den Goeden, aan kwam. — Een Bynaara, met welken wy ons meermaalen verlegen vonden , daar de vleijery derzelvcn zo konstig verleende aan Vorsten , wier Characters 'er zo weinig aan beantwoordde'. Staatzugt en Onderdrukking gingen by hem dikwyfs hand aan hand; doch by bezat telFens Volkbehaagende hoedanigheden, van welke hy zich by wylen mees:erlyk wist te bedienen, om die anders haatyke hoedanigheden te vermommen. —— schrander beleid en Staatkunde deedt hem !en middelweg inflaan tot het ftilien van da 'ioekfche en Kabbeljaauwfche Tweedragt. ■ ïereedheid om een Handel-Oorlog te ondeu- lteu-«  VADERL. GESCHIEDENIS. 1*9 ïteunen, en het zyne toe te brengen om den Koophandel uit te breiden; Gunstbetooningen aan Land en Steden gefchonken , verpligtten de Landzaaten aan deezen Vorst, die aan gemak en wellust verflaafd, zich liel vergenoegen, als men hem de middelen to eene ruime Hofhouding, en het vullen zynë: Schatkisten vergunde. Hier toé Was di Koophandel de rykite bron, en genoot dés wegen zyne befcherming; dit deedt hem dei Vrede boven den Oorlóg (tellen, en van di Zwaare Krygstochten , welke hy zomtyd; voorgaf te zullen onderneemén , niets ko meru Wat is 'er onder dit alles , ' geen hem tot den bynaam van den goede) regt geeft ? veel eer mag hy de welafge rigte heeten. Ja zyn bedoelden of lieve Voorgewenden Tocht na 't Heilig Land, o'n «t zelve den Turken te ontweldigen, Waar doo zommigen willen, dat hy dien Tytel verdien» hebbe , kan 'er hem alleen in fchyn toe ge regtigen: dewyl het hoogst twyfelagtig i of hy ooit, in goeden errtst , voorgele hebbe , dien te onderneemén, en de aange 'naamheden van een wellustig Hof te verwis reien voor de moeilykheden aan zulk eei Reize, en de gevaaren aan zulk een Krygs tocht vast. II Deel. t j TWEE* V BOF.K. I. HooïuST. I I t t l l t l l l II  v Boeit. U. flooFosr. CAKEL DE i, Jnei welke na jnien üj de Gefcüiedenis be- '. ] J i i i ] | ( t i ( i c ii h n ii T30 C HAR AC TERKUNDE der TWEEDE HOOFDSTUK. carel de I, Graaf van Holland; arnold en adolph, Hertogen van Gelderland. veel moeite als het koste, en deeze £^d nog te vergeefsch, om uit te vinden, rojgerjs welk regt philips de I, den bynaam van dei: Goeden verwierf, zo gemakyk zal het vallen, met ontwyfelbaare zekerïcid, te zeggen , waarom zyn Zoon, en Opvolger , carfl de I , in de Gefchiedenisen, de bynaamen draagt van den Oorlogzugigen, den Freeslyken, den Stouten en den loekloozen. Volgen wy hem van zyne Jeugd f, tot hy op het Slagveld fneuvelt, wy zulen den Man ontdekken op wien deeze naa» nen , en misfehien erger paffen; als mede lat zyn Vadtr , in tegenltelhng van hem, e Goede mag heeten. Een Lofredenaar loge carel, in Regtsoefening met lycür;us, in den Oorlog ten Velde met hannial, in fpoedige Tochten metjulics cesar f t~.lexander vergelyken, dit is ophemelen i fchyn; welk een lof fteekt 'er in iets te .Lben van wydvermaarde Mannen, wanEer de overeenkomst voornaamlyk beltaat ; 't geen eer gelaakt, dan gepreezen behoort wordenV 't Zyn toverklanken, alleen ge- fctökt  VADERL. GESCHIEDENIS 131 fchikt, om onkundigen te misleiden, en van v geene kragt altoos by den regtmaatigen Opweeger van verdiensten , die ,. in zulk een geval , voor lycurgus , onverbiddelyke Strengheid, voor hannibal onbetoombaare Krygszugt, voor julius gesar of alexander, dolle Qorlögs woede leest. Dan laaten wy toetreeden om deezen Graaf van nader by te befchouvven» Zyn jeugd tekende reeds welk een Man hy1 ten eenigen tyde ftondt te worden. Men hoore de taal zynen Vader te gemoete gevoerd, als deeze hen te Brusfel tragte te doen blyven, onder voorwendzcl, dat zyne Wapenrusting nog niet gereed was ; /* wil liever in myn Wanbuis ten flryde trekken , dan myn Vader de wederfpannige Gentenaars niet helpen bedwingen! en het antwoord zyne Moeder gegeeven , wanneer zy hem afmaande van zich zo zeer aan gevaareu bloot te itel-» len; Het zou den Landzaaten voordeeliger zyn , my jong te verliezen , dan naderhand een laf en Fleer aan my te hebben! • Uit boezemingen van een' Krygsheld haakende ha Wapenroem, en oorlogslauren boven alles {tellende : ook fteekt hy in deeze byzonderheid boven zyn' Vader uit, die, den woeligen en ongerusten aart zyns eenigen egten Zornis kennende, hem van zyn Hof verwyderde , berwaards zondr, en den Graaf van char- I St tOlS] Boaiti t HOOÏDSt» }AREL DE i» »eet'c reeds iri zyn jeugd blyü Van zyne Oorlogzugiigegelanlieid»  v Boek. ii. HoC'FUST» : 1 1 j 2 li Q Xyn gedrag ■Is Landvoogd ;yns Vaders, d L o I Ti ï3* CHARACTERkUNDE DEtt lois, de Landvoogdy over fftl/onti cn Zm* fcW toevertrouwde. Verfcheide Heerlykheden, waar door zyn aanzien niet weinig vermeerde, bekwam hy; het vermaaklyk Dorp m 't Overmaafchc, door deezen Graaf bedykt én naar zyn toenmaalig Graaffchap charlois geheeten, fpreekr nog te zyner gedagtenisfe. Ook wist hy, door kundigheid, welbefpraaktheid en eerbaarheid van Zeden, de Landzaaten in te neemen ; hun tot het opfchieten van veel gelds en tot de belofte te beweegen, dat zy, met pergament en zegel, verzekerden, hem, na 't overlyden van zynen Vader, voor Ffèer van den Lande te zullen aanneemen , :h hulde te doen: gelyk ftaatlyk gefchiedde :oen philips de I. voorgaf zich tot den tooit ondernomen Heiligen Kryg toe te rusen. Indien hy daar in fneuvelde, was zyn Eoon van deeze Landen verzekerd, welke iy van zynen kant beloofde, als hy tot de fëèrfchappye zou gekomen zyn, by alle derelver Regten en Voorregten te zullen handaaven, die te vermeerderen en niet te verinderen. Reeds vroeg deedt hy , als '$Vaders Ste. ihonder , zyn naam met ontzag, döor 't and klinken. Zyne ftrenge Rcgtspleeging Irfcr de Heer van haamstede en de Gebroems flor rs en arend te Zierikzee, toonde cds wie hy naamaals zou zyn, en dat hy, om  VJADERL. GESCHIEDENIS. 133 om gezagsvermeerdering , den eersten aan- brengeren te ligt geloof gaf. Veel ge- zags oefende hy in Holland; het buitenstyds veranderen der Regeeringe te Dordrecht, het op eenen anderen voet brengen van het Gerechtshof in den Jrlaage, ftrekt hier van ten blyke. Schoon van 't Vaderlyk Hof vervvyderd hadt de Vader voor zyns Zoons Staatzugt te duo-ten. De verregaande infehiklykheid en toegevendheid des Ouden Hertogs vooi Frankryk , mishaagde den Jongen Graaf, 'l geen tot hoogloopende onmin tusfehen beide opgroeide. Deeze mogt eens bygelegd en u: zo verre verzoend worden, dat cauel. wiens Charafter was in uuerftens te loopen, vier dagen en vier nagten, zonder ilaapen, by 's Vaders Krankbedde in vlytige oppasfing, doorbragt, ondanks diens vermaan. dat hy zyne rust zou neemen; dewyl het betêt was "één dan twee te verliezen; zy tooud zich eerlang met vernieuwde hevigheid. D< gunst, die philips, aan lodewyic den X toedroeg , was voor carel onverdraaglyk en hy nam deel in een Verbond tegen dien Ryksbeftuur gevormd. Een aantkg om hen te hgten, en gevanglyk na Frankryk te voe ren, tydig ontdekt, kweekte deezen worte van bitterheid aan. lodewye den XI moe Gezanten zenden om zich by philips te vei 1 2 om V RoeK. tl. HCOFÜST. Met zyn Vldei in oiiUiiü. I » t l t  V Boek. II. hoqfdst, Voert den Kryg tegen IODS WVU den JU j '1 [ 'i l 1 % I i ï34 CHARACTERKUNDEder omfchuldigen , deeze hicldt hem van een flinksch oogmerk verdagt, en carel, by't gehoor dier Gezanten tegenwoordig, hoorde, met groot misnoegen, de vinnige uitdrukkingen van den Kanfelier tegen zynen bedekten handel met den Hertog van hy kon het niet verbergen, en verklaarde by het uitgaan , een der Gezanten; Beveel «J» op V nederigst in 's Konings gunst. Ze<* hem, dat hy my hier door den Kanfelier fraai heeft doen havenen; doch dat het hem, eer het jaar ten einde is, zal berouwen ! Om zich wraak te verghaffen trok hy met een talryk Leger na Frankryk. Hy behieldt het \ eld in den Vcldllag dien Monarch by Momelheri geleverd; en noodzaakte hem de plaatzen in Picardye, door philips wegffe, fchonken , weder te gecven. Het gcru-t Jat hy de nederlaage bekomen hadt, zette' 3e Inwoonders van Dinant^n, om hunnen potzugt den teugel te vieren, en carel in >eek>tenis aan de galge op te hangen, den )nderdaancn van philips toeroepende: Ziet 'aar den Zoon uws Hcrtogs , den valfhen erraader, den Graaf van Charlois, dien d* honing van Frankryk heeft doen ophangen c zal doen ophangen , gelyk hy hier hanJ fy gaf zich uit voor den Zoon des Ilertogs * I» loog het, hy was een f nood Bastaard > Te'* m vertoonden zy den Hertog van Bov£ Gvti-  VADER.L. GESCHIEDENIS. tjS gonjë op eene hoogte , te midden van eed* modderpoel, zeggende tot de Bourgondiërs: ziet daar het beleg van de groot e Padde, uwen Hertog! Spotternyen, die deeze Stad duur te (taan kwamen; ze werd vermeesterd, den plonderzieken Krygsknegt overgeleverd, in brand geftooken , en achthonderd Burgers vonden hun graf in de Maas, waar de getergde Graaf ze deedt verdrinken. De Luikenaars, die zich voor Koning lodewyk den XI verklaard hadden, kwamen toen met eene groote geldboete vry; doch, naa den dood van carels Vader, weder tegen hem opgedaan en ten Velde getoogen, kreegen zy de nederlaage; de Overwinnaar ontmantelde die Stad, en lag den Inwoonderen eene zwaare fchatting^ op. Tot hun ongeluk leenden zy, op nieuw het oor aan delnboezemingen van lodewyk; en, wanneer het deezen mislukt was, op eene zamenkomst te Peronne, door fchranderheic1 den Hertog, dien hy met geweld niet wisi ten onder te brengen, naar zyn zin te zet. ten, en hy eer als een gevangen dan een vrj Vorst , genoodzaakt werd een vernederen* Verdrag te tekenen , moesten de Luikenaar zyne getergde wraake bezuuren ; naa eei wanboopigen wederftand g^g de Stad ftoi menderhand over, roof, moord en brand veranderde Luik in een puinhoop vol elend< I 4 H Boek. . HoofdïT» ?>ne ftrengïeid tegen de Luikenaart, l l •> :t  WCHARACTERKUNDEder V Bop.k. ii. HüUlDST. Tot GraaFgehu|^igd, drukt liy bet Land piet /.waare belastingen. j 1 i i ü I; d n ïl h d h b; Het Mark-Graaflcbap /W/«W doo* hem aangetast , zag zich van imvoo,lders verlaaten, die in de bosfchen bunnes wyk namen, om het verdelgend zwaaj*} der wraakzugt te ontkomen. Middelervvyl werd carel de I tot Graaf van Holland en Zeeland gehuldigd. Daar by. den eenen Kryg niet eindigde, dan om eenen anderen te beginnen, hadt hy zo veel,, ja meer gelds tot denzelven noodig, dan zyn Vader tot het voldoen zyner weelde. Geen wonder dat hy, by zyne Inhuldiging, den Landzaaten eene zeer hoogloopïnde Bede ifvorderde. Schoon de drukkende zwaarte der van verzagt wierd, door het verleenen 'an nieuwe Voorregten ter (f aavinge van de [edaane belofte, om dc Privilegiën eerder te ermeerdereu dan te verminderen ; en hy elve, met vollen rcgt, mogt verklaaren , dat: 'e Steden golden in de fubventien , beden, en ndere lasten van den Lande, baarde de beistingen, op devoldrektfteleeverisnoodwenigheden gelegd,, om die afgevergde fomme : vinden, veel gemors onder de fmalle Geleente. Het meeste voordeel trokken de .egeeringsleden , en de Kooplieden ; de atften waren zonderling in hun fchik met i Handvest , die den Steden van NqpfL 'eiland en West Friesland vryheid gaf, om, f geval van fchipbreuk haare zeedriftige goe°  VADERL. GESCHIEDENIS. 137 deren alomme na zich te mogen neemen^ zonder 'er iets van verfchuldigd te zyn aan de Graaflykheid (*). Op zyne reizen door Holland en Zeeland om de Graaflyke Regtsgedingen te houden, verleende hy , zonder aanzien van Perfoonen, gehoor aan Armen en Ryken. Strenge Regtyaardigheid fprak uit zynen mand en fchoo,n zyne Onpartydigheid, in veele gevallen » lof weg droeg, kon de Strafheid van zynen aart in de regtsoefeningen doorüaande, alle blaam niet ontgaan: eens verwekte deeze opfchudding onder 't Volk; dan on-< beteuterd fchoot hy zelve toe , en begaf zich met een ftok in de hand onder het Oproerig Gemeen; dat, met vrees voor 's Graaven ongenade bevangen, afliet. Vrugtloos zogt hy de friezen tot onderwerping te beleezen, De aanbiedingen van Genade, welke hy betuigde gereed te zyn, als een Goedertieren en Medelydend Vorst, te verleeneu , vonden geen ingang by d< Vryheidminnende Friezen, fchoon. door misbruik der Vryheid ongelukkig; zy zagei geen Genade tg gcmoet van. den Verdelge der Luikenaaren en den Onderdrukker vai Holland en Zethnd. Hy mogt hui VOO! (*) Wagenaar, Amfi. II Stuk, bl. 261 —1163. I 5 J tsoek. {. uoofdsi. - Strengheid zy»er Regtsgeiinijen. Tragt vrugtloos de Friezen aan zidi te onderwerpen. 1 ( I  V Boek. O, Hqüf/wt. i j Helpt zyn fchoonbroe« der eduard 1 »SN IV. i i I 1 138 CHARACTERKUNDE der voortellen een Poteftaat, (eenen OpperOverheid , met dien naam beflempeld), te kiezen , die hem hulde zou bewyzen en trouwe zweeren , zy bleeven den ouden zang zingen, dat zy alleen van 't Ryk afhanglyk waren. — De Aanhangers van uffo van dokkum , een uitgeweeken Fries, en Vriend van carel, wel verre van zyne zaak te bevorderen , door een geichrift op te Hellen , waar in zy dien Graaf" voor Heer erkenden, werden door hunne Landgenooten aangetast en uitgedreeven. Geweld op 3e Friefche Kust gepleegd ,'vermeerderde 3en haat tegen de Hollanderen. Eene Vloot in gereedheid gebragt om , op raad /an uffo, de Friezen te dwingen, kreeg :ene andere beftemming, en uffo, het gedoekte voorwerp zyner Landgenooten, van ïuis en Goederen beroofd, moest ?Js Balling eeven van het onderhoud des Hertogs, die ran den toeleg op Friesland afzag. Aan de Zuster van eduard den IV, Koling van Engeland, getrouwd, en met dee:en in Bondgenoodfchap getreeden, kon hy net nalaaten deel te neemen in het lot zyns Ichoonbroeders , thans door den Graaf van warwik gedreigd met de berooving van den rhroon. De aanflag met medeweeten van odewyk den XI ondernomen, was misikt, en de vlugtende warwik, met eenige fche.  VADERL. GESCHIEDENIS. 139 fchepen in 't Kanaal kruisfende, bemagtigde verfchëide Bollandfche en Zeeuwfche Koopvaarders, en bragt ze op in eene Franfche Havsn. Hoe euvel de Hertog dit nam, kunnen wy, en teffens zyn vuurig Characber leezen in eenen korten brief, den Aarts-Bisfehop van Narbonne en den Admiraal van Frankryk toegefchikt. „ Aarts-Bisfehop! „ en gy Admiraal ! de fchepen , welke gj Z zegt , dat de Koning den Engelfchen t< „ gemoet gezonden heeft, hebben de VloO 3, van myne Onderdaanen na myne Landei 5, te rug keerende, aangetast. Maar , b] „ Sint Joris 1 zo men hier in niet voorziet „ zal ik 'er, met Gods hulp, in voorzien „ zonder my op te houden na Ulieder vei „ lof, of redenen, of regtspleegingen, wan „ ze zyn te willekeurig en te langwyüg! Hy voorzag 'er in, en zondt, onder heu duik vanborselen, eene Vlootop warwi •af; dien hy uit zee jaagde, en op'tNormand^ fihe ftrand, zegepraalend beftreed. En hac een ftorm, by een tweeden tocht, om den zwei venden warwik het landen 'mEngelandttbt letten , hem njet genoodzaakt na Zeeland wedt te keeren , zou die Zeeheld , waarfchynly zulks geweerd, en eduard op den Enge fchen Throon behouden hebben, welken hy by de landing van warwik moest verlaaten pi aan hendrik den VI weder inruimen, Gee; V Boek. ii Hoqfdst* ► l r . » t ( t f k - !- » te  V Boek. ' ii. HOOFAST. 9 4 HoCHARACTERKUNDE dér Geene geringe verlegenheid ging carel aan , toen zyn geheel berooide Schoon•broeder, het Ryk ontvveeken, hier eene fchuilplaats en zyne hulpe zogt. De Staatkundige inzigten, de dryfVeVren van zyn Huwelyk met de Engelfche Prinfes, hepen te leur. Veeier meening, dat hy liever eduards dood dan diens landing aan deeze kust (*), zou verftaan hebben, is niet ongegrond. Hem te moeten onderhouden was een gering bezwaar; doch de geflaadige aanzoek om onderftand , tegen warwik viel hem lastig; en baarde het kommerlyk uitzigt, dat de magt van Frankryk en Engeland zich tegen hem zou veréénigen , als hy voor 5t belang zyns Schoon-Broeders uitkwam. Door dubbelheid tragtte hy zich uit dien maaluroom te redden, en de Engel/eken diets te maaken, „ dat hy met den Koning, „ wie hy ook waare, in een Verbond ftaan, de , geenzins als een Vyand der tegen, woordige Regeeringe moest worden aan, gemerkt, dat hendruc hem in den Bloede , beftondt, dat hy hem wilde doen begroe, ten over het aanvaarden der Regeeringe , , en zich geenzins mengen in den twist , over het regt tot den Kroon on titaan". Men C*) zie over de plaats zyner Landinge; sn-geliiertj uude ftaat icr yefUnigd* Niüerlanden, 1 d. bl. na, 114,  VADÊRL. GESCHIEDENIS. 141 Men doorzag in Engelandhet oogmerk deev zer verklaaringe , gefleepe Staatkunde was carels zaak niet, eeniglyk ingerigt om de verbintenis tusfehen dat Ryk en het Franfche Hof te ftremmen. Eduards verblyf hier te Lande baarde een regtmaatig agterdenken. De toerusting van Frankryk , om den' Hertog te beoorlogen, haalde hem over om het oor te leenen aan de verzoeken zyns Schoon-Broeders, dus lang vergeefsch gedaan. Diens vertoog , dat hy de magt der Franfchen niet wederftaan kon, zonder hulp der Engelfchen, en dat hy zich daar van niet kon verzekeren zonder hem op den Engelfchen Throon te herftelien , hadt zo veel in* vloeds, dat hy zich liet beweegen, om, daar aan, fchoon zo bedekt als mogelyk, de hand te leenen; geld, om manichap te werven, fchoot; fchepen , om den onthroonden Vorst over te voeren, befchikte de Hertog: een meer dan verwagt geluk vergezelde den overtocht, hief eduard weder ten Rykzetel, gaf carel een Bondgenoot, en verydelde de ontwerpen van lodewyk. den XL Het loontrekkend Krygsvolk , 't geen de Franfche Vorst Reeds in dienst hadt, fchonk deezen eene in 't oogloopende meerderheid boven carel, welke hy zogt weg te neemen en zich in denzelfden ftaat van KrygS' vaardigheid te ftellen. De Waardgelden. di Boe*. HOOFDST» lorlog met "rankryk. Rigt een beftendigeKryglmagt op.  V Boek. II. hoofdst. i i < 1 I i \ i i > i 9 I » 3 142 CHARACTE.RKUNDE der die hy in dienst hadt, waren hem niet ge. noegzaam. Het hadt te veel werks in en toefi de te lang, deezen by één te vergaderen : op een groote Dagvaart floeg hy aan de Staaten zyner onderhoorige Landen een plan voor, om dit ftuk op dezelfde wyze als in Frank* ryk te regelen. Men voorzag de verdrukking van Burgerlyke en Staatkundige Vryheid , en denzelfden ftaat van Onderwerping , als waarin Frankryk dooreen vastgefteldeKrygsmagt gebragt was; niet dan fchoorvoetende, ïradt men in de voorgeilaagene maatregelen, S«ïe fomme gelds tot dat einde bepaalende. - Gereedheid ten Oorloge was een prikkel ^oor den Oorlogzugtigen Hertog om 'er zich teeds in te wikkelen, en, van tyd tot tyd, len bepaalden onderftand tot betaaling des Lrygvolks, op eene verbaazende wyze , tot root bezwaar, zyner Onderdaanen, te verïeerderen. Een Vorften pluimftrykende Oli. ier de la marche moge 'er van zeggen , dat fchoon de Nederlanden hier over lan, gen tyd klagtig vielen , en wegens ver, drukking fchreeuwden, dit alles ten huu, nen voordeele ftrekte, gelyk zy, vervol, gens ondervonden: want de Hertog was , zo magtig, dat hy alles kon uitvoeren en , beregten. Hy hieldt de Landen in vreeze , en vrede. Hy toonde allen zynen Nabuu* > ren, dat hy het zwaard in de vuist voer* de,  VADERL. GESCHIEDENIS. 143 „ de , en 't geen hy door liefde niet kon „ verkrygen, dwong hy; door vreeze af (*). — De Vryheidminnaar tekent, onder deezen Graaf, de eerfte die een geregelde Manfchap, jaar in jaar uit, onderhieldt, het tydftip van de weezenlyke Slaaverny deezer Landen. De Volks-dapperheid, het fteunzel der Vryheid, ging verlooren. De Krygsbenden der Leenmannen en Burgeren, welke wy in den loop onzer vroegere Landsgefchiedenisfen, zo dikmaals zagen, optrekken, vervielen in kleinagting; zy konden in afgerigtheid ten wapenhandel by de Huurlingen niet haaien. Deezer aantal kon de Vorst, wist hy den Onderzaat geld af te persten, naar welgevallen , vermeerderen, zy vloogen op zyn wenken , zagen hunnen Betaalsheer, alleen na de oogen ; en waren gereed ter onderdrukkinge der Landzaaten, die hem de middelen ter betaalinge, ter hand fielden. Van deeze Krygsmagt bediende hy zich tegen Frankryk. Nesk in Picardye beproefde zyne dolle woede. Het klein getal der ge. fpaarde Inwoonderen, deedt hy de hand afkappen , en als zy den brand uit de daken der Stad, aan de vlamme ten prooije gegeeven, zagen opgaan , voerde hy hun te gemoet; fj») O. DB LA MARCHE, pag. j6. V Boek» El, HooFDST.  V Hoek, II. h00f7)3T Verdrukking der Laadzaa. te; omdc Ooi logskosten goed tc maaien. 1 CHA R A C TE RK.UNDE der moet: dit is de vrugt die de boom des Oor. logs draagt! Wrange vrugter. groeiden aan dien zelfden • boom voor zyne Onderdaanen. Het voeren des Krygs, het betaalen des op de been gehouden vasten KrygsVolks, koste feha.tt.ea, om deeze te vinden werden de Landzaaten met drukkende lasten bezwaard. Morrend ongenoegen, tot opftand uitbarstende, vertoonde zich, op veele plaatzen, inzonderheid te Hoorn en te Zierikzee; dan doodliraf en geldboete noodzaakten de eerstgemelde Stad om, zonder wederfpraak, de ingevor-. derde belastingen op de noodwendigfte leevensbehoeften te betaale- ; en kreeg de laatstgenoemde geene vergif.enis dan naa dat de Oproerigften gevat en onthalsd waren , en de Geestlyken met de Wereldlyken , in wanhavcnig gewaad, den Dwingeland te gemoete traden , om de gevreesde verdelging der Stad af te bidden. Eene vrees verwekt om hcoger geldboete te bedingen , tot afkooping van zulk een onheil. Niet minder dan der* ig duizend Guldens moest hier vooropgerehooten worden, en de Stad ten teken der . Slaaverny voortaan eene bezetting vanKrygsrolk gedoogen. — Eene bezetting van Huuringen , onder het Bevelfiebberfëhap eens Vreemden, gereed om den Burger te benaauwen, en tot 'sVörften wil te dwingen. —— Eerj  | VADERL; GESCHIEDENIS. HoEen dwang te Amfterdam op eene andere: wyze geoefend, werwaards hy Gemagtigden zondt, om de Poorters te noodzaaken tot het koopen van Renten ten zynen Behoeve , enten laste der Stad; deeze, ftrydig met de Voorregteh, geen vryheid laatende, om iri den Oorlog eh de kosten des Oorlogs te bewilligen of niet; bedreigingen van ongenade , perften den gevorderden onderhand bï, en bezwaarde de Ingezeetenen (*> '■ Hy doorreisde de vooruaamfte Steden van Holland, om, door zyne ontzagwekkende tegenwoordigheid , de gemoederen , over het heffen der nieuwe en zwaare belastingen, fteeds aan 't gisten, tot bedaaren te brengen; gelyk hy Dordrecht, 't geen geweigerd hadt hem , by 't aanvaarden der Graaflyke Waardigheid , met andere Steden jn den Haage te huldigen, een bezoek gaf,' én die hulde op de Staatlykfte wyze ontving ; en eenen yverigen' Vborltander dei oude wyze van inhuldiging zyn ftoutfpree- ten duur betaald zette. Zo fpart de Öwlngelandy de haatlyke blikken op ; en Öoet de verdrukten beeven! List en Geweld ftelden Gelderland en Zul- pha (*) Wagenaar, /imfi. II Huk, & ^6, 328, i*9' 11 Deel. K 7 bork. . .. I uouttist; Dingt na de Konin.ïlyUe r Waardigheid,, ' cn vind: zjch te leur gcfktcf.  V BOEK. 1l. HOOFDST, ( I ( 1 l 1 T 1 e c (*) Wy zullen bier beneden zien, boe hy deeze tol vafr List cn Geweld fpeeide. I4«5 CHARACTERKUNDE der. phen in handen van carel (*), en dus waren de Nederlandfche Gewesten bykans alle onder het Bewind van 't Huis van Bourgonje gekomen , Friesland alleen uitgezonderd. Eene vlaag van Staatzugt was waarfchynlyk oorzaak dat hy de vreezen de Friezen niet aan zich onderwierp; doch na Triër toog, om met den tytel van Koning van Bourgonje, door Keizer frederik den III vereerd te worden. Een verbaazende kostbaare toeftel van kleeder- en tafelpragt, gefchikt om zich „ net zyn gevolg, in Koninglyken luifler aan t oog des Keizers voor te doen , hadt hy lit de Nederlanden na Duitschland gevoerd , w fpreidde denzelven ten toon. De gereed;emaakte Kroon, Scepter en andere tekenen 'an Koninglyke Waardigheid , de beftemde lag ter Krooninge , deeden hem en elk ver« vagten, dat hy eerlang in de beoogde Heerykheid zou praaien, en, ten top van Magt ;cfteegen, met een daar aan geëvenredigden lertytel pronken. — Droom , ydele droom , an de te leurgeftelde Staatzugt! De Keizer ertrok des na'gts in ftilte en liet den verleenden Koning , bloozende van fchaamte n zwellende van fpyt, agrer. . Verwonding cn verbaasdheid vervulden allen, die den  VA DE RL. GESCHIEDENIS. 14? den Vorstlyken toeftel gezien, en de voorbereidzels tot het verheffen van eenen Koning amfchouwd hadden. Men wist toen niet, dat Lodewyk. de XI, ontrust over dit Eerzugtig oogmerk, de Rykvorften deswegen met wantrouwen vervuld hadt. Meivwas onkundig , dat carel , in de onderhandelingen met den Keizer, zyne Erfdpgter maria weigerde aan diens Zoon maximiliaan ten Huwelyk te geeven : op dit ft uk ftondt de Kei' zer, en de Hertog hadt beflooten, by zyr leeven, maria nooit uit te huwelykcu. Zyn< vertrouwde Vrienden hadden hem meermaa len hooren betuigen. Ik zal op den eigen daé dat ik myn Dogter uithuwelyk Monnik, wor den. De hand deezer Prinfesfe beloofde hy met een oogmerk om ze nimmer re fehenken aan alle Vorftcn, wier hulp hy behoefde. Ondraaglyke te leurltelling , gevolgd, vai woedende Krygsdrift! he; wydllrekkend e harstenfehimmig ontwerp om zich van all fterke plaatzcn aan de flinker zyde van de Rhyn , van Nieuwmegen tot Bazel toe, mee; tej re maaken, fpeeide hem in 't hoofd. He Graaflchap Ferette, niet verre van de har si gemelde Stad , was by panding , in zyn magt gekomen. Byftand te bieden aan de vcrclreeveu Aartsbisfchop van Keulen R< jsEtT van brijeren , verfchafte hem cc glimpig voörwendzel, ten Kryg, en om m Ka e( V Bobv. . U. Iloopasi. I Noodzaakt . 1 Geestlylcen eri Wereidlvkea 1 zyne dolle IvrygsJrilc ctn e diéuftcteftaaii d t e 1 >- 11 :t iïi  V Boek. II. Hoofdst, i ' i 148 CHAR.ACTERKUNDE der een talryk Leger, Nuis te berennen, - Bewust hoe zeer hy den Landzaat reeds uitgeput hadt, en dat dezelve, niet dan noode, dieper in de beurze zou tasten, waagde hy den (fouten ftap om de Geestïykheid, onder fchatting te brengen. Veelen weigerden, en beriepen zich op den Paus. Wederhoorigheid mogt niets baaten. De Kerklyke goederen der weigeraaren liet hyaanflaan, opveilen en verkoopen, of, de betaaling zoeken uit het weggenomen Zilverwerk der Kérken. ~ De Wereldlyken, hoe zeer verarmd, liet de Hertog niet ongemoeid, Schepen en Manfchap vorderde hy , behalven zwaare Beden , den Edelen en Steden af. En eenen Brieve uit het Leger voor Nuis daagt hy over de traagheid der Staaten in iet afzenden der gevorderde Schepen; zy beantwoordden deezen onvoeglyken klaagbrief, met belofte van ze te zullen zenden, tn voor een tyd de kosten te draagen; dererdrukte Steden tekende zich in 't onderchrift Uwe Onderdaanige en Ootmoedige Ste* len. Zo kruipt men voor eenen Verdrukker! — Ook zag hy, tot zyn groot genoegen , in de Legerplaats voor Nuis, de Schutters en Poorters, onder 't bevel van een of wee Hoofdiuiden uit de Regeering, niet alleen onder de Stadsbaniere, maar gekleed in dc  VADERL. GESCHIEDENIS. U9 de byzondere Liverye der Stad , verfchynen. ] Men mogt eene Krygsmagt, uit zo verfchillend en zonderling gekleedde Stedelingen, den fpotnaam van het Legér der Boniekraaijen geeven , 's Hertogs begeerte werd voldaan. De Landzaat verfpilde veel fehats en waagde 't Lyf, in eenen buitenlandfchen Kryg, en een vrugtloos beleg , 't welk hun, noch den Lande eenig voordeel aanbragt. Intusfchen moesten de Zee-handeldryvende Ingezetenen, op eigen befcherming, tegen de Franfche Kapers bedagt weezen. Een getroffen beftand was ten einde geloopen, dc zee onveilig, en de Hertog zo druk met den Landkryg bezig, dat hy de Zeezaaken liet vlotten. Dan de Wethouderfchap van Amfterdam, altoos waakzaam voor 't belang van K phandel en Zeevaardy, Het de Koop' vaardy-fcheepen, die van 't Westen kwa men en Oostwaards wilden, dooi- een Vaartuig , na de Hoofden gezonden , voor hel dreigend gevaar waarfchouwen: en bediendi zich van de Vryheid , om, zonder Verlo van den Hertog , van den Stadhouder ei Raaden te verzoeken, voor haare veiligheid te water te zorgen. Zy bèfchreef de Water ft eden (zo werden ten dien tyd, Hoorn Enkhidzen, Monnikendam en Edam gehe< ten). Zy vergaderden, cn maakten eer K 3 b( ' Boek. [. hoofost»; Laat de zon? der Zeezaakeii den Handeldryvende Steden aanbevoolen.; r i i » e  V Poir. II. Hüi pojt. l 3 i | te i5o CHARACTERKUNDE Der befchikking tot beveiliging der Scheepvaart die zy onder 'sStads Zegel afvaardigden. ~ Welk een groot bewind over de zaaken der Zee, in handen der meest belanghebbenden2 want het blykt niet, dat zulks, gelyk pontanus wil, 0p bevel, of, zo als velius fchrvft, op confcnt van Hertog carel, gefchied is (*). Alleen leezenwy, dat de Admi. Taais", door de Steden zelve aangefteld, in zee zouden verklaaren, dat zy, door Hertog carel gemagtigd *varen, om de Koop. vaardy-vloot te geleiden en te befchermen; dan dit fchynt, gelyk wagenaar aanmerkt' Voornaamlyk gedaan te zyn, opdatzy,by Vreemden, onkundig van de voorregten en gewoonten der Steden van Holland, niet als zeefchuimers, zonder behoorlyken last, zouden aangemerkt en behandeld worden , of gelyk zy zeiven zeggen , omme te bewaaren die Eere van mynen genadigen Heere; waartoe ook diende, dat zy, in hunne fchepen m marfen, het Wapen en de Standers van dertog carel zouden voeren (f). — Deeze, wee- Ct> Wacenaar, Amft. Hftui-, bI K .  VADERL. GESCHIEDENIS 151 wectendc dat de Handel en Zeevaard de ryke^ bron was van 't geld, in Kryg en overdaadige Hofhouding hem zo noodig, liet zulk eene zelfbefcherming , op zynen naam, gaarne toe: en zou, zo wel als de braave en Vaderlandlievende Uitzenders van deeze gewapende en gedekte Koopvaardy - vloot, een zo gelukkige f huis- als uitreize vernomen hebben. Het neemen der meesten, als zy.met zout belaaden te rug keerden , gaf den Hollandfchen Koophandel een gevoelige 'neep : en deeze gaf den Amfterdammeren reden, om een Brief, die dat jaar aan Hertog carel gefchreeven , te onderteekenen, Uwe Ootmoedige en Arme Stede van Amftelre- damme (*). Lodewyk de XI , de Erfvyand van carel, hitsfte den Keizer aan, om Nuis met een magtig Leger te ontzetten: doch deeze durfde carel in zyne welgelegde verfchansfmgen niet aan tasten. 'sPausfen Legaat bewerkte een Verdrag, in gevolge van 't weke carel het reeds één jaar geduurd hebbende bileg van Nuis 9 met.eere opbrak. Doch Z verdaan hebben, naar het onderrigt, ons door een fcheepkundigen Heer gegeeven, van de vlaggen, die zy Hit de Marskorven lieten waaijen, met het Wapen des ïkrtogs belchilderd. (*) Wacbnaau, Antt. II «uk, bl. s?;. . K 4 Boek. ;. Hoofdst. Zet den Kryg. voort en wil Z-.vitzerliirid vermeesteren»  Ongelukkige Krygstocht derwaards. !S* GHARACTERKUNDE der Doch niet om rust te zoeken. René , Hes* tog van Lotharingen , die carel in zyne Legerplaats hadt uitgedaagd , was buiten het Beftand geliooten ; de Zwitzers hadden sigismund het verpande Ferette in handen gefield. Lotharingen bukte welhaast voor 'sHertogs wapenen", die hy tegen de Zwltzers wendde ; zyne fleeds aangroeijende Heerschzugt flreelende met het denkbeeld, om, naa het bemagtigen van Zwitzerland \ tot in Italië door te dringen. De Zwitzers , nog onkundig van hunne eigene kragten, beefden op de aannadering des Hertogs, zogten hem te bevredigen, en door eene zo treffende als waarefchildery van de armoede hunsLands, van den voorgenomen inval af brengen. — Vergeefsch. — Viel 'er geen buit te behaalen, 'er waren vermeesteringen te doen, gebiedsuitbreidingen te bevegten; en hy die vermaak in wreedheid fchiep, kon zich tooneelen van jammet verfchaffen. De bezetting van 't by verdrag overgegaan Granfon , aan 't Meir van Neuf. chatel, werd deels opgehangen , deels in dat Meir verdronken Gelukkig voor de arme Zwitzers, dat zy deezen Dolleman in den, Joop zyner Krygswoede wisten te fluiten , en in een berg-engte derwyze te ontvangen, dat hy fpoorflags te rugge reedt. Onder het vlugten moest hy, die zich menigmaal, in vlaa-  VADERL. GESCHIEDENIS. 153 vlaagen van trotsheid, by hannibal vergeleek, uit den mond zyns Hofnare haorenj Myn Heer! wy worden hier fchoon gehanniülleerd', -r- Deeze nederlaage, by welken hy eene menigte van goederen, hem veel, doch den eenvoudigen buitmaakeren weinig waardig, verloor , was flegts het voorfpel van een grooter, 't gering verlies van Volk troostte hem, en hy dagt welhaast de fchande dier ontmoetinge in het bloed der Zwitzeren uit te wisfchen. Murat beefde voor zyne woede en wraake ; doch werd uit deez« vreeze verlost, door den Hertog van Lotha ringen , die , aan Pt hoofd eens talrykei Zwitftrfchen Legers, in de vellen vmMura hem aantastte, op de vlugt dreef, en ach duizend man aflloeg (*> Knaagende fpyt, tot wanhoop overflaan de, vervulde den vlugtenden Hertog : een zwaare krankheid greep hem aan, van bys terzinnigheid vergezeld. Schuw voor men fchen , ontweek hy allen gezelfchap , e: fcheen zich zeiven te vergeeten, haveloos fchriklyk werd zyne gedaante , en mym< renc] (*■) Men vindt, niet verre van Murat, nog een kit Gebouw , vol mentenen • beenderen, die gezegd worde de overblyfzels te zyn der daar gefneuvelde Bourgendie MoRE, qsfchoumng der Maaifchappy en Zeden in Frai ryjc, Zmtzerland, enz. ,';II Deel, bl. 12., K5 V Boek. tl, HüOFUST. \ I i • Hy wordt byj' terzinnig. » e ia i, ■t. *-  r POKK. Zyn dood. 1 154 CHAIIACTERKUNDE der rende krankzinnigheid fcheen een einde aas ' zyne dagen te zuilen maaken ; en hy op 't punt. om 't ongelukkig aantal te vermeerderen, die flachtoiFers werden eener te leurgeftelde Staat- en Eerzugt. Een trefFend voorval doet hem opwaaken. De Hertog van lotharingen, nam den tyd van carels bedryfloosheid waar om zyn verlooren gebied te herwinnen, hy bemagtfgt Naney* Die tyding trof carels oor als een donderdag, hy gordt de wapens weder aan, om Nancy te heroveren, en den Hertog flag te leveren. . Ontwerpen, waai» in carel zich denzelfden Man als voorheen betoonde ; doch die Stad boodt moedigen wederftand, en rené toog, met een ftcrk Leger aan, om dezelve te ontzetten. Voor overmagt zou hy misfchien hebben moeten zwigten 5 dan de Hertog liet het hier op alleen niet aankomen , en nam verraad te hulp; zyne gemeenfehap met eenen trouwJoozen Graaf van campoeasso bewerkte den gewisfen ondergang zyns Vyands : deeze liep, by 't leveren van den flag, met eenige gewapenden over. Het Bourgondiescb Leger kreeg de nederlaage, de Aanvoerder fneuvelde, door een vyandlyke of mogelyk ver•aaderlyke hand, die hem drie wonden toc>ragt, uitfehudde, en in een poel, waarin hy  VADERL. GESCHIEDENIS. itS iiy gefmoord was, liet leggen, met het aangezigt vastgevroozen (*). Zulk een wrange vrugt aan den boom des Oorjogs gegroeid, moest hy proeven, in het best en fterkst zyns leevens, gefleeten in zo veel Krygs. De Bynaamen, waarmede de Gefchiedfchryvers hem omfchreeven, en wy, in den aanvang van dit Hoofdftuk, opgegeeyen hebben , — van den Oorlogzugtigen , den Vreeslyken, den Stomen en den Roek' hozen, — boe fchor ook klinkende, zyn te zagt om hem , naar wanverdiensten', te merktekenen, de haam van Dwingeland \s^ in den uitgeftrekften zin, op hem toepasfelyk. Wreedheid, die haar oog met het aan fchouwen van mishandelingen verzadigt ,wiei por zich geftreeld vindt, door 't jammerend Krygsgefchrei, afgebrooken door het zugter der gewonden en ftervenden; Wraak lust, die alleen door menfchen bloed geftild doch niet verzadigd wordt ; — vervulder fteeds zyn hart. — Geweld omgordde hen als een gewaad. Zyn balddaadige voet fchopte en vertrapte de Vryheid zyner On derzaaten , die, in veragtlyke Slaaven her vormd (*) In het Tuighuis te Bafel vertoont men de Wapei ïusting, waar in carel gedood werd. Hy heelt alle c Tuighuizen van Zwitzerlani, met zegetekens voorzie: More als boven, bl. 33« / Boek. X Hoofdst. Zyn Character. I l t » iei.  V Boek. IJ. JloornsT Arnot.d en A'wilph Hertogen vahGd- ; dtrland. I I 1 e li I5. erfd verklaarde, en carel tot Opvolger benoemde , konden de Steden aan zulk een vreemd en onregtvaardig geftreeken vonnis het zegel niet hangen. Dan zy hadden met eenen Vorst te doen, dien wy reeds hebben leeren kennen als een Geweldenaar, en haar met een Leger tot onderwerping dwong. Nieuwmegen, dat zich moedigst tegen de onderdrukking verdeedigde, moesteen losprys betaalen,om roof en plondering te]ontgaan; deezen befteedde carel, en kogt van den Hertog van gulik alle regten, welke hy op het Hertogdom Gelderland en het Graaffchap Zutphen hadt. Hoe zeer werd de Hoogmoed van adolph, die zich een Arend op een Wereldkloot ten zinnebeeld gekooren hadt , met de fpreuk, ik tragt naa kooger, vernederd door, gevangenis en onterving! Ky mogt, naa dat ca- L % rel / BoBK. \ HoufuST. Adolphs iood.  V Boek. II. Hoofd, 164 CIIARACTERKUNDE deh rel de I gefiieuveld en hy uit de gevangen nis geflaakt was, zyne Eerzugt ftreelen met de hoop, om zyne zinfpreuk bewaarheid te zien, door na 't Huwelyk van diens éénige Erfdogter maria te Haan: zich ten haaren dienfte in een gevegt begeevende, iheuvelde by, in het negen en dertigtte jaar zyns fchandvollen leevens. Schoon arnomï , den lof van Befcheidenheid, Goedertieren-^ heid, Zedigheid en Godvrugtigheid, hem, door de Gefchiedfcbryvers , toegezwaaid , zeker in zulk eene maatenietverdiend hebbe , zullen wy medelyden gevoelen, over den Vader, terwyl wy de gedagtenis des Zppns yloeken,  VADÉRL. GESCHIEDENIS; DERDE HOOFDSTUK. Maria, Gravinne van Holland; maximiliaan, Haar Egtgenoot, en Vo'ogd van philips den II; Jonkheer frans van brederode en jan van naald' wyk. Is 'er ooit juichenstyd voor de Vryheid, 't is wanneer een Dwingeland {heeft,wiens Heerschzugt nooit voldaan wordt , Wiens Goud- en Bloed-dorst onleschbaar zouden gebleeven zyn- Zulk een Dwingeland gaf in carel den I, den laatften fnifc. —— De volkome zekerheid zyns doods, waar aan de vrees eenigen tyd twyffelde, baarde' blydfchap by verdrukte en veratnde Onderzaatert. Van agter een dikke wolk der Slaavernye Tcheen de zon der Vryheid te zullen doorbreeken: zy deedt het met de daad; doch helaas! om flegts voor eene zeer korte pöos te fchynen, en vervolgens nög droever beneveld te worden, Ongunstige omftan- digheden vergezelden deeze op zichzelve derf Lande gelukkige gebeurtenis. Maria, éénige Erfdogter, van de wydüttgeftrekte Landfchappen, door haaren Vader naagelaaten, en daarom, met hethoogfts regt, de Ryke bygenaamd, hadt den ouder L $ óoï V boék. Ui. Hön#öSf4 De Vr'yheta Pcbept adem by den dooct eens Dwingelands, Maria volgt haaren Vader op; haar benarde toeftand. I  V Boek. Iü. IIooïdsi 1 ( 1 i 1 } | "V c \ S 166 CHARACTERKUNDE der .dom van omtrent twintig jaaren bereikt. Groot was haare verlegenheid; en bezat zy, gelyk de Gefchiedboekers van haarenjtydiwil'len, voor haare jaaren, door kezen en ommegang met kundige Mannen, veel bedrevenheids in de Gefchiedenisfen , dan moet zulks haare voornitzigten kommerlyker hebben doen worden: dan kon zy niet onkundig zyn van de meest altoos ongelukkige Vrouwlyke Regeering over deeze Landen. - - Dan zy hadt niet noodig agterwaards te zien: de tegenwoordige oroftandigheden, waren bang genoeg om 't hart te beklemmen. Haars Vaders openbaare vyand of -eveinsde Vriend, lodewyk de XI, viel, onmiddelyk naa diens dood, ondanks een genooten Beiïand , in de Bourgondifche Staaten , en veroverde , door list of scweld, /eek voornaame Plaatzen des overleden Her! ogs in de Nederlanden. Een Oorlog, die ;ene volflaage vermeestering dreigde ; een ntgeputte fchatkist; een niet wel verzekerd haatsbeituur; misnoegde Onderzaaten, klagig , over de armoede en bet verderf door aaren Oorlogzugtigen Vader'veroorzaakt, ls mede, wegens de inbreuken op 'sLands' oorregten, waren zo veele zamenloopcnde mJlandigheden van druk voor eene Jonge orffinne, waar in zy getrouwen raad en uvervvylde hulp behoefde. Niet  VADERL. GESCHIEDENIS 167 Niet vreemd dat de laag verdrukte Hoek- \ 'fchen, by dit kenteren van het Staatsgety^ den verlooren invloed weder zogten te beko- f men, voor de Vryheid fpraaken, en lang ge-; finoorde klagten over iugeüoopene misbruiken en verdrukkingen uitboezemden; maar dat de Kabheljaauwfchen zich hier in met hun veréenigden, heeft een vreemd aanzien, en ftrekt ten bevvyze hoe het kwaad, door het overheerfchend Huis van Bourgonje over den Lande gebragt , voor allen ondraaglyk moet geweest hebben. Algemeen belang deedt thans de fchaal der partyfchappe ia evenwigt hangen. De Steden te Leyden, te Haarlem en in den Haage ter Dagvaart verfcheenen, beflootcn , dat de twee Partyen elkander noch van , noch op 't kusfen zouden zoeken te helpen ; maar de handen in één flaan , om 'sLands oorbaar te bevorderen , en herftelling te verwerven der inbreuken'op der Steden Voorregten. — Zonder ling verfchynzel dat zo veele hoofden, zint! een reeks van jaaren aan twist en verdeeld heid gewoon, op één oogenblik niet alleer zamenftemmen; doch het best mogelyK plat beraamen! Zo veel vermag Eensgezindheid zo veel kan het ter zyde Hellen van byzon der belang te wege brengen! Zulk eene vei andering is alken mogelyk, wanneer de on dervinding van de heillooze gevolgen d« L 4 Tu'e< Boe». I. llOOFUST. De Hoekfchsa n Kabbellaawfchsterecnigea ich. ! L r  v Boek. ui. hoofdst. , Vervoegen Zich by maria. 1 1 ( | C l e 11 v ii 2 d V( d( ,d< Verwerven het Groot Priyile- 01 iffS CHARACTERKUNDE der Tweedragt, de gemoederen vatbaar maakt om de lesfen van Rede en Regt te hooren. Met de beste inzigten voor 't heil der Landen, vervuld, en met breeden last, tot het bewerken daar van voorzien, vervoegden zich de Gemagtigden van Holland en Zee land by de verlegene Maria , die de hulp der steden verzogt tegen den veel eifchenden en mdrmgenden lodewyk. Zo gepast als vry. nocdig gaven zy te verdaan, 'dat de Laaien, zwaar gedrukt door de geduurige Oorogen die Hertog carel gevoerd hadt, eer. 'er verligt dan meer belast behoorden te rorden dat 'er, zedert eenige jaaren anmerkelyke inbreuken waren gedaan op er Steden Voorregten, en daf dezelve beoorden herfield te worden , in gevalle men ?mge hulpe van de Steden zou denken te logen verwagten Het viel noch der Gr*. mne, noch haaren Raadslieden moei'k te gisten, waar heen dit bat'fte ftrekte y bemerkten, op het ontwyffelbaarst, dat : Staaten van Holland en Zeeland* tot het fffchaffen van Geldmiddelen, niet zouden rftaan , of men moest hun, h, het herfrel r jammerlyk verloopene zaakeii , en ver:re eifchen , te wille weezen. Maria was het, door het verleencn van t bekende Groot Privilegie; waar in de ' de gelchondene Voorregten herfteld en nieuwe  VADERL. GESCHIEDENIS. 169 nieuwe bepaalingen gemaakt worden , noodzaaklyk, om de verregaande misbruiken te hervormen en nieuwe voor te komen. Hoe verfehillend men naderhand ook, over dit Privilegie gedagt en met hetzelve gehandeld heeft, daar Vryheids Voorftanders zelve als een Iteeds duurende Grondwet van den Staat en als het Wetboek der Nederlandfche Vryheid eerbiedigden en zich daar op beriepen , terwyl Heerschzugtige Graaven en derzelver vleijers, 't zelve als eene befnoeijing van de Graaflyke magt verwierpen (*). maria ftaafde het voor zich en haare Opvolgers met Eede, met Hantekening en Zegel; in dit laatfte gevolgd door haare Raadsheeren, die zy verklaarde, op dit Huk, geraadpleegd, en 't zelve voordeelig bevonden te hebben voor haar, voor haare Erfgenaamen, vooi den Lande, en de weezenlyke Regten de: Ingezeetenen. Den Gentenaaren, in wier magt zich ma ria, als 't waare bevondt, hadt zy beloof niets te zullen fluiten dan met kennis e overleg der Staaten. Vreemd zagen zy op als lodewyk. de XI, eenige Afgevaardigde ee (•) Men flaa hier over na Mr. P. H. v. rt. Wali Handvesten en Privilegiën der Stad Dordrecht. Derde A deeling, en vergelyke daar mede P. paulus, Inleiding i de verklaaring der Unie, bl. m, 115. L 5 V bobk- III HOOFBST. - De Gente, naars doemen 1 in fpyt van , maria , twee ■* haarer Staats- dienaaien ter ' doodftraSe. I n f- vt  i?o CHARACTERKUNDE der V Boek. 1U. hoofdst. i i e c b 1 0 een Brief vertoonde van marïa , waar mede de Heeren hugonet en imbercourt heimlyk belast geweest waren, in welken zy den Koning verzogt hadt , zyrie wezénlyke gevoelens aan niemand, behalven die twee gemelde Heeren, benevens de Hertogin Weduwe, en den Heer van ravestein, te willen openbaaren ; dewyl zy alleen met deezen in het beltuur der zaaken te raade ging. Bejammerens waardige vlek van onopregtreid kleevende aan 't geringe deel, dat maua ooit in de Regeering gehad hebbe! Hoe luur kwam haar dezelve te Haan! De G» enaars hielden het voor verraad , en veroordeelden de beide Heeren om het vergryp 'an de Landvoogdesfe met den hals te boeen. Men verbeelde zich haar fpyt, wanïeer zy twee haarer geliefdfte en meest verrouwde Staatsdienaaren , ten doel gelteld :ag van regtmaatigen nayver, en ter doodtralle verweezen. Men verbeelden zich haar artzeer, toen zy , ondanks de ncderigfle crtooning in rouwgewaad , eerst op 't Staduis , en vervolgens openbaar op de Markt, raar het ftraftoneel was opregt met traanen n gebeden, de reeds daar opgebragte verordeelden, niet kon behouden; maar, verleekt en Hom van fchrik , oog getuigen ïoest wcezen van hunne onthalzingen. De nregelmaatigheid van het geilrceke vonnis , en  VADER.L. GESCHIEDENIS. 171 en de woede met welke het volvoerd werd, J moet ons , aanftootelyk voorkomen ; dan naauw verkreegene en onmiddelyk gefchonde Vryheid, yvert fterk voor haare Regten, en holde hier zeker buiten 't fpoor. De Hollandfche en Zeeuwfche Gemagiigden verwierven , dat de Vreemdelingen , die ; hooge Ampten in deeze Gewesten, beza.1 ten, van dezelve afgezet, en door Inboorelingen daar in opgevolgd wierden. De Heer van gruithuizen , die reeds ten tyde van philips den I het Stadhouderfchap bekleed hadt, moest het afitaan aan wolfert van borselen, Heer van Veere. ■ Hadt maria , naa 't verkenen van het Groot Pri' vikgie met ernst bedagt, en het haar doen. lyk geweest vermindering te bezorgen van de zwaar drukkende lasten, den Landzaaten, ten tyde van haaren Vader opgelegd, die met den grootften wederzin gedraagen werden; zy hadt zich misfchien eene geruste en vreedzaame Regeering hier re Lande mogen belooven. Haat tegen de belastingen, deedt het naauw gedoofde vuur van Tweefpalt tusfehen Hoekfchen en Kabbeljaanwfchen , zo onderling als tegen de Overheden , met nieuwe woede, uitharden, en't richtte, ia verfcheide Steden van Holland, de deerlykfte verwoestingen aan. Ca- ' Boek. ii. hoofdst. Vreemdeling ;en uit de Redering geveerd.  V Bock. li. HoOPD.'T. Htiwelyks Voorflagen aan Maria, i » 1 \ ^ 1 172 CHARACTERKUNDE der Carel de Ihadt zyne éénige Dogter, in 't bloeijendst van haare jeugd, fehoon van gelaad, bevallig van houding en aangenaam van zeden, aan verfeheide VorfLen ten Huwelyk voorgeflaagen; doch met geen ander uitzigt , gelyk wy reeds aanmerken , dan om, door deezen voorflag, de ontwerpen, welke zyne onrustige Staatzugt hem inboeZemde , te begunstigen. De Egtverbintenis van de Erfdogter der wyd uitgeftrekte Landfchappen, de rykfte zo wel als de bestbebouwdfte van alle , welke toen aan deeze zyde der Alpen gelegen waren , was het voorwerp 't welk de aandagt van Europa en bet oog veeier Vorften trok. — Verfeheide Landfchappen haarer Bezittinge , grensden aan Frankryk , waar van ze eertyds waren afgefcheurd ; alles fcheen lodewyk aan te zetten om maria, of aan den dauphin te huwen , of haare hand te geeven aan den Graave van angouleme, Prins van den Bloede. Door het eerde zou hy alle laare Landen aan zyn Kroon gehegt, en ïensflags Frankryk tot de gedugtfte Monar:hy van Europa gemaakt hebben ; dan de 'roote ongelykheid in ouderdom tusfehen de ïrfgenaame van Bourgonje en zynen ■ermoedelyken Throonopvolger, een Kind •an acht jaaren; als mede de rondborstige ver»  VADERL. GESCHIEDENIS. 173 verklaaring der Vlaamingen , die voorgenomen hadden geen Heer te verkiezen, vermogend genoeg, om hunne Vryheid te kunnen aanranden, gepaard met hunnen affchrik om onder de dwangheerfchappye van lodewyk te vallen , waren zo magtige en onoverkomelyke hinderpaalen dat men het vermeteh beid keurde dezelve uit den weg te willen ïuimen. Door het tweede, *t geen ge maklyker was te volvoeren , dewyl marm zich niet onverfchillig betoond hadt voor di Graaf van angouleme, zou lodewyk bele hebben, dat de naalaatenfchap van het Bout gondifche Huis, viel in handen eener mede dingende Mogenheid, en telfens, voor deez ryke Party, van den Graaf, vergunningen c giften , Frankryk zeer voordeelig, hebbe kunnen bedingen- Maar lodewyk , was zints zo langen tyd, gewoon aan de flinl fche handelingen eener bedrieglyke Staa kunde , dat hy geen fmaak kon vinden eene eenvoudige en redelyke handelwys ; I ■was dermaate verzot op loosheid en kun: ftreeken, dat hy dezelve aanzag min als mi delen , dan als het waare onderwerp zyn verrigtingen. Dit grondbeginzel, gevoei by 't geen hy aanwendde ter voorkoming dat niemand zyner Onderdaanen zich vi hief, en misfehien zyne begeerte om. 1 Huis van Bourgonje, 't welk hy haatte, v / Boer. [II. Hoofd»T« t e .f a » r [ii >y ft d-. er ?d "» :r- iet te er«  V Boer. Hl. Hüofdst. Het oogmerk der Vlaamh. feu, om haar 1 san adol"h uit , te huwelyken, * door diens dood verydeld. 1 d I I fe z g b (*) Robertson , ilijï. van Carel oen V > I Deel, bladz. io"?. 174 C HAR AC TER KUN DE der vernederen , deeden hem eene gelegenheid verwaarloozen, welke een min listig en bekwaam Vorst zich niet zou hebben laaten ontglippen , en eenen gansch anderen weg inflaan , overeenkomfliger met zyn aart en genegenheid. Terwyl hy haar om den tuin leidde met geduurig aan te dringen op het onaanneemelyk Huwelyk met den Dauphin , fmeedde hy het ontwerp om zich geweldiger hand meelter te maaken van haare Landen, en volvoerde het gedeeltlyk. Met maria in Dnderhandeling was hy fnood genoeg om: baar den even gemelden trek te fpeelen , bekkende om haar haatlyk te doen worden n 't oog haarer Onderdaanen (*). De Vlaamingen hadden adolph, Hertog an Gelderland, tot Legerhoofd van hunne .andmagt, om Frankryk 't hoofd te bieden -, itgekoozen, en zyne Eerzugt gedreeld met e hoop op de hand der Landvoogdesfe. Vaare hy, in den eerden tocht, niet gefneueld, hadt het krygsgeluk zyne wapens verezeld, de Vlaamingen zouden, misfchien, un oogmerk doorgezet, en maria, zo :er onder hunne magt daande, tot het aanlan dier Egtverbintenisfe gedwongen hebjn. Zulk een Egt drookte wonder we] met hun-  VADERL. GESCHIEDENIS. 175 hunne inzigcen, fchoon dezelve aan die Landvoogdesre niet beantwoordde; waarom zy ook, over 't fneuvelen des Hertogs, geenzins bedroefd was. Geen onder de dingers, na het Huwelyk, met maria de Ryke (♦), kwam, in jaaren en rang, beter met haar overeen, dan maximiliaan, Aartshertog van Oostenryk, thans achttien jaaren oud, Zoon van Keizer freder ik den III, die, reeds by haar 's Vaders leeven, haar ter Egtgenoote voor deezen .Zoon begeerd hadt. De Vlaamingen zagen in hem een Verdeediger tegen de Franfchen te gemoet, en dit Huwelyk voor zeer aanzienlyk aan; terwyl de verafgelegenheid van 's Aartshertogs Erflanden, en de geringheid zyner inkomften, zyn vermogen zo zeer bepaalden, dat zy niet gefchikt fcheenen om de vrees of y verzugt der geenen, die zich de befchikkiug over de hand der Vorftinne aanmaatigdengaande te maaken; ook.mogten zy verwagten, eenen jongen Vreemdeling wel naar hunne hand u zullen kunnen zetten. JMaria. hadt zicli ver (*) De Gefchiedenis der veelvuldige Vryadien deeze Vorftinne is begreepen in een klein Boekdeeltje, in de flyl en vorm van een Roman, fchoon doorgaans gegrom op de waarheid der Gefchiedenis, onder den tytel va Uifioirs Sccruti ie Bourjpyne. V Bosk. LU. HO0ÏDST?» Maximiliaan tot baar Egtgenoot gekoo. zen. r, 1 i 1  v Bons. Ui. HoonwTi 1 < I i 1 i i % c ó d b >( v 176 C HA RAC TER KUNDE der verbonden „ te zullen Huwelyken, en eenen „ Voogd en Man te kiezen, by advys en „ goeddunken van den Heeren van haaren Bloede, en van den Staaten van haare „ Landen;" dit was het eerfie punt van 't Groot Privilegie. Greetig nam de gierige Keizer den voorflag van dit Huwelyk aan, en zondt zyn Zoon herwaards, om het te voltrekken; doch met een zo flegten uitzet, dat de Hovelingen der Hertoginne, den Bruidegom te gemoet getrokken , hem van geld ontbloot vonden, en les moesten voorzien. Dit kón niet nalaaten Jen Aartshertog veragtlyk te maaken in hunie oogen. Een ongunftig verfchil van gelartheid en zeden deedt zich hier op. De Dnderdnnnen van het Huis van Bourgonje, nerkte cc mines op, waren gewoon te :even onder ryke Vorsten, magtig om hunlen Amptenaaren en Hovelingen, groote nkomften te bezorgen; zy hielden een zeer ragtig Hof, zo ten aanzien van Tafel als an Huiscieraaden en Kleederen voor hun igen Perfoonen en Staatsdienaaren; terwyl z Duitfchers, regt het tegendeel, en, ten ven tyde, van ruwe reden en aan eene onefchaafde leevenswyze gewoon waren ; ■ Aartshertogs Opvoeding was daar en bom verwaarloosd, zyne onërvaareJongheid hadt  VADERL. GESCHIEDENIS. 177 hadt geen kennis in groote zaaken (*). —- v Geen gunftig vooruitzigt voor maria, die even weinig bedreevenheids en vastheids in de kunst van regeercn bezat, Doch de Bewerkers van dit Huwelyk konden zich dit alles te ligter getrooften ; devvyl het hun van den klem der Regeeringe eenigzins fcheen te verzekeren, fchoon zy zich deerlyk te leuf gefteld vonden. Het Huwelyk maria door de Gentenaars » zo fterk aangepreezen , werd voltrokken op voorwaarden „ dat de Kinderen, die 'er uit „ Honden gebooren te worden, den eerst ,, ftervenden , in alle Staaten en Bezittin„ gen zouden opvolgen, of dat, indien'er , geen Kinderen naableeven , dezelve aan de Wettige Erfgenaamen zouden verval', len, zonder dat de langstleevende, daar „ op eenige aanfpraak vermogt te maaken. Op de Huwelyks voltrekking volgde de Inhuldiging van maria als Gravin van Hol' landtt Dordrecht; en liep het nog eenige maanden aan , eer maximiliaan , hier te Lande als Kerkelyk Voogd en Momfoir, voor Graave ingehuldigd eu erkend werd. Hy bevestigde alle de Handvesten , door de Graaven en Graavinnen, zyne Voorzaaten, en <*) Comines, Li'j. VI, Ctp. UI. pag. SÜ2. II DEEL. M Boe*. HcornsT. ARIA trouwt [AXIM1UAA »»  V Boek. III» Hoofüst. i : 1 ^ i < 1 De, Biekrtfien cu Kabbel' jaauwfchen, (ban tegen eikanderen j 3 / £ I i?8 CHAR. ACTERKUNDE der en door zyne Gezellinne aan Land en Steden verleend, en met naame het Nieuwe. Privi. legie dat is het Groot Privilegie van Vrouwe i\iaria (*). Een zo dierbaar Lands-kleinood , in 't goud der Vryheid heerlyk ge. kast; doch welhaast verwaarloosd. Maximiliaan voerde alle de Tytels zyner Egteenoote ; en zyn Vader verklaarde, dat "de Aarts-Hertog, uit naam van maria, GelIerland , Zutphen , Holland en Friesland, jehoorlyk aan hem , als Leenen verheeven hadt. Om in 't bezit van het door caiel de I flinks verkreegen Gelderland en Zutphen, te geraaken, was 'er geweld van vapenen nodig. Deeze Gewesten , door verdeeldheid , van een gereeten, konden, chpon van elders op verlcheiderlei wyzen inderfteund , 't zelve niet wederftaan, en verden genoodzaakt het Hertoglyk Paar, tot Landheer en Landvoogdcsfe te huldigen. De heillooze zaaden van Tweelpalt fchoo3ii weder op. De Hoekfchen en KabbelwMwfchen Partyen , die zich by plegtigcn iede, vóór 't verkrygen van 't Groot Privi',gie verbonden hadden, tot onderlinge rust n vreede, als mede dat zy niet tragtcn zou» en, binnen 'sLands en in de Steden elkander O Wagenaak, sluifl. 11 Stuk, bl. 342,344.  VADERL. GESCHIEDENIS, m der de Regeering te ontwringen, vergaaten j dien Eed , richtten onrust en vyandfchap aan, poogende , door verregaande feitlykheden, elkander van het kusfen te dringen. Zo waar is het, dat men op Staatkundig gedaane belofte, niet kan vertrouwen ; zy duuren niet langer, dan de dryfveer van ei. gen belang gefpannen blyft , en werkt. •sLands Gefchiedenisfen befchryven eenige bladen met de vermelding dier aanftootlyk. heden , van wederzyden aangerigt , met fchrik geleezen en door onpartydigheid in een en ander gewraakt. Wy moeten ons hier met eenige Hoofdtrekken, Vorst en Volk betreffende, vergenoegen. De Edelen, wier belang het was de opgaande zon van Vorstlyke Grootheid te eeren , zagen niet ongaarne, dat de nieuwe Regeeringsvorm , te rug keerde , tot den voorigen wankelbaaren ftaat. De Kabbeljaauw fchen, door alle tyden heen, heet op op bejag van 'sVorften gunst, oordeelden de tyd gebooren, om de Hoekfchen, Voorftanders der Vryheid, het onderfpit te doen delven , door den Landvoogd en de Landvoogdesfe te behaagen. Maximiliaan , tot het dempen der onlusten, en het doen eener Bede, in Holland gekomen , vondt deezen Aanhang zeer volgzaam cn yverig in 't voorftaan zyner belangen: om hun bet te behaa* ' Boek. [i. Hoofdst» Maximiluan dooi' de kabbeljaauwjchcngi-vleid. nekt, ümi voor.  iSo CHARACTERKUNDE der. V Boek. iii. HOOFDST, gen en aan zich vast te (hoeren, ontzette hy brederode, den Opvolger van den mishandelden van borselen, die geen kans ziende om het vuur van Burger-tweedragt te blusten, na Veere in Zeeland week, van het Stadhouderfchap over Holland't zelve opdraagende aan joost van lalaing, een Henegouwer — rechtdraads ftrydig met het bedongene Voorregt, om hooge Ampten aan geen Vreemdeling te zullen gceven. Waar over moeten wy ons hier 't meest verwonderen V over de vermetele tehennis van een onlangs bezwoorcn Voorregt, dooiden Vorst V of over het geheugen van zulk een fchehnis in de Onderzaaten? Geen van beide verdient onze verwondering, als wy bedenken, dat dier gezvvoorene Eedcn, ten nadeele van 'sLands geheiligde Regten. in den wind te flaan niet meer fchandelyk fcheen in een Vorst, wiens doorlugtige Voorzaaten dikwyls het zelfde gedaan, met eigen bekentenis gedaan hadden : dit veelvuldig krenken der Handvesten maakte ze min agtbaar in 't oog der zodanigen , die Deugd en Ondeugd, niet naar 't rigtfhoer van Regt en Rede; doch veel eer naar gebruik bcoordeelen , en zeer toegeehyk zyn, als laaghartigheid Vorstlyke gunst bedoelt, en dit was »t geval der I\abbeljaauwfchen, die thans verre de meerderheid hadden; en in  VADERL. GESCHIEDENIS. 181 in ialaing eenfterken ftcon vonden: daar hy Leyden, thans in 't bezit der Hoekfchen, op last van maximiliaan, belegerde. D< voornaamfte Burgers van bet bukkend Ley den, gingen den Hertog te gemoet, boodei hem de Stads Ueutels aan, op de knien or genade fineekende. Maximiliaan oordee dc, dat zy allen het leeven verbeurd hac den; doch, om zyne genade te betooner, ZOu hy zich met achttien vergenoegen. Z euvel nam by den Hoekfchen het geweldi inncemen van Leyden ; en, ten blyk zyn Partydigbeid, keurde hy een even onwettig i woest bedryf der Kabbelj aauwfchen te Do drecht niet af. Adriaan van westfalip Schout , en dirk van beadmont Bürg< meester dier Stede , door de Kabbeljaau fche Overweldigers, nevens andere Geva 'genen na den Haage gevoerd, moesten 1 met den hals boeten, dat zy 't beftaan h; oen 's Lands Voorregten , onlangs , dc het Groot Privilegie bevestigd , te verdee «•en. Vaderlandlievende daaden werden doi fchuldige misdryven , om dat ze ftreeden i dwinglandfche Hofbevelen. Dan de naati deezer Üachtolfers van eigendimklyke M leeven in het Martelaars-boek van Sta en zullen met roem gedagt worden, zo k de Vryheid in deeze Landen adem fcher M3 1 V Boek. III. Hoofdst- 1 o g :r :n r 1 •a V- n- let :d- ior di)dletïen agt m mg 'er-  V fioËK. iii. HüOFDST. Waria ftètfti Haar C'lmracter, 1 1 1 i I g ê E Ir bi L iji tij ko m CHARAC TERKUNDE der Terwyl deeze binnenlandrche onlusten woelden , en de vcrdreevene Hoekfchen in Utrecht eene xvykplaats, en, tot venneerdering der byfterheid van 'sLands zaaken, byftand vonden ; terwyl de Kryg tegen Frankryk, te water en te land, met groote kosten werd voortgezet, ftierf makia in 't best baars leevens. . Men zou bykans «nogen vraagen of ze geregeerd hebbe? Van * baders dood tot haar Huwelyk hing zy m den wil der Vlaamingen af; haar naam m 'sLandspapieren, nevens dien van maxiuiliaan , was eenfihaduw der Oppermogenieid, van welke haar Man zich het weezen oeëigende. Huislyke Deugden fchynt zy li goede maate bezeten en met haaren Man en vergenoegden egt van flegts vyf jaaren efleeten te hebben. Zo lang maximiliaan :efde, kon hy haarer, die hem teeder beunde, niet gedenken , zonder traanen te ortcn; haare Braafheid en Milddaadigheid ordt hoog geroemd: en zy ftondt >„ veel •ooter agting by den Landzaat dan haar gtgenoot, die dezelve, onwaardig was, en nger hoe onwaardiger werd. Haar dood treurde men met heete traanen , en de ykdienficn w^en, ten blyk van Liefde - Holland op het allerftaatlykst gehouden, kdt het haar mogen gebeuren , overeentofrg met het Groot Privilegie , dat haar Naam  VADERL. GESCHIEDENIS. 183 Naam vereeuwigt, de Landen te beregten: hoe wvdklinkend zou haar lof geweest hoe gelukkig , onder de fehaduw der Vryheid, de Landzaat geleefd hebben ! Naa haar dood „amen de Elende met de Verdrukking toe. Wy moeten, om dit te toonen, maximiliaan dien wy reeds , niet tot zyn voordeel , als Egtgenoot van maria , leerde! kennen, als Voogd over zynen vier jaanger Zoon philips befcbouwen. De dooc van maria was een hachlyk tydsgewrieh voor maximiliaan. Hadden de Hollander het voetfpoor der Vlaamingen gevolgd, zyi overheerfchende magt, waar onder zy buk ten, was geknot geweest: deezen weiger den hem als Voogd over philips te erken nen, verzekerden zich van den Jonge Graaf, om, op zyn naam, de wettige R£ geering te handhaaven. Eensgezindheid e yver voor de gemeene belangen bezielde de Vlaawfche Steden. De Hollandfche we: den door tweedragt vaneengefcheurd , e door inzigten van byzonder belang gedrei ven. De vriendfchap der Kabbeljaauwfchen Staatzugtige Voornanders van het Oppe bewind, en, tot bevordering van eige grootheid, gereed om op 'sVorften oogwe: hen te vliegen, kwam hem in Holland woi der te ftade. Deezen bykans overal op kusferi verheeven, deeden hem voor Voo? M 4 erkt V Boek. III Hoofdst. Maximiliaan door de Vlaa mingen niet; doch door de Hollandertn voor Voogd erkend. 1 1 11 U tl » > n 1- 1'td 11-  V Boek. ju, hoofdst. Maximiliaan tot Roomsen Ko:;:n/; ver- aeevcu. O) Wagenaar geeft ons den Eed, dien hy, de Edele» eo Stedenj toen afleiden, op 4mft, II St. bl. 426", I84 CHARACTERKÜNDE der erkennen 5 waar toe hy Staatlyk in den Haage, met wèderzydfche Eeden, werd ingehuldigd (*). Hoorn tot nog door Hoekfche Regenten beduur*, moest, naa vcei leeds doorgedaan te hebben, het der Kabbeljaauwfchen Partye gewonnen geeven: en het dichten van een Kasteel, om de Stad in bedwang te houden , dulden. Utrecht 9 de wykplaats der verdrukte Hoekfchen, door maximiliaan, met Hollandfche Wapenen belegerd, bukte, en erkende, onder de vernederendde voorwaarden , den Aarts-Hertog voor Wereldlyken Voogd. — Den trotsch der Vlaamingen, den rugdeun l'an Frankryk door den dood van lodewyk den XI. misfende, oordeelde hy nu tyd te fnuiken: het gelukte hem: door geweld van wapenen dwong hy Brugge om zich met hem :e verzoenen, en de Gentenaars om hem zyn L-oon weder te geeven, dien hy na Brusfel roerde. Terwyl maximiliaan zyn Gezagbetoon net de wapenen uitbreidde, verkreeg hy de Waardigheid van Roomsch Koning, werd Stadhouder des Ryks en Opvolger des Keijers. Met dien luider bekleed, vertoont hy zich  VADERL. GESCHIEDENIS- 185 zich in Holland. Geen wonder, dat deSte-} den op 't bevel der Kabbelj aauwfche Wethouderfchappen, zich bevlytigden om den Vorst, te deezer gelegenheid, met alle tekeuen van eerbied en vreugde te ontvangen, en hoogftaatlyk in te haaien. Eerbetooningen, zo ITreelend voor de Heerschzugt, als gefchikt om die ite voeden! Verfeheide Hollandfche Edelen, die zyne Krooning te Aken bygewoond hadden , flotg hy tot Ridders, en verhief hy eenige anderen, hier te Lande , om zyn Aanhang te fterken , totdenRidderftand. Die vermeerdering van aanzien, in Hollana met diep ontzag vereerd, ontmoette dezelfde bejegening niet in Vlaanderen , waar men het zeer euvel opnam, dat de Roomsch Koning veele Gouden en Zilveren Hukken hadl doen Haan alleen met zyn naam en wapev beflempeld , zonder eenig blyk te draage van philips hunnen Landheer. De zaade van misnoegen waren geenzins uitgerooid en de Oorlog tegen Frankryk aan gevange deedt dezelve rypen. Schaarsheid van gel om dien voort te zetten, bewoog hem dc Staaten van Vlaanderen eene zwaare bede voor drie agter een volgende jaaren, voor {tellen: dit werd niet alleen afgeflaagen maar het vuur der naauw gedempte onlusten llondt op 't punt om uit te barften. M 5 T< ' Boste. u. i.OOFDST. De Vham'in. gen ftaan tegen hem op 1 1 1 5 il d 11 » :e > !.1  ï86 C HAR AC TER KUNDE fins IH. fUOFBST. pia.itigt zich In Halland de bdchikking op «ie Zeezaaiien Ten dien tyde waagde hy het, een Oorlog te water tegen de Vlaamingen en derzelver aanhang, in den zin hebbende, in het volgzaarner Holland eene nieuwe fchikking op de zaaken der Admiraliteit in te voeren., en , daar voorheen byzondere Steden, gelyk wy gezien hebben, op eigen gezag en kosten, Oorloglchepen, in zee bragten, het Opperbeleid over den Oorlog te water zich aan te maatigen. Een Plakaat, op zyn naam :n dien van philips uitgegeeven hieldt in, „ dat niemand voortaan eenige fchepen ten , Oorloge zou mogen uitrusten , dan met , toeftemming van den Admiraal, en onder , des Admiraals vlagge. Dat de Admiraal, , nevens den Stedehouder en Mannen van , Raade door hem te zyner verblyfplaats , aangefteld, regt doen zou over alle zaa, ken ter zee langs de ftranden voorval, lende ; ook zou hy het opzigt hebben , over Vuurbaakens, en zelfs over zaaken , van bevragting en 't loon der Zeevaarenden oordeelen. Van de gWle Pryzen zou de Admiraal een tiende genieten , het overige behielden de Kaapers. De uitrusting eener gemeene Landsvloote zou aan den Admiraal liaan." - Schoon en verklaarde , „ dat niemand zou geagt worden, by dit Plakaat, verkort te zyn in zyne regten; in welker vol bezit, elk n be-  VADER.L. GESCHIEDENIS. 187 „ begreepen werd , onbenadeeld te zullen j „ blyven", was het flot van deezen Lastbrief de taal van een eigendunkelyk Gezag- voerder. Wie ontzet zieh niet als hy leest; want alzoo blieft het ons dat gedaan worde? De inhoud zelve wyst genoeg uit, hoe weinig het bezit van elh Regt, by dit eigendunklyk believen, zou bewaard blyven. Hoe wel 't niet blykt, dat de Zee. zaaken toen in Holland, op deezen voet gefchikt zyn , is dit Plakaat een Haaltje van maximiliaans Heerschzugt, 't geen wy , fchoon het ons des niet ontbreeke , niet 011opgegeeven konden voorby gaan- Hy mogt zich belooven , dat het wel zou vlotten; daar Amfterdam, in 't regelen der Zeezaa. ken zeer veel, zo niet het voornaamfte , bewind hebbende , den Roomsch Koning fiaafsct: na de oogen zag, en zich aan hem veel liel gelegen leggen. In die Stad hieldt men plegtige ommegangen om zyne Verlosiing var den Hemel te verwerven; als die van Bruggi maximiliaan in hegtenis genomen haddei en dankte den Hemel, op dezelfde ftaatlyk< wyze, voor zyne verlosfing (*). Maximiliaan, naamlyk, die op zo hoof een toon in Holland fprak, en, waren 'ei peene andere beletzelen in den weg geko me: (*) Wagenaa*., Aaft. ii ftak, W« / BOF.K. II. HoorDSf, ' Maximiliaan , gevangen genomen. 1  111. HooFDSr In gevolge van een Verdrag omllangcn. 1 i83 C HAR AC TER KUNDE der . men, aldaar naastdenklyk gehoor verworven zou hebben , ontving in Vlaanderen voor eene wyl, het loon zyner Dwangzugt. Gent vatte de wapenen tegen hem op, de afgeeischte Bede hem niet alleen met woorden , maar met de daad, ontzeggende. Zyne pooging om te Brugge, waar hy, op dien tyd,' zyn Hof hieldt, tegen den wilder Burgeren en Gilden, Ruitery in te brengen, en met deezen overlast van vreemdKrygsvoIk,dieStad, gelyk andere Vlaamfche Steden te kwellen ' deedt de Bmggenaars den Houten Hap waagen , om zich meester van zyn Perfoon te maaken, hem in een ander Huis , buiten zyn Hof, te bewaaren ; telTens veeleri zyner voornaamfle Staatsdienaaren en andere Leden der Stadsregeering, die \oor Oostenryks. gezinden bekend Honden te vatten, in de gevangenis te werpen, en eenigen, naa het uitfiaan van zwaare pynigingen, ter dood(iraffe te verwyzen. De Bruggenaars, deeze ongemeene proeve van hunnen moed geevende, om de Heerschzugt van maximiliaan, waar voor zy reeds ééns hadden moeten bukken, te bedwingen^ bedoelden zeker niet den Roomsch Koninl gevangen te houden ; maar hem het krengen hunner Voorregten af te leeren. Zy tonden, indien Geestdrift hun niet geheel blind.  VADERL. GESCHIEDENIS. 189 blinddoekte, gereedlyk voorzien, hoe euvel de Keizer zulk eenbeftaan zou opvatten, en met Krygs geweld ftraffen, De tyding van dit vreemd beilaan hadt het Hof van Rome niet bereikt, of de Paus dreigde de Vlaamingen met den Kerklyken Banbhxem, wanneer zy den Roomsch Koning niet, zonder ukflel, Haakten. Hoe veel uitwerking! deeze bedreiging baarde, vinden wy niet op getekend, wel dat de maare van 'sKeizer aannadering, met een talryk Leger uitDuisch land, de Vlaamingen tot een Verdrag deed neigen , en gehoor leenen aan de Staaren dt meefte Nederlanderen te Gent vergaderd om, op goede voorwaarden, de Vryheid vs den Roomsch Koning te verwerven. Ni deeze verzekering van vier maanden, wa in men hem , zo veel mogèlyk, onkund hieldt van 't geen 'er omging, onderwie hy zich om van de Voogdy over den Jong Hertog, zyn Zoon, zo veel Vlaanderen t trof, en gevolglyk ook van de Pvegeeri over'dat Gewest, af te zien; de voorwa den van den gefchonden Utrechtfchen Vrt te zullen houden, de Belastingen te ma; gen, het vreemde Krygsvolk te rug te tr ken. Dit Verdrag werd met plegtigen l' bezwooren, en door 't overleveren van ( zeiaars geftaafd. V BOKK. [II. liOOFUST. I t r > n ia ir ÏS 'P :n e- ig irdeitizk,ediy- Vas  V Boek. UI. HOOFDST. Hy fchendt het zelve door Gent te belegeren , en verKlaaui het fcngtloos. I - A i < \ 1 j c c 1 % li TS \ ]) a d 190 C HAR AC TER KUNDE der Was maximiliaan onderrigt geweest van de aankomst des Keizerlyken Legers, hy zou zulke vernederende Voorwaarden, niet aangenomen en zo dier bekragtigd hebben. Maar wat betekenen Eeden , wat zeggen Gyzelaars , by eenen hebbelyk trouwloozen ? wat vermoogen zy, als begeerte om een fmaadlyke behandeling te wrceken, in 't gemoed de overhand krygt, en de gelegenheid zich hier toe op doet. De Roomsch Koning verneemt dc nadering niet zyns Vaders met :cne Krygsmagt, aangevoerd door den Itrydmren albrecht van Saxen, of hy is ge'eed om het geflooten Verdrag en den geïaanen Eed voor gewelddaadig afgeperst en 'an geener waarde te houden, en in 't be- :g van Gent te Hemmen. Philip van Üeef, een der Gyzelaaren, kwam de uitruklyke voorwaarden zynerGyzelaarfchaps,, at hy van alle gehoorzaamheid aan den loomsch Koning zou ontflaagen zyn, en teen hem, ten behoeve der Flaamingcn, het arnas zou mogen aantrekken , in geval maximiliaan één der puntten des getroffen erdrags verzuimde na te komen, getrouw'k na tegen dien mynëedigen, zette zich m 't hoofd der Gentenaaren en noodzaakte m Keizer het beleg van Gent op te bree- Dau  VADER.L. GESCHIEDENIS. 191 Dan 't was deeze alleen niet, die den trouwloozen Verdrukker het hoofd durfde bieden. Twee Vaderlanders verwonen zich als zyne Medegenooten in het worftelen deiverdrukte Vryheid. De naamen van frank van e rederode en jan van naaldwyk , mogen gefchandvlekt zyn , en zy, door Vooruanders van Vorstlyken dwang, voor Oproermaakers uitgekreeten worden , Onpartydigheid zal, fchoon verre van in allen deele hunne daaden te pryzen , hun den lof van Vryheidsmin en Vaderlandliefde niet ontzeggen. Zy verdienen gekenfchetst, en hier geplaatst te worden. Hoe zeer de' Rabbeljaauwschgezinde Hollanders de zaak van maximiliaan hegunltigden, en eenige Steden met Amfterdam , ten dage zyner hegtenisfe, gebeden en ommegangen te zyner verlosflngen lieten doen, was die gevangenis een aanblik van Vryheid voor de Hoekftcken , gewoon om zich van op den minften te verheugen en daar vaii te be> dienen. Een Voorltander van hunne wankele zaak, verwagten zy in frank van brederode; een Jongeling van grooten Moed en Dapperheid, gefprooten uit den Heldenftam der brederodes , en, ten oorzaake van het leed zyner Huize aangedaan, een der ïterkfteHaateren van de Kabbel/aauw fchen. Een enkele voorflag was genoeg on eei V ïiöBK. LU. ItouïaiT. Frank vut BREUEGÖBE door de Hoekfchentea Voorltander verkooreu. t 1  V Roek. III. Hoorns! 'Binnenland, fcne Oorlog door hein gevoerd Rotterdam gewonnen. (*) Deezen Oorlog heeft alkemaüe onder dien tytel befclirceven, tot welk Werk wy, wat de lotgevallen betreft, onze Leezer wyzen. 192 CHARACTERKUNDE der _ een vuurigen Jongeling die naauwlyks twee en twintig jaaren bereikte de Leuvenfche Hoogefchool voor 's Leger, en de Pen. voor den Degen te doen vervvisfclen, en als 't hoofd der Hoekfchen zich na Sluis in Vlaanderen te begeeven , door Philip van Kleef deezen Aanhang ter vvyk- en wapenplaats gefchikt. Hy verklaarde, in zyne Berigtfchrifcen, de wapenen alleen op te vatten, ten dienfte van philips van oostenryk: hoewel zonimigen niet oudmdelyk te verfiaan geeven, dat hy, uit den Graaflykcn Huize van Holland afdammende , het hart hoog genoeg droeg om iets anders tc bedoelen. Wat hier van zyn moge, Jonkheer frank betoonde, in een driejaarigen Kryg , naar hem Jonker Fransfen Oorlog geheeten, dat het hem, noch aan Beleid, noch aan Dapperheid , ontbrak (*). Zyne Kaaperyen dceden ter zee den Hollanderen, in den beginne, veel afb reuks. Rotterdam, verrast en vermeesterd, werd de verzamelplaats der Hoekfchen , die , nu een Leidsman en Aanvoerder gevonden hebbende, zich openlyk vertoonden , cn , door het haatlyk gedrag des Stadhouders van Holland, jan van eg-  f VADERL. GESCHIEDENIS. 195 feGMóNb, zéér in aantal groeide, daar Öot J ja* van montfoorï , die zicfi voor hunne party verklaard hadt het 11 öt van Woerden j den Sleutel van Holland, vermeesterde. Dé Landman ëri Dorpeling in Zuid - Holland, hadt Veel van de ftrooperyeü diens AanhangS te lyden; Erederodes Onverzaagdheid t de Krygslistèn, waar van hy zich meester; lyk wist te bedienen, noodzaakten de Steden van Holland op haare hoede te weezeh ; en Volk, te haarer verdeediginge, in te neei meri; ...... • Hoe zeer kwam hief de Kabbeljaaiiwschgezindheid der Steden maximiliaan te Made. Hy verfcheen niet in Holland, of de Steden, die zyne zyde hieldert , ter Dagvaart befchreeven, befloóten alles te doen om Rotterdam te benaauwen, en de Poorters tot het beleg dier Stad te doen uittrekken. Wel. haast was die Wyk- en Wapenplaats der Hoekfchen tè land belegerd, en te water in gellooten. Hoe veel hoops de Hoekfchen te Hoorn ook rnögten fcheppcn, op eene kentering van hun löt, uit het geen in Zuidholƒ*» ƒ voorviel , verfeheide nadecleh troffen de Hoekfche Party , die het doen bukken van het moedig verdeedigd Rotterdam verhaastten. Het begon aan mordkost en anden noodwendigheden te oncbreeken. De. Rot terdammers leende ook het oor aan deafge U DEEL* N k0! tl Höttroift Rotterdam door Maxim!' liaan hei. överd.  V' POR*. ui. Hüoids Dond van frank van sredërude. I 1 1 m characterkundedür - kondigde vergiffenis voor alle weerfpanni'gen, die zich onder de gehoorzaamheid van den Roomsch Koning wilden begeeven. Frank den drang der noodzaaklykheid en de gebeden der Rotterdammeren niet langer kunnende wederftaan, bedong voor zich en de zy. non vryen uittocht, en dat zy, die blyven wilden, noch aan goed, noch aan lyf, zouden befchadigd worden; dan voor de Gevangenen kon hy geene Vryheid verwerven, zy moesten het met den hals boeten. Met de zynen trok hy na Sluis, waar hy zyn Vriend philip van Kleef aantrof, die na geene voorwaarden hadt willen luisteren, wanneer albrecht van Saxen de Vlaamingen in de uiterfie verlegenheid en tot zo diepe onderwerping bragt, dat de Overheden van Qentt Brugge en Tperen, in 't zwart gekleed, blootshoofds en knielende, maxi. mjliaan om vergiffenis moesten verzoeken en hem eene zwaare geldboete opbrengen. — Brederode's moed was niet gefnuikt: onder den hoogklinkende* door hem aangenomen tytel van Algemeen Stadhouder van Holiwd, Zeeland en Friesland, ten dienfte van -len jongen Graaf philips , ruste hy in die laven, uit welke de Kaapers , den Handel Ier Hollanderen en Zeeuwen veel nadeels toe►ragten. eene Vloot toe, met welke hy vercheide landingen deedt, op de omftreeks ge- 1»  VADER.L. GESCHTEDENtS. 195 iegene Eilanden. Een veel Merker Vloot der ' Hollanderen, in 't gat van Brouwershaven, de zyne ontmoetende, ontflondt 'er een hevig Zeegevegt ', waar in de dapperheid der Hoekfchen de overwinning lang in twyfel deedt hangen. Het vallend water ontzette hem van de zegen ter zee, hy tragte ze, aan land geflapt, te behaalen; doch moest, twee Wonden bekomen hebbende, Zich gevangen geeven, aan deeze overleedt die Vaderlander te Dordrecht. Zyn trouwe ftrydgenoot jan van naaldwyk, borg het overfchot des Legers, en voerde 't zelve na Sluis, werwaards zich ook, na dat Montfoort en JVoer* den, in handen des Roomsch Konings gevallen waren, de Hoekfchen, als de hun eenig overgebleevene wykplaats, vervoegden, genoodzaakt op zee te vrybniten om het lioodig leevensortderhoud te vinden ; bykans hooploos om immer weder voet op Hollandfchen bodem, veel min deel in de Regeering te krygen. Alles fchecn zamen te fpannen om den Landzaat ongelukkig te maaken, en geheel ónder 't dwangjuk eener geweldige Overheerfchinge te doen krommen. Oproer, om drukkendcn overlast af te weeren aangevangen, en tot byflerheid getergd, tot dolzinnige woede voorthollende, helpt dc Dwinglanaye. Hoewel wy, verre, zeer verre zyn N 2 van .11. HOOl'DSfï Het Kdi§i cn Broodsyol&i  V BoEK. ' 1 196 CHARACTERKUNDE deii van het muitend geweld des Kaas- en Broodsvolks, 't geen in 'sLands Gefchiedboeken(*) een Zo deerlyk vertoon oplevert, eenigzins goed te keuren, liepen 'er nogthans veele oorzaaken zamen , die het misnoegen des Gemeens wettigden. Schaarsheid van Jeevensnoodwendigheden , door misgewasfen en zeeroveryen veroorzaakt, gebrek en duurte, verzwaard door de vermindering van de waarde des gangbaaren gclds , de afknevelingen eens grectigen Stadhouders, die, in 't nypen van alle die nooden, de uitgemergelde Gemeente, met even groote itrengheid, het Maand- of Ruiter-geld , tot betaaling der Krygsbenden afperlte, verdenigden zich om de Noordhollanders in Hoorn, Alkmaar, en de omliggende Dorpen te doen zamenfehoolen, en groote beroerten aan te richten. — Nood, dringende nood, lag hun deeze taal dfr wanhoepe in den mond, dat zy niet meer genen kenden, cn zich liever dood wilden regten, dan van honger fierven! De item van 't bemiddelend Haarlem bragt de (*) Bir,.:ii ;>;,',-,c F 'tvvun der Vaierlandfche GeretMeahji, d:e dit Oprucr jclxxkt hebben, verdient geleuzen te «Hiratn van o04tkn de unuiN Gejchie. tnU *■ Itaaflm, die, Óefyi deeze Stad zo ryklyk haar aandeel bidt aan de jammeren diens Opfhnds 'er «ieb ireedvoerig over uitlaat, blz, 308, enz.  VADER.L. GESCHIEDENIS. 197 de muitende Roeren tot bedaaren, en bewerkte by den Stadhouder egmond , bet uitfchryven eener Dagvaart in den Haagt om de klagten deezer arme Landlieden te hooren, en over dezelve te raadpleegen. Gepaste toegecflykheid zou de rust ten vollen Jierfteld, en Noord - Holland, zo wel als -Amfterdam, door verligting van bezwaaren, in fülte gebragt ea gehouden hebben (*). Dan wel verre van deezen zagten weg te vol gen, kon de trotfehe Stadhouder niet alleer tot geene verligting verftaan; doch 'er wen eene nieuwe belasting op elk Huis voorge {hagen, 't Getergd misnoegen hooger ryzende be woog de Steden en Dorpen van West-Fries land en Kennemerland , Enkhuizen allee uitgezonderd, om te Hoorn te vergaderer De verzogte verligting niet bekomen hebbel de, en met een nieuwen last, in tegendeel gedreigd, beflooten zy eenpaarigvgeen Rü ter-geld meer te betaalen, al zou zulks de laatften man kosten , zich hier toe onderlii op het flaatlykst met gezegelde brieven vcbindende. De wederftand nam een geregi ■der gedaante aan. De Kennemerlandliedèi -die wy, in vroeger tyd'en, meermaals als ; (*) WagSnaar, A,r4. II Stuk , bl. £82,. N 3 / Boek. \\. hoofdst. / 1 l B 1- n I r- i. k if.  V Boek. JIJ.. HOpFOST, J J J f J I l 198 CHARAC TERKUNDE oer werpers van overlast , zagen te voorfchyn treeden , fchaarden zich onder Vaandelen; in welke Kaas en Brood- gelchilderd was,' en, of deeze leuze.nog niet genoeg waren , droegen.fqnimigen een üuk. Kaas en Brood op de borst, door een en ander teken te verdaan gcevende, dat zy, om deeze Leevens, noodwendigheden te bekomen, ofte behouden , de- wapens hadden opgevat. De Steden, die deeze Boeren, te hunner verzr-keringe ingenomen- hadden , zagen derzelver getal, hand over hand, aangroeijen: zonder arbeid , .op kosten van den Burger te tceren, was een verleidend lokaas. Overlast, in ftede van dienst, maakte dat men deeze gasten welhaast moede wjerd. Hoorn ontfloeg 'er zich van, op de best. mogelyke wyze, en Alkmaar werd de verzamelplaats der* meer en .meer aan moedwil gewennende Land, üeden, Derwaards trekkende vermeesterden ly niet. alleen twee Kasteelen, door Graaf pxoris den V, tot bedwang van de WestFriezen gebouwd, maar Hoopten dezelve tot len grond toe. _ De Stadhouder, te runner beteugelinge opgetrokken , ont:wam, tydig gewaarfchouwd, eene hinderaage , en week te mgge. Dit wyken ver. lief den moed der Kennemerlandlieden , die teeds in menigte toentemende, het oog op 'imrtm fioegen, om 't zelve in hunne magt te  VADEïlL. GESCHIEDENIS. 199 te krygen. — Dit gelukt. Zy Tpeel- v den vier dagen lang in die Stad eene woedende rol, van moord en plunderzivgt: en wilden dezelve te Leyden hervatten. Dan de Stadhouder hielde hun, met geweld van fchieten , buiten. Vrees greep de zwervende benden aan, zy keerden te rug, werden na gezet, en veelen vielen den Stadhouder in handen. Dit fnuikte de vleugels dier Roofvogelen ^ eenigzins. Geheel werden zy gekortwiekt, 1 door den Bedwinger der Vlaamingen, al-' breciit van Saxen; die zyne Duitfche benden den Stadhouder te hulpe zondt, en eer. lang in Perfoon opdaagde. De Geestlykheid , de Regeering , de Burgery van 't beevend Haarlem geheel op zyn bevel ontwapend, tradt hem , op 't nederigst te gemoet en boodt de Sleutels aan. Genade verwierf de Stad 5 doch op de hardde voorwaarden, alle haare Voorregten vervielen , gelyk de onvoegelyke woorden luiden, aan 's Hertogs Genadigen Heere. Zwaare geldboeten, den voorraad van gemunt geld , verre te boven gaande, noodzaakte den Burger, Zilverwerk cn Kostbaarheden op 't Stadhuis te brengen , om de geëischte fchatting te voldoen. Die het Kaas- en Broods - Volk hadden ingelaaten, moesten zulks met een fchandlyken dood bekoopen. De Hertog hieldt verfcheiN 4 d< Boek. r. IlOOPEST. Al.BB.ECnT 'an Saxen irengt het (aas- en Irootls ■ Volk e onder.  V bopic. ifH. iJüuFOST, 20© C HAR AC TERKUNDË du de Dagvaarten der Hollandfche Steden ta Haarlem , op welke hy niet verzuimde de kleur van 't hoogfte regt te geeven aan de geweldigfle onderdrukking dier Stad : wel verzekerd was hy van de genegenheid de? Zuidhollandfche Steden, die, verre van hem tegen te vallen , of zyne voorneemens en verrigtingen af te keuren, in 't leed van Haarlem groeiden, en deeze Stad eer hinder3yk dan behulpzaam waren; een aanzienlyke Heet van hooge Staats-perfoonen, zag zyn wellust in die vernedering. Haarlem was ooggetuigen van het bukken der Kennemeren. Honderd Perfoonen vertoonden zich ongewapend, barrevoets, blootshoofds, met een wit Hokje in de hand, en baaden geknield den Hertog, als Stadhouder , in den naam der Majesteit van den Roomsch Koning, en zynen Zoon , den Aarts-Hertog philips, om genade en vergül'enis hunner misdaad, Hellende Lyf en Goederen in zyne handen , om geHraft te worden, naar behooren, beloovende in het toekomende, niets dergclyks. te zullen doen j doch voortaan goede cn getrouwe Onderdaanen te zulten weezen en blyven. Overgift van Voorregten, zwaare Geldboeten, flraf van vyftig der voornaamHe Belhamels, waren de bedingen van Genaóverleeni.ng. — ^est-Wnesland^ de Steden Alkmaar, Hoorn-,  VADER.I'. GESCHIEDENIS. 201 Medenblik, Edam en Monnikendam, de Ei-v landen Peeringen en Texel .werden tot eene zwaare boete verweezen. Wie. vloekt, zelfs op deezen aftand des tyds, den vreemden Dwinger niet, die alleen aan boetens deeze verarmde en zwaar gedrukte. Landftreek , voor zich en zyn Meesters, één en veertig duizend drie honderd Andries Guldens C), afperfte. Jan van naaldwyk, dien wy, met het . overfchot der Hoekfchen , te Sluis gelaaten t hebben , hadt geen gemeenfchap met bet Kaas- en Broods-Folk, alleen dienden zyne Zeerooveryen , om, door vermeerdering van gebrek aan lyftocht , den Opftand tc ltyven* Zyn toeleg om , onder begunftiging dier onlusten, in-Noord-Holland de Hoekfchen weder op de been te helpen, mislukte. Cp Texel en Wiermgen, kreeg hy veel aanhaligs, zy zagen hem aan als een Verlosfer om hun van de zwaare fchattingen te ontheffen , en verleenden hem een wyk- cn fchuilplaats , uit welke hy de Zeegaten en de Zuiderzee onveilig maakte. Hoorn hadt hem gaarne ingelaaten ; doch vreesde dal zyne magt te gering zou weezen om he beleg dier Stad af te weeren; met de hul] ' de (*) Een Andries.GuUen bedraagt vier-en wint Stuivers. N 5 RoeK.' Oc Hoekrcken oor hem uitedelgii. » r  v Boek. iii. hoofdst. i ; I i c J 1 M V .]< tl ü u :0 ■ te bs tc '■la; 202 CHAR-A'CTERXÜNDE der der Sckieringers in 'Friesland., Begunfligers der Hoekfche-Partye , kon hy het Kabbel, jaaumch Enkhuizen niet vermeesteren. Geen wykplaats dan Sluis bleef hem eerlang over, geen Stad Azw.Zierikzee begunlügde openlyk zynen Aanhang; die nn jop-'t punt der vernielinge ftondt. De Hertog Hak na Zeeland Dver-, en Zierikzee moest, even als de Noord- Hollandfche en West - Friefche Steden, wegens liet Kaas- en Brood-fpel, voor 't jegunftigen. der Hoekfchen, boettn. Sluis, e land en te water ingeilooten, gaf zich, iaa eene moedige verdeediging, en het ververven eener eerlyke daadiging, aan den al;emeenen. Stedehouder der Nederlanden, ver. Naaldwyk ontweek met philips van 'leef, de ongenade des ..Overwinnaars in ?rankryk... [ 3 Dus gelukte het deezen Hertog de .Flaa'ingen te onderwerpen, het Kaas-en Broodsilk te bedwingen , en de laatlie hand- te •ggen aan het uitrooijen der Hoekfchen, die ians byna anderhalve Eeuw, met veel wisIkansfen van voor en tegenfpoed, de Regn en Vryheden, des Vaderlands nu eens et beleid, dan met geweld, hadden zoeken verdeedigen. Hy mogt nu den langen ard, dien hy gezwooren hadt te zullen laai groeijen, tot dat de Oproeren in Nederm gedempt waren , laaten aflhyden. 't Geen  VADERL. GESCHIEDENIS. 203 Geen , misfóhien een ftukje van de Galantery dier tyden, de Weduwe van Bourgonje en margarf.tha van 'Oostenryk, in 't midden van 't gezelfchap , op een prachtig Feestmaal, volvoerde. De dageraad van Vryheid aanbreekende, toen maria de Landvoogdye in handen kreeg, was kortftondig, en werd door een rtagt van Slaavemy onder de Voo'g* dyfchap over haaren minderjaarigen - Zoon, vervangen. Herinneren wy ons , hoe maximiliaan zich onbewimpeld het Bewind over 's Lands Zeezaaken , waar toe hy geen regt altoos hadt, aanmaatigde; hoe hy veele Hoekfchen , by het overrompelen- der Hollandfche Steden hem in haftden 'Vallende, om!het handhaaven van het Groot Privilegie, ter doodftraffe verwees; hoe hy , door 't verhagen der Munte, den Koophandel knakte, het ganfche Land in verwarring bragt, en zynen Amptenaarei:, van den Stadhouder af, tot den geringften Rentmeester toe , gelegenheid gaf tot de fnoodfte knevelaaryen; hoe hy , eindelyk , om deeze Zwarte lyst niet te verbreeden vast, ftelde, dat, in Holland en Zeeland, geënt Leenen meer op Vrouwen zouden vertierven; maar by ontftenteuisfevanManiykOir. aan 'sVorflen Tafel vervallen; wy kuuner niet nalaaten hem aan te zien als onvoor zigtig en ongefchikt om de harten der Land za: r den VOOgd MAXIMILIAAN lieten trappen. I  V Boek. IJl. Hoorps' 204 CH AR AC TER KUNDE der r< zaaten te winnen. Het aanzien, 't geen de Roomsch Koniuglyke Kroon hem byzette kon de fmaadheid zyner Geldbehoefte niet wegncemen. Zyn Krygsroem hadt weinig te beduiden om hem gedugt te maaken. Wat vervoerde dan de Hollanders, korteling nog zo moedige Voorltanders der Vryheid, om eenen Vorst aan de hand te gaan, die hun met minder heuschheid behandelde dan eenig uithcemsch Opperheer tot nog gedaan hadt, en zonder eenigen dekmantel ter bedekking van de fchande zyner onwettige bedryven te zoeken, voortvoer met inbreuken op 'sLands Regten? Deels zeker moet het toegefchreeven worden aan de Vriendfchap der Kabbeljaaw.vfchen, die grooter Haat tegen de Hoekfchen , dan Liefde tot de Vryheid betoonden: en zich misfcliien ftreeldcn met het laage doch bedrieglyke denkbeeld, dat ?y, fchoon iu ilaaffche ketenen geklonken , meer rykdoms. door den Handel zouden verwerven, dan door fteeds voor de Vryheid te kampen. In \ handclryk Amfterdam vondt hy iterkcr Voord-anders dan elders , welke Stad nog lieden de Roomsch Koniuglyke Kroon boven haas Wapen voert, ten gedenkteken van de dienflen hem gedaan. De Steden zogten, met bcnadeeb'ng van elkander, te dringen in de gunst der Vorftenj van welken zy haare  VADERL. GESCHIEDENIS. 205 haare bevordering verhoopten. • Dan V grooten deels was hy zyn wydftrekkend Gezag, als Voogd, verfchuldigd aan het Leger, ï geen hy fteeds op de been hieldt, en den Krygsmoed van albrecht van Saxen, door htm tot Algemeen Stedehouder der Nederlanden verheeyen, zonder deezen zou hy de Vlaamingen niet vernederd, het Kaas- en Broods -fpel niet gefluit, en de Hoekfchen niet uitgerooid hebben. De vrees voor dien Dwinger, vvederhieldt ook waarfchynlyk de Kabbeljaauwfehen, toen zy de verhoopte voordeelen niet trokken van hun kruipend gedrag, het hoofd op te fteeken, en, gelyk zy albrecht van beijeren gedaan hadden, ■ op hunne beurt, ook maximiliaan te overneerfchen , en geheel van hunnen wil t< doen afhangen. Welhaast ook droeg hy, Keizer geworden, het Bewind over de Nederlanden aai zynen nu meerderjaarig geworden Zooi philips den II op , met wien de Graaf lyke Regeering, der Graaven uit den Oos tenrykfehen Huize eenen aanvang neem! Deezen, nevens hunne Tydgenooten, zu len ons, in een ander Boek onzer Chara< terkunde, gewigtige ftoITe verfchaffen. VIER- Boek. i. HooFliST, l t  £c6 CHARACTERKUNDEder V BoEK. iv. IIuüFDST Verflaafdheii ilcr Laudzaatco. VIERDE HOOFDSTUK. Alcemeeneaanmerkingen over de staatsgestelten1sse , en het Volks-c har ac te r onder de Graaven uit den huize van bourgonje. Wy hebben , wederom eene hoogte beklommen , van welke wy een aanmerkelyk Tydvak kunnen overzien: waarin zich eenige Beelden, die, In de bepaalder CharacTer-befchouwing niet voegden, aan ons befpiegelend oog opdoen. Dc onvermydelyke noodzaaklykheid, om veele gevallen, het Characler van byzondere Perfoonen toelichtende, op te haaien, heeft ons genoegzaam doen zien, welke lotwisfelingen het Volks-characler Staatkundig befchouwd onderging: hoe *i zelve, langs"hoe meer, de edele Vryheid yerwaarloozendc , flaafsch kroop. Niet meer dan de fchaduw eener Vrye Regeering bleef 'er in 't eerst over onder de Bourgondifche Heeren ; en deeze zelf verdween, toen de Stads-regeeringen geheel afhanglyk werden van den Graaf, of van diens Stadhouder, en zy allen klem kwyt geraakten: naardemaal zy, die Jen wil deezer Oppergebiederen wederftreef. den ,  VADERL. GESCHIEDENIS. 407 den , of hunnen Aanhang niet begunltig-V den van het kusfen geraakten. De Item van den Raad ademde niets dan 'sVorften wil; de Item der Vryheid mogt zich verheffen, zy werd overfchreeuwd door Hooffche Vleijers, of met geweld den.mond geflopt. Weelde, Wellust en Overdaad, woonden w in het Bourgondifche Hof. De Koophandel m bloeide; de Zecvaard, geholpen doorliet verdiepen der flroomen en het verwyden der Zeegaten, en niet zelden door de magt der Graaven befchermd , voerde fchatten ten lande in: jammer dat deeze grootendecls in den draaikolk der verkwistinge verboren gingen, of in zo kostbaare als noodlooze bui* tenlandfche Oorlogen verfpiid wierden ; zo dat armoede by wylen de plaats van Overvloed innam. De Zedeverbastering, voortvloeijende uit het volgen van het dartel Hof, vertoonde zich in Kleederpragt, in lange en kostbaare Maaltyden, in Ontugt en Ongebondenheden , als gewettigd door de voor beelden der Grooten. Hoe was het mogelyk voor een Volk, den zwymeldrank des Wellusts met groote teugen drinkende, de Slaaverny te ontgaan V Zedebetering kon niet verwagt worden p van Geestlyken of Kloosterlingen, die zich \ in Dronkenfchap , Dartelheid en Ongebon- Jj denheid verliepen, en, op dc fehaamtloofle fl wyze? Boek. . IIoofdST. Zedebcderf :rkt hier :de. Vergeeffche oogingen om e Leer en eden te verKeren , om ; Godsdienige begripin te zuive-  so8 CHARACTERKUNDE dëM. V Boek. IV, Hoopdsi i I wyze, ten koste van een waau en ligtgeloo* ' vig Volk verrykten, vollen Aflaat niet alleen van voorheen begaane Zonden , maar vart alle toekomende, verleenende. De redelyker begrippen der Husftten kreegen, wel is waar, eenigen invloed; doch wat vermogten dezelve , piet de Godvrugtige poogingen van eenen thomas a kemp» , den waar* digen kweekeling van gehard de groot, meer dan dat zy zaaden van beter kundigheden in eenige gemoederen wierpen, die met den tyd vrugten droegen? s Eene zo noodige als gewenschte Hervorming der Geestlyken , door helmidius de amore aangevangen, hadt even weinig te beduid' den gehad , als de laatere poogingen van 'sPausfen Afgezant nicolaus de cusa , wiens uitgebreide Geleerdheid, met geen genoegzaam Oordeel gepaard ging, die aan zichzelven geheel ongelyk was in het prediken der Aflaaten, en de Hoofd-oogmerken zyner Zendinge na deeze Landen, nu eens leerende, dat de rechte Aflaatbrieven uit de Heilige Schriften moesten gehaald worden, sn dat die van den Paus eer (Irekten om de Kerklyken te verryken dan om de Zeden te ïervormen, dan weder den zelfde Aflaaten iet Volk aanpryzende, cn tot hoogen pryze rerkoopende. Hy fchynt, by wylen, relelyke begrippen des aangaande, als mede ten op1.  VADE11L. GESCHIEDENIS. 209 opzigte van de Beelden en het Avondmaal \ voorgefteld te hebben, die hy , op andere tyden, wederfprak. Misfchien liet hy zich; in den kring van vertrouwde Vrienden, ge'heel anders uit dan in 't openbaar; in dezelve even twyfelend zynde als in den Uitlegregel der Heilige Schriften (*)* zo hem geene geheele onvastheid in 't Godsdienftige moet toegefchreeven worden; welke hem op de lyst brengt der Syncretisten, als in ernst bedagt om een Zamenvoegzel te maaken van den Joodfchen, Christlyken en Mahomethaan* fchen Godsdienst (f). In deeze dagen van onrust en burgertwist waren de vorderingen van Vernuft en Smaak niet noemenswaardig. De Rederykers, die voor de eerfte Vernuften hier te lande gingen , beftonden meest uit Kerklyken, die zich niet ontzagen openlyk, op hunne tooneelen , het Wereldlyk Gebied , voor zo verre het hunne inhaalige inzigten niet fcheéii te begunftigen, fchimpende verdagt te maa^ ken; de Armoede en Nooddruft der Kerke, de onthouding haarer Tienden en Renten, den trotsch des Adels, namen zy ten onder: werj (*) N. Ci!sanus, Epijl. Bohem, Ep. II en hl. Bailh D;cl. Tom. I, pag. 4^9' (f) Mattiiias dreyerus, in Commcntatione de Theati Anonymorum £? Pefeudonymorum Placii, Fel. X, 2, II DÉÉL. Ö ' Boek.. V. HoorasT. De Redenry kers uit de Geestlyken gispten de R«. geering. t i  aio CHARACTERKUNDE der V Boek. IV. IIüOFDS'i Vreemde fmaak dier tvden by de Inbaaling van philips van Hwirgonje. ^werp hunner {tukken: weinig denkende, dat, met liet opklaaren der nevelen van Onkunde , de Rederykkamers, meest uitLeeken beflaande, deezen zich zouden verftouten, 'om, op hunne beurt, de Kerklyken aan te tasten, het misbruik hunner Leere te tootien, hunne Gebreken den - Volke open te leggen, en de onredelykheid der Vervolginge Rf te fchilderen. i Den 'fmaak dier tyden kunnen wy niet beter fchetzèn , dan door de befchryving der Vorstlyke inhaaling van Hertog philips van Bourgonje , als hy te Brugge zyne intrede deedt, naa dat die Stad, welke tegen hem was opgeflaan , haaren zoen verworven hadt. Hy werd te gemoet gereeden door een Perfoonadie , joannes den dooper verbeeldende, die, gezeten op een wagen, welke als een woeftyne was toegefteld, vervolgens voor hem heen reedt. Op den wagen, ftondt gefchreeven Ego vox clamanth in deferto, parate vlam Domini. Dit beduidde, dat de Hertog kwam, en elk zich hadt voor te bereiden om hen te ontvangen. Voor de Poort zat job, geheel naakt op een mesthoop ,hebbende zyne Huisvrouw en drie Vrienden by zich. Boven het tooneel las men Dominus dedit, Dominus abjiulit, peut Domini pla* 'cuit ita faStum /r/r. Dit moest betekenen de naare omiiaudigheid der Stad , die alleen tiaur  VADERL. GESCHIEDENIS, an haar betrouwen op den Prins Melde. Op de pleinen , bruggen en hoeken der ftraaten vondt hy vertcheide Bybelfche Gefchiedenisfen door leevende beelden vertoond, onder deezen, de Oferhande van Abraham; de Historie van Koningin Ester , de Geboorte en Verryzenis van onzen.Zaligmaaker ,en diens Ferheerlyking op den berg Tabor; ook zag men 'er den Boom van Jesfe op deeze wyze verbeeld : uit een te bedde liggend Perfoo* iiadie fproot een groote boom, op eiken tak van denzelvenzat eert uitgekleed Kind, hebbende een Kroon op 't hoofd. De maagd, maria zat in 't midden. Alle deeze vertoo» liingen werden op de omftandigheden, waar in de Stad zich bevondt, en den Hertog toegepast (*). —*** Van deeze B-ederykers be* diende zich philips om het Volk belastin. gen af te knevelen , tot het volvoeren van zyn voorgenomen en nooit volvoerden Kruistocht tegen den Turk; hy liet te Rysfel op de markt een zonderling fchouwfpel toonen, waar in ernst en klugt zich derwyze onder een gemengd Vonden,'dat de toekykers beurtlings fchreiden en lachten. De < Kert (») W. Kops, Schets eener Gsfch. der Redcnrykeren, Werken van de Maatfckappy der Neder!. Letterk. te Lep êtn, II De«!5 bl. aa8. O 3 [V. Hoofüsï.  aia CHARACTERKUNDÈ der V Boek. IV. HoOFDSt. i J l 1 l 1 c Kerk tradt klaagende te voorfchyn, en PHfLips beantwoordde dé'eze fpeelswyze klagteh met eene ernftige gelofte, om de Kerk te befchermcn, en de verdoemlyke onderneeming Van den grooten Turk, die Conftantinopole bemagtigd, hadt, en den verderen Ongeloa* Vigen tegehfland te zullen bieden, Hoe zeer philips by de Rederykers gezien was, en in welke foort van Gedichten 'men toen vermaak fchiep, is af te leiden uit het volgend ftukje, dooreen Rederyker van Brugge , anthonis de rouere op dieiw overlyden gedicht* Periculuefè Moort onghenadigk, Hongherighc Couleuverynche beefle -, Etiuydieufe Coro&yfverradich, hatende ons Clachtich ende befchadich foyeuskeid Crancbende troost ènde feefte', Perfeguerende Lacen die allermeefie °rinche ende Xhristus vrienden befeven 'rervreimdende Fan finen leuvenden gheefle ïmaendaechs Juny vichtine ghefcreuen, Ole deuolelyk Jonftelick was in V leuen rtrmaerdere In allen landen gheen, Zempelare Natuerlick ontften ghebleuen hudeiick endt Behoudelick erue ende leen "iclorieux Raetfaemich wys ah een iycke/ick Vrient out milde eerbaer ■adert hij jaar Ghecrychter noch ïxxv reen root; GM  VADERL. GESCHIEDENIS. 213 Foorwaer hebt Ghi zyn oude daer Nochtan bilt By * graeffchip xlviij jaer Dwelcke noyt Eer dan van hem was ghejimIn gloriën Regnere fyn fiele klaer Ende oock Ouere hem gode buyghen knyen fVant nyemand inach die doot, ontulyen (*). Da Rymer zette zich- in zeer benaauwende fchoenen, door een Naam. Jaar- en Plaatsdicht {effens te maaken; de Hoofdletters dienen om. dit alles uit te drukken. Dit \vaarbyk mag vermoeiend beuzelen heeten. Het enkel affchryven verveelt; doch wy mo,gen zulke egte gedenklhikjqs niet overflaan in onze Characterkunde,. 't Waren die zefde Rederykers, van welke zich, in de hitte dejr Hoekfche en Kabbeljaauwfche Tweedragt, de voornaam iten dei beide Partyen bedienden ,. om elkanders bedryf den Volke haatlyk af te maaien.; waarom ook hunne bytende Dicht en Tooneelftukken, door den Geest van. Burgertwist ververvaardigd, verboden werden. —rr- H">« gebrekkig en elendïg ook hun Tooneelfpc) ware, het liet niet na invloed te hebben of de gemoederen- der menigte, wier geestneiging volmaakt ftrookte met de taal en ityl, ii f») W. Kors, als boven, bl. 331. 05 V I5«tK. IV. HoofDS*.- Men bedierf» ziel) van da Redenrykers ln de Burper oneenigheden. 1-  v Boek. iv. Hoofds Staat der . Weetenfchappen. (*) w> Kors, als boven, 'el. 23a. C) Paqbot, Mém. pour jervir a Wilt. Vut. des B:X ftpt $roy. des. Payj-bas,_ Tom. J?$, pag. 214 C.HARACTERKUNDE der, 'l in dezelve gebruikt, en getroffen werd door ' de zinnebeeldige vertooningen, maximiliaan van Oostenryk , niet Frankryk in eenen Oorlog ingewikkeld , hadt onderftand noodig. De Wethouderfchap van Brugge , oordeelde het Tooneehpel een voeglyk middel, om het Gemeen tot het vrywiliig opbrengen der lasten te beweegen, deedt een WagenTpel vervaardigen. Plet behelsde de bedreir gingen door den Vyand gedaan, en gaf te kennen, dat men geld ter betaalinge van het Krygsvolk noodig hadt. Ongelukkig duidde het Graauw de woorden des Spels ten kwaade, floeg aan 'f muiten, een der Speelderen werd gekwest en de overigen moesten zich fchuil houden (*). Dc latynfche Lier floeg zeer wanluidende toonen, althans, indien wy over dezelve mogen oordeelen uit de Verzen van laurent die aan 't Hof des Hertogs van Gelderland de Geneeskunde oefende , den lof van den Baring, als mede tot roem van Nieuwmegen zong (f). — Aan de Gefchiedkunde werd fchaars de hand geflaagen; emond de dynter , Geheimfchryver van eenen en anderen Her-  VADERL. GESCHIEDENIS. Hertog van Bourgondie vervaardigde een V Kronyk der Hertogen van Ut haringen, Brabant , enz. in 't Lfityn : nog onuitgegeeven, doch die des lichts waardig gekeurd wordt (*). Hendrik arnouts van Zwol bevlytigde zich in de Genees- en Wiskunde; twee Weetenfcbappen, ten dien tyde doorgaans zamengevoegd; nog zyn van hem in gefchrift voor handen twee Boeken over de Beweegingen der Planeeten (t). ïk behoef naauwlyks aan te merken , hoe het klein getal der zodanigen, die eenigen naam verworven , ten bewyze ftrekt van de geringe bevlytiging op de Weetenfchappen, in die dagen. Wie met eenige opmerking 'sLands Gefchiedboeken doorbladerde zal zyn zegel hangen aan de waarneeming, dat de Vryheid en Welvaard van de Landen, wel verre van met de Magt hunner Vorflen in evenredigheid toe te neemen, in tegendeel, verminderde. Hy zal teffens erkennen moeten, dat de voornaamfte Nederlandfche Gewesten, vóór de oprigting van ons Gemeenehest , zo arm en behoeftig niet waren als men zich gemeenlyk verbeeldt; Vlaanderen en Brabant ftaaken in magt en rykdom ba- ver C%)iPA*<ïffor, els hoven, Tom. I, pag' 3°6- CD lbit- J-m- xu> PaS' 51' 1 O 4 Boek. T. HuornsT. Aanzien deeser Gewesten, in die dagen.  V Boek. iv. HoÓFD$T, I 3 *i<5 CBARACTE RKUNDE du yen Holland en Zeeland uit; doch het aantal der Steden, het belang, 't geen vreemde Mc. genheden in de Vriendfchap deezer Gewesten Helden, de Verbonden van Koophandel met dezelve geflooten , de onderflandgelden den Graaven opgebragt om uitheemfche Oorlogen te voeren, de zwaare Beden, hun by aanhoudenheid, ingewilligd, kan alles genoeg, zaaai dienen om ieder uit den ydelen droom, dat Holland en Zeeland uit moerasfen en vis,fcherspoelen beftondt, te d0en opwaaken, en dat het deezen Gewesten, ten dien dage, aan niets ontbrak om ze by de grootfle Voi> (len in ernflige aanmerkinge te doen komen. Bedroefden wy ons menigwerf over 't leed den Landzaaten door hunne bittere verdeeldheden berokkend ; die Verdeeldheden hadden ren uitwerkzel dat zy den Wapenhandel bleeven beoefenen en de oude flrydbaarheid behielden : welke hun zo wonder te flade iwam om het juk der Oostenrykfche of Spaanrche Regeering van den halze te fchudden, sn zich te ontheffen van de onheilen, by welke de fellle tiveedragt der Kabbeljaauwïhen, de gr .otfle. hevigheid dev T/aamfche, jelder/che , Utrechtfche en Fiïefche Oorlor jen, en de dwang der Bourgond/fcbe Heeren, n vergelyking gefprooken, louter fpel was. „ Het fchynt", om met eenen meermaals Sange-  VADERL. GESCHIEDENIS. 217 gehaalden uitmuntenden Schryver te fpree kén: dat wy de onlusten van dit Tyds„ gewricht moeten aanmerken als eene voor,. „ bygaande gisting , waar door het Volk „ vari opgepakte kwaalert gezuiverd wierd, " om naderhand destegezonder te zyn : 't \\ welk hoewel het niet zonder groot verlies vankragten gefchiedde, egter noodig was , om de groote uitkomlten , waar van de „ Tyd zwanger ging. — De Nederland \fche Vryheid heeft in haaren traagen oor „ fprong allerlei wisselvalligheden teu doe „ geltaan , even of *er eenige eeuwen aa: een gefchakeld moesten worden, om har „ te bereiden, tot den zwaaren fchok, die „ doof 't benisfen van haar lot, haaren (tan bevestigen zou. Zy is door eene inwet „ dige en eenpaarige oorzaak onophoudely * in het hart verfterkt; maar in deledema: ten door alle mogelyke wederwaardigh „ den bekommerd , beurtling verdrukt £ „ voorgeltaart , roekloos aangevogten , ( „ kwaalyk verdeedigd; doch door haar t gene zwaarte geduurig wederom opgerig „ en daarenboven nooit geheel verhaten v: „ yverige Befchermers, die hunnen tyd w ten waar te neemen. — Wy kunnen hï „ vergelyken by die hooge Ceders, die „ het gebergte aan veele ftormen en onwee vlaagen blootgefleld, en hunnen wasd; VBOEK. UI, HOOFDST» i i r i k h n 1- ■» trt S' ar 'P> rs >m 1  V Bobk. iv. hoofdst. e 218 CHARACT. der VAD. GESCHIED. ** bekkende uit den grond, waar in zy ge„ worteld zyn, niet dan naa eene reeks van „ jaaren, het voorwerp van elks verwonde,, ring worden; maar zy is dikwyls met veel „ zwaarder hnak ter neêr geflaagen, en ver,> wonderiyker door haare ingeboore kragten „ herfteld. •— 't Was voorzeker (in de ty,, den laatst door ons befchouwd),metgeene „ menschlyke wysheid te voorzien, dat 'er „ toen weinig meer dan eene halve Eeuw „ vereischt wierd om haar in ftaat te ftellen, „ dat zy de poogïngen van het Oostenryksch Geweld verduurde ; en nog veel minder „ zo iemand in die dagen de verbaazende ,, magt van dat Vorstlyk Huis, voor gansch ,, Europa zo gedugt, hadt weeten te voori fpellen (*). Dit Tydperk , vol van ftoffe voor onze; Characlerkunde, kunnen wy niet intreeden , ionder hier voor onszelven, en onzen Lee* ;eren, eene ruste te neemen. (.*) Styl , Opkomst en Bloei van ie RcQtibück iet Fer* tuigde Neder lellden , bl. 455.  Bv A. Loosjes, pz. Boekverkooper te "Haerlem, in de Damftfaat, zyn gedrukt en te bekomen de volgende Werken; Verhandeling over de zedehke Vryheid'van den Mensch Tgu ill. (dit ftuk is ingeleverd geweest by. TeyIers Fundatie.) • • • ' ' * 1 Hess Vyf Liederen tot Lof onzes Heere(mthetHoogduitsch) gr. 8vq. •. • ' Van der horst, LeerredebydeVereeMigtngdertw* Doopsgez. Gemeentens , in gr. Svo. Wynands, Leerrede tot affiheid van de Utrechtfche Gemeente, gr. 8vo. romeins de Hoofdman, in drie Boeken met plaaten op Syfmed. gr. 8vo. (dit werkje isreeds In meer dan eene gemeente tot pryzen aan de jeugd uitgedeeld.) • • ' • *H* Proeve van Gewyde Poëzy, met een tytelvignet (be£de in Gewyde Tooneelftukken en Geestelyke Snaen. mede gefchikt, om tot pryzen te dieS,&gr.' 8vo. op Sehryfm. . i: O.denkzuil VOOr van den capellen tot de poel , met plaaten, en een flotvignet, gr. Svo. ordin. P^. . * ' . Best papier. • • ó J' De Vaderlandfche Dichter, (betoonde in eene verzameling vaii Vryheidhevende Dichtdrukken), met vignetten, ordin. pap. . • 2:- A L o o s j e s, pz. de Ruiter in X boeken, met een fraai Tytelvignet van buis en r. vinkeles, Ato. ordin. pap. • • / 3- Gr. pap. • * * 5'1 . Minnezangen en Jeugdige Gedtcn- ten , a ftukjes met een tijtelvignet, kl. ti vo. 1: 9 Ord. pap. in fr. bandjes verguld op ineê en af. gezer Tytelvignet. • • • 3 = - Groot pap. • • • 3:I° - Menalkas kl. Svo. . A. Loos-  LöÖSJES , PZ. Vader l. Zeeheld gr. %vd. - f 15 ~ " St. Euftatius genomen en benw men, in vijf zangen gr. 8 vo. . . ti* " . . , Ffrgt tan H. de Groot. Burger- fpel, kl. 8vo. ; i f.g Kl. med. pap. > , j .." \ ^ T~, ~ Be Sentimenteek Toorieël - ftiik- jes, kl. 8vo. . . j ... Kl. med. pap; . . # .":'u * ~ '— Menzikcf, ld. 8vd; 1 Gr- PaP' • . . . i;- ' Capellenlot den Pc//Treurfpe] , : j£ ' " • Volks - Liedeboek, . ft k "" Gevaarts en Gyzélaar Tooneei- * • • • ii m ■— Geilen Tooneelfpel gr. Svo. - : ia ' 7j~~' "— S!ag h Nieüwpoort en Emilia vah Nasfau- • • . x:io Eeattie , Verhandelingen over het Geheugen de v'er. beelding en de Droomen , vertaald uit het Engelsch . door p. l oi o s t p. s ; az. Lee raar der Doopseez ' I deel in gr. 8vo. . m iz i6 Het tweede en laatfle deel zal fpoedig volgen. Befpiegeling der Kindschheid, met een fraaiie plaat gr. övu. . . \ . 18 - * Jeugd, gr. 8vo. , -m}