1087 G 64r  MAATSCH. DER NEDERL. LETTERK. TE LEIDEN. Cataf. bl. Geschenk van Tooneelstukhen , 1841.  z o £   Z O E, TOONEELSPEL. GEVOLGD NAAR HET FRANSCHE, VAN DES HEERE ME R C I E R. Te A M S T E L D A M, by PIETER JOHANNES UYLENBROEK, J in de Nes. 1785. ^ -"  MORTEM AUT NUPTIAS.  DEN II E E R E N LEDEN VAN HET TOONEEL-EN DI CH TL IE VEN D E GENOOTSCHAP, TER SPREUKE VOERENDE: KUNSTMIN SPAART GEEN VLYT, GE DIE NS TE LYK OPGEDRAAGEN,. i P o o R p. f! lt n slager Lid van hetzelve genootfchap.  V E R T O O N E R S. maxander, vader; edelman, maxander, ZOOTt. zoé, dochter van Maxander. fr'anval, edelman; minnaar van Zoé, ciarine, postmeester es, andré, postknecht, bert rand, jlalkntchti Bedienden. ) De gefchiedenis valt vóór in een vlek van Frankryk, op de grenzen* ZOÉ,  Z O E, TOONEELSPEL. EERSTE BEDRYF. Het Tooneel verbeeld een kamer in een herberg. Franval zit aan een tafeltje, waarop eens hyna uitgebrande kaars flaat: na eenige regels fchielyk gefchreven te hebben, vouwt '. hy een brief en verzegeld dien. 't Is nog nacht. . EERSTE TOONEEL. FRANVAL, ongekapt en gelaarsd., %et groote Jchre- den heen en weder wandelende. Zy was voor my geboren... Zy behoort my ... Natuur fchiep voor beiden flechts éénc ziel... Zy heeft my voor haar' verlosfer verkoren ; ik befchouw my als haaren echtgenoot!... Dat hy, die ons wil fcheiden, veel eer een' toe* leg make om ons te vernietigen..Welk eea* nacht heb ik doorgebragt! Vrees, onrust, liefde , lchrik, alles vcreenigt zich in myn hart... En hoe traag verfchynt het daglicht! TWEEDE TOONEEL» FRANVA L J CLARINE, in nachtgewaad, cLARiNE, de deur zachtjes opendoende. Mag men, binnen komen? a 4 fran-  * ZOÉ, FRANVAL, haar te gemoet gaande.Ja, mejuffrouw, kom binnen, verdryf mvne ongerustheid, en zeg my, hoe zy den nacht heeft doorgebragt... Hebt gy by haar gewaakt? C L A R INE. Ja, mynheer, gy had het my zo ernftig bevolen... Zy is eerst in den nanacht in flaap hoe kort zy u ook fchynen, zullen haar en my nogthans lang en fmartelyk vallen. CLARINE, Franval befchouwende. En gy zyt haar broeder? FRANVAL. Ach, mejuffrouw, zou zy u vertrouwd hebben. ... i CLARINE. Zy heeft my niets vertrouwd; een gerust gelaat vertoonende, heeft zy zelfs haare zuchten.' gefmoord. Maar toen gy gisteren avond van 'ta rytuig ftapte , vermoedde ik uit uwe ontfteldtenis en zorgen... Uwe bandelwyze is die van een* eerlyk' man, en geeven indrukzelen van waareii1 eerbied... Zy verdient die, door haare bevallig-: heid en zedigheid. FRANVAL. Ach! indien gy haar kende! • CLARINE. Zonder in uw geheimen te willen dringen, neem ik deel in het lot van dat jonge meisje... Ik hou federt agttien jaaren hier posthuis, en ik. kan zeggen, dat men my in deeze gantlche ftreek met eenig vertrouwen vereert. F li A N V A L. Ik ben 'ervan overtuigd, mejuffrouw... Men heeft my gezegd, dat gy weduw zyt. CL A K I NE. Sedert zes jaaren.. A 5 FRAN-  *«> ZO É, FRANVAL. Hebt gy kinderen ? CLARINE. Neen, tot myn innigst leedwezen. Zy wierde» jny in hunne kindsheid ontrukt, en de Hemel heeft my van veel troost yerlroken. ik had wel gewenscht een meisje te mogen opvoeden, al ware het maar alleen om het genoegen te kunnen nebben van haar uk te trouwen. FRANVAL. Indien gy een dochter had, zoud gy haar niet afltaan aan hem, dien zy beminde, dien zy de voorkeuze vergunde, en die haar, uit dien hoofde , gelukkig moest maaken ? CLARINE, Dit is, naar myn begrip, het zekerftc raiddel, om zich, m 't vervolg, te kunnen verheugen' een gelukkig huwelyk te hebben gefloten. * FRANVAL. Gy denkt zeer wel, mejuffrouw. Waarom ctenkt men met eveneens in andere ftanden, die zich meer verlicht achten, doch die door valichen hoogmoed bedrogen en verblind worden. Men vind trotfche karakters, die zichzelven meer dan hunne kinderen beminnen ; die hen befchouwen als llaaven, geheel aan hunne eigenzinnigheid onderworpen... Ik zal u alles openbaaren: gy zyt een waardige vrouw, gy zult meêlydend zyn... Zy, die hier onder rust, is myn zuster niet;'t is Zoé... Zy wierd voor my gefebapen, gelyk ik voor haar kef. 't fa meer dan liefde, die ik gevoel. Haar eerfte gezicht ontftak in myn hart die vlam, welke door niets kan uitgcbluschtworden. Is er. in de natuur een fterker wet, dan die de harten vereenigt? Haar moeder bewilligde m onze genegenheid; doch wy hadden het on-  T O O N E E L &! P E U u onecluk haar te verliezen,en de onvertroostelyka > Zoé bleef in de magt e ns vaders... Hy fcheen my te beminnen, die wrcedaan! en hy word op ééuen ftond myn wreedfte vervolger. Hy gedoogde, hy begunftigde zelfs myne verkeering, en op éénen ftond verftoot hy my .;.. Hy Hond my genoegzaam zyne dochter at", en hy ichept een ontmenscht vermaak my in wanhoop te: Horten... Dacht hy, dat men dus zyn hart veranderde, en dat "men, naar zyn welgevallen, andere gevoelens aaunam?... Hy , onregtvaardig tegens my , begeert nog dat ik zyn wreedaarngheden zal eerbiedigen... Wat zou 'er van my geworden zyn, mejuffrouw! Eén oogcnblik laater zou Zoé my ontrukt zyn geweest... in een klooster opgefloten voor altyd. Maar zy behoort my, ondanks alle aardfche magt. 'k Zal haar,zo lang my één vonk levens overblyft, verdedigen 'tegen wie het ook zy, Gisteren was ik de ongelukkiglte der ftervelingen; 'k was in den verfchrikkelyklten toeftand, op den oever des doods. Heden gevoel ik een nieuw leven in n.y ontbranden. Myn hart is fterk, vol vuur en vergenoegd. Ik zegepraal; ik heb haar onttrokken aan 't geweld... CLARINE. Gy verbaast my, mynheer... Zoud gy haar gefchaakt hebbenV Neen: dit is ongelooflyk. Gy hebt te zeer het voorkomen van een' eerlyk' man, en myn huis zou u langer tot geen fchuilplaats kunnnen verftrckken, indien ... FRANVAL. Hoor my, mejuffrouw, eer gy my veroordeelt, 'k Heb u gezegd,dat ik het my tot een ltreelende gewoonte had gemaakt haar te zien. Vyf. jaaren verliepen 'er in de onfchuldigc vervoering ec-  12 z o É> nieuwe deugd V n?~ ^ ^Ldt.enis eener draagen; £ broeder 7w^Valllg?eid, WeS te waardig is hv T YWdk een hart! e" hoe zyn! «v zult hÈ ï °eder, myner niinnaares te onze liefde! ' ff Xtte 2"^. te gelyk aan u^e^r i ^evo^f ï" k V°ldeed ftreelende door l.et "nderf- H?V Cen meer fchap. Geboorte fonüïr ineS6 -Vriendde tóéftemmmg yau eeh IhSBSSLVan Jlaren' te, alles bevorderde"o,! jSg^jï^ moed, die zich aan allL hÊth S P h°-ogverzaadigd word; de £^^JZ^ over den ?de] ?./VOnd, OM'lond 'er verf"« 1 SSte ^nffl^t|^ig«L!S wél eensklaps de oude ? j do'dnf«ge vergeet aan 1/4 L? Jn Seheil,gde banden, die my aan Sym/n Too^^l^lt^ 4 sezaa- met hon tn ,0.°"aen« «y misbnukt zvn fe> bl ft o v ro ddeTvkeden "7 0oiï Weêr te zie«' ncn zoon, 3? 't verfrhi.T' ï ge,bed^h van zv" Ach! inden py wist 1?°^ te b«niddden"fcy wist wat dit onrechtvaardig en wree ik wel haaiend»VA' 7 uit ^ naaiende, fflfe ft hem dien in zyn handen wel ter deegen rond ziende of iemaiu ons ook za™ o! InI  r O O N E E L S P E L. 35 ó! Indien gy gezien had met welk een drift hy het zegel losbrak! hy las dien brief niet , maar doorliep dien driftiglyk. Uw broeder is een fchoon jongman, mejuffrouw; en, fla my toe u te zeggen, hy gelykt in waarheid veel naar u: hy bezit daarby een bestig hart; wantik zag hem huilen en dat maakte my geheel bedroefd... Dan wilde hy fchryven, en dan weêr niet: hy ging, ftond ftil, en zuchtte: en toen eensklaps my in in zyne armen drukkende, zeidc hy: Vertrek, waarde vriend! vertrek, en zeg dat ik zal komen. En toen de hand op zyn voorhoofd leggende, en met groote ftappen heen en weder wandelende , hernam hy zyne ftilzwygenheid en fprak geen enkel woord meer.. Toen ik heen ging, riep hy my te rug, en, zich aan het fchryven zettende van 't geen hierin ftaat, omarmde hy my nogmaals; het geen my zowaar meer plaifier deed dan al het geld dat hy my gaf; want zo ik niet gevreesd had hem boos te maaken, zou ik hem al zyn geld weêr gegeeven hebben; zo veel genegenheid heb ik, door zyn goed voorkomen en edelmoedig gelaat,, voor hem gekregen... Ik bemin hem, ó! ik bemin hem by uitftek; want hy is een zeer beminnelyk man... Vermits hy my belastte , fpoed te maaken , heb ik gedraafd, wat ik maar draaven kon , en daar is de brief. ZOÉ, den brief driftiglyk aanneemende, wil het zegel losbreeken; doch bedenkt zich. Wat wilde ik verrichten! Het opfchrift luid aan hem, en niet aan my; mogclyk zyn'er zaaken in, die voor my onbekend moeten blyven... Heeft myn broeder u niets omtrent my gezegd ? A N D RÉ. Geen woord, mejuIFrouw. My verlaatende, bedekte hy zyn gezicht met beide handen en begaf C a zich  3een p^Sg Jengalop ziet aanrennen. Ik heb het ter naau Jen?W,elke.Paarde" ^1 m „ g e", yens?.. Daar zullen 'er vier noodig zvn wl er is een vóorryder by. y ' waat die?hetP°.S.trytUig! AlZ°myn bbed bevri«t- h* A/T 7- . CLARINE. Maar hier komen alle uuren postrvtuimn Tt Renrand.) Slaapt André ? ( ö . BERT k AND. Ja, mejuffrouw. Hy ligt in deri ftal te ihur ken dat het een' aart heeft? Ur~ Ml, . CLARINE. Maak hem met wakker; ik ga zie„ W1, w f. Ga intusfehen heen, Bemand,& ga heem ' 3S' i I. - , BERTRAND. v o Jee.' t zal nog wel een groot kwartier an- hou-  T O O N Ë E L S P E L. «p houden, eer zy hier zyn, want de wegen zyn glad. NEGENDE T O O' N E- E L. ZOÉ, CLARINE. CLARINE. 't Is misfchien uw broeder; gy zyt hem immers verwachtend ? ZOÉ- Myn broeder? Neen: hy is het'niet, hy zou alleen te paard komen. Hy heeft my geen woord gefchreven!... Mejuffrouw, ik fmcek u my niet te verlaaten. CLARINE. Ga in de benedenzaal. Vermits dezelve voor reizigers niet gefchikt is, komt 'er niemant in, :en gy zult 'er op uw gemak kunnen zien wie het is... Indien het uw broeder is, moet gy vyfmaal zachtjes kloppen, en dan zal ik hem terftond by u brengen. In 't kort, gy zult ieder een zien aankomen, zonder echter van iemant gezien te worden.' Onthou het teken wel. Ik wil u intusfchen, indien gy vcrftrooijing van gedachten wilt hebben, wel eenige boeken leenen. ZOÉ. Ik ben te zeer ontroerd, om te leezen. Ik heb bezigheid genoeg met aan myn rampen te denken... Ik ben doodelyk zwak; myn hoofd is in eene verwarring. . . Deeze dag fchynt my een eeuw te zyn... Wie weet wanneer Franval zal komen!... Wie weet.. . Ach! Franval ! Franval!... Uw byzyn dervende , begeeft my al myne ftandvastighcid. 'Einde van het eerfte bèdryf. C 4 TWEE-  4* ZOÉ, TWEEDE BEDRYP, EERSTE TOON E EL, ZOÉ, CLARINE. 20É, in de uitcrfte ontftcltenis, met de handen voor V geztcht, dwarJ over ha tooneetvluet ' tende, word door Clarine gevolgd. ■Hemel! waar gal ik vluchten ? ... waar zal ik my verbergen V... in welk een' diepen End\\ '£ ongelukkige ! f.. ö Aarde , verflind my f ' * ^^h^i^^k^ -^Itenis vond^^/^R^» W#ip gy u bc my vermeesterde, vervoerde myn fchreden k vlood zonder te weeten waarheen: het bloed ver ftyfde m myn aderen... Een dikke wolk verfpreid zich over myn gezicht... Ik kan niet meer «Sn leen my uw' byftand. ' ^' *» n/r . CLARINE. Matig uw vrees... indien gy bezweekt... « „ ZOÉ. ,„JL r noS zvn geduchte ftem, die i»v de 7iel verfcheurt... onderfteun myj ik hert Y CLA»  T O O N E E L S P E L. 41 CLARINE, de deur van een zyvertrek openende. Ach, ongelukkig kind ! gy kunt niet nieer gaan. Vermeester uw hartstocht. Jk hoor gerucht. Ga fchielyk in dit zyvertrek, en fluit 'er u in op. ZOÉ, met moeite gaande. Een doodelyke kou doet myniyn bloed bevriezen, clarine, haar in 't zyvertrek brengende. Schep moed , of gy zyt verloren... ga binnen, en grendel de deur. TWEEDE T O O N E E L. maxander, vader, clarine. maxander, vader, achter defchermen. Ik weet wat ik wil; ik weet wat ik zoek... Ik wil het heele huis doorzoeken... Laat my los ... wykt. Hy verfchynt op het tooneel met twee pistoolen i$ de hand, welken hy op een tafel ligt; hy gaat zitten , ftaat op , en wandelt met groote Zeilreden , zyn gezicht dan op Clarine en dan naar de deur wendende, als iemant die zeer ontrust is, en in twyfel ftaat om te blyven of te vertrekken. clarine. Gy fchynt veel moeite te hebben, mynheer, om een kamer naar genoegen te vinden. Hebt gy myn huis genoeg doorloopen om te kunnen beiluiten ? rjaxander, vader. Mejuffrouw, zyt gy de vrouw van dit huis? clarine, Ja, mynheer. C 5 MA-V  4* ZOÉ, maxander, vader. Antwoord my: wie zyn hier gelogeerd? clarine. Tegenwoordig niemant, mynheer; gy zvt mees*, ter om, uit alle de vertrekken, te kiezen. ' ut x. maxander, vader. Vacht,u wel W te bedriegen, mejuffrouw, eni zeg my de waarheid in alles. Ik heb recht u te ondervraagen. Hier moeten twee fchuldigen,; welken ± vervolg, zyn doorgereisd. De eene is' een ongelukkige waarvan ik vader ben; de andere ; is haar verleider en fchaaker. Zyn zy gekomen? Hebben zy zich hier opgehouden ? Zyn zy ver- . trokk.cn? Hebt gy hen gezien? Ik beveel u my .te zeggen t geen gy weet, en my den weg dien zy genomen hebben aan te wyzen. . . clarine. Dit huis is van den gewoonen weg afgezonderd Indien het vluchtelingen zyn, zullen zy deezen weg voorzeker met genomen hebben. De luiden waarvan gy my ipreekt, zyn my onbekend. maxander, vader. Indien gy my misleid, mejuffrouw, zult gv in t vervolg reden hebben 'er u over te beklat gen... Ik waarfchouw u. clarine. ■ Ik weet niet, mynheer, om wat reden gy mv diergclyke bedreigingen toevoegt. maxander, vader, ^y zullen niet vergeefsch zyn. (Ter zyde.) Ik zou my dan bedrogen hebben... ó woede! (Overluul.) Welaan... Indien ik wist .dat zy ergens verborgen waaren, en dat gy hen aan myne rechtvaardige waak onttrokt, ik zou dit huis met myn handen 111 brand fteeken, veeleer dan hen my te zien ontvluchten... Ik zal hen achterhaalen waar ze  T O O N ' E E L S P E L. fts ze ook mogen zvn. De ftraf kan laat komen ,maar zy is onvermydelyk... Indien ik al myn leven moet dwaalen,zal ik het geheel aan hunne vervolging opofferen ... Ik zal hen eindelyk moeten aantreffen , en dan zyn ze beiden ongelukkig. ken bediende, binnen kamende, lied Maxander < vader, een bord aan, waarop brood en wyn is, en zegt op een' beweeglyken en Jmeekenden toon: ; Wy fmeeken 11, mynheer, u een oogenblik rust te gunnen; gebruik ten minden eenig voedfel. Krenk uwe gezondheid zo fterk niet... Sedert drie dagen... . 'J maxander, vader, het ftuk brood, dat hy in den, wyn doopte en aan zyn' mond bragt, weder op liet bord werpende. Neém dat weg... Ik frik. de bediende. ' Maar, mynheer, gebruik toch ... maxander, vader. Neem dat weg, zeg ik u ... 't Is nog geen tyd om te rusten ... Klim fpoedig weêr te paard. Vervolg den weg ter rechter zyde , zo i'nel gy kunt; ik zal dien ter linker zyde neemen; keer vervolgens te rug, zo gy niets ontdekt hebt... Let op alles, ondervraag elk, ftrooi geld, fpaar noch vlyt noch beloften , volg de minfte aanwyzingen ... Welaan , zadel de paarden; ik zal hier niet langer dan één oogenblik vertoeven. de bediende. Maar nog eens, mynheer, voldoe aan ons verzoek... Hoe ! zonder u .te ontlaarzen ? ... 't ■Wordt inderdaad tyd aan uzelven te denken. max a-n d er, vader, op een' woedenden toon en ntct een vertoornd gelaat. TIeb't gy my niet vcrftaaii V ... Neen, neen ,  44 ZOÉ, myne oogen zullen voor den flaap niet vatbaar zyn zo lang ik hen niet in myne magt en den Ichehn voor haar gezicht geftraft zal hebben... vZlJll ' Zal 'l£ my eerst eeniSe ri'st kunnen clarine, tegen Maxander , vader. Mynheer, gy zond beter doen in de zaaj by 't Vuur te gaan, dan in dit vertrek te blyven. maxander, vader, den bedienden een teken wevende om te vertrekken. Het is my goed genoeg... 'k Ben 'er meê te vretien ... (Na een poos gezwegen te hebber}.) Luister, mejuffrouw, ik zal u duizend Louïfen fchenken indien gy my hen doet ontdekken. Dit is de uitgeloofde prys. aan elk, die my deezen dienst zal bewyzen; maar weet tevens, dat ik de onverzoenelykite vyand word van hen, die hunne fchuilplaats begunstigt of hun vlucht z.al bedekt hebben. clarine. Maar, mynheer, hoe zou ik naar uw begrip de ichuilplaats of vlucht kunnen begunstigen van hen waarvan gy my fpreekt ? ' f maxander, vader. t Zal u niet moeijelyk vallen hen te kennen. Het misdryf is op 't gelaat van den verleider geprent; hy iS een van die vermetele en laa^e mannen , die de eer en rust van een gedacht voor mets rekenen, 't Is uw plicht, mejuffrouw myn zaak te omhelzen; 't is de zaak van alle vaders. De maatlchappy moet zich tegen de trouwloosheid, roof en ongebondenheid wapenen. Ik ben vader, mejuffrouw , ik ben beleedigd in t geen my het dierbaarfte was. Gy ziet 'er mv traanen van droefheid en woede om ftorten. clarine. Ken my, mynheer, voor een.vrouw, die zich door  TOÓNÉELSPËt. door geen geld zou laaten beweegeri. Uw woorden zouden genoeg zyn... Het doet my leed u in zulk een heftige onrust te zien. Zuud gy op uzelven niet eeuig vermogen bezitten? Ik wenschte u wel geruster of ten minften bezadigder te zien. maxander, vader, met den voet Jlampende. Bezadisrd .. . bezadigd !.. als men u het hart verfcheurc, als ik my in een' brandenden gloed, die my verteert, bevind... Verligt my, verligt my, door my den weg,dien zy genomen hebben, te ontdekken, of laat my in rechtmaatige woede blaaken. (Na een weinig zwygens.) Ach! mejuffrouw! deel veeleer in de overmaat myner kwellingen... Myn leven was altyd onbevlekt, ik heb zestig jaaren met eer doorgebralgt , en al wat my omringde ftrekte my tot roem. De fchande en fmaad wachtten my aan het einde myner loopbaan; een vyand van myn gedacht heeft my myn kind, dat hy verleidde, ontfehaakt; hy heeft zyn ftoutmoe- dige hand over my opgeheven. Ik tracht hem met de eene hand zyn prooi te ontrukken, en met de andere hem aan myne voeten in zyn bloed te doen baaden. Hy zal aan al de booswichten van zyn foort ten voorbeeld ftrekken en op eene geweldige wyze geftraft worden ... Maar, wat doe ik? Myn eigen driften verraaden my; men vreest my; men zwygt in myn byzyn; men verbergt my de waarheid... Indien deeze muuren fpreeken konden, zy zouden my misfehien zeggen dat zy in deeze wooning zelf gehuisvest hebben... Ik weet niet welk een valsch medelvden anderen aan t fchelmftuk medeplichtig maakt... Ik zal dit verder onderzoeken ; en indien gy hen behulpzaam zyt geweest, mejuffrouw, beef! (Hy neemt zyn pistoolen van de tafel, gaat het touneel met veel op- merk-  46 Z OÉ, . merkzaamhcidrond, en bltfft voor 't vertrek, waarin Zoé zich bevind, /laan. i AJaar, wat is dit, mejuffrouw? Is dat ecu trap of kamerdeur? Ik heb daarin nog niet gezien. Hy wil de deur openen. clarine, ontfield , z;ch voor Maxander, vader, (lellende. Mynheer, 't is een toegefpykerde deur. maxander, vader. Een toegefpykerde deur? Waartoe dan die voorzorg, mejuffrouw? Uw gelaat verbleekt... clarine. Ik heb recht my over de ergernis, die gy my aandoet ,beleedigd te achten... Weef, mynheer dat men tot diergclyke onderzoeken niet gerechtigd is. maxander, vader, met vreugd. Welk een verlichtende ftraal!... ö Gelukkigst Oogenblik myns levens ! zal ik myne vermoedens gelooven!... Die deur is een zwak beletfel... Ik wil die optrappen. clarine, zich voor de deur ft ellende. Hou ftand, mynheer, hou ftand... Help! m a x a ff der, vader, j Vergceffche tegenftand. Bergu, mejuffrouw, jk waarfchouw u. clarine. Welk een gewelddaadigheid! Help! help! Eenige huisbedienden, op het tooncel komende , blyven in de deur Jiaan. DER-  T O O N E E L S P E L 47, DERDE T O O N E E L. zoé, maxander, vader, clarine. Zoé opent de deur van het vertrek, en vult ham-' va' der te voet ; zy word door Clarine onderfleund. maxander, vader, met een pistool inde hand in't vertrek tredende. Indien gy hier zyt, ongelukkige! fmeek den Hemel cm vergiffenis. Zie hier uw laatfte oogenblik. (JVedcr op het tooneel komende.) Hy is, myn wraak ontvloden. zoé , geknield. Myn vader! maxander, vader, met verontwaardiging. Ik moest u nedervellen, u onder myn voeten verpletteren. Maar, neen: ik wil dat gy ieder'dag over uw verraad zult beeven... Hou op mee weenen: uw traanen verharden my. zoé. Ik ben niet vermetel genoeg om hier myne vergiftenis af te wachten; maar, myn vader! hebmedelyden met my, in deezen vernederenden en fchrikkelyken toeftand ! maxander, vader. Ik alleen zal niet ongelukkig zyn. .. Dat de wroeging u verfcheure en de fchande u verdelge! Gy zult de vruchten uwer wederfpannigheid plukken. Maak u tot alles gereed... Smeek nu den Hemel, dat hy myn fterfuur verhaaste; bid om myn' dood. Deeze wenl'chen zullen uwer waardig zyn. zoé. Ik omhels de zwaarfte ketenen met de volmaakte onderwerping; maar geloof voor 't minst, dat  4*! Z O É, dc hand, die my flaat, en. waaronder ik myvcfr.eder, ooor my geëerbiedigd, beminden gezegend word. marxander , vader. Ontaarde dochter, die, in één oogenblik , eene vyfemwintigjaarige tederheid en vadèrlyke zorgen vergeeten hebt... gy, die ik beminde, gy, die ik te veel beminde... myn vloek zy over u. z q é , met een' harden jchreeuw. Myn Vader! ftort op my al uw wraak; ik verdien ze; maar belaad my niet met uwe vervloeking. maxander, vader. Zy zal, tot loon uwer wederfpannigheid , op uw hoofd rusten , en ikzelf weet niet wanneer ik die zal opheffen. zoé. Indien 'ef, ö myn vader! om rhyhmisdryf uitte wisfehen, niets dan myn bloed vereischt word, ftort het vry; maar, ó myn vader, vervloek my niet!(Met gevouwen handen, haare oogen ten hemel heffende.') Goedertieren en barmhartige Hemel,die met een medelydend oog op boetvaardige harten nederziet! verlicht my, geleid my, Hort my in wat ik doen moet, om een' vader te vermurwen ,• om den blikfenl zyner vervloeking van myn hoofd af te wenden! maxander, vader. Gy had hem moeten aanroepen toen gy uw' fchuldig ontwerp fmeedde. De Hemel verhoort de gebeden eener wedeffpannige dochter niet, wanneer de wraakfehreeuw eens vaders die voortkomt, en haar aan de vervloeking, welke zy verdiende, overlaat. zoé. Helaas! alle misdryf is vergeeven , wanneer het door  T O O N E E L S P E L. 49 door een waar berouw gevolgd word... ó Myn moeder, myn moeder! waarom leeft gy niet meer! Ik roep u aan; dat myn ftem tot in uw graf doordringe! Spreek tot het hart myns vaders. maxander, vader. Uw deugdzaame moeder bloost over u... en moet zich gelukkig achten, dat zy hier geen getuige van uwe fchande is. .. Hou op haar aan te roepen: zy verwerpt uwe gebeden. c L a rinE) tegen Maxander, vader , op een' fmeekenden toon.- Ach, mvnheer, ik bid u, fpaar haar, uit medelyden. Zie hoe verzwakt zy is: helaas! hoe kan zy zo veel lyden wederftaan? maxander, vader. Rys op en herneem uw krachten... Gy zult ze noodig hebben in de proeven, welken gy moet ondergaan. - zoé, gezeten, nadat sy door Clarine is opgericht. Alle voorwerpen fchynen verduisterd. (Tegen Clarine.) Ach ! waarom leent gy my uw' bylland? Laat my fterven.-v .Hoe ftreelend zou de dood my in dit oogenblik fchynen ! maxander, vader., op een' fchimpenden toon. üe liefde bezielt ons met moed, en met zulk een gevoel kan men alles trotfeeren, alles ondergaan. (Na een poos gezwegen te hebben.) Maar, hoe! heeft hy u reeds verlaaten? is hy u zo fchiefyk onaetrouw? Veracht de verleider zyn' prooi dus het. eerst... Uw vader moet u nog geweld aandoen om u een . verblyf te verfchaffen... Uwe oogen fchynen het voetfpoor zyner treden te zoeken; gy zoud hem te gemoete gaan en fmeeken dat hy minder onverbHdelyk wilde zyn; hiaat in den loop zyner overwinningen is hy elders ongetwyfcld eene andere ongelukkige gaan zoeken , die D hy  5o Z O ê, hy even geuiakkelyk als u zal kunnen verleiden. z oé. Ik befchouw u als een ten hoogfte vertoornden vader, en buk vrywillig onder de hand die my kastyd ; maar, durf ik u dit zeggen, gy hoont Franval , tegen uw eigen geweten. Gy weet dat hy noch eerloos, noch lafhartig, noch verleider is; gy droegt hem achting toe, doch fints de hoogmoed, te eigen aan uw geflacht, uwe vriendfchap voor hem verdoofde, bebt gy hem niet meer willen kennen, en ziedaar de bron onzer onheilen... Neen, ik zal uw gezach niet weêrftreeven; ik.eerbiedig het, en zal myn noodlot moedig ondergaan.. . Waarom zyt gy geen getuigen van myn' zelfftryd geweest! Hy ging myne krachten te boven. Maar vergun my, vóór myn fterven, u te zeggen, dat het flechts van u afhing om een' buigzaam' en teder' zoon te vinden in dien zelfden man, voor wien gy alleen onbillyk waart, en naar wiens bloed gy heden zo wraakzuchtig dorst. maxander, vader. Hoe! durft gy hem in myn byzyn rechtvaardigen?- Laat gy u tot zo ver, door uw blinde drift, vervoeren? Stort my in 't graf; maar 1'paar my voor den laatften hoon. (Na een weinig ftilzwygens.) Dit is het kind, in wier deugden ik my eertyds verlustigde; het kind,dat ik zag opwasfen om de eer van myn huis en de troost myns ouderdoms te zyn... Hemel! ...Ik gevoel thans niets dan 't berouw van u voortgebragt te hebben. zoé. Ach! waarom ben ik geboren! maxander, vader. Waarom zyt gy niet in devvieggefmoord, eer.. zoé.  TOONEELSPEL. 5i zoé. De dood te ondergaan zou my minder moeijelyk zyn gevallen , dan uw onverbiddelyk verbod niet te overtreeden. maxandër, vader. Ik zou my door den tyd hebben kunnen laaten verbidden. z oé. Gy zoud u hebben kunnen laaten verbidden?... Zyt gy het, myn vader, die fpreekt ? ... Neen neen... 't Is niet dan een denkbeeld, 't welk gy my voorftelt om myn wanhoop ten top te voeren. . ma xand er , vader. Gehoorzaamheid en onderwerping zouden my hebben kunnen ontwapenen. zoé, op een drofgeestig.en toon. Hemel! is 't mogelyk!... Gehoorzaamheid! maxander, vader. Zy zou de waardigheid van echigenoote op uw gelaat geprent heoben; maar dien naam voor altyd onwaardig, van uwe bloedverwant n vervreemd, daar gy de lust van uw gedacht moest zyn, geniet gy, in plaats van vaderlyke vreugdetraanen en "zegeningen, niets dan ichaamte en fchande. Ik zie 'er u ongevoelig voor, omdat gy, aan alle plichten weêrfpannig, ondankbaar, ontaard, aan uw dwaaze liefde óvergegeeven, en misfchien in den grond van uw hart een vadermoordfter... .. ' zoé , met een flerke uitroeping. Ik, een vadermoordfter.... Hou op, myn vader , hou op! De ftraf gaat hier het misdryf te boven. MAXANDER , Vader. • Wat recht hebt gy op myn. medelyden?. Gy D * hebt  52 ZOÉ, hebt de deugd,die,in uwe kunne,alle de overigen voed, vertreeden; en wat moet ik van een ziel, die door de ondeugd bezoedeld is, verwachten ? zoé. Ik wil de grootheid van myn fchuld niet verkleinen; maar ik durf het voor u, en voor den Hemel , dien ik tot getuigen roep , en wiens oog alles befchouwt, verklaaren, dat dit hart onbevlekt is gebleven. Het is uw'toorn, maar geenszins uw verachting waardig. maxander, vader. Ik ben genoeg verlicht: wat raakt my wat gy zyt ? ik zie wat gy fchynt te zyn... Welaan , 't word tyd u naar 't klooster te begeeven, waaruit gy niet zult verlost worden, dan nadat myn ligchaam ten grave zal zyn gedaald. zoé. Mogt ik 'er, tot dien prys, nimmer uitkomen! maxande r , vader. 't Is voor de laatfte maal dat wy by elkander zyn; wy zyn niet meer gefchikt om byeen te blyven... De laatfte wensch, dien myne barmhartigheid u overlaat, is, dat gy den toorn des Hemels ftilt, en dat gy u met de deugden, welken gy verzaakte, moogt verzoenen. zoé. Ach! zo de Hemel voor een diep en waarachtig berouw gevoelig is, dan heb ik van hem reeds genade bekomen. (Tegen Clarine.) Vaar wel, mejuffrouw;, ik zal u nimmer vergeeten. (Zy omhelst Clarine, en zegt haar ter zyde:) Verwyder Franval , voorkom het grootfte onheil... Ik beef voor hem. clarine, ter zyde. Myn vlyt zal verdubbelen; verlaat u op my. (Over-  T O O N E E L S P E L. 53 (Overluid.) Ongelukkig en beminnelyk kind! mogt ik u nimmer gekend hebben! Ik zal (taande houden, dat gy zonder vlek zyt, dat uw hart edel en rein is; gy zult te eeniger tyd den toorn uws vaders verzachten en hy zal u befchouwen zo als ik u befchouw. Vertrouw op zyne gunst en de wedervcrkryging zyner tederheid, ZOÉ. 't Is de eenigftc gunst, die ik van den Hemel zal afbidden... Ik heb een groote misdaad gepleegd; ik ga 'er voor boeten, (Clarine omhelzende.) Vaarwel. Maxander, vader, zyne dochter by de hand vattende, wil vertrekken, doch word door zyn zoon, die zich in de (irmeti van Zoé werpt, weerhouden. VIERDE T O O N E E L. maxander, vader, maxander, zoon, ZOÉ, CLARINE. ZOÉ. Hemel, wat zie ik! myn' broeder! MAXANDER , ZOOn. Ach, Zoé, waarheen voert u myn vader?... Gy zyt in myne armen; zy zullen u niet verhaten. zoé. En gy durft my omhelzen! maxander, zoon, haar aan zyn boezem drukkende. Of ik durf!... Zoud gy in deezë vreesfelyke omftandigheden aan uw' broeder hebben kunnen twyfelen? Hoe zeer zoud gy hem beleedigd hebben! D 3 max-  14 Z O É, maxande r , vader. Ik herken u, ondankbaare zoon! wat iaagt u hier? Üw lafhartige vriendfchap voor een' verraader... In plaats van onzen hoon te wreeken, omhelst gy de party van een' fnooden verleider en word zyn voorftander... Kom , kom hem tegen my verdedigen; maar denk niet dat gy hem aan myn wraak zult onttrekken,- geen aardfche magt is in ftaat hem te redden. Gy zult hem van den dood, dien ik hem zwoer, met verlosfen, al bedekte gy hem met uw Hgchaam. maxander, ZOOn. Gy hebt het gezegd, myn vader. Ja, ik vlieg herwaards, en, dank zy den Hemel! ik komtyds genoeg om myne zuster, u, en myn' vriend, te redden. ' maxander, vader. Uw' vriend! maxander, ZOOn. Myn vader, de woede verbystert uw reden, en ik kom u aan uzelven wedergeeven. .. Daar gy alle drie. even fterk door drift verblind zyt, gebied my de geheiligde en gemoediade vriendfchap my te vertoonen, te fpreeken eii werkzaam te zyn. Hoe! zou ik myn zuster verhaten, daar ik zeden myne kindsheid aan haar verbonden ben daar haar hart en deugden my bekend zyn ? zou ik haar aan uwe geftrengheid overhaten, in een' tyd, waarin •gy. uzelv' niet meer kent? Neen: het bloed geeft my ook eenig recht... Zy heeft geen moeder meer, helaas ! oin haar zaak te verdedigen • zy heeft uwe achting verloren; ik wil trachten haar all' wat zy verloren heeft, terug te fchenken. maxander, vader. Vrees, u welhaast zo fchuldig te maaken als zy. max-  T O ONEELSPEL. 55 maxander, ZOOn. 't Vooruitzicht van haar altoosduurend onheil maakt my het fterkst bevreesd... Volg de gramfchap niet, die u beheerscht; aanfchouw veeleer kinderen, die op een' dwaalweg zyn, doch die tot u te rug willen keeren, en die tot uw hart om vergeeving roepen. , maxander, vader. Ik, vergeeven! maxande r, ZOOn. Ja; gy zyt vader... Ik zal dat hart zo lang beftormen, tot ik 'er eindelyk een gevoelige plaats zal aantreffen. Ik moet my tegen de berooving van haar vryheid verzetten.,. Gy wilt haar in 't klooster fluiten; maar ik zal 'er my tegen kanten; ik zal haar onder myne befcherming neemen, al zou het my het leven kosten. maxander, vader. Ik verwachtte deeze verregaande ftoutheid geenszins... Gy word dan allen vermetel, wanneer het 'er op aankomt, om my te braveeren. Zyn dit myn kinderen! zoé, voor haar'' vader knielende. Gy ziet my aan uw voeten, aan de felfte kastydingen, gehoorzaam en onderworpen. maxander, zoon, fchielyk. Gy zult my billyken, myn vader; maar in een' meer bedaarden tyd... Wees minder onverbiddelyk, en wy zyn altyd uw kinderen. Kan niets u treffen ? Myn ftervende zuster, myn fmart en myne traanen... Zie wat gy met uw' onvefzoenlyken haat hebt verricht. Uw onverzettelyk gebod moest ondervinden dat het voor het vermogen der liefde niet beftaan kon ; gy hebt de fterkïtc banden willen brecken. En, waarom ? Om een valsch punt van eer, om een perfooneel misD 4 noe-  56 Z OÉ, noegen, het geen hen niet betrof. Ik heb haare fchqonfte dagen , door droefheid en kwellin'olangzaam zien verteeren. Zy wilde u gehoorznamen ; zy verviel in eene doodelyke neêrflachtigheid. Zo veel rampen (beefden haare krachten te boven , en verbysterde haar reden. Zy heeft dikwyls gewenscht van den last van 't leven bevryd te zyn.... Ja,zy heeft het u niet te danken, dat zy niet van fmart geftorven is. maxander, vader, bleek van woede. Maxander ! maxander, zoon, driftig. In den ftaat waarin ik my bevind, ben ik myzelven geen meester, en ken geen ontzag. Het betreft haar rust, en, ik durf het zeggen, de uwe... De Hemel wilde dat zy hem zou wederzien , en dat zy elkander des te fterker zouden beminnen, Verre van u door zo veel ilandvastigheid te laaten beweegen , hebt gy hen in de uiterfte rampen willen Horten 't Is geen wederfpannigheid, t is de verliefde wanhoop, die haar in de armen van hem, dien zy beminde, wierp Zv heeft een juk, dat haar onverdraagelyk wierd verbroken : zy heeft den verlosfer, die meer vermogen op haar ziel dan zyzelve bezat, gevolgd. maxander, vader. Uitzinnige! waant gy dat uwe zinneloosheid mv zal verwinnen? Denkt gy dat uw vcrbeeldhi» de myne zal misleiden? Lafhartige! indien ik ubehoor gaf, zoud gy my zo ver vervoeren, dat ik jny voor den fchaaker van myne dochter zou vernederen ; dat ik hem zou bidden haare hand te aanvaarden. Neen , ik ben boven de beguicheling waartoe gy my zoekt te brengen. Haar vonnis is door my, als meester en volftrekten rechter over haar gedrag, uitgebroken ; zy zal het ondergaan. m a X-  T O O N E E L $ P E L. 57 MAXANDER , ZOOn. Men is aan zulk een ftandvastige, en, ik durf zeggen, aan zulk een volmaakte liefde , eerbied veri'chuldigd... Door hoe veel fmarten is haar misdryf niet reeds geboet ? Zult gy haar hart veranderen door het van droefheid te verfcheuren? Zy zal hem, in haar verblyf, aan de voeten der altaaren , in ftille eenzaamheid , beminnen ; zy zal hem overal befchouwen, en overal, van hem afgezonderd, zullen kwellingen en traanen haar leven, eer dan haar liefde, uitputten. maxander, vader. - Dus maakt gy u zyn medeplichtige, dus heeft hy 11 met haar bedorven; hy heeft met denzelfden flag alle gevoelens van eer in uw' boezem verdoofd. Hoe zeer veracht ik u!... Is het wel in myne tegenwoordigheid, dat gy durft fpreeken van de liefde, die zy toedraagt aan een' man, dien ik haat. MAXANDER, ZOOn. En waarom haat gy hem? maxander, vader. Waarom? 't Is mogelyk dat my dit gevraagd word van een' zoon, die, verre van zich aan zyn' vaders zyde te voegen, de party van een* laagen verleider omhelst! MAXANDER, ZOOn. Hy?... Wat had hy noodig zyn toevlucht in de laagheid der verleiding te zoeken, daalde natuur hem fchiep om alle gevoelige zielen, op 't eerfte gezicht, in te neemen? Ondervraag haar,gy zult haar allen zien deel neemen in zyn* toeftand, zyn fmarten zien gevoelen, en eindelyk alle monden gereed zien om voor hem te fpreeken. Indien zy te vuurig beminden , leg hen de verplichting op van onderling te bcmiur D 5 nen  53 ZO É, nen met eene liefde,die door de wetten is goedgekeurd... Zy vliegen naar die banden, en gy verbreekt ze op 't oogenblik wanneer hunne handen gereed zyn om dezelven te ontvangen. maxander, vader. Wat word de eer, die ons dierbaarder dan het leven moet zyn? Zal de hoon, welken hy ons gellacht aandeed, ongewroken blyven 9 [Ga zwakke en lafhartige ziel! ga hem nog ftreelen, ga hem blyken eener flaaffche vriendfchap bewyzcn» maxander, ZOOn. Ik ken hem, eu hy heeft myne achting niet verloren. De waare eer beflaat in rechtvaardig te zyn, en de fmarten, welken men zichzclven aandoet! niet op anderen te wreeken. Hy is fchuldig; maar hy kan zyn fchuld herftellen. 't Is thans geen tyd meer eene neiging te beftryden, welke gy gewettigd hebt, en die niet dan met hun le. ven kan eindigen. Alles,tot zelfs uw onbefcheiden woede,geeft haar over aan den man, dien gy vervolgt... Waarom heeft uw haat dat gevoelig en edelmoedig karakter ten voorwerp ? Ik heb u zely de gaven, welken hem door de natuur sefebonken zyn, hooren roemen... Gy wenschte uzelv geluk, met zulk een' fchoonzoon te hebben aangetroffen. Een niets beduidend verfchil kwetite uw hoogmoed; uw bloed wierd verhit; men laat zich niet overreeden; en ziedaar uw gramfchap' opgehitst... Gy waant uw waardigheid en rechten vernietigd ; en de fchuld van een' ander' op den onfchuldigen werpende, ontzegt gy uw huis aan hem , voor wien gy het hadopcngefteldeensklaps verbied gy hem te beminnen, als of zulks in zyn vermogen was... Hy fielt alles in t werk om u te bevredigen; maar altoos onverbid-  TOONEELSPEL. 50 hiddelyk, blyft gy ongevoelig voor de onderwerping zyner liefde , voor 't geween zyner taart» MAXANDER, Vader. Hy had myn verbod moeten eerbiedig m, zich verwyderen zo als ik hem bevolen had, oen tyd -afwachten , en middelen gezocht hebben om my te verzachten. MAXANDER, ZOOn. Maar zyt gy te verzachten? Ach! indien gy, het lot van eenen ongelukkigen, dien zich uw zoon wilde noemen, eindelyk beklaagende, indien -<*v uwe voorige genegenheid voor hem herroemen'ie, in zyn fchuld niets dan een zinnelooste liefdedrift wilde befchouwen, en op die wyze de onheilen van ons drieën wilde afwenden, welk een heilryk oogenblik zou dit niet zyn! Hoe zoudenuwe kinderen zich aan uwe voeten werpen ! Hoe ,20uden zy die met vreugdetraanen befproeijen! maxander, vader. Hoe veel verfchilt gy van my, Maxander ! Neen,gy zult nooit anders dan de laffe en zwakke ziel van uw modder bezitten. Ik wenschte de mvne in u te kunnen doen overgaan. Gy weet niet waartoe deeze billyke geftrengheid ftrekt. Geen myner daaden laatcn een vernederende lchaduw na. Door dit ftandvastig karakter heb ikde aanflagen der booswichten,en hunu laster, afgeweerd. Alles wil,alles eischt dat ik hem ™\y Doorloop myn leven; niemant hoonende, heb ik ook nimmer hoon geleden; de zwakheid onteert den man, die, al te toegeevende, niet op eene genoegzaame wyze gevoelt , wat men aan de eer verfchuldigd is. Men moet de vermetelheid en ongebondenheid weeten te verfchrikken. Zodra ik my van myn' hoonbewerker zal gewroken hebben , ben ik voldaan , en bid om myn dood.  Co . ZOÉ, Hy zal niet lang meer toeven om myne fchande fl(maiVe Ö,°Cn fiaóiS™> De wanhoop heeft, zedert drie dagen , myn leven aanmerkelyk £ w AVVa,aröm zoude ik "°S la"§cr wiliP lJ ,L7enp?,ïW,at,kan mv "°S 3311 deeze waereld Kaan! W°ed tegen ffiy zien Maxander, zoon, « gevoel. Ween, neen , uwe kinderen hehooren u, zv beminnen u... Zie ons naby uw hart, laat het zich voor onze gebeden niet fluiten; fpreek flechts één woord, en alles is herfteld. Schenk het leven en de eer aan uwe dochter weder; gy zult m haar dezelfde deugden, die u zo dierbatr waaren,wedervinden Die zelfde liefde,die hen van j l fpoor braSt ' zal > wettig geworden -zynde, het begin van hunne welvaart en de bron van uw geluk zyn- Ach , myn vader! vervolg de e;mgrte dochter niet, die u van den Hemel gelcnonken is; vervoer tot geen wanhoop den man, dien gy beminde, en dien gy mogelyk nog zoud beminnen, wanneer... T, e • marxander, Vader. beet in dit oogenblik voor uzelven, in plaats van voor anderen te fmeeken. maxander, ZOOll. Hoe! zou ik die gunst van u niet erlangen! (Jiy werp zich aan zyns vaders voeten.) Ik zal die van u erlangen, of aan uwe voeten fterven. De ongelukkige Franval verootmoedigt zich door myn (tem, omhelst uw knieën, en fmeekt om de genade, die men aan 't berouw fchuldig is. maxander, vader. Ik heb u verboden dien naam in myn byzvn te noemen; dien naam, die te fchande moet worden , en die myn' toom aanhitst. Ik heb willen zien --j ™ ..„.„ ,„llg ull.cl iUeven om myne ichande  T O O N E E L S P E L. 61 tziétt tot hoe ver uwe onwaardige verbindtenis" u zou voeren. Jk ben verlicht, en bloos het te zyn. (Tegen Zoé.) Verwyder u terftond... Dat men my volge... maxander, zoon, ontfleld, en zyne zuster in de armen noemende. Gy verfcheurt my de ziel , myn vader. .«Neen , gy zult haar niet opfluiten... Vermits gy baar wilt dooden, blyft haar niets dan my overig. Ik blyf haar beftendig by. maxander, vader, met opgeheven hand, zyn' zoon bedreigende. Sla de oogen neêr , vermeetele ! en vertrek uit myn byzyn. zoé, geknield. Ach, myn vader, 't is voor my dat hy fpreekt! Dat uw toorn niet dan op my ftorte! maxander, zoon, zyne zuster andermaal omhelzende. Sla toe; ik verwacht den flag... Eer gy haar het leven beneemt, ontruk my het myne. Gy 'zult my daardoor van veel kwellingen bevrydeh... Ik verberg den grond van myn hart niet langer , en ik zal het opeutlyk zeggen, indien de vereeniging deezer twee gelieven van my afhing, twyfel dan niet,dat ik, den haat, die u bedriegt en verblind, verdryvende, 's Hemels fchikking zou vervullen. .. Straf my om deeze bekendteuis. max a"n der, vader. Ontwyk myn gezicht, onwaardige zoon! Ga den eerloozen, dien gy bemint, wedervinden. Ik ken u niet meer. zoé, haar' broeder weêrhoudende. Ach, myn broeder, bezadig u!... Ik zwicht voor het gezach dat gy altoos hebt geëerbiedigd ; ik zal, by het herdenken uwer tederheid ,  62 Z O É, heid , myn onheil kunnen verdraagcn ... Uwe edelmoedige vriendfchap vertroost rnyin alles. maxanhek, ZOOll. Hoe zeer be won oer ik uw' moed!... Gy zyt dan irerk^ genoeg om over uw traanen te gebieden... En ik, helaas! ik zwicht! Zuilen wy dan van eikanuer gefcheiden moeten Iteven ! z 'i é , met tederheid. Onze harten zullen ongefcheiden zyn. Vaarwel , waarde broeder! VT F D E T O O N E E L. maxand gr, vader, maxander, zoon, z O é , c l a rin e', a n d r é , ' maxander, vader , tegen André. Zyn de paarden ingefpannen ? A n d r é , gelaarsd, en met den zweep in de hand. Ja, mynheer. ..- v ■ i maxand ER, vader. . Gy zyt onverdraaglyk langzaam (Tegen zyn' Zoon.) Onvoorzichtige ! gy dacht üw zuster te dienen; doch gy hebt haar ketenen verzwaard... Ik zal u in haar ftraffen. Gy zult de miruren van haar klooster zien, zonder haar ooit te kunnen genaaken; gy zult van haar gezicht beroofd zyn... Ontaarde kinderen! gy zult my. kunnen trotfeeren, maar 't zal zyn.^na myn overlyden; vóór dien tyd zal ik u myn gezach doen gevoelen... Ga den verleider, dien gy verdedigt, opzoeken ; zeg hem , dat gy , door zyn i voorbeeld aangemoedigd, zyn fehuldige vermetelheid navolgde. . Maar voeg 'er tevens by , indien ik myne verongelyking niet welhaast met-myn eigen hand wreek, dat .ik, ik zweer het by de eer!  T O O N E E L S P E L, $ft eer! zyn hoofd op een fchavot zal doen vallen. (Zoé by de hand vattende.) Volg. ZOÉ, haar en broeder omhelzende. Vaarwel, myn broeder! (Tegen Slartne.yVaarwel, mejuffrouw! Zy word, door haar' vader, weggevoerd. ZESDE T O O N E E L. MAXANDER, ZOOn, CLARINE, ANDRÉ. MAXANDER, ZOOn. Hy voert haar weg; niets kon hem beweegen. Ik hoopte zyn ziel tot zachtmoedigheid over te haaien... Met één woord heeft hy al myn ftandvastigheid vernietigd... Zulk een waardig en dringend belang kon my alleen verplichten de paaien, welken ik fteeds eerbiedigde, te buiten te gaan... Helaas! aan welke klachten, aan welke traanen zal zy zyn overgegeeven!. .. Haar verdriet alleen zal haar vergezellen, en ik zal haar zelfs niet kunnen vertroosten. Haar byzyn is my ontzegd. <. Ik vleide my nog deezen morgen met de zoete hoop; zy is my benomen. Wat zal ik haar' ongelukkigen minnaar zeggen ? Hoe zal ik hem dit ongeval berichten ? Hoe zal ik hem voor zichzelven behoeden? Hemel ! hoe ben ik voor zyne wanhoop beducht! AN p RÉ, half weenende. Mynheer, waarom moet ik door myn' dienst verplicht zyn, om in deeze wegvoering de hand te leenen!... MAXANDER, ZOOn. Zyt gy het, myn goede jonge, die my gisteren avond dien brief bragt ? ... Ik heb u, in myn ontfteltenis, niet herkend. AN-  64 Z O É, a n d r é. Och, mynheer , ik ben zo mistroostig en bedroefd als gy kunt zyn. maxaüoer, zoon. Myn waarde vriend, waarom heb ik het gebeurde niet voorzien ! Ik zou. .. Wat moet ik lyden! ... helaas; Wat zal ik doen! Naar welk een' kant zal ik myn fchreden wenden!... Verfchrikkelyke toeftand! (Tegen Clarine.) Mejuffrouw, ik bid u, hen door een' vertrouwd' pèrfooh te hiaten volgen, opdat ik het verblyf, waarin zy opgelloten word, weete. Ik zal misfchien door myn brieven middel vinden om haare flaverny te verzachten... Zy verwachtte my, helaas! om haar tot een' vader te (trekken... Gy ziet dat de Hemel het anders begeerde! and ré. Inderdaad, mynheer! uw goedhartigheid maakt hiy geheel bewogen, en ik weet niet hoe ik van myif kant moeds genoeg zal bezitten, om de hand tot zulk eene treurige onderwinding te leenen... Is 't mogelyk dat men zulk een lieve jonge juffrouw met geweld naar 't klooster kan voeren, en dat nog wel op 't punt van trouwert! (Half weetiende.) Ach! dat doorboort my 't hart! maxander, vader, achter de fchermen. Andrd! andré. Ik kom, ik kom... De avond valt, en 't zal een nacht worden zo duister als ooit... (Tegen Maxander , zoon.) Laat my zien, mynheer , wat 'er van dit alles zal worden. Want ,■ ziedaar , ik deel in uwe droefheid. maxander, vader, als vooren. Andrd! • ■ an-  f Ö O N E È L S P E L- 6s AND llè , met moeijelykheid. Nü ja, ik kom , ik kom. (Tegen Clarine.') Volg my, mejuffrouw; ik heb u ietsin vertrouwen te zegden énikbenbly dat ik 'er u van verwittigen kan... fk zal u dat alles in 't naar beneden gaan zeggen, ZEVENDE T O O N È E L. MAXANDER , ZOOll. 6 Zuster, fints uwe kindsheid vari my zo teder bemint, zult gy den ftorm van'tonheilwederftaanj Hoe dikwyls zult gy my met eene itervende eii fnioorende ftem roepen! en uwe klachten zullen zich in een eeuwig llilzwygen verliezen!... En gy, nog ongelukkiger,gy, waarde Franval! ranlplpoedige Franval! zulc gy de kracht bezitten om een droevig bericht aan te hooren ? De flemel is myn getuige, dat ik haar voor u niet heb kunnen redden. Zy wierd my door een' vader betwist... Helaas! ik verbeeld my u te zien, Itervende, in myne armen bezweken, en 'er het leven in ve'p. foeijende !... Wat zal ik op uw droef gekerm antwoorden P Ik heb al myn' moed noodig; maat ik gevoel dat dezelve op het gezicht uwer wanhoop zwicht... Ikzadig u, rampfpoedige vriendI wacht alles van den tyd, en ontvang in myne omhelzing het loon van myn zusters tedérheid... Ja, zy zal leeven om u te" beminnen... Zy zal niet meineedig zyn: zy bezit een grootheid van ziel, die de uwe waardig is: zy begeert Hechts dat gy zult leeven,. Maar wat doe ik! vliegen wy naar den raropfpoedigen, die van zyn ongeluk onbewust is; beletten wy dat zy eikanderen op den weg ontmoeten... Myn hart beeft op het enkel denkbeeld. .. Laat ons vervolgens trachten hem verre Van dit rampspoedig huis te vervvyderen. Einde van het tweede bedryf. E DER-  é6 Z O È, DERDE BEDRYF. Het tooneel verbeeld een 'andere kamer in dezelfde herberg, 't h nacht; men ziet een ' brandende kaars in een' hoek van het tooneel. EERSTE TOONEEL. franval, driftig en buiten adem op het tooneel Komende; en met een ongerust en verwilderd gelaat overal rondziende. . ik vind dan- eindelyk licht... Hoe hier ook meroant. (Hy roept:) Mejuffrouw Clarine ! Men antwoord niet... Hemel! waar mag zy zich op dit uur bevinden ? Myn ongeduld en angst verdubbelen!... (Hard (tampende.) Is 'er ie mant! jioia.' geef antwoord!... Welk een ftilte! Men Komt eindelyk. TIV E EDE TOONEEL. fra.nval, bertrand. bertrand, 0p een' langzaamen en droefgoesligen toon. XU.oe! zyt gy 't, mynheer ? franval. Ja, ik ben het... Waar is Zod ?... Waar h mejuffrouw Clarine ?... Wat doet zy ?... Antwoord m'y. BERTRAND. ; Zy zit in een' hoek van de zaal, zonder licht, ia de uiterfte droefheid. F R A N  tOÖNÈELSPEL. 67 FRANVAL, Wat zegt gyP Is zy bedroefd?... Eene alge meene beeving bevangt my... ij Wat maakt haa zo treurig? BERTRAND. Zy is troosteloos, en ftaat niemant te woord, fints die jonge juffrouw vertrokken is. FRANVAL. Vertrokken? Hoe! wat zegt gy ? Vertrokken! Hemel! myn hart breekt! BERTRAND. ik verzekér Ui, mynheer, dat zulks veel ge^ ruchts in dit huis veroorzaakt heeft. Wy zouden haar nimmer hebben laaten wegvoeren , indien het haar vader niet gedaan had. FRANVAL. Haar vader? 6 Woede! ó razerny! Die wreedaart! Haar vader ? Zou hy gekomen zyn, zou hy haar aan my ontrukt hebben ? BERTRAND. Hy heeft ons allen grooten fchrik aangejaagd* dat verzeker ik u. FR A NVAL. Ongelukkige!.;. Berg u voor myn woedé* Zoé!'Zoé! Bemand, verschrikt en neemt de vlucht. F R A N V A L , op een' Jloel vallende. Ik ken myzelven niet! Ik ftetf! DERDE TOONEEL. FRANVAL, CLARINE. FRANVAL , driftig opjlaande en zich in de amen i>an Clarine werpende. jVTejuffrouw. Ê 2 CIA*  69 ZO É', clarine. Ach! mynheer, bezadig ul ... Hebt gy uw* vriend niet ontmoet ? Hy is u te gemoet' gereden. franval. Wie? Welk een' vriend? Maxander? Heeft hy zyne zuster voor my behoed?... Heeft hy haai' verdedigd? waar is zy? waar is zy? Antwoord my; langs welk een' kant moet ik haar treden volgen?... Een verfchrikkelyke wanhoop ver-» bystert my reeds-.. Ik zal haar wederzien wat inen ook verrichte. Ik wil myn hart en myn leven aan haar voeten laaten. c lariniï, weenende. Helaas! zy is, ondanks onze zorgen en poogingen , wedergebragt onder het gezag van den onverbiddelykften man... franval, met een' harden fchreeuw. Ach! Gy kondigt my den dood aan. clarine. Ach! mynheer, dank den Hemel,-dat gy hier niet zyt gebleven. Gy waart ontzield... Een gelaadcn pistool iu de hand houdende, dacht hy op u los te branden... Ik beefde, als of gy tegenwoordig waart geweest. franval. Waarom beeft hy myn bloed niet op deeze meuren doen fpatten ! Ik zou minder lyden... Ga , ïnv traanen komen te laat. Ik zal van myne wederhelft niet lang gefcheiden zyn... Sterven wy geheellyk , nu ik voor haar niet meer leef... (Zyn' degen trekkende.) Dit ftaal... clarise, hem wederhoudende. Wat doet gy!... Hou Hand... Help! f r a n v al , zich losrukkende. Laat my begaan... Ik wil lierven. VIER-  TOONEELSPEL. 6> VIERDE TOONEEL. franval, maxander, ZOOtl, clarine. MAXANDER, zoon, den degen aan Franval ontweldigende. Hou ftand, ongelukkige vriend, hou ftand !... Myn zuster beveelt u te leeven. FRANVAL. Uw zuster? zy is niet meer hier. .. Gy hebt my dan verraaden ? maxanper, zoon. Ik, u verraaden? franval. Ia, wreedaart! indien gy niet zelfs met gevaar van uw leven geftreden hebt, om haar aan haar' tiran te betwisten en te ontweldigen. MAXANDER, ZOOn. Geftreden ! Tegen wien ? Tegen een' vader! franval. Tegen de geheele waereld... Hy, vader? Hy is dien naam onwaardig... Hy heeft 'er al de rechten en kenmerkenj van verloren..'t Is een barbaar, die de liefde van twee onfchuldige harten beleedigt. Ik eerbiedig hem niet meer; en zyn zyou... maxander, zoon. Is uw vriend. franval. Neen, hy bezat geen' moed, en doorhem is myn ongeluk voltooid... Gy Mort traanen... 't Is nu geen tyd meer! Gy voorzaagt dan myn wanhoop niet ?... Zwakke en lafhartige vriend! hoe weinig kent gy de liefde , die in myn' boezem brand!... Ga, daar blyft voor my niets overig dan de dood aan te roepen. Uw zuster zal ook F, 3 fter-  7° Z O É, ftervcn, en gy zult daarvan de oorzaak zyn. Geef my myn' degen weder; opdat ik myn lmart verhgte. _ Verlaat my... Ik heb uwe envruchtbaarc vriendfchap , uw tederheid , en' zorgen niet meer noodig. (Ma een flaamve ftem.) Alles verduistert , alles eindigt voor my. (Ily valt als in o«magt op een' ftoel.) maxander, z0011. Ach! myn broeder, myn vriend! keer weder uit deezen doodlyken toeftand. (Tegen Clarine na een wewig zwygens.) Die ongelukkige! Kon hy flechts traaneq ltorteu! franval , Jchielyk opfiaandfi en met hevishsid. Maar wat zeg ik ? Ik ben die lafhartige. Heeft zy myne eeden met ontvangen ? heeft zy zich niet aan my overgegeeven?... Zy heeft my tot echtgenoot gekozen; zy behoort my... Welaan ik zal hen wel weeten te achterhaalen... 't Is CCen vader meer; (ach! ik beminde hem nog!) maar 't is een haatlyk medeminnaar, dien ik vervolg... 'k Heb voor myne oogen niets dan het denkbeeld zyner wreedaartigheden; ik val op dat voorwerp myner woede en verniel hem... maxander, ZOOn. Houtop, Franval! franval,!» woede. Wilt gy hier uw leven tegen het mvne verdedigen? Ver wydcr u. Gy zyt de zoon van myn'rampbewerker. J 1 maxander, ZOOn, Hoe kvyalyk kent gy my, ondankbaare! my, uw vriend Maar ik zal 'er noch den naam , noch het kenmerk, noch de ftandvastigheid van verliezen , en ik zal het, ondanks uzelven, in deeze vreestelyke oogenblikken, meer dan ooit zyn. fran-  T O O N E E L S P E L. 7i FRANVAL. Vrees... vrees, zeg ik u. MAXANDER , ZOOn. Zoé {preekt tot u door myn ftem. Zoé beveelt U haar niet te volgen. FRANVAL. Zoé? Ach ! 't is op dien naam, dat ik vlieg, dat ik tref, dat ik myn' fchat herneem. MAXANDER, Z0011. Uitzinnige! myne armen zullen u ketenen, en ik zal u in uwe zinneloosheid behoeden. FRANVAL. Gy zyt dan de medeplichtige van dien barbaar i wel nu', laat ik hier een' aanvang maaken met my op u te wreeken. MAXANDER, ZOOn. Zoé heeft zich aan haar noodlot onderworpen. FRANVAL. Ach! ik geloof het! wat toevlucht kon zy, zo teder, zachtzinnig, en onfchuldig,tegen de wreedheid hebben? Maar gy, wien ik haar vertrouwde... MAXANDER, ZOOn. f Wat zegt gy? ik was u dan het leven van myn vader fchuldig? Is het op deeze wyze dat gy de liefde bezoedelt?Denkt gy door geweld, fchaalung en moord, haar bezit waardig te worden *... IM Zoé deeze overmaat van woede goedkeuren i Deei veeleer.,. F R AN VA L. Ik, beevcn ? Gy ziet haar niet zo als ik in manen , of het geen 'nog 1'ehrikkclyker is, in een Ipraakeloozc wanhoop... Men kerkert haar in een eenzaam verblyf. Haar fchoonheid, haar jeugd zullen in de duisternis van 'een eeuwigduurend kloo'ster, afneemen en verwelken; en voor my zal niets dan een vruchteloos zuchten en het ftorten £ a yan  Z O É, van onvermogende traanen overblyven !... Wat zal 'er dan worden van die vuurige en onverfchrokkeii drifc, die my bezielt, die my geheel verteert, en die my aanzet alles te óndernëemen om haar weder te bezitten. (Als of hy 3(ch alleen bevond.) Neen, neen, aanbiddelyke vriendin! gy zult niet veroordeeld zyn, om voortaan, buiten het gevoel der liefde, te leeven; ik zal myn leven opofferen, om u in vryheid ie flellen; en indien ik de yzeren traliën, die u gevangen houden, niet kan verbreeken, zal lis, op den voormuur, die my van u fcheid, ftervende, dien met myn bloed verwen. .. MAXAWDER, ZOOn. Hoe verfchrikkelyk is uw wanhoop voor hen, die 'er getuigen van zyn!... Keer weder tot uzelven , waarde Franval, keer weder totuzelvcn.1.. Erkent gy in my den broeder van Zoé niet? FRANVAL. Zy is my ontrukt. . Ik heb geen' broeder meer; ik heb niets meer op de waereld! MAXA N DER, ZOOn. Gy beleedigt my... Maar ik zal my aan ailes blootftelkn, veeleer dan u aan uzelven over te laaten. FRANVAL, met de uiterfle hevigheid. Gy doet my een dierbaar tydftip, waarvan myn vyand z;ch bevoordeelt, verliezen!... Verwyder H, zeg ik ; of ik fta geen borg.,. MAXANDER, ZOOU. Voleind, dolzinnige! geef niets dan uw razerny gehoor; (lel alle plichten en deugden ter zyde. Ik befchouw in u niet dan een hart aan 't laage gevoel der wraakzucht overgegeeven. Heeft 'er de liefde in kunnen heerfchen!... Ik moest u in dit oogenblik haaten j maar neen; gy  TOONEELSPEL, 73 puit •> 001 deeze p:aat? te verhaten, over het ligcha am van uwen vriend moeten treeden. franval, als uit een' moeijelyken droom ontwakende en Maxander, zoon, mtt verwondering bejchouwende. Is het tot my, dat gy dus (preekt! Ach! Maxander welk een vonnis hebt gy uitgelproken! wat heb ik gezegd? wat heb ik gedaan? MAXANDER, Z00I1. Gy verwvt mv dat ik geen vadermoorder ben geweest, eh gy 'beeft 'er niet van ,J.. fkanval, met verwondering. Ik? maxander, zoou. Gy zegt, de kinderen te beminnen, en gy wilt hunn' vader ontzielen? franval, met de uiterfle verwondering. Ik! maxander, ZOOn. Wreedaart! gy verwekt myn hart en hand tot wederl'pannigheid... Beef van fchrik!... Welk bloed vloeit" in myne aders ? Welk bloed fchonk Zoé het leven? antwoord my... Vrees u haatelyk te maaken by hen, die u tot nu beklaagden , en beef eene eeuwigduurende fcheiding tusfchen ons vast te (lellen. franval, eindelyk een' traan van gevoeligheid ftoriende, en zieh in de arm.-n van Maxander, zoon , werpende. Ach! vergeef, myn vriend, vergeef de uitwerkfelen van het lyden. Van alle kanten geweldig verfcheurd, kan ik den pyl, die myne wonde vergiftigt, niet uitrukken... 'k Heb één gelukkig uur in myn leven genoten, één uur! het is vervlogen : een oogenblik heeft my weder in den afgrond eeftort, en ik ben die ongc'ukkigen gelyk, p 0 7 ü 5 wier  » zot, wier ftraf niet uitgefteld word, dan om hen die gevoeliger te maaken. Myn gclukzon begon te daagen, en ik Hort op nieuw in dei) 'nacht van vernietiging. MAXANDER, ZOOn. Waarde Franval f geloof my, de hoop is nog niet geheel uitgehluscht. Myn zuster heeft het beloofd ; zy zal voor u dezelfde gevoelens behouden; en gy weet, dat haar hart'niet gefchikt Is, om meineedig te worden. Stel Hechts deezen dag uw' moed op de proef, en fta het onheil door; dat is de eerfre ftap, om u naar een geluk-, kiger toekomst te leiden; het kan voor u van 'c epne oogenblik tot -het andere opdaagen; het geen u 't lot ontneemt, kan 't lot u wederfchenkeii... Ik bemin u als den geliefdften broeder; maar geloof,'dat uw ongeluk de geheiligde vriendfchap , die ons alle drie vereenigt,verdubbelt,en dar myn zuster zelf,indien ,het zyn kan,u daarom te fterker zal beminnen .., FRANVAL, met zachtzinnigheid. Ach! beken het, myn broeder, beken het; wy zouden alle drie, aan 't einde der waereld, hebben kunnen .vluchten, en daar, in eert onbekende vryplaats, voor de vriendfchap, tederheid, en liefde leeven.., Haar plaats zou zyn tusfchen ons beiden te zitten... Haar hart beantwoord zo zeer aan het onze... Zy zucht in dit oogenblik, en roept ons met eene treurige ftem ... Ieder traan , dien ik van haar wangen zie vloeijen, valt op myn hart als een gloeijende kool... Ik wilde haar niet bezitten, dan om haar gelukkig te maaken; en ik word de oorzaak der rampen , welken zy ondergaat!... Wanneer zullen dezélvën eindigen!... Zal een vertoornd vader weeten te vergceven, of zal hy zich laaten vermurwen?... Ach! Maxander, geloof my, myn  T O O N E E L S PEL. 75 myn hartstocht vermeestert my niet volftrekt; ik, open u myn hart en ziel, zo als de Hemel dezeiyen doorgrond: vertrouw, indien ik my in dit oogenblik uit haar gedachten kon verdryven, en haar, tot dien prys,die vrede,die rust, dien eerflen ftaat van gerustheid, welken de liefde deed vcrdwynen, kon wedergeeven, geloof my, geloof 'er uw' vriend in, dat ik, hoe diep verfcheurd < oor 't verdriet van voor haar niet meer te beftaan, myn fma'rt met flandvastigheid zou ondergaan, en* dat ik, met het lireeleud denkbeeld dier offerhaiide , zou iterven , zonder my te beklaagcn'; maar Zoé, van haare vryheirt beroofd, zuchtende, tot de kwellingen der flaverny veroordeeld te zien, en te dulden dat zy zulk een langduurige ftraf, zo wreed voor die heeft wccten te beminnen , lyde ! Neen , neen: deeze pooging is boven myn vermogen... Ziet gy haar?.. Zy fterft en houd haare oogen op ons ge vèstigd. (Hy ziet Maxander, zoon, weeneu.) Helaas! gy hebt nog traanen om te ftortén ; maar de mynen zyn uitgeput. (Met het hoofd op den boezem van Maxander, zoon, liggende.) He dood js hier, ik gevoel het; gy zult uw' vriend welhaast verliezen, ik wilde my bedwingen : maar 't verdriet, dat my verteert, is te lterk : ik bezwyk 'er voor. ffi blyft eeitige cogenblikken in eene treurige ' en flilzwygende houding. VT F D E T O O N E E L. MAXANDER, zoo!!, franval, clarine, a N D UÊl A n D R f., gelaarsd en met den zweep in de hand, op zyn toonen loopende , en fchk'yk biniun kimende. T'ïoe! vind ik u allen hier? Toe , fchielyk, fch.ieJyk ! maakt dat gy hier van daan komt. c l a-  f6 zot, CLARINE, verfchrikt hem weder te zien Hoe! wat is het ? reeds te rug ? A nd RÉ, tegenvallen. Zo als je ziet. Maakt maar dat gy we" komt eer ze ons overvallen. allen, bohahen Andri, Wie? a nd ré. De oude heer met zyn dochter. franval. Met zyn dochter! ó onverhoopt geluk! Ik wil hier blyven! ik wil haar zien. .. maxander, zoon, tegen Franval. Gy zult ons allen bederven, indien gy u niet bedwingt. A N D R É , tegen Maxander, zoon. Gy fpreekt verftandig, mynheer; maarhy,hy weetniet wat hy zegt; hy is niet wél byzyn poliïive... Ik hoor hem komen... Vermits hy daareven niet vermoedde, dat dit achterhuis tot de herberg behoorde, heb ik hem dit vertrek, het welk hy niet kent, aangewezen. CLARINE. Laaten wy ons aan zyn gezicht onttrekken... (Franval by den arn} neemende.) Laat u dan vervoeren, mynheer! ga met my, ik zal u in 't npaste vertrek brengen , waar gy haar door de reet van de deur zult kunnen belchouwen. (Zy /loot hem van het tooneel, en zegt vervolgens- teven An* dró:) Gy, blyf hier. * ZESDE TOONEEL. AND RÉ. _ Wat zal die dolle man verwonderd zyn als hy zich in dezelfde herberg, waaruit hy vertrok, zal we-  t O ONEELSPEL. rt wedervonden! En hoe zal zich dat lieve meisje, dat naar 't klooster dacht te gaan, verheugen, als zy zich hier wederziet! Maar, 'k hoor iemant knorren... 't Is onze man. Hy fielt zich in een' hoek vooraan op het tooneel, ZEVENDE TONEEL. Maxander, vader, zoé, andré, Zoé werpt zich, hy het inkomen, op een floel, en bedekt haar gezicht met haar zakdoek. maxander, vader, na twee pistoélen in zyn' gordel géftoken te hebben, zegt tegén den jongen , die een brandende kaars in de hand draagti 't Is genoeg, ftel daar het licht, en vertrek.. * Gy zult last geeven om te bezorgen 't geen ilc u gezegd heb; klop aan alle huizen: maak dat ik op 't oogenblik paarden kryg. De jonge vertrekt. and ré, een fnuifje neemende. Hy zal'er geen vinden, mynheer; ik heb hetu reeds gezegd. (Hy niest.) maxandfr, vader, zich omkeèrende. Ho! zyt gy 't ? ... Maar zeg my toch eens , welk een' verfchrikkelyken, welk een' vreesfelyken , welk een' affchuwelyken weg hebt gy ons doen neemen ?.. Myn leden zyn gera-braakt. a n d r é. Indien ik het n duizendmaal herhaalde, mynheer, zoud gy 'er dan beter om zyn? Heb ik U niet gezegd, dat de brug, te Renneford, door den ysgang gebroken is? ... Heb ik niet een' omweg vah den duivel moeten neemen?.. Heb ik al die hobbelige bywegeu, vol fpooren en met ftee-  )fe Z O É, Rcénen bezaaid, gemaakt ? ... Gy zyt inderdaad nog wel gelukkig hier dicht en bedekt te zyn; gy behoeft niet, zo als ik, in regen en wiiuij door de bittere koude en duisternis te -rug te keeren. maxander, yadcr. Zoud gy met dezelfde paarden den wèg niet kunnen vervolgen, indien men u drieriubbeid betaalde V a n d r é. ö! Gy zoud het my met géeri gbtid kunnen betaalen. 'k Zal buiten dat genoeg te verantwoorden hebben, dat ik, om uw reis te bekorten, al die bywegen heb genomen. maxander, vader. Vervloekte landftreek, waar men Op dit. uur geen paarden kan lirygen! .. t Dit huis fchynt daarenboven onbewoond te zyn, want ik hoor geen de minfte bewcleging. a n d r é , zynjchoiiders ophaalende. Wel! Men hééft u immers beneden reeds gezegd,-dat hospes en knechts, met de paarden, Hier van daan zyn vertrokken, om 's prinfen gevolg, dat u vooruit is gereden, te vervoeren. (Met een fterke flem.) Ja, mynheer, 's prinfen .. „ Wat hebt gy daar tegen in te brengen? maxanderi, vader , Andrè geld geevende. Daar is uw loon. a n d r é , heengaande-. Wel verplicht, mynheer. maxander, vader, Andrè terug roependeHoor nog eens': ik heb u een aanzienlyk gcfohenk beloofd, indien gy my ongeveinsd antwoordde , op ... and ré. 6! Gy wilt my zonder twyfel weêr fpreeken ■ • van  TÖONËÈLSPEL. van hem... Wat, dekzel! ken ik dien jongeling? Ben ik befpieder op 's heeren wegen? ... Ik wensch u goeden nacht, mynheer! 'k ben mo6,en heb myn' tyd hoognoodig om myn ilaapplaats op te zoeken, 't Is zo donker als pik, en ik loop deezen nacht groot gevaar den hals te breekcn ... Och! Wat is het voermans leven een ongelukkig leven! Lieve Hemel! lieve Hemel! welk een noodlot!" ACHTSTE TOONEEL. maxander, vader, zoé. maxander, vader. ^Wy moeten dan befliüten.deezen nacht hier te blyven. 't Is zeker tegen myn' wil, zo als gy ziet; ik haak genoeg naar 't oogenblik dat my van uw byzyn zal verlosfen. zoé. . , , . Naby of verrè van u , myn hart zal altyd hef zelfde zyn,vervuld van gehoorzaamheid, eerbied en liefde ... Gy zult het eens kennen, myn vader, en, misfchien, wanneer het te laat,zal zyn„ maxander, vader, zich aan de andere zyde van de tafel zettende. Gy bedekt uw gezicht ... Gy vreest de opflaiten myner oogem... Zy leezen in den grond van uw ziel... Die traanen, die droetheid, die gedvVGngen zuchten, alles ontdekt my wat'er in u omgaat. ZOÉ. Ach! myn'vader, laat, voor 't minne, my^< ne traanen in vryheid vloeijen; en belg u daarover niet. Ik zal my, in mynen T.oeftand, met deeze traanen te vreden houden. MAX-  8o 2 0 t, maxander, vader. Welk een beguigcheling beheerscht u! ..; Ópen de oogen, verlaat die harsfcnfchimmeii, eii verban Franval uit uwe gedachten ... I\'a zulk een pooging is u vergiffenis gefchonkcn ... Gy hebt geen ander middel om my té vermurwen... Gy kent my ... Waant gy, dat ik lafhartig genoeg zal zyn, om den naam van zoon te geeven aan den man, naar wiens bloed ik dorst? ZOÉ. Welk een bekendtenis! Heeft zy van uwe lippen kunnen vloeijen! Daar was een tyd... ik zal ti dien niet herroepen , uit vrees Van u te beleedigen... Daar was een tyd, waarin gy zyne genegenheid goedkeurde. Myn hart kon niet als het uwe veranderen: ziedaar al myn misdryf. maxander, vader. Hy veinsde te beminnen, om u te bedriegen; hy heeft uw'vader kunnen braveeren; hy beeft zyne ftrafwaardige hand over hem durven opheffen; na zulk eene beleediging bemint hy u niet. ZOÉ. Hy my niet beminnen! iim Ik ben van het tegendeel verzekerd , en ik ween. maxander, vader. Geloof my, de man, die zich tot zulk een geweld-daadigheid liet vervoeren, zal in de minde bedryven zyns levens geen paaien kennen . . Beefj uw lot aan dat van dien vermetelen te hechten : gy Zoud, vroeg of laat, Zyn flachtoffer worden, gy zoud onder het hardde juk zuchten .. . Zyn ziel is trotsch, heftig, oploopend, ten prooije aan alle driften... zoé* Zy gelykt naar de uwe, myn vader; vergun my uöitte zeggen. Maar die fterke gevoeligheid heeft nooit  T O O N, E E L S P E L. 8r nooit behaagen gevonden in den haat, veel minder in de wraakzucht. maxander, vader. Hy heeft my uw hart ontroofd, dat hart dat myn eigendom was, dat ik gevormd had, dat my geheel moest tocbehooren; en gy wilt dat ik hem vergiffenis zal fchenken! Ik wil dat hart, welk ik onder myne oogen zag opgroeijen, alleen bezitten... Vereenig u met deeze vaderiyke ziel, die de uwe verbeid... Gy zyt bier naby myn hart, myn dochter! één oogenblik iterkte en moed, en de vergiffenis is volkomen. zoé. ó Hemel! maxander, vader. Herinner u alles wat een vader, federt uwe tedere kindsheid, voor u verrichtte... Hoe! zou alles wat u zyne liefde, achting en tederheid belooft niet kunnen opweegen tegen de onbeftendige verleiding van eenen... Ach! Zoél myn dochter! ZOÉ, met nadruk. Myn vader! k zal u myn ziel ongeveinsd openen; 't is tyd dat gy daarin leest. De fmarten, die my van alle kanten omringen, kunnen nog hooger ftygen, ik zie het; maar de wreedfte, die ik gevoel , is u ie beleedigen, lk ben u myn geboorte verlchuldigd; en de Hemel ltraffe my, indien ik voor n myn leven niet zou willen opofferen! Maar wat deeze waarde en rampfpoedige neiging betreft, ik zal daarover nimmer eenige wroegingen gevoelen. Mvn liefde is uit uwe goedkeuring geboren: zy kan heden niet uitgebluscht worden: en, fchoon ik niet zal trachten die te voeden, zal ik mv niet vergeefsch kwellen die te fmooren.. . Neen , nooit wist eenig F jong-  82 Z O E, jongman te beminnen zo als hy. Ik heb herfl twintigmaal gereed gezien aan mvne voeten van finart te derven; en ik zou dat denkbeeld vergeeten ! Gy kent uw dochter weinig. Zy zal noch laag , noch zwak , noch meineedig zyn. Myn lyden, moet ik het u zeggen? ftrekt my in dit oogenidik tot vreugd, vermits ik voor hem lyde. Ik ontfteek uw' toorn, vergeef het my; maar alles wat ik tot hiertoe geleden heb fchynt myne te. derheid te zuiveren: die neiging, te veel bedreden, moet eindelyk tot myn beïl dienen. Ik zal de achting, die men my wil bcneemen, en het geluk, dat men my niet zal kunnen ontrukken, tn myzelve wedervinden. Ik vlieg met 'een zekere vreugd naar het klooster, dat ik zo even niet dan met fchrik zou betreeden. Daar zullen myne traanen in vryheid vloeijen; daar zal ik in myn droefheid en onsreluk eene Poort van wellust froaaken; daar zal ik" den Hemel bidden, dat hy u, ten opzichte van Franval, vcrandere: zyn beeldtenis zal my niet vcrlaaten, en alles zal rondom my fchooner worden. Myn minnaar, helaas ! zal veel meer te beklaagen zyn: by zal my in de faamenleev'mg beminnen, en ik zal hem in de eenzaamheid aanbidden. maxander, vader, het hoofd van zyne dochter afwendende. Gy bemint hein tot'zulk een toppunt! z o t. Ik moet het niet langer verzwygen: eene on~ ovcrwinnelykc neiging -heeft onze harten ftamengevoegd ; geen menfchclyk vermogen zal dc/elven kunnen fcheiden. Ik veel myn krachten grocijeu en myn' moed verheffen, omdat ik bern, v > geus uw vyandfehap en onrechtvaardigheden, bi 'den grond van myn hart vergoeding fchtildig béu". M A X-  T O O N 'E E L $ P E L. 8? maxander, vader. Gy zoud minder wreed zyn, indien gy my den dolk in 't harte friet... Ongelukkige! bedwing u niet in uwe bekendtenisfen, en openbaar alles wat uw toomelooze drift u.inblaast. Zeg,datgy, wel bewust dat de tyd my niet bevredigt, wel bewust dat gy geduurende myn leven den man, die u onder het juk brengt, niet zult verkrygen, op de waereld, niets meer waardeert dan uw dwaaze liefde, en dat gy my, met eene inwendige vreugd, naar het graf, waarin uw moeder rust, zoud zien draagen... Ga, de dood, die niet meer beiden zal, zal het laatfte uitwerkfel zyn van het bitter gif, dat gy in myn hart hebt uitgeftort. zoé, in bittere droefheid. Ach ! leef ik nog na u gehoord te hebben !.. * Ó Hemel! heb ik immer ftof tot zulk een ysfelyk vermoeden kunnen geeven! Myn vader! verdelg my;maar onteer my niet door zulke affchuwelyke trekken... Ik bloosde niet my aan uwe oogen te vertoonen zo als ik ben; maar uw hart Haat geen geloof aan de taal, die uw' mond ontglipt is. Neen , het kan die niet gelooven. (Zich 'aan haar' vaders voeten werpende.) Zeg, dat uw hart ze niet gelooft, of ik fterf aan uwe voeten. (Na een ■weinig zwygens.) Wend uwe oogen niet af van uwe ongelukkige dochter; laaten zy op my gevestigd zyn, laaten zy tot in het binnenftc van myn'ziel daaien, om 'er te beter in te leezen. Ja, ik ben hoogst fchuldig, ik weet het, ik beken het; maar gy, myn vader! gy, gy zyt wreed. bi ax a n der, vader. Wie was het mess dan gy? wie is het nog?... Gy verdierft de dochter, wier hart ik gevormd had; haar, die ik met zo. veel toegeevenheid F 2 be-  Z O Ê, minde; haar, die ik, tot eer van myn huis, en tot troost myns ouderdoms, zag opgroeijen. Zy was geboren om my te beminnen... ' Wat is 'er in dit oogenblik van haar geworden? Zy rukt zich uit myne armen, om zich in die van mypen vyand te werpen. Ik roep haar te rug; zy blyft my ontvluchten... Waar is myn Zoé?... Waar is zy?. .. Doe my dat gchoorzaame,»dat beminde, en in het huis baars vaders, waarvan zy de fieraad was, geëerbiedigde kind wederzien; doe my myn dochter wedervinden, zo als zy was, opdat ik haar mooge omhelzen. zoé, de hand van haar" vader vattende en die met traanen befproeijende. Ach! maxander, vader. Is het wel dezelfde dochter, die ik voor my zié? Moe is zy veranderd!... Maar, neen, de item van 't bloed zal haar terug brengen; zy zal uit zichzelve in den fchoot der natuur wcderkeeren; zy zal haar dwaalingen herltellen; haar moeder zal uit de diepte van 't graf tot haar fpreeken; zy... Gy herinnert u haar, die het leovend voorhield der ltandvastiglte tederheid was; die, ge iuurende al haar leven, geheel aan haaren echtgenoot behoorde ;... haar moeder zal haar toeroepen, dat niets haar tegen een' fmeekenn en yergeevend' vader moet doen opftaan. Geef my alles weder wat ik in haar verloren heb. (Met eenfterke uitroeping.) Welaan, kom, keer -weder in myne armen : zy zyn geopend om u te ontvangen. (Zoé is in de uiterfieontroering.) Kom, laat my de overwinning op hem behaalen. \Zoé^ hét hoofd oprichtende om te fpreeken , valt fpraakeloos tegen de knieën van haar'' vader.) Gy antwoord niet, gv zwygt! (Hy floot de hand yan Zoé  TOONEELGPEL. 85 Zoé met woede van zich af, ftaat op en rukt zich los van haar.) Laag en verachtelyk voorwerp, dat myne laffe toegeevendheid misbruikt! ga, ik veracht 11 te veel om u te ftraffen... Blyf den •weg der fchande betreeden; werp u weder in de armen der eerloosheid. Uw oneer is op uw gelaat met onuitwischbaare trekken geprent. Die fchender... Een vreesfelyk licht heeft zich in myn ziel verfpreid. 'k Heb nieuwe rechten om hem te verfoeijen en te verguizen. Ja, het misdryf zal in uw oogen zyne alfchuwelykheid verloren hebben, en de fchender, zich uwezinnelooze dronkenfehap ten nutte maakende, zal... zoé, met een klaagende en flerke ftem. Hou op, myn vader.'.. Ach! hoe vreesfelyk is de verachting! Neen, neen, de man, dien ik bemin, is myner waardig. Zyne tederheid was ten allen tyde edel en eerbiedigend... Hy heeft myn eer niet meer dan myn leven belaagd... Wy vlooden naar een ander oord der waereld, doch alleen om 'er rechtvaardiger en gemaatigder wetten te vinden, en om 'er onze liefdé voor de altaaren te bekrachtigen. Ik zal van ieder' dag,van al de vervlogen oogenblikken, niets dan reine en kuifche nagedachten wegdraagen, en ik zal aan het alziende Oog, dat ik tot getuige roep, een onbefproken leven, 't geen nimmer door de minfte vlek befmet wierd,. toewyden. maxander, vader. Ik prys uv^ eed. Hy is eigen aan uwe kunne, fchaamteloos genoeg om haare fchande, ondanks de klaarde proeven, te loogchenen... 't ls altyd de onfchuld, die men befchuldigt en hoont. Maar dat fchaamteloos geroep bedriegt Hechts de ligtgeloovige zotten... F 5 FRAN-  u zo t, r: franval, met een harde ftem, achter de fchermen* Neen, ik zal niet dulden, dat men haar verlaagt; zy zal, zolang ik adem, van 't heelal geëerbiedigd worden zo als van my. m Ai'a^uer, zoon , achter de fchermen. Hou Hand, onvoorzichtige! hou Hand!..». Ontzie 't gevaar... ZOÉ, in de uiterfle ontft'henis. Welk een ftem! Hemel! Franval! myn broeder 1 NEGENDE TOONEEL. Men hoort een groot geweld. Franval ontwortelt de hemden van Mdxr: ader, zoon, en verfchynt in de uiterfle drift op het'' tooneel. maxander, vader, zoé, franval, maï, ander, ZOOn, clarine, andré, bedienden. maxander, vader, op het zien van Franval met Jchrik te rug deinzende. Die vermectele hier! (Een piflool uit zyn gordel rukkende , en op Franval affchietendei) Sterf, onbefchaamde! zoé , een gil geevende en ter aarde ftortendc. Hemel! ik bezwyk. maxander, zoon, zyn' vader het tweede pistool ontweldigende. Hou ftand , myn vader!... Geef my... clarine, tegen de bedienden. Werpt u allen op hem, mvn vrienden! weerhoudt hem met al uw krachten"... omfingelr hem. De bedienden omringen Maxander, vader, en maaken zich van hem meester. max'  TOONEELSPEL. 87 'MAXANDER, zoon, met den degen in de hand. 't ls myn vader: vveest voorzichtig... Eerbiedigt hem... Ik fta in voor alles. EEN BEDIENDE. Wy zullen hem geen leed doen, mynheer;maar wy moeten hem ontwapenen, anders zullen hier ongelukken gebeuren. Zy ontwapenen Maxander, vader. Clarine bewyst Zoé haare hulp. MAXANDER, vader , van kwaadheid Jiampvoetende. Waar ben ik? Van fcheluien omringd!.. Hun opperhoofd leeft nog... Hy is my op 't fpoor gevolgd, om my tot op deeze plaats te braveeren! Beef!... Deeze ontwapende armen zullen u het leven ontrukken! FRANVAL. Laat hem los, myn vrienden, en laat hy my hooren... (De bedienden begceven zich ter zyde, tenvyl Franval zich voor Maxander, vader\ fielt.) |a, ik wacht van u den dood. De dood is flechtS 'één oogenblik: ik ben dien niet dan door een wonderwerk ontkomen, en ik kan nog niet zesgen of het een weldaad is. Ik fpreek tot u, en ik "moest zieltoogende aan uwe voeten liggen, en myn bloed, waarnaar gy dorst, moest uit myne doorfchoten aderen (troomen... Dat fchouwfp.1 zou uw gezicht voldaan en vermaakt hebben... Wel nu! hoor myn ftem, als of zy,wegens myne bloedende wonden, van myne dervende lippen vloeide. De haat, zegt men, is gebluscht by de asch der dooden, en de wraak eindigt in het graf. Zie de ichim van hem, dien gy vermoordde , die uit het graf rvst, 11 befchuldigt, en in dit oogenblik, voor de vierichaar van den opperften Rechter daagt. Wy verfebynen beiden voor zyn geducht aanfchyii; ik, F 4 met  Sft ZOÉ, • met die zuivere en geheiligde liefde,wier vlam de hand des Scheppers in ons oiuftak; gy, met dien onwaardigen en woesten haat, die den mensen onteert, en hem eindelyk een'moorder maakt. Antwoord my voor dien Rechter,ontmenschtevader!., ik beminde uw dochter, en wierd van haar bemind ; waarom waart gy onrechtvaardig en wieed? waarom hebt gy my gehaat?... Ik wilde uw' haat vermurwen , en deed niets dan u verbitteren. Al uw misdaaden fprootcn uit hoogmoed; al de myneiï uit liefde. Zie n in uw wanbedryf van elk ver« laaten ,tcrwyl ik nog durf (laat maaken op gevoelige harten, die in myn lot deelen ... Ja, ik was geboren om uw zoon te zyn, om u te beminnen ; maar nu ziet gy in my niet dan een' befcbuldiger. (Op Zoé wy zonde.) Befchouw haar, wie gy 't leven beneemt... (Na een weinig zwygens.) Maar, nu my de Voorzienigheid gel'paard neeft, wat moet men in dit oogenblik denken van 's IJemelsbefluit en de roeping der natuur? Uw rechten misbruikende, als dwingeland , hebt gy dezelven vernietigd... Indien gewelddaadigheid tot hiertoe uw eenigfte wet geweest is, zy word met meer recht de myne op myn beurt... Ik verklaar dan voor deeze getuigen, en in 't aanzien des Hemels, dat Zoé myne echtgenoote is; dat zy my door haar keuze toebehoort; dat zy my vrywiïligtot haar' man heeft verkoren; en dat, raar onze vereeniging door den Hemel zo zichtbaar befchermd word, ik op de wr.ereld thans niets vrees dan dien zelfden Hemel, die my ziet, hoort, in myn hart leest, en my in deeze oogenblikken zyn kracht, byftand, en onderfteunirjg zal verkenen... Waarde Zoé ! verwin uw droefheid , en , door uwe deugd gefterkt, verwaardig 11 de myne te zyn. (Tegen Maxander , zoon.) En gy, myn vriend, myn broeder, myn ver-  TOON.ÈELSPEL- «9 vertrooster! kom , kom, verftrek haar tot vader. Zy. heeft geen' vader meer, helaas! Maar twee yereenigde en ongelukkige gelieven worden geheiligde weezens voor al 't gelchapene; gaan wy naar 'i verblyf, waar redelyker wetten het geweld te keer *aan... Wy zullen overal altaaren vinden om onze laatfte eeden te ontvangen. z oé, moedig. Hou op, Franval! Het hart uwer minnaaresfe behoort u; en gy weet dat de dood ons niet meer dan het leven zal fcheiden... Indien uw bloed vergoten was, zou ik my op uw zielloos ligehaam geworpen hebben, om, u omhelzende , op hetzelve te fterven. Gy leeft! Dat de opperlte Weldoener daarvoor geloofd zy!... Maar c is te veel, waarde vriend! teveel afgryslykhedeu omringen ons. Niets kan myn hart, dat in dit fchrikkelyk oogenblik verlicht word, langer misleiden. Ik heb het geheiligdfte gezag gefchonden, cn de Hemel heeft ons nu fiechts den fchnk vertoond van de ftraf, die wy mogelyk verdiend hebben. Indien ik myne liefde niet kan fmooren, zal ik die ten minde beteugelen. Ik ween cn gehoorzaam..-. De plicht fpreekt,. cn ik geef zyn' Item gehoor. Ik zal myn hand met dan met myns vaders toeftemming wegfehenken. franval, in de uiterfle wanhoop. Hoe! gy ook tegen my, Zoé? gy!... Ik ftert op deezen vreesfelyken onvoorzicnen üag. zoé, op haaren vader wyzende. Befchouw en overweeg wat gy te antwoorden hebt. Lees op dit achtbaar gelaat, en zeg wat gy daartegen durft inbrengen... Hoe weinig icheelde het, of ik had u den dood veroorzaakt «n myn' vader tot een' manilag gebragt. Wee u, indien gy my niet verftaat... De heide heeft de F 5 lia"  oo ZOÉ, natuur té lang bedreden ; de liefdé fhoet zwichten. Jk moet myzeive opofferen. {[Zich tot Haar' vader wendende.) Befchik óver my, myn Vader! myn hart behoort thans aan u alleen, en alle ander gevoel word door den eerbied en de gehoorzaamheid, welken ik u fehuldig ben, vernietigd. (Tegen Franval.) En gy, vvien tle Memel in zyn' toorn Verwekte, om de rust van ons huis te ltooren! ontvang deeze laatfie zuchten als het onderpand van een eCuwig afïcheid. Vaarwel, Ik zul den overigen tyd myits levens béfteedcn,om Bét verlies zyher tederheid te bewcenen, die tederheid te herwinnen, eh vergiffenis te verdienen. < Zulk een offèrhande is my opgelegd; cn ik zal 'eraan voldoen: ontvlucht my; fchryf my niet... ik buig niet meer onder uw gezag; verzwaar myn wroegingen niet. Ik bemin u met al myn zielvermogens, en ik fta u af. Ontvang myn vaarwel voor de laatfie maal; ontvang het voor eeuwig... Gy hebt üw vonnis gehoord; vlucht.. . Dat vonnis kan my het leven kosten; maar 't is onherroepelyk. FRANVAL. Ziedaar den laatlten flag!... Dit is het oogenblik waarin ik moet ophouden te zyn... ,sterf' ongelukkigê! wat zoud gy nog op deeze "aarde verrichten V Zoé verwerpt u! (Hy rhlt Maxander, Zoon, het pistool, op eene onverwachte wyze vit de hand, cn hond hetzelve in de Mekt.) 'Verwydert u allen. (Hy bied' Maxander, vader, het fistool, gekneld, aan.) Herneem dit moordtuig en mis my niet... In de wanhoop, waarin ik my bevind, is de dood my een gunst... Beneem my dit haatlyk cn onverdraaglyk leven Om van hier te gaan, om my in eenzaamheid 'té Jaaten, zak gy, met uwe dochter, over myn door-  T O O NE Ê L S P E L. -0 doorwond en ftervehd MARn moeten treeden . 'Wees eindelvk myn vader, rjf mvn moorder. KMet m*emïï» vrUwe ftem ) Dit lydeiiduurt te lang. Dat ik my het leven beneeme, of dat zy _.; ra7Pripr(Tefrhonken worde. Schiet toe.*, ui, van 'tpistool over, en bied het Maxander ,• vader, Mn;} Den dood, of Zoé ! maxander, vader, bewogen en Ftartta* wederhoudende. Laat af, ongelukkige jongeling! laat af. franval. Gv weerhoud my ? gy ! maxander, vader. Uwe onderwerping red u... Ik fchenk umyn dochter!... . FRANVflL, B» />z\rf óoi wegwerpende en de knieën van Maxander; vader, omarmende. Ben ik onder de leevendeu? zal ik krachts genoeg bezitten om niet te bezwyken? maxander, zoon, zyn' iader om den hals vliegende. Ach! myn vader, 't is een zoon te meer. Hoe zullen wy allen als om ftryd u beminnen! ZOÉ. Het hart myns vaders is edelmoedig. Recht, vaardige Hemel, die alles beftiert! ontvang duizend offers onzer dankbaarheid! clarine, 7.0Ó in haare armen drukkende. Welk een onverwacht oogenblik, gelukkige dochter! mAXAsnF.li, vader, tegen Zoé. Ja, wees de zyne; een verlichtende ftraal..» Al myn gramfchap is vervlogen ... Maar, onthoud beiden 't oogenblik, waarin ik u vergiffenis fchenk. f r a n-  n 2 o ê, FRANVAL. Ach! hoe zouden wy 't kunnen vergeeten? (.legen Zoé.) Nooit trad men zo ihel uit d» 0' yermaat van t onheil in de overmaat van 't geluk Myn ziel is voor zulk een oogenblik te zwak Myn vader Myn broeder*, waarde <£oe!.. Mvn vrienden! vereenigt u allen nier my. (Tegen Maxander, vader.) Duld dat uw zoon u omhelze! ... ik ben het. MAXANDER, vader, zyn kinderen, die hem omrin, gen, met zachtzinnigheid van zich afweerende. Ik zal uwe omhelzingen ontvangen, wanneer ik hebben my U aan8edaan > ^ herfteld FRANVAL. Alles is herfteld. i„ MAXANDER, ZOOI]. Wy zyn allen gelukkig. zoé. En gy zult het zyn, myn vader. maxander, vader. Laat my met vreden. Ik bloos nog, en ^evoel fchaamte en wroeging. Gelukkig, die re gevoelen! (Nameen weinig■ zwygens, tegen Clarine.) Maar mejuffrouw, ik had van verwondering en woede de lpraak verloren, en ik ben nog mezelf met. Al wat my omringt is gefchikt om my te verbysteren. Door welk een voorval bevind «7 u op twee plaatzen ? ÖJ CLARINE. Ik moet u een nieuwe vergiffenis affmeeken, mynheer. Stel uwe edelmoedigheid geen raaien • gy zyt niet waar gy waant te zyn. maxander, vader. Hoe? CLA-  T O O N E E L $ P E L. 93 clarine. Men heeft u, langs verfcheiden, u onbekende, omwegen, tot mynènt te rug gebragt; de duisterheid van deezen nacht is ooizaak dat gy zulks niet bemerkt hebt maxander, vader. Maar zeg my, wie my dus heeft weeten te bedriegen? Zou myn zoon dat ontwerp... maxander , ZOOll. Ik heb 'er nimmer het voorneemen of de gedachten toe gevoed, myn vader. maxander, vader. Wie dorst zulks dan beftaan? Ik begeer het te weetcn. a n d r é , van achter het tooneel te voorfchyn komende. Kom aan , nu is 't myn beurt. (Tegen Maxander, vader.) Wel nu, mynheer, vermits gy het dan volftrekt wilt weeten, zo zeg ik u, dat my dat byzonder ontwerp in de harslens fchoot. maxander, vader. Gy? en hebt gy geen' raadsman gehad? and ré. Neen, mynheer. maxander, vader. Niet ? a N d r é. Ik heb dat op myn eigen houtje onderwonden.. Vermits gy deeze beminnelyke en lieve jongejuffrouw met geweld naar 't klooster wilde voeren, en zy haar traanen inhield om niet te weenen , 't geen myn hart zeer deed, en ik bovendien haar' vryer had gezien, jong, teder, beleefd , eerJyk, vervoerd tot wanhoop, waardoor hy zicbzelven van 't leven wilde berooven, bedacht ik dit middel om de jonge luidjes vóór de laatfte fcheiding nog eens by elkander te brengen... Ik had  94 ZO È, had zeker _ voorgevoel, dat my zelden bedriegt, en my zeide dat myn ontwerp op zyn' besten kant zou uitvallen: en, inderdaad, de uitflag iszo kwaad niet... maxander, vader. Gy waagde veel, ongelukkige! Ware ik het gewaar geworden , ik zou u in myn drift overhoop hebben kunnen fchieten. a n d r é , lairchende. - ó Neen, mynheer, dat had geen zwaarigheid. maxani)eh, vader. Geen zwaarigheid ? Hóe kunt gy dit zo Heilig Zeggen ? AND RÉ. Ik wist wel, mynheer, dat de pistoolen geen kwaad konden doen. Maxander, vader, verwonderd. ' Gy wist het? a n dr é. Voorzeker, want ik had ze afgefchoteu cn 'er los kruid op gedaan. Uw gezicht maakte my geweldig bang, en in de drift, is 't niet waar? kent men zichzelven niet. Ik fprak geen woord; maar gaf naauwkeurig acht op alles wat gy deed. Herinnert gy u niet, dat gy, in den Haf komende , en menfehen en paarden jagtende , uw pistoolen ftau de kreb hingt ? ... Wel nu, toen heb ik myn' flag geflaagen. Zie, mynheer, ik, die overal rond zworf, en , wat meer is , onder de huzanren diende, ik leerde van hen hoe men pistoolen krachteloos moet maaken. zoé. Ach , myn vader! hy heeft het leven van ons drieën gered. franval. Waarvan hangt ons lot dikwyls niet af! M A X  TOONEELSPEL. 95 maxander, vader. Ik zie dat de Hemel, in onze zinneloosheid, over ons waakt. Plet behaagde hem, my een gruwzaam misdryf niet te laatcn volbrengen. Hoe beuzelachtig, fchynen ons de woedende hartstochten , wanneer men haar juk afwerpt ! — Vergeet niet, kinderen, by 't gereed maaken van uw kontrakt, dien jongman een goed inkomen toe te leggen. a n d r é. 6 ! Ik fmaak duizendmaal meer genoegen in hen, onder uwe toeftcmming, elkaêr te zien beminnen, dan in het geld dat ik zou kunnen ontvangen. Zy zyn volmaakt voor elkander gefchikt, ln waarheid, alle menfchen zullen u, wegens dit huwelyk, zegenen en geluk wenfchen! Ik, voor my, begeer niets tot. vergelding, dan het genoegen van mejuffrouw, nu en dan, zo zy 't wil toeftaan, te mogen komen zien en begroeten. zoé. Zeer gaarne. maxander, vader , na een weinig ztoygens. (Jaat van hier, waarde kinderen! ik heb de eenzaamheid noodig ... Morgen, by myne ontwaaking , zal ik niet meer fchroomen u in myne armen 'te drukken: ik zal geen volmaakt genoegen in uw byzyn kunnen fmaaken, dan nadat ik met myzelven meer te vreden zal zyn. zoé. Neen, myn vader! weiger niet eenige verkwikking met ons te neemen : onze zorgen, onze Kefkoozingen zullen u een volkomen vergenoegen verfchaffen, E I N D E.