ÜI S r 12. A A X AAI ¥H1SM 13 E Tri EÏTSTlDlioUBJSl & & & door r&e su/a^e .  TER PLAATSVULLING. — wat Monfler dorst bevee- len Zo veels -oonoozelen onmenfchelijk te keelen f Wie heeft het eerst den dolk doen trekken buiten nood? Wat fchrikdier was zo zeer van Beerenis ontbloot? De waasfem van hst bloet gaat zisfende in den Hoogen, 't Gejammer, het gekerm vest Gods regtvaardige oogen. De Booswigt roerae niet., die 't ftookte. Beef, ó beef, 6 Nederland, indien men Hem zijn loon niet geev'i Verruim geen oogenblik m V Straffen zijner da aden En wil de. fchuld daarvan niet op uw fcho afren (aden! jr. WILLEM van HAREN, Gedicht op de gepleegde Moord aan de C/uneexen.  DEN HOOG WELGEBx GESTRi BEEïïEN Jr. georg freder1k, BARON THOE SCHJV/IRTZENB ERG en HOR EN L ANS BERG, Gecommitteerde Staat van Friesland in het Mindergetal, Eerfte Ordinaris Gedeputeerde ter Vergadering van H. H. Mog. <ïe Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, grietman over Meïialdumadeel, curator van 's «Lands Hooge Schoole te Fra. «eker, meesterknaap vaa 't Jagtgerigte van Friesland, enz, enz. j*. eposjück gerold juck ama van burm ajnia rengers, Gedeputeerde Staat van Friesland, griet* jman en dykgraaf over Wymbritzera* deel, curator van 's Lands Hooge School te Franeker, enz. enz. en j\ w i l c o, JBARON THOE SCIUVAR1ZENBERG. .en HO HEN LANS BERG, Gedeputeerde Staat van Friesland, griet», man en dykgraaf van Wonferadeel. dyx graaf der Vyf deelen Zeedyken bin»en en buiten Dyks, enz. enz.  wordt deeze Laatfte Aanfpraak aan WILLEM de V. met de. Aantekeningen, als onwankelbaare voorstanders en VERDEDIGERS der HECHTEN en VRYHEDEN, HUNNER MEDE-BURGEREN, der C N A F II A N G L y K II E I D van hun Vaderland als manmoedige tegenstanders van het inkruipend Despotismus als ER V-V Y AND EN van ALLE OVERHEÉfcSCHING Mei allen eerbied opgedragen door derzelver ON AFHANGELTKE MEDEBURGER. mRMomus FRISO.  (i) 'AAN WILLEM V. - ERF-STADHOUDER , &c. &c.&c. &&&&&& G Y! Vriend des //wocfen Brits . . ; 6 onbezonnen vorst! — Des Brits, die fteeds naar 't bloed Uw's medeburg'ren dorst. Wiens moed door gruw'Ien zwelt ——» Die van vermaak zou gloeijen, Zo hy uw Vaderland Verdelgen kon of boeijen. 5 GY! aan het vuig lelang Diens aarts tirans, verknogt ■■ Slaaf van zy«' boozen wil En aan zyn' dienst verkogt. GYl die in.d'afgrond zinkt — Befchimpt word door de Volken, A Of  C * ) Of wiens onjlerftfre roem Klinkt door het ruim der wolken., Naar dat uw Vaderland In aanzien ryst —— of — daelt; 10 GY! die, ging alles wel, 'T lot van Euroop' bepaald'. GY! door uw Wangedrag, een Vloek der Nagebuuren, Een Vloek des BATAVIERS, Wiens wraak Ge eens zultbezaurcn'. GY ! .... Neen; ik twyffel noch.... Och, of men twyfften kon ? Zo twyffclt me aan 't beftaan Der alverkwib're Zon, 15 Terwyl heur middaggloed En heuv'len fchroeit en dalen, Kwanswys, om dat onze arm Niet tot haar' th'roon kan halen. Misvormt eene enk'Ie eeuw Dan 't edelst Volk der aard! BATAVEN! eertyds grootsch; Nu, zo het fchynr, vervaard! Vervaard! - Neen, dc Oogstmaand zal Kooit heuren loop beginnen, 20 Nooit  ( 3 ) 20 Nooit gloort haar vyfde dag Aan 's Hemels Oostertinnen, Of Necrland houde een feeft Om 't jongfte Zeegevegt, Dat, grootsch voor zynen roem En ouden moed beflecht; Dat noch Eüroóp deed zien, Dat op het ruim der plasfen, Geen Brit den BATAVIER In deugd is opgewasien. 25 Of is Hy't werk verleerd? Hy, die in vroeger tyd Eén ogenblik behoefde, En was gereed ten ftryd. Nu gaan erjaaren om, Jaa vier volflagen jaaren En noch is is Neêrlands Vloot Niet klaar om uittevaaren. Orange! ó hadt uw wenk Geen invloed in den Raad, 30 Was niet uw magtige arm Het werktuig van al 't kwaad, Wie dorjl het Vaderland Dus aên den ÈrIt verkwpen ? —— A 2 Werd  (4) Wie dorft door Landverraad Op uwegunjlen hoopen' V Reeds lang heeft Neërlands bloed In 't Vrye hart gegist. Lang zag me uw vonden Prins ! God dank! ze zyn gemifl: ——35 Te midden van 't gevaar, Dat me op de Zee zag nad'ren , Drongt GY op Landmagt aan By 's Lands alwyze Vad'ren. Is 't mog'Iyk Jaa, hef vry Triump Gezangen aan. Uw zugtend Vaderland Was, eer 't het dagt, verrain. 'C Bleef weerloos op de Zee — Dc Brit kon moorden - plond'ren 40 En Necrland kreeg een Vloot Om Hem uit Zee te dond'ren. Daarna; wanneer zyn trots Geen perk in 't woeden kon, Toen 't edelaart gemor Des Vryen Volks begon, De Haat van rondsom 't hoofd Scheen itfoedig op te fteeken, Dagt  (5) Dagt 0p éémN dag U van dien hoon te wreeken, 45 En de Eed'Ie BATAVIER, Die vast bleef op zyn ftuk, Door de Oorlogs leus des Brits Te brengen onder 't juk. Vanwien, ö Vorst! hebt Gy Dien dwaazen raad ontvangen? Kent gy den Landzaat niet, Dien Ge onder 't juk wilt prangen? Uw Vad'ren is 't gelukt, Maar geeft dit grond tot hoop, 50 Dat fteeds het woest Gemeen Zy voor uw' dieuft te koop ? God dank ! 't misviel U thans Door oproer opteflygen ——• Het keek ten afgrond uit; Maar fcheen U zelfs te dreigen De Liefde, al eeuwen lang , Aan uwgeflagt betoond, Zo kwifoiek toegezwaaid, Als fteeds met haat beloond, 55 Zonk in.dien afgrond weg ' i. De VVraak fcheen optekiimmen, A 3 En  (<5) En U van allen kant Regtvaardig aantegrimmen. Het Volk te lang misleid, En fchaamt'loos uitgefart, Ging uwe gangen naar, En zag tot in uw hart. Daar vond het zelfsbelang Ten hoogen Throon geftegen. Cb Geen ader f*a uw borft, Dan op zyn wenk bewegen. Geveinsdheid fpreide een floers Om iedre neiging heen. Gï deed, als een Tiran, Daar Gy een Vader fcheen. De Héerschzugt ,'tmerk uw 's bloeds, Liet zich geen kans ontglippen. Nu vloeide de Eendrags taal, Al ftaam'lend van haar lippen; 65 Dan fcheen zy Vryheids-liefde En zugt voor 't Vaderland : En dan de Godsdienst zelvs, Die fpeelpop in haar hand. —— Het Volk, dat zo veel zag, Het Voor zijn Haates knielen! Eix  ( 7) En muitend, Hem ten nut, Zich zelv' geheel vernielen? —— Thans, als voor 't.'eerfte, eens wijs, Zag 't U als Vyand aan, 70 En de Oorlogs-leus des Brits Als op uw wenk gedaan. Terftond ontgloeit zyn moed, Om Beiden perk te zetten: Terug, Verdwaasde Prins! —«* Of Beiden zal 't verpletten. Noch waart Gy niet voldaan, En 't fcheen ais had Gods hand Uw hart verftokt, tot heil Van 't lieve Vaderland. 75 Zo zag men Pharao, In de afgelopene Eeuwen, Geteisterd door Gods wraak, Het ftamkroost der Hebreeuwen Vervolgen — tot in 't eind Zyn eigen ondergang; Zijn bloed, het Zoenbloed werd Van zyn' ontmenschtee dwang. Er was er noch, die dwaas, Zich dorften te overreden, A 4 80 Dat  .(*) |o Dat men met helden moed In 't oorlogsperk zouw treden, Daar thans de bange kryg In 't openbaar begon; En vogt in zynen waan Alreeds op Albion. Maar, wie zyt Gy, Orange! Uw lust ftuit al ons pogen, Gy mkt dat wy met fchaade En fchandlyk oorelogen. S5 's Lands Watermagt, hoe A/ei», Noch in uw oog te groot, Geeft Gy ten prooi des Brits, Uw vriend en Bondgenoot. Wie kent de naamen niet . Dier welgebouwde Scheepen, Die, overmant zo 't fcheen, De Brit dorst binnen fleepen, Maar welker overgaef Ge opzettlyk hebt gewild! po Wie weet niet hoe veel bloeds Gy hebt ontaard gefpild? *K eisch van uw hand te rug En dapp'ren Krul en ana>en, Een  Een niet gering getal Van braare Nederlandsen Aan uwe wraak geflagt : ".- Om dat het weerftant boodt, En was voor Landverraad En uwe gunst te groot. 95 'K eisch van uw hand te ru? De< fchoone Westeklandrn; 's Lands Goud myn, 'tgeurig Oost, Thans in der fra.\schen handen; 2eg niet, ze zyn vervloekt: Wie anders waer 't, dan Gy, Die zorgde, dat geen hulp Hnn toegezonden zy? 'K eisch van uw hand te rug millioenen schats , eil takken ioo Van Koopvaardy, die Gv Zorukelooi dorfl: knakken; En die geen nyverheid In eeuwigheid herftcld «—•» 'K eisch van uw han.i re ru^ 'sLan ns roe m. meer waard,d mgeld, Orange ! 6 *ie het Kroost Der moedige Batav^, A 5 Gy  (10 ) Gy hebt hun, grootfchen roem In donk'ren nagt begraven; 105 Euroop ziet op Hem neêr En acht geen blik Hem waard — Pit is dat zelfde Volk Van Eeuwen her vermaerd! —» Op Zoutman ruft onze eer, En, zonder 't loof van Dezen, Was 't by 't heelal een fchand Een Batavier te weezen. God lof! omtrent dien Held Mislukte uw haat'lykwit, ïio (jODj had hem in zyn arm; Hoe knarst Gy en den Brit! Hier loopt uw loos beftek Op 't wonderdaadigst tegen. GY stampvoet (a), GrooteGod! Gy ia~) Op 't zienvfm dien jeugdigen HeldCapt, eraave van Welderen , die de tyding der verwinning bragt, zeide de Prins ,, 'k zie wel Graaf ! Wat boodschap Gy brengt , de Vloot is GeslA gen , i de Rngetfche zyn Hoogheid, ~— dat kan niet weezen graae ! ■* 7| is zq zyn Hoogheid, —p Zr zullrn SY£N-  (ii) Gif stampvoet om zyn zegen' Kwanswys hegt Gy daarna - Hem zegeteek'nen om: Zo kuschte een Judas zelvs Den Heil Vorst wellekom. n$ 'T voegt beter dan de Bruin i Met uwe gun ft te pronken, Hy diende U wonder wel; Is niet zyn Schip gezonken? Draag zorg, dat Gy de ftraf Van zulk een' Booswigt keer'; 1 Zegt luttel voor uw hart - Een gruwel min of ineêr. Dit was het nog niet al. De vlyt fcheen op 's Lands werven, 120 Vergiftigd door uw hand, Al kwynende uittefterven. 's Lands Vloot bleef fchaars bemand, En, bood men Zeevolk aan, Gy wist terstoni dien koop wel de vlag niet gestereken hebben. '■« uil. Dat is PatriotüscH !! iden held van fflyn dicbtftufc waardig ! 1 A 6  iëfi) giftig afteflaan.. En moge men onze Magt, Hoe klcen dan ook, gebruiken! Vaek was zy groot genoeg Om Eng'landa.tots- te fnuiken. 125 Hoe menig Ryk Convoy Had zy niet opgeiigt, Nu veilig doorgezeild., Genoegzaam in 'tgezigt! Gy gunde uw Vaderland Geen oorlogsloof te plukken, Het moest vertrapt, verlaagt — . Waarom? Gt smeede 't jukken* 't Voegt beter voor uw doel, Dat hier een fchaamie Vloot 230 De Brits, kwanswys den weg Tor onze havenen floot; Dat Ros atomine fnorkt ü Schoon ze overmagt bezitten, » Zy blyven aan.den wal „ Enfidd'ren-voorde BbittfH." Zy fidd'ren,.dwaase Prins! Gelooft Ge.'t? Neórland vloekt En saaft in 't openbaar,. \ \ ETaar  ( 13 > Daar Gy haar fchande 2oekt, 135 Geef eens bevel tot Haan, Gy zult het eerst verbleken, Gp 't zien van Engt.anhs R »Mf En Necrlands 2 ■ geteken. Dit alles en nog meer, Maakt elk Bataaf verwoed, 'tDooiziet, wat gy bedoelt. Zyn Vryheh» of zynbloed —— Zouw me onverfchiilig zyn Voor zulke tedre panden? — 243 't is wierook geurt bV God het b? oed dkR'Dwingei anden, 't Baat niet dan-eenx(£) Luzac O) Elei Luzac DtN Eerloozen Advocaat «n Boekhandelaar, in Comp. felnyvcnde Luzac en van Damme. Decze Booswicht móet niet verward worden met den Republikainfdien Ad» voc. /an Luyac Met deeze en deszelfs waardige familie heeft die Elie niets gemeens, dan , ongelukkig, den naam. Elie alléén een deug* wiet. — alle dé andere achtingswaardige. — braave rnenfcben — voortreffelyke Burgers, A7 ' Hiei  ( llleï Vryaartsbrieven fchryft En logens op den mouw Des onbedagten wryft. 'tBaat niet, dat een Van Goens (c) Een Hofstede (<0 en noch anü'ren, Een welbekende bende Onwaarde Nederlandsen. 245 Zich aan uw' dienst verkoopt, En fchryft en dryft en woelt; De Wraak van Necrland wordt Door Schelmen niet bekoelt, 't Baat niet, dat Gc U vergramt Of prooijen zoekt te vinden, % Slachtoffer wekt den haat En fpoort zyn onderwinden, Het i »38*&J#*3,«trt %rv*A SI >{c') Rykiof MiChaël Van Goens nóg Sche>en en Raad te Ltfeclrt, Log titulair — en hy de goede Gemeente reeds Fcgelvry verklaard. 00 Petr. Hofstede , Proffr. Honor. en Preükant te Rotterdam. Hier by mag men voegen B reuth van Dordrecht. Maclasne uit den Haag --- en om geen aanzien des perfoons te Sebrüikcn en die in 't heimelyk werken 5 zo wel te  C'5.), Het onregt, dat Ge een Der»(>) Zoo fchaarotloos hebt gedaan 150 Ontgloeide een Van de Marsch (ƒ) En fpoorde er duizend aan. Van Berkel (g), laf befehcrmd En te beloonen, als die er opentlyk Vobè uit komen, onzen befaamden doorlleepen Nét. Auditeur MU. en Vrogdsman Pet. Wierdsma --de rechte hand van Bigot te Leeuwaarden ; en gelyk thans uitgemaakt is, W. Bilderdyk, allen menfehen zonder beginzelen, ontaart van Deugd en GodsdtcmT:, van 't welk zy zoms den fchyn willen vertoonen. O) Johan derk Baron vanpèr CapelLen, Heer tot den Pol, Appeltern , Altforst, Hagen &c. &c. &e. een Regent, uit de Stnatszaal geftooten , om dat zynen eed, voor God, aan het Volk gezwooren, heeft, willen houden. • lil " r 1 fj'f^j 'j* j\fj f O 'Ar (ƒ) Rosbert jasper Baron vander Cafei^ len , Heer tot den Marfch, Engelenhirg &c. &c. zo gehaat by Orangé , als bemindt by 't Volk. v .•; -.. u.-.Y.lab üirt . -yjA GO Men voege by dit paar nanzienelyke:mishandelden de Heeren F. A. van der Marck, thans Profesfor te Lingen, en F. A. van. der xemp , Doopsgezinden Lceiaar te Leyden.  ( 16) En op uw' wenk gebannen, Herleefde in Gtzelaer En and rc wakk're mannen. Ons Friesland fteekt het hoofd Met mannen moed om hoog. 't Baat niet, al gloeit de wraak U in 't doldriftig oog, i$5 Eisch vryen pleng myn bloed! De purpere moord fchavotten Is vruchtbaare akkergiond' Voor waare Patriotten. Ten zy de ftille Vreede U aan dc Wraak ontroofd. Ontydig de ced'le drift, Die gaande was, verdoofd, En Ncêrland vatbaar maak Door uw Sireenen zangen, 160 Om, weer in flaap gekuscht, Van U het juk te ontvangen — Maar welk een mymering! — Leeft niet dei, Vad'ren God?' En duldt Hy over ons Dit allervreesly^st lot? — Neen, Prins! bedrieg U niet —— U  U ftaat het ergst te vreezere Mogt uwe magt geknot; Gy flegt vernederd weezen! , 165 G,od hoede, dat geen vuist, Te lang door U gefart, Op 't onvoorziens het ftaal Stootte in uw fchuldig hart! Hier helpt geen. dubb'le wagt Van ranke legerknegten. , Zy zelvl —— en, lieve God! Wie zou voor U toch vegten? Befluit der Vad'ren kring Slechts tot een enk'leh ftap, 170 Och deed ze! *t ruim der lugt Klonk van ons handgeklap! Ik wil geeq, nieuwigheid. , lk doel op oude rechten, De zulken,, die alleen, ... .Die op zich zely beljechten, Of waariyk Vryheid hceifche - In eenig Landgewest; Om 't even Koningryk . Of wel Gemeencbcst. 174. Ik ooge op rechten., (die  t 18 ) Wy eeuwen her bezaten. Ons niet ontroofd door Flips —*■ Maar flechts door onverlaten Van uw Dooriugtig huis, Schoon hemelhoog geroemd, 'k Meen die , waar door het Volk Zich zelv Regeerders noemt. Qi) En 't oordeel aan zich houdt Van hun beftuuren daaden. 180 Deed 'tW-rio-v s:.;ot U acoï üosslW (K) En het oordeel aan zich houdt &c.:Naar niaate 't Volk meer of min van decze rechten heeft afgedaan, des te nader komt het zelve tot den ftaat der burgerlyke flavcrny — tot den ftaat der Vryheid. — Fac Volk alleen kan op dien eernaam zyn aanfpraak vormen, indien men uüft wil fpreeken 't welk zich zeiven regeert , 't welk zyne eigen Regenten kiest, *t welk door dezen zyn eigen fchattingen regelt en Dezen elk ogenblik rekenfchap kan afvorderen en magts genoeg heeft overgehouden, om ze — onwillig — hier toe, des noods met ge. weid, te dwingen. Men toetze aan dezen onbetwistbaaren (taalkundigen regel, de Vryheid van Neerlands Ingezetenen — zal men erkennen moeten, dat Dezelve reeds naar onze drie Frie-  C 19 ) 180 Deed Necrland zulk een' flap , En zoudt Gy 't Land verraaden? Twist, Friefche Landk war tieren is geweken, dewyl 't Kwartier der Steden in dienzelvden vernederenden toeftandzich bevind, als de Boeren inOvERyssel , tcrwyl onze zogenaamde, fchoon in de conftitutie onbekende Premiees de plaats vervullen der drie medogeloofe Drosten; om er Palland yanZuithem - die een hart heeft en een geweeten --- uittezonderen. Voorheen was het anders. Voor de affweering van Philip II. hadden de S c h u t t e r y e n en Gilden veel gezags in 't ftuk van Regeering in Holland en ftrektcn der Vryheid des Volks nitt zelden ten Herken bors weering. Het gewaand Groot Privilegie van Vrouw Maria maakte op deeze een heimelyken inbreuk, terwyl Karel de V, naar Vorftelyke grootheid dorftendc , om het Volk aan 't juk te wennen, allengs 't gezag der Schntteryen en Gilden bcfnoeide, tot dat eindclyk ; toen men zoude meenen des Volks gefchonden rechten herdeldte zien, derzelve--op 't dryven van Orange — de hartader werd afgeftoken door de Refol. van Holland 1581 --eène onderneeming! tot welke 't eenen Spasnfchen Dwingeland aan moed m?ngeldt'. U  ( 20 ) Twist, om het Meeflerfchap, ■ Met eenen Souverein; Wiens leden door het Volk Niet opgeroepen zyn; Wiens magt is niet gebouwd Op waare Vryheids gronden, (Q Dien In Gelderland heeft men in de groote Heden , met het begin deezer eeuw eene uiterfte poginging beproefd, om der Burgeren oude. Rechten — lang door Uit en Inlanders belaagd. — te doen herleeven --- maar de goede zaak zwigte door 't geweld; en 't doodvonnis en de Ballingfchap was der zulken loon, welke eere hogen verdiende: jaa zo verre ging de haat der Vorften van Orange , dat zelvs eene van Bassees uhitekende deugd zynen Kleinzoon vander Capellen tot den Pol , in 's Hage tot een misdaad ftrekt. (O Wiens magt met is getouwd &e. Alle vormen van Regecring, welke van de Volksregcering — 't zy zuivere of by plaat verbeelding --- dat is van de natuure afwyken , zyn overdreven , en met de Vryheid in eenen meer of minderen trap, onftaanbaar. De Oliharchie (Regeering van weinige) is,indien willekeurig, i de  ( 21 ) Dien word ligt om de vuist Een goude boei gebonden; 185 Dien de vreeszelykfte, de ondragelykfte ; de Aristocratische (de Regeering der besten) de zwakfle: de verkiezelykfte eene Volksiegeering , by eene Keprefeniatie , die geëvenredigt is. De Arijlocrat'ie derft dat blind veroordeel, *t welk het gemeen door den lnilter des Throons en der HcHionding verblind, onzinnig aankweekt ten voordeelc der Vorften , welke het gewoon is als halve Goden te befchouwen. De magt, die elk Aristocraat, als deelgenoot der Souverainiteit, op zich zeiven heeft, is te gering, om 't Volk , dat is , die van 't gezag zyn uitgefloten, gelyk in Nederland de meefle Ingezetenen, ontzag in te boezemen. Er blyft eene fchynbaare gclykheid over, welke den ampteloofen Burger zich tegen het overmoedig gedrag van eene trots Regent doet verzetten. Geen Itaetc, geen heefttr duld de trotsheid van een Eik ■ Zy Paen te nae met hem gelyk. De eensgezindheid, die onder de Leden der Souverainiteit plaats moet grypen, zullen zy als Sou-  ( « ) *8s Dien moed word ligt geknot — Maar twist eens met een Volk 't Welk Souverain ontzaglyk zyn cn Ifoen, is meer kimftig — derzelvcr duurzaamheid wisfelvallig». onzeker —- eene kwalyk geplaafte eer en lieersch • zugt, een verkeerd begrepen eigen belang is meestal der Leden deel en de Bron van twiften — partyfehappen en verdeelheden in den Staat. " Intusfehen zyn er duizende Nuances cn mendingen van de Arifloeratie met de Democratie, en hoe nader deeze mengeling by de laatfte komt, dies te vaster ftaat het geheel, Uit deeze hoofde is in Friesland meer Vryheids, dan in de zes overige Geweften en tevens meer gronds van hoope, om de fchandelyk ingefloopen gebreken , door het Misbruik der Stadhouderlyke magt , te verbeteren. Een Aristocratische Regeéring weerrtnat zelden , indien ooit, eenen opkomende Dwingeland , die door geld cn gunften zich meelter dent te maken van der berooiden harten en handen, cn moeds genoeg bezit om zyne Mede Regenten 't zwaard in den boezem tc drukken. Eene gemengde zelfs, in welke de Ariflocrati'fche beginzelen do overlnnd hebben , Zal voor hem moeten bukken. Z weedén heeft in onze da-  ( *3 5 't Welk zyne waarde kent, En fcepter zwaait of dolk! »"> Hoe! zulk een Souverain Zouw van uw wenken vliegen? Zich zclven voorbedagt In uwe deugd bedriegen? U loven (&) Gcede God! Xerwyl 't Hem is bekend, 190 Dat dagen zulks het eerst beveiligd. De jaeren van cn i6yi. van 1747. en 48. die zelfde waarheid met betrekking tot ons Vaderland. De tyd zal teerén of ons Friesland alleen zo veel deugris en veerkragts heeft overgehouden, om de overige gewesten te bezielen en in beweging te kunnen brengen. O) U loven &c. de Staaten Generaal zyn gewoon de Priucen van Orange , zo dikwerf zy daadelyk des Volk rechten verkrachten, des Lands Vryhcden fchenden of Propofnicn doen' welke 't zelve doel hebben,'niet alleen te bedanken , maar te pryzen voor hunne aunhoudende zugt voor het welzyn van 't Vaderland, al zyn zy te vooren overtuigd, dat de voordellen het tegendeel bedoelen. Blykens Maurits om 't veranderen der Regenten; Blykens [Willem  ( 24) ioo Dat Gt het Land verraadt En aan den Vyand vent. Hy 4 r f*Öitfl3w V7£i OS7 V/ÜOA" " lem dë II., die zes Leden van Holland Het by den kop vatten --- en toen nog bedankt wierd --- Blykens Willem de IH en IV. Blykens alle de Voordellen door Willem V. zedert de Iaafte vier jaaren gedaen --- Blykens de jongfte'— hetligten van Scheepsvolk uit de troupes van den Staat, welke onder éen fchoonfchynend voorkoomen, zelvs volgens des afgeperfte belydcnis van Hovelingen, nergens anders om gedaan was, dan om eene ftilzwygende vermeerdering der Landmagt te bekomen; gelyk de Prins voor eenige jaaren de Regimenten van de Salve en Fougeoud — even listig — op den ftaat des oorlogs had weeten te plaarzen. Hffë immers zonde hy einftig naar middelen zoeken om de Vloot te bemannen, die den aanbouw der Scheepen opzettklyk vertraagde; die met wil , dat ze gebruikt worden, daar geen Vlag Officier, geen Ctpitein door vyandclyke Scheepen zoude laten befchimpen, indien hem de Prins als Admiraal Generael belafte, om zulks te weeren. Hoe zouden zo veelc Scheepen den vyand ten prooi worden gegeven ! Hoe zoude er Seinen, een nooit gehoor ft uk  ( 25 ) Hy zouw uw' gruw'len zien En ze cngefrraft gedogen? Hy by eenige Marine hoe zouden 'er Seinen kunnen uitgedeeld worden , om op ééns te stryken, gelyk in 'c geval van Byland, indien zy den wil des Prinzen niet wisten, indien Hy niet handelde, gelyk Hy nu vier jaaren gedaan heeft, 't Volk op de flagtbank brogt en de naaktheid des Lands den Engelfchen ontdekte of liet ontdekken. Want alles — alles, wat 'ergefchied en niet gefchied, moet op des Princem Reekening geplaaft worden vooral, daar hy zelve betuigd zyn eigen licht te volgen en niemand te raadpleegen, immers zo lange Hy deeze zyne betuiging niet als onwaarachtig en hem'door zyne booze Raadslieden tot hunne en zyne beveilging opgedrongen, herroept, Dezen cordaat aan 'tVolk ontdekt, enter ftraffe overlevert — zelvs berouw betoond, beterfchapbeloovt, den-raad der goeden en welmenende Volgt, allen gepleegd onregt aan de Voorftanders der' Vryheid cn Vaderland vereffent en hun in hunne nlaatfen doet herflellen. Maar hy wil geen raad hooren — hy belaagt de Vryheid — hy wil SulJeaten; en dan lacht Hy om dc Engelfchen — die B  (26) Hy zouw tot 's Lands behoud , Min dan een kind, vermogen? \ . Hyzouw? neen Prins! Gy beefde En laagt in 't ftof verplet, AI eer Gy de eerfte klaauw Had op ons hart gezet. 2.95 $ Vad'ren! dat geen trots, Geen vreez ü 't Hart beklemme! Kiescht de aangepreezen weg! Gyzult den Dwingeland temmen. Vast zittpn in den raad . Gerugfleund en bemind Van 't Volk , dat zy zo lang, Dan aan het uwe bindt. Geen Dwingelandt, als voorheen, Doet u dan fidd'rend vallen. 200 Waer- die Hem wel zullen helpen, Soldaaten; en dan zet hy met geweld zynen voet op den nek dér Vrye Nederlanders — dit zoekt Hy --dit --- dit ALLééN en de Souverain ziet het, noch pi-yst Hy Hem cn noch bedankt Hy Hem! en nog houdt zich 't Volk. geduldig! noch noch !  ■ ( 27 ) 200 Waerom is Friesland's Raed (Q Thans kloeker dan gy allen; En fpreekt als Souverain,* Tervvyl Gy vleidt en irreclt? Om dat Hy fpreekt uit naam Van 't Volk dat hy verbeeld. Volgt dan ons fpoor! Gy zult En ons en U ontboeijen, 1205 In '£ Vaderland het eerst Zien. waare Vryheid bloeijen. Ligt keert gy 't uiterst af. rHet oogenblik genaakt, Dat Bato's Heldenkroost Zyn harde kluisters Haakt, 't Begint van lieverlee Zyn "rechten te onderfcheiden, Wilt 'Nocnl noch noemt reen zièb, Vrye Nederlanders. CO Friesland's Raad. Ten bewy/en (trekken de Belluiten van onze jongfirm Lands-dag maar ook onze Volmagtcn worden door *t Voik aangefteld en weer bedankt naar welgevallen de goude Aylva yan 't Bild kan dit bewyzen. B 2  C 28 ) Wilt selfs Hcra in 't bezit Van al die rechten leiden! 210 Wee Willem! Wee uw Stam, Wanneer 't verbitterd Volk , In 't end zich recht verfchaff Door wapenen en dolk. Wee iedren dwingeland ! ——»• Het bloed, dat dan zal ftroomen Zal,- fchoon Hy werd geflagt, Noch op zyn' fchedel koomen. Of is de zaak van 't Volk, 't belang ?er menschlykheid 215 Van geen gewïgt in *t oog Der Opper-Majesteit? HARMODIUS FRISO, HarliBgen uit myn Boekvertrek den io. July.