1097 G89 I  RIJKSUNIVERSITEIT LEIDEN 1 246 904 0  QUINCAMPOIX, OF DE WINDHANDELAARS; B L T S P £ L.   QUINCAMPOIX, OF DE WINDHANDELAARS; j B L T S P E L. DOOR PIETER LANGENDYK. Te AMSTERDAM, by ABRAHAM MARS» Met Privilegie.   Geene exemplaaren zullen voor echt gehouden worden, dan die door den Secretaris Tan den St«d* Schouwburg geteekend zyn.  VERTOONERS. bonavontuur,? eelhart, j K»"plnidcn. piet er, Kantoorknecht~l beatris, Frouw ( van Bonavontuur. HlLLEGOND, Dochter ) HENDRIK, 7 windbuil,] Minnaars van Hillegor.d. klaar, Meid van Uillegond. een barbier jan, Knecht in (hiincampoix, of 't Koffihuis. GEESJ e, de Meid. FRANSJE, een Gebochelde. GRYPVOGEt, een Makelaar. eerste JOOD. t w K ede jon r>. krispyn, Boekhouder van Bonavor.tuur. G y s , ) touw, ' Boeren. kees, ) een koetsier. een1ge jooden, Hè fchreeuwen. Z W-Y G E N D E. Vier Danfers, gekleed als Snyers en Prnikemaakers. Eenige Jooden , Boeren, en voorts andere Natiën. Het Toonecl verbeeldt in V eer He en derde Bedryf ren Kamer, in het huis van Bamvontuur; het rwecde Bcdryf in Qyincampoix, of V Kofi 'mii. Q U I N-  Q ü I N C AMPOIX, of db WINDHANDELAARS; B L T S P E L. EERSTE BEDRYF. Verbteldt een Kamer. EERSTE T O O E E L. EELHART, BONAVONTUUR. HBONAVONTUUR. ju opf hou opl met al dat knorren en bedillen! Wat raakt het u dat we in de Zuidzee hand'len willen! EELHART. Ik ben uw broeder, 'k Wil u raaden als een vrind. Hoor, dees Negotie agt ik anders niet dan wind. BONAVONTUUR. Gy hebt gelyk, ze is wind: maar,, één die van die gekken, Die zo vol wind zyn, wil een hooge premie trekken, Moet pasfen op zyn tyd. Ik agt ze als gy voor dol: Maar ondertusfchen maak ik vast myn* kis*en vol. EELHART. Gy neemt maar Premie, zeg zult gy wel Iev'ren konnenf BONAVONTUUR. Hoe leveren? ik agt dat geld alreeds gewonnen. EEI. H ART. Zo lang gy geld trekt, ja. zvt gy een groot Sinjeur: A 4 Maar  • QUINCAMPOIX, op de Maar hoe zal 't met u gaan myn Heer Koniramineur, Wanneer gy zien moet dat deze Actiën monteeien? , bonavontuur. *k Verwagt dat niet. eelhart. Gy zult het tot uw fchade laeren, bonavontuur. Ei, ei, ik bid je, zeg, op welken fondament Staat al het werk? eelhart. Voor uiy het is my onbekend. bonavontuur. Op wind, op niemendal: derhalven moet het dalen. Hoe meer het waalt» hoe meer ik kan myn koren malenf eelhart. Maar, zeg my, hebt gy uw gedagten laten gaan Op die twee Heeren, die naar uwe dochter ftaan? Kan u Heer Hendrik, of Heer Windbuil best bekooren? bonavontuur. Ik bid u talm my met geen prullen aan myne ooren. De tyd is kostlyk, praat hier niet als van Zuidzee, Of Asfurantie, Bank , of West, dan praat ik meê. eelhart. Maar evenwel 't is tyd dat gy befiuit moet nemen. bonavontuur. De tyd is kostlyk , 'k zeg 't nog eens, hou op met teemeu: Want in één oogenblik, één flip, in dezen tyd, Wiji ik een millioen, of ik ben alles kuyc. 'k Heb wel een tonnegouds of anderhalf verloren, Om naar een Prokureur of rabbelaar te hooren, Die aan myn huis, wanneer ik uit mot'st wezen, kwam. Ik vroeg hem of hy niet geweest had op den Dam, 'En daar gehoord hoe hoog de-Zuidzee Acties liepen. Hy zei, ik zag een zwerm van Smoufen , die wat riepen De west! de west! en dit is alles wat ik weet. Maar, daar is Pietcr. T IV E E-  WINDHANDELAARS. 9 TWEEDE T O O N E E L. BONAVONTUUR, PIETER, EELHART. BONAVONTUUR. , hoe zyt gy zo bezweet? PI ETER. I D-ar is een Schelvisboer van Wyk op Zee gekomen, Die gistren middag zelf te Londen heeft vernomen, Dat daar geboden word voor de Acties in de Zuid, Elf honderd. BONAVONTUUR* Ha! ha! ha! die Visboer is een guit. Die omgekogt is om met list wat wind te maken, En door dat loopje de partyen kwyt te raken. Maar, zyt gy niet eens in het Koffihuis gegaan? PIETER. Voorzeker, maar 't was daar zo vol dat 'k niet kon ftaan. Wat was 'er een gefchreeuw van Engelfchen en kakelaars, 'k Wierd doof door 't liegen van de Joden, en deMakelaars. 'k Liep in de Kalverftraat, en "dan weer op den Dam, Daar 'k alderhande flag van troniën vernam. Lichtmisfen , Kooplui, ook Rapalje, en brave Heerea, En beurzefnyërs, maar zeer eerlyk in de kleêren. Ik zag *er een die niet als van miljoenen fprak, Die ik geen dubbel.je zou leenen uit myn zak. BONA VONTUUR. Te Londen weet ik is de Zuidzee aan het dalen. Gy moet den Makelaar Grypvogel, aanftonds halen; Laat hy de Premie maar ontvangen van zyn vrind. EELHART. Hoe broêr, weêr Premie? BONA VONT UUR. Ik bedien my van dien wind. Loop, Pieter, zeg dat ik hem aanftonds zal verwagten. Hy is in Ouiftcampoix nu nog, naar myn gedagten. A 5 DER"  i© QUINCAMPOIX, of Dfe DERDE T 0 0 N E E L. eelhart, BONAVONTUUR, IEELHART. k zeg nog ééns, dat gy u zei ven ruïneert. BONA VO N T UUR. Dat zy zo. Ik verzoek dat ge u wat diverteert. Ik hoor myn huisvrouw en myn dochter, wil maarbly ven. 'k Moet myn Korrespon cent in Eng'landaanltonds fchry- EELHART. (ven. Hoe, 't is geen Postdag. BONAVONTUUR. Zou ik zo lang wagren? neen. Ik zend Krispyn expres daar met een pinkje heen. Dien trouwen knegt verwagt ik hier aile oogenblikken. Hy is naar Hoorn gereisd, en zal daar iets befchikkew. EELHART. Is't mogelyk! in die Kummercie Kompanjie? BONAVONTUUR. Gewis, dewyl ik daar veel voordeel in voorzie. F l E R D E T 0 O N E E L. t BEATRIS, h1llegond, KLAAR, EELHART. ABEATRIS, ch broeder, Eelhart, wat zal ons nog overkomen? Myn man doet anders niet als van de Zuidzee droomen. '* Nachts (laat hy in zyn bed wel tienmaal overend, Eii roept: fchryf af myn Heer in banko tien percent I Wilt gv voor vyftig nog een duizend pond ontvangen, Op d'afgefproken tyd? (preek, denk op uw belangen. Dan roept hy weêr: de West! of Medenblik! Edam! OF* foei! dat 'k in Tergou, flus die party niet nam! IV bid u, Eelhart, dat f?y 't ons eens uit wilt leggen, Wat al dat razen van die Preiniè'n wij zeggen. kil*  windhandelaars: ik EELHART. Wel hoor dan: 't is hier eens in Holland zo geweest, D;it veele menfchen, door een wonderbaaren geest Gedreven, zo veel geld verfpilden aan de bloemen. Dat gy zoudt fchrikken als men u dien fchat zou noemen. Een tulp, een hiacint, gold fomtyds duizend pond, Wanneer men die fpierwit en fraai geftreept bevond. Maar deze zotterny is door den tyd gefteten, Of zo ze er is, men wil 't niet voor de waereld weten: Maar nu regeert een geest van zulk een zotterny, Die al wat zot was (treeft in zottigheid voorby. Men vind in Vrankryk en 'ril Engeland Financieren, Die geld ontvangen op 't krediet van hunn' papieren, Met inzicht om daardoor de fchulden van het Ryk Te doen-vermind'ren , en betalen te geiyk; Dees noemt men A&ien, die 's jaarlyks rente geven, 't Zy veel of weinig. BEATRIS. Wel hoe, maakt dat dan zo'n leven'? EELHART. Omdat veel menfchen zich verbeelden dat de vaart Der Zuidzee Kompanjie floreeren* en veel waard Zal worden, door den tyd;behalven andre zaken, Waarop by gisfing elk zyn rekening wil maken. BEATK1S. Het dunkt my vreemd dat zich ons volk daarmee besnoeit.' EELHART. Gy weet wel dat één zot tevilond veel zotten broeit. De gekken worden ryk De wyzen Haan verwonderd. Dat gist'ren honderd.gold, gek heden zevenhonderd, En morgen (laat het weêr de helft af in den prys. Die dees Negotie doet, al is hy nog zo vvys, Agt ik voor zot: wyl hy door wysheii moet verliezen, Ten zy hy in die zee kan zwemmen op zyn biezen B E A-  is QUINCAMPOIX, op de BEATRIS. 'k Bemerk wel dat die geen, die dan dees Acties heefDie opjaagt, en niet ais voor hooge pryzen geeft. Maar 't woord van premie dient gy my eens uit te leggen. _ EELHART. Dat is reed geld, het geen men iemtnt geeft, te zeggen. BEATRIS. Reed geld? BELHART. 0 Ja • <-at geeft men aanftonds op de hand, Waardoor een die verkoopt zich geert in dit verband: Dat hy tot zekren prys, en geakkordeerde dagen, Zal lev'ren, als het aan den kooper mogt behagen Te ontvangen. Zo 't nu ryst dan eUcbt hy die party, En daalt het, is hy met 't verlies der premie vry. BEATRIS Dat is dan wedden of het ryzeu zal, of dalen. Ik hoop niet dat myn man zo ver van'tfpoor zal dwalen, Dat hy zyn kapitaal zal wagen tot dien prys? EELHART. De tyd zal hem ligt op een Doktorale wys Ten kosten van zyn beurs eens fraai purgeeren willen; Indien hy maar niet barst aan al die premiepiilen. Hy (lokte een tonnegouds ais klokfpys in zyn maag. BEATRIS. Ik heb het wel gevreesd. Wat is 't voor my een plaagt Moet ik de losheid van myn man nu zo gedogen? En zal myn Kapitaal vervliegen voor myne oogen. EELHART. Patiëntie, zuster, denk het hangt nog aan 't geval Of hy verliezen of zyn geld behouden zal. Vw huwlyks voorwaarde is een fteun om u te dekken, Zo hy in 't kort eens naar Vianen moest vertrekken. Of Fredrik Hendrik neemt hy in den nood te baat. BEATR IS. Wie meent gy daar meê3 broêr? EEL-  WINDHANDELAARS. i% EELHART. Ik meen een oud plakkaat, Waar in men fcherp verbied die wys van negotieeren} Een VTonopolium, waar op onze Overheeren Geen vonnis geven: wy\ het is eeu groote trap Tot d'ondergang der nutte en zuiv're koopmanfchap. Maar, Nichtje, zeg my, zal menu niet haast zien paarenT H 1L L E G O N D. Oom, maak me niet befchaamd. EELHART. Gy moogt u wel verklaren; Ik ken uw Serviteurs. zo ik niet beter weet, De één is Heer Quincampoix, heel wytsen fraai gekleed. Hy is uit Vraukryk met de Misfizippi winden Naar Engeland gewaaid, en laat zig hier nu vinden. HlLLEGOND. Meent gy Heer Windbuil? EELHART. Ja, 'k weet dat hy hier verkeert. Maar ook met een, dat u Heer Hendrik pretendeert Die is zeer wel gemaakt, verltandig, vroom, en aardig. En is een Juffer, als Nicht Hillegond, wel waardig. HlLLEGOND, Myn Vader ziet meest op Heer Windbuils kapitaal, Dat meer dan twee miljoen bedraagt, naar zyn verhaal, i EELHART. Gy hebt gelyk; men fpreekt nu niet als van miljoenen. Zyn t briefjes ? of is 'i geld ? of zyn 't ook twee meloenen? Hoor. zo 'i aan geld fchort, ik blyf borg dat Hendrik meer Dm Windbuil heeft, wiens fchat zo ligt is als een veer. Hy volgt uw Vader, en doet niet dan premie trekken. HILLEGOND Ik zwyg nu: maar ik zal myn meening haast ontdekken. BEATRIS. Oom zoekt uw welftand, kind.'k heb Hendrik lang gekend. KLAAR Praat van den droe», hy is 'er altyd fchier omtrent.^ £  14 QUINCAMPOIX, of di' y T F D E T 0 0 N E E L. hendrik, eelhart beatris, hillegond, klaar. Mh e n d r i k, tegen Eelhart yn Heer, heb ik 't geluk u op dees plaats te vinden, Die ik mag rek'nen voor een van myn beste vrinden? eelhart, 'k Weet wat gy zeggen wilt. Mafeur, kom laat ons gaan. Maar zagt, ik hoor daar komt Heer Windbuil ook nog aan. ZESDE T O O N E E L. windbuil, met een gevolg van Joden en anderen. de barbier, hendrik eelhart, beatris, hillegond, klaar. •fW windbuil. W aar 's Heer Bonavontuur? ik moet hem aanftonds fprekcti. Hy roept met het gevolg. De West! de West! de West! Mevrouw, 'k bleef in. gebreken, 'k Bid exkuzeer my, dat ik u niet heb gegroet. De West! de West! de West! ZEVENDE T 0 O N E E L. windbuil, met een gevolg van Joden, die Bowon» tuur en noch een of twee ar.der de voet 'eope*. bonavontuur, gevolg van Joden , de barbier, hendrik, eelhart, beatris» hillegond, klaar. bonavontuur. Oei' oei! myn voet! myn voetï windbuil, en gevolg van Joden. De West! de West, myn Heer. bon-  WINDHANDELAARS. 15 BONAVONTUUR' Myn voet is wis aan Hukken. WINDBUIL en gevolg. De West! de Wesi! EELHART. Hou op met razen, hoe zal't lukken? BEATRIS. JLch, man! wat fchon u? BONAVONTUUR. Ach ! haal voort een barrebier. Ik heb inyn voet verduikt, door dat verbruid getier. KLAAR. Daar llaat de Cbirurgyn, die je alle dag komt fcheeren. EELHART. Kom meester ty te werk. BARBIER. Dat zou ze niet begeeren. Hum sket nou uit de kunst, hum is een Heer ma foil Ze eb duzend Louis d'or kewon in Quiucampoix. KLAAR. Nu doet het. BARBIER. Non Cauai'ie. KLAAR. . Ik zal een ander halen; Hy meent nn dat hy is een Keuning vn de Waaien, Om dat hy geld heeft, of misfehien ook maar wat wind. WINDBUIL. Nu doet het, ik zal 't weêr erkennen als een vrind. BARBIER. Monfieur, ze zei 't dan doen om je ohligam verzoeken. Kom meid, Canailje, vit! breig hier de windle en doeken. BONAVONTUUR. Ach breng me in *t nassi vertrek: en meester doet u best. /,o als zy ittm opnemen vora run omncn gavide». Edam! Edam! WIND-  16 QUINCAMPOIX, of d* windbuil, en gevolg de deur uitlopende. Wat's dat. De West! ue West! ACHTSTE T O O N E E Li hendrik, hillegond. Ihill e go nd. k bid u, Hendrik, zeg, wat fchorten deze menfchen? Die Monfittur Windbuil zou ik niet veel gekker «ventenen. Is 't ook een weddenfchap? of zyn ze zat en vol? hendrik. Neen dronken zyn ze niet: maar uitgelaten dof Mejuffer, en van wind gedurig opgeblazen: Maar 't (limst is, dat het nog nietblyftby deze dwazen. Het fchynt een landziekte, ons uit Vrankryk aangewaaid, Daar nu dit foort van volk geen kleintje (laat bekaaid. Maar, fchoone ,wyl*t geluk me een oogenblik wil gunnen Dat wy hier zyn alleen. Zeg zoude ik hoopen kunnen Dat gy iny eenmaal eens gelukkig maken zult? hillegond. Ik moet me, zo als gy, nog wap'nen met geduld: Maar weet, zo niet myn keur van Vaderaf moest hangen, Dat ik u eerder sis Heer Windbuil zoude ontvangen. Ja 'k zal nog verder gaan. 'k Zeg dat ik hem verfmaad, En kunt gy met myn Oom, die 'k zie dat u nie' haat, Iets vinden, dat my van dit huw'lyk kan bevryden, Ik zal uw zorg en moeite erkennen t'allen tyden. hendrik. Durf ik dan denken dat myn fchoone my bemint? hillegond Weet dat ik tot dien prys myn hart aan u verbindt. hendrik.. Bekoorlyk oogenblik! myn lief gy kunt gebieden. Al wat gy my belast, myn fchoone, zal gefchieden. Gy mint my? en ik hoor dat nu op 't onvootzienstl Myn goed, myn leven, het is alies tot uw dienst Wel aan myu Hillegond, wat moet ik me onderwinden % hil«  WINDHANDELAARS. ï? HILLEGOND. Gy moet in Quincampoix door hulp van goede vrinden, Vernemen, hoe ver dat heer Vader is verzeild In de Actiekoopmanfchap. De grond dient eenS gëpeild Van al het werk. Ik vrees dat zy hem daar bedriegen, 'k Geloof zyn Makelaar doet anders niet als liegen. Hy blaast hem de ooren vol van winsten grof en groot, En 'k vrees dat deze hem zal helpen in den nood. 't is alles my verdagt. Krispyn, de Knechts, de Meiden, 'k Geloof dat ze altemaal onz' ondergang bereiden. HENDRIK. De Knechts en Meiden? HILLEGOND. Ja: maar boven al Krispyn,Die, merk ik, trekt nu met den Makelaar één lyn. Zy droomen altemaal niet als van premie geven. De fchrobfter is zelf in die koopmanfchnp bedreven. HENDRIK. Neen lief, de Premies zyn te hoog nu in de Zuid. HILLEGOND. Zy doen in kompanjie. Krispyn voert alles uit. 'k Vond flus twee briefjes op de meide kamer leggén. Zie, lees ze, gy zult best verdaan wat dit wil zeggen. HENDR IK. Ha! ha! 't zyn briefjes, daar Krispyn uw knecht in zeit, Dat hy in Rotterdam, voor rek'ning van de meid, In de Asfurantiebank een post heeft ingefchreven. In 't ander ftaat dat hy iets meent in Hoorn te geven. Maar, wees gerust, dat's tot uw vaders fchade niet. HILLEGOND. Ik vrees al evenwel, dat hier niets goeds gefchied. Kom laat ons binnen gaan, en met Oom Eelhart fprëken , Wat ons te doen ftaat. HENDRIK. 'k Zal nooit blyven in gebreken Om u te dienen, die my zo gelukkig maakt, Dat ik een fchat bezit daar'k lang naar heb gehaakt. B NE.  iS QUINCAMPOIX, of de NEGENDE T O 0 N E E L. windbuil, hendrik, hillegond. Mwindbuil, adame, mag ik de eer een oogenblik genieten, Dat ik u fpreek alleen? hillegond. Nooit zult ge uw wit befehleten, Met onbeleefdheid, heer. Gy ziet ik ben verzeld. En 't inzigt dat gy hebt is my genoeg gemeld. windbuil Myn medeminnaar kan , na 'k merk, u best bekooren. hillegond. Ik fta hier niet om uw verwytingen te hooren. Het fchynt wel dat uw hart genegen is tot my: Maar ondertusfchen fpreekt gy met een heerfchappy, Schoon dat ge't allerminst op my niet hebt gewonnen. Waarom hebt ge uw verzoek aan vaders kant begonnen? Heb ik geweeten, fchoon gy zyt zyn groo'tte vrind. Dat gy hier juist verkeert, omdat gy my bemint? windbuil. Hebt gy 't niet kunnen zien , mejuffer, aanmyneoogen, Dat uwe fchoonheid my tot liefde heeft bewogen? hendrik- Mejuffer, hoe! zal hy u hier zo onbefchaamd.... hillegond. Wees ftil, ik weet wat my op- zulken daad betaamt. En zo gy één van twee hier kwestie poogt te maken. Zal hy die 't aanvangt, nooit tot myn bezitting raken. hendrik. Ik zal dan zwygen. hillegond. Dat verzoek ik ook op u. windbuil. 't Is wel, Mejuffer, 'it zwyg, op mv gebod dan nu. Maar,  WINDHANDELAARS itj Maar, kunt ge u zeff ttoor tny niet hest gelukkig maken? Aan alles wat gy wenseht zult gy door my geraken, Geëerd, gediend, ontzien, om uwen boogen ftaat. 'k Bezit een rykdom , die 't gemeen te boven gaat. Gy zult dan als Princes by and're Juffers leven Ja, 'k zal een heerlykheid aan u ten brofdfêhat geven. Ik wil aan die Rievier, die *» Sticht nu graven zal, Door lp midden van de Hei. een zeer verma.sklyk dal Verkiezen, en Voor u de fchoonfte hoffteé bouwen. Elk zal u in dat Tempé als höofdgodinne aanfchouwen. De fchepen, zeilende by menigte af en aan Door'- nieuw Kanaal, waar langs de timmerwerven ftaan , En fchoone huizen , zult gy zien hunn' zeilen ftryken, Wanneer ze uit 't Oost en West, het Sticht met Waar verryken. HILLEGOND. Wat geven de Acties, heer. by.u een fchoone vrucht! Gy bouwt door Premiën, kafteelen in de lucht: Maar 'k vrees, dat, zo de wind van zotheid raakt aan't dra a ij en , Ook de ingebeelde winstmet één eenswegmogtwaaijen: En ik wierd van princes dan kamenier op 't lest. windbuil, Mejuffer 't kan niet zyh. Van binnen wordt geroepen. De West! de West! de West! TIENDE TO O NE E L. WINDBUIL, BARBIER, HENDRIK, HILLEGOND. RWINDBUIL, amskoolbroek t BA R BIER. Muiden! weesp! Windbuil. Ik moet die menfchen fpreken. B * ELF.  ao QUINCAMPOIX, of de ELFDE T 0 0 N E E L. hillegond, hendrik» Ahillegond. ch is dat fchrikken ! hendrik. Hy is gek, lief, *t is gebtekei, Zyn hoofd is met een wind van zotheid opgevuld. hillegond- Laat ons naar binnen gaan. Ik ben vol ongeduld. Einde van hit etrjle Btdryf. rt» nr v V * vv r. l~e  WINDHANDELAARS. ai TWEEDE BEDRYF. EERSTE T O O N E E L. Verbeeldt een Koffihuis^ waar in eenige menfchen rooken enz. jan, oeesje, fransje, met een greote bult, en een brilledoos, waar op gefchreven ftaat; Bambario. •jrr fransje zingt. JjL omt fpringt op klompen en op fchoenen ! Want elk wordt ryk in Quincampoix. Hy zwetst nu niet als van miljoenen, Die korts moest flapen in het prooi. Wat is '/ een Goudeeuw voor defnyërs: Want menig kalis wordt een heer, En de oude meiden krygen vryers, Niet om de ketel: maar het fmeer. Wil dees Negotie nog wat duren , Ik fed *er in de ganfche ftad, Geen meid of knecht zich zal verhuren: Want ieder droomt van grooter fchat. Pothuizen zal men kennen vinden, By menigten voor niemendal: Want Jan de lapper en zyn vritiden , Houdt koets en faerden op den ftal. De Schouwburg zal7 nu niet lang maken, En haast ontbloot zyn van Akteurs: Dewyl ze aan amt're rollen raaktn , En fpeelen op de wind vang ■ beurs. B 3 Turf-  2a QUINCAMPOIX, of de Titrfdr^ers zullen wet hunn" mandeth^ En kruijers met 'er wagens, wist In horten tyd viktotie branden; fVyl elk op V minst een Keuning is. g e e s je. Wel Fransje, heb }e in'c zin hierwatvoorgektefpeulen? Of heb jy ook een flag gekregen van de meulen, In dezen wind? Wagc tot het vastenavond is. frans f e. Hoe meen je dat ik dit voor niet doe? neen, dat's mis. 'k Zie dat de zotten nu den meesten rykdom winnen , En geld ontbreekt me, dies moet ik iets nieuws beginnen. Hoor, in Pjrys was korts een kaerel met een bult Ge'ykals ik, die heeft zyn beurs daar meê gevuld, Daar wierd in Quincampoix fchier geen party gefloten Of myn konfrater heeft zyn fnaai daar van genoten, Om dat men op zyn bult kon fchryven met gemak. Ik kan elk een als hy met pennen, inkt en lak En lesfenaar voorzien. geesje. Ha! ha! dat's wel verzonnen. Waar drommel of'er niet al geld meé wordt gewonnen, TWEEDE T O O N E E L. pieter, jan, geesje, fransje. Zfransje zingt, o ziet men dat zich kale /naken Vïi keffen kunnen , door een fons, En groefjen, nu ze aan fc'iyven raken, Op ecnen nacht als Champinjons. pieter Geef pens een pyp tabak ! en koffi, kokend hiet, jan. Eu btai:d je niet! Mesfieurs, en brand, en brandje niet! p1 e»  WINDHANDELAARS. =3 pieter. Heb jy den makelaar Grypvogel niet vernomen ? ja n. Neen, maar ik denk dat hy hier dadelyk zal komen. Daar is de man al zelf. DERDE T O O N E E L. GRYPVOGEL, PlE ter, jan, geesje. fransje. grypvogel. IV^onfieur vind ik u hier? Geef uw Patroon wanneer gy t'huis komt dit papier, 't Kontrakt van duizend pond. Hy zal daarna verlangen. Ik zal de premie als 't geteekend is, ontvangen. Een pyp tabak! jan. Een pyp tabakt P IE TE R. Hy zal 't niet doen. Je moet niet denken dat gy hem zo zot zult broên. Ik ben verzekerd dat de Zuidzee niet zal dalen. grypvogel. Geef koffi! jan. Brand je niet! die 't breekt die moet betaleu. VIERDE T 0 0 N E E L. eerste jood, tweede jood , gcvolgvan Joden, grypvogel,pieter,jan, geesje, fransje. Keerste jood. oop of verkoop jy? b 4 twee-  24 QUINCAMPOIX, of de tweede jood- 'k Koop en verkoop in de zuid; eerste jood. Kom by de leven van de natie! fpreek eens uk! k Verkoop jou Munkendam! tweede jood. Ik ook. eerste jood. Zo niet te trekken. tweede jood. Drie en een half, eerste jood. Ik geef voor drie. tweede jood. Loop by de gekken. eerste jood. Ik bied jou twie, En as 'k men omkeer is 't gedaan! Gevolg van de Joden. Bambario! EERSTE JOQDf Een kwart! tweede jood. Grypvogel, blyfjy ftaan, tn fpikkeleer m jou confiencie, by je leven. Hoe veel partyen? eerste jood. Zes begutje. TWEEDE JPOD. ,„. . . 'k Zel ze geven. Wie is jou miefter? eerste jood, luistert den ander eerst wat in. 't Is de puikje van de beers: Een man als jy, met zulken nees, als Fransjes neers. Hy fchryft op de bogchel. F T F-  WINDHANDELAARS. a$ VT F D E T O O N E E L. WINDBUIL, EERSTE JOOD, TWEEDE JOOD. Gevolg van Joden. GRYPVOGEL, PIETER, JAN, GEESJE, FRANSJE. VEERSTE JOOD. erkoop je Muiden, en Schiedam met jou believen. WINDBU IL. Blyf van myn lyf. EERSTE JOOD. Wil jy niet winnen? daar zyn brieven, Van de Bahama! WINDBUIL. Is het mooglyk wat je zegt! E E R S T E J O O D. f Durf jy niet bieden? WINDBUIL. Smous je bent hier niet te regt. Kom bied eens premie in de Zuid op zeven honderd. EERSTE JOOD. Ik trek de brieven uit myn zak. Stae nou verwonderd 1 Zet nou de bril eens op je nees; ruik wat'er ftaat! WINDBUIL. Wel bied eens veertig. EERSTE JOOD. Neen. WINDBUIL. Hoe veel dan kameraad? EERSTE JOOD. Hoor, ik ftel dartig om te nemen of te geven. WINDBUIL. Noch zes? EERSTE JOOD. Neen, by my niet te doen! neen by me leven! B 5 TWEE-  a6 QUINCAMPOIX, ofdk tweede jood. 'k Verkoop jou Rotterdam. grypvogel. Wat bied jy voor Tergou? eerste jood, Grypvogel, trek jou hoed voor myn eens uit. Voor jou Is Uitrecht. grypvogel. Ik bied één. eerste jood. 'k Biê je anderhalf! grypvogel. Jou gekken, Blyf van men Iyf! of 'k klop je voor je malle bekken! eerste jood Je bent een gek! je wilt niet winnen as je kan. Krab eens de villis uit jou oogen as een man. ZESDE T O O N E E L. de barbier, met een gevolg, windbuil, eerste jood, tweede jood. Gevolg van Joden, grypvogel, pieter, jan, geesje, fransje. Kpieter. op Koffi, he! jan. Met zoet? pieter. jan, met koffi. Brand je niet! myn heeren. BARBIER, en gevolg. Edam! Ramskooibroekl Cheels! Jan, met koffi- En brand je niet in 't keeren! I! A R"  WINDHANDELAARS. a? barbier. Kom, hum verkoop jou nou Enkhuizen en Edam. pieter. 'k Was al verwonderd dat 'k die pek niet eer vernam. de joden, gelyk. Bank! op November i bank! jan, met koffi. En brand je niet in 't dingenl barbier. De bank! de bank! pieter. Zoek jy me van de bank te dringen* barbier. Nou Pietje doe hum niet een klein partytje? pieter. Neen, Laat my pasfeeren: want ik moet zo aanltonds been. grypvogel. Nu ziet gy 't zelf, gy kunt Bunavontuur eensfpreken. de joden, tillen Fransje om hoog. Zwol! Kampen! Cheels! de West! pieter. *k Vrees hier den hals te breken, grypvogel. Blyf hier maar, Pieter: wantje kent 'er tog niet deur. pieter. Kop koffi! eerste jood. Pyp tabak! j an , met koffi. En brand je niet! Sinjeur. windbuil. Heb jy Krispyn nog niet van Huoren hier vernomen? pieter. Ik zie hem daar met twee, drie wortelboeïen komen. Z E-  28 QUINCAMPOIX, ofde ZEVENDE T O O N E E L. krispyn, louw, kees, windbuil. eerste jood, tweede jood Gevolg van Joden, grypvogel, pie.ter, jan, geesje, fransje. "WT krispyn. W ie wil in Hoorn nog wat voor acht percent 1 die fpreek! barbier. Monfieur Krispyn wat heb jy altyd flimme ftreek, Hum keef ze wel voor drie? krispyn. Ik weet zy zullen ryzen. Die Kompanjie is meer als van Schiedam te pryzen. En ruim zo goed als die van Alkmaar, beste vrind." de joden, lillen Fransje om hoog. De bubbel! bubbel! bles de bubbel! wie koopt wind! grypvogel 'k Bied vy f en drie kwart, wil je 't doen voor drie partyen ? krispyn. Wat zeg je miefter Louw? Lon w. Ik zei ze laten glyen. Zy fchryven op den hogchel. krispyn. Nu Monfieur Barrebier, fpreek op nu, wat biedt gyf ba rbie r. Ze keef jou vyf voor zes. kees. Geluk met de party. windbuil. Kom geef voor drie, 'k zal dan twee regementen nemen. k r ispyn. Nu miefrer Louw, kom, fpreek. l o u w.  WINDHANDELAARS. *9 LOUW. 'k Ben niet gewend te teemen, „Maar is die man wel goed? KRISPYN. Ik wil daar borg voor ftaan. Geluk met de party. LOUW. Myn Heer, het is gedaan. DE JODEN, ligt en Fransje om hoog» Bambario. EERSTE JOOD. Begut Krispyn? jy kent bedriegen. KRJSPYN, fchryende op den bogchel. Ik moet wat hebben voor myn ryën en myn vliegen. PIETER. Zo, zo, Krispyn, jy weet te leven, dat is fraai. TJRYPVOGEL. Krispyn, je weet, my komt de helft toe van de fnaai. JODEN. Ha! Ane Vranke! BARBIER. Dat heb jy lui afgefproken. KRISPYN. Barbiertje dat heb jy al wonder gaauw geroken. PIETER. *t Is wel Krispyn, *t is wel ,'k zal't zeggen aan myn Heer, Wat jy hier uitvoert. KRISPYN. Hoor, verhaast je niet te zeer. Dat beursje, Pietje, komt u toe, 't is vol dukaten. Gy krygt nog meer zo ik my mag op u verlaten. Wy moeten in dees tyd juist zo oprecht niet zyn. Gebruik ook uw vernuft, en fpeel fyn kontra fyn. Wy zullen in het kort veranderen van kleêren, En fpelen dan een rol gelyk twee groote Heeren. PIE-  3o QUINCAMPOIX, of de pjeter. Je bent een eerlyk man , Krispyn, dat zie ik klaar: Maar wordt myn Heer eens die bedriegery gewaar Dan geeft hy ons de zak. KRISPYN. Dat kan ons webrig fcheelenj Wanneer wy ryk zyn, en naar ons genoegen deelen. PIETER. Fiat Krispyn. KRISPYN. Ik neem u in de kompanjie: Maar ik fluip weg, dewyl ik ginder Eeltert zie. ACHTSTE T O O N E E L. EELHART, HENDRIK, WINDBUIL, EERSTE JOOD, TWEEDE JOOD, gevolg van Joden. GRYPVOGEL, PIETER, JAN, GEESJE, FRANSJE. GE E L H A R T. eef een kop Koffi, en met één twee fchoone pypen. Wl N D BU IL. Myn Heeren komt gy bier? dat kan ik niet begrypen. TWEEDE JOOD Eelhart, wat bied jy voor de Zuidzee? fchreeuw eens uit. EELHART. Ik handel in geen wind. Ik bied niet eeneti duit. TWEEDE JOOD. Jy bent een groote gek. WINDBÜIt. Heer, wilt gy diskonteeren? eelhar t. Hebt gy een Wisfel? WINDBUIL geeft Eelhart een Wisfel. Ja. EELHART. Ze is goed, zeg uw begeeren. WIND-  WINDHANDELAARS. 31 WINDBUIL. 'k Ben twee miljoenen ryk , en ik heb geld van doen. EELHART. 'k Eisch twee percent. WINDBUIL. Een maandna zicht! 'tis geenfa'zoen, Een half of drie kwart dagt ik zou myn Heer van praten. EELHART Gy kunt in Rotterdam 't dan diskonteeren laten. WINDBUIL- Mort bleu! ik moet het doen.'k heb ovetal geweest. Ik fprak dear even een impertinenten beest» Die dorst my acht percent afeifchen in beleening. EELHART- Ja 'tgéld raakt weg. Hy had gelyk , Heer, na myn meening: Want geeft men veel voor wind die haast vervliegen moet, Dan weet gy dat het geld weêr naar proportie doet. Eelhart fchryft op den bogchel. Zie daar, gy kunt het geld by myn Kasfier doen halen. Dees Asfingnatie zal hy morgen prompt betalen. Van bit.nen wordt geroepen. Delft! Rotterdam! Tergou! de Zuid! de Visrchery! Op het Tooneel roepen ze : Schiedam! Ramskoolbroek! Cheels! WINDBUIL. De Zuid! daar moet ik byt Zy kopen allen de deur uit. NEGENDE TOONEEL. EELHART, HENDRIK. GRYPVOGEL, PIETER, JAN, GEESJE, FRANSJE. GEELHART. rypvogel, wy zyn hier alleen en goede vrinden. Ik heb iets voor, daar gy uw rek'ning by zult vinden. G R Y P-  34 QUINC AMPOIX, op de GRYPVOGEL. Myn Heer, 'k ben als gy weet, een eerlyk Makelaar, 'k Bedien myn Meeflers trouw; daarom gebiê my maar. 'k Heb nimmer de eer gehad voor u te negotieeren: Maar 'k zal beioonen dat ik ben een man met eeren. EELHART. Hoe veel partyen heeft myn broér met u gedaan? GRYPVOGEL. Ik zal eens zien, wyl ze in 't Notitieboekje ftaan. Zes, Heer, van duizend pond, en zeven van vyf honderd. EELHART. Is 't mooglyk! GRYPVOGEL. Hoe, myn Heer, zyt gy daar van verwonderd ? Bat is niet veel, bedenk hy is Kontramineur. Heer Windbuil, die hier was, uw Nichtjes Serviteur Heeft tienmaal meer. Men moet wat in de Waereld waagen. Uw Broêr doet op die wys al ongemeene flagen. EELHART. Maar 'k vrees dat hy daar na met eenen (lag een vlugt Zal nemen, dat hy fteekt de beenen in de lucht. GRYPVOGEL. Hy Beeft geen nood. 'k Zal u den grond van 't werk verhalen. , Door zyn reskontres kan hy 't werk heel lang doen dralen: Want komt 'er een die zyn party eischt, zegt hy voort, Als my geleverd wordt, beloof ik op myn woord, Dat ik u leev'ren zal, en dat in korte dagen. EELHART. En als het dan niet aan den Kooper mogt behagen? GRYPVOGEL. Daar is geen recht op. Zou men lev'ren eer men kan? Neen, die reskontres gaan eerst voort, van man tot man. EELHART. Hoor, aan myn broers krediet is ons wat meer geleges. In.  WINDHANDELAARS. 33 Indien gy, als gy zegt, zyt tot myn dienst genegen, Ziet dat gy wederom al zyn kontrakten vind. GRYPVOGEL. Daar is nu kans toe, Heer, zo gy u maar verbindt. Hoe veel percent wilt gy meer als de premie geven, Die hy ontvangen heeft? HENDRIK. De Zuid is nu op zeven. EELHART. Kom 'k reskontreer ze. GRYPVOGEL. Neen myn Heer dat kan niet Zyn, Zy zullen ryzen in het kort. PIETER. „ Dat heb jy fyn. „Nu ryzen. en elk een zegt dat zy zullen dalen. G R YPVO GEL. Zwvg gek, ik zal aan jou de helft der fnaai betalen, 'k Eisch zestig voor me avans. EELHART- 'k Bied dertig. GRYPVOGEL. Vyftig. EELHART. Neen. Nog vyf. GRYPVOGEL. Voor veertig. EELHART. Neen. GRYPVOGEL. Wel 'k ben daar meê te vreên. Wy zyn goê vrinden, en 'k heb order, 't zo te geven. . EELHART. 'k Zal maken dat u 't geld in bank wordt afgefchreven. Zy fchryven op den bogehel. C HEN'  34 QUINCAMtÖÏX, of de HENDRIKGrypvogel ,nu , mén Iaat het verder op u (taa*. grypvogel. Myn Heeren ! houd uwplafs. gy moet niet heeneh gaai» Zo gy genegen zyt èen ftuivertje te winnen. De infchryving zal terftond op deze plaats beginnen, De Negotianten van de bobbel kompanjie, Verwacht men hier. HENDRIK. 'k Zal niet vernoegtzyh vóór ik 't zie. Mag dat hier zo gefcbién? GRYPVOGEL- 'k Meen nü niet uit te leggen. Gy zult wel merken wat die potzery wil zeggen. Men heeft gewed, dat reeds het volk zo is verblind, Dat elk inteek'nen zal, al is het maar op wind. HENDRIK Ik weet ni°t hoe het volk zo dol is en bezeten, Dat zy de intentie niet van deze luiden weten. GRYPVOGEL. De kleine plaatsjes Heer die hebben groot gelyk. Zy lagchen in hun vuist, en worden fclne'yk ryk. Zy zullen nog al meer inventien verdichten. EELHART. 'k Denk geen kafteelen in de lucht te helpen Richten. GRYPVOGEL. Ik hoor 't geraas, daar komt de gahfche ftaatzie aan. HENDRIK. Ik zie Krispyn daar by , hoe pikkeh zal dit gaan! TIEN*  WINDHANDELAARS. 35 TIENDE T O O N E E L, krispyn, met een Meed van Staatzie aan, wordt gevolgd van alderhande Volk, die hem briefjes in de hand zoeken te floppen. grypvogel» hendrik, eelhart, pieter, jan, geesje kees, windbuil, gys, fransje, eerste jood, tweede jood, barbier, boeren, louw, Meerste jood. yn Heer, daar is een brief, neem *n mer jou believen. krispyn, gooit al de brief les weg Brus aan de pomp. 'k Wil niet gebruid zyn met je brieven. 't Folk grabbelt. Daar wordt een poel boven op een tafel gezet, waar op Krispyn gaat zitten. en eenige boeren op de bank voor hem. Terwyl 'er van de één voor. en den ander na briefes op den bochel van Fransje gefchr even worden, Silentinm! myn Heeren hoort! Zegt dit projekt malkander voort. Die is genegen in te fchryven, Men zal hem op dees tyd geryven, Ik ben de man die 't al gebiê, In de eed'le bobbelkompanjie. krispyn, leest. 'k Zal wisfelbrieven diskonteeren, En op de fchepen Asfureeren, Ook huizen, fchuuren, turf en hout, Pakhuizen, beesten, jong en oud. Die voor 't geweld der Turken vreezen, Die kunnen hier verzekerd wezen. C 2 Wy  36 QUINCAMPOIX, of de Wy zullen een Comercie doen, Veel grooter als men zou vermoên , Met Spanjaards, Franfchen, Portugiezen; Nooit zal men op de waar verliezen. De Schepen worden reeds gebouwd. Wy zyn al meefters van het zout. Men kan 't heel hoog in prys doen ftygen: Wyl 't elk van ons zal moeten krygen. Men zoekt een Paerel Visfchery; Op dat men wel verzeketd zy. Die in dees bobbel in wil fchryven Behoeft 'er juist niet in te blyven: Maar mag zig dienen van den wind, Indien hy 't zo geraden vind. krispyn fpreekt. Dit is geen werkje van de keijen. Noch 't graven door een lengte heijen, ó Neen, wy leggen dicht by Zee En hebben een bekwame Ree. Hier zal men vry veel voordeel halen, Als heele platen weg te malen. Wy bobbelboeren al den brui Zyn wyze, en zeer bekwame lui, Om met een wonderlyke gratie, De beurs te blazen van de natie! Nu mannen broeders maakt begin! Legt in dees bos uw briefjes in. eerste jood, Myn Heer, de Directeer, ei zeg me, by je leven, Daar is een Polis, 'k wil aan u wel premie geven. krispyn. Wat is dat voor een ding? dat ken ik niet Sinjeur. eerste jood. Een Polis. krispyn. 'k Ken 't niet, veeg je poort daar aan, ga deur. bar-  WINDHANDELAARS 37 barbier, windbuil, tweede jood, en anderen met briefjes. Myn Heer, ei blyf eens ftaan, neem anl krispyn. Wel feldre weken! Ik ken je niet. Waar is ooit jou krediet gebleken? ' Hou op ! hou op! 'k geloof dit volk is zot of dol. louw, roept uit het venfter, Mesfieurs vertrek maar; want de Kompanjie is vol! windbuil. Hoe, maatje ben je vol? wy hebben niet gedronken. krispyn. Wy hebben 't vleesch alop,kaauwjy nou aan debonken. hendrik. Dat fchynt doorfteken werk! is dat een Kompanjie? 't Profyt gaat in hun zak. grypvogel. Wie wil nu koopen! wie! gys. Wat heb je hier te koop? zeg mannen, wat veurzaeken? hendrik. Boer, jy kent hier nu aan een grooten rykdom raken. gys. Wat is 'er dan te koop? hendrik. 't Zyn acties, goede vriend. gys. Wat is 't veur kost? laet ik eens proeven of't my dient. Beftel me maer voor eerst eens voor een halve ftuiver. krispyn. Hou jy ons voor de gek? gys. Neen zeper, zuiver, zuiver. Wat is het veur een drank?'k wil wel eens proeven maet. grypvogel. Het is geen drank: *t beftaat in briefjes kammeraad. c 3 gys.  38 QUINCAMPGIX, ofde GYS. Ja nou begryp ik het, nou jy 't me komt beduien, k Zyn van die pakjes, ook? van die kwakzalvers kruien? Wel hoe, je lacht? wel ik ben al een raere vent, Al ben ik hier in fteê zo euvel niet bekend. Wat is dit nou veur volk? HENDRIK. Het zyn de Aktionisten. GYS. Is 't meuglyk! wal je zegtl zjn dit nou de Atheïsten! Wel ongze koster heit daer dikwils van 'epreekt. Ik wou wel dat ik wist wat in dat volk al fteekt. GRYPVOGEL. Wel als je wilt, je kent een bobhei-Actie koopen. GYS. Wel tappen ze die dan by pintjes, of by ftoopen? Het moet al lekker zyn, dat hou ik veur gewis, Verrtae je, om dat hier nou zo groot een nering is. Ei lieve laat ik ook eens proeven, is 't zo lekker? GRYPVOGEL. Wel Boer, ik wenschte jou voorzeker niet veel gekker. Elke Actie maatje kost omtrent twee honderd pond. GYS, Dat's veul te veul, al was het ook nog zo gezond, Geen mensch zei 't koopen. KRISPYN. Boer, dan kan je maar vertrekken. GYS. Maar Monfieur Governeur, eer dat jyheen gaat rekken, Laat ik eens zien wat jy verkoopt. KRISPYN. Daar, domme Loer, Daar ziet het, 't is papier. GYS. Al ben Ik maar een Boer, lk ken 't begrypen: 't zei een Bobbelgaesje wezen. Is dat nou zo veul waerd as daer op fiaet te lezen? KRIS-  WINDHANDELAARS. 3» KRISPYN. Ta, al$ je koopt, je kent veel winnen op dien brief. GYS Ik wil wel winnen: maar ik heb myn seld ook lief. As ik je daar nou iens een hoopen op zou tellen ; Dan moest je my met ien twie goeje borgen ftellen. KRISPYN. Ik üèl geen borg. GYS. As jy dan raakten an de zwier, En 't geld verbruide, hiel 'k niet angders as p.tmpier. Maar hoe veul renten zei je geven alle jaeren? KRISPYN Boer als ik 't zeiver weet dan zei ik 't jou verklaren. Wy zullen Koopmanfchap beginnen. Wint men veel Zo kryg je veel; zo niet.... hoor ieder krygt zyn deel. Maar Boer, ik mag myn hoofd nietlangerraetjoubreken. GYS Te zelt het geld zo Jia;t ook uit myn beurs niet preeken. 'k Koop liever bieften veur myn plaeten goeje vrind , As jou pampiertjes, 'k maak myn zeiven gien fteekind. Wie zou ze koopen? KRISPYN. Jy bent zot, boer 'k moet vertrekken. GYS. Dag Monfieur Governeur. Ik hou me van de gekken. EERSTE JOOD Myn Heer ik bid je ftae, geef my nog een party Tien twintig, 'k hou begut jou voor de fchade vry. 'k Zal by de natie die heel hoog vernegotieeren. Dan zei je krygen al wat dat je zelt begeeren. Ik weet jy hebt nöe voor jou zelf een millioen. Een makelaar, als ik, begut, heb jy van doen. KRISPYN. Gy kunt Grypvogel maar van deze zaken fpreken. Ik wil myn hoofd nu met geen wisjewasjes breken. c 4 Hy  4* QUINC AMPOIX, of de Hy is korrespondent der Kompanjie, Sinjeur. Ik mag niet hand'len; want ik word nu direkteur. n/r t_t „ twee d e jood, Myn Heer Grypvogel, laat ik helpen in jou zaken. Ik ben in Medenblik, ik zei de wind wel maken. grypvogel. Kom morgen aan myn huis, daar fpreek ik u het best. Fan binnen word geroepen. De zuidl de zuid! de zuid! Allegaar, De west! de west! de west! Einde van het tweede Bedryf, DER-  WINDHANDELAARS. 41 DERDE BEDRYF. Verbeeldt een Kamer. EERSTE T O O N E E L, BEATRIS, HILLEGOND. y BEATRIS. Jk ben verwonderd dat ik broêr niet weêr zie komen, Met Hindrik-, wyl ik door zyn knecht reeds heb vernomen, Dat hy al de Akties van myn man heeft ingekogt. 'k Hoop immers niet dat zich Grypvogel heeft bedocht, HILLEGOND. Het is al vreemd dat hy die heeft zo laag gegeven: Maar wyl hy is in zulk een Koopmanfchap bedreven, Vertrouw ik waarlyk dat de Zuidzee is gedaaH, En is 't zo, hy heef: dan genoeg daar uitgehaald. Daar zyn ze, en naar ik aan hun wezen kan befpeuren, Hebt gy nu voor geen ramp te duchten, of te treuren. TWEEDE T 0 O N E E L. EELHART, HENDRIK, HILLEGOND, BEATRIS. MHENDR IK. yn waarde lief, al 't geen wy wenschten is gelukt. Verban nu al uw vrees, daar is niets dat u drukt. Wy hebben de Acties van Grypvogel al in handen. BEATRIS. Gy hebt myn man gered van een aanftaande fchande! Hoewel, zo hy het wist, hy nam 't u kwalyk, Heer. Ik ben u dankbaar voor 't bewaren van zyn eer. EELHART. De fchade die hy lydt, zo de Acties mogten dalen, Wil ik ter liefde van myn broeder graag betalen. C 5 De  43 QUINCAMPOIX, of de De weijtand van uw huis, en de eer van myn geflacht, Wordt meer van my, als dit verlies van 't geid geacht. BEATRIS. Neen Broeder, neen, 'k waar dan de ondankbaarftealler menfchen. De fchade is buiten u. En, Hendrik, uwe wenfehen Zult gy ook zien vervuld, Ik geef aan u myn woord. HENDRIK. Mevrouw 'k bedank u. Maar wie of ons hier verftoort? DERDE T O O N E EL. WINDBUIL, EELHART, HENDRIK, HILLEGOND, BEATRIS. "VüT WINDEUIL. W aar's Heer Bonsvontuur? darr is veel aan gelegen, Dat ik hem fpreek ; 'k vind hem in velden noch in we«en! Hy 's in de Quincaropoix , noch Karfeboom , noch Dam. Ik ben verwonderd dat hy niet te voorfcliyn kwam. *t Is nu een tyd dat hy een millioen kan winnen. Foeil dathy nu niet komt! ei zeg , waar zyn zyn zinnen? EELHART. Daar de uwe zyn, myn Heer; zyn zinnen zyn van huis. WINDBUIL. Is't mooglyk! wel hoe komt die Heer aan dat abuis! Maar ach! Mademoizelle! is't mooglyk! kan 't gebeuren Dat ik u niet eer zag? 'k bid laat myn hart niet treuren. Om zulk een acht'loosheid. Ik was daar wat verward. HILLEGOND. Schoon gy hier zyt, in Quincampoix, Heer, is uw harr, WINDBUIL. Dit hart! dit hart! dat min en vreugde herwaarts parsttenj HILLEGOND. Dat hart zo vol, dat 't nog aan de Aptien zal barflen. WINDBUIL. Gy meent van liefde. Maar 'Jt hoor Heer Bonavontunr. FIER-  WINDHANDELAARS. 43 VIERDE T O O N E E L. BONAVONTUUR, EELHART» HENDRIK, HILLEGOND, BEATRIS, WINDBUIL. BONAVONTUUR, hinkende, JMyn Windbuil! WINDBUIL. Hoe, myn Heer, waar is die drift, dat vuur Om u gelukkig in dit oogenblik te maken? rvler, kan op heden aan de grootfte premies raken. En 'k hoor uit Londen dat daar alles loopt te niet. Kootn , laat ons nemen van al wie maar premie biedt, 'k Heb onder't volk geftrooid dat de Acties ftaan te ryzen. Myn vrinden houden die door list ook op hun pryzen: Maar ais zy hebben al de Premies in de kist, Zal eik verkoopen. Zeg wat dunkt u van die list? Kom laat ons gaan. BONAVONTUUR. Myn vrind! myn Windbuil! 't kan niet wezen. Ik kan niet uit, voor dat myn voet weêr is genezen. WINDBUIL. Uw voet gekwetst! uw voet! hoe komt dat zo myn Heer? BONAVONTUUR. Is't u vergeten? wel gy liept my zelf om veer. WINDBUIL. Ach pardonneer me! 'k wou om duizend Dukatonnen Dat dit niet was gebeurd; 'k had een miljoen gewonnen! Maar 'k zal myn Koets hier voort doen komen aan de deur. Windbuil doet de deur op en roept. Lakkei! Lakkei! Lakkei! haal voort myn Koets! EELHART. „ Mafeur „Dat moet niet zyn, uw man dient nu in huis te bly ven. BEATRIS- Mon keur, gy gaat niet uit. Wat zoudt gy togbedryven In 't midden van den nacht? BON-  44 QU IN CA MP O IX, 0F D E BONAVONTUUR. 7" ' , lehryven, en fints ik zyn brief ontving Zyn reeds, „nar myn onthoudt, drie dagen al verlopen. „ , HENDRIK. F Hoe, heer, zou hy voor u daar van die Afties koopen? ... , BONAVONTUUR. Wel neen , infchryven: wyl ik hem daar volmagt gaf n , , HENDRIK. È * Gy zult lang wagten eer hy komt, uit vrees van ftraf BONAVONTUUR. Hoe zo , ik hoop niet dat Krispyn my zal bedriegen» HENDRIK. " Hy is een Heer en doet nu niet als ryden, vliegen • ?v T *onerd°m- e« dan eens naar'Tergou Schiedam en Alkmaar, ó Ik weet hy dient u troSw!' Hebt gy hem n.et met één naar Medenblik gezonden Wanneer hy .nuw dienst ging met een pink naar Londen? Hebt gy hem n.et van daag gekleed als een finieur Om van de bobbelbos te wezen direkteur. ' BONAVONTUUR. InfanTniet he£ W.« 'ris geen uur i^ftg Gekleed heel tont a fait, het volk bedroog 70 mooi Dat elk moest lagchen: maar ik dagt dat aïdie zaken' »oor u gefchiedden; en het fchynfdat ze u niet raïen. BONAVONTUUR. My raken ! wel ik zweer komt hy voor myn gezigt Dat hy gevoelen zal wat dat hy heeft verricht. V -r F.  WINDHANDELAARS. 45 V T F D E T O O N E E L. KRISPYN, BONAVONTUUR, EELHART, WINDBUIL, HENDRIK, HILLEGOND, BEATRIS. _, KRISPYN. Uw Dienaar Heeren en Madames, 'k Moet u fpteken Myn Heer, van 't geen ik heb verrigt voor u, en reken Dat gy myn moeite en zorg my wel beloonen zult. BONAVONTUUR. 6 Guit, 6 Vagebont! gy tergt nog myn geduld? KRISPYN. Wel hoe,myn Heer,is dit myn welkomst?'k zal vertrekken, Zo gy Pleizier neemt om my t'zamen te begekken. BONAVONTUUR. Geef reek'ning van al 't geen gy hebt voor my gedaan; Want eerder zult gy nu van deze plaats niet gaan. KRISPYN. ö Snoode ondankbaarheid! hoe kanhetmooglyk wezen! Een Heer, als gy, die zelfde goedheid waart voor dezen! Een Heer, tot welkers dienst ik ben by dag en nachtl Wiens intrest ik, gelyk het myne, heb betragt; Spreekt dus tot my! totmy! die eer zou willen fterven, Als dat ik zyne gunst, voor my zo nut, moest derven, 'k Heb niemendal gedaan, waarom my dus verlmaad? BONAVONTUUR- Omdat gy niemendal gedaan hebt ben ik kwaad. Kom, kom , doe rek'ning van uw Reis, en laat ons hooren, Wie u tot Direkteur der bobbels heeft verkoren. KRISPYN Myn Heer nu merk ik 't eerst. Ho, ho, gy zyt misleid. Ik fpeelde in Quincampoix dat fpel itit zoetigheid, 'k Ben op de Reis geweest, met wonderlyke fnaken, Die dit bedagten om ons t'zamen te vermaken. BONAVONTUUR. Wel Hendrik, wat is daar dan aan bedreven ? KRIS'  4<5 QUINCAMPOIX, op dê krispyn. 'k Zweer U dat het anders niet als kortswyl was, myn Heer. De onkosten van myn Reis heb ik hier opgefchrevcn, En 'k uil u gaeren daar goé rekening van geven: Voor eerst een ftotertje van hier tot aan Buikfloot; Van daar een ChaiZe, die my kostte drie pond groot. bonavontuur. Hoe , drie pond groot! krispyn. Gewis, 'k Had aêrs te laat gekomen, 't Was maar een gunst, de man had anders meer genomen. Voor één nacht flapens moest ik geven een dukaat. bonavontuur. Is 't moog'lyk! krispyn. Ja, ik kon niet blyven op de ftraat. Een regel wittebrood heeft my gekost twee zesjes. Een derdepart voor my in honderd tachtig vlesjes Met tamelyken wyn, die 'k niet gedronken heb.... bonavontuur. Hoe! zo veel vlesfen wyn? krispyn. Wy raakten aan de fep. Ik vond een vrind die fterk in Acties negotieerde, Waa op de Waard ons met zo'n rekening vereerde, En of ik zwoer dat 'k zo veel wyn niet had gezien; Al evenwel moest die betaling voort gefchién, Of anders hadden wy wel met bebloede bekken, Naar Amfterdam , gelyk twee narren moeten trekken. bonavontuur. Hebt ge uw kommisfie daar volvoerd, voor dit geval? Wat winften hebt gy nu gedaan? fpreek. krispyn» Niemendal. bon'  WINDHANDELAARS, 47 BOXAVONTL'D K» Guit! niemandal? en durft gy zulk een rekening maken? KRISPYN Geloof my, ik vertel u niet als ware zaken. Daar liepen duizenden van menfchen puur als dol, Om in te teik'nen: maar de Kompanjie was vol. BONA VONT U-U R. En zonder dat'er nog een duit was ingefchreven? KRISPYN. Wel neen, zy hadden die juist vol gekregen, even Eer ik daar met de rest uit vreemde plsatfen kwam. Elk ging toen met de kous op 't hoofd naar Amflerdam: Maar ik zogt echter, tot myn voordeel, daar teblyven: Want dat waar fchande dat Krispyn niets zoubedryvcn: 'k Heb veertig Acties voor uw Rekening gekocht Tot vier percent, 'k heb de Kontrakten meê gebrocht, Zy doen nu zeven, dat is drie percent gewonnen. BON AVO NT UUR. Gy hebt heel wel gedaan , 'k wvs flus wat onbezonnen , Krispyn, ik zie dat gy my heel getrouw bedient. EELHART. Zo hy de fnaai niet deel' me: de eene of de andere vriend. KRISPYN Die dat maardenken dorst zou my op'thoogfte hoonen. BONAVONTUUR Neen,neen,Krispyn,'!:zal ur.yn dankbaarheidbetoonea. WINDBUIL. Waar blyft die rekel myn Koetzier? ZES-  48 QUINCAMPOIX, of de ZESDE T 0 O N E E L. de koetsier, krispyn, bonavontuur. eelhart, windbuil, hendrik, hillegond) beatris. krispyn. Daar is hy al. windbuil. Zyt gy gereed? koetsier. Myn Heer, de paerden ftaan op ftal. windbuil. Wel hondsvot! hebt gy dan myn order niet ontvangen? koetsier. Ja Heer: maar om u niet te houden in verlangen; Ik heb 't geluk gehad door de Afties, dat my de eer Zal worden aangedaan gelyk een treflyk heer. En eer dat mogelyk drie dagen zyn verloopen, Zal ik een Koets van een die arm moet worden, koopen. 'k Heb dat te danken aan myn waarden vrind Krispyn.' WINDBUIL. Mort bleu! moet ik dat zien! Par diabei! ik verkwyn! ZEVENDE TO O NE E L. Vier Danfers, als Snyders en Paruikemakers. de koetsier, krispyn, bonavontuur, eelhart, windbuil, hendrik, hillegond, beatris. tt" koetsier. ivomt gy Mesfieurs? welaan, verziemynu van kleeren. Eu wil 't gezeifchap met een nieuwen dans vereeren. Hier wordt gedanst, ACHT-  WINDHANDELAARS. 49 ACHTSTE T O O N E E L. GRYPVOGEL, EERSTE en TWEEDE JOOD, NOTARIS, BONAVONTUUR, EELHART, WINDBUIL, HENDRIK, HILLEGOND, BEATRIS, KOETSIER. VGRYPVOGEL. ergeef het wy dat ik u hier zo laat verftoor, 'k Heb van myn meefters last, gun me als ub'Iieft gehoor. Heer Windbuil, 'k dacht het wel dat ik u 'nier zou vinden. Ik ben gezonden van verfchëide goede vrinden Om negen acties nu op te eifchen in de Zuid. WINDBUIL. Hoe eifchen ze op! ik weet niet wat dit nu beduit. GRYPVOGEL Gy naamt de premie toen zy op vier honderd waren, Nu zyn zy zeven. WINDBUIL. Ja, en ik kan u verklaren, Dat ik die zottigheid niet kan begrypen, vrind. GRYPVOGEL Ik ook niet: maar gy moet het nemen zo gy 't vind. Zy zyn gereed om die Partyen voort te ontvangen. WINDBUIL. 'k Ga order geven. TWEEDE JOOD. Neen begutje, wilt ze langen! WINDBUIL. Hoe kaeretheb je geen krediet voor myn perfoon? Die meer dan twee miljoen bezit, ó welk een hoon! TWEEDE JOOD. Je bent een groote gek WINDBUIL. Vent heb jy iets te zeggen, Koom aan myn logement, ik zal 't eens overleggen. D TWEE-  50 QUINCAMPOIX, of de t we eb e jood. Kom 'k laat me paeijen, fchryf begut twie tonne gouds In Banko af. windbuil. Zou ik die af gaan fchryven, Smous? Dat gaat zo makk'Iyk niet, ik moet eerst reskontiveren. Wagt nog zes maanden,'k zal't opeifchenvan deHeeren Daar 'k meê te doen heb. Als ik adlien ontvang Zult gy ze hebben, dat is red'lyk, wagt zo lang. tweede i0od. 'k Zei op de voile van de Beers het gaan vertellen! windbuil» Ik zeg je kaerel dat je my niet meer moet kwellen, Of 'k zweer je dat ik u zal fteken door de huid. eerste jood. Je bent een fchelm! windbuil, trekt den degen. Een fchelm? dat zal ik toonen guit. eerste jood. Hou vast begutje! hou hem vast! hy wil me ftejten! krispyn, Windbuil den degen afnemende. Brui heen, eer dat hy jou mogt hals en beenen breken. eerste jood. Neen, ik zal blyven,'k durf begutje nog wel ftaan! Zy vechten* bonavontuur. Hou op ! hou op! 'k verfta niet dat gy hier zult flaanl eerste jood. 'k Ga naar myn Heer de Schout om over jou te klagen. Dat jy voor de Acties my betalen wilt met Hagen. bonavontuur. Vertrek, want ik verfta geen razen in myn huis. NE-  WINDHANDELAARS, 5i NEGENDE T O O N E E L. CR YP VOGEL, KRISPYN, BONAVONTUUR, EELHART, WINDBUIL, HENDRIK, HILLEGOND, BEATRIS, KOETSIER. EEELHART, tegen Grypvogel. isch van myn Broeder ook nu de Acties op kwanfuU. GRYPVO GEL. Myn Heer Bonavontuur, my is ook last gegeven Dat ik opeifchen zal, al't geene gy tot zeven Moet lev'ren. BONAVONTUUR. Hoel wat's dat? zyn alle menfchen gek? Of zou hier tovery omgaan in dit vertrek. EELHART MynBroeder,*k denk dat ge uw krediet zo hoog zult agten, Dat gy den eisch voldoet waar na hy ftaat te wagten ? GRYPVOGEL. Myn Heer, de Zuidzee ryst, zy pnsfen op hnn tyd. BONAVONTUUR. „Indien dat waar is, broêr, dan ben ik alles kwyt. Grypvogel, ga, en wilt tot zeven voor my koopen. GRYPVOGEL. Myn Heer, zy zyn al tot de negen opgeloopen. Zeg ook als Windbuil dat gy reskontreeren moet, Dus ftelt gy de eifchers uit. EELHART. 'k Bid dat gy zulks niet doet. BONAVONTUUR. Al moest ik aanftonds nu myn kapitaal verliezen, 't Krediet is my meer waard, 'k zal nooit dien weg verkiezen. Maar, waarom hebt gy my gebracht in dit gevaar? 'k Deed alles naar uw raad, gy zyt myn Makelaar. D 2 GRYP-  5a QUINCAMPOIX, of be Kn ... grypvogel. t Gaat alles boven myn begrip in deez'ravazie. Dees w,nt, en die verliest. n hoo -t windbuil. Ha fchelm. moet gy my i„ dit overval nog (looren? Myn Heeren, 'k heb een fchoon, een fraai projeftTedlcht Laat o„s ons zeiven nu bedienen van de macht ' w WuY "?g hebben' « een Kompanjie oprechten. Waar by de bobbels zyn te rekenen als de Jen ■Laat ons in Asfurance, en in Commercie doen Door een infchryving van een honderd millioen. £.*e Aftie moet op 't minst zes duizend guldens wezen Daar elk by de inga.af geeft drie gulden, en door £ Jo grooten rykdom kan men reden in de Vaart ie (Jlteaae. krisp yn. ,' . WeS» myn Heer, dat is geen oortje waard Maar kon je maken dat die bobbels „iet verzwinden, t Waar beter; nu kan ik geen voordeel daar in vinden. beken** 1£tS d°e" W3ar d°°r "W gCeSt °1,S Word Smelt deze Kompanjies eens tot een regiment. n. he l ha r t. Die Windnegoties, die wy hier de bubbels noemen, «s, als men t wel beziet, heel weinig op te roemen;  WINDHANDELAARS. 53 Dewyl den handel door die dingen word gedreind. Zy zullen met 'er tyd ons zetten in het hemd. Om Duitsch te fpreken. 'k Kan niet merken dat de Heereo, Die in den grond zich zelf verftaan op 't asfureeren, Het honderdst deel profyt in vyfentwintig jaar Getrokken hebban; zet hun alle by malkaêr; Als deze bobbels (zo zy niet haast willen vallen) Uitdeelen moeten in twee jaren met hun allen. En hun Commercie kan *t verval ook niet verhoên, Ten zy men Waaren poogt in menigte op te doen, En zetten dan de markt; maar dat is niet te denken Dat zy hun eer door zulken gruwel zouden krenken.. Wy pryzen dan te recht een wyze Majeftraat, Die zich door zulken wind dus niet vervoeren laat. KRISPYN. Hoor Heerfchap Windbuil, om uit dezen fhik te raken. Zou ik een Kompanjie gaan in Vianen maken, En leggen met dat geld de Stad ten eerden uit, Dan kan die geen, die hier zyn kapitaal verbruid, Verzekerd zyn, dat hy daar zal een wooning vinden. Gaat overleg dat eens daar ginder met uw vrinden. WINDBUIL. Myn Heer verdraagt gyzulk een taal hier van uw knecht f BONAVONTUUR. Myn Heer, hy heeft gelyk in ai 't geen hy zegt. WINDBUIL Mortbleu 1'k Word disperaat! hoe kan het mooglyk wezen. KRISPYN, trekt zyn kleed uit, en verkleed ziek, Ik ben, Bonavontuur, uw knecht geweest voor dezen: Maar ik bedank u nu myn Heer voor alles goeds, 'k Heb zin , Heer Windbuil, in uw paerdenen uw koets. Ik bid u (tel ze op prys, ik wil ze van u koopen: Want ik kan merken dat gy nu te voet zult loopen. WINDBUIL. Had ik myn degen, fchurk, ik ftak u in de pens, KRISPYN. Gy moet zo kwr.ad niet zyn, bedenk ik ben eenmensch, 'le-  54 QUINCAMPOIX, enz. Tegen Bonavontuttr. Myn Heer, ik zie dat gy verwonderd ftaat te kyken: Maar wilt het vonnis tot myn nadeel nog niet ftryken. 'k Heb veel gewonnen met uw geld dat gy niet weet: Maar doet een eisch: want gy moet weten, ik ben reed Om tot voldoening u in alles te behagen. bonavontuur. Myn geld! Krispyn, myn geld! hebt gy dat durven wagen ? eelhart. Heer broeder, zyt gerust, wyl gy geen fchade lydt. Zie uw Kontrakten, die 'k heb ingetrokken, zyt Te vrede, wil Krispyn hier van 't verlies vergoeden, Gelyk 't behoort, dan is hy vry van kwaad vermoeden. krispyn. Dat zal Ik doen , 'k weet door Grypvogel hoe veel geld De fchade is, die u voort zal zyn ter hand gefteld. hendrik. Myn Heer, mag ik dan op uw lieve dochter hoopen? bonavontuur. Geef haar uw hand: maar'k wil gy zult nooit wind verkookrispyn. (pen. Nu Juffrouw Klara, geef uw hand ook aan Krispyn. klaar Viva! de Quincampoix , nu wy vereenigd zyn. krispyn. Kom dans eens vrolyk op, eer dat wy faam vertrekken. windbuil. Ik zal my met Viane , of Fredrik Hendrik dekken, Windbuil kopt ae deur uit* Daar wordt gedanst. Einde van '/ derde en laatfle Bedryf.