1150 7k   VERZAMELING VAN STUKKEN, BETREFFENDE »E 1MPR.0BATIE DER. BEROEPING VAN H. P R O P E R, PREDIKANT TE HIEN EN DOODEWAARD. TOT PREDIKANT T % HARDER WYK. $K$\ Te bekomen: Te Harderwyk by J. van Kasteel, te Arnhem by Nybaf en Troott, te Zutfen by vat B'est en van Eldiky te Nyrnegen by va» Gom, te Tliiel by epelius, te Campen by Chtlmat, te Zwol by Ckrne ., te A rafter dam by v, nog*  iv AAN DEN LEZER. „ nog eenen gefchikten- weg kan uitgedacht „ worden, zyn volkomen effect erlange, ten „ minften de Kerkenraad van zyne vrye de„ liberatien en ftemniing, voor het vervolg, „ zekerheid hebbe". ■— Kon de Kenkenraad met meer befcheidenheid en menagement te werk zyn gegaan? kon dezelve dus ten oogmerk gehad hebben, het recht des Raads cc krenken ? Doch , misfchien , zeggen die woorden, dat, fchoon de Kerkenraad niet ten oogmerk mogt hebben gehad, het recht des Raads te krenken, dezelve echter met de daad, door dien flrap, dat recht gekrenkt heeft. — Wy merken hierom trend aan: vooreerst, dat het onmogelyk, op zich zei ven , eene krenking van het recht des Raads kan genoemd wor? den, dat de Kerkenraad zich tot de ingefleldehooglte magt des Lands vervoege. Zyn er niet, om zoo te fpreken, honderd en duizendmalen, zulke beroepen van eene mindere op eene hoogere magt gefchied en ge. fchieden die niet nog dagelyksch in alle Gewesten , door byzondere Perfonen of Collegien ? wordt daar door het recht van eene ondergefchikte macht gekrenkt ? Of zou dan iemand, welke zich, over eene Uitspraak van zyn plaatfelyk bellier, be, zwaard of verkort rekende, geene vryheid m^er bezitten, om tot den erkenden repra- : lèn-  AAN DEN LEZER. v fentativen Souverain des ganfchen Landfchaps', als den hoogden Richter, zich te keeren? Dat zou elke plancfelyke Regering en dus ook ieder Dorps - regering (want die flaan, overeenkomflig de thans aangenomene beginfels van Regering, in het hunne, met de Steden gelyk) in dezen tyd tot eene geheel onafhanglyke magt maken; en, dan zouden er zoo veie onafhanglyke magten en, by gevolg, in den grond, even zoo vele Souverainen wezen, ais er Steden en Dorpen zyn; waar van het ongerymde zoo wel als het gevaarlyke voor de ware vryheid ieder in de oogen valt, naardien, hier door, aan elk, welke zich in zyne rechten verkort rekende , alle toevlucht tot redres was afgefneden en het echt Aristocratiesch, dat is, 'et* gendunkelykst en drukkendst befb'er zou kunnen ingevoerd worden. —Zoo min als het nu, op zich zeiven, eene krenking van het recht des Raads kan wezen , dat de Kerkenraad zyne bezwaren, ter tafel der Landlchap heef6 gebragt, even min, merken wy ten anderen aan, kan, in dit byzonder geval, dat gezegd worden plaats te hebben. Het is waar, inert zou, oppervlakkig belchouwd zynde, kannen oordeelen, dat de Kerkenraad had kunnen en moeten berusten in die improbatie en tot eene nieuwe beroeping Overgaan. Dan, plicht en geweten verboden dit, om dat juist, * 3 dooc  vi AAN DEN LEZER. door die improbatie de Leden des Kerkenraads zoo goed als in de onmogelykheid gefield wierden, om, volgends? overtuiging en vrye keuze, te handelen, gelyk in de Adresfen aan den Raad, hier te lezen bladz. 3 2 enz. en aan de Landfchap, hier te lezen bladz. 3 6 enz. genoegfaam, zoo wy meenen, is aangetoond. De Kerkenraad wierd derhalven genooddrongeni om de tusfchenkomst des algemeenen Souvc rains te imploreren. Want deze kan immers de eenige fcheidsman wezen, wann«er er tusfchen het eene gedeelte des Volks en het ander verfchil gerezen, en de plaatfelyke Regering daar in mede betrokken en party is, gelyk in het tegenwoordig geval. — Ja maar, de zaak is huishoudelyk, en daarom mogt de Kerkenraad die niet ter Landfchap brengen — Wy zyn genootzaakt hier te vragen , wat geeft het woord huishoudelyk te kennen ? Eene zaak, die in deze Stad t'luiis hoort, en deze Stad aangaat? Maar, in dien zin, kan elk verfchil, in de Justitie of anderzints, tusfchen een of meer perfonen, ook gezegd worden, huishoudelyk te wezen, doch, des niettegen flaande, is er, zonder het Recht des Raads te krenken, van desfelfs uitfpraak, indien een der partyen zich door dezelve bezwaard vind, appel tot eene hoogere magt, 't zy in het justitiële 't zy in het Politieke. — Of zal "dat woord huishoudelyk te kennen geven, "dat het  AAN DEN LEZER, vi< het eene zaak zy , die alleen deze Stad aangaat, en dus allee» door den Stads-Raad beflist moest worden? Wy moeten verklaren, hier het tegendeel te denken, en dit geval, als de zaak van alle hervormde Gemeenten dezer Provincie te befchouwen, welke daarom ook door geene byzenderè Stad kan beflisc worden, naardien, gelyk ftraks nader blykem zal, zy alle het grootst belang hebben by deze vraag, of er voor de her vormden, wanneer zy zich bezwaard rekenen, over eenige, djor de plaatfelyke Regering 9 gedane improbatie van een, door hun , beroepen Predikant, maezen tyd, geene Vryheid zou wezen, om tot den algemeenen Souverain, als den hoog-s ften Richter, zich te wenden en redres te vragen ? — Ook is in de Kerkenraads Vergadering, toen die over het Adres aan de Landfchap delibereerde, fchoon er Leden des Kaads zitting hadden, zoodanige onderftelling, omtrend het zuiver hüühoudelyh dezer zaak, niet ingebragt -— Maar wie zou dan nu dit verfchil beOisfen? Zeker niet de Kerkenraad. — Maar even zoo min, de StadsRaad, die hier party was, dewyl het ftuk in verfchil een zaak is, welke den Raad zelf betreft , en over wien de Kerkenraad zich bezwaard rekende: Eene derde hoogere magt, indien er die was, moest by gevolg Richter wezen. En wie zou dat zyn ? Het fcbynt  m AAN DEN LEZER. tiit het aan den Kerkenraad overgegeven Papier, bladz. 47 dat men het Volk van Harder* wyk als dien Richter befchouwt. Maar wy heb» ben bladz. 52 in de noot de redenen opgege* ven, om welke de Kerkenraad het gezach eener Volksvergadering in dit ftuk niet kan erkennen ; ook kan even min het Volk van Harderwyk, als de Raad, deze algemeent zaak van alle Hervormde Gemeenten beflisfen: dat kan alleen eene Vergadering by welke «le Souverainiteit rust, en deze is alleen het geheele Volk, mogende geen gedeelte volgends de afgekondigde Rechten van den Mensch en Burger zich de Souverainiteit aanmatigen: en, indien men, vooreen oogenblik, al eens wilde aannemen, dat de Leden der Gemeente het, in dit byzonder geval en in deze Stad, zouden hebben kunnen doen, het geen wy echter nog niet kunnen toeftemmen; zoo was dit thans onmogelyk, daar de Gemeente aan weerskante party gekozen had, en de eene party zich beklaagde over bezwaar; want nu kon ineerderheid of minderheid, voor of tegen dit verfchil, met recht, geen Uitfpraak doen, bm dat dan de eene party , indien zy flegts 'de meerderheid wist te krygen, de andere ongehinderd het grootfte onrecht zou kunnen doen, het geen van alle Regeringen en dus 'immers van de tegenwoordige, op de Rechten van den Mensch en Burger gevestigde denk-  AAN DEN LEZER. it slenk- en handel-wyze en regeerwyze geheel vervreemd moet WvZe;i. — Er bleef, by gevolg, geene andere hoorere magt over, dan de eentge en algemeene repr&fentative Souverain des g'eheelen Volks van Gelderland. Ja die is er juist toe beflemd en het is dêsfelfs plicht, om , inval tuslchen een gedeelte verfchil ontftaat en de minderheid zich bezwaart over de meerderheid, de laatfle uitfpraak te doen, in welke beide partyen berusten moeten, en als de Souverain het bezwaar gegrond vind, moet dezelve de minderheid in haar recht herflellen en handhavenen : Ook is het van het uiterfte belang des ganfchen Volks, dat er zoodanige hoogfle magt en Richter- zy, om dat anders de minderheid, na korter of langer tyd, de meerderheid wordende, op haar beurt en op den zelf» den grond, de andere bezwaren,- en, helaas.' dikwyls ongehnderd wraak «efenen kan. Doch j mogelyk, denkt - iemand: waarom dan approbatie gevra-igd, indien Gyi. u thans over de improbatie bezwa irt ? De redenen hier voor zyn in het Adres aan de Landfchap reeds opgegeven, om, namelyk, in dezeni tyd geene meerdere aanleiding tot twist enverwarring te geven, en, in het goed vertrouwen, dat de Raad geen meerder gebruik van desfelfs gezach. zou maken, als met de algemeen aangenomene beginfeis bejlaanbaax l. * * was , '  x AAN DEN LEZER. was, gelyk bladz. 39 enz. breder te lezen \£ Maar hier door kan de Kerkenraad volfïreke niet gerekend worden, vooral in dezen tyd, aan den Raad een volflrekt onafhanglyk gezach, ten aanzien der beroeping, te hebben toegekend, zoo dat men niet zou vermogen eenig bezwaar over de uitoefening van dat gezach aan den hoogden Richter, den souverain, voor t,e dragen. Te minder kan het Vragen dier approbatie uit dat oogpunt thans befchouwd worden, daar elk, die maar eenigfints in deze dingen ervaren is, weet, dat de Kerkenraden, zoo wel als deKlasfen en Synoden , zich altyd bezwaard hebben , over die willekeurige improbaticn der beroepingen, voornamelyk, na de goedkeuring van een drietal; doch het heeft dezelve aan het vermogen ontbroken, om die bezwaren te doen gelden. Het artykel hieromtrend in de Kerkenorde, woordelyk hieronder geplaatst, (*) be- 4. (*) De urettelycke beroepingc der gtitï die te vorea an den dienst niet geweeft en lyn, ibo wel in de Steden als ten platten Lande, beftaet. Ten eerlten in de rtrk 'ufi£becT)Z., ten anderen inde Extmmdt'ü enz., ten derdi.n in de Apfttttut^ ende goed-keunnge van'de Overheyt, enie daer nae oock van de lidtmaten der Ghereformeerde gemeente van de plsetie, Wanneer den naai» ces Dienaers-, den tyc van Yeerüiten dagen in der Kerc» keg  A A N DEN LEZER. » bepaalt in geenen dele de natuur dier approbatie: want de vraag is niet, hoe dezelve is uitgeoefend, maar hoe ze met recht en grond, volgends den geest dier tyden verflaan behoort te worden; en dan durven wy ons flerk maken , dat wy de dugtigfle redenen zouden kunnen bybrengen, om te betoogen, dat dit artykel, overeenkomflig de denkwyze en bedoeling der flellers, geenzints zoodanige Oftafhanglyke magt tot improbatie mettïgt; maar alleen wegens de beroeringen der tyden, er in gefield fchynt te wezen, op dat de overhand hebbende party, met welke men, in ken verkondïcht fynde, geen hiadernisfe daer teahen en komt. * 5. Nopende die Dienaersdie nu aireede in den dienft des Woorte fynde, tot een ander gemeente beroepen werden lil desgelycks loodanige beroepinge met correspondentie als voren, gefchieden, foowel in de Stede», ais ten platten Lande, by den Kercken-Raedt, ende Diaaonen met advys ofte approbatie van den Clasfe: alwaer de voorfchreven beroepene vertlioonen fullen goede Kerkelycke Attts. /-/„ van Leere ende Leven: Ende alfoo by den Magiftraet, van de plaetfe reapechvelyck geapprobeett, ende der gemeynte den tydt Tan veerthien daghen voorgeftelt fynde ' als boven, fullen met voorgaende ftipulatien ende gebe^ den bevesticht werden, GfcOOT GlLBIM Pr Ar-*AT.B01£i: \lDttlfsg.i7i.  »i AAN DEN LEZER. in het godsdienflige zoo min als burgerlykc^ overal nog eensgezind dacht, het noodig houdende, iemand zou kunnen weren, welke de Gemeenten en hare Opzieners anders zouden verkozen hebben: aan de Gemeente moest de Beroepene vervolgends in zyne betrekking als haar Leeraar en He-der, 14 dagen voor zyne bevestiging, driemaal' worden voorgedragen, of iemand der Leden met grond iets tegen hem, in Leer of Leven, had in tö brergen, het geen nog in ftan^vastig gebruik is. — Maar hoe men ook over de natuur dier approbatie, in vorige* dagen, denken en hoe onbepaald men die ook befchouwen moge; dit kan op het tegenwoordig verfchil geenen invloed, ten nadele des Kerkenraads, hebben , om dat dezelve, gelyk te voren reeds breder is aangewezen , niet over de improbatie als improbatie, maar over de omflandigheden, gronden en motiven dier improbatie zich bezwaard heeft; het geen elk, die, het tevoren gezegde lezende, daar op wat doordenkt, lig* telyk zal begrypen, dat zeer veel van eikanderen verfchilt. En, indien aan de Hervormde Gemeenten of derzelver Kerkenraden, hier toe tegenwoordig de weg was afgefneden, zoo bevat ieder een, zonder onze herinnering, dat d zelve thans in eene oneindig rampfpoedigey pefteldneid zouden zyn,. d&n alle overige W ' ge-  AAN DEN LEZER, zi« gezinthedem welke vry en op belemmerd be» roepen en alleen inwooring ve z eken. —* Te voren, toen de Hervormde Goo'sdienst de heerièhende Staats of Lands-Godsdienst was en aan denzei ven de Regeringsposten verbonden waren, liep men geen gevaar van de gevol* gen, welke er nu uit zouden kunnen voortfpruiten, in plaatfen, waar andere gezintheden de mierderheid der Regeringsleden uitmaken , indien dezelve zich een geheel onafhanglyk gezach over het innerlyk Kerkbeftier der hier vormden , gelyk het beroepen van een Predikant is» wilden aanmatigen, zonder dat voor de bezwaarden eenige verdere toevlucht , tot de erkende hoogfte magt des Lands, open flondt. . Het moest den Kerkenraad dus ten hoogden bevreemden , dat een gedeelte der Hervormde Gemeente, en, onder dezen, velen, welke in vorige tyden zoo fterk tegen het politiek gezach m Kerklyke beroepingen yverden% het gezach des Raads nu gaan inroepen en eene improbatie vragen , voor welke zy geene de minfle reden weten bytebrengen; — nog meer moest bet bevreemden, dat de Raad aan zulk een verzoek zoo gereed gehoor geeft en daar byblyft volharden, niettegenftaande deRemonftrantie des Kerkenraads en het tegengefteld verzoek van een grooter aantal Leden der Gemeente. -» Hierom kon of. mogt de Kerken** 3 raad  ft» AAN DEN LEZER; raid in die improbatie niet berusten, zou dezelve de belangens der Hervormde Gemeente, hier en elders, niet in de waagfchaal (tellen en verraden. — Wy laten daarom dien flap ook over ter verantwoording dier Leden, voorfiamelyk van de Hoofden, welke de overigen, in hunne onkunde medegefleept hebben; wy moeten hen echter, by deze gelegenheid ten ernftigfte waarfchuwen, het niet voor onmogelyk te houden, dat hun geweten, over dezen ftap, te eenigen tyd grievend bezwaard worde, wanneer, vroeg of laat, deze of eene andere Raad van hun verfchilt ia denkwyze en, indien het nog niet tydig wordt voorgekomen, dat zelfde gezach, het geen zy aan denzelven tegenwoordig toekennen, tot groot nadeel en fmerte der gektele hervormde Gemeente misbruikt. — Hadden zy iets, 't zy tegen den beroepenen in perfoon 't zy tegen de wettigheid der beroeping, intebrengen, zoo moesten zy, als Lieden van eer en geweten, dit by den Kerkenraad zeiven hebben voorgedragen, of aanftonds by de beroeping of by de driemalige openlyke voorftelling voor de bevestiging. Misfchien hervat iemand hierop: heeft de Kerkenraad niet denzelfden gevaarlyken flap gedaan en het beroep aan de beoordeeling van eene gemengde Vergadering overgegeven ? Wy  AAN DSN LEZER. 1» Wy durven vrymoedig, iwin, antwoorden. Want wy hebben niet het beroep, als beroep, maar een bezwaar over ie handelwyze des Raads omtrend het beroep aan de Landfchap gebragt; wy hebben derhal ven de be« langens der hervormde Kerk voorgedaan, gehandhaafd en, zoo veel in ons was, het kwaad zoeken voor te komen, dat uit dien onberaden ftap van een gedeelte onzer Gemeente ligtelykkon ontfpruiten, dat, namelyk, in andere plaatfen, in welke de meerderheid der Regerings-Leden eene van ons verfchillende Godsdienst belydenis is toegedaan, dezelve zich een gelyk recht en gezach toeëigenen, en, tot onherftelbaar nadeel van den hervormden) Godsdienst, en diep grievend leed van desfelfs ware aankïevers, eene eigenmagtige befchikking over ons innerlyk Kerkbeftier zich aanmatigen. Deze eerfle aanmerking, over het noodig onderfcheid tusfchen het |begin en den tegenwoordigen ftaat van dit verfchil, welke breeder is uitgelopen, dan wy eerst gedacht hadden, levert eene andere niet minder gewichtige op, te weten, dat hier uit voor elk, die onpartydig ziet, middagklaar blykt, dat men dit verfchil geheel verkeerd doet voorkomen, als een verfchil tusfchen den Kerkenraad en de Gemeente, als of de eer^  m AAN DEN LEZER.' fee aan de laatfle eenen Predikant tegen haat zin wil opdringen. Want de ganfche Gemeente heeft den Kerkenraad in de geruste en vrye uitoefening van desfelfs plichten gelaten, tot op het oogenblik, dat de breede Kerkenraad, vier volle dagen na het drietal» vergaderde, ter'uitbrenging van het beroep: toen geven twee Perfonen aan den Prsefes, de vergaderplaats inftappende, de twee Papieren bladz. ï, s, 3. over; uit welker lezing bleek, dat flegts 65 Perfonen, om de beroeping van Ds. ysendyk verzoeken : nu is door den Kerkenraad, in de Memorie by den Raad ingeleverd, bladz. 10enz.dezer Verzamelingi duidelyk aangetoond, dat de Kerkenraad deze 65, of zo veel als men ten hoogflen daar by zou kunnen tellen, geenzints mogt houden voor de Gemeente, en, al was dat eens waar, dat de Kerkenraad dan nog niet blind delings de ftem der Gemeente mogt volgen.» Inmiddels, om dat de meerderheid des Kerkenraads den zin dezer 65 niet blindelings opvolgt, kan men' van vrydag, den 15 january, dat het beroep gefchied is, tot maandag den 18, toen het beroep by den Raad wierd ingeleverd, ten hoogflen 71 Perfonen oplopen, die by den Raid improbatie vragen, ter-, wyi verfcheiden der vorige Teekenaars zich Ma dit iaatlte onttrokken; de overige Leden ho*>  AAN DEN LEZER, xvn houden zich iïil of zyn bezig een tegengeweld Adres te doen teekehen, en moeten dus gefekend worden, het beroep goedtekeuren ' ten minften er in te berusten. —- De Rand houdt het zélve in advies en Helt de bezwaren in handen des Kerkenraads, welke, door1 tusfchen vallende openlyke gebeurtenisfen, niet Voor den 29 desfelfs Memorie kan inleveren ; maar, ziet! op dat zelfde tydftip geeft de meerderheid des Raads gehoor aan de 71, en improbeert: De Kerkenraad en een grooter getal Leden , gelyk aan elk in d»Ze Stad bekend is, welke reden geven, waarom zy Zich niet eerder by den Raad vervoegd hebben, bezwaren zich hierover; maar de Raad wyst beiden af: Beiden vervoegen zich ter Landfchaps Vergadering, ieder afzonderlyk met een verfchillend verzoek en op verfèhillende gronden (*)• Tot hier toe kan, by gevolg C) Deze Leden onzer Gemeente, namelyk vragen du retl en bepaald, dat het gedane beroep in zyne kracht blyve, en de Gemeente Zoo wel als de Kerkenraad hier door gehandhaafd worde, by het recht, het geen alle andere Gezintheden zelfs onder het vorig bellier' genoten hebben, om vry en onbelemmerd een Predikant te verkiezen, zonder dat de Politieke Regering over deze verkiezing eenig ander oordeel toe kome, dan voor zqo verre het de beroepenen als Burger betreft; — en zy gronden dat verzoek,.op de kennelyke ongerymdheid, die er  xvm AAN D E N L E Z E R. volg niet gezegd worden, dat er verfchil tusfchen de Kerkenraad en de Gemeente heerscht; maar alleen tusfchen den Raad en den Kerkenraad, de eerfte geflerkt door een klein getal Leden, welke hunnen wil, als den wil der geheele Gemeente, trachten te doen voorkomen. Wel is waar, dat in 's Landfchaps Refolutie van 23 Febr. bladz. 45 gewaagd wordt van 261 Ledematen, doch wy hebben daas reeds eene aanmerking gemaakt, die wy verzoeken, eer men verder leest, in te zien, en men zal overtuigd worden, dat dit getal eerst behoorlyk zou moeten onderzocht worden , voor dat het mede in rekening kan komen: Daarenboven merkt elk, dat het verfchil toen eene geheel andere, eene politieke, gedaante had gekregen, niet tusfchen den Kerkenraad en de Gemeente, maar tusfchen het gezach der Landfchap en het gezach des Raads, en, gelyk men het voorftelde, des Volks in gelegen is, dat, daar door de Revolutie Burgers van allerlei Gfizmtheden tot het openbaar bellier recht hebben en werklyk verkoren zyn, aan het gezach van Leden van eene andere Gemeente, beroeping van een hervormd Leeraar zou onderworpen' zyn , het geen de vorige Regering zich niet eens heeft aangematigd, onder \velke "alle Gezintbeden niets meer dan inwooning verzochten doch, voor het overige, yry benepen welken zy. verkozen.  AAN DEN LEZER, xix Volks dezer Stad; en, wie weet niet, hoe weinig moeite het in dezen tyd kost, om, in znlkeen geval, den groo ten hoop eenvoudige en onkundige menfchen in zyn belang te krygen? Hoe veel minder moeite hoefde dit dan nog in het tegenwoordig geval te kosten, daar, door verfpreiden leugen en laster, onkundigen tegen den beroepenen vooringenomen waren; het voorwendfel der goede zaak, de zaak der ware vroomheid den eenen aandreef, en by den anderen wederom hen voorgeven werkte, dat de meerderheid des Kerkenraads het recht der Gemeente en der Stad verkrachtede en eigendunkelyk over de Gemeente zocht te heerfchen. Het zou ons weinig moeite kosten, om dit laatfte rechtftreeks om te keeren en aantetoonen, dat flegts eenige weinige woelzieken de oorzaak zyn van deezen geheelen twist, wier eerzucht te vergeefsch elders voldoening gezocht heeft. Maar wy laten dat liever aan het oordeel van het onpartydig Publiek over, om te 'oeflisfen, aan welke zyde waarheid en recht of het tegendeel plaats heeft. Wy zyn ons ten vollen bewust van de onfchuld ja volle plichtmatigheid onzer handelingen en weten niet, dat door iemand der meerderheid eenigen flinkjchen weg is ingeflagen, om, met voorbyzien van het algemeen belang der Gemeente, een eenig mensch te weeien en eenen ande*** 2 ren?  xx AAN DEN LEZER. ren, naar onzen byzonderen zin alleen, te verkrygen. Wy herhalen ook hier, het gene wy in de Memorie aan den Raad reeds betu'gden, „ dat wy eiken befchuldiger, die „ het tegengefteld boos vermoeden oratrend ,, ons zou willen koesteren, ten geenen groo,, ten dage, met gemoedigdheid voor den „ Richterftoel van Jefus Christus wagten".— En wat den Man, door de meerderheid beroepen, betreft, op hen durven wy, voor het o^g der geheele Nederlandfcke Kerk vrymoedig roem dragen. In tusfchen vergeven wy elk en allen van harten de anders beledigende en grievende uitftrooifels, welke men van mond tot mond, voortplant, wetende, dat de meesten door onkunde, vooroordeelen en driften geleid worden, en daar door meer, dan uit opzettelyke boosheid, dingen zeggen en doen, over Welke zy zich van achteren zullen fchamen. Ja zelfs boozen, indien er zoodanige onder mogen gevonden worden, vergeven wy geerne en bidden God, dat Hy hun deze zonden niet toerekene. Wy gevoelen ons niet geheel ongeneigd en ongelierkt, om, met onzen waardigen beroepen Broeder, m gelykformigheid aan onzen grooten Heer en Meester, onfchuldig lasteringen en andere vernederingen te dragen, gevende deze ganfcr.e zaak nu verder over aan Hem , die rechtvaardig oordeelt en het miskende recht eens  AAN DEN LEZER, xxi eens ih het licht zal brengen; terwyl wyde belangens van Jefus Gemeente onder ons en elders.,, gerust toe vertrouwen aan Hem, onzen Heer en Koning zeiven, die onder, ja door alle deze driften en woelingen der men fchen zyn plan, ter uitbreiding van zyn Ryk, ongemerkt en a!s in het verborgen voortzet, en, op zynen tyd, voltooien zal. Wy kunnen nochtans niet nalaten, om alle ware aanklevers van den Protestantfchen, byzönder hervormden Godsdienst de gevaren onder de aandacht te brengen, welke, uit zulke woelingen en beroeringen , met hoe veel fchyn van Godsdienst yver of anderzints omhangen , natuurlyk voor den zeiven moeten voortvloeien,-'op dat zy met alle wysheid en voorzichtigheid, doch tevens met moed en ftandvascigheid daar tegen waken, en tot dat einde liefde, vrede en eendracht onder eikanderen aankweken, en de rechte" kennis der waarheid meer en meer by zich en anderen pogen uittebreiden en te volmaken , als de eenige weg, ter verkryging van de ware wysheid des levens, door welken wy .God behagen en voor tyd en eeuwigheid rust en troost fmaken kunnen. Harderwyk J; SCHIMMELPENNINCK. den 2 April J. W. TILANUS. - 1796. W. C. LUYKEN. G. A. CRAMËR. *** 3 LYS7  d e a STUKKEN. Voorftel der Burger Commisjie aan den Kerkenraad in naam van eenige Leden der Gemeente ter beroeping van Ds. yzendyk ' vervat in de a Papieren . Bladz. 1—3 Voorftel van dezelfde Commisjie aan den Raad om het beroep van Ds. proper te improberen vervat in de 2 Papieren . . 3—6 De Raad het beroep in advies houdende levert de Kerkenraad het Adres in . . $—20 Getmgenisfen aangaande Ds. proper. 2,1—30 Refolutie waar by dt Raad het beroep van Ds. proper improbeert . • • 31 en 33 De Kerkenraad geeft zyne bezwaren hier over aan den Raad te kennen in het Adres. 3 a—34 De Raadperftsteert by de improbatie . . 35 De Kerkenraad levert hier op een Adres in aan de Landfchap . ... 36—44 De Landfchap heft dt improbatie op volgends de Refolutie . . . 44—47 De Burger Cornmisfte geeft by de Kerkenraad, in naam des Volks, het Gefchrift in. 47 en 48 Be  L Y 5 T d e a 5TÜK1KER 2> Kerkenraad vratgt byden Raad veiligheid ) van inwooning voor den beroepenenen ,maar krygt een weigerend andwoord . . 49 en £ó De Kerkenraad geeft hier van kennis dan het Provintiaal Collegit in de Britf . , gQm~-gg Refolutie van dat Collegie waar by den Raad wordt aang»fchreven om aan 's Landfchaps Refolutie te obtempereren . . 55 en 55 Voorftel des Kerkenraads hier op aan den Raad en dtsfelfs weigerend andwoord . . 57en5?; Nader bericht des Kerkenraads dagrmtrend aan het Provintiaal Collegie . . $()tn6rS; Byvoegfel van Getuigenis/enaangaande Ds. proper enz, , 6b—66 ZIN-  ZÏNSTOORENDE DRÜK.FOUTEN. Pag.*i6. reg. 8 van ond. voor en lees is. fe/'-lf, —■- I i —— erfrijk lees trgerljkbeiJ; Copie.  Copie, De Leeden van de B ComrniiHe an de Leeden van den B reeden Kerckenraad dor Stat Herderwyk. MEDE BURGERS Dit nevensgaande an ons toegezonden Addres jn ziende Begrepen wy het zelve aan UWL te moeten ter hand (lellen en begeerte van zoo veele Burger Leeden van defe Gemeente veftigen ten Eynde an dezelve Door UWL mogt worden voldaan en hier Door Ruft en Eendragt zoo wel als het ware geluk van de Gemeente te bevorderett waar toe tog alle Collegien in het zy Kerckelyke eoq wel als in het Burgelyk ten durften verpligt zyn. Heyl en Broederfchap UW Bezondere Goede Vrinden' de Leeden van B Commifïïé. en uyt der zeiver naame (was gtttiktni) T. L. v. d. BPJNK Sscretarfo, NB. Dit en de drie volgende Stukken zyn letterlyk, volgends de origineelen, gedrukt. A Copfei  Aan de Leden van de 3uefger Commisfie MEDEBUERGERS Wy Ondergetekede met blyfchap Gefien hebbede dat de kerkeraad op het Drietal van Predikanten Gcbraegt heeft A. Yfendeyk Predikant te Geelmuyden Een man die alle achting waardig is en naar de mensch gefprooken voor deze Staed een aller nuttigts Predikant zyn zoude zoo verklaaren wy dat het ons tot groote blyfchap Nzou verftrekken indien hy alhier moegt worden Beroepen verfoeken Uw lieden om hier toe al het Uwe aan te wenden daas zulks nopdieg is ten Eynde niet alleen aan onz© maar Geleyk wy vertrouwen ook aan Uwe begeerte, ia aan die van De meests Buergers Deze ftad pioegt worden voldaan (onderfond) Heil en Broederfchap was getekend jfan van Asfelt. Johannes Huygem» Corneeiis Koning. G. eefendam. lik. Verhoef. A. van Leémvem Steeven loogen. J. van Leeuwen. Hendrik van Craajenoort. Steven Bvs. G. Hartgers. Brand Branféni Willen: ft even de muys. Gerrit Do&er. W. van Leeuwen. L. B. Backer. M. Huygem. Chriflina hacker^ Jacoè Koopfen. A- van Daalen. Pee-  # 3 ^ ,P Zie deeze Stukken p. 3, 4» 5, 6.  wordt:" „dat men de beroeping van proper, Pre- „ dik. te Hitn en Doodewaard, tot Predikant in de„ ze Gemeente met ongenoegen gehoord heeft, als '„ gefchied zynde, niet tegenftaandc de Kerkenraad, „ door een adres, door de Burger Commisfie zelve „ aan hun bezorgd, overtuigd ware, dat de begeer„ te van zeer veele Burgers en Leden van deze „ Stad en Gemeente, met haar ganfchc hart ysen„ dyk begeerden j" met bygevoegd inftantelyk verzoek aan gezegde Burger Commisfie, om by UI., Burgers Reprefentanten! te infteeren, „ Dat die „ -beroeping wierde afgekeurd"; met by voeging van deeze woorden „ wyl het de begeerte van zeer „ veelen is, dat proper alhier niet, als Predikant, „ mag komen, wyl de Kerkenraad niet aan de „ begeerte vaü zo veelen heeft willen voldaan; „ het is immers eene eeuwige waarheid , dat de „ Kerkenraad om de Gemeente is, en de Gemeente niet om den Kerkenraad, dat is, dat de Gemeente niet den zin van den Kerkenraad behoeft te doen, maar dat de Kerkenraad verplicht is, „ om aan de begeerte van de Gemeente te vol„ doen, daarom verzoeken wy, dat dit Beroep „ mag worden afgekeurd." Ten einde U, Burgers Reprefentanten! te beter in ftaat te ftellen, om te oordeelen, over de kracht, zo van die befchuldiging zelve, welke tegen den Kerkenraad word ingebracht , als van het aangevoerd bewys, moeten wy UI. verwittigen, dat, even voor het aangaan onzer Vergadering, waar in de beroeping gefchied is, door den Prefident en Secretaris der Burger Commisfie, aan den Praefes zyn ter hand gefield twee Papieren, (*) met verzoek, (*) Zie dezelve p. i, 2, 3.  & 9 # zoek, dezelve in de Vergadering in te leveren; het eene Was een adres aan de Burger Commisfie, door 65 Leden, gelyk zy zich noemen, der Gemeente, zoo mans- als vrouwsperfoonen, ondertekend, inhoudende verzoek, dat dezelve al het hare geliefde aantewenden, ten einde Ds. vzendyk mogte beroepen worden, als die men oordeelde, voor' deze Stad, een allernuttigst Predikant te zyn, terwyl men tevens vertrouwde, dat deze hunne begeerte, mede de begeerte, niet alleen van de Burger Commisfiemaar ook van de meeste Burgers dezer Stad was. Het ander was een Papier, door den Secretaris der Burger Commisfie getekend, houdende kennisoéving, dat het eerstgenoemde ftuk by de Burger Commisfie ontvangen ware, en dat dezelve geoordeeld hadde, aan den Kerkenraad het zelve te moeten overleveren, in die verwagting, dat de Kerkenraad aan de begeerte, daar by opengelegd, voldoen zou. -— DePraefes, deze papieren aangenomen ert vervolgens aan de Vergadering voorgelezen hebbende, heeft dezelve begrepen, dat elk Lid, door het uitbrengen van zyne ftem ter beroeping, verklaren zoude, of hy het ingeleverd verzoek aannemelyk oordeelde, dan niet; en hier op, df* itemming in orde zynde afgelopen, heeft de uitkomst getoond, dat de meerderheid geene genoeefame redenen, om aan dit verzoek te voldoen elvonden had. ° En waarlyk, Burgers Reprefentanten! de rede, welke in het adres, aan UI. ingeleverd, word opeegeven, waarom de Ke kenraad dat verzoek had motten voldoen, is zoo zwak, dat wy, om de ongenoegzaamheid daar van aan te toonen, zeer wciuVe moeite zullen hebben. — ' B Geer-  ^ io m Geeme en met ons ganfche hart erkennen wy die waarheid, die eeuwige waarheid, dat de Ker* k^nraad om d" Gemeente is, en niet de Gemeente om den T\ ik nraad; doch wy protesteeren wel uitdr kk hk daartegen, dat de Ke'.knraad, door het niet voldoen aan het ingeleverd verzoek, zich tegen die eeuwige waarheid zou misgrepen heb■ben. Indien deze grievende befchuldiging grond zou hebben, dan zouden eerst deze twee dingen waar flioeten wezen: Vooreerst, dat de Kerkenraad verplicht ware, het ingeleverd verzo;k voor een verz k der Gemeente of der meerderheid van de Gemeente te houden; ten tweeden, dat daar en boven de Kerkenraad verplicht ware, aan zodanig verzoek flegts blindelings te voldoen , zonder hun eigen geweten en overtuiging in eenige aanmei kinge te mogen nemen, of waarlyk die, hun aanbevoolene Perfoon,vöor de Gemeente en derzelver belangen, de gefch k de ware, dan niet? ■ -— Doch geene van deze beide dingen is waarachtig, cn de befchuldiging, tegen den Kerkenraad ingebracht, zal dus bi; k in gansch nietig te zyn. ; Vooreerst zeggen wy: de Kerkenraad was niet verplicht, het ingeleverd verzoek, voor een verzoek eler Gemeente of van derzelver meerderheid te houden. Vyf en zestig menfehen tog, zo mansals vrouws-perfoonen , kunnen die, met eenige mogelykheid onderfteld worden, de Gemeente of de meerderheid der Gemeente van gansch Harderwyk te zvn? Dit is te dwaas, Burgers Reprefentanten ! om er by Uil te ftaan; ook hebben de Ondertekenaars van het verzoek zelve de ongerymdheid daar van in-  ingezien, deels Öit dien hoofde, zich op -7e Burger Commisfie, als eenftemmig met hnn deik r.de, tot naderen aandrang beroepende, deels vt k ende, te vertrouwm, dat hunne begeerte ook de begeerte van de meeste Burgers dezer Stad w*ire: Mtusfchen zal de Kerkenraad het onvoldoende van beide zonder moeite kinnen betoge;;. Want, wat de Burger Commisfie betreft, als, ten tyde der inlevering van het verzo- k, uit flegts zeven Leden beftaande, kan het getal der inleveraars van het verzoek flegts van vyf en festig tot twee en zeventig doen klimmen; en wat, ten anderen, het vertrouwen op de eenstemmigheid van de meeste Burgers dezer Stad belangt, de Kerkenraad had gewis geene de minfte zekerheid, dat men zich, fri dat vertrouwen, mogelyk niet bedroog, de enkele mogelykheid waarvan dan ook dit byvoegfel voor ons van geene genoegzaame kracht deed zyn. —— En hier moeten wy tusfchen beide eene aanmer» king invlechten, ten opzicht van het verzoek ter inprobatie van Ds. proper , zonder eenige dé minde rede te geven, door het Burger Genootfehap dezer Stad gedaan,'van welk verzoek in het adres der Burger Commisfie aan UI. Burgers Reprefentanten ! melding word gemai:kr: Dit verzoek gaat ons wel niet aan, te minder, daar ons, op naam van dat Genootfehap, geen adres, rer beroeping van Ds. yzendyk, is ter hand gekomen; doch wy moeten er nogtans omtrent aanmerken : Vooreerst, dat, daar verfcheidene Leden van dat Genootfehap reeds op de andere adresfen, zo by UI. als by ons ingeleverd, hunne namen geplaatst hebben, dezelve derhalven geenzints alle als nieuwe Perfoonen, die by UI. verzoek doen, B a kun-  * ia m kunnen befchouwd worden, noch ook by ons"daar voor zouden hebben kinnen gehouden wezen, indien aan ons, door dat Genootfehap, mede verdoek, ter beroeping van Ds. ysendyk gedaan was; ten anderen, dat een verzoek op naam van dat Genootfehap, als zoodanig, zelfs in het geheel niet by ons in eenige aanmej k ng zou hebb. n kunnen kjmen , als het wc k eene gemengde Vergadering is, uit Leden, van verfchillende Gezindheden in het Godsdienftige beftaande niet alleen, maar ock, zonder onderfcheid , uit zeiken , die dadelyk Leden der Gemeente en die het nog niet zyn; uit welken hoofde wy dan ock vertrouwen, dat dit adres, in deze zaak, mede by UI. Burgers Reprefentanten! niet het minfte wegen zal. —— Ten befluit voegen wy er nu, ten opzicht van dit ganfche ft.uk, nog by, dat, hoe velen of hoe •weinigen, beha!ven de 65 Ondertekenaars, en da 7 Leden der B irger Commisfie, de beroeping van Ds. ysendyk ook begeerd mogen hebben, nochtans de meerderheid onzer Vergadering, voor zich, gegronde overtuiging had, en, m die overtuiging, van achteren, nog nader is bevestigt geworden, dat zeer vele Leden der Gemeente Ds. ysendyk, om byzondere, en voor hun gewichtige, redenen, niet begeerden; tetwyl anderen, zelfs van hun, die zich by ons geadresfeert hadden, echter zich onttrekken hebben, van hu ne namen, op het adres, ter inprobatie van het gedane beroep, te plaatfen ; ten bl\k gewisfehk, dat, hoe zeer zy ock 'lever gezien hrdden, dat de meerderheid des Kerkenraads zich tot ysendyk. he;  bepaald had, zy nochtans een afgryzen hebben van een flap, als deze.laatfte is. . Maar, was nu, uit hoofde van het gezegde, de K Onraad-niet verplicht, om liet, by ons ingeleefd verzoek, voor een verzoek Ier ganfche Gemeente te houden; hadden wy zelfs geen zekeren grond, om het te honden voor een verzoek van de meerderheid der Gemeente, hoe veel nietiger zal dan nog de befchuldiging ,. tegen ons ingebracht, bh km te wezen, wmneer wy vervolgens betoogd zullen hebben , dat wv daar en boven geenzints verplicht weren, aan het gedaane verzoek, flegts blindelings te voldoen. Niemand onzer Burgers Reprefentanten ! heeft het Opzieners Ambt, over de Gemeente, op eenen anderen voet, aanvaard, dan dezen, van"derzelver belangens te zullen behartigen, naar zyn eigen beste kennis en geweten, ten duurften verbonden, om aan dat geweten getrouw te wezen, in het vooruitzicht der nkenfchap, éénmaal door hem te geven, niet, daar van te geven, wat anfcren, wat velen, wat de meesten zelfs, aangaande de belangens der Gemeente, aan zyne zorg toevertrouwd, dachten; maar daar van te geven, wat hy, hy zelve er van dachte , naar zyn licht, en, naar de onderrichting, welke hem, in het bellier van den eenigen Heer der Kerke, was re voren ^kunen. — Nu vragen wy vrymoed'g, hoe k n met deze waarheid, _ die or k eene eeuwige w arheid is , en, eenmaal, in de gevolgen, bh ken zal' eene eeuwige waarheid te zyn, voor hem in het byzonder, 'die zyn licht moedwillig verza kt heeft; hoe km, vragen wy, daar mede beftsan, de onderftelling, dat de Kerkenraad flegts blindelings de begeerte der B 3 Ge-  * u # Gemeente, JSonder in acht neming van hunne eigene overtuiging, zou te volgen hebben? hoe kan byzonder, uit noorae nier van, aan dat onver» ftandig zeggen een zin gehecht warden, „ dat de „ Gemeente , niet den zin des Ke kenraads be„ hoeft te d >en, maar dat de Kerkenraad verplicht „ is , om aan de begeerte der Gemeente te vol„ doen". Het komt tog in eene zoo gew'chtige zaak, zo min op den zin , dat is eigenzin van den eenen als van den anderen aan ; maar het k >mt aan op het belang der Gemeente, en dus op den zin van Jefus, die haar Heer is, en dezen zin moeten of kunnen de Opzieners der Gemeente niet beoordeelen , naar het geen weinige of vele Leden der Gemeente, ten opzichte van derzelver belangens, denken, maar, naar het geen zy er van denken en dus oordeelen voor hem, hun Hoofd entHeer, hun plicht te w;zen. — Heeft nu , voor het overige, de minderheid des Kerkenraads , we ke niet op Ds. proper geltemd heeft, het volledigst recht van te eisfchen, dat ten haren opzichte onderfteld wnrde, dat zy, volgens haar licht, en dus volgens "haar plicht gehandeld hebbe; de meerderheid, gewis, heeft vol (trek: het zelfde recht, om dat zelfde te eisfchen , en zy zou zich, even zeer als de minderheid, door de onderftelling van het tegendeel, ten grofjle beledigd mogen rekenen; geluste het echter iemand, zoo boos een vermoeden, van niet volgends geweten gehandeld te hebben, aangaande haar te koesteren, die verklaart zy plechtig , dat zy dezen haaren befchuldiger, ten geenen grooten dage, voor Jefus Richterftoel met getnoedigdheid versragt. En  # 15 * En frier mede houd de Kerkenraad het 'eerfïe bezwaar, tegen de beroeping yari Ds. proper ingebracht, voor vo'knmen wederlegd, als or, namelyk, onze handelingen in dezen aan rechtn atige veroordeeling zouden onderhevig zyn; wy vatten derhalven vervolgends het tweede bezwaar op , 't wek opzicht heeft, op zommige Leden des Kerkenraads, als welke ter medeftemming tot die beroeping niet zouden zyn bevoegd geweest: dit bezwaar is bevat in het adres der Burger Commisfie aan UI. Burgers Reprefentanten! en wel in deze woorden : ,, Nog geeft de Burgerye ons in overweging „ of geremufeerde Burgers, die het vertrouwen van „ het Vu'k verloren hebben, hare ftem in het „ Keikelyke kunnen uitbrengen". —— Wy noemen dat een bezwaar, fchoon wy echter voor af aanmeiken, dat het geenfints, in het adres, als een dadelyk bezwaar te zyn , voorkome : het komt daar in ten hoogften voor als eene twyfelachtige zaak; die aan de Burger Commisfie, door de Burgerye flegts in overweging is gegeven, zonder dat de Burger Commisfie zelve duidelyk meldt, öf zy die byzondere zaak in overweging genomen hebbe, veel minder wat er haar zelf van dunkt* en daar en boven, zonder eenige aanduiding, ot het ook van haren wege aan den Raad ter overweging gegeven worde : In het flot van het adres; wordt welgezegd; „dat de Burger Commisfie dk „ adres in overweging genomen hebbe, en vari p, die natuur bevonden, als dat die Commisfie „ niet km nog mag nalaten, om, hierin, de be„ geerte van zoo een aantal Burgers niet te zullen „ voldaan", doch dit fchynt alleen op het onmiddelyk voorgaande, het eerst hooren namelyk van  4fc 16" ran Predikanten,. die vervolgens zouden beroepen worden", te zien; te meer, de wyl het in den toekomenden tyd, van te zullen voldaan, wordt voorgefteld: ook w rdt in dat zelfde Hot wel gezegd, dat de Burger Commisüe zich bezwaard zou vinden, zoo de Raad in de begeerte van de Burgery niet zou kinnen of willen voldoen; doch dit kan. op het Huk der ftemgereehtigheid van zommige Leden onzer. Vergadering niet Haan, dewyl noch door de Burgery, die het flegts als eene twyfelachtige zaak belchouwc, noch door Jde Burger Commisfie, die er zich gansch niet, ten minllen niet duidelyk over uit laat, eenige bepaalde begeerte daaromtrent aan den Raad te kennen gegeven wordt; de Raad zou dus, naar ons inzien, deze geheele zaak in het midden k innen laten en de Kerkenraad zich verfchoond kunnen rekenen, van het als een bezwaar aan te me ken, naardien twyfelachligheid'm eene zaak, en een duidelyk bezwaar tegen dezelve gansch onderfcheidene dingen zyn — Doch, op dat het niet fchyne, als of de Kerkenraad befchroomd ware, op dit ftuk van hun belang te dienen, zoo zullen wy het als een dadelyk ingebracht bezwaar tegen de wettigheid der beroeping aanmerken, en onze tegenaanmerkingen kortelyk laten volgen. En wel vooreerst, Burgers Reprefentanten! de onderftelling, hier by plaats hebbende, en van allen grond ontbloot, als of, namclyk, Burgers, die van hunne posten in het burgerlyke verlaten waren, of, gelyk het in het adres in 't algemeen wordt uitgedrukt, geremufeerde Burgers, even daar door ook gerekend zouden moeten worden, van hun ftemrecht, in het Kerk lyke 'vervallen te wezen; indien dit befluit zoo vohtrekt door zou gaan, dan moest eerst  # 17 * eersi Kerk- eh Burgerftaat volkomen het zelfde wè« zen; maar dat zy dat niet zyn, daar aan zal me» mand van hun, die dit bezwaar geopperthebben, twyfelen, Zoo wy hoopen, als die zich allen ht* deii der Gereformeerde Gemeente noemen , en dus dienen te weten, dat: het Koningryk. van Jefus niet van deze wereld is. . : Dan, ten tweeden, merken wy aan, dat, al was de onderftelling, in 't algemeen, zoo kennelyk ongerymd niet, dan echter de Kerkenraad nog geene vryheid hadde, uit hoofde van de Wetten* waar aan dezelve verbonden is, deeze geremoveerde Burgers van het recht van medeliemming , ■ in deszelfs Vergadering, uit te fluiten; die Wert-rt toch zyn alleenlyk, voor zoo ver onze Vergidefing aangaat, of Kerkelyk, of Landelyk; maar g:en van beiden geven ons eenig recht, om een Lid onzer Vergadering , naar Kerkenorde beroepen, t n in zyn post bevestigd zynde ,Jn de oeffening van wettig verkregen recht, op enigerly wyze te ftremmen, veel min hem van dat recht vervallen te verklaaren, anders, dan om eene van deeze twee redenen: afwyking, vooreerst, van de belydenis der hervormde Leere, en, ten anderen, beweze* ne ergerlykheid in den wandel. Ondernam de Ker-, kenraad immer iemand, om eenige andere redenen, deszelfs Vergadering te ontzeggen, wy zouden Kerkelyk aan de Cenfuur onderworpen, en .Burgerlijk aan eene Aétie van Injurie, ja mogèiyk aan nog meer, bloot gefteld zym Nu heeft gewis de remotie by de Revolutie gefchied niet het minHe uit te liaan, met zuiverheid" of onzuiverheid in -de Leer onzer Kerk ; en even min kan de grond daar van gezegd worden , ergerlyk in den ChrisC ' te-  ■teiyken wandel té wezen. Trouwens, iranneer wy de gedrukte -{fokken inzien, welke deze remotie betreffen en in ieders handen zyn, vinden wy, niet alleen, van' zulk eene ergerlykheid in het gedrag , in het gemeen beiéhouwd, niets gerept; maar, wat zelfs het gedrag der Burgers, als' Legden van .den Raad eh gezwooreh Gemeente betreft, vinden wy,* in de aanfpraak, by gelegenheid hunner Remotie, aan hun gedaan op pag. 13. uitdrukkeiyk gezegd, „ dat de Burgery al het goede, „ 't welk door hun allen in 't gemeen of elk hunner in 't byzonder, 'ten nut van Stad en Land* £ verricht zy, met dank erkent" — terwyl vervolgens alleen verklaard wordt, dat die zelve Burgery echter zich niet onverfchiilig of ongevoelig gel/'tooneh omtrent al het geen, waar in wettig blyke, dat tekort zij "gc/kkotSttf 'atrt welks verantwóordelyldieid zich uiemaad onttrekken mogt, —Het hoogfte vermoeden derhalven, dat, ten opricht van hun gedrag , in hunne onderfcheiden posten, ten hunnen nsdeeie, verklaard is, is niet , dat zy fchehneu waren , die opztttelyk eed en plicht vertrapt hadden, maar tekortjehictizg in den plicht alleen; en dat nog maar bij wijze van vermoeden, of flegts als eene mcgeiyke zaak, waar van eerst wettig zou moeten Wyken, eer men hen tot ver* aivcwoording roepen zodde. — Nu vei klaart de Kerkenraad niet te weten, dat dit, tot hier toe, ten' opzicht van iémand dier Burgers gebleken zy; en, indien liet al gebleken ware, zou neg geenzins ïekortjc'tieti/ig alleen een grond vecen, öm regen die Burgers kerkelyk te' handelen; maar er 2011 dan tevens by moeten bïyken, dat die tekortichietingen van dien sart waren, of van die ver- zwa-  $ 19 garende omftandigheden vergezeld gingen, gfc er eene Kerkelyke Cenfure, ten hunnen opzichte, als Leden der .Gemeente, op noest volgen; en zöö eerst zou 'er eindelyk, ontzegging der Kerkenraads Vergadering en dus verlies van ftemrecfcc in dezelve , voor die Burgers, het gevolg van kunnen zyn. Oordeelt zelve Burgers Reprefentanten! indien iemand maar eens het ongeluk hadde, over enkele tekortfekieting in de waarneming van uwen ■post beklaagd te worden, het geen, door enkele nienfcfoelyke zwakheid en dwaling, zonder eenige ioosheid, zou kunnen plaats hebben, of Gy niet tot God-over onrecht zoudt fchreeuwen, indien men U daar over ook Kerkelyk aélioneeren wilde? - By deze tweede aanmerking, omtrent dit bezwaar, voegt nu de Kerkenraad nog eene .derdien Iaatfte, welke echter niet zo zeer dient om de ongerymdheid van het bezwaar zelve te betogen, maar alleen, om aan te wyzen, hoe rampzalig dt gevolgen zouden kunnen wezen,, indien deze zaak eens wierde doorgedrongen, en de Raad zich overreden Het, om te verklaaren, dat zy deze Burgers rekende van- hun Kerkelyk fiemrecht" vervallen te zyn. Hst was immers mogelyk dat, op de eene pf andere wyze, de Landfchap. met die zaak gemoeid wierde, en wat- dan , indien deze eens in een tegenovergefteld begrip vérkeeren. mogte ? Droevige verfchillen tusfchen Lanclfchappelyk en Stadsbeftuur , moesten er gewis het gevolg van Zyn; waar van, welligt, het eind, in langen tyd niet te zien ware. Wy breiden dit niet verder uit<, dei*?ylde ramp.. .... V a . {pc-  Jjpoedigheid van zulk een mogelyk gevolg zo» klaar als het licht op den middag is. ■ En hier mede oordeelen wy dan ook alles beandwoord te hebben, dat eenigzints in de Stukken, ons ter hand gefteld, beantwoording nodig had, terwyl wy de Copie authentiek der beide, by ons ingekomene, Adresfen, als Bylagen f*)hier nevens voegen, gelyk ook, om te toonen, hoe, by uitftek, waardig een man de beroepene Predikant proper zy, de insgelyks door onzen Scriba geauthentiièerde Copien der allerheerlyklïe getuigenisfen, welke in de Kerkenraads Vergadering, zoo voor als na de beroeping, hem aangaande, zyn ingekomen (f) niet twyfelende, of Gyh Burgers Reprefentanten! zult verder geene de minde zwarigheid maken, orn, hét gedaan beroep met uwe goedkeuring te bekrachtigen. Waar mede, na Ulieden, zoo ten aanzien uwer Peribonen, als uwer zwaarwichtige betrekkingen, aan Gods Genade te hebben aanbevolen, wy met verfchuldigde achting ons noemen Burgers Reprefentanten! Gedaan in de brede Ker- Die van den breden Kerkenraads Vergadering den kernraad der Nederduit* 28 january 1796. " fche hervormde Gemeente binnen deze Stad Uit aller naam en Last (was getekend) J. W. TIL ANUS, Syn. Scriba. Co- (*) Zie bi. t, 2, 3. (t) Deza volgen hier bladz. ai.  # H * Copien €ti Extrafren uit Brieven en Getuigenisfen vóór en na de beroeping van Ds. proper. No. i. ——— By de groote verliezen, die Hardertvyk zedert eenige weken heeft geleden, komt weder op nieuw dat van uwen braven Ds. noorDink, die ik hoor, dat' het beroep van den Haag heeft aangenomen. Kondt. Gy nu Ds. proper, thans te Hien en Loeders aard in plaats krygen, ik twyfele, of er gelukkiger keuze zoude Runnen gefchieden en ben verzekerd, dat Hardenvyk een' anderen chevalier in Hem zou wedervinden: Èen ryzig welgemaakt Man, van eene allergelukkigfte phyfiognomie, wellevend, tot de converfatiö gefchikt, een gul vriendhoudend charakter, bedaard Patriot, godvrugtig, een Man van ftudie en fm:>ak, zonder de minfte partyzucht, fchoone 11 crn, aller* aangenaamfte talenten, kortom een van de beminnelykfte menfehen, die ik kenne, en die lang een der aanzienlykfte ftandplaatfen had gemeriteerd.doch die voor het ongeluk der tyden heeft moeten zwigten. Ik ben verzekerd, dat niemand, die hem kent, en ik kenne hem van naby, myn getuigenis zal v/raken en durve my gerust op dat, het welk chevalier van hem zoude geven, beroepen* Men.vrage Ds. van den berg te Arnhem naar hem, en onbepaald een ieder alhier, op wien men vertrouwen heeft. (was getekend) P. LINDENHOF. Zwolle aa Novemb. 1795. C 3 D»  # ft* p F De Ondergetekende heeft den Heer chevalier; by zyn laatfte verblyf alhier, over dit beroep op hem, gevraagd; en die heeft het gegeven Getuige» öis volkomen bevestigd. . (was getekend) J. W. TILANUS. No. 2, Na het fluiten van myn Brief zie ik nog in uwen Brief uwe vraag over proper. Ik heb hem hier höoren pseeken — Mem en gaven zyn jtchoon, —— en wat de zaken betreft, beviel die preek my zeer veel beter dan de preek die ik — Op de Synode te .... heb hooren doen. In zyn omgang beviel hy nry- zeer wel. Alle de Pred. van Arnhem hebben in de vacature van .... verzogt, dat men proper hier roepen.- wilde, maar liet moest /. .. , wezen; van Doolaard heb ik fliets kwaads gehoord, Mevrou van den Snor pryst hem bv uitftek. getekend) A. van den BERG. Arnhem den ïo Decemb. 1795. NB Da namen hier boven uitgelaten, kenden zonder onbefcheidenheid niet aan 'het Publiek worden overgegeven. No. 3 Myn gewezen Collega proper, die by de Gemeente van Harder»yk in aanmerking komt, het geen ik met blydichap uit uwe letteren zag, heeft zeer*goede talenten. Hy is een Man, die goede verflandelyke vermogens hebbende, dezelve naafflig gebruikt^ en dus een goeden voorraad van kun»  # *3 # kundigheden verzameld heeft. Hy is een gezonde uitlegger van den Bybel, waar van hy veel werk maakt, en heeft zeer grondige kunde vat» het Euangelie. Gy zult dus ligt begrypen, dat ik niet te veel zegge. dat hy goed preekt en ik hem altoos met het uiterfte genoegen gehoord heb. Als mensch heeft hy het allerbeminnelykst charak-' ter, goedaartig, vriendefyk, medelydend, hulpvaardig, als Christen ootmoedig, nedrig, en als Christen-Leeraar voorbeeldig in zyn gedrag en verkeering, altoos toonende dat de eer van God en de belangens van zyne Kerk - hem ter harte gaan. Zes jaaren heb ik met zyn Eerw. als Ambtgenoot verkeerd in eene harmonie, zoo als men zelden onder Collegen vindt; — nimmer heb ik het geringfte verfchil met hem gehad. Ik kan myn Vriend U dus met volle ruimte recommanderen, en kan U verzekeren, dat elk die dit Berigt, dat ik U hier gegeven heb, zal zien, die proper kent, zeggen zal: thooft heeft niets te veel gezegd-. ïk zal my verblyden, zoo de keus van den Kerkenraad op myn waarden pro pér mogt vallen, en, zo hy het mogt aannemen, U en de Gemeente geluk wenfchen. (was getekend) j .- T li OOFT. Campen 29 Decemb. 1795. No. 4. Ds. proper, Pred. te Hien en Doodewaard is by my grondig bekend. Ik heb hem uitftekend, verftandig , ernlTig , Godvruchtig en klaar hoor preeken. Hy heeft een.fchoone flem, en zeer fraaie gaven. Voor het overigs verklare ik,  # H #? ik, dat my uit grondige berichten, daar rrieh 'zicti op verlaten kan, vólkomen bekend is, dat hy een Man is van een onberispelyk fticliteïyk leven, zoo dat ik de Gemeente gelukkig agt die Hem heeft of krygt. ■' Alle de Predikanten, die,toen te Arnhem waren, hebben in de beroeping van d. boot in den Kerkenraad-eenparig verklaard, dat zy pp,oper begeerden böven alle anderen, die zy kenden. Eenig kwaad gerucht van hem heb ik nooit gehoord, en de grondige Berichten, die ik van zyn lofwaardig gedrag hebbe, verzekeren my, dat er geen kwaad van Hem met eenigen grond te zeggen valt. (was getekend) A. v. p. BER.G. Arnhem 19 Jan. 1796'. Dit bovenftaande verklaart de Ondergetekende mede met zyn geheele hart. (was getekend) E. J. POS Ti No. 5' Ik heb met veel bïydfchap vernomen „ 4?,t Ds. proper, te Harderwyk beroepen is. Ik zend U hier nevens eene Attestatie hem betreffende, naar ons beste weten, op goede gronden rustende, en met de waarheid'overeehkomflig. Ik verhaalde dit beroep aan den Hr van der ■pEL/rs van Bommel, die hier op den Landdag en ^.en Go-ivreezend man is. Hy is geheel vol van vRoper, en had nog gister middag by hem gege•<.-. ily verklaarde, dat hy niemand wist, dien KV lie ver tot zyn Predikant zou begeeren^ en dat hy  ^ *5 * &y zeker te Bommel in cas van vacature 't hoog brengen zoude. Mevrouw van Overbeek, die, gelyk gy weet, van tyd tot tyd op den Snor logeert, weet niet genoeg tot lof van proper te fpreken, en zegt my, dat hy in het diepst vertrouwen leeft met druis van eldik. , en dat deze uitltekend met hem in zyn fchik is. , Ik heb vos van steenwyk,die te Vollenhoven woont, en die zeer bevoegd is, om over Predikanten te oordeelen, altyd van proper horen fpreken, als van een Man, die weinig weerga heeft, en dat is altyd zoo gebleven , zo lang hy te Vollenhoven was. Toen Collega boot beroepen is, hebben post» veltman en ik in den Kerkenraad gezeid, dat wy eenparig Ds. proper tot onzen Collega begeerden, en niemand anders, en wy hebben van deze' declaratie nooit berouw gehad. Ds. abresch van Velp komt hier in, terwy1 ;k dit fchryf. Hy komt wel te Doodewaard, en zegt my zonder te weten waarom ik dit vraag, dat Proper zeer wel preekt en dat hy eene zeer ftich-. telyke manier van leven heeft, zoo dat hy in deszelfs gezelfchap het uiterst genoegen heeft. 'Wat fchendtongen voorwenden van vlekken in zyn gedrag,verklare ik op goede gronden voor fnooden opgeraapten laster. Van dezen brief kunt Gy by al wien gy wilt gebruik maken. (was geteekend) A- V. D. BERG. Arnhem 19 Jan. 1796*. D No. <5.  # I* No. 6. B R O E D E R S! Toen onze hartelyk geliefde Leeraaren Broeder 'Hermannus prgper op den 2.6 Febr. 1794. zyn "ontflag van onze Gemeente verzogt, gaf onze Kerkenraad'zyn Eerw. een uitnemend Getuigenis mede. '-—■ Wy zouden ons der moeite kunnen geven van U het zelve woordelyk mede te deelenj dan voor waarheid-minnaars zal het genoeg zyn, «lat wy betuigen-, het was uitmuntend en juist zoo als het behoorde. Zyn Euangeliedienst onder ons was in alles uitfteekend, en. zyn wandel beantwoordde volkomen zyne prediking. Hy was voor allen als Man, als Vader, als Burger, als Christen een voorbeeld; met een woord, Hy was de braafheid zelve. —- Zoo kenden wy hem niet ter loops, maar-fints eenige jaaren — zoo kennen wy Hem nog in de Gemeente , waar hy thans ai beidt —- zulk een getuigenis geven wy met- het ruimfte hart, en zulle» zeer gaarne alle Leden van onze Gemeente geven willen. Terwyl wy wenfchen, dat de Hardemyker Gemeente dat voorrecht mag ondervinden van zulk een Man als haren Herder en Leeraar in hun midden te mogen zien, en dit ons getuigenis ftrekken mag om voor de Gemeente dat voorrecht te be« vorderen. De Héere bekroone daar toe uwe pogingen met den besten 'tritflag en neige het hart van "den geroepenen tot Ul ;' Ifrai getekend) Vollenhovcn 22 lanuar. W. Sanders, EccU Vol!. 179'^ i H. J. Pingel, Oud-Ouderi. Reynder Jan Kuylert, Ouderling. " jan Lucas van den Berg, Ouderling. J. R. Honig, Diaken. Jan Voer* mar., Diaken. J. y. d.Bos, Diaken. - No. 7.  # *7 % No. ?. Wy ondergefchrevene, Leden der Municipaliteit, verklaren mits dezen, als dat al dien tyd, dat hermannus proper als Godsdienst Leeraar onder ons arbeidde, de Man zich gedragen heeft als een uitmuntend wys en braaf Leeraar, als een zeer voorbeeldig Burger, van wien wy durven verklaren, dat geene onzer Gemeente iets hoegenaamd op zyn Leer of Leven met grond weet te zeggen, anders als proper was in al zyn beftaan een voorbeeld van ware Godvrucht en Deugd; was ur alles goeds voor ieder dienftig en wierd van alle Verfhndigen en Braven bemind. Ja zyn vertrek' van Vollenhoven deed tranen Horten, het geen nóg! gedurig door perfonele regtftreekfche en zylingfche Berichten hêrlevendigd wordt — zoo dat wy volkoomen kunnen 'getuigen, dat Ds. proper als Leeraar en Burger alle menfchciyke lof waardig is. Terwyl wy met zulk een man Regeering en Gemeente van Harderwyk met het vollie hart geluk wenfchen , verzekerd dat dit getuigenis (wanneer de waarde proper zich eenigen tyd by UI. heeft bevonden) allefins naar waarheid zal erkend worden. Aldus afgegeven te Vollenhoven den 22 January 1796. - (was getekend) A. H. EKKER. T. HOOFT. W. MAASKAMP. LUCAS SEIDEL. No. 8. — Ik heb uwe letteren, waar in Gy. my de beroeping yan mynen waardigen Collega berigt, wel ontfangen, gelyk die ook van gisteDs ren,  % 28 * ren, waar uit ik met ontroering de fnoode boosheid en lasterzucht, waar mede men proper beklad, vernam. Ik zeg opzettelyke boosheid enkel bedagt, om hem te weeren. Ds. proper heeft, gelyk alle menfchen-vrienden , zeer veele Vrienden j by zal ook vyanden hebben ——- Dan daar houde-ik my van verzekerd, dat geen mensch die iets tegen hem heeft, hem ooit daar van bcfchuldigen zou, ik geloof zelfs niet, dat zoo iets in hunne gedagten _ zou opkomen. Hy is zoo fober in drank, dat ik niet geloof, dat hy in een gansch jaar in Zyn eigen huis één anker Wyn drink,, en geen mengelen Genever, en by anderen zoo gepofeerd , dat niemand zeggen zal hem iets onmatigs te hebben zien gebruiken. Ik ben hier zoo van overtuigd, dat groot en klein, ryk en arm te Vollenhoven dit getuigenis mede zoude geven, en ik twyfele niet of te Doodcwaard, daar hy, zoo veel ik weet, zeer bemind is, zullen ze het /.elfde doen. Als ik te Harderwyk woonde, zoude ik vernemen van waar men dit hadde, vernemen wie die menfchen waren die dat zeiden, hen laten fommeeren, en dan dunkt my wiide ik wel honderd Ducaten verbeuren , dat iemand durfde voor den dag komen, die dien laster durfde ftaande honden. (was getekend} THOOFT. Csmpen den 22 Jan. 1796". No. 9. Verzogt zynde een Attest te willen af- feven aangaande den Perfoon van Ds. n. pkoper, predikant te Hien en Doodnvaard, verk are ik door dezen I)s. 12. proper zedert langen tyd wekend te heb-  fcebben, en nog'te kennen en te houden voor'eeflL Man van een braaf charakcer, :zoo n'aruuriyk ds zedelyk beide — geheel opregt in zyn beftaan,-. voorbeeldig in zyn gedrag; gul, vriendeiyk, befcheiden en hulpvaardig; Öie zy: heilig "dienstwerk met lust en yver gemoedelyk verrigt, die zeer geliefd is by zyne tegenwoordige Gemeente (aan dewelke ik geene zwarigheid gemankt heb Hem vóór zyne beroeping aldaar hartelyk aan tepryzen) die veel werk van ftudie maakt, die by. zyne gezonde lichaamsgefteldheid een aangenaam talent heeft voorden Predikltoel,die door de gepaste leiding van zyne heldere en doordringende ftem de aandagt van zyne Toehoorders weet op te wek. ken en gaande te houden, en daar door gefchikt om wezentlyk nut in eene Gemeente te kunne» doen, vooral wanneer de Heere gelieft mede te werken, — met één woord, ik houde my verzekerd, dat eene Gemeente, die Ds. h. proper. voor haren Leeraar beroept, zich hare keuze nooit beklagen zal. — Zie daar een getuigenis naar waarheid, geheel belangloos in gemoede afgelegd, (leunende op eigene en langdurige ondervindinge. (was gttekend) H. ADAMA, Eccl. Zwol!.. Zwolle den 23 Jan. 1796. No. 10. De verontwaardiging, met welke ik den laster mynen waardigen Vriend proper , dien ik, sedert ik zyn Eerw; heb leeren' kennen, tot' heden toe befchouwd heb als eenen der waardigfie en der bekwaamde Leeraars, welke in onze gantfche Republiek gevonden worden, van wiens oorD 3 deel-  m 30 # deelkundige en recht (lichtende Leerredenen ge-' bruilc te maken, ik voor my zeiven (leeds myn grootfte voorregt rekenen zou, verpligt my, om het geen in myn vermogen is toe te brengen, dat die regt eerwaardige Man deszelfs goeden naam moge behouden, terwyl ik in ftaat ben om op een genoegfamen grond te betuigen, dat zyn Eerw. van allen die te Doodewaard (myne laatfte Gemeente ) van kunde en braafheid kunnen en onbevooroordeeld willen oordeelen en getuigen, als een Leeraar van de grootfte verdienften befchouwd en geëerdt wordt; wiens characler zich ook byzonder door christelyke gematigdheid, zagtmoedigheid , ftandvastigheid en gelykvormigheid in grondbeginfels aanpryst, die een vyand is van alle laagheid en zucht, om zich uit byzonder eigenbelang naar voorkomende omftandigheden te fchikken, zoo dat ik de Gemeente van Harderwyk hoogst gelukkig zal achten , indien deze beroeping de weg zy^ langs welken Ds. proper tot dezelve overkomt. (was getekend) A ITT ON; Zwolle den 23 Jan. 1796'. De Origineelen dezer Copyen en Extraclen zyn inden gewoonen Kerkenraad, geëxhibeerd , gecollationeerd en conform bevonden den 28 Januar. (was getekend) Q. T. J. W. TILANUS, Syn. Scnba. ■Ex-  ExtracT: uit hét Kerkelyk Refolutien Boek dér Stad Harderwyk. Veneris 09 Januarii 1796". 'Hei eerjie Jaar der Bataaffche Vryheid. By refumtie gedelibereerd zynde over het op den 18 dezer ter tafel gebragte beroep, door den breeden Kerkenraad op Ds. hermanus proper uitgébragt, is goedgevonden en verftaan, hetzelve, uit hoofde der fubfisteerende verdeeldheid dezen aangaande onder de Leden der Gemeente, te m> probeeren gelyk gefchied by deze: zonder dat egter door deze improbatie, 'de goede naam of de. merites van den voornoemden b Toepenen Predikant eenigfints zullen gehouden zyn gekrenkt te weezen, terwyl de rRaad openlyk verklaart aan dezelven geen de minfte atteinte te willen toebrengen,, en haar eenig oogmerk hier mede is, de confervatie van de goede harmonie tusfchen Ledemaaten en Ledemaaten, en alle fcheuring voor te koomen, gelyk dan ook by deze de Kerkenraad ten fer eüften word aangemaand en des noods gelast, om by eene aanftaande te formeeren Nominatie (na dat hiertoe door haar hnndopening zal zyn verzogt en verkrcegenO zorge te draagen dat even 20 min Ds. arend van yzendyk thans Predicant te Gtn% muiden, welke door een gedeelte van de Gemeente begeert is geworden, als de voorn. Ds.' h. proper op dezelve geplaatst worde, en dat wederom meede om geene andere redenen a!s tot bevoordeling van de zo hoognoodige eendragt onder de Le-  ^ 3a # -"Leden-der Gemeente, wiens behoud en confervag • tie de Raad zeer ter harte gaat. En zal Extract dezes den Kerkenraad worden ter handen- geftelt om haaf te dienen tot narigt, met last, om, by gelegenheid-dat dit. beroep na gewoon» te in de Boekzaal vermeld zal worden, de voorfchreeven Refolutie woordelyk in dezelve te doen plaatzen. In Fidem Extracti. -.- c li' J. J. ELSEVIER; Secretaris. Aan den Raad der Stad ' Hardermyk. . BURGERS REPRESENTANTEN! Die van den breeden Kerkenraad der Nederduit'fche Gereformeerde Gemeente dezer Stad bericht ontvangende van uwe Refolutie van den 29 dezer maand, omtrent het by Ul. den 18de te voren _ ingeleverd beroep van hermannus proper, Predikant te Hien&n Doodewaard, tot Predikant onzer Gemeente, hebben daaruit met geene mindere verbazing dan fmerte gezien, dat Gyl. hebt goedgevonden, dat gedane beroep te improberen, bykans in dezelfde oogenblikken, dat UI. in hunnen naam eene Memorie was overgegeven, in welke zy meenden, op de dugtigfte .gronden, de wettigheid van dat beroep te hebben geadltrueert en de onwederfpreek'ykfte Getuigenisfen, zooomtrend het uirilekeod Christelyk edel en braaf beftaan en.gedrag., als  # 33 * als' ten" ~"aanzien der uimevnendfte Talenten ? van' den beroepenen, aan UI. te hebben overgeleverd;' getuigenisfen ,: die het ftrikite o??denrerk aiomme Velen kunnen, by welke ■/:<■ xks rfCwfe^ nog meerdere' kunnen voegen, indien zy^ ter vermyding van alle langwyligheid, zich daar vmn niet ópzettelyk-hadden onthouden: zy hebben gemeend van UI. te mogen verwagten, dat gy, zonder bedenking, door eene volkomene goedkeuring van dat beroep, en de wettigheid hunner handelingen, ende verdienden van den waardigen proper volle recht zoudt hebben doen erlangen : zy konden dus? niet anders dan ten uiterften getroffen worden, door deze uwe Refolutie, en dit wierden zy nog' meer , toen zy de gronden en motiven, daarin' vervat, overwogen, uit hoofde, gelyk wy daarin le-' zen, der fubfistcrende verdeeldheid dezen aangaande onder de Leden-der Gemeente, en'wat verder, dat het eenig oogmerk des Raads hier mede is, de eonfervatie van de goeds harmonie lu:fcken' Ledematen en Ledematen, en alk fcheuring. voor te kamen. ■ Het is naauwlyks mogelyk, Burgers Reprelen-tanten! dat er een beroep gedaan worde, waarom-trent geene disfeniïe, onder de Leden der Gemeente,'plaats heeft, en, zoodoende, zouden er altyd gronden voor improbatie gevonden kunnen 'werdén ; wy verklaren dus met gepaste confideratie, dat wy ons, door zulke poli ei ven, in onze wetti-; ge-rechten, en vrye deiiberatien belemmerd en verkort'oordeelen; de wyl, indien deze ten regeï' ón-, zer■ handelingen moeten dienen, men bezwaarlyk ergens tot eenig beroep zal kunnen komen; en wy zouden het, noch voor ons zeiven, noch voorde Gemeente,-wier belangen ons zyn toevertrouwd, kunnen verantwoorden, wanneer wy ons E niet  % 34 ^ triet nader by UI. vervoegden met erfiftig verzoek; dat Gyl, de by U zeiven ingekomene en door ons-. ?um UI. overgegevene getuigenisfen, aangaande den Predikant proper , van nieuws in overweging wildt nemen, neffens de gronden in onze Memorie vervat, met welk alles wy, voor God en menfchen, vrymoedig {taan durven, in die verwagting, dat Gjl. dan geen oogenblik zult aarzelen, om, in- ] dien al niet de gedane Improbatie intetrekken,ten minden dezelve te furcheren en omtrent de begeerte van zoo vele andere Leden der Gemeente ingelicht, het gedane beroep vervolgens goed te. keuren, vertrouwende wy van Gods voorzienigheid dat de oppofitie van [weinigen, door de echt Christelyke leere en leefwyze van den beroepenea, indien hy tot ons mogt overkomen, fpoedig geheel bedaren, en in tegengeflelde hoogagüng en. liefde veranderen zal; terwyl er in tegendeel alle, rede van vreeze is, dat, deze Improbatie blyvende, de disfenfie en fcheuring oneindig grooter zullen worden; houdende wy ons' daar en boven verzekerd, dat eene onpartydige onderzoeking der redenen dezer oppofitie duidelyk zal aantoonen, datdezelve op geene de minde billyke, veel minder Christelyke of bewezene gronden rust, gelyk wy meenen, in onze Memorie, reeds overvloedig te; hebben aangetoond: en hier mede bevelen wy UI., aan den invloed van Gods verlichtende genade. Die van den breeden KerAldus eenpaarig gedaan kenraad der Nederduitin onze Vergadering den fche Gereformeerde Gegi January * meerate dezer Stad, en f uit derzelver naam enLast (wasgztekeixtj j. W. TJLANUS/Sy». Scriba. Es--  # 35 # ExtracT: uit het Refolutie Boek van Kerkelyke Zaaken der Stad Har* derwyck. Luns i Februarii 179& Het tweede Jaar der Bataaffche Fryheid. Die van den breeden Kerkenraad ter Vergadering fchriftelyk hebbende overgelevert, en by monde van Ds. j. w. tilanus aan 't hoofd eener Commis* ■ üe hebbende doen voordragen een verzoek öüi furcheance, van de Refolutie in dato 291. 1. genomen, betrekkelyk het beroep van Ds. h. proper., en waarby hetzelve is geimprobeert geworden : is goedgevonden en verftaan te perfisteeren by de meergemelde Refolutie van improbatie. ' En zal hiervan Extracl aan die van den breeden Kerkenraad overhandigt worden ten fine van informatie. . Iu fidem Extraéti J. J. ELSEVIEBL £ & 'Am  i Aan de Reprefentanten des Volks van Gelderland. BURGERS REPRESENTANTEN! Die van den breeden Kerkenraad der GerefoN meerde Nederduitfche Gemeente, der Stad Harderwyck vinden zich genoodzaakt, voor eenige oogenfchkken, uwe gewichtige deliberatien te interrumperen ,.om laans uw', verlicht oordeel.eene zaak te onderwerpen, die voor hun van het hoogst gewicht is, en uwe tusfchenkomst en voorziening te imploreren,. ten einde zy namelyk gehandhaafd worden in hunne vrye en onbelemmerde deliberatien en befluiten, ten opzicht van het beroepen van;eenen -Leeraar ten dienfte van bovengemelde Gemeente;, gelyk zoodanig beroep op den 15 January, met eene wettige meerderheid, wettig door hun was uitgebragt,-op den perfoon van hermannus^ proper, Predikant te Hien en Doodewaard. Toen:dit beroep, volgends gewoonte, by den .?,aad .dezer Stad, door,' eene Commisfie uit deri Kerkenraad, was ingeleverd, kreeg dezelve ten antwoord, dat het beroep wegens dis/en/ie, onder de Gemeente gehouden wierd in advies, tot dat de Raad meer voltallig .w'as, en informatie had genomen. Kort daarop vernam de Commisfie, dat er by den JRaad een adres was ingeleverd, met verzoek, om gemeld beroep te improberen: hierop verzocht de Kerkenraad, dat dit adres in hunne handen mogt gefield worden, Dit wierd gunftig toegeftaan, en wy hechten de ons overgeleverde Copy authenticq hieraan fub A Q*). De Kerkenraad diende daarop den (*) Zie dezelve bladz, ar-ó* 29  * 37 * &9 January eene Memorie (a) in, met de Bylage fub B (£); ontving dien eigen middag reeds de Refolutie van improbatie fub C (c ), en gaf vervolgens een nader adres fub D ( 34» (ff) Zie dezelve bladz, 35. (f) Zie bladz. 3-6. E 3 0  # 38 #F minde réden van bezwaar rege« beroeptnen worde opgegeven; daarenboven Burgers Reprefentanten! zal het UI. -uit de getuigenisfen, door ons aan de Memorie by den Raad ingeleverd, geannexeert alhier fub B (*), ten klaarden blyken, hoe valsch niet alleen deze laster zy, maar hoe zelfs by uitnemendheid edel en waardig een Man, de beroepene wezen moet, van wien'zulke getuigenisfen, uit alle plaatfea, door zoo verfchillende menfehen, worden afgegeven; terwyl eindelyk de gewoone Kerkenraad, fchoon verfcheidene Perfonen voor zich verzogt hebbende, om na dezen laster te onderzoeken, niemand heeft kunnen vinden , die gynen Man weet te noemen, of het voor zich durft Itaandê houden. En wat kan dan toch de oorzaak der oppofitie van eenige Leden der Gemeente wezen , tegen dezen waardigen Man, uit hoofde waarvan zy zich, ten fine van improbatie, by den Raad geadresfeert hebben, wat anders, dan eene gansch draf bare lichtvaardigheid, in geloof te geven, aan een kwaadaartig verzonnen uitdrooifel, of flegts boosheid en bitterheid des harten, om dat de meerderheid des Kerkenraads niet blindelings den zin Van' eenige weinige Leden der Gemeente heeft opgevolgd; voor welke weigering wy nochtans vertrouwen, dat Gyl. uit onze Memorie alhier fub B'(t)> genoegzaam overtuigd zult wezen, dat de meerderheid gewichtige redenen had. Maar is het nu billvk en regtvaardig, Burgers Reprefentanten! dat eene disfenfie van zoo weinige (*) Zie bladz. 'n-30, lt) Zie bladz. 7-20»  # 39 * ge"Leden; voor welke zy geene de 'minftë redé*^ nen durven bybrengen, een grond zou opleveren voor improbatie van een wettig berosp, en dat wel beroep van een Man, van zulke groote Talenten en Begaafdheden, van zoo veele Godvrugt en Deugd, als uit de geannexeerde Getuigenisfen by den Raad door ons ingebragt fub B (*) blykt, dat de Predikant proper zy ? Is het billyk en. regtvaardig, dat het overig gedeelte der Gemeente hierdoor beroofd blyve van den dienst dezesMans, op welke het zelve ten fterkften gezet is, en van wien het, onder Gods zegen, zoo veel vrucht zou kunnen trekken? Is het billyk en rechtvaardig, dat de Akademie mede hier door verdoken blyve van de Leer en het voorbeeld van eenen Man, welke voor dezelve, voornamelyk voor de ftuderende Jeugd, van zoo. veel nut zou kunnen-, wezen, in een tyd byzonder, als den tegenwoor-, digen , in welken ware verlichte en deugdzame. Leeraars van den Christelyken Godsdienst ZOCT hoog noodig zyn, zal die Godsdienst, en, met; denzelven, het welzyn des Lands niet meer en? meer in verval geraken; komt daarenboven zooda^ nige improbatie overeen met de beginfels van Regering in onze dagen aangenomen? met de plechtig afgekondigde Rechten van den Mensch en Burger? Wy zouden meer kunnen vragen, doch-alles.' willende vermyden wat fchyn van hatelykheid zou kunnen hebben, voegen wy er niet meer by. Nimmer had de Kerkenraad, by het vragen van handopening en de voorftetling van het drietal aan den Raad (welk drietal volkomen wierdt goetf-' (*) Zie bladz» ai enz.  ^ 40 gekeurd) noch ook van het beroep,7 zoo iets durven vermoeden, te meer niet durven vermoeden, daar Leden des Kerkenraads, toen en thans in denRaad zittende, de eerfte. waren, welke huivering, ten minften bedenking toonden, of men wel dezen gèwoonen voet, van het vragen van hando. pening en approbatie, volgen zou : Dan, men liet zich overreden, dat, om geene meerdere verwarring en onheil te {lichten, die er reeds genoeg, bok in deze .Stad, plaats hadden, het beter ware, in geene discusfie van dit {luk te treden; en. liever de tot hiertoe gebruikelyke form. te: houden ; doch , wy herhalen het, nimmer kon de Kerkenraad vermoeden, dat deze vredelievenheid zulke gevolgen, als de. tegenwoordige, zou gehad, hebben. Mogt men niet verwagten, dat de Raad geen meerder gebruik zou. maken van zyn ■gezach• als met de algemeen aangenomene beginfels en rechten overeenkwam, en dus den Kerkenraad, als een, uit den boezem der Gemeente, • wettig verkoren Collegie, het recht van vrye {remming op den Perfoon, dien dezelve als Leeraar voor de Gemeente het gefchiktfte oordeelde, onbelem-: merd zou hebben laten genieten? Ja den Kerkenraad daarin gehandhaafd, en dus geen acht geflagen zou hebben, op eenig adres ter improbatie, dan alleen in het geval , dat in zulk adres bur* gerlyke ongefchiktheid, in den tegemvoordigen tyd, tengrond gelegd werd? veel minder dan nog op een adres, in het welk geheel geene redenen, den Man betreffende, gevonden worden; allerminst nog in het thans fubfisterend geval, waarin zulke.uit-, {lekende getuigenisfen omtrend den beroepenen, in allen opzichten, en als Burger, en'als Leeraar  p-4i =É '#ar aan den Raad zyn overhandigd? Mochten wy verders niet verwagten, indien de Raad al gemeend had, op ket adres ter improbatie acht te 'moeten flaan, dat dit door denzelven dan ook zou gefchied zyn, indien al niet op ons nader adres ten minften op het tegengefteld verzoek, van nog ;grooter aantal Burgers, en dat de Raad dus zich zou hebben laten ov&halen, de genomene Refolutie intetrekken? Konden wy êindelyk vermoeden, dat voornamelyk in dezen tyd, en bepaald in dit 'geval, eene Refolutie ter Improbatie, van een allerwettigst uitgebragt beroep zou zyn genomen, daar de Man, door de zich oppoferênde party begeerd, wegens de bekende politieke omftandigheden, in welke hy verkeert, door verfcheiden Leden des Kerkenraads, geoordeeld was, niet té moeten genomineerd te worden, al wederom, ter bewaring enkel van den vrede, en' om geeneii aanftoot te geven, aan menfchen, die zoo vuurig revolutionair in andere dingen te werk gingen , maar van welken' een gedeelte nu zoo ftrydig met hunne gemanifesteerde denkwyze verkiest te handelen. ' Dit was daarom ook eene der redenen, om welke vele Leden des breeden Kerkenraads oordeelden , dat Ds. ysendyk. voor 'onze Stad niet gefchikt was , daar zy anders denzelven in zyne volle verdienden lieten, en allen lof waardig keur-' den. Het doet, naar ons inzien, niets af, ter wegneming van onze billyke grieven, dat'de Raad ook Ds. ysendyk niet nominabel, by een nieuw beroep, verklaart; want de Kerkenraad biyft daarom even belemmerd en verkort in desfelfs wettige en vrye deliberatien , dewyl zeer licht dezelide óf eene andere party, by eene nieuwe nominatie. F óf  § 4* # of beroeping zich wederom kan oppoferen , indien deze perfoon of perfonen haar niet naar den zin zyn; de Kerkenraad zal dus altyd, in zyne vryé keuze, volgens plicht en geweten te doen, gehinderd worden; en de Raad zal beftendig gronden en motiven voor improbatie, op dien voet, kunnen vinden; waaruit niet dan de rampzaligfte verwarringen te verwagten zyn, of de Leden van den Kerkenraad moesten kunnen goedvinden, om hun geweeten aan het oordeel en den eisch van anderen te onderwerpen; trouwens, welke zouden de gevolgen moeten wezen, Burgers Reprefentanten! inr dien zich eens onderfcheidene partyen opdoen, van welken de eene dezen, eene tweede eenen anderen, een derde wederom eenen anderen enz. be-? geert? Wy zouden uw doorzicht, en uwe aequiteit te kort doen, wanneer wy een oogenblik twyfelden, dat het ongerymde en verderflyke dezer gevolgen en het bykans onmogelyke voor ons, om, dus doende, ooit tot een beroep, dat goedkeuring vind, te komen , UI. van zelfs niet in de oogen viel; en fchoon, voor het vervolg, deze bedenking al eens toevallig wierd opgeheven, tegenwoordig word de-Kerkenraad, door dezen gezochten twist, welke nu door de improbatie van het gedane beroep nog te meer gefterkt is, belemmerd en verkort in zyne wettige en vrye deliberatien; de Gemeente word beroofd van eenea der uitftekendfte Leeraren, welke in de Hervorm-, de Kerk van ons Land gevonden worden, en deze waardige Man zelve word door den op hem geworpen laster met deszelfs. gevolgen voor het publiek, dat niet altyd waarheid van valschheid weet te i onderfcheiden , ten toon gefield, op eene wy- ze,  ^fe An èk. ^Sf 4d Tft se, geheel aanïoopende tegen de eerfte lesfen van pnzen gezegenden Heer en Zaligmaker jesus, tegen de plechtig aangenomene Rechten van den Mensch en Burger. Omdoorlangwyligheid, Burgers Reprefentanten! UI. den tyd niet te veel te ontrooven, voegen wy er niets meer by, vertrouwende, dat Gyl. door het gezegde genoegzaam overtuigd zyt, van de regtmatigheid onzer grieven; en, daar wy in kerkelyke zaken, wanneer het Clasficaal en Synodaal gezach, gelyk in het tegenwoordig geval, niet te ftade kan komen, tot hiertoe geen ander gezach kennen, dan dat van de Landfchap dezer Provintie, aan welke onze wetten alleen onderworpen .zyn, en, daar Gyl. Burgers Reprefentanten ! in den naam des Volks van Gelderland dezelve uitmaakt, zoo hebben wy gemeend plichtshalven ons tot Ulieden te moeten wenden, in dat vertrouwen, dat. Gyl. van de regtmatigheid onzer bezwaren overreed, naar uwe wysheid, zoodanige maatregels znlt daarftellen, door welken wy, in onze wettige en vrye deliberatien gehandhaafd worden, de goede 'orde, zo wel, als de rust in onze Gemeente herfteld en bewaard blyve, en het gedane beroep, indien er nog eenen gëfchikten weg toe kan uitgedacht worden, zyn volkomen effect, erlange, ten minften de Kerkenraad van zyne vrye deliberatien en {temming voor het vervolg zekerheid hebbe.' Wy vertrouwen, dat Gyl. hier toe te gereder zult belluiten, dewyl in den Raad zelfs meer dan een Lid tegen deze improbatie heeft geprotesteerd, en deze onze Memorie is goedgekeurd, met völlé eenpaarigheid der prefente Leden des Kerkenraads , ook van die Leden, welke 'anders" op Ds. ysen- F 3 toYK  ^ 44 ^ dyk geftemd hebben, als met de overige Leden' mede ten vollen overtuigd, dat door deze Improbatie, met hare gronden en motiven, de geheele Kerkenraad byna inde onmogelykheid gefteld word, om tot eenig beroep overtegaan, en de Gemeente telkens aan de intrigues van weinigen, die onder eenvoudigen, gereed, eenigen aanhang vinden kunnen, ten prooy gegeven word. . Hiermede bevelen wy UI. aan Gods Genade in Jefus Christus. Die van den breeden KerGedaan in onze Verga- kenraad der Gerefordering den 7 February meerde Gemeente te 1796. Harderwyk en uit derzel¬ ver Naam en Last. J. W. TILANUS, Copie. Syn. Scriba. De Volks Vertegenwoordigers van Gelderland, hebben na deliberatie goedgevonden de Improbatie' van den beroepen Predikant buiten werking te ftellen , en de beroeping op Ds. h. proper Predikant! te Hien en Doodewaard, uitgebragt, haar effect te doen forteren, gelyk gefchied by dezen, (tellende dien onverminderd deze Requeste in handen van den Raad der Stad Harderwyk , om, zoo iets tegens den beroepen Leeraar, als Burger, en waar uit de inwoning aan denzelven behoorde te worden g'eweigert, mogten hebben in te brengen, gedurende deze Landfchaps Vergadering, te dienen van be- mi •' ' • • ' 1 Actum  # 45 # Actum op een Gecontinueerde Extraordinaris' .Landdag binnen Arnhem den 15 February 1796. Ter Ordonnantie van dezelve ■(was getekend) HENDR. ENGELEN. Copie. Extract uit het Reces van den gecontinueerden Extraordinaris Landdag in February 1796. binnen Arnhem gehouden. Dingsdag den 23 February 1796". Het Quartier van Veluwen heeft op inftantie van de Gecommitteerdens der Stad Harderwyk, op Ipeciale Last van derzelver Committenten ter Lahdrfchaps Tafel voorgedragen. Dat, offchoon de ap-.of improbatie van het beroep van een Predikant binnen Harderwyk, wel degelyk als een domestique zaak moest worden befchouwd, zy Gecomm. egter ter voorkoming van alle onaangenaamheden , welke tusfchen de Landfchap en derzelver Committenten door^ het befchouwen van deze zaak uit een different oogpunt zouden kunnen refulteeren, gemeend hadden deze zaak ook van een andere zyde te moeten voordragen, en door het exhibeeren van c.ni•ge Hukken ophelderen, als i°. Refolutie van Wethouders en Raaden voorn, van den 29 January laatstleden, waaruit de ware redenen en motiven, F 3 wel-  welke dezelve tot de improbatie van het beroep van Ds, proper hadden bewoogen zouden kunnen bijleen; welke redenen ook voldoende genoeg zyn, om eene Regeering, welke niets anders, dan de rust en goede harmonie tusfchen de Ingezetenen moet tragten te bewaren, zoodanig een befluit te doen nemen. En voorts a°. twee Adresfen f * ), welke niet vröegtydig genoeg waren ingekomen , om tet Landfchaps Tafel te kunnen worden ingedient, doch welke als tot het geven van volledige elucidatie, wel ferieufe attentie meriteerden, als zynde het eerfle een Adres van den Ouderling, e. w. veldhuis en, inhoudende den gantfehen toedragt, van zaken in het questieufe beroep hebbende plaats gehad, en het tweede een Adres van 2.61 Leden der Gereformeerde Gemeente binnen Harderwyk, declareerende de improbatie van Ds. proper, wel degelyk als volgens Hunl. keus gedaan te zyn, en waar uit dan notoir conlleerde, dat de meerderheid der Leden van de Gereformeerde Gemeente te Harderwyk Ds. proper niet tot hunnen Leeraar verkozen te hebben; alwaaromrne de Gecommitteerdens voorn, van deze Landelyke Vergadering met regt verwagteden, dat de Refolutie op de Re- . (*) De Kerkenraad heeft geen dezer twee Adresfen gezien en kan dus over de waarde van derzelver inhoud niet oordeelen; doch wy meenen echter grond te hebben, om te vermoeden, dat, indien dezelve in onze handen waren, wy er gewichtige aanmerkingen op zouden kunnen maken, welke de kracht, aan dezelve hier toe gekend, veel zouden verminderen. Aanmerking der. Uitgevers.  % 4? W Requeste van den breeden Kerkenraad en eenige Ingezetenen der Stad Hardcrwyk, betreffende de improbatie van 't beroep vau Ds. proper, gevallen, zoude ingetrokken en deze geheele zaak voor domesticq verklaard worden. Waarop gedelibereerd zynde is goedgevonden, by de vooraangetogen Refolutie van den 15 February, waarby de improbatie van Ds. proper buiten effeft word gefield , te perfisteeren , gelyk daar by geperfisteerd word by dezen. Pro vero Extraéiu (was getekend) HENDR. ENGELEN. De Leden van de Burger Commiesfie an den Kerkenraad Dezer Ge* meente. MEDEBURGERS! Het ftemgerechtigt volk defer ftat, wettig op Geroepen den a maart, en Plegtig by een Vergadert op Heden den 4 maart des fmorgens om 9 ueren om het verflag te Hooren van Landag en Quatiersdag, vernomen als dat de Kerckkenraad zig by Reqete op den Landag had vervoegt; Betrekkelyk het Jnprobeeren van het beroep van Do. H. Prooper, Toonde zieg hier over zeer onvreden als houdende ftuk geheel domméstyk en wiert op voorftel van den voozitter in ons Collegie door hët volk op 4 ftem-  43 # 4 ftemmen- na Geheel Eenparig befiooten; als dat* de Jmprobatie van het beroep van D°. H Proper, door Wethoudent en Raden defer ftat gedaan naar Haaren wil en dus wettig gefehied was, en dus 'niet wilde dat dezelde zoude worden Jngetrokken vervolgens heeft , het volk beflooten en ons Gelast 'om van het bovenllaande beiluyt aan dén PrefeoVnt van den kerkenraad Kennis te Geven; en te 'Gelvk' kennis te Geven dat zy Begeerde dat den k- k i/aad zeer fpoedig. overging om eenen and Predikant tot genoegen der Gemeente tc Beroe ien en dat zy zoo dit beroep niet fchielyk kon irefèhieden (begeerde dat de kring van Predeka iten als dan de viekante Plaas Quamen vervullen Wy vermenen hier door aan den Last van het vo^k /oldaan en UWL. haar wil en Begeerte Bekent gemaakt te hebben;: waar aan gy lieden zoo Wy tfer^r' iwen ook Gewillig zult voldoen Beve•kude. UWL Jn De Belcherminge Godes en noemen ons: Herderwyk den 4 maart,' U mede Goede vrinden 1795. het tweede Jaar de Leeden van de.Bur'cer Pataaffehe vryheid. ger Comisfie op least van dezelve Getekeut (was getekend) EV. TYHOFF, apfent fecretaris. NE; Dit 'fluk is letterlyk naar het Origineel gedrukt.  # 49 # Aan den Raad der Stad Harderwyk. BURGERS! De breede Kerkenraad der Gereformeerde Nederduitfche Gemeente dezer Stad legale kennis van'sLandfchaps Refolutie, aangaande de beroeping van Ds. proper, ontvangen hebbende, vindt zich hier door •geauthorifeerd, om de beroeping, in forma, aan den beroepenen te laten overbrengen; doch rekent zich verplicht, vooraf UI. te vragen, of Gyl., ingevalle de beroeping door Hem mogt worden aangenomen, volgends de magt en het gezach U toevertrouwd, gezind zyt, veiligheid ■van inwooning aan Hem te verzorgen ? Voorts bevelen wy UI. aan -Gods heilige befcherming. Aldus gedaan in onze Die van den breeden KerVergadering den 6 Maart kenraad der Gerefor1756". meerde Nederduitfche Gemeente dezer Stad, en uit derzelver naam en last (was getekend) J. W. TILANUS, Syn. Scriba. G - Ex-  ^ 50 # Opie. Extraél uit de Refolutien van Wethouders en Raaden der Scad Harder' wyk. Lunse 7 Martii 179^ Het tweede Jaar der Bataaffche Vryheid. Op het geproponeerde door die van den breeden Kerkenraad op heden gedaan is goedgevonden en verdaan, denzelven kennis te geven dat, terwyl de Raad tegen de daar in vermelde Landelyke Refolutie heeft geprotesteerd, dezelve blyft perfisteeren byhaar genomene Refolutie van improbatie ten opzicht van Ds. proper, en nimmer zal gedoogen dit de voorn. Predikant. alhier den ,predikftoel beklimt. Ia.fidem Extracti (was getekend) J. J. ELSEVIER; Aan het Collegie van Politie, Fmantie en Algemeen Welzyn in Gel' derland te Arnhem. BURGERS RADEN! Daar aan UI., by abfentie der Vergadering van de Volksvertegenwoordigers van Gelderland, onder  m 51 ■# der anderen ook bet toezicht over zake» van Politie is toe vertrouwd en aanbevolen, zoo hebben wy het van onzen plicht geoordeeld, UI. kennis te moeten geven van den aanvanglykeu uitflag onzer pogingen, om 's Landfchaps Refolutien van den i£ en as der afgelopene maand, ten aanzien der beroeping van h. proper, Predikant te Hien en Dodewaard. tot Predikant der Hervormde Nederduufche Gemeente dezer Stad, effect te doen forteyen. Door deze Refolutien volkomen geautho- rifeerd zynde, om de volledige beroeps-ftukken aan den beroepenen toe te zenden, ten einde Hy zyne keuze, omtrend de al of niet aanneming dezer beroeping, konde bepalen, zouden wy geen oogenblik geaarzeld hebben, indien wy daar in met waren belemmerd geworden door eene opgekome omftand'aheid, welke tot een noodzakelyk gevolg moest hebben, dat de Refolutien der Volksvertegenwoordigers van Gelderland, zeker tegen derzelver intentie, eene bloote ceremonie zonder eenig effect wierden. Voor dat dezelve Refolutien, na- memlyk, in deze Stad en in onze handen waren, werd aan den Prsefes des Kerkenraads door de Burger Commisfie binnen deze Stad een gefchrift overregeven, op naam der Burgery, hier copielyk annex fub A. (*), het geen gelyktydig met de Refolutien der Landfchap in onze Vergadering wierd overgelegd. Wy begrepen wel aanftonds, dat wy, als opzienders der Hervormde Gemeente, dit Huk noch konden noch mogten tot een grond on« zer deliberatien leggen, als voortkomende uit eene ver- (*) Zie bladz. 47 en 48 dezer verzameling. G a  * 5* * vergadering, beftaande uit lieden van verfchüleri> de godsdienftige gezindheden f*), uit leden vaa eene andere Kerk-Gemeente (f), en eindelyk uit lm (*) Ieder, welke eenig doorzicht bezit, gevoelt ras de rede,' om welke de Kerkenraad aan zoodanige gemengde Vergadering geen recht kan toekennen, om Kerkelykz zaken, in zoo ver die Kerkelyk zyn tot een onderwerp harcr deliberatien te maken, en even min, om, door de Burger Commisfie, die wel een tusfchen Collegie tusfchen de Burgery en den Stadsraad, maar niet tusfchen deri Kerkenraad en de Burgerye is, haai goedvinden, aan dé Kerkenraad, omtrend Kerkelyke zaken, te melden, want dit zou, op plaatfen, waar de. Hervormde ftemgerechtigden de minderheid uitmaken, voor ons Kerkgenootfchap, van de Ichromelyktte gevolgen kunnen wezen; dewyl, dus doende, de belangens onzer Kerk, met de regeling harer inwendige huishouding, zou overgelaten worden aan de befchikking van zulken , we'ke met onze Kéttó niet alleen niets gemeens hebben, maar zelfs wel zouden kunnen oordeelen, die belangens te mogen en te moeten tegenwerken. En zouden Hervormde Kerkenraden geene rede van vreeze hebben, dat hun geweten hen, ten aile tydsn', zou moeten 'bezwaren, ja misfchien'wel verfchrikkelyk folteren zou kunnen, indien zy, door orders vanzulk . eene gemengde Vergadering zich te laten welge* vailen, ooit of ooit tot zoodanig iets eenige aanleiding; gaven? Aanmerking der Uitgevers. (f) Dit ziet op de Gemeente van Kierden, onder het Schependom'dezer Stad, welke in het burgerlyke wel één is met Hardsrvjyk, doch in het kerklyke, reeds zedert vele jaren, eene byzondere Gemeente uitmaakt, welke haaf eigen Predikant, eigene Doop- Trouw- en* Ledematen boek heelt, gelyk zy dan ook, in het vorige jaar geheel alleen, zonder eenige infpraak der Har,deriuyk/che Gemeente, "haren Predikant beroepen heelt. De Kerkenraad'van de Hardirwykfche Gemeente kan deze Leden, bygevolg, in het kerkelyke niet als ftemgerechteden, fóa« vea dezihtad, erkennen. Aanmerking]!)*,*;. Uitgevers.  # 53 • iedtn, die, fchoon den naam van Hervormden dra, gende , echter geene belydenis van dien Gods-, dienst, naar kerken-orde, hebben afgelegd. Waaide toon, waar op dat adres fpreekt, fcheen ons; nochtans van dien aart, dat het ons voorkwam, als of men, inval Ds, proper de beroeping aanname, voor zou hebben, van midcelen te beproeven, om Hem de weiklyke aanvaarding moeilyk temaken, en Hem, zoo veel mogelyk, daar in te belemmeren. — Als Lieden van geweten konden wy den beroepenen van deze gebeurtenis niet onkundig laten, en wy moesten Hem gronden van gerustheid kunnen opgeven, ter zelfdertyd, dat wy de beroeps-Hukken aan Hem overzonden, op dat; Hy onbelemmerd daar over by zich zeiven kort raadplegen en oordeelen, waar zonder Hy notoir; gedrongen moest worden, om, ongeacht de gun* ftige Refolutie der Landfchap, ftaande voets tebedanken, waar door die Refolutie, ipfo facto* op niets zou uitloopen en dus gecompromitteerd worden op eene wyze, welke met het hoog gezach, aan 'Gelderlands Vertegenwoordigers opgédrar gen, zoo wel als met het oogmerk,, waar mede dezelve verklaard hadden, „ de gedane improbatie „ buiten werking te ftellen en te willen, dat het A beroep zyn effect, zou forteren", lynrecht kwam.,te ftryden. Wy wisten in deze omftandigheid geenen anderen weg voor ons open, dan de gezin'theiddes Raads dezer Stad omtrend dit ftuk, te ondertasten, wyl wy ons verzekerd hielden, dat, indien, deze het gezach en de macht hun toevertrouwd v/iide in het werk ftellen, ter beteugeling van allen tegenftand, de oppofitie. van zulk een klein aantal volks -— (want, volgens mondelinge opgave G 3 der  #54* der Burger Commisfie, beliep dat niet hoogerdwi 98 man) geene de minfte zwarigheid kon maken tegen de veilige inwooning des Beroepenen. De Kerkenraad zond daar top eene Commisfie mee den last fub B hier annex ('* ), en ontfing aanftonds daar op het fchriftelyk antwoord fub C. (f); een andwoord, dat ons geheel verbaasde, daar het zelve, niet flegts de ongeneigdheid des Raad», ter verlening van veiligheid aan den Beroepenen, te kennen geeft, maar zelfs met ronde woorden zegt: „ dat de Raad nimmer zal gedogen, dat .de „ voorn. Predikant alhier den predikftoel beklimt"; het geen wy nie: anders, dan van een voornemen tot dadelyke oppofitie van de zyde des Raads zelve, en tegen 's Landfchaps Refolutie en tegen de* Predikant proper, wanneer Hy in deze Stad in zynen post zou trachten over te komen, kunnen verilaan. Door deze onverwagte gebeurtenis wierden de omftandigheden, onzes oordeels, nog bedenkelyker, daar wy, plicht en gewetenshalven, den Beroepenen vooral van deze ongezindheid des Raads niet onkundig konden laten, en, des nietteoenftaande „ de beroepings-Hukken Hem toezendende, zonder eenige bedenking de Refolutien enhet gezach der Landfchap nu nog meer compromitteren en de eerde zoo goed als annihileren zouden, vermits het den Bejroepenen nu volftrekt onmog'elyk was, aan de intentie dier Refolutie, om, namentlyk, wemneer Hy goedvond, veilig tot ons over te komen, te kunnen voldoen. — Wy hebben uit dezen hoofde gemeend, by provifie, ftil te moe- t ten (*) Zie bladz. a<) dezer verzameling, ft) Zie bladz. 6©»  5$ ffc Zeii zitten met eenige demarche in deze zaak'veri der te doen, en wel bepaaldelyk de beroeps-Hukken niet te moeten overzenden, maar aan UI. van, het gebeurde te moeten kennis geven, om, inname der Landfchap, zoo te befluiten en te handelen, als Gyl. zult menen te behoren. Hier mede bevelen wy UI. in Gods heilige btj fcherming In onze Kerkelyke Ver- Die van den breeden Ker«adering den 9 Maart kenraad ,der Hervormde f 7g5 8 Nederduitfche Gemeen- 'v " te binnen Harderweek , en uit derzelver naam en last. {was getekend) J. W TILANUS, v b Syn. Scriba. Copie. Extraót uit het. Boek der Refolutien van het Provintiaal Collegie van Politie, Finantie en Algemeen Welzyn in Ge/derland* Vrydag den 18 Maart 1796. Het tweede Jaar der Bataaffée Vryheid. Ontvangen en gelezen eene Mislive van den breeden Kerkenraad der Nederduitfche Gerefor- meer-  # 55 * meerde Gemeente te Harderwyk van den 9 dezes'; betrekkelyk de improbatie van Ds. proper tot Pre* dikant aldaar beroepen, en houdende voords kennisgeving , dat men vreesde, dat men den beroepenen, niet tegenftaande 's Landfchaps Refolutie,deszelfs dienst zoude moeyelyk maken, en misfchien dadelyk beletten, verzoekende over zulks in dezen de nodige voorziening. En hier op gedelibereerd zynde is goedgevonden. Wethouders en Raden van; gemelde Stad op het ferieufte aan te fchryvcn, en des noods te ge*lasten; om, daar zy ter voldoening van 's -Landfehaps Refolutie van den 15 Febr. jongstleden geene redenen ter contrarie binnen den bepaalden termyn hebben opgegeven-, aan dezelve te obtempereren, en dien ten gevolge aan Ds. proper behoorlyke veiligheid van inwoning, te verlenen', inval deze het' op hem uitgebragte beroep mocht aannemen. Zullende Extract dezes , aan Wethouders en Raden voorn., voords aan gemelden Kerkenraad worden- ingezonden, om zich daar naar refpecïive te gedragen. In Fidem Extraéti. (was getekend) , J. BADON GHYBEN. Ex-  % 57 fk Aan den Raad der Stad Harderwyk. BURGERS! De breede Kerkenraad dsr Nederduitfche Gereformeerde Gemeente dezer Stad heeft ons gelast, UI kennis te geven van de by hen ontvangene Refolutie van het Collegie van Politie, Finantie en Algemeen Welzyn dezer Provintie, inhoudende eene aanfchryving aan UI., om, ter voldoening aan 's Landfchaps Refolutie, veiligheid van inwooning te verlenen aan den Predikant h. proper , -in val hy het op hem uitgebragt beroep mogt 'aannemen. De Kerkenraad verzoekt Uvvl. gevoev len daaromtrend te mogen weten, of Gyl. gene