1098J E 59   K R I S P Y N, MEDEVRYER VAN Z Y N H E E R. KLUCHTSPEL. te AMSTERDAM, by J. HELDERS en A. MARS, IN DE NES. I 7 84. Mtf Privilegie,   De Gecommittèerden tot de zaken van den Schouwt burg hebben, volgens Oétrooi door de Heeren Staten van Holland en Westvriesland, den sden November 1772. aan hen verleend, het recht van deze Privilegie, alleen voor den tegen woordigen Druk van KRISPYN, MEDEVRYER VAN ZYN HEER, Klucktfpel; vergund aan j. hélders en Ai mars; Amfteldam, den 25. May 1784, Geene Exemplaaren zullen voor echt, erkend worden; dan die, door een' der Heeren Gecommitteerden1,Onderteekend zyn;  VERTONERS. ORONTES. HELENA, Vrouw -| }van' Orontes. ÏZABEL, Dochter J VALERIUS, Minnaer van Izabel. ARGANTES, Vader van Karei. K ATRYN, Dienstmaegt van Helena. KRISPYN, Knecht van Falerius. riLIïPYN, Knecht van Karei. Het Kluchtfpel fpeelt in Parys , omtrent het huls yan Orontes. KRIS-  9 Pag 5V KRISPYN, MEDEVRYER VAN Z Y N . H E E R. KLUCHTSPEL. EERSTE T O O N E E L. VALERIUS, KRISPYN. HVALE RIUS. oe, hondsfot, vindt ik je hier? ik zal u by den eüeweeken... KRISPYN. Zacht, myn Heer, laat ons wat ordentelyker fpreeken. VALERIUS. Jou hangebast! jou fchurk ! KRISPYN. Ik bid, noem my Krispyn: Die ecrtytels zyn juist niet nodig, tusfchen jou en myn. Ztgt 't maar bondig en kort. Waar over ben je tc onv reden ? VALERIUS. Vraagje dat, Rekel? je hebt me om agt dagen verlof gebeden, po 't is al over de maand, dat ik je niet heb gezien A 3 Zou  C KRISPYN', MEDEVRYER Zou ik dat van een knegt verdraagen? ik brak hem l.ever hals en bien^- - 11,, dien naar ik getoond weid, en my dunkt, als ik regtuitzal fprecken ls tc Datje geen reèen hebt, om my aaero.n uv. breeken. valerius. • In wat gat nebje gettooken? Ik Heek nooit in een gat. Ik heb met een 7.eeker Kavalier uit geweest: veritaa En £ maeen 'er, zo 't wel lukt, myn fortuin ook by te vinden. yALERius. Waar hebje dan geweest?^ ^ In 't land van de Winden, Daar Eenoog Koning is. Wy hebben een öflto, g* Om eendere kunst te exerceren, die ik van hemheb En ÜSn Vn een manuaal beuaat, of raddigheid van handen. rius Dat komt admirabergAoedE; je doet me al watertanDatjfwist, hoe 'k benodigt was om geld, je hielPt me op flaande voet. ^ We hebben oP 't fcl^^oslko^s, of wagen niet een liet hebber ontmoet, ufceefmeeten, Want waar wy wx^^Mg veel minder geHeeft 'er niet een visje aan guolvken^ yc ' " beeten. VA-  , VAN ZYN HEER. ? VALERIUS. Dat is een honorabele functie en een profitabele fons! Men noemt zulk volk Chevaliers d'industrie by ons, Of Ridders van 't Fortuin, die alom loopen dooien, En de lely , als hun order, op de rug dragen in 't verhoolen. Maar ik vergeef je uw misdaad, wyl je zo fyn bent en intrigant: Mits dat ik my ook eens bedien van dat doorlugtig verftand. KRISPYN. Och! wat ben je goed! VALERIUS. Ik ben op het uiterfte verleegen. KR ISP YN. Hoe dat? hebjc dan een vonnis tot je lasten gekreegen? Want die lange dikke groote fchavotfpringer van een vent Heeft je al lang om de hondert pistolen willen citeeren, of daar omtrent, Uit kra^t van een obligatie, die hyje, voor twee pakken kleeren. Die ten hoogden maar dertig waardig zyn, heeft doen pasfeeren. VA LER IUS. Je meent meefter Robbert; ö ! dat is de zaak niet Krispyn KRISPYN. Dan zal het Madam Karlefïesje, dat jonge weeuwtje, zyn, Die jou vergange winter zo vrindelyk onthaalde. En de paruikier, diejoualtyd zo lastig, viel, betaalde. Ik weet, dat ze al lang dat verfchot op jou heeft geasfigneert; .Om dat je nu zo precys, als voorheen, by haar niet compareert. C 4 •" va-  8 KRISPYN, MEDEVRYER va r.BRiüs. Dat 's waar; maar ik durf haar nu zo niet meer onderhouwen , Om dat myn oog op een jong meisje gevallen is, dut ik hoop te trouwen. Je kent den ouwen Orontes wel, dien vernuardcu bankier? krispyn. Zou ik niet; daar 's maar eèn eenig kind; dat 's a! een titfigdier. Haar naam is Izabel va lerius. De zeive. ' krispyn. Voor my, ik moet bekennen, Datje een goed oog in 't veld hebt, en een keurige haan bent onder de hennen. Maar hce ftaa j'er meê ? mag ze je wel zien ? valerius. Dat zou welgaan, Krispyn; JVTaar ik vrees, dat me de Vader hinderlyk zal zyn: Dewyl me Katryn, de meid, gezeid heeft, dat hy haar uit wil venten Aan de zoon van een zyncr voarnaamfte Correspon- den.en. krispyn. En wie is dat toch ? valerius. Dat weet ik nog niet te vecht: Dewyl ze 't my voor haar deur, in pasfaut, maar heeft Hy wierd , zei ze, elk oogenblik verwagt, om t Huwcl)k te voltrekken. krispyn. Hoor , ik zei je de zaak , hoop ik , wel wat nader ontdekken De meisjes mueten, gelyk je weet, gemesnly* voor dc twen *kt  VAN ZYN HEER. 9 Het een of 't ander haaien .. VALERIUS. Och! Krispyn, wou je dat doen! Jé zoud me al mvn leven verplichten. KRISPYN. Ga jv maar (lappen , ïk heb een duimpje, daar de vrouwlui alle ding vjor, moeten klappen. Ligt zei ikje binnen de tyd van een uur wel zeggen, * kunnen, wie zo Üout Durft komen by de bron daar Thamera zig onthoud. TWEEDE T O O N E E L. KRISPYN alleen. Jl/erst was ik een hondsfot, vol flimme en looze treeken, ' Een Ichurk, één hangebast, dien men hals.cn bien woa breekeu, , , En nu in een oogenblik weer een braar en eerlyk man. , Dus ziet men hoe het belang den mensen veranderen kan. I r Maar zie 'k Flippyn daar niet, die 'k lest te Jrusiel ontmoete? . f) Ja, het is hem zelf, van den hoofde tot de voeten: Hy koerst recht op my aan. Nu vind ik het tprcekwoord waai: Het bloed kruipt daar 't niet gaan kan: 't is puur ot we hier rollen by malkaar. A f DER,  jro KRISPYN* MEDEVR-YER DERDE T 0 0 N E E L. KRISPYN, en fIl IP P Y N , malkander omhelzende, ■ Jkris r v n. a, geen gemeene gunst, ó! trouwde van myn vrin« den, Geniet ik van 't geluk, nu my 't u hier doet vinden; Fn haarë gramfchap fchynt ten deelc alreeds verzoet; ];ewyl Qtestes hier zyn Py lades ontmoet. Maar waar h.bje je dus lang zo onzigtbaar gehouwen voor myn oogen ? Ik heb al gevreest, datje hier of daar in dc lügt hmgt te droogen. f1lipp YN. Ja wel fpitsbroêr, het heeit met my al zus of zo gedaan . Ten minde heb ik al prykel geloopen van na de galg te gaan, Cm een fpeulreisje te doen met een party geitempelde gasten. kr isp VN. Wat zegje' hadden %& dan iets tot je lasten? f1 l 1p p ïn. Tot myn lasten? een beuzeling: ik had maar 'savonds laat pen vreemdeling aangefprooken op s Heeren Itraat, Dien ik, tot fecuriteit van zyn beurs, naar huis wilde leijen. Maar hy my niet verllaande, begon voort op t loopen te teijen, En een groot misbaar te maaken, met te roepen; wagt! wagt! Die daar op toe fchoot, en my in de kortcgarde bragt, En daar van daan in de boeijen, daar ik zes maanden heb gezecten. KRIS'  VAN ZYN HEER. u krispyn. Zes maanden! fil1pp yn. ja, 7.es maanden. De Schout was geen kleintje op my gebeeten, En zou my langer gehouwen hebben, zo my zekere Mevrouw hier in de Had, Op de voorfpraak van haar Min, daar niet uit geholpen had. krispyn. Is'tmogelyk! filippyn. Ze fpraaken zelfs al van my op te knropeu; En buiten dat Minnetje, had het flcgi met my afgeloopen. krispyn. D'eene vrindfchap is d'andere waard: dat Minnetje was voorheen ligt een meid, Die ie gehabihteert had tot die qualiteit. f1lippvn. Daar trefje de fpyker op zyn kop. Maar dat overgeflaagen: Waa hebje de kost mee gewonnen, fint we ma.kander laatst zagen? KR ï s p yn. 'k Heb, om fortuin te zoeken, hier en daar zo wat ge- vojasjeert; . , . . En ben nu, gelykje ziet, weer in een hkey gemetha-. morfofeert. .' ;. n Maar eer ik me daar voor, by deezen Heer gmgbeitee- HeblïTpok, om diergclyke zaak, al wat vervolging geleden. filippyn. Vervolging, zegje? Op wat wys zal ik dat toch ver-i ftaan? . KRIS-  tl KRISPYN, MEDEVRYER KRISPYN. Hoor, je weet wel, dat ik veel in de Gomedic plag te gaan lk was 'er dan eens, om 't Spel te zien van den Groo- ren Alexander, En liet 'er by abuis myn hand gieijen in de beurs zak van i en ander, Die daar op een groot getier maakte, en my iloeg met de vuist; Vrind, zei ik, ik meende dat ik in myn zak taste, en 't is de uwe juist; Maar wat ik zei , of niet, ik kreeg myn huid vol fhgen, Dat ik "'er t' Amfterdam wel een jaar had voor willen zaagen. Fir IPPYN. Zo ben je als ik, en ik als jy , Profesfor honorarius geworden in de fieltery. KRISPYN. E at iiegjeniet, al ken je 't wel FJ L IPPYN. Nu dien ik t e Chartres, en word hier gezonden By eenen Orontes, die zyn dochter aan onze Jonker heeft verb mden: Hy heeft dat met zyn vader Argantes zo ftilletjes befte', t De Jutte- zcl vier duizend pistoolcn meê hebben; de penningen zvn a! geteld; Want je weet wel, dat een Bruids vader in Vrankryk is gehouwen Het geld uit te fchietcn, voor de jonge lui gaan trouwen. De ouwe paajen hebben dat met malkander zo gekonkelerbest; '{ Huwlyks goed leid hier al afgepast, en 't is nu-den dag, dat hy haar trouwen moest. KRIS*  VAN ZYN HEER. ,13 KRISPYN. Dat is myn Heers Matres; dan mag hy wel fpa fteeken met vryen. FILIPPY N. Dat hoeft niet; onze jonker heeft een ander meisje dat hy beter mag lyen ; 'En tusfehen ons gezeid, hy is 'er ook al heimelyk me getrouwt. KRISP VN. Dat luwt weer wat: zei de reiger. Dan ftaat myn Heer noch (tout. Maar wat komje hier dan doen ? FILIPPY N. Om 't huw'lyk af te zeggen, En een pak kleeren te haaien, die hy hier by een fnyer heeft leggen. 'Maar 't is hoog tyd, ik gaa heen. KRISPYN. Flipje! Flipje! hoor noth een woordje, wacht. FILIPPY N. Wat wilje zeggen ? KRISPYN. Hoor; ik heb daar een aan (lag bedacht,, Die, zo ze wel flaagt, ons alle bei gelukkig kan maaken. FILIPPYN. Maar wy moesten niet op de galei of voor de wafelyzers weer raaken. KRISPYN. O ! wat benje bang, als men maar van een fortuintje rept, 't Schynt, dat je federt die quaje resconter alje courage verlooren hebt. FILIPPYN. Heel niet. Een goed matroos zal ïig wel weer op zee begeeven, Schoon  14 KRISPYN, MEDEVRYER Schoon hy, door onweér, in prykel geweest is van zyn leéven. Laat maar hooren, watje te zeggen hebt, ik bentotje dienst bereid. KRISPYN. Verftae ik niet, dat 'er vier duizendpistoolentotjeHeers dienst leid ? FILIPPYN. Ja vier duizend pistoolen. KRISPYN. En heb ik je daar by niet hooren zeggen. Dat 'er eenige kleeren hier voor hem by de fnyer leggen? FILIPPYN. Ha! ha! nu merk ik de kneep. Je woud, naar ik kari verdaan, Jou Meeller met die kleeren voor de myne doen gaan. KRISPYN. JouMeefter, Flippyn? wel wat magie al kallen! Ik heb 'er een ander brakje belooft, die 'er beter zal genvallen. FILIPPYN. Een ander brakje; wel wie mag dat toch zyn? KRISPYN. Wie? den erentfeste en zeer discrete Krispyn. FILIPPYN. Dat hebje admirabel wel verzonnen by myn zooien'. Jy het meisje,' en ik de vier duizend pistoolen. KRISPYN. Ik meen haar te trouwen. FILIPPYN. Wat benje 11 im! KRISPYN. Het geld te houwen en te verdwynen als een fchirh. FI-  VAN ZYN HEER. 15 FILIPPYN. Zagt, je fpreekt van verdwynen: expliceerme dat artykel wat nader KRISPYN. Dat 's te zeggen j dat we op zullen duwenalsBrutteurs te gader. FI L IP P Y N. Daar hoor ikje, zei doove Japik. Maar de brok is zwaar, Waar zeilen we met a' de bagafie heen? KRISPYN. In een hoek van de Provincie, hier of daar. FILIPPYN Myns oordeel, waar het best, dat we daar buiten weeken. KRISPYN. Zo als jè' wilt. Maar valt Orontes wat familjaar in 't fpreeken, Of is hy nors en fluurs ? FILIPPYN. 't Is een fpraakelyk burger man, KR ISPYN. En de vrouw ? FILIPPYN. Die is wat gelant, naar ik merken kan \ En daar by vry wat los en ongeltadig van zinnen. KRISPYN. Dat 's goed; wy moeten de klucht dan zo aanitonds beginnen, Ik zei by provify by myn Heer gaan in zyn loosjement, Om hem te zeggen, dat hy aan 't huis van Izabel niet komt, of daar omtrent, Indien hy van haar , of haar vader geen affront wil lyen: Anders mogt hy ons hier betrappen, onder het vryen. Maar  i6 KRISPYN, MEDEVRYER Maar daar gaat Orontes deur open Kom laat ons aanitonds vlièn. Ons aanflag is verbrod, indien zy ons hier zien. VIERDE T O O N E E L. IZABEL, KATRïN. JIZABEL. a, ik zal Karei moeten trouwen ; en ach! had ik voor dezen Valerius nooit gezien, dan zou me deze Echt zo haatelyk niet wezen. KATRïN E>ic Valerius , Mevrouw, moet dan wel een groot Tovenaar zyn. IZABEL. Hoe zal ik my hier in dan best gcdraagen, Katryn? KATRïN. Ik ?ou je in die zaak wel tweederlei raad kunnen geeven; . . , Pat is , Valerius vergeeten , or je vader te wederftreeven. Tot het leste ben ik te confientieus, om te geeven myn ltem; Én tot het eerde ben jy te fmoorig verlieft op hem. IS ABEL. Ach' ik ben hoopeloos. KATRYN. 't Waar best, dat wy het zo konde voegen, Dat jy je plicht metje liefde, en ik myn co..feientie kon vergenoegen. Maar laat ons je moeder eens gaan fpreekeu, en hooren wat die zeid. IZABEL. Moeder, Katryn? die is, alsje weet, vol wispeltuurigiieid. KA»  VAN ZYN HEER. 17 KATRïN Daar is ze zelf. Gaa heen, en wyk een weïnïgje ter zyclen. V f F D E t O O N E E L. HELF.NA, KATRÏN. JK ATR YN, zfg houdende , ff zy Helena niet ziet. e bent gelukkig,'datje noch zulken braave moeder hebt in je lven Mevrouw Orontes is een vrouw, zo als ze weinig val - len in het land; 't Is een vrouw, die niet alleen fchoon is, maar die ook oordeel heeft en verfland. HELENA. Zagt, ragt, Katryn; je verftaatje de kunst van flatteeren. KATRÏN. Ik zagje niet, Mevrouw ; dewyl ik daar (lond met je dochter te redenee; en Over een zeker Huw'lyk, daarze, zo't fcheen, wat genegentheid toe had. Jk zei, je hebt een moeder, die zo veel oordeel heeft, als een vrouw in de llad, En by gevolg wel zal weten, hoe zy zig 111 die zaak zal hebben te fchikken. II E L E N A. 't Is waar, de meeste vrouwen zyn onbekwaam, om ceTi laak in de grond te wikken. K ATRYN. Zo is't, Mevrouw. 'HELF.NA. Al zeg ik het zei f, ik bemin de redelykheid. KAT R Y N. Wat is Izabcl gelukkig, datze een moeder heeft met zulk een quaiitcit, B Ik  l'è KRISPYN-, MEDEVRYER Ik was ook wel verzekert, datjer geen Huwelyk op xoud dringen. hë lena. Hoe, zou ik een kind in diergelyk geval dwuigen? Of'haar neiging geweld aandoen r' daar hoed my de Hemel voor. Zo heeft ze dan een weêrzui in Karei, na dat ik hoor? KATRYN. O ja, Mevrouw, als ik het zeggen zal, dat huwelyk Uaat 'er tegen. ii eer na. Ligt heeft ze liever een andere vryer, die haar wat nader aan 't hart is gelegen. liATRYN, Als een meisje, op haar vaders keur, geen man wil hebben, is t zeker en gewis, Dat ze een ander gelant heeft, en van haar hart geen meester is: Als by exempel, Mevrouw, ik hebje zelf wel hooren redeneeren, Datje tot het Huwelyk met Orontes niet kond refolvceren, Zo lang d;e Kapitein... ei, hoe hiethy ook ? 't was zulk een braaf foldaat; Hy quam noch ongelukkig te fneuvelen in de belegering voor Aath. HELENA. 'k Beken , Katryn , dat was een Heer vol geest en leeven, Orontes zou nooit myn man geweest zyn, had die in 't leven gebleeven. KATRYN. Confidercer nu eens, je dochter is nu ook in die zelfde Haat, Als jy toen waard voor de belegering van Aath. h e l e n a. Maar wat voor een Heer is 't, die' de eer heeft van haar te behaagen > ka-  VAN ZYN HEER. ia KATRYN. 't Is d'e Edelman, die hier wel metje gefpeulf^heeft, fint eenige dagen HELE N A. Valerius? KATRYN. De zelve. H E \. E N A. Ap-opo. nu weet ik het Katryn, Maar d'e Heer kykt me onder 't lpeelen zo aan; zoud gy wel verzekert zyn, Dat hy 't op Izabel heeft gemunt ? K A T R Y N. Ja; ik meen dat wel te weeten. Valerius is ook te braaf een Heer, om zig zelve zo te. vergeeten, Dat hy een getrouwde vrouw... HELEN A. Wel, malle zottin, Het kon wel hoogachting zyn, al was het juist geen min. KATRYN. Ja, hoogachting was het, cn daarom heeft hy my, met bidden en fmeeken Verzogtvdat ik u ten zynea voordeel eens zoude tpree- ken. Het was de pligt wel van Izabel, datze u zelf daar opening van deed, Maar dar fchaap valt al te befchaamt en bloohartig, gelyk je weet. B z ZES-  oo KRISPYN, MEDEVRYER ZESDE T O 0 N E E L. HELE NA, IZABEL, KATRYN. IIZABEL. s waar, Mama,, ik beken, dat ik myn pligt heb gefchonden, Dewvl ik behoorde gezegt te hebben, dat ik aan Valerius was verbonden; Doch het is geen ongehoorzaamheid, ft neen, die my weerhoud, Maar ik was bang, datje myn keur op 't hoogfte doemen zoud. HELEN A. De keur van ouders en kind valt veeltydsheel verfcheiden. Men moet geen dochter tot het huwelyk trekken,maar leiden ; En wat Valerius belangt, die, naar ik hoor, uw hart gebied, Ik heb tegens zyn perfoon, noch zyn famielie niet. IZ A B E L. Och! myn lieve Mama, ik zalje verpligtblyvenalmyn keven. KATRYN. Maar, Mevrouw, wat zelje man zeggen, Karei is al befchreeven. HELE NA. Dat zy 7,0. Ik zal Valerius handhaven m zyn nfn, En hem in myn befcherming neemen; ik ftaa daar voor in, Dat haar niemand anders, als dien Heer zal trouwen. Daar komt myn man, blyf byme, en zie eens, hoe ik my zal houwen. ZE-  VAN ZYN HEER, 21 ZEVENDE T O O N E E L. hhlena, orontes, izaeel, katryn. Bv hel e n a. enje daar, hartjelief? dat is goed, je komt hier net van pas. , Ik zou zo na je toegegaan hebben, om te zeggen, dat ik verandert was, . . En van fints ben, om onze dochter aan een ander te beneeden. orontes. Wel waar komt nu die fchielyke verandering van daan ï om wat reden? h e l e n a. Voor eerst, om dat ik geen kind graag dwingen wil tot de trouw. Ten tweeden, om dat zig een party opdoet, dien ik vry beter houw. oronte s. En wie toch? hele na. W'e ? Valerius, een Heer uit eenbraavefamietje, Een zoons zoon van den ouden vermaarden jaques dè la Griel je, . . Dis onder Hasfompierre met zulk een reputatie hcert gemiliteert. orontes. Ik beken, Valerius is waard, om zyn geflagt te zyn gee'ert; En wat zyn pe;foon belangt, ik heb daar ook niet tegen: Maar je weet, wat we met Argantes zyn afgelprooi ken, hoe 't daar me is gelegen. helen a. Dat weet ik. B 3 oron-  aa K R I S P Y'N ,'MEDEVRYER . "orontes. Dat we een Contract hebben gcpasfecrt, voor een dag zeven of acht. • helen a. Dat's waar. orontes. Dat ik hem, me: zyn zoon, van Chartrcs elk oogenblik te rtjfg verwagt. hele na. Zo is't. O r: o n t E s. Om het Huwelyk in order te folemnifecren. hele na. Gy hebtgelyk. orokt e s. Zouden wy dan ons woord niet prestoeren ? iii'j.ena. Voorzeker. Het fpreekw< erd zejd: een man een man, een woord een wóórd) orontes. Daar hoor ikje, nu lprcekje gelyk een braavc vrouwbehoort. k a 'j r y n. ter zyclt-n. „ Wat Mevrouw ? zy is geen vrouw: de vrouwen fpreeken altyd tegen. h e l e n a. -Nu zieje, Katry n, dat ik alles gedaan heb wat ik kan. katryn. Dat zie ik, wel ter degen, Je fprongt voor Valerius, als ik 't zeggen moet, wakker in de mat. , orontes paar 's Kareis knegt: nu is hy ook al in de fiad. ACHT-  VAN ZYN HEER. ACHTSTE T O O N E E L. filippyn, orontes, hele na, izabel, katrv N. "tv/ oronte s. W el, Filippyn, benje daar? wat komt gy ons hier zeggenr filippyn. Datje Zwager gearriveert is, en zyn pruik maar watin ■ bokkels laat leggen izabel. ,, Wat hoor ik! oronte s. Waarom quam hy niet direct metje ? dat kon hy hier wel laaten doen. filippyn. O! myn Heer houd al te veel van het fatfoen. h e l e n a. Zo heeft hy verftand ? filippyn. Als een Engel, die getuigenis moet ik hem geeven. Myn Heer heeft hier lang te Farys verkeert, en ver■ " flaat de kunst van welleeyen. hele n a. O ! die welleeventheid! dat is een groote qualitcit. orontes. Waarom quam zyn vader niet met hem; geiyk hy had gezeid ? filip p y n. Zyn Vader ? och! myn Heer, die is het reizen wel benomen, En leid zo ellendig aan 't podagra, dat hy niet van 't bed kan komen. B 4 o-ron-  34 KRISPYN, MEDEVR YER ORONTE S. Dat is my waar'yk leed H E L K N A. Och ! ik beklaag die gocje man. KlLIPPï w. Hy kermt en kryt, dat men hem een halfuur ver hooren kan; Daarom hebben wy ons 7,0 fchielyk op reis bs^eevcn. Daar is een brief, dien hy met zyn eigen hand noch heeft gefchreeven 0 R O N T E S, /. at \ t O/fciP. Aan den hooggeleerden Heer, den tieer Giacomo Pilliaan, Vermaard Doótor in de Medecynen, by 't Kerkhof, in de fwane Haan. FIMi'PYN, hcui de Lr'.'f uit de. huud v.dikeude.. Dat is hem niet. ORONTES Die Doctor wooud in "t quartier van zyn geweze patiënten, Digt by de Doodgraver, een vanzynvoornaamfte Korrespondeiren.FILIPPYN, trrkkaidr een/ge brieven uit zyn tas. Ik lyk wel een Boö te wezen, zo veel brieven heb ik in myn tas. Daar, myn Heer, lees dezen eens, of het die ook was. ORONTES, kezende. Aan myn Heer, den Heer joan Waruar Luiken: Voornaam Advokaat, daar de Vos uithangt, met het Kuiken. FILIPPYN. Dat is hem ook niet, daar, myn Heer, die zei het zyn. O R. O N T E S , ie Sf ndc. Aan myn Heer , myn Heer Likkapintius, Kanunnik van tlat Katryn. FILIPPYN. Zagt, myn,Heer, daar heb ik hem, deze zei het zeker w-ezen. , - OKO.N-  VAN ZYN HEER. «ft orontes, leezende. Aan myn Heer, myn Heer, ja deze is het: maar ik kan 't qualyk kezen. filippyn- Dat loof ik wel; hy heeft het gefchreeven met een bevende hand. O! dat podagra! dat podagra! het gaatje aan de zinnen , en 't verftand; De Hemel, hoop ü: , zei 't je nooit laaten beproeven. Geen beul kanje zo p/nigen met tangen, of Ichroeven. ühontes, leest. Ik meende met myn zoon over te komen, maar wierd, zp ah ik op myn vertrek ftond, door de jicht yederhouden. £:i dewyl ik door dit toeval niet graag een hinderpaal wil zyn van ecu Huwelyk, dat my zo aangenaam, is * en myn pre/entte daar ook zo noodig niet oordcel te weezen , heb ik gerefolveert myn zoon alleen te zenden. '/ Is het waardigjle pand dat ik in myn hooge ouderdom heb: daarom verzoek ik, dat gy hem als een zoon antfangt, en neffens uw dochter bejegent en onthaalt. argantes. Och! ik beklaag hem in myn hart: «at fchryft hy teer. Maar daar komt iemand naar ons toe: het lykt wel je Heer. filippyn. Ja, 't is hem : wat dunkje? gaat hy niet fris op zyn kooten ? Brengt hy ze wel meê, die 't Huwelyk omver zullen ftootcn? ■ helen a. Hy 's waarlyk niet quaalyk gemaakt. NE»  a6 KRISPYN, M EDE VRY ER NEGENDE T O O N E E L. ORONTES, IZABEL, KRISPYN, FILIPPYN, HELEN A , KATRYN'. KRISPYN. ï ilVpyn! FILIPPYN. Myn Heer. KRI5PY N. Is dit den Heer die myn Schoonvader zal zyn ? F1L3 PP YN. Ja, dat is hem, levensgrQOte, van den hoofde tot de voeren. ORONTES. Welkom Bruidegom K R I S P Y N. Ik heb de eer van u te groeten, En hen op het hoogfte verheugt , u noch gezond te zien. Deze békóörelyke Dame zalje dochter zyn misfehien? O R 0 N T ES. O neen, Zwager, je beur verkeert. het is myn vrouwtje. KRISPYN. Ik moet bekennen, Schoonvader, 't is een aardig tepelhoutje. HELE NA „ Dat 's, myns oordeel, al vry wat te gelant, Katryn. KATJP.YN „ Dat 's waar, 't fchynt al een drolljgen Apteker te zyn. KP ISPYN, Wat zyn dit altemaal fchoone ca bekoorelykc menIchen! Ik  VAN ZYN HEER. 27 Ik zou die voor myn vrouw, die voor myn Matres, en die voor myn keukenmeid' wel wenfchen. IZABEL. „ Wat buitcnlpoorighcid! KRISP YNa Kyk, wat een trony! 't heeft rimpel, noen plooi: M u zie ik, dat myn vader wel o.iierfcheid kan maaken, tusfehen leelyk en mooi: Want ik heb hem verfcheide maal, als men vanjefprak, hooren zeggen; Ik wou, datze Weeuw wierd, ik zou 'er myn vryen aan te kosten leggen. . ORONTES. Wel, dat is een zoet kompliment! ik ben je vader ge- obligeert. 't Is een teken, dat hy de vrouw meer als de man éstimeert. HELE NA. O! dat moetje zo niet neemen : myn Heer verfïaat de kunst van vleijen: Man en vrouw, dunkt hy, is eens: als hy my pryst, pryst hy ons beijen. We hadden gewenscht; zo gelukkig te zyn, van je vader hier te zien. KRISPYN. Het is hem hartzeer genoeg, dat zulks niet kan gcfchiêa. Ik ben verzekert, zo hem dat geluk had mogen gebeuren , Dat hy metje a la boerée zou gedanst hebben uit den treuren. ORONTES Maar wanneer zullen wy eens voortgaan met onze zaak ? KRISP ÏN. Al wouje aanftonds: maar ik heb hier een pak kleeren of .twee in de maak, By  ï.8 KRISPYN, MEDEVRYER By een voornaam Meester, die 'k Stoten alles heb laaien koopen; Endew 1 ik, door myn vaders indispolitie, met de post wou loopen, Stak ik, om niet veel, geambrasfeert te 'zyn, tot myn gemak, Maar effen zo veel geld, als ik tot de reis noodig had, in myn zak. ORONTES. Geen zwarigheid: je huwelyksgoed leid al afgepast: je kund na je begeeren Van vier duizend pistoolen, dien ikje belooft heb, disponeeren. KRISPYN. Ik dankie voorje prefentatie. Filippyn, ga op flaande voet, By d"en Heer, daar ik, volgens order van vader, dat geld aan tellen moet. ,, Vlieg aanftonds heen, zoek een paar goeje paarden te krygen. FILIPPYN, in't ve^mn. Ik vlieg als de wind. TIENDE T Q Q N E E L. HELENA, ORONTES, IZABEL, KRISPYN, KATRYN. KRISPYN. 'tï s een Marquis, wiens naam ik, om reden, moet zwygen, Hy heeft 'er twee Brieven aan myn vader voor verpand. ORONTES. Ha! ha ! zo wordjer met voordeel van ontlast: dat is kant! Maar  VAN ZYN HEER. =9 Maar dat overgeflagen; hoe is het met het proces van je vader, . Hy heertmer, toen hy lest hier was, iets van gezegd, maar lint heb ik 'et niets nader Van gchoort. krispyn, met een ontfleldgelaat. Flippyn. orontes. Wat fchortje ? krispyn. • Flippyn! Flippyn! orontes. Wat is 'er? je fchynt, na ik merk, heel ontfleld. te zyn. krispyn, ter zyden. „ Hoe raak ik. hier best tf. Ik moet Flippyn noch eens fpreeken. orontes. Die zal hier we! haast weer zyn, zegme maar eens, is 't vonnis al gettreeken? krispyn. Zoü 't niet orontes. En hebjt 't gewonnen? krispyn. Met kosten met aL oróntes. Ik denk niet, dat zyn party appelleeren zal?, krispyn. Gansch niet. orontes. Wel, ik ben bly, dat het zo ver is gekome». krispyn. Myn vader had die zaak zodanig ter harte genomen, Dat hy al zyn goed eer aan den Regter zou hebben ge- fpendeert, Eer hy in een zaak, die zo regtvaardig was, zou hebben geluccumbecrt. oron*  30 KRISPYN, MEDEVR Y ER ORONTES. 't Heeft hem, naar alle apparentie, ook al gekost een * tamelyke Huiver. KRISPYN. O ! de Jufticy is in *ïg zelfs zo edel en zuiver, Datze_ met geen geld is te betaalen, alwaar 't een Konings fchat. ORONTES. Dat 's waar : hy heeft 'er al veel moeijelykheid me gehad. KRISPYN. Geen kleintje: want hy had met hairkloovers te doen, die, doorlleepen, Zig admirabel wel verftonden op die knecpen. ORONTES Wat noemje hairkloovers? na my voorilaat, was zyn party een vrouw. KRISPYN. Dat 's waar; maar daar 's een neef, die uit liefhebbery wel een proces koopen zou, En die heeft 'er altyd opgeruit, en een hart onder de riem gefteeken: Maar ik ben hier gekomen, om van plcificriger dingen te fprceken. ORONTES. Je hebt gelyk, myn Heer, kom, gaan we dan in huis. K RISP ï V, Als 't je belieft, myn Heer. „Ik was daar geen kleentje confuis. ELF-  VAN ZYN HEER. 31 ELF D'E T O 0 N E E L. IZABEL, KATRYN. HIZABEL. daas! Katryn, helaas! wat zal ik nu beginnen? KATRYN. !• re] trouwen, en Valerius beminnen 1z ABEL. I • • c, heb l ectdes deerenis met myn verdriet. KATRYN v, ik moet ook fchreijen, ge- lykjc ziet. IZABEL. Och! Ocl ! Kal och! och! helpme, of ik bezwyk, cn val «Jaar liccncn. KATRYN. Ocli 1 Ocl 1 J iuw, ik flerf, als ikje zo droevig zie weéneh. IZABEL. Ei, raadme toch, wat ik doen zal, in de fiaat daar ik in ben. KATRYN Och ! ik ben zelfs zo bedroeft, dat ikje niet raaden ken. IZABEL. Indien het mogelyk is, zo red me uit deze pynen. TWAALFDE T O O N E E L. ISABEL , VALERIUS, KATRYN. MVALERIUS. yn knegt heeft me gezeid, dat ikj hier "nooit weer moet verfchynen: En wyl ik in 't allerminst niet weet "iwat daar van oorzaak is. Zo  % KRISPYN, MEDEVRYER Zo kom ik uk uw mond... maar hoe, wat wil die ont- (ïeltenis? Gy ziet befchreid, myn Engelin. KATRYN. 't Is waar, myn H eer, wy fchreijcn. JeMedevryer is zo gearriveert, om haar na de Kerk te leijen. VALERIUS. Och! wat hoor ik! KATRYN. Als ze hier noch bleef ;n de ftad, _ Konjer altemet noch wat helpen fchreijen , alsze die droevige buijen had Mu gaatze wel een dagreizens hier van daan. VALERIUS. Wie is 't, die my zulk een fchat doet derven ? Ik zweer, dat ik my aan hem zal wreckcn, of iterven. KATRYN. Zyn naam is Karei. Hy is van Chartres, de Vent. VALERIUS. Ik ben te Chattres al zo wel, als hier, bekent. Dat zal dan ligt de zoon van den Heer Argantes weezen. KATRYN. Ja, ia, die is het. VALERIUS. Zo ik geen ander Minnaar had te vreezen, Zou 'er weinig zwarigheid zyn ; want dien Heer is al gctrouwt. KATRYN. Getrouwt, zegje? VALERIUS. Ja, getrouwt. K ATRY N. O! abuis, je hebt fout. VALERIUS. Gcenfints, Katryn; dien Heer heeft het my zelfs gcfchreeven K A'  VAN ZYN HEER. 33 . KATRYN. Sprookjes. IZABEL. ■ Dat k an niet zyn. hy is bier al, om my zyn hand te geeven. VALERIUS. Dat zy zo : ik ben echter verzekert daar van. KATRYN. Ei lieve , haal de brief eens ; ligt dat men zich daar van bedienen kan. VALERIUS. 't Is wel, ik zal in een oogenblik hier weer zyn, omje ze ter hand te (tellen. KATRYN. Daar komt je vader; ik moet hem de Story eens vertellen. Ga jy ondertusfehen je moeder fpreeken, ik kom zo tuis. DERTIENDE T O O N Ë E L. ORONTES, KATRYN. ZORONTES. (ag ik daar Valerius niet ftaan by Izabel? of heb ik abuis? KATRYN. Gantsch-niet, myn Heer; hy gaat zo van ons af. Ik moet bekennen-. Dat de meeste manlui een party fchavuiten bennen. ORONTES. Hoe dat zö ? K A T R Y N. Ik wou, datje dien Heer zelfs eens had gehoort. Die Karei moet wel een haan met een dubbelde kam zyn, en geen kleintje gefpoort, Dewyl hy zig met één wyf niet tevreden kan houwen. G ORON-  34 KRISPYN, MEDEVRYER ORONTE S. Wat wil dit zegggen ? KATRYN. Dat hy reets een vrouw heeft, en hier komt, omje dochter te trouwen. ORONTES. Praatjes, praatjes. Al zwoer je 't, zo is 't echter niet waar. KA TRYN. Karei heeft het zelfs aan Valerius gefchreeven. Zy zyn goeje vrinden met malkaar. ORONTES. Dat kan wel zyn : het komt my echter ongelooflyk te vooren. KATRYN. Valerius zal hier zo aanftonds weer zyn: dan zei je 't zien en hooren. Midlerwy! zou ik je raden, datje tot nader befcheid, De zaak wat dragend hield. ORONTES. Zy heeft gelyk, de meid. KATRYN. je weet, hoe de jonge maats deur den bank vallen: ze zouwen Wel een half dozyn wy ven, om het Huwelyksgoed, trouwen. ORONTES. Ja, het gaat alzo, Katryn; maar daar komt Kareis ' knegt, kl: moet hem de pols eens tasten, en hooren wat hy zegt, KATRYN, in V weggaan. 't Gaat wel: daar 's by proviiy een dok in 't wiel ge» Üeekcn. PEER-  VAN ZYN HEER. 35 VEERTIENDE T O O N E E L. ORONTES, FILIPPYN. ORONTES. ^ilippyn, hoor hier: ik moetje een woordje in vryheid fpreeken. Ik merk dat|e een eerlyk borst bent, aan je mienen, opzigt en gelaat. . FILIPPYN. Dat ben ik, alzo eerlyk, als 'er een mensch over twee beenen gaat. ORONTES. Maar je Heer lykt al een aardig Kapellaan te weezen. FILIPPYN. Dat doet hy: het is een Kareltje dat fchryven kan en leezen. ORONTES. Hy is ook geen haater van vrouwen, na dat ik wel heb verftaan. FILIPPYN. Dat 's waar: hy weet 'er ook admirabel meê om te gaan. De vader doet wel, dat hy hem uithy.ikt by zyn leven, 't Zei ook een groote gerustheid aan een party mannen geeven. ORONTES. Zo komt het 'er al 'op uit, het geen ik daar zo gehoort heb van de meid. FILIPP Y N. En wat? ORONTES. Dathy een Juffer van fatzoen zou hebben misleid. FILIPPYN. De droes'. ORONTES. O! je bent al ontitelt: dat is, myns oordeels, een teeken C a Dat  36 KRISPYN, MEDEVRYER Dat 'er iets aan vast is: je zoud anders wel asfuranter fpreeken. FILIPPYN. Wie ? ik myn Heer ? ORONTES. Jajy, jajy, jebent mcê al een groote fchurk. FILIP P Y N Zo ik ergens van weet, mag ik wel lyen, dat ik verzink als kurk. ORONTES. Wel, Hangebast, durfje daar zo onbefchaamt noch tegen fpreeken, Daar pik zo wel geinformeert ben van je fchelmfe ftreeken? FILIPPYN. Ik zeg als noch, dat ik niet weet watje zeggen wilt, noch je in 't minne verfta. ORONTES. Jou ouwefchoenenweeten'tniet, ikraaje,datje'tzegt, eer ik na een Diender ga. FILIPP VN. Ik denk niet, myn Heer, dat we hier in d'Inquifitie bennen, Daar men blindelings raaden moet, wat men zal bekennen.. ORONTES. Ik zalje wel Inquifitien, blyf maar een weinig {laan. Katryn, Katryn, je moet voort eens om een Diender gaan. FILIPPYN. Zagt, Heer, fchrceuw zo niet; je zoud iemand met zulk raazen, Hoe onfchuldig hy ook mag weezen, geen kleintje verbaazen. Laaien wy malkander met fatzoen onderregten Wie is 't Die zulks heeft uitgertrooid? ik wou, dat ik het maar wist, ORON-  VAN ZYN HEER. 37 O R O N T F. S. Karei heeft het zelts aan Valerius gefchreeven. FILIPPY N Zo komt het van Valerius? daar meugje wel geloof aan geeven. ORONTE S, Ja, van Valerius: en die hou ik voer een eerlyk man. FILIPPYN. 'k Beken, 't is fyn. Ik weet niet, hoe men 't zo prac- tifeeren kan. Valerius, zegje? ORONTES. Ja, Valerius. Wat hebt ge op zyn perloon te zeggen. FILIPPYN. Valerius! ja wel! hy heeft die ftrik al kunftig weeten te leggen. ORONTES. Wat ftrik? wat fttik? je rammeid al 10 wat, en zegt niemendal. FILIPPYN. Ik heb dit al lang van hem verwagt. 't Is niet als pure gal, _ Die hy uit enkel jaloufy op Karei zoekt uit te braaken: Want hy mind je dochter, en meend zo tot zyn oogwit te raaken. ORONTES. 't Is waar , hy mind Izabel. FILIPPY N. Katryn is op zyn zy, En weet wel beter, fchoon zy hem ftyft in diefieltéry. ORONTES, 't Kon zyn. FILIPPYN. Ik wil wel wedden, al was 't om myn leeven, Dat Katryn je gezeid heeft, dat 'er zulk een briefis gefchreeven. C 3 ORON-  38 KRISPYN, M 'EDE VRYER orontes. Dat 's waar. filippyn. 't Is al heel woijderlyk en kundig verzint: Heer Karei komt hier, om te trouwen niet je kind; Wat doet Valerius? om dat Huwelyk te Hutten, Fabriceert hy een brief, die quaufuis komt van buiten. Meer heb ik niet te zeggen, als datje eens ongepaslionneert De ftaat van onzequesty in zyneigenfehapkoncidereert. o r on t es. Ja, 't is al zo wat. filippyn. Ik wüje zelfs wel Rechter maaken. Katryn zal by provify dat Huwelyk trachten te ftaaken, En je vrouw ondertusfehen zoeken te krygen op haar zy: En dan is 't half gewonnen : want de vrouwen zyn zo penetrant niet, als gy orontes. Je hebt gelyk. filippyn. Je verflaetje vry beter op die kneepen. De vryers zyn, gelyk je weet, om malkaar op te ligten, fyn en cieurfleepen. orontes. Dat doenze. filippyn, Maar't zal de bedrieger bedroogen weezen; want Myn Heer kend zyn waereld te wel, en heeft te veel verlland. Om zien zo by de neus te laaten leijen. or on t e s. Voorzeker. filippyn. En daar en boven Te  VAN ZYN HEER. 59, Te veel ervareufneid, om zo blindelings te geloover. orontes. Zit 'er geen Uil op myn fchouder? ik loof dathy Karei niet eens kend. filippyn. Hy denkt ligt, datje, om zulks te begrypen, te onno- ]ylaa?ehybrnaest 'er noch al een mcé brengen, die je zou willen verkloeken. orontes. Dat meen ik ook , Orontes laat zich zo ligt met doeken. Gantsch niet, myn Heer,1 ze hebben de regte nietvoor. orontes. Daar komt Karei: ik moet het hem eens zeggen. Haha', ha: ha! wat ik hoor. filippyn Ha' ha' ha! ha', ha! ha! ha! ha! wie heeft zyn leven Sik een Komedie gehoort! of zulk een Story befchicven! FT F T I E N D E T O O N E E L. orontes, krispyn, filippyn. O' datje wist, wat menmy daar op de mouw wou foellen: 't is al heel raar. i Ze SS Vond uit, datje te Chartres getrouwt bent HalSta'ta! als ik 'er aan denk, kan-ik my van lagchen niet houwem filippyn. He! he! he! he! te Chartres getrouwt, en hier weer met een ander trouwen. Ho! ho I ho! ho! waUrommel óf al dit lachenbeduid? C 4" i .  40 KRISPYN, MEDEVRYER 0 r o n ï f. s Men zogt me zo een rad te draai/en; maar trek me die achterüe kies eens uit f1lip p y jv Ze hebben een gek voor, dogt 'er, maar 't zei 'er wel misfen. Orontes is gceu man, die zich zo ligt in de uk luit pisfen. kr isp yjï'. Ik wou wei eens weeteu, wie zulks heeft uitftrooit, ik fvvcer filippyn 't Is een Edelman, die Valerius hiet, zeid myn Heer k r i $ p Y n. Valerius ? wie is dat ? filippyn, /cgciiF Orovtcs. Ziejewe^datmenhemmaarwatzoekttebruijen. t,y kent hem niet eens. Hoor, myn Heer, ik ze)ie 't beduijen. Je hebt wel gehoort . . 't is die vent, die je Medevryer is geweest. ' krispyn. Ha» ha! daar fchiet my iets van te binnen. Is het dat beest! 't Is een Kaerel, na my voorflaat, wiens goed kraet> is aan 't ebben. ° "Zyn Krediteurs wenschten wel, dat dit Huw'lyk zyn voortgang mogt hebben. oro n tes. Ha! ha! ze zullen al lang wagten, eer dat gcfchied. filip'p yn. Ho! ho! hy 's niet gek, die Valerius. o R ONï£ s. Orontes is ook zulk een ylen Haring niet. Maar dat overgeflagen: ik hebje noch iets voor te nellen. Ik ben metje afgefprooken, dat ikje vier duizend pistoolen zou tellen, £„  VAN ZYN H EER. 4t En ik heb een huis liaan in de Fauxbourg van Sint Germairj, Dat zes duizend pistoolen waard is; zouje daar meê te vreden zyn? KRISPYN. Ik ? ja; maar een huis van zo veel geld kan myn zo wel niét llaagen. FILIPPYN. Het goud, myn Heer, gelykje weet, kan men gemakktlyker draagen. KRISPYN. Ten andere, is 'er ook te Chartres, digt onder dcfiad, Een Hófftec, met een Ituk Land te koop , daar ik wel wat zin in had. Geen veugel kan beter land overvliegen! daar by is 't mooi van fituatieIk zou 'er maar duizend pistoolen voor geeven; doch 't is by gratie; Dewyl het by publike koopveiling wel eens zo veel gelden zou, FILIPPYN. Behalven, de fraaije Plantagie, en de ArchiteÖuur van 't gebou w ,- Vind rnen twee extraordinary groote Vyvers , daar men na gisten, Wel twee duizend pond Karper, met ruim zo veel Sncek, 'sjaars uit kan visfen. ORONTES. Dat moetje je niet laaten ontgaan: die occafie is puik. Ik heb zes duizend pistoolen leggen, tot het zelfde gebruik, Daar ik een groote Financier, die in 't kort Haat te breeken, En een braave Buitenplaats heeft, mee d' oogen meen uit te ileeken Je kund van je vier duizend pistoolen disponeeren, als je belieft C f KRIS'  4a KRISPYN, MEDEVRYER k ris v Y n, Qr/inte's o :h ■ 'zèndr* Ik dankie duizendmaal voor je belceftheid, datje me zo prompt gerieft filippyn, O! welk een goedheid! welk een genereusheid! ik moet ueKennen, Dat 'er weinig zulke Schoonvaders in de wereld bennen orontes. Ik ga zo aanftonds na de Notaris, die deQuitantieheeft g<_-. e.a, En zeg/en, dat hy 'er mee aan ons huis komt, by t tellen van 't geld. krispyn. Als 't u belieft: anders zal ik 'er zelf wel na toe gaan foppen. Fit ippyn, Wie weet of zich de Kred:teurs van Valerius, uit defperare, niet zullen opknoopen. o r O n T f, s. Dat mag ik wel lyen; al wou hy 't zelfs meê doen , de Guit. Je zult, fpyt zyn bakkes, hoe eer hoe liever, trouwen, dan is het fpel git krispyn, latrhende. Ha! Ha! ha! ha! hoe zellenze (laan tekyken! ni.ipp yn. He! he! he! he' puur als de vogeltjes die na dc uil gelykcn. ZESTIENDE T O O N E E L. krispyn, filippyn. "fcT krispyn. J_S aar ik merk, kend myn Heer, Karei, en weet iets - - vaudeinoüid. FI"  een zaak van confcientie; hy moest het wel toehalen , om reden. ar-  VAN ZYN HEER. 57 ARGANTES. Voorzeker : ik had het anders om de dood niet geleeden. HELE NA. Hier is nochtans een Heer , die voorgeeft, je zoon te zyn. ARGANTE S. Dat is een Bedrieger. ORONTES. Hy word echter gedient van Flippyn, Die metje hier is geweest over vyf zes weeken. ARGANTES. Die Schurk ! die Vagebond! dat hem de Beul den hals moet breeken. Nu merk ik d'oorzaak, waarom hy me, toen ik hier in huis wou gaan, weerhielt. Fly zei, datje heel verftoort waart, en hem geflagen had, die Fielt! HELE NA. Die Leugenaar! KATRYN, ter zyden. „ Ha! ha! ik begin zo iets te merken. VALERIUS, ter zyden. „ Het zal Krispyn geweest zyn: die 's wel bequaam, zulke dingen uit te werken. ORONTES. Daar komenze alle by aan, nu zal men haast zien wie ons dit papje brouwt. D s ZEi  58 KRISPYN, MEDEVR-YER ZES-EN-TWINTIGSTE TOONEEL, orontes, helena, argantes, valerius, izabel, katryn, krispyn, filippyn. ynrr krispyn. W el nu, Heer Orontes, is 't nu noch geen tyd dat mèri trouwt? „ Och! och! wat 7.ie ik ! filippyn,- tegen K. ispyn. „ We zyn ontdekt; elk vlugt, eer ze ons vatten. valerius, vattende KtïspyJi. Ha! Hondsfat'. Valfaris! meen je me zo te ontfpatten ? orontes, grypenel- Filippyt}, Blyf ftaan; of ik zelje by den elimaliment. argantes, trge// Urh;yv. Is dat de Schurk , die zich voor myn zoon uitgeeft! wat is 't voor een vent? valerius. Het is myn knegt. ii e l e n a. Een knegt! een knegt! wie heeft zya leeveu... argantes, 'tegen Wippin'. Is dat order volgen, fielt, dien ikje had gegeeven? v alerius, tegen Krhpyn, Is my dat dienst doen, Schel m ? kris'py n. 'k Bid, oordeel niet na de uiterlyke fchyn. argantes, tegcit FilippJUr Ik zweer, Vagebond, dat ik het gedachtig zal zyn. fi-  VAN ZYN HEER. 5* FILIPPYN, Vagebond? ARGANTES. Ja, Vagebond, ontken je noch zulks te weezen. FILIPPYN Ik moet bekennen, dat is al wonderlyk gepreezen. VALERIUS. Jou Bedrieger! jou Schoft! je bent waard, dat menjï fenavotteert KR1SP YN. Bedrieger? Schoft? ik hiet zo niet: je bent verkeert. VALERIUS. Jou Hangebast! je bent de galg noch niet ontwasfen. KRlSPÏ N. Dat zyn tytels die geen eerlyk man ooit pasfen. VALERIUS. Zo meen je dat wenoch ongelyk hebben ? KRISPYN. Ongeiykofniet: Filippyn zclje wel zeggen, hoe de zaak is gefchied. F1L1P P V" N. Neen, doe jy 't liever: je zelt de zaak in beter order ontleedén. KRISPYN. Fiat. Ik bid dan, datje met wat geduld wilt luisteren na mvn reden. . Dat ik my, onder de naam van Ka-el, vermomd heb met dit kleed, gelyk je ziet, , Is alleen, om uw liefde te bevo-rdcelen ^gefchu-d; Gcenlints om Izabel te vervoeren, of te fchaiken; Maar om 't Huwelyk door myn extravagant gedrag haatelyk te maaken: Doch onaangezien al myn buitenfpoorige grimmasien, en zotte taal, Had ik het ongeluk van haar te behaagen altcmaal. VA-  60 KRISPYN, MEDEVRYER valerius. Zo zouje dan getrouwt hebben, hadden wy 'er niet agter gekomen ? krispyn. Heel niet: vraag het Filippyn. Wy hadden voorgenomen , Om het je te zeggen: en daarom quam ik expres hier, om je raad, Op wat wys ik my nn verder zou dragen in die ftaat. valerius. Praatjes! praatjes! je hebt heel wat anders zoeken te klaaren: Want je wist wel, dat Karei getrouwt, en die grimmasfen onnodig waren. krispyn, vallende op zyn knié'n. Dewylje ons dan, als onfchuldigen, niet wilt ontflaan, Verzoek ik genade van 't geen 'er mogt wezen misdaan. pi li pp yn, hrilelende. Ik ook, myn Heer, laatje goedheid toch meester zyn van je tooren. krispyn. We zyn, tot ons ongeluk, onder de Star van Mercurius gebooren, Daar myn Konfrater onlangs noch groote vervolging om leed: Want die menfchen zyn juist zo net in den haak niet, gelykje weet. orontes. DeCeulzelje welhaaken,Schurken. krispyn. Och! hebtoch mededogen. Ik zweerje by de fchoonheid van Mevrouw, en haar bekoorlyke oogen, Dat ik het nooit weer zal doen. filippyn. En ik, ik zweerje by de min En tedere liefde, die je draagt tot zulken zoeten Engelin. he-  VAN ZYN HEER. ' 6x HELEN A. O laat de Jongens maar gaan; dewylze fchuld bekennen. KATRYN. Die Fielten weeten, waar de vrouwlui op haar zwakfte bennen. ARGANTES. Je bent gelukkig datje Mevrouw Orontes toteenvoorj i fpraak hebt ORONTES. Ik vind ook ver best, dat men van die zaak niet meer rept. Valerius gy kund nu met kabel, myn dochter, trouwen: Dewyl ik, gelyk je liet, niet meer aan myn woord ben gehouwen. VALERIUS. Myn Heer, ik ben u verpligt. ORONTES. Hoor, Jongens, 'k vergeef je mis>daad en fchuld, Op die Ronditie, dat jy je voortaan beteren zult. i KRISPYN, opryzeride. Dat beloof ikje uit grond van myn hart. FILIPPYN, opryzende. En ik, ik mag wel lyen, Dat men my ophangt, zo 'k my weer bemoei met zulke fielteryen. ORONTES. Hoor, ik zie datje Borften bent van oordeel en verftand, Ik zal jou onze Katryn geeven, en jou een Boerinnetje van ons land, Met een braave Bruiker daar by, waar van ie met fatzoen kund leeven, \ Op die konditie, datze alle bei daar haar Hem ook toe geeven. KRIS-  tfa KRISPYN, MEDÊVRYER VAN ZYN HEER. KRISPYN. Wat ben je goed! de eerftc zoon, dien ik kryg by myn vrouw, Die zei ik Orontes laaten heeten, ter eeren van jou. F11.1 P P Y N , regen 'Helena. En jouw naam zei ook gaan voor alle naamen, Zo dra myn aamtaande vrouwtje van een dochter komt te kraamen. ORONTES. Zo krygt hier elk zyn befcheiden deel en lot. Kom Vrinden , ik nooje altemaal op het fortuin van de pot. EINDE.