1088 E 45  MAATSCII. I)ER NEDERL. LETTERTf. TE JLEIDEiV. Ca/a/, bl. Geschenk van Tooneelstukken , 1841.  VADERLANDSCHE TOONEELSPELLEN door F. v. A, Te l e r d e n Bij FRANS de DOES, mdcclxxxvi.   INHOUD DER VADERLANDSCHE TOONEELSPELLEN. De Wapening der Landlieden. De Ariftocraten. De Wanhoop der Heersch?ugt of het Hangfche Moordrot Verftrooid. De Edelmoedige Aanbieding.   D E DER LAHDIIEBEF TOONEEL-SPEL; ONDER DE SPREUK Finis Coronat Opus. GEDRUKT in HOLLAND, En tc bekomen by alle Patriotfche Boekverkopers.   AAN DEN X JS JE Z, M M. ÜOe Godlooze handelwyze en verregaande ongeoorloofde intriguesder. verdervende hand, waar mede zy de eenvoudige Landlieden omtrent de Wapening misleid, bedrogen en voor een gedeelte bedorven heeft , zyn, voor de geencn die ze van naby gezien hebben, zo fehreeuwend , dat het allernoodzaaklykst is, dat de Naneef hier van een klaar bericht ontvange; op dat deze weete, door welk een gevloekt middel de Landlieden zich tegen het bevel van den Souverain, wegens het gebod van de Wapening, verzet hebben. Dit onlangs in een ledig Uur bedenkende, bekroop my de lust, om deze Schandelyke daad der verdervende hand, tot heur fpyt en eeuwige fchande, door een Tooneel Stukje, op echte berichten gegrond, te vereeuwigen. Zie hier mynen ardeid, en houdt by de Lezing van hen zeiven in het oog; dat dit ftukje fchielyk uit de pen gevloeid en niet voor het Tooneel gefchikt is', maar wel om bovengemelde redenen hetlicht ziet. Vëar wel!  PERSONAAGIES- Volks verleider, een afzendeling van de verdervende hand). Oproergeest. f j Dorpelingen, door VolkKees. ^ verleider omgekogt om | Oproer te verwekken. Jaap. L Zwaarhoofd , een welmeenend Prinsgezinde. Patriot, een deftig Dorpeling. Teeüwis met zyn gevolg zynde onnoozels misleide Dorpelingen) Dorps - Bode. Het Tooneel verbeeld een Kamer in een Boeren Rechthuis, in welkers midden een Tafel met Flesfen en Glazen ftaat  DE WAPENING der LANDLIEDEN wmamaaBXBamtmmuuaattiKssmmmtumm\ : — i /jjt EERSTE TOONEEL. Volksverleider, Oproergeest, Zwaarhoofd. Volksverleider. TPhans ftaat de kans zo fchoon, voor ons en (onze Vrinden, Als zy nog nimmer deedt; nooit kon men 't be- (ter vinden! Dit tydftip is gefchikt, om 't al ter neêrteflaan, Wat ons in onze loop in 't minst wil tegengaan. Men ziet in Dorp en Vlek, de Oranje Linten (zwaaijei? En van des Toorens Spits de Oranje Vlaggen (waaijen A 3 't Roept  ( 6 ) 't Roept alles overluid; Hoezé ! — Lang leev' de (Prins! — DeStaaten zyn zyn knegts! — Het volk is vast (van fins, Om nog van deezcn dag den Prins Souvrain te (maaken. Ik wensch u dus geluk by 't welftaan onzer zaa- (ken! Oproergeest. Ja, 'k heb het wel gedacht, wanneer wy aan (den dans Eens raakten, dat 'er dan voor ons was goeden (kans; Om 't Patriotsch Gebroed in eens den voet te (h£teu; Ik heb 't nu zo befchikt dat zy wel moeten zwichten. De meeste Boeren zyn bedeeld met klein verband En hier door ftopt men hen al ligt wat in de (hand; De glans van 't Klatergoud, al zyn zy wclge- (zinden; Kan hun kortzigtig oog al ligt geheel verblinden. Volksverleider. Maar zeg my toch eens Vriend! hoe laagt gy (het wel aan, Dat gyhet, zo op eens, tot ons deed overflaan? 'Er  ( 7 ) 'Er waaren , voor deez' tyd, toch hier veel (kwaade honden, Die ons, in 't één en 't aêr, verbaast de handen (bonden; 't Was dikwyls als ik hen het een, of ander vroeg, Dat men my met geweld verwoed de deur uit- (floeg. Oproergeest. Ik heb voorheen ook in dat lot wel moeten dee- (len, Zo dat ik zulk een rol in 't minst niet meer dorst (fpeelen; Maar, toen de Wapening by ons geboden was, Begon ikjweêr op nieuw. — Ik Predikte op dat (pas Aan al de Boeren voor; „ men maakt u tot Sol- (daaten „ ó Nutte Huisliên! en gy zult ten dienst dier (Staaten, „ Van Vrouw en Kinderen verdoken , in het (Veld „ Aan vyands kruid en lood u ras zien bloot ge(fteld." - Deez' list gelukte my, want fchrik en angst eu (vrcezen, Ja, woede en haat en wra3k was haast ten top (gereezen In 't woest en onbefchaaft doldriftig BoerscÜ (verftaad. A 4 Zy  ( 8 ) Zy Zwoeren all' te faam'; nooit flaah wy onze (hand Aan het vervloekt geweer ten dienste van Tirannen , Die ons van huis enwyf en kindren durven ban- (ncn. Ik, in myn hart verheugd, om 't lukken myner (list, Sprak; weest gerust, ons lot wordt naar onz' wil Cbeflist Indien wy onzen Prins getrouw flegts hulde bie- (den; Hy vergt dit niet van ons! de Staaten zyn de (Lieden Die ons dit alles doen. — Heeft men ;hen niet (het geld, Van onze huid gefcheurt en hen ter hand gefield Tot fteunfel van ons Land, baldaadig zien verkwisten? En nu 'er Oorlog komt zit men met leege Kisten En zonder Krygsvolk, daar de goede Oranjevorst, Die liraave, die 'sLands last op zyne fchoudren (torst, Zich dikwyls heeft verlaagd om zulks aan hen te (vraagen, Schoon Hy in zyn verzoek toch nooit heeft kun(nen (lagen. 't Is dus noodzaakelyk dat wy met fpoedcdn hoofd Verkiezen hier tot Heer, op dat m' ons niet be- (rooft Van  ( 9 ) Van onze Vryheid, die Oranje ons mogt bezor- (gen Door 't fiere Heldenflaal en onophoudlyk zor- (gen. — Toen riepen ze alteinaal; wel wat dan 't best ge- (daan Om dit tekrygen? — 'k fprak; thans maar als (Helden Haan En als gy hebt gezegt, flout wygren om te lee- (ren Het flaafsch Soldaaten werk , het haatlyk Exër(ceeren. — Toen riepen zy Hoezé ! en zwoeren algemeen; Zy kenden thans geen Heer dan onzen Prins alleen. — Zie daar, myn Heer, den weg dien ik, niet zon- (der fchroomen. En vrees, bewandeld heb om tot myn doel te (koomen. — ZwAARÏIOOFD. Dat is nu alles wel, maar 'k vrees toch voor het (end; Hoe zeer de kans zich nu ook tot uw voordeel (wend, 't Zal dunkt my toch niet gaan; uw hoopje flegt- (gezinden Zal by de Braaven vast te fterken weèrftand vinden: Msn is Gewapent en men (laat thans voor zyn (recht, A s Men  ( io ) Men krygt den Patriot zo maklyk niet geflegt. Volksverleider. Gy Zwaarhoofd komt altyd met groote zwarigheden ! Hoe kreeg men het gedaan, ruim veertig jaar ge- (leden, Toen Willem's Vader hier 'r Stadhouderfchap (verkreeg? 'Er was vry wat te doen eer dat hy hier toe fteeg! M-iar onverfchrokken moed, en voor geen ftraf (te zwichten, Deed ons de Staats party ook toen den voet wel (ligten; Ter Veere was het eerst, die onzen Willem lief Tot het Stadhouderfchap manmoediglyk verhief: En 'twas daar naauw' gedaan, of 'k zag in alle (Steden, Van Neêrland , Willem, als een Godheid aange(beden. — Ging het in dien tyd zo 't zal thans niet minder (gaan, Doch elk moet als een Held manmoedig durven (itaan. — Ook is het onze zaak het ongeval te zwygen, Dat de onbefuisde Boer, door onze list, kan kry- (gen; 't Is tyds genoeg, wanneer men zwarigheden (maakt Als eerst ons gan tfche Plan in duigenis geraakt. — TWEE-  C H ) TWÉÉDE TOONEEL. Volksverleider, Oproergeest, Zwaarhoofd. Kees en Jaap. Kees. 7jo Heeren! ben je Lui zo wat an 't redenaeren, Hoe men het klaeren mot om al het Volk te lee- (ren; Dat onze Prins allien nou zyn mot Heer en (Voogd? — Volksverleider. Dat is het, goeje Vriend! 't welk door ons wordt (beoogd — Hoe is het met de zaak, ziet men des Prinfen (vrinden Ook ergens hier in *t rond nog tegenkanting vin- (den? Kees. Wel neen ze niet, myn Heer! een yder die dit (doet Wordt deur 't Oranje volk zo links en regts be- (groet, Dat hy genoodzaekt is om ook met ons te roepen De Prins mot Baes hier zyn! — je most reis (zien wat troepen 'Er loopen langs den weg, die allen voor den (Vorst We  ( 12 ) Wel pal ftacn zeilen, als men het inner waegen (dorst, Om ons te keer te gaen. — 'k' verzeeker jou de (Boeren Die bennen wel in flact om hen den bek te fnoe- (ren Die onzen lieven Prins zo beestig teugengaen. — Oproergeest. Óp zulk een boodfehap kan met recht een glaas- (je liaan. fchenkt twee glaasen vol met Oranje Bran- dewyn en geeft ze aan Kees en Jaap.) Dat's beste Oranje waar! zie daar myn braave (vrinden, Drink op het welzyn eens van alle Prinsgezinden. Kees en Jaap , te gelyk. Dit doen we altyd met vreugd! Oproergeest, (fthenkt voor zich zelf ook een glas vol en drinkt de volgende Conditie.) De Duivel haal 't Gebroed Da»; onze lieve Vorstzo veel chagryn aandoet. — Kees en Jaap, te gelyk. Dat wenfehen we ook al weêr! VOLKS.  ( 13 ) Volksverleider, na dat 'er geiranken is. Zie zo,nu weer, als Mannen, Met oordeel en verfland te faamen raad gefpan(nen! — My dunkt, gy Kees en Jaap, moest nu eens on( derftaan; Of 'er niet eenigen naar Stad toe dorsten gaan, Om daar dat Vry Corps Vee, dat fteeds den (Vorst dorst hoonen, Met onverfchrokken moed, de Oranjekleur te ( toonen — Misfchien word door dien weg de Prinslicn in (de Stad Weer moed gegeeven en de kans nog eens hervat, Om beeter als voorheen voor hunnen Vorst te ^ (lagen. Wat dunkt U Vrienden ? Jaap. 'k Zal dit daedlyk reis gaen vraegen Aen onze Buurtjes, en zo die 'tniet durven doen, Dan zal ik my met Kees wel eensjes fteewaerds (fpoên. Volksverleider. Maar zou 't niet beter zyn; dat gy Lui by het (leotea Hier tegenwoordig waard, om al uw Dorpge- (nooten Steeds  ( 14 ) Steeds aan te vuuren en door Herken Drank en (Geld Te maaken dat party geen Meester word van 't (Veld? — Oproergeest. Myn Heer, wees niet bevreesd.' men hoeft de (meeste Boeren, Door my reeds onderrecht, niet meerder aan te t voeren; Zy zullen daadlyk hier wel koomen by elkaêr. Maar daarom loopt ons plan in 't minste geen gevaar, Wyl hun byëcnkomst flegts zal dienen om de (Heeren Balliuws en Schouten eens in 't kort te declaree- (ren; Dat zy in dezen tyd, of nimmer, zyn van fins Zich aêrs te Wapenen dan voor hun Vorst, den (Prins. —. Kees , tegen Volksverleider. Jae! datiswaer, myn Heer! wy zeilen geen var* (allen, Ten minsten hier omtrent, den moed niet lae(ten vallen; Toen jy ons had gezeid; dat m' ons niet dwin- (gen kan Toen wisten wy genoeg: daar kan je wel op an. — Maerals jy denkt, myn Heer, dat wy toch mos(te blyven, O»  C 15 ) Gin hier de Spullen nog wat vaster antedryven, Dat kennen wy wel doen, daer zyn 'er hier ge- (noeg Die willig voor den Prins ook willen, laet en' (vroeg Al doen wat dienen kan om Hem tot Graef te (maeken, 'k Vind daerom ras ien paer die in de Stad de (zaeken Wel klaeren zeilen, 'k weet wel meer als eenen (knaep Die klaer zyn voor die zaek. — (met jfaap heen gaande.") Kom kyken wy eens Jaep! — DERDE TOONEEL. Volksverleider, Oproergeest, Zwaarhoofd. Oproergeest. D ie Kees en Jaap zyn zo, dat men geen beeter (wenfchen Zou kunnen. Volksverleider. Dat's wel waar! Zwaarhoofd. Ja, maai 'k vrees voor die Menfchen! 'tZal  ( 16 ) 't Zal hen als Trago gaan wanneer uw Plan mis- (lukt. Oproergeest. Heer Zwaarhoofd wordt al wcêr door Zwarig* (heên gedrukt! Volksverleider. Dat dunkt my: doch ons Plan zal nu wel vast gelukken. Ik meen dat wy voorheen wel vry wat zwaarder ( ftukken, En zelfs in dimmer tyd door wel veréénde magt Van 't dom verblind gemeen 'er hebben doorgedrag!. — En daarom, oude Heer, wil toch in 't minstniet (vreezen. Zwaarhoofd. Denkt gy dan; dat men nu zo moedeloos1 zal (weezen Als men in dien tyd was? -—. Neen vriend dat (fcheelt te veel; 'k Verzeeker u! dat thans wel ver het grootste (deel Der Natie, zich met kragt zal tegen u verzetten, En all' die hen weêrftaan, misfehien geheel verpletten. Zy zyn 'er op gefpitst. — Of  ( 17 ) Cprckrgeest. Ho ! ho! dat gaat zo niet. Volksverleider. 'k Ben daar niet voor bevreesd! — en zo 't (ook al gefchied, Dat wy den nederlaag van deze factie krygen, Wat is 'er dan verbeurd? 't gevaar kan ons niet (drygen; Al wordt door onze list het gantfche Land be- (roerd. Het is toch vast de Boer die zulks heeft uitge- (voerd Zwaarhoofd. Dan moet het Boerenvolk flegts tot uw voordeel (ftryden, En als uw plan mislukt, daar voor de ftraffe (lyden? — Dit is onmenfchelyk ? — De glorie van den ( Vorst Wordt door zoo'n wreede daad zeer fchandelyk (bemorst; Gypleegt op zynen naam gevloekte gruwelfhikken Die het verblind gemeen verbaazend zullen druk- (ken Terwyl de goede Prins daar van onkundig is. — Gy krygt uw ftraf eerlang, dit 's zeker en ge(wis l i b Volks*  X.*a,) Volksverleider, /pottende. Myn Heer wees toch gerust? 't zal alle* (zich wel fchikken. Gy mat U Zelfs zeer af door 't weegen en het i wikken Dat gy aan alles doet. —■ Eene allerligste veer Weegt duizend pond by U, of mooglyk nog (wel meer. Myn tyd is nu voorby om langer hier te praaten, 'k Zou anders al uw reên niet onbeantwoord (laaten. (Ter zyde teren Oproergeest.) 't Is best dat gy dien Griek beveelt van hier te ( gaan Want als hy ftrak zo praat dan is de zaak ge^ daan. — Oprokhgf.^st. Stel uw gerust, myn Heer, hy zal ons niet be- l, driegen 'kZal ftrak zyn zwarigheid wel fpoedig doen ver- (vliegen. Volksverleideb. Nu dan is 't wel, adieu! (In 't heen gaan tegen Zwaarhoofd.) Tot ftrak, vaarwel, myn Heer i VIEF-  ( 19 ) VIERDE TOONEEL. Oproergeest, Zwaarhoofd. Zwaarhoofd, iy zich zelf. Dat Heerschap Iykt my niet. (tegsn Oproergeest.) Komt Hy ook ftrak nog weer ? Oproergeest. Gewis en zeeker, zal hy fpoedig wederkoomen. ZwAAUHflOED. My dunkt hy heeft zo iets dat my voorhem doet (fchroomen; Gy weet ik ben wat bang. — Kend gy hem van (naby ? Oproergeest. Neen! maar hy is zeer goed en fterk voor onz' (.party, (een beurs tonnende) Hy gaf my, deezen dag, deez' goudbeurs met (Ducaaten Om van te teeren, en de Boeren voor te praatten ; B 2 Dat  ( 20 ) Dat hoe elk Schout, Balliuw, of Dorp Heer (aan moog' gaan, Om echter; voor altoos, de loting af te liaan. En tevens ook daar by vervloeken om te leeren, Dan enkel voor den Prins, het haatlyk Exër- ( ceeren. Schoon 'k dat reeds had gedaan. Zwaarhoofd. Ik heb het op geen Man, Wiens naam gantsch onbekend, men niet ligt ( vindeh kan Als men hem, by geval, noodzaaklyk dient te ( fpreeken. Geloof my toch, myn Vriend! het is geen zuiver (teeken Mi men zich zo bedekt en in het duister houd'. Een fluikfche handelwys werd nooit van my. (betrouwt. Oprokrgf.f.st. o Zulks ziet men wel meer,, als heele groote (Heeren, Geryk hy zeker is, met Burgren vry verkeeren, Qm de een, of de andere zaak in ftilte eens af (te doen, Zj als dit hier moet gaan, dat zy, om hun fatsoen Te houden, zich. dan ftil en als in 't duister (houên. Zy  C tï ) Zy kunnen yder een ook niet gerust betrouwen. Zwaarhoofd. Te Heb in uw kuipery maar in het minst geen (zin; 't Is openbaar geweld en 'k flem daar nimmer (in - Zulke ongehoorzaamheid moet zeker by 'sLands ( Vaadereu Veel opziens baareu; ja, gy zult alsLandverra- (deren Uw ras zien vatten en met grooten druk en pyn Van 's Heerzugt 'sSchelmery het deerlyk offer (zyn. — Oproergeest, Spottende. Myn Heer! ei wil U dan aan dit gevaar omstrekken , En gaa maer fpoedig heen. Zwaarhoofd. Gy moogt my nu begeklen , Dit ftaat uw heden vry, doch zorg maar dat ge (op 't lest, In'sLands Historieboek, als een gehaate pest Niet opgetekend wordt. — Het eind zal alles (dragen! — Maer hinder ik u hier en kan ik u behaagen Met Tan u aftegaan? — Wel nu, dit neem ik (aan. Ü groet uj v B 3 O?  I « ) Oproergeest, (weder /pottende..) Dag myn Heer! VYFDE TOONEEL. Oproergeest, alken. H y 's juist van pas gegaan, Ik zie daar Kees en Jaap al weder herwaards (koomen. — 'Er was veel kans. dat hy den moed hen had be- (noomen Zo hy gebleven was. ZESDE TOONEEL. Oproergeest, Kees en Jaap. Oproergeest. r£jo mannen ben je daar! Kees. Tae Meester, daer zyn wy! de zaeken zyn nou (klacr. Myn Buurtjes, Piet en Klaes, zyn naer de Stad (geloopcn Om daer reis rond te zien. ■— Oproergeest. Dat's goed! wy willen hoopen Dat  ( *3 ) Dat het naar wensch zal gaan. — Het gaat hier (goed. (Hy fckenkt een glas vol Brandewyn) en brengt het hen tos. Havoesl Kees, het aan Jaap brengende. Jae kom; wy drinken nou van daeg ien gocjca (roes! (tegen Oproergeest.) De Looters zeilen ook zo daedlyk hier wel wee- (zea Jaap.. Jae, 'k zag hen op de Lnen — ó Schout wil (nou maer vreezen! Van daeg zyn wy reis baes! en als jy geuren (inaekt, Dan is 'er kans voor jou dat je in het waeter (raekt. — Oprof.roeest. Gy moet u elk,, dèez' dag, gelyk een Held gedragen 'k Moet gaan; 'k vertrouw gy zult in *t minste (niet vertraagen. Gy zult het verder dan wel klaaren zo 'tbehoort; Trakteer maar lustig. Daar is geld, ik moet (nu voord.  ( 24 ) Kees. Wy zeilen net zo doen alsjy ons hebt geboden. — ZEVENDE TOONEEL. Kees en Jaap. Kees. w y hebben al dat geld opvernae niet vannoo. (den. 'Er is hier zo veel drank als men maer zuipen (kan. — Jaap. Houd men wat over, goed! dat komt 'er niet op (an. — Hou jy de boel maer beet! — Kees. Jae! Jae! dat most ik weeten. — En als dit over is, zei ik ook niet vergeeten Aan hem te vraegen, om het geen ons is belooft Toen hy ons aennam. — Jaap. Jae, wy motten hoofd voor hoofd Tien duizend Guldens van dat.groote Heerfchop (krygen Of  C 25 ) Of 'k zal het gantsch geheim voor niemand meer (verzwygen; Zie kyk, 't is maer om 't geld dat ik hem leende (hand Om hier dezaekenzote draeijen en te wringen. — Kees. Wel was 't niet om het geld, ik zou my met die (dingen Ook niet bemoeijen. — Jaaf. Jae wy maeken 't hier in 't rond, Dat weet jy ook wel Kees! toch maer verduiveld (bond; ■Als het ons niet gelukt dan bennen wy bedurven. Kees. Neen, 'lukken mot het vast. Jaap. Kyk *k loof wy het betfurven, Als ze ons eens pakten. Kees. Nou, jy bent wel yslyk bang! Wy kennen nou geen kwaed, de boel is an de (gang! B 5 Er.  ( *6 ) En loopt het fout, wel nou, dan mot men, zon(der draelen, Maar fpillen pakken, Jaep! — kyk! eer ze ons (agterhaelen Zyn wy al zo ver weg dat m' ons niet krygen (kan Jaap. Dat 's alles wel, — maer zeg; wacr leeft men (dan wcêr van? Kees. Het fleerfchop liet gezeid; dat hy ons wel zei (geeven; Zovcul, dat wy met fchik als Heeren kennen (loeven, . Met wyf en kinderen in 't allergrootst ï'atfoen. — Kyk! om zoo'n vetten brok kan men nog al wat (doen. — Jaap. Nou Jae, dat loof ik ook, maer kan men ons ook (hangen, Wanneer het eens gebeurd dat men ons krygt gehangen? . . . Kef.?. Wel neen! wie wou dat doen? dien Heer heeft ( ons gezeid; Dat wy niet dan de Prins voor onzen Overheid Te  ( *7 ) Te kennen hebben. — En wie wou ons dan (doen fterven? Wy immers ftaenvoor hem, op dathy weerzon (erven Dat geen, het geen men zeid, dat de eerste Wil(lcm was. — Neen Maet vrees daer niet voor! — AGSTE TOONEEL. Kees, Jaap, Patriot en Teeuwis, met een groot aantal Boeren by zich. Teeuwis , tegen Kees. jZie zo dat 's net van pas- — (op het Gelag yvyzende.} Het is hier alles klacr. — Mag men daer (vry van drinken? Kees. Jae toch! roep nou, hoezó! en lact de glaezen (.klinken; Het mot van daeg 'er deur! ■ (Zy fchreeuwen, behalvSn den Patriot, allen hoezé? Oranje booven! enz.) Patriot. Waar toe dit onbefcheiJ ! — Dit  C £8 ) Dit onbefuist getier! — Die woeste doliigheid? — Gy zult, dit zweer ik U, hier na U zeer beklagen, Van 't geen gy nu verricht in deez' bedroefde ( dagen. Geloof my, als een Vriend, gy wordt verraên, (verkogt, En zult in 't kort U zien tot een fchanddaal ge- (brogt, Waar voor gy, in dien tyd, zult fidderen en (beeven. — Gy waagt, geloof my toch, thans onbedacht uw (leven, Waar voor gy niets bekomt, noch nooit bekoo- (men zult Dan fchande en wroeging, dat zelfs de oorzaak ( van de fchuld, Dat ge ongelukkig zyt, is by Uzelf te vinden. — Ik bid U! — holt niet voort, — ik raade U (als myn Vrienden, Of 't is in eens gedaan, met al uw aards geluk. — Keert weêr, of ziet U haast voor altyd in den (druk. Kees tegen Teeuwis. Al weêr een zwaerhoofd meer! maer zou (men daerom laeten Om zynen zin te doen ? -—— T-EEü*  ( 20 ) Teedwis. Neen! neen! laet hem maer praeten, Wy weeten onze zaek! (Zy fchreeuwen weder alk hoezé! enz.) Kees. Jae, roep en drink nu maes, Wy zyn van. daeg de Baes. NEGENDE TOONEEL. Patriot, Kees , Jaap, Bode en Tf.u.vis. met zyn gevolg. Bode. Iv JTVom Vrinden zyt gy klaer Om nu te Iooten, het Gerecht zit reeds te (wachten, Kees. Zeg teugen j.ou Gerecht; dat wy zyn van ge- (dachten Om niet te looten hoor! (Zy roepen weder allen; Oranje boovenl enz.J Patriot, teegen den Boode. Eb ik ga met u meê, Ik  ( 30 ) Jk wil geen Muiter zyn! Keks. Alcvenwel Hoezë. TIENDE TOONEEL. Kees, Jaap en Teeuwis, met zyu gevolg. (Zy roepen weder allen; Oranje Boovenl en zingen vervolgens op de Wys; ik heb myn geld enz.) D e Boeren zyn van daag reis Baas En lachen met de Staaten! Zy zullen (leeds als trouwe Maats Het Exërceeren haaten. — Wy zyn (leeds van fins, Om onzen lieven Piins Graaf te maaken hier en ginds. ELFDE TOONEEL. Zwaarhoofd, Patriot, Kees, Jaap es Krelis met zyn gevolg. Zwaarhoofd, onjleld. la zo! — dat gaat hier goed.' — het moet nog *^ (verder koomen. Uw Buurman Oproergeest is daar reeds beet ge- (nomen Door  ( 31 > Door Schout en Dienaars, ja heel ftreng aan (hand en voet Met'keetenen geboeid. — Men zegt; dat men (zich fpocd Om hier ook Kees en Jaep fluks by den kop te (krygen. (tegen Kees en Jaap.) Kunt gy nog vlugten? vlucht! — men zal het (hier wel zwygen Al weet men waar gy zyt. — Jaap, bevreest. Is 't zeeker waer, myn Lieer, Dat jy verteld? — Zwaarhoofd. Ja toch! vlugt maar en kom nooit weêr, Een aantal Ruiteren zal ook hier daadlyk koomen, En als gy zo lang blyft wordt u de vlugt benoo- (men. Kees , terwyl hy met Jaap de vlugt neemt. Wel die vervloekte fchurk die ons bedrogen heeft , Ik wou dat men dien kreeg! — „TWAALF-  ( 31 ) TWAALFDE TONEEL, Patriot, Zwaarhoofd en Teeuwis, met zyn gevolg. Patriot. w at moeiten men zich geeft Om 't dom Gemeen teraên men kan toch niui(mer flagen; Zy moeten eerst de last van hunne boosheid dra- (gen. — Zwaarhoofd. Och ja! — wat heb ik niet aan Oproergeest ge- (zeid; Dat hy, door 't Heerfchap dat nu marsch is, (wierd misleid. Maar 't mogt niet baaten. — Neen , men ging (ons zelf nog fchelden;, Dat wy ons in de weer voor Landveraaders ftel- (den, Teeuwis verlegen. Och Heeren, raed ons toch! wat nu voor ons ge- (daen Op dat m' ons ook niet pakt ? — Patriot. Maar allen binnen gaan , Zeg; ik wil de oeffening der Waap'nen gaarne (leeren Teeu-  t 33 ) Teeuwis, met drift. Wy zullen Exërceerer. Patriot. Dit is ook maar uw' plicht, wyl't flegts is om uw (huis En vrouw en kinderen , te ontheffen van hetkruis Dat hen door vyands macht zou kunnen, over- (koomen; Als gygeWapentzytdan hebtgy niet te fchroomen Voor al dat wreed gefpuis van 's Keizers leger- (ftoet, 't Geen zich al reeds verheugd in 't plengen van (uw bloed, En uwe Dogteren en Vrouwen wreed te ontee- (ren. —- Grypt dus de Wapens aan en wil u zelfs verweeg-en! —— Teeuwis , tegen zyn Confraters. Kom Jongens, gaen wy gaauw! — DERTIENDE TOONEEL. Patriot, Zwaarhoofd. Patriot. Myn Vriend ik ben verblyd Dat dit zo is gefchikt. — Deez' hachelyken tyd C Heeft  ( 34 ) Heeft my al meenig Nacht de zoete rust benoo- (Hien. /Swammiookd. De Hemel doe het hier nog al ten besten koomen; Wanneer het, zo , als hier, in al de Dorpen fchikt, Dan heeft der Boozen hand alweer zich zelf^er- iftrikt. Patriot. *t Gaat by my zeeker; dat het niemand ooit zal (lukken. Die zich van Schelmery, of booze gruwelilukken Bedienen wil. — Zwaarhooid. Dit 's vast- — VEERTIENDE TO CTN E E L. Patriot, Zwaa°hoofd, en Teeuwis, met zyn gevolg. 7j\z zo nu zyn wy klaer! Patriot. Hebt gy getekend Teeuw? Teeuwis. Jae Hcerfchop altegaer! Wy  C 35 ) Wy lien nu allen klaeren duidlyk voor onzeoo- fgen; Dat m' ons deur fterke drank en leugens heeft bedrogen; En bennen dus verblyd dat gy ons uit het net Van Schelmen, dooruwraed, zo fpoedig hebt (gered. — Wy beevènnu van 't kwaad dat wy nog ftraks be- (gingen, Om onze Souverain het roer van Staat te onteringen. — Geen onzer is 'er die zyn Oor meer leenen zal Naarfnoode Muitery; wy ftaan voor Vryheidpal. Patriot. Wel nu myn vrienden 'k ben verblyd van uwent (wegen, Dat U der Boozen hand niet heeft in 't net ge(kregen. — Denk nu aan uwen plicht, wylgy uw kwaad thans (ziet! (Hy geeft elk een papier.) En zingt met my verheugd dit Vaderlandfche (Lied. — (Zy zingen allen op de Wys; Vrylieid blyheid enz.) Nimmer zal m' ons weer verleiden Noch door logens, noch door goud; Daar een rot van Aterlingen, Enkel heure hoop op boudt. C 2 Wy  ( 35 ) Wy verachten nu de wantaal, Dat de Prins moet weezen Graaf; En beginnen thans al te yzen, Op het enkle woord van Slaaf. * * * Sno'ode Schelmen moogen muiten, Wy getrouw aan 't Vaderland, Willen (leeds den Sabel flypen .Tot zyn nut en grootfchen Hand. ■k •£* Altoos zullen wy betoonen; Dat het Vaderlandfche Bloed, Steeds voor Kerk en Staat ten besten, Onze Ziel en aadren voed. •k rt? Daarom grypen wy Musketten In den hard verëelden vuist, Tegen hem die ons wil hoonen, Of ons wettig recht verguist. * * * Wyf en Kindren Huis en Have Moet (leeds blyven buiten nood, Of wy gaan, als Batavieren, Liever moedig in den Dood! EINDE.