Z A AKEN VAN STAAT en OORLOG.   Z A A KEN VAN STAAT en OORLOG, betreffende de VEREENIGDE NEDERLANDEN; zedert het begin van het jaar mdcclxxx. achtiende deel. te amsterdam, ïï johannes allart. HBCCXCM.   2 oct. ZAAKEN VAN i783. ze voor ons Hoog gerefpedteerde en te gelyk voor ons zoo aangenaame ordre , aan Uw Hoog Mog. te infor. meeren , dat wy zoo dra ter onzer kennisfe was gekomen, dat de bovengedagte Pneliminairen in der daad geteekend en .ter Approbatie en Ratificatie aan Uw Hoog Mog. gezonden waren , direél den Gouverneur Mr. Piettr Hendrik Koppiers by eene fecreete Inftruo tie hebben gelast en gequaüficeert, omme, zoo dra de Ordres daar toe van Uw Hoog Mog. zouden weezen i g-komen, de Overneeming der Colonie in onzen naam t; effecTueeren; en daar wy thans dat verheugend Tydftip ondervinden , zoo zullen wy aan denzelven Heer Gonverneur Koppiers van. de Hoogstgeachte Refolutie van Uw Hoog Mog. een Affchrift doen geworden met bygevoegde Ordre en Qualificatie, om ingevalle het Schip, waar meede hy na de Colonie meent over te gaan , het welke van alles klaar in Texel zeylreede lege, eenig ongemak mogt overkomen, waar door het zelve laater op de Colonie zou komen te arriveeren, als eenig ander uit deeze Landen, ofte wel na dat de Ordres ter Overgifte van weege den Koning van Vrankryk aldaar waren aangekomen, als dan die O vernee. ming door een ander der voornaamfte onzer Bedienden werde geëffectueerd, en wy vertrouwen hier meede aan de Ordres en intentie van Uw Hoog Mog. in zoo verre te hebben voldaan. Dan, Hoog Mogende Heeren, wy kunnen niet na« laaien öm aan Uw Hoog Mog. te advoueeren; dat , hoe zeer ook deeae zoo gewenschte Gebeurtenis ons zoo wel als alle Ingezeetenen deezer Landen het hart vervuld van vreugde, wy echter niet dan met de uiterfte verleegenheid in ons zeer drukkende bekommernis het effect van die teruggaave onzer Colonie, de Overnetming voor ons, en de Evacuatie der Franfche Troupes te gemoet zien , alzoo de fituacie, waar in onze Colonie zig thans bevind, voor ons niet dan de ake* ligile vooruitzigten na het vertrek dier Troupes opkevert. By het nccoord tusfehen ons en de Gequalificeerden van de Planters aangegaan, waar by eene bepaaling is beraamd ten aanzien van de Berfcherming der Colonie en  ogt. STAAT EN OORLOG. 1783. 5 BYLAAGEN. Extract vit een Brief van den Fiscaal en Secretaris der Colonie jacocus eroïKhuysen, in dato Berbice den 28 April 1783- En zoo men de Rapporten geloovenmag, zouden de Troepes reeds ordres hebben ontfangen, om zig op de eerfte RrquKitie marschvaardig te moeten houden , gelyk ook de Heer Fagan gedeclareerd zoude hebben , dat by direcï na dac de Ratificatie van de Vreede zal zyn ingekomen, zoude vertrekken. Ik kan U Ed. Achtb. nogtans niet zeggen, dat my de Waarheid deezer Rapporten volkomen is gebleeken, nog hoe verre dat zy geloof meriteeren of met , dan, dit is zeker, dat dezelve onder de Ingezeetenen zeer veel ongerustheid baaren; want zoo de Franfche Troepes eens gerappelleerd wierden of vertrekken moetien, voor dat zv door een ander Guarnifoen wierden arge'lost, zoude de Colonie daar door geëxponeerd zyn aan de uiterile gevolgen, en geheel overgelaaten aan de disïeuTen party, die de Slaaven als dan zonder.willen kiezen, en welke (ziende dezelve geheel gesbandon, neerd van Militairen) mogelyk dat tydfhp tot hun voordeel zouden neemen, en overgaan tot een Entrepnle, die haar te meermaalen mislukt zynde, dan ongauytfeld maar al te wel zonde reusfeeren , wyl er in zodanig een geval zonder Militie geen hoop a tios was om met de weinige Burgerye, die 'er thans op de Colonie is, eenige onderueïmiDgen van dien^aard^ kunnen ftuiten , en van de oude| Colonie- Mi 'tanen geene anderen in dienst van U Wel Ed. Acntb. gelaatenzyn, dan de zulken , die Invalide en voor den dienst onbekwaam zyr.de , nu hier en daar op de Boven-Posten in de Rivier zyn gedetacheerd, en meerder tot fpot van de Negers verfliesken, als om onder hun , als 't ware , eene vreeze of ontzag te verwekken ; terwyl de overige nog bekwaame Manfchappen onder de Franfche Troepen, zoo hier als te Demerary, geïncorporeerd zyn , en denkelyk met de. zelve zullen vertrekken. ■., A 3 1K  0 oct. 2AAKEN VAN 1783. Ik betuige U Wel Ed. Achtb. aangedaan te zyn op het herdenken aan alle de fataliteiten en het ongelukkige Sort, waar meede deeze Colonie en de Ingezeetenen reeds geduurende een reeks van jaaren geworfteld hebben, en aan welke rampen en haar totaale ruïne zy nu ten laatften wederom geëxponeerd zouden zyn , indien het Plan om de Trpupes zoo fpoedig ie embarqueeren haar voortgang mogte hebben; dan, veronder, ltellende, dat de Arrangementen deswegens te maaken, in Europa zullen worden gereguleerd, zoo twyiFele ik ook geenszins, of U Wel Ed. Achtb. zullen het daar heen tragten te dirigeeren , dat de Franfche Militairen niet gerappelleerd worden, alvoorens dezelve door die van U Wel Ed. Achtb. zullen zyn afgelost, en geremplaceerd zyn, ten aanzien van welke ik hoope, dat U Wel Ed. Achtb. het my niet kwalyk gelieven te duiden, dat ik de Vryheid hebbe genoomen de noodzakelykheid daar van by deezen aan U Wel Ed. Achtb. te doen obferveeren. ExtraEl uit een Brief van den Boekhouder en Opzigter -Generaal j. e. r. berthon , in dato Berbice den 19 April 1783. Men heeft zedert eenige dagen Berigten ontfangen van het teekenen der Preliminairen van Vreede door Vrankryk, Spanje en Engeland, zonder dat men eenig gewag maakt van ons Nederland: welke wy egter hoopen 'er meede onder begreepen zyn zal, te meer wyl in een der Londonfcbe Couranten gezien hebben, dat 'er wel geen Preliminairen met Holland geteckcnd waren, maar een ftilftand van Wapenen. Ingeval dit gewenschte Evenement nu mogte gebeuren, bid ik U Wel Ed. Achtb. terftond bedagtl te zyn op Troupes, alzoo, de Franfche van hier vertrekkende, 'er niet overblyven als eenige weinige Invalides, en zouden dus de Schaapen aan den Wolf ovcrgegeeven zyn , en men, pour couronner POeuvre, de Negers kans geevcn alles te venii:len. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en ver-  oct. staat en oorlog. 1783* 7 verflaan, dat Copye van de voorfchreeven Misfive en Bylaasen gefield zal worden in handen van de Heeren van Lynden van Hemmen en andere Hun Hoog Mog. Gedeputeerden tot de Zaaken van de Zee , om te vifireeren , examineeren, daar op in te neemen de ConMeratien en het Advis van de alhier aanweezende Uecommitteerden uit de refpeftive Collegien ter Admiraliteit deezer Landen, en van alles alhier ter Vergaderinge Rapport te doen. CCXLIV. Propoftlie van Gedeputeerden der 'Stad Schiedam , tegen het begeeven van Politicque Ampten of Bedieningen aan Vreemdelingen. Gedaan ter Vergaderinge van hun Ed. Gr. Mogenden, in dato 8 OStober 1783. De Heeren Gedeputeerden der Stad Schiedam, hebben uit naam van de Heeren hunne Principaalen ter Vergadering voorgedraagen; Of hun Edele Groot Mog. niet zouden kunnen goedvinde te verklaaren; — „ Dat van nu voortaan geene Politiecque Ampten of Bedieningen, {taande ter dis„ pofitie van hun Edele Gr. Mog. de Heeren Gecommitteerde Raaden in de beide Quartieren, de Pro„ vinciaale Rekenkamer, of Hoven van Justitie , zullen mogen werden begeeven, dan aan zodanige Perfoonen, welke met valabele bewyzen zullen kunnen " aantoonen; dat zy binnen eene der refpeclive Pro,, vincien , het Generaliteits Resfort, of dè Colonien van den Staat zullen zyn gebooren." En of niet hun Edele Gr. Mog. zouden kunnen goedvinden by circulaire Misfive aan de Bondgenooten in bedenking te geeven, om de zaak ter Generaliteit door hunne Gedepureerden ten fpoediyften daar heenen te dirigeeren; — Dat hun Hoog Mog. komen te verklaaren; „ -j- Dat van nu voortaan geene Politiec„ que Bedieningen of Ampten, ilaande ter begeeving van hun Hoog Mog. de Collegien ter Admiraliteit A 4 , en  8 ocï. ZAAKEN VAN I?8s, »' e" a"dere Generaliteits Collegien , binnen eene der „ refpeftive Provinciën of het Generaliteits Report „ zullen mogen werden bekleed, dan door Nationaal „ len; of wel zodanige Perfoonen, welke met valabele „ bewyzen kunnen vertoonen, dat zy binnen eene der „ relpeftive Provinciën, het Generaliteits Resfort, of ,» de Colonien van den Staat zullen zyn gebooren." -— Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden en yerlraan, dat het voorfz. geproponeerde zal worden geexamineert door de Heeren van de Ridderfchap , en verdere hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot het groot Befogne, en de Vergadering daar op «dient van derzelver confideratien en advi?. CCXLV. Propofitie van den Prinfe Erffiadhouder, om geene Ampten te begeeven dan aan Ledemaaten der Hervormde Gemeent e. Gedaan ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr. Mogende, In da« to 9 Otlober 1783. EDELE GROOT MOGENDE HEEREN! Yernpmen hebbende de Propofitie, op gister door Heeren Gedeputeerden van Schiedam aan Uwe Groot Mog. gedaan, kunnen wy niet afzyn om aan Uwe Edele Groot Mog. in bedenking re geeven, ot met by gelegenheid van de deliberatien omtrent de voorn. Propofi'ie zoude kunnen worden gerefolveert om tot alle politique Ampren en Bedieningen, het zv dezelve ter dispbfitfe van Uwe Edele Groot Mogende van Heeren Gecommitteerde Raaden in de beide Onar' tieren, de Provinciaale Rekenkamer of Hoven van fu. Ititie liaan, geene andere te nomineeren dan die Ledeinaaten zyn van de waare Gereformeerde Christelyke Aerke, en valabele bewyzen kunnen produceeren dat daartoe aangenomen zyn , en om by welgem. Heeren Gedeputeerden van Schiedam voorgellagene circulaire Mtslive aan de Bondgenooten, te amplieeren met eea ver»  oct. STAAT EN OORLOG. 1783. 9 verzoek , om de zaak ter Generaliteit door hunne Gedeputeerden ten fpoedigtten daar heenen te dirigeeren , dat Hun Hoog Mog. Komen te verklaaren, dat van nu voortaan geene politique Bedieningen of Ampten, (taande ter begeeving van Hun'Hoog Mog., de Collegien ter Admiraliteit en andere Generaliteits Collegien, binnen de refpeétive Provintien of het Generaliteits Resfort zullen mogen worden hekleed, dan door Ledemaaten van de waare Gereformeerde Christelyke Kerke, en die valabele bewyzen-kunnen produceeren, dat zy. daartoe aangenomen zyn. En dat ook by die gelegenheid werde gerefolveert om Heeren Burgemeefteren en Regeerders van de Steden Stem in Staar hebbende, als mede van de andere Steden binnen deze Provintie , '5 Gravenhage daar onder begrepen, mitsgaders de Sociëteit alhier , aan te fchryven van wegens Uw Edele Groot Mog. om geene Politique Bedieningen of Ampten , tot derzelver dispofitie ftaande, te begeeven, dan atn Inboorlingen uit de zeeven Provintiën, de Generaliteits Landen of de Coloniën van dezen Staat en die Ledemaaten zyn van de waare Gereformeerde Kerke, en valabele bewyzen zoo van hun lnboorlingi'chap als dat zy tot Ledemaaten van die Kerk zyn aangenomen, kunnen produceeren , en dat aan gemelde Heeren mede gerecommandeert werd om by preferentie de Stede» lyke Ampten te begeeven aan geboore Burgers van hunne Steden en die van Ouders tot Ouders 's Lands en SLads lasten hebben helpen draagen. CCXL VI. Publikatie van het Hof Provinciaal van Gelderland, waar by het jaagen wordt verbooden. In dato 10" Oilo* ber 1783. Wy Raaden , in naame van de Edele Mogende Heeren Staaten des Furftendoms Gelre en Graat.fchaps Zutphen, doen te weeten; Alzoo Ons door b i°ven van Zyne üoorl. Hoogheid den Heere Prinfe van Orange en Nasfau, Erftïadhouder dezer Provincie, A j van  io oct. ZAAKEN VAN 1783. van den 14 dezer maand is gecommuniceert, de correspondentie met de Magiftraat der Stad Arnhem gehouden , benevens de Hukken daar toe betrekkelyk, rakende de fustenue by een groot aantal Burgers van gem. Stad gevoert, om, niet tegenftaande het geëmaneerde Reglement op 't (tuk van de Jagt, over de geheele Veluwe te jagen, en Ons daar by teffens is te kennen gegeeven, dat Wy uit de Refolutie van de Gezwoore Gemeente van dezelve Stad met meerdere zouden konnen zien , dat, onaangezien de Publicatie by de voorfz. Magiftraat gedaan , de gem. Burgers gezind blyven en volharden om hun voornemen na een laps van drie weeken, gtduurende welke zy gereildveerd hadden ftil te zitten, ter uitvoer te brengen. Dog dat , vermits Zyne Doorl. Hoogheid noodig geoordeelt hadde, om deze zaak te brengen ter kennisïè van de Heeren Staaten dezer Provincie, en de tyd, wanneer de vooifz. Burgetg zouden verklaard hebben hun voorneemen te zullen uitvoeren , geëlabeert' zoude zyn, voor dat na alle waarfchynelykhdd een Landfchaps Vergaderinge ftond gehouden te worden, Hoogstdezelve niet hadde willen nalaten, om Ons van aï 't voorgevallene in deze zaak de vereischte opening te geven., op dat Wv, aan wien de confervatie van 's Lands Hoog- en Gerechtigheid en het waken teaens alle ongeregeltheden is aanbevolen, daaromtrent mede, voor zoo veel in ons was , de noodige voorzieninge zouden kunnen doen, ten einde 's Lands Ordonnantiën door geen eigenwillig befiuit van eenige van 's Lands Ingezeetenen mogten werden geinfringeert. Zoo is 't, dat Wy Raaden in naame en by abfentie van de Heeren Staaten dezes Furftendoms en Graaffchaps in aanmerkinge genomen hebbende dat , hoe zeer het aan een ieder onverlet blyfe, om door behoorlyke wegen en middelen van Regten zyne wettig verkregene Privilegiën te defendeeren en te maintineeven, het echter aan niemand, van wat rang of ftaat hy zyn moge, 't zy afzonderlyk, *t zy gezamender. hand, zonder volkomene omverrewerping van alle gronden van goede ordre en Regeeringe, kan vryftaan, zig door eigenwillige verklaringen of dadelykheden 't onttrek-  24 oct. ZAAKEN VAN I?83. begeeven aan geboren Burgers van hunne Steden en die van Ouders tot Ouders 's Lands en Stads Lasten nebben helpen dragen. En dat de Heeren Gedeputeerden der Steden Dord. recht, Haarlem, Leyden, Amfterdam, Gouda, Alk. maar en Hoorn , uitraaakenoe de meerderheid in het Befogne, van gedagten waren, dat de voorflagen by de voorfz. Propofitie van zyne Hoogheid gedaan, door hun Edele Gr. Mogende zouden behooren te worden gediffkulteert. Waar op gedelibereert, en Copie van het voorfchreeve gerapporteerde verzogt zynde door de Heeren van de Ridderfchap en Edelen , om hetzelve in de Orde nader te examineeren, en door de verdere Leden, om daar op te verflaan de intentie van de Heeren hunne Pnncipaalen, is de finaale Refolutie uitgefteld tot nadere deliberatie. CCLI. Refolutie van Bun Ed. Gr, Mogende de heeren Staaten van Holland en Westvriesland, op het verzoek van eenige Reeders van Schepen, om reP'nutie der Lastgelden en Recognitiën der Goederen, gelaaden in de Si-hepen na de West indien ge destin eer d y doch verhinaerd zynde geworden om te vertrekken. In dato 24 Oclober 1783. T)y refumtie gedelibereert zvnde op de Misfive van I> Repiefentant van Zyne Hoogheid en Bewindhebberen der Geoftroyeerde Westinuifche Compagnie ter prefidiaale Kamer Amfterdam, gefchreeven aldaar den 27 May deezes jaars, den 11 Juny ter Generaliteit ingebragt, en den 3 July ter Vergadering overgenomen, houdende, tot voldoening van H. H. Mog. Refolutie van den 7 K^y te voortn, derzelver berigt op de Requeste van Wesfelman en Woorrman, Kooplieden binnen dezelve Stad , ten einde H- H. Mog. om de redenen  52 oct. ZAAKEN VAN 1783^ wegens den waren ftaat der Fortificatiën op alle plaatzen , daar dezelve gevonden worden, mitsgaders het getal der bezettingen. 10. Het is nodig , de Militairen altyd aan de Kaap de goede Hoop op de uitreize te ontfchepen, één Jaar in dat frisch en gezond climaat te doen overblyven, en daar behoorlyk te dresfeeren en te disciplineeren , en dan weder met de Schepen , die het volgende Jaar uitgaan, de verdere reize naar Indiën te doen volbrengen. 11. Dewyl Batavia een zeer ongezonde verblyfplaats is voor de Militairen, zal het dienftig zyn, het Guarnizoen binnen de Stad op een zo klein mogelyk getal te bepalen, en op de naaste gezonde plaats buiten de Stad de overige hun verblyf te doen houden, waar over de corfideratien der hóoge Regeering moeten worden ingenomen. 12- Het Eiland Ceilon vordert zo wel om deszelis eige veiligheid, als om de bezittingen op de Kust van Cormandel en op de Malabar fpoedig te hulp te kunnen komen, een groot Guarnifoen. 13. Een ander groot Guarnifoen zal 'er dienen te zyn in een der gezondfte Oofteifche Provinciën , om altyd digst by de hand te weezen , als eenig derzelve fecours behoeft. 14. De Kaap de goede Hoop moet altoos van een toereikend Guarnifoen , gecommandeert door bekwame Officieren , voorzien worden, en alles aangewend, om de goede verftandhouding tusfchen de Dienaren van de Comp. en de Burgery te bevorderen. 15. Men behoord aan de Leeden der hooge Regeering , hoofd voor hoofd , gelyk ook van de Opperhoofden en Racen op de Comptoiren te vragen een beredeneert Plan, om aan de refpedtive Ingezeetenen iu de Posfesfiem van de Comp. te kunnen accordeeren, onder betaling van zekere recognitie, de vrye Vaart, zo als dezelve beüaanbaar is met de minfte prejudicie van 's Comp. eigen Handel.- 16. Het is voor de Comp. raadzaamst de directie in Indiën te brengen op den meest eenvoudigen ouden voet, ten welken einde behoren te worden ingenomen de  oct. STAAT EN OORLOG. 1783. 53 de confideratien der hooge Regeering , over de beste wy*e om daar toe te geraken in het generaal en fpeciaal of niet het prefent Gouvernement van Java weder, zonde kunnen worden gebragt op den voet van een Commandement, en het plaatfen van Raden van Indien, als Gouverneurs, afgefchaft, except op Ceylon. 17. Voorts zullen de Confideratien van gemelde hoofe Regee'ring moeten worden gevordert over het voordeligst empl y der Schepen in Indiën in het algemeen, en bvzonder, of niet veele Indifche Voyagien zouden kunnen gefchieden met Schepen van kleinder Charters, dewyl dezelve veeltyds wanlaaden vaaren, en de te sroote ruimte gelegenheid geeft tot particulieren Handel: als mede in hoe verre de Burgervaart meer open gefield zynde, daar van zoude kunnen worden gebruik gemaakt tot een beterkoop transport van Goederen, welke van deeze of geene Plaatzen worden afgehaalt. 18 Dewyl de Recognitie Goederen en geaccordeerde Bagagle der Officieren op de van hier vertrekkende Schepen eene zeer groote ruimte wegneemen , zal het nodig zyn , dat, ten hunnen voordeele , eenig ander mi Wel worde uitgedagt, om die Scheepsruimte voor de Comp. zelve te employeeren. 10. De Verkoop van Equipagie Goederen aan Vreemden moet op alle wyze.n , van wegen eige benodigtheid, worden geëxcufeert. 20. Tot te gemoedkoming der zwaare lasten, welke de Comp. voor haare bezittingen in Indiën heeft moeten dragen, zal het dienftig zyn, dat een Amptgeld aldaar werd geïntroduceert. ; , 21. Gelyk mede, na expiratie van het Octroy der Amphioen Sociëteit, overwogen dient te worden , in hoe verre dezelve zoude kunnen ftrekken tot een meerder voordeel van de Comp. 22. In het uitzenden van Onder Kooplieden en Dienaren van hoger rang, moet de keuze bepaald worden tot Subjecten van welker bekwaamheid , goede hoedanigheden, en betamelyke uitzigten voor de Comp., men de beste verwagting hebben kan, en daar toe niet aeëmploveert worden dezulke, welke door een disloly; 6 D 3  $4 oer. ZAAKEN VAN 1783 gehouden gedrag of onbekwaamheid weinig hoop gee. ven kunnen. 03. In het avanceeren van Dienaren behoord boven al gelet te worden op verdienden , met ter zyde del. ling van alle Recommandatien en Relatien ; en altoos vaor een vaste regel gehouden om wel te loonen en wel te draffen , ten einde brave Dienaren daar door mogen worden aangemoedigt , en andere afgefchrikt, verbetert, of geremoveert. Lr. C. Plan van een Negotiatie van 6 Millt' oenen Casgeld . tegens 3 /CV. voor den tyd van 6 j'aaren , ten behoeve van de Hollandfche Kameien der Oost'IndiJ'che Compagnie dezer Landen. De voorft, Negotiatie zal worden gedaan ten Comp* toire Generaal van Holland in 's Hage, voor reekening en ten beh< eve van de Oost-Indi Comp. dezer Landsn , onder verband van alle de Goederen en Inkomften van de Compagnie, en onder Guarantie van Hun Ed. Gr. Mog. voor den tyd van 6 Jaaren , tegen den Interesr van 3 pCt. vry geld. De Intresfen zullen ingaan met den . . . ., en zullen móeten worden gefourneerd binnen 3 maarjden na dato; en zulks uiterlyk voor of op den ... De Interesten zullen te Amfterdam door Bewindhebberen der gem. Comp. jaarlyks precies op den verfchyndag worden betaald. Tot de bovengemelde fournisfementen en het ontfangen der Gelden zal dagelyks op de ordinaire Comptoirdagen en tyden, ten Comptoire boven gemeld worden gevaceert. By het doen der betalingen zullen direct worden uitgegetven Obligatien van ƒ 1000-0-0 tot lasten van de Oost-Ind. Comp. behoorlyk door Bewindhebberen met qua'ificatie van Hoofdpanicipanten getekend , zullende ten voorfz. Comptoire by het ontfangeh der Gelden de Namen der beleggers worden ingevuld, of de Obliga- tien  «cri STAAT EN OORLOG. 1783. SS tien in blanco worden uitgegeven, naar ieders goed- V^Wanneer de gemelde 6 jaaren verlopen zullen zyn, en de verfcheene Interesfen tot Amfterdam zullen zyn ontfangen , zal de aflosfing der Obligatien worden gedaan «en Comptoire Generaal van Holland in 's Hage, ten ware de Houders derzelven inclineerden , om die ten Comptoire Generaal voorn, te continueeren tegens den ordinaris Intrest, als alle andere Obligatien, die tot laste van Holland zyn loopende , en te converteeren in ordinaris Obligatien , op zodanige Naam of Naamen , als de Houders van dezelve als dan zullen komen te verkiezen. - "' Tot naarkoming van al het boven ftaande zullen alle de uit te gevene Obligatien op fpeciale ordre en qualificatie van Hun Ed. Gr. Mog. door den Ontfanger Generaal deezer Provincie worden getekend , met verzekering , dat de voorfz. ligtinge van 6 Millioenen in Casgeld met goedvinden en onder approbatie van bun Ed. Gr. Mog. is gedaan , en dienvolgende de Houders der voorfz. Obligatien te giiarandeeren , zo voor het Capitaal, als Intresfen, met beloften, dat den inhoud van dezelve punduelyk zal worden naargekomen en agtervolgd. Voogden en Adminiftraieurs, gelyk mede Regenten van Weeskameren en andere Sociëteiten en Corporaas zullen de vryheid hebben, om in deze Negotiatie mede te mogen participeeren, waar toe dezelve gequalinV ceerd worden by dezen. D 4 CCLVIII.  56 oct. ZAAKEN VAN 1783. CCLVIII. ExtraSt uit het Register der Refolu» tie van Hunne Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal, der Vereenig. de Nederlanden. Veneris den 31 QElober 1783- Ontvangen eene Misfive van de Reprefentanten van Zyne Doorl. Hoogheid en Bewindhebberen van de Geoftroyeerde Westindifche Cumpagnie ter Brefidiaale Kamer Amfterdam, gefchreven te Amfterdam den 28 dezer, houdende dat zy reeds op den 16 daar te vooren aan H. Hoog Mog,, hadden gedaan een drieledig verzoek hebbende in de eerde plaats; ,. Op het „ erndtgde geinfteeit, dat H. Hoog Mog. goedgun„ diglyk moge behagen , eenige Schepen van Oorlog in de Westindien te onderhonden, en hoe zeer de „ rjoodzaakJykheid daar van ten allen tyden moest er„ kent worden, zy aan het oordeel van H. H. Mog. vermeenden te kort te doen, met in het breede te willen deduceeren ; dat in dit tyddip daar de Inge„ zeetenen hunner Colonien in de Westindien, en de „ qnderhoorige hunner Forten ter Kuste van Guinea, „ zq hevig de gevolgen van den Oorlog gevoelden', ,, het gezicht van de Vlag van den Staat allergefchikst „ was, om derzelver gemoed wederom op te beuren, „ en de liefde voor het Vaderland, waaraan hunne j, welvaard en veiligheid moest afhangen , in hunne harten te ontdeeken. — Dat zy Reprefentanten en Bewindhebberen , uit dien hoofde hun verzoek des wegens op het kraclitigfte durfden herhaalen , ver„ zoekende dat H, Hoog Mog. by aanhoudenheid „ eenige Schepen van Oorlog gelieven te defpicieeren, en ook thans gelieven uit te zenden, om in de Li* 3, miten van het Octroy , het welk door H. Hoog „ Mog. aan hunne Compagnie verleent was , te ver„ blyven, en aldaar hunne bezittingen , zo op de Kust „ van Aziën als in de Westindien aan te doen, en ?? zig aan dezelve op te houden, zo lang zy met over-  oct. STAAT EN OORLOG. 1783. 57 leg der Regeeringe zouden vermeenen met 's Lands " dienst, en het nut der Etablisfementen over een te " komen — Dat zy voorts de vryheid hadden ge" noomen , en dezelve noch naamen , te .verzoeken, \ dat de gemelde Schepen twee a drie bepaaldelyk dost !, mogten houden, aan de Riviere Esfequebo en Deme-. , r«ry, tot dat de Deliberatie van H. H. Mog. de ' Compagnie in ftaat gefield hadde te kunnen bepaa,'leii, wat zy, ten opzichte dier Etablisfementen, zonden kunnen en moeten doen, en dat zy zig eindelyk in de droevige noodzaaklykheid hadden ge, vöadeh, H Hoog Mog. te belyden, dat ten einde de Colonien van den Staat, welker befhiunng aan " hun was opgedragen, tot wezenlyk nut voor de '! Republiek te doen zyn, abfolutelyk vereischt word , daar aan eenige betere Exiflentie te geeven, dan de. " zelve tot hier gehad hadden, en dat zulks zodanige " kosten en uitaaaven zoude veroorzaaken, dat zy met alle mooglyke menage te werk gaande, ongeveer " drie Millioenen guldens te kort zouden fchieten, om V, welke te bekomen, zy geen ander middel wisten, dan Hun Hoog Mog. te verzoeken, de Compagnie * te willen fubfidieeren , reitereerende zy nogmaals op het allernadrukkelykfle deze hunne inftantien en ver. " zoekende, daar op H. Hoog Mog. gunflige reflectie." Waarop gedelibereert zynde, hebben de Heeren gedeputeerden van de refpeclive Provintien , de voorfthrevene Misfive Copielyk overgenomen , om in de haare breeder gecommuniceert te worden. D S CCL1X.  58 oct. ZAAKEN VAN 1783.' CCLIX. Aanfpraak van den Heer van bERC. KEL, ah Ambasfadeur van H. H. Mog. aan het Congres der Vereenig. de Staaten van Noord-Amerika. Gedaan 31 O&ober 1783, HTPNE HEEREN, LEDEN VAN HET CONGKES ! Voor dat ik 11 den last hjoot legge , met welken Myne Heeren de Staaten Generaal der Vereenig« de Nederlanden my vereerd hebben, zy het my vergund , dat ik in deze aanzienlyke Vergadering myne vreugde doe blyken , wegens de eer die my te beurt vale, niet flegts om in dezelve perfoonlyk te moogen verfchynen, maar veel meer, om in deszelfs aanzienlyke leden, die doorluchtige menfehen te moogen aanfchouwen , die de eeuw der tegenwoordige geflagten bewonderd ; —. die de nakoomlingfchap zig altoos , als voorbeelden van waare beminnaars hunnes Vaderlands voor zal dellen; en wier verdienden door de -Eeuwigheid al'één, naar waarde bekroond konnen worden. Terwyl gansch Europa het ons; gevestigd hieldt op uwe onderneemingen, hebben Hun Hoog Mogenden niet konnen nalaaten, een byzonder deel in dezelve te neemen ; vooral wanneer zy zig herinnerden, de gevaaren en wederwaardigheden die hunne eigene Voorvaderen hebben moeten ondergaan , voor en aleer zy het Juk dat hen verdrukte, hebben konnen afwerpen. Zy kenden, meer dan eenig ander Volk, de waardy eener onafhanglyke vryheid , en waren dus best in ftaat, om de groorschheid uwer oogmerken, naar waardy te fchatten. Zy juichten uit dien hoofde alle deeze uwe edelmoedige onderneemingen toe ; als voorge. Ichreeven zynde, door liefde tot het Vaderland; ondernoomen met voorzigtigheid; en uitgevoerd met meer dan Heldenmoed: Eindelyk verheugen zy zig in den ge-  •ct. STAAT EN OORLOG. 1783. 59 gelukkigen uitflag, die allen uwen arbeid heeft be- kroond ! —— , , Om U te overtuigen van hunne toegenegenheid, en het deel het welk zy neemen in het belang van dit Gemeenebest, hebben myne Meefters my gelast, om ü Mvne Heeren ! geluk te wenfchen met de vervullin' uwer begeerten, en de volkoomene uitvoering van uw eensgen-omen hefluit, om hef genot te aanvaarden van dien onwaardeerbaaren en natnurlyken Schat, die u plaatst in den rang der oppermagtige en onafhanglyke M?loeklevend is het voor my, op dezen dag de ftem en tolk te mngen wezen der gevoelens en genege^heden myner Meefters; en U van hunnent wege te konnen verzekeren, dat zy niets vuur.ger wenfchen dan het geluk en welzyn van dit Gemeenebest , ™ de bevestiging der verbintenis van deszelfs aanzienlyke Staateni --Dat deze vereeniginp, gegrond op de zuivere beginzelen van waare Vaierlandsgezindheid , en der zült tot welzyn van bet algemeen, zo diep gevestigd worde, dat nog eene valfche eerzugt, nog afgunftigheid , nog zelfsbelang, immer in ftaat worden bevonden om eenige de minfte inbreuk op dezelve te kon- ren'doen. Dat het beftier eener allezins wyze en welgeraamde Regeering den voorfpoed en overvloed m het midden dezes Volks doe woonen; en het zelve eenen roem verwerve , die geene paa.en kent dan die der beide aspunten, nog perken, dan die der laatlte eeuwen' __ . Hunne Hoog Mogenheden , Myne Heeren! vergenoegen zig intusfehen geenz.ns, met flegts deze bloote plichtplegingen van gelukwenfching, die op zig^zelven van weinig vrugt konnen zyn, aan u te laaten doen , maar daar zy overtuigd zyn, dat eene onderhn. ge handel, en wederzydfche toegenegenheid de zekerfte Sddelen zyn, om de geheiligde banden der vriendfchap di de beid" Repubheken reeds aan den heeft, meer en meer toe te trekken zo hebben ™ rnvTelast om plegtig aan U te betuigen, dat zy li^T^Z^JJ^, dan de bevordering dier  nov. STAAT EN OORLOG. 1783- 61 CCLX. Extra ft- Misfive aan Hun Hoog Mogenden , inhoudende berigt van het voorgevallene op het Dorp den Doel» wegens het begraaven van het Lyk van een Soldaat van de Compagnie van Tiquet, en het wederbrengen van dit Lyk door de Oofienrykers. In dato 3 November 1783. Ontfangen eene Misfive van den Lt. Colonel by de Armee en Groot-Majoor van Schweinitz, thans Commanderende het Guarnifoen van Lillo en onderhoorige Forten, gefchreeven te Lillo den 28 der voorkedene Maand, aan H. H. Mog. kennis geevende van een onverwagt voorval, hetgeen een tegelyk aldaar met verwondering hadt aangedaan, daar in betraande , dat ep Vrydag den 17 daar te vooren een overleeden Soldaat van de Compagnie van den Collonel Tiquet hadde laaten bagraaven op het Kerkhof van het Dorp den Doel, welk Kerkhof in de voorige Eeuw en zo lang het bekend was tot eene Begraafplaats voor het Guarnifoen en Burgery van Liefkenshoek hadde gediend. Dat de Bai'lluw van den Doel met twee Scheepenen en een Diender aan den ingang van het Kerkhof den Sergeant van het Commando hadt gearresteert, uit hoofde van de orde die hy had, dat geen vreemde Onder-Officieren of Gemeenen op zyne Keizerlyke Majefteits Territoir mogren komen, waar op, na eenige woordwisfeling, het Lyk was begraaven en het Commando te rug gezonden : dat zedert een Dctacnement van omtrent vyf bonderd Keizerlyke Soldaaten op den Doel was aangekoomen , en zig op marsch begeeven had over den Dyk regt op Liefkenshoek, hebbende de Cammandant verzogt om door de Buitenwerken of over de Zee-Contrefcharp met zyne Soldaaten te mogen marcheeren ; verzekerende op zyn woord van eer , geene kwaade oogmerken, hoe genaamt, te hebben, en ftil te zullen door marcheeren j hetgeen op die voorwaarden  Nov. STAAT EN OORLOG. 1783. 63 Hoog Mog. daar omtrent zodanige maatregelen zullen gelieven te neemen, als voor derzelver Ingezeetenen noodig en dienftig zullen oordeelen. Waar op gedelibereert zynde , hebben de Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Zeeland de voorfz. Misfive van den Lt. Collonel Scheweinitz Copielyk overgenomen, om in den haaren breeder gecommuni- fceert te worden. Én is dien onvermindert goedgevonden en verflaan, dat de Copie van de voorfz. Misiive , als mede die van den commandeerenden Officier te Hulst en yan den Bailluw , Burgermeester en Scheepenen van HulflerAmbagt gefield zal worden in handen van de Heeren van Lynden van Hemmen en andere H. H. Mog. Gedeputeerden tot de Zaaken van Vlaanderen , om, met en nevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate, by haar zelfs te benoemen , te vifiteeren, examineeren , daar op in te neeroen deConfideratien en het hoogwys advis van Zyne H >ogheid , en van alles hier ter Vergadering rapport te doen. CCLXI.  *4 nov. ZAAKEN VAN i783. CCLXl. ExtraB uit de Refolutien van de Heeren Staaten Generaal, inhoudende eene Reftlutie van de Ed. Gr. Mogende Heeren Staaten van Holland en Westfriesland, omtrent een Request van Reeders en Participanten van Schepen, vaarende op de Westindien , om fpoedige betaaling der toegeftaane penningen, voor de ten Oorlog uitgeruste Schepen. In dato 4 November 1783. De Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Holland en Westfriesland , hebben ter Vergaderinge van Haar Hoog Mogende ingebragt, en laaten leezen de Refolutie van de Heeren Staaten van hooggemelde Provincie hunne Principaalen, genomen op de Requeste, den 51 January laastleeden aan H, H. Mog. geprefenteert, door Reeders en Participanten van eenige Koopvaardyfchepen te Amfterdam; verzoekende fpoedige betaaling der geaccordeerde penningen voor de ten Oorlog gearmeerde Schepen na de Colonien van den Staat in de Westindien, en fpeciaal na Surinamen: als mede vergoeding hunner aanwende kosten , door het ophouden derzelver Schepen; volgende de voorfz. Refolutie hier na geïnfereert. ExtraB uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en Westfrieslaud, in hun Ed, Gr. Mogende Vergadering genomen op Woensdag den 29 OBober 1783. By refumtie gedelibereert zynde op het Rapport , den 4 April deezes jaars ter Vergadering uitgebragt, door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Ed. Gr. Mog. Ge: com-  nov. STAAT EN OORLOG. 1783. 65 committeerden tot de zaaken van de Commercie en Navigatie, hebbende, ingevolge en ter voldoening van Hun Ed. Gr. Mog. Refolutie Commisforiaal van den 11 February te vooren, mat eenige van de Hollandfche Raaden en Ministers ter Admiraliteit, in deeze Provincie reiideerende , geëxamineert de Requeste , op den 31 January laastleeden ter Generaliteit gepraefenteert, door Jan en Theodore van Marfelis, en verfcheide andere Rheeders en Participanten van de Koopvaardyfchepen , met voorkennis en op aanmoediging van H. H. Mog. ten Oorlog ge» armeert, en zodanig na de Colonien van den Staat in de Westindien en fpeciaal na Sarinamen, verzonden , daar by verzogt hebbende, eerltelyk, dat, dewyl de Supplianten ten volle van hunne kant hebben gepraisteert hetgeen., waarop de bepaalde Praemien aan hun waren toegevoegt, en den tyd van derzelver afgave, en betaaling reeds zo lang was verloopen, mitsgaders , dat de Supplianten inmiddels verpligt waren geworden , alle hunne immenfe kosten te betaalen, H. H. Mogende de defideerende Provinciën geliefden aan te maanen , om ten fpoedigiten hunne quotes en de geconfenteerde Petitie ten Comptoire Genereal van de Unie over te maaken, ten einde de reeds geflagene Ordonnantiën voor de door H. H. Mog. geaccordeerde Praemien aan de Supplianten eens eindelyk zouden kunnen worden voldaan ; ten anderen, dat H. H. Mogende, in onfiieratie van de gantsch onverwagte en immenfe onkosten , aan de Supplianten veroorzaakt door het ophouden hunner Schepen , dewelke , zonder eenig het minfte nadeel voor de Supplianten , inmiddels alleen geftrekt hadden.tot ddenfie van eene Colonie, aan welker confervatie de gantfche Republiek zo veel gelegen lag , aan de Supplianten, van welken zo w einig kon worden gevergt, als zv daar toe vermogend waren , op hunne beurs'eene Vloot gewapende Schepea ter bewaXVIII. deel. ë nn"  nov. STAAT EN OORLOG. 1783. 69 getrouwe Burgery de uittertre hardigheid en verfmadin" ge aandoen ; geene van die getekend hebbende onze Burgeren, 't zv dienst doende , het zy vry of wagt" geld betalende Rotsgezellen, zullen 'er gevonden wor* den, die niet vaardig zullen zyn, om ieder onder Commando van hunne refpeclive Heeren Hoplieden , zich terhond te vervoegen, hoe zeer ook die Heeren van zommige hunner kwalyk mogten denken. Te willen ftaande houden, dat men geene Burgers tegers Burgeren , maar wel de fleike hand, de Troupes van den Staat in cas van feditie tegens den Burger zoule moeten doen ageren, is een ftaatkunde, die nooit tot hier aan toe, by den kundigften Staatman is opgekomen. De zo notabele periode vervat in de Misfive van wylen onzen Doorlugtigen Heer Erfftadhouder Willem den 4 Gl. ged., aan Burgemeesteren en Regeerders der Stad Utrecht gefchreven in dato den 25 Juny 1748. behoorde in onzer aller har,ten te zyn gefchreven niet alleen, maar byzonder in deze Raadtkamer, als een lesfe ter gezeüender en altoos durende nagedagtenis van dien Wyzen Vorst, ons nagelaten, met gulde letteren gefchrev<.n te ftaan. Wanneer de Regeering aldaar zich bekommerde, dat de akemeene opfchuddingen dier tyden ook tot hunne Stad mogten overflaan , verzogt dezelve, tot voorkoming van dien, eenige Militie in hunne Stad te zenden , waar op door Zyne Doorl. Hoogh. geantwoord is geworden, dat daar toe orders hadde gegeven, met deze aanmerkelyke byvoeging. , Dat dien onverminderd in tyds de Burger Officieren onder de hand tot hun plicht behoorden te wor" den aangemaand, terwyl Z. D. H. vermeinde , dat ' Burgerlyke bewegingen door Burgers behoorden ge' ftild te worden, en daar toe geen Militie, als in de " uitterfte nood , en dan wanneer het door de voorl\ naamfte Burgers verzogt word, behoorde geëmployeert te worden." Hoe weinig dit ftrookt met U Wel Ed. en Achtb. Refolutie van den 2. September jongstleden , door een direct verzoek van adiillentie der Militaire magt, daar E 3 het  nov. STAAT EN OORLOG. 1783- 77 den ten zy men teffens wilde fouteneeren, dat, wanneer'de Heeren Hoplieden in haare qualiteit als zodanig iets proponeerden, dezelve ook daar over niet zou« den mogen adviferen, en zig dus als andere Officianten na de Refolutien by meerderheid, niet van negen Leeden zoo als zedert eenigen tyd de meeste Refolutien zvn genomen , maar zelfs van die door vier Leeden reformeert, zig zouden moeten gedragen. Een titulature by het praê-advys van den Heer Raads-Vnend op ■ ten Noort voor het eerst gehoord, en welke den bovengem. Raads-Vriend van der Capellen tot Rysfelt °aarne aan zyne mede Heeren Hoplieden zal overlaten, edo° waar door hy , zoo lang de eer heeft een Medelid van dit Collegie en Hopman van een Burger-Compagnie te zvn , zig zeer door gedishon oreert zal ag- fen, Waar tegen Haar Ed. en Achtb. zig hunne contra aanteekening hebben gereferveert. Ge'éxhibeerd den 19 November 1783. Fredri& Benjamin van der Capellen tot Rysfelt, Medelid van deezen Raad, en in die qualiteit Hopman der Nieuwftads Compagnie, net de uiterfle verwonderinge hebbende moeten zien , dat negen van deszelfs Medeleden de groote meerderheid uitmakende , en uit dien hoofde den titul van Magiflraat voerende, hebben-kunnen goedvinden , om door een illegaal befluit hem in zyne qualiteit zodanig regt te betwisten niet alleen, maar een gantfche tegenftrydige Refolutie, omtrent dac geene te nemen , hetwelk hem in zyne qualiteit vollens een vigerende Ordonnantie, gegrond op de Regten en Privilegiën dezer Stads Burgeren en Ingezeter.en aan hem direct is competerende: een Refolutie, door welke een geheel Reglement op de Burgerwagten dezer Stad, niet alleen word geënerveert, maar geheel en al den bodem word ingeflagen, waar toe volgens de form van Regeeringe eene meerderheid, hoe groot die ook moge zyn, onbevoegt is; aangezien de negen Le. den de faculteit niet hebben , en men aan dezelve ook nimmer zal cor.cedeeren , om dat Reglement, en uk dien hoofde de Burger-Militie inactd te (tellen , zoo lan-  7» nov. ZAAKEN VAN i?S3, lange omtrent de vernietinge van dat Reglement niet met volkomen eenparigheid is gerefolveerr. Zoo dat een interdictie van negen Leden aan bovengemelde gedaan , in qualiteit als Hopman van een dezer Stads Compagnien, die te gelyk een Medelid van dezen Raad is, om den 32ffen Articul der Ordonnantie op de Burgerwagten buiten effect te (tellen, en hem dus te priveren van een regt, aan hem, en aan de andere Heeren Hoplieden competereude, door denzelven niet anders kan ncch mag aangezien worden als informeel, buiten eenige obligatoire kragt en waarde, daar integendeel het immers buiten contest is, ja door een vastgefielde norma , en by een jus fcriptum gedecideert , dat een Hopman bevoegt is, om zyne Compagnie te exerceeren , op zulke eene wyze en tyd en met overleg zyner Officieren, als hy zal vermeinen re behooren. De bovengemelde begrypt ttfftns, dat de Hoplieden de verzoeken en fchikkingen van den Raad , welke zy in hunne qualiteit hebben helpen emaneeren, verplicht zyn te agtervolgen, voor zoo verre die het employ van dezer Stads gewapende Schutteryen, tot bewaringe deigoede ordre en rust concerneeren ; maar hy ftaat verbaast , dat eene meerderheid, aan een Medelid dezer vergaderinge, dien, uit dien hoofde alleen, het bevel over een Compagnie is toevertrouwt, kan goedvinden, aan hem als Hopman, omtrent het huishoudelyke en de directie zyner Compagnie ordres en bevelen te geven, welke hem onder een fubordinatie en onderdanigheid aaa zyne Medeleden zouden ftellen , ftrydig met de digniteit van zyn radicaal, welke hy nimmer als Hopman kan afleggen , en om welke te bewaren , hy zig volgens het vastgeftelde Reglement , en conftitutie der Regeeringe amptshalven verpügt rekent: ja hy kan zig niet onthouden , zyne furprife over deeze uitdrukkinge, van onder de ordres van zyne mede RaadsFrienden te ftaan, te kennen te geven, eene uitdrukkinge , die beter zoude voegen aan een Bevelhebber over gehuurde Krygsknegten , welke onder een vreesen fchrikverwekkende Subordinatie ftaan, dan aan Medeleden, jegens een Medelid van hetzelve Collegie, dan aan Regenten, welke geen gebied, maar een be- ftie.  nov. STAAT EN OORLOG. 1783. 79 ftieringe over vrye Burgeren üitoeffenen. Het vastgeftelde Reglement op de Burgerwagten van 1674 word by hem als de cinoi'ure, waarna hy zig moet gedragen, , aangezien ; hy zal zig over het ongehoorde en incongrue der gezegde uitdrukkinge niet verder expliceren, maar zig vergenoegen met te deen remarqueren , dat dezelve in geene Stads Memorien en Refolutien Boeken zal gevonden worden. Het 4ifte Articul der WastOrdonnantie zegt met zoo veele woorden : dat de Ca* piteins zullen zelfs of door haare Lieutenants, eens in de week na Pinxteren, haar Vaandels te gelyk op eenen dag monfieren, enz. hier uit volgt confequentelyk, dat zy eenen dag te gelyk, maar voor het overige elk Hopman na onderlinge convenientien zyn Vaandel konde offenen en monfteren. Was de intentie van de Magiftraat geweest, dat tot het exerceeren confent en permisfie moeste gevraagt worden, zy hadden zekerlyk zulks zig voorbehouden in die Ordonnantie ; dan men begreep zeer wel, dat de natuur van de zaak, nog de qualiteit van den Hopman als Schepen, zulks niet konde gehengen , en ten blyke dat al wat tot de directie der Compagnien ipecteerde , alleen aan de Hoplieden werd overgelaten, heeft de Magiftraat zelfs de monfteringen derzelven aan de Capiteins gedemandeert, die het ten blyke van haar pouvoir door hunne Lieutenants konden laaten doen. De Hoplieden waren gehouden zig ftiptelyk na de Ordonnantiën op de Wagten, den dienst der Burger Militie concerneerende, te gedragen; hier voor waren zy antwoordelyk, en men zal overal vinden, dat de extraordinaire gevallen, voor al van tumulten en oproeren , de Heeren Hoplieden door de Magiftraat zyn verzogt geworden, zoo dat men zelfs in de allerdringenfte nooden, het niet anders als op die wyze geboekftaaft vind, en nooit, hoe zeer, het 'er op aan kwam, tegens hunne eigene Medeleden,* het gehaate wooTd van ordres in de gedagten onzer Voorzaaten is opgekomen. En van gelyke valeur is het geene de negen Heeren Leden avanceeren, dat niet als dienstdoende Rotsgezellen zouden mogen exerceeren en dan wel onder haare Officieren. Uit den aangehaalde» 41 den Articul conlteeu , dat da Hoplieden  8o nov. ZAAKEN VAN 1733. den eens met malkanderen in 't jaar , hunne Vaandels zelve , of door hunne Lieutenants zullen monfteren; dit fluit in de geheele Compagnie dienstdoende en wagtgeld betalende, behalven dat, na teneur van den 4often Articul, alle veranderinge in de Compagnie wel degelyk buiten directie van ymand is, en aan den Hop» man , ja zelfs daar by aan den Lieutenant en Vaandrig is overgelaten, zoo als zy na gelegentheid des tydes en perfoonen zullen bevonden worden te behooren. Vind zig een Rotsgezel bezwaart, of te zeer belast, en valt hy klagtig daar over, zoo is de Magiftraat niet zyn eerfte Regter , maar wel de Capitein , werwaarts hy zig moet vervoegen , volgens den saften Articul dier Ordonnantie: Zoo ymand vermeinde by zyn Kapitein ofte Officieren be/waart te zyn boven regt, zal daar van aan den eerzamen Raad appelleeren. En eindelyk daar de bovengemelde in zyne qualiteit op den 22 Uctob. mondelyk, vervolgens op den 4 Novemb. fchriftelyk, by adftructie van deszelfs propofitie van den 4 Oftob. 1783, aan Hun Ed. en Achtb. provjfioneel een befloten plaats binnen, en voor het vervolg een open plaats buiten deze Stad, om zyne Compagnie te exerceeren, verzogt heeft; zoo kunnen zyne Medeleden nogtans goedvinden , zyn verzoek uit deszelfs verband te doen voorkomen , en daar op , zonder op den inhoud eene volledige rellexie te flaan , deze fingtiüere Refolutie nemen : „ Dat by aldien, door den „ Raads-Vriend van der Capellen tot Rysfelt, tot het „ exerceeren der wagt doende Rotsgezellen, van de „ Nieuwftads Compagnie, onder haare refpeclive Offi„ eieren , verzoek mogte gedaan worden, zulks aan hem provifioneel te accordeeren, en het Gildehuis „ te asligneeren." Hier door word de bovengemelde gepriveert, van de, in zyne qualiteit als Hopman, aangetogene faculteit, om zyne Compagnie na welgevallen in den wapenhandel te oeffenen, en te doen oeffenen , waartoe hy geen voornemens gehad heeft, de permhfie van deztn Raad te vragen, als zynde hier toe ten vollen bevoegd; hebbende hy alleenig ten einde voorfz. uit confideratie kennis van dit zyn voornemen willen geven» Door deeze ongehoorde haudelwy- ze,  «cv. STAAT EN OORLOG. 1783. 81 ze, word hy niet alleen in zyn welhebbent regt , na teneur van de meermalen geciteerde Or «onnantie j gegrond op des Burgers Regten en Privilegiën verkort, maar te gelyk gefurcheert, zyn Vaandel in eigen perfoon in den wapenhandel te oeffenen, de geheele Burger Militie werkeloos gemaakt, en zyn perfoon, in zyn aangetogene qualiteit, als onder een cenfure geilek, om geen commando over zyn eigen Vaandel te oeffenen; eene hahdèlwyze zoo verlagend en gevoelig voor hem , dat hy geen woorden kan vinden , om zyn ongenoegen te kennen te geven. Zoo eene Refolutie derhalven , regtlireeks tegens de forui van Regeering en de Conftiiutie der Burger Mili ie genomen, tegens een uitdrukkelyk , geftatueert Reglement, en waardoor hy in de aan hem opgedragene qualiteit geturbeerd word, verplicht hem, om niet alleen te periifteeren by het gedeclareerde der twee met hem inftemmende Leeden, om de voorzeide Refolutie te cor.fidereeren als informeel, (Irydende tegens de Conftitutie en form vau Regeering, en te houden voor nul en van geen verbinden* de kragt. Maar zelfs vind hy zig gedrongen, in geval Hun Ed. en Achtb. onverhoopt niet kunnen goedvinden, door het nemen vau prompte mefures, te voldoen aan zyn verzoek, dat aan hem aangewezen worden binnen en buiten gefchikte plaatzen , om op Burger-grond, Burgers tot den wapenhandel bekwaam te kunnen maaken , hy, alsdan by een langere verweigeringe, om zig van zyn plicht als Hopman te kunnen kwyten , zig genoodzaakt zal vinden , om by zyne onderhebbende Compagnie , op een dezer Stads pleinen en gronden, de o-ffening der aan hun toevertrouwde Wapenen , werkltellig te maaken; met verder declaratoir, dat hy zig door geen vrees in dit zyn indispenfabel voornemen zal laaten te rug houden, maar rustig met de braave Burgers, over welke hy de eer heeft te commandeeren, zal voortvaren, van zig in Haat te Hellen, om des noods dezer Stads rust en veiligheid te kuunen bewaaren. Laatei.de hy de onaangename , en denkeiyk treurige gevolgen, welke een langer delay , in 't voldoen zyner begeerte, voor rekening van die geene, die hébben weeten uittewerken, dat aan het verlangen der XVI11. deel, F Bui-  8* nov. Z A A K E N V A N 1783; Burgery, dat voorzeker tegenswoordig het zyne is, tot heden niet is voldaan geworden. Verzoekende, om der gevolgen wille , tot zyne decharge infertie dezes in de Memoden Boeken dezer Stad. CCLXI V. Request van een aanmerkelyk getal Burgers van Woerden, aan de Re' geering dier Stad, om aamoediging in den Wapenhandel. In dato 4 November 1783. Geven met fcbuldig refbecT: te kennen de ondergetekende Burgeren en Ingezetenen der Stad Woerden , dat zy Supplianten met zeer veel genoegen verflaan hebben U Ed. Achtb. Refolutie , tot het weder in order brengen en wapenen der geheel vervallen, en voor ruim twee eeuwen zoo zeer beroemde BurgerCompagnien ; —. dat hen Supplianten te gelyk is voorgekomen , dat U Ed. Achtb. te regt oordeelen, dat alle de Schutters van egale Wapenen moeten voorzien zyn , en daarom voornemens zyn , dezelve van Stads wegen te kopen, ■ de penningen uit Stads kas te doen uitfchieten, en de geweeren weder, tegens zekeren pryze , aan de Burgeren te extradeeren; — dat wel waar is, dat een zeer groot gedeelte van de Burgerye in ftaat zoude zyn, de geweeren aanftonds te betalen; maar dat een ander gedeelte hetzelve by termynen zoude moeten doen; en zommige, die van een fobere handteering moeten leven , hetzelve niet zonder groot bezwaar voor hun huishouden, en mogelyk nooit zouden kunnen voldoen; — dat zy Supplianten dus met reden vrezen , dat zommige Schutters manceuvreerende met geweeren, die betaald zyn ; andere met geweeren die half betaald zyn , of nooit betaald zullen kunnen worden, uit dit onderfcheid jaloufie, murmureering, verwyting en tweedragt zal onrllaan , daar thands de eendragt van alle de welgezinde Burgeryen de fteun der Vryheid moet zyn; dat zy Supplianten reeds zedert eenige jaaren geinformeerd zyn vati den goeden fteat  nov. STAAT EN OORLOG. 1783. 83 ftaat der Stads Finantien , in vergelyking met vorige tyden; — dat zy Supplianten zulks gaerne willen toefchryven , aan den eenen kant aan U Ed. Achtb. wyze (Economifche directie , en U Ed. Achtb. daar voor de fchuldige dankbaarheid toebrengen; maar dat zy aan den anderen kant zulks ook mogen toeëigenen aan de gewilligheid der Burgeren in 't opbrengen der lasten, door U Ed. Achtb. hen van tyd tot tyd opgelegt; — dat de lasten den Burgeren worden opgelegt, en door de Burgeren betaald , om de Scholen , Gebouwen en verdere werken der Stad beboorlyk te onderhouden, dezelve (zoo mogelyk) te vercieren , en zoo 'er iets overfchier, hetzelve by voorkomende gelegentheden tot welzyn der Stad te empioyeeren; — dat het grootite cieraad van eene Stad is eene welgewapende en geoeffende Burgeiye, die te gelyk tot welzyn van dezelve, dat is , tot confervatie van Rust, Veiligheid, en Vry» heid kari verfïrekken; — dat de Supplianten te zeer overtuigt zyn van U Ed. Achtb. liefde en agting voor derzelver ftille Burgeren, dan dat zy een oogenblik in tvvyfel zouden kunnen trekken, dat U Ed. Achtb. het ben ten goede zullen neemen , dat zy Qom voorgemelde redenen) fustineeren , eenig regt vau aanfpraak te hebben op de penningen en goederen, die uit hunnen boezem zyn voortgekomen, en die U Ed. Achtb. als hunne Reprefentanten bellieren, mits dat zy een goéd en voor de Burgerye nuttig gebruik in 't oog hebben, en den ftoel der eere niet naderen , dan langs betamelyke wegen,- — dat de Supplianten van begrip zyn, dat 'er geen nuttiger en heilzamer employ van eenige Stads penningen kan gemaakt worden, dan dat dezelve worden gebruikt tot het wapenen der Schutterye , die tot veiligheid van Regenten en Ingezetenen kan en moet dienen; — dat zy Supplianten daarom de vryheid neemen, zig te keeren tot U Ed. Achtb., met gedienitig verzoek, dat U Ed. Achtb., om alle onaangenaam» heden tusichen Burgeren en Burgeren voortekomen, gelieven goedteviuden, dat de wapenen voor Stads rekening worden gtkogt, tn aan den Burgeren ter hand gefield, zonder daar voor iets te betalen, mits dat de geweeren een eigendom van de Stad blyven , en nie. F 2 mand  84 nov. ZAAKEN VAN 1783. raand dezelve zal mogen verkoopen, maar zyn tyd uitgediend hebbende, öf uit de Stad vertrekkende, weder zal opleveren in behoor!yke order, op zodanige pcenaliteiteu , als U Ed. Achtb. daar op zulkn gelieven te Hellen, 't Wtlk doende enz. Was ondertekend door 106 Burgeren. Op dit Request is, by eene groote meerderheid van ftemmen , teiftond een gunftig fiat verleend, door de Heeren Burgemeesteren en verdere Leden van de Vroeofchap , die de noodzakelykheid van eene gewapende Burgerye erkennen. CCLXV. ExtraB uit het Memorien en Refulu. tienboek der Stad Zutphen. Marlis den 4 November 1783. Op het Gecommuniceerde van den Heer Raadvriend van der Capellen tot Rysfelt, als Hopman van de Nieuwliads Compagnie, op den 25 Oftuber jongstleden ter Vergadering gedaan: „ Dat deze zyne Com„ pagnie buiten Stads kosten voor privaiive reekening van Wapenen was voorzien , en dat zyn Ed. van intentie was dezelve te exerceeren; verzoekende der. " halven dat Haar Ed. en Achtb. een bèfloten plaats , het zy een der Keiken , ot een ander Stadsgebouw tot een Exeicitie-plaats, ten einde alzoo den toeloop van Volk te vermyden , geliefden te accordeeren , terwyl by vervolg een open plaats buiten de 11 Stad, zoo als Haar Ed. en Achtb, best dienftig oordeelen-zouden, daar toe zoude verzoeken." Hebben Haar Ed. en Achtb. met furprife uit de aangetogene Notificatie veinemende, dat Zyn Ed. zig bevoegd' oordeeld om, zonder eenig pixliminair conlent van de Magiftraat, zyne Compagnie na welgevallen te ixerceeren. En daar tegens confidereerende, dat de Hop- lie-  nov. STAAT EN OORLOG. 1733. 85 lieden met derzelver Compagnien onder de directe en fpeciale ordres van de Magiftraat ftaan , en uit dien hoofde ook nimmer eenige veranderden in de diredie der Compagnien buiten Haar Ed. en Achtb. confent hebben mogen gemaakt worden; dat ook bovert dien Haar Ed. en Achtb. 'er ten hoogften aan gelegen legt, dat eene inrigtinge van dien aart met zoo weinig last voor de Burgery en wagtdoende Inge/eetenen gelchiede als eenigzints mogelyk is, en daar benevens den eenen Burger boven den anderen nier bezwaard werde : over znlks goedgevonden de gezamentlyke Hoplieden te autoiifeeren, om onderling te overleggen, wat tot het beter in order brengen der Burger Compagnien, zoo ten aanzien der Wapenen, als anderzints zoude behooren in het werk gefteld te worden , en daar van ter Vergaderinge rapport te doen. En is wyders goedgevonden, dar, byaldien inmiddels door den Heer Raadsvriend van der Capellen tot Rysfelt , tot het exerceeren der wagtdoende Rotsgezellen van de Nieuwüads Compagnie onder haare refpeclive Officieren verzoek mogte gedaan worden , Haar Ed. en Achtb. uit hoofde van de inclinatie , welke zig daar toe by die Compagnie fchynt op te doen, geen zwarigheid zullen maken, zulks aan Zyn Ed. provifioneel te accordeeren , en hier toe in dat kas het Gildehuis te atfignee- Pro vero Extrabïu. CCLXVI. Nader Aantekening van Mr. b. f. verstege , tegen de Refolutie der Ma» giftraat van Zutphen ,van den 5 November 1783- Buraemeefter Verflege heeft ingevolge van zyn gedaane Miflive, legen de Refolutie van den 5 dezer maand, omtient het fecreteeren van de bekende Rtfolutie van den s September met al het gunt daar uit volgend is gepioihieerd, op de uitgebragte A Ivyzen van de meerderheid der Prefente Heeren Leeden, F 3 te.  m STAAT EN OORLOG. 1783- 93 den gebouwd was, waar door UEd. en Eerzaame zig tZ een onvoorzigtigen flap en ingreep in deeze Stads ReVe mgnz3eng ifebben Schuldig gemaakt^ met-en van zeer veele Leden van UEd. en Eerzaame O.ile. • aL i.rmfcheri de Ondergetekende geïnformeerd SV ddï dietforoUrande by UEd. en Eerzaame ^t^^^SXo, Hun Ed. Groot Achtb zoo over het gemelde Adres der Burgerye, 5 ovVr UEd. en Eerzalme Remonltanae jgomwj, zoo van U Ed. en Eerzaame als van de J« B u r Jr v, welke nimmer anders geweest is , dan om de'Se conltitutioneele form van Regeeringzoo. ab dezelve op 's Lands welzyn, de duurgekogtVryhud en Voorrechten is gegrond « ^muneeren e„ t g n daar aan gederogeerd is, herfteld te krygen, ine-u fit g plaatst word, als of zy door de fnoodfl* en imsdadigfte vues zouden bezield zyn. Dat, offchoon zig de requesltreerende Burgery , by hu\^a^A;S: volkomentlyk van alle verkeerde verdenkingen gezuive d heeft ," Hun Wel Ed. Gr. Achtb. evenwel by de Refolutie van den 29 Augustus laatstleaen daar mede gantsch geen genoegen genomen, maa.r in tegended de Juttificatie zeer disgracieus opgevat, en wel wat meer is aan de Burgery het menagement van terkere mem. fes wegens dien top, als een preuve van alle mogelyke moderatie toegerekend hebben. . ■ , Da? ejter de Burgery, by alle die hardigheden, nog het Snoeien heeft , dat de Leden der Magiftraat met eenpaarig ghunne bi lyke Propoiiaen en Eysfchen hebDeuPgedeclineerd, maar dat die Heeren, welke zy fteeds ïls waare verdedigers en voorftanders hunner dierbaarte Redten en Vryheden zullen erkennen en eerbiedigen zig telkens tegen die zoo fterke en voor de Bur£ e'n vernederende Refolutien , op het nadrukkelykfte ve zet en geprotelteerd hebben. Dat ook, daarenboven, de gantfche onpartydige waereld aan deezer Stads  S>4 nov. ZAAKEN VAN Burgery de Juditie doet, om deszelfs bedaardheid en moderatie te admireeren , waar van zoo veele , daaglyks uitkomende, publieke Gefchriften de preuves dragen. Dar hoe zeer dit een en ander geen geringe fieun geefl aan der Burgeren regtmatige petitiën , en hun diensvolgens ook qualificeeren zoude, om dezelven met meer klem en nadruk, als tot hier toe gefchied is, door te zetten, het egter, zoo veel men weet, nog by niemand is opgekomen, om tot eenige daadelykheden toevlugt te neemen, ja zelfs, tot dit oosenblik toe, binnen deeze Stad, het minde of geringde gepasfeerd is, dat eenige gegronde vrees of vermoeden tot zulk een flap zoude kunnen opleveren. Neen , Edele en Eerzaame Heeren ! de Ondergetekenden zyn by hun zeiven al te zeer overtuigd van de zuiverheid hunner inzigten, en van de onwrikbare waarheid des bekenden delregels, dat eene goede zaak eindelyk moet zegepraalen, dan dat by hun lieden, of iemand der gantfche braave en weldenkende Burgery, eenigen opzet rendeeren zoude, om hunne feu timen ten weike door de geheele Natie geapplaudisfeerd worden' en waar toe dus, door middel van gepaste en eerbiedige vertogen, ook eindelyk alle hunne Regenten zullen moeten worden overgehaald , door eenige violentien te doen ampleöeeren. Zoo zeer dan nu, Edele en Eerzaame Heeren al zulke middelen, welken tot dorting van het allerdierbaarst Burgerbloed» eenige aanleiding kunnen secven, by de ondergetekenden gedetesteerd worden, se* lyk zy niet nagelaaten hebben by alle gelegenheden opentlyk te declareeren, en malkanderen onderling tot bedaardheid en bezadigdheid aantemaanen , zoo zeer gevoelig , grievend en verguizend moet het hen voorkomen, by hunne eigene Overheden te worden verdaet' gehouden van tumultueufe beweegingen en oproer. Dat dit egter plaats vind , Edele en Eerzaame Heeren ! kunnen de Ondergetekenden , welke een gei ruimen tyd in een diepe onwetenheid, van 't geen over hun beflooten was, geverfeerd hebben, m niet langer ignoreeren. Wc!  nov. STAAT EN OORLOG. 1783. 97 Wel is waar, dat reeds voor eenigen tyd, zoo door praatjes als door de publieke Nieuwspapieren , binnen . deeze Stad gerugten hebben geloopen, dat 'er, op verzoek van de Wel Ed. Gr. Achtb. Magiftraat, aan het Guarnifoen dezer Stad Amunitie van Oorlog zoude zyn uitgereikt; als meede, dat de Militairen ordres zouden hebben, om op de eerfte gewapende zamenrotting vuur te geeven. Dan diergelyke gerugten , zoo vreemd , zoo ongelooflyk , hebben de ondergetekenden voor geene waarheden kunnen , nog durven accepteeren , voor en aleer hun door de nu onlangs in 't licht gekomen Stukken van de Heeren Verftege, Rode van Heeckeren , en van der Capellen tot Rysfelt, aan welken zy deswegens hunne onuitfpreekelyke verpligting betuigen, werkelyk gebleeken is, niet van allen grond ontbloot te zyn geweest. Hier uit tog hebben de Ondergetekenden ontdekt, dat 'er op den 2 September laatstleden, by de Magiftraat dezer Stad , eene zogenaamde Secrete Refolutie genomen is , waar by het employ van de Militie van den Staat in deze tydsomftandigheden is vastgefteld. En offchoon den woordelyken inhoud dier Refolutie ais nog voor de Burgery verborgen is , zoo heeft men evenwel zoo veel kunnen nagaan, dat welgedagte drie Heeren dezelve confidereeren als van de allerdangereufte gevolgen , en, uit dien hoofde , niet responfabel willen gehouden zyn wegens alle de rampen en onheilen welke nu, of in 't vervolg van tyd , deeze Stad, derzelver Regeeringsform , de Magiftraat, of de goede Burgery en Ingezetenen, daar door , onverhoopteiyk, zouden kunnen overkomen. De Ondergetekenden zullen, om alle reproches voor te komen, als of zy hun werk maaken, om Refolutien van Hun Wel Ed. Gr. Achtb. te taxeeren; gelyk zulks aan U Edele en Eerzaame , ten aanziene der vooraangetogene Remonftrantie , word geïmputeerd , als een daad, tegen het verfchuldigde refpeci ftrydig , alhier niet nalpeuren de beftaanbaarheid der voorfchr. Refolutie met de Rechten van vrygebooren Burgers , mee de  96 nov^ ZAAKEN VAN ,7g> de Unie van Utrecht, met de algemeene oude Cmftitutie van deezer Stads Burger Militie. Maar zy kunnen zig niet onthouden , U Edele en Jierzaame met de gepaste vrymoedigheid afiev.aeen: „ Wat mag tog by Hu:. We] Ed. Gr. Achtb. zulk' „ een gedeplaceerde vrees (wanneer men 't zoo noemtn „ magj^vnor Oproer verwekt hebber ? „ Is 'er 't een of ander gep^feerd, gelyk op diffe„ rente plaarfn van ons Vaderjand gebeurd is, dat „ eenige aanleiding tot alzulke vermoedens kan geeven? „ En zoo dit al eens on.'erbooptelyk moor p^ats ,, vinden, wat mag dan tog Hun Wel Ed. Gr. Acfrb „ bewogen hebben, om zig, tot demp.nge van zo Ja" „ nige Calamiteiten, te bedienen van de Militaire mag--. „ welke nergens anders toe dienen konde, dan om een „ verlchrikkelyk Bloedbad aauteregter ? „ Wat mag tog de reeden zyn , dat daar toe niet, ten minlten in de eerfte plaats , de Burger-Compa. „ gnien dezer S ad geëmployeerd zouden worden, we'. „ ke daartoe, jngevolge derzelver Conltitutie en vigee,, rende Wagt-Reglementen, eeniglyk en alleen geicinkt 53 zy • De beantwoording dezer Vraagen willen de Oidergt ekeniie gaarne overlaateu aan die geem-n wlke in hebben'^ handelwys meer doorzigts mogen Dit is intusfehen zeker, dat, daar 'er in deeze Stad, zoo veel men weet niets eepasfeerd is, dat eenigzins het employ der M.hta.re Magt zelfs'zoude kunnen fchynen te bUIyken , het de allergrootfte hardigheid voor dezer Stads geö.abüsfeerde Burger-M.litie zoude zyn , dat dezelve in zulk een ongelukkig , do* geen. zins te voorzien, geval wierde vourby gegaan, « derzelver funéhe dour Krygsknegten van den Staat, welke door den Burger betaald worden, en tot geheel andere oogmeiken gefchikt zyn, wierde waargenomen Hier door word niet alleen het grootlte vertrouwen vau de Heeren van de Magiftraat , of liever de meer": derheid van dezelve, tegens de Burgery gedecouvreerd, maar ook, wat meer is, door deeze Refolutie worden die  ncjv. STAAT EN OORLOG* 1783. 97 die geen* welken, met de Wapenen in de hand, ge» zwooren hebben, deezer Stads beste te zullen doen en te vorderen, ingewikkeld, als Trouwloozen en MeinEedigers geconfidereeni. Dit een en ander, Edele en Eerzaame Heeren j heeft de On iergetekenden, welken door geene andere Mdtiven, dan het welvaaren van deeze Stad , deszelfs Re» geering, en braave Burgery , gedreeven worden , genoodzaakt» voorbehoudens allen verfchuldigden eerbied voor de Wel Ed. Gr. Achtb. Magütraat, deeze hunne bedenkingen voor U Ed. en Eerzaame , als hunne directe Reprefentanten , en ook indisputabel het tweede Lid deezer Stads Regeering uitmaakende, nederteleggen , in dat zeker vertrouwen , dat U Edele en Eerzaame , door denzelfden yver bezield, ook met hun over deeze, door de Magiftraat genoomene, maatregels dezelfde aandoeningen zullen ontwaar worden* Weshalven zy ook geenzins mogen twyfelen, of U Edele en Eerzaame zullen ten fpoedigften alzulke mid« delen beraamen, waar door Hun Wel Ed. Gr. Achtb. op de gefchiktfte wyze van de ongegrondheid van derzelver Wantrouwen op de Burgery worden overtuigd; en het voorts daar heenen dirigeeren, dat zodanige Refoltitien , als door Hun Wel Ed. Gr. Achtb. tot hec gebruik van 't Guarnifoen , in cas van onverhoopte Seditien of Oproer, mogten genomen zyn, hoe eerder hoe liever, worden ingetrokken. En dat in tegendeel de Propofitie van den Heer van der Capellen tot Rysfelt, aan Hun Wel Ed. Gr. Achtb. gedaan, om dezer Stads Burger-Compagnien of Schutteren in eene behoorlyke order te brengen , waartoe ook door de Ondergetekenden, by het eerfte Adres, inftantie gefchied is, ten fpoedigften moge worden aangenomen. Ten welken einde U Edele en Eerzaame n'et alleen dienden werk te maaken, dat de Heeren Hoplieden en Officieren der vier overige Compagnien het loflyk voorbeeld van welgedagten Heer van der Capellen navolgden , door hunne onderhebbende Rotsgezellen mede van nieuwe Uniforme Wapenen te voorzien , ea in de behandeling derzei ven te oeffenen. XVJLU. deel. G Mast  9S nov. ZAAKEN VAN 1783. Maar ook in het generaal te effeftueeren, dat deeze zoo nuttige oeffening, welke tans door geheel Nederland zoo zeer word begunftigd en aangewakkerd, ook hier ter Stede niet blootelyk tot de Wagtdoende Burgers , welken , met relatie tot het gantfche Lighaam der Burgery, een klein getal uitmaaken, worde geborneerd: maar dat het in tegendeel aan eenieder, welke daar toe lust en genegenheid heeft, worde vry gelaaten, om zig in de hanteeringe der wapenen, zoo zeer voegende aan vrye Republicainen, te oeffenen , en zig in ftaat te (leliën, om dezelven, wanneer de nood zulks mogt vorderen, ten beste van Stad en Land , te kun. nen gebruiken. . . De Ondergetekenden demandeeren dit zo gewigtig ftuk op het ferieufte aan U Edele en Eerzaame attentie, met eerbiedige begeerte, dat eerlang, ter bereiking van dit heilzaam oogmerk, de noodige Mefures mogen worden genomen, en dus eens eindelyk aan den wensch der geheele Burgery, welke al federt een geruimen tyd, met de uiterfte lydzaamheid, na de vereischte befchik. kin gen daaromtrent gewagt heeft, worde voldaan. Neemende voor 't overige zy de vryheid , ü Edele en Eerzaame by deeze gelegenheid te herinneren , dat de Burgery zeer verlangende is , om ook eens hunne overige grieven en bezwaaren , by het eerfte Adres ver. vat uit den weg geruimd, en hunne aloude Regten en Privilegiën herfteld te zien. Ten welken einde zy hoopen en verwagten , dat ü Edele en Eerzaame daar op , zoo ras mogelyk het zy , door eene nadere Remonftrantie, aan de Magiftraat, of door andere convenabele middelen, met allen nadruk, zullen aandringen. CCLXIX.  mm bov. STAAT EN OORLOG. i7g3. 99 CCLXIX. Refolutie van de Heeren Staaten van Zeeland, om aan het Hof van Weenen reprefentatien te doen, over het inneewen van het Fort St. Donaas, door Keizerlyke Troepen, In dato 6 November 1783» Is geleezen eene Misfive van Burgemeesteren eri Scheepenen der Stad Sluys, Waterregt van Nieuw» muy.ien , gefehreeven aldaar den 4 deezer Maand , communiceerende dat een Detachement Keizerlyke Troepen, fterk omtrent duizend Man, in den vroegen morgenftond van dien dag het Staaten Territot zyn ge. approcheert, en daadelyk van het Fort Sr. Donaas poslUfia genomen hebben,' en houdende wyderS opgave van de byzonderheden , vOor zo verre zy legaal geinformeert waren, welke by dat geval hebben geëxteert; terwyl ook daar van aanftonds by Misfive aan H. H. Mog. hadden kennis gegeeven. Is nog geleezen een Mk-five van Burgemeesteren en Scheepenen 's Lands v.n den Vryen , gethreeven als vooren, behelzende gelyke Communicatie van het door een Keizerlyk Detachement in bezit neemen van het Fort St. Donaas, en andere , by de voorfz. Stad gelegen. Ën heeft de Raadpenfionar's eindelyk ouverture gegeeven van een particuliere B.'ief, uit de voorfz. Stad aan de Bailluw van Veere gefehreeven den 4 deezer, insgelyks het voorfz. geval concerneerende. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en Verftaan, dat, in afwagting van hetgeen" by H. H. Mog. op de voorfz. gegeevene Communicatie door die van Sluis in deeze zaak zal worden gedaan, de Hee. ren ordinaris Gedeputeerden deezer Provincie ter Generaliteit inmediaat zullen worden aangefchreevèn en geauthorifeert, om ter Generaliteit de Zaak daar heen te dirigeeren, dat de meest kragtige en convenabele reprefentatien deswegen aan het Hof van Weenen wow den gedaan* G a Zal.  ico nov. ZAAKEN VAN 1783. Zullende Extract deezer Refolutie ten dien einde aan dezelve Heeren worden gezonden. (Was get.) L. P. VAN DE SPIEGEL. CCLXX- Refolutie van de Heeren Staaten van Stad en Lande, by welke de Hooge Krygsraad wordt afgefchaft. In dato 6 November 1783. Gedelibereert zynde over het Rapport van Heeren Gecommitteerden tot de Petitiën van den Raad van Staaten, en deezer Provincie Finances van den 30 October jongstleeden , nopens het cesfeeren van den Hoogen Krygsraad, luidende als volgt: EDELE MOGENDE HE.EREN ! Ter voldoeninge van de Refolutie Commisforiaal van den 31 May deezes jaars, om te onderzoeken de Refolutien van Ridderfchap en Steden der Staaten van Overysfel van den 9 April, den 14 daar aan volgende ter Vergaderinge van Hun Hoog Mogende ingedient, in bedenkinge geevende , de Hooge Krygsraad, zoo als dezelve zich thans gefitueerd vind, te doen cesieeren en dat voorftel by de gezamentlyke Bondgenooten erootendeels zynde gemaakt, hebben de Heeren U Wel Edele Mogende Gecommitteerdens de eere te rapporteeren dat ü Edele Mogende daar toe meede behoorden te' committeeren, en de Heeren Gedeputeerden ter Generaliteit geauthorifeerd te worden, daar van ter Vergaderinge van H. H. Mog. kennisfe te geeven en teffens te declareeren, dat U Ed. Mog. in ferieufe bedenkinge geeven , op wat wyze voor de Papieren en opgebragte Penningen, ter gelegentheid van de fubhftentie van den Hoogen Krygsraad in den Haare hadden sefteld of onder de Ministers berustende , ten ö mees-  Nov. STAAT EN OORLOG. 1783. 101 meesten diende van dien recht hebbende of Crediteuren van Officieren van deeze Staat, voortaan zal worden gehandelt, op dat geene particuliere Ingezetenen door deeze affchaffinge eenig nadeel worde toegebragt, maar een iegelyk het zyne naar Rechten moge erlangen. Hebbende de Heeren Staaten van Stad en Lande zich met het uitgebragte Rapport geconformeert. (Onder dond) Col!. Co». (Was get.) R. B. COCKINGA, Secret. CCLXXI. ExtraB uit het Vroedfchaps - Boek der Stad Leyden. in dato 7 November 1783. 1T\e groote Vroedfchap der Stad Leyden, gelet heb\_J bende op zeker Stuk, door den druk gemeen gemaakt, en geintituleerd: Verantwoording van den Krygsraad van de Manhaf te Schutterye. der Stad Leyden, waar van aan ieder der Leden van de Regeering een Exemplaar gezonden is, heeft met de uiterfte bevreemding daar uit gezien , dat die van den Krygsraad gedifficulteert hebben te berigten op zeker Concept-Plan tot erectie van een Vrycorps binnen deeze Stad , aan hun ten dien einde volgens Refolutie van H. H. van den Gerechte ter hand gedeld, onder voorwendfel van dit niet behoorlyk te kunnen doen, zoo lang zy tevens niet in handen hadden het Request, door de geenen , welke een Vrycorps verlangden op te rechten, geprefenteerd, en daar door geinformeerd waren, van de redenen en motieven , om welke zy het oprichten van een Vrycorps binnen deeze Stad voor nuttig en noodG 3 -a-  joa nov. ZAAKEN VAN 1783. zakelyk hielden, mitsgaders van de gronden, op welke zy zig daar.toe bevoegd en geregtigd oordeelden; daar het geen tegenfpraak duit, dat het al of niet ac> cordeeren vau zoodanig verzoek een point is eeniglyk en alleenlyk behoorende tot het politiek bcftier dezer Stad , cn dat derhalven het onderzoek der gronden, waarop hetzelve ftcund, mitsgaders de beoordeeling, of men den Verzoekers al of niet kan en behoord te wille te zyn, aan niemand , dan aan de Regeering alleen competeerd , dewyl die van de Krygsraad geene de minfte beyoegdheid hebben, om in zoodanige politieke zaaken, als Confilarii de Regeering te dienen van hunne Confideratien en Advis. Alles derhalven wat die van den Krygsraad roet reden konden verzoeken, beftond hier in , dat de Regeering by het delibereeren en refolveeren op het aan haar gemaakte Adres, geliefde zorge te draagen , dat de Schuttery geen nadeel kwame te lyden : en hier van was hun niet flegts de volleedigfte toezegging gedaan, gelyk zy by hunne ver» antwooroing erkennen , maar de Magillraat toonde ten duidelykfte door het Concept-Plan ter erectie van een Vrycorps ten fine van bericht in hunne handen te (lellen, gezind te zyn voor de belangen van de Schuttery te waaken. Het was derhalven "de pl;gt van die van den Krygsraad geweest, dat Plan te eximineeren en de Magillraat te bergten , of de uitvoering van hetzelve prejudidabel voor de Schutterye zoude zyn , en zoo ja, in welken opzigte, terwyl zy voor het overige het onderzoek omtrent de zaak zelve, als geheel niet van hun departement zynde, aan de Regeering hadden moeten overlaaten , gelyk zy zelve in hunne verantwoording toonen kiaar genoeg begreepen te hebben. „ Het j, is daarom geheel onbegrypelyk , op wat grond de Krygsraad ■ heeft kunnen goedvinden of zig bevoegd „ reekenen, om in plaats van het genqulreerde berigt „ te geeven , de Schuttery tot het prelènteeren van „ Requesten egen het aan de Regeering gedaan ver- zoek te petmoveeren , daar zoodanige flap zeer ge„ fchikt wis om de ftjlle en vreedzaame Burgery te „ ontrusten , en in de waan te brengen , dat 'er ge» „ wigtige redentn waren om te vreezen , dat de Voor- ,, rech-  nov. STAAT EN OORLOG. 1783. 103 rechten der Schuttery Honden befnoeid te worden, ,, en 'er zulk een middel nodig was om de Regeering „ tot handhaaving van dezelve te beweegen, gelyk dan „ ook eenige weinige andere deeze gelegenheid gunftig ,, geoordeeld hebben om hun verderflyk zaad te ftrooi» „ jen, den eenen Burger tegen den ander optehitzen, „ en het vuur van tweedragt binnen deeze Stad te ont- fteeken , waar toe zy by monde en gefchrifte de „ fterkfte poogingen hebben aangewend." Dat die van den Krygsraad het teekenen en prefenteeren van die Requesten niet anders zouden gefavorifeerd hebben, dan met kennis en goedvinden van H. H. Burgemeesteren , is eene asfertie die tegen hun eigen verhaal direct ftryd (want hoedanig dan ook de converfatie van de Gecommitteerden uit dat Collegie met den Deken, waar van in de Verantwoording melding gemaakt word, moge geweest zyn} zy erkennen daar in , dat H. H. Burgemeesteren nog op dienzelfden dag (zynde geweest den 29 April , gelyk uit de overgelegde Notulen blykt) en dus toen de zaak nog in haar geheel was , zig daar omtrent nader en anders geëxpliceerd hebben; ja, zy voegen 'er by, dat zy op het Rapport, door hunne Gecommitteerden deswegens aan hun gedaan , op den 2 May gereiolveerd hebben omtrent het prefenteeren van een Request, door de Schutters der refpeclive Vaandelen in hun geheel te blyven en de Schutters te laaten ageeren naar welgevallen , 't welk niet wel anders kan beteekenen , dan dat zy zig daar mede niet zouden bemoeijen. Ondertusfchen hebben de rcfpective Kapiteinen eenige dagen daar na, en wel op Maandag den 5 May, eerst hunne Sjerp-Officieren, en naderhand dezelve met en benevens de Kwartiermeesters, by zig aan hunne Huizen ontboden, en (even als of het van zelve fprak, dat 'er Requesten moesten geprefenteerd worden) aan hun twee Requesten voorgedraagen, beiden ingerigt tegen het verzoek, uit naam van eenige Burgers en Ingezetenen aan de Regeering gedaan , waar van zy echter het eene meer byzonder aanpreezen, 't welk zy dan ook door alle hunne Officieren (voor zoo verre die daar toe wilden befluiten, want fommige, de zaak wat verder inziende , hebben G 4 dit  jo4 kov. ZAAKEN VAN i783. dit gedeclineerd) zonder hun eenigen tyd van beraad te geeven, nog dien zeiven avond hebben laaten teekerieh, fchoon egter dit laatstgemelde niet bepaaldelyk by alle Compagnien zonder uitzondering heeft plaats gehad , gelyk ook alle de Hoofdmannen by hunne Officieren niet even fterk op het teekenen geurgeerd hebben. Vervolgens zyn die Requesten , met voorkennis en goedvinden van den Krygsraad, op den Doelen ter teekening nedergelegt, en de Quartier-Meesters gelast zoo de Adelboiften a's Rotmeesters, en door de laatstgemelde de refpeclive Schutters van hunne Quartieren dsar van te adverteeren, en tot het teekenen van dezelven te noodigen, Eindelyk hebben de Gecommitteerden u:t den Krygsraad niet gedifficu'teerd nm, zoo zy zeggen, op het verzoek van de Officiers, Ztturdag den ïo'May aan hun gedaan , zich te chargeeren met d.: Commisfie, om de meergemelde Requesten aan Hun Ed. Gr. Achtb. voor de Schutterye te prefenteeren, fchon ve fcheide Officieren en een derde gedeelte van de Schutterye dezelve niet geteekend hadden. Eene handelwyze direct ftrydig tegen de hier voorgemelde Refolutie van den Krygsraad, in dato 2 May. Het is waar, dat zy de Schutters hebben laaten handelen naar welgevallen : dan het is ook te gelyk waar , dat 'er omtrent verfcheide Schutters , die daar in difÏÏculteerden, yry fterke middelen van perfuafie zyn in 't werk gefield , en dat het met het teekenen van die Requesten niet altyd even regulier is toegedaan , hebbende fommi^e Officiers, die daar by affilleerden, zeer gedifficulèeri, en eenige volflrekt geweigerd de Leélure van het Ri q test aan de Schutters, welke daar kwamen, te accordetren, en hun getragt te beduiden, dat zy geene zwarigheid behoorden te maaken , om hunne naamtn te zetten onder een Request, dat reeds door zoo veelen geteekend was, hetwelk aanleiding gegeeven heeft, dar zeer veelen geteekend hebben zonder iets van den inhoud te weeten. Schoon nu de groote Vroedfchap deeze verkeerde handelwyze geenzins op reekening van den Krygsraad wil ftellen, en gaarne gelooven, dat dit buiten deszeifs kennis, ja tegen deszèlfs oogmerk gefchied i§, moet zy echter zulk een algemeen opontbod van de  nov. STAAT EN OORLOG. 1783. 105 de geheele Schutterye, zonder eenige voorkennis of goedkeuring van de Regeering door den Krygsraad gedaan, ten hoogden improbeeren , gelyk zy ook geenzins kan goedkeuren, dat men den Schutteren zoodanige Requesten ter teekening heeft voorgeleat, zonder hun tevens opening te geeven van 't geen over 't verzoek ter oprichting van een Vry-Corps tusfcien den Magiftraat en den Krygsraad was voorgevallen , noch van de toezegging aan de laatstgemelden door H. H. Burgem. van wegen de Regeering gedaan, dat 'er niets zoude gepermitteerd worden , het welk eenigzints tot nadeel van de Schutterye zou kunnen ftrekken. Daar dan, door het favorifeeren van het teekenen der Requesten door de Krygsraad, hetzelve effect heeft geforteerd , en daar derhalven deze daad niet zoo zeer aan de Schutterye, dan wel aan den Krygsraad zelf moet geattribueerd worden, zal het geheel onnoodig zyn te onderzoeken , of die op zich zelve onloochenbare (telling , dat het namentlyk aan ieder Lid van den Burgerftaat, en -vooral aan het geheele Lichaam van de Burgerye vry ftaat, by een eerbiedig Request zyne belangens, zyne bezwaren, aan zynen Magiftraat in gepaste termen voor te draagen, hier van applicatie zou kunnen zyn: Doch het is buiten alle contestatie, dat het gedrag door den Krygsraad in dezen gehouden met geen grond kan gedefendeerd worden; en het kan geenzins tot wettiging van deze demarche dienen, dat op d n 26 April drie Burgers een Request ter weeringe van het Vry-Corps, door 61 Perloonen getekend, jan den Krygsraad hadden ter hand gefteld, met verzoek van 't zelve te examineeren en het prefenteeren daar van goed te keuren; het was immers genoeg bekend, wie de ontwerpers en voornaamfte aanvoerders van dit Request waren; en die gevreesde onlusten , welke, uit het geene 'er nu gedaan is, niet dan te veel voedfel gekreegen hebben, zouden op eene korte en veilige wyze zeer gemakkelyk hebben kunnen geprxvenieerd worden. Indien men toch alleenlyk aan die drie Burgers geantwoord had, dat het prefenteeren van zoodanig Request niet te pas kwam, vermits de Krygsraad geenzins in gebreeke bleef voor de belangen G 5 van  io6 nov." ZAAKEN VAN 1783. van de Schutterye te waaken ; indien, vervolgens, de refpeclive Hoofdmannen op eene convenable wyzeaan de Schutters van hunne Vaandels kennis gegeeven hadden van de verzekering aan den Krygsraad gedaan, dat in deze zaak niets zou verricht worden, 't welk tot prajuditie van de Schutterye kon ftrekken, zou zoodanig Request, onder de braave Burgerye weinige tee. kenaars gevonden hebben ; ook zou de Magiftraat wel middelen geweeten hebben om de ongeoorloofde menees te fluiten, welke men in het werk ftelde om eenvoudige lieden tot het teekenen van 't zelve over te haaien. Doch het eeene de groote Vroedfchap voornamelyk gefrappeerd heeft, is, dat men op Zaturdag den 10 May gecontimieeid heeft het hier te vooren meermaal gemelde Request op den Doelen te laaten reekenen , na dat dien zelfden morgen aan den Colonel, daar toe expresfelyk ontboden, door H. H. Burgemeesteren uit naam , en volgens fpeciale Refolutie van den Geregte was aangezegd, dat zulks aan den Magiftraat gansch niet welgevallig was. De Krygsraad brengt hier tegen wel tot zyne verfchooning by, dat alles, wat op dien Zaturdag in den Schutters Doelen is om gegaan, buiten zyne kennis is geweest, als hebbende, zoo daar van, als van de gedaane aanzegging, door H. H. Burgemeesteren, niet voor den volgenden dag bericht gekreegen. Dan daar de Collonel van zyn Wedervaaren by H. H. Burgemeesteren aan Gecommitteerden van den Krygsraad heeft verflag gedaan: Daar die Gecommitteerden, door hun Cohesie, by Refolutie van den 29 April tot het dirigeeren van dit geheele werk gequalificeerd waren; daar de Krygsraad, na van alles den volgenden dag behoorlyk rapport gekreegen te hebben, de conduites van zyne Gecommi;teerden niet afgekeurd, maar gehomologueerd heeft, moet d-ze daad wel degelyk op reekening van dat geheele Collegie gefield worden, hoe zeer het eene waarheid blyft, dat de Gecommitteerden voor de eerfte en voornaarofte oorzaaken van die handelwyze te houden zyn: doch dit geeft geen den minften grond om te pofeeren, dat de Heeren van den Gerechte door abufive informatien zouden misleid zyn, om dat Hun üd. Groot  nov. STAAT EN OORLOG; 1783. Ï07 Groot Achtb. in derzelver Refolutie van den 13 May 1783 zeggen, dat deze teekening g-rfchied is, terwyl de Krygsraad in den Doelen vergaderd was, en dus volleedige kennis droeg van de aanzegging, des voormiddags, aan den Collonel gedaan; wanc de Gecommitteerden van den Krygsraad , dat Collcgie reprefenteerende , waren aldaar vergaderd; gelyk dezelve dan ook op het gedaan rapport van den Collonel gedelibereerd en gerefolveerd hebben, om (als hadden zy het vermogen met een Request, door hun zelf ter teekening gelegt, te rug te neemen) te beproeven, of men hun hetzelve wilde ter hand ftellen, om (galyk zy zich uitdrukken) Heeren Burgemeesteren genoegen te geeven, 't geen niet wel iets anders kan beteekenen, als om zich te gedraagen naar de aanzegginge, dien morgen aan den Collonel gedaan, waar van zy derhalven den zin en meening duidelyk toonen begreepen te hebben : Ondertusfchen doen zy, tegen de gedeclareerde begeerte der Heeren van den Gerechte, en hunne eigene, zoo even te voren genomene Refolutie , het meergemelde Request, wederom in den Doelen ter teekening leggen, zoo ras zy bericht krygen, dat 2 of 3 Schutters zich daar toe aanbieden: Ja, zy fchroomen niet zig, op eene niet zeer gepaste wyze, te beklagen , dat zy belet zyn geworden, dat Request te Haten teekenen, door nog een groot aantal Schutters, die zig, zoo zy voorgeeven, dien avond tot dat einde aan de Doelen zouden geaddresfeerd hebben : En dit belet zou veroorzaakt zyn (gelyk zy geen zwaarigheid gemaakt hebben ter neder te ftellen, op het abufief bericht van hunnen Wachtmeefter, hoe zeer hetzelve tenen alle waatfchynlykheid ftreedt, en hun de ftupiditeit van dien Perfoon , benevens zyne onbekwaamheid om een behoorlyk rapport te doen, niet onbekend konde zyn) door dien drie Leden van de Vroedfchap , in den Doelen gekomen, juist op het zelfde oogenblik, dat de Gecommitteerden van den Krygsraad het Request.terug gegeeven hadden, om het zelve door twee a drie Burgers, die daar toe verzoek gedaan hadden, te laaten teekenen, uit naam van Heeren Burgemeelteren of van den Gerechte geordonneerd hadden, dat  io8 nov. ZAAKEN VAN 1783. dat de verdere teekening moest worden geftaakt. Daar ondertusfchen de groote Vroedfchap in het zekere geïnformeerd is, dat de bovengemelde drie Heeren op het aan hun gegeeven bericht, dat het Request dien middag in den Doelen ter teekening geleegen had, en ook door eenige Schutters daadlyk getekend was, ja dat hetzelve daar actueel nog lag, zig derwaards begeeven hebben , om de waarheid dier zaake te onderzoeken : Dat zy in de Kamer gekomen zynde, aldaar niet 2 ot 3 maar 10 of 12 Perfoonen gevonden hebben , behalven den Vendrig Lieutenant der Compagnie van een der jongfte Hoofdmannen en den Wachmeefter Roskes ; dat een dier Menfchen bezig was met een aldaar op Tafel liggend Papier te onderteekenen, en ook op hun te kennen geeven , dat niemant zig uit hoofde van hunne tegenwoordigheid moest geneeren, daar mede is voortgegaan; dat zy, na dat die Man geëindigd had , zig na de Tafel hebben begeven om viiie van dat Papier te neemen, 't geen _ de Wachtmeefter op eene wyze, niet overeenkomftig den Eerbied aan Leden van de Regeering verfchuldigd, heeft, trachten-te beletten, zoo met poogingen te doen om hetzelve een dkr Heeren uit de hand te neemen , als met te zeggen dat de Heeien boven vergaderd waren, dat hy het aan dezelve moest terug geeven, en niet vermogt aan ïemant te laaten zien; dat daar op een der gemelde Leden van de Vroedfchap hem gewaarfchuwd heeft, dat hy voorzichtig moest zyn en wel toezien wat hy deed, dat hy wist wie zy waren , en dat het voor hem onaangenaame gevolgen zou kunnen hebben , indien hy bleef weigeren hun vifie te laaten neemen van e n Gefchrift, 't welk op eene publieke plaats openiyk ter teekening lag. Dat de Wachmeefter hun toen gemelde Papier heeft laaten inzien, hetwelk zy bevonden het bewust Request te zyn. Dat een dier Heeren daar op zyne verwondering getoond heeft, dat het gemelde Request nog ter teekenihg lag , daar zulks dien morgen door H. H. Burgemeefteren volgens fpeciaale Refolutie van den Gerechte aan den Colonel was verboden. Dat de meergemelde drie Leden van de Vroedfchap vervolgens terflond wederom zyn vertrok*.  nov. STAAT EN OORLOG. 1783. 109 trokken; en dat die alles gebeurd is des avonds tusfchen zeven en half agt uuren. Dat kort daar na de Colonel aan het Huis van den Heer Praefiderende Burgemeester is ontboden, en door denzelven wegens zyne disobedientie gereprimendeerd geworden , met herhaalde order om het Request niet langer ter teekening te laaten liggen. Die van den Krygsraad hadden derhalven geene de minde redenen om zich verder over de Refolutie der Heeren van den Gerechte in dato 13 May 1733 , of over de meergemelde drie Leden van de Vroedfchap te beklagen, en zouden veel beter gedaan hebben met hunne verantwoording terug te houden , of, zoo zy meenden iets tot verfchooning van hun gedrag te kunnen bybrengen, zich daar mede op eene betamelyke wyze by den Magidraat alleen te vervoegen, zonder hetzelve in openbaren druk uit te geeven , te meer daar de evengemelde Refolutie by het Publiek niet bekend en aan hun verzegeld was toegezonden. „ Om alle welke redenen die van de groote Vroedfchap, aan den eenen kant de 'handelwyze van den Krygsraad afkeurende , en echter aan de andere zyde ten vollen overtuigd zynde, dat dezelve niet uit eenig kwaad op?, zet of laakbaar oogmerk , maar alleen door verkeerde ' induclien en kwaade raad daar toe is gepermoveerd ge. , worden, gerefolveerd en goedgevonden hebben (zon!, der in een dieper onderzoek van de zaak zelve, of , van de zoogenaamde Verantwoording te treeden) zich '! te vergenoegen met de Leden van dat Collegie, en inzonderheid de Gecommitteerden die dit ganfche werk " voornamentlyk gedirigeerd hebben, op het erndigde " en nadrukkelyklte te vermaanen , in 't vervolg met meerder bedaardheid en omzichtigheid te werk te gaan, , terwyl zy vertrouwen en verwachten, dat de Krygs' raad zyn uiterde poogingen zal aanwenden om de '' Eendragt onder de Burgerye te bevorderen, en aan te kweeken, en zig inzonderheid te abftineecen om over ! deze zaak eenige verdere Gefchriften in 't Publiek te geeven." En zal Copie dezer aan den Krygsraad wor- . den ter hand gefteld om te dienen tot deszelfs naricht. Aldus gerefolveerd en gearresteerd by die van de groote Vroedfchap der Stad Leiden den 7 November 1783. CCLXXIl.  nov. STAAT EN OORLOG. 1783. jefteit uitmaken en volgens de onderlinge overeenkom» fteri, kunnen (trekken tot een volkomen zekerheid en tot eene fchikking, die bekwaam is om in allen opzigten en voor altoos weg te nemen alle oorzaken van gefchil of Van eenige moeilykheden, en dezelven in een onbetwistbaren ftaat te (tellen , het welk buiten twyffel Zyne Majeftet zeer aangenaam zal zyn , als zynde overeenkotnftig aan zyne vriendfchap voor de Republiek, van altoos in alle gelegenheden te rade te gaan met die middelen, welke de banden van die vriendfchap kunnen verfterken, welke dan cp een vasten voet gevestigd zal zyn. ,, Het Gouvernement Generaal ftaat.in het vertrouw/en , dat het oogmerk van Hunne Hoog Mag. zich tot eene Algemeene bepaling uit/trekt in den voorllag, welke zy tot eene onderhandeling gedaan hebben, en terwyl zy niet zouden kunnen Ontkennen de noodzaaklykheid , en het ook volgt eh natuurlyk volgen moet uit de gevoelens, welke zy voor den Keizer hebben uitgedrukt, oen te trachten eens vooral met Zyne Majefteit overeen te komen , niét enkel over byzondere Punten maar over het geheel, zoo wenscht het Gouvernement zoo veel te ernftiger, dat het Verlangen en de begeerte der Republyk zal ltrekken tot eene Algefneene bepaling; terwyl het, zoo lang de zaken niet tot die termen gebragt zyn, niet in deszeifs magt is om na te lateft van het recht zyner Majefteit te doen gelden, en te volgen al het geen de handhaving Zyner Rechten en Souvereiniteit zouden kunnen voraeren. „ De Heer Baron de Hop word verzogt de bedoeling van Hunne Hoog Mog. te ondertasten omtrent het oogmerk en de uitgeftrektheid der voorgeftelde Negotiatie en daaromtrent , zoo fpoedig nïooglyk , hec oogmerk en de bedoelingen van zyne Meefters op tè geven, op dat het Gouvernement Generaal 'er verflag van zoude kunnen doen aan Zyne Majefteit en het Verlangen onderfteunen, met welk het bezield is, om mede te Werken in eene onderneming, van welke het oogmerk en den uitflag de zaken tot eene gefteldheid zouden brengen, welke in alle opzigten aan wederzydfche belangens vorderlyk zoude wezen , eh die eens II 2 voor  ii6 nov. ZAAKEN VAN 1783. voor al, naar eene begeerte, die buiten twyffel gemeen is, en zonder mooglykheid van 'er eenige verandering in te maken , de onwrikbaarfte regels zoude daar ftellen van eene volmaakte eensgezindheid, van eene volle vriendfchap , van de beste verftandhouding en van het allergegrondfte vertrouwen. Brusfel den 12 November 1783. CCLXXV. Adres van Gecommitteerden uit de Gilden en Burgery, van de Edele en Achtbaare Heeren , uitmakende het Cotlegie der Gezwoore Gemeente der Stad Arnhem , over het zenden van Nominatien van vaceerende Sche* pens-plaat/en aan den Stadhouder, In dato 13 November 1783. EDELE EN ACHTBAARE HEEREN ! De Gecommitteerden uit de refpeclive Gilden en Burgery dezer Stad , hebben de Eere met alle befcheidenheid ter tafele van U Ed. en Achtbaare te brengen. — Dat de Remonftranten uit de Refolutie van U Ed. en Achtb. in dato c£> Oflober laatstleeden, seinformeert zyn , dat door U Ed. en Achtb. by de Wel Edele Groot Achtbaare Heeren van de Magiftraat dezer Stad, nadere voorfteliingen en aanzoeken zyn gedaan ter fpoedige vervulling van de thans vacante Scheepens-plaatfen in de Magiftraat open gevallen, zoo door doode van den Heer en Mr. H. W. van Ruyven, als roede door de vrywillige afftand van den Hoog Wel Geboren Heer Baron Schimmelpennick van der Oye, en den Heer en Mr. G- Pronck, en daar van na geformeerde Nominatie ter Elexie te zenden aan Zyn Hoogheid den Heer Erfftadhouder. — Dat de Remonftranten wel hadden gewenscht, dat zy na waarheid  MOV. STAAT EN OORLOG, 1783. H7 heid hunne dankzegging in deze aan de Gezwoore Gemeente hadden kunnen toezwaaijen, ten bewyze van hunne Edele Achtbaare trouwe en waakzaatne pogingen,, in deze. — Maar kunnen tot hun grootfte leedweezen niet afzyn, en vinden zig Amptshalven in de noodzakelyke verpligting, met behoorlyk refpecl: aan U Ed. en Achtb. in ferieufe bedenking te geven , of U Ed. en Achtbaare daar door niet een merkelyk nadeel toebrengen aan die Rechten en Privilegiën, welke de Burgeren dezer Stad zoo regtmatig zyn competeerende, en wel mede in fpecie het Collegie van UEd. en Achtbaare. De Remonftranten moeten zig hier over ten hoogften verwonderen , en kunnen niet voorby U Ed. en Achtb. op het ferieufte te verzoeken , dat U Ed. en Achtb. op het fpoedigfte aan Remonftranten de redenen en motiven gelieven op te geven , om welke gewigtige redenen de Gezwoore Gemeente heeft overgegeven en al nog overgeeft het Recht der Nominatie , het welk U Ed. en Achtb. mede is competeerende volgens het 4. en 13. Art. van het vastgeftelde Regie, ment der Regeering dezer Stad, de dato 22 December 17o7. -«-. Welk Reglement U Ed. en Achtb. immers ftellen tot een regel en rigtfnoer, waar na deze Stad zal worden geregeerd, en men niet kan of mag afgaan van een Wet zoo plegtig door Magiftraat, Gemeente, Gildens en Burgery geformeert en bevestigt, dan met een algemeen confent. — Het is de Remonftranten wel bekend, dat de Gezwoore Gemeente zig verklaren in hunne Remonftrantie op den 4 December 1782 gedaan , zulks gefchied te zyn, om aan Zyn Hoogheid alle agrementen in deszeifs Regeering te geven, en uit dien hoofde afgezien hebben van dat Regt, welk U Ed. en Achtb. mede was competeerende in het maken der Nominatien van Vacant wordende Scheepens en Gemeenslieden plaatzen. — Waar over zig UEd. en Achtb. ook met meerderen verklaren in deszeifs Remonftrantie de dato 17 January 1783, alwaar Pag. 31 zulks byzonder bepaald word tot 3 Articulen , aldaar in het breede vermeld. — Welke drie pointen na de fustenue der Gezwoore' Gemeente by het Reglement H 3 van  r ïlo NOV. ZAAKEN. VAN 1783. van den Jaare 1707; bepaald , door het Reglement van den Jaare 17/50 buiten effect zoude zyn jr.efr.eld. —4. Het welk dan ook door de Wel Edele Groot Achtb. Heeren van de Magiftraat in deszeifs Antwoord van den 12 Maart 1783 niet anders dan ten uiterften aangenaam heeft konnen voorkomen, gelyk Hun Ed. Groot Achtb., aldaar Pag. 5 te zien , aanmerken met genoegen te befpeuren, dat door de Gezwoore Gemeente in dat opzigt aan het Reglement in den Jaare 1750 vastgefteld, door U E'i. en Achtb. word gediffereerd, het welk ook ten overvloeden bevestigd word door den folemneelen Eed van elk Lid der Gezwooren Gemeente , by hunne aanftelling afgelegt en gedaan, —— De Remonftranten komen als nog geene gefundeerde redenen voor , welke hun eenigzints voldoen , hoe het mogelyk is , dat de Gezwoore Gemeente , als Reprefentanten van Gildens en Borgery kunnen overgeven, een voorregt dat aan hun als Reprefentanten is toevertrouwt, om by hun te bewaren en te befchermen, ftrydig met het regt van vrye Volkeren , en boven al met den klaren en duidelyken letter van het Regeerings-Reglement van den Jaare 1707. waar op UEd, en Achtb. zif, by herhaling beroepen, en allerkragtigst in het flot van voornoemde Reglement word bevestigt. — Wat kan 'er nu, met eerbied gezegt, vreemder en willekeuriger bedagt worden, in het eene de wet van, 1707 te houden en na te leeven, en van een ander gedeelte van dien af te gaan ? Niets is. in deze te vinden Edele en Achtbaare Heeren, dat U Éd. èn Achtb. of deszeifs Voorzaaten , het zy nogmaals met eerbied gezegt, zal kunnen excufeeren, ten ware dat zulks door de gezamenüyke Volkftemme van Gildens en Burgery gewettigd ware, het welk de Remonftranten vertrouwen , dat door U Ed. en Achtb. be« zwaarlyk zal zyn te bewyzen. — Om alle welke geallegeerde redenen , de Remonftranten zig in de uoodzakelykheid bevinden , omme by provifie, en voor en aleer aan hen genoegzame voldoende redenen zyn voorgebragt, in hunne'qualiteit te moeten prottsteeren, tegens zoódane verzoeken, als door UEi en Achtb.. m  kov. STAAT EN OORLOG. 1783. 119 in deze aan de Heeren van de Magiftraat zyn gedaan of nog gedaan mogten worden, 't Welk doende. De Gcornmitteerders uit Gildens en Burgery. (Was get.) Arnhem den 13 November abr. vankesteren. : 1783. Secretaris CCLXXVI. Uitfpraak van den Hoogen Zee-Krygsraad, in de zaak van Capt. antho- ny joiian van volbergen. Ge' daan te Rotterdam, in dato 17 November 1783. De Hooge Zee - Krygsraad met rype deliberatie van Raade, gezien en overwogen hebbende den fchrifcelyken eisch en conclufie van Mr. Willem Six, als door zvne Doorï. Hoogheid den Heere Prinfe van Orange en'Nasfau, Erf-Stadhouder, Erf-Kapitein en Admiraal-Generaal der Vereenigde Nederlanden, geauthorifeerd om in deezen H°°gen Zee - Krygsraad als Fiscaal te ageeren , tegen den Capitein ter Zee , Anthony Johan van Volbergen, ter zaake van de overgave van deszeifs onderhebbend 's Lands Schip van Oorlog, Rotterdam, aan het Engelsch Oorlogfchip the Warwiek, met de fchriftelyke Memorie tot AdltrucTde van dien R. O. overgegeeven; midsgaders onderzogt hebbende, alle de befchèiden ten Proccsfe overlegd, en gelet op al het geen wat in dezen te letten ftond en ter materie dienende was. Doende regt uit den naam ende van wegens de Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden , midsgaders van Hoogstgemelde Zyne üoorl. Hoogheid als Admiraal Generaal der VereenigH 4 de  i2o nov. zaaken van j^j de Nederlanden , ontzegt den Advocat-Fiscaal zynen eisch en conclufie, ten deezen op ende jegens den befchrevene gedaan en genomen om reden. Aldus gefententeerd en gearresteerd in den Hoogen Zee - Krygsraad , vergaderd in de Hollandfc'ie Kamer van het Prinfen Hof in Rotterdam den 17 November 3783. Prefentibus de Heeren Prefident Vicc- Admiraal Reynst, Vice- Admiraal Pichot, Schouten - by - Nacht Rietveld en van Hoey, en Capiteinen Boodt, van Genpip en Melvill. (Was get.) JP. H. REYNST) D.PISCHOT, H. RIET VELT, J. J. VAN HOEY, J. BOOT, C. VAN GENMP en Pf MELVILL. Ter Ordonnantie van gemelde Hoogen Zee-Krygsraad. (Was get.) j. PLOEG. Fungeerende als Stcretaris. cclxxvii. ExtraSt uit het Membriaal van de Heeren Burgemeesteren en Regeerders der Stad Enkhuizen , den 17 November 1783. Burgemeesteren in het zekere geinformeerd zynde, dat de Regenten van het Oude-Mannen- en Vrouwen-Huis binnen deze Stad aan een gezelfchap Burgers , alleen uit liefhebbery genegen , om zig ifi den Wapenhandel te oeffenen , hebben geaccordeerd, tot verrigtinge van deze hunne exercitie , het zogenaamde Wyven-Huis ; — requireeren van de Regenten voornoemt, binnen den tyd van acht dagen, een fchrifte- lyk  *ov. STAAT EN OORLOG. 1783. iai ]vk bericht. 1. De Redenen , waaromme zulks door Hun is vergunt, tuiten votrkennisfe van Heeren Burgemeesteren ? a. Op welke Voorwaarden dit is toegeftaan ? 3. Wie het vuur en licht, ten tyde dat 'er geëxerceerd word, fourneerd en betaald? Eu 4. of door gemelde gezelfchap ook ietwes ten voordeele van het Godshuis, voor 't gebruik van gemelde Z'ial, word gecontribueerd, en zoo ja, hoe veel dit bedraagt? Accordeard met voorfz. Memoriaal, in zoo verre het geëxtraheerde aangaat. (Was get.) A. P. DUIVENSZ. CCLXXVIK. Bericht van Regenten van V OudeMannen- en Vrouwen-Huis te Enkhuizen op de Poinclen, vervat in de Refolutie van Heeren Burgemeesteren en Regeerders der voorfz. Stad, op den 17 November, met relatie tot voorfz. Regenten genomen. EDELE GROOT AGTBAARE HEEREN1 Regenten, ter voldoeninge aan de requifitie van U Ed. Gr. Achtb. met attentie' hebbende overwogen de vraagen , by voorfz. Refolutie gedaan, hebben de eer U Ed. Gr. Achtb. te berichten, en wel met relatie tot I. De Redenen , waaromme het zoogenaamde Wyven-Huis aan een gezelfchap Burgers, alleen uit liefhebbery genegen, om zig in den Wapenhandel te oeffenen , ter verrigtinge van deeze hunne exercitie is vergunt , buiten voorkennisfe van Heeren Bergemeesteren ? Dat onder voorfz. gezelfchap Burgers zig bevindende vier van de zes Regenten van voorfz. Oude-Mannen» en Vrouwen-Huis , dezelve wel geen direct adH 5 dres  lat nov. ZAAKEN VAN 1783. dres aan hunne twee overige Meede-Regenten hebben gemaakt, omme te obtineeren derzelver Confent tot het gebruik maaken van voorfz. Wyven-Huis , maar dat dezelve twee Regenten echter, in hunne onderlin* ge discourfen , van het beoogde employ van voorfz. Huis, of liever Zaal, genoegzaam zyn verwittigt, en dus daarinne vervolgens ook hebben berust, zonder hun over een quail omisiie in een ydel poinct d'hon. neur gevoelig te toonen. Dat Regenten wyders in 't zekere geinformeerd zynde van de gunftige concesfie van UEd. Gr. Achtb. tot het opregten van een VryCorps, en in de jaaren 1781 en 1782 ook met zoo veel toejuiging hebbende moogen ontwaar worden de aanhoudende en vuurige zorge van UEd. Gr. Achtb. tot het armeeren, en exerceeren van de Burgery dezer Stad, zoo zeer ook door dat edel vuur, waar meede UEd, Gr. Achtb. toenmaals en nog zyn bezield, fchoon thans door gebrek van plaats, tot het doen der noodige evoluiien, onder de asfche van onvermoogen ftneu» lende, zyn geinfpireerd, dat het by niemand hunner is opgekomen, dat, ter meedewerkinge aan de zoo heilzame pogingen van UEd. Gr. Achtb. nodig ware, UEd. Gr. Achtb. te praeadverteeren van het gebruik maaken van een Zaal, thans van geen het minfte nut, en geheel ledig ftaande. Dat, wanneer men daar by coniidereerd, dat het niet is een hoop muiters (gelyk de lasteraar hun gezegt word te noemen) maar in tegendeel een gezelfchap brave Burgers, die het zig tot eere rekenen , hun in den Wapenhandel te oelienen , ter befcherrninge (des noods) van Vaderland en Vryheid, van de Privilegiën deezer wel eer voortreft".lyke Stad, en van de braave en eerlyke Regenten derzelve, en dat dus van dat gezelfchap geene de mir.fte overlast of fchade is te wagten; Regenton dus hebben ge. meend van hunne zyde'alle beletzelen, die dat falu air oogmerk zouden hebben kunnen ftremmen, zoo veel moogelyk, te mogen en te moeten wegneemen. Dat ook eindelyk Regenten, als op geene inftruelie door U Ed. Gr. Achtb. zynde aangefteld, niet prjeciflyk weeten, ornrrent welke zaken al , en omtrent welke niet UEd. Gr. Achtb. door hun behooren te worden ge-  nov. STAAT EN OORLOG. 1783. «3 gepraeadverteerd, vooral, wanneer men verfeerd omtrent geringe zaaken, gelyk in cas fubjeét. — Dat wat betreft. II. Op welke voorwaarden dit is taegeftaan; Regenten U Ed. Gr, Achtb. moeten communicee- ren, dat, gelyk gezegt is, over voorfz vergunninge nimmer hy hun collegialiter zynde gefproken, dus ook geene voorwaarden zyn bepaalt geworden. — Dat ten opzigte van de vraage III. Wie het vuur en licht, ten tyde dat 'er geëxerceerd word, betaald? Het zeker is, dat tlegts eenmaal, en by de eerfte samenkomst een vuur is aangelegd, dat aan den kas van voorfz. Huis is betaald, en voor het vervolg onnodig is geoordeeld. Dog dat wat betreft het licht, Regenten, na een nauwkeurig onderzoek , door het produceeren van een quitantie van den Leverancier , zyn verzekerd, dat het zelve door ofre van wegens voorfz. Gezelfchap alleen is en word betaald. Behalven ook, dat ofichoon 'er onder dat gezelfchap zyn mogten , die door de alwyze Voorzienigheid in miti gunftige omftandigheeden waren geplaatst, 'er echter veelen toe behooren , wien het om geene giften ofte gaven van eenen anderen, en vooral van geen Godshuis, te doen is, en wier oogmerken te edel zyn, dan dat men hun van diergelyke lage inzigten zoude mogen verdenken. En 'er ook bovendien vier Regenten van 't Huis zel*e, die wel niet ongevoelig zyn aan het laefive dier vraage ten hunnen opzigte, maar die echter .rondlyk durven declareeren, te eerlyk te zyn, dan dat Zylieden zouden willen dulden , dat de goederen vau 't'Huis, door Luiden daartoe niet g> regtigd, zouden worden gebruikt, veel min door hun zelve misbruikt. — Dat wat eindlyk aangaat. . IV. Of door gemelde gezelfchap ook iets ten voordeelen van het Godshuis, voor 't gebruik van gemelde Zaal, word gecontribueerd , en zoo ja hoe veel het bedraagt? Regenten in de eerfte plaatze , gelyk reeds in het antwoord op de tweede vraag is aangeroerd, met dat gezelfchap geene conventie hoe genaamd hebben aan- ge-  nóv. STAAT EN OORLOG. 1783. 1*5 CCLXXIX. Misfive van Bewindhebberen der O. I. Comp. aan de Edele Groot Achtbaare Heeren Burgemeesteren en Raa* den in de Vroedfchap der Stad Amfterdam. In dato 18 November 1783. EDEL GROOT ACHTBAARE HEEREN ! Van wegens de Edele Achtbaare Heeren Commisfarisfen uit de Vroedfchap deezer Stad is in onze handen gefield, om daar op aan Haar Edele*Achtbaarhedens te. berichten, het Rapport, op den 30 O&ober laatstleden ter Vergadering van Hun Edele Groot Mogenden uitgebragt, op de Misfive van Gecommitteerde Bewindhebberen uit de refpeétive Kameren ter Verga* dering van Zeventienen, van dato 3 Juny 1783, raakende de zorgelyke omftandigheden , waar in de gemelde Compagnie , ui.t hoofde van gebrek aan gereede penningen, zich tegenwoordig bevindt, en den onderRand, welke dezelve Compagnie van het Land verzogt heeft. Toen wy Edele Groot Achtbaare Heeren! dit Rapport ontfingen , was de Vergadering van Zeventienen reeds bezig met het vervaardigen van een nader Addres aan Hun Hoog Mogenden, ten einde aan Hoogstdezelve op het nadrukkelykst te vertoonen , dat de omftandigheden van de Maatfchappy hier te Lande, tot dat uiterfte waren gekomen, dat dezelve, zonder een fpoedige en toereikende hulp van Hun Hoog Mogenden , niet alleen volftrekt onvermogende was, om op de GeldEisfehen , zo uit Indie , als van de Caap de Goede Hoop , met de allerfterkfte aandrang gedaan, eenige penningen af te zenden, maar dat men zelfs eerstdaags allen inkoop van Goederen, alle uitrustingen, allen Aanbouw en Vertimmering van Schepen, van die hulp verftooken blyvende, zou moeten ftaaken. By dit Addres , 't geen nog deeze week aan Hun Hoog Mogenden ftaat te worden geprefenteerd , zullen, gelyk wy door de Heeren onze Gedepureerdens der  125 nov. ZAAKEN VAN i783, der Vergadering van Zeventienen geïnfortneert zyn , Bewindhebberen en Beëedigde Hoofdparticipanten aan Hun Hoog Mogenden Vertoonen, dat, zo de Maatfchappy uit 's Lands Kas niet reeds voor den 15 December eerstkomende werdt bygeftaan, met een Som van Agt Millioenen Güldens, de zeven Schepen, welke by de Kamer Amfterdam thands in Equipagie liggen, mitsgaders twee van de Kamer Zeeland, als dan zonder eenige penningen voor ïndie zullen moeten vertrekken. Dat ondertusfchen Compagnies financiën aldaar zich ïnede in de allerzorgelykfte omftandigheden bevinden, nadien dezelve, door de lasten van den Oorlog uitgeput , van hier niet behóorlyk hebben kunnen geftyfd worden; en dat zo men Indie langer verlegen laat, hier uit de allertreurigfte gevolgen , ja het verlies van Compagnies dierbaarfte bezittingen, te dugten zyn. Dat wyders de Maatfchappy niet durft verzekeren, dat zy haare verrigtingen en betaalingen hier te Lande gaande zal kunnen houden tot den 1 January 1784, maar wel dat, zo dezelve niet voor den 15 January daar aan volgende , boven de voorzeide agt Millioenen Guldens, nog wordt geriefd met een fom van vier Millioenen Guldens, in dat'geval daacelyk zullen plaats hebben die ongelegenheden, welke by Bewindhebberen, nu zedert zo lange gevreest, en zo dikwils aan den Souverein voorfpeld zyn ; en dat daarom Bewindhebberen voor de gevolgen daar van niet aanfpraakelyk kunnen weezen. Daar wy nu Edele Groot Achtbaare Heeren! by het furamier onderzoek, 't geen van het voorzeide Rapport en deszeifs Bylagen door ons is gedaan, bevonden hebben , dat het zelve tot twee voornaame poinclen gebragt kan worden , waar van het eerfte de noodzaakelykheid betreft, om de Oost-Indifche Maatfchappy in ftand te houden ; en het tweede verfcheide middelen vervat , die men geoordeelt heeft tot verbetering van den ftaat derzelver Maatfchappy te zullen ftrekken, en daar dit tweede poincl^ om verfcheide redenen een ferieufe en allerrypfte overweging vorderen zal, zo zouden wy het nimmer, voor de belangen van de Com- pagnie,  wov. STAAT EN OORLOG. 1783. ia? pagnie , mee die van deezè Stad zo teder verbonden, kunnen verantwoorden , zo wy U Edele Groot Achtbaarheden niet met allen mogelyken aandrang verzogten4 het daar heen te wenden, dat op inftantie van de Heeren deezer Stads Gedeputeerden ,. ter Vergadering van Hun Edele Groot Mogende, wanneer aldaar voornoemde Addres ter Vergadering van Zeventiene zal zyn ingekomen , op het zelve een fpoedige Refolutie genoomen, en dezelve niet af hankelyk gemaakt werde van het onderzoek van voorzeide middelen ter verbetering. Wy denken niet, dat U Edele Groot Achtbaare van ons zullen verwachten een uitvoerig betoog van de noodzaakelykheid, om , aangezien den dringenden nood, waar in de Maatfchappy zich bevindt , de voorzeide twee poincten van het voormelde Rapport afzonderlyk te verhandelen. Het eerfte toch dier poincten is van dien aart, dat ieder dag, ja ieder oogenblik, dat mén uitfteldt, om daar op te refolveeren, of aan de Maatfchappy de reeds zedert den 3 Juny met zoo veel verlangen te gemoet geziene Sublidie van Penningen te verzorgen , tot niets anders kan ftrekken, dan om het tydftip van haare geheele ondergang te verhaasten ; terwyl het voorzeide tweede poinét. dan eerst, naar het ons toefchynt te pas zal komen, wanneer de ftand der Maatfchappy, die door de gevolgen, en door de gevolgen alleen van den Oorlog , zo deerlyk is aan 't waggelen geraakt , door het ontfangen van den voorzeiden byftand, weder onderfchraagd en gevestigd zal weezen. Immers zullen U Edele Groot Achtbaarheden ons toeftemmen, dat het van geen nuttigheid ter waereld zou zyn , de verbetering van het Lichaam der Maatfchappy te onderneemen, zo lang men niet alleen niet verzekert is , maar zelfs in tegendeel alle reden heeft om te vreezen , of om beeter te zeggen , om vast te ftellen, dat het zelve Lichaam niet in weezen zal kunnen blyven. Dit laatfte is, zo als U Edele Groot Achtbaarheden dit beter zullen gevoelen , dan wy het mogen uitdrukken , voor deeze Stad van een allerkommerlykst vooruitzicht. De  228 Npv; ZAAKEN VAN 1?g3i De veelvuldige rampen, die de val der Maatfchappy noodzaakelyk naar zich zal fleepen, zullen vooral de Burgers en Ingezetenen van deeze Stad treffen , en de akelike gevolgen, welke hier nit kunnen voortspruiten^ gaan niemand meer aan dan U Edele Groot Achtbaarheden, De afwending van deeze te dugtene onheilen is een der hoofd oogmerken van het voorzeide Addres , en dit alleen is genoeg om ons te verzeekeren, dat U Edele Groot Achtbaarheden geene zwaarigheid zullen maaken, om gunftig te befluiten op 't verzoek, »t geen wy , met overleg der Heeren Beëedigde Hoofdparticw panten , hier voor reeds de eer hebben gehad aan U Edele Groot Achtbaarheden te doen. De Vergadering van Zeventienen zal nog deeze week de eer hebben aan Hun Edele Groot Mogenden te lasten toekomen , een Copy van het voorzeide Addres aan Hun Hoog Mogenden, met een verzoek, ten einde Hoogstdezelve, van het byzonder belang overtuigd^ 't geen deeze Provincie heeft, in de behoudenis der Maatfchappy, derzelver invloeden ter Vergadering van Hun Hoog Mogenden daar toe gelieven te doen ftrekken , dat de inhoud van het zelve Addres in ernftige overweeging genomen, en daar op ten allerfpoedigften moge gerefolveerd worden, alles ten einde Bewindhebberen , na het aanwenden van zo veel getrouwe poogingen , om den ondergang der Oost-Indifche Maatfchappy , was het mogelyk, nog te voorkomen , daar van eindelyk eene gewenschte en volkoomene uitwerking mogen verneemen , of anders niet aanfpraakelyk worden gehouden voor de gevolgen , die uit het voortduurend gebiek aan een toereikenden onderftand, voor het Vaderland in 't algemeen , en voor de Maatfehap. py in het byzonder, zeer zeker zullen voortvloeijen, en waar van men binnen kort , zonder tusfchenkomst van de voorzeide hoogstnoodige hulp, de daadelyke tmdervinding zal hebben. Uit dit vertoog, 't geen nu eerstdaags in voegen voormeld, van weege de Vergadering van Zeventienen, ter Vergadering van Hun Edele Groot Mogenden zal gefchieden, zullen welgemelde Heeren U Edele Groot b Acht-  nov. STAAT EN OORLOG. 1783. l2> Achtbaarheden Gedeputeerden namurlyk gelegenheid krygen, om op een fpoedige en toereikende Suhfidie van Penningen, voor de Oost Indifche Maatfchappy uit 's Lands Kas , aan te dringen. En vermids in al • dien tyd, welke 'er, tusfchen den dag van heden en den 3 Juny, toen door dezelve Maatfchappy een onderftand van veertien Millioenen Guldens is gevraagd verloopen is, de verlegenheid nog merkelyk toegeno' men , ja daar het water aan de lippen gekoomen is, zoo meenen wy, met veel gerustheid, re kunnen verwagten , dat ter Vergadering van Hun Edele Groot Mogenden alles zal werden aangewend, wat eenigzints kan dienen, om de Deliberatien en Befluiten, op het fluk van den voorzeid.-n onderftand, den vereischten fpoed te geeven , en het geen daar aan hinderlyk zou weezen van die Deliberatien te verwyderen. Wy verzoeken dus, en 't zy met eerbied gezegd wy durven van U Ed. Groot Achtbaarheden vertrouwen, dat dezelve de hooge aangelegenheid deezer zaak in aanmerking neemende, en daar by overweegende dat de val van de Maatfchappy thaads niet meer is voor te komen dan door een promt en toereikend Secours, dien overeenkomftig welgemelde Heeren derzelver Gedeputeerden ter Vergadering van Hun Edele Groot Mogenden wel zullen inftrueeren , en voor zoo veel des noods gelasten. Wy hebben de eer met de reipeétueufte gevoelens van hoogachting ons' te noemen. edele groot achtbaare heerenf U Wel Edele Groot Achtbaarhedens zeer ■onderdanige en gehoorzaame Dienaaren. De Bewindhebberen van de Nederlandfche O. /. Compagnie ter Kamer Amfterdam. Amfterdam 18 November 1783. XVUI. deel. I CCLXXXï  j3o nov. ZAAKEN VAN 1783. CCLXXX. Refolutie van de Staaten 's Lands van Utrecht , raakende Schaevergoeding aan de Reeders vau 't Schip St. George. In dato 19 November 1783. De Heeren van Cockengen en andere hunner Edele Mogende Gecommitteerden tot den Staat van Oorlog , hebben ter Vergaderinge gerapporteerd, dat d-zelve, ingevolge en ter voldoeninge van Hunner Edele Mogende Refolutien, Commisforiaal van den 2.7 Aueustus en 17 September deezes Jaars , hadden geëxamineert de Refolutie der Provintien van Hollanden Vriesland, met betrekking tot het Rapport den 29 Aoril n2<\, ter Vergaderinge van Hun Hoog Mogende op deU'qiies'e der Rheeders en Geïnteresfeerdens in de Lading van 't Schip St. George uitgebragt, houdende voorflag om aan dezelve tot dedommagement uit de Kasfe van het verhoogde Last- en Veilgeld te accordeeren een fomma van ƒ 8o,oco, waar op gedelibereerd zynde, hebben Hun Edele Mogende goedgevonden vy zeggen het andermaal met ontroeringe) het verlies van Compagnies Bezittingen in indie , eindelyk het treurig gev Iff zal moeten weezen. U Ho<-g Mog, weeten, dat het vertrek van voormelde Schepen , zoo uit hoofde van hoogstderzelver orders, af- tot voorkoming van het gevaar van Ysgang, uiterlyk tor den voorzeide tyd van 15 December mag woreitn opgehouden. Of  nov. STAAT EN OORLOG. 1783. 151 Of de Maatfchappy, door de affchryvingen, die aan haar van het produét der verkoopingen zullen worden gedaan, haare verrigtingen en betaalingen hier te Lande tot den 1 January 1784 zal kunnen gaande houden, zulks durven wy U Hoog Mog. geenzin's vc-rzeekeren, maar wel dat, zoo de Compagnie niet vcor den 15 January aanftaande, op nieuw, boven de voorzeide provifioneele iübfidie van acht Millioenen guldens, nog met een zom van vier Millioenen guldens worde gerieft, die ongelegenheden welke by Bewindhebberen, ru reeds zoo lang gevreesd, en door hen aan U Hoog Mog. herhaalde maaien op het nadrukkelykst voorfpeld zyn, als dan daadlyk plaats zullen hebben , voor welker gevolgen zy als dan niet zullen kunnen aanfpraaktlyk weezen. Bewindhebberen en beëedigde Hooftparticipanten verzoeken nu op het ootmoedigfte , ten fpoedigften het belluit van ü Hoog Mog. op ' deeze hunne voordragt te mogen verneemen en indien U Hoog Mog. tot de voorzeide provifioneele Subfidien verdaan, in voege dat dezelve aan de Maatfchappy, op de voorzeide gefielde termynen dadeivk werden uitgereikt (een zaak waar van alles afhangt) dat hoogstdezelve als dan aan Bewindhebberen de nodige kennis gelieven te doen geeven , tegen wat tyd U Hoog Mog. de. Maaifchappy met een nader ontzet van Penningen zullen konnen te hulp komen. In allen geval zy het Bewindhebberen en beëedigde Hooftparticipanten geoorlooft, om met den meesten eerbied, dog tefTens met een gepasten aandrang van U Hoog Mog. te verzoeken , zoo als zy de eer hebben zulks te deen by deezen, om ra dit uitvoerig vertoof, het geen zy nu ten laatlten maale in den fchoot van hoogstdezelve brengen, verklaart te worden voldaan te hebben aan het geen zy omtrent de Republicq in het algemeen , en het gezamentlyk Ligchaam der Participanten in het byzonder fchuldig waren , ten einde, welk ook het lot moge weezen, het geen der Maatichappy zy befchooren , Bewindhebberen en beëedigde Hooftparticipanten altoos zouden kunnen zeggen — wy hebben in deezen onzen pligt gedaan. J K 4 Over  158 nov. ZAAKEN VAN -733. Rapport van de Gecommitteerden van Hun Ed. Gr. Mog. Voorfz. twee verzoeken zullen dan ook de beide Leden uitmaken van bet Rapport, door Commisfaris-. fèn aan den Achtb. Raad te doen. Met opzigt tot het eerfte vinden Commisfarisfen de gronden van dat verzoek tweeledig , in de eerfte plaats de noodzaaklykheid om Gdd naar de Indien te zenden ; ten t.veede de behoeftens hier in Nederland, met de gevolgen, welke uit de onftentenis daar van voor de deur ftonden. Commisfarisfen meenen dus, tot poincten van derzelver onderzoek te mogen neemen, de volgende vragen. I. Of de noodzaaklykheid daar is om Geld naar de Indien te zenden. II. Of het nodig is, dat de Compagnie hier te Landen uitgaven doe. _ III. Of dje benodigheid is conform aan de begrooting, door Bewindhebbers als nu opgemaakt. IV. Of de Ontftentenis daar van die noodlottige gevolgen zoude hebben, die Bewindh. zig voorftellen. V. Of uit hoofden van dit alles de Achtb. Raad behoort te befluiten, om in de verzogte hulp van de Compagnie haar Confent te dragen. Maar vooral en in 't byzonder, of 'er in de VI. en laatfte plaatst grond is , om zulks met gerustheid te doen. Vooraf moeten Commisfarisfen remarqueeren, dat zo het waar is, 't geen Bewindhebb^reu pofeeren, en 'r. geen in het tweede lid van hun Rapport nader zal worden aangevoerd , dat die Gelden voor medio December en medio January, refptclivelyk benodigd zyn, het aan Commisfarisfen niet mooglyk zoude zyn , om een onderzoek van zo veel omllag te doen, als tot oplosfing van de meefte dier voorgeftelde, maar vooral de laatfte vraage zoude worden vereischt, Commisfamfen hebben derhalven gemeend, dat daar de Gecommitteerden van Hun KJ. Gr. Mog. by hun Rapport van den 30 Üct/ber, op uen 4 dezer, by Refolutie van den Achtb. Raad , mecle in hunne handen  i6o nov. ZAAKEN VAN 1783. ,, gen , zo tot betaling der Producten en Koopman„ fcbappen , als tot voldoening der Geldeisfchen van „ de buiten Comptoiren , midsgaders tot goedmaking der door den Oorlog merkelyk toegenome lasten! s, derwaards zullen moeten worden afgezonden: terwyl de Geldeisfchen der Hooge Regeering'van In„ die, zedert drie Jaaren gedaan , en op welker vol,r doming by de laatst ingekomene brieven van Gene„ raai en Raaden met alle nadruk geinlieert en op het ,, fterkfte geurgeerd wierd , niet minder sis 14 Mil„ koenen bedragen: dat ten dienst van het Gouverne„ ment aan de Caab mede ruim drie Millioen zyn ge. „ ëischt, en dat voor den handel op China ruim een ., een en een half Millioen nodig is." Op de 2 vraag toonen Heeren Gecommitteerdens mede van de noodzaaklykheid der uitgaven hier te Lande volkomen te weezen overtuigd, in de daarop on" middeiyk volgende periode: „ Men zwyge ("zeggen Hun Ed. Mog.) van het geen eerlang aan getrokke„ ne adfignatien uit Indie , als mede tot voldoening „ der gedaane Expeditien in Frankryk betaalt zal moeten worden: en men zwyge al verder van de importante fomme, bcnodigt tot den inkoop van Goes, deren en Behoeften» voor Indie : tot den aanbouw' „ van Scheepen; tot betaaling van Maandgelden, tot „ andere huishoudelyke lasten : als mede ter voldoe„ ning van de Intresfen der genegotieerde Capitaalen '* Voorfcnreeve twee vraagen dus door Heeren Gecommitteerdens, na een ryp onderzoek affirmatief beantwoord wordende , zal het 'er nu in de 3. plaa(s 0|5 aankomen , of de benoodigdheid zodanig is als die door Bewindhebberen word cpgegeeven. En gelyk die benoodigtheid tweeledig is te weeten en voor Indie, en voor de uitgaven hier in Europa moeten beide deeze Objecten dus hier in aanmerking komen. 6 Met opzicht tot het eerfte tellen Heeren Gecommitteerdens, welke de Geldeisfchen gezien hebben of immers daarvan genoegzaame kennisfe hebben gehad een fom van ruim agtien en een hak Millioen op, welke voor Batavia, de Caap en China nodig zyn j waar uit  rtov. STAAT EN OORLOG. 1783. iSi uit Commisfarisfen meenen veilig te mogen befluiten, dat de fom van 8 Millioen , welke voórnamentlyk tot dat einde is gefchikt, althans niet te ruim genomen is. Omtrent het tweede, de uirgaaven hier in Europa, mna'ken Gecommitteerdens geene begrooting, edoch zy noemen de zaaken , waar voor die uitgaven zouden moeten dienen. Te weeten. Getrokken AdHgnatien uit Indie; de voldoening van 't geen aan Expeditien in Frankryk betaald zal moeten worden; inkoop van Goederen en BehoeFtens voor Indie; aanbouw van Scheepen; betaaling van Maandgelden — FJuishoudelyke Lasten —» Intresten van Gehegótieerde Cipïtaalen • terwyl zy de penningen , tot de vyf laatfte genoemde zaaken bénoodigt, zeggen te zyn een importante fomme: welke importante f<5tn dan nog, behuh'en met de zoo even genoemde te doene uitgaven_ in Frankryk , moet worden vermeerdert met de betaaling der Adfignatien, welke zo Commisfarisfen zyn onderrëgt , alleen twee Millioenen, alle primo january 1784 vervallende, bedraagen. Zo dat Commisfarisfen, op dit poinet met de meefte gerustheid durven zeggen , dat die fom niet te hoog is berekent. Op de 4de Vraag, of namentlyk de ontftentenis van geld, zo in Indie als in Europa, die nootlottige gevolgen zoude hebben, die Bewindhebberen zich voordellen , meenen Commisfarisfen , dat maar al te klaat by het minfte onderzoek zal blyken, dat afflrmative moet worden beantwoord : immers is 'er voor de Colonien, waar in geld gebrek door den Oorlog is geweest , en welker Ingezetenen zich telkens gevleid hebben , £en in die vieiende hoop alleen zich alle gebrek hebben getroost) dat na het herftel der Vreede, of heiver rta de weder bekomene faciliteit tot het uitzenden van Scheepen, aan hen een ontzet van geld zoude geWorden, wanneer zy zich in die hoop zien te leur gefield , niet anders dan de uiterfte verwarring te wagten , zoo met opzicht tot de Colonisten , als die geenen , aan welke men deeze of geene betaalingen verfchuldigt is; en 't welk Bewindhebberen vreezen, dat XVIII. deri„ L zelfs  nov. STAAT EN OORLOG. 1783. 163 fehaft: tot de zaamenhang, die dezelve met de algemeene Koophandel deezer Landen heeft, en gevolgelyk met de Welvaart van veele braave en deftige Ingezeetenen , zoo in deeze Provintie als in deeze Stad. Van alle welke waarheden de Achtbaare Raad zekerlyk ten volle zal weezen overtuigd : zonder dat het noodig zal weezen , dat Commisfarisfen verklaaren , dat zy de belangens van deeze Stad en van het lieve Vaderland zo naauw aan die van de Oost-Ind, Compagnie verknogt oordeelen , dat zy zouden vreezen, dat de val der laatfte eene doodelyke kwyning der andere zoude tot gevolg hebben : trouwens deeze Maatfchappy is fleeds als eene der voornaamfle Zenuwen van den Staat, en eene der Hoofdmyuen van den welvaart deezer Landen geconfidereert, en wordt ook daarvoor by Heeren Gecommitteerden als nog gehouden. Commisfarisfen gaan vervolgens over tot het onderzoek der gewigtige 6de Vraag, of de Achtbaare Raad niet gerustheid Confent kan dragen in de verzogte.Adfiftentie aan de Compagnie. Deeze Vraag is, naar de gedagten van Commisfa« risfen, de allergewigtlte. Immers zouden zy aan één hunner wezendlykffe pligfen te kort doen , indien zy niet met allen ernst overwogen, of een Confent in der Bewindhebberen verzoek, ook ten nadeele zoude weezen voor 's Lands Finantien , en gevolgelyke ten nadeele van de Ingezeetenen van den Lande. Edoch, ook tot dit onderzoek , zouden Commisfarisfen buiten ftaat zyn geweest, zo zy hier in al weder niet wierden voorgelicht door de meergemelde Heeren Gecommitteerden , die , na een naauwkeurig en fcrupuleus onderzoek van den Staat der Compagnie, daar van dit getuigenis geeven, dat zy het genoegen „ hadden van by dit hun Rapport met eenige fiducie ,, te mogen avanceeren, dat hoe kommerlyk, hoe drei„ gend en drukkend ook de bezwaarde gelteldheid was, waarin de gemelde Compagnie, door de ongejukki„ ge famenloop van verfcheidene oorzaaken zich vond „ gebragt, haar Finantieel Vermogen echter geenzints „ tot die laagte was gedaalt, dat eene totaale difloluL 2 tie  164 nov. ZAAKEN VAN 1783. tie of vernietiging van deeze, met de belaneens van „ den Staat in het generaal , en van dte -e Provincie „ in het byzonder, zo nanuvv vetknogte Sociëteit, het „ onvermydelyk en noodlottig gevolt> van haare te,, genswoordige omflaudigbeden zoude moeien zyn. ,, Neen maar , dat het daar mede zodanig was gele,, gen, dat de fituatie , waar in de Maa'ichappy 'ich ,, thans bevond , wel voornamelyk aan het agterbly„ ven van de Retouren uit Indie , en aan het gesnis „ der aanzienlyke , uit die Retouren voortv oeijende , „ winden toegefchreeven moest worden; als waar door „ eene grooie fchaarsheid van penningen ontftaan , en ,, dusdanige eene gelteldheid geboren was , dewelke, „ ten aanzien van particuliere huizen vau Commercie ,, bekend onder de benaming van een temporair dis- appcintement ,een zoo wyd uitgebreid handeldryvend „ lighaam, op het gevoeligst moest treffen en op het,, zelve noodwendig niet dan van de na leeligfte in„ vloeden konde zyn: daar eene byna tweejaarige ftil„ (tand van Retouren een gemis had veroorzaakt, liet 5, welk, volgens grondige Informatien, niet minder als \, de Capita 'e fom van een cn veertig Millioenen uit- koops kvam te bedrnagen, en daar it zoo impor„ tant gemis nog daarenboven vergezelt en merkelyk „ verzwaard was gewoiden met den last, niet flegts der Orlinaire kosten van Equipagien, over de twee „ laatfte jaaren, een fom van 74 Millioenen beloopen„ de , maar ook door die van de Extraord. ko Vrienden, Wy Uwe Edele Gr. Mogende beveelen in Gods heilige protectie. (Onder ftond) Uwe Edele Gr. Mogende Dienstwillige Dienaar (Was get.) W. PR. V. QRANCE. (Lageritond) Ter Ordonnantie van Zyne Hoogheid, IndlG.TSSv.18e' CcontraOgneert, 1783- t. J. de jlarriy» Va*  c09 nov. ZAAKEN VAN 1?83. Lite. A. Aan Burgemeesteren en Regeerders der Stad Alkmaar. In'sGravenhage den 7 November 1783. Erentfeste, Voorzienige, Discreete, Onze Lieve Byzondere. Niet dan met de uiterfte verwondering en bevreemding hebben Wy uit de Misfive, welke UEd. Ons op den 24 February deezes jaars hebben gefehreeven, en die door derzelver Gedeputeerden vervolgens aan Ons is overhandigt, vernomen, Dat UE. (gelyk zig daar by gelieven uit te drukken) na rype deliberatie beflooten hebben , voortaan tot de be. geeving der Ampten van Burgemeesteren, Schepenen, Thefauriers en Vroedfchappen der Stad Alkmaar, geene Nominatie ter Electie te formeeren, maar de voorfz. Ampten, volgens de Handvesten en andere Geregtigheden van die Stad, by directe aanftelling zelve te begeeven. Deeze Onze verwondering en bevreemding is niet weinig vermeerdert daar door, dat ter Onzer kennisfe gekomen is, niet alleen dat de Refolutie, daar toe in UE. Vergadering op den voorfz. 14 February genomen , alleen door de meerderheid der prefente Leden, by overftemming en tegens de protestati* van eenige andere mede tegenswoordig zynde Leden , terwyl de Abfentea daar toe niet waren befchreeven, is gearresteert, maar dat daarenboven by dezelfde Refolutie door de gemelde meerderheid beilooten is, Dat niet anders dan met eenpaarige toeflemming van niet minder dan agtien Leden van UE. Vergadering, eenige voor.  MOV. STAAT EN OORLOG. Ï783. 101 voorftelling of verzoek aan Haare Edele Gr. Mog. zoude mogen worden ge« daan, om alteratie, of ampliatie in de Privilegiën of Octroyen der Stad Alkmaar. Dan Wy kunnen het gemelde befluit der meerderheid van UE. geenzins confidereeren als eene wettige Refolutie van Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stad Alkmaar, maar moeten hetzelve integendeel befchouwen als eene alzins illegaale onbeftaanbaare en wederregtelyke daad; waar door dezelve meerderheid heeft getragt, om eigener authoriteit en via facli de Conftitutie der Regeering , en de tegenswoordige Re» geeringsform deezer Provincie , conform de Handvesten, Privilegiën en oude gebruiken aldaar fteeds plaats gehad hebbende, te veranderen, en daarenboven om Ons, in Onze qualiteit van Erfftadhouder te ontneemen de Electie der Burgemeesteren, Schepenen, Thefauriers. en Vroedfchappen van UE. Stad, uit de Nominatie, daar toe volgens de evengemelde Handvesten, Privilegiën en oude gebruiken geformeert, waar toe Wy in Onze voorfchreeve qualiteit een onwederfpreeklyk, aan Ons door den Souverein van den Lande gedefereert regt hebben, en het welk niet alleen by de voorige Heeren Stadhouders is genooten , en door Ons en door wylen Onzen Heer Vader, als mede door wylen Haare Koninglyke Hoogheid, Onze Vrouwe Moeder , in qualiteit als Gouvernante, altoos en zonder eenige de minfte tegenfpraak alzoo is geoeffent, maar ook geduurende Onze minderjaarigaeid na het overly den van hooggedagte Onze Vrouwe Moeder , door Hun Ed. Gr. Mog., als exerceerende de Voogdy over Ons, met concurrentie zelve van UE. is te werk gelegt, terwyl dat regt daarenboven door UE. zelve  nov. STAAT EN OORLOG. 1783. 193 en de voorfz. Regten kragtdadig en ongefchonden te onderhouden en agtervolgen. Dan 'zulks tot hier toe niet gelchied, en inmiddels op heden ■ ter Onzer kennis gekomen zynde het overlyden van den Heer Jacoh van Foreesr, Hoofdofficier en Raad van UE. Sud, waar door een Vroedfchapsplaats in 'dezelve is komen te vaceeren , hebben Wy niet kunnen afzyn, UE. dit alles nader onder 't oog te brengen, en ten vriendelykfte en ernltigfte te ex iorteeren, om als nog derzelver voorfz. Refolutie vau den 24 February laatstleeden in te trekken, en van de daar by ondernomen nieuwigheid en inbreuk op de vastgeitelde Regeeringsform en op oude Regten af te zien: en indien UE. onverhooptelyk en tegen a'le verwagting daar toe niet zouden gelieven te refolveeren , is Ons emftijlle verzoek en exhortatie, om zig in dien gevalle niet te min te onthouden van by de tegenswoordige Vacature van eenen Vroedfchapsplaatfe eenig gebruik te maaken van de voorfz. Refolutie van den 24 February jongstleêden , of te procedeeren tot eeni^eilei aanftelling van een ander Vroedfchap , zonder eene voorafgaande behoorlyk aan Ons geprefenteerde Nominatie, en daar uit door Ons gedaane wettige Electie, op den tot hier toe gebruikelykeh voet; maar om in het voorfz. cas deeze zaak te laaten in haar geheel, tot dat Wy dezelve by de eerst aanftaande Vergadering van Hun Ed. Gr. Mog. ter kennisfe van de Heeren Staaten zullen hebben gebragt, en by hoogstdezelve daar op zal wezen gedelibereert en gerefilveert. Wy vertrouwen, dat UE. geene beden» kiiig zullen maken, om aan dee/.e Onze billyke'en hoogstnoodige aanmaaning te defereeren, zo uit hoofde van Onze relatie en XVIII. deel. N be-  m nov. ZAAKEN VAN 1783. belangen, als ten refpecte van de aangaande deliberatien der Heeren Staaten deezer Provincie, waar aan wy vermeenen dat door geene prsecipitaute demarches eenigerlei atteinte behoord te worden toegebragt. Dog, in gevalle des niettegenftaande, en buiten alle verwagting , by U E. mogte worden gedifficulteert, om ook aan dit Ons laatst verzoek en requifitie te voldoen , en UE. mogten goed vinden, om zonder On« ze voorafgaande Electie, uit eene behoorlyk aan Ons geprefenteerde Nominatie , tot de aanftelling van een nieuwe Vroedfchap dadelyk over te gaan ; vinden Wy Ons genoodzaakt, in Onze qualiteit als Erfftadhouder deezer Provincie, en uit hoofde van Onzen pligt, om als zodanig voor te ftaan, te vorderen, en te bewaaren de Hoogheid, Geregtigheid, Privilegiën, en welvaaren van den Lande, Leden, Steden, en Ingezeetenen van dien (vermits het overlyden van den Hoofdofficier en Schout van UE. Stad) aan den eerften Burgemeester, of oudfte Vroedfchap, ofte wie anders zoude mogen meenen daar toe bevoegd en geregtigt te weezen, aan te fchryven , gelyk Wy in dien gevalle denzelven ferieufelyk aanfchryven by deeze, om, offchoon hy ook daar toe mogte worden verzogt en geauthorifeert, zodanig een tot Vroedfchap aangefteld Perfoon niet te neemen in den eed, nog te ftellen in de posfesfie van eene Bediening, die wy niet anders als geheel informeel en onwettig zouden kunnen en moeten aanmerken. Waar op Ons verlaatende, beveelen Wy UE. hier mede, Erentfeste, enz. Litt.  nov. STAAT EN OORLOG. 1783. 195 Litt. B. Doorluchtig Hooggebooren Forst en Heer! Uit Uwer Doorlugtige Hoogheids Misfive van den 7 deezer maand, tot welker beantwoording deeze (trekt, zagen wy Uwer Hoogheids verwondering en bevreemding over den inhoud onzer Misfive van- 24 February deezes jaars, ten opzigte van ons gerefolveerde om voortaan geene Nominatien ter electie van Burgermeesteren, Schepenen , Thefauriers* en Vroedfchappen deezer Stad te formeeren; maar om die Ampten , volgens de Handvesten en andere ge» regtigheeden deezer Stad , by directe aanltelhng zelve te begeeven. Dat dit ons befluit by Uwe Hoogheid in den eerften opflag en voor dat dezelve eenige ouverturen had van de gronden , waar op hetzelve fteunde, verwondering, ja zelfs eene bevreemding veroorzaakte, kunnen wy zeer wel bezeffen, als wy ons voordellen, dat de electien tot die Ampten door Uwe Hoogheid , van het begin der exercitie van Uwe Charges af gedaan zyn: maar dat het Uwe Hoogheid heeft kunnen goed dunken de wettigheid der forme, waar op onze Refolutie van den gemelden 24 February deezes jaars is genomen, tegen te fpreeken, doet ons verbaast ftaan, en, om Uwe Hoogheid te desabufeeren , en van de voiftrekte wettigheid dier Refolutie te overtuigen, moeten wy dezelve informeeren, dat de Convocatie der Leden van onze Vergadering , volgens oud gebruik , daags to vooren gefchied by Billenen, welke aan derzelver Hutzen worden omgebragt, en dat dit ook zo ten opzigte der gefielde Refolutie van den 24 February heeft plaats gehad: van de vier en twintia Leden nu, uic welke Onze Vergadering beftjat, zyn '<;r op N 2 den  195 "nov. ZAAKEN VAN 1783. den evengemelden 24 February, twee en twintig prefenr gewetst: moeiten nu de twee, welke abfent bleevcn , zyn b> fchreeven geweest ; gelyk de inhoud van Uwer Hoogheids Misfive fchynt mede te brengen? waar toe dog zoude deeze buitengewoone handelwyze gediend hebben ? een van de gemelde twee abfente Leden , welke den 18 dier maand in hes Commisforiaal maken van het onderzoek van het regt der Stad, omtrent de begeeving der gemelde Ampten had toegedaan, was toen ziek, en konde daarom niet komen; en het andere was van het onderwerp der deliberatien geinformeert en in de Stad: en wat de overdemming betreft , ja de gemelde Refolutie is by eene meerderheid van negentien tegen drie (by welke laatde zig de gemelde twee abfent gebleeven Leden gevoegt hebben) en dus in elfecte tegen vyf ftemmen genomen: maar kan dit eenigzints aan de wettigheid dezer Refolutie te kort doen ? Was 'er eenige Wet, volgens welke in dit geval eene grooter eenftemmigheid dan van negentien Leden vereischt wierd? het tegendeel hier van kunnen wy uit onze Registers aantoonen. Maar zal men ook ftellen, dat het Protest van vyf tegen negentien Leden, iets tegen de wettigheid deezer Refolutie kan uitwerken ? dit immers kan door Uwe Hoogheid niet worden toegedemd , die buiten twyfel zig wel kan te binnen brengen , dat , ter Vergaderinge van hun Edele Gr. Mog. de Refolutie omtrent de behandeling van geborgen Goederen nit gezonken Schepen, van den 2a July 177a , na ingenomen advis van Uwe Hoogheid, genomen is, tegen het Coniènt en de Contradictie van alle Stedten van het Noorder Quartier, en wel na dat dezelve Steden van het Noorder Quartier op den 14 May bevorens, tegen het  nov. STAAT EN OORLOG. 1783. 205 Rapport op de Propofitie betreffende de begeeving van de Ampten van Burgemeesteren , Schepenen , Thefauriers en Vroedfchappen der Stad Alkmaar, als ook van Commisfien uit dezelve Regeering; nevens de Refolutie. Maandag den 24 February 1783. Prefent 2 Heeren Burgemeesteren en 20 Fleer en Vroedfchappen. De Heer Prsefident Burgemeester de Dien heeft gerapporteert , dat de Heeren Commisfarisfen , in gevolge en ter voldoe■ ning van de Refolutie Commisforiaal van den 18 deezer maand , hadden geëxamineerd de Propofitie in dezelve Refolutie vervat, en tot begeeving van de Ampten van Burgemeesteren , Schepenen , Thefauriers en Vroedfchappen deezer Stad, als mede tot Commisfien uit deeze Regeering, betrekkelyk; dat zy Heeren Commisfarisfen daar toe, in de eerfte plaats , hadden nagegaan de Handvesten , Privilegiën en Oclroyen, tot dit onderwerp relatief, en dat, by dat onderzoek, aan welgemelde Heeren Commisfarisfen gebleeken was, Zie Dat reeds in den jaare 14*5, op den Bylage h. tl April, doors Vrouw Jacoba van Beyeren een zeer notabel Handvest aan deeze Stad is verleent, waar by aan dezelve vergunt is te hebben 16 Hoofdmans en 9 Gildens, uit elke Gilde een Deken, en dat deeze 16 Hoofdmans en 9 Dekens jaarlyks drie Burgemeefteren en zeven Schepenen kiezen zouden. Dat  flod nov. ZAAKEN VAN j?83. Zie Dat vervolgens by Acte van appro- Bylage B. batie en confirmatie van Hertog Philips van Bourgondien van den 26 Maart 1450» is geapprobeert en geconfirmeert zekere overeenkomst of overdragt turfchen de gerechte ende die aliinge Rycdom Vyeedfehap ende lichaam der Stede, hoofdzaaklyk inhoudende, dat zee. kere 31 perfoonen dezelve Stad gezamelyk zonden regeeren en gouvernee» ren , zoo in het jaarlyks noemen en kiezen van de perfoonen tot het gerecht , volgens de Privilegiën , als in alle andere zaaken, den oirbaar en welvaart der Stede aangaande, en dat dezelve ook by aflyvigheid van eenigen uit dezelve 31 perfoonen, anderen konden kiezen, zetten en ordineeren. Dat het dus aan hun Heeren Commisfarisfen ontwyfelbaar voorkwam , dat de Stad en derzelver Regeering reeds over meer dan drie honderd jaaren het regt had verkreegen, om de perfoonen tot het Gerecht en de Regeering zelve te kiezen, zetten en ordineeren. En dat ook uit de voorn. Acte van Hertog Philips duidelyk blykt, dat in de plaats van de Hoofdman en Dekens, in het eerstgenoemde Handvest gemeld , de Regeering der Stad gekomen of gefubintreerd is. Dat , hoe zeer zy Heeren Commisfarisfen , by verdere examinatie der Chartres, tot de beftelling der Magiftraat en Regeering betrekkelyk, wel gezien hadden , dat Zie door Keizer Karei, by Privilegie van den Bylage C. 26 September 1530 , was goedgevonden , dat het daar bepaalde getal van 24 Vroedfchappen jaarlyks een dubbel getal tot drie Burgemeesteren , zeven Schepenen en twee Thefauriers zoude nomineeren, uit welken de verkiezing door den Graaf of deszeifs Stad-  ;ov. STAAT EN OORLOG. 1783. 207 Stadhouder in den tyd zoude worden gedaan ; als mede dat, by aflyvigheid van iemand uit de Vroedfchap, drie anderen door Graave of deszeifs Stadhouder zouden mogen worden genomineerd, om daar uit een gekozen en gefield te worden in de plaats Zie van den derden. En hoe zeer wyders vol- Bylage D. gens Oftroy of Privilegiën van de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland van den 6 December 1588, by de Vroedfchap jaarlyks moesten worden genomineerd 8 perfoonen tot het Burgemeesterfchap , en a tot het Thefaurierfchap, om daar uit by den Stadhouder van Holland in den tyd vier tot Burgemeesteren en één tot Thefaurier Zie gekoozen te worden. En hoe zeer al ver- Bylage E. der door hoogstgemelde Heeren Staaten, by Oftroy van den 15 Maart \6io was geordineerd , dat ter gewoonlyke tyd van de Verkiezing van de nieuwe Burgemeesteren , Schepenen en Thefaurier , by eiken Vroedfchap in een billet zouden worden gefield en ingebragt agt perfoonen tot Burgemeesteren , veertien tot Schepenen, en twee tot Thefauriers , om daar uit de meest beilemden in dubbel getal getrokken, en aan hun Edele Gr. Mog. of den Heere Stadhouder van Holland en Westvriesland in den tyd beflooten overgezonden, en by denzeiven de Verkiezing van vier tot Burgemeesteren , zeven tot Schepenen en een tot Thefaurier , uit dezelve genomineerden gedaan Zie te worden. En hoe zeer eindelyk in het Bylage F. Oótroy van hoogstgemelde hun Edele Gr. Mog. van den 12 December 1619 wel eenige verandering in de manier van het forlneeren van nominatien tot Burgemeesteren, Schepenen en Thefauriers gemaakt, m&ar de Elettie aan den Heer Stadhouder in den tyd gelaaten is. Echter,', onaangezien alle dit zo even op• ' ge-  nov. STAAT EN OORLOG. 1783. 209 by verder nog komt, dat dit laafstgemelde Zie Oftroy of Privilegie, van. den 29 DecemBylage H. ber 1650, by nader Oclxoy van hun Ed. Gr. Mog. van den 18 December 1669 j donr dezelve H, E. Gr. Ivioe. in alle deszelfs poinBen in zyn geheel en zonder veranderiug is gehouden, uitgezonderd alleen, dat voortaan daags voor Karsmisfe alle en een ygelyk van de Vroedfchappen, deezer Stad zouden hebben in te brengen, in plaatze van een dubbeld , een enkeld getal, tl weeten tot Burgemeesteren vier Perfoonen, tot Scheepenen zeven Perfoonen , en tot Tht' Jaurier een Ptrfoon, zonder meer. En dat, boven en behalven dit alles, nog door hun Ed. Gr. Mog. by Ocïroy Zie van 2Ö May 1728, disponneerende op het Bylage i. gedaane verzoek van. de Regeering deezer Stad, buiten ongevallen $ daar onbenoemd en hier van geene byzondere applicatie, dé aldaar gemelde Privilegiën en hun Ed. Gr. Mog. Oct'oyen (waar onder de ook hier voor geallegueerde van 1610 en 1650) iri haar geheel zyn gelaaten , en dus in effecié zyn geeonfir.neert geworden. Dat zy Heeren Commisfarisfen vervolgens gemeend hadden , als onbetwistbaar zeker te mogen en te moeten ftellen en remarqueeren, Dat de gemelde Handvesten 4 Octroyen en Privilegiën niet zyn verleend aan de Perfoonen in de Stads Regeering voor zig.zelden, maar, volgens de verfcnillende uitdrukkingen, daar in voo»komende, aan der Stede gemexneri Poirteren ende Gemeyate van Jlcinaat die toert waren e ^de numals wtfen -ouden —« of ook aan pf op hei verzoek van Burgemeesteren en Vroedfch'-ippeü der Stede van Aickmmr voor haar zei* ven en uit den naam (of van weeën) XVIII. na. O 6 dé  sas nov. ZAAKEN VAN 1783. gezegd , in achting behoorde genomen te worden: U Dat, daar het ontegenfpreekelyk zeker is , dat de Regeering het recht van onmiddelyke aanftelling tot het Vroedfchaps-Ampt en tot Commisfien uit de Regeering heeft, aan de beoeffening van dit recht een aanmerkelyke (lemming door de voorfz. recommandatien wordt toegebragt. 2. Dat, gelyk het Handvest van Vrouwe Jacoba van 1426, en de Aéte van confirmatie van Hertog Philips van 1450, by het Oétroy van 1650 onder anderen als nog geconfirmeerd zyn , uit hoofde, dat deze Stad in het jaar 1573 de fundamenten, tot een vreedzaam gebruik van de Vryheid had helpen leggen, ook, by het zelve Oólroy, de oude Vry- en Gerechtigheeden voor deze Stad en derzelver goede Burgery worden gereclameerd; en dat dit vreedzaam gebruik der Vryheid onder anderen ook daar in befiaat, dat ieder Lid der Regeering onder zyns gelyka, zonder vrees en ongenoegen van een* hoogeren, aan welken hy zyne aanftelling verfchuldigd is, en van wien hy meerdere gunst verwacht, zyne advizen kan uitbrengen. 3. Dat, gelyk de Handvesten, Privilegiën en Octroyen, ook zoo de andere Stads Gerechtigheeden , gaaf en onverminderd aan de Nakomelingfchap behooren te wotden overgelaaten. 4. Dat, gelyk in het nog evengemelde Oétroy van 1650 gezegd wordt, de Stads Regeering de beste kennis. heeft  nov. STAAT EN OORLOG. 1783. 231 neemen van dezelve Refolutie zyne fource niet kan hebben uit eenigen toele? fier verkorting van Rechten, aan Uwe Doorl. Hoogheid wettig toekomende; terwyl wy, in tegendeel , ter bewaaring en handhaaving daar van, in gevolge onze verpligtiug , zeer gaarne het onze willen toehrengen. Wy beveelen deeze Stad, en derzelver flegeering en Burgery, aan de goedwillige geneigdheid van Uwe Doorluchtige Hoogheid, over welke,neevens het geheele Vorftelyk Huis, wy wenubhen, dat de Algenoegzaame God het dierbaarlTe zyner Zeegeningen gelieve uit te ftorten. Waar mede wy de eer hebben, van, met betuiging van hoogagting te zyn. doorluchtig hooggeboores vorst en heer , Uw Doorl. Hoogheids zeer dienstwillige, Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stad Alkmaar. Alkmaar (Onder Rond) den 24 Febr. 1783. Ter Ordonnantie van dezelven, (Was get.) h. rïzeiu P 4 Waar  23£ Nov. ZAAKEN VAN 1783. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verdaan , de Heeren Commisfarisfen te bedanken voor hunne genomene moeite, en den Heer Prefident Burgemees; ter voor zyn gedaan Rapport , het advis, in hetzelve Rapport vervat , ten vollen te arapledteeren en in eene Refolutie te conyerteeren ; gelyk hetzelve geampledteerd en in eene Refolutie geconverteerd word by deezen: en is diensvolgens, na rype deliberatie, goedgevonden en verflaan, dat voortp aan niet meer eenige nominatien tot de begeeving van de Ampten van Burgemeeste. ren , Schepenen , Thefauriers of Vroed, fchappen deezer Stad , zullen worden ge. maakt, om daar op de elt&ie van de Heer Stadhouder deezer Proviicie, of van iemand anders, te verwachten, noch ook eenige recommandatien tot vervulling van Ampten of Commisfien, ftaande ter begeeving of dispeftie van de Regeering dezer Stad, verzocht of ontvangen; nmr dat de gemelde Ampten , overeenkomftig de Handvesten , Privilegiën en Odtroyen van deeze Stad en derzelver Burgery, door deze Vergadering zelve , als reprsefenteerende de evengeuoemde Burgery, by directe aanftelBhg , zullen worden begeeven : te weeten , de Ampten van Burgermeesteren , Schepenen en Thefauriers volgens het Handvest van Vrouw Jacoba van B?yeren, van den 11 April 1426, en de Acte van confirmatie van Hertog Philips van Bourgondien van den 26 Maart 1450, als mede de Odtroyen van H. Ed. Gr. Mog. van den 9 December 1650, 18 December 1662, en 26 May 1728; en het Vroedfchaps Ampt in gevolge de evengenoemde Adte van confirmatie van den 26 Maart 1450, en de Odtroyen van H. Ed. Gr. Mg. van den 15 Maart 1610 en 26 May 1728: en dat ook, ter vervul- lin-  nov. STAAT EN OORLOG. 1783. 333 linge van de voorfz. Commisfien, de begeevingen of dispedtien , ingevolge her indisputabel recht dezer Regeering, directelyk door deze Vergadering zullen gedaan worden. En is verders goedgevonden, dat van dit gerefolveerde ten fpoedigften op een legale wyze zal worden kennis gegeeven aan zyne Doorl. Hoogheid den Heere Erfftadhouder deezer Provincie by eene Misfive van denzelfden inhoud, als waartoe het ontwerp by het vooifz. Rapport is overgegeeven, tot het overhandigen van welke Misfive aan welgemelde Zyne Hoogheid, by deeze worden verzocht en gecommitteert de Heeren Gedeputeerden deezer Stad ter Vergadering van H. Ed. Gr. Mor., benevens de Heeren Vroedfchap de D'ieu en Secretaris Ry. fer: en zulks ten einde deeze Commisfie, by ongelegenheid , echter uit niet minder dan uit drie Heeren beftaan zoude. En is wyders nog, na deliberatie, goedgevonden , dat niet anders dan na voorgaande denunciatie van ten minften agt dagen, en met eenpaarige toeftemming van niet minder dan agttien Leden deezer Vergadering, eenige voorftelling of verzoek aan H. Ed. Gr. Mog. zal mogen worden gedaan om alteratie of ampliatie in de Privilegiën of Odtroyen dezer Stad: en dat omtrent dat gedeelte dezer Refolutie, hetwelk ftrekt tot affchafling van recommandatien tot het Vroedfchaps Ampt dezer Stad of tot Commisfien uit deeze Regeering , en het welk, daar tegen , de directe begeeving of dispedtie van, of tot dezelve Commisfien door deeze Vergadering, betreft, insgelyks geene verandering , dan na voorafgaande denunciatie van ten minften agt dagen , en ook met niet minder dan agttien eenpaarige ftemmen , als boven, zal mogen gemaakt worden. P s En  N9V. STAAT.EN OORLOG. 1783. 237 touwe onderfaten horen rechten Heer of rechten lantsvrouwen fchuldich zyn te doen „ So hebben wy daer op ende ouermids menigen truwen dienst willen die fy onfen voirvaderen graven te Hollnt zaliger gedachten in voirleden tiden gedaen hebben ons nu jegenswoerdig doen , ende oft god wil noch doen fullen als voirgers. is „ diefeluer onfer Stede gemeynen poirteren ende gemeynten van Alcmair voirfcrs die nu fyn ende namels wefen fullen gegeuen ende geuen mit defen brieue fulke punten van hantuesten priuilegien ende rechten als hier na gefchreue ftaan Dat is te weten , eerst fo fullen onfe ftede poirteren ende gemeynte voirfcrs mit onfer getruwen onderfaten ende bueren den Kenmers gemeyn wet hou1 den mogen geliken als die wairfchip- : pen op defe tyt geordeneert hebben ruitten genen dair fy mede verfamelt 7 fyn ende verbonden Item fal onfe ftede voirf hebben ende houden zestien hooftmans gelyc fy nu geordineert hebben , ende ne^en ghilden , uit eiken ghilde een deken die dat gerechte kiefen ende fetten fullen mitten zestien hooftmans voirfcrs In lulker voegen dat elc deken van den negen ghilden binnen onfer ftede van Alcmair jairlicx kiefen te verftaen op ten goeden vridach. bider meervermoge ende geuolge van den ghildebroeders enen anderen deken ende die negen deken fullen kiefen zestien hooftmans mitten dekenen fullen kielen drye burgermeyfteren ende zeuen fchepenen Ende waert dat yemant binnen 't fiairs van de dekenen  kov. STAAT EN OORLOG. 1783. 23^ nesten privilegiën ende befcreuen rechten bliuen die fv van onfin voiruaders granen te Hollnt vercregen hebben fot:der vermynderen mair altyt vermeeren als redeÜc wefen fal Item fullen fy die tollen ende wysfel vry hebben In onf' ftede ende hun nergent Irder graeflicheden om onf' ftede fchulde op te houien Itera weir yemant van onfe poirteren van Alcmair die voir defe tyt onfen fteae gheregiert hebben ende voirvluchtig waren owermids fchulden wille, die onfe ftede op hun berekenen mochten dair fullen wy onf' ftede in hulpen ende ftarcken dat te ver. halen an den geenre die alfo voirvluchtich fyn , liue en goede, wair of gelegen fyn binnen ons graeflic heden Item fal men geien kusten maken ten fy bider Hooftmans ende. bider den dekens van den ghllde ende alle kueren die m vonleden tiden gemaict fyn ende onoirbaer fyn voir ons ende voir onf' ftede te corrigieren bider perfonen voirf' Item ül die exchyni'e binnen onf' ftede af« wefen by goetdunken ende ordinancie der "zestien hooftmans ende dekens van den ghilden voira, Item fo en fullen fy geen fluysgeit binnen onf' ftede van de geude meer geuen noch betalen dan dat recht fluysgeit als gewoonlic is van ouden tiden Item fo en fullen onfe poirtefen vaa Alcmair penniucklicker ichuit nerger.t in genen nuwen fteden in Vries'nt te rechte ftain dan binnen onf' ftede van Alcmair na ingehout horen ouden handvesten Oic!< fuilen hon alle punten ende vryheden in horen hant-  Ï4<5 nov. ZAAKEN VAN 1783. fupplten fomwyien gebruykt hebben ende fomwyien niet Ende hoe dan onfe voorfcr. ftadt die by den innemen ende beroovinge derfelver duer der Gelderfchen ende Vriefen zwaerlyken befcadicgt ende verdestrueert is gheweest om te verhueden huere geheele defolatie gheen betere raet geweten en heeft dan dser een Vroetfc;p van veertich perioene op te richten, foe hebben zy ons t felve in den jaren van xvnj lestleden te kennen gegeven ende van ons de voirfcr. Vroetfcip gheworven van zestien perfonen alleenlic. dat doer die groote zware oirlogen die onlancx gheweest zyn tegen die Gelderfche ende ftichfche onfe voirfcr. ftadt van alcmair groote zware lasten fcade ende verlies gelede heeft daer zy niet vuytenkan, geraken , overmits die crancke hulpe asfisten. ende byliandt van die voirfcr. Vroetfcip van xvj perfonen. ende tfober ende cleyn getal van dien , want als men tot fekere daghen coicatie houden fal tot proiïyte ende welvaert van der ftede foe en commender van die voirfcr. xvj peribnen repnteiende de Vroetfcip nauwelics fes of acht, overmits dat eenighe in huere coopmanfcapen ende andere neringhen reyfen elcx foecken. zyn broot te winnen zulx, dat duer abfen. van heml. die voirf. itadt grootelic verachtert ende ghedampnificeert werdt ende noch meer foude ten ware dat hun fupplten daer op verfien werde met een nieuwe Vroetfcip voer eenen tyd van jaren ghelyck als hier voertyts geweest es om in tyden van nootfake de voir-  nov. STAAT EN OORLOG. 1783.' 247 voirfcr. ftadt te fubvenieren in huere lasten ommeilagen ende andere nood fat ken alfoe zy zeggen ; om daer omtne zeer oetmoedelick anroepen, . sok eyst. dat wy de faeken voirfcr. overtnercken. ende daer op ghehadt advys eerst van onfen Rentm. van Kermerlant j daer nae van onfen lieven getrouwen eerfte raet ende luyden van onfe cameren van de raide ende rekenm. in Hollant. ende ten lesten • an den hoofden ende luyden van onfen fecreten Raide ende financie , der voirn. fupplten by deliberacie van onfer vruntlicken lieven vrouwe moyeaertzhertoginne van oistenrich , hertoginre ende gravinnevan bourgoingen voer ons regerite in defen onfen nederlanden geoctroieert belieft ende geconfenteert hebben, cc troieren believen en confenteeren, geven . hun faculteyt ende confent vuyt onfen zunderlinghen gracie mits delen dat zy in de plaatfe vau festien een Vroetfcip van vier ende twintich perfonen voortaen fullen moghen hebben , dewelcke voir def; eerfte reyfe by fekere onfe Commisfarisfen gecoren fullen werden vuyte rycxten ende notabelfchen van de inwonen, onfèr voirfcr. ftadt van Alcmair ende voirts by denzelven gerecht , welcke xxiiij perfonen op hunneu Eedt Jaerlicx fes daghen voir den ordinaryien dagh van den vernyeuwen van der Wet derfelver onfer ftadt vuyten den Rycdom van dien ende van de ryeften verflendichften ende rechtveerdichften eerst fes perfonen. daer nae viertien. ende ten lesten vier kiefen fullende ende Q 4 die  248 nov» ZAAKEN VAN 1783. die ons oft onfen ftadfhouder van Hollant in de tyd pnteren om vuyten eerften fes perfonen drie borgem. vuyten den vierihien. feven fcbepen. ende vuyten vieren twee treforiers te kiefen ende te ordonneren, tottes adminiftratie van der Justicie ende regimente onfer ftadt goeden , voer een ende t naeste toecommer. Jaer, die onfe fchout van Alcmair voerts eeden fal , ende of ter yemant van den ■ Vroetfcip rrflivich geraekt te woerden foe fullen fy fupplten ons oft onfen voern. ftadthouder drie anderen mogen nomineren om daer vuyt enen gecoren ende geftelt fte werden , in de plaetfe van de derden , Indien oic enich van den burgerm. fchepen, ofte treforiers binnen den jaere van hunl. arimirisiracie afflvich werden in fu'cken gevalle fullen de voirn. xxiiij perfonen van den Vroetfcip in de itede van dien onfe oft orden ftadhouder voirgem. twee perfonen van de notabelften van de Hadt pnteren om den eenen van hun in de ftede van den aflivigen te kiefen ende te ordonneren allet gedueren. den tyt van fes Jaren dewelcke ingaen fullen ten dage defe onfe jeghewordighe op onfe voirfcr. reket-camer gepnteert ende geregistreert fullen zyn zoe zy fupplten tef» fect van defen niet eer genyeten en zullen. Ontbieden daerom den voirn. hoofden ende luyden van onfen fecreten, raiden, prefident ende luyden van onfen groon Raiden, ftadthouder eerfte raet en luyden van onfen voirn. raeden en rekenm. in Hollant. Oefen fchout van Amaer ende  pov, STAAT EN OORLOG. 17,83- s4ö de allen anderen onfen richteren Juslicieren ende officieren hueren ftede» houderen ende elcken van hun be. j'ondere foe hem dat aengaen mach, dat zy de voorn, fupplten defen teghenwoerdege in onfe rekencamer geregestreerr. zynde als boven van de voerfcr. Vroetfcip . ende voer den tyd boven gementioneert doen laaten ende gedoegen rustelic ende vredelic genyten ende gebruicken fonder hun daer inne te doen noch te laten gefchien enich hinder ofte impediment ter contrarien. Want ons alfoe gelieft des toiconde hebben wy onfen Zegele hier aen doen hangen. Gegeven in onfen ftadt van Mechelen den xxvjen dach van feptembri in t Jaer ons herren duyfent vyf honden ende dertich > van onfen Key'ferych deerlte. Ende van onfen andere Rycken , te weten van Castillien ende anderen 't xmj. D. Octroy van hun Ed. Gr. Mog. van den 6 December 1J88. . De Ridderfcbap , Edelen, ende Steden van Hollant ende West» vrieslandt. Reprefenterende den Staten van den felven Lande. Allen den gheenen die defen onfen brieff fullen fien. Saluyt. Alfoo Borgemeisteren der Stadt Alkmaer voer hen felve ende vuyten name van de Vroetfchap ende gemeene burgeren der voorf. Stede ons te kenne gegeuen hebben, Dat by Ocroy van hoogen memorien Keyfer Kaerle als Grave van Hollandt in date den xxvj Septembris XVC Dertich onder anderen geltatueert is , Dat de Vroedfchap Q 5 der  NOV. ZAAKEN VAN 1783. der voirf. Stede op heuren eedt J>erlycx zesf dagen voer den ordinarifen dach van de vernyeuwinge van de Weth aldaer, fal verkiefen vuyten Ryckdommen derfelver Stede , ende de Rycxte, vrrftandichfte, ende rechtvaerdichtfte , eerst zesf, ende daar na vier perfoenen, otnme den Stadhouder van Holland geprefenteert, ende by hem voer een ende 't naaste toecommende Jaer , vuyte voorfz vier, twee Treforiers gecofen, ende hy den Schout van Alcmaer geëedr te worden. Dan gemercr de fwaricheden int fluck van de Regieringe der voerfz. ftede Jaerlycx vermeerderen, ende drckwils ge. beurde Dat 't meerendeel van de vo fz. Drie Burgemeesteren foo om de befchryuingen Die by ons aan den Edelen ende Steden der voirfz. Landen worden gedaen , waar te neemen, Als omme anderen wettelycke oorfaeken van huys moeten wefen, De Supplianten Hoochnoedich beuonden, Dat 't getal der voerfz. Drie Burgemeesteren , met noch een vermeerdert worden. Ten eynde duer abfentie van een ofte twee derfeluer, de Regieringe der voorfz. Stede, ende t gundt daer aen dependeert nyet ftille en ftae ofte verhindert en worde, Gelyck ter contrarien de Supplianten raedtfaem beuinden dat tot het Treforiefchap derfelver Stede nyet meer als twee genomineert, ende een gecofen ende geëedt worde, Gemerct dat nyet jegenftaende t voerfz. Octroy, D'Administratie van de voerfr. Stede goederen tot noch toe geweest is by een Treforier, ende dat de twee-  no?. STAAT EN OORLOG. 1783. 25S tweede die mede gecofen en geeedt was, ftille , ende fonder eenich bewint gebleuen is , ende oick dickwils gebeurt Dat onder de nominitie der vuerfi. vier perfoenen geraect zyn geweest enige die tot de voerfchreuen Administratie nyet en diende, ende nochtans by Inaduertencie van den voerfz. Stadhouder, daer toe gecoofen ende gecommitteert worden. —— Verfouckende daar omme de Supplianten Dat ons gelieve hen te gunnen ende 't octroyen Dat Jaerlycx ten voerfz. tyde by de Vroedtfchap der voerfz. Stede Acht perfoonen tot t" voerfz. Burgemeesterfchap van de naeste aenftaende en. de naeuolgende Jaren, ende twee tot t voerfz. Treforierfchap genomineert ende gecoofen worden vuyte voerf, Ryckdomme , en van de Rycxte, verftandichfte , ende rechtvaerdichfte, Omme by den Stadhouder van Hollandt in den tyd daer vuyt Vier Burgemeesteren, ende een tot Treforier gecoofen te worden, Ende dat daer op behoirlycke brieuen van octroy verleent fouden mogen worden, soo isï Dat wy de faeke voerfz. ouergemerct, vuyt onfen recht wetenfchap , Aüthoriteit, ende volle • macht den Supplianten alhier, Geoctroyeert ende geconfenteert hebben , Octroyen en confenteeren by defen, Dat zy luyden voortaen Jaerlycx zesf dagen voor den ordinarïien dach van de vernyeuwinge van de Wet der voerfz. Stede, vuyten* voorfz. Ryckdomme , ende van de Rycxte, Verftandichfte , ende rechtvaerdichfte Acht perfoonen tot t vooifz  252 nov. ZAAKEN VAN 1783. voorfz Burgemeesterfchap ende twee tot t voorfz Treforierfchap fullen nomineeren, Omme daer vuyt by den Stadhouder van Hollant, In der tyt Vier tot Burgemeesteren ende een tot Treforier gecoofen te worden, Welcke Vier Burgemeesteren ende Treforier by den Schout van Alcmaer den eedt afgenomen fal worden, achteruolgende voorgaande brieuen van Octroy, Daernae de Supplianten hen in de vordere poincten fullen hebben te reguleren, Ende tot dien eynde gehouden zyn defe onfe brieuen van Octroy jnder Carrière van de Rekeninge mede te doen registreren , Twelk gedaen zynde Lasten en ordonneren wy Alle Rechte, ren ende Officieren binnen den Lande van Hollandt ende Westvrieslandt, en voorts dien defen aengaen mach. Dat zy luyden den Supplianten alhier t Inhouden van defen onftn brieue van Octroy ,' rustelyck ende vredelyck laeten genyeten ende gebruycken , fonder hen daerinne te doen «och te laten gefchieden , eenich Hinder ofte empefchement ter contrarien. Des toirconde hebben wy onfen grooten Zeegelen hier aen doen hangen , Gegeuen jn den Hage den vien Decembris XVc, Achtentachtich. (Onder ftond) Ter ordonnantie van den Staten. (Was get.) DE RECHTEREI588. De  Kov. STAAT EN OORLOG» 1713. 357 fchutterye, ende burgerye der voorfz. Stede, Om dewelcke te ftillen, en« de te bevredigen ons gelieft hadde aff te fchikken, ende te committeren heere Regnault van Brederode Ridder, heere van Veenhuyfen , fpambronck & prefident , Mrs Leonard de Voocht, Rombout Hoogeibeets, Raeden in den hogen Raede, ende Joncheer Steuen van der Does, heere van Noortwyck, .Cattendyck etf. Raet in den houe van Hollant ende Westurieslandt, de welcke Lange, ende feer naerftelyck arbeydende om d' vorofz. beroerten te beflechten, met gevouchlycke middelen, daer toe voorgeflagen, doch nyet eenpaerlyck aengenomen , eyntelyck voor best, en dienftelycxte jngefien hadden, tot verhoedinge van meerder fwarichey» den , volgens haere fpeciale Commisfie , van ons daer thoe ontfangen, De Burgemrn , Schepenen , Vroetfchappen , ende Treforier te ontflaen van haerluyder dienst, ende eede, daer mede fy refpectivelyck waeren verplicht, fulcx fy ook gedaen ende jnt werck hadden geftelt op ten xxij«n february Lestleden ende daer nae wederom me geprocedeert tot Inftellinge van fodanige ordre , daer by de defecten van den voorgaenden Octroye gefuppleert, ende diergelycke iwaricheyden ende jnconvenyenten jn toecomende tyden verhoedet, ende geweert mochten werden, Ende dienvolgende vuyt crachte van haere voorfz. Commisfie , rypelyk gelet hebbende op de privilegiën der voorfz* Stede, ende op alle 'c gene ten meesten diende, ruste ende welftant der XVUT; deel. R fel-  35* Nov. ZAAKEN VAN 1783. feluer, ende der goeder Ingefetenen van dien mochte ftrecken, mitsgaders nae voorgaende goede jnformatie , op de qualiteyten van de perfonen, by de vorofz. privilegiën gerequireert, van wegen ende jn naeme als bouen, van nyeus geftelt , ende gecom: tot Vroetfchappen der voorfz. Stede Alcmaer, de naer'volgende perfonen, Namentlycken Mr. Adriaen Anthonisz , Heydrick Florisz, Jan Claesz Quinting, Adriaen Heyndricxsz Rabbi, Cornelis Heyndricxsz Boom , Jacob Willemsz Steenhuys, Pieter Jacobsz van Teylingen, Jan Pietersz Stoop, Yff Maertenaz, Pieter Dircxsz Schouten , Jscob Dierten, Mr. Johan van Wittendel , Dyckgraue van Geestmerambocht, Pieter van Dyck, Pieter Claesz Seylmaecker, Adriaen du Gardyn, Jan Willemsz Salines, Adriaen Maertsz Coetenburch, Jan Pauw, Doctor Adam van Foreest, Mr- Pieter Oloffsz van der oort, Borrïth Heyndricxsz , Gerardt Allertsz Bel, Dominicus Boot Dyckgraue uan de Zype , Jan Adriaensz Croon , Jan Jacobsz Graeff, Mn Floris van Teylingen , ende Jan Philipsfoon, Lastende ende ordonneerende alle d'felue, in den naame als bouen , voortsaan gefamentlyck, de voorfz. Stede te Regieren , ten meesten diende, ende oirbaer derfeluer, ende naer jnhouden van de priuilegien van dien voor fo veele die hier mede nyet en werden verandert , Ende hadden voorts tot vorderinge van goede policye derfeluer Stede Verclaert , ende geordonneert, dat van doen voorts aen jnt voorfz. Collegie van de Vroetfchap-  wov. STAAT EN OORLOG. 1783. 259 fchappen nyet en fouden vercoren worden off plaetfe hebben , eenige perfoonen , die wel malkanderen waeren beftaende jnden derde grad*, wan bloede, off fwagerfchap, te reeckenen na de dispofitie van de befcnreven Keyferlycke Rechten , Dar meede voortaen Schepenen, geen Vroedfchappen fynde geen plaetfe , ofte llemme en fouden hebben jnt voorfchreeve Collegie van Vroetfchappen , maer alleen fouden gebruyckt werden, om de Justitie te administreren, mitsgaders keuren ende ordonnantiën te maecken jn policye, fulcx als naer ouder gewoonte, Wel■uerftaende nochtans dat Burgemen:, gecoren buyten de Vroetfcbappe, geduyrende haren dienfte, 't voorfz. Collegie van Vroetfchap, op alle Vergaderingen ende beraetflagingen fouden asfisteren, ende hebben haere behoorlycke plaetfe ende ftemme, nyettegenftaende fy yemant int Collegie van Vroetfcftap jnde voorfz. verboden graden van bloede , ofte fwagerfchap fouden mogen beftaen , Ende daer naeby den Commisfarisfen voornt: , t'voorfz Collegie van Vroetfchap gelast zynde , te procederen tot nominatie van perfonen, daer vuyt fouden mogen geëügeert worden , Borgemeesteren , Schepenen , ende Treforier , hadden de voorn, heeren Commisfarisfen vuyt cracht van hare vorige Commisfie, op defelue nominatie voor den lopen: Jare XVJC Thien gecoren tot Burgemeesteren Jacob Willemsz Steenhuys, Adraien Maertsz Coetenburch , Adriaen Hendricxsz Rabbi, ende R 2 Pie-  &6» NOV. ZAAKEN VAN 1783. Pieter Jacobsz van Teylingen, Tot Schepenen, Pieter Jacobsz van Dyck, Jan Pauw, Jacob Claesz Seylmaecker, Gerritjoos van den Nyenburch, Jan Meynertsz, Mr. Jacob van Teylingen, ende Dirck Beugel, ende tot Treforier Willem Cornelisz Druyif , Ende Lestelycken geordonneert, dat voertaan , int nomineren van perfo. nen tot bedieninge der voorfz. Amp« ten elcke Vroedfchap gehouden foude weefen jn fyn billet te ftellen, ende op hunne eedt jn te brengen , drye perfoonen tot Vroetfchap, Acht tot Borgermrn: Veerthien tot Schepenen , ende twee tot Treforier, fynde van de rechtvaerdichfte , vereftandichfte , vreedtfamichfte, ende Rykckfte Poorteren der voorfz. Stede , Lieffhebbers van t Vaderlant , ende van de Waere Christelycke gereformeerde Religie, fonder jnde nominatie derfeluer eenich onbehoorlyck beleyt te mogen gebruycken, omme daer vuyt de electie gedaeri te worden, als naer behooren, Ende want fy Supplianten ganfchelycken Vertrouden, dat by de voorfz. electie van de refpectiue Magiftraten, ende verdere ordre by de voorn. Commisfarisfen geftelt, ende hier voren gementionneert, van voorfz. Stede met goede ruste, vrede, ende enicheyt, geregeert, ende alle dier. gelycke disfentien, misuerftanden ende oneenicheyden jn toecommende tyden verhoedet , fouden connen worden Waren fy Supplianten hen tot ons keerende, oitmoedelycken Verfouckende , dat onfe goede geliefte fy, Alle 't gene voorfz. js, en-  nov, STAAT EN OORLOG. 1783. aöi ende ten eynde t felue onverbreeckelyck voor allen tyden mochte worden geobferveert, ie approberen ende te aggreëren, mitsgaders hen fupplianten te Confenteren ende t' Octroyeren, Om jn plaetfe eens Vroetfcbaps, (bydesfelffs overlyden, verweck , ofte andersfints gecomen fynde te vaceren) een ander gequalifi' ceert als vooren , by meerderheyt van ftemmen der Vroetfchappen abfolutelyck te mogen verkiefen, ende hen Supplianten van alle 't felue te verkenen , ende te doen depefcheren behoorlycke brieuen van Octroye ende Privilegie jnde beste forme, sob jst , dat wy de faecke ende t verfouck voorfz. ouergemerckt, ende voor al ter harten hebbende , dat de voorfz. Stede van Alcmaer, de Regierders, Magiftraten, ende alle andere Burgeren ende Inwoenderen van dien, Voortaen mogen Leuen jn eenicheyt, rusee, ende goede Correspondentie, hebben vuyt onfen rechter weetenfchap, volcommen macht, ende aucthoriteyt, geaggreëert, geapprobeert, ende geconfirmeert Aggreëren, Approberen ende Confirmeren by defen Alle t'gene wes by de voorn. Heeren Commisfarisfen jn onfen name gedaen, geordonneert, ende geftatueert is , fulcx ende jn al der formen ende manieren , als 't felue hier vooren js verhaelt, Ende dienvolgende oock geordonneert, ende ordonneren by defen, Dat voortfaen ter gewoonlycken tyt van de Ver. kiefinge vande nyeuwe Burgemeesteren, Schepenen, ende Treforier, by elcken Vroetfchappe jn een billet fulR 3 lerl  a5a hov. ZAAKEN VAN 1783. len worden geftelt, ende op hunnen eed jngebraght , Acht perfonen tot Burgemeesteren, Veerthien perfonen tot Schepenen, ende twee .tot Treforier , die fy jn goeder confcientie fullen achten te weefen, van derechtvaerdichfte , verftandichfte , vreedfamichlte, ende Rycxte Poorteren der voorfz. Stede van Alcmaer, Lieffhebbers vant Vaderland, ende van de Waere Christelycke gereformeerde Religie , Efonder jn de nominatie van defclue eienich onbehoorlyck beleyt te mogen gebruycken, Om daer vuyt de meest beftempde jn Dubbelt getal getrocken, ende aen ons, ofte den Heere Stadhouder van Hollandt en Westvrieslandt jnder tyt befloten ouergefonden , ende by den feluen , de verkiefinge van Vier tot Burgemeesteren, Zeuen totSchepenen, en eenen tot Treforier vuyte felue genomineerde gedaen te worden, Dat mede Burgemeesteren gecoren buyten die Vroetfchap geduyren: haren diende, op alle Vergaderingen , ende beraetflagingen 't Collegie van de Vroetfchappe fullen asfisteren, nyet jegenftaende d'felue yemandt van t Collegie van de Vroedfchap jnden derden grade, ofte naeder van bloede ofte fwagerfchap (te reeckenen naer de dispofitie vande Keyferlycke befchreutn Rechten) fouden mogen beftaen , fonder dat nochtans anderen jn alfulcken graden van bloede of fwagerfchap malcanderen beftaende, tot Vroetfchappen fullen mogen vercoren werden, otte jnde Collegie van Vroetfchappen plaetfe hebben, Gelyck mede jnt felue Collegie van Vroet-  464 nov. ZAAKEN VAN 1783. heren Duyfent Zesf honderd ende Thien. Was geparapheert, J. van oldenbarnevelt , Vt (Onder ftond) Ter ordonnantie van den Staten, (Was get.) duyck, 1610. F. Octroy van H. Ea.Gr.Mog v*n den is Decmj. 1610. De Ridderfchap, Eedelen ende Steden van Hollandt, ende Westvrieslandt, Reprefenterende den Staten van den felue Landen, doen te weten , Alle jegenwoordigen ende toecommenden , Dien defen aengaen fal , mogen, hoe dat Burgemeesteren en de Vroetfchappen der Stad Alcmaer voor haer feluen ende uyt den name van de gemene burgerye der feluer Stede, Ons Vertoont hadden, hoe waer was, dat de voorfz. Stede van oudts , ende van tyt tot tyt voorfien ware geweest, met verfcheyden Odtroyen, beroerende 't getal van de Vroetfchappen der feluer Stede , als beftaen hebbende jn een ende dertich perfonen fomtyds ook in meerder, maer meest jnt getal van minder perfoonen , jn fulcker voegfn, dat jnden faare XVC. Dertich by wylen Key- fex  NOV. STAAT EN OORLOG. 1783. 271 eert, Verfouckende derhalven de Verthoonders feer reverentelyck, dat het onfe goede geliefce mochte fyn, henlieden , mitsgaders de gemeene Borgerie der ftadt Alckmaer te gunnen confenteren ende octroyeren, dat van nu voortaen de Vroetfchappe der feluer Stede (als hebbende de beste kennisfe van hare jngef.'tenen beqüaemheyt) abfolutel. fouden eligeren ende fetien de Burgemrn. Schepenen ende Treforier der voorf. Stede , Ende dat tot dien eynde de Vroetfchappe Jaerlycx daechs voor Carstydt elcx fouden inbrengen op haren Eedt een billiet inhoudende acht perfoonen tot Vier Burgemrn: Verthïen perfoonen tot Zeuen Schepen , ende twee perfoonen tot eene Treforier, die zy in goede cönfcientie fouden achten te wefen van de rechtvaerdichfte,verftandichfte,Vreedfaemfte ende Ryckfte poorteren der voorf. Stede, Liefhebbers van 't Vaderlant, ende vande ware Christelycke gereformeerde Religie, En de dat die geene dewelcke bevonden fouden werden onder d' voorf. acht , veerthien ende twee perfoonen refpective te hebben de meeste ftemmen daar mede fouden wefen refpectivelyck gecoren ende geeligeerd tot Burgemrn: Schepenen, ende Treforier der Stadt Alckmaer, Ende ten feluen dage in prefentie van de Vroetfchappe aen handen van de Schout der voorf. Stede off by abfentie van de Schout aen handen vanden outften Vroedfchap aldaer prM'ent, ende te dien tyde tot egeene'der voorfs. Ampten geeligeert zynde, refpecTjue- lyk  *7* nov. ZAAKEN VAN 1783. lyk fouden doen den gewoonelycken Eerit, ende daer mede datelyck gehouden werden in haer voorf. re. fpectiue Ampten te wefen gefet en. de bevestieht , Welverftaende dat geene perfoonen totte voorf ampten eligibel fouden wefen, dan die zes Jaren poorteren der voorf. Stede waren geweest Ende dat de perfoonen elckander in den derden grade van bloede of Swagerfchap beiïaende te reeckenen nae de befchreeven Keyferlycke reckten , te gelvck nyet en iouden mogen wefen Burgemrn. noch» te te gelyck Schepenen, vohrens de privilegiën der voorf. Stede, dat mede de geene die als Burgemrn. ofte Schepenen twee Jaren achter den anderen fouden hebben gedient (gelyck ordinarie werde geobfei veert) het volgende Jaer tot geen van bey. den eligibel en zouden wefen Eyntelyck dat noch voor noch omtrent d' voorf. Electie egeen onbehootlyck beleyt totte felue en foude mogen werden gebruyckt, nemaer daer jn. ne geobferveert foude moeten werden fodanige ordre ende reglement, als by de Vroetfchappe airede was beraempt, ofte als noch beraempt loude mogen werden, Van alles den Verthoonderen verleenende onfe brieuen van Octroy ende privilegie in besten forme, soo ist , dat wy de faecke ende 't Verfouck voorf. ouergemerckt hebbende, ende de Verthoonders om redenen vooren Verhaelt, willende gelieuen. vuyt onfe rechte Wetenfchap fjuueraiue macht ende aucthoriteyt defelve Verthoonders vergunt geconfenteert ende ge- cc-  Kov. STAAT EN OORLOG. 1783. 27? troy aende Verthoonders by Ons gegeven opden ix™ Decembr. XVJC Vyftich, de Verthoonders geauthoriieert ende geoctroyeert hebben, octroyeren en authoriferen defelve mits defen, Ten eynde van nu voortaan des daaghs voor Carsmisfe alle ende een yegel. vande Vroetfchappe der Stadt Alckmaar fullen hebben in te brengen in plaetfe van een dubbelt een enckelt getall, te weten tot Burgermeesteren vier perf ionen, tot Schepenen feven perfoonen , ende tot Thefaurier een perfoon , f jnder meer , houdende • het voorf. O&roy in alle desfelfs andere poincten in fyn geheel en fonder veranderinge. Ende iastende allen ende een yegelycken die het aangaen magh , haer daer naer te reguleren. Gedaan inden Hage onder Onfen grooten Zegele hier aan doen hangen den xviijen Decemb. in 't Jaar Ons Heeren en Salighmaeckers, duyfent Zes hondert negen ende festich. (onder ftond) johaN"de witt. vt. 1669. (opdeplicqueftond) ter ordonnantie van de staten. herbt. vanbeaumont. 1659. J. Octroy van H. Ed.Gr.Mog. van den 26 Mai 1728. De Staten van Holland ende Westvriesland , doen te weeten: Alzoo ons vertoond is by Burgemeesteren & Regeerders, midsgaders S 3 de  27$ NOV. ZAAKEN VAN 1783. de Vroedfchappen der Stad Alkmaar, voor haar zeiven, & als reprasfenterende de geheele Burgerye: hoe dat genide. Scad, by Privilegie van Hertog Aalbregt, in den jare 1367, was begunftigt geworden, dat aldaar niemant in den Geregte mogt werden geftelt, als die Drie Jaaren Poorter was geweest: & dat die tyd, by nadere Privilegie van gemelte Hertog in den jaare 1401 was verlengt tot op les jaaren; dat wyders, by Onfe Octroyen van den ijden Maart 1610, & oden Decembr. 1650, het Privilegie van 1401 was geconfirmeert niet alleen, maar ook vastgeftelt , dat in de Vroedfchap niet zouden mogen worden gekoofen perfoonen, die malkander beftonden in een derde graade van bloede of Swagerfchap , in de befchreve Regten ; Dat fy Verthoonders haar gedagten hadden laaten gaan , of de tyd, om Poorter te worden, niet te lang was genoomen , & behoorde verkort te werden , & of ook in de naamaagfchap, omme in de Vroedfchap te komen, geene veranderinge foude konnen vallen: hadden fy verthoonders , naa rype deliberatie & overlegginge van het gunt tot meeste Welftant van hare Stad zoude konnen dienen met eenparige ftemmen , goedgevonden, verftaan & gerefolveert; Als, Eerftelyk, dat tot de verkieiing in den Geregte & Vroedfchap van de Stad gequalificeert fouden zyn al zulke perfoonen , die Drie jaaren van te vooren aldaar Poorters en inwoonders zouden zyn geweest. Ten Tweeden , dat een buy-  nov. STAAT EN OORLOG. 1783. buyten perfoon, die aan een Burgers dogter trouwt , aanftonts, ten fine als hier vooren , verkiesbaar zoude zyn, fchoon hy, van te voeren , geen Poorter was geweest; Ende, ten Derden, dat ook te gelyk ende te zamen in de Vroedfchap zouden mogen werden geadmitteert Vader met Schoon foonen; item Oomen met haare Neeven ende Swsgers met malkanderen : midts, dat alle de perfoonen in de voorn^. Drie Articulen gemeld, zouden moeten zyn gebooren in Holland of Westvriesland: blyvende de voorgemelde Privilegiën, & Onfe Oftroyen, buyten deze verandering, in haar geheel , omme exaftelyk agtervolgt & naagekomen te worden: Zoo keerden fy Vertoonders haar tot Ons, ootmoedelyk verzoekende, het zelve by Ons mogte werden bevestigt & geconfirmeert, & daar van verleent behoorlyke Brieven van Oftroy & Privilegie in forma: Zoo ist , dat "Wy de zaake & het verzoek voorfz overgemerkt hebbende & genegen wefende de Vertoonders daar in te believen, aan dezelve haar voorf. gedaan verzoek hebben geaccordeert, gelyk Wy het accorderen by dezen; bevestigende & confirmerende midts dien de Drie Articulen, hier boven gemeld; ten welken eynde Wy aan de Vertoonders hebben verleent deze Onfe Brieven van Oétroy ; Lastende alle & een yegelyk, die deze zoude mogen aangaan , dat fy de Vertoonders het effeét van dien rustelyk & vredelyk laaten 'genieten. Gegeven in den Hage onder Onfen S 4 . groo-  28o nov. ZAAKEN VAN 1783. grooten Segele, hier aangehangen, den fes & twintigften Mey, int jaar Onfes Heeren ende Saligmakers Duyfent Sevenhondert Agt en twintig. (Onder ftond) j. G. V. BOETZELAER, Vt. (Laager ftond) Ter ordonnantie van de Staten. (Was get.) WILLEM BUYS. Kr. Commisfie van Prins Maurits als Gouverneur enz. van Holland,Zeeiand en Westvriesland, van 1 Nov. 158j. Refolut. v. Holl. v.d. i Nov. ij8j. Gr. PI b. 3 Dec. Bladz. 10j. jPV Staten van Hollandt ende ZeeJL/ landt. Doen te weten: Dat, aenmerckende de goede, getrouwe, notabele, ende aengename dienften, die uyt Sondtrlinge affectie , by Hoogl. memor., den Doorluchtigen, Hoogboren Forst Wilhelm, Prince van Orange, Grave van Nasfau, &c, als Stadhouder , Gouverneur, ende Capiteyn Generael, den voorfz Lande in veele ende meenighvuldige fware lasten ende periculen tot Godes eere, bevrydinge ende welvaren derf] ver Landen zyn be wefen: Ende daeromme de Staten voornoemt vastelyck vertrouwende, dat by den Hoogh ende Welgebooren Heete Grave Maurits van Na.'fau, Catzenelleboge, Diest, Vianden, Marquis van der Veere ende VJisfingen, &c. (volgen de exempelen ende voetftappen  nov. STAAT EN OORLOG. 1783- ^1 pen van fynen Heer Vader voornoemt) den voorfz. Lande uyt ghelycke affectie , ende mede tot voorftandt van de Ware Christelycke Religie , insgelycke goede dienften, fullen mogen bewefen werden; heb» t ben met goede kennisfe van faecken ende deliberatie van rade, den voor-noemden Grave Mauritz van Nasfau, • in de plaetfe van fynen Heer Vader den Prince van Orange voornoemt, onthouden , gecommitteert, gefteldt ende geordonneert, onthouden, committeeren, Hellen, ende ordonneren by defen jegenwoordigen , als Gouverneur , Capiteyn Gmerael, ende Admirael van den voornoemden Graeffchappe van Hollandt, Zeelandt, ende Westvrieslandt, Voorne ende den Brieile, wefende gelegen en behorende aan den voornoemden Graeffchappe van Hollandt en Zeelandt; gevende den voornoemden Grave Mauritz van Nasfau volkomen macht, authoriteyt, ende fpeciael bevel, den voornoemden Staet als Gouverneur , Capiteyn Gmerael ende Admirael , voortaen te houden, te exerceren, ende te bedienen , daerinne voort te ftaen, te vorderen, ende te bewaren de Overigheydt, Gerechtigheden, Privilegiën , ende het welvaren van den voornoemden Lande, ende Ingefetenen van dten , midtsgaders het gebruyck van de voorfz. Christelycke Religie, defelve te Conferveren ende te befchermen , van allen overlast, ende fouten, disordre, oneenigheydr, afbreuck en fchade; voorts in den voornoemden Lande te doen gebruycken ende adminiflxeren Recht ende S j Jus-  28* nov. ZAAKEN VAN 1783. Justitie, de provifien van Justitie be. hoorlyck te doen verkenen , allen den geenen die fulks verfoecken luilen , ende defelve te doen executeren, alles aengaende de faecken van Justitie, met advis van den Prajfident, ende Raden in Hollandt,Zeelandt , ende Westvrieslandt, voor» noemt; ende aengaende de faecken van den Oorlogh ende Politie van den voornoemden Lande, met advis ende ten overftaen van de Edelen, ende Raden uyt den voornoemden Lande van Hollandt, Zeelandt, ende Westvrieslandt by fynder Excellencie te voegen , de Burgemeesteren , Schepenen , ende Wetten te veranderen naer behooren, ende daer het zelve van noode weefèn fal, te doen houden goede oplicht, ordre, ende Wachten in de Steden en Sterckten aldaer, ook te Water en. de te Lande, ende voorts in het generael ende particulier alks te doen, dat een goede ende getrouwe Gouverneur , Capiteyn Generael , ende Admirael voornoemt, vermach ende behoort te doen , volgende de Inftruéh'e die hem verder fal gegeven worden: Waar op den voorn: Heere Grave Mauritz van Nasfau, ge. houden wordt te doen den behoorlycken Eedt aan handen van den Staten van Hollandt en Zeelandt voornoemt ; lasten en bevelen daeromme den Prasfident ende die van den Rade voornoemt, die van de Kamer van Reeckeninge, ende alk anderen Justieieren , ende Officieren der voornoemde Lande van Hollandt, Zeelandt, ende Westvrieslandt, Briel- k  -trov. STAAT EN OORLOG. 1783. 483 ]e ende Voorne, dat fy den voornoemden Heere Grave Mauritz van Nasfau houden , ende Refpeéteren als Gouverneur, Capiteyn Generael, ende Admirael voornoemt, denfelven bewyfen alle eere ende reverentie, ende in alle het gundt het belydt, ende gebruyck van den voornoemden Staet aengeen magh , ende het gundt daer aen kleeft hem te obediëren; ende te doen alle addres en asfiltentie. Gegeven in den Hage, onder de Zegelen van de Staten van Hollandt ende Zeelandt voornoemt hierop gedruckt, ende van harent wegen onderteyckent, ende bevestigt den eerften November Anno Vyfihien hoitr dert Vyf en tachtigh. K. 2. Commisfie van PrinsFredrikHendrik,'als Gouverneur, enz. van H 'Hand, Zeeland enWestvriesland; van den 24 May 1625. Gr. Placaat B. 3 D. Bl. 106. De Staten van Hollandt ende West-Vriesland; Doen te weeten; dat, aenmerckende de goede, getrouwige, notable en aengename dienften, die uyt fonderlinge afFeftie by Hoogloffelycker Memoden , den Doorluchtigen Hoogh-geboren Furst en Heere, Heere Wilhelm , Prince van Orange, Grave van Nasfau &c. mitsgaders van mede den Doorluchtigen en Hooggeboren Furst en Heere , Heere Maurits, insghelycks Prince van Orange , &c. als fuccesfivelyck Stadthouders, Gouverneurs ende Capiteyn Generaels der voorfz Landen ; veele Jaren langh in meenighvuldige fware lasten en periculen tot Godes eere, ende bevrydinge en welvaren der felve Landen zyn 6 be-  *84 nov. ZjA AKEN VAN 1783; beweefen , en daerom de Staeten voornoemt vastelyck betrouwende dat " by den Doorluchtigen en Hoog-geboren Furst ende Heere, Heere Fre. drick Hcndrick, Prince van O ange Grave van Nasfau, Catzenelleboge, Diest , Vyanen-, Bueren, M^tus, &c. Marquis van der Veere en Viisfmgen, &c. (volgende d'Exempelen van de voetftappen van Syne Heeren 1 Vader en Broeder voornoemt) de voorfz. Landen uyt gelycke aif die, ende mede tot voorftant van de ware Christelycke Religie , foo die tegenwoordigh by publycke authoriteyt in de voorfz. Landen ge-ëxerceert wert insgelyks goede dienhen fullen mogen bewefen werden; heb* ben met goede kennisfe van faecken, en deliberatie van rade, den hooggemelten Heere Prince Fredrick Hen* drick, in plaetfe van fyn Heer Broe. der den Prince van Orange, lastst overleden , onthouden , gecommitteert , geftelt, ende geordonneert; onthouden, committeren, ftellen ende ordonneren by defen, jegenwoordigh, als Gouverneur, Capiteyn-Gcnerael ende Admirael van de voorfz. Graeffchappen van Hollandt, Zeelandt, ende West-Vrieslandt, met Voorne en den Briel; wefende ghelegen, ende behorende aen de voorfz. Graeffchappen van Hollandt eade Zeelandt. Gevende den hooghgemelten Heere Prince Freirick Hendrick , volkomen macht ende autho. riteyt, ende fpeciael bevel, den voorfz. Staet als Gouverneur, Capiteyn Generael , en Admirael, voonaen te houden, te exerceren, en te bedienen;  nov. STAAT EN OORLOG. 1783. 285 nen ; daer inne voor te ft;1 en , te vorderen, ende te bewaren de Overigheyt, gerechtigheyt, privilegiën , en 't weivaren van de voorfz. Landen, Steden, ende Ingefetenen van dien; mitsgaders 't gebruyck van de voorfz. Christelycke Religie, defelve te eonfetveren ende te befchermen , van allen overlast, foulen , dis-ordre, onecnigheyt , afbreuck en fchade. Voorts defelve Landen te doen gebruycken en adminiftreren recht ende Justitie; de provifien van Justitie behoorlyck te doen verlenen; allen den genen die fulcks verfoecken fullen, ende defelve te doen executeren ; alles aengaende de faecken van Justitie, met advis van den fifoefident ende Raden van Hollandt, Zeelandt en West-Vrieslandt voornoemt: Ende aengaende de faecken van Oorloge en Politie van de voorfz. Landen, by goedtduncken van defelve Heeren Staten, ofte met advis van derfelver Gecommitteerde Rade: De Burgemeesters, Schepens, en Wetten te veranderen naer behooren, en daer het felve van nooden wefen fal; doen houden goede opficht , ordre, en w-tchte in Steden en Sterckten aldaer, oock te Water ende te Lande ; en voorts in het generael en particulier, alles te doen wat een goeden getrouwen Gouverneur, CapiteynGenerael en Admirael van de voorfz. Landen vermach, en behoort te doen: Waer op de hooggemelte Heere Prince Fredrick Hendrick gehouden was te doen den behoorlycken Eedt, aen handen van de hoogghemelte Heeren Staten van Hollandt, Zeelandt,  Kov. STAAT EN OORLOG. 1783. 287 - ... ~ . , i t-y cesfivelick Stadthouders , Gouverneurs; ende Capiteynen Generaels, der voorfchreve Landen , veele jaren lang in vele ende menighvuldige fware lasten ende periculen tot Godes eere , bevrydinge en welvaren van den felven Lande zyn bewefen; ende daeromme de Staten voornoemt vastelick betrouwende , dat by fyne Hoogbeydt den Doorluchtigen ende Hooghgeboren Vorst ende Heere, Heere 'Wilhelm Prince van Orangen, Grave van Nasfau , Catzenellebogen, Diest, Vianden, Moeurs, &c. Marquis van den Veer ende Vlisfingen, &c. volgens de exempelen ende voetftappen van fyn Heer Vader, Oom ende Groot-Vader voornoemt, den voorfchreven Lande uyt gelycker affectie , ende mede tot voorftandt van de Ware Christelycke Religie, foo die jegenwoordig by publique authoriteyt in den voorlchreven Lande werdt geëxerceert, insgelyks goede dienden fullen mogen beweefen werden: Hebben met goede kennisfe van faken, ende met deliberatie van Rade, den hooghgemelten Heere Prince . Wilhelm , in de plaetfe van fyn Vader den Prince van Orangen laatst overleden, onthouden, gecommitteert, gefteldt, ende geordonneert, onthouden , committeren , ftellen, ende ordonneren mids defen , jegenwoordigh als Gouverneur, Capiteyn Generaal, ende Admirael van den voorfchreve Lande van Hollandt,ende West-Vrieslandt, met den Briel ende Voorne, wefende ghelegen ende behoorende aen den voorfchreven Lande van Hollandt: Ge-  mov. STAAT EN OORLOG, 1783- a95 Wilhelm Carel Hendrik Frifo volkoomen magt, authoriteir en fpeciaal bevel, den voorfz. Staat van Gouverneur, Capitein Generaal en Admiraal voortaan te houden, exerceeren en bedienen , d*aar inne voor te liaan, te vorderen en te bewaaren de Hoogheid, Geregtigheid, Privilegiën en welvaaren van den voorfchreven Onfen Lande, Leden, Steden en Ingefeetenen van dien, mitsgaders het gebruik van de voorfz. Christelyke Religie, defelfde te conferveeren en te befchermen voor alle overlast en foulen, desorders, oneeriigheid, afbreuk en fchade: Voorts in den voorfz. Lande te doen gebruiken en adminiftreeren regt en justitie, de provifien van justitie behoorlyk te doen verleenen allen den geenen die fulks verfoeken fullen , en defelve te doen executeeren , alles aangaande de faaken van justitie met advis van Prsefident en Raaden over Onfen Lande van Holland en Westvriesland ; vorders na genomen advis van gemelden Onfen Hove te verleenen Brieven van gratie, remisfie, pardon en abolitie, des dat de voorfz. refpeclive Brieven fullen moeten werden geinterineert als na behooren ; welverftaande nogtans dat van gequalificeerde doodflagen en enorme delicten, gecommitteert met. geleider laage en opfetten wille, geene remisfie of pardon zal werden verleend of gegeeven: En aangaande de faaken van Oorloge en policie van den voorfchreeven Onfen Lande, by goeddunken van Ons en met advis van Onfe Gecommitteerde RaaT 4 den,  296 nov. ZAAKEN VAN 1783. den, in conformiteit van derfelver Inftruétie; De Burgermeesteren, Schepenen en Wetten te veranderen na behooren; en agter volgen de de Privilegiën van de refpeclive Steden en Plaatfen: te doen houden goede opfigt, ordre en wagte in de Steden en Sterkten aldaar, foo te Waater als te Lande daar hetfelve van nooden weefen fal ; en voorts in het generaal en particulier, alles te doen dat een goed en getrouw Gouverneur, Capitein Generaal en Admiraal van den voorfchreven Onfen Lande vermag en behoord te doen; waarop den hooggemelden Heere Prince van Orange en Nasfau, Wilhelm Carel Hendrik Frifo gehouden werd te doen den behoorlyken Eed aan Onfen handen : Lasten én beveelen daarom den Pnefident en Raaden van den voorfchreven Onfen Hove, en alle andere Justicieren en Officieren van meergemelden Onfen Lande van Holland en Westvriesland, dat fy den hooggemelden Heere Prince Wilhelm Carel Hendrik Frifo houden en refpecteeren als Gouverneur, Capitein Generaal en Admiraal voornoemt ,'denfelven bewyfen alle eer en reverentie, en in alle het gunt het beleid en gebruik van den voorfchreven Staat aangaan mag, en het gunt daar aan kleeft , hem te obedieeren , en te doen alle addres en asfiltentie. Gegeeven in den Hage onder Onfen grooten Zeegele hier aan gehangen op den 3 Mey des jaars Onfes Heeren en Zaligmaakers Jefu Chrilti mi* De  nov. STAAT EN OORLOG. 1783. 297 K. 6. Commisfie van Prins Willem den Vyf den, als Erfftadhouder, enz. van Holland en Westvriesland. Refol. van Ho 11. van 27 Febr. 176Ö. N. Neder l. Jaarb. Maart 1766, T\e Staaten van Holland en Westvriesland, Doen te weten; Dat Wy uit confideratie van de bekommerlyke conftitutie van tyden en faaken , en om onder Gods Zeegen den S'aat deefer Landen des te bee. ter te redden uit den forgelyken en gevaarlyken toelland, waar in dezelve fig bevind, als meede uit aanmerking van de goede, getrouwe, notable en aangename dienden , die uit fonderlinge affectie by voorige Heeren Princen van Orange , hooglofFelyker memorie, als fuccesfivelyk Stadhouders , Gouverneus en Capiteinen Generaals en Admiraals der voorfchreeve Landen veele jaaren lang, in veele en meenigvuldige fwaare tyden , geleegentheeden en periculen, tot G)des eere , bevryding en wel. vaaren van denfelven Lande waaren beweefen , fyne Hoogheid den Doorlugtigen Furst en Heere, Wilhelm Carel Hendrik Frifo, Prince van Orange en Nasfau, &c. &c. &c. tot: Stadhouder, Capitein Generaal en Admiraal over de Militie te Water en te Lande van Onfe Provincie , met alle foodanige digniteiten en waardigheeden, als defelve hooge Charges voor deefen by voorige Heeren Princen van Orange , hoogloffelykei gedagtenisfe , zyn bekleed geweest, hebbende onthouden, gecommitteert, gedeld en geordonneert , en voorts by Onfe Refolutie van den 16 November 1747, defelve hooge Digniteiten en Charges, aan hooggemelde fyne Hoogheid alfo erfelyk hebbende gedefereert, op hoogst desfelfs foo Mannelyke als Vrouwelyke Defcen. T s den-  198 nov. ZAAKEN VAN 1783. -denten, in wettig Huwelyk geprocreëert , in maniere als breeder daar by is geftatueert; Soo is 't, dat wy vnstelyk betrouwende, dat by fyne Hoogheid den Doorlugtigften Furst en Heere , Heere Wilhelm , Prince van Orange en Nasfau , Gravê van Catzenellebogen , Vianden , Dietz, &c &c. &c. in navolging van de exempelen en voetflappen van hoogst desfelfs Heer Vader, en van vonrige Heeren Princen van Orange, Syr.e Hoogheids Voorzaaten, den voorfz. Onfen Lande uit gelyke affectie, en meede tot voorflaud van de waare Christelyke Religie, foo die tegei:woordig by pubhcque authoriteit in den voorfz. Lande geëxerceert word, insgelyks goede dienden fullen mogen beweefen worden, met goede kennisfe van faaken, en met deliberatie van Raaden, den hooggemelden Heere Wilhelm, Prince van Orange en Nasfau, hebben onthouden, gecommitteert , gefteld en geordonneerd , onthouden , committeeren , nellen en ordonneeren mits deefeu jegenswoordige als Erfftadhouder , Erfgouverneur, en Erfcapitein Generaal en Admiraal van den vootfz. Onfen Lande van Holland en Westvriesland , met den Brielle en Voorne, weefende geleegen en behoorende aan den voorfz. Onfen Lande van Holland, geevende den hooggemelden Heere Prince Wilhelm volkomen magt, authoriteit en fpeciaal bevel, den voorfz. Staat van Erfftadhouder , Erfgouverneur, Erfcapitein Generaal en Admiraal voortaan te houden, exerceeren en bedienen, daar  Köv. STAAT ÉN OORLOG. 1783. 305 ftaan, te vorderen en bewaar en de Hoogbeid, Gerechtigheid , Privilegiën en Welvaaren van den Lande van Holland en fVestvriesland, Leden, Steden en Ingezeiten van dien, zoo alzoo ieder Burgemeester en Vroedfchaps dezer Stad , volgens hun diergeftaafden Eed, tot het verfterken, y oor ft aan , en helpen bevestigen der Privi». legien dezer Stad , op het kragtigfte verbonden zyn. Dat de voorn, minderheid dit das niet allen gaarne wil avoueren; maar ook daarenboven op het fterkfte evertuigt is, dat,; en de Heer Erfftadhouder, 'en de Leden der Regeering gehouden zyn , al hün vermogen aan te wenden tot maintien , niet alleen van de wettig verkregen Privilegiën 2elve, maar ook, om alles toe te brengen, wat ftrekken kan tot welzyn van den Lande , Leden , Steden en Ingezetenen vani dien : opdat daar door de duur gekogte Panden van Vryheid en Godsdienst meer en meer bevestigt worden , en niet alleen die geene , die direetelyk deel aan de Regeering hebben, maar ook zelfs de minfte Burger en Ingezeten by zyne Handvesten, Rechten en Gerecntigheden bewaart blyve , en tegen allen aanval, en overheerfching zyner medemenfchen , die zulks zouden willen ordonneeren , befchermt en beveiligt moge zyn. Maar dat het 'er echter zoo verre van daan is , dat de voorn, mindeiheid , doof. dit aveu , ook met de meerderheid in een en het zelfde begrip zoude liaan , dat het doen der Electie door den Heere Erfftadhouder uit nominatien door de Vroedfchap' overgeleverd , en ook het vragen van, en het doen der Recommandatien door den Stadhouder , ftrydig zoude zyn tegen de voorfz. Privilegiën , en tegens dé Rechten XVHI. DtEt, V aej? ,  %o<5 nov. ZAAKEN VAN 1783. der Regering , dat zy integendeel meent, te zullen kunnen aantoonen, dat het Recht der Electie door zyfiè Hóogheid niet anten is conloim tle Priv legien , en de zoo duidelyk gemanifes efde wife van de Souvercn ; maar da! hetzelve , zo wel als het v agi-n van Recommandatien ten llerkften c ö, ee?rt tot her w I yn , en het ware belang van deez- Sttfd en R< gering, en tot bevordering van heï heil en den welRand der goede Bur ery en Ingezetenen; wiei Rechten en Vivheden aan een ieder, die det I heeft aan de Ree-eenng, zoo dierbaar moeien zyn , a s zyn eigen leeven; en welker maintien aan oe Regenten , die de Reprefentanten der Burgery zyn , ten ftckften is en blyft aanbevolen. Dat de voorr. minderheid, om, in 't betogen deztr zaak, zoo veel mogelyk eene got'Je ordre te nouden, zal trachten te demonftreeie' : 1. Dat het Recht der Eleclie , door den Heere Erfftadhouder, uit de No» mihatien van de Vroedfchap, gevestigt is, op duidelyke en klaar e Privilegiën ; op oude ende veelvuldige , dat recht corroboreerende Costumes en Gebruiken, op de begrippen niet alleen van de Vroedfchap deefer Stad; waar ook op die van andere Led. n van Staat; en op de duiaelyk gemanifesteerde wille van den Souverein , zelfs in de laatfte tyden. 2. Dat hetgeen daar teegen by 't Rapport en Refolutie van den 24 Fttbruary is geallegueert, of inconfequent is, of ten dezen van geene applicatie. 3. Dat ook het vragen en geven van Recommandatien geenfins ftrydig is tegens de Privilegiën , of 't Recht van  nov. STAAT EN OORLOG. 1783* 3°7 van de Regering ; maar daar zeer wel meede kan worden overeengebragt, en zelfs nuttig is. Waarna men dan deeze Aantekening zal beflusten met eenige generale Remarques, zoo over den inhoud der ganfche Refolutie zelve, als wegens de form, waar meede die genomen is. Dar, wat dan het eerfte poinct aangaat, by examinatie der Handvesten en Privilegiën, roerende de hertelling der Regering, . wanneer men die nagaat in de oudfte ty** den, al aanftonds komt te blyken , dat m die tyden de hertelling der Regering geenfins is geweest by de Regering der Stad, maar by den Grave; die zulks of zelf verrigtede, of door zynen BailJiuw, ofiemant van zynen t wege liet uitvoeren ; gelyk zulks ten klaarden is op te fpeuren in de Privilegiën van Hertog Aalbrecht van 1367 en 1401, wordende in 't eerde gezegt: Dat nog den Grave, nog zynen Baillieu, nog yemanden, die hy dat bevoelen mogte , niemand zetten zal binnen zyner voorfz. Stede van Alk-maar aan den Gerechte, hy zal voer dien geweest hebben Poorter_ woonachtig binnen Alkmaar drie jair langh. En in het tweede. Dat iemand fes Jaar Poorter zal moeten geweest zyn , eer de Hertog, of yemant anders van zynent wegen , hen in zynen gerechte (dit was 111 die tyden de ganfche Regering) aldaar kiezen en noemen zoude. Dat wel niet kan worden tegengefproken, dat, by verdere opfpeuring der voorn. Privilegiën, ook confteert, dat, omtrent het bedellen van de Magiftraat en het kiezen van Vroedfchappen, een merkelyke verandeV 2 ring  3o8 nov. ZAAKEN VAN 1783. ring is geintroduceert ten tyde van Vrouw Jacoba van Beyeres, en van Philip van Bourgondien, dog dat, omtrent die Privilegiën , verfcheide gegronde refleétien kunnen worden gemaakt, gelyk naderhand geichieden zal, wanneer als dan zal komen te blyken, dat dezelve in de tegenswoordige tyd van geen applicatie kunnen zyn, en ook geheel en al, als afgefcbaft, en in abufu geraakr, moeten worden geconfidereert. Dat vervolgens, meer overeenkomftig met het «reen van ouds pleeg plaats te hebben, naderhand is verzoet het Privilegie van Keyfer Karei de vyfden, van 26 September 1530. waar in de grond gelegt is tot de beftelling der Magiftratuur, en het eligeeren van Vroedfchappen, foo, en in diervoegen , als zulks tot heden toe in Stadhouderlyke tyden is gepracfifèerd geworden. Dat, na dat in de Praemisfen van dat Privilegie vooraf wordt gezegt. Wy hebben ontfangen die ootmoedige Supplicatie van onzen beminden Burgemeesteren , Schepenen ende Rade onzer Stad van Alkmaar , over hen luyden ende de getneene Burgeren ende Inwonende derzelver Stad; inhoudende , hoe de voorfz. Stad eertyds by onze Voor fat en, Graven van Holland , ende byzonder by wylen Onze Heere ende Vader koningh Philips van Castillien zaligen memorie by Ocltroy ende Privilegie verfien is geweest van een Vroedfchap van veertigh Perfoonen, dewelke de Wethouders asftsteeren in alle beuren faecke, concernerende het profyt en de gemeene welvaart der voorfchreven Stad, hadden ook altyd fekere dagen voor het vernieuwen van der Wet, aldaar fekere getal van Per- fo-  nov. STAAT EN OORLOG. 1783. sop fonen te Mezen , ende defelve den Schout, in den tyd wefende, te.prefenteeren, om uit dezelve te kiezen en ordonneren . Burgemeesters, Schepenen ende Threforiers , voor den naastkomende Jaare, van welk Octroy ende Privilegie die Voorf aten van de Supplianten fomwyien gebruikt hebben , ende fomwyien niet &c. Keyfer Karei vervolgens verklaart: Dat hy aan voorn. Supplianten ge. oclroyeert, belieft ende geconfenteert hebbe, oclroyeert, belieft ende confenteert, gevende hun faculteit ende confent, uit fonderlinge gratie, dat zy een Vroetfchap van 24 Perfoonen voortaan zullen mogen hebben, dewelke voor deze eerfte re'tfe by fekere onfe Commisfarisfen gekoren zullen worden uytten rykfte en notabel. Hen van den inwocnendc onfer voorfz. Stadt van Alkmaar, end.e voorts by denfelven geêedt, welke 24 Perfoonen op hunne eed jaarlyks fes dagen voor den or dinar isfen dag van den vernieuwen van den Wet derfelver onfer Stad uytten rykdom van dier, ende van den ryckften, verftandigften, ende rechtveerdigfi'en, eerst fes Perfoonen, daarna veerthien, ende ten lesten vier kiefen zullen, en die ons, oft onfen Stadthouder van Holland in der tyd preien; eren , om uytten eerften fes Perfonen drie Burgemeesteren , uytten veerthien feven Schepenen, ende uytten vieren twee Theforiers te kiefen, ende te ordonneren totter adminiftratie van der Just'tie ende Regimente onfer Stadt goeden , voor een ende 'f naaste toekomende jaar, die onfe V 3 Schout  3» nov. (ZAAKEN VAN ' 1783. Sfhout van Alkmaar voorts eeden zal; ende oftër yefnandt van eer Vroedtfchap aflyvigh geraakte te worden zoo zullen zy Supplianten ons, ofte onfe voorn. Stadliouder , drie andere mogen nomineren, om daar uit eenen gekooren ende geftelt te worden in de plaats van den dooden: indien ook eenigh van de Bur» gemeesteren, Schepenen ofte Threforiers binnen den jaar van heurluyder adminiflratie aflyvigh worde, in fuiken gevalle fullen de voorn. 14 Perfoonen van den Vroedfchap , in de ftede van dien , onfe ofte onfen Stadhouder voorgenoerot, twee Perfoonen van den notabelften van der Stad prelènteren, om den eenen van hun in de ftede van den afiyvigtn te kiefen , ende te ordonneren , en wat 'er meer volgt. Dat, gelyk dit Oétroy dus aan den Stadhouder de Eleétie volkomen toekent, vervolgens al verder komt te blyken, dat men, conform dit Oétroy , de Nominatien aan den Stadhouder heeft geprcefenteert , en ook moeren prefenteeren, en de Eleétien door hoo?st denzelveti ook dien conform zy'n gedaan. Dat , zulks onder anderen conftcert uit het Privilegie of Handvesr , van Willem den Eerden , Prins van Orange, van 25 Oétober 1565 , waar by de tyd tot hec vernieuwen der Weth door den Stadhouder, welke tyd zedert den j'aaae 1545 wac fchsen gefiuctueert te hebben, werd bepaalt °P 3i 4» of 6 dagen voor Kersmisfe. In welke Handvest gevonden worden deeze aanmerkelvke woorden : Alzoo a''Excellentie van den Prince van Orangie die Burgemeesters, ende  nov. STAAT EN OORLOG. 1783. 3" de Regeerders der Stadt van Alkmaer vertoont hebben, en by de Vroedfchap derzelver. Stede altyds N. B. van oude herkomen , er-de volghende heurhryder Oétroye , omtrent Kersmisfe gewooniyk zyn te kiefen dubbelt getal van perfoonen , om daar van by zynder Excellentie gis Stadhouder voorfz. geftelt te worden drie Burgemeesters, feven Schepenen en twee Treforiers, daar van zy altyd vreedfaamelyk geufeert zouden hebben tot den jare 1545? daar omtrent, en. wat 'er meer volgt. Ten duiuelyken bewyze, dat men in een tyd , toen men voor het behouden van Vry beid en Privilegiën goed en bloed opzettede, toen men in alk Wetten en Conftitutien toonde , over het maintien derzelve alle zorge te dragen: dat men toen met alleen gebrdik van dat Privilegie van Keyfer Karei maakte , maar dat ook Vader Willem , die groote Befchermer van de Vryheid en Privilegiën des Volks, op fundament van dat P,ivilegie van Keyfer Karel de vylde, een'vaste tyd voor de Ekctie heeft vasrgefteld. Dat uit eene attente nafpooring van Stads Privilegiën al verder komt te blyken , dat dit geitatueerde van Keyzer Karei nog meer beyestigt is geworden by het Privilegie der Siaten van Holland van 6 Dec mber 1588, by het welk de Staate», op verzoek dezer Stede , het voorfz. Ö&roy niet alken amplieeren, maar ook de obfervance der verdeie punten, in het zelve vervat, ten fterkften recommandeeren , en injungeeren, ten bewyze, dat in een tyd, toen men geduurig fprak van het maintien der Privilegiën, men dit Octroy van Keyzer Karei in alle zyne deekn wilde hebben geobferveert, ge- V 4 tyk  gia nov. ZAAKEN VAN 1783. lyk dit ten klaarften blyken kan uit de woorden van het voorfz. Oétroy : ftatueerende de Staten daar by: Dat, alzo Burgemeesteren dar Stad Alkmaar voor hen zeiven , ttide ui. ten naam van de Froedfehap ende gemeene Burgeren der voorfchreve Stede, ons te kennen gegeven heb. ben , dat by Oétroy van Hooger Memorie Keyfer Caerle, ais Grave van Hollandt, in dato den 26 Septembris IJ30, onder anderen gefta* iueert is ,' dat de Froedfehap der Stede, op heuren eedt jaarlyks fes dagen voor den ordinat isfe. dagh van de vernieuwinge van de Wet aldaar, fal verkiezen uytten ryckdomme der. felve Stede , ende van de ryckfte, verfiandigjle ende rechtvaardigde, eerst fes, ende daar na vier Perfoonen; omme den Stadhouder van Holland gheprefenteert, ende by hem voor een ende 't naaste toekomende jaar , uytte voorfz. fes drie Burgemeesteren, ende uytte voorfz. vier twee Threforiers gekofen , ende by . den Schout van Atkmaer ghcëedt ie worden &c. en verder: Dat zy den Supplianten alhier gheoctroyeert, ende geconfenteert hebben, otlroyeeren ende confent eer en by defen , dat zy luyden voortaan jaarlyks fes dagen voor den ordinaris Jen dagh van de vernieuwinge van de Wet der voorfchreven Stede, uytten voorfchreven rykdomme, ende van de ryck/le, verftandigfte en rechtvaardigde, acht Perfoonen tot het voorfchreeven Burghemeesterfchap, ende twee tot het voorfchreeve Thieforier-  kqv. STAAT EN OORLOG. 1783. 313 rierfchap zullen nomineeren, omme daar uit by den Stadhouder van Hollandt in der tydt vier tot Burghermeesteren , ende een tot Threfórier gekofen te worden, welke vier Bur* Vermeesteren ende Threfórier hy den Schout van Alkmaer den Eed afgenomen zal worden achteivolgende voorgaande Brieven van Oétroye, daar na de Supplianten ben in de verdere p >inten fullen hebben re re. guleeren &c Dat, wanneer men al verder het oog vestigt op het Privilegie van de Staten van den 15 Maart iöio aan de Stad gegeven, men daar by zal ontwaaren, dat, offchoon eene verandering word gemaakt in de Electie van een Vroedfchap, echter, in de Premisfen van 't zelve, zoo van 't voorfz. Oétroy van Keifer Karei, als van dat van de Staten van 1588, het voorfz. Oétroy van Keyzer Karei nader amplieerende en bevestigende , niet alleen mentie wordt gemaakt, maar, daar men de form dier Octroyen had gevolgd, en 'er echter eeuige duifterheden in refideerden , hetzelve nader word geëlucideert en geamplieert, ten klaarften bewyze, dat men dat Oétroy van Key. zer Karei, 'c geen in die zelfde prcemisfen van dat van i<5io hoofdzakelyk gezegd word gegeven te zyn voor 6 jaren ; en voor een gelyke tyd van 6 jaren te zyn geprolongeert; en van het welk men by conniventie der Staten, zonder Prolongatie ver. der te verzoeken, gebruik had gemaakt, en zig daar mede gecontenteert, in dien tyd (1610) nog bleef confidereeren, als een Oétroy, bevattende de form en voet der Regeeringe, en het welk ten V 5 dien  314 nov. ZAAKEN VAN 1783. dien einde tot een rigifnoer verilrekte ; en waar by c!e Skaten ook zelve bleeven berusten, except alleen in het fhik van eligertn en ftellen van een Vroedfchap, waar van hier na breder zal worden gehandelt. Dat men vervolgens al verder het oog vestigende op het Octroy van 12 December 1619, men zal bevindeH, dat dit Octroy van Keyzer Karei al wederom is aangezien als de baüs en het rigtfuoer van 't geen behoorde geobferveert te worden , want dar, na dat in da prrcmisiën van het Octroy van io"iq was gezegt : Dat de voorfz. Stede van ouds en van tyd tot tyd rvare voorzien geweest met verfcheide Q&royen , rakende het getal der Vroetfchappen, Vervolgens weuer principaal mentie werd gemaakt van het voorfz. üciroy van Key. fer K.irel de vyfce, in deze woorden: In zulke voegen , dat in den jsre 1530. by wylen Keyzer Karei de vyfde, als Grave van Holland ho: mem: de voorfz. Stede geoctroyeert hadde peweest, te mogen hebben een Vroedfchap van fl4 Perfoonen , by Welk getal der Remonftranten Voorfaten na conflitutie van de Stad en haare gemeynte hen u-el gevonden hebbende , waren ge dient geweest , daar inne ook hadden gtcontinucert de tyd van 80 jaren, als tot den jaare 16 ïO incluys, als wanneer eenige onlmt in de Stad van Alkmaar foo tusfchen de Regeerders als de gemeente zynde ontfiaan, ons gelieft hadde by fekere Octroy den 15 Maart in denzelven jare het voorfz. getal te brengen op 27 Perfoonen, welke vermeerderingh , daarnevens gedaan, de beste rust in de voorfz. Stede niet hadde veroorzaakt. en  nov. STAAT EN OORLOG. 1783., 315 en vervolgens: Ende naardien by het voorfz, laaste Ocïroy van den jaare 1610 ook ingevoert ware, dat &c. —»» en dat zy Remonftranten in deze gelegentheyt van tyden een groot ongeryf voorzien , als ook volkomen ftrydig ■ tegens de O&royen ende oude gebruiken , voor den voorfz. jaare 161O geobferveert, verzochten zy &c. Blykende dus by 't gemelde Oftroy van £619, dat men den tyd van 80 jaren zig by den voorfz. regel wel hadt bevonden tot den jare 1610 incluis, en dat de on» lusten in de Stad als toen gerezen occaiie hadden gegeven tot het vragen en verkrygen van het Octroy van iöip, uit welk Oétroy men een groot ongerief voorzag, en welk men ook noemde volkomen ftrydig tegens de O&royen en oude gebruiken veor den jare 1610 geobferveert. Gelyk zulks duidelyk confteert uit de woorden in de voorfz. premisfen vervat, en zoo even aangehaalt; en waar uit dan verder op te maken is, dat deze redenen dus aanleiding hadden gegeven, niet alleen tot het vragen van het Octroy van 1619; maar ook tot eene geheele verandering in de Regeering door Prins Maurits , waar van aldaar mentie word gemaakt, en waar op men toen approbatie verzogt; en om voortaan de Vroedfchap op het getal ook van 24 (al wederom volgens 't voorfchrifc van 't Privilegie van Keyzer Karei) te mogen houden. Waar op dan ook de Staten , conform 't verzoek , disponeerden en de Supplianten oc« troyeerden overeenkom[tig 't Octroy van Keyzer Karei. Omme voortaan de Vroedfchappen der Stede Alkmaar ten getale van 24 te mogen houden —7 en wat 'er meer volgt. Uit  3i6 Nov. ZAAKEN VAN 1783. Uit alle het welke de minderheid .dan meent, dat ontegenfpieekelyk komt te conileeren, dat het Oétroy van Keyzer Karei, dorr nadere Oéirojen, zelfs door dat van 1619 incluis , geëlncidetrr, geamplieert en bevestigt, zoo wel als die Qétroyen zelve, in zulke tyden, waar in 'er een Stadhouder is , die de Elc&ie doen kan , en die by die Oétroyen daar toe het recht heeft verkreegen; moet aangezien en geobferveert worden als de Rigtfnoer van het verinderen der Magillraten en het elizeeren der Vroedfchappen , en als het Fondament, waar op het Recht van den Stadhouder gevestigt is ; zonder dat 'er zwaarigheid behoeft gemaakt te worden, dat het zelve eerst maar voor zes jaren zoude gegeeven zyn; dewyl het buiten allen twyfel behoort te zyn, dat een Souverain , in faveur van Supplianten een Oétroy geevende, 't zelve eens prolongecrepde, 't verdere gebruik daar van conniveerenrie , ja 't zelve nu en dan amohetrende , en eJucideerende , daar door moet verflaan worden , het zelve als eene vaste Grondwet meer en meer te bevestigen , en te willen, dat het, als zodanig, zal worden geobferveert. Voor al , ais men het oog belieft te fiaan op het gedrag van den Souveiain in andere gevallen , die minder favorabel zyn dan Privilegiën. Als daar zyn de Refolutien van hun Ed. Gr. Mog. ever de form van het houden der Vergadering. De obfervantie van de Crimincele Ordonnantie. De tiende verhooging van *t middel van 't Collateraal; en wat die meer is. Dat men dan vervolgens uit het geene tot hier toe is aangetoont meent , te mogen vastöellen, dat de Stadhouder, in Stadhtuderlyke tyden, uit kragte der Privilegiën heeft  HOV. STAAT EN OORLOG." 1783* 317 heeft een jus acquifitum tot het doen der Electien, dat ewn* zo fterk is, als dat van de Leden van Regeering, tot het maaken van de nominatien , die aan den Siadhouder moeten werden seprrcfenteert. • > En dat dit jus acquifitum, zonder inju. rie zonder onrecht te doen aan den Heere Stadhouder , aan hoogtdenzelven niet kan ontnomen worden, dan alleen door zulke nadere Privilegiën, en ordres van den Souverein, die duidelyk en klaar zyn, en die in volsende Privilegiën niet erkent worden , aangroot ongerief, en ftrydigheeden tegen de oude Oclroyen te labereeren ; die wettig zyn verkreegen ; en die bet blykt , dat, (niet injuria temporum , maar na dat de Stadhouders ja, na dat de Burgery en alle die 'er belang by hebben , tot wier veiligheid , gelyk nader zal getoond worden, die Elecuen aan den Stadhouder zyn gedefereert; geleegenheid hebben gehad, daarteegeu hunne belangen) in te brengen) na rype deliberatie, tot mortificatie van dat wettig veikreegen recht, gegeeven zyn. "Dat men nu vervolgens zal toonen , dat dit voorfz. Recht niet alleen is fteunende op de voorn. Privilegiën, , maar dat het ook berust op de meenigvuldige oude Costumes en gebruiken, die ten tyde der Stadhouders hebben plaats gehad, en die ten klaaren bewyze ftrekken, dat de Regeering dezer Stad' in vroegere en laatere tyden is geweest in dat begrip, dat het waren de meergemelde Privilegiën, die men zig tot een Rigti'ijoer moest voortellen , en waaraan mui zig ten fteikften verbonden rekende. Dat, om niet te ('preken, van 't geen in de tvden van Willem den Eerften , en de allerëerfte tyden van Prins Maurits is gefchied , wanneer 'er nog geen traces te vinden zyn, dat men den Stadhouder dit pise- ro-  aiS nov» ZAAKEN VAN i7g^ rogatif, van den Souverein zelfs profluerendë heeft willen ontriemen; dat ten duidelykfie blyken zal, als men het oog maar wil vestigen , op 't geene gebeurt is ten tyde van Prins Maurits, en Frederik Hendrik, kort na den jare i6ro , en in volgende tyden ; en de Vroedfchaps Refolutien , by die gelegenheid genomen , met attentie gelieft na te gaan. Dat men als dan , . by 't inzien der Refolutie van den 20 November 1620 zal ontwaren , dat, by de Regeering dezer Stad na deliberatie is verdaan ; ' Dewyl 't nieuwe Privilegie bekomen was in het jaar \6lo in de onrustigheid binnen deze Stede en apparentelyk tot fiyvinge van de faBie van de partyen, en zyne Princelyke Excellentie daar by notiorlyk was verkort, een geprtejudicieert in het icot, hem volgens de oude Privilegiën gecompeteert hebbende : dat men om te rtpareeren de Injurie en 't intresfe zyne room. Excellentie met het verkrygen van 't voorfz. Privilegie aangedaan, en zyne Princelyke goede affetïie tot deze Stede te conferveren, aan zyne gemelde Ex. cellentie 't voorfz. Recht (uat men hoogstdenzelven op den voet van 'c Privilegie van 16/0, kort te vooren hadt bedisputeert) wederom behoor, lyk zoude defereren, om , dien volOgende in de Eleftie van Vroedfchappen voortaan weder te volgen den voet van de oude Privilegiën. Dat men dan ook al verder zal ontdekken, dat , ten tyde van Fredrik Hendrik, na dat men eerst wel had beginnen te proberen , om ook dien Prins in dat recht te kort te doen, gelyk blykt uit de Refolutie de-  nov, STAAT EN OORLOG. 1783. 319 dezer Vroedfchap van den 5 December 1Ö2Ö, men echter op den 13 van dienzelfden maand, al wederom heeft goedgevonden; 'f voorfz. recht van electie wederom aan Zyne Princelyke Excellentie op te dragen , ende te defereren , en dienvolgende de eleclie van de Vroedfchappen op den voet van de oude Privilegiën te doen. Dat , by nafpeuring van het gepasfeerde ten tyde van Willem den Derden , hoogl. mem. al verder blyken zal; dar niet alleen de nominatien tot de Nieuwe Weth, maar ook die van de Vroedfchapnen, zonder ie minde hsefitatie aan d én V Mit ter Electie zyn fjepj^efenteert, en al teritond in 't jaar van 1672, uit eene nominatie van 12 Perfoonen , vier Vroedfchappen door Hoogstdenzelven zyn geëhgeert geworden, gelyk dit een en ander te vinden is in de Relolutien van de Vroedfchap van den ifte, 5de en 10 ie Oétober van 'tjaar 1672; en waar mede men dan ook vervolgens tot den Jaare 1702 , tyde van 't overlyden van Willem den Derde, heeft gecontinueerd gehad. Dat het wel een waarheid is , dat men by dar overlyden heeft goedgevonden , weder zelve de Electie te doen, dog dat men daar toe heeft gerefolveért, op deeze billyke grond , vermits het overlyden van den Stadhouder', ten blyke, dat men wel degelyk in begrip ffondt, dat dat recht den Stadhouder anderzms competeerde , gelyk zulks ook op te maaken is uit de Vroedfchaps Refolutie van den 19 May 1674, onder anderen dicterende , cm de Nominatien aan Willem den Derde te zenden , zelfs buiten 's Lands ; en andere van den jaare 1702 , in 't Rapport zelve geaüegueert, en duidelyk toonende, dat men toen we-  3ao nov» ZAAKEN VAN I?j3i wederom vermits 't overlyden van den Stad. konder te werk is gegaan na de Refolutien , rapport hebbende tot bet aanflellen van een Vroedfchap, wanneer 'er geen Stadhouder was geweest; en dat men 'toen ook even voor 't vernieuwen van de Weth maar gelezen heeft de Privilegiën, relatie hebbende op dien fegenswoordigen tyd, in 't formeren der Nominatien. Dat vervolgens, ten tyde van Willem den Vierde, hoogl mem. immediaat na de verheffing van Zyne Hoogheid , en de herftelling van het Stadhouderfchap , eene nominatie aan Zyne Hoogheid is gezonde van e Raadpenfionaris heeft ter Vergadering gerapporM^Jr teert, dat de Heeren van de Kidderfchap, en verdere hun Edeie Groot Mogende Gecommitteerden tot  oct. STAAT EN OORLOG. 1783. *3 tot het groot Befogne, in gevolge en ter voldoening van hun Edele Groot Mogende Refolutie Commisforiaal van den 9 deezer, hadden geëxamineert de Propofitie door zyne Hoogheid ten zeiven dage ter Vergadering gedaan, tendeerende, om tot alle pol.tique Ampten en Bedieningen, het zy dezelve ter_disPofie van hun Edele Gr. Mogende, van Heeren Gecommitteerde Raaden in de beide Quartieren, de Provinciaale Rekenkamer, of Hoven van Justitie ftaan , geene andere te nomineeren , dan die Ledemaaten zyn van de waare Christelyke Gereformeerde Kerke , en valabele Bewyzen kunnen produceeren , dat daar toe aangenomen zyn ; en om by de Propofitie van Heeren Gedepureerden der Stad Schiedam op den 8 deezer voorgeslagen Circulaire Misfive aan de Bondgenooten te amplieeren met een verzoek, om de «ak ter Generaliteit door hunne Gedeputeerden, ten fpoedigften daar heen te dirigeeren, dat hun Hoog Mog. verklaaren , dat van nu voortaan geene politicque Ampten of Bedieningen, ftaande ter begeeving van hun Hoog Mogende de Collegien ter Admiraliteit en andere Generaliteits Collegien binnen de refpeftive Provinciën, of het Generaliteits Resfort, zullen mogen worden bekleed dan door Lecemaaten van de waare Gereformeerde Christèlyke Kerke, en die valabele Bewyzen kunnen produceeren, 'dat daar toe aangenoomen zyn, en dat ook by die^gelegenheid wierde gerefolveert, om Heeren Burgemeesteren van de Steden ftem in Staat hebbende, den Hage daar onder begreepen , mitsgaders de Sociëteit alhier, als meede Burgemeesteren en Regeerders van de andere Steden binnen deeze Provincie, aan te fchryven, van wegens hun Ed. Gr. Mogende om geene politicque Ampten en Bedieningen tot derzelver dispofitie ftaande, te begeeven, dan aan Inboorlingen uit de zeven Provinciën, de Generaliteits Landen of de CoSn van d-ezen' Staat, en die Ledemaaten zyn van de waare Gereformeerde Kerk, en valabele Bewyzen, zoo van hun Inboorlingfchap, als dat zy tot Ledemaaten van de Kerk zyn aangenomen, kunnen produceeren , en dat aan gemelde Heeren wierde gerecommandeert. om , by preferentie, de Stedelyke Ampten te  cct. STAAT EN OORLOG. 1783. as nen daarin geallegueerd, aan Reprefentant en Bewindhebberen geliefden aan te fchryven , om aan de Supplianten te reftirueeren de fomme van ƒ 1058:7- dewelke door hun voor een derde Lastgeld van het Schip de Goede Verwagting, gevoert door Schipper Hendrik Meyftert, in den jaare 1780 is betaald, dog welk Schip, door de Embargo op alle Schepen gelegd, buiten toedoen van de Supplianten, was verhindert zyne reize te vervorderen. Als mede op het Generaliteits Rapport van den 21 July aeezes jaars , den 1 Augustus ter Vergadering overgenomen , tot voldoening van H. H. Mog. Refolutie Commisforiaal van den 16 January 1782 , uitgebragt op eene Misfive van het Colleiie ter Admiraliteit te Amfterdam, tot berigt op de Request van verfcheiden Boekhouders van Schepen aldaar, om reflitutie van betaalde penningen; als mede tot voldoening aan de Refolutie Commisforiaal van den 31 January 1782 , op. het berigt van de Reprefentant van Zyne Hoogheid en Bewindhebberen van de Westindifche Compagnie op die Rtquest; en nog tot voldoening aan de Refolutie Commisforiaal van den 11 January laatstleden, op het berigt der gemelde Westindifche Compagnie, in het hoofd deezer gemeld, en welk Rapport breeder onder de Notulen van den voorn. 1 Augustus is geinfereerd. Is goedgevonden en verflaan , de Heeren Hun Ed. Gr. Mog. Gedeputeerden ter Generaliteit by deezen te qualificeeren, om zig met het voorfz. aldaar uitgebragte Rapport van den 21 July laastleeden te mogen conformeeren. B s CCLII.  s6 oct. ZAAKEN VAN 1/83. CCLII. Refolutie van de Heeren Staaten van Stad én Lande, raakende het niet volbrengen van de bevelen wegens i het zenden van eenige 't Lands Sche¬ pen na Br est. In dato 27 OSlober 1783. ^^edelibereert zynde over het Rapport der Heeren \J Gecommitteerden tot de Petitiën van den Raad van Staate, en deezer Provincie Finances, van den 16 deezer, nopens het niet executeeren der ordres tot de Expeditie naar Brest, luidende als volgt: Rapport der Heeren Gecommitteerden tot de Petitiën van de Raaden van Staate en deezer Provincie Finances. EBet MOGENDE HEERENj By Refolutie Commisforiaal van den 31 Au. gusty laatstleeden in onze handen zynde getreld het Rapport, op den 1 July bevorens ter Vergaderinge van H. II. Mog. uitgebragt, raakende de vilipendie der ordres tot het zenden van tien Oorlogfchepen naar Brest , onder voorgeeven, dat de Schepen , daar toe gedestineert , van het noodige niet voorzien waren: Hebben de Heeren U Ed. Mog. Gecommitteerden de eere te informeeren, dat gemelde Rapport zig refereert , en dienen zal, tot voldoening eener Refolutie van den 3 April deezes jaars , waar by door H. H. Mog. aan de Heeren Gedeputeerden tot de zaaken van de Zee Commisfien waren opgedraagen, fpectaal om te onderzoeken, In de eer ft e plaats» Of het gebrek op 's Lands Schepen , by de Zee-Officieren geallegueerd , reëel heeft plaats ge-  oct. STAAT EN OORLOG. 1783. r ij gehad dan wel alleenlvk gepraïtexteert is geworden , om de ordres van H. H. Mog. elufoir te maaken. En byaldten bevonden mogte worden, dat zodanig gebrek reëel heeft plaats gehad, alsdan In de tweede plaats, te indageeren. Door wie zulks veroorzaakt zoude mogen zyn ? Zynde het oogmerk van H. H. Mog. den inhoud dier Refolutie, om, na zodanig volledig onderzoek, en daarvan bekomen Rapport, door den competenten Regter onmiddelyk , en zonder tusfchenkomst van eenig ander examen , tegen de fchuldigen te doen procedeeren, zo als in goede Tuftitie bevonden zal worden te behooren. Dan dat de Heeren ü Ed. Mog. Gecommitteerden is voorgekoomen, dat aan die Refolutie Commisforiaal door het voorgenoemde Rapport van den 1 July jongst niet voldaan is geworden, dewyl door de benoemde Heeren Gedeputeerden daar in flegts wordt voorgedraagen , dat van de Admiraliteit op de Maaze, te Amfterdam en in Zeeland, als hier in alleen geconcerneert, hadden gerequireerd derzelver bengten, omtrent al. Ie hetgeene, deeze materie betreffende, ter haa. rer kennisfe was gekoomen , en tot derzelver volkomene juftificatie zoude konnen dienen. Dat voorfz. berigten fuccesfivelyk ingekomen zynde , zy dezelve naauwkeurig hadden gecxamineert, en niet hadden konnen vinden , dat een van gemelde Collegien , in hetgeen van hun Departement is , nalaatig zoude zyn geweest, en dus geene bedenkelykheid overbleef, om gemelde Collegien in deezen volkomen te juftificscrcn» Dat het verder onderzoek van deeze zaak ten reguarde van de daar by geconcerneerde Officieren een objeét van de ordinaris Juftitie zynde, niet gefchikt fcheen om door haar Heeren Gedeputeerden te worden verhandeld en afgedaan, en dieswegen in bedenken moesten geeven , of Ha  aS oct. ZAAKEN VAN 1783. H. H. Mog. niet zouden behooren goed te vinden , de voorfz. zaak te renvoyeeren aan de voornoemde Collegien ter Admiraliteit, onder welke gehooren de Officieren daar by geconcerneert, om , na examinatie der Stukken en Papieren, tot deeze zaak relatie hebbende, en na volledige informatie op alles te hebben ingenomen , daar in te cognosceeren en regt te doen, 20 als in goede Juditie bevonden zal werden te behooren , aan H. H. Mog. te zyner tyd kennis geevende , van het geen door haar daar in zal zyn gedaan en verrigt. Uit de bloote leöure van welk Rapport het zig terftor.d manifesteert, dat de Heeren Gedeputeerden in de uitoeffening der aan haar opge. draagene Commisfie geheel uit het oog hebben verlooren die pointen , welke fpeciaal aan haar ter onderzoek waren gecommitteert, nadien geene de minde meldinge maaken van haare bevindinge, of het geallegueerde gebrek op 's Lands Schepen reëel heeft plaats gehad, dón alleen gepretexteert is geworden , om de ontfangene ordres elufoir te maaken, hetwelk nogtans als het eerlte en esfentieelde point, om tot verdere indagatie ,. of drafoeffening tegen de fchuldigen te kunnen procedeeren, door de refpeétive Bondgenooten geconfidereert, en daarom fpeciaal tot een naauwkeung onderzoek by voorfz. Refolutie van den 3 April deezes jaars gedeld was geworden ; welke Refolutie door de gezamentlyke Bondgenooten, na ryp overleg genomen zynde, behoorde daar aan niet, dan met eenpaarige bewilliging van alle Provinciën , in het minde te worden gerelsxeert: en nadien meergemelde Rap. port wordende geaggreëert , de Refolutie Commisforiaal , waar toe hetzelve zig refereert, geen de minde. efhVcT: zoude forteeren: vinden de Heeren U Kr*. Mog, Gecommitteerden zig verpligt te advitc ren, dat de Heeren U Ed. Mog. Gedeputeerden ter Vergaderinge van H. H. Mog. behoorden te worden geauthorifeert, om te in. ftee-  OCT. STAAT [EN OORLOG. 1783. a» fteeren, dat, tof voldoen aan voorfz. Refolutie Commisforiaal op de pointer., daar in zo duideIvk vervat , door de gedecreteerde Commislie naauwkeurig worde geinquireerd, op dat einde-, Ivk in zulk een eclatant geval van notoire vüioendie der ordres , door Zyne Doorlugtiglïe Hoogheid als Admiraal Generaal uit naam van denSouverain afgegeeven, de vtndtSa pubhca, ter handhaavinge van het hoog gezag deezer Lande , conform de verklaarde welmeening der Bondgenooten, na behooren , enzo als het gewigt der zaake vordert, moge worden uitgeoeffend , en daar door geprsevenieert , dat de ordres van Zyne Doorlugtigile Hoogheid inkomftig niet weder aan diergelyke infultes werden ^ Hebben'de Heeren Staaten van Stad en Lande zig met het uitgebragte Rapport geconformeerd. (Onderftond) CoU. Conc. (Was get.) E. B. GOCKINGA. Secretaris. CCLI1I.  j6 oct. ZAAKEN VAN CCLIII. Refolutie vau de Heeren Staaten der Provincie van Stad en Lande, aangaande de Financien van Vriesland; nevens aandrang op het revideeren van de Qttotes der refpediive Provincien , en het openleggen van den ftaat der Generaliteits Kasfe. In dato 27 Oftober 1783. Gedelibereert zynde over het Rapport der Heeren Gecommitteerden tot de Petitiën van den Raad van Staate en deezer Provincie Finances, in dato den 20 deezer, omtrent de Friefche Finantien. en de Executoriaalen, wegens afwyzing van eenige Posten , luidende als volgt; Rapport der Heeren Gecommitteerden tot de Petitie van de Raaden van Staate en deezer Provincie Finances. EDELE MOGENDE HhEREN ! Ter voldoening van U Ed. Mogende Refolutien van den 21 Augustus en den ï8 Sep. tember laatstleeden , door ons zynde onderzogt twee Rapporten, ter Vergadering van H. h. Mog. uitgebragt, de eerlte in dato den 25 July jongst, daar heen tendeerende , om ten lasten van de Provincie van Friesland te negotieeren zodane Penningen , als vereiseht wierden tot betaaling , geduurende dit jaar, van die Posten, op den Staat van Oorlog, waar in de Provincie van Friesland niet langer dan tot ultimo July hadde geconfenteerd , en gedeclareert, na dien tyd daar van geene betaaling te zullen doen, met bygevoegde intimatie , dat indien gemelde Heeren Staaten van Friesland in gebreke mogten . blyven, na expiratie van die jaar , die Pennin. gsn  oct. STAAT EN OORLOG. 1783. 3* gen te rembousfeeren , dezelve te verbaalen by executie t waar toe den Raad van Staate , met overleg van Zyne Doorlugtigfte Hoogheid geauthorifeerd wierden die middelen te beraamen, welke convenabelst en oirbaar zouden oordeelen , en dat Zyne Hoogheid behoorde te werden verzogt, in dien gevalle, mee deszelfs ge. zag en authoriteit wel te willen contribueeren. De tweede op de Requeste van de Solliciteurs Heneman en de Vrinc , in dato den 3 September; verzoekende, dat H. H. Mog. zodanige voorziening geliefden te gebruiken , dat de Compagnie Zwitzers , en andere Posten, door welgemelde Provincie niet langer werdende betaald, mogten worden voldaan ; waar toe de Heeren Gedeputeerden van H. H. Mog. voorHaan, om aan de Provincie van Vriesland voor dit jaar, en voor 1784, uit de Generaliteits Casfe , ieder jaar te betaalen driehonderd duizend guldens, mits in den Staat van Oorlog voor die beide jaaren blyvende continueeren, zonder eenige dergelyke afwyzing te doen , of te pretendeeren , en promtelyk aan de Generaliteit te voldoen de jaarlykfche verfchuldigde Rente a driehonderd dertig duizend guldens , waar in met den jaare 178* zyn gebleeven: Hebben de eer ü Ed. Mog. te rapporteeren , dat U Ed. Mog. Teeds ter occaiie van het Support van de Provincie van Zeeland, by derzelver Refolutie van 26 December 1778 hadden verklaard, in geene verdere fupporten te kunnen en te zullen fupporteeren. Dat U Ed. Mog. ter occafia van het voorgeflagene foulaas aan Friesland, by Rapport van den 24 April jongst gedaan, hetzelve by Refolutie van den 3 July daar aan volgende, uit hoofde van onvermogen , hebben gedtclineert, ja zig die zelve vryheid hebben voorbehouden, waar van de Provincie van Friesland heeft gebruik gemaakt, gelyk ook de Heeren Staaten der Provinci» van Utrecht hebben gedaan. Dat  3» oer. ZAAKEN VAN 1783. Dat overzulks met verwondering hebben gezien, dat de Heeren Gedeputeerden • van H. H. Mog. by derzelver Rapport van den 3 September , bet zelve foulaa» aan de Provincie van Friesland , olfcnoon uit een ander Fonds, weder hebben getrapt te doen gewor len , nadien alle fupport , even veel uit welk Comptoir hetzelve wordt betaald, een bezwaar voor de overige Bondgenooten is , en dat het des byzonder voorkomt, dat men de Cas der Generaliteit daar toe voorllaa't, terwyl men aan de Provincie van Friesland, en by Confequentie aan de verdere Bondgenooten, de opening der ftaat van dezelve weigert, en de Financie der zwakke Provinciën daar door onzekerder maakt, als onzeker blyvende, of tot diens ftandhouding zullen moeten contribueeren , of door dezelve kunnen worden gefubleveert, waar omtrent het voorlid door de Provincie van Holland, nopens het Comptoir van het verhoogde Last- en Veilgeld gedaan, die Provincie met angst moet vervullen. Dat men zig al verder moet verwonderen, dat daar U Ed. Mog. by derzelver Refolutie van den 2 May 1770, en van den 14 Maart deezes jaars, ook de Heeren Staaten van Utrecht hier over by H. H. Mo?, ingebragt, zig gereed hebben getoond , de Financie der rtfpeftive Provinciën aan een onpartydig onderzoek bloot te leggen, en de Quotes derzelve aan eene billyke Conventie, of decifie te fubmitteeren, zulks dus verre by de Bondgenooten in geene aanmerking werd genomen, ja in gemelde Rapport gerekend worden, als of nimmer waren ingebragt, en alzo voorilagen van fupport gedaan, die mede by twee Provinciën zyn gedeclineerr. Betreffende her Rapport van 25 July jongst, vonden de Heeren U Ed. Mog. Gecommitteerde zig verpligt , aan U Ed. Mog. hunne aandoening en furpnfe te kennen te geeven, dat da Heeren Gedeputeerden van H. H. Mog. aan H. H. Mog. hebben kunnen advifeeren, om niet al-  ècf. STAAT EN OORLOG. i?8£ 33 alleen de Provincie van Friesland te houden Voor verpligt, om te moeten confenteere-n, maar als of daadelyk hadden geconfenteerd , in die Posten op den Staat Vau Oorlog, vvaar in ge1 declareert heeft niet langer dan tot ultimo July te confenteeren ; dat dus de vrye deliberatien over de geheele Staat van Oorlog aan de refpeetive Provinciën worden benomen., en het overzenden derzelve eene loutere formaliteit blyft, en alles van het welbeliaagen van H. H. Mog. afhangt, en Hetgeen nog fterker is, dat die penningen met January 1784 niet gerembourfeert wordende, door middelen vaii Executie zouden worden gerepeteerd. Wy zouden , Édele Mogende Heeren, eene zeer ruime gelegenheid hebben, om iri deezen bp het eene zo wel als op het andere uit te weiden, en de ruineüfe gevolgen voor de refpective Provinciën aan te toönen ; maar oordeelende nuttiger te zyn, daar van niets te mel« den, en het oordeel daar over vry te laaten , zyn van advis, dat door de Heeren Gedeputeerden ter Vergadering van H. H. Mog. wegens deeze Provincie diende te worden gedeclareert: Dat U Ed. Mog. het fupport aan de Provincie van Friesland, op welke wyze ook mpge worden gegeeven, voor zo verre ö. Ed. Mog. Provincie daar door direct df indirect wordt bezwaard , alsnog declineeren : Dat TJ Ed. Mog. alsnog gereed zyn, de rtaat hunner Finairicie met candeur open te leggen, mits zulks door alle Bondgenodten gefchiedé , ten einde vervolgens de Quotes der Provinciën op eene bïllyke wyze, en geproportioneerd na. ieders vermogen , het zy by vriendeïyke conventie, het zy by otipartydige uitfpraak mogen worden gereguleerf. , Dat de Bondgenooten daar toe niet genegen zynde , of dè deliberatien daar over üeepende houdende , U Ed. Mog. zig ook als nog het regt en de vryheid voorbehouden , om ter occa, ïie van de aanltaande deliberatien óver den Staae XVIIL DEEL. C Vtr  34. oct. ZAAKEN VAN 1783. van Oorlog, zig zelve regt te doen, en zig door afwyzing, en niet betaaling van zodaane Posten, als djar toe het meest gefchikt agten, zodanig te verminderen, als op grond van billykheid zullen vermeenen te behooren, en dat, welke disorde en confufie daar uit moge ontftaan , U Ed. Mog. zig deswegen onfchuldig zullen rekenen , als zedert den jaare 1770 derzelver genegenheid tot een billyk redres hebbende te kennen gegeeven. Dat U Ed. Mog. dus desadvoueeren het Advis en het Rapport , van den 25 July jongst, ten laste der Provincie van Friesland uitgebragt, en nog meerder het voorgellagene middel, om by Executie de op te neemen Penningen te repeteeren. Dat voorts U Ed. Mog. van oordeel zyn, dat ter Generaliteit geene zwaarigheid behoorde te worden gemaakt, om aan de refpeólive Bondgenooten opening te geeven, van den Staat van het Comptoir Generaal der Unie , en andere Comptoiren , niet alleen omdat zulks op goede gronden niet kan worden geweigerd, maar omdat zulks in de tegenwoordige omftandigheden allernoodzaakelykst is , ten einde uit derzelver toeftand te kunnen oordeelen, of de refpective Provinciën door dezelve kunnen worden gefoulageert , dan of dezelve moeten helpen ftaande houden, en dat U Ed. Mog. overzulks daar toe door deezen infterren. Hebben de Heeren Staaten van Stad en Lande zig met het uitgebragte Rapport geconformeerd. (Onder ftond) Coll. Conc. (Was get.) R. E. GOCKINGA. Secretaris. CCLIV.  ©ct. STAAT EN OORLOG. 1783. 35 CCLIV. ExtraSt - Refolutie van H. Hoog Mog. op de Propofitie van de Staaten van Holland, raakende de Memorie van den Heer brenger , van den 22 OSlober 1783. Genomen op Woensdag den 29 Oftober 1783. T""\e Heeren Gedeputeerden van de Provintie van Holland en Westfriesland hebben uit den naam en op expresfe last van de Heeren Staaten hunne Principaalen ter Vergadering voorgedragen, dat hooggemelde Heeren Siaaten ièrieusfelyk gelet hebbende, op de declaratie van wegens zyne AllerchristelykHe Majefleit, by de Pro Memoria door den Heere Eerenger, waarneemende de Zaaken van het Hof van Frankryk, aan den Griffier Fagel overgegeeven , en door denzelven op den 22 dezer maand aan II. Hoog Mog. geëxhibeert, raakende het gun (lig befluit, van Hoogstgemelde zyne Majefleit, tot de gratuite reditutie van des Staats Colonien , door Hoogstdeszelfs wapens op de Engelfchen hernomen , niet hadden kunnen afzyn, hunne_ Attentie op dit zo wezenlyk onderwerp nader te vestigen , en dat Hoogstgemelde Heeren Staaten mitsdien allezints nodig, en voor de belangens van den Staat ten hoogften dienftig hadden geoordeeld, dat de gevoelige erkemems van de Republiek voor zyne Majefleits grootmoedig fentimeuten, door de krachtdadige befcherming en edelmoedige Reltitutie der voorsz. Etablisfementen zoo zigtbaar getoond, ook van haaiezyde nadtr, en op een gedistingneerde wyze gemanifesteert en opengelegd worde. . Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verdaan, dat de Heeren Lestevenon van Berkenrode en Brantfen , H. Hoog Mogende Oordjnaris en ExtraOrdinaris Ambasfadeurs refpecltve aan het Hof van Frankryk ten fpoedigden zal worden aangefchreeven 4 om aan Hooggemelde zyne Majefleit uit naam van Hé Hoog Mog. met de levendigde gevoelens van dankC 3 baar-  36 oct. zaaken van 1783. baarheid aangedaan, over de menigvuldige bewyzen van zyne Majefteits vriendfchap, geduurende den Oorlog, waarmede de Republiek zo onverwagt , als onrechtvaardiglyk, door den Koning van Groot-Brittanje is overvallen , nu weder op nieuw ten fterkften zyn getroffen, door het gunflig Declaratoir, van wegen zyne Majeftdt door gemelde Heer B'erenger, by de voorfz. Pro Memoria aangaande de Reftitutie der Etablisfementen, daar by vermeld, zonder eenige Compenfane, van H. H >og Mog. gedaan, dat H. Hoog Mog. deze overtuigende blyken van zyne Majefteits affectie voor de Republiek op derzelver regte waarde Hellende van deze gelegenheid gebruik maaken, om aan zyne Majefleit te betuigen , hunne opregte hoogachting voor Hoogstdeszelfs Perfoon en grootmoedige fentiraenten , in de omftandigheden waarin de Republiek zig heeft bevonden , door de krachtdadige befcherming en edelmoedige Reftitutie der voornoemde Etablisfementen gemanifesteert; dat Hunne Hoog Mogende by deze erkentenis van zyne Majefteits goede genegenheid en vriendfchap , aan de Republiek beweezen, ook wegens de krachtigfte verzekering van nimmer aan deze goedgunftige dispofitie van zyne Mejefteit, ten aanzien van dezen Staat te hebben getwyffelt, hoe zeer de omftandigheden , waarin zig H. Hoog Mogende hebben gevonden, Hoogstdezelven niet altoos hebben toegelaaten , daar van de efficacieufe preuves te geven, zullende hun Hoog Mogende, zig met allen ernst van alle voorkomende gelegenheden bedienen, om zyne MajeHeit van de opregtheid hunner gevoelens, en byzonder van hun erkentenis, voor zyne Majefteits, aan H. Hoo * Mog. bewezen vriendfchap te overtuigen. —— En dat van deze H. Hoog Mog. Refolutie, aan gemelden Heer Berenger Copie zal worden ter hand gefield. CCLV.  ©ct. STAAT EN OORLOG. 17S3. 37 CCLV. Refolutie van hun Edele Groot Mogende , de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland , op wat voet de Heeren Gedeputeerden ter Generaliteit te conformeeren met het Conciliatoir-Generaliteits Rapport, raakende het onderzoek der redenen van het niet verzenden der tien Schepen naar Brest , en de Penjtonarisfen van Zeebergh en van Berckel tot die zaak extraordinaris ter Generaliteit gecommitteert. Genomen in hun Ed. Gr. Mogende Vergadering, in dato 29 Oétober 1783. De Raadpenfionaris heeft ter Vergadering gecommuniceert het Cuncihatoir Rapport, den 22 d-ezer ter Generaliteit uitgebtagt, in kragte der Refolutie Commisforiaal van den «20 te vooren, op de fuccesfif ingekomene Refolutien der Heeren Staaten van de refpective Provinciën, op het Rapport van den 3 July te vooren , raakende het niet executeeren der ordres tot het verzenden van tien Schepen van Linie naar Brest; welk Conciliatoir Rapport hier navolgt geinfereert: Extraft uit het Register der Refolutien van de Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal der Veteenigde Nederlanden. Mercurii dtn 22 OBober 1783. De Heeren van Lynden van Hemmen en andere haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaaken van de Z^e, ingevolge en ter voldoening van derzelver Refolutie Commisforiaal van den 20 deezer maand, geëxamineert hebbende de fuccesfivelyk ingekoomene Refolutien van de Heeren Staaten van de refpeftive Provinciën op C 3 het  38 oct. ZAAKENJAN 1783. het Rapport van den 1 July deezes jaars, ter Vergadering van baar Hoog Mog. gedaan , raakende het niet executeeren dei- ordres tot het verzenden van tien Schepen van Linie naar Brest , hebben ter Vergadering gerapporteert, dat zy Heeren Gedeputeerden; in aanmerking dat zig eenig verfchil in de voorfz. Refolutien kwam voor te doen, het geen hun Heeren Gedeputeerden egter was voorgekomen , niet van dat aanbelang te zyn , dat daar door het onderzoek van deeze zaak zoude behooren te werden verfchooven of gedilayeert, en confidcreerende de noodzaakelykheid , dat met gemeen overleg eindelyk eens een afkomst van dit gewigtig point werde gemaakt, van advife zouden zyn „ dat, in conformiteit der Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland van den 7 February deezes jaars , den 10 naar aan volgende ter Vergadering van haar hoog Mog. ingebragr, het onderzoek volgens den inhoud der vootfz. Refulutie, en dus omtrent de exiftenne van het fait (of naamelyk de Schepen tot de vooifz. Expeditie gedestineert, van de noodige hehoeftens al dan nier voorzien zyn geweest, en zoo neen , door wie het gebrek is veroorzaakt) by verboor of berigt van de daar by geconcerneerde Officieren op eene politiq te en ixtrajuditiede wyze moge worden geiriftitueeft , zoo nogtans, dat het voorfz. onderzoek, volgens he? gewoon gebruik, gelchiede door twee Heeren van Holland, en een van ieder der andere Provinciën, by of van wegens de provinciën, hier toe, byzonderlyk, uit het midden der Vergadering van haar Hoog Mog. te benoemen, dewelke , als clan, ook de befognes zonder tydverzuim zouden behooren te entameeren, zonder interrumptie voort te zetten , en zonder hier in door anderen te worden vervangen, op dat geen oponthoud of retardement aan deeze zaak zoude werden toegebragt , maar dezelve zo fpoedig doenlyk in dien ftaat gebragt, dat door den com-  oct. STAAT EN OORLOG. 1783. 30 competenten Regter daar in als dan zoude konnen werden geprocedeert, als by dezelve in Juïtitie bevonden zal werden te behooren. Waar op gedelibereert zynde, hebben de Heeren Gedeputeerden van de Provinciën van Gelderland , Holland en Westvriesland, Zeeland, Utrecht en Overysfel aangenomen haar daar op nader te zullen verklaaren, en hebben de Heeren Gedeputeerden van de Provinciën Vriesland en Stad en Lande het voorfz. gerapporteerde Copielyk overgenomen , om in den haaren breeder gecommuniceert te worden. Accordeert met het voorfz. Register. Waarop gedelibereert zynde , is goedgevonden en verdaan, de Heeren hun Ed. Gr. Mog. Gedeputeerden by deeze te qualificeeren , om zig met het voorfz. Conciliatoir Rapport te mogen conformeeren, egrer in, diervoegen dat daar in duidelyk werde geëxpresfeerr, dat aan de Bondgenooten blyft de faculteit, om daar toe hunne ordinaris Gedeputeerden ter Generaliteit ot wel extraordinaris Gedeputeerden te benoemen ; en zyn van wegen hun Ed. Gr. Mog. tot die zaak gecornmitteert de Heeren van Zeebergh en van Berckel, refpec'tive Penhonarisfen der Steden Haarlem en Amfterdam; waar toe voor dezelve Heeren de noodige Creëenhaalen als extraordinaris Gedeputeerden wegens deeze Provincie ter Vergadering van hun Hoog Mog- zullen werden gedepecheert. De Heeren van 'de Ridderfchap en Edelen hebben de Conclufie van de voorfz. Refolutie aangezien. C 4 CCLVI.  4o oct. ZAAKEN VAN 1783, CCLVI. Refolutie van de Gezworene Gemeente der Stad Arnhem , omtrent de Ntminatien van opengevallene Schepens' posten. In dato 29 Ocïober 1783. Extraordinaris Vergadering den 29 Ociober 1783. De Gecommitteerdens ter Vergadering voorgedragen hebbende, dat zy by verfcheide gelegenheden in de Magiftraatsvergadering hadden geinfteerd en verzocht, dat Hun Ed. Gr. Achtbare , hoe eer hoe beter , wilden overgaan tot het maaken van nominatien ter vervulling der vaceerende Scheepensplaatzen. Dat, hoe zeer zy Gecommitteerdens wel gewenscht haddén , dat Hun Ed. Gr. Achtb. aan dit hun billyk verzoek hadden gedefereerd, en daar door, zo veel doenlyk , medegewerkt, om die gementioneerde plaatfen te vervullen , zy echter tot hun leedweezen moesten ondervinden, dat zulks tot heden toe nog niet was in het werk gefield. Dat zy aan den eenen kant in aanmerking genomen hebbende de indispenfabele verplichting van Hun Ed. Gr. Achtb., om, ingevolge het Reglement van het jaar 1750, na hit oyerlyden van een Lid van Hun Edele Groot Achtb. Collegie over te gaan tot het formeeren van zodane nominatie, hier toe aan de andere kant des te meer worden gedrongen door die iterarive trainisfementèn in de deliberatien en conferentien der Heeren van de Magiftraat met hun Gecommitteerdens over dè zweevende verfcbülen, zo wegens het kleine aantal der Leden, de Magiftraatsvergadering thans compofeerende, als afwezigheid van anderen veroorzaakt. En dierhalven zich eeds en ambtshalven verpligt oordeelen , het gunt voorfz. te brengen ter kennisfe van de Gezwoore Gemeente , en in confideratie te geven, of dezelve niet zoude kunnen goedvinden, om de voorfz. propofitie in een Refolutie te converteeren, van dezelve aan hun Ed. Gr. Achtb, kennis te geven , en op het  opj, STAAT EN OORLOG. 1783. 41 het nadrukkelykfte te infteeren, dat hun Ed. Gr. Achtbaare conform het aangetogen bezworen Reglement gelieven over te gaan tot het maken der gelibelleerde nominatien en daar toe ten eerden een dag te prsefigeeren, ten einde de abfente Heeren Leden der Magiftraat daar van in tyds kunnen geadverteerd worden. Is na gebonden deliberatie goedgevonden de voorfz. propofitie der Gecommitteerdens, deszelfs hooge nood» zaktiykheid door die Gemeente gepenetreerd zynde, ten volle te approbeeren , voor Refolutie aan te neemen, en de Gildemeesteren te verzoeken van dezelve by ex« traér. kennis te geven aan H. Ed. Gr. Achtbaren. H. ENGELEN. Scriba. CCLVII. Rapport van Gecommitteerden tot het beraamen van een Plan , ter verbeteringe van de zaaken der Oostindifche Maatfchappye; met de Bylagen. Ingebragt ter Vergaderinge van hun Ed. Gr. Mog. op Donderdag den 30 Oétober 1783. TP\e Heeren de Gyzelaar, van Berckei, van Wynt J^Jf Neederburg, en Ryzer. refpeftive Penfionarisfen en Secretaris der Steden Dordrecht, Amfterdam, Gouda, Rotterdam en Alkmaar, met den Raadpenfionaris, als by hun Ed. Gr. Mog. Reioltitie van den 4 Juny laatstleden gecommitteert, ter examinatie van de Misfive van gecommitteerde Bewindhebberen uit de refpective Kameren van de Generaaie Nederlandfche Geoctroyeerde Oost-Ind. Comp. ter Vergadering van Zeventienen , gefchreeven alhier in 's Hage den 3. der voorfchr. maand , rakende de zorgelyke omflandigheden , waarin de gemelde Comp. uit hoofde van gebrek aan gereede Penningen, zig jegenswoordig bevindt, en im. ploreerende ten dien einde hun Hoog. Mog. dadelyke en fpoedige hulp en adfiftentie. C 5 Heb-  42 oer, ZAAKEN VAN 1733. Hebben ter Vergadering gerapporteert , dat by den aanvang hunner befnignes eerst en vooraf eenige préparatoire poiocten, betrekkelyk tot de voornaamfte Ingrediënten van het voorgemelde Ad ires, onderling hadden beraamd, ten einde daar op de nodige informatien en ophelderingen van Bewindhebberen voorrz. in te neemen , en dat aan de daar toe gedaane requifitie voldaan zynde geworden, zv voorts bedagt waren geweest op alle verdere meest efficacieufe middelen, welke ftrekken konden ter verkryging van zodanig meerder ligt en doorzigt, als voor bun in eene materie van na'uur, als deze, allezins nodig was , om zig nopens her gewigiig onderwerp hunner con.misfie naar behoortn en met genoegzame kenhisfe van zaaken te konnen acquiteeren. Dat zy Heeren Gecommitteerdens vervolgens dien weg ingeflagen hebbende, welke hun ter bereiking van het voornoemde oogmerk meest bekwaam en gefchikt was voorgekomen, zulks van dien uiifiag was gewees', dat zy het genoegen hadden van by dit hun Raport, met eenige fiducie, te mogen a^ arceeren , dat hoe koffimerlyk, hoe dreigend cn drukkend ook de bezwaar, de gelteldheid was, waarin de gemelde Comp. door de ongelukkige zamenloop van verfcheidene oorzaken zig vond gebragt, haar financieel vermogen egter geenzins tot die laagte was gedaalc , dat eene totale disfulutie of vernietiging van deze, m.t de belangecs van een Staat in 't generaal , en van deze Provincie in 't byzonder, zo nauw verknogte Sociëteit, het onvermydelyk en noodlottig gevolg van hare tegenwoordige om- ltandigheden zoude moeten zyn: neen , maar, dat het daarmede zodanig was gelegen , dat de iir.ua. tie, waarin de Maatfchappy zig thans bevond, wel voomamelyk aan het agteiblyven van de retouren uit Indien , en aan het gemis der aauzienlyke uit die retouren voortvloeyende winften toegefchreven moest worden , als waardoor eene groote fchaarsheid van .penningen or.iftaan, en dusdanige eene gelteldheid geboren was , dewelke ten aanzien van particuliere huizen van Commercie , bekend onder de benaming van een tempoiair desappoinctement, een zo wyd uitger itrekt  oct. STAAT EN OORLOG. 1783. 43 ftrekt handeldryvend lighaam op het gevoeligst moest treffen, en op 't zelve, noodwendig, niet dan van de nadeligfte invloeden konde zyn, daar een byna 2 jarigen ftilftand van retouren een gemis had veroorzaakt, hetwelk, volgens grondige informatie niet minder, dan de capkale zom van 41 Millioenen uitkoop kwam te^ bedragen 1., en dat dit zo important gemis nog. daar en hoven vergezeld en merkelyk verzwaart was geworden met de last , niet flegts, der ordinaire kosten van Equipagie , over de 2 laatlte jaren een zom van 24 Millioenen belopende , maar ook door die van de extraordinaire kosten , welke ter beveiliging, zo veel doenlyk , van de bezittingen , en tot verzorging van dezelve rm t de hoogst nodige behoeftens gedragen hadden moeten worden: —— dan dat deze temporaire oórzaken als nu zullende verdwynen , men dan ook geen ongegronde hoop kon opvatten, dat de Maatfchappy uit hare tegenswoordige ongeleegenheid door eene lpoedige en toereikende byftand in geld gered wordende , het hoofd eerlang zoude opbeuren, en in ftaat geraken , om de gewenschte voordeden eener vrye en onverhinderde circulatie van verzendingen en retouren , niet weinig gefterkt door den aanvoer van een ruime voorraad der agtergebleevene Indifche producten, te génieten. Dat zig aan hun Heeren Gecommitteerdens wyders, by naauwkeurig onderzoek geene reflectien hadden opsedaan , welke tegens de begrooting van het pecunieel fecours, by't bovengenoemde addres geimploreerd, eenigzins konden obfteeren, ais zynde des aangaande aan dezelve gebleeken , dat het montant der contante Speciën, die door de Comp. jaarlyks naar Indien , zo tot voortzetting van den handel, als ter vervuliinp- van het veider benodigde, verzonden worden, 005 Millioenen min of meer begroot moet worden: — dat deze ver. zending, vermits den Oorlog, zedert 3 jaaren heeft ftil geitaan, — dat overzulks als nu ten fpoedigften , en zonder uitftel, aanzienlyke zommen van penningen , zo tot betaling der Producten en Koopmanfchappen, als tot voldoening der Geldeisfchen van de buiten Comptoiren, mitsgaders tot goedmaking der door den Oorlog mer-  44 oct. ZAAKEN VAN merkelyk toegenomene lasten, derwaards zullen moeten afgezonden worden, terwyl de Geldeisfchen, door de Hooge Regeering van Indiën zederc 3 jaaren gedaan, en op welker voldoening by de laatst ingekoomene brieven van Generaal en Raden met allen nadruk geinfleert, en op het flerkde geurgeert wierd, niet minder dan 14 Millioenen bedragen, — dat ten diende van 't Gouvernement van de Kaap mede ruim 3 Millioenen geëischt zyn, dat voor den handel op China i£ Millioen nodig is: — men zwyge van 't geen eerlang aan getrokkene adfignatien uit Indiën, als mede rot voldoening der gedaane expeditien aan Frankryk betaalt zal moeren worden, — en men zwyge, al veraer, van de importante zomme benodigt tot inkoop van Goederen en behoeftens van IndiSn, tot den aanbouw van Scheepen, — tot betaling van Maandgelden, —— rot andere huishoudelyke lasten, als mede ter voldoening van de Interesten der genegotieerde Capitalen: tegens alle weike uitgaven wel eenigermate in computatie konde komen , 't verwagt wordende provenue der aandaande verkoping, als mede die der Speceryen in het voorjaar te dnen ; dan, welke egter, in geenen deele tot eenige aftlag of vermindering van die zom konde dietien, op welke de pecunieele adiidentie by het gedaane verzoek was bepaald geworden. Dat na deze korte voordragt van zaken, niet dan te duideiyk voor oogen Hellende de nood, waarin de Comp. zig voor het tegenwoordige bevindt , dan tevens de hoop tot redding en herdel geenzins affnydende, zy Heeren Gecomm. overbodig zouden oordeeien, van in een betoog der dringende redenen en motieven te treeden, welke de gunftige attentie van den Souverain op het gedaane addres, als van zelfs, tot zig trekken, en die op het kragtigde daar voor pleiten , dat aan deeze Maatichappy, welke voor een van de voornaamde zenuwen van den Staat, en eene der Hoofdmynen van den welvaart dezer Landen moet worden gehouden, hoe eer zo beter, die hulp en onderdeuning verleend worde , dewelke zy van hun Ed. Gr. Mog. op een billyke voet , en met onderwerping van hare zyde aan regtmatige voorwaarden, met grond konden hoopen en ver-  oct. STAAT EN OORLOG. 1753. 45 verwagten ; En dat zy zig van dit betoog te meer zouden dispenfeeren , nadien hun Ed. Gr. Mog. zo door een gansch ongewoone en allergewigtigfte interpofitie van 't Provinciaal Credit tot fecuriteit der Anticipatie penningen, als door ruime toereiking van dadelyke fubfidiën, welke binnen den omtrek van weinig tyds ver boven de 38 Tonnen Gouds waren gereezen, de zigtbaarfte biyken van Hoogstderzelvèr gunftige dispofitie ten dezen, hadden getoond en aan den dag gelegt: — Edoch, dat zy Heeren Gecomm. met dien ernst en met die cordaatheid, welke hun betaamt, moeflen betuigen, dat zy geen de minfte hoop zouden kunnen voeden , van, in de uitvoering der aan hun opgelegde commistie, de goedkeuring van hun Ed. Gr. Mog. te zullen wegdragen , maar zig , in tegendeel , van pligtsverzuim niet vry zouden kennen, ja zig aan een onverlchoonlyk misbruik van het vertrouwen, door Hoogstdezelve in hun gefield, fchuldig zouden houden , indien zy, flegts defungeerende met de opgaave van het een of ander middel tot vinding der gelden voor de pecunieele adfiftentie benodigt, van zig konden verkrygen , die middelen over het hoofd te zien, welke tot verbetering van het bellier en beleid der zaken van de meergem. Comp. konden en behoorden te worden ingevoert en vastgeftelt. Dat zy Heeren Gecommitteerden by hunne deliberatiën over de keuze en bepaaling van zodanige middelen met alle onzydigheid en ter zyde ftelling van allé confideratien, waar door zy wel ligt van 't regte fpoor afgeleid zouden zyn geworden, na zeer rype overweeging, en veelvuldige gehoudene befoignes, hadden geconcipieert het ontwerp, het welk de eer hadden onder de bylagen van dit hun raport fub Letter A. ter tafel van hun Ed. Groot Mogende te exhibeeren, terwyl zy tot adflruclie van 't zelve geheel onnoodig oordeelden iets in 't byzonder by te brengen; nademaa!l de nuttigheid en völflrekte noodzaakelykheid van de daarby geproponeerde voorziening zig aan een verligt en onzydig oog terflond vertoonde, en de defectert en gebreeken, tot aanvulling en verbetering van welken uit Plan was ingerigt, zo zeer bekend en van die pa- blic-  4<5 oct. ZAAKEN VAN 3783, , blicque notoriteit waren , dat de byeondere opening «daarvan gevoeglyk vermyd konde worden. Dat by 'c gemelde Plan voorts eenige verdere poincten onder Lit. B. waren gevoegt, waarvan de introductie niet dan ten uiterfte nuttig voor de belangens van de Comp. zo hier te Lande als in Indien, konde zyn. Dat zy Heeren Gecomm. deze beide ftukken ter deliberatie van hun Ed. Gr. Mog. prajfenterende, als nog I by herhaling, en met uitdrukkelyke inhajfie van hunne voorgemelde betuiging moeften declareeren, dat de verbetering van de directie der Comp., waartoe 't gemelde Plan als het eenig wezentlyke en voldoenend middel moest ftrekken, ook het eenige onderpand van haar behoud, en de eenige waarborg voor de zekerheid van 's Landspenn. konde opleveren; en dat 't mitsdien niet anders, dan in 't vast vertrouwen was, dat het zslvej Plan by Hun Ed. Gr. Mog. geamplieert, en met de fanctie van Hun Hoog Mog., als verleenders van het Octroy , bekragti.^t zal worden, dat zy voor zig eenige ruimte hadden konnen vinden, om tot 't onderzoek van die maatregelen overtegaan,. welke , nu voor als dan, ter bekoming van de Gelden tot het benodigd fe. cours, beraamt zouden kunnen worden: dat zy Heeren Gecommitteerden tot dat einde geen fpoediger noch vrugtbaarder middel hadden konnen uitdenken , dan het openzetten van een Negotiatie voor en ten behoeve van de Hollandfche Kameren, ten Comptoire Generaal dezer Provincie, onder behoorlyk verband ; by provifie , ten beloop van 6 Millioenen tegens den Interest van 3 pet vry geld, welke Interesfen jaarlyks ten vervaldage door, of van wegens Bewindhebberen der Kameren voornoemd binnen Amfterdam , rigtig gefourneerd en betaald zullen moeten worden; en zulks niet alleen onder de kragtigfte guarantie van hun Ed. Gr. Mog., zo voor het Capitaal als de Interesfen ; maar vooral en in 't byzonder onder deze fpeciaale en uitdrukkelyke verbintenisfen , dat de aflosfing van het voorsz. Capitaal op het uiteinde van de 6 jaaren, voor welke 't zelve zoude worden Genegotieert , ten opgeroeide Comptoire generaal zal moeten worden geaaan, ten  oct. STAAT EN OORLOG. 1783. 4? ten ware de houders mogten inclineeren, hunne Obligatien ten Comptoire voornoemd , te continueeren tegens den gewoonen Intrest, als andere Obligatien ten lasten van deze Provintie lopende : alles op den voet breder vermeld by het ontwerp fub Littera C. ten deze geannexeert : hoedanige alzo ingerigte Negotiatie geen geringe toevoer van penningen zoude aanbrengen: terwyl zy Heeren Gecommitteerden wel, aan de eene zyde, bezeffende de noodzakelykheid van eene allerfpoedigfte voorziening ter te gemoedkoming aan de bezwaarde omftandigheeden van meergemelde Comp.; maar tevens , niet minder overtuigd en in gemoede overreed van het gewigt der redenen, welke geene de minde affcheiding der voorgefielde Politicque en Finantieele voorzieningen konden toelaten , zig indispenfabel verpligt vonden te inlteeren, dat de deliberatien van hun Ed. Gr. Mog. op die beide objeéten , te gelyk, en pan pasfu, met alle acceleratie en zonder uitftel voortgezet, en daar op eerlang een heilzaam belluit moge worden genomen. Op alle welke gronden de voornoemde Heeren Gecommitteerden dan van advife zouden zyn, dat het bovengemelde Plan tot verbetering van de directie van de O. I Comp. , met de daar by gevoegde poinften by Hun Ed.Gr. Mog., hoe eerder zo beter, geconftateert wezende, de zaak voorts ter Generaliteit daar heen zoude behooren te worden gedirigeerc , dat het zelve ten fpoediglte finaal vast geileld en tot ftand gebragt worde ; en dat by hun Ed. Gr. Mog. wyders de hier voorgemelde Geld Negotiatie, nu voor als dan, worde gearrefteert, mitsgaders, dat hier van de Generaliteit opening worde gegeeven, met exhortatien en inftantien by de Bondgenooten , ten einde met hun Ed. Gr. Mog. op het efficacieuite te willen concurreeren en medewerken ter bevordering van 't geen verder nodig zal zyn, en vereischt zal worden tot confervatie en behoud van eene Maatfchappy , waar van de belangens aan geene der Bondgenooten onverfchillig konnen zyn. Fiat  48 oct.' ZAAKEN VAN 1783. Fiat Infertio. Waarop gedelibereert zynde hebben hun Ed. G. Mog. de voorfz. Heeren Gecommitteerden voor derzelver gedaan Rapport bedankt: en voorts Copie van het zelve Rapport met de Bylagen ve.rzogt zynde door de Heeren van de Ridderfchap en Edelen, om hetzelve in de Ordre nader te examineeren , en door de verdere Leden , om daar op te verdaan de intentie van de Heeren hunne Principalen, is de finale Refolutie uitgeftelt tot nadere deliberatie. Accordeert met de voorfz. Refolutien. Lr. A. Plan ter verbetering van de Dire&ie van de Oost- Indifche Compagnie. Aan Bewindhebberen zal een getal van tien Perfoonen uit de gezamentlyke Participanten van de Comp., onder den titul van Commisfarisfen toegevoegt worden, waarvan vier by de Kamer Amjterdam, twee by de Kamer Zeeland , en een by elk der overige Kameren zullen reftdeeren. Deeze Commisfarisfen zullen by huu Hoog Mog, op de voordragt van de Staaten der Provinciën van Holland en Zeeland, ieder in dén hare aangefteld, beeedigt en van behoorlyke commisfie voorzien worden: zullende deeze voordragt door Hoog gem. Heeren Staaten voor de eerde reize gedaan word:n, by electie uit een Nominatie van een dübbel getal van Petfoonen by Hoofd-Participanten in de refpective Kameren te forxneeren. De aldus aangeftelde Commisfarisfen zullen worden gequalificeert, om by vacature in het vervolg ter Suppletie van de open gevallen plaats zodanige Perfoon, met eenparigheid, of, des noods, by meerderheid van ftemmen te dispicieeren, als zy in gemoede zullen oordeelen daartoe de bekwaamde , en in voegen hier na volgende, de gequalificeerdde te zyn; welke alzo gedispicieerde Perfoon aan Hoog gem. Heeren Staaten refheftivelyk ter aggreatie en approbatie zal worden ge- pre-  oeï. STAAT EN OORLOG. 1783; 49 prefenteert, om vervolgens dnor Hoogst dezelven aan hun Hoog Mog. ten einde als boven voorgedragen te worden. fcE Tot deeze bediening zullen geene andere Perfoonen by de eerfte aanftelling of verdere vacai ure genomineert, voorgedragen, of aangefteld mogen worden, als de zodanige, van wier grondige kennis en ervarenheid in de Theorie en dc Practycq van de Commercie in het generaal en van de onderfcheide takken van de Oost-Indifche Handel in het byzónder, by informatie der voornaamfte Huizen van de refpeclive Beurfen in de voorfz. twee Provinciën, op een voldoende \*yze, zal zyn gebleeken ; zullende dezelve voorts zoo ten aanzien van hunne Participatie in de Actiën van de Comp. als anderzints, zodanig moeten zyn gequalificeert, als met opzigt tot Bewindhebberen by de Succesfive Oftroijen is geilatueerr. Aan yder van dezelve Commisfarisfen zal worden toegelegt een Jaarlyks Traclement van ƒ 5000: — Bankgeld , vry van Amptgelden en honderfte Penningen: en zullen voorts zodanige Vacatiën en Daggelden genieten, als waar van Bewindhebberen buiten minne Woonplaatzen , ten diende van de Comp., vaceerende, gewoon zyn te jouisfeeren : welke Traktementen , Vacatie , en Daggelden , by de Staaten van be beide Provinciën refpeclivelyk, en zulks buiten bezwaar van de Comp. , gedragen en uit het provenu der Belastingen op de Aclien en Obligaiien van de Comp., by Hoogst dezelve geheeven wordende gevonden zulten worden. Gemelde Commisfarisfen zullen geene andere Ampten,' Officien of Bedieningen , hoe ook genaamd, mogen bekleeden, en zullen hun vast domiciüum moeten neemen en houden binnen de Steden, alwaar de refpeclive Kameren van de Oost-Ind. Comp. zyn gèëtablisfeert. Dezelve Commisfarisfen zullen in alle zaken het politicq zo wel als mercantiel beltier van de. Comp. , concerneerende gezamentlyk met Bewindhebberen, helpen dehbereeren en beiluiten-, zo als ten meesten diende van dezelve Comp., zullen vinden te behoren : en zullen ten dien einde Sesfie hebben in alle de Vergaderingen en Befoignes, en dezelve met alle asiiduiteit, XVIII, DEEL. D iO  5o oct. ZAAKEN VAN, I783- zo veel doenlyk, in compleeten getalle moeten bywoonen, en aldaar ieder hoofd voor hoofd een deliberative en concludeerende Stem voeren: zo als dezelve mede op gelyke voet Sesfie zullen hebben in de particuliere Vergadering en Befoignes by de Kameren in de refpec tive Steden, hunner Rondemie gehouden wordende. Aan de Commisfarisfen zal fpeciaal worden gedemandeert, om roet Bewindhebberen en derzelver Minifters te vaceeren tot de byzondere inipeclie van de verfcheide Etablisfementen van de Compagnie in Indiën , eu tot het beramen der nodige Redresfen , welke in dezelve refpechvelyk behoren te worden geintroduceert; als mede tot het examen der Jaarlyks inkomende Indifche Brieven en Papieren : welk examen telkens , zo ras doenlyk na het inkomen der laatlte Brieven, by de hand'zal moeten worden genomen , ten einde de ordres, welke men oordeelt te moeten ftellen, ten prompfte afgevaardigt en uitgevoert mogen worden , en _ zullen voorts met Bewindhebberen en derzelver Minifters concipieeren de Refcriptien op de voorfz. Brieven. Commisfarisfen eüllcn zig, zo veel mogelyk, mede toeleggen op de infpeclie en examinatie van zodanige Boeken en Papieren , als Jaarlyks tot Bylagen van de refpeclive Indifche Brieven worden overgezonden : namentlyk de Generale en Bataviafche Negotieboeken en Journalen, Admimftratie Boeken , Casboeken , Rende, menten van gedreven Handel, en diergelyken. Lr. B. PoinBen, waarop by Heeren Bewindhebberen en Commisfarisfen fpeciaal reguard zal moeten worden genomen, 1. Dat bereids met een zeer goed oogmerk geintroduceert zynde , dat de refpeclive Kameren eikanderen om de 14 dagen kennis geeven van de inkopen der Goederen , by elk gedaan , en de pryzen, daar voor be(le«d , dezelve Kameren na de verdeeling van den eisch der goederen , welke elk naar Iudiën moet verzenden , eikanderen insgelyks kennis zullen moeten geeven van de pryzen, welke voor articulen van eenige con-  oct. STAAT EN OORLOG. 1783. 51 confideratie worden gevraagt, op dat daar door voorgekomen worde , dat dezelve niet duurder worden ingekogt, dan elders te bekomen zyn. 2. Ter efficacieufe duiting van den particulieren Handel , en het vervoeren van ongepermineerde goederen met de Schepen van de Comp. , behoord te worden ge(>atueert, om de ganfche aanhaling te doen komen ten profyte van den aanbrenger. 3. De prompte expeditie der Schepen een notabel object zynde, zal ter bevordering van dien nodig zyn, dat by de Kamereu , welke verfcheide Schepen equip-eren, voor niet meer dan twee tellens, die, na genoeg ge]yk ter Ver-  nov. STAAT EN OORLOG. 17S3. 67 Vergaderinge van H. H. Mog. geconcludeert, ten Comptoire Generaal van de Unie gelieven over te maaken , ten einde de reeds geflagene Ordonnantiën voor de gemelde geaccordeerde Pramien aan de Supplianten eindelyk mogen worden voldaan. CCLX1I. Nadere AdftruÜie, door fredrik benjamin van der capelle tot rys- selt , Burgemeefler der Stad Zutphen , van deszelfs ingegeven PropoJitie van den 4 OStober 1783, by de Deliberatie over die Propofitie, in eene compleet e Vergaderinge op den 4 November daaraan volgende overgegeeven' wel edele en achtbaare heeren! Offchoon ik het onnoodig achte thans iets ineer ter betoginge en verdere Aditruéfcie van het geavanceerde in myne Propofitie op den 4 Oétober jongstleden gedaan , te zeggen, en daar by blootelyk zoude kunnen perfisteeren , zo als nog periisteere by al het geene, daar by vermeld is, (w/yl ik my durve verzeekeren , dat U Wel Ed. Achtb. dezelve rypelyk overwogen hebbende , van de gegrondheid en noodzaaklykheid van dien, volkomen thans overtuigd zullen zyn, en dus ook in dezelven met my zullen moeten toeftemmen. Ook zoude ik my thans alleen kunnen bepaalen, om my, met de voorige provifiotteel, en nu gedaane Advyfen van de Heeren Verfiege en de Rode van Heeckeren te voegen, en het daar by laaten berusten. Dan echter zal ik beide de hoofdpoincten van myne gedaane Propofitie , onder inhsfie van al het geen ik daarby gezegd hebbe, met weinige adftruceren. En wel in de eerfte plaatfe omtrent de noodzaaklykheid van het intrekken, van U Wel Ed. en Achtb. zo gewelde fecrete Refolutie van den a September E 2 jongst-  68 nov. ZAAKEN VAN 1783- jongstleden , waarby ik aangetoond bebbe de onmoog» lykheid, dat dezelve konde Secreet blyveu, zo als dan ook pttblicq door meer dan een lid dier vergadering is verhaald „ dat de Heer Commandeur deezer Stad, „ aan de Ruad van Staaten hadde kennis gegeevetr, „ dat Ammunitie uit 's Lands Magazyn, aan het Guar. „ nifoen had doen uitdeelen." En op een tweede Mi.sfive van den Raad , dat zulks gedaan hadde op verzoek en requilitie van U Wel Ed. en Achtb. uit hoofden van eene door U Wel EJ. en Achtb, genome fecrete Refolutie. Dit verhaal is overal bekend , en manifesteerd aan de wereld tót wat einde, en wat het oogmerk van U Wel Ed. en Ach bare met zulk een verzoek en req* Mog, opleiden, toe dat verheveuer gedeelte van Compagnies Handel bedryven, welker gezeegende invloeden zig niet alleen over het Amba^c oeffenende en Neeringdoende gedeelte onzer Burger Miatfch ippy verfpreiden; maar die zelve tot in andere Landen , ja in geheel andere Waerelddeelen zig uftftrekken, en een keeten van Handel maaken, waar van de fchaakels ontelbaar zyn , en die allen aan zoo veele deftige en agtenswaardige Kooplieden van ons Lmd, een zeer ruim beftaan geeven. Voorzeeker, Hoog Mog. Heeren, het zyn niet alleen verfcheide Fabrieken , en andere voortbrengsels van ons Lmd , welke de O-ïStindifche Maatfchappy , zoo ter verzending naar Indie, als voor haar gebruik hier te Lande jaarlyks inkoopt, zy heeft daar toe o»k vreemden toevoer noodig ; dus most by voorbeeld de Noordfche handel, teikens aan de Maatfchappy zeer groote Leverancien doen van Scheepsbouwftoffen en andere Scheepsbekoeftens. En wat betreft de Koop. waaren die zy jaarlyks uit Indie ontfangt , het is bekent, dat niet dan een zeer klein gedeelte van dip Goederen , voor het binnenlandsch vertier, nodig is , en dat ver de meeffe aan vreemde Europefche Natiën verkogt worden. Deeze vervoeren of ontbieden te gelyk met de ingekogte Indifche Proiuctan , groote partyen van andere Goederen, en brengen ter zeiver tyd in betaaling van alle deeze Koopmanfchappen, de Producten van andere Gewesten , waardoor de Scheepvaart, mitsgaders 's Lands active en pasfi/e Handel, op eene zeer uitlteekende wyze bevoordeelt word. Deeze Handel en Scheepvaart hangen niet af vau toevallige omflandigheeden , nog ontleenen derzelver weezen en beftaan van oorzaaken , die flegts voor een tyd paus hebben, maar zy zyn zeeker, zy zyn ftandvastig, nademaal zy ter vervulling dienen van behoefcens , dewelke geltaadig ftand grypen , en waar van het voornaamfte gedeelte' tot heeden , door de Nederlandfche Compagnie alleen heeft kunnen vervuld worden ; wy zeggen, Hoog Mog. Heeren ! tot heeden, om het meer dau  nov. STAAT EN OORLOG. 1783. 130 dan dubbel gevaar , waar aan de Speceryhandel (dat dierbaar kleinood voor de Oostindifche Maatfchappy, en voor de gantfche Republicq) in den tegenwoordigen ftand van zaaken, naar onze gedagten, is blootgefteld; wat zoude, indien beide , en de Republicq en de Compagnie , dien onwaardeerbaaren fchat moeiten derven, of in gemeenfchap met anderen, van dien tak de vrugren plukken; wat zoude het verlies niet onvergoedhaar weezen, hoe zoude niet het gemis, van die, het verlies van alle de overige takken van den Oostindifchen Handel na zig fleepen, en hoe zoude alsdan niet tertond de keten breeken, van welke wy zoo even fpraaken. Immers zouden andere , op Indie Handel dryvende Natiën, al haar vermogen infpannen, om op de Koopmarkt van Europa , in het ftuk van de Oofterfche Waaren, onze plaats te vervangen; waar door natuurlyk by haar door de Koopers gebragt zouden worden de Goederen , welke ter inhandeling van die Waaren moeten dienen, en ook by haar door dezelve Koopers ingeflagen, de behoef ens, die deeze nu in Nederland, koopen , alleen om dat Compagnies verkoopingen hen derwaards trekken. Dat overheerlyk gebouw van Neerlands Koophandel, het geen reeds zoo lang de verwondering der Natiën is geweest, zou hier door van een van deszeifs beste en duurzaamlte zuilen ontzet worden. In weiken deerlyken ftaat het zelve als dan zou geraaken , is ligt te voorzien, want nergens zou men den bron vinden, die zoo mildelyk als de Oostindifche Maatfchappy, de beste takken befproeide van Neerlands welvaart. Het zy met eerbied gezegt, maar de Hemel verhoede , dat men genoodzaakt worde, daar toe de particuliere Vaart en Handel op de Oostindien te baat te neemen. Nooit, Hoog Mog. Heeren , zou men de Engelfchen beeter, dan langs deezen weg, kunnen in de hand werken. Dien trotzen, en met een geest van verovering zoo zeer bezielden nabuur, die in Béngaaï len reeds de Wetten fielt, en het zelfde op het geheel Schier-Eiland van Indie gaarn meede zou doen, "die in het bezit van Negapatnam blyvende, en dus de Sleutels  i4o nov. ZAAKEN VAN 1783. tels der Tansjourfche Graan-Magazynen in zyne handen houdende , het zelf den Keizer van Kandia , op het Eiland Ceiion benaauwd kan maaken, die door de geleegentheid van Negapatnam , de Vaart in die ftreeken, zoo dikwils hy wil, ontrusten zal ; deezen zoo gevaarlyken Nabuur zou men , door het vernietigen van de Maatfchappy, en het openltellen van de Vaart op Indie , een grooten dienst bewyzen — geene tegenkantingen geen tegenwigt, hoe ook genaamt, by hen welke dien Vaart en Handel zouden oeffenen ontmoetende, of kunnende ontmoeten, zou de fnelheid van de vorderingen, die hy in magt en aanzien verder zou maaken (eene fnelheid , welke reeds zoo vervaarlyk groot geweest is) als dan in eene op haar minfte tien dubbele reden nog toeneemen. Boven dien konnen wy ons bezwaarlyk een denkbeeld vormen van de wyze, op welke die particuliere Handelaars in Indie eenige befcherming zouden kunnen erlangen. De ondervinding, die de Nederlandfche Maatfchappy zelve heeft, is over voldoende , om genoegzaam met zeekerheid te voorfpellen, dat die Particulieren in hunnen Vaart en Handel , door de Bediendens van de Engelfche Compagnie, welker byzondere belangen daar tegen niet zelden lynregt zouden aanloopen , fchielyk zouden worden gedwarsboomt en daar om de West van Indie de voornaamfte takken van dien Handel , behalven in den inkoop van Zalpeeter, ook, en wel inzonderheid in Lywaaden , als meede in Zyde, zouden beftaan, zoo merken U Heog Mog. zeer ligt, wat 'er van dien particulieren Handel te wagten zou weezen , onder andere voor de Katoendrukkeryen, voor de Zyde Fabrieken , beide zeer kostelyke hanteeringen voor de Republicq, alzoo dezelve een meenigte van Lieden aan werk helpen. . Hoe zoude, mogen wy, Hoog Mog. Heeren! wy ders vraagen, hoe zoude voor de behoudenis der vaste Bezittingen der Nederlanders in Alie, by het openzetten van de vrye Vaart op Indie, gezorgt worden; het zy dat die Bezittingen geleegen zyn op gronden, van welke de Maatfchappy zelve Eigenaresfe is, als by voorbeeld om de Oost van Indie, het zy dezelve tot  NÖV. STAAT EN OORLOG. 1783. 1*1 tot andere Landen van Afie behooren, hoe zal in het plan van een opengeftelde Vaart , en een ontbinding van de Maatfchappy , hoe zal in dat plan het beftek moeten leggen, om aan de Nederlanders de behoudenis dier Bezittingen te verzeekeren ? altans Hoog Mog. Heeren , het betaalen van Schattingen aan de Indifche Vorften, het voldoen van deeze en dergelyk voorwaarden , waar aan 's Maatfthappys verblyf en Handel in Indie is onderworpen het waaken tegen vreemden indrang en onderkruipingen , het bewaaren en verdeedigen der Landen , dit alles zyn zaaken , welke door de particuliere Handelaars niet kunnen verrigt, nog aan hun betrouwt worden. Dus hebben wy, zoo we meenen , duidlyk genoeg aangetoond , de onbeftaanbaarheid der vrye Vaart op Indie, dat laatfte Plegtanker, waar van men zig bedienen zou moeten, om te zien of'er voor deeze Landen nog eenig voordeel uit Indie was te haaien. Wy zouden by de politieke gronden, die door ons zyn aan. gevoert, nog verfcheide andere konnen voegen, meestdeels van een mercantielen aart, maar die wy kortheidshalve onaangeroert laaten ; eeniglyk in het voorby gaan nog aanmerkende, dat door den omflag van de Compagnie in Indie, aan het Vaderland weezentlyke voordeden worden toegebragt , en dat de Maatfchappy , juist door dien omllag, jaarlyks aan 's Lands Schatkist offert; terwyl men zig verliest, wanneer men de fom wil opmaaken van de Schatten, die zy langs zoo oneindig veele weegen, in 's Lands Kas doet komen. Niet eenige Provincie van de Republiecq is 'er, die niet jaarlyks een zeer aanmerkelyk deel geniet van alle de ohderfcheiden voordeden, welke over het Land , door de Oostindifche Compagnie worden uitgeftort. Deeze waarheid is al te baarblykelyk, dan dat men aan dezelve zou kunnen twyffelen; en, Hoog Mog. Heeren! het zy ons geoorlooft aan te merken, dat al was het dat dit gemeenfchappelyk belang, van daadelyke voordeelen , by alle de Provintien geen plaats had, deeze alle nogthans een zeer weezentlyk belang zouden hebben, in het in ftand houden der Oostindifche Maatfchappy, aangezien derzelver vernietiging , eene  r** nov ZAAKEN VAN 1753. eene zeer groöte vermindering in de gewoone inkomften der Provinciën van Holland en Zeeland, te weeg zou brengen ; voegende het aan ons niet de gevolgen uit te breiden , welke zulks voor de overige Provinciën zou hebben. Ja, Hoog Mog. Heeren! zou niet de Nakotnehugfcbap, in de Gedenkboeken van de Re. publiecq met verbaasdheid leezen, dat men een Maatfchappy , die alleen aan uitgaande en inkomende Regten, daaglyks meer dan duizend guldens; en wadneer men de gezamentlyke Land- en Stads Lasten by den anderen reekent, jaarlyks meer dan een Millioen guldens opbrengt; zoo dat een fom van zelf honderd Millioenen niet genoeg is, om uit te drukken het geen door de Maatfchappy zeedert haare opngting in dier voegen is betaald; die overzulks voor den bloei, ja voor het geheele weezen van de Republiecq zoo allernoodzaakelykst is, door gebrek van den noodigen byftand, geheel had laaten verlooren gaan? Wy zwygen van al die voordeden, welke het Land telkens by de vernieuwingen der Oftroyen van de Maatfchappy genoten heeft , die zoo dezelve alle in Geldfom vervat wierden, hier een allertreffendfte vertooning zouden maaken. Zou de Nakomelingfchap, de oorzaaken overwegende van den vervallen ftaat, waar in zy de Republiecq gebragt zou vinden, wanneer zy bedenken zou, dat hoe groot, hoe verwonderenswaardig groot de voorzeide fom van vry meer dan honderd Millioenen guldens , ook moge weezen, die fom nogthans klein , ja gerins is, zoo men daar mede vergelykt die ontelbaare Schatten, welke het Land, geduurende dien tyd , offchoon indirect, egter daarom niet minder weezentlyk heeft genoten van alle Ingezeete. nen, welke hunnen welvaart, of geheel, if ten deele aan de Maatfchappy zyn verfchuldigt, zou die Nakomelingfchap, wanneer men haar, die zelve Maatfchappy, darr by nog vertoonde, als geweest zynde eene zoo voornaams fource van de circulatie in den Handel van Nederland, zig over den ondergang derzelve niet hooglyk beklaagen? zou zy, de oorzaak van den ondergang verneemende, niet genoodzaakt zyn te twylJèlen, of wy ons genoeg beievert hadden, om deeze zenuw van den Staat  ija nov. ZAAKEN VAN 1783. Over U Hoog Mos-, aangeleegene meidagen en befluiten , >oi wel als over hoogstderzelver Perzoonen en Familien het dierbaarfte van 's Hune's zeegeningen wenfehende, zyn wy mee den die^ften eerbied , enz. (Was get.) F. w. BOER. CCLXXXil. ExtraB uit de Refolutien van Hun Ed. Gr. Mogende de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland, inhoudende eene verklaaring van het woord Zwagers, in de Privilegiën van Leiden , met opzigt tot het bekleeden van Regeeringiposten, vermeld, In dato 20 November 17F3. Is gelezen de Requesre van die van de groote Vroed* fchap der Stad Leiden , houdende , dat by onderfc "dene Privilegiën, Octroyen en Keuren, betreffende de Magiftraat-beftelling binnen die Stad, bepaald was, dat roch Vader en K nd, twee Gebroeders, noch twee Zwapers , of tot Burgemeesteren mogten worden verkoozen, of op de Nominatie van de zestienen tot Schepenen gefteld. Dat de bepaling van twee Zwagers, boven verneld, by veelen fpeculatie had gegeeven, als vermeenende, dit , noch naar befchreven Rechten, noch volgens de intentie by Hun Ed. Groot Mog. te meermalen gemanifesteerd, twee Peifoonen twee Zusters ter Vrouwe hebbende, en buiten dien in geen affiniteit den anderen beflaande , even zoo min als Wee Peifoonen, daar van de een aan des anderen overleedene Zuster is getrouwd geweest, het zy dat van zodanig Huwelyk Kmd of Kinderen achtergebleven zouden mogen zyn, het zy dat zodanig Peifoon tot een ander Huwelyk zcude mogen zyn overgegaan , of niet , den anderen als Zwagers konden of behoorden te beletten , om of niet te faamen tot Burgemeesteren te worden aange. fteld.  kov. STAAT EN OORLOG. 1783. ^53 ■field, of ter Electie op de Nominatie van zestienen tot Scheepenen gebragt, corroboreerende deeze hunne meening met de letter der Refolutien by Hun Edele Groot Mogende op den 5 November 17-3, op het verzoek van Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stad Enkhuizen, en den 30 September 1666 , op 't Adres van Burgemeefteren en Regeerders der S:ad Briele genomen. Dat, hoe zeer by eenige der Leden deswegens geene zwarigheid was gemaakt, het echter by de vertoonders was geoordell , ter voorkoming ook van alle misverftand voor 't vervolg, het meest geraden te zyn , hun daar over aan Hun Edele Groot Mog. te addreffeeren , verzoekende de vertoonders , dat door Hun Edele Groot Mog. worde verklaard , dat de , in de Privilegiën , Oclroyen of Keuren , betrekkelyk de Magiflraats-beitelling der Stad Leiden voorkomende, bewoording van Zwagers, niet zal worden verdaan vau twee Perf>onen twee Zusters ter Vrouwe hebbende, even zoo min als van twee Perfoonen , daar van de een aan des anderen overleede Zuster is getrouwd geweest, en zulks zonder onderfcheid , of van zodanig Huwelyk Kind of Kinderen achtergebleven zyn, of ook de overgebleven Perfoon weder in een ander Huwelyk is overgegaan, of niet; en daar van te verleenen Refolutie in forma. Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verflaan , by deeze te verklaaren, dat de, in de Privilegiën, Uctroyen, of Keuren, betrekkelyk de Magiftraats-beftelhng der S ad Leiden voorkomende, bewoording vau Zwagers, niet zal worden verftaan van twee Perfoonen , twee Zusters ter Vrouwe hebbende, even zoo min als van tweë Perfoonen daar van de een aan des auderens overledene Zuster is getrouwd geweest, en zulks zonder onderfcheid, ot" van zoodanig Huwelyk Kind of Kinderen achtergebleeven zyn , of ook de overgebleeven Perfoon weder iii een ander Huwelyk is overgegaan, of niet (Laager ftond) Accordeert met voorfz. Register. (Was get.) C. CLOTTERnOOKE. K 5 CCLXXXIII.  154 nov. ZAAKEN VAN i783, CCLXXXIII. Misfive van de Staatfche Gezanten te Parys aan Hun Hoog Mogende, raakende de volledige fluiting van den Vrede met Engeland. In dato 23 November 1783. Wy hebben, na dat wy de uitwisfeiing gedaan hadden van de Praeliminairen , niet verzuimt alle onze pogingen aan te wenden, om het einde onzer onderhandelingen, door het fluiten van een Definitif Tractaat, ter uitvoer te brengen. Ten dien einde hebben wy, meer dan eens ernftige inftantien gedaan by den Hertog van Manchester, om, zoo als hy zich by het fluiten der vooifz. Praeiiroinairen verbonden had , naar zyn Hof te fchryven , wegens een Equivalent voor den affhnd van Negapainam en de onderhoorigheden van dien; en wegens den eisch , dat men van de zyde van Engeland de Commercie der Hollandfche Indifche Maatfchappy, te Bengalen en in eenige andere deelen der Indiën , niet zoude belemmeten, waar op wy gecontinueert hebben mee kragt te infteeren , dat hy alle zyne pogingen zoude aanwenden , op dat hem de noodige inftrudtien ten dien aanzien mogten gegeeven worden , en dat wy daar door in ftaat konden worden gefield, om wederzyds het Definitif Traftaat te reguleeren: dan wy hadden geduriglyk het leedwezen van te verneemen , dat het Minifiery zich weigerde aan het verzoek, het welk de Heer Ambasfadeur ons verzekerde verfcheiden reizen herhaald te hebben. Wy hebben vervolgens opge. merkt, dat 'er weinig of geene dispofiiie plaats hadde, om eenige verdere Moderatie plaatfe te geeven in het farm'iiftel der Artykelen , zoo als wy in den beginne vei wagt hadden, ingevolge de gedaane verzeekeringen, dat indien 'er gehandeld werd , zonder de tusfehenkotnst vau het Hof van Frankryk , men met ons op eene r.delyker wyze in onderhandeld:;;; kon treeden. Oordcelende , dat het in de tegenwoordige omfiaiuiig- he-  nov. STAAT EN OORLOG. 1783. IJ5 heden veel sefchikrer ware voor het belang van den Staat , dat 'er een fpoeriig einde van de zaaken gemaakt wierde, dan in de onzeekerheid te blyven , en zich te voeden met een ongegronde hoop, van beeter voorwaarden te verkrygen, is het op dezen grondfiag dat wy vervolgens aan dien Ambasfadeur hebben te "kennen gegeeven, dat dewyl Hunne Hoog Mogende kragtdadigiyk wenschten om de zaak tot een volkomene beflisilng te zien brengen, door het fluiten < van een Dffinitif Toelaat van Vrede, en dat H< o^stdezelven alle overweegingen wilden ontwyken , waar door wy insgelyks verzeekert waren thans niet meer te zullen vorderen dan voorheen , wy hem alleenlyk hadden voor te ftellen van de Praeliminairen te willen veranderen in een Definitif Traftaat. Wy hadden ons gevleid dat die Propofitie, waar door het Hof van Londen zich ontheven vond van deliberatien , van de overeenkomst van voordeeliger voorwaarden , dan die welken 'er waren toegeftaan in ■ de Pnehminairen , zoo wel als de vaste verzeekering, die wy ter beantwoord in r,e van den Hertog van Manchester daar in gedaan hadden , dat de Staat geen eenig Equivalenthoe ook genaamd , had aan te bieden in de plaatfe van Nagapatnam , dan het geene 'er hier te vooren aangeboden , en door het Hof van Londen was afgeflagen , zyne Excellentie in ftaat zou ie hebben geftekl, van dadelyk met ons mede te werken tot het in (land brengen van het Traftaat , ofwel dat, dewyl declareerde ten dien einde alvoorens de beveelen te moeten onifangen , zulks een prompt en defi. nitif antwoord van zyn Hof zonde hebben te wege gebragt , doch wy moeten met leedweezen met den eerften informeeren , dat in de plaatfe van dit de Heer Ambasfadeur ons eindelyk op voorleeden Woensdag heeft gecommuniceerd, dat een Courier des avonds te vooren uit Londen aangekomen , Hem , van wegen Zyne Groot-Brittannifche Majefteit, order had gebr.igt van ons kennisfe te geeven , dat Hooggemelde Zyne jüfajefteic, hebbende met advys van zynen Raad , rypelyk de zaake overwogen, vóórhelde aan Hunne Hoog Mo-  I5<5 nov. ZAAKEN VAN i783. Mogenden, van het Defmijif Traftaat te fluiten in den Hage of te Londen ; dat hy Ambasfadeur niet twyfteicte, of wy zouden de goedheid hebben , om bv de eerfte geleegentheid Hunne Hoog Mogenden daar van te verwittigen, op dat Zyne Majefteit, zoo ras moo*Jy* ware , konde worden geinformeert van de keuze°, die er van een der opgeroeide Piaatfen zoude gedaan worden, dat Hy vervolgens insgelyks gelast was, om te.n,2Iel^1fnrty^ te nerhaalen, dat de Koning onophoudelyk bleef verlangen , om de zaak tot fhnd te brengen , met zoo weinig vertraging als het met den aart derzelve koude overeenkomen. Op al het welke wy niet hebben verzuimd, om aan zyne Exelientie voor te ftellen , dat, dewyl de beide Mogendheaen aan derzelver refpeclive Minifters reeds de Volmagten hadden gegeeven, rot volkomer.e fluiting van den Vrede, en dat de zaaken reeds zoo ver. re gevorderd waren , eene Negotiatie niet verder nöocfzaafclyk ware, 'er eene Propofitie gedaan werd, die nergens toe konde «rekken, dan ©m het werk, tegen de neiging van den Staat flepende te houden: dat wy voor hem teflens niet konden verbergen , dat dezelve weinig ingang konde vinden,, in de tegenwoordige omftandigheden van zaaken der Republiek, en in geenen deele gefchikt zoude fchynen om de beide Natiën met meerder fucces te leicien tot eene wederzydfche Viien fchap; doch, dat wy echter niet nalaaten zouden, om zyne propofitie -te brengen ter kennisfe van Hunne iioog Mogenden, en Hoogstderzelver ordres en goédKeurig af te wagten. ö Wy hebben de eer enz. CCLXXXIV.  nov. STAAT EN OORLOG. 1783. 157 CCLXXXIV. ExtraB uit de Refolutie van de Vroed' fchap der Stad Amfterdam; raak- nde het verzoek der Oostindifche Maatfchappy, om onderftand van acht Mil' lisenen. Den 24 November 1783. Commisfarisfen van den Achtbaaren Raad, hebben ingevolge en ter voldoening aan de Reioltitie Commisforiaal, van denzelve Raade van den 15) deezer, geëxamineert het Adres, door Bewindhebberen van de O. I. Compagnie ter Kamer alhier, met voorkennis van beëedigde Hoofdparticipanten gedaan; by t welk verzogt word het appuy van den Achtbaaren Raad, ten einde met de Compagnie, op een door Bewintihebberen in gereedheid gebragt Adres, aan H. tt. Mog. werde bygeltaan, voor den 15 December eerstkomende met een fom van agt Millioenen guldens, en voor den 15 January met vier gelyke Millioenen , en dat de Deliberatien daarover, uit hoofde van den fpoed, welke ten deeze zoude werden vereischt, mogten worden gefepareert van die , welke zoude moeten werden gehouden op het Rapport, door de Heeren Hun Ld. Gr. Mog. Gecommitteerden , den co ter Vergadering van Holland uitgebragt, op de Misfive van Gecommitteerde Bewindhebberen uit de refpeclive Kamer ter Vergadering van 17, van den 3 Juny laastleden, raakende de zorglyke omftandigheden , waarin gemelde Compagnie uit hoofde van gebrek aan gereede Penningen zig iegenswoordig bevind, en verzoekende ten dien einde Haar Hoog Mog. daadelyke en fpoedige hulpe, hebben te rapporteeren. Dat het verzoek van Bewindhebberen, met voorkennis van Hoofdparticipanten gefchied , hun is voorgekomen te wezen tweeledig. Vooreerst dat aan hun voor den 15 December, agt Millioenen, en voor den 15 January nog vier Millioenen mogen worden bezorgt. Ten tweeden , dat de Deliberatien, op dat verzoek; niet mogen af hanglyk gemaakt worden, van die op^het  Hov. STAAT EN OORLOG. I783. 159 den gefteld, ten fine van onderzoek eenige zaaken pofeeren , welke op deze vraagen van een onmiddelyken invloed zyn , zy dan ook daarvan, ten overftaan van dezen Raad, gevoeglyk kunnen gebruik maken. Dit doen zy liever, aan de eene zyde uit de bewustheid van de kunde, oplettendheid en yver, met welk dit werk door Hun Ed. Mog. is behandelt, en aan de andere kant om de gelegendheid , waarin die Heeren zyn geweest, om verfcheide Zaaken van naby te zien; en waaromtrent Hun Ed. Mog. zelve zig dus uitdrukken „ -dat by den aanvang hunner Befoignes „ eerst en vooraf eenige Préparatoire Poincten, be„ trekkelyk tot de voornaamfte Ingrediënten van het „ voorgemelde Addres, onderling hadden beraamd, ten „ einde daarop de noodige Informatien en Ophelderin„ gen van Bewindhebberen voorfchreeven in te nee„ men, en dat aan de daar toe gedaane Requifitie vol. ,, daan zynde geworden, zy voorts bedagt waren ge. weest op alle verdere meest efficacieufe Middelen, „ welke {trekken konden ter verkryging van zodanig „ meerder licht en doorzicht , als voor hun in eene „ materie van natuur als deeze , allezins noodig was , „ om zig nopens het gewigtig onderwerp hunner Com,, misfte naar behooren en met genoegzaame kennis „ van zaaken te kunnen acquiteeren ; dat zy Heeren „ Gecommitteerden vervolgens dien weg hadden inge„ (lagen, welke huu ter bereiking van het voorn: oog„ merk meest bekwaam en gefchikt was voorgeko„ men." De voorgeftelde Vraagpoincten dan toetfende aan het Rapport van de Gecommitteerdens van Hun Ed. Gr. * Mog. word de I. Vraag , de noodzakelykheid van de verzending van geld na Inaie daar in ten fterkften affirmatif beantwoord , want, 't was aan Heeren Ge. committeerdens gebleeken , ,, dat het montant der „ contante Speciën, die door de Compagnie Jaarlyksch „ na Indie verzonden worden , op vyf Millioenen, min ,, of meer begroot moest worden : dat deeze verzen. „ ding, vermits den Oorlog, zedert drie jaaren heeft ,, ftil geftaan; dat over zulks als nu ten fpoedigften „ en zonder uitftel aanzienlyke fommen van pe&hih- » gen,  t$2 nov. ZAAKEN VAN i?83; zelfs het verlies van Compagnies Bezittingen ten gevolae zoude kunnen hebben. Maar wanneer Commisfarisfen hun oog hebben ge. vestiad op de akelige gevolgen, die eene ftremmmg ra de zaaken der O. I. C. hier te Lande , byzonder m deeze Stad zou veroorzaaken, hebben zy niet dan met de uiterfte ontroering kunnen denken , aan zoo veele Ambagtslieden, die op de Werf hun eenig beftaan vinden, en voor welke, byzonder gemerkt het Jaarfaizoen, niet anders dan armoede ftaat te wagten Men zwvge van zo veele menfchen , als in de Pakhuizen werken, en ook hier uit alleen hun onderhoud vinden. By deeze twee foorten van lieden meenen Commisfarisfen zich als nu te moeten bepaalenom dat dezelve een naauwer verband hebben met die gevolgen , welke een ftilftand der O. I. Zaaken terftond zoude te weeg brengen: terwyl de overige Ingezeetenen van deeze Stad, van de overige Steeden, ja van alle de andere Provintien in dit noodlot gelykelyk zouden deelen , 't geen behalveu het vooren gededuceerde nog tot aandrang zal kunnen dienen voor de 5 vraag. Of namentlyk, uit hoofde van het by de vier eerfte ooinaen verhandelde , de Achtbaare Raad behoord te befluiten, om haare toeftemming te geeven tot de verzogte hulp aan de Compagnie ? Waaromme Commisfarisfen flegts aanroeren, dat wanneer het vast ftaat, Czo als zy meenen uit meergemelde Rapport betoogd te hebben) dat de door Bewindhebberen opgegeevene fom zo voor Indie als Nederland benoodigt is, en dat het gemis daar van, behalven het gevaar voor kostbaare Bezittingen, nog van eene voor den Lande, maar allerbyzonderst voor deeze Stad , allerakeligst voonntziat zoude zyn, de Achtbaare Raad tot die hulp haare toeftemming behoord te geeven ; altoos echter tevens in het oog houdende, dat 's Lands Penningen, door dit Confent, aan geen gevaar worden blootge- fteTÓt aandrang van deeze Helling moeten Commisfarisfen den Achtbaaren Raad nog voor een oogenbhk bepaalen tot de Circulatie , die de O. I. ïiind^r:  17© nov. ZAAKEN VAN 1783, fehappy; dat voorts deeze Raad volftrekt inftetnde met de gedagten van Heeren Gecommitteerden, dat de gebreken, welke in de Conltitutie en het Beleid van zaaken der Maatfchappy, zo hier te Lande als in Indie, 't zy die zich in den itaat van defenfie , 't zy in 't dry ven der Koophandel, 't zy in 't adminifteeren der Finantien openbaarden , volftrekt behoorden te worden verbeeterr. Dat Gedeputeerdens ter dagvaart wyders behoorden te worden verzogt, om het ter Vergadering van Hun Ed. Gr. Mog. daar heenen te dirigeeren , dat, voor al, en als eene conditio fine qua non, vast ftaande, dat de gebreeken , welke bevonden zullen worden , moeten worden verbeeterd , op zodanige wyze en in dier voege, als hier vooren is gemeld , en verder zal worden bepaald, aan de Compagnie ten allerfpoediglte zoude behooren te worden verleend een proviiioneel fecours van 12 Millioenen , ten einde dit lighaam, 't geen van zo veel gewigt is, zo voor de gezatnentlyke Bondgenooten, als byzonder voor deeze Provintie, in ftand te houden en tot voorigen bloei te brengen. Dat ten dien einde zoude behooren te worden open» gefteld eene Negotiatie, nader te bepaalen. Edoch dat inmiddels en hangende de Deliberatien hier over , uit de Kasfen, 't zy van de Generaliteit, 't zy van de Provintie van Holland eene toereikende Somme aan de Compagnie zoude behooren te worden verftrekt, om uit de te doene Negotiatie te worden terug gegeeven. Dat Gedeputeerdens van wegens deeze Stad al ver. ders zouden behooren te worden verzogt, om de vriendelykfce doch te gelyk ernftigfte inftantien by de verdere Leden van Hun Ed. Gr, Mog. te doen, ten einde dezelve by hunne Heeren Principaalen geliefden te effectueeren, dat dezelve de Confideratien van deezen Achtb. Raad in ernftige overweeging gelieven te neemen en zich voegen by de nadere voorflag van deeze Stad, dewelke by deeze zaak zo allerwezendlykst is geintresfeerd, en welker welvaart of tegenfpoed aan geeue der overige Leden van deeze Provintie, noch aan de overige Provintien , uit hoofde van de importante lasten die zy in de Unie draagt, onverfchillig zyn kan. Dat  174 nov. ZAAKEN VAN 1783. maakte Capitulatie, tot verdere beveiliging fflet een be* hoorlyk Pasport is voorzien geweest, doör gemelde Nederlandfche Commisfievaarder, niet hadde vermogen te worden genomen, noch voor goede pryze kan worden verklaard; maar alleen in hoe verre zoodanig Pasport eifeéïivelyk aan boord van dit Schip is geweest' mitsgaders, of en welke kosten en fchaaden door voor' fchreeve Kapitein zyn veroorzaakt. Is mitsdien goedgevonden en verflaan, dat het Collegie ter Admiraliteit te Amfteldam zal worden aangefcbreeven, om, hoe eerder zoo beter, te doen onderzoeken of het Schip La Rofe, onder den Kapitein John Wormeld, ten tyden, wanneer het zelve is genoomen door den Kapitein Stratenhurg effectivelyk was voorzien van eea Frans Pasport, tot beveiliging van het voorfchreeve Schip en Goed, conform de gemaakte Caputilatie, en om in dat geval door den voornoemde Kapitein Stratenhurg of deszeifs borgen, te doen vergoeden de kosten en fchaden, welken door het gedrag van hem Kapitein aan het voorfchreeve Schip en Lading zullen blyken toegekomen te zyn. CCLXXXVI. Circulaire Misfive den 24 November 1783. gefchreven en verzonden, door Heeren Burgemeesters en Regeerders der Stad Amfterdam, aan de refpective Leden , ter Vergadering van Haar Edele Groot Mogende de Hee. ren Staaten van Holland en Westfriesland- EDELE GROOT ACHTBAARE HEEREItl Bewindhebberen van de Oostindifche Compagnie ter Kamer alhier, hebben op den 18 deezer, aan ons te kennen gegeeven, dat door de Vergadering van Zeventienen, thans alhier by een zynde, aan Haar Hoog Mog. ftond te worden gedaan een Adres , en daarin verzogt, om nog voor den 15 December met 8 M\\- lioe-  W0v. STAAT EN OORLOG.' 1783. 175 Koenen, en nog voor den ijf January met nog 4 Millioenen te mogen word bygeftaan, en dat het appui op voornoemde Addres by de Vergadering van Hun Ed. Gr. Mog. fpeciaal zoude worden verzogt, (van welke Addresfen zo aan Haar Edele Groot Mogenden als Hun Hoog Mogenden U Edele Groot Achtbaare zekerlyk bereids zullen wezen geïnformeerd) terwyl Bewindhebberen ons in fubftantie verzogten, onzer Stads Gedeputeerden te qualificeeren en te gelasten, in dac verzoek confent te draagen , en de Deliberatien daaromtrent te fepareeren van de Deliberatien op het Rapport , door de Heeren Gecommitteerden, op den 30 Oétober ter Vergadering van Holland uitgebragt. Dit verzoek, by Ons in deliberatie genomen zynde, en den inhoud daar van vergeleken hebbende met het voornoemde Rapport, hebben wy de noodzaakelykheid begrepen waar in Bewindhebberen zich bevinden , om een genoegzaame Som van penningen te zenden na die Colonien, welke zedert het begin van den Oorlog daar na reikhalzend uitgezien, en zich fteeds gevleid hebben met de hoop, om , by de eerfte bekwaame gelegenheid, een ontzet daarvan te erlangen; terwyl Wy zouden dugten, dat de aankomst van Schepen, zonder geld, de kostbaare bezittingen der Maatfchappy, immers veele derzelve aan het alleruiterst gevaar zonde bloot ftellen. Wy doelen voornamelyk op die , daar het Papiere-geld reeds zedert eenigen tyd in de wandeling is geweest, en op die geene, welke den Inlander zyne Producten , op gezette tyden moeten betaalen. Aan den anderen kant zyn 'er tegens de ophouding der 9 Schepen , welke thans zeilvaardig liggen , langer dan tot den by Refolutie^van Hun Hoog Mogenden van 4 January 1743, bepaalden tyd van 15 December, mede allergewigtigtte zwaarigheeden. U Edele Groot Achtbaare gelieven hechts te denken om het Jaarfaizoen hier te Lande, 't geen Storm of Ysgang dreigt, en aan de minder favorable winden, welke de Schepen laaier vertrekkende , op haare reis aantreffen. Dan allerbyzonderst is Onze aandagt gevallen op de noodzaakelyke Uitgaven hier te Lande , waartoe Bewind-  I7Ö nov. ZAAKEN VAN 1735, windhebberen oordeelen een Som van 4 Millioenen voor 15 Jmuary noodig te hebben. En vermids daar onder , zo wy geïnformeerd worden , begrepen is een Som van twee Millioenen aari Adfignatitn, uit Indie getrokken , kunnen Wy , wanneer wy ons vertegenswoofdigen de Objecten, waar aan , volgens 't Rapport van Heeren Gecommitteerden , de Uitgaven al verder zouden moeten gefchieden, ons zeer gemakkclyk laaten overreeden , dat die Som nier te hoog genoomen is. Wanneer wy nu denken aan die akelige gevolgen, die de flilftand van den Oostindifchen Handel'in alle de Steden deezer Provintie zoude hebben, kunnen wy aan dezelve niet dan met aandoening denken. Onze Stad zoude met die geene , daar Kameren van de Oostindifche Compagnie zyn , zekerlyk de eerfte en fterkfte gevolgen befpeuren gevolgen die voor die Steden allerfchromelykst zouden weezen , als men flechts het oog vestigt, op het daar door vermeerdert getal noodlydende lediggangers in dezelve, vooral in het naderend Jaarfaizoen. —— Doch Edele Groot Achtbaare Herren ! ook de andere Steden en alle 's Lands Ingezeetcnen, zouden daar in mede een wezenlyk deel hebben. U Edele Groot Achtbaare zyn overtuigd , dat dé Commercie de zenuw van den Staat is; maar wie, die eenige kunde van dezelve heeft, weet niet, dat de Commercie aaneengebonden is door een keeten , waar van flechts één fchaakel gebroken wordende, de gantlche keeten los is? En wie weet niet , dat de Oostindifche Comongnie eene der wezenlykfte fchaakels dier keeten is? Wie weet niet, de importante Circulatie van penningen , die de Oost-Indifche Compagnie te weeg brengt, en welke mogelyk in 't algemeen daarom niet genoeg geacht is, om dat ze niet genoeg gekend wordt? Indien dan de val van de Oost-Indifche Compagnié eene kwyning in de Negotie zoude met zich voeren, zouden niet alleen de Steden, die eenig deel in de Commercie hebben, in dien val deelen, maar zelfs alle andere Steden en alle 's Lands Ingezetenen zouden 'er het  wov. STAAT EN OORLOG. 1783. 177 het droevigst gevoel van hebben , terwyl onze Stad, wy fchroomen het niet ronduit te verklaaren , op den duur nier in ftaat zoude zyn , zonder den welvaart, die de Oost-Indifche Compagnie aan haar bezorgd, dielasten op te brengen, welke zy, zoo met opzicht tot de Provintie, als tot de Unie , gewillig en blymoedig draagt. Dit , Edele Groot Achtbaare Heeren ! rekenen wy voor alle de Leden van Holland van een wezendlyk belang. Dit meenen wy aan dezelve te mogen en te moeten verklaaren, met verzoek die verklaaring , by de Deliberatien op deeze materie, in het oog te willen houden. Het is 'er echter zoo verre van daan , Edele Groot Achtbaare Heeren ! dat wy zouden meenen de Compagnie te moeten byflaan , op eene wyze , waar door of de Penningen, of 't Crediet van den Lande eenigzints zouden worden in de waagfchaal gefteld, dat wy nimmer tot eenige favorabele Refolutie zouden hebben mede gewerkt, zonder behoorlyke kennis van zaaken, zoo de Gecommitteerden van Hun Edele Groot Mogenden, in wier Kunde, Oplettendheid en Yver wy de meeste fiducie ftellen, na een fcrupuleus onderzoek, de Finantien van de Compagnie niet als folide erkenden, en de oorzaaken van haare tegenswoordige omftandigheden ilegts als temporair befchouwden. Maar boven dien Edele Groot Achtbaare Heeren ! zyn wy van gedagten, dat zoo 'er (gelyk Heeren Ge. committeerden toonen te begrypen,) gebreken in de Compagnie hier te Lande of in Indie, 't zy in de Conftitutie, beftier der Finantie, beleid der Commercie, of Zaaken tot defenfie mogten gevonden worden, dezelve als dan moeten worden verbeterd , en het is niet dan onder die expresfe mids , dat zulks als eene Conditio fine qua non vast ftaat, dat onze Heeren Gedeputeerden ter Dagvaart zyn gelast , om provifioneel in de genoemde twaalf Millioenen confent te draagen .• terwyl wy eerlang gelegendheid hoopen te hebben over de ten dien einde noodige Negotiatie ons te verklaaren. Dan inmiddels zyn wy van oordeel , dat uit de kasfen, 't zy van Holland, 't zy van de Generaliteit, XVIII. deel. M de  178 nov. ZAAKEN VAN 1783. de benoodigde Penningen aan de Compagnie zouden behooren te worden uitgereikt, om uit de te arrefteerene Negotiatie te worden gerembourfeert» U Edele Groot Achtbaare merken dus hier uit, dat wy het met het Rapport van Heeren Gecommitteerden virtualiter eens zyn, te weeten, dat de gebreken, die *er , volgens het Rapport van Heeren Gecommitteerden , zyn en verder bevonden mogten worden, volftrekt moeten verbeterd worden: — hoe zeer wy ons, voor als nog , over de middelen niet kunnen verklaaren , deels om dat de gebrekeu , door Heeren Gecommitteerden niet bepaaldelyk aangeweezen wordende , wy over de middelen daar tegens niet kunnen oordeelen: deels om dat by ons nog verwagt worden de Berigten en van Bewindhebbeeen en van Hoofdparticipanten op dat Rapport, die wy, om een juist oorded te vellen , volftrekt noodig hebben. De nood dan, waar in de Compagnie is, de gevaarlyke gevolgen voor onze Stad niet alleen, maar voor veele andere Steden , de ruïne van ons lieve Vaderland, heeft den Achtbaaren Raad onzer Sta l doen befluiten, ons te verzoeken, om van haare Refolutie, op heden genomen, en van de redenen van dezelve U Edele Groot Achtbaare kennis te geeven , met inftantig verzoek, by de Deliberatien, over 't Rapport, of over 't nader verzoek van Bewindhebberen, dezelve te willen in overweeging neemen ; en voor zoo verre by U Edele Groot Achtbaare daar over bereids mogte weezen gedelibereerd , in dien gevalle , dezelve in nadere Confideratie te willen neemen. Het zal ons inmiddels altoos aangenaam zyn, wanneer U Edele Groot Achtbaare, tot beveiliging van 's Lands Finantien, die, wanneer in de verzoeken van Bewindhebberen wordt geconfénteert , een zoo merkelyk belang krygen in het welvaaren van de Oost-Indifche Compagnie, eenige zaaken kunnen aan de hand geeven , die tot wezendlyke verbetering kunnen ftrekken van eene Maatfchappy , die altoos, en te recht, i» befchouwd geworden als de hoofdzenuw van de wel» vaart van den Staat : zullende wy en, zoo wy ons ver-  N*v. STAAT EN OORLOG. 1783. 170 verzekert houden, ook de Achtbaare Raad, tot het invoeren van die verbeteringen, zoo verre die van ons afhangen, gaarne medewerken. H t zal. niet noodig zyn U Edele Groot Achtbaare te bepaalen by den fpoed, welke deeze zaak vereischt en van welke in deezen alles afhangt, waar van wy vertrouwen , dat U Edele Groot Achtbaare ten vollen zullen wezen overtuigd. Wy moeten hier nog byvoegen , dat wy tot eenen zoo o! gewoonen flap, als is het fchryven van Brieven aan U Edele Groot Achtbaare en de verdere Leden van Holland niet anners zyn gekomen, als uit hoofde van het gewigt der zaake: terwyl wy hier plegtig moe. ten verklaaren, en van die verklaaring nader zouden moeten doen confteereii, dat wy niet verantwoordelyk geh' u^en willen worden voor de gevolgen, welke uit verwylde Deliberatien over het fecours aan de Compagnie te sreeven , of een weigering van hetzelve, zou« den fpruiten. Wy bevelen U Edele Groot Achtbaare in de befcherminge Gods en blyven. (Onder ftond) Edele Groot Achtbaare Heeren , U Edele Groot Achtbaarhedens Goede Vrienden Burgemeesteren en Regeerders der Stad Amfterdam. (Laager ftond_) Ter Ordonnantie van dezelven. (Was getJ J. M. VAN PABST. M a CCLXXXVIL  180 nov. £ ZAAKEN VAN 1785. CCLXXXVII. Misfive, Memorien en verdere Papieren , raakende het gefchil tusfchen Zyne Hoogheid den Prins Erffiadhou. der en de Regeering van Alkmaar, over de Magifiraatsbefielling in de genoemde Stad. Ingeleverd ter Vergadering van hun Edele Groot Mogende, in dato 28 November 17^3. Ontfangen eene Misfive van Zyn Hoogheid den Heere Ptince van Orange , gefehreeven alhier in s Hage den a6 deezer, waar by op de gelegde gronden en de daar nevens gevoegde Bylaagen , eene provi 10neele voorziening van hun Edele Gr. Mog. verzoekt, ten aanzien van het different met de Regeenng der Stad Alkmaar ontftaan, omtrent de begeeving der Ampten van Burgemeesteren, Schepenen, Thefauners en Vroedfchappen, breeder hier na geinfereert. Edele Groot Mogende Heeren , byzonder e goede Vrienden. Het is niet dan met het uiterfte leedweezen, dat Wy Ons genoodzaakt vinden, om ter kennisfe van U Edele Gr. Mog. te brengen , hoe het aan Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stad Alkmaar, immers aan eene zeer groote meerderheid derzeWen , heeft kunnen behaagen , om eerst op den 18 February deezes jaars 1783 eenige leden uit het midden van hun te committeeren, ter examen van eene in die Vergade. ring gedaane Propofitie, om te onderzoeken het regt (zo als daar by word gezegd) aan de Stad omtrent de begeeving der Ampten van Burgemeesteren, Schepenen, Thefauners en Vroedfchappen toekomende, en om daar op te dienen van hunne confideratien en advis, als ook vervolgens reeds op den 24 derzelve maand february, en alzo ilegts zes dagen daar na, ter-  t9* nov» 2AAKEN VAN i7g3. ve tot hier toe by alle gelegenheden op de plegtigfte wyze is erkent en agtervolgt. En gelyk Wy dus in Onze hoedanigheid als Erfftadhouder deezer Provincie eene diergelyke onderneeming nimmer kunnen goedkeuren , of in dezelve berusten , nog Ons in deezen mogen onttrekken aan de verpligtingen, welke deeze voorfz. qualiteit Ons oplegt, en aan het maintien der Regten aan Ons en Onze Nakomelingen door de hooge Overigheid van den Lande opgedraagen , zoo hebben Wy al aanftonds by het ontvangen van UE. Misfive aan derzei ver Gedeputeerden mondeling op het plegtigst gedeclareerd , dat Wy in de voorfz. UE. aan Ons gedaane kennisgeeving geenszins acquiesceerden, maar daar tegenop het fterkst waren protesteerende, waar van Wy ook geenszins twyfelen, dat dezelve Gedeputeerden aan UE. rapport zullen gedaan hebben. Wy hadden dan wel verwagt, dat U E. op het zelve Rapport van deeze Onze pro- , testatie, en ook vooral, na dat UE, kennis bekomen hadden, van de nadere Aante- ' kening van vyf Leden der Regeering van derzelver Stad , tegens de voorfz. zogenaamde Refolutie der meerderheid, deeze zaak in nadere overweeging zouden genomen hebben, en by eene rypere deliberatie overtuigd zynde geworden van de onbeftaanbaarheid en wederregtelykheid van diergelyk een demarche, beflooten zouden hebben niets te doen, dat eenige atteinte zoude kunnen toebrengen aan de Conitirutie der Regeering der Stad Alkmaar, conform de Privilegiën van den Souverain en het gebruik by hoogstdenzelven goedgekeurt en bevestigt, of aan de Regten en Prasëminentien Ons als Erfftadhouder deezer Provincie toekomende, maar in tegendeei de gemelde Conftitutie , en  nov. STAAT EN OORLOG. 1783. 197 het maaken eener finaale afkomst dier zaake by meerderheid op de toen eerstkomende Vergadering1 op het fterkfte hadden geprotesteert ; en dat ook die Refolutie vervolgens ten uitvoer gebragt is. Oordeel nu zelve Doorlugtige Vorst ! over de hardigheid der uitdrukkingen in Uwe gemelde Misfiven van den 7 deezer maand voorkomende. Dat , namelyk Uwe Hoogheid het gemelde befluit der meerderheid van Ons geenzints confidereert als een wettige Refolutie van Burgemeesteren en Vroedfchappen der Stad Alkmaar; maar hetzelve integendeel moet befchouwsn als eene allezins illegaale onbeftaanbaare en wederregtelyke daad, waar door dezelve meerderheid heeft getragt om eigener authoriteit en via fa£ti, da Conftitutie der Regeering en de tegenswoordige Regeeringsform deezer Provincie t conform de Handvesten , Privilegiën en oude gebruiken, aldaar fteeds plaats gehad hebbende , te veranderen , en daarenboven aan Uwe Hoogheid in deszelfs qualiteit van Erfftadhouder te ontneemen de eledtie van Burgemeesteren , Schepenen , Thefauners en Vroedfchappen Onzer Stad uit de Nominatien, daar toe volgens de evengemelde Handvesten, Privilegiën en oude gebruiken geformeerd, waar toe Uwe Hoogheid gr"  nov. STAAT EN OORLOG. 1783. ait grepen 10/komelyk gehouden werden /onder hun. die met enige ' nyen Handvesten die nyer fyn dan hoire te verbreken of te verkorten in eenig.rwys. Ende want wy voor ons ende voer onfen nakome.ingen geloeit lielben onf'e getrouwer ftede gemeynen poirteren ende gemeynten van Alkmaar voorn: Alle dtfe voorfz. punten vatte en gejlade te houden ende te doen ho.dcn tót ewigpü* DAi»Ri'i behoudelvk om altyi onfer hoger heerlykhedsn ende etn ygelyk fyns rechts. Dar het ook verder wel degelyk re» fleélie verdient , dar dit zo even nog gernclde aanzknlyk Hanavtsr. van 1426 verleend 'is, onder anderen, overmids menigen trouwen diensts wiie ia de Graven en Gravitn^ door de poirteren ende goedé gemeynten deezer ftede gedaan. En wyders , dst het meergenoemde zo meikwaardig Octroy van 1650 (by hetwelk het meergemelde Handvest van Vrouwe Jacoba van Beyeren en de vooifz. confirmatie van Hertog Philips' van Bouigondien , als ook het Privilegie van i6^o, worden geallegueerd) verleend is p fundament, dat tot den vreede en het vreedfaam georuik van dé vryheid, waar toe 'de Landen van Hólland e.; Weitvriesland d.e^tyds door Gódes genadigen zeges, gekomen waren, dg Stad Alkmaar in den jav.e 1573' de fundamenten had heipen faggen , gotdt noch bloedt /paaiende, om te /tutten de vittorieufe en geweldige wapenen vaë den Koning van Spanje, gelyk zy doof Gódes hulp zo vrómeiyk gr-daan hadden. Dat zy Heeren C >aimis.fir'.'den uit heC tot hier toe bygebragte meenden met alle O 2' I  Ma nov. f i i i ] Zie By'age K. 1. 2. 3, 4£. 6. L ZAAKEN VAN 1783. ducie te mogen en te moeten befluiten, iet alleen, dat het aanltellen van Burgeneesteren, Schepenen, Thefauriers en Vroedchappen deezer Scad, aan deeze Regeering, ils reprefenteerende de Stad en derzelver Jurgery, ontwyfelbaar toekomt; maar ook, Jat, daar de gemelde Handvesten, Privilegiën en Oftroyen op trouwen dienden, op ?oed en bloed der Burgery en Ingezeetenen syn gevestigd; daar ze niet aan of voor byzondere Perfoonen, maar aan de Regeering, voor haar zelve, en als reprefent.ee.. rende de geheele Burgery, zyn vergund, daar ze niet aan eenig geflagt zyn bepaald, maar zich ook tot de nakomelingfchap uitftrekken; en daar alle daaden , tot hinder van dezelve ftrekkende , door de wetgeevende magt uitdrukkelyk verbooden zyn, ook uit dit alles noodwendig moet volgen, dat niemand het recht heeft om dezelve voorregten in het allerminst te verkorten, of in eenigen opzigte daar tegen aan te gaan, maar dat dezelve als waardige eer-teekenen van der Voorvaderen deugd, en als dierbaare kleinodiën voor de Stad en Burgery, behooren te worden erkend en bewaard, en ook ongefchonden aan de Nakomelingfchap overgelaaten. . Dat dit op de fterkfte wyze bekragtigd wordt aan de eene zyde door den eed, by voorige Heeren Stadhouders, en in het byzonder ook door den tegenwoordigen Heer S'adhouder, aan den Lande gedaan, en m derzelver Commisfien vervat, te weeten, om voor te liaan, te vorderen en te bewaaren de Hoogheid, Gerechtigheid, Privilegiën en Welvaaren van den Lande van Holland en WesUriesland, Leden, Steden en Ingezeetenen van dien, en aan den anderen kant door den eeel , door eiken Burgemeester deezer Stad gedaan, van, naamiyk, de Pn-  nov. STAAT EN OORLOG. 1783. 213 vilegien te verfterken en voor te ftaan, als ook door den eed, door ieder Lid van deezer Stads Vroedfchap afgelegt, om de Privilegiën deezer Stad voor te ftaan en te helpen bevestigen. En dar gevolgelyk, onder reverentie, noch door de Regeering der Stad eenig recht, met de Stads Handvesten en Privilegiën ftrydig, aan iemand mag worden afgedaan, noch ook door den Heer Stadhouder mag worden aangenomen. Gelyk ook aan hun Heeren Commisfarisfen niet was voorgekomen eenige Refolutie of andere Afte, waar by zodanig recht van de Stad, ïpeaialyk omtrent de bedeUing der bier voor genoemde Ampten en Commisfien uit de Regeering, door dezelve Regeering aan en ten behoeve van de Heeren Stadhouders finalyk en onbepaald zoude zyn afgedaan en overgegeeven. Dat het wel waar is, dat, ten tyde van Heeren Stadhouders in deeze en in de voorige eeuw, ter vervulling van Vroedfchapsplaaifen , Nominatien door de Regeering zyn gemaakt, en door de Heeren Stadhouders de eleclien gedaan; en zulks niettegenftaande de Regeering tot de verkiezing van Vroedfchappen reeds nader by het Oc» troy van 1610 gerechtigd was; dat ook na dat de Oetroyen van 1650, 1669, en naderhand dat van 1728, reeds waren verleend , insgelyks uit Nominatien tot Burgemeesteren, Schepenen en Thefauriers, door de Regeering geformeerd, de eleéhen door de Heeren Stadhouders gedaan zyn; als meede dat aan den tegenwoordigen Heer Stadhouder, en deszeifs Heer Vatier, Recommandatien tot de Nominatien tot Vroedfchap deezer Stad, en tot begeeving van Commisfien uit deeze Regeering , zyn gevraagd, en ook vervolgens ingekomen. O 3 Maar  si+' nov, ZAAKEN VAN 17*3. Maat dat hier omtrent, wtTf eerst, in het generaal moet worden aangemerkt, dat, ten aanzien der vervulling der Ampten tot Vroedfchappen , Bu.^erneesteren , Schepenen en Thefauriers , hier uit niet kan worden op. gemaakt, dat het loude gefchied zyn met oogmerk'om dit recht van fanftelling aan den Heer Stadhou Ier finalyk af te itaan , dewyl de Stads Regiering dan zoude moeten gefupponeerd worden, eene daad verricht te hebben , walke met de gemelde Handves'en, Privilegiën en Oclroyen der Stad niet overeen konde gebragt worden ; dat ook , daarenboven , dezelve Handvesten, Privilegiën en Oclroyen verleend zyn zonder eenige bepaaling van tyd , of zonder ondeifcheid van praélyk, welke iu Stadhouderlyke of Stadhouderlooze tycten zoude moeten plaats hebben: dat verders, hoe zeer men wel wil onderftellen , dat geen moedwillig opzet tegen de Stads Voorrechten heeft plaats gehad, het nogtans, volgers de hier voor gelegde gronden, zeker is, dat, tegen dezelve is dezen, en van de zyde der Regeering, en ook van den Heer Stadhouder , gehandeld in : en wat betreft het vraagen van de gemelde recommandatien , waar van men het eerfte voorbeeld in het jaar 1745 vind aangetekend, dat, vermits daaitoe doorgaans alvoorens Refolutien zyn genomen , die niet andets dan als een res mwse ficufcatis kan gtcoiilidereerd worden. Maar dat zy Heeren Commisfarisfen, ten tweede , ook gemeend hadden, dat, boven en behalven de zo even opgegeevene generale aanmerking , eene meer byzondere befchouwing verdiende het point nopens de begeeving der Ampten van Burgermeesteren, Schepenen, Thelauriers en Vroedfchappen dezer Stad in Stadliouderlyke tyden. Waar na  hov. STAAT EN OORLOG. 1783. 11$ na dan ook over de voorfz. recommandatien tot het Ampt van Vroedfchap dezer Stad, en tot Commisfien uit deeze Regeer ring, nader zal gehandeld worden. Dat zy Heeren Commisfarisfen, met betrekking tot het point van de begeeving der ewngenoemde vier Ampten in Sradhouderlyke tyden in de eerfte plaats hunne attentie gevesu'gt hadden op den tyd van bet Stadhouderfchap van Prins Marrits , wanneer hét Privilegie van den 15 Maart ióïo door hun Ed. Gr. Mog. is verleend geworden. Dat zy Heeren Commisfarisfen dan ook, omtrent de begeeving van het Vroedfchap Ampt, als, ten aanzien van den tyd , ten dezen voornamelyk van applicatie ; dewyl de Stad diestyds nog niet weder in het bezit van de aanftelling tot de Magiftraats-perfoonen was; bevonden hadden , dat op den 7 December 1619, by vacatuure van vier Vroedfchaps plaatzen, by de Regeering in deliberatie gebragt zynde , of men volgen zoude den voet van het eud Privilegie, het' welk voor het jaar ióio was onderhouden geweest , dan of men den voet van het nieuwe volgen zoude, daar op verjiheidene Confideratien gemoveert waren, concerneerende eenigen de Confervatie van 't voorfz. Privilegie, als tot dienst van de Stad verkreegen zynde, en andere ziende op 't intrest van zyne Prinfelyke Excellentie, den welken de electie van de Vroedfchappen, die hem by voorgaande Privilegiën was gedefereerd, daar by was onttogen : En dat eindelyk by de meeste ftemmen was goedgevonden voer die reize de elecHe van de Vroedfchappen te doen in conformite van 't nieuwe Privilegie', doch onder expresfe partestatien en verklaring, dat men daar mede de voorfz. confideratien noch de advifen van den een of den ander, op deO 4 zei-.  ai6 nov. ZAAKEN VAN 1783, zelve gefondeerd, niet verftond te prcejudi' cee-en. Waar na dan ook op den 9 derzelfde maand vier nieuwe Vroedfchappen door de Regeering by meerderheid van ftemmen gekozen waren. Dat voorts , met betrekking tot dien zelfden Stadhouderlyken tyd, nader bevonden; was , dat, op den 30 November 1620 by de Regeering na deliberatie verft aan was, dewyl V nieuwe Privilegie bekomen was in het jaar 1610 in de onrustigheid binnen deze Stede, en apparentelyk tot ftyvinge van de foelie van de partyen, en zyne Prinfel. Excellentie daarby notoirlyk was verkort, enge-, prajuüicieerd geweest in het recht hem volgen: de oude Privilegiën geconpeteerJ hebbende: dat men, orn te repireeren de injurie, en 'f interesfe zyne voorn. Exeell. toet het verkrygen van 't voorfz. Privilegie aangedaan, en zyne Prinfel. Exeell. g«ede affectie tot deze Stede te confervesren; aan zyne gemelde Exeell, 't voorfz. recht wederom behoorlyk zoude defereeren. om dienvolgende in de e/eclie van Froedfclappen voortaan welcr ïe volgen den voet V in de oud; Pnviiegi«n. En dat voorts was gosdgevonéen tot hetzelve te committeeren de Gedeputeerdens ter Dagvaard zynde. Gelyk dan ook op den 18 December van dat zelfde jaar 1620 door de Regeering eene nominatie van ne^en perftnnen , ter electie var» drie uit dezelve tot Vroedfchappen, geformeert was. Maar dat zy Heeren Commisftrisfen, hoe ongaarne zig anders ook op eene des refpeétueufe wyze omtrent de praedecesfeuren in de Regeering uitlaatende , zig nogthans niet dispeufeeren konden van op dit gepasfeerde in de jaaren 1619 en «Sao te remarqueeren , dat men in dien tyd zekerlyk de zoo aanzienlyke Handvesten der Stad niet, of  nov. STAAT EN OORLOG. 1783. ai7 of althans niet met behoorlyke attentie , heeft nagezien, wanneer men zoude bevonden hebben , dat de Regeering reeds in 't jaar 1450, by -de hier voorgemelde notabele Aéte van Hertog Philip van Bourgondien ! het recht had verkrcegen om zelve de Vroedfchappen te kiezen; welk recht haar wel by het bier voor insgelyks reeds genoemde Privilegie van Keizer Karei van den «26 September 1530 nniio jure was onthouden ; maar in het welk zy by het Octrny van 1610 weder herdeld was;.en dns ftaande het Stadhouderschap van Prins Maurits; dog welke (ten minften voor zo verre aan hun Heeren Commisfarisfen bekend was) dit O:troy voort op eene legale wyze heelt tege nfprooken. Dat hier by kwam , dat de Regeering van dien tyd zig heeft aan gematigd het recht, niet alleen om pro lubitu . van een Ociroy, door den Souverain verleend, af te wyken, maar om'ook hetzelve door eene zoo genoemde liberale declaratie kragteloos te maken: tot welk een of ander zy echter , volgens de hier voor gelegde gronden ,ten eenen maale onbevoegd was. Ja dat dezelve Regeering niet alleen, tot zoo genoemde reparatie van injurie en het interesfe, welke zyne Prinfel. Exeell. met het verkrygen van dit Privilegie quaii zoude zyn aangedaan , het belang van de Stads Regeering en Burgery uit het oog verloor, maar ook (denkelyk door onkunde en verkleefdheid aan den Heer Stadhouder, door welken ze in het jaar 1Ö18 was aangefteld) eene injurie noemde het weder ontvangen van een recht, aan de Stad reeds over meer dan anderhalve Eeuw gegeeven, en aan dezelve door dit Octroy by den Souvarain gereltitueerd: blyvende diestyds de Heer Stadhouder nog in het bezit der electie tot Burgemeefteren en Schepenen, welÖ 5 ke,  US rrov. ZAAKEN VAN 1783. fee , reeds van het jaar ,1426 af, aan de Stad had toegekomen. Trouwens, dat aan welgemelde zyne Prinfelyke Excellentie het regt van electie tot Vroedfchappen door de Regeering, fchoon zonder bevoegdheid , wierd gedefereerd, om deszeifs goede aff Stie m deeze Stad te canferveeren; het wek dus zich met geene mogelykheid verder dan tot den Perfoon van welgemelden Prins Maurits konde uitftrekken; gelyk dan ook, uit het voorgevallene in de jaare 1625 en 1636, zoo aanftonds zal blyven , dat dit diestyds op die zelfde wyze begreepen is. Dat zy Heeren Commisfarisfen vervolgens , met betrekking tot het Stadhouderfchap van Prins Frederik Hendrik , gevonden hadden , dat de Regeering deezer Stad, op den 26 April iÖ2j het Stadhouderfchap deezer Provincie van deezer Stads wegen had gedefereerd aan welgemelde Prinfe Frederik Hendrik, met dien verftande, dat de Commisfie of Inftruftie , alvoorens het arresteeren, aan de Vroedfchappen deezei Stad ter refumtie zoude worden overgezonden: Dat aan dezelve verders uit de Vroedfchaps Refolutie van den 2 May des zeiven jaars gebleeken was, dat diestyds alhier was goedgevonden , dat de Commisfie van den overleeden Prinfe Maurits aan welgemelde zyne Hoogheid Frederik Hendrik, mutatis mutandis, zoude worden gegeeven, en dat hier by, in dezelve Vroedfchaps Refolutie, gevonden wierd deeze nadrukkelyks periode, met dien ver Hemde, dat deze Stede behoude alle haare Privilegiën vry en Gerechtigheeden derzelven tot deezen dage toe verleent en fpecialyk het Privilegie van dato den 15 Martii iflio, nopens de eleStie van de Vroedfchap en andere pointm. Dat voorts, na dat by Vroedfchaps Refolutie van den 5 December 162Ö , na deliberatie was goed- ge.  nov. STAAT EN OORLOG. 1783. 519 gevonden , dat de electie van de Vroed» fchappen volgens het Privilegie van 1610 by de Vroedfchappe zoude worden gedaan, vervolgens op den 13 dier zelfde maand ter- Vroedfchaps Vergadering geleezen was eene Misfive van de Heeren Gedeputeerden deezer Srad, houdende een tObrftel, waar by Zyne Hoogheid hoopte, dat het eligee» ren van Vroedfchappen op denzelfden voet zrude ga::n, als ten tyde van den vooiigen H'.t' Stïdhöüdéf gefchied was, en waar toe die Vi.u Rotterdam airede aan de Heeren van Alkmaar exempel gegeeven hadden: waar op iten ook ten zeiven dage was goedgevonden s om de goede affeèïie van zyne Prinfelylyke Excellentie toe deezer Stede te conferveeren, het voorfz. recht van e/etlie wederomme aan zyne Prinfelyke Excellentie op te dragen en te defereeren, en dien volgens de electie van de Vroedfchappen op den voet van de oude Privilegiën te doen, ter tyd en wylen toe de Heeren Vroedfchappen voor de conflitutie dezer Stede en tot welftand derzelver üi:dtrs zullen vinden te behoiren. Dat zy Heeren CommisJarisfen infusfehen, ten opzichte van het geallegueerde exempel van Rotterdam, by goede informatie vernomen hadden , dat , na dat die Stad op den 17 Septemper 1615 Octtroy had verkreegen, om haare eigene Vroedfchappen te maaken, dezelve, in het jaar 1621 aan Prins Maurits geconcedeerd had de electie van Vroedfchappen uit een dubbel getal, door die van Rotterdam te benoemen, dog niet anders dan onder een Acte van non praejuditte , en behoudens hunne Privilegiën, en fpecialyk het voorfz. Octroy van 1615; en dat vervolgens door hen in den jaare 1625 die zelfde concesfie ook aan Prins Fredrik Hendrik , onder gelyke Acte van non prejudicie, gegeeven is. . En  *ao mov. ZAAKEN VAN 1783.' En dat zy Heeren Commisfarisfen omtrent dit ten tyde van Prins Ftedrik Hendrik voorgevallene moesten aanmerken, dat, gelyk hier niet gevonden wordt eenig fondament van eisch of fustenu, maar wel eene koop , welke niet anders dan als een verzoek kan worden opgevat , het voordel van den Prins ook niet anders dan relatif tot het zo even gemelde geval van Rotter. . dam kan geëxpliceerd worden: dat gevolgelyk de opdragt van het recht van electie by de voorfz. Refolutie van den 13 De. cember i6a6 ook bepaaldelyk niet anders kan worden begreepen, dan als of dezelve gedaan ware onder gelyke Acte van non praijudicie, met betrekking tot het Privilegie van den 15 Maart 1610, als zulks door die van Rotterdam onder eene zodanige Acte met relatie tot het Octroy, aan die Stad op den 17 Sept. 1615 gegeeven, geichied was: en verders dat deeze opdragt ook bepaaldelyk gefchied is met deeze uitdrukkelyke referve, ter tyd en wylen toe de Heeren Froedfchappen voor de Covftitutie dezer Stede ende tot welftand derzeher anders zullen vinden te behooren: en voorts nog, dat gelyk deeze Refolutie van den 13 December 1Ö26 op den gemelden voet is genomen , om de goede affeclie van zyne Prinfel. Exeell. tot deezer Stede te conjerieeren, dezelve ook notoir niet verder dan met relatie tot den perfoon van welgemeiden Prins Fredrik Hendrik kan geïnterpreteerd worden. En dat zy Fleeren Commisfarisfen hier ook moesten byvoegen, dat by deeze Regeering op den 10 Juny 1647 eene zeer notabele Refolutie genomen is, waar by, onder anderen, na dat de Privilegiën dezer Stede, en de Refolutien tot begeeving van het Vroedfchaps-ampt betrekkelyk , als ook de  K0V. STAAT EN OORLOG. 1783. aat de eed van de Vroedfchappen geleezen wa. ren na rype deliberatie is goedgevonden en eenfiemmelyk gearresteerd de diestyds vaceerende plaatfe , mitsgaders alle plaatfen die namaals in de Vroedfchap zouden_ komen te vaceeren , te bekleeden by elettie tn confor. mité van 't Privilegie van den xv Murtu 16Dat zy Heeren Commisfarisfen ook niet anders gevonden hadden, dan dat de begeevingen der open gevallen y/°efchapsplaatfen, ten tyde van het Stadhouderfchap van Prins Willem de tweeden, op den voet der zo even gemelde Refolutie van den 10 ïunv 1647 (en dus overeenkomfbg met het Oöroy van den 15 Maart 1610, als ook met de Afte van confirmatie van Hertog Philips , van den 26 Maart 1450) waren begeeven: (telyk hier van daadelyk gevallen in de Vroedfchaps Refolutien van den 21 luny 1648. IS November 164?. en 24 September 1650 gevonden wierden. , Dat zy Heeren Commisfarisfen ook bevonden hadden , dat de Ampten van Burgemeesteren , Schepenen en Thefauriers , ten tyde van het Stadhouderfchap van de Frrf/n Fredrik Hendrik en Willem den tweede' op den zelfden voet, als ten tyde van Prins Maurits, begeeven waren , te weeten by electie van den Heer Stadhouder uit èen dubbel getal, door de Regeering ge- '^Eii^dat' zy Heeren Commisfarisfen hier op alleen moesten aanmerken, dat, fchoon bv het Handvest van Vrouw Jacoba van Beyeren , van den 11 April 1426 aan de Stad het zoo notabel voorregt, daar by vermeld, was verleend, men zich in die drie Stadhouderlyke Epoques in deezen naar het Oftroy van den 15 Maart 1610 gedragen btefU Dat  «a Nov. ZAAKEN VAN 1783. Dat vervolgens , na het orerlyden van Prins \Willem de tweeden, de twee hier voor gemelde en zeer notabele Oótroyen van den 9 Decemb. 1650. en i3 Decemb. 1669 door H Ed. Gr. Mog-. verleend zyn. de, de aanifc'.ingen tot Burgemeesteren, Schepenen en Thefauners, conform die Üctroyen, als ook de begeevinge van Vroed, fchaps Ampten , volgens dat van den 15 Maart sóto door de Regeering der Stad gedaan zyr,-. Dat zy Heeren Commisfarisfen verder hunne attentie gevestigd hebbende op het geen , met betrekking tot de begeeving van Ampten van Burgemeesteren, Schepenen, Thefauriers en Vroedfchappen, ten tyde van het Stadhouderfchap van Prins Willem den derden was in het gebruik geweest, wel hadden bevonden , dat de elecïien tot dezelven ampten aan welgemelden Prins, door de Regeering waren overgelaaten: Dat het aan hun Heeren Commisfarisfen ook, uit overweeging der Vroedfchaps Refolutien van den 19 May 1674 , als ook van den 23 Juny, 6 Augusty en 16 December 1702, wel als waarfchynlyk was voorgekomen, dat Zyne Hoogheid, en ook de Regeering, diestyds van meening geweest zyndat het recht om deeze eleétien te doen aan den Heer Stadhouder toekwam. Maar dat zy Heeren Commisfarisfen op dit een en ander moesten antwoorden, dat, gelyk de hier voorgemelde onrechtmaatige en onbeffaanbaare Refolutie va< 30 Novemb. 1620 niet, teegen de duidelyke Handvesten en Privilegiën aan, tot terug richtfnoer verftrekken kan , zoo ook bet verkeerde begrip hetgeen waarirbiiynlyk by de Regeering ten tyde vanjv l Stadhouderfchap van Prins Willem de derden heelt pinats gehad, of althans de tegen de Stads voorreen-  wav. STAAT EN OORLOG. 1783* a*3 rechten en tegen het daatby uitdrukkelyk «(lelde recht aanlopende handeling van deleive Regeering gfcljk 00 : het erroneus begrip en handeling van den Heer Stadhouder tot geen voorbeeld ter navolging drenen 'mag : en dat ook dezelve Pm» (Soon w§el niet anders te vertrouwen ,s dan dat zy de aan hem overgelaatene e ecïen in de* vaste onderftelling van derzelver Wettigheid zal hebben gedaan) echter een zodanig Voorrecht, al wierd het hem door de Re wering uitdrukkelyk ongeboden, met mogt aanneemen, niet alleen uit hoofde van den aart der Handvesten en Pnvilegien zeive, maar ook uit kracht van oe door hem op den 9 July 1672 beëedigde Commisfie by welke hy beloofd had, te zullen voor. (laan, vorderen en bewmren de Hoogheid , Gerechtigheid, Privilegten enwelmarenvan den Linden van Holland en West-Vnesland , Leden, Steden en Ingezetenen Dat , eindelyk, ook in aanmerking was genomen, dat, na dato, van het jaar 170a af tot h.t jaar' .747 toe , de beflelhng, der Ampten van Burgemeesteren, Schepenen, Tuefauriers en Vroedfchappen, m gevo ge het recht, aan de Regeenng, als repnefenteerende de Burgery, overeenkom (tig de Handvesten, Privilegiën en Oétroyen onbetwistbaar toekomende, gefchied was, in de twee daarop gevolgde. Stadhoaderlyke tydperken, tot dezen tegenwoordigen tyd toe, de eleclien tot de gemelde vierderlei Ampten door den Heer Stadhouder,in der tyd, uit nominatien, door de Regeering gefornieerd, en van harent wege aan zyne Hoogheid aangeboden. gedaan zyn. Maar dat zy Heeren Commisfarisfen hier omtrent moesten remarqueeren , dat, vermits dezelfde woorden, als reeds voorheen, en nog zo eveH uit de Commisfie van Prins 0 rP ll'  «24 nov. ZAAKEN VAN 1783. Willem den derden, zyn aangehaald, en welke het votrftaan, vorderen en bewaar en, van de Hoogheid, Gerechtigheid Privilegiën en Welvaaren van deze Provincie, en van derzelver Leden, Steden en lngezeetenen, ten doele hebben , ook in de Commisiie van Prins Witiem den vierden , en van den tegenwoordigen Heere Erfftadhouder gevonden worden, en ieder Burgemeester en Vroedfchap dezer Stad, volgens zynen ge, danen eed , verplicht is om de Privilegiën te verfierken, voor te ftaan of te helpen bevestigen, en vermits ook daarvan boven, al waren 'er deze drie uitdrukkelyke verbintenisfen niet, ook de contenu en extenfie der Handvesten en Privilegiën , als bevattende een verkreegen recht van het geheele Lichaam der Burgery, geene hanrieiwys, daar tegen aanloopende, kunnen toelaaten; gevolgelyk ook all' het geen tor hier toe, nopens de onbevoegdheid der Regeering tot het prefenteeren of afftaan, en van den Heer Stadhouder tot het aanneemen, van het recht van eleétien , is gealter eerd, ten dezen van volkomen applicatie is: temeer, daar 'er thans nog het confirmatoire Odtroy van den 26 May 1720 by gevonden wordt. Dat zy Heeren Commisfarisfen meenden hier nog te moeten by voegen ,. dat wel eene bedenking zoude kunnen ontdaan, dar echter by het Privilegie van den 15 Maart 1610 minder aan de Srad is vergund, dan aan dezelve by de Handvesten van den 11 April 1426 en 26Maar: 14^0 verleend was: en dat ook H. Ed, Gr. Mog., gedurende de Minderjaarigheid van den iegenwoordigen Heer Erfftadhouder, de elecTrien tot Burgemeesteren, Schepenen , Thefauriers en Vroedfchappen dezer Stad gedaan hebben. Maar dat beide deze fpeculatien zeer ras moesten vervallen, als men aanmerkte, dat, in  nov. STAAT EN OORLOG» 1783. 225 in beide deze gevallen , de voorfz. Handvesten niet onder het oog van hoogstgemelde H. Ed. Gr. Mog. zyn gebragt; hetwelk, ten opzigte van het Oétroy van 1610, blykt, wanneer men de prastnisfen daar van inziet; terwyl, ten tyde der minderjaarigheid van den tegenwoordigen Heere Erfftadhouder , geene deliberatien orer de particuliere Handvesten dezer Stad ter Vergadering van H. Ed. Gr. Mog. geweest zyn: en dat, (vooral wanneer men dit vergelykt met de Oétroyen van 1650 en 1669) het alleszints blykt, dat H. Ed. Gr. Mog. gee< ne intentie gehad hebben om aan de wettig verkreegene Handvesten dezer Stad de minften inbreuk te doen. En dat zy Heeren Commisfarisfen, om alle de bygebragte redenen , begreepen , dat, hoe zeer wel de meergemelde electien, tot de voorfz. Ampten van Burgemeesteren, Schepenen , Thefauriers en Vroedfchappen dezer Stad, tot nu toe aan den Heer Stadhouder zyn overgelaaten en door denzelven gedaan, dezelve eleétien, of wel aanltellingen, echter door niemand anders, dan direételyk door deze Regeering , mogen gedaan worden. Dat, ten opzigte van de gemelde recommandatien tot het Vroedfchaps-Ampt en tot Commisfien uit deze Regeering, zy Heeren Commisfarisfen van gedachten waren , dat dezelve tegen het goed en indisputabel recht der Regeering aanliepen, en ook niet met de Conftitutie der Regeering konden worden overeengebragt; behalven dat daar uic ook merkelyke ungeleegentheeden konden voortfpruiteu; en dat gevolgelyk dezelve geen plaats behoorden te hebben : dat hier toe, boven en behalven het geen hier vóór reeds over de gemelde recommandatien is XVIII. deel. P g«-  kov. STAAT EN OORLOG. 1783, 93.7 heeft van cle bekwaamheid haarer Ingezeetenen ; daar in tegendeel de Heer Stadhouder deswegens moet geïnformeerd worden. 5. Dat door zulke recommandatien kan worden veroorzaakt, dat de zodanigen, welken byzonderen invloed by den Heer Stadhouder hebben, en door heerschzucht of eigen belang worden aangedreeven, hier door tot grooten overlast voor hunne Mede-Leden (trekken kunnen. En dat zy Heeren Commisfarisfen, dus onderzocht hebbende de poindten , in de Refolutie Commisforiaal van den 18 deezer maand vervat, namentlyk, het recht, aan de Stad omtrent de begeeving der Ampten van Burgemeesteren , Schepenen, Thefauriers en Vroedfchappen toekomende , als ook, of de recommandatien van den Heer Stadhouder dezer Provincie tot het Ampt van Vroedfchap dezer Stad, en tot de Commisfien uit deze Regeering, verder zouden behooren plaats te hebben; en op die poincten hunne confideratien hebbende opgegeeven , uit hoofde van de hier voor by gebragte redenen eecpaarig van advis waren , dat door deze Vergadering zoude behooren te worden gerefolveerd, dat voortaan niet meer eenige nominatien tot de begeeving van de Ampten van Burgemeesteren, Schepenen, Thefauriers of Vroedfchappen dezer Stad zullen worden gemaakt, en daar op de electie van den Heer Stadhouder dezer Provincie , of van iemand anders, te verwagten , noch ook eenige recommandatien tot vervulling van Ampten of Commisfien, ftaande ter begeeving of dispectie van de Regeering deezer Stad, verzocht of ontfangen; maar dat de gemelde Ampten, oyereenkomftig de Handvesten, Privilegiën en Pa Oc-  228 nov. ZAAKEN VAN i?83- Odtroyen van deze Stad en derzelver Burgery, door deze Vergadering zelve, als repraafenteerende de evengenoemde Burgery, by direfte aanftelling zullen worden begeeven : te weeten , de Ampten van Burgemeesteren , Schepenen en Thefauriers, volgens het Handvest van Vrouw Jacoba van Beyeren van den n April 1426, en de Acte aan confirmatie van Hertog Philips van Bourgondien van den £ nov. ZAAKEN VAN 1783. Regeering niet behoort plaats te hebben ; Wy hebben vervolgens, na rype deliberatie, beflooren, voortaan , tot de begeeving der gemelde Amp. ten van Burgemeesteren, Schepenen, Thefauriers en Vroedfchappen dezer Stad , geene nominatien ter electie te formeeren, nog ook, tot vervulling van Ampten of Commisfien , ftaande ter begeeving of dispectie van de Regeering deezer Stad , eenige recommandatien te gemoet te zien; maar de voorfz. Ampten en Commisfien, volgens de Handvesten en andere Gerechtigheeden deezer Stad, by directe aanftellingen zelve te begeeven , of de gemelde dispectien ook directelyk te doen, en, van dit ons gerefolveerde, aan Uwe Doorluchtige Hoogheid by deezen kennis te geeven. Wy kunnen intusfehen Uwe Doorluchtige Hoogheid verzekeren , dat de reedenen , welke ons hier toe bewoogen hebben, ons zo convincant zyn voorgekomen , dat wy, daar ons de verfterking, voorhand en bevestiging van de Handvesten en andere Gerechtigheeden der Burgery, welke wy reprasfenteeren, zyn toevertrouwt , tot het neemen deezer Refolutie ons in gernoede verpligt gevonden hebben : Wy vertrouwen vervolgens, dat Uwe Doorluchtige Hoogheid ons de Justitie wel zal willen doen van zich verzeekert te houden , dat deeze onze Refolutie aan niets anders, dan aan het inzien van onzen plicht, en aan de overtuiging van ons gemoed, is toe te fchryven ; en dat overzulks het nee-  234 nov. ZAAKEN VAN 1783. En eindelyk , dat by de jaarlykTche Iscture der Handvesten , Privileg ien ? Odtroyen, en Refolutien , tot de aanltelling van de Magiftrature dezer Stad relatief, ook van deeze Refolutie , by eene korte aantekening, melding zal gemaakt worden. Aantekeningen De Heeren Oudburgemeester Ras de Heeren Oud- en Vroedfchap Daey hebben verburgemeester R as klaard , voo zoo verre by de vooen Vroedfchap renltaande Refolutie is gerefolveerd, Daey, tegen de geen recommandatien meer aan zyn bovenfaande Re- Hoogh: de Heere Erfftadhouder te feiutien. vraagen , daar omtrent de Conclufie aan te zien; dat voor zo verre men by deze Refolutie den Heere Erf. iladhouder ontzet van het recht der Eiedtien , aan Hoogstdenzelven by klaare en duidelyke Privilegiën , tot weering van alle Cabalen en overheerfching , en rot confervatie van dc vryiuid der Regenten en goede Burgery , op hun eerbiedig te ken» nen geeven , wel eer geaccordeerd, vo'koroen toegekend ; daar tegen , met reclame principaal dier Privilegiën en Odtroyen van Keizer Carel V, van 2Ö September 1530, van Willem 1. Prins van Orang'e van 25 1 Gdtober 1565, van de Staten van Holland van 6 December 1588, en van 15 Maart 1610, zoo verre dit laaifte de groote Wet aangaat, van 12 December 1610, van menigvuldige Refolutien der Vroedfchap, en van de dit voorfz. recht corroboreerende Costumes , en laarflelyk van de Ordrrs van H. Ed. Gr, Mog. vervat in hoogstderzelver Misfiven van 16 January 1759 en j April 1766, ais mede tegeu de Conclufie om niet dan  noV' STAAT EN OORLOG. 1783. 235 Declaratoir van den Heer Vroedfchap Binkhorst, tegen de bovengaande Refolutie. dan by 18 (temmen recurfus te neemen ad Principem , of recommandatien te vraajen, ten fteikften te protesteeren , aan zich referveerende, niet alleen het recht van nadere aanteekening , maar ook voor zich en > de Posteriteit de vryheid om deeze, tegens de ordre, by de meerderheid genomene Refolutie, als ftrydig tegens de voorn. Privilegiën, Refolutien of Costumes, en de daadelyk gedeclareerde intentie van den Souverain , ten allen tyden. te mogen houden voor nul en van onwaarde , en by gunftiger tyden daar tegen zodanig redres te effedtueeren , of te helpen eft'eétueeren, als zy of de Posteriteit zullen te rade worden , en met het ware welzyn der Regeerjng, Stad en Burgerye, zullen bettaanbaar oordeelen. De Heer Vroedfchap Binkhorst heeft gedeclareerd, tot het neemen van de voorenftaande Refolutie niet alleen niet te hebben geconcurreert, maar dezelve te hebben gecontradiceerd , en daar tegen te hebben geprotesteerd ; referveerende wyders aan zich niet alleen de faculteit, om daar tegen zodanige nadere aantekening te doen j ais dezelve in 't vervolg zal te rade worden ; maar ook voor zich en de Posteriteit de vryheid om deze, tegens de orders by meerderheid genomene Refolutie, als ftrydig tegen de Privilegiën , Refolutien of Costumes , en de daadelyk gedeclareerde intentie van den Souverein , ten allen tyden te mogen houden voor nul en van onwaarde, en  «3<5 nov. ZAAKEN VAN' i7g*. Referve van het recht van Contraaantekening van 19 Leden tegen de twee hovenftaande aanteekeningen. A. Handvest van Vrouwjacoba van Beyeren, van den 11 April 1426. en by gunfliger tyden daar tegen zodanig redres te effeclueeren , als hy of de Posteriteit zal te rade worden, en met het ware welzyn der Regeering , Stad en Burgery zal beftaan. baar oordeelen De Heeren Burgemeesters de Dieu en du Tour, en de Heeren Vroed» fchappen Winder, van der Mieden, Kloek, Jacob van Foreest, Paludam rus, Baert, Dyl, Domis, de Dieu, Schoenmaker, de Carpentier , Elaver, van der Straten, Waarts, de ICempenaar , Druyvefleyn, en Corn: van Foreest , hebben gedeclareert, aan zich het recht te referveeren , om tegen de bovenftaande twee aanteekeningen zodanige contra-aanteekeningen te doen, als dezelve mogten goedvinden. B Y L A A G E N. Jncob van Beyeren bider genade Goeds Hertoginne van Gloucester Gravynne van Henegb van Hollnt van Zeelnt van Pembroek ende Vrou. we van Vrieslnt doen cond allen Luden want onfe poirteren en goede gemeynten onfer Stede van Alcmair op defe tyt tot onfer onderdanicheit gecomen fyn, ende in onfen dienfte ende ons geleift hebben mit horen Liuen ende mit alle hoire machten ons by te ftaen ende ons onfe Lande, ende vaderlic gevuie die ons een deel jaren tiegen god, recht ende reden ontweldicht fyn geweest, te hulpen incrigen ende bekrachtigen ende ons alles te doen dat goede getou-  238 NOV. ZAAKEN VAN 1733. ren burgermeyfteren Hooftmannen of fchepencn ofliuide worde fo foudc men dan bider meesten geuolge diere kuerelich waren In des doden fiat enen anderen kiefen dit dat Jair dan voiit wt dienen fou te ende niet langer,, Item fo lullen Wy onfer ftede voirfcrs hulpen na onfen vermogen ouermids datfe zeer tafter fyn op defe tyt hoir afierftallige lyfrenten op fekeren termynen te betalen binnen vyf Jniren na datum des briefs ende nyemant te geuen dachgelt, dat dair af verfchenen mach wefen „ Ende wair 00c t fake dat yemant wair die eenige brieue hadde op onfer ftede voirfcreuen ende geen gek dair voir betailt en hadde dat men r«delic bybrengen mochte dair en foude fy niet af geuen,, Oick en fullen wii geen arresteringe noch befettinge doen doen binnen onfen graeflicheden binnen defen naiften vyf Jairen van de afterftalligen lyfrenten voirfcreuen „ Voirt fo hebben wy onfe poirteren en gemeynten van Alcmair voirfcrs die tot onfen onderdanicheit gecomen ende mit ons aengevallen fyn dair om vergeuen ende quytgefchouden alfulke brueken ende misdaden als fy jegens ons voirdefen dagegebruect ende misdain mochten hebben „ Item wairt datter yemant wair wt onfer ftede die recht ende vonniste wil dagen die fal weder in mogen comen , op onf' llede recht Item fe fullen die van gheestman ambocht ende alle andere nuwen fteden die tot onfen onderdanicheit gecomen ende mit ons aangeuallen ende ons op defe tyt te dienfte gecomen fyn by horen hantues-  i HO NOV» ZAAKEN VAN 1783. .hantvesten begrepen volcomelic gehouden worden fonder hun die mie eenigen nyen hantvesten die nyer fyn dan die hoire te verbreken of te vercorten in enigerwys Ende want wy voir ons ende voir onfen nacomelingen geleift hebben onf' getruwer ftede gemeynen poirteren en gemeyn» tin van Alcmair voirn Alle defe voirf' punten vaste ende geflade te houden ende te doen houden tot ewigen dagen behoudelic ons altyt onf' hogen heerlicheden ende een ygelic fyns rechts So hebben wy des in getugenisfe defen brieue wthangedde befeget mit onfen fignet hier an gehan. gen by gebreke ons fegels tho def' tyt ende teerst dat wy onze zegel by ons hebben fullen. fo.gelouen wy defen brief van punte te punte te doen verfcriuen vernyen ende bezelen met onfe zegele. In alre manieren als hier voir gefers ftait Geg. in onfen heer voir onf' ftede van Hairlem op ten elflten dach in aprille in 't Jair ons Heren dufent vier honden zes ende twintich. B. Acte van appro« batieen confirmatie van Hertog Philips van Bourgondien, van den 26 Maart 1450. Philips by der graden Goids Hertoge van Bourgoignen van loth. van Brabant ende van Limborch, Greve van VJaenderen van artois van bourgen , palatin van Henegouwen van Hollant van Zeelant ende van Namen, maregrave des heiligen Rycx heere van Vrieslant van falons ende van mechelen, doen cond allen luyden Alzo een wyl tyts geleden zekre gefchiilen ende twydrachten opge-  kov. STAAT EN OORLOG. 1783. *4ï gerezen ende uitftaende geweest zyn, tusfchen den gemeynen rycdom ende die van der Vroefcip onzer goede ftede van Alcmair onderlinge vuyten welken wail gezien was meer onlusten ende onvreden te gebueren, die ons ende derfelver onfer fteden biaventuren hadden mogen dienen tot groter hinder ende achterdek dat God verbieden moet, die welke bi zyner godlicker gracien verkrynget en dat felve ten besten gekert ende zoe gewroeget heefft als dat die voirfz. gefchillen ende twydrachten ter neder geleyt ende tot wegen van reden ende van vreden gebracht fyn als hier na clairlicker blycken fal mo« gen, fpruytende ende toecommende om faken wille van zekren handvesten ende priviligien die een deel jaren geleden onfe lieve ende gemynde gezellinne die hertoginne als des macht ende doe ten tyde 't regiment hebbende onfen voirfz. lande van Hollant Zeelant ende Vrieslant , ende wy dergelycken .dair naë der voirfz, onfe ftede van Alcmair gegonnen gegeven ende geconfirmeert hebben, komet.de van onfen Burgemeesteren ende gerechte jairlicx te kyezen ende te ordineren, ende oick den regimeflte derzelver onzer ftede, Alzoe die felve onfe ende onfe voirfz. gezellinnen brieve van privilegiën dat voirder inhouden ende begrypen, van 't welke alzoe te dóen ende nae te volgen die van onfe voirfz. ftede niet eens en hebben connen wezen tot nu toe als voirfz. es, Ende het zy alzoe dat huyden gecommen ende ge. . compareert zyn voir onlë lieven en XVIII. deel. Q gèi  242 nov. ZAAKEN VAN 17S3. getruwen den Heere van Lannoy onfe Itedehouder generaal ende andere onfe rade van Hollant in onfe naem, Te weeten Wouter Heyerz zoen, Jan menzim , ende P. tei jonge Burgemrs , Pieter Claas de jon gezoen , Pieter Jouwe ende Pieter Dyedinig poerteren inwonende orfer voirfz. Stede van A'cmair van defelven volcommen machte hebbende onder onfen voirfz. Itede zegel thonende ende zeggende hoe dat onfe gerechte ende die aliinye ryc om vreefcap ende lichaam onfer voirfz itede die een milten andren viuntlicker ende eendrachteiicker overcomrnen en overaragen wairen Als dat der een ende dertich perfonen hier nae befcreven als in den eerften Clais van thorppbunch Aernt de Wilde, Pieter direk Walichs, J;,n Oetsgrrs zoen , Alert van Werne, Simon Vrederyck: direxzoen, doene jans zoen, Dirck van Utshoven , Jan Mouweryn Jacop Pieters zoen , Pieter Pieters zoen, Ciais die Wael, Jacp Geryis zoen, Clais van Adrchem , Simoen Pieter heren zoen, Jan Lubrxtch's zoen, Simoen Beartous zoen , Geryt Florys zoen, Pieter Reyners zoen, meyltcr Willem Clais zoen , Vrederyck Jans zoen, Jan Jacops zoen , Pieier Clais zoen, Clais Jan geven zoen, Huge Henrick zoen, Jnn Dircx zoen, Jan Clais zoen, Aelbrecht Cais zoen, Wouter Beyers zoen, Pieter Jonge, ende Jaccp Muys delelve onfè Itede voirdei faroti tlicken regieren ende gouverneren fullen Alzof wail in den faken van Jairlicx üf perfoenen dienende tot onft gerechte te wezen, te  NOV. STAAT EN OORLOG. 1783. 243 te nemen ende te kyefen na den inhouden van den voirfz privilegiën als in allen andren faken der oirboir ende welvairt onfer voirfz. ftede aengaende ende aenwezende, feggende voirt hoe datter twee van die voirfz. een ende dertich perfoenen, offlivich geworden zyn, ende dat in die Stede van die zess ander perfoenen gecomen zyn van den welken defelve een ende dertich perfoenen twee kyezen ende ordineeren zullen in die Stede van de tween dooden perfonen, Ende van den andren vieren zullen die twee die machte hebben om in die Stede van tween andren te commen ende twezen, Ende alzoe voirt van tyde te tyde alst gefchiet datter eenich van den voiifz een ende dertich perfoenen offlivich werden, Soe fullen fy weder van nyeus kyefen ende in die Stede van den cfflivigen perfoenen zetten ende ordineren zekre andre perfoenen fulx ende in alfulken getale als dienende ende oirboir wezen fall, Ons ende onfe voirfz Stedehouder ende Raden van onfe wegen omoedelicken biddende tgheent dat voirfcreven ende bi onfe voirfz Stede over dragen is te willen believende ende vesrigen, Soe dat wy ende onfe voirfcreve Stedehouder ende Rade die faken overgemerct ende dat wy willen ende begerende zyn, dat onfe voirfz, Stede van Alcmair voirt meer in rusten ende vrede geregiert worde tot onfer eer ende hoire oirboir gegeuen wezende tot hoit ootmoediger bnde, de IUS'  »ov. STAAT EN OORLOG. S783. 267 ruste vande Stede van Alckmaer, by alle gevouchlicke weegen, te vorderen , en: te ftellen jnde beste ftate, uyt onfe volcomenen wetenfchap, Oppere ende fouvraine macht, Eerst voor fo veel t' noot fy, geaggreëert, ènde geconfirmeert hebben, De Electie by fyne Pi<*. Excie. Jnden voorgaende Jaren voor fo veele de verminderingen vans Vroetfchappe ten getale van Viereritwintich perfoonen toe aengaet , Ende hebben de Verthoonders voorts vergunt, geconfenteert, geoftroyeert, ende geprivihgieert, Gunnen , Confereren, Oftroyeren, ende Privilegeren by defen , Om voortfaen de Vroetfchappen vanden Stede Alcmaer, ten getale van Vierentwintich perfonen te mogen houden, Gelycken d' felue mede geoétroyeert , ende gepriviligeert worden , Om voortsaen, gelyck van Oudts , doende Denominatie tot de aencommende Regierders elcken vanden Vroetfchappe fal moeten nomineren Enckel getal van perfonen , Te weten Vier tot Burgemren, Zeuen tot Schepenen, Ende Etnen tot Treforier , ten eynde daer uyt het dubbel getal geformeert, ende fyne Princei. Excie. Oh? andere Stadthouderen Jnden tyt, Off by derfeluer Abfentie, den Prelident ende Raden , Jn den houe Provinciaal van hollant ouergefonden te worden, om daer uyt Vier perfonen tot Burgemrn. Zeuen tot Schepenen, ende eenen tot Treforier te worden geeligeert, Ende ten eynde dat de Verthoonders, Defen Onfen Conftnte , Oétroye, ende Privilegie mogen genyeten ende ge-  aÖ8 nov. ZAAKEN VAN 1-83. gebruycken als naer behoren, Lasten Wy ende Ordonneren Dat t'felue ende Greffie vande voorfs Houe ende by die vande Camere Onfer Reeckeninge, fal worden gedaen Registreren buyten costen vande Verthoonders, T' welcke gedaen wefende , bevelen wy den voorn. Prefident, ende Raden jnden houe van hollant , ende allen anderen Onfe Justicieren , Officieren, ende onder, faten, die deefen aengaen, oftecomMen te geraken fal mogen, Dat fe den Verthoonders van defen ende allen Jnhouden van dien doen laten ende gedogen rustelvck, vredeiick ende volcomentlyck genyeten ende gebruycken, Cesferende alle beleth, ende wederfeggen ter Contrarie, Gegeuen Jnden hage onder onfe groten Zegele hier aengehangen op ten xijen Decembris jnt Jaer naer de geboorte Ons Liefs heeren eenigen heylants ende Salichmaeckers Duyfent Zeshondert ende Negenthien. CWas geparapheert) y. van JVasfenaer. vt. Cop de plicque Mond) Ter ordonnantie van staaten. (Was get.) a. düyck IÓIO. 0e  nov. STAAT EN OORLOG. 1783, *69 G, Ocïroy van H. Ed. Gr. Mog. van den 9 December XO50. De Ridderfchap Edelen ende Steden van Hollandt ende Westvriesland, Reprefenterende de Staten van den feluen Lande, doen te weiten Alfoo ons verthont is by Burgemrn. ende Vroetfchappen der Stadt Alcmaer voor haer feluen, ende uyten name van de gemene Burgerie derfeluer Stede dat in voorleden tyde ouermits menigen trouwen dienfte den Graven ende Gtavinnen defer Landen gedaen. Zy den voorf. Stede met verfctieyde loffelycke privilegiën hadden begifticht, onder anderen jnden jare Veerthienhondert Zes en twintich op den xjen Aprilis Vrouwe Jacoba van Beyeren als Gravinne van hollandt haer octroyerende felfF Burgemrn: ende Schepenen te kiefen en de fetten, Hem hertoge Philips van Bourgongen als Graue van hollant inden jaare veerthien honden vyftich den xxvj Marty confirmerende vorige privilegiën, roerende het verkiefen van de Burgemrn. ende Gerechte; ende den Vroetfchappe der voorf. Stede, Authoriferende om van tyde tot tyde in plaetfe van den aflyvigen te kiefen fetten ende ordineren andere perfoonen tot Vroetfchappen fulck ende in alf lucken getale , als dienende ende oirbaer wefen foude, Blyckende by de befegelde Brieuen van Odtroyen daer van zynde , en de ons copielyck geexhibeert, Edoch alfo het fomwyien door Godes gehengenisfe gebeurde dat de wettige Graven ofte Gravinnen van hollant geweldelyck wierden verdruckt, Ende by gevolge oock die Steden dewelcke haer luy-  2jro NOV. ZAAKEN VAN luyden ten uyterften toe getrouw wa. ren gebleven, foo was mede de ftadt Alckmaer te dier oorfaecke fomwy. len berooft geworden van hare Vry. heden ende privilegiën , de welck naderhand wel eenigermaten waren herftelt, maer nochtans foo dat int ftuck vant kiefen van de Magiftraet noch yetwes vande oude vryheit, voorrecht ende privilegie werde ge= defidereert. Als wefende wel de Electie van de Vroetfchappe der voorf. Stede abfolutelyck by privilegie van ons in dato den x>.«n Marty XVj« thien aen d'felue Vroetfchappe weder gedefereert Edoch het kiefen van Burgcrmrn: Schepenen ende Treforier, tot noch toe gebleven aen onfen Stadthouder, vuyt de nominatie van een dubbelt getal by d' voorn1. Vroetfchappe jaerlycx gedaen , ende den heere Stadthouder overgelevert, Ende aengemerckt de Landen van Hollant ende Westvrieslant tegenwoordich door Godes genadiger Zegen totte Vreede ende tot een vreedfaem gebruyck van de vryheyt waren gecomen 9 daer toe de Stadt Alkmaer jnden Jare XVC. dryentfeven= tich de fundamenten hadde heipen leggen , goet noch bloed fparende om te ftutten de victorieufe ende geweldige wapene van den Conirxk van Spangien, Gelyk zy door Godes hulpe fo Vromelyck hadde gedaen , Soo vertrouwen d'voorn. Verthoonders dat wy nyet vreempt fouden vinden, dat de Stadt ende goede Burgerie van Alckmaer weder tot haer oude Vry ende gerechtichede werden geprivilegeert ende geoctroyeert,  kov. STAAT EN OORLOG. 1783. 573 octroyeert hebben , Vergunnen confenteren ende Ottroyeren mits defen, dat van nu voorts aen de Vroetfchappe der voorn. Stede Alcmaer abfolutelyck fal mogen eligeren, ende Stellen de Borgemrn., Schepenen ende den Treforier der feluer Stede , Ende dat de felue Vroetfchappe tot dien einde Jaerlicx des daechs voor Corsrydt elck fullen jnbrengen op haeren*eedt een billiet, houdende acht perfoonen tot vier Bqrgemrn., veerthien perloönen tot Zeven Schepenen, ende twee perfoonen tot eene Treforier, dewelcke fy luyden in goeden confcientie fullen achten te wefen van de rechtvaerdichfte, verftandichfte, vreedfaemfte encle Ryckfte Poorteren der voorf Stede, Lieffhebbers van t Vaderlant, ende vande ware gereformeerde Religie, Ende dat die geene dewelcke bevonden fullen werden onder de voorf. acht, veerthien ende twee perfoonen refpectiue te hebben de meeste ftemmen daermede fullen wefen refpectiuelyck gekooren ende geeligeert tot Burgemrn., Schepenen , ende Treforier der meergemelte Stede Alcmaer, Ende dat alle defelue in voegen voorf. geeligeerde perfoonen ten ièluen dage , in prefentic van de Vroetfchappe , aen handen van de Schouth der vooif. Stede , ofte by abfentie van den Schouth , aen den oudften Vroetfchap aldaer prefent , ende ten dien tyde tot geene der voorf. ampten geeligeert fynde refpeéliuelyck fullen doen den gewoonelycken eedt, Ende daer mede daedlyck gehouden fullen werden, in haeXVIII. deel. S re-  ï?4 nov- ZAAKEN VAN 1783. re voorf. refpeclive Ampten geftelt ende bevesticht, Welverftaende dat geene perfoonen tot meergeroerde refpectiue ampten eligibel fullen werden gehouden, dan de geene die Zes Jaren poorteren der voorf, Stede fullen zyn geweest, dat de perfoonen elck anderen in den derde grade van bloede ofte Swagerfchap beftaende te rekenen naer de befchreve Keyferlycke Rechten , te gelyck nyet en fullen mogen wefen Burgemeesteren, nochte te gelyck Schepenen, volgens de privilegiën der voorf. Stede, dat mede de geene de welcke als Borgemrn. ofte Schepenen, twee Jaren achter den anderen fullen hebben gedient, (gelyck ordinaris werd geobferveert) het volgende Jaer tot geen van beyden fullen mogen werden geeligeert, Statuerende voorts, dat noch voor noch omtrent de voorf. electie geen onbehoorlyck beleyt tot defelve lal mogen werden gebruyckt, nemaer dat daer jnne geobferveert fal moeten werden foodanigen ordre ende reglement, als by meergeroerde Vroetfchappe airede beraempt is ofte als noch beraempt fal mogen werden, Ende ten eynde de Verthoonders defe onfe gunfte, Confente ende OdTroye mogen genyeten als aaer behoren, Lasten en ordonneren Wy, allen ende eenen yegelycken, defen eenichlins aen gaende, hen hier naer te reguleren, ende de Verthoonders i t' effect van defen te laten genyeten, fonder de Verthoonders te doen ofte te laten gefchieden eenich hinder Letfel moeyenisfe ofte empefchement ter Contrarien, Gegeven inden hage on-  wov: STAAT EN OORLOG. 1783. a?5 onder onfen groote fegele hier aen doen hangen op ten negenden De. cembris jnt Jaer Ons heeren eenigen heylnnts ende Salichtnaeckers Duyïent Zes hondert ende Vyftich. (Onder ftond) j. cats , vt. (Laager ftond) ter ordonnantie van den staten. (Was get.) her.bt. van b2aum0nt. 1650. H. Octroy van H. Ed. Gr. Mog. van den 18 Dec. 1669. De Staten van Hollandt ende Westvrieslandt, Doen te weten, Alfoo Ons vertoont is by Burgermeesteren ende Vroedfchappen ,der Stad Alckmaer voor haer felven ende van wegen haer gemene burgerye , hoe dat yder Vroedfchap op den xxuije December wefende daachs voor de Kersmisfe totte aanlïellinge ende electie van de nieuwe Weth der voorf. Stadt voort' jaer daer aeavolgende op zynen gedanen eedt, hadde in te brengen deszeifs nominatie van een dubbelt getale namentl. acht tot Burgermeesteren . veertien tot Schepenen ende twee tot Thefaurier, in conformité van t dispofitef van t. privilegie ende Octroy, haar by Ons verleent op den ixen Decemb. XVIC Vyftich, Ende naedemaal de Verthoohders by experien. tie dickwils hadden bevonden, dat onder de genomineerden waren gebracht ende geftelt foodanige perfoo5 2 nen,  276 NOV. ZAAKEN VAN 1783. nen, die inderdaat niet gemeent wierden , ende ook niet waren becleet mette qualiteyten , daer toe volgens de priviiegien gerequireert, 't welck metten voorf, Eedt, als mede mette beste faifoen , ende de meeste eer, ende refpuétatie niet overeen was comende, ende voor een teer gemoet oock niet wel was aan te fien , ende te pasferen ftonde, behalven dat daeimede van gelycken conden werden begaan, foodanige mislagen die by de Stadt ende Staat ondienftich fouden mogen fyn , om alle welcke met feekerheyt voor te comen , foo waren fy Verthoonders te raden geworden haer weder te addresferen aen Ons, ende te requireren, gelyck fy dan gedienltel. mits delen waren verfoeckende dat het Onfe goede geliefte fyn mochte, haer te octroyeren ende te confenteren, dat van nu voortaen de Vroedfchap der voorf. Stadt, ten gefeyden dage, ende ten fine als vooren fouden hebben in te brengen nominatie van een enkelt getall, in plaatfe van een dubbele , te weten, vier Burgermeesteren, feven Schepenen , ende een Thefaurier , ende 't oétroy van den jare XVJC Vyftich tot foo verre toe te altereren , blyvende 't felve in refpeébe van de andere poinéten in fyn geheel ende volcomen efieéten fonder daer in eenige veranderinge te maecken. Soo isr, Dat Wy de faacke ende 't verfoek voorf. overgemerckt hebbende, ende de Verthooners willende gelieven, uyt Onfe rechte wetenfchap fouveraine macht ende authoriteyt, altererende het Octroy  s8