Z A A K E N VAN STAAT en OORLOG.   Z AAK E N VAN STAAT en OORLOG, betreffende de VEREENIGDE NEDERLANDEN; zedert het begin van het jaar. MDCCLXXX TWEEDE DEEL. te AMSTERDAM, by JOHANNES ALLART. mdcclxxxix.   L Y S T VAN alle de stukken, welke in dit tweede deel geplaatst 7, Y Ni li Antwoord van Zvne Allerchristelykfte Majefteit op de Declaratie van Hun Hoog Mogende, wegens derzelver Toerrëeding tot de Gewapende Neutraliteit: zie I üeel, bl. 322. In dato Verfailles, 23 December 1780. . . . bl. 1 II. Resolutie Hunner Hoog Mogende de Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, rankende de Schippers in vreemde Havens leggende, by het uitbreeken van den Oorlog. In dato 4 January 1781; bl. 2 III. Placaat, betreffende de Engellche Kaapers. welke in de Havens deezer Landen binnen loopen. In dato 4 January 1781. bl. 3 IV. Missive van den Heer [Swart, get. Peterskttrg* '5-: january 4781. . bl. 4 V. Missive van Hun Hoog Mogenden de Staaten Generaal aan de Reipective Staaten der Zeven Provincies In dato 's Hagé' 6 .lanuary J78j. . . bl. 6 VI. Waarschouwing , omtrent een algemeen Beflag op de Schepen, in de Nederlandfche Havens. . bl. 11 VII. Placaat, weegens de Premien der Commisfievaarders, van 12 January 1781. bh 1 i VIII. Extract uit het Register der Refolufien , van Hun Hoog Mogende de Heeren Staa- ten  n LYST der STUKKEN. ten Generaal, betreffende het inroepen van buitenlandfche hulpe, op den grond van het Traétaat van Gewapende Neutraliteit. In dato 12 January 1781. bl '8 IX. Extract-antwoord van Haare Rus-Keizerl\ke Majefteit, op het inroepen Hunner Hoog Mogende van Buitenlandfche hulp, op grond van het Traclaat van Gewapende Neutraliteit. . bl. 34 X. Bekendmaakino ten opzigte van de Kaapreederyen, volgens Authorilatie van Hun Hoog Mogenden, in dato 12 January 1781, aan Zyne Hoogheid willem den V, daar toe verleend. - bl. 25 XI. Plan van eene Kaap-Reedery, den Ingezeetenen der Vereenigde -Provinciën aangebooden. . • bl. 27 XII. Publicatie van H. H. Mog. raakende de Zeelieden, welke ten Oorlog vaarende , verminkt mogten worden. In dato 12 January 1781. . . bl. 38 XIII. Antwoord van Zyne Catholyke Majesteit, op de Declaratie van Hun Hoog Mogenden, wegens derzelver Toetreeding tot de Gewapende Neutraliteit, den 1 January 1781 aan Z. M. overgeleeverd. bl. 39 XIV. Zaaklyke inhoud der Inftruclie en Artykelen voor de Kapiteins, Officieren, Schryvers en Bootsgezellen, die met Commisfie van Retorfie uit ftaan te vaaren, en waar op zy te vcoren ter Admiraliteit Eed moeten doen, volgens last van H. H. Mog. van 13 January 1781. • bl. 41 XV. üxtract-resolutie van de Ed. Mog. Heeren Staaten van Friesland , wegens de  LYST der STUKKEN. Ui de vermeerdering van Zeemagt; van 13 January 178!. . . bl. 45 XVI. Resolutie van Zeeland, nopens het toetreeden tot den Oorlog met Engeland. In dato 22 January 1781. bl. 48 XVII. Petitie van den Raad van Staate , omtrent ce nodige Lasten tot het onderhouden van een Veldleger, langs de Hollandfche Zeeftranden. Indato22 January 1781. bl. 54 XVJII. Uittreksel uit de Registers van deRefolutien van de Staaten van Holland; behelzende klagten over de traagheid in 't werven van Zeevolk. In dato 26 January 1781. . .. . bl. 58 XIX. Plakaat van H. II. Mog. de Hecren Staaten Generaal, waarby alle Scheepvaart uit deeze Landen verbooden wordt; In dato 26 January 1781. * bl. 59 XX. Placaat van H. H. Mog. verbiedende den uitvoer van Krygs- en Mondbehoeften na Groot-Brittannie. In dato 26 January 1781. . . bl. 62 XXI. Placaat van H. H. Mog; de Staaten Generaal; behelzende verbod om aan de Engelfchen Schepen te verkoopen of tö verhuuren. In dato 26 January 1781. bl. 71 XXII. Placaat van H. H* Mog. de Staaten Generaal, waar by de uitvoer van ScheepsMateriaalen wordt verbooden* In dato 26 January 1781. . bl. 73 XXIII. Extract uit een Misfive van den Baron van Haeften, Ambasfadeur aan het Hof * s van  iv LYST der STUKKEN. van Conftantinopolen. In dato Pera 29 January 1781. . bl. 75 XXIV. Resolutie der Staaten van Utrecht,wegens de vermeerdering der Land- en Zeemagt, en de Verdeediging tegen Engeland. bl. 75 XXV. Request van A. J. Verftolk van Zoelen, aan de Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, bl. 82 XXVI. Request van eeivge Kooplieden te Middelburg aan Hun Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. In dato . . January 1781. bl. 83 XXVII. fïxTRACT missive van den Heer J. W. Nagel, Conful van Hun Hoog Mog. te Cadix. . • • bl. 85 XXVIII. Lyst van Nederlandfche Schepen, zedert den 19 December i?8o tot op den 5 January 1781 , door de Engelfchen genomen, en in hunne Havens opgebragt. bl. 87 XXIX. Extract uit de Register der Refolutien van Hun Hoog Mog. inhoudende een Befluit tot het aangaan van eene Conventie met Frankryk. in dato 2 Febritary 178 r. bl. 93 XXX. Messive van de Staaten Generaal, aan de Staaten der byzondere Provinciën, over eene vermeerdering van de Landmagt, met twintig duizend Man ; nevens een Plan deezer vermeerderinge, en den Staat van het beloop der Recrutgelden , daar toe vereischt. In dato 2 February 1781. bl. 95 XXXI  LYST der STUKKEN. v XXXI. Eerste Commissie ter Kaapvaart, door Zyne Hoogheid nitgegeeven. In dato 3 February 1781. . bl. 113 XXXII. Copie van een Misfive van den Cezant van Portugal aan den Heer Smis/art, \mbasiadeur der Staaten aan dat Hof. m datov 5 February 1781. . bl. 116' XXXIII. Resolutie van Hun Hoog Mogenden, op de Verklaaring der Heeren Staaten van Zeeland, van den 22 January 1781, noppens het toetreeden tot den Oorlog met Engeland. In dato 6 February 1781. bl. 117 XXXIV. Missive van Hun Hoog Mog. met een nader Plan van augmentatie der Landmagt; en Extract, uit de Refolutien der Heeren Staaten van Holland en Westfriesland. In dato 6 February 1781. . bl. 122 XXXV. Concept-resolutie, op de Suppletie aan de fchiarsheid van het Zeevolk. Ingeleverd in de Vergadering van Hun Ed. Groot Mogende de Heeren Staaten van Holland en VVestfriedand, op de Propolïtie van de Heeren Gedeputeerden der Stad Amfterdam, In dato 7 February 1781. bl. 123 XXXVI. Memorie, over gegeeven aan Zyne Ex^ cellentie den Graave Ulr. Scheffer, den 8 February 1781. . . bl. 126 XXXVII. Placaat van de Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden ; waar by verbooden wordt het werven van Bootsvolk voor vreemde Dienften, en aan de Zeelieden om zich daar in * 3 t»  m LYST der STUKKEN. te begeeven ; als raeede vergiffenis verleend wordt aan de zulken, die uit *s Lands dienst te Water zyn weggeloopen. In dato 9 February 178 f. . bl. 131 XXXVIII. Placaat van Hun Hoog Mogende de Heeren Staaten Generaal; behelzende verbod van uitvoer van Graanen uit de Landen van Qvermaaze. In dato 15 February 1781. . . bl. 136 XXXIX. Advis van een Lid van den Friefchen Landsdag, raakende de voorgèftagene vermeerdering der Landmagr, Uitgebragt in dato 17 February 178:. . bl. 138 XL. Publicatie , ter aanmoediging van 's Lands Zeedienst. In dato 17 February 1781- - . bl. 139 XLI. Propositie van de Afgevaardigden der Stad Rotterdim , ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr Mogende, omtrent een te doen Verbod van invoer van Engelfche Manufactuuren. Gedaan in dato 28 february 178'. . bl. 140 XLII, Adres van Jr. J.D. van der Caf ellen tot den Poll, aan de Heeren Ridderfchap en Steden, de Staaten van Overysfel. In dato 1 Maart 478 r. . . bl. 142 XLIII. Memorie van den Prince Gallitzin, aan Hun Hoog Mogende. In dato 2 Maart 17U. ... bl, 143 XLIV. Antwoord van Hun Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal, op de Memorie van denPrinfe Gallitzin, inhoudende eene aanbieding van de bemiddeling Haarer RusKeizenyke Majefteit, tusfchen Groot-Brit* tan-  LYST der STUKKEN. vu tannie en de Vereenigde Provinciën. bl. 144 XLV. Prje-atwis van de Hollandfche Raaden 'en Miniüters van de Collegien ter Admiraliteit in deeze Provincie, op de Propofitie van Gedeputeerden van Rotterdam , tdt het verbod van Invoer hier te Lande van Engelfche Manufactuuren, en toevoer van Graanen uit deeze Landen na hetRyk van Groot-Bi ittannien Ingeleverd in het Befoigne,, in dato 7 Maart 1781.^ bl. 146 XLVI. Advis van Amfterdavnfche Koopheden, op verzoek van derzelver Regenten, omtrent de Rotterdamfche Propofitie , raakende het verbod van Invoer van Engelfche Manufacluuren. • bl 147 XLVIL Plakaat van de Ed. Mog. Heeren Staaten van Friesland, behelzende verbod van het bouwen van nieuwe Scheepen op particuliere Timmerwerven. In dato 8 Maart 1781. • • ?5° XLVIII Advvs van ]r. A. JV.B.D.vanPallandt, Drost yati Ysfelmuiden, in d: zaak van Jr . J. D. van der Capellen tot den Poll.^ Gitgebrast op den Landdag yan Overysfel. In dato 8 Maart 1781. . bl. 151 XLIX. Extract; uit het Register der Refolutien van de Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden; behelzende verlof aan kleine Scheepen om over de Wadden, enz. te mogen vaaren. In dato 9 Maart 1781. . bl. 152. L. Contra-manifest van de Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, tegen * 4 h&t  vin LYST der STUKKEN. het Manifest van den Koning van Engeland. In dato 12 Maart 1781. bl. 154 LI. Plan eenqr Aijgmentatie van 's Lands Krygsmagr. Overgeleverd door den Raad van Staate, in dato'12 Maart 1781. bl. 169 LIL Brief van de Staaten van Friesland, aan derzelver Afgevaardigden ter Generaliteit, over de goedkeuring van het Manifest tegen den Koning van Engeland. In dato 16 Maart 1781. bl. 172 LIK. Request van Gecommitteerden van de Visfchcryen van \'hardingen en Maasland* fluis, aan Hun Hoog Mogende, omtrent het beraamen van de nodige fchikkingen met Engeland, tot het onbelemmerd dryven van hunne Neering, geduurende den Oorlog. In dato 1- Maart 1781. bl. 173 LIV. Memorie van den Hertog 'de laVauguyon, Franfchen Gezant bv Hun Hoog Mogende ; ingdeverd 18 Maart 178». bl. 176 LV. Adres van Jr. van der Capellen tot den Poll, aan de* Regeering der Stad Zwol. In dato 22 Maart 1781 bl. 178 LVT. Resolutie van Raad en Meente der Stad Zwol, op het Ares van Jr. van der Capellen tot den Poli. In dato 22 Maart 1781. . . . bl. 179 LVII. Extract uit het Register der Refolutien van de Staaten Generaal: waarby de Scheepvaart en Koophandel op de Oostzee van het algemeen Verbod van buitenlandfthen Vaart wordt uitgezonderd In dato 26 Maart 1781 . bl. 180 LVIII. Missive van het Hof van Holland, aan Hun  LYST der STUKKEN. ix Hun Ed. Gr. Mogende, over bet Ontwerp van een Traftaat van Koophandel met de Staaten van Noord-America. In dato 27 Maart 1781. . . bl. 181 LIX. Extract uit verfcheiden Refolutien van Hun Hoog Mogenden, zoo op Requesten van Kooplieden, als aangaande een'gc fchikkingen omtrent den Koophandel en Scheepvaart, geduurende den Oorlog tegen Engeland . . bl. 185 LX. Copie van een Brief van den Heer B. C. Smisfaart, Minister van deezen Staat aan 't Hof van Portugal. In dato . . Maart 1781. . ? . . bl. 189 LXI. Resolutie van Hun Hoog Mogende, raakende de Kaapreederyen. In dato . . Maart. . . bl. 192, LXII. Bri. fwisselinc, en Schikkingen , tusfchen de Heerfin Oofler en van Haren, te Amfterdam, en den 1 lertog van Richmo?id9 te Londen, betreffende de Nederlandfche Krygsgevangenen in Engeland. In datis 2 February tot 2 April 178;. bl. 194 LXIII. Memorie van den Baron de Thulemeyer , Gezant van zvne Pmisfifche tVJajefteit by Hun Hoog Mogende; ingeleverd in 's Hage, in dato 5 April 1781. . bl. 209 LXIV. Antwoord van Hun Hoog Mogende de Heeren Staaten Gen;raal, op de Memorie van den Baron de Thulemeyer, van den 5 April, wegens zeker opgebr.igt Schip. bl. 210 LXV. Resolutie van de Ridderfchap der Provincie Overysi'el, omtrent de zaak van ' 5 %  x LYST der STUKKEN. Jr. van der Capellen tot den Poll; genomen den 4, en ter Staatsvergadering ingebragt den 5 April 1781. bl. it LXVf. Resolutie der Stad Zwolle, in de zaak; van Jr. van der Capellen tot den Poll, raakende de Drostendienften. Iugeie erd ter Vergadering van de Staaten van Overysfel, in dato 6 April 178'. bl. 213 LXVII. Brief van de Admiraliteit van Am lerdam aan Hun Ed. Gr. Mogenden, over het aanleggen van eene Haven in het Nieuw Diep. In dato 10 April 1781. H. C48 LXVIIT. Adw.s van Jr. R. F. van der Capellen van de Marsch, wegens eene Petitie tot Legerlasten. Uitqebragt op den Ürdinairen Landdag te Arnhem , op den 12 April 178;. . . bl. 250 LXIX. Extract uit het Verzoekfchrift van Boekhouder en Medereeders van het Schip de St. George, aan Hun Hoog Mogenden. In dato 1* April 178;. bl. 253 LXX. Resolutje van de Ed. Mogende Heeren Staaten van Gelderland, omtrent de Verhooging van Soldyen. Veneris den 13 April 1781. . bl. 255 LXXI. Request van Geinteresfeerdcn by de groote Visfchery en Haringvaart, aan Hun Hoog Mogende de Heeren Staaten Generaal. In dato 18 April 1781. bl. 256 LXX1I. Extracr-REtoLUTiE van Hun Ed. Gr. Mogenden , omtrent het aanleggen van eene Haven in het Nieuw Diep. Genomen in dato 20 April 1781, bl. 258 LXXIII.  LYST der STUKKEN. xi LXXIIT. Aantekening van de Steden Dordrecht en Alkmaar, op de Retblutie van Hun Ed. Gr. Mogende , omtrent het maaken van een Haven in het Nieuw Diep. . . • bl' 2 59 LXXIV. Extract uit het Reiolutie- Botk ^er Stad Medenblik , raakende het maaken van eene Haven in het Nieuw Diep. bl. 260 LXXV. Memorie van den Heere St. Saphorin, Deenfchen Gezant by Hunne Hoog Mogenden; behelzende klagten over het gedrag van de Underdaanen van den Staat op de Kust van Guinea. Ingeleverd in dato 20 April T73-. . bl. 261 LXXVI. Rappoeit op de Misfive van Heeren Bewindhebberen der O. I. C. om Convooy voor hunne Scheepen. . bl. 262 LXXVI 1. Resolutie der Stad Deverter, omtrent de Zaak van den Heer J. D. van der Capellen tot den Poll. Ingeleverd ten Landsdage, in dato 25 April 1781 bl. 266 LXXVIII. Ad vis der Stad Kampen . raakende Jr. van der Capellen tot den Pol. Uitgebragt op de Landsvergadering , in dato 25 April 1781. • • bl. 268 LXX1X. Adres der Stad Vlisfingen, aan Hun Ed. Mogende de Heeren Staaten van Zeeland ; betreffende de werkeloosheid der Retmbliek. Ingeleverd in dato 30 April 1781. . , , bl. 269 LXXX. Lyst van 's Lands Zeemagt, in April des Jaars 178.'. , • bl. 270 LXXXI. Extract uit de Refolutie van de Hoog Mog.  xii LYST der STUKKEN., Mog. Heeren Staaten Generaal; innoudende verlof aan de Boekhou Iers en lleeders van Scheeperi,leggende bu.tenlands, om dezelve aldaar te mogen verknopen. In dato i May 78], . bl. 273 LXXX1I. Tractaaï tusfehen den Koning van Frankryk en de Staaten Generaal, betreffende de Pryzen, die op de Engelfchen zullen hernomen worden. Geilooten in dato 1 ïvlay 1781. . bl. 275 LXXXIII. Bkkragtiging van het Verdrag door de Staaten Generaal, met opzigt van het Tradhiat, geilooten tusfehen Dezelven en Zyne Majefteit van Frankryk, wegens de hernomene Pryzen. . bl. 278 LXXX1V. Bekragtiging des Konings van Frankryk van het Tradaat, door Zyne Majefteit geflooten met de Staaten Generaal, omtrent de hernomene Pryzen. bl. 279 LXXXV. Extract uit het Refolutie-Boek der Ed. Mog. Heeren Staaten van Vriesland; inhoudende een befluit ten voordeele der Roomfche Armen-Staaten, roet Qpzigt tot het betaalen van het Collateraal. In dato 2 May 1781. . . bl. 280 LXXXVI. Memorie van den Heere John Adamss Lid van het Congres der dertien Veree.iigde Staaten van Noord-America; behelzende het aanzoek tot het iluiten van een Verbond van Vriendfchap en Koophandel tusfehen de gemelde Staaten, en die der Vereenigde Nederlanden. Ingeleverd by den Preüdent van Hun Hoog Mogenden, in dato 2 May 1781. , bl. 282 LXXXVH.  LYST der STUKKEN. Kitl LXXXVII. Notule in de Refolutien van Hun Hoos Mogende, wegens een bezoek, door den Heer John Adam, van wegens het Americaanfche Congres , by Hoogstderzelver Prefident afgeleid. In dato 3 May i78i. • bl. 29S LXXXVIII. Extract uit het Register der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden; inhoudende raport op de verzogte Voorziening der Geinteresfeerden w de Groote Visfchery , tot voortzetting van den Haringvangst, ook geduurende den Oorlog met Engeland. Ingeleverd in dato 4 May 1781, • • 1bl;T2S7 LXXXIX. Concept-publikatie van de Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden; behelzende Verbod van de Visfchery en Haringvaart, geduurende den jaare 1781. :.. bl. 299 XC. Request van Mr. E. F. van Berckel, Penfionaris van Amfterdam, aan Hun Ed. Gr. Mogende de Staaten van Holland en Westfriesland. Inhoudende verzoek om zyne gefchondene eer te defendeeren, tegen befcheiden,'die mogten zyn gefuppediteert, of anders Verklaaring van zyne onfchuld. In dato 4 May 1781. bl. 300 XCI. Advys der Stad Middelburg, mgebragt ter Staatsvergaderinge van Zeeland , op het Rapport over de Petitie tot hooger Prsemien voor het Bootsvolk. In dato 14 May 1781. • • bl-3°8 XCII. Extract uit de Notulen van de Edel Mo-  «v LYST der STUKKEN. Mogende Heeren Staaten van Zeeland. bl. 309 XCIII. Memorie van den Heere de St. Saphorin, Extraordinarïs Envoyé van Zyne Deenfche Majefteit, by Hun Hoog Mogende; ingeleverd 17 May 1781. bl. 310 XC1V. Extract uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, in Hun Ed. Gr. Mog. Vergadering genomen. Inhoudende Rapport om aan de Bewindhebberen der Üost-Indifche Compagnie , in de refpeftive Kameren , op te fchieten twaalfhonderd duizend Guldens, en op hoedanigen voet. Gedaan in dato 18 May 1781. bl. 311 XCV. Propositie van Gedeputeerden der Provincie Utrecht, ter Vergaderinge van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden; tendeerende dat de gebovgene Goederen uit het geftrande Engelfche Oost-Indisch Schip de Generaal Barker , en andere Vyand* • lyke Goederen , in gelyk geval, ïn de Generahteits Kas ten voordeele der Unie moeten gebragt worden. Gedaan in dato 18 May ,781. . bl. 3,3 XCVI. Propositie van de Afgevaardigden der Stad Amfterdam , ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden, omtrent het uitrusten van Oorlogfchepen, ter beveiliginge van 's Lands Koophandel en Scheepvaart. Gedaan 18 May 1781. bl. 319 XCVII. Raport aan Hun Hoog Mogende, op het  LYST der STUKKEN. xv het verzoek van Heeren Bewihdhebberen der O. I. Maatfchappy, om een genoegzaam geleide van Oorlogfcheepen. In dato 21 May 1781. . bl. 324 XCVIII. Resolute der Staaten van Gelderland , tot de vermeerdering van Troepen met Ruiters en Voetvolk. Genomen in dato 22 May 1781. . bl. 327 XCIX. Declaratoir van Gedeputeerden der Stad Dordrecht , omtrent de Propofitie van Amfterdam, ter Vergadering van Hun Ed. Gr. Mogende. In dato 22 May 1781. bl. 320 C. Aantekening van Gedeputeerden van Haarlem, ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mogende, omtrent het gepasfeerde op den 18 May, ter gelegenheid der Propofitie, door Gedeputeerden van Amfterdam gedaan. In dato 22 May 1781. bl. 330 Cl. Extract uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West Friesland ; behelzende Confent tot het opfchieten van twaalf honderd duizend Guldens aan de Oost-Indifche Maatfchappy. In dato 30 May 178 r. . bl. 331 C1I. Berigt en Confideratien van den Re« praefentant van Zyne Hoogheid en Bewindhebberen der generaale Geoctroyeerde West-Indifche Maatfchappy ter praïfidiaale Kamer Amfterdam , raakende de Memorie van den Heere St. Saphorin , Gezant van Deenemarken , van den 20 April 1781, eifchende de Ontruiming van de  vxx LYST der STUKKEN. de Forten Crevecocur en Bonne Efperancé. Gefchrecveu den 29 May, en den 3( ter Vergaderii ge van Hunne Hoog Mogenden ingeleverd. . bl. 332 CIIL Relaas van het Gevegt tusfehen 'twee Engelfche Konings en twee Hollandfcne 's Lands Fregatten, voorgevallen op den 30 May 178 r; door den Nederlandfchen Bevelhebber G. Oorthuis Briefswyzc medegedeeld. . . bl. 343 CIV. Plan van gewapende Vaart op de WestIn 'ien, geduurende den Oorlog met En-* geland, door een Scheepsreeder en Handelaar op die Gewesten, zynen Landge* nooten Vüorgedraagen. . bl. 247 ZAA-  Z A A K Ë N VAN STAAT en OORLOG. MDCCLXXXI. L Antwoord van Zyne Allerchristely'kfte Majesteit op de Declaratie van Hun Hoog Mogende, wegens derzelver Toetreeding tot de Gewapende Neutraliteit; zit L Dee], bl. 322. In dato Verfailles, 23 December 1780. Van den aanvang des tegenwoordigen Oorlogs af, heefc de Koning in een Generaal Reglement openJyk de grondbeginfelen bekend gemaakt, volgens welke Hy zig, ten opzigte der Neutraale Mogendheden, _ meent te gedraagen. Die grondbeginfelen, met betrekking tot de Vereenigde Nederlanden , allen uit het Regt der Volkeren afgeleid, hebben tot hunne wezenlyke en regelrechte bedoeling de Vryheid der Zee ; en de drie Noordfche Mogendheden zyn van de billykheid dier grondbeginfelen zoodanig overtuigt geweest , dat zy dezelve tot een grondflag gelegd hebben van de Ver» bintenisfe, waar in H. H. Mogende nu insgelyks hebben deel genomen. In deeze gefteldheid van zaaken heeft de Koning niet dan met het uiterfte genoegen kunnen verneemen, dat de Staaten Generaal de 1'chikkingen , in zyn Reglement van 26 July 1778 vervat , niet alleen geadop» teerd , maar ook daadelyk beflooten hebben , dezelve te handhaaven , door zig in deeze met H. M., de Keizerin van Rusland^ te vereenigen. De Staaten Ge. II. DEEL. A »tf.  t JAN. ï ZAAKEN VAN 1781. neraal mogen zig verzekerd houden , dat de Koning zal blyven voortgaan zorge te drasgen , dat geen zyner Schepen, het zy van de Koninglyke Zeemagt, het zy particuliere Kapers , de wettige en onfchuldige Commercie van de Onderdaanen der Republiek ontruste ; dat Z. M. de geringfte Overtreding der Punten in de Declaratie van H. II. Mogende ter neder gefteld, niet ongeftraft zal laaten , ten einde Hen van de gantfche uitgertrekcheid zyner Rechtvaardigheid, gelyk ook van zyne geneegenheid voor de Vereenigde Nederlanden te overtuigen; en dat Z. M. onverander]yk-gerefolveerd is , om van zynen kant alles toe te brengen tot de onwrikbaare en altoos duurzaame vastftelling eeuer Jurisprudentie, die zyne Vyanden affecteeren niet te willen erkennen , en by welker handhaaving de welvaart der Hollandfche Natie byzonderlyk geinteresfeert is. Maar ter zelfder tyde dat de Koning zyne oplettendheid zal verdubbelen, om te verhinderen, dat de Hollandfche Koophandel in de Rampen des OMogs deele, vleit Hy zig ook , dat H. H. Mog. van hunnen kant de kragtdaadigfte maatregelen zullen neemen, ten einde de Onderdaanen der Republiek zig heihglyk houden aan de voorwaarden , op welken hen de vryheid van Commercie verzeekerd wordt; en dat zy door haare. Admiraliteiten die voorzorgen zullen laaten neemen , als in ltaat zyn om alle Fraude of Conniventie met de Vyanden zyner Majesteit te voorkomen. II. Refalutie Hunner Hoog Mogende de Staa. ten Generaal der Fereenigde Nederlanden , raakende de Schippers in vreemde Havens /eggende , by het uitbreeken van den Oorlog. In dato 4 January 1781. Wy enz. hebben goedgevonden en geeven te kennen , dat aan alle Ministers, Confuls , Agenten en Commisfarisfen van H. H. M. gefchreeven zal worden , om alle Schippers en Koopvaardyfcheepen, den Onderdaanen van den Staat toebehoorende, in naam van  jan. STAAT EN OORLOG. i78r. 3 van H. H. M. te beveelen, dat zy op die plaats moe« ten blyven waar zy zich bevinden , en van daar zonder Ordres van H. H. Mog. na nergens heen , dan na deeze landen afzeilen , op ftrafFe van de nulliteit der Asfurantie hier te lande gefchied, op de Scheepen en Ladingen, en verantwoordelyk en gehouden te zyn, wegens fchade aan de ladingen, wanneer dezelve door hunne vermeetelheid en ongehoorzaamheid in fchade zullen gebracht worden, en zulks tot zodaanigen tyd, dat H. H. Mog. de noodige maatregelen hebben kunnen neemen, om hen te laaten afhaalen , en hun de nodige befcherming te geeven , om geene oorzaak hoe genaamd, op bovengemelde ftrafFe, het Canaal te pasfeeren; maar wanneer zy hier heen willen , agter Enland om te zeilen, en op deeze wyze herwaards te rug te keeren. 4 January 1781. III. Placaat, betreffende de Engelfche Kaapers , welke in de Havens deezer Landen binnen loopen, In dato 4 January 1781. De Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, allen den geenen die deeze zullen zien of hooren leezen, falut ; doen te weeten : nademaal het den Koning van Engeland goedgedagt heeft, zonder eenige wettige redenen, den Staat dezer Landen vyandlyk aan te tasten , door het verleenen van Brieven van Marqué , en wy derhalven genoodzaakt zyn alles by te brengen tot onze wettige defenfie, en wy mitsdien mede verpligt zyn , om zo veel mooglyk is zorge te draagen en voor te komen , dat geene Engelfche Kapers of Commisfievaarders de Zeegaten van den Staat aandoen, daar binnen loopen en alzo binnen de Tonnen op de Stroomen met het neemen , plunderen en ruineeren van de Schepen , Goederen en Koopmanschappen , de voorfchreeven Binnenwateren infesteeren, A 2 en  4 jan. ZAAKEN VAN i78r. en ook op de Stranden of aan de vaste Wal, langs de "Zee, alle moedwil, feitelykheid en geweld bedryven. ,, ZOÖ IS 'T, dat wy, daar in willende voorzien, goedgevonden hebben te ordonneeren en ftatueeren, gelyk wy ordonneeren en ftatueeren by dezen, dat alle die geenen , die na agt dagen na de Publicatie dezes, met Engelfche Schepen met Commisfie voorzien en ter Kanp uitgerust, binnen de Zeegaaten en op de Binnenftrnomen van den Staat, en binnen derzelver Tonnen zullen worden genoomen , of op de Stranden of aan de vaste Wal langs de Zee gevangen, zonder eeni:ge de minfte conniventie of disfimulatie, arbitrairlyk en na exi^entie van zaaken, aan den Lyve zullen worden geftntft , ten waare evidentelyk bleek , dat zy door Srorm en kwaad Weer binnen gejaagd of aan ftrand waren geworpen , en dat zy op de eerfte ontmoeting van Schepen binnen de Tonnen , of Menfchen op de Stranden of aan het vaste Land , haar overgegeeven en de wapenen afgelegt zullen hebben enz. COPIE IV. Misftve van de Heer zwart , géi. Petersburg, J January 17H1. hoog edel. gkstr. heer. Myne Onderdanigfte laastleeden aan U. Hoog Ed. Geftr. was van jongstleeden Vrydag den 29 Mei; laastleeden Zondag daaraanvolgende, hebben de Heeren Hun Hoog Mog. Ambasfadeurs weder eene Conferentie gehad met de Rus-Keizerlyke Plenipotentiarisren , waarby ik mede volgens invitatie van laastgemelde heb geasfisteert, en waar in wy na eenige agrette over en weer, eindelyk omtrent het Point differentiaal, wegens het Commando, ingevalle van Rencontre of Conjunctie van wederzydfche Esquaders en Oorlogfcheepen over een gekomen zyn , dat het zelve in het Traftaat zal gefteld en gelaaten worden, by het ge-  jan. STAATEN OORLOG. i?8r. 5 gebruik , dat tusfehen de gekroonde Hoofden en de Republiek plaats heeft. Van het refultat dezer Conferentie werd Maandag aan de Keizerin door de Heeren Rusfifche Plenipotentiarisfen raport gedaan ; en Haare Majest. het verhandelde in alle .deeleri'geapprobeerd hebbende, zoo hebben wy gisteren avond na een uitwisfeling van wederzydfche Volmagten, de accesfie van de Staaten tot de Tractaaten van dat Hof, met de Hoven van Zweeden en Denemarken , tot protectie van Commercie en Navigatie van wederzydfche Onderdaanen aangegaan, met opgemelde Heeren Rusfifche Plenipotentiarisfen geilooten en getekend , en de Aften daar van fiaan heeden of morgen door de Heeren Ambasfadeurs tot de Ratificatie van Hun Hoog. Mog. afgezonden te worden. Ik twyfel niet of alles zal Conforn de Intentie van den Staat gevonden worden. Ik heb inmiddels de eer U Hoog Ed. Geftr. en allen en een ieder die met dezelve de waare belangens van het Vaderland ter harten gaat, over de goede uitval van deeze handeling uit de grond des harten te feliciteeren ; en zulks te meer, om dat ik U Hoog Ed. Geftreng. verzeekeren kan, dat 'er van de Engelfche zyde niets ge. fpaard is , om ons buiten deeze Alliantie te doen fluiten. Ik heb reeds voor deezen aan U. Hoog Ed. Gefit, verflag gedaan, van de Practyken die zy daar toe in het werk fielden ; maar dit alles evenaart niet aan de moeite , die zy zich noch op het laatfte moment daar toe gegeeven hebben ; doch Haare Keizerlyke Majesteit en Hoogstderzelver Ministerie zyn in deeze onveranderlyk gebleeyen , en hebben met fermiteit en ongenoegen die geenen afgeweezen, die Hoogstdezelve propofitie deeden , om met ons niet te fluiten. De tyd laat my niet toe om U Hoog Ed. Geftr. breeder te onderhouden ; maar zal zulks met de volgende post doen. (getekend) J. P. DE ZWART. A 3 V.  6 jan. ZAAKEN VAN 1781. V. Misfive van Hun Hoog Mogenden de Staaten Generaal aan de RefpeEtive Staaten der Zeven Provinciën» In dato 's Hage. 6 January 1781. ED. MOGENDE HEEREn! Zyne Hoogheid de Prins van Orange en Nasfau in de Vergadering gecompareerd zynde , heeft aan ons voorgedragen „ Dat reeds op den 10 Maart des voorleeden jaars , gemeent hadt, aan de Heeren Staaten der refpeftive Provinciën deszelfs gedachten te moeten mededeelen omtrent de fituatïe , waar in van begrip was, dat de Republiek behoorde gefield te worden , om met effect deszelfs wettige Regten te konnen befchermen; namelyk, dat daar toe nodig zoude zyn, het equipeeren van ten minfte vyftig a zestig Schepen, waar onder niet minder dan twintig a dertig van Linie , en het vermeerderen van de Landmagt, tot een aantal van vyftig a zestig duizend man , en dat de Frontierplaatzen in een behoorlyke ftaat van defenfie behoorden te werden gebragt, en de Magazynen met de vereischte Ammunitie van Oorlog voorzien. „ Dat met veel genoegen hadde gezien, dat in zoo verre daar aan was gedefereert, dat, wat de Marine aanging, dezelve in een eenigfints beteren toeftand was gebragt door eene fterkere Equipagie , en Zyn Hoogheid zich vleide, dat door de Heeren Staaten van alle de Provinciën , in de gevaarlyke omftandigheden, daar de Republiek zich in bevond, waar in , na het voorgevallene federt twee dagen, men niet genoeg op zyne hoede konde zyn , geene zwaarigheid zoude worden gemaakt, om in den voorgeflagenen aanbouw van Schepen van Linie, en in de Equipagie van het aanftaande jaar, die niet konden warden nagelaaten, zonder de Republiek aan de grootfte onheilen te exponeeren, gave Confenten te dragen, en door fournisfementen van penningen de Admiraliteiten in ftaat te (tellen, om te kunnen prsefteeren hunne Quota's in de te doene Equipagien: maar dat Zyne Hoogheid zoude denken, nalaatig te  jan. STAAT EN OORLOG. 1781. 7 te zyn omtrent deszelfs pligt, zooniet te gelyker tyd verklaarde, dat het ook even noodig was de Republiek in een refpectabel postuur te Lande te (tellen; dat het met leedweezen was, dat Hoogstdezelve moest zeggen , dat zyne poogingen tot hier toe aangewend, om mede de Landmagt van den Staat vermeerdert te zien , van geen vrugt waren geweest: dat Zyne Hoogheid hoopte , dat in de aftueele omftandigheden daar op met ernst zoude worden gedagt, als mede om de Fortificatiën in (taat van Defenfie te (tellen, en de Magazynen van de Generaliteit met de nodige Ammunitie aan te vullen , en dat de Provinciën, die omtrent de twee laatfte Pointen, of in 't geheel niet, of niet ten vollen in de gedaane Petitiën confent hadden gedraagen, mogten worden bewoogeu , om hoe eerder zoo beter, gave Confenten te dragen, en de nodige fournisfementen daar op te doen , en dat ook , zonder tydverzuim , door de Heeren Staaten van alle de Provinciën mogte worden geconfenteerd in de Augmentatie , ten min(ten zoo groot, als die, welke zyne Hoogheid met den Raad van Staate reeds in 1778, aan Haar Hoog Mogende hadden voorgeflagen, waar omtrent als dan een nader Plan konde worden gefuppediteert; dat Zyne Hoogheid geenzints konde inrtaan voor de gevolgen, aan welke het nalaaten van het geene noodig is, voor de Defenfie van de Republiek , zoo te Water als te Lande, dezelve onvermydelyk zoude exponeeren ; dat oordeelde Hoogstdeszelfs pligt te zyn , om de fituatie na waarheid aan Haar Hoog Mogenden onder 't oog te brengen , en zulks gedaan hebbende , zich van zyn pligt'hadt gekweeten, en vertrouwde, dat nimmer aan hem zoude worden geimputeert, indien de Republiek , door verzuim van het geen tot Defenfie vereischt wordt, eenig nadeel kwam te lyden , wyl meer als eens hadde gewaarfchouwd ; doch nu Haar Hoog Mogenden moest verzoeken, om by de Heeren Staaten der refpeftive Provinciën Hoogstdeszelfs propofitie te willen appuyeeren, hoopende dat dezelve, in deze gevaarlyke omitandigheden meer invloed zoude hebben dan in voorige tyden , en dat de Finantieele Confideratien niet zouden weerhouden van te doen, het geen A 4. on-  8 jan. ZAAKENVAN R i>Sï. onvermydelyk vereischt wordt, wilde men het lieve Vaderland niet exponeeren aan een vyandlyke inval. Dat het nu weinig konde baaten , om te herhaalen het geen bevoorens zoude hebben moeten gefchieden , en met allen ernst gedagt moest worden op het geene nu gedaan moet worden ; maar dat zoo de Republiek zig hadde gelieven in een gewapenden ftaat te ftellen, by den aanvang dezer troubles, om derzelver aangenoomen Systema van Neutraliteit met effect te kunnen fourneeren, en Hoogstdeszelfs Propofitie van 10 Maart 3779 ingang hadde gevonden, Zyne Hoogheid alle redenen hadt, om te denken, dat de Belligereerende Mogenheden de Republiek zouden hebben gemenageerd, en dat dus zig niet in het actueele predikament zoude vinden." Op- de voorfchreevenen Propofitie by ons gedelibe. reerd zynde, hebben wy Zyne Hoogheid ten hoogften daar voor bedankt, dezelve aanziende als een nieuw blyk van zyne Vaderlandslievende fentimenten en van zynen onophoudelyke yver en voorzorge, om deezen gtaat by hunne Vryheid en Onafhanklykheid te bewaaren , en hebben wy voorts goedgevonden van het voorfz. geproponeerde kennis te geeven , aan U Ed. Mogenden, gelyk mede aan de Heeren Staaten van de andere Provinciën. U Ed. Mogende zullen uit het voorfz. geproponeerde gewaar worden , dat Zyne Hoogheid , altoos be. zield met de zuiverfte liefde voor het Vaderland, aanftonds zyne gedagten heeft laaten gaan, over het geere ter beveiliging van den Staat zonder tydverzuim diend te worden gedaan; daar de berichten uit Engeland ontvangen en het fchielyk vertrek van den Heer Ridder Yorke , het bekommerlyk vooruitzicht geeven, van de Republiek eindelyk blootgefleld te zien, aan het lang voorfpelde gevaar, van in den heerfchende en al vernielenden Oorlog deel te moeten neemen. Wenfchelyk was het derhalven geweest, dat de Bondgenooten in tyds het oor hadden gelieven te leenen aan de heilzaame en trouwhartige vermaaningen en aanradingen, door Zyne Hoogheid verfcheide jaaren agter een, doch vooral federt het begin der tegenwoordige troubles, zoo on-  jan. STAAT EN OORLOG. 1781. 9 onvermoeid en met zoo veel yver aan dezelven voorgedragen. Dan nadien een te rug zien op het gepasfeerde niet als moeite en neerllagtigheid kan verwekken, en den Staat thans alleen door Moed en Beleid behouden kan worden , zullen '-wy het oog liefst afwenden van het geene gebeurd is, om nevens Zyne Hoogheid de aandagt der Bondgenooten alleen te vestigen op het gee. ne nog kan en moet gedaan worden, zoo men zig niet in het uiterfte verderf wil ftorten. Met rede kan gevraagt worden, of de Zeemacht van den Staat tot die iterkte is gebragt, dat dezelve die der Belligereerende en thans zo fterk gewapende Mogenheden , die haar zouden willen aanranden , gerust onder de oogen kan zien , en of dezelve toereikende is , om de Commercie , dien bronwel van 's Lands welvaart , waar op het thans voornamentlyk aankomt, in alle haare Takken te befchermen , en de afgelegene Bezittingen van den Staat tegen aanval te dekken. Wy vertrouwen , dat geene der Bondgenooten op zig zal neemen , deeze vragen bevestigenderwyze te beantwoorden, Egter moeten Wy, nevens Zyne Hoogheid, erkennen, dat daar in ten minften iets is gevordert, en dat de Bondgenooten tot hier toe met Cordaatheid hebben zamen gewerkt, en de zoo vervallen Zeemacht van den Staat eenigfints op te bouwen : maar het is nog verre van daar , dat dit werk zyn volkomen beflag zoude hebben ; en Wy vinden derhalven ons verpligt, U Ed. Mog. op 't vriendelykfte en presfantfte te verzoeken, derzelver Deliberatien op dit (tak, zoo ras de voorftellen daar omtrent aan U Ed. Mog. zullen toegekomen zyn, met vigeur door te zetten en tot befluit te brengen , indien men anders den arbeid der Admiraliteiten , onder het werkzaam oog van Zyne Hoogheid, met zoo veel fpoed en yver voortgezet, niet, tot totaale ruïne van den Staat, in dit tydftip , vrugteloos wil doen afloopen. Doch daar mede alleen is het Vaderland nog niet behouden. Het Onweêr, dat den Staat vast op Zee nadert, kan ligtelyk door eene onvoorziene omwenteling van zaaken , die thans gantsch niet onwaarfchynlyk voorkoomt, op het vaste Land overflaan. Ondertusfchen hebben, ter beveiliging der Zeeplaatfen , de A j Fron-  io jan. Z A AKEN VAN 1781. Frontieren van den Staat reeds ontbloot moeten wor. den. Ten dezen opzigten alweer, kan Zyne Hoogheid zig met gerustheid beroepen op zyne aanhoudende en onvermoeide pogingen , om de Bondgenooten over te haaien , tot eene beter voorziening van de Landzyde. Dan nogmaals het gepasfeerde daar hatende, zullen Wy U Ed. Mog. alleenlyk verzoeken , derzelver ferieufe attentie te willen vestigen op het geene door Zyne Hoogheid in de voorz. Propofitie , zoo omtrent de hoognoodzaaklyke vermeerdering van 's Lands Militie, als ten opzigten der flegten ftaat van de Fortificatiën en Magazynen , met zoo veel kragt wordt aangedrongen. Het is eene onbetwistbaare waarheid , welke door de ondervinding van alle tyden , en misfchien door de tegenswoordige fituatie zelve van de Republiek, bevestigd wordt, dat de Staat altoos gevaar loopt, ■ zig door die Mogenheden, tegen welke dezelven het minstt gedekt is, trapsgewyze in een Oorlog te zien inwikkelen ; zoo men derhalven volkomen onafhankelyk wil blyven, is het volflrekt noodzaakelyk , zig in troubele tyden van alle kanten te wapenen. Wy konnen nog willen egter niet ontveinzen , dat de gewigtige voorwerpen, door Zyne Hoogheid in de voorfz. Propofitie aan de Bondgenooten voorgedragen, derzelver uiterfte attentie zullen vereifchen, en dat, zonder nieuwe Lasten op de goede Ingezetenen te leggen , de voorgeftelde eindens waarfchynelyk niet bereikt zullen kunnen worden : want weinig kan het baten , door overtuiging van het gevaar, in alles te confenteeren, wanneer de Confenten met geene reëele praestatie der gevraagde penningen gevolgd worden, lm. mers , zonder deeze , kunnen , nog Zyne Hoogheid , nog de Raad van Staate, nog de Admiraliteiten, iets tot behoud van het Vaderland uitregten ; en het tydftip fchynt ondertusfchen gekomen te zyn, waarin aan de Republiek de keuze van Vrede of Oorlog niet meer open ftaat. Wy vertrouwen derhalven, dat U Ed. Mogende en de Heeren Staaten van de andere Provinciën , in eem gtfteldheid van zaaken als deze , waarin het nu alleeü zal aankomen op Moed en Cordaatheid , niets onbeproefd sullen laaten , om elkander, eenpar/g/yk , behulp-  jan. STAAT EN OORLOG. 1781. « , hulpzaam te zyn en te befchermen , tegen de aannaderende gevaaren , zonder het welk het lieve Vaderland , met alles wat daar in dierbaar is , volftrekt verlooren moet gaan. VI. Waarfchouwing , omtrent een algemeen Be/lag op de Schepen , in de Nederlandfche Havens, De Gecommitteerde Raaden ter Admiraliteit , binnen Amfterdam, notificeeren by deze alle en een iegelyk dat by Refolutie van Haar Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, van den 5 January 1781 goedgevonden is, by provifie voor den tyd van veertien dagen een Generaal Embargo en beflag te leggen op alle Schepen , hoe genaamd (de Paket-Booten met Brieven naar Engeland belast , uitgezonderd) dewelke uit deze Landen zouden willen vertrekken. Aftum, ter Vergadering van Welgemelde Heeren Raaden, den 6 january 1781. (was get.) HENDRIK HOOFD DANIELSZ. Ter Ordonnantie van dezelve, (was get.) C. BACKER. VII.  ia tan. ZAAKEN VAN 1781. VII. Placaat , weegens de Premien der Cgmmispevaarders, van 12 January 1781. De Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden , allen de geenen die deezen zien of hooren leezen, falut: doen te weeten; nademaal het den Koning van Groot-Brittannien goedgedagt heeft, zonder eenige Wettige reeden den Staat dezer Landen vyandelyk aan. tetasten , en wy derhalven genoodzaakt zyn alles by te brengen tot onze Wettige Defenfie, en teffèns te gebruiken het Recht, het geen ons door het eigen doen van Hoogstgedagte Koning gegeven word , om reciproquelyk zoodanig te handelen als tegens Ons, gehandeld werd, en vervolgens ook aan den zei ven Koning en deszelfs Onderdaanen alle afbreuk te doen , daar en zoo Wy zullen kunnen of moogen. Soo is 't, dat wy tot ten dien einde, en tot protectie van de Commercie en Navigatie dezer Landen goedgevonden hebben , aan alle Ingezeetenen van deezen Staat, dewelke eenige EngelfcheScbeepen van Oorlog of Commisfievaarders zullen komen te veroveren, of destrugeren , te ftellen en te belooven de navolgende praamien; Art. I. Alle de geenen die zich expresfelyk ter Kaap uitgerust , en van zyne Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nasfau , als Admiraal Generaal dezer Landen , behoorlyke Commisfie bekomen , mitsgaders de gerequireerde Cautie gelteld zullen hebben, zullen niet gehouden weezen aan 't leveren van den derden man geordoneert by H. H. M. Placaat van den 26 Juny 1780, maar wel de geenen die tefFens koopmansgoederen zonden willen laaden , en zogenaamde lettres des Marqués zullen hebben bekomen ; en zullen de geenen , die daar op een Schip van Oorlog of Commiifievaarder van den Koning van Groot-Brittannien, of wel van deszelfs Onderdaanen zullen komen te veroveren , en onder het Resfort van een der Collegie ter Admiraliteit hier te Landen opgebracht , daarenboven, tot  jan. STAAT EN OORLOG. 1781. 13 tot een premie genieten een honderd en vyftig guldens van ieder Man , die ten beginne van het gevegt op het voorfchreve Oorlogfchip of Commisfievaarder zal zyn geweest, als meede van ieder Pond, het welk bet Gefchut (waarmeede het voorfchreeven Schip ten tyde voorfchreeve gemonteerd zal zyn geweest) te zaamen gerekend aan Kogels in eene reize heeft kunnen fchieten , Basfen onder het gefchut niet gerekend , en de Kogels van het nieuwe Gefchut Caronades of Caronadés genoemd , gerekend tot een vierde van deszelfs zwaarte , in voegen dat zodanig een Commisfievaarder veroverende , en vervolgens opbrengende een zodanig Oorlogfchip of Commisfievaarder, gemonteerd by exempel met 40 Stukken , fchietende zaamen 300 twee en vyftig ponden , of met 40 Caronades of Caronades , fchietende zaamen veertienhonderd agt ponden Bals , en bemand met twee honderd en twintig koppen, ieder Pond en ieder Kop, gerekend op een honderd eh vyftig guldens, voor prsemie zal genieten vyfentwintig duizend agt honderd guldens , en zoo wyders een meerder of minder fomme na proportie van de Manfchap , en van de Calibre van het Gefchut, dat ten tyde van het Gevegt op het Engelfche Schip zal zyn geweest, en dat altyd boven den geheelen veroverden buit van het Schip , en al het goed dat 'er_ in zoude mogen zyn , zonder eenige aftrek van portien van den Landen , den tiende van den Admiraal uitgezonden. . II. En zullen de voorfchreeven Pramien , in Cas van verovering en opbrenging gefield , ook plaatze hebben als het Engelfche Oorlogfchip of Commisfievaarder ten eenemaal zal zyn vernield, het zy dan dat de Commisfievaarder dezer Landen het zelve zou hebben in de grond gefchooten, verbrand, of aan firand gejaagd, of wel dat hetzelve Schip tusfehen de verovering en opbrenginge mogte weezen verongelukt, of wel op eene andere maniere vernield; welverftaande dat deeze geheele premie niet zal zyn verdiend , ten zy het Scheepvolk , het welk op het vernielde Schip zal zyn geweest, werde opgebragt of wel dood zy, en wanneer het Engelfche Oorlogfchip of Commisfievaarder alleenlyk tegens een Bank of Strand zal werden aangejaagd ,  14 JAN. ZA AKEN VAN 1781. jaagd, zoo dat het Schip wel worde vernietigd, maar egter het Scheepsvolk , daarop zynde geweest, aan Land geborgen, zal den Commisfievaarder dezer Landen in zoodanigen geval alleen genieten de helft van de voorfz. geheele premie , en over zulks in het bovengemelde exempel , iu plaats van ƒ 85800 , alleen tweeënveertig duizend negen honderd guldens. III. Altoos nogthans met dien verftanden, dat den voorfchreeven Commisfievaarder eenig Engelsch Schip van Oorlog , of van Commisfie tot buit zal hebben , nog ook eenige der uitgeloofde pramien zal genieten , als na dat hy alvoorens voor een der Collegien ter Admiraliteit hier te Lande , daar omtrent Conpetent, ten fine voorfchreeven zal hebben gecontendeert en fententie tot zynen voordeele bekomen. IV. En zullen de voorfchreeven pramien by de voorfchreeven Collegien ter Admiraliteit niet werden toegeweezen, ten zy alvooren by den Capitein Luitenant en Stuurman van de Commisfievaarder, mitsgaders de Rheeders van dien en derzelver Boekhouder, of andere geauthorifeerden, onder folemneele Eede verklaart is, het Oorlogfchip of Commisfievaarder by hen luiden verwoest, deugdelyken ter goeder trouwe verwoest te zyn , zonder daar over met die van Groot-Brittanjen, ot iemand van haarentweegen te hebben geconcerteert, of gecolludeerd direftelyk of indireételyk , des zal by uitlandigheid , abfentie of ander wettig belet van de Rheeders van de Commisfievaarders, die tot adjudicatie der prs-mien contendeert, genoeg zyn dat dezelve Boekhouder of ander geauthorifeerde, dien Eed doe , dog indién gevalle zoo van zvn kennisfe, en aldus voor zich zelve, en als ook in Ie Ziele van zyne Rheeders, volgens derzelver fpeciale procuratie ten dien einde , doch welke Rheeders vooraf dien eed voor de Magiltraat haarer Refidentie of anderzints daaromtrent Conpetent perfoonlyk zullen hebben te presteeren , en daar van bewys overzenden. V. En om de gemelde Commisfievaarders expresfelyk ter Kaap uitgerust, des te meer aan te moedigen , ordonneeren wy dat de geene , die in de Actie met een Engels Schip zullen werden gequest, zullen werden gecureert tot lasten van den Landen, buiten kosten van de  jan. STAAT EN OORLOG, 1781. 15 de Rheeders , of die geenen die op de voorfchreeven Commisfievaarders zullen hebben gevaaren, als meede die geenen die in de Actie met een Engels Schip zullen werden verminkt, by den Lande meede buiten kos. ten van de Rheeders zullen worden vereert, met de helft van het gunt by deezen Staat is toegeleid aan die geene , dewelke op de Scheepen van Oorlog vaarende verminkt zyn geworden , te weeten zoo veel den uit* koop van eens aangaat, en geenzints om wekelyks, maandelyks of anderzints by vervolg ietwes te trekken ; des dat voor zoo veel aangaat de geneezinge van de gekweste, de Reekening zal moeten worden geexhibeert aan het Collegie ter Admiraliteit daar toe Competent, om na behoorlyk blyk dezelve te examineeren en tauxeeren, en daarvan te verleenen Acte, en dat ook de verminkte tot het genieten van de helft der voorfchreeven pra;mien, zullen hebben moeten bekomen Aéte van dezelve Collegien ter Admiraliteit mede na behoorlyk verificatien aan derzelven te verleenen. VI. En omme de Scheepen van Oorlog van den Staat, mitsgaders de Koopvaardyfcheepen van de Ingezetenen van dien (het zy dezelve alleen ter Koopvaardy zyn uitgegaan , of ook wel met Commisfie om haar daar van by voorval te bedienen) meede aantemoedigen, om die van Groot-Brittannien verder afbreuk te doen, verftaan wy dat aan dezelve in Cas van verovering , tot belooning zal werden gelaaten , den tiende van den Admiraal uitgezonderd , en zal daarenboven een prasmie werden gepretendeert. VII. En wanneer eenige Scheepen of Goederen toebehoorende de Ingezetenen dezer Landen, by de Engelfche genoomen, weder veroverd en vry gemaakt zullen worden, door eenige Commisfievaarders, Koopvaardy of andere Schepen uitgerust op particuliere kosten van dezelve Ingezeetenen deezer Landen , dat als dan de herneemers zullen hebben en genieten., indien de voorfchreeven herneeming gefchied in tweemaal vierentwintig uuren, een geregt vyfde part van de oprechte waarde van het weder vrygemaakte Schip en Goed, by aldien de voorfz. herneeming komt te gefchieden na de voorfz. eerfte tweemaal vierentwintig uuren, na dat het voorfz. Schip en Goed in de Magt van de Engel- fchen  16 jan. ZAAKEN VAN i;gr. fchen is geweest, dat dezelve herneemers in zulke gevallen i een geregt derde part van de voorfz. waarde • en indien dezelve werde hemoomen na de voorfz! viermaal vierentwintig uuren , dat voorfz. herneemers" in zulke gevallen zullen hebben, de geregte helfte van de voorfz. waarde , zonder verder reflexie te neemen hoe lang de voorfz. hemoomen Scheepen en Goederen na de voorfz. viermaal vierentwintig uuren in de magt van de Engelfche zouden mogen zyn geweest. VIII. De Adjudicatie van eenige der voorfz. prsemien , mitsgaders de Actens van de refpective Collegien ter Admiraliteit, ten behoeven van de gequetsten of verminkten, volg ens het geene hier vooren is geordonneert, refpeétivelyk verleent , vertoond zynde aan de Ontfanger Generaal van het verhoogde Last en Veilgeld, by ons tot het betaalen van dezelve pnemien expresfelyk aangefteld, zal het beloop van dien promptelyk door denzelven Ontfanger Generaal werden voldaan in den Haage , of ter plaatze van het Collegie ter Admiraliteit, daar de Judicature of tauxatie zal zyn gefchied, na dat het den voorfz. Ontfanger Generaal, best zal gelegen komen. IX. Welken Ontfanger Generaal van genoegzaame Gelden , tot het doen- van voorfz. betaalinge zal weezen voorzien, en altoos bezorgen dat eenige pramiien betaald zynde , hy egter tot de prompte voldoeninge van andere pramien gereed zal zyn , het zy uit de wederhelft van het Last en Veilgeld , ten dien einde vastgefteld , het zy uit de fuccesfive Negotiatien tot Supplement van dien by hem te doen. X. Edog zal de Commisfievaarder , die eeni» Engels Schip zal hebben verovert of gedestrueert°, op zyn arrivement moeten verzorgen , dat zonder uitfiel aan de voorfz. Ontfanger Generaal kennisfe werde ge» geeven van het Montant van penningen, die uit kragt dezes zal fustineeren hem te Competeeren, op dat dezelve Ontfanger tydelyk de voorfz. prompte betaaling zal kunnen verzorgen. XI. En zal generalyk in deezen by de refpeftive Col. legien ter Admiraliteit moeten worden verleend prompte expeditie van Justitie, zelfs met Postpofitie van andere zaaken, zoo veel eenigzints zal kunnen gefchieden. XII.  jan. STAAT EN OORLOG. 1781. 17 XU. Wy hebben beieerd, dat aan voorfz. Commisfievaarders , zelfs in Cas van Revifie, de praemien by fententien van de Collegien ter A imiralireii gea.ljudicieert , zullen werden voldaan zonder dat de voorfz. voldoening;, door het inttrfuteeren van Revifie zal worden opgehouden of verhinderd, maar daar beneevens ook verdaan , dat de Cautionansfin , welke de Commisfievaarders ter Kaap uitgaande , gehouden zyn te Hellen , zullen moeren emplieeren, hier mede , dat zy belooven promptelyk re zullen resntueeren , dat geene welke aan de v>orfz. Commisfievaarders ingevolge en tot voldoening van de voorfz. fententien ter Admiraliteit zal weezen betaalt, in gevalle de voorfz. fententien naderhand by Revifie wierden te niet gedaan; en de voorfz. Commisfievaarderen hun etsch ontzeid en tot meerder gerustheid , dat de voorfz. betaalde Gelden , zekerlyk zullen worden gerestitueerd , zoo hebben wy verklaard en verklaaren by deezen, dat de Sc ieepen en derzelver toebehooren , niets uitgezonderd, waar mede eenige Pryzen zyn gemaakt, van de voorfz. Restitutie der ontvangen pnemien, legalyk aan den Lande zullen zyn verbonden , en dat het voorfz. legaal verband zal ingaan van den dag af, dat de voorfz. Commisfievaarders hunlieder Cotnmisfie of Vrypas zullen hebben ontvangen , en daarop in Zee zullen zyn gegaan. XIII. En zal dit Placaat ingang hebben met de Publicatie dezes, en op dat niemand eenige ignorantie pretendeere , ontbieden Wy en verzoeken de Heeren Staaten, Stadhouder, Gecommitteerde Raaden enz., dat zy deeze onze Ordonnantie van Honden aan alomme doen verkondigen, uitroepen, publtceeren en affigeeren in alle plekken van deeze Landen, daar men gewoon is, enz. II. deel, B VIII.  18 jan. z aaken van i78i; VIII. ExtraB uit het Register der Refolutien van Kun Hoog Aj ogen de de Heeren Staaten Generaal, betreffende het inroepen van buitenlandfche hulpe, op den grond van het Traktaat van Gewapende Neutraliteit, In dato 12. January 1781. /"Xp het geproponeerde door de Heeren GedeputeerV ) ''en van de Provincie van Holland en Westvriesland , op expresfe last van de Heeren Staaten van Hjog. gemelde Provincie ter Vergaderinge gedaan , is na voorgaande Deliberatie goedgevonden en verdaan , dat aan de Heeren Ministers Plenipotentiansfen van hun Hoog Mog. te Petersburg , als mede aan de Heeren Envoyés en Ministers van Lynden , Bosc de la Calmette aan de Hoven van Stokholm en Koppenhagen, zal worden aangefchreeven , daar en zo zy het convenabels! zullen oordeelen , in fubdantie kennis ie geeven en voor te draagen, dat Hun Hoog Mog. by Refolutie van den 20 November laastleeden, waarvan op zvn tyd aan hun kennis is gegeeven, gaaf geaccedeerd weezende tot de alliantie tot maintien van de Regten der Neutrale Mogentheden by haare Ruskeizerlyke Maiesreit zo roemrugtig voorgedeld, vertrouwen , dat de Alliantie daar mede is geperfecteerd, en de Conventie deswegen tusfehen de Ministers van Haar Rus-keizerlyke Majesteit, en Haare Majesteiten de Koningen, aan welke Hoven ieder van hun is geaccre iiteerd en dc Ministers Plenipotentiarisfen van Hun Hoog Mog. daar toe expresfelyk na Petersburg afgezonden , is geüoten en setekent , en dat de Raiificatien van de Conventieerende Mogendheeden daar aan niet zullen ontbreeken, maar ten fpoedigde zullen volgen; dat het althans geen zwaarigheid zal ontmoeten , van aan Hun Hoog Mo ner Hoog Mogenden van buheniandfche hulp , op grond van het Trattaat der Gewapende Neutraliteit; hoofzaaklyk behelzende: j, T""\at zo zeer Haare Majesteit met genoegen „ gezien hadt den yver , met dewelke H. H. „ Mv.g. niet getwyfeld hebben , Hoogstderzelver Me,, diatie aan te neemen , even zo zeer derzelver me„ dedogend hart gezugt hadt onder de zwaarigheid, welke het Hof van Londen gemaakt heeft, door de verzoening met de Republiek uit te (lellen tot eene „ toekomende aigemeene Vredehandeling tusfehen alle „ de Oorlogende Mogendheden , onder de vereenigde,, bemiddeling van Haare Keizerlyke Majesteit en die van zyne Majesteit den Roomsch-Keizer. Wanneer „ dezelve geumien mag , belooft Haare Majesteit, ,, vooruit , aan de Republiek alle hulp die van Haar „ zal afbangen, op dat de Republiek ten eerden we„ derkeere tot den Staat van eene Neutraale Mo» „ gendheid , tn daar door weier ten vollen en onbe- grenst kan genieten, alle de Regten en Voordeden, „ wel-  jan. STAAT EN OORLOG. 1781. 25 „ welke derzelver roetreeding tot de Verbintenis tus,, fchen Haan- Keizerlyke Majesteit en de Koningen , Hoogstderzelver Geallieerden, Haar moet verzekereu. „ ln deeze verwagting is Haare Majesteit voornee„ mens , om onmiddelyk met hunne Majesteiten be„ dagt te zyn om eene nieuwe poging in het werk te treilen by 't Hof van Londen , om hetzelve tot die „ gemaatigdheid en vreedzaame gevoelens te brengen, ,, als H. H. Mog. van hunnen kant hebben doen bly,, ken. De Keizerin vleit zich, dat de tyd en ver,, anderingen, die onverwagt gebeuren kunnen, zullen „ medebrengen zulke omftandigheden, waar in zy ten ,, tterkften kan doen blyken haare goedwilligheid en „ genegenheid, waar van zy opregtelyk verlangt, aan H. H. Mog. de Staaten Generaal proeven te gee» ven." X. Bekendmaaking ten opzigte van de Kaapreederyen, volgens Authorifatie van Hun Hoog Mogenden , in dato 12 January 1781, aan Zyne Hoogheid willem den V, daar toe verleend. Dewyl de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal de zo noodige Authorifatie, in dato den 12 January 1781 , gegeeven hebben aan Zyne Doorl. Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhouder , als AdmiraalGeneraal deezer Republiek , tot het verleenen der behoor/yke Commisfien, ofte Lettres de Marqué en Brieven van -Retorfie, enz. niet allen met beiofte van Importante Preniien en andere Vaderlandlievende Sentimenten en Encouragementen , maar ook met toezegging van Onvertoge Recht en promte Decifien. Zoo is het de billyke zaak van alle welmeenende ïngezeetenen deezer Prygevogte Landen , de uiterfte pogingen en middelen aan te wenden, om eens eindelyk naar lang gedult derzelver Rechten en Vryheeden te verdeedigen , ten einde om onder des Heemels genadiB 5 gen  a6 jan. ZAAK EN VAN 1781. gen Zeegen en Byftand, een loffelyke, fpoedige, voordeel i ge en beften Jige Vrede weder te krygen. Omme nu derhalven een iegelyk gelegtntheid te geeven, om door een klein gedeelte van hunne middelen, meede tot dat waarlyk heilzaam oogmerk en ter behoudenis van onze zoo duurgekogte Vryheeden , welmeenens en ten fpoedigften meec:e te kunnen werken, is 'er een Plan van Kaap-Reedery ontworpen en ge. drukt ; ten einde door dezelve teritond een of meer kloeke wel gecommandeerde en wel bezeilde Kaperfchepen , hoe eerder hoe beeter aan te leggen en te equipeeten op de voordeeliglte wyze en plaatzen. En de voornoemde Reedery (waar in een ieder naar getong van zyn Fortuin en Vaderlandliefde zig kan interesleeren) zai uit een onbepaald getal van Aandeelen a ƒ 100: ieder beltaan, zoo dat dus een iegelyk zonder onderlcheid voor zoo veel Aandeelen op Toonder ofte op Naame, naar deszelfs verkiezing zal kunnen participeeren als het hem gelieven zal, en zulks voor den eerften February 1781 , maar precies na dien tyd met eene Gulden opgeld, telkens voor iedere Maand, per Aandeel meerder te betaalen, ten voorüee. Ie van de voornnemae Kaap-Reeuery; zullende in de loopt- de maand July van ieder Jaar, zoo lang die Kaap-Reedery duurt, de behoorelyke gedrukte Keekening en Verantwoording gepubliceert werden. De voornoemde Aandeelen worden teritond, volgens het meergemelde Plan , afgetekend ten Comptoire van de Banquiers j/agues Bergeon en Compagnie in 's Hage , als mede ny aen Heer G. W. de IVilletnfem, Koopman op de Leidlchegragt over de Kerkitraat te Amfterdam. XI.  jan. STAATEN OORLOG. 1781. 27 XI. Plan van eene Kaap-Reedery , den Ingezeetenen der Vereenigde Provinciën aangebooden. Art. I. De voorfz. Geldfurneering zal uit een onbepaald getal van gedrukte en geteekende Aandeelen a ƒ 100 : — ieder beftaan, op Toonder ofte op Naam naar verkiezinge der refpective Vaderlandlievende Aankoopers; en alle genommerc en meteen Hollands Klein Zeegel van drie ftuivers gemunieert werden ; en ten eerften zonder eenig opgeld aan een iegelyk afgelee. vert werden tot den eerften February 1781, maar naar dien tyd zal 'er in de volgende Maanden telkens boven ieder Aandeel, ééne Gulden opgeld voor elke Maand meerder moeten betaald werden ; alles ten voordeele deezer gantfche Kaap-Reederye. II. Zoo dra de bovengemelde Brieven van Reprefaille en Zee-Kaapery zullen verleent worden, en de noodige Gelden ingekomen zullen zyn; zal 'er ten eerften zonder eenig tyd verzuim een of meerder van de nieuwfte , kloekfte en op de proef welgemaakte en welbezeilde Scheepen aangekogt worden; ieder geboort voor circa 20 a 36 (tukken Gefchut, en bemant werden met omtrent 120 a 250 koppen; boven en behalven de Opper- en Onder-Officieren; daar en boven gemonteert , gearmeert en geëquipeert werden op het volleedigfte van al het geene maar eenigzints ten Oorloge , Aanvallende of Verweerender wyze kan te pas komen; zoo om Pryzen te verkrygen op de voordeeligfte wyze en plaatfen ; als mede dezelve zoo veel immers mogelyk is, in een der beste en naafte Zee-Havens ofte Zee-Gaten dezer Republiek op te brengen met derzelver Krygsgevangene manfchappen ; zoo niet in de naast by zynde Zee-Havens, Zee-Gaten ofte Zee. Baayen en Rivieren van eenige met dit Gemeenebest in weezentlyke Vriendfchap ltaande Geallieerde ofte andere Mogentheden en Natiën, zonder die Pryzen te mogen Rantfoeneeren ; en by aldien ongelukkig al te zwaar befchadigt waren , dat dezelve onmogelyk te red-  58 jan. ZAAKEN VAN 178.; redden of op te brengen zouden zyn , zullen dezelve na berging van al de Manfchappen en het beste Goed, liever geruineert ofte verbrand werden, om niet weder in de handen der Vyanden te kunnen komen. III. De voornoemde Kaper-Scheepen zullen ieder naar gelang van hunne groote en gefchut zoo veel moogelyk met geboore Nederlanders bemand werden; en ook ten minften voor 6 a 12 Maanden met goede en gezonde Mondkost en Leevensmiddelen in ruimte gevictualieert werden door deeze Kaap - R eedery zelfs ; als mede uit voorzorg daar en boven voorzien werden met een goed gedeelte van Schoenen , Koufen , Mutfen , Borftrokken en andere noodwendige Scheeps-Kleederen, ten civielfle pryzen binnen deeze Republiek gemaakt of te leveren ; ten einde de benoodigden op Zee daar mede te kunnen gerieven ten laagfre pryze doenlyk ; wyders ieder Schip te bezorgen met een goede voorraad van oud Linnen, Plukfel, Pleifters, Zalf, en allerhande beste Medicamenten die eenigzints noodig kunnen zyn tot de getrouwe geneezing van Zieken en Gekwetften , als mede des nodig ook die van andere Scheepen en Vaartuigen; ja zelfs van onze overwonne of Krygsgevangene Vyanden. IV. Yder Kaperfchip zal gecommandeert en gemonteert werden door een der Wakkerfte, Beroemde, Bekwaame, Standvastige, Kloekmoedige en Onverfchrokkene gedetermineerde Zee- en Oorlogkundige voorzigtige Opper-Bevelhebber of Kaptein , die de Zee met goede renommée en getuigenisfe ten minden 10 a 20 jaaren bebouwd en ondervonden heeft ; mits zynde daar en boven zoo het weezen kan by preferentie een geboore Hollander , Zeeuw , ofte Vries , zoo niet by manquement van dien , als dan een Americaan, Duinkerker, ofte ander bekwaam en eerlyk Perfoon als boven ; die bebalven de Hollandfche ook, zoo het weezen kan, de Franfche en Engelfche Taaien magtig zy; en de Opper - Officieren, die op den Kaptein volgen, zullen mede in allen opzigte en zoo veel als immers mogelyk is, dezelfde bekwaamheden, geboorte en hoedanigheden moeten bezitten , omme naar hun rang en quallteit by manquement , ziekte ofte gemis van den Kaptein denzelven dadelyk te kunnen vervangen en fuc- ce-  jan. STAAT EN OORLOG. 1781. 49 cedeeren; zullende alle de volgende Opper- en Onderofficieren , Canonniers Matroofen en verdere Manfchap naar gelang van hunne Dienften , Getrouwheid , Vaderlandliefde , Zee- en Oorlogkundige bekwaamheden , geavanceert werden by deze Kaap-Reedery, omme daar door zoo veel als eenigzints mogelyk is, alle onhebbelyke en onverdiende pasfe drooits voor te komen. V. Yder Perfoon, die dus als Opper- en OnderOfficier, Cannonnier, Matroos, Soldaat ofte in eenige andere qualiteit hoe genaamt, met zyn Beleid , Bekwaamheid en Standvastige Kloekmoedigheid geneegen is, deze Kaap - Reederye met den aankleeve van dien getrouw te dienen; zal verpligt weezen by en op zyn beftemde Kaperfchip de volle tyd der Zee-Togt of Togten te moeten blyven dienen; welke Togt of Tog. ten niet langer telkens dan 9, 12 of op zyn hoogfte 18 Maanden zullen vermogen te duuren ; mits dat 'er bekwaame en voorzigtige gelegentheid zy het Kaperfchip met zyn Manfchap en met of zonder Pryzen fecuur in 't Vaderland over te btengen, om als dan bedankt te werden , naar bekoome afreekening ; het zy om uit te rusten, ofte zig weder tot een nieuwe Togt klaar te maken ; waar door 'er dan ook tyd voorhanden is , ten einde het Kaperfchip of de Scheepen in voorigen ftaat te kunnen herftellen, te wapenen en van al het noodige tot een nieuwe wakkere en kloeke Zeebouw en Kaapery te voorzien; zullende van deze gantfche Kaap-Reedery en zoo lang dezelve eenigzints mogt duuren, behoorelyk Boek , Inventaris en Monfler-Rollen gehouden werden; en in de loopende maand july van ieder Jaar zal de behoorlyke Reekening en Verantwoording gepubliceert werden. VI. De Geheime Inftruétien, Inventaris en MonfterRollen, zullen by Duplicaat Verzeegelt aan den Kaper Kaptein met zyne drie op hem volgende Opper-Officieren toe vertrouwt werden, ten einde zig daar na ten beste voordeele met al hun menfchelyk vermogen en in alle voorkomende geleegentheden te reguleeren en van te bedienen, ten meefte nutte en voorfpoed dezer gantfche Kaap-Reedery; als mede zoo veel als hun immers mogelyk zal zyn, alle devoiren aan te wenden en dus te veritrekken tot verlosfinge , protectie, reëe- ie  3o jan. ZAAK-EN VAN 1781. Ie Befcherminge en Convoyeeringe der weerlooze Koopvaarders , Visfchers , en andere Vaartuigen van het Heve Vaderland , en van andere in weezentlyke Vriendichap met deze Republiek ftaande Mogentheden en Natiën. VII. De gemaakte Pryzen en andere Voordeden die het den Heentel gunftig mag behaagen, aan deze KaapReederye op iedere Togt te verleenen, zullen telkens rigtig binnen de 3 of Ó Maanden naar derzelver Verkoop , zuivere provenue, gezwoorene Taxatie , overmakinge en goede aankomst in het Vaderland verdeelt werden op de volgende wyze ; alles naar aftrek van het geen den Souverein dezer Landen op dezelve mag Competeeren, ofte zyne Doorlugtige Hoogheid den Heere Prins Érf-Stadhouder als Admiraal dezer Republiek. Voor eerst de zuivere helfte van alle de behaalde en geincasfeerde Voordeden, voor deze gantfche Reedery en haare Vaderlandlievende Deelgenooten. En de andere zuivere dergelyke wederhelft voor de geheele Equipagie van het Kaperfchip, die de wisften mogten komen te doen; en wyders dezelve onder hun te verdeden, als volgt: Een vyfde part van dien voor den Kaper Kaptein ofte Opper-Bevelhebber, die als zoodanig op den Togt is in Zee gegaan , ofte de eerfte Jagt op het Vyandelyk Schip met fucces heeft begonnen te maaken. Een tiende part als boven , voor den Tweeden Bevelhebber met de op hem volgende Opper-Officieren in gelyke Portien onder hun te verdeden. Een tiende part mede in gelyke Portien te verdeelen, onder de daar op volgende Opper- en Onder-Officieren. En de resteerende drie vyfde parten zullen mede in egale Portien verdeeld worden , aan de verdere Equipagien ofte Manfchap , beftaande uit Ambagtslieden, Canonniere, Matroofen, Soldaaten of Mariniers en verdere Varendsgezellen, mits boven de 15 Jaaren oud zynde, en dat alles onder een formeele Boek-Quitantie. Wyders byaldien 'er twee of meerder Kaper Scheepen die Voordeden ofte Pryzen gezamenfjyk met of zondtr Gevegt mogten verkrygen, zullen zy pro rato als  jan. STAAT EN OORLOG. 1781. 31 als boven, met eikanderen die voornoemde wederhelft getrouw deelen ; blyvende akoos de andere gerechte helft voor deze Reedery. VIII. De bovengemelde zuivere verdeelingen en distributien zullen gedaan werden by t'huis komst van ieder Kaperfchip ofte - Scheepen ; en naar gedaaoe Zeetogt , zoo als hier vooren breeder is vermeld; het zy in 's'flage , te Amfterdam , of te Rotterdam te voldoen naar goedvinden der Reedery; en de voorfz. uitdeeling of distributien zullen ook mede gedaan werden by reprefentatie aan de Familien, Bloedvrienden ofte naaste Erven van alle die Perfoonen , welke op elke uitgaande of retourneererlde byzondere Zeetogt ofte Landinge in diende dezer Reederye met Eere mogte komen te fterven , te Verdrinken, Doodgefchoten ofte zwaar gekwest ce worden, mits dien aangaande derzelver recht deugdelyk met de nodige bewyzen te juftificeeren, en by gemis of aftterven van den Kaper Kaptein in een der Togten, Prysmaakingen, ofte Gevechten, zullen zyne Familie ofte Erven die volle Portie als boven in dit gewin volkomen genieten, zonder dat eenige van zyne opvolgers ofte vervangers in het opperbevel eenige meerdere avantage als hunne eerde bovengemelde Portie en Aandeel in dat gewin vermogen te vorderen , maar de volgende Pryzen en Voordeden die gemelde vervangers ofte opvolgers na dato van dien Togt, en dat overlyden komt te behaalen , zullen zy als dan , en eerder niet , maar eerst in hunne nieuwe qualiteit kunnen genieten ; en zoo desgelyks alle de andere Scheeps-Officieren, met de verdere bekwaame en getrouwe Manfctrappen , en alle die geene die zoo Ontrouw en Laf hanig mogten zyn , van zig beneden de zes uuren Vegten aan de Vyanden met het Schip over te geeven , zullen in geene der voorige behaalde Voordeden van dien Togt mogen participeeren. IX. Naar maate 'er gelden in deze Kaap-Reedery inkomen , zullen 'er kloeke Scheepen ten haaren voordeden Uitgerust werden , en men zal alle vermogens aanwenden om ten minden twee ofte meerder Kaperfcheepen van deze Vaderlandlievende Keedery by eikanderen , en met vereenigde Magt en Bydand te doen Uitloopen, ten einde zelfs Engelfche Konings ofte an-  32 jan. ZAAKENVAN 1781. dere groote Scheepen met fucces en goed beleid zien te bemagtigen, behouden op te brengen, en voor de. ze geheele Reedery op gezwoore taxatie des goedvindende volkomen over te nemen , en weder in ordre ten haaren voordeele tragten in Zee te brengen , ten welken einde circa de helft van alle de inkomende Gelden , Pryzen , Premien en Voordeden zullen in Cas bewaart werden, ten einde daar uit niet alleen de volgende Uitrustingen en Equipeeringen te kunnen vinden; maar ook de Zee en Oorlogs Schaadens, dif den Heemel genadig verhoede , daar door hoe eerder hoe beeter te mogen herdellen o/te repareeren. X. Zoo dat 'er maar , ten einde de bovengemelde voorzigtige oogmerken zoo veel mogelyk te kunnen betragten , aan alle de refpe&ive Vaderlandlievende deelgenooten in deze Kaap-Reederv, niet meerder dan de helfte der zuivere winden aan hun Edle pro rato en per Aandeel zullen betaalt werden in 's Hage, by Annotatie op ieder Aandeelen , uit te drukken naar het publiceeren der behoorlyke Reekening en Verantwoording; en by aldien het den Souverein, ofte hun Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal dezer Landen weder gundig mogte behaagen , by Placcaten of Publicarien zulke aanmerkelyke Premien en Gratificatiën te beloven en uit te deelen , zoo als Hoogstdezelve in voorige tyden op den 10 Maart 1665, mede tegens de Engelfche Natie geëmaneert hebben gehad ; zullen alle die Belooningen, benevens de verdere Voordeden, die men by Trouwe Verlosfing, Befchenning , Adfidentie ofte Convoyeeringe der Nederlanufche Schepen, en die van andere in Alliantie en Vriendlchap zynde Natiën zal kunnen obtineeren , mede regtmatig verdeeld werden , op gelyken voet als hier voren by het VU en VIII. Art. van dit Plan breeder is bepaalt. XI. Boven en behalven alle de voorfz. uitgedrukte Voordeden, ten behoeve der Equipagie van ieder Kaperfchip, zal den Kaptein ofte Üpper-Bevelhebber van elk Schip , in plaats van eenige Maand-Gagien, hoe genaamd, van deze Reedery te genieten, voor deszelfs Uitrusting van 12 Maanden bekomen / 1200 - : -, den tweede Kaptein ƒ 800-:-, de twee volgende Opper-Officieren ieder f 600 -: -, den Opper - Simuman, den  jan, STAAT EN OORLOG, 1781. 33 den eerften Secretaris , met den Opper-Chirurgyn , ieder ƒ400-:-, en de volgende Onder-Officieren met den Opper-Krankbezoeker, ieder ƒ 300-: -, de bevaare Onder-Bootsman, de Onder-Scheepstimmerlieden, Zeilemaakers , Onderkoks en Botteliers, ieder ƒ 200-:-» de bekwaame Canonniers en bevaaren Matroofen, ieder ƒ150-:-, de Onder-Canonniers , Soldaaten of Mariniers en de onbevaaren Matroofen boven de 15 jaaren oud , ieder ƒ 100-: -, en de Jongens beneeden de 15 Jaaren oud , die om de Zee- en Öorlogsdienst te leeren, mede vaaren, zullen ieder ƒ50-:- genieten; alle voor derzelver Uitrusting van gelyke 12 Maanden tyd, als hunnen Kaper Kaptein ofte Opper-Bevelhebber , aanvang neemende met den eerften dag der finale Üitzeiling. XII. Om alle Bedrog en het nadeelig wegloopen zoo veel mogelyk voor te komen , zal ieder dienstneement perfoon tot een Kapers bemanning vereischt wordende, by en van deze Reedery na zyn onderteekening in het Monlter-Rol Boek, zyn behoorelyke Acceptatie der Directeuren van den volgende Inhoud bekomen: Wy beloven voor Reekening der Haagfche KaapReedery , veertien dagen naar het Uitzeilen van het Holland Kaperfchip, genaamt een fomma van Guldens , te betaalen aan d'ordre van den mits dat die voornoemde Perfoon waar- lyk zelfs en opregt.zonder fraude, op het gemelde Schip by het Wegzeilen bevonden werd, en mede ter Kaap is gevaaren, anders niet. 's Hage den XIII. Van den Opper-Bevelhebber en Officier tot de minfte Perfoon en Jonge van ieder Kaperfchip, zullen alle dezelve op het minzaamfte ieder naar zyn rang en in zyne qualiteit moeten bejegent werden , ende hutt goed of kwaad gedrag op ordre van den Kaptein, daor den Opper-Secretaris in een Boek moeten genoteert wer* den, en by kleine wanbedryven, op ordre van den Kaptein ofte een der Opper-Officiercn , zonder excesfen met evenreedige Scheepsftraffen gecorrigeert werden; edog by zwaare ofte enorme Misdaaden van eenig Perfoon hoe genaamt, naar getrouw en onzydig onderzoek door den gantfchen Scheeps-Krygsraat, op deszelfs gemoti- II, deeL. C veer*  34 jan*. Z AA KEN VAN 1781. veerde , genotuleerde, en door allen Geteekende ordre vast gezet worden op een fecuure en afgezonderde, dog gezonde plaats van het Schip, om denzelven in het Vaderland aan zyne Competente Rechters over te geeven, met alle de ingewonne Bewyzen en Verklaaringen tot zyrré laste, en dusdanig ongelukkig Perfoon, zal van alle opkomende Knper Voordeden en Premien, na dato van zyne vastzetting hem te beurt vallende, verdoken zyn; om hetzelve direct aan de Haasfche Nederduitfche Gereformeerde Diaconie Armen voor twee derde parten, en aan de Franfche Diaconie Armen voor eene derde pan od hunne refpeótive Quitantieti over te geeven. XIV. Al de Krygsgevange Officieren en andere Perfionen der Engelfchen, die men eeniger wyze in handen zal kunnen krygen, zullen op het aller voorzigtigfte en fecuurfte moeten bewaart, als mede op het Chmtelykfre behandeld en gevoed werden . ieder naar zyn rang en qualiteit. En de Engelfche Natie ofte hunne Vafallen, Colonien en adherenten moeten in allen opzirte agtervolgens de wyze beveelen van den S'aat door deze Kaap Reedery by forme van Retorfie en Reprefail, je zoodanig behandeld werden , als dezelve eenigzints doen ofte bejeegenen aan de Onderdaanen, Colonien, Bezittingen ,' Oorlog en andere Scheepen van dit Gemeenebêst ; aan derzelver particuliere Kaapers , weerlooze Koopvaarders en Vihfchers ; ook bv aldien er eenige Wetten , Plnccaten , Publicatien , Reglementen ofte'Orders by de Ed. Groot Mog'. Heeren Staaten dezer Provincie, de Heeren Staaten Generaal ofte de refbeftive Admiraliteits Collegien dezer Landen reeds seëmaneert zyn, ofte in 't vervolg nog gegeeven mogfn werden, 'het zy publiek of in het geheim, zullen al. 'Ie dezelve ten dienlte van het lieve Vaderland, en tot derzelver weezentlyke permanente vryheid en voordeel, ftiptelyk en gctrouwelyk naargekomen en agtervolgt worden , en voor het aangaan van eenige Zeetogt, Landing. Verovering, Verweering ofte Gevegt, zal den Gereformeerde Opper- of Onder-Krankbezoeker verpligt weeztn, raar tvds omftandigheden, een kort dog vuurig Gebed om 'des Heemels genadigen Zeegen en Byftand tot den Alderhoogflen te doen, voor en 111 prefentie zoo veel mogelyk van de geheeie Scheeps-Equipa- gie;  jan. STAAT EN OORLOG. 1781. 3- gie; het welke mede ter bekwaame tyd van weer en wind alle morgen en alle avonden zal moeren gefchieden , en wyders daar inne zoo veel mogelyk welmeenent en Godvrugtig gedenken, aan alle de groote Zeegeningen, dappere Zee- en Oorlogsdaaden onzer voortrefFelyke Vaderlandfche Patriotten en Voorouderen • als ook dat deze Kaap-Reedery en alle de anderen van dit vrye en bemiddelde Gemeenebest niet minder mogen proipereeren , als die welke op het laatst van den jaare 1672, tegens de Engelfche Natie zyn behaalt en ten bedrage van ruim 320 Tonnen Gouds uit de Pryzen derzelve in deze Landen zyn aangebragt en verdeeld. XV. By aldien het Schip ofte de Scheepen dezer Kaap-Reedery eenige Koopvaardy ofte Gewapende Scheepen van Neutrale ofte andere in Vriendfchap met deze Republiek fiaande Geallieerden ofte Natiën mogten komen te ontmoeten, zullen zy dezelve naar beste gelegentheid en met voorzorg van eige voordeel en confervatie mede alle hulp , agting en vriendfchap bewyzen; maar onder fchyn van vriendfchap fufpeft voorkomende , zoo wel als derzelver maakzel en Bemanning , als dan de bewyzen daar van tragten op het minzaamlle te verkrygen , ten einde dezelve lèrupuleus zonder eenige overlast na te ,gaan , of dezelve fomwylen geen Engelfche Eigendom mogte weezen ofte in hebben ; en by -alle waarfcbynlykheid ofte twyffeling van dien zullen zy vooifz. Schip of Scheepen met genoegzaame Nederlandfche manfchap voorzien , zonder eenige vexatie in de naafte en beste Zeehavens of Colonien op brengen, omme derzelver opregte papieren, ware destinatie en zuivere Eigendom te onderzoeken , en met valable bewyzen te doen Juftificeeren; ten einde de Vyanden van dezen Staat in allen opzigte overal weezentlyke afbreuk te doen; edoch daar tegens alle Vaderlanders, Geallieerden en Vrienden alle hulp en befcherminge na vermogen te geeven , met voorzbtig en reëel behoud van zig zelfs en van het Vaderland ; ook de Heeren Staaten dezer Republiek ofte derzelver Scheepen, Convoyen , Vlooten, Esquaders , Colonien en Bezittingen, ilüco het zy zelfs met het Kaperfchip ofte eenig ander goed zeilent Vaartuig per Extrapost, C-a met  3ridgenooten op het nadrukkelykst te exhorteeren, om zich voor het tegenwoordige het meest, ja alleen , op het herdel van de Marine, bevoorcns zoo zeer verwaarloosd, en de toerusting van Schoepen van allerlei Aart en Charter, kragtdaadig toetcleggen , terwyl ten aanzien van de voofgeflagene augmentatie van Landmagt, ronduit moeten yerklaaréri van gedagren te zyn, dat dezelve van geenen nutte, maar veel eer ten hoogde nadeelig voor xlen tegenwoordigen Staat, waarin de Republiek zich zoo ongelukkig btvmd, zyn kan en als onbetaalbaar voor de zoo zeer gedrukte Finantién dezer Provintié , door den zwaaren en oneevenreedige aanllag hanrer quota in de Generaliteits Lasten behoort aange. merkt te worden. Daar-  jan. STAAT EN OORLOG. 1781. 47 Daarenboven eischt het Polytiek Sysfhema, het welk Hun Hoog Mog. vermeenen in deeze dasen re moeten omhelzen, dat men zich behoore te Wapenen, en tegen geweld te dekken, aan die zyde waar het gevaar het meest dreigt, waar men het ziet genaaken, en als onvermydelyk voorkomt. Dat Hun E>1. Mog. over zulks gedwongen zyn, te moeten afzien en zich zorgvuldig te wagten, om groote uytgaave te doen aan dien kant, alwaar geen vrees zich venoond, voor dreigende Onheilen. Immers de Republiek heeft aan de Landzyde voor als nog van haaren Vyand niets te duchten. — En zoo zeker als het is, dat door een onvoorziene Omwenteling van zaaken, het Vuur des Oorlogs ligtelyk op het vaste Land kan worden overgebragt , even zoo onweerlpreekelyk blyft het ook, dat bet eene niet zeer gegronde Staatkunde is, zicli tegen onverwachte toevallen te Wapenen, in zulk (en tyd, en by zoodanige omftandigheeden, dat die Wapening noodwendig moet fchaden, en daadelyk te rug houden eene noodzakelyke uytrusting, welke men gedwongen is ter Zee te doen, en dat tegen geen dreigend, maar een reeds wezentlyk daar zynde gevaar, terwyl het ten overvloede gebleeken is , uit de Befoignes en de Raadplegingen , hier over meermaalen ter Generaliteit gehouden, dat het minder effect-, hetwelk de Republiek van de Equipagie, zedert eenige tyd heeft moeren ervaaren, meest behoort toegefchreeven te worden aan fchaarsheid van Volk, dewelke door een aanwerving te Lande zich wel haast nog klaarder zoude openbaaren. Men diende derhalven aan de Zeemacht op het yverigst te werken , om dezelve in een geduchte ftaat te brengen, en om het aanzien en de Eer van de Vlag van de Republiek, die reeds op een honende wys gefchonden is, te doen eerbiedigen. —- Daar het Staatkundig beleid volftrekt vorderd, dat geen eerst ter hand te neemen , hetwelk den meeften fpoed vereischt, en den Landen het grootfte voordeel, en het gewenschte heil aanbrengen kan. Daarenboven hoe waarfchynlyk ook eene onvoorziene Omwenteling van Zaaken, in.de Misfive van^ffun Hoog Mog. gefchetst worde, de tegenwoordige gefteld- heid  48 jan. ZAAKEN VAN . 1781. heid van Zaaken , en de Rupture, namentlyk tusfehen deze Republiek en de Kroon van Engeland, die zich alle de Mogendheeden van Europa tot onvrienden maakt, — doet dié gepretendeerde vreeze meer dan voorheen, zeer onwaarfchynlyk voorkomen; en gefield, dezelve was al niet ongegrond , zoo zoude toch de voorgeftelde augmentatie voor het gemeenebest van geen nut zyn, overmits de Republiek zonder hulp van een machtigen Geallieerden , zich onmooglyk zou kunnen beveiligen en verdeedigen. Om alle welke en meer andere gewichtige redenen, Hun Ed. Mog. zich genoodzaakt vinden, aan de Bondgenooten te declareeren, dat in het ontwerp van augmentatie (der Landmacht) niet kunnen treeden, enz. ' XVI. Refo/utie van Zeeland, nopens het Toetreeden tot den Oorlog met Engelnnd. In dato 22 jfanuary 17S1. De Raadpenfionarls heeft gerapporteerd uit naam van de Heeren Commislarisfen, hebbende ter voldoe* ninge aan H. Ed. Mog. Refolutie Commisforiaal van den 19 dezer maand January, geëxamineerd het by H. H. Mog. den 12 te voren gearresteerd, en by Hoogstderzelver Misftve van dien dag, ten fine van Publicatie en <•"• ffictie aan H. Ed. Mog. gezonden Placaat, rakende de Premie voor de Commisfievaarders dezer Landen, welke eenige Oorlogfchepen van de Engelfchen zullen komen te veroveren; als mede nader geëxamineerd hebbende H. H. Mog. den 4 dezer gearresteerd Placaat te* gens het inlopen van Engelfche Kapers of Commisfievaarders, by vorige Notulen breder vermeld: — Dat Heeren Commisfarisfen van Advys waren geweest, dat de Heeren ordinaris Gedeputeerden dezer Provincie ter Generaliteit zouden behooren te worden aangefchreeven en geaucborifeerd, om uit naam der Heeren Staaten ter Vergaderinge van H. H. Mog. te declareeren: —— Dat H. Ed. Mog. alvorens te advifeeren op de Publicatie van-de voorn. Placaaten , contineerende oifenfive en defenfive orders tegens de Engelfchen, niet mogen na- laa-  jan. STAAT EN OORLOG. 1781. 49 laaten te pramitfeeren eenige zaaken, die de Conduite, door de Heeren Staaten van Zeeland in deze Conjonctures van tyd gehouden, voor het oog van de onbevooroordeelde Waereld en voor de posterireit zullen jultificeeren: Dat ten dien einde H. Ed. Mog. moeten rememoreeren , hoe zy , van den eerden aanvang der onlusten tusfehen de Kroonen van Frankryk en GrootBrittannien , alles hebben getragt aan te wenden , wat dezen Staat, iu-'t midden der troubles zyner Nabuuren , by eene gewenschte Tranquilueit eu Welvaart , zoo verre het deszelfs verbintenisfen toelieten, zoude kunnen bewaaren: — Dat H. Ed. Mog. begreepen, dat wanneer een Staat tusfehen de Oorlogende Nabuuren eene ongekrenkte Neutraliceit wil behouden, dezelve, of zoodanig gewapend moet wezen, om de regten der Neutraliteit te doen refpecteeren, of ter gepaste tyd en plaats eenige infchikkelykheid moet weeten te gebruiken voor de Pmentien der Oorlogende Mogendheeden; dar, dewyl het de Republiek, in de tegenwoordige omltandigheden, aan het eerde middel ontbrak, H. Ed. Mog. noodzakelyk oordeelden, het tweede te moeten aanvatten , en daarom vryheid vonden, om uit infchikkelykheid voor een ouden Bondgenort, en voormaals tronwe hulp van dezen Staat te helpen concurreeren, om te laten vaaren de befcherming van een Tak van Commercie , hoe zeer dezelve anders , volgens de letter der Traftaaten, aan de Ingezeetenen van de Republiek moest gepermitteerd zyn: — Dat hoewel de Staaten van Zeeland geconvinceerd zyn, dat de Commercie , de Zenuw van den Staat zynde, ook met de raagt van den Staat moet befchertnd worden, aan de andere kant ook moet geconvinceerd zyn , dat deze befcherming niet verder mag gaan, dan het belang van het Gemeenebest, met betrekking tot alle Omftandigheden van tyden en zaakèn, toelaat, terwyl een ontydige befcherming van dén Tak van de Commercie, oorzaak zou kunnen geven, om de geheele Commercie en Welvaart der ingezeetenen een geweldigen flag tn alle haare uitgebreide Takken te konnen toebrengen: — Dat men, in deze Republiek, de juistheid dezer Maximes altoos begreepen en nagevolgd heeft; dat 'er menigvuldige Exempels zyn van zoodanige en nog veel grooter Complaifances II. deel. D voor  50 jan. ZAAKEN VAN 1781. voor andere Mogendheeden; dat 'er zelfs tegenwoordig eene exteert, ren opzigte van de Oostenrykfche Nederlanden , waar door de Provincie van Zeeland het meest te lvden heeft, en waar omtrent het H. H. Mog. bekend is, tot hoe verre de Deliberatien zyn gebragt geweest , en waar door dezelve zyn opgehouden: — Dat de Heeren Staaten van Zeeland , fleeds in de bovengemelde Principes volhardende, met leedweezen zagen, dat de B mdgenooten, de een vroeger, de ander laater, eene tegenftrydige en dikwyls gansch niet uniforme Denk- en Handelwyze aannamen , dat H. Ed. Mog. daartegens telken reize hunne betuigingen, Adhortatien en Voorbehoudingen, wegens de te vreezen gevolgen, hadden gedaan , waar van de telkens wederkomende noodzaak de menigvuldigheid heeft gewettigd: — Dat zulks alles, hoe langer hoe meerder, vrugteloos zynde geworden, en inmiddels de Kroon van Groot-Brittannien, het Secours, by de Traftaaten geftipuleerd, van dezen Staat hebbende gevorderd, H. Ed. Mog. wederom, tot afwendia; van onlusten, hebben getragt, het daar heenen te dirigeeren , dat daarop een tydig antwoord, gefchikt na de omftandigheeden der Republiek, mogt werden gegeven; maar dat dit antwoord ter Generaliteit, en buiten toedoen van deze Provincie, langdurig verfchoven zynde, de evengemelde Kroon daar uit aanleiding heeft genomen tot het doen van de bekende Declaratie van Sufpenfie Tracbaaten , die , hoe zeer de principes niet te advoueeren zyn, egter meede gewerkt heeft, om de verwydering dies te grooter te maken: Dat de Heeren Staaten van Zeeland, be- dugt voor de gevolgen, die uit het cesfeeren der oude en nieuwe Alliantie met het Ryk van Groot-Brittannien, zouden konnen ontltaan, by deze gelegendheid aan de Bondgenooten wederom hebben herinnerd den weg van Negouatie en Conferentien tot fchikking van de ontftaane different, welke reeds in het begin der onlusten door den Heer Ambasfadeur Ridder Torke waren voorgeflagen terwyl het niet onwaarfchynlyk was , dat men door wederzydfchè toegevenheid den verderen voortgang dezer oneenigheeden zoude hebben konnen prevenieeren' maar dat H. Ed. Mog. met leedwezen en regtmatige'gevoeligheid hebben moeten zien, dat deze en ahe  jan. STAAT EN OORLOG. 1781. 5i de naderhand door H. Ed. Mog. herhaalde inftantien tot fcbikking zoo weinig aangezien zyn, dat men zelfs ter Generaliteit geene Deliberatie daar over heeft willen aanleggen: -— Dat al verder, het eene Incident op het ander volgende, daar eindelyk is by gekomen de ontdekking van een zeer bedenkelyke Correspondentie met de Groot-Brittannifche Colonien in Noord-America, gehouden door de Regeering van een der Steden dezer Republiek , en door zommige particuliere perfoonen: die, hoewel by II. H. Mog. afgekeurd, egter aan den Koning van Groot-Brittannien Materie heeft gegeven, om eisfchen van reparatie en fatisfaétie tegen dezen Staat in te brengen, en geen fpoedig of volledig antwoord daarop ontvangende, hetzelve op de Schepen der Ingezeetenen te verhalen: -— Dat de Heeren Staaten van Zeeland, zoo min , als iemand der andere Bondgenooten, convenieeren van de wettigheid der bezwaaren tegen de Re. publiek, in 't Manifest van hoog gedagten Koning geënumereert, in zoo verre daarop gefundeert word een regt van Pretenfe fchaverhaling; maar dat H. Ed. Mog. egter gecónfidereerd hebben, dat het niet buiten Exempel is, dat eene Mogendheid Brieven van Raprefaille, van Marqué of Arrest tegen eene andere Mogendheid, ja zelfs tegen deze Republiek heeft uitgegeven, zonder dat daarom de zaaken tot een openbaare rupture zyn gekomen; dat ook in verfcheide Traclaaten zoodanige Brieven, duidelyk van een Oorlog worden onderfcheiden; en eindelyk, dat het Manifest zelfs genoegzaam te kennen gaf, dat de weg tot reconciliatie'niet geheel was afgefneden, dat daarom H. Ed. Mog. zonder uitftel, op de eerfte byeenkomst hunner Vergaderinge in dit Jaar beflooten hebben, nog eene poging by de Bondgenooten aantewenden, of hunne gematigde voorllagen tot voorkoming van bloed vergieten en verderf van Landen en Ingezeetenen , eenigen ingang moeten vinden; maar dat het 'er zoo verre af is geweest, dat integendeel deze voorflagen , zonder eenige deliberatie , zyn ter zyde gefcboven, terwyl men op naam van de Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, buiten eenige bewilliging, ja zelfs buiten Deliberatie van de Provincie van Zeeland , heeft zien concludeeren, en dadelyk in het werk Bellen zodanige mefures, waar door Da de  52 jan. ZAAKEN VAN 1781. de zaaken uit haar geheel zyn gebragt , en het heilzaam oogmerk der Staaten van Zeeland tot reconciliatie verydeld. —— Dat op deze wyze de Provincie van Zeeland tegen haare menigvuldige herhaalde waarfchouwingen , pogingen en inltantien tegen de gronden van het verbond der Unie , tegen de regten der Souverainiteit der Landfchappen, deze Vereenigde Republiek compofeerende, zig in de generaale Calamiieit ziet ingewikkeld , en haar aandeel in de gemeenfchappelyke bezittingen en belangen van het Bondgenootfchap aan de ruineufe gevolgen van den Oorlog bloot gefteld, zoo dat aan H. Ed. Mog. , behoudens den band van de Unie, nauwelyks eene andere keuze openflaat, dan uit hoofde van noodweer en zelfs - verdediging , den aanval op de Republiek, die de Ingezeetenen van Zeeland ook treffen zal, en reeds diep getroffen heeft, te helpen afkeeren , en in de genomen mefures , tot refifteiitie en afbreuk der aanvallende Mogendheid , zoo veel deel te neemen , als haare vermogens zullen toelaten. Dat derhalven zy Staaten van Zeeland in deze dreigende omftandigheid wel willen declareeren , dat zy zig de gemeene befcherming van het Bondgenootfchap niet zullen ontrekken ; maar met vereenigde kragten zullen helpen neemen en vervolgen zodanige mefures, als meest kunnen dienen tot afweeringe en reciprocatie der begonnen \ yandelykheeden , en ter bevorderinge van een fpoedigen Vreede, die God geeve , dat honorabel , vast en voordeelig voor den Staat moge zvn; in die rechtmatige verwagting nogthans, dat de Provintien, wier fentimeuten in de aanleidende oorzaaken van dezen Oorlog , boven dat van Zeeland geprevaleerd hebben , daar toe ook de voornaamfte onkosten zullen dragen., en wel ten goede houden, dat de Staaten van Zeeland hunne Ingezeetenen niet boven maaten belasten , om te contribueeren aan een Oorlog , die tegen haaren wil en proteftatie is begonnen. — Dat eindelyk de Heeren Staaten van Zeeland , ten (terkften geperfuadeerd, dat het gemeene Vaderland door cordaatheid en eendragt moet behouden worden in deze hachelyke tyds omltandigheeden , alles zullen nalaten , het geen üoffe tot ongenaame discutfien zoude kunnen geven ,  jan. STAAT EN OORLOG. 1781. 53 ven, en derhalven voor als nog uitftellen het proponeeren van hunne regtmaatige bezwaaren over het verkragten van de grondvesten der Unie , zoo in deze gewigtige gelegentheid, als in andere korts voorgaande gevallen, fchoon zy niet kunnen nalaten, tot Maintien van de Independentie en regten hunner Provincie en derzelver Ingezeetenen, deze onlochenbaare infraclien op het Verbond van Vereeniging ad animum te revoceeren , en aan zig voor te behouden het regt, om, in een tyd van meerder tranquiüteit , van de Bondgenooten te vorderen, vergoeding van alle de kosten, fchaden en nadeelen , welke de Provincie van Zeeland, uit hoofde van deeze onlusten, bereids geleeden heeft, of tot haar zelfs r verdediging heeft moeten maken ; mitsgaders verzeekering, dat de plegtïg bedongen Voorwaarden der Confoederatie door de Bondgenooten even 200 heilig, ten aanzien van Zeeland zullen worden na gekomen, als de Staaten van Zeeland wenfcnen , dezelve van hunne zyde na te komen : — Dat H, Ed. Mog., om de gronden en motiven boven gemeld , als nu geene verdere zwarigheid zullen maken. om binnen deze Provincie te doen publiceeren en affigeeren , de beide Placaaten Hunner Hoog Mogenden , in dato 4 en 12 dezer loopende maand January , waar van het eerfte contineert de voorziening tegen het inlopen van Engelfche Commisfievaarders in de Zee-Gaten van dezen Staat, en by welke tweede gearresteerd is de Premie voor de Commisfievaarders dezer Landen, dewelke eenige Oorlogfchepen van de Engel ciien zullen komen te nemen : Dat H. Ed. Mog. zig al verder conformeeren met Hunner H. Mog. Refolutie van dezelve ia January, waar by zyne Doorlugrige H logheid is verzogt tot het verleenen van Commisfien van Retorfie en Brieven van Marqué en Reprefaille tegens de Schepen , Vaartuigen , Goederen en Onderdaanen van Groot-Brittannien, (uitgezonderd die geene die volgens liet 32 Art. van de Bredafche Vrede na dat Ryk zullen retourneeren, en provifioneel Paketbooten) alles breeder by dezelve Refolutie vermeld: —— Waar op gedelibereerd zynde , hebben alle de Leden zig met het voorfz. Gerapporteerde geconformeert, en is dienvolgens goedgevonden en verliaan, het zelve D 3 in  S\ jan. ZAAKEN VAN i78r. in eene Refolutie te coiiverteeren , zoo als zulks gefchied by deze , onverminderd de reeds door H. Ed. Mog. ter Generaliteit gedaane In'lantien tot accommodement met het Kyk van Groot-Brittannien: En zal Extract van dezelve aan de welgemelde Hoeren ordinaris Gedeputeerden dezer Provincie ter Generaliteit, om ter Vergaderinge van H. H. Mog. uit te brengen, worden gezonden, enz. XVII. Petitie van den Raad'van 'Staaten , omtrent de nodige Lasten tot het onderhouden van een Veldleger, langs de Hollandfche Zeeftranden. In dato 22 January 1781. De zoo onverwagte als onbillyke Vyandlyke aanval van den Koning van Grooc-Brittanjen tegen deezen Staat, geeft zekerlyk alle gefundeerde redenen aan de hand, dat de Republiek van haare zyde niets behoort te verzuimen, nog na te laaten, om zich op alle wyze in ftaat te (tellen, die zoo gevaarlyke desfeinen, zoo veel mogelyk te konnen tegengaan en verydelen. Tot het gunt voorfz. is, dient niet alleen dat de Republiek zig in ftaat ftelle om ter Zee den aanvallen het hoofd te konnen bieden, en allen tegenttand en afbreuk aan dezelve te konnen toebrengen, maar tot de bezorging van de veiligheid voor het Vaderland behoort mede vooral , daar men tegen eene formidabele Zecnugt zal te ftryden hebben, dat de Republiek tegen die i va'len, die op derzelver Zeekusten zooien kunnen ondernoomen worden , insgelyke zoo veel mogelyk te [,nn. de werde gedekt, als zeker zynde, dat daar derzelver Zeekusten van Vlaanderen af tot 3ao Oostfriesland toe meerendeel bloot leggen, eene invaüe der Provintien, die aan de Zee gedegen zyn, niet minder dan de Ruïne vu den gantfehen Staat na zig zoude kunnen fle*|vn , eu het zyn ook, Hoog Mog. Heeren! dezelve hewtegrecdenen, welke zyne Hoogheid altoos waakzaam en vverig ter bezorging van alles dat ter beveiliging van 't Vaderland  jan. STAAT EN OORLOG. 1781. 55 land dienen kan, al aanftonds op 'c verneemen van bovengemelde Vyandelyke desfeinen, hebhen doen befluiten, om een meerder getal Troupen na 's Lands-Zeekusten te doen naderen, en tot fecuriteit van die Kusten verfcheiden andere voorzieningen te laaten in 't werk Hellen. Dan gelyk in deze zorgelyke en Critique omftandigheden , waarin de Republiek zig actueel bevind, en die door 't aannaderend Taifoen, en de onzekerheid, waar ter plaatfe het onweêr zoude kunnen ter neder vallen, geenzints werden vermindert, de providentie, en voor* zorg tot meefte fecuriteit van ditGemeenebest, allenzints en onwederfpreekelyk vorderen, dat alles wat daartoe dienen kan met den meesten fpoed werkftellig werde gemaakt. «— Zoo is 't dat wy ten voorfz. einde geen beter nog falutairder middel aan H. H. Mog. weeten voor te draagen , dan 't gunt Zyne Hoogheid dien aangaande aan ons heeft gelieven te Communiceeren, en daar in is beftaande, dat alle de Troupes van den Staat, wel. kers aantal tot hier toe zeer gering is, hoe eer zo beter marschvaardig zouden behooren gemaakt te worden , om alzo tot dekking van de Republiek tegen een onverwagten aanval te konnen worden geëmployeerd, 't zy door dezelve tot een of meer Corpfen in het Veld te trekken, 't zy hier, of daar te posteeren, ten einde by de hand te zyn, om de onderneeming van den Vyand met hoop van fucces te keer te konnen gaan, met verder verzoek aan ons, dat wy ter executie van dat voor 't Vaderland zoo heilzaam oogmerk, en dus tot goedmaaking van de kosten , die voor de Necesfiteiten van een te formeeren Veldleger worden vereischt, de nodige Petitie aan de Bondgenooten zouden willen laaten toe komen. Aan die intentie ten fpoedigfte willende voldoen , zenden wy, by deezen aan U. H. Mog. onze Petitie ten fine voorfz. welke wy, om de Bondgenooten op een maal niet te lastig te vallen , proviiioneel alleen hebben bepaald op een fomme van een millioen gul* dens , terwyl wy 't Veldleger geformeerd zynde , aan ons referveeren eene nadere Voordracht deswegens aan U H. M. te zullen doen , als thans nog onmogelyk zynde alle kosten van dien precies te kunnen bepaalen, D 4 zo  56 jan. ZAAKEN VAN 1781. zo om de wisfelvalligheden , en de ontelbaare omverziene gevallen, welke altoos kunnen opkomen, als in 't byzonder ook om de duurte, die wy vreezen, dat zoo omtrent 't brood als fouragie, en alle verder benodigde zaaken plaats zal hebben, terwyl wy ondertusfchen nevens Zyne Hoogheid in het vaste vertrouwen zyn, dat deeze onze Petitie tot een millioen guldens, niet dan zeer nodig aan de Bondgenooten zal voorkomen, wanneer zullen gelieven te reflecbeeren, dat onder de necesfiteiten van het te formeeren Veldleger behoorende, dit maal ook word begreepen al wat de Troupes vooraf nodig zullen hebben, zig aan te fchaffen, ten einde zig in ftaat te (tellen, om in Campagne te kunnen komen , en aldaar van nut te konnen zyn , en mits dien ook moeten hebben het gunt nodig is tot afweering van de injurien van de lugt, zoo als andere Troupen daar van voorzien zyn , en waarby voorts komt al wat nodig is tot fubfistentie van Menl'chen en Paarden, en mitsdien betrekking heeft tot de bezorging der nodige Magazynen van Brood, Fouragie, als anderzints, de Wagens en Paarden, om de Leeftogien, de Ammunitie van Oorlog en andere Krygsbehoeftens , en al wat tot den trein van een Leger behoord, de Wagens en Scheepen tot vervoeren van de Bagages, de b.xtraord. Tractementen en Wagengelden , of andere Bezolding van de Generaals , derzelver Adjudanten en andere Officieren, dewelke geëmployeerd worden ,de yerhooging der Soldyen voor de Zwitzers, de gagiën van eenige bediendens , behoorende tot den Train van 't Leger, de onkosten van Hospitaalen van een geproportioneerde Veld Artillery- Ammunitie Wagen, Canon en PontpaarJen , de daggelden van de Commhen en Conducteurs by de Train van cte Artillery , P.jnrgasten , enz. en dus met een woord al war tot den dienst en activiteit van een Leger nodig is, als het te Velde zal worden getrokken, en in ftaat geltelJ om geëmployeerd te kunnen worden. En gelyk nu uit hoorde van al 't gunt voorfz. is, Zyne Hoogheid nevens den Raad van Staaten zig volkomen verzekerd houden , dat by geen mogelykheid iemand de abfoltite noodzaakelykheid van .deze Petitie zal konnen tegenfpreeken, ten zy willens en weetens zyne oogen zoude moeten fluiten , voor de prefente fituatie en  jan. STAAT EN OORLOG. 1781. 5? en nood van 't Vaderland, zo zal ten deezen niets anders resteeren dan U. H. Mog. op 't ernftigfte te verzoeken, deze Petitie te willen zenden aan de Staaten der refpective Provintien , en dezelve door haare gewoone krachtige en nadruklyke reprefentatien ten beste te fecondeeren , ten einde daarop niet alleen ipoedige Confenten mogen inkomen, maar ook aanftonds de Fournisfementen der refpectiye Quotes ten Comptoire Generaal mogen gefchieden , alzo de Tyd, nog 't gevaar geene langer uitftel toelaaten, om de nodige verzorging te doen voor 't geene om de Troupes in beweeging te brengen, abfolut moet gedaan worden, en ook als 'c 'er op aankomt, geene aanneemers zullen te vinden zyn, ten zy van fommige Posten de geheele fommen, en van andere verre het grootfte gedeelte aanftonds by 't tekenen der Contraéten aan haar geavanceerd en voldaan werden, zoo als ook in Contracten van diergelyke natuur altoos werd geconditioneerd. Aldus gedaan , en gepetitioneerd by den Raad van Staaten, den 22 January 1781. (was get._) c. j. van dam. Ter Ordonnantie van den Raad van Staaten der Vereenigde Nederlanden. (was get.) j. j. van hees» D 5 XVIII.  53 jan. ZAAKEN VAN 1781. XVIII. Uittrek/el uit de Registers van de Refolutien van de Staaten van Holland; behelzende klagten over de traagheid in het werven van Zeevolk. Vrydag den 26 January 1781. Tp\e Heeren gedeputeerden der Stad Amfterdam, hel» JL/ ben aan Hun Ed. Groot Mog. doen berichten, op uitdrukkelyke Orders, dat hun principaalen tot hun groot leedweezen nauwkeurig onderricht zyn , dat de wervingen voor den Zeedienst tot nu toe maar zeer flaauw voortgaan , en dat de reeden daar van is , dat de refpeétive' Collegien ter Admiraliteit niet gemachtigd zyn, om genoegzaame prsemien te geeven, om de Matroofen aantemoedigen tot den dienst van den Staat, dat de Heeren Hunne Committenten hen gelast hebben, om op de ernftigfte wyze aantedringen, dat men zoo fpoedig als mooglyk is, delibereere om genoegzaame middelen, welke konden en moesten gebruikt worden , om de geordoneerde werving te begunftigen ; en dat ondertusfchen en in hoope van goed gevolg der deliberatiên , beflooten zoude worden by Hun Ed. Groot Mog. Ordres te geeven aan de Collegien ter Admiraliteit in deze Provintie , om genoegzaame pracmien te geeven , als het middel, waar van men zou mogen verwagten , dat het tegenwoordig gebrek van Matroofen daardoor zal verholpen worden, en de Vloot der Republiek in ftaat gefield worden , om aan den dringenden dienst van den Staat te voldoen , tot befcherming van het dierbaar Vaderland, deszelfs bezittingen en zynen Koophandel. Waar over gedelibereerd zynde , is goedgevonden, dat het geene voorgelteld is zal onderzocht worden , door de Heeren van 't Corps der Edelen, en andere gedeputeerden van Hun Ed. Gr. Mog. tot de zaaken des Koophandels en der Zeevaart, benevens eenige Raadsheeren en Ministers van 't Collegie ter Admiraliteit dezer Provintie , om vervolgens hun bericht daarover aan de Vergadering medetedeelen. XlXi  \ jan. STAAT EN 'OORLOG. 1781. 59 XIX. Plakaat van H. H. Mog. de Heeren Staaten Generaal, waar byalle Scheepvaart uit deeze Landen verhoeden wordt. In dato 26 January 1781. De Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden ; allen den geenen , die deezen zullen zien ofte hooren leezen , falut; doen te weeten : dat Wy by deeze jegenwoordige conftitutie van tyden , om pre. gnante redenen Ons daar toe moveerende, hebben goedgevonden te interdiceeren en te verbieden , gelyk Wy interdiceeren en verbieden, mits deezen by provifie en tot Onze nader Ordre alle Scheepvaart uit de Zeehavenen deezer Landen na alle Ryken en Staaten , het zy door het Canaal of agter Engeland om , of hoedanige Quartieren het zouden mogen weezen, mitsgaders tot de Walvisvangst, de groote en kleine Visfcheryen, op de verbeurte van de Scheepen, Goederen en Koop. manfchappen daar in gelaaden , als mede van de Gereedfchappen, Want, Zouten Tonnen, mitsgaders het geene aan de Visfcherye is dependeerende ; en in cas egter eenige Scheepen mogten komen uit te loopen, dat de Schippers en Rheeders van gemelde Scheepen zullen verbeuren een amende van twintig duizend guldens , of zoo veel meerder als de waardye van dezelve meerder zoude mogen weezen , te verhaalen de opgemelde boete aan haarluiden te zamen , en elks in folidum , te appliceereii een derde ten profyte van de gemeene zaake , een derde aan den Aanbrenger , en het resteerende derde aan den geene , die de calange doen zal. Des dat daar van zullen weezen geëximeert alle Scheepen van vreemde Natiën, mits niet belaaden weezende met eenige Goederen , waar van den uitvoer door Ons is verbooden , dewelke zy niettegenftaande de inlaading daar van op behoorlyk verkregen Pasporten alvorens zullen moeten ontlaaden; en zullen dezelve, op dat daar van moge blyken , alvorens te mogen vertrekken, daar van bewys moeten doen aan de Collegien ter Admiraliteit , onder welkers Resfort zy zullen  6o jan. ZAAKEN VAN 1781. len willen uitvaaren, en van het zelve verzoeken een Certificatie, dat het voorfz. bewys gedaan hebben, en vervolgens geen Goederen in hebbende by Ons Placaat yan heden verbooden uit te voeren. Dat zyne Majefteit den Koning van Groot-Brittannien by Hoogstdeszelfs Ordonnantie geordonneert hebbende , dat alle Scheepen en Koopmanfchappen toebehoorende aan de Staaten Generaal, of aan hunne Onderdaanen , die zig bevonden in eenige Havenen binnen zyne Majelteits Domeinen , aldaar veilig en ongemoleiieert zouden blyven, en aangehouden worden, tot dat het zoude blyken , dat Hun Hoog Mogende bereid zyn en voorgenoomen hebben, die van zyne Majefteits Onderdaanen even eens te behandelen , en daar na zouden mogen vertrekken, en Wy geen ander voorneemen ooit hebbende gehad, maar gerefolveert zynde Ons in alle geleegentheid ftiptelyk te houden aan het twee en dertiglte Articul van 't Traclraat van Breda, de Engelfche Scheepen hier te Lande niet langer zul-' Jen worden opgehouden , als dat het blyke dat zyne Majefteit even eens handelt. Én dat vervolgens zoo dra aan de Nederlandfche Scheepen in Engeland word toegedaan te vertrekken, de Engelfche Scheepen alhier mede niet langer zullen worden opgehouden, maar dadelyk gepermitteert zullen worden te vertrekken , en voorzien van de nodige Pasporten van Zyne Hoogheid , als Admiraal-Generaal deezer Landen , die zy by de Collegien ter Admiraliteit van het Resfort, daar zy zig bevinden, zullen kunnen bekomen, voor zoo veel tyd, als zy na de distantie der plaatfen van haare destinatie in Engeland tot de reize noodig zullen hebben. Dat voorts daar van mede geëximeert zullen weezen alle Scheepen met Commisfie van zyne Hoogheid voorKien , die alleen ten Oorloge zyn uitgerust , en geen Koopmansgoederen geladen hebben, of zoo zy teffens Koopmansgoederen gelaaden zouden mogen hebben, met ten nnnlten tagtig of honderd Man bemand , van een lortabel getal van Gefchut, Wapenen en Ammunitie voorzien zyn, als mede de Scheepen van de Oostindifebe Compagnie , mitsgaders na bekome permisfie van de Collegien ter Admiraliteit, en onder de nodige pre- cau-  jan. STAAT EN OORLOG. 1781. 61 cautien en cautie, de Scheepen behoorende aan of bevragt zyndei by die van de Westindifche Compagnie , Coïonie van Surinamen, en verdere Colonien van den Staat , na de Districten van haare refpective Octroyen gedestineert ; als mede de Schuiten van die van de kleine Visfcherye , die om verfche Vis uitvaaren , en de Scheepen varende over de Wanden , de Elve, de Wefer, de Eems, om de Oost, en ook na de Vlaamfche Havens. Des dat de Scheepen over de Wadden , en naar de Vlaamfche Havenen varende , niet grooter zullen mogen weezen als dertig Lasten en daar beneeden , en niet fterker bemand als met drie Man en een longe, de Schipper of Bevelhebber daar onder begreepen , en dat alle dezelve, alvoorens zy zullen mogen uitloopen, zullen moeten Bellen een Borgtogt van zes duizend guldens , ten genoege van de Collegien ter Admiraliteit , dat zylieden na de voorfchreeven bepaalde reis afgelegt te hebben, zullen retourneeren naar eene van de Havenen dezer Landen-, op verbeurte van dezelve Scheepen en Goederen, en van de fomme , waar voor Borgtogt gefield zal weezen, te appliceeren als vooren. En op dat niemand hier van eenige ignorantie kome te pretendeeren , ontbieden en verzoeke Wy de Heeren Staaten , Stadhouder , Gecommitteerde Raaden en Gedeputeerde Staaten van de refpective Provinciën, en alle andere Jufticieren en Officieren van denzelve Lande , dat zy deezen Placaaten van Bonden aan alomme doen verkondigen, publiceeren en affigeeren, daar zulks van noden weezen zal , en men gewoon is zodanige publicatie en affixie te doen; lasten en beveelen voorts de Raaden ter Admiraliteit, de Advocaaten-Fiscaal, en Commifen Generaal, mitsgaders allen Admiraals, Vice. Admiraals , Kapiteinen , Officieren en Bevelhebberen; deezen Onzen Placaaten na te komen, en te doen nakomen , procedeerende en doende procedeeren tegens de Contraventeurs van dien, zonder oogluikinge, faveur, di.Timulatie of verdrag, want Wy zulks alzo ten diende van den Lande nodig bevonden hebben te weezen. (was gerj H. FAGEL. XX.  6a jan. ZAAKEN VAN 1781. XX. Placaat van II. H. Mog. verbiedende den uitvoer van Krygs- en Mondbehoeften na Groot - Brittannie. In dato 26 January 1781, "T^Ve Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden , allen den geenen die deezen zullen zien of hoo» ren leezen, falut; doen te weeten: Nademaal het den Koning van Groot-Brittannien goedgedagt heefc, zonder eenige Wettige reede den Staat deezer Landen Vyandlyk aan te' tasten , en Wy derhalven genoodzaakt zyn , alles by te brengen tot Onze Wettige Defenfie, en teflëns te gebruiken het regt, het geen Ons door eigen doen van hoogstgedagte Koning gegeeven word, om reciproquelyk zoodanig te handelen, als tegen Óns gehandeld werd. En Wy mitsdien ook, om zoo veel in Ons is , alle afbreuk van die zyde voor te komen , verobligeert en gehouden zyn na Ons vermoogen , en, zoo verre het buiten verongelykinge van Onze Geallieerde, Vrienden en Neutraalen na het Volkeren Regt gefchieden kan , hoogstgemelden Koning te beneemen en te verhinderen de commoditeit en de behoeften , daar mede dezelve den Staat deezer Landen en de goede Ingezeetenen van dien , verder af breuk zoude kunnen doen. Soo is 't, dat Wy goedgevonden en nodig geagt hebben, allen den geenen die onder Onze gehoorzaamheid zyn ftaande, te ordonneeren en wel fcherpelyk te verbieden , ook in het vriendelyke te adverteeren en te waarfchouwen alle andere Natiën met deeze Staat in Verband , Vriendfchap of Neutraliteit ftaande , gelyk Wy ordonneeren, verbieden, en waarfchouwen refpective by deezen. Art. I. Eerfielyk, dat van nu voortaan niemand zig zal hebben te vervorderen uit deezen Lande, anders dan met de eige of gehuurde Scheepen van de Oost- en Westindifche Compagnie , of gepermitteerde Scheepen van Pauiculieren , ten dienfte van de Colonien van den Staat en derzelver Ingezeetenen, na bekome permisfie van  jan. STAAT EN OORLOG. 1781. 63 van de Collegien ter Admiraliteit onder Borgtogt voor de drie dubbelde waarde van binnen zeekere tyd, na de distantie der Plaatzen, by de Collegien ter Admiraliteit te bepaalen, ten genoegen te zullen verifieeren van de aankomst der Goederen, ter Plaatfe der op te geeven destinatie uit te voeren , eenige Wapenen , Munitie en andere Oorlogsbehoeften, alle Vuurwerken , Salpeeter, Swavel , gerafineerr en ongerafineert Buskruit. Lonten, Kanon, Basfen, Mortieren, Affuiten, Rolpaarden, Kogels, Bomben, Carcasfen , Gra. naten , Musquetten , Forquetten , Snaphaanen, Pistoolen, Petarden ; gewapende Vleegels, Saucyfen, Pekkransfen , Stormhoeden, Casquetten, Cuirasfen, Bandeliers , Patroontasfen , heele en halve Pieken , Hellebaarden , Deegens , Bajonnetten, en allerhande Wapenen, dienende tot Hand- of Schietgeweer, daar onder begreepen Loopen en Slooten, en het geen verder tot Montuur van het zelve gebruikt kan worden , Paarden , Zadels , Holfters , en al het geen tot Montuur van Paarden nodig is, Masten , Spieren, Raas en allerhande Rondhout, Eyken Balken en andere ScheepsTimmerhout, gezaagt en ongezaagt, waar van de zoorten zyn geënumereert, en voor Scheeps-Timmerhout verklaart, by Placaat van 31 Augustus 1747 , ook Zyldoek , Hennip, Touwerk, Bindtouw, Kabelgaaren , Schyfgaaren, Zylgaaren , en diergelyke daar on. der begreepen, Ankers, Yzer , Staal, Gruis van Yzer en Staal, allerhande Kooper en Metaal, Pik en Teer, mitsgaders Meel, Tarwe , Haver, Paarde- en Duiveboonen , op poene van de verbeurte van de voorfz. Speciën , dewelke uit te voeren , ondernomen en agterhaalt zullen werden, en van de dubbelde waarde van dien daarenboven , te appliceeren een derdepart voor den Aanbrenger, een derdepart voor den Officier die de calange zal doen , en een derdepart ten behoeve van de gemeene zaake. II. Dat veel meer, niemand van de Ingezeetenen deezer Landen zig zal hebben te vervorderen, het geen voorfchreeven is of eenige Scheepen , uit deeze of eenige andere Landen , Koningryken , Plaatzen of Steden direélelyk of indiredelyk te vervoeren na eenige Havenen, Eilanden, Steeden of Plaatfen van GrootBrit-  64 jan. ZAAKEN VAN i78i. Brittannien of andere , onder liet Gebied Van meer hoogsrgedagte Koning van Broot-Brittannien, zoo binnen als buiten Europa zynde , dat meede niemand ter Weereld , alhoewel een Vreemdeling en geen Ingezeeten deezer Landen zynde , zig het derwaards vervoeren, van het geen voorfchreeven is, uit deeze Landen zal hebben te onderwinden , alles refpecbivelyk , öp poene van de verbeurte van dien , en van daar over als Vyanden van den Staat, zonder eenige conniventie gelfraft te worden. III. En nademaal Wy volgens de pligt van alle Wettige Overheeden, als fchuldig zynde, haare goede Ingezeetenen en Onderdaanen, met alle mogelyke middelen voor geweld en overlast te behoeden en te befchermen, niet en konnen , ook volgens het gemeene regt, en de praftykque van alle Volkeren, niet gehouden zyn te gedoogen , dat aan hoogstsedagte Koning of zyne Subjecten , van iemand ter Weereld werden gefuppediteert, eenige Contrabande Waaren, zoo willen Wy by deezen alle Onze Geallieerde , Vrienden en Neutraalen, en generalyk alle Volkeren en Natiën geadverteert, en wel ernllig verzogt en vermaand hebben , haar niet te willen vervorderen, tot Onze nadere waarfchouwing, te voeren of te tranfporteeren uit eenige Landen , Koninkryken, Plaatfen of Steeden, directelyk nog indireéïelyk , na eenige Havenen , Steeden of Plaatfen van Groot-Brittannien. of andere onder het Gebied van meer hoogstgedagte Koning , zoo binnen als buiten Europa ftaande , eenige Waaren van Contrabande , by de Tractaaten tusfehen Hun en Ons intercedeerende voor Waaren van Contrabande bekent, en voor zoo verre tusfehen Hun en Ons zoodanige Tracbaaten niet exfteeren eenigerlei Oorlogs-Ammunitie of Wapenen, als Mortieren, Gefchut met zyne Vuurwerken , en het geen daar toe behoord, Geweeren, Pistoolen , Bomben , Granaaten, Buspoeder, Lonten, 'Koogels, Pieken, Swaarden , Lansfen, Hellebaarden, Casquetten, Cuirasfen en diergelyk zoort van Wapentuig , ook Soldaaten , Paarden , toerusting van Paarden en allerlei ander Krygsreedfchap , alzoo Wy van meening zyn, voor goede Pryfen, en verbeurt te houden , de voorfz. Waaren van Contrabande , die contra-  jan. STAAT EN OORLOG. 1781. 65 trarie deeze Onze advertentie en ordonnantie bevonden zullen werden gelaaden te zyn, om derwaards gevoert te werden. IV. Ordonneeren voorts alle Onze Ingezeetenen en Onderdaanen , adverteerende en vennaanende alle Onze Geallieerde, Vrienden en Neutraalen, en generalyk alle Volkeren en Natiën , willende vaaren na eenige Ryken, Landen, Steeden of Plaatfen van deezen Staat, Oost- , West- of Noordwaards geleegen , of die van daar herwaards aan zouden willen komen , te kiezen, en te houden de ruime Zee , alzoo Wy verdaan en verklaaren by deezen , dat alle Scheepen die op de Kusten van Engeland of andere Landen , Eilanden en Plaatfen, onder het Gebied van hoogstgemelde Koning van Groot-Brittannien zynde , en voornamentlyk binnen de Baakens en Ondieptens langs dezelve geleegen, gevonden zullen werden, en die alzo niet buiten fufpi* cie zullen zyn van tegens deeze Ordonnantie en Advertentie iets voor te hebben, zoo wanneer die in het geheel of ten deele met eenige van de voorfz. Waaren van Contrabande gelaaden zullen zyn, by de Kapiteinen en andere Officieren van Oorlog, ook Commisfie. vaarders deezer Landen , aangehaald en opgezonden zullen werden , om daar over by de Raaden ter Admiraliteit te werden gefententioneert, in maniere als in het tweede , of in het derde Articul hier vooren ftaat geëxpresfeert , ten waare nogtans dezelve Scheepen aldaar gedreeven en geraakt mogten zyn , door ftorm of andere zwaare nood, en dat het zelve by opgemelde Raaden ter Admiraliteit uit de circumftantien in dier voegen opgenoomen en geoordeeld zal kunnen werden. V. En om wyders alle bedrog, het welk tegens deeze Ordonnantie en Advertentie voorgenomen zoude mogen werden , voor te komen en te verhoeden , lasten en beveelen Wy mits dezen alle Schippers en Koopluiden, Ingezeetenen deezer Landen zynde , of hunne Scheepen en Goederen uit deeze Landen uitvoerende , adverteeren en vermaanen voorts allen anderen , van wat Natie die ook zyn , of van waar die komen zullen, geene Goederen, Waaren of Koopmanfchappen in haare Scheepen in te laaden , of te doen laaden , dezelve te vervoeren of doen vervoeren , an11. deel. E ,jers  66 jan. ZAAEEN VAN 1781. ders dan met eenderhande Zeebrieven, behoorlyke Pasporten , vo'kome Certepartyen, Cognofcementen , Vragt, Advis- en Convoybrieven, of diergelyke andere Bdcheiden , als na de Wetten en Placaaten van de Plaatleti daar de Goederen, Waaren en Koopmanfchappen, ingelaaden zullen zyn, tot derzelver inlaading en vervoeringe werden gerequireert; alzoo Wy voor verbeurt zullen houden , en van nu af aan voor goeden Prinle verklaaren, alle de Scheepen die vaaren zullen met Zeebrieven , meer als van een Souverain of van een Rereeringe , mitsgaders zoodanige van de ingelaade Goederen, Waaren en Koopmanfchappen, daar van meer als eene Certeparty, dubbelde Vragtbneven , Cognosfememen of andere Befcheiden gevonden zullen werden, ook alle de Scheenen en Goederen die met de voorfz. gercquireerdc Befcheiden niet na behooren voorzien zullen weezen. _ „ ,, VI. Ten einde ook alle Officieren en Bevelhebberen van Scheepen van Oorlog, zoo van den Staat als van Particulieren op bellëlling van Zvne Hoogheid deu Heere Prince van Orange en Nasfau , als Admiraal Generaal deezer Landen, uitgerust , verzeekert mogen zyn , dat de Scheepen die zy in de Zee zullen komen te refcontreeren, op geene der voorfz. Havenen, bteeden en Plaatfen van Groot-Brittanméti , of andere onder het Gebied van hoogstgedagte Koning van GrootBrittannien Baande, met eenige van de voorfz. Waaren van Contrabande mogen hebben gemunt, zoo zullen de voorf,. Kapiteinen in Zee alle Scheepen daar op eemIe fufp'cie zul vallen, mogen aandoen , en defelve af. vor k en haar Zeebrieven, Pasporten Certepartyen en Sgnofcemeriten , tot blyk waar de Scheepen zouden mogen t'huis gehooren, waaren op wat Plaatte de Laading zy gefchied, waar in haare Laading bellaar, en op wat Plaats de ontlaading zal hebben te gelclueden , Jet welk aan haar vertoond zynde, en bevonden zynde , dat de. voorfz. Scheepen met geene van de voorfz. Waaren van Contrabande na eenige Havenen of Plaatfen onder het Gebied van hoogstgedagte Koning van G oot-B i tannien zynde, hebben gemunt, zullen zy dezeWe vrV en onverhindert laaten pasfeeren, maar zoo «Si* van dien by dezelve Befcheiden of ander-  jan. STAAT EN OORLOG. 178L 67 zints mogte werden bevönden, zoo zullen zy zoodanige Scheepen met haare ingelaade Goederen , in goede verzeekeringe hebben op te brengen , en onder haare bewaaring te aanvaarden, alle de Befcheiden die in dezelve Scheepen bevonden en aan haar vertoont zullen zyn, ook het geen den Schipper, en het verdere Scheepsvolk , zoo ten reguarde van haare voorhebbende reize, als ook aangaande de geleegentheid van het Schip en Laadinge , te dier tyd zullen hebben verklaart, in de beste forme, by gefchrift doen Bellen, en by den Schip, per doen onderteekenen, .omtne nevens de voorfz. gevonden Befcheiden met het Schip en deszelfs Laadinge , aan de Raaden ter Admiraliteit, daar de Veroveraar uitgevaaren zal zyn, opgezonden en overgeleevert te worden : en zal ten aanzien van de Scheepen onder Convoy geloof moeten gegeeven worden aan de Verklaaringen der Officieren met de Convoyen belast, dat in de Scheepen onder haar Convoy geen Contrabande Waa. ren gelaaden zyn , en zy daar van volkomen kennis hebben, wanneer geen verdere vifitatie zal werden gevergt. VII. Verders is Onze meeninge , dat ook alle de poenen hier vooren geltatueert effect forteeren en geëxecuteert zullen werden, tegens Onze Ingezeetenen, Overtreeders, het zy Koopluiden, Schippers of andere wie dezelve ook zouden mogen weezen, met conhTcatie van de Scheepen en van^de ingelaade Goederen, een Eige. naar toebehoorende , in voegen hier vooren verhaald , of anderzints zoo dezelve niet voor handen zullen zyn , met pecunieele boeten , ter concurrentie van de waarde van dien, elk in hun reguard , in geval te haarer aankomst in deeze Landen , of ook anderzints de geleegentheid daar toe gebooren zynde , zal vernoomen en beweezen werden , dat zy deeze Onze Ordonnantie en Advertentie in eenige pointen zullen hebben gecontravenieert, even gelyk als of zy op het fait bevonden en by de voorfz. Scheepen van Oorlog daar over uit de Zee opgebragt, of anderzints hier te Lande by andere 's Lands Officieren agterhaald en betrapt waren geworden. VIII. En ten einde door de executie van deeze On. ze Ordonnantie en Advertentie geene regtvaardige re^ E a de-  63" jan. ZAAKEN VAN 1781. denen van klagten mogen werden gegeeven aan eenige Koningen , Republicquen , Princen , Potentaaten of Steden met deezen Staat in Alliantie of Verbond ftaande zoo lasten en beveelen Wy wel expresfelyk by deezen alle Onze Hoofd en andere Officieren ter Zee, zoo over Scheepen van Oorloge van den Staat, als over Scheepen by particulieren op beftellinge van hoogstgedagte zyne Hoogheid ten Oorloge uitgerust gefteld, haar puncbueelyk te reguleeren na de Verbonden en Tractaaten by Ons deezen aangaande met andere Koningen, Republicquen, Prinfen, Potentaaten en Steden al bereids gemaakt of nog te maaken , den toevoer van Waaren van Contrabande concerneerende , ordonneerende tèn zeiven einde Onze Raaden ter Admiraliteit , alle Kapiteinen van Oorloge, zoo van den Staat als by particulieren , op beftelling van hoogstgedagte Zyne Hoogheid uitgerust, uit haare refpective Diftriéten uitvaarende, daarom particulier te adverteeren van den inhoude van het bovenftaande derde Art. na behooren te inftrueeren, en aan dezelve de Extracten uit de voorfz. Tractaaten tc overhandigen, met ordre om zig daar na praic'ifelyk te reguleeren. IX. En zal de judieature over de transgreslie deezer Onzer Ordonnantie toekomen de Raaden ter Admiraliteit , in welkers Diftricten de contraventien zullen werden ontdekt, of wel de Kapiteinen die de agterhaalinge in Zee zullen komen te doen , uitgevaaren zullen ZyX. Dog by zoo verre de voornoemde Transgresfeurs niet op het fait bevonden, maar namaals daar over geaccufeert mogten werden, zal als dan de kennisfe daar af toekomen, de Raaden van de Admiraliteit, of de ordinairs Regters, voor dewelke dezelve eerst in regten betrokken zullen werden, en ten einde alle de Officieren , mitsgaders allen anderen, de de welftand van deezen Staat ter herte zoude mogen, en vyanden van zodanige contraventien zyn, des te vlytiger zouden mogen letten, dat deeze Ordonnantie ook alomme, en by een ieder punctueelyk werde geobferveert, en de Contraventeurs na den innehouden deezer andere ten exefnpel geftraft , zoo zullen alle de Penningen , die by confiscatie, als anderzints , uit deeze Onze Ordonnantie  jan. STAAT EN OORLOG. 1781. 69 tie komen te refulteeren, geappliceert werden, zoo als gewoonlyk alle poenen , muitten en confiscatien by Placaaten van de refpective Provinciën deezer Vereenigde Nederlanden, geappliceert en verdeeld werden , te weeten , een derdepart ten profyte van den Aanhaalder of Aanbrenger, het zy dezelve in Eed en Bedieninge van het Land zoude mogen zyn, of niet , een derdepart ten profyte van den Officier, die de calange en executie zal hebben gedaan , en het resteerende derdepart ten profyte van de gemeene zaake. XI. Maar belangende de Scheepen en Goederen, die by eenige Scbeepen van Oorlog van deezen Staat of eenige parjiculiere Commisfie of Retorfievaatders in Zee agterhaald , en van daar ter zaake van contraventien tegens deeze Onze Ordonnantie en Advertentie begaan , opgebragt, en vervolgens voor de gemelde Raaden ter Admiraliteit, verbeurt, en van goede Prinfe verklaart zullen werden , daar van zal de verdeelinge gefchieden volgens de Inftrucbie , Placaaten en Ordonnantie, daar, van hier bevoorens gemaakt of nog te maken. XII. Ten einde ook alle Scheepen en Goederen, die ter zaake van de contraventien tegens Onze Ordonnantie en Advertentie begaan , zullen werden agterhaald, aangehouden en hier te Lande opgebragt, in handen van de gemelde Raaden behoorlyk overgeleevert mogen werden , zoo lasten Wy by deezen wel expresfelyk, dat de Aanhaalders van dezelve zig praciefelyk zullen hebben te reguleeren , ook alle die het zelve aangaan mogte , doen reguleeren na Onzen Placaate , op den eerften December 1640 tegens het onordentelyk plunderen en veroveren van zodanige Scheepen geëmaneert, met waarfchouwinge dat de poenen by het voorfz. Placaat geftatueert, feveerelyk zullen werden geëxecuteert, tegens alle de geene die contrarie het voorfz. Verbod iet geattenteert zullen hebben, XIII. En ten einde aan de eene zyde mag werden voorgekomen, dat de fchaade die by confiscatie van de voorfz. Scheepen en Goederen op de Contraventeurs van deeze Onze Ordonnantie moet vallen , niet door middel van Asfurantie en kome te redundeeren , tot fchaade van eenige andere Ingezeetenen deezer Provin. E 3 cien,  7o jak. ZAAKEN VAN 1781. cien, en dat aan de andere zyde de faculteit van de Engelfche Navigatie en Commercie zoo veel doenlyk werde befnoeit. Soo is 't, dat Wy wel expresfelyk ordonneeren by deezen, niet alleen dat zig niemand van de voorfz. Ingezeetenen en zal hebben te vervorderen eenige Contrabande Goederen te verasfureeren , directelyk of int directelyk zei ver , of door iemand ander hier te Lande of daar buiten, op wat maniere het zelve ook zoude mogen gefchieden, nemaar ook het geeven en ontfangen van Renverfaalen, om daar door deezen Onzen Plaacaate illufoir te maken , het zy mede directelyk of indirectelyk , onder wat pretext zulks ook zoude mogen gefchieden , op pcene dat verbeurt zal zyn, en werden zodanige fomme als by de Asfuradeurs zal weezen verzeekert, en dat het zelve zoo wel ten reguarde van het doen van de Asfurantie , als van het geeven van de Renverfaalen, plaatfe hebben en effect forteeren zal, te appliceeren en te executeeren als vooren; en zullen de Officieren , die daar inne bevonden zullen werden, nalaatig geweest te zyn, daar over arbitralyk_ werden gecorrigeert , ook met privatie van haare Bedieningen of anders, zoo als na geleegentheid bevonden zal werden te behooren. En ten einde niemand hier van eenige ignorantie namaals kome te pretendeeren , ontbieden en verzoeken Wy, de Heeren Staaten , Stadhouder , Gecommitteerde Raaden en Gedeputeerde Staaten van de refpective Provinciën, en alie andere Jufticieren en Officieren van dezelve Landen , dat zy deeze Onze Ordonnantie van Ronden aan alomme doen verkondigen , publiceeren en affigeeren , in alle Plaatzen daar zulks nodig weezen zal , en men gewoon is zodanige publicatie en aflixie te doen. Lasten en beveelen voorts de Raaden ter Admiraliteit , de Advocaaten - Fiscaal , mitsgaders Admiraals , Vice - Admiraals , Kapiteinen , Officieren en Bevelhebberen , als mede de Commisfarisfen en Commifen ter Recherche, zoo in de Zeegaaten als elders, deeze Onze Ondonnantie te agtervolgen en doen agtervolgen, procedeeren en doen procedeeren tegens de Contraventeurs van dien, zonder oogluikinge , faveur, disfimu- la  jan. STAAT EN OORLOG. 1781. 71 latie of verdrag, want Wy zulks alzo ten dienfte van den Lande hebben bevonden nodig te zyn. Ter Ordonnantie van dezelve, (was get.) Hi FAGEL. XXI. Placaat van H. H. Mog. de Staaten Generaal, behelzende verbod om aan ' de Engelfchen Schepen te verkoopen of te vèrhuuren. In dato 26 January 1781. De Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden , allen den geenen die deezen zullen zien of hooren leezen, falut; doen te weeten: alzoo het den Koning van Groot-Brittannien goedgedagt heeft, den Staat deezer Landen , en zonder eenige Wettige reedenen Vyandlyk aan te tasten, en Wy derhalven genoodzaakt zyn te gebruiken het regt, het geen Ons door het eigen doen van dezelve Kroon gegeeven word , om reciproquelyk zodanig te handelen , als tegens Ons gehandeld word , en het mitsdien niet reedelyk zoude zyn dat de Onderdaaaen van den voornoemden Koning'haar tot het vervoeren haarer Waaren, Goederen en Koopmanfchappen zouden bedienen van Scheepen en Onderdaanen deezer Landen, Soo is 't, dat Wy goedgevonden hebben te interdiceeren en te verbieden, gelyk Wy interdiceeren en ver. bieden by deezen , aan alle Onze Onderdaantn en Ingezeetenen , haare Scheepen te employeeren of te doen employeeren , rot het af- en aanvoeren en traufporteeren van eeniae Goederen, Waaren of Koopmanfchappen, voor reeken'ing van de voorfz. Kroon , of den Koning van Groot-Brittannien of deszelfs Onderdaanen toebehoorende; op pcene van de verbeurte van alle zodanige Scheepen'van de Ingezeetenen deezer Landen , waar mede na dato van de publicatie deezes eenige Goede. E 4 ren.  7a jan. ZAAKEN VAN i?8i. ren , Waaren of Koopmanfchappen , den Koning van Groot-Brittannien of deszelfs Onderdaanen .toebehoorende, zouden zyn getranfporteert geworden, en daarenboven een boete van twee honderd guldens per last , welke boete egter niet zal excedeeren de drie dubbelde waarde der bedonge Vragtpenningen, mits daar van na behooren werde gedoceert: te verbeuren by de Rheeders van dezelve Scheepen , voor elke reize dat zodaanig tranfport met den voorfchreeve Scheepen gedaan zal zyn, het zy de Scheepen op de daad agterhaald wer-' den, of dat de Rheeders derzelve naderhand overtuigt zouden werden , haare. Scheepen tot het voorfchreeve tranfport van verboode Goederen , Waaren of Koopmanfchappen te hebben gebruikt, of laaten gebruiken : te appliceeren de voorfchreeve boete een derdepart voor den Aanbrenger, een derdepart voor den Officier die de calange doen zal , en het resteerende derdepart ten profyte van de gemeene zaak; verklarende voor nul en van onwaarde alle leeninge en verhuuringe van Scheepen in fraude van dit verbod voor de publicatie van het zelve gedaan. En zal den Kapitein, Schipper of Stuurman, welke na dat deezen Onzen Placaate geinformeert zal zyn, of geinformeert zal hebben kunnen weezen , weetens eenige van de voorfchreeve Goederen, Waaren of Koopmanfchappen , voor reekening van de voorfchreeve Kroon of den Koning van Groot-Brittannien of deszelfs Onderdaanen toebehoorende in zyn Scheepen zal hebben ingelaaden , doen of laaten infaaden , verbeuren de eeritemaal een iömma van duizend guldens , en indien zulks wederom gebeure, een fomma van drie duizend guldens, en voor de derdemaal aan den Lyve geftraft werden. En op dat niemand hier van eenige ignorantie kome te pretendeeren, ontbieden en .verzoeken Wy de Heeren Staaten , Stadhouder , Gecommitteerde Raade en Gedeputeerde Staaten van de refpective Provinciën, en alle andere Jufticieren en Officieren van denzelven Lande , dat zy deezen Onzen Placaaten van Bonden aan alomme doen verkondigen, publiceeren en affigeeren daar zulks van nooden weezen zal , en men gewoon is zodanige publicatie en affixe te doen ; lasten en be- vee.  jan. STAAT EN OORLOG. 1781. 73 veelen voorts de Raaden ter Admiraliteit, de Advocaaten-Fiscaal en Commifen Generaal , mitsgaders alle Admiraals , Vice-Admiraals , Kapiteinen , Officieren en Bevelhebberen deezen Onzen Placaate na te komen en te doen nakomen, procedeerende en doende procedeeren tegens de Contraventeurs van dien, zonder oogluiking, faveur, disfimulatie of verdrag; want Wy zulks alzoo ten dienfte van den Lande noodig bevonden hebben te behooren. Ter ordonnantie van hooggemelde Heeren Staaten Generaal. (was get.) H. FAGEL. XXII. Placaat van H. II. Mog. de Staaten Generaal, waar by de uitvoer van Scheeps-Materiaalen wordt verbooden. In dato 26 January 1781. TTNe Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, \_J allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, falut; doen te weeten: dat Wy, na voorgaande deliberatie en ingenoomen advis van eenige Gecommitteerde uit de refpective Collegien ter Admiraliteit, hebben goedgevonden te ftatueeren en te verbieden , gelyk Wy ftatueeren en verbieden mits deezen , den uitvoer van al het geen tot den aanbouw van Scheepen nodig is , ook het overbrengen van volbouwde Scheepen, welke de Republiek niet min als de Materiaalen, om dezelve aan te bouwen , nodig heeft, in vreemde handen , en by gevolg het verkoopen en keveren van Scheepen aan andere als Inwoonderen van deeze Landen, of ook het inkoopen en ontfangen derzelve voor reekening van Vreemde, op de poene by het Placaat tegens den uitvoer van verboode Goederen gefteld. E 5 Des  74 jan. ZAAKEN VAN i;8i. Des dat zoo wel de geene, welke overtuigt zal worden eenig Schip, weetens, aan, of voor Vreemde gekogt te hebben, als die , welke het zelve voor reekening van anderen, als Inwoonderen van deeze Landen zal hebben ingekogt en ontfangen, zal verbeuren het Schip , welke aan of voor Vreemde zal hebben verkogt of ingekogt, en daarenboven de dubbelde waarde van dien , of indien het Schip zelfs niet mogte weezen agterhaalt, de drie dubbelde waarde van het Schip. Verklaaren meede voor nul en van geener waarde alle Verkoopen, AHenatien, Leeningen of Verhuuringen van Scheepen in fraude van dit Verbod voor dato van de publicatie van het zelve gedaan. En op dat niemand hier van eenige ignorantie kome te pretendeeren , ontbieden en verzoeken Wy de Heeren Staaten , Stadhouder , Gecommitteerde Raaden en Gedeputeerde Staaten van de refpecbive Provinciën, en alle andere JuHicieren en Officieren van denzelve Lande, dat zy deezen Onzen Placaate van Honden aan alomme doen verkondigen , publiceeren en affigeeren, daar zulks van noden weezen zal, en men gewoon is zodanige publicatie en affixie te doen ; lasten en beveelen voorts de Raaden ter Admiraliteit , de Advocaaten Fiscaal , Commifen Generaal; mitsgaders allen Admiraals, Vice-Admiraals, Kapiteinen, Officieren en Bevelhebberen , deezen Onzen Placaaten na te komen en te doen nakomen , procedeerende en doende procedeeren tegens de Contraventeurs van dien , zonder oogluikinge, faveur, disfimulatie of verdrag, want Wy zulks alzoo ten diende van den Lande nodig bevonden hebben te weezen. Ter Ordonnantie van dezelve, (was ger.) £t. fa gel. XXIII.  jan. STAAT EN OORLOG. 1781. 75- XXIII. ExtraSt uit een Mis jive van den Baron van Haeften , Ambasfadeur aan het Hof van Conjlantinopolen. In dato Pera 29 January 1781. By gelegendheid van 't verzoek aan de Turkfche Staatministers, om namentlyk een Tanaar of Courier te mogen hebben, om de Confuls van den Staar in 'c Turkfche gebied van de Vreedebreek kennis ie geeven, had ik den Dragoman gelast, om hun iets van de beligten, die my aangaande de toeftand van Zaaken in de Republiek geworden waren , meede te deelen; waarop zy my lieten antwoorden: „Dat Hun zulks fmerttede, maar dat de Regtvaardigheid van de zaak aan de zyde van Huu Hoog Mogende zynde , zy zich verzekerd hielden, dat zulks in aanmerking zoude komen by den geenen, die 5t geheel al beftierd." Dit zeggen levert een nieuw bewys uit, hoe weinig genegendheid men hier actueel de Engelfche Natie toedraagt, waar mede enz. XXIV. Refolutie der Staaten van Utrecht, wegens de vermeerdering der Landen Zeemagt , en de Ferdeediging tegen Engeland. In dato Janury J78I. De Heeren van Westerveld en andere Hunner Ed. Mog. Gecommitteerden tot den Staat van Oorlog hebben ter Vergaderinge gerapporteerd, dat dezelve ingevolge en ter voldoeninge van Hunner Ed. Mog. Refolutie Commisforiaal van den 8 January , hadden geëxamineerd en rypelyk overwogen de Refolutie van H. H. Mog. van den 26 December jongstleden, houdende ampel rapport van Hunner Hoog Mog. Gedeputeerden tot de Zaaken van de Zee, zo op de propofitie , kort te vooren uit naam van H. Ed. Mog. de Hee-  7 Dat al zulks H. Ed. Mog, ten blyke van derzelver yver en cordaatheid in dezen , promptelyk zouden behooren te adopteeren alle de middelen, by het hierbovengemelde ampele rapport ter Generaliteit voorgedraagen , als ten uiterften nodig en gefchikt ter fecuriteit en defenfie der Republiek in haare prefente fituatie , terwyl het oogmerk en de bedoelinge daarvan altoos zullen behooren te blyven bepaald by defenfive onderneemingen , om alzo aan geheel Europa ten klaarften te doen blyken, hoe zeer de Republiek afkeerig is van Oorlog, en niet anders wenschte dan met behoud van haare bezittingen en regten by het aangenomen Systema van Neutraliteit te kunnen perfifteeren, zonder eenige Acte van geweld te  8o jan. ZAAKEN VAN 1781. te pleegen , dan waartoe zy van de zyde van Engeland word geforceerd en voorgegaan, by pure Retorlie , om den vreede op eene honorable wyze herfteld te zien. Waarop gedelibereerd en gelet zynde op het verder advys van welgemelde Heeren Hunner Ed. Mog. Gecommitteerden in dezen, hebben H. Ed. Mog., zig met hetzelve en de confideratien hier boven voorgedragen , conformeerende, goedgevonden en verftaan te confenteeren, gelyk geconfeert word, mits dezen in de voorgeslagene extraordin. Equipagie voor den Jaare 1781, en in de Petitie daartoe gedaan ter Somma van ƒ5763135; tot vinding van f van de onkosten derzelve, met confent, dat het overige \ werde gevonden uit het Fonds van het verhoogde Last en Veilgeld : als mede in de geproponeerde aanbouw van Scheepen en Fregatten van Oorlog, en in de daartoe gedaane Petitie van ƒ 7342536", latende H. Ed. Mog. zig welgevallen, dat die aanbouw gefchiede, zoo op particuliere werven, als op die van de Collegien ter Admiraliteit , onder inftantie , dat al het zelve met den meest mogelyken fpoed worde geëffectueerd , en onder belofte van voor de prompte betalinge der Quote van deze Provintie zorge te zullen dragen, in hope , dat hetzelve door alle de Bondgenooten gelykelyk zal gefchieden, en confenteerende, dat de Quotes van zodanige Provintien, welke zulks mogten verlangen, ten Comptoire van de Unie , onder de nodige cauteelen werden genegotieerd : verklarende H. Ed. Mog. al verder, tot den nodigen inkoop van Artillery en Ammunitie, en ook tot aanvullinge der Admtraliteits Magazynen, mede by dezen te confenteeren in de daartoe gedaane Petitie van 30 April 1777, ter Somma van f 1800000, mitsgaders in die van den 19 April 1779 ter Somma van ƒ 1500000, en in de Petitie, nu laatllelyk den 5 dezer gedaan, mede tot ƒ 1500000, gelyk H. Ed. Mog. zig dan ook laaten welgevallen, en mits dezen' approbeeren de reeds gemaakte fchikkingen en voorzieningen by bovengemelde Hunner H. Mog. Refolutie van den 26 December 1780 , en authoriieerende H. Ed. Mog. de Heeren derzelver Gecommitteerden ter Generaliteit, van dit alles ter Vergaderinge van H. H. Mog. openinge te doen , en tellens van we-  jan. STAAT EN OORLOG. 1781. 81 wegens H. Ed. Mog. te hernieuwen de zo dikweT gedaane inftantien , ten einde met ernst en yver , zi ö fpoedig doenlyk, werue nagegaan en onderzogt de oorzaaken van het groot verval in de zaaken der on« ritr'cheide Collegien ter Admiraliteit , en beraamd dé meefte bekwaame en toereikende middelen van redres in dezelven , en zo dra de Republiek zig wederom in rust zal vinden, te kunnen worden werkitellig gemaakt, moetende zo de Bondgenooten in 't gemeen , als die Provinciën in 't byzonder , welke by den Koophandel en Scheepvaart een meer onmiddelylc belang hebben , indien de dringende noodzakelykheid vau dat redres in den gepasfeerden tyd van vreede en rust niet zichtbaar genoeg mogten zyn geweest, zekerlyk thans , door i'ë tegenswoordige allergevoeliglle ondervinding, daar van ten vollen overtuigd zyn; met verdere auctorifatie, om , betrekkelyk tot de exhortatie van Gecommitieer. den uit de Collegien ter Admiraliteit tot een prompt en gaaf confent in de post van ƒ 377507 : 16 : 5, onder de benaaming van fchavergoeding, begreepen in de Petitie ter Somme van ƒ2623590 : 3 : 8 , den 2j February 1780 gedaan , namens deze Provincie te declareeren , dat H. Ed. Mog. uit Hoofde der ongewoonheid cn duiBcrhcid dier zaak , by derzelver Refbluiie van den 25 April daar aauvolgende , alleenlyk gereferveerd hebbende zodaanige remarques en conïideratien , als door de eene of ander der Bondgenooten op de voorfz. Post gemaakt mogten worden, daar mede geenzints van intentie zyn geweest in dezelve te difficulteeren, ten ware wettige en gefundeerde confideratien, daar tegen mogten worden ingebragt, welke aan H, Ed. Mog. niet zynde voorgekomen , H. Ed. Mog. ook thans willen gehouden worden, daarin gaaf te hebben geconfenteerd. En zal ten dien einde extracb dezer refolutie by misfive worden gezonden aan de Heeren Gecommitteerden dezer Provincie ter Generaliteit* IL DEEL. F  8a jan. ZAAKEN VAN 1781. XXV. Request van A. J. Verftolk van Zoelen , aan de Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Geeft onderdaniglyk te kennen, % A.Verftolk van Zoelen, Koopman te Rotterdam. Dat de Suppl. zoo dra al hier kennelyk was geworden, het Mam est in Engeland den ao December 1780 gearresteert, Ordres naar Bourdeaux had gezonden, ten einde twee van der Suppl. Scheepen , die aldaar vollaaden gereed konden leggen om na Rotterdam te vaaren, hunne Reize met alleen zouden opfchorten, maar dat de Schippers zouden trachten van dezelve Reize ontflaagen te worden Dat deeze Ordre en ook het Bevel van U Hoog Mog vervat in Hoogstderzelver Refolutie van den 29 December 1780, zoo tydig te Bourdeaux is aangekomen dat de voorfz. twee Scheepen en ook diverfe an. dere Hollandfche Scheepen zyn gewaarfchouwd gewor. den en dat dit zelfs ten aanzien van der Suppl. Scheeïï' heeft gehad dit effect, dat de Sch.ppers met de Rchters , zyn verdraagen dat zy den een van den anderen, van alle engagement zouden zyn ontflagen, zuil s de voorfchreeve Scheepen en Schippers geheel vry zvn geworden, de zelve Schippers te Bourdeaux waren aanizogt, en zich ook wel geneegen hadden getoond om dk e ne andere Vragt aanteneemen , eene op 1 Oriënt ï e op Brest, voor aldaar heen had geaffirmeert is geworden, om onder Convoy van Oorlogfcheepen van Zvn Koninglyke Majefteit van Vrar.kryk, als last hebSde, dè Vfag van 'deeze Republiek te protegeeren, de gemelde Reize te doen, doch de Commisfans Meyer ?e Bourdfanx heeft gedifficnlteert , zonder nader Order van'U. Hoog Mog. te laaten vertrekken Dat de Suppl. zich eerbiedig verzekerd houd, dat de intentie van ü. Hoog Mog. Refolutie geene andere kan geweest, dan alleen om de Scheepen die buitens ?LandTwa en, niet aan het gevaar der Engelfche te exnoneeren, maar geenzints om dezelve Scheepen te beSïrS onder eea behoorlyk Convoy van de eene  jxw. STAAf EN OORLÓG. 1781. 83 Franfche Haven naar de andere te navigeeren, cn ook daar door eenig foulaas toe te brengen aan de emenfe fchaden, die bereids door de Kooplieden geleeden worden, immers.dat U Hoog Mog. geene zwarigheid zullen maaken, zich deswegens nader ten nutte der Cotn• mercie te v^rklaaren. Waaromme zoo keeren de Suppl. zig tot U Hoog Mog. ootmoediglyk verzoekende, dat Ü Hoog Mog. aan de refpecbive Commisfarisien en Confuls 'van U Hoog Mog. in de Havens van Frankryk gelieven aan té fchryven , dat zy aan alle Hollandfche Scheepen van behoorlyke Convoy kunnende jouisfeeren, zullen moeten toelaaten, om na de Piaatzen, werwaards zodanig Convoy is gedestineerd, mede te navigeeren. En dat dé dispofitie op deze Requeste ten einde met de naaste Post te kunnen werden gedepecheerd mag worden, uitgegeeven zonder Refumptie. 't Welk doende, enz. (was get.) M. H. VAN SOTV. XXYT. Request van eenige Kooplieden te Middelburg aan Hun Hoog Mogende dé Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. In dato . . January 1781. Geeven met den diepften eerbied te kennen, Directeuren van de Commercie Comp. , Directeuren van de Asfurantie Comp. , Prelident en Directeuren van de Sociëteit ter Navigatie op Esfequebo en Dem-' merary, mitsgaders het Collegie van Kooplieden, uitmakende de meefie gequalificeerde Negotianten binnen deeze Stad Middelburg in Zeeland; dat de Supplianten tot hun uiterile leedweezen en Surprife zyn ontwaar geworden, de niet dan al te zeer zich confirmeerende vredebreuk, tusfehen de Kroon van Engeland en deeaen Staat, welke niet anders ten gevolge kan hebben^ F s dnii  84 jan. ZAAKEN VAN 1781. dan de totaale ruïne en ondergang van zo veele Huisgezinnen en Familien van de wederzydfche Staaten, die zich in elkanders domeinen, zoo binnen als buiren Europa , op grond van de onderlinge verbintenisfen tusfehen Hooggemelde Mogendheeden , de trouw der Tractaaten en de goede Harmonie, federt zoo veele jaaren tusfehen Hoogstdezelve gefubfis'eerd hebbende, hebben ter neder gezet; en die in een enkelde Scad deezer Provincie, de Zeevaart daar onder gereekend , van de EngePche zyde , een getal van meer dan vyftien honderd Zielen beloopt. Waar door den mutueelen handel zoo intiem is geworden , dat men zich onderling niet kan benadeelen , zonder elkander den hartader af te fnyden; waarby de Supplianten zich verpligt vinden te voegen het nadeel, als van geen minder aanbelang zynde , dat de onderlinge Asfurantien, Negotianten op Panden en Effecten, zoo binnen als buiten Europa, ouderlingen Slaavenhandel; de Visfcheryen op de Engelfche Kusten; aanzienlyke Zout en Oesterneering ; het belang van onze Oost- en Westindifche Maatfchappyen, en onzen verdere Handel en Scheepvaart, daar by komen te lyden. Welke alle onderwerpen zyn, waar van de Supplianten de droevige gevolgen, aan het attent en hoogwys doorzigt van Uw Hoog Mogende op het nederigst aanbeveelen. Redenen , waarom de Supplianten zich keeren tot Uw Hoog Mogende, eerbiedig verzoekende, dat het Uw Hoog Mogende behaage, door onderhandfche Negotiatien, (nademaal de weg van ordinaire onderhandeling , door het rappel van wederzydfche Publieke Mmisters , fchynt te zyn afgefneden) of door het entameeren van weaerzydfche Conferentien, de zaaken zodanig te dirigeren, dat der Supplianten tq. taaie ruïne en den welvaart van zoo veele Ingezeetenen 5n ons lieve Vaderland , die door alle voorgenoemde Takken , hun beftaan erlangen, werde voorgekomen, eer de Oorlog tot die hoogte uitberffe, dat de animofiteit te lrerk, de verwydering te groot, en de gevreesde onheilen der onderlinge Ingezeetenen, te onherftelbaar gemaakt worde ; of op zodanige andere wyzen, als Tjw Hoog Mogende , na Hoogstderzelver hooge Wvsheid zullen oordeelen te behooren. * 't Welk doende, enz. XXVII.  jan. STAAT EN OORLOG. 1781. g5 XXVII. Extract -Misfive van den Heer J. VV. Nagel, Conful van Hun Hoog Mog'. tot Cadix. MYNE HEEREN EN VRIENDtN J Op den 28 dezer 's ogtens precies om elf uur, is van hier vertrokken, de Expresfe die over Madrid en Parys heb afgezonden ; waar by hoope UEd. zullen hebben ontvangen de myne van gezeide dato; en daar uit gezien het pasfeerende hier, en wel bezonder de precautie die ik genoomen hebbe, om met diverfe Spaaniche Koningsvaartuigen opene Brieven in Hollands door. my onderteekend op ontvangt, den 8 dezer van de eerIte tyding van de Declaratie van den Oorlog in Zee te zenden, om onze Koopvaardyfchippers kennisfe te geeven van den Oorlog, en hun te raaden en te waarfchouwen , de eerfte Haven binnen te loopen, om zich voor fchade te wachten, welke precautie zoo prompt heb konnen in 't werk (leliën door de verzogte hulp en hekomene prompte Asfilfentie, zoo wel van zyn Excellentie de Spaanfche Admiraal Cordoua , als van de Spaanfche Schout by Nacht Barzelo, beide myn zeer fpeciaale goede Vrienden en Protecbeurs, zoo als blykt by de van hun ontvangene Brieven , zoo wel van 't Eiland de Leon, als van Algeziras, en van de Commandant van de Spaanfche Chebecque die te Tanger leggen, de Heer Francisco Xavier Munos , aan wien ten eerlie met een kleine Spaanfche Berk na Tanger heb gefchreeven , en om Asfilfentie verzogt, waarop per Mi five dato Tanger den 23 deezer gistren avond ontvangen, my Antwoord, dat op omvang van myn Brief ten eerlie een gereed leggende fnel Vaartuig heeft afgehuurd, voor 10 Pecos per dag, genaamd Boumoi Patron Miguel Siewabalo, 't welk met Genovefe Vlag en Papieren vaart, met wien zyn Ed. geaccordeerd heeft dat in geval van fchade het Vaartuig door 't Land zal moeten worden vergoed. Ten welke einde het zelve heeft doen Taxeeren en Copy van 't Contract aan my zal toezenden, en vermits het gemelde Vaartuig niet meer als met zes man vaart, F 3 zoo  &5 JAN. ZAAKEN VAN i?8t, zoo fchryft my gemelde Commandant Munos, dat hy van zvn Volk tien man van de Chebecque aan Boord van 't Vaartuig beeft gezonden, waar door bet Vaartuig niet alleen beeter in Bant is om een Koopvaardyfchïp in Zee te durven naderen of aandoen, maar ook te beletten , dat de Patroon onder een of ander Pretext in geen baaven inloopt, als alleen in de uberfte noodzakelykheid , ook is het kleine Spaanfche lisquadertje , het welk zeer ilil is uitgerust, en wel zoo geheim dat men niets daarvan heeft ge weeten , ais een dag voor deszelfs vertrek , beftaande uit een Fregat van 3^ (bikken kanon , genaamd St, Perpetua , Capitein Rapbael Hoxosco, en vier-Corters, op Zondag den 28 deezer, twee uur na het V ertrek van de door niy afgegondene Expres, met een Favorabele wind in Zee gedaan , met welk Esquader, dat als Commandant en Chef gecommandeerd word, door den HeerCuyetano Langara, Broeder van den Vice-Admiiaal Dun luan de Langara, hebben diverfe opene Brieven in 't Hollands gefchreeven aan Boord meede, zoo als per vorige gemeld, om dezelva aan de in Zee ontmoetende Koopvaardyfchippers uit te keeren , en hun daar door kennisfe te geeven van de Declaraiie van den Oorlog, om zig voor fchade te kon= nen w.igten; ook is het tn *t geheim uitgeruste kleine Vaartuig per Buenos Ayres, voor agt dagen in Zee gegaan , 't welk de Canarifche Eilanden moet aandoen , en by welke occatie de Prefident van Indien, my ge. permitteerd heeft een Paqnet aan Boord te mogen mede geeven. Zoo als dan gedaan hebbe ; en by dje gele, gendheid de depêches aan den Conful F. Mulder, of by abfenüe aan deszelfs fubflituit toegezonden, en het occurerende geadvifetrd om onze Schippers daar van te adverieeren, boopende dat deeze dispofirie Haar Hoog Mog approbaiie mag genieten, en dat de Commercie en Navigatie van den Lande raar door van zwaarner fchade ais dezelve thans zal moeten lyden. werden bevryd, 't welk van harte wentchende, tie eere heeft met alle agting te zyn , enz. Cadix 30 January 1781. Myn Heeren en Vrienden. UEd. D, W. Dienaar en Vriend. J. WILLEM NAGEL» XXVIIL  jv*. STAAT EN OORLOG. 1781. 87 XXVIII. Lyst van Nederlandfche Schepen, zedert den 19 December 1780 tot op den 5 January : 781 , door de Engelfchen genoomen, en in hunne Havens opgebragt. Havens. Schips fiaara. Schippers. gekom.vangaande na inDouv. Be twee Vrienden', HansNisfenAngel, Amfterdam Smirna. De Herflelder, Sim. Booyfe Smit, ■ Mogador. Ce Oecommie, Jacob Janfe Kleyn, ■ . Lisbon. Mercurius, Fredrik Kaay, ■ — De Ain.Geirtruda, Jacob Haak, St. Ubes. De Jonge Watfe Pieterer Romkes Villa da Ruitinga, Zylftra, ——— Corda. Kocqbttrg, Hendrik Klok. * Cord. De Vrouw Maria, Hendr. Hendriks, Rotterd. St. Euftat. De Anna enSamuel, Sander v.d.Kamp, Dordr. Brest. De Anth. Hendrik, Meyne Willems, Amersf. Hav.d.Gr. De Juf Maria, Siewert Evers, Smirna, Amfterd.. De Vrouw Panna, Coert Goverts, - De Fr. Catharina, Andries Engel, Livorno, — De Standvastigh., Pieter Thennisfe, Sivilien , — 1 ■ '/ Huis te Dyke, Barendjelies, Bourdea. -. De Jufr. Anlonia, Wietfe Rienks, Fekamp, > — De Jonge Nanne, Siebe Nannes, Libourne, Rotterd. De Vrouw Grietje, Sikke Douwes, ■» . De Dageraad, Symon M. Mulder Bourdea. ■ (Pruisch) Sprinsborg, Symon P. Tanger ■ > —— ■ (Pruisch) Zeel. Welvaaren, Jan Anker, Caftro, Zirikzee. De Jo'?. Barbara, Willem de Klerk, Bnjoenen, Brugge. De Jonge Pieter, Yte Pieters, Coningsb. Bourdea, In Ramsg. De Jonge Adriaan, Frans Smeer, Libourne, Rotterd. Te&heern.De Vigilantie, Geert P. Lleyn, Amfterd. Rouaan. Pieter KI. Bakker, Harling. Londen. De Jonge Dirk, Tjakke Egberts, Termuntz. . De Vrouw Hefter Camelia, Hans Morafen, Londen, Bourdea. P. G.Huifemaker, Rocheft. Plymouth. InMarg. De Jonge Anna Wiggers Visfcher, Heere VVesfels, Memel. Genua. In Duins. De Marg. Maria, Manen van Holm , Rotterd. Rouaan. V Gevaar, Ryndert vaaNieu- Amfterd. Cadix en burg. Carthag. F 4 De  83 jan, ZAAKEN VAN i78f. Havens. Schips naam. Schippers. gekom. van gaande na inPortsm. De Zeepost, JanPieterEeuwes, Amfterdara, Cette. De Jonge Juffrouw Maria Adriana, Ary Smoor , Rotterd. Dublin. V Geval, Pieter J,icobs, Granada, Amfterd. De Herman, Jan FredrikParlo, Smirna, «— De Vriendfchap, Klaas Hendr. Kat, Sivilien , - . De Jonge Fians Tic'ielaaar, Jan Hend. Outjes, Bourd. » Bet Hof, E.JanfeiVIammers, . De Maria Sophia , J. Fokke. Nieu- St. Manen, . wold, De Juff. Lemina Elizabeth, P. CoertsNyland, Morlaix, . De Jonge Jan, Alb. K. Stolte . (Pruisch) DeJuffr.Gabrielle, Harmamis Steur, Marfeille, Rotterd. De Heiileld r, Jan Harm. Smit, Pvantes, ■ De Jaff' Sara en Tiitodo a, Piet J.Krygstnan, Libourne, ——- De Vrouw Maria Jan AukesNoord- van Camminga , raven , — — Het Zeepaard, .... Rinchal, St. Ubes, Vlisfingen. De Goeue Hoop, Eldert Biandarea, Triest, Oftende, De Juffv. Anna en Agnes, Jan Vriesbergen , Valentia, < DeThom en Jouke, Doeke Meyntes, Sivilien, . De Jonker lieurt van Camminga, Gerardus Potter, — ,——De Tietje Witte- veen, Buigt Pieters, ■ . ■» De twee Susten, Carel Polonius - (Zweed) De ClaraTiallmgaJ. R inf. deRuyter, Cadix, - De Vriendfchap, Jurriaan Pieters. Lisbon, Londen, De Christina Mar- garet.'a, J. p. Fugt(Zweed) Hav.de Gr. Cadix. De P.'icenix, .... (Zweed) > - fnlfeym. De Jonge Anna, Batike Annes , Seudres, Honfleur. Zeekist, Wiebe |ans, — De Vriendfchap. JanWillemsKuk, Bourd. Rotterd. Jn Evm. De Herman Hid dinga, Tys Symons, L'Orient, 1 In Plym. De jonge Gerbrand, Hans Gerbrands, Libourne, Amfterd. De Jalouzie, Matthys Andries , Amfterd. St. Eutlat. De Zcevaard, Hille Jooften, - -.. Breft.  jan. STAAT EN OORLOG. 1781. 89 Havens. Schips naam. Schippers. gekom.van gaande na In Plyw. De Vree de, Tboinas Sjoerds, Amfterdam Breit. De Vrouw E/ler, Jurgen Alexander, Suriname , Amiterd. DeZeevru^t, Hans Koevoet, Demmer. ■■■> De Catharina. Jan Roodt, St. Eu'tat. De Vr. Elizabeth, Hendrik Back, Smirna. ■ Haemftede. JanAndries, Genua en - Livorno. De Jufr Elizab Valentie , He Vrouw Maria , Bauke Teunis, Barcelona, De Abr. en Jacob, Eeuwe Pieters , Mallaga , • De jonge .luke, Siert Hielkes, - De Jufr Camelia Hermina, Lourens Pieters, Cadix, — De Jufr. IViske, Adam Pieters , Sivilien, ■■ De Welh Jofephus, A. van Hanxleden, Lisbon , De Vrouw Agneta, Atte Hilles Jager, » - — De Jufr. Ifabella , Jan Corn. Bakker, De Eendragt, bimon Krans, Faro, ■ De Vryheid, AlbertDirks, Bourdea. De Stad Workum , Jacob MchieKe, — • De Ulrich Herman, Reurt Klafes, St. Manen , " ■ DeoudeVriendfch , Lourens Hanlbn, Dominica, Rotterd. Deens Lust, Klaas Verdoes . Mallaga, ■ De Lindeboom , Jacob Theunisfe, Boar.iea. ■■" De twee Gebroed., Jan Verboom, — - — De Palmboom , G. Vos (^Pruisch) ■ 1 De jonge Hendrik, Romke Wopkes,' Mallaga , Middelb. Maurtts Chaiante , Vlisfingen. Dj StadZirikzee. Theunis Bouman , St Anton., Zirikzee. DeAdtiana, Jacob Veer, Mallaga, Oftetide. De Vrouw Aletta, johann. Ysbrands, ■ - De hopend.Zeeman Jacob Symons, • ■ — De Liefde, Pieter Asmus, Allikant., ■ St. Peter, P. Stelnh. (Deen) De Amelia Galat ia, Pieter R ichard, Marfeille, De Avonturier, Jan Scholts, Cette, ——— De twee Gebroed , Joh. Steen blinck Bourdea,, i (Hamburger) De Juf. Geertruid. B >nne Brouwer, Nantes, ———. fVeerke, Vrankryk , De Samaritaan, Joris v.Worckom, ——— Hav deGr' De Vlieg, J.Esbold Pruisch)Rochel, Rouaan. De Vr.Johanna, Willem Blom, Nantes, Livorno. Pejohanna jophia, Johan HedenquistL'Oriënt, Gotteub, (Zweed) F $ Hf  90 JAN. ZAAKEN VAN 1781. Havens. Scbips naam. Schippers. gekom. van gaande na In Plym. De (Vobeta, Arend VVagfchal Dautzig, Bourdea. (Bremer) InFalm. De Eendragt, Hendrik Jans, St. Euftat., Amiterd. DeH-'elv. v.Frankf.Hsye Broers, Salouw, . De Zeepost, Jan Okkes, Sivilien, 1 . . De Eleonora, Theunis deBoer, Bare. laast v.P.Mah. ■ . De Juffrouw Anna ,. . . Stuik, Mallaga, " Por/of, . . . Aspegreeu, C'ette, . • DeMariaChristina, Bajoenen, - De ;fongvr. Gcrtr. Pieter Sikke Tee- Adriana, kes, Suirna, Rotterd, De Anna Maria, Ryn Hakker, Mallaga, Zeldenrust, I i iMoerkerken , - ■ —~— Zeevrugt, Dirk v. d. Wolf, . Oflende. De drie Gebroed., Klaas Remmers, — • — De Vrouw Co'nrlia, Ryntje Nobel, Barcelona, ■■ \ De Snelle Jager , C. Chr. Bunfouw., Cadix, . De jonge Fredrik, |acobEleman, Triest, •■■ De goede Verwagt. Ti. f. Stavanger, Charant., Hamburg. De Concordia , . .. Peterf.(Ueen) Sr. Ubes. Arendahl. Tejarm. De Corn.en Sara, JacobStiyderduin, Dieppe, N Calteel. Omtrent half January zag men nog de r.avolgende Lyst door den druk gemeen gemaakt: Havens. Schips naam. Schippers. gekom. vangaande na In Ditins De Cathar.tVilhel. min.. O.I.C Schip. Pieter v. Prooiien , Rotterd , China. De jnf.Gertrjiida.Jan Pieters Schol, Bourd. Amfterd. In Ports- De twee Gezus- viouth. ters, Curacao, Rotterd. De Vrouw Antonia Elizabeth, Gerrit Klaftn, Cette, Amfterd. De Concordia , Lodew. Thomas, Cadix , — De Hopende, . . . ]anf:-n, Mallaga, - De jonge Jan, . . . Doornke, Bajoenen,——— De Jubileum, Caspcr Nsiiman, Stettyn , Bourdea, (Pruisch) InCowes. De jonge Abraham en Jan. Jan Sipkes, Bilboa, Oftende. Te Porti. De Olymolen, Roelof Alles, Cadix, Amfterd.. Een Brigantyn met Pik en Teer, Stokholm, L'Orient. /» Plym. De Eendragt, Theunis Brandaris, Curacao, Amfterd. De  jan. STAAT EN OORLOG. 1781. 91 Havens. Schips naam. Schippers. gekom.van gaanden* Ju Plym. De Vriendfchap, Hilb. van üijen. Curacao, Amfterd. De Eendragt, Jan Daring, Corunha, — DeElizab Sophia,]%n Rousman, St.Euftat,,——- , De vier Gezusters, Gerrtt Janfe Ney , Toulon, -—— St. Spiridion, Pieter Bakker, Smirna, ~~ .... De Anna Jacoba, Hendrik Barends, Rotterd. De Catharina, Hendr. Strootman, ■ . De Paerl, Hendrik Ritfema, Denia, .- DeRotterd.Paquet, Cornel. Comelbfe, Marfeille, - De Maria', ornelia, Jan Snoey , Bourd. ■ ■ Het Vertrouwen, E. li. Postma, Hav.deGr. "" De Eenhoorn, Jan Marcks, Barcelona, Oftende. De jonge Anna, Reyer Dirks Flapper, Cadix, ■ ■ De Vr. Catharina , Paulus Melis, —~—. ■ De Onderneeming, Pieter van Oeve- ren , Sivilien, Zeldenrust, Lambertus Strootman . Gigon, - ■ - ■ ■ DeVr.Jark Attes, Hielke Attes, Lisbon, Londen. De 11 arm. tVitteveen , Jacob Menfes, —— — De jonge Hermanus,, acob Mets , Briftol. De Vr. Catharina, Piet. Jac Schots , Po. a Port Hamburg. De Hildrik, B. H. Klaafen, St. Mart., Amftard. (Pruisch) In Dart. De Vrouw 'Jacoha, Lubbert Sanders, Cadix, ■ tnouth. De Maria Elizab., Poppe Janfe Mo. lenaar, Smirna, Rotterd. Jn Mons- De Christina Mag- baai. dalena, David Jacobs, — De Snelle Zylder, Piet. Hanf.Leeuw, Suriname, Amfterd. /«Faltn. De vier Goede Vrienden, Jan Gysberts, ■ De Zeevrugt, Terceira, ——— DeFr.enAdriana,Dltk Janfe Zyle- maker, Villanova, — De Vr.Catharina, Hans Jaufe Groot, Demmer. Kotterd. De Thomas en Jo- Leenden van der hannes, Hoeve, Mallaga, De jonge Samuel, Jan Kau, — Oftende. De Expeditie, Andries Riefe, ■ — De jonge Juffrouw Anna, IdsBarendsKuyk, .n ■ ■ »• « n — De  Ott JAN. ZAAKEN VAN i78r. Havens. Schips naam. Schippers. gekom. van gaande na Jn Faim. De twee Susters, Tjebbe Jans de Groot, Triest, Oftende. De Fr. Catharina Allikant., - ■ De Bonte Mantel, Johannes Joukes Reeneman, Bajoenen, Brugge. DeJuffr.Sufanna, Hendrik Rutup, Lisbon, Rouaan. Weltevreeden, Lourens Pieters, Genua, Stettyn. Meynders, Amfterd. Vrankryk. L e Anna Therefta, Westind. ■ ■ Te Me. , vagesfi. Hollandia, Jan Picterfe Kraay, Granada, Amfterd. Te Scilly, De Vrouw Deliana Maria, Teekle Sjoerds , Cadix, • Zeldenrust, Jarig Attes, ...» , „ DejongePetronella, Alt Joch ems , Lisbon, — . De jonge Gilles , Herman. Ryding, Smirna, Rotterd. De jonge Jan. Sietfe Roelofs, Bourd. . De jonge Jacobus, Jacob v. d. Swan , Cork, Terveere. De Refolutie, Jan Reurts , Genua , Oftende. De Vrouw' Hen- Hendrik Alberts riette, Venfter, Cette , . De jonge Cornelis, Tacob de Zeeuw, Mallaga, . De jonge Jan, Cornelis Leend, v. d. Mey, Bergen, Bilboa. Te Sheer- De jonge Stoffel, Huyte Fokles , Amfterd. Gigon. nes. Het Fortuyn van Zaandam, Barend Hofker, Memel, Genua. De drie Gezusters, Gerrit Sipkes de Jong, Fayal. Te Lond. De Lynbaan, Ary Moerkerken, Terveere, Cork. Te Har. De Vr. Johanna, wich. Margaretha, Hans Jans, Elbing, Rouaan. Te Black- Weldoen en Welden- ney. ken, Dirk de Haas, Stokton, Dordr. Te Huil. De Gefladige Ja- Woker Hendriks ger, de Jonge, Leith, Terveere. Te Brilt. De Vriendfchap, Roelof Barends, St.Euftat.,Rotterd. Te St.lves.Oe Dolphyn , Ids Pieters, Allikant., Oftende. Cuern/y. De Waakzaamheid,*). H. de Vries, Rotterd. Vrankryk. XXIX.  feb. STAAT EN OORLOG. 1731. 93 XXIX. ExtraSt uit de Register der Refolutien van Hunne Hoog Mog. inhoudende een Be/luit tot het aangaan van eene Conventie met Frankryk. In dato 2 February 1781. Gehoord hebbende het Rapport van den Heer van Lynden tot Hemmen, en der andere Gedeputeerden tot de zaalten der Marine , volgens en in voldoening van hunne H. M. Rtfolutie van den 17 January onderzocuc hebbende twee Brieven van de Heer van Lestevenon van Berkenroode, Ambasfadeur van Hun Hoog Mog. aan het Franfche Hof; de eerde gefchreeven te Parys, den 28 December laasrleeden , verzeld van het oorfpronkelyk antwoord des Konings, op de Verklaaring van Hun Hoog Mog. gezonden aan het Franfche Ministerie te Verft il les , den iolen der voorleedene maand, gelyk ook de Copie van eenen Brief, aan den Heer Ambasfadeur geadresfeerd , door den Heer Grave van Vergennes , en een andere gefchreeven uit Parys, den 11 January laastleeden, waar door hy aan Hunne Hoog Mog. in overweging geeft, of het niet nodig zoude zyn , fchikkingen te maa'ten , betreffende de Koopvaardyfcheepen der Republiek, welke door de Engelfche Kapers of Oorlogfcheepen genoomen zynde, zou. den kunnen herndomen worden, door de Franfche Ojrlogfcheepen of Kapers. En gehoord en ingenoomen zynde, op dat Buk de Conlideratien en berichten der Gecommitteerden by de Collegien ter Admiraliteit, zoo is goedgevonden en bellooten, dat aan den Heer Lesteveron van Berkenroode, Ambasfabeur van Hunne Hoog Mog. aan 't Franfche Hof zal geantwoord worden, ten einde hem te magtigen, om het Ministerie van zyne Majefteit den Koning van Frankryk te bedanken, en indien de gelegendheii zich daar toe aanbiedt, zyne Majefteit zelve dank te zeggen , in naam en van wegens Hunne Hoo? Mog. voor de goede dienften eh de verplichtende Orders , welke het zyn Majefteit behaagt heeft te geeven , tot het kennis geeven aan de Koopvaardyfcheepen van dit Land,,  94 *eb. ZAAKEN VAN J?gt< Land, en aan de Gouverneur der Kaap de Goede Hoop van de Oorlogsverklaring en de Orders zyner Groot! Brkrannifche Majefteit, om de Scheepen der Republiek, te neemen, gelyk ook wegens het neemen van de Scheepen der Vereenigde Nederlanden , onder de befcherming der Oorlogfcheepen van zyn Allerchristelykftë Majefteit. Dat daarenboven met betrekking tot de Scheepen die op de Engelfchen zullen hemoomen worden, zyne'Excellentie zal kunnen en moeten verklaaren , dat Hunne Hoog Mog. geneegen, gereed zyn, en zells verlangen, over dat ftuk met zyne Majefteit eene Conventie aantegaan op den voet van die, welke in 16K9, den 22 October geilooten is tusfehen Hunne Hoog Mogende en zyne Britfche Majefteit, met agterlating vau 't'geen alleen betrekking heeft op de Vereenigde Vlooten volgens Articul II en III van de gemelde Conventie, melding makende van de verdeeling van 't Recht van befcherming tusfehen de Koning en Hunne Hoog Mog. gelyk ook met agterlating van deeze perioode : „ op „ voorwaarde , dat zodanige vergelding zal gegeeven „ worden door de gemelde Koning of de Staaten, van „ de proportien die hun toegeweezen zyn of toege„ ftaan, betrekkelyk de bovengemelde wyzeop den voet der Refolutie van Hunne Hoog Mog. van den 24. April 1748, of op zodanige anderen, die gevoeglykst en voordeeligst voor de refpecbive Onderdaanen zal ge. oordeeld worden. Met verdere Magtiging voor gemelde Ambasfadeur * om de gemelde Conventie aantegaan en te fluiten, onder goedkeuring van Hun Hoog Mog. met die geenen welke zyn Allerchristelykfte Majelleit zal gelieven te benoemen. Dat ten dien einde aan den gemelden Ambasfadeur zal gezonden worden , Copie van de Conventie van den 22 Ocbober 1689, en van de Rofolutie van H. H. Mog. van den 24 April 1748 , voor zoo Verre daar in gehandeld word over gemelde ftuk tot zyn Bericht en Informatie , dat ook aan den Heer Lestevenon , Heer van Berkenroode zal gefchreeven worden ^ dat Hum Hoog Mogende zoude wenfehen, dat in gemelde Conventie een Articul gevoegd wierde , behelzende , dat geduurende de tegenwoordige Troube- ten,  rEB. STAAT EN OORLOG. i78r; 95 len, niet alleen in de wederzydfche Havens van Euro pa, maar ook in die der Westindien, de Oorlogfcheepen en Kapers van wederzyden mogen ontvangen worden met de Pryzen, welken zy op de Engelfchen zullen mogen maaken, dat zy dezelve daar mogen bewaa. ren, bezorgen en verkoopen ; indien eenige gelaaden waren met Goederen , die aan bederf onderworpen zyn , en de fententie of toewyzing niet zouden kunnen afgewagt worden , dat derzelver verkooping volkomen geoorloofd zal zyn aan die geenen, dief ze genoomen hebben, en dat alles zal gedaan worden over. eenkomftig met het geen gebruikelyk is, by Contracterende Mogendheeden met betrekking tot de Pryzen, die door Kapers of Oorlogfche'epen genoomen zyn , enz. En dat door den Agent den Heer van Spienngshoek, een Extract van gemelde Refolutie zal gezonden worden , aan den Hertog de la Vauguyon , Ambasfadeur van zyne Majefteit den Koning van Frankryk, met verzoek om dezelve met zvne goede dienften by' zyne Allerchristelyklte Majefteit te willen onderfteunen. XXX. Misjtve van de Staaten Generaal, aan de Staaten der byzonder e Provinciën , over eene vermeerdering van de Landmagt , met twintig duizend Man ; nevens een Plan deezer vermeerderinge, en den Staat van het beloop derRecrutgelden, daartoe vereischt. In dato 2 February 1781.' EDELE MOG. HEEREN. De Heeren onze Gedeputeerden tot de militaire zaken , met en nevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate geëxamineert hebbende de ingebragte Refolutien van de Heeren Staaten van de Provinciën van Gelderland, Holland en Westvriesland, Vriesland , Utrecht en Overysfel, concernerende de propofitie by zyne Hoogheid op den 26 December laatstlee- den,  •oó' feb. ZAAKEN VAN i?sr. den in onze Vepderinge gedaan , tot de zoo hoog noodzakelyke als zeer presterende augmentatie van s Lands Militie , welke tot meerder fecuriteit van de Kepuoltek zou Ie behooren in 't werk gefield te worden, hebben aan ons gerapporteert, dat in d'examinane van de voorfz. ingebragte Refolutien by Heeren Geueputeerden en Gecommitteerden , met veel aangenaamheid en genoegen, aan de eene zyde waren ontwaar geworden, dat de Provincie van Gelderland, Holland en Westvriesland , Utrecht en Overysfel gehoor geeyende aan de zoo menigwerf, en kast nog zoo nadrukkelyke gedaane reprafentatien tot augmentatie van het geringe aantal van 's Lands Militie in de prefente nood waar in het Vaderland zig actueel bevind , alle dezelve by de voorfz. Refolutie zig bereidwillig en geneegen hadden verklaart, niet alleen tot een vermeerdering van 's Lands Militie , zoo als die in den Jaare 1778 aan de Bondgenooten was voorgedragen inaar zelfs ook tot een grooter of ongelimiteerde , zoo' als ten meeBe beste en fecuriteit van de Republiek in ' deszelfs tegenswoordige omftandigheeden zoude geoordeeld worden te behooren. Dan dat men aan de andere zyde daar tegens met leetwezeu hadde moeten verneemen , dat op de gemelde zoo ernftige gedaane inftantien ter bereikinge van de voorfz. augmentatie, en hoe Berk de presfante noodzakelykheid van dien voor oogen was gefield en aangedrongen, de Proviucien van Zeeland en Stad en Lande , hoe zeer aan een eerfte aanftoot van den Vyand bloot gefield, en uit dien hoofde.om vermeerdering van de Mditie in de guarnifoenen van haare Provinciën Beeds aanhoudende, nogthans die geene waren , welke tot hier toe in gebreeken waren gebleeven , zig op de voorgeflagen augmentatie van 's Lands Militie te hebben verklaart , en dat de Provincie van Vriesland , offchoon van gelyke natuur zynde, als de even voorgemelde Provinciën , by de voorfz. haare Refolu. tie , dezelve aangedrongen augmentatie der Militie op zeer erroneufe gronden hadden kunnen goedvinden te difnculteren. Dat in deeze fituatie van zaken zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden op alles hebbende ingenomen  fee. STAAT EN OORLOG. 1781. 97 men de confideratien en het hoogwys ad vis van zyn Hoogheid geconfidereert de zigtbaare nood, die 'er is , * om met de uiterfte fpoed eene vermeerdering van 's Lands Militie te doen vastftellen en concluderen , als volkomen zeeker zynde , dat in deze piïeiënte tyd de Republiek met dat gering aantal van Militie , die actueel op de been heeft, op geenerlei betamelyke , veel min nadrukkelyke wyze zal te defendeeren zyn , nadien de wyd uitgeftrekte Zeekusten , die zonder Militie niet te dekken zyn , en welkers invafie de ruïne van de ganfche Republiek nogthans na zig zoude kanDen fleepen , het grootfte gedeelte van de tegenswoorr.ige geringe Armée tot haare Defenfie alleen van no('en zullen hebben , en alle de verdere Frontieren van den Staat geheel van Troupes ontbloot , tiuuen alle Defenfie zouden moeten verblyven , zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden, conform aan de gedagten van zyne Hoogheid ter meerdere acceleratie en voortzettinge van een zoo allezints hoognodig en presierend behoedmiddel voor den Staat, en tot'bewaring» \an deszelfs dierbaare panden van Vryheid en indepent entie , als waar toe zoude dienen de geöuteerae augmentatie van 's Lands Militie, en tot welke de voorfz* vier Provinciën zig bereids ook genegen hadden «erklaart 4 niet wel beeter hadden weeten in liet vvci k te Hellen , dan by deze aan ons en aan de geza nemtyke Bondgenooten te prefenteeren , het Plan zelfs va, da te doene augmentatie , zo als zyne Hoogheid en den Raad van Staate hadden geoorderl t , dat ti ans ten meellen dienden van de Lande zoude benomen plaats ■ te hebben, nevens de begroeting der kosten van dien, zoo ten aanzien van derzelver ordinarii Soldyen , als wegens het beloop der Recrntgelden , die daar voor zouden dienen gefurneert te worden, en die ook o a de 1'chaarsheid van Volk en de grpote handgel [en , welke alomme gegeeven worden, ten deeze wat hpgerdan in vorige tyden hebben moeten genomen lMi tot augmentatie van ^den. jaare 17/8 de toeitaud ,ut li. dh.ü.l. (J  93 feb. ZAAKEN VAN 1781. Republiek important gevaarlyker was geworden, als zyn de de zaken bereids tot een openbaaren Oorlog uitgebarften, waar van de gevolgen niet te voorzien zyn , en dus alle redenen daar voor militeren, om de toerustinee tot tegenweer en ter dekkinge van de Republiek merkelyk te vergrooten , nogthans het getal van 14000 man in de jaare 1778 tot augmentatie van d'Armée voorgellagen , by het tegenswoordige Plan alleen was vermeerderd tot 20000 koppen , zoo nogthans dat onder die vermeerdering thans ook begreepen zyn een getal van 1*85 man tot augmentatie van het Corps Artilleristen , waar van by het Plan van den jaare 1778 geen mentie was gemaakt geworden, dan die althans, daar alomme veel gefchut moet worden aangevoert en batteryen werden geformeert, ter bewaaringe en afweeringe tegens alle vyandelykheden en invafien, die op plaatfen aan de Zee gelegen of op de Zeekusten zelfs zouden kunnen getenteert worden, meer dan ooit volftrekt noodzakelyk zyn geoordeeld geworden, terwyl ten anderen onder dezelve meerdere augmentatie ook zal gevonden worden , de aanwervinge en oprigtinge van 12 Compagnien, ieder van 100 koppen , en dus een Corps van iaoo man , dat enkel zal blyven gedestineert tot den Zeedienst, en ter bevordering van de nodige voorzieninge der Equipagien van 's Lands Oorlogfchepen, en dus voor geene vermeerdering der Armée geconfidereert kan worden , zulks , door al het gunt voorfchreeven is, de eigentlyke vermeerderinge van de Armée, by het thans voor handen zynde Plan, in ver'gelykinge met dat van den jaare 1778 zoo gering zal zyn , dat met alle fiducie konde vertrouwd worden , dat by niemand, die het met 't Vaderland wel meent, voor al in de tegenwoordige fituatie van dien, daar op eenige gegronde reflexie zoude kunnen gemaakt worden. En dat mitsdien zy Heeren Gedeputeerden en Gecommitteerden , omme alle voorgemelde redenen en motiv'en van Advis zouden zyn, dat ter meede acceleratie tot her doen ter conclufie brengen van het zoo importante als inteiesfante poinct, der zoo hoognodige augmentatie van 's Lands Militie, wy het voorfz. Plan daar toe by zyn Hoogheid en den Raad van Staate geformeert en aan ons overgelegt, hoe eer zoo beeter zouden be.  fse. STAAT EN OORLOG. 1781. 99 behooren te zenden aan de refpecbive Provintien , ten einde daar op derzelver approbatie -ten ipoediglle te mogen erlangen. Het voorfz. gerapporteerde by ons in deliberatie gelegt zynde , vinden Wy ons verpligt daar van aan UEd. Mog. gelyk mede aan de Heeren Staaten van de andere Provinciën kennis te geeven, en daar by aan dezelven toe te zenden Copie van het voorl'z. Plan van augmentatie , ten einde daar op derzelver approbatie ten fpoedigften te mogen erlangen , op dat van die allezints zoo zeer presfeerende, als hoognodige voorzieninge met gemeene harmonie , eene conduite en af» komfte zal kunnen worden gemaakt , in dat vast vertrouwen , dat UEd. Mog. welke zig tot eene augmentatie van 's Lands Militie bereids favorabel hebben verklaart, thans ook geen de minfte difficulteït zullen maken , om te approberen het tegenswoordige daar van geformeerde Plan, zoo als het zelve ten deezen is gefuppediteert en overgelegt, terwyl wy niet in gebree. ken zullen blyven , de Heeren Staaten van de Provinciën van Zeeland en Stad en Lande, op het ferieufte en ernftigfte aan te 'maanen en te exhorteren, om derzelver ftilzwygen op een zoo hoognodig en dringend poincb , als is de augmentatie van 's Lands Militie ^ ten fpoedigflen te willen vergoeden met haare gave en volkome toeltemminge en approbatie in het voorfz. daar toe geformeerde Plan, gelyk Wy ook de Heeren Staaten van de Provincie van Vriesland zullen tragten te doen afzien van derzelver ongefundeerde fuftenue van in het geheel van geen noodzakelyklieid van augmentatie te Lande by de tegenwoordige fituatie van zaken te kunnen conveniëren. Waar mede eindigende &c. Hage den 2 February 1781 , onderftond U Wel Ed. Mog. goede Vrienden de Staaten Generaal der Ver. eenigde Nederlanden, was geparapht. p. j. van'dek. goest , vt. lager ftond. Ter ordonnantie van dezelve, (en getekent) h. fa gel. G 2 Plan  ioo fee. ZAAKEN VAN 1781. Plan van de vermeerdering van 's Lands Krygsmagt, met 97 6 Paarden en 20170 Hoofden. NB. Staat re weeten, dat met opzigt tot de nieuwe Comp. Ca- Plan van een augmentatie valerie en In ante™ hier onder r Lands MHtie met g?6 zyn begrepen 4 hoofden per Comp. ' ' u rt en met opzigc tot de nieuwe Comp. Paarden en 20107 Hoofden. Artillerie vyf hoofden per Comp. die minder mogen aangehouden SoMyen en S'afs worden. tractamenten ten 42 Paard. Hoofd. Cavalerie. 35 36 Yder der 6 Comp.van het Regiment Guardes te paard te augmenterenmet I wagt Mr. . en 5 gemeeme Ruiters waar onder een Corporaal. 1134 ; " : " 116 106 Twee nieuwe Comp. by het Regiment Guardes te paard ieder fterk 58 paarden en 50 hoofden. 45^2: - : - Een Lieur. Colonels traktement by het RegimentGuar- des te paard, bedragende ge» ter lopende maand, en dus ten 42 dagen. Ho: 9: 4 240 240 Ieder der 48 ordinaris Comp. Cavalerie te augmenteren met 5 gemeene Ruiters,waar onder 1 Corporaal. 691a: - : - 440 408 Agt nieuwe Comp by de 8 Comp. van het Regiment Orange Vriesland om daar van te formeren 2 Regimenten, ieder Comp. fterk 55 paarden en 51 hoofden. I5808: - : - De Scafs traktementen van 1 Coll. 1 Lr. Coll. 1 Major 1 Adjudant 1 Piqueur iChirur- gyn en 1 Pauker, bedragen ter lopende maand 540-10- en dus ten 42 dagen. 746: 6: 8 832 790 ƒ 29272:15:12 Dra.  feb. STAAT EN OORLOG. 1781. 101 Soldyen en Stafs traétementen ten 42 dagen. Tranfport ƒ 3927 a 115:12 Paard. Hoofd. Dragonders. 832 790 64 56 Ieder der 8 Comp. Guardes Dragonders te augmenteren met 1 Sous Lt. 1 VVagtm. of Sergt. en 5 gemeene Dragonders waar onder 1 Corporaal. 2184: - : - 80 80 Ieder der 16 andere ordinaris Comp. en Dragonders te augmenteren met 5 gemeene Dragonders, waar onder 1 Corporaal. I984: - : - Voetvolk. 26 Ieder der 2 Comp. Grenadiers van hetRegimentGuardes te voet te augmenteren met 13 gemeene hoofden. 351: - : - 376 By ieder batt. van het Regt. guardes te voet te voegen 3 nieuwe Comp. musquetiers van dezelfde Berkte als de oude, dus 4 nieuwe Comp. guardes te voet ieder Berk 94 hoofden. 6909: 4: - f30 'leder der 63 Comp. grenadiers, nationalen, duitfchers en walen , te augmenteren met 1 Sergeant en 9 gemeene Grenadiers, waaronder 1 Corporaal. 9024:15: 1268 Ieder der 378 ords. Comp. nationalen,duitfchers en walen te augmenteren met 1 fergt. I tamb. en 4 gemeenen, waar onder een Corporaal. 33490:16: - 976 4226 83216:io: 12 G 3 Ie-  soa fee. ZAAKEN VAN 1781. Soldyen en Sufs tracXementen ten 42 dagen. Tranfport ƒ 83216:10:12. Faard. Hoofd. Voetvolk. 97Ó 4226 60 Ieder der 6 Comp. grenadiers fchotten te augmenteren met 1 Sergt. en 9 gemeene grenadiers, waar onder 1 Corporaal. 907: IS: 3 216 Ieder der 36 ord. Comp. fchotten te augmenteren met I Sergeant 1 tamb. en 4 gemeene , waar onder 1 Corporaal. 3363:18 : - 7686 By ieder der 63 batt. nationalen , duitfchers en walen te voegen 2 nieuwe Comp. musquetiers, dus 126 nieuwe Comp. ieder fterk 61 hoofden. 128318: 8: - Voor de dubbelde gage van de 2 cadets by ieder der 2 nieuwe Comp. van het 3 batt. walen van Grenier onder de voorgem, 63 batt. begrepen. 49: - : - 732 By ieder der 6 batt. fchotten te voegen 2 nieuwe Comp. musquetiers, dus 12 nieuwe Comp. fchotten ie. der fterk 61 hoofden. 12752:18: - 559 By het 1 batt. van het 2 Regt. Orange Nasfau te voe. gen 1 nieuw batt. beBaande uit 1 grenadier Comp. ter fterkfte van 71 hoofden en uit 8 ord. Comp. ter fterk te van 61 hoofden ieder. 9396: 13.' - By het voorfz. batt. is r "T^Ti 3479 / 238005 :2 :15 C01-  ïeb. STAAT EN OORLOG. 1781. »3 Soldyen en Stafs trafliementen ten 42 dagen. Tranfport ƒ 238005:2:15 Paard. Hoofd. Voetvolk. 976 13479 Coll. 1 Major, 1 Adjudant 1 Chirurgyn en 1 tambour major, dewyl dat batt. door bykoming van een nieuw batt. zal worden een Regt. van 2 batt. zoo zullen 'er nog moeten bykomen % 1 Lt. CoJl. traktement tot 8o.:1 Majors tractem. tot 60 - : 1 Adjud. tractem. tot 60 -: en 1 Chirurg, tract. tot 40-:- te zamen tot 230 ter lopende maand en dus ten 42 dagen. 317:11:10 559 By het 2 batt. van het 22 Regt Orange Nasfau geleid, wordende door den Markgraafvan Baden Dourlach te voegen 1 nieuw batt.beftaande uit 1 Grenad. Comp. ter fterkte van 71 hoofden en uit 8 ord. Comp. ter Berkte van 61 hóófden ieder. 939ö: I3: " By het voorfz. 2 batt. is 1 Coll. met deszelfs uitgevalle Coll. traktement op den extr. Staat van Oorlog ftaande : als mede 1 Lt. Coll. 1 Major I Adjt. en 1 Chirurgyn met haare traktementen op den ord. Staat van Oorlog ftaande , dog dewyl het g4 "~72477'iü  104 fib. ZAAKEN VAN 1781. Soldyen en Stafs trafleinenten ten 4a dagen. Tranfport ƒ 247710: 7: 9 Paard. Hoofd. ToetVOlk. ^ 9;6 14038 voorfz. battaillon doorbykoming van een nieuw batt. zal worden een Regt. van 2 batt. zo zullen 'er nog moeten by komen. 1 Majors traktement 60-:I Adjud. traktement 50-:I Chirurgyns trakt. 40-:en i tamb. maj. trakt. 12 -: - te zamen tot 166 ter lopende maand, en dus ten 42 dagen. 223:13 :10 JJ9 By het 3 batt. van het Regt. walen van Grevier te voegen een nieuw batt.beltaande uit 1 Grenadier Comp. ter lterkte van 71 hoofden en uit 8 ord. Comp. ter lterkte van 61 hoofden. 9618: 7: « NB. De reden, waarom de Soldyen van het laastgem. nieuwe batt. 221-14-: hoger uitgetrokken zyn, als de Soldyen van de twee andere nieuwe batt., beitaat hier in, dat 2 Cadets per Comp. van dit nieuwe batt. behooren te trekken de dubbelde g iges, even als door de 12 Cadets per Comp. van het 3 batt. van Gienier genoten werden. By het voorfz. 3 batt. van Grenier wordt alleen goed- 976 H597 ƒ257561: 8. 3 ge-  ieb. | STAAT EN OORLOG. 1781. 105 Soldyen en Stafs trafliC" menten ten 42 dagen. Tranfport ƒ aj75öi: 8*. 3 Fjtrd. Hoofd. Voetvolk. 976 M597 gedaan 1 Majors 1 Adjud. en 1 Chirurgyns traktement , dog dewyl het batt. door bykoming van een nieuw batt. zal worden een Regiment walen van 2 batt. zoo zullen 'er moeten bykomen. i Coll. tractem. tot 200-:i Lt, Coll. tractem. tot 80 ■: - i Majors tradt. tot 60-:1 Adjud. tractem. 50-:i Chirurgyns traét. 40-:1 tamb. maj. traét. 12-:- tot jo-:- te zamen tot 494-:-ter lopende maand, en dus ten 42 dagen. 679: 7: 4 lloo De 39 Bernfche en Grizonde Comp. Switfchers te augmenteren, ieder met jo hoofden. 25728: 8: 9 NB. Aan deze Soldyen is gekort het furplus tot 2:-i4:over 50 hoofden per Comp. door de Capiteinen der voorfz. Comp. ingevolge Haar Hoog Mog. refol. van 25 Sep, 1749 tot hier toe genoten en onder de Soldyen der voorfz Comp. op den Staat van Oorlog Baande, begrepen , dog welk furplus moet komen te cesferen met 976 16357 n ƒ283909: 4: - G 5 het  to6 FEB. ZAAKEN VAN Soldyen en Stafs traktementen ten 42 dagen. Tranfport / 283969:4 - Paard. Hoofd. Voetvolk. 976 1^397 het ingaan der Soldyen van de te augmenteren 50 hoofden. 600 De 12 Switzerfche Comp. van het Regiment van Esfcher te augmenteren, ieder met jo hoofden. 9924:18: 8 NB. Aan deze Soldyen is gekort het furplus tot 2 -14 -: over 20 hoofden per Comp. voor de Capiteinen der voorfz.Comp.ingevolgeHaar Hong Mog. refol. van den aj Septb. 1749 tot hier toe genoten en onder de Soldyen der voorfz. Comp. op den Staat van Oorlog Baande begrepen , dog welk furplus moet komen te cesferenmet het ingaan der Soldyen van de te augmenteren jo hoofden. 600 De 12 Comp. Switfers van de Cantons Appenzel,Glaris enSchafbuizen van hetReg. van Boucquet te augmenteren ieder met 50 hoofden. 11240:11: 7 NB. Aan deze Soldyen is gekort het furplus tot 2-14-: over 10 hoofden per Comp. door de Capiteinen der voorfz. Comp. tot hier toe genote ingevolge Haar Hoog Mog. refolutie van den 25 Septb. 1749 en onder de Sol- 976 17597 ƒ305134:13:15 dyen  ïeb. STAAT EN OORLOG. 178Ï. 107 Soldyen en Stafs trafleinenten ten 42 dagen. Tranfport ƒ 305134:13:15 lard. Hoofd. Voetvolk, 97Ö 17597 , p ■ dyen der voorfz. Compagnien op den Staat van Oorlog (taande begreepen, dog welk furplus moet komen te cesferen met het ingaan der Soldyen van de te augmenteren 50 hoofden. Het voorfz. Regimeut . Switzers van Boucquet geaugmenteert wordende met 600 hoofden, zullen de Stafs traktementen van het zelve gebragt moeten worden op den voet der Stafs traktementen van de andere Switzerfche Regimenten, en dus vermeerdert met 4020-:-: in het jaar uitmakende ten 42 dagen. 462: i\: 6 88 leder der 4 Comp. Mineurs te augmenteren met 1 Lieut. 1 Sergeant a Corporaals en 18 gemeene Mineurs. 1664: S : - 495 Ieder der 15 Comp. Artillerie te augmenteren met 1 onder Lt. 3 bombadiers, 2 tambours en 2.7 canoniers. 8524:13: 9 790 Een nieuw batt. Artillerie van 5 Comp. ieder Comp. Berk 158 hoofden. I5i59 = 7- 6 iaoo Een Corp. van 13 Comp. tot de Zeedienst iederComp. fterk icO hoofden, waarvan 976 20170 ƒ 330945:11:4 hier  io8 feb. ZAAKEN VAN 1781. Soldyen en Stafs tradiementen ten 42 dagen. Tranfport ƒ 330945:11:4. Paard. Hoofd. Voetvolk. 97Ö 2OJ70 - hier agter een detail en lyst van Soldye volgt. 20029: 4: - ten 42 dagen ƒ 350974:15:4 en in 't jaar ƒ 3050138:11:6 Paarden Hoofden Cavahrie 83a 790 Dragonders 144 136 Infanterie 19244 976 20170 Detail en Lyst van Soldye van een Comp. van 100 hoofden tot de Zeedienst hier boven gemeld. Hoofden ten 42 dagen 1 Capitein . . . 158-;-: i Capitein Lieut. . 83-:-: 1 Lieutenant. . . 53-:"1 Sous Lieutenant. . 48-:-: 1 Vendrig. . . 48-:-: 5 Sergeanten a 24 -: ieder. 120-;-: 2 Tambours a 12-:ieder. 24-:-: i Chirurgyn. . . 41-8-: 1 Solliciteur. . . 12-:-: 14 Prima plans. . 587-8-: 17 Grenadiers a 12-17-:ieder 218-9-: 69 Fufeliers a 12-5-: ieder 845-5-: voor 't avantage van 5 Corp. 18-: -: 100 k6q-2-: af 4 die minder mogen werden aangehouden . . 49-:-: 9Ó /162C-2-5 Staat  peb. STAAT EN OORLOG. 1781. 109 Staat van het beloop der Recrutgelden, die zullen moeten goed gedaan worden by het efeéïueeren van de augmentatie van 's Lands Militie, met 976 Paarden en 20170 Hoofden. Cavalieric. Ieder der 6 Comp. van het Regt. gu- I ardes te paard te augmenteren met i Wagtm. en 5 gemeene Ruiters, waar onder 1 Corpl. komt voor 6 Comp. 36 hoofden en voor recrutgeld in plaats van 90, 97 Ryksdaalers, ieder leder der a nieuwe Comp. by het Regim. guardes te paard, zal beftaan uit 1 Trompetter en 40 gemeene Ruiters, waar onder 4 Corpor.komt voor de a Comp. 82 effecbive gemeenehoofden en voor recrutgeld in plaats van 90, 97 Ryksdaalers ieder. Ieder der 48 ordinaris 1 Comp. te augmenteren met 5 gemeene Ruiters, waar onder 1 Corpor.komt voor de 48 Comp. 240 gemeene hoofden en voor recrutgeld in plaats van 90, 97 Ryksd. ieder Ieder der 8 nieuwe Comp. te voegen by 't Regim. Orange Vriesland, om daar van te formreren a Regimenten, zal beftaan uit 1 Trompetter en 40 effeclive gemeene Ruiters , waar onder 4 Corpor. komt voor de 8 Comp. 328 effective gemeene hoofden en voor recrutgeld in plaats van 90, 97 R.yksd. ieder. / Dra- 8730: • : - 19885: - : 58200: • : - 7954o: - ; 166355: - : -  lio fee. ZAAKEN VAf Tranfport ƒ Dragonders. Ieder der 8 Comp. 6uardes Dragonders te augmenteren met i Wagtm. of Sergeant en 5 gemeene Dragonders, waar onder 1 Corpor. komt voor de 8 Comp. 48 gemeene hoofden en voor recrutgeld in plaats van 70, 77 Ryksd« ieder. Ieder.der 16 ord. Comp. Dragonders te augmenteren met 5 Dragonders, waar onder 1 Corpor. komt voor 16 Comp. 80 gemeene hoofden en voor recrutgeld in plaats van 70,77 Ryksd. ieder. Voetvolk. Ieder der 2 Comp. Grenadiers van het Regim. Hollanrifche Guardes te augmenteren met 13 gemeene hoofden, komt voor de 2 Comp. 26 gemeene hoofden en voor recrutgeld in plaats van 25, 32 Ryksdaalers ieder. leder der 4 nieuwe Comp. van het Regim. Hollandfche Guardes, zal beftaan uit 56 effective gemeene hoofden, de Tamb. en Corp. daar onder begrepen, komt voor de 4 Comp. 224 effecuve gemeene hoofden, en voor recutgeld in plaats van 25, 32 Ryksd» ieder. _ ieder der 63 Comp. Grenadiers Nationalen , Duuichers en Walen te augmenteren met 1 Sergeanten 9 gemeene Grenadiers, waaronder 1 Corp. komt voor de 63 Comp. en 630 hoofden en voor recrutgeld in plaats van 25,12 Ryksdaalers ieder. / 1 ■ ■ > 1 I 1731. i66355: - 9»4: - : 15400: - : - 2080: • : - 1792°: - : - 50400: - : - 161795: . : Ie-  fkb. STAAT EN OORLOG, 1781. in Tranfport j Ieder der 378 ordinaris Comp. nationalen , Duitfchers en Waaien te augmenteren met 1 Sergeant, 1 Tamb. en 4 gemeene hoofden, waar onder 1 Corpor. komt voor voor 378 Comp. 2a68 hoofden en voor recrutgeld in plaats van 25, 32 Ryksdaalers ieder. Ieder der 6 Compagnien Grenadiers Schotten te augmenteren met 1 Sergeant en 9 Grenadiers, waar onder een Corporaal, komt voor de 9 Compagnien 60 hoofden en voor recrutgelden in plaats van 25,32 Ryksdaalders ieder. Ieder der 36 ord. Comp. Schotten te augmenteren met 1 Sergeant, 1 Tamb. en 4 gemeene, waar onder 1 Corpor. komt voor de 36 Comp. ai6 hoofden en recrutgeld in plaats van 25, 32 Ryksdaalders ieder. Ieder der 126 nieuweordinarisComp. nationalen, Duitfchers en Waaien, zal beftaan uit 2 Tamb. en 48 effeétive gemeene Soldaten, waaronder4Comp., komt voor de 126 Comp. 6300 effective gemeene hoofden en voor recrutgeld in plaats van 25, 32 Ryksd. ieder. ■ Ieder der 12 ord. nieuwe Comp.Schotten zal beftaan uit 2 Tamb.en 48 effective gemeene Soldaaten, waar onder 4 Corp. komt voor de 12 Comp. 600 effeétive gemeene hoofden en voor recrutgeld in plaats van 25, 32 Ryksd. ieder. Het nieuwe Battaillon te voegen by het 1 Batt. van het 2 Regim. Orange Nasfau,zal beftaan deGrenadiersComp. uit 2 Tamboers en 57 effeétive gemeene hoofden, waar onder 4 Cjrp. en ƒ10169J5: . : - ie- r261395: - : - 181440: - : - 4800: - : 17280: - : - 504000: - : - 48000: - : -  na FEB. ZAAKEN VAN Tranfport ƒ ieder der 8 ord. Comp. uit i Tamb. en 48 effeétive gemeene hoofden, waar onder 4 Corp. komt voor de 9 Cnnp. 459 effeétive gemeenehoofden en voor recrutgeld in plaats van 25 ,32 Ryksd.. ieder. Het nieuwe Batr. te voegen by het a Batt. van het 2 Regim. Orauge Nasfati jnsgelyks ter Berkte van 459 effeétive gemeene hoofden, waar van het recrutgeld in plaats van 25, 32 Ryksd. bedraagt. Het nieuwe Battaillon te voegen by het 3 Batt. van het Regim. Waaien van G'enier insgelyks ter Berkte van 459 effeétive gemeene hoofden, waarvan het recrutgeld in plaats van 25 tot 32 Ryksdaalders ieder bedraagt. De 36 Bernlcheen GruonlcheComp. Swiczers te augmenteren roet hoofden ieder, te zamen iSco hoofden, waar van het werf en tranfportgeld tot 20 Ryksdaalers ieder bedraagt. De 12 Zurichfe Compagnien Switzers te augmenteren ieder met 50 hoofden , te zamen öco hoofden , waar van het werf en tranfportgeld tot 20 Ryksd. ieder bedraagt. De zes Comp. Switzers van de Cantons Appenzel, Claris en Schafhuizen van bet Regiment van Boucquet te augmenteren. ieder met jo hoofden , te zamen 600 hoofden , waar van het werf en tranfportgeld tot 20 Ryksd. ieder bedraagt. Ieder der !2 Comp. tot den Zee. dienst zal beftaan uit 2 Tamboers, 17 Grenadiers en 6j Fufeliers, 5 Corpor. daar onder begrepen , komt voor de 13 1016915: - : . 36720: - ; « 36720: - : - 367*0: - : - 90000: - : • 30000: - : * 30000: - : -  FSB» STAAT ÉN OORLOG, 1781. 113 Tranfport f 12 Comp. 1008 effective gemeene hoofden , waar van het recrutgeld in plaats van 25 tot 32 Ryksdaalers j ieder bedraagt. Ieder der 4 Comp. Mineurs te augmenteren met 18 gemeene mineurs 4 komt voor de 4 Comp. 72 gemeene hoofden, waar van het recrutgeld tot 25 Ryksd. voor ieder bedraagt. Ieder der 15 Compaenien Artillerie te augmenteren met 2 Tamboers en 27 Canoniers, komt voor de 13 Compa. gnien 435 gemeene hoofden, waar van het recrutgeld tot 25 Ryksdaalers voor ieder bedraagt; Ieder der $ nieuwe Comp. Artillerie zal beftaan uit 2 Tamboers 120 Canoniers 8 Timmerlieden en 2 Corp. van dezelve, komt voor de 5 Comp. 660 gemeene hoofden , waar van het recrutgeld tot 25 Ryksdaalers voor ieder bedraagt, ~~7 XXXI. Eerfie Commisfie ter Kaapvaart , door Zyne Hoogheid uitgegeeven. In dato 3 February 1781. WY WILLEM, by de gratie Gods Prince van Orange en Nas/au, Erfftadhouder, Erf-Gouverneur, Erf-Kapitein Generaal en Admiraal der Zeven Vereenigde Nederlanden, als mede Erf-Kapitein, Generaal en Admiraal van de Unie enz. enz. enz. Nademaal het den Koning van Groot-Brittanje goedgedagt heeft, zonder eenige Wettige reden, den Staat dezer Landen vyandelyk aan te tasten; dat de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden derli. DEEL. H h*U 1277075: - : 80640: - : 1 4500: - : « 27187:10:* 41250: - : 143C652:10: -  ii4 feb. ZAAKEN VAN 1781, balven genoodzaakt zyn geworden , alles by te brengen tot derzelver Wettige Defenfie , en teffens te gebruiken bet reclit, het geen aan den Staat, door het eigen doen van hoogstgedagten Koning, gegeeven word, om reciproquelyk zodanig te handelen , als tegen den Staat gehandeld word, en vervolgens ook aan denzelvcn Koning en deszelfs Onderdaanen allen afbreuk te doen , daar en zoo als zulks zal kunnen en mogen gefchieden : en dat door Anthony Ameloo , als Doekhouder. Adrianus Dubbeldemuts, van Gennep en Zoon en Dubbeldemuts van Dyk, als Commisfarisfen van eene Kaap-Reederye te Rotterdam, een Schip van Oorlog zynde uitgerust, genaamd de Figilantie , bemand met twee honderd koppen, en voerende tweeëndertig (lukken Gefchut, een getrouw, bekwaam en wel ervaaren perfoon , om als Kaptein daar over te Comniandeeren , diend gefield en gecommitteert, waar toe Ons is aerecommandeert den perfoon van Laurens Hendrik Ce, Ons verzoekende, dat Wy hem met Onze Cómmisfié , daar toe nodig , geliefden te doen voorzien : Zoo is 't, dat Wy het zelve , als tendeerende tot nfweeringe van verdere onheilen , tot bevorderinge van den welftand en de veihgheid der gemeene Commercie en Navigatie deezer Landen, in behoorlyke coufi. deratie hebben genomen , en daar benevens geinformeert zynde van de bekwaamheid en vroomheid van den voornoemden Laurens Hendrikfe , denzelven tot Kapitein van het voorfchreeven Schip gefield en gecommitteerd hebben , gelyk Wy hem (tellen en committeeren by deezen , met last en Authorifatie, om het voorfchreeven Schip te voorzien van alzulke Officieren en Bootsgezellen , als hem goeddunken en belast worden zal , en dat hy voorts alom by Retorfie zal mogen aantasten en neemen alle, zoo Oorlogfcheepen en Commisfievaarders, als Koopvaardyfcheepen en Goederen , onder het gebied van den hooggedagten Koning van Croot-Brittanje behoorende, of zyne fubjeclen toekomende , of van daar of elders, op deszelfs beftellinge uitvarende of invarende , zonder onderfcheid van plaatfen , zoo wel binnen als buiten Europa : welverBaande , dat hy , onder pratext van deeze , niet zal mogen befchadigen eenige Kooplieden of Ingezeetenen • ° van  »f«. STAAT EN OORLOG, 1781. iis Van de meergenoemde Vereenigde Nederlanden, noch de goede Vrienden derzelven , of die geenen , waar mede dezelve in goede Alliantie of Neutraliteit zyn ftaande, ten welken einde hy Kaptein gehouden word zich te reguleeren naar den Artykelbrief of de Ordonnantie , hem voor te houden ; gelyk mede alle Buiten óf Pryzen, die hy zoude mogen veröveren, behoorlyk te leveren in banden van het Collegie ter Admiraliteit, onder welks District hy is uitgevaaren, om by het zelve wettelyke kennis genomen te worden van de deugdelykheid of ondeugdelykheid van dien, en behoorlyke verdeeling daar van gemaakt te worden , volgende de Ordonnantie, daar op gemaakt of nog te maaken ; en voorts behoorlyke Cautie te ftellen voor de Raaden ter Admiraliteit, waar het Schip is afvaarende, en bovendien een pertinent Journaal te houden van zyne reize , en het zelve na dat hy ingekomen zal zyn, over te leeveren aan het voorfz. Collegie. Wyders zal hy en zyne Officieren uit alle de Scheepen, die hy zal veroveren, met zich in de Nederlanden voorfz. brengen den Kaptein , Opper-Schipper en de Opperkoop. luiden , of eenige van de andere Officieren ; ten ware hy die veroverde Scheepen hadde ledig en zonder Volk vinden dryven : doch , zoo namaals bevonden wierd^ dat hy de voorfz. Officieren uit hunne Scheepen gejaagd of ergens aan Land gezet hadde, in zulke gevallen zullen zoo wel de voorfz. Officieren , als de voorfz. Kapitein, arbitrairlyk of zelfs naar gelegenheid van zaaken , met den dood, zonder eenige genade, geftraft worden. Op alle 't welke hy voorts fchuldig zal zyn, den behoorlyken Eed van getrouwheid te doen aan de refpecbive Collegien ter Admiraliteit, verzoeken, de dienvolgende alle Koningen , Republieken , Potentaten en andere Perfoonen , van wat ftaat ^ digniteit ^ ampt en conditie dezelve zouden mogen weezen , den voornoemden Laurens Hendrikfe voor onzen Kaptein ten einde voorfz. , te willen erkennen , en hem dienvolgende alle faveur en goede bevordering te betoonen; 't welk Wy jegens een iegelyk, naar zyne Hoogheid , ftaat en qualiteit, willen verdienen en erkennen. Ordonneerende en beveelende daar nevens wel expresfelyk.allen Overften, Lieutenants-en Vice-Admiraalen,• H 2 Ka-  llö feb. ZAAKEN VAN 1781. Kapiteinen, Bevelhebberen en voorts alle andere , in dienst der gemelde Vereenigde Nederlanden en onder Onze gehoorzaamheid weezende , den voornoemden Laurens Hendrikfe , voor onzen beftelden Kaptein te houden en erkennen , en hem , in het volbrengen van deezen zynen last, alle hulpe en asfiftentie te verleenen. XXXII. Copie van een Misfive van den Gezant van Portugal aan den Heer Smisfart, Ambasfadeur der Staaten aan dat Bof. In dato 5 February 1781. myn heer! Uitkragt der Oorlogsverklaring tusfehen Groot-Brittannien en H. Hoog Mog. is het nodig dat H. A. G. M. in aanmerking neeme , welke maatregelen moeten gebruikt worden, ten opzigte der Bipte Neutraliteit, die zy voorgenoomen heeft in acht te neemen; en dewyl aan de Oorlogende Mogendheden niet geoorloofd is , Oorlógfcheepen in de Havens van dit Koningryk te hebben, zoo heeft H. A. G. M. my gelast, U zulks bekend te maaken, ten einde de Hollandfche Scheepen, indien hun verblyf te lang in deeze Havens duure, geen reeden geeven, om van de gezegde Neutraliteit aftewyken ; waar van ik Uw kennis geeve tot Uw Nas richt. Terwyl U wensch van Nut te zyn, bid ik God3 dat hy U nog veele jaaren wil bewaaren. Belem den j February 1781. Uwe zeer Onderdanige Dienaar ayres de sant melo. XXXIII.  b. STAAT EN OORLOG. 1781. 117 XXXIII. Refolutie van Hun Hoog Mogenden, op de Verklaaring der Heeren Staaten van Zeeland, van den 2a Janury 1781, nopens het toetreeden tot den Oorlog met Engeland. In dato 6 February 17 81. Is gehoord het refport van de Heeren Brantfen en andere , H. Hoog Mog. Gedeputeerden tot de buitenlandfche Zaaken, hebbende in gevolge en ter voldoening van H. Hoog Mog. Refolutie Commisforiaal van den 8, 22 en 29 der voorledene maand geëxamineerd de verfcheide Refolutien van de Heeren Staaten van Zeeland by de twee eerBe van dezelve Berke inftantie doende, om de gefchiilen tusfehen het Ryk van GrootBrittannien en deezen Staat gereezen, by wegen van onderhandeling en Negotiatie te vereffenen, en by de laatfte van dezelve, na eene Justificatie van de Conduite in deeze Conjuncbuure gehouden , Confenteerende in de provifioneele mefures, by H. Hoog Mog. in 't werk gefield tegens de Vyandlykheeden der Engelfchen, met geen minder aandrang, om als nog den weg van Negotiatie in te flaan. — Waarop gedelibereerd zynde, is goed gevonden en verftaan, dat de Heeren Staaten van Zeeland by Misfive zal worden geprajfenteerd, dat H. Hoog Mog. geëxamineerd hebbende derzelver refpeéhve Refolutien, den 8 , 22 en 29 der voorleedene maand ter Vergadering ingebragt, ten uiterfte gevoelig zyn aan de verzekeringen, welke daarby gegeeven worden , van in deeze haehelyke omftandigheden te zullen concurreeren tot alle mefures, welke de beste en efficacieuste zullen worden geoordeeld tot afweering van den Vyand, en ter bevordering van een fpoedigen vrede: — Dat zy dit gaarne aanzien als een nieuwe blyk van haare trouwe aan het Bondgenootfchap, maar dat H. Hoog Mog. wel gewenscht hadden, dat Hooggemelde Heeren Staaten op het oogenblik, dat zy zig herinnerende de verpligtingen, welke het Verbond van Unie vorderd, hunne hulp en concurrentie aanbieden, en de eendragt en cordaatheid aanmerken, als het eenigfte middel, waar H 3 door  ?i8 feb. ZAAKEN VAN J781, door de Staat, onder Gods zeegen, kan worden behoii* den, niet waren getreeden in eene recupitulatie van reedenen, op welke het aan H. Hoog Mogende onbekend was, dat haare fustenues waren berustende : —-- Dat het aan H. H. Mog. tot geen minder genoegen zoude hebben verBrekt, wanneer de toezegging van hulp, en van eene onwrikbaare aanklevinge aan de gronden van Confederatie, niet was vermengd geweest met referves , welker vooruitzigt de zoo hoog nodige Harmonie , en het vertrouwen tusfehen de Bondgenooten niet opwakkert, en dat in 't byzonder de Heeren Staa? ten van Zeeland niet hadden vernieuwd haare vorige ïnftantien tot het entameeren van Negotiatien met het Hof van Engeland : -— Dat H. H. Mog. door deze handelwyze byna in de noodzaakelykheid worden ge* bragr, om op hun te neemen een onaangenaame rescontre van eenige min gevoeglyke argumenten; dat het thans de tyd niet is , om met de pen te twisten , en dat ook de discusCe, van het geene gedaan is, en tot confervatie van de eer van den Staat en het regt der Ingezeetenen , behoudens de Unie , heeft konnen en moeten gedaan worden, voor het jpgenswoordige weinig nut zou kunnen aanbrengen, geprefereerd hebben, op het voorbeeld van Hooggemelde Heeren Staaten zelve , die aberratie , zoo zulks onverhooptelyk nodig is , tot paifi^eler gelegentheeden te verfuhuiven : . Dat H. H. Mog. zig egter niet konnen difpenfeeren , om , voor zoo veel alle de voorfz. Refolutien onophoudentlyk tendeeren tot verzoek , om alle pogingen aantewenden, ten einde de gereezen gefchillen met En. geland door den weg van Negotiatie te termineeren, aan de Staaten van Zeeland te reprefenteeren: — Dat H. H. Mog. van den aanvang der moeilykheeden, welke tusfehen de Kroon van Groot-Britunnien en dezen Staat zyn omftaan, nooit zyn afgeweeken van haare fentimenten van Vredelievendheid , en alle hunne Demarches , voor zoo veel die mqt hunne eer en veiligheid konden beftaan, daar toe voornamentlyk meede zyn ingerigt geweest, om den Vreede beftendig te doen zvn , en re vrkndlchap met hunne oude geallieerden duurzaam te makeni —~ Dat H. H. Mog» ook waarlijk begrypen , dat het Staatkundig belang, zoo van hst  fes. STAAT EN OORLOG. 1781. «9 het Ryk van Groot-Brittannien, als van de Republiek, nimmer kan zyn , om zig onderling te bederven , en dat tl. H. Mog. mits dien nooit eenige gefchtkte en gepaste middelen ter verkryging van een honorahelen en beBendigen Vreede zullen verzuimen , of uit het oog verliezen; — maar dat , gelyk alle gelegendheeden ten allen tyde niet even opportuun zyn , en eene Mogendheid , welke is gekomen tot her rydfbp , dat zy zig zorgvuldig moet wagten, haare Corfi teratie in Europa te verliezen, tot geen Bap moet overgaan, die haar met reden van eene laage toegevendheid zoude doen verdenken; zoo ook in het tegenwoordig geval, geene onderhandeling, zonder krenking van de eer en independemie van den Staat , kan worden aangeboden : Dat H. H. Mog. aan de penetratie van de Heeren Staaten van Zeeland te kort zouden doen , wanneer zy in een wydlopig detail kwamen te treeden van de redenen , die de acbueele ougelchiktheid van zodanig een aanbod tot de evidentie toe zouden konnen demonftreeren : - Dat het genoeg zal zyn Hooggemelde Heeren Siaaten met weinige woorden te doen oblèrveeren, dat H. H. Mog. van het begin der troubles tuidchen de Kroonen van Engeland en Frankryk, geadopteerd hebbende bet SyBema van eene exacte Neutraliteit, zy vervolgens een zodanige cynofure hebben moeten houden . dat, door aan de eene zyde ten voordeele van het Ryk van Groot-Brittannien re concerteeren eene fchikking , tot haar gevolg hebbende eene afwyking van een plegtig Traktaat , de zekerheid en veiligheid van den Staac aan eene andere kant niec in de weegfchaal kwamen te Bellen: -— Dat op die gronden ook alle onderhandelingen , als zeer bedenke]yk hebben aangezien; dog niet te min aan alle mogelyke infchikkelykheid hebben plaats gegeeven , en ge. tragt door den weg van moderatie , en zonder betoning van een ernftig, hoe zeer anders gepast resfentiment over de inbreuken , welke op haare digniteit en de regten haarer Onderdaanen gedaan wierden , de vriendfchap met zyne Groot-Brittannifche Majefteit te onderhouden : — Dat Zy des onaangezieri het ongeluk gehad hebbende , van haare amicaale pogingen beantwoord te zien met dagelyks toenemende depr^datien , H 4 £e-  ie© feb, ZAAKEN VAN 1781. geweHenaryen , en, met de independentie van eene Souveraine Mogendheid onbeftaanbaare , bedreigingen , H. H. Mog. vervolgens op de zoo onverwagte, als edelmoedige uitnodiging van Haare Rus-Keiz-rlyke Majelteit zig genegen hebben getoond , en te gelyk geÖordeeld met het jegenswoordig belang van den Staat overeentekomen, om dezelve te aecepteeren, en in onderhandeling te treeden over het geconcipieerde Plan van eene gewapende Neutraliteit tot befcherming van de vrye Navigatie en Commercie van wederzydfche Onderdaanen, met dat gevolg, dat thans deeze gewigtige zaak tot confidentie gebragt , en het Traftaat, waarvan andere Noordlcbe Mogendheeden deelgenoo- ten zyn, werkelyk is gefloten. Dat vermits dien H. H. Mog. zyn gebragt onder eene verpligting , aan welke de goede trouw, en de opregtheid hunner handelingen nimmer konnen toelaten , eenige atteinte toetebrengen , en by nader gevolg zig ook niet kunnen inlaten in eenig voordel tot het entameeren van Negotiatien , en het doen van voorflagen , welke met deze hunne verbintenisfen itrydig zouden konnen zyn , en het wettig regt van hunne Ingezeetenen zouden verkorren , gelyk onwederfprekelyk alle de zodanige zou. den wezen, welke het weezenlyk en voornaam misnoegen van Zyne Groot-Brittannifche Majedeit zouden konnen wegneemen. Behalven dat ook door de zoo onvriendelyke , als on regt vaardige aanval van de Kroon van Engeland, en het vertrek van wederzydfche Ministers, de zaaken tot die extremiteit en gefteldheid zyn gebragt , H H. Mog. al waren de voorn aam de objecten van het gefchil fusceptibel aan eene facile vereffening , en zy door geen engagementen gebonden, nogthans geen ftap konden doen tot aanbieding van Negotiarien, zonder de eer en onafhanglykheid van de Republiek , die met goed en bloed van haare Voorouders zoo duur gekogt is, in het uiterde gevaar te Bellen, en den Staat , die haar, weleer zoo refpecbabel, aanzien reeds zedert langen tyd heeft moeten zien verminderen , voor het oog van gansch Europa geheel veragt te maken : — Dat H. H. Mog. zig vh yen , dat deze redenen by eene nadere en bedaarde reflectie y.an alle deze omftaudigheeden, aan de Heeren Staaten  peb. STAAT EN OORLOG. i?8l. ia1 van Zeeland niet ongegrond zullen voorkomen, en dat mitsdien op het ernBigfte verzoeken , dat Hooggemelde Heeren Staaten van alle verdere inftantien ten bovengemelde einde gelieven af te zien, en integendeel, zoo door de ratificatie van de geflotene conventie met Haare Rus-Keizerlyke Majefteit , als door het dragen van prompte confenten in de voorgeflagene middelen tot Defenfie van den Staat, zoo ter Zee' als te Lande , willen helpen tot gewenscht effect, brengen alle mefures , dewelke de prefente fituatie van zaaken ten uiterden noodzakelyk maakt : — Dat zy voorts alle fbancieele corfideratien , zoo veel het immer mogelyk is, ter zyde (tellende, haare te dragene confenten wil. leri bekragtigen , en daar door eene genoegzaame gerustheid geven, dat Hooggemelde Heeren Staaten den last des Oorlogs niet geheel willen fchuiven op de fchouders van hunne Bondgenooten, die uit eene zuU vere liefde voor hun Vaderland, en het welvaren hunj.§r Ingezeetenen werkzaam geweest, en ongelukkig in boftiliteiten zyn ingewikkeld ; maar dat het hun ernst is, de handen dadelyk mede aan het werk te Baan, en als een getrouw Bondgenoot, met al haar magt en vigueur, den Vyandelyken aanval te helpen afweeren : — Dat eindelyk de Heeren Staaten van Zeeland de oude waare patriotifche gevoelens , waar door wel eer hunne Ingezeetenen zig zoo zeer hebben gediftingueerd, op nieuws willen opwekken , en dezelve aanmoedigen tot activiteit, en 't by de hand neemen van alle zodanige middelen , waardoor zy den Vyand afbreuk zouden kunnen doen , de Commercie bevorderlyk zyn, en haare geleedene fchaade vindiceeren. — Dat H. H. Mog. zig geconvinceerd houden , dat alleen zulke pogingen een vaste grond konnen leggen tot waare eendragt in den Staat i offchoon in haare middelen van Defenfie verzwakt, egter tot die laagte nog niet is gekomen, dat zy zig behoeft op te offeren aan de heerschzugt haarer Vyanden , wanneer de gezamentlyke Bondgenooten met zoo een opregte eensgezindheid en cordaacheid gerefolveerd zyn , om , onder jnwagtinge van Gods zegen , en de medewerking van een Vorst , wiens roemrugtige Voorvaderen in tyden , die misfchien bekommerlyker waren , dan de tegensH 5 woor-  122 feb. ZAAKEN VAN 1781. woordigen , zoo menigmaal 't gebouw van Staat hebben onderfchraagt , goed en bloed optezetten voor de befcherming van hunne regten en vryheid. — De Heeren Gedeputeerden van de Provintie Zeeland hebben geinhareerd de Refolutien van de Heeren Staaten, hunne principaalen, op het voorfz. fubject ter Vergaderin» ge H. Hoog Mog. ingebragt. XXXIV. ExtraEl uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West ft iesland; wegens een Plan van augmentatie der Landmagt, Dingsdag 6 February 1781. Ontfangen een Misfive van de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden , gefchreeven 'sHage den 2 deezer, waarby met voordel en aandrang, der reede van noodzaakelykheid, aan Haar Kd. Groot Mog. toezenden — Copie van een nader Plan tot augmentatie van 's Lands Militie, by zyn Hoogheid en den Raad van Staaten geformeerd , en by haar overlegt , zynde daarby het getal dat in 1778 was vöorgeflangen tot een augmentatie van 14000 man , voor het Corps Attileristen , en een Corps van 1200 man , tot den Zeedienst ; waar van de Soldy en Tracbmenten der Stafofficieren zullen beloopen ƒ 3050138 : 11:6: als meede de Recrutgelden zyn gecalculeert op ƒ1430652:10: — en zulks voor 976 paarden, en 20170 man alles breeder hier na geinfereerd. Waarop gedelibereerd, en de Copie Misfive met het bygevoegtle Plan van augmentatie verzogt is door de Heeren van de Ridderfchap en Edelen, om het zelve nader te examtneeren , en de verdere Leeden om daar op te verdaan de Intentie van de Heeren hunne principaalen , is de finaale Refolutie uitgedeld tot nadere Deliberatie, XXXV.  feb. STAAT EN OORLOG. 1781. 123 XXXV. Concept-Refolutie, op de Suppletie aan de fchaarsheid van het Zeevolk. Ingeleverd in de Vergadering van Hun Ed. Groot Mogende dn Heeren Staaten van Holland en Westfriesland, op de Propofitie van Heeren Gedeputeerm den der Stad Amfterdam. In dato 1 February 1781. Is goedgevonden en verdaan, de Heeren Gedeputeerden ter Generaliteit te verzoeken om ter Vergadering van Hun Hoog Mog. opening te doen. Dat hoe zeer men zig op informatien , dat een Premie van vyftig guldens een genoegzaame uitlokking w'erdt geoordeeld, by de zulken, die gangelyke met her Zee. volk omgaan, had gevleid, dat met de itilftaande Cotnmercievaart, Volk tot 's Landsdienst te vinden zoude weezen, en daarom by het Plan van de Petitie van den j January deezes Jaars zig had geborneert, om voor Aanwervinaskosten maar vyftig guldens per hoofd voor de ontbreekende manfchap te vraagen, de ondervinding doet zien, dat die en hooger Premie alreeds door de Collegien ter A imiraliteit uitgelooft, het gewenschte erfecb niet voortbrengen, maar dat de Wervingen flap voortgaan, en dat als dezelve niet merkelyk verbeeteren , de dienst van het Land niet kan gedaan worden. Dat vervolgens aan de Collegien ter Admiraliteit in de plaats van vyftig guldens per hoofd honderd guldens R.ecrutgeld behoord te worden toegelegd, en den Raad van Staate verzogt , daar toe vervolgens een Petitie fuppletoir aan Hun Hoog Mog. te doen toekomen ter fomme van ƒ 46 2500: — te verdeelen tusfehen de Collegien ter Admiraliteit, volgens de Staaten, waaruit geformeert is de Petitie van den 5 January 1781, en op die Petitie, waarin geen termynen te pas komen, dadelyk de geheele fomme te furneeren. Dat vervolgens aan de Collegien ter Admiraliteit behoort te werden aangefchreeven, om in de Wervingen zoo veel mogelyk te doen volgen den voet, waarop de leeyering van den derden Man door de Commercie is ge.  U4 fsb. ZAAKEN VAN 1781. gedaan , dat dienvolgende voortaan voor iedere drie Man , die een Aanbrenger aan Boord van 's Lands Scheepen levert, mits daar onder zyn een jong bevaaren Matroos gezond en fris van Lyf en Leeden , een welgemaakte Soldaat, en een ligte Matroos, door de Capitein, aan wiens Schip dezelve geleevert worden, genoegen meede neemt (daar rekening van zal worden gehouden met alle de geene, die zig als Aanbrengers van Volk op doen, mits de bevaare Man altoos eerst geleevert worde) zal worden betaald driemaal vyfentwintig Ducaaten; dat om egter het beste Volk, het welk zig zelve aangeeft, niet te noodzaaken om aan de Aanbrengers van Volk over te geeven om dienst te krygen, maar het zelve vry te laaten en belooning na haare capaciteit te doen hebben, ook aan de Capiteinen zal worden in handen geBeld een goed deel Penningen , met belofte dat hem voor ieder bequaam perfoon , die zig zelve opgeworven zullen hebben, en by de generaale MonBering aan Boord fisteeren, zal werden goed gedaan vyf. entwintig Ducaaten. Dat om verder weg te ruimen de zwaarigheden, die van 's Landsdienst dehorteeren; Offchoon het in voorige Oorlogen daar voor is gehouden, dat de Gagien van 's Lands-Zeevolk, wanneer het mogt gevangen worden, ophielden met den dag van het overgeeven van het Schip, maar zorge is gedraagen om hun in haar gebrek te foulageeren, behoord te worden gezorgt, dat de gevangenen niet verloopen door gebrek , en in Vyands dienst overgaan, maar dat zy op een reguliere wyze in haar gebrek gefoulageert worden, en dat de Maandcedullen, die het Zeevolk gewoon is te verpanden, om by voorraad geld op te neemen, cours houden. Dat ten dien einde behoord te worden vastgeBeld , dat eenig Volk gevangen wordende aan de Cedulhouders, het zy Vrouwen, Kinderen of andere Naastbeftaande van het Zeevolk, het zy Vreemden , op de Maandcedul zullen worden betaald, vyf Maanden, de maand by de Monftering aan Boord betaald wordende, daar onder begreepen, te reekenen voor de Scheepen , die voor 1 December 1780 in Werving zyn geweest van de Kokfchafiing af, en voor de Scheepen, die daar na in  rEB. STAAT EN OORLOG. t78i. t7$ in Werving zyn gebragt, of gebragt zullen worden, van de dienstneeming af, al was het dat die gevangenneeming voor die tyd voorviel. ' _ Dat verder aan de Manfchap by den Vyand gevangen geduurende haare gevankenis zal blyven betaald worden de halve Gagie, zoo dat aan de Houders van haare Maandcedullen, voor Vrouwen , Kinderen, Ouderen en diergelyke, zal worden betaald de helft van dien, en aan de Manfchap zelve, ter plaatfe daar zy zig bevinden, boven de kost, die haar verftrekt wordt, de wederhelft van de voorfz. halve Gage. Dat verder de Heeren Staaten van de refpeétive Provincien behooren te worden verzogt, om ieder in den zynen de Magiftraaten van de refpecbive Steeden en Dorpen te verzoeken en te ordonneeren, om ieder in den haaren zodanige devoiren aan te wenden, als dezelve van de beste operatie zullen meenen te weezen, om het Bootsvolk aldaar nog leeg gaande, tot het aanneemen van den dienst ter Zee te beweegen, en die voorzieninge te doen, ten einde aan de Perfoonen die bekwaam zyn, om haar in dienst te Water te laaten era. ploveeren, nog aan derzelver Familie geen verder onderhoud of fubfidie, wegens de Diaconie of den Armen moge worden uitgereikt, om dezelve tot den voorfz. dienst te fpoediger te necesfiteeren , en dadelyk te doen opneemen en aan Boord zenden alle Lediggangers, die van haare Kostwinning geen behoorlyke]rekenfchap kunnen doen. Als meede om door de Steeden en Dorpen, na adve. nant van ieder vyftig Huizen te doen furneeren, en effeétive te doen leeveren een bekwaam en ervaaren Man , voor den welken by de Collegien ter Admiraliteit zal worden gegeeven vyfentwintig Ducaaten Premie of Handgeld : en aan dezelve vervolgens by de Collegien zal worden betaald de gewoone Soldye van het Land, ten waare een andere proportie, als na advenant van ieder vyftig Huizen, by voorbeeld de proportie, waar na het listen van Waardgelders in den jaare 1747 is aangefchreeven, convenabeler mogt worden gevonden. Dat eindelyk behoort te worden vernieuwt het generaal Pardon, en opontbod van Zeelieden, en verbod van vreemde dienst, by H. H. Mog, Placaat van den 11 Mny  i2 ten , dat de Lord Stormont zich daarvan willende bedienen , aan den Grave van Weideren, weigerde de boven., gemelde verklaaring aan te neemen , door hem ingefchrift te antwoorden, dat hy hem niet konde aanmerken als een Minister van eene Mogendheid in vriendfchap, na dat hy hem dit Manifest des Konings had aangekondigd» Terwyl het gemelde Manifest, (het geen merkwaardig is) aan den Grave van Weideren gezonden wierd een uur voor dat tydftip, op 't welk Lord Stormont daags te vooren bepaald had aan gemelden Grave een gefprek met hem te houden , na herhaalde aanzoeken Dat voorts, alhoewel in 't gemelde Manifest van de toetreeding der Republiek tot de gewapende Neutraliteit, de beweegreeden is tot de gevoeligheid van zyn Britfche Majefteit, en dezelve vervoerd heeft tot een opentlyke aanval tegen de Republiek, door aanftonds een menigte Koopvaardyfcheepen te bemagtigen, die aan hunne Onderdaanen toe behooren, gelyk ook van eenige Oorlogfcheepen. Dat het Manifest zelfs van zyn Majefteit het begmzel van haat genoegzaam ontdekt, in zoo verre dat onder de voorgewende reeden van beleediging tot billyking moeten dienen van de Vyandige flappen tegen de Republiek, daarin bygebragt is , dat zy zich .Neutraal verklaard had , zonder dat het Cabinef van St. James zich verwaardigde aan te merken , dat dit antwoord de Noordfche Mogendheeden kon beleedigen., aan welke de Tradiaten tusfehen Engeland en de Republiek volkomen onbekend zynde , niet konde geacht worden een Traktaat van Neutraliteit te fluiten met eene Mogendheid, welke zy niet oordeelde wettig Neutraal te zyn in den tegenwoordigen Oorlog: en zonder aan te merken dat deeze Vryheid van te Onderhandelen, door Engeland zelfs buiten alle twyfel gefield was, dewyl het door zyne opfchorting van 't Tradtaat van 1674 den 17 April 1780 gedaan verklaard hadt: De Republiek voortaai. a's een Neutraale Mogendheid te zullen aanmerken niet bevoorrecht door eenig Tradtaat» Dat de Haat van Engeland (om de bovengemelde reeden) noch klaarder blykt uit het verwyt aan de Republiek in gemelde Manifest gedaan, dat zy het toevoeren van  feb. STAAT EN OORLOG. 1781. 129 van Scheepsbehoeften naar Vrankryk bevorderd en begunftigd heeft, door een opfchorting van de Rechten op die Koopwaaren, terwyl het waar is, dat die opfchorting geen plaats gehad heeft, en dat de Republiek het Recht had, om dat Tranfport te doen, niet alleen geduurende het beftaan van 'tTractaat van 1674, maar ook volgens de Reegel door de Neutraale Mogendheeden door de overeenkomst van 't Bondgenoodfchap voorgefchreeven. Dat eene verdere onderzoeking vin dat Manifest overtollig zoude zyn , dewyl Zyne Maj. zelve de waarde daar van genoeg kan fchatten, en daar en boven overtuigd zal zyn, dat het gedrag van H. H. Mog. van 't begin der Troubelen af ten opzigte van rtmerika klaar getoond heeft, dat zy de opgeftaane Colonien van America geenzints begunftigd hebben; getuigende dit zelfs aan Engeland de toegeevendheeden, waartoe de Republiek geenzints verplicht was , door de bepaaling der Koophandel haarer Colonien, door het verbieden van Scheepen onder het Convoy te neemen, die met Scheepstimmerhout gelaaden waren , en door het terugroepen van den Gouverneur op St. Euftatius, op de ongegronde klagten van 't Engelsch Ministerie; toegevendheeden , die betaalt zyn met den aanval, en 't neemen van 'c Convoy onder den Grave van Byland, met de fchending van 't Grondgebied der Republiek, en met het wegneemen der Americaanfche Scheepen onder 't Fort St. Martin , dat dewyl H. H. Mog. dat Syfthema van gematigtheid getrouwelyk gevolgd zyn, het klaarblykelyk is, dat de gevoeligheid van zyn Britfche Majefteit niet anders kan aangemerkt worden, dan als een uitwerking van den Haat , wegens de geflootene Verbintenis der Neutraliteit, en dat H. Hoog Mog. gevolglyk volkomen grond hebben, om den Inhoud der 7, 8 en 9 Articulen van dat Verbond op te eifchen, welke de grondflag uitmaaken van de Verbintenis van de Neutraliteit met Hun Keizerlyke en Koninglyke Majefteiten geilooten ; dat 'er dus geene zwaarigheid kan overblyven, om aan H. Hoog Mog. als geallieerden de Verbintenisfen te vervullen, die genomen zyn uit kragt van de bekende overeenkomst, tot welke zy moeten aangemerkt worden als toegetreeden te hebben, op het ogen. II. weku 1 blik  l3o feb» ZAAKEN VAN 1781. blik zelfs, toen dit Bondgenootfchap vastgefteld enge. Booten is door Hunne Hoog Mogende in den Hage, en dat hunne Verklaring afgezonden is aan de Oorlogende Mogendheden, in zoo verre, dat indien Hunne Hoog Mogende met recht te klaagen hadden over een daad van belediging of aanval tegen hen begaan, welke konde herfteld worden door de gemeene voorBellingen te doen, van de zyde hunner geallieerden, zouden zy aangeboden hebben hunne hulpe te verzoeken , om zodanige bezwaaren te herBellen , liever dan tot de wapenen toevlugt te neemen; — maar nu H. H. Mog. zig vyande]yk aangevallen zien, door zyne Britfche Majefteit, by gelegendheid en uit haat over de gemelde Verbintenis, zoo vinden zy zich verplicht, zich te verdeedigen en de aanval op dezelve wyze aftekeeren, als dezelve gedaan is, door de eerfte Vyandelykheeden die tegen hen begaan zyn , met Vyandelykheeden te betaalen , zich voor 't overige verzekerd houdende, dat de Mogendheeden Bondgenooten geen zwarigheid zullen maaken, om aanftonds eene gemeene zaak te maaken met hun, om aan de Republiek die voldoening en herftelling te bezorgen , welke haar door zoo een onrecbtvaardigen als geweldigen aanval is aangedaan , en dat zy met H. H. Mog. wel de verdere fchikkingen zullen willen maaken, die de tegenwoordige omftandighee. den vereifchen , het welke Hunne Hoog Mog. op de dringende wyze verzoeken, en met zoo veel te meer verzekerheid verwachten, als zy zich innig verzekert houden, dat de grootmoedige en billyke gevoelens, welke Hunne Keizerlyke en Koninglyke Majefteiten bezielen, hun niet zullen toelaaten te gedoogen , dat de Republiek het flagtoffer worde, van zulk een roemruchtig alsbillyk begreepen Staatsftelszel, tot handhaving van het recht der Neutraalen, wyl de Republiek alleen blootgefteld aan de gantfche Onftuimigheid van dien Onrechtvaardigen aanval van Engeland, daar tegens nauwelyks zoude kunnen beftaan , en daar door gevaar loopen , geheel onnut te worden voor 't Bondgenoodfchap. Om deeze reedenen dringt de ondergetekende aan op de beweegreedenen, boven aangeweezen , volkomen overtuigd, dat de Ratificatien van 't Tradtaat te Petersburg getekend, ten fpoedigften zullen gefchieden, en heeft de  kb. STAAT EN OORLÓG*. i?8i. 131 de Eer op uitdrvtkkelyk bevel zyner Meesters, de vervulling der 7, 8 en 9 Articulen van het gemelde Tractaat op te eistenen, en daar in gevolge een prompte en genoegzaame hulp te verzoeken van Zyne Majefteit , wiens grootmoedige en billyke gevoelens aan geheel Europa bekent, hem niet zullen toelaaten zyn roemwaardig werk te verlaaten. De vriendfchap en genegentheld Zyner Majefteit voor H. Hoog Mog. fchynt hun reeds vooruit te verzekeren van de byftand die zy van hem verwagten, en aan den Ondergetekende een antwoord te beloven, zoo fpoedig als voldoende, waarop hy moet aandringen met zoo veel te meer yver , als eiken dag groote en onherftelbaars fchaade aan de Republiek veroorzaakt, Gedaan te Stokholm, 8 February 1781. (was get.) d. w, van lynden. XXXVIL Placaat van de Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden', waar by verboodett wordt het werven van Bootsvolk voor vreemde Dienften , en aan de Zeelieden om zich daar in te begeeven} als meede vergiffenis verleend wordt aan de zulken , die uit 's Lands dienst te Water zyn weggeloopert. In dato 9 February 17Si. De Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, allen den geenen, die dezen jegenwoordig zullen zien ofte hooren leezen, falut; doen te weeten: alzoo wy zekerlyk berigt zyn, dat eenige vreemde Perfoonen , en ook eenige Ingezeetenen deezer Landen contrarie onze voorgaande Placaaten, veel Zeevarende Luiden deezer I 9. Lan=  i32 feb. ZAAKEN VAN 1781. Landen zoeken te induceeren, om hun te begeeven in vreemde Dienften, zoo wel ten Oorloge, als tot Koop. vaardye en Visfchery ter Zee, en dat ook verfcheide Ingezeetenen door beloften en premien zig begeeven in de voorfz. Dienften, en niet zelden direct op Scheepen van vreemde Natiën, de Havenen deezer Landen frequenteerende , allen tot deezer Landen grooten ondienst en prejudicie, laatende veele van dezelve hunne Vrouwen en Kinderen blyven tot lasten van de Steeden , daar ze gewoond hebben , waar tegens nodelyk dient voorzien, om deeze Landen van Inlandsch Krygs en Scheepsvolk niet te laaten ontblooten, inzonderheid alzoo hetzelve jegenswoordig alhier ten dienfte van den Lande genoegzaam geümployeert kan worden , en wy geneegen zyn aan Bootsgezellenen en Matroofen, en andere wie het zouden mogen weezen, die door verleiding, uit zwakheid of anderzints, voor dato deezer uit onzen dienst te Water gedeferteert zyn, of hun, contrarie onze voorige Placaaten , in vreemde Dienften, zoo ten Oorlog als ter Koopvaardy en Visfchery ter Zee hebben begeeven , en die leedweezen en verdriet hebbende over de voorfz. haare faulten , gaarne binnen deeze Landen zouden weeder keeren , en dezelve Landen weeder ten dienst zyn, gratie te bewyzen, SOO IS 'T, dat wy fpecialyk daar op ingenoomen hebbende de hoogwyze confideratien en advis van Zyne Doorlugtige Hoogheid , den Heere Prince van Orange en Nasfau, Erfstadhouder, Kapitein-Generaal en Admiraal der Vereenigde Nederlanden , dien conform , uit zonderlinge gratie , vergeeven , quytgefcholden en gepardonneert hebben, gelyk wy vergeeven, quytfchelden en pardonneeren by deezen , de voornoemde Bootsgezellen, Matroozen en andere, die voor dato van deeze Publicatie, zonder behoorlyk affcheid, onzen dienst te Water verlaaten hebben, of daar uit gedeferteerd zyn, of hun, contrarie onze voorige Placaaten , in vreemde Dienften , zoo ten Oorlog , als ter Koop vaardye en Visfcherye ter Zee hebben begeeven , al het gunt zy , door haare voorfz. defertie, of vreemden Dienften, tegens den Lande hebben mitsdaan , mitsgaders alle boeten , breuken, poenen , corporeele, of andere infameerende ftraffen, daar inne zy, ter caufe als vooren, ver-  feb. STAAT EN OORLOG. 17S1. 133 vervallen zouden mogen weezen ; mits dat zy gehouden zullen weezen , in deeze Landen weder te keeren , en zig binnen den tyd van zes maanden , na de Publicatie deezer aan te geeven , aan een van de Collegien ter Admiraliteit , en haar wederom in onzen dienst onder een van de voorfz. Collgien te begeeven, ordonneeren en ftatueeren daar en tegen, dat alle de geenen, die dit ons generaal pardon zullen hebben verfmaad, en alzoo haar binnen den voorfz. tyd niet aangegeeven , en wederom in Dienst als vooren begeeven zullen hebben , en naderhand zullen werden uitgevonden en agterhaald, zonder eenige remisfie of conniventie , na de uiterfte rigeur van de ordinantiën en Placaaten zullen worden gefiraft. Ordonneeren en ftatueeren voorts , by renovatie en ampliatie van onze voorige Placaaten , als onder anderen van dèn 8 April 1689 , 18 Maart 1700 , 28 February 170T, 10 July 1707, 9 Mey 1750 en 27 Maart -759 * dat niemand van wat ilaat of conditie hy zy, zig zal mogen verftouten , om eenige onzer Landen Ingeboorenen, Onderdaanen , Ingezeetenen of Inwoonders, en voornamentlyk eenige Zeevaarende Luiden deezer Landen , tot vreemde Dienften, zoo ten Oorloge , als tot Koopvaardye en Visfcherye ter Zee te hunren, aan te neemen of te animeeren, direcbelyk of indireételyk , of ook te tranfporteeren, op poene, dat alle overtreeders van deeze onze beveelen, zullen verbeuren drie honderd guldens voor ieder perfoon , die op zoo eene wyze zoude mogen zyn vertrokken , en daarenboven arbitrairlyk worden gecorrigeert na exigentie van zaaken. Dat voorts geene Ingezeetenen van de voorfz. Vereenigde Nederlanden hun ten Oorloge in dienst van vreemde Koningen, Republiquen, Princen , Staaten of Steeden , of ook in dienst van Particulieren in andere Landen tot Koopvaardye of Visfcherye ter Zee , het zy op Haaringneeringe, met de Appendentien en Dependentien van dien, Walvisvangst of anderzints, zullen mogen begeeven , in wat maniere , en onder wat pretext het zelve ook zoude mogen zyn , zonder daar toe te hebben expres confent van ons, van Zyne Doorlugtige Hoogheid of van de Collegien ter Admiraliteit I 3  ?34 "b. ZAAKEN VAN i78l. van bet quartier van baare refpective woonplaatfen; dat ook die geene die hun aireede in zodanigen Dienst hebben laaten aanneemen , by zoo verre dezelve uit deeze Landen nog niet zyn vertrokkeu , denzelven Dienst daadelyk zullen hebben te verlaaten, en daar van hebben af te (taan: en dat die geene, die aireede te Lande of te Water , ten einde voorfz. vertrokken /.yn, gehouden zullen weezen , in deeze Landen weder te keeren , binnen den tyd uitterlyk van zes maanden naastkomende, alles op pcene, dat de Contraventeurs aan lyf en goed , en de abfenten by eeuwig bannisfement geilraft zullen worden ; dat ook de Vrouwen en Kinderen van die geene, die niet weder zullen keeren, uit de Steeden en Plaatzen haarer refidentie geremoveert zullen worden, en haare Mans en Vaders toegezonden , mitsgaders dat haar geen het minfte onder, houd van de Aalmoesfeniers of Diaconien gedaan zal worden , die over het employ van de Mannen, waar van de Vrouwen en Kinderen eenig onderhoud verzoeken , haar zullen informeeren, om het zelve onderhoud aan haar niet te laaten toekomen , zoo haar Mannen zig buiten het gebied van deezen Staac ophouden. Dat eindelyk , niemand wie hy zy , eenig Zeevolk, vooral Ingezeetenen en Inboorlingen deezer Landen, boven het geen tot de Equipagie van haar eigen Schee, pen behoord, met Scheepen uit deeze Landen zal mogen uitbrengen, zonder expres confent van Zyne Door» lugtige Hoogheid, of van het Collegie ter Admiraliteit van het quartier, en dat, om het zelve behoorlyk te kunnen doen nagaan , de Schippers van Scheepen van vreemde Natiën in deeze Landen inkomende, voortaan zullen verpligt weezen , alvorens naar de plaatfen van haare destinatie te mogen opzeilen, beneevens de ge» neraale verkhtaring van haare Laading, aan de Commandeur van 's Lands Uitleggers in de Zeegaaten , en nader ten Comptoire van de Convoyen en Licenten, ter plaatze van de losfing, te doen een exacte opgave van de manfchap op haare Scheepen dienende, met uitdrukking van derzelver naamen , en dat aan dezelve weeder willende uiivaaren , niet zal worden gepermitteert uit te gaan , als met dezelve manfchap , waar jmeede zy zyn ingekomen ? of die jn de pjaats van ge* ' ltoï-  feb. STAAT EN OORLOG. 1781. 135 florven of gedeferteerde manfchap , of om andere reedenen, by het Collegie ter Admiraliteit van het Quartier, agtervolgende onze Refolutie van den 11 October 1659 zyn gepermitteert , in Scheepsdienst te neemen , of met de Scheepen te vertrekken. . En op dat niemand hier van eenige ignorantie kome te pretendeeren, of onder praetexc van geen kennis gekreegen te hebben, van deeze onze ordre, oorzaake hebbe, hem te ontt aan Boord leverrt drie Bootsgezellen, te weeten een jong bevaaren Matroos , gezond en fris van Lyf en Leden, een wel gemaakt Matroos, en een ligt Matroos ten genoegen van den Kapitein, by wien dezelve werd geëngageerd, ailen zullen worden betaald driemaal vyf-en-twintig Ducaaten, de Praemie daar onder gereekend. XLI.  140 FEB. ZAAKEN VAN 1781. XLI. Propofitie van de Afgevaardigden der Stad Rotterdam, ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr. Mogende, omtrent een te doen Verbod van invoer van Engelfche ManufaBuuren. Gedaan in data 28 February i;8l. De Heeren Gedeputeerden der Stad Rotterdam hebben , op fpecialen last van de Heeren hunne Principaalen aan Hun Ed. Gr. Mog. voorgedraagen „ dat ,, opgemelde Heeren hunne Prircipaalen waren gein,j formeer i geworden, en met 'er daad hadden ondervonden, dat 'er zo als het hun voorkwam, onder de Commercieerende Ingezeetenen deezer Provincie, en s, in het byzonder in hunne Stad, heerscht een vry al„ gemeen begrip, dat in de tegenwoord'ge omftandigbeden en fbuatie van Zaaken, waar in zig de Repu,, bliek tegen over het Ryk van Groot-Rrittannien, door „ de onlangs ontftsane Ruptuure met hetzelve was bevindende, om het voorfz. Kyk in deszelfs intrinfie„ que gefteldheid , mitsgaders in het beftaan en koscwinningen van een zeer aanmerkelyk getal van des» zelfs Ingezeetenen en Bewoonders, een gevoelige flag ,, zoude kunnen worden toegebragt, om denzelve daar ,, door tot redelyke e;i gernaatigde denkbeelden, omtrent de Republiek zonden kunnen worden gedron„ ge, wanneer het Hun Hoog Mog. behaagen mogte, „ om niet alleen te emaneeren en te ftatueeren een Ver.', bod van Invoer van diverfe Engelfche ManufacbuU' ren, en in het byzonder van zodanige, welke voor „ veele Ingezeetenen in Engeland, Schotland en ier.„ land, een dagelykfche kostwinnirge en gewoon mid,, del van beflaan komen uit te leveren, en hier te Lande kunnen worden ontbeerd, of het zy uit de „ Republiek zelve , of van elders , zonder merkeiyk ,, nadeel der Onderdaanen van deezen Stnat zouden „ kunnen worden gefuppleerd, maar dat ook tot dezel„ ve einde van zeer goed effect ter benadeeiing van ,, den voorfz. Vyand zoude kunnen zyn, wanneer het Verbod van Uitvoer na het voorfz. Ryk van Groot- „ Brit-  jEB. STAAT EN OORLOG. 1781. 14. Brittannien, vervat in Hun Hoog Mog. Placaat van ,, 26 January deezes jaars , eenigzints wierde geam. „ plieerd. „ Dat de Heeren hunne Pnncipaalen hun dienvolgen,, 'de expreslelyk hadden gelast, om zulks aan Hun Ëd. . Gr. Mog. voor te draagen, en aan derzelver ernftige " overweegingen en deliberatie over te geeven, of niet de Zaaken ter Generaliteit daar heenen zouden wor„ den gedirigeerd , dat ten fpoedigften en hoe eerder „ hoe beter, worde geordonneerd en geftatueerd, dat „ niemand van wat Baat of Conditie hy zoude mogen zyn, het zy over Zee, langs de Stroomen of Rivieren, „ nog per As of te Lande in en onder het gebied van „ deezen Staat, zal mogen inbrengen of invoeren, doen . „ inbrengen direcbelyk of indirecbelyk eenigerlei Wol„ len, Laakenen, Baayen, Carfaayen, Kousfen en an„ deren Wollen Manufactuuren , hoe ook genaamd , „ mitsgaders Porceleinen , Aardewerken , Glaswerken „ en allerlei foort van Krameryen, en Stoelewerken, „ in een der gemelde drie Ryken, of dat van Groot„ Brittannien • of deszelfs Colonien en onderhoorige „ Landfchappen gemaakt, gewerkt of gefabriceert. „ En dat wyders bet verbod van Uitvoer , vervat „ in H. H. Mog. voorfz. Placaat van den 26 January deezes jaars, werde geamplieerd in dier voegen, dat „ behalven de Speciën, vervat in' het ifte Artukel van „ gemelden Placaat, ook boven dien worde verbooden „ het uitvoeren generaalyk van allerlei Graanen, alles ,, op zodanige poenen en ftraffen, als na vereisch van „ zaaken, en met onderlinge infchikkingen van de Lee„ den, omtrent de voorfz. Pointen zal worden bevon„ den ten besten van het lieve Vaderland , en den „ meeften afbreuk van den Vyand te kunnen ftrekken. „ En of niet daar en boven in een Befoigne nader „ zoude behooren te worden overlegd, of en welke ,, Oost- en Wesc-Indifche Waaren, dewelke uit de „ Colonien en Etablisfementen van het Ryk van Groot„ Brittannien, in de Oost- en West-Indien gelegen, „ zouden mogen zyn aangebtagt, zouden konnen ea „ behooren te worden verboden, binnen deeze Landen „ in te v oeren, enz." XLII.  142 maart, ZAAKEN VAN 1781 XLI1. Adres van Jr. d. van der capellen tot den poll , aan de Heeren Ridderfchap en Steeden, de Staaten van Overysjèl. In dato i Maart 1781. Het is, Edel Mogende Heeren! reeds het derde jaar , daf het den ondergeteekenden niet heeft mogen gebeur?n, de plaats op uw Ed. Mog. Vergaderinge te vervullen tot welke hem zyne geboorte en admisfie bevoegd maaken. Hy kan daarom niet afzyn, uw Ed. Mog. te herinneren , dat nu wederom een jaar verloopen is, dat hy in onzekerheid zit te wagten, naar uw Ed. Mog Finaal befluit ormrent den weg, dien uw Ed. Mog. zullen gelieven in te flaan, om eens een einde van zyne zaak te maaken. In zyn Adres van den 5 April des voorleeden jaars, heeft hy met allen moogelyken aandrang verklaard, te hoopen en te wenfchen, dat uw Ed. Mog. den weg van minnelyk accommodement zullen gelieven te verkiezen. Hy hoopt dit nog, ten minften, dat uw Ed. Mog. eenigen flap zullen willen doen, die naar toe kan leiden. En, zyne voorige addresfen Cafu quo, inhereerende , neemt hy de vryheid zig nogmaals tot uw Ed. Mog. te vervoegen , met verzoek , dat uw Ed. Mog, deezen Landdag niet gelieven te laaten afloopen , zonder zyne zaak in een ernftige deliberatie te nee. men. Den 1 Maart 1781. 't Welk doende, enz. (was get.) j. d. van den capellen tot den poll.' XLIIL  maart, STAAT EN OORLOG. i?8r. 143 XLIII. Memorie van den Prince Gallitzin, aan Hun Hoog Mogende. In dato 2 Maart 1781. HOOG MOGENDE HEEREN. Zoo dra als haare Majefteit de Keizerin onderricht was van het fchielyk uit 's flage vertrek van den Ambasfadeur van Z. M. van Groot-Brittannie by ü H. Mog. heeft H. M. geleid door de gevoelens van vriend, fchap en goedwilligheid, welke zy betuigd voor beide Mogendheeden, geen verdere opheldering willen afwachten over de gevolgen, welke zulk een ontrustende flap zoude kunnen voortbrengen voor hunne gerustheid en wederzydsch welzyn, om door haaren Minister aan 't Hof van Londen de dringenfte vertoogen te doen, ten einde, indien het moogelyk was,het zelve aftebrengen van de weegen van dadelykheid, en te beweegen om veel eer die van zachtheid en verzoening; te verkiezen , zich aanbiedende om meede te werken, in alles wat van haar afhangt. Alhoewel haar Majefteit nog geen tyd gehad heeft, om antwoord van 't Hof van Londen te ontvangen, zoo heeft dezelve toch reeden om te vermoeden, dat deeze aanraadingen daar met vermaak zullen ontvangen worden. In dit vertrouwen ftaat de Keizerin geenzints in twyfel, om een nieuw bewys te geeven van haare heilzaame oogmerken tot bevordering van de hereeniging der beide Staaten , aan welke zy even zeer geneegen is , en die zy federt zoo lange heeft zien leeven, in de voor hunne wederzydlche belangens natuurlyxfte en volmaakfte verftandhouding, aan hun formeel voorftellende haare goede dienften en bemiddeling, ten einde de tweedragt en den Oorlog, tusfehen hen ontdaan, ten eenemaal te doen ophouden en eindigen. Terwyl de Heer van Simolin, Minister van de Keizerin aan het Hof van Londen, zich kwyt van de bevelen, welke dezelve hem gegeeven heeft, omtrent deeze zaak, zoo heeft de ondergetekende de eer, van zy- nen  T44 maart, ZAAKEN VAN 17gI# nen kant dezelfde taak by U Hoog Mog. te vervullen, en hun te verzeekeren van den yver en de geneigdheid ter bewerking van de dierbaare herftelling van de Rust en Vreede van hunnen ftaat. De belangloosheid, de onparrydigheid, en de oogmerken van de algemeene goedwilligheid, welke in alle de bedryven van Haar Keizerl Maj. doorftraalen, doen zich ook wederom in deeze zien. U Hoog Mog. wysheid en voorzichtigheid zullen haar deeze doorluchtige hoedanigheeden gaarne toekennen, en het antwoord voorfchryven, 't welk den Ondergetekende zal moeten geeven omtrent de uitvoeringe van zyne ordres. 's Haage i Maart 1781. (was get.) DEMETRIO PR1NCE DE GALLITZIN. XL IV. Antwoord van Hun Hoog Mog. ds Het' ren Staaten Generaal, op de Memorie van den Prinfe Gallitzin , inhoudende eene aanbieding van de bemiddeling Haar er Rus-Keizerlyke Majefteit , tusfehen Groot-Brittannie en de Vereenigde Provinciën. Gehoord hebbende het berigt van den Heer Brantzen en andere Gedeputeerden, is goedgevonden en vastgedeld, dat aan den Prins van Gallitzin, op zyne Men orie zal geantwoord worden , dat Hunne Hoog Mog met een zeer byzonder genoegen gezien hebben, hoe veel deel Haare Majefteit neemt in de onlusten , waar in de Republiek zig gewikkeld vindr door den onverwagten aanval Z. Gr. Briuannifche Majefteit en den yver , die deeze doorlugtige Vorftin bewyst, om dezelve te doen ophouden, door de tusfchenkooisi Hsarer goede dienften, en Haare bemiddeling om het goed ver-  maart, STAAT EN OORLOG. 1781. 145 verftand met gemelden Koning te herftellen. DA H. Hoog Mog. deeze grootmoedige gevoelens van Haare Keizerlyke Majefteit aanmerken als een bewys van Haare oprechte vriendfchap voor de Republiek, en als een eerfte uitwerkfel der nieuwe Verbintenisfen, waarin zy de eer hebben met Haare Keizerlyke Majefteit te (taan. Dat Hunne Hoog Mog, met eene allervuurigfte begeerte zyn aangedaan, zoo veel in hun vermogen is, daar aan te beantwoorden , en niets meer ter harten neemen , dan (behoudens hunne eer en waardigheid) eenen vasten en duurzaamen Vrede te maaken met hunnen Ouden Geallieerden, op billyke en eerlyke Voorwaarden ; dat zy op dien grond de aangebodene Bemiddeling met dankbaarheid aanneemen, in volkomen vertrouwen op de wysheid en rechtvaardigheid, die in alle de daaden Haarer Keizerlyke Majefteit uitblinken; en dat ?,y geneegen zyn , zoo haast zy onderricht zyn , dat het Hof van Londen dezelfde geneigdheid heeft, om over dat ftuk met den Prins van Gallitzin in onderhandeling te treeden; maar alzo Haare Hoog Mog. van hunne zyde de uitnodiging Haarer Keizerlyke Majefteit aangenomen hebben, overeenkomfttg met de Tractaaten , die tusfehen het Koningryk van Groot-Brittanje en de Republiek beftaan, het roemruchtig Systema der Neutraliteit en der vrye Scheepvaart, begreepen in de Verklaaring Haarer Keizerlyke Majefteit aller Ruszen van 28 February 1780, zonder zich daar van te laaten aftrekken door eenige andere inboezeming , nog zelfs door bedreigingen, en dat zy een zeer vuurig en groat verlangen hebben om daar by te volharden, zoo houden Hunne Hoog Mog. zich ook verzekerd, met een volkomen vertrouwen , dat de grootmoedigheid Haarer Keizerlyke Majefteit nier zal toelaaten, dat men eenige pooging zal doen om daar op eenige inbreuk te doen; ja wat meer is , indien tegen alle verwagting eenige pooging daar tegen gefchiedde, zoo dat de Onderhandeling, tot welker bevordering Hunne Hoog Mog. met alle reedelyke gemakkelykheid zullen medewerken, het gewenscht gevolg niet mogt hebben, Haare Keizerlyke Majefteit en de andere Verbondene Mogendheeden de Republiek de wezendlyke uitwerking hunner Verbintenis en hunne plegtige beloften zullen doen genieten. 11. deel» K XLV,  ,4r5 maart, ZAAKEN VAN XLV. Pree-Advis van de Hollandfche Raaden en Ministers van de Collegien ter Admiraliteit in deeze Provincie, op de Propofitie van Gedeputeerden van Rotterdam, tot het verbod van Invoer hier te Lande van Engelfche Manufa&uuren, en toevoer van Graanen uit deeze Landen na het Ryk van Groot-Brittannien. Ingeleverd in het Befoigne. in dato 7 Maart 1781» Zouden van advife zyn , dat , aangezien de tegenwoordige ruptuure met het Ryk van Groot-Brittannien , zeer gepast voorkomt het doen emaneeren van een Verbod van invoer van alle zodanige Engelfche Manufactuuren, als voor veele Ingezeetenen in Engeland, Schotland en Ierland, eene dagelykfche kostwinning en gewoon middel van beftaan uitleeveren, en hier te Lande kunnen worden ontbeert, of in deeze Republiek zelve, of anders elders zonder merkelyk nadeel der Onderdaanen van deezen Staat gefupplecrt, terwyl omtrent andere , waar van dit als nog niet zoo klaar confteert, meerdere bedenking zoude behooren te worden gemaakt. ■■■ Dat op gelyke wyze meede tot nadeel van den Vyand zoude kunnen dienen , dat, boven en behalven ver. fcheide Speciën in Haar Hoog Mog. Placaat van den 26 January deezes Jaars geënumereert, mede worde verhindert den toevoer van nog eenige andere Graanen uit deeze Landen na het voorfz. Ryk. Dog dat dus teffens ook met opzigt tot alle de voorfz. verbooden Speciën, nodig fchynt, dat op eene convenabele wyze worde gezorgt, dat de Commercie deezer Landen in 't generaal, en derzelver Graanenhandel in het byzonder, niet na elders moge worden overgebragt, of meerder dan volftrekt nodig is, benadeeld of gege- n6En dat mits dien de zaaken ter Generaliteit daar heenen zouden behooren te worden gedirigeert, dat hoe eerder zoo beter by Placaat ten ftrengfte wierd ver- boo-  maart, STAAT ÉN OORLÓG. 1781. 14? booden den invoer van alle Grynen, Laakenen, Baayen, Saayen, Cariaayen, Kousen, Mutzen en andere VVolle Manufaéluuren, hoe ook genaamt; mitsgaders alle Hoe« den, Porceleinen , Aardewerken, Gliswerken, en alle zoorten van Kraameryen en Staalwerken in Engeland, Schotland en Ierland gemaakt, gewerkt of gefabriceert. Dat op gelyke wyze, behalven verfcheide Speciën, bereids in H. H. Mog. Placaat van den 26 January ge» ënumereert, meede nog zoude kunnen worden verboo» den den toevoer van Rogge eh Boekweit uic deeze Lan» den na het voorfz. Ryk van Groot-Brittannien. Dog dat tefFens van dit verbod zoude kunnen worden geëximeert, allerhande nieuw gemaakt Yzerwerk, mitsgaders Staafyzer, en allerhande Kooper; en voorts onder de nodige Cautien toegeftaan, den vervoer van alle de voorfz. verboode Speciën hier te Lande langs de Rivieren, en over Zee na Rusland, Zweeden, Deenemarken en Noorweegen, als meede na alle de Havenen int en bewesten het Canaal geleegen. Alles in Conformité van de Concept - Placaaten hier nevens gevoegd. En dat laatftelyk in een Befogne nader zoude behooren te worden overlegt , of en welke Producten en Waaren in de Colonien en Etablisfementen van het Ryk van Groot-Brittannien gevallen of gefabriceert, meede zouden kunnen en behooren te worden verbooden binnen deeze Landen of derzelver Colonien in te voeren. XLVI. Advis van Amfterdamfche Kooplieden, op verzoek van derzelver Regenten, omtrent de Rotter damfche Propofitie traa* kende het verbod van Invoer van En* gelfche Manufactuuren ; hoofdzaaklyk behelzende: }, T^\at naar hün gevoelen , door zulk een verbod, „ JL/ geen merkelyk nadeel aan Engeland , en zeef „ veel fchade aan 's Lands Ingezeetenen kan worden toegebragt; dat zeer veele Engelfche Goederen alhier „ worden Ingebragt, maar dat ten minften vier vyfde K » «ge*  148 maart, ZAAKEN VAN 1781. gedeeltens wederom na Braband, Duitschland en el« „ ders worden uitgevoerd. Dat zoo al zulks door de Hollanders niet gefchiedde , die Engelfche Waaren „ evenwel over Breemen , Hamburg, Oftende, Emb„ den en andere Plaatzen zouden worden vervoerd ; en dat dus, door dit verbod van invoer alhier, En. „ geland ten hoogften het vertier zou kunnen verlie„ zen van dat vyfde gedeelte , 't welk hier blyft; en 't welk moogelyk geen honderfte gedeelte uitmaakt „ van de geheele masfa, welke in Engeland gewerkt, „ en aldaer zelfs vertierd en verders naar alle Wae„ reldsdeelen verzonden wordt; dat derhalven de fcha„ de van zulk een verbod voor Engeland nauwlyks ,, voelbaar zoude zyn; dat men daartegen hier te Lan„ de verfcheiden duizenden van Menfchen van hunne „ kostwinning zonde berooven , welken nu hun be« „ Baan vinden uit het Verwen, Parsfen, Droogfcbee„ ren , Frifeeren, en Bereiden van de Engelfche Goe,, deren, die alhier voor een zeer groot gedeelte wit „ en onbereid inkomen ; terwyl omtrent drie vierde „ gedeelten van de Katoendrukkeryen in dit Land van „ het bewerken en drukken van Engelfche Lywaaten „ beflaan ; dat daar en boven de uitvoer van alhier „ ingebragte en ter verzending bereide Engelfche Ma„ nufacbuuren verbonden is met een aanmerkelyk ver„ tier van Inlandfche , Leidfche , Haarlemfche, Hil„ verfomfche, Friefche en andere Fabrieken ; mirsga„ ders voortbrengzels van onze Volkplantingen ; en „ dat dus de zaaken door een verbod van invoer uit ,, Engeland , alhier in die omftandigheeden- gebragt ,, wordende, dat Duitschland, Braband en andere Lan„ den de Engelfche Goederen , welke zy tot hun ei,, gen gebruik noodig hebben , zich zeiven langs an,, dere wegen zouden moeten bezorgen , men daar „ door niet alleen gevaar zou loopen van den gan„ fchen Tak van handel in Engelfche Goederen met ,, alle de voordeden, die daar aan voor de Gemeente „ verknogt zyn, te zullen verliezen, maar ook t effens „ eene aanzienlyke fchade te zullen lyden, ten opzigte „ van den Duitfchen en Brabandlchen handel in 'c ge„ meen , en byzonderlyk ook ten opzichte vaD het „ vertier van zulke goederen, welke hier te lande noch „ met  maart, STAAT EN OORLOG. 1781. 149 ,, met voordeel verwerkt worden ; terwyl zulk een „ Handel eenmaal naar andere plaatzen overgebragt ,, zynde , het te vreezen zoude zyn , dat zy by her„ ftel van den Vreede aldaar gevestigd zoude blyven, „ en nimmer herwaards zoude wederkeeren. Voorts „ hebben zy 'er by gevoegd , dat het grootfte gedeel„ te der Engelfche Wolie-Manufacbuuren hier te Lan„ de volftrekt niet is te ontbeeren ; dat de Landman, „ de Zeeman, en de min-gegoede Burgerye alle zich ,, van Engelfche Sargies tot Rokken , van Duffels en Bayen tot voering van Vrouwe Kleederen , van „ Carfayen tot Buffeltjes en Schansloopers , en van „ gemeene Lakens tot Kleeding , moeten bedienen ; ,, dat die ook voor die geenen, welken van de Armen„ huizen onderhouden worden, onoiitbeerl^k zyn ; zon» ,, der dat die Stoffagie tot Kleeding met eenige In„ landfche Fabriek kan worden vervuld , en zonder „ dat 'er middel is, dat 'er ooit Fabrieken alhier wor„ den opgericht, die de Engelfche Wol ontbrekende, „ welken van daar niet mag worden uitgevoerd , —— „ gelykfoortige Stoffen zouden kunnen maaken; zoo ,, dat dan ook het gevolg van het verbod ten opzigte „ van de Gemeente niet anders zou zyn, dan aan die ,, geenen , welkers Pakhuizen thans met Engelfche „ Goederen noch vervuld zyn; of welken gelegenheid „ zouden weeten te vinden , (en die zal toch nooit s, ontbreken, even weinig als ze in 't Jaar 1665 vol5, gens het verhaal van Aitzema niet ontbroken heeft) „ om dezelven ter Buik, en onder vervabchte naamen en merken in te krygen, gelegenheid te verfchaffen „ om ze duurder , en met meer voordeel voor zich „ zeiven te flyten; en ondertusfchen den Boer , den „ Zeeman, en den Arbeidsman in deezen tyd van nee„ ringloosheid en duurte van allerlei Levensmiddelen „ te noodzaaken , dat hy de Stoffagie tot zyne lyfs„ dekking tot eenen hoogeren prys, en veel duurder „ zoude moeten betaalen." K 3 XLVII.  3$0 maart, ZAAKEN VAN 1781. XLVII. Plakaat van de Ed. Mog. Heeren Staaten van Friesland, behelzende verbod van het bouwen van nieuwen Scheepen op particuliere Timmerwerven, in dato b Maart 1781. De Staaten van Friesland, allen den geenen, die deeze zullen zien of hooren leezen, falut; doen te weeten : alzoo de Heeren Raaden ter Admiraliteit in Friesland aan Ons hebben te kennen gegeeven, dat zig in gereedheid bevonden, om eenige nieüwe Scheepen op te zetten, en ten Oorlog toe te rusten, met welkers aanbouw belast zyn; dog wat moeite ook hadden aangewend , geen genoegzaam getal Scheepstimmerlieden hadden kunnen bekomen, om met die fpoed het werk te verrigten, en die gemelde Scheepen in 't Water te brengen, als de nood thans vorderde. En dat derhalven aan Ons voordroegen , om alle Nieuwwerk op de Scheepstimmerwerven te doen ttilftaan, ten tyd, en zoo lange van de benodigde Timmerlieden zullen wezen voorzien. Zoo is 't; dat wy na rype deliberatie hebben goed, gevonden en vei ftaan, in deeze tyds omftandigbeeden, waarin het principaal op de Defenfie van de Republiek en haare Bezittingen aankomt, en het algemeen belang moet in agt genomen worden, te verbieden, gelyk Wy , by provifie en tot Onze nadere dbpofitie doen by deezen, in te gaan met den 13 deezer maand, het opzetten van nieuwe Scheepen , als meede het timmeren aan de zulke, welke reeds voor een gedeelte zyn gebouwd, en dus[ alle Nieuwwerk, by poene van honderd Gouden Friefche Ryders, ten profyte van de Aanbrengers en Armen der plaatzen , ieder voor de geregte helft, te verbeuren by de Scheepstimmerbaazen voor elke Pcrzoon , welke op hunne hellingen tot Nieuwwerk gebruiken; edog, zal van dit Verbod weezen uitgeilooten het repareren van oude en bevaaren Scheepen, als meede het aai.bouwen van binnenlandfche Vaartuigen, met welke men niet gewoon is buiten de Havenen deezer provincie te vaaren , ep dus dit Ons  maart, STAAT EN OORLOG. 1781. 151. Placaat alleen toepasfelyk zyn op grootere Scheepen , enz. XLVIII. Jidvys van Jr. k w. b. d. van pallandt , Drost van Tsfelmuiden, in de zaak van Jr. j. d. van oer capellen tot den poll. Uitgebragt op den Landdag van Overysfel. In dato 8 Maart 1781. THNen Ondergefchreeven hadt wel gewenscht, dat op JL/ *t Request in den voorleeden Jaare door den Heer van der Capellen tot den Poll geprefenteerd, Refolutie was gevallen, en om het daartoe te brengen , ook pogingen gedaan: in de tusfchentyd heeft hy dikwerf zyn gedngten daar over laaten gaan, en kan zeggen het nader by hem overwoogen is, thans het verzoek, by t voorige Request gedaan, by dit Request geinhereerd wordende, vond, dat het aanbod, om zich met Ridderfchap en Steeden te verzoenen, behoorde getenteert, en ten dien einde een Commisfie uit het midden dezer Vergadering benoemd te worden; dit vrugteloos afloo. pende, de beflootene Actie ten eerften Regthangig te maaken , alles zonder eer.ige prejudicie te willen toe» brengen aan 't gefustineerde ter wederzyden, het welke de oorzaak is, dat tor dus verre die zaak is fteepende gebleeven. Den Ondergefchreevenen verzoekt, dat dit voor zyn advys in de Notulen mag geinfereert worden. (was get.) a. w. b. d. van pallandt, Drost van Tsfelmuiden. K 4. XLIX.  IJ2 maart, ZAAKEN VAN i78r. XLIX. ExtraEl uit het Register der Refolutien van de Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlan. den. In date 9 Maart 1781. Is gehoord het Rapport van de Heeren van Lynden, van Hemmen en andere Haar Hoog Mogende Gedeputeerden tot de zaaken van de Zee, hebbende ingevolge en ter voldoening aan derzelver Ref lurie Commisforiaal van den 19 February laastleeden, geëxamineert den Requeste van ver. fcheide Kooplieden , woonende re Rotterdam houdende dat by haar Hoog Mogende Placaat van den 26 January 1781: Het generaal verbod van Vaart, ten aanzien van alle Hollandfche Scheepen, zynde gecontinueerd, daar van egter onder anderen waaren geëxcipieerd, de Scheepen yarende over de Wadden, de Weezer, de Eems, om de Oost , en ook na Vlaamfche Havens, des dat de Scheepen over de Wadden en naar de Vlaamlcne Havens vaarende, niet grooter zouden mogen wee. zen als dertig Lasten, en danr beneeden, en niet dericer bemand als met drie Man en eene Jonge, de Schipper of Bevelhebber daar onder begreepen? en dat alle dezelve , alvoorers zy zouden mogen uitloopen, zouden moeten Bellen een Borgtocht van zes duizend Guldens ten genoegen van de Collegien ter Admiraliteit, dat Zyheden na de voorfz. bepaalde ^weg afgelegt te hebben, zouden retourneeren na een van de Havens dezer l anden , op verbeurte van dezelve Scheepen en Goederen en van tie Somme, waar voor de borgtogt gefteld zoude weezen; dat daar uit klaar genoeg bleek, dat onder een gefchikte precautie , het oogmerk der voorfz. exemptie was geweest, om dien Tak van Navigatie en Commercie , in weerwil van den Oorlog te doen confirmeren, en op die wyze aan de Suppb en verdere commercieerende Ingezeetenen , zoo veel mo. gelyke *acilneu daaromtrent toetebrengen, dog dat om aan het zelve heilzaame oogmerjt te voldoen, ailernood. z&>  maart, STAAT EN OORLOG. 1781. 153 zakelykst zoude zyn, dat de precautie of mits, waar aan de gemelde vrye Vaart was geacrocheerc, wierde veranderd, naar dien het zelve was, dat verre de meefte Scheepen, tot de gemelde Reize gefchikt, op verre na geen zes duizend Guldens waardig waaren , ja dat de Waardy van de meefte van dien, geen twee duizend Guldens beliep, en doorgaans dezelve Scheepen in eigendom wierden bezeeten door de Schippers zelve , zonder dat eenige Reeders daarin deel hadden, terwyl zy meest altoos af en aan op Vragt uitgingen , en zulks niet wel anders dan buitenlandfche Beurt of Vragticheepen waaren te confidereeren , dog te gelyk voor al in deezen tyd, van eene volitrekte noodzakelykheid voor de Commercie waaren ter bekominge van de Houtwaaren, voor de Admiraliteiten dezer Landen, tot den aanbouw van Scheepen van Oorlog gereqj;reerd ; dat de voorfz. Schippers mitsdien in de abfolme onmoogelykbeid waaren, om gemelde Cautie van zes duizend Guldens te prefteeren, of Lieden re vinden die zi: tot Borg van zodanige Somme wilden leeneu; verziekende rle Supplianten om reeden in de voorfz Request ; geallegeerd, dat Haar Hoog Mog. de Precautie, ten aanzien van de geiequireerde Borgtogteu in zodanige poenaliteit, tegens de geene, welke de gettatueu■ e Exemptie onbehoorlyk zouden misbruiken , gelieven te veranderen als Haar Hoog Mog. meerland(che Scheepen vaarende over de Wadden, en na de Vlaamfche Havenen, mits niet grooter dan dertig Lasten, en niet fterker bemand dan met drie Man en een Jonge, de Schipper of Bevelhebber daar onder begreepen, wanneer dezelve niet fufpecb zyn van deeze Haar Hoog Mog. goedgunftige exemptie te willen misbruiken, ook zonder het Bellen van zodanige Borgtogt te mogen laaten vertrekken; blyvende niet te min in alle gevallen, de poenaliteit van verbeurte van Schip en Goederen, zoo als dezelve by het Placaat tegen Contraventeurs is geftatueerr. Accordeert met vooifz. Register. w. h. lohman, vt. (was get.) h. fagel. L. Contra-Manifest van de Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden , tegen het Manifest van den Koning van Engeland. In dato 12 Maart 1781. Indien de Gedenkboeken der Eeuwen ooit opleeverden het Voorbeeld van een vrye en onafhankelyke Staat, door een nabuurige, van ouds geconfedereerde en met Banden van gemeenfchappelyke belangens ten nauwile verknogte Mogendheid op het onrechtvaardigst , en zonder fchyn van regt of reeden Vyandelyk aangetast, zoo'is het bui?en tegenipraak, de Republiek der Vereenigde Nederlanden, die zich tegen over Zyne Majefteit, den Koning van Groot-Brittannien en Hoogstdeszelfs Ministerie in dat geval bevind. Al  maart, STAAT EN OORLOG. 1781. 154 Al vroeg by bet ontdaan der onlusten tusfehen dat Ryk en deszelfs Colonien in America , hadden Hun Hoog Mogende, op geenerlei wyze verpligt, in die onlusten eenig het minde deel te neemen , het vast en onveranderlyk voorneemen gevormd, om desaangaande te kiezèn en nauwkeurig op te volgen het Systema van de volmaakte onzydigheid en ftipfte Neutraliteit j en wanneer zeedert uit die zelfde verfchülen en onlusten een Oorlogsvuur is ontftooken, 'c welk zich tot meer dan eene Mogendheid , en over meer dan één Werelddeel heeft uitgeftrekt en verfpreid , is dat zelve Systema door Hun Hoog Mog. fleeds volftandig nagekomen en vastgehouden, terwyl zy tevens niet hebPjË verzuimt, de overtuigendde blyken te geeven van hunne waare geneigdheid , om aan de verlangens van Hoogstgemelde Zyne Majefteit, met opzigt tot verfcheidene zeer gewigtige Pointen, zoo verre te gemoet te komen , als met de reegels van onzydigheid , en met de regten vau hunne Souverainiteit overeengebragt konden worden. Het is geweest met dat oogmerk en ten dien einde, dat Hun Hoog Mog. terdond en op de eerde Requifitie van Zyne Groot-Brittannifche Majefteit de ftriélde verboden hebben gedaan emaneeren tegens den uitvoer van Oorlogsbehoeftens naar , en het dryven van ftauduleufen handel met Zyne Majefteks Colonien in Noord-America ; tot Standhouding en ter rigtiger uitvoering van welke verboden Hun Hoog Mog. nog daarenboven zodanige Prsecautien hebben vastgefteld, waar door de Vaart en Handel hunner Onderdaanen, op de eige Colonien van den Staat in de West-lndiën zeer merkelyk bepaald en belemmerd zyn geworden.— Het is verder met dat zelfde oogmerk en ten zeiven einde geweest, dat Hun Hoog Mog. aan alle Gouverneurs en Commandeurs van hunne Colonien en Etablisfementen , als meede aan de Commandeerende OB ficieren van hunne Scieepen van Oorlog , de nadrukkelykfte orders hebben afgevaardigd , om zig zorgvuldig te wagten , van aan of omtrent de Vlag van het Noord-Americaansch Congres eenige daaden te pleegen , of ietwes te doen , waar uir eene erkentenisfe van de Independentie der voorfz. Colonien wettiglvk  155 maart, ZAAKEN VAN 1781. geïnfereert of afgenoomen konde worden: — En het is in 't byzonder ook met dat oogmerk en ten zeiven einde geweest, dat Hun Hoog Mog. op den ontfangst van een Memcrie , door den Heer Ambasfadeur Ridder Yorke aan bun geprefenteert, houdende zeer yverige klagten tegen den Gouverneur van St. Euftatius, die Memorie , fcboon op eenen min gepasten cn tusfehen fouveraine Mogendheeden weinig betamelyken toon ingerigt , egter wel hebben willen in deliberatie neemen, en daar op immediaat goedgevonden hebben, den voornoemden Gouverneur herwaards op te ontbieden , en hem tot verantwoording van zyn gedrag te noodzaken , met dat gevolg, dat aan denzelven niet eerder is vergund, na zyn Refidentie weder te keeren, als na dat hy zig by eene justificatoire Deductie tegens de ingebragte klagten en belchuldigingen had gezuivert , en van welke Deductie aan bet Ministerie van Hooggemelde Zyne Majefteit ten overvloede kennisfe is gegeeven. Door deeze maatregulen was het, dat Hun Hoog Mog. altoos afkeerig van al wat by Zyne Groot-Brittannilche Majefteit eenig gegrond ongenoegen konde verwekken , fteeds getragt hebben de vriendfchap en goede harmonie met Hoogstdenzelven te onderhouden , en meer en meer aan te kweeken: dan geheel anders en gantsch ftryriig is geweest het gedrag , door Zyne Groot-Brittanniiche Maiefteit met opzigt tot de Republiek gehouden. — Reeds met het begin der ruptuur tusfehen de Ryken van Groot-Brittannien en Frankryk, zag men de Havens' van Engeland opgevuld met Nederlandfche onwettiglyk genoomen en aangehouden Scheepen , die op de trouw der Tractaaten navigeerden , en geene andere Goederen ingelaaden hadden, dan de zodanige , welke by de uitdrukkelyke Teneur van die Tractaaten voor vrye en gepermitteerde Goederen waren verklaard. Men zag deze vrye Laadingen genoodzaakt, de Wet van willekeurig en over- heerfchend gezag te moeten ondergaan: Het Ca- binet van St. James , geene andere regels erkennende, dan het gewaand Regt van Temporaire Convenientie , vond goed, die Laadingen door een gedwongene koop aan de Kroon te eigenen , en ten behoeve van 's Ko» nings  maart, STAAT EN OORLOG. i?8r. 157 nings Marine te gebruiken : De meest kragtige en erndigfte reprasfentatien van Hun Hoog Mogende over dusdanige handelwys waren te vergeefsch , en de nadrukkelykfte inroeping van het Tradtaat van Commercie , tusfehen de Kroon van Engeland en de Republiek fubfideerende, was van geen de minfte Vrugt: — by dat Tradtaat waren de Regten en Vryheeden van de Neutrale Vlag ten klaarde befchreeven, en ten derkfte geftaafd: De Onderdaanen van Groot-Brittannien hadden de voordeden van dit Tradtaat in het eer* fte en eenige geval, dat Engeland Neutraal , en de Republiek in Oorlog is geweest, ten vollen genooten; die voordeden konden , thans in het wederkeerig geval aan de Ingezeetenen van dezen Staat , zonder het hoogde onregt, niet onthouden worden, en zo min als Zyne Groot-Brittannifche Majelleit regt had , om de voordeelige werking van dit Verbond, ten aanzien van de Republiek te doen ophouden , even zo weinig konde aan Hoogstdenzelven eene bevoegdheid toegekend worden , om de Republiek van deszelfs aangenomene Neutraliteit af te trekken , en den S aat te dwingen , van zich te werpen in een Oorlog , opgereezen uic oorzaaken , onmiddelyk betrekking hebbende tot Regten of Posfesfien van Hooggemelde Zyne Majedeit, buiten de Limiten der defenfive Tractaaten resforteerende; en nochtans wierd dit Tradtaat door Zyne Ma. jedeit, al terftond, by het begin der onlusten met de Kroon van Frankryk ontzeenuwd en verkragt. -—— De Contraventien en Infradtien van dit Tradtaat aan de zyde van Groot-Brittannieu, en de arbitraire gewysdens der Geregtshoven van dat Ryk , tegens de duidelyke Sandtie van het zelve Tradtaat aanloopende, wierden van dag tot dag vermeenigvuldigd. De weerlooze Koopvaarders van de Republiek moeiten de onfchuldige Slagtoifers worden van de fteeds toenee. mende vexatien en geweldenaryen der Engelfche Scheepen en Commisfievaarders. Het bleef daar niet by. — De Vlag van den Staac zelve wierd niet gefpaard, maar door het feitelyk aantasten van het Convoy » onder den Schout by Nagc Grave van Byland , opentlyk gehoond en gefchonden. —— Het bondigst Vertoog te dier geleegenheid van wegens den Staat t on»  ij8 maart , ZAAKEN VAN onder het oog van Zyne Groot-Brittannifche Majefteit gebragt, konde niets baaten. De Scheepen, uit dat Convoy genoomen, wierden voor goeden Prys verklaart;,en deeze hoon» de Vlag van den Staat aangedaan , wierd wel haast gevolgd door de openbare Violatien van deszelfs Neutraal Territoir, zo wel in als buiten Europa: —— Twee voorbeelden hier van zullen alleen aangeroert worden: het eene is de aanval op het Eiland van St. Martin, en het feitelyk wegvoeren van verfcheidene Vaartuigen , die onder het bereik van 't Kanon der Fortresfe geankert, ook aldaar, volgens het onichendbaar Regt der Volkeren, een veilige fchuilplaati hadden behooren te vinden: het andere betreft de verregaande Infolentien door een Engelsch gewapend Vaartuig op de Stranden van da Republiek, by het Eiland Goedereede gepleegt, waar door zelfs eenige Ingezeetenen van dat Eiland, zich op het Strand bevindende, en niets kwaads kunnende vermoeden , aan het uitfterfte gevaar door het Gefchut van dat Vaartuig wierden geëxponeert en gedwongen, zich Landwaards te begeeven ; —— wegens dit ongehoord beftaan heeft de Staat op deszelfs zoo billyke klagten, al meede geene voldoening hoe genaamd konnen verkrygen. Geduurende deezen toeftand van Zaaken, welke voor Hun Hoog Mog. geen andere keuze overliet, dan of.de Commercie van hunne Ingezeeten2n , waar meede de Republiek ftaan of vallen moet, eindelyk gehéél en ai verdelgd te zien, of wel middelen van nadruk, ter verkryging van Redres tegens een ouden Geallieerden van den Staat by de hand te neemen, wierd het grootmoedig hart van Haare Rus-Keizerlyke Majefteit bewoogen , om deezen S.aat, behoudens deszelfs Tractaaten met alle de andere Mogendheeden, zoo goedgunftig als menschlievend uit te noodigen, om met Hoogstdezelve , be- , nevens de andere Noordfche Mogendheeden, de Neutraliteit en de Regten der Neutralen, volgens het Regt der Volkeren en de fubfifteerende Tractaaten comper.ee. rende , gezamenderhand te verdeedigen en te handhaven. Hoe aangenaam deeze aanbieding aan Hun Hoog Mog. moest voorkomen , kan ligtelyk werden gepenetreert, alzoo daar door aan deezen Staat een deur geopend wierd,  maart, STAAT EN OORLOG. 1781. IJ'S wierd , waar door zy met behoud van haare Verbintenisfen met Zyne Groot-Brittannifche Majefteit en Hoogstdeszelfs Ryken , als mede van die met de andere belligereerende Mogendheeden , de Commercie van haare Onderdaanen, voor het vervolg naar de Teneur van de Tractaaten en het Regt der Volken konden- asfecureeren,. en haare Independentie tegens alle verdere Infracbien beveiligen. Dan deeze Deur is het, die Zyne Groot-Brittannifche Majefteit getragt heeft voor de Republiek , ware het mogelyk te' fluiten , door tot die prsecipitante uitterftens over te gaan, van deszelfs extraordinaris Ambasfadeur by de Republiek, zonder aficheidsneeming te rappelleeren , en ter zei ver tyd een Manifest van pretenfe bezwaaren, beneevens Brieven van Marqué en zogenaamde Reprefailles tegen den Staat en deszelfs Ingezeetenen en Goederen te doèn uitvaardigen; terwyl men dus fchynt beflooten te hebben , om , met ter zydeftelling van 't weezentlyk belang der Natiën , de banden der aloude Vriendfchap te verbreeken , en deezen Staat met een onrechtvaardigen Oorlog aan te randen. Eene breedvoerige Refutatie van de pretenfe reedenen en grieven in het Manifest aangevoerd , zal niet nodig zyn, om de ongegrondheid van dezelve aan elk onpartydige , als met de hand te doen tasten: alleenlyk behoeft men omtrent het aanbod van vriendelyke Cohferentien , van wegens Zyne Groot-Brittannifche Majefteit, met weinige te doen obferveeren: Dat het meergemelde Tracbaat van Marine, het eenige onderwerp van die Conferentie zyn konde. — Dat, de Dispofuie van het zelve klaar fpreekt, en in de duidelykfte Termen aan de Neutraale Mogendheid het Regt geeft , om Scheepsmaterialen of zogenaamde Navale Munitiën , na de Havens der in Oorlog zynde Mogendheeden vryelyk te doen vervoeren: ——• Dat , de Republiek niets anders bedoelende, noch van Zyne Groot-Brittannifche Majefteit iets meeder verlangende , als het ongelloort'genot van de Regten, by dat Tractaat bedongen, een Point van zoo doorftraalende klaarheid, en onbetwistbaare regtmatigheid tot geen object van Negotiatie, of van eenige nadere, en aan dat Trac- taac  iCo maart, ZAAKEN VAN J7gr. taat derogatoire . overeenkomst gemaakt konde worden zoo lang Hun Hoog Mog. van zig niet konden verkrygen, en zig niet zoo ligt gereed konden toonen, om aan de wel verkreegene Regten van den Staat en van deszelfs Ingezeetenen vrywillig te renuncieeren, en daar van ter Contemplatie van 't Hof van Engeland afftand te doen: eene renunciatie ten faveure van een der Oorlogende Mogendheeden, met de Grondreegels der aangenomene onzydigheid weinig overeenkomftig, en waar door Hun Hoog Mog. de veiligheid van den'Staat, aan een andere zyde , voor gevaaren blootgefteld zouden hebben, die zy verpligt waren zorgvuldig te vermyden • en tevens eene Renunciatie, waar door aan de Commercie en Navigatie, het voornaame Steunfel van de Republiek, en de Bronader van haar Welvaart, een onherftelbaar nadeel toegebragt zoude zyn geworden; dewyl Eet mercantiel Wezen uit verfclieidene met elkander once ling verbondene Takken zamen gefield zynde , de sflnyding en verlperring van eene en zeer voornaame lak de noodwendige verdrooging en het verval van allen , en dus van het gantfche Lighaam moest veroorzaaken; om niet te zeggen, dat ter zeiver tyd, als Hun Hoog Mog. billyk zwarigheid maakten, de aangebode Conferentien te accepteeren , zy te gelyk door een provifioneel befluit de dadelyke oeffening van haar Regi niet weinig hebben gemodificeert en gemagtigt. En wat het verzogte Secours aangaat, moeten Hun Hoog Mog. niet ontveinzen , dat zy nimmer hebben kunnen bezeffen , op wat wyze Zyne iVlajefteit met eenig fchyn van regt of billykheid konde inüeeren op eenig Secours by de Tractaaten gefttpuleerd, op een tyd, dat Hooastdezelve de verpligting'aan zyne zyde uit de Tractaaten voortfpruitei.de reeds lang te vooren had ter zyde geheld; niet minder hebben Hun H002 Mog. zig moeten verwonderen, dat, daar de troubles in America, en de directe gevolgen van dien, de Republiek uit hoofde van geenerlei Tractaat konden aangaan , en het Secours ook niet eerder van Hun Hoog Mog. gevraagd is, als na dai de Kroon van Spanien het getal der belligereerende tvjugendheeden had vergroot, Zyne Groot-Brit tanaifche Majefteit uit die gebeurtenis geleegenbeid heeft genoomen, om op het verleenen van Se.  maat, STAAT EN OORLOG. 1781. 101 Secours by den Staat met dien yver , en op dusdanig eene wyze aan te dringen, als of het opkomen en uitbarden van een Oorlogsvlam, tusfehen Zyne Majefteit en eenige andere Mogendheid , alleen en op zig zeifs genoeg was, om den Staat te verpligten-, van terftond , en zonder verder onderzoek, de geftipuleerde Onder- ftanden te verleenen. De Republiek, 't is waar, vond zig , volgens de voormaals aangegaane Tracbaaten, verpligt het Ryk van Groot-Brittannien by te ftaan, 7.00 dikwerf dat Ryk met een onregtvaardigen Oorlog befprongen of gedreigd wierd ; ja , dat meer is , de Republiek moest volgens dezelfde Tractaaten , in dat geval , binnen een bepaalden tyd den Oorlog tegens den Aanvaller declareeren ; maar nimmer hebben Hun Hoog Mog. afgeftaan het Regt, naar den aart van alle defenfive verbonden , aan de geallieerde Mogendheid , vvederzyds ontegenzeggelyk competeerende, van alvoorens tot de Prccftatie der Secoursfen , of tot eenige Deelneeming in den Oorlog te treeden , vooraf te onderzoeken den oorfprong, waar uit de oneenigheeden zyn gereezen, en den aart der verfchillen , welke daar toe aanleiding hebben gegeeven ; mitsgaders met de vereischte omzigtigheid na te gaan, of het Cafus Foederis al , dan niet plaats heeft , en of de Oorlog aan de Zyde van den Bondgenoot , die het Secours vorderd, Wettig zy, ja , dan neen ; en nimmer of ooit hebben Hun Hoog Mog. by eenig Traftaat de Onafhankelykheid van den Staat verzaakt , en deszelfs belangens aan die van Groot-Brittannien zoo verre opgeofferd , dat zy zig dit altoos nodig en zeer weezentlyk onderzoek zouden hebben benoomen , of tot een ftap zouden zyn gekomen , waar door zy op eenigerlei wyze gereekend zouden kunnen worden verbonden te zyn, om zig aan het goeddunken van het Hof van Groot-Brittannien te moeten onderwerpen, en de verzogte Secoursfen te moeten inwilligen , zelfs dan , wanneer dat Hof met de eene of andere Mogendheid in verfchil geraakt zynde,'goedvind, den weg der Wapenen den voorrang boven die van eene redelyke voldoening aan gegronde bezwaarnisfen te, geeven. Het is dan ook niet geweest door een Geest van Partyfchap , of door het gewrocht van een overheer- II. deel. L fchen.  lós maart, ZAAKEN VAN 1781. fchende Cabale, maar na rype Deliberatie, en uit ware inzigt op de teedertfte belangens van den Staat, dat de Staaten van de refpective Provinciën by hunne ingebragte Refolutien allen eenpaarig getoond hebben van begrip te zyn , dat het verzogte Secours op de beleefdlie wyze behoorde te worden afgeweezen , en Hun Hoog Mog. zouden dan ook niet in gebreeken zyn gebleeven , om , conform die ingebragte Refolutien , een Antwoord op de herhaalde Requifitien van Secours aan Hoogstgedagte Zyne Majefteit te laaten toekomen , zoo niet daar van weerhouden waren geworden door de ongehoorde en violente Attacque van de Vlag van den Staat onder het Bevel van den Schout by Nagt van Byland , de geweigerde Satisfactie deswegens , en door de kort daar op volgende gansch vreemde en wederregtelyke Suspenfie der Tractaaten aan de zyde van Zyne Groot-Brittannifche Majefteit: alle welke gebeurtenisfen Deliberatien van een geheel anderen aart vorderden, en het voorfz. Antwoord deeden vervallen. 'T is wyders te vergeefs en geheel abufivelyk , dat men by het Manifest het getal der bezwaaren getragt heeft te vermeerderen, door de Alleguatie van het opheffen der uitgaande Regten tot Faciliteering van den toevoer van Scheepsmunitien naar Frankryk: want behalven dat zulks de interieure Directie van de Commercie raakt, waar toe alle Souverainen ontegenzegge. lyk Regt hebben , en desaangaancie zy aan niemand rekenfchap zyn verfchuldigt , zoo is dit Point wel in Deliberatie gelegt , maar tot hier toe buiten Conclufte gelaaten , zoo dat die Regten, als nog op den ouden voet geheeven worden, hoewel de Handelingen van Zyne Groot-Brittannifche Majefteit eene zodanige Voorziening aan de Zyde van den Staat volkomen moeften billyken. Niet minder ongegrond is het misnoegen, door Zyne Groot-Brittannifche Majefteit opgevat over het geval van den Americaan Paul Jones : al voor veele jaaren hadden Hun Hoog Mogende nopens de Admisfie van Kapers en Commisfievaarders van vreemde Natiën met derzelver genomene Pryzen, in de Havens deezer Landen , eenige vaste Ordres beraamd , en alomme bekend ge-  maart, STAAT EN OORLOG. 1781. 163 gemaakt, dewelke tot hier roe zonder uitzondering waren geobferveert en nagekomen : van die ordres kon* den Hun Hoog Mog. in dit geval, en ten aanzien van een Armateur, die met een Commbfie van het NoordAmericaansch Congres was voorzien , en zig op de Rheede van Texel vond gecombineert met Oorlogs* Fregatten van eene Souveraine Mogendheid , niet afgaan , zonder even daar door een oordeel te vellen , en een Decifie in de Wereld te brengen over Zaaken, welke Hun Hoog Mogende niet verpligt waren zig aan te trekken, en waar in zy voor de belangens van den Staat niet taadzaam vonden, zig op eenigerlei wyze in. te wikkelen. Hun Hoog Mog. oordeelden vervolgens raadzaam by de van ouds vastgellelde ordres op dit Subject te perfisteeren , met byvoeging nogthans vaa eene fpeciale Voorziening, ten einde aan gemeblen Armateur het inneemen van Ammunitien van Oorlog te beletten , en Hun Hoog Mog. ordonneerden voorts wel uitdrukkelyk, dat hy zig wederom ten fpoedigllen naar Zee zoude begeeven, zonder te vertoeven, als tot Reparatie van de op Zee geleedene fchadens volftrekt nodig was , en dat hy by verder Dilay tot het Vertrek, des nooJs, door middelen van geweld zoude worden genoodzaakt, waar toe ook door den Commandee. rende Officier van 's Lands Scheepen op de voorfz. Rheede werkelyk eene aanftalte is gemaakt, waar van hy de dadelyke uitwerking nog tydig heeft voorgekomen. Aangaande het voorgevallene in de andere Werelddeelen zyn de informatien, welke Hun Hoog Mog. uit de Oost-Indiën van tyd tot tyd ontfangen hebben, direct ftrydig aan die, welke onder het oog van Zyne GrootBrittannifche Majefteit fchynen te zyn gekomen; de iterative klagten door de Bewindhebberen der Nederlandfche Oostdndifche Compagnie aan Hun Hoog Mog. gedaan , en fteeds uit Vreedelievenheid in haaren boezem gefmoort, zyn hier van onloochenbaare bewyzen: terwyl met Relatie tot de West-Indien de hier boven opgetelde maatregulen ten allen tyde zullen moeten ftrekken tot een onwraakbaar betoog van den Ernst, Yver en Oplettenheid, met welke Hun Hoog Mog. de nasi" keungfte onderhouding van de ftipttte Onzydigheid ook L 2 in  164 maart, ZAAKEN VAN 1781c; in die Gewesten 'iebben behartigt; en waaromtrent Hun Hoog Mog. nooit eenig wettig blylt van overtreedinge van derzelver Ordres hebben kunnen ontdekken. Wat eindelyk het Concept van een eventuel Commercie - Tracbaat met de Noord-Amerikaanen door een Lid van de Regeering van de Provincie van Holland , buiten eenige publique Authoriteit van het Land voorgenomen, en de deswegens door den Heer Ridder Torke geprefenteerde Memorie, aanbelangt, is het met die zaak dusdanig geleegen: zoo dra de Heer Ridder Torke zyne Memorie den 10 November des voorleeden jaars aan Hun Hoog Mog. hadde geprefenteert, hebben Hun Hoog Mog. niet vertraagt, om , met ter Zydeftelling van al het ongepaste tusfehen Souverainen in die Memorie vervat, over dit gebeurde eene ferieufe Deliberatie aan te leggen , 't geen dan ook van dat gevolg is geweest, dat Hun Hoog Mog. by Refolutie van den 27 derzelve maand het voorfz. gehandelde allezins hebben gedesavoueert en afgekeurt, billyk verwagtende , dat Zyne Groot-Brittannifche Majelleit zig daar meede zoude hebben vergenoegd , als wel weetende , dat Hun Hoog Mogende geen Regtsgebied oeffenen In de refpective Provinciën , maar het Geregts onderzoek, en de gevraagde Strafoeffening moeften overlaaten aan de Heeren Staaten der Provincie van Holland, aan dewelke, als de eenige wettige Souverain over hunne Onderdaanen , volgens de conflitutioneele Regeeringsform, zulks alleeniglyk toedond te doen, en waaromtrent Hun Hoog Mog. niet twyifelden, of de Heeren Staaten dier Provincie zouden dien aangaande zoodanig handelen, als zy naar bevind van Zaaken, volgens de Wetten dezer Landen , en de Regulen der billykheid zouden oordeelen te behooren: ten hoogden bedenkelyk moest derhalven aan Hun Hoog Mog. voorkomen het Empresfement, waar meede de Heer Ridder Terke by een tweede Memorie op bet ftuk van Strafoefening urgeerde, welke bedenktlykheid niet weinig vermeerderde, wanneer dezelve drie daagen daar aan eene mondelinge Verklaaring aan den toen ter tyd prafideerenden Heer ter Vergadering van Hun Hoog Mog. deed, dat byaldien dienzelven dag geen volkomen fatisfactoir antwoord op zyne Memorie outfing, hy daar van des avonds met een Courier zyn  maart,'STAAT EN OORLOG. 1781* 165 zyn Hof zoude moeten informeeren: Hun Hoog Mog. hier van verwittigt, en penetreerende het gewigt eener boodfehap, welke de ongehoorde (tap, die reeds in des Konings Raad beflooten fcheen, niet onduidelyk te kennen gaf, offchoon niet gewoon op mondelinge gefprekken van buitenlandfche Gezanten eenige Delibera. tie voor te neemen, vonden niet te min goed, om haaren Griffier te gelasten , van zich te vervoegen , ten huize van den Heer Ridder Torke , en aan denzelven in Subftantie te kennen te geeven , dat deszelfs Memorie by de refpeétive Provintien , conform de Ordre van Regeering, was overgenoomen: met byvoeging van het geen by het Manifest opzettelyk fchynt te zyn geomitteert, dat Hun Hoog Mog. niet zouden nalaaten te trachten te effectueeren , dat , zoo ras als doenlyk was, en de Conltitutie van de Regeering het eenigzins toeliet, een Antwoord op dezelve aan hem Heer Ambasfadeur zoude worden gegeeven. Waar op dan weinige dagen daar na de Heeren Gedeputeerden van Holland ter Vergadering van Hun Hoog Mog. bekend maakten , dat de Heeren Staaten hunne Principaalen eenpariglyk hadden goedgevonden , het Point van de Strafvordering prseallabel te ftellen in handen van haren Hove van Juftitie, om daar op ten fpoedigften, en met Postpofitie van alle andere Zaaken te advifeeren; waar van Hun Hoog Mog. niet verzuimden , al wederom aanftonds door haren Griffier te doen kennis geeven aan den Heer Ridder Torke , met dien onverwachten nitflag , dat de gemelde Heer , na zyne Inttrudtie op dat Point te hebben nagezien , by eene Misfive aan gemelden Griffier, waar by die provifioneele Refolutie van Holland, als elufoir wierd geconfidereert, volftrekt declineerde , om zulks ter kennisfe van zyn Hof te brengen, het geen Hun Hoog Mog. befluiten deed, om deeze bekendmaking door een Expresfe na Engeland af te zenden , met last aan haaren Minister te Londen , den Grave van Weideren , om dezelve ten fpoedigften aan het Ministerie van Zyne Groot-Brittannifche Majefteit te overhandigen, dan waar van dezelve , wegens verweigering van gemelde Ministerie , arieh niet heeft kunnen acquitteeren. Uit dit verhaal van het gepasfeerde in de voornoemde L 3 Zaak  X% maart, ZAAKEN VAN 1781. Znnk zal de onpsrtydige Waereld van zelfs moeren opmaaken , wat 'er te denken zy van het voornaam motief of liever van bet Pia?text , waar van zyne GrootBrittannifche Majefteit zich heeft bediend , om aan Hoogstdeszelfs Vyandelyke oogmerken tegens de Republiek den vollen teugel te vieren : de zaak bepaald zich_ van zelfs tot deze eenvoudige termen: Zyne Majefteit ontfangt naricht van zeekere onderhandeling, welke van wegens een Lid der Provinciale Begeering met een Repra:fentant van het Noord - Americaanfch Congres in den jaare 1778 plaats zoude hebben gehad, over het ontwerpen van een Tradtaat van Commercie tusfehen de Republiek en gemelde Colonien, Cafu quo, ramentiyk dan, wanneer derzelver Independentie by de Kroon van Engeland zoude wezen erkend, aan te gaan en te fluiter. Deze Onderhandeling, fchoon conditioneel en onder* pefchikt aan eene Conditie, die van een voordaad van Zyre Majefteit zelve was afhangende, deze Onderhandeling, die zonder de voorgemelde voorafgaande Erkentenis of Verklaring van Zyne Majefteit niets konde uitwerken, en geen bet minde eifedt konde forteeren, wierd door Zyne Majefteit zo euvel opgenoomen, en fcheen Hoogstdeszelfs heevigst ongenoegen in die giaad en tot dien top te verwekken, dat goedvond, om van den Staat een opentlyk Desaveu, Strafoeffening en compleete Satisfactie deswegens te vorderen: Het eerfte gedeelte van dien eisch wierd door Hun Hoog Mog. terdond, en zonder Dilai, of vertraging ten volle ingewjlligt; maar de Strafvordering was, volgens 's Lands fundamentcele Conftitutie, geheel buiten hun magt en vermoogen: de Staaten van de geconcerneerde Provintie waren de eenige Souverainen, wien het toekwam daar ii:ne langs wettige wegen en door rechtmatige middelen te voorzien. Die Souveiain, gewoon het gezag der wetten te eerbiedigen, en te regt overtuigt, dat de ongekreukte Adminifliatie var de Jullitie eene der voornaamfte Hoofdzuilen zyner Regeering moet uitmaaken, die Souverain was onbevoegt en builen Staat , om , wilde hy niet "s Lands wettige Conflitutie omver werpen, en de plegtig bezwooren Privilegiën der Ingezeetenen verkonen door  waart, STAAT EN OORLOG. 1781. 167 door middel van eene Politicque Dispofuie , zonder voorafgaande Interventie van het judicieel Departement, aan de begeerte van Zyne Majefteit te voldoen : een preliminair onderzoek door het Provinciaal Hof van Juftitie was de eenige weg, die in dit geval konde werden ingellaagen : daar toe namen welgemelde Heeren Staaten het eenparig befluit , en dit was ook het middel om voor het oog van Zyne Majefteic , van de Brittannifche Natie en geheel Europa te doen doorftraalen de gevoelens van Regtvaardigheid , Billykheid en Regtmatigheid, die de Regeering dezer Landen bezielen, en dienen moeten om de Regten hunner Ingezeeu nen in een zo gewigtig ftuk, als is het beleid der crimineele Juftitie te verzeekeren : en het is ook dit heli uit, waar door men, wel verre van de Deur der Juftitie toe te Buiten , of de Regtsvordering elufoir te maaken , den weg van behoorlyke judicieele Procedures , agtervolgens de Grondwetten dezer Republiek opengefteld, en daar door voor het Hof van GrootBrittannien geen de minlte reden heeft overgelaaten, om wegens eene Denegatie van Juftitie te klagen, veel min op dien grond , tot het verleenen van Reprefailles over te gaan. Edog terwyl deeze gepaste maatregulen by den Staat wierden genoomen, was men in 's Konings Raad reeds overgeflagen tot den ftap, die het beginfel der Ruptuur heeft daar gefteld : men had in dien Raad, al vooraf beilooten , niets onbeproeft te laaten, om de Accesfie van de Republiek tot de Conventie met de drie Noordfche Mogendheeden, waare het mogelyk, te verhinderen , en de uitkomst heeft geopenbaard, dat de Haat over die Conventie opgevat de Dryfveer der Raadilagen van het gemelde Hof, en de ware Bron der Vyandelyke befluiten tegens deezen Staat geweest is. Daar nu Hun Hoog Mog. behalven de fchreeuwende beleedigingen den Staat, en de zwaare fchadens den ongelukkige Onderdaanen aangedaan, daarenboven door geweldige maatregulen onverhoeds geprovoceert, zig gedwongen zien tot het in het werk ftellen van middelen , om de gedreigde oppresfien af te wenden , en haare duurgekogte Vryheid en Onafhankelykheid kragtdadig te befchermen , vertrouwen Hun Hoog Mog., L 4 dat  163 maart, ZAAKEN VAN J?si. dat de Heer der Heirfchaaren, de God van Haare Vaderen , die de Republiek meer dan eens uit de zwaarfte Kampen en Gevaaren, door het zigtbaar beleid Zyner gunftige Voorzienigheid gered heeft, haare pogingen tor af keering van allen aanval en geweld met zynen Goddelyken Zegen zal agtervolgen, en de Regtvaardigheid der Wapenen die Hun Hoog Mog. genoodzaakt zyn tot zelfsverdeediging op te vatten, met zyne altoos overwinnende kragt en byftand genadiglyk zal bekroonen, terwyl hun Hoog Mog. met verlangen zullen te gemoet zien het Tyd hp, dat haar oude Geallieerde, doch nu m Vyand verkeerde Nabuur, tot gematigde en billyke gevoelens zal wezen gebragt, als wanneer zy geene met het Maintien van haare wel verkreegen Rechten, en met de her en Independentie van haare vrye Republiek beltaanbaaYe geleegendheeden zullen laaten voorbygaan om zich met haar ouden Vriend en Bondgenoot te be! vredigen. Aldus gedaan en gearresteert ter Vergadering; van de Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal der Ver. Maarfi78l ' " 'S Gravenha§e > op den ia was geparapheert, COCQ VAN HAEFTEN , Vt. (Onderftond) Ter Ordonnantie van dezelve, (was getekend) H. FAGÏL, LI,  maart, STAAT EN OORLOG. 1781. 169 LI. Plan eener Augmentatie van 's Lands Krygsmagt. Overgeleverd door den Raad van Staate, in dato 11 Maart 1781. Het zelve zal beftaan , uit 936 Paarden en 17686 Hoofden : van dezelve zullen worden genomen 6000 Man voor den Zeedienst, dewelke in drie Regimenten moeten verdeelt worden, ieder Regiment van zestien Comp. en 2 Batt. verdeelt. NB. By ieder Regiment 1 Colonel op Lt. Admiraals Traétement. . . ƒ 2400:-:- 2 Vice Admiraals de eene als Commanderende, 1 divifie. . - 1200:-:De andere by de 2de. divifie. . * 960:-:By ieder divifie een Schout by Nagt. • * 720:- : Het eerBe Regiment word geattacheerd. Het 1. Batt. by de Admiraliteit van de Maas. Het a. Batt. by 'r, Noorder quartier. Het tweede Regiment by de Admiraliteit van Amfterdam» Het 1. Batt. van 3. Regiment van Zeeland. Het 2. Batt. van Vriesland. Ieder Compagnie zal beBaan uit, CNB. Ieder Vlag Officier, krygt een Comp.) Capitein. 1 ! bma.t als ,= Land. Onder Luitenants. 2, J Schipper. i f 400: -: - Opper Stuurman. 1 * 400:-:. Onder Stuurman. 1 * 300:-:- Bootsman. 1 * '300: -: - Schieman. 1 «a 2(io:-:« Smidt. 1 f 160:-:- Quartiermeefter 1 * i6o:-:« Chirurgvn. 1 Opper ConBapel. 1 » 400: -: - Onder Conftapels. 3 ieder * 300: -: - Cannon. of Matr. 36 als de Artileriflen. 53 L j Tran-  170 maart, ZAAKEN VAN 1781. Tranfport 53 Solliciteur. 1 Sergeanten. 5 als de Infanteriften. Tamboers. 2 dito. Granadiers. 12 dito. Gemeene. 53 dito. Dus te zaamen 125 Musquetiers. 4 die moogen manqueren. Adjudanten Generaal. 3 voor den Admir. Generaal. I a ƒ 2500, en twee a ƒ 1500, ieder. De augmentatie by de Cavallerie beftaat uit 2 Compagnien Guardes te Paard, lterk Hoofden 58 paarden 63 is 116 man 126 paarden, by de overige Comp. derzei ve. Wagtmeefber. 1 Corporaal. 1 Gemeene 9 66 66 48 Ord. Comp. Cavalery. Met Corpor. 1 Gemeenen. 9 480 480 8 Comp. Gard. Drag. met Sous Luit. 1 Wagtmeeiter. 1 Corporaal. 1 Gemeenen. 9 96 104 16 Ord. Comp. Dragonders met Manf. 10 160 160 waar onder « . ■ - 1 Corpor. 918 man 936 paard. By de Infanterie. 2 Comp. Grenadiers by de Guardes met 13 is 26 man ia Compag. Fufel. 7 84 63  maart, STAAT EN OORLOG. 1781. 171 63 Nationale Comp. Grenadiers Sergeant. 1 Corporaal. 1 Gemeenen. 9 693 378 Musquettier Comp. Sergeant. 1 Corporaal. 1 Tamboer. I Gemeenen. 7 3780 6 Comp. Schotten Grenadiers Sergeanr. 1 Corporaal. 1 Gemeenen. 9 66 36 Comp. Schotten Musquettiers Sergeant. 1 Tamboer. z Corporaal. 1 Gemeenen. 7 36*0 By 't 1. Battaillon van 2. Regiment Vin Orange Naslau te voegen 1 Bataillon. 7 Compagnie. 462 By 't 2. Batt. van 't zelve. 7 Compagnies 462 7 Compagnies by Grenadiers Wall. 462 Switzers. 36 Compagnies Bernzwitfers met Hoofden 50 1800 12 Comp. van Esf. 50 600 12 Comp. van Bon. 50 600 4 Comp. Mineurs, per Comp. Luitenant 1 Sergeant. 1 Corporaals. 2 Gemeenen. 18 Ar-  ri* AfAADT. 7. A A K R W VAM «»x Artillerie. 15 Comp. Onder Luitenant. 1 Bombardiers. 3 Tamboers. a Canoniers. 27 495. 't Nieuw Battalion Artillerie van 5 Compagnies Koppen 158 790 Total met.de Mariniers 17686 man LIL Brief van de Staaten van Friesland, aan derzelver Afgevaardigden ter Generaliteit , over de goedkeuring van het Manifest tegen den Koning van Engeland. In dato 16 Maart EDELE ^ VESTE, LIEVE, BYZONDERE! Het is niet dan met de uiterfte furprife, dat wy ontvangen hebben U Ed. Misfive van den 12 deezer loopende maand, (alleen ondertekend door dén onzer Gecommitteerden ter Generaliteit) inhoudende bekendmaaking , dat goedgevonden was , om wegens en in naam van onze Provincie het Manifest tegen den Ko< ning van Engeland te approbeeren ,-om redenen in de voorfchreeven Misfive te horde gebragt. Dan dewyl wy het gewigt derzelver geenzints befchouwen van dien aart te zyn, dat zulks deeze buitengewoone uitfiap eenigermaate zou kunnen wettigen , daar deeze zaak van zulk eenen verren uitzigt en aangelegenheid door UEd, ter conclufie is gebragt, hangende onze ferieufe Deliberatien daaromtrent, en alzoo ten eenemaale buiten onze approbatie en confent; en dewyl nu die zaak door UEd.  i maart, STAAT EN OORLOG. l?8ï. 173 U Ed. ten eenemaal buiten haar geheel is geraakt, en wy gepriveerd zyn geworden, eene Refolutie daar omtrent te kunnen uitbrengen, zullen wy dezelve ditmaal pasfeeren, doch moeten teffen CJ Ed. declareeren, dat wy deeze Uwe demarche aanmerken , als eene verregaande kleinagting aan den Staat beweezen, en UEd. op 't ernftigst willen gewaarfchouwd hebben, om zich van zulke temeraire en disrefpectueufe actiën in het toekomende te onthouden , alzo wy anderzints genoodzaakt zullen zyn, daar tegen op zodanige andere wyze te voorzien, als wy tot daadëlyk maintien van het hoog gezag onder Vergadering verdaan zullen te behooren. Wyders gelasten wy UEd. zig te informeeren , op welke wyze zulke fecreete en nog niet geapprobeerde (tukken uit de Befoignes worden verkreegen, zoodanig dat in handen van de vreemde Ministers geraaken , alzoo zulks ten uiterften gevaarlyk voor den Staat is. LUI. Request van Gecommitteerden van de Visfcheryen van Vtaardingen en Maaslandjluis , aan Hun Hoog Mogende, omtrent het beraamen van de nodige fchikkingen met Engeland, tot het onbelemmerd dryven van hunne Neering, geduurende den Oorlog. In dato 17 Maart 17 81. Geven onderdaniglyk te kennen de Gecommitteerden van de Visfcheryen van Vlaardingen en Maaslluis. Dat de Supplianten en alle hunne Principalen, te zamen zyn Eigenaars van omtrent één honderd en vyftig Vischhoekers , dewelke gewoon zyn in de Noordzee, tot zelfs rondsom Ysland, den Kabeljauw te zoeken, en dezelve tot Tonne Visch in te zouten , om herwaard ter confumptie niet alleen over te brengen, maar ook teffens te doen dienen tot verzending naar andere Landen en Plaatfen. Dat gemelde Visch-Reederyen een objeét is van zoo veel confideratie, dat niet Hecht de Steden Vlaardingen en Maasfluis , ten eenemaale daar aan haare opkomst en  174 maart, ZAAKEN VAN 1781, en welvaart fchuldig zyn, maar dat ook even daar door op eene directe wyze is gecontribueert aan den bloey van diverfe andere takken van Navigatie en Commercie, zulks het verderf of vermindering van deeze Reederyen van eene zeer aanmerkelyke influentie zoude zyn op den gewoonen welltand van dit Land, daar veele honderden Menfchen, alleen als Visfchers gebruikt wordende, door eeuen (tilitand van de Visfcheryen, hun brood zouden moeten misfen, en tot verkryging van hetzelve andere wegen zouden inflaan, en alzoo het hoogstnodig getal van Vislchers zoude verminderen niet alleen, maar hun» ne Exercitiën by andere Natiën gaan frequenteeren , waar door de byzondere kundigheid in het bereiden van de Zoute Visch, waar in tot heeden de Nederlandfche Visfchers boven andere Natiën verre uitmunten, onvermydelyk zoude worden overgebragt, en alzoo eerlang de voorfz. Steeden en Plaatfen onheritelbaar worden geruïneerd , ja wat meer is, even daar door een gevoelig nadeel aan een menigte van Werk- en Ambagtslieden worden toegebragt, door dien de geduurige aanbouw van Scheepen , met hun toebehooren , niet weinig kontribueert tot den vertier van de Hout-Negotie, Zeilmakeryen, Touwbaanery en dergelyke, zonder dat de Supplianten behoeven te gewagen , van de Prikke-Visfcheryen op de Rivieren rot Aas, Kuiperyen , Hoepels enz. die daar door gefleeten worden , ofte ook van de Confumptien jaarlyks alleen van het Zout, dat tot de Visfcheryen noodig is, als alle welke en meer andere noodwendig, heden dermaten zyn aaneen gefchakeld , dat het gemis van de voornaamfte ketens zelfs ten nadeel van 's Lands inkomlten moet redundeeren. Dat ondertusfchen de tegenwoordige gefteldheid van zaken, door den Oorlog dezen Staat aangedaan, de Supplianten met alle reden doet bedugt zyn, dat zoneter een of andere fchikking, de voorfz. Reederyen, en ook alle andere Visfcheryen , die door de refpective Ingezeetenen der Provinciën op de Noordzee en op Ysland gefchieden , zullen te niet loopen, en daar door maar al te fchielyk aan nabuurige Landen die gelegenheid verfchaft worden, zich,van de Visfcheryen meester te maaken, en dat gedeelte der Commercie, het welke tot hier toe met zoo veel fucces binnen de Nederlanden is gehou- den,  maart, STAAT EN OORLOG. 1781. 175 den, te doen verplaatfen, waar van de fuites niet genoeg kunnen worden gepenetreerd, en waar van het gewigt zelfs zo zwaar is, dat de Supplianten zich aan pligtverzuim zouden fchuldig maaken, indien zy langer vertoefden, om dit te brengen ter kennisfe van Uw Hoog Mog, en aan Hoogstdezelve met de verfchuldigde eerbied te rememoreeren, dat by voorige Oorlogen van deezen Staat precautien zyn gebruikt, om de Visfcheryen te doen continueeren, of over en weder de Visfchers te laaten vry en ongemolesteerd, zoo als onder anderen uit de Notulen van Uw H. Mog. van den 27 September 1707 zoude kunnen blyken. Dat ook de Supplianten zich verbeelden, vry zeker te zyn geinformeerd, dat by de ontflaane Rupture tusfehen Frankryk en Engeland, de wederzydfche Ingezeetenen pogingen hebben aangewend, om de Visfcheryen nog aan den eenen nog aan den anderen kant te verhinderen , gelyk dan ook daaromtrent eenigermaate is gereufeert, doch dat de op nieuw oi-tflaane Oorlog tegens deze Republiek, de fchikkingen deswegen beraamd, zoo als de Supplianten van ter zyden verftaan , niet kunnen doen komen tot eene genoegzaam confiftentie, dan dat egter, zo dra Uw H. Mog. zouden kunnen goedvinden te declareeren, dat geene Visfchersfcheepen op de Noordzee tot rondom Ysland , toekomende aan Onderdaanen van Groot-Brittanje, zullen worden ontrust of geftoord , de Supplianten verwagten, dat ook de Hollandfche Visfchers door de Engelfchen niet zouden worden gemolesteerd , waar door op eene gemaklyke wyze, de notabele bezwaaren der Supplianten en verdere geinteresfeerden zouden worden weggenomen, vooral, daar tot het uitbrengen van dusdanige verklaringen , niet veel tyd behoeft te worden verloeren, welk verlies voor de gezamentlyke Reeders en Visfchers , juist in dit faifoen een conlïderabel grief zoude opleveren, vermits het nu nog de gefchiktfte tyd is, om op de Kabeljauwvangst op de Noordzee, en wel byzonder op Ysland, klaar te maaken en uit te gaan, en daar toe alle voorraad gereed is , op welke Artykelen geene geringe fchaden ook zouden geleeden worden, zoo eens de Visfcheryen langer werkeloos zouden moeten gehouden worden: dat de Supplianten eerbiedig vertrouwen, dat Uwe H, Mog.  176 maart, ZAAKEN VAN 1781. Mog., om zoo veel mooglyk alle last des Oorlogs te verligten, geene zwarigheid zullen maken de Engelfche Visfchers ongeftoord te laaten, mits maar aan de zyde van Engeland van gelyke ten aanzien van Hollandfche Visfchers gefchiedt. Dat de Supplianten aan de wysheid van U H. Mog, overlaten, welke middelen van deze zyde moeten worden te werk gefield, ten einde de Visfcheryen in de Noordzee en om Ysland tegen alle overlast te beveiligen , alleenlyk op het yverigfte fmeekende , dat het noodige , met alle mooglyke expeditie moge worden geëffectueerd , en daar door aan zoo een groot getal Huisgezinnen de gelegenheid ten fpoediglte opengetteld om de kost te verkrygen. Weshalven zoo keeren zich de Supplianten tot Uw H. Mogende , ootmoediglyk verzoekende , dat U H. Mog. ter zaake voorfz. zoodanige voorzieningen gelieven te doen, als U H. Mog. zullen oordeelen, ten nutte van de Visfcheryen op de Noordzee en om Ysland te behooren , en dat , zoo dra desaangaande fchikkingen zullen zyn gemaakt, het Embargo, door U H. Mog. by Placaat van den 26 January 1781 gedecreteerd, ten aanzien van de Visfcheryen en Visfchers Scheepen, zal worden opgeheven. Het welk doende, enz. LIV. Memorie van den Hertog de la Vauguyon, Franfchen Gezant by Hun Hoog Mogen» de; ingeleverd 18 Maart 1781. hoog mogende keeren! De Koning heeft de twee Refolutien van den 4 deezer ontfangen , waarvan U Hoog Mog. hem eene Ministeriaale Communicatie gegeeven hebben. By de eerlie accepteeren U Hoog Mog. de Mediatie van haare Keizerlyke Majefteit van Rusland, tot een grondflag leggende de voorafgaande erkentenis van de onbepaalde vryheid der Zeeën, en verklaaren ter zelfder tyd, dat  MAAttT, STAAT EN ÖORLÖG. i-Sr, 177 dat zy geene verbindtenisfen met het Hof van Londen zullen aangaan, die onbeftaanbaar zouden, kunnen zyn met de Neutraliteit, welke de Republiek beftendig heeft in acht genomen. By de tweede aUthorifeeren LI Hoog Mog. den Vorst, aan wien zy het beftier hunner Zeemacht hebben toevertrouwd , om den Koning te proponeeren , om de concert te werk te gaan in de Krygsüperatien tegen den gemeenen Vyand. De Koning, getrouw aan de beginzelen van gematigdheid , die den wezenlyken grondllag van zyn Polityk Syfthema uitmaken , heeft zig zorgvuldiglyk gewagt, om U Hoog Mog. te engageeren , om deel te neemen aan de onlusten, die 'er tusfehen Frankryk en Engeland ontftaan zyn. Zyne Majefteit heeft zig eeniglyk bepaald , om hen aan te zetten tot het handhaven Vith de waardigheid der Republiek, en dé conftitutioheele rechten van haare önafhankelykheid en welvaart; en Zyne Majefteit heeft ter zelfder tyd aan U Hoog Mog. de ontwyffelbaarfte blyken gegeeven van zyne uitgebreide toegenegenheid. Zedert de vyandelykhéden, tusfehen de Vereenigde Provintien en Groot-Brittannien ontftaan, heeft Zyne Majefteit altoos ftandvastig in zyne referve, begrepen , dezelveu niet te moeten aanzoeken tot eene combinatie van maatregelen tegen deeze Mogendheid. Dan, nu U Hoog Mog. aan het gevoel hunner eigene waare belangen gehoor gevende , thans bedoten hebben , om zulks zeiven aan den Koning te laten voorftellen , houd Zyne Majefteit zig verzekert , dat U Hoog Mog. voorzien zullen hebben, ,, dat alle combinatie ydel en vrugteloos zyn zoude, indien de,, zelve nietten grondllag heeft de vaste verzekering, dafj ,, men ^noch van den eenen noch van den anderen kant, ,j zig niet zal kunnen verwyderen van het onderling be„ paalde ontwerp, om welke reden, of uit welke inzig„ ten hoe genaamd, zulks ook moge weezen." Maar, fchoon de Koning ten deezen opzigtè volkomenlyk recht doet aan de wysheid en doordringendheid van U Hoog Mog. , zo meend Zyne Majefteit echter hen eene vriendelyke en precife explicatie te moeten afvragen, omtrent een onderwerp, van zo veel aanbelang. Het antwoord van U Hoog Mog. hier op zal den Koning in ftaat ftellen om, met eene volkome- II. deel. M ne  178 maart, ZAAKEN VAN 1781. ne kennis van zaken, over Hoogstderzelver voorftel te delibereeren met den Katholyken Koning, zynen Bondgenoot , en met dien Vorst eene gemeenfchappelyke Refolutie te beramen. Intusfchen heeft Zyne Majefteit my gelast , voor tegenwoordig U Hoog Mog. te verzekeren van zyne volkomene toegenegenheid , en van zyne geneigdheid , om de Republyk de weezendlykfte blyken zyner goedwilligheid te geven in de tegenwoordige tydsomftandigheden , gelyk in alle anderen , welken van eenigen invloed kunnen zyn op de rust en het welzyn deezer Vereenigde Provintien. LV. Adres van Jr, van der capellen tot den poll, aan de Regeering der Stad Zwol. In dato 22 Maart 1781. Wel Ed. Hoog Agtbaare Heeren myne Heeren ! BurgemeeBeren, Schepenen en Raaden, als mede de Wel Ed. en Agtbaare Heeren van de gezworen Gemeente der Stad Zwol. Dat de Drostendienften van de oudfte tyden af nooit anders dan inkruipzels zyn geweest, die tegen de ernftigfte voorzieningen der voorige Landheeren zyn ingedrongen. Dat die Dienften in 1631 eene zoo wettige gedaante hadden gekreegen, dat Ridderfchap en Steden dezelven, uit zugt' voor de Vryheid, affcbaffende, aan de Heeren Drosten, tot eene fcbadeloosftelling, meenden te moeten toeleggen eene vermeerdering van Tra elementen, die uit eene nog heden ten dage ftand houdende verhoging der Verpondinge gevonden en betaald wordt. Dat die Dienften, fchoon in 1631 wettig en voor altoos afgefchaft, in 1725 door eene weezenlyke erreur en onkunde van voorgemelden afkoop wederom in trein zyn gebragt en gebleeven, — dit alles behoort tot die allerkennelykfte waarheden, die thans door niemand meer in twyfel kunnen getrokken worden. Het is evenwel de pooging , die de ondergetekende heeft  Maart, STAAT EN OORLOG. 1781. 179 heeft aangewend, om zyne mede Ingezetenen van eenen zo onwettigen en drukkenden last te ontheffen, en hen in dien ftaat van Vryheid en Onafhanglykheid herfteld te krygen, dien zy onder hunne voorige Landsheeren, onder een Karei, zelfs onder een Philips, dien men om dwingelandy heeft moeten verjaagen, ileeds hebben genooten; — het is deeze pooging, die hem in den toeftand gebragt heeft, dat hy zich door de Ridderfchap en de Steden Deventer en Campen, zonder forme van Proces, zonder eenigen fchyn van Regtspleeging, maar enkel door gebruik van magt, uit de plaats, hem op de Vergadering van Ridderfchap en Steeden uit kragt zyner geboorte en admisfie toekomende, onzet ziet en nu reeds het derde jaar niet ophoudt van Regt of eene minnelyk fchikking te vraagen, te bidden, te fmeeken doch, tot deeze uure, te vergeefsch. Het is derhalven uit hoofde van dubbele betrekking, die de Ondergetekende op U Wel Ed. Hoog Agtbaaren en als Mede-Regent der Provincie, en als Inwooner van U Wel Ed. Hoog Agtbaare en Agtbaare Stad heeft, dat de Ondergetekende gemeend heeft zich aan U Wel Ed. Hoog Agtbaaren en Agtbaaren te mogen, ja te moeten addresfeeren met eerbiedig verzoek: Dat U Wel Ed. Hoog Agtbaaren en Agtbaaren den Ondergetekenden in Hoogstderzelver fpeciaale protective gelieven te neemen, en het daar heenen te dirigeeren, dat eenig minnelyk vergelyk, dat de Ondergetekende zoo menigmaal en zoo dringende, zelfs nog op deezen laatlten Landsdag, verzogt en aangebooden heeft, tusfehen zyne hooge Party , en hem worde bewerkt ; of dat hem zonder langer draalen , kort, goed en onvertogen Landregt moge wedervaaren, enz. M a LVL  i8o maart, ZAAKEN VAN 178^ LV1. Refolutie van Raad en Meente der Stad Zwol, op het Adres van Jr. van der capellen tot den poll. In dato 22 Maart 1781. De Meente recommandeert de zaak ten Request van de Heer van der Capellen tot den Poll gemeld, aan de attentie van de Heeren van de Magiftraat, ten einde dezelve op de eene of andere wyze fpoedig worde afgedaan. En is , na dat Haar Eerb. waren verzogt af te treeden, en dien na weder boven te komen, daar op by Schepenen en Raaden zynde gedelibereert, goedgevonden, aan Haar Eerb. te antwoorden, dat het door Haar Eerb. overgegeevene Request van den Heer van der Capellen tot den Poll, is gefield in handen van de Heeren Gecommitteerden daar toe zynde, ten fine van examinatie en rapport , zynde voorts goedgevonden , gedagte die Request voorgemeld hier agter te doen infèreeren. LV1I. ExtraB uit het Register der Refolutien van de Staaten Generaal: waarby de Scheepvaart en Koophandel op de Oostzee van het algemeen Verbod van buittnlandfchen Vaart wordt uitgezonderd. In dato 26 Maart 1781. By refumtie gedelibereerd zynde op het gerapporteerde van de Heeren van Lynden van Hemmen en andere Hunne Hoog Mogende Gedeputeerden tot de Zaken van de Zee, in gevolge en ter voldoening van derzelver Refolutie Commislbriaal van den 8 dezer loopende maand , geëxamineerd hebbende de Requeste van Directeuren van den Oosterfchen Handel en Reederyen te Amfterdam, houdende dat het eert bekende zaak was, dat de Vaart van en naar de Oostzee zedert onheuglyke ty-  maart, STAAT EN OORLOG. 17C1. iSr tyden met deszelfs gevolgen , voor de Commercieeren* de Ingezeetenen van dezen Staat, was geweest en nog was gebleven , een der wezendlykfte Takken van rlen Welvaart der Koophandel, en niet weinig gecontribueerd hadde tot de extenfie van alle andere fourcen van Navigatie. Ja dat die Vaart ten minden zoo noodig als eenige andere was , althans dat buiten tegenfprnak zyn moest, dat de tegenwoordige omdandigheid der Republiek vorderde , dat dezelve" Vaart met 'alle magt wierde geëxtendeert , om aan den Inwoonderen dezer Landen zeer aanmerkelyke noodwendigheden te furneren, als daar zyn granen, hout, hennip, zaden , yzer en menigvuldige anderen , welker gemis hier niet ontbeerd konde worden ; en dat daartegen naar de plaatzen in de Oostzee konden'en moeiten worden aange. bragt diverfe Producten van dit Land en andere Koopmanfchappen , die men gewoon was derwaart te expedieeren. Dat even zeer bekend was, dat die Vaart zoo vroeg mogelyk in het Voorjaar moest begonnen worden, om over en weder de gereedleggende Ladingen uit te wisfelen, en dat daarenboven de Supplianten naar waarheid aan Hun Hoog Mog. konden verzekeren , dat nooit meer voorraad dan "actueel door de Kooplieden van dit Land , en byzonder van de Stad van Am derdam , zoo tot eigen gerief als tot het extenderen hunner Commercie met Onderdaanen van de in Oorlog zynde Mogendheden, van allerlei Goederen en Producten uit de Oostzee en Noorwegen verwagt hadden kunnen worden , waar toe zelfs een groot aantal Hollandfche Scheepen , die in de Oostzee en Noorwegen overwinterd hadden , en aldaar volladen waren liggende , alleen op een genoegzaam Convoy was wagtende om herwaart te komen. Dat de erndige overweging van dit alles de Stip. plianten had verpligt om het zelve aan Hun Hoog Mog. voor te dragen en van Hun Hoog Mog. een fpoedige hulpe te imploreren, ten einde niet degts het Embargo op de Scheepen , die den wil hebben naar de Oostzee en Noorwegen te gaan , op te heffen , maar om alle dezelven, zonder eenig verderflyk uitdel, door een genoegzaam getal van 's Lands OorlogfcheeM 3 pen  i8a maart, ZAAKEN VAN i?gt. pen te doen convoyeren , en dezelve Oorlogfcheepen mede te doen dienen om de Hollandfche Koopvaardyfcheepen van daar herwaart re geleiden , en voor den aanval van vyandlyke Engelfche Scheepen te behoeden , verzoekende de Supplianten derhalven dat Hun Hoog Mog., ter zake hier voren gemeld, zodanige prompte voorzieninge gelieven te beramen en ter uitvoer te doen brengen als Hun Hoog Mog., naar mate van 't importante gewigt der zake, zullen oordeelen te behooren. Als mede nog ingevolge en ter voldoening van derzelver Refolutie Commisforiaal van den 12 der voorleden maand , geëxamineerd hebbende de Requeste van dezelve Directeuren van den Oofter-Handel te Amfkrdam, houdende dat de Supplianten op den 8 der voor. leden maand zich by Requeste hadden geadresfeerd aan Hun Hoog Mog. en daar by, ten aanzien van het vereischt wordende'Convoy na de Oostzee en Noorwegen , zoodanige voorziening verzogt, als breeder daar by was vermeld. Dat men federt ontfangen hadde een Brief, den 3 Maart laastleden gefchreven te Elfeneur door der Supplianten Correfpondent J. C. van Beurs , houdende een bericht van de verregaande ftoutigheden en brutale ondernemingen van de Engelfche Kapers , zoo als uit dien Brief in originali , nevens de voorfz. Requeste gevoegd , konde hlyken. Dat de Supplianten zich verzekerden , dat (bortgelyke Zeeroveryen meer en meer zouden toenemen, zoo niet dezelve met geweld fpoedig wierden te keer gegaan, verzoekende de Supplianten derhalven, dat Hunne Hoog Mog. derzelver Deliberatien op der Supplianten voorgemelde Requeste, zoo veel mooglyk, zouden gelieven te verhaasten , en op den gemelden Brief de voorfz. Requeste annex zoodanig reguard te nemen als Hunne Hoog Mog, zullen oordeelen te behooren. En op beide de voorfz. Requesten ingenomen hebbende de Confideratien eu het Advys van de alhier aanwezende Gecommitteerden uit de refpective Collegien ter Admiraliteit dezer Landen. Is goedgevonden en verdaan , dat aangezien de Importantie van de Vaart en Handel op de Oostzee , de Vaart  maart, STAAT EN OORLOG. 1781. 183 Vaart derwaart henen zal worden geëximeerd , _ gelyk geëximeerd word, mits dezen van het generaal Verbod van den 26 January dezes jaars, mits de Scheepen derwaarts niet anders vertrekken dan onder behoorlyk Convoy , en dat ten dien einde de refpective Collegien ter Admiraliteit zullen worden aangefchreven, daaromtrent de noodige ordre te (tellen; en dat voorts Zyne Hoogheid, als Admiraal-Generaal dezer Landen, zal worden verzogt, gelyk. Hoogstdezelve verzogt word mits dezen , om zoo dra zulks gevoeglyk gefchieden kan, de Scheepen , de wil hebbende "naar' de Oostzee en Noorwegen , door een genoegzaam aantal van 's Lands Scheepen en Fregatten van Oorlog derwaarts te doen geleiden en de Hollandfche Koopvaarders , die aldaar zouden mogen zyn, weder herwaarts te doen eonvoycren. LVIIf. Misfive van het Hof van Holland, aan Hun Ed. Gr. Mogende , over het Ontwerp van een TraBaat van Koophandel met de Staaten van NoordAmerika, enz. In dato 27 Maart 1781. EDELE GR. MOG. IIEEREn! In onze (leeds aanhoudende Befoignes over de , by Uwer Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 11 December des afgeloopen jaars, voorgeftelde Vraage , is het aan de eene zyde , zoo uit de mede toezendinge aan ons van de Memorien van den toenmaligen GrootBrittannifchen Ambasfadeur, Ridder Torke, als uit de generaale bewoordingen der voorfchreven Vraage, ons voorgekomen , dat de aanleiding tot het doen der voorfz. Vraage fchynt te zyn geweest de by de voorfz. Memorien, in naam van Zyne Groot-Brittannifche Majefteit, gedaane vordering van ftraffe; en dat wy overzulks, om aan Uwer Ed. Gr. Mog. requifitie te voldoen, dienden te onderzoeken , of, naar rechten, tusfehen hoogstgedagte Zyne Majefteit en deeze Republiek plaats grypende, dat is naar het Recht der Natuur en der Volkeren, en de toen tusfehen de beide Natiën fubfifteerende VerM 4 bind-  184 maart, ZAAKEN VAN i78f. bindtenisfen (waar van opgemelde Memorien melding maaken) als mede volgens de Gonftitiuioneele Wetten en Placaaten dezer Landen (welke Conltitutioneele Wetten , hoe zeer op fundament van eene (zo ons toefchynt) gantsch abnfive asfertie , dat Hoogstdezelve Heer Koning Guarandeur van 's Lands Conltitutie zoude zyn, by de voorfz. Memorien insgelyks worden ingeroepen) of, zeggen wy , naar de voorfz. Rechten, en volgens de voorfz. Conltitutioneele Wetten en Plar caaten . toegepast op de daaden, waar over hoogstgemelde Heer Koning, door zyn voornoemden Ambasfadeur deed klagen , en waar in Heeren Burgemeelters en Regeerders van Amfterdam , by hun door U Ed. Gr. Mog. mede aan ons toegezonden Berigt, fustineerden niets onwettigs gelegen te zyn , het entameeren van criminecle Procedures ten deezen te pas kwam, of niet ? In dit begrip wierden wy niet weinig gefterkt , Ed. Gr. Mog. Heeren , wanneer wy uit het geduurende onze voorfz. Befoignes, in het licht gekomen ContraManifest, ter Vergadering van de Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden , buiten allen twyffel met concurrentie en toeftemming van UEd. Gr. Mog. gearresteerd , op den 12 deezer maand zagen, dat by het voorfz. Manifest, zulks ook zoo word geëxpliceerd (onder anderen) door te zeggen in fubltantie en connectie: dat de voorfz. door UEd. Gr. s, Mog. aan ons gedaane Vraag was een weg, ingella? ,, gen tot een preliminair onderzoek, eer (behoudens aan ,, 's Lands Conltitutie en de Privilegiën der Ingezeete,, nen) aan de begeerte Zyner MajeBeit, nopens de ge„ daane ilrafvordering kon voldaan worden." Dan hier tegen kwam, aan de andere zyde, by ons in confideratie, dat, door den, zedert het nemen der bovengemelde Uwer Ed. Gr. Mog. Refolutie van den 22 December laatstleden, opgevolgden Vyandlyken aanval van hoogstgemeldeZyne Majelteit tegen dezen Staar, de voorfz. door Hoogstdezelve gedaane (trafvoidering, en dus de apparente aanleiding tot de voorfz. Vraag, fchynt te cesleeren; en dat men over zulks ten dien opzigte zou mogen applicteren de paromie : daar geen Klaager is, daar is geen Rechter. Ter-  maart, STAAT EN OORLOG. 1781. 185 Terwyl het daar en boven , onzes bedunkens (het zy met "eerbied gezegd) eenigzins vreemd en ongefaifonneerd zoude zyn, om, nu de Republiek met GrootBrittannien in Oorlog is, ter Contemplatie van den Vy. and , te beoordeelen , of men , volgens de door dien Vyand zeiven niet langer gerefpeéteerd wordende Rechten en Verbindtenisfen , Crimineele Procedures zoude hebben moeten aanvangen, en of de Conftitutioneele Wetten zulks zouden hebben gepermitteerd? Wy hebben deeze zwaarigheid van zoo veel gewigt gevonden, dat wy gemeend hebben, niet te mogen afzyn van dezelve onder het oog van U Ed. Gr. Mog. te brengen, met allereerbiedigst verzoek, om de intentie van UEd. Gr. Mog. dien aangaande nader te ma. gen vemeemen. Hier mede, Ed. G. Mog. Heeren,-bidden wy G)d Almagtig U Ed. Gr. Mog. in eene langduurige en voorfpoedige Regeering te conferveeren. LIX. Extratt uit verfcheiden Rofolutitn van Hun Hoog Mogenden, zoo op Reques* ten van Kooplieden, als aangaande eenige fchikkingen omtrent den Scheepvaart en Koophandel, geduurencle den Oorlog tegen Engeland. 1.) FXat, aangezien het emaneeren van derzelver verL/ bod . van uitvoer van verfcheiden fpecien van den 26 January dezes jaars , voornaamlyk is geweest het belasten van het direcl of indirect toevoeren van dezelven naar het Ryk van Groot-Brittannien , en daar mede niet fchynt te contrariëren de verzendingvan kleine partyen van dezelven , op en langs den Rhyn , na Oostenryksch Braband of andere Neutraale Landen, de refpective Collegien ter Admiraliteit zullen worden gequalificeerd , gelyk gequalificeerd worden mits dezen, om, niettegenftaande voorfz, Placaat, te mogen permitteeren, om op en langs den Rhyn, mitsgaders na Oostenryksch Braband, Vlaanderen en andeM 5 ré  186 maart, ZAAKEN VAN 1781. re Neutraale, of met het voorfz. Ryk van Groot-Brittannien in Oorlog zvnde, Landen , te verzenden enkelde Tonnen Pik pf Teer , mitsgaders kleine partyen ligt Touwwerk en andere foortgelyke Goederen, geene Ammunitie van Oorlog zynde , noch by het voorfz. Placaat vei boden uit te voeren Goederen, direcb of indirect, niet zynde gedestilleerd naar her Ryk van GrootBrittannien, of deszelfs onderhoorige Landen. 2. ) Dat van het verbod van uitvoer by Hun Hoog Mog. Placaat van den 26 January dezes jaars gearresteerd, het Koper zal worden geëximeerd, en dat mitsdien aan de refpective Collegien ter Admiraliteit zal worden aangefchreeven de noodige order te (tellen, ten einde den uitvoer van allerhande Koper en Koperwerk werd gepermitteerd, even en op derjzelfden voet, als of by Hun Hoog Mog. voorfz. Placaat onder de Speciën , die verooden zyn uit te voeren , het Koper niet wnre genoemd geweest. 3. ) Dat tot benefice van het Manufnctuur en foulaas van de Commercie dezer Landen, de Collegien ter Admiraliteit zullen worden aangefchreeven en geauthorifeerd, zoo als geauthorifeerd worden mits dezen , om te mogen permitteeren den uitvoer van allerhande Zeildoeken , mits 'er geene fufpicie is, dat dezelven direct of indirect zyn gedestilleerd naar het Ryk van GrootBrittaunien, ofte deszelfs Dominien, en mits alvoorens die in te laaden, worde geitel.I behoorlyke Cautie, ten beloopen van de drievoudige waarde, dat binnen zekeren tyd , by de voornoemde Collegien te prafigeeren, ten genoegen van dezelve zal worden beweezen , dat voornoemde Zeildoeken ter opgegeeven plaatfen zyn gearriveerd en opgeflagen, op de verbeurte van de voorfz. drievoudige waarde. 4. ) Dat aangezien de tegenwoordige Bremming der Neüerlandfcbe Scheepvaart, tot ultimo December dezes jaars zal worden gefurcheerd , gelyk gefurcheerd word mits dezen, de executie van Hun Hoog Mog. Placaat van den 3 December 1728, en dienvolgende word gepermitteerd om zich van Zweedfcbe Scheepen tot het overbrengen van allerlei Goederen en Producben te mogen bedienen. 50 Dat, vooral met opzicht tot het gehekeld Vlas, ge-  maart, STAAT EN OORLOG. 17S1. 187 geduurende Hun Hoog Mog. Deliberatien over het verbieden van deszelfs uitvoer, dezelfde faciliteit zal worden gebruikt, als met betrekking tot verfcheiden ande. re verboden Speciën reeds is gearresteerd, en dat mitsdien de refpective Collegien ter Admiraliteit zullen worden aangefchreeven en geauthorifeerd, gelyk dezelve geauthorifeerd worden mits dezen, om, wanneer er geene fufpicie is, dat hetzelve direct of indirect « gedestineerd na het Ryk van Groot-Brittannien, of deszelfs onderhoorige Landen , te mogen permitteeren den Uitvoer van het voorfchreeven gehekeld Vlas , mits van alle Partyen van conüderatie , alvorens in te laden , worde gefteld behoorlyke Cautie , ten beloop van de drievoudige waarde, enz. 6 ) Dat hier te Lande mogen worden gekogt en naar Boston getranfporteerd , twee Koopvaardyfcheepen van eene bepaalde grootte, en daar in te mogen laaden allerlei gepermitteerde Goederen, als ook gebruikt louwwerk, Zeildoek enz..; mits 'er borg geBeld worde, van de drievoudige waarde (en op verbeurte derzelve^ dat binnen zekeren tyd aangetoond worde, dat die Scheepen en de Goederen daar in gelaaden, te Boston ot in eene andere Noord-Americaanfche Haven zyn gearnvccrd* 7 ) Dat het uitvoeren van zekere quantiteit Salpeter zal worden gepermitteerd over de Wadden na Bremen, (zynde dezelve Salpeter gedestineerd voor de Bergwerken en Loodmynen in het Hanoverfche,) mits ei Borg worde geBeld van de driedubbele waarde dezer Salpeter, om in 6 maanden aan te toonen, die die Salpeter werkelyk in het ICeurvorBendom Hanover is aangekomen en gebleeven, en niet anders gebruikt zy of worden zal, als voor de Explofie van de Bergwerken en Loodmynen , en niet om Buskruid te maaken, zynde anders de voornoemde driedubbele waarde verbeurd. 8.) Dat aan de Eigenaars van diverfe Scheepen, welke actueel ten hunnen nadeele op differente plaatzen buiten 's Lands liggen en niet voeglyk herwaards gebragt kunnen worden, op hun verzoek, zal gepermitteerd worden, om, ongekrenkt het Placaat van den a<5 January dezes jaars, die Scheepen te mogen verkoopen, mits die aan geene Groot-Brittannifche Onderdaanen worden 6 ge-  183 maart, ZAAKEN VAN 1781. getranfporteerd , of voor'hunne rekening, en onder Conditie , dat 'er , zoo veel moogelyk is , zorge gedraagen worde , dat de Nederlandfche Equipagien hier te Lande terug komen. Zynde de voornoemde Eigenaars, om zulks te beter te kunnen effrcbueeren , gelast, en in gevalle van vereisen gequalificeerd. aan die Manfchap geen. Afrekening te laaten geworden, of, bebalven hun benoodigd Reisgeld , geen Penningen te verftrekken, aleer die in het Vaderland is geretotineerd, of wel zig geëngageerd heeft op een d-r 's Lands Scheepen buiten 's Lands, 9.) Dat Hunne Hoog Mog. gerefolveerd hebben, derzeiver Ambasfadeur in Vrankryk aan te fehr/ven om alle Devoirs aan te wenden, en gequalificeerd om onder Approbatie van Hun Hoog Mog. wegens de Bergloonen van Scheepen, geduurende den Oorlog met Engeland hernomen , te mogen iluiten eene Conventie , 'zoo als door Vrankryk is geproponeerd en de Franfche Rechten meede brengen , als meede met opzigt tot het opbrengen en verkoopen , onder Approbatie als boven , een Reglement te mogen arresteeren , op den voet als gemelde Hof en andere Natiën hebben; en dar, hangende deeze Negotiatie met Vrankryk, de refpective Admiraliteiten zullen worden aangefchreeven , om Franfche Ooriogfeheepen en Commisfievaarders te permitteeren hunne gemaakte Pryzen in de Nederlandfche Havens in te brengen, en volgens de orders hier te Lande te laaten verkoopen; zynde de Hertog de la Vauguyon verzogt om het gemelde by Zyne Allerchristelykfte Majefteit door zyne goede Officien te willen fecondeeren. ' joO De Kaapreeders te Amfterdam, Hun Hoog Mog by Request verzocht hebbende, om, ingeval de Vrede met Groot-Brit'annien getroffen wierdt, vergoeding van Onkosten te erlangen; is by welgemelde Heeren Staaten gerefolveerd, dat, ingevalle voor ultimo December 1781 door Hoogstdezelven last gegeeven mogte worden tot het ftaaken der Vyandlykheden, aan de Reeders uit de Kas van bet Last- en Veilgeld de helft der reëele fchaden zal worden goedgedaan, mits getaxeerd door de Admiraliteit , en dat met het equipeeren allen fpoed gemaakt worde. 11.)  maart, STAAT EN OORLOG. 1781. i89 11. Op het Request door Directeuren van den Oos. terfchen Handel en Reederyen te Amfterdam, is meede finaal en geheel favorabel gerefolveerd, dat het Embar. go op de Scheepvaart naar de Oostzee geheel opgeheven zoude worden , waar van aanfchryving aan de refpective Collegien ter Admiraliteit deezer Landen ge. 'daan , en aan zyne Doorlugtig Hoogheid , als Admiraal, verzocht is het noodige Convooi voor dezelve te bezorgen. 12. ) Ook is op de Requesten van die van Vlaardingen , Maasfluis en Middelharnis, waar by verzocht wordt, dat hunne Visfcheryen in de Noordzee en om Ysland , het zy door een te fluitene Conventie met Engeland , of andere middelen beveiligd worden , by meergemelde Staaten gerefolveerd , derzelver Minister te Brusfel aan te fchryven , om met den Engelfchen Commisfaris aldaar te fpreeken en voor te ftellen, zoo zyn Hof genegen mogte zyn , de Visfcheryen aldaar ongemolesteerd te laaten , alsdan een wederzydfche Conventie te fluiten. LX. Copie van een Brief van den Heer B. C. Smisfaart, Minister van deezen Staat aan 't Hof van Portugal. In dato . . Maart 1781. HOOG MOGENDE HEEREn! Voorleden Donderdag heeft de Regeering alhier nog kunnen goedvinden een Arrest te leggen op het Fregat van den Staat Dieren, gecommandeert door den Kapitein Jan Hendrik Coerman; hierom heb ik my vervoegt met een Brief regtftreeks aan den Secretaris van Staat Ayres de fa Mello, en gevraagd na de redenen van die behandeling,waar op ik ten antwoord bekomen heb, dat zulks gefchied was, om dat 'er twee Portugeefche Mairoozen aan Boord van dat Fregat waaren, die men met geweld daar op hield ; dat gevolgelyk het Staats- Schip  ipo maart , ZAAKEN VAN 1781. Schip niet van hier zoude vertrekken, ten zy vooraf aan de wetten van dit Koningryk voldaan wierde. By het inkomen der Scheepen van den Staat Amfterdam en Dieren heb ik niet verzuimd den Bevelhebber van dat Esquader, den Heere Schout by Nacht Lodewyk Grave van Byland, en den Kapitein Jan Hendrik Coerman te onderrichten van de Ordres Haarer Majefleit, met opzicht tot de Portugeefche Matroozen, die aan Boord der Neutraale Scheepen mogten zyn; gelyk ook van het volftrekt verbod , om hier Portugeefche Onderdaanen aan te neemen, zoo dat ik dacht dat zulk een misverfland nog nieuwe Onaangenaamheeden kon veroorzaaken ; maar de Kapitein Coerman oordeelde s dat dit bevel H. M. om in 't vervolg geen Portugeefche Onderdaanen meer aan te neemen, geene betrekking had tot het geene te vooren reeds gefchied was: hy vond derhalven goed die twee Matroozen te houden, welke_ by te Madiera aangenoomen had , en geloofde geenzints verplicht te zyn op myne enkele kennisgeeving, die lieden uit den dienst van den Staat te ontdaan, zonder uitdrukkelyke bevelen van Uw Hoog Mog. of de Admiraliteit te hebben; maar op myn aandringen en op bevel van den Grave van Byland, heeft hy den volgenden dag die perzoonen uyt het Arrest ontflaagen, en aan Land gezonden , en daar door volkomen aan het oogmerk H. M. voldaan. Ik ben verwondert dat na zulk eene eerbiedige beantwoording het beilag nog niet opgeheeven is; en daarom heb ik van nieuws geklaagd door eenen Brief over die vreemde handel wyze, en ik heb ter zeiver tyd de vrylieid genoomen , om aantetoonen dat hier in veel meer geweldenary was, dan in het aanhouden van de bovengemelde Matroozen; maar tot nog toe heb ik geen antwoord bekomen, en het Schip blyft nog gearresteerd, ik begryp niet hoe deeze handelwyze overeen te brengen is, met de goede verftandhouding en vriendfchap , welke tusfehen de beide Mogendheeden dand houden; ik heb de Eer om 'er by te voegen, welke Onderhandeling ik gehouden heb met den Staats Secretaris, met betrekking tot het geene voorgevallen is met een Onderdaan der Republiek, die hier nog in hegtenis gehouden word ; ik wenschte wel zoo gelukkig "te zyn, my in dee-  maart, STAAT EN OORLOG. 1781. 191 deeze beide zaaken ten genoegen van Uw Hoog Mog. gedraagen te hebben, en zoo veel te meer om dat voor Uw Hoog Mog. doordringendheid niet durve of konne verbergen, dat de wyze waarop men hier tegen de Republiek te werk gaat, niets minder dan vriendelyk is. Indien de wind goed is, dan zal morgen volgens de Ordres van Uw Hoog Mog. van den 29 December 1780 een derde Advisfchip van hier vertrekken, over welks beftemming ik met den Opperbevelhebber van 't Escader den Grave van Byland ben overeen gekomen, om het zelve te doen kruisfen tot de maand September, en wy hebben beide redenen om te hoopen, dat daar door gewigtige dienften aan den Staat zullen gedaan worden, dewyl men overeen gekomen is voor 1500 guldens in de maand , buiten eenige andere kleine onkosten ; ik moet een derde vooruyt betaalen voor deszelfs uitrusting. By deeze gelegendheid neeme ik de vryheid myne Inftantien te vernieuwen, die begreepen zyn in myne Eerbiedige van den 6 February om de penningen te vinden, die ik tot dienst van den Staat nodig heb: hopende dat het Uw Hoog Mog. zal behaagen, om voor my aan den Heere Tonne op behoorlyke kwitantie te doen betaalen eene fomme van ƒ 10000, welke ten deele zullen kunnen dienen tot voldoening van de verbintenisfen en kosten, die reeds gemaakt zyn, waar van ik de eer zal hebben, de Rekening met de kwitantien , op zyn tyd ter Tafel van Uw Hoog Mog. te doen komen. Den (legten ftaat van 't Staatfchip Amfterdam ontdek ik daagelyks, gelyk men vreesde, en het geeft weinig hope dat het in ftaat zal kunnen zyn, om in twee maanden in Zee te gaan, het welke my, gevoegd by andere ongelukken aan de Scheepen van den Staat gebeurd, gelyk ook 't verval van 't Fregat Dieren , waarop het fchoonfte Zeevolk zich bevind, het welk jammer zoude zyn in de tegenwoordige ornftandigheid bloot te rtellen, de vryheid doet neemen, aan Uw Hoog Mog. in bedenking te geeven , dat men hier binnen kort een fchoon Fregat zal kunnen hebben , geheel nieuw van 38 ftukken 12 ponders, waar tegen men het Fregat Dieren zou kunnen verkoopen, het zy hier of te Cadix, en ik twyfel niet ot deeze verwislëling zal een groot voordeel voor den  102 maart, ZAAKEN VAN 1781. den dienst van den Staat aanbrengen. Indien Uw Hoog Mog. dit ontwerp goed keuren , zoude ik wenfchen gemagtigd te zyn, zoo fpoedig als mogelyk is om het uyt te voeren, om dat een lang uïtftel deeze gunflige gelegendheid zou doen verliezen, en ik moet in de hoeda. nigheid van een oud Zeeman oprechtelyk bekennen, dat die twee Scheepen niet met eikanderen te vergelyken zyn , en dat het verfchil zoo groot is als goed en kwaad. Ik heb de Eer te zyn enz. LXI. Rofolutie van Hun Hoog Mogende, raakende de Kaapreederyen. In dato . . Maart 1781. By refumptie gedelibereerd zynde , op het gerappor* teerde van de Heeren van Lynden van Hemmen en andere Hunner Hoog Mog. Gedeputeerden tot de Za. ken van de Zee, ingevolge en ter voldoeninge van derzelver Refolutie Commisforiaal van den 23 February dezes jaars , geëxamineerd hebbende de Requeste van de Banquiers Jaques Bergeon en Comp. woonende alhier in den Hage, in de hoedanigheden als Directeurs en mede Geintreslëerdens van een Vaderlandschlievende Kaapreedery , tegens de Scheepen , Goederen, Bezittingen en Peribonen der Engelfche Natie , ten hunnen Comptoire opgerigt , in de maand January 1781, houdende, dat zy Supplianten met alle reverentie en welmeenende attentie ingezien hebbende', benevens andere Nederlandfche Kooplieden, de Inftrucbie van Hun Hoog Mog., in dato 12 January 1781, nopens de Commisfievaarders deezer Landen , by Hun Hoog Mog, geëmaneerd, onder anderen hunne nederige aandagt had. den laaten gaan over den inhoud van het 35, 36, 37, 38, 40, 41, 42, 48, 49, 50, 51 en 52" Artykel van dien , aan Hun Hoog Mog. voorllaan de veranderin* gen , alteratien en explicatien in de voorfchreeven Requeste in het breede gemeld. En daar op ingenomen hebbende de confideratien en het advys van de Ge» com-  maart, STAAT EN OORLOG. 1781. 193 committeerden uit de refpective Collegien ter Admiraliteit deezer Landen; is,goedgevonden en verdaan, dat op der Supplianten Requeste zal worden verklaard , gelyk verklaard word mits deezen, dat by het 55 Artykel van de Indruclie van de Nederlandfche Cuinmisfievaarders alleen word gefproken van de overgifte van die gevangene manfchappen , dewelke binnen de Ha. vens deezer Landen zouden mogen zyn gearriveerd; dat zoo ook het daar op volgende 36 Artykel geen Relatie heeft tot het doen van Recherche naar depêches , of Scheepspapieren , en dat by het 37 Artykel niet word verboden , het geen uit hoofde van dadelyk gevaar van dorm of vyand, noodig mogte worden geoordeeld. Dat voorts by het 38 Artykel alleen de noodige voorziening is gedaan tegens het onder de hand alieneeren van Pryfen of Pryfen Goederen , gelyk by het 40 Artykel op een gepaste wyze is geprohibeerd het overneemen van Goederen, buiten hoogen nood. Dat wyders , om goede redenen, by het 41 Artykel is geordonneerd het overzenden van alle de brieven, Rukken en befcheiden , dewelke in de Pryfen mogten zyn gevonden, zonder dat daar door aan de Commiafievaarders is belet, om van de onverzegelde Papieren, zoo zy zulks noodig mogten oordeelen , duplicaten te doen formeeren, en onder zich te houden, en dat by het 42 Artykel alleen is voorzien tegen het onnodig en onrechtmaatig aanhouden en vexeeren van dusdaanige Nederlandfche Geallieerde of Neutrale Scheepen , dewelke niet beladen zyn met eenige Waaren van Con» trabanden naar het Ryk van Groot-Brittanje of deszelfs Domeinen gedestilleerd. Dat verder Hun Hoog Mog. meening by het arresteeren van de 48, 49, jo en 51 Artykels, niet is geweest , dat vooraf opening zoude moeten gegeeven worden van de destinatie der Commisfievaarders, veel min van de geheime inventien of Machines aan dezelve mede gegeeven. Dat ook , otfchoon om goede redenen geprohibeerd is, dat geene Nederlandfche Schtepen zich mogen voorzien van vreemde Commisfien, nogthans nergens is verboden dat de Reeaers v:m Commisfievaarders deezer' Landen, zoo zy zulks mogten goedvinden , Büitenlan- II. ueeu N ' ders  194 april, ZAAKEN VAN 1781. ders tot Bevelhebbers op dezelve zouden mogen Bellen , of deeze hunne Commisfievaarders met Kapers of Oorlogfcheepen van andere Natiën , met het Ryk van Groot-Brittanje in Oorlog zynde, te doen kruisfen, om gezamenderhand den gemeenen vyand des te meerder afbreuk te kunnen doen, En dat laatftelyk tot meerder erjcouragement, indien mogelyk van Kaapreederyen hier te Lande, zal worden gearresteerd, gelyk gearresteerd word mits deezen, dat wel door de Reeders der Commisfievaarders, ingevolge het 52 Artykel van de voorfchreeven Inftruci tie , voor Scheepen met 250 of meerder koppen bemand , eene borgtogt ter fomme van dertig duizend Guldens zal worden geBeld, doch dar zy voor Scheepen met minder manfchap voorzien , zullen kunnen volflaan met een borgtogt van twintig duizend Guldens ; en zelfs wanneer de Equipagie geen' 150 koppen bedraagt , met tien duizend Guldens , en onder de 60 mannen, met vyf duizend Guldens. En dat hier van aanfchryving zal worden' gedaan , aan de refpeétive Collegien ter Admiraliteit, om te ftrekken tot derzefver informatie en narigt. LXII. Bri'efwisfeling en Schikkingen, tusfehen de Heeren Uofter en vau Haren , te AmJierdam en-den Hertog van Richmoiid , te Londen , .betreffende.,de -Nederlandfche Krygsgevangenen in Engeland. In dato 2 February tot 2 April 1781. Eerfte Brief van de Heeren Oofter en van Haren, aan den Hertog van Richmond. In dato 2 February 1781. A /f ''''dadige Ingezeetenen in 'ons Cemeenebest een .JlVjL Fonds opgericht hebbende , tot aanmoediging .vuu fier. Zeeweezën, zoo,"door her geeven van beloningen aan ben, die rioör dapperheid zuilen uitmunten, hls doorliet toebrengen van eenige verzachting aan bet ■ • lot  april, STAAT EN OORLOG. 17S1. 195 lot der geenen, die genomen zynde , in de gevangenisfen ktvynen; en daar wy ondergeteekenden toe Directeuren van dat Fonds aangelteid zyn , vlayen wy ons dat Uwe Genade, uit hoofde van deszelfs aan geheel Europa bekende gevoelens van liefdaadigheid en menschlievenheid, wel zal willen meadewerken toe bereiking van ons óógmérk , de beftemde penningen ontfangen en tot de.beoogde eindens doen ftrekken. Onaangezien den Oorlog tusfehen onze beide Natiën, hoopen wy nochtbans dat Uwe Genade ons verzoek niec van de hand zal wyzen, dewyl het zelve alieen llrekc om de dapperheid , (eerbiedwaardig zelfs in vyanden). te beloonen, en om de ongelukkiger, behulpzaam te weezen : gevoelens te eêl en te teeder om niet in een barr als dat van Uwe Genade ingefchaapen te zyn., Wy zien uw'antwoord met: ongeduld te gemoet : en het zy dat het-aan ons verlangen, (dat alleen uit rnenschlievenheid vooripruit) voloost,.het ay de omftandigheden Uwe Genade noo izaakon ons verzoek te weigeren, zullen wy niet te min iteeds met alle gevoelens van eerbied en hoogachting blyven', enz. Antwoord van den Hertog. /"\p geene (treelender wy-e kon ik overtuigt wordenvan uwe achting mywaarrs, dan door het verzoek om op my te neemen de omfangüt en bezorging uer penningen, welke eenige lnteekenaars in.Holland vjorneemens zyn te zenden aan hunne gevangene Landgenooten. Op lief tederlte aangedaan met eerbied- en verwon dering over zulke menschlievende gevoelens, verzoek ik Uw Edi de lnteekenaars te verzeekeren , dat. ik met het grootfie-genoegen zal meede werken-tot het bereiken van een zoo milddaadk oogmerk. Nochthans verbééld ik my , dar. een Banquier "te Londen bekwa» mer zoüde zyn dan ik , om dat geld te ontfangen eu uit te geeven, cn dat Uw Ed. een Agent hier dienden aan te (tellen , die andets niets deed dan de Gevangenen te bezoeken, ben het benodigde verzorgde en omtrent hen met Uw Ed. Bnefwisfehng hield. Een en ander zal gtmakkelyk hier te vinden zyn, en indien ik Uw Ed. vaa eenig nut kan weezen, het zy met de toezicht N 2 op  i9r5 april, ZAAKEN VAN l?8i. op het gedrag van dien Banquier en Agent te houden, het zy om uwe loffelyke pogingen te bevorderen, zoo zal (ik herhaal het nogmaals) alles daar toe met genoegen aanwenden. Ik heb de eer my met alle achting te noemen, enz. Tweede Brief van de Heeren Oofter en van Haren. In dato 20 February, Gevoeliger , dan wy het kunnen uitdrukken aan de beufche wyze, waar op uwe Genade ons verzoek wel hebt willen aanneemen , en ons daardoor meer en meer bevestigd ziende in onze gedachtan, omtrentu wer Genade Edele denkwyze, verflout ons zulks, na daar over onze dankbaarheid betuigt te hebben , om uwe Genade te verzoeken ons een eerlyk Man te wdlen bezorgen, om te ontfaneen en volgens nevensgaande nota te befleeden 1000 L. St. die wy geremitteett hebben aan de Heeren Bolwerk en Nuceila te London , met last om dezelve te Bellen in handen van den door uwe Genade benoemden Agent, ons vleijende dat uwe Genade , by deszelfs reeds gegeevene blyken van genegentheden en menschlievendheid , nog wel die zal willen voeren van een waakend oog op het gedrag van dien Agent te houden. Een Retouifchip van de Engelfche Oost-Indifche Compagnie het ongeluk gehad hebbende op onze Kust te Branden , zoo bieden wy zeer greetig onzen dienst aan om die ongelukkige Schipbreukelingen behulpzaam te zyn ; ons gelukkig achtende uwe Genade te toonen , dat,, wel verre van bezielt te zyn met eenige nationaale haat, altoos ontëerende voor de menrchlykheid, onze Harten mets ademen dan liefde voor onzen evennaasten. Iumiddds hebben wy aan den Predikant van het Dorp , alwaar het Schip geftrand is , gefchreeven, met verzoek om voor de nooddruft dier ongelukkige Schipbreukelingen te zorgen ten einde uwe Genade , niet door woorden maar door daaden , te overtuigen van onzen yver voor de menschlievendheid en van de zuivere achtmg , met welke wy fteeds zullen zyn en biyven, enz. Am-  apb.il, STAAT EN OORLOG. i73i. 197 Antwoord van den Hertog van Richmond. In dato 5 Maart, ra ontvangst van Uw Ed. geëerden van den 20 Febr. v,»u ;b- tprOonH mvn werk gemaakt om iemand te zoeken , die in itaat mogt zyn om uwe euemn>cuiRC merken ter uitvoer te brengen; waar toe, naar myn begrip , voor ai vereischt wierd een braaf mensen , wiens denkwyze met de Uwe overeen kwam: ingevolge van dien heb ik aan den Heer R. Diggens, een braaf en zeer voornaam Koopman te Chichelter, de zaak- voorgellagen, die dezelve zeer gaarne op zich wilde neemen, zonder dat UwEd. voor zyn genomene moeite en veilooren tyd, zelve na het volvoeren uwer beveelen, en na maaie men over hem te vreede zal zyn, hem iets zult toeleggen, behalven de door hem gemaakte reis- en andere kosten , die hy in Reekening zal brengen. Hy zal zelve binnen kort Uw Ed. daar nader over fchryven en heeft my gezegt , dat de Heeren Hope en Systma, met wien hy 111 Correspondentie is, Uw Ed. nader onderrichting kunnen geeven: intusfehen heb ik de Commisiansfen, die het opzicht hebben over de Gevangenisfen, verzocht , hem de nodige vryheid te geeven om de Hollandiche Gevangenen te gaan zien en hen, het geen zy ontbreeken, te bezorgen. Schoon ik tot nog toe niet net weet, in welke Gevangenisfen zy geplaatst zyn, zoo oordeele nogthans, dat de Heer Diggens genoegzaam in ftaat zal zyn op die in het zuiden van Engeland zyn toezicht te houden; indien 'er zich in het Noorden mogten bevinden, zal het minder kostbaar zyn daar een Agent toe te neemen , en hebbe daar reeds een bekwaam Man toe in het oog. Om kort te gaan, myn Heeren l waar in ik Uw Ed. van nut kan zyn, zal het my zeer aangenaam weezen, blyken te kunnen geeven van de Hoogachting, die ik gevoel voor de beweegreedenen Uwer Edelmoedige handel wyze jeegens ongelukkige Landgenooten ,.die de Slagtoffers zullen worden van een Oorlog tusfehen twee Volken, die, en de Godsdienst en het wederzyds belang tot Bondgenoten, en nimmer tot Vyanden moest maaken. Ik heb aan den Prefident van onze Oost-Indifche Compagnie Copy gezonden van het geene Uw Ed. my , weegens het- op uwe ftranden verongelukte N 3 Schip,  198 april, ZAAKEN VAN 1781. Schip, hebt gelieven meede te deelen: het is niet mogelyk, op eene Vriendelyker en Edelmoediger wyze ongelukkigen zyn hulp aan te bieden; ook twyffel ik niet of die Heer zal zelve met de opregtfte dankbaarheid, Uvv Ed. de voor hun gemaakte onkosten rembourfeeren , of my van zynentweege verzoeken zulks te doen. Ik heb de eer my te noemen, enz. Derde Brief aan den Hertog. Wy zyn uwe Genade ten hoogden verpligt voor het benoemen van den Heer Diggens tot onzen Agent, en voor bet aan hem bezorgen der nodige ordres om de Gevangenen te bezoeken, en hen het nodige te doen toekomen. Wy fchryven hem heden en hebben inmiddels nog 500 L. ft. geremitteert aan de Hee. ren Bolwerk en Nuceïla, onze Banquiers te London, waar over hy zal kunnen disponeeren. Wat onze Gevangenen in het Noorden aangaat: alhoewel wy onderligt worden, dat hunne toeftand in het algemeen beeter ss dan van die in het Zuiden van Engeland, zoo verzoeken wy nochthans de naam te mogen weeten van den door uwe Genade aldaar gedispicieerden Agent , ten einde de nodige maatregulen met hem te kunnen beraamen. Door de menschlievende fchikkingen onzer Regeering, en de zorgen van den Predikant van Rooyen , zyn de Engelfche Gevangenen zoo wel behandeld , geduurende hun verblyf te Noordwyk, dat het voor ons onnoodig geweest is hen iets te verfcha/fen, zoo als uwe Genade zult kunnen zien uit de nevensgaande brieven van den gemelden Predikant: en dewyl die waardige Dienaar van een Vreedelievend en Barmhartig God, niet eens van ons heeft willen ontfangen de reftitutie van zyne gedaane verfchotten, hebben wy ons verpligt gevonden zyn Edelmoedigheid eenigzints te belonen door een klein geIchenk, beftaande in een zilveren Trekpot en een zilveren Melkkan, met deeze opfchriften, als op het eer. Be : Batavorum in hofles virtuti, en op het tweede: Naufragorum hojlium Tutori: bet welk wy hoopen dat by wel zal willen aanneemen. Die Gevangenen, thans evergebragt zynde naar Leyden, hebben wy een' Over- ften  april, STAAT EN OORLOG. 1781. 100 .Ren Luitenant van het Guarnizoen dier Stad verzocht het oog op hen te willen houden, en wy zyn dus verzeekert, dat de Zieken zoo wel als de gezonden, nergens gebrek aan zullen hebben. Aangezien alle de moeite die uwe Genade (leeds voor ons wel gelieft te neemen, zoude niets ons aangenaamer zyn, dan van onze kant hier in ons Land uwe Genade van eenig nut te kunnen weezen, en wy zouden ons gelukkig achten aan denzelven bewyzen te kunnen geeven van den diepen eerbied, met welken wy ons teekenen &c. Derde antwoord van den Hertog. Ik vrees dat myn verblyf op myn Landgoed eenige dagen het antwoord op uwen Brief zal vertraagt hebben, zoo wel als de fchikking omtrent de zaken daarin vervat: doch ik heb niets verzuimd omtrent het menschlievend oogmerk waarmede gy belast zyt. Ik heb Uw Ed. voor agt dagen gefchreeven: dat ik op uw verzoek den Heer Richard Diggens, Koopman te Chichester, tot uwen Agent benoemt heb, en dat ik gefchreeven heb aan de Commisfarisfen der zieke en gekwetfte Matroozen , om den Heer Diggens verlof te ren Clifort en leysfet bevel gezonden heeft den Pre. dikant van Royen . en alle die meede gewerkt hadden om de manfchap van dat Schip te redden, te beloonen. Ik heb de eer te zyn, enz. Brief van ,den „Heer Diggens , door den Hertog van Richmond aaangefleld tot het verzorgen der Holiandfche, Krygsgevangenen, aan de Heeren Oolter en van Haren. In dato 10 Maart. Door zyn Hoog Ed. den Heere Hertog van Rick. mond, als zyn Agent aangefteld zynde, en van zyn Hoog Ed. de orders, door Uw Ed. ten opzigte der Hollandfche Krygsgevangenen gegeeven , ontfangen hebbende, neeme ik de vryheid Uw Ed. hiermede te advifeeren, dat ik gisteren de Gevangenen te Gosport gemonfterd heb, voornamentlyk in Zieken en Gewonden beftaande: de Hollanders worden in een plaats by hun zeiven bewaard, en fchynen zeer wel vergenoegd met hun Tractement, Ingefloten bekomen Uw Ed. de re. gulatie van de levensmiddelen , die hun dagelyks geleverd worden, als mede 't getal der Zieken en Gewonden van 't Schip Rotterdam 39 , dito van Koopvaardyfcheepen 10, de overige Krygsgevangenen van 't Schip Rotterdam zyn te Winchester. En dewyl ik generale order van de Commisfarisfen voor de Zieken en Gewonden bekomen heb , om de differente Gevange. riisfen in Engeland te bezoeken , zal ik op Maandag de reis naar Winchester, Pool, PJymouth en Fahnouth aanvangen , en Uw Ed. een lyst der Zieken &c. toezenden. — Het grootfte getal mankeeren Kleeding, en heb daarom dezulken, die zulks 't meest benoodigd hadden, daarmeede voorzien, en zal zorg dragen, om Uw Ed. orders , met de uiterfte naauwkeurigheid , te obferveeren. De Commandant der Soldaten is te' Witchurch ; ik zal hem 't geordonneerde prefent van 60 Ducaten ter hand iteilen. —- ingefloten bekomt Uw Ed.  april, STAAT EN OORLOG. 1781. 203 Ed. de Vertaaling van de Misfive der Commisfarisfen, voor de Zieken en Gekwetften , aan zyn Hoog Ed. den Hertog van Richmond (*) , als meede myne In- ftruc- (*) Fan de Kamer voor de Zieke en Gewonde Zeelieden. 6 Maart 1781. HOOG ED. GEB. HEER! Onze Secretaris heef: ons Uw Genades brief van 4 dezes voorgelegd, waarin uwe Genade verzoekt, dat de Heer Diggens , Kaopman te Chichester, en zulke perfoonen, als hy in qualiteit van Clerken en Tolken zal goedvinden te gebruiken, -admistie hebben mogen tot de Hollandfche Krygsgevangenen in Engeland, ter bereiking der oogmerken door U gemeld. Wy bidden Uwe Genade verzekerd te zyn, dat van onzen kant alles in 't werk gefteld zal worden, om uwe Genades menschlievende intentie, ten behoeve van gemelden Gevangenen , te faciliteeren. Ingefloten een generale order aan onze -Agenten geaddresfeerd, uit kragte van welke de Heer Diggens den vryen teegang tot de Krygsgevangenen hebben zal, om hen van zulke kleeding en andere noodwendigheden te voorzien , waar aan zy gebrek moeten lyden, en zulk een fomma Gelds onder hen te diftribueeren, al» onze generele Inltruétien aan alle de Agenten niet te boven gaat, waar by het uitdeelen van eenig geld aan hun gelimiteetd is, tot kleine fommetjijs; en de rede hier voor is, dat zy 't niet in hun vermogen krygen, om hunne Opzienders om te koopen , ter bevordering van hunne ontkoming uit de Gevangenhuizen. Wy neemen de vryheid om uwe Genade hier mede toe te zenden de gedrukte Regulatien, in alle de Gevangenisfen, in 't Fransch opgehangen, als mede in 't Spaansch ; en dat zulks in weinig dagen insgelyks in 't Hollandsch gedaan zal worden, hebben wy geordonueert. Hier door zal uwe Genade onderrigt worden, in welke manier de Krygsgevangerien, die gezond zyn, getraéteerd worden , en ten opzigte der Zieken en Gekwetften, is 'er order gefield om hen op dezelve wyze te tracteeren, als de Zeelieden van zyne Majefteit in gelyke omftandigheden: dit melden wy meer in 't particulier, dewyl uwe Genade deszelfs verlangen betuigde, dat de Heer Diggens geauthorifeerd mogt worden, om hen met Doctors en Chirurgyns ie voorzien ; daar wy het  ao4 april, ZAAKEN VAN 1781. itructien , gelykluidig met die voor de andere Agenten. (*) 6 Ze- het abfoluut nodig geoordeeld hebben, te ordonneeren, dat geene andere Geneeskundige Pertöonen tot de Krygsgevangenen toegang zullen hebben, dan die dtrectelyk geappoinreerd zyn, om de Zieken &c. te vifiteeren en Geneesmiddelen te bezorgen: de Confufie, die eene infractie in deze order mogt veroorzaaken, zou van zeer kwade gevolgen kunnen zyn. * Wy zullen niet verder uwe Genade lastig vallen, en alleen maar remarkeeren, dat, kort na 't begin der Vyandlykheden, wy geauthorifeerd wierden, onze Agenten te ordonneeren, om de Hollandfche Krygsgevangenen, die zulks immediaat benodigt waren, van kleeding te voorzien, tot dat de Staaten Generaal daar op order zouden ftellen, zoo dat wy hoopen, dat met de nu geintentioneerde asfiftentie hun ftaat van Gevangenis zoo gemakkelyk gemaakt zal worden, als in zulke omftandigheden mogelyk is. — Wy hebben de Eer met het groottte refpecT: te zyn, enz. (*) By en van wegens de Commisfarisfen voor Zieke en Gewonde Zeelieden, cifc. Gylieden zyt hier mede gelast, om den Heer Diggens en zulke perfoonen, als hy het noodig vinden zal te gebruiken, onder de reftrictien , in onze generale Inftructien vermeld, toegang te verleenen tot de Hollandfche Krygsgevangenen in uwe bewaring, om hen zulke Kleeding uit te deelen, als zy benoodigd zyn en alle andere noodwendigheden; zulke Articulen alleen uitgezonderd, die verboden zyn als onbevoegd, te weeten: fterke dranken of zwaar Bier, in al te groote quantiteit, of andere zaaken, die hen in hunne ontkoming van nut konden zyn. Verders zyt Gylieden hier mede gelast, om den Heer Diggens , en die door hem geëmployeerd mogen worden te per. mitteeren, om de Hollandfche Krygsgevangen zulk een fomma Gelds , in kleine gedeeltens te betaalen , als dat geen gevaar gelopen worde, dat zy hunne Opzienders zouden kunnen omkoopen ; ingevolge van 't 9 Artikel van uwe Generale Inftructien. Actum Towershiiï, 6 Maart 1781. enz. TA.  april, STAAT EN OORLOG. 1781. 205 Zedert de Rupture zyn i\ Perfoonen in de Gevangenis te -Gosport overleden , waar van 6 tot de ^an- TAFEL van LEVENS-MIDDELEN. Dagen Bier. Brood.O. VÏÏBoter. Kaas Krweten. Zoüt. "* , Mliig. Pond. Pond. Öncen. Oneen Pint *. Oneen. Zondag. 1 15 | 5 1 Maand. .1 ï —; £ Dingsd. I I è f "~~ ? | Woensd. 1 1 i f — % Donderd. 1 1 ï 4 5_ | Vrydag. 1 11 f "T~„r a Ï"* 5 Saturd. J_ J £_°f J —1^4- Geheel. 7 IO* "4* 4_LU_J L» * Of een pond goede Kool voor ieder. Bylage aan den Hertog van Richmond gezonden. De Perfoon , die Mynheer de Hertog van ^hmond de goedheid zal hebben te verkiezen, van wegens M. Oofter tn n van Haren , om de meestdriugende behoehens aan de Hollandfche Gevangenen in Engeland tc bezorgen , zal «n onzSeegen omfan3en, van. de Heeren Bolwerk mNucelT een fomma van icoo L. Sterl. en hun Ld. daarvoor aniceeren Hy zal de goedheid hebben om met ons in corSndentie te treeden, en van den Staat der Gevangenen zo v4l moSvk te onderrigten: Hoe veel Z eken 'er zyn en ïoeda^gmen de Gezonden en Zieken, in Engeland behandeld. Hv 7*1 zor2 draagen , voor zoo vet de cas zulks toelaat, daÏÏe teken van lynèntweegen zu.len ontfangen alle hulp en ververfchingen , die hy hen zal kunnen bezorgen, en ons dXDz,f mtkontgnLVm'aan den Commandeur der Soldaten van b-i Oorlogfchip Rotterdam , Capitein Volbergen , doen Th nd ftellen een prefent van 60 Ducaaten ot derzelver waarde ot vergelding zyner dapperheid n het gevegt met Ie Engelfche Oorlogfchepen; en aan de M.nfch.p van denzelven Capitein Volbergen 300 Ducaaten om dezelve reedenen en hen deeze gift uitdeden in geld klaederen en ververichSien , of het geen zy het meefte benood.gd zullen zyn. • '  to6 april, ZAAKEN VAN 178!, fchap van de Rotterdam behoorden , in welk getal de ■Predikant van 't gemelde Schip [ die gekwetst was begreepen is. Ik heb de eere my met waare hoogachting te noemen, enz. Nader herigt wegens de Nederlandfche Krygsgevangè'. tien ip Enge/and; medegedeeld in eenen Brief, ge. fchreeven te Londen, in dato 2 April 1781. Uit het verflag aan de Commisfarisfen voor zieke en gekwetfte Zeelieden , (welke tevens gelast zyn met dij bezorging, rjiét 'beftier en oppergezag over de gevangenen van alle de Natiën) heb ik gezien, dat het gehéele getal der Hollandfche gevangenen , den 26 laatstleden, beliep 1992 pérfónen, waar onder 325 OnderOfficiers, welke, op hun woord,, in verfchillende Steden op het Land verdeeld zyn; — dat aan ieder van hun' 6- ftuiv. daags voor derzelver onderhoud is toegelegd , en dat zy ingevalle van ziekte door een Chi-, rurgyn en ook door een oppasfer (als het boodig is),-' ten-kosten van de Régeeringi, bediend worden ; ,] dar aan de Officieren , :zoo lang zy in Engeland zyn een Schelling daags is toegelegd; doch ik heb tevensvernomen , dat 'er geen één van hun alhier is overge. bleven , maar dat zy alle naar Holland -terug gekeerd zyn. 'De gemeene manfchap zyir in verfciitiende gevangenisfen geplaatst, welke het naast bygelegen zyn aan de Havens , in welke derzelver Scheepen opgV bragt zyn,, doch ver liet grootfte getal is re Win-' cbestefj'Plymöinh' en 'Faimouth. Iëfjfr gevangen heeft' een hangmat of.kooy, met een hóofdku;d'en en deken, en de hangmatten zyn op een bepaalden afiland van eikanderen geplaatst,-ten einde voor te komen, dat de' gevangenen niet zouden gedrongen worden. Op een bepaald uur worden de hangmatten opgeichud , de gevangenen op een open plaats gezonden en intus-' fchen de gevnngenis berookt. Hei Reglement voor «.-e aevaugenislën ; en de hoeveelheid der .levensmiddelen-, welke voor ieder gegeeven worden, zuit gy best ' kun-  april, STAAT EN OORLOG. 1781. zr7 kunnen zien uit het hier infloten gedrukt papier (*) , waar van de Copy in het Hollandsch, Fransch en Spaansch, in iedeie gevangenis aangeplakt is. De Levensmiddelen worden door de naburige Kooplieden by aanneming of op Gontrad geleverd , en; de- Agent van de Commisfaribien (van welken 'er ten minfteti één het opzigt over iedere gevangenis heeft) moet, volgens zyne Inftruftie , dezelven alle morgens bezigtigen, en wanneer hy vind-j dat ze niet goed zyn , heeft hy d« magt om ze weg te zenden , en ten kosten van den aanneemer de beste te koopen, ,welke hy op de M;irkt vinden kan. En om. venter zeker te wezen , gaan de Commisfarisfen zeiven (gelyk ik zeker weet)' van tyd " u ' ■; . tOt (*) Het gedrukte Pveglemem, waar van in den bovenftasri. dén Brief gewag gemaakt' word, voert ten tytel : „ Artykeleu en Ordonnantiën J waar na zich alle krygsgevangenen in Engeland en Ierland zuilen hebben te gedragen , volgens order van de Heeren Commisfsrisfen, getteld over de zieke en gekwetfte Zeelieden, en tot het uitwisfelen der •krygsgevangenen", en baHaat uit 11 Arty keien, die alle zyn ingerigt toe het onderhouden van goede orde, digi en tlileiplme en de reinheid en veilightid der gevangenhuizen en van de' gevangenen : doch by het IX Artykel word gezegd: „ In elk Gevangen huls kunnen de gevangenen van drie io: vyf onder ben kiezen, en die wederom veranderen , wan, neer zy het zullen goedvinden, om te examineren of de ie-" vensmiddelen goed zyn , en 'er aan de rantfoenen , of in ' het gewigt of in dé mait, iets ontbreekt," volgens den TV fel hier agter aangelegd, en om byaldien 'er eenige rede- nen van klagten mogtên wezen, daar van behooriy;c kennis , te geeven aan den -vgent, door wien zulks za! worden her'" fteld, wanneer hy de klagten gegrond zal vinden, en om wyders, indien de Agent zulks roogt nalaten, daar van op " eene behoorlyke wyze aan Heeren Commisfarisfen kennis " te geeven, die niet in gebreken zullen blyven den gevanga„ nen recht en gerechtigheid te do^n. Verder blykt uit den voorgemelden Tafel, dat aan ieder gevangen man, in de week is toegelegd 7 quart Bier, 10 en 1 half ffi Brood, 4 en 1 half ^ Vleesch, 4 oneen Boter of 6 oneen Kass, a pinten Erten of goede KjoI, en 2 en 1 derde oneen Zout.  ao8 april, ZAAKEN VAN i?gr. tot tyd de verfchillende gevangenisfen vifiteren, zonder daar van vooraf eenige kennis aan de Agenten of Amnemers te geven, hooren daar en herftellen terftond al het geen, waar over de gevangenen meenen reden van klagten te hebben. — De behandeling van de zieken is in allen opzigten, betreklyk de levenswys , de oppasiing en de Geneesmiddelen , volkomen gelyk aan die der Zeelieden iu de Koninglyke Hospitalen : ook zyn by het begin der vyandelykheden, door de Commisfarisfen aan derzelver Agenten orders gegeeven, om zulke Hollandfche gevangenen, welke'gebrek aan kleederen mogten hebben, van al het noodige te voorzien. By alle deeze berigten , welke ik in verfchillende plaatfen verzameld heb, heb ik nog het byzonder genoegen van u te kunnen mededeelen het getuigenis des Hertogs van Richmond, als eene nadere bevestiging van de naauwkeurigheid en waarheid van myn verhaal. Om aan het verzoek aan hem gedaan te voldoen, heeft zyn Lordfchap een Heer benoemd, op wien hy volkomen Baat kan maken, om een reis te doen naar alle de plaatfen en gevangenisfen in het Zuidelyk en Westelyk gedeeke van het Koningryk, in welken eenige Onderdaanen van de Staaten Generaal opgefloten zyn. Dees Heer is vrzeld door een Hollandsch Officier , welke door den Agent van den Hertog gebruikt word als een Tolk tusfehen hem en de gevangenen, en met oogmerk op dat de gevangenen aan hem openhartiger hun belang zouden te kennen geven dan aan een vreemdeling, en zy hebben beide den Hertog verzekerd, dat zy buiten de gewoone eu onvermydelyke ongemakken eener gevangenis, niets ge. vonden qf ontdekt hadden, dat eenige reden van klagten konde uitleveren. . LXI1I.  april, STAAT EN OORLOG. i78ï. 209 LXIII, Memorie van den Baron de Thulemeyer, Gezant van zyne Pruisfifche Majefteit by Hun Hoog Mogenden; ingeleverd in 's Hage. in dato 5 April 1781. hoog mogende heereni De Ondergeteekende is, door uitdrukkelyk bevel van 1 den Koning, zyn Meefter,geauthorifeerd, om aan U Hoog Mog. kennis te geeven van het beftaan, door het V 'Ik van Delfzyl bedreeven op de Rivier de Eems$ Pruisjisch grondgebied. —— Een Engelsch Koopvaaidyfchip, gelaaden met Kooien van Schotland, voor rekening van den Commercie-Raad Krack te Embden_, hebbende twee Lootzen aan Boord, is midden tusfehen de Eilanden, afhangende van het Vorftendom Oostvries~ land, door een Vaartuig, voerende 20 gewapende Zeelieden, genoomen en naar Delfzyl opgebragt. Deeze Geweldenarye is dies te meer te veroordeelen, alzo dezelve aan de Magiftraat niet konde onbekend zyn. De Secretaris der Stad Embden , de Heer Hullesheim, is naar Delfzyl gezonden , om de mouvementen voor re komen , die door het algemeen gerucht geannonceerd wierden. Dit zo gemaaügd gedrag, wel verre van eene goede uitwerking te hebben voortgebragt, fchynt de drift van het Gpmeen nog meer te hebben aangezet. Terftond toen het Engelsch Schip ontdekt is, fteevenende naar zyne destinatie, zyn de Autheurs van de daad in qutetie, op het flaan der Trommel vergaderd, en del Prys, buiten Baat van eenige refistentie te kunnen doen , niet meer dan vyf Man aan Boord hebbende, is zonder moeite genoomen. De Koning, myn MeeBer, twyffelt geenzins , of U Hoog Mog. neemen deel in Hoogstdeszelfs rechtvaardig misnoegen, en Zyne Majefteit zoude met geene onverfchilligheid kunnen zien, de fchending van zyn Territoir, even zoo min als de Storing van den Koophandel zyner Onderdaanen. — Het is ingevolge van deeze gevoelens, dat Zyne Majefteit my bevoolen heeft, Hoog Mog. Heeren! om van Uwentweege te reclameeren de' O. deel. O im>  SIO APRIL, ZAAKEN VAN 1781. immediaate Reftitutie van het onwettig genoomen Schip, die van de Lading, eene billyke vergoeding ten faveure van den Commercie-Raad Krack, en de vryheid der onrechtvaardig aangehoudene Engelfche Matroozen. De Ondergeteekende vleid zich dat U Hoog Mog. door eene vaardige Refolutie hem in .ftaat zullen ftellen, om aan Zyne Majefteit te kunnen berigten de verzeekering van U Hoog Mog. ftandvastig verlangen, tot on-' derhouding der volmaakte Harmonie tusfehen de beide nabuurige Staaten. (was get.) DE THULEMEYER. LXIV. Antivoord van Hun Hoog Mogende de Staaten Generaal, op de Memorie van den Baron de Thulemeyer, van den 5 April, wegens zeker opgebragt Schip; hoofdzaaklyk behelzende: * T"\at Hunne Hoog Mogenden geen kennis van het , L/ voorval gehad hebbende, thans door de Hoeren ,, Staaten van Stad en Lande geinformeerd waren , dat „ gemelde Schip door Particulieren, uit een onbezonnen yver en op eige aucboriteit was opgebragt en aange- houden; dat, zoo dra daar van kennis hadden gekree„ gen, zelfs eer de voorfchreeve Memorie is geprefen„ teerd, by eene Refolutie van de Staaten der Provin„ cie Stad cn Lande, het Schip was vry gegeeven , en „ de veroorzaakte fchadens zouden worden vergoed : „ weshalven Hun Hoog Mogende vertrouwen dat alle klagten dien aangaande zouden cesfeeren, en zelfs, „ dat het verrigte van de gemelde Staaten in deeze ge- legenheid tot evident bewys zoude ftrekken, hoe zeer „ dezelve, zoo wel als Hunne Hoog Mogenden, een „ ernftig verlangen hebben om de beste en volmaaktfte ,, harmonie tusfehen de nabuurige Staaten te onder„ houden." LXV.  april, STAAT EN OORLOG. 1781. sxl LXV. Refnlutie van de Ridderfchap der Pro* vincie Overysfsl, omtrent de zaak Van jr. d. VAN der capellen TOT DiCN pol ; genomen den 4 , en ter Staatsvergaderinge ingehragt den 5 April 1781. In Deliberatie gelegd zynde de Requeste van den Hee~ re jP. D. van der Capellen tot den Pol, op den y der laatstverloopen maand Maart ter Vergadering van Ridderfchap en Steden in deliberatie gebragt, en des tydes door alle de Leden overgenoomen , houdende onder inbaafie van zyne voorige gedaane adresfen, verzoek, dat Hun Edel Mogende deezen Landdag niet wilden laten afloopen, zonder zyne zaak in eene gunftige overweeginge te neemen. Is goedgevonden, om daarop, nevens de Heeren van de Ridderfchap ter Vergaderinge van Ridderfchap en Steden voor Refolutie en advis uit te brengen; dat Hunne Ed. Mogende vermeenen reeds meermaalen hun gevoelen over die zaak geuit, en hetzelve ook met aandrang van reedenen bekleed te hebben, ten dien fine nogmaals inhrxreerende haare Refolutie van den 15 Maart en 4 April 1780 op dat fubjecl genoomen, en ter Vergadering van Ridderfchap en Steden ingebragt en in dé Notulen geinfereert, met verklaaring, dat daar by als nog blyven perfisteeren, als oordeelende , dat te kort zouden doen aan het Erfftadhouderlyk gezag, zoo als by het Reglement op de Regeering deezer Provincie is bepaald en vastgefteld, wanneer in die door zyne Hoog» beid, volgens de gedaane fubmisfie der refpective Leeden van Staat, afgegeeven dispofitie, omtrent de rechtelyke afdoening der zaak van opgemelden Heer eenige verandering kwamen te maaken j dat Haare Edele Mogende ook daarenboven zouden vermeenen eene groote laagheid te begaan, en zig voor de posteriteit ten hooglten verantwoordelyk te zullen ftellen , wanneer zig als nu in eene minnelyke onderhandeling met voormelden Heere kwamen in te laaten, daar men hunne over die zaak gehoudene regtmaatige handelingen voor het oog O 2 van  au april, ZAAKEN VAN 1781. van het Publiek in het haatlykst dagligt gefield, en met de zwartfte en lelykfte verwen heeft zoeken af te fchilderen, ten einde door dusdaane wegen en middelen de gunst van het gemeen te winnen, en van 't zelve de toejuiching en vryfpraak, wegens zyne begaane taxatoire en ongemefureerde handelingen en bedryven te erlangen; dat Hunne Edele Mogende derhalven dit alles met eene bedaarde en onpartydige aandagt overweegende, van oordeel en gevoelen zyn, dat Ridderfchap en Steden, om hunne ten opzigte van voormelden Heer gehoudene regïmaatige handelwyze voor het Publiek te justifkeeren, geen andere weg kunnen of behooren in te flaan, dan zig wegens die aan Hoogstdezelve aangedaane hoon en lje'fie door een onpartydig Rechtelyk vonnis reparatie en fatisfacbie te doen erlangen, en dat ten dien fine de voorgenoomene Actie en proceduure tegen voormelden Heer , hoe eerder hoe beter zal dienen te worden geinftitueert en regthangig gemaakt. Dog, terwyl de Heeren van de Ridderfchap geinformeert zyn, dat de Heer van der Capellen komt te fustineeren, dat uit de voormelde door zyne Hoogheid afgegeevene dispofitie eenige nadeelige confequentien ten regarde der behandelinge zyner zaak zouden kunnen ge. trokken worden, als of by de aanftaande Rechterlyke decifie , zoo over de Actie , welke tegens denzeiven ftaat geëntameert te worden, zal moeten ergaen, daar van Ca/u quo niet ten eenemaal zouden kunnen worden geabfolveert;.- Hunne Edele Mogende, om allenzins blyken te geeven, dat niet anders verlangen, dan een onpartydige Justitie, geen zwarigheid maaken, by deezen te declareeren, van gaarne te mogen lyden , dat door voormelden Heer aan Zyne Hoogheid, by een te doen Adres , een nader declaratoir over de Rechtelyke behandelingen en afdoening zyner zaak worde verzogt en geobtineert. LXVL  april, STAAT EN OORLOG. 1781. 213 LXVI. Refolutie der Stad Zwolle , in de zaak Van jr. van der capellen tot den poll , raakende de Drostendienften. Ingeleverd ter Fergaderinge der Staaten van Overysfel, in dato 6 April 1781. Ter Vergadering wederom voortgebragt en by refumtie nader gedebbereert zynde op de Refolutie van de Heeren van de Ridderfchap, in dato den 25 Miart des jaars 1779,over het different,raakende de Kedemtie der Drostendienften , tegens deezer Stads Refolutie en eventueel protest van den 39 Oclober 1779 ter Vergaderinge vat. Ridderfchap en Steden overgegeeven. Is goedgevonden , de Heeren Gecommitteerden ten Landdage in mandatis te geven , ter Vergadering van Riaderfchap en Steden voor te dragen , te declareeren en in ée Notulen te doen infereeren. Dat Schepenen en Raden met zoo veel genoegen , als ze by den eerften opflag vernaamen , dat eindelyk op hunne inftantie van den 23 Maart 1779 door de Heeren van de Ridderfchap , na een verloop van min of meer derdehalf jaar, de gereferveerde aantekeninge tegens opgemelde deezer Stads protest twee dagen daar aan op den 25 van dezelfde maand was overgegeeven, verwagt hadden , dat welgemelde Heeren daarby of in wederzydfche gevoelen genereufelyk zouden zyn overgegaan, ofte immers dezelve hunne aantekeninge zoodanig overtuigend hebben ingefteld en gefurneerd , dat men , daar door gedesabufeerd, met opheffing van 't protest, van fentiment zoude hebben kunnen veranderen. Gelyk men op den gezeiden 23 Maart by 't advis aan zyne Hoogheid , over de zaken van de Heer van der Capellen tot den Poll, niet verre van 't begin, ter Vergaderinge hadde verklaard als dan gaarne te zullen doen. Dog dat men, wel verre van dit een of ander, integendeel by examinatie heeft bevonden, de Heeren van de Ridderfchap zich daar by nergens anders meede te hebben bezig gehouden, dan aan de eene zyde dezerzyds gehouden onberispelyk gedrag onverdiend, en met O 3 in-  üïi april, ZAAKEN VAN 178*. ïnvlegting van uitdrukkingen. die waarlyfc niet weinig ongemefureerd zyn, te taxeeren, en zoo doende te begaan dezelfde fout, die ze in anderen zoo zeer verfoeien. Terwyl ze aan de andere kant van het groote poïnct^ daar het alles van afhangt, te weten, de wettigheid ot Onwettigheid deezer dienften, met de merites en de dagelykze executie <-an de Refolutie van Ridderfchap en Steden van den 18 Maart 1631, door het nog by conr tinuatie ontfangen der daar by vermeerderde Drosten Tractementen, geen enkel woord fpreeken, maar, onder employ van eene bloote referve van nader aantekeninge dien aangaande , hun geheele vertoog bepalen in een onderzoek omtrent de formaliteit der Refolutie van den 4 April 1776. wanende, dat dezerzydze Protest ook alleen maar op de verzuim Je form zoude berusten, waarvan zig egter het contrarie by de enkele Jeéture ontdekt. Dat Schepenen en Raden nu wel een zeer ruim veld voor zig zien , om de ongemeriteerde bejegeningen der Heeren van de Ridderfchap, met gelyke onaangenaamheid, en met meerder regt te retorqueeren» Dog dat ze om zig door dergelyke afgekeurde re, flexien van 't waare verfchilpunt , daar het algemeene belang der goede Ingezeetenen re veel aangeleegen is , in geenen opzigte te verwyderen, zulks niet doen zullen. In tegendeel van intentie zynde om by de zaake zelfs te blyven, omtrent de reproches (r.) van overyling, (2.) van onkrTnde van deezer Stads vorige Regenten, en (3.) van 't verzwygen der Refolutie van den 18 Maart 5631. (want dit is het al , waarop met zoo veel omilag gevit word) tot hunne decharge zullen remar. queeren. Dat wat bet eerfte aangaat, elk, die zig uit de retroaéten gelieft te reprasfenteeren, dat het rapport, voor de Drosteudienllen, de compolhien, en de voet van afkoop van dien uitgebragt, en door dezer Stads Gecommitteerden pvergenoomen zynde,op den 23Maart 1775, 'er meer dan een geheel jaar is verlopen, eer de gequa> ftioneerde Refolutie met de meerderheid, te weeten de Ridderfchap en twee Steden Deventer en Campen, op den 4 April 1776 is genomen, ligt zal begrypen, dat- d.ee'-  april, STAAT EN OORLOG. 1781. 215 deeze overvloedige tyd van deliberatie, alle vermoeden van overylinge ten eenemaal uitfluii. En , die daar by den inhoud van dezerzydze daar tegens op gezeiden 4 April ter Vergadering overgegeeven Proieilatoire verklaringe en sequitable voorflag flegts met een vlugtig oog befcbouwt, mitsgaders reguardeert, dat wanneer de meerderheid daar niet na luifterde, men niet aanftonds, maar een geheel halfjaar daar aan, en eerst op den 29 October 1776 de inhaefive.en zoo kort doenJyk gedetailleerde Propofitie en Proteftatie, die thans de Ridderfchap beantwoord, heeft ingegeeven, zal ras bevroeden, dat van deeze kante niets by verhaafting, maar alles na ryp overleg vooraf is gewikt en gewogen, zoodanig, dat men by refumtie en herhaalde deliberatien na dien tyd ter goeder trouwe als nog verklaart niet_ te bevatte' , dat 'er eenig beter voordel tot wegneming ofte prsecifie van de gevreesde gevolgen, die deeze aifaire tot hier toe gehad heeft, als toen heeft kunnen gedaan worden. Hetwelk dus veel beter was geweest, des tydes door de meerderheid te zyn geaccepteerd , ofte ter nadere overweging overgenomen, in Stede van op ftaande voet te vewerpen , ende te perfifteeren by eene Refolutie, waarvan de onbeftendigheid tam quod ad materiam , quam quod ad formam, door aanvoering van bundige redenen aan haar vertoond wierd. Hoedanig gedrag men meend , en toen ook geallegeerd heeft, een regt bewys van overylinge te zyn; waaraan dus de Heeren van de meerderheid wederom zeifs fchuldig ftaande, onder verbeteringe, niet wel beraden te werk gaan, anderen deswegen te taxeeren. _ Gelyk de Heeren van de Ridderfchap al mede niet wel redeneeren, wanneer ze op de dezerzydfche fchouderen onderftaan over te brengen het abuis , erreur , onkunde of wat naam men 'er aan geven wil , by de vorige Stads Regenten, die al lang ontflapen zyn, omtrent het accordeereu van zeer geclaufuleerde Drostendienften in 't jaar 1725 begaan; daar dog het bekende fpreekwoord, van den Balk (Splinter) in eens anders oogen te zien, by gemelde derzelver aantekeninge aangevoert, nimmer applicatie kan vinden, dan op die geenen, die, 't abuis , by hun zeifs in grooter maate begaan , aan O 4 ao-  ÉtiG april, ZAAKEN VAN 1781. anderen alleen gaan imputeeren, of, om 't cas fubjeét ten voorbedde te neemen, hunne meede Regenten van overylinge verdenken, daar ze zich zelfs op 't zigtbaarite in verloopen hebben. _ Men erkent, dat dezerzydze Heeren PrEcdecesfeuren zich hebben vergist, en na maate dezelve langer tyd van deliberatie genomen hebben, dan de overige Leden van Staat, is het ook zoo veel te meerder te verwonderen, dat ze de fout niet hebben ontdekt Dan geconfidereerd, dat de Heeren van de Ridderfchap, alle thans meede overleden, die in 't jaar 1717 op dit poii ft van ilitfobryvinge hebben geadvileerd, zonder eenige gevorderde tyd van beraad te neemen, zich met hun prompt advis even zeer hebben vergrepen, dan de Regeeringen der drie Steden, waar van de eene meer, en de andere minder, doch deeze Stad de langde tyd heeft genomen; zoo meend men, dat, daar in esfentie het abuis by allen refideert, aan de een zoo weinig, als aan de andere, by wege van verwyt behoord te worden toegevoegd, da' aan dezelve alle in de goede trouwe geftorven, fpecialyk aan de Stecien, ongeagtet haaren in die genoten tus'fchentyd zekerlyk aangewende vlyd, 't zy zelfs, of door haare Secretariëti en Ministers, een waarheid is verholen gebleeven, die thans uit de Notulen deezer Vergaderinge , uit de concordaten ofte handelin ;en van Raad en Meente van Deventer, uit *s Lands Arthiven en uit de Succesfive Rekeningen der LandRei tmeelters en generaale Omfangers, niet alleen van Zalland en Twenthe , maar ook van Vollenhove en Maftebroek, tot heden toe, door de thans levende Regenten van Zwol, en die daar op vorder de moeite van onderzoek gedaan hebben, zoo zeer allerkennelykst is geworden, dat 'er onzes eragtens geen ontkennen meer op is; en dus dat eftl ft op de overige leeden behoorde te hebben, om met ter zydeltelling van alle vordere disputatien over de formaliteit of informaliteit, dezelve gelukkig ontdekte waarheid tot verligting van den armelyken Huisman gretig te amplefteeren, en de abufive re. folutie van den 4. April 1776, al was ze in de allerbondigite forme geairefteerd (als voorzeker neen) datelyk in te trekken, in Stede van voort te varen over de forro, die? hoe Suuitantieel ook, nimmer kwaad in goed ver- au.  april, STAAT EN OORLOG. 1781. ai7 anderen, of abuis en onkunde boven de waarheid, die elk mensen altoos verpligt is hulde te doen, kan doen prsevaleeren, te twisten; en het geen nog verdergaat, dezes StaHs Regeeringe , waar in derzelver derde en laatfte taxatie begaat, te infimuieeren „ van de meer„ gedagte Refolutie van den 18 Maan 1631 uit zeke„ re rancune misnoegen , of om confufie te maaken, „ te zullen hebben agtergehouden en verborgen." Het welk eensdeels 'er verre af' is, alzo dezelve Re. folutie, na ontdekt te zyn aan aen Heer , van deeze Stad tot het werk der Ürostendienlten gecommitteerd geweest, is gegeeven, die ook in de commisfie dezelve , zonder dat 'er by 't rapport eenige agt op is genaden , volgens zyn zeggen heeft geallegeerd, gelyk de Heeren, die van die commislie nog in leven zyn, zig denkelyk wel zullen weten te herinneren. Terwyl anderdeels deeze foupc ui van verberginge e diametro de gezonde reden tegens zig heeft, die niet toelaat te vermoeden, dat iemand over deeze dienften zoo denkende als de Stad Zw< 11e, met geen ander inzigt, dan om de Ingezeetenen by minne vryheid te bewaren, willens, en alleen om zyn meede Regenten of meede Gecommitreerdens door ignoranüe 111 't wildj te laten fchermen , een document zou ie wille agterhouden, hetwelk na de ontdekking dezerzylze idéé op 't kragtiglle corroboreerde , en een geheel ander ligt aan het onderwerp toebragte , als ieder een tot dus verre daar van, zekerlyk ter goeder trouwe gehad hadde. Behalven, dat voor het derde, en zoo'al de communicatie daar van by vergetelheid of inUtteutie van eenig Gecommitteerde was nagelaten, gelyk de alleroplettenfte daar niet vry van is , dan nog altoos de allegatie daar van tot laste van de geheele Stads Regeermge , onder de vreemde uitdrukkinge van een huismiddeltje t niet alleen weinig lichynt te quadreeren met bet geené de Leeden deezer Vergaderinge, daar men ernftige Taal fpreeken moet, eikanderen fchuldig zyn ; maar ook en in allen gevalle in deeze tegenwoordige zaaks toeftaui gansch nutteloos gebezigd wierd. Daar immers nu de vraage niet meer is, of die dikwils gemelde Refolutie door deeze Stad ofte Gecommitteerden van dezelve verzwegen is, ook niet of daar meede O 5 we]  2ï8 april, zaaken van 1781. wel of kwalyk gedaan is, neen maar enkel en alleen, of tegenwoordig, na dat dezelve Refolutie van den 18 Maart 1631 met den aankleve, en nog dagelykfcbe naleeving, omtrent het genot der verhoogde Tradtementen van dien ontdekt is, ende teffens gebleeken, dat het geen Schepenen ende Raden daar van by hun Protest gepofeert hebben een allerkennelykfte waarheid is , de Ingezeetenen met deeze geredimeerde Drostendienften , lamt verdere gratuiteiten en precarien, daarby vermeld , als nog moeten worden bezwaard geladen, dan of dezelven in tegendeel daar van niet zoo eerder zoo beter moeten worden ontheft, en dien ten gevolge de Refolutie van den 4 April 1776 invoegen, door de Heeren ordinaris Gedeputeerden gepubliceerd moet worden ingetrokken. Dat Schepenen ende Raaden voor der Ingezeetenen vrydom in deezen, by hunne fuccesfive declaratien en proteftatien, gelyk zy verpligt waren , gevoteerd hebbende , geenzins met de Heeren van de Ridderfchap van begrip zyn, dat de beflisfinge van dit poinct alleen zoude dependeeren van een onderzoek, of de voornoemde Refolutie van den 4 April 1776, waarby deeze Dienften gefteld zyn redimibel, het geen ze te voren niet waren, formeel of informeel genomen zy. Om dat ze meenen, dat al was die Refolutie al op 't formeelfte genoomen, dan evenwel 's Lands Souverain, volgens alle fundamenten van geraifonneerde Staatkunde verpligt zoude zyn, dezelve weder te casfeeren, zoo ras ze geblykt op abufive gronden te zyn genomen, en mitsdien te verklaaren: Dat , vermits by exact onderzoek gebleeken was , deeze Dienften met alle vordere gratuiteiten en precarien te zyn geredimeerd, en alzo de Ingezeetenen daar toe niet meer verpligt, daar door de meergemelde Refolutie, om die Dienften als nog te kunnen doen, of daar voör geld te geven, in dien ftaat geraakt was, dat 'er geen termini habiles voor zynde overgebleven, derhalven dezelve buiten alle effect wierde gefteld. Maar! dat Schepenen en Raaden hunne fustinuë op veel fterker gronden, en wel deeze twee fundamenten gebouwd hebben, te weten primo daar op, dat de Ingezeetenen na de Refolutie van den 18 Maart 1631 tot gee«  april, STAAT EN OORLOG. 1781. 219 geene Drostendienften , gratuiteiten , precarien of wat het ook zyn mag, verpligt zyn. En pro fecundo , dat het in allen gevalle tot haar bezwaar verltrekt , daar over met de Heeren Drosten te Componeeren of geld te geven , gelyk de Heeren Drosten ook onbevoegd zyn zulks te doen of geld te noemen. - Om dat alle Compofitie daar over aan dezelve by de Refolutie van 1717 of 1725, toen Zwol daarby accedeerde, verboden is. Welke Refolutie, als met eenpaarige ftemmen genomen, door geen Refolutie met meerderheid, als is die van den 4 A^ril 1776 doorgedreeven , tegens het uitdrukkelyk protest van deeze Stad , voor een geheel zesde gedeelte den Souveram reprafenteerdende , kan worden verbroken , ofte daarvan in eenig poincb gelaxeerd ; zoo weinig , dat dezelve daar om zy nul en zeer kragteloos dat ze niemand verbind , ten dien eifecbe : dat in allen gevallen by het Advys van Ridderfchap van 1757 , zoo als dat met de daarby door de Steden gemaaxte accrochementen en claululen in 1725 eene Staats Refolutie geworden is, moet worden verbleven , en by gevolge mede alle compofitie verboden, ter tyden en wylen toe, dat daar omtrent by eene contrarie Refolutie, met gelyke eenpaarigheid genomen, anders is gedisponeerd. Dat men de jufticie deezer fuftinue wel bereeds by 't meergemelde Protest, zoo met relatie tot de materie , als met relatie tot de form heeft aangetoond , zo. danig , dat omtrent de materie de Ridderfchap niets beeft weten in te brengen , immers dit poincb , daar het eigentlyk voornamentlyk ja genoegzaam alleen opaankomt , ttilzwygende , onder eenvoudige referve van nader aantekeninge , heeft gepasfeerd en zich omtrent de form alleen bezig gehouden, dog op zulc een bouw-, vallig fundament , dat , wanneer men het geval, zoo als het in der waarheid daar ligt , met een vereischt discerneraent befchouwt, het zelve zoo ras vervalt als het ter neder gefteld is. Dat Schepenen en Raaden nu wel zouden kunnen volftaan om de Ridderfchap te volgen , en met provifioneele fepofiüe van alle vorder detail, hzt pointt qm  22o april, ZAAKEN VAN 1781. ad materiam volgens dezerzydfche idee houdende voldongen , zich enkel tot het poinét van informaliteit bepalen. % Dat ze daar meede ook wel denken aan de Heeren van de Ridderfchap te zullen voldoen, dog dat ze gemeend hebben hunne zorg vorder te moeten uitbreiden , ende niets te moeten laten onbeproeft, om welgemelde Heeren met de Steden Deventer en Campen , zoo ver doenlyk te brengen in haar regtvaardig fentiment. Dat hen daartoe heeft toegefc^eeben geen beter motif te zullen kunnen worden geëmployeert , dan eene meer gedetailleerde oven ure van al het geen men omtrent deeze Drostendienlten by onderzoek heeft opgefpeurt, bekleed met de confi ieratien en gevoelens, die de Hiftoria facli daar by gelyk als van zelfs elk onpartydige aan de hand geeft. Dat ze daar toe thans overgaande , egter onnodig agten , den fervilen aart deezer ceeonomique Drostendienften , toto coelo verfchillende zoo van de Landsdieniten, als die der Hofhorige of Lyfeigene luiden , en andere Provinciale Meyeren , uit de Rechten aan te toonen, ofte uit de oudheden een breed verllag te doen van de prohibitive dispofitien der voorige Landsheeren tegens dezelve en alle precarien gemaakt, zoo om dat dit een onnodig verhaal van odie zyn zoude, waar van met betrekking tot deeze Provincie Melchior Winhof in zyn Averysfels Landrecht op diverfe plaatzen , als p. 1. Art. 17, p. 2. Art. 7, 8, 18 tot 21 veel gezegd heeft, als ook , en wel voornamentlyk, om dat, hoe het daar omtrent ook oudtyds onder de Bisfchoppen , Keizer Carel en Philippus den tweeden, voor de erectie deezer Republiek , de jure geweest , of faéto gepractifeerd zyn mag , het voor elk Liefhebber van de vryheid , byzonder van de Inwoneren deezer Provincie , alleen genoeg en alleraangenaamst is te weten : Dat dezes Lands Regenten , zoo vroeg hen zulks doenlyk geweest is, hun vrygevogten Ingezeetenen niet alleen hebben voorzien met billyke en wyze Wetten , maar ook teffens daar op zyn uitgeweest, om dezelve het genot der Vryheid, dat grcote cieraad en onwaardeelbaar Pand van elk mensch, met 'er daad en op 't Juifterrykst te doen gevoelen. Door  april, STAAT EN OORLOG. 1781; 221 Door in 't jaar 1630 boven de Collectie van M. Win. hof van 1559 , en in plaatze van de korte Reformatie van 1600 een nieuw en meer volkomen Landregt te arrefteeren , en dat heerlyk famenftel met den druk gemeen te maken , waar van men zich als nog bediend. En op dat *er niets , 't geen de Libertas Publica , na afwerping van 't Spaanfche juk , konde hinderlyk zyn, of zelfs fchynen overgebleeven, op den Landdag van het volgende jaar van 1631 met de Heeren Drosten , die toen allerhande precarien van fervile Dienften, Hoenderen, Garven, Hoy, Gras, Schapen, Holt, Turf en andere Beeden , bienvenues, en wat dies meer is , fchoon onzes eragtens non jure , nog fchynen te hebben getrokken , eene fchikkinge tot volkomen peremptie van dezelve , door verhooginge hunner Tracbementen te maken, by eene Refolutie op den 18 Maart van dat jaar genomen, die men woordelyk , als de grondzuil van het different, het welk men na verloop van ongeveer anderhalf hondert jaaren , met de voorftanderen deezer afgefchafte Dienften thans heeft, hier zal infereeren, luidende als volgt. , Alfoo de refpective Drosten vertoond hebben, dat ,,'de ord. weddens ende Tractementen ftaande tot haar , Ed. refpective Ampten , noch fulcx zyn als die \y van oudes geweest , daar nochthans andere Officie!, ren haare gagies en Tractementen, na de tegenwoor,, dige gelegentheid van tyden zyn verbeeterd ; dat „ ook by het Gereformeerde Landrecht haar Ed. voor5 deelen afgetrocken worden , is na Deliberatie goed- gevonden , dat de Drosten alle haare voordeden, die " haar Ed. uit de Karfoelen ofte Gerichten , het zy " voor dienften, gratuiteiten , vereeringen ofte onder „ wat naame het zoude mogen wezen, getrocken en„ de genooten hebben , 't eenemaale fullen afftaan en,1 de verlaaten, oock niets mogen genieten, by priva,, tie van de verbeeteringen , die tegenwoordich fullen „ worden gedaan , voorbehohelyck die breucken die ,, den Drosten by 't Lantr. fyn toegelaaten. ,, Ende is de Drost van Sallant op te voorfz. Conto ditien tot een Jaarlix Tractement, ende voor ord. weddens, in de plaats van de oude toegelecht twaalff „ hondert K. Gis. jaarlix. „ De  s2s? april , ZAAKEN VAN 1781., ,, De Drost van Twenthe duifent Car. Gl. Jaar„ lix. „ De Drost van Vollenhoe negen hondert Car. Gl. 4, jaarlix. „ De Drost van Isfelmuiden ën van Haaxbergen, „ elcx vyiF hondert Car. Gl. jaarlix. „ De Schoute van Hasfelt Roedolff van den Clooster ,, om goede confideratien van zyn Perfoon, ende fon,, der confequentie, drie hondert Car. Gl. jaarüx voor„ beholtlick, dat dezelve daar boven fal mogen prou„ fiteeren de Emolumenten tot het voorfz. Ampt van ,, outs (taande. „ Ende alzoo de Dyckgrave van Sallant Seyno Ren* „ gers op zyn traclement van 750 K. Gl. jaarlix fwa„ re costen van defroiiementen heeft te dragen , wort ,, het felffde traclement verbeetert met twie hondert „ vyfFtig Cèr. Gl. jaarlix. „ Welke tractementen by ordinantiën van de Gede„ piteerden telkens fullen worden betaalt: ende fullen „ defelve by de verpondinge verdielt ende gevonden ,, moeten worden." Waaruit men infereert, Dat op deeze eclatante wyze 's Lands vrye Ingezeetenen, tegens betalinge van een jaarlykfche fomme, uit deeze Dienstbaarheid voor altoos verlost zynde , het van zelfs fpreekt, dat daar meede dezelve Heeren Drosten alle regt of prstenfie, *t welk zy ooit tot het vorderen deezer Dienften enz. mogen gehad hebben , zyn kwytgeraakt ende volftrekt onbevoegd geworden , om dezelven weder te mogen vorderen. Gelyk het de Heeren Drosten toen ook billvk heb* ben begreepen, ende inderdaad, zonder de eerfte principien van sequiteit en juftitie te impugneeren , niet anders konden begrypen. Aangezien dog, zoo ongerymd het is den prys en gekogte waar, of gelyk het fpreekwoord zegt, geld en land te willen laten in eene hand , niet minder, ja even paradox is , het geld , waar voor deeze Dieaften enz. zyn geredimeerd , te willen trekken , en daar benevens de Ingezeetenen NB, uit welkers beurs by we. ge van fchattingen en impofitien , dog de penningen gefurneerd worden , deeze afgekogte Dienften in natura af-  april, STAAT EN OORLOG. 1781. 223 aftenemen, dat is te zeggen een en dezelfde last tweemaal uit een en denzelfden hoofde te willen hebben gepra;fteerd. Zulks, dat van dien tyd af deeze Dienften enz. ook datelyk hebben gecesfeerd, en de Heeren Drosten in plaats genoten de refpective traktementen in gelde, zoo als derzelver Succesfeuren die tractementen tot nog op deezen huidigen dag genieten. Gelyk men vertrouwd thans door niemand meer te worden in twyfel getrokken , veel min de generaliteit deezer redemtie tegens de klaare text der Refolutie, die niets uitzondert, tot andere foort van fervitien, vereeringen, precarien of gratuiteiten gereftringeert. Waartoe men geen fchyn of fchaduwe van bewys ergens als nog ontmoet hebbende, derhalven meend geene de minfte exemptie , hoe genaamd , te mogen worden geadmitteerd , zoo lange dezelve niet getoond en geprobeerd word. Aangezien dog , die alles zegt, bekendlyk niets uitlluit, en waar aan Üegts één voordeel gelaten word, volgens den aard der refervatie , alle de reste kwyt raakt. Ten klaaren vertoge , dat daar expresfis verbis by welgemelde Refolutie alle voordeden, die haar Ed. uit de Carfpelen ofte Gerigten , 't zy van Dienften , gratuiteiten , vereeringen ofte onder wat naamen het zoude mogen wezen , getrokken ofte genoten hebben , zyn geredimeerd, zonder dat de Heeren Drosten iets anders en verders zouden mogen genieten, dan de breuken die aan dezelve by 't Landregt zyn toegelaten, over zulks by infurmon tabel gevolg , voor hen lieden ook niets is overgebleven dan alleen de breuken , niet alle , maar die 't Landregt, 's jaars te vooren, als gezeid, vastgefteld, haar gegeeven hadde. Dat wel na verloop van eenige jaaren deeze en geene vereeringen en precarien weder zyn ingekropen, en de Hooggemelde Refolutie van afkoop geattenteerd , zoo dat deiRidderfchap en Steden bereeds op den 25 Maart 1644, de Schuiten bevonden worden te hebben verboden tot laste der Ingezeetenen eenige uitzettingen te doen tot vereeringen van Drosten , als met behoorlyke cou-  2H april, ZAAKEN VAN I78r, convocatie en toeftemminge van de gemeene Erfgenamen. En wanneer in den jaare 1654, wegens de intestine disferfiin binnen deeze Provincie beide parthyen zig aan Gecommitteerden van de Heeren Staaten van Holland hadden gefubmitteerd, onder de poincben van bezwaar dit ftuk toen meede is voorgebragt dog met die uitkomfte: Dat de Heeren Gecommitteerden in hunne uitfprake van den 20 Augustus 1657, gedaan op den naam van de Staaten , by de generaliteit van dikgemelde Refolutie van den 18 Maart 1631 , fchoon niet fpeciaal genoemd, zyn gebleeven, ènde dien ten gevolge, zonder admisfie van eenige alteratie , ampliatie ofte reftricbie gelyk als by inbadie gedecideert Art. r, ,, Dat de Drosten haar gecontenteerd zullen moeten „ houden met baar ordinaris traktementen ende profy„ ten, (te weeten van breuken haar in voegen voor„ fchreeven by dikged. redemtie alleen, voorbehouden) „ zonder de Ingezeetenen van haare refpective Drost„ ampten met eenigerhande lasten te bezwaaren , met ,, wat name die ook genoemd mogen worden , zon- der dat ook by 't aanneemen ofte by het verderf ,, derzelve iets tot laste der Ingezeetenen gebragt zal „ worden;" gelyk te zien is by Aitsma Hift. 9, 37, D. B. pag. ai, edit. 1664, in 4to. Dat , wanneer nu in de Commisfien en Inftructien der Heeren Drosten , na dien tyd uitgegeeven , van Hooggemelde Refolutie van den 18 Maart 1631, en Uitfprake commisforiaal van den 29 Augustus 1677, correcte mentie, relatie ofte infertie was gedaan (gelyk wel hadde behooren te gefchieden , even zeer als daar omtrent in den jaare 1713, ten relpecte van de Schou. ten en Richteren in de nieuwe Inftructie aan dezelven gegeeven agter 't Landregt onder de nadere Reglementen fub N° 6rf nominatim Art. 15, gevoegd by 'c Formulier van de Èed ibid. in fine is voorzien) als dan nimmer weder tot het introduceeren van Dien(b»n zoude zyn gerefolveerd. Te minder daar Ridderfchap en Steden in 't begin dezer tegenwoordige Eeuw hun vryheidlievend fentiment te-  april, STAAT EN OORLOG. i78r. 2a£ tegens deeze ferviliteit dermaten in de Inftructien voor de Heeren Drost van Zallant , in dato den 15 Maart 1705, voor den Heere Drost van Tsfelmuiden. in dato den 15 April 1707 , voor den Heer Drost van Twente, in dato den 13 Maart 1710 , en eindelyk in die voor den Heer Drost van Haaxhergen, in dato den 15 Maart 1713, alle aan het einde, hebben doen blyken , dat ze het eifchen van Dienften met uitgedrukte woorden by provifie hebben verboden. Het welk alzo aanduidde, dat dezelve daar toe niet waren geinclineerd, alzo volgt, dat blotelyk de omisfie van infertie van de Refolutie van 1631 , gevoegd by de omwentelingen van zaken, Oorlogen, tweefpalt, en veranderingen der Regeeringe federt den jaare 1631 oorzaak is geweest, dat die geheeie Refolutie zoo zeer in vergetenheid is geraakt of facbo genegligeerd, en de Dienften pedetentim by mefufe weder zyn ingekropen, dat daar van zoo in 't einde der voorige en begin deezer Eeuw als in 't vervolg, ja tot deze tyd, dat ze zedert weinig jaaren als voorfchreeven weder ontdekt is, geen geheugen onder de Regenten, veel min onder de Ingezeetenen , waar aan ze niet geblykt ooit by Publicatie bekend te zyn gemaakt, meer was overgebleven: blykelyk hier uit: Dat in den jaare 1695 toenmalige Regenten direct te^ gens dezelve en tegens voornoemde Compromisforiaale uitfprake, by een Refolutie van den 8 April de 13oeren van de Novalia, in gelykheid van de bewooners van oudhoevige Landen , tot Dienften van de Drosten en anders verpligt hebben. . Het welk op geen andere wyze bekwamelyk te jufb> ficeeren is, dan met een liefderyk vooronderltel, dat die Heeren, welke tot het nemen dier Refolutie zonder verhoor toenmaals hebben toegeftemd, van deeze redemtie niet meef hebben geweten , ofte daarop destydes niet ■hebben gedagt, en mits dien by abuis hebben genomen een Refolutie, waar toe ze van dezelve redemtie geinformeerd zynde geworden, nooit zouden hebben mogen komen. Waar uit dus niets het minfte tot verzwakking des afkoops te halen is. Te minder daar in 't begin van deeze Eeuw de Hee* f XI. deel. P ren  i26 april, ZAAKEN VAN 1781. ren Staaten zo zeer hebben getwyffeld aan de Juftitie dezer Dienften, dat ze zich in de hooggemelde Inftructien in de gezeide jaaren 1705, 1707, 1710 en 1713, uitdrukkelyk hebben gereferveerd , om te doen inquireeren, of de refpective Heeren Drosten voor den jaare 1672, bevoegd zyn geweest Dienften van de Ingezeetenen te eisfchen, en zulks wordende bevonden, dat daar over dan een vaste ordere en Reglement beraamd zoude worden ; met een bygevoegde claufule, dat, invoegen voorfchreeven by provifif, of (dus zyn de eigen woor. den) inmiddels geene Dienften geëischt zouden worden , voor dat zodanige ordre geformeerd zyn zoude. Hoedanig zich Hun Edele Mogende volgens hun Hooge Wysheid, Juftitie en doorzigt, by geen moreele mogelykheid ooit hadden kunnen uitdrukken , zoo maar een van de Leden de Refolutie van den 18 Maart 1631, meer hadde gekend en volgens zyn pligt aan de Vergaderinge ontdekt, wyl daar door by bloote infpeétie zonneklaar aanftonds zoude zyn gebleeken , dat de Heeren Drosten na het jaar 1631, en voor het jaar 1672 buiten eenig bedenken waren onbevoegd om deeze Dienften te mogen vorderen. Om reden, dat op haar eigen inftantie dezelve van haar in 1631 al, met alles van dergelyken aard, niet uitgezonden , waren geredimeerd, en in een jaarlyks inkomen van geld geconverteerd, 't welk ze nog jaarlyks en alle jaaren daar voor by vermeerdering van Tractement trekken , in maniere als in de Refolutie , hier boven woordelyk gerepradenteerd,. vermeld ftaat. Ja! was het dan al verders onmogelyk geweest, dat Hun Ed. Mogende zich op den 22 Maart 1709, na teneur der Notulen , zoo zeer zouden hebben kunnen laten verrasfen , door diverfe Certificatien houdende , dat de Heernn Drosten voor den jaare 167a Dienften hadden genoten , om daarop ter Griffie provifioneelyk gefeponeerd geweest, vervolgens aan de Heeren Drosten na verloop van eenige jaaren in den jaare 1725, deeze afgekogte Dienften weder als van ouds , onder den Koning van Spanjen, en voorige Landsheeren toeteftaan, en teffens te laten behouden het jaarlyks geld, waar voor de goede Ingezeetenen daar van byna honderd jaaren te voren waren ontheft. Om  april, STAAT EN OORLOG. 1781. 227 Om dar Hun Edele Mogende dan by de bloote lecture der meergemelde Refolutie , gevoegd by 't laudum der Hollandfche Heeren Gecommitteerden , ras zouden hebben ontdekt, dat wel voorzeker de Heeren Drosten niet flegts voor 't jaar 1672 , maar voor 't jaar 161,1,, toen ze afgekogt zyn , en voor 't jaar 1657, toen ze op de Vrydom geattenteerd zynde, haar wederom by 't voornoemde laudum zyn afgenomen, deeze Dienften de facto hadden genoten : waar. toe het dus overtollig was Certificatien te ligten. Dog dat de vrage hier niet zynde , of ze de facto> Dienften hadden genoten, neen maar of ze voor 't jaar 1672, of liever tot aan 't jaar KJ72 bevoegd waren gebleven, om de Dienften de jure te mogen vorderen, als wanneer deeze dikgemelde Refolutie, die buiten tegen fpraake dus niet mede onder die in 1709, geproduceerde ftukken is geweest, nog des tydes aangevveezen, op het eenvouwdigfte aan Hun Econtraveniëerd mogende worden , na dewelke over dergelyke poincteh van bezwaar, niet anders , dan unanimi fuffragio bedoten en geene Refolutie met eenparigheid genomen v aEders als met gelyke eenparigheid verbroken , of in 't minde verandert moge worden. Dan hoe klaar men dit ook aan de Heeren van de Ridderfchap ea beide Steden heeft onder *t oog gebragt; met provifioneele verzwyging van een misdag invoegen voorfchreeven, by't neemen >der conclufie begaan, die de nulliteit alleen ongeneeslyk maakt , en daar in bellaar : Dat (om van de overylinge , waar meede in dezen, zonder het minfte Tentamen concordia;, anders in cas van  fcj© april, ZAAK ËM VAN' i?gi, van dergelyke disfentien gebruikelyk, is te werkgegaan, .niet eens te fpreeken) de Heeren Drosten in deezen meede hebben gevoteert, en zoo doende , gelyk Win* hof op 't oude' Landregt elders (preekt, in hun eigen :budel gedemt, fa , de Heer Drost van Twenthe zelfs :de conclufie geformeerd. Schoon de goede wel hergebragte ordre, en het geen .dagelyks volgens de ordre en Reglementen op de^Regeeringe gebeurt, die- Leeden , dewelke of primario of fecundario by de zaake geinteresfeerd zyn, pleegd, behoord, en moet erinneren, om zig zelfs te kennen,-en in dergelyke gevallen uit te treeden. Dat , zegt men ,. hoe zeer Hun Wel Edele Hoog Achtbaare van hunne zyde niets hebben nagelaten, om te obtineeren, dat by refumptie of gansch geene of ten minden eene bedendige formeele, èn executable Refolutie wierde genomen egter niets met allen hebben kunnen vorderen, ende alzo zig tot hun leedweezen in die no'ddzaake gevonden, om hun gedaan protest te inhereeren, en zig tot haar gedaane voorflag en aanbod om ■by infchikkeJykheid de Dienden Karfpelswyze te laten redimeeren , by non acceptatie te verklaren , ongehouden, en m aller gedalte als uit de Stads aantekeninge met meerderen te zien. Dat daar op dezerzyds voorflag-met geene minder ■fchielykheid , als te. vooren, ftaande;:de Vergaderinge •aandonds zynde verworpen, daar! door de zaake.in die fuuatie is geraakt | dat thans het verfehil is geworden 4e vrage, niet, of deeze Dienden'Kerfpelswyze ant Ca* pitaiim behooren te worden geprasdeerd? ne maar een •geheel andere , en wel deeze vrage, of die Dienften , die als gezeid, zelfs ten tyde der Land-Vorden, nooit jure genoten zyn, invoegen voorfchreeven niet ganfchelyk, als afgefchaft, moeten worden gecasfeerd? Immers en ;ih alle gevalle, daar omtrent punctueel al •nog by provifie te werk gegaan, volgens't voorfchrüt der Staats Relolutie van 1727: Da: men, om al het „ hier voren betoogde, de affirmatiVcdn opzigte van 't „ eerde Lid dier .vrage onbeichroomd fouteueerd , met „ de dikgemelde Refolutie van den 18 Maart ióqi " buiten alle vordere bedenken te worden beweezen- ' Daar dog de zelve Refolutie tot;óp deezen. huidigen m dag,  april, STAAT EN OORLOG. 1781. 24t dag, met relatie tot het jaarlyks genot der Tractementen, uti diétum, uitgezet over de verpondinge ten voordeele van en aan de Heeren Drosten, tot bezwaar der Ingezeetenen wordende geëxecuteerd, zulks de Heeren Staaten onwederfprekelyk verpligt, om de hand daar aan te moeten houden, ten einde de Ingezeetenen voor deeze last en jaarlyks bezwaar der vermeerderde verpondinge, ook de lust en 't jaarlykfche genot van vrydom deezer Dienden behouden. Zonder dat de Refolutie van 1725 daar in de minfte veranderinge de jure heeft maken kunnen. Om dat die Refolutie door 't ontdekken van die van den 18 Maart 1631, zoo klaar als de Zon, geblykt, op notoire onkunde, en erreur, of wat beter naam van verfchoninge men voor den misdag kan uitdenken, genomen te zyn, en mitsdien, als op een vitiofum initium, 't welk beweezen is, berustende, van den beginne af aan zoo zeer nul is geweest, en altoos gebleven, dat nog verloop van tyd,al was het duifend jaaren en meer, nog de feitelyke executie daar aan nooit eenige de minfte autoriteit heeft kunnen byzetten, ofte het regtelyk effect van de anterieure van 1631, als door het interruptive jaarlykfche genot der verhoging van Traktement altoos levendig bly vende, in eenig het mintte deel benemen. Daar dog deeze laatfte van 1725, fchoon formeel ge. arresteerd, altoos quo ad materiam ipfamque rei verU tatem manqueert: wyl de poiitie daar by gemaakt, dat de Heeren Drosten jaarlyks twee Oienlten zouden toekomen, is abufief, om dat haar zelfs voor, en veel weiniger federt 1631 geen een dienst meer toe heeft gekomen. Welk Defect: quo ad materiam by evidentie daar zynde, door de blote form, als meede hier boven bereeds is aangemerkt, nooit heeft geneezen kunnen worden. Terwyl het antwoord op het tweede Lid der voorgeftelde vrage , dat men namentlyk in allen gevalle als nog en by Provifie niet de Refolutie van den 4 April 1776, maar abfoluit die van 1725 verpligt is na te leven, niet minder ontwyffelbaar is. Om redenen, dat die van 1776, auo ad Formant laboreer ende aan meer dan een fübltai tioneele faut, ge. II. DEfcL, Q lyk  242 APRIL , L AAKEN VAN 1781. lyk men insgelyks meent op 't naakfte hier boven te hebben gedemonftreerd, ganfchelyk buiten ftaat is, om eenige de minfte veranderinge toe te brengen aan, men gezwyge, ganfchelyk afftellen eene wet, Concordaat of Refolutie , die volmaakt formeel na de welberaamde ordre van Regeeringe geblykt te zyn genomen, als is die van 1725. Waar by derhalven, fchoon in materia abufif moetende worden verbleeven , ter tyden en wylen dezelve door een even formeele nadere Refolutie weder is ingetrokken ; zoo is het nu wel zoo, dat de Heeren van de Ridderfchap de Formaliteit der Refolutie van den 4 April 1776 by hunne aantekeninge van den 25 Maart des afgeweken Jaars 1779 , die men thans beantwoord, hebben poogen te falveeren. Dan die het Raifonnement daar geëmployeert, ilegts met een zeer geringe aandagt overweegt, ontdekt aanftonds, dat het zelve niets meer ftringeert als het geen tegens de fuccesfive en dagelykfche obfervantie van de Refolutie van 1631, in opzigte van de verhoogde Tractementen en derzelver betalinge uit de ter concurrenter fomme , tot dat einde verhoogde verpondinge ter occafie van het different met den Heer van der Capellen, en de klagte van een menigte Ingezeetenen is voorgebragt. Gelettet. Dat gelykerwys de Ridderfchap en beide Steden dien aangaande niets anders hebben gezegt, dan dat die pofitie een allerkennelykfte onwaarheid was. Waar van egter het tegendeel , en dat het een allerkennelykfte waarheid is, kort daar op zoo zeer getoond is , dat het te wenfchen was , dat dit nooit op den naam van den Souverain bv eene openbaare Publicatie, als is die van den 27 Oktober 1778, ontkend was. Dus ook de Heeren van de Ridderfchap ter hunner verfchoninge in opzigte dier Refolutie , niet anders hebben weten by te brengen, dan in fubftantie, „ Dat het „ ftuk van Drostendienften wel een poincb van bezwaar „ was, dog dat omtrent poinclen van bezwaar tot af- fchaffinge ofte ook verligtinge der Ingezeetenen , by „ meerderheid van ftemmen wel mogte worden gecon,, cludeert , en dat van dien aard de fubjecte Refolu,, tie van den 4 April 1776, waar by deeze Dienften „ tot confiderable verligtinge , quafi, der Ingezeetenen re.  april, STAAT EN OORLOG. 1781. 243 ,, redimibel gefteld zyn , zullende wezen , derhalven tot het neemen van dezelve geen eenparigheid nodig „ zy geweest." Dat Schepenen en Raaden confi iereerende het ganfche famenftel der huishoudinge en Politie , inzonderheid met betrekking tot de lasten en de impofitien, in deeze Provincie, met de wyze, waar op dezelve gein. troduceerd , vermeerdert of vermindert, of ook wel ganfchelyk afgefchaft, of de tyd daar toe gefixeerd , vervloten zynde, niet gecontinueerd worden, niet willen ontveinzen , dat ze deeze (lellinge in 't algemeen aanzien als ten uiterden gevaarlyk, en met den grondregul van het Staatsgebouw geenzins te compasfeeren, om redenen van confequentie , die men daar van by het Protest en fupra in 't kort heeft opgegeeven, waar toe men zig gedraagd; dog dat men dezelve teffens befchouwd, als in de uitvoering doorgaans bezwaarlyk, voor zoo verre dezelve niet kan gepracbifeerd worden , zonder voorafgaande onderzoek de Facto, of wel in 'c generaal , en dan in fpecie, in opzigte van wat mid« del, de vermeerderinge, verminderinge of alteratie voordeelig, zoo voor 't Land als de Ingezeetenen zy. Terwyl , wanneer de verligting in 't algemeen zig notoir aan elk ontdekt, zonder te ftrekken tot pra;iu« dicie van een ander ,- de pligt van elk Regent van zelfs meede brengt, om voor de verligting meede te voteeren, als wanneer de unanimiteit van Remmen van zelfs daar is. Gelyk men zig ook geen geval weet te erinneren, het welk, zoo 'er al was, egter niet goed zyn zoude, dat in cas van twyffelagtigheid, wanneer de verligting by den eenen erkend , en by den anderen word tegengefproken, of contest, ooit begreepen is, by meerderheid van een voorige met eenparigheid beraamde Wet of Refolutie, behoudens de conltitutioneele Regeeringe, in wezendlyke Articuien, in weerwil en tegens Protest der minderheid, te mogen worden afgegaan. Hoe wel, zoo men haare diltinctie by fuppofitie en buiten prsejudicie van de waarheid , al eens voor een moment wilde asfumeeren , dan nog dezelve evenwel nergens anders voor zoude kunnen aangaan, dan voor eene fpeciale uitzonderinge van den generalen regul, Q a die  244 april, ZAAKEN VAN 1781. die zy dus in hypothefi altoos zouden moeten bewyzen, in 't cas fubject aanweezig te weezen, dog welk bewys hier ten eenemaal manqueerd. Immers , wanneer men de Dienften , de compofitie over dezelve , of converfie van dezelve in een geld fonds, in concreto en over het geheele platte Land van Overysfel befchouwt, en daar by zig aan de eene zyde voorfteld, dat een tydelyke Drost de Dienften niet mogende cedeeren, en daar van flegts een moderaat en redelyk gebruik makende , alle de Ingezeetenen , elk tweemaal in 't jaar , zonder vexe by morale mogelykheid regulier 't eene jaar voor en 't andere fuccesfivelyk daar na, niet kan gebruiken in zyn eigen dienst. Mitsgaders en aan de andere zyde zig herinnerd de prompte middelen , waar van hier boven , om alle de Ingezeetenen, ongeagtet die keuze om te kunnen dienen of betaalen, tot geldgeven te noodzaken. Zoo begrypt men ook te gelyk , dat in *t eerst geval, elk Landman maar zeer zelden tot dienen zal kunnen worden geroepen. Mogelyk dat het in tien of twintig jaaren , min of meer, pas zyn beurt eens word , als voor deezen ten tyde van de Heeren A. van Rechteren Almelo, in wiens tyd de Refolutie van 1725 is gevallen, en IV. J". van Haerfolte, die zig daar van genoegzaam nooit bedienden , en in de eerfte jaaren van den Heer Drost van Haffel , die voor den aankoop van Cranenburg dezelve zeiden anders , dan tot agrement van de Jagt , employeerde. Daar in tegendeel in 't andere geval de Landman, zoo men hem by accoord op een jaarlyks geld zet, alle jaar voor wagendienst twee gulden, dus in tien jaaren twintig guldens, en zoo voorts, even eens als een tweede Paardegeld, Hoofdfamilie- of Huisgezinsgeld quyt is , in plaats dat hy in al dien tyd naauwlyks eens, of in 't geheel niet hadde dienen moeten met zyn wagen en paarden of perfoonen. Waar by, zoo men zig nu al vorder voorfteld, dat, deeze redemtie geintroduceerd wordende, een van beiden abfoluit zal moeten gebeuren. Namentlyk, dat of alle Ingezeetenen liever zullen verkiezen geld te geven, dan zig bloot te ftellen om door on-  april, STAAT EN OORLOG. 1781. 245 onregtmatige exactien van dienften, cafu quo, van het eene einde van de Provincie , te worden gedreven na het andere. In welk geval dan alle huisgezinnen van het platte Land jaarlyks niet alleen cynsbaar worden gemaakt aan de Heeren Drosten. Maar daar en boven van voren af aan zigtbaar bloot gefteld aan gevaar, om na verloop van jaaren by verzoek der Heeren Drosten , die zy dit niet zullen durven weigeren, in natura dienften te moeten doen. Of dat 'er nog alryd zommigen zullen overblyven , die praefereeren zullen liever in natura te dienen , als zig op die wyze jaarlyks fchatbaar te maken in gelde. 'in welk geval de Heeren Drosten zig van de weinige lieden in natura zullen laten dienen, en van alle de overige geld trekken, met dat gevolg dat ze altoos een genoegzaam aantal van menfchen zullen hebben , om haar tot hun vermaak en matig ander gebruik , by voorvallende gelegenheid, volgens de intentie van Ridderfchap en Steden te dienen , en daar en bóven van de overige groote fchaare, die compofeerd, capitatim de tax of fchattinge in gelde, direct tegens de intentie van Ridderfchap en Steden en de uitgedrukte conditie, waar op haar de Dienften in 1725 zyn toegedaan, opbeuren \ het welk jaarlyks geen geringe fomme opleveren zal. En wanneer men zig dan al wyders uit het historique Progres van deeze Dienden by wege van recapitulatie van het tot hier toe gedetailleerde eenvoudig weder te binnen brengt, dat wel ten tyde der Landvorden, voor de erectie onzer Republiek , de Amptsluiden zig hebben doen dienen , dog tegen de wil en intentie dier Heeren, als uit Winhof te zien; en dat na het oprigten der Republiek, dit dienen datelyk is aangemerkt geen vrye Ingezeetenen te pasfen; zoo dat even daarom de Heeren Staaten deeze Dienften &c. in den jaare 1631 ganfchelyk hebben afgefchaft, en daar voor aan de Drosten een jaarlyks inkomen van geld, by wege van afkoop, transactie of accord toegelegd. Dat die afkoop zynde in vergeetenheid geraakt, zonder dat men weet te zeggen, hoe, en dus gelyk als par un coup du deffein, de Heeren Staaten by abuis en onQ 3 kun'  346 april, ZAAKEN VAN i?8i. kunde van dien afkoop de Ingezeetenen in 1725, met twee jaarlykfche Dienften een te Hooy, en een byGras, wel weder hebben bezwaard , dog zoo geclaufuleerd, dat dezelve niet misbruikt, maar volgens hunne intentie manierlyk wordende gebruikt, weinig of geen ongelegenheid den Landman aanbrengen, veel weiniger ook een jaarlyks bezwaar in gelde worden konden: Aangezien ze de Drosten (1) zelfs moeften gebruiken (a) binnen de Provincie, (3) zonder daar over te mo. gen compofeeren. Dat van deeze concesfie ook in den beginne, en lange jaaren daar na niet is geabufeerd , zoo verre men weet. Dog dat zedert 25 of 30 jaaren daar van een zeer groot misbruik is gemaakt, gansch onlydelyk voor vrye Landzaaten. Dat nu in Stede van dit fervile misbruik uit den weg te maken, en zoodanige ordres te beraamen, dat de Refolutie van 1725 als voor deezen , volgens de intentie der Heeren Staaten en concesfeurs-redelyker wyze wierden geëxecuteerd, de Heeren van de meerderheid in tegendeel dit misbruik hebben ganfchelyk gepasfeerd, en, nog verder gaande , direct Itrydig tegens dezelve , 'er een geldfonds ten voordeele der Heeren Drosten van pogen te maken, en aan dezelve van ieder Boer een jaarlyks inkomen van twee guldens of tien duivers refpective toe te leggen. Waar van de drukkende gevolgen wel principalyk voor de Meyerlieden , dog fecundario meede voor de Eigenaars, zig by bloote overdenkinge, zoo naakt aan elk ontdekt, dat men waarlyk gansch geen lange deliberatie nodig heeft, om uit aanmerkinge van dit alles, zoo op zig zelfs als te famen genomen, te bevatten: Dat deeze converfie van Drostendienden in een emolument van gelde, wel verre van verligtinge, waar voor het de Heeren van de Ridderfchap gaarne zouden doen doorgaan , den Landlieden in 't algemeen befchouwd, veel meer fchade toebrengen zal, dan ooit het abuflf weder invoeren van dezelve in 1725 gedaan heeft, en dat over/.ulks het onderwerp alhier, wel verre van een fimpel poincb van ordre, wel degelyk een groot poincb van bezwaar uitmaakt, 3 Waar  april, STAAT EN OORLOG. 1781. 247 Waar over dus volgens 't eigen adveu van die Heeren nooit anders dan met eenparigheid geconcludeerd mogende worden: , , , ra Zoo verhopen Schepenen ende Raaden, dat dezelve zig door deezen allen niet alleen zullen overtuigd agten, dat hunne redeneeringe daar tegen is abufif, en hunne diftinétie tusfehen een poincT: van bezwaar en verligtinge van bezwaar, in allen gevalle op 't cas fubject is ten eene maal inapplicatif, maar daar boven, dat ze met üe twee Steden geen haefitatie verder maken zullen , om thans over te gaan in wederzydfche fentiment, ende mitsdien begrypen gansch klaar met deezen allen te zyn aan- SeDatde Refolutie van 1725, fchoon formeel, is, quo ad materiam, abufif, en die van 1776 daar en boven informeel. . En dat dien ten gevolge die van 1776 mets aan me van I7a<, en beide dezelve niets hebbende kunnen derogee'en aan de dikgemelde Refolutie van den 18 Maart \6<\i waar by alle Drostendienften met den aankleeve van dien, door een formeele redemtie, die tot op den huidigen dag, gelyk gezeid is , nog ftand grypt , zyn vernietigd , alle regulen van billykheid en regtvaardige Staatkunde, als met eenen mond vereifchen. Dat beide die Refolutien van den 21 Maart 172 judicie, aan den Heere ven der Capellen tot den Poly door het protraheeren van deszelfs zaak, toegebragr? zulien laten ter verantwoordinge van de meerderheid van de Heeren van de Ridderfchap , welke, niet tegenftaande de zoo bundige vertoogen , door de drie Steden ingebragt , en fchoon zeiven geenerhande reeden van hunne oppoiitie weeten op te geeven, by continuatie verweigeren , de , ingevolge van de condante ordre van Regeeringe deezer Provincie , wettig genomen Refolutie tot het decerneeren eener commbiie ten effecte te helpen brengen; welke verweigering nog des te minder kan gejudificeerd worden , nadien het allezins loffelyk en practicabel is , en het ook niemand praejudiceeren kan , dat men , alvorens tot middelen van Regten over te gaan , zig op eene minnelyke wyze tragte te vergelyken, en dit dus voor al onder Leden van eene zelfde Regeering , en in een tyddip, welk de eensgezindheid zoo zeer wenfchelyk maakt, plaats behoorde te vinden. LXXVIIL  aöS april, ZAAKEN VAN 1781. LXXV1II. Advis der Stad Kampen , raakende Jr. van DER CAPüLLENI tot DECÏ pol. Uitgebragt op de Landsvergadering, in dato 25 April 1781. Gedelibereerd 00 de requede van den Heer J. D. van der Capellen tot den Pol, den 5 Maart jo'ngdleeden ter Vergaderinge van Rï id^rfchap en Steden geJpraéfenteerd, houdende, onder inhxde van zyne voorige gedaane Adresfen , verzoek, dai Hun Edele Mogende deezen Landdag niet wilden laten afloopen, zonder zyne zaak in eene gunftige overweging te neemen : en gecu.fi :ereerd, dat alle ge iaane beproevingen, om dee"ze zaak door een minnelyk accommodement uit den weg geruimt te zien , zonder vrugt zyn geweest , en 'er derhalven niets anders ovtrig is, als, om zoo fpoe. dig mogelyk , dezelve door een rigterlyke decific een einde te doen neemen : is goedgevonden en verdaan, de Heeren deezer Stads Gecommitteerden tot den aandaanden extraordinaris Landdag in mandatis te geven , om , onder expresfe voorbehouding van het regt der Steden indisputabel Competeerende , om ook met gevolg van een der Heeren Edtkn by meerderheid ter Verga liringe van Ridderfchap 'en Steden de conclufie te maken , ter Hooggemelde Vergaderinge te verklaaren, dat Hunne Wel Ed. Hoog Achtbaare van advife zyn, dat de dus verre geretardeerde proceduren in deezen hoe eerder zoo beter haaren voortgang behooren te hebben. Pro vero extraclu. (was getj a. j. LEMKER. Secretaris. LXXIX.  april, STAAT EN OORLOG. 1781. a6?. LXXIX. Adres der Stad Vlisfingen, aan Hun Edel Mogende de Heeren Staaten van Zeeland ; betreffende de werkeloosheid der Republiek. Ingeleverd in dato 30 April 1781. Dat Hun Ed. Achtbare alvorens zig op het nader rapport van Heeren Gecommitteerde Raaden en het daan p den 19 deezer uitgebragt rapporf te txpliceeren, niet kunnen nalaaten , te temoigneeren derzelver bekommering over den tegenwoordigen toeltand van het Vaderland en het zorgelyk voorukzigt, dat Hun Ed« Achtbare meenen daaruit te moeten afleiden , fpeciaal teroorzaake der onbegrypelyke inactiviteit en werkeloosheid, welke het Ligbaatri van deezen Siaat in het midden der dringenrte gevaren (zoo verre men immers niterlyk befluiten moet,) vertoont; dat Hun Ed. Achtb. wel altoos gevreesd hadden dat de Republiek niet in dien ftaat was, om een harer magtigde nabuuren het hooft te bieden, dog niet altoos voorgefteld, dat de B mtgenooten, wier gevoelens omtrent het beduur der puolieke zaaken boven die dezer Provincie geprevaleerd hebben, zig zouden hebben in ftaat gefteld, om door eigen voorzorg en behulp harer' geallieerden het Vaderland en deszelfs C"lonien met genoegzame magt te dekken , en de Scheepvaart door gefchikte Convoyen te protegeeren; dat Hun. Ed. Achtb. zig in deeze verwagting, hoe regtmaatig ook, ziende te leur gedeld , het Eiland St. Eudatius, benevens de Colonie van Esl'equebo en Oemerary , by gebrek van genoegzaame defenfie , waar op deeze Provincie reeds zoo dikmalen hetfr. aangedrongen , aan de Britfche overmagt onderworpjn, verfcheiden Oorlogfcheepen door fuperieure magt vermeesterd, alle de Colonien van de Republiek, benevens de OostIndifche Retourvloot aan het alleruiterst gevaar bloot gefteld, de Commercie naar elders van langzaamerhand afgeleid , het Vaderland zelf onvoorzien van die defenfie, welke de overmagt en nabyheid van deszelfs Vyan.ien, voor dë gerustheid der Ingezeetenen, z ;o aller, noodzaakelykst vorderen; de Zeekusten eindelyk door Vy-  97ö april, ZAAKEN VAN i?gr. Vyandelyke Vaartuigen geduurig geinfesteerd , zondef dat zig een enkel Fregat van den Sfaat of Nederland, fche Kaper op Zee vertoont, dat Hun Ed, Achtbare in zulk een haggelyk tydsgewricht niets bnitenfporiger oordeelende dan flauwhartigheid en inactiveteit wel Wenschten zig zelve voldoende rede te kunnen geeven van al het geen zy zien gebeuren , en zig gelukkiger tyden te mogen beloven : dan het een zoo weinig als het ander existeerende, Hun Ed. Achtb- gemeend hebben , hunne medeleeden deeze refleftien te moeten voordragen , of zulks ook aanleiding geven mogt, tot het aanleggen van deliberatien ter onderzoek naar de ware oorzaaken van dit alles, en de gefchiktfte middelen tot redres aan te wenden. LXXX. Lyst van 's Lands Zeernagt, in April des Jaars 1781. Foor de Admiraliteit te Amfierdam. . u°PPf "£ffiÜier.en,- Scheepen. jSiukk.,Kopp.,Geb. " Schout byNachtbinkes, 'rinces Louifa. 5g ,00 t76d Kapt. Cras, Vasfau Weilburg. «6 ?oo 760 Schout byNacktByland. fterdam. 76c Kapt. Rietveld, Uasfau. 68 7* 705 Van Braam, Admiraal Piet Heyn. 56 300 ,770 Nauman, Erfprins. $6 3oo '< Bentink, Ie Batavier. «6 3oo 1770 Vice Admir. Hartfinck JeAdmiraal Generaal. 76 5*0 1760 Schout by Nacht Zout. de Admiraal de Rui- ■> ter- 68 450 1779 Kapt. Raaders, de Princ. Roy.Fred. v, mm. aïLÏ1- S £ *j üedel, Holland. 6b JS0 VanLoo, Zuyleveld. £ ^Q " Maregnault, Landskroon. II 2<0 ,£« V«n*on, dePhenix. JJ gj Van Woenfcl, 1 Loo. JJ flJ0  april, STAAT EN OORLOG. 1781. «171 Opper - Officieren. K»p. Boot, Van Braak, Seltz, Wirtz, Sprengler, Silvester, Mulder, Van Rèchteren, Overmeer, Van Weideren, Scheepen, Beverwyk. Amphitrite. Je Zephir. de Jafon. ïïietw. de Valk. Alarm, ven ós. de Waakzaamheid, de Ajax. 'Stukk. Kopp. Geb. 36 230 1767 %6 230 1770 §6 230 1767 36 230 177a 22 150 1768 22 150 77a 22 15» (77+ 22 150 (768 22 150 769 26 150 1774 Foor de Admiraliteit op de Maas. Opper-Officieren. Kapt. Ad. de Bruyn, Rauws, Schout byNacht Pichot; Kapt. van Gennip, Mei vil, Oorthuizen, Vos van Avezsat, Sonraans, Delfos, Story, Koy, Scheepen. Stuk'iuKopp.tGeb. dé Maas. 74 550 ^ali Prins Willem. 7c s '70 Schiedam. 50 300 1745 Prins fredrik. 60 450 '.779 Admiraal Tromp. 50 300 1779 Je Castor. 36 230 1 ^58 den Briel. 36 230 tj6l Fhetis. 36 230 1779 ie Jafon. 3Ó 23® ien Arend. 24 150 ds Oranjezaal. 24 150 '.752 Bellena. 20 > 150 176X Fo»r de Admiraliteit in Zeeland. Opper-Officieren. Kapt. van Kinckel, Van Pfuyst, Havingsman, Stavorinus, Scheepen. Stukk. Kopp. Geb. Zuidbeveland. éo 4*0 1756 Brunswyk. 36 230 f761 Walcheren. 24. 150 17Ö7 St. Marteosdyk. 24 150 Foor de Admiraliteit in het Noorderquartier. Opper-Officieren. Kapt Coerman, Ryneveld, Heekers, Frykenius, I Scheepen. Stukk.^Kopp. Geb. Dieren. 36 230 {779 IVTedenblik. 36 230 1779 Hoorn. 24 150 1779 Enkhuyzen. 24 150 1779 Vttr  *7« april, ZAAKEN VAN 1781. Foor de Admiraliteit in Friesland. upper-t >mcieren. Kapt. Berghuis, Idfinga, Bouritius, De Rook. Van der Beets, Scheepen. Princes Anna Louifa. Frederica SophiaWil- helmina. de Eensgezindheid de Eendragt. Princes Maria Louifa.! Stukk.fKopp. Geb. 50 joo 1779 50 230 1779 36 230 1779 24 150 I 56 I Lyst der. Uitleggers , die in dienst deezer Landen: zyn: Onder 't Admiraliteits Collegie te Amjlerdam: Kapiteins. Scheepen. W. van Meurs, De Zeebaars. J. Stoeder, De Spion. w- Uavid, De 3 Gefusters. J- Breed, De Margaretha. C. S. van der Mey, De Vos. S. Bodger, De Zwaluw. J. J. Duinker, De Jonge Pieter. Ftor Rotterdam. E. Lucasz., De Waakzaamheid. J. Baak, De Toezigt. C. de Co-ter, De Snoek. J. Walraven, De Kykuit. J. Kloot, De Vlieger. Foor Zeeland. A. Nols, I De Verwachting. C. Magnus, I De Hoop. Foor West- Friesland. P. de Bock, De Windhond. T. J. Stoof, De Spion. T. Roukes, De Brak. J. Vlielander, De Faam. C. Middendorp, De Expeditie. Foor het Noorder - Kwartier. P. de Groot, 1 De IVIaria Johauns. J. Klok, | De Zeemeeuw. LXXXI.  may, STAAT EN OÖRLOG. 178L 273 LXXXI. Extract uit de Refolutien van de Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal; inhoudende verlof aan de Boekhouders en Reeders van éeheepen , leggende buitenlands, om aezelve aldaar te mogen verkoopen» In dato 1 May 1781. j, ✓"behoort tiet rapport van de Heeren van Lynden u VJf van Hemmen en andere haar Hoog Mogende „ Gedeputeerden tot de zaken van de Zee, hebbende », ingevolge en ter voldoening aan derzelver Refolutie „ Commisforiaal van den 5 April laastleeden , geëxa. ,, mineett de Requeste van van Citters en Catteau , „ Eigenaars van 't Schip de Eendragt , en Johannes ,, Louisfen en Zoon, Eigenaars van 't Schip de Vriend„fchap , beide leggende te Bourdeaux, in Vrankryk, verzoekende de Supplianten, om reedenen in de „ voorfz. Requeste geallegueerd , van 't Placaat van „ Haar Hoog Mogende van den 26 January deezes i, Jaars, te mogen worden geëximeert, en aan hun ge» „ permitteert , om de voorfchreeve Scheepen aldaar „ aan Vrankryks Ingezeetenen te mogen verkoopen: ,, als meede nog de Requesten van verfcheide Koop„ lieden te Amfterdam, Rotterdam, Schiedam en Zaan„ dam , woonagtig , tendeerende tot het zelfde einde " „ Waar op gedelibereert zynde is goed gevonden en ,, verdaan , dat aan van Citters en Catteau , J. Ko„ nysfen , R. Plllaus en Comp., C. Jongeneel en Ca„ tis , F. en A. Dubbeldemutz , C. vt d. Hoeven , „ Beeldemaker en Sallis , E. Suurmond en Zoonen , „ Coysgarne en Loyds, S. Bosch, F. Tammes van der ,, Veur , H. Berghaus , Jan de Neufville en Zoon , „ de la Lande en Fynie, L. André en Comp., de Wed. „ Golz en Zoon, Martveld, W. van Dam en Zoon, „ J. van Soestdyk, J. A. Goebel, J. Beth, Hamme „ Klinken, C. Viclor, J. Daniels en Zoonen, D. en •>•> J- Arpman , R. en T. de Smeth, J. Brentano Se^ „ menza , A. Baers , J. Atkinfon en B. A. Btsk , ii. deel. S „ on.  274 MAV» ZAAKEN VAN 1781. „ onvermindert haar Hoog Mogende Placaat van den ,, 26 January deezes Jaars, zal worden gepermitteert, gelyk gepermitteerd word mits deezen, om refpeéti„ velyk de Scheepen: „ De Eendragt, de Vriendfchap, de Neptunus, de „ Alida en Catarina, de Chrifiina en Jan, de jonge „ Johannes, de Vryheid, de Cornelia , de Cato, de „ Vrouw Johanna, 't Vertrouwen, de Catharina Qui,, rina, de Harmonie, de Concordia, de Jonkvrouwe „ Johanna , de Vrouw Johanna Catharina , Onver„ wagt, de Voorzigtigheid, de Thetis, de Vrye Zee„ vaart, de Vrouw Alida , de Post van Nantes, de ,, Jan en Catharina, de Vrouw Maria Aletta, Rot„ ter dam, de Minerva, de Jonge Wilhelmus, de Ce„ res , de Juffrouw Johanna , het Vertrouwen , de ,, Vrouw Clara Catherina, Niet zonder Gevaar, Het „ Fortuin der Zee, de Viclory, de Jonge Daniël, de „ Prins van Beyeren. de Zeepost, de Lisfabonfe Post, „ de Noordftar, de Zee-Nymph, de Sara en Maria, „ de Hermina Johanna, de Theodorus, de Vriendin, de Juffrouw Neeltje en de Zorg, alle by de voorfz. „ Requeste breeder gemeld, te mogen verkoopen , mits ,, dezelve niet worden getransporteerd aan de Onderdaa„ nen van den Koning'van Groot-Biittanje, ofte voor „ derzelver rekening: en mits zoo veel mogelyk zorge '„ worde gedraagen, dat de Nederlandfche Equipagien „ hier te Lande te rug komen , wordende de Supplian„ ten (zynde de voornoemde Eigenaars , Reeders , „ &c.) ook ten dien einde geordonneerd , en , voor ,, zoo veel des noods gequalificeerd, om aan dezelven „ geen afrekening te geeven, nogte eenige gelden, be,, halven de noodige reiskosten te verftrekken , voor „ dat zy dadelyk hier te Lande zullen zyn geaniveert-, ,, of op een van 's Lands Scheepen van Oorlog , ot „ van de Oost- of West-Indifche Compagnie deezer Landen, ofte anderzints ook op Scheepen met Com,, misfie van rerorfie of brieven van Marqué van vye- gens deezen Staat voorzien , buiten \s Lands zich „ zullen hebben geëngageerd , en de ingehoudene Gel„ den van die geenen, dewelke buiten ziekte of ander „ wettig belet , uiterlyk binnen den tyd van 3 inaan- den , na dat van de voorfz. peimisiii tot verkoop >» ge-  may, STAAT EN OORLOG. 1781. 275 „ gebruik zoude zyn gemaakt, invoegen voorfz. niet ,, zullen zyn geretourneerd, of zich op een van voorfz. Scheepen buiten 's Lands zullen hebben geënga„ geerd, uit te keeren aan die geenen der Bootsgezel„ len van het zelve verko.gte Schip, de weke hier aan „ zullen hebben voldaan. „ En dat voorts ook alle de Ministers , Commisfa„ risfen en Confuls van deezen Staat in de Steden en „ Havens van Frankryk, Spanje, Portugal of aan de Midde'Iandfche Zee, zal werden aangefctireev^n, al„ le mogelyke devoirs te doen , ten einde de LMeder„ landfche Ëquipagien van de Scheepen , dewelke uit „ kragte van deeze of volgende permisfien van Hun „ Hoog Mog. zouden mogen worden verkogt, her,, waart komen , of op een van 's Lands Scheepen „ van Oorlog van de Oost- of VVest-Indifche Compa„ gnien deezer Landen , of anderzints ook op Scbee„ pen met commisfie van retorfïe, of Brieven van Mir„ que van wegens deezen Staat voorzien , buiten „ 's Lands zich engageeren, en kennis te doen hebben , „ dat ook anderzints hunne agterftallige maandgelden , „ na dato der voorfchreeve verkoop zullen zyn ver,, beurd , ten behoeve van die geenen der Bootsgezel,, len van hetzelve verkogte Schip , dewelke Wier aan ,, zullen hebben voldaan." LXXXII. Tra&aat tusfehen den Koning van Frankryk en de Staaten Generaal, betreffende de Pryzen, welke op de Engelfchen zullen hernomen warden. Geflooten in dato 1 May 1781. De Algemeene Staaten begreepen hebbende, dat het van eene wederzydfche nuttigheid zyn zoude, om gelykformige grondbeginlëls tusfenen Frankryk en de Vereenigde Nederlandfche Provinciën vast te (lellen , betreffende de Pryzen en het herneemen van dezelve door wederzydfche Onderdaanen , op die van GrootBrittannie hunnen gemeenen Vyand, hebben den AUerS 2 chriït-  may, ZAAKEN VAN itfi. christlykften Koning voorgedraagen , om met hun een verdrag aan te gaan, nopens een Reglement ten deezen opzigte: zyne Allerchristlykfte Majefteit door die zelfde oogmerken aangefpoord, en verlangende om die goede verftandhouding, die 'er tusfehen Haar en de Vereenigde Gewesten plaats heeft, meer en meer te bevestigen , heeft deeze opening der Algemeene Staaten aangenomen; in gevolge daar van hebben voornoemde zyne Allerchristlykfte Majefteit en de Algemeene Staaten hunne Volmagten gegeeven , re weeren zyne Allerchristlykfte Majefteit aan den Heere Gravier , Graave van Vergennes, zynen Staatsraad van den Degen, Raad in alle zyne Raadsvergaderingen , Bevelhebber van zyne Orders , Staatsdienaar en Secretaris van Staat, zyner Kommandeurfchappen en Geldmiddelen. En de Heeren Algemeenen Staaten aan den Heer Lestevenon van Berkenrode, derzelver Gezant by den AllerchriMlykften Koning , welke na hunne wederzydfche Volmagten aan elkander behoorlyk medegedeeld te hebben, omtrent de volgende Artikelen zyn overeen gekomen. Art. I. De Vaartuigen van een der beide Volkeren, Franfchen en Hollanders, door gewapende Vaartuigen der andere Natie hernomen, zullen aan den eerften bezitter te rug gegeeven worden, wanneer dezelve geene c4 uuren in de magt der Vyanden geweest zyn, met betaaling van een derde der waarde, van het Vaartuig zoo wel als van deszelfs Laading, Gefchut en verder toebehooren, ten beste van den voornoemden Eigenaar, welke derde part door de daar by belanghebbenden in der minne zal gewaardeerd worden ; doch in gevalle zy het onder elkander niet eens kunnen worden , zullen zy zig vervoegen by de Heeren der Admiraliteit, ter plaatze, alwaar de Kaper, die het Schip hernomen heeft, het zal hebben opgebragt. Art. II. Indien het hernomen Vaartuig langer dan 24 uuren in 's Vyands magt geweest is , zal hetzelve geheel aan den herneemer toebehooren. Art. III. Ingevalle een Vaartuig door een Oorlogs of ander gewapend Schip, behoorende aan zyne Allerchristlykfte Majefteit of aan de Vereenigde Provinciën, hernomen wordt , zal hetzelve aan den eerften Eigenaar weder gegeeven worden, mits betaalende het dertigjie ge.  may, STAAT EN OORLOG. 1781. 277 gedeelte der waarde van het Vaartuig, deszelfs Lading, Gefchut en verder toebehooren, wanneer het binnen de 24 uuren, en een tiende, wanneer het na verloop van 24 uuren hernomen is: welke fommen, by wyze van gefchenken, onder de Manfchap der Scheepen, welke het Vaartuig hernomen hebben , zullen verdeeld worden. De waardeering der voornoemde dertigde en tiende d elen zal geregeld worden overeenkomdig Art. I. van dit Tradtaat. Art. IV. De Oorlogfcheepen en Kaapers der beide Natiën zullen wederkeerig , zoo in Europa als in de andere Waerelddeelen, in elkanders havens worden toegelaten , met derzelver Pryzen , welke aldaar zullen kurn emntlaaden en verkogt worden, volgens de gewoone regten van het Gewest, alwaar de Prys zal opgebragt zyn. Wel verdaande, nogthans, dat de wettigheid der Pryzen, door de Franfche Scheepen genomen, beflist zal werden volgens de Wetten en Reglementen, welke daar omtrent in Frankryk plaats hebben , gelyk aangaande de Wettigheid der Pryzen, door de Hollandfc!ie Scheepen genomen, volgens de Wetten en Reglementen , welk daar omtrent in de Nederlanden ltand grypen, uitwyzing zal gefchieden. Art. V. Daarenboven zal het aan zyne AUerchrïstlyklte Majedeit, als ook aan de Algemeene Staaten vry ftaan, zoodanige Reglementen te maaken, als zy zullen goed vinden, ten aanzien der handelwyze, welke hunne wederzydfche Oorlogfchepen en Kapers, ten opzigte der Vaartuigen , welke zy genomen , en in eene der havens van de twee Gewesten zullen opgebragt hebben, zullen hebben in agt te neemen. Art. VI. Ten oirkonde van 't welk wy Gevolmagtigden van zyne Allerchristlykde Majedeit en de Algemeene Staaten, uit kragt onzer wederzydfche Volmagten, dit Verdrag ondertekend en 'er het zegel van onze Wapenen hebben doen aanhangen. Gedaan te Verfailles den eerden dag der maand Mei duizend zeventienhonderd een en tachtig. (getekend) (L. S.) grevier de vergennes. CL. S.) lestevenon van berkenrode. S 3 LXXXIII.  27S may, ZAAKEN VAN i78i. LXXXIII. Btkragtiging van het Verdrag door de Staaten Generaal, met opzigt van het Tra&aat , gejlooten tusfehen Dezelve en Zyne Majefteit van Frankryk , wegens de hernomene Pryzen. De SLaaten Generaal der Vereenigde Nederlanden , aan alle de geenen, die deezen zullen zien, falut; gezien en geëxamineerd hebbende het Tracbaat, be« treffende het neemen en herneemen van Pryzen, geilooten en vastgefteld te Verfailles, den i May 1781, door den Heer Grevier , Graaf de Vergennes, enz. in naam en van wegens Zyne Allerchristlyklte Majelteit , en door den Heer Lestevenon van Berkenrode, onze Gezant aan het Hof van Frankryk, in onzen naam en van onzentwegen, uit kragt hunner wederzydfche Volmagten, van welk Verdrag de inhoud hier na volgt. Fiat infertio. Hebben wy goedgekeurd en bekragtigd het voorn. Verdrag, gelyk wy het goedkeuren en bekragtigen door deezen , beloovende ter goeder trouw en opregtelyk zulks te zullen houden, onderhouden en nakomen, op eene onfehendbaare wyze, van woord tot woord, volgens deszelfs vorm en inhoud. Ter oirkonde van 't welke wy hetzelve hebben laaten parapheeren, door den Prefident onzer Vergaderinge , en ondertekenen door onzen Griffier, en ons gewoon Zegel 'eraan doen hangen. Gedaan in 's Hage, den zestienden dag der maand May, duizend zevenhondert een en tachtig. Geparapheerd. w. c. h. van lynden. Laager ftond, Ter Ordonnantie van de bovengemelde Heeren Staaten Generaal. getekend, H. FAGEH. LXXXIV.  may, STAAT EN OORLOG. 1781. 279 LXXXIV. Bekragtiging des Koning* van Frankryk van het Traéïaat, door Zyne Majefteit gejlooten met de Staaten Generaal, omtrent de hernomene Pryzen. Lodewyk , door Gods genade Koning van Frankryk en Navarre, aan alle de geene , die deeze zullen zien, falut; naardien onze waarde en zeer beminde bleer Charles Grevier, Graaf de Vergennes, enz. — uit kragt der Volmagt, die wy hem ten dien einde gegeeven hadden , den eerften deezer maand met den Heer Lestevenon van Berkenrode , Gezant van de Algemeene Staaten der Vereenigde Nederlanden alhier, van 's gelyken voorzien met Volmagt, op eene behoorlyke wyz« hadt geilooten , vastgefteld en ondertekend , een Verdrag by wyze van Reglement , met betrekking tot de Pryzen , die genomen en hernomen zouden konnen worden door onze Onderdaanen , en die van voornoemde Heeren Staaten Generaal, op de Onderdaanen van Groot-Brittannie, en waar van de inhoud hier na volgt. Fiat infertio. Hebben wy goedgevonden , het bovengemelde Verdrag in zyn geheel, en ieder der punten en Artikelen, welke daar in vermeld zyn, zoo voor ons als voor onze Erfgenaamen en Opvolgers aangenomen, goedgekeurd, vastgefteld en bekragtigd , en door deezen met onze hand onderteekend; neemen wy aan, keuren goed, ftellen wy vast, bekragtigen en vooral belooven wy, opregtelyk en op het woord des Konings, te zullen houden en nakomen, onfchendbaar, zonder ooit hetzelve te overtreeden, noch toe te ftaan dat hetzelve overtreeden wordt, middelyk of onmiddelyk , op welke wyze het ook zy ; ten getuigenis van hetwelk wy ons Zegel hier aan hebben doen hegten. Gegeeven te Verfailles , den zevenentwintigften dag van de maand May , in 't jaar na de geboorte onzes S 4 Hee-  98Q may, ZAAKEN VAN 1781. H-'enn duizend zevenhonderd een en tachtig , en van o.ize Regeering het achtde. Getekend (L. S.) lodewyh, Door den Koning. Contragefigneerd CASTRIES. LXXXV. Extract uit het Refolutie-Boek der Ed. Mog. Heeren Staaten van Vriesland ; inhoudende een bef uit ten voordeele der Koomfche ArmenStaaten , met opzigt tot het betaalen van het Collateraal. In dato 3 May 1781. T)y refumtie gedelihereert zynde , op een Request fj van de Opz'enderen der Armen van de Roomfche Gemeente te Leeuwaarden, waar by, om redenen daar inne gemeld, vtrzoeken; dat Hun Ed. Mog. gelieven, tot voorkommge van dubiëteit , de Roomfche ArmeStaaten , zoo uit hoofde van het 9 als 23 Articul van hei Placaat op net Collateraal van den 6 May 1774 te verklaren viy te zyn van de betalinge daar van , wanneer by Erfenis , Legaat of eenige andere uiterde wille , tot onderhoud der Armen iets befproken of gema. kt word. En gelet óp het gerapporteerde van de Heeren Hun Ed. Mog. Gecommitteerden in het Mindergetal , met Heeren Commislarien uit 's Lands Rekenkamer over het voorichneven verzoek in befnoigne geweest zynde, sjls meede op een nader rapport door gedagte Heeren ^an het Mindergetal ter Vergaderinge ingebragt,is goed-  may, STAAT EN OORLOG. 1781. 281 gevonden en verftaan, dat de Supplianten zu'len worden verklaart, gelyk gefchied by deezen, wegens hunne Arme Staaten , voortaan en in het toekomende te zullen zyn en worden begreepen onder de geëximeerden in het 9 en 23 Articul van 't Placaat van den 6 May des jaars 1774 op het Collateraal geëmaneert, voorkomende , en dat die Articulen , zoo wel op de Roomschgezinden als andere toepasfelyk zyn zullen. En is voorts goedgevonden en verftaan , nopens het 8 Articul van Hun Ed. Mog, Refolutie , in dato den 16 Maart 1776 , en wel omtrent de woorden: „ Dog „ zullen de Roomfche Kerken en Corpora verpligt „ zyn , om van de bun toebehoorende Vastigheden en „ Effecten, alle (Wtig Jaaren aan den Lande het Col„ lateraal of veeru^tle Penning in GeUe of Landfchaps „ Obligatien , na maate van de grootheid der Capita„ len, binnen den bepaalden tyi te betaalen," te verklaren , oat dezelve zoodanig moeten worden verftaan, dat de Roomfche Kerken en Corpora verpligt zyn, alle dertig Jaaren , te rekenen van den 16 Maart 177(5 af, aan de Geregten over te leveren een Inventaris onder Eede van ahe hunn^ Vastigheden en Effecten , en daar van het Collateraal of veertiglte Penning te beta. len , en dat door deeze hun opgelegde Last niet worden bevryd van de betabnge der veertiglte Penning van vastigheden , welke zy in tusfchentyd van gemelde dertig Jaaren zullen aankoopen , dewelke ook, gelyk de Erfeiiisfen en Legaten, moeten laaten aantekenen, en daar van de Geregten infurmeeren , blyvende dus voorfchreeven Refolutie van den 16 Maart 1776, voor zoo verre by deezen omtrent het 8 Articul niet is geinterpreteert, in zyn geheel. E11 zal Extract deezes worden gezonden aan 's Lands Rekenkamer , als meede aan de Geregten , om te dienen tot hun narigt, en ten einde daar van kennisfe te geeven aan de Roomfche Gemeenten onder hunnen be« dryve gevonden wordende, enz. S s LXXXVI.  282 may, ZAAKEN VAN i?8l. LXXX VI. Memorie van den Heere John Adams , Lid van het Congres der dertien Vereenigde Staaten van Noord-Amerika ; behelzende het aanzoek tot het fluiten van een Verbond van Vriendfchap en Koophandel tusfehen de gemelde Staaten, en die der Vereenigde Nederlanden. Ingeleverd by den Prefident van Hun Hoog Mogenden, in dato 2 May 1781. hoog mogende heeren! De Ondergeteekende heeft de eer Uw Hoog Mogenden kennisfe te geeven , dat de Vereenigde Staaten van America , in Congres vergaderd , onlangs hebben goedgevonden, hem eene Commisfie toe te zendtn, met volkoomene Volmagt en Inftrucbien, om met U H. M. in onderhandeling te treeden over een Tractaat van Vriendfchap en Commercie , van welke Commisfie hy de eere heeft eene authentique Copy by deeze Memorie te voegen. Ten tyde , toen de Tractaaten tusfehen deeze Republyk en de Kroon van Groot-Brittannien geilooten werden, was het Volk, 't welk tegenwoordig de Vereenigde Staaten van America uitmaakt , een gedeelte der Engelfche Natie; als zoodanig, was het zelve een Bondgenoot der Republyk, en eene contracteerende Party in die Tractaaten; gerechtigd om in alle de voordeden daarvan te deelen, en onderworpen aan alle de verpligtingen, daar door opgelegd. Ook erkent hetzelve deeze verbintenisfen met even hetzelfde genoegen , als waarmede het op die voordeelen blyft aanfpraak maaken. Wel is waar , dat het Britfche Ministery, de edelmoedigheid, regtvaardigheid en menschlievendheid, die weleer het Character der Engelfche Natie pleegen uit te maaken , verzaakt hebbende , het beiluit genoomen heeft, om het ganfche Polityke Systema der Colonien het onderst boven te werpen, hen beroovende van die rech-  may, STAAT EN OORLOG. 1781. 283 rechten en vryheeden , welken hen in hoedaanigheid van Engelfchen ontegenzeggelyk toekwamen , en hen aan de ergfte van alle Regeerings-formen onderwsrpende; de Ingezeetenen van gebrek willende doen vergaan, door hunne Havenen te blokkeeren, en hunne Visfcheryen en Koophandel af te fnyden ; Vlooten en Legers overzendende , om alle beginzelen en gevoelens van Vryheid te vernietigen , en den Americaanen zoo wel het leeven als hunne wettige bezittingen te ontrukken; vreemde Troepen in huur neemende, ja zelfs met wilde Natiën in verbintenis treedende , om hen in zulk eene onderneeming by te ftaan ; en met eenen flag , plegtiglyk door eene Acte van het Parlement, drie milioenen Volks binten de befcherming der Kroon uitfluiten e: — Maar toen was het, en niet eerder, dat de Vereenigde Staaten van America , in Congres vergaderd , die gedenkwaardige Acte pasfeerden , waar by zy zig zeiven in een gelyken rang gefteld hebben met de onaf hankelyke Natiën. Deeze onfterffelyke Declaratie van den vierden July des jaars zeventien-honderd zes-en-zeventig, gedaan op een tydftip , toen America door honderd Oorlogfcheepen , en , volgens de Lysten by het Parlement ingeleeverd , door vyftig duizend Man der beste Troepen overvallen was; die Declaratie , zeg ik , was geenzins het uitweikzel van eene fchielyke drift , of geestdryvenden yver : maar zy was het Refultaat eener lange raadpleeging des Volks , rypelyk overdagt, gewikt en gewoogen in eenige honderden Volksvergaderingen, en in menigvuldige openbaare Gefchriften, in alle de Staaten uitgegeeven ; en het Congres adopteerde hetzelve niet, dan na alvoorens van zyne Condituenten in alle die verfchillende Staaten de Inltruétien daartoe ontfangen te hebben. Deeze Adoptie gefchiedde eenpariglyk; alle de Leden van het Congres onderteekenden dezelve ; en de Acte daarvan werd naar de refpécbive Vergaderingen van die zelfde Staaten overgezonden , aldaar geaccepteerd , geratificeerd , en onder hunne Archiven ter nedergelegd; zoo dat nimmer eenig Decreet, Edict, Statuut, Placaat, of Fundamenteele Wet, van eenige Natie hoe.- ook genaamd , met meerder plegtigheid gemaakt , ofte met meerdere eendragt en hartelykheid is ge-  284 may, ZAAKEN VAN i78i. geadopteerd geworden , als eene daad der vrye en oppermagtige wil van een gansch Volk, dan deeze. Ie. dere Staat heeft zig dezelve tot eene onfchendbaare en geheiligde Wet gefteld, en allen tot één toe, de zwakiten zeiven , en die het meest voor den Vyand bloot liggen , niet uitgezonderd , blyven dezelve tot heden toe met eene onwrikbaare volftandigheid aankleeven. Ja, hoe zeer de Engelfchen hunne fchatten verfpild , en een groot gedeelte hunner Land- en Zeemagt hebben opgeofferd, in de ydele hoope, van ons tot het herroepen dier Acte te noodzaaken, zoo heeft elk der dertien Staaren, ter kragtiger bevestiging van dezelve, haar eigene Regeeringsform , onder het gezag des Volks, ingefteld, en het aanweezen gegeeven aan eene volleedige Wetgeevende Magt voor zig zelve, met alle de daartoe behoorende Takken, de uitvoerende Magt, met alle de daartoe benodigde Ampten en Officien , haare judiciëele Departementen , Rechteren , Armée , Militie , Inkomden , ja fommigen van ben zelfs eene Zeemagt. Alle deeze Departementen van het Gouvernement zyn, geduurende de vyf jongst verloopene jaaren, op eene reguliere en conditutioneele wyze, in orde en werking gebragt onder de geaxfocieerde Superinten. dentie van het Congrés ; en hebben eene hegtheid, lterkte , en werkzaamheid verkreegen, die aan de beste , oudde, en meest gevestigde Gouvernementen niets in het minde behoeven toe te geeven. Te vergeefsch is het , dat de Engelfchen , zoo by monde als by gefchriften , voorwenden, dat het Volk van America uit overtuiging en toegeneegenheid nog altoos te hunwaards overhelt ; de baarblykelykheid van het tegendeel befchaamt deeze hunne voorgeevens ; en het is iets verbaazends , dat 'er nog iemand ter waereld kan gevonden worden, die zig verwaardigt om daaraan eenig geloof te flaan. Men behoeft flegts een vlugtig oog te werpen op alle die publyke gefchrifien , op alle die aanfpraaken , zedert zeventien jaaren by hen geregi. ltreerd; en men zal, in dat ganfche tydperk, niets anders zien , dan eene eentoonige aaneenfchakeling van valfche berigten , van ltoute verzeekeringen en voorfpellingen, by den aanvang van ieder jaar onbefchaamdelyk het Publiek opgedrongen, en ten einde van het- zel-  MAY, STAAT EN OORLOG. 1781. 485 zelve telkens door de uitkomst gelochenftraft. De Ondergeteekende verzoekt verlof, om met verzeekering te mogen zeggen, in gevolge van de kennisfe, die hy van het Americaanfche Volk heeft (en het is gewis , dat hy hetzelve beter kan en moet kennen, dan eenig Engelschman hoe ook genaamd,) dat dit Volk onveranderlyk is in zyn befluit, om zyne onafhankelykheid te handhaven. Ja, hy fchroomt niet te bekennen, dat, niettegendaande de bedendige ondervinding, geduurende zyn gantfche leven , van de deugdzaame en altoos eenparige denkwyze, die zyne Landsgenooten by uitfteekendheid kenmerkt, hem een groot vertrouwen had ingeboezemd, hunne eensgezindheid ten deezen opzigte voor hem zeiven inderdaad een voorwerp van verbaazing geweest is ; en dat hy van den eenen kant, zoo veel vermogen, zoo veele Konstgreepen, zoo veele intrigues, en zoo veel omkooping, van het eene tot het andere einde der dertien Staaten ziende in het werk gedeld, en van den anderen kant befpeurende, hoe gering het getal is derzulken, die van den Standaard der Deugd zyn afgeweeken, en welk eene algemeene verachting zy daar door op zig gelaaden hebben; dat hy, zeg ik, zig niet heeft kunnen weerhouden, met verwondering te daroogen op een verfchynzel, 't welk zyne verwagting te boven ging. Die onafhankelykheid is tegenwoordig op zulk een hegten en Herken gronddag van Volksbelang, van eer, van geweeten, en van de tederfte neigingen der Natuur gevestigd, dat zy by geene mogelykheid kan om verre geworpen worden ; zy zal bedand blyven tegen alle de verdere pogingen der Engelfchen , al ware het ook dat dezelven nu eenig toevallig voordeel, mogten behaalen, het zy in America, het zy in Europa, tegen de Mogendheeden, waarmede zy in Oorlog zyn, of door middel van eenige Alliantien, die zy zouden mogen fluiten; indien men anderzins kunne onderdellen, dat 'er eenige Mogendheid zal gevonden worden, die zig eene zoo onrechtvaardige en wanhoopende zaak zal willen aantrekken. Ondertusfchen heeft het Volk van America, fchoon gedrongen door de onvermydelyke noodzaakelykheid , en gewettigd door de Fundamenteele wetten der Colonien , die der Britfche Conltitutie zelve , en door die grond.  286 may, ZAAKEN VAN 1781. grond begin zelen, welke door de Engelfche wetten als bondig erkend, en door eene ganfche reeks van voorbeelden in de Jaarboeken der Britfche gefchiedenis bekragtigd worden; door die grondbeginzelen, agtervolgens welken de Algemeene Historie gerechtvaardigd, het Staats-Recht van Europa operlyk erkend , en het Corps Diplomatique zyn Zeegel gehangen, en te meermaaien geratificeerd heeft die groote en gedenkwaardige Revolutien in Zwitferland , de Nederlanden en elders voorgevallen; met één woord , door grondbeginzelen , op de Wet van God en die der Natuur rustende ; fchoon door dit alles gedrongen en gewettigd, om de banden, waarmede het weleer aan Groot-Brittannien verknogt was, voor altoos los te fnyden , heeft het Volk van Amerika echter niet bedoeld noch begreepen, zich ter zelfder tyd af te fcheiden van de Bondgenooten van het Britfche Ryk, waarvan hetzelve zulk een aanzienlyk gedeelte pleeg uit te maaken, en wel byzonderlyk niet van de Republiek der Vereenigde Nederlanden, nochte ook vaarwel te zeggen aan zyne Verbintenisfen met eenigen der Volkeren onder haar beilier. Wel verre van daar, heeft het Volk van Amerika nog lteeds die zelfde toegeneegenheid, die zelfde hoogachting , dien zelfden eerbied, in volle kragt en zuiverheid, voor de Hollandfche Natie blyven behouden, welken hunne Voorouderen immer voor dezelve opgevat, en haar be» ftendiglyk hebben toegedraagen. Toen het Congres, volgens de regelen eener goede Staatkunde , de voorzorg nam, om Ministers naar Europa te zenden, tot het negotieeren van zulke Alliantieu, als met den toelïand der publieke zaaken beftaan' baar waren, is het niet uit gebrek van eerbied geweest, dat het zig weerhield, om teritond by het vertrek van den allereerften , welke in die qualiteit werd afgezonden , insgelyks een aan U H. M toe te fchikken. Onderricht van de Verbintenisfen, die 'er tusfehen de Republiek en Groot-Brittannien plaats hadden, en van het Syftema van Vreede en Onzydigheid, 't welk dezelve zig zedert zulk een geruimen tyd tot een rigtfnoer van haar gedrag had voorgefchreeven, meende het Congres die verbuitenisieii en dat Syftema te moeten retpecbeeren, ten einde niet te fchynen de Republiek in onmin met  may, STAAT EN OORLOG. 1781. 287 met haare Bondgenooten te willen brengen , verdeeldheid onder de Natie te zaaijen, en haar in de moeilykheden van America meede in te wikkelen : — Maar, zedert dat het Britfche Ministery, in zyne onrechtvaardige maatregelen onafgebrooken blyvende volharden, even weinig zig bekreunende aan het geene men den Bondgenooten van Groot-Brittannien, als het geene men aan de Mede-Onderdaanen in de Colonien verfchuldigd was, de trouwe der Verbonden niet minder dan die der Koninglyke Chartres verachtende, en het recht der Volkeren met dezelfde onbeschaamdheid fchendende , waarmede het de Fundamenteele Wetten der Colonien, en de rechten, die de perfoon van eiken Britfchen Onderdaan aankleeven , gefchonden had , alle Tractaaten tusfehen de Kroon en de Republiek uit enkele willekeur den bodem ingellaagen, den Oorlog verklaard, en een aanvang gemaakt heeft met die Vyandelykheeden, welke reeds voorlang, gelyk te over bekend is, gepraemediteerd en geprepareerd waren; zoo hielden de redenen op, welken het Congrès tot nog toe weerhouden hadden; en het neemt de tegenwoordige gelegenheid waar, om voordaagen te doen tot het aangaan van zoodanige verbintenisfen, als de Vereenigde Staaten recht hebben om te duiten, zonder te kort te doen aan die, weiken zy alreeds met Vrankryk en Spanjen hebben aangegaan; en die hunne pligt, hun belang, en hunne geneegenheid hen verbinden, om als heilig en onfehendbaar aau te merken , zonder dat deezeu van hunnen kant ook ietwes te kort doen aan die Tractaaten, weiken het Congrès voorneemens is, aan anüere Mogendheeden voor te daan. Indien 'er ooit eene natuurlyke Verbintenis tusfehen Natiën heeft plaats gehad , zoo mag men verwagten , dat 'er zulk eene zal geformeerd worden tusfehen de beide Republieken : Het was in Holland dat de eerde Colonilten der vier Noordelyke Staaten van America eene fchuilplaats vonden voor de vervolging; het was aldaar, dat zy hun y-erblyf hielden, geduurende den tyd van twaalf jaaren , die *er zederc hunne verhuizing uit Engeland in 1608, en hunnen ovenogt naar America in 1620 verliepen i en zy hebben altoos niét  a88 may, ZAAKEN VAN I78t. niet alleen by zig zeiven behouden , maar ook zorgvuldiglyk tot hunne Nakomehngfchap overgebragt, eene dankbaare nagedagtenisfe van de Befcherming, de Herbergzaamheid , en inzonderheid Her Godsdienftige Vryheid , die hen in Engeland geweigerd werd , en die zy hier mog!en ondervinden. De eerde Ingezeetenen van twee andere Staaten, Nieuw-Yorke en Nieuw* Jerfey , zyn onmiddelyk uit de Vereenigde Nederlanden derwaards verhuist, en hebben in die Staaten hunnen Godsdienst, hunne Taal , hunne Zeeden, en hun Nationaal characber overgebragt. En in het alge¬ meen is de Hollandfche Natie , toen de Verbintenisfen met het Huis van Bourbon nog niet gemaakt waren , altoos door Amerika aangemerkt geworden als de eerde onder alle de Natiën in Europa , waarmede zy in vriendfchap wenschte te leeven ; als eene Natie , wier gefchiedenis eene reeks der grootde chs>raéters opleeverende, die zoo in Oorlog als in Vreede tot een luider voor bun Vaderland gedrekt hebben , in alle de Staaten een byzonder en geliefd voorwerp was van beoeffening, van verwondering, en van navolging voor de Amerikaanen. En fchoon gelykheid van Godsdienst , in de tegenwoordige Eeuwe , niet meer voor zulk een noodzaak, lyk punt in de Alliantien der Volkeren wordt aangezien , als wel in de voorige Keuwen , zoo laat men echter niet na, dezelve nog heden, (en dit zal altoos zoo zyn ,) als eene wenfchelyke bykomende omdandigheid aan te merken. Nu kan het met waarheid gezegd worden , dat 'er geene twee Natiën op den geheelen Aardbodem gevonden worden , wier openbaare Godsdienst , Lcerdellingen en Kerkentugt meer gelykformig met elkander zyn, dan in de twee Republieken. En dit zoo zynde , kan men ook uit dien hoofde , voor zoo verre dit Artykel in deeze zaak van eenig gewigt gereekend wordt , zeggen , dat derzelver Verbintenis zeer natuurlyk is. De overeenkomst van Regeeringsformen is verder eene dier omdandigheden, welke de Volkeren natuurlyk als tot malkander brengen, en fchoon de Conditutien der beide Republieken niet in allen opzigte volkomen gelyk- for-  may, STAAT EN OORLOG. 17810 a?o formig zyn, zoo is 'er echter eene genoegzaame overeenkomst tusfehen dezelven , om hunne onderlinge Verbintenis des te gemakkelyker te maaken. Wat de aigemeene gebruiken betreft, en wel byzonderlyk de rondborllige denkwyze omtrent zekere gewigtige Punten , als daar zyn , de vryheid van eigen-onderzoek , het recht van elk voor zig zeiven te oordeelen , en de vryheid van gewisfe: Punten, zoo allernoodzaaklykst voor de rust en het welzyn van hét menschdom , en die tegenwoordig groot gevaar loopen van den kant van Groot-Brittannien, en dien geest van onverdraagzaamheid, die aldaar in het heimelyk, meer dan ergens elders , gekoederd wordt ; ook ten deezen opzigte hebben de beide Natiën gewisfelyk meer overeenkomst met elkander, dan eenige anderen. De eerde beginzelen der beide Republieken zyn zoodanig overeendemmende, dat de Gefchiedenis der eene op dat tydftip flegts eene Copy fchynt van die der andere. Dus moet ieder Hollander , die in dat ftuk bedreeven is , de rechtvaardigheid en noodzaakelykheid der Americaanfche Revolutie toeftemmen, zoo hy geen veroordeeling wil uitfpreeken over de roemruchtige bedryven zyner eigene onfterffelyke Voorvaderen; bedryven, door het ganfche Waereldrond goedgekeurd en toegejuicht, en door de Voorzienigheid gerechtvaardigd. Maar de omftandigheid, welke, inzonderheid in dee* ze Eeuwe, wel van den meeften invloed is in het aangaan van Verbintenisfen tusfehen de Natiën , is die, welke de groote belangen der Commercie betreft. Uwe Hoog Mogenden kennen de onderlinge zamenweeving en wederzydfche betrekkingen dier belangen, over de geheele oppervlakte des Aardkloots, al te wel, dan dat ik behoeve uit te weiden over een onderwerp, dat voor hen zoo klaar en gemeenzaam is. Echter kan ik niet voorby, by deeze geleegenheid op te merken, dat de plaatzelyke ligging der Vereenigde Nederlanden als in het Middelpunt van Europa , de uitgebreidheid haarer Scheepvaart, haare Bezittingen in beide de Indiën, de bedreevenheid van haare Kooplieden, het groot aantal van vermogende Ingezeetenen, en de rykdom haarer Fondfen, alle voorwerpen zyn, welke eene Verbintenis II. deel. T met  2oo may, ZAAKEN VAN 17S1. met dat Land eene zeer wenfchelyke zaak voor America maaken; terwyl, van den anderen kant, de overvloed en de verfcheidenheid der Producten van America, haare Materiaalen tot M mufaftuuren, Navigatie en Commercie, een onnoemelyk gevraag en venier van Euro■peaanfche Manufactuuren, en allerhande Waaren uit de Oost-Zee, en uit de Oost-Indiën, gevoegd oy de legging der Hollandfche Bezittingen in de West, geene de minde twyffeling over de nuttigheid van zulk eene Ver. bintenis voor de Republiek overlaaten. De Engellchen zeiven zyn daarvan zoo zeer overtuigd, dat zy altoos in weerwil van hunne vriendfchaps-betuigingen, de Hollandfche Natie als eene gevreesde Mededingder in den Americaanfchen Handel hebben aangezien; en het is in die overtuiging, die hen bewoogen heeft om hunne rigoureufe Acte van Navigatie voor te fchryven en in fland te houden; die hatelyke Acte , niet minder doodelyk voor de Commercie en Zeemagt der Hollanufche Natie , als fchadelyk voor de Trafvken, en hoonende voor de Rechten der Colonien. Thans is de tyd ge'booren , om die prangende Ketenen voor altoos al te •fchudden. Indien eenige bedenking in fhtat geweest ware , om de Engelfchen van eenen Oorlog met U H. M. terug te houden , zoude het moeten geweesc zyn de vrees voor eene Alliantie tusfehen de beide Republieken ; en het is niet moeijelyk te voorzien , dat «iets meer zal toebrengen , om hen tot den Vrede te noodzaaken, dan het fluiten en volkomenlyk tot Rand brengen eener diergelyke Verbintenisfe. Het zoude overboodig zyn , in het breede aan te wyzen , welke voordeden de Bezittingen der Republiek in de Wes'-lndien zouden trekken uit eenen vryen allezins befchermden en aangemoedigden Handel van het vaste Land var America ; welke onnoemelyke winden haare Oost-lnoilche Compagnie zoude doen , door het onmiddelyk Transport haarer Waaren naar de Americaanfche Markten ; hoe grootelyks zelfs de Commercie der H dlanderen op de Oost-Zee verzeekerd en uitgebreid zoude worden, door hunne vrye Handeldryving met America, alwaar de beboefie van Hennip , Touwwerk , Zeildoek en andere Scheeps-Materiaalen, die de Landen rondom de Oost-Zee opleeveren, dagelyksch toeneemt j welk een fter-  may, STAAT EN OORLOG. 1781. 29» fterken aanwas hunne Nationaale Scheepvaart zoude verkrygen uit de gemakkelyke acquifitie van eene meenigte Vaartuigen , die men in America zoude kunnen laaten timmeren of opkoopen ; welk een grooten voorraad van Matroozen zy gevolgelyk altoos by de hand zouden hebben ; met één woord , welk een onfchat* baare nuttigheid het voor beide Natiën in het gemeen zoude zyn , indien zy wederkeeriglyk voor elkanders Oorloglcheepen , Kapers , en derzelver Pryzen , hunne Havenen open zetteden. Indien derhalven eene overeenkomst van Godsdienst, Regeeringsform, Afkomst en Zeeden, gevoegd by veelerleie en fteeds beften lige wederkeerige belangen van Koophandel , een vaste grondflag en eene fterke aanprikkeling zyn kan tot het aangaan van Politieke Verbintenisfen ; zoo vleit zig de Ondergeteekende, dat de voorgeflaagene Vereeniging zoo blykbaar op de natuur der zaaken zelve gegrond is , dat men in de Jaatboeken deezer waereld geene twee Natiën zal kunnen vinden , zoo zigtbaar door de Voorzienigheid gefchikt, om eikanderen de hand van vriendfchap toe te reiken. De Ondergefchreevene onderwerpt al verder aan de Wysheid en Menschlievendheid van U Hoog Mog. de bedenking, of het niet ontegenzeggelyk tot heil van het Meuschdom in het algemeen moet gedyen , dat de Mogendheeden van Europa, overtuigd van de rechtvaardigheid der zaake van America, (en is 'er wel eene, die daaraan nog zoude kunnen twyffelen ?) zig haaften , om de Onafhankelykheid der Vereenigde Staaten te erkennen, en billyke Tractaaten met dezelve te fluiten, als het onfeilbaarst middel om aan Groot-Brittannien de oogen te openen, en haar te overtuigen van de onuitvoerlykheid haarer aanflagen. —• Wanneer men al eens de mogelykheid onderftelde , dat het jongst geflootene Zee - Tractaat , betreffende de Rechten der Neutraale Scheepvaart, hoe nuttigen hoe edel hetzelve ook waarlyk zyn moge, door Groot-Brittannien gerefpecteerd konde worden, 't welk echter nimmermeer dan uit hoogen nood hetzelve zal adopteeren, of zich daaraan onderwerpen , zonder de erkende Onafhankelykheid van America; wanneer al verder de wederkeering van America (voor een oogenblik onderfteld zynde, dat dezelve moT 2 ge-  294 may , ZAAKEN VAN 1781. gelyk was,) met haare uigebreide Kweekery van Matroozen , en met alle haare natuurlyke Magazynen van Scheep; Materiaalen en Artykelen van Commercie, onder het Oppergezag en de Monopolie van Groot-Brittsnnien , niet gansch en al de Bezittingen der overige Natiën aan geene zyde der Zee op losfe fchroeven zettede, en hen overliet aan de genade van dat ontzachelyk Ryk, 't welk zig zedert langen tyd alleen heeft laten beftieren door het gevoel haarer eigene kragten, of ten minften zonder de behoorlyke opmerking te verleenen aan de beginzelen van Rechtvaardigbeid , Menfchelykheid en Gematigdheid, — daar het echter onbetwistbaar zeeker is , dat de Americaanen van den eenen kant volftrekt afkeerig zyn, om immer onder de gehoorzaamheid van het Britfche Gouvernement weder te keeren, en, zoo zy al eens daartoe mogten genegen zyn , de Europeaanfche Mogendheeden van den anderen kant die Verzoening niet zouden behooren, en, behoudens hunne eigene veiligheid , niet zouden kunnen gedoogen; waartoe dan eene geduurige Bron van twisting open te laaten, waaruit den eenen of anderen tyd nieuwe toevalligheedeu kunnen voortkomen, die Europa in de ysfelykfte bloed vergief in gen zouden inwikkelen; daar het, door eenen enkelen beflisfenden ftap, te weeten , door het fluiten van Tractaaten met een Natie , welke nu zedert zoo lang , zoo wel volgens recht als met de daad, zig in het volle bezit van haare Souvereiniteit bevindt, in de magt der Zee-Mogendheeden is, om die verderffelyke Bronwel in eens te floppen ? Het is te hoopen , dat het voorbeeld van U Hoog Mog. in deezen door alle de Zee-Mogendheeden gevolgd zoude worden , en wel byzonderlyk door die , welke Contracteerende Partyen zyn van het jongst geflootene Tractaat van Navigatie. De bedugtheid , als of de Onafhankelykheid van America eenige prajuditie aan den Handel der Oost-Zee zoude kunnen toebrengen , kan in deezen tot geene redelyke tegenwerping drekken. Alle nayver ten dien opzigte is zoo gansch- en al ongegrond , dat zelfs het tegendeel zal plaats hebben. De kosten van Bevragting en Asfuran. tie. voor de Togten dwars over den grooten Oceaan, * zyn  mat, STAAT EN OORLOG. 1781. 293 zyn zoo hoog, en alle de Werkloonen zoo geweldig duur in America, dat men nooit de Teer, Pek, Terpentyn, en het Scheepstimmerhout even goed koop van daar naar Europa zal kunnen Tanfporteeren, als uit de Landen rondom de Oost-Zee. En fchoon die Tak van Commercie, vóór de Revolutie, onder de Engelfchen heeit plaats gehad, zoo is dezelve aan zeer groote zwaarigheeden onderworpen geweest, en zou zonder de zware Premien, door het Parlement tot aanmoediging uitgeloofd , onuitvoerlyk geweest zyn. Wat de Hennip , Touwwerk en Zeildoek betreft , waarfchynlyk zullen 'er verfcheidene Eeuwen verloopen , alvorens America zoo veel daarvan zal kunnen opleevejen, als zy tot haar eigen gebruik nodig heeft, üe reden is baarblykelyk: het is, om dat men die Artykelen veel beter koop uit Holland, en zelfs van Petersburg en Archangel kan laaten komen, dan men die in America zelve kan produceeren en fabriceeren. Dus zal aldaar nog langen tyd eene voordeelige Marktplaats blyven voor alle de Schepen, welken die Produden uit de Oost-Zee zullen derwaards voeren. Even min bondigis eene andete zwaarigheid, welke de Engelfchen doen gelden, om de Natiën te weerhouden van het oor te leenen aan hunne weezenlyke belangen ; te weeten, dat de andere Volkplantingen het voorbeeld der Vereenigde Staaten zullen volgen. — Die Mogendheeden,welken de uitgeftrekde Bezittingen hebben 'aan geene zyden der Zee, hebben zig alreeds tegen Engeland verklaard, zonder voor die gevolgen bedugt te zyn. En inderdaad, het is gansch niet waarfchynlyk , dat eenige andere Mogendheid van Europa ooit het voorbeeld van Engeland na zal volgen, door een aanflag te vormen , om het geheele Syftema van het Gouvernement haarer Colonien om verre te rukken, en dezelven door ondraagelyke verdrukkingen te noodzaaken , om zig zeiven te beftuuren. En , indien diergelyke fchreeuwende onrechtvaardigheeden en geweldenaryen van den kant van het Moederland geene plaats hebben , zoo is 'er ook geheel geene reden om te vreezen, dat de Colonien in het hoofd zullen krygen, om nieuwigheeden in te voeren. Alle Gouvernementen , die eens T 3 wel  ap4 may, 2AAKEN VAN 1781. wel gevestigd zyn, fchieten diepe wortelen in de Harten , in de driften , in de verbeelding , en in de geheele denkwyze der Volkeren ; en , zonder eene van buiten komende oorzaak , die hun Temperament en Character heftiglyk aandoet, is het fixydig met de natuur der menfchen , gevaar boven rust en veiligheid , en een onzeeker voordeel in het verfchiet, boven eenen dadelyken gelukdaat in het genot, te verkiezen. Een ander onderwerp , 't welk aan de overweeging van U Hoog M ig. wordt voorgedragen , is, of het Syfrhöma der Vereenigde Staaten , rypelyk onderzogt , ten allernauwkeurigden gewikt , en eenpaariglyk door het Congrè* geadopteerd in den jaare 1776 , toe men aldaar het Tracdaat ontwierp , 't welk naderhand aan Vrankryk werd voorgeflaagen ; een Syflhéma, volgens het welk men befloot , een Commercie. Tracbaat met alle de Zee-Mogendheeden van Europa te fluiten , ert aan geenen derzelven het Gouvernement of de Monopolie dier Commercie af te daan; een Syfthéma, vervoleens door den Koning van Vrankryk goedgekeurd , en 't weik tot een grondflag gedrekt heeft aan de Tractaaten , met zyne Majedeit geilooten ; een Sydhéma , *t wdk de Vereenigde Staaten zedert bedendig hebben aangekleefd , en waarvan zy nimmer zullen afwyken , ten zy in gevalle dat eenige Mogendheid buiten hunne verwagting, zig tegen hen mogte verklaaren: of, zeg ik , dit Sydhéma niet het ware en eenige middel is om voor te komen , dat deeze nieuw gevestigde Staaten een voorwerp worden van eeuwigdurende nayver, mededinging, en Oorlogen onder de Natiën? Is deeze bedenking juist , zoo volgt het , dat alle de Staaten van Kuropa 'er belang by hebben , om de Onafhankelykheid van America ten allereerden te erkennen ; en indien deeze goede Siaafkunde op eene betaamelyke wyze wordt in acht genoomen , zal de Nieuwe Waereld , in plaa s van eene geduurige Twist-Appel, eene dadelyke zeegening worden voor alle de gedeeltens, elk naar evenredigheid, der Oude Waereld. De Ondergeteekende heeft verder de eere, U Hoog Mog. kennis te geeven, dat de Vereenigde Staaten van Noord-America , in Congrès vergaderd, doordrongen met  may, STAAT EN OORLOG. 1781. 293 met een diep gevoel van de Wysheid en Grootmoe, digheid van Uwe Hoog Mogenden , en van Derzelver onfchendbaare verknogtheid aan de Rechten en Vryheeden van het Menschdom, en begeerig zynde om de Vriendfchap aan te kweeken met eene Natie, zoo uitmuntende in Wysheid, Rechtvaardigheid en Gematigd, heid Hem Ondergefchreevenen, tot hunnen MinisterPlenipotemiaris. by tl Hoog Mog. benoemd hebben, om als zoodanig by U Hoog Mog. te refideeren ; ten einde in ftaat te zyn , om hen nog meer byzonder© verzeekeringen te geeven van den diepen eerbied , die voornoemde Staaten voor U Hoog Mog. gevoelen ; verzoekende wyders U Hoog Mog., om volkomen geloof te geeven aan alles , wat voornoemde _ Minister van hunnent wege zal voordraagen ; en wel inzonderheid , wanneer hy U Hoog Mog. verzeekert van de oprestheid hunner Vriendfchap en goede gevoelens voor U Hoog Mogenden. De ondergeteekende is be¬ reid , om aan U Hoog Mog. zeiven , of aan wien U Hoog Mog. daartoe zullen gelieven te benoemen , zyne origineele Geloofs-Brieven, onder het Zegel van het Congrès , over te leeveren. Ook heeft hy een diergelyken Geloofs-Brief, geadresfeerd aan zyne Doorluchtige Hoogheid, den Heere Prinfe Stadhouder. Al het bovenftaaude wordt eerbiediglyk onderworpen aan Uwer Hoog Mogende confideratien, gelyk meede de gefclnkfte wyze, om eenige Perfoon, of Perfoo. nen te committeeren , waarmede hy over het oogmerk zyner Zending in onderhandeüng kan treeden. john adams. T 4 XXXVIL  tgé may, ZAAKEN VAN i78rj LXXXVII. Notule in de Refolutien van Hun Hoog Mogende, wegens een bezoek, door den Heer John Adams, van wegens het Amerikaanfche Congres , by Hoogstderzelver Prefident afgeleid. In dato 3 May 1781. De Heer van Lynden tot Hemmen . Prefi 'ent der Vergadering, rapporteert aan H. Hoog Motr. dat zeker perfoon, genaamd Adams, by hem geweest was, en hem hadt te kennen gegerven ,, dat hy van de Ver„ eenigde Staaten van Noord-America Geloofsbrieven „ ontvangen hadt van H. Hoog Mog.;" dat hy Heer prefident daar over aan den Heer Adam.s hadt vertoond ,, dat hoe zeer hy ook genegen was, om aan zyn ver„ zoek te voldoen, hy zich egter buiten (laat vondt om ,, die Geloofsbrieven aan ie neemen, nademaal 'er nog ,, veel aan fcheelde, dat de Onaf hanglykheid der Ver„ eenigde Staaten van Noord-America door de Republiek zoude erkend zvn : maar dat hy op zich nam ,, verflag te doen aan H. Hoog Mog. wegens de boodfebap van den Heer Adams, en hem te zullen antj, woorden, wat dezelven zouden goedvinden daar omtrent te doen ; dat voorts, indien de Heer Adams eenigzints onderricht was van de Regeeringsform dee5, zer Landen, hy niet moest verwagten, dat H. Hoog „ Mog. in eene Zaak van zoo veel gewigt en gevolg voor „ den Staat, een volkomen beflnit zouden neemen, voor ,, dat de Heeren van alle de Provinciën zich daar over „ verklaard hadden." Waar over gedelibereerd zynde , hebben H. Hoog Mog. den Heer van Lynden tot Hemmen bedankt voor bet bericht, dat hy bun gegeeven heeft, en het antwoord aan den Heer Adams gegeeven, volkomen goed. gekeurd eng epreezen, daar in berustende in allen dgele. LXXXVIII.  may, STAAT EN OORLOG. 1781. 297 LXXXV1II. Extract uit het Register der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden ; inhoudende raport op de verzogt e Voorziening der Geinteresfeerden in de Groote Visfchery , tot voortzetting van den Haringvangst, ook geduurende den Oorlog met Engeland, ingeleverd in dato 4 May 1,81. De Heeren van Lynden van Hemmen en andere, Haar Hoog M )g. Gedeputeerden tot de Zaaken van de Zee, in gevolge en ter voldoening van derzelver Refolutie Commisforiaal van den 18 April laatstleeden, geêxamineert hebbende de Requeste van de relpeftive Geïnteresfeerdens in de Groote Visfchery en Haringvaart binnen Holland en Westfriesiand: verzoeken 1e, om (eedenen in den voorfz. Request geallegueert, dat H. H > >g Mog. ter zaake van de Groote Visfchery en 1 laringvaart deezer Landen, zoodanige voorzieninge gelieven te doen, als H. Hoog Moif. zuilen oordeelen , ten einde de Haringvaart ook in dit jaar, zonder gevaar, zal kunnen worden voortgezet, te behoeven, en dat zoo dra des aan. gaande de noodige fchikkingen zyn gemaakt, het Embargo, door H. Hoog Mog. by Placaat van den 26 |anuary gedecreteërt, ten aanzien van de Haringvaart zal werden opgeheven. En daar op ingenomen hebbende de Confideratien en het Advis van de Gecommitteerden uit de refpecbive Collegien ter Admiraliteit deezer Landen. Hebben ter Vergadering gerapporteert, dat zy Heeren Gedeputeerden van Advis zouden zyn , dat de Supplianten zich te recht verzeekerd houden, dat het Verbod van den 26 January deezes jaars , inzonderheid ook met betrekking tot de.groote Visfchery, geenen an. deren grondllag heeft, dan H. Hoog Mog. zorge voor het waare belang der Ingezeetenen deezer Landen , en dat zy Supplianten zoo ook met veel reden fchynen te erkennen , dat een ontydige ophef van dat Verbod T y zeer  fto8 may, ZAAKEN VAN 1781, zeer funeste gevolgen zou veroorzaaken ; dat zy op ge. lyke wyze zeer wel begrypen, dat de Haringvaart dee. zer Landen is van zoodanige natuur, dat aan dezelve, ten minften voor als nog, geene genoegzaame protectie kan worden verzorgt, en dat zy ook even daarom fchynen te bedoelen, dat van weegens H. Hoog Mog. zou worden getenteert, om met het Hof van Groot-Brittannien eene overeenkomst te fluiten, waar volgens ook de voorfz. Haringvaart door de Onderdaanen van dat Ryk, geduurende den tegenwoordige Oorlog, niet zoude worden geinfesteert ; dog dat alle dusdanige tentamina in de tegenwoordige tydsomftandigheden ongeraaden moeten worden geoordeeld, om dat 'er ten minften voor als nog geen apparentie is, dat daar toe by het voorfz. Ryk meerder inclinatie zoude worden gevonden , dan in voorige Oorlogen , en zulks te minder, daar zelfs de demarches, in gevolge van H. Hoog Mog. Refolutie van nen 30 Maart ter beveiliginge van de Yslandfche en Noordfche Visfchery gedaan, tot nog toe geen het minfte fucces hebben gehad. Dat mitsdien van H. Hoog Mog. Vaderlyke zorge alleenlyk fchynt te moeten worden verwagt, dat de verdere fchade der Ingezeetenen in het generaal, en die van de Geinteresfeerden in de groote Visfchery en Haring, vaart in het byzonder, zoo veel mogelyk worde voorgekomen , en den tyd met geen onnutte en elufoire handelingen gefleeten, maar in tegendeel befteet met al het geen tot weezentlyken afbreuk van den Vyand, en tot defenfie van deezen Staat, zoude kunnen dienen. Dat hier toe inzonderheid zeer gefchikt voorkomt , dat even gelyk in voorgaande Zee-Oorlogen te meermaalen is gefchied, de Ingezeetenen worden gedefabufeert in hunnen waan, even als of in het Verbod van de Visfcheryen eerlang nog wel eenige verandering te verwagten ware, en als of dezelve dit jaar nog wel zouden worden toegeftaan, waar door niet alleen veele nutteloo. ze kosten worden gemaakt, maar waar door ook teffens veet bequaam Zeevolk , hetgeen zig anders meer dan waarfchynlyk in *s Landsdienst zoude engageeren, word te rug gehouden. Dat zulks vooral tegenwoordig volftrekt noodzaaklyk fchynt, om dat door het onverwagt neemen en opbren- gen  may, STAAT EN OORLOG. 1781. «99 gen van zulk een aanzienlyk getal Nederlandfche Scheepen het gebrek aan Zeevolk de voornaamde oorzaak uitlevert, waarom 's Lands Vloot tot nog toe in geen beieren (laat heeft kunnen worden gebragt, en dat dus, even gelyk in voorgaande Oorlogen te meermaalen de Visfcheryen zyn verbooden geweest en gebleeven, ten minden tot dat 's Lands Vloot behoorlyk was bemand, deeze zelfde maxime ook tegenwoordig zoude behooren te worden gevolgd, En dat bet dienvolgende gepast en noodig lcbynt, hoe eer zoo beter te arresteeren de navolgende ConceptPublicatie. Waar op gedelibereerd zynde, hebben de Heeren Ge. deputeerden van de Provinciën van Holland en Westfriesland en van Zeeland aangenoomen , hun daar op nader te zullen verklaaren. 1XXXIX. Concept-Publikatie van de Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden; behelzende Verbod van de Visfchery en Haring, vaart, geduurende het jaar i78r. Alzoo wy in ervaring zyn gekomen, dat niettegendaande by Ons Placaat van den flö January deezes jaars onder andere wel fcherpelyk is verboden alle "Vaart'uit deeze Landen, zoo wel ter Visfchery als ter Koopvaardy, met uitzondering alleen van die geenen, dewelke om verfche Visch uit vaaren, eenige Ingezeetenen evenwel geraakt zyn in de gedagten , dat het voorCz. Placaat geduurende dit faifoen nog wel zoude kunnen worden ingetrokken, en de Visfcheryen in het geheel of ten deelen gepermitteerd, direct drydig tegen Onze goede meening. SOO IS 'T, dat Wy, na daar op te hebben ingenomen het hoogwys Advis van Zyne Doorl. Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nasfau, by deezen allen (Fiat infertio.y  goo may, ZAAKEN VAN 1781, len en een iegelyk wel hebben willen waarfchouwen, dat het voorfz. Verbod ten minften geduurende deezen jaare, zal zyn en blyven in volle vigeur, kragt en obfervantie , het zelve voor zoo veel des noods renoveerende, en vernieuwende by deeze: ordonneeren en beveelen dienvolgende allen den geenen , dien zulks zoude mogen aangaan , zig naar den inhoud van het voorfz. Placaat precife te reguleeren, zonder daar van eenigzints te blyven in gebreken, en zulks alles op de boeten en poenen daar by geftatueerd. Wyders verbieden Wy ook wel inzonderheid , dat niemand zig zal hebben te vervorderen, eenige toebereiding tot de voorfz. Visfchery te maaken, veel min eenig Schip daar toe daadelyk in gereedheid te brengen, op een boete van twee duizend Guldens, te verbeuren by den geenen , die daar toe order zal hebben gegeeven, en van arbitraire correctie naar gelegenheid van zaaken, voor de Meesters en Arbeidslieden, die tot het gereed maaken van eenige der voorfz. Scheepen haar zullen hebben laaten employeeren. XC. Request van Mr. e. f. van berckel, Penfionaris van Amft'erdam, aan Hun Ed. Gr. Mogende de Staaten van Holland en Westfriesland. Inhoudende Verzoek om zyne gehoudene eer te defendee* ren tegen bejcheiden , die mogten zyn gefuppediteert ; of anders Verklaaring van zyne onfchuld. In dato ^.May\-j%\. Geeft met fchuldigen eerbied te kennen, Mr. E. F. van Berckel, Penfionaris der Stad Amlterdam: Dat, gelyk aan U Ed. Gr. Mog. ten vollen is be. kend , op den 10 November van het voorleeden jaar, door den Ridder Torke , toen ter tyd Extraordinarii Ambasfadeur van Zyne Groot-Brittannifche Majedeit, by deezen Staat , aan Hun Hoog Mogende is geprefenteerd eene Memorie , waar by, na dat alvorens de Leeden der Hooge Regeering deezer Landen in het generaal worden befchuldigd, van prstenfe dagelykfch» ver-  may, STAAT EN OORLOG. 1781. 301 verbreekingen van de folemneelfte Engagementen; mits-, gaders by dezelve Memorie worden voorgeftel f: „ als te worden geregeerd door eenen Geest van Factie en " domineerende Cabale, tendeerende, om het algemeen „ belang aan particuliere oogmerken te facrificeeren :" ~ De Suppliant vervolgens in zyn Perfoon , en met uitdrukkinge van zynen Naam , word aangevallen en befchuldigd, dat hy zig zoude hebben gedraagen, als een Veiftoorder van de publieke Vreede , en fchender van de Wet der Volken : met byvoeginge, dat de Suppliant en zyne pretenfe Complicen , daar over ter requifitie van hoogstgedagte Zyne Brittannifche Majefteit , door Haar Hoog Mog. voorbeeldelyk zouden behooren te worden geftraft: —- Zynde de voornoemde Memorie, met deezen lasterenden inhoud , ter zeiver tyd in de publieke Nieuwpapieren geinfereerd, en alzo aan de geheele Waereld bekend gemaakt. —— Dat de Suppliant wel heeft geremarqueerd , dat de welgemelde Leeden van de Hooge Regeering, den voorfz. extravaganten ftap van den Ridder Torke met ftilzwygen en veragting hebben beantwoord ; en de Suppliant ook zeer genegen was , de zaak op dezelfde wyze te behandelen; maar na rype overweeginge heeft geoordeeld , dat hy van alle de Perfoonn, die in de voornoemde Memorie voorkomen, zoodanig was gedistingueerd , dat zyn naam alleen daar in ftond uitgedrukt, en hem Suppliant een byzonder Crimen, en als aan 't hoofd van een Complot gepleegd, ten laste gelegd is geworden. — Dat derhalven de Suppliant, die de eere heeft van omtrent 19 jaaren ter Vergadering van U Ed. Groot Mog., in zyne bovengemelde qualiteit, te hebben gecompareerd, begreepen heeft , zoodanige verregaande quetfing van zyn Eer niet te kunnen gedoogen; maar verpligt te zyn, zig voor het Publiek en de Posteriteit, voor dewelke hy invoege voorfz. beledigd is geworden , van zoodanigen laster hoe eerder hoe beter te moeten zuiveren : Het welk nu nog dies te noodzaakelyker is geworden, om dat men, zedert het publiceeren van de voorfz. Memorie , niet heeft nagelaaten , allerleie verdere nadeelige gerugten , ten opzigte van den Suppliant uit te ftrooijen, en zelfs in de Nieuwspapieren aan het Publiek mede te deelen. Dat  33» mat, ZAAKEN VAN i?8i. Dat de Suppliant dan ook, reeds over lang, zig aan U lid. Gr. Mog , ten voorfz, einde , zoude hebben geanresfeerd , maar dat daar tusfehen is gekomen , dat de voorfz. Memorie, niet voor den 30 November laarstleeden, by U Ed. Groot Mog. in deliberatie zynde gebragt , en de Suppliant her refultaat van deeze deliberatie afwagtende , gemelde Ridder Torke ondertusfehen by eene tweede Memorie, gedateerd den 12 December van het gepasfeerde jaar, de bovengemelde drafoeffening , van Hun Hoog Mog. , onder zeer fterke en gansch ongehoorde bedreigingen , op nieuws heett gevorderd ; dat, vervolgens U Ed. Gr. Mog. beide de gemelde Memorien , by hoogstderzelver Refolutie van den aï December daar aan volgende , hebben gedeld in handen van Prefident en Raaden van den Hove Provinciaal , ten einde U Ed. Gr. Mog. ten fpoedigfte en met postpofitie van alle andere zaaken , te dienen van Advys , of namelyk in de voorfz. Memorien , en de (lukken, door U Ed. Groot Mog. daar by gevoegd, eenig fundamenr tot het entameeren van crimineele Procedures , tegens de Perfoonen in de zaake geconcerneerd, in voege voorfz., door gemelden Ridder Torke9 van Haar Hoog Mog. gevorderd , gevonden zouden worden : wel verftaande , dat dezelve Procedures al» dan voor den ordinaris , dagelykfehen en competenten Regter zouden moeten worden gevoerd : — Zynde (vooral wanneer men deeze U Ed. Groot Mog Refolutie met die van den 23 November daar te vooren vergelykt) ongetwyffeld het oogmerk van U Ed. Groot Mog. daar meede geen ander geweest , als door middel van zoodanig proeliminair Examen van zaaken, voor te komen alle voorwendfelen, als of U Ed. Gr. Mog. Administratie van Justitie zouden willen weigeren, als daar toe matetie voor handen was , (gelyk de Ridder Torke by zyne voornoemde tweede Memorie te kennen gaf, de weigering der gevorderde draroeifening, daar voor pnetenfelyk te zullen houden;) mitsgaders om door hetzelve Examen vervolgens te piavenieeren (immers voor zoo veel van ü Ed. Gr. Mog. dependeerde) dat zoodanige praetenfe weigering van Administratie van Justitie voor een pretext genoomen zoude kunnen worden ,• om daar meede de waare beweegende oorzaak van de  mav, STAAT EN OORLOG. 1781. 303 de daar op gevolgde Rupture met deezen Staat te bedekken. . Dat de Suppliant in die verwagtinge , dat wel gemelde Prefident en Raaden , aan de voorfz. requifitie van U Ed. Gr. Mog. promptelyk zouden voldoen, dan ook heeft begreepen , dit Advys te moeten afwagten , in de vaste onderftellinge , dat daar in eene compleet* JufMcatie, zoo van Heeren Burgemeefteren en Regeerders der Stad Amfterdam , als van den Suppliant en eene daar uit vloeijende zuivering van deszelfs invoege voorfz. gefchonden Eer, begreepen zoude zyn ; en de Suppliant dan ook niet genoodzaakt zoude wezen , U Ed. Groot Mog. met een particulier Adres verder lastig te vallen: —— Dan dat de Suppliant deeze zyne Verwagtinge in zoo verre heeft zien vervallen, dat, na verloop van ruim drie maanden , op den 30 Maart laatstleeden, in plaats van het voorfz. Advys, ter Vergadering van U Ed. Groot Mog. , is ingekomen eene Misfive van het gemelde Hof , daar by U Ed. Groot Moe in confideratie geevende , of de re ien , waarom U E'. Groot Mog. het voornoemde Advys hebben gerequireerd, (dat is te zeggen het oogmerk , zoo even gemeld , om namelyk alle voorgeevens van weigering van Aminiltratie van de Juftitie, by aldien dezelve op goede gronden gevraagd zoude mogen zyn, af te fnyden) door de Rupture, die des onaangezien daar op is gevolgd , nu niet was komen te cesfeeren , en het daarom niet vreemd en ongefaifoneerd zoude zyn, ter contemplatie van den Vyand, in het voorfchreeve Examen te treeden. Dat de Suppliant niet vernomen hebbende , dat U Ed. Gr. Mog. voor als nog op de voorfchreeven Misfive zouden hebben gerefcribeerd, onder verbetering van oordeel is, dat met geen billykheid altoos van hem Suppliant kan worden gevergt, dat hy nu langer zoude ftilzitten , en zynen goeden naam geëxponeerd laaten aan de voorfchreeven uitftrooifels, en min of meer aanleiding tot twyffeling zoude geeven , of namentlyk de bovengemelde perfoneele befchuldiging , by meergemelde Memorie van den Ridder Torke tegven den Suppliant ingebragt, wel eenigermaate zoude kunnen gegrond  304 may, ZAAKEN VAN 1781, grond zyn : nadien tot hier toe geen directe en uitdrukkelyke justificatie , ja zelf geen publieke contradictie-, om reeds gemelde redenen , daar tegen is te voorfchyn gekomen. Dat zulks nog dies te minder van den Suppliant kan worden gevergt , wanneer men gelieft te remarqueren , (waar op vooral wel te letten ftaat) dat namentlyk de voornoemde befchuldiging een daa l onderftdd, die zeer onderfcheiden zoude zyn van het geen door Burgemeefteren en Regeerders der Stad Amfterdam , met betrekking tot het berugte Plan van een Commercie -Tractaat met de Vereenigde Staaten van Noord-Amen'ca, is verrigt en in het breede by het Berigt van Hun Ed. Gr. Achtbaare, op den 25 Ocrohrr laarsrleeden ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr. M-'g. ingekomen, is ter nedergefteld; want dat de Stip* pliant , wel verre van daar , dat by gemelde Memorie aan hem zoude worden geinputeerd een daad , die hy als Mini.-ter der voorfchreeven Stad Amfterdam (mitsgaders als in die qualiteit , in de zaake van het voorfchreeven Concept-Tractaat met en benevens wel gemelde Heeren Burgemeefteren en Regeerders geconcerneerd) van wegen dezelve heeft gepleegd , integendeel de Suppliant, by gemelde Memorie, word voorgedraagen als pretenfefyk geweest te zyn het Hoofd van een Complot, en tnec deeze zyne pretenfe Complicen (als ondergefchikte Ledemaaten) de publieke Vreede te hebben ver foord en de Rechten der Volken gefchonden: —< Een daad , Edele Groot Mogende Heeren , waar omtrent, by aldien dezelve waarheid in plaats van laster was, in het geheel niet te pas zoude komen eenig Preliminair Examen van den Hove Provinciaal te requireeren: of, naamlyk tegen zoodanige euveldaaden, by de Rechten en Wetten hier te Lande gerecipieerd , al of geen voorzieninge zoude zyn gedaan : gelyk U Ed. Gr. Mog. by Hoogstderzelver Refolutie van den 21 December laatstleeden, van Prefident en Raaden voornoemt , zoodaanig Preliminair Examen , ten aanzien der verrigtingen in het voorfchreeven Berigt van Burgemeefteren en Regeerders der Stad Amfterdam vermeld (met oogmerk en tot het falutair einde , hier boven reeds breeder aangeweezen) hebben gerequireerd; — maar  may, STAAT EN OORLOG. 1781. 30J ihaar integendeel een daad!, waar regen, by alle R chten en Wétten van gecivilifeerdé Natiën, voorzieninge is gedaan en ongetwyffeld drafbaar zoude zyn; en derhalven materie tot het entameeren van C'imineele Proceduures op zoude leveren; — dat derhalve de Suppliant zyne geiagrén 'hebbende laaren gaan, over de middelen , die wel het meest gelchikt zouden zyn omi zyn eer en goeden naam , invoegen voorfchreeven iri het openbaar V>attacl'K'erd > '"sge'yks bi net openbaar te zuiveren , wel in overweegjtfg heeft genomert ; of zulks efficacieiifülyk zoude kunnen gefchieden , door middel vau het uitgeeven van een publiek üxpolë van al het geen door hem , met betrekking tot het voorfchreeven Concept-Tracbaat is verrigt, ten betóge, dat door den Suppliant geen de minde aanleiding kan gegeeven zyn tot de voorfchreeven atroce befchuldiging : waar omirent hy dan ook geen de minde zwaarigheid maakt aan Ü Ed. Groot Mog. te declareeren , dat hy dezelve houd voor eene Calumnie, opgeraapt om („ ge„ lyk uit het Contra-Manifest van Hunne Hoog Mog. „ van den 12 Maart laatstleden, duidelyk kan worden ,, opgemaakt Hoö^stderzelven begrip te zyn) eene pra> „ tenfe drafoefening te vorderen , die men wist, dat „ door Hunne Hoog Mog. met geen mooglykheid kon worden geaccordeerd: mitsgaders om vervolgens uit het niet accordêerén van dezelve, praëcenfelyk te de" duceeren eene weigering van Adminidratie van Judi' tie, en zulks eindelyk, onder anderen, te doen die!, nen tot een Prastext om dezen Staat vyandelyk aan te tasten ; en aldus , waar het mooglyk , te bedekken de ware beweegende oorzaak deezer rupture i '' die geene andere is als de Accesde vau deeze Re" publiek tot de gewapende Neutraliteit." ■— Dan dat d'e Suppliant , na bedaarde overweeging , heeft geoordeeld zyn voorfchreeven oogmerk veel beter te zullen bereiken , door middel van een refpeétueus Adres aan Ü Edele Groot Mogende, waar door hy aan de eene zyde ,'op eene overtuigende wyze doet zien , dat hy Zig geenzins aan het drengde onderzoek van zyne daaden en gedrag begeerd te onttrekken, by aldien ü El.' Groot Mog., tegen alle verwagting, door de eene of andere b-icheiden van wegens het Engelsch Mimstena IL DEEL- V Se"  3p5 mav, Z A Ac K f§ N VAN 1781. gefuppediteerd, mogten vallen in het begrip, dat 'er zelfs maar eenigen fchyn zoude fubfifleeren, dat meergemelde Perfoneele befchuldiging, by voorfchreeven Memorie van den 10 November i?8o, door den Ridder Torke regen den Suppliant afzonderlyk ingebragt, eenig fundament zoude kunnen hebben: —— of door welk Adres de Suppliant aan de andere zyde van U lid. Gr. Mog., by gebrek van gemelde Befcheiden, daar en tegen zoude kunnen obtineeren zoodanig Declaratoir van zyn onfchuld, het welk hem tegen alle vermoedens kan dekken; zynde de Suppliant dies te meer tot deeze demarche gerefolveerd, om dat hy zig verzekerd houd, dat de bekende squiteit van U Ed. Groot Mog. niet kan toelaaten, dat Hoogstdezelve de nodige ordres niet zouden dellen, dat een Minister van een der aanzienlykde Steden deezer Provincie, en die reeds zoo lang dè eer heeft gehad ter Vergadering van U Ed. Groot Mogende , in zyne bovengemelde qualiteit te compareeren, behoorlyk te recht wierde gedeld, om ten exempel aan anderen te worden gedraft, by aldien hy zich zoude hebben gedegradeerd met daaden te pleegen, of foupcons verwekt te hebben, van zich in zoo verre te buiten gegaan te hebben , als den Suppliant in voegen voorfchreeven te laste is gelegt: — of wel in tegendeel , dat U Ed. Groot Mog. anderzints zwaarigheid zouden maaken aan den Suppliant een Declaratoir van onfchuld te verleenen , hetwelk hy in de byzondere zamenloop van omdandigheeden, waar in deeze zaak zich bevind , met dies. te meerder recht fchynt te mogen vorderen , om dat zyne befchuldigers buiten het bereik van de ordinaris Juditie deezer Landen zynde gedeld , de Suppliant aldus zig in de onmooglykheid bevind, om door middel van dezelve ordinaris Juditie, eene behoorlyke Satisfaétie, Wegens de gemelde beleediging te kunnen obtineeren. — Uit al het welk de Suppliant meende te mogen belluiten , dat ten aanzien van de voorfchreeven Perfoneele en afzonderlyke beicbuldiging, by meergemelde Memorie van den Ridder Torke , tegen den Suppliant met naame gemoveerd , geen praeliminair Advis van den Hove Provinciaal te pas komende, de Suppliant dan ook daar na niet lan. ger behoefde te wagten; maar tot zuivering van zyne eer  may, STAAT EN" OORLOG. i78r. 307 eer en goeden naam , die by continuatie , door veele ongegronde Discourfen word bezwalkt, zig nu direcbelyk kan en mag adresfeeren aan U Ed. Groot Mogende, met eerbiedig verzoek, of, dat U Ed. Gr. Mog. by aldien door , ofte van wegen den meergemelden Ridder Torke, of wie zulks anders zoude mogen wezen, eenige Befcheiden zouden mogen zyn gefuppediteerd , ■Waar in eenige fehyn van bewys te, vinden zoude zyn, dat naamlyk , (boven en behalven de verrignngen van Heeren Burgemeefteren en , Regeerders der Stad Amfterdam , en van den Suppliant , in zyn bovengemelde qualiteit, by het voqrfz'. Berigt in het breede vermeld, en waar toe de Suppliant, voor zoo verre hy daar in is geoorcerneerd a de- eer heeft refpectueusfyk te refereeren en al hetzöiv#, volkomen te advaueenen) de Suppliant buiten dien een Complot zoude hebben geformeerd , of,-zoo ais in meergemelde, Memorie gezegd wordt, met zyne pretetfe»G©rnplicen»^den publieken Vreede zoude, hebben verftoord. en de M^.cier..V;ollK» gefchonden, zoodanig dat hy.,- mitsgaders izyne voorfz. prsetenfe; Gomplicën ^ daarom voorbeeldelyk zoude behooren te worden geftraft , gelyk .dit, een en-ander , by de voornoemde Memorie p en. met uitdrukking van des Suppliants naam , aan hem alken e.n afzonzerlyk ten laste word gelegt, dat.U.Ed. iGroot Magualsï dan deeze Befcheiden ten fpoedigfte gelieven-te leenden, aam den Hoofd.Öfficier der Stad Amfterdam ,• om het. Recht van de Hooge Overheid dien aangaande?,tegen demSupphant te kunnen waarnemen , en aan hem aldus de gelegenheid te verfchaffen, om, in dat geval,,zyne gefchonden eer vpor het oog van de ganfche Waereld (door middel van de Ordinaris Juditie) te kunnen defendeeren. Ofwel, dar in het tegengeftelde geval, namelyk by jfldie.n , gelyk de Suppliant volkomen zeker fteld , 'er «Oodanige befcheiden aan. U Ed. Gr. Mog. nimmer zyn gefuppediteerd, nog gefuppediteerd hebben kunnen worden; UEd. Groot Mogi, alsdan daar van verklaaringe aan den Suppliant gelieven te verleenen ; ten einde, daar meede , alle lasterende Discourfen en Infertien in de Nieuwspapieren, efficacieuslyk te kunnen tegen gaan. % (Onderdond) 't. Welk doende, &c. (WaS get.) E, F. VAN BER.CKEL. Vi XCL  3?8 may , ZAAKEN VAN i?8ï. XCI. Advys der Stad Middelburg, ingebragt ter Staatsvergaderinge van Zeeland, op het Rapport over de Petitie tot ho?gere Preemien voor het Bootsvolk. In dato 14 May 1781. Hebben de Heeren Gedeputeerden van Middelburggezegd , door de Heeren hunne Principaalen gelast te zyn, omme zig met het voorfchreeven Rapport, in al)e deszelfs re Toetten te conformeeren ; maar dat zy Heeren zig, dien onverminderd, ook fpeciaal geindrueerd en gelast vinden , om teffens (inhereerende het geadvifeerde wegens hunne Stad , by het inbrengen van derzelver confent in de beide Staaten van Oorlog,. ' op den 9 der vorige maand) ter deeze geleegenheid \% uit naam van de Heeren hunne Principaalen, verder met' den vereischten aandrang voor te draagen , en daar toe ten kragtigden te indeeren, dat, zonder uitftel, in een Cómmislbriaal Befoigne moeë worden overlegd, hoedanige meest prompte en efficacieufe mefures by deeze Provincie behooren te worden genomen, omme het ter Generaliteit daar heenen te dirigeeren , dat, daar de Republiek in het tegenwoordig kommerlyk predikament is 'gebragt,nu ten minden de defenfie haarer Landen, Commercie en Bezittingen, met allen ferieufen Yver, Spoed en Beleid , aan alle zyden worde by der hand genoomen , en een einde gemaakt van de gantsch onverwagte en twyffelmoedige werkeloosheid, waarin dezelve zig als nog zoo ogenfcbynelyk voorkomt te bevinden ; en van alle hetwelke de oorzaaken op geenerhande wyze aan deeze Provincie kunnen worden geattribueerd : of wel dat, zonder retardemTt en agterhouden , aan de Heeren Staaten van deeze Provincie, voor wien geene zaaken der Unie geheim mogen weezen, de waare reedenen van deeze hachelyke.en vernederende fituatie worden opengelegt, ten einde als dan, met de gezamentlyke Bondgenooten, over de immediaate en gepaste middelen van redding en voorziening tot het gemeene Behoud , Zeekerheid en Welzyn , op een kordaate wyze te kunnen delibereeren. xcu  may, STAAT EN OORLOG. 1781. 309' XCII. Extra&en uit de Notulen van de Edel Mogende Heeren Staaten van Zee* land. Den 19 April 1781. Is goedgevonden en verftaan, dat Zyne, Door!. Hoogheid , in ttrmen ter materie dienen.de , zal verzogt worden , om tot meerdere fecuriteit deezer Provincie, ten fpoed-gden naar herwaarts te willen afzenden, nog eêriige, meerdere Militie en Artilleristen, ais meede pok nijg efpige Oorlogfcheepen , boven die reeds hier.geposteert zyu , ten einde de Provinciaale Stroomen en Kusten van Vlaanderen, beter mogen gefecureerd worden , tegen het inloopen in de Zeegaten en het naderen van de Wal van een aantal Vyandlyke Scheepen. Den 10 May 17 81. De Raad-Penfionaris heeft ter Vergaderinge. gecommurnceertl dat reeds ordre was geëxpedieert, dat naar de R':'.'de van Vlisfingen zouden zeilen het Schip Schiedam van 50 Stukken , en de Fregatten de Jafon van 36 Sukken , en de Oranjezaal van 20 Stukken, alle van Kèllevoetduis. Den 14 May 1781, De Raad-Penfionaris heeft ter Vergaderinge gecommuniceert, dat hy eergisteren avond laat fchriftelyk berigt van den Géneraal-Mijoor van Dopff\a.\ bekomen, wegens het naderen'der Scheepen, en op gisteren en heden van meer dan eènen kant.was geinformeert, dat die Scheepen gelukkig , gisteren namiddag , op de Reede van Vlisfingen waren gearriveert en geankerd lagen. V 3 xcw;  310 may, Z A A K E,N VAN 1781. XCIII, Memorie van den Heere de St. Sapho» rin, Extraordiharis Envoyé van Zyne Deenfche Majefteit, by H. Boog Mogende; ingeleverd 17 May 1781. hoog mog. heeren! De Staaten van den Koning van Deenemarken en Noorweegen, mynen Meefter, zyn zoo gelegen, dat de koophandel van' hoogstdeszelfs Onderdaanen , tusfehen de Provintien , aan zyne Kroon behoorende , zoude gerroubleerd worden , wanneer zyne Majefteit niet alle maatregelen nam, die bekwaam waren, om de 0'>st-Zee en zyne Kusten voor alle' vyandelykheeden en geweld re behoeden, en dezelve in1 veiligheid te ftellen tegens de roveryen der Kaapers, en gewapende Schee» pen. De Koning , myn Meefter, heeft derhalven be« ilooten , ten einde eene vrye en geruste Communicatie tusfehen zyne Provintien te onderhouden, te declareeren: ,, dat (de Oost-Zee ontegenfpreekelyk een gefloten Zee zynde, dusdanig door zyne locale legging, waar alle ,i; Natiën moeten en kunnen vaaren in vreede , en van „' alle voordeden van een volmaakte ruste jouisfeeren) „ zyne Majefteit het inkomen van gewapende Schee,,-pen van de Oorlogende Mogendheeden in deeze Zee „ niet kan toelaaten, om aldaar vyandelykheeden, tegens wie het ook zy, uirteoefenen." De beide ande. re Noordlche Hoven adopteeren en bekennen hetzelfde Syfthema, 't welk dies te regtvaardiger en natuurlyker is', alzoo alle de Mogendheeden , welkers Staaten de Oost-Zee omringen , van den diepden vreede jouisfeeren, en dien aanmerken, als het grootfte goed, 't welk Sduveratntm hunnen Onderdaanen kunnen bezorgen. — De Koning? myn Meefter, komt ïtiy fé gebieden, om deeze declaratie, zonder vertoef aan U Hoog Mogende te communiceeren , niet twyfdènde', of U Hoog Mog. zullen met genoegen deeze Refolutie verneemen, die door den geest der allerftipfte Neutraliteit gedicteerd is , en den Commandanten van hunne Eskaders en hunne Kapers ingevolge hiervan orders geven. XCiV,  wav, STAAT EN OORLOG. 17S1. 3** XCIV. Extract uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-bries, land, in Hun Ed. Groot Mog Vergaderinge genomen. Inhoudende Rapport om aan de Bewindhebberen der Oost-Indifche Compagnie, in de refpective Kameren, op te fchieten twaalfhonderd duizend Guldens, en op hoe. danigen voet. Gedaan in dato 18 May De Raadpenfionaris heeft ter Vergadering gerapporteert, dat de Heeren van de Riddertchap en verdere Hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden to: de Zaa. ken van de Financie, met de Heeren Gecommitteerde Raaden in denHageen te Hoorn refideerende , in gevoige en ter voldoening van Hun Edele Groot: Mog. Refolu ie Commisforiaal van den 6 February deezes jaar, hadden geëxamineert en overwogen hoedamge Pe™™" éele adfiftentie van 'sLandsweege aan de Nederlandfche Qost-Indifche Maatfchappy tot voortzetting en bevordering van haare hoogstnoodige operatien tot belcherming van haare Posfetfien verleent en toegevoegt zoude kunnen worden: „ , _ Dat zy Heeren Gecommitteerden in feneufe overweeéing genomen hebbende het onderwerp der voorfz. Refolutie Commisforiaal ? niet konden verbergen, dat zy te rug keerende tot de gebeurtenisfen der voorgaandeEeuw, niet weinig wierden aangedaan over de nadeeiige omwenteling der tyden, daar de voorheen zoo vermogende en blSeyende Oost-Indifche Maatfchappy deezer Landen, by voorige Oorlogen, zig in dien daat be. vond, dat dezelve de Republiek met Oorlogfcheepen, en dee,e Provincie met contante Penningen bygeltaan en aanzienlyke dienden geprsfteerd bad, de Maken tó nu zoodanig van gedaante waren verandert, dat aieMxac Maatfchappy thans de kragtdadige hulp van den Staat nodig had , en genoodzaakt om tot de pecumee: ad. fi'stentie van Hun Ed. Gr. Mog. toevlugt te neemen, om haar Credit te handhaven, en om te gemoet tc köV 4 1  8« may , ZAAKEN VAN , 17M. men aan de extraordinaire en zwaare kosten, welke vereischt wierden tot zoodanige verrigtinoen , a(s rle~*ctueele-getteldheid der tyds omdandigheeden , zoo ter beveiliging van haare wydbifgèltrèkte Bezittingen , als ander^nts onvermydelyk komen te vorderen. Dat zy Heeren Gecommitteerden da.i ook pondereeruide de groots en gewigtige Invloeden van de meergemelde Compagnie op. de wéezen'tlyklte kelangens van den Staat in ,t gemeen, en de onaffch'cidelyke betrekkingen van dezelve Maatfchappy met de welvaart deezer Provincie in het hvzon.1 ,r, ge"0iir'dèelt hadden zig op deeze materie favorabel te Broetef vierklaareffJ _ Dac het vervolgens zullende aankomen op de begroo. ting van de pecumeele a Ifistentje, welke am de gemelde Compagnie by wfeègê van Leenmg uï> *s Lands Cas, onder behoorlyke pree unie to zeekerheid v,«>r dé 1eItitutie van het CapltsöjPl ép voor de jaarlyfctèhé vbldoé'-i hing van Interesién, zondekonntn en behooren te worden toeeevoegt, zy H.=eren Gecommitteerden van ge. dagten waren, dat het monrant der te doene Leening op nier triirder dan een Capitaale fomme van twaalf Tonnen Gouds zohdébeh'óöferi te worden bepaalt, onder zon-;>. ine fptciaal_beding, zoo omtrent de betaafirig der I.moslim a ifrie per Cent, als met opzigr tot de part-ak jaarlyks te doene arlosfinge , als waar door het'geheel Capitaal, binnen den omtrek van een zeeker getal jaaren, ren vollen zal zyn gereditueeit en afgelost. 'En dat zy Heeren Gccommit'eerden , dienvolgende, van Advis zouden zyn , dat aan Bewindhebberen van de Oo?t-1•tdifche Maatfchappy in de refpecbive Kameren binnen deeze Provincie refideerende, zoude kunnen worden gefurneert en opgefchooten een 'fom van twaalfhonderd duizent Guldens, op dubbelden Interent, en zulks ;n deezer voegen, dat de helft daar van ter fomme van ƒ 360CO: - jaarlyks , tot gedeeltelyke 'aflosfing van de Hooldfomme verdrekt, en van het resteerende Capitaal de jaarlykfche Interest van drie per Cent betaald zal moeten worden, als wanneer de totaale Hoofdfomme, volgens den daat daar van geformeerr, na verloop van drie en dertig jaaren geheel zal zyn geacquitéert en gequeeten; en dat tot p-eftatieen nakoming van het gunt voorfz. is, door welgemelde Bewindhebberen, na voor- gaan-  mayj STAAT,EN OORLOG. 1781. 313 gaande Authorifatie van Hoofdparticipanten, behoorlyke Acte Obligatoir ten behoeve van den Lanrle zal moe. ten worden gepasfeert, onder fpeciale affectie, en verband van alle Goederen, Koopmanfcliappen en Bezittingen van de Compagnie binnen deeze Provincie gelee», gen, en zig onder de Souverainiteit van hun Edek Gr. Mog. bevindende. En dat de Heeren Gecommitteerde Raaden zouden behooren te worden geauthorifeert, aan de hier op te neemene Refolutie de nodige executie te geeven, met verdere authorifatie op de Herren Gecommitteerde Raaden. Voornoemt , om het funiislement van net opgemeldê. Capitaal, het zy in eens, na zy in 'ermynen te doen, zoo als naar de Conltitutie van de Fmaucie meest gefchikt zullen oordeelen. Waarop gedelibereert en Copie van het voorfz. gerapporteerde verzogt zynde,door de Heeren Gedeputeerden der Stat D irdrecht en de volgende Leeden, except Amlterdatn, Rotterdam en Schoonhoven, on daar op te verltaan de intentie van de Heeren iiu'ine Principaalen , is de fLaak Refolutie uitgeiteld tot nadere deliberatie. XCV. Propofitie van Gedeputeerden der Provincie Utrecht, ter Vergaderinge van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden ; tendeerende dat de geborgene Goede, ren uit het geflrande Engelfche OostIndisch Schip de Generaal Barker, en andere Vyandlyke Go.e 'eren , in gelyk geval, in de Generaliteits Kas ten voordeele der Unie moeten gebragt worden. Gedaan in dato 18 *hay 1781. De Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Utrecht , hebben op expresfe last van de Heeren Staaten van hooggemélde Provincie hunne Principaalen ter Vergadering voorgedraagen ,dat ter kennis van hoog» gemelde Heeren Staaten gekomen was, dat onlangs in v 5 m  3i4 maYj Z X A KÉN A'-tf fi T i^n verfcheide publiqne, Hollandfche CöuraMêri by Adverds. feroenten was-geatfnonceert / eene" te houden publiquè verkooping van Goederen , geborgen uit het Engelsch Oost-Jndiesch Compagnie Schip-de Generaal Barker, ' vóór Noordwyk aaugedreeven, en aldaar verongelukt j door den- Raad enRenrmeefter Generaal van Noordholland, Kennemerland en Brederoode, in het ZuiderQuartier, en zulks, in gevolge vair eène qualificatie van de Heeren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en Westfriesland. Dat voorts by gehielde Heeren Staaten bedenking gedraagen zynde, of het gewoone Strandregt konrte gereekend Worden van gelyke kragt en werkinge te zyn in tyden van Oorlog, wanheer dé Zeekusten door 's Lands Militie' bewaakt ert'bewaard' worden, als m tyden van Vreede,: zöo veel betreft Vyands Goed? en fpecial'yk' ten 'deezen , of geftrande en geborgene Goederen moeten komen ten profyte van den' territoriaal en Souverein privative; dan wef ten profyte van het Bondgenootfchap in 't generaal^ en", indien al het eerstgemelde , over 't geheel mogre plaats hebben, of nret te min de Provintie Holland wel bevoegt. zy te fus ineeren privatelyk geregtigt te weezen tot die Goederen, welke geborgen zyn uit het bovengemelde Enj^ücb -Oost-Indisch Compagnies Schip? geconfi lereerd wordende, dat voorgemelde Schip niet is verlaaten of ge-abandonneert geweest, maar met deszelfs op hebbende Manfchap door ftorm van» zyné legplaats weggedreevên en vastgeraakt i# 'op het Strand Wan Noordwyk, Waarna eerst'de Manfchap van hetzelve is afgehaalt, gefaüveerr €n gevangen genoomen , 'eri vervolgens veele Goederen uit' hetzelve zyn geborgen geworden, van hocdanige Goederen, in gevolge de Placaaten der Heeren Staaten van 'Holland'" zelve; de eigendom in tyd van Vreede niét zoude zyn' gekomen aahden territoriaalen Souverein ,• maar hebben moetèn) blyven onder directie der Scheepelingen'$ «ah* dê origineefö'; Eigenaaren , en aan dezelve gereftitueert onder de gewoone kortingen van;Bergloon tfls anders;-wa'ar uit by wettigen gevolge kwam te prnflueeren, dat het regt tot deri eigendom der geborgene Goederen moet komen aan die geenen , die naar het Recht der Volkeren in de plaatfe-der origineele' Eigenaaren fubintreeren , en dat derhalven in het' pre* fen-  may, STAAT EN OORLOG.. 1781, 315 fente geval het regt op die Goederen gekomen zy, niet aan de Provintie van Holland alleen, maar aan H. Hoog Mogenden , of wel aan het geheele Bondgenootfchap^ als in openbaaren Oorlog zynde met Engeland, en al zulks jure belli geregtigt tot alle de Goederen der Engelfchen; Hun Ed. Mog., alvoorens daar omtrent iets' te refolveeren, goedgevonden hadden in te neemen hec Advis van den Hove Provinciaal van Utrecht, hetwelk vervolgens ter hunner Vergadering ingekomen en rypelyk overwogen zynde, Hun Ed. Mog. daar door gefterkt waren geworden in de gegrondheid der evengemelde bedenkingen , en overreed , dat in het prefente geval de geborgen Goederen uir het Engelfche OostIndifche Compagnies Schip de Generaal Barker niet behooren te komen ten profyte van de Provintie van Holland privatelyk s maar ten voordeele van het geheele Bondgenootfchap gezamentlyk ; dat de reedenen en gronden, waar op dit Hunner Ed. Mog. gevoelen gegrond is, en welke by die van den Hove Provintiaal van Utrecht daar toe zyn bygebragt, voornamentlyk hierin beftaan. Dat de werkinge van het gewoone Strandregt, zoo in deeze Landen in het gemeen, als in 't byzonder in de Provincie van Holland, volgens de aloude gebruiken, naderhand door expresfe Wetten bekragtigt, niet opereert omtrent Goederen s waar van de Eigenaaren bekent zyn, als welke voor geene Zeedriften gehouden, maar tegen betaalen van behoorlyk Bergloon , aan de Eigenaars overgelaaten worden, volgens het getuigenis van Grotius, Inleiding tot de Hollandfche Regtsgeleerdheid, 2 Boek, IV. Deel, N°. 33. en volgens van Bort, van de Domeinen van Holland, V. Deel, N°. 63 en. veele anderen, geallegueert by Boel in.zyne Aantekeningen over Loenius Decifie 94, N°. 5: inzonderheid, wanneer by de Oude Handvesten en Placaaten aldaar aan-' gehaalt., gevoegt worden het Placaat van de Heeren Staaten van Holland, van den 4 January 1724, en laatftelyk dat van den 22 July 1772. Dan. welke regtsdispofitie van geene applicatie is op Fyands Goederen, alzoo naar de algemeene regelen van het Regt der Volken onze Vyanden, zoo veel ons aangaat , alle regt weer-, loos wordende, de eigendom van hunnen Goederen by. ons,  3-i6 may, ZAAKEN VAN i78t. ons, dat is by die geenen, die een openbaaren Oorlog tegen den zelve voeren , jure £«///, wettig word geëigent, en dezelve geconfisqueert, conform de leere vail den zeiven Boel in zyne voornoemde Aantekeningen op Loenius Decifie' 94", pag; 597, meede brengende, dat in Gas van Oorlog de gedrande Scheepen en Goederen der Vyanden aan de-Graaflykheid, dat is aan de Souverein van het Territoir, den Oorlog alleen en op zig zelve voerende, kwamen te vervallen en confiscaoel te zyn, ■ ■ " Immers dat de woorden by evengenoemde Hollandfche Regtsgeleerden in den zin moeteH verdaan worden , dat zy een geval bedoelen , waar in de Provincie van Holland, als eene Souverainiteit op haar zelve geconfidereert, eenen afzonderlyken Oorlog kome te voeren , en niet tot gevallen , waar in die Provintie met de andere Bondgenooten van den Staat gezamentlyk den Oor- ; log voeren, is uit den aart der Zaake blykbaar; nademaal het regt tot Confiscatie van vyandelyke Goederen, en alle befchikking over dezelve, alleen kan toekomen aan die Magt, welke den Oorlog voert of bediert; zynde het deeze Magt alleen, welke vorderingen of pratenfien ten laste van den Vyand heeft, welke geregtigt is dezelve te doen gelden , gelyk te zien is by Fattet, Droit des Gens,. Livr. III. Chap. 9 § 164, en Puffendorf de jure Nat. & Gent. Lib. Vilt. Cap. 6. § 21. der ■ Latynfche, en § 18. der Franfche Uitgave, zonder dat ten deezen in aanmerking kon-ne' komen de Distinctie van Grotius, of namelyk die Goederen op publique ordre en door 's Landsdienaaren , of wel door byzondere Perfoonen in bezit genomen worden, van welke distinctie de ongegrondheid hy Puffendorf ter aangehaalde ' plaatze, en by Barbeyrac in zyn Note op die plaats nadrukkelyk word aangetoond ; behalven dat zoodanig onderfcheid geheel buiten applicatie is op het prefente geval , als waar in die Goederen niet door byzondere Perfoonen,: maar op hooge ordre, onder toezigt van de;' Militie van den Staat, in bezit genomen zyn.. Blyven- ; de in allen gevalle even zeeker, dat nademaal het regt l van Confiscatie van Vyands Goederen alleen behoort aan die Magt, welke den Oorlog voert,, en nademaal het oeeze Magt alleen is, die vorderingen ten laste van een  may, STAAT EN OORLOG. 1781. 317 een Vyand heeft , alzoo ook in den tegenwoordigeft ftaat van vyandelykheid en openbaaren Oorlog met Enge. land, het Bondgenootfchap in het algemeen aangaande, al het geene dien Oorlog, en het daar uit volgende regt van Confiscatie der vyandelyke Goedeten betreft, met .gemeen Advis en Confent der Provinciën moet bediert worden , conform het geene by de drie Art. en neegen Arr. van de Unie van Utrecht tusfehen de Bondgenooten is overeengekomen, en dat aan geen der Leeden van het Bondgenootfchap in het byzonder eenig regt tot verbeurt verklaaring der vyandelyke Goederen compe. teert. Dat ook de Heeren Staaten van Holland zelve van .ouus in geen ander begrip zyn geweest, blykt uit derjzelver Refolutie van den 19 Ocbober 1590, (in confirmatie van de Publikatie der Staaten Generaal van den 2 Ocbober 1590, re vinden in het Groot Placaatboek » Deel, Byvoègzel bl. 2209) waar by klaarlyk werd te kennen gegeeven, dat over de Goederen der Vyanden, te weeten de Vyanden van de Unie, en over de Confiscatie derzelve, de judicatuure en dispofitie niet competeert aan de Graaflykheid, of de Provincie van Holland afzonderlyk, zoo als het gevoelen van Boel, buiten de regts termen verftaan wordende,zoude fchynen te leeren,maar dat het zelve behoort aan het Bondgenootfchap in het algemeen, en dat aldus de Graaflykheid van Holland geen regt van Confiscatie ten haaren byzonderen voordeel kan oeffenen omtrent Goederen, ten behoeve van de Unie door het regt des Oorlogs vervallen. Waar tegens in geen aanmerking komen kan, dat aan de Heeren Staaten van Holland als territoriaale Souverainen het regt mogte competeeren, om zig de Zeedriften en onbeheerde Goederen te eigenen : Alzoo , behalven het hier boven gepofeerde, duidelyk aantoonende, dat de geborgen Goederen te deezen geenzints onbeheerd of in den ftaat van Zeedriften gevonden zyn, in allen gevalle des Vyands Goederen niet onbeheert en confiscabel kunnen gehouden worden, als met betrekking tot dë Unie, welke de Vyanden van hunnen eigendom ontzet, en dezelve ten voordeele van de Generaliteit aan het Bondgenootfchap verbeurt verklaart. Zynde ten deezen in aanmerking te neemen, dat de Vy-  3f8 maY, ZAAKEN VA N 1781 Vyand niet ipfo jure vervalt van den eigendom zyne Goederen , maar dat de eigendom der Vyanden daai aan , den Sum'mus Imperans, dszelve bemagtigd hebbende, niet verhindert den Vyand daar van te ontzetten , en dezelve verbeurt te verklaaren, volgens de leejfe vari Pujfendörf de Jure Natura? & Genrium. Lib. IV. Cap. 6*. § 14 zeggende quod in beüo res hoftium, in or* dine ad alium hoftem redduntur velut Dominio vacua; tton, quod hoffes per bellum ipfo jure rerum füarum Domini esje definant, fed, quia illorum dominium non ibftat hojli, quo minus res eas auferre, fibique habefe ppsfit. 'Waar uit dan tefFens proflueert, dat ih het prefente geval niét ieder Lid van het Bondgenootfchap geregtigt zy de geborgene Goederen aan tè liaan, en zig toe të eigenen, maar alleen de Generaliteit van het'l&hdgénodtfchap, "aan welke het Beffier des/Oorlogs door het Bondgenootfchap volkomen is afgedaan, eh dié dus als deJummaJPotestas,.zoo veel de effecten van het Regt dés ÖorJogs aangaat, kan en moet aangemerkt worden, alzo, hier voor aangetoont zyn le4.dat het dte hoogde Magt alleen is , welke voldoeningen" ten laste van de Vyanderi heeft, en kan gelden, notoirlyk volgt, dat alle Exercitie van zoodanige Regten niet aan ieder byzoritier Lid , maar aan de Unie in het algemeen toekomt. En dat overzulks blykbaar moet gereekent worden , volgens de aangehaalde Regelen van het Regt der Volken en de Grondwetten van de Republiek, dat de eigendom der Goederen geborgen uit her Engelsch OostIndiesch Compagnie Schip de Generaal Barker, kooAt aan de Staaten'Generaal, en niet aan de Provincie van Holland alleen: ' ° Dat de voprverhaalde redenen by meer hooggemelde H'eerëri Staaten hunne Principaalen waren gevonden van dat gewigt, en die evidentie, 'dat zy, ter handhaaving van de generaale Regten van het Bondgenootfchap, dienftig geoordeeld handen, hun Heeren Gedeputeerden aan tè fchryven, om daarvan ter Generaliteit opening en prppófitië té doen, tên einde by de gezamenlyke Bondgenooten moge worden verdaan, dat de meergemelde geborge 'Goederen i eh zoo veele andere 'Vyands Goederen,  maw, STUT EN OORLOO. 178». 319 ren , afcrzipin hetrzelve of gelyk geval reeds mogten , of by. vervolg zulten komen te bevinden, vervallen zyn, en vervallen zulten ten profyte van het Bjndgenoorfchap iu het algemeemjiisn niet ten profyte van eenige byzondere Provincie, en dat alzulks het provenu daar van .behoord nakomen in de Ka.-fe van de Generaliteit, oir. tenvibeheexe--van ^e Lfnie-verantwoort en geëmployeert tetiWordan*';. ■ ^..Waarop gedelibereert zynde, hebben de Heeren Gedeputeerden-va» t,de zes andere Provinciën het voorfë. gepiopon^etde Copielykr overgenomen, om in den haaren breeder gecommuniceert te worden. F.n is dien oiivermtndert .goedgevonden* dat Copie vatt»|ieE5gripr'oponeerdea »b , snnvs (nooJajm^ k>u 4 g* 1 ..fcv öXGVIü Propofitie van de Afgevaardigden der • ai ivpio :&tad Amfterdam , /er Vergaderinge . *>/z» #i Greo* Mogenden , 01»n,j ^sanjsais l» -trens -het uitrusten jvan:Oorlogfche' pen , ter beveiliging van 'i Lands tF$i'ims% Koophandel' en Scheepvaart. Gedaan l»d 18 di4y .i78i. :••:)•: 3 7b tab loi^/jii ah név n» patf/ta ai De Heeren Gedeputeerden der Stad Amfterdam hebben op expresfe hst van de Heeren hunne Principalen , ter Vergadering voorgedragen: dat Hun Ed. Groot Achtb. zig hadden gevleid , dat eindelyk; «ans van efft ft zouden zyn geweest de efforts , die zedert een geruimen tyd by de Admiraliteiten waren gedaan, 011 zoodanig een aantal Oorlogfcheepen in Zee te brengen , als diendig zoude kunnen zyn , om de Commercie en Navigatie der Ingezeetenen van deezen Staat , of ten minden eenige takken van dezelven te befcher- men: Dat de gemelde hunne Principalen te meer in deeze hunne verwagting waren gederkt, toen zy onderrigt wierden , dat een taamlyk* getal Oorlogfchee- Pen»  gsb may, ZAAKEN VAN t?8ï. ■pen. van het noodige voorzien, gereed was om in Zee te kunnen (teken , en dat daar toe de pofitive orders 'waren gegeeven ; dan dat zy , tot hunne uiterlte furpvife, eenigen tyd daar na hadden verftaan, dat de Of* beieren , de bovengemelde Oorlogfcheepen commanderende , op het ogenblik, dat zylieden de zoo evenge-mel' e orders hadden behooren re execmeeren , kennis hadden doen geven, dat zy, door gebrek aan Ammunitie, Provifie en Victualie, voor eerst nog buiten ftaat waren aan de opgenoemde orders te obedieeren: . Dat meergemelde Heeren Committenten, geconfidereerd hebbende, dat de opgetelde defecten niet alleen niet had» den behooren te exteren , maar ook by tyds hadden kunnen worden weggenomen , zoodanig door de onVerwagte vertraging van een zaak, die Hun Ed. Groot Achtbaaren oordeelden ten uiteriten nuttig tn voordeehg voor bet Vaderland te zyn , voorn iamentlyk , aangezien zekere byzondere om tandigheid , waren gefrappeerd geworden , dat zy niet kunnen afzyn , rondelyk te declareren, dat 'er wettige redenen zyn om te vreezen , dat door de gezegde inactiviteit zig weinig hoop opdoet voor de hoognoodige befcherming van de Commercie en Navigatie , welker totale ftilftand groote fchaarsheid en binnen kort een gevoelig gebrek ten gevolge zal moeten hebben , om niet te fpreken van de onmogelykheid , om den Vyand , die deezen Staat zedert vyf maanden met eenen onrechtvaardigen Oorlog heeft aangegrepen , en zig reeds van een groot aantal kostbaare Koopvaardy- en Oorlogfcheepen en van eenige onzer buitenlandfche Posfetfien, by verrasfing heeft meeller gemankt, afbreuk te doen : — dat welgemelde Heeren Principalen, uit hoofde van deeze en ande. re niet min gewigtige redenen, geoordeeld hebben niet langer te mogen uitltellen, oen Leden van Uwer Edele Groot Mogende Vergadering, met allen gepasten ernst èn yver, onder het oog te brengen de fchroomlyke gevolgen , welke voor het dbrbaar Vaderland uit dezen bekommerlyken daat van zaken te wagten zyn : Dat de Noorifche Mogendheeden , met welke de Republiek in Alliantie is getreeden , en op welker hulp en bylfand zy genoegzaame reden heeft te hopen, meer dan eens haare verwondering hebben getoond over onze  May, STAAT EN OORLOG. 1781. 3.1 ze inactiviteit en over de geaffecteerde tranquiliteit , waar meede de Republiek alle de inful es van haren Vyand verdroeg, zonder zich in het minde tegens den. zeiven te verzetten. Dat men door onze Extraordinaris Ambasfadeurs aan het Hof van St. Petersburg, van tyd tot tyd gewaarfchouwd was, dat wy van het gezegde Hof, noch van deszelfs Bondgenooten, geen meerdere hulp te wagten hadden , dan die geproportioneerd was aan de efforts, die de Republiek zelve zoude doen: — Dat de zaken aan bovengemelde Hee. ren Principalen waren toegefcheenen van zoo veel gewigt en van zoo een ver uitzigt , dat het meer dan tyd is , dat deeze Souvereine Vergadering, zoo fpoedig doenlyk , overga tot een fcrupuleus onderzoek van de ware oorzaken der bovengemelde inactiviteit; dat zy zig opening laat geven en verflag doen van den Staat der defenfie van den Lande , waar toe zy de noodige bevelen heeft uitgevaardigd ; dat zy inquireeren naar de redenen van de verregaande traagheid en flaphartigheid, waar meede de befcherming van het Land tegens eenen gedugten en vooral activen Vyand word behandeld, en naar de middelen, die in het werk zouden kunnen en behooren gedeld te worden, om de fources van de opgemelde kwalen te doen ophouden en uit den weg te ruimen. — Dat meergemelde Heeren Committenten , ten einde zich voor 's Lands goede Ingezeetenen, welker totale ruïne met rasfe fchreden naderd , en die nogthans tot hiertoe de hen opgelegde Schattingen en Lasten blymoedig in 's Lands Schatkist hebben opgebragt, en. met het hoogde recht daar voor de Protectie van 's Lands Vaderen afeisfehen, buiten verantwoording en reproche te dellen , en om zoo veel in hun vermogen is den ondergang van dit weleer bloeijend en by de Nabuuren geacht Gemeenebest aftekeeren, haare Gedeputeerden ter dagvaard erndiglyk hebben gelast op het boven gedagte onderzoek ten kragtigden te inderen, en vervolgens van hunnent wegen voor te flaan : dat de zaaken van wpgen deeze Provintie ter Generaliteit daar heen worden gedirigeerd , dat aan het Hof van Vrankryk , het welk by aanhoudenheld zoo veele en zulke doorflaande blyken heeft gegeeven van de goed- IL b££l. X wil-  322 may, ZAAKEN VAN 1781. ■Willigheid en genegenheid , om ons tegen onzr-n gemeenen Vyand te helpen , en reeds met 'er daa l getoond heeft , dat deszelfs aanbod van hulp niet llegts in ydele woorden bedaat , zoo ras doenlyk worde verzogt met deezen Staat in overleg te treeden , nopens de wyze, op welke wy, gedurende dit Z >merfaizoen, met communicatie der Plans van wederzy iche Operatien , zouden kunnen en behooren te ageeren: ■ Dat intusfchen niet behoorden te worden verzuimd , om onze Ministers by de Hoven van Rusland, Zweeden en Denemarken te inftnieeren van den toeïland der zaken alhier , en van dat geene , het welke de Republiek tot derzelver verdediging in het werk deld ; met uitdrukkelyken last, om , zonder ophou 'en , by de voornoemde Hoven verdubbelde en de kragtiglte initantien te doen , om aan ons eene goede quantiteit wel geëquipeerde Scheepen van Oorlog over te doen, waartoe ten minften een derzelven haare genegenheid heeft getoond, mitsgaders aan Hun ernltig te reprefenteeren de noodzaaklykheid , welke thans exteerd om in voldoening aan het geHipuleerde by de voorlang geilotene en geratificeerde Conventie , den by de genoemde Conventie toegezegden byftand aan ons, hoe eerder zoo beter te doen geworden. — Dat behalven de zoo even aan de hand gegeeven voorflagen , van welker fucces de Heeren Committenten zich alles goeds beloven, Hun Ed. Groot Achtbaaren boven dien van begrip zyn , dat deeze Staat, of fchoon dezelve onverhoopt en tegen alle verwagting al eens op zich zeiven gelaten wierd, nog veele en genoegzaame refources ia zich heeft , om haare eigen zelfsverdediging niet als desperaat en hoopeloos te doen aanzien; want dat het wel waar is , dat het genot van eenen langdnrigen Vreede op het eerde gerugt van een onverwagten Oorlog en aanval wel fchrik, confufie en verflagenheid kan aanbrengen, maar dat het niet minder waar is, dat de Rykdom en Vermogen van het algemeen , door het jouïsferen van de vrugten van dien Vrede , merkelyk zynde geaccresfeerd , de Hooge Regeering daar door in daat kan worden gebragt , om , door een nuttig en heilzaam gebruik van dezelven, de zaak tegen eenen, door een kostbaren en langdurigen Oorlog afgematten Vyand,  may, STAAT EN OORLOG. i?8r. 323 Vyand, langen tyd dragende te houden, en zoodanige goede maatregelen te beramen, dat dezelve tot het vernieuwen van eenen honorablen en voordeeligen Vreede gedwongen wordt : Dat laacflelyk meergedagte Heeren Committenten van oordeel zyn , dat om de Refolutien , welke tot de voorfchreeven eindens zyn drekkende, en dienen moeten to: befcherming van den Lande en van deszelfs Bezittingen in andere Weerelddeelen , een fpoeoïg en prompt effect: te doen hebben, en om de beraadflagingen daartoe met de vereischt© fecretesfe te doen behandelen , eenige weinige Heeren uit de refpective Provintien door de Heeren Staaten van dezelve behoorden te worden gecommitteerd , en met de nooh"ge indructien en magt behoorden te worden gemunieerd en voorzien , om gedurende deezen Oorlog met Zyne Hoogheid den Heere Erfftadhouder, de nodige befoignes te houden tot het uitdenken , be» palen en in het werk ftellen van alle zoodanige middelen , als meest gepast en gefchikt zyn , om onder den Zegen en byftand van God Almagtig het vervallene te herftellen, de fmaad en fchande, waar meede de Republiek buiten 's Lands overladen is , uit te wisfchen en door eene vigoureufe defenfie het Vaderland met alles, wat in het zelve lief en waard is, voor verdere rampen en onheilen , by deszelfs duurgekogte Vryheid te bewaren: — - Eindelyk vinden meergenoemde Heeren Gedeputeerden zich nog uitdrukkelyk gelast, om be bovenftaande Propofitie, tot verantwoording en decharge van de Heeren hunne Committenten, in de Registers van Holland te doen infereeren , en op alle mogelyke wyze te infteren , dat op dezelve prompte en vrugtbare Refolutien worden genomen, en tot bereiking van hunne goede oogmerken hunne Medeleden inftantelyk en erndiglyk te verzoeken op deezen voordragt , het goedvinden van de Heeren derzelver Principaalen tegen de naastvolgende Vergadering uit te werken en aldaar in te brengen. X a XCVIi  3a* may, ZAAKEN VAN ijMU XCVII. Raport aan Hun Hoog Mogende, op het verzoek van Heeren Bewindhebberen der O. I. Maatfchappye, om een genoegzaam geleide van Oorlogfcheepen. In dato 21 May 1781. De Heeren van Lynden tot Hemmen en andere Hunne Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaaken van de Zee, hebben ingevolge en ter voldoeninge aan derzelver Refolutie 'Commisf. van den 27 April laastleeden , geëxamineert een Misfive van de Gecommitteerde Bewindhebberen uit de refpeftive Kameren van de Generaale Nederlandfche Geoétroyeerde Oost-Indifche Compagnie ter Vergadering van Zeventienen, gefchreeven te Amfterdam den 23 van dezelve maand , reprefenterende het vooruitzicht van de groote ongelegenheid , waarin zy zich door de vertraging in de uitzending van Compagnies Scheepen zoude bevinden, zoo zy niet fpoedig van 't nodige, ten minften als in een gewoone tyd wierd voorzien: als meede de moogelykheid eener vyandelyke aanval op die Gewesten, en de verantwoording, waaraan zich Bewindhebberen anderzints zouden blootftellen, leggende 'er zeeven Scheepen by de Kameren gereed om uit te loopen, en verhopende dat binnen weinig tyd dat getal nog zoude aangroeien ; verzoekende dierhalven een Convenabel getal Oorlogfcheepen , om de Compagnies Scheepen veilig te Convoveeren , terwyl Bewindhebberen van hunne kant intmfchen niets onbezogt zouden laaten,om hunne Scheepen eene veiligheid te bezorgen, zullende eenige Scheepen op een meer dan gewoone wyze doen wapenen, om zich zelfs en de overige in de Indifche Zeeën eenigzints te verdeedigen, •— Dat egter indien Hun Hoog Mog. daartoe met konden refolveeren , zy Bewindhebberen hoopten dat zy niet zouden weezen aanfpraakelyk voor de gevolgen die daar uit zouden moogen voortvloeien , en dat de gezamentlyke Participanten, maar vooral dat Hun Hoog Mog. erkennen zouden, dat zy in deezen alles hadden gedaan. het geen men konde verlangen van Lieden, aan * ' wien  mat, STAAT EN OORLOG. 1781.. S-5 wien het beduur over het goed van zoo veele Weduwen en Weezen , was toevertrouwd ; van Lieden die de eer hadden van onder het onmiddelyk Opperbedier van Hun Hoog Mog. het bewind te voeren over een Ko. lonie, welkers welvaart met die van het Vaderland ten nauwden verknogt is: — En daar op ingenoomen hebbende de Confideratien en het Advies van de alhier aanweezende Gecommitteerdens uit de refpective Collegien ter Admiraliteit deezer Landen, hebben ter Vergadering gerapporteerd; dat zy Heeren Gedeputeerden van Advies zouden zyn, dat, hoe zeer het te wenfchen ware , dat een genoegzaam getal Scheepen van Oorlog konde worden geëmployeert tot befcherming niet alleen van de Scheepen, maar ook van de bezittingen der Oost-Indifche Compagnie deezer Landen , zulks egter voor als nog voldrekt onmooglyk was, uit hoofde van de gedeldheid der Marine van deezen Staat, welke meer dan altewei bekend was, en aan niemand vreemd konde voorkomen, die nier onkundig was, van de natuurlyke en zoo dikwerf herhaalde Reprefentatien van de Collegien ter Admiraliteit, deswegens van tyd tot tyd gedaan, voor al wanneer in 't oog wierd gehouden, dat eene Marine welke tot die laagte was gevallen, niet zoo fchielyk konde worden geformeerd, en op een refpectabelen voet gebragt. Dat deeze zwakke Marine boven dien als nu nog kragteloozer was geworden , door het furpreneeren en vermeederen van verfcheide Scheepen van Oorlog, door de Cafueele desastres van eenige anderen, en uit hoofden dat de andere zoodanig zyn verfpreid, dat van de Equipagie die voor dit Jaar was geprojecteerd , zeer veel geheel toegeruste Scheepen en Fregatten wierden gemist, daar van ten minden tot dit oogmerk geen dienst konde worden verwacht: —- Dat verder de gereede Scheepen die actueel zig bevinden in de Havenen deezer Landen, eerst en vooral moeden dienen ter beveiliging der Kusten en Zeegaaten , mitsgaders tot protEetie van de Vaart van en naar het Noorden en de Oostzee:— en dat inzonderheid uit hoofde van het onvoorbeeldig gebrek aan Bootsvolk; voornamemlyk, al meede geoccafioneerd door het neemen van zulk een Inportante menigte Nederlandfche Koopvaardy ScheeX 3 Pen»  32ö MAY, ZAAKEN VAN 1781, pen, dewelke met bet beste Nationaal Zeevolk waren voorzien , geno.gzaam geen tyd was te bepaalen, waar. op de overige in Equipagie zynde Oorlog Scheepen in gereedheid zouden kunnen zyn : dat echter de Oost-Indifche Compagnie van alte veel importantie was voor deeze Landen , dan dat derzelver verzoek geheel van de hand zoude kunnen worden geweezen , en zulks te minder, om dat derzelver Bewindhebber;, niet biotelyks vroegen , om alleen ten lasten van den Lande te worden geprotegeerd , maar integendeel met 'er daad toonen, tot hun eigen defenfie tetfens de uitertte efforts te willen doen , en alleen de nodige onderdand van 's Lands wegen verzogten tot asfiltentie van de forces , dewelke zy zelve in gereedheid zouden brem? gen: — Dat een weigering van dusdanig verzoek op dit tyddip tot een gevolg zoude kunnen hebben , dat alle hoop op protectie vau 's Lands wegen wordende opgegeeven , teffens ook zoude worden afgezien van die poogingen, dewelke anderzints misfchien niet zonder hoop van fucces tot eigen behoud zouden worden aangewend , en dat de Nederlandfche Etablisfementen in dat Werelddeel genoegzaam zonder tegenweer , in handen van den Vyand zouden vallen , en deeze Republiek by het eindigen van deezen Oorlog , zich van alle refources zoude vinden gedestitueerd. Dat het voor gevoel hier van fcheen te moeten uitwerken , dat alle kragten vereenigd en ingefpannen wierden, om ook ten deeze aan het verlangen van welgemelde Bewindhebberen zoo veel mogelyk te kunnen voldoen , en dat , ten einde daar toe ook niets onbeproefd te laaten, onder afwachting van 's Heemels Zeegen , en van de fpoedige en krachtdaadige byltand der Bondgenooten, by gebrek van het gewoone, zonder het minde tydverzuim, tot de prompde buitengewone hulp. middelen toevlugt moest worden genoomen , en dat mitsdien zyn Doorlugtige Hoogheid als Stadhouder en Admiraal Generaal deezer Landen zoude behooren te worden verzocht, en gequalificeert , om zoo door het overneemen is het doenlyk van Scheepen van Oorlog met derzelver Equipagie , als door het huuren van andere bekwaame Scheepen , welke daartoe zouden kun. nen worden geapproprieerd, hier of buitens 's Lands, en  may, STAAT EN OORLOG. 1781. 3S7 en op alle andere gevoegelykde wyze de Zeemacht van den Staat ten kosten van den Lande , zoo fpoedm en zou veel mooglyk te verfterken ; en om vervolgens de coi cc-rt met welgemelde H-eren Bewindhebberen der O^-Indifcbe Compagnie te reguleeren den tyd, de wyze en de fterkte van de protectie, dewelke aan de voorfchreeven Compagnie zoude kunnen worden verzorgd, alles zoo, en in diervoegen, als H 'Ogstgemelde zyne Hoogheid, behoudens de meening vau Hunne Hoog Mog. Refolutie van den 26 Maart laasrleeden, ten meeden nutte van den Lande en de voorichreeven Compagnie zoude oordeelen te behooren. _ ,, . . . , En dat laastelyk ook de refpective Collegien ter Admiraliteit deezer Landen zouden behooren te worden aangefchreeven , en geLst om na hun ulterde vermogen met zyn Dooriugtige Hoogheid meede te werken , niet alleen in 't generaal om 's Lands Scheepen zoo prompt doenKk in eene behoorlyke daat te brengen en te houden, maar ook omtrent al het geen omtrent derzelver fpoedige bemanning , en tot meerder fpoed der wervingen zoude kunnen dienen , met bdofte dat de Fx-lordinaire fpendatien, welke daar toe mogten wor. den vereiscbt, en met overleg van Hoogstgemelde zyne Hoogheid ?e aan , aan dezelve zullen worden gereditueerd en goedgedaan. Waarop gedelibereerd zynde , hebben de Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Zeeland, het voorichreeven Gerapporteerde Copielyk overgenoomen, om in den haren breeder gecommuniceert te worden. XCVIlf. Refolutie der Staaten van Gelderland, tot de vermeerdering van Troepen met Kuiters en Voetvolk. Genomen in dato 22 May 1781. Ontfan?en, en ter Vergadering, expres daar over verfchreeven, geleezen een Misiive van Haar Hoog Mog. tot Bylage hebbende het affchrift van eene Mislive van den'Raad van Staate, beide gefchreeven inden X 4 m^  3s8 may, ZAAKEN VAN tjiv. Haag den 18 April Jaastleeden , vervattende op de voorflag van Zyne Hoogheid gedaan, een nader Conciliatoir Plan van augmentatie der Militie van den Staat met 936 Paarden, en 17686 Koppen , waar van 6000 Hoofden gedestilleerd zouden zyn voor den Zeedienst, volgens de lysten en uitrekeningen daar van geformeert, zoo wegens het getal der paarden en hoofden, als van de Soldyen en Recrutgelden , mitsgaders de uitrekeningen, hoe veel de Soldyen van de te augmen* teerêne Troupes op gelyke voet, ajs die van de gehee» ]e Armée zullen komen te beloopen , en eindelyk het montant van de laatst geproponeerde verbooging varj Soldy , en ter reguarde van de Armée van den Staat, zoo als dezelve thans is gecoi-ftitueerd , alles op den voet , als uit dje bygevoegde lysten en (lukken in het brede is te verneemen ; verzoekende Haar Hoog Mog. zoo als ook oen Raad van Staaten , om verfcheide redenen , met veel nadruk daarby aangedrongen , dat de refpective Bondgenooten derzelver ferieufe en ernltige gedagten over deeze zoo hoognodige en presfeerende zaak , hoe eer zoo beter , zouden willen laten gaan , en het voorgeflagene Plan van augmentatie in diervoegen, als hetzelve thans is geformeerd, adopteren, ten einde de Republiek niet aan grooter gevaar werde bloo; gefteld , en meer nadeel word toegebragt. Waar op gedelibereerd zynde , hebben Haar Ed, Mog. zig met voorfz, Conciliatoir Plan in alle de leden en deelen van dien geconformeerd , doende zulks kragt deezes , met authenfatie op den Gecomm. deezer Provincie ter Generaliteit, om , met communicatie en goedvinden van Zyn Hoogheid , de executie van dat Plan op de beste en convenabelfte wyze tè helpen bereiden, en ter cotulufie te brengen. Én zal hier van extract gezonden worden a^n welgemelde Gecomm., om zig daar na te reguleeren. XCIX.  may, STAAT EN OORLOG. 1781. 32? XCIX. Declaratoir van Gedeputeerden der Stad Dordrecht, omtrent de Propofitie van Amfterdam , ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr. Mogende. In dato 22 May 1781. De Heeren Gedeputeerden der Stad Dordrecht, hebben ter Vergadering gedeclareerd , dat zy geen tyd verzuimd hadden , om de Pa,poli ie van Heeren Burgemeefteren en Regeerders der Stad Amfterdam ter keni is van de Regeering van hunne Stad te brengen, en teffens ook te communiceeren , dat zy Heeren Gedeputeerden, omtrent de materie, daarin vervat, vooruitloopig hadden gedeclareerd, dat bet principaale oogmerk , hetwelk in de gemelde Propofitie zeer klaar doorkraaide, tei■ eenemaale overeenlbmde met dat gee'pe , hetwelk federt eemgen tyd het object vin Pradimipaire deliberatien by de H'eren hunne Principaalen hadt opgeleverd; en dat zy dienvolgens zich raar door ftilzwygende geauthorifeerd hadden gevon ten, om ovet het generaal, in zoo verre de voorfchreeve Propofitie meede voor de hunne aan te neemen , en dat zy verVolgens niet hadden kunnen af zyn, om de Heeren Gedeputeerden van Amfterdam, en in dezelven Burgemeefteren en Regeerders van dje Stad , op het hartlykfte dank te zeggen voor den opregten yver en zéde, waar meede gemelde Heeren , door deeze falutaire en zoo hoognodige demarche, de waare belangen van het lieve en reeds te zeer verzwakte Vaderland toonden in het oog te houden: dat zy Heeren Gedeputeerden, uit hoofde van de voorfchreeven Communicatie, thans expresfelyk waren gelast , om ter decharche van welgemelde Regeering hunner Stad voor de Posteriteit in de Notulen van Hun Kd. Gr. M^g. te doen infereeren, dat Hdii Ed. Gr. Achtb., met inhaefie en approbatie van het voorfchreeven geadvifeerde , met groat genoegen de opgemelde Propoiide hadden vernomen, en ook bereid en geneegen waren, om van wegens hunne Sfad te concurreeren tot al zoodanige bekwaame en efficacieufe middelen , als welke het meest gefchikt zouden X 5 wor-  330 may, ZAAKEN VAN 1781. worden bevonden, om het bedrukte Vaderland uit den hoogen en presfanten nood, waarin hetzelve thans verfeerde , ten fpoedigften te redden , en dat zy ten dien einde nier zouden nalaaten , om de byzondere objecten , in de meergemelde Propofitie voorkomende, met den eerden in Deliberatie te neemen, en derzelver Re. folutie ter Vergadering van Hun Ed. Gr. Mogende te brengen. C. Aantekening van Gedeputeerden van Haarlem , ter Vergaderinge van Hun Edele Groot Mogende, omtrent het gepasfeer» de op den 18 May, ter gelegenheid der Propofitie, door Gedeputeerden van Amfterdam gedaan. In dato 22 May 1781. De Heeren Gedeputeerden der Stad Haarlem , hebben by het refumeeren der extenfie van den 18 deezer gedeclareerd , dat het Advis, door hen by het overneemen der Propofitie van de Heeren Gedeputeerden der Stad Amderdam gegeeven, hebbende ingehouden : Dat gelyk dezelve Propofitie moest worden geattribueerd aan een loflyke zugt tot bevordering der alge meene Belangens , mits dien welgemelde Heeren Gedeputeerden van Amfterdam, en in dezelve ook de Heeren hunne Committenten, by provifte behoorden bedankt fe worden voor den yver en attentie ten nutte van het lieve Vaderland in deezen betoond; zy Heeren Gedeputeerden , derhalven , na dat genoegzaam al de Leeden zig met hun Advys uitdrukkelyk geconformeerd hebben , en hetzelve dus in een provifioneel belluit van deeze Vergadering is veranderd , niet anders hadden kunnen verwagten , of het gemelde geadvifeerde zou, in navolging van meerdere voorbeelden een dadelyk ingrediënt van de voorfchreeven provifioneele Refolutie zyn geworden , doch dat zy Heeren Gedeputeerden , het tegendeel hier van ondervindende , en hunne deswegens gemaakte Remarquen met een eenvoudig ftifzwygen van de Leeden ziende beantwoord , over zulks, om te doen blyken , wat op de voorfchreeven Propo- 1 1 ' fitte  MAY, STAAT EN OORLOG. 1781. 331 fitie effecbivelyk zy gebeurd , en dus tot Judificatie meede van het Rapport, dat zy desweaens aan de Heiren hunne Principaalen reeds gedaan hebben , nodig hebben geoordeelt om dteze Aantekening in Hun, Ed. Groot Mogende Notulen te doen infereeren. Cl. Extract uit de Refolutien van. de Heeren Staaten van Holland en West • Friesland; behelzende Confent tot het op~ fchieten van twaalf honderd duizend Guldens aan de Oost-Indifche Maatfchappy e. In dato 30 May 1781. By refumtie gedelibereerd zynde op het rapport , den 18 May ter Vergadering uitgebragt, door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hunner Ed, Gr. Mog. Gecommitteerden tot de Zaaken van de Finantie, hebbende tot voldoening van Hun Ed. Gr. Mog. Refolutie Commisforiaal van den 6 February laatst leeden , mer de Heeren Gecommitteerde Raaden in den Hage en te Hoorn refideerende , geëxamineerd en overwoogen , ■ hoedaanige pecunieele adfiltentie van 's Lands wege aan de Nederlandfche Oost-Indifche Maatfchappy , tot voortzetting van haare hoogstnoodige Operatien ter befcherming van haare Po«fesfien, verleend en toegevoegd zoude kunnen worden: Is goedgevonden en verdaan , aan Bewindhebberen van de Oost-Indifche Compagnie in de relpecbtve Kameren , binnen deezé Provincie refideerende, te fourneeren en op te fchieten een fomme van twaalf honderd duizend Guldens op dubbelde Intrest, en zulks in deezer voege , dat de helft daar van ter Somme van zes-en-dertig duizend Guldens Jaarlyks, tot gedeeltelyke aflosfinge van de Hoofd-Somme verltrekt, en van het resteerende Kapitaal de Jaarlykfche Intrest van 3 per Cent betaald zal moeten worden , als wanneer de totaale Hoofd-Som, volgens den Staat daar van hier agter gevoegd , na verloop van drie en dertig Jaaren geheel zal zyn geacquiteerd en gekweeten , en zal tot prseltatie en naarkoming van het gunt voorfz. is , door wel* ge-  33« may, ZAAKEN VAN ï73i. gemelde Bewindhebberen , na voorgaande Authorifatie van Hoofd-Participanten, behoorlyk Acte Obligatoir ten behoeven van den Lande moeten worden gepasfeerd, onder fpeciaale affectatie en verbanden van alle Goederen , Koopmanfchappen en Bezittingen van de Compa» gnie binnen deeze Provincie geleegen, en zig onder de Souvereiniteit van Hun Ed. Gr. Mogende Devindende wordende de Heeren Gecommitteerde Raaden geauthorifeerd, aan deeze Refolutie de noodige executie te geeven , met verdere Authorifatie op dezelve Heeren Gecommitteerde Raaden, om het Fournisfement van het opgemelde Kapitaal,het zy in eens, het zy in Termynen, te doen , zoo als na de conltitutie der Finantie meest gefchikt zullen oordeelen. CU. Berigt en Confideratien van den Reprce* fentant van Zyne Hoogheid en Bewind, hebberen der generaale GeoEtroyeerde West-Indifche Maatfchappye ter prafidiaale Kamer Amdetdam , raakende de Memorie van den Heere St- Saphorin, Gezant van Deenemarken, van den 20 April 1781 , eifchende de Ontrui' ming van de Forten Crevecoeur en Bonne Efperance. Gefchreeven den 29 May, en den 31 ter Vergaderinge van Hunne Hoog Zogenden ingeleverd. hoog mogende heeren! Wy hebben ons vereert gevonden met Uwer Hoog Mogende zeer gevenereerde Misfive van den 3 deezer maand , dienende tot geleide van Hoogstderzelver Refolutie van denzelfden datum , waar by het U Hoog Mog. behaagt heeft ons Copie toe te zenden van eene Memorie van den Heere de Si. Saphorin , extraordinans Envoyé van Zyne Majedeit den Koning van Deenemarken, infteerende op afdoening van de bewuste differenten op de Kust van Africa , en eisfchende uit naam van den Koning zynen Meefter de Eva- cua-  may, STAAT EN OORLOG. 1781. 333 cuatie van de Forten Creveceeur en de Beme Efptrance breeder in de voorfz. Memorie vermeld, waar benee'vens U Hoog Mog. hebben goedgevonden ons te gelalten, dat wy ons Berigt en Confideratien daar op fuccinfte yk aan Hoogstdezelve zouden laaten ^toekomen Aan deeze Uwer Hoog Mog. gerendeerde ordres dan zullende voldoen, kunnen wy niet nalaaten te betuigen, dat den Inhoud dier Memorie van den Heere St Saphorin, ons ten hoogften heeft aangedaan en gcfurpreneert ; terwyl het ons is voorgekomen, dat de Sering van zyne Deenfche Maiefteit zoodanig van allen fch?n van fondament is gedeititueert, dat wy dezelve aan geene andere reeden kunnen attnbueeren , dan aan zeer verkeerde informatien, die aan Hoogstdezelve door de Deenfche Opperhoofden en Officieren van de Kust van Guinea moeten zyn toegezonden, dan van welke abufiefheid wy ons durven vlyen , dat zyne Maiefteit door eenen beeteren voordragt van den Staat en geleegenheid der zaake zal kunnen worden overreed, terwyl wy ons egter teffens verbeelden, dat U Hoog Mog. by overweeging van de omltandigSeeden deeler zaake ligtelyk «uilen vallen "tf;^ grip, dat aan de vordering van het Deenfche Hof niet zoude kunnen worden voldaan , zonder aan de WestIndifche Compagnie een tort aan te doen, het welk zy in het minfte niet heeft verdient, en hetwelk ondertusfehen niet minder ten gevolgen zoude moeten hebben dan dezelve geheel en al te verfteeken van den Handel, langs het beneede gedeelte van de Goudkust, in welker ongeftoort Bezit dezelve zeedert omtrent een en een halve Eeuw geweest is , en dat wel om geene andere reeden dan omdat het voor de Deenfche Natie welke zig lang na de onze aldaar geetablisleert heeft, convenabeler tot voortzetting haarer Commercie zoude zyn , byaldien zy van de nabyheid der Hollanders aldaar konden worden gedebarrasfeert Voorts moeten wy de vryheid neemen U Hoog Mog. te herinneren, dat het Fort Crevecoeur, welkers evacuatie men in de eerfte plaats vordert, is het Hollandfche Fort aan Acra geleegen, het welk aldaar uit hoofde van een Conventie tusfehen de West-Indifche Com- pa-  334 may, ZAAKEN VAN 1?gf, pagnie, en den Koning van groot Acra, reeds in den jaare 1641 geilooten , omtrent dien tyd is gebouwd en tusfehen het Engelfche Fort St. James en het Deen* fche Fort Christiaansburg geleegen is , van ie Ier van welke het zelve omtrent een Kanonfchoot afl er. De Deenfche Natie heeft het laatstgenoemd Fort Chnstiaanshurg riet alleen in laatere tyden, en lang na dat onze Compagnie het Fort Crevecoeur had aangelegt, aldaar gedouwd, maar het zelve was volgens getuigenis van bosman in zyn Befchryving van de Gut* neefche Goudkust, pag. 69, in het laatst der voorige Eeuw , het eenigde het welk de Deenen toen op die Kust hadden , terwyl het toen zelfs nog in het iaat I693 door de Neegers aan haar werd ontnoomen, dewelke het eenigen tyd behielden , en het niet dan door voorfpraak en op intercesfie van de Hollanders hy den Koning van Aquamboe, aan de Deenen wederom gaven. Dat Fort nu, hetwelk door ons uit kragt van wettige Convenrien met de Naturellen van het Land, voor omtrent hon lerd en veertig jaaren aan Acra is aangelegt , wil de Deenfche Natie, die zig van tyd tot tyd meer heeft ui-gebreid langs die Kust, alwaar de Nederlandfche Wcst-Indifche Compagnie bevoorens alleen pleeg te handelen, ons afhandig maaken, ten einde de Hollandfche Natie van de beneeden Kust geheel en al te verjaagen, en alzoo privativelyk Negotie te dryven in een Land en op een Plaats , alwaar zy te vooren geen Etahh'sfementen hadden , maar zig allengskens ren onzen praduditie hebben ingedrongen: en voegt 'er by eene vordering, om aan hun ook het Fort Bonne Efperance of de Goede Hoop over te leeveren, hetwelk aan Bercoe een weinig boven Acra geleegen is , en het welk wel in laatere tyden is aangelegt, dog egter veele jaaren voor het omftaan der tegenwoor lige onlusten met de Deenfche Natie op de Kust, en teffens op eene Plaats alwaar het uit de Registers der Compagnie blykt , dar reeds voor den jaare 1638 door de Nederlandiche Compagnies-Bediendens Koophandel is gedreeven. En waarom zouden tog deeze twee Foten door onze  May, STAAT EN OORLOG. 1781. 33$ ze Compagnie aan de Deenfche Natie moeten worden ingeruimr, waarom zouden wy alzoo geheel van de beneeden Kust moeten worden verdreeven ? Het fchynt dat men die vordering doet by weegen van een eïsch van fatisfactie voor het cgelyk, hetwelk men 'prjetenfelyk fustineert door onze Compagnies-Dienaars en derzelver geallieerde Neegers, aan de DeenfcheVe zyn aangedaan. Dog wanneer het U Hoog Mog. zal behaagen zig de geleegentheid deezer zaake kortelylc te binnen te brengen, welke wy bevoorens breedvoerig aan Hoogstdezelve hebben voorgedraagen , vertrouwen wv dat' U Hoog Mog. oogenblikkelyk zullen worden overtuigt, hoe ontydig en ongepast zoodanig eene vordering van fatisfactie is. Immers is het V Hoog Mog. bekent, dat de eerde en genoegzaam eenige aanleidende oorzaak der ongeneugtens, welke tusfehen de Deenfche en Hollandfche Natie in 'de maand May 1776 op de beneeden Kust zyn uitgebrooken , daarin heeft beftaan, dat de Commandant van Acra , Jacobus van der Peuye, ter dier tyd een Etablisfement van Negotie heeft willen maaken , volgens zyne opgave aan Occo, een plaats meer dan twintig mylen beneeden Acra geleegen na Rio Volta toe, en aldaar de Deenen zelve hebben erkent, dat het aan de Hollandfche Natie vry ltond te Negotieeren, dog volgens de fustenue der Deenen aan Tibetcue een of twee mylen meer na Rio Volta toe leggende, en op welke Plaats zy zelve een exclufief Regt van Handel dryven , hebben goedgevonden te adferibeeren dat zy in deeze hunne fuppofuie , door verfcheide gewapende Negers van Acra, welke tot Hangmatdraagers voor de Corporaal hadden gedient, welke zig beneevens een Dienaar van voorfz. van der Peuye , aan Occo zoude neder.' zetten, op derzelver retour op de publique weg gevangen genomen, en in de Halsketting van Ningo hebben wegsevoert, en zig ook met geweld van de Perfoonen van den gemelde Corporaal, en van den Bedienden van den Commandant van der Peuye, mitsgaders van de zig by hun bevindende Slaaf en Slavin hebben meefter gemaakt, en dezelve insgelyks na Ningo getranfporteert; dat vervolgens de Acrafche Neger Makelaar Otto, aan wien de Hangmatdraagers toebenoorden, dezelve aan het Deen-  336 may* ZAAKEN VAN i?gt. Deenfche Fort Oirfoe , digt by Chrigtaansburgs gelee, gen, en werwaards zy overgebragt waren, heeft opge. êischt, dós dat dezelve toen door de Negers onder de Deenfche Forten geattaqueert zynde, daar uit tusfchert de wederzydfche Neegers hodiliteiten zyn gevolgt: geduurende welken , de Deenfche Natie, van het Fort Christiaansburg en Ourfoe, op de Hollandfche Negers hebben gevuurt , het welke weederom van het Hollandsch Fort Coevecoeur beantwoord is , dog zonder dat het blykr, dat of de Hollanders of de Deenen, zelfs eenige daadelyke fchaade hebben geleeden, terwyl verder de oneenigheeden zeer fchielyk door een ftildand van wapenen zyn opgehouden, waarhy de wederzydfche Gevangenen zyn uitgewisfelt, en waar op een bedand is gevolgt, het welk gelyk U Hoog Mogende bekent is, fuccesfivelyk tót hier toe is geprolongeert, zoo dat hetzelve nu nog blyft continueeren, tot den 10 February van het aandaande jaar Ï782 toe. Het Deenfche Gouvernement ter Kuste Guinea, heeft vervolgens daar op altoos geindeert, dat dit verfchil na Europa aan de refpective Souverainen moest worden gerenvoyeert , om by dezelve te worden vereffent: zeekerlyk uit overtuiging, dat wanneer de by hun gefustineerde Regten tot de Plaatfen, van waar zy de Hollandfche Compagnie hebben tragten te weeren, by de Naturellen, die in der daad de Grondheeren des Lands zyn gebleeven en zig altoos als zoodanig hebben doen gelden, geëxamineert en beflist zouden werden , zy' in het ongelyk zouden worden gedelt. En inmiddels heeft men zig aan de zyde van het Deenfche Hof alleenlyk bepaald tot het doen van klagten in Fago, by U Hoog Mog. over het gepretendeert ongelyk, het welk men fustineerde door de Hollanders aan de Deenen te zyn aangedaan , terwyl men ook in het generaal betuigingen van gèneegenheid heeft gedaan, om deeze verfchillen in het minnelyke te asfopieeren ; dog wanneer men van de kant der Nederlandfche Compagnie heeft geindeert om eene pertinente opgave der reedenen van bezwaar van het Deenfche Gouvernement ter Kuste, en Communicatie van de berigten, waar op het zelve hun regt fundeerde, is men daar omtrent altoos in gebreeken gebleeven, terwyl men van de Deenfche  mat, STAAT EN OORLOG. i?8i.' 33? fche kant, niet alleen nimmer eenige voorflagen tot arrangement heeft gedaan, maar ook daarenboven door ons reeds bevoorens aan U Hoog Mogende eerbiedig is geprefemeert , dat, ter deezen opzigte , geene gevoeglyke fchikkingen alhier in Europa konden worden gemaakt , nademaal het de Regten der Negers op de beneeden Kust zyn, welke gereguleert moeten worden, en men zonder hen niet kan contracteeren over het gee« ne tot hun belang behoort. En dan zy het ons gepermitteert te vraagen , Hoog Mogende Heeren ? hoe het tog in deeze fituatie van zaaken te pas kan komen , dat men van de Deenfche kant hy wyze van fatisfa&ie vordering eischt, dat onze Compagnie de opgemefde haare wettige Bezittingen van Crevecoeur en de Goede Hoop , aan de Deenen zoude moeten inruimen, en alzoo de geheele beneeden Kust van boven Acra af, tot Rio Volta toe , alwaar dezelve onze Compagnie , meer dan anderhalf Eeuw gerustelyk en vreedelyk heeft genegotieert, aan hen zoude moeten overlaaten? Immers, hoe zeer ook den Heere de St. Saphorin by deszelfs Memorie of Nota , aan U Hoog Mog.3 onder de datum van 4 fanuary deezes jaars overgegeeven , en vermeld in Uwer Hoog Mog. Refolutie van den 7 derzelver maand , het zoodanig wil doen voorkomen , als of het waarfchynlyk zou ie zyn , dat de Deenfche Africaanfche Compagnie, welke in den jaare r;:6 by den aanvang deezer oneenigheeden, nog fubfifreerde in de zwakke ftaat, waar in zyne Excellentie zegt, dat dezelve Compagnie zig toen bevond , zoude hebben willen doen ondemeemen , om zig verder uit te breiden , of de Hollandfche Etablisfementen aan r: tasten, niets is egter meer zeeker, dan dat de Beciic-ndens van dezelve Compagnie , niet allen by aanhoudentheid zig op verfcheide plaatfen langs de beneeden Kust hebben ingedrongen, en Forten en Logies hebben opgerigt, op plaatfen alwaar zy dezelve te vooren niet hadden, maar dat zy ook in het byzonder toen ter tyd de eerde Aanvallers zyn geweest, en zonder vooraf eenige klagten of reprefentatien aan onzen Directeur Generaai ter Kuste te doen, dadelyk den weg van faitelykheid en geweld hebben ingedaagen, zoo door het ge- 11 deel. Y van.  S3S may, ZAAKEN VAN 1781. vankelyk wegvoeren van de Acrafche Negers, als door de Vyandelyke overrompeling en gevangenneeming van den Hollandfchen Corporaal , mee deszelfs Onderhoo. rigen , die zig te Occo bevonden , en zulks op eene plaats , op welke volgens de erkentenis der Deenfche Natie zelfs, de Nederlanders bevoegt waren , Negotie te dryven ; terwyl zy vêrvolgens niet alleen door het oprokkenen der met bun verbonde Negers tegen die van Acra, maar ook inzonderheid door het te hulp roepen van de Acquampinifche Natie, de holtiliteiien tot zoo» danigen hoogte hebben gebragt , dat zy het waarfchynelyk alleen aan de moderatie van de Bevelhebbers der Nederlandfche West-Indifche Compagnie te danken hebben 9 dat die van Acra, welke van ouds geweest zyn, de wettige Heeren des Lands, en zig nog in die qualiteit begeeren te doen erkennen , de geheele Deenfche Natie , door welke zy by aanhoudentheid beleedigt zyn, niet van de beneeden Kust hebben verdreeven. . . En dat die Natie zig in tegendeel heeft laaten te vrede ftellen met de aan hun gegeeven hoop , dat de zaaken in Europa behoorlyk onderzogt zynde, men hun vau de zyde der Deenen en derzelver onderhoorige. Negers , eene behoorlyk fatisfaclie voor het geleeden ongelyk zoude bezorgen. Wy willen gaarne erkennen , Hoog Mog. Heeren ï dat deeze Vyandlyke aanval van den Deenfchen kant , niet alleen excufabel zoude zyn, maar zelfs als wettig geconfidereert zoude mogen worden, byaldien het zeefeer ware , dat daartoe van weegens den Nederlandfchen Commandant van Acra reeden was gegeeven , door het willen formeeren van een Logie of Eiablisfement van Negotie op zoodanig een plaats , alwaar het hem niet vry'ftond Negotie te doen , en alwaar daar toe een exclufif Regt aan de Deenfche Natie competeerde. Dog hoe zeer wy ook by herhaaling by U Hoog Mog. hebben geinfteert, dat aan het Deenfche Hor mogt worden verzogt, Communicatie van de bewyzen van deszelfs gefuftineert uitlluitent Regt om op Tubercue te mogen Negotieeren, zoo wel als van de allegatie , dat het de intentie van den Commandant van der  may, STAAT EN OORLOG. 1781.' 339 der Peuye zoude zyn geweest, om zynen Corporaal en Dienaar, niet aan Occo zig te laaten nederzetten , zoo als by aanhoudentheid door hem is ftaande gehouden; maar zig in teegeudeel aan Tubercue te etablisfeeren , en hoe zeer wy meenen te mogen onderftellen , dat deeze onze billyke inftantien ter kennisfe van den Heere Si. Sdphorin zullen zyn gekomen, zoo heeft men egter aan den kant van het Hof van Deenemarken zig tot hier toe daar op niet gelieven in te laaten , terwyl wy van onzen kant ons laaten voorftaan , dat wy niet alleen zeer wel in ftaat zouden zyn, om alle zoodanige allegatien 4 als men van de Deenfche zyde zoude mogen willen maaken , tot ftaaving van derzelver Regt , op het meergemelde Tubercue niet alleen formeelyk te de» ftrueeren, maar zelfs daar tegen zeer wel zouden kunnen bewyzen, dat, al waar het eens, dat onze Commandant van Acra , de meergemelde Jacobus van der Peuye , derwaards Luiden had willen zenden , om 'er voor hem Negotie te doen , dezelve daar door niets anders zoude hebben gedaan, dan het geen hem fum* mo jure vry ftond te doen. En gelyk wy dan uit dit alles vermeenen dit wettig gevolg te mogen trekken, dat het nog een quasstie is, welke tert eenemaale is ongedecideert, of 'er door gemelden van der Peuye iets het minfte is gedaan , het welk tegens de Regten der Deenfche Natie, aan de beneeden Kust van Guinea ftrydig was , en dus tot het beginnen van de hoftiliteiten , van weegens de Deenfche Compagnies-Officieren en Bediendens aanleiding heeft kunnen geeven 5 dan of in het tegendeel, al het ongelyk aan de Deenfche zyde refideert; zoo vertrouwen wy^ dat het daar meede ook voor beweezen moet worden gehouden, dat zoo lang dit gefchil niet behoorlyk onderzogt en beflist is, geene eisch van fatisfacbie van weegens het Deenfche Hof te pas kootnt, veel min geadmitteert kan worden, terwyl dan nog daarenboven ten deezen in Confideratie zoude moeten komen , dat, al ware het eens beweezen , des geenzints, dat de West-Indifche Compagnies-Bedienden ter Kuste, eene onvoorzigtige ftap hadden gedaan, en daar door aanleiding tot de ontftaane onlusten gegeeven zouden mogen hebben, dan nog de eenige fatisfacbie, die ten ' Y 2 dien  S4o mti ZAAKEN VAN 1781. dien opzigte te pas zoude kunnen komen, zoude moeten beftaan , in eene vergoeding van de fchaade, die door deeze kleine Neger-Oorlog, aan de Deenfche onderdaanige Neegers zoude zyn toegebragr, en gtenzints eene ontruiming van alle der West-Indifche Compagnies Etablisfementen aan de beneeden Kust , en zul - op eene plaats, daar dezelve Nederlandfche Compagnies ■zig uit kragt haarer Conventien met de Naturelle Lands'heerenj zeedert een byna onheugelyken tyd, heeft ge; ëtablisfeert , en alwaar de Deenen, zig nier dan I mg daarna en allengskens, zelfs in prteiuditie van de Naturellen, en door het berokkenen van Oorlogen en on'erntgbeeden onder dezelve heoben ingedrongen; terwyl U Hoog Mogende dan hier uit kunnen opmaaken, hoe 'verkeert en tegen de waare gelegenheid der zaaken dodende is, het zeggen van den Heere de St. Suphorin, by deszelfs Notia van den 20 April 178) , „ dat de „ Onderdaanen van Hun Hoog Mogende langzaamep- hand, by inbreuk, de Posten Crevecoeur en Bonnt „ • Efperance ingenomen en verderkt hebben." Hoe komen tog, meenen wy met allen eerbied te mogen vraagen, zulke allegatien te pas, ten opzigte van een Fort , ■het welk veel langer, als het Deenfche op de Kust heeft geëxifteert, en in den mond van eene Nane, die byna eene Keuw geleeden, geene andere Bezittingen dan het Fort Christaansburg aan de beneeden Kust ha t, en welke zig zeedert van tyd tot tyd aldaar wel heeft uitgebreid en haare Forten en Logies :by Contbuiatie vermeerdert ; dog daar door geen regt heeft kunnen verkrygen, om die geenen te doen verhuizen, welken'er reeds lang voor hun gercfideert hadden ? Voor het overige vertrouwen wy, dat U Hoog Mogende ook geenzints eene genoegzaame reeden tot het accofdeeren der verzogte evacuatie van de meergemelde onze Forten aan Acra en Crevecoeur zullen vinden, in de zeer vreemde allegatie van den Heere de St. Saphorif), „dat deeze Posten tegenwoordig de Deenlche Vas- tigheeden aan deeze Kust tot zoo verre belemmeren „ en bepaalen, dat zy derzelver aanweezen byka^s ver„ nietigen, en ter indandhoudinge op kosten jaagen, „ die 'er het voordeel van verflinden.", , U Hoog Mog. begrypen genoegzaam van zeiven, dat zoo  may, STAAT EN OORLOG. 1781. 3** 200 wel het fubfifteerende Beftand, als zelve de zwakke daar, waar in zig de Bezittingen van de West-Indifche Compagnie op de'Kust van Africa actueel bevinden, alle fchaduwe van prasfumtie wegneemen , dat men van weegens dezelve eenige hodïliteiten tegens de Deenfche N itie zoude kunnen of willen entameeren, terwyl wy wel willen gelooven, dat deeze Etablisfementen van onze Compagnie de Deenfche Natie, op de beneeden Kust lastig vallen en incommodeeren, edog om geene andere reedenen, dan dewyl zy daar door verhindert worden, dien Handel met de Neeger Natiën ter Kuste alleen te exerceeren, die bevoorens alleen door onze Compagnie gedreeven wierd; dog in welke zy zig allengskens hebben ingedrongen, en waaruit zy ons, ware het mogelyk , nu wel geheel zouden willen verftooten. Dan wy vlyen ons, dat zulke reedenen van Conve-> nientie voor de Deenfche Natie, niet alleen geen grond, by ö Hoog Mog zullen opleveren, om aan het voordel van den Heere de St. Saphcrin het oor te leenen, maar dat zyne Deenfche- Majedeit zelfs nader onderrigt wordende van de onbillykheid der gedaane verging , ook daar van gaarne zal afzien , terwyl wy van de hooge sequiteit van gemelde zyne Majedeit niet kunnen verwagten, dat Hoogstdezelve van de ware omltandigheeden deezer zaake geinformeert wordende, zoude kunnen of willen indeeren op eene vordering van inruiming i'an zoodanige Plaatfen, op welke de West-Indifche Compagnie een incontestabel Regt heeft, het welk door een zoo langduurig Bezit is bevestigt, en dat wel alleen, omdat het zyne Majedeits Q.nderdaanen beter accommodeeren zoude, zoo zy van die nabuurfcbap der Nederlanders ontflagen waren , en den Handel aldaar alzoo alleen aan zig zouden kunnen trekken. . Wy zullen hier meede dan ook dit qns Berigt befluiten , terwyl wy het onnqodig oordeelen de pracieufe attentie van U Hoog Mog, met deeze zaak langer te oc,cupeeren, te meer , daar wy by de refpective Memorien en Berigten tot deeze zaak relatief, welke wy de eer gehad hebben op den 7 Ocbober en 1 November 1780» mitsgaders den 25 February deezes jaars, ter voldoening aan Uwer Hoog Mog. requifitie aan Hoogstdezelve te laaten afgaan, ons reeds breedvoerig, zoo omtrent de Y 3 on-  3*2 may, ZAAKEN VAN 178?. onwettigheid der klagten aan den kant der Deenfche Natie, als omtrent de wyze , waar op deeze verfchillen , het zy by minnelyke fchikkinge geasfopieert, of wel anHers na een behoorlyk onderzoek van zaaken, bedist zouden kunnen worden, hebben uitgelaaten, dat wy voor het tegenwoordige niets daar by weeten te voegen , en dus de vryheid moeten neemen om daar aan voor als nog te refereeren, teffens egter U Hoog Mog. op het aliereerbiedigst folliciteerende , dat volgens onzen voordag in onn laatstgenoemde Berigt van den 25 February deezes jaars gedaan, de zaaken daar heenen mogen worden gedivigeerd, dat 'er tusfehen het Deenfche Hof en Uwe Hoog Mog. ten fpoedigfte een prolongatie moge worden gereguleert van het Bedand, hetwelk met de 10 February aandaande zal expireeren, ten einde daar van aan de wederzydfche Direcbien op de Kust by tyds aanfehryving zal kunnen worden gedaan, en alzoo verdere verwyderingen en hodiliteiten werden geprevenieert , welke anders ligtelyk zouden kunnen, voorvallen, wanneer de Opperhoofden van eene van beide Narien aldaar, zig by expiratie van het Bedand bevoegt zouden moogen oordeelen, om den een den anderen VyanHelyk aan te vallen, of wel aan de met hun ter wederzvden verbonden en onderhoorige Negers de handen vry te laaten, om de gefchillen onder eikander met de Wapenen te beflisfem Waar meede, hoog mog.heeren, enz. Amderdam 2oMay 1781. (Onder dond) M Den Reprefentant van Zyne Doorlugtige Hoogheid en Bewindhebberen van de Geoétroyeerde West-Indifche Compagnie ter prsefidiaaie Kamer Amderdam. (Getekend) f. warin Az. w. lampsins. cin,  may, STAAT EN OORLOG. 1781. 343 CIII. Relaas van het Gevegt tusfehen twee En. selfche Konings en twee Hollandjcne >s Lands Fregatten , voorgevallen op den 30 May 1781; door den Nederlandfchen Bevelhebber g. oorthuis Briefswyze medegedeeld. Met het eerde glas in den Dagwagt, bevonden wy ons op de hoogte van de Klip van Gibraltar, circa een of een halve myl van ons. Ik hield een algemeen overal en ieder was op zyn geftelden post; er wierden van de top gezien 4 Scheepen voor uit, eenige Scheepen in de Raai van Gibraltar, waar onder een Oorlogfchip zigtbaar, en 2 Engelfche Oorlogs-Fregatten, onder de Klip te louvert van ons, welke Engelfche Vlag en Wimpel gebezen hadden, zynde, zoo ik met beter zien konde,ieder gemonteert met 13 (tukken in de laag, houdende naar ons toe, waar op wy beiden Hol anafche Vlaggen toonden, wimpel hyden en hen met klein zeil inwagten om dag te leveren: maar zy hielden al dryvende af, hysfende verfcheiden Seinen op; waar op zv weder naar ons toe hielden met alle Zeilen in top. Wy wagten ben weder op, doch zy hielden weder af hysfende als voren feinen en bleven eene goede did'antie van ons, het naauw van de Straat meede uit. Voorby Ceuta zynde, tusfehen de 6 en 7 glaren in de gemelde wagt, liet ik op voorbeeld van den Commandant weder Vlag bysfen , als komende de twee Scheepen te na naar ons toehouden en gaf hun , nevens den Commandant Melvdl, een laag met lcherp aan ftuurboord, waar van de kogels digt by hunne Scheepen waterden, maar wierd door hun niet beantwoora, egter hielden zy wat af en duurden met ons het Naauw van de Straat door, doende de Commandant intuslchen met de 2 glazen, in den voormiddag Dagwagt iein van Zeil te maken, waar aan ik voldeed , blaasde de laag aan Bakboord af, waar van ik het fcherp had aten afhalen , dewyl eenige dukken nat geworden en lang geladen geweest waren. Vervolgens buiten het Naauw Y 4 zvn*  344 may, ZAAKEN VAN 1781. zynde, gingen de gemelde Scheepen , dewvl zy fnelle Zeilders waren , voor de Cador en my over, fchynende hun reis te vervorderen: ik liét derhalven alles weder op zyn plaats bezorgen en duurde de Cours van den Cimmandant Melvill, In de Platvoet met het eerde Glas, waren de twee gemelde Scheepen aan ly van ons, en fcheenen eenige preparatien te willen maken tot eene actie, liggende dan eens by en dan eens dryvende en dan met ons te leggen ; ik liet alarm daan en ieder kwam vol moeds weder op zyn gedelde post, dog zagen vervolgens niet dat zy lust fcheenen te hebben ons te attaqueren, maar denklyk wel om ons digt in het gezigt te houden om de Cours te obferveren, of om by dil weer dag te leveren; ik liet derhalven alles klaren en in orde houden om hun af te wagten en praide den Commandant die van dezelfde gedagten was. Woensdag den 30 May 1782, zynde op de gegiste Noorderbreedte van 36 graden 18 minuten, het naade land de hoek van Kadix O. N. N. 19 mylen. Met het eerde glas in de dagwagt zag ik dat de a Fregatten van daags te voren ons zeer fterk kwamen oploopen en wel te loefwaard van ons, en de Commandant Melvill, die digt na my toegehouden had, praaide my, en ik had moeite om door zyn digte, vry van denzelven te blyven , dewyl ik door reege en buyig weer drie reven in de Marszeils had, doch heb denzelven niet kunnen verdaan , door dien ik alreeds alarm had laten daan , daar een ieder met blydfchap, vol • vuurs en moed op zyn gedelde post kwam , zoo dat wy voor en met de twee glazen in gemelde wagt reeds aan de ilag waren met een der Fregatten , zoo als andere en ik heb kunnen tellen met 13'{tukken in de laag en eenige op het halfdek, zynde uit de gevondene kogels 13 en 8 pondets, hyde alvorens aan weerszyde Vlag, en de twee gemelde Engelfche Fregatten gaven het eerde vuur, dat door den Commandant Melvill en my direed beantwoord wierd, nemende dus ieder Fregat van ons een , en vuurden zonder tusfehenpozen aan weerszyde met ongemeene dapperheid tegen eikanderen, zoo wel over Stuurboord , Bakboord als van agteren en voren , proberende het met ons flaande Fregat aan alle kan-  was, STAAT EN OORLOG. 17.81. 34J kanten, doch zonder vrugt, het welk nog in het eerfte begin gelegenheid gaf aan het Schip , dac met de Castor aan de gang en zeer digt by was, byna een geheele laag te geven , en zoo men zien kon gevoelige fchoten toe te brengen, zoo dat zy een goede diftantie met hun beide van ons verwyderden; egter kan ik met geen zekerheid zeggen of de Castor lang gedagen Jieeft, doch het flaan van dit/ myn onderhebbend Fregat met een der bovengemelde Vyandelyke , volgens informatie de groot de van de twee, was onophoudelyk en zeer fterk , durende tot de agt glazen in gemelde wagt, en dus drie uuren , doende omtrent 1200 fchoten , als wanneer in dien tusfchentyd het Engelsch Fregat door ons zyn Groote en Befaansraast, benevens de Voormarszellsraa , tweemaal zyn Vlag van boven, neer en al zyn ftaande en loopendc- Wand en Zeilen aan flarden gefchoten wierd , zoo dat hy toen ik hem praaide door het ftryken van zyn Vlag, als meede het waayen vau de hoeden en het roepen van: yes Sir, te kennen gaf, zich over te geven , waar pp ik ftilftand, ordonneerde en het gevegt aan weerszyden een einde nam, en een algemeene vreugde onder myn Volk veroorzaakte. Hadde by die occafie beter gelegenheid om de Castor te bezigtigen , die, door welk toeval onbekend, reeds zyn Vlag geftreken en een Engelfche Vlag waayen had, en benevens het ander Fregat heel wel in de Zeilen fcheen, en Sloepen in het water had. Het was niet alleen niet raadzaam maar onmooglyk, dewyl op dit myn onderhebbend Fregat alles wat Wand hiette, aan ftukken en het Schip buiten ftuur was , bezitting van onze weerlooze Prys te gaan nemen, dewyl wy zoo min als de gemelde Prys een Sloep konden uitzetten, doordien de'zyne onder de Masten , en de my? ne alle drie door en door gefchoten waren, en ook Takels , &c. misten, intusfchen dreef hy gaande weg najade andere Scheepen, die niet verre af waren, en reeds na het zelve afhielden, my ook buiten ftaat fteiie om een acfie met den anderen te kunnen ondernemen. Zeer ongelukkig en jammer is het, dat op de Castor de Vlag geftreken was , zynde het anders buiten tegenfpraak, dat zy beide zouden prys geweest zyn, en Y 5 zelfs  34 ponders Kogel1-, als meede verfcheiden foorten van Schroot, Musket? Glas, Druif- en Draaibas Kogels , waar on* der eenige met Brandi»offen; als meede dat het BoegAiker, zwaar en ligt Werp-Anker van ons weg waren; eindelyk kregen wy een nieuwe Fok aan , en hielden zoo veel mooglyk af naar de een of andere Reede . ten einde te herltellen , zynde de naafte en beste Kadix; verders was het Schip rondsom het Boord mee verfcheiden idioten doorboord. (was get.) g. oorthuizen. CIV. Plan van gewapende Vaart op de WestIndien , geduurende den Oorlog met Engeland , door een Scheepsreeder en Handelaar op die Gewesten, zynen Landgenooten voorgedraagen. Een welmeenend Ingezeeten van dit Vry Gemeenebest , kan niet dan met goedkeuring befchouwen de onderneemingen , welke door zyne Medeburgeren in dit tydsgewrigt worden by de hand gevat, om , op bekomen verlof, en aanmoediging zelfs, van 's Lands Hoge Overheid, afbreuk te doen aan een Vyand, die eensklaps de langer dan honderd jairige betrekking van Bondgenoot , nog daar en boven door allerlei andere banden verderkt , verbrekende met alle zyne magt niet alleen , maar een zelfs onnodige overmagt, op een ogenblik de vaste Bezittingen van zynen Bondgenoot overvalt, en een  $48 may, ZAAKEN VAN 1781.: éen groot aantal zyner weerloze Koopvaardyfcheepen, die niets kwaad vermoeden, en de fteven in de beste trouw zelve na zyne Kusten wenden, wegneemt en ver. meeflerd. Wy deelen allen minder of meerder in de fchadens, ens daar door op het onverwagtfte aangedaan: en waar toe zullen niet de zaken gebragt worden, by aldien geene middelen worden ter hand genomen, om zulk een geweld te fluiten ? Alle onderneemingen derhalven , welke daar tegen werken, zyn loffelyk, om haare naauwe betrekking op onze vryheid, en de veiligheid onzer Bezittingen: dan het is met de menfchen en zaken zoodanig geleegen, dat wy doorgaans de dingen verfchillende befchouwen. ?Er is geen zoodanig Plan uit te denken , waar op geene aanmerkingen, 't zy dan min of meer gegrond, kunnen worden gemaakt; en fchoon wy te zamen al mogen eens zyn over de goedheid van zeker oogmerk, verfchillen wy egter veeltyds over de beste middelen, om het zelve te bereiken* Het geen den een of ander dikwils als een gebrek in zeker ontwerp voorkomt, is daarom juist altyd geen wezentlyk defect; en of fchoon wy derhalven verfchillende mogen denken over de middelen , door anderen in 't werk gefteld, is het 'er verre van daan , dat wy daar om zouden laaken den yver van zulke mannen, als langs een andere weg , dan wy zouden verkiezen , even wel tog het zelve einde tragten te geraaken , 't geen wy ook beoogen : eh hier geld het zeggen : die niet tegen ons is, is voor ons. Ik wil derhalven geenzints den verdienden lof onthouden aan het kloekmoedig project van den wakkeren Heer Matthys Oofler en zyne participanten, of aan de onderneemingen van anderen, hier en elders, tot het uit. rusten yan eenige kapers, om 's Vyands roofharpyen te verjagen , te vermeefleren , en dus onze Koopvaardy. vlooten'een ruimer baan te helpen bezorgen na de Havenen hunner begeerte; en ik fmeke hartelyk over die edele pogingen den zegen van Hem, die rechtvaardig is, en tusfehen ons en onzen Vyand richten zal. Dan hoe zeer ik met blydfchap verneeme, dat het getal der bevorderaars van dit Pian niet gering is, waar om  tMA¥, STAAT ËN OORLOG. iM> 349 om is egter het zelve niet nog grooter (*) ? is het, om dat anderen weder inclineeren tot het ter Kaapvaaren , fchoon zy egter niet min harr en moed hebben, niet min edelmoedigheid, om het publicque nut te bevorderen, en ook gaarne van het hunne iets zou ten opzetten , om de Commercie en Navigatie, door welke zoo veele duizenden yverige handen hier gefterkt, en zoo veele talryke huisgezinnen in ftaat gehouden worden , op eeniee wyze nuttig te zyn? dat zy het dan toonen, en niet agter blyven! De Coa-mercie tog, dit zal niemand ontkennen, is de zenuw van den Oorlog zelve: onder en doorbaare fuccesfive uitbreiding van onze Voorvaderen bedand gebleeven, om eentagtigjarigen Oorlog uit ce houden, ja 'een Oorlog tegen de vereende machten van Engeland en Frankryk te gelyk te verduuren: ons een voorbeeld gevende, van liever te willen derven, dan verbonden te tekenen, die een juk zouden leggen op de vrye halfen kuniier kinderen: een denkbeeld , waar van zylieden ysden, door wier manmoedige begrippen wy tot hier toe in die gelukkige vryheid hebben geleeft, om welke ook aan onze kinderen te doen genieten , en ongefchonden overtcleveren, wy niet min verpligt, en zekerlyk geWihia zvn, )it 1 onze op te zetten. ■ Allen moeten wy derhalven handen uit de mouwen fteeken, deeze op die, geene op een andere wyze, elk na hem best voorkomt, en ter bevordering van hetzelve oogmerk ! de Commercie moet doorgezet en gehandhaatt ten koste van goed en bloed, of wy kunnen in dit Land niet bedaan; de Vyand begrypt dit, en legt zig daarom toe, om ons door derzelver ltremming,die hartader adedeeken. • Wat zullen de gevolgen zyn, zoo wy de Koopvaardy langer laten Itil daan, en ons aan een totale inactiviteit overgeeveti? onze Colonien zullen allen toevoer mislenen, buiten de weinige, op veire na niet toereiken- (*) Kon men die fonds brengen tot de fomma, die voor a Oorlogfcheepen van Linie gevraagt word, koe veele Kapers 'had men 'er voor? men zou 'er confiderabel effect van zien , het oogmerk bereiken, en gewisfe winst doen.  35o tfA*, ZAAKEN VAN i-jÉi. kende, die vreemden in ftaat zyn aan te brengen, welke zig dan daar uit een ryken winst bezorgen zullen, die wy misfen : wy blyven verfteeken van bunne producten, en , gelyk wy zelve daar door zullefl verarmen, en zoo veele als uit de Interesfen der genegotieerde Capitalen voor een gedeelte of geheel fubfifteeren, zal de ichrikkeiyke invloed daar van zig zeer fchielyk doen geyoelen op alle Klasfen van menfchen, niet alleen in deeze volkryke Stad , maar door bet ganfche Gemeenebest: daar de rykdom van een verftandig en weldenkend Souverain beltaat in die der Onderdaanenzoo zullen wy ook, als zoodanig , hoe gewillig , buiten ftaat geraaken, om de yverige pogingen der Vaderen van 'c Vaderland te onderfteunen. Terwyl dan deeze manmoedig ter Kaap vaaren, eri den weg openen, kunnen anderen (want niemand mag thans ledig ftaan) bedagt zyn, om de Commercie meest mogelyk in ftand te houden en voort te zetten: men zal vragen, hoe kan dit anders gefchieden, dan onder toereikende Convoyen? maar hoe veel tyd zal 'er nodig zyn , om 's Lands Zeemagt na vereisen der prefente nood te verfterken: deeze aftewagten, zoude de Colonien aan de grootfte gevaren van binnen en buiten bloot ftellen. Wat is 'er dan te doen? zelve inmiddels voor de veiligheid onzer Commercie te zorgen; onze Colonien yan alles te voorzien, en hunne voortbrengzelen, door vreemde Eenden, als men zegt, uit den byt te houden, in onze eigen fehoot uit te Horten, en aan onze zaken weder te geeven dat leeven en die beweeging, van welke het leeven en de beweeging der ganfche Gemeente afhangt, van zoo veele menfchen , die geene leggende renten, en veeltyds talryke huisgezinnen hebben , en welker voorbeeldige en eenpaarigë denkwyze in deeze tyden dubbeld de hulpe der vermogender, al was het zelfs zonder voordeel , ja met eenige fchade yerdient, ten einde gefterkt door den gemeenen welvaart , den Vyand gedurig met gemeene en frisfche krachten te beftryden.. De wyze, waar op ik meene, dat zulks best zoude kunnen gefchieden, is, zig te voorzien van de kloekfte en weerbaarlte Scheepen, die te bekomen zyn; dezelve be-  may, STAAT EN OORLOG. 1781. 35* behoorlyk ten Oorloge te equipeeren, en voorts zoodanig te beladen met de gewoone goederen , dat de defenfie en fnelheid van zeilen daar door niet word belernmerd, om vervolgens die goederen na onze Colonien over te brengen, en haare producten aftehalen: wy kunnen daar van dit voordeel hebben; dat voor eerst elk zoodanig toegerust Schip op zig zelve beltand is tegen welke van 's Vyands Kapers het zoude mogen zyn: a) dat zy vereenigt , zelfs den Oorlogfcheepen , die hen z„uden willen aanranden, werk genoeg zullen verfchaffen- O dat zy met Brieven van Marqué voorzien, zonder'veel gevaar te loopen, zullen kunnen overmeefteren zoodanige Scheepen, als van eenig minder vermogen, hen in hunne weg ontmoeten: 4) dat de Colonien, die wv niet zonder het uiterfte perykel kunnen verleegen laaten, dus door ons zelve zullen worden geproviandeetf O dat wy de voordeden van deeze Commercie zullen blyven genieten: 6) alle Klasfen van menfchen daar in doen deelen, gelyk zy anders in de algemeeiie ramp zullen doen, en allen, als ik reeds gezegd heb, in Haat blyven, 's Lands Schatkist te onderfchraagen, in het blymoedig draagen dier lasten, welke s Lands Overheid behoeft. *t Is waar, dat deeze Equipagien zullen kostbaar vallen • dan wie onzer inladeren zal niet gaarne na evenredigheid meerder vrachten betaalen, als hy zyne goederen, voor welke geene Asfurantie op de gewoone wyze te bekomen is, uit en t'huis kan afladen in Scheepen die zoo veele verzekeraars aan boord hebben: zelfs zullen onze Asfuradeurs, voor welker mainctien de ganfche beurs belang heeft, te zorgen, worden aangemoedigt, om op zoo toegeruste Scheepen met een beredeneerde gerustheid te tekenen tot veel modicquer prs. mien, dan men thans van voorzigtigen zelfs vergen kan: de kostbaarheid deezer uitrusting zoude ook, indien me» het Plan aggreëert, 't geene ik vervolgens zal voor tellen , door veelen worden gedragen, en niet komen alleen ten lasten van zoo weinige, als anders 't getal onzer Reeders over ieder Schip uitmaken. Misfchien denken veele by zig zelve: waarvan daan de benodigde Scheepen gehaalt 1 wat Sommen zoude 0 men  35* may , • ZAAKEN VAN nBU men voor dezelve niet moeten befteeden! en hoe groot het fonds moeten zyn, 't geen zoude kunnen toereiken, om Equipagien van eenige naam te doen; want 'r is be* ter in 't geheel geene, dan te weinig Scheepen te gebruiken. Ik hebbe deeze zwarigheid voorzien , dog gelyk ik niet van 't humeur ben, om my door een difficulteit te laten airesteeren, zonder eerst onderftaan te hebben, of ze is weg te neemen, zoo zal ik u, 't geen my als een expediënt in deeze is voorgekomen, niet onthouden. Ik (belle vooraf, dat geene Scheepen tot deeze expeditien bekwamer zyn, dan die wy gewoon zyn op dip Vaarwater van de West - Indien te gebruiken , fchoon zekerlyk het een meer, het andere minder bekwaam is , en eenige zeer weinige mogelyk ook als niet, of weinig convenieerende mogen geoordeeit worden. Van deeze Scheepen is een geheele Vloot aan handen; maar zal men zeggen in vaste handen, die dezelve of niet zullen afltaan, öf tot zulke Pryzen, welke men niet bedeeden mag: ik llemme dit toe, en wil geenzints, dat derzelver Boekhouders of Reederyen gepriveerd worden van de voordeden, die zy zig met het bouwen dee* zer Scheepen hebben voorgefteld: ook dit zal ik in *t oog houden. Maar wat is het geval met deeze Scheepen in de prs. fente omftandigheden ? niemand immers zal ligt verkiezen dezelve thans te equipeeren, of hy moest by toeval een bevragter aantreffen , die hem zyn Schip genoeg, zaam betaald: het is dan te vreezen, dat de meefte Reederyen hunne Scheepen zullen laaten (til leggen , tot een toereikend Convoy word verleent: want om dezelve voor rekening der fubfifteerende Reederyen zoodanig te Equipeeren. als thans gevordert word, zal niemand* onderneemen , daar hy zelfs uit dubbele vrachten de kosten niet zoude kunnen goedmaken: ik zwyge nog, dat men daar en boven de Scheepen die in klynen getalie uitzeilen, en niet eenigzints een Esquader kunnen uitmaken, zou exponeeren genomen te worden. Op die voet evenwel kunnen de Scheepen geene Vragten verdienen; het Capitaal blyft renteloos, de Zeevaart verloopt, alle de gevolgen daar van vertoonen zig, ert de  mat, STAAT EN OORLOG, itfi. 353 de geinteresfeerden in de Colonien zien zig gepriveert van de mogelykheid, om het nodige derwaards te fchikken of hunne producten van daar te bekomen. Myne fpeculatie loopt daarom over middelen, om aan alle deeze inconvenienten te gemoed te komen. Zoude men niet op een raifonnabel te ftellen prys gedurende de praefente omftandigheden , in welke wy de Scheepen niet voor rekening der fubfifteerende Ree. deryen kunnen gebruiken, dezelve kunnen overneemen voor een fonds en Directie, welke ik zal voordellen, om met de Officieren, welke thans daar op dienen, zoo lang dezelve zig wel gedragen, geëmployeert te worden op het ordinaire vaarwater , onder Conditie, van, na het cesfeeren der omdandigheeden, op tauxarie van daar toe te benoemen perfoonen, weder uit dat fonds , en van onder die directie, over te gaan tot dezelve Reedery, van welke men dezelve heeft overgenomen , zoo zulks wierd gerequireert , of anders aan dat fonds en onder die directie blyven, zoo lang dezelve in ftaat zullen zyn ? Zoo ja, dan wierden de Scheepen geëmployeert zonder zulk een rifico voor de Reederyen , en die zelve Reederyen zagen zig weder in de posfesfie hunner Scheepen gefteld, wanneer zy zulks zelve zouden verlangen. Immers zoo men in de tegenwoordige omftandigheden den geinteresfeerden in Scheepen voorftelde, of zy niet zouden wenfchen thans een minder Interest in dezelve te hebben, en daar tegen by herftelling der vrede, weder hunne vorige Navigatie met die zelve Scheepen te kunnen hervatten, is 't te denken, dat de meeften, zoo niet allen dit gaarne zouden willen , als het een en ander teffens kon plaats hebben; en dit is juist het geene ik beoogde: de zaak is nu om elkander en het gemeen te helpen. Na dit generaal voorftel nopens de Scheepen, agte ik, alvorens in de verdere detailen daar van te komen, nodig te fpreeken van het fonds en de directie, van welke ik zoo even heb gewaagt. Ik oordeele, dat eene fubfcriptie zoude beho~>ren te worden geopent ter fomtna van een duizend Guldens voor ieder portie; en mag men niet hopen, dar, in ag- II. beel. Z ting  3r4 mayj ZAAKEN VAN 1781. vmg genomen het confiderabel getal van Menfchen, welke by den handel op He Colonien zyn geinte/esfeert; de groote menigte, welke in de Reederyen op dit vaarwater participeert, en het nog veel grooter aantal, welk belang heeft om de Zeevaart aan de gang te helpen en te houden, genoegzaame liefhebbers behoorden te worden gevonden, om een toereikend fonds byeen te brengen, om niet te fpreeken van de accesfie van andere welmeenende en gegoede Vaderlanders , waar aan het thans niet ontbreekt, en die , zelfs zonder de voordeden hier uit te wagten , in aanfchouw te neemen , door hunne yver voor 't gemeene welzyn genoeg zonden worden aangefpoortV De Directie over dit fonds zou kunnen gelaten worden aan eenige Heeren onder den titul van Beftierende Leden , en behalven deeze zouden nog eenige kunnen worden benoemt als Honoraire , om op te fixeeren tyden byeen te komen , het rapport der Beftierende nopens den gang van het werk te verneemen , en over de nodige mefures te raadpleegen. Deeze Leeden zouden vervolgens aan de Boekhouders van Scheepen, die zy bekwaam oordeden, kunnen doen proponeeren , hun Schip onder directie van hun Schipper , en des gerequireert ook Stuurman^ of Stuurlieden, tot een te fixeeren ordentlyke prys te cedeeren aan dat fonds en Directie, om daar meede op de West-Indiën te navigeeren , met verzoek, dat dezelve >zyne Reedery daarop gelieve te hooren , en offerte, om, wanneer , zulks zal worden verlangt, het zelve Schip op tauxatie weder aan dezelve Boekhouder en Reeders te moeten, en aan geene andere té mogen afftaan; onder conditie, dat ieder Reeder voor zyne portie in het ovi r'eneemen Schip , en voor het behoud van Reciame of tauxatie, in het zelve fonds zal furuet-ren een duizend guldens: dat de Heeren, die tot de directie zullen worden verzogt, zullen zyn zulke lieden . aan welke men dezelve volkomen mag toebetrouwen , en die voor het algemeene welzyn zéle genoeg hebben, om, daar zy alleen door 't Publicque nut behooren beftiert te worden, niet alleen geene provifie voor hunne moeite te vorderen, maar naauwkeurig toe te zien, dat de ganfche Expeditie met aile mogelyke menage gefchiede, en al-  may, STAAT EN OORLOG. i?8i. 35f alles in Rekening worde gebragt, zoo als behoord, kunnende,- ter betere bereiking van dit oogmerk, zoo veel mogelyk alles worden aanbefteed, ten einde geene faveuren in leverantien zouden kunnen plaats hebben ten nateele deezer onderneeming. Dat vervolgens onder derzelver opzigtzoo veele Scheepen mogelyk wierden geëquipeert en gemonteert , als hier voren is gemeld, om te navigeeren op de WestIüdien, voorzien met lettres de Marqué, ten einde, als hier vooren is gezegt. Dat de Vrachten uit en te huis wierden verhoogt in evenredigheid der meerdere kosten van de Equipagie, en geene inladers geadmitteert, dan die teffens in het generale fonds hebben deel genomen: dan dat omtrent de acceptatie der goederen van deeze in 't oog zou moeten worden gehouden, dat by 't laaden een participant van een dubbele portie preferent zal zyn voor die van een enkele, en zoo na evenredigheid. Dat ook naauwkeurig werde toegezien , dat niet op namen van anderen worden gelaaden Goederen, toebehoorende aan perfoonen, welke geene participanten in het fonds zyn, en de Cargadoors daar op zullen moeten letten , op poene, daar anders alle Cargadoors zullen werden geadmitteerd, de zoodanige by vervolg uit ,te lluiten , welke hier in tegen de conventie hebben gehandelt. Dat by terugkomst der Scheepen dezelve Veemen van Waagdragers, die gewoon zyn den omflag van de Retouren dier Scheepen te hebben , dezelve zullen behouden , mits voor hun Veem deel neemende in het generale fonds. Dat, zoo veele Scheepen mogelyk, teffens in gereedheid zullen moeten worden gebragt, om gecombineert te kunnen zeilen. Dat de uitdeelingen wegens de Vragten of genome Pryzen, zoo wel als de fchadens, by verongelukken of neemen van eenige dezer Scheepen te vallen, zullen komen ten bate of fchade van de gemeene participanten in het generale fonds , elk na zyn aandeel, en, dat aan Directeuren te zamen zal worden gelaaten de uitfpraak nopens de uitdeelingen , welke zullen kunnen gedaan worden. Z 2 Zie  55<ï mat, zaaken VAN j78i. - Zie daar een Plan , om van de Scheepen, die thans buiten empïoy blyven liggen , gebruik te maken op eene wyze, dat alle de tegenwoordige Reeders met eene mindere rifrco blyven participeeren in het generale fonds aan de voordeden, uit de Vrachten en Pryzen te behaalen; op eene wyze, dat op 't ogenblik, als men zulks verlangt, die zelve Scheepen met hunne eige Officieren op billyke voorwaarden weder keeren onder de vorige directie , en op eene wyze teffens , dat de particuliere Reedery van elk Schip op zig zelve in de Prys , waar voor hun Schip ten behoeve van het fonds is overgenomen , een vergoeding vind voor de fchade , welke by het neemen of verongelukken zou kunnen worden geleeden: terwyl aan den anderen kant zoo veele , als direct of indirect Interesfen hebben in de Colonien, en in de activiteit der Navigatie (en wie is 'er in 't ganfche Land, die zeggen kan volftreKt geen belang daar by te hebben ?) en uit dien hoofde ter bevordering deezer zaken in 't generale fonds deel neemen , behalven het genoegen van het algemeen en hun byzonder belang te helpen voortzetteu, ook met weinig te wagen participeeren aan de voordeden, uit Vrachten en Pryzen te behaalen. De Conditie fchynt my alzinrs Eequitabel ; maar, gelyk te hopen is, dat zig voor 't Publicque welzyn wel lieden zullen laaten vinden, om zig me. het beltier gratis te belasten, zoo is 't aan den anderen kant te hopen en nodig, dat de Heeren Boekhouders en Reeders in de refpective Scheepen zullen confidereeren, dat dit zoo zeer geene finaale verkoop is, dewyl zy de magt van te rug eisfching behouden, maar flegts een temporede afltand in een tyd, dat hun Capitaal buiten employ legt: op een voet, dat zy in daar meede te doene winften blyven participeeren , die by gelukkigen uitOVg aanzienlyk zouden kunnen zyn door de verhoogde Vragten, en kans van Pryzen te neemen, welk alles zy met een verminderde rifico kunnen afzien, zonder verftoken te blyven van hun voorig aandeel en directie, zoo haast de vrede herfteld word, of zy zulks verkiezen: en dat zy derhalven dit in hunne prifatie in 't oog zouden houden, te meer, daar zy aan den anderen kant, als interesfanten in *t generale fonds, belang hebben, om deeze  may, STAAT EN OORLOG. 178U 357 ze transactie voor het zelve zoo voordeelig mogelyk te maaken. . Ik vinde niets dodelyker voor ons, dan de inactie, in welke de Vyand ons door bedrieglyke hope op Vrede onbegrypelyk weet te houden, terwyl hy ondertusfchen voortgaat met de zigtbaarde blyken van hoftiliteit: wy abandonneeren daar door alles , en leveren ons flapende in zyne handen, om daar uit, als wy ontwaken , de wet te ontfangen : ■ ■ - zal ons een vreemde magt te hulp komen, des te beter, maar waarom zouden wy het daar op laaten aankomen? de Vrede zal waarfchynlyk fpoedigst en eerlykst gemaakt worden door een kloekmoedige bereiding ten Oorloge: en terwyl aan de eene kant onze Hoge Overheid daar mee. de onledig is , terwyl aan een andere kant courageufe Medeburgeren , onder welke wy ons teffens kunnen rangeeren , uitrustingen ter Kaap doen , laten wy het onze doen ter handhaving, voortzetting en uitbreiding onzer Commercie: wy mogen daar van het zelve effect wagten, 't geen een oplettend onderzoeker van 's Lands Oude gefchiedenisfen vinden zal, dat het ook in vorige tyden gehad heeft , wanneer de Vyanden alleen hun werk maakten van het kostbaar gedeelte van den Oorlog , en wy teffens van het voordeelige; waar door zy van tyd tot tyd agter uit teerden, en wy gedurig aanwonnen en toenamen; de Franfchen fchynen dit thans te begrypen en na te volgen; wat men 'er langer meede , zit men langer met de handen over elkander, zoo zal de Negotie zoodanig een andere cours neemen, dat wy zelf na de herftelling der Vrede , van aanzienlyke takken zullen verdoken geraaken. En wat nadeel zoude tog uit het amplecteeren van dit voordel kunnen ontdaan ? word de Vrede fpoedig herfteld, zoo zal een ieder zyn afgedaan Schip weder kunnen na zig neemen , en, die men aan het fonds laat, zullen voor gemeene rekening blyven navigeeren , zoo lang 'er één goed is: waar na het fonds zelve onder de refpective Participanten kan worden verdeelt:continueert den Oorlog, zoo kunnen uit de winden fuccesfivelyk al meede meerdere Scheepen worden aangekogt, en aangetimmert: en alles gaat zyn gang met dat onderfcheid, Z 3 dat  I58-.MAY t ZAAKEN VAN STAAT EN OORL. t ?nu dat het getal der Reeders maar zo Veel grooter, en de rifico voor elk zoo veel te geringer is. Het is niet te denken , dat veele Reeders lust hebben zeiven Eqm'pagien te doen , om de zwaare kosten en groote gevaaren: zekerlyk althans zullen de inladers de prseferentie geeven aan de Scheepen deezer directie, welke in zoo grooten geralle , als doenlyk en oirbaar is, gecombineert moeten vertrekken , en dus elkander beter kunnen dekken en adfifteeren, gelyk zy ook zelve daar door te vermogender zullen^zyn , om Pryzen van belang, die op dit Vaarwater te vinden zyn , aan te tasten en te kunnen vermeefteren. Indien 't doenlyk is , zal de Hoge Overheid zekerlyk dezelve zoo veel befchermen , als gefchieden kan, om deeze pretieufe Equipagien van 's Lands Ingezeetenen minst mogelyk 't exponeeren, te meer, daar zoo geëquipeerde en gemonteerde Scheepen geen grooi Convooy behoeven, als in zig zelve vry in ftaat tot weerftand; en daar door zal weder worden wakker gemaakt die geest van activiteit, welke anders onze naarftige Ingezeetenen zoo zeer bezielt. De zaak is gewigtig geuoeg, dat 'er elk over denke, ten einde, is 't moogelyk, of dit, of eenig ander middel, 't welk beter mogt geoordeelt worden, by de hand worde genomen , om niet zoo werkloos te blyven. DRUKFEIL. Bl. 3co. reg, 24. Voor gehoudens, lees gefchonden*.