VERZAMELING v a N PLACAATEN, RESOLUTIEN ËN ANDË. RE AUTHENTYKE STUKKEN enz. BETREKKING HEBBENDE TOT DE GEWIGTIGE GË> BEURTENISSEN, IN DE MAAND SEPTEMBER MDCCLXXXVII, BEVOOREN EN VERVOLGENS, IN HET GEMEENEBEST DER VEREENIGDE NEDERLANDEN VOORGEVALLEN. Twintigste Deel. Te C A M P E Ni Ter Drukkerye van J. A. bE CHALMOT, Jltf D C C XG.   CHRONOLOGISCH REGISTER VAN ALLE DE STUKKEN IN HEt TWINTIGSTE DEEL* VAN DEZE VERZAMELING VOORKOMENDE, N°. 1544. Refolütie der Edele Mog. Heeren Statiën 'vin Stad en Lande, van den 11 Maart 1783, omtrent het onder* zoek wegens het niet uhiopon vim 's JLands Schepen naar ■Brest. . bladz. 1. 1545. Refolütie der Ed. Mogende Heeren Staaten van Stad én Lande, van den 27 Oiïober 1783 > nopens het niet executeeren der ordres tot het verzenden van titn OorlogSchepen naar Brest. . '. bladz. 3. i 1546. Refolütie der Ed. Mogende Heeren Staaten van Stad en Lande, van den 6 Nov. 1783, nopens het doen 'cesfeéren 'van den Hoogen Krygsraad. . '. bladz. 6, - X547. Refolütie der Ed. Mogende Heeren Staaten van Stad en Lande, van den 17 December 1783» over het CenemlHeits Rapport van den zijlen Oüoier jongstleden, nopens 't niet uitvoeren der ordres tot het uitlopen van ió Schepen ncttr Brest. . \ i 2 HÜdt. &  tv REGISTER N°. 154.8. Publicatie van Luitenant en Hoofdmannen van dt Hooge Juftitie-Kamer van Stad Groningen en Ommelanden, van den 18 December 1783, fommeerende de Ingelanden onder Winfumer- en Schaphalfter-Zylvest, hunne bezwaaren tegens de, by zyne Doorluchtige Hoogheid den 2sften May jongstleden gearresteerde, Schouw-Registers by den Hove Provinciaal in te brengen. . , , bladz. o. » 1549- Propofitie der Heeren Gedeputeerde Staaten van Stad en Lande, den 21 January 1784 gedaan, over het Piakaat van Luitenant en Hoofdmannen van den 18 December 1783 bladz. ii' - 1550. Misfive van de Heeren Staaten van Stad en Lan' de, aan Luitenant en Hoofdmannen, van den 22 January 1784, waar by furcheeren de executie van het Reglement van zyne Doorluchtige Hoogheid, van den 25 May 1783, over de Zylvester zaaken. . . , bladz. 11. N 1551. Misfive van Luitenant en Hoofdmannen, aan de Heeren Staaten, van den 24 January 1784, dat aan de verwachting van Hun Ed. Mogenden, vervat in de Misfive van den liften dezer, zullen voldoen. . , bladz. ia ■-1 1552- Misfive van Luitenant en Hoofdmannen, aan zyne Doorluchtige Hoogheid, van den 24 January 1784, kennis gevende van beide opgenoemde Misfive?!. bladz. 13. r 1553- Notificatie van Luitenant en Hoofdmannen, van den 2 Maart 1784, waar by de aanfchryving der Heeren Staaten, van den 22 January 1784, nopens het Zylvester Reglement, ter kennisfe van die eenigeSchouw-eeffenenword getracht Wa(fe. I4. ——- 1554- Misfive van Luitenant en Hoofdmannen, aan zyne Door-  der STUKKEN. V Doorluchtige Hoogheid, van den 6 Maart 1784, commU' niceerende de Publicatie van den iden Maart jongstleden. bladz. 16. N°. 1555. Misfive der Heeren Staaten, aan Luitenant en Hoofd' mannen, van den 19 Augustus 1784, kennis gevende van derzelver Refolütie van heden, nopens de Zylvester Reglementen , verwachtende exhibitie der Fundatie-brieven aan de Heeren Gecommitteerden tot de Finances •. . bladz, 17. m 1556. Refolütie der Heeren Staaten van Stad en Lande, van den 19 Augustus 1784, waar by de Zylvester Reglementen, met den aankleve van dien, buiten effe£t werden gefield ' bladz. 18. ■ ■ 1557. Misfive van Luitenant en Hoofdmannen, aan de Heeren Staaten, van den 2 September 1784) over de exhibitie van de by Hun Ed. Mogenden gerequireerde Fundatk'-, brieven bladz. 10. ■ 1SS8. Misfive der Heeren Staaten, aan Luitenant en Hoofdmannen, van den 20 September 1784. met derzelver Refolütie eodem, genomen op de Misfive van den iden dezer, waar by, by hun voorige Refolütie van den igden Augusms jongstleden, perffteeren, enz. . . bladz. 11. • 1559- Misfive van Luitenant en Hoofdmannen, aan de Heeren Staaten van den 25 September 1784, in Antwoord van derzelver aanfchryven van den zqflen September jongstleden, opzichtelyk het exhibeeren der ProieQ-Reglementen van de Zyl- en DyhRechten. . . . bladz. 24. •—— 1560. Misfive der Heer'en Staaten van Stad en Lande, aan Luitenant en Hoofdmannen,van den 11 Oüober 1784> zendende derzelver Refolütie van dien datum, bladz. 16. * 3 N°.  VI REGISTER N». IS61. Refolütie der Heeren Staaten, van den 22 Oüoher 178,4, waar by buiten effett gefield worden eenige Plakaa. ten van zyne Doprlnchtige. Hoogheid, het Ampliatie-Reglement van Hoogstdezelve, &c. . . , bladz. 26, te 1562. Confideratien.van Luitenant en Hoofdmannen, op de Sfaats-Refolutie Mn den 22 Qüober 17S4, aan Hun Edele Mogenden by Misfive van den 29 Otlober 1784 toegezonden. . ; . . . . . bladz. 31. — I-563- Misfive der Heeren Staaten, aan Luitenant en Hoofdmannen, van den 4 November 1784, in antwoord op 's Hoves, van den 29 Otlober jongstleden, met de StaatsRefolütie van den zeiven datum, waar by Hun Ed. Mogenden, by de Refolütie van den 22 Otlober 1784, petfiflee««•. •. . • . . . . bladz'. 37. ^— 1564- Misfive van,Luitenant en Hoofdmannen, aan zyne Doorluchtige Hoogheid, van den 10 November 1784, kennis gevende van opgewelde Staats-Refolutien en het. verrichte van den Hove Provinciaal. . , bladz. 38'. — 1565. Refolütie der Heeren Staaten van Stad en Lande, van den 17 December 1784, op het provifioneel Rapport der Heeren Gecommitteerden tot het formeeren van een Zylvester Reglement. . . . bladz, 3g, *ïr 1566. Plakaat van de Staaten van Stad en Lande, van den 17 Deamber 1784, waar by de Ingezetenen inde Ommelanden gelast worden hunne confideratien omtrent het op nieuw te formeeren Zylvester Reglement op te geven. hl. 42. «r—— 1.567. Mifive van Luitenant en Hoofdmannen aan de Heeren Staaten, van den 25 November 1789, waar by verweken te worden gemhorifeeri tot de Publicatie van de buite*.  ' x> 2 1 STUKKEN.1 VU ten effect ftelling der Staats-Refolutien van den 19 Augustus en 22 OBober 1784 opgemeld. . • bladz. 44. N". IS68. Misfive van Luitenant en Hoofdmannen, aan zyne Doorluchtige Hoogheid, van den 28 November 1789, waar by kennis geven van derzelver Misfive aan de Heeren Staaten, van den ziften dezer, met verzoek van appui derzeiver bladz. 48. . 1560. Misfive der Heeren Staaten van den 14 January 1790, aan Luitenant en Hoofdmannen, in antwoord op derzelver van den 25 November 1789». opzichtelyk de intrekking der Staats-Refolutien van den 19 Augustus en 22 OBober 1784. .... . . bladz. 50. —— 1570. Misfive van Luitenant enHoofdmannen, aan zyne Doorluchtige Hoogheid, van den 30 January i79°> waar by van opgemelde Staats decreet kennis geven. bl. 53. - 1571. Refolütie der Ed. Mogende Heeren Staaten van Stad en Lande, nopens het engageeren van minderjaarige Perfoonen tot den Militairen dienst, met twee Bylagen. In dato den 1 April 1784. ,. . . bladz. 55. . 1572. Misfive der Heeren Staaten, -aan zyne Doorluchtige Hoogheid, van den 31 May 1774, over het engageeren van Minder}aarigen tot den Militairen dienst; zynde de eerfte Bylage Tan N", 1571. . . bladz. §8. - 1573. Misfive van zyne Doorluchtige Hoogheid, aan de Heeren Staaten, van den 23 Juny 1774, houdende antwoord op der Staaten Misfive van den 31 May 1774, relatief het engageeren van Minderj aarigen tot den Militairen dienst; zynde een tweede Bylage van N2. 1571. . . ... . . bladz. 68. *4 N?.  VIII .... R E 0 I S T E R N°. 1574. Publicatie der Heeren Staaten van Stad en Lande van den 1 April 1784, tegen het engageeren van Minder\ jaarigen tot den Militairen dienst. . . bladz. 68. c 1575- Refalutie der Ed. Mogende Heeren Staaten van Stad en Lande, over de MisHve van zyne Majefleit den Kaving van Pruis/en, van den 19 Maart 1784, in dato den S >ly J784- • bkdz. 69. * I576- Refolütie der Heeren Staaten van Stad en Lande, van den 4 November 1784, om zyne Doorluchtige Hoogheid te verzoeken geene meerdere Militie van hier te doen vertrekken. . j , , . . Wfl&< 7J> e-. 157 7- Refolütie van dezelve, nopens de Patenten door zyne Doorluchtige Hoogheid aan de alhier in Guamifoen zynde Militie afgezonden, eodem des avonds te 8 urnen gemmm- ....... . bladz. 74. i 1578. Refolütie der Ed. Mogende Heeren Staaten van Stad en Lande, betreffende de gegeven contraorders door den Luitenant-Generaal van Sommerlatte, aan de Staf Compagnie van den G ener aal-Major Dophf. In dato den 6 November 1784 bladz. 76. ■ 1579-Refolütie der El Meg. Heeren Staaten van Stad en Lande, van den 13 November 1784, op de Misfive van den Luitenant-Generaal van Sommerlatte. bladz. 78. ? 1580. Refolütie der Ed. Mogende Heeren Staaten van Stad en Lande op de uitmarsch van de Grenadier-Compagnie van den Generaal-Major Dofhf naar de Bourtange. Ir. ■ dato den 15 November 1784. . . , bladz. 79. — 1581. Aefolutie der Ed. Mogende Heeren Staaten van den 18 November 1784, nopens het bericht van -den Uite-  der STUKKEN. 12 tenant-Generaal van Sommerlatte , Commandant der Troepes in deze Provincie, over 't niet obedieeren van gegeven patent en verleende attaché. . . bladz. 80. NQ, 1582. Publicatie van den Breeden Raad der Stad Groningen, van de-n 20 November 1784, waar by alle Ingezetenen tot den ééd worden opgeroepen, en de voorige Wachterder in eenige poinBen veranderd. . . bladz. 81. 1583. Addres van 63 der aanzienlykfte Burgers en Ingezetenen van de Roomsch-Catholyke Godsdienst van den 10 January 1785 > om in 't tweede Artikel der Wachtordening van den 11 May 1731 die verandering te willen maaken, als Remonftranten zouden meriteeren. . . bladz. 8 5. — 1584. ExtraU uit de Notulen van de Vaderlandfche Befoignes, ter oprichting van een Exercitie-Genootfchap binnen Groningen, van den 11 January 1785. . bladz. 88. - 1585- Extract uit de Notulen van de Vaderlandfche Be- foignes, van den 22 January 1785, behelzende de Verzameling van verfcheidene Exercitie-Corpfen. . , bladz, 89. . 15S6. Refolütie van den Breeden Raad der Stad Groningen, van den 22 January 1785, om de Burgery van geweer en wapenen te voorzien, op Stads kosten, bladz. 92. — 1587. InJlruSie voor de Gecommitteerden van het Exercitie-Genootfchap binnen Groningen, van den 21 February 1785- bladz. 95. ■ - 1588. Aanfpraak van Gecommitteerden van den 24 Fehruary 1785, aan het Exercitie-Genootfchap te Groningen. bladz. 102. '. 1589- Aanfpraak van Gecommitteerden, van den 3 Maan ♦ 5 Ï785,  X REGISTER 1785» a&n liet Exercitie-Genootfchap te Groningen, hl 104W N8. 1590. Request van het Exercitie-Genootfchap te Groningen , aan de Heeren Burgemeesteren en Raad, met de dispojitie daar op, van den 10 Maart 1785., om een wettige goed?keuring van hunne Grondwetten. . . Uadz. 106. ——- 1591. Grondwetten van het Exercitie-Genootfchap te Groningen, onder de zinfpreuk: voor onze duurfte Panden, geapprobcerd den 10 Maart 178,5, met de huishoudelyke Wetten van het Genootfchap. ., . .. bladz. uo • 1592. Aanfpraak van Gecommitteerden, van dtn 14 Maart 1785, aan 't Genootfchap voor onze duurde Panden. . ...... bladz. 12.1», 1593. Refolütie van den Breeden Raad der Stad Groningen, van den 23 Maart 1785, waar by 't ide Artikel der Wacht-ordening word geïnterpreteerd en verf aan, dat een ieder, van welke Christelyke Godsdienstgezindheid hy zy, tot Onder-Officier eligibel zal zyn. . . bladz. 125. I594- Request van het Exercitie-Genootfchap aan Burgemeesteren en Raad in Groningen, met de dispojitie van den 25 April 1785, om, Vaandels, Echarpes en Dragons te mogen gebruiken. ..... bladz. 126. i 1595. Refolütie van Burgemeesteren en P,aad in Groningen, van den 30 September 1785» waar by bepaald wordt, een quantiteit fcherpe patroonen voor 't Burgerlyke Regiment te doen vervaardigen, en in het Stads Magazyn te bewaaren. . ..... bladz. 128. J5S6. Plan, naar welk de vier nieuwe Vaandels voor 't Burgerlyke Regiment te Groningen van 't Raadhuis zullen worden afgehaald, en de mamuvres daar by te doen, by dm  der STUKKEN. XI den Raad geapprobeerd den 13 Oclober 1785- bladz. 129. N'. 1597- Aanfpraak van den Stads Secretaris, den 20 Oüober 1785 aan 't Burgerlyk Regiment gedaan, by het van Stads wegen overhandigen der Vaandels.. . . lladz. 134,. ,. 1 ... 1598. Refolütie op het Addres van het Exercitie-Ge-, nootfchap te Groningen aan de Stads Regeering, om te vernemen op welken voet, ingevalle van onverhoopte rustverftooring, dezelve zich van 't Genootfchap zoude gelieven te bedienen, van den 5 November. 1.785, waar by dezelve een Allamplaats word aangewezen., . . bladz. I3<5- ■._ ■ ■ 1599. Addres van het gewettigd Exercitie-Genootfclutp te Groningen, den 15 Juny 1786 gedaan, aan Burgemeesteren en Raad in Groningen, waar by kennis geven van hun Addres aan de Heeren Staaten van Stad en Lande, over de Misfive van 't Corps vrywillige Jagers te Wyk by Duurficde, met verzoek van appul. . . . bladz. 137. ^r— 1600. Refolütie van Burgemeesteren en Raad in Groningen, van den 23 September 1786, waar by de.kennisgeving van het Exercitie-Genootfchap, dat gaarne hunne Exercitie ook met Kanon zouden verrichten, voor notificatie word aangenomen. ... ... bladz. 138. ... 1 ■ 1601. Refolütie van den Breeden Raad der Stad Groningen , op het ingediende Request^ van de Hoofd-Ojficieren des Burgelyken Regiments, Gecommitteerden der Schuttery, en Hoofd-Officieren van het gewettigd Genootfchap, van den 23 September 1786, om Gecommitteerden te mogen hebben tot het formeeren van een plan van defenfie. . . . • . . . bladz, 139. 1602. Refolütie van Burgemeesteren en Raad in Grenin- gen,  XII . 'REGISTER gen, van den 23 September 1786, waar by de, voor 't Burgerlyke Regiment vervaardigde , fcherpe Patroonen, op derzelver verzoek, aan dezelve zullen worden geextradeerd, en in derzelver plaats weder nieuwe vervaardigd. ♦ • • 4 • ... bladz. 141. N°. 1603. Poin&en van verbindtenis tusfchen de Gecommitteerden, Officiers en Schutters, den . . November 1786 opgericht, waar na hun te reguleeren by het Genootfchap van Wapenhandel te Groningen. . . bladz. 143. — 1604. Refolütie van den Breeden Raad der Stad Groningen, van den 31 January 1787, cm conform het bygevoegde Rapport der Heeren Gecommitteerden, aan de Schuttery en het Genootfchap, het Concept-Plan van defenfie te extradeeren, ten einde daar op hunne belangens in te brengen bladz. 145. ■ 1605. Refolütie van den Breeden Raad in Groningen, van den 20 February 1787, op de addresfen door 573 wachtdoende, en 3 addresfen door 57 vry van wacht zynde, Burgers geteekend, waar by de tyd, om hunne belangens over 't Plan van Defenfie in te brengen, word geprolongeerd bladz. 164. i6~>6. Refolütie van den Breeden Raad van den 3 May 1787, over het Addres van het Genootfchap Warmoesfeniers, omPatroontasfen, Sabels, en Port d'Epées. bl. 166- » ■ 1607. Refolütie van den Breeden Raad van den 11 May 1787, op het Rapport der Heeren Gecommitteerden tot Stads defenfie, over het Concept-plan van den liften Ja. nuary jongstleden ter deliberatie gebragt, en de belangens daar tegens ingebragt, waar by eenige poinÜen worden vast- gefcld • bladz. 167. N',  der S T U- K K Ê N. XIII N*. 1608. Publicatie van Burgemeesteren en Raad in Groningen, van den 11 May 1787, behelzende eenige poincten by allarm of oproer, en by brand, te oiferveeren. ..,»... • . bladz. 182. 1600. Breede Raads-Refolutie, van den 14 Juny' 1787, Waar by Gecommitteerden worden benoemd, cum plena, om de rust en vrede in de Stad te conferveeren, en tegen allen oproer en aanflalten daar toe te beveiligen, bladz. 187. , 1610. Refolütie van den Breeden Raad der Stud Groningen, van den 30 Juny 1787, waar by aan het Genootfchap van Wapenhandel, ten blyke van genoegen over het verrichte by de afvuuring, 100 Ducaaten word geoffereerd. ; bladz. 191. —— 1611. Refolütie der Heeren Gecommitteerden tot Stads defenfie, van den 4-July 1787, waar by de Stads Artille. ry-Meester word gelast, het Kruid vari "6 Genootfchap in 't Stads Magazyn te bergen, ter direUie van het Genootfchap. • • . . .. bladz. 191. ~—,— 1612. Refolütie der Heeren Gecommitteerden tot Stads defenfie, van den n July 1787, waar by de Artillery. Meester word geauthorifeerd 80 Geweeren en 20 Pieken aan het' Genootfchap te leenen. . . . bladz. 192. » 1613. Declaratoir en Poiniïen aan den Breeden Raad te Groningen, den 2 Augustus 1787, door 426 Perfoonen, uit de wachtdoende Schutters van de 18 Burger-Compagni* en, ter overweging aangeboden, om het Burgerlyk■Regiment in behoorlyke ftaat te brengen, met de Raads dispojitie bladz. 192. ■' 1614. Refolütie der Heeren Gecommitteerden tot Stads de-  XIV REGISTER 'defenfie, van den 11 September 1787, waar by de Artülery-Meester word geauthorifeerd, aan 't Genootfchap te extradeeren verfcheidene Ammunitie enz.. . bladz. 199. N°. 1615. Refolütie der Heeren Gecommitteerden tot Stads defenfie, van den 22 September 1787', waar by de AnilleryMeester word gelast, aan 't Genootfchap alle gerequireerd wordende Ammunitie vit te langen. » bladz. 199. * 1616. Refolütie der Heeren Gecommitteerden töt Stads defenfie van den 25 September 1787, waar by van de Officieren der Burgery en van het Genootfchap wordt gerequireerd, hun conform Refolütie van den 14 Juny 1787, omtrent het ontvangen en pareeren der orders, te gedragen. ■. » -. ■. •. i . bladz. 200. -. 1617. Declaratoir van het Genootfchap te Groningen, onder de zinfpreuk: voor onze duurfte Panden, den 27 i September 1787 , aan Burgemeesteren en Raad gedaan, k v .....i. bladz. 200. : - - • 1618. Refolütie van Burgemeesteren en Raad in Gronin* gen, van den 28 September 1787, waar by de Commisfie van Stads defenfie wordt vernietigd. . . . bladz. 202. >- ■ . 1619. Refolütie van Burgemeesteren en Raad in Groningen, van den 5 Oiïober I8 7, waar by het Genootfchap Wamoesfeniers buiten de Heere-Poort wordt vernietigd. '. •. •. biadz. 204. F 1Ö20. Refolütie van Burgemeesteren en Raad in Groningen, van den 5 Oüober 1787, waar by het gewettigd Genootfchap van Wapenhandel, onder de zinfpreuk: voor onze duurfte Panden^ wordt vernietigd, en gelast hun geveer en wapenen, midsgaders hunne exorbitante ammunitie "tan oorlog ; over te .geven. 1 1 » bladz. 205;  Dti STUKKEN.- XV N'. 1621. Refolütie der Heeren Burgemeesteren en Raad in Groningen, van den 5 Oiïober 1787, waar by wordt verJlaan liet Buskruid, 't welk in 't Stads Magazyn wordt bevonden , na een der Provinciaale Magazynen te doen overbrengen, en dat van 't Genootfchap te betaalen. bladz. 207. - 1 1622. Lyst van Kanon en Ammunitie, door de Heeren Gecommitteerden van Burgemeesteren en Raad den 9 Ottob. 1787, ten overftaan van de Officiers van 't vernietigd Genootfchap , in derzelver Arfenaal bevonden. . bladz. 208. «— 1623. Refolütie van Burgemeesteren en Raad in Groningen van den 24 April 1788, waar by goedgevonden, de fcherpe Patroonen, volgens Refolütie van den 23 September 1786 aan de Burgery geëxtradeerd, weder op te doen haaien, en in 't Sads Magazyn te doen overbrengen, bl. 213. ■■■ 1624. Refolütie van de Stads Rekenkamer, van den 7 Ju?iy 1788, om de 4 Vaandels van 't Burgerlyke Regiment enz. van 't zelve op te vorderen, en in 't Stads Magazyn te doen bewaaren . bladz. 214. 1625. Refolütie van Burgemeesteren en Raad in Groningen, van den 12 Juny 1788, om de equipagie van den Tamboer-Majoor van het gewezene Exercitie-Genootfchap weder uit te langen bladz. 215. — 1626. Wacht-ordening des Burgerlyken Regiments binnen Groningen, den 26 January 1789, by Burgemeesteren en Raad op nieuws gearresteerd. . , bladz. 215. »■ ■". 1 1627. Twee Brieven; de eene van den Franfcben Minis> ter Lambert, en de andere van den Heer vanHoey, Gedeputeerde der Hollandfche Vluchtelingen, betreffende de omftandigheden der laatstgemelden, en de handelwyze die het Ministerie omtrent deztlven houdt. « . bladz. 231.  REGISTËÊ N*. 1628. Sententie van den Hove van Friesland, gepronuritieerd tegens Jurrien Tüinema , Burger Hopman te Frane"ker, Gedetineerden op het Blokhuis te Leeuwarden. In dato den 18 December 1789. . . . bladz. 237* * 1629. Misfive van het Collegie ter Admiraliteit te Am- Jleldam, aan Hun Hoog Mogenden de Heeren StaatenGeneraai der Vereenigde Nederlanden , over het weigeren van Jommige Provinciën om de geconfienteerde Petitiën te betaalen . Éfc, In dato den 30 Maart 1787. . . bladz. 245. e. 1630. Misfive van het zelfde Collegie aan Hun Ed. Gr* Mogenden de Heeren Staaten van Holland, over het zelfde onderwerp. In dato den 30 Maart 1787. . bladz. 249. .. 1631. Benoeming der Gecommitteerden tot het onderzoeken van den behoorleken Volks-invloed &c. Gefchied op den 30 Maart 1787. ■. . . . bladz. 250» ,- 1632. Addres van Collonel en 117 Burger Officieren , benevens door een groot aantal Burgers geteekend, aandeEd. 'Groot Achtb. Heeren Burgemeesterên en zes- en- dertigRaaden der Stad Amfieldam; waar by verzoeken: dat de Raaden Hendrik Muilman, Cornelis Munter en Franc, van der Goes , uitgemaakt hebbende de meerderheid der Stads Deputatie ter dagvaard, om redenen by de Requeste gededuceerd, illico, immers ten allerfpoedigfien , mogen worden gerappelleerd &c. . . . bladz. 253. j,■ 1633. Extratt uit de Refolutien van de Vroedfchap der Stad Amfieldam, waar hy word goedgevonden en verftaan, de Heeren Gedeputeerden ter Dagvaart, Muilman, Mun. ter en van der Goes te rappelleeren, en te disavoueeren het gehouden gedrag dier Heeren ter Staatsvergadering £ƒ<:. In dato den 3 April 1787- • . - bladz. 258.  s ï i stukken. XVlf K». 1634. ËxtraS uit de Refulutien van de Heeren Staaten vm Holland, behelzende Contra-Aanteekening van zeven Steden, tegens het Declaratoir van negen Steden, betrekkelyk het benoemen van Gecommitteerden tot het onderzoeken van tenen behoorleken Volks-invloed &c. In dato den 6 April 1787. ..... . . bladz. 262. ■ -■ ■ 1635. Aanteekening van de Raaden in de Vroedfchap te Amfieldam, Muilman, Munter en van der Goes, tegens de Vroedfchaps-Refelutie van den zden Apriljongst' leden; benevens de daar by gevoegde Misfive. In dato den 14 April 1787. . . • » • bladz. 260"» * 1636. Aanteekening, op den 16 April 1787 door eenige Raaden in de Vroedfchap der Stad Amfieldam, in de Notu • len van den Achtbaaren Raade gedaan infereeren, tegens dê Refolütie by de meerderheid der prcefente Leden op den iden dezer genomen; met welken zoo de Raad d'Orville opdeit zijlen April, nevens de Raaden Huydecoper van Maars» feveen , Geelvikck en Alewyn van Mynden op den 2$fien April zich hebben vereenigd. . . bladz. 281. w 1637. Reqaest van Burgers en Inwooners van Amfieldam, aan den Grooten Bnrger-Krygsraad van die Stad, waar iii " onder anderen verzoeken, dat de vier Collonellen, welke zich aan het Hof van Holland hebben geaddresfeerd, mogen worden gedimitteerd. In dato den 16 April 1787. bladz. 289. >' 1638. Request van eenige Burgers van Gorinchem, aan de Ed. Groot Achtb. Heeren, Drosfaard, Burgemeesterenen Vroedfchap van die Stad, op den 16 April 1 787 ingeleverdt behelzende verzoek dat ie Heer van der Does, om re* denen ten Requeste gemeld, niet gelieven te brengen op dê Nominatie tot vervulling van de vacante plaats 'van Raad in de Vroedfchap dezer Stad. . . . bladz. 299.  XVIII REGISTER enz. 1639. Acïe van Qualificatie voor Geconftitueerdens uit de Burgery der Stad Amfieldam. In dato den 19 April 1787. ..... • , . bladz. 300. —11 ■' 1640. Mondelyke Foordracht van dertien Leden der Vroedfchap te Amfieldam, op den 19 April 1787 in Burgemeesters kamer gedaan, en vervolgens in gefchrifte o« ver gegeven, over de kopende geruchten, om het Cordon, langs de grenzen van Holland geformeerd, op te breken, enz. bladz, 302. '-■ 1641. Aanfpraak, naderhand in gefchrifte overgegeven, van Hoofd-Officieren en Leden van den Groeten Krygsraad der Stad Amfieldam enz., aan de Edele Groot Achtbaan Heeren van de Vroedfchap dier Stad; waar by verklaaren: dat zy de negen Raaden in het Addres genoemd, om de aldaar aangevoerde redenen, voor geen Raaden der Stad Amfieldam meer houden; en dienvolgens infleeren: dat derzelver plaatzen, als door deze tusfchenkomst der Burgerye open gevallen zynde, onverminderd de Privilegiën der Stad, ofte het recht der Burgerye in het toekomende, doer den Achtbaaren Raad ten allerfpoedigfien, met zoo veele braave, en by de Burgerye vertrouwde Burgers , mogen worden aangevuld &c., benevens de Refolütie dotr de Vroedfchap daar op genomen. In dato den 21 April 1787. . , , bladz. 305, ■<■ 1642. Refolütie van Hun Hoog Mogenden, waar by een nader Plan tot verbetering van de Diretlie by de OostIndifche Compagnie wordt gearresteerd. In dato den 21 April 1787. . . t , , bladz. 311» VER.  VERZAMELING v a N placaaten , resolutien en andere authentyke stukken enz. betrek- king hebbende tot de gewigtige gebeurtenissen, in de maand September 1787, bevooren en vervolgens, in de republiek der vereenigde nederlanden VOORGEVALLEN. Stukken, betrekkelyk de Provincie Stad en Lande. 'tï°. 1544- Refolufie der Edele Mo^. Heeren Staaten van Stad en Lande , vim den n Maart 1783, omtrent het onderzoek wegens het niet uitlopen van 's hands Schepen naar Brest. . Gedelibereerd zynde over het Rapport van.de Heeren Gecommitteerden tot de zaaken van de Ad,miraliteiten,. in dato -den loden dezer i omtrent het onderzoek wegens het niet uitlopen .van 's Lauds Schepen haar Brest; luidende als volgt: XX. Deel. k ftöfc  a Verzameling van Stukken betrelkelyk m Rapport van de Heeren Gecommitteerden tot de zaaken van de Admiraliteiten. Edele Mogende Heeren! By Refolütie, van dea i4den February jongstleden, in onze handen zynde gefield de Refolütie van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, van dea 7den daar te vooren, waar by van advis zyn, dat niet naar den voorflag by het Rapport, den 6den January ter Vergadennge van Hun Hoog Mogenden ingebracht, en waar by het onderzoek der redenen en oirzaaken van het niet executeeren der ordres, tot het afzenden van tien Oorlog-Schepen naar Brest, aan de respective Admiraliteiten, waar onder de gemelde Schepen , daar toe gelast, respective behooren, is gewezen, maar om redenen dat de respettive Admiraliteits-Collegien, zoo als voorgegeven wordt, in gebreke zouden zyn geweest de noodige voorzieninge aan die Schepen te bezorgen, en dus daar op onderzoek moet worden gedaan, dezelve in dezen niet als Con/iliarii Princiyts kunnen fungeeren, en dat even daarom hebben goedgevonden de zaak ter Generaliteit daar heenea te dirigeeren , dat eene afzonderlyke Commisfie van wege Hun Hoog Mogenden moge worden gedecerneerd, om die zaaken naauwkenrig en fpoedig te examineeren, en van de fchuldig bevondene te rapporteeren, om door den Competenten Rechter onmiddelyk, en zonder tusfehenkomfte van eenig ander examen , tegens de fchuldigen te doen procedeeren, zoo als in goede Juftitie bevonden zal worden te behooren; hebben de Heeren UEd.Mogenden Gecommitteerden de eere te rapporteeren: dat, om deredenen boven opgegeven, van oirdeel zouden zyn , dat de Gedeputeerden van deze Provincie, ter Vergaderinge van Hun Hoog Mogenden , behoorden gelast te worden, zich met de ingebrag. te Refolütie van Hun Ed. Groot Mogenden defiee- rea  dl Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen* 3 ren Staaten van Holland, in opzichte tot het Rapport , den 6den January jongstleden ter Generaliteit over deze zaake ingebracht, te confor» meeren. Aldus gedaan in het Provincie-Huis op Maandag den 10 Maart Ï783. Hebben de Heeren Staaten van Stad en Landezich met het uitgebrachte Rapport geconformeerd, wordendede beide Syndiken, benevens de Sècre. taris van de Provincie, ge^mthorifeerd, dezen te verzenden, zonder refumtie af te wachten. N°. 1545. Refolütie der Ed. Mogende Heeren Statten van Stad en Lande, van den 27 OStober 1783, nopens het niet executeeren der ordres tot het verzenden van tien Oorlog-Schepen naar Brest. Gedelibereerd zynde over het Rapport van dé Heeren Gecommitteerden tot de Petitiën van de Raaden van Staate, en dezer Provincie Finan'ces tan den löden dezer, nopens het niet executeeren der ordres tot het verzenden van tien Oorlog. Schepen naar Brest} luidende als volgt: Rapport der Heeren Gecon'mï'tteèrden vot de Petitiën van de Raad vari Staate en dezer Provincie FinaHces-6 Edele Mogende Heeren! By Refolütie Commisforiaal van den 3iften Aii» gustus laatstleden , in onze handen zynde gefield het Rapport van den iften fuly beVoorens ter Vergadering van Hun Hoog Mogenden uitgebracht» raakende de vilipendeniie der ordres tót 't zenden van tien Oorlog Schepen naar Brest; önder voorgeven , dat de Schepen; daar töe gedestiüeerd * vari  4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot het noodige niet waren voorzien, hebben de Hee« ren U Ed. Mogenden Gecommitteerden de eer te informeeren , dat gemelde Rapport zich refereert, en dienen zal tot voldoening cener Refolütie, van den 4den April dezes jaars , waar by door Hun Boog Mogenden aan de Heeren Gedeputeerden toe de zaaken van de Zee-Commisfie ware opgedragen, fpeciaal om te onderzoeken, in de eerfte plaats, of het gebrek cp 's Lands Schepen, by de Zee-OfHcieren geallegeerd, reëel heeft plaats gehad, dan wel alleenlyk geprcetexeerd is geworden, om de ordres van Hun Hoog Mogenden elufoir te raaaken ; en byaldien bevonden mogte worden , dat zoodaanig gebrek reëel heeft plaats gehad, als dan in de tweede plaats te indageeren, door wie zulks veroirzaakt zoude mogen zyn, zynde het oogmerk van Hun Hoog Mogenden, naar inhoud dier Refolütie , om naar zoodaanig volledig onderzoek , en daar van bekomen Rapport, door den Competenten Rechter onmiddelyk, en zonder tusfchenkomst van cenig ander examen, tegens de fchuldigen te doen' procedeeren , zoo als in goede Juftitie bevonden zal worden te behooren; dan dat den Heeren U Ed. Mogenden Gecommitteerden is voorgekomen , dar, ean de Refolütie Commisforiaal door het voorgeroerde Rapport van den iflen July jonstleden niet voldaan is geworden , terwyl door de benoemde Heeren Gedeputeerden daar in flechts word voorgedragen: ,, dat van de Admiraliteit op de Maze, te Amfieldam, en in Zeeland, als hierin alleen ,, geconcerteerd, hadden gerequireerd derzelver ,, berichten, omtrent al het gene, deze materiebe,, treffende , ter haarer kennis was gekomen, en tot derzelver volkomene Juflificatie zoude kun„ nen dienen: dat voorfchreven berichten fucces,, fivelyk ingekomen zynde, zy dezelve naauw„ keurig hadden geëxamineerd , en niet hadden kunnen vinden, dat een van gemelde Collegien , „ in het gen van hun cepartement is,nalatig zou,, de zyn geweest, en dus geene bedenkelykheid over-  'de Gebeurtenis/en'in 1787 enz. voorgevallen. 5 overbleef, om gemelde Collegien in dezen ten 3, vollen te justificeeren: dat het verder onder„ zoek van deze zaak, ten reguarde van de daar, s» by geconcerneerde Officieren, een Object van' 3, de ordinaris Juftitie zynde, niet gefchikt fcheen om door haar Heeren Gedeputeerden te worden 3, verhandeld en afgedaan, en dies wegens in be„ denking moesten geven, of Hun Hoog Mogen. s, den niet zouden behooren goed te vinden, de voorfchreven zaak te renvoyeeren aan de ges, noemde Collegien ter Admiraliteit, onder welke 3, gehooren de Officieren, daar by geconcerneerd, om na examinatie der ftükken en papieren, tot „ deze zaak relatie hebbende, en na volledige in„ formatie op alles te hebben ingenomen, daar in 3, te cognoseeeren en recht te doen, zoo als in 3, goede Juftitie zal bevonden worden te behoo„ ren ; aan Hun Hoog Mogenden te zyner tyd „ kennis gevende van het gene, door haar, daar ,, in zal zyn gedaan en verricht". Uit de bloote leéture van welk Rapport het zich terftond manifesteert, dat de Heeren Gedeputeerden, in deuitoeiFening der aan hen opgedragene Commisfie, geheel uit hec oog hebben verloren die poinöen., welke fpeciaal aan haar ter onderzoek waren gecommitteerd , naardien geene de minfte melding maaken van haare bevinding, of' het geallegeerde gebrek op 's Lands Schepen reëel heeft plaats gehad, dan alleen geprstexeerd is geworden, om de ontvangene ordres elufoir te maaken, het welk nogthans als het eerfte en esfentieelfte poinct, om tot verdere indagatie en ftrafoefFening tegens de befchuldigden te kunnen procedeeren, door de respective Bondgenooten is geconfidereerd, en daarom fpeciaal tot een naauwkeurig onderzoek by voorfchreven Refolütie van den 3ien April dezes jaars gefteld was geworden, welke Refolütie door de gefamentlyke Bondgenooten, na r.yp overleg, genomen zynde, behoorde daar aan niet, dan met éênpaarige bewilliging van alle de Provinciën, in A 3 het  9. Verzameling van Stukken letnkkelyk tot het minfte te worden geluxeerdjen naardien 0166^ f;emelde Rapport wordende geaggreë„rd, de Refoutie Commisforiaal, waar toe het zelve zich refereert, geen het minfte effvcl zoude forteeren, vinden de Heeren U Ed. Mogenden Gecommitteerden, zich verplicht te advifeeren- dat de Heeren U Ed» Mog. Gedeputeerden ter Vergadering van Hun Hoog Mog. behoorden te worden geauthorifeerd, om te infteeren: dat, tot voldaad van voorfchreven Refolütie Commisforiaal, op de poinöe.n daar in zoo duidelyk vervat, door de gedecreteerde Con> mnfic naauwkeurig worde geir.quireerd.op dateindelyk in zulk een eclatante en notoire vilipendentie der ordres, door zyne Doorluchtige Hoogheid, als AdmiraaUGeneraal, uit naam van den Souvereinjafgegeven, de vinditïa Publica, ter handhaaving van het hoog gezach dezer Landen, conform de verklaarde welmeening der Bondgenooten,, raar behooren. en zoo als het gewicht der zaake vordert, moge worden uitgeoeffend , en daar door geprsevenieerd , dat de ordres van zyne Doorluchtige Hoogheid inkomftig niet weder fan diergelyke infultes worden geëxponeerd. Aldus gedaan den 16 Oftober 1783. Hebben de Heeren Staaten van Stad en Lande zich met het uitgebrachte Rapport geconformeerd,. en de beide Syndiken, benevens den Secretaris van de Provincie, geauthorifeerd, deze Refolütie te verzenden, zonder nadere refumtie af te wachten. $1°. 1546, Refolütie der Ed. Mogende Heeren Staaten van Stad en Lande, van den 6 Nov. 1783» nopens het doen cesfeertn van den Hoogen 'Krygsraad. Gedelibereerd zynde over het Rapport van de S?e«ft Gecommitteerden tot dezer Provincie Fi. nan,'  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, j uances van den 3often Oftober jongstleden, nopens het cesfeeren van den hoogen Krygsraad; luidende als volgt: Rapport van de Heeren Gecommitteerden tot de Petitiën van de Raaden van Staate en dezer Provincie Finances. Edele Mogende Heeren! Ter voldoening aaa de Refolütie Commisforiaal van den 3iften May dezes jaars, om te onderzoeken de Refolütie van de Ridderfchap en Steden, de Staaten van Overysfel, va;j den & April-, den I4den daar aan volgende ter Vergadering vaa Hun Hoog Mogenden ingediend, in bedenking gevende, den hoogen Krygsraad, zoo ais dezelve zien thans gefitueerd vind, te doen cesfeeren, en dat voordel by de gefamentlyke Bondgenooten grootendeels zynde Commisforiaal gemaakt, hebben de Heeren U Ed. Mogende Gecommitteerden de eere te rapporteeren, dat U Ed Mogenden daar toe mede behoorden te concurreeren, en de Heeren Gedeputeerden ter Generaliteit geauthorifeerd te worden, daar van ter Vergadering van Hun Hoog Mogenden kennisfe te geven, en tefFeus te declareeren, datU Ed. Mogenden in fetieufe bedenking geven, op wat wyze voor de Papieren en opgebrachte Penningen, ter gelegenheid van de fubfistentie van den hoogen Krygsraad, in haare handen gefield, of onder de Ministers berustende, ten meesten dienfle van diens recht hebbende, of Creditoren van Officieren van dezen Staat, voortaan zal worden gehandeld, op dat geene particuliere Ingezetenen door deze affchaffinge eenig nadeel worde toegebracht; maar een iegelyk het zyne naar rechten moge erlangen. Aldus gedaan in het Provincie-Huis, op Donderdag den 30 O&ober 1783. A 4 Heb-  i Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Hebben de Heeren Staaten van Stad en Lande zich met het uitgebrachte Rapport geconformeerd, ên de Ministers geauthorifeerd deze Rr-folutje te yerzenden, zonder nader refumtie. af te wachten. N°. 1547. Refolütie der Ed. Mogende Heeren Staaten van Stad en Lande , van den 17 December 1783 , over het Generalüeits Rapport van den 22jïen Otïober jongstleden-, nopens 't niet uitvoe. ren der ordres tot het uitlopen van 10 Schepen naar Breit. ' By Refumtie.gedelibereerd zynde over het Rap- Sort, den 2iften O&ober jongstleden ter Vergaèringevan Hun Hoog Mogenden ingebracht, om de zaak, wegens het uiet uitvoeren der ordres tot het uitlopen van 10 Schepen naar Bïest, in een byzondère Commisiie'te doen onderzoeken, hebben de Heeren Staaten van Stad en Lande, inaaimerkinge der inclinatie van de overige Bondgenöoten, qm , conform het Concilietoir Rapport' van den sbften jongstleden, deze zaak te doen onderzoeker , de. Heeren Gedeputeerden ter Vergaderinge van Hun Hoog Mogenden wegens deze Provincie geauthorifeerd, zich met het voorfchreven Ranport te conformeeren.  di. Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, £ Stukken betrekkelyk het buiten effect ftellen van eenige Reglementen , Ordonnantiën enz. van zyne Doorl, Hoogheid, door de Heeren Staaten , lopende van N°. J54S. tot m. 1572. ingefloten. N°» T 548. Publicatie van Luitenant en Hoofdmannen '" van de Hooge Juftitie-Kamer van Stad Groningen en Ommelanden, van den 18 December t7 83, fommeertnde de Ingelanden onder Winfn'-ner- enSsli iphalfter-Zylveen de executie van het Reglement van zyne Doorluchtige Hoogheid, van den 25 May 1783, «ver de ZyU vester zaaken. Edele Mogende Heeren! Doordien wy op onze Vergaderinge vaa den suften dezer het door U Ed. Mogenden geëma- neer-  Verzameling'van Stukken betrekkelyk~M neerde Plakaat vaa den rSden December, met he* Reglement van zyne Doorluchtige Hoogheid, van «n «5 May 1783, omtrent de Zylvester zaaken in de Ommelanden, met den aankleve van dien, tot een Objecl van onze deliberatien r«bber» gemaakt, geven wy daar van by dezen kenrifcfeCïan U Ed. Mogenden, verwachtende dat U Ed. Mogenden de executie van gemelde Reglement, met den aankleve van dien , in furcheance zullen hou. den, en, geduurende onze deliberatien, alles in Jtatu quo zullen laten verblyven. Waar mede, Edele Mogende Heeren! *ry U Ed. Mogenden bevelen in de protectie des Allerhoogflen. Groningen den U Ed. Mogenden goede 82 January 1784. Frienden, De Staaten van Stad en Lande. £ïn. 1551. Misfive van Luitenant m Hoofdmannen^ aan de Heeren StaaUn,van den n January 1784, dat aan de verwachting van Hun E t. Mogenden, vervat in de Misfive van den iiflm dezer, zullen voldoen. Edele Mogen-de Heeren! Wy hebben wel ontvangen Uwer Edele Mogenden Misfive, van den 22fien dezer, waar by ons kennis word gegeven, dat U Ed. Mogenden.^ op Hoogstderzelver Vergadering van daags bevoorens, het door ons geëmaneerd Plakaat van den i8den December jongstleden , met het Reglement van zyne Doorhjchugfte Hoogheid, van den 25fr.cn May daar te vooren, omtrent de Zylvester zaakea ia  # de GibeurtèMsfen in 17S7 enz. voorgevallen. 13 Éi de Ommelanden, met den aankleve van dien, hadden gemaakt tot een Object van Hoogstderzelver deliberatien; verwachtende over zulks, dat wy de executie van gemelde Reglement, met den aan. kleve van dien, in furcheance zullen houden, en geduurende die deliberatien, alles inJiatu quo laten verblyven» In antwoord op welke Misfive wy niet hebben willen afzyn U Ed. Mogenden eerbiedig te refcribeeren,dat wy niet zullen nalaten aan de verwachting van U Ed. Mogenden te voldoen,en midsdien de executie van meergemelde Reglement, met den aankleve van dien, in furcheance zullen houden, en, geduurende die deliberatien in Jtatu quo laten verblyven. Waar mede, na U Ed. Mogenden in de befcherming des Allerhoogften te hebben aanbevolen, wj de eer hebben ons te teekenen. Edele Mogende Heeren'. Uwer i£d. Mogcudcns DienstJ willigen, f Groningen Luitenant en Hoofdmannen van datie-brieven zullen doen geworden; waar mede, Edele Mogende Heeren'- wy U Ed. Mogenden bevelen in de protectie des Allerhoogften. U Edele Mogenden goede Groningen Vrienden, ^CD IiT8dêUStUS ^e Staaten van Stad en ' Lande. h°. 1556. Refolütie der Heeren Staaten van Stad en Lande, van den 19 Augustus 178+, waar by de Zylvester Reglementen, met den aankleve van dien, buiten effe£t werden gefield. De Heeren Staaten van Stad en Lande gehoord hebbeDde het Rapport der Heeren Gecommitteerden tot dezer Provincie Finances , in dato den 24ften July laatstleden, welke, ingevolge en ter voldoenioge aan de Refolütie Commisforiaal van den 21 January 1784, naauwkeurig hadden geëxamineerd het Reglement van zyne Hoogheid den Heere Prinfe Erf-Stadhouder, nopens de Zylvester zaaken in de Ommelanden, in dato den 25 May 1783» by Publicatie van de Heeren Luitenant en Hoofdmannen van de hooge Juftirie-Kamer van den 38 December 17P3 bekend gemaakt, hebben verklaard, dat het Reglement van zyne Doorluchtige Hoogheid, van den 25 May 1783, met den aankleve van dien, als mede de Reglementen van wylen haare Koninglyke Hoogheid, glor. mem., van den 18 Augustus 1755, benevens de verdere Plakaaren ,opzichtelyk de Zylvester zaaken in de Ommelanden , als zonder voorkennis en confent der Heeren Staaten gearresteerd , tegens het Reglement Reformatoir van den wj November 1749 inlopende, en zeer bezwaarend voor de goede Jnge- ze-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 19 zeteaen bevonden, niet kunnen bly ven vigeeren, en, ten gevolge van zulks, mids dezen buiten ef« fedt gefield, wordende de Heeren Gecommitteerden tot dezer Provincie Finances verzocht en gecommitteerd , om inwendig den tyd van drie maanden een nieuw Reglement over de Zylvester zaa» ken in dé Ommelanden te concipieeren , daar by in het oog houdende her gemelde Reglement Refbrmatoir, het gemeene welzyn, de goede onderhouding van alles , en het minfte bezwaar der goede Ingezetenen , zullende niet te min inmiddels, óm moveerende redenen by proviüe, en ter tyd dien aangaande nader zal zyn gedisponeerd, werden achtervolgt de Reglementen van wyleö haare Koninglyke Hoogheid, gl. mem., van den 18 Augustus 1755, benevens het Plakaat van zyne Doorluchtige Hoogheid van den 27 Miart 1769, zoó verre daar by i? bepaald, dat de Schouwbreüken in de Zylvester Casfa zullen weerden ingebrag1-} èn zal van deze Refolmie door gemelde Heereu Gecommitteerden by Misflve, op naam van de, Hee» Jen Staaten, in gepaste termen aaa zyne Dooruchtige Hoogheid kennis worden gegeven ; met verzoek: om, wa'"" eer zyn Hoogheid over het ont'worp'ene Reglement; eenige conflderatien rriogte heb" ben te furpedic eren, deze;ve, hoe eerder zoo beter aan Hun Ed. Mogenden te cornmunieëeren ï, gelyk mede de H ,".jren Luitenant, en Hoofdmanneri van de hooge Juflïtie-Kamer dezer Provincie, met overzending van Extract, dezes, zal worden aan ge» Jchreven, om de aan hun geëxhibeerde jfundatiebrieven, binnen den tyd van veertien dageri aari de Heeren Gecommitteerden rot dezer Provincie Ficances té doen geworden 5 en worden voorts dë meergemelde Heeren Gecommitteerden tót de Finances mede Verzocht en gecommitteerd i orn teji ïpoedigften te onderzoeken, of, eb welke.Rëgle« menten, P'akaaten óf Ordres, by genoemde bod. ge Juftitie Kamer vigeeren, en ssönder voorkennis B 2 ea  '■" -r-ameling flfl Stuiken betrekkelyk tot en confent der ffeeren Staaten zyn gearresteerd , dienende Hun Ed. Mogenden daar omtrent van derzeiver confideratien en advis. N5'. 1557. Misfive van Luitenant en Hoofdmannen, aan de Heeren Staaten, van den 2 Septemb. 1784, over de exhibitie van de by Hun Ed. Mogenden gerequireerde Fundatie-brieven. Edele Mogende Heeren! By ons op den 2iften der voorige maand ontvangen zynde Uwer Ed. Mogenden Misfive, ter geleide van Hoogstderzelver Refolütie, beide in dato den 19 Augustus 1784, houdende Uwer Edele Mogendens dispofitie, opzichtelyk de gearresteerde Reglementen en Plakaaten van wylen haare KoHinglyke Hoogheid, glor. mem., van .den 18 Augustus 1755, en van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prinfe Erf-Stadhouder, in dato den 25 May 1783, met betrekking tot de Zylvester zaaken in de Ommelanden; daar by verders requireeïende, om de aan ons geëxhibeerde fundatie-brieven, binnen den tyd van 14 dagen aan de Heeren Gecommitteerden tot dezer Provincie Finances, ten fine in hoogstgemelde Refolütie vervat, te doen geworden; zoo nemen wy de vryheid, U Edele Mogenden dien aangaande eerbiedig voor te dragen : dat de hooge Juftitie-Kamer door zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prinfe Erf-Stadhouder, glor. mem., by Misfive van den 9 Maart 1751 fpeciaal zynde geauthorifeerd,om de Zylvesteryen en Dykrechten by Publicatie in Hoogstdeszelfs naam te gelasten, om binnen eenen bepaalden tyd eer Secretarie van den Hove Provinciaal te produceeren copien authenticq van alle fundatie-brieven, oude costumerjj midsgaders ordonnantiën en dispa-  de Gebéurtenisfen in 1707 enz. voorgevaren. 21 pofttien, naar welke, in gevolge het 2ofle Artikel van het Reglement Reformatoir, van den 27 November 1749, de Schepperyen, Zyl- en Dykrechten, door zyne Doorluchtige Hoogheid, glor. mem., zouden worden ingericht, op den 12 Maart 1751 in naam van hooggedachte zyne Doorluchtige Hoogheid, heeft geëmaneerd eene Publicatie, waar by alle Zylvestenyen en Dykrechten in de Om. melanden wierden gelast , om binnen de tyd vaa drie maanden de voorfchreven eopien authenticq ter Secretarie van de hooge Juftitie. Kamer te pro duceeren: dat vervolgens aan den inhoud van de*e Publicatie door de Schepperyen,Zyl- en Dykrechten, zynde voldaan, alle deze geproduceerde co. pien authenticq van de fundatie-brieven enz.,tegelyk met de door de respective Schepperen geformeerde Project-Reglementen, opzichtelyk de beheeringe van de Zylvester zaaken, op den 1 Juny 1754,aan haare Koninglyke Hoogheid,glor.mem., ter voldoeninge aan Hoogstderzelver requifitie, in dato den 17 July 1752, door de hooge Juflitie-Kamer zyn verzonden : dat alle deze ftukken ter Secretarie van zyne Doorluchtige Hoogheid zyn verbleven, tot dat dezelve, op den 23 January 1767, aan 's Hoves Gecommitteerden onder recepisfe zyn overhandigd, om wederom ter gemelde Secretarie te worden bezorgd, na dat van dezelve by het opmaakender Schouw-Register», het noodige gebruik zoude zyn gemaakt, gelyk ook eenige dier ftukken thans wederom onder zyDe Doorluchtige Hoogheid of Hoogstdeszelfs Gecommitteerden zya berustende. Wy hebben obs verplicht geacht dit onder het oog van U Ed. Mogenden te moeten brengen, ten einde Hoogstdezelven daar uit zouden kunnen vernemen, dat alle deze copieele geproduceerde Fundatie-brieven niet zyn Chartres, eigentlyk gehoorig ter Secretarie van de hooge Juftitie-J£amer, maar dat dezelve, als door zyne Doorluchtige Hoogheid aaa den Hove toevertrouwde ftukken, thans B 3 tet  2a Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ter Secretarie vaD de hooge Juftitie K^mer worden bevonden. Wy zullen dieshalven hier omtrent de welmeeninge van U Ed. Mogenden inwachten , vertrotiwende dat. in geval U Ed Mogend. « mogten goedvinden als nog ons -en Staaten van Stad tn Lande, aan Luitenant en Hoofdmannen, van den 22 O&ober 178+, zendende derzelver Refolütie van dien datum. Edele Mogende Heeren! By ons gelezen en overwogen zynde het Rapport, door de Heeren onze Gecommitteerden toe de Petitiën van den Raad van Staatt en dezer Provincie Finances uitgebracht, nope.'js onze welmeeuinge, om ten fpoedigften te ouderzoeken, of en welke Reglementen, Plakaaten of Ordres, by de hooge Juftitie Kamer dezer Provincie vigeeren, en zonder onze voorkennis en confent zyn gearresteerd, ten einde ons vervolgens te dienen van derzelver conöderatien en ad vis, hebben wy goedgevonden daaromtrent nevensgaande Refolütie te nemen, en aan U Ed. MogeDden toe te zendeB,, vertrouwende, dat den inhoud van dien ter bereikirg van ons oogmerk door U Ed Mogenden zal worden achtervolgt. Waarmede, Edele Mogende Heeren! wy U Ed. Mogenden bevelen in de protectie des Allerhoogften. U Edele Mogenden goede Vrienden, De Staaten van Stad ea Lande. N». 1561. Refolütie der Heeren Staaten, van den 22 OUtober 1784, waar by buiten effeé gefield worden eenige Plakaaten van zyne Doorluchtige Hoogheid, het Ampliatie-Reglement van Hoogstdczelve, &c. By refumptie gedelibereerd zynde op het Rapport der Heeren Gecommitteerden, tot dezer Provin-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. %j yincie Finances, nopens eenige Plakaa^en, en een Ampliatie-Reglemenc, en eenige Dispoiuieo, welke by de hooge Juftitie-Kamer vigeeren , zonder voorkennis en confenc der Heeren Staateu; luidende als volgt: Rapport der H.eeren Gecommitteerd den tot dezer Provincie Finances. Edele Mogende Heeren! De Heeren U Ed. Mogenden Gecommitteerden by Refolütie Commisforiaal, in dato der ioden Augustus laatstleden , zynde gecommitteerd : „ om. „ ten fpoedigften te ood rzoeken, of er welke Re„ glementen, Plakaaten of Ordres, by de hooge ,, Juftitie-Kamer van deze Provincie vigeeren, en „ zonder voorkennisfe en confent der Heësen Staa,, ten zyn gearresteerd dienende daaromtrent Hun S) Ed. Mogenden van derzelver confiderengerj", op den 2.7 November 1749 heeft gearresteerd eea 3, Reglement, om te dienen tot een fundamenteele én onverbrekelyke wet, waar naar alle z ia„ ken, zoavan Politie als, Juftitie,daar in vervat, „ voortaan zullen worden beleid en behandeld", teffens gepaard gaande met een In (tractie voor de. hooge Juftitie Kamer in deze Provincie, welke gehouden word als van woorde tot woorde in hec voorfchreven Reglement geinfereerd, referveeren» de zyue Hooghzid, glor. ged.. by het 5de Au. 1  28 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot van het meergemelde Reglement aan zich de expli« catie en interpretatie van bet zelve. Dat, offchoon door het arresteeren van-dit Reglement Reformatoir, wylen zyne Hoogheid Prins Willem de vierde heeft voldaan de volle maate en macht, die aan Hoogstdenzelven voor eens was afgeftaan, en naderhand, door het toezenden van de fuccesüve Ordonnantiën en Reglementen van wylen zyne Doorluchtige Hoogheid, glor. ged., van den 22 January 175,1, midsgaders van wyleo haare Koninglyke Hoogheid, hoogloflyker memorie, van den 2den January 1756, als mede van zy. ne DoorU Hoogheid den tegeDswoordigen Heere Prins Erf-Stadhouder, van den 28 Decemb. 1771, welke alle door de hooge authoriteit en met voorkennis en confent van U Ed. Mog.zyn geëmaneerd, is gekend en erkend, des niet te min aan den Heeren U Ed. Mog. Gecommitteerden zyn voorgekomen. imo. Een Plakaat van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prins Erf-Stadhouder,met Hoogstdeszelfs wapen in capite, op den 12 Aug. 1768 in 's Gravenhage gearresteerd, waar by, met advis, en conform het geproponeerde van Luitenant en Hoofdmannen , by alteratie en ampliatie van hec 33fte Artikel van de Proces-ordre van civiele zaaken in de Ommelanden, van wylen haareKoninglyke Hoogheid, van den 2 January 1756, het ophouden van de zoogenaamde Doemen in de mondelinge Procesfen is bepaald ; 2^0. een Plakaat op naam van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prins ErfStadhouder, midsgaders Luitenant en Hoofdmannen , op den 4 February 1771, met het Provinciewapen aan het hoofd, gepubliceerd en geaffigeerd, houdende alteratie van het 3de en 4de Artikel van vooreDgemelde Inltruclie, voor de hooge JuftitieKamer, van den 23 November 1749, betrekkelyk de vacantie en den tyd , wanneer in de Wintermaanden de Rechtdagen by den Hove zullen aanvangen.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 2c. 3t!o. Een Ampliatie-Reglement, opzichtelyk de manier van procedeeren in civile zaaken, het beleid der Procedures inrevifie, en omtrent het falaris van de Advokaaten voor de hooge Juftitie-Kamer, op den 25 May 1783, door hoogstgemelden Heere Prins Erf-Stadhouder in 's Gravenhage gearresteerd , en alhier by den Provincie-Drukker, met het wapen van de Provincie aan het hoofd 3 gedrukt en gepubliceerd. 4«>. Eene Dispofitie van Luitenant en Hoofdmannen van den ijuly 1783, waar by,op de bekomene goedkeuringe van zyne Hoogheid den Heere Prinfe Erf - Stadhouder,opzichtelyk het Plakaat van den 4 Febr. 1771, hier vooren Artikel 2do vermeld, ee« nige veranderinge betrekkelyk de veertien-daagfche Rechtsdagen word gemaakt. jw. Eene dispofitie van Luitenant en Hoofdmannen, ia dato den 24 Juny 1784, bepaalende, dat by het verzoeken van confirmatie van een mandaat van kosten, teffens de fpecificatie zal worden overgegeven, of anders confirmatie geweigerd , vaa welke en voorige dispofitie de affixie in gefchrifte ter Secretary van den Hove voor Publicatie, tot ieders naricht, word gehouden. Vermids nu de twee aangehaalde Plakaaten,midsgaders het Ampliatie-Reglement en beide dispofitien zonder voorkennis en confent van UEd. Mogenden zyn gearresteerd, gedrukt en gepubliceerd, en boven dien door 't emaneeren van de Plakaaten opzichtelyk de Vacantien en Doemen, offchoon op zich zelf daaromtrent geene confideratien mogten plaats hebben, nogthans is te wege gebracht, dat, met betrekking tot de Vacantien in de eens vastgeftelde Inftruótie voor de hooge Juftitie-Kamer, en nopens de Doemen in het OmmelanderLandrecht, offchoon wylen zyne Doorluchtige Hoogheid Prins Willem de vierde de authoriteit van U Ed. Mogenden daar toe te rechte noodig heeft geoirdeeld, veranderinge is gemaakt, en, betrekkelyk het Am- plia-  •gö Verzameling van Stukken betfekkelyk tot pliatie Reglement, de algemeene uitdrukkingen ira de Prologe vervat, met de fouvereiniteit en macht van U Ed Mogenden niet zyn beftaanbaar. Zouden dt; Heeren U Ed. Mogenden Gecommitteerden van advis zyn, dat meergemelde twee Plakaaten , midsgaders het Ampliatie Reglement en beide Dispofitien, en die verders buiten kennis van U Ed. Mogenden by de hooge Juftitie Kamer etfteeren, en aan de Heeren U Ed. Mogenden Gecommitteerden niet zvn bekend, dienden te worden gefteld buiten effect: dan dat teffens, ter be. tooninge van U Edele Mogenden ernftige begeerte, om alles toe te brengen wat tot r>andhaavinge van de Juftitie, als de voornaamfte zuil waar op de vastigheid der goede Ingezetenen gegrond is, midsgaders tot verkortmge der Procedures, dienen kan, van de Heeren Luitenant en Hoofdmannen, die volgens het ifte Artikel hunner Inftruótie moeten wezen „ in ééd van de Staaten van Stad Gro- ningen en Ommelanden" , en volgens het ide Artikel,, uit raam en van wegens de hooge Over „ righeid dezer Provincie recht en juftitie doen" behoorde te worden gerequireerd, om, wanneer ntf of fchierkomftig eenige confideratien mogten hebben tot betere uitoefferinge van de Juftitie, of het gene daar toe betrekking heeft, dezelve, hoe eerder hoe beter, tt brengen ter kennisfe en deliberatie der Heeren Staa'ec dezer Provincie, ten einde daaromtrent naar behcoren kan worden voorzien; dafc voorts de Heeren Luitenant en Hoofdmannen, naar dezer zaaken gelegentheid. dienden te wórden geauthorifeerd, om van den inhoud dezes, zoover Éoodig is, op de gewoone plarts by de hooge Juftitie-Kamer, notificatie te geVen, tót naricht Van dè litigeerënde Partyen. Hebben de Heeren Staaten van Stadt én Lande zich met het uitgebracht Rapport geconformeerd , eü voorts verftaan,dat de Heeren LuitenaDt en Hoofd, mannen benevens derzelver Ministers, ter voldoeningen  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 31 ge aan hec ifte Artikel hunner Inftru&ie, voortaan by de Hs.eren Staaten dezer Provincie béédigd zul» len worden, JN°. 1562. Confideratien van Luitenant en Hoofdmannen, op de Staats.Refolütie van den 22 OEtober 1784, aan Hun Edele Mogenden by Misfive van den 29 October 1784 toegezonden. Edele Mogende Heeren! Wy hebben op den 25ften O&ober wel öntvani gen cwer Ed. Mogendens Refolütie, in dato den 22 October 1784» by welke de twee Plakaaten van den 12 Augustus 1768 en 4 February 1771, opzichtelyk de zoogenaamde Doemen in de Ommelanden en de Vacantien enz. van den Hove; als ook het Ampliatie - Reglement van zyne Doorluchtige Hoogheid, opzichtelyk de manier van Procedeeren in Civile zaaken: het beleid der Procedures in Revifie, en omtrent het falaris der Advojcaaten voor de hooge Juftitie-Kamer, in dato den 25 May 1783, gelyk mede twee Dispofltien van de hooge Juftitie-Kamer van den 1 July 1783 en van den 24 Juny 1784, breeder in gemelde Refolütie geallegeerd, buiten effeft worden gefteld, vermits die aangehaalde Piakaaten, Reglementen en Dispofltien, zonder voorkennis en confent van TJ Ed. Mogenden waren gearrefteerd, gedrukt en gepubliceerd, en orn de verdere redenen in genoemde Refolutien vervat, voorts Luitenant en Hoofdmannen geauthorifeerd, om van den inhoud, zoo verre noodig, op de gewTjone plaats, by dé hooge Juftitie-Kamer Notificatie te geven, töt naricht van de ligiteerende Partyen: en daar by overwogen zynde, dat het UEd. Mogenden teffens behaagd heeft, ter betooninge van Hoogstderzelver «rnftige begeerte, om alles toe te brengen, wat to:  3« Verzameling van Stukken betrekkelyk m tot handhaavmge van de Juftitie , als de voornaamfte zuiH waar bp de vastigheid van den Staat, en de veiligheid der goede Ingezetenen gegrond is, mitsgaders tot verkortinge der Procedures die5Qen kan, van ons, naar inhoud onzer Inftructie, te requireeren, om, wanneer nu of fchierkomftig eenige confidêratieh mogten hebben tot betere uitoefening van de Juftitie, dezelve, zoo eerder zoo beter, te brengen ter kennisfe en deliberatie van U Ed. Mogenden. Daar wy dan begrypen, dat eene prompte uit-" oefFening van de Juftitie voornaamelyk zal afhangen van het behoud van fommige dezer buiten effect geftelde Reglementen, zoo zouden wy ons zeiven verantwoordelyk {tellen, byaldicn wy Biet, in een zaak van zoo veel gewicht, ten fpoedigften onze confideratien ter deliberatie van U Ed. Mogenden inbrachten, en wel voor dat van den inhoud Uwer Ed. Mogendens Refolütie, met betrekking tot de Ampliatie - Reglementen, aan de litigeereDde Partyen .notificatie wierde gegeven. , Het is dus de zucht alleen, om op eëDe fpoedige en min kostbaare wyze de Juftitie. te mogen uitoeffenen, die ons aanfpoort U Ed. Mogenden, opzichtelyk den inhoud der Ampliatie-Reglementen, eerbiedig onder het oog te brengen. Dat, hoe zeer ook Luitenant en Hoofdmannen, op het verzoek en authorifatie van wylen zyné Doorluchtige Hoogheid Willem den vierden, by liet proje&eeren van de in den jaare 1751 gearrefteerde Proces-orders, bedagt zyn geweest op jniddelen tot affnyding van alle noodelooze trai3oisfementen4 en tot vermindering dér kosten, deze Reglementen nogthans zoo niet hebben kunnen worden geformeerd, dat 'er niet in fommigé gedeeltens eenige verandering zoude noodig bevonden worden; de ondervinding althans heeft geleerd, dat men, opzichtelyk het beleiden der Procedures aan de Rolle, niet genoegzaam voorzien was geworden van middelen, Waar door Lüi-  'is Gebeurtenis/en in 1787 tnx. voorgevallen, 33 -tenant en Hoofdmannen in ftaat gefteld waren, om conform de Proces-orders, de voorkomende zaaken te doen inftrueeren, en . op een ipoedige wvze ten. uiteinde toe te doen vervolgen- ^ 'Zoo dra dieshalven zyne Doorluchtige Koogheid na dat bv Hoogstdenzelven dienaangaande door Hun Ed. Mogenden Heeren Burgemeesteren en Raad eene bezending was gefchied , m den ]aavP TT7-3 by monde Luitenant en Hoofdmannen verzogt hadde, op te geven eenige middelen per verbetering van de adminiftratie van de Juftitie, zoo hebben dezelve op dien tyd, en wederom in den jaare i?75 en 1779. aan Hoogstgemelden Heere Erf-Stadhouder aangewezen eenige middelen, waar door de zaaken* voor .deze lafel aanhangig, fnoediger en tot minder bezwaar der Ingezetenen zouden kunnen worden afgedaan, en.onder anderen ODsegeven die zelfde middelen , welke de.wetgevende macht dezer Stad, met overleg en communicatie en conform de welmeeninge van.syne Doorluchtige Hoogheid j ter redres , van • eenige misufes in de PraSyk, goedgevonden hadden ia den iaare 1772 te arrefteeren ; zoo als dezelve thans het grootfte gedeelte, van. het AmpliatieReglement, opzichtelyk de manier van Procedeeren in Civile Zaaken, uitmaaken. .. - .., -ft vt . Welke middelen ter redres wy met zoo veel te meer grond konden aandringen, daar de-onder* vinding reeds getoond hadde, tot wat verba-zend voordeel voor de litigeerendePartyen eene promote executie dezer weinige Artikelen .geftrekt hadden bv de Re^tbank van de Heeren Burgemeester ren en Raad, het welke dus een onwederfprekeIvk bewvs voer derzelver nuttigheid.moest m\fyDat zllfde nut hebben ook deze zelfde. Artiksr len bv .onze Rechtbank te wege. gebrast* als zynde wy. door middel van.dezelve; ,in, ftaat geweest, om geduurende. de weinige ^aacden, .dat effeö hebben gehad, meerder expeditie van Jum XX. Deel. C "tu  34 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot titie te verleenen, dan in veele voorgaande jaarea hebben konnen doen, en waar door wy binnen kort vtele dt.r gotde Ingezetenen van den drukkenden last van kostbaare Procedures hadden kun« nen oi.therfen, daar men zich thans gerechtigd zal rekeDen , wederom te mogen introduceeren die misufen, ter weeringe van welke ons de middelen door Uwer Ed. Mogendens Refolütie, het zy met eerbied gezegt, benomen zyn. Eene oprechte begeerte, om tot verkortinge der Proceduuren het onze toe te brengen, is het die ons bewogen heeft, om aan zyne Doorluchtige Hoogheid het termineeren van de zaaken in klein Revis, ex iisdem a£tiss op den voet zoo als thans in het Ampliatie - Reglement op de Revifen gevonden wordt, mede voor te flaan, als een middel byzonder gefchikt tot verkortinge der Proceduren. Eene manier van procedeeren, dewelke met het denkbeeld van eene gezonde Rechtspleeging volkomen overeen komt, en waar door de Advokaaten genoodzaakt worden, om exact binnen den bepaalden tyd hunne wederzydfche Schriftuuren in te dienen, zonder dat eenige productie (als waar toe men in de voorige inftantien overvloediger gelegenheid heeft gehad) tot het fundament voor eene verzogte prolongatie zal dienen; ook worden door deze manier van procedeeren afgefneden de veelvuldige incidenteele qusstien, refulteerende voornaamelyk, zoo wel uit de productie, de tyd en wyze van dien, als uit het reprocheeren der nieuws bygebragte Getuigen. — Een Rechtspleging vastgefteld by alle welgeregelde Hoven van Juftitie, door geheel Nederland, by het Bof van Gelderland, by de beide Hoven in Holland, by het Hof van Braband, by de Hoven van Utrecht en Friesland; en zulks, zoo als de Heeren Staaten van Holland het in 's Hofs Inftruciie uitdrukken : „ ten einde dat Partyen mogen heb- 3» ben  de Gvbeurienisfen in 1787 enz. voorgevallen. 35 as ben goede expeditie van heuren Procesfen." De waarheid van welke uitdrukkinge wy reeds ondervonden hebben , als zynde thans in Haat om j wanneer wy dagelyks des morgens op ónze gewoone Vergaderingen met het vifiteeren der Procesfen bezig zyn, een Proces te termineeren, binnen den tyd, die anders één Lid totheteXamen der ftukken zoude noodig hebben. Het nemen van Rapport-gelden zoude fomwylen voor ons onaangenaame uitleggingen kunnen opleveren, dan wy verklaaren in geen geval eenigè Rapport-gelden te begeeren. . . Om de nuttigheid dezer Reglementen, om derIngezetenen wille, vinden wy óns dus genoodzaakt, U Ed. Mogenden ernftig, doch eerbiedig9 te imploreeren; dat het U Ed. Mogenden zal behaagen, de Ampliatie-Reglementen, door Éyne Doorluchtige Hoogheid op den 2$ May 1783 gearrefteerd, opzichtelyk de manier van procedee» ren in Revifte, en omtrent het falaris van de Advokaaten, met hunne hooge goedkeuring té bekrachtigen, en Luitenant en Hoofdmannen te au* thorifeeren , om conform dezelve de Jullitie uie te oefenen en te doen uitoefenen. Dit zelfdej Ed. Mogende Heeren! roeenec wy 'te kunnen, ja tot betere adminiftratie der JjLïities te moeten, verzoeken, omtrent de twee PjakaÉtëa Van den 12 Augustus 1760 en 4 February. iiij3 opzichtelyk de zoogenaamde Doemen, en de verfchikking van 's Hoves Vacantie, en den tyd dei" Rechtdagen, omtrent welk laatfte Plakaat wy niec ontveinzen, het boven dien alsjeen perforieel agrément, ons door U Ed. Mogenden gegund, te zuU ^eu aanmerken/, byaldien mogten goedvinden» ook deze verfchikkihg met Hoogstderzelver authoritei: te bekrachtigen: van de buiten effect (telling Van welk Plakaat wy nogthans reeds de gerequireèrde notificatie hebben gedaan. ) Met betrekking tot de dispofitie,trelke door ons ■ C ft  36 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot op den 24 Juny 1784, tot een ieders naricht, ter fcecretsrie van den Hove zoude zyn geaffigeerd, en waar by zoude bepaald zyn, dat by het verzoeken van confirmatie van een Mandaat van kosten teffecs de fpecificatie zal worden overgegeven, of anders de confirmatie geweigerd, daaromtrent vinden wy ons verplicht te moeten declareeren, dat dergelyke dispofitie door ons niet is geaffigeerd geworden, maar wel een A£te, waar door aan de litigterende'Partyen ernnert wordt; dat Luitenant en Hoofdmannen , naar aanleidinge van voorige Refolutien, de confirmatie in Contumaciam opMandaaten van kosten zullen weigeren, ten zy de fpecificatie van kosten teffens worde overgegeven; eene Afte, die dus niets nieuws involveert, maar welke volmaakt is fteucende op de formulieren aan Luitenant en Hoofdmannen, namens de Hooge Overheid dezer Provincie, voor meer dan honderd jaaren, ter executie aanbevolen, en tegens welker non cbfervantie wy ons ambtshalven, ter beveiliging der Ingezetenen, verplicht gerekend hebben te moeten zorgen, even zoo, als in vroeger tyden Luitenanten Hoofdmannen, blykens derzelver Refolütie van den jaare 1729, en nadere dispofitie van den jaare 1733, getoond hebben zulks te willen doen. Deze zyn de confideratien die wy ter voldoeninge van plicht, en ter requifitie van U Ed. Mogenden, tot cónfervatie van een geregelde uitoeffening der Juftitie, en hetgeen daar toe betrekking heeft, geoirdeeld hebben ten fpoedigften ter kennisfe en deliberatie van U Ed. Mogenden te moeten brengen. Eerbiedig zullende verwachten, het gene U Ed. Mogenden daaromtrent gelieven te disponeeren. Waar mede eindigende, Edele Mogende Heeren! bidden wy God Almachtig U Ed. Mogenden in een lang-  ie Gebeurtenhfenini^Tenx. voorgevallen. 21 ïangduurige eD vaorfpoedige Rrgeeringe te willen conferveeren en blyven, V Edele Mogenden! Diemtwillige, Groningen Luitenant en Hoofdmannen van de den 29 O&ob. hooge Juftitie-Kamer van Stad 1784. Groningen en Ommelanden. N°. 1563. Misfive der Heeren Staaten, aan Luitenant en Hoofdmannen, van aen 4 i\ overnam f704, vn, antwoord op 's Hoves, van den ?9 Otlober jongst* leden, met de Staats-Refoiutie van den zeiven da. turn, waar by Hun Ed. Mogenden, by de Refolütie van den 22 OEtober 1784, perfisteeren. Edele Mogende Heeren! Na examinatie van U Ed, Mogenden Misfive van den 29flen October laatstleden, betrekkelyk onze Refolütie van den 22.ften dier maand, omtrent eenige poinclen , raakende de hooge Juftitie-Kamer, hebben wy goedgevonden en verftaan, daaromtrent nevensgaande Refolütie te nemen, en aan U Edele Mogenden toe te zenden; aan den inhoud yaq wel» ke wy ons gedragen. Waar mede, Edele Mogende Heeren! wy U Edele Mogenden bevelen in de protectie des Alleshoogften. U Edele Mogenden goede „ . Vrienden, Groningen dcn4Novemb» De Staaten (van Stad en 1784. Lande. C 3 Don-  jS. Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Donderdag den 4 November 1784. Gedelibereerd zynde op het 7de Artikel van de Propofitie omtrent de Misfive van Luitenant en Hoofdmannen van de hooge Juftitie.Kamer,, in dato den 2pften October laatstleden, betrekkelyk de Refolütie der Heeren Staaten, op den 22ften Oüober laatstleden, omrrent eenige'poinclen, raakende de hooge Juftitie-Kamer, genomen. Hebben de Heeren Staaten van Stad en Land^s by derzelver Refolütie van den -aften O&ob laatstleden, gcpeifirteerd, en van de Heeren Luitenant en'Hoofdmanner! ger^quireerd, om, wanneer, vermer-nen dat, ter fpoediger afdoeninge van z.aakens eebige ampliatie of alteratie in de thans vigeeren. de Proces-ordre gemaakt diende te worden, fpecificq. aan de Heeren Staaten, zoo ras mpoglyk, te communiceeren, welke veranderingen en vermeerderingen diena-ngande vcrmeenen gemaakt te móeten worden; zullende als dan door de Heeren Staaten worden gedisponeerd , zioo als bevonden zal words-n te behooren. N..0, 1564. Misfive van Luitenant en Hoofdmannen, aan zyne Doorluchtige Hoogheid, van dm 10 November 1784, kennis gevende van opgemelde 'Staats-. Refolutien en het verrichte van den Hove Provin. daal. DOORLOCHTIGSTE PrINS en HeERE? Hun Ed. Mogerden de Heeren Staaten dezerProviixie aan ons by Misfive , van den 22ften October Jongstleden, hebbende toegezonden derzelver Refolutie, van den zelfden daaira., waar by goedgevonden hadden, buiten effedt te ftellen de Plakaaiens 't Ampliatie-Reglement, en de verdere dispo- fi.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 39 fltïen van Uwe Doorluchtige Hoogheid, breeder in de nevensgaande Staats-Refolutie vermeld: hebben wy gemeend, ter behoud van deze zoo nuttige, en voor het welzyn der Ingezetenen zoo noodzaakelyke, dispofitien, aan Hun Edele Mogenden de hier nevensgaande confideratien te moeten toe dienen, aan welkers inhoud wy ons verders eerbiedig refereeren. , ... Dan, de Heeren Staaten goedgevonden heubenke op den Aden dezer by Hoogstderzelver Refolütie te perfisteeren, zoo hebben wy ons verplicht gevonden daar van aan de litigeerende partyen de vereischte notificatie te geven, zoo als Uwe ;opluchtige Hoogheid dit mede uit de bygevoegde Refolütie en Notificatie zal kunnen vernemen. Wy hebben noodig geoirdeeld Uwe Doorluchti' ge Hoogheid van dit een en ander niet onkundig te moeten laten, maar zulks onder het oog en ter kennis van Uwe Doorluchtige Hoogheid te moeten brengen , waar van ons door dezen acquiteeren. Waar mede, Doorluchtigfte Prins en Heere! wy Uwe Doorluchtige Hoogheid de gunftige befcherming des Allerhoogften aanbevelen, bly vende Uwer Doorluchtigfte Hoogheids Dienstwillige Dienaarcn, Groningen Luitenant en Hoofdmannen van de denioNovemb. Hooge Juftitie-Kamer van Stad 1784. Groningen en Ommelanden. N°. 1565. Refolütie der Heeren Staaten van Stad en 'Lande, van den 17 December 1781, op het pro* vifioneel Rapport der Heeren Gecommitteerden tot het formeeren van een Zylvester Regle7nent. Gedelibereerd zynde over het Rapport van de Heeren Gecommitteerden tot dezer Provincie mC 4 nan-  4<» Verzameling van Stukken betrekkelyk tot nances, van den I6den dezer, over het emaneeren van een daar by gevoegd Concept-Plakaat, wegensde Zylvester zaaken; luidende als volgt: Rapport der Heeren Gecommitteerden tot de Peiiien van den Raad vanStaate en dezer Provincie Finances. Edele Mogende Heeren». U Ed. Mogenden hadden by Refolütie van den ï9den Augustus laatstleden de Heeren Gecommit-' tèerden tot dezer Provincie Finances verzocht en gecommitteerd „ om inwendig den tyd van drie maanden een nieuw Reglement, over de Zylvester zaa. ken'in de Ommelanden, te concipieeren, daar by in het oog houdende het Reglement Reformatoir,hes gerneene welzyn, de goede onderhouding van alles, eq het minfte bezwaar der goede Ingezetenen; vooris van de Heeren Luitenant en Hoofdmannen, van de hooge Juftitie-Kamer dezer Provincie gerequireerd, om de aan hun geëxhibeerde Findatie. brieven birnèn veertien dagen aan de Heeren Gecommitteerden tot dezer Provincie Finances te doen geworden; wélke Fundatie-brieven, nevens de be. yoorens geformeerde Projedt-Reglementen, nadat Volgens Refolütie van den zeilen September daar tóe nadere aanfehryving was gedaan, op den 28(len dier. maand,aan de Heeren U Ed Mogenden Gecommitteerden zynde geëxtradeerd, hebben dezel. ve,ten einde, zoo fpoedig mqoglvk', te voldoen aan het heilzaam oogmerk van ÜEd. Mog., omhetwaarfc belang hunner Ingezetenen te bevorderen, en dezelve,zoo veel mooglyk, voor onnoodige drukkende lasten en onkosten te beveiligen , terftonrf, na ontfangst dierpieces, met de lecture en examinatie,een aanvang gemaakt,ook daar mede fuecesiïvelyk gecontinueerd, en zyn reeds zoo verre gevórderd, dat, ongeacht derzelver volumineusheid, Waarjcbyniyk djq wea>k ten einde zoudgn hebb^a  de Gebeurtenis/en in 178.7 enz. voorgevallen. 42 gebracht, zoo niet, door veelvuldige andere occupatien, die de Staatsvergaderingen langer als eert maand hebben doen continueeren, genoodzaakt waren geworden de befoignes over die onderwerp by provifie eenigen tyd te moeten ftaaken ;* doeh otfchoon de Heeren ^ Ed. Mogenden Gecommitteerden verhoopen binnen kQ«eb tyd in ftaat te zullen zyn, om die befoignes te kunnen hervatten, hebben niet te min dezelve noodig geoirdeeld U E— Mogenden vooraf te rapporteeren, dat, ter gelegenheid der deliberatien, over het Reglement yanfyne Doorluchtige Hoogheid, den Heere Prinle Erf-Stadhouder, nopens de Zylvester zaaken in de Ommelanden, in dato den -25 May 1783, by PUr blicatie van Luitenant en Hoofdmannen van de hooge Juftitie-Kamer, van den i8den Decemb. 1783» bekend gemaakt, verfcheiden Ingezetenen uit diverfe Districten, zoo wel tegens voorfchrevea Reglementen , als gearresteerde Registers van Schouwbaare Objeöen , bezwaaren hebben ingeleverd en het meer dan waarfchynlyk is, dat veeIe derzelver zoodaane bedenkingen zullen hebben te fuppediteeren, die de attenrie van U.,Ed. Mosenden wel byzonderlyk zouden kunnen menteefen- dieshalven de Heeren U Edel Mogenden Gecommitteerden het van de uiterfte noodzaaklyfcheid oirdeelen, om de goede Ingezetenen door Publicatie, waar van Concept hier nevens gaat, te verwittigen, dat elk en een iegelyk , welke vee.meend eenig intrest by het te ontwerpen Reglement over de Zylvester zaaken ia de Ommelanden te hebben, zyne belangens binnen den tyd van twee maanden aan de Heeren U Ed. Mogenden Gecommitteerden fchriftelyk zal kunnen overgeven, op dat, na naauwkeurige examinatie derzelve, en van. al het gene verders tot deze materie eenigszins betrekkelyk is, de beheering van vporfebjeyen Zylvester zaaken, zoo veel mooglyk , naar de pnmitive inrichting, en tot minst bezwaar der goede Ingezetenen, geregeld, en alle gelegenheid t?t vex-  42 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot atien, onnutte kosten en procedures, afgefnedea moge worden. Aldus gedaan in het Provincie-Huis binnen Groningen, op Donderdag den r.6 Decemb. 1784. Hebben de Heeren Staaten van Stad en Lande zich met het uitgebrachte Rapport geconformeerd, en het Plakaat geapprobeerd, wordende de Heeren Gedeputeerden geauthorifeerd het zelve te doen promulgeeren. JN°. 1566. Plakaat van de Staaten van Stad en Lande, van den 17 December 1784, waar by de Ingezetenen in de Ommelanden gelast worden hunne confideratien omtrent het op nieuw te formeeren Zylvester Reglement op te geven. De Staaten van Stad Croningen en Ommelanden doen te weten. Nademaal wy, ter bevordering van het waare belang onzer goede Ingezetenen, en om dezelve zoo veel mooglyk vooronnoodige en drukkende las. ten en onkosten te beveiligen, by onze Refolütie van den I9den Augustus dezes jaars, de Heeren Gecommitteerden tot de Petitiën van den Raad vaa Sïaate en dezer Provincie Finances hadden verzogt en gecommitteerd, om inwendig den tyd van drie maanden een Nieuw Reglement over de Zylvester zaaken in de Ommelanden te concipieeren, daar by in het oog houdende het Reglement Reformatoir van den 27 November 1749, het gemeene welzyn, de goede onderhouding van alles,en het minde bezwaar der goede Ingezetenen, en welgemelde Heeren Gecommitteerden aan ons hebben gerapporteerd, dat, ter gelegenheid der Befoignes over het Reglement van zyne Doorluchtigfte Hoogheid den Heere Prinfe Erf - Stadhouder nopens voorfchrevett Zylvester zaaken ia dato den 25 May 1783, byPu- bli-  ét Gebeurunhfen in 1787 voorgevallen. 43 aücatie van de Heeren Luitenant en Hoofdmannen van de boo-ze Jüftitie-Kirfter defcet Provincie vaa den 18 December l>& bekend gettnkt, verlcheidene Ingezetenen un diverfe Insmeten tegens gemelde Reglrment en ger-rrq- te^ de Redsters van Schouwbaarc Objecten be**a-r n hadden ingele- veele derzelve zoodnne lfl«Btftlfe« zonden hebben te fuppedkeeren , die onze attentie wel byzou» derlvk zouden meriteeren. Zo hebben wy goedgevonden en verdaan, dat elk en een iegelyk,die vermeend eenig interest by het trontïeTpene Reglement over de Zylvester zaafen in de Ommelanden te hebben, zyne belangens binnen den tyd van twee maanden na publicatie dezes aan de Heeren Gecommitteerden tot dezer Pro* vincie Finances fchriftelyk zal kunnen overgeven, od dat na nauwkeurige examinatie derzelve, en van al het gene verders tot deze materie eemgzms betrekkelyk is, de beheering van voorfchreven Zylvester zaaken zooveel mooglyknaarde pnmitivein* richting geregeld, en alle gelegenheid totvexatien, onnutte kosten en procedures, afgefneden moge W Eno» dat zulks tot een ieders kennis moge geraaken, zal deze in alle Carfpelen van de Ommelanden en daar het verders behoord, van de Predikmm worden afgekondigd, en wyders gepubliceerd en geaffigeerd, daar men gewoon is zulks te d°A?dus gedaan te Groningen , in het ProvincieHuis, op Vrydag den 17 December 1784. Ter Ordonnantie van dezelve r R. B, G0CKING&3 Secret, ff».  44 Verzameling van Stukken betrekkelyk tol N°. 1567. Misfive van Luitenant en Hoofdmannen aan de Heeren Staaten, van den 25 November 1789, waar by verzoeken te worden geauthorifeerd tot d» Publicatie van de buiten effect flelling der Staats-Refolutien van den 10 Augustus en 22 October 1784 opgemeld. Edele Mogende Heeren! Door U Ed. Mogenden aan ons op den I5den October jongstleden by Misfive zynde toegezonden Hoogstderzelver Refolütie en Plakaa;f van den jften Odtober bevoorens, met betrekking tot de inwendige gefteldheid dezer Provincie, en weering van infraclie tegen diens gevestigde Conftitutie» zoo hebben wy de eer, ter voldoening aan de requifide daar in vervat, U Ed. Mogenden verflag te doen, dat door Luitenant en Hoofdmannen vaa de hooge Juftitie-Kamer, derzelver Ministers,, Klerken en Advokaaten, hoofd voor hoofd aan den inhoud van opgemelde Refolütie op den i^den November jongstleden, is voldaan, gelyk U Ed. Mogenden dit zullen gelieven te vernemen uit de hier nevensgaande lyst van diegene, zoo den nieuwen ééd op het Reglement Reformatoir hebben gepresteerd, als van alle die gene, welke den éèd. op de Conftitutie hebben gedaan', voegende daar nevens de origineele verteekening op het Declaratoir. Terwyl wy dus vertrouwen aan den inhoud van opgemelde Refolütie te hebben voldaan^ zoo vinden wy ons verder verplicht, U Ed.'Mogenden te moeten onder het oog brengen, dat *er, na deze zoo folemneele herftelling der wettige Conftitutie en Regeeringsform , by het Hof zwaarigheid word gemaakt, ofwel het Hof, zonder nadeel toe te brengen aan de Erf-Stadhouderlyke Rechten, nog langer zal kunnen naarkomen de twee StaatsRefolutien van den 19 Augustus en 22 October 1784, by welke Refoïutien, op het rapport der Eee-  de Gebeurtenis/en Èn 1787 enz. voorgevallen. 45-. Heeren Gecommitteerden tot dezer Provincie Finances, "buiten effect zyn gefteld de Reglementen op het fchouwbaare in de Ommelanden, zoo van wylen haare Koninglyke Hoogheid glor. ged. van den jaare 1755» als van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prinfe Erf-Stadhouder van den jaare 1783, benevens de Jufticiëele Reglementen van dat zelve jaar, te gelyk met eene reeks van Plakaaten en Dispofitien, door zyne Doorluchtige Hoogheid als Erf-Stadhouder dezer Provincie, ten dien'fte der Juftitie geëmaneerd; alzoo door deze twee Staats-Refolutien zyne Doorluchtige Hoogheid, zoo wel als zyne Succesfeuren, gefteld h geworden buiten de posfesfie van het eminente recht,om in deze Provincie omtrent het fchouwbaare in de Ommelanden, en de adminiftratie der Crimineele en Civile Juftitie, zoo by de hooge Juftitie-Kamer van deze Provincie, als by de Gerechten in de Ommelanden, zoodaanige Ordonnantiën te mogen emaneeren; als tot welzyn der Ingezetenen, en betere adminiftratie der Juftitie,zal bevinden te behooren, en de Heeren Staaten daar en tegen gemanifesteerd hebben eene intentie, om zeiven by tydvervolg deze Rechten te willen exerceeren, welk Recht nogthans erflykop zyne Door. luchtige Hoogheid als Erf-Stadhouder dezer Provincie was gedevolveerd, en ook door Hoogstden. zeiven federt den jaare 1766, zelfs op verzoek der Heeren Staaten en de beide Staats-Leden, in tyden van rust en eendracht, op een ongeftoorde wyze was uitgeoeffend. Wanneer wy nu confidereeren, dat de Refolütie van den iften October jongstleden door U Ed. Mogenden gearrefteerd is, overeenkomftig het hoogwys advis van zyne Doorluchtige Hoogheid, en dan den inhoud van deze laatfte Refolütie vergelyken met die van den 19 Augustus en 22 October 1784, zoo vermeenen wy daar uit te mogen befluiten, dat U Ed. Mogenden geoirdeeld hf bben , dat de Refoïutien van den jaare 1784, als niet be- ftaan-  46 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ftaanbaar met de Erf-Stadhouderlyke Rechten , gehouden moeten worden voor vervallen eh ingetrokken, alzoo zyne Dooiluchtige Hoogheid door de Refolütie van den iften October jongstleden Wederom bevestigd is in dePrsëminentienen Rechten, die aan Hoogstdenzelven in den jaare 1765 waren opgedragen, en federt dien tyd door Hoogstdenzelven uitgeoeffend. Nadien Wy nu oirdeelen, dat de herftelling van opgemelde Reglementen , Plakaaten en verdere dispofltien, van den Heere Prinfe Erf-Stadhouder niet tot een ieders kennis kan komen, zonder dat daar van eenige notificatie is gedaan, zoo verzoeken wy daar toe eerlang U Ed. Mogendens authorifatie te mogen erlangen, gelyk wy van derzelver huiten effect ftelling mede op de authorifatie van de Heeren Staaten op de gewoone plaats by de hooge Juftitie-Kamer de notificatie hebben gedaan te meer, daar wy na deze bekomene authorifatie met meerdere vryheid gebruik zullen kunnen maaken van eene interpretatie van zyne DöoHuchtige Hoogheid omtrent het eerfte Artikel van de Crimineele Proces-orders in cas d'Appél, welke gerekend moet worden te behooren onder die dispoütien, die by de Refolütie Van den 22 October 1784 buiten effect zyn gefteld. U Ed. Mogenden gelieven ten dieö einde geïnformeerd te zyn, dat een Roëlf Reerts door het E.Gerichte van Warffum, wegens Schaapendievery9 by Sententie van den ioden November jongstleden zynde gecondemneerd, orh publiek aan de Kaak ftrengelyk met Roeden te worden gegeesfeld, voorts, om voor den tyd van zes jaareh te worden geconfineerd in het Provinciaale Tuchthuis\ cn,öa ommekomst Van dien tyd, de zes volgende jaaren te zyn gebannen buiten deze Provincie, by pcene van zwaardere ftraffe, met condemnatie in de kosten en rnifen van Juftitie; aan ons op deü aiflen November jongstleden by Retjüeste heeft verzogt, óm van bovengemelde Vonnis in Appél te worden geadmitteerd* Dat  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 41 Dat, by de deliberatien over de meriten van opgemelde Request, by ons in overweging Is geno. men, of wel het Hof, na de laatfte zoo folemneele beéédiging, nog verder gebruik zoude mo« gen maaken van bovengemelde Interpretatie van zyne Doorluchtige Hoogheid van den 20 February 1777, by welke Interpretatie het Hof des noods. eene meerdere faculteit in het weigeren van Crimineele Appéllen is toegedaan, door dien dezelve Interpretatie gehouden moet worden voor vervallen en ingetrokken, byaldien de Staats - Refolütie van den 22 Oótober 1784 als nog gerekend word te zyn van eenige kracht, als zynde deze Interpretatie, voor zoo verre ons bewust is, afgegeven buiten voorkennisfe van de Heeren Staaten, en dus mede behoorende onder die onbekende dispofltien van zyne Hoogheid, by de hooge Juftitie-Kamer vigeerende, welke, zonder eenige onderfcheiding, door de Heeren Staaten by de Refolütie van den 22 O&ober 1784 buiten effect zyn gefteld, en ten gevolge zoude het Hof by het disponeeren op het Request van den gecondemneerden Roelf Reerts daar van geen gebruik mogen maaken. Wy hebben dieshalven goedgevonden, om de dispofitie over dit Request te furcheeren, ter tyd wy Uwer Ed. Mogendens welmeening hieromtrent zullen hebben ontvangen. Hier mede, Edele Mogende Heeren l bidden wy God Almachtig, U Ed. Mogenden ia eene langduurige en voorfpoedige Regeering te willen conferveeren, en blyven Uwer Ed. Mogendens Diénstwilligen , Groningen Luitenant en Hoofdmannen van dé den 25 Novemb. Hooge Juftitie-Kamer van Stad 1789. Groningen en Ommelanden.  4? Verzameling van Stukken letrekkelyk tot N°. 1568. Misfive van Luitenant en Boofdmanrirn, ■ aan zyne Doorluchtige Hoogheid, van den 2% No,vember 17^9, waar by kennis geven van derzelver Misfive aan di Heeren Staaten, van den 2jjten ■dezer, met verzoek van appui derzelver. doorluchtigste PrINS en heere! Door Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten dezer Provincie aan ons, by MisfiVe van den ijden Üftober jongstleden, zynde toegezonden Hoogstderzelver Refolütie en Plakaat, door Hun Ed. Mojenden, overeenkomftig het hoogwys advis van Uwe Doorluchtige Hoogheid, op den iften October bevoorens gcarrefteerd, tot handhaaving der wettige Conftitutie en Régeeringsform, waar van het Erf-Stadhouderfchap, gelyk als Hun Ed. Mogenden dit zoojuist uitdrukken, zoo als hetzelve in de jaaren 1747, 1748 en 1749 is opgedragen, en door Uwe Doorluchtige Hoogheid in 1766 aanvaard, een esfentieel deel uitmaakt; zoo hebben Wy geoirdeeld uit deZe zoo wyze maatregelen van de Heeren Staaten te mogen befluiteni dat HunEd. Mogenden het daar voor gehouden hebben, dat door deze laatfte Refolütie voor ingetrokken moést gehouden worden alle het gene in de laatfte tyden tot nadeel van de Erf-Stadhouderlyke Rechten was 'ondernomen, of waar uit in het toekomftige eenige nadeelige coDfequentie voor dezelve zoudekonnen getrokken worden; en dien ten gevolge, dat de twee Staats-Refolutien van den 19 Augustus én 22 October 1784 van nu af aan door ons gehouden moesten worden voor, vervallen, welker oabeftaanbaarheid met de Rechten van het Erf-Stadhouderfchap, in deze Provincie* wy vertrouwen ten genoegen van Uwe Doorluchtige Hoogheid, by de twee Memoden in.deri jaare 1788 door onze Gecommitteerden aan Uwe Doorluchtige Hopgheid gepra;fenteerd, overvloedig te hebben betoogd. ^  de Geleurteflisfen in 17S7 tra. voorgevallen, 49 Go dat nu de Ingezetenen dezer Provincie wederom het volkomen effeö zouden mogen erlangen van de Reglementen en verderedispofiuen* door Uwe Doorluchtige Hoogheid ten nutte dezer Provincie gearrefteerd, hebben wy op den 25^ November van Hun Ed. Mogenden de Heerea Scaatea verzogt de noodige authorifatie te mogen erlanaen, om ter gewoone plaats by de hooge JuftitieKamer hier van de behoorlyke notificatie te doen, celvk Uwe Doorluchtige Hoogheid zulks uit dc hier nevensgaande Copiëele Misfive zal gelieven te vernemen, tot welkers inhoud wy ons eerbiedig verder refereeren. . ■ , . ,.■ . _ Wy vleien ons, dat Uwe Doorluchtige Hoogheid deze onze mefures wel zal willen aanmerken„ als georoflueerd uit eene zucht voor;de waare belangens van Uwe Doorluchtige Hoogheid, en doo? Hoogstdeszelfs hooge authoriteit de zaak daa. heen te dirigeeren, ten einde w,y erlang het geluk mogen hebben, het Erf-StadhouderWke Hais, ten nutte der goede Ingezetenen dezer Provincie, volkomen te zien jouisfeeren van die Rechten en PrsSminentien, welke het federc den jaare I74Ö> tot 1784. op eene ongeftoorde wyze in deze Provincie hadde uitgeoeffend. En hier mede, Doorluchtigfte Pfiris en Heere! bevelen wy Uwe. Doorluchtige Hoogheid in de be= fcherming des Allerhoogften, en blyven, Uwe Doorluchtigfle 'Hoogheids Dienstwillige Dienadren, Luitenant en Hoofdmannen van de Groningen . hooge Juftitie.rRamer van Stad den 28 Novemb. Groningen en Ommelanden. Ï789.  50 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N°. 1569. Misfive der Heeren Staaten van den 14 January 1790, aan Luitenant en Hoofdmannen, in antwoord op derzelver van den 25 November 1789, opzichtelyk de intrekking der Staats-Refolutien van den 19 Augustus en 22 OEïobet 1784. Edele Mogende Heeren! Het heeft U Ed. Mogenden goedgedacht, by Mkfive van den 25ften November laatstleden, houdende: dat door U Ed. Mogenden , derzelver Ministers, Klerken en Advokaaten, hoofd voorhoofd aan den inhoud van onze Refolütie van den iften October bevoorens, door het verteekenen van bet het Declaratoir, en het pra;fteeren der nieuws gearrefteerde ééden op de Conftitutie en het Reglement Reformatoir, ware voldaan, aan Ons kenniste geven. jmo. Dat by het Hof zwaarigheid word gemaakt, of wel het Hof, zonder nadeel toe te brengen aan Se Erf.Stadhouderlyke Rechten, nog langer zal kunnen nakomen de twee Staats-Refolutien van den 19 Augustus en den 22ften October 1784, 'by welke Refoïutien buiten efFtót zyn gefteld de Reglementen op het Schouwbaare in de Ommelanden, zoo van wylen haare Koninglyke Hoogheid glor. ged. van den jaare 1755, als van zyne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prinfe Erf-Stadhouder van den jaare 1783, benevens de Jüftitiëele Reglementen van dat zelve jaar, te gelyk met eene reeks var Plakaaten en Dispofitien, door zyne Doorluchtige Hoogheid als Erf-Stadhouder dezer Provincie ten dienfte der Juftitie geëmaneerd, en óf thans niet voorfz. onze Refoïutien van den jaare Ï784 door ons voor vervallen en ingetrokken worden gehouden. 2i'o. Dat by de deliberatien over de meriten van een Request door zekeren Roelf Reerts aan UEd. Mogenden geprasfenteerd, om appél te erlangen van een Crimineel Vonnis door het E. Gerechte van  de XSebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 51 varj Warffura, wegens Schaapendieverye, op den loden November jongstleden tegens hem geveld', bv U Ed. Mogenden in overweging is genomen, of wel het Hof na de laatfte folemneele beêedigmge nog verder gebruik zoude mogen maaken van «ene Interpretatie van zyne Doorluchtige Hoogheïd van den sollen Fcbruary 1777, omtrent het eerfte Artikel van de Crimineele Proces-order in cas d'appéï, en welke, gelyk U Ed. Mogenden voorgeven, gerekend moet worden te behooren onder die dispofltien, welke by Refolütie van den 22 October 1784 buiten effect zyn gefteld. Wy hebben, na examinatie van voorgeroerde U Ed Mogendens Misfive, (op wiens zonderlingen inhoud en famenhang om moveerende redenen ons thans niet zullen uitlaten,) niet Willen afzyn UEd. Mogenden voor antwoord te laten toekomen, dat de materie, in het eer fit geallegeerde pcinft vervat, betrekkelyk de vernietigde Plakaaten en Reglementen, by ons van zoodaanigen aart word befchouwd, dat dezelve een objetT: van deliberatie voor zyne Doorluchtige Hoogheid den Heer fc.riStadhouder en ons behoorde te verblyven ten einde, na onderlinge communicatie van de redenen en middelen daar toe dienende, te bepaalen, of en welke alteratie de Refoïutien van den 19 Augustus en 22 OÉtober 1784 zullen moeten ondergaan* wat verder inkomfti'g al, dan niet zal gelden> en i welk richtfnoer voortaan gevolgd zal moeten worden in het maaken van Plaicaaten en Ordonnantiën, het beleid van de Juftitie voor U Ed. Mogendenê tafel en de beheering der Zylvestingen concerneerende? zullende U Ed. Mogenden, zoo dra zulkê door den Heere Erf-Stadhouder en ons op een vasten voet gereguleerd zal zyn, daar van behoorlyK de vereischte communicatie geworden, waar doof alle zwaarigheid, op fpetulative illatien en coniequentien gebouwd, van zelve zal komen te Ver- Belangende hst weed? pointt-» kunnen wy met ■B % DB'  52 Verzameling van Stukkeu betrekkelyk tot begrypen , dat nu eerst, in het laatfte van het jaar 1789, by U Ed. Mogenden het denkbeeld is opg-komen, dat de Interpretatie van zyne Door. luchtige Hoogheid van den 20 February 1777 mede onder die gene zoude behooren, welke by Refo'ucie van den 22 October 1784. buiten effect zyn gefteld, daar U Ed. Mogenden in gemelde Refolütie hadden kunnen vinden, dat de Crimineele Proces-order van den 28 December 1771, als door zyne Doorluchtige Hoogheid aan ons toegezonden, en op onze order gedrukt en gepubliceerd, in zyn volle waarde is verbleven, en by gevolge mede de Interpretatie uit krachte van de refervatoire Claufule, den Heer Erf-Stadhouder competeerende, waarom ook tot nu toe gemelde Proces-order in het beleid der Crimineele Procedures by U Ed. Mogenden tafel is gevolgd, en mede U Ed. Mogenden voor bykans drie jaaren geene bedenking of zwaarigheid hebben gevonden, om van gemelde Interpretatie gebruik te maaken , en het appél te weigeren aan eenen Jan Hendriks Slot, van een Crimineel Vonnis door den Drost der beide Oldambten tegens denzelven , mede wegens Schaapendievery, den 10 February 1787 geveld, het welk ons tot een overtuigend bewys verftrekt, dat U Ed. Mogenden toen ter tyd nog niet begrepen hebben, dat meergemelde Interpretatie door de Refolütie van den 22 October 1784 buiten effect zoude zyn gefteld. Wy maaken boven dien geen de minfte zwaarigheid, om U Ed. Mogenden by dezen te verzekeren, dat, gelyk wy de Proces-order in Crimineele zaaken, in dato 1771, in zyn volle waarde hebben gelaten, insgelyks nooit ' eenige intentie hebben gehad, om de daar op get volgde Interpretatie van zyne Doorluchtige Hoogheid , en die verder daar op volgen mogten, iets van derzelver kracht te doen verliezen, en dat U Ed Mogenden aldus met betrekking tot den gevangene Roelf Reerts, eveD onverhinderd daar van gebruik kunnen maaken, als bevoorens betrekkelyk  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. P53 lyk den gecondemneerden Jan Hendriks Slot is eefchied. , , , Voorts geven wy U Ed. Mogenden by dezen kennis, dat de Heer Mr. H. Alting, als Gecor.Situeerde Rechter van het groote en kleine Keetfchap, zich op degedaane denunciatie by de Heeren Gedeputeerde Staaten niet heeft gefisteerd, om het Declaratoir te verteekenen, en de gnrequireerde ééden af te leggen, terwyl op den ioden November joagstleden op zyn verzoek door den Heer F. F. Baron van In- en Kniphdiskn, ware gedechargeerd, ten einde een waakend oog te doen houden, dat door gemelden Heer Alting by vervolg geen aEtus jurisdiStionis worde gepleegd, en hy op het Register werde geroyeerd. Waar mede U Ed. Mogenden in de befcherming des Allerhoogften bevelende, verblyven Edele Mogende Heeren! U Ed. Mogenden goede Groningen Prienden, den 14 January 1703. De Staaten van Stad en Lande. Ter Ordonnantie van Dezelven. NQ. 1570. Misfive van Luitenant en Hoofdmannen aan zyne Doorluchtige Hoogheid , van den c-o Janury 1790 , waar by van opgemelde Staats decreet kennis geven. doorluchtigste prins en H-eere ! By Misfive van den i8den November jongstleden hebben wy de vryheid genomen Uwe Doorluchtige Hoogheid kennis te geven van ons Addres, by Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten dezer Provincie, opzichtelyk de verdere obfervantie van d 3 de  54 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot de twee Staats Refoïutien van den io Augustus en 22 October 1784. Wy hebben op bovengemelde Addres ontvangen de hier nevensgaande Misfive, van den 14 January 1790, tot welkers inhoud wy ons voor het tegenswoordige eerbiedig refereeren; hetfmertons, dat dit ons Addres ter maintien van Uwe Doorluchtige Hoogheids rechten met zoo veel ongenoegen is ontvangen, en door de Heeren Staaten beantwoord geworden, en dat de uitfkg niet beantwoord heeft aan onzen wensen; wy vertrouwen, dat de ernftige vertoogen van Uwe Doorluchtige Hoogheid Hun Ed. Mogenden zullen doen te rug komen van eene denkwyze omtrent de uitoeffening van het Erf» Stadhouderlyk geznch, welke Hoogstdezelve be▼oorens nooit hebben geformeerd gehad; en achtervolgens welke denkbeelden de Erf.Stadhouderlyke. rechten door Uwe Doorluchtige Hoogheid nooit zyn uitgeoeffend; en daar toe vinden wy ons verplicht Uwe Doorluchtige Hoogheid op het ernftigfte te infteeren, op dat wy eindelyk mogen erlangen een vasten voet, waar naar wy ons in het beleid van de Juftitie, en de beheering der Zylvestingen, kunnen reguleeren. Waar mede wy, Uwe Doorluchtige Hoogheid in de befcherming des Allerhoogften aanbeveelende, verblyven, Dwluchtigjle Prins en Heere l Uwe Doorluchtigfte Hoogheid^ Dienstwillige Dienaaren, Groningen Luitenant en Hoofdmannen van de den 30 January Hooge Juftitie-Kamer van Stai 1790. Groningen en Ommelanden»  de Geheur'.erMfen in 1787 enz. voorgevallen. j5 JNS. 1571. Refolütie der Ed. Mogende Heeren Staaten van Stad en Lande, nopem het mzagcenn van •minder]aarige Perfoonen tot den Militairen dienst, met twee Bylagen. In dato den 1 April 17&4- Gedelibereerd zynde op het Rapport der Heeren Gecommitteerden tot de Petitiën van den Raad van Staate en dezer Provincie Finances, in daco den 29 Maart jongstleden,nopens het engageeren ' minder jaarige Perfoonen tot den Militairen dienst; luidende als volgt: Rapport der Heeren Gecommitteev den tot de Petitiën yan den Raad 'van Staate en dezer Provincie Fi* Edele Mogende Heeren! De Heeren U Ed. Mogenden Gecommitteerden by Refolütie, van den i8den dezer, zynde verzocht en aangemaand om de Commisfie over het engageeren van minderjaarige Perfoonen, in den Militairen dienst, den 27 O&ober 1774. gedecreteerd, ten fpoedigften te hervatten, en daar van te rapporteeren, vermids dienaangaande wederom op nieuws klachten waren gedaan, hebben dezelve niet in gebreke willen blyven, ter voldoening aan U Ed. Mogendens welmeening, die befoignes by de eerfte gelegenheid te reëntameeren, en thans dc eer U Ed. Mogenden te rapporteeren, dat naardien, in gevolge de ftatutaire wetten in deze Provincie vigeerende, alle contracten en handelingen van Minderjaarigen, zonder confent hunner Ouderen of Voogden ingegaan, ipfo jure nul en nietig zyn; in voegen, dat daar uit geene de minfte verbindtenis op een Minderjaarigen gelegd kan worden, des te meer de engagementen in der Militairen dienst van minderjaarige Perfoonen , zonder fpeciaale bewilliging van die genen, onder wier macht D 4 ob m  $6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ob lubricum atatis animum gefteld zyn, met. deze allerheilzaamfte Lands Wetten ten eenemaale onbeftaanbaar geoirdeield moeten worden, alzoo dezelve meèstentyd aan verleiding, drohkenfchap en andere fobes, waar aan de jeugd zoo ligt is bloot gefteld, haaren oirfprong verfchuldïgd zyn, en gewoonlyk door een droevig naberouw worden opgevolgd, wanneer tot hun zeiyen komen, bedaardeJyk overwegen, hoe deerlyk zich zei ven, door zulk een onbezonnen pas , bedrogen , en eensklaps hebben ontzet van het aangeDaarhe vooruitzicht, waar mede hunne Ouders of Voogden zich hadden gevleid, ten einde hun op een andere wyze, en v aar toe zy de Pupillen géfehikt oirdeelden, een ordentlyk btftaan tè bezorgen, en tot nuttige Leden van die Maa'fcharjpy, waar in geboren en opgevoed zyn, te bekwaamen , ook om die reden geen moeite of-kosten hebbengefchroomd, enfomtyds meerder geimpendeerd» als hunne vermogens toelieten, en het zoude derhal ven de ongery radheid zelve zyn, alle andere handelingen van Minderjaarigen, zelfs over de ger.ingfte zaaken, voor invalide, en nogthans derzelver engagement in den Militairen dienst, het welk van zoo veel te meerder gewicht is, dat hun tydelyke welvaard daar van kan afhangen, voor valide te houden, waar uit t effens, by wettige confeqüentie, voortvloeit, dat de Militairen zoodaane onwettig geëngageerde jon. ge Lieden oplichtende, naar het Guarnifoen verzendende of atresteerendé, notoire infractiedoen op de rechten van den competenten Rechter, waar onder dié Minderjarigen gezeten zyn, en niet, dar, met toeftemming van Ouders of Voogden, kunnen wórden weggetrokken, naardien hun gezach flechts op eenè nietige verbindténis gegrond is; en vetmïds de ondervinding te meermaalen heeft geleerd , dat, ongeacht deze Lands Wetten en reeds Voor* lange , op dit ftuk geëmaneerde Plakaatén,zoodaanige kwaade Praflyken nog geftadigin't ^erk 'worden gefteld , thans .daar over weder op nieuws.  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 57 nieuws klachten zyn ingekomen, waar tegens effi. cacieus diende te worden voorzien ; zouden de Heeren ü Ed. Mogenden Gecommitteerden van advis zyn: dat, tot handhaaving van de gepromulgeerde Wetten, gerustftelling der goede Ingezetenen, en maintiea van derzelver Rechten en Vryheden, U Ed. Mogenden alle engagementen van Minderjaarigen, die den ouderdom van 25 jaaren nog niet hebben bereikt, en zien onder de macht hunner Ouderen of Voogden bevinden, nul en nietig verklaarende, elk en een iegelyk die zulks mag aangaan , behoorden te interdiceeren, om Minderjaarigen buiten confent van derzelver Ouders of Voogden, in Militairen dienst aan te nemen, op te lichten, te vervoeren of te arresteeren, op pcene, dat de genen, welke bevonden zullen worden dezen ter contrarie gedaan te hebben, als verleiders van de jeugd; en ontvoerders van andere lieden kinderen, naar exigentie van zaaken gecorrigeerd en geftraft zullen worden; dat voorts hier van tot een ieders naricht Plakaat geëmaneerd, en "by Misfive aan zyne Do kluchtige Hoogheid kennis behoorde te worden gegeven, met ernftig verzoek en adhortatie, om, als Kapitein-Generaal, alle de Officieren van den Staat nadrukkeiyk te injungeeren, zich, ter vermyding van fchaade er* verdere onaangenaame gevolgen, hierna ftiptelylc te reguleeren, ten welken einde zoodaanig Concept-Plakaat en Misfive hier nevens voegen. Aldus gedaan in het Provincie-Huis, binnen Groningen, op Maandag den 29 Maart 1784. Hebben de Heeren Staaten van Stad en Lande zich met het uitgebracht Rapport geconformeerd, en de bygevoegde Concept-Publicatie en Misfive geapprobeerd; voorts de beide Heeren Syndiken, met den Secretaris van de Provincie gecommitteerd , de depêches hier uit proflueerende, te expediceren. D f N *.  58 Verzameling vm Stuiken betrekkelyk tot N°. 1572. Misfive der Heeren Staaten, aanzyne Door. luchtige Hoogheid, van den 31 May 1774, over het engageeren van Minderjaarigen tot den Mili. tairen dienst i zynde de eerfte Bylage van N". 1571. DoORLÜCHTlGSTE PRINS EN HEERE I Sedert eenigen tyd verfcheiden minderjaarige Perfoonen, buiten confent van hunne Ouderen en Voogden, tot den Militairen dienst zynde geëngageerd, en door dezelven by hunne wettige Regeering zynde geklaagd , hebben wy het onderzoek dienaangaande gefteld in handen van Heeren Gecommitteerden, wier Rapport hebbende gehoord, en de waarheid der faiten zelfs onder derzelver befoignes zynde gebleken, hebben wy niet kunnen afzyn, om onder het oog van Uwe Doorluchtige Hoogheid te brengen, dat, conform alle Lands en Stads Wetten dezer Provincie, een ouderdom van 25 jaaren word vereischt, eer iemand de vrye dispofitie over zyn Perfoon en Goederen word toevertrouwd, zoo dat alle nadeelige handelingen, voor dien tyd ingegaan , als nul worden gerekend,en na de meerderjaarigheid daar van restitutie kan worden verzocht; dat van dien generaalen regel maar tweeexceptien worden gevonden, als een wettig Huwelyk, het welke niet dan met confent der Ouderen of Voogden kan worden ingegaan, en het bekomen van venice cetatis, het welke aan Mansperfoonen, 20 jaaren oud zynde, word verleend op de verklaaringe hunner Ouderen of Voogden van hun goed gedrag en bekwaamheid, om hunne goederen te administreeren, kunnende als dan nog geen vaste goederen veralieneeren, zonder authorifatie, gelyk ook het gemeene recht voor het welzyn der Minderjaarigen, en voor derzelver debauches, nadrukkelyk heeft gezorgd; dat in het byzonder is gezorgd voor het engageeren van Minderjaarigen tot den Militairen dienst, gelyk Uwe  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 59 Uwe Doorluchtige Hoogheid kan geblyken uitoudere Refolütie van den 23 April 1684., van die der Heeren Gedeputeerden van den 8 Juny 170 en 31 January 1713» en van Burgemeesteren en Raid over Perfoonen in de Weeshuizen opgevoed van den 11 February 1769. Dat die Wetten in deze Provincie ten allen tyde hebben gevigeerd , offchoon de Staat in zwaare oorlogen was ingewikkeld, en deszelfs Armee mer* kelyk fterker was als nu. Wy zullen de gronden,op welke de duchtigheid dier Wetten rust, niet verder onderzoeken; dit zal genoeg zyn dezelve te onderftellen, alzoo de Wetgever van den aart van dit Volk niet onkundig kan zyn geweest, en de gevolgen ter contrarie zyn zoo krachtig, en van zoo grooten gevolg, dat de wet daar uit alleen moet goedgekeurd worden, als men overweegt, dat zulk een engagement, het welk van een oogenblik is, dat een eenig haastig en onbedaard moment, een verleidend gezelfchap, ' eene dronkeüfchap, eene folie de jeunesfe, een wanbedryf, om welke men de ftraffe der Ouderen vreesde, oirzaak van zulk een engagement kan zyn, en dus aanleiding geven om de Kinderen te onttrekken van de gehoorzaamheid hunner Ouderen, en de Ouderen te frustreeren van alle vrucht hunner welberaaden voornemens, en van alle aangewende onkosten, en de Kinderen bloot ftellen aan het gevaar van een langduurig berouw, en aanleiding geven , dat zy buiten ftaat kunnen worden gefteld , om daar na voor hun publiek beltean te kunnen zorgen , zynde de Militaire engagementen dies te fterker, alzoo voor zes jaaren, ofwel voor altyd, gefchieden , zonder dat de geëngageerde daar van kan ontheven worden , daar in andere engagementen, waar in berouw plaats kan hebben, en men een einde daar van kan maaken, der Ouderen en Voogden confent zelfs wie/d vereischt, welke, indien het dienftig en voordeelig voor hunne Kinderen oiydeelen» daar in ligt sak  60 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zullen confenteeren; en dit contrarie begrypende, tegens hun wil en genoegen, niet van hunne Kinderen dienden te worden beroofd, en eene onbe* zonnen caprice of misbedryf van een Kind prevaleeren boven dewelberaaden gedachten der Ouderen; het gevaar voor den dienst is te grooter, om dat het onder de Militairen, wegéns hun interest, aan geene Perfoonen zal ontbreken, die genegen zyn de jeugd te debaucheeren , en dus zullen Vreemden moeten zorgen hunne Kinderen op deze Academie te zenden , en ieder zal het gezelfchap der Militairen trachten te quiteeren, waar door de Staat een kleinachting zal ondergaan, die dezelve niet behoort noch verdiend te lyden. Wy hooren wel dat de Militairen vermeenden gerechtigd te zyn tot het engageeren van Perfoonen boven 18 jaaren, zonder confent van Ouderen of Voogden; doch het zy 'er zulk een ordre zy of niet, wy ignoreeren dezelve, en wy denken, dat dezelve gegeven is met geene andere intentie, dan dat alleen plaats zal of kan hebben ter plaats daar geene Wetten, in 't geheel of ten minften geene ter contrarie gevonden worden, en dat dezelve over zulks in deze Provincie van geen applicatie zal zyn. Wy hebben een tweede bezwaar ter gelegenheid van zulke engagementen, daar in beftaande, dat offchoon Ouders of Voogden daar over by hunne wettige Overheid klagen , de Militaire Richter inmiddels voortvaart, de jonge lieden opligt, en naar het Guarnifoen zend, of wel arresteert, waar door dezelven, als ook de anderen, uit vrees voor de gevolgen, ligt worden geperfuadeerd tot een confent, het welk zonder zulks niet zouden hebben gegeven; wy (laan wel toe,dat aan den Militairen Richter alleen competeert de jurisdictie over de Militairen, maar het engagement zelve en de wettigheid van het zelve in fatla beftaande, en eerst wettig moetende zyn bewezen, eer iemand kan gezegd worden een Militair te zyn, en dus on-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 61 onder dat forum te behooren , zoo heeft de Militaire Richter, eer zulks is gefchied, geen rechts, dwang over zulk een Perfoon, nog eenig recht van arrest over denzelven,en die wettigheid kan by nie. mand, dan by den Burgerlyken Richter,beoirdeeld worden, alzoo hy, voor het engagement aan denzei» ven zynde onderworpen, zoo lang daaraan blyft onderhevig, tot dat hy op een wettige wyze een aader forum heeft verkozen; dit kan nu door Minderjaarigen , naar de Wetten van den Lande, niec gefchieden zonder confent der Ouderen of Voogden, welke dus ontbrekende, kan een Minderjaarige zich niet engageeren, of onder een ander forum begeven , dewyl hy geen wil hebbende, noch dispofitie over zyne daaden, geen contract kan ingaan, noch van forum veranderen, en dus kan hy over die aftie nooit voor den Militairen Richter ge. trokken worden, alzoo de wettigheid van deszelfs Jurisdictie het engagement en diens wettigheid reeds onderdek, en voor zoo ver het confent der Oude. ren of Voogden dubieus mogt zyn, de waarheid daarvan by niemand, als door hunne Richters, onderzocht kan worden; en uit dien hoofde vermeenen wy , dat de Militairen het recht der Burgerlyke Overheid ten hoogden benadeelen, door zich het oirdeel over zulke engagementen aan te maatigen, en veel meer door zulke Perfoonen te arresteeren , of op te lichten. Gelyk wy , Doorluchtige Prins! verplicht zyn onze Wetten en Statuten te maintineeren, en onze Ingezetenen tegen allen inbreuk daar tegen te befchermen , zoo hebben wy op de voorgebrachte klachten ons niet kunnen dispenfeerendezebezwaaren onder het oog en ter kennis van Uwe Doorluchtige Hoogheid te brengen; met zeer vriendelyk en erndig verzoek: dat UweDoorluchigeHoogheid zoodaane ordres gelieve ce dellen, dat in deze Provincie geene engagementen tot den Militairen dienst, gefchieden , ais conform onze Refoïutien en Statuten; als mede dat aan de respective Com- ü  04 'Verzameling -van Stukken betrekkelyk tot Commandanten des Gnarnifoens en der Krygsraad werde verboden, over de wettigheid der engagementen van Minderjaarigen te nirdeelen, en veel meerder om de gepraitendeerde Geëngageerdea op te ligten of te arresteeren. Jf". 1573. Misfive var, zyne Doorluchtige Hoogheids aan de Heeren Staaten, van den 23 Juny 1774» houdende antwoord op der Staaten Mifiye van den 31 May 1774, relatief het engageeren van Min. derjaarigen tot den Militairen dienst; zynde een tweede Bylage van IN °. 1571. Edele Mogende Heeren,, byzonderïi goede Vrienden ! Wy hebben in ernftige overweging genomen bet verzoek-, by U Edele Mogenden Misfive van den 3iften May laatstleden aan ons gedaan , „ dat het crs zoude gelieven zoodaanige ordres te ftellen , „ dat in de Provincie van Stad en Lande geene „ engagtmenten tot den Militairen dienst gefchie» „ den, als conform Uwer Ed. Mogenden Refolu„ tien en Statuten, als mede, dat aan de respective Commandanten des Guarnifoens en den Krygsraad werde verboden, over de wettigheid der engagemenaen van Minderjaarigen te oirdee,, len, en veel meerder om de gepretendeerde ge» engageerden op te ligten, of te arresteeren". Wy kunnen voor tl Ed. Mogenden geenszins Verbergen, dat wy, en over dat verzoek,en over •dé gronden, op welke U Ed. Mogenden het Zelve by de gemelde Misfive fundeeren, zeer gefurpreneerd zyn geweest. Het is ons overbekecd, Ed. Mogende Heeren! dat riet, alleen volgens dé byzondere wetten van U Ed. Mogenden Provincie , maar ook volgens bet algemeen 'Bargerlyk recht., volkomen -sseker is, dat alle die beneden de  de Gébeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 63 de 25 jaaren oud zyn, en geen ventte cetatis verkre. gen hebben, of niet in een wettig Huwelyk getreden zyn, minderjaarig zyn, en dat daar van het effect is, dat de zoodaanige geenerlei Burgerlyke engagementen kunnen aangaan, zonder de authoriteit van hunne Ouderen of Voogden; doch op wat wyze die alleszins noodzaakelyke regel in Burgerlyke handelingen van eenige applicatie zoude kunnen worden gemaakt op engagementen in 's Lands dienst, en fpeciaal in 's Lands Militairen dienst, daar van hebben wy niets in U Ed. Mogenden Misfive gevonden, en zulks verklaaren wy ook voor ons zelfs niet te kun dat dezelve gegev -n is met geënt andere intentie , dan dat alleen plaats kan of zal hebben ter plaatze da»r geene wetten in het geheel, of ten minfien geene ter contrarie, gevonden worden, en dat dezelve over zulks ïn  ie 'Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 65 in U Edele Mogenden Provincie van geen applicatie kan zyn. ■ ; , ~ Doch om U Ed. Mogenden hier omtrent injatlo 'te elucideeren, dat het geen nieuwe Ordres of Reelementen zyn, die den ouderdom van 18 jaaren, in voegen gemeld , genoegzaam (tellen om zich zonder confent van Ouderen of Voogden in den Militairen dienst te kunnen engageeren, behoeven wy niet anders te doen, dan ons te refereeren tot zóo meenigvuldige Refoïutien , a!s by den Raad van Staate van over lange reeds dien aangaande genomen zyn, zelfs in tyden wanneer de aUthóriteit vaa den Kapitein Generaal ftüflond,en geen plaats had, en by welke altoos voor her welzyn van 's Lands dienst, en om de recruteeringen , die evenwelaa'n genoeg moeielykheden fubject zyn, niet difficielder fe maaken, verftaan is,dat het engageeren van Perfoonen, den ouderdom van 18 jaaren geadimpleertt hebbende, valide zy , en waaromme dan ook aan geene reclames van zoodaaaige Perfoonen offchoon ' Zelfs uit Wees- en Armhuizen geëngageerd zyn, wanneer zy die jaaren hadden vervuld, immer is gedefereerd, en het is dan op dat voetfpoor, en om den Militairen dienst riet geheel geruïneerd te zien, dat wy ook geen zwaarigheid hebben gevonden by ons bekende Reglement van den jaare 1772 , ons tot dien zelfden ouderdom van 18 jaaren;,ten aanzien van de validiteit der Militaire engagementen te bepaalen , zekerlvk niet met intehtie om dien voet alleen te doen hoüden in plaatzen daar 'geen Wetten ter contrarie zouden mogen gevonden worden , waar van de ongerymdhcid te groot en de onbeftaanbaarheid te veel in het. oog lopende is, dan dat wy nóodig vinden dezelve na. der aan te dringen, maar om eenpaarig.tü alle de Güarnifo'enen van den Staat omtrent s Lands Militie in het gemeen, als eene ??aak die de middelen ter gemeene befcherming is eóncerneerende, "en die op de eene plaats niet anders als óp de anXX. Deel. E deie  66 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot dere kan behandeld worden, geobferveerd te wor» den. Wy vermeenen, Ed. Mogende Heeren! dat wy al het zelve thans niet nader zullen behoeven aan te dringen; alleen meenen wy hier nog by te moeten voegen, dat wy de Refolütie der Heeren Staaten van Stad Groningen en Ommelanden, van den 23 April I684, en die van de Heeren Gedeputeerde Staaten, van den 8 Juny 1701 en 31 January 1743, by ü Ed. Mogenden Misfive gereclameerd, des te minder in dezen eene verbindende kracht kunnen toekennen, waDneer wy ons oog vestigen op het bekende Reglement Reformatoir van onzen Heer Vader, glor. ged., in den jaare 1748 gearresteerd, waar van de inhoud aan U Ed. Mogenden over bekend is, en waaromme wy dan ook op de verdere, by U Ed, Mogenden nog gereclameerde Refolütie van Burgemeesteren en Raad, van dato den 11 February 1769, geenerlei reflectie kunnen flaan, maar in tegendeel met fundament zouden kunnen •infteeren, dat dezelve ingetrokken of zoodaanig gealtereerd wierde , dat dezelve alleenlyk van Wees-Jongens, den ouderdom van 18 jaaren nog niet bereikt hebbende, wierde geinterdiceerd. Wat nu voor het overige betreft het oirdeel over de wettigheid van een Militair engagement, daar omtrent zyn wy ook geheel en al van begrip, dat zulks aan den Militairen Rechter competeert; want, is het engagement wettig, dan is de geëngageerde reeds Militair geweest van het tydftip zyner aanneming af; en is het onwettig,dan moet de Militair, die zoodaanig onwettig engagement gedaan heeft, naar omftandigheden gecorrigeerd en geftraft worden, het gene de Militaire Rechter niet zoude kunnen doen, indien hy over de wettigheid of onwettigheid van een engagement niet vermogt te jugeeren; en wy, zoo wel als U Ed. Mogenden, behooren volkomen gerust en overtuigd te zyn, dat een Militair Rechter zoo wel in gemoede, en volgens ééd  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 67 ééd en plicht, recht doet als een Burgerlyke Rechter; en dat dus geen Militair Rechter een onwettig engagement voor wettig zal verklaaren, veel mia Iiemand, die onwettig geëngageerd is, zal doea !arresceeren, of oplichten, zoo als ü Ed. Mogendea zich by derzelver Misfive in dier voegen ge■lieven uitte drukken, maar het gene ons te minder kan doen komen in het begrip, dat U Ed Mogenden ons by derzelver Misfive als het hanne hebben ; gelieven voor te dragm: „ dat de Militairen het :,, recht der Burgerlyke Overheid ten hoogden be; j, nadeelen, door zich het oirdeel over zulke en,, gagementen aan te maatigen, beftaat in deze zeer i, eenvoudige reflectie, dat 'er geen rechterlyk on,, derzoek over de wettigheid van een engagement „ te pas kan komen, ten zy 'er iemand is, die over „ zoodaanig engagement klaagt";waar uit van zelfs volgt: dat de gene die het engageeren gedaan heeft, en dus notoir een Militair, de beklaagde reeds is, en het zal 'er dus niet toedoen, of de \Klaager een Militair of Burgerlyk Perfoon is; verïmids de Militaire Rechter, in geval van eenig gefchil , over de wettigheid van een engagement, door een Militair gedaan, altyd en alleen competent zal zyn, zoo lang het een dokregel ia rechten zal wezen, actor fequüur forum rei. Wy durven ons dan nu volkomen verzekerd hou, den, dat U Ed. Mogerden,onze hier boven gemen) tioneerde redenen overwegende, de zaak met ons uit het zelve oogpunt zullen befchouwen, en ons \ diens volgende gelibereerd moeten achten van het voorgemelde verzoek, by U Ed. Mogenden Mis; five aan ons gedaan, en ü Ed. Mogend;n midsdien ] met ons zullen oirdeelen best te zyn alle verdere i deliberatien deswegens te laten berusten , en die i zaak by de algemeene en oude gewoonte te laten. Waar mede, Edele Mogende Heeren, byzondere goede J/rienden! E 2  «8 Verzameling vcn Stukken letrelkelyk to% bje^oteftï!6 M°genden bCVden iD G0DS he* den°2Po JunvLi07°7i Vwer Edele Mogenden Dienst. ZJJun> 1774« willigen Dienaar. (Opfchri/t) Erlele Mogende ïleeren , byzondere goede Vrienden! de Heeren Staaten w Stad Groningen en Omroelanden, te Groningen. tUt P"blTtie deS Heenn Staaten van Stad el ren van lv /% 1 ApTÜ ^84» tegen het engagee. ren van Minderjaarigen tot den Militairen dienst. tewetej30 Stad GroniaSen ™ Ommelanden «Kü'a3l OBSJteratire maa,en klachten zyn voor. foonen rorer fe^^ercn van minderjaarige Per["fi'0 f? Mi nairen dienst, offchoon dezelve Vrnol e,V? ,°JDder de macfu hucner Ouders of &efteld Zyn' en dus onbekwaam zyn om SS^verbindtenis aan te gaan, ook zoodaS htZ™ g fclD^eerd^ Jonge lieden door de Mi- ÏSfre«eS?,Cbt'.n' ha G«A'f°e« verzonden, of gearresteerd worden, /trekkende tot vilipendentie SaiVe0d°P7ge fmaa!«^ Ordonnantiën eS noto e, int ractie: der rechten van den Competenten Richter, 2t ZdZlf0rdSr mirde'iaangePgezeten zyn "el t innpn a toeftemming van Ouders of Voogden i kunnen worden weggetrokken; zo is he£, dat wy' tor'Lte£',JS-0p het ^«cieuste willende voorzien; 5ustWSV!?g vr\de ê^romulgeerde wetten, gel rustftelling der go'de Ingezetenen, en maintien van oerzelver Rechten en Vryheden . alle zoodaane en. menten van minderjaarigen, 'die deZuSom 1 jan 25 jaaren nog met hebben bereikt en zich onder 1 de macht hunner Ouderen of Voogden bevinden, zoo de-  rde Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 6> idezelve zonder toeftemminge van hunne Ouders of iVoogden hebben aangegaan > mids dezen nul en nietig verklaarende, elk en een iegelyk die zulks aangaan mag interdiceeren ,om minderj larigen, buiten i confent van derzelver Ouders of Voogden, in den i Militairen dienst aan te nemen, op te lichten, te vervoeren, ofte arresteeren, op pceie, dat die genen, welke bevonden zullen worden dezen ter con. trarie gedaan te hebben, als verleiders van de jeugd, ten ontvoerders van ander lieden Kinderen tegen de wil hunner Ouderen of Voogden, naar exigentie van kaaken gecorrigeerd en geftraft zullen worden. En, op dat niemand hier van eenige ignorantie Imoge voorwenden, zal deze van de Predikftoelen fte Lande worden afgelezen, en verders alomme ge[publiceerd en aangeflagen, ter plaatze daar men gewoon is zulks te doen. : Aldus gedaan binneu Groningen, in het Provm. cie-Huis, op Donderdag den 1 April 1784. Ter Ordonnantie van Run Etf. Mogenden, E. Lewe, Secret. N°. 1575. Refolütie der Ed. Mogende Heeren Staaten van Stad en Lame, over ae misjive van «j™^™»jefteit den Koning van Pruisfen, van den 19 Maart 1784, in dato den 5 July 1784. Gedelibereerd zynde op het Rapport der Heeren Gecommitteerden tot de Petitiën Van den Raad van Staate en dezer Provincie Finances, omtrent de Misfive van zyne Majefteit den Koning van Pruisfen, in dato den ioden Maart dezes jaars; luidende als volgt: E 3 Rap-  70 Verzameling van 3tukken betrekkelyk tot Rapport der Heeren Gecommiu teerden tot de Petitiën van dei Raxd van Staate en dezer1, Provincie Finances. Edele Mogende Heeren! v By Refoiutie van U Ed. Mogenden, in dato deni 92ften April en 24ften Juny jongstleden, in han-i den van de Heeren derzelver Gecommitteerden tefc nader onderzoek zynde gefteld de Misfive van zy-,' ne Pruisfifche Majefteit, gefchreven te Berlyn deai joden Maart daar bevoorens, en den giften dier-: maand door den Heere van Thulemeyer, Hoogst-,: deszelfs Extraordinaris Envoyé, aan den Heer Pre-: fident van Hun Hoog Mogenden overgegevenJ hoofdzaakelyk behelzende : dat boogstgedachte zyne Majefteit bereids op den 20 January 1783,] door welgemelden Heer Envoyé, Hun Hoog Mo.'| genden had verzacht, van eindelyk eens zoodaane maatregelen te willen nemen, dat zyne Hoogheid; de Heer Prinfe Erf-Stadhouder niet zoo onfchul-; dig en onverdraaglyk vervolgt, maar veel eer in het rustige bezit van de Charges en Prterogativen,; aan Hem en zyn Huis erflvk toevertrouwd, gelaten] en daar in gehandhaafd wierde; dat zyne Majefteit zich had gevleid, dat die welineenende aanmaaningen in haaren waarec zin zouden zyn opgenomen , en: iets hebben toegebracht tot herftel van den inwen-. digen rust in dezen Staat; dan dat, tot Hoogst-, deszelfs leedwezen, uit de alom bekende gebeurtenisfen vernomen had, dat, recht ter contrarie,, eenige onrustige, eerzuchtige,en alleen hun eigen voordeel zoekende, Perfoonen beftendig voortvaaren, den Heere Erf-Stadhouder op de vyandelyk-. fie wyze te vervolgen , en hem in zyn Perfoon,^ Waardigheden, Digniteiten en Pi x< ogativen, aan te vallen; dat zyne Hoogheid, in alle zyne rela-, tien, dagelyks,by openbaare Gefchriften , fchimp-, scLtig wierde aangerand; dat zoodaacige Gefchriften  'de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 72 ten befchermirjge zouden vinden, en geen verbod noch ftraf daar tegens by de Overheid plaats hadden; maar in tegendeel die genen, welke voor zyn Hoogheid fpreken of fchryven, vervolgd, mishandeld, verdreven, en zelfs geftraft wierden; terwyl het even zoo weereldkundig was, dat men van het Erf-Stadhouderfchap het ééne aanzienlyk en gewichtig voorrecht na het andere willekeurig affiam; verzoekende zyne Majefteit aan Hun Hoog Mogenden, op het inftantelykst en dringendst,om kie fubfisteerende onlusten op het ernftigfte te willen bemiddelen, en zoodaane maatregelen te nemen, dat de nadeelige Gefchriften ten ftrengften worden verboden , de vervolgingen tegens zyne Hoogheid, en deszelfs Vrienden, nadrukkelyker, en meer overeenkomftig met de wetten, tegen gegaan, en een éénsgezindheid tusfchen zyne Hoogheid en die genen welke tegens hem zyn,bewerkt; dat in de Rechten en Prserogativen, aan zyn Hoogheid competeerende, werde gemaintineerd, de ontnomene weder te rug te geven, en de zaaken van Staat met Hoogstdezelve naar de oude Conftitutie bezorgd; hoopende zyne Majefteit, dat Hun Hoog Mogenden deze openingen zullen aanzien als de raad van een waar Vriend van dezen Staat; maar die teffens zulk een naauwe relatie heeft tot het Huis van zyne Hoogheid, dat alle veranderingen Hoogstdenzelven niet. onverfchillig kunnen zyn; en voorts mede geëxamineerd de herhaalde inftantien door den Heere Envoyé van Thulemeyer, ter beteugelinge van de licentie van eenige Schryvers, by Hun Hoog Mogenden gedaan, hebben de Heeren Gecommitteerden de eer ü Ed. Mogenden te rapporteeren, dat van advis zouden zyn , dat door de Heeren U Ed. Mogenden Gedeputeerden ter Vergadering van Hun Hoog Mogenden diende te worden gedeclareerd, dat de Heeren Staaten van Stad en Lande, op de gunftige gevoelens van zyne Majefteit omtrent deze Republiek, altoos te veel nrvs hebben gefteld, dan dat Hun Ed. Mogenden v J E 4 in  1% Verzameling van Stukken betrekkelyk tot in gebreke zonden kunnen blyven, om van hunne waare dankbaarheid, voor zoo veeie betuigingen yan zorg en genegenheid, als zyne Majefteit voor dezen Staat, by de voorfchrever Misfive, heeft gelieven open te leggen; terwyl Hun Ed. Mogenden rjiets vuuriger wenfehen, dan dat dezelve gevoelens van zyne Majafteit, tot heil van deze Landen, onveranderlyk zullen continueeren, en dat de poogingen , die Hun Ed. Mogenden onophoudelyk zullèn aanwenden, om daar toe haar hun vermogen mede te werken, ten allen tyde door een gezegende uitkomst bekroond zullen worden. Dat, gelyk Hun Ed, Mogenden, ter gelegenheid van de Memorie, door den Heere Envoyé van Thulemeyer op den 29 January 1783 aaj Hun Hoog Mogenden overgegeven, reeds des tyds, by hunne Refolütie van den 28ften Maart daar aan volgende, ter Vergaderinge van Hun Hoog Mogenden hebben gedeclareerd, dat, met opzichte tot deze Provincie, geen fchyn noch fchaduwe voor handen was van zoodaane bewegingen, als waar van in dezelve mentie worde gemaakt, Hun Ed. Mog. althans even zoo zeer met de grootfte oprechtheid en volkomcnfte verzekeringe kunnen verklaaren, ■ dat, federt dien tyd, in het geheel niets by Hun Ed. Mogenden is gedaan of gerefolveerd , waar door de Rechten en Prserogativen , aan zyne Hoog. heid den Heere Erf-Sta-ihpuder qóinpeteerehdé J meer of min, direct noch indirect, benadeeld zyn geworden; dat zulks door riernrnd, aan wien de Conftitutie van deze Provincie is bekend, met eenige mooglykheid kan worden vooronderfteid, alzoo de Rechten van zyne Hoogheid by het Reglement Reformatoir van drn 27 November 1749 zyn bepaald, en diens onderhoudinge plechtig door alle Leden, der Regeeringe zoo wel als door zyne Hoogheid is bezwoeren, dat Hun Ed. Mogenden, om allen dezen de pofita , in meergemelde Misfive van zyne Majefteit ter neder gefield, zich niet kunnen' aantrekken, te minder daar zyne Hoogheid di-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 73 direct, of indirect nimmer heeft te kennen gegeven , door Hun Ed. Mogenden ergens in te worden benadeeld, en dat, ten gevolge van dien, hec vertrouwen ,'t welk altoos heeft gefubfisteerd, eenigszins zoude zyn verminderd; dat het 'er ook verre van daan is, dat iemand in deze Provincie zoude worden vervolgd, om zyne Ho >gheids wille; dat de Wetten, expresfelyk gemaakt, om Laster* fchriften tegens zyne Hoogheid te verbieden, en de Maakers, door uitlovingen van hooge pramien, te ontdekken, het tegendeel te kennen geven ;dac die en andere Wetten tegens Schot- en Lasterschriften in volle vigeur zyn, en de fchul ligen, ontdekt wordende, geftraft worden ; betuigende Hun Ed. Mogenden ook niet te weten, dat zoodaane Schriften binnen deze Provincie worden gemaakt of gedrukt; dat over zuiks Hun Ed Rijgenden vertrouwen, dit deze cordaare en fliicere verklaaringe voldoende zal zyn ,' om weg te nemen alle nadeelige impresfien, die door bet luppediteeren van daar tegens ftrydende gevoelens mogten zyn veroirzaakt. Aldus gedaan, binnen Groningen ?> in k&t Provincie-Huis, op Maandag den 5 July 1784. Hebben de Heeren Staaten van Stad en Lande zich met het uitgebrachte Rapport geconfirmeerd, én de Heeren Ministers gecommitteerd deze Refolütie te verzenden, zonder refumtie af te vïacliten. 1575. Refolütie der Heeren Staaten van Stad e.n Lande, van den 4 November 17 S4, om zym Doorluchtige Hoogheid te verzoeken geene meeri-re Militie van hier te doen vertrekken. Gedelibereerd zynde over 't ^de Artikel van de Propofitie de Post, waar by de Heeren GerieE 5 pu-  74 Verzameling van Stukken betrekkelyk tet puteerden kennis geven, dat een gedeelte van de Artillerye ordre gekregen had uit deze Provincie naar elders uit te marcheeren, en, volgens geruchten , diergelyke ordres meer aan het Guarnifoen zouden kunnen inkomen. Hebben de Heeren Staaten Staaten van Stad en Lande de Heeren Gedeputeerden geauthorifeerd, de noodige attachés aan die van de Artillery te verleenen, en voorts verftaan, dat zyne Doorluchtige Hoogheid op het ernftigfte zal worden verzocht, om in deze tydsomftandigheden vooral zorge te willen dragen,dat,door verminderinge van'tzwak* ke Guarnifoen, deze Provincie en Forten op diens Frontieren niet ten eenemaal van defenfie worden ontbloot, wordende de Heeren Gecommitteerden van de Finances verzogt en gecommitteerd ten dien einde de Misfive te concipieereu, en op naam van de Heeren Staaten ten fpoedigften per üxpresfe aan zyne Doorluchtige Hoogheid te depecheeren. N°. 1577- Refolütie van dezelve, nopens de Patenten door zyne Doorluchtige Hoogheid aan de alhier in Guarnifoen zynde Militie afgezonden, eodem des avonds te 8 uuren genomen. Gedelibereerd zynde op het voorgcdragene door de Heeren prasfideerende van beide Leden, dat aan Hun Ed. waren vertoond Patenten van zyne Doorluchtige Hoogheid, volgens welke de twee Esquadrons Cavallery van den Luitenant-Generaal Stavenisse Pous van hier zouden moeten uitmarcheeren na Zutphen , en de Staf-Compagnie van de Generaal-Major Dophf van hier na de Bourtange, benevens een Compagnie van het zelve Re» giment uit Delfzyl, en een uit de lange Akkerfchans, mede beide na de Bourtange; als mede gedelibereerd op de ontvangene informatie der ingekomene patenten voor het Regiment Orange Stad  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 75 Stad en Lande en Orange Drenthe, om van hier na Zutphen te marcheeren. Hebben de Heeren Staaten van Stad en Lande de Heeren Gedeputeerden geauthorifeerd, de attaches voor die van den Generaal-Major Dopen? te verleenen; voorts overwegende de critique fituatie, waar in deze Stad en Provincie, geheel van Militie gedegarneerd, zich zoude bevmden , daar dezelve, zoo zeer als eenige plaats in de Republiek, in geval van Oorlog, op de defenfie bedacht moet zyn , verftaan, dat aan zyne Doorluchtige Hoogheid op het krachtigfte, by Misfive nog dezen avond per expresfe te verzenden, zal worden gerepraefenteerd, dat Hun Ed. Mo. genden, alleen om de hoogst te vrezene onheilen, die hunne Provincie zouden kunnen treffen, rich in de onvermydelyke noodzaakelykheid hebben gevonden , om by provifie op de patenten van zyne Doorluchtige Hoogheid, die Hun Ed. Molenden in andere gevallen ten vollen hebben gerespecteerd, tot uitmarsch van de twee Esquidrons Cavallery, en het voorfchreven Regiment Orange Stad en Lande en Orange Drenthe geene attach s te verleenen ; en dat over zulks zyne Doorluchtige Hoogheid op het ernftigfte zal worden "erzocht zoodaanige fchikkingen te willen mjakeo, dat deze Provincie niet verder van zoo zeer benoodigde Militie ontledigd, maar veeleer vermeerderd, werden , wordende de Heeren Gecomnvueerden tot de Petitiën van dep> Raad van Staate en dezer Provincie Finances verzocht en gecommitteerd ten dien einde een Misfive te concipieeren,, en ten fpoedigften te depecheeren, en zal voorts hier van door den Secretaris van Staat aanftonds kennis worden gegeven aan den Commandant van het Guarnifoen dezer Stad, als mede aan de Commaadanten van de Cavallery en van het Regime; Infantery Orange Stad en Lande en Orange Drenthe, met last, om, by provifie en tot nader ordre, albier Guarnifoen te blyvcn houden, en op morgen ex-  Verzameling van Stuiken betrekkelyk tót extract dezes aan dezelve worden ter hand gefield ; alles zonder refumtie af te wachten. N°. 1578. Refolütie der Ed. Mogende Heeren Staaten van Stad en Lande, betreffende ds gegeven contraordres door den Luitenant-Generaal van So&tmerlatte, jian de Staf-Compagnie van den G.neradMajor jJopHF. In dato den 6 November 1784. Gedelibeerd zynde op bet Rapport der Heeren Gecommitteerden tot de Petitiën van den Raad van Staate en dezer Provincie Finances, betreffende de gegevene contra ordres door den Luitenant-Generaal van Sommerlatte aan de Staf-Compagnie van den Geaeraal-Major Dophf; luidende als volgt: Rapport van de Heeren Gecommitteerden tot de Petitiën van den Raad van Staate en dezer Provincie Finances. Edele Mogende Heeren! Ter voldoening aan U Ed. Mogenden Refolütie van gisteren door de Heeren Gecommitteerden zynde geëxamineerd het'voorgedrageneder Heeren Gedeputeerden , dat op de Patenten van zyne Hoogheid door Hun, op U Ed.Mogenden ordres .attaché ware verleend aan de Staf- en Grenadier- Compagnie van den Generaal-Majoor Dophk en een Compagnie van het zelve Regiment, de eerfte om van hier, en de tweede van Delfzyl na de Bourtange te marcheeren, dan dat de Kapitein Cramer aan den Heer Prsfideerenden op gisteren kennis had eegeven, dat de Lu'tenant Generaal van Sommerlatte aan eerstgemeide Compagnie geordonneerd had, by provifie niet uit te marcheeren; zouden dezelve van advies zyn, dat van den Luitenant Generaal van Sommerlatte diende te worden gerequireerd, aan U Ed. Mo«  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 77 Mog. ten fpoedigften fchriftelyk op te geven de redenen,die dezelvemogt hebben gehad om bovengemelde orders af te geven, en dat ten dien einde ExtracT: dezes door de Secretaris van Staat aan denzeiven ter hand behoord te worden gefteld. Aldus gedaan in het Provincie-Huis, binnen Gro« ningen, den 6 November 1784. Hebben de Heeren Staaten van Stad en Lande zich met het uitgebrachte Rapport geconformeerd zonder refumtie af te wachten; en hebben de Heeren van de Ommelanden voor af verklaard,dat, verhoopt hebbende, dat door de Heeren Gecommitteerden tot dezer Provincie Finances een Rapport zoude worden uitgebracht ter handhavinge der Refolutie tót het verleenen van attaché op den 4den dezer genomen, en door dit Rapport de brieven van attaché, tegens de intentie der Heeren Staaten, op ordre van den Commandant van 't Guarnifoen, buiten vervolg verblyvende, van advis zyn dat de Collonel Cramer gelast behoorde te worden de ontvangen attachés terftond te respefteerea, voorts van den Commandant van het Guarnifoen gerequireerd, binnen 24 uuren aan de Heeren Staaten open te leggen de redenen, die hem hebben gepermoveerd om de Compagnie van den Generaal Majoor Dophf, tegens de verleende attachés, alhier te houden, en op te geven de gronden op welke hy vermeend bevoegd te zyn om de orders der Heeren Staaten te contramandeeren, voorbehoudens de verdere deliberatien der Heeren Staaten daaromtrent, en ten dien einde Extract van zoodaane Rofolutie aan den Commandant van het Guarnifoen en den Collonel Cramer ter hand gefteld diende te worden,zonder refumtie af te wachten; dan bemerkende de inclinatie van hun mede-Lid, om deze zaak van zoo veel gewicht en zulken verren uitzicht op eenen anderen voet te behandelen, de Heeren van de Ommelanden, ter voorkoming van retardement, zich met hst uitge. brach-  '78 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot trachte Rapport conformeeren, en ter hunner decharge dit advis in de Notulen doen infereeren. H° 1579. Refolütie der Ed. Mogende Heerenvan Stad en Lvnde , van den 13 November 1784 , op de Misfive van den Luitenant-Generaal van Sommerlatte. ' By refurone gedelibereerd zynde op de Misfive van den Luiterant-Generaal van Sommerlatte, houdende aeszdfs bericht , waarom gemeend hadde den u^roarsch van de Grenadier-Compagnie van den Ger>eraal-M'ijor Dopiif, aangezien de attaché op het patent vm zyne Doorluchtige Hoogheid door ordre der Heeu n Staaten verleend, te contramandeeren, — hebben de He ren van de Stad verklaard, geen genoegen te 1 emen in het b. richt van den Luitenant Gene;aal van Sommerlatte, maar dat gene gefchied is te zullen pasfeeren, in verwachting en vertrouwen. dat dezelve inkomftig de bevelen van Hun Ed. Mogenden als de Souvereinen zal executeeren; en hebben de Heeren van de Ommelanden verklaard, van advis te zyn, dat de Heeren Staaten, de ingebrachte redenen onvoldoende verklaarende, het voorfchreven verrichte van den Commandant behoorden te improbeeren, en zulks te meerder, nadien de Heeren Staaten het verblyven en uitmarcheeren van Militie iD of uit deze Stad en Provincie zonder hun toeftemminge niet kunnen gedoogen, en hy Commandant van het verblyf dier Compagnie in deze Stad, tegens de verleende attachés, die door hem niet als toegelatingen maar als Hevelen gerespecteerd moeten worden, de goedkeuring van Hun Ed Moetenden niet heeft gevraagd ; voorts goed te vinden en te verftaan , deze demarche van den Commandant wel voor ditmaal te pasfeeren, doch teifens den zei ven op  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 70 op het ernftigfte te recommandeeren voortaan indachtig te zyn, dat hy met het gantfche Guarnifoen, zoo wel als alle andere Ingezetenen,verplicht is de bevelen der Heeren Staaten als wettige Souverein dezer Provincie te gehoorzaamen, zonder eenige ordres ter contrarie temogen respecteeren, executeeren of doen executeeren, en dat ten dien einde Extract, vaa zoodaane Refolütie aan den zeiven tot zyn naricht diende te worden ter haad gefield , ten einde zich inkomftig naar diens inhoud ftiptelyk te reguleeren. N°. 15 80. Refolütie der Ed. Mogende Heeren Staaten van Stad en Lande op de uitmarsch van de Grenadier-Compagnie van den G ener aal-Major Dophf naar de Bourtange. In dato den 15 November 1784. Gedelibereerd zynde op het voorgedragene door de Heeren van de Ommelanden, wegens vertraaging en op onthoud der uitmarsch van de Grenadier-Compagnie van den Generaal-Major Dophf van hier naar de Bourtange, tot notoire vilipendentie van de attachés, door de Heeren Gedeputeerden, op fpeciaale last der Heeren Staaten , en patent van zyne Doorluchtige Hoogheid verleend, hebben de Heeren Staaten van Stad en Lande den commandeerenden Officier van gemelde Compagnie ferieusfelyk gelast, ten einde binnen tweemaal 24 uuren , met zyn onderhebbende Manfchap , van hier naar de Bourtange te marcheeren, en alzoo het patent van zyne Doorluchtige Hoogheid, met de daar op verleende attachés, te respecteeren en op te volgen, zullende by onflentenis van dien zoodaanig worden gedisponeerd, als bevonden zal worden te behooren, en extract dezes aan denzelven worden ter hand gefteld.  So Verzameling van Stukken betrekkelyk tot jN*. i^8t. Refolütie der Ed. Mogende Heeren Staaten van den (8 November t *8s te zullen ■sm^ien. 3. Om alle'ongelukken in 't exerceeren te verhoeden , zullen alle de Leden der drie Genoot. happen, hunne, gewet ren op eenen zekeren, tyd, Ier te bepaalen, moeien laten examineeren van w at calibti dezelve zyn, als mede laten probeeren (e nr jef kunnen houden. 4. Tot SicYèiaris dezer Befoignes is verkoren Dr. ten Berge. jje  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. Bft 5. De Heeren Wichers, Oldeneel en ten Berge, zullen Vrydag morgen ten tien uuren te famen komen, om over de beste wyze van 't oprichten van een Exercitie-Genootfchap, en de fchikkiag daar in te houden, te delibereeren, en hunne idéés dienaangaande op aanftaanden Saturdag aan de Heeren Leden der Commisfie, die als dan weder zullen vergaderen, te communiceeren, Aanftaanden Maandag te 2 uuren zullen, de drie Gezelfchappen te famen in de Groote Kerk exerceeren, en zoo weeklyks continueeren , onder directie van hunne Leermeesters, zullende echter van dit, en de.beide.eerfte poincten opgemeld, aan de Corpfen zelve moeten worden gerapporteerd. Men zal zich ook intusfchen informeeren , welke Gezelfchappen genegen zyn, zich met de drie opgemelde te veteenigen. N°. 1585. Extract uit de.Notulen vm.de Vaderland» Jch\et Befoignes, van den 22 January 1785, behelzende de Verzameling van verfcheidene' Exercitie* Corpfen, Zyn gecompareerd uit de diverfe Exercitie-Corpfen, de volgende Heeren Gecommitteerden, en hebben 't getal van de Leden van hun Corps opgegeven in diervoegen. 1. Van de AKerk, de Heeren LH. Geertsema en ƒ. Modderman, zynde de Heer Wolters abfent. 23 Leden. 2. Van 't Hof van Juftitie, de Heeren van Oldeneel en Dr. ten Berge 25 3. Van de Schuur, de Heer Ontvanger Wichers en Dr. Gommer. 19 4. Van Martini Kerk, de Heeren. Dr. ALLARDi en H. KvFP- . . i5Volgs.lyst 5. Van de bogtvanGuinae,deHee* F 5 een  Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ren Hopman Entrup ea O. Lof- fers 25Volgs.Iyst 6. Van 'C Corps ten Huize van Duikers, de Heeren Scheepel en J. Wichers 7. Van 't Peper-Gasthuis, de Heer Gezworen Jullens en de Koop. man Grimminge . . . 12 8. Van't zelve Gasthuis, de Schryver G. Kyff .... 7 9. Van Martini School, de Kooplieden Lybering en D. H. Brouwer, en Monf. Keeersnyder 29 10. Van de Wacht der Guardes, de Koopman W. Wyndels en J. WlERINGA .... 9 Dus maaken alle de byzondere Corpfen uit een getal van 185 Leden. Na dat een ieder der Leden hunne genegenheid hadden betuigd, tot 't oprichten van een Gezelfchap van Exercitie, om ook zich in de groote wapenorde te oeffenen , is goedgevonden , dat men alle die Corpfen in tweeën zal verdeelen, waar na 't eerfte zal beftaan uit de volgende afzonderlyke Gezelfchappen. Van de A Kerk 23 Van 't Hoff 25 Van de Martini Kerk 15 Van de Schuur 19 Van de Bogt GuiDas 25 Van Duiker 21 Van't Peper-Gasthuis 12 Van Martiny School 29 Van 't zelve Gasthuis 7 Van de wacht der Guarde 9 91 94 Deze fchikking is echter provifioneel gemaakt, zullende, na verloop van eenigen tyd, de Corpfen door elkanderen rouleeren en vcrfchikt worden; de Exercitie zal zyn 's namiddags ten 2 uuren in de groote Kerk, zullende Maandags de 4 Corpfen, en Don-  èe Gebeurienisjen in 1787 enz. voorgevallen, pt Donderdags de 6 Corpfen exerceeren, waar mede Donderdag den 27ften January een begin zal worden gemaakt. By deze exercitie zal een ieder moeten komen, voorzien van een Geweer, en zoo mooglyk, van een Patroontasch en Sabel. Vooreerst zal niemand als Aanfchouwer worden toegelaten dan de Leden der Corpfen, dewelke ten dien einde van een kaartje voorzien zullen zyn. Aan den Heer P. van Oldeneel is vriendelyk opgedragen 't beleid, opzichtelyk de te verrichten manoeuvres, dewelke ook, ten dage van exercitie, de Corpfen zal commandeeren, en op de exercitie behoorlyk toeverzicht hebben, zullende 't echter 't zyner optie ftaan, twee ervaaren Perfoonen te kiezen, om hem geduurende de Exercitie teasfisteeren; alle Corpfen zullen ten dage van exercitie hunne infteerende Onder-Officieaen medebrengen. Van alle deze befluiten zal exactelyk rapport worden gedaan aan de particuliere Corpfen , en hunne goedkeuring diesaangaande ingewagt. Tot het concipieeren van een Reglement van dit Gezelfchap zyn gecommitteerd de volgende Heeren, H.Kyff, Gezworen Jollens , SchryverKvFF, Lvbring, Dr. ten Berge, Schepel, Wichers, Loffers , of Hopman Entrup , Wieringa en Geertsema, welke fubcommisfie zal gedaan worden Saturdag den 29ften January te 5 uuren. Aan gemelde Leden der fubcommisfie gerecommandeerd voor al te reflecteeren in 't concipieeren van 't Reglement op 'tuniform, als mede egaliteit van Patroontasch en Port d'Epée. De particuliere Perfoonen, lust hebbende onder dit Exercitie-Gezelfchap te gaan, zullen zich provifioneel by een zeker Corps moeten voegen. Alle Gecommitteerden zullen alle de Corpfen, waar toe zv behooren, verzoeken, dat zy, zoo hen zwaarigheid in dit Plan mogte opdoen, zich aan de Leden der fubcommisfie ten dage voornoemd addresfeeren. N°.  9 2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ü°. i<86. Refolütie van den Breeden Raad der Stad Groningen, van den 22 January 1785, cm de Bur-, giry van geweer en wapenen te voorzien, op Stads kos'en. Burgemeesteren ende Raad in Groningen doen te weten: Hoe aan ons door de Hoofdofficieren des Burgerlyken Regiments alhier is voorgedragen, dat, door het in onbruik geraaken van eenige Artikelen in de Wagtordeninge , de wachtdoende Burgers meestal met onbruikbaare Geweeren ofte Snaphaanen waren voorzien, en daar door van geen dienst konden zyn, wanneer de nood zulks kwam te vorderen, waar toe echter door het voorbeeld hunner braaye Voorvaderen zieh vonden aangefpoord, en op nieuws by ééde plechtig daar toe waren verbonden , en alzoo onder eene fierke en openbaare ver- Êlichtinge gebracht; verzoekende daarom: dat de urgery op Stads kosten met de benoodigde wapenen mogte voorzien worden, ten einde in Haat te zyn deze Stad en haare vryheid te befchermen. Zo is het, dat wy met genoegen ziende den loflyken yver en bereidwilligheid van onze Burgeren en Ingezetenen , om zich, hoe langs hoe meer, in den zoo nuttigen Wapenhandel te oefFenen, en oirdeelende dien lust en yver, zoo veel in ons is, te moeten aankweeken , ten einde de Burgery in (laatworde gefteld om blyken van waare Vaderlandsliefde te geven, en deze Stad, derzelver Regeeringe, de goede Ingezetenen en hunne Bezittingen, tegens alle geweld te kunnen verdedigen , hebben goedgevonden, de wachtdoende Burgers van behoorlyk geweeren wapenen, op Stads kosten, te voorzien; dan, in achting nemende dat deze groote kosten worden befteed tot nut en dienst dezer Stad, hebben wy ook ten hoogrften noodig geacht behoorlyke voorzorg te gebruiken , dat dezelve wapenen vsn de Stad niet werden verwaarloosd,en alzoo weder onbruikbaar gemaakt; maar dat dezelve  de Gebeurtenis/en in I7'w enz. voorgevallen. 93 ve altoos kunnen voldoen, en beantwoorden aan de zucht en begeerte der Burgeren en Ingezetenen» door de Hoofd-Officieren ons voorgedragen, om, in alle gevallen, van nut te kunnen zyn, en daarom eenige Artikelen beraamd en vastgefteld,ominachc te worden genomen, gelastende over zulks alle Hoofd ■ Officieren en Officieren en voorts een ieder om zich daar naar ftiptelyk te gedragen, dezelve na te komen en doen nakomen, by de pcenaliteiten daar in vervat. Art. I. Aan ieder Vaandel van de wachtdoende Burgery zullen worden ter hand gefteld vier- enveertig Snaphaanen en een gelyk getal Sabels, Port d'Epeés en Patroontasfen. II. Aan het eerfte Vaandel zullen worden uitgelangd de Snaphaanen van N°. 1 tot 44. aan het tweede de daar op volgende 44 Nummers, en zoo vervolgens tot N0, 792. ingefloten. III. Üeze Stads wapenen zullen by de Compagnie zyn en blyven,en de Hoofd-Officieren daar over het opzicht houden. IV. Deze Snaphaanen, Sabels en Patroontasfen, zullen ten dien einde met de nummer van ieder Vaandel, op een gefchikte plaats, door de Hoofd-Oftteieren onderling te beraamen, gemerkt worden. V. De Hoofd Officieren zullen in ieder Vaandel een register moeten houden van denaamen der Rotgezellen , en van de nummers der Geweeren &c., waar mede zyn voorzien. VI. De Hoofd-Officieren zullen ieder wacht de wapenen naauwkeurig moeten vifiteeren, en onder eene pcenaliteit, door hun onderling te bepaalen, de gebruikeren noodzaaken om dezelve in goeden ftaat te onderhouden ; en, by gebreke van dien, zullen zy dezelve op kosten van de gebruikeren laten in orde brengen. VII. De Hoofd-Officieren zullen zorge dragen, dat de wapenen door hunne Rotgezellen op goede en gefchikte plaatzen worden bewaard. VIII.  $<* Verzameling van Stukken betrekkelyk tot VIII. Ieder Rotgezel, van den perfooneelen dienst in zyn Vaandel ontflagen wordende, ofte komende te overlyden, zal de Hopman van het Vaandel. Waar onder behoort, de Stads wapenen van des gewezen Rotgezels huis binnen 14 dagen,, na dat van den dienst ontflagen ofte overleden is , laten haaien, en dezelve aan de nieuwe Rotgezellen ter 'hand (lellen; en, zoo wanneer 'er onverhoopt het een ofte ander mogte vermisfen, dan züllen de Eif- tenaamen ofte Reprsefentanten van de gewezene otgezellen 'er nieuwen, van dezelve foort en calibre, binnen agt dagen in de plaats moeten leveren, by peina van de dubbele waarde van dien , te verbeuren ten voordeele van de Hoofd-Officieren van het Vaandel en daadelyk by pandhaalinge te innen ; uit welke penningen zy echter als daü nieuwe wapenen zuMen moeten aanfchaffen. IX. Niemand zafl deze Stads wapenen mogen verruilen , vérkopen, vervreemden, ofte op eeniger wyze bezwaaren, by pcene, als vooren : en zullen de Hoofd-Officieren van het Vaandel uit die penningen de nieuwe wapenen, zoo noodig, moeten aankopen. r X. Niemand zal vermogen deze Stads wapenen aan te ruilen, aan te kopen, ofte 'er geld op te beleenen, by pnene van verlies van het uitgefchoten geld, en daar en boven van één pond groot, ten voordeele der Hoofd-Officieren van het Vaandel, waar onder die wapenen behooren XI. Een ieder, aan wien een ofte ander van deze Stads wapenen word gepraïfenteerd om dezelve te kopen, aan te ruilen, ofte 'er geld op te fchieten, zal verplicht zyn dezelve aan te houden, en ze ten cerften ten huize van den Hopman van het Vaandel waar toe ze behooren moeten bezorgen j by gelyke pcene van één pond groot. Aldus gearresteerd by Burgemeesteren en Raad, oud en nieuw., fampt Taalmannen en Gezworene Ge-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevaïkn. OJ Gemeente in Groningen > Saturni den 22 Januarii 1785. j. van Hoorn, vt. Ter Ordonnantie der Heeren voorfz. C. H. Gockinga, Secret- N'. 1587. Inflruclie voor de Gecommitteerden van het Exercitie-Genootfchap binnen Groningen, van den 21 February 1785. Door de Gecommitteerden der respective Corpfen in hunne algemeene Vergadering, gehouden op den 12 February jongstleden, met toeftemming hunner Committenten , zynde gerefölveerd , dac alle die genen , die zich door teekening in het nieuwe Exercitie-Genootfchap hadden verbonden , op Woensdag den iöden dier maand in St. Martini Kerk zouden worden geconvoceerd, ten einde uit hunner midden te verkiezen vyf Gecommitteerden, aan wien de huishoudelyke beftiering, de bevordering en het handhaaven van het algemeene nut en den welvaard van dit Genootfchap, zoude worden toevertrouwd en aanbevolen, welke keuze zoude gefchieden door 13 Leden, die het lot daar toe uit het midden van alle zoude komen te • benoemen; en verder by bovengenoemde Refolütie aan deze 13 Kiesheeren zynde gedemandeerd t om deze hunne vyf nieuws verkozene Gecommitteerden, uiterlyk op Maandag den 2 iften dier maand naastkomende, met eene Inftruftie voor dezen hunnen nieuwen post te voorzien: Zo hebben wy ondergefchrevenen, als aan wien die keus op dato boven gemeld by trekkinge is te beurt gevallen, kracht bovengeroerde Refolütie, tot Gecommitteerden van dit Exercitie-Genootfchap, uit het midden der Leden, verkozen navolgende vyf Heeren, te weten: Jo.  Stf . Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Johan Herman Geertsema. Paulinus van Oldenneel. Scato Trip. Tonko Modderman. Jacob Bolt. ïn dezen rang aldus door 't lot geplaatst; en hebben verders wy ondergefchrevenen, om mede aan het aan de Kiesheeren in bovengemelde Refolütie gedemandeerde te voldoen, kunnen goedvinden, om onder eikanderen voor evengeUoemde onze nieuws gekozene Gecommitteerden op te ftellen, en dezelve mids dezen te voorzien met navolgende Inflruftie van de Heeren Gecommitteerden van het Exercitie-Gentot» fchap binnen Groningen. Art. i. Daar de Leden van dit Exercitie-Genoot, fchap zich by provifie niet langer, als tot primo February 1786, tot het zelve hebben verbonden , zoo zal dus ook de Commisfie der Gecommitteerden op dien dag komen te eindigen. 2. Niemand der Gecommitteerden zal deze zyne Commisfie voor dien tyd vermogen neder te leggen , ten zy om wettige redenen, en die by de prasfeöte Leden van het Genootfchap, of derzelver nader te benoemene Gevolmachtigden, als dan ook vbor dusdaanigj door meerderheid van ftemmen, zyn verklaard geworden. 3. In cas voornoemd, of indien iemand der Gecommitteerden door onverhoopt flerfgeval ('twelk; de Hemel gunïliglyk verhoede,) aan dit Genootfchap tot haar leedwezen mogte worden ontrukt; zoo zal her geheele Genootfchap, voorzoo verre de Leden als dan prtefent zyn , of deszelfs nader te benoemene Gevolmachtigden, wederom als dan een ander, uit het midden der Leden, in deszelfs plaats verkiezen en aanftellen. 4. Aan de Gecommitteerden word in de eerfte plaats  ie Gtbfürtenisfen in 1787 enx. voorgevallen. 97 «laats het beftuur van het huishoudelyke van dit Genootfchap , als naamelyk hét inzamelen der bemalde fourSisfementen en breuken, als mede het fcoen der noodige uitgaven, gedemandeerd; zullenSe eéhTer verplicht zyn om, indien 'er naar hunne gedachten noodige uitgaven dienden gedaante worden, die de fumma, werkelyk in kas zynde, mogtil komen te overtreff-.n , als dan daar omtrent eerst de confideratien en authorifatie van alle pre« fcnte Leden van het Genootfchap , of derzelver nader te verkiezene Gevolmachtigden , te moeten inwinnen.^ >óit hunner torddró 'eenen Rentmeester moeten verkiezen en aanftellen, die van de ontvangst en uitgave dier penningen pertinente (laat 'en aanteekeninge zal moeten houden, {ynde Gecommitteerden daar omtrent gezamenlyk verantwoordelyk. *> ■ 6 Zullen derhalven , benevens bünnén Rentmeester,' verplicht 7yn om, by het eindigen hunnet 'Commisfie, aan alle de prafente Leden van dit Genootfchap, of derzelver nader te verkiezene OevXic&tigden, wegens hunne gedaane adminiftrade volkomen rekening te doen; en aan dezelve den ftaat de?Kasfa open te leggen, zullende;de bdug daar van, na gedaane rekening en reliqüa, door de Goor het Genootfchap als dan daar toe benoemde Gevolmachtigden, uit naam van het gantfche Genootfchap worden verteekend- 7 In v/elke rekening öok voor Uitgave wallen radeen worden gebracht de noodige verteeringen, zoó van kamerhuur als anderszins, door Gecommitteerden in hünne Vergaderingen aangewend. 8. De bepaaling vah de tyd én plaats; wanneet en waar die Vergaderingen zullen worden gehóuden, word Volkomen aan Gecommitteerden overgelaten, fchoón echter Verplicht zullehzyn óm.Jnde Se drie naasrkomende weeken ,,ten minfteütweemaalen in ieder week te moeten vergaderen; won Se ook aan Gecommitteerden overgelaten ^ om XX. Deec. G öf  98 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot de breuken op hunne abfentie, te laat komen &c naar hun goedvinden te bepaalen. 9. In de Vergaderinge der Gecommitteerden zal alles by meerderheid van Stemmen worden befloten en afgedaan. 10. Om alles des te fpoediger tot volkomen ftand te brengen, zoo zullen Gecommitteerden verder verplicht zyn, om binnen 14 dagen, na overgave dezes, te formeeren een Reglement, waar in oogegeven worde een plan, of de voet, waar naar of waar op dit Exercitie-Genootfchap in het toekomftige ingericht; het getal der Compagnien en Pelotons, waar in het zelve verdeeld diende te worden; verder het getal der benoodigde Officieren en Onder-Officieren, benevens de tyd hunner .bedieningen; — de manier, op welke dezelve gevoegelykst zouden kunnen worden gekozen• -— de tyd wanneer, en de plaats waar, zoo wel in he — -»u-uumcut uc oiemmen der preefente Leden op de gefchikfte en meest bevorderlyküe wyze als dan zouden kunnen worden ingenomen; als mede hoe en by wien iemand, die Lid van dit Genootfchap wenscht te worden, zich zal hebben te vervoegen; — vervolgens de manier, en de tyd, waar op de benaalde fournisfementen en breuken dienden geinnet te worden • — en verder alzulke artikelen en poincten, als Ge. committeerden onder eikanderen als nuttig, noodic en dienftig voor de opkomst, bevestiging, bloei en  * Gebeurtenis/en fti 1787 ^ voorgtwlkn. 99 «n tót ftandhondmg van dit Genootfchap, móchten oirdeelen in conflderatie te komen; en vervol, gens dit, by hun ontworpen, Plan of Reglement, fen fpoedigften ter approbatie en bekrachtiging aan het geheele Genootfchap , of diens nader te verkiezene Gevolmachtigden, aan te bieden. 11 Dan, dewyl in alles een goede orde plaats moet hebben, zoo dienden, ter bereiking daar van , de refpettive Leden van dit Genootfchap, door geringe boeten, ter naarkoming van alle zulke Artikelen, die zulks ten doelwit hebben, heufchelyk aangedrongen te worden, waar van de bepaaling aan de Gecommitteerden; ter nadere approbatie van het Genootfchap, word overgelaten; zullende echter daaromtrent door Gecommitteerden het» door de Leden reeds vertekend, plan van ejtercitie in 't oog moeten worden gehouden, op dat de Leden zich dieswegens van geen te lterk bezwaar zouden kunnen beklagen. ; . 1;• 12. Wordende aan Gecommitteerden de volkomen vryheid gegeven, om dienaangaande niet des kundigen, naar hunnen raade, te mogen adviieeren, onder verplichting echter, óm in zaaken van gewicht en aanbelang, en wel voornaamelyk dezulke, die eenige kieschheid omtrent het Burger» lvk Regiment dezer Stad en dit Genootfchap in zich mochten behelzen, als dan in hunne Verga» deringen by zich te móeten nemen twee BurgerOfficieren, zynde Leden van dit Genootfchap i die daaromtrent ieder een advifeerendeStem zullen hebben, op dat daar door de goede harmonie j eendracht en verftandhouding tüsfchen deze twee genoemde Corpfen, ftandvastig blyve en bevestigd W0i9°"De Gecommitteerden worden ook vetiögt en geauthorifeerd, Om zich, Wanneer ^s boodi"T en in zoo verre als zulks gevoeglyk iüllett oirdeelen. uit naam van het geheele Genootfchap i aan de hooge Regecring te addresfeeren, teb hne van bekrachtiging der, ten Opzicht Van dit GeGa noot*  ioo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot roorfchap gemaakte Artikelen, Reglement of fchik. kingen. 14. Gecommitteerden zullen, niet tegenftaande deze Commisfie , ook tot het bekleeden eener Charge als Officier eligibel zyn, ook in de item. minge hunne Stemmen kunnen inbrengen in alle voorvallende zaaken, uitgenomen zulke, hunne algemeene fchikkingen betreffende. 15. Geene befluiten, artikelen of reglementen, van wat aart of natuur ook, die door de Gecommuteerden mochten worden genomen, beraamt of geformeerd, zullen eenige verbindende kracht hebben, voor en aleer dezelve door de prafente Leden van dit Genootfchap by meerderheid van Stemmen zullen zyn bekrachtigd; weshalven aan Gecommitteerden de vryheid en macht word gegeven, om ten dien einde alle de prajfente Leden des Gerootfchaps, of wel in het toekomftige mooglyk de Gevolmachtigden uit de nog te formeeren* refpective Compagnien , zelfs extraordinair by modicque breuke te mogen convoceeren. DeOndergefchrevenen vleyenzich, van hiermede aan de intentie van dit Genootfchap te hebben voldaan , in de zoete^hoop, dat deze hunne gedaane keuze van de verkozene Gecommitteerden, als waar m zy niets anders dan wezenlyke verdienden, beredeneerden yver, oprechte welmeenendheid van gevoelens, en kunde van zaaken vooroogen hebben gehad, dus ook de goedkeuring van alle de Leden des Genootfchaps zal mogen wegdragen; waarvan, tot hunner aller wezenlvk vergenoegen, reeds eenigermaate overtuigd zynde geworden, zoo kunnen Ondergefchrevenen niet nalaten, om mits dezen, de Gecommitteerden met deze hunne Commisfie te ft liciteeren , en tevens aan hun toe te werfchen, dat het vertrouwen, 't welk zoo verdienfiVK k, door het geheele Genootfchap, in hunne Ptrfoo. neo  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, tol een word gefteld, in alle hunne verrichtingen luisterryk moge doorftraalen, op dat het zelve zich hoe langs hoe meer zal mogen geluk wenfchen, van deze hunne Gecommitteerden gefteld te zien in dien zwaarwkhtigen post, dewelke vóór de opkomst, beftendigheid en bloei-, van dit Genootfchap van zulk een groot aanbelang is, ja, van wiens voorzichtige waarneminge zulks alles wezenlyk zal afhangen. Aldus by ons Ondergefehrevenen, als Kiesheeren, opgemaakt, befloten, en onder twee gelykJuidende verteekend in onze Vergaderinge binnen Groningen op Maandag den 21 February 1785; zynde de eene daar van aan de gekozene Gecommitteerden, ingevolge onderftaand blyk, op dato dezes overgegeven,, en de andere onder onzen, door het lot eerst benoemden, mede-Kiesheer Schelto Scheltens blyven berusten. Schelto Scheltens. Dr. J. Gümmer. J. Stoers. Herms. Terwolbeek. Hermann. Wormnest. P. Cremers. H. Lanfers. Dr- C. C. Emmkry. G. van Iosinga. Peter S- Muller. W» O. van Swinderen. Pieter. Bqelens. IslB. De mede-Kiesheer D. van Dyk heeft deze wegens abfentie niet mede kunnen verteekenen. Hiervan de gelykluidende aan. ons.overgegeven op den 21 February 1785. Groningen den 21 February 1785. J» H. Geertsema. uit aller naam. G 3 N°-  los Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N*. 1588. Aanfpraak van Gecommitteerden van den 24 February 1785, aan het Exercitie-Genootfchap te Groningen. Elk blyk van het vertrouwen zyner mede-Burgeren geeft een hart, dat voor het Vaderland klopt, het nreelendfte genoegen; dankbaar zyn wy hier ©m de 13 Kiesheeren voor den aandacht op onze Perfoonen, hunne vriendelyk opgeftelde lnftruc tie, en verdere behandelinge; wy zyn inmiddels niet dwaas genoeg, ons door eenige vleyery der eigenmin uit dezen hoofde te laten begochelen, de keus van deze 13 was waarfchynlyk niet die van andere 13, indien het lot op dezen was geval* len. Zeker was 'er overvloed van even gefchikte, zoo niét gefchikter, Mannen,maar het Gezelfchap was voor de eerftemaal verzameld, en men had dus, geen gelegenheid, om elkanders begaafthedeu te kennenj dan hoe het ook zy de keus der wet, en dus de wil van het algemeen, riep ons, en het is onze plicht, hunne ftemtegehoorzaamen. Ligt fchynt zeker onze taak, als men op de meenigte van ons werk ziet, maar zwaarzekerlyk» als men den aart der zaak overweegt; in tyds omltandigheden als deze werd de menigte door verfchil« lende grondbeginzelen beheerscht , en de wind der hartstochten, waait by dezen als een labbcrkoelte, by genen als een florm uit alle de ilreken van het compas. Dit inmiddels vermeenen wy, dat wat Ubetreft, Hooggefchatte Vrienden!- gy met ons één cours houdt, té meer, daar gy het ons aanbevolen hebt om op de harmonie met het Burger-Regiment, en de goedkeuring der Regeering, als onze hoofdbakens te letten, en waarlyk, zoo wy ons niet deerlyk bedriegen, is het naarkomen van den wil, of liever van den wensch, der Overheid, en het nut der Vaandelen,het hoofdoogmerk van ü allen. Genoopt naamelyk van den Breeden Raad, om Ü in den Wapenhandel te oeifenen, heeft Groningen*  de Gebeurtenisftti in 1787 tfz. voorgevallen. 103 isens geheele Burgery dit gedaan, met eene bereidwilligheid en yver, die men nooit genoeg zal kontoen roemen, en vorderingen gemaakt, die den wensch der vooringenomenfte te boven gaat ; dan de natuur der kostwinningen maakt, dat fommigeq, ' (zonder het nadeeligfte verzuim voor hun huisgezin, de groote manoeuvres niet mede kunnen verlichten; dit maakt alle uitrukkingen ter exercitie van het Burger-Regiment, zoo niet daadelyk onmooglyk, ten minden nadeelig, en dus fchielyk vervallende; dit doordenkende, en van de noodzaaklykheid der kennis van de groote ontwikkehngen in de Krygskunde grondig overreed , hebt gy, die den tyd 'er toe kunt uitkopen, en de geringe kosten 'er toe kunt bededen, het voorgenomen, om alle Uwe mede-Inwooners, die in het zelve geval zyn, 'er toe mede uitnoodigende, onder toeverzicht en goedkeuring van de Vaderen der Stad, dezen belangryken taak te volvoeren. — Waarlyk, wy befeffen niet, wat eenig Sterveling met gegronde redenen tegen dit Uw Plan zoudekun nen inbrengen, daar het natuurlyk ten gevolgmoet hebben, dat de Vaandels opgevuld worden met kundige Mannen, die aan de overige den dienst doen, welke ondervinding aan mindere bedrevenheid bewyst,terwyl'er geene kostwinning by lydt, en de beminlyke Vryheid, U onder het opzicht der Wet geleidende, den yver verdubbelt en den last niet doet gevoelen. — Dan met dit alles, is het der tweedracht, die eeuwige vyandin van 't lieve Vaderland, gelukt, aan veelen verkeerde en fchaadelyke denkbeelden van onzer aller doelwit in te boezemen. Ja wy moeten U berichten, dat wy niet alleen weten, hoe fommigen, hier door misleid, reeds verzogt hebben, hunne naamen uit u•wcn Ivst te fchrappen, maar dat wy llerke redenen hebben om te vreezen, dat het misverdand, binren weinige dagen, het geheele gebouw uwer ver cende poogicgen zal omver doen dorten, en de wederoprichting waarfchynlykonmoogiyk maaken , G 4  X,©4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ten zy wp dien flag voorkomen, door het onfchul.' dige onzer bedoelingen, op hetduidelvkfte, onder' het oog van de Regeeringe en van het algemeen te brengen Het is om deze gewichtige redenen, dat wy het onzen plicht gefchat hebben, U voor te ftellen, van de grondwetten van ons Genöotfcr.ap, die wy ingevolge uwen last hebben ontwórpen, mét ons: te onderzoeken, en, indien gy ze goed mogt keuren, met uwe opderteekening te bekrachtigen ;.wy vertrouwen dit te gereeder, wyl dezelve alle zyn genomen uit de voorige beraadflagïngen dér Gecommitteerden van de onderfcheidene Gezelfchappen, en uit de by bevindjnge in andere Steden al-' gemeen aangenomen wetten; verder zullen wy U verzoeken ons te machtigen, om dezelve ter goedkeuring aan Burgemeesteren en Raad, met nevensgaande Request, het welke wy de eer zullen hebben U mede te deelen, aan te bieden; wy weten wel,onzeInftruaiegafonrop,bm eerst het geheel Reglement te vervaardigen; dan verandering in de omdandigheden eischt verandering in de maatregelen; en, onzes oirdeels, kunnen wyniet te voorzichtig zyp, in van flap tot flap, de Overheid te kennen, en de Burgery te raadpleegen', Terwyi wy verder uit bewustheid, dat Uwe wil te kunnen weten het waare middel tot verhindering van alle gelegenheid toe ongenoegen is, ü zujlen verzoeken, geduurende het maaken van het Reglement hier alle gezamenlyk by voorraad tweemaal 's weekl te exerceeren. Jïa. 1589. Aanfpraak van Gecommitteerden, van den. 3. Maart 1785, aan het Exercitie-Genootfchap te Groningen. ' . i e De beminlyke Geest van Eensgezindheid, die in C£we laatfte Vergadering, even als die vaa het ver.' kie-  de Qeleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. i?f kiezen der Gecommitteerden, heerschte, en ds éenpaarige yver in het teekerien der Grondwetten , boezemen ons het vertrouwen in, dat onze eerfte poogingen U geenszins hebben mishaagd, dat wy Uw doeleinde, dat wy in onze Aanfpraak en Hequest fchetften, niet hebben uit het oog verloren, en dus alle reden hebben om te hoopen van het zelve te bereiken; vooral zoo wy de vryheid mogen nemen U van ftap tpt'ftap te raadpleegen, en gy ons met Uwe toelichting blyft begunftigen; wy hebben de eer U verihg te doen, dat wy het Request, na dat wy 'er de pasfage uit hadden geligt, welker weglating, de bedrevenheid van eenige de vriendelykheid gehad hebbende aan te raaden , gy alle hebt goedgekeurd, dat wy dit Request, zéggen wy, den volgenden morgen, met de Bylagen, aan den Heere Prasfiüent hebben aangeboden , die ons vergund heeft het zelve den volgenden Maandag binnen te langen; het gene ook door ons is gefchied; een met het'oirfpronglyke woordelyk gelykluideBd affchrif't van de Grondwetten hebben wy ten huize van onzen mede-Gecommitteerden , den Heer Bolt , bezorgd, ten èinde dë-Q. nieuws inkomenden, zoo wel als hun, die in de Kerk voorleden week niet by het teekening-blad konden komen, die afwezig waren, of om zaaken. vroeger naar huis moesten, gelegenheid te geven om mede te teekenen,, en. wy genieten het geluk U te mogen berichten, dat ons aantal reeds aanzlenfyk'is vermeerderd, en dag aan dag aangroeit; terwyl eindelyk wy U moeten kennis geven', dat de Heer van Oldenneel zich wel heeft willen beawaaren met den last van de nieuwe Leden ten zynen huize te meeten;.eene bezigheid, die denzelven thans morgen qp morgen bezet; wy vleien ons van de zuiverheid onzer aller oogmerk zoo duldelyk aan de Regeering te hebben open gelegd, dat wy meenen niet eénige twyffel te mogen toonen aan Hoogstdezelven gereede goedkeuring; dan, hooggefchatte Vrienden! naauwlyks behoeven wy G 5 Uw  JOG Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Uw verlicht oirdeel te zeggen, hoe nadeelig eene voorbaarigheid het zou zyn , inmiddels met het voordel van een volledig Concept-Reglement uit te komen: doch aan den anderen kant zoud gy ons met reden van tydverzuim kunnen befchuldigen, wen wy U niet voordroegen die fchikkingen te maaken, welke allernoodzaaicelykst zyn, en op die der Hooge Overheid geene de minfte betrekking hebben; van dezen aart is buiten allen twyffel de verdeeling van het Batailjon. Het kan onze hooggië>. rde Burger-Vaderen uiet dan volftrekt onverfcnuiig zyn, of wy in 5, in 6 of 7 diviften den van hun begeerden Wapenhandel voltooien,en wy zouden vreezen aan Uw doorzicht te kort te doen, zoo wy U ophielden met de noodzaakelykheid van de beraaming dezer zaak te betoogen; vergunt het ons dan alleen te zeggen, dat wy, onzes erachtens, qp deze wyze voortgaande, meenen te handelen, juist als een goed Bouwmeester,die,fchoon hy noch het geheele gebouw niet kan ophaalen, den Eigenaaren, aanftonds by het leggen van den eerften grondflag, raadpleegt in welke hoofdvertrekken zy het verkiezen verdeeld te hebben. N°- 1590. Request van het Exercitie-Genootfchap te Groningen, aan de Heeren Burgemeesteren en Raad .met de dispofitie daar op, van den 10 Maart 1785, om een wettige goedkeuring van hunne Grondwetten. Edele Mocende Heeren! Burgemeesteren en Raad in Groningen. Het beftier en de befluiten der hooge Regeerin. ge , in deze allerhachlykfte tyden , hebben het gevoel van de duurfte verplichting in de harten van de geheele, zoo getrouwe als braave, Burgery op het diepst gegraveerd, hiervan verzekerd, en  ie Qébeurtenisfen in 1787 tnz. voorgevallen.' lof het door het zelve zoo fterk als iemand getroffen, onthouden de Ondergeteekenden zich met moeite van in den lof hunner Overheden uit te weiden: dank het befef dat aan dezen de liefde des Volks niet onbewust kan zyn , dat ü Ed. Mogenden mm op woorden dan op daaden zullen gefteld wezen , en eindelyk de aart van dit verzoek, zyn de oirzaaKen, dat wv oirdeelen ons by dit Request m dezen langeewenschten taak enkel tot die zaake te moeten bemalen, welke een onmiddelyken invloed op de wapening der Burgeren hebben; allerfterkst, onzes erach. tenf, hebben U Ed. Mogenden het lieve Vaderland aan zich verbonden, door het aanmoedigen van het beoeffenen van den Wapenhandel, door het voorgaan in dezelve, en inzonderheid door het verleenen van nieuwe wapenen aan de gewoonlyk optrekkende Burgery ; doch , Ed. Mogende Heeren! indien de geheele Burger-Maatfchappy zich overlaaden voelt door de verplichtingen die ze hunne Overheden heeft; wy vleien ons, dat U Éd Mogenden niet minder voldaan zullen zyn over die gehoorzaamheid, bereidwilligheid, yver, bedaardheid en eensgezindheid , waar mede elk heeft getracht U Ed. Mogendens wil te voldoen; ia wat zeggen wy, hunnen wensch te overtreffen • bedriegen wy ons niet allerfterkst, dan is Groningens Burgery, mids men de rechte middelen aanwende, aanmerkelyk voorbereid, om niet flechts andermaal, wén het de nood vereischt, ons zieltoogend Vaderland, in geval van belegering, te redden; maar om een model van een geregelde Schuttery, dat alom erkende Plecht-Anker van den Staat, te zyn; die rechte middelen, Ed. Mogende Heeren! het zy met eerbied gezegd, zyn, naar onze nederige gevoelens, de volgende:. imo. Niets moet dan met goedkeuring der hooge Overheid gefchieden; 2d°. niemand moet tot het doen van eenige Wapen-oeffening genoodzaakt worden, maar vrywilligheid en eerzucht dienen de dryfveeren van elk te zyn; 3». geene ko&twm.  to8 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot öirjg moet hier door lyden, en elk zich dus mogen' verontschuldigen ; 4'°. en eindelyk de volftrekte oyereenftemming moet tusfchen de wachtdoende en niet wachtdoende Burgeren bewaard worden. Tegens de meeste nu dezer Grond-Artikelen ,en meer anderen, die den Ondergeteekenden mooglyk ont» fnapt zyn, doch die zekerlyk het bekende doorzicht van U Ed. Mogenden niet zullen ontf'chieten, zou grootelyks gezondigd zyn, wen de Vaandels, al was het flegts de Officieren en Adelborften, de groote manoeuvres moesten verrichten ; inmiddels zou het eene onverantwoordelyke flofheid zyn, zoo niet zy , die zonder verzuim van huislyke zaaken het kunnen doen, zich bekwaam maakten om, tot daadelyke ftaaving hunner eer, en ter verdediging van Godsdienst, Vryheid, Gade en Kroost, alles te kunnen verrichten, wat men van de geoeffendfte Troepen zou kunDen verwachten; ja dit zou het dubbel wezen, in deze voor het Gemeenebest allerbekommerlykfte dagen, van welke de, in het oog van ieder doorfchynende, verregaande oogmerken der aanzienlykfte en geduchtfte Monarchen het gezonde verfland recht geven om te voorfpellen : Neêrland zal , Ntêrland kan , niet lang vry en onafhanglyk blyven, ten zy het eene inwendige fterkte in de vereende kracht en kunde aller zyner Burgeren heeft; het is om alle deze redenen, dat een gezelfchap , reeds aanvanglyk van ruim 200 Burgeren en Ingezetenen, na zich, op aanbeveling van den Breeden Raad, by hunne Vaandelen , en buiten dezelve, te hebben geoefFend, thans te faamen heeft gefmolten, met oogmerk, daarzy, volgens het getuigenis hunner Leermeesters, zoo verre gevorderd zyn, om , onder gunftige goedkeuring van U Ed. Mogenden, de volledige manoeuvres te verrichten , ten einde dus, onder alle de onderfcheidene Vaandelen, aan hunne even yverige en lofwaardige mede-Burgers, die als nog, zonder krenking van hunne kostwinningen, zoo verre niet hebben kunnen komen, dien dienst te be-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, rorji ; bewyzen, welke oude Soldaaten aan nieuws inge» i komene doen; zy nemen de vryheid, om door huni ne wettiglyk, volgens nevensgaande Inftruótie fub \ At verkorene Gecommitteerden, de Grondwetten van dit hun Genootfchap, fub 5, aan ÜEd. Mogenden open te leggen ; allerfterkst zouden zy zich misleiden, byaldien niet de zuiverheid hunner oog* merken in dezelve op het fchitterendst doordraaide, naamelyk, Ed. Mogende Heeren! verknochtheid aan de Wetten, gehoorzaamheid aan de Regeering, afkeer van alle Wangedrag, en zucht toe algemeene Harmonie; in één woord, rechtfehapen liefde des Vaderlands; zy ten minften zyn van dit alles zoo fterk overreed, dat zy vreezen zouden U "Ed. Mogenden te mishaagen, zoo zy aan Hoogstderzelver gereede toeftemming twyffclden, terwyl zy van hunne edelmoedigheid Zoo overtuigd zyn , dat zy aan deze gereedelyk de middelen ter aanmoediging overgeven, al waarom zy dezen eenvoudig btfluiten met een eerbiedig verzoek: Om een wettige goedkeuring der nevensgaande Grondwetten van dit hun algemeen gezelfchap, ter bevordering van de zoo noodzaakelyke, als door U Ed. Mogenden zeiven zoo duur aangeprezene, kunde en bedrevenheid in den Wapenhandel. Q.F. (wat geteekend) J. H. Geertzema, P. van Oldenneé£^ T. Modderman, S. Trip, Bolt. (boven in margine flondt) De Heeren Burgemeesteren en Raad het ver.' zoek accordeerende, hebben de Artikelen cum apprebato doen teekenen. Ac-  ma Verzameling van Stukken betrekkelyk tol A&um Groningen den io Maart 1785. H van Sysen, vt. Ter Ordonnantie van de Heeren voorfz. Cé J. Gockinga , Secreu I59t. Grondwetten van het Exercitie-Gtnootfclwp te Gronügen , onder de zinfpreuk : Voor onze duurfte Panden •, geapprobend den 10 Maart 178?, met de huishoudelyke Wetten van het Ge» nootfchap* GRONDWETTEN. , 075 I ' 111 Art. K Alle Inwooners dezer Stad en derzelver Tafel, van den Christelyken Godsdienst zynde,en. boven de agttien jaaren oud, zullen, zonder ondetfcheid van rang of ftand, in dit Genootfchap slangenomen worden; mids door onderteekening aannemende deszelfs wetten naar te komen. 2. Óm der goede en publique ordes wil, zulleü •echter niet worden toegelaten, de Bus en verdere teekertdragende Bedienden der Collegien. 3. Comptoirbedienden en verdere afhangkelykfe Perfoonen zullen van hunne Principaalen, Meesters of Baazen , een blyk van verlof moeten vertoonen. .4. Livery dragende en andere Huisknechten bullen, om de verwarring voor te komen, geenszins admisfibel zyn. 5. Alle daadelyke Leden zullen eene gelyke ftem hebben, zonder den rang, dien zy in het Genootfchap bekleeden, in aanmerking te nemen: mids perfoonlyk in de Vergadering verfchynende. I 6. Geen wachtdoende Burger zal om afwezigheid in het minst worden geboet, op die dagen in welke zyn Vaandel op of aftrekt: integendeel zal hy  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, ut hy op die tyden, dat hy op de wacht had moeten zyn, verfchynende, met eenen gouden Ryderworden gebreukt. 7. Vrywilligers, met hun Vaandel op of aftrekkende, zullen op die dagen van abfentie- breuken vry zyn. 8. Insgelyk de gewoone wachtdoende, op die uuren, wanneer hun Vaandel exerceert. 9. Men zal onder geen voorwendfel, hoe ook ge-' noemd, eenig drinkgelag mogen geven. 10. Niemand zal zynen Sabel op andere tyden, als die van Exercitie, mogen dragen, onder boete van 11. Geen der Leden zal tegen zyneö wil eenige commisfie worden opgedrongen. 12. In alle zaaken van gewicht zullen de advyfen van twee Burger-Officieren, Leden van dit Genootfchap zynde , worden gevraagd en ingeno» men. Approbatum in Curia, Groningen den 10 Maart 1785. (was get.) C. H. Gockinoa, Secreti HUISHOUDELYKE WETTEN. I. Hoofdstuk. Van de onderscheidene foort van Leden en derzelvef verschillende rechten, toeiaagen enz. Art. t. Behalven de gewoone Leden, zullen in dit Genootfchap toegelaaten worden Honoraire Leden en Donateurs. 2. De gewoone of daadlyke Leden hebben alleen het recht van overweging en ftemming over de voorftellen. 3. Zy alleen kunnen eene commisfie, of opzicht over het een of ander, bekleeden. 4* Zy  ix % Verzameling van Stukken betrekkelyk tot 4. Zy genieten het recht, van eene Vrouwe op een V'rykaartje by het exerceeren te brengen. y. Zy betaalen by den ingang zes Huivers, en vervolgens 's weeklyks één ftuiver. 6. Zy mogen by de gewoone Batailjons exercitiën niet afwezig zyn, onder de boete van i ftuiver. 7. Honoraire Leden zyn die Heeren, wélke, om ambtsbezigheden geen gewoone Leden kunnende worden, zich het recht bedingen om mede te exerceeren. Onder déze wordt niemand begrepen dan de vol. gende Heeren: 8. Burgemeesteren en Raad, de Syndicus, dè Rentmeester, beide de Secretarisfen en de Stads Fiskaal Luitenant en Hoofdmannen, de Prokureur - Gé. Èeraal,. en de twee Secretarisfen. De 'Gecommitteerden . uit beide Leden der Prdvïncie, in de Staaten Generaal, in den Raad van Staaten, in de Generaliteits Rekenkamer, in dè beide Admiraliteiten, in de Gedeputeerden, met de Secretarisfen van Staat, in de Rekenkamer Provmciaal met den Secretaris en Commis; De Ontvanger Generaal, de Rentmeester en de Fiskaal der Provincie. De Gecommitteerde Raaden der Ommelanden, met tleti Syndicus, Rentmeester én Secretaris der Ommelanden. 9. Deze Leden geven voor jaarlykfchen toelaag van hunne intrcede een halven Ryder of 7 guldens. ï'o. Dezelve zyn vry van afwezigheids breuken. 11. Zy hebben even als de d&adlyke Leden , dé vryheid, eene Vrouwe op een Vrykaartje by de 'exercitiën te brengen. 12. Donateurs worden dezulken genoemd, die, niet in 't geval zynde van mede te kunnen exerce'eiren, echter zich het recht bedingen, van op het Veld eb elders het te kunnen aanfchouwen. 13. Deze geven by den inkomst een Ducaati bf ƒ 5 - j s : voor het geheele jaar;  de Gebeurtenis/en in 1787-5722. voorgevallen. 11,3 II. Hoofdstuk. Inrichting van het Batailjon. Art. 1. Het Batailjon zal in vyf Divifien of Compagnien cnderfcbeiden zyn. 2. Van deze zal eene het werk der Grenadiers waarnemen. 3. 'Er zal geen onderfcheid van rang tusfchen Compagnien plaats hebben. 4. Dan de ftand by het Batailjon zal de volgende zyn : naast de Grenadiers de Divilie genaamd één, nevens haar twee, dan drie ; en vier op de linker vleugel. 5. De Grenadiers zullen niet meer dan vyf voet 7 duim, en niet minder dan 5 voet 5 duim lengte hebben. 6. Alle de Compagnien zullen zoo veel mooglyk gelyktallig, en die der Musquettiers even hoog uitmeetende gehouden worden. 7. Eerst worden de Grenadiers, onder de fvïanfchap van de bepaalde grootte, uit het geheele Ba» tailjon, door het lot gekoren. 8. De overige Manfchap in drie gelederen ge» plaatst zynde, zullen die in het zelfde gelid moeten ftaan, met elkander looten, of zy tot Cómpag» nie 1, 2» 3, of 4 behooren. . 9. De vervolgens inkomende, moeten alle by voorraad onder,de Musquettiers geplaatst.worden. 10. Het wordt aan het oirdeel van den Commandant overgelaten (uit hoofde van Art. 6,) waar hy dit te doeu het nuttigst fchat. 11. Zop vaak de Musquettier-Compagmen. aanmerkiyk fterker zyn geworden dan de Grenadiers^ zal eerst, uit de eerfte, dan uit de tweede, en zoo verder de Perfoonen van de hoogte (Art. 5 opgegeven) tot Grenadiers worden geloot. 1.2. Zoo lang 'èr geen Timmerlieden hy het Batailjon. zyn aangefteld, .leveren de Grenadiers de Manfchap tot het Vaandel-Pelotton; XX. Deel. H l'$..Dè  H4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot 13. De vier overige Compagnien in tegendeel, moeten zoo lang alleen de Schildwachten verfchaffen. 14. By het Batailjon zullen de volgende Officieren en Onder-Officieren zyn: Een Collonel-Commandant. Een Major. Een Adjudant met rang van eerften Kapitein. Voor elke Compagnie een Kapitein. Een Luitenant. Een Vaandrig. Een ifte, 2de en 3de Onder-Officier. 15. De Grenadier-Officieren blyven altoos by hunne Compagnie. 16. Doch de vier overige Kapiteinen, loten onderling, zoo ook de Luitenanten en de Vaandrigs om den ftand, dien zy voor en in het Batailjon zullen bekleden. 17. By afwezenheid vervangt de Major den Commandant, de Adjudant den Major, de Kapitein der 1 Musquettiers aan den rechter vleugel by het Batailjon den Adjudant, en zoo vervolgens alle de Officieren elkander naar hunne rangfchikking door het lot uitgewezen, op de eigene wyze als by de Staaten nationaale Regimenten. 18. De eerst aangefteldeOnder-Officier van elke Compagnie, heeft wel den rang by de Compagnie, maar by het Batailjon worden zy alle volgens de grootte geplaatst. 19. 'Er zal een Tamboer-Majoor, en zes Tamboers by het Batailjon zyn. 20. Van dezer zullen twee by de Grenadiers, en een by elke Compagnie Musquettiers geplaatst worden. 21. De eene Tamboer der Grenadiers, zal tot dienst van Gecommitteerden, en van den comman. deerenden Officier van het Batailjon wezen. 22. De vyf overige Tamboers, zullen onder de order van den commandeerenden Officier, van elke Compagnie en den Rentmeester zyn. hl  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 1x5 III. Hoofdstuk, Plichten en Boeten der Officieren, Onder-Officie, • ren en verdere gezamenlyke Leden, raaiende het Exerceeren. Art. 1. Alle de Leden, zo Honoraire als gewoone, zullen, elk in zynen post, onder het gezag van den Commandant, en verdere Officieren en Onder-Officieren ftaan, van het oogenblik af, dat de vergadering ter Exercitie begonnen is, tot dat het geheele Batailjon op dezelfde plaats wederge» keerd is en bedankt wordt. 2. Boven den ftuiver, dien de gewoone Leden voor afwezigheid betaalen, geven De Collonel en Major . . ƒ 1 - 10 - O De Adjudant en Kapiteinen . . 1 - o . o De Luitenants, Vaandrigs en Rent- meesters o - 11 • Ö De Onder-Officieren . . . o - 5 - © 3. In geval echter van ziekte, fterfgevallen binnen den vierden graad, of van afwezigheid buiten 's Lands, om huislyke zaaken; zal deze breuk valligheid der Officieren , Rentmeesters en OnderOfficieren, boven den ftuiver geen plaats hebben" mids kennis hebbende gegeven, aan den Rentmeester. 4. Wie te laat kóomt, zal de boete van afwezigheid betaalen. 5. iemand zal gerekend worden te laat gekotnel te zyn, wahneer de Martini-Klok het bepaalde uur tot de Exercitie geïïagen heeft. 6. Dan, zoO iemand nóg mógt komen; bevóc* rens de lyst Van de tegenswoordigen dóór den Rentmeester is afgelezen; zal hy mede mogen in^ tteden, maai- laater verfchynend'e, Volftrekt niet* 7. Niemand zal, zonder Üitdruklyk verlof vaft den Pelottöns Cöhimandant, mógen weggaati voor het bedanken der Manfchap, onder boete vim êên ÊUldeBt ü- i. wig  I16 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot 8» Wie zich, behalven de gevallen Art. 11 en 16 uitgedrukt, zonder verlof, buiten het gelid begeeft, betaalt twee Huivers. p. Wie, na gedaaneperfoonlykewaarfchouwing, laci.'t oi praat, zal elke reis verbeuren twee ftuive» --. lo. Wiens geweer of verdere wapenen niet in behooriyke orde zyn, verbeurt een zestehalf. ifr. By het vuuren, zal het den Officier vryftaan, zoo hy het om dit gebrek, tot voorkoming van ongelukken, noodig fchat, iemand buiten het gelid te doen treden, en elders al of niet te employeeren. 12. Ook zal niemand mede mogen vuuren, dan met een geweer, waar op het merk des Genoot, fchaps of Stad Groningen ftaat. 13. Elk zal verplicht zyn, om buiten den hpu. ten (Teen, die op het geweer zit, een' in de patroontasch te hebben, als 'er niet gevuurd zal worden; en geenszins een vuurfteen 'er op hebben zitten: onder boete van een dubbeltje in elk dezer gevallen. 14. Als 'er gevuurd zal worden, moet ieder van een' vuurfteen op het geweer, en van een' in de patroontasch voorzien wezen, op dezelfde boete. 15. Niemand zal de patroonen mogen hebben als in de patroontasch, onder boete van ééne gulden. 16. Iemand meer dan èèo patroon in den loop hebbende, zal hier van den naasten Onder-Officier moeten kennis geven, en uit het gelid mogen gaan. 17. Doch, zoo hy dit niet aanftonds doet, ingeval hem iemand waarfchouwt, zal hy met een gulden worden gebreukt. 1*. Allen zullen elke dezer zaaken, en verdere bevelen der Officieren en Onder-Officieren by het cxerceeren, volftrekt moeten gehoorzaamen, en de geftelde boeten door hun afgeëischt, aan den Rentmeester, zonder tegenfpraak, betaalen. 19. Niemand (welk een rang of post hy beklee- deO  üe Gebeurtenis/en in 1787 enz., voorgevallen. 117- de,) zal, onder eenig voorwendzel, het zy in 't geven, het zy in 't ontvangen, van> ordres, de minfte onbefcheidene, veel weiniger beledigende, uitdrukking mogen gebruiken; onder een breuk van twee guldens. 20. Edoch, zal op deze onaangenaarrie en onvermoede zaak, geen nader onderzoek worden gedaan, indien de Leden het elkander mogf-n infoukken; waar toe elk, en inzonderheid de Officieren, op het vriendelykfte worden verzogt, hunne goede dienften aan te wenden. 21. Doch indien dit onverhoopt niet mogt gelukken, en een der Partyen volflagen wilde klagen, zal de klacht voor Gecommitteerden ter eerlter inftantie worden gebragt, die, na alle poogingen tot bevrediging te hebben aangewend, over de zaak na hun beste weten zullen uitfpraak doen. 22. Wen de in het ongelyk gefielde Party hier in niet meende te mogen berusten, zullen 'er vyf andere Perfoonen, naamlyk uit elke Compagnie één, door de Compagnien worden verkoren. 23. By welke verkiezing geen der belanghebbenden zal mogen geroepen worden, veel minder tegenswoordig zyn. En zullen deze aangeftelde onpartydige Mannen de zaak volftrekt beflisfen en afdoen, terwyl alle de gemaakte kosten, zoo door Gecommitteerden, als dezen, in dit geval geheel' ten laste van de veroirdeelde Party zullen komen. IV. Hoofdstuk. Van de Gecommitteerden. Art. I. 'Er zullen vyf Gecommitteerden zyn. 2. Aan dezen wordt het Huishoudelyk beftuur des Genootfchaps opgedragen. 3. Hun wordt uit dezen hoofde in de eerfte plaats het bewind der Kasfa toevertrouwd. 4. Zy zullen uit hun midden eenen: algemeenen Rentmeester benoemen. H 3 Deze  118 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot j. Deze zal alle de inkomfien van het Genootfchap, of zelve ontvangen, of van de tot het beuren van het een en ander aangeftelde Perfoonen op den hepaalden tyd innen, cT. Hy zal alle uitgaaven doen. 7. Hy zal van allen ontvangst en uitgaaf behoorlyk boek houden. " 8. De Gecommitteerden zyn hier omtrent gezamenlyk verantwoordelyk. 9. De Gecommitteerden moeten met elkander naauwkeurig opletten, of de te doene kosten de krachten der Kasfa zouden te boven gaan. 10. In dit geval zullen zy verplicht zyn de algemeene Vergadering kennis te geven, en naderen last te verzoeken. 11 By het fluiten van het Genootfchaps jaar, of voor den iften February, zullen zy door hunnen Rentmeester aan het Genootfchap volledig rekening en reliqua doen. 12. De Gecommitteerden zullen alle verfchillen raakende het Genootfchap, door vriendelyke tusfchen- en uitfpraaken, op manier als Art. 22, trachten uit den weg te ruimen. 13. Maar indien dezelve mogten ontdaan tusfchen twee Gecommitteerden, of tusfchen een van hun en een ander Lid, zal de plaats of plaatzen van de onbevoegd geworden, voor dit geval, met een of twee der Compagnien Rentmeesters, door het lot worden aangevuld. 14. De Gecommitteerden mogen de algemeene Vergadering zoo dikwils beleggen, als zy het om den welvaart van het Genootfchap noodig achten. 15. Zy zullen alleen de voordellen, zoo van andere Leden als van hun, uitbrengen, en verders omtrent dezelve zich moeten gedragen na Art. 5. van Hoofdftuk VI. 16. De Gecommitteerden houden in de Compagnie, waar het lot hun plaatde, eene vrye ftem. ' n. De Gecommitteerden zullen de Addresfen en Requesten uit naam van het geheele Genootfchap aan. de Regeering indienen, $8.  de Geleurienisfen in 1787 enz. voorgevallen. 119 ' 18. Zy zullen zoo vaak mogen te fameD komen, en Commisfien met anderen beleggen, als zy het voor de in ftandhouding of bevordering van net Cenootfchsp nuttig fchatten. 19. Doch ?y zullen verplicht zyn dit te doen op voorftel of klacht van één of meer Leden; mids ten minften drie dagen bevoorens gewaarfchouwd Zy20.e"ln hunne Vergaderingen word alles by meerderheid van ftemmen beflist. n. Het zal dezelve volkomen vryftaan, om, boven de kamerhuur, alle ten dienst van het Genootfchap gedaane verteeringen in uitgaaf te brengen. 22. Gecommitteerden blyven, niet tegenftaande deze hunne Commisfie, bevoegd tot die van Officier. V. Hoofdstuk. Van de Rentmeesters. Art. i. Elke Compagnie zal zynen Rentmeester hebben. . , _ 2. Deze zal de in- en toelagen , benevens de breuken van afwezigheid der gewoone Leden, zoo Officieren als anderen, en eindelyk de boeten Hoofdftuk III. bepaald, van alle mede-exerceerenden invorderen. . . 3. Hy zal by de Exercitie de Iyst behoorlyk aflezen, en de tegenswoordigen, zoo wel als afwezenden, aanteekenen. 4. Hem zal door de Officieren, aanftonds by het bedanken der Compagnie, een lyst der afgeëischte boeten worden overgegeven. 5. Hy zal maandelyks aan den algemeenen Rentmeester van alles betaamelyke rekening doen, en voor de overgetelde penniDgen quitantie genieten. 6. Hy zal in de Compagnies-Vergaderingen, ten opzichte der mededeeling van de voordellen, het ftemmen en rapport doen, al dat gene verrichten , H 4 het  15.0 Verzameling van Stukken'betrekkelyk tot het welk hem, uit hoofde van Ho.afdftuk VI. Art. 6 en 9, is toevertrouwd. VI. Hoofdstuk. Over de wyze van voordellen, overwegen, ftemmen en befluiten. Art. u Ieder Lid zal een of meer voordellen aan Gecommitteerden in gefchrift mogen overgeven. 2. Wanneer de Gecommitteerden zwaarigheid voor bet welzyn des Genootfcbaps in het voorftel vinden, zullen zy vryheid hebben zulks onder het oog te breügen. 3. Maar zoo iemand echter op het doen van zyn voordel geddd bleef, zullen Gecommitteerden iunijen vordereD, dat het door vier benevens hem pndprreekerd worde. 4. Alle voorflellen , door vyf Leden ondergefchreven, moeten door Gecommitteerden worden uitgebracht, zoo als zy liggen. 5. De Gecommitteerden zullen de voordellen by de eerde Vergadering aan eiken Rentmeester der Compagnien in gefchrift doen overgeven. 6. Deze zal die aan de Compagnie, voor het fcheiden der Vergadering, mededeelen. 7. Uitgezonderd in. gevallen die geen uitflel lyden , ral 'er voor de volgende Vergadering niet over mogen gedemd, veel min beflist, worden. H. Het voorgedragene moet intusfehen ten huize van den Hatailjons-Schryver liggen, op dat elk Lid gelegenheid hebbe om het daar in te zien. 9. De Compagnies Rentmeester zal by deze Compagnies-Vergaderingen voorzitten , de ftem, men, in geregelde orde, hoofd voor hoofd, opne. mtn, aanttekei en, en doen natellen. 10. Ry deze demming zullen Gecommitteerden en Offic.'ers geen anderen r.ang of dand, dan die van Schutters, hebben. 11. De Rentmeesters,zullen,het beiluit der.meer* der.  tU Gebeurtenis/en in 1787 snz. voorgevallen, iaj derheid van hunne Compagnie ten fpoedigften aan Gecommitteerden bezorgen. 12. Byaldien de vyf Compagnies befluiten éêa. paarig zyn, zal de zaak afgedaa v wezen. 13. Doch indien dezelve verfchillende zyn, zal 'er niet by meerderheid van Compagnien worden befloten. 14. Als dan zullen Gecommitteerden, by wyze van rapport, poogingen tot overéénflemming dor-n. 15. Zoo dit nogthans niet fcheen te gelukken, zal Batailjons wyze over het voorftel worden ge. ftemd, 16- In dit geval zal elk eenvoudig met voor of tegen zyn gevoelen uiten, de vyf Gecom uitteerden zullen elk by eene divifie de ftemmen hoofd voor hoofd innemen, en aanteekenen; waar na die van alle divifien, zoo welke voor als tegen vallende, in twee Colommen zullen worden opgetrokken, en tegen eikanderen geteld, beflisfende de meerderheid de zaak volftrektelyk. NQ. 1592. Aanfpraak van Gecommitteerden, van den 14 Maart 1705, aan t ijrenootjchap voor onze duurfte Panden- Hooggeschatte mede-Burgers ! Nimmer gevoeld het menschlyk hart zoo fterk het geluk van zyn beftaan, als wen eene onaangenaame aandoening in eene aangenaame overgaat, en dus wen eene fterke vrees met eene vertrouwende hoop verwisfeit; hoe zichtbaar vertoonde zich het bewys dezer onlochenbaare waarheid op Uwer al» Ier gelaat, toen de zekere maare van de goedkeuring der Vaderen onzer Stad , op blyde toonen , door alle onze gelederen vloog? wat ons, Uwe Gecommitteerden betreft, geen oogenblik hebben wy aan het ilaagen van Uw zoo onfchuldig als nuttig H 5 plan  Ï22 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot plan getwyffeld; verre van dien, de bewustheid, van het zuivere Uwer oogmerken op het duidelykfte te hebben bewezen, deed ons zelfs in het flot vaa ons verzoekfchrift zeggen: dat wy de Regeering zouden vreezen te mishaagen , indien wy haare gereede toeftemming in twyffel trokken; wy wisten boven dien, dat wezenlyke beletfelen het niet eerder verleenen van het zelve alleenlyk veroirzaakten; en wy waren eindelyk volftrektelyk verzekerd, dat de volmaaktfte overeenftemming tusfchen verre het grootfte deel van de wachtdoende Burgery en U bleef heerfchen ; doch toen door deze onvrywillige vertraaging de tweedracht gelegenheid kreeg , om een fteeds aangroeiend gerucht alom te verfpreiden , als of de meerderheid van het malevies door het vermoeden bezield was, dat ons Exercitie-Gezelfchap een Stiefdochter zou wezentje zich hier op toelegde, om door haar volks, behaagende hoedaanigheden de wachtdoende Bur. gery in derzelver wettig erfdeel, als een Kind van het eerfte Bed, te benadeelen, en toen wy verder ontwaar wierden, dat alle onze Gunftelingen weinig ingang in de ooien der meesten verkregen, toen, dit moeten wy erkennen, wierden wy beducht, dat het verdichtfel zich welhaast zoo wel met de mom der waarfchynlykheid zoude weten te bedekken, dat het, zoo wel de Raadzaal als hier influipende, den Burger-Vaderen mogt bewegen, om, uit eene wyze voorzorg, van alle oneenigheid onder hunne verfchillende Kinderen voor te komen, de zaak door berichten als anderszins nader te onderzoeken. Jets, waar voor wy alleei bekommerd waren, om dat als dan misfchien hei gunftige der bewilliging, het welke thans zoo in nemende uitblinkt, voor de oogen der menigte ii minder hellen dag zou hebben doorgefchenen dubbeld geeft het ons dierhalven vermaak, da deze wolk der verbeelding zoo fpoedig is verdwe nen, en dat wy het licht der waarheid hoog ge noeg zien gerezen, om te durven vertrouwen va 1 el  ie Gebeurtenis/en in 1787 efiz. voorgevallen. 123 elk Uwer van de wezentlyke, en niets weiniger dan onvriendelyke, oogmerken, der gefaamenlyke Bevelhebberen van de Burger - Vaandelen op het duidelykfte te overreeden. Mannen van betere kunde, uit het midden van hun, zyn uit eigen beweging tot ons gekomen, en zy hebben ons niet Hechts op het plechtigfte betuigd, hoe het hun griefde, dat die nadeelige verdenkingen onder veele onzer zweefden ; maar zy hebben ons ftellig verklaard, hoe zy zeker meenden te wezen , dat men eenpaarig gevoelig was over den aandacht op de belangens en de goede verftandhouding met het wachtdoende Regiment, in onze Grondwetten, Aanfpraak en Verzoekfchrift zoo menigvuldig als nadrukkelyk betoond; hoe men dacht verfchuldigd te wezen, dit met vast vertrouwen te moeten beantwoorden, door niets buiten vooraffpraak van ons te zullen verrichten; hoe zy ons niet Hechts konden berichten, dat hun ingediend Request niet anders behelsde , dan een verzoek om fcherpe Patroonen, maar ten bewyze waar van, en ter fter • ker wederfprekiog van alle verwyderende uitftrooifels, zy ons een gelykluidende affchrift lieten lezen; hoe zy verder het grootfte nut voor de gewoone wacht, in het optrekken der Vrywilligers ondervonden, en zich nog veel grooter uit de verrichtingen van het algemeene Exercitie-Genootfchap voorfpelden ; maar hoe zy vreesden, dat dit alles niet zou kunnen beletten het verftappen der I zoo noodzaakelykfte krygsoeffening onder die Per : foonen, welker gebrek aan tyd, of bekrompenheid i aan middelen, het niet toeliet lid 'er van te worden , wanneer naamelyk de reeds verftaauwende ! Compagnies-Exercitiën, door het misfen der MiliI taire Onder-Officieren, zouden moeten ophouden; 1 al waarom zy hadden beraamd: al de Manfchap i hunner onderhoorige divifien uit te noodigen, om I van tyd tot tyd, op een allergevoeglykst uur, Batailjons wyze den Wapenhandel te onderhouden en voort te zetten; een middel, waar door zy zich vlei-  124 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot vleiden, dat waarfchynlyk nog deze Zomer een aanzienlyk deel van 't Regiment de groote ontwikkelingen, het zy met ons veréénigd, het zy op afzonderlyke dagen, van welke zy ons graag de keur lieten, zou kunnen volbrengen, vooral zoo veele onzer, door hunne tegenwoordigheid en meerder bedrevenheid, de zaak wilden aanmoedigen en bevorderen. Na zulk een handelwyze en taal, zou het, onzes erachtens, beneden het charaóter van afdammelingen der oude openhartige vrye Friefen geweest zyn, het minde wantrouwen te voeden, en wy zouden denken Uwe befchuldiging verdiend te hebben, hadden wy hun niet te kennen gegeven dankbaar te zyn voor hunne vriendelykheid en vertrouwen, en hunne yver en poogingen niet genoeg te kunnen roemen; en dat, wat U betrof, wy ons verbeelden, dat flechts van het waare onderricht te zyn de derkde aanbeveling zou zyn, om ze met al Uw vermogen te onderdeunen; denkt echter niet als of wy onkundig waren, dat 'er onder hun zyn, die zich geheel anders hebben geuit, en reden geven om zeer verfchiliende bedoelingen te onderdellen; maar is het wel rechtvaardig de daaden van enkelde Perfoonen aan een geheel Genootfchap te wyten? moet men niet eene Vergaderinge beoirdeelen naar derzelver befluiten , en geenszins naar de dem der byzondere Leden ? Is het wel bykans mooglyk, dat by een talryk Gezelfchap niet deze of gene voldrekt tegendrydig met de overigen denkt? is het wel menschlievend onrechte gevoelens aanftonds aan flinkfche inzichten toe te fchryven? zou niet waarfchynlyk ook de een of ander onzer, op dat oogenblik meer bezield door een blaakenden dan verlichten yver, wel eens een woord hebben geuit, of verkeerd hebben verdaan? Zeker zou het alleronvoorzichtigst zyn, wen niet elk van ons allen deeds naauwkeurig toeziet, of niet ergens een vonkje van de toorts der tweedracht onder den asch mogt fmeulen; doch zoo dit gebeuren mogt, is hec dan niet oneindig verftandi- ger,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 125 ger, denbrand, eer hy te hoog ftygt, in ftilte te dempen, dan, door het roepen om hulp, dedeuren open te zetten , en de vlamme gelegenheid te geven om uit de verkregen tocht in krachten te winnen. Waarlyk, lieve Vrienden ! wy bedriegen ons zeer, byaldien gy niet met ons befeft, dat het ongerust, zyn, over losfe geruchten, eer na dan voordeelig is, en dat wy onzen ontfchuldigen» en nu bykans gebaanden» weg, zonder omzien, met eenen bedaarden tred, veilig kunnen vervolgen, mids wy juiste verftan/houding houden met de wachtdoende Burgery» dezelve alle lnfchikkelykheid betoonen, en alle hulp bewyzen, en eindelyk nooit, dan onder het waakende en ons beftierend oog der beminnelyke Overheid, voortwandelen ; dit doende, durven wy U gerust voorfpellen,dat Groningens Exercitie-Genootfchap wel haast uit zal munten onder de inftellingen ter verdediging van het lieve Vaderland, daar hiet de gewoone en buitengewoone Burgery eikanderen dien dienst zullen bewyzen, welke de eene hand aan de andere doet, van welk elk wel be. voorens iets afzonderlyk vermogt, om het zwaard, ! .ter beveiliging van Haardftede en Altaaren, te zwaaien, maar die thans vereerd moeten zyn om *t geweer te vellen, en 't Lighaam van den Staat te beveiligen. •N'. 1593' Refolütie van den Breeden Raad der Stad Groningen, van den 23 Maart 1785, waar by 't 2de Artikel der Wacht-ordening word geinterpre. teerd en verftaan, dat een ieder, van welke Chris, telyke Godsdienstgezindheid hy zy, tot Onderofficier eligibel zal zyn. Ter Vergaderinge van Burgemeesteren en Raad oud en nieuw, en vervolgens ih den Breeden Raad zyn-  126" Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zynde gelezefi de provifioneele Refolütie van deri 2den February jongstleden, waar by het tweede Art. der Wachtordeninge voor het Burgerlyke Regiment, geallegeerd in de Publikatie van den 20 November 1784, is geïnterpreteerd, en verftaan, dat alle goede Burgeren dezer Stad, gewillig tot defeniïe van dezelve de wapenen te dragen , zonder onderfcheid van welke Christelyke Godsdienstgezindheid , tot de posten van Adelborften en Onder-Officieren der respective Compagnien, tot Sergeanten incluis, eligibel zullen zyn; blyvende de keuze hieromtrent vry en onverminderd aan de drie Hoofd-Officieren van de Vaandels, ingevolge Wachtordeninge: hebben de Heeren Burgemeesteren en Raad, oud en nieuw, fampt Taalmannen en Gezwoorene Gemeente, zich met de Refolütie conformeerende, dezelve in eene breede RaadsRefolutie geconverteerd. En zal Extract van dezelve en deze aan den Collonel van het Burgerlyk Regiment tot hunner naricht worden ter hand ge» Held. N°. 1594. Request van het Exercitie-Genootfchap aan Burgemeesteren en Raad in Groningen, met de dispofitie van den 15 April 1785, om Vaandels ± Echarpes en Dragons te mogen gebruiken. Edele Mogende Heeren, Burgemeesteren en Raad in Groningen! Vertoonen U Ed. Mogenden met den hoögflen eerbied de Gecommitteerden van het ExercitieGenootfchap, hoe het zelve thans zoo verre gevorderd is, dat het, onder geleide van zyn eigene mede-Leden, aanftonds gebruik kan maaken van de gunftige verandering van het faifoen, om Zich, op Het opene ruime veld, in de groote Krygsontwikkelingen te oeffenen. Dan, Ed. Mogende Heeren! nu ontbreken htm, behalven eenige, tot de goe-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 127» goede orde in het exerceeren volftrekt noodige zaaken, zoo hierom, als om de waardigheid Uwer Burgery niet te verkleinen, twee Vaandels, en behoorlyke onderfcheiding-teekens, voor hun die den post van Officieren, Onder-Officieren en Schutters vertoonen , geduurende de wapenoeffening; de Ondergeteekenden begrypen wel, dat U Ed. Mogenden met hun het een en ander als een natuurlyk gevolg van het eerfle toegeftaane verzoek mooglyk zullen aanmerken; maar hoe fchroomachtig zy ook zyn, om de gewichtige bezigheden van U Ed. Mogenden, door het voordragen van kleinigheden » te belemmeren, meenen zy echter in zaaken, die plechtigheid en uiterlyke vertooning aangaan, geenszins zonder voorkennis van dezelve iets te mogen verrichten; om echter geen misbruik te maaken van UEd. Mogendens belangryken tyd, zullen ze niet dan met een woord aanftippen de algemeene dankbaarheid voor de gereede, en zoo innemende eenvoudige, goedkeuring der Grondwetten van het Genootfchap, daar zy hier aan voor een groot gedeelte toefchryven de vermeerdering van het Gezelfchap, dat reeds tot ongeveer 350 is aangegroeid, benevens de harmonie tusfchen de Leden, die in het regelen der huislyke fchikkingen beftendig geheerscht heeft: eindelyk nemen zy de vryheid te herinneren, dat zy de behoorlyke kieschheid, in hun laatfte grondwet verordend, omtrent het Burger wachtdoende Regiment hebben waargenomen, en van deszelfs Gecommitteerden, zoo nu als bevorens,de uitftekendftebetuigingen en blyken van genegenheid en eensgezindheid ondervonden. Alwaarom zy, op goedkeuring en last hunner gezamenlyke mede-Leden, thans de eer hebben zich tot U Ed. Mogenden te wenden, met nedrig verzoek: Dat aan het Genootfchap worde toegedaan het gebruik van twee Vaandelen, benevens Echarpes en Dragons. q. F. (was  J 2ö Verzameling van Stukken betrekkelyk tot (was geteekend) T. Modderman, J H Geertsema, P, van Oldenneel, S. Trip, J. Bolt. (boven in margine Jlond) De Heeren Burgemeesteren en Raad accordeeren het gedaane verzoek. Aftum Groningen den 25 April 1785. H- W. Sysen, vt. Ter Ordonnantie der Heeren voorfz. W. Cranssen, Secret. T5°5; Refolütie van Burgemeesteren en Raad in Groningen, van den 30 September 1785, waar by bepaald wordt, een quantiteit fcherpe patroonen voor 't Burgerlyke Regiment te doen vervaardigen. en in het Stads Magazyn te bewaaren. Gehoord het rapport van den Ed. Heer (in det tyd) Prsfideerenden Burgemeester van Sysen, en de Heeren zyn Edelheids Adfesforen, welke, ingevolge Raads Apostille van den loden Maart jongstleden, nader in Commisfie hadden onderzogt het Request van den Hopmap T. G. Entrup, en J. van Bolhuis, den Luitenant Pieter Boelens , en ƒ. H. Bolt, benevens den Vaandrig P. Doekema, als gelastigden van de gezamenlyke HoofdOfficieren des Burgerlyken Regiments alhier, houdende : dat aan Remönftranten een genoegzaam getal fcherpe Patroonen mogten worden bezörgd, öm van dezelve, een gedeelte in de Hoofdwacht, en de andere gedeelten by de respective Vaandelen, te doen bewaaren. Hebben de Heeren Burgemeesteren en Raadi na gehouden deliberatie, de Heeren Gecommitteerden  4e Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 12e) êen voor hunne genomene moeite bedankende» de Heeren Gecommitteerden tot dezer Stads Kekenkamer 'verzogt en geauthorifeerd, om , voor het Burgerlyk Regiment alhier, van 300 pond pulver en 500 pond lood fcherpe Patroonen, na het caliber van het geweer, te laten maaken, vervoleens in agttien zakken verdeelenden dan te famen ui een gefloten kiste in het Stads Magazyn te doen. bezorgen, om aldaar onder directie van den Artillervmeester bewaard te worden, tér tyd1 de nood * het géne God verhoede, het mogte Vórderenr, dat dezelve, met voorkénnisfe van den Raad of den ' Heer Pncfideerenden in der tyd, aan de respective 18 Vaandelen moésten wórden üitgelan'gd,'om daar ■ van gébruik te moeten maaken; zullende de üeuf tels van gemelde kiste aan den Artillerymeèster> , èn ,denzelven afwerig of uit de Stad zynde aan den i Collonel des Burgerlyken Regiments worden over3 handigd en toevertrouwd. ....... ,., ;;tl ' En zal Extract dezes aan de Rekenkamer, Artil. i lerymeester, en Collonel des Burgerlyken Regiments worden bezorgd. Coll. Accord. (was géu) G- tfc GóckwgA', S-écfit; N°. t'596". Plan, 'naar welk de vier niéuwe'Vaandels "■ yonr 't 'Burgerlyke 'Regiment te Groningen van 't Raadhuis zulten wórden afgehaald, en de martguvres danr 'by 'te doen, by den Riiad'geappfobeerd, den 13 Oclöber 1785. "Heden nadenmiddag door de Heereè 'Gecommitteerden uit de Stads Rekenkamer de Gecommitteerd den uit de Burger Officieren in Commisfie. gevraagd ryndè. wierden dezelve verzocht een opftel tejprmé'eren met de Heefen Luitenants CrAns ep Kèp*ew , naar welk plan dé vier nieuwe Vaandels yan  130 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot het Raadhuis zouden worden afgehaald , als medtf dat gene, 't welk by de afvuuringe door het exerceerend Burgerlyk Regiment zoude worden geëxcu. tcerd. Ter welkers voldoeninge de Onderteekenden dé eere hebben voor te ftellen. J. Aangezien Hun Ed. Mogenden goedgevonden hebben, dat de beide JBatailjons om één uur voor het Raadhuis zullen wezen, om de Nieuwe Vaandels aldaar te ontvangen, zoo zullen de beide Batailjons des middags van den 20flen October om 12 uuren vergaderen: het eerfle Batailjon op de Breede Markten het tweede Batailjon op de Vismarkt. En voort na de Vergadering zullen aldaar de Batailjons worden geformeerd. De Commandant van het tweede Batailjon zal door een Sergeant aan den Commandant van het' eerfte Batailjon kennis geven dat het tweede Batailjon geformeerd is, welke Sergeant teffens zal vragen aan den Collonel of het eerfle Batailjon geformeerd is, en of het tweede Batailjon na de Botermarkt zal komen opmarcheeren? De Commandant van het eerlte Batailjon dit beileld hebbende, en ziende het tweede Batailjon aannaderen, zal dezelve het eerfle Batailjon met Pelottons laten omfwenken, om voor het tweede Batailjon de Eb'binge Straat in en door te marcheeren, en by langs het Diep na deBotteringe-Straat, en dezelve in te fwenken en op te marcheeren, tot dat het agtfle Pelotton Musquettiers van het eerfte Batailjon tot voor de Geestelyke Maagden Straat is gekomen , als wanneer het geheele Regiment met Pelottons links zal omfwenken, om het front na het Raadhuis te maaken. Deze marsch zal verzeld wezen door flaande Trom en Mufiek, en de vier Vaandrigs, met de vier Sergeanten, zullen in de marsen voor de Grenadier-Compagnie van het eerfte Batailjon marcheeren. II. Het Regiment dus gepofteerd zynde, zal de 'Ad.  ii Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 131 Adjudant van het eerfte Batailjon aan het Raadhuis kennis geven, dat het Regiment aldaar en m orde is, en vraagen de ordres van den Raad, om dezelve aan de Commandanten over te brengen. Raad nrdre komt dat d& JLIJL, vvauuvci uii. «vu - > Vaandels &c. zullen worden ontvangen, zal de Collonel en eerfte Luitenant Collonel het Geweer laten rjrefenteeren , het Commando overgeven aan de daar op voigeuuc umv.ii.ivu, — -1 - — hoog in den rechter-arm marcheeren tot op de Trap van >t Raadhuis , in dien tyd zullen de twee Adjudanten en de vier Vaandrigs, geadfisteerd door vier Sergeanten zich vervoegen voor de Irap van *t Raadhuis. IV De Collonel zal de vier Vaandels ontvangen uit handen van den Stads Secretaris, en dan de twee daar van voor het tweede Batailjon overgeven aan den eerlten Luitenant couonei 01 ivuiuuuuuaui v*-het tweede Batailjon, en vervolgens zullen dezelve aan de vier Vaandragers worden overgelangt. V. De Vaandrigs dezelve ontvangen hebbende, zal 'er door de Mufikanten , (ftaande tusfchen de beide Batailjons,) Mufiék worden gemaakt, en zullen in die tyd de twee Commandanten voor hun Batailjon marcheeren, en uit ieder Batailjon de oudfte Luitenant zich by de Vaandrigs vervoegen,, VI. De Mufiek ophoudende,'Zullen alle de lamboers de Marsch fl&n, en de vier Vaandrigs, ge* leid door de twee oudfte Luitenants en gevolgd door de vier Sergeanten, met vliegende Vaandels rhafcheeren, na de Grenadier Compagnie vaö hec eerfte Batailjon- . VII. De Vaandels aldaar gekomen zynde, zal net Geweer weder op icnouaer wurucu gcma».^. VIII. Vervolgens zal het geweer worden geparenteerd, en de Vaandels op het Centrum vaa ie* der Batailjon worden gebracht. IX. 't Geweer op fchóuder gebracht êynae , zal 'er gecommandeerd worden 't Regiment zal mar* cheeren,prefenteert het geweer,geweer óp r«oa- I 2  132 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot der, de Gelederen agterwaards opfluiten, met Pe« lottons rechts fwenken, en vervolgens na buiten marcheeren. X Buiten op het Exercitie-veld komende, zal men het front na 't Noorden maaken, en met opene gelederen drie Salvo's Batailjons wyze worden gedaan, en zal tusfchen ieder Salvo Mufiek worden gemaakt. Alles voor de nieuwe Vaandels, wel. ke als dan geplaatst zyn by de Commandanten voor ieder Batailjon, en vervolgens het geweer by de voet en in de arm worden gebracht, om te wachten tot dat de Raad komt. Intusfchen zal 'er een Sergeant na de Heere* Weg worden gezonden, om te wachten dat Hun Ed Mogenden komen,en zulks,zoofpoedigmooglyk, aan den Collonel bekend maaken, welke zulks door de trom aan den Commandant van het tweede Batailjon zal te weten doen; ook zal in dien tus. fchentyd de laadftok in de loop worden gecommandeerd , en door ieder Officier van ieder Pelotton Daauwkeurig worden gevifiteerd , of 'er ook nogfchoten in de geweeren zyn, en doen dezelve 'er. uittrekken, om ongelukken voor te komen, in V doen vaD 't manuaal XI. De Raad komende, zal het geweer worden I geprefenteerd, en door de Officieren ftille ftaande . worden gefalueerd, beginnende van den rechter , vleugel. XII. Wanneer Hun Edele Mogenden het front <• heen en weder zyn gepasfeerd , zal het geweer op lchouder gebracht worden , en dan wederom wordfen geprefenteerd , ten einde de Collonel de navolgende lyst van de manoeuvres aan den Prefi- ( deDt prefenteere; met vraage of hy den zei ven zal I doen executeeren? Exerï  ie Gtleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. T33 Exercitiën en Manoeuvres, welke ge. daan zullen morden door hel exer. ceerend Burger-Regiment, voor den Breeden Raad- in Groningen, den 20 OStober 1785. Na het Manuaal en de ordinaire Chargeeringen, met Pelottons en Batailjons ftilftaande, avanceerende, en retireerende. t , N° I. Op 't centrum van 't Regiment rechts van front veranderen, en met Pelottons uit het midden aanvangende, chargeeren. II. De Colonne met ieder Batailjon op het eerfte Grenadier-Pelotton. III. Van die twee Collonnes een te formeeren, en daar mede avanceeren en retireeren, en het Regiment in front herftellen , en met Pelottons te chargeeren uit het midden. IV. Op het centrum van 't Regiment links van front veranderen, en met Pelottons uit het midden chargeeren. V. Het gelederen-vuur. VI. De Colonne op de Grenadier-CompagDie van ;het tweede Batailjon, daar mede avanceeren en reitireeren, en rechts fwenken, dan weder in front Iherftellen , en met Pelottons uit het midden van het Regiment chargeeren. 1 . VIL Met effene en oneffene Pelottons te chariigeeren. VIII. Het Rotte-vuur. IX. Met Pelottons in Batailje marcheeren en dan den Hollen Weg in 't avanceeren te attaqueeren. X. Links te deployeeren, en met Pelottons te chargeeren, beginnende met het eerfte GrénadierPelotton van 't eerfte Batailjon, zullende hier by geobferveerd worden, dat als het eerfte Grenadier- : Pelotton van het tweede Batailjon chargeert, het eerfte Grenadier-Pelotton van het eerfte Batailjon ook weder zal chargeeren, en zal het chargeeren zoo aftopen, tot dat de roffel word geftagen. I 3 XL  Ï34 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot, M XI De generaale decharge. XII. Dit alles zal gevolgd worden door het mar-t cheeren in parade. j Approbatum in Curia, Gronings den 13 OSiober 1785. N'o 1597- Aanfpraak van den Stads Secretaris,, dem 20 ÖStober 1785 aan 't Burgerlyk Regiment geJi daan, by het van Stads wegen overhandigen dem Vaandels. Waardste mede-Burgers ! De lofFelyke poogingen, welkegylieden, op raad en begeerte Uwer Regeeringe , federt een jaan hebt aangewend, om ÜE.. vaardig te maaken in de behandeling van het geweer,, en andere, naar deze tyden noodzaakelyk gewordene, oeffeningen, hebben een ieders verwachtinge overtroffen, en tevens doen zien, welk belang Gronings Burgers, flellen in het behoud van Vaderland en Vryheid. Uwe Regeeringe heeft alzoo ook niet willen aar-: felen, om terftond, op Uw rechtmaatig verlangen, te laten vervaardigen die eere-teckenen en verdere cieraaden, welke gylieden hier ziet, en die my vertrouwd zyn, om ze U, myne Heeren! ia,\ eigen handen over te geven. Zy worden Ulieden gefchonken door Uwe Regeeringe, met die zelve genegenheid, als waar mede ik zeker ben, dat gy ze thans uit myne hand ontvangt. Aanfchouw den grond van deze Vaandels, waar op het wapen Uwer Stad prachtig is geplaatst; dezelve is zuiver wit, een kouleur, die niet gegeven word;, als aan die genen, die het zich door daaden, of  ■ it Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 135 i of wier Voorzaaten het zich waardig hebben ge, maakt. Laat alzoo, waardfte mede-B,urgers! laat alzoo i zuiver zyn de grond van Ulieder hart , waar mede 1 gylieden, onder het geleide van deze eere-teeketnen, hoopt en voornemens zyt, deze geliefde Stad, I dit ons gezegend Vaderland, en derzelver duurge[kogte Vryheid, te befchermen, en voor alle geweld te beveiligen. Wanneer U daar in ooit de moed mochte ontzinken, aanfchouwt deze Vaandels, en het wapen de'izer Stad zal eenen waaren Groninger moed inboezemen, en tot zynen plicht doen wederkeeren. ! i Laat het een Heiligdom voor Ulieden zyn, 't welk gy U nimmer moet laten ontrukken, maar het zelve voor Uwe Nakomelingen veilig bewaaren, die 'er U om zegenen zullen. Laten deze vier Vaandels niet verdeeld worden, : maar behoudt ze vereenigd t'famen, want eene ameenigte, fchoon nog zoo wel geoeffend, maar j verdeeld, heeft geen macht. ! Gehoorzaamt onder dezelve Uwe Officieren, en jverlaat hen niet, wanneer zy UE. tot verdediging' «Uwer duurfte panden roepen. I Oeffent U verder, fchoon de vrede mochte beIvestigd worden. Zich te wapenen in tyd, om 'er :gebruik van te maaken in nood, is het echte kenmerk van een wys Volk. f De God van Nederland fchenke ons den vrede, azegene verder Uwe heilzaame poogingen, en beiziele de Burgers van Groningen met belangloozen iyver, en waare liefde voor het welzyn van Stad en aVaderland. I 4  ^36 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot * N°, 1598. Refolütie op het Addres van het Exercitie*: Genootfchap te Groningen aan de Stads Regiering , om ie vernemen op welken voet, ingevalle van onverhoopte rustyrilooring, dezelve zich van 't Ge» nootfcHap zoude gelieven te bedienen, van den 5 November I7«53 waar by dezelvq een Allarmplaatt word aangewezen. Geboord het rapport van den E. Heer Prsfideerenden Burgemeester van Hoorn, en zyn Ed. Hee-i ren Adfesforen, dewelken, ten gevolge Apostille van gisteren 5> hadden gebefoigneerd met de ordinaire Gecommitteerden van het Exercitie-Genootfchap, voor onze duurfte Panden, waar by, door verkiezinge van de Leden, anderen uit Hun tot dezen gevoegd waren, by Rtqueste hebbende voorgedragen, hoe het zelve Genootfchap de eer gehad hebben, by dë inrichting, de hooge goedkeuring van HunEd. Mogenden weg te dragen, en dat ten gevolge vari dien, aan het zelve het voeren van Vaandels en andere teekenen was toegedaan, uit welken hoofde zich ook in den wapenhandel hadden geoeffend: dat de Leden wel zeer gewillig waren om, in ge. yalle van onverhoopte noodzaak, van nut en dienst, te wezen, zoo vonden dezelve zich, ondanks de. ze beginzelen van welmeenendheid, buiten ftaat, óm daar van eenige uitoeffening te doen, zonder de welmeeninge van Hun Ed. Mogenden te weten; verzoekende daarom ten fpqedigden met Heeren Gecommitteerden te mogen befoigneeren; hebben de Heeren Burgemeesteren en Raad, nagehouden deliberatie, de bereidwilligheid der Remondranten aggreëerende, dezelve provinoneef tot een Vergaderplaats, in cas van Allarm, toegedaan en aangewezen de groote Markt by en omtrent de Waagej. en gepermitteerd, aldaar de trom te roeren:, voorts de Heeren Gecommitteerden verzogt te befoigneeren, op welke beste wyze, en door welke middelen, eene vaste voet en ordre tot wee« ring van alle mooglyke disfentien en misverdand  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 137 tusfchen de exerceerende Burgeren zouden kunnen worden beraamd op rapport. 1599. Addres van het gewettigd Exercitie-Genootm fchap te Groningen, den 15 Juny 1786 gedaan, aan Burgemeesteren en Raad in Groningen, waar by ken'-is geven van han Aidres aan de Heeren Stagen van Stid en Landt, over de Misfive van. 't Corps vrywMlUe Jagers, te Wyk by Djurftede, mst verzoek van appui. Edele Mogende Heeren, Burgemeesteren en Raad in Groningen! Aangezien het Exercitie-Genootfchap alhier, onder de zinfpreuk: voor onze duurfte Panden, door de Leden des Krygsraads van het Provinciaal Corps vrywillige Jagers te Wvk by Duurdede, onde* de zinfpreuk: pro Pace Bello, de hier in Copia bygelegde Misfive is toegezonden, en het Genootfchap daar op, by hunne Vergadering van den ijden dezer, eenpaarig heeft befloten, hunne Gecommitteerden te authorifeeren, om zich naamens hun, met een gedetailleerd Request, aan Hun Ed. Mogenden de Staaten dezer Provincie, te vervoegen, vinden de Gecommitteerden van het ge» melde Genootfchap zich verplicht-, het daar toe geformeerde Request, aan U Ed. Mogeaden, als hunne byzondere Stads Regeerders, vooraf open te leggen, in vertrouwen, dat U Ed. Mogenden dezen hunnen flap geenszins zullen aanmerken als eenige de minde indrang of voorlichting in U Ed. Mogendens vrye deliberatien en hoog gerefpecteerd doorzicht in Staatsbefluiten', maar alleen ia dat waare licht befchouwen, dat Remondranten, als rechtgeaarde Nederlanders, de om hulp fmeekënde letteren hunner mede-Nederlanders, geensz.ins vermogtea by zich nederleggea, maar , afgaat 5 z°ö-  138 -.Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zonderd van alle particuliere bedoelingen, in die geval verplicht waren, hunne voorbede by den Souverein hunner Provincie, voor hunne om byftand roepende Landgenooten, eerbiedig in te brengen; en daarom vooraf aan U Ed. Mogenden, op wiens goedkeuring hun Exercitie-Genootfchap gevestigd is, als eerfte Lid van Staat, hun voorhebbende verzoek, ten voordeele van die van Wyk byDuurftede, te communiceeren; met eerbiedige follicitatie, dat het U Ed. Mogenden moge behaagen, door hunnen veelvermogenden invloed, als Lid van Staat dezer Provincie, het daarheenen te dirigeeren, dat der Remönftranten verzoek ten Landsdage werde toegeftaan, of anders, na ÜEd. Mogendens hoogere doorzicht , zoodaane werkende middelen vast te ftellen, als, tot voorkoming der akelykfte gebeurtenisfen in ons Vaderland, dienftig zullen worden geoirdeeld. N°. 1600. Refolütie van Burgemeesteren en Raad in Groningen, van den 23 September 1786, waar by de kennisgeving van 'het Exercitie-Genootfchap, dat gaarne hunne Exercitie ook met Kanon zouden verrichten, voor notificatie word aangenomen. Door den Ed. HeerPrsfideerenden Burgemeester van Iddekinge ter Vergadering zynde gecommuniceerd, dat de twee Hoofd-Officieren yan het Exercitie-Genootfchap alhier zich by zyn Ed. hadden geaddresfeerd, en te kennen gegeven: dat door de Heeren Gedeputeerden hun waren geleend Stukken Kanon, waar mede, als ook met twee van hunne eigene, federt eenigen tyd zich binnens huis hadden geoeffend, en thans gaarn in het open yeld wenschten te doen, dan dat zulks niet wilden .doen,, als met voorkennis van den Raad; hebben Heeren Burgemeesteren en Raad den Ed. HeerPra> .üdeerenden voor de communicatie bedankt. N».  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 139 N°. 1601. Refolütie van den Breeden Raad der Stad ' Groningen, op het ingediende Request van de Hoofd, Officieren des Burgerlyken Regiment*, Gecommitteerden der Schuuery, en Hoofd-Officieren van het. gewettigd Genootfchap, van den 23 Sept. 1786, om Gecommitteerden te mogen heb'oen tot het for~ meeren van een plan vaa defenfie.. Ter Vergadering van den Breeden Raad zynde gelezen een addres van de Hoofd-Officieren des Burgerlyken Regiments, tot dezen gefterkt door de Gecommitteerden der geheele Schuttery; waar by zich plichtmaatig yoegden de Gecommitteerden en Hoofd-Officieren van het gewettigd Genootfchap van Wapenhandel alhier, daar by te kennen gevende: hoe Burgemeesteren en Raad, oud ca nieuw, fampt Taalmannen en Gezworen Gemeente, by Breede Raads Refolütie van den 22 January 1785 hadden gearresteerd, ten einde de Burgery in ftaat werde gefteld, om blyken van hunne waare Vaderlandsliefde te geven, en deze Stad, derzelver Regeeringe, de goede Ingezetenen en hunne bezittingen, tegens alle geweld te kunnen verdedigen, de wachtdoende Burgers van behoorlyk geweer en wapenen op Stads kosten te voorzien; dat Hun Ed. Mogenden ter beantwoordinge aan den zucht en begeerte der Ingezetenen, om in alle gevallen vaa nut te kunnen zyn, diverfe artikelen hadden gelieven vast te ftellen,teruitdeeling en goede inftandhouding dier wapenen; — Eene voorzorg, waardoor wel een groot poinct in de artikelen der wacht-ordening was geredresfeerd , en mede de grond gelegd, dat de Burgeren zich in de behandeling en het gebruik dier wapenen met meerderen yver hadden geoeffend; —■ Dan welke de ondergeteekenden inde tegenswoordigeallergevaarlykfte en zorgelykfte omftandigheden, waar in ons lieve Vaderland door het openen van eenen Burgerkryg, in één of meerder onzer Provinciën, en zelfs het vy*  ï4ö Verzameling van Stukken betrekkelyk tót vyandelyk gebruik der wapenen onzer eigea bezrcïdelingen tegens onze mede-Burgers, zoo onvoorziens gedompeld was, geenszins ter afweering van inwendig of uitwendig geweld, en ter befcherming van hunne duurfte panden, toereikende vonden. —• Te minder, daar de ondergeteekenden in den artikel, brief des Burgerlyken Regiments geene zulke wetten en ordres vonden, welkers opvolging hun eenigszins kan gerust ftellen, noch in cas van oproer, ofte vyandelyken aanval, eenige folide regelen en manieren van ftuiting, veel min van defenfie, ja zelfs geene diftincte ordre van bezetting der Stad, van wachten, of poorten, opleverde. Daar het nu ontegcnzeglyk zeker was, dat, mee welke vuurige Vaderlandsliefde en bedaarde hel denmoed ook ieder Burger en Ingezeten mogte bezield zyn , dezelve in alle gevallen eensklaps nutteloos was, ja bezwyken moest, als dezelve niet gegrond was op de bewustheid van een wel ingericht defenfie-plan, en vertrouwen op eene ftipte uitvoering daar van. Deze gefteldheid van zaaken hadden niet alleen op de wachtdoende Burgers, maar op alle de Leden van 't Genootfchap van Wapenhandel,zulke fterke indrukken gemaakt, dat zy geen oogenblik hadden durven verzuimen, om dit onder het oog van Hun Ed. Mogenden te brengen; gedienftig verzoekende: dat uit het midden van den Breeden Raad ten fpoedigften zoodaane Gecommitteerden mogten worden benoemd, met welke de Ondergeteekenden, of eenigen uit hun midden,ter formeering van zoodaane middelen , maBieren en ordre van defenfie, zoo voor de Stad, wachtdoende Burgers, als het Genootfchap, en het gene daar toe betreklyk zoude kunnen zyn, zouden kunnen befoigneeren ; en teffens, dat Hun Ed. Mogenden tot die Commisfie één of meerder bekwaame Ingenieurs geliefden te comineerea, alles met dien eerbiedigen aandrang tot fpoed en voortzetting, die het gewigt der zaake vorderde, -r- (was geteekend) Uit  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 14! Uit naam van den Krygsraad: ƒ. van Bolhuis,Pie. ter Boelens , Udo Ringels , C. Poelman. ——• Uit naam van de Compagnien : ƒ. Hofstee , C. Knot, A. Doesburgh, Jaco ter Huisen, Hero Harkema, Wilke Hommes, Leendert Nauta, Christoffer Scholtens, Johannes Setler, N. j. Nanninga, Hindrik Bronneger , Evert Ab. bring, Harmannos de Jonge, H. Camphof, j. schuilingh, L. CoLLARDT, E. BroNNEGER, ALLE van der Veen. — Wegens het Genootfchap: T. Modderman, J Bolt, M. I, Busch, H. J. Wichers , P. van Oldenneel. Hebben de Heeren Burgemeesteren en Raad, oud en' nieuw, fampt Taalmannen en Gezworene Gemeente, deze zaak gefteld in handen van den Heer Burgemeester van Sysen, Raadsheeren Sic cama en Fockens, en den Syndicus Tiddens, benevens de Heeren Taalman Buning , Gezworens Woldringh en ten Berge, om daar over met de Remönftranten in Commisfie te befoigneeren , en tot gemelde einden zoodaane verdere Perfoonen te adfumeeren, als Hun Edelheden noodig en nutti» zullen oirdeelen, doende daar van ter Vergadering ge rapport. Coll. Accord. K°. 1602. Refolütie van Burgemeesteren en Raad in Groningen, van den 23 September 1786, waar by de , voor 't Burgerlyke Regiment vervaardigde, fcherpe Patroonen, op derzelver verzoek, aan dezelve zullen worden geè'xtradeerd, en in derzelver plaats weder nieuwe vervaardigd. Gehoord het Rapport van den Ed. Heer PrseCi. deerende Burgemeester van Iddekinge en de Heeren zyn Eds. Adfesfooren, dewelke ten gevolge en ter voldoeniDge aan de Apostille Commisforiaal van den  14,2 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot den I5den dezer, hadden gebefoigneerd over het Request, door Gecommitteerden des Burgerlyken Xrygsraads dezer Stad, als tot het zelve fpeciaal gelastigd, en tevens gefterkt door de Gecommitteerden der geheele Schuttery, tot het zelve gelasfigd door de respective Compagnien, ingediend, daar by hoofdzaakelyk voordragende:' dat op hunne inftantie wel wars vervaardigd een quantiteic fcherpe Patroonen ten dienfte der Schuttery, om dezelve in het Stads Magazyn in een kiste en 18 onderscheidene zakken te doen bewaaren; fchoon de Remönftranten vertrouwden, dat zulks ware ter uitvoer gebracht, waren 't echter de noodlottige omHandigheden, waar in de Republiek gedompeld was, welke hun verplichten geene middelen en voorzorge voor de inwendige veiligheid dezer Stad te mogen en te moeten verzuimen, om alle oogenblikken zich tegens onverwachte aanvallen, zoo van binnen als buiten,zoo veel mooglyk te kunnen verweeren; en daar de bewaaring dier fcherpe Patroonen op ee«e plaats hun niet in ftaat ftelde zich tegens onverboedfche aanvallen te dekken, wyl in geval van onverhoopte oproer, het bezetten dier eene plaats de Remönftranten van alle noodige ammunitie, ter •weering van tumulten en befcherming hunner Regeeringe, mede-Ingezetenen en Bezittingen, zouden berooven, en dus de geheele Stad ten prooi van een oproerige hoop moesten overgeven, zoo verzochten dezelve, als getrouwe Burgers en Ingezetenen dezer Stad, ter betrachting van hun dier bezwooren plicht, ter voorkominge van alle geVreesde onheilen, dat U Ed- Mogenden zoodaane dispofitie gelieven te maaken, dat ten allerfpoedigiten aan ieder Vaandel een dier zakken , om ten huize van den Vaandrig bewaard te wórden, werden üitgelangd, en een diergelyke hoeveelheid fcherpe Patroonen in een kiste op de Hoofdwacht in bewaaringe gegeven , en het getal der uitgelangde fcherpe Patroonen ten fpoedigften in 't Magazyn weder werde aangevuld; hebben de Heeren Burge. mee*.  $t Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 145 meesteren en Raad, na gehouden deliberatie, den Stads Artillery-Meester Valkoner geauthorifeerd en gelast, om aan den Collonel des Burgerlyken Regiments, de by het Magazyn in agttien zakken gereed liggende fcherpe Patroonen te extradeeren, waar van een gedeelte by den Vaaudrig in ieder Vaandel in blikken busfen bewaard, en een anw der gedeelte in de Burger Hoofdwacht,' in een fepa'rate verzekerde kiste, gelegd zal worden; zullende de fleutels van gezegde kist altyd moeten zyn by den commandeerenden Officier van de wacht; voorts de Heeren Gecommitteerden tot dezer Stads Rekenkamer verzocht en geauthorifeerd, om een gelyk getal fcherpe Patroonen te doen vervaardigen, en dezelve in het Stads Magazyn te laten bewaaren'; allés overeenkom'ftig de Refolütie van deri 30 September 1785. En z,al Extract dezer aan den Collonel des Burgerlyken Regiments, om dezelve ter kennisfe van de respective Vaandelen te brengen, werden ter fiand gefteld, gelyk medé aan den Stads Artillerymeester Valconer, om zich daar naar te reguleeren. 1 Coll. Accord. & ! " l H\ T603. PoinÏÏen van verbindtenis tusfchen de Ge- ccmmiiiceram, Kjjp.ciers en ocnutters, den. „• November 178Ó opgericht^ waar na han te reguleeren by het Genootfchap van Wapenhandel te Groningen, Art. 1. De Ondergeteekenden, zoo Gecommitteerden, Officieren, Onder-Officieren en Schutters , verbinden zich by deze,conform de Grondwetten, en Wetten van het Genootfchap, op hun woord van eer, om op het eerfte teeken van allarm' op de bepaalde loopplaats zich te zullen vervoegen. 2. Dezelve verbinden zich, om deze Stad, wet. tige RegeeriDgen Ingezetenen, in geval van nood, te-  144 Verzameling van Stukken letrekkelyk tst tegens alle inwendige onlusten te beveiligen 5 en teö eens allen vyandelyken aanval te befche'rmen, mids met buiten deze Stad of diens Werken, ten zy vry- willig» 3. Gelyk mede de ordres van hunne wettige Re. feering, en de over hun gekozene en gefielde Per* bonen, ftiptelyk naar te komen. 4. Zy belooven de posten, welke htin, zoo om te attaqueeren als defendeeren , met hün onderhebbende Manfchap worden toevertrouwd, en elk ia zyn post, te zullen zoeken te oCcupeeren eb in te houden. '. 5. Niemand der Officieren zal Zonder voörkenms van dén Commandant zich een nacht buiten de Stad mogen begeven,en,indien langer als twee nachten mogt willen abfent zyn, zyn addres hebben op te geven. , - 6. Ieder abfente Officier zal op dé eerfte aanfchry ving van den Gecommitteerden of Commandant direcl zich weder in de Stad vervoegen, en aanüonds, van zyn aankomst, aan den Commandant moeten kennis geveb. . '.. . 7. De Commandant zal, in het zelfde geval, aan de Gecommitteerden kennis moeten geven, en, ia geval van verlof, 'zyn commando aan den op hem volgenden Officier moeten overdragen, en zich, ia geval van aanfchry ving, naar het voorgemelde Artikel gedragen. 8. Geen Gecommitteerde zal zich, als vooréa gemeld, mogen abfenteeren, ten zy met verlof van 'twee zyner mede.Gecommitreerdem 9. Geen der Onder-Officieren zal, buiten voorkennis van den Commandant, drie nachten uit de Stad mogen gaan, en, in geval langer gedenkt uit te blyven, zyn addres hebben op te gever. 10. Geen^der Schutters zal , bu'ten voorkennis van den commandeerenden Officier hunner Co'mpagnie, zes nachten uit de Stad mogen gaan , en, ia. gevalle langer mogt uitblyven , zyn addres hebben op te geven. iu  e> Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 14 j it, Ieder Sergeant en Schutter, die op dien voet, atSfent geweest is, zal op de eerfte aanfchry ving van Geammirceerde, Commandant, of commandeerenden Officier der Compagnie, direct zich weder in de Stad vervoegen , en aanftonds van zyn aankomst aan den Commandant, of commandeerenden Officier der Compagnie, kennis hebben te i geven. , . 12 Alle de Leden zullen , in geval ze gezond zyn,zich fisteeren, en dan alleen gtëxcufeerd kuninen worden, wanneer hunne redenen, door de Ge1 committeerde en beide Hoofd-Officiers, met byivoegiDg van 5 Perfoonen , uit ieder divifie een, by het lot te kiezen, wettig worden verklaard ; zullende de redenen wettig gehouden worden, als ! twee Leden dier Vergadering dezelve wettig ver! klaaren. 13. De abfente wegens ziekte zal zulks met ati testatie van een Medicus moeten bewyzen. 14 Die gene, welke zonder wettige redenen niet op de loopplaat? prsfent is, of dezelve naderhand niet kan bewyzen, zal inhabil verklaard ea igecasfeerd worden. Nö. 1604- R folutie van den Breeden Raad der Stad Groningen, van dtn 31 $ muary 1787, om conform het bygevoegde Rapport der Heeren Gecommitteerden, aan de Schuttery en het Genootfchap, het Concept-Plan van defenfie te extradeeren<, ten einde da«r op hunne belangens in te brengen. De Heeren gecommitteerd tot het formeeren van een Plan ter defenfie voor de Stad, wacht doende Burgers &c hebben ter Vergadéringe gtt* daan fchriftelyk voorftel, luidende in verbis; XX- DfcEfe,  145 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Edele Mogende Heeren, Burgemeester ren en Raad, oud en nieuw, sampt Taalmannen en Gezworen Gemeente! De Heeren door U Ed. Mogenden by Refolütie van den 23(len September jongstleden gecommitteerd, tot het formeeren van een plan van zoodaane middelen, manier en ordre van defenfie, zoo voor de Stad, wachtdoende Burgers, als het Genootfchap, en het gene daar toe betrekkelyk zoude kunnen zyn, hebben de eere U Ed. Mogenden voorlopig te rapporteeren: — dat aan ü Ed. Mogenden ordres reeds in zoo verre hebben voldaan, dat een plan voor de inwendige defenfie, en het gene daar toe relatie heeft, hadden opgemaakt, en wel Biet een byna eenparig genoegen , en daar van een Rapport hadden doen opmaaken, met intentie om het zelve ten eerften ter deliberatie van U Ed. Mogenden te brengen; dan dat de Gecommitteerden der Compagnien hadden verzocht, daar van vooraf Copie te hebben, om daar op de goedkeuring van hunne Committenten tevraagen; dat in dat verzoek door de Heeren U Ed. Mogenden Gecommitteerden is gedifficulteerd.en aan hen voorgehouden de onbevoegdheid der Heeren U Ed. Mogenden Gecommitteerden daar toe, en de ab. furde gevolgen, die zulks zoude hebben: het welk de Gecommitteerden der Compagnien begrypende, hebben dezelve voorgedragen, dat de Burgery abfoluit van hun opening verwachtede,en dat zyden haat en het ongenoegen hunner Committenten op zich zouden laaden, indien de Burgery niet op de een of andere wyze daar van voor het arrest wier. den geinformeerd. — Dat zy Heeren Gecommitteerden daar over ernftig hebbende gedelibereerd, en aan den eenen kant gaarne genoegen aan de Burgery willende geven, als ook aan die van het Genootfchap, wier Gecommitteerden mede Communicatie van de Plans verzochten, en aan den anderen kant hun plicht niet willende te buiten gaan, veel  de Gebeurtenis/en in 1787 ««2. voorgevallen. t\f veel min de Wetgevende Macht van UEd. Mogenden benadeelen, hebben dezelve geoirdeeld van het voorgevallene aan U Ed. Mogenden kennis te geven, en de welmeeninge van U Ed. Mogenden te v. rnemen, of ö Ed. Mogenden zouden kunnen goedvinden aan de respective Gecommitteerden, zoo van de Officieren der Compagnien als van hec gewettigde Corps, copie te accordeeren van het gene dus ver bv provifie in gemelde Commisfie is bepaald, ten einde daar van kennis te geven aan hunre respective Committenten, op dat dezelve, oirdeelende eenig bezwaar of confideratien te hebben , zulks ooor hunne Gecommitteerden binnen 14 dagen, na bekomene copie, konden brengen ter kennis en deliberatie der Heeren U Ed Mogenden Gecommitteerden. — Dat zulks aan alle de Gecommitteerden zynde voorgefteld, hebben allen daar ia volleiig genoegen genomen, en nemen de Heeren ü tfdele Molenden Gecommitteerden de vryheid, zulks ter kennis en deliberatie van ü Ed. Mogenden favorabel te brengen. Waar op zynde gedelibereerd , hebben de Heftren Burgemeesteren en Raad, oud en nieuw, fampc ■ Taalmannen en Gezworene Gemeente, na gehoudene deliberatie, zich met het Rapport conformeererde,de Heeren Gecommitteerden geauthorifeerd aan de respective Gecommitteerden , zoo van de Officieren der Compagnien als van het gewettigde Corps, copie te overhandigen van het gene dus ver by provifie in gemelde Commisfie is bepaald, ten einde daar van kennis te geven aan hunne Committenten, op dat, dezelve oirdeelende eenig bezwaar ofte confideratien te hebben , zulks doof hunne Gecommitteerden, binnen 14 dagen na bekomene copie, aan Heeren U Ed. Mogenden Gecommitteerden ter kennis en deliberatie werde gebragt^ & 2 Au**  f48 Verzameling van Stuiken letrekkelyk tot Edele Mogende Heeren, Borgemeesteren en Raad, oud en nieuw, Sampf Taalmannen en Gezworene MeenteJ De Burgemeester van Sysen, en verdere Heeren, door U Ed. Mogenden gecommitteerd by Refolütie van den 23ften September jongstleden, om te onderzoeken en te befoigneeren over net Request, ten dien dage aan D Ed..Mogenden geprffiftnteerd door de Hoofd-Officieren des Burgerlyken Regiments, tot dezen gefterkt door de Gecommitteerden der geheele Schuttery, waar by zich plichtmaatig voegden de Gecommitteerden en Hoofd-Officieren van het gewettigd Genootlchap van Wapenhandel alhier, om te formeeren een Flaa van zoodaane middelen, manier en orde van Defenfie, zoo voor de Stad, wachtdoende Burgers, als het Genootfchap, en het gene daartoe betrekkelyk zoude kunnen zyn. Hebben de eer U üd. Mogenden provifioneel te rapporteeren, dat zy tot dat einde hebben doen citeeren twee Perfoonen uit de Hoofd-Officieren van het Burgerlyke Regiment, twee Gecommitteerden uit de Compagnien, en twee uit het gewettigde Genootfchap, door ieder uit de hunnen te verkiezen. Dat, in de eerfte Commisfie op den loden October, de Gecommitteerden uit de Compagnien hebbende verzogt, dat zes daar toe gecommitteerd zvnde, die ook allen aldaar mogten compareeren, zv Heeren Gecommitteerden als toen geoirdeeld hebben daar in te moeten difficulteeren , doch op hunne nadere inftantie dezelve in de Befoignes op den 28ften November en volgende, geadmitteerd hebben. . , . , . , , , Dat zy Heeren Gecommitteerden geoirdeeld hebbende, tot een grondflag hunner Verhandelingen te hebben moeten weten, het getal der Manlchapren , welke daar toe konden worden gebruikt, hebben zy de Hoplieden verzogt, met hun medeOfficieren, dat getal te willen nagaan, zoo als vol- vaar-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 149 vaardig hebben gedaan, en vervolgens in de noq. dige Clasfen verdeeld. Dat zy Heeren Gecommitteerden vervolgens heb. bende gebefoigneerd, over het gebruik dier Manfchappen, zoo tot de dagelykfche Wachten, als in kas van brand en inwendige Oproeren; zyn dezelve genoegzaam eenpaarig eens geworden, navolgende Artikelen ter deliberatie en goedkeuring aan ö Ed. Mogenden voor te dragen. Art. t. Dat het Burgerlyke Regiment werde gecompofeerd uit twee Batailjons, het Noorder en Zuider, welke om den rang dienden te loten, gelyk ook de Compagnien over de order der Wachten. 2. Dat tot het Noorder zouden behooren alle Perfoonen en huizen van Steentil Poort af, tot A Poort toe, aan de Noordkant ftaande, ofwoonende; en het Zuiden, die aan de Zuidkant van het zelve ftaan, ofwoonen, verfchillende in getal van wachtdoende Perfoonen thans byna niets, met eene geringe infpring van het eene in het andere, f . Gemelde detachementen zullen alle ongeregeldheden, aldaar voorvallende, trachten te beletten, en niet toelaten, dat iemand, die zich na de brand heeft begeven, hen weder pa^feere,dan met permisfie van den Officier die aldaar commandeert. 7. In de buurt, ftraat, of omftreeks de plaats, waar by duister brand oncftaat, zal voor de ven fters van ieder huis een licht moeten brar den, tot tien huizen aan weerskanten, en tegen over den brand 8. De Officier der Hoofdwacht zal, geduurende den brand, altyd twee Konden gely1»' laten doen, door de geheele Stad, door zoo veele Mannen, als hy oirdeelt te kur.nen misfen. 9 De Hoofd-Officier, volgende op die, die het Piquet heeft, zal zich met den Adjudant, die de Exercitie laatst heeft gedaan, direct aan de Hoofdwacht begeven, en het Commando over beide Compagnien overnemen' 10 Gemelde Hoofd-Officier zal van tyd tot tyd aan den Heer Praïfideerenden kennis laten geven, hoe het met den brand ffaat, en van het gene daar by of ter dier occafie mogt voorvallen. 11. De brand zynde geblust, zal het piquet worden ingetrokken en by de Hoofdwacht bedankt,en zulks het zelve voor een wacht verllrekken, en dus de volgende Compagnie des avonds opmarcheeren. 12. Van de Manfchap der wachthebbende Compagnie zal, tot nader order van den Commandant, een detachement bly ven by het huis, waar in brand is geweest. 13. De Klokluiders van Martini Toren zullen, in cas van allarm of hrand,zich direcfaan de Hoofdwacht vervoegen, om de orders van der Officier, het zy om de klok aan te trekken als an «ers, te ontvangen, en zullen niet mogen weggaan,zonder Speciaals ordre van dewlven. 14.  l$6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot 14. Bovenfïaande Artikelen zullen, indien by dage brand ontftaat, worden geëxecuteerd, in zoo verre zy applicabel zyn. Ordre,in gevallen van inwendig allarm of oproer in de Stad. Art. 1. Zoo ras de Officier van de Hoofdwacht eenig buitengewoon rumoer, ongeregeldheden of balddaadigheden, by dag of nacht, verneemt, zal ■dezelve een detachement derwaards zenden, om de gevolgen te beletten, en het zelve des noods ver. fterken, zoo veel de wacht het kan lyden. 2. Indien het rumoer zoo groot word, dat men bevreest is voor een oploop of allarm, zal daarvan direct aan den Heer Prsefideerenden kennis laten geven en zyn Ed. ordres afwachten; latende immidmiddels de abfente Mannen van zyn geheele Compagnie aan de Wacht komen, en doende de Hopman van het piquet de Officieren in de Compagnie waarfchouwen zich gereed te houden. 3. Zal in dat geval fcherpe Patroonen aan de Mannen op de wacht zynde uitdeden, en het geweer met fcherp doen laaden. 4. Zal na bekomen ordre van den Heer Prasfideerenden, door de Tamboers aan de wacht zynde, allarm doen. flaan; door de klok van Martini toren, te doen kleppen, ftaande de wacht onder de wapens; gelyk ook alle de Hoplieden door hunne Tamboers allarm zullen moeten laaten flaan. 5. De Compagnie, het piquet hebbende, zal aanflonds de Hoofdwacht verfterken, en als dan, na dat fcherpe Patroonen heeft ontvangen, en het geweer daar mede gelaaden, zoo veele detachementen, daar noodig oirdeelt, zenden, als kan misfen. 6. De Musquettiers der overige Compagnien zullen zich direct vervoegen op de hier na te noemen loopplaatzen, en aldaar voorzien worden van fcherpe Patroonen, en hun geweer daar mede laaden. Tf  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. ij? 7. De helfte van het Noorder Batailjon, zal Vergaderen in het wyde van de Poele Straat. De andere helfte op de Osfemarkt. Het eerfte zal een Officier met een detachement zenden ter dekking en bewaaring van het Magazyn aan 't Diep,post houdende tusfchen!St. Jans Booge en de Gracht van *t zelve, belettende den toegang tot het Magazyn aan ieder, die daar toe niet is gercchtisd. De andere helfte zal een detachementzendenten Noorden die Gracht by de Kuipen, ten zeiven eil8.ebe helfte Musquettiers van het Zuider Batailion zal vereaderen op de Vismarkt, voor de Beurs. De andere helfte in het wyde van de Heeren- 5t Het eerfte zal een detachement als artikel 7. en ten zeiven einde zenden in de Harderinge Straat, ter dekking van het Magazyn. Het tweede in de Pelfterftraat, en zal de Compagnie N°. 5. van elk Batailjon zich voegen by dat gedeelte halve Batailjon, waar van een Compagnie de wacht, en een Compagnie het piquet, heeft. 9 De Grenadier-Compagnien zullen zich vervoeeen'by het huis alwaar hunne respective Regiments Vaandelen bewaard worden, en aldaar altyd (ten zy op expresfe ordre van Burgemeesteren en Raad) moeten bly ven een Officier met 24 Man. 10. Het gewettigde Genootfchap zal vergaderen op de groote Markt, tusfchen de Bottering- en Ebbing-Straat, en de Grenadier-Compagnie by het Vau.d fenteeren, om 'er een uit te verkiezen. 5. Of, by vacature van een Adel uit het tweede en derde Pelotton, 't zelve niet zoude worden toegeftaan als Art. 4. 6. Als mede,in gevalle by vacature vaneeBCor- L 2 po»  ifJ4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot poraal van gemelde tweede en derde Pelotton alf Axt. J. Waar over hebbende gedelibereerd, hebben aan dezelve geantwoord, buiten hunne Commisfie te zyn, om daar over met hen te befoigneeren, dan by het te doene rapport het zelve ter kennis en deliberatie van U Ed. Mogenden te zullen brengen , waar van zich by dezen acquiteeren. N°. 1605. Refolütie van den Breeden Raad in Gronin' gen , van den 20 February 1787, op de addresfen door 578 wachtdoende, en 3 addresfen door 57 vry van wacht zynde, Burgers geteekend, waar by de tyd, om hunne belangens over 't Plan van Defenfie in te brengen, word geprolongeerd. Door den Ed. HeerPrafideerenden Burgemeester Quintus ter Vergaderinge zynde voorgedragen, dat door den Hopman H Dyk, Jacob Bolt en Scheltens , zyn Ed. waren overhandigd agttien Requesten , te zamen geteekend door 578 wachtdoende Burgers en Ingezetenen dezer Stad, geaddresfeerd aan den zittenden Raad.—Dat de zittende Raad verftaan hadde, dat dezelve ter deliberatie van den Breeden Raad zouden worden gebracht, naardien dezelve behelsden een verzoek tot furcheance van een tyd by Breede Raads-Refolutie bepaald. -— Dat nog zyn Ed. daar en boven waren ter hand gefteld door de Ouderlingen Scheltens en van Trojen drie Requesten, door 57 Burgers en Icwooners dezer Stad, (vrye en geen wachtdoen. de Burgers en Inwooners zynde,) luidende de eerften in verbis;  ie Gtlturtinirfen in 1787 tnz. voorgevallen. ian welke fchikkingen de Remönftranten, in dezes iallergevaarlykfte en zorgelykfte tydsomftandigheittden, ter afwendinge van binnenlands en buitenlands •3geweld, in het geheel niet toereikende bevonden: |te meer, daarin den Artikelbrief des Burgerlyken |.Regiments geene folide regelen van defenfie geL 4 von-  ï58 Verzameling van Stukken betrekkelyk m, vonden wierden, daar men zich eenigszins op to»J de gerust ftellen; aangezien de Wachtordre zelf» geene diftindte mariere der hezettinge van Wachten en Poorten opleverde. Al het welke de Ondergeteekenden zeer heeft doen reikhalzen na een wel ingericht Plan van defenfie, zoo dat zy geen oogenblik durfden verzuimen, om uit het midden van den Breeden Raad Gecommitteerden te verzoeken, met welke de. Ondergeteekenden, of eenige uit hun, konden befoigneeren over het formeeren van eene ordre ter geregelde defenfie dezer Stad. Zoo hebben U Ed. Mogendens Gecommitteerden daar toe benoemd, de eere ü Ed. Mogenden te rapporteeren ï Dat zy, wel inziende het gewigt en de omflagtigheid van 't werk hun gedemandeerd, om daar in op eene geregelde wyze werkzaam te zyn, na twee of dne befoignes particulier daar over gehouden te hebben, daadelyk hunne Commisfie hebben begonnen met twee Officieren van het Burgerlyke Regiment, twee der Gecommitteerden uit de 18 Compagnien, (doch welke, na dat men een en andermaal^badde gebefoigneerd, op hun en hunner mede-gecommitteerden verzoek, enkel om zoo veel doenlyk genoegen te geven, tot zes zyn vermeerderd) en twee Gecommitteerden uit het Exercitie-Genootfchap. In deze befoignes, meest al eenmaal ter weeks gehouden, hebben U Ed. Mogendens Gecommitteerden , ra aanmerking nemende, dat het verzoek tot het beraamen van eene ordre van defenfie van de Burgery zelfs ware geproflueerd , vermeend fiuksgewyze de gedachten der Gecommitteerden uit de RemoniTranten in de eerfle plaatze te moeten vraagen, nopens datgene, dat zy vermeende» m dezen te moeten worden vastgefleld; het welke aan l*J Ed. Mogendens Gecommitteerden gecommuniceerd zynde, rypelyk overwogen, en vervolgens in omvrage gebragt zynde, na dat U Ed. Mogendens Gecommitteerden zich daar over geëxpliceerd  ie GeUurtenisfen in 17,87 voorgevallen. io% ieprd hadden, ook het advifeerend gevoelen der overige Gecommitteerden uit de Remönftranten telkens hoof i voor hoofd is gevraagd, en dus ieder Artikel bepaald, ■ Al het welke van dat gelukkig gevolg rs geweest, dat alle de poincten, alleenlyk twee uitgezonderd, tot volkomen genoegen van alle Gecommitteerden zyn beraamd; welke' eensgezindheid, uit overtuiginge, dat het gene alzoo in' commisfie wierde Ontworpen, dus en niet anders behoorde te worden vastgefteld, een gunftig vooruitzicht op een goeden uitflag van deze befoignes aan ü Ed. Mogendens Gecommitteerden moeste opleveren. Daar het nu zeker was, dat de verdediginge dezer Stad, ook volgens het yoorflel der Remönftranten in het Request, voornaamelyk uit twee ondericheidene oogpunten diende te worden befchouwd, te weten, met opzicht tot binnenlands oproer en tumult, en met relatie tot' een geweldigen aanval van buiten, hebben U Ed. Mogendens Gecommitteerden, ook dit onderfcheid in het oog gehouden , en hier om vermeend met de middelen van defenfie tegen binnenlands oproer te moeten beginnen; op dat deze, dewelke tot een grondflag van de defenfie tegens eenen vyandelyken aanval van buit ten moesten ftrekken, naar behooren vooraf zynde bepaald, men met vrugt op middelen van verdediging tegens geweld van buiten zoude kunnen bedacht zyn. Dan, naauwlyks zag men devigeerende Wachtordre met relatie tot het eerfte ftuk in, of het onvoldoende van dezelve, en de waarheid van de avances der Remonftrantèn in het Addres, (het welke eeniglyk aanleidinge tot deze Commisfie heeft gegeven,) viel een ieder daadelyk in 't oog; een ieder, zoo van U Ed. Mogendens Gecommitteerden, als van de Burgery , was daarom ook van gevoelen, dat, wilde men immer aan de intentie vaa U Ed. Mogenden, en aan het verlangen der Burgery,'voldoen, men in veele opzichten van de L| wacht»  Ï70 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot wachtordre moeste afwyken, en zulke alter3tien ontwerpen, dewelke de verdediging der Stad, (het voornaame oogmerk dezer Commisfie) allerzekerst vorderde. En hierom dachten U Ed. Mogendens Gecommitteerden de befiendige zekerheid dezer Stad, en het daar door bevestigd heil der goeda Burgery, alleszins te moeten bevorderen, en tevens in het oog te moeten houden, het gene zy oirdeelden tot het meeste genoegen der Burgery te zullen {trekken. Het voornaame ft.uk, het welk, zoo dra men zyn aandacht vestigde op het oogmerk dezer Commisfie, in aanmerkinge moeste komen, was de vrage, op welke wyze de Stad behoorde te worden gedefendeerd? of de Burgery in cas van oproer by af. zonderlyke Compagnien, dan wel met geheele Corpfen uit verfcheidene Compagnien te zamen getrokken, behoorde werkzaam te zyn? de verordeninge omtrent dit ftuk moeste toch de hoofdgrond zyn, waar in alle de byzondere inrichtingen, als in een middenpunt, moesten te zamen Jopen. Op dit ftuk waren zoo wel U Ed. Mogendens Gecommitteerden, als de andere Gecommitteerden, eenpaarig van gevoelen, dat de Burgery, in geval van oproer, niet by afzonderlyke afdeelingen of Compagnien, maar in een of meerder lighaamen, uit ondeifcheidene deelen te famen gefteld , en dus Batailjons wyze, behoorde te ageeren. De redenen, hen hier toe bewegende, waren veelvuldig. Het is toch ten vollen zeker, dat de vereeniginge der krachten van veelen werkelyk macht maakt; dan fcheen het hen buiten kyf, dat van een gewapend lighaam, uit veele Compagnien, onder één hoofd te zamen vereenigd, beftaande, oneindig meer kracht tegens eene muitende meenigte kan verwagt worden, dan van afzonderlyke Compagnien, ieder haar byzonder hoofd hebbende, immer kan worden gevorderd. Alles gefchied by de eerfte bedaarder, zonder eenige verwarringe: alles gefchied met oneindig meer»  ie Geheurtenisfen in iï§1 enz. voorgevallen, i^t meerder fpoed, dan by de laatfte; terwyl byzondere Compagnien door de vermenigvuldiging van den muitenden hoop lichter ^nnen worden af?efneden, waarvoor een geheel of half Batailjon zoo niet bloot ftaar. Ook fcfièen net hen toe, da , daar het oproer meest al op weinige naamelyk woed. van de afzonderlyke Compagnien, byaldien dezelve niet te famen wierden vereenigd, fommige het aan genoegzaame macht «m iets « ■ yenlvks uit te voeren zoude ontbreken; terwyl anderf^^^ zynde, volftrekt geene. gelegenheid zouden hebben, om ten meesten nutte werkzaam te zyn. De ïegels van eene goede Krygskunde brengen de nuttigheid van eene Batanjons defenfie mede, en de ondervinding van vroegere en latere tyden bTanSmenVtóch alleen zyn aandacht by de gefchiedenisfe dezer Stad bepaald, dan zal de gedagtenisfe van oproerige bewegingen in voptige tyden wel dra een ieder overtuigen, hoe reinig heil Vr „it het aeeeren by byzondere Compagnien, ra tegenoiSffi™ vaYn lene defenfie, Batailjon? wvze ingericht, te wachten is. , Ook konden U Ed. Mogendens Gecommitteerden niet anders verwachten, dan dat deze manier van Sgeeren met de gevoelens der Burgery het meest youde overeenkomen. Het was toch niet alleen de aangenaame eenftemmigheid der onderfcheidene Gecommitteerden ou dit ftuk, waar uit zy vermeenden dit met grond ?eP moeten'opmaaken; maar hier toe moesten zy uit de Batailjons exercitiën, door de Burgery fe. dert eenigen tyd zoo loffelyk uitgeoeffend, en weïke aüegde Gecommitteerden als allernoodzaakelykst befchouwden, ook befluiten. yDit moesten zy opmaaken uit den yver, waar mede men zich op die manoeuvres, dewelke enkel door een Batailjon of grooter Corps kunnen wo den nitgevoerd, en nimmer by eene Compagnie  17* PenamtUng van Stukken betrekkelyk tn men was. ook, op der Burgeren verzoekNS al heilhZ ee° Bataiii0? te Pas komen/voorzinzaakt Z^Ju'T g£ri°*e kosteD heeft verofc ?aakt. ja. men had zelfs (zoo weinig werk fcheen men te maaken van een Compagnies defenfieTf Burgery dezelve noodig keurde. veriangeD d« ^nSi8» paaId zyDde' dat men Batailjons wvze*oude ageeren, moeste daar na al het ander^ Sngerigt. Van hier de aanfiellinge van Hoofd Offi eieren, door de Schuttery zelvf voor een verkiezen; want de direöi> . yd te *. * tart, *, 4^0dS£^»-; mige  de Gebeurtenis/en in 1787 ent. voorgevallen. 173? tnige Hoplieden, en onkunde van anderen, daar zy toch allen meest in een tyd waren verkozen» waar in men zich op de Wapenhandel en Krygsverrichtingen in het geheel niet toelegde, Voor de Burgerye, welke zich aan de ordres van zulke Hoofden moeste onderwerpen, zeer gevaarlyk. Van hier de bepaaling van vier loopplaatzen, om in de voornaamfte plaatzen der Stad gedekt te zyn: terwyl het Genootfchap, ingevolge de welmeeninge van den Raad zelve, op de groote Markt post hield. Van hier de bepaalingen, opzichtelyk de Batailjons Exercitiën, de verwisfelinge der Officieren op de dagelykfche Wachten, en wat dies meer is. Dan, zouden deze ordres naar behooren in cas van nood worden uitgevoerd, vermeenden Gecommitteerden eene geduurige oeifeninge in den Wapen» handel noodig te zyn; waar toe de Compagnies Exercitiën, dewelke, wanneer men de Zon- en Feestdagen, de Wintermaanden , en tyden van onbekwaam wéér uitzocdert, flegts negen of tienmaal in een geheel jaar voor ieder kunnen beloopen, behoorden te worden ingericht. Eene beftendige ftaat van tegenweer fcheen hen de vermeerderioge der wachtdoende Manfchap te vorderen. De flordige manier van handelen met de Sleutels der Stads Poorten vereischte noodzaaklyk verbeteringe, en alle verdere bepaalingen, in het geconcipieerde defenfiephn voorkomende, fcheenen U Ed. Mogendens Gecommitteerden, wilden zy immer tot welzyn dezer Stad werkzaam zyn, zoo wel als eene gefchikte order in cas van brand, waar by vooral voor de confervatie der inwendige rust dient te worden gezorgd, alzoo 't zelve licht met oproer kan gepaard gaan, allernoodzaaklykst: terwyl zy van den anderen kant, om, zoo viel hen eenigszinsmooglvkfcheen, aan de gegronde klachten der wachtuoenae Burgers Over de grootere kosten, deweitoe by hen, in tegenoveriteliinge der wacht-  i?4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot wachtvryen, moeten worden gedragen, te gemoets te komen, hen Jangzaamerhand in de voordeden, die nu alleen door de Hoplieden genoten worden , wilden doen deden: waar toe de arrangementen opzichtelyk de Krygskasfe, en dergelyke verordeningen meer, waren ingericht. Dus was het plan van defenfie met eenpaarig ge. noegen, zoo van de Heeren ü Ed. Mogendens Gecommitteerden , als van de overige Gecommitteerden der onderfcheidene Corpfen beraamd, exempt het 5de en 13de Art., waar van het eerfte de aanftellinge van Hoofd-Officieren, welke de Gecommitteerden der Compagnien wenschten dat voor een korter tyd wierden aangefteld; en het laatfte het rouleeren der Officieren in het doen der wachten betrof; het welk door de Gecommitteerde* der Compagnien niet wierde goedgekeurd: alle andere poincten waren van de Gecommitteerden uit de Remönftranten, en niet één eenig, zoo verre ü Ed. Mogendens Gecommitteerden zich kunne* voorftellen, van hun geproflueerd. Dit werk dus zoo verre ten einde hebbende gebracht, wenschten U Ed. Mogenden Gecommitteerden niets liever, dan dat het zelve het genoegen der Burgery, tot welker heil zy waren werkzaam geweest, mogte wegdragen. Verre van daar, dat zy het ontworpen plan hunnen mede.Burgeren zouden hebben zoeken op te dringen, zoo kondo hun niets aangenaamer zyn, dan dat dit plan, voor dat het onder het cog van ü Ed- Mogenden wierde gebracht, of althans door U Ed. Mogenden gearresteerd, ter beoirdeelinge wierde gegeven aan die fenen, welker Gecommitteerden metUEd. Mogenen Gecommitteerden hier over hadden gebefoigneerd, en welke dit plan in cas van nood moesten ter uitvoer brengen, en hen gelegenheid gegeven om hunne bedenkingen en bezwaaren, dewelke zy hier tegen mogten hebben, te kunnen inbrengen. ü Ed. Mogenden Gecommitteerden zogten toch , in het ontwerpen van dit plan, geenszins hunne eigene -  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voor gevallen. tt$ 'gene eer in het uitvinden van nieuwigheden te be» jaagen: wars van dit voor waare Volksvrienden zoo vernederend denkbeeld, was in tegendeel het gevestigd welzyn der Burgery, en de zekerheid de* zer Stad, hun eenigst doel: ook waren zy geenszins zoo ingenomen met hunne en der andere Gecommitteerden idéés , dat zy waanea zouden een, ftuk te hebben ontworpen, het welk aan geene gegronde bedenkingen zoude onderhevig zyn. Neen, Ed. Mogende Heeren! zy bevroeden zeer wel hoe veele misflagen in dit, voor hun zoo vreemd en ongewoon, werk konden zyn rageflopen ;en hoe veele bedenkingen van gewicht hunne aan dacht konden zyn ontflipt. Deze misflagen aangewezen, deze gebreken verbeterd, te zien, moest U Ed. Mogenden Gecommitteerden, die als Burgers by het beveiligen de. zer Stad een gelyk belang met alle hunne mede. Burgers hadden, zekerlyk alleraangenaamst zyn; hierom is 't ook, dat U Ed. Mogenden Gecommitteerden het verzoek der Gecommitteerden uit de Burgery , ten einde aan de Officieren, wachtdoende Burgers en het Genootfchap, dit plan mogte worden gecommuniceerd , op dat zy hunne bedenkingen daar op mogten inbrengen, favorabel in den Breeden Raad hebben voorgedragen: en dit was van dit gewenscht gevolg, dat U Ed. Mogenden, altoos aan de rechtmaatige addresfen der Burgery gehoor gevende , een en andermaal aan de Burgeren tyd en gelegenheid hier toe verleenden. Dan, hoe grievend was niet het leedwe7en! hoe groot was niet de verbaazing van U Ed. Mogenden Gecommitteerden ! dat dit Concrpt-Plan van Defenfie, met de beste oogmerken ,met eenpaarig genoegen,(twee Artikelen alleen uitgezonderd; op. gefield, by de Burgery zoo ongunflig wierde opgenomen, zoo zelfs, dat dit plan als een middel wierde gearripieerd , om onder Groningens Burgery, die door bedaarde eensgezindheid de Ingezetenen van andere Provinciën ten voorbedde hadde  I jt Verzameling van Stukken betrekkelyk tot dé verftrekt, de zaaden van tweedracht te verfpreiderj, en tegen verfcheidene Leden van dea Breeden Raad een verregaand mistrouwen by vee» len te verwekken. U Ed- Mogenden Gecommitteerden zullen niet fpreken van de fchandélykd lasterfchriften ön naamlooze papieren, Waar in LT Ed. Mogenden Gecommitteerden, die altoos de rechten van eén vry Volk hadden zoeken te hand•haaven, en rondelyk met woorden én daaden hadden getoond, dat het welzyn hunner mede-Burgeren hun boven alles ter harte ging, als Aristocraaten, die het Volk, tér bevbrderinge van hunne eigene grootheid; zochten te onderdrukken, wierden afgemaaid, en hen heerschzuchtige gróndbe- finzels, hoedaanige zy op hunnen Ambts-ééd op et plechtigfle kunnen betuigen geenszins in hw£ een boezem te koesteren, te laste gelegd Neen* deze fchandfehriften gaan zy met eene ftilzwygende verachtingé voorby. Meer fmert hen het rhisnbegeri van de Bürgery klaarblykelyk te ontdekken óver de Voornaamfte poir.ften van het defenfie plan,doör Ü Ed.Mogenden Gecommitteerden eeniglyk, als de gefchiktfte middelen ter bereikingfe van het zuiverfte oogmerk* het Welk iemandjdie onder dé aardfche zegeningen geen grooter kent, dan in de liefde zyner medeBurgereh te déelen, konde beiielen, het heil dezer Stad én het duürzaamfte Welzyn der Eurgerw te bevorderen * beraamd en geprojecteerd. Alle welke poincten fommige in hunne ingediende Recjuesten zochten te doen voorkomen, als ee. riglyk aan de denkbeelden vah U Ed. Mogendea Gecommitteerden hubnen oirfprong verfchuldigd, tin den andére Gecommitteerden, als 't waare, opgedrongen, daar echter alle de Artikelen enkel van de andere Gecommitteerden zyn voortgekomen: terwyl U Ed. Mogenden Gecommitteerden zelfs 1 voor dat deze póinöen in de Commisfie zyn geproponeerd j nimmer met hen hier over hebben gefptoken» Ëa  de Gebeurtenis/en in 17S7 ««2. voor gevallen. 177 En dit zeggen U Ed. Mogendens Gecommitteerden geenszins met dat zich zelfs tegenfprekend inzigt, om daar door U. Ed. Mogenden teTdoen fchynen, als haddenzy Heeren Gecommitteerden, in het opmaaken van het Concept-Plan flegts weir nig de hand gehad. Neen, Ed. Mogende Heereni dan zouden zy geenszins voldaan hebben aan het vertrouwen, door U.Ed. Mogenden in eene zaake 'van dat gewigt, in hun gefteld. Neen, Ed Mogende Heeren! zy hebben met allen yver, met de1 zuiverfte trouwe, Vaierland- en Bürgerliefde, daar aan.mede gewerkt; zy zeggen dit alleen, om 'daar medr aan te toonen, dat, daar de Artikelen van het Concept - Plan niet dóór hun, noch .met hunne voorkennisfeen overleg, waren geproponeerd geworden, men dus met geen gro buis van den Heer PrsefiJeerendeu, en, den Raad verga terd zynde, op het Stadhuis, om ordres te ontvangen. XI V Zoo ras ordres van--Burgemeesteren en Raad zyn gegeven, zal een ieder,'uk hoofde van zynen gedaanen ééd, gehouden zyn dezelve daadelykuitte voeren. XV. Dat, in cas van allarm, by nacht of duifter, in ieder huis een licht za:l moeten branden voor diens venfter aan de ftraat, by twee Guldens breuke, ten profyte van de armen. Ordre in gevallen van Brand. Art. I. Zoo ras de Officier, die de Hoofdwacht Commandeert, kennis krygt, dat ergens, des avonds of 's nachts, brand is ontftaan , zal hy (zoo mooglyk) daar van diretl kennis geven aan den ToorenWachter, om brand te roepen. II. Zulks niet kunnende gefchieden, zal hy de klok door den Klokluider , of, die abfent zynde'; door de Ratelaars laten aantrekken, ten welken einde de fltiutels der klöktouwen van Martini Toren altyd aan de Hoofdwacht zullen wordea bewaard. lil. Zal aanitonds een Man zenden aan dén.Commandant van de volgende Compagnie, dewella- tea eerften in de wapenen zal komen, en de Hoofdwacht verfterken ; gelyk mede aanflonds aan de Wacht zullen komen alle de Manfchappen van de Compagnie, die de wacht heeft, welke allernet fcherpe Patroonen zullen worden voorzien, doch bet geweer daar niet mede laaden, dan op fpeeiaale order. IV. Zad, zoo ras daar toe genoegzaam Volk aan de wacht heeft, detachementen moeten zenden om de toegangen tot de plaats, waar brand is,zoo veel möoglyk, te bezetten, welke aldaar zullen blyyen , tot. dat nader order bekomen. V. Gemelde Officier zal, van tyd tot tyd, eea man vaa de. Wacht aan de Officieren der det,achernen ■ 'Mj ten  185 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ten zendes, om te vernemen hoe het met den brand ftaat. VI. Gemelde detachementen zullen alle ongeregeldheden, aldaar voorvallende, trachten, te beletten, en niet toelaten, dat iemand, die zich na den brand heeft begeven, hen weder pasfeere, dan met permisfie van den Officier, die aldaar commandeert. VII. In de buurt, ftraat, of omftreeks de plaats, waar by duister brand ontftaat, zal voor de vengfters van ieder huis een licht moeten branden, tot tien huizen aan weerskanten , en tegen over den brand. VIII. De Officier der Hoofdwacht zal, geduurende den brand, altyd twee ronden, te gelyk,laten doen door de geheele Stad, door zoo veele Mannen, als hy oirdeeld te kunnen misfen. IX. De Hoofd-Officier der Hoofdwacht zal het commando over beide Compagnien voeren. X. De gemelde commandeerende Officier zal van tyd tot tyd aan den Heere Prsefideerenden kennis laten geven, hoe het met den brand ftaat, en van het gene daar by, of ter dier occafie, mogt voorvallen. XI. De brand zynde geblust, zal het Piquet worden ingetrokken, en by de Hoofdwacht bedankt. XIL Van de Manfchap der wachthebbende Compagnie zal, tot nader ordre van den Commandant, een detachement blyven by het huis waar in brand geweest is. XIII. De Klokluiders van Martini-Toren zullen, in cas van allarm of brand, zich direct aan de Hoofdwacht vervoegen, om de ordres van den Officier, het zy om de klok aan te trekken, als anders, te ontvaugen, en zullen niet mogen weg gaan, zonder fpeciaale ordre van dezelve. XiV. Bovenftaande Artikelen zullen, indien by dage brand ontftaat, worden geëxecuteerd, in zoo verre applicabel zyn. Aldus gearresteerd by Burgemeesteren en Raad, oud  de Gebeurtenis/en in 1787 ««2. voorgevallen. 187 oud en nieuw , fampt Taalmannen en Gezworene Gemeente in Groningen. Vrydag den 11 May J787. H. van Sysen, vt. Ter Ordonnantie der Heeren voorfc» (was get.) C. H. Gockinga, Secret. N°. 1609. Breede Raads-Refolutie, van den i^Juny 1787 , waor by Gecommitteerden worden benoemd, cum plena, om de rust en vrede in de Stad te conferveeren, en tegen allen oproer en aanftalten daar toe te beveiligen. Ter Vergaderinge zynde gelezen de overgegevene Propofitie van den Raadsheer Hoving; luidende in verbis: Edele Mogende Heeren, Borgemeesteren en Raad, oud en nieuw, sampt Taalmannen en Gezworen Meente dezer Stad! Wanneer men naauwkeurig gadeflaat de omftandigheden der tyden, die wy thans beleven, hooren en uit authentique ftukken lezen, dat noch goede orde, noch goede trouwe, meer in aanmerking komen, maar dat een ieder zyn fysthéma maar doorzet, door die middelen, van welkers uitftag hy zien het meeste goeds belooft, zelfs zulke middelen ge. bruikt, die de rust, veiligheid, ja de vryheid van eene geheele Natie, in gevaar brengen; wanneer wy daar by zien, dat de Militie van den Staat veelaL daar toe als een fpeelbal wordt gebruikt, en derzelver gedaane ééden naar willekeur worden uitgelegt; wanneer wy daar by vernemen en zien, dat men in deze Stad aanftalten maakt, die in voorige dagen vreemd waren, waar toe men brengen moet 0 het  ÏBS Verzameling van Stukken belrekMyl tot '* het aanimatigen van het Militaire van Stads wape-? nen, zonder U Ed. Mogenden confent; het uitdeed ]en van fcherpe Patroonen, aan de zulken, welketS oudfte verklaard hebben zulks nooit gebeurd te zyn, cn wanneer wy daar by ons oog vestigen, op de van tyd tot tyd begonnene vrolykheden, het blaazen en het flaan op de trom vaa liedjes, die thans de ziel van derzelver Commandanten ontdekken, en meer dergelyke gebeurtenisfen; te meer als men in achting neemt den flordigen handel met de fletitels der Stads Poorten, waar over niefU Edele Mogenden , maar een ander, fchynt meester te zyn: dan, Edele Mogende Heeren! wordt het meer dan tyd, dat eene Regeering, aan wie de rust, vrede en veiligheid der Burgeren is toevertrouwd, en op welker uitoeffening zy een verkregen recht hebben, ter vervullinge wy alle morgen den byftand van den Heer der Heeren plechtig aan. roepen, dat eene Regeeringe (zeg ik) alle zoodaane maatregelen by der hand neme, die, onder den zegen van den God van Nederland, van den God van Order, in ftaat zyn om de aanflagen tegen 's volks vryheid te verydelen. Ten dien einde ismy in de eerfte plaats voorgekomen , Ed. Mogende Heeren! dat wy, om getrouw aan onzen ééd ea plicht te zyn, de handen moeten in één flaan, daar 'er toch niemand onzer is, of hy zal met afgryzen. denken aan alle die verdervelyke rustverftooringen , die 'er reeds gebeurd zyn, én by een akelig vooruitzicht nog zouden kunnen gebeuren. Deze omftandigheden ernftig overwegende, en daar by indenkende, dat buitengewoone omftandigheden wel eens vorderen, wil men de hoogfte wet, het welzyn des Volks, niet uit het oog verliezen, dat men van den gewoonen weg wat afwyke, en extraordinaire middelen gebruike, zoo vinde my verplicht U Edele Mogenden in de tweede plaatze voor te dragen: of het niet ten hoogden nooJig zoude zyn, dat 'eruit het midden dezerVergaderinge eenCom» rnjiiïe wierde benoemd, aan welke fpeciaal wierde  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 18$ de toevertrouwd de byzondere toe verzicht, om de rust eu vrede in déze Stad te conferveeren, en dezelve gequalificeerd, om, in gevalle van voor te vallene oproeren of aanftalten , daar toe terftond zoodaane maatregelen by der hand te. nemen, en prompt te doen expedieeren , als dezelve noodig; zal oirdeelen , en ten dien einde met .des kundigen overleg te kunnen maaken , en daar te Hellen al dat gene, wat tot verzekeringe der rust en veiligheid nuttig, zal worden bevonden. Verders neme de vryheid onder het oog van U Ed. Mogenden. te brengen, of niet al dat gene, dat de ruste en veiligheid dezer Stad betreft,, en de voorzorge daar voor, thans, alleen in handen van deze Comrh'sfie diende te worden gefteld, en de Heer Praefideerende Burgemeester, pro tempore, daarvan wierde geëxcufeerd: ook diende de convocatie dezer Commisfie niet af te hangen alleen van den oudften der Gecommitteerden ; maarjeder derzelve iets , dat tot ftooringe der ruste konde verftrekken, vernemende, terftond vryheid te hebben, zyne medeGecommitteerden te convoceeren. Dat deze Heeren Gecommitteerden ook de macht dienden te worden gegeven, om iemand tot hunnen Secretaris te adfumeeren en beéédigen, welke 'na zyne afgedaane werk, naar maate van dien, Stads wege, behoorde te worden gefalarifeerd. Dat deze Gecommitteerden ook de vryheid dienden te hebben, om, zoo dikwils en op wat tyden zy ' het noodig oirdeelen, den Breeden Raad tefaamen te roepen, al waarom alle Stads Bedienden dienden te •worden geinjungeerd, om alle ordres, die hen, zoo mondelyk als fchriftelyk^ door deze vergaderde Commisfie wierden gegeven, zoo ftipt te achtervolgen en uit te voeren, als waren ze door den geheelen Breeden Raad of deszelfs voorzitter aan hengegeven. Dat ook deze aangeftelde Gecommitteerden behoorden te worden geauthorifeerd, om den Heer Commandeur van het geheele Guarnifoen, de particuliere Commandanten van dit Guarnifoen , voor zich te  190 Verzameling van Stukken "betrekkelyk tot te doen komen, en van dezelve te requireeren rond.' borftige verklaaringe, opzichtelyk het begrip, dat zy hebben, van deD ééd van trouwe aan deze Stad gedaan, op dat de Regeeringe daar over in het vervolg met hun geen altercatie mogte hebben, tevens aan ben, als mede aan den Collonel van het JBurgelyke Regiment, en aan den Collonel Commandant van het Genootfchap van Wapenhandel alhier, kennis diende gegeven te worden, dat de ordres ter verdedigingeen bewaaringe der ruste, in deze Stad, eeniglyk uit deze Commisfie zouden proflueeren, doende van het antwoord van de Hoofden van het Guarnifoen, zoo ras rrooglykjin den Breeden Raad rapport,op dat U Ed. Mogenden verdere deliberatien daar naar kunnen worden ingericht. Dat ook deze Gecommitteerden, in cas de zaake geen uitftel konde lyden, die volle maate en macht diende te worden gegeven, om over alles wat tot bewaaringe der ruste en veiligheid noodig is, in cas van noodzaakelykheid, zoodaane dispofltien te kunnen doen, als de Breede Raad vergaderd zynde zoude kunnen doen , daar van aan dezelve kennis gevende zoo dra mooglyk. Nog word U Ed. Mogenden in bedenkinge gegeven, of niet,in cas 'eronverwacht oproer ontftond, elk Lid van den Breeden Raad, zelfs zonder citatie, al waare het by nachte,zich terftond op het Raadhuis diende te vervoegen. Hebben de Heeren Burgemeesteren en Raad oud en nieuw, fampt Taalmannen en Gezworene Gemeente, na gehoudene deliberatie, den Heer Raadsheer Hoving voor zyne atttentie bedankende, de voorfchrevene propofitien geagreëerd, en diensvol. gens,ten fine vermeld, verzocht en gecommitteerd, den Heer Bürgemeesrer van Berchüis, de Raadsheeren Fokkens en Lohman, den Taalman Buning, en de Gezworens Entrup en Wojcdring, benevens den Syndicus. Cell. Accord.  dt Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. tor fT°. 1610. Refolütie van den Breeden Raad der Stad Groningen, van den 30 Juny 1787 , waar by aan het Genootfchap van Wapenhandel, ten blyke van genoegen over het verrichte by de afvuuring. 100 Ducaalen werd geoffereerd. Op het geproponeerde ter Vergadering van de Heeren Burgemeesteren en Raad, oud en nieuw, fampt Taalmannen en Gezworene Gemeente, of de RegeeriDg niet, daar het Genootfchap voor dezeU ve op eergisteren hadde afgevuurd, en nog mmmer iets van de Stad genoten hadde, een blyk diende te geven van hun genoegen over derzelver verrichtingen. Hebben de Heeren Burgemeesteren en Raad,oud en Dieuw, fampt Taalmannen en Gezworene Gemeente, de Propofitie agreëerende, aan het Genootfchap alhier toegelegd een fomma van één honderd Ducaaten; welke penningen de Stads Rentmeester Sybinga word geauthorifeerd en gelast aan de Gecommitteerden van gezegde Genootfchap te extradeeren; en zal extract dezes aan de Gecommitteerden vermeld worden ter hand gefield.' N°» 1611. Refolütie der Heeren Gecommitteerden tot Stads defenfie, van den 4 July 1787, waar by de Stads Artillery-meester word gelast, het Kruid van 't Genootfchap in 't Stads Magazyn te bergen, ter direStie van het Genootfchap. Op het geproponeerde, dat om het Kruid van het gewettigd Genootfchap te bergen, 'er geene voor het zelve gefchikte plaatze was, heeft de Commisfie den Stads Artillerymeester A. Faixoner geauthorifeerd, het Kruid, door het zelve opgeflagen en in het Pakhuis van den Heer van OLSTgebragt, by provifie in het Stads Artillery-huis ter bewaaringe  t$2 Verzameling van Stukken betrekkelyk'tot ge te ontvangen . en daar van zoo veel, enzoo mèS nigma !, zulks door den Collonel van geteelde Ge* pootfchap mogte worden gerequireerd , te laten volgen; en za] hier van extract dezes aan den zei. ven worden ter hand gefield. Coll, Accord. (was get.') A. van Peer. Amamienfis. I N'. 1612. Refolütie der. Heeren Gecommitteerden tot Stads defenfie, van der. 11 Jnly 1787, waar by de Artillery.meester word geauth irifeerd HoGewee» ren en 20 Pieken aan het Genootjchap te leenen. Op het ver?oek van. de Heeren Hoofd-Officiers van het Exercitie-Genootfchap, by de Commisfie gedaan, wordt de Stads Artillery meester A Falconer geauthorifeerd tachtig geweeren en twintig lange pieken met polfen, by manier van leening, aan dezelve onder recepisfe te laten volgen. Coll. Accord, A. van Peer, Amanuenfis. N°. ir5i3. Declaratoir en PoinRen aan den Breeden Raad te Groningen, den 2 Augustus , door 426 Perfoonen, uit de wachtdoende Schutte's van de 18 Burger-Compagnien, ter overweging aangeboden, om het Butgerlyk Regiment in behoorlyke Jlaat te brengen, met des Raads dispofitie. Ter Vergadering zynde gelezen 18 Memoden Van dehzelven inhoud „ door ieder Vaandel, des  0 Gebeurttnufen w 1787 wz- voorgaf?;. 1?$ Burgerlyken Regiment, en famen door 4*6 PerfooS zynde Schutters, geteekend, luidende: Edele Mogende Heeren, BuröemeesTeren en Raad, oud en nieuw, sampt Taalmannen en Gezworen Gemeente' uitmaakende den breeden Raad der Stad Groningen. r\a nndprgeteekenden, wachtdoende Schutters fe? he^ Burlè fyk Regiment dezer Stad, vinden ïkh verpnX u Ed. Mogenden eerbiedig envry- keÏÏ bew\ oplevert dat 'er in ons Vaderland, S in een?ge Provinciën derzelve, de allergrnwefvkfte beginzelen zyn aangenomen, ja, met een Onverzettelyk voornemen, de Landverdervendfte od onze Vaderen het gebouw der Vryheid hebben Sveïfigd, Set alleen, by Regeeringsbeiluiten» f00? hunne eigen bezoldigden ontwapend, maar teerloog aan derzelver onbeteugeld geWeld, plandSg en moord, word overgegeven, zoo doet htl «rfievend befèf van dezen zoo onverdienden 5ïrhi waa?digen toeftand van ons Vaderland en med^Burger de Ondergeteekenden zoo hartgevoSisin8, ?«t, daar zy tot noch toe, boven veele Ener Vaderlandiche Broederen , voor hunne ïeSeid kunnen zorgen , en voor hunne Rechten In Vrvheden mogen fpreken, hunne duure phche het dan ook vordert, niets tot behoud van deze ge. heiligde panden te moeten verzuimen. Fn fchoon zv by dezen de levendigïtfe dank^tShbAn^or de welmeenendfte voorJoreen van U Ed. Mogenden, en derzelver Het* ïengGccommitceerden fer defenfie^de^erStad en de Proeven daar van door de verdubbeling der Burgerwacht een Piquet van het Genootfchap 5 eü Seerdere waakzaame voorzorgen, ieder óogenbbfe XX. Deee. N  194 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ondervinden , en daar in volkomen vertrouwen ftellen, blyft "er altoos iets over, op welkers eenvoudige beichouwing, ieder Ondergeteekende, hoe veel dapperheid en moed, Perfoon voor Perfoon, ook mag bezitten, voor het behoud van zyn veiligheid en leven, dat van zyn Vrouw, Kinderen en Stadgenooten, ten fterkften moet doen beeven; zyvermeenen het Burgerlyk Regiment in zyne byzondere Perfoonen, welke het zelve uitmaaken. UEd. Mogenden hebben met de Ondergeteekenden alleen het oog te vestigen, op den afgeleefden ouderdom, hooge jaaren, lighaams zwakheden, en onervaarenheid van veele Officieren, Onder-Officieren en mede-Schutters; en dit alleen, Ed. Mogende Heeren! zonder van eenig plan of regels van defenfie te fpreken, is genoeg, dat de Ondergeteekenden, hoe zeer zy ook aan hunnen ééd en plicht getrouw wenschten te bly ven, en hun leven gaarne ter behoud hunner duurfte Panden veil geven, ftellig verklaaren: dat het Burgerlyk Regiment, zoo als het thans geleid wordt, en famengtfteld is, onbekwaam is om eenigen wederftand te bieden, en in zulk geval ontegenzeglylc ter flagtbank word aangevoerd. Wie toch, Ed. Mogende Heeren! kan in Mannen, de meeste by de negotie of ambachten op. gevoed, en die, wen voor weinigen tyd de Wapenoeffening^nder de Burgery noodzaaklyk wierd, reeds afgeleefd waren, en zich om die redenen zelfs daar van te rechtverontfchuldigden, hoeveel perfooneele moed zy ook in hunne jonge jaaren mogten gehad hebben, die tegenwoordigheid van geest, by_ gebrek van ervaareuheid, verwachten, dat men zich met een gerust vertrouwen, op zulke Leidslieden, tegens eene gedisciplineerde Party zal laten aanvoeren. En gefield dat een of ander Compagnie van jongere en kundiger Officiers voorzien was, wat zal men met de van ouderdom kruipende, met onkundige, Onder-Officiers uitvoeren? En  tle Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. tp5 En zoo de Ondergeteekenden veele hunnerSpits. broeders befchouwen, zy vinden daar onder groote braafheid, doch ook groote ouderdom en zwakheid, ook veele ongeoeffenden, en wel om reden, dat men, uit hoofde van voordeel, veele Daglooners daar onder trekkende, dezen, hoe gewillig anders, wegens hunne bekrompene omftandigheden, geen tyd ter Wapenoeffening van lober dagloon konden misfen. r ' • Hier by komt, dat, offchoon de een of andere 'Compagnie op hunne Officiers, Onder-Officiers, en mede-Schutters volkomen konde vertrouwen» en op zich zeiven wel zoude kunnen ageeren, evenwel het gevaarlyk blyft, als de eene Compagnie, in geval van nood, de andere moet onderfteunen, een oud, afgeleefd, onervaaren Hopman of 'commandeerenden Officier, uit hoofde van jaaren 'en rang, het commando over beide of meer Compagnien zal en moet opvatten; wanorder, wantrouwen, en onwilligheid zullen de moedigfte en dapperfte Mannen de zaak doen opgeven. , . , En een welgefchikte Compagnie is zelfs aan dat geval blootgefleld, op de ordinaire Wachten en Piquetten, daar de noodwendige abfentie van een pf meer Officiers, door een anderen uit een andere Compagnie moet worden vervuld. . > ,.,, , Van deze algemeene gefteldheid van het Burgerlyk Regiment, van deze hunne vrymoeiige bedenkingen en gevoelens, In welke zy zich ieder. 00genblik, het gevaar grooter wordende, dies te zekerder bevestigen, hebben zy eed-,en plichtsha!iven, en uit hoofde van hun eigen zelfs.behoudenis, en de daarvan beklemde veiligheid van U Ed. Mogenden en de gantfche. Stad, in,.een..raooglyk aanflaand noodweer, zich gehouden gerekend, ter hunner ontlasting, ü Ed. Mogenden _ kennis ,te boeten gevenop dat U Ed. Mogenden daar door feelegenheid^kuhneh ontvangen, dat 'erdoor den nypenden nood,.zulke fchikkingen en kunnen wórden genomen,,die met de gefleluhei^ N 2 de*  ros Verzameling van Stukken betrekkelyk tet der omftandigheden, het behoud van de eer vaa' de byzondere Leden der Schuttery, en die van het geheele Burger Regiment, meest zouden kunnen ftrekken, en het heilzaam oogmerk ter veiligheid van de Stad ten fpoedigften te doen bereiken. Verklaarende de Ondergeteekenden by dezen,, dat zy, de gefteldheid van het Burgerlyk Regiment en Compagnien zoo blyvende, van zich zeiven 't niet kunnen verkrygen, zich aan een roekelooze defenfie als Schutter bloot te ftellen. U Ed. Mogendens doorzicht en beproefde kunde ter verbetering en herftelling, U Ed- Mogendens meermaalen ondervondene Vaderlands- en Volksliefde, eenige voorfchriften te geven, willen de Ondergeteekenden zich niet onderwinden. — Zy brengen alleen met behoorlyken eerbied de volgende vragen aan U Ed. Mogendens overweging ■• imo. of niet de Burger-Officiers, welke boven de 60 jaaren oud zyn, uit hoofde en in aanmerking van hunnen ouderdom, door U Ed. Mogenden of deszelfs Heeren Gecommitteerden, op de meest honorable manier of wyze, van den diensten functie van Officier zouden kunnen worden geëxcuieerd, voorbehoudens alle honneurs aan de post gehegt, en daar by een middel gevonden, om aan de Hoplieden, die in dat geval begrepen waren, een redelyk asquivalent, geduurende hunleeftyd , toe te legger. 2<*o. of niet de Officieren, welke beneden de 60 jaaren zyn, door ü Ed. Mogenden, of U Ed. Mogendens Heeren Gecommitteerden , ten ernftigften zouden kunnen worden voorgehouden:—• dat, daar perlöneele dapperheid in eenen Officier, zonder dat dezelve met kunde, ervaarenheid, voorzichtigheid en bedaardheid van geest gepaard gaat, van geen het minfte nut kan zvn, maar daar door zelfs zyne onderhebbende Mar fchap roekeloos aan 't grootfte gevaar kan blootftellen, zy allen, die thans den post van Burger-Officier bekleeden, in con-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. f97 confcientie als eerlyke Lieden, met verzaaking van ille eigenwaan en ydele glorie, zouden kunnen en durven verklaaren, dien zwaaren post op zich te kunnen en durven behouden, om in den reeds dreigendeu nood hunne Compagnien, en als het gevorderd word meerder Compagnien, of elk in dien post, waar in hy als Officier mogt gefteld worden, naar vereischte te kunnen geleiden, bellieren en commandeeren, en zoo veel menfchelyke kunde en voorzichtigheid zou kunnen, tegens eene oproerige meenigte, of zelfs een gedisciplineerde Party, te leiden, naar gelegenheid te doen attacqueeren, doen defendeeren, en in geval van overmacht, geregeld te doen retireeren, of zich binnen een te bepaalen tyd daar toe te bekwaamen, of doen bekwaamen. En daar ieder eerlyk Man juist in den aan hem pasfenden kring de Maatfchappy den meesten dienst kan doen, vertrouwen de Ondergeteekenden, van de braave en edelmoedige beginzelen en denkwyze hunner Officieren, dat die genen, welke zich tot die gewigtige post niet opgelegd vinder, van U Ed. Mogenden wel een honorabel ontfla^ van den dienst zullen willen ontvangen, of daar van geëxcufeerd zullen willen zyn, behoudens alle honneurs aan die posten gehegt, en behoudens een redelyk penfioen voor de Hoplieden, welke in dit geval kunnen begrepen zyn, geduurende hunnen leeftyd, en de Luitenants en Vaandrigs de voordeden, welke by die post behooren. 3Ü0. Of niet die Officieren, welke zich na gemelde ernftige afvraging en fommatie tot de continuatie in den dienst ah Officiers aanbieden, en die genen, welke voor de geëxcufeerden in plaats mogten werden gekozen,door een byzonderen,en naar tyds gelegenheid gepasten ééd dienden te Werden verbonden, en in geval van plichtsovertredinge aan de zwaarfte lyf- en levensftraffen onderworpen. 4.to. Of niet de opengevallene Officiersplaatzen , sonder eenig uitftel, door een nominatie of recomN 3 man-  1,98 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot mandatie van drie Perfoonen, door de Schutter. *an het Vaandel , 't zy wachtdoende zynde i niet, en, m gevalle 'er in het Vaandel geen be. Jwaamen of de vereischtens tot Officier hebbende Ln °HneDBm0fen w,00Ben ' 0Ver ae geheele Stad! < l Z Raad, ZOudeD kunDen w°rden begeven? lJSSJ? meLf D,euwsgeIcozene Officieren, door byzonderen ééd, zoo verplicht kunnen worden J. houden, dat dezelve proVifioneel, geduurende de tegenwoordige opfcborting der verander ngen * nfn^dfrern8"amb-ten' ofdeJ'berauen ter herzie. ni.Dg der Conftitutie, van den ééd op het Rede. ihent Reformatoir wierden geëxcufeerd? g afZr?^' Da dat dkalles in order was gebragt, met S n TeDn,ret' V°°r 200 vcrre betre\kely> ?"d^Dd" Officiers zoude kunnen worden ge. handeld, en daar by op het behoud hunner emoiu. •senten een gunftige aandacht genome™ vJy.erV°lgADS d00r U£d' Mogenden of derzel. ver Heeren Gecommitteerden, omtrent de ver «schtens in een Schutter, diens oudéïdom als a? der., en verders, op de vermeerdering deT wacht' doende, en eene meer algemeene vemhYh,;™ tot het wachtbezetten, 'op aSrge's^ nen met bepaal.ng van ouderdom0, al 2e meer algemeene verplichting tot defenfie, en V geen verder in deze dreigende tydfiippen tot be veiliging van de geheele Stad, en het fe?0 ,h v£ lnoed, en Vaderlyk gezag, zoodaane maatreYtlrn kunnen genomen worden, als U Ed. m!2 ™ t&^onden '< heilzaamst en nuttgt^ (was get.) Door 425 wachtdoende Sclmu ters dezer Siad. ,3fid3ar °Ver zynde gedeh'hereerd, hebb-n Hee. ren Burgemeesteren en Raad, oud en nieuw £ dalmannen en Gezworen Gemeente, vw& vea  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 109 •! ven Addresfen gemaakt commisforiaal, en ter nader ;] examen gefteld in handen van den Ed. Heer Burgermeester van Sysen, de Raadsheeren Siccama en dHoviNG, Taalman Buining, en Gezworens van iSwinderen en Meürs, met adfumtie van den Syn: dicus Tiddens, en faculteit om zoodaane Perfooïmen ten fine van informatie daar over te verftaan, , als dienftig en noodig zullen oirdeelen; op rapl port. N*. 1614. Refolütie der Heeren Gecommitteerden tot ■ ' Stads defenfie, van den 12 September 1787, waar by de Artillery-meester word geauthorifeerd, aan 't Genootfchap te extradeeren verfcheidene Ammu. nitie enz. Op het geproponeerde is goedgevonden , den Stads Artillery-meester A. Falconer te authorifeeren , om aan den Heer Major Trip onder Recipis uit te langen de navolgende Ammunitie, als 35 Geweeren, 8oCardoefen, 40 Kogelbusfen, 20 Druiven en 12 Kogels, alles tot de drie Ponders; 2250 fcherpe Patroonen, 6 bos Lont, 4 Lontftokken en 2 Draagmandjes. Coll. Accord. (was g«t.) A. van Peer, Amanuenfis. N°. 1615. Refolütie der Heeren Gecommitteerden tot ' Stads defenfie, van dtn 22 September 1787, waar by de Artillery-meester word gelast, aan 't Genootfchap alle gerequireerd wordende Ammunitie uit te langen. De Stads Artillery-meester A. Falconer wordt gelast, zich by de eerfte oproerige bewegingen in N 4. het  $00 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot het Magazyn te begeven, en de benoodigde Ammunitie, door den Commandant van het ExercitieGenootfchap wordende gerequireerd , aan denzelven uit te langen. Coll. Accord. (was get.). A. van Peer, Amanuenfis. I N°. 1616 RefJutie der Heeren Gecommitteerden tot Stads defenfie van den 7-y September 1787, waar by van de Officieren der Burgery en van het Genootfchap wordt gerequireerd, hun conform Re. , folutie van den 1 \ Juny 1787, omtrent het ontvangen en pareeren der orders, te gedragen, Aan de Commisfie kennis zynde gegeven, dat door fommige Officieren van het Burgerlyke Regiment en van het Exercitie-Genootfchap dezer Stad zwaarigheid wierde gemaakt, hoe zich te zullen gedragen, in gevalle ftrydige orders aan hen mog. ten worden gegeven , is goedgevonden, van, dezel. ven terequireeren , zich ftiptelyk te reguieeren naaide Breede Raads Refolütie van den 14 Juny 1787 aan de respective Collonels gecommuniceerd. Coll. Accord. (was get.y A. van Peer., Amanuenfis. ■N0. 1617. Declaratoir van het Genootfchap te Gro.' ningen, onder de zinfpreuk: voor onze duurfte Panden , den 27 September 1787 , aan Burge* meesteren en Raad gedaan. Het was niet dan op de fterkfte aanmaaning der Hooge Regeering, onderfteund door de aandoen- lyfc  r ie Gebeurtenisfin & 1787 enz. voorgevallen. iOt lykfte aanfpraaken van den Heer Prasfideerenden, dat de geheele Burgery, zoo wel die niec gewoonlyk als gewoonlyk wacht doen, zich in het wapenen bekwaam heeft gemaakt. Het was uit dezen grond alleen, dat het Genootfchap, onder de zinfpreuk voor onze duurfte Panden, wierd geboren,en door eene reeks Refoïutien,zoo van den zittenden als breeden Raad, is gewettigd: ten blyke waar van onder anderen (trekt, dat hun een allarm-plaats, wacht, bewaarplaats voor 't gefchut, zyn toegewezen, blyken van goedkeuring getoond , en ongevraagde onderfteuningen , tot goedmaaking hunner zwaare kosten, zyp verleend; die gebeurtenisfen,die zinfpreuk, diedaadèn,moeten op het onwederfprekelykfte aan elk bewyzen, wat het doel, zoo der Regeering als der Burgeren, in dezen is geweest; en zy houden zich verzekerd, dat 'er geen ftap van hun gefchied is, die eenige andere oogmerken te kennen geven, dan die van hunne Overheden, mede-Burgeren en Ingezetenen, by derzelver leven en bezittingen, tegen allen aanval , te helpen bewaaren en beveiligen. Intusfchen worden de Ondergeteekenden , tot hun grievendfle fmarte, ontwaar, dat 'er by fommïgen wantrouwende vermoedens tegens dit Genootfchap worden gevoed. Bezield nu met het denkbeeld, dat het hun eerfte plicht, als Officieren en Onder officieren, en Schutters, is deze door rondborftige verklaaringe oogenblikkelyk weg te nemen; zoo is het, dat zy op het plechtigfte betuigen, zich tot niets anders, dan tot het verdedigen van het leven en de veiligheid der Regeering, der Burgeren en Ingezetenen, te zullen laten gebruiken , en dus hunne duurfte Panden te befchermen , zich ten dien einde ten fterkften aanbiedende, om, als des geëischt worden, by particulieren éêde aan de Hooge Regeering zich te verbinden, die duurfte Panden, het zy tot verfterking hunner waardige mede-Ingezetenen de gewoone wacht doende Burgers en Militairen, N 5 ket  502 Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot het zy afzonderlyk, in de eerfte plaats te zullen befchermen; terwyl zy zich volkomen verzekerd houden, dat niets aan de Hooge Regeering aangenaamer kan wezen, dan deze hunne gelofte en verklaaring. Daar het dus in hunne oogen overvloedig blykt, dat door die eendrachtige en hun verlangde werking, ten minften dit deel van ons lieve Vaderland, kan, en, onder den zegen des Almachtigen, voor oproer en diens beklaaglyke gevolgen zal worden beveiligd. Eerbiedig verzoekende, en teffens vertrouwende, dat U„ Ed. Mogenden deze onze oprechte gevoelens, plechtige belofte en verbindtenis, ter kennis van U Ed. Mogende Heeren Leden van den Breeden Raad zullen gelieven te brengen, waar mede wy ons vleien, dat door eene heilzaame overeenftemming van de geheele Regeering en Burgery, het doelwit, de veiligheid van allen, zal kunnen worden bevorderd. Den 28 September 1787 is dit Declaratoir by de Heeren Burgemeesteren en Raad voor notificatie aangenomen. N9. I6T8; Refolütie van Burgemeesteren en Raad in Groningen, van d<.n 28 September 1787, waar by ce Commisfie van Stads defenfie wordt vernietigd. De Heer PrtEÜdeerende Burgemeester van Iddekinge heeft ter Vergadering laten lezen navolgende Propofitie; luidende in verbis: Of niet de zittende Raad wederom moeste vindiceeren dat recht, het welke baar incontestabel, volgens de vastgeftelde Conftitutie, competeerde, zynde de zorg voor de ruste en veiligheid van deze Stad, en de macht, om daar omtrent alleen ordres te beraamen en te doen uitvoeren, het gene haar onlangs op een onwettige wyze by verhaasting is  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 203 ïs ontnomen , en inconftitutioneel opgedragen er. gedemandeerd aan een Commisfie va3 prys van inkoop, betaald". Waar over gedelibereerd, hebben de Heeren Burgemeesteren en Raad, voorfchreven Heer Burgemeester Qointüs voor zyne attentie bedankende, zich met Hoogstdeszelfs idéés geconformeerd, en het voorfchrevene geproponeerde gerefol veerd, zul« lende Extraét dezes aan den Heer Stads Artillerymeester worden ter hand gefteld. Coll. Accord. (was get.) W. Cranssen, Secret. Np. 1622. Lyst van Kanon en Ammunitie, door de Hee' ren Gecommitteerden van Burgemeesteren en Raad den 9 Oclober 1787, un overftaan van deOfficiert van 't vernietigd Genootfchap, in derzelver Arfe* naai bevonden. a Korte metaalen Kanons, 3 ponds. 2 van Mevr. van Biercm ƒ949- 4 2 dito ...... , ! ƒ1905-18- t 4 Affuten 2 .... . ƒ496- 6 a Voorwagens 2 . . . . ƒ422- 9 4 6 —ƒ918.15-: 2 Schroef-Stelhouten - 2 Blokken met Stelhouten .... ■ 2 Leere Koel-Emmers f 17-12. s 4 Koperen Zunderbusfen4 gl.,de Rie men 1 gl 16 ft, . » . • . • . ƒ 2?» 4*'* li  de Gebeurtenisjen in 1787 enz. voorgevatlen. 200 11 Wisfers met Aanzetters, waaronder 3 defect zynde tot de 3 ponders, dus voor 8 a z4 ftuiv. ...,.ƒ 9-12-.' 6 Dirigeer-Speeken, a 24 ft. . . . ƒ 7 4 - : 6 Draagboomen, a 30 ft ƒ9 : : 4 Paar Trekftrengen, met Knuppels . 1 ■ 4 Zunderftokken, a6ft ƒ i- 4 : 10 Lontftokken, waar van 4 aan de Stad behooren, düsóaöft ƒ 1 16 : 8 Ruige Patroontasfen, a 4 gl. . . ƒ 32.. :-: 4 Koperen Bakjes tot gezwind -Pypjes a 3 gl ƒ 12- :•! I Kanon-Schrobber 1 Roltouw tot Trekftrengen . . . 1 Ammunitie tot de 3 Ponders. Ï13 Zunders, a 3 gl. het 100 ... ƒ 3- 7-4 100 Gezwind-Pvpjes, è 3 gl-het 100 ƒ 3. 69 Cardoezen, 1 ponders. 49 Cardoezen, 1 ponders. 118 100 behooren aan de Stad. rest 18 Cardoezen, 1 ponders . . • - ; 38 Cardoezen, 3^ ponders .... • 14 Kogels behooren aan de Stad . ■ 67 Druiven aan de Stad, en man. queeren 3 , zynde de recepis- fe 70 - 85 blikken Busfen. 80 behooren aan de Stad. Rest 5 blikken Busfen * 2 bosfen Lont; NB. hier moet meer zyn van de Stad. 3CX. Deel. O  Eio Verzameling van Stukken betrekkelyk toï 4 Tzeren Kanonnen, x ponders. .4 Yzeren Kanonnen ƒ168-:.: 4 Affuten, ingekocht 26 gl. ieder ƒ.104-:- het repareeren . . • ƒ 9 -11 verwen, enz ƒ 28-17 ƒ 142.8 : 4 Stelhouten —— 4 Wisfers met Aanzetters, a 1 gl. . . ƒ 4-:-: 4 Lepels met Aftrekkers • 4 Lontftokken; NB. 2 op den Inventaris 1 4 Trekftrengen met Knuppels . . . - Ammunitie tot de 1 Ponders. 30 Gevulde faaien Cardoezen met Kogels van 1 en één vierde pond . . — - 27 Zonder Kogels . . . : . . 23 Blikken Doozen, 1 ponders . . S 9 Druiven ■ 2 Kleine Pulverhoorens .... ü j Eenige verdere Goederen, behoorende tot het Genootfchap. 4 Gewaste Patroontasfen met Riemen k 4 gl. 10 ft ƒ18- :-: 4 Timmermans Schootsvellen, a 4 gl. ƒ ró- :-: 6 Handbylen 2 behooren aan de Stad. rest 4 Handbylen, a 3 gl. . . . ƒ 12-:-: 1 Langwerpige ronde Mand. I Boek Patroon-Papier . . . . ƒ -5 : Verfcheiden differente houten Kisten tot bergen van fcherpe Patroonen en Handgranaaten ƒ 15-8-:  is Gsbeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, air Ammunitie voor de Grenadiers en Musquettiers. 2018 Scherpe Patroonen, i,*8 ponds in 6 kistjes* Eenige defecte Patroonen in 2 kistjes. 350 dito, in een blikken trom. 132 dito, in een mandje. 400 dito, in een vaatje. 2000 Patroonen, buiten de defecten. Schoon deze Patroonen niet toereikende zyn offi aan de Stad de volgens recepisfe ontvangene Pa« troonen te restitueeren, waar van veele capot gekomen zyn, door het aftrekken van de geweeren in Appingadam enz., zoo behooren 'er veele van dezen aan 't Genootfchap, die wel verplicht waren zelfs fcherpe Patroonen te laten maakeq, wyl zy ze van de Stad voor veele hunner geweeren, die kleinder van caliber waren, niet konden erlangen. 99 Gevulde Handgranaaten, i| ponds ■.. : 4 Lepels met Aftrekkers . • . . ƒ3.12-: 4 Lontftokken ....-..ƒ -12-: 4 Trekftrengen ƒ 2- =•: 30 Gevulde faaie Cardoezen met 1 ponds Kogel ƒ 3* : -: 27 dito, zonder Kogel . . . : ƒ 2. :-8 23 Blikken Busfen, 1 ponds . - .ƒ4.12-: 9 Druiven, 1 ponds ƒ i-iö--* 2 Pulverhoorens ƒ.8.: 99 Gevulde Handgranaaten, l| ponds. ƒ 6-16-: ju dito, 1? ponds [ ƒ 6.12-: 2ö dito, ongevulde ƒ I- 6-: Nagebracht. Een Timmermans Schootsvel . . J ƒ4- :-: Een Handbyl ƒ 3- .-: Een leeren gewaschte Patroontas en Riem ƒ 4 • io-: 525 Ponden Kruid in het Stads Magazyn 10 ponden, zie hier voorens dus 535 ponden a 33 gl-de 100 ponden . . 'fiTS-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 213 N". 1623. Refolütie van Burgemeesteren en Raad in Groningen van den i\April 1788, waar by goed. gevonden, deJcherpe Patroonen, volgens Refolütie van den 23 September 1786 aan de Burgery geextradeerd, weder op te doen haaien, en in 't.Suds Magazyn te dom overbrengen. Door den Ed. Heer Prajfideerenden Burgemeester van IddekingEj zynde gedaan navolgende Propofitie: dat thans, de tyden en omftandigheden veranderd zynde, de bewaaring van fcherpe Patroonen in 18 particuliere huizen, waar in differente gebeurtenisfen van brand als anders konnen plaats hebben, zoowel als de Hoofdwacht, alwaar fterk word geftookt, niet altyd even veilig en zonder gevaar, aan U Ed. Mogenden in ferieufe bedenlcinge word gegeven,om de 18 blikken busfen,met de daar in geweest zynde en nog zynde fcherpe Patroonen, bedragende 1800, van de 18 Vaandels op te vragen, en benevens de kiste in de Burger Hoofdwacht, met de daar in zynde fcherpe Patroonen, ten getalle van 1800, wederom na het Stads Magazyn te doen overbrengen, en aldaar, naar inhoud van de Refolütie van den 3oSeptember 1785 te bewaaren, in welken gevalle de Stads Artillery-meester zoude behooren te worden geauthorifeerd, om de fcherpe Patroonen wederom in het Magazyn te doen overbrengen; hebben de Heeren Burgemeesteren en Raad, na gehouden deliberatie, de Propofitie aggreëerende, den Heer Burgemeester Lohman en zyn Eds. Heeren Adfesforen verzogt en gequalificeerd, de gementioneerde fcherpe Patroonen door den Stads Artillery-meester in het Stads Magazyn te doen overbrengen, voorts denzelven Heer Artillery-meester geauthorifeerd, de te ontvangene,en ten Artillery-huize liggende, fcherpe Patroonen , als wegens de langheid der tyd bedervende, te brengen op het getal, naar inhoud van de Refolütie van den 30 Sentemb. 1785, van 300 pond Kruid en 500 pond Lood, en het O 3 Kruid  814 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Kruid van de andere in vaatjes te laten kuipen, en ter vermydinge van ongelukken, hei zelve in bewaaringe te doen in 't Provirciaale Magazyn; en zal Extract dezes aan den Artillery meester Falconer, en aan den Collonel van 't Burgerlyk Regiment, voor zoo ver hun aangaat, worden ter hand gefteld. Coll. Accord, W°. ió"si Refo'utie van de Stads Rekenkamer, van den 7 ffuny 178 , om de 4 Vaandels van 't Burgerlyk, /<•-. imeni enz. van 't zelve op te vorderen, en in 't ütaas Magazyn ie doen bewaaren. Ter Vergaderinge zynde gelezen eene Raads Refolütie van den 23 May 1788, waar by de Heeren Gecommitteerden tot dezer Stads Rekenkamer worden geauthorifeerd, om zoodaane vier Vaandels, twaalf Bylen met de Schootsvellen voor de Byl. lieden, en de uitrusting voor den Tamboer-Major, als volgens Raads Refolütie van den 27 Juny 1785, den 4 July daar aan volgende in eene Breede Raads Refolütie geconverteerd, aan de Burgery zyn geextradeerd, zoo echter, dat dezelve alle Stads Wapenen zouden bly ven, wederom te doen op. vragen, en onder Hun Eds, opzicht te laten bewaaren. Waar over zynde gedelibereerd, hebben de Heeren Gecommitteerden tot dezer Stads Rekenkamer verzogt en gecommitteerd, de Heeren Raadsheer Uchtman, Secretaris Gockinga en Taalman Wieringa, om bovengemelde Wapenen , en 't geen 'et verder toebehoort, weder op te vragen, en in het Stads Magazyn onder bcwaaring van den Stads Artillery-meester Falconer te doen bezorgen. QolU Accord.  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, atj N°. 1625. Refolütie van Burgemeesteren en Raad in Groningen, van den T2 Juny 1788, om de equipagie van den Tamboer-Majoor van het gewezene Exercitie-Genootfchap weder uit te langen. Door den Ed. Heer Burgemeester Lohman en zyn Eds. Heeren Adfesforen ter Vergadering zynde voorgedragen, dat Hun E. E. by gelegenheid van het vifiteeren van het Stads Magazyn, aldaar onder anderen hadden gevonden de equipagie, zoo bevoorens de Tamboer-Majoor van het gewezene Exercitie-Genootfchap alhier hadde gedragen, en vvan geen dienst was, of overzulks aan het verzoek om het zelve uit te langen niet zoude kunnen worden voldaan, mids niet wederom te gebruiken. Waar over zynde gedelibereerd, hebben Heeren Burgemeesteren en Raad den Stads Artillerymeester geauthorifeerd, de gemelde equipagie aan den Koopman Oortsema te laten volgen, onder expresfe belasting van te zorgen, dat dezelve nimmer werde gebruikt. Coll. Accord. N°. 1626. Wacht-ordening des Burgerlyken Regiments binnen Groningen, den 26 January 1780,^ Burgemeesteren en Raad op nieuws gearresteerd. De Heeren Burgemeesteren ende Raad in Groningen hebben, na gehoord rapport van den Heer (in der tyd) Prafideerenden Burgemeester B. van Iddekinge en zyn Edelheids Heeren Adfesforen, (by Refolütie van den 25 October 1787 verzocht en gecommitteerd om de wacht-ordeninge voor het Burgerlyk Regiment dezer Stad te revideeren) die daar over hadden ingenomen de confideratien en adv's van eenige Hoplieden des Burgerlyken Regiments, goedgevonden en noodig geacht de'voorigë wacht» O 4. or-  216 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot o'deninge, dooi Verandering van tyden en omflan. digheden niet voldoende bevonden , te veranderen en te amplietrer, en toi bewaaring van deze Stad en derzelver vrst gefielde Regeerings-Conftitutie te. gen allen inbreuk en ondernemingen, zoo wel als tot onderhouding der goede orde en betere wacht, te oidonneeren en flatueeren,gelyk ordonneeren en ftatueeren by dezeD: Wacht ordeninge voor het Burgerlyk Regiment in Groningen. Art. I. Dat alle Officieren des Burgerlyken Regiments , als Collorei, Hopmannen, Luitenants, Vaandrigs en alle mindere Officiers, midsgaders alle Burgers en Ingezetenen dezer Stad, de Heeren Burgemeesteren ende Raad, die nu zyn en inkomftig mogen worden . volgens hunne gedaane ééden er fchuldigen plicht zullen gehoorza-men, gehouw en getrouw zyn; de vastgefle'de Regeerings Conflitutie met het Erfstadhouder-, Kapitein- en Admiiaalfch ;p Generaal, erfiyk in het Doorluchtig Huis van OraDge en Nasfauw, zoodaanig als het zelve in de jaaren 17-j.fi en 1749 in deze Provincie is opgedragen, en door den tegenwoordiaen Heere Prinfe Erf-Sradhouder in den jaare 1706 aanvaard, getrouwlyk aankleven; en deze Stad Groningen en haare Vryheid, ten diersre van Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Genei aal der Vereenigde JVederlandfche Provii.cien, en tot verdediging van de waare Gereformeerde Christehke Religie, de heerfcherde Godsdienst van deze Stad en Landen , te. gèns alle uitheemfche Vyanden en inlandfcheberoerten zullen helpen befchermen ende verdedigen, of dat anders a's verraaders van Stad en Vaderlandzulltn worden geftraft. II, Dat bet Burgerlyk Regiment zal bly ven befhan uit 18 C mp.:gnien , ieder Compagnie uit drie Hoofdofficiers, Hopman, Luitenant en Vaandrig, 2 Serfaeanten, 2 Corporaals, benevens 18 Adelbor- ilcn  de Oebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 217 ilen met 2 Tamboers, die den Hoofdwacht zullen moeten houden, met nog 21 Adels by de Poorten, in in zeven Cjrporaalfchappen verdeeld, die de poortwachten zullen moeten waarnemen: behoudende de Heeren Burgemeesteren en Raad aan zich om naar vereisch van tyden en omflandigheden het getal der Compagnien en der Manfchappen te vermeerderen en te verminderen. III. Dat nimmer eenig ander gewapend BurgerCorps, onder Wat benaminge het zoude mogen zyn» het zy van Genootfchap of gewapende Burgerye, binnen deze Stad zal mogen worden opgericht buiten het Burgerlyk Regiment, op flraf, dat de verzoekers, en veel meer de inftellers of deelgenooten , van of tot zoodaanig ander gewapend Corps, als verfloorders der publieke rust zullen worden aangemerkt, en als zoodaanigen, naar exigentie van zaaken, geflraft. IV. Een der agttien Hopmannen zal, geduurende één maand, Collonel van het Burgerlyk Regiment zyn, naar de nummers aflopende; en op het einde der maand zal een vergaderinge der Hopmannen gehouden worden, met permislie van den Heer Praefideerenden Burgemeester, om een nieuwen Collonel, in plaats van den afgaanden, te verkiezen. V. De Raa f des Burgerlyken Regiments zal be» Haan uit den Collonel, respective Hopmannen , Luitenants en Vaandrigs, dewelke, op convocatie van den Heer Praefideerenden Burgemeester, of van den voorzitten '.en Collonel, na dat alvoorens permislie van den Heer Prasfideerenden Burgemeester heeft verzocht en bekomen, en de redenen gemeld, zullen moeten compareeren, ieder by 10 fïuiversbreuke; behoudende Burgemeesteren en Raad aan zich om,wanneer zulks noodig mogte oirdeelen,iemand te committeeren, om naamens Hun Ed. Mogenden de Vergaderinge by te woonen, en van het aldaar voorgevallene rapport te doen. VI. Dat voorts in 't byzonder alle Officieren van het Burgerlyk Regiment, als Hopmannen, Luite* O 5 nants  Si8' Verzameling van Stukken betrekkelyk tot riants en Vaandrigs, Sergeanten, Corporaals, als mede Adelborften, welke de Hoofdwacht betrekken , voortaan zullen zyn van de waare Gereformeerde Religie, en, voor het aanvaarden van hunne ambten, aan Burgemeesteren ende Raad zullen moe. ten prsesteeren, volgens Refoïutien en Ordonnantiën van den 18 Maart 1663, den ééd van getrouwheid, als mede den ééd van zuivering , van niet meerder gegeven te hebben, als daar op publieke, lyk gefteld en toegelaten is. VII. De keur van Hopmannen, Luitenants en Vaandrigs, zal ftaan en gedaan worden by de Heeren Burgemeesteren en Raad in Groningen: zullende de mindere Officieren, als Sergeanten, Corpo. raals en Adelborften, worden gekorcn by de drie Hoofd Officieren, en niemand tot Sergeant, Cor« poraal of Adelborst, eligibel zyn, dan-die werkelyk in het Vaandel woonen. VIII. De keur van de Corporaals en Adels, welke by de respective Poorten'wacht houden, zal alleen door den Hopman gedaan worden; doch niemand eligibel zyn, dan die genen, die werkelyk in het Vaandel woonen, in gevolge Refolütie in dato den 15 November 1673, art. 7. IX. Alle zullen kiesbaar zyn, die by huis en gezond zyn, en perfoonlyk de wacht moeten doen, daar op zy van Hopman, Luitenant en Vaandrig, gefteld zyn. Exempt t™>. De zittende en afgaande Raad, Syndicus, Renrmeester, Secretarisfen, Klerken, des Raads Deurwaarders en Dienaars, de Stads Advokaat, Geweldige, Schouten en derzelver Dienaaren, midsgaders de Stads Poortier, Boomfluiters, Scherprechter en deszelfs Dienaars. ddo. Profesforen van de ProviDciaale Academie, Stads Predikanten en Latynfche Schoolmeesteren : die zoo wel van perfooneele wachten als wachtgelden zullen vry zyn. 3»0. Die genen, welke eenige hooge publieke ambten bedienen ofte bediend hebben , die door krank-  ie Gebeurtenisfen ftt 1787 enz. voorgevallen. 219 krankheid onbekwaam zyn ; weduwen en mtaderjaa5ee weezen: die intochtsw-,ze alhier woonen, en S van ouds ofte om andere fi.guliere reden, van oen alen pêrfooneelen wacht geëxcuseerd zyn. X Een iegelyk Burger of Ingezeten, hyzy Adef of geen Adel, zal zyn Vaandel ter beftemder tvd met zyn zydgeweer en wapenen, "aar hy 00 gefteld w, en van de Stal octvangtn heeft, Z!tel volgen, zonder een ander-oor hem in plaats te mogen zenden, en he: commmdo van de ?esm>aive Hoofd-Officieren gehoorzaamen, het zy n hPet doen der manoeuvres by des Vaandrigs hu s of in het marcheeren &c. by pcene van «4 ^ers telken reize te verbeuren, ten voordeele van de HXL DaCthde drie Hoofd-Officieren, ab«Hopman Luitenanten Vaandrig, by den Raadgetoen, aag niemand van den Raad, direö of n*"^**?™ voor het verkrygen van het ambt, noch ook daar na, zullen mogen praefenteeren , vee weimger ge . ven eenige giften, gaven of gefchenken. En de andere Onderofficieren en Adelborften, buiten de voorfchreven Hoof 1-Officieren by het Bevel, en door de Hoofd-Officieren zyn gekoren, Smeer mogen en moeten betaalen, dan de fomma v^n 15 Car. guldens, zonder dat iemand by verder avancement op het nieuw bezwaard zal molen worden, by verlies van de Charges, zoo wel fan de genè, die het ambt hebben vergeven en Tuïks genieten, als die het zelve ambt heeft be- k°XIL De Burger-Officiers in functie zynde, !zullen de echarpe moeten dragen om den midden over deXllL De Trommen zullen niet by de Tamboers, maar de eene in het huis van den Hopman, en de andere in het huis van den Vaandrig der respective Compagnien, worden bewf/ad*Rnr(ypr Com. XIV. Alle avonden zullen van de 18 Burger Lom» pagnien één Compagnie op de Wacht en de andere  22o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Compagnie van de Wacht trekken, en wel in deze orde: de optrekkende Compagnie, in twee Pelottons verdeeld zynde, zal de Hopman met de Sponton vooraan marcheeren, waar achter de Tamboers cn Pypers, vervolgens het eerfte Pelotton, zynde de Adelborften van de Hoofdwacht; de Vaandrig met zwaaijend Vaandel voor het tweede Pelotton van de Adels by de Poorten, waar achter de Luitenant met de Sponton zal moeten opfluiten; een iegelyk zal, geduurende den marsch, verplicht zyn zyn geweer welgefchouderd te dragen, en wel gericht zyn, by de breuk van 6 fluivers ten voordeele der Armen; ook na de grootte der Manfchappen worden gerangeerd, en niemand uit zyn gelid mogen wyken, maar op zyn plaats moeren bly ven, noch eenige disordres veroirzaaken, by de boete van 6 fluivers voor de Armen, door de HoofdOfficieren in te vorderen; en zullen de Sergeanten acht geven of hier aan wordt voldaan, doende daar van rapport aan den Hopman. XV. De Hopman, welke des avonds met zyn Compagnie de Wacht zal moeten betrekken, zal door zyne Tamboers, twee uuren voor den opmarsch, door het onderhoorig Vaandel, den Trom laten roeren , en vergaderinge flaan , ten einde de optrekkende Burgers of Ingezetenen zich by hun Vaandel konnen vervoegen: en, aldaar vergaderd zynde, na dat de vifitatien der geweeren, alsmede het trekken der Poortpenningen, en 't laaden der geweeren, is gedaan, als dan bet geweer wel gefchouderd en met gefloten gelederen marcheeren na de groote Markt, gelyk Art. 2 vermeld, en, aldaar gekomen zynde, op de gewoone plaats in een front laten opmarcheeren, en met Pelottons vuuren; zullende by abfentie van den Hopman of Luitenant, de Sergeant het tweede pelotton commandeeren, en zal nauwkeurig op het commando worden gelet, zonder dat iemand in 't opmarcheeren zyn geweer zal mogen aftrekken, by de breuke van 24 fluivers, ten voordeele van dat pelotton,  de Gebeurtenis/en in 17S7 enz. voorgevallen, aar. ton, waar onder die gene behoort, dewelke zulks mogte hebben gedaan: edoch, in gevalle vanzwaaxe regen, zal de Commandant de vryheid hebben Jiet geheel Corps in eens te mogen doen vuuren. en zullen de Officieren zorge dragen, dat voor zonnen ondergang de Wacht betrokken wordt, by de breuke van 30 fluivers voor ieder Officier, ten profyte van den Armen. XVI. Zullen alle Burgers en Ingezetenen, onder de Wacht behoorende, hunnen Hopman, Luitenant, Vaandrig en Onder-Bevelhebbers in hunne respeétive ambten en bedieningen, goed gehoor geven , en derzelver bevelen achtervolgen, by vier daalders breuke, ten voordeele van de Armen, en verdere arbitraire correctie, naar gelegenheid van zaaken; en zullen mede de Ratelaars ltaan onder het commando van den Hoofd-Officier in de Burger Hoofdwacht: edoch zullen dezelve niet mede opmarcheeren, maar zich op den geftelden tyd by de Hoofdwacht vervoegen en vinden laten. XVII. De Ratelaars zullen alle maanden, op den eerften maandag van de maand, door den Collonel van het Burgerlyk Regiment worden gemonfterd, en zich als dan met hun geweer gereed houden. XVIII. By het opmarcheeren van de Compagnie , zal altyd één Hoofd-Officier moeten prsefent zyn, en, ingevalle het mogte gebeuren, dat de drie Hoofd-Officieren van die Compagnie, die 's avonds op de Wacht moet trekken, wegens ziekte of uit de Stad zynde, niet prafent konnenzyn, zal een Hoofd-Officier van de Compagnie daar op volgende de Compagnie moeten opvoeren en de Wacht betrekken, het welk mede by het afmarchecren in gelyken gevalle zal moeten gefchieden. XIX. Geen der Hoofd-Officiers zal zich langer dan den tyd van veertien dagen buiten de Stad mogen ophouden, als met confent van den Heer Prsefideerenden Burgemeester in der tyd. XX. De Compagnie zal gehouden zyn by den op-  222 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot op- en afmarsch te fchieten, ieder by ;pcene van 6 fluivers, welke by vifïtatie bevonden wordt Diet te hebben gelaaden, ten voordeele van de Armen. XXI. En vervolgens het geweer wel gifchouderd met gefloten gelederen na de Hoofdwacht trekken, met zwaaijende Vaarde! , flaande Trom en fpeelen der Fluiter; alwaar gekomen zynde, zal de opmarcheerende Hopman na den afmarcheerenden Hopman toetreden, met praafenteeren van hun geweer, om den fleutel en de overleveringe van de Wacht te ontvangen; zullende zulks, zoo veel mooglyk, altoos gefchieden door de Officieren van gelyk karaöer. XXII. Zal de aftrekkende Hopman aan den opmarcheerender Hopman de fleutefs der kiste, waar in de fleutels der Poorten, hem aanbevolen, wor« den bewaardzelfs moeten overleveren, zonder daar toe een ander Perfoon te mogen gebruiken, züllende de aftrekkende Compagnie zich hebben te posteeren dicht aan de Hoofdwacht, en aldaar verblyven ter tyd de optrekkende Compagnie de Hoofdwacht zal hebben betrokken. XXIII. De Wacht aldus betrokken zynde, zal de Hopman met zyn onderhoorige Compagnie, met geflorere gelederen, wederom afmarcheeren met Vaandel in den arm, flaande Trom en fpeelen der Fluiten, edoch met ongelaaden geweer hoog in den rechter arm, en het Vaandel geleiden ten huize van den Vaandrig, en, na dat het Vaandel aldaar binnen gebragt is, de geweeren doen laaden, en een generaale Salvo fchieten, zondef dat iemand in het particulier zal mogen fchieten, by rcene van 24 fluivers voor de Armen. XXIV De opmarcheerende Hoofd-Officier zal mot ten bezorgen, dat de respective Poorten door de Corporaalfchappen van de Poorten behoorlyk wordeD bezei, die aldaar zullen verblyven tot dat de Poorter, finaal zyn gefloten, doende als dan rapport aan de Hoofdwacht, als wanneer zullen worden bedankt, en de fleutels, ten 0verftaan van één Offi-  ie Geleurtmisfsn in 1787 enz. voorgevallen. a*3 Officier der Burgerwacht, in de kist worden overgebragt. . XXV. En, terwyl tegenswoordig by het kleine Poortje geen Burgerwacht wordt gehouden , zal het zelve door dat Corporaalfchap in de Hoofdwacht , dat de avondwacht heeft,, beginnende van den Corporaal af tot aan den jongften Adelborst van dat Corporaalfchap toe, moeten gefloten worden. XXVI. De wachthoudende Officieren zullen het Parool in een gefloten briefje van den plaats-Majoor hebben te ontvangen, in de Burger HoofdWti cht« XX.VH. Op de avondwacht zal 'er één HoofdOfficier, benevens één Sergeant, één Corporaal met agt Adelborften verblyven, tot dat de Poorten finaal zyn gefloten, en de Sleutels der Poorten in de kist zyn gebragt: zullende verders als dan de nachtwacht worden waargenomen door één Hoofd» , Officier, één Sergeant, één Corporaal en negen Adelborften, en zullen de Corporaalfchappen tydlyks met het houden der Wachten rouleeren. XXVIII. De commandeerende Hoofd-Officier Van 'de nachtwacht zal zoo veel Ronden mogen uitzenden, als hy oirdeelt noodig te zyn, en zullen geen Ronden mogen worden gedaan of uitgaan, anders dan met hunne geweeren, zoo als dezelve van de Stad hebben ontvangenden des morgens aan den fleer Praefideerendep Burgemeester, naar bevïndinge van zaaken, fchriftelyk rapport doen., XXIX. Het openen der Poorten,des morgens zal gefchieden door het nachtwachthoudend Corpolaalfchap in de Burger Hoofdwacht, in dezer voegen: als door den Corporaal, Steentil en kleine Poorten; door den oudften Adelborst, Ooster en Heere-Poort; daar op volgende, A en KraanePoort; en daar op volgerde Boteringe en EbbingePoort: welverftaande, dat de Adelborften, naar rang, zullen rouleeren, maar de Corporaal by zyn Poorten zal continueeren, en zullen voortaan zqo veel  S24 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot veel Burgers als Militairen uitgaan, om met el. Jrarderen ieder hunne Poorten te openen. XXX. De Poorten geopend zynde, en de fleutels weder in de kiste zynde gebragt, zullen 'er eén Sergeant met twee Adelborften verblyven tot 2 uur: welverftaande, dat die Adelborften zullen moeten blyven, die niet na de Poorten zyn geweest om dezelve te openen, en zal de Corporaal daar van tydlyks aanteekening moeten houden, en dezelve commandeeren. XXXI. De dagwachthoudende Corporaal zal zyn die gene, die de avondwacht heeft gehad, en zulJen gehouden zyn de nachtwacht af te losfen 's morgens om 8 uur, in dezervoegen, voor n uur met één Hoofd-Officier en twee Man, en na 12 uur met één Sergeant en twee Man verblyven, tot dat de Wacht worde afgelost: wel verftaande, dat zulks zal beginnen van den Corporaal af en zoo vervolgens voort, en zal de Corporaal daar aanteekening van houden, en de Adelborften tydlyks commandeeren, wat uuren zullen moeten post houden» XXXII. Niemand zal by twee daalders breuke Tan het Vaandel of Wacht, het zy by dage of by nachte, mogen wyken of afgaan om te eeten of eenig ander boodfchap te doen, zonder voorkennis van den commandeerenden Hoofd-Officier, en zal de boete ten voordeele van de Hoofdwacht zyn. XXXIII. De commandeerende Officieren zullen naauwkeurig acht geven, dat 'er op Zon-en Feestdagen niet worde gefpeeld, het zy wat fpel hoe ook genaamd, en de Overtreders te boeten ingevolge Refolütie van den 19 December 1678. • XXXIV. Zoo iemand op de Wacht dronken bevonden wordt, of zich aldaar dronken drinkt, zal 30 fluivers verbeuren ten voordeele van de Hoofdwacht. XXXV. Zullenookalletwist,haat,nydjfchimp. redenen en fcheldwoorden achterwege laten, en verfchillen of misverftanden op de Wacht voorvallende, waar van de breuke niet hooger dan zes daal.  gr de Gebeurtenis/en in ï^fm. voorgevallen. 22? dsalders bedraagt, door ' den commandeerenden Hoofd-Officier laten beflisfen: blyvende de hooger breuken van fchelden en andere misdaaden tot correctie en decifie van Burgemeesteren en Raad: zullende deze breuke komen ten voordeele van de gemeene Armen. XXXVI. Indien twee of meer, op de Wacht handgemeen mogten worden, of eenige quasstien veroirzaaken , zal zich niemand daar mogen byvoegen, maar onder dezelve daadelyk door den aanwezenden Hoofd-Officier, by poene van zes Daalders , waar van de eene helft zal komen ten profyre van den Armen, en de andere helfte voor de Hoofdwacht, vrede gemaakt worden. En zoo wie, zulks niet tegenftaande, in zyn moedwilligheid mogte; volharden, zal een iegelyk hem terftond, zonder, boete en breuke, mogen aantasten en fluiten, en die gene, zoo in 't fluiten en apprehendeeren vaa, zoodaanige moedwilligers, zyn devoir niet en doet, zal twee daalders verbeurd hebben, ten voordeele. als boven gemeld. XXXVIL Diegene, die kwaad mogten fpreken van Burgemeesteren en Raad, of andere Regeeringe dezer Stad en Provincie, der Vereenigde Nederlanden, van den Heere Prinfe Erf-Stadhouder en Vorftelyk Huis, of ook van de Waare Gereformeerde Religie, ofte die iets zullen zeggen in fpvt en fpot van dezelve, zullen arbitrair worden geflraft, en zal een iegelyk Burger of Ingezeten zulks of diergelyks hoorende, t zelve daadelvk by zvn Burger-ééd en plicht, aan den Kaad moeten aandienen en bekendmaaken , en boven dien den commandeerenden Officier daar van by 't Rapport aan den Heer Prafideereoden Burgemeester kennisfe geven. . XXXVIII. Niemand zal, om eemgerhande zaaken wille, eenige tumult of muterie aanrichten» ofte ook onbehoorlyke vergaderinge, op heimelyke, bedekte of andere plaatzen, mogen voornemen of by woonen, waar in tegens de vastgeftelde XX. Deel- P eQ  225 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot en bezworene Regeerings-Conftitutie wordt zaamgefpannen om dezelve te veranderen of te vernietigen , noch tot dat einde Memorien, Addresfen of Requesten opftellen noch verteekenen, of dat zonder eenige oogluiking, als Verftoorders der publieke rust, naar vereisch van zaaken en omftandigbeden , zullen worden geftraft. XXXIX. Desgelyks zuilen geftraft worden, die haar onder zulke vergaderinge vinden laten, of iemand daar toe aanporren, aanzetten of eenigszins verleiden, om in alzoodaane vergaderingen te verfchynen; wel verftaande, dat de Officiers van 't Burgerlyk Regiment, die baar in dusdaane Vergaderingen vervoegen of vinden laten, zwaarder dan anderen, die geen autheurs daar van zyn, geftraft zullen worden. XL. Die eenige woorden tot oproer, feditie of ongehoorzaamheid ftrekkende, gefproken zal hebben, ook in 't by wezen van particuliere Perfoonen zal verhaalen, of die zulks zal hebben gehoord, en het zelve terftond den Heer Praeiideerenden Burgemeester niet te kennen geeft, zal arbitrair worden geftraft. XLI. Zoo ook iemand eenige confpiratie, feditie en oproer tegens deze Stad en derzelver vastgeftelde Regeerings-Conftitutie, tegens Burgemeesteren en Raad, deze Provincie of de geünieerde Nederlanden , mogte ondernemen of aanftellen, ,waar door eehig pericul zoude kunnen komen en veroirzaakt worden, zal, zonder genade, met den dood worden geftraft. XLII. In gelyke ftraffe zullen ook vervallen, die in zoodaane confpiratie, feditie en oproer confenteeren, of, het zelve wetende, niet aan den Heer Prasfideerenden Burgemeester hebben bekend gemaakt : des zullen der Aanbrengers naamen, in het openbaaren van zoodaane delicten, naar behooren, worden gefecreteerd. XLIII. Een iegelyk Hoofd-Officier, Sergeant of Corporaal, by de Poorten of elders de Wacht heb- ben-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voor gevallen. 227 fcende, zal gehouden zyn de glazen, en voorts *1les, dat een iegelyk aan de Wachthuizen, alwaar zy de wacht zyn houdende, heeft gebroken of befchadi'd, op zyn kosten te doen repareeren, voor -en al eer de Wachthuizen zal mogen verlaten, waar op de nieuws optrekkende Burgers goede acht zullen geven , en, in cas zulks niet mogte worden gemaakt, dat als dan daar van aan den Stads Bouw. meester kennis zullen hebben te geyen, dewelke het eebrokene, tot laste van de aftrekkende Wacht, zal laten maaken, mids daar van doende rapport aan den Heer Prsefideerenden Burgemeester, zullende anderszins 't gebrokene of befchadigde, op hun eigen kosten, zelfs moeten repareeren XLIV Niemand zal, na dat de Wacht opgevoerd is. mogen fchieten, trom fhan, trompet blaazeo. of eenig rumoer aanftellen, noch ook zyn zydgeweer, buiten order, trekken, by zes dialdar breuke half ten voordeele van de armen, en de andere helfte voor de Burger-Hoofdwacht, of arbitraire correctie naar gelegenheid van zaaken. XI V Zoo wanneer iemand der genen , die de .Wacht bevolen is, zich t'eeniger tyd in onbehoorlvke huizen of plaatzen, daar eenige moedwil oi ontucht bedreven wordt, mogte laten vinden, zal dezelve, naar des perfoons en zaaken gelegenheid, fcherpelyk worden geftraft. XLVI. Dat geen allarm, by dage of by nachte, zal mogen worden geflagen, dan op ordre van den Heer PrEefid^erenden Burgemeester of van den Raad, in welk geval de Collonel zal verplicht zyn, zich terftond aan het huis van den Heer Prffifideerenden Burgemeester te vervoegen, of den Raad vergaderd zynde, op het Raadhuis, om de noodige ordres aldaar te vragen: vervolgens zal een iegelyk, zoo haast immer doenlyk is, zich by zyn Vaandel vervoegen, en vinden laten met zyn zydgeweer ei waoenen, daar hy op gefteld is, by pcene van vier ponden Vlaams, of 24 gnldens Hollandsch voor de Ken, of verdere arbitraire ftraffe naar tyds gele- •  228 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot genheid, en zal de Commandant van ieder Compagnie verplicht zyn, één Onder-Officier met twee Man aan den Collonel te moeten zenden, om van denzelven te vragen, welke de ordres van den Raad zyn. XLVII. En zal een iegelyk by zyn Vaandel blyven, en 't zelve mede helpen befchermen, zonder daar af te mogen wyken, voor en al eer 't zelve in verwaarde hand is gebragt, by lyfsftraffe. XLVIII. Dat deïumultuanten en deandereDelicquanten by de Wacht zullen wordengeapprehendeerd, en aldaar worden bewaard; edoch, zonder conlent van den Praefideerenden Burgemeester of Raad, niet mogen by den Stads Geweldigen worden 'gebragt» maar Militaire Delinquanten zullen, by provifie, aan de Militaire Wacht worden overgegeven, ter tyd over de misdaad onderzoek is gedaan. XLIX. Niemand zal in brands nood (dat God verhoede) van de Wacht mogen gaan, of na den brand loopen, maar ieder op zyn beftemde plaatze moeten verblyven, by één pond groot te breuken, ten voordeele half voor de Armen, en half voor de Hoofdwacht; ten ware de brand in zyn eigen of nabuurs huis was, in welken gevalle hy van den commandeerenden Hoofd-Officier in de Wacht verlof zal moeten verzoeken: of ten ware ook, naar den tyd en zaaken gelegenheid, by den Heer Prsefideerenden Burgemeester of Raad anders werde geordonneerd. L. Zoo ras de Officier van de Hoofdwacht eenige brand gewaar wordt, zal direct daar van aan den Heer Praefideerenden Burgemeester kennis geven, en den Torenwachter doen blaazen. LI. De 30 halve Lanfen, welke in cas van brand worden gebruikt, zullen in de Hoofdwacht moeten worden bewaard, als mede de pikkransfen met hunne annexen, welke aan twee of meer Perfoonen van dat Vaandel, waar in de brand is, zullen worden afgekngd, ora daaf mede het huis, of wat het  it Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen.-229 het ook mag wezen, te bezetten; de brandfpuiten fe bevryden van kwaade Menfchen, en op dat de leiders der Hangen, als mededelesfchersder brand, In hun werk niet mogen worden verhinderd. I LIL Na bezette Wacht zal niemand eenige vuurpylen of andere vuurwerken mogen aanfteken of branden laten, zonder confent van den Preefideerenden Burgemeester: waar op de wachthoudende Officier ftriéte obfervantie zal hebben te doen, en de Contraventeurs van dien, met één pond groot te boeten, ten profyte van de Hoofdwacht. LUI. De respective Hoofdmannen of hunne Gevolmachtigden, eenige pulver, uit de Magazynen ontvangende, zullen gehouden zyn 't zelve over de ftraaten, wegen en plaatzen te dragen, zonder het zelve op karren, wagens, fleeden of anders te laten voeren, by pcene van vier daalders voor dé Armen, waar voor de Hopmannen zullen respondeeren en inftaan. LIV. Alle die gene, welke de Hoofdwacht hebben, zullen buiten hunne behuizinge, op de markten, Straaten en in de Wacht zelve, altyd met het zydgeweer, het welke zy van de Stad ontvangen hebben, verfchynen, by poene van 6Huivers ten voordeele van de Hoofdwacht. LV. In geval een Adelborst uit het.eene Vaandel als Adelborst heeft gewaakt, naderhand in een ander Vaandel mogte verhuizen, en aldaar weder tot Adelborst wierde gekozen, zoo zal hy van de 15 guldens, gelyk Art. 11 vermeld, geëxcufeerd zyn. LVI. De Sergeanten en Corporaals, alsmede de Adelborften, welke in de Hoofdwacht behooren, zullen by abfentie van den opmarsch, betaalen zes fluivers, voor de nachtwacht twaalf fluivers, voor de dagwacht uuren zes ftuivers, en voor den afmarsch vier ftuivers; edoch die gene, welke de racht- en dagposten heeft, zullen na den klokflag met halve breuken konnen betaalen, doch quartier na den tyd voor abfent gerekend worden, wel- ke  230 Verzameling van Stukken hetrekkelyk tot Jee breuken zullen komen ten voordeele van de Hoofdwacht; en in gevalle iemand der Onder-Offi. eieren of Adels niet mogte komen op te marcheeren, en de avondwacht heeft, zal gehouden zyn, om één uur na den opmarsch te compareeren, o£ anders voor abfent gerekend worden; doch ziekte of fterfgevallen tot in den derden graad, zal voorde eerfte Wacht na het verfterf geëxcufeerd zyn , mids_ vooraf aan den commandeerenden Hoofd. Officier kennis te geven; edoch wanneer van de-, ze breuken eenig misbruik mogte gemaakt wor« den, zullen dezelve vier dubbeld zyn LVII. De wachthoudende Manfchappen by de Poorten zullen voor abfentie van den opmarsch betaalen 4 ftuivers, en voor den afmarsch 3 ftuivers, Welke breuken zullen komen ten hunnen voordeel. LVH1. Om alle voorheen gefielde breuken en amenden ftrictelyk te innen, zullen de respective Hopmannen in hunne Wachten iemand moeten aan. ftellen, dewelke gehouden zal zyn dezelve breuken, zonder eenig vertoog, in te vorderen, om geëmployeerd te worden, zoo en in alles,, als in deze Ordonnantie is vermeld, ofte by faute van dien, zelfs daar voor wezen executabel. LIX. Niemand van de Wachthoudende zal vermogen buiten des Raads expresfe ordre, confent en approbatie, eenige willekeuren of andere wacht-ordeningen op te richten en te maaken, by arbitraire correctie, wordende ook alle die reeds gemaakt zyn, by en door dezen, ingetrokken en gernortifi. ceerd. En op dat deze onze Ordonnantie naar behoorea moge worden nagekomen en achtervolgd, zoo ge. lasten en bevelen wy Burgemeesteren en Raad op. gemeld, niet alleen alle Burgeren en Ingezetenen dezer Stad in 't algemeen, maar ook in 't byzonder alle Hopmannen, en andere Officieren van de re», ptétive Vaandels, Geweldigen, en die zulks verder moge aangaan, om dezelve in alles te achtervol-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 231 volgen, by de poene en breuke daar in bepaald, en verdere arbitraire, ftraflè; want wy hetzelve ten dienfte en verzekeringe van onze Stad, derzelver vastgeftelde Regeerings-Conftitutie, en welftand van onze Burgers en Ingezetenen, hebben bevon» den te behooren: voorbehoudens nogthans aan ons, om de voorfchrevene Ordonnantie ten allen tyden, naar gelegenheid van zaaken, te amplieeren, corrigeeren, vermeerderen of verminderen, als ten dienfte en veiligheid van 't Gemeen, en ieder derzelver in 't byzonder, zal worden goedgevonden. Aldus op nieuw gerevideerd en gearrefteerd in Curia, Groningen den 26 January 1789- W. H. Lohman, Vt. Ter Ordonnantie der H. Heeren Burgemeesteren en Raad voorfz. (was gef.) C. H. Gockinga, Secret. N°. 1627. Twee Brieven; de eene van den Franfchen Minister Lambert, en de andere van den Heer van Hoey, Gedeputeerde der Hollandfche Vlwh. telingen, betreffende de omstandigheden der laatst, gemelden , en de handelwyze die het Ministerie vmlrent iezelven houdt. Brief van den Heer Lambert, Franfchen Minister, aan den Heer Hüber, Parys den 6 Dec. 1789. De Koning, myn Heer! heeft in zyn Raad laten examineeren de volmacht der Perfoonen, die zich qualificeeren Gedeputeerden der Hollandfche Vluchtelingen inFrankryk, welke myn Heer Chardon in gevolge de ordres die hy daar van had bekomen u gevraagd had, en welke die Minister P 4 be-  832 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot my heeft ter hand gefteld. Zyn Majefteit heeft gr» dacht dat hy,noch in U,noch in de andere Vluchtelingen, die de pretenfe volmacht geteekend hebben, de qualiteit van Gedeputeerden kon erkennen. Indien de Hollanders, aan welken zyn Majefteit wel een fchuilplaats en een onderhoud heeft willen accordeeren, Gedeputeerden zouden kunnen hebben, zoo zouden die Vluchtelingen een wettig famengevoegd Lighaam in Frankryk behooren te formeeren. Doch geen reden, geene omftandïgheid , rcch eenige daad authorifeerd hun, om eene dusdaanige pretenfie te formeeren, welke de wysheid ■van zyne Majefteit hem nooit zal toeftaan goed te keuren. De Hollandfche Vluchtelingen,in Frankryk,kunnen niet anders dan als enkeldeen particulieren aangemerkt worden. Levende in het Koningryk, onder de befcherming der wetten, heeft men hen toegeftaan, dat zy zich in eenige Steden van Vlaanderen en Artois zouden famenvoegen; dat is niet anders gefchied, dan om des te gemakkelyker in hua onderhoud te voorzien , en nimmer om 'er een lighaam van te formeeren. Betreffende het onderhoud 't welk aan de Hollandfche Vluchtelingen is toegeftaan, dat is eene gratie van zyne Majefteit, waar van hy geene reken fchap behoeft te geven , op welke zy geen officieelen invloed kunnen vorderen , en welke zyne Majefteit kan verminderen , en zelfs intrekken , zoodaanig hy dat zal goedvinden. Na deze grond-' Hellingen, welke zyne Majefteit van voornemen is ftiptelyk te onderhouden, heeft hy alle officieele kennisgeving der Lysten geweigerd, welke gy gevraagd hebt,en ten gevolge van dien heeft de Heer Chardon zyne ordres gekregen. Zoo de voornaamfte der Hollanders, welken in Frankryk zyn,denken dat 'er kwalyk geplaatfte behandelingen omtrent het onderhoud zyn, of dat 'er voorwerpen zyn die het gene hun toegelegt is onwaardig zyn, zy kunnen hoofd voor hoofd hunne Me-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevaren. 233 Memorien aan de Ministers des Konings addresfeeren. De Koning zal ze laten onderzoeken, en zy behooren zyne goedheid genoeg te kennen, om overreed te zyn, dat voorftellingen, oprechten reden gegrond , zullen aangenomen worden. Daar en boven twyffelt zyne Mijefteit niet, ot de Hollandiche Vluchtelingen zullen zich een plicht maaken om Hem in 't vervolg te overtuigen , dat zy door eene volmaakte rust hunne erkentelykheid voor zyne weldaaden zullen aan den dag leggen, en door dat gedrag de voortduuring 'er van verdienen. Ik voeg hier by de volmacht welke gy aan den Heer Chardon had ter hand gefteld, met die Memorie en Lysten, welken gy den 3often July aan hem had geaddresfeerd. Gy zult my den ontvangst derzelver wel gelieven te berichten. Ik heb de eer zeer volmaakt te zyn, Myn Heer'. Uwe zeer onderdaanigen en zeer gehoorzaamen Dienaar, (was geW) Utfupra. Addres: Myn Heer, Myn Heer Huber, te Parys. Brief van den Heer van Hoey, Gedeputeerde der Hollandfche Vluchtelingen in Frankryk, aan den Heere Lambert,tn antwoord op den voorgaanden. # Myn Heer! Myn Heer Hober my gecommuniceerd hebbende den verwonderlyken brief, waar mede gy hem hebt gelieven te vereeren, geloof ik my onvermydelyk verplicht te zyn myn gevoelen op dat onderwerp te kennen te geven; dewyl ik wel overtuigd * F 5 ben,  834- Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ben, dat dezelve my ten grootflen deele raakt; U telfens verzekerende myn Heer, dat deze kwelling de laatfte van mynenwege zyn zal. Daar het niet om myne volmacht te doen is, welke reeds zeer lange als wettig erkend is door myn Heer den Aards bisfehop van Sens, myn Heer den Graaf van Montmorin, en myn Heer den Graaf van St.Priest, flap ik des te liever over dat artikel heen, dewyl de gevoelens van het Ministerie ten opzichte van myne zending en van mynperfoonmy volmaakt onverfchillig zyn. Maar dat my meerder interesfeert, dat my in de grond van myn hart aandoet, is de verklaaring der gevoelens van het Ministerie omtrent eene braave en edelmoedige Natie, omtrent Hollandfche Vluchtelingen, welken men de bittere kelk der verdrukking en verachting tot het grondfop toe doet uitdrinken. Ik bemerk, myn Heer, dat men den naam des Konings altyd tracht te hechten aan het onderdrukkende fysthéma, waar mede men de Hollanders overrompelt. De Ministers maaken 'er zich een ontzachbaarend fchild van, om zich te befchutten in de fchaduwe van dien geheiligden naam. Maar, om eens zekerlyk over deze looze verfchooning heen te flappen, zoo verklaar ik ronduit, dat het volflrekt onmooglyk is,dat de Monarch,zoo zachtzinnig, zoo rechtvaardig, zoo weldaadig, begaaft met een charadler dat zoo menschlievend is, de Autheur van foortgelyke orders is, noch bezield kan zyn met die grondbeginfelen van een Groot Vizier, welke in den brief in quEestie grimmelen. Als de Koning aan de Hollandfche Vluchtelingen een fchuüplaats en onderhoud toeflaat (zegt de brief) dat is een gratie die Hy hun doet;Hy is 'er niemand reken fchap van fchuldig; Hy kan ze vernietigen naar zyn welbehaagen. Is de Koning hun iets fchuldig ? Zeer zeker, myn Heer, is de Koning hun iets fchuldig, zeer veel is hy hun fchuldig. Indien de plechtigfle verbintenis, de heiligfte beloften, zoo dik-  de Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 235* dikwils herhaald, zoo het onverbreekbaa- woord des Konings, die hunne zaak als de zyne heeft willen aanmerken , als dat ailes niets is, als men daar niet op rekenen kan, dan heb ikongelyk, en de Ministers hebben gelyk. Maar, zoo de eer der menfchelykheid nog voor iets gerekend zy, zoo men niet opentlyk de rechten en de wetten meC den voet wil trappen, zoo men nog bloost als men den meinééd voor 't oog van *tGeheel-Alvergood, zoo zal ik gelyk hebben, en de Hollanders winnen hunne zaak. , _, Het Ministerie fchynt dezelven te befchouwen als een hoop bedelaars, aan welken men, als een aalmoes, eenige ftukken brood toewerpt, t weiK men hun nog verwyt, en waar toe men groote treK fchynt te hebben hun 't zelve re ontnemen. Neen,myn Heer,dat zyn de Hollandfche Vluchtelingen niet! het is het braaffte het ordentelykite gedeelte vaneen Volk,eertyds vry edelmoedig en, hoewel onderdrukt, even moedig; gebracht onder de allerverfchriklykfte elenle, bedrogen door de ydele hoop, en, om de maat der verdrukking vol te meten, gebracht onder heerfchappy van 't Ministeriaale Despotismus. . Wat de Gedeputeerden betreft myn Heer, Kiezers genaamd, zy zyn niet gemaakt óm. zich te krommen onder uwe bedreigingen, allen zyn zy geweest leden van de Souvereiniteit, voor d; noodlottige omwenteling, welke het Franfche Ministerie had behoren voor te komen, en welke, tot op dezen dag toe, de Schande van Frankryk uitmaakt: zy zyn, zeg ik, wettige Souverainen; 't is met hun en huns gelyken , dat de weldaadiie Lodewyk de zestiende gehandeld heeft als gelyk met gelyken, dat hy die Alliantie, die zoo veel belooft heeft en zoo weinig gehouden is, gefloten heeft. Eeuwige dankzeggingen zyn toegebracht aan den goeden deugdzaamen Monarch der Franfchen. Hy is het niet, die ons met zoo veel eerloosheid als verraadery verlaten heeft. — Ik erken zyne goede * ' mee-  *3Ö Vkrx&mtUng v&n Stuitten fetïe&éffi m meening, de zuiverheid van zyne ziel, de rechtvaardigheid van zyn hart; maar niet te min verklaarik openlyk , dat die goede Konirg onwaardiglyfc bedrogen is door zyne Ministers, dat zyne Godsvrucht verrast is, en dat, zoo de Republiek niet door Frankryk herfteld word, de ongelukken der Hollandfche Patriotten de luister van zyne RegeeriDg in de Eeuwigheid zullen bezoedelen. Ik dacht alles gezegd te hebben, myn Heer! evenwel blyft my nog een klein artikeltje op 't hart, welk ik de eer zal hebben even vrywillig met U te overwegen. Gy zegt, myn Heer! dat de deputatien onnut zyn , en dat, zoo 'er klachten te doen zyn, men ze individueel, of hoofd voor hoofd , aan de Ministers doen kan. Helaas, myn Heer! aan de Ministers? wie heeft hun zoo dikmaals, en met zoo veel nadruk, de ongelukken der rampfpoedige Hollanders onder het oog gebracht als ik? wie heeft rmer gehoopt van hunne rechtvaardigheid, of, zoo gy 't liever hebt, van hun medelyden, ach ! heb ik niet altoos vruchtelooze poogingen gedaan ? Ik beroep my, myn Heer, op U zelfs , op myn Heer den Directeur-Generaal, op myn Heer den Graaf van Montmorin, op myn Heer den Graaf van St. Priest, op myn Heer den Aardsbisfchop van Pen', die in dien tyd voornaamfte Minister, en oppermachtig Minister, was. 't Befluit opgemaakt. Nooit zulIeD de Ministers door my meerder lastig gevallen worden, hunne ooren zullen niet meer tuiten van de verveelende klachten der ongelukkige Hollanders; hunne harten kunnen van nu voortaan gefloten blyven voor de rechtvaardigheid en voor de rampfpoeden. De Ministers zyn voor altoos ontheven van myne eeuwigduurende klaaglieden. — Maar ook heeft de Befcherm-Ergel var Frankryk de begrippen van Vrybeid, Rechtvaardigheid en Deugd, hervoort gebracht. 'Er beftaat eene hoogwaardige Rechtbank, waar die geheiligde naamen nog geëerbiedigd zyn, en  ie Gebeurtenisfenin 1787 enz, voorgevallen, 237 en daar is 't, dat wy hoopen kunnen gehoord te zullen worden. Zie daar, myn Heer! de manier van denken van een Hollandsen waar Patriot, die des te vrymoedi» ger kan fpreken, wyl hy het geluk heeft zich te kunnen pasfeeren van het onderfland, dat men zyne rampfpoedige Landgenooten zoo duur doet bekopen. Voor 't overige, myn Heer! is 't my onbekend, of de Ministerieele wraak tegenwoordig zoude kunnen reusfeeren, my tefïraffen, om dac ik de waarheid heb durveD zeggen; 't is my onbekend , of de laatfte ftuiptrekkingen van dat zieluitbraakende Colosfus- beeld my fchaadelyk zouden kunnen zyn ; maar dat gene dat ik weet is, dat het my nooit berouwen zal alles opgeofferd te hebben aan de eer en aan myn plicht. Ik heb, enz. Ut fupra, (was get,~) Gedeputeerde der Holland» fche Patriotten. N°. 1628. Sententie van den Hove van Friesland, ge« pronuntieerd tegens Jürrien Tuinema, BurgerHopman te Franeker, Gedetineerden op het Blokhuis te Leeuwaarden. In dato den 18 December 1789. Gezien by den Hove van Friesland deProceduret voor den zeiven Hove hangende, tusfchen den Procureur-Generaal dezer Landfchappe. rat offi , Klager ter eenre, op ende tegens Dr. Thomas Wiej.and, geoccupeerd hebbende voor Jürrien Tüinema, Burger-Hopman te Franeker, Gevangen en Beklaagden ter andere zyde. Het voorfchreven Hof, op alles rypelyk geleten geconfidereerd hebbende het gene men in dezen behoorde te confldereereu* in d-an naam en van wegens  Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gens de Heerlykheid der Landfchappe van Friesland, verklaart den Gevangen. ter zaake dat hyPraefident-Hopman van de Schuttery te Franeker zynde, wanneer hy aldaar in de oproerige beweging van den jaare 1787, door een zoogenaamd DefenfieWezen, tot Commandant van de Stad Frareker wierd aangefield, in dezelve aanftelling heeft berust, en dat hy niet alleenlyk de Vergadering van het Deftrfie-Wezen, genaamd: van Staat en der Stad Franeker, heeft bygewoond, en in dezelve geitemd, maar zich ook voornamentlyk bemoeid met de inquartiering van de inkomende gewapende Manfchappen, hem gedeeltelyk opgelegd; — ter zaa. ke, dat hy zich niet heeft ontzien op den 6 Sep. tember 1787 op het Raadnuis binnen Franeker mede te onderteekenen het Declaratoir van de Schut» tery te Franeker, van dezen inhoud: Aan de Edele Mogende Heeren Staaten van Friesland, vergaderd t$ Franeker. Edele Mogende Heeren! „ Offchoon wy, geduurende veele jaaren, g». „ zucht hebben onder een onlydelyke overheer- fching van eene Staats-Regeering, welke tot niet ,, anders fcheen ingericht te zyn, dan om de Vry„ heid, ons natuurlyk eigen, te verdrukken, ge,, blykende een reeks van Plakaaten, Refoïutien, ., Publikatien,en wat dies meer is,die in geftreng„ heid de ordres der willekeurigfte heerschzucht „ niet behoefden te wyken , en zelfs daar door ,s aan het gevoel van een vry Volk te ondraage,,' lyker waren, doordien zy altyd opgevuld waren rt met de fchoonfchynendfte woorden, en als of ze „ ftrekten tot nut en beveiliging der goede Inge„ zetenen, bleven wy, met het taaifte geduld, naar „ het gezegend oogenblik uitzien, waar op UEd. „ Mogenden, door kracht van reden fteunende op j» de  de Gebeurienisfen in 1787 enz. voorgevallen. 235» -i de rechtvaardigheid, en onderfteund door onze ,, fmeekingen , die plicht- en ééd-verbrekende Regenten zouden hebben overtuigd, om tot ,, hunnen plicht weder te keeren,en om een vrede ,, lievende Natie by de billykfte en bezworen wet„ ten des Lands te bewaaren, en, alhoewel de al» ,, lerloffelykfte poogingen van U Ed. Mogenden ,, ten dien einde op de trotsheid dier ontaarden „ niet van dien gelukkigen uitflag geweest zyn, ,, mogen wy ons echter in U Ed. Mogenden ver„ heugen, en met blydfchap erkennen in de denk„ beelden, welke wy van U Ed.Mogendens waare Vaderlandsliefde hebben opgevat, niet bedro„ gen te zien. — Wy zien de bereidvaardigheid „ van U Ed. Mogenden; om, ondanks alle overmacht en hinderpaalen ter onzer redding, zoo„ daanige middelen in het werk te ftellen, welke „ krachtig genoeg zyn, om, onder Gods zegen, „ onze vyanden te doen buigen, en ons te doen „ herkrygen die Voorrechten, welke ons als een ,, vry Volk wettig toebehooren; wy hebben ons „ ten allen tyde als ftille Ingezetenen gedragen, ., niets liever wenfchende, dan naar goede orde te ,, leven. — Wy hebben onze wettige en billykfte „ Regenten met liefde in alles getracht te onder,, fteunen, zoo verre in ons vermogen zulks toe,, lieten, en, daar wy nog met dezelfde gevoelens ,, bezield zyn, zullen wy ons leven nimmer ont„ zien om U Ed. Mogendens Burger- en Vryheid,, lievende poogingen, zoo veel in ons is, te be3, gunftigen; wy verklaaren alle onze voorige be„ loften te herinneren, en door dezen te vernieu,, wen; en, terwyl nu het tydftip daar is, dat wy moeten doen geblyken de getrouwheid aan onze „ wettige Overheden, zoo zweeren wy, geene ,, andere Overheden te erkennen dan U Edele ,, Mogenden, die zich zoo manmoedig voor de „ belangens van een getrapt en getergd Volk in ,, de bresfe hebben durven ftellen. Wy ,, zweerea U Edele Mogendens ordres heilig te zul-.  240 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot .. zullen opvolgen en nakomen , die ons gege„ ven worden tot herftel van onzer aller Rechten ,, en Vryheden. —-* VVy zweeren malkanderen ,, trouwe, en nimmer uit eikanderen te zulle» „ gaan, voor en aleer wy de goede zaak hebben „ doen triumpheeren, en deze onze wettige Over- heid in vrede en rust zullen zien regeeren. Wy „ zweeren U Ed Mogendens Perfoonen en goede,, ren in orze protectie te nemen, en al het on„ gemak, hun door het bevorderen van onze zaak „ overkomende, met hun te zullen deelen, met ,, belofte en aarneminge, om niet te zullen rus„ ten , voör dat alles vier dubbeld op de bewerkers ,, var het kwaad zal zyn verhaald en gewroken. —-» Aldus in naam van de Adelborften, dienstdoen„ de Leden der Schuttery der Siad Franeker, ver„ teekend door deszelfs prasfente Officieren, als daar „ toe fpeciaalyk geauthorifeerd. Actum op den ,, Raadhuize binnen Franeker den 6 Sept. 1-487." Terzaake, dat hy mede op den zelfden dag, als Praefes Hopman van het Malefits Gericht der Stad Franeker, heeft onderteekend een Brief, gezonden aan het Fits Gerichte der Stad Harlingen, van dezen inhoud: Edele Manhafte Heeren 1 Wy hebben de eer, U Ed. Manhafte by dezen kenrisfe te geven, dat by onze Regeering is genomen een Refolütie, waar by zy aannemen, alhier te Franeker hunne Volmachten op morgen in de wettige Staaten-Vergadering te zullen zenden; wy hebben een Declaratoir geformeerd en geteekend, gelyk hier nevens gaat; wy hebben reeds van alle Genootfchappen toezegging om deze te zullen bezorgen en binnen te geven, ter bevordering van de goede zaak; wy hebben befloten eerder den dood te kiezen dan de flaaverny;om de mede-werkers, tot dienst van cij^e gedeclareerde Vyanden, te doen buigen, het kost wat het kost, wy  'de Gebeurtenis/en ih 1787 enz. voorgevallen. 24! wy hoopen, dat Ü Ed. Manhafte in on'zé rè'chtmaitige poogingen zult medewerken , als onze Broeders, dié een lugt inademen . én een Land béwoas Den. Wy kunnen geen denkbeeld maaken; dat'er zulke ontaarde Friefen gevonden worden, die zich fchuldig zulten maaken om de Godvergetenfte oogmerken onzer Vyanden 'te helpen bevorderen; wy Verzoeken,' dat U Ed- Manhafte alle devoiren gelieven aan te wenden, dat dé Regeering van U Ëdj Manhafte Stad, haare Volmachten ten Landsdagé hier ter Vergaderinge zende; met ordre, om allé overheerfclpng te doen ophouden, de verbrokéne wetten te herftellen, én onze vryheid te doen hèrIeeven, en verders te bezorgen, dat de 'onwilligéni naar oproeping van de Burgery, worden geremo»Veerd; wy verzoeken, dat U Ed. Manhafte dit De* claratoir ter kennisfe brenge van alle dienstdoende Leden Uwer Scbutterye, en dat hetzelve verteekend door Uw Ed. Manhafte 'Collegie , en medé uit naam der Leden, hier ter Staats-Vergadering worde bezorgd; vöor het overige verzoeken, wy met ons de concert te willen ageeren, ter bevordering van de algemeene rust, op dat U E ielè Manhafte Zich naderhand niet beklagen de mie (libel» geweest te zyn van de vervloekte heersen zucht van eep party, die zich opgeworpen heeft als macht hebbende om ons én alle Ingezetenen naar willekeur te överheerfchen, en de ketens der flaivemy te doen gevoelen; wy nemén de vryheid U Wel Ed. Manhafte onder het oog te brengen, dat by de Tyrannen de daaden van hunne machines altyd Worden geprezen, en de Perfoonén naar Vérdier.'ftö Veracht;-—- wy bieden ons aan, orri onzè vermogens te willen befteeden tot herftel van fenzè vertrapte Vryheden, en onze mede^ Broeders daar tóe behulpzaame hand te bieden ; wy hebben de eer na U Wel Ed. Manhafte onzer en alle 'goedé zaak' ten fterkften te hebben aanbevolen óns te Wöèu men. Edele Manhafte Heeren\ het Pits Gerichtè> der Stad Fraoekeï 5Ter iaaké, dat fiy H v«r* XX. Deel» ^ 'dés  242 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot der op den 15 September 1787 mede heeft onder» teekend de Brief aan den Heer J. C. Bergsma , van dezen inhoud: ,, Johannns Casparus Bergsma; wy zien uit fommige prsetenfe Publicatien, dat „ gy als nog Uw blyft aanmatigen den titel en rang „ van eerften Heer van het Mindergetal, hoe we,, derrechtelyk zulks ook zy, wy hooren zelfs dat „ gy met Uwe vervloekte Aanhangers, die reeds y, langen tyd dit zoo gelukkig Land hebben verraaden , en wel fpeciaal door bewerking van Martinos van Scheltinga van het Heerenveen, de ,, zaaken zoodaanig zoekt te bellieren, dat 'er me* ,, de Militie in de Provincie kome, al waren het „ ook de eerlooze Plettenburgfche Roovers; — „ en het is daarom, dat wy U waarfchouwen en „ verwittigen, dat alle gewapende en weldenkende ,, Burgers en Ingezetenen in deze Provincie vaste„ lyk befloten hebben, wanueer aannadering van Militairen plaats heeft, om het op Uwen Uwe ,, mede-Aanhangers, Perfoonen en Goederen, te ,, verhaalei, derzelver Bezittingen te verwoesten, ,, en alles wat van hun is in vuur en vlam te zet,, ten, en zich tot den laatften adem,die in hun is, ,, te zullen verdedigen , en het geheele Land te ,, zullen inundeeren ; maakt vast ftaat, dat gy „ met Uwen gedoemden Aanhang de thans herlee,, vende vrye Friefen niet zult ketenen, voor en „ aleer gy den laatften van hun zult hebben te on„ der gebracht, en dus wanneer alles voor Uw ver,, doemden Aanhang moet fterven, zoo zullen allen „ gerust op het flagveld nederleggen, wanneer ver„ zekerd zyn U een verwoest Land en een knaa,, gend geweten naar te laten, en dat gy niet eenen ,, vryen Fries meer zult behouden in dit Land, „ maar alleen dezulke , die met Uw vervloekte ,, heerschzucht en overheerfching famen fpannen, „ en heerscht dan , maar in een woesterny; s, wy verzekeren U, dat dit met éède door ons s, allen is bezwooren; dit is de laatfte waarfchou„ wiüg die wy U doen, maakt hier het noodig « ge.  jfe Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 243 ,, gebruik van. Wy zenden eenige Copien ,, aan Uwe mede-Dwingelanden, in verwachting van ,, U, dat gy van dezen aan Uwe Medeftanderszult ,, kennis geven , en dat wy binnen vier- en- twin„ tig uuren verwittigd nullen worden, wat gy te fa,, men hier omtrent befluit; — en datgy ons twee „ Gyzelaars zuit zenden; want op de eerde ty ding» „ van in of uitmarsch der Tróepes nadere Provin„ cie, is alles gereed tot de uitvoering; en indien ,, gy lieden niet antwoord, dan zullen wy het daaf „ voor houden, dat gy fchuldig zyt aan het inroe„ pen van Trorpes.— Actum,by eerpaangeftemmen, in het Defenfie Wezen van Staat en der Stad Franeker, op den 15 September 1787"; en eindelyk ter zaake, dat hy op den i8den derzelver maand, als Prsfes Hopman van het Fits Gerichte der Stad Franeker, nog heeft onderteekend een Brief, aan de Edele Manhafte Burger-Krygsraad der Stad Harlingen, van dezen inhoud: „ Wel Ed. Manhafte Heeren 1 wy zyn geinformeerd, dat fommige Heeren hebben kunnen goedvinden ,, Pruisfifche Troepes in deze Provincie te ontbieden ; wy voorzien hier uit een aanmerkeiyk be" zwaar, ja misfehien de totaale ruine van dit ons weleer zoo zeer gezegend Vaderland, dat aan de woede en heerschzucht van weinigen ftaat opge'1 offerd te worden. — U Ed. Manhaften zyn met , ons eens, dat gebreken in Staatsbeftuür moeten \ herfteld worden; het welk onmooglyk door inmarsch van Buitenlandfche Militairen zal kunnen ' gefchieden, daar wy eensgezind met Gecomtnit„ teerden der Edele Mogende Heeren Staaten zyn gerefolveerd dien inmarsch met alle middelen te keeren, en liever het Land, hoe ongaarne ook, ' onder water te zetten , dan te venraagen dat wy en onze mede-Ingezetenen ten prooi worden ', van vreemd Militair geweld; wy kunnen niet begrypen, noch ons verbeelden, dat U Ed. Mang hafte, uit partyfehap, zich zoo verre zullen la-  244 Verzameling van Stukken betrekkelyk tol ten vervoeren, om een Buitenlandfche of Bin„ nerjlandfche algemeene Vyand in de hand te wer„ ken, en zich daar door verantwoordelyk maa„ ken, en ftellen voor de verwoesting, moorden „ plundering, (eenig en alleen om verfchil over ^ het Binnenlands beduur; die de natuurlyke ge,, volgen van het intrekken van vreemde Troepes ,, moeten wezen;— wy zyn van gedachten, en ,, houden ons des verzekerd, dat indien U Edele' ,, Manhafte Stad zich tot weering van alle ge„ weid, en inrukking van vreemde Troepes, van ,, welke zyde ook, met onze Stad vereenigde, wy ons in ftaat zouden vinden om, in deze oogen4, blikken, het Vaderland teajen deszelfs Vyanden „ van merkelyke dienst konden wezen; wy verwachten hier op U Ed- Manhafte antwoord ten aller" fpoedigften, en in gevalle U Ed. Manhafte gene| gen zyn met ons hier over nader te confereeren, j, dat U Ed. Manhafte eene Commisfie voorzien 'si van eene ampele Procuratie binnen onze Stadgelieven te zenden;en indien deze onze laatfte welmeenende poogingen, tot behoud van het lieve „ Vaderland, en de éénsgezindheid van twee na„ buurige Steden, niet mogte gelukken, dan zul„ len wy gebruik maaken vaa onze en onzer Vrien,, den macht, om het Land te verdedigen tegenal«, len wie eeisig geweld attenteerd; — wy noemen „ ons, na deze zaak aan ü Ed.Manhaftens ernftige „ overwegingen te hebben aanbevolen, Wel Ed. Manhafte Heeren! ü Ed. Manhafte gehoorzaa* ,, me Dienaaren, goede Vrienden en mede-Broe„ ders, het Fits Gerichte der Stad Franeker". —Alles breeder ten Procesfe gemeld, — inhabil den Lande in eenige qualiteit te kunnen dienen;-—banc hem voorts uit Friesland den tyd van dertig jaaren, te ruimen de Stad Leeuwarden binnen 's daags zonuefchyn , en het Land binnen den derden dage, zonder in middelen tyde daar weder in te mogen komen, by pcene vaa arbitraire correctie; — con- dem-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 245 demneert den Gevangen mede in'de kosten en [mi:fen van de Juftitie en kosten van den Procesfe, tot • 's Hots tauxatie. Actum den 18 December 1789. Ter Ordonnantie van\den Hove. ■■ (was get.) S' FaBER' N°. 1629, Misfive van het Collegie ter Admiraliteit te Amfieldam, aan Hun Hoog Mogenden de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, j over het weigeren van fommige Provinciën om de geconfenteer de Petitiën te betaalen &c. In dato den 30 Maart 1787. Hoog Mogende Heeren! Zoo dra als de Heeren Gecommitteerden tot de Haagfche Befoignes ons hebben kennis gegeven van den geformeerden Staat van Equipagie voor het loopende jaar, ter betaaling gedeeltelyk van de Schepen, die tegenswoordig in dienst zyn, gedeeltelyk van die gene, die op nieuw zouden behooren te worden in dienst gefteld, ter beveiliging van de Commercie en Zeevaart van de Republiek, en ter uitvoering van de bevelen van U Hoog Mogenden , om eene Militaire Commisfie naar de OostJndiën te zenden: hebben wy aan de Officieren vaa de Werf de noodige orders gegeven, dat die nieuwe Schepen, met naame de Medéa, een Fregat van 40 ftukken, de Amnzone en de Sephier, beide van 36 ftukken, de Valk van 20 en de Havik van 14 ftukken, in gereedheid zouden werden gebragt, om te worden betrokken; en wy hebben te gelyk een generdale Werving geopend, om zoo dra de Winter over was, de Schepen, die fuccesfivelyk in gereedheid gebragt wierden, te kunnen beman- q 3 van den geformeerden Staat van Equipagie voor  446 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Die orders zyn gegeven 3 niet tegenftaande federt eenige jaaren de Petitiën van Equioagien ter Zee niet alleen by U Hoog Mogenden niet worden geconcludeerd, maar zelfs dat die Provinciën, die in dezelve Confent hebben gedragen , uitgenomen nogthans die van Holland, federt een geruimen tyd •weigeren op dezelve, zoo als van ouds, eenige betaalingen te doen, voor dat dezelve geconcludeerd zyn, alles, en wel byzonderlyk dit laatfte, zeer tot verachtering van onze privativeFinantien, dewyl de quote van die Provincie, en het gene wy daar ontvangen, op verre na niet voldoende is voor -de kosten die de Equipagien vereisfchen. Die orders zyn daar en boven gegeven, Hoog Mogende Heeren! in de aangenaame hoop, dat by de respective Bondgenooten eenige fchikkinge zoude worden gemaakt ter betaaling van de Ordonnantiën, die wv van den Raad van Staaten hebben gekregen op Petitiën, in welke dezelve hebben geconsenteerd, en althans op dezulke, welke by U Hoog Mogenden zyn geconcludeerd, en dat ook deliberatien zouden worden aangelegd ter realifeering van die Ordonnantiën, welke door den Raad van Staaten aan ons zyn gegeven, maar by de Provinciën niet worden gerefpetïeerd. Zoo dra het ys uit het water en de werving vry aanzienlyk gevorderd was, hebben wy een Fregat van 20 ftukken, in dienst gefteld, maar de verdere aanwerving en in dienstftelling geftaakt, om dat de fom der voorfchreven Ordonnantiën, die wy van de Raad van Staaten hebben gekregen en Pretenlien op het Last- en Veilgeld, tot zoodaanig eene aanmerkelyke hoogte geklommen is, gelyk UHoog Mogenden uit het montant van ƒ 20^6785:15:4, der hier nevensgaande Bylagen , zullen ontwaar worden, onder welke fomme niet begrepen is, het gene wy nog te pretendeeren hebben van de Provincie van Holland, welke pretentie door daadlyke betaalinge, geduurende het voorige jaar, merklyk verminderd is, en wy hoop hebben dat nog dage- lyüs  de Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 247 lyks verminderen zal, doch niet genoegzaam, om zonder de pecunieele hulp der overige Bondgenooten, tot eenige nieuwe Equipagie over te gaan, en de oude fchulden onbetaald te laten. Deze redenen hebben ons vervolgens weerhouden , Hoog Mogende Heeren! het exempel van het Collegie ter Admiraliteit op de Maze, die inmediaat na het formeeren van de Memorie van Equipagie, de nieuwe Schepen in dienst heeft gefteld, te volgen; want wy'willen UHoog Mogenden niet verbergen, dat wy door de importante fom van onbetaalde Ordonnantiën in fchulden gedompeld zyn, en dat wy, door verdere voortgang in het maaken van kosten, de Ingezetenen, die ter goeder trouw leverantien hebben gedaan, en de Officieren, die onze bevelen tot het vi&ualeeren hunner Schepen achtervolgd hebben, ongelukkig zouden maaken. Wy zyn te meer huiverig geweest dit exempel van het Collegie ter Admiraliteit op de Maze te volgen , om dat de betaaling der kostpenningen by ons tot op heden geregeld, op de twee maanden is gefchied, die van circa de helft der maandgelden ook geduurende den dienst der Schepen plaats heeft, en om dat wy nu met affchafïÏDg van de 40 per Cent voor de Schryvers, een nieuwe en geregelde wys van betaaling der maandgelden en kostpenningen, by drie maandelykfche Monfter. Rolle beproeven, welke wyze aan de Officieren, het Zeevolk, derzelver Vrouwen, en alle die daar by hun belang hebben, zeer aangenaam en opbeurend zal zyn , edoch vereischt, dat 'er genoegzaame penningen in kas zyn. 'Door dit ons gedrag zullen onze Schepen niet vroegtydig in gereedheid zyn, Hoog Mogende Heeren! te meer, daar wy met onnagaanbaare locale zwaarigheden te worftelen hebben, het gene ons bewogen heeft aan U Hoog Mogenden eerbiedig deze onze verlegenheid voor te dragen, met oprechte betuigiDg, dat, zoo dra 'er eenige fchikQ 4 kin-  24 S Verzameling van Stukken betrekkelyk tot kingen gemaakt zullen worden, in de betaalingea yan onze zoo wettige hier vooren opgenoemde Pretenfien, zoo dra wy zeker zyn , dac voornoem' de geprojecteerde kosten, ten minften voor dit jaar., nog by de Provincie van Holland zyn geagreëerd, en wy op een geregelde wyze in onze Financien worden gefubfidieerd, wy met ie ver zullen medewerken ter beveiliging van de Zeevaart dezer Landen, en de geprojecteerde Schepen in dienst brengen. . . Hier mede &c. De Gecommitteerde Raaden ter Admiraliteit, (gept.~) Joost Huyghens. (was get.y C. Backer Cz. Accordeert met zyn origineel, C. Backeb Cz, Lyst der Pretenfien by 't Collegie te Amfteldim, in dato den '>o Maart 1787, op de volgende Pro.' yincien en Last- en Veilgeld. Nymegen ƒ273723: 9: 1 Gelderland J Zurphen -J09353: 8:icJ Weluwe -177877:10: 4* ƒ560255: a.- 4 Zeeland- ...... - 93539: 8: 8 ü'recht '486725: 7: 4 Friesland . 440S9: 8: i Overysfel . . . . -341519: 8: 4 Stad en Lande ..... -590720:14: 8 ƒ2116819:IS: 5 Verhcpgde Last-en Veilgeld . - 879965:19:11 Qp dit Iaadlegenegotieerdjr 104000.  & Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 24$ JR9. 1630. Misfive van het zelfde Collegie aan Hun Èd. Groot Mogend m de Heren Staaten van Hol~ land, oyer hel zelfde onderwerp. In. dato den,30 Maart 17 87. Edele Groot Mogende Heeren! De achterlykheid, in welken de meeste zoo niet alle de Bondgenooten van U Ed. Groot-Mogenden zyn, in de betaalirg der Ordonnantiën, die wy van den Raad van Staaten hebben gekregen, ter .vergoeding van de kosten, die, z o voor Aanbouw als Equipagie van Schepen, federt eenige jaaren , gedaan zyn , en dat niet alleen van die Ordonnantiën, die door den Raad van Staaten op ge» daane Petitiën zyn geëxpedieerd, rriar zelfs ook van de zoodaanige, welke voortgefproien zyn uit Petitiën, in dewelke fommige Provircien hebben geconfenteerd, en dat nog meer is van dezulke, welke by Hun Hoog Mogenden zyn geconc'udeerd, brengt onze Financieele omftandigheden in groote verlegenheid. Over deze achterlykheid hebben wy wel aan de respective Provinciën eerbiedigereprefentaaen,en zelfs nog laatftelyk, gedaan, maar tot heden zonder eenig fucces. Inmiddels kunnen wy niet verbergen, dat wy zeer veel moeite vinden om te betaalen de Leverantien , die door de Ingezetenen ter goeder trouw aan ods gedaan zyn, en de Kostpenningen, dewelke aan de Officieren, die Schepen gecommandeerd hebben oi nog commandeeren, verfchuldigd z'ym .. . Maar daar en boven zyn wy dikwils in zeer groote verlegenheid, om aan het Zeevolk te betaalen de verdiende maandgelden, en aan het Volk van de Werf derzelver verdiend loon. Tot nu toe hebben wv aan dat alles eenigszins kunnen voldoen uit de Qnotes, die U Ed Groot Mogenden hebben gedragen in de ge daane Petitie,  &50 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot in welke ü Ed. Groot Mogenden hebben geconfenteerd; maar die Quotes verre van voldoende zynde, om te vergoeden alle de gedaane kosten: hebben wy ons verplicht gevonden aan Hun Hoog Mogenden met de Misfive, die wy de vryheid nemen hier by te voegen, eerbiedig voor te dragen, dat wy op dien voet buiten ftaat zyn voort te werken, én verzogt dat 'er eenige fchikkingen mogten worden beraamd, om ons in dit ons achter zyn te helpen en daar uit te redden. Wy betuigen, Ed.Groot Mogende Heeren! onze erkentenis voor de gunftige en prompte fchikkingen, die door en van wegens ü Ed. Groot Mogenden genomen zyn, om door de afgiften van derzelver aandeel, ons in ftaat te houden, en wy betuigen teffens onze ieverige bereidwilligheid, om, zoo dra 'er iets zal worden beraamt, waar door aan onze omftandigheden word te gemoet gekomen, mede te werken ter beveiliging van de Koopvaardyfchepen dezer Republiek, en ter bevordering van de eer van deszelfs Vlag. Hier mede &c. De Gecommitteerde Raaden ter Admiraliteit, (gept,) G. Beeldsnyder. Ter Ordonanntie van dezelven, Amfieldam den (was geteekend) 30 Maart 1787. „ „ „ d 1 ' C. Backer Cz. N°. 1631. Benoeming der Gecommitteerden tot het Achtb. Vergadering, zoo wel als het heil van dea Lande, en van deze Stad en derzelver Burgerye ten hoogden aan gelegen is, dat U Edele Groot Achtb- door een openlyk des-adveü van het gehouden gedrag der voornoemde Gedeputeerden , aan het geheele Vaderland, zoo wel als aan de Bürge1-y dezer Stad, doen blyken, dat U Ed Gr. Achtb» affceerig zyn, om eene Propofitie, welks doeleinde zoo wel met die door U Ed. Groot Achtb. dikwerf gemanifesteerde principes van Regeering, als met de meer en meer algemeen geworden denkbeelden Van de Ingezetenen ftrookte, op eene indirecte wy* ze, niet flechts illufoir, maar zelfs fchaadelyk te doen worden. Redenen, waaromme de Ondergeteekenden zich tot U Ed. Groot Achtb. keeren, met allen eerbied, doch tevens met den meesten nadruk verzoekende,,, en ten aflercrnitigden daar op infteerende; dat het U Ed. Groot Achtb. behaagen moge, om de opgemelde Heeren Gedeputeerden Hendrik Mcilman» Cornèlis Munter en Franc van der Goes, HUeo, immers ten allerfpoedigfttó, te rappelleeren, èn wyders van wegens deze Stad en Burgery ter eerller Staats-Vergadering te doen verkïaarenï dat Hun Ed. Groot Achtbs,, wel verre van de demming van opgemelde Heeren Gedeputeerden te ho« mologeeren, dezelve in tegendeel als tegen U Ed, Groot Achtb. gemanifesteerde intentie , by de benoeming der dikwils gèmelde Commisfie, in CöBformité van de Nominatie van de Ridderfchap tóit XX. Dsel> R &  258 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gebracht, expresfelyk en volkomen disapprobeeren, eD dat Ü Ed. Groot Achtb. daar tegen de Item dezer Stad, ten opzichte van de benoeming derzelver Commisfie, voegen by de Nominatie van Dordrecht : Haarlem en andere zeven Steden, welke daar mede hebben ingeftemd: dat U Ed. Groot Achtb. voorts het gedrag door de Heeren Penfionarisfen van Berkel en Visscher, by die gelegenheid ter Staatsvergadering gehouden, volkomen approbeeren, en dat U Ed. Groot Achtb. voortaan , als Gedeputeerden ter Staatsvergadering van wegens deze Stad, gelieven te committeeren, alleen de twee voornoemde Heeren Penfionarisfen ; ofte anderszins met en benevens dezelven zoodaanige Heeren Raaden, waar in de Burgerye dezer Stad een genoegzaam vertrouwen field, en welke behooren tot de bekende Minderheid: referveerende de Ondergeteekenden voorts aan zich het nemen van zoodaanige gepaste maatregelen, ten opzichte van de Voornoemde Heeren Hendrik Müilman, Cornelis Monter en Franc van der Goes , als dezelven in tyd en wylen zullen oirdeelen te behooren. 't Welk doende &c. N°. 1633. Extratt uit de Refoïutien van de Vroed' fchap der Stad Amfieldam, waar by word goedgevonden en verftaan, de Heeren Gedeputeerden ter Dagvaart, Müilman, Munter en van der Goes te rappelleer en, en te disavoueeren het gehouden ge, drag dier Heeren ter Staatsvergadering &c. In dato den 3 April 1787. Burgemeesteren hebben aan den Achtbaaren Raad voorgedragen,dat, even voor het aangaan van den Raad, door den Collonel Goudoever, verzeld van meer dan 100 Officieren van de Burgery, (nadat hun te vergeefs door den Secretaris Huyghens, op ordre van Burgemeesteren was voorgefteld, dat ge-  'éi Géeufienisfeh in ïi^i énz. vWrgev&ïM. 25$ gemelde Collonel alleenlyk met 4 of 5 Officieren zich in de Kamer van Heeren Burgemeesteren zoude vervoegen,) was overgegeven, en door dea Kapitein Gales voorgelezén een Request, onderteekend, zo als zy zeiden, door hun allen, houdende aan Burgemeesteren en zes- en- dertig Raaden , en contineerende diverfe pofitiven en veri zoekeö omtrent het voorgevallene ter Vergade. 'ring van Holland , by de benoeming van de Lé. den, by de Commisfie, gedecerneerd óp het tweede lid Van de bewuste Propofitie van Haarlem. Dat na de leóture van dit Request door hun warén overgegeven nog drie andere Requesten, géi teekend door diverfe Perfoonën, zich qualificeéi rende Burgers en Inwooners dezer Stad, en, zod gezegd Wierd, zaakelyk van den zelfden inhoud, als het eerstgemelde Request, dragende den gemelden Kapitein Gales wyders mondeling voor, 'een verzoek, dat gemelde Request nog heden ter deliberatie van den Raad zoude worden gebracht. Dat de Heer Burgemeester Hóóft, in prasfentiè Van meergemelde Collonel Goudoever en allé' dé overige Officieren, heeft gedeclareerd, dat hy at* Burger van Amfieldam het gemelde Request Wel Wilde teekenen, met deszelfs inhoud vólkomen inïtemde, en als Burgemeester het zelve ter kennisfe der Achtbaare Raad zoüde brengen, en de.tweè andere Heeren verzogten, dat dé Collónel Goudoever en verdere Officieren, zich uit dé Kamer Van Hun Ed. Groot Achtb. geliefden te rétireerenj ten einde in de Haaren over de geprefentéerde Re(questeh te kunnen delibereefen. Dat Zy Heeren Burgemeesteren vóór zóó verrè de korte tyd zulks toegelaten had, dezelve geëxai rriineerd hebbende, bevonden hadden*, dat de gédaane verzoeken hoofdzaaklyk tot drie kónden Wer» den gebragt, als: ï. Een verzoek, om de Heeren Gedeüüteërdéa ter dagvaart, Munter , MuiLitfcAN ëh vAn b£ft O0B6, te rappelleerem E I h> Eei  affo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot 2. Een verzoek, om met disapprobatie van't gei drag dier Heeren, op laatstleden Vrydag ter Staatsvergadering gehouden, en met approbatie daar en tegen van het gedrag der Heeren Penfionarisfen van Eerckel en VisscHER,de ftem dezer Stad, ten opzichte van de benoeming in de meergemelde Commiffie, te voegen by de nomicarie van Dordrecht,' Haarlemen de zeven andere Steden, enten 3. Om voortaan ter Staatsvergadering van wegens deze Stad alleen te committeeren de voornoemde twee Penfiorarisfen, ofte anderszins mét en benevers dezelve zcodaanige Raaden, waar in de Burgery dezer Stad etn genoegzaam vertrouwen fiel«. de, eD welke behooren tot de bekende minderheid. J -at Heeren Burgemeesteren hier over gedelibereerd htbb(nde, de Heer Burgemeester Hooft var gedachten was geweest, dat de voorgemelde Requeste ter kennisfe en deliberatie van de Vroedfchap behoorde te worden gebragt, terwyl de twee andere wel van gedachten waren, om de gemelde Rtquesten ter kennisfe van de Vroedfchap te brengi r , maar teffer.s dat dezelve geen objecfen van deliberatie konden uitleveren. — Het eerfte en dcde poirct, uit hoofde van de Refolütie van den Achtb. Raad in den jaare 16?5 op dat fubjefl: genomen; eD het tweede poinct, om dat die zaak reeds was afgedaan, zynde de benoeming van de Heeren, tot de voornoemde Commisfie by hunne Refolütie van den Achtb. Raad aan Heeren Gedeputeerden ter dagvaart overgelaten, en de daadlyke benoeming vervolgens door eene wettige Refolütie van de Heeren Staaten van Holland finaal geconcludeerd. Waar op het gemelde Request van Collonel en Burger-Officieren gelezen, en omvrage gedaan zynde, is goedgevonden en verfiaan, de Heeren Gedeputeerden ter dagvaart, Muilman, Munter en van der Goes te rappelleeren, en te desavoueeren het gehouden gedrag dier Heeren ter Staats. Ver-  de Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 2i gemeester, en D. Hooft Gerritsz. , de Graaf, Boreel, van Leyden, Abbema, Hovy, Bicker, van Lenner, van der Hoop Gysbertsz., Tem*iink, van Weede, de Witt, en D. Hooft * referveeren ziek tegens de gedaane aanteekening en pretext,zoodaanige contra-.aanteekening en demarche als zy zufien noodig oirdeelen. («ar get.) H, Hüyghens. Na 1034. ExtraSt uit de Refoïutien van de Heeren Staaten v n Holland, behelzende Contra-Aanteekening van zeven Steden, tegens het Declaratoir van. negen Stéden,, betrekkelyk het benoemen van Gecommitteerden tot het onderzoeken van een behoorlyke folks-invloed fcfe. In dato den 6 April 1787. De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Rptterdam, Brielle, Hoorn, Enkhuizen, Êdaro en MedembMk hebben, uit krachte hunner referve van contra-Declaratoir op het Declaratoir door de Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Haarlem, Leiden, Gouda, Schiedam, Schoonhoven, Alkmaar, Monnikkeudam en Purmerende, °n. den, SQften der, gepasfeerde maand gedaan, en daags  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 263 daags daar aan ter Vergadering geëxhibeerd (*), geremarqueerd, dat, wanneer men zonder vooroirdeel inzag de Refolütie van Hun Ed. Groot Mogenden van den 23ften bevoorens tot benoeming van eenige Leden der Regeering dezer Provincie, tot het einde daar by breeder befchreven, het al aanflonds in het oog moest vallen, dat dezelve Refolütie, ten aanzien der te decerneerene Commisfie, was leggende in de generaale Termen, zonder dat daar by eenigszins was bepaald, op hoe veel Perfoonen dezelve zoude behooren te vallen, en dat dus ieder Lid der Vergadering de faculteit had, om uit hoofde van eene vrye en ongedwongene deliberatie, daar toe te benoemen zoo veele Perfoonen, als aan het zelve naar maate van de importantie der zaak en het intrest van alle de Leden, het meest gefchikte voorkwam; dat intusfchen deze zaak by hun was geconfidereerd geworden van het alleruiterfte belang, en wel zoodaanig, dat zy Gedeputeerden met fiducie durfden affirmeeren, dat 'er federt de Ereclie van de Republiek geene Propofitie zoude gevonden worden, die daar by evenaarde; eene zaak vervolgens, welke byzondere attentie meriteerde, en waar in alle de Leden van deze hooge Vergadering, zelfs by een preliminair onderzoek, ten hoogflen geïntresfeerd waren, en dat het zelve byzonder betrekkelyk was op zulke Leden, welke niet uit zich zelve, maar op expresfe last van de Heeren hunne Principaalen, begrepen hadden, dat in dezen behoorde te worden nagegaan en geëxamineerd, of en in hoe verre, zonder krenking der thans gevestigde Regeeringsform en Privilegiën, of loflyke Costumen der respective Steden, aan den inhoud dier Propofitie, al of niet zoude kunnen en behooren te worden voldaan. Dat zy Heeren Gedeputeerden in dat denkbeeld met de Heeren hunne Principaalen ftaande, 'er, naar (*) Zie bier voor bladz. 251. R. 4  S6"4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot naar hun inzien, geen beter middel was, om aan dat heilzaam oogmerk te voldoen, dan dat ten minften aan den Gecommitteerden van ieder Lid gelegenheid gegeven wierd, om in de te houden Befoignes van hunne particuliere Stads Privilegiën, des noods opening te geven, en daar van zoodaanig gebruik te maaken, als zy zouden raadzaamst oirdeelen, en dat dit alleen, en geen ander oogmerk hoe genaamd, hoe ongunftig het zelve ook by het Declaratoir wordt voorgedragen, den eenvoudigen en waaren grond had uitgeleverd, datzy Heeren Gedeputeerden gemeend hadden verplicht te zyn, om daar toe uit ieder Lid der Vergadering één Heer te benoemen. Dat zy Heeren Gedeputeerden na dat eenvoudig expofé van hunne intentie, en niet begeerende in dezen het voetfpoor te volgen van de Heeren Gedeputeerden der Degen Steden, mitsdien ook niet van voornemens waren te beantwoorden de haatelyke infimulatie, by het voorfchreven Declaratoir gedaan, als of |et vervullen van de Commisfie op die wyze, gelyk ten dezen nu was gedaan, bewyzen zoude inhouden van eene begeerte, om dezelve van het begin af aan onnut te maaken &c, terwyl zy Heeren Gedeputeerden de ongemefureerde expresfien en driftige uitdrukkingen in het voornoemde Declaratoir vervat, en welk Declaratoir (met wat oogmerk, zullen zy Heeren Gedeputeerden daar laten), ook terftond door de Nieuwspapieren is publiek gemaakt, eenig en alleen attribueerden aan een ongenoegen van fommige Leden , van is dezen te zyn overftemd- Dat zy Heeren Gedeputeerden wyders niet koaden zien, dat een aantal meerder Leden tot onderzoek van eene zaak van dat gewigt, nadeel aan de zaak zelve zoude toebrengen, veel min dat daar door eene waarfchynelyke verydeling der hoop van de geheele Natie te duchten zoude zyn, dewyl hoe gewichtiger de materie was, hoe noodzaakly. ieï het wierd, om de zaak met alle attentie te exa-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. aöy mineeren, en dat in gevalle het mogt gebeuren, dat door een meerder aantal van Leden mogt worden veroirzaakt, dat tot het examen daar van eea weinig tyds meerder wierd vereischt, zulks in eene materie van zoo veel confiieracie, als deze was, van geene de minfte ingresfle behoorde te zyn; terwyl zy Heeren Gedeputeerden eindelyk van haften wenfchende, dat het examtn van dit werk met den eerften worde aangevangen en fpoedig voltrokken, zich verzekerd houden, dat de Gecommitteerde Heeren, welke zier deze Conmisfie hebben laten welgevallen, alles zullen contribueeren, wat mooglyk is, tot acceleratie van dit werk, en daar door met de daad zullen betoonen, de ongegrondheid der verdenkingen, waar mede men het Publiek omtrent het zelve werk, heeft getracht in te nemen en te prceoccupeeren. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben zich met dit contra-Declaratoir geconformeerd. De Heer van Wassenaar , Heer van Starren, burg, heeft tot het voorfchreven contra-Declaratoir niet geconcurreerd. De Heeren Gedeputeerden der Sleden Dordrecht, Haarlem, Leiden, Amfteldan, Gouda, Schiedam, Schoonhoven, Alkmaar, Monnikkendam en Purmerende, hebben tegen het voorfchreven contra-Declaratoir aan de Heeren hunne Principaalen zooiaanige contra-Infertie gereferveerd, als dezelven zullen te raade worden.  2(55 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N°. 1635. Aanteekening van de Raaden in de Vroed, fchap te Amfieldam, Müilman, Munter en van der Goes, tegens de Vroedfchaps- Refolütie van den $den April jongstleden; benevens de daar by gevoegde Misfive. In dato den 14 April 1787. De Ondergeteekende Raaden in de Vroedfchap der Stad Amfieldam, by derzelver Protest tegen de Refolütie van den gden April jongstleden, aan zich gereferveerd hebbende, het doen van zoodaanige nadere Aanteekening, als zy zouden meenen te behooren Jhebben dien conform goedgevonden, jn de Notulen van de Vroedfchap het navolgende te doen irfereeren, ten einde daar door zoo wel van de toedragt dezer zaake, in deszelfs geheele verband en famenhang, als van het notoir ongelyk, hun by voorfchreven Refolütie, zoo onverdiend als tegen alle orde van Regeering en Rechten aangedaan, ten allen tyde op eene wettige en legale wyze te doea blyken. Ten welken einde de Ondergeteekenden dan voor» eerst aanmerken, dat zy precifelyken punctueel voldaan hebben aan den last hun gegeven. Dit blykt uit de bloote vergelyking van dien last met het gene, dien ten gevolge, door hun verlicht, en ter Vergadering van Holland voorgevallen is. By Refolütie van dezen Achtbaaren Raad van,den 1 February 1787, eenparig genomen, hadt men dezer Stads Gedeputeerden ter Dagvaart gequalificeerden gelast, om in het decerneeren van de bekende Commisfie, door of van wegens de Stad Haarlem ter Vergadering van Holland gedaan, te confenteeren, en in het ftellen van één dag tot benoeming van Leden tot dezelve te concurreeren. By Refolütie van dezen Achtbaaren Raad van den 2oflen Maart daar aan volgende, medeeenpaariggenomen , was goedgevonden en verftaan, de benoeming te laten aan de Heeren Gedeputeerden ter Dagvaart ; terwyl laatftelyk Gedeputeerden, niet uit naam  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 2S7 naam van dezen Achtbaaren Raad,maar alleen door Heeren Burgemeesteren, by derzelver Misfive van den 22ften Maart laatstleden, verzocht zyn geworden, van wegens deze St"d voor te draagen, den Heere Mr. B. E, Abbema: blyvende voor het overige het benoemen der verdere. Leden, zoo wel als derzelvep getal, aan de prudentie en het goedvinden van Gedeputeerdens ter Dagvaart overgelaten. Wanneer nu hier mede vergeleken wordt, het gene door de Ondergeteekenden verricht, en wyders ter StaatSr Vergadering voorgevallen is, dan zal ieder onpartydige verbaast ftaan,over het gene hun dieswegens is overgekomen. Men wete dan vooraf, dat, offchoon de Heer van Lennep voor deze Commisfie juist gefchikt,ïn de particuliere gefprekken, by hun gehouden in geene geringe confideratie gekomen was, en de Ondergeteekenden dezen Heer waarfchynelyk zouden voorgedragen hebben; Gedeputeerden echter hier van afgezien hebben, alleen op het voorfchreve verzoek van Heeren Burgemeesteren: hebbende de benoeming der 19 Heeren tot deze Commisfie, zich. wyders ter Vergadering van Holland op de navolgende wyze toegedragen: By de eerfle omvraage benoemden de Heeren van de Ridderfchap, negenden Leden, te weten één uit hunne orde, en één uit elke Stad.— Dordrecht, by wien Haarlem en Leiden zich voegden, benoemden daar en tegen agt Leden, eenige Sceden van het groot Befoigne pasfeerende, zonder dat de Ondergeteekenden de reden daar van weten. De Ondergeteekenden, aan wier beleid en prudentie zoo wel de keuze als het getal der te benoemene Perfoonen, by eenpaarige Refolütie van de Vroedfchap overgelaten was, hebben, met betrekking tot het getal, begrepen, dat uit elk Lid der Vergadering de vryheid gelaten moest wordea r> n iemand voor zich te kiezen- Hier om hebben de Ondergeteekenden dan o fey de eerfte qmnaag?»d.en Heere Awzm sJtéé be- Sr ' %  J*58 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot noemd, en wyders geadvifeerd, dat de verdere benoeming overgegeven , of gelaten moest worden ter dispofitie van elk der Leden. — Niemand van al de Leden ondertusfchen, by de eerfte omvraage, het recht van benoeming gereclameerd hebbende, de dag wyders finaal bepaald, en geere bedenking al. toos tegen iemand van de Leden, door de Heerea van de Ridderfchap geproponeerd, germakt zynde, zyn de Ondergeteekenden, by de tve? e omvraage, om tot eene afkomst van zaaken te komen, genoodzaakt geweest zich nader over de benoeming zelve te moeten expliceeren, en z?ch wyders te vougea by het voorftel der Ridderfchap, aN het naast met hun gevoelen en den last van den Achtbaaren R«ad overéén komende; zoo echter, dat zy, by dé d rde omvraage , nog wederom geproponee?d en inftantim gedaan hebben, om de benoeming over te laten am de Leden der Vergadering, om elk iemand uit den haaren daar toe te despicieeren. De Ondergeteekenden, die tot ftaaving van dit verhaal, zich gerustelyk durven beroepen op alle die geneD, die de Vergadering van Holland , te dier gelegenheid, bygewoocd hebben, houaen zich verzekerd, dat hier uit ontegenzeggelyk volgt en blykt, dat het niet de fchuld van de Ondergeteekenden is, indien 'er, gelyk thans met veel ophef, zonder eenig bewys altoos, om het gedrag der Ondergeteekenden haatelyk te kunnen maaken, voorgewend wordt, onder de benoemde Leden één of meer mogten gevonden worden, die voor eene Commisfie, v&n aart als deze, minder gefchikt waren,maar wel van de overige Leden van Holland zelve, die niet goedgevonden hebben het voorftel van de OrdergeteekecdeD, op den waaren en gemanifesteerden zin en meening van dezen Achtbaaren Raad berustende, te i dopteeren. Zy hebben dus de benoemde PerfooDen met voorgedragen. Verfcheiden derzelver kennen zy noch van perfoon, Doch by geruchte. Zy hebben geen benoeming altoos willen doen,en, uit hooge nood, zich moetende bepaalen, geen andere  ie Gebeurtenisjen in 1787 enz. voorgevallen. so> fiere weg opeD gehad, daD te kiezen, of de agt Le. den door Dordrecht voorgedragen, op welke geene perfoonèele bedenking gevallen was, of wel de «egentien Leden door de Ridderfchap geproponeerd, op welke roede geen een éénige perfoonèele bedenking; gemaakt was: welk laatfte zy echter niet anders, dan onder beneficie van hun gedeclareerde gevoelen van privative benoeming, gedaan hebben» en hebben moeten doen, zoo om het gemanifesteerde begrip van dezen Achtbaaren Raad, waar van hier na blyken zal,als om dat zy voor zich zeiven van oirdeel waren en nog zyn, dat tot eene Commisfie, van aart als deze,,en van zulk een overgroot gewicht en belang, niemand der Leden van de Vergadering vaa Holland uitgefloten koa of moest worden. Wanneer de Ondergeteekenden dierhalven de redenen , voor dit hun gevoelen pleitende, zullen opgegeven hebben, en deze genoegzaam zyn,om ocpartydigen te overtuigen van derzelver gewicht en gegrondheid , dan mogen de Ondergeteekem den het daar voor, zoo zy verzekerd zyn, hou*den, dat zy de justificatie van hun gedrag tot ee. ne demonfiratie gebracht hebben. De redenen nu voor het begrip, dat 'er uit elk Lid der Vergadering iemand tot deze Commisfie be noemd moest worden, zyn de volgende: I. Het overgroot gewicht der zaake zelve, alï over niets minder zich uitftrekkende, dan over d< eerfte en gewichtigfte belangen van het gantfcht Volk in 't gemeen, en van de respedtive Stedet en Leden van dien in 't byzonder. — Dit groot gewicht der zaake is in confesfo, en behoefd geer nader betoog. II. De aart en onderwerpen , waar over dez? Commisfie gaat, die zich niet alleen tot de Provin ciaale Regeering bepaalen, maar zich ook tot dit der Steden zelve uitftrekken; door welke omftan digheid alleen het noodzaakelyk wierd, uit elk der Steden iemand te hebben, ten einde deze aan ór. Com-  27Q Verzameling van Stukken betrekkelyk M Commisfie de noodige informatien, als anderszins i zoude kunnen geven wegens de byzondere Hand. vesten, Privilegiën, oude en Joftelyke Herkomen eö Gebruiken van deze of geene Stad, Welkeengekrenkt bewaard, of daar dezelve verkort mogten: zyn, grondwettig herfteld zouden moeten worden. III. Eene derde reden, uit de zoo even gemelde afgeleid en voortvloeiende, is, dat alleen door dusdaanig eene Commisfie uit den Weg geruimd wierden, of konden worden, zeer veele particuliere dif. ficulteittn, die anders ten principaalen niet alleen aanleiding tot misverftand en verwydering zoüden kunnen geven, maar die boven dien nog het hoofdoogmerk der Propofitie, geheel uit het oog zouden kunnen doen verliezen*. IV. Het waare en gemanifesteerde begrip van dezen Achtbaaren Raad, blykende zoo üit de motiilen, op welke zy in de Propcfiiie van Haarlem eenfaarig confent gedragen heeft, als het gedrag, federt door den Raad en Heeren Burgemeesteren gehouden. De Ondergeteekenden meenen niet beter te knnnen doen, dan wegens het eerfte, de «zoriven naamelyk, welke den Raad éénpaarig bewogen hebben de Propofitie vaD Haarlem te aggreëeren, de eigene woorden van den Raad hier te laten volgen. " ■ Het motief Was: zod om het gewekene vertrouwen te rug te brengen , als na een fcrupuleus onderzoek te kun* „ nen bepaalen welke afwykingen van de waart 3, Conftitutie weggenomen, en welker verwaarho„ zing der Privilegiën, zoo van de Ingezetenen M „ 't gimeen , als van de lesptëtive steden en ,, districten in 't byzcnder, verbeterd zou„ den kunnen en behooren te worden". Moest dit gefchieden, dan volgt per fe, vit krachte van den regel qui vult finem, vult média, dat de waare en gemanifesteerde meening van den Raad, geene andere kan geweest zyn, dan dat uit elk Lid der Vergadering iemand be*  £$ Gtlmrtenisfeh in 1787 enz. voorgevallen. 27^ benoemd zoude worden: notoir en kennelyk fcynde, dat 'er weinige Lieden in de gantfche Repubiiek gevonden worden , die zoodaanig een naauwkeurige en exacte kennis van de Conftitutie der Regeering, in alle de respective Steden hebben, als 'er vereischt wordt, om daaromtrent geene misflagen, van meerder of minder gewigt, te begaan, die» hoe gering dan ook op zich zelve, echter, by gelegenheid van Deliberatien van zoo een delicaaten aart als de tegenwoordige, de nadeeligfte gevolgen, ja het geheel te niet loopen van de Commitfie konden met zich fleepen: waar door dus, zoo al niet de abfolute noodzaakelykheid, ten minften de tastbaare nuttigheid en gepastheid der benoeming van één Perfoon uit elke Stad, buiten bereik van eenige redelyke twyfféling gefteld wordt; en waar uit al verder volgt, dat de Ondergeteekenden zich waarlyk èn in de daad verantwoordelyk gefteld zouden hebben wegens het te buiten gaan van hunnen last, indien zy eene Oppofite Conduite gehouden hadden. Vooral daar 'er van die waare en gemanifesteerde wil van den Raad nog nader aan de Ondergeteekenden gebleken was, uic hét verder gebeurde. Öp het herhaalde fchryven der Penfionarisfen, verzoekende gemunieerd te zyn met oröfës. NB. niet ter benoeming van Allé de Perfoonen voor deze Commisfie, maar ter benoeming van één Heer van wegens deze Stad, heeft de Raad befloten die benoeming, dat is dus de benoeming van één Heer van wegens deze Stad, te laten aan de Heeren Gedeputeerden ter Dagvaart. De Raad heeft niet befloten in last te geven a dat de zaaken daar heen gedirigeerd zouden worden, dat één Heer uit deze Stad in de. Commisfie kwam, gelyk in de Commisfie wegens de Mediatie van Utrecht, en andere, onlang» be-a  kt*. Verzameling van Stukken befrekkelyk tet benoemd, gèfchied is, en buiten twyffel ge» fchied zou zyn, byaldien men niet onderfteld bad, dat aan ieder Lid, des begeerende, de keuze om iemand uit zyne Stad te benoemen, overgelaten zou worden , — neen — de Raad heeft Jtellig en fofitief gewild, dat 'er een Heer uit deze Stad in de Commisfie zyn zou, de benoeming echter aan Gedeputeerdens latende. In dit begrip zyn wyders ook klaarblykelyk geweest Heeren Burgemeesteren , die Gedeputeerden mede ftellig en pofitief verzogt hebben, den Heer Abbema van wegens deze Stad voor te dragen, zonder dat Hun Ed. Groot Achtb., zoo min als de Raad, zich wegens de benoeming der óverige Leden immer, zelfs niet by forme van Recommandatie, geuit hebben. V. Betöepen de Ondergeteekenden zich, met betrekking tot het getal der Leden, nog ten overvloede op het gebruik in diergelyke Commisfien van belang plaats hebbende; zynde nog zeer onlangs, te weten op den ï\den February dezes jaars, door Hun Ed. Groot Mogenden tot het onderzoek der bnmes van de Uitvoerende macht, niet minder dan zestien Perfoonen genomineerd geworden. Waren 'er tot die Commisfie, die, hoe gewichtig dan ock van aart op zich zelve, buiteD tegenfpraatr van oneindig minder extenfie, of uitgebreidheid is, dan de tegenwoordige, volgens het gevenereerd oirdeei van den Souvérein zelve, zoo veele Perfoonen noódig; de ' Ondergeteekenden laten zich, onder eerbiedi. gecorredlie, voorftaan, dat de Soüverein, om confequent te zyn , hier in op gelyke wyze handelen moest. Op alle deze redenen en gronden, berast het begrip van Ondergeteekenden. Nimmer hebben zy dezelve, noch in de Vergadering, nóch daar buiten, behoorlyk hooren beantwoorden, of weerleggen, — Ja wat meer is,zy hebben geene reden al* toos  Se Gtbwtenisjen in 1787 enz. voorgevallen. «7^ ,'tcos hooren allegueeren, tot ffaaving van het begrip van die Leden , die voor eene Commisfie vaa agt ■Ferfüonen geleemd neooen. In het Declaratoir of Aanteekening tegen de Refolütie, door Gedeputeerden der Stad Dordrecht D« «w^rp T.P^pn. Hie zich bv Dordrecht aevoegd hebben, gedaan, wordt zelfs hier van geene ande¬ re opgegeven, dan aneen, aai uie neereu vjcucyuteerdens van gedachten geweest zyn, dat de Commisfie, om wezentlyk van vrucht te zyn,hadt behoo,. ren opgedragen te worden aan een Winder aantal van Leden.— Tegen die gedachten, zonder eenigè reden bekleed, ftaat de gedachten van de OndergeteekendeD, door zoo veele redenen geftaaft, over. ?— Ja zy meenen, dat hoe zeer het dan ook, in 't •algemeen, voor eene onbewistbaare waarheid gehouden kan worden; dat men van Commisfien vaa een kleiner getal Perfoonen doorgaans , niet altoos meer vrucht te wachten heeft, in dit geval echter de benoeming van één Perfoon , uit elk Lid der Vergadering, fpeciaal om de reden hier vooren ju» N°. 3. geallegueerd, onvermydelyk was; ja dat zonder dusdaanig eene benoeming, de difficulteiteh ten principaalen', licht wel geheel önoverkomelyk «ouden bevonden zyn. . . Dat men overzulks die Leden van Holland,welke, met uitfluiting van eenige Steden van het gróót Befoigne, voor een kleiner getal geadvifeerd hebben, met veel meer recht te gemoed zoude kunnen voeren; dat het vervullen van de Commisfie, op den voet by hun geproponeerd, de bewyzen zon opleveren van eene begeerte,om dezelve ten principaalen onnut te maaken. , , V," -j' ■■ Dat zy Gedeputeerden-, in allen gevalle, door fiet invsege voormeld, gemanifesteerde begrip vau dezen Achtbaaren Raad, en zonder daar,Van te deVieeren , het getal der te benoemene Perfoóhënniet wel minder zouden hebben kunnen bepaalen. Mén zegge niet, dat.de 'Ondergeteekenden aaïi het gevoelen der Stad Haarlem hadden móeten «ftXX. Deeê» S J*  £74 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Ureeren, om dat deze Stad de Propofitie tot het de« cerneeren dezer Commisfie gedaan had. Gaarne advoueeren de Ondergeteekenden , dat zy diergelyk eene deference zeer gaarne in alle die gevallen zouden oefFenen, waar in zulks, behoudens den last, door hunne Principaalen gegeven, en behoudens 's Lands best, maar eenigszins konde gefchieden. Maar nimmer zullen zy aan redenen Van deference het oor leenen, wanneer de zaak zich niet in die termen bevindt; dan zullen zy handelen gelyk zy in dezen gedaan hebben, en zich tot jus. 'tificatie van dit hun gedrag beroepen op het gene, onder anderen , die Stad zelve nog zeer onlangs,in Dog veel fterker geval, verricht heeft, en nader uit de Notulen van Holland, van den 26 January en a February 1787» bly ken kan: — waar omtrent de Ondergeteekenden alhier kortelyk noteeren zullen, dat men, in dat geval, zoo met betrekking tot de bepaaling van de plaats, als met relatie tot de be. noeming der Mediateurs, direct, tegen het gedeclareerde begrip en protest van den Raad dezer Stad voortgegaan is; hoe zeer de benoeming dier Commisfie zelve, juist, even gelyk hier, een gevolg was van eene Propofitie, van wegens deze Stad ter Vergadering van Holland gedaan , en waar toe deze Achtbaare Raad eenpaarig befloten had. Dit zy genoeg tot justificatie van het gehouden gedrag van de Ondergeteekenden zelve. Zy voegen 'er nü, met betrekking van de wyze der behandeling, die men tegen hen geoeffend heeft, ten tweeden, by: Dat zy, in weerwil van alle die en andere redenen, zonder behoorlyk onderzoek van zaaken, veroirdeeld zyn. — Dat hun de weg ter behoorlyke verdediging geheel en al is afgefneden, en deze zaak met eene pracipitance, zonder voorbeeld, behandeld is. — Dat met een zeer geringe meerderheid de Refolütie ten cSdeele van de Ondergetee7 nden, in voege voorfchreven, genomen is: hoe ï-^r en het gewicht der zaake, en het conftante ge-  tt 'Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 275 | feebruik vorderden en eischten,dat deze zaak, even ifelyk in foongelyke gevallen altoos plaat? gehad heeft, zonder dat 'er één éénig voorbeeld van hec tegendeel is, of km zyn, alvoorens Commisforiaal 'gemaakt en onderzocht hadde moeten worden, en niet, zoo als nu, door eene nadeelige decijie, alle I verder onderzoek vóór de Ondergeteekenden ia* I'frucïueus te maaien. De Ordergèteekenden Zeggen, inde derdeplaats; | dat zy, behalven eene bloote voorlezing , geen$ I kgaale kenris bekomen hebben van de befchul! digiDg.-m, ten hunnen laste ingebracht;. Nimmer, 1 zelfs niet op dit oógenblik, is hun gegeven Copie l van de Reques'en , in zeer grooten haast getee. 9 kend door eeD groot aantal Leden van den Krygsj raad en anderen. Zy zyn dus tot op dit oogenI blik buiten ftaat gefteld , om zich , wegens dè j daar in voorkomende befchuldigingen, op eene behoorlyke, op eene wettige en legaale wyze, te kunnen verantwoorden. Alleen hebben zy in verfcheiden Couranten een Request gevonden, het gene als authenticq en echt aangekondigd wordt, zonder dat zulks tot nóg toe gedisadvoueerd is geworden. Welk laatfte de Ondergeteekenden permoveerd, om op hetzelve, tot vindicatie van hun eer en gehouden gedrag5 edoch ter loops, een en andere remarque te maaken , en wel: Dat de inhoud van dien, voor zoo verre die esnige betrekking op het gedrag van de Ondergeteekenden heeft, en verder concerneert hun die inhoud m 't geheel niet, eene opeénftapeling van. 'de eene onwaarheid op de andere bevat. — Dat dïenvolgende de Steller van het zelve, ten minften de Teekenaars van dien, door verkeerde informa tien misleid en bedrogen zyn geworden. Dat dit blyken kan: ■ ' • I. Daar uit, dat men het by het Request aoet voorkomen , als of het tweede Lid der Pröpofttie van Haarlem door de Ridderfchap en eèaige  276 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot andere Staats-Leden met alle macht tegengefproken zoude zyn. Terwyl ondertusfchen, onder de na, te meldene modificatie, alle de Leden eenpaarig in de Propofitie van Haarlem geconfenteerd hebben: gelyk blykt en uit de Refolütie van Holland zelve, en uit het concurreeien van alle de Leden in de benoe* ming tot deze Commisfie; hebbende de Ridderfchap en eenige verdere Leden van Holland alleen op de extenfie van de Refolütie, zoo als die was leggende, bedenking gemaakt, zo het fchynt, .om dat daar by , naar hun begrip, niet genoeg bleek K dat deze Commisfie gedecerneerd wierdt, behou. dens en ongeprèjudiceerd de Handvesten, Privilegien en welherbrachte Costumen en Gewoontens van den Lande in 't gemeen, en van de respeótive Steden in 't byzonder: het welk by de overi. ge Leden van Holland begrepen wierdt, dat niet explicité- behoefde gemeld te worden, als van zelfs fprekende: gemerkt het fchenden en krenken vaa 's Lands Rechten en Privilegiën, voor welker bewaaring en verdediging men, onder anderen, eenen- tachtig jaaren oorlog gevoerd had,zonder zich daadelyk aan ontrouw en meinéédigheid fchuldig te maaken, geen plaats altoos hebben kan. — Dat hier uit volgt: ] I Dat het eene notoire onwaarheid is, dat de Ondergeteekenden zich, by gelegenheid van de deliberatien over de benoeming van de Commisfie, zouden afgezonderd hebben van alle die Staats-Leden, welke tot de Conclufie zelve van de Propofitie ge-, concurreerd hadden , naardemaal alle de Leden, niemand uitgezonderd, wel verre van zich met alle macht tegen de Propofitie der Stad Haarlem te oppofeeren, zoo als men zulks by Requeste abufivelyk doet voorkomen, in tegendeel in dezelve Propofitie daadelyk geconfenteerd hebben. — De Ondergeteekenden voegen hier by: III. Gefteld al eens, des neen, dat het belang van de Provincie om deze of geene redenen, by de Oadergeteekendea onbekend; doch gewichtiger dan  it Gebeurtenis/en in 1.787 enz. voorgevallen. 877 dan die door hun , ter verdediging van hun ge. drag en gevoelen, geallegueerd zyn, (het gene naauwlyks te ftellen is) gevorderd had, dat man zich met het gevoelen van Dordrecht had moeten conformeeren, dan nog zyn de Ondergeteekenden dieswegens buiten alle reproche hoe genaamd. Om deze peremtoire redenen, dat Penfionarisfen hun daar van geen behoorlyke ouverture , vóór het gaan naar de Vergadering, noch geduurende de Vergadering zelve, gegeven hebbeD ; veel mm eenige reden, voor hun gevoelen militeerende,aan de Ondergeteekenden gecommuniceerd hebben, hoe zeer daar toe genoegzaame aanleiding door de Ondergeteekenden gegeven is. Indien dierhalven al eens, des neen, hier een misflag begaan ware, die zulke ichroomelyke vooruitzichten en gevolgen had, of hebben kon, als men, om het gedrag van de Ondergeteekenden in een haatelyk daglicht te plaatzen, goedvind voor te wenden, Penfionarisfen hadden dien misflag, onder verbetering, kunnen en behooren voor te komen, door aan de Ondergeteekenden de gronden en motiven, voor hun geweien militeerende, mede te deelen , en hun daar door in ftaat te ftellen, dat gevoelen ter Vergadering behoorlyk te appuieeren. Waar is dan hier een misdryf? welke misdaad is hier begaan? ■ hoe en waar in hebben de Ondergeteekenden hun last te buiten gegaan? . Wat, of waar in hebben zy tegen den vaaren zin en het gemanifesteerd begrip van den Achtbaaren Raad gehandeld? waar door hebben zy verdiend zulk eene fletrisfure te moeten ondergaan, als hun aangedaan is? — kan of mag de Raad dis,advoueeren zoodaanige daaden, die door de Gedeputeerden, uit krachte van éénpaarig genomene Befluiten van den Raad ter Vergadering van Holland verricht zyn ? — is het met de denkbeelden van orde,behooren en betaamen, overéén te brengeD, dat befluiten, by eenpaarigheid van den Raad genomen , na dat dien conform door Gedeputeerden S 3 g«'  $?8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gehandeld, en de zaak dus niet meer in zyn geheel, is, ingetrokken, gealtereerd of vernietigd kunnenwor- * den by een gedeelte van den Raad, met eene zeer geringe meerderheid? —w kunnen de Ondergeteekenden zich dienvolgende niet ten hoogften beklagen over ongelyk, hun aangedaan? — op eene eclatante fatisfaftie, en herftel van het aangedaane ongelyk aandringen? —— hadt men hun in lastgegeven , om alleen zoo veele, en juist die zelfde Perfoonen te benoemen , die Dordrecht of Haarlem voorftellen zou? — immers neen; aan hun was de benoeming zoo wel als de bepaaling van het getal overgelaten. Omtrent het laatfte hebben zy alleen een befluit en deciiie genomen, omtrent het eerfte hebben zy de benoeming willen verblyven aan elk der Leden; terwyl zy, alleen om een afkomst van zaaken te hebben, na herhaaling van hun begrip, dienaangaande, uit noodzaakelykheid hebben moeten kiezen, om dat niemand der Leden, buiten Amfteldam, iemand privativelyk heeft voorgedragen. De Ondergeteekenden achten hiermede,immers voor zoo veel zulks voor als nog vereischt werdt, hun gedrag volkomen gejustificeerd, en hunne «0Uire onfchuld in dezen betoogd te hebben. Het gewicht der redenen, ten dien einde, door hun aangevoerd , is hun zoo krachtig, zoo gewichtig,^ zoo ontegenzeggelyk, voorgekomen, dat zy voor zich ten vollen geperfuadeerd zyn, dat, byaldien flechts eenige dier redenen genoegzaam bekend geweest waren aan die Leden van den Raad, die hun gedrag uit een mjn gunftigoogpunt befchouwdhebben, en aan die genen hunner mede.Burgeren , by wien de Ondergeteekenden direótelyk van plicht, verzuim aaDgeklaagt zyn geworden, dit een en ander hun nimmer overgekomen of bejegend zou zyn. Aan het ongeluk der tyden, waar in de par- tyfchap, dagelyks hand over hand toeDeemt, en het wantrouwen tot eene verbaazende hoogte is opgeklommen s fchryyen de Ondergeteekenden, zoo. ' niec'  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 279 niet eeniglyk en alleen, ten minften voornamelyk toe, alle de onaangenaamheden en moijelykheden, die hun van tyd tot tyd aangedaan zyn, en die hun nog verder mogten treffen. — Eene zaak echter troost en beurt hun op, de overtuiging naamelyk, van zich volgens grondbeginzelen vanplicht gedragen, en zich zeiven niet alleen niets te verwyten te hebben, maar in tegendeel overeenkomfiig hunnen eed, by denwelken door hun plechtig voor God aangeno. men is, tot der Steden best te raaden, zonder zich daar van om lief of leed te laaten affchnkken, gehandeld te hebben. Actnm den 14 April 1787* (was geteekend) H. Müilman. F. van der Goes. De Ondergeteekende, mede-Raad in de Vroedfchap dezer Stad, niet zonder ontroering en verbaastheid vernomen hebbende de Refolütie van dezen Achtbaaren Raad van den 3den April jongstleden, waar by het gedrag van den Ondergeteekenden op eene zoo ongehoorde als tegen recht en reden aanlopende wyze, buiten zyn weten, in zyn afwezen veroirdeeld is, protesteert niet alleen tegen dezelve Refolütie van notoire nulliteit, maar conformeert zich wyders met de Aanteekening zyner mede-Raaden Muilman en van der Goes, onder referve van zoodaanige verdere demarches als hy, tot maintien van zyne eer en reputatie, zal vermeenen te behooren. Aftum den 14 April 1787. (was gef.) C. Munter. Deze Aanteekening zonden gemelde drie Raaden aan Hun Ed. Groot Mogenden by dezen brief, van den 15 April 1787. S 4 Ede.  28o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Edele Groot Mogende Heeren' By de Vroedfchap dezer Stad, in abfentie van verfcheide Leden van dezelve, met eene zeer ge» ringe Meerderheid befloten zynde ons gedrag, ter Vergadering van U Ed. Groot Mogenden gehouden, by gelegenheid van de benoeming der Ledenvoor de Commisfie op het tweede lid van de bewuste Propofitie der Stad Haarlem, te improbeererj en te disadvoueeren, niet tegenflaande wy praxifelyk en punctueel voldaan hadden aan den last, ons op dat fubject gegeven, hebben wy ons daar doos genoodzaakt gezien, tot handhaavjng van onze eer én gefchondene reputatie, in de Notulen van de Vroedfchap der Stad Amfteldarn,eene alleszins gepaste Aantéekening tegen de opgemelde Refolütie te doen infereeren. En gemerkt men al verder van die improbatie en dat desadveu van ons gedrag ter Vergadering van U Ed. Groot Mogenden ouverture gedaan heeft, zyn wy daar door th c'e onvermydelyke noodzaakelykheid gebracht geworden , gemelde Aanteekening, eèce provifioneele verdediging van ods gedrag contineerende, insgelyks ter kennisfe van U Ed. Mcw genden te brengen. Hier mede, Edele Groot Mogende Heeren! God Almachtig biddende U Ed. Groot Mogenden te willen zegenen met voorfpoedige regeeriDg, noemen wy ons met den gepasten eerbied, U Ed. Groot Mogenden onderdaanigeDienaar en, (was, geteekend) F. Müilman, C. Monter. E. v...d, Goes. Anjfieldam. den 15 April 1787.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, zit N". 1636. Aanteekening, op den 16 April 1787 door eenige Raaden in de Vroedfchap der Stad Amfiel» dam, in de Notulen van den Achtbaaren Raade gedaan infereeren, tegens de Refolütie by de meer-, derheid der prefente Leden op dan tfden dezer genomen; met welken zoo de Raad d'Orville op den zijlen April, nevens de Raaden Huydëcoper vaa Maarsfeveen, Geelvinck en Alewyn van Myn» den op den ziften April zich hebben vereenigd. De Burgemeesteren Dedel en Bests, nevens da Raaden, }. Elias Arnoudsz,, F. Alewyn, Faas, Graafland, van de Poll, Calioen en Pieter Elias, gebruik maakende van de referve, by hun Protest, op den 3den dezer, tegens de Refolütie, ten zeiven dage by de meerderheid op de Rcquesten van eenige Burgers en Ingezetenen dezer Stad genomen, in de Notulen gedaan infereeren, hebben gedeclareerd: dat zy tegens de by meerderheid genomene Refolütie en wettigheid van dezelve hebben geprotefteerd, zoo ten opzichte van de prEecipitante wyze, waar op die Refolütie geno« men is, als met betrekking tot de inhoud van dezelve. Dat wat de wyze betreft, het toebrengen van atteinte aan het recht van Burgemeesteren ófri Gedeputeerden ter dagvaart te benoemen, als ook; de befchuldiging tegens haare mede-Leden in ;ebragt, in alle gevallen waren van dien aart, dat daar op, zonder af te gaan van 't conftant gebruik, by deze Achtb. Raad geobferveerd, geene Refolütie konde genomen worden, immers zonder dat alvoorens rypelyk was overwogen, of de groDd, waar op Burgemeesteren haar prii/atif recht van benoeming der Gedeputeerden vestigden , al of niet was gefundeerd, gelyk mede, of, en in hoe verre de Gedeputeerden tegens de gemanifesteerde intentie vaD den Achtb. Raad op Vrydag te vooren in de Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden waren aangegaan; dat ook vertrouwen, dat.'er ia S 5,. 4*  282 Verzameling van Snikken betrekkelyk M de Registers van den Achtb. Raad geen voorbeeld van zoodaanige prsecipitante Refolütie in cas vaa verfchillende Advifen, zelfs in zaaken van minder belang, zal gevonden worden. Dat, wat den inhoud van de Refolütie zelve betreft, in de eerfte plaats tot ftaaving van de fustenue van Burgemeesteren, zy alleen zich behoeven te beroepen op de Refolütie van den Achtbaaren Raad van den i Augustus 1685, en op de daar op gevestigde posfesfie, terwyl het incontestabel behoort te zyn, dat eene Refolütie, meer dan 100 jaaren in viridi obfervantia zynde geweest, zonder eenige formeele deliberatie over deszelfs nuttigheid of onnuttigheid aan te leggen, op een eerfte voorftel niet kan, nog mag verbroken worden, vooral niet met eene zoo geringe meerderheid; en dat dit echter de intentie fchynt te zyn geweest, (fchoon het niet ten klaarden wordt uitgedrukt,) blykt daar uit, dat anderszins niet direct had moeten worden gerefolveerd, om de Gedeputeerden, Müilman, Monter en van oer Goes te rappelleeren, nog om de Deputatie alleen te doen beftaan uit de beide Penfionarisfen, zoo lang door Burgemeesteren, en den Achtb. Raad daaromtrent geene nadere Refolütie zoude zyn genomen, maar Burgemeesteren hadden moeten worden verzogt, het voorgemelde Rappél te doen, en de Vergadering verder te laten waarnemen door zoodaanige Gedeputeerden , als zy daar toe zouden willen benoemen. Dat in de tweede plaats op het befluit, om de Gedeputeerden te rappelleeren, en derzelver gedrag te desavoueeten &c, niet als met de uiterfte aandoening hebben moeten ondervinden, dat, hoe zeer by alle befchaafde Volkeren voor een der eerfte gronden van recht, reden en billykheid js aangemerkt, dat niemand veroirdeeld worde, zonder gehoord te zyn op de befchuldigingen tegens hem ingebragt, de meerderheid echter zoo verre gegaan is, om, zonder eenig^reguard tene- m«B  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 282 men op de inftantien van eenige hunner mede-Leden, om, alvoorens een befluic te.nemen, in een te decerneerene Commisforiaal, het gedrag van voorfchreven Gedeputeerden te onderzoeken, en aan dezelve gelegenheid te geven , zich tegens *t gene hen ten laste gelegd wierd te verdedigen, daadelyk tot eene afkeuring van "t gedrag der gemelde hunne mede-Leden te concludeeren, en dezelven te rappelleeren, en zulks, daar een van de drie gedeputeerd geweest zynde Heeren abfent zynde, dezelve in de volftrekte onmooglykheid waren, om zelfs oogenblikkelyk hunne defenfie in te brengen, terwyl ook deze prscipitante en tegens alle principes van recht, reden en billykheid aanloopende handelwyze, met geen de minfte grond kan gecoloreerd worden door een pretext, dat 'er periculum in mora was, aangezien te recht is geremarqueerd, en boven dien aan alle de Leden ten vollen bekend vas, dat de Refolütie ter Vergadering van Holland, op Vrydag wel en wettig genomen, en op Saturdag de refumtie gepasfeerd, en mitsdien geen de minfte reden was tot een overhaastig beftuit, dewyl, indien al de orde van de Staatsvergadering toeliet, dat 'er eenige verandering in gemelde Refolütie konde bewerkt worden, 't zelve zoo wel agt of tien dagen daar na, als jmmediaat, konde gefchieden; kunnende ook de overhaasting niet gegrond worden, op een pretenfe noodzaaklykheid, dat de Gedeputeerden de Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden niet bleven waarnemen, dewyl 'er andere middelen voor handen waren, om, indien men zulks begeerde, de zaak, hangende het onderzoek over de ingebragte befchuldiging, ten eenemaal in haar geheel te doen bly ven, nadien, het Commisfie gedecerneerd wordende, de twee prasfente Heeren, Muilman en van der Goes zouden hebben kunnen worden verzogt zich niet te abfenteeren, ten einde de Commisfie te kunnen elucideeren, en haar defenfie op te geven, en de Heer Munter «fidfc-  •j.84- Verzameling van Stukken betrekkelyk Utl mede kunnen verzogt worden ten dien einde in de Stad te komen, en te bly ven. Dat vervolgens, overgaande tot de grond zelve, waar op voornoemde rappel en desaveu pretenfelyk is fteunende, naamenlyk, dat de Gedeputeer» den zouden aangegaan zyn tegens de gemanifesteerde intentie van den Achtb. Raad, en wel voornaamenlyk (zoo als de meeste Leden zich hebben uitgedrukt) met te concurreeren tot het benoemen van 19 Leden tot de Commisfie, zy met weinig moeite zullen kunnen aantoonen, dat die grond ten eenemaal erroneus is, gelyk zulks ook ten klaarften zoude zyn gebleken, indien, in plaats van zoodaanige prscipitante Refolütie zonder eenig voorafgegaane onderzoek te nemen, de Refoïutien, uit welke gemanifesteerde intentie van den Achtbaaren Raad gepretexeerd is geworden , waren opgenoemd, en het gehouden gedrag van de Gedeputeerden daar mede was vergeleken geworden ; dat a's dan zoude bevonden zyn, dat 'er niet meer dan twee Refoïutien by den Achtb. Raad, betrekkelyk de Propofitie van Haarlem genomen zyn, en dat by de eerfle, de Gedeputeerden alleen zyn gelast, zich met de Propofitie van Haarlem te conformeeren. En by de tweede, de benoeming van een Lid wegens deze Stad aan de Gedeputeerden is overgelaten. Burgemeesteren en Raaden in 't hoofd dezer vermeld, moeten dan aan hunne mede-Leden vragen, uit welke dezer twee Refoïutien is 'er eenige de minfte, veel min gemanifesteerde intentie van den Achtbaaren Raad af te leiden, dat de Gedeputeerden Diet zouden mogen concurreeren, dat uit de Ridderfchap en ieder Stad een Heer benoemd wierd? immers niet uit de eerfte Refolütie, dewyl in de Propofitie van Haarlem geene de minfte men» tie word gemaakt van 't getal der Leden, uit welke die Commisfie zoude beftaaD, terwyl ook uit de tweede niets anders te elicieeren is, als dat  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 285 de Achtb. Raad vastftelde, 'dat uit deze Stad een Heer benoemd moest worden, waar uit geen ander begrip op te maaken is, dan dat ieder Stad eeh Heer moest benoemen. En het is 'er dan zoo verre van daan, dat het benoemen van 19 Le» den eenigszins aanloopt tegens de gemanifesteerde intentie van den Achtb. Raad, dat, in tegendeel, alle de Leden in het hoofd dezes genoemd,geene zwaarigheid maaken om te verklaaren, dat zy gedeputeerd geweest zynde ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden, mede gedeclareerd zouden .hebben van begrip te zyn, dat uit ieder Stad eert Heer, door ieder haarer te benoemen, gecommitteerd behoorde te worden, waartoe door de drie Gedeputeerden, alvoorens zich met de Ridderfchap, Delft, en verdere met dezelve geftemd hebbende Steden hebben gevoegd, by herhaaling ie geadvifeerd. ■ Zy fundeeren hunne gedachten dienaangaande op de prasmisfen van de Refolütie van den Achtb. Raad vaa den I4den February laatstleden, by welJce goedgevonden is, de Gedeputeerden ter dagvaart te gelasten, zich met het 2de Lid van de Propofitie, door de Gedeputeerden der Stad Haarlem op den poften January ter Vergadering vaa Hun Ed. Groot Mogenden gedaan, te conformeeren. Immers wordt in Je gemelde Prsmisfen gevon.' den, dat den Achtb.'Raad van gedachten is: „ dat 9, eene zoodaanige Commisfie, als door de Gede„ puteerden van Haarlem was voorgeflagen, ter „ bereiking van het groote oogmerk eener volle„ dige herftelling van de rust en het vertrouwen in den Lande aileszins dienflig konde zyn, daar „ niets meer gefchikt fcheen, om het geweken ,, vertrouwen te rug te brengen, dan eene vollee„ dige overtuiging van de Natie, dat hunne Re„ genten geen ander oogmerk hebbende, dan de ,, confervatie van 's Lands gezegende Conftitutie, „ der Ingezetenen Privilegiën en de bevordering „ der  iS6 Verzameling van Stukken betrekkelyk ïoi „ der algemeene belangen, naauwkeurig ondef„ zogt wilden hebben, welke invloed aan het \olk, op derzelver Regenten toekomt, en dat 3, dezelve daar toe eene expresfeCommisfie decer„ neeren» ten einde na een fcrupuleus onderzoek, „ te kunnen bepaalen, welke afwykingen van de „ waare Conftitutie weggenomen, en welke ver,, waarloozingen der Privilegiën, zoo van de Inge„ zetenec in het algemeen, als van de respective „ Steden en Diftrictcn in het byzonder, verbeterd „ zouden kunnen en behooren te worden". Welke woorden zoo algemeen, en van zoo eene uitgeftrekte beteekenis zyn, dat de waare zin en intentie van den Achtb. Raad geen andere kan geweest zyn, daD dat onder de objrOen, die by de te decerneerene Commisfie in aanfchouw moesten komen i ook onder aDderen moest worden gedaan een fcrupuleus onderzoek omtrent de Privilegiën, niet bepaaldelyk van deze of genen, maar van de b gezetenen in het algemeen, en van de respective Steden en Districten in het byzonder, en niet alleen van de Privilegiën, maar ook van de verwaarloozingen, die omtrent dezelve mogten plaats hebben. En daar het geen gegronde tegenfpraak lyden kan , dat de Commisfie en omtrent de Privilegiën , en vooral omtrent derzelver verwaarloozmg fwant de Privilegiën zelve zyn veel al gemakkelyK na te fpooren) geen beter, geen fpoediger onderrichting konde bekomen, dan, wanneer uit de orde van de Ridderfchap en uit ieder der Stem in Staat hebbende Steden één Lid benoemd wierd, zoo volgt daar uit van zelve, dat met meer grond zoude hebben kunnen begrepen worden, dat de Gedeputeerden tegefts de waare intentie van den Achtb. Raad zouden zyn aangegaan, indien zy overeenkomftig het Advis van Dordrecht hadden geconcurreerd, tot het decerneeren van eene Commisfie alleen uit agt Leden beftaande, terwyl het verder niet minder evident fchynt, dat eene Commisfie van 19 Leden, wel verre van deFropofitié van  de Gebeurtenis/en £«1787 enz. voorgevallen. 287 van Haarlem elufoir of onnut te maaken, en wet verre van te ft rekken om de hoop van de geheele Natie te verydelen, eerder gefchikt was om eene daar tegens overgeftelde uitwerking te hebben, als kunnende het vertrouwen van de geheele Natie op deze Commisfie niet beter worden gevestigd, dan wanneer ieder Ingezeten weet, dat onder de Commisfarisfen een Man gevonden wordt, aan wien zyne byzondere belangens zyn bekend, of aan wien hy dezelve gemakkelyk kan bekend maaken, en wiens byzondere plicht het is, dezelve te hel- Êen bevorderen, en kunnende geen fpoedigerafomst van het Rapport, 't Welke door dezelve Commisfie zal worden uitgebragt, worden gehoopt, dan, wanneer de orde van de Ridderfchap en •Vroedfchap van ieder Stad, door een Lid by de befoignes van de Commisfie hebbende geadfisteerd, omtrent de bedenkingen, die mogten opkomen» •kan worden geëlucideerd. Burgemeesteren en Vroedfchappen voornoemd, door her een en ander de onwettigheid van de genomene Refolütie, zoo ten opzichte van de zaak zelve, als de wyze van dien, in een helder daglicht gefteld, en teffens aangetoond hebbende, dat de mociven, waar op dezelve prstenfelyk is gevestigd, van allen grond zyngedestitueerd, verklaaren dezelve, nevens al 't gene uit krachte van dien reeds verricht is, of verder verricht zal worden, voor nul en van geener waarde te houden, en teffens niet aanfprakelyk te willen zyn voor de gevolgen, die uit voorfz. onwettige verrichtingen, welke uit krachte van voorfz. Refolütie reeds ondernomen zyn of verder ondernomen mogten worden, zouden kunnen voortfpruiten, maar dezelve te laten voor rekening van de genen, welke voorfz. Refolütie, met eene geringe meerderheid tegens alle orde van den Raad, met postpofitie van alle principes van recht en billykneid, op eene praecipitante wyze hebben doorgedreven. Verklaarende wyders, zich mede buiten alle xeproches te rekenen  cS3 Verzameling van Stuiken betrekkelyk M kenen-voor de blaam, welke op Amftels Raad ge» ïegd wordt, door eene handel wyze, waar door mefie-Leden van den Achtb. Raad ten fterkften in derzelver goede naam benadeeld werden, by die genen, tot welkers kennis de genomene Refolütie gal komen > zonder teffens van de waare toedracht der zaaken te zyn geïnformeerd, en referveerende zich voorts zoodaanige middelen en demarches, als zy in tyd en wyle te raade zullen worden. De Raad d'OrvilLe heeft op den ziften April in de NrtuVn van den Achtb. Raad laten infereeren, dat zich met de bovenftaande Aanteekening conforrnt-c-de. De Bi -./emeésrer CEIFFdrd, neffens de Raaden Huydfcoper van Maanfeveen, Geelvinck en Ale,wyn van Mynden, zoo wegers onpasfelykheid, als andere redenen by de deliberatien van den Achtb» Raad, op den 3den dezer niet tegenwoordig ge. weest zynde; maar als nu geëxamineerd hebbende de Refolütie , als toen op zeker Request van eenige Burgers en Ingezetenen dezer Stad genomen, als mede het Profest, en de Aanteekening daar tegens door diverfe van hunne mede-Raaden in de Notulen gedaan infereeren , en teffens geïnformeerd zvnde, dat evengemelde Heeren noodig ge* oirdeeld hebben, in dit zoo eclatante als ongehoorde geval, deze hunne aanteekening ter onderrichting van de goede, en onbevooroirdeelde Burgerye publiek te maaken, kunnen niet nalaten te fcetuigen, dat zy niet dan met de gevoeligfte aandoening en verontwaardiging hebben vernomen, de handelwyze op gemelde dag omtrent en door den Raad gehouden, eene handelwyze, die zop weinig overeen te brerjgen is met de eer en digniteit van deze Achtb. Vergadering, als met die goede orde, welke in eene welgeregelde Maatfchappy vereischt werd, en waar van zy de fchroomelyke gevolgen niet genoeg kunnen apprehendeeren en doen opmerken»  'ie Gebeüriênisffn in 1787 enz. voorgevallen,, t%9 Zy maaken dienvoigënde geen zwaarigheid zich met de gevoelens en verklaaring van voornoemde hunne mede-Raaden in de voorgemelde aanteekening vervat, te ton formeeren, en dezelve medé voor de hunne te adopteeren. En ten einde van deze haare denkenswyze Openlyk confteere, hebben zy daar van dit Declaratoir gepasfeerdj om te gelyk met de meergemelde Aanteekening ter kennisfe van de goede Burgery gei !>ragt te werden. \ . Actum Amfieldam den 25 April 1787» P. CüFFORD. HUYDËCOPER Vüft MadtsfH veen. N. Gëelvïnck. *s Hage den 24 April 1787. Z. H. AlEwvn. N°» 16"37. Request van Burgers en Inwoonèrs van Am* flel'dam, aan den Grooten Burger-Krygsrdad var%. die Stad, waar in ónder anderen verzoeken, dat de vier Collonellen, welke zich aan het Hof van Hol* land hebben geüddresfeerd, mogen wórden gèdimit' feerd» In dato den 16 April 1787. (*) Vertoonen met fchuldig refpect, de Ondefgetee* kenden; alle Burgers en Inwoonèrs der Stad Am* fteldam; ; ■ ■ ... .., Dat zv Ondergeteekenden aan het Collegie van Ü Wel Édele Manhafte .uitmaakende den Gröoteri Krygsraad van deze Stad,met alle de Rechten daar aan verknocht, altoos zoo veel gewichts gehecht hebben, dat zy hetzelve, gelyk zy vertrouwen} op de beste gronden mogen houden Voor het groote en fterke Bolwerk van hunne Burgerlyke Vryheid ien veiligheid'. >» - , - . Dat zy Ondergeteekenden* het zelve Collegie üit dat oogpunt befchoüwende, het zich altoos tOt eene der eerfte Burgerplichten gerekend hebben | om, met eenen plichtmaatigen na-yver, zoo veel itt tjfe-ite M*. Deel dezer néameiing', k Ï9'k X5L DÉÈfc T  290 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot in hun is, te waaken, dat door niemand, wie het ook zy, eenige ondernemingen in het werk worden gefteld, tegen de Prerogativen en Rechten vaneen Collegie, het welk in een onaffcheidelyk verband ftaat met de Rechten der Burgerye,en alzoo met al wat aan dezelve lief en dierbaar zyn moet. Dat zy Ondergeteekenden, met deze gevoelens bezield, tot hun grievend leedwezen, hebben moeten ondervinden, dat de zints eenigen tyd gehoudene handelwyze van de Heeren Collonellen Frans Bosboom , Jan van Marselis junior , Nicolaas Warin Anthonisz. en Jan Danser Nyman, is geweest van dien aart, oat in dezelve maar al te zeer de duidelykfte kenmerken te ontdekken waren, dat by dezelve een onwrikbaar voornemen huisveste, om zich riet Hechts aan alle plichtmaatige medewerking, tot behoud der onwaardeerbaare Vryheid, te onttrekken, maar zelf om zich tegen alle zoodaanige demarches, als door U Wel Ed. Manhafte, ten nutte van Stad en Vaderland, gedaan zyn, te verzetten, om onbepaald te heerfchen over een talryk en eerbiedwaardig lighaam van Officieren, dat getoond heeft, en nog toond, bezield te zyn met eenen brandenden yver, om de Burgerye van deze Stad te herftellen in het bezit van haare onbetwistelyke Rechten ; eene yver, die de rechtmaatigfte erkentenis van alle Uwe mede-Burgers, en de verwondering van de gantfche Natie verdiend, doch welken yver eene misdaad fchynt in de oogen van die vier fleeren Collonellen en hunne heimelyke machtige Voorftanders, welke het Collegie van U Wel Ed. Manhafte deswegens alle moeielykheden brouwen. Dat deze intentie van opgemelde Heeren Collonellen zich openlyk gemanifesteerd heeft in den grooten Krygsraad, gehouden op den 2iften February dezes jaars, als wanneer dezelven van zich hebben kunnen vcrkrygen, om, zonder eenige bewimpeling, eene Helling in te voeren, dat het vrye Collegie van U Wel Ed.Manhafte zoude onbevoegd zyn  ie Gebeurtenis/en in 1787 ent. voorgevallen. 20T zyn over eenige zaaken te delibereeren, welke niet door hun Heeren Collonellen wierden voorgedragen, en waar toe alzoo derzelver toelating niet geobtineerd was, niet alleen, maar ook dat het Collegie van U Wel Ed. Manhafte zoude zyn gedestitueerd van de macht, om eene Krygsraads-Vergadering te continueeren, indien zy Heeren Collonellen mogten goedvinden, om zich daar tegen willekeuriglyk te verzetten. Dat het willen doordryven van een Zoodaanig fysthéma, waar door het recht van dea grooten Krygsraad zoo tastbaar van deszelfs tederfte kant v/ord aangetast, noodwendig van die kommeriyké gevolgen moetzyh, dat die onderneming moet gerekend worden op niets minder uit te lopen, dan op eene pooging, om de geduchte kracht van het Burger-Krygswezen te verlammen, en geheel buiten activiteit te brengen; dóór welk middel dezë Heeren Collonellen zeer waarfchynlyk ten oogmerk hebben, om zulken onzer" Regenten in de hand te Werken, wier bedoelingen zoo zeer zichtbaar zyn, om de wettige Volksflem tefmooren, deszelfs invloed te wéeren, en de herftellifig der by ufurpatie verkorte Rechten met al hun kracht en vermogen tegen te gaan. Dat die onderneming al verder geconfidereefd moet worden , als eene poOging om een willekeu* rige macht te occupeeren , welke al het gewicht van den Krygsraad tot een loutere hersfenfchim reduceeren , deszelfs vöortieffelyke Vryheden aaü banden te leggen, en in effecte hen Heeren Collonellen, de volflagene Meesters van UWel Ed. Man* haftens vrye deliberatien maaken zoude. De rampzalige gevolgen , welke uit eene Zoo fchreeuwende ongerechtigheid zoude kunnen proflueeren, zyn te meenigvuldig, om die alle op te tellen, U Wel Ed. Manhafte penetreeren zekerlyk al ras,indien de verdervende hand in haare heilloo. ze en fchandelyke poogingen flageu mogt, om ook in deze volkryke Stad een godloos oproervuür te T % doen  ap2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tót doen ontbranden, het welk men op verfcheidene plastzen als het laatfte hulpmiddel voor dwang en overheerfching in het werk field, hoe fchrikbaarend het in deze Stad gefchaapen zoude ftaan, wanneer het aan de willekeur van Collonellen ofte de meerderheid van hen overgelaten bleve, te oirdeelen, of 'er rede zy tot het befchryven des Krygsraads of niet: immers de gantfche Stad zoude aan de woede van een opgeruid en onkundig Gemeen overgegeven zyn, indien de Krygsraad niet, zonder concurrentie van de meerderheid der Heeren Collonellen, mogt vergaderen, tot het beraamen en in het werk ftellen van efficacieufe middelen , ter voorkoming en ftuiting van geweld en opioer, en om de Stad by haare rust te bewaaren! de Ondergeteekenden vertrouwen, dat geen enkel rustbeminnend Inwoo. ner zulk een fysthémazal, nochte kan, toegedaan zyn; wact dit zoude even zoo veel wezen , als ftaande te willen houden, dat Heeren Collonellen meesters zyn van de Stad, en meesters over de zielen der Burgerye en Schutterye van dezelve, welke met aanroepinge van Gons heilige Naam gezworen hebben , omme met raad en daad de welvaart van deze goede Stede voor te {laan, en, om deze goede Stede by haare Rechten en Privilegiën te bewaaren en te befchermen. ... ;ö Dit gefustineerde door opgemelde Heeren Collonellep, hoe gevaarlyk ook op zich zelve , is echter nog gevolgd geworden door eene demarche, welke van nog gevaarlyker uitzichten is; het inroepen naamelyk van een Gerechtshof, om zich te immisceeren in de domesticque beftelling van een Collegie, welks onafhangelykheid een van deszelfs edelfte voorrechten uitmaakt, en welks handelingen alzco door hen Heeren Collonellen, zonder een directe inbreuk op deszelfs vryeRechten teentameeren, aan geene vreemde decifie konden gecompromitteerd worden. Dan, Edele Manhafte Heeren! is die demarche van deze vier Heeren Collonellen voor U Wel Ed. Man-  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 293 Mashafte Collegie, en voor het gantfche Lighaam dezer Stads Burgerye, grievend en hoonende, zy is het temeer, om dat, in de eerfte plaats, Heeren Collonellen dezelve gedaan hebben, op den grond, flag van eene Publicatie van den Stadhouder Willem den IV, eene Publicatie, welke gèftatuecrd is in een tydftip, dat den Stadhouder door een woeste en onzinnige hoop uit de heffe des Volks, in die dagen van verblindheid alles opgedragen werd, wat zyne zinnelykheid goedvond te begeeren ; doch welke beroovingen van Rechten men thans, in deze meer verlichte dagen, ten fterkften reclameerd, en waar toe fommige Leden van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en WestFriesland op de loffelyke Propofitie der St:d Haarlem, hebben betoond te willen werkzaam zyn. Boven dien, is de grief en den hoon des te grooter, daar de vier Heeren Collonellen, in de tweede plaats, het Hof van Juftitie, in hun Request om Mandament Poenaal hebben misleid gehad; want de Krygsraad, tegen welke zy Mandament Poenaal hebben gevraagd, was geene Krygsraad door de Leden van dezelve belegd, maar eene continuatie van die Krygsraad door Heeren Collonellen zelve,hoe zeer meer bepaald, dan men immer gewoon geweest is, (dan van welke bepaaling der Heeren Collonellen, de Vergadering van den grooten Krygsraad naauwlyks geopend zynde, zelve hebben geglisfeerd, ten blyke dat zy geconvinceerd waren, dat ook andere zaaken, buiten de vervulling der openftaande Officiers-plaatzen tot dien Krygsraad behoorden, en de onderwerpen der deliberatien van denzelven konden , mogten en moesten uitmaaken) befchreven tegen den 21 February jongstleden, en toen op reces gefcheiden, om dat alle zaaken die in dezelve verhandeld moesten worden, niet konden worden afgedaan; wel is waar, dat zy naderhand, in de Vergadering van den Krygsraad, hebben gedeclareerd gehad, niet te willen gedoogen, dat 'er over iets anders gehandeld ofte geconcludeerd zoude worT 3 den,,  I24 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot den, dan alleen om toe te treden tot het vervullen van de vacant zynde Officiers plaatzen; maar . Ed. Manhafte Heeren! wie gaf hen het vermogen om zulks te begeeren? hebben zy hunnen wil gefundeerd gehad, ook al op de by hun geliefde en geadopteerde Publicatie van Willem den IV, dan moet zulks te meer verwondering baaren, daar die zelfde Publicatie met zoo veel woorden zegt: ,, dat van nu voortaan dezelve Krygsraad zal heb„ ben haare vrye deliberatien over alle zaaken tot ,, haar gehoorende, en dat het aan dezelve Krygs,, raad insgelyks zal vry Haan , om by vacature „ van Collonels, en verdere Hoofd-Officiers-pIaat,, zen , zoodaanige verkiezingen en aanftellii.gen „ te doen , als zy in conformiteit van ae Privi- legien, oude Costumen, Reglementen, en Her„ komens , een mtesten nutte en welzyn van de ,, Stad zullen oirdeelen te behooren." Het ftaat dan, volgens die zelve Publicatie, aan U Ed. Manhafte, om in den Krygsraad vryelyk te delibereeren over alle zaaken tot dezelve gehoorende, en echter hebben die Heeren Collonellen, voorftanders van die Publicatie, U Wel Ed. Manhafte respectabel Collegie die Vryheid willen betwisten! dit contrast is derhalven een uitftekend bewys van de willekeurige handelwyzen van opgemelde Heeren Collonellen , en van hunne eigendunkelyke interpretatien van die zelfde Publicatie. Maar, Ed. Manhafte Heeren! het confteerd in de derde plaats al verder, dat deze Heeren Collonellen met hun Addres aan het Hof van Juftitie niet ter goeder trouwe hebben geageerd, daar zy by bun Request om Mandament Poenaal, tegen de waarheid aan, hebben durven goedvinden te pofeeren, dar zy in de Vergadering van den Krygsraad den ziften February laatstleden gehouden, zouden hebben geprotesteerd, tegen de continuatie van den Krygsraad niet alleen, maar ook tegen alles, wat daar inne verder mogte worden geproponeerd ofte geconcludeerd. Vaa -  de Gebeurtenis/en in 1787 enz voorgevallen. 295 Van dit voorgeven van een zoodaanig Protest, is niet alleen geen bewys voor handen, maar het gedrag, door hen Heeren Collonellen gehouden, heeft zulks van zelve geloogenftraft; want hoe kan het met de gezonde reden, hoe met hun voorgeven, en hoe, eindelyk, met den aart der zaake, overéén gebracht worden. Dat zy Heeren Collonellen, aan den eenen kant, aan het Hof van Juftitie durfden zeggen,te hebben geprotesteerd tegen alles, wat in de gecontinueerde eerfte fesiie van den Krygsraad zoude worden geproponeerd; daar zy , 0072 de andere kant, zelve hebben medegewerkt, ter executie van dat gene, wat in die gecontinueerde fesfie door U Wel Ed. Manhafte is gearresteerd en geconcludeerd geworden? De Ondergeteekenden bedoelen de door U Wel Ed. Manhafte aangeftelde Commisfie tot het Defenfie-Wezen dezer Stad, juist door U Wel Ed. Manhafte aangefteld, na dat de genoemde Heeren Collonellen zich uit den Raad geabfenteerd hadden: het is U Wel Ed. Manhafre bekend, dat die zelve Heeren Collonellen zich by de door U Wel Ed. Manhafte aangeftelde Commisfie hebben geaddresfeerd gehad, en opening van het door dezelve geconcipieerde Plan van Defenfie gevraagd, het welk hen gegeven zynde, door hun is geapprobeerd, met aanbod (doch, naar ons inzien,onder eene niets beduidende referve,) van hetzelve, gefamentlyk, in cas van nood , ter executie te brengen, met dat gevolg, dat zy vier Heeren Collonellen, nevens den braaven Manhaften Heer Collonel van Goudoever, en de verdere Heeren Officieren dier Commisfie , voor Heeren Burgemeesteren gecompareerd zyn, ten einde het Plan aldaar ook te fuppediteeren; dat vervolgens eene Commisfie uit de ,Vroedfchap is benoemd, om, met de gefamentlyke Heeren Collonellen, en verdere Heeren Officieren, die het Plan van Defenfie hadden gemaakt, de confert te ageeren, tot T 4 uit-  39$ Verzameling van Stukken betrekkelyk ttt' * uitvoering van het zelve Plan , indien den noed zulks had vereischt. ——» Deze demarche van de vier Heeren Collonellen, kunnen de Ondergeteekenden niet anders, confidereeren te zyn, dan als èen adveu van het door ü Wel Ed. Manhafte in de gecontinueerde, doch door hen verlatene fesfie van den Krygsraad, ten dien respede gerefojvee^ de en geconcludeerde, do.ch zy kunneq het zelve geenszins compatibel maaken, met een Protest te» gen alles wat zoude worden gerefolveerd en geconcludeerd , dat zy in den later tyd aan het Hof van Juftitie voorwenden te hebben gedaan , om daar door, een fchyn te willen bybrengen van de onwet-, ^ighëid des gecontinueerden Krygsraads.,' Dat alzoo deze handelingen niets minder involveèrende, dan eene directe aanranding van de onwaardeerbaare Rechten van den grooten Krygsraad , zy Ondergeteekenden geen. vryheid hebben, om flappen van zoo koramerlyke gevolgen , met een onverfchillig oog aan te zien; zoo wel uit krachte van den Burger-ééd, Waar by zy gezworen heb,hen, omme met raad en daad de welvaart van deze goede Stede voor te liaan; als inzonderheid uit kracht yan d?n Schutters ééd, welke hun in eene indispenfabele verplichting legt, 'om deze goede Stede by haar Jltchten en Privilegiën te bewaaren en te befihermen, " Dat ay Ondergeteekenden in dit zoo eclatant ge« val hunne verplichting daar toe te meer gevoelen, aangezien bet gedrag van opgemelde Heeren, welke als Collonellen het voorflaan van 's Krygsraads Rechren hunne hopfdplicht moesten rekenen, doos eene tegenovergeflelde bedoeling, te minder, verantwoor.d.elvk te houden is, en derzelver inbreuk pp, Ü Wel Ed. Manhaftens Cpllegie meerder afkeuring verdiend., naar maate ze van dien kant he£ minst moest verwacht worden- Dat, om alle deze redenen, zy Gndergeteeken» den vermeenen te mogen vast ftellen, dat opgemelde Heeren Collonellen , zpp wel hef 'vertrouwen WAe f5?*de Burgerye ia het algemeen, ajs de achting  it Gebeurtenisfin in 178.7 enz. voorgevallen. 09-* jrng van U Wel Ed. Manhafte in het byzonder,, billyk verbeurd hebbende, thans geheel ongefchikq zyn, om dien gewiqtitigen post, welks gezach zy op eene zoo eclatante wyze , ten kosten van de Rechten van U Wel Ed. Maohaftens Collegie, hebbende getracht te misbruiken, langer te bly /en bekleedep. Dat alzoo zy Ondergeteekenden, gerustelyk vertrouwende, dat U Wel Ed. Ed. Manhafte met die zelfde cordaatheid, waar aan de Burgery dezer Stad, ja het geheele lieve Vaderland, zoo veel verplicht js, voor de belangen van den vryen Krygsraad zullen waaken , en geen zwaarigheid. zullen maaken, om het recht van remotie, ter confervatie der waardigheid en onafhangelykheid van U Wel Ed. Manhafte Collegie, ter hehouding van eene goede orde jn het zelve, en ter gerustftelling van de goede Burgerye, in dezen te doen gelden. Dat dit recht U Wel Edele Manhafte ontegenzeggelyk competeerd, en dat daar van door U Wel Ed. Manhafte, in meer dan één geval, gebruik gemaakt is, tooe pen de exempelen in deze en in voorige dagen; immers ü Wel Ed. Manhafte hebben nog kortlings in derzelver jongstleden gehouden Krygsraad, het zelvde recht uitgeoeffend,met den Kapitein Johannes C&sparus van Ewyk te dimitteeren. Dan een nog voortreffelyker voorbeeld , en dat van zeer veel applicatie is , met het gedrag van de genoemde vier Heeren Collonellen, door het inroepen van een onbevoegd Gerechtshof, leveren ops de voorige dagen, in de Refoïutien van de Ed. Mmhafte KrygsTaad, in den jaare 174a gehouden: Fkedrik Vaster., Luitenant in een der Compagnien dezer Stads Schuttery , den Stadhouder, hebbende ingeroepen over en ter zaaken, dat de El Manhafte Krygsraad de Kapitein Henskes van zyn post ontflagen hadde, en den Luitenant Geluns geJirnitteerd; werd daarom als een onwaardig LH gedimitteerd, en geconfldereerd, als of hy uboir Luitenant geweest was, met dat gevolg, in weerwd vaa zyn  293 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot gedaan protest, en beklag aan den Stadhouder, c"3t de Edele Manhafte Krygsraad al verder refolveerde: dat Heeren Collonellen by Burgemeesteren verzoeken zouden, om dezelve Fredrik Vaster , zoo wel als den Luitenant Gellink en zekeren Advokaat Commelyn de Stad te ontzeggen, indien zy zich niet ftil hielden. Dit gebeurde, Ed. Manhafte Heeren! is een doorllaand bewys van het gering valeur, dat de Krygsraad toen reeds ftelde in het geufurpeerd vermogen van den Stadhouder, om zich met pure domesticque zaaken van den Krygsraad te immisceeren.' Ja zelfs bewyst het, Welk een recht van remotie de Krygsraad had en uitoeffende, tegen iemand die niets had gedaan, dan alleen den Stadhouder in te roepen. De Ondergeteekenden vertrouwen derhal ven, dat het geene de minfte bedenking dragen kan, dat de genoemde vier Heeren Collonellen ook verdienen daadelyk gedimitteerd te worden, om dat zy hebben ingeroepen een Gerechtshof, dat nog minder bevoegdheid, in beflisling van domesticque zaaken van een vryen Krygsraad competeerd, dan den Stadhouder zich arrogeerde indien tyd te hebben. En keeren hier omme de Ondergeteekenden zich tot U Wel Ed. Manhafte, met zooveel ernst als nadruk, verzoekende, dat dezulke van de opgemelde Heeren Collonellen , welke by hun hier vooren gemeld gevaarlyk fysthéma mogten blyven perfisteeren, en in deze in U Wel Ed. Manhafte Krygsraad niet tegenswoordig zyn mogen, worden verklaard vervallen te zyn van die posten, door hen respecïivelyk bekleed, en zulks ten einde derzelver alzoo open te vallen posten te mogen worden geremplaceerd, door zoodaanige Heeren,wier bekende cordaatheid en vaderlandsliefde hun het vertrouwen der braave Burgery verworven heeft, 't Welk doende, &c.  4t Gebeurtenis/en in 1787 enz. foor gevallen. 209 N% 1638. Request van eenige Burgers vanGorinchem, aan de Ed. Groot Achtb. Heeren, Dros/aard, Burgemeesteren en Vroedfchap van die Slad, op den 16 April 178/ ingeleverd, behelzende verzoek,dat de Heer van der Does * om redenen ten Req-.este gemeld, niet gelieven te brengen op de Nominatie tot vervulling der vacante plaats van Raad in de Vroedfchap dezer Stad. Geven met fchuldige eerbied te kennen de Ondergeteekenden , allen Burgers en Inwoonèrs dezer Stad, dat het voor de Burgery van het uiterfte belang is, dat tot Regenten dezer Stad worden aangefteld zoodaanige Perfoonen, welke de noodige vereischtens hebben , en in 't byzonder, dat dezelve volgens de natuurlyke rede en biilykheid zyn van de gegoedfte, oudfte en verftandigfte Burgeren, en vooral de zulken, welke door hunne Vaderlandlievende fentimenten de liefde der Burgery verdienen; en dat de Supplianten uit dat beginzei zich verplicht vinden aan U Ed. Groot Achtb. voor te ftellen, dat de Heer van der Does welke misfchien, (immers zoo de Supplianten geïnformeerd worden) in conflJeratie zoude komen op de Nominatie tot vervulling der thans vaceerende Vroedfchapsplaats,niet bezit alle die vereischtens, daar hy geen oud Burger dezer Stad is, en van zyne Vaderlandlievende fentimenten nimmer de minfte blyken heeft gegeven, waar door de Burger* hem tot hunnen Reprefentant zouden kunnen begeeren; dat de Supplianten, zonder thans te onderzoeken, of de Burgery niet zelve bevoegd zoude zyn tot het aanftellen baarer Vertegenwoordigers, en zonder zich eenigszins te prsjudicieeren in zoodaanige fuftenue, welke zy deswegens by vervolg zouden kunnen voeren, zich derhal ven verplicht vinden , hunne reprefentatien tegen het nomineren van de gemelde Heer van der Does aan U Ei. Groot Achtb. voor te dragen» alzoo dezelve op de No-  3oo Verzameling van stukken betrekkelyk tot Nominatie gebracht zynde, ook eligibel zoude zyn tot Raad in de Vroedfchap dezer Stad. Weshalven de Supplianten zich keeren tot UEd, Groot Achtb., eerbiedig verzoekende, dat U Ed. Groot Achtb. gemelden Heer van der Does niet gelieven te brengen op de Nominatie tot vervulling der vacante plaats van Raad in de Vroedfchap dezer Stad; maar daar op zoodaanige Perfoonen te ftellen , welke door hunne bekende kundigheden en Vaderlandfche fentimenten, als mede gegoedheid en ouderdom, gerechtigd zyn tot dezen Post, en midsdien de liefde en achting der Burgery, zoo hoognoodig in deze tyden, kunnen wegdragen. 't Welk doende &c. N"i 1639. A£te van Oualificatie voor Geconfiitueer. dens uit de Burgery^der Stad Amfieldam. In data den 19 April1787. , De Ondergeteekenden, allen Burgers of Inwoonèrs der Stad Amfteldam en deszelfs Jurisdictie, met het uiterfte genoegen en dankbaarheid gezien hebbende de loffelyke en cordaate flappen, door een zeer groot aantal braave Officieren van dezer Stads aanzienlyke Burgerye, ten besten van Stad en Vaderland gedaan, verklaaren niet alleen dezelve ten overvloede, by dezen, als hoogstnuttig en noodzaaklyk goed te keuren, en welgemelde Ofh> eieren ten ernftigften te verzoeken, om fteeds met denzelven iever, voor de belangen der goede Burgerye , te willen voortwerken j maar hebben tevens, ter promptere bereiking van dezelve heilzaame doeleinden, en ten einde de braave Heeren Leden van den Krygsraad op eene zoo krachtige als regelmaatige wyze in derzelver verder te doene demarches te onderfteunen, goedgevonden te verzoeken, te qualificeeren en te machtigen, gelyk zy Ondergeteekenden verzoeken, qualificeeren en mach-  'ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 301 machtigen by dezen» de Heeren Mr. Diederik Johan van Hogendorp, Mr. Ernestus Ebeling, Lambert Wyk Junior, Simon Donker, Hendrik van BloMberg , Salomon Bos , Mr. Wigbolt Slicher, Jacobus d'Amoür, Paulus Rombertus Nauta Beuckens , Mr. Otto Willem Johah Berg , Elisa Lynslager, Jacob Lüden Hen. driksz., Pieter Witmond, Jacob van Staphorst en Jan Croon, of derzelver Succesfeuren: welke door ons Ondergeteekenden, volgens een nader te beraamen plan, zullen verkozen worden, om met welgemelde Heeren Leden van den Krygsraad , of wel met eene Commisfie uit dezelve zoo veel mooglyk, gemeenfchappelyk te overleggen en te beraamen, al het gene ter bevordering der goede zaake des lieven Vaderlands, en inzonderheid van de goede Burgerye dezer Stad, zal dienftig worden geoirdeeld, ten einde in naam der Ondergeteekenden, de Heeren Leden van den Krygsraad, in die verrichtingen, welke gemeenfchappelyk zullen worden beraamd en noodig gekeurd, en als dan door dezelve Leden van den Krygsraad zullen worden uitgevoerd, op de gefchiktfte en krachtigfte wyze te onderfteunen. Qualificeerende en machtigende de Ondergeteekenden opgemelde Heeren daar en boven, óm verder in hunne naamen, zoo by Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, by den Achtbaaren Raad dezer Stad, als by andere Collegien, waar zulks gefchikt en dienftig mogte geoirdeeld worden, zoodaanige gepaste Addresfen in te leveren, als ter bewaaring of herkryging van dezer Stads Rechten en Vryheden, en tot vestiging van eene waare en duurzaame Burgerlyke Vryheid, zoo voor deze Stad als het gantfche Vaderland, zullen ftrekken; alles echter, zoo veel mooglykmet voorkennis van de Ondergeteekenden. * Belovende de Ondergeteekenden hun Heeren Gequalificeerden, omtrent al het gene zyuitkraeht en in naarkominge dezes ztillen verrichten, te zullen  göü Verzameling van Stukken betrekkelyk tot len ftyven en fterken, vryhouden en indemneereüs, onder verband van hunne Perfoonen en goederen, als Daar Rechten» N°. IÓ4.0.. Mondelyke Voordracht van dertien Leden der Vroedfchap te Amfieldam op den 19 April 1787 in Burgmeesters kamer gedaan, en vervolgens in gefchrifte overgegeven, over de hopende geruch. ten, cm het Cordon, langs de grenzen van Holland geformeerd, op te breken, enz. Edele Groot AchtbaarE Heeren! De Raaden, hier prefenr, hebben gemeend, êêds- en ambtshal ven verplicht te zyn, ter kennisfe van U Ed. Ed. Groot Achtb. te moeten brengen, dat zy van verfcheide kanten zyn geïnformeerd geworden, hoe 'er binnen weinige dagea veellicht ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mogenden zoude kunnen worden voorgeflagen i Om de Refolütie by Hun Ed. Groot Mogenden op het ftuk van het commando van het Guarnifoen ïn 's Hage in het voorleden jaar genomen, in te trekken: J „ ,< . Om het Cordon, langs de Grenzen van Holland geformeerd, op te breken; en eindelyk: Om de fuspenfie van zyne Hoogheid als Kapitein-Generaal dezer Provincie op te heften; en alzoo al het gene, federt eenige jaaren, tot herftel der zaaken van het lieve Vaderland met zoo veel moeite en arbeid is opgebouwd, in eens den bodem in te flaan. Ja dat zelfs, ter bevordering van die oogmer* ken, ook binnen deze Stad, door fommige lieden Correspondentie met het Hof zyn aangevangen. Alle, Ed. Groot Achtb. Heeren! zaaken, waar aan zy Raaden betuigen, wat dan ook van dezelve eerugten mogen zyn, niet zonder fchrik te kunnen den-  de Gebeurtenis/en in 1787" «nz. voorgevallen, gojdenken, en die niet alleen gefchaapeü zouden zyn, om, zoo dezelve onverhoopt in deze tvdsomftandigheden ter uitvoer wierden gebragt, het lieve Vaderland van alle kanten in vuur en vlam te zetten, en het zelve op den rand van zynen ondergang te brengen; maar ook inzonderheid om deze Stad en goede Burgery wel licht tot zulke uiterftens te doen o verftaan, dat zy zelfs fchroomen, om dezelve voor U Ed. Groot Achtb. te detaillee» ren. Het is, Ed. Groot Achtb. Heeren! tot voorkoming van die gevreesde gevolgen, en tot gerüstilelling der goede Burgery, dat wy de vryheid nemen, U Ed. Groot Achtb. op het eerbiedigt, doch tevens mét al dien ernst, dewelke het gewigt der zaak vereischt, te verzoeken, om aan ons wel te willen communiceeren, of U Ed. Groot Achtb.: ook eenige kennisfe dragen, dat 'er zulk een toeleg, als boven vermeld, tèr Staats-Vergadering, of in deze Stad zoude worden gefmeed, en om, indien onverhoopt eene der opgenoemde Propoiïtien- ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mog enden mogte worden'-gedaan, met ons en de verdere Leden van de Vroedfchap wel te willen coöpereeren', niet'alleen óm dezelve door alle gepaste middëlen tegen te gaan, maar zelfs ook- dan, wanneer*' dezelve met eene kleine meerderheid'vah de Ridderfchap en eenige meest kleine Steden, tekens; de zin van deze Stad,' en der meeste groote Steden/ en voornaamfte Leden der Vergadering van Holland , mogten worden doorgedrongen , als dan door onze Gedeputeerden, namens deze Stad, te doen declareeren, niet alleen niet aanfprakelyk te willen zyn voor de gevolgen, dewelke uit zulke of diergelyke Refoïutien, cafu quo. zouden kunnen worden gebooren, maar ook, gebruik maakende van al het vermogen dezer Stad tot afwending derzelve, daar tegens zoodaanige middelen te zullen aanwenden, als God en de Natuur ons, en onze goede Burgery, zullen aan de hand geven. Wy  304 Verzameling van Stukke* betrekkelyk tot Wy verwachten ra vertrouwen, dat, geiykwy geene zwaarigheid maaken, om ons hieromtrent rondborftig en volledig, van nu af aan, voorloopig te verklaaren, ü Ed. Groot Achtb. insgelyks geene zwaarigheid zullen maaken, om zich met die cordaatheid daaromtrent te expliceeren, dewelke wy van U Ed. Groot Achtb. billyk mogen verwag. ten, en dat U Ed. Gr. Achtbi dien ten gevolge, hoe eer hoe liever en nog voör het einde dezer Week, de Vroedfchap doen vergaderen, om aldaar te teWveeref , ten einde onze Gedeputeerden conform deze Propofitie, van nu af aan werden gejast, om indien één of meer der voorfchreven Propofitier, of andere daar toe tendeerende, mogten werden Vöorgeflagen, dezelve niet alleen te declineeren, maar ook ca exigentie^ van zaaken zich te declareeren, conform onzen bovengemelden voordracht: alle het welke wy vertrouwen, dat in deze dagen van kommervolle vooruitzichten* zeer veel zoude kunnen toebrengen,niet alleen tot onderling vertrouwen en herftel der harmonie onder de Regenten, maar ook tot gerustftelling der goede Burgery, dewelke door zulke èn foortgeJyke gerugten dagelyksword ontrusten gefiingerd, en tevens tot befchaaming en verydeling der raadHagen van hun, die door de verdeeltheden mi deze Stad aan te moedigen, en aan te ftooken, hunne «igen grootheid en gezag op de puinhoopen deï Vryheid trachten op te bouwen» ft».  ie Gebemenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 30J N°. 164.1. Aanfpraak, nadeihand in gefchrifte over» gegeven, van Hoofd Officieren en Leden van den grooten Krygsraad der Stad Amfieldam enz., aan de Edele Groot Achtbaare Heeren van de Vroedfchap dier Stad; waar by verklaar en: dat zy de negen Raaden in het Addres genoemd, om de aldaar aangevoerde redenen , voor geen Raaden der Stad Amfieldam meer houden; en diensvolgens injleeren: dat derzelver plaatzen, als door deze tusfchenkomst der Burgerye open gevallen zynde , onverminderd de Privilegiën der Stad, ofte het recht der Burgerye in het toekomende, door den Achtbaaren Raad. ten allerfpoedigjlen, met zoo veele braave, enby de Burgerye vertrouwde Burgers, mogen worden aangevuld fjfc. , benevens de Refolütie door de Vroedfchap daar op genomen. In dato den 21 April 1787. Edele Groot Achtbaars Heeren! De Comparanten, alle Hoofd Officieren der Bur* gerye, en alle Leden van den Grooten Krygsraad dezer Stad, vinden zich, zoo voor zich zeiven, en voor verre het grootfte gedeelte hunner Schutters als op den allerfterkften aandrang van veele Duizenden van hunne mede - Burgers en Stadgenooten, hier by het Raad» huis vergaderd, in de allervolftrektfte noodzaakelykheid,aan dezen Achtb. Raad in te brengen en te declareeren. Dat zy met gedachte hunne Schutters, mede-Burgers en Stadgenooten, op de gevoeligfte wyze zyn getroffen geworden, door het befef van den akeligen toeftand , waar in het lieve Vaderland, de onwaardeerbaare Vryheid, de Rust en Veiligheid dezer Stad, en eindelyk al wat hun lief tn dierbaar ü, in dit hagchelyk tydftip gebracht is;een tydftip,waar op zy een tastbaar gevaar gevoelen,dat het geheele werk van herftelling en verbetering van onze Conftitutie, welks gewenschte vordering reeds aan elk braaf Regent en welmeenend Burgerde blydfte XX. Dïel. V vooc-  305 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot vooruitzichten opleverde, door eenen allergeweldigften fchok eensklaps ftaat omverre geftooten en vernietigd te worden, indien zulks niet tydig door eene cordaate en bedaarde, doch tevens krachtige werking van de Burgerye, verhoed en voorgekomen worde. Dat zy zich wel met die gerustfteilenden hoop gevleid hadden, dat deze machtige Stad, door haaien uitftekenden invloed en vermogen , op eene cordaate wyze 's Lands goede zaake dermaate zoude gehandhaafd hebben, dat de waggelende Vryheid eens éénmaal op een vasten voet gegrondvest, en daar door die allernadeeligfte onzekerheid en ongerustheid, welke thands meer en meer toeneemt, onder de Ingezetenen weggenomen, en de Burgerlyke rust en ééndracht, bloei en welvaard, herfteld en duurzaam bewaard zouden zyn geworden. Dat zoo vuurig en welmeenend als deze verwachting by hun geweest is, r.y daar in tot nog toe even fmartelyk zyn te leur gefteld geworden; daar zy, tot hunne grievende fmarte en billyke bekommering , wel verre van in dezen Achtbren Raad een vast, volftandig en duurzaam Staatsbeginzel te zien plaats hebben, in tegendeel van tyd tot tyd, ja bykans van dag tot dag, derzelver deliberatien en befluiten dermaate zien wankelen en draaien, dat, en de Achtbaarheid dezer Vergadering daar door verkleind worde, en te gelyk dat gewicht verliest , waar door het lieve Vaderland in deszeis uiterfte nood, meer dan eens gered is, en thans kan en moet gered worden. Dat zy ComDaranten,en met hun alle de duizenden, die thans'befloten hebben de vryheid van het Vaderland en den welvaard van deze Stad, te verzekeren en te beveiligen, de oirzaak van de jammerlyke gefteldheid van dezen Achtb. Raad, mee alle deszelfs nadeelige uitwerkingen, daar in gelegen vinden, dat 'er in dezelve zich een party bevind, waar van de Voorftanders zoodaanige beginzelen vast houden, welke geheel inlopen tegen die heil-  de Gebeurtenis/én in 1787 enz. voorgevallen. 307 heilziame Staatsgronden, welke eene andere pary iö dezen zelfden Raad is toegedaan, en welke Staatsgronden , als bevorderlyk voor de waare Burgerlyke Vryheid, overéénkomen met den vuurigen wensch en verlangen van verre het grootfte gedeelte van de goede Burgerye, en waar voor de braave Burgerye aan die Leden, alle gevoelens van de hartefykfte dankbaarheid toedraagt; dat deze twee overgeftelde werkingen in dezen Achtbaaren Raad, indien zy Comparanten, met behulp der goede Burgery , zulks niet tydig wilden voorkomen, baarblykeiyk eene zoo droevige uitwerking zoude veroirzaakcn, dat het mistrouwen der Burgerye , t welk noodwendig, door eene voortduurende onzekerheid over haare gewichtigfte belangen , reeds tot eene zeer groote maate heeft moeten klimmen , wel dra tot dat uiterfte zoude komen, dat 'er de fchroomelykfte tooneelen binnen deze Stad te vreezen, ja onmisbaar te verwachten zyn. Dat derhalvenzy Comparanten, voor zich, voor voornoemde Schutters, en op aandrang van zoo veele duizenden hunner mede-Burgers en Stadgenooten , ter voorkoming van anders te duchtene onheileD , om zich aan geen onverantwoordelyk verzuim fchuldig te maaken, in de volltrektfte verplichtingen zyn, om, zoo voor zich als voor voornoemde hunne Schutters, mede-Burgers en Stadgenooten, te vergen en te inüeeren: dat die Leden van dezen Achtbaaren Raad, tegen wien het mistrouwen der Burgerye zich wel het meeste bepaald, zich van nu voortaan befchouwen als ontflagen van hunne posten als Raaden dez.er Stad, ten einde daar door de anders zoo zeer te duchtene gevolgen van dat mistrouwen, het welke het aanblyveu van die Leden allergevaarlykst maakt, voor te komen. Dat zy voor deze Leden van den Raad, welker aanblyven zy, om voorzegde redenen, thans ten uitcrftengevaarlyk rekenen, houden: de Heeren Mr. Fredrik Alewyn , Mr. Willem Gerrit Dedel Salontonsz., Mr. Joan Graafland tutersz., Mr. V 2 Mar.».  308 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Marten Adriaan Beels, Hendrik Muilman; Cornelis Munter, Mr. Nicolaas Calkoen, Franc, van der Goes en Mr. Apollonius Jan Cornelis Lampsins , en alzoo dezelve van nu af aan verklaaren en houden als geene Raaden dezer Stad meer te zyn, en dienvolgens infteeren , dat derzelver plaatzen, als door deze tusfchenkomst der Burgerye opengevallen zynde, onverminderd de Privilegiën dezer Stad ofte het recht der Burerve in het toekomende , door den Achtbaaren Raad, ten allerfpoedigften met zoo veele braave en by de Burgerye vertrouwde Burgers worden aangevuld , en waar toe zy dus den Achtbaaren Raad inftantelyk verzoeken, te willen procedeeren • terwyl zy van den anderen kant op net plechtieftc verklaaren: dat zy Comparanten volvaardig z|n om niet alleen niet te dulden, dat aan voornoemde negen Heeren eenige hindernis, overlast, veel min perfooneel geweld, gedaan worde, gelyk zv zulks mede gerustelyk van alle hunne Schutters , mede-Burgers en Stadgenooten, verwachten , maar in tegendeel dezelve ten allen tyde, als Mannen van eer , krachtdaadig te beveiligen en te befchermen, in die billyke verwachting, dat de ^eheele Natie, zoo wel als voorfz. Heeren, dezenVlap der Burgerye zal aanmerken, als eene plicht, maatige en noodzaakelyke daad van zelfsbehoud, ter voorkoming van 's Lands wisfen val, en ter nog tydïge bewaaring van de gevaarlopende rust, orde en veiligheid, in deze machtige Stad. Verzoekende eindelyk nog de Comparanten voor. zich voor voornoemde hunne Schutters, mede-Burgers en Stadgenooten, dat dit Declaratoir woordelyk in de Notulen van dezen Achtb. Raad worde gemfereerd,op dat nu en altoos blyke, dat de voornoemde Heeren Mr. Fredrik Alewyn, Mr. Willem Gerrit Dedel Salomonsz., Mr. Joan Graafland pietersz., Mr. Marten Adriaan Beels, Hendrik Muilman,Cornelis Munter,Mr. Nicolaas Calkoen Franc, van der Goes en Mr. Apollonius  ie Gelewtenisjen in 1787 enz. voorgevallen. 309 Jan Cornelis Iampsins , door deze bedaarde en plechtige tusfchenkomst der Burgerye, van hunne posten als Raaden verlaten zyn, en dat van dit alzoo geinfereerde aan de Ondergeteekenden zittens Vergadering behoorlyk Extract gegeven worde, ten einde de Ondergeteekenden voornoemde hunne Schutters, mede-Burgers en Stadgenooten, vervuld van genoegen en dankbaarheid voor dezen Achtb. Raad, naar hunne wooningen te rug mogen keeren. ExtraEt uit de Refoïutien van de Vroed, fchap der Stad Amfieldam, in dato den ai April 1787. By het uitgaan van de Vroedfchap door eenige Perfoonen, aan de Heer Burgemeester Hooft overhandigt zynde een Addres, is, hoe zeer het zelve niet op de ordinaire en legaale wyze ter kennisfe van denzelven gebracht was, na gedaane omvraage, by meerderheid goedgevonden en verftaan, het bovengemelde Request te lezen, zynde van den volgenden inhoud: Fiat Infertio. En is verders, het zelve gelezen zynde, goedgevonden en verftaan, Heeren Burgemeesteren te verzoeken, aan de overhandigers van het gemelde Request, te antwoorden, dat het zelve geen poinct van deliberatie van dezen Achtbaaren Raad kan uitleveren, als zynde de Vroedfchap niet gequalifïceerd om haare mede-Leden van derzelver Raadplaatzen te deposfideeren, ftrydende zulks tegen de Refolütie van Hun Ed. Groot Mogenden van den 9 Augustus 1638. En zal verder Extract gegeven worden aan de overhandigers van het bovengemelde Request. De Heeren Dedel, regeerend Burgemeester, Huydecoper van Maarsfeveen, Elias Arnoudsz., F. Alewyn, Faas , Graafland, van de Poll en V 3 Cal-  jio Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Calkoen, Vroedfchappen, declareeren, geprotesteerd te hebben tegens het voorlezen en in deliberatie brengen van 't voorfz. Request, en hebben zich iu de deliberatien daar over niet ingelaten, referveerende aan zich zoodaanige contra-aanteekening , protest en demarches, als te raade zullen worden. De Heeren D. Hooft Gerritsz., de Graeff.Bo. reel, Bakker, van Leyden, Abbema, Hovy, Bicker, van Lennep, Temminck, van Weede, D. Hooft en Bopwens , referveeren daar tegen aan zich zoodaanige contra-aanteekeuing en demarches, als zullen vermeeaen te behooren- (rti get.) H. Huyghens. Na dat door Heeren Burgemeesteren van deze bovenftaande Refolütie van den Achtbaaren Raad, aan de overhandigers van het bovengemelde Addres was kennis gegeven, zyn Heeren Burgemeesteren en Vroedfchappen respeftivelyk in derzelver kamer bv den anderen gebleven, en zyn voorts, na verloop van eenigen tyd, door eenige Leden van den Achtbaaren Raad, die tot het nemen van de bovenftaande Refolütie geconcurreerd hadden, uit naam van alle dezelven, ter voldoening aan het verlangen van de Burgery, de twee navolgende Byvoeg. felen in de bovenftaande Refoïutien, aan den ondergeteekenden Secretaris opgegeven. Als achter de onderhaalde woorden 10 het begin van de pramisfen , aan dezelve voorkomende, door emize Perfoonen, de periode: zoo voor hm zelve als uit naam van verscheidene Kapiteins en Officieren der Burgery , daar toe door hunne respective Compagnien sequalificeerd. En achter het flot van de Conclufie van meergemelde Refolütie, het hier navolgend Declaratoir; Verklaarenie voorts de Heeren Raaden , dewelke de Refolütie hebben genomen, en welkers plaatzm niet zyn vervallen verklaard, met de Krygsraad en ' ' Bur-  ie- Gebeurtenis/en in lySfenz. voorgevallen. 311 Burgery dezer Stad te zullen medewerken, ter lewaa. ring van dei zeiver waare belangens, rust en veiligheid. (was get.) H. Huyghens, N». 1642. Refolütie van Hun Hoog Mogenden, waar. by een nader Plan lot verbetering van de Directie by de Oost- Indifche Compagnie wordt gearrefteerd. In dato den 21 April 1787. De Heeren Gedeputeerden van Hun Hoog Mogenden tot de zaaken van de Oost-Indifche Compagnie, ter Vergadering rapport gedaan hebbende, dat de Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Holland en West-Friesland hadden geproduceerd het nader Plan tot verbetering van de direc> tie by de Oost-Indifche Compagnie, met eenige geprojecteerde veranderingen in het gemelde Plan, het welk met de voorfz. geprojecteerde veranderingen de aanwezende Heer Gedeputeerde van de Provincie van Zeeland heeft verklaard, te kunnen ampletteeren, onder die conditie, dat alvoorens verzekering werde gegeven, dat ten fpoedigften Bewindhebberen zullen worden aangefchreven, om in eene expreslyk te convoceerece Vergadering van XVII zich te bekwaamen, om aan eene Com. misfie uit Hun Hoog Mogenden daar toe te decerneeren, eene precife en gedetailleerde opening te geven, van den acluëeelen ftaat der Compagnie, 700 in haar finantieel als mercantieel Zeewezen en Militair beftaan, met de waarfchynlyke gronden voor haare beftendigheid, alles breeder vervat in de Refolütie van de Heeren Staaten van hooggemelde Provincie van den ijden February dezes jaars, en in de Misfive door hooggemelde Heeren Staaten , aan de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland ten zei ven dage gefchreven, welke de aan wezende Heer Gedeputeerde van dé Provincie van •Zeeland daar nevens heeft geëxhibeerd, V 4 Da?  31 a Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Dat zy Heeren Gedeputeerden deze zaak rypelyk overwogen hebbende, van advife zouden zyn: dat om tot een geweDschte afkomst daar van met onderlinge harmonie te geraaken, onverminderd de conditie door den aaDwezenden Heer Gedeputeerde van de Ptovincie van Zeeland voorgefteld, het vooifz. nader Plan tot verbetering van de directie by de Ocst-Indifche Compagnie, met de daarin geprojróteeide veranderingen, zoude kunnen en behooren te worden gearrefteerd, en daar vaD kennis gegeven aan de Bewindhebberen van de OostIndifche Compagnie ter Prefidiaale Kamer Amfieldam, om te ftrekken tot derzelver narichting, en zich daar Da exaótelyk te reguleeren. Met welk Advis Hun Hoog Mogenden zich hebben geconformeerd, zynde dienvolgens goedgevonden en verftaan, dat, onverminderd de conditie door deD aanwezenden Heer Gedeputeerde van de Provincie van Zeeland voorgefteld, het nader Plan tot verbetering van de directie by de OostIndifche Compagnie, met de daar in geprojecteerde veranderingen, zoo als het zelve hier volgt, zal worden gearrefteerd, gelyk dan ook is gefchied. Nader Plan tot verbetering van de directie by de Oost - Indif he Compagnie, en zulks, om te verva* gfn het Plan by Hun Ed. Groot Mogendtns Refolütie van den 30 December 1784 vastgejleld. Art. 1. Het tegenwoordig getal van Bewindhebberen by de Kamer Amfieldam zal met eenige tieuwe Leden worden vermeerderd, en wel by provifie met zes, doch welk getal in het vervolg nog met twee, of uiterlyk vier Leden zal aange» vuld worden, naar dat zulks noodig zoude mogen worden bevonden. En zullen dezelve in een vyfde departement in de gt melde Kamer, het geen geDoemd zal worden, het departement tot de Indifche zaaken, arbeiden, e>  ie Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 313 en daar ter bezorging en behandeling hebben, hec gene hier na zal worden voorgefchreven; terwyl zy voor het overige ook de naam zullen dragen van Bewindhebberen, en onder de geeamenlyke Bewindhebberen den rang hebben en houden, naar rato fuccesfivelyk van den tyd hunner aanftelling* 2. !<-> deze nieuw aan te (tellen Bewindhebberen, zal in het bvzonder vereischt worden de noodige kundigheid en ondervinding in de zaaken van de Commercie, of in de gefteldheid of belangen van de Oost-Indifche Compagnie, en zal boven dien ten aanzien van de keuze derzelve worden geobferveerd, dat zy door hunne omftandigheden zoo wel gefchikt als genegen zyn, om van de behartiging der zaaken van de Oost-Indifche Compagnie een Hoofdwerk te maaken, en zich met alle asfiduiteit daar op toe te leggen. Gelyk zy ook ten aanzien hunner jaaren en onderlinge parentage onder dezelfde verplichting zullen zyn als de andere Bewindhebberen: en gelyke ééden, als die, afleggen, mitsgaders by hunne beéédiging evenveel in de Compagnie moeten hserideeren, als de overige Bewindhebberen by de Kamer Amfteldam. 3. Uit aanmerking van het menigvuldig en gewigtig werk, waar mede dat Departement zal zyn belast, en de asfiduiteit, die daar toe met verzuim veel al van andere bezigheden zal dienen befteed te worden, zullen de gemelde nieuw aan te ftellen Bewindhebberen voor het vyfde Departement, een jaarlyks tractement genieten, ieder van vyf duizend guldens. Doch verder zullen zy in alles even als Bewindhebberen moeten worden geconfidereerd, zonder dat daaromtrent buiten en behalven het geen fpeciaal by de hier uitgedrukte Artikelen vermeld ftaat, eenig onderfcheid in het een of ander gemaakt zal mogen worden. 4. De aanftelling der gezegde nieuwe Bewindhebberen tot het vyfde Departement, zal flaan aan Hun Hoog Mogenden, en gefchieden op voorftel- V 5 üng  314 Verzameling .-van Stukken betrekkelyk tof ling of benoeming van wegens de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland te doen, als welke Heeren Staaten dit Departement niet alleen by. zonder noodig hebben, tot meerder bevordering van de algemeene belangen der voorfz. Compagnie, maar ook, in de pxincipaale kosten op deze inrichting te vallen , zullen voorzien. En zullen deze Leden den éed als Bewindhebber in handen van Hun Hoog Mogenden afleggen. 5. Tot alle Boeken en Papieren, gene uitgezonderd, dan alleen die van particuliere Commisfien, (als waar toe volgens gebruik alleen zulke Bewindhebberen acces hebben, die daar toe zyn gecommitteerd) zal aan deze Leden, als Bewindhebberen zvnde, niet alleen de onbelemmerde toegang opengaan, maar zullen in het byzonder ook de Bedienden daar toe moeten gehouden worden, dat zv in hunne respeclive posten, aan de Leden van bet gemelde vyfde Departement, opening geven van het gene zy begeeren, en hun even als aan de andere Departementen ten dienfte flaan. 6. Voor het gemelde vyfde Departement,zullen op het Oost-Indisch Huis'te Amfteldam, de noodige vertrekken worden vervaardigd , alwaar zy hunne byeenkomflen en befoignes kunnen houden, en hunne Comptoir-bedienden plaatzen. 7 De Bedienden, welke dit Departement voor zich in het byzonder noodig zouden mogen oirdeelen, zullen door de Kamer worden aangefteld, op voordragt van het gezegde Departement, zullende de kosten voor de gemelde Bedienden uiterlyk mogen bedragen ƒ 8000-:-: in het jaar. 8. Het werk van deze nieuwe Leden zal in tbyz'onder daar in beftaan, dat zy met behoorlyke attentie zullen moeten nagaan in 't generaal alle Indifche Brieven, Papieren en Boeken geene uitgezonderd, (welken totdat einde allen, zo fas zy overgekomen zyn, in hunne handen zulien moeten worden gefteld) en fpeciaal die, welke betrekking hebben tot den handel der Maatfchappy in de Indiën, * Voo»S  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 31? Voorts zullen zy even als alle andere Bewindhebberen, zich moeten toeleggen op een onderzoek velke verandering kan te weeg gebracht worden, in den Handel zelfs, welke meerdere of mindere uitgebreidheid van dien Handel, als mede aan de vrye vaart in de Indien zoude behooren te worden toegeftaan; welke Comptoiren ingetrokken of derzelver omflag verminderd zoude kunnen worden; en voorts niets verzuimen, om de waare belangen der Maatfchappy te helpen bevorderen. Uit die voorfz. Brieven, zullen zy onder hun opzicht moeten doen formeeren, een Ampel Generaal Extradt, inhoudende de voornaamfte zaaken in dezelve Brieven voorkomende, daar by onder ieder Comptoir uit de overige Boeken en Papieren voegende, zoodaanige pointten , als zy zullen oirdeelen eenige attentie te vereisfchen. Voorts zullen zy de reflexien, die hun zouden voorkomen aan Generaal en Raaden op alle voorgemelde zaaken, den Handel en de Commercie betreffende, te moeten worden voorgehouden,by poinóten ïd gefchrift moeten doen vervatten, en die nevens 't voorfchreeve Generaal Extract, aan de Kamer van Amfteldam ter hand ftellen, ten einde het een en ander, door de kamer gebracht worde ter kennis van de overige kameren,(en dus zoo wel van beëedigde Hoofd-Participanten als van Bewindhebbaren), om dezelve ieder in den haaren te examineeren. Ook zullen zy zich moeten toeleggen, om zich te bekwaamen tot verkryging van zoodaanige kundigheden, die betrekking hebben op het generaal en byzonder beftier in de Indien; als blyvende aan hen,tor. meerdere bevordering van het oogmerk hunner beftemming, en van het waare nutderMaatfchappy, altoos vry, en teffens gerecommandeert om hunne reflectien op dat een en ander,by poincen in gefchrift even als vooreD, voor tedraagen. En ten einde aan de Kameren naar behooren gelegenheid te geeven, om ook van haare zyde dit werk met de vereischte naauwkeurigheid te kunnen  316 Verzameling van Stukken letrekkelyk tot nen nagaan, zullen zy moeten zorgen, dat het voorfz. generaal Extradl, en in gefchrift gebrachte poindten, aan de Kamer Amfieldam werden ter hand gefield, zoo ras dezelve met opzicht tot ieder Comptoir by hen zullen zyn geformeerd, des zullen zy altoos moeten zorg draagen, dat hun gantfche werk op dit refpett, met betrekking tot alle Comptoiren van Indiën aan de Kamer Amfieldam, overgegeeven zyn voor den laatften Maart van ieder jaar, en welke Kamer 't zelve dan ook fuccesfivelyk, zoo ras doenlyk aan de overige Kamers zal moeten toezenden: En gelyk het Examen derIndifcheBrieven, Boeken en Papieren, en bet daar uit voortgevloeide werk der voorfz. nieuwe Leden, by de refpedtive Kameren met veel meer vrugt en exadlitude zal kuunen gefchieden, wanneer het zelve jaarlyks door dezelve Bewindhebber of Bewindhebberen word verricht, en dit examen echter over alle Comptoiren en Bezittingen van de Compagnie niet van dezelfde Leden kan worden gevergd, zal de eerstkomende vergaderinge van XVII moeten na. faan , hoe en op welk een gevoeglyke wyze zulks est zal kunnen worden verdeeld, als by voorbeeld in vier deelen, waar van het eerfte zoude kunnen bevatten de Comptoiren van Ambon, Banda, Ternaten enz. tot Sumatraas Westkust ingefloten; het tweede de Comptoiren van Bengalen en Cormandel; het derde Ceylon,Malabaaren Suratte, en het vierde de Kaap, Batavia en de Comptoiren op Java; of wel op zoodaanige andere meer gefchikte wyze, als gedachte Vergadering van XVlI zal goedvinden, en zullen de refpedtive Kameren als dan ieder in den haaren, een of meer vaste Leden moeten benoemen; welke Leden elk een door die Vergadering bepaald deel zullen examineeren, en telkens daaromtrent aan hunne refpedlive Kameren zullen pra:advifeeren. Na het aflopen der voorjaarfche Vergadering van XVII. zal volgens gewoonte gehouden worden het befogne in den Haag, beftaande uit het gewoon ge-  * Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 317 getal van Leden van alle de Kameren, voorts het gewoone getal van beéédigde Hoofd-Participantem en de Ministers van de Compagnie, in welke befoigne zullen worden gelezen alle de Brieven uit Indiën en de Kaap, aan de Vergadering van XVII direct geaddresfeerd, als mede zoodaanige periodes uit de verdere Brieven, Boeken en Papieren, welke de meerderheid der Leden van de Befogne, tot beter verftand van het één of ander poinct, zal noodig oirdeelen: voorts het voorfz. generaal Extradl, en invoegen voormeld in gefchrifte gebragte poindlen, en vervolgens de fchriftelyke advifen der refpedtive Kameren en verdere Leden van het Befoigne, bevattende zoo wel hunne refledtien op de voorfz. poindlen, als eene opgave van zoodaanige andere, als zy vermeenen zullen objedten ter refcriptie uit te leveren: zullende na eene overweging der verfchillende advifen, eindelyk daar uit geconftateerd worden, de ingrediënten voor de Concept - Refcriptien; van al 't welke, door een van 's Compagnies Ministers een behoorlyk verbaal zal worden geformeerd, en ter refumtie van 't befoigDe gebragt. Na het aflopen van dit befogne, zullen de Ministers van de Compagnie volgens hunne Inftrudtie uit het voorfz. geconftateerde, en het dien conform opgemaakt verbaal, de refcriptie moeten coucheeren, en dezelve, zoo ras doenlyk, immers zes weeken voor het houden der najaars Vergadering van XVII, aan de refpedtive Kameren doen geworden , die dezelve ieder in den haaren wederom zullen doen examineeren door de Leden, welke op het refpefl: van ieder Comptoir, tot het examen der lndilche Brieven, Boeken en Papieren, invoegen voormeld zyn benoemd, en by de refumtie van het verbaal in het Haagfche Befoigne hebben geadfilteerd, ten einde dus na een behoorlyk examen van die Concept-Refcriptien, als dan in de voorfz. najaars Vergadering de finaale Refcriptie na een zeer ryp overleg en nadere deliberatie zouden kunnen worden gearrefteerd. En  318 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot En daar het wenfchelyk ware, dat de generaalè Refcriptie op de Indifche Brieven en Papieren,eer kon gefchieden dan het gebruik op de Comptoiren medebrengt, zal het voorgemelde vyfde Departement, niets onbeproefd moeten laten, om teonderzoeken , in hoe verre de aart der zaak zoude toelaten, hier in eenige verandering te weeg te brengen, en de noodige voordellen deswegens in de Vergaderinge van XVII te doen; doch voor zoo verre de Brieven uit Indiën poinflen mogten inhouden, die, zoo zy zouden vermeenen eenefpoe. dige refcriptie vorderden, zullen zy zulke poincten exa&elyk moeten opnemen, die in gelchnit vervatten, en met hunne advifen aan de Kamer Amfteldam overgeven, die dezelve aan de respective Kameren zal communiceeren, veertien dagen zoo eetigszlns mooglyk is, voor het aangaan der ifte Vergadering van XVII, die gehouden zal worden naar receptie van de gemelde Brieven , ten einde die poictten, benevens alle zulke welke door de ovense Leden der Vergadering van XVII, die, het zy uit brieven, het zy uit nadere inkomende berichten, als poincten eene fpoedige rcscriptie vorderende, mogten geconfidereerd worden, te overwegen, en als dan finaal te arresteeren. . o. Van den eisch van behoeftens, die jaaiiyksuit Indien word ontfangen, zullen zy na eene zeer tvpe overweeging, wat al of met voldaan behoort te worden , naar aanleiding der Negotie-boeken , en verder daar toe fpeóteerende Boeken en Papieren, een generaal project moeten formeeren, alvoorens innemende de daar toe noodige confideratien en in. formatien, welk project vei volgens door Bewindhebberen van alle Kameren, in 't voorfz. Haagsen of ander Befogne op gelykerji voet gecompo eerd, ot in eene Vergadering van XVII, nader zal worden overwogen , met de veranderingen,die daar in zou. den mogen noodig geoirdeeld 'werden, gearresteerd, en op de gewoone wyze verdeeld. 10 Tot de Vergadering van XVII, zullen altoos twee Leden uit het vyfde departement tér Kamer Amfteldam worden gecommitteerd. Voorts  & Gebeurtenis/er, in 1787 em, voor gevallen1: 310. Voorts zullen alle de Leden van het gemelde departement, gelyk van zelve fpreekt, eene concludeerende Item" hebben in alle Vergaderingen en Befoignes, en dus ook in alle de Befognes van de Kamer met een gelyk getal Compareeren, als uit de andere Departementen, doch zullen zy , wanneer in de Vergadering hunner Kamer moet gehandeld of befloten worden over zaaken , door het gemelde vyfde Departement bewerkt of daar uit voorge. bragt, hier by met Diet meer dan vier concludeerende Stemmen teffens mogen verfchynen. Wyder8 zullen zy,even gelyk de andere Bewindhebberen, mede participeeren in de Commisfien en Befoignes, die bereids in trein zyn of in het vervolg nog zouden mogen gebracht worden, zonder dat in dezen opzichte eenig onderfcheid ;tusfchen de Leden van hun Departement, eD die uit de aDdere Departementen der Kamer Amfieldam zal plaats hebben; doch zal ten aanzien van het Haagsch Befogne in welk Befogne ook den eisch van behoeftens gemeenlyk verdeeld word, midsgaders de Befognes 0vet den eisch van retouren en den Chineefchen handel, voortaan deze fchikking moeten worden gemaakt, dat tot het Haagsch Befogne boven het tegenwoordig getal van Bewindhebberen van de Kamer Amfieldam, uit de andere Departementen nog zullen worden Gecommitteerd, twee Leden uit het nieuwe Departement; des dat,om weg te nemen de ongelykheid welke daar door ontftaat, in opzicht tot het getal van Bewindhebberen van de Kamer Zeeland , die op den jegenswoordigerj tyd tot het Haagsch Befogne worden gecommitteerd , dezelve Kamer zal hebben de faculteit, om ten allen tyde des goedvindende, tot het voorfz. Befogne boven 't gewoone getal van twee Leden, nog een derde Lid te mo; gen committeeren, zullende voorts tot de respective Haagfche Befognes, zoo veel mooglyk moeten committeeren op elke materie dat Lid of Leden, welke dezelve in de Kameren hebben bearbeid, en tot het examen van dien fpeciaal zyn benoemd. En zullen wyders tot de voorfz. Befognes, over den  320 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot enz". den eisch van retouren en den Chineefcherj handel, met en benevens het thans plaats hebbende getal van Bewindhebberen van de Kamer Amfieldam, worden gecommitteerd twee Leden uit het nieuwe Departement , tot ieder der voornoemde Befognes, des dat daar toe voor 't vervolg mede zullen worden benoemd, twee Bewindhebberen van de Kamer Zeeland , en één van ieder der Kameren van 't Zuider- en Noorder.Kwartier. n. Uit hoofde van het important interest, het gene de Provincie van Holland en West-Friesland in de Maatfchappy, en derzelver behoud en voorfpoed heeft, door de Heeren Staaten dier Provincie begeerd wordende, om van tyd tot tyd een behoorlyke opening en verflag van zaaken te hebben , zullen in het byzonder ook de Leden van het voorfz. nieuwe Departement gehouden zyn, aan de requifitien, die hoogstgemelde Heeren Staaten tot dat einde doen mogten, promptelykte defereeren; allen echter onverminderd de ouvertures , welke Hun Hoog Mog. insgelyks van hun zouden mogen begeeren. 12. üe traeïementen van deze nieuwe aan te ftellen Bewindhebberen,midsgaders van de Bedienden, die volgens het voorenftaande 7de Artikel ten hunnen behoeven zyn zouden, zullen jaarlyks worden voldaan door de HeereD Staaten van Holland en West-Friesland, het zy uit de honderdfte en twee honderdfte penningen, die van de Obligatien en Actiën geheven worden, het zy op zoodaanige andere wyze, als welgemelde Heeren Staaten zouden goedvinden te bepaalen. 13. En eindelyk zullende 23 poincten gevolgd by het Rapport op den ?o October 17^3, ter Verga, dering van Hun Ed. Mogenden uitgebracht, en nader geamplieerd by de Hollandfche Refolune van den 30December 1784» copyelyk worden ter hand geftèld aan de Leden van het voorfz. vyfde Departement, ten einde van dezelve ten meesten nutte der Compagnie gebruik te maaken.