ALMANAK VOOR HET JAAR. 179 5.  Met dit Jaar telt men : Van de Schepping der Waereld .... 574* J^a. de Zondvloed 4°88 —— de Geboorte onzes Heeren . . . • *79S " — de Joodfche Jaartelling 5555 • — de Hegira ofTurkfcbe Jaartelling ♦ . —— 7onnencirkel is liet Guldengetal 10 De Epacla * De Zondagsletter - r . . . i Febr. SeptuageCma Vasten-avond ..,♦•« " ... 5 Apm Taasfchen 3 .. Hemelvaartsdag Pink{ler=9 Nov. Advent ' ' ' . . ao Maart. De Lente, begint • • . . 21 Jnnij. ~ ZomerJ . . 22 Sepr. — Herfst DgCi — Winter . . • •    JA NU AR Y, Louwmaand heeft XXXI Dngen. i O 3 4 5 6 7 a 9 ic H 12 13 14 15 Ió 17 18 J9 2.0 21 23 23 24 25 26 27 23 29 30 31 Donderdag Vrydag Saïurdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag D'ng.sdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag M jandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag N. Jaarsdag. Duynk. Leypz. j. Doesl). Ouden. j. Eyndhoven j. Thelefpliorus. Drie Koningen, Kasfel j. s Omer j. Middelburg b. Parys j.» Open'yd. Kopper.Maandag. Julette. s Pont laan. Pauius. I Brugge j. s Antonius. H N. Jef. s Pieterft Marcus. en Martha. Westzane band. s Ag niet. s\ Vincent. Oorfcbot j. Antwerpen p. s Pauius bekeering, Kortryk j. Tilburg j. Herenthals j", Emmerik j. Geersbergcn p. Luyk j'. Folie Maan^ Maandag den 55 voormidd. ten 9 uuren 52 min. Laat (ie O aart» Dingsdag^den 13 j 's morgens ten 5 mn 10 min. Nieuwe Maaa9 Woensd. den 21 > 'smorg. ten 12 uur 20 min. zon-eclips. Eer ft e Qjjart. D'ngsdag den 27, 's avonds ten 9 uur 23 min. De Z on treed den 19 in dquay rins of de Waterman, opren 8, order ten 4 uur.  FEBRUARY, Sprokkelmaand, heeftXXVIIIdagen i 2 3 4 5 6 7 3 9 10 li Ï2 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 2" 28 Scptuagefima. Maria'Ligtm. Geldorp p.; Arnemuyd.^j. $ /fgat ha, s Dorothea. Nioort j. Ssxagefïma. Gent p. s Apolonïa. I're men j. Roermond j. Eulalia. Gregorius.. Valentyn. Qtt'wquagefima. juliana. Fait en* Avond. Asdag, Bep.Jyd, s Bonifacius. Maltrigt p. Pipinus. Quadrag. sPieterjl. Utrecht ■, Zwol p. s Mathys. Qjiatcru Gouda j. Netto'. Qnatert. Herenth. j ( Quaiertemp. Zwolp Volle Maan, Woensd. den 4, 'smorg.ten 12 uur 25 min. MAAN • ECLIPS» Lcaifte Quart* Dond. den 12, 's morg. ten 2 uur 28 min. Nieuwe Maan, Dond. den 19 , namidd. ten i uur 25 min. Eerfte Qiictrt. Dond. den 26, 's morgeus ten 5 mimi 23 min. De zon treed den 19, in Pifees., of de Visfchen, op 1 ten 7 onder ten 5 uur. Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag. Maandag Dingsdag Woensd3g Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag ■ Woensdas, ; Donderdag \ Vrydag j Saturdag  MAART, Lentemaand, heeft XXXI Dagen. i 3 4 5 6 7 8 9 30 1 1 12 13 14 15 1.6 17 18 19 : 20 ! 21 : 22 : 2»} :24 :25 :'a6 !27 f8 f j 29 j; 50 i li i Volle Maan, Dond. den 5 , namidd. ten 5 uur 26 min. Laatfte Qiiart, Vrydag den 13, 's avonds ten 9 «ur 39 min. Nieuwe Maat$3 Vrydag den 20, 's avonds een 12 uur. 39 min. Qiiart. Vrydag den 27» namidd. ten 2 uur 42 tuin. Zon rreed den io i ,•„ , of de iam op en >nder ten 6 mr. | Remenif, Bourd. j. i Haar], p. Hard. p. Heusden. p ! De vent. j. Etnm. p, , Grave p. Zwol l» Cokta. sThom. Bosch h.v.m. Oculi. Texel b. KuyJenburg j. Amfr. Io. Leerd.p. Am ft. lo. üoesb- b. s Gregorius* Thiejp Schiedam p. Rommelsvv. p. Let are Amersf. p Leyd. ?. ■f Geert. Leuw. p. Amfl; Mir. Ysfelf. p! J Jo/. Kampen p. Joachim. J Benediclus. Judica. Ling.j.Kuyf. Naard p JVIotuf. p. Wagen, p Maria Boodfchap. Loen. p. Haarl. 1. Vianen p. Bosch b. Goudr.ka. Palm Zondag. < Utrecht p. Schoorl b. , Gurcum p. Utr. 1, { Zondag Maandag Dingsdag Woensdag j Donderdag Vrydag Saiurdag 'Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag ' Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingdag Woensdag Donderdag Vrydag saturdag Ion dag J baandag j )ingsdag j  APRIL, Grasmaand» heeft XXX Dagen. i 2 3 4 5 6 7 8 9 10 31 12 13 14 15 16 17 18 39 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 £;oL;ö Maan , Saturdag den 4, voorm.ten io uur 30 min. Laatfle Quart, Zon da 5 den 12, namidd. ten 1 uur 24 min. Nieuwe Maan, Zondag den 19, 's morg. ten 8 uur. 40 min. Eerjïe QiiarU Zondag den -26, 's tnorg. ten 1 uur. 49 min» De Z n w treed den 19 in Tauras , of de Stier, op trrt 5 onder ten 7 uur. Vollenh. p. Wyk b Witte Donderdag. Goede Vrydag, Hildebenus. Paas^chen. 2 Paasch Dao. Zyp j. Groning. p. Bodemus. Voorfc^. k en p. Amersf. Pistersh. p. Thtel, Steenb. p. Qtiajima. Open Tyd, Buren j. Wyk I. Wyk j. Montf. b. Woerden , Thtel b. Hoorn p. Nasrd. k. Geertruidenberg b. Arnh; Calc, Leerd. b| Mijericordia. Wyk b. Alkm Am ft. Velf. b. Montf. We esp b. Alkmaar,Wyk p. sjor. Alkm. p» Edam p. Loosdr. b s Mare. E !. Leyd. b, I Jubilate. Barnev. p. HilverCurn b. I Monlf. Weesp b. 1 Medenb. Woerd. b. I Delft, Hoorn,Lisb Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Mair.dag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag 1 Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsiag Woensdag ; Donderdag | Viydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag üondeidag  I 2 3 .4 5 ó 7 8 9 io li 12 13 14 15 16 17 X8 19 20 21 22 23 24 25 Q.6 2? 28 29 30 31 ,1 M A IJ, Bloeijmaand, heeft XXXI Dagen; ^b/fe Maan, Maandag den 4, 's morg. ten 3 uur. 2 minuten. Laatfle Ojiart. Dingsdag^den 12 , 's morg. ns ten 1 uur 8 min; Nieuwe Maan Maandag d^n 18, namidd. ten 4 uur 8 min. Eer/Ie Qjtart. Maan lag den 25, narnidd. ten 2 uuren 55 min. De Zon treed den 20, in Gemini, of de Tweelingen, op ten 4 onder ten 8 uur. i en Jacob. Huift j. Arnh. b, Cantate, f ^/«^. Bodegr. p. Purm. b. Bodegr., Purm. b. sjan Lat. Purm. p. Goeree j. Soelm.p. Michiel openb. Amh.,Leerd.Wyk b. Vocem.ltegek. Oue.j t Dagen. Amersf. p. Hage p. We esp b. Maftrigt p. Hem, Chr. Leyd.k. N/m wegen j'p. Uhaldus. Exaudi. Amersf. k. Utrecht, ^wol p. Prudentiana. Gron., Weesp p. Gron. p. Devent. j. Marcianu?., Vastendag. Pinkster. Schev. k. 2 PiNKsT.d Naard.k. Duyve!. ,Swyndr. p. Qjiatert. Amfr. lo. Amft. lo. Hoorn 1. Onatett. Dort lo. Quatert. Wasf. p. f7. Dricv. Dord. j. Vrydag Saturdag Zondag j Macn iag | Dingsdag j Wo^nsiag ' Donderdag;}, Vrydag Satur iag Zondag Maandag D ngsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag . Donderdag Vrydag Saturdag Zondag. Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag  JUNY, Zomermaand, heeft XXX Dngert. 2 3 4 5 6 7 8 9 lo ll 12 13 14 15 16 *7 18 19 ao 21 22 23 24 25 af. £7 28 29 30 Volle Maan, Dingsdag den 2, 'ssvonds ten ö uur 20 min. Laatfle Ojiart» WoersdT'den 10, 's morg, ten 9 uur. 10 min. Nieuwe Maan9\ Dingsd. dsn \6t 's avonds ten 11 uur 28 min. Eerfte Ojiart. Woensdag den 24, 's morgten 5 uur 40 min. I De Zon treed den 20 inCa»I eer , of dm j Kreeft, maakt alhier den . iangpsn dag» Gron. Hard.Opm.p Gron. Lar. Bomm. p. Delft p. H. Sacrament. Enkh. j. Oudew. p. Waalw. p. Hard. I; Kuyl. Warm. Med. j Medardus. Goud. Willemfr.p. Haarl. k. Montf. p. $Z?flr«.Haaftr.k.en p. sOdulp. Brouw. p. j Anlonius» DelftMid.i. Worm. k. Medenb. Meerk. p» Puttersh. Wyk p. Schagen p. Harl. j. Loosdr. p. Hilverfum p. Bosch, Gravel. tp» Rynsb. Vlaard. k. Devent. Vlaard. p Vafiend. Rhynsb. p. sjan Ztapf.Heemfc.k. Beufek. Domb. p. joann. en Pauius. VastenilagH:ar!. Schied. k. s Petrus en Pauius. s Paul. ged. Gron.p. Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdfg Zondag' Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag ; Dingsdag  JUL Y, Hooi/mand, heeft XXXÏ Dagen 3 4 5 6 9 lo li 12 13 14 15 it> 17 18 19 20 21 •2-2 23 24 25 26 27 28 29 So 31 Fo/A? Maan, Donderd. den 2 , 's morg. ten 8 uuren 4 minuten. Lnatfle Ojiart, Donderd, den 9,namidd» ten 2uuren 38 min» Nieuwe Maan, Dondeid. den 16, 's reorg. ten 7 uuren 51 minuten. zon- eclips. Eer/Ie Quart. Donderd. den 23,s'avonds ten 10 uuren 5 min. Folie Maan,. Vrydag den 31, 's avonds ten 8 uuren 13 min. maan-ecl1ps. De Zon treed den co in Leos of de Leeuw, op ten 4 , on» eter ten 8 wis* Bre Nieuwe Maan, Zondag den 13, 's morg. ten 7 uur 6 min. ■E«r/?* QtiOTt» Maandag den 21, 's morg. ten 9 uur 58 min. Folie Maan, Maandag den 28, 's namidd. ten 4 uur 45 min. De Zon treed den 22 in Libra of de Schaal, op en onder ten 6 uur. s Gilles. Muyden p. Blok. k. Alkm. j. Blok. b. Delfc k. Schoonr. p. Bertyn. Abc Montf.Weesp k. Nymeg. A !km . p. Maria Geboorte. Wotkum j, Tertolen f. Rofendaal ]. Terv. }. Leuw. !. Loenen, Maarfen k. f Ferh. Am ft. lo. Amftlo. Mepp. b. Quatertemper. sLamb. Buren p. Ouatert. Gion. j, 'öuatert. Fuftendag. Arofterd. Benr» k. s Mattheu*. Leeuw. Waard p. Linus. Teifcheüing b. I r kei p. Thiel p. Albl., Mmfev. k. G'>rr. Utregt p. s Mich. Gorcum p. siluror.'wi Kamp. b Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Viydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag I  OCTOoER , Wynmaand, heeft XXXI Dagen. i 2 3 4 5 6 9 lo li 1 2 13 14 15 16 17 iS 19 2c 21 22 23 24 25 O 27 23 29 30 0» Laatjle Qjiart. Maandag den 5, 's morgens ten 7 uur. 35 min. Nieuwe Maan, Maandag den 12, 's avonds ten 10 uur 41 min. Eerde Ojiart, Woensdag den 2r,'smorg. ten 3 uur 31 min* Volle Maan, Woensdag «den 28, 's morg. ten 2 uur 13 min. De Zon treed den 22 , in Scorpi'i of den Scorpioen, rp ten 7, onder ten 5 uur. s Bavo Thiel p. Wyk b. Leyden Ontzet, s Franc. Amll k. Gore. j Nykerk p„ We esp b. Weesp p. Munn, b. AlkmaarOntz, Ryp k. *Edam p. s Viblor. Oofrz.,Viati. Voor.k Dev. Elb. Purm. b. Purm. Weesp fa. Purm. p. Wyk vark. Devent., Schag. b. Doesb. b. Alkm. v. Boere zat. Alkm. b« j Lucas. Heemsk. b. Amlr., Haail. vark. Haarl. , Weesp b, s ürfel. Woerden b. A!km. Haarl. Leid. b. Scbied. b. Dord iug. Alkm., Haarl. b. Aketfl , Elburg k. Am Pc. Haari. Hage b. VaflerJ-g. Weesp b. tSim.rnJud. Wykb. Wyk , Delft b. en ka. Lïorc. Loosdr. b. Vnfi. Ed. b. Med p. Donderdag Vrydag Saturdag Zondag • Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Viydag Saturdag • Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag  NOVEMBER, Slagtmaand, heeft XXX Dagen; ! I ! 2 : 3 - 4 ! 5 ( 6 \7 ! 8 ! 9 lo tl 12 3 3 14 ?5 1(5 %7 |8 19 to 22 ?3 «4 16 ?r J9 F Laai/Ie Ojiart, Dingsd. oen 3 . 's avonds ten 6 uuren» Nieuws Maan, Woensd. den it» 's namidd, ten 4 uur, 30 min. Eer/ie Qtiart. Dond. den 19, '3 avonas ten 7 uur 4 min. Dond. den 26; 's midd; ten 12 uu-en. De Zon treed den 2r, in Sagiuar'ms of de Schutter, op ten 8 onder ten 4 uur. Alierheil. Utr. verv. Alderz, Alkm. b. Breda. Grave b. Dokk. ]". Hoorn p. Gouda ,Medenb. b. Boscfy, Enkhuyf. b. s Wiuibr. Purm. p Grol j. Arnhem, Hoorn b. Scboorl, Weespb. s Blaart, Alkm.' p> Alkm. p. laLisb. Bos b, Schied. vark. Albrictius. Sparend., Uytg k. Gore. b. Arnh. p. Gorcum b. 9"yfen p, Munn. b. sElifabtth, Deift v. Ros b. Alftm. la, Miria pref Leyd. b. s Cecilia. Hoorn b. Schoorl b. s Caihrina. Munn. b. Us b Ed. la. Utr.d. Hoogft., Bos b. Vaflendag. 1 Aivent. Be/I. iyd. s Andrles. Zondag Maandag Dingsdag 1 Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Dondetdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag. Saturdag Zondag Maandag  DECEMBER, Wintermaand, heeft XXXI Dagen. i 2 3 4 5 6 7 8 9 10 li 12 13 14 15 ló 17 18 19 20 2t 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 s Eley. Purm- la. Bos j. s Franciscuu s Barbara. Sabbas. 2 Adv* s N/colaas» s A'nbroftus. Maria Ontf» Lions j. Melchiades. Rodenburg j. Joachimsdal j. 3 Adv. s Lucia» Rysfel j". Tongelveen j. Qimtert. Hel mort j. Bergen, Namen j. Quatertemper. Quatert. Vaftendag. 4 Advent» s Thomas. üalle bevaart. Yv^rde Vullem. Vaftendag. 1$EIUD sG. 2 Kersdag. sStev. s Jan Evangelist. Onnofele Kinderen. Thomas Cantidb. Savinus. s Silyefier, Laatfle Ouart» Dond.den 3, 's morgens ten 8 uuren. Nieuwe Maan, Vrydag den 11, voormidd. ten 11 uuren 37 min. Eerfte Quart. Saturdag den 19, 's morg. ten 7 uur 48 min. Volle Maan,. Vrydag den 25, 's avonds ten 10 uuren 42 min. De Zon treed den 20 in Ca» prkornus, of den Steenbok,' maakt alhier den kon ft en dag Dingsdag Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag' Woensdag Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag Viydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag j Donderdag Vrydag Saturdag Zondag Maandag Dingsdag Woensdag Donderdag  van db ECLIPSEN voor het Jaar 1795. Vier Ecltpsbn zullen in dit Jaar zich op het irdrijk vertooneti, als twee aan de Zon en twee aan de aan; zullende alleen de Maan Eclipfen (de eerde geel en de laatlte ten deele; bij ons tonnen geziene» aargenomen worden. De Eer stb zal zijn aan de Zon, en buiten ons ge* gt, den 2i Januarij, 's morg. ten 12 uuren 29 niiuU' n , zullende op 25' Noorderbreete en 1880 lengte, in ; flille Zuidzee, middelpuntig en ringvormig verduii» ren, als het bij ons 12 uuren 46 minuuten's morgens is. Dg Tweede zal zijn aan de Maan, en bij ons fezten. et begin den 3 Febr., *s avonds ten 11 uuren 19 minuten, et midden den 4 dito , 'smorg. ten 12 uuren 44minuten, et Einde ■ 's morg, ten 2 uuren 11 minuteü, llende 71 duim aan de Zuidzijde verduisteren. De Derde zal zijn aan deZoN en buiten onsge« gt, den 16 Julij 'smorg. ten 7 uuren 51 minuten, diende totaal ea Cmraai verduisteren, op i©° Zui« der  DECEMBER, Wintermaand, heeft XXXI Dagen. i 2 3 4 5 6 7 8 9 10 li 12 13 H 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 3i j £/ey. Purm- la. Bos j. s Franciscuu s Barbara. Sabbas. 2 Adv, s N/colaas» s Ambrnfius. Maria Outf, Lions j. Melchiades. Rodenburg j. Joachimsdal j. 3 Adv. s Lucia. Rysfel j. Tongelveen j. Quatert. Helinont j. Bergen, Namen j. Quatertemper, 'gvatert. Vaftendag* 4 Advent, s Thomas. üalle bevaart. Yverde Vullem. Vaftendag. 2 Kersdag. jS/fen (de eerfte geheel en de laatfte ten deele; bij ons kunnen geziene» Waargenomen worden. De Eerste zal zijn aan de Zon, en buiten ons ge* zïgt, den 21 Januarij, 's inorg. ten 12 uuren 29 nihiU' ten, zullende op 25" Noorderbreete en 1880 lengte, in de ftille Zuidzee, middelpuntig en ringvormig verduitteren, als het bij ons 12 uuren 46 minuuten's morgens is. Dc Tweede zal zijn aan de Maan, en bij ons te zien. Het begin den 3 Febr., 's avonds ten ïi uuren 19 minuten. Het midden den 4 dito , 's morg. ten 12 uuren 44 minuten. Het Einde —— ——■ 's morg. ten 2 uuren 11 minuten, zullende 71 duim aan de Zuidzijde verduisteren. De Derde zal zijn aan deZoN en buiten ons gei ttigt, den 16 Julij 'smorg. ten 7 uuren 51 minuten, zullende totaal en Centraal verduisteren, op io° Zul- der  derbreedte en 8i° lengte, (ïn de Indifche Zee nabij Iret Eüand Raquepires) en zal jook aan de Caap ds goedb Hoop voor een groot gedeelte zigtbaar zijn; zullende de Zon aldaar 9 duim over de Noordzijde verduisterd opkomen, '3 morg. ten 7 uuren 15 minuten ii|dium verduisterd zijn, en 'er zal dus Hechts weinig licht aan de Zuidzijde der Zon zigtbaar zijn, eindigende deze. Eclips, aldaar 'sraorg; ten 8 uuren 32 minuten. De Vi er de zal zijn aan de Maan den 31 Juïïj, doch zal alleen gedeeltelijk bij ons zigtbaar zijn, kunnende het begin bij ons niet gezien worden, maar het midden zal kunnen worden waargenomen, 's avonds ten 8 uuren 2 minuten, en het einde ten 8 nuren 5B minuten, zullende bijna 3 duim aan de Noordzijde verduisteren. PtANRET. BEDEKKING door de MiA N. De 23 September zal de Maan, 'savonds de Planeet j üpiter bedekken : even na de opkomst der Maan, zal Jüpiter teu ooften der Maan nog zigtbaar zijn; dan ten 6 uuren 28 min: begint de Maah dezen planeet te bedekken, aan hare Zuidwest zijde, en ten 7 uuren komt de Planeet weder te voorfchijn, aan h*are Zuidoost zijde. Ve«-  C 1 ) .VERTREK der. SCHUITEN, SCHEPEN, POSTWAGENS, enz. Van amsterdam. Op Haarlem, gaat alle uuren een Schuit rast Poort openen , tot 's avonds ten 8 uuren, buiten de Haarlemmer Poort, en dagelyks de Marktfcbuii van 't Water bij dc Papenbrug, Op Legden, alle morgen ten io uur een Kaag van de O/ertoom, de Marktfthujt Zom. ten ? en's Winteri ten 4 uur van 't Cingcl bij "t Latynfche School, 's avonds dc Waebtfibuit ten 8 uur Vin de Bcerebijt buiten de Utrecbtfh .Poort. En over Haarlem van waar een Schuit vertrekt ten 8, ro, 12, t, 2, 4, 6 en li uur. Op ,sHage, alle midd. ten i uur van 't Rcklsin, ten 3 «ur van de Beerebijt, of over legden, van waar een fchuit vertrekt na 'sHage, ten half 4, 6, 8, halt ïr, llalf 1, 3 » 5 en half 7 uur. Ook rydt 'er een Postwag. Van Amfl. naar ^sHage en terug van den ij Febr. tot den £3 dito 's morg, ten half 7. Van den 24 Febr tot den 2 Oïtob, 's morg. ten 6 uur. Van den 3 O&qb. tot den ao dito 's morg. ten half 7. Van den 21 Oct, tot den 5 Nov. ten 7 uur, Van den 6 Nov.j tot den 14 dita * ten  C 2 ) ten balf 8. Van den ry Nov. tot den 14 Febr. «s morg. ten 9 uur (doch by befloten water rijdt 'er 's midJ. ten 1 uur nog een Wageu. N3. Hit Comptoir der Postwagen word geh. te Jimfordam in de Beunfteeg, in'sllage op 't Leydfche Wagenveer in 't Voorhout. Op Delft, een Schuit op dezelfde uuren en van dezelfde plaatfen als op 'sllage. Op Rotterdam, alle midd. ten 11 uur een Schuit van yt Kokkin ten z uur van de Beerebyt, of over Delft, van waar alle uuren een Schuit vertrekt. Oo!: over Gouda, van waar een Postwagen rydt van de IJ Maart tot den r O&ob. 's morg. ten 6, 3, 10 en 11 uur, 'snamidd.ten halfs , 4 en 5 uur. Van den 1 Ocbob. tot den 14 Mam 's morg. ten 7 , 9 en 11 uur, 's namidd. ten half 3, 4 ed f uur- Op Gouda, in Maart, April, Sept. en OSc. 'smorg, ten en in Mai, Ju dj, Ju'.ij en Aug. ten 7 uur een Schuit. De Nachtfchutt 't geheeie jair 's avonds ten 8 uur van de Beerebijt, ook alle dagen de Tker van de pijpemarkt. Op Schiedam, Dingsd en Dond. een Sehu't tan 12 uur van 't Kokkin, ten 3 unr van de Beerebijt, ook een Schuit over PoUerdam en Delft. Op Dordrecht, over Gouda of Rotterdam, alle dagen van ie ectflc pl„ats, een Schip 's morg, ten 6" nur met vallend  ( 3 ) lend water of nieuwe of volle Maan, en .\\in de tweede plaats rr.et 't begin van de eerlïe en laatfte kwartier der Maan, 's morg, ten half 6, gaan ie dagelyks een uur: later tot 't begin van 't volgende eerfte en laatfte kwartier. Op den Briel, over Rotterdam van waar alle dagen een Schuit gaat, ea Zondag en Woensdag een Schip met 't eerlïe gety. Op Gomicbem, 's Woensd. 's avonds een Schip van 't Cingel bij de Luth. N, Kerk, of over Utrecht vat* waar alle dagen 's morg. ten 6 uur een Wagen rydt, of met de Schuit op de Vaart van Vinnen, van welke laatfte plaats ten 9 uur een Hagen of Schuit gaat. Op Schoonhoven , a!Ie 14 dagen flingsd. 's nam. ten 12 uur een Schuit van de de Heeregragt by de Utrechtfeftr. of over Gouda, van waar van half Maart tot half OcIjcv voorin ten 6 cn namidd. ten 5 uur en van half Oslob, tot half Maart voormidd. ten 7 en namidd. ten 3 uur een Wagen rydt. Op Buik/loot, alle uuren een Schuit, behalven 'S Win. ters 'smiddags ten f2 uur, van de Nieuwe Stads Herberg» Op Purmerent over Etiikfloot, Zomers ten ö, 8, 11, 1 , 4 en 6 uur, en 's Winters ten S > 9 > * cn 4uur, ook op Maand, en Viyd, 'smidd, ten 3 uur een Schuit. * z op  ( 4 ) Op Edam over Buikfloot, Zomers een Schuiten 6, 9, tt 3 en 5 uur, 's Winters ten7, 11, *, 3 en4uur. De Marktfchuk 'smidd, ten 1 uur van de Texelfche Kaay, Op Monnikendam, met de Schuit op Edam. DeMarkrfchuit Zomers ten x, 's Winters 's midd. ten 1 uur van de Alkmaarder Styger. Op Hoorn over Buik/loot, Zomers een Schuit ten 6,8,9, ir, 1 , 2, 3 en 4 uur en de Nachtfchuit met boomfluiten, >s Winters de eerfte Schuit ten 7, en ten 4 uur geen Schuit. Ook een Schip alle avonden voor Boomfluiten van de Nieuwe Brug. Op Medenbliky 's Maand, en Woensd 'S midd. ten 2 uur een Schuit van de Nieuwe Brug, en Saturd. 's midj.ten 4 uur een Schip; ofover Hoorn, vanwaar alle middagen een Postwagen rijdt, en dagelijks een Mirktfchut vertrekt. Op Ettkhuizen, alle avonden een Schip, of over Hoorn . van waar een Postwagen rydt, en voormidd. ten 9 en n uur een Zeil Schuit gaat. Op Alkmaar, alle morgen een Schip ten 9, en's Maand, nam. ten 2 uur van 't Water; of over Haarlem, van waar alle morgen ten 9 uuren een Postwagen rydt. Qp Crommenie, Maand. Woensd. en Vryd. ten 2 uur een Schuit, van de Haringpakkers Tooren. Op Broek in WUttrlanil, Maandag, WoensdJg cn Viy- daf  co dag 's naujidJ, ten 2 uur een Schuit van de Texelfche Kaai of met de Schuit op Edam, Op /Tonner en TVormerveer , Maand. Woensd. en Viyd. ten 2 uur een Schuit van de Haringpakkers Tooren. Op Zaandyk en de Koog, op dezelfde dagen en uur. Op Zaandam cn terug, alle uuren een Schuit, van de Haringpakkers Tooien. Op Durgcrdam, Zom. ten 8, io, 2 en 4 uur, 's Wint. ten 8 , i o, i en 3 uur, ook Zond. ten i uur een Schuit. Op de Diemermeer, Maand,, Woensd. en Vryd,, ten 12 uur een Schuit van 't Rokkin, by de Visfteeg' Op Diemcn en Diemerbrug, Maand, en Vrydag ten I uur ten Schuit van 't Rokkin, bij de Doelenfluis. Op Kaarden en Muiden, ZoineiS Zond, ten 5, J, lo» 2, 4 cn half 6 uur ; in de Week ten 6,8» io, 2, 4 en half 6 uur, 's Winter* ten 7»9»n»i»3,en 5 uur een Schuit, van de Princegragt by den Arrdlel, van waar bij toewater een Postwagen rydt. Op Pfeesp , van half Maart tot halfO&ob. Zond, ten 6» 8, 10, half 3 en half 6 uur, in de Week ten 6, 9, half 2, half 4 en half 6 uur. Half Odob. tot half Maart Zond. ten 8 , 10 , half 3 en half ƒ uur; in de Week ten 8 , iof half 2, half 4 en half j uur een Schuit» van de Prince.gragt by den Amftel. • 3 9p  C 6) ] Op *s Oraveland, alle dagen ten 2 uur, behalven Zondags. Op (Voerden,'s Maandags en Donderdag een Schuit, ten 12 uurvandeColv. Bmgwal, en ten 3 uur van de Beerebijt. Op Loenen en Maarfen, alle dagen behalven Zondags 's midd. ten 12 uur, of 3 maal daags met de Utrechtfe Schuit. Op Utrecht, alle dagen 's morg. ten 7, 'smm. tem en 's avonds 8 uur een Schuit, van de Achtergragt by de UtrechtfePoort, doch's Wint. 's morg. ten 8 uur. DeMarktfih. Jen 4 uur van't Cingel, ook ri.dt'erby beflooten water een Postw. vanjde Achtergragt en een van de Reguliers Bi eeft raat. Op Amersfoort, 's morg. ten 8 uur een Schip , van *t Water bij de Vrouweft, uitgenomeu 's Maand.'s Wint' al ecu Zond. Dingsd. Dond. pn'Saturd. of over Utrecht, ■van waar Zond. Woensd. Vrijd. en Saturd. 'smorg.ten 7 en 'snamid. ten 4 uur een Postwagen rijdt en dagelijks ten 4 uuren en Kar, Op mjk te Duurftede, 's Maand, ten 3 uur van't Cingel, bij de [IeifL'eg ec i Schuit, of over Utrecht van waar dagelijks een IVagen rijdt. Op Tsfeljlein, 's Maand, nam, ten 3 uur een Schuit van't Cingel bij 't Lat. School, en ten 6 uur van de Beereb. of ovevUtrecht, van waar Zom. ten 3 en 's Wint, ten i uur een Schuit gaat. Qp Arnhem en terug, rijdt alle dagen een Postw. Zom, ten  C 7 ) ten 6 uur. 's Wint. met Poort openen te jfmfti van 't :Cingel bij de Beulingfluis, of over Utrecht wtat7smorg. ten 7 uur een Postwagen rijdt. Op Nijmegen, alle Woensd. een S«*#>, van 't Cingel bij de Lutb. N, Kerk of over Utrecht van waar 's murg. ten 7 en 8 uur, ook van daar op Arnhem , van waar voorm. ten 8 en nam, ten 2 uur Postwagens rijden. Op Harderwijk, allcavonden een Schip, een uur voor Boomfluiten van de Slijpfteenén. Op Zutpben en Deventer , over Harderw., van waar >s morg. een Postwagen rijdt , een uur na bet aankomen van de Amfterdamfe Beurtman. Op Nieuwkerk, Elburg en Deventer, Dingsd. Dond. «IJ Saturdag een Schip, een uur voor Boomflu'ten Op Zwol, alle avonden een Schip, van de Oude Brug, doch in Oec. en Jan. alleen D.ngsd Dond. enSatuid.tu by beftotcn water een Postwagen win 't Weesper Veld. Opllasfilt, Zomers Maand. Woensd. en Vryd., doek 's Winters Maar.d. en Vryd. een uur voor "t luiden d« Boomklok, een Schip van de Oude B;ug, of alle avonden niet de Zwoljche Beurtman. Op Meppelt, Sttenwyk en Bloiziel, Dingsd. en Sattird. S avonds voorEoomil een Schip, vandeMeppeifcheStyger. Op Vollenhoven 5 Dingsd, een Scbip (zie verder Meppelt J * 4 O*  (8) Op Campen, Zomers, Maand. Woensd. enVryd.ee» SMp, 'a Winter» Dingsd. en Vryd. (ïie verder Zwol.y Op Hartogen, alle avonden, doch van de \i Nov. tot 12 Feb. Maand. Woensd. en Vryd. voor Boomfl. een Schip van de Nieuwe Brug, van waar dagelyks gelegenheid is, om na alle de Vrlefibe plaatfen te reizen. Op JlMopcv, Maand. Woensd en Vryd, een Kaag van &c Ouüe Teertuinen, Op Stavooren, alle avonden met Eoomluiden een Sebip van 't Water, voor de Kapelfteeg. Op Dokkum, alle weken een Schip dc Haring pak. kers Toren. Op Leeuwaarden, Zand. en Dond 's morg. met het opc nen der Boom een Schip, of over Harlingen, vanwaar'» ii.org. ten 4 en 9, nam. ten 1 en 4 uur een Trekjebuitgaat. Op de Lemmer, alle avonden een Schip van de Papenbrug, van waar bfgelyks alle dagen Schuiten op alle l 'riefihe plaatfen gaan. Op Groningen over de Lemmer , van waaralle dagen na't aankomen der Beurtman een Postuagen en cen&*#g3at. Op Middelburg over Rotterdam, van Waar alle dage^i efn Sf/j.'jö gaat, alle Woensd. avond een Schip van 't Cingel oy de Teren, of over GW,*,* of Utrecht, van waaralle n orgen een Postwagen rydt, ^  C 9 ) Op Neusden, Woensd. avond een Schip van 't Cingel by de Bergftraat. Op Bergen op den Zoom over Rotterdam en Donrecht, 2 maal 's Weeks een Schip, Op 's Bosch, alle Saturd, avond een Schip , van de Cingel by de Toren, of over Utrecht, van waar Maand. Woensd. Vrijd. en Saturd. 's morg. ten 6 uur een Postwagen rydt, Op Texel, Dingsd. Dond, en Saturd. een [Kaag» van de Texelfche Kaaij, Op Br u ff el t om de 8 dagen een Schip, van 't Cingel by de Toren. Op Duinkerken, om de 3 weeken een Schip van 't Cingel , over de Bergftraat, Verders gaan alle Maandagen, wanneer bet te amsteudam groote Marktdag is, verfcheiden dorpschu iten» meest alle ten 12 uur van het Water» het Kokkin»den A.nftel. het Cingel enz, * * * • 5 AAN-  ( lo ) aankomst oaa posten te Amjlerdam. Ai,le dagen van Haarlem , Leyden, den Haag, Rotterdam en verdere Zuid-en Noordholiandfche Steden ■Dorpen en omleggende Plaatzen, als mede van Texel eni de Helder. Zondag, van Duïtschland , Keulen , Luik , Gelderland, Kleefsland, Emmerik, Munfter en Westpbalen. Maandag, van Hambu:g, Zweeden , Denematk. Poolen, 't gehcele Noorden, Breemen, Luik, Aken en Maalhicht, Ook geheel Oostvrieiland, Groningen en Overijsfel. Dingsdag, van Vrankrijk, Spanje, Portugal, Braband, Vlaanderen en Zeeland. Woensdag, van Ital. Duitschl. Luik, Aken en Maafrrïcht.,' Donderdag even als Zondag, als mede van geheel Vries, land, Groningen en Overysfel. Vrijdag, van Vrankrijk , Spanje , Portugal, Hamb. Zweeden, Denemarken, Tooien, 't geheele Noorden, Breewen, Luk, Aken, Maaftricht en geheel Oostvriesland. * • Ver-  VERTREK der POSTEN Van Amfterdam> Van het Generaale post comptoiR» op de Voor. burgwal, achter het Stadhuis. Alle avonden , op de Helder, Texel en 't Vlie ten half 8 uur. Op Zuidholland , Utrecht en de Generaliteit* Steden ten 8 uur, doch op 'sHagè, Haarlem en geheel Noordholland ten half 9 uur. Zondag, Dingsdag en Vrijdag, op Maaftricht , Lu* en Aken , 's avonds ten 8 uur. Maandag en Vrij dag, opZeeland metdeLandpost, 'savonds ten 8 uur, Dingsdag en Saturdag, op Groningen, Campen en Deventer, 'savonds ten half 8 uur. Dingsdag en Vrijdag. Op Italien, Duïtschland, Keulen, Bergsland, Gelderland, Cleefsland, Emmerik, de Oostzee , Rusland , Poolen , Pxuïsfen en Silefiën , 's middags ten i uur. Dingsdag en Saturdag. Op Hamburg, Zweeden, Denemarken, 't geheel Noorden, de Oostzee, Pruisfen, Poolen, "Silefiën, HahüVcr, Bronswijk. Nieuburg, Oostvriesland en Overijsfel, 's avonds ten half 7 u«. ^  O*) Maandag en Donderdag. Op Portugal en Spanje, * avonds ten § nür. Maandag en Donderdag. Op Vr; nkt! jk, 's av. ten half9 uui to^, z«,^ cn 0p Braband> KUfe en Fransch Vlaanderen, s'avonds ten half 9 uur. ' Dingsdag en Op Groot.Brittannien , >s avond* ten half 9 uur. Op Ameriea, over Vrankrijk, de eerfte Donderdag i» de maand, 'savonds ten half 9 uur. VERTREK derpoSTEN w« Legden. Ati.p. A vonb en op alle Zuid- en Noordhollnndfcbe Steeden, >t sridn van ütrechtj f< Geertrmdenberg en Zeeland ten S uur. Dingsdag cn «y*,. „aar Gelderland, Venlo, Kleef, Breslau, Culik. Mafijk, Keulen, nlunfteren Wcstphaien ,m°* tCn 11 Uür' * °P Lotteringen, Zwitzeriand, Gel Mve. Piemont , Hesfen , Lunenburg , Saxen , MarkWenturg, IWren, Plllisfcn , Dantzjg) p Roland, [Silefiën, Bohemen, Hoogtijen en alle Oosrennjkfche Landen, als ook op Zwol, Bentheim, Emb. den, OostvrieslanJ* Lingen, Oidenburg, Bremen, Hamburg, Lubek, Holftein, Zwecden, Denemarken enz. 's nidd.  C 13 ) •rrtidd, ten tz uur. - Op Braband, Vlaanderen, Henegou. itjven en verdere Oosterrijkfche Nederlanden, Bergen op IZoom, ^Steenbergen en Vrankrijk namiidag ten half* uur. - Op Engeland, Schotland en Ierland, 's Bosch, iRlaaftiicht, Luik, Aken, Luxemburg, Limburg, Naimen, Sedan en verdere Steeden in Champagne;alsmede op Overijsfol, Vriesland, Groningen, Drenthe en Twenthe , 's avonds ten ha'.f 10 uur. Donderdag, op Vrankrijk,Spanje, nam. ten half i uur. Saturdag, opZwol, B mtheim, Embden , O 3st.vri3sl.ind , Lingen, Olienburg, Bremen, Hamburg, Eubsfc, H)lftein, Denemarken, Zweden en verdere Noordfche gewesten, 's midJ. ten iz uur. - Naar O/erijsfel, Vriesland, Groningen, Drenthe en Twenthe, 's avonds ten half jo uur. V VER--  C 14 ) VERTREK der POSTEN. Van *t Gravenhage. Alle avonden op alleSteden van Zuiiholl. eelnnd. 'sBosch. Breda. Gecrtruidenb. endeProv. van Utrecht s'av. ten 8 uur. Op Amft. en geheel Noordholland ten 9 uur. Dingsd, en Vrijdag, op Gelderl Dukschl. Pool. Plonga» rijen, Boheemen Zwitzerl, Ital. en Turkljen, s'midd. ten ra uur. Op Grootbritt. s'av, ten 10 uur, Dingsd, en Saturdag. op Vriesl, Groning. Overijsfel eri Embden s'av- ten 8 uur. Op Denemarken en Hamburg, s'midd' ten iz uur. Zond. Dingsd. en Vrijd. op sEosch. Maastr, Eindhov. en Tilburg, s'av. ten 8 uur. Dingsd. op Vrankr. Brab. Vlaand. Eergen op Zoom, Steenbergen, de Wiüemffcad , enz. Donderd. op Spanje en Portugal. AANKOMST der POSTEN in f''Gravenhage. -Zond. en Donderd.uit Duitschl. Denemark Zweeden Eoo'. Hongarijen, Zwitzerl. en Gelderland, Maandag. Vrijd. uit Hamburg, enz. Dingsd. en Vrijd. uit Braband en Vrankrijk, Woensdag uit Duïtschland. Itaüen en Zwitzerland, Vrijdag, uit Spanje en Portugal, 4 Uit Engeland naar de Wind is, VER-  C i5 ) VERTREK der POSTEN van Rotterdam. Alle avonden, op Breda, s'Bosch enz ten 7 uur. Op lAmfterd. Leid. s'Hage. Dord. en verdere Zuidholl. Steeden en de jFrov, Utrecht ten half 9 uur, na klokkeflag inioet bij ieder brief een ftuiv. gegeven worden. Maand, en Vrijd. S'av. op Hamb. mits franco Amllerd. Maand, en Donderd. savonds op Vrankrijk. Maand Dingsd. Dond. en Vrijd. s'av.opBraband en Vlaand Dingsd. en Vrijd. s'av. op Grootbrittanien, \ Dingsd. en Vrijd. op geh. Duitschl. Pruisf. pommeren. Tool, Rusl. Zweed.D;nem, Ital. en Zwitzerl. s'morg. ten half 11 uur. Dingsd. Donderd. en Vrijd. op Pottugal en Spanc enz, 'doch Franco tot Antwerpen, AANKOMST der POSTEN te Rotterdam. Alle morgen uit Amfterdam, Haarl. sHage.Dord. en verdere Zuidholl: Steden, Zond. en Donderd. uit geh. Duitschl. pruisf. Pomireren Poo! Rusland, Zweed. Denem. Ital. en Zwitzerl. Dingsd. en Vrijd, uit Vrankrijk, Brab. en Vlaanderen. Dingsd. en Saturd uit Hamburg. Uit Engeland naar dc wind is. HET  C 15) HET LUIDEN der POORTKLOKKEN. Fan Amflerdam. * va-langen. . >t verkorten. sroo.! s av. [).,„ #, f4 ~ half 6 W| \5Sep. Lif S half 7 HMaarc 5 5 2I _ half 6 5 »»-pr- half? half 5 iN^v^dalf 7Maij. » 4) g 5 Van 7 Maij tot 8 Aug. blijv. de iWw, tot's av half 10 uuren open. ' • "l Van HAARLEM en ENKHUIZEN *t verlangen. -t verkorUn\ ^ s mo. s av. <<.mn „_ Den 8 Tan. «if 7 halfs DenstJTuIij a 8 *$ 'r li. ir5 14 An? 4 half 3 10 " , ,r$.ha]£ö 22 halfs halfS 23 half 6 half ö 20 half? 7 4Maait, lalf 6 6 I2Sept. * l [ialf 7 '3 5 5 £5 = '6 18 a""^; . ,r 5 half 7 'Oft. half 6 6 1 April ia f 5 7 io, half 6 half(j 1(5— half s halfS ,8 6 half <5 20 4 half 8 25 6 , 1 Blaij' , 4 , ,„ 8 loNov- balf r 5 co half 4-half 9 ï2 — half 7 halfs 307 halfs 4Dec.| 7 4 De C-roote Hout, Zijl en Kennemer Poorten zyn alle avon/kn tot ri uur open : en de Spaarwouder tot het aankoomrn dei liatfte Trekfchult. Elk der Poorten kan men na 11 uur, voor 30 Stuiy, doen openen, M E N"  MENGELINGEN IV ? R O Z A in P O E Z IJ   CVij hebben het genoegen onzen geëerde Lezeresfen , »j den aanvang van dit jaar, weder een kleine verzanding van Proza- en Dichtftukken in dit Jaarboekje an te bieden 't welk wij ons vleijen durven, dat over t geheel even behagen zal als het voorige. Wij heiligen tevens onzen hartelijken dank aan die kundige a weldenkende Vrouwen , die ons met de vernuftige oortbrengfels van haaren geest, tot voortzetting van die Verkje, niet zo veel gulheid en ijver bij aanhoudendeid blijven onderfteunen, terwijl het ons bijzonder aansenaam zal zijn', war.mer zij , dit loflj'k voet fj oor fteeds chtervolgende, ons meer en meer met zodanige ftukjes elieven te vereeren, die rechtftreeks ingericht zijn op ;e beoefening der Vrouwelijke plichten in alle die gefigtige betrekkingen, wsarin wij door de Voorzienigheid  field gefield zijn; om dus dit ons Werkje, van tijd tot tijd, meer en meer te doen beantwoorden aan het oogmerk, dat wij ons, bij den aanvang van hetzelve, hadden voorgefteld» Wij hoopen onze Leezeresfen die hierin eenig belang Hellen, geen ondienst te doen met het vervolg Van de nadere en uitgebreide ophelderingen op de Regelen ter tlgchaamlijke 'opvoeding der Kinderen, hier weder voor een gedeelte te plaatfen, Veele ftukjes, die wij dooi de kortheid van ons beftek, dit jaar moeten achterwege laten, hoopen wij in een volgend jaar te plaatfen Wij Verzoeken de ftukjes voor den laatftcn Julij 1793, temogen ontvangen» Amflerdami Q8ib. 1794. DB WED J. DOLL,  (i ) den VREEDL [ Ode. ] E lane rindienuw hart, een hart zoo deugdzaam - teder, Nog voor de waare hron van *s menschdoms welvaart Btik dan-geheel gevoeljvoor'sw aer.lds vormer neder, (gloeit Voor hem , die am de deugd een achtbren aandaeht boeit. Sints lang zag *t Sddrendoogde vruchtbaare akkers rooken Van llhuimend menfchenbloed, 'tWas oorlog - zijne vlam hadt alles aaugeflookea, Hadt niets behoed. Triumph' de Sf raph daalde, in 'c kleed derhemellingen. 't Is vroede en 't zwaard keerde in de fchcè. Nu mojjen wy een juichtoon zingen - Kom zing een dankbaar lied - een lied des Vreede» meê,  co Duetto. Waarom, woeste waerelddwingreal Waarom, daar gy menfcben zyt, Warrom hefet ge uw ftrydbran arm, Aan ccs menschdoms ramp gewyd? Waarom, daar wy allen broeders, Kinc'ren van één vader zyn, ■' Waarom domplen broeders - bro-ders, In een poel vol ramp en pyn? - Merschdom J ... diep vernederd menschdomi Is uw val zoo eindloos groot. Dat ge u zelf, in fpyt der reden, Uit uw fleren kring verfloot ? Is »t genoegvol bloed te plengen Voor *t onteerend zelfbelang, Woont de waare roem des fterfiingS In een weitfehen Oorlogsrang? Moest een drift gemest in traanen, Opgekweekt in laauwen moord, 't Rustpunt der verneedrjng w»ezen, Dat dts aarddings luister fioort?  C3) Kunnen hooggebooren zie'en Juichen a!s het weesjen fehreir, Ju chen als des Ootlogsdonder Vaders van hun kinderi fcheidt ? Bij 'tgejuil van bloed en traanen , Eij de fiddring der natuur, Bij den blikfem der kartouwen, Bij den rook van 't oorlogsvuur, Kan de vvaare roem niet woonen, Voert de Godsdienst geen gebied, Neen, op de uitgemoorde velden Woont der menfehen grootheid niet! Neen; by de afgebrande daken Woont der Ktygren roem niet meer, Zelf niet als de lange vleier Zich voor zulk een held vernecr H ■ denkroonen Eerlauwriercn Zyn den kryger toebereid, Die, by 't oefFnen zyner plichten , *t Schoon voelt der menxhlievendheid! - A x j_a#  ( 4 ) Laat ®r>s dan den vreede minnen - Vreed-e is meer dan oor'cv;s roem! Dat elk rnensch den lieven vreede, 'c EeBigSt heil der wsereld noem! Dmk ö Almacht! dat die feboone Ons weer met haar glans beftraalt; En, het mensebdom, ais herieevend » Thans weer ruimer adem haakj (Recitatlf.) E1.AKE! 6 welk een heil voor edle fhrvelingan Is vreede - in *t fterfgewes:; Zy leert ons dingen, Zij leert ons zingen Van 't hei! der maatfehappy-» Dat in een monarchy*, Zoo wel, zyn zetel vindt, als in 't Gemeenebsst! Schoon boeïen rinkon Schoon ketens klinken, Waar vreede woont,. Daar  c n Daar heeft deeze aarde! Toch vreugd en waarde, Toch iets dat loont, - De lieve vreede Zy aangebeden Djor yder menschj £y woonde in Eden, Zy bleef beneden Myn eerfte wenScbl- Laat alles - alles van ons wyken, Dat 't al vergaa; Zoo lang zy voor ons oog mag pryker., 't 'Zij vroeg of fpae, Zd welvaar* in ous .midden leeven! Wyl zy ons heil bereid, Dan Zal geen zegen ons begeeven Ia »t dal der fterflijkheid'. - A3 Vree-  Vreede ftrooit de zachtite bloemen op ons pad, Vreede is vast de beste moeder die colt ftetfling had. • Zingen wy dan van de vreede, Als van »t erootfte goed op aard • V/yl ze in vreugd of regenfpoeden , Altyd zachten troost bewaart 1 Vreed e zy de jongftc negert, Aan blank en n;y bereid , Als de jonsjftc zucht, aan de eindpaal, Haar en my ten giaave leidt! V, Z. BRIEF  (?) BRIEF VAN M ARIA, AAN CECILE. In dezen, mijn waardfte, zal ik u het overig gedeelte doen kennen van het lot der ongelukkige, door wier rampfpoeden uw hart reeds zo getroffen is, dat gy , wel verre van haar te veroordeelcn, haar zult'beklagen. In mijn Iaatften zeide ik u dat zij op »t onverwachtst een bezoek kreeg van een heer, die haar wilde redden; wc! nu, dit monfter in menfchelijkê gedaante heafc zij ons genoemd, en hij bekleed een zekeren aanzienlijken rang, dien gij, even als ik , za! moeten zeggen, dar hij onteert : Ik vernam van haar, dat hij , dien ik hier den naam van H za! geven, haar des anderendaags door haar voogd esnig linnen en geld .liet toekomen ; A 4 dat  dat hy haat liet zeggen , dst hij haar nï«t zoude bezoeken ten zij ze hem dit toeftond, wijl hij hare kiescbheid niet wilde krenken; dat zijn hart te veel door hare rampen getroffen was dan dat hij haar niet bij zou Haan, als een broederen vriend; haar voogd drong haat &h alles aan te r.ecmen , en eindelijk üft zij zig overre* den; dus, zeide zy tegen mij, zag ik van mijn voorig plan af, en ik bleef bij mi'n voogd. Van tijd tot tijd, liet PI: naar mijn welftand vernemen, en door mijn Voogd in mijne behoeften veorEien. Mijn hart kreeg een zekere maat van kalmte weder, en , zal ik 't u allcS bekennen, de hoogmoed, dien men mij van mijn c-erftc jeugd had ingeboezemd, vond zig docr zulk een bij« ftand gevleid; de dankbaaihcid deed mij verlangen, mijnen weldoener mijne erkentenis tc kunnen betuigen, en hij , die , tot nadeel van de menschhciJ, zig in d« kennis van bet menschli k hart had gcoeffend. wist zeker vooraf te berekeren , dat mime dankbaarheid hem-H} mij zcni voeren, zo hij zig befcheiden gedroeg. Ook dit gefebiedde. Na verloop van een paar maanden, zeide ik aan mijn voogd, dal ik gaarne mijnen weldoener wilde bedanken, want dat mijn hart te vol was om deze verplichting te kunnen dragen. Gceu nood, mijn kind , meent  f9) j, meent gij, dat ge de eenige zij; die weldaden ontvangt van den Heer H: hij had zo veele ongelukkïs> gen; maar bedank hem voor zijn bijftand, werp zijne j» weldaden weg, eu zie u tot derfbedelftaf gebragt, ,, God weet het, ik kan u niet bij liaan." IkTiernaro dat ik hem gaarne mijne erkentenis wilde betuigen, want dat hij mij te veel weidaden bewecs'om ze ongemerkt te kunnen genieten. - Eenige dagen diarna kwam H; bij mij met mijn voogd. Zo dra hij binnen kwam, tnd ik hem met traar.eii In de oogen ts gaaioet, om he.n mijn dankte betuigen : Geen woord, z-eldc hij , Mejuffrouw ! mijn ,, oogmer'e is niet uw traanen of dankzeggingen af re persfen door mij ie tegenwoordigheid: alleen kom ik, s, om naar uw welftand te zian, daar mijn heer mij got, zegd heeft, dat ge mij dit wei wilde toeftaan ? mijn „voornemen is niet ongelukkiger) te bedroeven, maar „ wel hun te redden , zo ze Hechts gebruik wit* „ len maken van het recht, dat Ze op mijne bezittingen „ hebben. Ik dai>k het toeval, dat mij kennis van uwe ., onhandigheid deed krijgen." Deze edelmoedige wijze van fpreeken voerde mijne aandoeningen ten hoogjfi.cn top; ik was buiten ftaat een enkel woord tot ant. A 5 woo.rd  Woord te geven, by zag mij met een medelijdend oog aan, zuchtte, ging eenige reizen op en neer door de kamer. Na dit gedaan te hebben, zeide hij, ,, ik zie „ mejuffrouw, dat het een oflbefcheidenheid zou zyn, langer hier te blijven, gij fchijnt mijne tegenwoordigheid niet te kunnen dulden.'' - Snikkend vroeg ik hem om vergiffenis voor mijne traanen;het is invcedelmoedigheid die ze doet vloeijen, voegde ik 'er bij: 9, H. wel nu, daar gij zo dankbaar zijt, dat ge mijnen „ kleinen bijftand niet fchijnt te kunnen dulden, zal ik u mogelijk binnen kort weJerkeerig om uwen bijftand vraageu," Hij boog zich en vertrok. Het monfter had mij verbaasd; zulk een verheven denken handelwijs was ik niet gewoon. Bedrogen door een man dien ik beminde, verftooten door hem, die als vader voor mij had behooren te zorgen , en nu voor fmertelijke vernedering behoed door eene onbekende, die zo edelmoe.iig was, die zoveel kicschheid fcheen te bezitten 5 dit waren bedenkingen die mij geweldig troffen. - Mogelijk (vervolgde johanna) zult gij u verwonderen dat ik 11 dit tweede bezoek van H: zo om Handig verhaal, maac het is om dat zijne handelwijs in dit geval, mij een vertrouwen inboezemde, 't welk oorzaak was van mijn Vol-  volgend gedrag, en fchoon ik mij zelve niet geheel kan vrïjfpreken van onbedacht gehandeld te hebben , fcheen het mijn lot te zijn om de gevaarlijKfte mannen aantetreften. . fk had zijn laatfte gezegde niet wel kunnen begrypen - intusfehen dat 'er eenige weken verliepen, hoorde ik van mijn Voogd, dat H: een zeer aanzienlijke bediening in eene andere plaats had gekregen, dat hij reeds vroeg ouderloos was geweest, bij een rijk oom was opgevoed, en vervolgens had geftudeerd, dat ■hij van dien oom fchatten moest erven, en nu in die plaats moest gaan woonen , waar zijn bediening hem fiep; dit alles ging verzeld van loftuitingen, die ik op dien tijd volmaakt toefcemde. Somtijds kwam het mij vreemd voor, dat H: een vriend van mijn voogd kon zijn, daar hunne der.k - cn handelwijze zo merkelijk Verfchildcn, en ik H; nooit anders dan die twee reizen hij mijn voogd had gezien; dan, helaas, de monfiers Waren het te wel cetis. Als ik vroeg bij wat gelegenheid de heer H: mijne on.fhudigbeid bad te wetea gekregen, zeide mijn voogd mij altijd, dat hij voor zoveel weldadige en rrave liedsn het werktuig was, en ook voor dc heer H: dikwerf rampfpoedigen opfpoorde , en uk dien hoofde had hij mij ook als een behoeftige aan hem  ( 12 ) hem voorgedragen. Sedert mijne bevalling had ik het luns niet verlaten , dan op een avond om de klederen te kopen, waarvan vk reeds gefproken heb, mijne fcbande boeide mij als 't v. are aan 't vertrek 't welk ik bewoonde , men had my vergeten, na het eerfte gerucht van mijn ongeval, en ik wss verheugd dat men mij vergat. Van tijd tot tijd liet IJ; naar mijn welftand vraagen , en eens •bezocht hij mij; in dit bezoek gedroeg bij zich even als in het eerfte, als de weldenkende befchermer van een ongelukkige, bij 't heengaan zeide hij desauderendaags te zullen vertrekken, naar .... waar hij bezi^hed-en had die zijne nieuwe post betroffen, en waar by een huis ging koopen . . en nu mejuffrouw! hernam hij, kunt ge mij een dienst bewijzen, zo gij u wilde bezig houden, om, bij mij woonende, het oog te laten gaan over eenige huishoudelijke bezigheden; gij behoeft u tot niets te vernederen , gij zult als een mijner bloedverwanten geacht worden , terwijl ik voor het onderhoud van uw kind zal zorgen. Hij nam mij bij de hand, en zeide, dat hij mij tijd van bedenking liet tot zijne terugkomst. Met een wellevend complimeot vertrok hij, ik was ten prooi gelaten aan overdenkingen; van mijn kind te fchtiden dit griefde ■Ui  mij; ik weende moederlijke traancn, en evenwel mijn weldoener te bedroeven of liever te beledigen, dit kon ik niet overeenbrengen; aan de andere zijde kon ik zijn aanbieding niet afflaan, of ik moest mij aan zijl», weldaden onttrekken, of wel ligt deedt hy dir dan vanzelve, en ik zag mij even als te vooren hulpeloos carnet fchande beladen, Mijn voogd drong 'er fterk op aan. - Eindelijk ik befloot zijne aanbiedingen aan te nemen, en, fchoon ik niets huishoudelijks-verftond, mij toe te leggen om eenige vorderingen te maken in bet uitocffeuen van een zeker gezag, *c welk mij hel voorkomen zou geven vin een aanzienlijke vrouw. - Na dat de fchikkingen gemaakt waren, vertrok ik met Hf «aar .... en hier begon ik een leven te leiden 'tgeen mijn hoogmoed ilreelde. Zeker had mijn verleider ipee^ dig ontdekt, dat ik trotsch was, en daarom vleidde h mat, en door deze behandeling wies mijne fmart; met moeite begaf ik my met mijne kinderen naar deze plaats. jMiju ziekte nam toe, en reeds ware ik geftorven, zo de heer ctéos mij niet ontdekt had, en gij mij niet door uwe minzaamheid had opgebeurd. Mijn berouw verfcheurt mij het hart, en evenwel wil ik leven, ora mijne misdaden uit te wisfchen door een onergerlijk gedrag Verftoot, verfmaad mij niet , nu gij mijne EiisftappsB kent, - ïk vsrzekerdehaar van onzen bijuand, «■  (19) 1 en buiten haar weten heefc ctéoN een zeer treflïjken brief aan H: gefchreven over haren toelhnd en die 1 harer kinderen. Zie daar het famenwceffel van een fnood bedrog, en \ een ruim veld voor den beoeffeoaar der menfehenken. ; nis. o» mijne vriendin, zouden niet misfehien andere I vrouwen gevallen zijn , door het in fchijn welmeenend ! gedrag van eenen H: Zou dit gedrag haar niet ingenoi mcn hebben voor hem, en hoe na grenzen de dankbaarheid en vriendfebap aan de liefde! Maar, zult gy ! zeggen , had de eenmaal verleide niet moeten wantrouwen op zijne eéden en beloften? Ja dit had zij, maar I daar deze verrader zich zo küuftig wrong, dat hij, eer hij haar liefde trachtte in te boezemen, in haar hart idoor befcheideuheid vertrouwen had doen gebooren ?worden, moest hare overreeding volgen. Voeg hier >bij, dat hij door een gewaande kwijning, en het vleiden van hare trotschheid, haar aan hare zwakfte zijde reeds was aangevallen, eer hij zich aan baar als mininaar voordeed. Voeg hier by zijuta fcbitterenden rang en een bevallig voorkomen , en dan zult gij een kwailijk opgevoed meisje aan de hand van zulk een kunfu>« verleider beklag'en, maar niet geheel verachten. VaarB 2 wel  ( 20 ) wel mijne waarde vriendin 1 laat ons uit het geen ïk U gefchreven heb, leeren niet fpoedig te oordeelen over het gedrag van onze zusteren, en de ongelukkigen veel eer beklagen, dan bun door verachting te verguizen, en dus die zaden van eer, welke nog in hunne harte.n glooren, niet door de trotfche meerderheid dergewaande deugd verdooveu, maar liever door minzaamheid opwekken. Wat is deugd, zo wij geen driften hebben? Waar blinkt ze anders dan in de verzoeking ? Zo wij dan de verzoeking niet kennen, kunnen wij dan wel rechtmatig oordeelen over hun die te zwak waren om de verleiding wederitand te bieden? Immers neen 1 Onveranderlijk uw vrieudin, MARIA. • * *    (21 ) BESCHAAAFDE VELDELINSE» Iris in den bloei des levens, Iris, 't fieraad haarer jeugd, Opgekweekt door waardige ouder», JYlenfchenvrienden - groot in deugd, Was naauw vatbaar voor de reden , Of haar geest ontdekte een ziel, Boven haren rang verheven, Die 't vernuft te beurte viel. ; By het hoeden van haar lamren, Was een boek haar gezellin, Teerheid was haar lieve moeder, En 't gevoel haar hartvriendin • Wu'pfe driften - jeugd bedervers* Vloogen angftig van haar zy, Doch , verheven tedre liefde Bleef haar hart geftadig by. - B3 Zy  (22) 7.y genoot den vroegen morgen, Zy genoot de fcheemering, Elke zoele avoudfehaduw Blies haar ziel een klimming in. Zy genoot, by graazen-velden, Al de fchoonheid der natuur, Yder bloempje, dat ze aanfehouwde, Schonk haar oog een levend vuur! Dikwerf Haarde zy verrukkend, 't Ruime zwerk des hemels aan, En dan , by 't eerbiedig flaaren, Tintelde uit haar oog eeu traan , Eene traan, die heel aanbidding, Opvloog toe den throon van God, Om hem voor al 'c fchoon te danken, 't Schoon gepaard aan '* aardlings lot! - EstniRT, een nabuurig herder, Mede een vriend van waar gevoel', Mede een fterfling, die de teerheid7, Die de liefde had een doel -  (23 ) Eeï-haïit, een van die eelaarten, Die, fchoon in een Hulp gebaard, Dikwerf tot een fieraad firekken, Van den hemel en van de aard; Eb l hart had de deugdzaame un Slechts voor de eerden keer gezien, Toen zyn hart haar hart voor eeuwig, Eeuwig zyne min moest bién! Eenmaal, by des nchtendskricken, Zag hy iris in 't verfchiet, Leezend voor haar ftulpjen zitten ,: ó Die ftond ontglipt hem niet; Tuurend bleef hy op haar ftaaren, En dronk duizend zegens in, Hemel, fnikte hy, wat mcisjen! Welk een tedere Engelin l IJcmcl bind mijn hart aan ,t haare , Laat zy tnyne leidfler zyn, llaare hand ontruimt de doirnen Uit det waerelds rétnpwoettjpj B 4 ia  (24) In die meimring naderde e s l n a * » Tot den plek waar i r i s zat Hy verhaalt den veldelinge , Welk een wensch zyn ziel bevat» luis, niet gewoon te veinzen, Spreekt met eelhart van de min, En geleid hem, vrolyk huplend, Tot haar waardige ouders in' Lieve bronnen van mijn leeven, Staamelt iris, daar zy bloost, En, uit eenen vollen boezem 't Zachtst ■ het reinfle zuchtje Ioost9 Lieve bronnen van mijn heven. Gij kent khhart's fchoone ziel, Gun dat ik, met deezen herder , Smeekend voor u neder kniel; God beeft hem voor my gefibaapei:, Hy bemint my rein en teSr, En uwe i ri s mint dien herder, Op haar beurt, vol teerheid, xuefr. Wilt ons dan gelukkig maaken, Stemt in onxer beider min, Bei*  ( 25 ) Wy zy» voor elka&r gr/cbaapen Eiv.e ziel en èénen zin! Beiden weenden ze aan de voeten Van het gryze en achtbaar paar, En het hart dier deugdgezinden Wierd een edel vuur gewaar, Ja myn kinilcrs! fpraaken de ouderJ, Witst gelukkig door de min, Leef myn iris, leef voor eelhahtt Eelhart leef voor uw vriendin! Cy werd voor elkaar gehoor en, Leef dan zalig dierhr» twee, En voert, aan den grens des leviHSt Onzer beider zegen mei } R, E. S« LOÜI-  ( z6 ) AAN SE SCnOONE LüCINDE. ^bcinbe! ö leer die plichten achteta Waardoor ge een brave vrouw en moeder worden kunt, Leer uw toiïet • uw kaart - als beuslary verachten, Wyl u noch fchoon, noch geld wierdt door het lot misgund, Leef, wilt gy waarlyk groot, vernoegd en roemvol leeven , Voor uw aanminnig kroost en deugdzaam echtgenoot, Denk dat gy van uw tyd eens rekenfchap zult geeven , By 't nadren van den dood 1 *t Vervullen haarer plicht kan 't vrouwlyk hart verheffen, Dit 's meer dan weelde en pracht; Door plicht zulc gy het hart van uw bewondraars treffen . L u c i M d k is dan eerst fchoon, als zy haar plicht betracht. Z. * » LOÜ-  ( 20 ) LOUISE aan d sn i T Y D. O die nimmer zyt te tenglen; Daar ge op uw nooit vermoeide vleuglen, Verwoesting voor het menschdom draagt, Die jeugd en fchoonheid weg doet zinken, En kroon eu fcepter, hoe ze ook blinken, Gelyk een Hofje heeuen vaagc. Gy die een vorst zyn troon doet derven, Die tedre bloemen weg doet Iterven,- Op zuil eu eertrophcëen knaagt: Doet jaren als een dag verdvvynen, Laat fteeds alcinde jeugdig fchynen,] Ziej daar de gunst waarom ze u vraagt. Schenk  C 27 ) Schenk anderen zilvergryze lokken ; Piooi rimpels over dorre knokken, Waar zorg en zwakheid u geleid: Maar hier, waar rykdom , lust en weelde, Meer wenfcben, dan gy uuren, teelde, Gebruik hier meer befcheidenheid, Tydl matig toch uw vlugge fchreden, Hergeef haar heur bekoorlykheden, o Fluister haar nooit weêr in 't oor, Dat zy reeds zestig jaar moet tellen, Dat rimpels eiken trek verzeilen, Wyl 'k dan gewis myu dienst verloor J - Nog gistren fcheen zy wel te vreden ; En vrolyk naar 't toilet te treden, Zy plooide een lach in *t oud gelaat, 'k Moest aan de dunne en gryze hairen, Getochte bruine lokken paren, Haar doifchen in een nieuw gewaad, Dan,  (28 ) Dan, wat heeft thans die vreugd verminderd? Ligt heeft een fchoonheid haar gehinderd, In *t hart dat zy , in v/aan, bezat ? Dame et! ach! hield gy op met lonken, Dit deed haar toorn tot woede ontvonken, Zo dat zy 't fpiegelglas vertradt. „ Ga, fprak ze," gy kunt fpoedig loopen, „ LoursK gaa me een fpiegel koopen ,, Van "t beste foort, en keer tog ras!" Ik keer - zy ziet, met woedende oogen, Zy breekt het glas: „ Geen mededoogen, ,, Roept zy, 't is rimplig fpiegelglasi Tyd! dien ik reeds te veel verfpilde, Zyt ge ook in 't Spiegelmakers gilde? 6 Schenk my dan een vleyend glas, Waar ia ge alcihsss oude trekken IVIet roos eu lelie fcbyöt te dekken, Gelyk alcxmde voormaals was! N. V EDEL-  C 29 > EDEL AART OVESZYN H U 1 S L Y K GELUK, door den fcbryver van Pachter Martyn. Mijae kinderen komen mij blijde en juichende te ge*moet, zo dikwerf ik, na eene kleine afweezigheid,bij mijn gelukkig huisgezin terugkeere. Dat heb ik mijne CHiRtoTTA te danken: Haar minzaam woord : Daar komt vader aan ! ging op mijne kinderen ovèr. De Heeren der aarde mogen eene luisterrijke en blijde ia* komfte houden in hunne Staaten, maar zekerlijk geen vrolijker dan ik in mijn huis doe, -waar vrouw en kinderen mij met open armen outfangen. Haare beveelen , die zij aan haar huisgezin geeft, klinken als beden, haare berispingen als goede raad; maar haare beveelen worden ook des te nauwkeuriger gevolgd. Haar zagt en minzaam woord : daar bebt gij immtrt niet teel aan gedaan! werkt veel meer dan de bit» ter-  C 30 ) rerffe ftraf- en fcheldpredtcatïe eener oploopende Xan: tippe. - Een fcheldwoord heb ik nooit van haar gehoord , het geen men ook nooit uit een vrouwlijke» mond hooren moest. Bij mannen kan men dit, in ge1 val van nood, met het opbruïsfchen der drift verrchoonen - meer ook niet dan verfchoonen; - fmaar eene driftige, toornige vrouw r . , 2ie Jefus gffM& H> a$ i VS 23 - 20. ZacbtmtedlgbeiaTis de uititcekende trek in het karakter 1 van mijne vrouw, gelijk het bij iedere vrouwzijn moest. Slegts driemaal herinnere ik mij dat ik my met al de op. bruifchende drift der jeugd gebelgd heb over eenige geringe gebreken van deeze braave vrouw : maar hoe ,ras ontwapende zij mijnen toorn door een traan, die ia haar oog glinfterde, en die zij poogde te ,verbergen, door een fmeekenden lonk van het oog, I Eenmaal zondigde ik dubbeld, dat ik in drift op. >bruifchce, en dat ik om een niets opbrnifchte. Ik er. kende mijn ongelijk en zij verflikte mijne vergiffenis. bede door haare kusfchen. Zachtmoedigheid; is de kostllykfte paerel in de kroon der vrouwelijke deugden Gelukkig voor mij. ik heb een lieve, vriendelijke, zachtmoedige vrouw! Dee.  f 31) Deeze zachtmoedigheid verlaat haar nooit in ziektetï en tegeufpoeden. Ik weet deeze voortreüijkheid des te meer te waardeereu, hoe meer ik ze bij eene anders beminlijke zuster tot mijn leedweezen gemist heb. Ik beminde haar broederlijk : maar zij hield op beminnenswaardig te zijn, zodra zy flegts het geringde ongemak gevoelde. Niemand kost het haar dan van pas maaken. De geringde misftap deed haar in toorn opvliegen 5 met koelheid (liet zij ieder vriendfchaplijké hand van zich, en voor de geenen, die haar in ziekten oppaften, moest ik het geduld koopen, anders had het niemand bij haar uitgehouden. Ik heb nooit nodig gehad eene oppaster bij mijne charlotta door beloften of belooningen optebeuren; zelfs ruuwe fchepfels gevoelden zich beloond door de goedhartigheid en ininzaame dankbaarheid van deeze lieve, zachtmoedige lijderesfe. Ik ken vrouwen, die in de daad zo gezond en mogelijk gezonder zijn, dan mijn charlotta, en echter altyd kreunen en klaagen, en hunne- mannen daar door het leven bitter maaken. Mevrouw S * * * beefi ogenbliklyk de eene of andere ziekte onder haar commando, zodra haar man goedvindt haar iets te weige< ren)  C 33 ) Ten, of, anders iets te doen, dat de arme bedrukte vrouw niet wel aanftaat. - Mijne charlotta weet geringe ongemakken zonder klagen te verwinnen, ca [•grievende fmarren met geduld te verdraagen. En echter is zy de deelneemendfte vrouw bij vreemde lyders, en de tederbartigfte troosteresfe en koeilervroüwe van hare vriendinnen in ziekten. Wel is waar dat deeze tederhartigheid haar fomwylen tot eene ongefchikte oogluiking en verfchooning • jegens haare kinderen verleidt \ doch zij tracht dit gebrek ook verfiandig te vermyden. Bij geluk komt de ftrengheid bij mijne kinderen zelden te pas. Het -teder wicbr bezielde zy reeds met hare zachtmoedigheid, en haare minzaamheid vloeide den zuigeling aaa haaren boezem, in het hart. Ik achtte het eene groote verdiende van mijne charÏ.otta, dat ztj, door het gaot-fche huis heen, op zindelijkheid en goede orde , zonder eene angstvallige en overdreevene naauwgezecbeid, zeer gefield is. Men vind huizen, waarin niets zijn aangewezene plaatsheeft, waar men dagelijks, niet zonder veel moeite en tydtverües, het verlegde of verworpene by elkander moet «zoeken. Ik zoude by zulk eene wanorde ia het huisC hou-  C 34 5 houden nooit in mijn leven vrolijk kunnen zijn | maar zeker ook even weinig daar, waar de zucht tot orde, tot naauwgezetheid overdreven wordt, - waaide man naar de klok Woont, en vrouwlief een donker gezicht toont, a!s de man iets aan de linkerhand zet, dat aan de rechterhand moest (laan. En even zo denk ik ook over de zindelijkheid. Zij is eene zeer fchoone deugd, en eene vrouw, die niet zindelijk is, ai was zij dan voor het overige nog zo fchoon en goed, zou haare fchoonheid echter alle bekoorlijkheid misfen, en haare goedheid zelve ware wel altijd een kostbaar edel> gefteente, doch - waaraan de roest knaagt. Een gerecht, al ware het nog zo voortreflijk, dat ia een morsfigen fchotel opgedragen wordt, verwektwaletng. Dc morsfigheid dreef menig man uit zyn huis ea naakte hem tot een losbol en verkwister. Maar zeker, heeft ook menige vrouw , door eene overdrevene zindelykheid, eerst de vrienden van haar man en toen hem zeiven uit huis gejaagd. Mijne vrienden behoeven zich nooit te ontzien bij morsiïg regenagtig weder in mijne zindelijke vertrekken te komen, en 'er wordt geen donker gelast gezet, als zij eea glas bier of wijn om, Horten. .-  Cars ) Bij een mijner ambtgenooren heb ik t!e grootfto morafigheid en de overdrevenfle zindelijkheid met elkander eepiard gevonden. Mi, bewoont, met vrouw ca kinderen, de flegtfte kamer in het geheele bui», en dat door da bnitengemeéBe verwaarlozing meer'een «al dan een menfchelijke wooning gelijkt. Daarvoor hebben zij ook een zeer zindelijke kamer om vifites af. tewachten, een prachtige eetzaal, en nog eene fraaije bleedkamer voor mevrouw. Zy krijgen zeldea bezoek; I flegts éénmaal in een jaar worden de gallen in de eet. i aal onthaald. Nog zeldfaamer heeft de vrouw gele: genheid eene goede vriendin in haar pronkkamer te zien, 'en echter woonen zij driehonderd vijf en vijftig dagen nn 't jaar zo armhartig als de geringde boer in 't dorp, • om tien dagen met hunne niet bewoonde kamers voor vrienden en gasten te pronken. Dat noeme ik eerst voor «„aren keven! En even als hunne kamers zo heb. beu zy ook hun hnisgeraad niet voor zich zelve-, maar .?oor anderen : mevrouw heeft de fraaifte tafe!ferviefen 8r°0ten onleed, en echter moet mijnheer, baar «minde uit aardeuwerke fchotelen eeten. - Neen, dat «eet de gastvriendfchap een weinig te ver gedreven belkom is ons de gast, die met ons in gulle vrierd' C 2 fchap  C 34) houden nooit in mijn leven vrolijk kunnen zijn ; maar zeker ook even weinig daar, waar de zucht tot orde, tot naauwgezetheid overdreven wordt, - waat de man naar de klok Woont, en vrouwlief een donkei gezicht toont, als de man iets aan de linkerhand zet. dat aan de rechterhand moest liaan. En even zo den* ik ook over de zindelijkheid. Zij is eene zeer fchoo ue deugd, en eene vrouw, die niet zindelijk is, aiwaï zij dan voor het overige nog zo fchoon en goed, zoi haare fchoonheid echter alle bekoorlijkheid misfen, ei haare goedheid zelve ware wel altijd een kostbaaredel gefteente, doch - waaraan de roest knaagt. Een gerecht, al ware het nog zo voortrtflijk, dat ii een morsiigen fchotel opgedragen wordt, verwektwal ging. De morsfigheid dreef menig man uit zyn huis e rnaa&kte hem tot een losbol en verkwister. Maar zek< heeft ook menige vrouw , door eene overdrevene zit delykheid, eerst de vrienden van haar man en toen hei zeiven uit huis gejaagd. Mijne vrienden behoeven zit nooit te ontzien bij morsfig regenagtig weder in mijt zindelijke vertrekken te komen, en 'er wordt ge< donker gelaat gezet, als zij een glas bier of wijn or Sorteu. .- *  (33 ) Bij een mijner ambtganooten heb ik tle grootfts morsfigheid en de overdrevetiue zindelijkheid met elkander gepiard gevonden. Hij bewoont, met vrouw ert kinderen, de fk-gtfte kamer in het gebeële buis, ea dat door da buitcngeraeene verwaarloozing meer een Hal dan een menfcbeüike wooning gelijkt. Daarvoor beb'oeu zij ook eeu zeer zindelijke kamer om vifitess aftewachten, een prachtige eetzaal, en nog eene fraaije kleedkamer voor mevrouw. Zy krijgen zeide» bezoek j flegts éénmaal in een jaar worden de gtifteu in de eet* zaïl onthaald. Nog zeldfaamer heeft de vrouw gele» genheid eene goede vriendin in haar pronkkamer te zien, en echter woonen zij driehonderd vijf cn vijftig dagen in 't jaar zo armhartig als de geringde boer in 't dorp, om tien dagen met hunne niet bewoonde kamers voor vrienden en gasten te pronken. Dat noeme ik eerst voor anderen heven! En even als hunne kamers zo heb» ben zy ook hun huisgeraad niet voor zich zeiven maar voor anderen : mevrouw heeft de fraaifte tafelferviefen in grooten overvloed, en echter moet mijnheer, haar beminde uit aardeuwerke fchoteieu eeten. - Neen, dat heet de gastvriendfchap een weinig te ver gedreven. Welkom is ons de gast, die met ons in gulle vrierd. C 2 fchap  ( 3«) fiftq, wil omgaan* tnj]> lotj. gecfc gaarne wat de keuken opdischt, maar zy verzuimt om haares gasten Wille hintten man niet, zy weet dat haar man even gaarne een zindelyke kamer bewoont en van zindelyke borden eu glaazen eet en drinkt, als ergens een haarer gasted. En zindelijkheid in de kleding zonder zucht tot qpfihikt Vriend, konde ik een huwelijks Catechismus voor jonge vrouwen fchryven, en zo fchryven dat die geleezen wierd, dit zoude onder de tien geboden zekerlijk met het laatfte zijn. De overtreding van dit gebod heeft veele ongelukkige huwelyken gemaakt, fchoon de ongelukkigen dikwils zelve niet weeten , hoe zy elkanders liefde en huislyk genoegen verlooren hebben. De meesten houden zich aan de naafte oorzaaken , fchoon deeze ilegts de gevolgen van een gebrek waren, dat zy voor eene nietsbeteekeneude kleinigheid hielden. Omtrent dit Huk is mij de belydenis van een myner vrienden van zeer veel gewigt voorgekomen, die tegenswoordig met zijne gade een zeer onvergenoeed en ongelukkig leven leidt. Ik was getuige van hunne eerfte liefde. Ik kan mijne c har lot t a niet meer beminnen, tedexhartiger kan ik van haar niet bemind wor- den ,  C 3?) den , dan mijn vriend zijn lieve meisje, dan zyn lieve meisje hem beminde. Beiden waren zij eikanderen waardig. Mijn vriend had hoofd en hart op de rechte plaats en in goede harmonie met eikanderen; zijn meisje v/as fchoon en deugdzaam, en niet misdeeld vau vernuft, Hy had, toen hij zijne j u l i a trouwde, een ambt, dat hij met yver waarnam , en zo veel inkomen, als nodig is om een huisgezin op eene fatfoenlijke wijze te onderhouden. Wie had niet den gelukkigfien echt mogen voorfpellen? en echter was dit niet zo. Julia, had , by veel goedhartigheid , een klein gebrek van flordigbeid en morsiigheid in de kleeding, en dit deed haar de liefde van haar man, haar huislijk genoegen en menige deugd valiezen. Kan men het dan nog voor Hein houden? Het eeifte jaar van hunnen echt liep 'er nog al zo tamelijk vrolijk door. .De jong getrou.de man bemerkte dit kleine gebrek van zijne vrouw wel , ninar z\) paren nog jong getrouwd. Haare ziels en lichaam,, vermogens hadden by hem verre het overwigtj en met „die kleinigheid, daebt hij, zoude Let wel beteren. Het beterde zich niet, Julia wierd voor de eerde maal C 3 moe-  ( 38 ) moeder, en nu wierd het veel erger. Haar man dee-l haar zagte verwijten, zij beloofde wat zij niet hield. Ken tweede huwlijkszcgen volgde fnel op de eerfte. Nu dacht julia voor haar gering gebrek , als 't al een gebrek vare, etne toereikende •ntfchuldigtog te hebben. Wie kan, zeide zij, bij twee kleine lunderen altijd wel gekleed gaan? Maar, lieve vrouw, dat verge ik u immers niet* maar alleen zindelijkheid." ,, Wel nu, zo affchudwlijk morsfig zie ik 'er immers tcch niet uit I" De man ergerde zich; de vrouw meesmuilde- Gij berair.t mij niet meer; anders zoudt gij mij zulk een rechtmatig verzoek niet affhan; en gij moetj u niets aan mijne liefde laaten gelegen leggSHj anders zoudt gij n zeiven zo niet verwaarloozen. Oij ichikt u op, alsjfïij uitgaat, voor anderen; voor u.v m-n is u alles goed genoeg!" zo deed hij haar' dagelijks verwijten, en ik denk niet met onrecht. „ Gij bemint mij niet meer, anders zoudt gij van zulke benzelingen zo veel ophef niet maftken ant woordde de vroitw. Hij zeide, dat zij hardnekkig , eigenzinnig , trotsch was* zij, dat hij een lijranJ een  ( 39) een despoot was. Hunne gemcenfchaplijke wandelfa gen bleeven achter; het verveelde hem nureu lang te wachten, tot dat zijne vrouw aangekleed was, of het behaagde haar niet ora eene kleine wandeling zich aantekleeden. Gewoonlijk ging hij naden cetc-u terltond uit de kamer, waar hij auders gaarne nog een uurtje vertoefd had. Menigmaal gebeurde het, dat haare vrienden haar met een bezoek verrasfehten, en mevrouw was nog in haar bekoorlijke negligé;. Dit deed den min het bloed in 't aangezicht ftiigeu en alle achtirg voor haar vvfs verloeren. Allengskens ontftond 'er, gelijk gemeenlijk het geval isuit eene toeneemeude vejrwaar]oozing van het uiterlijk-*, ook eene verouachtfaining van het welvoeglijke, Haat gevoel voor bet fchoone cn betanniiijke wierd Uceds ftomper;2ij veroorloofdü zich, in tegenwoordigheid van haar gezin , haare kinderen , en zelf» van haar man, de eene zonde tegen de fchaamte en vrov.witjke kieschbeid na de andere; en haar man veracht haar nu van gatitfeuer harte en zoekt buitenshuis fchadeloosftelling voor zijn huislijk ongemak. Mijne c h a u lo tt a is van den vroegffen mo-rgc-n ■tot aan den laaien avond zindelijk en aetjes gekleed. C 4 Wie  C & 1 Wie nraar wil, moge haar op ieder uur vüu den dsg met een bezoek verrasfchen; zo ais zij nu en dagelijks gekleed gaat, in haar zuivere en zindelijke linnen kleeding zal zij haaren gast verwelkomen en ontuaalen. „ Maar hoe gaat het dan met de huishouding , met de keuken? &e,*' Om u re dienen: ,,Mevrouw, zeer goed." In de keuken hangt altijd een fchoone fchorteldoek, en 'er Haat altijd een lampet met water. - door dit eenvoudig middel, weet mijne vrouw werkzaamheid en zindelijkheid met elkander te verbinden. /ij veiftaat zich ook wonderlijk om Festiviteiten aantelcggen, en wat het best is, zonder dat 'er tijd, moeite of geld mede verfpild wordt. Vader wordt verzogt om de koffie, die hij andeis in zijn ftudeerkamer drinkt, eens met vrouw en kinderen gemeènfchaplijk te drinken ; by wordt met feestge1'chrei in den tuia ingehaald; de koffie worde onder het groene loof opgedragen! - tot een Lentefeest! Onverwacht vindt hij in zijn eetkamer een paar zijner lieffte vriei.den buiten z'jn weten genodigd • eet» Feest! La  (4t) In prechtigeti aantocht komen zijne drie oudfte kinderen , als gedeputeerden van hunnen jongden broe.der,. hem plechtig nodigen tot het vieren van zijnen geboortedag. Het maal is zo eenvoudig a's gewoorvlijk, maar de kamer is aartig met iichteu geïllumineerd.een Feest! Alweder de kamer verlicht? en vvien geldt dat? De gedachtenis van alk goede mtnfiben. leder mijner kleene kinderen verhaalt , w at hij van goede menfchen gehoord of geleezen heeft. De vader moet dan aan ieder een glas wijn geeveu, en ter eere van alle goede menfchen, van welke hedeu iets verhaald wordt, met moeder en kinderen de glazen klinken en ieder van hen een lang leven toewenfehen, - Een Feest dat zijns gelijken niet heeft. Onlangs moest ik, wegens buitengewoonen arbeid, veertien dagen aanhoudend in mijne ftudeerkamerdoorbrengen. Ik I-.onde naauwlijks een half uur van mijn arbeid affuipperen ; maar hoe beyverden zich mijne vrouw en kinderen om mij dit luipperiumje aangenaam te maaken, mij te verflrooijen en optebeuren. De arbeid was nu volbragt; 's middags was ik gereed ; en plechtig was mij mijn namiddag in den kieiC s een  C 4* ) tien kring van myn geliefkoosd gez:n , uog fchoorer mijn a^ond. ,, Heden zullen wij van rechtswege eens in vaders kamer eeten. Efc&r za! hij zich over zijn volbrtgtéA arbeid verheugen, en wij zullen ons vrolijk maakt-11 met bcrn..'' De voorflag vor:d goedkeuring, en zie, mijue fluiTcerkamer was in een kleinen tempé} der vreugde ver* "anderd; rondfom was het met altijdgroen bekranst, en boven den leezenaar hong een lanwrierkrans met het ■opl'chrift: Den tederminnerd-. n echtgenoot, en gotdbartigen vader uit dttnkba trbeid gevlochten door zijne Vrouw en zijne Kinderen, voor welke bij zo vlijtig arbeidt» God fpetare hem ons in gezondheid 11 Welkeen loon voor een vervulden plicht) welke cpuc opbeuring tot vlijt , tot arbeidzaamheid in 'i toekom»  f 43 ) Alge. Hoe zoet werkt men niet, als men voor vrouw en kinderen werkt! Voor minnende zielen heeft in de ontluikende Manmaand alles wat de geliefde hand of voet aanfaakt, eene ocuitrpreekÜike waarde; Deeze zoete begoocheling verdwijnt in tien echt, en wat kan ik haar geeven, die , zoras zij mijne vrouw is, op alles wat ik bedt en verwerve, een gelyke aanfpraafc , gelijke rechten heeft ? ik zelve heb mij haar , zy zich aan mij geheel gegeven , toen ik haar maa , zij mijne vrouw wierd, ror.ar men kan toch ook het tegenovergeftelde uiterfte, vermijden : namelijk ailes koel te doen, om dat men het moet doen, en juist niet meer dan men moet, en alles voor fchuldigeplicht aaoteneemen. Kleene cp zich zelve niets beteekenende gaven en gedienftigheden kunnen alleen eene waarde verkrijgen door de foort en wijze, hoe men geeft, en het is geene verdienlle, ais mijne vrouw doet, waarom ik haar verzoet, doch het is eene verdien fte, als z'j mijne wenfehen gist, wanneer zij den nauwiijksgewaden wensen, zoras mogelijk, vervult, waaneer zij mii een dagelijkfchen dag tot eeu Feestdag maakt , en mijne geheele aandacht voor haar met zulken vrienGelijken dank beloont, ln eigen hoogen perfuon heb ik  C 44 ) ik rog in de voorige Leute het eerfte viooltje geplukt,, en mijn lotjb had mij voor de kustbaaffte tooiiïeraaden niet hartelijker kunnen danken, dan zij mij voor mijn takje vioolen bedankte. Men moet flegts den goeden wil hebben, om zijne ecbtgeuoote vermaak aan t-e doen, en een hart dat zich gelukkig gevoelt , als het anderen gelukkig maakeu kan ,eneiau vloeit het overige van zeiven. T, sf!  (*0 de WE NS CU DER HUWLYKS - TROUW. piiin lot is dan beflist, 'k heb voor altijd gekoozen! Hij die mijn hart bezit, is ook dit harte waard; Bb! dat hij om zijn keus geen zugt van rouw inagloozen, En 'k heb geen weufchen meer te vormen op deeze aard! lijn grenzelooze nrn heert m'jne boist does blaaken Door teder liefdevuur, 'z b!oos om mijn keuze niet, lij die mijn min bezit, zal ook mijn heil volmaken, Daar "k door zijn raad geleid de zoetfle vreugd geniet, |ij,dïe als minnaar tiras door een oprechte liefde, In 't bloeiendst zijner jeugd, mij om mijn weermin vleit, Weet, hoe dat jeugdig fchoon mijn teder hart doorgriefde, l Daar 'k al mijn afreis geluk heb aan zijn min gewijd. 'k Vrees  ( 4rO }k Vrees voor de plichten niet, die'k zal vervullen moeten, 'k Zal trouw ,'k zal teder zijn v. at me ook ontmoeten mag, Een liefdrijk echtgenoot k&n al;e ramp verzoeten, 'K Leef aan zijn zij vol vreugd totaan mijn fiervensdag! Gijherocl! hoor mijn wensen: fchenk aan zijn deugdzaam hartï Een onverwrikbre trouw, die ons te zaamen hegt, Daar mijn getrouwe liefde en tijd en wisling tarte, Gij die uw zegen felienkt op een ilandvastige echt, 6 Dat hij aan mijn zij geen andre vreugd mag wenfehen, Dan 'tgeen'k hem aan kan bien in 'i deugdzaam huisgezin , Zo, zo bereikt zijn gae het toppunt baarer wenfehen, Eens, hoger, fmaakt hy 't loon tier waare huwlijks ninj- C, D. E. JMAG-    47 ) JVIAGDALENA M00N3, bochter van PIETER MOONS, Raadsheer van kaïiel ben vyfden , aan FRANCISCO de VALDEZ, Spaanseh Opperbevelhebber, Ie valdez ! altijd groot - altijd door deugd rechtvaardigBij vriend van mijne liefde, een liefde op de eer gegrond, ht gij uw moons uw hart en uwe deernis waardig^ Hoor dau haar zielenwensch in Leydens veegften ftond.Jemin u, maar -als held, als krijgsman-overwinnaar, llls vriend der menschlijkheid - als vatbaar voor uwe eer» qBemin u, doch ik zoek in mijnen zielsbemiunaar, Ifeea wreedaart opgevoed bij 'trookend moordgeweer!  (45) Gij kent mijn hart, vaiduz! 't is vatbaar vooruw glorie Die glorie is mijn roem - die roem fchenktu mijn hand, Uw grootheid is mijn heil - uw v innen mijn victorie, Doch, 'k leef ook voor 'c behoud van't znchtendNederlai In nood moet moons zich groot - zich burgeres doen blijke De noodkreet der rfatuur heeft rechten op mijn hart, Mijn oog gfbuwt bij 't gezicht van uitgeteerde lijken, Ik treur met elke weeuw ■ en voel der weezen finartjVerbeeld u, welk gezicht voor mij, mijn zielbemindeh] Dit uitgehongert volk rondom my heen te zien Een volk zoo waarlijk groot, mijn medeburgers ■ vrinden , Die 'k onvermoogend ben ( om mijne hulp te bien! En gij, gij wilt dit volk - deez' braave burgerfchasren, Gij die mijn minnaar zijt, opoiTreu aan uw wraak, Gij wilt dan, mijn valdez! de felfte rampen baaren, Aan hem die roemvol ftryd voor een gerechte zaak! Gij wilt... ikgrouw 'er voor-deez'vecge Had beftormen- Een ftad , door honger - pest - gebrek en druk vergaan . Gy wilt van Leydens vest een aakJig moordhol vormen, JSa ziet, by zulk een doel, in mij uw Heffing aan? Laat  f49) Laat af • laat af, barbaar! herneem uw tederheden . : Mijn hart verwachtte een held, toen 't zich aan valdez gaf jpilis - uw keus ftaat vrij, 'k heb reeds te vee! geleden1 Gij delft in Leijdens val ook magdaien a's graf; k zal, als burgeres, met mijne ftadgenooten' Als gij den fterm begint, mij waapnen op den wal . |m daar, zoo veel men kan, uw beirmacht afteftooten, I ik ben 't, die 't eerst mijn borst den SpanjaartofFren zal! leen Nederlandse maagt verzaakte ooit haare plichten, De liefde tot ous land is meer dan die der min Üvilis dochters doen in nood de liefde zwichten, Blaast hen 't behoud des landseen edler teerheid in.' .erwacht geen traan van mij - laat mij den Spanjaartdoódea iMijn dood is zegenpraal, als mij uw heir verfinoort ' feen vijand van mijn land zal ik ter echtkens rooden Een vijand, die mijn heil en al myn vreugd verfloort' i Zweer u voor »t oog van Hem, die alles kauregeere'n, Van Hem die »t zuchtend volk, in 't eind, zijn bijftand bied at ik, als burgeres deez' muuren zal verweeren , Zoo lang eendroppel bloed door kloppende, adren vlied! D Ver-  Verkies dus, om de ftad van ftormen te bevrijden - Of dat uw m a g d a t e n e nw teerheid moet verfmaan, Hoe wilt gij? ...Moet mijn arm met Leijdens burgers ftrijdeil Of neemt gij myne liefde, in plaats van w reedheid , aan ? Helaas! als ik u derf, derfik met u mijn leevenDerf ik der burgren beil, dan is mij 't leeven lchaud* kan geen middenweg aan mijn befluiten geeven lk min mijn valdez teer - maar ook mijn Vaderland! Beilorm deez» vesten niet, zie daar mijn eenigst hoopen, Pleng geen onfchnldig bloed - en toon n mijner waard; Gij moet uw glorie door geen bloedige offers koopen - Toou dat gij menfchen liefde aan waare krijgsroem paart» Vaarwel, uw autw oord datïic zuchtend blijf verwachten , Een antwoord dat ons pleit beflist op deezen dag Een antwoord door gevoel beflist in mijn gedachten, 'zal mij doen zien of m ooms zich de uwe noemen mag! M. v. Z, » BRIEF'  C5i) BRIEF VAM EINB WEDUWE AAN KA AREN BROEDER. eüefde Broeder! niets van *t yslykst lot bewust, tmy, in'tbloeienstvanmyn levenskracht, doetkwynenj at nog uw teder hart, op vreemden grond gerust, »r lees dit blad, uw rust zal door myn taart verdwyuen, lees dit blad, elk woord is met een traan befproeid : woord moetin uw ziel 't gevoel des jammers brengen, e.ken regel, die myn bloedend hart ontvloeit, uw melydend oog dan broedertranen plengen n huwlyksvriend is dood- myn God! wat yslykwoord* pen trtJt in myn hand , hy dood ? 3a dood • myn Broeder n ziel worddoor den ramp van't weerloos kroost vermoord 'fclmklyk galmt voor my de lieve „aam van Mokert aoosle Kindren! tot rampzaligheid gebaard, .'ronder 'tzwoegendhart, met zooveel vreugd gedragen, Jts wacht u dan verdriet, waar'toogal weenend ftaart, ->e nergens uitkomt voor myoe arme weesjes daagen. D z JMyn  Verkies dus, om de ftad van ftormen te bevrijden - Of dat uw m ASDitBNï uw teerheid moet verfmaan , ■ Hoe wilt gij ? .... Moet mijn arm met Leijdens burgers ftrijc' Of neemt gij myne liefde, in plaats van w reedheid , aan ? Helaas! als ik u derf, derfik met u mijn leevenDerf ik der burgren heil, dan is mij 't leeven fchandkan geen middenweg aan mijn befluiten geeven lk min mijn valbez teêr - maar ook mijn Vaderland» Eeflorm d«ez' vesten niet, zie daar mijn eenigst hoopen Pleng geen onfchnldig bloed - en toon u mijnerwaard Gij moet uw glorie door geen bloedige offers koopen • Toou dat gij n enfchen liefde aan waare krijgsroem paai Vaarwel, uw autv. oord da tik zuchtend blijf verwachten, Een antwoord dat ons pleit beflist op deezen dag • Een antwoord door gevoel beflist in mijn gedachten, Zal mij doen zien of m o o h s zich de uwe noemen mag! M. v. Z» m a * BR»  C 51 ) BRIEF van eene WEDUWE aan ha aren BROEDER. 1 Geliefde Broeder! niets van 't yslykst lot bewust, Dat my, in'tbloeienstvanmyn levenskracht, doetkwynenj 1 Slaat nog uw teder hart, op vreemden grond gerust, ' Maar lees dit blad, uw rust zal door myn imart verdween Ja lees dit blad, elk woord is met een traan befproeid : Jfk WOOrd mostin ™ 't gevoel des jammers brengen Gp eiken regel, die myn bloedend hart ontvloeit, , I Zal uw melydend oog dan broedertranen plengen 1 Myn huwlyksvriend is dood- myn God! wat yslyk'woord? A>e pen trilt in myn hand , hy dood ? ja dood - myn Broeder Myn ziel word door den ramp van'c weerloos kroost vermoord Verfchriklyk galmt voor my de lieve naam van Moedert Onnoosle Kindren ! tot rampzaligheid gebaard Hieronder'tzwoegendhart, met zoo veel vreugd gedragen, Niets wacht u dan verdriet, waar'coogal weenend taart, k^te nergens uitkomst voor myQe arme weesjes daagen. D 2 Myn  Myn leven fmoort In f graf/myn toevlucht is de dood ^ dit onfchuldig .oost za! ^os,^~ Ik üneekte om ™*^'***m^JE£, Op -t koud op 'troerloos lyk des trou-vften Mans te ften.». W-ar God - myn leven is tot vvreeder fmart gerek , Al wat eeu Moederhart tot zahgheid verbekt B I nog elk oogenblik myn foUrend leed verzwaaren Elk fchululoos lachje, dat op 'tbïoozend mondje zweeft My.hi.djp! zucht U dan, dat flegts tot drpf berd leeft, Vl lieve onnozelheid zal nooit een vader v e^n. Yli eu»dig trekje fchetet myn bepldtmsaf, B k ort onthuld! die in'tvriendlyk oogje fchutert r0obIoukdezielmynSvriends,oheüvermoorden /»« Gade en Kroo.ua. M »ÏÏ»g"v.«8 «oor o». ookomonflcajkhod.  ( 53 ) o! Dat de dood eerlang dit fmagtend hart bevredig,1 De dood?- is dit een wensch der denkende natuur? Een wensch der grootfche deugd, beproefd in vreugd en fmarVergeef, o God! vergeef, 'kvoel in dit aakiiguur, (ten ? INiets dan den wreedllen dolk, gefcherpt voor teedre harten, My beefc dedolk doorgrieft, diep woedt hy in myn ziel, Maar lieve wichjes iu Gods teedre gunst gebooren, Uw Moeder leeft voor u; kniel zaligeEELHA R-rJkniel, Smeek om vertroosting, God zal uw gebed verhooren» Smeek om vertroosting voor uw dierbre zielvriendin, Gy kent myn zwakke kracht; vraag Jefus om befcherming Voor lieve kleinen, voor de kroontjes onzer min; Zyn godlykmenfeheuhart ontzegdt geen kindje ontferming," Dees heete traanenvloed geeft aan myn borst weer lucht. De droefheid heeft iet zoets, o vreugd! gy zoud my marden; Wanneer dit bloedend hart hier eenzaam kermt en zucht, Dan krimpt het zwoegend, als myn kindren fcbuldloos darden. Geliefde Broeder! kent uw ziel uog'tfchoontafreel |Van onbewolkt geluk, zoo ftout voor my geteekend» Heel d'aarde fcheen voor my een godlyk lustprieel, Myn ftand fcheen voor't genot van eindloos heil berekend, 'k Bezat een Ecuvriend, op wiens manlyk fchoon gelaat Een adeldom van ziel, een blos van weivaart gloorde; ^ 3 Mijn  ( 54 ) Myn Telgjes, lacbgend als de blonde dageraad, Verhemelden ons lot, dat Englen zelfs bekoorde; Verfchriklyk denkbeeld, welk een vvisling, groote God! Zoo zalig, zoo vol hoop, nog flegts voor weinigmaanden, Nu eenzaam, nu verfcheurd, geboeid aan'tyslykstlot, Verftorven dagenl die den weg ten afgrondbaanden! Verflorven dagen! ruk uw beeldtnis uit myn hart, Myn Echtvriend! 'k zie u nog ginds aan myn zy gezeten , o God! de dag des doods verkondigde geen fmart, In 't vrolyk tintiend oog blonk »t onbevlekt geweten! Myn eelhart! 'k zag vol vreugd, uw' jongftenavondftond* Getuig o Mastbosch! waar natuur onze aaudachtftreelde, De bruine fehaduw dreef verzilverd langs den grond, Waarop ons hupleud kroost met lentebloemen fpeelde. Myn dicrbaarc eeliia&t! boeide een heimlyk voorgevoel TJw oog aan 't laatfte licht op gindfche heuveltoppen? Hoe roemde uw blyde mond Gods wys, Gods liefdryk doel , En 't koeltje lispte u na, door jonge bloesfemknoppeu. Hoe weinig dacht ik toen aan 't yslykst oogenblik! Nog fchetst verbeelding hem, de roos bloeide op zyn wangen, De reiufte tederheid gloeide m zyn eedlen blik, Elk wicht bleef om zyn hals met mollige armtjes hangen-, 'k Za2l hoe hy 't vrieudlyk Jamje in vleiende armen floot, En  I C SS 5 I En halve woordjes van haar ftaamlend mondje kustte, : Daar Maantje, moê gefpeeld, al fluimrend opmyn'fchoot, I In zyn omhelzing, als een ferafyntjen rustte. | Myn GodJ watfchets ik hier, dit die was 'tuur des doods, J; Een ftuiptrek hutverde myn Echtgenoot door d'adren, I Ik vloogterhulp,zyn geest, opgodlykeafkomstgrootsc'h, | Zag myn rampzaligheid maar zyn verhooging nadren. I'Ontzettend oogenbJiK! zyn hoofd zonk op myn hart, I Myn kermen griefde hem, ?t gevoelvol mededogen, Ij Zweefde ep 't verbleekt gelaat; geen troosttaal heeft myn fmart I Verzagt, maar eeuw ge trouw fprak in zyn breekendeoogen. j Vertwyfling greep my aan, ik gilde om huip, om raad. j Hier in myn arm gekneld bezweek zyn bloeiend leven, lik kuste al jamrend, flegts het doodzweet van 't "claat} God'k heb myn' huwlyksvricud den jongften fnik zien geven J > o God.' geen affcheidskus, geen zegenvol vaanvel, , BeminJyke eelhart! kon uw bleeken mond ontglippen; sjMaar liefiing' dat uw ziel onzigtbaar my verzei, Ma die gedachte zweefde op uw beflorven lippen. J*k Weet, gy verzelt my, als Gocs Engel hier bencén, |Gy hoort my .moedloos , als een eenzaam duif je , klagen , jWerktuiglyk wend myn oog zig naar uw zitplaats heen,' Dan hoort ge uw Telgjes naar hun heven vader vraa^en! D 4 Mija  M,b bblhaut! toert gy die kalmte tt m?ne «lel? Ik'ken UW taal . God la» «neen om heil bedoelen, _ Uw zaligheid neemt toe, wanneer ik zwygend kniel, £D «ootsch de driften boei, die in myn boezem woelen, o God! befcherm myn moed, ja 'k blyf de zielvriendin De. heemlings, die zyn deugd, zyn kennis blyft volmaken, Jk volgbem wauklend na, en * godlyk vuur der m» Zy d'eerfte morgenftraal, als wy verrukt ontwaaken Zie daar myn Broeder! lees, lees eeeharts vroegen dood , Ik fcbryf, ik ween, terwyl myn kïndren zorgloos fpelen, Het pasgeboren wicht lla.pt bloozend op myn fcboot, lk weet uw Broederhalt zal in myn lyden deelen, Vaak drinkt myn zuigling, noggevoelloosvoormynfmart, By >t zuigen traan op traan, dieopzynlipjensvloeijen, BWf blyf zoo kommerloos, vertrouw oP 't moederhart, Myn kroost! uw leven moet tot eelhauts glonebloe.jen. P. Mi CA-  C 57 ) CAROLINA BELMONT aan JOHN BELMONT, (»> Indoop dat dit mijn uur, myn uiteritè uur zal weezen, En *t eind genaderd is van al mijn tegenfpoed, Wend ik mijn hart tot u, -voel, als gij dit zult leezen, He kragt der vaderliefde, de infpraak van het bloed! Dan ach! in welk een toon, wreedaartigfle aller mannen! Kan zij die u beminde, kan zij die gij verliet, Voor wie 't gevoel der trouw fchijnt uit uw hart gebannen, In welk een toou wilt gij dat ze u dees lettren bied? Doof voor de ftera der eer, doof voor de ftem der liefde, Zal ik u noemen met den naam van Echtgenoot? - Neen, gij verzaakt die trouw, die eens uw boezem griefde, Is 't mooglijk dat ge uw gae,ja dat ge ons kind verfbot» He. ( ] De Brief, waaruit dit Dicht-ftukje is genomen, vindt men in 't derde deel van evelika of de Intrede van een Jonge Dame in de waereld; eene Eugelfihe GefMedenis in drie deelen, hy de Vitgeeffter    C « ) CHARLOTTE vak BOURBON. &h ariotte vak Bourbon, eene deugdzame en beminuelijke vrouw, wiens wedergade ons de gefchie- • denis nauwlijks oplevert, was eene dochter van lo- * de WYK, Hertog van mobtpeksier en jaqubibiNE vanjoüï, Door haar moeder opgevoed in de gevoelens der Hugenoten, wierd zij door haar onttmenschte vader, uit baatzuchtige en tevens met den «Godsdienst bemantelde oogmerken, naar de begrippen van dien tijd, gedwongen, haare jeugdige dagen tus. 'fchen de fombere kloostermuuren van Jouare te llijten, en hoe zeer deeze levenswijze natuurlijk tegen iden inborst der fchoone chareotte, wier edele ziel met de zuiverde begrippen van deugd en godsi dienst vervuld was, ftreed, wierd zij echter door de i emftandigheden die baar omringden , gedwongen , des  C H ) den onverzettelijken wil van haaren vader optcvol gen. Binnen kott was het proefjaar geëindigd cn de tijc haarer gelofte als kloosterzuster was op handen. Dan, welk een af keer de beminnelijke c h a r l ot t e ooi gevoelde van de bijgelovige en heidenfche ptegtighfj den , die bij haare inwijding plaats hadden, was zi echter genoodzaakt te veinzen, en met haare Upper dat geene te eerbiedigen, 't geen baar han verfoei' de; en nog maar zeer korten tijd had zij als Non ii: het klooster doorgebragt, toen de dood der hoogbedaagde Abtdisfe haar deed opklimmen tot die verheven' waardigheid. Was nu hetMot van char lotte tot hier toe beklagers waardig en grievend geweest, de rang van Abt disfe maakte het zelve niet alleen draaglijk, maar ooi eenigcr maate gelukkiger door een zeker ftrelend gei noegen, om nu het geiuk van anderen te kunnen be werken en te vermeerderen; en terwijl haare levendige geest gelegenheid ontving, om haare zoo natuur, lijke neiging tot werkzaamheid [te voldoeu , en d« fchoone trekken van haar edel en weldadig hart'in hei helderst licht te pkatze'n, verzuimde zij niets om alle;  C *5 ) ; alles aantewenden, het geen de kloosterlingen eehï* : genoegen of voordeel kon aanbrengen. C har lotte die de genoegens der waereld nog i Weinig kende, eu dus niet begeerde, geuoot hier onbekommerd de edele vermaken der üilie natuur. Haar : leven vloeide zagt, gelijk eene ellen' beek, en haar blanke deugd, bleef binnen de muuren van het afgezonderd klooster oubefmet bewaard voor de verleiding 'die baar in de groote waereld dreigde. Twaalf jaren ihad zij nu reeds in het klooster gefleeteu, en was aan !de levenswijze in het zelve allengs gewoon geworden ; 'bevredigd met zich zelve en met haaren fchepper ken» 'de zij gcene genoegens, dan die uk vriendfchap of deugd haren oirfprong hadden, maar nu was het oogenblik ophanden, dat haar voor altoos van deeze kalmte be- >rooven zon. Thbrózb, eene Non, welke zich ook in dat 'klooster bevond, mede een flachtoiTer van ouderlijken dwang en willekeur, wierd bemind door l ode wyk van Nassau, wiens broeder, w tb lèüu, door hem gelast was, deeze beminlijke Non in het klooster te bezoeken. - De Prins, na zich vooraf aangediend hebbende, verfcuijnt in het fpreckvertrek der Abtdisfe, wel£ ke  (<50 ke hem, met alle haare natuurlijke bevalligheden en bet vuur der jeugd op haar gelaat, in eene edele houding te gemoete treed; na eenige gefprekken, weena de Prins de reden van zijne komst meld, brengt zij hem aan de fpreektralie der Nonne; doch intusfchen had het gehouden gefprekmetden Vorst wiens manlijken ouderdom reeds de plaats had vervangen van zijne ïeued, gevoegd bij zijn heldenmoed die hem vut de .ogen blonk, en zijn edel karakter, dat uit zijne rede. sen tn gefprekken met haar kenbaar was geworden, het hart van de fchoone Abtdisfe ten allerfterkfte ge. troffen , en eene neiging bij baar doen geboren worden die haar tot nu toe geheel onbekend was geuleeven : bier over in tweellrijd met haar zelve zogt zij de redenen van haare gewaarwording in de volgen, de woorden: Wat onbekende drift - welk vuur Jaagt door mijn kloppend hatt! Wat wondere bee-uicheling Heeft mijn verftand verward! Is 't eerbied voor den dappren held! Der Ee'geu toeverlaat,] DL«  ( 67 ) Die hoop van 't onderdrukte volk Ia Neerlands veegeu itaat? . . . Hoe trof me iu 'c jongfie mondgefprek Zijn fchoon gelaat en ftem, Hoe roerde ieder woord mij 't hart, 't Klopt fints alléén voor hem. 'kBen van mij zelf een vreemdeling; Ja mijn gefchokte geest Komt alles raadzelachtig voor, Daar zij nu noopt • dan vreest. Zoo redenkavelde charxotte met zich zelve, toen de Prins weder binnen trad. Een ernftiggefprek, in welke onder anderen de Abtdisfe onbewimpeld verklaarde, dat zij de gevoelens der Hugenoten was toegedaan, maakte hun beiden zeer vertrouwelijk; en zij gebruikte alle haare welfprckendheid om den Vorst een fehuilplaats in zijne ftaten te verzoeken, waarin zij, ontheven van allen dwang, God volgens haar. geweeten kon dienen. - De toon, waar mede zij dit fpr;;k,eu de trekken die tevens op haar gelaat zichtbaar war. n , deed de.; Prins, die geen vreemdeling in de bewi gingen van het vrouwüjk hart was, ras zien van welkeen E a drift  ( 63 ) drift het hart der bekoorlijke c n a rlotte blaakte; Hij Hemde in iiaaren voorflag volmaakt in; op eene wijze die zichtbaar te kennen gaf dat ook zijn hart voor het vermogen der liefde was bezweken. - De beminnelijke maa^d, nog onkundig aan alle veinzereijën was niet beftand tegen den geweldigen ftorm haarer beroer de hartstochten; een geweldige traanenvloed gaf haa ren opgekropten boezem lucht, beide zwoeren zij, na deze zamenkomst elkander eene eeuwige trouwe, en maakten affpraak , dat c har lotte eerlang he klooster zou verlaten; en zich naar het hof van det Keurvorst van den Paltz begeven , waarop deeze vor ftelijke gelieven van elkander een allertederst affcheic namen. Charlotte , na eenige dagen met verfchillend< aandoeningen gcworfteld te hebben, overleide nu bi zich zelve, hoe zij op de beste wijze aan haar gehei ligde affpraak zoude voldoen, en zich zelve die vrij heid bezorgen , waar na zij zoo vuurig wenachte «aar deeze begeerte wierd voornaamlijk levendig, toei de tijding van den treurigen Bartholomeus-nagt, to biunen de munten van het klooster te Jouara gehoon wierd. - Op zekeren avond begaf zich chuiotti s  ( «o) na haare cel, floeg nog eens haare bijbel open, en, na een ootmoedig gebed om de befchermiug des Allerhoogden ten hemel te hebben opgezonden, begaf zij zichi naar eene agterdeur die zelden gebruikt wierd, en waar van zij alleen, als Abtdisfe, de lleutel bezat. - Beevende opende zij deeze, en met een verhaasten tred die grondgebied verlaten hebbende, fpoedde zij zich naar een nabijgelegen hut, alwaar zij wist, dat lieden, die bekend Honden voor Hugenoten, huisvesteden, Nadat c har lotte haare omftandigheden en oogmerken aan de bewoners van dezelve had medegedeeld, hielpen deezeu baar oogmerk om te ontviugten, bevorderen, en, na eenige dagen reizens, had zij het uitftekend genoegen van de grenzen van Vrankrijk te ontkomen, en zich op het grondgebied van den Keurvorst van den Palu te bevinden. . Aan het bof vau dien Vorst, genoot charlottb alle genoegens die aan haare omftaudigheden of aanzien voegden, zij bleef niettegenüaaude het verzoek van haar vader, om haar terug te mogen hebben, aan het hof van fredrik, zoo lang, totdat de Heer van alDegonde haar, op Jast van den Prins van Oranje, als deszeifs aanftaande bruid, van daar naar Embden geE 3  ( 70) leidde, van waar zij, met twee hollandfcheoorlogfchepert, naar den tfnV/fievenende, zich aldaar in de armen van haar beminde wierp, en door een wettig huwelijk haar geluk volkomen maakte, Niet langer echter dan uegen jaaren mogt zij met den Prins de genoegens van een gelukkig huwlijk deelen; de fchrik op het hooren eener tijding, dat haar gemaal binnen Aiit-anrpen gekwetst was, verzwakte haar geweldig, - deeze fchok was voor haar gevoeJige ziel te fterk, en, ten bewijze van haare liefde tot haaren echtgenoot, ftierf zij, met een zucht voor zijn behoud cn herftelling. De Prins beweende lange bet gemis van eene dierbaare wederhelft, die hem vijf dochteren naliet, en gevoelde ten fterkfte het verlies van een voortreffelijke gemalin, wier deugdzame gevoelens , en edele neigingen maar zeer fpaarzaam gevonden worden. o Gij, die met gevoel bedeeld Chaïlotte's lot bezeft! Gevoelt uw ziel hoe kloosterdwang Een teder meisje treft; Wel  Wel aan, juich dan ook om haar moed, Daar zij haar boeijeus Haakt, Haar vrije ziel tot God verheft « Zich zelf gelukkig maakt! Zoo word in 't eind de deugd beloond, Triumf, zij leeft omhoog. Haar deugd - haar edle vrijheidsmin Blijft dierbaar in ons oog. C. v. d, H. g. v. £f, * ■ E 4 aam  C 72 ) AAN DE ZUIGELING VAN MIJNE OVERLEDENE VRINDIN. Lief wicht! wat Jacht ge uw voedfter aao Omhels me, ik fchrei met u, Sla vrij uw armpjes om mijn hals , O zijt voor mij niet fchuw! Voor u flaat immers ook mijn hart, O tederla;hend beeld Van haar, die nu, in zaalger oord , Zich met mijn vrindfehap ftreelt. Ja, als ik u aan 'c harte druk, Wanneer gij lachend fchreit, Dan, dunkt mij, flaat zij de oogen neêï Met euglen vrindlijkheid. Dan wenkt zij, en haar hemelwachr Daalt zwijgend «aar beneen, En droogt uw traantjes af, en zweeft Weemoedig om ons heen. Gij lacht, o lievling! kendet gij Haar, die u 't leven gaf, En wist gij, dat haar dierbaar lijk Vergaat in 'c dorre graf:    ( 71 ) Gij weendet, ja een traanenvloed Vloot langs uw koontjes neer; Maar nu, zij gaf u 't levenslicht, En was op aard niet meer. Dan - gij onkundig van haar dood, Zijt zaliger dan ik, Gij derft haar teder moederhart, Maar derft het zonder fchrik. Doch, waar is 't ogenblik voor mij , Dat haar gedachtenis Niet fomber door mijn boezem waart, Mij tekent wat ik mis, Maar, mooglijk als uw rede rijpt, TJw mondjen ftaamlen kan, Dat ge aan uw' lieven vader vraagt: Waar is mijn moeder dan? Dan zegt welligt uw jongfte zus: Ach ï moeder leeft niet meer' En flaat op 'c vaderlijk gezicht, Haar oogjens vragend neer. Maar wacht dan, lieve kleine J wacht Geen andwoord uit zijn mond; Een traan zal wel zijn and woord zijn , Ach ! dat gij dien verftondl E S  ( 74 ) Die traan, die kalm , fchoon treurig, vliet, Tuige u haar zaligheid, En wat zij voor uw vader was, En waar mijn oog om fchreit. Maar nimmer fehetst u 'c fchoonst psnceel Haar beeld, dat in ons hart Voor de eeuwigheid getekend ftaat, Met onuitwisbre fmart. Of fluistert mooglijk de englenwacht Die om uw wiegjen waart, U van haar zachten geest iets in, Als ze op uw trekjes Haart. Ja, lievling! mooglijk fchildert zij, Als gij daar floimrend ligt, Ui in een zachte lieve droom, Uw moeder voor Jt gezicht» Dan ftrekt gij wis uw armpjes uit, En waaut, dat ge aan haar borst Die kindfche zaligheid geniet, Waar naar gij fnakkea dorst. Ja, mooglijk vlei: zij dikwils zelf Zich naan uw wiegjen neêr, En . . lievling . . , ach! word haar gelijk! Mijn boezem kan niet meer. M. P. E. g, W.  C 73) LEONORE van BELFOND aan HENRIETTE POLUS. Aau u, die 'k van mijn jengd bemiude, Aan u, geliefde zielsvriendin.' Aan u, moet ik mijn hart ontvouwen, Er heerscht een foicbre droefheid in* Den rang, dien ik, als echtgenoote Van mijnen Graaf, bekleeden moet, Verfchilt zeer van 'c eenvoudig leeven, Waar in mijn jeu.;d wierd opgevoed: Ja 't fchittert al mij vreemd voor de oogen, Denk niet, dat mij, mijn echtgenoot, Min teêrheid toont, dan ooit voor deezen Voor ons, dc band dIies u een teêrheid in, 1 Die met de koele vriendfcbap Tpof Geen vriendfchap, neen - maar min'.-Een min te treffend voor een hart.' Een hart aandoenlijk • teer* Ja, toen. toen 2ag ik} ftom; door f Met fiddriug op u néér! - Verwijt uwe al te vroege dood, Ce cili a» mij „iet, Uw'eerdinand was wreed noch fno(jd loen hij uw zii' verliet De deugd - de liefde en menselijkheid Bevoolcn mij die vlucht; Hoe vaak heb ik in eenzaamheid, Om uwe ellend gezucht! Hadt,niet mijn bare constantia Voor ecuwig toebehoort; Gewis alleen ce cili a Hadt aan dat hart bekoort« ,., Hos  Hoe meimert mijn vermoeiden geest Bij 't vreedzaam graf der deugl! . . . Koom - nader - nader onbevreesd; Daar mij uw fchim verheugt 1 Cecilia! werp uit uw graf Slechts ée'nen blik op mij, Die blik droogde al mijn trainen af; Thans weet gij wat ik lij'! ! Ik heb u in uw doodsgewaad, In uwe kist gezien; Zoude ik, daar niets mijn min verraad; Zoude ik uw fchim ontvliên ? . . . Keen 1 . . toen ik, overkropt door fmast, Uw zielloos overfchot, Gevoelvol lidderde aan mijn hart, Riep ik n toe, bij God: ,, Toef, dierbre ziel! ik volg u na% Ik volg u uit mijn pijn , Om eeuwig , mijn cbciliaJ Qm eeuwig u te zijn!1'' F s  C 9» ) Dan, ach! gij hoorde uw halsvriend niet5 Uw ziel was boven de aard, Zn zweefde , ontdaan van bang verdriet, Zij was haare afkomst waard! Dan, dit - dit blijft mijn hoop alléénj Ik zal u wederzien - Daar waar geen zuchten noch geween, ■Aan »t hart der deugd ontvliên - Slaap zacht, gelouterde onfchuld! - rust, Tot -s waerelds morgenftond Een taafger morgen weikoom kuscht, Met roozen in den mond! - Rust fïoorioos, mijn cbcima! In dit zoo eenzaam oord, Tot Scheppers roeprtem, in genae, Der riooden doodflaap ftoort! - M d. W, PLICH-  I PLICHTEN der MOEDERS, bij de ofvoedino van haare DOCHTERS. De plichten der moeders bij de opvoeding van hunne Dochters zijn zeer uitgeftrekt: hiertoe word oplet.tendheid, zorg, iever, maar ook vooral verftaud en deugd vereischt. - Zo dra het charakter van een meisje tóch begint te ontwikkelen, word 'er eene juiste oplettendheid vereischt, om hetzelve, uit alle kleinigheden en luimen gade te Haan, om aldus de hoofd ideugd , en , het hoofdgebrek van het charakter op te Cpooren; om daarna het plan der opvoeding te richten. Bij voorbeeld, bij een meisje van een aandoenlij';en «art, moet men de gevoeligheid niet aankweeken , door > het teezen van fentimenteele fchriften , toneelen, en tafreelen, welke het hart nog meer vercederen kunnen j »tls waar, de gevoeligheid is eene bron ; waaruit meest al*  C90 alle deugden voortvloeien, maar het 5s 0ok te ged vaar, dat, wanneer dezelve tot uiterftens, en vooral m >t fluk der liefde over/laat, en door eene levendig V«beeldlngikracht bezield word , zij ook de bron * Waaruit veelal , na dat dezelve langs groene dreeven en' klaverrijke weiden is gevlocit, ongemerkt in meerasfJ en modderpoelen uitloopt, waarin de geene. die deeze droomen zwijmelend volgen, dikwerf verflikken en omkoomen Men moet daarentegen in het ka» s f- nec nart, Waarin weinig gevoel rs aangebooren, door tedere gekken, door'aldoenl!jke tafreeIen> hct gevoei £n ^ mmscmw aankwekken. Zonder eene ^ ^ ^ ^ ««er dat «en wil vorrr.en, zou men even als een oa. fcund.ge A«4#. geeven, daar geest - verlevendigende middelen moeten gebruikt worden. Uwe oplettendheid , ö braave moeders ! moet ook met iever en vlijt gepa.rt gaan, zonder dir» 1 word het goede dat gij het eene „ogenblik zaaidet, het I het andere oogeubjik, door onkruid verdikt: - hoe kan OOk immsr de jem „n e,ne braave moeder verflaauwen voor het wezenlijk welzijn van de lievelingen welke zij onder haar hart heeft gedraagen : . Deeze onvermoeide ievcr  C 93 ) er is zelf aan bet redenlooze vee ingefchaapen. Word viak immer moe van bij het aanbreeken van dendaged voedzel voor haare jonden te zoeken? - Hoe zorg" dïg fpreid de zwaluw haare vlerken over haare jon1 uit, - Zijn zelfs de tijger en de leeuw, niet zorgdig om haare jongen te voeden? - En gij 6moeders! u het u immer kunnen verveelcn, met oplettendheid ievcr aan de opvoeding van uwe dochters tc arbeid n? - Hiervan hangt toch het geluk van hun toekoo2tid lecven geheel af: - want het wezenlijk geluk van re dochters, hangt niet van aanzien en rijkdom af, maar i de gefteldheïd van hun hart, van de indrukfelenwel* zij in hur.ne jeu^d ontfangen hebben, die eenert tuurlijken invloed op hun hart, op hun zedelijk gedrag ) hun wezenlijk geluk hebben, of De maatfehappij ó moeders! heeft het recht om u af vraagen, welke opvoeding gij aan uw e dochters geefr ? f zij bij gevorderde jaaren tot fieraad der menschheid Hen kunnen ftrekken, of zij eenmaal waardig zullen jn, om de hand vau een eerlijk man , die waare verienften eu deugd op hooger prijs weet te fehatten in fchoonheid en goud, te aanvaarden?* of zij ook eens p hunne beurt, braave moeders zullen kunnen worden? of  C 92 ) alle deugden voortvloeien, maat het is ook te ge vaar, dat, wanneer dezelve tot uiterftens, cn vooi in 't fluk der liefde over/laat, cd door eer.e levend verbeeldingskracht bezield word , zij ook de bron Waaruit veelal , na dat dezelve langs groene dreeven klaverrijke weiden is gevloek, ongemerkt in moeras en modderpoelen uitloopt, waarin de geene, die de ftroomen zwijmelend volgen, dikwerf verflikken en c koomen Men moet daarentegen in het hart, waarin weinig , voel£ aangebooren, door tedere geip;ekken, doora, doenlijke tafreelen, het gevoel cn de menschlievenb aankweeken. Zonder eene £,,ndi,e kennis van het cl «kter dat men wil vormen, zou men even als een c kundige Arts .„^ geeven, daar geest - verlevendigen middelen moeten gebruikt worden. Uwe oplettendheid , ö braave moeders ! me ook, met iever en vlijt &pam gaan , zoud„ d Word het goede dat gij het eene oogenbij. zaaidet, } het andere oogeublik, door onkruid verflikt: - hoe k ook immer de iever van e*ne braave moeder verflaauw voor het wezenlijk welzijn van dc lievelingen welke , o«der haar hart heeft gedraagen : . Deeze onvetmoei  (93) iever is zelf aan het redenlooze veeingefchaapen. Word de viuk immer moe van bij het aanbreeken van den dageraad voedzel voor haare jongen te zoeken? - Hoe zorg« yuldig fpreid de zwaluw haare vlerken over haare jongen uit, - Zijn zelfs de tijger en de leeuw, niet zorgvuldig om haare jongen te voeden? - En gij ömoeders! Zou het u immer kunnen verveelfn, met oplettendheid icn iever aan de opvoeding van uwe dochters te arbei < den? - Hiervan hangt toch het geluk van hun toekootnend leeven geheel af: - want het wezenlijk geluk van uwe dochters, hangt niet van aanzien en rijkdom af, maar Van de gefteldheid van hun hart, van de indrukfelenwel» ke zij in hunne jeugd ontfangen hebben, die eenen natuurlijken invloed op hun hart, op hun zedelijk gedrag op hun wezenlijk geluk hebben, of De maatfehappij ö moeders! heeft het recht om u af te vraagen, welke opvoeding gij aan uw e dochters geeft ? Of zij bij gevorderde jaaren tot fieraad der menschheid zullen kunnen ftrekken, of zij eenmaal waardig zullen zijn, om de hand vau een eerlijk man , die waare ver, dienden en deugd op hooger prijs weet te fehatten dan fchoonheid en goud, te aanvaarden ?- of zij ook eens op hunne beurt, braave moeders zullen kunnen worden? of  ( 94 ) ©f dat zij onder die nietsbeduidende beuzelachtige viovr. wen zullen behooren, welke hunne plichten alleen naar luim en toeval, wel of kwalijk verrichten? welke de deugd niet uit beghifële» betrachten, en dus ook uiee gefchikt, niet vatbaar zijn, om op hunne betrïr, wezeni lijk* verdienffcen, huisfelijke rust en genoegen boven '0 les te waardeeren; en wanneer het 'er op aankoomr--' geer. moeds genoeg bezitten , om opofferingen aan de noodfcaakelijkheid te doen, maar enkel goed zijn, om in een cirkel of op bet bal te fchittereri. - Gij ziet dus, ö bra-3 ve moeders] dat »er tot de goede opvoeding van uwe dochters ook verftartd vereischt word. Dan oplettendheid, zorg, iever en verftand, is niet alléén genoeg, om het groote doeleinde van uwen plicht te bereiken , 'er word biertoe voornaimentlijk deugd vereiseht, zo vootbeeldeii meerder invloed dan woorden hebbea : - moeders ! indien gij zelve niet deucd» za*m ziit, wat vrucht kinnen dan alle uwe fchoonè ïedelesfen hebben? voorwaar geen de min ft e vrucht I V/at baat het. dat gij uwe clochteten eerbied voor dert Godsdienst wildt inboezemen, zo gij dikw-rf de beoeffenende plichten .van denzelven, in heur bijzijn verwr.ar loost. We.  C 90 Welke indrnkfelen kunnen uwe voorfchriften van (nenschlievendheid op het hart uwer dochteren hebben , zo gij zelve wreed en onmenfchelijk zijt? - Welke denkbeelden kunnen zij zich van de vriendfchap vor« men, zo gij uwe vrienden in heur bijzijn lastert ?Wat vrucht kunt gij van uwe zedelesfeu, van huisfelijke rust en genoegens hoopen, zo gij om de minde kleinigheid uwe huisfelijke rust ftoort, en met uwen schtgenoot oneenig leeft l - In een woord, wat vrucht kunt gij u van alle uwe'voorfchriften en zedelesfeji jelooven , zo gij dezelve ;niet door uw beoeffenend voorbeeld bekrachtigt.? - uwe dochteren zullen u, als •en lastige zedepreekfier, welke flegts dien toon aanneemt, ora uw ontzach en meerderheid te doen gelJen, geeuwende aanhooren, zonder dat dezelve eenige jitwerkïng op de verbetering van hunne harten zal lebben, Of op zijn best genomen, zullen zij aan uwe zelentoon gewoon , dien napreevelen en dezelve bloot iehcen,a!s eene gewoonte welke men zich heeft eigen ;emaakt, om Herlijk over de deugd, de menscblievenlei I, het gevoel, enz, te kunnen fpreeken. - De bejegenende deugd is het dus alleen, è moeders.' wel ka  Cs>«) te een charakter heeft, dat. eerbied inboezemt, het hart treft; en een fterken invloed op de jeugd heeft: zo gij dus zelve deugdzaam zijt, zullen uwe dochte* ren , door oplettenheid, zorg en iever , door eene verflandige opvoeding geleid, ook uw voorbeeld navolgen, tot iuraad der Sekfe verllrekken . eu gei'ehikt zijn, om eens het geluk van een eerlijk man te voltooien : - terwijl gij van uwe zijde ö moeders i aaa uwen gewichtigften plicht zult voldaan hebben, en hierop gerust den dood in de armen zult kunnen ziuken, S. * * *  (97) B1AR1A van LALA IN Gewalinnc van den Prins van ESPINOI aan ALEXANDERFARNEZE, Prins van P A R M A f Na de verovering van BOOHSI K.) Jij zegenvim, faUnezr! en Neerlands oorlogsmannen Die krijgers, lang gegrijst op 't rooiend bed van eer,1, 3ie teuglaars vau »c geweld, van Spanjens aatcTstirannen, Die buigen, door het lot, voor de overwinning neêrOok ziet gij KSfmuï, mij • tot een throori gebooren, Gevangen - niet als flaaf • maar, als een krijgsbeldin, Met NeaViands foldepiers één zelfde lot befchooren, Doch nfcafei Hortte 't lot mij fcurik of fiddring in! G De  fa*! De grijze «sTaKtL«sï«, door uwen ftoer, geilaagen EsxRKLt.Es - Batos's roem - de roem van 't vaderland* In 't eind; gij overwint - gij kunt de linwren draagen, De lauwren aan den moed eens waaren helds verpand'» 'iZagook,voorNeerlandsZaak,n.ijnbloedop'cf]agveldvloe.je Schoon vrouw, b.b ik mijn plicht, in Doorniks wal, betracht, Dat bloed moog eens mijn graf,of't graf eens he!dsbefproei,en 'X Heb Heeds voor Nederland den wreedften dood veracht Mijn zoon, de (leun mijns ftams, de wellust van mijn leeven li ook door 't oorlogslot gelMd in uwe macht, Hij beeft, zijn Hamhuis waard, vaak blijk bij blijkgeg'eeveu Dat 't buis der kspinois het leven grootsch veracht. * Dan, moedige far^eze' uw roem kan meerer praaien, Als gij in uwe daan , eene ed'e zie? vertoont, Een ziel, diewei trinmph - geer e oneer wil behaalen Die 't landverraad veracht - alleen de trou w beloon* tUw afgezant had mij, eer Doornik was gevallen, Uw meening, volgens plicht,rondborftigdoenTerftaani Doch ijdre krijger koos te fuenvlen op de wallen, Eer Gij, vau roem ontaart, die meening toe zou' ftaan Thans zijt gij meester3Prins!.. Vraag *o«dr iG0 w heldên Gij m uw kluisters houdt, gebukt door »toorlogsb t, Doch, wil de faam uw lot asa 't uage/lacht vermelden,' Se.  Co?) iSehandel dan dien doet niet ais een roovreurot. >ij wik dat wij orak je cnNeèrlands zaak hegeeven, [ Of anders dreigt ge uw toorn, aan m-j en aan mijn zoon , t Is waar , 'k gaf voor mijn Zoon gewillig bloed en leeven i ! Dan zulk een offer was, in ons geval .een hoon. tfeen - neen , f*.rneze! 6 neen ,leer.edlezielen kennen , : 'kBen moeder- 'kbennatuurvoormijnen zoon verplicht, Joch, Neêrland deedt mijn hart zoo fterkaan zich gewennen, Dat hier natuur voor 't heil'van Neerland zelve zwicht* Jw rang, farnezeI uw rang moet u mijn roem doen eeren, 'k Gevoel als moeder wat natuur mijn hart gebied. Doch, voer mijn kind ter dood - uw ftraf zal hem niet deeren, Zijn moed zwfchtbij't geloei eens feilen ftaatsftormsmet, Lgraaals, ons aller lot berust in uwe handen - D&ocb denk dat wij den dood vol moed in de oogen zien , Veeleer derft elk van ons ,ous hart gruwt voorde fchanden , Wij durven u ons hootd, maar niet onze oiëer biên. Kies nu - doch , kies als held-die grootheid \ ent en plichten, Zie in mij üechtsL a l a t ut, doch niet een moeder aan; Uw keus kan in mijn hart voor u eene eerzuil dichten, Kies wilt ge in't fpoor eens helds of dat eens moorders gaaa! M. v. Z. * * G 2 aa»  AAN BE OUDERS VAN PAULINE, Moest, hij zoo veel tegenfpoeden, Moest, bij zoo veel boezemfinart, Ook den dood van uw paulinb Drukken op uw bloedend hart! Lieve vrienden! welk een noodlot, Is uw noodlot op deeze aard* Grooce God, is voor de braven Steeds de zvvaarfte ramp bewaard! Onlangs heeft die lieve raeisjen Mij nog onfchuldvol gevleid, Nog haar l eve en poes e armpje3 Roepend naar mij uitgefpreid Onlangs pronkte cp haare kOoiTffe» *t vA^it det lelie, 't rood de> roojj Hemel! ach! - wat is dit kind jen , Ku, ai zulk een korten poosj -  C 191 ) Onlangs zat zii, vrolijk lagchend Naast mijn zijde, aan 's moeders fcboot,' En mijn oog aanzag betreklijk, Welk,een vreugd zij de oudien boodt. Ach ] wat is der menfehen leven Niets - nog min dan ft jeugdig gras. Bij dit lijkjen zien we, ö Ouders! Dat p a uj> 1 n i ook ftevflijk was. Tv'een niet morrend, goede moeder, Ween niet morrend brave vrind, Hoopt, als Christen, dat ge uw teigjen Eenmaal - beter wederviodj, 't Graf moog *t ftof tot ftof ontwinden , Eeuwig - eeuwig leeft de ziel5 Cuöets! denkt, dat eeuwig leeven. Aan uw kiod te benrte viel! Me«l gelukkig dan beneden, Juicht uw UefKag aan Gods throcn; Kindere worden door hun Goël Zaligheden aangeboón De Almacli zal haar ftof bewaakan , »t Zal verrijzen op Godsdag - q 3 Groet-  Crootfcher daa uw cogrAUUNB Immer aan uw zijde zag! 't Zal verrijzen, als gij vlekloos, Zoo ik wensch, voor Jeftis ftaat . Al» gij vlekloos, door zijn lijden Ui; den dood ten leven gaat! Juicht dan - fchoon uw oog mogt weenea , Juicbt dan uw p a u 11 » F. DA, Juicht dan, bij haar zielloos rifjen, Ouders; uw halleluja! Smarten zijn niet meer haar aandeel, Neen, haar proeftijd is vollïrecn; Gij hebt haar geliefd » gezegend j Eu zij heefc u aangebeón Troost u, 't heillicht zal eens dagen , Dat u met uw kroost hereent, I" een oord waar nimmer de oufchuld - Noch *t gevoel eens ouder» weent! Ttoosc u - vrienden! 't opperweezen , Handelt altijd wijs en goed; Handelt altijd zoo rechtvaardig, Als een vader handlen moet. M.  ( 103 5 ' Vervolg van de NADERE en UITGEBREIDE OPHELDERINGEN op de REGELEN •r e « LIGCHAAMLIJKE OPVOEDING d e u. K INDE R E N. Zie Almanak voor Vrouwen voor *t Jaar 1794. Men moet b:t kind noch u dikmallen de Berst geeven , nocb t: veel telkens hiaten zuigen. Ha dikmaalig, bet veel gebruik van voedeelen opeens , is zeer fcbadelijk voor volwasfenen. Hoe veel tchadelijker derhalveu moet bet niet zijn G 4 voor  C 104 ) voor Jonge Kinderen ? . De vPrr,^n , vogelen var, CMe en Z l r *» tMllt ■ " aniJ€r«, kau men hier om- «... me, t«6y„rp.a, als ,,„„ zo °° «*»«, „„ op2ietevaa „„;e; ; »..rt.l4k verf*, cl£rrpijll,rteere„jc vem4•* O.« v,oW«Iijk, Undlicde», ,„<,„ net «rte*,. geevea blsre ^ * *0„d e„ fier* z,;„, n„r> ^ ^ of J 1« M > ^ < overdaad althaus IW overdaad wordt in een dooie** gff08ttart. Al wat het ligchaam voed , en kra^t, en fte,t« baart. vns tenén Vertederden leefregel in acht ntemen, Zi) «oet, naamlek, gebruik ma,ken van - e doch gewoone ^en , gelijk ook v 'der ^ Ülitt>CereU **> t« «^i vergen met wa-  water. - Zij moet zig insgelijks onthouden van azijn, en alle andere din =.en , welken uit zig zelf zttUr zijn, of bij óns ligtelijk dusdanig worden. - Spijzen die moeilijk verteeres, of, voor een zeer gering edeelte overg isn in de Natuur onzer vogteu, moet zij flegts dan gebruiken, als ze meer zog heeft dan het kind behoeft. De Beweegïug moet zij zig niet onttrekkeni'noch zig ook niet fterk vermoeïjen - zoo veel immer moogÜjle zij, meetrfj zorgvuldig behoed worden, en zig ztlve in acht neemea, voor allerlei zeer ftetke Gemoedsbewegingen. Het leste voedp.l, ingevallen daar het kind niet gezoogd kan worden. Als zoodanig befchonwc ik vooral c'e Gitten - Ezelinnen en Ko ei jen .melk;, en hier na eene dunne Papt, bereid nit befc'iuit, gekookt in water, en vermengd nut watverfche koeijen-melk, fuikcr, en een weinig Spaar,fcae Zeep. Over het WUgen. Een wieg is de béste flaappkats voor zeer jonge G 5 kiu"  C roö ) fvmak ljk VM *•« eeu. vertrek naar het andere £ ovcrgebragt worden. - Het kind Woet daari ! h« «*«*, en tot engelfche ziekte geneigd is oP Z° —' " ^t dek J Jigfzi ' Z Herr" - W — omhangen wo:;;; MV re d n ' h" kind' iö » cer^ *» zig 1 G aPen ' CU iS ^ ^ beste r«ele« derGeUeeSkUnSt>--^chade]iJk,dann„tcig. * Ow /fe Zindelijkheid, hef1kLdde^le"e,lWen °m:re"tde ^dheidvan tZ A kIeedereaen,i^-»veronagt2aamt. - Dce.e 2 * m°et QiCt ^paln bij de d o en met een woord, tot alles , wat voor oorver! l*1* ^ nw*«* " - Bij deeze gelegenheid ennnere ik mij dat a™* n.t ter waar i " gCW '°n Z1>' bet »«• ter, waar Wd.^;*. kinderen wannen, i„ hMr,n mond  C 107 ) tnord lauw te maaken • - Deeze gewoonte m.,et me» met krjgt te keer gaan; orn dat maar zeer weinig menfchen een volmaakt gezonden of zuiveren mond hebben , en bet zeker is, dat de fchadelijke hoedanigheden van deezen, het water word medegedeeld. Kinderen Slaapen veel. De vaste deelen van het ligchaam der kinderen heb* ban noch te weinig kragt van famenhang om de flijting, waaraan dezelvea bij het waaken zijn bloot gefteld, zonder nadeel te verduuren. - De flaap verfterkt hen en doet hen groeijen. - Het is intusfchen niet goed , dat ze te veel flaapen. - Zoo fcnadelijk het overmatig flaapen is voor vohvasfene»; zoo fcnadelijk , en fchadelij'cer nog, h het voor kindeien . Men heeft onder anderen aangemerkt, dat daar door, de verflandeiijke vermogen* verzwakt worden. - Hier van misfchiea het fpreekwoord : men kan zig dom flaapen. Het votdzil van bet Kind, moet, na dat hu gefpeend is, avereenkomftig deszelfs toentanende kragteo zijn, Deeze krsgten, wel niet groot in den beginne, zijn eg-  f ic8) ««ter c»fc rdet zoo gering, als zJg vee]en v,e] w t>ee],e„. . Men wagtte ,ig derbalven, in dit ftuft voor verwccking. - Een kind m0et gehard, dat is, in ftm. ttfelfi worden, om zig zonder nadeel te kunnen op. denverpen „„ de wi.felvallfgheden van het leven. W.e toch is 2eI[er voor zig 2cJf, wie vom. ^ ^ren, dat het geluk, hea, of htA> akoos zaJ ^ iagchen ? Dat hun tafel fteeds 2aI bereid wordendoQr de Weelde* - Men geeve vrij, heeft men zulks in?ijae »8gt, zijne kinderen de fchrtten van een maar ms" ge*enDe hen te leveu, als een CaW». Dun vWfinat van alle vet gezuiverd , t 2|jklteen 't «| gemengd met wat kruim van ondbakken rarwenbrood, of van befchuit, is een zeer goed voedzel voo* eerst gefpeende kinderen. Naar mate zfj ouder worden, en in «ragna toenee men, moet men, met eenen, daar aan evenredigen trapswijzen voortgang, hnn gewénnen aan het daagiijks voed.el van volwasfenen 4 inzonderheid hij menrcheo van eenen middelbaaren «aat, - Men maex hun, hij voorbeeid brood van allerlei aart , groens, «eelfP'^en . vhetch , tot fPi/2en , v,ater cn ^ l»er, tot drank ge«V3a « doch altoos in eene veelheid, dat  C 109 ) kt het hunne maag niet bezwaart; en zoo dikmaalcn» jiet meerder,, als ze zelfs zeggen, en men reien heeft te jeloóVen, dat zij honger hebben. Sp'gzen, naar den bedorven fmaak onzer eeuw, toebebercidj zwaar bier, wijn, geestrijke dranken, koffij „ thee, en dergeji ken, moet men de,kinieren onthouden, althans zeer zeldzaam, en in geringe ma,te gebruiken laate. - Chocolade kan men hun toeftaart, ook melkfpijzen, vooral wannéér ze pas gefpeend zijn, en gecne andere vocdïelen Bog neemen willen. De Suiker ligt bij veelen onzer vrouwen, onder de verdenking, als bewerkende het bederf der tanden, en do voortkomst van wormen in het gedarmte. - Zij doet dit egter niet, en is, matig gebruikt, onfchadelijk, indien niet nuttig. - Het fuikergebak in tegendeel, inzonderheid dat met eenigerlei verwftof gekleurd is, en 7 ij niet .fchroomen , den kinderen te geeven, behoort tot de ClaSfe der vergiften', en ondermijnt zeeker hunne gezondheid. - Het botergebak, het banket, en alle andere foortgelij-. k3 dingen , zijn even fchadeüjk.  (77) Men moet hetzelve geene fpijze door een ander gt» katmvd, toedienen; ook het niet, of zeer fpaarzaam door andere lattn kusfiben. Niets misfehien is gemeenzaamer, dan het kusfcHen der kinderen; dan hun, de fpij2en, zoo lang ze nog kunne tanden niet behoorlijk gebruiken kunnen, en men egter verkiest hen eenige die meer of m n vast zijn , te geeVen, voor te kauwen - Kende rr.er. alle ziekten, welke door het onverfchillig kus/ehen, door het geeven van, door anderen gekauwde ipijzen; men zou, denkc ik, Zoo mild nier zijn , rrct zijne kinderen den mond een iegelijk te doen aanbieden; noch zoo onoplettend omtrend het eeeven van een 700genaamd gekauwd brokje. - Ik zal, en men vergenoege * g hier mede, 'er Ocgts een van opnoemen : de venusziekte naamlijk. (Be verdere opheldering^ in een volgend Jaarboekje ) L7JST  L I j S T d b ti STUKJES' : De Vreede (OJe) . . 4 BladZj r Brief van m a r i a aan et et le ; . 7 De Befchaafde Veldelinge . ♦ . 2J Aan de Schoone ltjc i k de . , . 2« .Lom se aan den Tijd , ,27 Edel hart over zijn huislijk geluk , 29 De wensch der Huu 1-jks-trouw . . 45 iM a g d a l e n a M o o n s aan Francisco BE VAIDEZ . . _ • • 47 Brief van eene Weduwe aan haaren Broeder Sr Carolin-a Beljiont aan Jobn Belmont , 57 'Morgengang op de Geboortedag van mijn jonge vriendin amaha . Cn A RtOT te van BOOR bon. g3 Aan de Zuigeling van mijne overledene vriendin. ?2 Leokoru van Belfond aan Hek ristte Polos. ?s Het Sieraad der Vrouwen . of Ferdinand op 't g,af van Ceciii a . §5 Plichten derMoeders^ij de Opv, van baare Dochter,. 9l Maria vam Lalain aan Alexamder Farnbze. 9? Aan de Ouders van P a ul t he . i0q Vervolg der Uitgebreide Regelen ter Ligchaamiijke Opvoeding der Kinderen , u  Bij de fVc&T-J- Dótl. te Amftcrdamword uitgegeven:; ALMANAK van VERNUFT en SMAAK, voor 't Jaar I7?r. Verlïerd niet uitmuntende Kunstplaatjes , getekend door W. Kok, en in 't koper gebracht door C. j. peHoyzer. Deze Almanak, naar een nieuwe orde ingerigt, is door deszelS oirfpronklijke jlukken, van de beroemdfte Nederlandfche Dichters en Dichteresfen geheel een'g in zijn focrt, en is met een fiaalje letter op postpapier gedrukt. In dezelve vindt men onder verfchelden andere de volgende mengelingen in roezij en Proza : Ket Oorlog (Ode) Euphemie aan Clairviüe De Mpeilijkfte Taak. Gedachteflj voor den Wijsgeer. Fillis klagt. R. v, Oldenbarnevefcl aan zijne Moeder Maria van Utrecht. De Erkentenis- Bcliza ius. Carel aan Louife Ter Nazcd* v. J.Bcllatry- Aan Flora- De Godsdienst bij 't graf van Eduard de VI. Dathi. Alphondus of de belangzuchtige Minnaar geftraft. Vertrouwen op mijnen Schepper. Ideaal van het beste nederl. Meisje Phijles. Oie. Sccevola aan Forfern. Orgium. Aan Everhardina. Het waare Vergenoegen. Aan Bella. Schee* van een Menfchenvrie d. Mijmering. Het 0olloS« ^e Deugd., enz, enz, C^e Prijs is^ ordinaire Bandje?, Sftiav.)