VERZAMELING van PLACAATEN, RESOLUTIEN ËN ANDE^ RE AUTHENTVKE STUKKEN enz; BETREKKING HEBBENDE TOT DE GEWÏGTIGE G&> BEURTENISSEN, IN DE MAAND SEPTEMBER MDCCLXXXVII, BEVOOREN EN VERVOLGENS, IN HET GEMEENEBEST DER VEREENIGDE NEDERLANDEN VOORGEVALLEN. Negen- en- Twintigste Deel. te C AM P EN, Ter Drukkerye van J. A. de C H A L M, 0 Ti' MD Q C X Cï*   CHRONOLOGISCH REGISTER VAN ALLE DE STUKKEN IN HET X X I Xfte DEEL, VAN DEZE VERZAMELING VOORKOMENDE. N°. 2217. Addrcs van Geconjlitueerdens en Gecommitteerden:t den 11 Otïober 1785 ten fine van furcheanve tegens de jaarlykfche verandering van de Regeering, geprefenteerd aan de Ed. Mogende Heeun Siauicn 's Lundi van Utrecht. bladz. 1. —, 2218. Refolutie van de Ed. Mogende Heeren Staaten 's Lands van Utrecht, ter befchryving van den 11 OBober 1785» op het voorenjlaande Addres van Geconftitueerdens en Gecommitteerdens genomen. . . . bladz. 6. t, 2219. Addres van Geconftitueerdens en Gecommitteerdens uït de Burgery der Stad Utrecht, aan den Raad geprefenteerd den 11 Oftober 1785, des namens na het fcheiden van der Staaten Vergadering, en het bericht van de daar op genomen Refolutie bladz. 9. u, 2220. Bericht van 't voorgevallene ly gelegenheid van het verzetten van de Wet der Stad Utreclx, op den 12 Oüo° *eM78j. r f * 2 N».  IV REGISTER N». 2221. Declaratoir van den Heere Oud-Burgemeester vaw den Bogaard, mar op zyn Ed. Gejirenge, den 12 OBoler 1785 de continuatie zyner Raadsplaatfe aanvaard heeft. » • • . » • . . . bladz, 29. « 2222. Twee Declaratoiren, waar op de Heeren OudBurgemeester Berger, en Randen Eyk, van Senden, de Ridder, Smissaert, van Haeften, Burman de la Bassecour en van Dam op den 12 OBober 1785, de continuatie hunner Raadsplaatfen aanvaard hebben. bladz. 30. - ■ 2223. Declaratoir waar op de Heeren D. C. de Leeuw en P. H. J. Ivoy op den 12 OBober 1785, als Raaden der Stad Utrecht, de continuatie aanvaard hebben. II. 32. " 2224. Declaratoir en Protest deor Geconfiitueerden en Gecommitteerden op den 17 OBober 1785, aan den Raad der Stad Utrecht geprefenteerd, en ingevolge van 't daar by gedaane verzoek, in de Notulen van de Vroedfchap van dien dag geinfereerd. . . . . • . bladz. 34. « 2225. Advys van de Heeren Oud-Bttrgemeesteren Berger en van den Bogaard, nopens het gepasfeerde op de Extraordinaris Vergadering der Staaten 's Lands van Utrecht van den 11 OBober 1785, ter Vergadering van de Vroedfchap uitgebracht den 31 OBober 1785. bladz. 38. * 2226. Voordracht van de Geconftitueerdens en Gecommitteerdens, aan den Heer Eyk en verdere Heeren Gecommitteerden, op den 1 OBober 1785 gedaan, ter afdoening van de Provinciaale bezwaaren, als over het bepaalen van de plaats der daar toe te houdene conferentien. . bladz. 51. ' 2227- Tweede voordracht, op den 1 November 1785 ten zeiven einde gedaan. ..... bladz. 53.  niR STUKKEN. V N°. 2228. Misfive van de Regeerders der Stad Wyk ly Duur' Jiede den 6 OBober 1785 aan zyne Hoogheid gefchreeven, ter toezending van de door Kiezers gemaakte Nominatie tot de aan/taande jaarlykfche verandering van de wet. bl. 55. ■ 2229. Misfive van zyne Hoogheid den 14 OBober 1785 gefchreeven uit Leeuwarden aan de Heeren Gedeputeerde Staaten 's Lands van Utrecht, over het fubjeB van de voorfz. Nominatie toegezonden. ... bladz. 57. —— 2230. Misfive van Heeren Gedeputeerde Staaten van Utrecht, aan de Magiflraat van Wyk den 19 OBober 1785 gefchreeven, met toezending van de voorfz. Misfive van zyne Hoogheid Uadz. 59. «——— 2231. Circulaire Misfive van de Regeerders der Stad Wyk by Duurfiede, aan de Steden Utrecht, Amersfoort, Rheenen en Montfoort, afgezonden den . . OBober 1785, tot appui en deduBie hunner Stads Rechten. . bladz. 60. m 2232. Bygevoegde Misfive aan de refpeüive Steden, nevens de voorfz. Misfive bladz. 70. ■ 2233. Misfive van de Staaten van Utrecht aan de Regeerders der Stad Wyk by Duurfiede, den 9 November 1785 gefchreeven, inhoudende de genoomen Refolutie by welge. melde Staaten op den brief van zyne Hoogheid tot liet maaken van eene tweede Nominatie bladz. 73, —— 2234. Misfive van de Magiflraat van Wyk by Duurfiede, den 21 November 1785 aan zyne Hoogheid gezonden, met eene nadere geformeerde Nominatie en Comjfèl, om daar uit EleBie van Burgemeesteren en Schepenen te doen. bl. 75. in 2235. Misfive van de Magiflraat van Wyk by Duurfiede, tot antwoord op de voorfz. Misfive van de flèeren Staaten * 3 's Lands  V! REGISTER 's Lands van Utrecht, gearresteerd den 22 November 1785. • • bladz. 76. N». 223Ö. Misfive van de Heeren Staaten van Holland van den 9 December 1785, tot antwoord verftrekkende op de Misfive van de Heeren Sttaten van Utrecht, op den liften Aigustus jongstleeden aan Hun Edele Groot Mogcnden over het voorgevallene te Amersfoort gefchreeven; met aanbieding om de fubfifleerende gefchülen, door vriendnabuurlyke efficien uit den weg te ruimen. bladz. 79. 1 2237- Addres van Geconftitueerdens en Gecommitteerdens te Utrecht, op den 12 December 1785 aan den Raad geprefenteerd, tegen de Prepofitie van den Heer van Westhenen gedaan, ten einde de Raad haare waare intentie ep dat fubjeiï zoude gelieven te verklaaren, tbt wegneeming van alle ongerustheid bladz. 81. *=- 2238. Bericht van Geconftitueerdens en Gecommitteerdens uit de Burgery der Stad Utrecht, aan hunne Principaalen den IS December 1785 gedaan, zoo wel, als aan de op den 2 Augustus 1785 geheele vergaderd geweest zynde Burge. rye, waar mede zy de verdere behandeling der zaaken in den fchoot van hunnne Principaalen hebben overgegeeven. bl. 8(5. " 2239. Foorgevallene binnen Utrecht op den 19 en 20 December 1785 , by gelegenheid van het arresteeren van hei Stads geapplaneerd Regeerings-Reglement, met het gene daar toe is relatief bladz. 88. ■.' 1 1 1 224°- Addres van Geconftitueerden en Gecommitteerden uit de Burgery, tot het vast fiellen en arresteeren van ■ het geapplaneerde Concept-Reglement van de Regeering. • » • • • • • . bladz. 91. ——- 2241. Refolutie van de Vretdfchap genomen op deReques.  bek STUKKEN: V-I te den 12 December 1785 (fcw Geeonfiitueerdens en Gecow mitteerdens geprefenteerd. . . . bladz. 96. 'N°. 2242. Concept- AppoinQement van den Heer Eyk, cm op het Addres door Geconftitueerdens en Gecommitteerdens aan de Vroedfchap geprefenteerd op Maandag den 12 December 1785 te doen ftellen; waar by de Heeren de Ridder, van Haeften en Burmaw zich hebben gevoegd, met de Declaratie van den Heer van S enden , en het Advys van den Heer Ivoy. bladz. 97. , 2243. Antwoord van de Burgery door Geconftitueerdens en. Gecommitteerdens overgebracht op de Refolutie genomen op de Requeste den 12 December 1785 geprefenteerd; benevens de Refolutie ten zeiven dage door den Raad daar op genomen. . . . . . • bladz. IOI. 2244. Addres van Geconftitueerden en Gecommitteerden van de Burgery der Stad Utrecht, op den 19 December 178S in de Vroedfchapsvergadering des namiddags ten half vier uuren geprefenteerd , tendeerende tot ontflag van de Vroedfchap uit den ééd, en om te hebben dispofitie op het dien ochtend ingeleverd Addres, hier vooren N°. 2240. bladz. 102. ,., 2245. Refolutie van de Vroedfchap, waar by de deliberatie over dit Addres werd uitgefteld tot den volgenden dag, met commisfie op de Heeren Eyk, de Ridder, Smissaert en van Haeften , om het zelve aan de Burgery hekend te maaken. . . • . • • • bladz. 103. i. 2246. Rapport van de Heeren Eyk, de Ridder, Smissaert en van Haeften, wegens den uitftag van hunne voorfz. Commisfie. . . . bladz. 105. • •- ■ ' > « 2247. Refolutie van de Vroedfchap der Stad Utrecht dep * 4 20  REGISTER ! 20 December 1785 genomen, op de Addresfen Nö. 224e *» 2244 fer wurm gemeld, met Commisfie op de Heeren Paukis, w Leeuw en Ivor, Scfe/temn wn mi& Madz, 108. N«. 2248. va» de Vroedfchap over het voorfz. Rapport, en daar op-genomen Refolutie om met Geconftitueerden en Gecommitteerden uit de Burgery daar over te \ fpreeken, ten einde de Burgery te perfuadeeren daar mede i genoegen te neemen, en het antwoord van Geconftitueerden en Gecommitteerden aan de Heeren Eyk, de Ridder, Smissaert en van, Haeften daar op gegeeven. bl. 110. M— 2-249- Nad<* fthriftelyk antwoord van Geconftitueerden en Gecommitteerden aan voornoemde vier Heeren, beheh zende het antwoord van de Burgery op de nadere commumcatie van de gepubliceerde Vroedfchaps Refolutie gegee- Ven. . 11 j bladz. lil. S 225°- Nadere deliberatie van de Vroedfchap daar over en de genomen Refolutie waar by het Reglement conform aan het verzoek word gearresteerd en gepubliceerd, en aanteelening van de Heer Smissaert over'zyn Advys betref, fende een vporgeftelde uitlaating in de Publicatie, bl. ilz. - 2251. Voorftel en Refolutie den 23 D?(ember 178.5 in de Vergadering vaiX de Vroedfchap der Stad Utrecht gedaan en genomen, om het hejluit van den 20/len December daar te vooren, waar by het Regeerings - Reglement ten fine van . introductie na drie maanden is gearrefteerd, te doen drukken en aanplakken. .... Uadz. iH. ; 2252. Addres' van Geconftitueerden en Gecommitteerden mi de Vroedfchap der Stad Utrecht den 27 December 1785  dei STUKKEN. IX geprefenteerd, om Copia authentiek te hellen van 't gerefolveerde van den 19 en lofien December, en het zelve niet eerder te arresteeren, dan na dat het zelve ter kennisfe van de Burgery zal zyn gebracht, en dat aan hen origineele affchriften van de Notulen behooren te worden uitgelevert, en voorts dat Gecommitteerdens ter befchryving van Staat, aan geene van de gearrefieerde poinüen zullen mogen glisfeeren. . ' .' . bladz. 115. © N*. 2253. Refolutie van de Vroedfchap der Stad Utrecht den 27 December 1785 op het tweede Lid van voorfz. Addres genoomen, en daags daar aan ter Vergadering van Staat ingebracht. . • • • • bladz, 119. ——• 2254. Aanteekeningen ter voorgemelde Vergadering van de Vroedfchap der Stad Utrecht, op den 27 December 1785 gedaan, over het gerefolveerde van den igden en boften December dezes jaars, door de Heeren van der Does, Verschoor , Falck , Abbema , Woertman , de Leeuw, van Dielen, D. J. en J. A. Martens, en van den Heer Oud-Burgemeester van den Bogaarp. ........ bladz. 120. - 2255. Refolutie van de Heeren Edelen en Ridderfchap 's Lands van Utrecht, den 27 December 1785 in haar Lid genomen, en den volgenden dag ter Staatsvergadering uitgebracht, over het voorgevallene binnen Utrecht op den 19 en 20 December 1785. . . . bladz. 130. .1 . — 22.56. Biief van een notabel aantal Officieren en OnderOfficieren van de Manhcfte Schuttery der Stad Leyden, den 30 December 1785 aan de Heeren Officieren en Onderofficieren, dienstdoende Schutters en verdere Leden der Schuttery en Burgery der Stad Utrecht, ever het evenement van den I9den en zoften December gefchreeven. H. 134. * 5 Na.  X REGISTER N°. S2 57- Addres van Geconftitueerden en Gecommitteerden den 2 January i7S6 aan de Vroedfchap der Stad Utrecht geprefenteerd, om te mogen hebben Copia Authentiek van i "Pg  6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ring dezer Stad, tot voorkominge van alle on„ aangenaamheden voor Raad en Burgery." 't Welk doende &c. En was onderteekend door alle de Gecon» Jlitueerdens en Gecommitteerdens. N9. 2218. Refolutie van de Ed. Mogende Heeren Staa> ttn 's Lands van Utrecht, ter befchryving van dm Él OStober 1785, op het voorenftaande Addres van Geconftitueerdens en Gecommitteerdens genomen. Prefentibus: de Heeren Cattenbroek, PreJïdent. Sterrenburg. Pesters. RRNSWOUDE. — Amerongew. Nyvelt. schalkwyk. MüSSCHENBROEK. Ver¬ beek". BERGEN. Dvkvelt. Loten. BOOGAARD. Derthuysen. Wieling. EYCK. Bronkhorst. Boddens. V. d. DORS. ROMOND. Pesters. RAM. De LEEUW. V. Dielen.— Mfthorst. Harderwyk. Kolf. Troüillart. —■ V. WYNGAARDEN (*). De Heer Burgemeester van Musschenbroek heeft ter ouverture van de Vergadering gezegd, dat de Heeren van de Vroedfchap der Stad Utrecht 2ich genoodzaakt vindende, Hun Ed. Mogenden extraordinair te convoceeren , hun genoegen betuigende, dat de andere Leden zich hadden laaten vinden. Waar op door de Heeren Geëligeerde Raaden is ingebracht derzei ver Refolutie, op heden genomen; inhoudende: dat geleezen zynde eene Misfive van Heeren Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Utrecht, by welke dezelve hadden goed. (*) De negen Heeren, welker naamen alhier met grooto Kapitaalen gedrukt zyn, hebben zich voor de verzogte furcheance verklaard.  de Geleurtenisfen in 17S7 enz. voorgevallen. 7 goedgevonden de Heeren Staaten op heden te convoceeren, de Heeren Geëligeerde Raaden deze zaak hadden geconfidereerd, als met de orde der Regeering ftrydende, en dus deze convocatie niet anders te konnen houden dan informeel; aangezien de Heeren Ordinaris Gedeputeerden alleen tot eene zoodaanige befchryvinge bevoegd zyn, dat overzulks de Heeren Geëligeerde Raaden op zoodaani. ge convocatie niet verplicht zouden zyn te compareeren. Dan willende alles gaarne contribueeren wat tot harmonie der andere Leden van Staat mogte konnen ftrekken, gerefolveerd hadden zich ter Vergadering te laaten vinden, onder protesc nogthands, dat zy Heeren Geëligeerde Raaden deze befchryving houden voor nul en van onwaarden1, en declareeren by vervolg zulks in geene confequentie te kunnen getrokken w'orden, maar voor informeel te zullen moeten houden, alles wat op zoodaanige illegaale Vergaderingen zoude worden gerefolveerd, daar tegens van nu af aan protesteerende by dezen: verzoekende, deze hunne declaratie en protest in de Notulen van Staat te worden geinfereerd. Waar op gedelibereerd zynde, hebben de Heeren Edelen en Ridderfchap zich ten vollen met de voorfz. Refolutie der Heeren Geëligeerde Raaden en het Protest daar by vervat, geconformeerd. En hebben de Heeren Gecommitteerden van Utrecht deze Refolutie overgenomen. Zeggende de Heeren Gecommitteerden van Amersioort, de befchryving mede te houden voos geheel ongewoon; dan zoo de Heeren der voorftemmende Leden van gedachten waren als nu te delibereeren, dat dezelve mede in zoodaanig geval gereed waren te delibereeren, doch zonder voor de confequentie van zoodaanige convocatie in te ftaan, en heeft de Gecommitteerde van Montfoort, zich met de Stad Utrecht geconformeerd. Vervolgens door den Heer Prefideerende zynde A 4 voor-  E Verzameling van Stukken betrekkelyk tot voorgebracht een Request, houdende op naam van Gecoijftitueerdens en Gecommitteerdens uit de Burgery binnen Utrecht, om redenen daar by in 't breede gemeld, een verzoek dat Hun Ed. Mogenden den Raad dezer Stad uit den Provinciaalen ééd voor zoo veel dezelve tot dezer Stads beftuur betrekking heeft, geliefden teontflaan, zonder daar door eenige prasjuditie toe te brengen aandeonvervreemdbaare Rechten van de Burgery en de fusteEuen hunnerzyds gevoerd, en zulks ten effefte van *£ volkomen applaneeren, reguleeren, arrefteeren en introduceeren, van 't genoegzaam afgedaane Concept-Reglement voor dezer Stads Regeeringsbcftellinge; en, dat Hun Ed, Mogenden inmiddels geliefden te verleenen furcheance, tegen de anderzins genomen en op morgen plaatze moetende hebben jaatlykfche verandering van de Regeering dezer Stad $ tot voorkoming van alle onaangenaamheden voor den Raad en Burgery. En welk Request de Heeren Gecommitteerden der Stad Utrecht hebben gezegd over te geeven, met declaratoir, dat dezelve Geconftitueerdens en Gecommitteerdens by de Heeren van de Vroedfchap der Stad Utrecht bekend en erkend 23172. En daar op zynde gedelibereerd , hebben de Heeren van de twee voorftemmende Leden, zonder te treeden in de geattribueerde qualificatie van Geconftitueerdens en Gecommitteerdens der Burgery, verklaard: het verzoek niet te konnen accordeeren, maar het zelve te wyzen van de hand. En hebben de Heeren Gecommitteerden der Stad Utrecht, mede de furcheance gedeclineerd, neemende dezelve Heeren Gecommitteerden der Stad Utrecht het verdere der Requeste over; en hebben de Heeren Gecommitteerden der Stad Amersfoort mede gedeclareerd zich in geenen deele de qualificatie der Requestranten te erkennen, en het verzoek by dezelve Requeste gedaan, te declineeren. Zeggendeden Heer Gecommitteerde van Montfoort, zich wel favorabel voor de furcheance te explicqeren* En  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. vcorgevallen. $ En is alzulks dit poinct geconcludeerd, en goedgevonden op voorfz. Requeste te appoincteeren: „ De Sraaten van den Lande van Utrecht, zon„ der te treeden in de by dezen Requeste geattri„ bueerde qualificatie van Geconftitueerdens en „ Gecommitteerdens uit de Burgery der Stad Ut„ recht, verftaan dat in het verzoek der Reques„ tranten niet kan worden getreeden". En is deze Vergadering alzoo gefcheiden. N°. 2219. Addres van Geconftitueerdens en Gecommitteerdens uit de Burgery der Stad Utrecht, aan den Raad geprefenteerd den il Otlober f785, des na* noens, na het fcheiden van de Staaten Vergadering en het bericht van de daar op genomen Refolutie. Aan de Edele Groot Achtraare Heeren Burgemeesteren en Vroedschap der Stad Utrecht! De Geconftitueerdens van 1368 Burgers en In* woonders, als mede de Gecommitteerdens uit de agt Burger Compagnien, vinden zich verplicht aan U Ed. Groot Achtb. voor te draagen: hoe na het oproepen en inleveren van de overgeleverde poincten tot redres der bezwaaren, gebleeken is: dat de Burgers van Stad en Steden zich wel en te recht hebben beklaagd, over het bezwaar van het Regeerings-Reglement van den jaare 1674, en de wyze van deszelfs invoering en vernieuwing; zoodaanig dat Gecommitteerdens van Hun Ed. Mog. by derzei ver uitgebracht Rapport van den 1 Sept. r 784 {*), billykende de ftemme der Ingezetenen welke zich thands zoo zeer daar tegen verheft, hun aldus hebben doen hooren: „ hoe het mooglyk geweest is dat de „ voorzaten zich hebben laaten perfuadeeren, om „ tot (*) Zie XXVII. Deel, N'. 2156. bl. 121. A 5  ro Verzameling van Stukken tetrekkelyk M „ tot een fundament van Regeering in deze Provin„ cie aan te neemen een Reglement, waar in zoo „ veele gebreeken gevonden worden;" als Hun Gecommitteerdens daar by voordraagen. Zoo niet als voorfz. de fource, waar uit die Regeeringsforme met opzicht tot den tyd en wyze van deszelfs invoe. ring en vernieuwing het anderzins ongelooftyke daar van kwam op tegeeven; waar op Heeren Gecommitteerden geene zwaarigheid hebben gemaakt opentlyk te verklaaren: „ dat 'er (hunner eragtens) in dit Re„ glement vier voornaame gebreeken gevonden wor„ den, die te weeg brengen, dat het zelve voor de „ Provincie fckaadelyk en voor de Regeeringe druk„ kende is; en onder de Ingezetenen, by den mins„ ten tegenloop van zaaken, veel argwaan en mis. „ noegen verwekken, ook zelfs voornamelyk tegen de „ Perfoon des Stadhouders, en daar door aan denzeiven niet dan eene precaire macht geevenkan. " Dat welgemelde Hun Ed. Mogende Heeren Gecommitteerden als het eerste dezer gebreeken, op. geeven: „ dat dit Reglement wel verre van naast „ en meest overeen te komen, met de Regeerine „ van de Provincie gelyk die van ouds geweest „ was," (zoo als men Prins Willem de derde ingevolge Hoogstdeszelfs betuiging, by de prefentatie van dit Reglement fchynt diets gemaakt te hebben,) „ integendeel daar mede ten eenemaale con„ trariëerende, en ook zelfs in veele opzichten i» ftrydig is met de Privilegiën, Handvesten en Ge3, rechtigheden van den Lande:" aangezien „ In de tweede plaats daar by te veel willekeurigs „ word overgelaaten, in de uitoeffening van het ge„ zag, het welk daar by aan den Stadhoudergegee„ veD word:" terwyl „ Als een derde gebrek aangemerkt word, dat het zelve in troubele tyden met overhaasting ge„ maakt, vernieuwd, en als met geweld opgedrongen zynde, even daar door den grond van het „ recht des Stadhouders op losfe fchroeven, en in i, een geduurig gevaar van wankelen fteld." „ Eu  de Geoeumnisfen in 1787 enz. voorgevallen, 11 „ En als een vierde, dat by het zelve aan de Pro,, viccie ontnomen word een gedeelte van deszelfs ,' eigendom, die nimmer door tydelyke Regenten „ weggefchonken konden of mogten worden." . Boven het welke welgemelde Heeren Gecommitteerden „ niet noodig hebben geoirdeeld, in eene „ langwylige en onaangenaame discusüe te treeden, " over de willekeurige aanftellingen,continuatien en „ discontinuatien van Regenten, en de vrye en libei. re dispofitie over de geestelyke goederen, zoo ' als het zelve by het Reglemept gereguleerd is, en waar door deze Provincie, meer dan eemg« van de andere Geünieerde Landen, ook zelfs meer ' dan die Provinciën, welke met hun in dezelfde rampfpoeden van dien tyd gedeelt hadden, is ' gedrukt geworden." Dat de befchouwing van alle deze gebreeken en verdere inbreuken , aan de Burgery in den voorleeden jaare te recht hebben doen bedacht zyn, dat hangende de deliberatien over het Concept-Reglement Reformatoir, den Raad dezer -Stad niet wierde gebracht in het geval, om hetzelve Regeerings-Reglement te bezweeren, als welkers onwettigheid zoo ten aanzien van deszelfs invoering en vernieuwing, als ten aanzien van de voorfz. opgetelde gebreeken, zoo klaar is betoogd en bewezen, dat van geen Regent kan worden gevergd of verwacht, dat hy het zelve immer op nieuw pro ut jaeet bezweere. En daar zulks dan ook heeft gediend , tot een grond, waar op i784BurgersenInwoonders by U Ed. Groot Achtb. hebben geinfteerd en verzogt: „ om daar en zoo het behoord te effeótueeren, dat ten aanzien der anderzins gewoone jaar» ' lykfche verandering der Regeering, zulks han' gende de deliberatien over het Concept-Regie„ ment Reformatoir, mogte worden gehouden in ,, ftate en gefurcheerd, tot tyd en wylen eennieuw „ Reglement zal zyn gearresteerd." Dat of wel dit verzoek door U Ed. Groot Achtb. ter Vergadering van Staat op den 21 September 1784. ingebracht, als billyk en op de voorfz. gronden, gee-  12 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot a ne hsfitatie zoude fchynen onderhevig te konnen zyn, was daarin niet verder gereusfeerd als voor de voorfz enkele reize. Dat de Burgery in die furcbeanche heeft vermeent te moeten berusten, als zy in die hoope en dat uitzicht verfeerden, datloopende den gemelden tyd, de deliberatien over het rneergemelde Concept-Reglement Reformatoir niet alleen zouden zyn afgeloopen, maar, dat voor zoo veel ons ftedelyk beftier betreft, het zelve met ü üd. kroot Achtb. en de Burgery dezer Stad geheel en al zoude gereguleerd en geapplaneerd zyn geweest. Doch welk een en ander tot dien ftand nog met gebracht zynde, hadden U Ed. Groot Achib. echter ter Vergadering van Staat op den ioden Augustus dezes jaars, uitgebracht U Ed. Groot Achtb. Keiolutie, inhoudende Stads fentiment over alle de Artikelen vervat by het Concept-Reglement Reformatoir, zoo als door U Ed. Groot Achtb. bV Publicatien van den 2iften July en den ir5den September beide dezes jaars, aan de Burgery zyn voorgelegd een Concept, en nader gedresfeerd Conceot-Regle ment concernerendeStacisRegeeringsbeftelling, ten fine van confideratien; met dit gevolg, dat voor den eerften dezer maand Oótober een ieder zvne nadere bedenkingen daar tegen heeft ingebrachten waar over ü Ed. Groot Achtb. by continuatie van een extraordinaire befchryving befoigneeren. Dat uit dien hoofde als nog exteerd, de hier bovengemelde bedenkelyke zwaarigheid tegens den ééd op het Reglement van 1674. Dat uit aanmerking van het hier bovengemelde gemanifesteerde, deondergefchreevenengeoirdeeld hebben, dat den Raad dezer Stad, verder in het geval niet behoorde ge. bracht te worden , om by de op handen zyndejaarlykiche continuatie , op nieuw te beéédigen een yoor onze Provincie en Stad zoo zeer gedecideert fchaadelyk en drukkend Reglement. En komt zulks te meerder m Confideratie, als tegen dezen ééd mili. teeren alle die redenen, welke door ü Ed. Groot Achtb. zyn aangevoerd by de Misfive ter beant, WOON  de Gebeurt enisjen in 1787 enz. voorgevallen. 13 woording van den Brief van zyne Hoogheid van den 24 Febr. 1784 c*)» aan Hoogstdenzelve afgezonden den 21 Maart 1785 (f), en fpeciaalyk daar ÜEd. Gr. Achtb. demonftreeren: „ dat 'er geen twyffel aan is of „ den ééd op 't Regeerings-Reglement van den jaare „ 1674, kan worden opgeheven, zoo dra het algemeen belang, de salus popeli zulks vordert; en 'er ook geene redenen te excogiteeren zyn, waarom ,, de Regenten nu zonderling van den ééd minder „ zouden konnen ontflagen worden, dan dezelve „ in den jaare 1674 ontflagen zyn van den ééd, ,, waar mede zy in den jaare 1667 zich hadden verbonden, om nimmer eene Regeeringsform mee „ eenen Stadhouder, wederom teadmitteeren; ofte ,, waarom het voorfz. Regeerings-Reglement uit hoofde van den gedaanen ééd, minder verbreekbaar zoude zyn dan zoo veele andere Reglementen ,, en verbindtenisfen, die zoo in Stadhouderlyke als Stadhouderlooze tyden, op het ftuk van de ,, Regeering gemaakt en beéédigd zynde, naderhand ,, weder vernietigd en veranderd zyn of verbe,, terd geworden." Waarom de Ondergefchreevenen in hunne qualiteit hebben ontworpen een Concept-Request aan de Ed. Mogende Heeren Staaten dezer Provincie, inhoudende een betoog van die zwaarigheden, welke tegen den ééd op het voorfz. Reglement van I674, als nog fubfisteerden, en tot een obftakel by veele fcrupuleufe Leden van den Raad verftrekte, om zoo lange zy uit den Pro» viDciaalen ééd voor zoo veel Stads bellier betrof niet waren ontflagen, met de Burgery het volkomen applaneeren, reguleeren, arrefleeren en introduceeren, van 't genoegzaam afgeda-ane ConceptReglement voor dezer Stads Regeeringsbeftclling in te gaan ; en zulks, om opde daar by gededuceerde middelen tot wegneeming van alle gemoedely. kt' bezwaaren, en zonder daar door eenige prejudicie .toe te'brengen uan de onyervreemdbuare Rechten van da ,(*) XXVII. Deel, bl. 38. (t) XXVIÏI. Deel, bl. 1.  ï 4 Verzameling van Stukken betrekkePyk tot Burgery, en de fustenuen hunnerzyds gevoerd, van Hun Ed. Mogenden te obtineeren: „ dat den Raad „ dezer Stad uit den Provinciaalen ééd invoegen „ voorfz. mogte worden ontflagen; en dat Hun Ed. Mogenden inmiddels geliefden te verleenen „ furcheance, tegens de anderzins met den I2den „ Odtober gewoone, en plaatze moetende hebben jaarlykfche verandering van de Regeering dezer „ Stad, tot voorkominge van alle onaangenaame 3, en zorgelyke gevolgen, welke anderzins daar iiit voor Raad en Burgery nu en by het vervolg zoude konnen ontftaan." Dat de Ondergefchreevenen ten effedte van hun voorneemen, zich op den 7den Odtober by een Request aan de Heeren Hun Ed. Mogenden Gedeputeerden hebben vervoegd, inhoudende: „ dat zy een Request van het uiterfte belang aan de Heeren Staaten dezer 3, Provincie hadden voor te draagen, waar op voor ,, den I2den Odtober eerstkomende diende te wor* 3, den gedisponeerd," en daarom eerbiediglyk verzogten, dat Hun Ed. Mogenden tegen Maandag den loden dezer maand Odtober een extraordinaris Staatenvergadering geliefden te befchryven, ten einde het voorfz. Request te ontvangen , en op de voordracht van het zelve te disponeeren; dan dat daar het zelve Request des voornocns ten n uuren van den 7 Odtober in gereedheid was, om aan de Vergadering van Heeren Gedeputeerden binnen geJeverd te worden, en daar die Vergadering gewoonlyk ten half n uuren eerst by den anderen komt, wilde het ongeluk dat dezelve toen bereids kwartier voor li uuren was gefcheiden, (het gene onder de zeldzaamheden te tellen is), zoo dat deOndergefchreevenen, gelet het overgroot gewigt dezer zaak, aan den Heer Prefident van Gedeputeerden hebben verzogt, een extraordinaire Vergadering, welke ook tegen den avond van den 7 Odtober ten j uuren belegd zynde, doch waren als toen maar drie Heeren in dezelve tegenwoordig verfcheenen, en wierd om de incompleetheid der Vergadering het voorfz. Request, aan  de Gsbeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, 15 de Ondergefchreevenen zonder dispoficie uitgegeven. Welken aangaande het gepermitteerd zy Ce reflecteeren, dat de Leden van een Collegie welke by abfentie van de Heeren Staaten, Hoogstdezelve vervangen» en aan wien gedemandeerd is het befchryven van de Staaten op alle zaaken van groote importantie, en die geen vertrek lyden mogen, uit denaarc en natuur van zoodaanige Commisfie, niet mogen abfent zyn of zich afwezig houden, als de inconvenienten ten nadeele van het publieke welzyn, daar uit konnende proflueeren, en in ons geval notoirlyk konnende voortvloeijen, van al te groote gevolgen zyn, dan dat het aan de willekeur van de Leden zoude mogen fiaan, zich na goedvinden die Vergadering te konnen onttrekken; het is dan ook daarom dat by het 12, 13 en 14de Artikel zoo vaa de oude als nieuwe Inftructie van de Heeren Ordinaris Gedeputeerden dezer Provincie, niet alleen zyn bepaald de dagen, maar ook de tyd van het befoigneeren van dezelve Heeren Gedeputeerden • en is wel ipeciaalyk by het 16de Artikel verftaan: dat de Leden der Vergadering gehouden zyn, zooveel doenlyk aldaar prefent te zyn, waar op by de oude Inftructie alleenlyk deze enkele uitzonderingen gevonden worden, ten ware zy in Commisfie van dt Staaten, ofte krank waren. Welke beide gevallen» voor zoo veel bekend is, ten aanzien van geen ién, éénige van de Leden van Heeren Gedeputeerden , ten tyde van het praefenteeren van den Ondergefchreevenen voorgemeld Addres, even min heeft geëxteerd, als ten tyde van de volgende ver* zogte en vrugteloos belegde Vergaderingen van welgemelde Heeren Gedeputeerden. Dat niet te min aan de Burgery ten hoogften gelegen leggende, om door een extraordinaris befchryving van Staat tegens Maandag den ioden Odtober, dispofitie op het voorfz. verzoek te hebben, zoo hadden de Ondergefchreevenen op den 8(len Odtober zich in een van U Ed. Groot Achtb. geobtineerde ex', traordinaire VergaderiDg, by Requeste geaddres- feerd,  16 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot feerd, en met te kennengeevinge van alle het gunt voorfz. zoo wel, als met het openleggen van de middelen van hun voorgenomen te prefenteeren Requeste, waar toe zy een befchryving van Staat verzogten, door de geannexeerde minuit van het zelve, hebben geimploreerd U Ed. Groot Achtb. tusfehenkomst, om daar deze Stad uitmaakt het derde Lid van Staat, en wel het voornaamfte Lid van Staat, te effedtueeren een extraordinaris Vergadering van Heeren Gedeputeerden, om op requifltie van UEd. Groot Achtb. tegens Maandag den i8den Odtober te hebben een extraordinaire befchryving van Staat, om door de Ondergefchreevenen hec voorgemeld ontworpen Request aan de Heeren Staaten voor te draagen. Dat ook ü Ed. Gr. Achtb. bezefFende het gewigt dezer zaak, geen oogenblik hebben gehanteerd dien overeenkomftig te befluiten, zoodaanig dat op de requifltie van U Ed. Gr. Achtb. eene Vergadering van Heeren Gedeputeerden, tegens Saturdag des avonds ten half 8 uuren belegd zynde, dezelve al insgelyks is geweest vrugteloos en zonder effedt, als door de abfentie van alle de Leden behoorende tot de RidderJchap, geene befoigne hoe ook, heeft konnen vallen; dac die Vergadering tegen Zondag den oden dezer maand Odtober, des voornoens ten half 12 uuren weder is belegd, dan al wederom met den zeiven uitflag, dat ook als toen geene van de Ridders aldaar tegenwoordig is verfcheenen, en dus die byeenkomst al mede vrugteloos is gefcheiden; ten gevolge, dat hier uit evident en zeker is, dat 'er vooral ten aanzien van verfcheide Leden van de Ridderfchap, welke in de Vergadering van Heeren Gedeputeerden gecommitteerd zyn, een volftrekt oogmerk fchynt te prsdomineeren, om na hun goedvinden, en aanloöpende tegen de inftelling en Inftrudtie van 't Collegie van Heeren Gedeputeerden, zoo mooglyk een Regeeringloosheid in het Staatsheflier dezer Provincie te veroirzaaken, tot zoo verre, dat U.Ed. Groot Achtb. zich.in -dezen getklaar nood*  de. Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. %i noodzaakt hebben gezien, gebruik te maaken vaü het uiterfte Recht, om als derde Lid van Staat, eené befchryving van de Leden compofeerende de Vergadering van Staat, tegens Dingsdag den iideh dezer te doen, rhet dit gevolg, dat de Staaten heden vergaderd zynde, en het Request van de Ondergefchreevenen aldaar binnen gebracht, en daar over gedelibereerd zynde, was het zelve geweest van dezen ongunlïigen uitflag, dat het verzoek daar by fedaan was gedeclineerd, en gewezen van dé and; waar van U Ed. Groot Achtb. het prasciefé zullen geinformeerd zyn, uit het rapport door Heeren Burgemeesteren en Gecommitteerdens ter befchryving van Staat, heden aan U Ed. Groot Achtb, uitgebracht , alzoo aan de Ondergefchreevenen daar van nog geen appoinctement is konnen ter hand komen; echter dat voor zoo verre de vóorfz. communicatie aan de Burgery is gedaan, dezelve in Hun Ed. Mogenden dispofitie vermeend heeft, niet te konnen berusten, maar tot vöorkominge van alle onaangenaamheden en bekommernisfen te raade is geworden, zich door de Ondergeteeken» den als nu te addresfeeren aan U Ed. Groot Achtb.* met verdere voordracht: Dat uit alle het hier boven gededuceerde ohtwyffelbaar zeker is, dat de Regenten in den ééd op het Reglement van 1674 niet konnen gehouden zyn, als het zeker is 1at deszelfs voorhaame oogmerk aanloopt tegen de bewaaring der Vryheden, Voorrechten , Onafhankelykheid en het algemeene nut dezer Stad en Provincie; en daarom ook van de Regenten niette verwachten is,datzyaUe,of eenigevan henj tegens de intentie en requifirie Van de Burgery, tot de bezweering van het zelve Reglement als no) op nieuw zouden toetreeden; dan in tegendeel; dat zy als eerlyke en braave Regenten voegt, zich daar van zullen onthouden; vooral voor zoo veel ons Stads Regeeringsbeftier betreft. Daar ten aanzien van die Regenten, welke niet tégenltaande dein* ftantie van de Burgery tegen het op nieuw presteeXXIX. Deel. B ren  18 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ren van den ééd, echter mogten oirdeelen, dezelve te moeten afleggen, die daad van geene andere Uitwerking kan zyn, dm dat het Folk in dezelve niet langer als Regenten eenig vertrouwen fiellen kan, en tegen der zoodaanige handeiwyze op het allernadrukkelykfte zoude moeren protefteerjen, als tegen hen die zich geiecideera tegen de handhaaving van der Burgeren Rfkt-n en Foorrechten komen te oppofeeren en flellen; daar in tegendeel, ten aanzien van alle Regenten Welke zirh in dezen van hunne indispeniabele ver. plichting korm n re acquiteeren , dezelven ingevolge den ééJ van de Schuttery onder der Burgeren byzcndere bewaaring en befcherming moeten opge* nomen worden, zoodaanig dat zy behooren onder die waar aan de Schuttery houw en troitwè gezwooren h^eft, om alle geweld tegen dezelven met goed en bloed te helpen afweeren. En verwacht de Burgery als nu» dat zy zich in geene van hunne Regenten zal bedroegen zien; maar dat zy allen wel penerreerende de onwettigheid, onbegaanbaarheid, fchaadelykheid en het drukkende van het meer voorgemelde Reglement van 1674, dan ook geehe zwaarigheid zullen maaken, om zich van de vernieuwing van den ééd op het zelve, cordaatelyk te excufeeren. En daar het geen betoog noodig heeft, maar door U Ed. Groot Achtb. by bovengemelde Misilve aan zyn Hoogheid gedecideerd voldongen is, dat U Ed. Groot Achtb. byzonder gehouden zyn, tot het maintien van der Burgeren en Stads gereclameerd inaliënabel recht, met opzicht tot de vervulling van de tusfehentyds komende te vaceeren Raatsplaatfen, in de Vroedfchap dner Stad. Dat, daar het geval thands rog exteert, dat de door het overlyden van den Heer Mr. Jan Jacob Godin tot Cockengen, in de maand Februarv van dezen jaare 1785 opengevallene R-iadsplaatfe als nog vaceert, dat U Ed. Groot Achtb. zich als. nu wel z»')Ien gelieven te herinneren , dat U Ed. Groot Achth. by Refolutie van den 4den April dezes jaars, hebb'*n'verklaard: gaarne te willen deferéeren aan 't verlangen der Burgery, om  ie Geteuitenis/en in 1787 ent. voorgevallen. 19 vm eenig deel in het nomineeren en eligeeren van eenen nieuwen Raad in de Vroedfchap te hebben, daarom goedgevonden hebben, by provifie geenen dag te ftellen tot het verkiezen van eenen nieuwen Raad, maar befloten daar mede te fuper cedeer en, tot dat het rapport der tien Heeren Gecommitteerdens zoude zyn in. gekomen en daaromtrent gedisponeerd. Dat U Ed» Gr. Achtb. ook als nu daar in zullen gelieven te voor* zien , dat de voorfz. vacante Raadsplaats op den I2den Odtober aanftaande niet werde vervuld door de zoodaanige, welke zyne Hoogheid menigwerf zoude gelieven te begrypen, daar mede tegens onzer Burgeren recht te willen begunftigen; in tegendeel, dat U Ed. Groot Achtb. aan de Burgery zullen presteeren hun recht, en effedt van de voorfchreeven Refolutie. By alle het welke de Ondergefchreevenen al mede aan U Ed. Groot Achtb. moeten te binnen brengen, hoe zy zich op den 26ften September jongstleeden aan U Ed. Groot Achtb. hebben geaddresfeerd, en aan U Ed. Groot Achtb. hunne beduchtheid hebben te kennen gegéeven: „ dat ter Staatsvergadering van den 28ften „ daar aan volgende menigwerf ftond ingebracht te „ worden, een Commisfie voor een'Hoofd-Officier 3, op eene wyze als federt den jaare 1748, en ver„ volgens tot hier toe is gefchied, afwykende vaa „ de erkende Rechten en Privilegiën dezer Stad.'* Waarom de Ondergefchreevenen op de verdere gepofeerde middelen verzogten: „ dat in dien geval,, le, de voorfz. zaak daar heenen mogte worden ,, gedirigeerd, dat op de voorfz. Commisfie Staats•1 gewyze niet wierde gerefolveerd, maar doorÜ 3, Ed. Groot Achtb. overgenomen, en die zaak al ,, verder daar heenen gerigt, dat hangende de „ deliberatien over de afdoeninge van het te intro„ duceeren Provinciaal Regeerings-Reglement, op „ eene nieuwe Commisfie voor een Hoofd-Officier „ niet mogte worden gedisponeerd, maar dat den „ tegenwoordigen Hoofd-Officier, alleenlyk in die zyne qualiteit wierde gecontinueerd, tot tyd B 2 j> toe  ae Verzameling van Stukken betrekkelyk m „ toe als gemeld, dat de voorfz. Artikelen Staats„ gewyze zouden zyn gearrefteerd." Dat U Ed~ Groot Achtb. geconvoceerd van de billykheid van het voorfz. verzoek, als het by de behandeling der bezwaaren op dat poinft gedecideerd voorkomt , dat een Hoofd-Officier dezer Stad , niet alleen moet zyn een gebooren Burger, maar boven dien geen liem ofjesjie vermag te hebben in eene der voorftemmenae Leden, als nogthands het contrarie op nieuw plaatze heeft, door de wyze waar op de voorftemmende Leden, tegens de overneeming van ü Ed. Grooc Achtb. en derzelver gedaan ernftig protest, heb. ben konnen goedvinden ter Vergadering van Staat, van den ?8fren September jongstleeden, de Graaf van Athxone, op de als toen voorgebrachte Commisfie, nog zittens die zelve Vergadering in den ééd te neemen. Dat het uit de behandeling van de meeste Leden, behoorende tot het Collegie der Heeren Gedeputeerden, ten klaarften confteert, dat Hun Ed. zich ongenegen hebben getoond om op het verzoek van de Ondergefchreevenen, zich te acquiteeren van een poinét van Hun Ed. Commisfie, als is het pre. Jent komen in de zoo iterative belegde Vergaderingen \ en het daar door buiten dispofitie houden van een zaak van zoo grooten importantie, als waar toe het voorgenomen te prefenteeren Addres van de Ondergefchreevenen was ingerigt; dat daar door dan zoo wel, als door de vruchtelooze afgeloopen befchryving van heden, alle de Leden van den Raad, blootgefteld zyn, aan eene onaangenaame discontinuatie; ten gevolge, dat de Burgery by het elabeeren vaD die tegen haar verzoek bepaald verleende furcheance, haar kan geëxponeerd zien, aan het met min onaangenaam removeeren vai Regenten, waar tegen de Burgery tot voorkominge van bekom, merlyke gevolgen , heeft vermeend te moeten voorzien; en daarom op ons gerequireerd, om in haaren naame zich voor de furcheance, op den voet als dezelve by het aan Hun Ed. Mog. ontworpen Addres is  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 21 js gefield te verklaaren, en dat in dezen de (tem. van de Burgery, zoo wel als aangaande de verdere -poincten het gerequireerde effect mogen forteeren; declareerende in contrarie geval en in naame voorfz. voor God , het Bondgenootfchap, en de geheele wereld te protesteeren, onfchuldig te willen zyn van alle onaangenaame gevolgen, welke daar uit mogten ontflaan, en fpeciaalyk ook die, welke aan eenige van de Regenten, uit hoofde van een afloop der voorfz. bepaalde furcheance by discontinuatie mogte overkomen. Met verdere verklaaring; dat de Burgery dezelve Regenten zullen houden en blyven erkennen als hunne wettige gecontinueerde Regenten, verzoekende mitsdien op U Ed, Groot Achtb. dat by onverhoopte discontinuatie van eenige Regenten, geene anderen in d^rzelver plaatfen zullen werden geinflalleerd of beéédigd, enalzoode Burgery te houden buiten het geval om de zoodaanige als hunne Regenten niet te erkennen, als niet met dezelve konnende ingaan de permanence van een thands genoegzaam in gereedheid zynde Concept-Reglement voor de Regeering dezer Stad. Zoo als de Ondergefchreevenen dan ook voor nu ah dan, daar tegen ten kr.ichtigfien in naam van de Burgery by dezen protesteeren. Zoo als de Ondergefchreevenen in naam van de Burgery op alle de Leden van U Ed. Groot Achtb. infteeren , om op morgen, zich nier. te laaten opneemen in de vernieuwing van den ééd op het bovengemelde onwettige, fchaadelyke en druk. kende Reglement van 1674, maar dat U Ed. Groot Achtb. enkelyk zullen gelieven te presteeren, zoodaanigen ééd als voor het jaar 1750 by de jaarlykfche verandering van de Regeering door de Leden is afgelegd ; met declaratoir, dat de Burgery zoodaanige Leden welke zich in den ééd op 't Reglement van 1674 m°gten goedvinden op nieuw te laaten op. neemen, en zich de novo onder het verband van het Reglement van 1674, voor zoo verre dezer Stads bellier betrefc te brengen, dezelve Regenten te B 3 hou*  ast Verzameling van Stukken betrekkelyk tot houden fchaadelyk voor deze Stad, en Voor (landen van een drukkende Regeeringsform, welke ten eenen. maale contrarieert en in zoo veele opzichten ftrydigis met de Privilegiën, Handvesten en Gerechtigheden van dezen Lande, en aan wien zy moeten onttrekken alle vertrouwen, en zich ontdoen van alle gehouoenheid en verplichting , welke zy in tegendeel volgens hunne bezwooren' eéd, gaarne zullen toebrengen, alleen aan die Regenten, wellee met de daad betoonen de Voorrechten en Privilegien dezer Stad en Burgery voor te ftaan. VerSlaarende boven dien, tegen alle zoodaanige Regenten welke by den ééd van I674 perfifteeren, of als voorfz. dezelve op nieuw presteeren, te protesteeren, van eenen door hen voor Stad en Burgery gedaanen fchaadelyken en drukkenden ééd; om in tyd en wylen door de Burgery op hen te vernaaien alle het ichaadelyke en drukkende, mitsgaders alle verdere gevolgen, waar in de Burgery door hen, met het voorftaan van dat Reglement eenigzins zal zyn ge. bracht geworden. 3 6 Zoo als de Ondergefchreevenen al verder in naam van de Burgery inhapreeren hun bovenftaande verzoek, yan niet toe te laaten, dat de nog vacante Kaadsplaatfe, eerder of anders werde vervuld, dan conform aan de Refolutie van ü Edele Groot Achtb. van den 4 April dezes jaars 1785; en mits. dien, dat U Ed. Groot Achtb. in een onverhoopt Contrarie geval, tot de admisfie van een'nieuwen Kaad niet zullen gelieven te procedeeren, maar het zelve retuleeren, en by onvoorzien geweld, te protesteeren ter confervatie van het notoir recht, deze istad en Burgery competeerende. En mde laatjle plaats, dat ü Ed. Groot Achtb. geene erkenmnge zullen gelieven te draagen op de Commiifie van den Graave van Athlone, ter laaste htaacenvergadering by weinige Heeren van de voorstemmende Leden op zyn Ed. als Hoofd-Offi. cier dezer Stad verleend, en niet tegenftaande het over-  de Geleurttnisfen in 1787 enz. voorgevallen. »3 overneemen en protesteeren van U Ed. Gr. Achtb. door dezelve Leden met geweld doorgedrongen; en mitsdien, dat U Ed Groot Achtb. ter Staatsvergadering expresfelyk zullen gelieven te protesteeren die Commisfie niet te zullen refpecteeren, dan al. leenlyk het daarvoor houden, of den tegenwoordigeh Hoofd-Officier in die zyne qualiteit is gecontinueerd, alleenlyk tot tyd toe, dat de Artikelen de Hoofd-Officier dezer Stad betreffende, en by het Addres van den 26ften September dezes jaars voorgedraagen, Staatsgewyze zullen zyn gearresteerd. Declareerende de Ondergefchreevenen, dit Êrotest ter confervatie van het notoir rechr dezer urgery, ook fpeciaal ten aaozien van de nqn Qnaltficatie van welgemelden Graave van Athlone ter tyd toe als voorfz., by dezen te inhsereeren. Waar mede de Ondergefchreevenen zich van hunnen last in zoo verre hebben geacquitteerd, dat zy deze befluiten met aan U Ed. Groot Achtb. in naam van de Burgery te verzoeken , dat U Ed. Groot Achtb. op heden, ten aanzien van alle de voorfz. poindlen dermaacen zullen gelieven te disnoneeren , refolveeren, mitsgaders zoodaanige voorzorge te neemen, als welke in ltaat zullen konnen zyn, om alle gevreesde onaangenaamheden en bekommeringen van de Burgery weg te neemen; en wel byzonder, dat niets uit zyn geheel werde gebracht, als zulks de intentie van de Burgery dezer Stad zynde; en voorts, dat ÜEd.Groot Achtb. om aan het verlangen van de Burgery te voldoen, de Ondergefchreevenen nog op heden in Haat zullen gelieven te ftellen, U Ed. Groot Achtb. genomen dispofitien op de bovengemelde poin&en, aan de Burgery te konnen communiceeren: ten einde de burgery zoo veelmooglyk, ook binnen den tyd van zes weeken eens een genoeglyke afkomst van zasken, ten minften voor zoo veel dezer Stads Regeeringsbeftelling aangaat, mogen hebben; zoo als dit hun verzoek by dezen al meB 4 de  >4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot de uitmaakt, en wy daar op vertrouwende, de eer hebben te zyn. - v* Edele Groot Achtbaare Heeren! U Ed. Groot Achtb. dienstvaardige Burgers, En was geteekend door alle de Geconftitueerdens en Gecommitteerdens. Dit voorfz. Addres op den u Odtober i?Fï, in pen extraordinaris Vergadering van de Vroedfchap geprefenteerd zynde, zoo is door Heeren Burgemeesteren aan Geconftitueerdens en Gecommitteerdens bekend gemaakt, de volgende daar op genomen dispofieie, welke alzoo woordelyk door de beide Heeren Secretarisfen uit de lap van de Notulen is opgegeeven, en luidende: x> Da '?elr1dcrheid, van de Prercnte Leden van den Kaad, hebben verklaard, dat zy niet voorceemens zyn, den ééd te doen pro ut jacet op het RegleWorden^ ^ ^ 1674 3 iDdieD Zy SecontiDueerd En omtrent het admitteeren van de Commisfie van den Heer Hoofd-Officier, heeft de meerderheid begreepen, dat, dewyl reeds gisteren eén Refolutie daar over genomen is, daar by behoorde geperfi. lleerd te worden. * * " " Deze Refolutie is opgegeeven van inhoud te zynt dat wanneer de Aöe van Commisfie in de gewoone forme en orde bevonden word, zyn Ed. te admitteeren. 3 Dan ten aanzien van de discontinuatie van eenige Leden van der Raad, als mede de agreatie van elnen nieuwen Raad, rot fuppletie van de vacature door overlyden van den Heer van Vcylkop, heeft de meerde,hcid geoirdeeld zich op morgen nader te zullen exphceeren, indien zy gecontinueerd wor-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 25 N°. 2220. Bericht van 't voorgevallene by gelegenheid van het verzetten van de Wet der Stad Utrecht, op den 12 OBober 1785. De Hoofd-Officier naar gewoonte ter inftalleeringe van Burgemeesteren en Vroedfchap in den Raad verfcheenen zynde, produceerde zyne Commisfie, waar by zyn Hoog Ed voor nog drie jaaren gecontinueerd wierd; waar op zy 1 Hoog Ed. uit de Raadkamer gegaan, en na lecture van die Commisfie gedelibereerd zynde , by de meerderheid van den Raad gerefolveerd werd, uit hoofde van bet nog fubfifteerende Regeerings-Reglement, die continuatie voor drie jaaren teapprobeeren. Verfcheidene Raaden echter waren van begrip, dat de Vroedfchap overeenkomftig deszelfs Refolutie, ter Staatsvergadering van den 281ten September jongstleeden, alleenlyk den Heer Hoofd-Officier behoorde te contjnueeren tot dat een nieuw RegeeringsReglement zoude zyn geïntroduceerd- De Heer Hoofd-Officier weder in den Raad te rug gekomen zynde, communiceerde eene Misfive van den Heer Stadhouder , dienende ten geleide van eene lyst van 36 gecontinueerde Raaden, en tefTens houdende last, om deze 36 Raaden als naar gewoonte te inftalleeren en te beéédigen. Dan niet weinige Leden van den Raadweigerden den gewoonen ééd pro ut jacet te doen; uitgezonderd de Heeren van Dykveld. Loten, van der Dossen, Wieling. Mdsschenbroek,Boddens van Westreenen, de Jonckheere, Pesters, Zaal, Ewyk en Nahuis ; voorts deeden alle de overige Raaden meer of min geëxtendeerde Declaratoiren, allen neerkomende op zoo veele explicatien hunner begrippen, nopens de periode in Stads ééd voorkomende, concerneerende het Regeerings-Reglement dezer Provincie van den jaare 1(574. Onder deze Declaratoiren distingueerde zich vooral en in 't byzonder dat gene, welk door den Heer Oud-Burgemeester Berger wierd overgeleverd, en 't gene de B 5 Hee.  »5 Verzameling van Stukken betrekkelyk m Heeren Eyck, van Senden, de Ridder, Smissaert en van Haeeten mede voor het hunne overnamen. Het naast hier by komende, doch gelyk by het afdoen dezer zaake bleek, den Heer HoofdOfficier het minst belemm .rende , was het opfitel van den Heer Oud-Burgemeester van den Bogaard , waar by zich de Heer Abbema gevoegd had; terwyl de Heeren van der Does, van Romond en Daunis, ieder by een afzonderlyk Declaratoir zich, na genoeg conform den Heer van den Bogaard , geëxpliceerd hebben ; gelyk ook de Heer de Leeuw zich in dezen aan eene byzondere referve, waar mede de Heer Yvoi zich conformeerde, bepaald heeft; hebbende de Heeren Verbeek , van Bronckhorst , Craeyvanger, Verschoor , Falck , Ram , Woertman , van der JMuelen, van Dielen en de beide Martens den ééd wel wederom aangenomen, doch met deze expresfe mits, van daar door niet buiten ftaac gefield te zyn, om het Regeerings-Reglement te helpen veranderen en verbeteren, en al 't noodige daar toe te helpen applaneeren en reguleeren. Na het afloopen der rondvraage, verklaarde de Heer HoofdOfficier, ongelast en onbevoegd te zyn, omeenigen dezer Declaratoiren te accepteeren; doch betuigde te gelyk te werfchen, dat 'er eenig expediënt mogte gevonden worden; het welk aanleiding gaf tot menigerlei voorflellen en daar over gehouden debatten, tot dat eindelyk de Heer Hoofd-Officier geperfuadeerd wierd en te kennen gaf, genoegen te zullen neemen met het gedeclareerde van den Heer Oud-Burgemeester van den Bogaard, indien alle de Raaden zich daar by geliefden te voegen. Dit door veelen geaccepteerd wordende, gaf gelegenheid dat de Heer Oud Burgemeester Berger, met de by hem zich gevoegd hebbende Heeren, zich afzonderden in de Gerechtskamer, om het voorftel van den Hoofd-Officier in beraad te neemen; 't gene ten gevolge had, dat deze Heeren by nadere fchriftelyke verklaaring zich voegden by het  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 27 het Declaratoir van den Heer Oud-Burgemeester van den Bogaard; begrypende, dat 't gene by hun eerlte Declaratoir meer dan by dat van laatstgemelden Heer gezegd was , zoodaanig van zelve fprak, dat ook zelve daar van de infertie niet noodig was. Deze zaak, welke de Vergadering ruim twee uuren bezig hield , tot genoegen afgedaan zynde , veroirzaakte de Misfive van den Stadhouder, tot aanftelling van viernieuwe Raaden, nieuwe zwaarigheden. Vooreerst om dat zyn Hoogheid gedis. poneerd had over de tusfchentyds opengevallene Raadsplaatfe, vaceerende zedert den dood van den Heer van Voixcoop, en 't welk door de Burgery, als aan haar toegezegd, gereclameerd wierd; ten anderen, om dat by die Misfive de Heer Mr. J. F, Oüé, die voor de eerfiremaal tot Raad wierd aangefield, in rang geplaatst wierd voor de drie gewezene Raaden Voet, Burman en van Dam. Niet tegenftaande het Protest der Raaden Eyck , van Senden , de Ridder , Smissaert en van Haeften, (die ook mede tegen de hier bovengemelde Conclufie omcrent de admisfie van den Hoofd-Officier hunne aanteekeningen gereferveerd hadden ,) en het voorftel van anderen , om zyne Hoogheid alvoorens kennis te geeven aangaande de begeerte der Burgery en van derzelver reclame, wierd by groote meerderheid geconcludeerd tot het erkennen van 't recht van den Stadhouder, ter vervul, lina; dezer vaceerende Raadsplaatfe. By 't voteeren hier over, deed onder anderen de Heer van Haeften de volgende verklaaring: „niet te kunnen toeftemmen in het vervullen der open. „ (taande Raadsplaatfe door zyne Hoogheid, vermits volgens Refolutie van de Vroedfchap, ten ,, behoeve en dispofitie van de Burgery daar van „ afftand gedaan was, en dat de Burgery tegens de „ vervulling van die plaats, uitdrukkelyk heeft ge„ protesteerd; dat het niet te denken was, dat zyne j, Hoogheid, die zich zoo dikwerf had gedecla- », reerd  Verzameling van Stukken betrekkelyk tot it reerd ten behoeve der Burgery alles te wi'Iea „ aanwenden, ook, in gevalle het Protest aan zy. „ ne Hoogheid was bekend geweest, niet ten ge,i noegen der Burgery en tot corfervatie van de „ rust, zoude willen coöpereeren ; waarom zyn „ Ed. betuigde geen aandeel in deze aanftelling te ,, hebben , Jaatende de gevolgen over voor de ,, meerderheid, die goedvonden tegens de uit„ drukkelyke begeerte des Volks alhier, daar toe ,, mede te werken; waarom zyn Ed. verzogt, dat « „ de Heer Hoofd-Officier de zaak als nog in jlate ,, liet, en van het Protest der Burgery aan zyne „ Hoogheid kennis gave, om zyne Hoogheid die ,, zulks onbewust was , niet in een onaangenaam „ predicament te brengen; en zyne Hoogheid ge„ legenheid te geeven, de achting der Burgery omtrent zyn Perfoon te doen hernieuwen, die « anderzins meer en meer moest afneemen." ' Waar op dan geprocedeerd zynde tot de refpec. tiye aanftellingen, 't gene mede niet vereffend wierd dan na veelvuldige debatten , en na dat de Heer Hoofd-Officier verzekering gekreegen ha J, dat de Heer Ooé tot genoegen van de groote meerderheid van den Raad, van den aan hem by Misfi. ve toegefchreeven rang gewillig af zag, verfcheenen alvoorets in de Raadkamer de Heeren Voet van Winssen, Burman de la Bassecour en van Dam vanIsselt, welken als gecontinueerde Raa. den fesfie namen, na dat de eerfte zich omtrent den Stads ééd verklaard had conform het Declara. toir van den Heer Ram, en de beide laatflen overeenkomftig dat van den Heer Oud.Burgemeester van den Bogaard , in den zin zoo als de Heer Oud-Burgemeester Berger dit gedaan had. Na .dat deze drie Heeren fesfie genomen hadden, en de Heer Oüé bewyzen van zyne qualificatie had geproduceerd, is deze laatfte op de gewoone wyze geinftalleerd en in den ééd genomen. No,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. s| N°. 2221. Declaratoir van den Heere Oud-Burgemeester van den Boogaard , waar op zyn Ed Gljlrenge, den 12 Otlober 1785 de continuatie zyner Raadplaatfe aanvaard heejt. Ik neeme de continuatie van de Raadsplaatfe aan» doch niet blootelyk op den voorheen gedaanen ééd pro utjacet, maar met deze reftriÜie, dat daar de Staats-Commisfie van negen Heeren, by hun Rapport den 1 September 1784. ter Staaten Vergadering ingebracht, heeft verklaard: ,,dat het Regle,, ment van 1674, zoo by de eerfte invoering als „ by de vernieuwing, op eene gewelddaadige wy„ ze is doorgedrongen en aangenomen heeft moeten 1, worden; dat het in veele opzichten ftrydïg is ,, met de Privilegiën, Handvesten en Gerechtig„ heden van den Lande; dat het voor de Provin- cie fchaadelyk, en voor de Regeering drukkende „ is; dat het te veel willekeurigs overlaat aan het „ gezag, den Stadhouder gegeeven ; dat by het „ zelve aan de Provincie ontnomen wordt een ge,, deelte van derzelver eigendom, die nimmer door s» tydelyke Regenten konde of mogte weggefchon- ken worden enz."; en ik in 't byzonder voor my daar van overtuigd ben, en daarom met myne mede-Raaden by 's Vroedfchaps Refolutie van den 20 September 1784, behelzende eene Propofitie toe furcheance der gewoone Regeerings-verzetting op den i2den Odtober, den 21 September 1784 ter Staaten Vergadering ingebracht, betuigd hebben, dat van geen Regent kan worden gevergd of ver„ wagt, dat hy het zelve Regeerings-Reglement immer op nieuw pro ut jacet bezweere "; gelyk ik ook met myne mede-Raaden by 's Vroedfchaps Misfive van den 21 Maart 1785, ter rescontreeringe van de Hellingen, vervat by zyne Doorluchtige Hoogheids Misfive van den 21 February 1784., aan Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten dezer Pro. vincie gefchreeven, gedemonftreerd hebben, dat het zelve Regiement gelyk alle andere Staatswet. teu,  2© Verzameling fan Stukken betrekkelyk tot ten, wanneer het algemeene welzyn zulks komt te vereisfchen, kan en mag veranderd en verbeterd worden, en waar toe ik my volgens ééde verplicht vinde, met al wat in myn vermogen is te zullen blyyen by continuatie mede werken en urgeeren: dat ik daaromme de Raadsplaatfe aanneeme, in die zélfde begrippen en fentimenten blyvende verfeeren , en in die verwagting dat het zelve Reglement, welkers redresfen by de voorftemmende Leden nog in deliberatie leggen, eerlang zal worden veranderd of geredresfeerd, ter wegneeminge van de rechtmaatige klachten en bezwaaren der In- en Opgezetenen, als mede inha?reerende 's Vroedfchaps Refolutie van den 15 Augustus 1783, raa. kende het poinct in den Stads ééd, betrekkelyk het nomineeren van Burgemeesteren en Schepenen, en de aanftelling van Thefauriers en Kameraars. (was get.) P. P. van den Boogaard. Utrecht, den 12 Oftober 1785. N°. 2222. Twee Declaratoiren, waar op de Heeren Oud-Burgemeester Berger, en Raaden Eyk, van Senden, de Ridder, Smissaert, van Haeften, Burman de la Bassecour en van Dam op den 12 OStober 1785, de continuatie hunner Raadsplaatfen aanvaard hebben. Edele Groot Achtbaare Heeren ! Daar deStaats-Commisfie, by haar rapport, den I September 1784 ter Staatenvergadering uitgebracht, zeiven erkend: „ dat het Reglement van tt den jaare 1674, is fchaadelyk voor de Provincie, ,, drukkende voor de Regeering, afwykende van de Regeeringsform, die contrarieerende; dat Si het ftryd met de Rechten en Privilegiën, en het billykis, dat die gebreken herfteld, en der Iq- »» ge-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 31 ,, gezetenen billyke en rechtmaatige klachten ge„ hoord worden." Daar deze Raad by haare Refolutie van den 13 September 1784, nader geapprobeerd den 2often dito, te zien in Stads Notulen en ter Staaten Vergadering, van Stadswegen gedeclareerd heeft: „dat „ van geen Regent kan gevergd worden, dat hy „ immer dat zelve Reglement pro ut jacet, opnieuw „ bezweeren zal." Daar die erkentenis door der Staaten Commisfie» en dat Declaratoir door den Raad ter Staaten Ver- §adering is gedaan; is het natuurlyk te verwagten, at geen Regent weder den ééd opdat Reglement, proutjacet, zal afleggen. Wy denken, Edele Gr. Achtb* Heeren! nu niet anders, dan wy op den 13 en 20 September 1784 gedacht hebben: wy declareeren daarom, onze Raadsplaatfen weder te aanvaarden, zonder te willen gehouden zyn in iets, dat by het Reglement geftatueerd, bevonden mogte worden tegen dezer Stads of Lands Privilegiën aan te loopen, of tegen derzelver Rechten en welherbrachte Costumen; en dit te meer, om dat U Ed. Groot Achtb. gerefolveerd hebben, op den 18 Odtober 1784, den Heer van Dam op diergelyken voet te admitteeren; gelyk die dan ook alzoo op den 27 Odtober 1784, is geadmitteerd. En ten blyke voor de Posteriteit, dat wy onzen Post op geene andere voorwaarden hebben aangenoomen, verzoeken deOndergeteekenden, dat dit hun Declaratoir, in Stads Notulen moge geinfereerd worden. (was geteekena") Cypriaan Berger, Adriaan Hend. Eyk, Johan Fredrik van Senden, Jan Pir. ter de Ridder, Jan Carel Smissaert, Jacob van Haeften. Utrecht, den 12 Odtober 1785. De Ondergeteekenden vertrouwende, dat het van" zelve  3* Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ielve fpreekt, dat hen niets kan worden gevergd, ltrydig tegen 's Lands en Stads Rechten en Privilegiën, declareeren zich te voegen by het Advys. heden door den Heer Oud-Burgemeester van oen Bocaard alhier ingediend ', verklaarende niet te min, wel uitdrukkelyk, hier toe niet anders tecondeicendeeren, en in zoo verre van hun eigen ingeleverd Advys af te gaan, dan alleen ter bewaaring van de rust en vrede onder de goede Burgers en Ingezetenen dezer Stad, welke zy duchten, dat anders welligt in gevaar zouden kunnen geraaken van te worden verbroken; declareerende voorts ten genoegen der Burgery, alryd tén fterkrten te zullen coopereeren, om de Domefticque RegeeringsbedoenCS deZef Stadj dCD ecrsteD te helpen af(was geteekend) Cypriaan Berger, Ad. Hend. Eyk, Joh* Fr- van Senden, J. P. de Ridder, J. C* Smissaert, J. van Haeften, P. C. Bür. man de la bassecoür, w. van dam. Utrecht, den 12 Odtober 1785. N°. 2223. Declaratoir waar op de Heeren D, C. de Leeuw en P. H. J. Ivoy op den 12 OSlober 1785, als Raaden der Stad Utrecht, de continuatie aanvaard hebben. Edele Groot Achtbaare Heeren! Vermits het zyne Doorluchtige Hoogheid den Beere Pnnce van Oranje, Stadhouder dezer Provincie &c. behaagt heeft, my Ondergeteekecden als Raad in de Vroedfchap dezer Stad te continuee. ren, en het waarfchynlyk is, dat Hoogstdezelve vertrouwt, dat de genen die thands hunne Raadsplaatfen wederom eenvoudig en gaaf op den voorheen  de Gebeurtenis/en in 178} enz. voorgevallen. 33. h-sen gedaanen ééd aanvaarden, ook vólkomen inftemmen met de denkwyze' van zyne Hoogheid omtrent het Regeerings Reglement van 1674, achtervolgens de explicatie deswegens, in onderfcheiden Misfives aan Hun Ed. Mogenden en aan deze Stad voorgedraagen; zoo vinde ik myverplicht, onl aan de goede trouw in den volftrekften zin te voldoen, alvoorens ik my op nieuw verbinde, te verklaaren : dat ik hec voornoemde Reglement nimmer anders hebbe aangezien, of in het vervolg zal aanmerken, dan als een' Staatswet, welker beftaanbaarheid niet wettigeris, dan die van andere bepaalingen en inrichtingen , tot welwezen van on* Gemeenebest genoomen en ingevoerd; waaromdezelve dan ook Staatsgewyze in het geheel of ten deele kan verbrooken worden, ja zelfs, dat alle Regenten onder de verplichting zyn, ten dien einde mede te werken, voor zoo verre dat Reglemene bevonden word ltrydig te zyn met de Privilegiën , Gerechtigheden en 't welvaaren van den Lande van Utrecht, of met 't profyt en welvaaren van deze». Stad en de Burgers en Inwoonders van dien, uic hoofde van de eerfte en voornaamfte poincten, dewelke door de Provinciaale en Stads Regenten bezwooren worden, alzoo alle andere explicatien, tot. eene formeele tegenftrydigheid in de heiligde aller verbindtenisfen, gelegenheid geeven. Na welke verklaaring, en onder inhsfie van Vroedfchaps Refolutie in dato den 15 Augustus 1783 , waar by verftaan is, zekere periode betrek* kelyk de Nominatie van Burgemeesteren, Thefauriers en Kameraars, uit den ééd te ligten, ik dan ook, voor het overige, den post van Raad in de Vroedfchap wederom aanvaarde, op den voorheen gedaanen ééd. En op dat hier van ter myner decharge altoos blyke, verzoek ik, dat dit myn Declaratoir in Stads Notulen geinfereerd worde. (was get.) D. C. de Leeuw. P. H. J. Ivoï.' Utrecht, den 12 October 1785. XXIX. Deel. C D§  34 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot De Heer Raad de Leeuw bovenftaande Declaratoir geleezen hebbende, voegde 'er zich de Heer Raad Ivoy by, en teekende het zelve insgelyks. 2224. Declaratoir en Protest door Geconftitueer. den en Gecommitteerden op den 17 OBober 1785, aan den Raad der Stad Utrecht geprefenteerd, en ingevolge van 't daar by gedaane verzoek, inde Notulen van de Vroedfchap van dién dag geinfereerd. Aan de Edele Groot Achtbaare Heeren Burgemeesteren en Vroedschap der Stad Utrecht! Daar het gedecideerd zeker is, dat het Reglement van 1674, zoo by de eerde invoering als by de vernieuwing op eene geweldaadige wyze is „ doorgedrongen en aangenoomen heeft moeten „ worden. Dat het in veelen opzichten dry- 4, dig is met de Privilegiën, Handvesten en Gerech„ tigheden van den Lande. —— Dat het voor de „ Provincie fchaadelyk, —— voor de Regeering „ drukkende is. —- Dat het te veel willekeurigs „ overlaat aan het gezag den Stadhoudergegeeven. •» —— Dat by het zelve aan de Provincie ontnooj, men word, een gedeelte van derzelvereigendom„ men, die nimmer door tydelyke Regenten kon. „ den of mogten weg gefchonken worden." Zoo als dit aan U Ed. Groot Achtb. overeenkomdig aan het Rapport van de Staats Commisfie der negen Heeren, uitgebracht den I September 1784, by Addres van de Ondergefchreevenen op den nden Ocïob. jongstleeden in het breede is voorgedraagen; in dat uitzicht, dat de Burgery verwagtende was, dat zy zich in geene van hunne Regenten zouden bedroogen zien, maar dat zy alle wel penetreerende de onwettigheid, onbeftaanbaarheid, fchaadelykheid en het drukkende van het gemelde Regiment van 1674, dan ook geene zwaarigheid zouden maaken, om zich van  ie Gebeurtenisfen in f787 enz. voorgevallen. 2% Van de vernieuwing van den ééd op het zelve cordaarelyk te excufeeren. Dat de Burgery als nu het ongeluk heeft by de bevinding te ontwaaren, dat haare billyke en gegronde voordrachten, by verfcheidë Regenten geen ingang mogende hebben, zy zich met opzicht tot de voorfchreeven voordracht zeer bedrogen hebben gevonden, als niettegenftaande dezelve^ volgens de opgave van de publieke nieuwspapieren > en welke zonder tegenfpraak zyn geadvoueerd geworden, zoo niet vyftien, ten minsten twaalf Leden van den Raad, by naamen worden opgegeeven i den ééd op het gemelde onwettige, fchaadelyke en 3, drukkende Reglement van 1674, zonder eenigé j, uitzondering of reftrittie gedaan te hebben." ' Dat dus dezelve Regenten geene zwaarigheid hebben gemaakt, onder de aanroeping van Gods heiligen vaam, opentlyk 'er voor uit te komen, om by de Burgery gehouden te willen worden, ,, als fchaa3, delyk voor deze Stad, en voorfianders van eene ,-, drukkende Regeeringsforme, welke ten eenen3, maale contrarieerd en in zoo veele opzichten ,', ftrydig is met de Privilegiën , Handvesten ed j"} Gerechtigheden van dezen Lande. " Dat dan ook ingevolge van deze daad, de Ondergefchreevenen in naame van de Burgery die hen gecommitteerd hebben, by dezen opentlyk en allernadrukkelykst declareereö , dat, dezelve Bugëry alle die Regenten welke als voorfchreeven den ééd bp het Reglement van 1674, zonder eenige uitzondering of reftrittie gedaan hebben, „ houd, en ,, zal blyven houden te zyn fchaadelyk voor deze „ Stad, en voorfianders van eene drukkende Regee,, ringsforme, welke ten eenenmaale contrarieerd ,, en in zoo veele opzichten ftrydig is met de Pri,, vilegien , Handvesten en Gerechtigheden vari 3, dezen Lande," En daar die Regenten zich zelvë als vdórfz. hebben gedeclareerd, zoodaanige voorstanders te zyri van eene fchaadelyke en drukkende Regeeringsforme', eri C % zieft  35 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zich daar door op nieuw, en wel voorbedachtelyk, buiten ftaat hebben gefield tot het handhaaven van de Privilegiën, Handvesten en Gerechtigheden, van dezen Lande, waar aan het voorfz. RegeeringsReglement zoo zeer contrarieert, en in zoo veele opzichten ftrydig is; hebben daarom de Ondergefchreevenen voor en in naam van de hen gecommitteerd hebbende Burgery dezer Stad, als een gevolg van de voorfz. gedaanen ééd, by dezen, aan alle die Regenten tedeclareeren, hunner te onttrekken van alle vertrouwen, en zich ontflagen te houden en te ontdoen van alle gehoudenheiden verplichting, welke zy integendeel volgens hunne bezwooren ééd, gaarne zullen toebrengen, alleen aan die Regenten, welke met de daad betoonen de Voorrechten en Privilegiën dezer Stad en Burgery voor te ftaaD. Zoo als de Ondergefchreevenen dan ook al verder in naame voorfz., by dezen tegens alle die Regenten expresfelyk protesteeren, van eenendoor hen voor Stad en Burgery gedaane fchaadelyke en drukkende ééd; om in tyd en wylen door de Burgery, op hen te verhaalen alle het fchadelyke en drukkende, mitsgaders alle verdere gevolgen, waar in de Burgery, door hen met het voorftaan van dat Reglement eenigzins is gebracht geworden, als zy aan alle het verrichte van die Regenten om redenen voorfz., geeDe erkenninge hoe ook konnen of mogen draagen. Declareerendeondergelykprotest als vooren, voor God, het Bondgenootschap en de geheele wereld, ontfchuldig te willen zyn, van alle onaangenaame gevolgen , welke uit het gedrag der voorfz. Regenten mogte ontftaan. En daar de Burgery dezer Stad niet heeft mogen reusfeeren in hun verzoek, dat UEd. Groot Achtb. om redenen by Addres van den uden Odtober ge. detailleerd, en ook nader op den I2den October aangedrongen, UEd. Groot Achtb. contrarie aan derzelver Refolutie van den 4den April dezes jaars tot de admisjïe van eenen nieuwen Raad r.iet zouden gelieven te procedeer en, maar het zelve rejufeeren, en by on-  de Gebeurtenis/en in- 1787 enz. voorgevallen. 37 onvoorzien geweld te protesteeren ter confervatie van het notoir recht deze Stad en Burgery competeerende; endac onaangezien deze requifltie van de Burgery, de meerderheid van den Raad tot de aanftellinge van den Heer Ooé heeft gelieven tecoöpereeren, zonder te zorgen dat ten dien opzichte ook aan de zyde van U Ed. Groot Achtb. het recht dezer Stad en Burgery is gebleeven in zyn geheel, en zulks ook ingevolge van het gene de meeste, zoo niet alle de Leden van de meerderheid van den Raad aan de Burgery by Refolutie van den 4den April dezes jaars hebben toegekend; en dienvolgende dat den Heer ODé in de vacante Raadsplaats door U Ed. Groot Achtb. niet konde geinftalleerd worden, zoo als niettemin gedaan is, en hy boven dien den óód op het Reglement van 1674., (ten duidelyken betooge van zyn intentie) zonder eenige reftridtie heeft gepresteerd. Waarom de Ondergefchreevenen in naam van hunne Principaalen tegens de voorfz.aan. ftellinge ter vervullinge van de bovengemelte vacature, van indracht en geweld op der Burgeren recht protesteeren, ter confervatie van het notoir recht, ten dien refpécte deze Stad en Burgery competeerende. Zoo als zy daarommeal verder declareeren, voornoemde Heer Od6 als hunnen Regent niet te konnen aanneerhen, of denxelven op eenigerhande wyze hoe ook te erkennen , maar ten dien opzichte te willen blyven onverkort en in haar geheel. Zoo als zy dan ook, niettegenftaande U Ed. Gr.. Achtb. by meerderheid genomen Refolutie van, den ioden dezer maand October, ter zaake van de al of niet erkenninge van de nieuwe Commisfie van den Heere Hoofd-Officier, al insgelyks willen zyn en blyven onverkort en in haar geheel, alles ten fine, als by der Ondergefchreevenen op den elfden dezer geprefenteerd Addres. Verzoekende de Ondergeteekenden dat dit Declaratoir en gerenoveerde Protesten in Stads Notulen mag worden geinfereerd. C 3 'e Welfe  3? Verzameling tan Stukken betrekkelyk te$ $ Welk doende <5jc. En was onderteekend door alle de Geconftitueerdtn en Gecommitteerden. Actum, den I7den October 1785. 38". iii^. -Advys van de Heeren Oud-Burgemeesteren, Berger en van den Boqgaard, nopens het gepas/eerde op de Extraordinaris bejchryvinge der Staa* ten 's Lands van Utrecht van den 11 OElober 17 85 , ter ^ Vergadering van de Vroedfchap uitgebracht den 31 October 1785. De Heeren Burgemeesteren en Oud-Burgemees$eren zyn van Advys, dat ter Staaten Vergadering van Stads wegen, diende ingebracht te worden de navolgende Refolutie. Di Vroedfchap verzoekt en authorifeerd de HeeXen Burgemeesteren en verdere Gecommitteerden ter befchryvinge van Stads wegen ter naastkomende Vergadering der Staaten, te kennen te geeven: dat Hun Ed. Groot Achtb. met fmerte hebbe moeten ondervinden, wanneer Hun Ed. Groot Achtb. op 't verzoek van Geconftitueerdens van 1368 Burgers en Jnwoonders, en van Gecommitteerdens uit de agt Burger Compagnien binnen hunne Stad, by de Vroedfchap in die qualiteit erkend, tragteden te effectueeren het beleggen van eene extraordinaris Vergadering der Staaten voor den I2den October laatstleeden, en ten dien einde de Heeren Burgemeesteren hadden verzogt en geauthorifeerd, om in st Collegie van Hun Ed. Mogenden Ordinaris Gedeputeerden het daar heenen te dirigeeren, dat de, Staaten extraordinair mogten befchreeven worden voor den I2den October, ten einde voornoemde. Geconftitueerdens en Gecommitteerdens gelegendheid mogten hebben , om ter zeiver Vergadering ia te leveren een Request, inhoudende een verzoek  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 3$ zoek aan Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten. dezer Provincie, omme de Raaden in de Vroedfchap .dezer Stad te ontdaan van den ééd, door dezelven op 't Provinciaal Regeerings-Reglement van 1674 gedaan, zoo verre betreft het poinct, by het zelve vervat, aangaande de verzetting dezer Stads Regeering op den i2den October, en, hangende de deliberatien daar over, te verkenen furcheance van de ordinaire verandering der Stads Regeeringe op den I2den October, in diervoegen, als zulks in den voorleeden jaare door Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten was gefchied; en welk te doen verzoek, 2y de Vroedfchap verzogt hadden ter Vergadering der Staaten te appuijeeren; dat daar toe vereischt geworden zynde een extraordinaris Vergadering van 't Collegie van Gedeputeerden, en de Leden van st zelve iterative reizen geconvoceerd zynde op *t verzoek van de Vroedfchap , zelfs met het afzenden van Expresfen aan die Heeren, welke buiten de Stad woonen, nogthands daar zulks meermaalen herhaald is, geen een der Leden wegens *t Lid der Heeren Edelen Gecommitteerd, is prefent gekomen, en de overige prefent zynde Leden, van *t Collegie hebben gedeclineerd de Staaten te befchry ven , zeggende die daar toe onbevoegd te zyn , alzoo hunne Jnftructie vermeld: „ dat niet zullen vermogen eenige Requesten teleezen, veelmin j, iets re refolveeren, ten zy de Vergadering ten „ minften vyf Perfoonen fterk, en daar onder uic „ ieder Lid, één prefeut zyn, ten ware op ver„ zoek van confent ende agreatie tot refignatie van „ eenige Prsebende of Vicaryen, waar op, uit ie« „ der Lid maar een fleer piasfent zynde, zal mo„ gen worden gedisponeerd, alzoo de geinteres. feerdens in der tyd merkelyk gelegen zoude kun„ nen zyn; en wat by hen lieden achtervolgende „ die macht hun in dezen gegeeven alzoo gedaan „ en geflooten word, zal bundig wezen , ende „ gehoudeu worden of zy alle prssfent waren ges, weest." " C 4 Dat  4© Verzameling van Stukken betrekkelyk Ut Dat het Hun Ed. Groot Achtb. wel bekend is, dat van de Heeren Edelen ter Vergaderinge van de Heeren Ordinaris Gedeputeerden gecommitteerd-, 'er uit hoofde van noodzaakelyke affaires, zoo verre buiten de Stadwaren, dat metgeenmooglykheid tydig genoeg konden geconvoceerd worden, veel min prsfent. komen ; doch dat zoodaanige abfentie, vooral na 't eindigen der groote vacantie, de overige Heeren Edelen des temeer hadden moeten doen bedacht zyn, om zich zoodaanig by dehand te houden, dat by een extraordinair geval tydig konden geconvoceerd worden en compareeren, vooral in het cruique tydftip ende jegenswoordige omflandigheid der binnenlandfche en 'buitenlandfche zac* .ken, die alle uuren van den dag zoodaanige onverwachte evenementen zouden kunnen occafioneeren, die zoo fpoedige befchikking vorderen, dat daar van het algemeene welzyn dezer Provincie, ja van de geheele Republiek zoude kunnen afhangen. i Dat de abfentie en noncomparitie dezer Heeren derhalven een zaak is van de alleruiterfte confequentie, en waar aan de drie Leden van Staat ten hoogften gelegen legt, te meer nog, wanneer de fustenue der overige prajfent zynde Heeren zoude doorgaan, dat, ter oirzaake van dezelve abfentie, abfoluit niets konden verrichten , uit hoofde der bepaaling by hunne Inftructie gemaakt; en dat dus by gevolg, de allergewigtigfte en uiterfle fpoed vereisfchendeen fchielyk opkomende zaaken, daar zelfs 't behoud van de geheele Provincie, ja van 't geheele Land zoude kunnen van afhangen , maar enkel haar beloop en aan het geval met ftilzitten zouden hebben moeten overlaaten. Dat Hun Ed. Groot Achtb. 'er nogthands wel verre afzyn, die fustenue der prsfent geweest zynde Heeren Gedeputeerden te ad voueeren, maar dezelve integendeel als ren eenemaalen ongefundeerd, en volftrektin het abfurde ukloopende befchouwen, in zoo verre, dat een bedaard en aandachtig raifonne', mentj.  de Gebeurtenisjen in 1787 enz. voorgevallen, 41 ment, alleen in daat is, om een iegelyk te overtuigen, dat in het 17de Artikel der Indrudtie enkel gezien word op gewoone dagelyks voorkomende zaaken, die aan de deliberatien, afdoening, dispolitie of bedellingder Heeren Gedeputeerden zyn gedemandeerd; gelyk zulks klaarlyk blykc, uit de woorden: „dat niet zullen vermogen eenige Requestenteleezen, veel min iets te refolveeren, ten „ zy de Vergadering ten minden vyf Perfoonen „ fterk, en dsar onder uit ieder Lid een prsfent „ zyn;" maar geenszins op'buitengewoone fchielyk opkomende zaaken , van wejker prompte en duidelyke afdoening het behoud of welvaart der Provincie of van 't geheele Land, kan afhangen, en door welkers verzuim den Lande eene onherftelbaare of inportante fchaade zoude kunnen veroirzaakt worden; daar zelfs omtrent de ordinaire dagelyks voorvallende zaaken, tot voorkominge van fchaade van een of meer particuliere Perfoonen, van daar eene uitzondering gemaakt wordende j namentlyk omtrent het verleenen van confent en aggreatie tot refignatie van eenige Pra> benden of Vicaryen, ten klaarden blykt, dat Hun Ed. Mogenden geenszins hebben gewild, dat door het gedatueerde by dit Artikel, fchaade aan particuliere, men laate daan aan 't algemeen belang van de Provincie of van 't Land, zoude worden toegebracht. Dat ook bovendien het verzoek, door de Stad aan Heeren Gedeputeerden gedaan , ten einde de Staaten te befchry ven , is een zaak van een geheel andere natuur, dan die in 't voornoemde Artikel bedoeld worden ; alzoo daar door niets gebracht word by Heeren Gedeputeerden, om door 't Collegie te worden beoirdeeld, afgedaan, daar over gedisponeerd of beflist, maar enkel en alleen aan 't zelve verzogt word, de Staaten te befchryven, ten einde gelegenheid gegeeven worde, om aan dezelve Staaten voor te draagen een zaak van de yiterde importantie, waar over Hoogstderzelver C 5 de»  42 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot deliberatie, beoirdeeling, afdoening, dispofïtie of beflisfing verzogt wordt. En welk verzoek niet wierd gedaan door eenig particulier, of eenig fubaltern Collegie, in welk geval zoude kunnen worden gefustineerd, dat het ter beoirdeeling van 't Collegie van Gedeputeerden ftaat, of de reden van 't verzoek tot het befchryven der Staaten gewigtig genoeg zy, dan niet, maar in tegendeel gedaan wierd, door een integreerend Lid van die Staaten, van welke de Heeren Gedeputeerden zelve hunne commisfien en aanftelJifige verkrygen, zoo dat het geheel abfurd zoude zyn te fustineeren, dat zoodaanig fubaltern Collegie zoude oirdeelen over de meerdere of mindere noodzaakelykheid om de Staaten te befchryven, wanneer een Lid onder de drie Leden, deszelfs Committenten, zulks komt te verzoeken. —■ Gezwegen, dat de reden van het gedaan verzoek in dezen wel deegelyk gewigtig genoeg was, als bedoelende de confervatie van de rust en tranquiliteit der Burgeren en Ingezetenen van onze volkryke Stad, •waar van het tegendeel de allerfchroomelykfte gevolgen zouden kunnen hebben, die in den voorleeden jaarè van die importantie zyn geoirdeeld geworden, dat Hun Ed. Mogenden ter voorkominge van die, in dezelfde zaak, om dezelfde reden, tegens denzelfden tyd, gelyke verzogte furcheance verleend hebben, en derhalven deze zaak geen de micfte bedenkelykheid konde lyden. Dat daarom de Vroedfchap, als een integreerend Lid der Staaten, van gelyke authoriteit, gezag en aanzien als de overige Leden van Staat, zich ten hoogften moet beklaagen over deze allezins onheufche en tevens onbillyke gedraagicgen der prafent geweest zynde Leden van het Collegie van Hun Ed. Mogenden Ordinaris Gedeputeerden in dezen, als nog ten fterkften protesteerende tegens deze handelwyze, als zynde een zaak van verre vooruitzichten en van de dangereusce gevolgen; in verwachting  d( Gebeurtenis/en in 1787 «nz. voorgevallen. 43 iine dat de voorftemmende Leden mede zullen concurreeren om dezelve behandeling te disavoueeren, en aan de voornoemde Leden van 't Collegie voor st vervolg meerdere bedachtzaamheid terecommandeeren. Dat wyders Hun Ed. Groot Achtb. onder duuren ééde verplicht, alles aan te wenden wat konde ftrekken tot confervatie en behoudenis van de rust en tranquiliteit onder de Burgeren en Ingezetenen hunner Stad, en ter voorkominge van de ge. duchce gevolgen, welke derzei ver ftoonng en verbreeking zoude kunnen veroirzaaken, en zich door weigering der prefent geweest zynde Leden van, st Collegie van Gedeputeerden, ontzet ziende vaq de mooglykheid, om, door het zelve de Staaten ten dien einde te doen befchry ven, verder geenen anderen weg open hebben gezien, dan, door circulaire Misfives de overige Leden van de Staaten, met kennisgeevinge van het voorgevallene m t Collegie van Gedeputeerden, op de allervriendelykite wyze te verzoeken en folliciteeren, om uit hoofde van het gewigt der zaake, op zekere bepaalde tyd te vergaderen, ten einde te befoigneeren over zoodaanige poinöen als Hun Ed. Groot Achtb. by dezelve poincten vermeldeden; 't welk wel van dit gevolg is geweest, dat voorftemmende Leden op den geproponeerden tyd, ter Staaten kamer in de sewoone Vergaderings zaal zyn gecompareerd; doch, dat de Stad van Utrecht, een integreerend Lid van Staat, tevens heeft moeten ondervinden, dat na, gedaane ouvertures door Burgemeesteren, naamelyk dat de Vroedfchap der Stad Utrecht zich genoodzaakt gevonden hebbende, Hun Ed. Mog. extraordinaris teconvoceeren, haar genoegen betuigde, dat de andere Leden van Staat zich aldaar hadden laaten vinden, dac de weinige prefent zynde Heeren Geëligeerde Raaden hebben ingebracht eene Refolutie, waar by deze convocatie hielden voor informeel, aangezien de Het ren Gedeputeerden alleen tot zoodaanige befchrwing bevoegd zyn; procesÊserende dac deze befchry vinge hielden voor nul  44 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot en van onwaarde: declareerende, by vervolg zulks in geene de minfte confequentie te kunnen getrokken worden, maar voor informeel te zullen moeten Houden, alles wat op zoodaanige illegaale Vergade. ring zoude worden gerefolveerd; en met welk Pro. test de meerderheid der drie prefent zynde Heeren Edelen zich ten vollen hebben geconformeerd; en dat niet tegenftaande die beide Leden van Staat uit de circulaire Misfive, van de Stad, waren ontwaar geworden, dat de Stad de refpeöive Leden van Staat maar op het vriendelykfte verzogt, en op het ernftigfte gefolliciteerd had te vergaderen. ~1 En by welke Refolutie en Protest, beide voorftemmende Leden hebben kunnen goedvinden te perfisteeren, niet tegenftaande by Stads Gecommitteerden wierd geavanceerd, dat dezelve niet, dan uit hoofde van de aanhoudende weigering van Heeren Gedeputeerden, in de noodzaakelykheid daar toe gebracht zynde, de voorftemmende Leden van Staat niet eigentlyk had befchreeven, maar op het inS6\Vlfte d3ar tOC v?z°St eD gefolliciteerd, en inftantelyk verzogten, dat derzelver Refolutie en protest mogten terug gehouden worden. — En dit alles op eene bloote decifive asfertie, dat deze convocatie was ftrydig met de orde der Regeering en informeel, dat de Heeren Gedeputeerden alleen tot zoodaanige befchryving bevoegd ayn, dat die beichryving van nul en onwaarde was; zonder zulks met eenige de minfte reden te adftrueeren Daar nogthands 't tegendeel van dit alles ligtelyk zoude te bewyzen zyn, en dat in 't geval als het prefente, wanneer een Collegie, aan 't welk de befchrvvingen gedemandeerd zyn, met geene mooglykheid voltallig byeen te brengen is, en de prefen te Hee. ren aanhoudend difficulteeren, op 'c verzoek van een der Leden van Staat eene befchryving te doen in een presfant geval, een Lid van Staat als dan niet alleen.bevoegd maar ook verplicht is, het presfante geval ter kennisfe der Staats-Leden te brengen , en volkomen bevoegd is dezelve formeel te befchry. ven,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 4- t/en. — Immers het tegendeel van deze ftelling zoude op deze uiterfte abfurditeit uitloopen, dat, wanneer in zoodaanig presfant geval, ook zelfs het behoud ofte welzyn der Provincie geheel of ten deele afhing van 't houden eener Staatsvergadering, echter zoodaanig een Lid van Staat verplicht zoude zyn ftïlle te blyven zitten, en alles aan het geval over te laaten, en niet zoude vermogen de overige Leden van Staat van een dusdaanig eminent gevaar te verwittigen, en te convoceeren om het zelve voor te komen. — Dat vervolgens de Requeste der Geconftitueerdens van 1368 Burgers en Inwoonders en van Gecommitteerdens uit de agt Schutters Compagnien dezer Stad zynde voorgebracht, inhoudende verzoek, dat Hun Ed. Mogenden om redenen daar by vermeld, den Raad dezer Stad uit den Provinciaalen ééd op 't Regeerings-Reglement van 1674 gedaan, voor zoo veel dezelve tot dezer Stads beftuur, betrekking heeft, gelieven te ontflaan, en dat HunEd. Mogenden inmiddels gelieven te verleenen furcheance, tegens de anderzins gewoone en op den I2den October plaats moetende hebben jaarlykfche verandering van de Regeering dezer Stad, tot voorkominge van alle onaangenaamheden voor den Raad en Burgery, en daar by door Gecommitteerdens der Stad Utrecht gedeclareerd zynde, dat de qualificatie der Requestranten by de Stad was erkend, hebben de Heeren van de voorftemmende Leden verklaard , 't verzoek niet te kunnen accordeeren, maar 't zelve te wyzen van de hand, als wanneer de Gecommitteerden dezer Stad mede de furcheance hebben gedeclineerd, doch echter het verdere der Requeste hebben overgenomen. En is niet tegenftaande deze overneeming van een Lid van Staat, dus tegens de bekende orde der Regeering aan, op een gansch informeele wyze door de voorftemmende Leden ook omtrent het verzoek tot ontflag van den ééd geconcludeerd, en .goedgevonden in het generaal op voornoemde Requeste declinatoir te appoiLéteeren. — Dat de Vroed-  Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Vroedfchap van dit alles geïnformeerd zynde, meè de uiterfte furprife daar over is aangedaan, niet kun» fcende penetreeren hoe het mooglyk is , dat dé Voorftemmende Leden hebben kunnen van zich vei> krygen, voor onwettig en informeel te verklaaren, dat een integreerend Lid van Staat, de Magiflraat van eene aanzienelyke Stad, van geen minder au* thoriteit, macht cn gezag, dan de overige Leden Van Staat in eene omftandigheid verfeerende, dat. de confervatie der rust en trarquiliteit der Burgeren en Ingezetenen hunner Stad haar onder duure éédé aanbevoolen, een zaak die van de uiterfte confequentie zyn kan, eene prompte voorzieninge vorderde, en waar toe eene Vergadering der Scaaten noodwendig vereischt wierd, naailes doch te vergeefs aangewend te hebben, om eenige prefent gekomen Leden van 't Collegie van Gedeputeerden te permoveeren, om volgens 't gene zy in dit extraordinaris gewigtig en presfant geval, vermogten, de Staaten extraordinair te befchry ven, en daar de nood haar in deze omftandigheid bevoegd maakte om zulks zelfs te doen, nogthands van deze bevoegdheid geen gebruik maakt, maar op de allervriecdelykftewyze door circulaire Misfïves hun» be Mede-Leden van Staat verzoekt en folliciteert, orri op een bepaalde tyd op de gewoone plaatfe te vergaderen: waarlyk een daad van de prsefent geweest zynde Heeren der voorftemmende Leden van Staat, welke daar toe geftemd hebben, zoo onheusch, onvriendelyk, onverfchillig omtrent de confervatie van eene goede harmonie tusfchen de drie Ledeti van Staat, zoo overheerfchend, en die zoude kunnen fchynen aan te duiden, het weinige interest welke dezelve Heeren neemen in de handhaaving eerer zoo wenfchelyke rust en trarquiüteit binnen onze Stad, dar Hun Ed. Groot Achtb. niet kunnen afzyn ten fterkften da:ir tegen te prorefteeren, als ftrydig tegen de bewaaring der goede orde der Regeering, het interesfe der Ingezetenen, en zynde volftiekt willekeurig en ocgemefureerd; overlasten-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 47 tende ter verantwoording van die Heeren, alle voor den Lande nadeelige gevolgen, welke zoodaanige handeling by tyd en wylen zoude Kunnen veroirzaaken. En waarom de Heeren Üud-Burgemeesteten Berger en van den Bogaard van advys zyn r dat Hun Ed. Groot Achtb. voorts hier op dienden te laaten volgen. Dat de Vroedfchap ook mee verWondering is ontwaar geworden, hoe de meerderheid van Hun Ed. Groot Achtb. Gecommitteerden ter befchryving hebben goedgevonden, zich by de voorftemmende Leden te voegen, en dus te effectueeren, dat het tweede Lid van het verzoek by Requeste gedaan, raakende de furcheance, met eenpaarigheid der drie Leden is gerejecteerd geworden, en dat op fundament, dat met geene fchrif. telyke Vroedfchaps Refolutie waren gemunieerd, en dus ieder voor zyn privé fentiment te mogen ftemmen, niettegenftaande voldoende rédenen voorhanden Waren, waaruit Hun Ed. konden afleiden, dat de meerderheid van 't Collegie van de Vroedfchap van fentiment was, de beide verzoeken der Requestranten te appuieeren en conform dezelve te ftemmen. — Daar het nogrhands ontegenzeggelyk zeker is, dat 'er een oneindig onderfcheid is tusfchen de wyze van vergaderen der drie Leden van Staat ter Vergadering van Staaten; alzoo wel de twee voorftemmende Leden collegialiter alle te famen aldaar compareeren, en dus wanneer zy met geene Refolutie van hun Lid voorzien zyn, ieder voor zich zeiven, volgens zyn eigen byzonder fentiment bevoegd is te ftemmen, maar dat de Vroedfchap aldaar niet collegialiter gewoon is te compareeren, maar enkel door een getal Gecommitteerden; waar uit notoir volgt, dat die Gecommitteerden, als geenszins uitmaakende 't geheele Collegie van de Vroedfchap, fchoon niet gemunieerd zynde met een Vroedfchaps Refolutie, niet volgens hun eigenzionig fentiment over alle voorkomende zaaken vermogen te ftemmen, maar zulks gehouden zyn te doen, volgens 'c fentiment van de Vroedfchap of meer-  4-8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot meerderdeel van dién, wanneer dat aan hun op de een of andere wyze bekend is. Ja dat zy zelfs zuJks niet vermogen te doen omtrent alle voorkomende zaaken, wanneer zy niet op de eene of andere wyze van Vroedfchaps fentiment of meerderheid van die bewust zyn, maar zoodaanige zaaken dan gehouden zyn over te neemen, om dezelve ter deliberatie van hunne Principaalen, de Vroedfchap te brengen, waarom zy dan ook zelfs in zasken, waar van zy zich met reden kunnen verzekerd houden, dat de Vroedfchap met hun fentiment niet zal verfchillen, echter niec ftemmen, dan met eene referve op het behagen van hunne Principaalen, ten ware in zoodaanige zaaken van geriüge importantie, waaromtrent het zeker is, dat de Stad niet byzonder geinteresfeerd is, gelyk zulks gewoon en overbekend is. Daar ook het contrarie van dien te fustineeren tegens alle gezonde begrippen zouden aandruisfchen, naardien daar door de gevallen zouden kunnen exteeren, dat met relatie tot het fentiment over een of andere zaak de minderheid in de volle Vroedfchap de meerderheid onder de Gecommitteerden ter befchryving uitmaakte, als wanneer die minderheid, direct tegen den buiten alle bedenking billyken en alom gerecipieerden regel aan, zaaken van de uiterfte importantie ter Vergadering der Staaten zouden kunnen afdoen, met eene minder, heid der Vroedfchap tegens het fentiment van eene meerderheid der Vroedfchappen; waar uit dan van zelfs volgt, dat, daar Stads Gecommitteerden ter befchryving by zich zeiven bewust zyn geweest, .dat de meerderheid der Vroedfchap van fentiment was, om te confenteeren, zoo in het verzoek van het ontilag uit den ééd als ook in cas van nadere deliberatie, in het verzoek van furcheance; naardien reeds in de Vergadering van de Vroedfchap van den i October 1785, wanneer op verzoek van Geconftitueerdens en Gecommitteerdens is gebefoigneerd over het ontflaan uit den Provinciaalen ééd, zoo verre het beftuur der Stads Regeering be-  dè Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgêvaUèn, 40 betreft, door de Vroedfchap onderling en afzófl* derlyk te doen, eene groote meerderheid zich heeft gedeclareerd, wel te willen concurreeren tot nee Staatsgewyze ontllaan uit den ééd. — Dat oofc reeds in eene Vroedfchapsvergadering op eene pro* politie, om wegens de Vroedfchap furcheance vari de veranderinge der Regeeringe op den i2denOétober by de Staaten te verzoeken, de meerderheid heeft gedeclareerd daar toe niet te konnen komen « om dat zulks thands niet door de Burgery verzogt was, gelyk in den voorledenen jaare; waar uit dan by tegenftelling notoir volgt, dat de meerderheid der Vroedfchap in 't cas fubject, daar nu de Geconftitueerdens en Gecommitteerdens daar toe verzoek doen by de Staaten, en de Vroedfchap verzogt heeft het zelve verzoek aldaar te appuieeren» genegen en bereid is, zulks alzoo te doen; ja dac zelfs al waren deze zaaken niet voorafgegaan* de behandeling van de Vroedfchap zelve omtrent hee verzogt appuy, by bovengemelde Requeste vervat, dat naamentlyk de Vroedfchap, of de meerderheid van dien, terftond door Burgemeesteren heeft verzogt het extraordinaris laaden van 't Collegie van Gedeputeerden, ten einde de Staaten te befchry ven , en dit niet reusfeerende, iterativelyk zulk* by herhaaling heeft verzogt, en daar op aangedrongen ; en daar de prefente Leden in de Gedeputeerden * difficulteerden , om redenen hier vooren gemeld de Staaten te befchry ven, zy aangetoond hebben , dat dezelve in het presfante geval daar toe wel dee* gelyk gerechtigd waren, en by weigering hebben doen protefteeren; ja dat meer is, dat de meerder* "heid der Vroedfchap zelve by circulaire Misfives de voorftemmende Leden van Staat verzogt heeft, op den 11 den October ter Staatsvergadering te compareeren, omme te delibereeren over den inhoud de* voorgemelde Requeste ; dus doende eene zaak, daar wel een ieder Lid van Staat, in de omftandigheid waar in geverfeerd wierd, toe gerechtigd is» maar die toch buitengewoon was, en daar door ee* XXIX. Deel. D m  Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ne doorflaande blyk van Vroedfchaps ernst en em. presfement in deze zaak uitleverde; dat deze behandeling der Vroedfchap omtrent deze zaak (ook op zich zeiven en buiten het hier vooren geallegeerde, 't welk in de Vroedfchap vooraf was voorgevallen, zoo veel te meer met het zelve) in confideratie genomen wordende, de Stads Gecommitteerden ter befchryvinge heeft moeten doen by zich zeiven verzekerd zyn, dat de meerderheid der Vroedfchap, dit alles niet had gedaan enkel om de Requeste ter deliberatie van de Staaten te breDgen, maar wel deegelyk om dat genegen en gerefolveerd was, het verzoek by Requeste gedaan, ter Vergadering der Staaten te appuieeren , en derhalven daar toe van Stads wegen te ftemmen. Ten zy men veronderftelde, dat gemelde Stads Gecommitteerden in ftaat zouden zyn, tegen alle billykheid aan, uit het vooraf voorgevallene by voorige Vroedfchaps Vergaderinge, en vervolgens uit de aangewenden omflag en buitengewoone verrichting in dezen, te elicieeren, dat de Vroedfchap (tegens de waarheid aan, gefupponeerd dat zv, tegen het verzoek by Requeste gedaan ware) zulks alles had gedaan , enkel en alleen om de voorftemmende Leden occafie te geeven, om haar te overftemmen, ofte om zelfs occafie te hebben, om met de voorftemmende Leden het verzoek by Requeste gedaan, gefamentlyk te kunnen afflaan; twee gevolgtrekkingen , welke beide even abfurd zouden zyn; alzoo het tastbaar is, dat wanneer de Vroedfchap niet was gerefolveerd geweest 't verzogte ter Staatenvergadering te appuyeeren, en daar toe te ftemmen, zy dan geen zoo groote moeite zoude aange-. wend hebben ter verkryging van eene Staatsvergadering, maar eenvoudig een declinatoir appoinótementop 't Request, aan haar tot bezorging eener extraordinaris Staatsvergadering en tot appuy van 't verzogte geprefenteerd zoude gegeeven hebben, en aan de Supplianten verder zouden overgelaaten hebben te doen wat zy goedvonden en vermogten, waar-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 5t waarom dan ook daar de openbaare daadelyke harJdelingen van de Vroedfchap of meerderheid van dien, derzelver intentie en befluit totappuy der beide gedaane verzoeken zoo klaar en ontwyffelbaar te kennen gaven, verder geene fchriftelyke Vroedfchaps Refolutie ter inftructie voor Heeren Gecommitteerden noodig was. Dat derhalven, mettegenftaande dit alles, de meerderheid van Stads Gecomrnitteerden hebbende kunnen goedvinden by overftemming der minderheid, tot rejeftie van het verzoek van furcheance by voorgemelde Requeste gedaan , voor Stads fentiment ter Staatsvergadering te concludeeren en van Stads wegen te ftemmen, de Vroedfchap zich in de onaangenaame noodzaakelykheid gebracht ziet, of, om een voorbeeld te laaten doorgaan dat tot het uiterfte nadeel voor de Stad van tyd tot tyd zoude kunnen gevolgd worden, of, om het verrichte van de meerderheid van haare Gecommitteerden in dezen te disavoueeren, en daarom zich gedrongen vindt het verrichte ïQ dezen van gemelde meerderheid, by dezen opentlyk te disavoueeren, en zulks thands doende, verklaart het daar voor gehouden te willen hebben, als of van Stads wegen het verzoek van furcheance by meergemelde Requeste gedaan, ter Staatenverga* dering ware geappuyeerd, en conform het zelve van Stads wegen geftemd. N°. 2220". Voordragt van de Geconftitueerdens en Gecommitteerdens , aan den Heer Eyk en verdere Heeren Gecommitteerden, op den l OBober 1785 gedaan, zoo ter afdoening van de Provinciaale bezwaar en, als over het bepaalen van de plaats det daar toe te houdene conferentien. Edele Achtbaare Heeren! De Geconftitueerdens van 1368 Burgers en InWoonders,als mede de Gecommitteerdens uitdeagt D 2 Bik-  52 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Burger-Compagmen, hebben de eer, aan den Heer Kïk en verdere Heeren Gecommitteerdens , ten %e sh by de Vroedfchaps Refolutie van den toden September jongstieeden, gecommitteerd, voor hunne Principaalen, aan Hun Ed. Groot Achtb. öu k te betuigen, voor de aan zyQ Hoogheid ing^voke van voorfchreeven Refolutie, afgevaardigde Misfive, ten einde als by het eerfte Lid van der Geconftitueerden en Gecommitteerden, op den jden September daar te vooren ingeleverd Addresen betrekkelyk tot het tweede Lid van het daar by gedaan verzoek, inhasreeren Geconftitueerden en Gecommitteerden alhier de middelen en motiven, by t zelve gepofeerd, boven 't welke, zy de eer hebben aan de overweeging van U Ed. Achtb. en tevens aan Hun f-root Achtb. voor te draagen; dat daar het octwyiTelbaar vast en zeker ftaat, dat de üeide voorftemmende Leden, wat het Regeerings. beftier en de Magiftraatsbeftelling dezer Stad betreft , dezelve zich daar mede niet vermogen te bemoeijeo, dat dit ook een zoodaanig erkend Recht is, dat het zelve aan deze Stad nimmer is konnen Jbctwist worden; waarom dan ook, voor zoo veel deze onze Stad betreft, by het Staats-Rapport uitgebracht den i September 1784, mede begreepen is: „ dat die poineïen door de Regeering met der„ zeiver Burgery geapplaneerd en gereguleerd kon. ,, den worden, en dit aan Hun Ed. Groot Achtb. te moeten overlaaten, zonder in het zelve Regle„ ment daar van te mentioneeren." Het is om die redenen, dat 't aan Geconftitueerden en Gecom. mitteerden voorkomt, dat daar voor zoo verre ons Scadsbeftier betreft, het Reglement daar toe tusJchen de Burgery met Hun Ed. Groot Achtb. in zoo verre geapplaneerd en gereguleerd is, dat het in train brengen van 't zelve, en niets meerder, daar aan deficieert, Geconftitueerden en Gecommitteerden tot hier toe geene redenen zyn voorgekomen, waarom Hun Ed. Groot Achtb. zouden afgaan van den voorflag, by 't Staats-Rapport geinhajreerd, om,  de Gebeuftenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 53 om,voor zoo veel daaraan nog iets mogteontbree» ken, het zelve met haare Burgery te reguleeren en applanteren,als 'er tot hier toe aan de zyde van de Bur- Êery alle blyken gegeeven zyn, om daar toe met [un Ed Groot Achtb. te coöpereeren, en dus komt het aan Geconftitueerdens en Gecommitteerdens voor, dat dit bereids afgedaane, voor zoo veel het zelve ons Stadsbeftier betreft, nimmer het object van eene voorgeflagen conferentie tusfchen de voorftemmende Leden of den Stadhouder, worden kan: en verfeeren zy dus in dat, zoo zy vertrouwen, gegrond fentiment, dat het zelve byHun Ed. Groot Achtb. met de geheele Burgery, zonder daar inne van iemand te dependeeren, kan vastgefteld en ingegaan worden. Dan, voor zoo veel het Provinciaale Regeeringsbeftier betreft, komt het de Geconftitueerdens en Gecommitteerdens, behoudens beter oirdeel, voor, dat, voor zoo verre men zoude kunnen begrypen, dat daar over conferentien zouden dienen te vallen ook met de Burgery; en dat, om redenen by Addres opgegeeven, zoodaanige cocferentien als dan niet in 's Hage, maar binnen deze Scad, zouden behooren gehouden te worden, (Onder Jlond) Uit naam en last van Geconftitueerdens en Gecommitteerdens overgeleverd den 6 Odtober 1785. (en was onierteekend) ■ A. Hoevenaar. G. van de Vooren. N'. 2227. Tweede voordragt, op den 1 November 1785 ten zeiven einde gedaan. Edele Achtbaare Heeren! 't Zy de Geconftitueerdens van 1368 Burgeren en Inwoonders, als mede de Gecommitteerdens uit D 3 de  54 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot de agt Burger-Compagnien dezer Stad, vergund, aan U Ed Achtb. voor te draagen, het gene den ly abfentie van den Secretaris, Utrecht, den 1 November 1785. N\ 2228. Misfive van de Regeerders der Stad Wyk by Duurfiede den 6 Otïober 1785 aan zyne Hoog. heid gefchreeven, ter toezending van de door Kiezers gemaakte Nominatie tot de aanftaande jaarlykfche verandering van de wet. doorlüchtigste hooggebooren vorst en Heer! Wv hebben de eer Uwe Doorluchtigfte Hoog3 d 4 heid  J(5 Ftrzameling van Stukken betrekkelyk tot heid over te zenden eene Nominatie van een dub» beid getal Perfoonen tot Burgemeesteren, gemaakt door Kiezers uit de Burgery, en by ons overgeüoomen, ingevolge van het Reglement op de Kegeenngsbeftelling dezer Stad den 23 Juny 1785 by ons gearrefteerd, en van welk Reglement wy de eer hebben een gedrukt Exemplaar aan UweDoorJuchtigfte Hoogheid tot Hoogstdeszelfs informatie by dezen te doen toekomen, gelyk ook eene Nominatie van een dubbeld getal Perfoonen tot Schepenen door ons geformeerd. Wy gebruiken de vryheid Uwe Doorluchtigfte Hoogheid te verzoeken, in Hoogstdeszelfsqualiteit als Erf-Stadhouder, de Electie daaruit voorden aangaande jaare te doen, invoegen, dat de verkooren Perfoonen kunnen worden geinftalleerd op den 20 Uctober eerstkomende, zynde de ordinaire dag tot de verandering der Regeering alhier. En hier mede Uwe Doorluchtigfte Hoogheid beveelende m de Proteöie des Allerhoogften , blyven wy met alle eerbied en hoogachting. Doorluchtig/Ie Hooggebooren Vorst en Heer! Uwe Doorluchtigfte Hoogheids onderdaanigfte en gehoorzaamde Dienaaren, Burgemeesteren en Regeerders der Stad Wyk by Duurfiede. (Onder ftond) Ter Ordonnantie van dezelveni (was gei.) L. v. Schaick. Wyk by Duurftede, den 6 Odtober 1785. Het Opfchrift is: Aan zyne Doprluchtigfte Hoogheid, den Heere Prince van Olanje en Nasfau, Erf-Stadhouder der Vereenigde Nederlanden, enzs «nz, enz, in 's Gravenhage, No,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 57 N°. 2229. Misfive van zyne Hoogheid den 14 OBober 1785 gefchreeven uit Leeuwarden aan de Heeren Gedeputeerde Staaten 's Lands van Utrecht, over het fubjeB van de voorfz. Nominatie toegezonden. Edele Mogende Heeren, byzondere goede Vrienden! De Graav van Rechteren tot Gerefiein, Schout der Stad Wyk by Duurfiede, op heden aan ons ter hand gefield hebbende de nevensgaande Misfive van Burgemeesterenen Regeerders der gemelde Stad, waar by zy ons toezenden eene Nominatie van een dubbeld getal Perfoonen tot Burgemeesteren, gemaakt door Kiezers uit de Burgery, en by Hun Ed. overgenoomen, ingevolge van zeker pretens Reglement op de Regeeringsbeftellinge der meergemelde Stad, den 28 Juny 1785, zonder bewilliging van Uw Ed. Mogenden, veel min met onze concurrentie, by Hun Ed. volgens derzelver voorgeeven gearresteerd, en van welk fluk zy aan ons een Exemplaar doen toekomen; gelyk ook eene Nominatie van een dubbeld getal Perfoonen tot Schepenen, door Hun Ed. geformeerd, ons verzoekende als Erf-Stadhouder de electie daar uit voor den aanftaanden jaare te doen, invoegen dat de verkooren Perfoonen kunnen worden geinftalleerd op den 20 October eerstkomende, zynde de ordinans dag tot de verandering dier Regeeringe aldaar. Wanneer wy met de attentie, welke het.gewigt der zaake vereischt, geëxamineerd hebben den inhoud dier Misfive, en van het daar nevens aan ons toegezondene Concept-Reglement, hebben wy gemeend, geene Electie uit de aan ons toegezondene Nominatie te kunnen nog te mogen doen, wyl de Nominatie van Burgemeesteren niet gemaakt is op eene wyze, overeenkomflig met debezwoorenConllitutie van Uwer Ed. Mogendens Provincie, en dat aan ons niet is toegezonden de lyst der Raaden, D 5 maar  58 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot maar alleen de Nominatie van Burgemeesteren en Schepenen, maar dat wy daar van aan Uw Ed. Mogenden behoorden kennis te geeven; met verzoek, om te worden gemaintineerd by de Voorrechten, aan het Erf-Stadhouderfchap van Uwer Ed. Mogenden Provincie verknocht, en dat het Uwe Ed. Mogenden behaage, aan Burgemeesteren en Regeerders der Stad Wyk by Duurftede aan te ichryven, en des noods te gelasten, om aan ons met den eerHen te doen toekomen, eene op een conftitutioneele wyze gemaakte Nominatie van Burgemeesteren en Schepenen, om daar uit door ons gedaan te worden de noodige Electie, als mede de lyst der Raaden, om door ons te worden gecontinueerd , of daaromtrent op zoodaanige wyze gehandeld te worden, als aan ons competeerd, volgens de bezwooren Conftitatie van Uwer Ed. Mogendens Provincie; en dat, vermits het onmooglykis, dat thands de Electie op den gewoonen tyd te Wyk by DuurHeden zyn kan, Uwe Ed. Mogenden nog gelieven te verdaan, dat de actueel in functie zynde Burgemeesteren , Schepenen en Raaden, in derzelver fundtien zullen moeten continueeren, tot tyd en wylen, dat de door ons te doene Electie van Burgemeesteren en Schepenen, en aanftellinge van Raaden, van meergemelde Stad Wyk by Duurftede zal zyn gedaan, en aan den Schout van derzelver Stad gezonden, en door dezelve ontfangen en geopend zal zyn; of dat Uwe Ed. Mogenden zoodaanig anders hieromtrent gelieven te refolveeren, als Hoogstdezelven tot maintien der Conftitutie, en van de daar by aan den Erf-Stadhouder gegeevene Voorrechten, zullen oirdeelen te behooren. Waar mede, Ed. Mogende Heeren byzondere goede Vrien. den! wy  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 59 wy Uwe Ed. Mogenden beveelen in Gods heilige Protectie. Uwer Ed. Mog. Dienstwilligen Dienaar, (was get.) Willem, Pr. van Oranje. (Onder Jlond) Ter Ordonnantie van zyne Hoogheid, (was get.) T. J. de Larreï. Leeuwarden, den 14 October 1785. N°. 2230. Misfive van Heeren Gedeputeerde Staaten van Utrecht, aan de Magiflraat van Wyk den 19 Oftober 1785 gefchreeven, met toezending van ds voorfz. Misfive van zyne Hoogheid. Edele Erentfeste VroomeI By ons op heden zynde ontfangen eene Misfive, by den Heere Erf-Stadhouder gefchreeven toe Leeuwarden den I4den dezer, en waar van wy aan Uw Ed. Copie hier nevens doen toekomen; hebben wy noodig geoirdeeld, Uw Ed. te informeeren, dat wy by abfentie der Heeren Staaten, verftaan, dac de Regeering tot Wyk op den jegenswoordigen voet zal continueeren, tot tyd en wylen de Heeren Staaten vergaderd, en deswegens nadere voorzieninge zullen hebben gedaan. Hier mede, Edele Erentfeste Vroomel beveelen wy Uw Ed. in de befcherming van God Almachtig. Ge-  Co Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Gefchreeven te Utrecht, den 19 October 1785. C*w get.) A. van Bronkhorst. Uwer Ed. goede Vrienden, De ^Gedeputeerden van de Staaten 's Lands van Utrecht. Ter Ordonnantie van dezelven, O"2' H. A. Laan. ti? 71" l Cir£ulaire Misfive van de Regeerders der Stad H/yk by Duurftede, aan de Steden Utrecht, Amrsjoort, R heenen en Montfoort, afgezondenden Rechten l78j* ^ appUi m dedü£lie hunner Stads Edele Mogende Heeren! ChI\ÜureA 6eDe Mjsfivevan Uw Ed. Mogendens Urdinam Gedeputeerden, gedateerd den 19 Oüo. ber 1785 ontvangen, gelyk ook een byleggenden Copy-bnef, door den Heer Stadhou'der aan Uw Ed. Mogenden toegezonden, inhoudende: hoe zyne Hoogheid eemeent heeft, geene Electie, uit de aan Hoogstdenzelven toegezondene Nominatie van £n£„ ^ eren e,D ^neptmen, te kunnen noch te mogen doen, wyl dezelve niet gemaakt was, op eene wyze, overeenkomftig met de bezwoeren Conftnutie van Uwer Ed. Mogendens Provincie, maar, ingevolge van zeker pretens Reglement op de Regeeringsbeftelling onzer Stad, en wel door HL^^de,Bur?ery; eD ook> 'er aa° hem Heer Stadhouder niet was toegezonden de lyst der Raaden; verzoekende hier in, by Uw Edel Mog. manuien der Voorrechten van het Erf-Scadhoudet ichap, en dat het Uw Edel Mogenden behaagen mogte, aan ons aan te fchryven, en des noods te ge-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 6t gelasten, om aan zyne Hoogheid met den eersten te doen toekomen eene op eene Conftitutioneele wyze gemaakte Nominatie van Burgemeesteren en. Schepenen, om daar uit de noodige Electie te doen; gelyk mede de lyst der Raaden, om omtrent de continuatie of discontinuatie, op zoodaanige wyze te handelen, als aan Hoogstdenzelven volgens de bezwooren Conftitutie van ü Edel Mogendens Provincie competeerd; en dat het voorts Uw Edel Mogenden gelieven mogte, te verftaan, dat inmiddels de actueel in functie zynde Burgemeesteren, Schepenen, en Raaden, in derzelver fun&ien moesten continueeren, tot tyd en wylen dat de door zyne Hoogheid te doene Electie van Burgemeesteren en Schepenen, en aanftelling van Raaden, zal zyn gedaan; of, dat Uw Edel Mogenden zoodaanig anders daaromtrent geliefden te refolveeren, als Hoogstdezelven tot maintien der Conftitutie , en van de daar by aan den Erf-Stadhouder gegeeven Voorrechten, zouden oirdeelen tebehooren: ——• ten gevolge, dat het Uw Edel Mogendens Gedeputeerden heeft kunnen goeddunken, by abfentie der Heeren Staaten te verftaan, dat onze Regeering op den jegenswoordigen voet zou continueeren, tót tyd en wylen de Heeren Staaten vergaderd, en deswegens nadere voorziening zouden hebben gedaan. Wy hadden wel gewenscht, Edel Mogende Heeren! dat het zyne Hoogheid had kunnen behaagen» ons direftelyk per Misfive, of wel mondeling door den Heer Hoofd-Officier, ter zaake van de gezondene Nominatie van Burgemeesterenen Schepenen, te onderhouden, zoo Hoogstdezelve van oirdeel was, dat. wy ons aan de eminente rechten van het Erf-Stadhouderfchap vergreepen hadden, op eene wyze, geheel ftrydig met de bezwooren Conftitutie van Uw Edel Mogenden Provincie, daar immers, langs dien weg, wel ligt eerst eene proef te neemen was, in hoe verre wy, aan de redelyke begeerte en Conftitutioneele vorderingen van onzen Stadhouder, de best mooglyke deference zouden heb»  0a Verzameling van Stukken betrekkelyk tot hebben willen betoonen: ten minften was onzes bedunkens, het inflaan van zulk eenen weg, voor zyne Hoogheid verre het verkiezelykfte, boven het verzoeken aan Uw Edel Mogenden, om ons aan te fchryven, en, let wel! des noods te gelasten, om aan den Stadhouder met den eerden eene andere Nominatie, dan welke reeds gemaakt en overgezonden was, te doen toekomen; daar het immers aan zyne Hoogheid als Stadhouder van Uw Edel Mogenden Provincie, niet onbewust kan zyn, hoe volgens de bekende Conventie in Ao. 1587, door intercesfie van den Graave van Nieuwenaar, tusfchen de Geëligeerden en Ridderfchappen ter eenre, en tusfchen de Stad en Steden dezes Stichts ter andere zyde geflooten, de Geëligeerden en Ridderfchappen zich niet bemoeijen mogten met het Rellen van de Magiftraaten van Stad en Steden; en hoe overzulks, indien 'er van wegens Uw Ed. Mogenden dispofitie op dat verzoek mogte vallen, ten notoire praïjudicie van onze Stad, wy als dan op de onaangenaamfte wyze zouden worden genoodzaakt, onze zoo inalienabel Stads Recht, in dezen tegen zulk eene dispofitie van Uw Ed. Mogenden ten ferieusten te moeten defendeeren; te meer, wanneer zulk een gelasten niet in de termen van een vriendnabuurlyk aanraaden, of iets foortgelyks voorkwam; in welk geval wy althands met geene mooglykheid daar aan zouden hebben kunnen of mogen defereeren, wilden wy de waardigheid van ons Collegie niet aan een kwalyk geplaatfte condefcendence voor Uw Ed. Mogenden opofferen, en zulks ongetwyffeld te eerder in een tyd, (en dit wist zyne Hoog. heid immers ook wel!) waar in het aan de Heeren Staaten dezer Provincie heeft kunnen goeddunken, ons onverhoord, en zonder voorbeeld, buiten alle hooge Vergaderingen te fluiten , en onzen Stads Gedeputeerden, meer dan eens op devernederendfle wyze voor 't hoofd te ftooten! Ook hadden wy wel gewenschc, dat zyne Hoog. heid, alvoorens tot zulk eene onvoorzichtige de- mar-  ■ de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 63 marche te komen, van Uw Ed. Mogenden te com» Selleeren tot het impiëteeren van een der notabele hoofd-voorrechten van onze Stad» zich een 00genblik verleedigd had, tot het inzien van het aan Hoogstdenzelven toegezondene Rapport der negen Heeren, Uwer Ed. Mogenden Gecommitteerden, tot examinatie der ingeleverde bezwaaren, van Stad, Steden en verdere In- en Opgezetenen dezer Provincie, op den iften September van het voorleeden jaar; en wel bepaaldelyk de volgende periode, daar in voorkomende: dat Gecommit„ teerden, ten aanzien, onder anderen, van de „ Nominatie van Burgemeesteren, nietonredelyk. ,, noch onbillyk oirdeelden, dat aan de Burgery» „ zoo wel te Utrecht, als elders, alwaar zulks ,, zonder inconvenientien gefchieden kan, eenig „ aandeel gegeeven wierde, in de aanftelling haalt rer Regenten; edoch geconfidereerd, dat dit een ,, werk was van grooten omflag, waar toe veele ,, arrangementen en precautien vereischt wierden, „ dewelke veel gevoeglyker door de Stedelyke „ Regeeringen met derzelver Burgeryen geregu,, leerd en geapplaneerd konden worden, dat Ge„ committeerden gedacht hebben , dit aan dezelve Regeerders te moeten overlaaten; " als waar uit zyne Hoogheid ten duidelykften zou hebben kunnen befluiten, dat wy in het arrangee.ren, reguleeren en applaneeren onzer domeftieke bezwaaren, met de goede Burgery onzer Stad, geen anderen weg hebben kunnen inflaan , dan even dien, welke ons by voorgemelde Rapport, als met den vinger wierdt aangewezen; zoo wy ons niet reeds zulks hadden voorbedongen , by de inlevering der be* zwaaren onzer Burgery en Ingezetenen, ter tafel van Uw Ed. Mogenden, expresfelyk toen reeds onze intentie gemanifesteerd hebbende, dat wy, wat het huishoudelyke onzer Stads Regeering betrof, wilden blyven in ons geheel, zonder zulks immer aan de dispofitie, juditie, of fanttie van de voorHemmende Leden te fubjecteeren. Of  (J4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Of men moest het ons wederkeerig, tot eene onvoorzichtige demarche willen aanreekenen, dae wy in het volgen van dien weg, en in het confequentelyk handelen aan onze intentie, een geregelden voet gehouden hebben, en ons zei ven in alles gelyk geblee ven zyn, zoodaanig, dat daar het eene arrangement notoir het andere vervangen moest, wy ook geene zwaarigheid gemaakt hebben, om het eene op het andere te doen volgen. Onze goede Burgery, Edel Mogende Heeren! met dewelke wy omtrent het gewigtig onderwerp der bezwaaren in onderhandeling getreeden waren, befchouwden wy, geduurende het gantfche werk der onderhandeling, als onze ftemgerechtigde Principaalen, wier redelyke wil, wier billyke wensch, by ons de hoofdwetten waren, tot welker handhaaving wy ons als waare Volkvertegenwoordigers, verplicht vonden, ingevolge den ééd welken elk onzer, by de aanvaarding van zyn pose plechtig gezwooren heeft; dat wy namentlyk in alle gelegenheden, wat het profyt en welweezen van onze Stad, en der Burgers en Inwoonders van die aangaat, getrouwlyk zouden raaden, om die te bevorderen naar ons beste weeten en vermogen; en hoe konden wy, uit kracht van dien ééd, het profyt en welweezen van onze Burgery, naar ons beste weeten en-vermogen bevorderen, anders, dan door het oogenblikkelyk herftellen van dezelve in het volst bezit van alle derzelver onvervreemdbaare rechten, voorzoo verre de bezorging daar van aan ons Rond, of wel, voor zooverre zulks ergens elders te reclameeren was, door als dan geen oogenblik daar in, in gebreeken te blyven, gelyk wy ons ook even daarom, met opzichte tot het handhouden aan het groot privilegie onzer vrye Magiitraatsbeftelling, tegen eiken betwister van hetzelve, ééd- en plichtshal ven gehouden achten, met de daad te verzetten; en dit te meer, om den klem» menden ernst, met welken de goede Burgery onzer Stad, onlangs nog het thands fubfifteerend Regie-  de Geleurtenisftn in 1787 enz. voorgevallen, glement onzer Sredelyke Regeering plechtig * hiefe opgeftooken vingeren onder den blooten Hemel bezwooren - heeft , met bygevoegde fchriftelyke belofte van guarantie voor de Perfoonen, leeven, en goederen der handhaavers van hetzelve, tegén alle wettelooze of geweldaadige gevolgen, die hun immer van wat kant ook zouden worden gedreigd i of tegen hen in effette gefield; en zulks uit kracht van hun dier bezwooren ééd, om hunne wettige, braave en flandvastige Regenten; in allen opzichte, zelfs des noods met goed en bloed by te ftaan, en te helpen by hunne waardigheid handhouden op alle wyzen, tyden, en plaatzen» daar waarheid en plicht zulks vordeten en gebieden, zouden* Wy willen het wel niet ontveinzen Edel Mogende Heeren! dat ons de Provinciaale ééd, waar by wy gezwooren hebben punclueelyk te zullen obferveeren en nakomen het Reglement nopende heb beflel en beleid van de Provinciaale Regeering*. zoo als die in 't jaar 1674 gearrefleerd is, eenige j bekommernis in den eerften opflag veroirzaakt | heeft; dan echter by eene bedaarde overweeging, I dat, van alle ééden die ter handhaaving van eene. Regeeringsform of Conftitutie gezwooren worden* het heil des Volks de hoofdbedoeling zyn moet ; [ zoodaanig zelfs, dat zy oogenblikkelyk van geene verbindende kracht meer blyven, zoo dra het teV duidelyk wordt, dat diezelfde Regeerings-Confti» tutie, die zelfde Regeeringsform, het zy in derzelver aart en natuur, hetzy in de Wyze van bediening, nadeelig is voor de Burgerlyke Vryheid, en regelregt aanloopende tegen het profyt en welvaa-: ; ren, het heil des Volks, welke wy Regenten bé~ i zwooren hebben te zullen helpen bevorderen en : handhouden; by welke overweeging nog bykwamj I de vaste perfuafie waar in wy waren, dat, het invlegten van onze domeftiekè Magiftraatsbeftelling in het Provinciaal Regeeringsgeftel van 1674, nerI gens minder toe heefc kunnen dienen, dan tot vol. XXIX. Deel. E rnaaf  66 PerzmeKng van Stukken bètreUelyk tot' maaking van het profyt en welwezen van onze Stad én Burgery; — ter contrarie, dat zulks eeniglyfc gediend heeft, tot voltooijing van het onwettige, fchaadelyke en drukkende gezag van Willem den derden, aan wien behalven dat, willekeurs genoeg in de uitoeffening van zyne Stadhouderlyke macht was overgelaaten, zonder dat 'er acht gefla* gen wierdt, hoe het een en 't ander ten eenemaal was contrarieerende en ftrydig met de Privilegiën, Handvesten en Gerechtigheden van dezen Lande; —■ om niet te fpreeken van de volftrekte onwettig» heid der invoering van dat Provinciaal Reglement, alleen door de twee voorftemmende Leden (die zich niet bemoeijen mogten met het Hellen van de Magiftraaten van Stad en Steden), met concurrentie van Willem den derden, eigener authoritek, en gewapenderhand, zonder dat men het derde Lid van Staat daar in gekend heeft, eerder, dan toen alleen de Stad Utrecht (en niet de andere Steden) genoodzaakt wierdt, het Reglement zoo als het reeds geftatueerd was, te beéédigen, ofwel, voor eiken individuëelen Regent die het weigerde , eene discontinuatie te risqueeren: by eene bedaarde overweeging van dat een en ander, herhaaien wy, kwam het ons voor, dat het beéédigen van het Provinciaal Reglement ons geenzins in den weg kon zyn, ten opzichte van het bevorderen van het profyt en welwezen onzer Burgery, in het vindiceeren van net jus Mnjestaticum onzer Stad, betrekkelyk het eigen aanftellen onzer Regeering, zonder contradiöie van iemand, wie ook} en zulks wel buiten tegenfpraak niet alleen, om dat onze Stad voor zoo veel haar huisfelyk beftier betrof, zich nimmer onder de verplichting bevonden heeft, om het Reglement van I674 ten tyde van deszelfs geweldaadige invoering, buiten haare toeftemming te beéédigen, en dus ten dien opzichte, zoodaanig in haar geheel gebleeven is, als zy in den jaare 1651, tegens de Heeren Staaten beweerd heefc, en als nogblyft beweeren; beroepende zyzich daar e»  de Gebeurtenis/én in 1787 enz. voorgevallen, fcn boven nog op haaren Stedelyken ééd, zoo als die door Burgemeesteren en Raaden, by de aanvaarding hunner posten gedaan wordt, en, waar ia geen fpoor van gehoudenheid aan het Regiement van 1674 te vinden is; — maar ook federt de Burgery zich van haar onbetwistbaar recht bediend heeft, om ons, als haare onmiddelyke vertegenwoordigers te ontdaan van den onwettigen, fchaadelyken en drukkenden ééd van 1674* wat het domeitieke onzer Stad» Regeering betrof, en in zoö verre zulks in het Provinciaal Reglement is ïngevlogten; en even denzulken uit ons Collegie, die zulk een ontflag accepteerden, voor permanente Regenten te verklaaren, als waar door alleen onze Principaalen begreepen, dat het profyt en welwezen van onze Stad in de voornoemde plaats bevorderd zouden worden. . Dit hadden wy noodig geoirdeeld, voor af te laaten gaan, eer wy ons opzettelyk wilden toeleggen , om op de Misfive van zyne Hoogheid aan UwEd. Mogenden ter zaake van de door ons toegezondene Electie van Burgemeesteren en Schepenen, gefchreeven, het volgende ter Vergadering van Uw Ed. Mogenden te avanceeren: — dat, daar zyne Hoogheid tot reden van het niet kunnen of mogen Electie doen uit de gezondene Nominatie , aanvoert , dat dezelve niet gemaakt was op eene wyze, overeenkomftig met de bezwooren Conftitutie van Uw Edel Mogendens Provincie , en het aan Hoogstdenzelven niet heeft kunnen behaagen, ons direttelyk daar over te onderhouden; het by ons is voorgekomen, het beste te zyn, Uw Ed. Mogenden te verzoeken, om zoo fpoedig mooglyk aan den Heer Stadhouder te refcribeeren , dat. die gezondene Nominatie gemaakt is op eene wyze, volkomen overeenkomftig met de gearrefteerde, en door het gantfche Volk plechtig met ééden bekrachtigde Regeeringsform onzer Stad ; hebbende wy bovendien geoirdeeld, dat het aan den Heer Stadhouder van te weinig aanbelang was, door wien E a «  68 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot de Nominatie van Burgemeesteren gefchied is, door Kiezers uit het Volk, of door den Magiflraat zelve, zoo maar aan Hoogstdenzelven de'Nominatie (zoo als die door ons was goedgekeurd en overgenomen , en dus , als eene Nominatie uit ons Collegie en als de onze , aan den Heer Stadhouder overgemaakt), ter Eleüie gezonden wierdt, -ingevolge het recht dat aan zyne Hoogheid competeert; ten blyke, dat het ons niette doen was, de Prseëminentien en Rechten te na te komen, welke door hec Volk zelve , by vernieuwing aan de tydelyke Heeren Stadhouders toegekend zyn: — terwyl wat de lyst der Raaden betreft, het van zelve fprak , dat, daar dat zelve Volk allen denzulken uit de Vroedfchap, welke zich declareeren mogten het nieuw gearrefteerde Reglement te willen bezweeren, voor permanente Raaden houden wilde, en reeds de meerderheid onzer Regeering zich daar voor verklaard had, de Regeering dus ook niet langer in de termen verfeerde, van volgens het jaarlyksch gebruik, de lyst der Raaden te kunnen overzenden, zonder ten dezen aanziene, een alzins reprochablen flap te doen: — het was toch geen requifit ingevolge het Reglement van 1674, maar alleen eene ulance, daar toe voornaamenlyk ingericht, om geene verwarringen meer omtrent den rang der Raaden te doen veroirzaaken , het geen wel eens plaats gehad heeft, door dien de Raad dezer Stad voorheen niet gewoon was eene lyst van Raaden aan den Heer Stadhouder over te zenden; — om ons niet by deze gelegenheid te beroepen op het geen zyne Hoogheid zelve in het voorgaande jaar, zonder dat 'er aan Hoogstdenzelven eenlyst van Raaden was toegezonden, gepractifeerd heeft, van namenlyk de Raaden Haantjens en Beckeeing, als Burgers buiten den Raad, volgens zyne Hoogheids fustenue, te eligeeren als Burgemeesters uit de Burgery, zonder dezelven als Raaden te erkennen. Verwagtende wy voorts, dat het Uw Ed. Mo- gen-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevaïler,. 67 genden gelyktydig behaagen zal, by de refcriptie, den Heer Scadhouder met eeneD vriendelyken ernsc te compelleeren tot het ten fpoedigften gebruik maaken , van het aan Hoogstdenzelven by vernieuwing gedemandeerde gezag; om uit de reeds toegezondene Nominatie van Burgemeesteren en Schepenen, eene vrye Electie te doen; protesteerende wy ingeval van contrarie, tegen alle de facheufe gevolgen welke 'er notoir te wagten zyn, indien beidezyds het recht ten ftrikften zal moeten worden gepousfeerd; in welk geval wy tegen het pretenfe recht van den tydelyken Heer Stadhouder, als gegrond op het onwettige,- fchaadelyke , en drukkende Reglement van 1674, aan het welk wy ons wat het huishoudelyke onzer Stads beftiering aangaat, niet langer gehouden achten, ons op zulk eene 'wyze gedraagen zullen, als met de achtbaarheid van ons Souverein Collegie beftaanbaar, en volgens de ftrikfte rechten onzer diergekochte Volks vryheid, alzins verdeedigbaar zal bevonden worden. En eindelyk, daar wy alle redenen hebben om van Uw Ed. Mogenden te verwagten, dat Hoogstdezelven de incontestable Rechten en Privilegiën der Sceden onzer Provincie, tegen allen indracht op dezelve zullen helpen maintineeren, vertrouwen wy, dat ook in dezen, onze Stad en Burgery door Uw Edel Mogenden hooge Protectie, by de haare zullen worden blyven bewaard, zonder dat het dispofitief van Uw Edel Mogenden Vergadering, ten aanzien van het verzoek des Heeren Stadhouders, zal uitvallen tot merkelyke prsjuditie van de'minfte zelfs onzer inalienable Stads Rechten, wy laaten ftaan, tot renverfement oüzer Stedelyke Regeeringsform, tot handhaaving van-welke onze goede Burgers en Ingezetenen hun leven en goederen veil verklaard, en zulks op de plechtigfte wyze onderling bezwooren hebben: —— immers en voor het minst, hoopen wy, dat geconfidereerd den heiligen ernst der zaake, welke het object der E 3 h°o-  70- Verzanding van Stukken betrekkelyk m Jiooge Vergadering moet uitmaaken, geen overhaast befluit dezelve zoodaanig uit haar geheel zal brengen, dat daar door de thands zoo noodlottig £laats hebbende verwydering tusfchen Uw Ed, logenden en ons, grootet, eh de hoop op redres der fchreeuwende gebreeken in ons Staatsgeftel, minder gemaakt zal worden; in welk geval wy ons onfchuldig willen gehouden hebben aan alle de na* deelige gevolgen, welke daar uit, zoo voor onze Stad en Provincie, als voor het Bondgenootfchap, immer zouden kunnen en moeten proflueeren; re» ferveerendewyons indezen de macht, om uit kracht ■van de Unie en der rechten onzer Burgerlyk Vryheid, daar en wanneer het behoord, onze ge* ïechte zaak en die van onze goede Burgers en Ingezetenen, met al dien nadruk welke het gewicht derzelve van ons vorderen zal, fchoon ondanks ons zelven, te vervolgen. Waar mede, Edel Mogende Heeren! wyU beveelen in de Protectie des Allerhoogften, en ons noemen: &c. N°. 2232. Bygevoegde Misfive aan de refpe&ive Steden, nevens de voorfz. Misfive. Edele Groot Achtbaare Heeren, byzondere goede Vrienden! Daar wy vernoomen hebben, dat ook aan Uw Ed. Groot Achtb. van wegens de Heeren Hunne Ed- Mogenden Ordinaris Gedeputeerden, toegezonden is Copy der Misfive van den Heer Stadhouder, inhoudende klachten over het ontvangen van de Nominatie van Burgemeesteren, gemaakt (wel is 't waar) door Kiezers van 't Volk, (maar ook) by ons goedgekeurd en overgenoomen, ingevolge de  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 71 de oirfpronglyke Rechten onzer Stad en BurgeTy, en zonder prejuditie der Voorrechten van het ErfStadhouderfchap, daar immers, blykens de dispofitie welke wy aan zyne Hoogheid geheel gelaaten hebben, om uit de Nominatie zoo als die door ons was overgenoomen en goedgekeurd, eene vrye Electie te doen, Hoogstdezelve bewaard gebleeven is by de macht der uitoeffening van het recht, aan de Stadhouders in den tyd, by vernieuwing in ons jongst gearrefteerde Stedelyke Reglement, met concurrentie en uitdrukkelyke toeftemming van het Volk toegekend: — alsmede eene doleantie over het niet toezenden van de lyst der Raaden, van welke jaarlykfche ufance, wy federt de invoering van ons nieuwe Reglement (meest en naast overeenkomende met de Conftitutie zoo als die van ouds was, toen wy in het reëel bezit der Privilegiën, Handvesten en Gerechtigheden onzer Burgerlyke Vryheid waren), geen gebruik hebben kunnen maaken, zonder ons alzins reprochabel aan te Hellen. * En daar het zich duidelyk genoeg laat aanzien, als of Heeren Gedeputeerden het daar heenen ter Staaten Vergadering zullen zoeken te dirigeeren, om zonder eenig bericht van ons af te wagten , (waar toe wy ook niet fpeciaal zyn aangezogt), en na communicatie aan Hun Ed. Mogenden gegeeven te hebben, van de reeds verleende continuatie, aan ons misfchien ftaatswyze aan te fchryven, of wel te gelasten, om aan zyne Hoogheid met dea eerften te doen toekomen , eene zoo Hoogstdezelve het noemt, op eene conftitutioneele wyze gemaakte Nominatie van Burgemeesteren en Schepenen, om daar uit de noodige Electie te kunnen doen, gelyk mede de lyst der Raaden; daar wyondertusfchen, in de tegenwoordige tyden onzer Regeering, geene andere Conftitutie voor alleen wettig, alleen rechtvaardig, alleen heilig erkennen, dan die, welke door de ftem des Volks daar toe door den Souverein onzer Provincie zelve opgeroepen, E 4 vooi  flz Verzameling van Stukken betrekkelyk tot voor alleen wettig, alleen rechtvaardig, en alleen heilig verklaard, ingevoerd, en met ééden bevestigd is; en zulks wel in tegenovergeftelde van het onwettige, fchaadelyke en drukkende Reglement van 1674, welke wel verre van naast en meest overeencekomen met de Regeering van on«e Provincie, zoo als die van ouds was, integendeel daar mede ten eenemaal contranëerende, en ook zelfs in veele opzichten ftrydig is met de Privilegiën, Handvesten en Gerechtigheden van dezen Lande; in zoo verre, het niet alleen te veel willekeurigs overlaat in de uitoeffening van het Stadhouderlyk gezag, maar ook in troebele tyden mee overhaasting gemaakt, en zonder Stad en Steden te kennen, alleen door twee Leden van Staat, die zich met de Magiitraatsbeftelling van Stad en Steden niet vermogten te bemoeijen (volgens de bekende Convencie door intercesfie van den Graave van NieüwenaarJi en met Concurrentie van Willem den derden, eigener authoriceit en gewapenderhand, is doorgedron- fen; ten gevolge, dat onze Stad voor zoo veel aar huizelyk bellier betrof, zich nimmer onder de verplichting bevonden heeft om het Reglement van 1074 te h.éé^igen, en dus ten dien opzichte ^oodaanig in hair geheel gebleeven is, alszy inden jaare 1651 tegens de Heeren Scaaren beweerd heeft, (gelyk zy ook daar in door Uw Ed. Groot Achtb. xelve rechtens gemaintineerd is (*),) en als nog fclyft beweeren, beroepende zy zich daarenboven pog op haaren Sredelyken ééd, zoo als die door Burgemeesteren en Raaden, by de aanvaarding hunner posce.' gedaan wordt, en waar in geen fpoor van gehoudendheid aan het Reglement van 1674 te vinden is. Zoo is het, dat wy ons ten dezen aanziene verplicht gevonden hebben, ons by Uw Ed. Gr. Achtb. te vervoegen, met inftantelyk verzoek: dat het Uw (*) De alhier tusfeben gefielde pasfage is alleen in den Brief aan den Srad Utrecht geinfereerd, om dat het haat siieen raakt, 't welk onze ^eezers tot naricht dient.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 73 Uw Ed. Groot Achtb. vriendnabuurlyk bebaagea mooge, alle noodige devoirs aan te wenden, tec voorkoming, dat niet ter zaake in verfchil, eene Conclufie mooge vallen ten merkelyke prejudicie, onzer Stedelyke Rechten, immers en ten mmften niet, voor en aleer onze Müfive ter rescontre van die des Heeren Scadhotiders, zal zyn ingezien, en ons gededuceerde recht tegen de onbevoegde vorderingen, daar in voorkomende, in alle behoorlyke overweeging genoomen is: — imploreerende wy voor het overige , op het allerernftigfte Uw Ed. Groot Achtb. veelvermoogende attentie en officie, in het maintineeren en helpen maintineeren onzer inalienable Stads Rechten, tegen allen ïndracht die !er van den kant des Stadhouders op dezelve gefchied, en tegen alle onverhoopte appui van den kant der voorftemmende Leden, in welk geval, de zaak buiten Uw Ed. Groot Achtb. tusfchenkomst, zoodaanig uit haar geheel zal worden gebracht, dat 'er de facheuste gevolgen voor Stad en Steden uit zouden moeten proflueeren, hetgeen wy wenfchen dat Gop verhoede! Waar mede, enz» NQ. 2233. Mi-five van de Staaten van Utrecht aan de Regeerders der Stad IVyk by Duurftede , den p November 1785 gefchreeven, inhoudende de genoomtn Refolutie by welgemelde 6taaten op den brief van zyne Hoogheid lot het maaken van eene tweede Nominatie. Edele Erentfeste Vroome 1 Ingevolge van het gepofeerde by onze Misfive, aan U Ed. den 2den dezer gefchreeven, hebben wy op heden nader in deliberatie gelegd het contenu der Misfive van zyne Doorluchtige Hoogheid E 5 den  74 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot den Heere Erf-Stadhouder dezer Provincie, betrek, kelyk het formeeren en overzenden van twee Nó» minatien, ten fine van Electie tot Burgemeesteren en Schepenen voor den aanftaanden jaare binnen de Stad Wyk, door Uw Ed. gedaan, met het gene daar aan voorts is geaccrocheerd: en hebben wy dien aangaande goedgevonden Uw Ed. te informeeren, dat wy de voorfz. pretenfe Nominatien van Burgemeesteren en Schepenen, met allen den aankleeven van dien, als ftrydig met de goede orde, het recht van den Lande, en met de als nog fubfifteerende Regeerings-Conftitutie , houdende voor informeel, dezelve mitsdien by dezen declareeren voor nul en van onwaarde; Uw Ed. overzulks aanfchryvende omme zonder uicftel, immers binnen den tyd van agt dagen naar den ontfangst dezer Misfive, te treeden tot het formeeren van eene Nominatie zoo van Heeren Burgemeesteren als van Schepenen voor den loopeode j3are , mitsgaders omme dezelve aan zyne Hoogheid als Erf-Stadhou. der dezer Provincie te laaten toekomen, in dier. voegen en verder op zoodaanige wyze, als van ouds gebruiklyk is geweest, alles in conformité van en ten fine, als by het als nog fubfifteerend Regeerings Reglement van des jaare 1674, met continuatie inmiddels van de Leden van den Magiflraat en van den Gerechte binnen Wyk in derzelver functien refpective, zoo zy daar inne thands ingevolge van onze aanfchryving van den 2den dezer, zyn continueerende, met verdere referte in cas van onverhoopte weigering, van zoodaanige nadeelige Dispofitie, als wy tot maintien van de goede orde, en tot voorkoming van alle desordres in het beleid van de Politie en Juftitie binnen de Stad van Wyk, naar gelegenheid van zaaken zullen noodig oirdeelen. Hier mede, Edel 3 Erentfeste 3 Vrome l fee-'  de Gtbeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 7beveelen wy U Ed. in de befcherming van God AU ^Geftfhreeven te Utrecht, den 9 November 1785. (was ge*.) A. J. Godin, vu (Laager fiondt) U Wel Ed. goede Vrienden, De Staaten van den Lande van Utrecht, (was get.) H. A. Laan. Nr 2234. Misfive van de Magiflraat van Wyk by Duurftede, den 21 November 1785 aan zyne Hoogheid gezonden, met eene nadere geformeerde Nominatie m Compel, om daar uit EleStie van Burgemeesteren en Schepenen te doen. DOORUTCHTICSTE HoOGGEBOOREN VoRST EN Heer! Te vergeefsch hebben wy ons dus lange met eene Refcriptie van Uwe Doorluchtige Hoogheid op onze aan Hoogstdezelve toegezonden Misfive, en met eene Electie uit de daar by geannexeerde Nominatie van Burgemeesteren en Schepenen gevleid ; integendeel heeft het ons gemoeid, uit eene fpeciaale aanfchryving van Hun Ed. Mogenden de Staaten dezer Provincie te verneemen, dat Uwe Doorluchtige Hoogheid uit hoofde van fommige bedenkingen op die gezondene Nominatie, zich by Hun Ed. Mogenden geaddresfeerd had, daar wy veeleer verwagt hadden, dat Uwe Doorluchtige Hoogheid indien Hoogstdenzelven eenige reëele bedenkingen op de toegezondene Nominatie had, dezelve natuurlyker wyze by ons zou hebben geopperd, ten einde ons in ftaat te ftellen, om uit kracht van onze Souvereine raagt, dezelve zoodaanig uicdenweg te  15 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot te ruimen, als mee onze Stads Rechten eenigszins beftaanbaar geoirdeeld kan worden. Dan echter, daar wy ten allen tyden genegen zyn, aan Uwe Doorluchtige Hoogheid de gefignaleerdfie blyken te geeven, dat wy 'er verre afzyn om aan de Erflyke Rechten van hetStadhouderfchap eenige de minste atteinte toe te brengen,even zoo ver als van het vermeerderen van onaangenaame gefchillen, vooral in deze tyden; zoo hebben wy goedgevonden op fpeciaalen aandrang van onze goede Burgery, Uwe Doorluchtige Hoogheid by dezen vriendelyk te Compelleeren tothettenipoedigfren gebruik maaken van de macht, waar aan wy aan Hoogstdenzelve niet het minfte hebben zoeken te derogeeren, om uit onze hier nevensgaande Nominatie, de noodige Electie tot Burgemeesterenen Schepenen, voor den loopende jaare te doen. N». 2235. Misfive van de Magiflraat van Wyk by Duurftede, tot antwoord op de voorfz. Misfive van de Heeren Staaten 's Lands van Utrecht, gearresteerd den 22 November 1785. Edele Mogende Heeren! Uw Ed. Mogendens Misfive van den gden dezer, met aanfehryving, om, zonder uitltel, immers binnen den tyd van agt dagen na derzelver ontvangst, te treeden tot het formeeren van eene Nominatie van Burgemeesteren en Schepenen, en dezelve ten fine van Electie, aan den Stadhouder dezer Provincie te doen toekomen, invoegen en op zoodaanige wyze, als van ouds gebruikelyk is geweest; hebben wy op zyn tyd wel ontvangen. Wy kunnen het niet ontveinzen, Ed. Mogende Heeren! dat het ons ten uiterften gefurpreneerd heeft, in de bovengemelde Misfive geen eenige rescontre te hebben ontmoet van alle die redenen, welke in onzen Brief van den laatften der voorigë maand  de Gebeurtenisfen in 1787 enz* voorgevallen, 77 maand ter justificatie van onze handelwyze geallegeerd zyn, en waar van wy geene zwaarigheid gemaakt hadden, Uw Ed. Mogenden als onze Bondgenooten, en die mede de handhaaving onzer Stedelyke Rechten bezwooren hebben, te informeeren, zonder dat wy evenwel gelyktydig uit het oog verlooren hadden, dat wy als Reprefentanten onzer Stad en Burgery, en als uitmaakende een Mede-Lid van Staat dezer Provincie, en dus met de gezamentlyke Leden van Staat de Vergadering van Uw Ed. Mogenden compofeerende, als egaale partyen te confidereeren waren, zoodaanig, dat in zaaken van verfchil, de eene party zoo min als de andere bevoegd was, Rechter te zyn en Vonnis t& vellen; alleen maar dit onze bedoeling geweest zynde, om door een vriendnabuurlyk voordraagen der waare redenen en motiven van ons gedrag, niet te kort te willen doen aan de regelen eenes Bondgenoodfchaps, door dezelfde wetten van wellevendheid en openhartigheid onderling gelieerd, en, om zoo veel mooglyk van onzen kant te contribueeren, tot herftel der harmonie en wegneeming der discrepance, welke federt eenigen tyd noodlottig tusfchen Uw Ed. Mogenden en ons Collegie heeft plaats gehad. Te meerder, en dit kunnen wy althands met geene ftilzwygendheid voorby gaan, furpreneerde ons de claufule van bovengedachte Misfive, waar by Uw Ed. Mogenden te kennen gaven: „ dat, in cas „ van onverhoopte weigering, zoodaanige nadere „ dispofitie door Uw Ed. Mogenden tot maintien „ der goede orde, en tot voorkoming van alledes„ ordres in het beleid van de Politie en Juftitie „ binnen onze Stad, naar gelegenheid van zaaken „ genoomen zou worden, als Uw Ed. Mogenden ,, zouden oirdeelen te behooren". ——Immers be« greepen wy, dat zulk eene bedreigende claufule in geenen deele te pas kwam by eene aanfchryving, gedaan aan een der Mede-Leden van den Souvereinen Staat onzer Provincie; of, zyn wy dan uit hoof-  *"8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot hoofde der aan ons geweigerde fesfie ih het Coll& gie van Uw Ed. Mogenden, ipfofadto vernederd tot den ftaat der Hooge of Ambachts-Heerlykheden, welke als onrhiddelyk onder de beveelen van den Souverein onzer Provincie ftaande, zich zulkfoortige claufules in Aanfchryvings-Brieven van dien aart, zouden moeten laaten welgevallen? Neen Ed. Mogende Heeren! in weerwil der voor een tyd geweigerde fesfie ter Vergadering van Uw Ed. Mogenden , blyven wy niet te min als onafhanglyke Magiftraats-Leden van onze Stad, dezelve waardigheid en achtbaarheid als vooren behouden ; en het is ook uit dien hoofde, dat wy wat den inhoud van Uw Ed. Mog. aanfchryving betreft, ons naar tydsomftandigheden, confequentelyk aan ons zeiven gedraagen zullen, zonder ons daar in door eenige dreigende aanmaaningen, veel min or» dinatoire conclufien, van wien ook, eenigermaate te laaten interrumpeeren. - Intusfchen kunnen wy evenwel niet afzyn, Uw Ed. Mogenden by dezen openhartig te betuigen, dat wy niets hartelyker verlangen, dan tot herftel der federt eenigen tyd gebrooken harmonie tusfchen Uw Ed. Mogenden en ons Collegie, en om van onzen kant niet in gebreken te blyven, van ter bevordering der goede zaak onzer Provincie en der refpedtive Steden van dien, alles tecontribueeren, een bekwaam middel te zien daar gefield, waar by wy als voorheen in onafgebrooken vriendfchap en vertrouwen onderling konden blyven harmonieeren; eene zaak Edel Mogende Heeren ! tot welker daarftelling ons gewisfelyk de gelegenheid niet zou gemist hebben, zoo wanneer aan onze Stads Gedeputeerden ter befchryving de weg niet geflooten ware geweest, om ter tafel van Uw Ed. Mogenden met een byna gelykluidend Declaratoir als dat van fommige Utrechtfche Regenten, zich omtrent den Provinciaalen ééd op het Reglement van 1674, te hebben kunnen expliceeren. - Hier mede, enz. No.  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 79 K°. 2236. Misfive van de Heeren Staaten van Holland van den 9 December 1785, tot antwoord verftrek* kende op de Misfive van de Heeren Staaten van Utrecht , op den mften Augustus jongstleeden aan Hun Ei. Groot Mogenden over het voorgevallen* te Amersfoort gefchreeven; met aanbieding om de fubfifteerende gefchillen, door vriendnabuurlyks efficien uit den weg te ruimen. Edele Mogende Heeren , byzonder» goede Vrienden, Nabuuren en Bondgènooten! Gelyk de goede rust en welvaart onzer Bondge* cooten ons fteeds gevoelig ter harte gaat, zod hebben wy ook . byzonder na de opwekking die ons daar toe by U Ed. Mogendens Misfive van den 24(len Augustus laatstleeden gedaan wierd, niet kunnen nalaaten, ons oog en aandacht te vestigen op de actueele gefteldheid van zaaken in U Ed. Mogenden Provincie, waarvan het akelig uitzicht federt het fchryven dier Misfive nog merkelyk fchynt te zyn toegenomen. —- Die aan ons door U Ed. Mogenden medegedeelde omftandigheden, gevoegd by de gebeurtenisfen, die gelyk algemeen bekend is daar op nog verder zyn voorgevallen, dat wy niet genoeg de rampfpoedige gevolgen hebben kunten apprehendeeren, die daar uit, en wel byzonder uit de zoo ongelukkig ontftaane verfchillen tusfehen integreerende Leden van Staat, niet alleen voor U Ed. Mogendens Provincie, maar ook by verdere uitbreiding voor het geheele Bondgenoot, fchap, te duchten zyn. — Wy erkennen, daar die verfchillen huishoudelyk zyn, dat wy al te zeer zyn geconvinceerd van het gene de natuur der Souvereiniteit in elke Provincie, en dus ook in die van U Ed. Mogenden vordert, dan dat wy over fbortgelyke difrerencen, of de daar uit voortvloeiende beftellingen, ons eenige beoirdeeling of befchikking zoude willen aanmaatigen, die maar den min ft en fchyn  ?o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot fchyn zelfs zouden geeven van tegen het gezegd^ Conftitutioneele recht aan te loopen: maar wy ver. trouwen evenwel, dat het uithoofde der betrekking van htt Bondgenootfchap, waar mede het wederkeerig belang, dat de Provinciën in elkanders goede rust en welzyn hebben, zich gereedlykpaart; aan U Ed. Mogenden niet zal mishaagen, dat wy by deze gelegenheid opzettclyk aan den dag leggen de gevoelens van vriendnabuurlyke en oprechte deelneeming, inde ongelegenheden, waarin UEd* Mogenden P^ovircie door de voorfz. verfchillen fchynt geraakt te zyn, zoo wel, als ons welmeenend verlangen, dat dezelve twisten fpoedig mogen worden uit den weg geruimd, op eene wyze, die in de daad kan ftrekken om het onderliDg vertrouwen en de goede harmonie in U Ed. Mogenden Provincie weder te herftellen, en op duurzaame gronden te vestigen. — De noodza^ikelykheid hier van, vooral in bét tegenwoordige tydftip, daar dit Gemeenebest alleen door gemeenfchappelyke poo-, gingen weder kan worden opgebeurd, behoeven wy aan U Ed. Mogenden niet aan te pryzen of te herinneren, alzoo wy ons verzekerd houden, dat U Ed. Mogenden te zeer van het gewigt der zaak, en van den iüvloed daar van op de algemeene belangens overtuigd zyn, dan dat zy niet alle poogingen, die eene voorzichtige wysheid, met gepaste gemaatigdheid gepaard, aan de hand kan geeven, zouden in het werk ftellen om het bovengemelde heilzaame einde fpoedig te bereiken. — Wy zouden echter vermeenen aan de plichten van een getrouw en welmeenend Bondgenoot maar gedeeltelyk te voldoen, indien wy ons verlangen naar de gelukkige herftelling van zaaken in U Ed. Mogerden Provincie, niet verzelddeeden gaan met eene betooning van onze bereidwilligh'.id, om, indien het van vrugt zoude kurnen zyn, daar toe naar ons vermogen mede te werken. —- Dan, gelyk hei ver van ons is, om door deze aanbieding iets anders of meer* der te bedoelen, dan het gene zich binnen de termen  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen, 8r toen eener gepaste hulpvaardigheid borneeren zou; zóo laaterj wy ook zeer gaarne aan U Ed. Mogenden ter beoirdeeling over, zoo wel de meerdere of mindere nuttigheid van het realifeeren van dit ons gedaane aanbod, als de bepaaling der wyze, op welke onze welmeenende en vriendnabuurlyke officien ten dezen met de meeste vrucht van employ gemaakt Zouden kunnen worden. —— Voor het ove« rige beveelen wy U Ed. Mogenden in de beïcher» minge van God Almachtig, die Wy bidden, dat U Ed. Mogenden in eene voorfpoedige Regeering wil bewaaren, en derzelver poogingen tot nut en wel* zyn van hunne Provincie en van het Gemeenebese allezins zegenen. Waar mede, enz. N°. 2237. Addres van Geconftitueerdens en Gecommit* teerdens te Utrecht, op den 12 December 1785 aan den Raad geprefenteerd, tegen de Propofiti* van den Heer van Westrenen gedaan, ten einde den Raad haare waare intentie op dat fubjeSt zoude gelieven te verklaaren, tot wegneeming van alle ongerustheid. Aan dé Édele Groot Achtbaare Heeren Burgemeesteren en Vroedschap der Stap Utrecht! Geeven niet fchuldigen eerbied te kennen, Ge«? conftitueerdens van 1368 Burgers en Inwoonders» als mede de Gecommitteerdens wegens de agt Burger -Compagnien, Schutters en Wachtvryen dezer Stad, (onverminderd het Declaratoir en Protest van den 11 den en iaden October.) Dat zy op requifltie der tien Heeren, uit U Ed* Achtb. gecommitteerd tot het examineeren der Be* zwaaren van de Burgery enz., op den öden Odtober jongstleeden, door eene Commisfie Uit hun hadden XXIX. Deel. F doen  82 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot doen overbrengen hunne gedachten op de hun voorgefielde Propofitie der Heeren Edelen en Ridder, fchappe, den 24flen Augustus daar te vooren ter Staatsvergadering gedaan, tendeerende tot het houden eener conferentie met den Stadhouder in 's Hage over het Concept-Reglement Reformatoir, en de daar op gemaakte remarques en Conflderatien enz. Dat, hoe zeer hunne gedachten, conform die der meeste Onderteekenaaren der overige Nurns. van Bezwaaren, daar heenen uitliepen: ,, dat, ingevalle „ deze conferentie noodig geoirdeeld wierd, dezel„ ve dan alleen behoorde te gaan over het nog niet 3» geapplaneerde Provinciaale Reglement, en dat als dan" gelyk de Stad, ook de overige Staats„ Leden, derzelver conflderatien op het Concept„ ,R&glemeot Reformatoir behoorden uit te breD„ gen, —- en die conferentien niet in 's Hage, maar binnen deze Stad, behoorden gehouden te „ worden'' —- zy echter, penetreerende de redenen, waarom op den 2iflen November jongstleeden, niet invoege en conform het Rapport van Heeren Gecommitteerden, als vooren, was geconcludeerd, maar in tegendeel gerefolveerd die conferentie, conform de Propofitie der Heeren Edelen, in 's Hage te houden; zich die Refolutie hadden laaten welgevallen, zonder deswegens nadere Remonftrantien te doen: vooral, om dat hunnes erachtens die Refolutie conform het overig gedeelte van evengemelde Rapport, genoegzaam zorgde voor de conferentie van het bereids geapplaneerde Stedelyke Reglement. Dat het derhalven aan de Burgery niet weinig bekommering had gebaard, dat voorgemelde Refolutie door U Ed. Groot Achtb. op Maandag den jden December jongstleeden, op nieuw zynde in deliberatie gebracht, (uit hoofde dat de Heeren der voorftemmende Leden ter Staatsvergadering, den 23ften November daar te vooren, hadden gedifficulteerd zich met dezelve te conformeeren) en op de Propofitie van den Heer van Westrenen na-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 83 nader met de meerderheid was gërefolveerd, in de Propoflcie van de Heeren Edelen van den 24ltea Augustus, gaaf te confenteeren. Dat het, zoo door de difficulteit der voorftemmende Leden, om zich met de eerstgenomen Stads Refolutie van den aiften November te conformeeren — als derzelver confent in de laatfte van den 5den dezer, en den 7den daar aan volgende ter Staatsvergadering uitgebracht, aan de Burgery is voorgekomen, dat by laatstgemelde Refolutie mee die zekerheid, voor het behoud van dezer Stads meermaalen gededuceerde Rechten is gereierveerd, als het belang der Burgery en de te meermaalen gebleeken fentimenten ten dien aanziece, met alle billykheid van haare onmiddelyke Reprefentanten vorderde; — maar in tegendeel, niet alleen al den arbeid van byna twee jaaren tot het applaneeren van Stads domesticque poinften hefteed, wordt gewaagd aan de oppofitie van die Leden van Staat, welke zich met Stads Regeeringsbeftelling niet vermogen te bemoeijen; maar daar door ook teffrns gecontradiceerd het fteeds gefoutineerde, en by het Staats-Rapport zelve erkende, en in de feparatie der poincten gebleeken Recht, dat de Stedelyke Magiftraaten met haare Burgers, alleen bevoegd zyn om het domesticque der Stad te arrangeeren. Dac de Burgery geheel ongenegen zynde} by eene grondwettige Regeeringsherftelling, eenigen haarer onbetwistbaare Rechten, — aan wie ook, .— te willen afftaan of in de waagfchaal ftellen, dan ook nimmer kan gedoogen, dat het reeds by de Stad geapplaneerde Regeerings-Reglement een onderwerp worde van de deliberatien van iemand anders, dan de Magiflraat en Burgery van deze Stad, zoodaanig, dat daar door zoude kunnen worden gerekend of erkend de bevoegdheid van zulk een, om daar over te kunnen, mogen of moeten oirdeelen. Dat de Ondergeteekenfen geen anderen, dan F 2 zulk  £4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tti xullc een nadeeligen uitleg hebbende kunnen geeven , aan de intentie der laatstgenoemde met meerderheid genomen Refolutie, en daar in zynde verlid kt door het Protest van verfcheide Raaden, welke ten allen tyde getoond hebben, niet onverichillig omtrent Stads of der Burgeren Rechten te zyn, en zorgende, dat misfchien daar door zoude worden voldaan aan de intentie van die Leden van den Raad, welke by het applaneeren van het Stedelyke Reglement hebben gedeclareerd: „ niet te ,, kunnen concurreeren tot het arrefteeren van een „ Reglement voor de Ssaatsvergadering, voor men „ wist welk aandeel de Vroedfchap in de beftelling „ van Stads Regeering by het Provinciaale Regie„ ment zoude bekomen, wanneer de overige Staats„ Leden mede hunne Advyfen zouden hebben uic„ gebracht:" een gevoelen als gezegd, even verre afwykende van de door U Ed. Groot Achtb. te meermaalen gededuceerde Stadsrechten, en nog op den gden Augustus jongstleeden genomen Refolutie, by welke U Ed. Groot Achtb. de Heeren Burgemeesteren en verdere Gecommitteerden ter befchry ving hebben geauthorifeerd: „ om by het in„ brengen van Stads Refolutie ter Vergadering van „ Hun Ed. Mogenden nopens het Concept van een „ Provinciaal Regeerings-Reglement Reformatoir, „ alles alleenlyk pro>nfioneelyk te behandelen, zon. „ der iecs desaangaande finaal te concludeeren, ,, mitsgaders de Refolutie welke op dit refpetT: „ by de Heeren der voorftemmende Leden mogte „ worden ingebracht, over te neemen; mecautho,, rifatie, om, ingevalle door Hun Ed. Mogenden om„ trent de Stads Regeeringsbeftelling eenige delibera. „ tien wierden ondernomen, als dan ten fterkften daar „ tegen te protefleer en:" eene Refolutie, genomen by eene extraordinaire befchryving van den geheelen Raad, en welke dus in deszelfs aart en natuur, op een enkel voorftel in een ordinaire Vergadering, niet kan worden gealtereerd of veranderd. — Dat de voorfz. Refolutie niet kan worden overeengebracht,  de Geheurtenisfen in 1787 enz, voorgevallen, 8y bracht, met het befluit van de Vroedfchap op het voordel van den Heer van Westsenen als voorfchreeven genomen, en op welk befluit ter extraordinaire Vergadering genomen, de Burgery zich volkomen heeft verlaaten, als inhoudende derzelver te meermaalen gedeclareerde intentie, zoowel als die des Ondergeteekenden, en waarom zy dan ; ook in hunne voorfchreeven qualiteiten zich hebben iverplicht gevonden te keeren tot UEd.Gr.Achtb., : met eerbiedig verzoek. Dat het U Ed. Groot Achtb. moge behaagen, om, het zy by Publicatie aan de gantfche Burgery, of by Extract Refolutie aan de Ondergeteeken1 den als derzeiver Geconftitueerdens en Gecom; mitteerdens , bekend te maaken de waare intentie der \ Refolutie van den $den dezer op het fubjeêi voorfchreeven, op dat niet zoo wel tegen de intentie der Ondergeteekenden als van U Èd. Groot Achtb., uit de tegenwoordige onzekerheid gelegenheid genojmen en misbruik gemaakt worde door onrustige i geesten, om de verwydering en het wantrouwen ; langs hoe grooter te maaken. — En dat ter voorli kominge daar van, het UEd. Groot Achtb. behaaige, de hier op genomen dispofitie zonder refumtie uit te geeven, als zy anderzins voorzien, dat jhet zelve by de Burgery voor een declinatoir zal 1 worden geconfidereerd. 't Welk doende enz. (Onder flond) Uit naam en op last van Geconftitueerdens, (was get.) G. Bentink, dbf. Prcefes. J. v. Maanen Adz., Secret. (lager flond") Uit naam en op last van Gecommitteerdens, (was get.) C. v. Hengelaar , Prcefes. W. v. Dyk, Secretaris. F 3 No.  86 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N°. 2238. Bericht van Gecommitteerdens en Gecommit* teerdens uit de Burgery der Stad Utrecht, aan hunne Principaalen den 15 December 1785 gedaan, zoo wel, als aan de op den 1 Augustus 1785 geheele vergaderd geweest zynde Burgerye, waar mede zy de verdere behandeling der zaaken in den fchoot van hunne Principaalen hebben overgegeeven. De Geconftitueerdens van 1368 Burgers en In» woonders, als mede de Gecommitteerdens uit de agt Burger-Compagnien , vinden zich verplicht ter kennisfe van hunne Principaalen en de Burgery te brengen , dat zy in hunDe gualiteit, ter voldoening aan de uitdrukkelyke begeerte van hunne Principaalen, wel bedacht zyn geweest, om de Poinc» ten betreffende de beftellinge der Stads Regeeringe geenszins te maaken tot onderwerpen van een voorgeflagen conferentie, en alzoo ons Stads huishoudelyk bellier niet onderhevig te maaken aan het oirdeel van Staats-Leden of Steden, maar even als de Vroedfchap dezer Stad, van gedachten zyn geweest, dat alle die zaaken geenszins behoorden tot de deliberatien van Hun Ed. Mogenden, zoo als dit blykt by Refolutie van den 9 Augustus dezes laars 1785. Dat niet te min op een voorftel door den fleer van Westrenkn ter Vroedfchaps Vergadering van den 5den December jongstleeden gedaan, de meerderheid van de Leden van de Vroedfchap, in tegenftelling van het befluit van den gdeo Augustus en nadere Refolutie den 2iften November genomen , en den 23ften daar aan volgende ter Staatsvergadering uitgebrachc, hebben beflooten, gaaf te confenteeren in het voorftel van de Heeren Edelen tot de voorgeflagen te hoüdene conferentie in's Hage, vervat by Hun Eds. ter Staatsvergadering ingebrachte Refolutie den 24ften dezes jaars. En daar deze Refolutie van den jden December jongstleeden, niet weinig bekommering onder de Burgery heeft gemaakt, ten gevolge, dat Geconftitueerdens en Gecommitteerdens, om te mogen weeten de waa- re  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 87 re intentie van die Refolutie, zich op den iaden dezer by een Addres aan den Raad dezer Stad hebben vervoegd, zoo als het zelve op den idden daar aan volgende in de publieke Nieuwspapieren ter onderrechting, aan een yder is medegedeeld. Dat Geconftitueerdens en Gecommitteerdens gehoopt en verwacht hadden , dat de Vroedfchap ter ge. rustftellinge van de Burgerye, geene zwaarigheid zouden gemaakt hebben, om openinge van derzelver intentie wegens die nadere genomen Refolutie gegeeven te hebben. Dan is aan dezelve, op hun verzoek geen ander antwoord gegeeven, als dat het zeive buiten dispofitie was gefteld (vermits de invallende Commisfie) tot Dingsdag den 27ftenDecember, wanneer het den volgende dag Staatenvergadering is. Geconftitueerdens en Gecommitteerdens in dezen te zeer bewust zynde van het gevoelen hunner Principaalen , dan dat zy iets zouden verzuimen om daar aan niet te beantwoorden, vinden zich toe hun leedwezen verplicht, aan alle hunne Principaalen opentlyk te moeten verklaaren, dat zy, vooral met opzicht tot de voorgeflagen te houden confetien, alles hebben gedaan wat van hun in hunne qualiteit zoude konnen gevorderd worden, om ter voldoening aan de intentie van de Burgery voor te komen, dat de bereids geapplaneerde en gereguleerde Poinclen, Stads Regeeringsbeftelling en inzonderheid het huishoudelyke van dien becreffende, zoude gemaakt worden het onderwerp der voorgeflagen conferentien, en dus niet onderhevig gefteld te worden aan de kennisfe en de beoirdeelinge van die Leden, welke het zelve niet toekomt. Dan, dat het de Geconftitueerdens en Gecommitteerdens niet heeft mogen gebeuren, om ter gerustftelling van de Burgery, daar op eenig het allerminfte gunftig, veel min zeker antwoord te mo. gen bekomen, in tegendeel als voorfz. tot op het uiterfte tidftip in het onzekere gelaaten te worden. Waarom Geconftitueerdens en Gecommitteerdens, als die voor de gevolgen van eene in deze ongunftiF 4 Sfc  69 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ge te Deernen Refolutie, op geene wyze zich by de Burgery verantwoordelyk zouden gefteld zien, als het voorfz. tydverloop ook aan de Burgery volftrekt zoude affnyden het middel, om iets ter beJioud van het gene zy nog zoude mogen oirdee* Jen aan te wenden, te konnen werkftellig maaken, zich verplicht gevonden hebben om het een en ander ter kennisfe van alle hunne Principaalen, en de geheele Burgery te brengen, en wel in tyds te brengen, als zy ten eenennmle willen onfchuldig 5yDr.v-alkde 8evo|gen eener Refolutie, waar door de Poindten onzer Scads Regeeringsbeftelling en het huishoudelyke deizelve, cu, na dat dezelve geapplaneerd en gereguleerd zyn, tegen het gevoelen van de Burgery, ter beoirdeelirg van de Leden van Staat, en ook van de Steden onderworpen gemaakt zoude konnen worden. En dit ais een zaak, waar aan Geconftitueerdens en Gecommitteerdens in hunne qualiteit niets< meerder konnen doen , in den fchoot van hunne Principaalen overgeeven. Aöum Utrecht, den 15 December 178J. Uit last en in naam van Geconjlitueer* dens en Gecommitteerdens. J. van Maanen Adz. W. van Dyk. N°. 2239. Voorgevallene binnen Utrecht op den tg en 20 December 1785, by gelegenheid van het arres* teren van het Stads geapplaneerd Regeerings-Rem glement, met het gene daar toe is relatief. 't Was op Zaturdag den nden dezer, dat Geconftitueerden en Gecommitteerden wierden verzogt om dien avond te vergaderen, ten einde van eenige hunner Principaalen een voorftel te ontvangen, zoo als zy dien avond te vyf uuren vergaderd zynde, aan hen door een aantal van voorname Burgers wierd gedaan een fchriftelyk voorftel, diepende tot een verzoek aan den Raad dezer Stad, na,  de Gebeurtenis/en in 1787 voorgevallen, enz. 89 na daar op vooraf ingenomen te hebben de gevoe« lens van alle hunne Principaalen: het welk gelegenheid gaf j dat en Geconftitueerden en Gecommitteerden in de verplichting geraakten, omdeninhoude van het aan hun gedaane verzoek en voorftel ter kennisfe van hunne Principaalen en de geheele Burgery, te moeten brengen; ten welken einde en Geconftitueerden en Gecommitteerden , hunne Principaalen verzogt hebben, by den anderen te komen maandag ochtend , des voornoens ten acht uuren , op een voorftel van de uiterfte aangelegenheid, waar van zoo veel mooglyk den inhoud voor af aan veelen wierd medegedeeld. Een ieder tot die communicatie verzogt zynde te komen op de refpeótive loop-plaatfen van de refpeclive Burger-Compagnien, hebben de Geconftitueerden en Gecommitteerden aan hunne aldaar verfcheenen Principaalen voorgehouden den woordelyken inhoud van het aan hun voorgedraagen verzoek, om het zelve nog dien ochtend by het ingaan van den Raad, door een daar toe vervaardigd Addres in te leveren; met verzoek, zooiemand van de aanweezende Burgers en hunne Principaalen zich daar mede niet konde vereenigen, dat dezelve de vryheid wierd gelaaten, om zich van de anderen te fcheiden, en dat zy die daar mede inftemden , zulks of mondeling , of met het opfteeken hunner rechter hand geliefden te kennen te geeven; zoo als dan ook gefchiedde, en wel zoo eenpaarig, dat by deze gelegenheid uit de Burgery over het algemeen een derde meer van de eerfte en notabelfte verfcheenen zyn, dan by gelegenheid van den 2den Augustus dezes jaars: verklaarende een ieder bereid te zyn, ter betoon van zyne intentie, zich te begeeven naar de Neude, om aldaar in een Lichaam vergaderd, even als op den iften Augustus vereenigd, zich te begeeven in de nabyheid van het Raadhuis dezer Stad, om ter requifltie van den Raad, door het üfteeren van hunl • F $ ne  $o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ne perfoonen, met hunne mondelinge verklaaring die hunne intentie te fterken; zoo als dan ook gefchied is, en een ieder zich Compagnies gewyze heeft vervoegd na de Neude, alwaar uit hun zyn benoemd de Heeren Molrooy, Arnoldus Glasmaker, G. Bresser en Hendrik EElsingh, om, nevens de Commisfie uit de Geconftitueerden en Gecommitteerden, beftaande uit de Heeren A. Hoevenaar, J. de Joncheere, Anzelmüsde Vry en A. van Eldik , het in gereedheid gebrachte Addres aan den Raad in te leveren, zoo als oofe onmiddelyk gefchiedde , wordende dit Addres aan Heeren Burgemeesteren overhandigd met deze, door den mond van den Heer Hoevenaar korte Aanfpraak: „ Myne Heeren Burgemeesteren! Het is in „ naam van de geheele zich thands by den anderen „ bevindende Burgery, dat wy aan U Ed. Achtb. „ dit Addres in haar naam en van haarentwegèn „ overgeeven, met verzoek om, zittens den Raad i, en dus voor het fcheiden van dezelve, haar Ed. „ Groot Achtbaare befluit daar op te mogen heb„ ben, om het zelve aan de Burgery, als die by „ den anderen vergaderd daar op wagt, bekend te „ maaken. Wy vertrouwen dat hun Ed. Groot „ Achtbaare geen zwaarigheid zullen maaken om, m zittens den Raad aan ons van het befluit van „ Hun Ed. Groot Achtbaare kennis te geeven, waar toe wy ons alhier by de hand zullen hou„ den, en wy verzoeken dat U Ed. Achtbaare dit „ op ons gerequireerde tevens in den Raad zullen „ gelieven voor te draagen." Waar op de Heer Burgemeester Loten, het Addres aanneemende, antwoordde het zelve in den Raad te zullen voordraagen; begeevende Heeren Burgemeesteren zich daar op in den Raad, terwyl de Commisfie om het befluit af te wagten, vertoefde in de Gerechtska. mer. Terwyl dit gebeurde, had de geheele Bur. gery zich van de Neude over de Ganfemarkt, door de Minnebroeder en korte Jansfiraat en het Oude Kerkhof  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 91 hof in een geregelde orde begeeven, in de naby. heid van het Stadhuis, om als voorfz. het bellUlt van den Raad op hun Addres af te wagten. N«\ 2240. Addres van Geconftitueerden en Gecommitteerden uit de Burgery, tot het vast (lellen en arresteeren van het geapplaneerde Concept-Reglement van de Regeering. 19%^*—*.^ó>^- Edele Groot Achtbaare Heeren! 't Was ingevolge de intentie van der Geconftitueerden en Gecommitteerden Principaalen , dat zy onvermindert het Declaratoir en Protest van den nden en iiden October dezes jaars , zich op den I2den December jongstleden aan ü Ed. Groot Achtbaare hebben vervoegd , en op de daar by voorgedraagen middelen, dienende tot de gerustftellinge van de Burgery, ter wegneeminge van alle onzekerheid en voorkominge van verwyderinge en mistrouwen , hebben verzogt , dat het U ÜA. Groot Achtbaare behaagen mogte om, het zy by Publicatie aan de ganfche Burgery, of by Extract van U Ed. Groot Achtbaare te neemen Reiolutie, aan de Ondergeteekenden als derzelver Geconftitueerden en Gecommitteerden, bekend te maaken de waare intentie der Refolutie van U Ed. Groot Achtbaare den 5den December dezes jaars genoomen, met opzicht tot het gaaf confenteeren in de Propofitie van de Heeren Edelen ter Staatsvergadering van den 24.ften Augustus dezes jaars gedaan; en dat U Ed. Groot Achtbaare derzelver daar op te neemen Dispofitie, zonder refumptie geliefden uit te geeven : welk verzoek U Ed. Groot Achtbaare hebben verftaan dat veertien dagen moeste voor leggen. Dat aangemerkt den aandrang van de Burgery, welke aanhielde zeker te weeten, of de poincten Stads Regeeringsbeftelling betreffende, tot een onderwerp der Conferentie in 's Hage, al Os  S>a Verzameling van Stukken betrekkelyk tot 1 of niet, ftonden gemaakt te worden; hebben de Undergeteekenden zich verplicht gevonden, om het Bericht daar van, voor zoo veel ü Ed. Groot Acht. baare Dispoficie betrof, aan alle hunne Principaa. len bekend te moeten maaken; en alzoo zy daar in ook niets meerder konden doen, om op datfubjedt buiten verantwoording te zyn, hetzelve ook in denlchoot van de Burgery over te geeven. Dat de Burgery, gezien hebbende de verklaaring door de Ondergeteekenden uitgebracht, en in overweeging genoomen hebbende, hoe zy ingevolge de oproeping by Publicatie van den 17 April 1784, in zeer grooten getale, hebben opgegeeven alle zoodaanige poindten tot redres hunner Bezwaaren, zoo tegens hec Regeeringsbeftier en andere ingefloopen abuizen en misbruiken in het beftier van de Provmciaale en Stads-Regeeringen , als andere Commisüen en bedieningen, ten gevolge, dat naa dat alle de ingekomen poincten van bezwaar copiëlyk waren gefteld in handen der Negen Heeren Gecommnteerdens van Hun Ed. Mogenden daar toe benoemt, by Rapport den 1 September 1784, ter Staatsvergadering uitgebracht, volkomen gewettigd is geworden het bezwaar dat tegen de fubfiireerende Regeerings-Forme , voortvloeiende uit de vascgeftelde wyze in den jaare 1674 en in den jaare 1747, zonder der Burgeren byzondere voor* kennis en mede weetenfchap ingevoerd , is ingebracht geworden; tot zoo verre, dat men aan de zyde van Hun Ed. Mogenden zich, wat hetStadsRegeeringsbeftier betreft, volkomen overtuigd heeft gevonden van het recht en de redelykheid en biJIykheid, dat aan de Burgeay dezer Stad eenig aandeel gegeeven wierde in de aanftelline hunner Regenten, en dit aan de Regeering, om met de Burgery te reguleeren en applaneeren, zoodaanig hebben overgelaaten, zonder in het voorgedraagen Reglement daar van te mentioneeren : zoo als dan ook ter bereiking van dat einde, de poinöen Stads-Rcgeeringsbeftelling betreffende, van  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 93 van die, welke het Provinciaale aangaan, zyn afgefcheiden geworden, ten einde dezelve niet zouden worden onderhevig gemaakt aan de overweegingen en beoordeelingen van die Staatsleden, welke daar over de kennisneeming niet zyn toegelaaten. Dan dat de Stad in deze by haare oude , wettige , en aan haar toekomende onvervreemdbaar Rechten zoude bewaard blyven, uit welke affcheidinge van 't Stads en Provinciaal Regeeringsbeftier, dan is voortgekomen het ontwerp betreffende de beftelling dezer Stads Regeering, afgekondigd den 21 tien dezes jaars, en nader ter overweeging aan de Burgery voorgelegd den iöden September dezes jaars, met dit gevolg, dat het laatst voorgelegde ontwerp betreffende de beftelling dezer Stads Regeering , alzoo daar tegen, gene bedenkingen zyn ingebracht, welke ook niet nader zyn afgedaan, en dus tot in zoo verre zyn opgeruimd, dat men voor zoo veel ons Stads beftier betreft, hetzelve daar voor houden kan, dat hetzelve zoodaanig geëffend en geregeld is, dat 'er niets in den weg kan zyn, dat de daadelyke vastftelüng en invoering vaD hetzelve zoude kunnen hinderlyk zyn; ten ware men tegen recht, reden en billyk'heid, hetzelve als nu zoude willen ftellen en onderwerpen aan de beoordeeling van Leden van Staat, welke de kennisfe daar over niet toekomt. —— En gelet alle de befluiten en overweegingen , leidende ter daadelyke vastftelüng van het ontwerp dezer Stads-Regeeringsbe» ftelling, zyn afgeloopen, en 'er mitsdien met de billykheid en redelykheid niets meer overeenftemd, dan dat Regeering en Burgery in het daadelyk genot van hetzelve gefteld worde, en alzoo eens een einde aan alle onzekerheid gemaakt worde, het welk aan de Burgery geheel en al zoude benoomea worden, door het voorftel van den Heer van Westrenen, en de daar op gevolgde Refolutie om gaaf in het voorftel der Heeren Edelen te confenteeren; of fchoon noch de Heer van Westrenen, noch  54 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot noch eenige der Leden van den Raad, of de ganfche Raad, zoude konnen geoirdeeld worden hee recht te hebben, om iets het Domeftieke beHuur Stads Regeerings-Reglement concerneerende, aan het oirdeel van een anderen over te laaten, ofte te veraliëneeren: veel min dat dien aangaande iets zoude hebben konnen beflooten worden, op een ordinaire Vergadering, tot verandering van het gene op 't welk in een daar toe expres belegde buitengewoone vergadering, cocclufie en vastftelling gevallen was. Het zyn op alle deze door de Burgery aan de Ondergeteekenden Geconftitueerden en Gecommitteerden opgegeeven, en in Gefchrifte voorgedraagen redenen, dat de Bur- Ëery en der Ondergeteekenden Principaalen, op en hebben gevorderd, daar van aan U Ed. Groot Achtbaare (onvermindert voorig Declaratoir en Protest) opening te doen, als behelzende der Burgeren ware en oprechte gevoelens, ten einde om dezelve heden maandag den loden December in de Vergadering van U Ed. Groot Achtbaare over te brengen; met verzoek: om als nu nader zittens U Ed. Groot Achtbaare Vergadering, en voor het fcheiden van dezelve , U Ed. Groot Achtbaare befluit te moogen hebben om, zonder verder verwyl, het Concept-Reglement concerneerende de beftelling dezer Stads Regeering, zoodanig hetzelve geapplaneerd en gereguleerd is vast te ftellen, te arrefteeren, en te publiceeren; met verdere bepaaling van een tyd van drie maanden, om het zv de bezwaaren van 't Provinciaale Regeerings-Reglement binnen die tyd mogten afgedaan zyn dan niet, het zelve onzer Stads vastgeftelde Regeerings - Reglement met de Burgery, als dan na verloop van dezelve driemaanden, daadelyk in te voeren en wederzyds te beéédigen. Onverminderd, dat intusfchen werde afgedaan het nog tusfchen beide ftaande, belangende het zesde Artikel van het derde Hoofdftuk, en het voorgeslagene tot becer verftand van het tiende Artikel  de Gebeurtenis/in, in 1787 enz. voorgevallen. 95 tikel van het vierde Hoofdfluk. —— Alle het welke, uitmaakende het billyk verzoek van de Burgery , de Ondergeteekenden op de inftantie van alle hunne Principaalen, met verfchuldigde achting aan U Ed. Groot Achtb. in naarne van de Burgery en Priucipaalen voordraagen, en ingevolge van het zelve zoo zeer redelyk verlangen, als U Ed. Groot Achtb. eerbiedig verzoekende, dat U Ed. Groot Achtb. aan de geheele Burgery (als die daar op wagt) op heden een zeker en pofitief antwoord» op alle het hier voorgedraagene en verzogte, zullen gelieven te geeven; en voor zoo verre het onverhoopt mogce gebeuren, dat het U Ed. Groot Achtb. niet gelieven mogte, aan de Burgery op heden een als voorfchreeven zeker en pofitief antwoord op alle het hier voorgedraagene en verzogte te geeven, zyn de Ondergeteekenden al verder verplicht U Ed. Groot Achtb. in naam van de Burgery als hunne intentie voor te houden: dat de Burgery het als dan daar voor houden zal, dat het zelve geapplaneerde Concept-Reglement met heden den 19 December 1785, zal zyn vastgefteld en gearrefteerd, om als voorfz. na verloop van drie maanden daadelyk ingevoerd, en by Raad en Burgery wederzyds beéédigd te worden; en mitsdien, dat na dato dezer, geene veranderinge hoe en door wie ook, daar inne zullen worden gedoogd, als daar tegens in dien gevalle uitdrukkelyk protesteerende; dan enkel voor zoo veel de twee hier bovengemelde nog tusfchen beiden ftaande Artikelen betreffen,'t Welk doende enz. En was onderteekend door alle de Geconftitueerdens en Gecommitteerdens.  96 Verzameling van Stukken betrekkelyk toi NB. 2241. Refolutie van de Vroedfchap genomen op de Requeste den 12 December 1785 door Geconjhtueer* dens en Gecommitteerdens geprefenteerd. De Vroedfchap gehoord hebbende, de lecture van de Requeste heden morgen geprefenteerd by Geconftitueerdens van 1 ^68 Burgers en Inwoonders en by Gecommitteerdens uit de Schutters Compagnien, heeft goedgevonden tot gerustftelling van de Requestranten, 't Request op voorleeden Maandag geprefenteerd, en in de Notulen van de Vroedfchap doemaals geinfereerd, in deliberatie te neemen, zoo als by de volgende Refolutie is geëxpresfeerd. De Vroedfchap in ferieufe deliberatie genomen hebbende, 't Addres den I2den dezer maand December geprefenteerd door Geconftitueerdens van 1368 Burgers en Inwoonders, als mede door Gecommitteerdens uit de agt Burger-Compagnien, heeft goedgevonden daar op terefolveerenals volgt. „ De Vroedfchap (om ware 't mooglyk eindelyk „ tot eene afdoening van zaaken te geraaken) noo»» dig geoirdeeld hebbende, om te confenteeren „ in t voorftel der Heeren Edelen, vervat by Hun „ Ed. Mogendens Refolutie den 24ften Augustus laatstleeden ter Staatsvergadering ingebracht,de,, clareert nogthands daar by wel deegelyk in con. fideratie te hebben genomen, dat de by 'c voorfz. s, voorftel geproponeerde en in 's Hage te houden „ conferentien, alleenlyk ten grondflage zouden „ hebben, het Rapport en Concept-Reglement „ Reformatoir, door de Staats-Commisfie van ne„ gen Heeren den 1 September 1784 ingediend, by welk Rapport Heeren Gecommitteerden wel „ uitdrukkelyk oirdeelen : het noch onredtlyk noch onbillyk te zyn, dat ten aanzien van de Nominatien 3) van Raaden zoo wel als die van Burgemeesters, aan de Burgery e van Utrecht en elders, eenig aandeel wor„ de gegeeven in de aanftellinge hunner Regenten, met 33 overlaatinge aan de ötedelyke Regeeringen, om met 33 der.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen, 57 j „ derzelver Burgeren de arrangementen desaangaands te reguleer'en en applaneeren." „ üeclareereDde de Vroedfchap wyders, geen de minfte twyffel te hebben, of de voorftemmeu[,, de Léden van Staat zullen met relatie tot het „ gunt voorfz. met Heeren Gecommitteerdens van „ dezelve denkwyze zyn, en ten eenemaal aliëen ,j van een'gzins te willen empieteeren op de RechI,» ten en Privilegiën van Stad en Steden, ten aahzien van derzelver refpectiye Magiftraatsbeftellingen, zoo verre die pure domestiek en pok in „ 't Regeerings-Reglement van den jaare 1674 niet „ zyn b'-^reepeo, en zoo verre die onverhoopt „ mogte plaats hebben, verklaarc de Vroedfchap »op gemelde poincten nimmer aan 't oirdeel van L, welgemelde voorftemmende Leden te zullen fubL, mitteerea: verfeerende voorts de Vroedfchap i» „ dat vertrouwen, dat de Requestranten uit aanL, merfcinge van 't. gunt voorfz. is, zich wel zullen „ willen gerust fteilen, en de vreeze die hun ia „ dezen heeft bekropen,, tegengaan, mitsgaders zoo veel in han is trachten Voor te komen* l„ dat door meerdere zwaarigheden daar tegen in te |,„ brengen , de voorfz. conferentien niet verder L, werden gedelayeerd, endaar door alle middelen |„ van redres finaal afgefneden." jN . 2242. Concept-Appoiuftement van den Heer Eyk* om op het Addres door Geconftitueerdens en Gecomr mittee/dms aan de Vroedfchap geprefenteerd op Maandag den 12 December 1785 te doen fteilen; waar by de Heeren de Ridder, van Haeften en Burman zich hebben gevoegd, met de Declaratie van der. Heer van Senden, en het Advp. van den Heer Ivoy. De Raad uit zeker Addres, door Geconftitueerdens en Gecommitteerdens aan Hun Ed. Groot Achtb g. pi-efentecrd , vernomen hebbende, dat XXIX. Deel. G door  98 Verzameling van Stukken betrekkelyk tót door de Burgerye eenige vreeze is opgevat, als of door de Refolutie van den jden December laatstleeden, Stads eminente Rechten en vrye Magiftraatsbeftellinge in gevaar van indracht zoude zyn gebracht, heeft noodig geacht te declareeren, dat Hun Ed. Groot Achtb. onder inhEefie van Vroedfchaps Refolutie op den 9den Augustus dezes jaars, by Hun Ed. Groot Achtb. in een extraordinaire befchryving gearrefteerd, zorg zullen draagen, dat in de te houdene conferentien in *s Hage, geene zoodaanigs poinéïen, de dömescicque Regeeringsbeftelling der Stad Utrecht betreffende, werde behandeld, waar in de Burgerye of derzelver Gecommitteerden niet confenteeren, belovende dezelve daarin ten flerkften te maintineeren, en het zy de bezwaaren tegen het Provinciaal Reglement binnen den tyd van de eerstkomende vier maanden , al of niet zullen zyn afgedaan, en het drukkende Reglement van 1674 gealtereerd, als dan het Reglement op de Stads Regeeringsbeftelling, zoo als het zelve thands is gearrefteerd, en door de Regeering met de Burgerye provifioneel geapplaneerd, daadelyk te zullen invoeren en beéédigen. En verzogt de Heer van Senden dat navolgende Declaratoir van zyn Ed. in de Notulen van heden mogte worden geinfereerd. „ De Heer van Senden declareert met de by ,, de meerderheid van den Raad genomene conclufien op de Addresfen van Geconftitueerdens en ,, Gecommitteerdens uit de Burgerye, den 12 en „ 19 December 1785 ingeleverd, in het geheel niet in te ftemmen en daar van tedisfentieeren, „ betuigende aan die zelve meerderheid van den ,, Raad over te laaten de onaangenaame gevolgen ,, die daar uit zouden konnen proflueeren, willende „ daar voor niet refponfabel zyn, maar zich vol. „ komen te voegen by het Concept-Appoicctement, ,, door den Heer Eyk voorgedraagen , en in de ,, Notulen geinfereerd ; en voorts inhEereerende zyne Advyfen van den 1 en 12 October 1785, in „ Stads  'êe Gebeurtenis/en in 1787 enz. voor gevallen. 29 Stads Notulen te vinden, ook aan zich referveerende (zulks noodig achtende) van dit zyn Ad,, vys nadere redenen te geeven." En zeide de Heer Smissaert „ alhier nader te „ zullen voordraagen, en in de Notulen doen infe3, reeren, de redenen van zyn Advys, zoo wel „ omtrent Vroedfchaps Refolutien van den 2iften ,, November en jden December jongstleeden, als ,, nopens de beide Addresfen van Geconftitueerdens en Gecommitteerdens van den I2den en „ ipden dezer maand December." Verzoekende de Heer Ivoy, dat zyn Ed. fentiment in fcriptis over te geeven, in de Notulen mogte worden ge., infereerd. Edele Groot Achtbaare Heeren ! „ Ik heb my met het voorftel van den Heer van „ Westrenen geconformeerd, in zoo verre het s, bedoelde de accelleratie eener gewenschte af,» doening, arresteering en invoering vaneen Re3, glement op de Regeeringsbeftelling dezer Pro3, vincie, doch indien door te confenteeren in de „ Refolutie der Heeren Edelen en Ridderfchappe „ 's Lands van Utrecht, verftaan wierd dat Stads ,, domestieke Regeeringbeftelling zoude gefubmic>, teerd worden aan de deliberatien en decifien ,, van de Staats-Commisfie, ik als dan, daar te,, gens zoude moeten protesceeren". „ Dat ik my federt den jaare 1783 onder geene ,, nadere verbintenisfe aan het tot nog toe fubfis. ,, teerend Regeerings-Reglement van den jaare 1674 heb laaten brengen, is aan U Ed. Groot Achtb. ,, bekend, en kan blyken uit Vroedfchaps Notulen „ en inzonderheid van den I2den October, by ge3, legenheid der hernieuwing van den ééd, als gè- continueerd Lid van deze Achtbaare Vergadé- ring, en van den 5den December jongstleeden, „ ten opzichte van het afleggen van den ééd ter „ Vergadering van Hun Ed. Mogenden de Heeren G 2 » Staa-  100 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot „ Staaten 's Lands van Utrecht; doch hoe zeer „ overtuigd van het inconftitutioneele en wederrechtelyke van gemelde Regeeriogs - Reglement ,, van 1674, en verlangende de Regeeringsbeftellinge niet alleen op eenen vasten voet te zien be. „ raamd, maar daadelyk ingevoerd overeenkomftig de Privilegiën, Handvesten en Gerechtighe„ den van de Provincie en Stad van Utrecht, en ,, tot maintien van derzelver Hoogheid en Souve,, reiniteit; nogthands vind ik geene vrymoedig» „ heid my ontflagen te erkennen, of door een groot „ gedeelte der Burgers en Ingezetenen dezer Stad s, te laaten ontflaan van den ééd van een Regee„ rings-Reglement , Scaatswyze weder ingevoerd „ in den jaare 1748, en van het welk ik van ge voelen ben, dat men ook niet dan Staatswyze „ moet, en wettig kan ontflagen worden. Heden agt dagen, heb ik my met Vroedfchaps genomen Refolutie niet geconformeerd, van ge„ dachten geweest zynde, dat het Request ten ,, zeiven dage geprefenteerd door Geconftitueerdens en Gecommitteerdens, uit naam van een groot gedeelte der Burgers en Ingezetenen dezer „ Stad, als hunne Principaalen en Committenten, ,, in Commisfie behoorde gefteld te worden, doch „ aldien al voorgelegd wierd, ten uiterften maar 3, voor agt dagen moest wezen, en nu zoude ik van advys zyn, dat de Vroedfchap op beide Reques„ ten, 't zy by Appoinclement of Extraét Refolu„ tie, declareerde te perfisteeren by de Refolu3, tien door den Raad genomen, deD oden Augus,, tus en 2iften November dezes jaars, zonder te ,, zullen bewilligen dat Stads domestike Regee„ ringsbeftelling, aan de deliberatien van de voor„ ftemmende Leden of Staats Commisfien zoudeo „ worden gefubmitteerd, en dat de Vroedfchap ter „ Vergadering van Hun Ed. Mogenden zal trachtea „ te bewerken, dat binnen den tyd van drie maan„ den , het Provinciaale Regeerings. Reglement „ worde gearresteerd, om dus Staats en Stads Re- »> gee-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 101 „ geeringsbeftelIiBg ter gelyker tyd te kunnen wor„ den ingevoerd en beéédigd, tot genoegen der „ Burgeren en Ingezetenen dezer Stad en Provin„ cie." „ My gereferveerd hebbende het zaakelyk van „ myn fentiment iD de Notulen te doen infereeren, „ voldoe ik hier aan by dezen." (was get.) P. H. J. Ivoy. Utrecht, den 19 December 1785. N°. 2243. Antwoord van de Burgery door Geconftitueerdens en Gecommitteerdens overgebracht op de Refolutie genomen op de Requeste den 12 December 1785 geprefenteerd; benevens de Refolutie ten zeiven dage door den Raad daar op genomen. Door den Deurwaarder Schoonhoven in functie zynde, na verleende admisfie geboodfchapt zynde dat de Geconftitueerdens van 1368 Burgers, en Gecommitteerdens uit de Burger-Compagnien, gaarne Heeren Burgemeesteren of andere Leden van den Raad willen fpreeken, over het aan hun ter hand gefteld zynde Extract uit de Refolutien heden morgen genomen, en hier boven gemeld, heeft de Vroedfchap de Heeren Oud-Burgemeester van den Bogaard en den Raad Falck, benevens den Secretaris van Voorst verzogt, met voornoemde Geconftitueerdens en Gecommitteerdens te fpreeken , en derzelver belangens te hooren. En hebben voornoemde Heeren van den Bogaard en Falck gerapporteerd, dat Geconftitueerdens en Gecommitteerdens aan Hun Ed. hadden verklaard: dat de Burgerye dispofitie verzogt, op de Requeste hedenmorgen geprefenteerd, en niet op de Requeste laatstleeden Maandag geprefenteerd; en dat wyders verzogten, dat des Vroedfchaps dispofitie op de Requeste heden morgen ingediend», niogce worden gepubliceerd. „G, 3 Waar  loa Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Waar over gedelibereerd zynde, heeft de Vroedfchap goedgevonden te declareeren ,, De Vroedfchap is van öirdeel, dat zy zich. „ zelve niet kan ontflaan van den ééd op 't Regeerings-Reglement van den jaare 1674., met relatie tot het poinft van 't bedel der Regeering dezer Stad gedaan, en uit dien hoofde op de zaak by. ,3 Requeste vermeld geen favorable dispofitie nee„ men kan." N'. 2244. Addres van Geconftitueerden en Gecommit^ teerden van de Burgery der Stad Utrecht, op den 19 December 1785 in de Vroedfchapsvergadering des namiddags ten half vier uuren geprefenteerd, tendeerende tot ontjlag van de Vroedfchap uit den ééd, en om te hebben dispofitie op het dien ochtend ingeleverd Addres, hier vooren N°. 2240. Aan de Edele Groot Achtbaare Heeren Burgemeesteren en Vroedschap der Stad Utrecht! Geeven met fchuldigen eerbied te kennen de ondergeteekende Geconftitueerden en Gecommitteerden uit de Burgery, en expresfelyk daar toe gequalificeerd door hunne thands zich fisteerende Conftituenten en Committenten: dat zy by hun verzoek van heden morgen niet hebben begeerd een daadlyk ontflag uit den ééd op het Reglement van den jaare 1674, maar alleen dat het Reglement op dezer Stads Regeeringsbeftelling, zoo als het bereids geapplaneerd is, met de daarby opgegeeveoe veranderingen, worde gearrefteerd en gepubliceerd, om na drie maanden eerst daadelyk te worden geintro.» duceerd. Dan dat ingevalle de Vroedfchap oirdeelt, dat tot deze provifioneele vastftelling een ontflag uit den voorigen ééd noodig is, en zy zich zelve daar uit niet kan ontflaan, declareert deBux-  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 103 gery bereid te zyn» dezelve te houden als ontflagen uit dien ééd aan haar gedaan, of dezelve daar van by dezen daadelyk te ontheffen, ten einde dezelve daar door in ftaat te ftellen , om aan de begeerte des gantfchen Volks en de Souvereiniteit der Stad te kunnen beantwoorden. En waaromme de Burgery als nog verzoekt dispofitie conform het Addres, heden morgen geprefenteerd, en dat zulks, alvoorens het fcheiden der Vroedfchap, aan de Burgery worde gepubliceerd, 't Welk doende enz. (was geteekend) J. H. de Ridder, van Almkerk. J. van Maanen Adz., Secretaris van Geconftitueerden gequalificeerd als boven. C. v. Hengelaar , Prefident. W. v. Dyk, Secretaris van wegen Gecommitteerden gequalificeerd als boven. N°. 2245. Refolutie van de Vroedfchap, waar by de deliberatie over dit Addres werd uitgefteld tot den volgenden dag, met commisfie op de Heeren Eyk, de Ridder, Smissaert en van Haeften, om het zelve aan de Burgery bekend te maaken. Over het hier bovenftaande Addres omvrage gedaan zynde, heeft de Vroedfchap gerefolveerd als volgt. Geleezen zynde de Requeste door Geconftitueerdens van 1368 Burgers en Inwoonders, mitsgaders door Gecommitteerdens uit de agt Burger-Compagnien dezer Stad, heden namiddag geprefenteerd; en daar over gedelibereerd zynde, heeft de Vroedfchap, in aanmerkinge genomen hebbende, dat 'er thands te weinig Leden van den Raad prefent zyn om een zaak van die importance in overweeging te neemen, als by Requeste is voorgedraagen, en G 4 dat  t04 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot dat dus voorfz Request niet voeglyk thands in de-; liberatie kan gelegd worden, goedgevonden de de. liberatie daar over tot morgen uit te Rellen, om als dan gedachte Requeste in rype overweegine te neemen. En zyn de Heeren Eyk en de Ridder verzogt, van deze bovenftaande Vroedfchaps Refolutie aan bovengemelde Geconftitueerdens en Gecommitteerdens kennisfe te geeven. En hebben Hun Ed. vervolgens gerapporteerd, dat gedachte Geconftitueerdens en Gecommitteerdens niet kunnende berusten m voorfz. Refolutie, ten fterkften infteerden, dat nog heden avond andermaal de Vroedfchap mogt vergaderen, en de abfente Leden worden geconvoceerd, tot 't verrigten van welke convocatie zy Geconftitueerdens en Gecommitteerdens zich aanboden. Waar over gedelibereerd zynde, heefc de Vroedfchap 't gedaane voorftel van Geconftitueerdens en Gecommitteerdens gedeclineerd, en de Heeren Eyk en de Ridder, met byvoeging van de Heeren Smissaert en van Haeften verzogt, de Geconftitueerdens en Gecommitteerders te informeeren, dat het niet mooglyk was den Raad andermaal dezen avond te convoceeren en te vergaderen; dat de Vroedfchap op morgen ochtend op 't ordinaire uur zal worden geconvoceerd en vergaderd, om bovenftaande Requeste in rvpe ovèrweeging te neemen. Het welk vervolgens van dat effect is geweest dat, na dat gemelde Heeren Eyk, de Ridder, Smissaert en van Haeften hadden gerapporteerd, dat Geconftitueerdens en Gecommitteerdens zich buiten ftaat vindende, om des Vroedfchaps Refolutie aan de byeengekofnen Burgeren en Ingezetenen bekend te maaken, verzogt hadden, dac de Raad zulks of zelve of door anderen geliefde te verrigten, de Vroedfchap de meergemelde Heeren Eyk, de Ridder, Smissaert en van Haeften met eenpaarige ftemmen heeft verzogt, om van 't gunt voorfz. aan de vergaderde menigte dés Volks in Psr-  de GébeurHnisfen in 1787 enz. voorgevallen. 10 j Perfoon kennisfe te geeven, 't welk door Hun Ed. op zich zynde genomen, is de Raad gefcheiden toe morgen ten negen uuren. (Onder Jïond) Accordeerd met voorfz. Refolutie» In kennisje van my, (was get.) J. W. de Roever. N°. 2246. Rapport van de Weren Eyk, de Ridder, Smissaert en van Haeften , wegens den uitJlag van hunne voorfz. Commisfie. Edele Groot Achtbaare Heeren1 De ondergeteekende Raaden, Eyk, de Ridder, Smissaert eo van Haeften, op Maandag enigden dezer nademiddag door U Ed. Groot Achtb. fpeciaal verzegt en gecommitteerd zynde, om Vroedfchaps Refolutie, houdende niet alleen de onmooglykheid om te disponeeren over de ten dien dage door Geconftitueerdens en Gecommirceerdens ingeleverde Requesten,wegens het klein aantal der prefente LedeD van den Raad maar ook tevens één befluit om den volgenden dag dieswegens op nieuw te delibereeren, oömiddelyk aan de vergaderde Burgers en Ingezetenen bekend te maakeu. Hebben de eer te rapporteeren: dat zy zich van de Commisfie, welke hen in de uitvoering niet weinig pa?nibel en niet zonder bedenking is voorgekomen, op de best mooglyke wyze hebben getracht te acqui. teeren; hier toe de groote deur van h"t Stadhuis uitgaande, om zich onder het Volk te begeeven, 'wierden Hun Ed. door den verbaazenden aandraag-, Welke door de opgewekte nieuwsgierigheid , zoo dra men hoorde dat eenig voorftel zoude gefchieden üic naam van den Raad, aanmerkelyk groóter wierd, G j vol»  io6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot volftrekt verhinderd aldaar hunne last uit te voeren, en begaven zich hier toe niet zonder moeite naar het Logement de Stads kelder: en aldaar op de ftoep ftaande, en na verzogte en verkreegen ftilte hun voorftel gedaan hebbende, wierd hen weldra, op het hooren van heengaan met eene algemeene ver» heffinge van ftemmen geantwoord, niet heengaan, hier blyven, de -zaaken moeten nu afgedaan worden; of in diergelyke bewoordingen. Heeren Gecommitteerden, dan dus ver niet met het gewenscht fucces hebbende konnen voldoen aan het wezenlyk oogmerk van hunne commisfie, refolveerde zich té vervoegen in de bovenvertrekken van het gemeld Logement de Stadskelder, alwaar Geconftitueerdens en Gecommitteerdens vergaderd waren; deze de intentie van den Raad en de aanmaaning om door hunnen invloed de faamgekomen Burgers en Ingezetenen te beweegen voor dien tyd in ftilte naar hunne huizen te gaan, met toezegging, dat de Vroedfchap buiten ftaat zynde geweest, om dien avond over zoo gewigtige poincten te delibereeren, den volgenden ochtend op het gewoon uur hunne Requesten in nadere overweeging zouden neemen; met alle bedaardheid en befcheidenheid aangehoord hebbende: erkende gereedelyk de redelykheid en billykheid van dit een en ander, maar declareerden tevens, zich buiten alle mooglvkheid te bevinden om het zelve met eenig effect aan de vergaderde menigte, welke reeds van voor agt uuren 's morgens by elkander was geweest, en tot dien tyd toe met alle lydzaamheid vruchteloos, op eene favorable dispofitie van hunne rechtmaatige verzoeken gewagt hebbende, nu zonder eenige gunftige afdoening van zaaken niet te fcheiden was, eenigzins fmaakelyk te maaken ; hier op wierd door Heeren Gecommitteerden in dezen door eene aanr Ipraak uit de venfters der gezegde bovenvertrekken, nogmaals getenteerd hunne commisfie naar vereischte uit te voeren, om het Volk te doen vertrekken; doch alles zonder vrugt: 't algemeen  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 107 geroep was en bleef, wy hebben den geheelen dag gewagt, het heeft reeds veel te lang geduurd, wy wagten dezen avond afdoening; vervolgens dienden zich by Heeren Gecommitteerden aan, verfcheiden van de byeen gekomen Burgers, welke uit naam der menigte nadere informatie van den toeftand der zaaken verzogten, en op nieuw aller ODgeduld wegens het traineeren der afdoening van hunne billyke begeerte vertoond hebbende, nogthands aannamen alles te zullen in het werk Hellen, om aan 't verlangen van den Raad en aan het verzoek van Heeren Gecommitteerden voornoemd, te doen beantwoorden; wanneer weinig tyds daar na, dezelve Heeren Gecommitteerden zich weder geplaatst hebbende voor de geopende venfters, aldaar gehoord hebben dat de byeen zynde menigte elkander onderling verzekerde, het Stedelyke Reglement, zoo als 't zelve nu laatst by de Burgery verzogt was, als hun daadelyk gearrefteerd en aangenomen Reglement te zullen houden en handhaaven, zonder immermeer eenig ander Reglement op dezer Stads Magiftraatsbeftelling te zullen admitteeren of erkennen; en het Volk voor dien tyd hier mede genoegen genomen, en den een den anderen beloofd hebbende, den volgenden ochtend ten negen uuren ter zeiver plaatfe weder byeen te komen, in afwagting van eene meerder gunftige dispofitie, trok de ganfche menigte terftond af: waar door dan ook omtrent kwartier voor agt uuren aan meergedacbte Heeren Gecommitteerden gelegenheid wierd gegeeven, insgelyks naar hunne huizen te gaan. De Ondergeteekenden vertrouwen, dat uit dit eenvoudig verhaal van het beloop der zaake zal kunnen confteeren, dat door hen geene middelen onbeproefd zyn gelasten om hunne Commisfie te volbrengen, en zich flatteerende dat de Vroedfchap dieswegens hun gedrag in deze wel zal gelieven te Vereeren met derzelver goedkeuring, moeten ten laatften nog reflcdteeren, dat zy by die gelegenheid van naby zyn ontwaar geworden, dat een verbaa zend  Io8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zend aantal van Menfchen van meerdere en mindere conditie, in een en het zelfde denkbeeld is geweest, en als uit eenen adem heeft gefproken. Als ook dat de ondervinding hun heeft geleerd hoe bezwaarlyk het is, eene zoo talryke faamgevloeide menigte van hun éénmaal voorgefteld doelwit af te trekken; en eindelyk, dat zy in gemoede kunnen verklaaren, dat niet tegenftaande de aandrang onbcfchryfelykgroot is geweest, hen nogthands noch door woorden, noch door daaden iets het allerminfte is voorgekomen, dat eenigszints zweemde naar muitzuchtige of oproerige beweegingen. (was onderteekend) Ad. EJend. Eyk. j. P. de Ridder. j. C. Smissaert. van Haeften. Utrecht, den 20 December 1785. Waar op na gedaane omvraag Hun Eds. voor derzelver genoomen moeite en Rapport zyn bedankt, en 't verrichte door Hun Ed. geapprobeerd. N°. 2247. Refolutie van de Vroedfchap der Stad Utrecht den 20 December 1785 genomen, op de Addresfn NB. 2240 en 2244 hier voor en gemeld, met Commisfie op de Heeren Daünis, de Leeuw en Ivoy Schepenen van de Week, om dezelve morefolito te publiceer en, en het Rapport van die Commisfie. Ter deliberatie gelegd zynde, de Requesten op gisteren zoo voor als nademiddag aan de Vroedfchap geprefenteerd, door Geconftitueerden van 1368 Burgers en Inwoonders, mitsgaders door Gecommuteerden uit de agt Burger Compagnien dezer Mad, en daar over zeer ferieus en ampel gebefoig. neerd zynde, heeft de Vroedfchap goedgevonden daar op te neemen de navolgende Refolutie. De  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 103 De Vroedfchap geleezen hebbende de Requesten op gisteren den I9den dezer voor en namiddag aan Hun Ed. Achtb. geprefenteerd by Geconftitueerden en Gecommitteerden uit de Burgery, maakt geen zwaarigheid te declareeren , dat Hun Edel Achtb. zich onbevoerd agtende, zich zelve uitden ééd te ontdaan, of zich door de Burgery te doen ontflaan, derzelver poogingen zullen aanwenden otn in eene buitenge woone Vergadering van de Heeten Staaten dezer Provincie Staatswyze te worden ontflagen van den ééd op 't Regeerings Reglement van den jaare 1674, voor zoo verre de Stedelyke poin&en daar in vervat zyn; ten einde daar door in ftaat te worden gefteld, om't provifioneel beraamd Reglement op dezer Stads Regeeringsbeftelling daadelyk met de Burgery in te voeren. En dat de Vroedfchap wyders, indien onverhoopt t ontflag van den ééd invoegen voorfz. ter Staats Vergadering niet konde worden geobtineerd, en degewenschte verandering in 't provinciaal Reglement binnen den tvd van de eerstkomende vier maanden niet mogte geëffectueerd zyn, na verloop van dien tyd, by continuatie alles zal blyven in 't werk Hellen , om zoo veel eenigzins met de gronden van billykheid en regtvaardigheid beftaanbaar is, aan 'c gemanifesteerd verlangen der Burgeren en Inwoondcren te voldoen. Welke Refolutie door de Heeren Raaden en Schepenen Daunis, de Leeuw en Ivoy, daar toe door de Vroedfchap verzogt, benevens den Secretaris van Voorst aan de toegevloeide menigte Volks van den Stadhuize more folito gepubliceerd en gecommuniceerd zvnde, hebben gemelde Heeren, wederom in den Raad verfcheenen zynde, Rapport gedaan van 't verrigte in dezen, en daar by gerelateerd, dat de voor den Stadhuize in een verbaa7,end aantal vergaderde menigte, met gebaarden en woorden hadde te kennen gegeeven, in voorfz. Vroedfchaps gepubliceerde Refolutie in 't geheel geen genoegen te neemen ; wordende te gelyker  ï i o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot tyd door verfcheiden Leden van den Raad, die ge* poogd hadden na de voorfz. Publicatie der Refolutie ten Stadhuize uit te gaan, te kennen gegeeven, dat door Hun Ed. alle de uitgangen van den Stad* huize waren bezet gevonden door lieden, die verklaarden order te hebben, om niemand van de Raaden te laaten pasfeeren, zoo als Hun Ed. ook met de daad door die lieden waren gerepousfeerd, met byvoeginge, dat geen der Leden van den Raad zouden worden toegelaaten van den Stadhuize af te gaan, voor dat de Burgery volkomen genoegen in alles ontvangen hadden. N'. 2248. Nadere deliberatie van de Vroedfchap over het voorfz. Rapport, en daar op genomen Refolutie om met Geconftitueerden en Gecommitteerden uit ds Burgery daar over te fpreeken, ten einde de Burgery teperfuadeereh daar mede genoegen te neemen, en het antwoord van Geconftitueerden en Gecommitteerden aan de Heeren Eyk, de Ridder, SmissAert en van Haeften daar op gegeeven. Over een en ander nader gedelibereerd zynde , heeft de Vroedfchap de bovengemelde Heeren Eyk, de Ridder, Smissaert en van Haeften, verzogt en gecommitteerd, om met Geconftitueerden en Gecommitteerden in de Gerechskamer te willen fpreeken, en aan dezelven een Copy van de gepubliceerde Refolutie ter hand te ftellen, met verzoek, om die als dat gene behelzende, wat de Vroedfchap in dezen konde of vermogte te doen, aan de Burgery aangenaam te maaken, en dezelve te perfuadeeren, om daar mede genoegen te neemen. Al't welk door die Heeren verrigt zynde, hebben Hun Ed. van Hun wedervaren in den Raad Rapport gedaan; behelzende: dat Geconftitueerdens en Gecommitteerdens die Refolutie, als hun niet voldoende voorkomende, aan de Burgery thands vergaderd, niet konden aangenaam maaken, maar  'de ótbeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 111 imaar dat zy die aan 't vergaderde Volk Dader zou[den communiceeren, en binnen een kwartier uurs iden tiitflag daar van aan Heeren Gecommitteerden; nader bekend maaken. Na verloop van welken tyd welgemelde Heeren Gecommitteerden weder verzogt zyn in de Ge. rechtskamer te komen, wanneer aan Hun Ed.door meergedachteGeconftitueerdens en Gecommitteerdens 't navolgend fchriftelyk en geteekend Declaratoir is ter hand gefteld, en door Hun Ed. vervolgens in de Vroedfchap ingeleverd en gedaan leezen, zynde 't zelve van navolgende inhoud. N°. 2249. Nader fchriftelyk antwoord van Geconflitueerden en Gecommitteerden aan voornoemde vier Heeren, behelzende het antwoord van de Burgery op de nadere communicatie van de gepubliceerde Vroedfchaps Refolutie gegeeven. Geconftitueerdens en Gecommitteerdens hebben de eer aan Heeren Gecommitteerden uit de Vroedfchap, op 't heden gecommuniceerde Extract uit de Refolutie van de Vroedfchap, in naam van de Burgery, te antwoorden, dat de Burgery daarmede geen genoegen neemt, en infteert op letterlyke afdoening van haar verzoek by Requeste op gisteren ingeleverd , en dat die dispofitie met allen fpoed mogte genoomen en bekend gemaakt worden. (was geteekend) A. Hoevenaar. J. de Jonckheere. GA. Visscher. A. Glasmaker. Anz. de Vry. A. V. Eldïk. Hend. Eelsinch. Utrecht, den 20 December 1785.  tt2 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot N°. 2250. Nadere deliberatie vnn de Vroedfchap daar over, en de genoomen Refolutie waar by het Regiement conform aan het verzoek word gearresteerd en gepubliceerd, en aanteekening van de Heer Smissaert over zyn Advy> betreffende een voor gefielde uitlaating in de Publicatie. Bovenftaande Declaratoir vervolgens ter deliberatie gelegd, en in aanmerking genoomen zynde, dat de Vroedfchap alle poogingen aangewend, en alle mooglyke middelen in 't werk gefteld heeft, welke ééd en plicht van haar vorderde, ten einde aan de Requeftranten op hunne ingeleverde Addresfen genoegen te geeven, doch tot haar innige fmerte ondervindende, dat alle haare welgemeende poogingen , niet alleen vrugtloos en van geen gewenschte uitwerking zyn, maar zelfs een tegengefteld effect manifesteerde, dewyl de voor en by 't Stadhuis vergaderde menigte Volks by aanhoudendheid weigerde, in des Vroedfchaps Refolu* tie te berusten, en met ongeduld op afdoening der zaake naar hun zin urgeerde, declareerende geen genoegen te kunnen of te zullen neemen, dan met eene volleedige afdoening van 't verzoek by Addres op gisteren morgen ingediend , voorgedraagen. Heeft de Vroedfchap in deze perplexe fituatie van zaaken, tot voorkominge van alle gevreesde en dreigende onheilen , welke niet anders dan de pernicieufte gevolgen, zoo voor de Leden van den Raad als van de Burgery na zich zouden kunnen fleepen, en by eene aanhoudende weigering van de Vroedfchap te duchten waren ; eindelyk geoirdeeld, dat voor haar niets meer overbleef, maardat de omftandigheid des tyds en de gefteldheid der zaake vorderden, en de Vroedfchap noodzaakte den wille der Requeftranten en derzelver Committenten te doen , en aan 't verzoek van dezelve eenvoudig en letterlyk te defereeren. Van welk befluit des Raads, om aan 't verzoek der  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, xijj dtr Requeftranten en derzelver Committenten eenvoudig en letterlyk te defereeren, door de dikwerf gemelde Heeren Eyk, de Ridder, Smissaert en van Haeften aan de Geconftitueerdens en Gecommitteerdens kennis gegeeven zynde, hebben Hun Ed. van 't verrichte in dezen Rapport gedaan, ep> uit naam van eveDgemelde Geconftitueerdens ea Gecommitteerdens inftantelyk verzogt, datevengemelde befluit des Raads conform de bewoording in de Conclufie der Requeste gemeld, en dos in dezer voege worden gecoucheerd. , , . De Vroedfchap accordeerd het verzoek der Geconftitueerdens en Gecommitteerdens uit de Burge» rye op gisteren by Requesten gedaan; en verftaac dienvolgens: dat het Concept-Reglement, cóncérneerende de beftellihge dezer Stads Regeeringe zoodaanig het zelve geapplaneerd en gereguleerd is* gereekend zal worden op dezen dag vastgefteld en gearresteerd te zyn; met verder declaratoir: daC het zelve Stads vastgefteldeRegeerings Reglement» het zy de bezwaaren van het Provinciaale Rfegeetings Reglement, binnen den tyd van de eerstkomende drie maanden mogten zyn afgedaan., dan niet^ na verloop van dezelve drie maanden daadelyk met de Burgerye zal worden ingevoerd, en wederzyds beéédigd • .. En zyn de Heeren Daünis, de Leeuw en Ivox iandermaal verzogt deze Refolutie te publiceeren, 't welk door Hun Ed. is verricht, en daarvan indett Raad Rapport gedaan zynde, als mede dat het Volk daar mede genoegen genoomen heeft, is de Raad vervolgens gefcheiden. , . Zeide de Raad Smissaert zich njet anders të nebben geconformeerd met Vroedfchaps eerste gepubliceerde Refolutie, zoo als die dezen morgen bf Publicatie aan de Burgery is bekend gemaakt, dam onder uitlaating der woorden: zich onbevoegd achtende om zich zeiven uit den éèdte ontflaan; of zich door de Burgery te doen ontflaan; vermits hyin dit opzichte voor zich zeiven blyfc perfifteeren by zyn Ad* XXIX. Deel. H vyS  ïl 14 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot vys van den iften October laastleeden, gelyk hy ook van gedachten is, dat aan de Burgery onbepaald moest worden toegezegd, de invoering van 't geapplaneerd ftedelyk Reglement, indien deveranderiugen in 't Provinciaal Reglement binnen de eerstkomende vier maanden niet mogten geëffectueerd zyn. Accordeerd met voorfz. Refolutie. In kennisfe van my (was gef.) J. W. de Reuver. Tï°. 2251. Voorftel en Refolutie den 23/ïeB December 1785 in de Vergadering van de vroedfchap der Stad Utrecht gedaan en genoomen, om het befluit van den loften December daar te vooren, waar by het Regeerings Reglement ten fine van introductie ha drie maanden is gearrefteerd, te doen drukkenen aanplakken. De Vroedfchap extraordinair des voornoens ten elf uuren op den ééd vergaderd zynde, is door den Heer eerften Burgemeester Loten voorgedraagen. Dat eenige Burgers by zyn Ed. waren geweest, welke de verwonderinge der Burgery hadden te kennen gegeeven, dat de tweede gepubliceerde Refo. Jutie by de Vroedfchap op dingsdag den 2often dezer genoomen, niet was gedrukt en aangeplakt, verzoekende dat zulks als nog mogte gefchieden. En daar over omvraage gedaan en gedelibereerd zynde, heeft de Vroedfchap goedgevonden en verftaan : dat de Refolutie van laatstleeden dingsdag de tweede reize gepubliceerd, zal worden gedrukt en aangeplakt. Accordeerd met voorfz Refolutie In kennisfe van my (was get.) J. W. de Reuver. JNo.  tfeGebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, itf K». 2252. Addres van Geconftitueerden en Gecommit' teerden aan de Vroedfchap der Stad Utrecht den S7 December 1785 geprefenteerd, omCopiaauthentiek te h bbén van 't gerefolveerde van den 19 ert soften December, en het zeive niet eerder te aw teeren, dan na dat het zelve ter kennisfe van dt Burgery zal zyn gebracht, en dat aan hen origtneele ajfchriften vdn de Notulen behooren te ver den üitgelevert, en voorts dat Gecommitteerdens tet befchryving van Staat, aan geene van de gearresteerde printten zuilen mogen glisfeeren. Geeven met verfchuldigden eerbied te kennen i de Geconftitueerden van 1368 Burgers en Inwoonders, en de Gecommitteerdens uit de agt Burger Compagnien dezer Stad, onvermindert het Declaratoir en Protest den nden en iaden Odtober dezes jaars gedaan, dat UEd. Groot Achtb. aan dé Ondergeteekenden op den 2often December jongstleeden, voor de Burgery en hunne Principaalen» Wel hebben gelieven ter hand te ftellen een Extract' nit de Refolutien van Uw Ed Groot Achtb., waar bv het verzoek by Requeste op den iQden dezer gedaan, is geaccordeerd; dat de Ondergeteekenden. en de Burgery zich voor dien tyd met het zelve uitceeeeven Extract wel hebben vergenoegd, dan dac zy te gelyk van oirdeel waren daar inne alleen niet te konnen blyven berusten, als het hun voorkomt4 dat het gebefoigneerde van den igdenen aotten December, ten aanzien van de Burgery van al tegrooten aangelegendheid is, om daar van niet by Copia authentiek, en dus van alle het genotuleerde, vol* komen bericht te zyn, zoo als het zelve van ded aanbeginne af, en van de openinge der dedberatieü over deze der Burgeren zaak, tot den einde toe, daar van is geformeerd en aangeteekend geworden, zonder dat daar van iets hoe ook voor de Burgery werde achtergehouden; en wel belangt het de Bureerv ten hoogften, om by deze zoo zeer groote * Hi 60  li6" Verzameling van Stukken betrekkelyk tot en gewigtige gebeurtenis, aan een gefchakeld te zien, en te weeten, de zin en het geheele beloop der daar van geformeerde Notulen enAdten; als de Burgery van oirdeel is, dat Stads Registers en Notulboeken niet zyn het byzonder eigendom van den Raad, of van eenige Raaden; maar even als alle Arcbiven en Registers, met het geene daaraan dependen t is, zyn en blyven het algemeen eigendom, en byzonder goed van.de gezamentlyke Burgery, •het welk zy vertrouwen, dat geen byzondere adftrudtie noodig heeft, en mitsdien daar de Burgery een zoodaanig byzonder recht van aanfpraak op Stads Notulen heeft, dat dezelve dan ook volkomen gerechtigd en bevoegd is, om te mogen weeten wat 'er van den aan beginne dezer gewigtige gebeurtenis, tot den afloop derzelve geboekt, en wel allerbyzonderst, hoedaanig het zelve geboekt en genotuleerd ftaat, om tot een eeuwig blyvend aandenken geregistreerd te worden; en waarom niet alleen het tegenwoordig, maar ook het volgendgeiflacht daar by het hoogde belangheeft, als zy niet min behooren met zekerheid te weeten, wat van deze verandering haar tot de mede nakoming van het zelve verbinden moet; en dat midsdien hetnotuleeren van •deze zoo zeer importante gebeurtenis, als uitmaakende een zaak tusfchen het Volk en den Raad, aan een ordinair notuleeren van zaaken, en de gewooüe refumptie niet kan worden overgelaaten, maar dat het zelve daar van te regidreeren in de Notulboeken, voor het tegenwoordige en volgende gejflachten, die kenmerken behooren te draagen, dat het zelve te notuleeren en te regidreeren, heeft gehad het volkomen acquiesfement en indemminge van de Burgery, om daar door ook voor altoos weg te neemen alle bedenkelykheden, Welke by aanvolg van tyd daar op eenigszints zouden kunnen gemaakt worden; en zoo als alle plechtige Act en en Overdrachten van het* Volk met den Raad altoos gehad hebben, niet alleen; maar ook bovendien zyn ver-  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 1 i 7 verzeld geweest, van het op Pergament uitleveren, van dubbelde of byzondere geteekende en bezegèlde Affchriften, of van Copyen authentiek porte vocata gecollationeerd. Het is dan uit hoofde van dit echtst de Burgery op dezer No; alboekenen Registers competeerd, dat de OndergeteeÏSden in naam en van wegens de op den ipden en,. Sften dezer maand December, zich opentlyk gefileerd hebbende Burgery, ^ff^^&g^' tine reverentelyk verzogt, dat ü Ed.GrootAchUb. het geformeerde omwerp van het voorfz. genotuleerde van den icden en üoften December, geheel en al , en alzulks ook zonder eenige fecreete achterhoudinge van byzondere Aanteekeningen of Referves van wie en hoe ook, alvoorens hetzelve er regiftreeringe te refumeeren, zullen gelieven uit ïe geeven, en in handen van de Ondergeteekenden te Rellen, ten einde dat het zelve na communicatie aan de Burgery als de zaak tusfchen de Burgery en S Raad, als haare Reprefentanten naar beider reSotie met die behoorlyke fanftie van het Volk tot een aandenken en blyvende daad voor de eeuwighefdf in de Registers te doen infchryven en registreren? ook met uitleevering van een dubbeld daar van gefchreeven op Pergament, en na vereischte leaufhentifeerd, om verder tot den geheelen affoop van ^aken aangevuld, en by de erc&e van het Collegie van Gecommitteerden uit de Burgery aan hetzelve ter handen gefteld, en alzoo voor dit en het volgende geflacht, ter nauwkeurige bewaaiin« ovefgeleeverd te worden; en midsdien dat. ïan alle het zelve genotuleerde, bevoorens geene Aanteekeningen by'forme van eer, fumntie fbuiten het gene na de tweede Publicatie aan Sen Ondergefchreevenen bereids is uitgeleverd, en waar mede het Volk genoegen zullen werden genotuleerd ot-geboekt, alt mede Ant hv vervolg, deze zaak betreffende, in de Ke°f' .? J\i'li^Ven dezer Stad, Keene Aantee- gisici» ui H - Kg„  Xï? Verzameling van Stukken betrekkelyk m ieningen of referves ter registreeringe zullen worden tqegelaaten, dan, dat de Notulen waar in dezelve zouden geregistreerd worden, bevoorens ia handen van de Ondergeteekenden gefteld zynde, om op bovengemelde gronden, ter kennisfe van de Burgery gebracht te worden. Verzoekende de Ondergeteekendenvoor de voorf*. hun gefifteerd hebben* dePnncipaaleD, na den afloop van deze ü Ed. Gr. Achtb. Vergadering van U Ed. Gr. Achtb. dispofi. «e in dezen, geïnformeerd te mogen worden, «n Tif^VP^rgeteekenden verder verplicht ayn, U Ed. Gr. Achtb. al mede met verfchuldigde achting voor te draaien, dat het ü Ed. Gr. Achtb geheven zal, om op heden die vereischte voorzorgen te neernen, dat Heeren Burgemeesteren en verdere Gecommitteerdens tot de befchryving, ter !LtuS iVlrgaderiDg van morgen, zoodaanig en bepaaldelyk mogen worden gelast, dat Hun Eds. op geene wyze konnen glisfeeren , aan een enkel poindt van het vastgeftelde dezer Stads Regeeringsbeftelling betreffende, zoo, daar van op denaoften December by openbaare afkondiging van het voor. Jchreeven genoomen bt fluit, kenni-fe is gegeeven! et) dus wel verre dat bet aan iemand van die Hee! ïen Gecommitteerdens zal vry gelaaten zyn , ter Vergadering van Staat, aan Staat! tafel zyn byzon. der fentiment voor tedraagen, maar in dezen als ïjtads Gecommitteerdens , bepaald gelast te worden , ter Staats Vergadering over alle het vooïfchreeven gearrefteerde, geene omvraage tot eenige tonciufie te doen, en niet te gedoogen dat Stads onvervreembaare Rechten, en het als voorfchreeï" ven met het Volk gearrefteerde, tot een objeö der deliberatien van Staat, nu of ook by vervolg werde toegelaatenj maar dat Stads fouverein en onaf- 11 ?»! [ jj""^ waarde werde gemaintineerd, In ^nrthaD„dhaavi«ge Van dien, de nadrukkelykfte fa eroftigfte prptescatien tegen de voorftemmende Le-  ie Gebeurtenis/en in T787 «*• voorgevallen. *19 r a „ ne «ïr^rlpn en tegen alle die zich daar inne recht aanmaatigen te doen't Welk doende &c. En was onderteekend door alle de Gecofc fiitueerden en Gecommitteerden. no 225« Refolutie van de Vroedfchap der Stad Ut' recht den 27 Decem&er 1785 op ^ ™ J3z. genoomen, en daags daar aan ter Vergadering van Staat ingebracht. Over bovenftaande Addres gedelibereerd zynde. heeft de Vroedfchap, het eerste Lid van gemelde Reoueste, continuerende een verzoek , dat de Vreedfchap het geformeerde ontwerp van het genomleerdePvan de'n 19 en ^.^1^}^ draaeen J aefteld in handen van Heeren BurgemeesS en Oud-Burgemeesteren , benevens zes op Hun Ed?navolgendl Raaden, omme des aangaade de Vroedfchap te dienen van Hun Ld. Conflderatien ^omtrent het tweede Lid genomen, navolgende Ref0lE)tVroedfchap gehoord de lefture der Re,, 5queDsreSen gepresenteerd byGeconftuueerden van 1 q<58 Bureers en Inwoonders, als meae oy " Heeren Burtmee e^ * " fSving^ingeval ter Staats Vergaderinge  12© Verzameling van Stukken betrekkelyk M t d\egHeirDegnbHfteI]iDg «^wtfei. gedaan, dcc* ' Sfji « P Lder voorfternmende Leden of der j; deïdaar ovïr T, ^ * ^ Ó^b™' ■ ftl:a!?vrr 10 te JaateD' en zo° echter de voor. V fenTrlLeden of Steden, daar overzonden „ dat daar op eene Conclufieworde genoomen; au** ïrÈeDde d« Vroedfchap Hung fiTfpec aaï ' laD,ge Propoutie van Stads wegen oveJ >, te neemen, ten einde die ter kennisfe en over orSna regnnJieTdeD °P m0T^ ochtecd °P het *22& djinteekeningen ter voorgemelde Verzade. TngCelV\°fCHdtr St«* Vtrecht, op* den vLj/J? 7 J1*5 gedaan, over het gerefaheerde ThZ^T 6n ^nDecember dezes jaL, door AeSma wn der d°es' ve^choor, Falck, abbema woestman, de leeuw, van DlE- Vud-Burgemeester van den Bogaard. Edele Groot Achtbaare Heeren! ,«BBnyhmLZeITen In bedaarde overweeginge genoomen hebbende, het gerefolveerde in dele Vergader ng, op de door Geconftitueerden van r368 Bul in uk dïZTA" dezer Stad, en GecomSteer&Ï, ,?e agt- Sci]ütte™ Compagnien den isden en soften de?er ingeleverde Addresfen, hebbe ik mï verplicht gevpnden myn mondeling uiteebracKÏ Advys, voornaamelyk ten op&hXlSti* flfa Khïr^n9 20ft.n eT>r 00r ^o vSSy ï^itt Jcan herinneren,) nader fchriftelyk op te eeeVeD, met verzoek, dat het zelve in dezer sfad, fclT? W?rdCD ge^^reerd; aan my reier Yeerende de. faculteit, om by tyden wylen, wan, , ; ' neer,'  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 121 neer ik zulks noodig zal oirdeelen, myne gedachten over al het zelve nader op te geeven. Na dat reeds maandags gebleeken was , dat de door Geconftitueerden en Gecommitteerden geconvoceerde Burgers en Ingezetenen, geen genoegen namen met des Vroedfchaps dispofitie op het agt dagen te vooren ingediende Addres, maar dat men infteerde op eene favorable dispofitie, op dat het welk dien dag was ingeleverd, hebbe ik in fubftantie geadvifeerd; dat, hoe zeer ik genegen was aan de Burgery alle mooglyke genoegen te geeven , ik volgens myne wyze van denken in gemoede niet konde defereeren aan het verzoek, alzoo ik begreep , dat ik Staatswyze moeste ontflagen worden uit den Provinciaalen ééd, alvoorens het Stedelyke Reglement finaal te kunnen arresteeren. De Raaa na dat de Refolutie over deze zaak genoomen was, door HeereD Burgemeesteren gefcheiden zynde, ben ik nevens de verdere Raaden naar huis gegaan; dan dingsdags wederom in den Raad verfcheenen zynde, bleek het dat de Burgery niet voldaan was met de genoomen Refolutie, maar infteerde op finaale afdoening van hun verzoek, declareerende indien de Vroedfchap zwaarigheid maakte zich zeiven te onrflaan uit den Provinciaalen ééd, bereid te zyn, den Raad te houden voor ontflagen uit den ééd aan haar gedaan, of dezelve daar van by dezen daadelyk te ontheffen; ten einde dezelve daar door in ftaat te ftellen, om aan de begeerte des ganfchen Volks, en de Souvereiniteit der Stad te kunnen beantwoorden; waar op ik geadvifeerd hebbe: ,, dat ik op dit fubjeét, heden niet anders dachte dan gisteren, en van opinie was, „ dat ik nog my zeiven konde ontflaan, noch door het Volk dachte ontflagen te konnen wórden, „ uit den ééd op het Provinciaale Regeerings Re,, glement gedaan; doch dat ik 'er Diet tegen had, „ dat door de Vroedfchap by de Heeren Staaten ,, verzogt wierde een ontflag uit dien ééd, voor ft zoo verre de Magiftraa&s beftelling dezer Stad H 5 h be-  j 22 Verzameling aan Stukken betrekkelyk tot ,, betreft." Vervolgens door de meerderheid daar toe gerefolveerd, en die Refolutie by Publicatie aan het Volk, en by Copie authentiek aan Geconftitueerden en Gecommitteerden bekend gemaakt zynde, bleek het, dat ook hier mede geen genoe« gen genoomen wierd, waar op ik dan eindelyk geadvifeerd hebbe dat ik nu aan het zelve moeste overlaaten, om zoodaanig te handelen als door Geconftitueerden, tn Gecommitteerden in het Jlot van hun Addres van den loden dezer gedeclareerd was, en hebbe ik vervol, gens de Refolutie daar op genoomen, gelyk mede de Publicatie daar van gedaan, aan de meerderheid overgelaaten. (was get.) W. J. van der Does. Zeide de Heer Verschoor, dat de omftandigheden waar in den Raad zich bevind, aan zyn Ed. van dien aart fchynen te zyn dat begrypt buiten ftaat te wezen zyn votum te uitten, en dus voor zich zelve in't geheel geen deel te hebben, aan de twee Refolutien by den Raad genoomen, en fuccesfivelyk aan de vergaderde menigte gepubliceerd. De Ondergefchreeven gebruik maakende van de vryheid hem als mede Raad competeerende, kan niet nalaaten op heden deszelfs geadvifeerde op laastleeden maandag en dingsdag den 19 en 2often December op differente Requesten door Geconftitueerden van 1368 Burgers en Inwoonders, en Gecommitteerden uit de agt Schutters Compagnien aan de Vroedfchap geprefenteerd in fc iptis over te geeven, met verzoek dat het zeWe tot zyne decharge in Vroedfchaps Notulen werde geinfereerd. De Ondergefchreeven declareert dan hier by,, op 't allerplechtigfte, nimmer tot het neemen, byzonder der laatjle gepubliceerde Refolutie van dingsdag den aoften dezer en relatief tot voorfz. Requesten, te hebben geconcurreerd. ,, Dan wel, dat hy by het neemen der welgemel,y de laatlle Refolutie, die al mede gepubliceerd -' t M 'i H J» is,  de Gébeurtenisfen in 1787 enz. nor gevallen. 123 „ is, en nader op verzoek der Burgerye gedrukt en geaffigeerd, betuigd heeft: deszelfs nuermaaleri „ geadvifeerde teinheereeren, en te repeteer en; te wee» „ ten: dat hy als nog, uit overtuiging van eene onbevoegdheid, geene vryheid had zich zelfs van dien ééd „ op het Provinciaale Regeerings Reglement van 1674 „ zelfs voor zoo verre het Stedtlyki beleid, daar in ook „ vervar is, te ontheffen, gelyk mede dat vermende „■ door de thants voor hei Stadhuis vergaderde menigte „ uit den ééd niet .e kunnen ontflagen worden," Maar dat zulk Staatsgewyze behoorde te gefchieden ; oirdeelende daarom, nimmer of ooit door andere middelen zich te kunnen ontflagen rekenen. De Ondergeteekende moet teven* verklaaren, dat hoe zeer de Vergaderingen en het gerefolveerde van dien, volgens Vroedfchaps daar op genoo. men Refolutie van den 2Q.(ten Maart dezes jaars, in allen opzichte nwettig zyn, en bovendien ter dusdaanige deliberatien eene extraordinaire befchryvinge behoorde gehouden te zyn geweest, ay zich echter thands genoodzaakt vind, de Refolutie dienaangaande vanden 2o(len December te moeten aanzien, als zynde de uitdrukkelykjle wil, en dreigende injlantien der rond' zom vergaderde menigte, hebbende My ook daarom betuigd, uit die grondbeginfelen van naauwgezet» heid en onbevoegdheid» nu, noch hier na, zich aan voorfz. laatfte Refolutie van den 20ften December jongstleeden, niet te zullen of te kunnen submitteeren. De Ondergefchreeven referveert wyders aan zich de faculteit, des begeerende, ten allen tyden nadere aanteekeningen in des Vroedfchaps Notulen te kunnen doen, omtrent de wederrechtelyke weigering van reces als Raad, uit de Stadhuize op laatstleeden maandag avond , byzonder na het eindigen der Vroedfchaps Vergadering, ondergaan. (was get.) O, VV. P. Falc*.. Utrecht, den 27 December 178$. Zei*  124 Verzameling van. Stukken betrekkelyk tot Zeide de Heer Abbema ter gelegendheid vaD de refumptie der Notulen van den 2often dezer, dat zyn Ed. (na een en andermaal, zoo op den loden als zoften dezer zyn gevoelen in den Raadte hebben gezegd ,. omtrent der by het Addres van Geconftitueerdens en Ge-.. committeerdens te kennen gegeeven begeerte hunner Con* ■ Jlituenten en Committenten, tendeerende ,, tot ver. „ kryging van des Vroedfchaps befluit, pm zonder „ verder verwyl het Concept-Reglement concer- neerende de beflellinge dezer Stads Regeeringe, „ zoodaanig het zelve geapplaneerd en geregu„ leerd is, vast te Rellen, te arresteeren en te „ publiceeren, met verdere bepaaling van een tyd „ van drie maanden • om het zy de bezwaaren van ,, een Provinciaale Regeerings Reglement binnen ,, dien tyd mogten afgedaan zyn, dan niet, het „ zelve dezer Stads vastgeftelde Regeerings Re» „ glement met de Burgery , als dan na verloop „ van dezelve drie maanden daadelyk in te voeren , en wederzydsch te beéédigen) " ten tyde wanneer in den Raad geconcludeert is, om by Publicatie het gemelde verzoek te accordeeren, daar toe niet heeft gestemd cf geconcorreerd , maar by de laatfte rondvraage in fubftantie verklaard heeft: ,, dat ,, by zyn Ed. nog altyd dezelfde gemoedelyke best zwaarm plaats hadden, welke hem belettede het ,, provifioneel beraamde Stads Regeerings Regie. „ ment finaal te helpen arresteeren , om na drie „ maanden te werden geïntroduceerd enbeéédigd, „ zoo lang niet Staatswyze ontflagen was, ten minste „ van dat gedeelte van den Provinciaalen ééd, 't welk „ betrekkinge heeft, tot de Stads Magiftraatsbeftel„ ling; hoezeer zyn Ed. anderzins meermaal gede„ clareerdhad, het beraamd Stedelyk Regeerings „ Reglement onder voorwaarden van voorfz. Staats» „ wyze ontflag te kunnen goedkeuren; dat zyn Ed. „ voor 't overige dewyl de Vroedfchap, geen Stem, en de reden geen verhoor meer Jchynen te hebben, lyd* j, zaam zoude moeten afwachten , wat men, ook zelve i, MET  de Gebeurtenis/en in 17S7 enz. voorgevallen. 135 „ met zyn Persoon ofte bedieninge zoude mo. „ gen voor hebben te doen. " Verzoekende zyn Ed. hier van aanteekening ia Stads Notulen van heden. Zeggende de Heer Woertman geen ander aan» deel aan de laatfte Refolutie van den 20 December 1785 te hebben, dan dat hy dezelve uithoofde der omftandigheden van dien dag heeft moeten aanzien, zonder daar in te confenteeren. Edele Groot Achtbaare Heeren! Het verzoek by Addres van Geconftitueerdens en Gecommitteerdens op Maandag den ipden de« zer gedaan, om het by provifie geconcipieerde Reglement op dezer Stads Regeeringe, te arrefteeren en over drie maanden in te voeren en te beéédigen» hebbe ik in gemoede vermeind niet te mogen accordeer en. wegens den door my gedaanen ééd op het Provinciaale Regeerings-Reglement van 1674. Waaromme ik dan ook omtrent de Refolutie den 20ften dezer genomen, waar by voornoemde verzoek ge» accordeerd word, met de meerderheid van de Leden dezer Vergadering, niet geconcurreerd hebbe; alzoo ik behalven myne verplichting, uit hoofde van gemelden ééd, daarenboven begreep, door de plaats hebbende omftandigheden, niet alleen geene vrye stem: in dezen Raad meerder te konnen uitbrengen, maar ook dat wegens de attroepeering van Menfchen om en by het Stadhuis, geene Vroedfchapsvergadering vermag gehouden te worden, volgens Refolutie van den 29 Maart 1785, en eindelyk om dat zaaken van dusdaanige aangelegenheid, volgens een conftant gebruik, eene extraordinaire befchryving vereisfchen. Alle welke redenen, gevoegd by de bedenkingen te vinden in het fchriftelyk Advys door my in Stads Notulen geinfereerd, ten tyde deze Raad in extraordinaire befchryvinge gedelibereerd heeft over de bezwaaren der Burgers en Ingezetenen» be-  H6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot betrekkelyk tot de Provinciaale en Stads Regee. ringsbeftelling , als mede de claufule, onder de. Welke ik gemelde extraordinaire befchryving bygewoond hebbe, my verplichte U Ed. Groot Achtb. te verzoeken, om dit myn votum in Stads Notulen te doen infereeren, aan my referveerende het ge* De ik in dezen verder zal noodig oirdeelen. (was get.) D. C. de Leeuw. Utrecht, den 27 December 1785. En zeide de Heer van Dielen by de refumtie van de otulen van den aoften dezer, dat hy aan de Refolutien toen genomen geen ander aandeel hadt dan aat hy, uit hoofde van de omftandigheden van dien dag, dezelve had moeten aanzien. Én zeide de Heer David Jan Martens , insgelyks, dat hy aan de Refolutie van Dingsdag den aoften dezer, geen ander aandeel had, dan dat hy uit hoofde van de omftandigheden van dien dag, dezelve hoi aangezien. Zeggende eindelyk de Heer JacobAnthony Martens, geen ander aandeel aan de laatfte Refolutie van den 2often December gehad te hebben, dan dat hy dezelve door de omftandigheid van tyd had moeten aanzien. Door den Heer Oud-Burgemeester van den Bogaard, zynde gedaan navolgend fchriftelyk voorftel, en daar by tévens overleggende eeneConceptRefolutie, om ingeval de Vroedfchap zyn Ed. voorftel ampledteerde, gearrefteerd, en ter Staatsvergadericge ingebracht te worden. Luidende vooraeide Voorftel en Concept-Refolutie als volgt. Edele Groot Achtbaare Heeren! Door de Vroedfchap by Refolutie van den 2cfterj dezer maand, op de fterke r ftantie van een zeer groot aantal Burgeren en Ingezetenen, by en om -het Stadhuis vergaderd zynde, gedefereerd hebben-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 127 bende aan derzelver verzoek, dat het Reglement concerneerende de beftellinge van de Stads Regeeringe, het zy de bezwaaren van het Provinciaal Regeerings-Reglement binnen den tyd van de eerst, komende drie maanden mogten zyn afgedaan, dan niet, na verloop van dezelve drie maanden, daadelyk met de Burgerye zal worden ingevoerd en wederzyds beéédigd; zoude het my, en zoo ik vertrouwe, ook de andere Heeren Leden van den Raad, welke voor het neemen dezer Refolutie, betuigd hebben zwaarigheid te maaken, zich zeiven te ontflaan of door de Burgerye te laaten ontdaan, van den ééd op het Provinciaale Regeerings-Reglement, zoo verre betreft het poindt, der Regeeringsbeftellinge dezer Stad gedaan, zeer aangenaam zyn, „ dat de Raaden in de Vroedfchap dezer Stad voor den voornoemden termyn van de eerstko,, mende drie maanden, in zoo verre van diea ééd „ Staatsgewyze mogten worden ontflagen." Om deze reden, neeme ik thands de vryheid aan U Ed. Groot Achtb. te proponeeren, om by Vroedfchaps Refolutie ter eerstkomende Staatsvergaderinge in te brengen, Hun Ed. Mogenden com. municatie van het hier voorengemelde te geeven, en teffens inftantelyk te verzoeken: „ dat Hun Ed. „ Mogenden de Raaden in de Vroedfchap dezer „ Stad, van den gemelden ééd in zoo verre gelie„ ven te ontflaan; ofte dat voor dien tyd de re„ forme van het Provinciaal Regeerings-Reglement „ mogte worden geëffectueerd, waar door de Raa- den van zelve daar van ontflagen zouden zyn." Op het geproponeerde dezen aangaande, verzoekt en authorifeert de Vroedfchap de Heeren Burgemeesteren en verdere Gecommitteerden ter befchryvinge, om van Stadswegen ter eerstkomende Staatsvergadering te communiceeren : dat de Vroedfchap op den 20ften dezer, na alvoorens op de Requeste van Geconftitueerden van 1368 Burgers en Inwoonders, en van Gecommitteerden uit de agt Burger-Compagoien dezer Stad, uic naam van  128 Verzameling van Stukken tetrekkeJyk tot van hunne Conftituenten en Committenten, die ia grooten getale by en om den Stadhuize als toen vergaderd waren, verzoekende: „ dat zittens Ver„ gadering en voor het fcheiden van dezelve, des „ Vroedfchaps befluit mogten hebben, om zonder verder verwyl het Concept-Reglement, concer„ neerende de beftellinge dezer Stads Regeering. zoodaanig het zelve geapplaneerd en gereguleerd ,, is, vast te ftellen, te arrefteeren en te publicee. „ ren, met verdere bepaaling van een tyd van drie maanden, om het zy de bezwaaren van het Pro,, vinciaal Regeerings-Reglement binnen dien tyd mogten afgedaan zyn dan niet, het zelve dezer „ Stads vastgeftelde Regeerings-Reglement met de „ Burgerye als dan na verloop van dezelve drie „ maanden, daadelyk in te voeren en wederzyds „ te beéédigen.". Eerst by Extract Refolutie, ia plaats van Appoinétement op dezelve Requeste, en vervolgens meer uitvoerig by Publicatie, doch beide zonder fucces, in fubftantie gedeclareerd te hebben: ,, dat de Vroedfchap zich onbevoegd ach* ,, tende, om zich zelve te ontflaan, of door de „ Burgerye te doen ontflaan uit den ééd op het „ Provinciaale Regeerings-Reglement met relatie „ tot het poirö van het beftel der Regeeringe de,, zer Stad gedaan, en uit dien hoofde omtrent het „ gedaan verzoek geene favorable dispofitie kun„ nende neemen, haare poogingen zoude aanwen„ den, om Staatswyze van denzelven ontflagen te „ worden, voor zoo verre de Stedelyke pointlen, daar „ in vervat zyn; ten einde in ftaat gefield te worden, „ om aan het gemanifesteerd verlangen der Burgeren en ,, Ingezetenen te kunnen voldoen." Eindelyk uit consideratie der omftandigheden en dat eene in grooten getale vergaderde menigte „ daar mede geen genoe,, gen neemende, infteerde op letterlyke afdoeniDg M van haar verzoek by Requeste des daags te voo„ ren ingeleverd, en dat die Refolutie met allen „ fpoed mogte genomen en bekend gemaakt wor„ den;" niet anders heeft kunnen doen, als by eene  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen» 129 toe. nadere Publicatie „ het verzoek van Gecon» |L fticueerden en Gecommitteerden uit de Burgerye L te accordeeren, en dienvolgende te verftaan: dac L het Concept-Reglement, concerneerende de be|, ftellinge dezer Stads Regeering, zoodaanig het L, zelve geapplaneerd en gereguleerd is, gerekend IL zal worden op dien dag gearrefteerd en vastge],, fteld te zyn; met verder declaratoir: dat hec „ zelfde vastgeftelde Stads Regeerings-Reglement» IL het zy de bezwaaren van het Provinciaale RegeeIL rings-Reglement binnen den tyd van de eerstko. IL mende drie maanden mogten zyn afgedaan, dan |L niet, na verloop van dezelve drie maanden daaIL delyk met de Burgerye zal worden ingevoerd en IL wederzyds beéédigd." ï Dat de Vroedfchap uit aanmerking, dat eön gejdeelte haarer Mede-Raaden niet hebben geconcurreerd tot het neemen van laatstgemelde Refolutie, luit hoofde van gemoedelyk bezwaar, voortfpruitenIde uit den nog fubfifteerenden Frovinciaalen ééd voor zoo nreel Stads Regeering:beftelling daar in geconcerneerd wiogte zyn; anderen geoirdeeld hebben, dat de ommandigheden een zoodaanig befluit volflrekt noodzaakelyk maakten; noodig geoirdeeld heeft, by de Mede» ■Leden van Staat te infteeren en dezelve met den lnieest_ mooglyken ernst te verzoeken en daar op laan te dringen. I Dit by Staats-Refolutie verklaard werde: „ dat |L de Leden van de Vroedfchap dezer Stad, verftaaa ï, worden ontheven te zyn van den Provinciaalen §,, ééd, voor zoo verre Stads Regeeringsbeftellingc |„ daar in geconcerneerd mogte zyn; ofte wel, dac L, Hun Ed. Mogenden door het accelereeren van de ,, federt lang gedefidereerd wordende Reforme van het |„ Regeerings-Reglement van den jaare 1674, en L, het daadelyk daarftellen van dezelve reforme bin|„ nen de drie eerstkomende maanden een generaal L, ontflag van den ééd op het Provinciaal Regeert,, rings-Reglement geëffectueerd worde: waardoor? M„ sis dan het byzonder ontflag omtrent de Stede0 XXIX. DeeH. I „ ly&»  130 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot lyke poincten van het zelve zoude komen te pro- & flueeren." En daar over gedelibereerd zynde, heeft de Vrocdlchap den Heer Oud-Burgemeester van den Bogaard voor zyne gedaane Propofitie bedankt, er< zich met de overgelegde Concept-Refolutie conformeerende, dezelve gearrefteerd, en zulks doende by dezen, Heeren Burgemeesteren en Gecommitteerden ter befchryvinge verzogt en geauthoriieerd , die op morgen ter Vergaderinge der Heeren Staaten van Stads wegen in te brengen. Accordeert met voorfz. Refolutie. In kennisfe van my, Qwas get.) j. W. de Rcever. N". 2255. Refolutie van de Heeren Edelen en Ridder, fchap 's Lands van Utrecht , den 57 December 1785 in haar Lid genomen, en den volgenden dag ter Staatsvergadering uitgebracht, over het voorgevallene binnen Utrecht op den 19 en 20 December 1785. De Heeren Edelen en Ridderfchappe ter laatfte i Vergadering van de Heeren Staaten, aangenomen! hebbende zich te bekwaamen tot het decerneereni der Commisfie, by Ridderfchaps Refolutie van deni 24ften Augustus dezes jaars geproponeerd , omi met zyne Hoogheid den HeerErf-Staahouder dezer : Próvircie in conferentie te treeden over hec Concept-Reglement Reformatoir, den I September; 1784., ter Vergadering van Hun Ed. Mogenden in-, gebracht, en de daar op gemaakte remarques eni confideratien; hebben na deliberatie goedgevon-j den ter Staatsvergadering van morgen, by ExtractJ dezer, te declareeren: dat zy Heeren Edelen, hoej zeer genegen en bereid om op eene wettige wyze J te concurreereu tot alle zoodaanige redresfen van] in.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen, 13! ingeflopen abuizen, en inconftitutioneele bepaalingen, als bevonden mogen worden, zoo ia het Re. geeringsbeftier dezer Provincie als anders plaats te hebben, en hoe gaarne zy daarom gezien zoudett hebben, dat deze Commisfie voor lange gedecerneerd,en in activiteit gebracht had kunnen worden j. ten einde langs dien weg alle disorders voorgekomen , en de afdoening van 's Volks wettige bezwaaren bevorderd wierden, waar van der Heeren Edelen meermaals gedaane inftantien ten getuige ver» ftrekken kunnen; nogthands in de omftandigheden* in welke de Regeering dezer Stad zich thands bevind, twyffelen moeten, of die Commisfie wel met eenige vrucht werkzaaam zal kunnen zyn, „ zoö „ lange de wettige authoriteit dier Regeering, door „ het gepleegd geweld op Maandag en Dingsdag „ den loden en aoften dezer maand, zoo zeer ver,, kragt, en de vryheid van derzelver deliberatien „ niet herfteld, en tegen alle diergelyke aanvallen , ,, door wie ook ondernomen, beveiligd zal zyn," waar toe de Heeren Edelen bereid zyn, des gerequireerd wordende, alle mooglyke hulpe en adjistentie te verkenen, ingevolge en ter voldoening van derzelver dier bezwooren plichten, geenszins met intentie om zich met Stads domestique zaaken te bemoeijen: „ gelyk men ter bevordering van zekere „ Plans, dewelke niet tot verbetering, maar tot. „ een geheel renverfement van de Regeerings Con„ ftitutie dezer Provincie fchynen ingerigt te zyn en tot dewelke de Heeren Edelen , by derzelver hier bovengemelde Refolutie van den 2iften Augüs« tus verklaard hebben: »,' nimmermeer te zullencon„ curreeren , by aanhoudenheid kan goedvinden „ aan de Gemeente diets te maaken." Zynde hec doch, hoe men ook over de Stedelyke Reglementen denken moge, in allen gevallen zeker, ,, dat het Reglement van Regeering aan de Magiftraa. „ dezer Stad opgedrongen, voor zoo verre he6 „ zelve afwykt'en contradictoir is aan de vastgeI a „ ftil-  132 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot }, ftelde en als nog fubfifteerende Regeerings-ordei ,, binnen deze Provincie," waar in niets anders j dan Staatsgewyze verandering of alteratie kan worden gemaakt, in zich zeiven onbejlaanbaar is, eni daarom door de Magiftraaten niet gearrefteerd kun.i een of mogen worden; behalven dat dezelfde re*; denen, waarom geene veranderingen in 't Regee* rings-Reglement dezer Provincie behooren te wor.den gemaakt, zonder de concurrentie van dem Heer Erf-Stadhouder, als daar by zoo merkeiyk ge.; intresfeerd, immers niet zonder de verkryging vani deszelfs concurrentie op gronden van recht en biW lykheid, getendeerd ce hebben, ook militeeren teo aanzien van alle zoodaanige- veranderingen in de Re.p,eeringsform der Steden, als de Magiftraaten met overleg var derzelver Burgeryen, onder ap« probatie van den Souverein, nuttig en dienftigmog»; ten oirdeelen, gelyk de Heeren Edelen ook niec weeten , dat in vroeger tyden zulks ooit anders noch by Magiftraaten, noch by Burgeryen is be< greeper geworden» althands het is op dien grond, dat de Heeren Edekn by derzelver Refolutie van den 24ften Augustus van gedachten geweest zyn, dat ten tyde der conferentien met den Stadhoudei over het Provinciaale Reglement, ook eenige Ge< committeerdens uit de Burgeryen der Steden mog» ten prefent zyn, om over derzelver Stedelyke be« langens te kunnen worden onderhouden, 't welk niet noodig zoude zyn, indien dezelven hunne ei. gen zaaken vermogen te richten. En offchoon de Heeren Edelen vertrouwen, dat de Vroedfchap dezer Stad, immers de meerderheid van dezelve, op dit ftuk met hen in dezelfde begrip, pen verfeert, en niet dan uit noodzaake voor het geweh heeft moeten bukken; terwyl echter van derzelver einde* lyk afgedwongen Refolutie, publicatie en affixie heefl moeten gefchieden, ea daar door die zaak uit zyn ga< heel gebracht is, hoopen de Heeren Edelen, dat de Vroedfchap dezer Stad dezelve Publicatie ten fpoedig',  de Gebeurtenis/en in r?87 enz. voorgevallen. 133 \digften wederom zullen intrekken; en met hen vervolgens, op eene wettige en met de primkive Republi\keinfche Regeerings.Conftitutie dezer Provincie overleenkomftige wyze» voort te procedeeren, tot weg1 neeming van der Ingezetenen wettige bezwaaren, pd zoo verre zulks naar recht en billykheid zal kun|ren gefchieden, waar toe de Heeren Edelen als nog; iiverklaaren volkomen bereid, en ook gereed te zyn (hunne Gecommitteerdens tot de Haagfche Conferen•tien te benoemen, zoo ras hunne Mede-Leden oirIdeelen zullen, dat dezelve met eenige vrugt zullen ükunnen gehouden worden. Dan by ontftentenisfen uivaar van, de Heeren Edelen zich toe hun leedwe- zen in de onaangenaame verplichting zullen bevinIden, om alle deliberatien over dezen aangelegen i zaak te furcheeren, en voorts te verklaaren onver, untwoordelyk te willen gehouden worden, voor ali.ilë de nadeelige gevolgen voor deze Stad en Provin. Jcie, die uit de geweldige maatregelen van fommige o«jriim'ge Menfchen natuurlyk. zuilen moeten proflueeren. |:n waar aan de Heeren Edelen van gedachten zyn, jiat de Heeren Staaten zich niet behooren te exponecren, en daarom geene Vergadering binnen deze ijtad behooren te houden, zoo lang ket geweld niet i \eftuit, en de achtbaarheid der wettige Regeering niet gehandhaafd zal kunnen worden, 't welk in cas niet 3 Tiooglyk mogce zyn, door zich zei ven te effeótuee,-en, hoe zeer dit anders te prefereeren zy, aan de jieeren Edelen voorgekomen is, van dat aanbelang I :n van die gevolgen te zyn voor het geheele BondI ;enootfchap, dat niet anders zoude fchynen over |;e blyven dan te amplecteeren het tweede middel i )y Ridderfchaps Refolutie van den ï8den Maart de- ses jaars geopperd, althands zouden de Heeren 3 Edelen in dien gevalle van gedachten zyn, dat Hee- •en Ordinaris Gedeputeerden zouden kunnen worI jen geauthorifeerd by circulaire Misfive, aan alle t:iezelven van de gefteldheid der zaaken binnen deHe Stad en Provincie kennis te geeven, ten einde uoor te komen, dat dezelven, gelyk voorheen, I 3 door  134 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot door verkeerde berichten en addresfen niet worden gefurpreneerd. Accordeert met voorfz. Refolutie, (was getj E. Kol. N°. 2255. Brief van een notabel aantal Officieren en' Onder • Officieren van de Manhaf te Schuttery der} Stad Leyden, den 30 December 1785 aan de Heeren Officieren en Onder - Officieren , dienstdoende* Schutters en verdere Leden der Schuttery en Bur¬gery der Stad Utrecht, over het evenement vaw den loden en poften December gefchreeven. Wel Edele Manhafte Heeren, goedei Vttlfc'nden en waardige BoNDGENOO.' ten! In hoope, dat de braave Schutterye,en zoo vee»1 i andere achtingswaardige Ingezetenen dezer Stad, met ons ten dezen zullen inftemmen, voelen wyi ons aangefpoord, U Wel Ed. Manh. en Wel Ed,! voor het oog van geheel Nederland geluk te wenfchen met de heuchelyke gebeurtenis, die in uwe Stad dezer dagen heeft plaats gehad, en uwe vryheid en edelfte Burger-Rechten op hechte fundamenten gevestigd heeft. ——. Immers is deze gewichtige gebeurtenis ten uiterften belangryk voor het geheele Vaderland. Zy is het Wel Ed. Manh. en Wel Ed. Heeren l daar uwe Stad voortaan een fteunpunc zyn zal voor Neerlands vorderingen in het groadwettig herftellen zyner zoo zeer verbasterde Conftitutie. Eenéi veilige wykplaats, waar in elk belangloos Voorftander der Republikeinfche Vryheid befcherming vinden zal, en het oord waar de Burgerlyke Vryheid ten throon geklommen, van daar als uit het miè> denpunt onzer Republiek, in het welke uwe Stad'; gelegen is, haare Goddelyke ftraalen zal uitfchie*. tem  de Gtteurtenisfen in 1787 enz, voorgevallen. 135 ten op alle omliggende Steden en Vlekken, en in de borst van eiken Nederlander, dat vuur verder ontlteeken, het welk wel voor een tyd kan worden verdoofd, maar nooit geheel vernietigd worden, en het welke eens weder ontgloeijende, ftraks by iedere ademhaaling in krachten toeneemt, en met 'er haast een gloed verfpreid, die alle heerschzugt en overweldiging rondsom zich verteerd. De Conftitutie die U Wel Ed. Manh. en Wel Ed. gevestigd hebben, verdient het voorbeeld te zyn voor alle andere Steden van Nederland : kundige Vaderlanders befchouwen in dezelve die juiste vereeniging en famenvoeging van Aristocratie en Democratie, welke noodig is om een gelukkig geheel te maaken, en de gebreken van overmaat aan een of ander noodzaaklyk verbonden, voor te komen; zy trekt de verwondering en goedkeuring tot zich, zelf van zoodaanigen, die anderszins min genegen fchynen tot wezenlyke verbeteringen , en welke 1 deze erkentenis zoo gaarne zouaen uutwy^cu. En in de daad waar worden juister, dan in het thands vastgefteld Reglement aangewezen, de onderfcheiden afperkingen van het regelmaatig gezag der Uverneden, en ue uuuuwawyivs. Burgeryen op het Regeerings-wezen, zonder welke Neerland zich niet kan ftaande houden, of iets anders zoude vertoonen, dan eene misleidende affchaduwing der Burgerlyke Vryheid, zonder wezentlyk beftaan te hebben? Of is het niet deze welgeëvenredigde mengeling en famenvoeging, die voor Regenten en Burgers waarachtig even begeerlyk en heilzaam is? Konnen de Regenten groot zyn door 't uitoeffenen van een bovenmaatig gezag, wanneer zy juist daar door hunne Mede-Burgeren gevoelloos moeten maaken, en dus in een ftaat ftellen, in welke zy door arglistige Bedriegers zoo gemakkelykkunnen vervoerd worden, om, gelyk zulks voorige omwentelingen hebben doen zien , in hunne onweetenheid op te ftaan tegen hunne OI 4 ver-  136" Verzameling van Stukken betrekkelyk tot verheden, dezelve van den ftoel des gezags af te bonzen, en in hunne vernedering zich zeiven rampzalig te maaken? Zoude zonder eene genoegzaamen Volks-invloed, het harte der Burgeren, dat edel vuur, die fiere fterkte bekomen, welke.groote onderneemingen voortbrengt? Zouden zonder dezelve, de Rivieren boven het oppervlak van onzen Vaderlandfchen grond, door oneindigen arbeid en kosten binnen hunne bepaalingen gehouden worden 4 Moerasfen en veengronden zich aüengskens bervormeD in graanbeemden en lustwaranden ? Zou. den de Koophandel en Zeevaardye bloeijen, deny. verheid aanfpooring vinden, zonder welke ons Vaderlaod met dan een klein deel zyner tegenwoordige Inwoonders voeden kan, nog hec hoofd bieden aan zyne natuurlyke vyanden? Zou zonder deze becaamelyke invloed, de liefde toe het Vaderland in deze ongunftige ftreeken wel anderen grond heb. ben, dan die uit misleiding en eene verhitte verbedding gebooren word? Zoude men zonder deze zich veel eer niet aangefpoord vinden eene wooniteede te zoeken in die oorden, waar eene gemaatigde uchtftreekde velden immer groen houd, en de grilligheid der leevens-uuren ongevoelig doedt heenen fbellen, zonder dat 'er, even gelyk hier, ftrenge Noorde-winden loeijen, en wy, aan den eigen omtrek onzer'bedompte haardfleede byna de helft van onze leevensdagen gekluifterd worden? Zoude eindelyk zonder dezen zaligen invloed, onze Overheden zeiven, zich in hunne grootften luister vertoonen kunnen? Zouden zy zonder dezen hunne beveelen kunnen doen opvolgen? Zouden zy Neerland kunnen gewapend houden, en daar door het vertrouwen op hunne Burgeryen, met welke zy dan eerst een lighaam zouden uitmaaken, zich in de hooge Staats-Collegien kunnen doen gelden, met dien nadruk, welke de verbeelders der i;ouvereiniteit toekomt, zoo wel in tegen (telling van elk Burger, die ftoutelyk op deze, of een ge. deel-  de Gebeurtenis/en in 1787 voorgevallen, enz. 137 deelte dezer Rechten zoude willen aanfpraak maaken, als in tegenftelling van de ontzagchelyke Vor« ften en Mogendheden, die onzen kleinen ttaacomringen. Zoo voortreffelyk Wel Ed. Manhafte en WelEd. Heeren! als het Reglement is uwer Regeeringe, het welke door deze gelukkige afperking en vereeniging der rechten en belangen van Burgers en Overheden , alle deze heilzaame gevolgen influic, zoo veel verwondering en toejuiching verdiend onzes oirdeels deszelfs plechtige invoering. Hier by hebben onverzaagtheid, moed, onverzettelykheid , taai geduld , orde en voorzichtigheid, om den prys gedongen. Na een twsejaarige onvermoeide arbeid , na oneindige te leurftellingen en flingeringen, heeft eindelyk de ftaatige en alvermogende Volksftemme, in uw midden op eene waardige wyze gehoor verworven. En de Stichtfche Burgery heeft door haar voorbeeldig gedrag, de eer onzer Natie by geheel Europa opgehouden; de roem van Neerland op dit jaar, in 's Lands Gedenkboeken met onuitwischbaare letteren doenaanteekenen, en het voetfpoor geopend, dat alleen waardig is door alle Steden en Burgeryen van ons Vaderland te worden nagetreeden. Vergun ons, dat wy deswegens haar dezen billyken lof toezwaaijen ; vergun ons, dat wy het moedig Wyk, dat een tydlang alleen heeft pal geHaan, en door zyne onverzaagtheid misfchien vervroegt heeft wat thands in uwe Stad zoo gelukkig gebeurd is, — vergun ons, dat wy uwe Provincie met roem verheffen, welke, daar hec machtig Utrecht zich thands met het even moedig Wyk te fa. men vereenigd heeft, met 'er haast de eersteling zyn zal, die de onderdrukking der voorige eeuw ontworfteld, de gezuiverde Burgerlyke Vryheid, toe heden onbekend in onze Republiek, in dezelve in onze dagen zal doen ten troon flygen. Wy vertrouwen, dat het hartelyk deel, dat wy I 5 ia  138 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot in uwe voortgangen genoomen hebben , wederkee. riglyk door U Ed. Manhafte en Wel Edele zal worden beantwoord; op dat wy als getrouwe Bondge» nooten malkander mogen fterken en rugfteunen, tot verkryging onzer heilrykfte Voorrechten; het welke te beproeven, eene plicht is, die wy verfchuldigd zyn aan ons zeiven, aan onze Kinderen en Nakomelingen, en aan God! Dat de Almachtige by de genieting uwer Burgerlyke Vryheid, bovendien Uw Edele Manhafte en Wel Edele zegene, in alles wat tot uw perfoonlyk geluk in het byzonder kan verftrekken; en het is onder uitboezeming van dezen oprechten wensch, dat wy de eer hebben ons met hoogachting te noemen. Wel Ed. Manhafte Heeren, goede Vrienden en waardige Bondgenooten l Uw Wel Ed. Manh. en Wel Eds. Dienstwillige Dienaars, Een notabel aantal Officieren en Onder-Officieren van de Ed. Manh. Schuttery der Stad Leyden. En uit naam derzelven, Vit de Officieren, Dan. Hendrik Righout. Vit de Onder-Officieren , Pieter Pldygers. Ac,  de Gebeurttnisfen in 1787 enz. voorgevallen. 139 N°. 2257» Addres van Geconftitueerden en Gecommitteerden den 1 January 1780 aan de Vroedfchap der Stad Utrecht geprefenteerd, om te mogen hebben copia authentiek van de Ridderfchaps Refolutie van den 27 December 1785, om zich daar tegen te justifieeren en tot het perfifteeren by de Vroedfchaps Refolutie van den 20 December 1785 benevens Refolutie om het zelve 14 dagen te doen voorleggen. Aan de Edele Achtb. Heeren Bürgemeesteren en Vroedschap der Stad Utrecht. • Geeven met fchuldigen eerbied te kennen de Geconftitueerdens van 1368 Burgers en Inwoonders, en de Gecommitteerdens uit de agtBurgerCompagnien (onvermindert hun Declaratoir en Protest den Ildenen I2den Odtober des afgeloopen jaars gedaan) dat in de Utrechtfche Courant van den 3öfteo December jongstleeden, onder anderen is geplaatst een kort Relaas van het voorgevallene op de Staaten Vergadering van den 28ften derzelver maand, behelzende, dat de Gecommitteerdens dezer Stad ter zeiver Vergadering Rapport hadden gedaan van den toedracht der zaaken, deze Stad fpecteerende , en deswegens hadden verzogt, dat by eene Staats Refolutie de Leden van den Raad dezer Stad verftaan mogten worden , ontheven te zyn van den Provinciaalen ééd , voor zoo verre Stads Regeering beftelling daar in begreepen mogte zyn, of wel, dat de daadelyke reforme van het Regeerings Re> glement van 1674, binnen de eerstkomende drie maanden, geëffectueerd wierde; dat in het eerste Lid by Hun Ed. Mogenden is ggdifficulteerd, terwyl Geëligeerde Raaden in het tweede poindt zich niet ongenegen verklaarden. Dat de Ridderfchap niet alleen insgelyks met de Geëligeerde Raaden zwaarigheid hebben gemaakt omtrent het eerste Lid, maar zelfs omtrent het tweede poindt, „ oirdeelende te moeten fupercedeeren met het benoemen " van  14° Verzameling van Stukken betrekkelyk tot „ van Gecommitteerden uit hun Lid, tot de ge„ proponeerde Staats Commisfie, met verdere ver„ klaaring daar toe niet te zullen procedeeren, tot „ dat de Vroedfchap dezer Stad haare Publicatie „ van den 2often der afgeloopen maand December „ zoude hebben ingetrokken; " en welke Propofitie der Ridderfchap, om het verdere gedetailleerde niet aan te haaien, by deze Scad, zoude zyn overgenoomen. Een detail, gevoegd by de Conclufie, om geene Vergadering van Staaten by provifie te fixeeren, met authorifatie op Hun Ed. Mogenden Ordinaris Gedeputeerden, om, ingeval een Vergadering van Hun Ed. Mogenden noodig wierd geoirdeeld, die te befchry ven daar ter plaatfe Hun Ed. Mogenden (zeggen) vryelyk te konnen delibereeren. Hec welk aan veele voornaame Burgers van dat gewicht is voorgekomen, datzy hec noodig geoirdeeld hebben, om bydenHeer Burgemeester Loten naar deszelfs waarheid te informeeren, met dat gevolg, dat gemeld,: Heer Burgemeester rondelyk heeft verklaard, dat de ütrech'fche Courantier, omtrenthet gementioueerde voorftel der Heeren Edelen, zeer wel geinformeerd was ; met verdere byvoeging , dat de^ Propofitie der Ridderfchap zyn Eè. fterk en Zeer ferieus voorkwam; waar van men nader is geinformeerd, dat dezelve, niet dan met meerderheid genoomen , zoude bevatten zeer laïfive en verregaande beleedigende uitdrukkingen tegens de Burgery dezer Stad; welke ook niet zonder la?fie van den Raad zoude konnen geadmitteerd, veel minftilzwygend, gepasfeerd worden. Eene gebeurtenis, welke de Burgery ten uiterftenheeft aangedaan, en te zeer doet bezeifen, dat zoo wanneer deze Propofitie der Ridderfchap, by de Vroedfchap wierd gegouteerd, en wel van zoodaanige Leden van den Raad, als welke de Heeren van de Ridderfchap zeggen, „ met hen op dit ftuk in dezelve begrippen „ te verfeeren, als die men afgeeft dat voor geweld ,, zoudtn hebben moeten bukken, en afgedwongen „ de Publicatie en affixie te moeten doen; " het; ge»  de Gebeuitenisfen in 1787 enz, voorgevallen. 141 geheele Regeerings Reglement te gelyk als het wa« re vernietigd zoude zyn, en de zaak van de goede Burgeryj dit (luk betreffende, zoo verre achter uitzoude geftuurd zyn, of dezelve naauwelyks aangevangen was; gezweegen van alle de zwaarigheden, welke de Burgery op nieuw daar uit zouden overkomen, als het, zoo de Burgerygeinformeerd word , by die uitgebrachte Refolutie der Heeren Edelen ten duidelykften zoude blyken , (hoe zeer Hun Ed. daar by wel zouden zeggen geen intentie te hebben zich met Stads Domeftieke zaaken te bemoeijen) dat het voornaame oogmerk van dat Lid van Staat, daar heenen ftrekt, om Stads onvervreembaare Rechten in het ftuk, de Regeeringsbeftelling betreffende, als mede in hoe verre men daar inne zoude willen procedeeren tot wegneeming van der Ingezetenen wettige bezwaaren, in zoo verre zulks naar de begrippen van recht en billykheid der Heeren Edelen zoude kunnen gefchieden, van hun oirdeel mede volftrekt afhankelyk te maaken. Tot welk een en ander de Burgery vertrouwd, dat het zelve Lid, nog recht nog bevoegdheid heeft, en in zich zoude bevatten eene verregaande inbreuk op dezer Stads onafhankelyke Rechten en Voorrechten, waar van het tegengefteldedoorde Ridderfchap geproponeerd met geene mooglykheid, dan tot lelie van den Raad, welke by ééde tot maintien van het zelve verbonden is, en tot de hoogfte prejudicie van dezer Stad en der Burgeren Rechten, zoude konnen geamplecteerd worden; zoo het inali'énable van het zelve ook zulks niet kwam te verbieden. Het is dap om voorgemelde redenen, dat van de Ondergeteekenden is gerequireerd, aan UEd. Gr. Achtb. van wegens hunne Principaalen, en de zich op den 19 en üo December 1785 gefifteerd hebbende Burgery, voor te draagen, dat zy vertrouwen, en zeker ftaat maaken, dat U Ed.'Groot Achtb. zullen blyven perfifteeren by de genoomen Refolu. tie, en het daar van gepubliceerd Extract op de Requeste den 19 December 1785 geprefenteerd,  14a Verzameling van Stukken betrekkelyk tot en mitsdien, wel verre dat U Ed. Groot Achtb. ia een eeDig deel, hoe gering ook, daar van zullen afgaan, integendeel, dat ü Ed. Groot Achtb. dac genoomen befluit ten allerfterkften zullen mainti. neeren, en dus, dat UEd. Groot Achtb. zonder de minste hefitatie, op dat voorftel van de Ridderfchab, tot foutien van Stads Souvereinrechc, een declinatoir zullen uitbrengen, zoo wel als ten aanzien van de geproponeerde circulaire Misflve, als de Burgery en der Ondergeteekendens Principaalen van oirdeel zyn, in het geval niet te verfeeren, dac een zoodaanige voordracht, ten aanzien van deze Stad of van de Burgery, te pasfe zoude konnen komen; als, eh ook bovendien, dac onze Burgery zich nimmer fchuldig heeft gemaakt, om de Leden van het Bondgenootfchap door eenige, veel min verkeerde, Berichten of Addresfen te furpreneeren, dat dezelve door prealabele berichten zoude noodig hebben voorgekomen te worden; declareerende de Ondergeteekendens byzonder gelast te zyn, aan U Ed. Groot Achtb. eerbiediglyk voor te draagen, het perfifteeren by de bovengemelde Refolutie, tevens met het declineeren van het voorftel van de Ridderfchap, als de Burgery zich oirdeelt ter handhaaving van dat genoomen befluit, ingevolge van hunnen ééd, ten allerfterkften verplicht te zyn ; en hoopen door hec voorfz. voorftel niet in geval gebracht te zullen worden, van Stads- en Burger Rechten, met goed en bloed, tegen alle die daar op empiëteeren, voor te ftaan, zoo als in zoodaanig een onverhoopt geval de notoire gevolgen zouden zyn; en wyders, dat het U Ed. Groot Achtb. gelieven moge, aan de Ondergeteekendens voor de Burgery uit te geeven een Copia Authentiek van de voorgemelde by U Ed. Groot Achtb. overgenoomen Ridderfchaps Refolutie, endaar byrefpective gedaane Propofitien, op dac de Burgery dezer Stad daar door in ftaat gefteld worde, het noodige ter hunner justificatie, zoo wel als tot efficacieus maintineeren van Stads Rechten en Voorrechten, aan  de Gebeurtenis/en in 1787 enz» voorgevallen. 143 aan U Ed. Groot Achtb. voor te draagen, met zoodaanige verdere middelen als in ftaat konnen zyn, om deze Stad en Burgery tegen alle indracht op haare Rechten en Voorrechten, tegen allen en eea ieder, hy zy wie hv zy, te verzekeren, 't Welk doende &c. En was onderteekend door alle Geconftitueerden en Gecommitteerden. En daar over gedelibereerd zynde, is verftaan, dat voorzeide Requeste veertien dagen ter Secretarye van Policie zal voorleggen, om door de Le. den van den Raad te kunnen worden geëxamineerd. N°. 2258. Rapport van Heeren Burgemeesteren en Oud-Bwtgemeesteren nevens zes hun in rang volgende Raaden der Stad Utrecht, den 2 January 1786 in de Vroedfchap uitgebracht, om het verzoek van Geconftitueerden en Gecommitteerden den 27 December 1785 gedaan, te accordeeren, en daar op genoomen Refolutie, om het zelve Rapport 14 dagen voor te leggen. Heeren Burgemeesteren , Oud-Burgemeesteren en zes Leden van den Raad Hun Ed. in rang volgende, ingediend zynde navolgend fchriftelyk Rap. port, op het eerste poindt der Requeste laatstlee» den dingsdag den 27ften December geprefenteerd, by Geconftitueerden van 13CT8 Burgers en Inwoon, ders en Gecommitteerden uit de agt Burger Com» pagnien binnen deze Stad, en in de Notulen van de Vroedfchap ten zeiven dagen geinfereerd, luidende : ,, Rapporteerden Heeren Burgemeesteren en Oud,, Burgemeesteren, meten benevens de zes Hee,, ren Leden van den Raad, Hun Ed. in rang vol„ gende, welke ingevolge U Ed, Achtb. Refolutie ^, Corn-  '144 Verzameling van S.ukken betrekkelyk tot. ü Commisforiaal van Iaastleeden dingsdag den 27ften j, dezer maand December, hadden geëxamineerd ,, het eerde poindt der Requeste ten zeiven dage aan U Ed. Achtb. geprefenteerd. by Geconftitu3, eerden van 1368 Burgers en Inwoonders, en Ge3, committeerden uit de agt Burger Compagnien de» ,3 zer Stad. Dat zy Heeren van gedachten zyn, 3, dat U Ed. Achtb. het verzoek'by Requeste ge33 daan, aan de Requestranten zouden kunnen ac3, cordeeren." Heeft de Vroedfchap goedgevonden, dat voorfchreeven Rapport en Requeste veertien dagen ter Secretarye van Stads Politie zal voorleggen» om door de Leden van den Raad te kunnen worden geëxamineerd. N°. 2259. Aanteekeningen van de Heer Zaal in de Vroedjchaps Notulen van den 2 January 17 86 gedaan, wegens het geresolveerde van den 20 Deeember 1785. Verzogte de Heer Zaal dat navolgende Declaratoir van zyn Ed. in des Vroedfchaps Notulen van heden mogte worden geinfereerd, 't welk aan zyn Ed. is toegeftaan: zynde voorfchreeven Declaratoir van dezen inhoud. Edele Groot Achtbaare Heeren! Ik declareer by dezen op deö 20 December 1785, my niet te hebben konnen conformeeren met de Refolutie dien dag genoomen» op 't Addres door Geconftitueerden en Gecommitteerden, aan de Vroedfchap geprefenteerd, noch metde daarop vol' gende Publicatie van dien, maar in tegendeel heb ik my geëxpliceerd, te moeten blyven perfifteeren Ly myne gedachten van niet te konnen voldoen aan 't verzoek door Geconftitueerden en Gecommitteerden gedaan, vermits ik volgens royn' gedaanen ééd, en daar uit voort-  de GeleuTtenisfen in 1787 enz, voorgevallen. 14I I voortvloeiende plicht, my onbevoegd rekende om ■ my zelfs te ontflaan, of door de Burgery ielaatehoniMaan, van een gedeelte van 't Reglement van de . Regeering van den jaare 1674, 't gene ik met een Iplechtigen ééd bezwooren heb in zyn geheel zod :iveel in my is te zullen maintineeren en handhaaft ven; ik verzoek dat dit in de Vroedfchaps Notuleü Jmag worden geinfereerd» (was get.~) T. A. ZaALY Nf°. 22C0. Addres van Geconftitueerden en Gecómmit* teerden van de Burgery der Stad Utrecht den 9 January 1786, aan den Raad derzelver Stad geprefenteerd , om te hebben afdoening op het Addres den 27 December 1785 ingeleverd, als mede op het ty delyk daar ftellen van de behoorlyke middelen ter introductie vvn het gearresteerde Regeerings-Reglement; benevens de Refolutie ten zeiven dage daar over genomen, waar by het voorfz. Addres word iri Commisfie gefteld. Aan de Edele Groot Achtbaare HekbèiSï Burgemeesteren en Vroedschap der Stad Utrecht! Geeven met fchuldigen eerbied te kennen , de Ondergeteekende Geconftitueerdens van 1368 Burgers en Inwoonders, en de Gecommitteerdens uit de acht Burger Compagnien (overmindert meër voorheen gemeld Declaratoir en Protest,. den ii en iz October 1785 gedaan) dat het U Ed. Groot Achtb. gelieft heeft, om het Rapport op Het eerfte poindt van der Ondergefchreevene Addres, den 27 December des afgeloopen jaars, aan U Ed. Groot Achtb. ingeleverd nevens het zelve Addres 1 Voor den tyd van veertien dagen voor te leggen j en alzoo ook van gelyken het Addres, den 2deü dezer loopende maand January aan U Ed» Gróót XXIX. Deel. K Aéhtb\  Ï4Ö Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot Achtb. geprefenteerd, mitsdien de nadere deliberatien daar over eerst konnen vallen, maandag den löden dezer, en dus, als na by de vier weken zullen zyn verftreeken van de drie maanden, wanneer het gearresteerde Regeerings-Reglement, ons beftier betreffende, volgens genomen Refolutie van den 20 December 1785 behoord geïntroduceerd te worden. En waarom de Ondergeteekenden de vryheid neemen, aan U Ed. Groot Achtb. met herinnering van het zelve, reverentelyk te verzoeken,- dae de dispofitie van U Ed. Groot Achtb. op de voor gementioneerde Addresfen, ook heden over agt dagen moge vallen. Terwyl de Ondergeteekenden al verder verplicht zyn aan UEd. Groot Achtb. met verfchuldigden eerbied voor te draagen, dat, zal het geapplaneerde en gearresteerde Reglement van Regeeringe dezer Stad , op den sollen Maart aanftaande met het vereischte effect ingevoerd worden , bevoorecs allé fchifekingèn daar toe dienende, tydig behooren të worden in het werk gefteld, als daar is het vastgeftelde by het tweede Hoofdftuk, concerneerende de Kiezers en derzelver qualificatie ter Nominatie van de vaceerende Raadsplaatzen, waartoe ten gevolge van het zelve geapplaneerde en gearrefteerde vereischt wordt, dat als nu hoe eer hoe beter., de eerfte omfchryvinge in alle de Compagriien gefchiedde; ten einde dat de Scriba's der refpective Compagnien tydig voor den aoften Maart eerstkomende in gereedheid zullen kunnen zyn, met alle zoodaanige Lysten, als ingevolge van het derde en vyfde Artikelen van hec gemelde tweede Hoofdftuk moeten dienen, ter benoeming van de Kiezers tot de te maakene Nominatien der vaceerende Raadsplaatzen, als mede tot het in gereedheid brengen der Concept-Acte van verkiezing volgens het dertiende Artikel, en de verdere Formulieren ter invoeringe van het gearefteerde, zoo ter Nominatie als overbrenging van dezelve, ter Electie van den Raad vereischt wordende, op dat de Bur-  de Gebettrter.isfen in 1787 enz. voorgevallen. 141 Burgery, mee dato den 2oflen Maart dezes jaars3 look daadelyk ia het genot kan gefteld worden vaq dat aantal in de verkiezing hunner Regenten, het welk, by het gearrefteerde Reglement, aan haar is toegekend. , 'j' Ï- 'a Als mede , dat binnen dezelve loopende tyd» ten gevolge van de voorfchreeve omfchryvinge, al linsgelyks werde geëffectueerd de opneeminge der Qualificatien, mitsgaders de verkiezing van zestien Leden, uit elke Compagnie of Wyk dezer Stad twee, om uit te maaken het gequalificeerd Collegie van gecommitteerden uit de Burgery, om van gelyke met ;den aoften Maart eerstkomende, ingevolge van ihet gearrefteerde vierde Hoofdftuk, met de werke;Jyke invoering van het vastgeftelde Regeerings-Reglement, ook daadelyk ingefteld, en de daartoe i|verkoorene Leden als dan ook in den éed genomen te worden. , ., , . I En nadien daar toe al mede voorbereidende bei'ftellingen , zoo door het formeeren'der ConceptiAclens van verkiezing, Aften van te presteerene I ééd, als het voorafgaande bewys der examinatie en ■ approbatie hunner Qualificatien, als anders nodig iizyn, ten einde ook verder zonder daar in verhindert te worden, het veertiende Artikel van het Izelve vierde Hoofdftuk ter vervuilinge vandeopec* ftaande vacatuuren, het gerequireerde effect te beükomen: verzoekende de Ondergefchreevenen dat IU Ed. Groot Achtb. daar toe, het zy door het deIcerneeren eener Commisfie , om alle het zelve in l.tyds te reguleeren, de vereischte ordres en maat.regelen zullen gelieven teftellen, en welfpeciaalyK iiook daarop, dat de aanftaande invoennge van het ;! geapplaneerde en gearrefteerde Regeenngs-Reglej ment dezer Stad , ter wederzydfche beéédiging* moge gefchieden, waardig dien Raad en het gancIfche Volk, hetwelk zich daar aan allerfolemneelst ftaan te verbinden. En ten einde dit als een band van onderling ge. ;|noegeu, en met wederzvdsch verirouwen gefchieK 2 de*  148 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot de, renoveeren de Ondergeteekenden als nog'huni m naam van de Burgery en hunne Principaalen, gedaan voorftel, vervat by het vierde poindt van hun Addres op den 2iften September des afgeloopen jaars aan U Ed. Groot Achtb. geprefenteerd, tendeerende ter wegneeminge van alle fubfifteerend ongenoegen, als de Ondergeteekenden daar toe, boven dien, verklaaren tot een grond te konnen leggen, zoodaanig voorftel als door een der Raaden , in het Collegie van U Ed. Groot Achtb. voor weinige maanden geleeden, is voorgedragen. En op dat alles uit den weg geruimd werde, en zoo veel mooglyk niets overig blyve, ons StadsKegeenngs-beftier betreffende , dat dan ook als nu zoo ras mooglyk het verzochte omtrent het zesde Artikel van het derde Hoofdftuk, raakende hec driemaal pasfeeren van een der Leden van den Kaad, op de Nominatie tot Burgemeesteren, en dat de derde reize den Heer Stadhouder zulks doende, daar van voldoende redenen zal geeven , om daar over by den Raad te worden geoirdeeld, zoo wel als over het additament by het tiende Artikel van het vierde Hoofdftuk, dat iemand uit zyn Wyk of Compagnie verkooren zynde, het zy by de verkiezing prefent is, of niet, zulks nieC zal mogen weigeren, mede tydig moge werden gereguleerd, zoo wel als het arrefteeren en vastftellen van den ééd voor de Leden van den Raad, den aoften Maart aanftaande en vervolgens te doen. Alle welke poincten de Ondergefchreevenen mee alle verfchuldigde achting aan U Ed. Groot Achtb. ter deliberatie en tydelyke daarftelling voordragen, en het.zelve ten effedte van het gearrefteerde Re. glemenc eerbiediglyk verzoeken by dezen, t Welk doende enz. En was onderteekend door alle de Geconftitueerdens en Gecommitteerdens. Gehoord de ledïuure der Requeste heden gepre- fen-  ie GebeurtenUfen in ï.787 enz. voorgevallen. 149 fenteerd, door Geconftitueerdens van l;68 Burgers en Inwoonders en Gecommitteerdens uit de acht Burger Compagnien dezer Stad, en aan Heeren Burgemeefteren by het ingaan van den Raad ter hand gefteld. Waar over gedelibereerd zynde, heeft de Vroedfchap aan den Heer Eyk en negen zyn Ed. in rang volgende Heeren Raaden , verzogt, voorzeide Requeste te willen examineeren, en de Vroedfchap te dienen van derzelver conflderatien en Advys. N°. 2261. Refolutie van de Vroedfchap der Stad Ut. recht genomen op het Rapport van Heeren Burgemeesteren en Oud-Burgemeesteren en zes toegevoeg. de Raaden, den 16 January 1786 uitgebracht op het Addres den 27 December 1785 geprefenteerd, waar by de verzogte Copyen authentiek van de Kefolutien van den 19 en 20 December 1785, met de aanteekeningen op dezelve, werden geaccordeerd,zoo wel als de Vroedfchaps Refolutie den 27 December relatief dezelve Requeste genomen, en daags daar aan ter Vergadering der Heeren Staaten inaebrasiti mitsgaders van die Refolutien, welke in 't vervolg omtrent het gearresteerde Regeerings-Reglement zullen genomen worden. Wederom zynde voorgebragt, en ter deliberatie eelesd het rapport door Heeren Burgemeesteren, bud-Burgermeesteren en zes Leden van den Raad, Hun Ed. in rang volgende, op het eertte poind der Requeste den 27ften Decernber laatstleden geprefenteerd, by Geconftitueerden van 1368 Burgers en Inwoonders, en Gecommitteerden uit Ap acht Burger-Compagnien dezer Stad , weiK Sppor? er, re8qne«e U des Vroedfchaps Notu, len ten zeiven dagen is geinfereerd , en federt die tyd ter Secretarye van Policie hadden voor gelege/, heeft de Vroedfchap alvoorens daar ogte  150 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot disponeeren, verklaart de Refolutien den ioden en aoften December des voorleden jaars gecóucheerd op de Requeste toenmaals aan hun geprefenteerd bv Geconftitueerden van i363 Burgers en Inwoonders, dL?re%T1CTfV1C deagt Burger-Compagnien dezer S.ad , te houden voor gearrefteerd en zulks doende by dezen, is goedgevonden: dat aan de Re* questranten, zonder in te treeden in de middelen by de Requesten geavanceerd, zal worden uitgeleverd, eene Copia authenticq van de hier voedengemelde Refolutien van den igden en soften December^met de aanteekeningen op dezelven veryob'ens aoor verfcheide Leden van den Raad fchrif. telyjt ingediend ; als mede eene Cobie^uthent ca van des Vroedfchaps Refolutie van den «ften December relatief dezelve Requesten genomen , en daags daar aan ter Vergaderibge der Heeren S aaten ingebracht. Accorderende wyders de Vroedfchap aan de Requestranten, dat eene geauthentifeerde Copia dezer Refolutie , mitsgaders van die , welke in 't vervolg omtrent het geconcipieerde Reglement oo dezer Stads Regeeringsbeftellinge zullen Kë5SmeS  de -Gebeurtenisjen in 1787 enz. voorgevallen, -ijt N° 2262. Aanteekeningen inde Vroedfchaps N^den. 'van den 16 January 1786 gedaan, door de Keer en Burgemeester Loten, Oud-Burgemeester van der Dossen, en Raaden van Musschenbroek, Zaal, Nahuis, Odó, van Westrenen, van Senden , Verschoor , Falck , Abbema , woertman, de leeuw, IvOY, van DlELEN, van der Muelen Heer van Maarfchenbroek, David Tan Martens en Jacob Antonie Martens, nopens hunne uitgebragte Sentimenten, relatief tot de zaak van den 19 en 20 December 1785. Verzochten de Heer Burgemeester Loten, de Heer Oud-Burgemeester van der Dussen, Heere van Darthuizen, waarby zich gevoegd hebben de Heeren van Musschenbroek, Zaal, Nahuis en ODé, de Raaden van Westrenen , van Senden, Verschoor, Falck, Abbema, Woertman, de Leeuw, Ivo*, van Dielen (by men sich gevoegd heeft) de Heer van der Meulen Heer van Maarfchenbroek, David Jan Martens, Jacob Antonie Martens; dat Hun Ed. uitgebrachte ientimenten in fcriptis overgegeeven, in des Vroed., fchaps Notulen van heden mogten worden geiniereerd. Zeiden de Heeren de Ridder en Burman de la Bassecour, zich te conformeeren met het Rapport van Heeren Burgemeesteren , Oud-Burgerneesteren, en zes Hun Ed. in rang volgende Leden, hier boven gemeld. Zeide de Burgemeester Loten dat het gepasfeerde op den 19 en 20 December 1785, als naar waarheid genotuleerd , op den 27ften duo eenpaarig goedgekeurd, en vervolgens op den 16 January Ti 86 fiuaal gearresteerd zynde , geen dtrhculteit maakende niet alleen van het gemelde genotuleerde, maar ook van de Stads Refolutie wegens het K 4  t$2 Verzameling van Stukken letrekkelyk tot ontflag van den Provinciaalen ééd, op het Regiement van 1674, ter Vergadering van Staaten op den 28 December 1785 ingebracht, Copie authentiek SJin' *r-n; ^ mede Van *et declaratoir der Heeren Geengeerde Raaden en van der Heeren E- ;™'MO *!s dezelve in de Staaten Notulen ge» vonden worden en aan de Vroedfchap zyn overge- Edele Achtbaare Heeren! Zonder in te treeden veel min te avoueeren het geiustineerde by Addres van Geconftitueerden en ^committeerden op den 27ften December gedaan, «pu ik aan hun verzoek in zoo verre voldoen, dat topie authentiek van de Notulen van den iodenen ™D ^«P^f ]aatsc]eeden, na dat dezelve alIn rn,nfiby ,de Vroe,d£haP z"»en zyn gearresteerd, en tor finaale conclufie gebracht, aan hun worde £riJnn5 gefte,d> m« byvoeginge van alle de internen daar toe relatief, als mede de ter Staaten Vergadennge op dit fubjeér. den zSften December "gebrachte Stads-Refolutie, midsgaders hec Declaratoir van Heeren Geëligeerde Raaden en Refoli-e fwmatiereD °m 31 ZülkS te dieDen tot 1J" (was get.) A. j. van der DüSSEN. De Ondergeteekende by 't arresteeren en refuffleeren van des Vroedfchaps Notulen, inhoudende de Keiolutien op den 19 en 20 December van den gepasfeerden jaare 1785, met relatie tot diverfe .Requesten van Geconftitueerden en Gecommitteerden genoomen, bevonden hebbende, dat dezelve overvloedige bewyzen in zich hielden, van de noodzaake waar in de Vroedfchap op den Jaatstgemelden dag gebracht is geweest, om de aan hun gedaane verzoeken te moeten accordeeren, terwyl aan nieWand der Raaden, alvoorens die dispofitie genoo. rnefl  de Geieurtenisfen in r 787 enz. voorgevallen. 153 men was, vryheid gelaaten werd , zich van het Stadhuis te mogen begeeven, heeft geoirdeeld geene byzondere aanteekeninge van zyn gevoelen omtrent die zaaken, om bovengemelde redenen noo. dig te zyn, dan als nu zich in de verplichcinge gebracht ziende, om op diverfe Requesten uit de Refolutie van die dagen geproflueerd, te moeten advifeeren ; is dezelve van oirdeel, alvoorens hier toe over te gaan, niet langer te mogen uitftellen als nu te declareeren: dat de Ondergetekende uit hoofde zoo van de wyze op welke die Reiolutien zyn genoomen, volftrekt aanloopende tegens de duidélyke letter van des Vroedfchaps Refolutie in dato den 29 Maart 1785, als om meer andere redenen , dezelve als niet valide kan befchouwen, en niet wil geacht worden door deze en volgende Advyzen, op Requesten, geproflueerd uit meergemelde Refolutien, dezelve eenigszins te legitimeeren. (was get.) j. j. van Westrenen. De Heer van Senden declareert zich volkomen te hebben geconformeerd, met het favorabel Rapport door de gedecerneerde Commisfie van Heeren Burgemeesteren en Oud-Burgemeesteren, en dezes volgende Raaden (van welke hy de eere gehad heeft te zyn,) uitgebracht, op een Addres door Geconftitueerden en Gecommitteerden van de Burgery den 27ften December des afgeloopen jaars, aan de Vroedfchap ingediend, en dus in zoo verre te hebben gedisfentieerd , van de by de meerderheid van den Raad genoomen conclufie op gemelde Addres, dat hy van gedachten was, de Notulen van den iaden en 2often December voor als nog niet finaal te arresteeren. Zeide de Heer Verschoor van gedachten te ayn, dat de Vroedfchap het verzoek by Requeste door Geconftitueerden van 13Ö8 Burgers en IngeK $ ze«  154 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zetenen, en Gecommitteerden uit de Schuttery* diende te wyzen van de hand; dan indien de meerderheid van den Raad mogte goedvinden aan dat verzoek ingevolge het Rapport van Burgemeesteren, Oud-Burgemeesteren en zes volgende Raaden te voldoen, hy dan onder inhtefie van zyne aanteekening op den 27 December 1785 gedaan by gelegenheid van refumptie van de Notulen van den 2often te vooren, (die hy begrypt dat alstoen voor gerefumeerd moeten gehouden worden) moet declareeren in het minfte geen deel aan dezelve te willen hebben, maar tegens dezelve te moeten protesteeren, gelyk mede tegens alle of dergelyke Refolutien, proflueerende uit het gerefolveerde van den 2often December laatstleeden, als willende niet in het minfte mede werken aan iets dat zoude kunnen gereekend worden te dienen tot ratificatie, of legitimatie van een zaak die hy van den beginne af aan, als onwettig heeft befchouwd. Edele Groot Achteaare Heeren! Het is een ieder onzer bekend, dat ik op den 2often December des voorleeden jaars in het neemen der laatfte gepubliceerde Refolutie op 't Addres der Geconftitueerden van 1368 Burgers en Inwoonders, en Gecommitteerden uit de agt Schutters Compagnien, den 19 December 1785 geprefenteerd, tendeerende een verzoek, om het provifioneel by de Vroedfchap geapplaneerd Stedelyk Regeerings-Reglement, heden finaal te arresteeren, en na verloop van drie maanden het zelve in train te brengen, en met de Burgery wederzyds te beéédigen, niet geconcurreerd, of diens my geconformeerd heb. Dan wel als zynde de uitdrukkelyke wil, en om de dringende inftantien der Requestranten , dezelve heb moeten aanzien ; blykens myn geadvifeerde toenmaals , en in Stads Notulen van den 27ften December geinfereerd, en die den Ondergeteekenden by dezen als nog inhareerd. Om  de Gebeurtenis/en in 1737 enz. voorgevallen. 15$ Om welke redenen het dan ook is, dat in derzei» ver gevolgen aan die meerderheid welke voornoem* de Refolutie heefc genoomen en doen publiceeren, zal overlaaten, ende ganfchebehandeling van dien, aanzien. Echter daar het verzoek van Geconftitueerdens en Gecommitteerden by Addres van den 27Decem* ben I785 gedaan, tendeerd, omaande Requestranten Copie authentiek van Vroedfchaps Notulen, alle infertien en aanteekeningen van den loden ea 20ften December des voorleeden jaars, en wel voor en aleer die by de Vroedfchap zullen zyn gearresteerd of gerefumeerd, uit te leveren; zoude ik van oirdeel zyn , dat Vroedfchaps Notulen van dea ioden en 2often December lautstleeden, behoorde te worden beoirdeeld, geapprobeerd gearresteerd en gerefumeerd te zyn, en om als dan aan het verzoek op dato voornoemd gedaan , in zoo verre zonder eenige infertien kunne voldaan worden. (was get.) O. W. Ph. Falck. Utrecht, den 16 January 1786. Edele Groot Achtbaare Heeren! Des Vroedfchaps Refolutie- of Notulboeken , fchynen my toe, niet anders te kunöen worden ge* confidereerd, als te zyn de Memoriaalen van den Raad, in welke ten overftaan van den Raad, (en wel van den Raad alleen met uitfluiting van alle anderen, als die alleen kennisfe draagt van den toedracht der zaaken in deszelfs Collegie voorkomende, en die uit dien hoofde daar toe ook alleen gereekend kan worden bevoegd te zyn:) aangeteekend word al 't gene in 't Collegie van den Raad voorvalt, of ter overweeginge voorkomt, met 't gene daar op beflooten word. Dezelve Refolutie- of Notulboeken, voorheen genaamd de daaglykfche boeken van den Raad, zyn tea allen tyden, gelyk dit by alle zelfs fubalter- ne  i56 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ne Collegiën en Corpora plaats heeft, het privatief eigendom van het Collegie van den Raad, qua Col. legie geweest, en kunnen niet anders dan al zoodaanig befchouwd worden. Hoe zeer het dan ook in 't algemeen als eene waarheid kan worden aangenoomen, dat, in een ruimen zin genoomen, alle Stads goederen en archi' ven, gezegd kunnen worden het eigendom van de geheele Burgery of Burger Maatfchappy te zyn» zal men nimmer in ftaat zyn, by admisfie van deze generaale politie, daar uit wettig af te leiden zoodaanige byzondere confequentie, dat behalven de Leden van den Raad, ook de overige Leden van de Maatfchappy, of, gelyk in 't prefente geval, een gedeelte van dezelve, bevoegd zyn of recht heb' ben tot het revideeren, redresfeeren of refumeeren van deze des Raads Memoriaal of Notulboeken; even min als men met eenigen fchyn van waarheid uit Stads Registers of aliunde zal kunnen aantoonen , dat van de vroegfte tyden af, federtde Gilden zich in de posfesfle van Stads Regeeringsbeftellinge gefteld hebben, immer zoodaanig fustenueis gevoveerd, veel min dat zoodaanig iets, ooit of ooit zoude hebben plaats gehad ofte zyn ondernomen ; wel is waar, dat ten tyde toen de Gilden in het bezit van de Regeeringsbeftelling waren, en vooral, toen federt 1455 geene verandering in de Regeeringsforme fchynt te zyn gemaakt, dan mettoeftemming en goedkeuring zoo der Gilden als van den Ouden en Nieuwen Raad, van alle zoodaanige veranderingen in Stads Regeeringsforme eene Aéte of Ordonnantie en Reglement geformeerd wierdt, welke onder de naam van Overdracht of Gildebrief aldus volgeDs den kundigen Heer van de Water genaamd, „ om datze niet by de Burgemeesteren, „ Schepenen, Raaden, en gemeene Oudermans (of ,, nu Dekens) van den Ouden en Nieuwen Raad, „ alleen, maar na voorgaande Morgenfpraaken van „ alle de Gilden beflooten wierden, " op perkament gefchreeven, na gedaane Collatie onderceekeniqg en  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 15? en bezegeling tusfchen den Raad oude en nieuwe, ende gemeene Gilden uitgewisfelc pleeg te worden. Doch het zoude abufivelyk zyn, zoodaani. se ABe, Overdracht of Gildebrief te confondeeren met des Raads daaglykfcheoïNotulboeken,; contineerende het gebefoigneerde en verhandelde in den Raad, van 't welk de Raad alleen kennis kan draacen .en ook uit dezen hoofden nimmer hec onderwerp heeft uitgemaakt, of heeft kunnen uitmaken, van eene als boven vermelden wederzydfche refumptivegoedkeuring,onderteekemng en bezegeling. Hoedaanig iets met mooglykheid alleen zoude kunnen te pasfe komen, wanneer een nieuw 5>tedelvk Regeerings-Reglement, met Communicatie en Concurrentie der Burgery gearresteerd, bydeszelfs introductie op perkament gefchreeven, na gedaane Collatie ocderteekening en bezegeling, tusfchen de Magiftraat en 'c lighaam der geheele Burgery , als een blyvend Document en nchtfnoer uit2ewisfeld;en onder de Archiven bewaard wierde. Om alle deze redenen , zoude ik van Advys zyn, dat in het verzoek van de Requestranten niet verder Fan worden getreeden, dan dat na voorafgegaane Saaie refumptie der Notulen van den ioden en zotten December jongstleeden, en het arresteeren van dezelve, Copie authentiek aan de Requestranten werde vergund en uitgeleverd tot derzelver naricht, met by voeging eener Copie van de aanteekeningen naderhand door eenige Raaden gedaan infereeren. f> g«.) A. S. Abbema, Utrecht, den 16 January 1786. Zeide de Heer Woertman, verplicht te vinden, alvoorens te delibereeren over deze en andere Aa> Ken. voortkomende uit het gerefolveerde van den 20 December 1785, als nog te inhereeren zyne gedaane aanteekening op den 27Ren December desfelfden jaars, en dien conform te declareeren, dat  Ï5-8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot hy tot nog toe in die zelfde gedachte verfeert, en daarom geen verzoeken relatief tot het gere- „ folveerde op den 2often December kan inwilli» gen, noch ook aandeel hebben wil aan eenige Refolutie,'' waar uit hy zou kunnen gerekend worden ex post faëto te legkimeeren , het gene door bem van den beginne als niet valide is geconfi- dereerd. Zeide de Heer de Leeuw, nu en in 't vervolg, alle maatjegelen, fchikkingen, en 'c gene verder noodig zal zyn, om de tweede Refolucie en Publicatie op den 2often December laatscleeden gearres» teerd, te doen effect forteeren; „ aan de meerder„ heid van dezen Raad, die gemelde Refolutie ge,, nomen en tot affictie van dezelve befloten heefc, a over te laaten; alzoo hy ingeenen deeleaanfpraa,, kelyk wil zyn, wegens de gevaarlyke, nadeelige „ en ruineufe gevolgen, dewelke volgens zyn j, begrip door dit voorgenomen werk, aan de Stad en Provincie, ja misfchien aan de geheele Repu,, bliek zullen toegebracht worden:" echter om aan eene oprechte en openhartige handelwyze, in allen opzichte te voldoen, wel te mogen lyden, dat zoo dra Vroedfchaps Notulen, den 19 en 20 December 1785, in dezen Raad zullen zyn gerefumeerd en finaal gearrefteerd, 'er van dezelve Copie authentiek met de referves, aanteekeningen en Infertien daar toe betrekkelyk, al waren dezelven involgende Vroedfchaps Vergaderinge ingeleverd, aao Geconftitueerden en Gecommitteerden worde ter hand gefteld, zonder nogthands voor zyn Stem in te treeden, veel min te avoueeren de ftellingen, vervat in 't Request ten dien fiue geprefenteerd. Zeide de Ondergeteekende, dat belangende het verzoek door Geconftitueerden van 1368 Burgers 'en Inwoonders, en de Gecommitteerden uit de agt Burger-Compagnien dezer Stad, den 27 December 1785 by Requeste aan de Vroedfchap gedaan, en ten  de Gebeurttnisfen in 1787 enz. voorgevallen. 159 ten zei ven dage commisforiaal gemaakt, gefteld zynde in handen van Heeren Burgemeesteren en Oud-Burgemeesteren, welke Heeren den 2den January joDgstleeden een favorabel Rapport hebben uitgebracht. Maar eenige Leden van den Raad, in gemelde Rapport, die voorlichtinge welke Haar Ed. wel gewenscht hadden , niet vindende ; was oirzaak, dat gemelde Rapport en Requeste, veertien dagen ter Secretarye van Policie werde voorgelegd, om door de Leden van den Raad, te kunnen worden geëxamineerd. Daar nu, door U Ed. Groot Achtb. op de gedachte Requeste zal gedisponeerd worden, moet ik verklaaren, dat ik het verzoek der Requestranceo, befchouw, als een gevolg, van de aan Hun den 20ften December jongstleeden ter hand gefteld zynde Extract Refolutie, welke ook ter gelyker tyd aan de vergaderde menigte by eene tweede Publicatie is afgekondigd. Dus zal ik het overlaaten aan die meerderheid, welke den 20ften December meergemelde tweede Refolutie genomen heeft, om even als toen, nu ook, aan net verzoek der Requestranten te defereerec. (was gei.) P. H. J. IvoY. Utrecht, den 16 January 1786. Zeide den Ondergefchreeven, als dat hy ten opzichte van het al of niet gearrefteerd houden der Notulen van den rgden en 2often December 1785, voor zich heeft begreepcn, als dat 'er by het reiümeeren dier Notulen op den 27ften December, na eenige geringe veranderingen, door den Heer Raad de Ridder voorgedraagen, dezelve gehouden zyn voor gerefumeerd en goedgekeurd; doch heeft den Raad, om redenen des verzoek door Geconftitueerden van 1368 Burgers en Inwoonders, en de Gecommitteerden uit de agt Burger-Compagnien dezer Stad, ten zeiven dage by Requeste gedaan, meer-  itjo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot meergemelde Notulen niet voor gearrefteerd gehouden; zal de Vroedfchap zich nu gelyk blyven, diende Hun Ed. Groot Achtb. ook daar by voor als nog te perfisteeren. (was gef.) P. H. J. Ivoy. Utrecht, den 16 January 1786. Zeide de Heer van Dielen, van gedachten te zyn, dat de Vroedfchap, uic hoofde dat meermaalen Copyen authentiek uit de Vroedfchaps Notulen , aan zulks verzoekende waren geaccordeerd; aan hec verlangen van Geconftitueerden en Gecommitteerden in zoo verre zouden kunnen voldoen, dat hun Copie authentiek van de Notulen van den ioden en 2often December laatstleeden, werde gegeeven, zonder evenwel daar door in het minfte te admitteeren, de middelen by Requesce tot adftructie van het gedaane verzoek gebruikt, en mits daar uitniec worde geëlicieerd, de minfte ratificatie van het gerefolveerde, en by Publicatie geaccordeerde op gemelden 2often December, verklaarende hy ver. der nu eens voor altyd, geen het minfte aandeel te willen hebben aan eenige Refolutie of demarche, waar uit op eenigerhande wyze zoodaanig eenera. tificatie zoude kunnen worden geinfereerd. Edele Groot Achtbaare Heeren! De Ondergeteekende zoude van advys zyn, dat de Vroedfchap, zonder te admitteeren de middelen geroerd by Requeste door Geconftitueerdens van 1368 Burgers en Inwoonders, en de Gecommitteerdens uit de agt Burger-Compagnien dezer Stad, op den 27 December 1785 geprefenteerd; zouden kunnen accordeeren Copie van de nu gearrefteerde Notulen van den 19 en 20 December 1785, verders inhtereert de Ondergeteekende zyn aanteekenioge den 27ften December in Vroedfchaps Noculen geinfereerd, en declareert, dac wegens het de. libe-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. lór iibereeren op de onderfcheide Requesten , pro» flueerende uit de Refolutie van den 20 December 1785, niec wil geacht worden te ratificeeren hee ^erefolveerde van dien dag, (was get.) D. j. Martens. Zeide de Heer J. A. Martens, Raad, van ge« dachten te zyn, dat de Vroedfchap zoude kunnen voldoen aan het verzoek van Geconftitueerdens ent Gecommitteerdens, naamentlyk: het accordeeren van een Copie authentiek van Vroedfchaps Notulen van den 20 December 1785, mits dat dezelve eerst gearrefteerd moeten worden, en dat daar uic piet worde afgeleid, eenige ratificatie ex postfactó Van het gebeurde, op gemelden 2often December j verklaarende hy verders, geen aandeel te willen; hebben aan eenige Refolutie waar uit zoodaanig eè« he ratificatie zóude kunnen worden getrokken. N0, 2263. Refolutie van de Vroedfchap der Stad Ut* recht, genomen den 16 January 1780" op het Addres door Geconftitueerdens en Gecommitteerdens den aden January geprefenteerd; waar by het eerftè poinSt om te perfisteeren by de Refolutie van den 20 December 1785 wórd gehouden in adi'ys; en Omtrent het twééde pointt goedgevonden, alvooreni daar op te refolveeren het Rapport der Heereh Gecommitteerden in dezen af te wachten; en belangende het derde poinB, heeft de Vroedfchap liet verzoek der Requestranten geaccordeerd. Ter deliberatie gelegd zynde het Request den aden dezer geprefenteerd, by Geconftitueerden^ van 1368 Burgers en Inwoonders, als mede by Gecommitteerdens uit de agt Burger-Compagnien binnen deze Stad, in de Notulen van de Vroedfchap geinfereerd, en welke veertien dagen cerSecretaryd van de Policie had voorgelegen. XXIX. Deel. 6 if Heeft  i6z Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Heeft de Vroedfchap het eerfte poinUt, raakende het blyven perfisteeeren van de Vroedfchap, by de genomen Refolutie en daar van gepubliceerd Extract, op de Requeste den 19 December 1785geprefenteerd, zonder daar van in eenig deel te zullen afgaan, gehouden in advys. En omtrent het tweede poincl, concerneerende de Propofitie der Heeren Edelen en Ridderfchappe, nopens het fchryven van eene Circulaire'Misfive aan de Bondgenooten, in aanmerking genomen zynde dac voorfchreeven poinft, by Refolutie der Heeren Edelen en Ridderfchappe ter laatfte Staatsvergaderinge voorgedraagen, by de Stad Utrecht overge. nomen, en door haar in Commisfie gefteld-is. Heeft de Vroedfchap aivoorens daaromtrent te refolveeren, goedgevonden: het rapport der Heeren Gecommitteerden in dezen af te wachten. En belangende het derde poindt, nopens het uitleveren van een Copia authentiek van voorfchreeven Refolutie der Heeren Edelen en Ridderfchappe; heeft de Vroedfchap het verzoek der Requestranten geaccordeerd. NQ. 2264. Aanteekeningen op de voorfz. Refolutie van de Vroedfchap der Stad Utrecht, genomen den 16 January 1786 en in de Notulen van dien dag doen infereeren, door de Heeren Burgemeester Loten, Oud-Burgemeesteren van den Bogaard en van der Dussen, mitsgaders de Raaden van Romond, van Senden, Daunis, de Ridder, Falck, Abbema en Ivoy. Gaven de Heeren Burgemeester Loten , OudBurgemeesteren van den Bogaard en van der Dussen, Heer van Darthuifen; de Raaden vanRuiond, van Senden, Daunis, de Ridder, Falck, Aebema en Ivoy, Hun Ed. fentiment infcriptis over, met verzoek van infertie in des Vroedfchaps Notulen. Zei. r  de Gebeurtenis/en in Ï787 enz. voorgevallen. 163 Zeide de Burgemeester Loten, dac op den ioden, en 2oden December pasfato, en veele reizen te ; vooren, iterativelyk gedeclareerd heeft, dat zoo I lang dezelve van den.Provinciaalen ééd op het Regeerings-Reglement van ió"74, op eene wettige wyze niet was ontflagen, zich in geene verandering in I dat Reglement konde inlaaten;" dat met relatie van het by de meerderheid gerefolveerde op den 2often December, verklaard heeft: 't zelve voor reke- |ning van de Burgery over te laaten, eh dat hy zich derhalven zonder zyn Confcientie geweld aan te doen. onmooglyk konde engageeren, tot maintien van het bovengemelde gerefolveerde. Edele Groot Achtbaare Heeren! By gelegenheid dat ik thands moet voteeren op het verzoek den 2den dezer by Requeste gedaan, door Geconftitueerdens van 1368 Burgers en Inwoonders, en Gecommitteerdens uit de agt Burger-Compagnien binnen deze Stad, denke ik vooraf te moeten zeggen, en in Vroedfchaps Notulen te laaten infereeren: dat, zoo het my voorkomt, de bloote befchouwing van den toedracht der zaake pp den loden en 2often Decemberlaatstleeden voorgevallen, hoe naamlyk de Vroedfchap opden2often December heefc verftaan en doen publiceeren: dat de Vroedfchap zich onbevoegd achtende zich L zelve te ontflaan uit den ééd of door de Burgery „ te laaten ontflaan, derzelver poogingen zal aanL wenden, om in eene buitengewoone Vergadering ,, der Heeren Staaten dezer Provincie, StaatsgewyL ze te worden ontflagen van den ééd op het ReL, geerings-Reglement van den jaare 1674, voor [,, zoo verre de Stedelyke poinéten daar in vervat |, zyn; ten einde daar door in ftaat te worden geL fteld, om het provifioneel beraamd Reglement „ op dezer Stads Regeeringsbeftelling daadelykmet. IL, de Burgery in te voeren; en dat de Vroedfchap „ wyders, indien onverhoopt het ontflag van den L 2 „ ééd  164 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot „ ééd invoegen voorfchreeve ter Staatsvergadering s> niet konde worde geobcineerd, en de gewensch. „ te verandering in het Provinciaal Reglement bin. „ nen den tyd van de eerstkomende vier maanden" niet mogte geëffectueerd zyn; na verloop van „ dien tyd, by continuatie alles zal blyven in hèt „ werk ftellen, om, zoo veel eenigzins met de ,, gronden van billykheid en rechtvaardigheid be„ ftaanbaar is, aan het gemanifesteerd verlangen der Burgeren en Ingezetenen te voldoen." En dat des niet tegenftaande, op den zei ven dag, indezelfde Vergadering van de Vroedfchap, is gere-> folveerd en gedaan publiceeren: „ dat de Vroed-' „ fchap accordeert het verzoek van de Geconfti,, tueerdens en Gecommitteerdens uit de Burgery, „ op gisteren by Requeste gedaan, en verftaat „ diensvolgens, dat het Concept - Reglement con„ cerneerende de beftellinge dezer Stads Regeerin,, ge zoodaanig het zelve geapplaneerd en geregu„ leerd is, gerekend zal worden heden gearresteerd„ en vastgefteld te zyn; met verder declaratoir, dat ,, het zelve vastgeftelde Regeerings-Reglement, 't zy de bezwaaren van 't Provinciaale Regee-. „ rings-Reglement binnen den tyd van deeerstko-' „ mende drie maanden mogten zyn afgedaan, dan„ niet, ca verloop van dezelve drie maanden, daa„ delyk met dc Burgery zal worden ingevoerd, „ en wederzyds beéédigd." Dat, herhaale ik ,de bloo-te-befchouwing van den toedracht dezer zaake,een ieder terftond moet doen befluiten: „ dat 'er iets „ van gewigts in den tyd, verloopen tusfchen de eerst gedaane Publicatie en de laatfte, de voor„ gaande zoo direct contrarieerende en dat in het: zoo zeer teder poindt der gehoudenheid aan een „ gepresteerden ééd, en het doen van eenen ééd „ den eerften volftrekt tegengefteJd, moet plaats „ gehad hebben, dat de Vroedfchap tot de laatfte : „ Refolutie en Publicatie heeft gebracht; en dat dat „ gewigtige niet anders zyn kan, dan de ontevrer■ „ denheid over de eerst gedaane Publicatie, getoond,! „ door  &e Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 16$ „ door eene overgroote menigte rondom 'c Stad„ huis geduurende de deliberatien over deze zaak, ,, gedaan hebbende, en derzelver aanhoudende „ fterke inftantien, dat de Vroedfchap een befluit „ zoude neemen volkomen- overeenkomende met ,, derzelver gedaane verzoek; mitsgaders derzel„ ver onwilligheid, om uit eikanderen te fcheiden ,, of den Raad van het Stadhuis te laaten gaan, ten „ ware dat 'er alvoorens aan derzelver verzoek letterlyk voldaan wierd." Alzoo het bekendis, hoe onvergenoegd de menigte is geweest over het fcheiden van den Raad des morgens van den iaden na de te dier tyd genomen en aan Geconftitueerdens en Gecommitteerdens gecommuniceerde Refolutie, om dat aan derzelver verzoek niet voldaan was, en hoe Geconftitueerden en Gecommitteerden op derzelver inftantien hebben verzogt, dat de Vroedfchap nog des namiddags van dien zelfden dag weder zoude vergaderen, terwyl intusfchen de menigte om, en by het Stadhuis vergaderd bleef. En wanneer de Vroedfchap des nademiddags hier fop weder vergaderd zynde, uit hoofde van hec jklein getal gecompareerde Raaden, difficulteerden j om in een zaak van dat gewigt een befluit te neemen; maar ten dien einde refolvcerde, des anderen |daags 's morgens wederom te zullen vergaderen, : en zulks door eene Commisfie van vier Heeren uic pet midden van hun, aan de menigte deed bekend 1 maaken, hoe te onvreden de menigce is geweest, en ipoe onwillig die was om van het Stadhuis te fcheiüen, in zoo verre dat de menigte niet eerder dan m avonds ten half agt uuren, na dat van 's morgens ten agt uuren vergaderd waren geweest, en ftand ikehouden hadden, en zulks met veel moeite, èn iniet dan onder belofte dat de Vroedfchap des an' peren daags 'smorgens wederom vergaderen zoude, : heeft kunnen geperfuadeerd worden, om uit elkan■ deren te gaan, blykens het rapport der vier Heeren ;voornoemd wegens hunne verrichtingen gedaan, : a Stads Notulen geinfereerd. L 3 Hoe  165 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Hoe wyders, wanneer de Vroedfchap des ars-' deren daags 's morgens, in compleeter getale wederom vergaderd zynde, na lange befoignes, eene tweede Refolutie heeft genomen en dezelve doea publiceeren, de menigte daar over te onvreden is geweest; blykens het rapport daar van gedaan, door de Heeren Schepenen welke over die Publicatie gedaan hebben, in Stads Notulen vermeld. En hoe de menigte volftrekc heeft geinfteerd, op letterlyke afdoening van het gedaan verzoek, en dat de dispofitie met allen fpoed mogte genomen en bekend gemaakt worden; blykens de fchriftelyke en door Geconftitueerdens en Gecommitteerdens onderteekende declaratie, in Stads Notulen geinfereerd. Ja! hoe zelfs verfcheide Heeren, die op de eer. fte Publicatie van het Stadhuis wilden fcheiden, zyn tegengehouden en gerepousfeerd geworden ,. door Lieden die verklaarden order te hebben, van niemand van de Leden van den Raad te laaten pasfeeren; met by voeging, dat geen der Leden van den Raad zoude worden toegelaaten van het Stadhuis te gaan, voor dat de Burgery volkomen genoegen in alles ontvangen hadt ; gelyk dan ook alle uitgangen van het Stadhuis bezet waren; blykens het gecommuniceerde daar van door dezelve Heeren in Stads Notulen vermeld. Immers ik zoude myn geweeten geweld moeten aandoen, indien ik niet betuigde, dat ik voor my uit deze omftandigheden befloten hebbe , ,, dat „ de Raad aan de volftrekte en aanhoudende in„ ftantien van het Volk diende te voldoen , ter ,, voorkominge van anderzins te apprehendeerende ,, onheilen, zoo voor de Raaden als voor de Bur„ gery zelve." Daar ik begreep, dat de Vroedfchap zich niet konde laaten ingefloten houden, nochtezoo groote en zoo zeer onvergenoegde menigte, om en by het Stadhuis blyven ftaan, of daar zoude eindelyk groote wanordens uit kunnen voortkomen; alzoo ik uit verfcheidene omftandigheden by my zelvea kon»  de Gebeurtenisfan in 1787 enz. voorgevallen. I67 konde opmaaken, dat welligt eeDige heethoofdige en doldriftige Mecfchen , zich onder de menigte zouden bevinden, die in ftaat zouden zyn om dezelve aan te porren, en met fchoonfchynende redenen trachten te permoveeren tot hec doen van fterke pasfen, zonder dac ik zeker genoeg konde weeten, wat fucces zoodaanige poogingen, al of niet zouden kunnen hebben. Aangezien eenige der alleronkundigften, hoedaanige de ondervindinge akyd heeft geleerd, dac de driftigften en voorbaarigften zyn, en wel ras gereed om handen aan 't werk te flaan, mooglyk daar aan gehoor zouden kunnen geeven; ,, hoe zeer ik ander. „ zins gerust was, dac het lighaam der Burgery „ zich nimmer daar toe zoude laaten permoveeren, „ maar bedaard zoude handelen, ja zelfs de zoo. „ daanigen zouden tegengaan; 't welk echter we„ derom op zich zelve, een akelig vooruitzicht „ oplevert." Ea waarlyk het gene vervolgens openlyk genoeg gezegt, gefchreeven en verzekerd is, aangaande fommige ter dier tyd gedaane poogingen, tot hec aanzetten der faamgekomene menigte tot fterke pasfen, doch aan welke gelukkiglyk geen gehoor gegeeven is, fchynt niet onduidelyk aan den dag te leggen, dat mynebekommernisfen zoo ongegrond niet zyn geweest. 't Is dan ook om deze redenen, dat ik fchoon meer genegen zynde geweest, om met veele Kaaden de zaak aan de Burgery over te laaten, als wel ftrookende met het declaratoir van de Burgery by voorgemelden Requeste gedaan, dat zoo de Vroedfchap hec verzogte niet accordeerde, ,, de Burge„ ry het daar voor houden zou, dat het geappla,, neerde Regeerings-Reglement op heden den „ igden December vastgefteld en gearrefteerd, om „ na verloop van drie maanden daadelyk ingevoerd „ en by den Raad en Burgery wederzyds beéédigd „ te worden;" en ook meer overeenkomende met myne gemoedelyke denkwyze in dezen, dat ik#ch» h 4 *er  f08 Verzameling vm Stukken betrekkelyk tot ter begreep, dat dit, zoo als de zaaken toen fton. den met zoude voldoen, alzoo de menigte eischte* „ dat letterlyk aan haar verzoek voldaan zoude ,, worden;" en mooglyk nog meer zoude worden geïrriteerd, door eene derde Refolutie en tweede publicatie, welke daar niet aan beantwoorde, maar dat, wilde men een einde van deze zaak zien. ,, letterlyk aan derzelver verzoek zoude moeten worden voldaan;" waarom ik dan ook van advys ben geweest: ,, dat de omftandigheden vereisen. „ ten, dat de Vroedfchap het gedaane verzoek naar den letter accordeerde;" my met op billykheid fteunende redenen, flatteerende, dat in den loopenden tyd var drie maanden de voorftemmende Leden van Staat wel zouden te beweegen zyn, om een einde van de deliberatien over der Burgeren en Inen Opgezetenen bezwaaren te maaken, als wanneer de Raaden van zelfs uit den ééd op het Provinciaal Keglement gedaan, ontflagen zouden zyn; ofte ook wel uit conflderatie van de fituatie waar in zich de Vroedfchap bevinden zou, dezelve van den Provin «aaien ééd, zoo verre het poinct der Regeerings. beftelling dezer Stad betreft, wel zouden willen ontflaan ; daar by ook begrypende, dat zoo al eens tegen alle redenen aan, dit mogte mislukken, het my altyd vry zoude ftaan, om ingevolge de conditie met confent van de Vroedfchap ia de Vroedfchaps JMotulen van den i2den laatstleeden aangeteekend, waar op de continuatie van myne Raadsplaatfe had. de aangenomen, naamentlyk: dac het my ten allen tyde vry zoude ftaan, dezelve in den fchoot van Hun Ed. Achtb. neder te leggen, myne demisfie als Kaad te neemen; als in deze myne omftandigheid, het gepaste middel zynde, om twee kwaaden, van welke een van beiden, anderzins onvermydelyk zoude zyn, teeviteeren; naamentlyk: „ de goede „ Burgery m het vorderen van haar aloude Recht, uit hoofde van myne gehoudenheid aan den Pro. „ vinciaalen ééd, eenigzins in den weg te moeten ?i zyu» qf myn gemoed te moeten verkrachten en  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 169 „ tegen dien ééd aan te gaan." Vermits het no. toir is, daar ik op den I785» wanneer de Vroedfchap by Requeste door Geconftitueerdens en Gecommitteerdens verzogt was, van dea Provinciaalen ééd, concerneerende het poindt vaa Regeeringsbeftelling dezer Stad, te ontflaau, gedeclareerd hadde, zoo veele redenen voor en tegen deze zaak te vinden, dat ik tot geen befluit konde komen; maar echter dit klaar begreep, dat om zich met een goede confcientie Aian eenen gedaanen ééd te ontflaan, men niet in twyffel moet ftaan, of men dit vermoge dan niet, maar ten vollen verzekerd moet zyn, zulks te mogen doen; blykens myn fchriftelyk votum, den 1 Odtober 1785 in Stads .Notulen geinfereerd; en daar ik het zelve ook hebbe betuigd gehad in deze Vergadering van den ioden en 2often December; dac ik derhalven, wat my betreft (hoe zeer ik in myne confcientie daaromtrent ook mogce dwaalen) onmooglyk met een goed gewisfe en een eerlyk man blyvende, zoude kunnen beéédigen een domestiek Reglement, vervattende eene totaale verandering van een allervooroaamsc poindt van het Proviociaale Regeerings-Reglemenc, door my, ter Vergadering der Staaten plechtig bezwooren; hoe zeer ik ook altyd het recht der Burgery tot haare eigene Regeering'sbeftellinge erkend hebbe, nog erkenne, en van harten wenschte daar toe te kunnen medewerken; van welk myn fentiment ik vertrouwe, dat alle de Raaden gexuigenisfe zullen kunnen draagen; gelyk zulks ook door ver. fcheide myner gefchriften in Stads Notulen geinfereerd, kan worden bevestigd. ,, En hoe zeer ik ,, ook moet erkennen, dat het geduld der Burgery op den allerfterkften toets is gefteld geworden, ,, door zulk een groot dilay, omtrent het ter hand „ neemen van de befoignes over 's Volks ingeroepene bezwaaren op het Provinciaal RegeeringsReglement, door de voorftemmende Leden van ,, Staat getoond, en dat hec hard voor de Burgery L 5 „ zou-.  170 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot „ zoude zyn, daar door van haar aloud recht te „ moeten verftooken blyven." Om welke voorgemelde redenen, ik dan ook vervolgens , ten einde in ftaat te mogen geraaken , omme te coöpereeren cot het daadelyk invoeren en beéédigen van het tusfchen de Vroedfchap en de Burgery geapplaneerd Regeerings-Reglement, waar toe ik geredelyk getoond hebbe, op den 27ften December laatstleeden in de Vergadering van de Vroedfchap hebbe geproponeerd, om ter Vergadering van de Staaten van Stadswegen kennisfe te geeven, van degebeurtenisfe van den iyden en 2often December; en te verzoeken: dat de Raaden in de Vroedfchap dezer Stad, Staatsgewyze van den Provinciaalen ééd, zoo veel aangaat het poinSt der MagiJtraatsbeftellinge dezer Stad, mogten worden ontflagen ; of dat de voorftemmende Leden geliefden te effectueeren, dat het verlangde redres der bezwaaren over het Regeerings-Reglement, binnen drie maanden mogten worden volbracht; als wanneer de Leden van den Raad van zelfs uit dien ééd zouden ontflagen zyn; gelyk dan ook door de Vroedfchap by Refolutie van den 27 December 1785, ter Vergadering der Staaten den 28ften daaraanvolgende ingebracht, is gefchied; doch met dien onverwagten en verbaazenden uitflag, dat de Heeren Edelen in hoope dat de Vroedfchap de gedaane Publicatie van den 2often December weder zouden intrekken, hebben gerefolveerd te fuperfedeeren met devoorgenoomen befoignes, en dat de twee voorftemmende Leden het verzogt ontflag uit den ééd, hebben gedeclineerd. .Uit alle dit geavanceerde, vertrouwe dan klaar te blyken, om welke redenen en met welk voorneemen ik op den soften December laatstleeden geftemd hebbe tot de laatfte gedaane Publicatie. De opgave van welke redenen ikvermeind hebbe aan myn zeiven verfchuldigd te zyn, om dezelve in Stads Notulen te laaten infereeren, op dat daar door j  ie Geïeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 171: door, zoo nu als altyd, zoude kannen geweeten worden, de redenen van myn gehouden gedrag in dezen, en op hoedaanige wyze ik gedacht hebbe omtrent eenen ééd, vaD welke ik niet ten vollen verzekerd was, my ontflagen te kunnen rekenen. (was get.) P« P« van den Bogaard. Edele Achtbaare Heeren ! Van den beginne af aan myn fentiment geweest zynde, om by de oude conftitutioneele Regeeringsforme, zoo als die door my beéédigdis, te moeten blyven, zoo lang ik van dien ééd niet op eene wettige wyze ontflagen ben, heb ik van my niet konnen verkrygen, om my in de deliberatien over de bezwaaren en het applaneeren van een nieuw Stads Regeerings-Reglement in te laaten. En als nog in dat zelfde fentiment verfeerende, heb ik voor my het gerefolveerde op den ïoften December laatstleeden, niet anders als informeel kunnenc vietus. 2. Dat de Refolunen daaromtrent, door die Reprefentanten, (li. eet vi fcf metu justo, als in 1747 genoomen,) van Kracht zyn, en niet konnen ingetrokken worden , dan confenju populi. Ja eindelyk tenderden, dat 'er tusfehen het vrye Volk van Utrecht en haare repraïfentative Regeering, geen zoodaanig geweld kan plaats hebben in die gevallen, en dit blykt uit het jaar 1747, dat zoo extra kragtig gereekent word: en vooral kan het geen plaats hebben, zoo dat vrye Volk recht heeft, haar eigen Regeering aan te Rellen, of te doen aanftellen uit haar naam; want dit recht fluit ook in de macht des Volks, om hun voor te fchryven de wet, waar op zy die aanfteld en volgens welke zy wil geregeerd worden, zoo als uit 't Plakaatboek blykt, dat de Gilden met den ouden en nieuwen Raad oudtyds deeden. Waar by nu nog komt, dat geweld geen plaats kan hebben in een geval, waar in een Volk opgeroepen door hunne Reprefentanten, om hunne bezwaaren ' op te geeven, aan dien oproep voldoed; en na dat die zaak reeds byna twee jaaren heeft gehangen, zonder afdoening te voorzien, ziende dat men hunne verkreegene rechten tegen de oude decifien, eertydsin Stads faveur gevallen, wil afftaan, eindeJyk na zoo veel ondervinding het flingeren en der onzekerheid moede, zich doet ftellen door haare Keprelentanten in de door haar gereclameerde rechten, welke zy volkomen heeft bewezen, haar oudtyds gecompeteerd te hebben; en van welke het Volk  de Oebeurtenisfen in 1787 voorgevallen, enz. 181 Volk niet dan vi of vi armata door alle tyden ontzet is geworden. Admitteerd men nu dit befluit, opgemaakt uit den handel federt 1747 tot heden toe gehouden, dan blyft Stads-Refolutie valide, al was die ook genoomen vi £? metu; dan blyft tevens het Stadhouderfchap en de Refolutie opdatftukook in esfen; maar admitteerd men dit befluit niet, om dat vis en metus een onbeftaanbaarheid daar van doen gebooren worden , dan ook vervalt het Stadhouderfchap, een ambt zoo noodig in deze Republyk, beftaande uit zeven fouvereine Bondgenooten, zoo veele Departementen hebbende , ten einde door den Heer Stadhouder de befluiten der zeven Souvereinen, door alle die Departementen met kracht en activiteit te doen ter uitvoer brengen. Kan 'er dan, gelyk getoond is, (door dat men 't gepasfeerde in 1747 omtrent de introductie van *t Stadhouderfchap valide reekent, alfchoon het wel van vrees en geweld, maar nooit van onbestaanbaarheid, om die vrees of geweld is gecapteerd,) geen zoodaanig geweld, (dat het zelve het gerefolveerde doet vervallen, of meer doen intrekken,) plaats hebben tusfchen het vrye Volk van Utrecht en de Regeering, die haar alleen reprajfenteerd; dan is het ook zeker, dat de befchuldiging van zoodaanig een geweld het Volk van Utrecht, door de Heeren Edelen aangetygd, is erroneus, en dat de gevolgen daar uit getrokken vervallen, te weeten 't intrekken vanhet gerefolveerde en gepubliceerde ; tot welks arresteeringe de Ondergeteekende ten minsten gerechtigd was, federt hy vry van alle ééd'metde expiratie van den liden October zynen post met den 12 October 1785 niet heeft aangenoomen, dan onder de gedaane referves, buiten welker admisfie hy toenbereid was zynen jloel in den Raad ledig te laaten. Daar die nu geadmitteerd zyn, is de eisch der Edelen voor die Stads Regenten, die niet dan onder diereferves hun post weder hebben aanvaard, nog wil. len aanvaarden, zeer Isfief, alzoo wy in qualiteitals Raaden, van ons wel of kwalyk refolveeren , M 3 om-  182 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot omtrent voorkomende zaaken , aan Diemand hier verantwoording fchuldig zyn, dan aan ée Burgery, en hier namaals aan den Opperrichter van Hemelen Aar. de, maar hoegenaamd aan geene twee Leden van Staat, veel min van de Edelen alleen, daar wy zelfs een Staats-Lid uitmaaken. Die Refolutie is dus, vol. gens des Ondergeteekendes oirdeel, zeer JEefief voor den Raad en de Burgery, en verdient ten fterk. Ren, dat zich en Raad en Burgery die zaaic aantrekke, alzoo der Burgeren goede naam en faam, door die Refolutie, voortgekomen van de aanzieneiykfte Mede-Inwoonders dezer Stad, (en daarom buiten af te meer indruk maakende,) Leden van de maatfchappy, die in qualiteit als Inwoonders aan diezeive Rechten en Privilegiën deelachtig zyn, is aangetast, en verdedigd moet worden voor 't oog van de geheele Natie, waar toe de Burgery zeker noodig heeft een geauthentifecrde Copie dier Refolutie, welke ik hun met den eersten zoude doen bezorgen. (was get.) j. p. DE Ridder. Utrecht, den 16 January 1786. Edele Groot Achtbaare Heeren! Daar ik thands over het Request der Geconftïtueerden en Gecommitteerden uit de Burgery, den aden January dezes jaars aan de Vroedfchap geprefenteerd, myne gedachten moet uitbrengen, heb 3k getracht dezelve met allen aandacht gade te Rian, en bevonden verfcheiden punten te bevatten; als eerftelyk: dat de Requeftranten zeker ftaat maaken, dat U Ed. Groot Achtb. zullen blyven perfifleeren by de genoomen Refolutie, en het daar van gepubliceerd Extract op de Requesteden loden December laatstleeden geprefenteerd , en wei verre van in eenig deel hoe gering ook daar van te zullen afgaan, en dus op het voo>-ftel der Ridderfchap, een declinatoir zullen uitbrengen. Tm  de Gebeurtenisje in 1787 enz. voorgevallen. ï.83 Ten tweeden, als mede ten aanzien der Circulaire Misfives aan de Hooge Bondgenooten. . Ten derden, om aan de burgery een Copie au. thentiek der Ridderfchaps Refolutie den 28 December 1785 ter Staats-Vergadering uitgebracht, aan de Requestranten uit te leveren. Oo het eerste poinct vind ik my genoodzaakt, myn aeadvifeerde van den 2often December, en op den i7ften derzelver maand in de Vroedfchaps Notulen geinfereerd, te inhajreeren. Op het tweede, het Rapport van Heeren Burgemeesteren en Oud-Burgemeesteren daar op te zul- lSVlhTderde of laatfte, als Stads Refolutie niet contineerende, te moeten difficulteeren. (was g«.) O. W. Ph. Falck. Utrecht, den 16 January 1786. Zeide de Ondergefchreeven, dathyop denaoften December des afgeloopen jaars niet hebbende in. eeftemd of geconcurreerd tot het neemen van de foenmaalige laatst gepubliceerde Refolutie van dien dag, en zulks om redenen by die gelegenheid geavanceerd, en by de refumptie op den 27ften December daar aan volgende gedaan infereeren, als nu uit hoofde van die zelfde redenen, omtrent het verzoek van Geconftitueerden en Gecommitteerden bv Requeste op den 2den dezer voorgedraagen, ten einde de Vroedfchap zoude perfifteeren by opgemelde Refolutie, van oirdeel te zyn, zich dien aangaande niet te kunnen noch te mogen ïnlaaten. Gelvk hy Ondergefchreevene tevens verklaard , zich ook vervolgens direct of indirect, niet te zul. len inlaaten, omtrent al 't gene in de Vroedfchap voorkomende, gerekend kan worden een gevolg te zyn, van die zelfde op den mollen December jongstleeden gepubliceerde Refolutie. (was get.) A. S. Abbema. Utrecht, den 16 January ^85.  IH Verzameling van Stukken betrekkelyk tol Edele Groot Achtbaare Heeren! Daar ik reeds op den 19 December 1785, mYn £nT. had "'"^bracht, eD 'tz^ve den 2oftendS èanvolgende inhalerende, concurreerende toe de eerstgepoomen Refolutie van de VroedfchSp op dé Requeste van Geconftitueerden van 1368 Burgen ZlZ°0nÓrS> eD ^ Gecommitteerdens fd !?,-„ Up*-r ?ompagnien dezer Stad uit naam van hunne Principaalen ingediend. SSn H?neREfolutie gepufaliceeerd-wordende, noch S! rJr?ë^epeT eD ^gaderde menigte noch aan Geconftitueerdens en Gecommitteerdens, geboegen gaf; maar integendeel, geëischc wierd ff doening van zaaken, beftaande in eene Ref Ju £ JSSStï. OVereeDkomende het by Requeste 2ofdD™Ht0en de,Vroeafchap, by meerderheid ffer v,„ eV3n h" gevorderde te voldoen, en S£.?n neD Extr3aRefolude aan Geconftitueerdens en Gecommitteerdens ter hand te ftellen, en by eene tweede Publicatie aan de vergaderde ml pigte te kennen te geeven vcxgdiurae me- ' Ik ben blyven perfifteeren, by mvn overgelegd ondeZertnd^u 'ft -P°ch mv aan ds eerderheid onaerwerpmde, hebbe ik aan het verzoek van den Baad voldaan, zoo wel adfisteerende by het dS éertweeae als eerste Publicatie, aan welke meerderheid ik ook over zal laaten, aan het nader Teques door Geconftitueerdens en Gecommitteerd, u naam van hunne Principaalen, op den 2deTanuarv jongstleeden geprefenteerd / teP disponeeren • als een gevolg zynde van meergemelde Lede Refolu? t e genoomen op den soften December, by welke pok acht ik het onnoodig de Refolutie der Hee. ren Edelen en Ridderfchappe 'sLands van Utrecht ter Staatsvergadering ^gebracht den 28ften De'  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 185 cember in te treeden, welkers inhoud my zoo min als aan myne Mede-Burgeren kan behaagen. Nopens het geproponeerde afzenden van eene Misfive aan de Bondgenooten, als reeds inCommisfie gefteld zynde, ben ik van gedachten het Rap. port te moeten afwachten. Maar wat aanbelangt het verzoek der Requestranten, om te mogen obtineeren voor de Burgefy, een Copia Authentiek van de byde Stad overgenooï men Ridderfchaps Refolutie , op dat de Burgery dezer Stad, daar door ia ftaat gefteld worde het noodige ter hunner justificatie, zoo wel als tot effi« cafieus maintien vau Stads Rechten en Voorreenten, aan U Ed. Groot Achtb. voor te draagen. Zoude ik geene de minste zwaarigheid maaken aan dit verzoek te voldoen, te meer daar gedachte Ridderfchaps Refolutie, reeds door den druk is publiek geworden, zelfs voor dat de Vroedfchap dezelve had kunnen bekomen. (was ge:.) P. H. J. Ivoy. Utrecht, den 16 January 1786. Hebbende de Heeren van Musschenbroek, Nahuis en ÓDé, verklaard zich te voegen by de aanteekening van den Heer van Darthuizen. Zeggende de Heer Burman de la Bassecour, niet in te ftemmen, in het in Advys houden van 't eerste poindt, maar van gedachten te zyn, dat de Vroedfchap behoorden te perfifteeren by de genoomen Refolutie van den 20 December 1785. Zeide de Heer van Haeftem, zich met het in Advys houden van het verzoek der Burgery, om te perfifteeren by de gemelde Refolutie van den 2cften December jongstleeden, niette conformeeren, als ftrydende niet alleen tegens zyn gemanifesteerde en in den Raad voorgedraagene denkwyze; maar daar uit Ook voorziende, de allerfchroomelykfte gevolgen, M $ als  iSS Verzameling van Stukken betrekkelyk tot als onder anderen. eene aanwakkering van het zoo ongelukkig fubfifleerend wantrouwen, tusfchen de Utrechtfche Burgery , en hunne vertegenwoordigers, waaromme hy het een en ander, voor rekening van de meerderheid der Raaden moest overlaaten. Waar by de Heer Eyk zich verklaard heefc te voegen. Accordeerd met voorfz. Refolutie» In kennisfe van my (was git.) J. W. de Roever. N°. 2265. Advys aangaande de Vroedfchaps Refolutie van den 21 November en 5 "December 1785, als mede nopens de Requesten van Geconjtitueerden en Gecommitteerden uit de Burgery, van den 12, 19, en 27 December 1785, en 2 January 1786 enz., door Mr. J. C. Smitsaert, Raad in de Vroed, fchap der Stad Utrecht, inde Raadzaal der zelve Stad voorgedraagen en in Refolutien gedaan infereeren , op maandag den 16 January 1786". Edele Groot Achtbaare Heeren! Ingevolge van myne herhaalde fchriftelyke en mondelinge referves, gedeeltelyk te vinden in Vroedfchaps Notulen van den loden December des afgeloopen jaars, waar van ik om redenen toen. maals gezegd, niet eerder gebruik heb willen maaken, acht ik het tegenwoordig tydftip niet ongefchikt, om alhier voor te draagen en in de Notulen van den Raad te doen infereeren de redenen van myne onderfcheiden Advyfen, zoo omtrent Vroedfchaps Refolutien van den 2iftcn November en 5den December laatstleeden, en de Requesten der Burge. ry van den I2den en iaden December daar aan volgen»  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 187 gende, als nopens het gene federt ten aanzien der gemelde Requesten is voorgevallen, verzoekende, dat Uw Ed. Groot Achtb. het daar voor gelieven te houden, dat myn eenig oogmerk in dezen is, op dac ten allen tyde, voor dit — en volgende ge. flachten zoude kunnen blyken, hoedaanig ik in alle die gewichtige omftandigheden heb getracht te denken en te handelen. Dat ik reeds voorlang van begrip ben geweest, dat de gewer.schte redresfen in hec Regeerings-Reglement waarfchynlyk op degevoeglyklteen prompite wyze zouden kunnen worden geëffectueerd, door middel van minnelyke onderhandelingen rus. fchen alle de geinteresfeerde partyen, blykt ten klaarften uit myn advys over alle de ingeleverde bezwaaren, alwaar k reeds den 14 July 1785 tot aat einde de benoeming van eene Commisfie uit ieder der drie Leden van Staat en uit het lighaam der Burgery, — zoo wel als uit naam van den Heer Scadhonder, indien zyn Hoogheid daar toe geliefde te accedeeren, opzetlyk heb geproponeerd; zonder dat toenmaals eenige reflectie wierd geflagen op dat voorftel; myne intentie was toea ter tyd nog. tnands, dat de conferentien vaa zoodaanige Coni. misfie nergens anders dan alhier ter Stede behoorden te worden gehouden, en dat in dezelve geene andere bezwaaren, dan die welke het Provinciaal Reglement aangaan, konden behandeld worden, terw>l ik wat het laatfte aangaat, zoo zeer geperfuadeerd ben van Stads onvervreemdbaar reent vaa vry e en onafhangly ke Magiftraatsbeftelling, —■ en gevolglyk ook van de bevoegdheid van Regeering en Bargery om deswegens onderling te conveniceren, zoo als dezelve tot bevordering van hunne vryheid, veiligheid en voorfpoed, zouden geraaden vinden, dat nimmer eenig denkbeeld om eenige domestieke poincten aan de beoirdeeling van anderen te fubmitteeren, by my heefc kunnen opkomen; zoo als dan, ook myne advyfen van 28 Juny 1784,11 en25 April, 14 ïuly, x Odtober 1785, en andere daar van over- vloe-  188 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot vloedig kunnen getuigen. Wanneer nu de Propofitie der Heeren Edelen van den 24ften Augustus des voorleeden jaars, by UEd. Groot Achtb. in eene gezette overweeging wierd genomen , heb ik, om duchtige — doch ten tyde van myn voornoemd voorftel van den I4den July niet geëxteerd hebbende redenen, mede geaccedeerd tot Vroedfchaps Refolutie van den 2iften November, den 23ften daar aan ter Staatsvergaderinge ingebracht, by welke , van Stads wege wierd geconfenteerd in de voorge. fiagen Commisfie naar 's Hage te decerneeren, mits nogthands de poincten Stads privative Regeeringsbeftelling betreffende, aldaar buiten alle deliberatie zouden worden gehouden, gelyk dan ook deze fpeciaale conditie, zoo wel als de bepaaling van een zekere peremptoire tyd, binnen welke alles, zoo in 's Hage als naderhand alhier zoude moeten afgedaan zyn, onder de motiven zyn geweest, door welke ik my tot het confenteeren in die Haagfche befoignes heb laaten overhaalen; dan, de extenfie van deze onze Refolutie fcheen de Heeren der voorftemmende Leden niette fmaaken , immers, dezel. ve wierd door Heeren Geëligeerde Raaden, welke zich nogthands reeds te vooren by den voordracht der Heeren Edelen hadden gevoegd, in advys gehouden, terwyl de Ridderfchap bleef perfisteeren by derzelver voorgemelde Propofitie, invoege ge. daan, zonder zich verder over Stads Refolutie uit te laaten; deze zaak bleef derhalven toenmaals bui. ten conclufie, en het liet zich aanzien, dat de geprojecteerde conferentien geen voortgang zouden kunnen hebben, te minder, wanneer ook naderhand de uitzondering der domestieke poincten, in de Refolutie van Amersfoort voorkomende, de voorftemmende Leden in dit opzicht te meer fcheen te doen aarfelen; om dit te voorkomen, wierd vervolgens op den 5 December alhier geproponeerd en zit tens Vergadering gerefolveerd, het meergenoemd voorftel der Edelen van den 24ften Augustus pro ut. facet te ampledteeren, en ter eerstkomende Staats^ ver-  de Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, i&p vergadering daar van ouverture te doen by eene nadere Refolutie; ik had nevens andere Raaden deze nadere propofitie, om zich met de Ridderfchap te conformeeren, te gemoet gezien, en hierom terftond na den 23ften November getracht, zoo veel in my was, alles te wikken en te weegen wat voor en tegen zoodaanige alteratie van Vroedfchaps Refolutie van den 2iften November konde worden ingebracht; hec gene daar voor militeerde kwam my voor wel voornaamlyk hier op neder te komen; de Ridderfchap proponeerde de conferentien te ,, doen houden over het Concept-Reglement Reforma„ toir, het welk de Stad reeds had geconfenteerd dat tot eene bafis zoude verftrekken der onder,, handelingen; de geprojecteerde commisfie zou„ de gevolglyk daar aan geborneerd zyn, zonder ,, verder te kunnen gaan; aan de refpecfive Ge„ committeerden zouden, ieder van hunne Com„ mittenten, bepaalde inftrudtien worden gegee» ,, ven; dezelve Gecommitteerden zouden daar door ,, altyd refponfabel blyven aan hunne Principaa,, len; de Commisfie zoude niets ter conclufie — ,, maar alleen rapport moeten uitbrengen, waar na ,, alle de partyen nog in hun geheel bleeven; Stads „ Regeering »en Burgery zouden dienvolgens de ,, de macht behouden, om hec domestieke aldaar buiten alle deliberatien te houden, uitgezonden „ alleen die poincten, welke uit het Reglement van „ 1674 in het Concept-Reglement Reformatoir zyn over„ genomen, tot welk laatfte de Vroedfchap bereids „ den 2iften November had geaccedeerd." „ Het fcheen ten hoogften wenfchelyk te zyn, dat dezelve Stedelyke Reglementen ter zelve tyd „ in alle de Steden dezer Provincie wierden inge„ voerd, en dit konde nimmer plaats hebben — „ ten zy zoodaanige Reglementen Staatswyze gear- resteerd wierden." ,, Het was buicen dat alleszins raadzaam, alle „ mooglyke middelen ce beproeven om coc eene „ gedefidereerde afdoening van zaaken te komen, » op  •joo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot j, op dat niet te eeniger tyd aan Regeering of Bur- gery zoude kunnen worden gereprocheerd, dat >, door derzelver toedoen de bevordering der noo. „ dige redresfen was vertraagd geworden; en,ein« delyk, bleef de Vroedfchap en gevolglyk ook „ derzelver Gecommitteerden, in alle gevallen ge. „ houden aan des Raads Refolutie van den 9 Augus„ tus 1785, by welke Heeren Burgemeesteren en Gecommitteerden ter befchryvinge waren ver- zogt en geauthorifeerd, om, ingevalle door Hun „ Ed. Mogenden eenige deliberatien wierden onderno3, men omtrent Stads MagiJlraatsbefteUing, als dan ten „ fterkften daar tegen te protefteeren:" alle deze redenen waren zeker van geen klein aanbelang; doch hier tegen nam ik in aanmerking, „ de Refolutien „ der Heeren Edelen in het afgeloopen jaar op orr„ derfcheide tyden ter Staatsvergaderinge uitge„ bracht, inzonderheid van den 18 Maart, 7den „ November en 7den December laatstleeden, ge-. „ lyk ook derzelver gedrag ter Vergaderingen op „ en voor den 11 den October en 23ften Novem- ber, waar by naderhand hun contraprotest tegen „ Vroedfchaps aanteekening omtrent de vernieuw- de aanftelling van den Hoofd-Officier dezer Stad, s, niet minder bedenking baarde, benevens ver- fcheide andere byzonderheden, te veel om op „ te noemen ; uit alle welke maar al te veel ver„ moeden wierd gebooren, dat dezelve Heeren „ Edelen of immers de meerderheid, eene rechtftreek„ fche. bedoeling hadden om de handen te krygea „ in het huishoudelyk beftier van Stad en Steden; „ deze foupcocs fcheenen my toe door de laatfte ., woorden van derzelver Propofltie van den 24ften ,, Augustus, dat de Gecommitteerde Burgers zouden „ worden gehoord wegens hunne Stedelyke bezwaaren, „ niet weinig te worden vermeerderd; hoedaanig „ ik ook dacht over deze laatfte uitdrukking, de„ zelve bleef my altyd ten uiterften bedenkelyk, „ en involveerde roynes oirdeels , dat de Ge„ committeerden wegens de Burgery niet alleen niet  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 191 niet «ouden adfisteeren by de befoignes der Haag. „ fche Commisfie, noch ook gelegenheid ontvangen ,, om hunne belangen in te brengen ten aanzien van het Provinciaal Reglement, maar eeniglyk NB. ,, gehoord worden nopens hunne bezwaaren aangaande het beftier dezer Stad; waar uit notoir „ moest worden afgeleid een toeleg, om Stads ,, recht van vrye Magiftraatsbeftelling aan de be,, oirdeeling van anderen te fubmitteeren. De Re„ genten zyn intusfchen gehouden, der Burgeren ,, Rechten en Privilegiën , waar onder derzelver ,, aloud Recht van Magiftraatsbeftelling wel eene „ der eerfte plaatfen mag bekleeden , eenvoudig „ voor te ftaan en te verdeedigen, zonder iets te ,, mogen waagen waar door by waarfchynlyke con» fequentie aan die Rechten en Privilegiën eenige ,, afbreuk zoude kunnen gefchieden; deze waar» „ heid is ten allen tyde van eene algemeene applicatie, en inzonderheid op alle zulke Voorrech,, ten, welke de Burgeren zelve gezind zyn te blyven vasthouden; en, mynes bedunkens, volgde „ uit al het gezegde, en vooral uit de bygebrachte i, foupcons ten aanzien van het oogmerk van de „ Ridderfchap, of immers wierd door het confen„ teeren in Ridderfchaps Propofitie pro utjacet ge,, rhqueerd, dat onze huishoudelyke zaaken in de voorzegde Commisfie en vervolgens by de voor„ Hemmende Leden en ter Staatsvergaderinge zou,, den kunnen in deliberatie komen, zonder dat de „ Raad en Burgery in zoodaanig geval het vermo,, gen zouden hebben om zulks te weeren of zelfs „ eenedecifie te voorkomen; ja! (mag ik vry uit,, fpreeken) ik voorzag en vreesde, dat de meer„ derheid van den Raad in dat cas (naar myn inzien) „ welligt te veel condescendance mogt betoonen „ voor de Heeren der voorftemmende Leden, waar „ door het geapplaneerd door den Raad goedge„ keurd en reeds in September te vooren by Publi„ catie aan de Burgery toegekend Stedelyk Regle„ ment, zulke aanmerkelyke veranderingen had „ kun-  lp* Verzameling van Stukken betrekkelyk tot „ kunnen ondergaan, waar in de Burgery nimmer. „ meer genoegen konde neemen, terwyl dezelvè als dan mooglyk alle occafie zoude benomen zyn ,, om daar tegen te remorftreeren; voorts was ik „ overreed van de billykheid en rechtvaardigheid „ van de uitzondering der Stedelyke poincten, by „ meergedachte Vroedfchaps Refolutie van den „ 2iften November voorbehouden, en indien derj, halven de voorftemmende Leden waarlyk gezind „ waren bm de vereischte redresfen te helpen be„ vorderen, zonder eenigzins op Stads Rechten te willen emp ëteeren, had het dezelve niet an,, ders dan aangenaam behooren te zyn, dat de „ Raad by voornoemde Refolutie duidelyk bepaaU ,, de , welke zaaken de Stad concerneerende, al „ of niet in de geprojecteerde Commisfie zouden „ kunnen worden behandeld, zonder dat de Leden „ der Stads Regeering eenigzins bevoegd of verplicht zouden worden gerekend, zoodaanig toé „ te geeven aan ongegronde captien van anderen, „ dat der Burgeren Voorrechten daar door zouden „ kunnén worden in de waagfchaal gefteld:" althands op deze wyze heb ik op dit ftük gedacht, en, uit vergelykiDg van het geallegeerde voor eh tegen, wil ik gaarne ü Ed. Groot Achtb. laaten be. oirdeelen, of ik, volgens myne te meermaalen gemanifesteerde principes, wel anders konde doen, dan difficulteeren in het bovengezegd voorftel van den jden December des voorleeden jaars; ik menageerde nogthands toenmaals, eenigiyk befcheidenheidshalve, deze myne denkwyze zoo uitvoerig eri fchriftelyk voor te draagen, van welk menagement ik my, door het gene federt van alle kanten gebeurd is, volkomen ontflagen reken. Inmiddels volgde hier op den iaden December een Request van Geconftitueerdens en Gecommitteerdens uit de Burgery, waar by dezelve te kennen gaven, de algemeene ongerustheid van hunne Principaalen wegens meergenoemde Propofitie en .Refolutie van den 5den December te vooren, ver- zoé-  ée Gebeurtenis/en in 1787 énz. voorgevallefi, 193 zoekende wyders eenige explicatie van dén waaréd zin der laatstgemelde Refolutie, tot hunner aller gerustftelling; dit Request, hoe zeer in decente termes vervat, niet tegenftaande by het zelve eene dispofitie wierd verzogt zonder refumtie,fchóon aan dit Verlangen zeer ligt door een kort eneenvóüdig declaratoir konde worden voldaan, en fchöoa verfcheiden Raaden, nevens my, dit niet kunneöde verwerven, ten fterkften infteerden dat het zelve commisforiaal mogt worden gemaakt, moest» volgens het gevoelen der meerderheid, veertien dagen ter Secretarye van policie voorleggen; deZó jhandelwyze omtrent een Addres waar by de Burgery oirdeelde dat haare rust zoo zeer geinteresfeerd was, verwekte en vermeerderde een algemeen mor-; rend ongenoegen, te meer, daar het te voorzien; was, dat door deze dispouue waancnymyK wiera afgefneeden alle uitzicht op eenige alteratie der Refolutie van den 5den December, voor de eerstvolgende Vergadering der Heeren Staaten, indien anders de Burgery, na het bekomen der verzogte explicatie , te rade mogt zyn geworden zich daar toé aan de Vroedfchap te addresfeeren. Deze onvergenoegdheid en daar uit vóortfprüi*' tende, en hand overhand toeneemende ongeduld,,: konde niet nalaaten overal en ook aan my bekend te worden; ik moest derhalven natuurlyk verwagtear dat dit een en ander van ferieufe gevolgen zoudei kunnen zyn, maar oirdeelde my tevens indispenfa* bel verplicht, dezelve zoo veel in my was j te pre* venieeren; ten bewyze nu hoe zeer ik altyd aliëect' ban geweest om de Burgery eenigzins tot ernftiges maatregelen aan te zetten, en hoe weinig gegrond dienvolgens zyn geweest die foupcons en blykent van mistrouwen, welke nu en dan door Woorden eni gelaat binnen en buiten de. Raadzaal maar al té veel verraaden zyn geworden, fchroom ik niet by dezè gelegenheid in het voorbygaan te declareeren, dac eenige myner Mede-Raaden, met en benevens my * dienftig hebben geacht, reeds daags daar aan bj* XXIX. Deel. N d«B  194 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot den I3den December fchriftelyk en met onze nax» men onderteekend, aan de vergaderde Geconftitueerdens en Gecommitteerdens toe te zenden eene zeer omftandige —- van tyd tot tyd byeengebrachte opgave, van alle die gevolgen, welke onzes oirdeels, uit deze of geene ftap van den kant der Burgery zouden kunnen proflueeren, van welke byzonderheid wy volvaardig alhier —— of — indien zulks noodig mogt worden — aan het publiek eene volleedige opening zullen doen, zoo dra de voorzichtigheid en de toeftand van zaaken ons zullen toelaaten, eenige particulariteiten aldaar by voorkomende, meer algemeen bekend te maaken: welk gebruik van dezen onzen voordracht is gemaakt by Geconftitueerden en Gecommitteerden, is ons niet gebleeken; men heeft ons alleenlyk gezegd dat dezelve was in Commisfie gefteld en wy hebben weinige dagen daar na onze papieren, op ons verzoek, terug ontvangen; wanneer wy hebben zien publiek maaken het bekend bericht van Geconftitueerden en. Gecommitteerden voor hunne Principaalen enz., en dit bericht maandag den I9den December achtervolgd wordende door een Addres, waar by in fubftantie wierd verzogt dat het geapplaneerd Stedelyk Reglement daadelyk mogt gearresteerd —— en na drie maanden effective ingevoerd en wederzyds beéédigd worden, was ik met den Heer Eyk en andere Raaden van gedachten, dat het Concept-Appoinc-, tement, toenmaals door den eerstgemelden voorgeflagen, om te dienen niet alleen voor het Request van dien dag maar ook voor dat van den I2den te vooren, eengefchikt middel zoude zyn geweest, om als nog de Burgery gerust te Rellen en verdere gevolgen en moeijelyke discusfien te prsevenieeien; by dit Concept-Appoincfement bleef ik derhal ven perfifteeren, geduurende alle de verdere deliberatien voor- en nadenmiddag van den I9den December voornoemd, terwyl het die Leden van den Raad, welke de tweede Vroedfchaps Vergadering van dien dag mede hebben bygewoond, niet onbekend  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen, iöj kend kan zyn, dat ik met de meerderheid heb ge* declareerd, geen misbruik te willen maaken van hec klein aantal der prefente Leden tot het helpen neemen van eene Refolutie, en daarom de deliberatien liever te willen uitftellen tot de volgende dag, ge« lyk ik dan ook, met nog "drie andere Raaden * op verzoek van de Vroedfchap, alle myne poogingen heb aangewend, om de vergaderde menigte ia Vroedfchaps Refolutie van dien avond te doen berusten, zoo als dit uic hec fchriftelyk rappotc van die Commisfie, eenige dagen daar na, ingeleverd, kan worden gezien: de Raad vergaderde op nieuw den volgenden dag en nam hec Request van daags tó vooren in nadere overweeging; hoe zeer ik nu het verzoek daar by gedaan als volkomen billyk en overeenkomftig met myne principes aanzag, begreep ik nogthands ook aan de andere kant, dac niets weni fchelyker was, dan deze gewigtige zaak zoo veel mooglyk tot wederzyds genoegen te termiheeren » proponeerende tpc dat einde een nader Appoihdte* ment, het welk, zoo het my voorkwam, daar toé konde ftrekken, mee behoud van de achtbaarheid des Raads zoo wel als van Stads en der Burgeren Rechten; dan, ook dit Appoindtemenc, volgens de gedachcen der meerderheid veranderd en by Publicatie bekend gemaakt, geen genoegen geevende* en de vergaderde Burgery ten fterkften blyvende infteeren op eene letterlyke afdoening van hun geclareerd verlangen, was ik van advys, dat de Vroedfchap daar aan behoorde te defereeren, waar toe dan ook ten laatften de meerderheid der prefente Leden is overgegaan; en dit is nu de groote zaak* waaromtrent ik myne gedachten nog een weinig nader meen te moeten developpeeren: hier toe refereere ik my nogmaals tot het ampel advys, door my mede onderteekend, van den iften October des afgeloopen jaars, het welk ik als nog betuig voor myn gevoelen te erkennen, en daar by in alle deszelfs deelen te blyven volharden; daar uit kan Volkomen confteeren myne denkwyze, zoo wel aanN 2 gaan*  196 Verzameling van Stukken betrekkelyk tet gaande het Reglement van den jaare 1674 — al» omtrent Stads recht en macht om al wat Stedelyfc is in den haaren te vereffenen; en waarlyk, Ed. Groot Achtb. Heeren! naar maate ik deze zaak meer en meer van naby inzie — word ik des te meer in myn fysthéma bevestigd; en hoe zeer had ik gewenscht dat deze geheele Vergadering— of immers de meerderheid — in het zelve denkbeeld zynde, had kunnen befluiten, ongevergd — uit tig n beweeging aan de bekende begeerte der Burgery te voldoen! die Burgery toch was door ons zelve voor meer dan 18 maanden zoo plechtig opgeroepen tot de inlevering van hunne bezwaaren tegen het RegeeringsbefHer; de Vroedfchap had zel'-e de Scedelyke poincten van het Provinciaale afgezonderd; het Reglement op Stads Regeeringsbeftier was tusfchen Regeering en Burgery tot onderling genoegen geapplaneerd, uitgezonderd alleenlyk twee poincten, welke niet moeielvk zullen te vereffenen zyn, en als zoodaanig by Publicatie openlyk bekend gemaakt; het recht van Magiftraatsbeftelling agt ik indisputabel aan de Burgery te behooren. en door dezelve te hebben mogen gereclameerd worden; zy heeft daar toe verfcheiden en aanhoudende poogingen gedaan, maar was daar in tot hier toe, na een onbegrypelyk rekken van hun geduld, telkens veriedeld geworden, ten aanzien der Provinciaale redresfen was door de voorftemmende Leden dus ver niets verrigt, niettegen» ftaa^de de Staats-Commisfie reeds den 1 September 1784 een Rapport en Concept-Reglement Reformatoir had uitgebracht; zoude dan die Burgery eeuwig moeten worden te leur gefteld in het gene zy heeft bewezen haar wettig te competeeren? was het na dit alles, te verwonderen, dat dezelve, het marren moede, ten laatften opkwam om hun recht, hen door den Raad toegekend, daadelyk te rug te neemen? fchoot voor hen wel eenig middel over, toen alle andere vruchteloos waren beproefd? Ik befchouw de omftandigheden ten tyde der in- voe-  de GeieurtenUfen in 1787 enz. voorgevallen. 107 voering of vernieuwing van een Reglement op de Regeering, uit een geheel ander oogpunt als alle andere gewoone zaaken; dit kan en mag onmiddelyk door het Volk begeerd, ja! des noods uitgevoerd worden; by het Volk refideert de wezenlyke Oppermacht, terwyl het Opperbeftier door het zelve aan hunne Vertegenwoordigers word toebetrouwd, en wanneer een Volk dit laatfte waarlyk beoogt, na dat zy in hunne vervreemde Rechten zullen herfteld zyn, om vervolgens tot hunne voorige ruste weder te keeren, (gelyk in ons geval, zoo ik vertrouw plaats heeft,) kan ik als nog geene gegronde reden vinden van vreeze voor eene volftrekte Vólksregeering; neen, Ed. Groot Achtb. Heeren! Utrechts braave Burgery wil haare Vertegenwoordigers aan geene banden leggen, dan alleen aan die der wetten, op Rechten, Privilegiën en rechtvaardigheid gegrond; zy bezeft te wel dac haare Reprefentanten moeten worden in ftaat gefteld, om waarlyk vry en onafhanglyk, niec alleen van den Stadhouder, maar van de geheele wereld, voor 's Lands en Stads,— en gevolglyk voor hun welzyn te fpreeken en te handelen; zy zelve zoekt geenszins te heerfchen over de Leden der Regeering, maar begeert alleen zoodaanigen billyken invloed , dat zy zich kan verzekerd houden, dac voortaan nimmer weder zoo willekeurig met hunne Voorrechten, en Eigendommen kan worden omgefproDgen: dat nu het zpo notabel aantal Burgers, zoo als dezelve zich op 'den 2den Augustus en vooral den loden en 2often December opentlyk gelis. ieerd.hebben, met het hooafte recht mogen geoirdeeld worden de ftem des Volks te hebben uiige» bracht, denk ik te klaar te zyn om eenige adftructie te vereisfchen; hoedaanig die opgekomen Burgers hebben verkeerd in de vordering van hunne rechtvaardige zaak, behoeve ik niet in het breede te deduceeren; dezelve hebben myne verdediging geenszins noodig; ik gevoel dat ik daar van of te weinig —- of wellicht, naar het oirdeel Van ander N 3 ren*  198 Verzameling van Stukken tetrekkelyk tot ten3 te veel zoude zeggen, en ik ontvang bovendien, terwyl ik dit fchryve, een ftukje, getiteld? Aanmerkingen over Utrechts Ridderfchaps Refolutie van den i"i December 1785 enz., waarin zoowel dit ftuk als Stadsrecht in dezen zoo bondig fchynt te worden beredeneerd, dat ik niet noodig heb hier over verder uit te weiden, zoo min als over voornoemde Ridderfchaps Refolutie, aldaar wel voornaamlyk behandeld, die my ten hoogften heeft gefurpreneerd, en over welker zoo bedenkelyke inhoud anders niet weinig zoude te zeggen vallen; alleen moet ik dit rond uit declareeren, dat my nog op den roden nog op den 2often December, iets van den kant der Burgery is voorgekomen, hetgenemet grond voor geweld kan worden gehouden; het is waar, de faamgekomen menigte, na Maandag den iQden meer dan twaalf — en Dingsdag den 2often op nieuw verfcheiden uuren onder den blooten hemel vrugteloos eene gewenschte afdoening van zaaken te hebben verwacht, heeft eindelyk met yonde woorden gedeclareerd, niet te zullen rusten noch van elkander fcheiden, ten zy aan hunne rechtmaatige begeerte letterlyk zoude voldaan zyn; maar is dit wel te bewonderen, daar zy, van hun waarachtig recht overreed, geene andere weg geopend zagen om in het bezit te geraaken van het gene zy, volgens de hier voor gelegde gronden, als hun eigendom mogten na zich neemen? en kan het dan ook wel zoo vreemd voorkomen, dat zy, na dat de Raad daags te vooren tweemaal vrugteloos was gefcheiden, en na dat ook op die dag eenige Raaden van tyd tot tyd hadden getracht naar hunne huizen te gaan, op het laatst der Vergadering van bovengemelden tweeden dag niet gedoogden dat de Leden der Regeering voor de derdemaal het Stadhuis verlieten, voor dat het Volk die voldoening had ontvangen , welke het zelve fen laatften vermogt te eisfchen, en waar toe zy zoo plechtig waren opgekomen ? boven dien heeft de menigte zich tot het laatfte toe buiten het Stad» ' ' ^ "', huis  de Qtbeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 199 huis gehouden, zonder dat wy geduurende den •«ntfchen tyd der Vergaderingen eenige de minfte verhinderingen hebben ondervonden in onze deliberatien, en zonder dat my iets bewust is van eenige bedreigingen, waar door de Vroedfchap zoude kunnen worden gezegd tot het neemen van derzelver laatfte Refolutie van den 2often December eenigzins te zyn gedwongen geworden; en fchoon al door deze of gene van het faamgevloeide Volk eenige min betaamelyke uitdrukkingen mogten zyn gebezigd geworden, welke ik als dan in geenen deele wil hebben goedgekeurd, kan zulks nogthanda met geene billykheid op rekening van het toen vergaderd lighaam der Burgery gefteld worden, welk lighaam niet anders heeft gedaan dan ftandvastig blyven infteeren op afdoening van zaaken; als wy dit alles nu in confideratie neemen, en wy dan evenwel het gebeurde op den ipden en 2often December voor daadelyk geweld zouden willen doen doorgaan, waar voor zal dan wel moeten worden gehouden het gene in 1747 by de re'fotroduttie van het Stadhouderfchap is voorgevallen? toen is 'er wezenlyk geweld gepleegd, dooreen opgeruid of zich zelve opgeworpen hebbende gepeupel; toen zyn de Leden der Regeering door dwang, door bedreigingen, door gevaar voor leeven en goederen , genoodzaakt geworden aan de begeerte van een onbefuisd gemeen te voldoen; niets van dit alles heeft nu plaats gehad; de op meergemelde I9den en 20ften December byeengevloeide fchaare, welke wettig was opgeroepen geworden tot de inlevering van hunne bezwaaren, overtreft zoo ver dien woesten hoop van 1747» zoo wel in aantal en conditie als in bezadigde en beredeneerde handelwyze, als het licht de duisternis te boven gaat; indien dan, herzeg ik, het tegenwoordig gedrag der Burgery geweld moet hieten, waar blyft dan de wettigheid der geheele Stadhouderlyke waardigheid, waar tegen nogthands tot hier toe door niemand, zoo veel ik weet. eenige wezentlyke bedenkingen U 4 m  I Verzameling van Stukken betrekkelyk tot #ya kgebrachr,? UEd, Groot Achtb. gevoelen me* my, zoo ik my voorftel, de kracht van dit argu» ment; en ik befluit dan na dit alles, dat de laatst gepubliceerde Refolutie van Dingsdag den 2often Dtcetnb^, wel en wettig genomen —- en — op een nader verzot k der Burgery — vervolgens gedrukt en aat.gepiakt zynde, — ten fterkften gehomologeerd is; zorder dac thands daar tegen in aanneming kan komen, dat'dezelve een voorwerp had moeten zyn der deliberatien van eene volle befchryving van den Raad; op deze bedenking toch reflecteer ik kortelyk: 1. Üat zulks nog op den roden nog op den20ften December aan de Burgery is onder bet oog gebracht, gelyk anders althands Maandag avond noodzaöelyk moest gtfchied zyn. 2. Dat in de Refolutie, zoo als die gepubliceerd, geaffigeerd en aau de Burgery ter hand gefteld is, noch hier van —> noch van eeuige andere objecten één woord word gevonden. 3. Dat gevolglyk de Burgery zich misleid zoude heeten, indien men daar van als nu wilde gebruik maaken. «. Dit alle de Leden van den Raad, welke toen ter tyd abfent zyn geweest, uitgezonderd twee derzeive, zoo ik meen wel te weeten, zich van den beginne af aan van alle deliberatien over de ingeleverde bezwaaren onttrokken, 5, Dat dienvolgens deze zwaarigheid, indien zulks anders noodig was, ligtelyk zoude kunnen worden geremedieerd, het zy dac de Heeren Ber. ptR en Voet van Winssen zich mede voor de ge, publiceerde Refolutie geliefden te verklaaren, het zy dat dezelve als nog in eene extraordinaire befchryving wierd geratificeerd, mits dat nogthands jn het laatfte geval aldaar geene deliberatien zouden mogen vallen over de wettigheid of onwettigheid van meergedachte Refolucie. H r Stedelyk Reglement is derhalven gearresteerd j en moet ingevolge de toezegging aan deBur- Sei7,  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 201 gery gedaan, op den 2often Maart eerstkomende daadelyk ingevoerd en wederzyds beéódigdworden; en wac ftaat ons dan nu wel te doen, Ed. Groot Achtb. Heeren! het zy verre van my eenig voorfchrifc te willen geeven aan eene Vergadering, welke uit zoo veele kundige en ervaarene Mannen gecompofeerd is; het zy verre dat ik of het doorzicht of de gevoelens van één myner Mede-Raaden, welke van my disfentieeren eenigzins zoude w:ilen taxeeren; maar ik meen nogthands aan de andere zyde ook alie.vryheid te hebben om myn fentiment zoo zeer te ftaaven en zoo plaulibel voor te (lellen , als my doenlyk is; ik heb maar zeer weinig tyd noodig om in dezen voor my zelve eene keuze te doen; ik heb reeds den 1 October 1785 fchriftelyk gedeclareerd, bereid te zyn te voldoen aan hec gene thands van ons word gerequireerd, en waar toe wy ons verbonden hebben, en ik acht my federt door het op nieuw aanvaarden van myne Raadplaats, op den voet van het ingeleverd Declaratoir op den I2den October daar aan volgende, zoodaanig ontheven van de verbindende kracht van het Reglement van 1674, en gevolglyk ook van den ééd, tot deszelfs nakoming afgelegd, dat my in dit opzicht voor my zelve geen zweem van bedenking meer overblyft; maar dit is noch voor my voldoende noch voor die Raaden, welke met my in dit opzicht in alles inftemmen; wy wenschten niets hartelyker, dan dat alle de Leden van deze aanzienlyke Vergadering — of immers de groote meerderheid —j het in dezen met ons mogten ééns zyn of worden; en zou dit onmooglyk wezen? het komt my vry zeker voor, dat de Burgery, na het gebeurde , het, verkreegen Reglement nimmer zal laacen vaaren, noch van de ontvangen toezegging afzien, veel min gedoogen de minfte alteratie der meergezegde Refolutie van den soften December. Het gene gefchied is, kan gevolglyk niet herdaan worden; nu is de vraag, of het dan niet raadzaamst zoude zyn, de zaaken yoorts op de beste en op eene gracieufe wyN 5 ze  tö% Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ze onder ons met de Burgery te fchikken, en dezelve buiten verder eclat en verwerring te houden? alles wat de Burgery heeft begeerd en uitgevoerd, is toch in de eerfte plaats ten onzen beste — tot bevordering van onze onafhanglykheid ; wil men dan nu wyders hard tegen hard ftellen, en zich langs hoe meer verwyderen, welke zullen daar van de natuurlyke gevolgen zyn? welke toneelen van een doodelyke verwerring zouden daar door kunnen veroirzaakt worden! de onwettigheid en fchaadelykheid van het Reglement van Ï674, de noodzaakelykheid van deszelfs hervorming, waar medereeds veel te lang getraineerd is, dit alles word door U Ed. Groot Achtb. erkend; de meerderheid van den Raad heeft boven dien het Stedelyk Reglement goedgekeurd, zoo als het zelve nu door de Burgery begeerd en aangenomen is; en wat zoude ons dan kunnen verhinderen, het zelve met de daad te introduceeren ? het recht van de Scad omtrent derzelver huishoudelyk beftier — zoo min als eenige bevoegtheid der Heeren Staaten om zich daar mede te bemoeijen — kunnen alhier in geene aanmerking komen, dit een en ander reken ik eens voor al genoegdoende uitgemaakt; maar men zegt, (en dit is ook het eenige waar door ik geloove dat fommige Raaden ter goede trouw worden terug gehouden) „ de Leden der Regeering, immers die ge„ nen, welke een of meermaalen ter Staatsverga» „ dering zyn gecommitteerd geweest, hebben by ,, ééde beloofd het Reglement op de Provinciaale „ Regeering punSlueel te zullen nakomen enz., in dat „ Reglement nu zyn eenige poincten ingevlogten, ,j welke Stads Magiftraatsbeftelling concerneeren, ,, en govolglyk kunnen de Regenten van den ééd „ op het zelve Reglement, voor zoo ver die Ste„ delyke poindten aangaat, niet anders dan Staats,, wyze worden ontflagen:" deze bedenking vind al mede, zoo ik meen, eene aanmerkelyke oplosCng in myn meergenoemd Advys van den 1 October 178$, naderhand in JNo. 377 van de Post van den Ne-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. «03 Neder-Rkyn door den druk publiek gemaakt; laat ik dan U Ed. Groot Achtb. nogmaals derwaarts mo gen renvoieeren, en wyders alhier op dit Ruk nog deze vraagen voorftellen; op hoedaanige wyze zyn die Stedelyke poincten in hec Provinciaal Regiement gekomen? immers door geweld, in een tyd van eene Militaire overheerfching , zonder toeRemming ——» ja! zonder concurrentie van het derde Lid van Staat, het welk ten tyde der invoering niet aanwezig was! kan nu eene diergelyke willekeurige en onrechtvaardige handelwyze Stad en Burgery berooven van een der voornaamfle Privilegiën, eener vrye Magiftraatsbeftelling? mogen de Leden der Regeering zich wel een oogenblik verbonden rekenen door een ééd, waar door zy worden verhindert aan hunnen vooruaamften plicht, het handhaaven der Burgerlyke Voorrechten, te beantwoorden? is een ééd, tot nakoming van eenige adte of daad, welke by de uitkomst worden bevonden van eene allerfchaadelykfte uitwer-» king te zyn, wel van eenige kracht of waarde, zoo drahy, welke dien ééd heeft afgelegd, daar van word overreed door den genen die in de eerfte plaats het gevoel beeft van die fchaadelyke gevolgen ? ja! door den genen, aan wien en ten wiens behoeven die ééd moet geacht worden gepresteerd te zyn? heeft niet de Burgery verklaard ons daadelyk te ontflaan van dezen ééd ? en zoude een plechtig ontflag uit naam van het Volk van minder waardy zyn dan of de Regenten zelve zich onderling wilden ontflaan, gelyk zulks te meermaalen, en, onder anderen , volgens Stads Refolutien van May 1747, is begreepen geworden, al was dat dan ook met de grootfte formaliteiten? heeft niet die zelve Burgery, om zoo veel mooglyk aan alle gemoedelyke zwaarigheden te gemoed te komen, getracht een ontflag uit den ééd, betreffende voorgenoemde Stedelyke poinften, Staatswyze voor Uw Ed. Gr. Achtb. te verwerven? heeft niet de Raad ditbillyk yerzoek der Burgery toenmaals geappuieerd en nu on-  204 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot onlangs by eene Refolutie (waartoe ik mede uit condescendance geaccedeerd heb — maar geenszins vermits ik zulks noodig keurde) by vernieuwing aangedrongen? en hebben niet de voorftemmende Leden zoo wel op den nden Odtober als op den 28ften December, het een en ander op eene vernederende wyze behandeld en van de hand gewezen? toont niet inzonderheid de Refolutie der Heeren Edelen van den 27ften December, by welke Stad en Burgery zoo indigne worden ten toon gefteld, zonder dat immer aan die Heeren eenige legaale kennisfe van het gepasfeerde was toegekomen, als mede derzelver contra protest tegen Stads aanteekening omtrent de continuatie van den HoofdOfficier, alwaar zoo onheusch tegen het recht, de Stad aan de derde tafel ter Vergaderinge van Hun Ed. Mogenden competeerende, geargumenteerd word; toonen die en andere ftukken, zeg ik, niet ten overvloede wat wy van onze Mede-Staatsleden in dezen te wagten hebben? ja! Ed. Groot Achtb. Heeren! het komt my voor, dat het die Heeren of geen rechte ernst is om de ingeleverde bezwaaren op eene billyke en rechtmaatige wyze te beteren —*■ of althands, zoo het al op het invoeren van redresfen aankwam , dat de voorftemmende Leden zoo veel invloed zouden zoeken en verkrygen in het Stedelyk beftier, welke door de Burgeryen van Stad en Steden nooit kunnen geadmitteerd worden; en zoude dan eene gantfche Burgery moeten afhangen van het goedvinden van eenige weinige Heeren der voorzittende Staatsleden? is derzelver lydzaamheid nog niet lang genoeg geoeffend? moet dan de Stad voor eeuwig beroofd blyven van het gene haar nimmer op eene wettige wyze konde worden ontnoomen, eeniglyk om dat haare waare Vryheid haar meer of min word misgund? of is het integendeel niet meer dan tyd, dat Regeering en Burgery de handen in een flaan en zich zelve dat recht verfchaffen, het welk niemand hen langer kan of mag onthouden? en het zyn deze en andere voorheen ge*  de Gebeurtenis/en in T787 enz. voorgevallen. 205 gelegde gronden, welke, des noods, nog merkelyk zouden kunnen geëxtendeerd worden, op welke myn gevoelen gebouwd is; ja! om alles kortelyk by een te trekken, daar de onwettigheid en, fchaadelykheid van het Reglement van 1674 —• zoo wel als de algemeene Volksftem tot deszelfs vernietiging — my gebleeken is; daar eenige Stedelyke poincten aldaar fub- en obreptive zyn ingevlogten, daar het Volk begeerd de invoering van het gearresteerd Reglement op de Stads Regeering , en daar het zelve ons daadelyk heeft verklaard te ontflaan van den ééd, voor zoo ver het Stedelyke aangaat, ga ik zelfs uit dien hoofde zoo ver, dat ik van oirdeel ben, nu voorts geen nader ontflag van den ééd, betreffende het Stedelyke, noodig te hebben; te minder, daar ik, als boven gezegd is, op den I2den Odtober jongstleeden myne Raadsplaats niets anders heb aanvaard, dan, onder anderen ook onder deze fpeciaale referves, dat my niets zoude kunnen worden gevergd ftrydig tegen 's Lands of Stads Rechten en Privilegiën —— en dat ik, zoo veel in my was, mede zoude coöoereeren tot de daadelyk invoering van het provifioneel geapplaneerd Reglement op dezer Stads Regeeringsbeftier: ik denk intusfchen niet, dat de aanhaaling van eenige woorden uit den ijden Pfalm, welke ik al eens op ons geval heb hooren toepasfen, in dit opzicht eenigen indruk zullen maaken, daar ik te wel verzekerd ben dat Uw Ed. Groot Achtb. te veel doorzicht hebben, om niet met my te gevoelen, dat, indien men het al met de vertaaling der onzen eens is, de Heilige Schryver nogthands aldaar Eimmer kan bedoeld hebben ons te verbinden aan eeDen ééd, meerendeels in onkunde afgelegd, tot fchaade van eenen derden — of van eene gantfche Maatfchappy; de eenvoudige vraag of Koning HER0DES wel of kwalylc heeft gedaan , toen hy, wegens eenen onbedachtzaamen ééd, Johannes den doper deed onthoofden, zal, zoo ik vertrouw, alles op dit ftuk afdoen. Wel  iioff Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Wel aan dan, Edele Groot Achtb. Heeren l laa* ten wy alle zwaarigheden aan eene zyde ftellen» en aan onze Burgery genoegen geeven; op die Burgery, die om onzen wille het eerst de wapenen opgevat — en dezelve tot hier toe zoo manmoedig en tot fchrik van eene verdervende hand gedraagen heeft, hebben wy nog de nauwfte betrekking; in hunne dankbaare liefde en trouw moet ieder eerlyk Regent zyne hoogfte en aangenaamfte belooning vinden; laaten wy den tyd der loopende drie maanden befteeden om alles te bereiden tot de daadelyke volbrenging van het gerefolveerde, zonder ons door eenige bedenkingen, het zy uit eenigen invloed *m het zy uit eene al te groote nauwgezetheid voortgefprooten, daar van te laaten affchrikken, en die zelve braave en door geheel Nederland geroemde Burgery zal ons niet alleen op nieuw de voorige achting en liefde bewyzen, maar, mag ik deze uitdrukking gebruiken, zy zal ons op de handen draagen; het wederzyds mistrouwen, het welk federt eenigen tyd zoo ongelukkig heeft plaats gegreepen zal hier door in eens ---.en — zoo ik hoop — voor altydworden afgelegd, ende uitkomst zal doen zien dat wy ons niet te vergeefs op dezelve hebben verlaaten. Hebben nu de voorftemmende Leden kunnen goedvinden de benoeming van Gecommitteerden tot de bewuste Haagfche befoignes te accrocheeren aan de vernietiging van onze meergedachte Refolutie van den 2often December; zouden welligt die conferentien en mooglyk by confequentie ook de gewenschte redresfen in het Provinciaal Regie, ment, by ontftentenis van voldoening aan die on-^ billyke vordering f welke voldoening ik als ten eenenmaale onmooglyk befchouw) geheel en al kunnen achter wege blyven, daar van en van alle de gevolgen welke daar uit te eeniger tyd zouden kunnen proflueeren, zullen Uw Ed. Groot Achtb. by de ganfche onpartydige werelt volkomen onfchuldig moeten worden gehouden; het heefc aan ons niet  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 207 Biet gehaperd dat alle de bezwaaren niet reeds voor lang zyn afgedaan; van onze kant is daar op meer dan eens geinfteerd geworden; wy hebben ter goede trouw onze Refolutie ter Staats Vergadering ingebracht, vervolgens geconfenteerd in de Commisfie naar 's Hage, en werkelyk opening gedaan van de benoeming van Stads Gecommitteerden; met ons huishoudelyke hebben de voorftemmende Leden niets te doen; de invoering van ons vernieuwd Stedelyk Reglement kan dezelven in geenen deele prejudicieeren, en de Vroedfchap zal gevolglyk om dit alles met veel meer recht dan de Heeren Edelen by het flot van derzelver boven aangehaalde propofitie van den 24 Augustus 1785 kunnen declareeren: „ dat alle de onheilen welke uit de afbree„ king der geproponeerde conferentien zouden kunnen voortvloeijen,eeniglyk zullen komen ter verantwoording van diegenen, welke weigerende aan „ rechtmaatige voorflagen en bepaalingen gehoor te „ geeven, alles wilden dirigeeren volgens hunne „ aangenoomen idéës en inzichten." Na al het gezegde kan ik niet anders, dan nogmaals herhaalen myne bereidvaardigheid, om het nu gearresteerd en door de Burgery aangenoomen Reglement op dezer Stads Regeerings-beftelling , voor alleen wettig te houden, en het zelve, wat my als een der veertig Raaden aangaat, op den 20 Maart eerstkomende met de Burgery te introduceeren en wederzyds te beéédigen; waar uit dan ook van zelve volgt, dat ik voor myn aandeel zeer ligt kan defereeren aan het verzoek, door de Geconftitueerden en Gecommitteerden uit de Burgery den aden dezer by Requeste gedaan, en derhal ven confenteeren, dat aan dezelve niet alleen Copie authentiek van Ridderfchaps Refolutie van den27ften December — maar ook by Declaratoir of Extraét Refolutie alle mooglyke verzekering worde gegeeven , dat de Vroedfchap de gepubliceerde Refolutie van den 2often December ten fterkftenzalmain- tiaee-  2o8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot tïneeren en daar by blyven perfifteeren , zondef met de voorftemmende Leden eenige deliberatien aan te gaan, noch tot het verzenden van circulaire Misfives aan de Hooge Bondgenooten , noch tot het verleggen der Vergadering van Hun Ed. Mogenden, noch tot eenige andere voorflagen, op den voet zoo als die door de Heeren Edelen by derzelver gedachte Refolutie van den 27ften der afgeloopen maand geproponeerd zyn; terwyl ik voorts ook geene zwaarigheid vind» aan dezelve Geconftitueerden en Gecommitteerden, volgens hun verzoek van den 27ften December laatstleeden, teextradeeren Copiën authentiek van al het genotuleerde aangaande het gebeurde op den igden en 2often December daar te vooren, zoo wel als van alle.de particuliere aanteekeningen daartoe betreklyk, en dat een en ander in dit byzonder geval voor als nog buiten refumptie te houden, met dezen verftande nogthands, wat het laatfte aangaat , dat volgens myne gedagten, aan alle de Heeren Raaden, welke over die zaak fchriftelyk hebben geadvifeerd, ter keuze zoude kunnen worden overgelaaten, of dezelve legaale affchriften van hunne particuliere ad* vyzen overgegeeven of wel die advyzen liever uit Stads Notulen geligt willen hebben, vermits ik niet fchroomende opentlyk met myn fentiment voor den dag te komen, nogthands geene van myne Mede. Raaden, welke op dit ftuk anders denken, daar toe wil genoodzaakt hebben, maar veel eer aan een ie* der die vryheid gun, welke ik voor my zelve begeer te genieten, om zyne gedagten onbewimpeld te uiten, zonder iemand naar de oogen te zien of eenige ongunst te vreezen, mits nogthands dezelve in geene taxatoire of beledigende uitdrukkingen vervat zyn. En het zyn deze myne denkbeelden, welke ik meende over zaaken van zoo groote aangelegenheid tct myne decharge te moeten op papier brengen , met verzoek van infertie in Stads Refolutien. Ut*  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, aop- Utrecht, den 16 January 1786. (was get.) J. C. Smissaert, Accordeerd met voorfz. Refolutien* In kennisfe van my, (was get.) Izaak Falck. N°. 2266. Rapport van de Heer Eyk en negen zyn Ed. in rang volgende Heeren, op het Addres den 9 January 1786 door Geconftitueerden en Gecommitteerden uit de Burgery der Stad Utrecht, geprefenteerd,- en daar toe relative aanteekeninge van den Heer Abbema, op een voorftel tot reconfiliatie den, 3 OSlober 1785 gedaan; als mede de op hetvoorfz. Rapport genoomen Refolutie den 23 January 1786, inhoudende, om in de voorgedraagen poinSten en fchikkingen zich niet te konnen inlauten, ende aanteekening van de Heeren Eyk, van Senden en De Ridder , welke in de befoigne van de tien Heeren over het voorfz. uitgebrachte Rapport haddefi geaisfentieerd. Door den Heere Eyk en negen zyn Ed. 'iü ?a?g Volgende Heeren Raaden, zynde ingediend Davol* gend fchriftelyk Rapport, op de Requeste den 9 dezer maand January geprefenteerd, by Geconftitueerden van 1368 Burgers en Inwoonders, als me» de by Gecommitteerden uit de agt Burger Compagnien binnen deze Stad, en in de Vroedfchaps Notulen toenmaals geinfereerd, luidende voorfchree* ven Rapport als volgt. Edele Groot Achtbaare Heeren! De Heeren Eyk en negen Volgende Raaden j ingevolge Vroedfchaps Refolutie Commisforiaal vsn den gden dezer maand January, met d-vn iüdeféjJ XXIX. Deel, O f}<  aio Verzameling van Stukken letrekkelyk tet gebefoigneerd hebbeDde over den inhoud der Requeste ten zeiven dage aan ü Ed. Achtb. geprefenteerd by de Geconftitueerden van 1368 Burgers en Inwoonders, en de Gecommitteerden uit de agt Burger Compagnien, hebben de eer van te rapporteeren ; dat Hun Ed. betreffende de prasmisfen van het Addres waar by verzogt word: dat de Vroed- fchap over het Rapport, op het eerste poinft „ van de Requeste den 27ften December des afge- loopen jaars , als ook over het Addres den „ 2den dezer loopende maand geprefenteerd op „ maandag den ióden dezer, gelieven te delibe3, reeren, en op die beide een dispofitie te nee3, men : " niet zullen behoeven te advifeeren , vermits reeds aan dat verzoek door de Vroedfchap is voldaan. Dan belangende de volgende poincten, als wel: „ het in 't werk ftellen van de fchikkingen, welke vereischt worden , om het volgens pofitie „ geapplaneerde en gearresteerde Regeerings-Re„ glementdezer Stad, op den 2often Maartaanftaan„ de in te voeren. Gelyk zyn, het bepaalen van „ de eerste omfchryvinge in de Compagnien, en „ het formeeren der lysten door de Scriba's, wel„ ke ingevolge het 3de en 5de Artikelen van het „ tw.ede Hoofdftuk, moeten dienen ter benoe„ ming van de Kiezers, tot de te maaken Nomina„ tie der vaceerende Raadsplaatzen; als mede tot het in gereedheid brengen der Concept-Acte van verbindtenisfe volgens het dertiende Artikel, en „ de verdere formulieren ter invoering van het gearresteerde, zoo ter Nominatie als overbren»■ g'ng van dezelve ter Electie van den Raad ver., eischt wordende, en wyders deopeninge derqua„ Kficatien; mitsgaders de verkiezing van zestien „ Leden, om uit te maaken het gequalificeerd Col„ legie van Gecommitteerdens uit de Burgery, en „ het formeeren der Concept-Aclens van verkie„ zing, Aften van te presteeren ééd &c. benevens s, ook het préparatoir arresteeren van den ééd voor de Leden van den Raad den soften Maart aan- „ ftaan-  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, 21 x ï, traande, en vervolgens te doen." Vinden Gecommitteerden zich buiten ftaat, om over dezelve favorabel te kunnen advifeeren, en in de verplichting Van daar inne te difficulteeren, uit hoofde vaa derzelver iuccesfivelyk ingeleverde en fchriftelyk in des Vroedfchaps Notulen geinfereerde fentimen? ten. Gelyk Gecommitteerden mede niet favorabel kunnen advifeeren, uit aanmerking van derzelver gedeclareerde gevoelens ten dezen opzichte (in de gehoudene befoignes over dë ingediende bezwaaren), op het verzoek by Requeste gedaan; te weeten: om zoo ras mooglyk te reguleeren het ver„ zogte omtrent het zesde Artikel van het derde „ Hoofdftuk, raakende het driemaal pasfeeren van „ een der Leden van den Raad, op de Nominatie „ tot Burgemeester, en dat den Heer Stadhouder zulks de derde reize doende, voldoende redenen ,, daar van zal geeven, om daar over by den Raad ,, te worden geoirdeeld. Zoo min als op het voor,, geflagen Additament by het tiende Artikel,vaa „ het vierde Hoofdftuk, dat iemand uit zyn Wyk „ of Compagnie tot Gecommitteerde uit de Êur„ gery verkoozen zynde, het zy hy by de verkie„ zing tegenswoordig is of niet* zulks niet zal mo„ £en weigeren." •• . ■ En hier mede overgaande tot de propofitie door Geconftitueerden en Gecommitteerden, by het vierde poinct van derzelver Addres op den 2lften Sep* tember des voorigen jaars gedaan, en by deze Requeste gerenoveerd; tendeerende: om ter wegneeming van alle fubfifteerend misnoegen , tot een grond te leggen zoodaanig voorftel, als door een der Raaden in Vroedfchaps Vergadering eenigen tyd geleeden gedaanis; zyn Heeren Gecommitteerdens van gevoelen , dat 17 Ed. Achtb. dezelve zoude kunnen ampleSteeren, en eebe Commisfie decerneeren, metauthorifatie, om met eene Commisfie uic Geconftitueerden en Gecommitteerden te befoigneeren, en ware het mooglyk een plan van bemiddeling enasfopiatië te formeeren, om aan de Vroedfchap voorgedraaO 2 ge*  212 Verzameling van Sti&ken betrekkelyk tot gen te worden; ten welken einde dan, zoo al» by Re queste is geavanceerd , Gecommitteerden vermeinen, dat eene propofitie door den Raad Abbema op den 3den Oftober jongstleeden aan U fidele Achtb. gedaan, tot eene bazis zoude kunnen dienen (*). En daar over gedelibereerd zynde, heeft de Vroed, fchap zich met voorfchreeven Rapport geconformeerd , en dien conform geoirdeeld omtrent de pointïen en fchikkingen in de Requeste voorgedraagen, en in 't Rapport gedetailleerd zich niet te kunnen inlaad ten. Dan belangende het vierde of laatfte poinSt, tendeerende, om ter wegneeming van alle fubfisteerend misnoegen, tot een bafis van asfopiatie te leggen , de propofitie door den Heere Abbema den 3 October 1785 gedaan; heeft de Vroedfchap zich zulks laaten welgevallen, en de gedachten der Heeren Gecommitteerden geamplecieerd. En dienvolgens de Heeren Eyk en verdere negen zyn Ed. in rang volgende Raaden, met toevoegingevanden Heer Abbema verzogt en gecommitteerd, om,met eer. Commisfie uit voorfchreeven Geconftitueerden en Gecommitteerden te confereeren, en zoo doenlyk is, een plan van asfopiatie en bemiddeling te concipieeren, en aan de Vroedfchap voor te draa« gen. Dan verzogten de Heeren Eyk, van Senden en de Ridder, dat hunne disfentieerende gedachten in de Commisfie mondeling geuit, en alhier in fcriptis overgelegd, in de Notulen van heden mogten worden geinfereerd. Edele Groot Achtbaare Heeren! De Ondergeteekenden gedisfentieerd hebbende van de overige Heeren, od het Request aan den Raad geprefenteerd den 9 January 1786, door Geconftitueerden en Gecommitteerden, en waar op he« (*) Zie deze Propofitie in het XXVIII. Deel, bl. 317 enz.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, aij heden door de Commisfie van de tien Heeren, in wiens handen het zelve gefteld was, Rapport werd uitgebracht; konnen,niet afzyn tot hun decharge te declareeren, dat zy van gedachten zyn, dat zal de Burgery vrugt hebben van het gene op den 20 December 1785 is gearresteerd, alsdan alle depreparatien by het Addres gemeld, dienen te worden geëffectueerd, en aan de Burgery dus haar verzoek, by dat Addres gedaan, worden geaccordeerd: con« formeerende de Ondergeteekenden zich voorts omtrent het poinct, raakende de asfopiatie met het uitgebrachte Rapport, Utrecht, den 23 January 1785. (was geteekend) Ad. Hknd Eyk. van Senden. J P. de Ridder. Accordeerd met het Origineel voor zoo verre dit geëxtraheerde aangaat. In kennisfe van my, (was get.) N, T. van Voorst. N°. 2267. Rapport van Heeren Burgemeesteren en Oud-Burgemeesteren der Stad Utre.ht, uitgebracht den 30 January 1786"* betrekkelyk tot de Misfive van de Heeren Staaten van Holland ten fine van mediatie den 9 December 1785 aan de Heeren Slaa« ten van Utrecht gefchreeven (*). Rapporteerden de Heeren Burgemeesteren en Oud-Burgemeesteren welke geëxamineerd hadden het genotuleerde in Hunner Ed. Mogenden Refolutie van den 28 December 1785, nopens de ingekomen Misfive van de Heeren Staaten van Holland, by de Stad overgenoomen. Dat (*) Zie hier voor bl. 79. N°. 2236. O 3  SI4 Verzameling van Stukken letrekkelyk tot Dat zy Heeren van Advys zouden zyn, dat de Vroedfchap Heeren Burgemeesteren en verdere Gecommitteerden ter befchryvinge zoude kunnen verzoeken, en authorifeeren, om ter eerstkomende Staaten Vergadering van Stads wegen te declareeren: dat de Vroedfchap van begrip is, dat aan Hun Ed. Groot Mogenden de receptie van Hoogstderzelver Misfive onder dankzegginge voor de daarby gedaane vriendelyke offerte, diende te worden geaccufeerd; met communicatie, dat voorfz. Misfive by de Heeren der voorftemmende Leden in Advys gehouden, en by de Stad overgenoomen was, ten einde in den haaren daar over nader te declareeren. No. 2268. Advys van den Heer Oud-Burgemeester van den Bogaard over de voorfchreeve Misfive, den 30 January 1786 in de Vroedfchap der Stad Ut. recht ingebracht. De Vroedfchap der Stad Utrecht, in overweeging genoomen hebbende de Misfive van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland, en West-Friesland van den 9 December 1785, gefchreeven aan Hun Ed. Mogenden de Heeren Staaten dezer Provincie ter Vergadering van den28ften December daar aan volgende binnen gekomen, en by de Stad overgenoomen: inhoudende eene vriend* nabuurlyke deelneeming in de acïueele gefteldheid der zaaken in deze Provincie, en wel byzonder in de zoo ongelukkig ontftaane gefchillen tusfchen in*, tegreerende Leden van Staat, waaruit derampfpoe digfte gevolgen appehendeeren, niet alleen voor deze Provincie, maar ook by verdere uitbreiding yoor het geheele Bondgenootfchap, en een wel meenend verlangen, dat dezelve twisten fpoedig mogen worden uit de weggeruimd, op eene wy. je, die in der daad £an ftrekkepi om het goed ver- trou-  de Geieuitenisfen in 1787 enz. voorgevallen, aij trouwen en de onderlinge harmonie weder te herftellen, en op duurzaame gronden te vestigen; met vriendelyke betooning van bereidwilligheid, om als Bondgenoot, en zonder zich te willenaanmaacigen eenige de minfte beoirdeeling over de domeftieke zaaken dezer Souvereine Provincie, indien het van vrucht zoude kunnen zyn, daar toe na vermogen mede te werken; aan Hun Ed. Mogenden beoirdeeling gaarne overlaatende, zoo wel de meerdere of mindere nuttigheid van het realifeeren van dit gedaan aanbod, als de bepaaling der wyze, op welke deze welmeenende en vriendnabuurlyke Officien ten dezen, met de meeste vrucht van em« ploy gemaakt zouden kunnen worden; heeft de Vroedfchap der Stad Utrecht de Heeren Burgemeesteren, en verdere Gecommitteerden ter befchryving verzogt, en geauthorifeerd, om ter Vergadering der Heeren Staaten voor Stads fentiment te declareeren. „ Dat Hun Ed. Gr. Achtb. met de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland ten uiterfte aangedaan zyn over de actueele gefteldheid der zaaken binnen deze Provincie, ende zoo ongelukkige ontftaane verfchillen tusfchen integreerende Leden van dezen Staat, waar van Hun Edele Groot Achtb. 't vooruitzicht der rampfpoedige gevolgen, ten opzichte dezer Provincie, niet dan met de uiterfte ontroering des hartes kunnen befchouwen; die zekerlyk ook by verdere uitbreiding , voor het geheele Bondgenootfchap, als welkers welzyn met het onze zoo naauw verknocht is, zeer zoude te apprehendeeren zyn." „ Dat Hun Ed. Gr. Achtb. niets vuuriger wenfchen, dan dat het akelig gevolg hier van, zoo voor deze als voor de overige, met ons zoo nauw verbondene, en in elkanders heil en onheil zoo zeer geintresfeerde Provinciën, op de meest gepaste wyze, op goede gronden, door een amicaale vereeniging van gemoederen, die, fchoon ongelukkig van eikander verfchillende, echter alle het O 4 wel  s 16 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot welzyn van den Staat gelykelyk ter harte neemen, zoo fpoedig mooglyk worde geprasvenieerd, door het vaardig uit den weg ruimen van alle twisten, op eene wyze, die in der daad kan ftrekken, om het onderlinge vertrouwen en goede harmonie in deze Provincie te herftellen, en op duurzaame gronden te vestigen." „ Dat Hun Ed. Groot Achtb. ten dezen opzichte van opinie zyn, dat dezooheufche, welmeenende, als vriendnabuurlyke offerte van een zoo trouw Bondgenoot van zeer groot nut zoude kunnen zyn, en daarom daadelyk dient te worden geaccep- ,, En dat daarom van gedachten zyn, hoe eerder hoe beter, de voorgemelde Misfive van Hun Ed. Groot Mogenden de Heeren Staaten van Holland en West Friesland , op de allergevoeglykfte wyze , door Hun Ed. Mogenden diende te worden beantwoord, onder aanneeming dezer aangebodene mediatie, met een heufche , en op de allergepaste wyze te doene voorflag van de wyze, op welke Hun Ed. Mogenden zouden vermeinen, dat Hun Ed. Groot Mogenden welmeenende en vriendnabuurlyke officien ten dezen, met de meeste vrucht, van employ gemaakt zouden kunnen worden; en dat,, om het zelve te beraamen , alvoorens ten allerfpoedigften eene Commisfie diende te worden beöoemd."  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 217 N°. 2269. Justificatoir Addres, van Geconftitueerden en Gecommitteerden, den 6 February 1786 aan de Vroedfchap der Stad Utrecht geprefenteerd, tegen de Ridderfchaps Refolutie van den 27 December 1785 (*> Edele Groot Achtbaare Heeren! 't Heeft U Ed. Groot Achtb. belieft, op het Addres, den 2den January dezes jaars door de Ondergeteekenden aan UEd. Groot Achtb. geprefenteerd, dezelve te doen ter hand komen een fimpele Copia van de Refolutie der Heeren Edelen, op den 27 December 1785 genoomen, en daags daar aan ter Vergadering van de Heeren Staaten dezer Provin. cie uitgebracht: by welke Refolutie de Heeren E» delen het gedrag van de Burgery dezer Stad, gehouden den I9den en 2often December des afgeloopen jaars, gelieven te doen voorkomen als een gepleegd geweld, en een verkrachtiging van de wettige authoriteit van de Regeering, ende vryheid van derzelver deliberatien; ftrekkende ter bevordering van zekere Plans, dewelke niet tot verbetering, maar tot een geheel renverfement, van de Regeerings-Conftitutie dezer Provincie zouden fchynen ingericht te zyn, en welke dan ook vervolgens duidelyk genoeg worden toegekend aan fommigeonrustige Menfchen, die, als't ware, de zich op den 19 en 20 December 1785 gelifteerd hebbende Burgers , als een hoop verblinde Menfchen, tot werktuigen zouden hebben doen dienen, ter uitvoeringe van de gezegde geweldige maatregelen, ter bereiking van die haare voor Provincie en Stad fchaadelyke en verderffelyke Plans. En dit alles gelieven de Heeren Edelen by derzelver uitgebrachte Refolutie, tegen de waarheid van het gebeurde, tot beleediging van de Burgery, met meerdere verzwaarende middelen, by gemelde Hun Edele (*) Zie hier voor bl. 130- N\ 2255. O J  *I8 Verzameling van Stuiken betrekkelyk ttt Edele Refolutie ten fine als by dezelve voor te draa." gen; zonder daar by, even mia ais by een voorige Refolutie, in de maand Maart van dat jaar genoomen, in aanmerking te neemen, dac de Burgery, dezer Stad, als de gevolgen in hec gedraagen confent, van de Refolutie van de Heeren Staaten de. zer Provincie, van den 25 February 1784, tot hec opgeeven hunner bezwaaren wettig is opgeroepen, en welke bezwaaren zy volgens een geregeld inge. fteld Plan aan U Ed. Groot Achtb. hebben overgeleverd, waar van door ü Ed. Groot Achtb. aan de Heeren Gecommitteerdens van de Staats-Commisöe behoorlyke Copyen zyn overhandigd geworden; ten gevolge dat daar over niet alleen by de Staats-Commisfie deliberatien en bepaalingen zyn gevallen, blykens het Rapport van de Heeren Burgemeester van Dykveld en Oud-Burgemeester van den Bogaard , welke wegens deze Stad in die Staaten Commisfie hebben gebefoigneerd , en het zelve ter Vergadering van U Edele Groot Achtb. den 13 September 1784, hebben uitgebracht; maar zyn de opgegeeven poincten tot redres der bezwaaren der Burgery, voor zoo veel de beftelling van de Regeering dezer Stad concerneert, „ en het aandeel, dat de Burgery in de \'o„ minatie ter verkiezinge van haare Regenten be„ hoorde te hebben," aan de Heeren Hun Edel Mogenden Gecommitteerden, by Rapport van den 1 September 1784, dermaaten gegrond voorgekomen, „ dat zy begreepen hebben, het een en an„ der ook aan de Regeering dezer Stad, en met „ haare Burgery te reguleeren en applaneeren, te ,, moeten overlaaten, zonder in het Reglement „ daar van te mentioneeren;" zoo als dat Rapport ten effecte van het zelve, met voorkennisfe van de Heeren Staaten dezer Provincie, door Heeren Commisfarisfen, uit U Ed. Groot Achtb, Collegie gecommitteerd, met het uitgeeven van de in Folio, op last der Heeren Staaten, gedrukte exemplaaren, aan de Onderteekenaaren der refpe&ive bezwaaren ter  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen, 219 ter kennisfe is gebracht, en ter zeiver tyd gerequireerd, om hunne confideratiea daar op, vjor het afloopen van de maand September 1784, in te brengen; zoo als daar op aan zyn tyd voldaan is, niet alleen, maar is, ingevolge van het zelve Rapport, eene feparatie van het Stedelyke, om met de Burgery te applaneeren en reguleeren, gevallen, dermaaten, dat daar over tusfchen de Heeren Gecommitteerdens van U Ed. Groot Achtb. en de Gecommitteerdens van de meergemelde Onderteekenaaren der poincten tot redres der bezwaaren, verfcheiden befoignes en conferentien, als mede tot het applaneeren en reguleeren van dezer Stads Regeeringsbeftelling, zyn gevallen; dat eindelyk op den 18 April 1785, daar van door de tien Heeren U Ed. Groot Achtb. Gecommitteerden in 't breede op alles Rapport is uitgebracht geworden, ten verderen gevolge, dat U Ed. Groot Achtb. den 25ften des voorleeden jaars, hebben befloten tot een extraordinaris Befchryving van alle de Leden van den Raad, tegen Donderdag den 26 May 1785, dienende: ,, omme te delibereeren en te refolveeren no„ pens de poincten, vervat en voorgedraagen by „ het Rapport van de Heeren Gecommitteerden, ,, in de Vergadering van de Vroedfchap ingediend, „ omtrent het Concept-Reglement Reformatoir, „ door de Heeren Hunner Ed. Mogenden Gecom,, mitteerden den 1 September des jaars 1784., ter ,, Staatsvergadering ingebracht; mitsgaders om,, trent de beftellinge dezer Stads Regeering, het ,, nomineeren en verkiezen van Raaden in de Vroed„ fchap, en hec nomineeren van Burgemeesteren en Schepenen; als mede nopens de introductie „ van een Collegie van Gecommitteerden uit de Burgerv;" zoo als die extraordinaris Befchryving ten dien fine op den 26 May 1785 ook is aangevangen, en in agt-en-twintig, van tyd tot tyd, gehoudene Vergaderingen gecontinueerd, op den 4 November 178? is afgeloopen. Terwyl het geduurende deze befoignes gebeurd is, dat U Ed. Groot Achtb,  22o Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Achtb., „ het gearresteerde Concept-Reglement» „ concerneerende de beftellinge dezer Stads Regeering, het Nomineeren en Eligeeren van Raa„ den in de Vroedfchap, Burgemeesteren en Sche,, penen; mitsgaders de erectie en introductie van „ een gequalificeerd Collegie van Gecommitteer„ den uit de Burgery," gearrefteerd den 21 July 1785, den volgenden dag, van den Stadhuize al. hier morejolito hebben gepubliceerd, en vervolgens doen affigeeren: „ met vermaan aan alle en een „ iegelyk Burger en Ingezeten, om indien eenige 99 gegronde bedenkingen op voorzeide Reglement ,, mogten hebben, dezelve zyne bedenkingen, met „ redenen bekleed, in gefchrifte gefteld en onder„ teekend, met byvoeginge van deszelfs qualiteit, ,, ouderdom en woonplaats, binnen den tyd van „ veertien dagen, na de Publicatie, ter Secretary „ van dezer Stads Policie verzegeld over te bren„ gen." En welke Publicatie ten gevolge heefc gehad het dresfeeren van het voorgemelde ConceptReglement, mitsgaders het alzoo gedresfeerd nader voorleggen van het zelve gearrefteerde by Publicatie van den ijden September 1785, „ met gelyk „ vermaan aan alle en een iegelyk Burger en lnge„ zeten voornoemd , omme, indien eenige gegron„ de bedenkingen op vootzeide Reglement mogte ,, hebben, dezelve zyne bedenkingen, 't zy afzon„ derlyk of gevoegd met anderen m gefchrifte ge„ fteld en onderteekend, b'.nnen den tyd,van veer„ tien dagen na Publicatie ter Secretary van de ,, Stads Policie over te brengen," waar aan al mede voldaan is. Dat als voorfz. de befoignes daar over met den 4 November 1785 zyn afgeloopen, zoo dat de Burgery in dat vaste vertrouwen verfeerde, dat hec zelve geapplaneerde en gereguleerde Concept-Reglement, concerneerende dezer Stads Regeeringsbeftelling, dan ook daadelyk zoude worden gearrefteerd en geintroduceerd, dan dat zy in tegendeel, al ras hebben moeten ondervinden, dat men het zelve aan de Burgery heefc getragt vruch* te-  de Gêbeurtmisfen in 1787 enz. voorhallen, vzi teloos te maaken, en wel door zekere Propofitie tog het gaaf confenteeren van de Ridderfchahs Refolu* tie, den 24 Augustus 1785 ter Vergadering van Staat uitgebracht, om hec welke voor te komen, de Burgery geoirdeeld heeft, op den loden December 185, door een, met hunne voorkennis en overleg geformeerd Addres, zich aan U Ed. Groot Achtb. te vervoegen, en by dac Addres door de Ondergeteekenden geene andere dispofitie te verzoeken , dan, „ om zonder verwyl, het Concept-, Reglement, concerneerende de beftelling dezer „ Stads Regeering, zoodaanig het zelve geappla„ neerd en gereguleerd is, vast te ftellen, te arre„ fteeren en te publiceeren; met verdere bepaa„ ling van een tyd van drie maanden, om, het zy „ de bezwaaren van 't Provinciaale Regeerings„ Reglement binnen dien tyd mogten afgedaan zyn, „ dan niet, het zelve onzer Stads vastgeftelde Regeerings-Reglement met de Burgery, als dan na verloop van dezelve drie maanden, daadelyk in „ te voeren en wederzyds te beéédigen." Uit alle het welke dan confteert, hoe ongelukkig, abufief en hoogstbeledigend de Heeren Edelen hec gedrag van de Burgery, op den 19 en ao December 1785 gehouden, in weerwil van de waarheid, gelieven te doen voorkomen, even of zich de Burgery als een onbezonnen en onkundigen hoop zoude hebben laaten vervoeren, om door het aanzetten van onrustige Menfchen hen te doen gebruiken ter bevordering van zekere, als 't ware eigendunkelyke Plans, dewelke tot renverfement der Regeerings. Conftitutie dezer Provincie zoude ingerigt zyn, en dat zelve ook aan U Ed. Groot Achtb. zoude zyn opgedrongen, ten effedte, dat de Heeren Edelen zich bevoegd geoirdeeld hebben, om daar tegen, des gerequireerd wordende, NB. alle mooglyke hulpe en adfistentie (zekerlyk, om op het voorbeeld van Amersfoort, den fterken en gewapenden Militairen arm in te roepen) te verkenen. Daar in tegendeel de Burgery niets anders heefc geëffectueerd, dan het  22a Verzameling van Stukken betrekkelyk tot het arrefteeren en vastflellen van een Reglement vaa Regeeringe dezer Stad, welkers poincten ten fine van redres, naby de twee jaaren opgegeeven, in de gehoudeae conferentien door Heeren Gecommitteerdens, en voorts in een opgevolgde extraordinaris Befchryving, door U Edé Groot Achtb. zelve gereguleerd en geapplaneerd zyn geworden, dat niet meer dan het arrefteeren en introduceeren van het zelve overig was gebleven: tot zoo verre, dac daar over tusfchen U Ed. Gr. Achtb. en de Burgery geen gefchil hoe ook genaamd heefc plaats gehad, en die ook alzoo in confesfo word gefteld, by de uicgeleverde Notulén, bevattende het gebefoigneerde van den 19 en 20 December 1785, als daar by ontegenzeggelyk blykt: „ dat tusfchen U Ed. Groot „ Achtb. en de Burgery tot het arrefteeren en in„ troduceeren van hec voorgemelde geapplaneerde „ Reglement, geene andere discusfiie heefc geëx,, teerd, dan alleen de bedenkelykheid over het „ ontflag uic den ééd, om na verloop van drie „ maanden hec gearrefteerde met de Burgery, zon„ der Staatsgewyze ontheffing van denzelven ééd, „ te konnen introduceeren;" zoo als de waarheid daar van al verder word gededuceerd en bewezen, met het geproponeerde en dien conform gerefolveerde, van U Ed. Groot Achtb. van den 27 De. cember 1785, tendeerende: ,, om die ontflaginge „ uit den ééd ter Staatsvergadering van den 28ften „ dito, voor zoo verre dezer Stads Regeerings„ beftelling betrof, te obtineeren." Dat uic die gededuceerde ten klaarften blykt, dat 'er aan de Burgery, als mede aan de ondergefchreevene Geconftitueerdens en Gecommitteerdens ten hoogften gelegen legt, van de door de Ridderfchap op hen tegen waarheid gelegden blaam gezuiverd te zyn, als by dit alles komt, dat die Heeren uic hoofde van de door de Vroedfchap als voorfchreeven gedaane Publicatien, opgevolgde affixien, en hec voorleggen, zoo wel als hec in openbaaren druk uitgeeven, van het geconcipieerde Reglement  de Gebeurtenis/en in 1787 enz* voorgevallen. 223 ment dezer Stads Regeeringsbeflellinge geene ig. norantie altoos daar van kunnen voorwenden; ea zulks te minder, daar alle die Heeren; een enkelde daar van uitgezonderd, behooren onder het aantal der alhier huiszittende Burgers en Inwoonders dezer Stad, en welke, voor zoo veel hunne particuliere Perfoonen, als Burgeren en Inwoonderen, betreffen, mede begrepen zyn geweest ia de voorfz. by Publicatien gedaane oproepingen, om, indien zy eenige gegronde bedenkingen daar op mogten gehad hebben, dezelve als toen hunne bedenkingen, binnen den bovengemelden tyd ter Secretary van de Policie dezer Stad, verzegeld, hadden konnen overgebracht hebben, het welk geene van die Heeren hebben gelieven goed te vinden, en waar toe zy, ingevalle van bedenkingen, als Burgers en Inwoonders, gehouden waren, geconfidereerd by het Staats-Rapport, voor zoo veel Stads Regeeringsbeftelling betrof, het zelve aan de Regeering, om met hunne Burgery (en geene anderen) te applaneeren en reguleeren, is overgelaaten, en waar in gemelde Heeren als Burgeren en Inwoonderen volkomen hebben berust; mitsdien het, wel verre van edelmoedig, of van het gedrag van de Edelen zoude konnen verwacht worden, daar die Heeren, als gezegd is, zelve in hunne particuliere Perfoonen als Burgers en Inwoonders, ten voorfz. einde mede zyn opgeroepen geweest, en alzoo van alle het gunt voorfz. mede volkomen ken. nisfe hebben gedraagen; dat zy, desniettegenftaande, van hen hebben gelieven te verkrygen, om der Burgeren gedraagingen op den 19 en 20 December 1785, tegen alle waarheid aan, af te maaien en voor te draagen als geftrekt hebbende ter bevordering van zoodaanige, by de Heeren Edelen gezegde zekere Plans, ingericht tot geheel renverfement van de Regeerings-Conftitutie dezer Provincie, en te gelyk de Ondergeteekenden, ter bereiking van die alzoo verderflyke Plans, te doen voorkomen, als die onrustige Menfchen, welke by aanhoudenheid  224 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot de Burgery dit hebben konnen diets maaken, waar tegen de Burgery en de Ondergeteekenden geoirdeeld hebben zich te moeten zuiveren; zoo wel als tegen die van dezelve Heeren gedaane onwaare aan, tyging, dat U Ed. Groot Achtb. ten tyde voorfz. geene vryheid van delibereeren zouden gehad hebben ; als U Ed. Groot Achtb. uitgeleverde Refolutien voor de Burgery, en de daar by voorkomende aanteekeningen van verfcheide Leden van den Raad, ten duidelykften bevestigen, dat een ieder van de Leden van ü Ed. Groot Achtb. na goedvinden heeft gebruik gemaakt, en ook volkomen vryheid heeft gehad, om op den 19 en 20 December 1785 te advyfeeren als een ieder van hen heeft geoirdeeld te willen doen, en daar van vervolgens gelyke aanteekeningen te doen infereer«n: onder welke Advyfen, ten bewyze van die volkomen gebruikte vryheid, inzonderheid verftrekken konnen die van de Heeren van der Does, Verschoor, Falck, As. e.em&, de Leeuw en Zaal, zonder dat zy of iemand van de verdere Raaden, door iemand uic de Burgery, wie ook, veel min door eenigen Burger, in of buiten den Raad, daar inne belet of verhinderd zyn geweesc, en waar van dezelve alzoo byzondere aangeceekende Advyfen, (hoedaanig ingewikkeld , den inhoude van eenige derzelve, zoo wel als in ongunftige aanduidende termen ook mogen ingefteld zyn) niet min ten fpreekenden bewyze van die vrye deliberatien en onverhinderde gedaane aanteekeningen, zouden moeten verftrekken ; even als die vryheid van deliberatien, welke U Ed. Groot Achtb. den 23 December 1783 hebben gehad op het voorftel, gediend hebbende om de gepubliceerde Refolutie van den 2often December te doen drukken en affigeeren: mitsdien de Burgery en de Ondergeteekenden onder de voorfz. door de Ridderfchap by hunne Refolutie zoo zeer beleedigende als aggraveerende infimulatien, even min konnen blyven , als zy in een gelyk geval van onwaare befchuldigingen, ingevloeid in de Misfi-  Ie Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen, aa£ Ve van zyne Hoogheid , den 24ften Augustus des voorleeden jaars aan de Heeren Staaten dezer Provincie geaddresfeerd, door U Ed. Groot Achtb. by een antwoord, gevolgd op een by de Ondergefchreevenen ingeleverd Addres, van den 5 September 1785, zyn gejustificeerd geworden , onder anderen met vertoon : „ dat (zoo ais thands nóg hee ,, geval is) de onlusten niet tot zoodaanigen hoóg,, te geklommen zyn, dat daar tegen zoudé die- nen te worden voorzien, op eene andere wyze» „ dan door het afdoen, én remedieeren aan der ,, Burgeren en Ingezetenen, nu reeds zoo lange» „ opgeroepene en ingeleverde bezwaaren , waar „ door alleen derzelver ongenoegen kan weggeno,, men worden." Daar dit dan de eigen taal vari U Ed.' Groot Achtb. is geweest, ter rescontre van de voorfz. Misfive aan zyne Hoogheid, en derBur-geren gedraagingen op den 19 en 20 December 1785, niet anders dan tot de évengemelde voörgeftelde eindens hebben geftrekt, en ter wegneemin» ge van alle ongenoegen; is het voor de Burgery infupportabel zich door de Heeren Edelen in eene alleszins wettige en bevoegde zaak, waar toé dé Burgery allerfolemneelst, ook uit krachte van een Staatsbefluit, is opgeroepen geweest, zoö zeer haatelyk aan de geheele wereld ten. toon gefteld té zien, ten gevolge, dat die zelve Heeren tegen deZe der Burgeren alleszins geoirloofde gedraagingen als voorfz., alle mooglyke hulpe en adjiftentie wel zouden trachten in te roepen, en daar door de Burgery, als 't ware, te bedreigen met eene fubordinatie, onder een Zich te procureeren Militair gezag, erk zulks niettegenftaande U Edele Groot Achtb. alS voorfz. van het rechtmaatig ongenoegen der Burgery, veroirzaakt door het zoo lange verwyl ter afdoe* "ning en het remedieeren aan de opgeroepene en ingeleverde bezwaaren, zelve zoodaanig plenair zyn overtuigd geweest, dat de Burgery, na het applaneeren vad dezelve, ook met alle recht, op het daadelyk vast> Hellen en arrefteeren van dezelve heeft mogen iri- XXIX, Deel. P ft.eé-.  0.26 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot fteeren, en daar inne niet anders heeft gedaan, dan het gene U Ed. Groot Achtb. zelve aan zyn Hoogheid hebben voorgedraagen, dat tot wegneeming van hun ongenoegen verstrekken konde. Daar dan de Burgery zich niet heeft fcbuldig gemaakt aan dat gene, waar onder een beledigende blaam, vervat by meergemelde Ridderfchaps Refolutie, haar doet voorkomen, en de thands fubfifteerende omftandigheden vooral vorderen, daar van op eene fatisfattoire en voldoende wyze te worden ontheven en gejustificeerd; zo is het, dat Ondergeteekenden ten dien einde, in naam van de op den 19 en 20 December 1785, zich geflfteerd hebbende Burgery (onverminderd voorig vermelde Declaratoir en Protest) op U Ed. Groot Achtb. met verfchuldigde achting verzoeken en infteeren, dat U Ed. Groot Achtb. nog deze week alle Burgers en Inwoonders dezer Stad, ieder in hunne refpecfive Wyken, en onder hunne Officieren en Onder-Officieren doen oproepen, en vervolgens, dac U Ed. Groot Achtb. door een te decerneeren Commisfie aan de alzoo vergaderde Burgery van ieder Compagnie, hoofd voor hoofd, doen afvraagen: j. Of zy van het verzoek, in haar naam en van harentwegen op den 19 December 1785, by Addres aan den Raad dezer Stad ingeleverd, door de Geconftitueerdens en Gecommitteerdens, geene behoorlyke voorkennisfe bekomen en gehad hebben? 2. Of het verhandelde, geduurende de voorfz. twee dagen, door Geconftitueerdens en Gecommitteerdens, met den Raad, niet op dien tyd ter hunner kennisfe is gebracht, en by hun is goedgekeurd? En 3. Of het gene als toen by het voorfz. Addres op de Vroedfchap is verzogt, als nog is en blyft hun gevoelen? Dat de voorfz. Commisfie de antwoorden, welke zy hoofd voor hoofd bekomen, zullen gelieven aan te teekenen, en daar van aan U Ed. Groot Achtb,  de 'Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 227 Achtb. behoorlyk rapport uitbrengen , als wanneer de Ondergetekenden vertrouwen, dat eenmaal ontegenfpreekelyk blyken zal, dat het gepasfeerde, op den 19 en 20 December 1785, is geweest de waare begeerte vaD hec Volk, en dat dè zich daar toe gefifteerd hebbende Pe/foonen niet alleen hebben uitgemaakt het groocfte en aanzienlykfte gedeelte van de Burgery, maar ook boven dien, beftaac hebben io genoegzaam alle de Schutters Van de geheele Burger Schuttery. In welk voorfz, verZoek de Ondergeteekenden vertrouwen. dar U Ed» Gr. Achtb. niet zulle?) gelieven te difficulteeren, alè het zelve heteenigfteeDzekerfte middelbevattende, óm de Burgery en de Ondergeteekenden van deci bovengemelden blaam, er. alle de daar by aggraveerende infimulatien van de Ridderfchap eenmaal té ontheffen . en ü Ed. Groot Achtb. (immers verfcheide Leden van U Ed. Groot Achtb.; te overtuigen, en aan gehe d Nederland het ontegenzeggelyk bewvs uit te leveren, dat alhier op den 19 ed 20 December 1705, èèn waare Volksftem heeft geexteerd, dermaareo, dat daar made niet is gefpeeld geworde::, maar dac hec gebeurde op den 19 en 2o December 1785, de waarachtige ftemme deë Volks, en een zeer wel beredeneerd gevoelen is geweest, en als nog is en blyft. Daar, indien U Ed G?oot Achtb. onverhoopt op dit verzoek, immers eer naaster Vergadering van U Ed. Groot Achtb. niet geliefden tedisponeeren, maar het zelve of van de hand te wyzen, of buiten dispofitie te houden, de Burgery en de Ondergeteekenden het ais dan zullen houden voor een aveu, waar by U Ed Gioot Achtb. de waarheid der Volksftem en Volksvertegenwoordiging hebben in confes/ó gefteld, even of aan het voorfz ver= zoek, en daar by gedaane voorftellen ter boven opgegeeven afvraagingen» puntlueelyk was voldaan geworden , en dus dat U Ed. Groot Achtb. als dan ook niet zullen nalaaten, om de Eer en Achtbaarheid van Utrechts Burgery, tegens de zoo zeer P 2 bei  a'ü8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot beleedigende uitdrukkingen van 's Ridderfchaps Refolutie, op te houden en op de allerefficacieusta wyze te verdeedigen; als mede, door een op nieuw te herhaalen Declaratoir, de Burgery te verzekeren, van dezelve te zullen maintineeren by 's Vroedfchaps Refolutie van den if5 Augustus 1785, tegens alle en een ieder, en inzondeiheid tegens alle voordrachten en inroepinge ter hulpe of adfiflentie van de fterke Hand of gewapenden Arm, waar toe meergemelde Ridderfchaps Refolutie zoo allerongefundeertst tendeert, 't Welk doende &c. En was onderteekend door alle de GeconJlüueerdens en Gecommitteerdens. N°. 2270. Addres van de Burger-Officieren, den 2 Febniary 1786 aan de Burger-Kiygstaad der Stad Utrecht geprefenteerd, tot beter fluiten van Stads Poorten. Wfx Edele Gestrenge Manhafte Heeren! De Ondergeteekenden, de eere hebbende, om in qualiteit als Officieren by dezer Stads refpecfive Schuttery te fungeeren, zien zich thands in de onvermydelyke noodzaaklykheid gefteld, van aan U Wel Ed. Geftr. Manhaften te moeten voordraagen: dat 't wel is waar, aan de Poortiers ingevolge het 50 Artikel van de Ordonnantie, concerneerende de Schuttery en Schutters Wachten, is geoirloofd, de Sleutels der Poorten des nachts na bekomen permisfie onder zich te behouden , mits zy aan den Wachthebbenden Officier, by gefchrifte daar van kennisfe geeven; dan dat dit Artikel, hoe zeer het zelve, by 't in trein brengen der gemelde Ordonnantie, ook aan de verwachting fcheen te zullen beantwoorden, thands door deze en gene pretexten  de Geleurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 229 ten in zoo verre wordt geëxtendeerd, dat men zeer zelden meer dan twee zakken met Sleutels, en foms nog niet eens op de Hoofdwacht, krygt; blyvende de overigen onder de Poortiers berustende; en wel niet alleen die der Klinkets of kleine, maar zelfs die der groote Deuren: iets, Wel Ed. Geftr. Manhafte Heeren! het welk, by een enkel geval eens exteerende, niet zoo zeer in Het oog zoude loopen; doch daar zulks telken reize, en wy zouden misfchien mogen zeggen, alle avonds plaats heeft, zoo heeft zulks ten gevolge gehad, dat fom« mige der Ondergeteekenden door de Wachtdoende Schutters daaromtrent zyn aangefproken, en geëx. poneerd geworden aan objeclien, welke zy zeer gaarne hadden gewenscht op eene folide en bondige wyze te kunnen refuteeren: en Wel Ed. Geftrenge Manhafte Heeren! het is daar by niet gebleevent men heeft zelfs moeten ondervinden, dat de berichten der Poortiers, omtrent 't onder zich mogen behouden der Sleutels, eenigermaate van derzelver goedvinden dependeerende zyn; en wel by occafie, dat 'er door iemand een briefje wierd vertoond van permisfie te hebben, om dien nacht de Sleutels van de kleine Deur onder zich te mogen behouden, zonder nogthands die der groote Poort mede te brengen; als wanneer de Wachthebbende Officier, deze laatfte requireerende, eenvoudig dit antwoord in fubftantie kreeg: ,, de Sleutels van de groote Poort „ hangen by ons ook aan huis, en is Myn Heer „ met dit briefje niet te vreden, dan zal myn Va„ der wel een ander fchryven, daar van de groote, „ Poort ook in komt." Een duidelyk en doorflaand blyk, Wel Ed. Geftr. Manhafte Heeren! hoe wil- • Jekeurig de Poprtiers met hunne Rapporten , en Stads Sleutels, als *t ware, omfpringen. Zulke en dergelyke pasfages, waar van naast denkelyk nog wel meer voorhanden zyn, moeten ongetwyffeld eenen te grooten indruk verwekken by ieder Schutter, die behoorlyk zynen plicht zoekt te behartigen, dan dat hy zulks met een onverfchil- p 3 ■ m  23Q Verzameling van Stukken betrekkelyk tot lig oog zoude kunnen aanzien; en 't is ook uit dien hoofde, dat 'er zich onlangs twee Rotten met ronde woorden hebben gedeclareerd, van by een volgende Wacht niet weder voor het Stadhuis te willen fchilderen, zoo warneer 'cr omtrent de flutting der Poorten, en de bewaaring van derzelver Sleutels , geene nadere en betere voorziening plaats hadde: waar de Ondergeteekenden nog moeten byvoegen, dat 't Hun mede voorkomt zeer onevenredig te zyn, jdat men de Sleutels der Poorten, die aan de Wacht gebracht worden, met alle behoorlyke formaliteiten, door den Majoor in praefentie van den Wachthebbenden Officier, in den yzeren kist zal doen fluiten, terwyl men de overige enkel en alleen aan de bewaaring van den Poortier, of wel deszelfs |£necht, zal toevertrouwen, Ter voorkoming van alle deze onaangenaamheden . en veruitziende gevolgen, welke daar uit zou^ den kunnen ontflaan, neemen de Ondergeteekenden al verder de vryheid, omme aan U Wel Ed. Geftr'. onder de noodige verbetering dit navolgende Plan te propon eeren: Te weeten, dat van nu voortaan, of wel zoo dra zulks mooglyk zal zyn, de helft der Manfchappen Welke anders op het Stadhuis zouden moeten blyven, door den commandeerenden Officier zal worden gedetacheerd naar een der Hoofdpoorten van deze Stad, omme aldaar de Wacht te houden. Dat wyders van die Wacht 4 Schutters zouden kunren worden afgezonden, om 2 Poorten te doen fluiten, en wel in dezer voegen, dat 2 Man naar ieder Poort zoude kunnen gaan, en, na het fluiten van dezelve met den Knecht van den Poortier op het Stadhuis komen, omme de Sleutels aldaar te brengen. Van gelyke zullen ook van de Hoofdwacht vier Man worden afgezonden, om de twee andere Poorten te fluiten, en alles te verrichten, zoo als even |s gemeld. riet zelfde zoude ook plaats kunnen ea moeten heb-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 231 hebben des morgens by 't ontfluiten der Poorten» En eindelyk, om allen noodlydenden, of den genen, die volftrekt des nachts uit of in de Stad moesten, te gemoet te komen, zoude de kleine deur der Poort, aan welke de Wacht praafent ware,, voor de Pasfan ten open, en de Sleutels onder de Wacht aldaar kunnen blyven; kunnende 'er mede eene maandlykfche tourbeurte omtrent de Poort, aan welke de Wacht zoude moeten verblyven, plaats hebben: omme de Opgezetenen in alle Voorlieden egaal te Hellen. Zie daar, Wel Ed. Geftr. Manhafte Heeren! een Plan, ons bedunkens zeer eenvoudig, en gansch niet ftrekkende tot eenige meerdere last voor de Wachthebbende Manfchap, en waar inne wy vertrouwen, dat het meerdere gedeelte der Burgery zeer gaarne zal willen inftemmen; gelyk wy ook niet twyffelen, of wy zouden, had ons de tyd niet ontbroken, nog veelen hebben kunnen vinden, om zelfs in dit ons voorftel te participeeren; zoo ajs wy ons ook al verder durven vleijen. en bykans gerust ftellen, dat U Wel Ed. Geftr. Manhaften dit ons ontwerp van dat gewigt en importantie zullen gelieven te befchouwen, omme het zeive in ferieufe deliberatie te willen neemen, met zoodaanig gevolg, dat wy eerstdaags 't gewenscht effect daarvan zullen mogen zien en ondervinden. In welk vooruitzicht, wy de eere hebben ons met alle hoogachting te noemen. Wel Edele Geftr enge Manhafte Heeren ƒ U Wel Ed. Geftr. Manhafte Dienaaren en Mede-Officieren, (was geteekend) A. Abeleven. M. Molrooy. G. C. Eceling. S. van Lidt de Jedde. P. Bosch Bois. M. van Heiningen. De Koning. Utrecht, den 2 February 1780. P 4 Ni,  *3l Verzameling van Stukken betrekkelyk toi VI*, 2271. Addres van voornoemde Burger-Officieren, den i Febr. 1786 aan de Vroedfchap der Stad Utrecht ten zelfden einde geprefenteerd, en Refolutie Commisforiaal daar op gemaakt. Aan de Edele Groot Achtbaare Heeren Burgemeesteren en Vroedschap der Stad Utrecht! Geeven eerbiedig te kennen, de ondergeteekende Officieren dezer Stads Schuttery, dat de Supplianten op laatstleeden donderdag, zynde den 2den February zich vervoegd hebben by den BurgerJ£rygsiaad dezer Stad, en, zoo by monde als in gefchrifte, aangetoond, hoe men tegenwoordig met het fluiten der Stads Poorten omipringc; dat in plaatfe dezelve des nachts behoorlyk zouden geflooten, en de Sleutels op het Stadhuis in hewaaring gebracht worden, 'er zelden meer dan de Sleutels van een, of op zyn hoogst van twee Poorten aan den Commandeerende Officier, om volgens Ordonnantie dezelve in deze daar toe gefielde yzere Kist te doen fluiten, behandigt worden; blyvende de óverige onder de Poortiers berusten; dit niet alleen, maar dat meer is, hoe de Poortiers zelve daar willekeurig mede te werk gaan, die zonder dat *er eenig bewys exfteerd, of zulks door den Heer eerste Burgemeester gepermitteerd is, dan niet, alleen maar een briefje naar eigen goedvinden opgefteld , overhandigen, daar de Commandeerende Officier als dan mede genoegen neemen moet; zoo als nader uit de fchrifrelyke Propofitie, door de Supplianten aan den Krygsraad overgegeeven, U Ed. Groot Achtb. ad oculum confteeren kan. —■ Dat dit een en ander geen gering ongenoegen onder de Schutters veroirzaakt, als welke met ronde woorden gedeclareerd hebben, niet wel langerallenachten in de koude te kunnen fchilderen, wanneer de Poorten niet behoorlyk geflooten worden; dat de Supplianten ten dien einde daar by gevoegd hebben een kon Plan, firekkende tot geen meerder last der Schut?  ie Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 233 Schutters, waar door al het bovengemelde zoude kunnen geremedieert worden, en het welkdenoodlydende buiten de Poorten, of ook dePasfanten, die permisfie van den Heer eerste Burgemeester hebben, niets tot ongemak verftrekken zoude. De Supplianten zyn ter zyde geinformeerd, dat door den Krygsraad gerefolveerd is gemelde Pco* politie heden in U Ed. Groot Achtb. Vergadering te brengen. Het is deels, om alle ongenoegen onder de Schutters voor te komen, deels om voor altoos omtrent Stads Poorten fecuur te zyn, niet alleen , maar ook om de omftandigheden der tyden, waar in wy thands verfeeren, of noch in zouden, kunnen komen, dat deze zaak de Supplianten van dit gewicht is voorgekomen , dat daar in niet te fpoedig kan voorzien worden, ten einde zich in allen deelen van hunnen plicht als Burger-Officieren te kunnen acquiteeren, temeer, wyl hetbewaaken der Poorten, als een oud en erkend recht, aan de Burgers competeerd. Waaromme de Supplianten, zich nogmaals refereerende aan hunne Propofitie in den BurgerKrygsraad gedaan, zich thands insgelyks keerentot U Ed. Groot Achtb. ootmoedig maar tevens ernftig verzoekende: dat het U Ed.Groot goedgunftig moge behaagen, noch heden morgen, om de presfance der zaake, eene favorable Refolutie op het gedaane voorftel te neemen, en het refultat daarvan voor het fcheiden der Vergadering aan de Supplianten bekend te maaken, welke zich ten dien einde heden morgen in de zoogenaamde groene Kamer fifteeren zullen, 't Welk doende &c. Op het een en ander wierd zaakelyk de volgende Refolutie genoomen, en aan de Officieren welke zich in de Groene Kamer bevonden om naar het Appoinctement te wagten ter hand gefteld: „ dat het eerfte Art. van het Addres betreffende de Poortiers, in ,, Commisfie gefteld was van Heeren Burgem. en Oud-Burgem.j en het 2de Art., namenclyk de P £ v be.  23* Verzanding van Stukken betrekkelyk tot „ bezorging der Poorten, gedemandeerd was aan 5, de Heeren Kapiteins, om hec Advys van hunne Officieren, en dezen wederom van hunne Onder„ Officieren en Schutters te verneemen." Np. 2272. Misfive van de Burger Sociëteit te Wyk by Duurftede onder de zinfpreuk Dood of Vry, aan zyne Excellentie de Marquis de Veirac , Ambas. fadeur wegens het Hof van Frankryk in 's Hage, van dato den 7 Febr. 1786; benevens het antwoord daar op van den Heer Veirac. Zyne Excellentie! De groote weldaaden van zyne Aller-Christelykfte Majefteit aan deze Republiek beweezen, konnen niec dan een weidenkenden opwekken, om, zoo ver hec in zyn vermogen is, zyne verheuging hier over te betuigen, vermids wy zien dat zyne Aller-Christelykfte Majefteit de belangens dezer Kepublyk zich ter harte neemt of het de zynen waren, zoo als niet met woorden maar met daaden gebleeken is in den Oorlog met onzen ontrouwen Bondgenoot den Koning van Engeland, en onzen Nabuur Joseph den tweeden. — Wy kunnen niec dan openlyk betuigen, dat zonder de wapens van zyne Aller-Christelykfte Majefteit in den Oorlog met den eerften, onze Oost- en West-Indifche bezittingen ter zyner prooi zouden zyn geweest, en zonder de tusfchenkomst van zyne Aller-Christelykfte Majefteit in den Oorlogmet den laatften, onze bezittingen hier op het vaste Land zouden overrompelt zyn geweest, te meer, daar onze veilig, heid noch niet volkomen is met onze binnenlandfche vyanden. Wy betuigen wel hartelyk onzen dank voor alle medewerkingen, aangewend door den goedertiernen Vorst, Üwen Meester; -— wy verzekeren van onzen kant, dat de belangens van zyne Majefteit de  de Getetmenisfen in 1787 «ns. voorgevallen. 235 de onze zullen zyn; en dat wy ter verdediging van dien, goed en bloed ten besten hebben; — wy hoopen, dat zyne Majefteit dezen gulhartigen dank zal gewaardigen aan te neemen, vermids niemand in geheel de zeven Provinciën, no^ meer alle te faamen genoomen, in ftaat zyn die weldaaden te vergelden: van onzen kant hebben wy evenwel getracht, vermids het tot geen recompens kan gereekend worden , deze grootmoedigheid te vereeuwigen, door eene Illurninacie, ingericht naar het vermogen onzer Sociëteit; in hoope dat zyne AllerChristelykfte Majefteit hier in vergenoeging mogte fcheppen, hebben wy de vryheid genoomen UEd. Hoog G .b hier van kennis te geeven , om in geval deze kleine Sociëteit van dit veracht Plaatsje, eenige fchyn van merites by U mogte hebben, hier van kennis te geeven aan zyne Majefteit onzen Weldoender. Wy recommandeeren aan zyne Majefteit deze Republiek, deze Stad en Sociëteit, en verzoeken Uwe Excellentie voor ons by denzelven te intercedeeren Waar mede wy ons met de grootfte eerbied en diepe verneedering noemen. Zyne Excellentie l Uw Hoog Geb. onderdaanigfte en gehoorzaamde Dienaaren, (was get.) Leden der Burger-Sociëteit, onder de Spreuk Dood of Vry. (Onder ftond) Uit naam derzelver , P. A. de Mcrtain, M. S. Direiïeur, Wyk by Duurftede, den 7 February 1786. la Haye le 24 Fevrier 1786. MONSIEUR! MYN HEER! J'ai recu la Lettre, que Ik heb ontfangen den vous Brief 5  fi36" Verzameling van Stuiken betrekkelyk tot yous m'avez fait Vhonneur de mecrire le ~\de ces mois, je ne puis que vous temoigner 'combien je fuis touché des feminiens, que V Alliance du Roy avec la Repubhque , vous infpire & a la Societé des Bourgeois, dont vous étes le DireSteur ; — une ville ausfi diftinguée par fon amour poitr la Patrie, que la ville de Wyk, ne pou-. voit manquer de fentir les avantages reciproques, que cette Alliance asfure aux deux Natior-.s; — la fatisfa£tionuniverfelle, qu'elle y caufe, & dont vous vous étes chargé Monfieur , de me trammettre l'expresfim, ne peut qu'étre tres agreable au Roi & me faire en particulier un veritable plaifir. Je vous prie d'en recevoir & d'en faire partager a vótre Societé tous mes remercimens , ausfi, que l'asfurance de tous les fentimens, avec lesquelsj'ai Vhonneur d'être. Brief, die U Ed. my de eer aangedaan hebt te fchryven den 7den van deze maand. Ik kan u niet genoeg betuigen, hoe zeer ik getroffen was over de aangenaame gevoelens , die de Alliantie van myn Koning met de Republyk, U Ed. en de Burger-Sociëteit, waar van ü Ed. de Directeur is, inboezemt; eene Stad, die zich zoo gedistingueerd heeft door haare liefde voor het Vaderland , als de Stad van Wyk, konde niet nalaaten te gevoelen de wederzydfche voordeden, die dit Verbond aan de beide Natiën verzekert; de algemeene vergenoeging, die de Alliantie aldaar veroirzaakt, en welke U Ed. gelast is Myn Heer! om my ter kennisfe te brengen, kan niec dan zeer aangenaam wezen aan mynen Koning, en my in 't byzonder tot een wezenlyk genoegen verftrekken. Ik verzoek U Ed. hier over myne hoogfie dankbetuigingen ' aan te neemen, en die aan uwe Sociëteit mede te deelen , zoo wel als de verzekering, met alle dip gevoelens van hqog-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 237 achting , waar mede ik de eer heb te zyn. Monfieur! Myn Heer! Vótre trés humble, &f U Ed. onderdaanigen tres obeïsfant Ser- en gehoorzaamen viteur, Dienaar, (fousfigné) (was get.~) le Marquis de VeiraC. Marquis de Veirac. N°. 2273. Misfive van de Heeren Edelen en Ridderfchappen 's Lands van Utrecht, den 10 February 1786 aan de Vroedfchap der Stad Utrecht gefchreeven, aangaande het Addres door Geconftitueerden en Gecommitteerden den 6den daar te vooren geprefenteerd , en de Refolutie Commisforiaal door de Vroedfchap daar op genoomen. Edele Groot Achtbaare Heeren! Daar wy uit de publieke Nieuwspapieren zyn ontwaar geworden, dat het ü Ed. Achtb. behaagd heeft, onze Refolutie van den 27ften December des afgeloopen jaars, daags daar aan ter Vergadering van de Staaten ingebracht, en concerneerende het gebeurde binnen deze Stad op den loden en 2often December daar te vooren, copieelyk tecommuniceeren aan Geconftitueerdens en Gecommitteerdens uit de Burgery alhier, en deze zich veroirlooft hebben, by een Addres laatstleeden maandag ter Vergadering van Uw Wel Ed. Achtb. ingeleverd, en gelyktydig in eene Extraordinaire Courant publiek gemaakt, dezelve onze Refolutie in een zeer haatelyk daglicht voor te Rellen, en als Hoogstbeleedigend voor Utrechts Burgery te doen voorkomen, met geen ander oogmerk, voorwaar, dan om dezelve Burgery (ware het mooglyk) immers de»  g«§8 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot dezulke onder hen, die by gebrek van genoegzaame kennis en doorzicht, of van gelegendheid omdoor hun eigen oogen te zien, zich door deze leidslieden gewoon zyn te laaten leiden, tegens de Ridderfchap dezer Provincie te anirrteeren, en derzelver inzichten en bedoelingen in geheele erró» neufe en onwaarachtige verdenkingen te brengen, vinden wy ons in de onaangenaame verplichting gebracht, terwyl de gewoone weg, tot het inbrengen van onze bezwaaren ter Staatsvergadering, door de opfchórting der Vergadering binnen deze Stad, immers voor als nog afgefueeden is, deswegens ons beklag by Misfive aan U Ed» Achtb. te doen. Wy zullen ons over de inhoud van het zelve Addres, als meerendeels contineerende een narré van zaaken, die buiten ons zyn, niet verder inlaaten, dan Voorzoo veel ons direcïelyk concerneerd, en daarom alleenlyk U Ed. Achcb. verzoeken, in ernRige overweeging te neemen, van welke gevolgen het zal moeten zyn, indien de Advyfen der refpective Leden van Staat by continuatie zullen moeten Worden gefubmitteerd aan het oirdeel van particuliere Perfoonen, die geen de minfte relatie tot de Regeering hebbende, tot derzelver onderzoek en beoirdeeling op zoodaanige wyze ten eenenmaal onbevoegd zyn; terwyl wy teffens moeten verzoeken dat U Ed. Achtb. aan de Autheurs van hetzelve Addres, derzelver verontwaardiging zullen gelieven te kennen te geeven, over deze belediging een Mede-Lid van Staat aangedaan; en in het byzonder over de finistre oogmerken, waar toe hetzelve Addres ftrekkende is. Dit vermeenen wy met te meerder grond van U Ed. Achtb. temogen verwagten, daar wy ons ten aanzien van de waarheid en zekerheid der gronden en motiven onzer meergemelde Refolutie (wat ook fommige Leden van U Ed. Achtb. Vergadering des. wegens kunnen goedvinden af te geeven) op de weetenfchap van U Ed. Achtb. Collegie, en op de on-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen, 239 ondervinding van verfcheiden particuliere Leden der Vroedfchap, gerustelyk durven beroepen, en wy ons ook ten vollen verzekerd houden, dat zy U Ed. Achtb. niet anders, en voor eene malitieufe interpretatie onzer Refolutie zal worden aangezien (gelyk dezelve waarlyk is) de gehazardeerde befchuldiging, alsof wy het gepleegd geweld op den loden en 2often December aan Utrechts Burgery zouden hebben willen imputeeren. Neen Edele Achtb. Heeren! nimmer is het in onze gedachten gekomen , dit geweld zoo weinig , als het gene voorheen gepleegd wierd, op rekening van het lighaam van Utrechts goede Burgery te Rellen, en onze Refolutie geefc daar toe niet de minfte aanleiding. Wy zyn te zeer overtuigd, dat een groot gedeelte dier Burgery, niet gewoon om zich door beloften van allerlei aart, noch door uitgedachte befchuldigingen van Regenten en Leden van Regeering te laaten verleiden, maar gewoon, om de wettige Regeering te eerbiedigen, en niec meerder te verlangen, dan dat de noodige verbeteringen en redresfen op eene wettige en Conftitutioneele wyze worden daar gefteld; verre af is van het gepleegd geweld op de voorengemelde dagen, te approuveeren ? maar integendeel, het zelve in hunnen harten afkeuren en verfoeijen, en zoo maar vryheid van fpreeken hadden , zulks opentlyk betoonen zouden, om ons door zoodaanige befchuldigingen niet ten hoogften beleedigd te achten; en wy hadden niet verwagc dat Geconftitueerden en Gecommitteerden door derzelver opentlyke goedkeuring van al het gepasfeerde op die dagen ('t welk de Heeren Edelen gemeend hadden, alleen, aan eenige onrustige menfchen, waar onder zich veellichc ook vreemdelingen en dezulken die zelfs geen Burgers dezer Stad zyn, ofte lange geweesc zyn, kunnen bevonden hebben te moeten toefchryven), hetzelve voor hunne rekening en voor rekening der Burgery zoude genoomen en daar door zelfs den blaam op  640 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot op de Burgery gebracht hebben; waar mede zy dè Heeren van de Ridderfchap zoo zeer en ten onrechte hebben kunnen goedvinden te befchuldigen: dan dit ter hunner verantwoording overlaatende, willen wy alvoorens deze te eindigen, terwyl doch door alle hier voorengemelde omftandigheden het gevaar van de bewaaring der ruste en goede orde binnen dezen Stad niet fchynt te verminderen, onder inhsefie van onze Refolutie van den 27ften December des voorleeden jaars, U Ed. Achtb. alle noodige wysheid, voorzichtigheid, en ftandvastigheid toewen fchen, gelyk wy van onze zyde ook betuigen vastelyk gezint te zyn, de ware belangens van het Vaderland en van deze Provincie, ingevolgen onze verplichting, naar al ons vermogen te blyven behartigen, zonder door eenig eigen belang, gunst of haat ofte door bedreigingen, van wie het ook zyn mag, ons daar van te laaten aftrekken. , __ Hier mede Ed. Achtb. Heeren! beveelen wy U Ed. Achtb. in de befcherming van God Almachtig. Gefchreeven te Utrecht, den 10 February 1786. (was get.) J. Taarts van Amerongen, vt. (laager ftand) Ter Ordonnanantie van de Heeren Edelen en Ridderfchappen. (was get.) E. Koll. En daar over gedeliberéerd zynde, heefc de Vroedfchap Heeren Burgemeesteren en Oud-Burgemeesteren verzogt dezelve te willen examineeren, endè Vroedfchap te dienen van derzelver Conlideraciea en Advys.  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen» 241 Na. 2274. Refolutie van de Vroedfchap der Stad Ut* recht van den 13 February 1786,, waar by het voorftel tot Justificatie by het voorfchreeve Addres onder No. 2269 gedaan, word gedeclineerd en van de hand gewezen, met verder Declaratoir tegen het aveu van de Burgery: benevens de Aanteekeningen in de Vroedfchaps Notulen van den zélfden datum gedaan, door de Heeren Oud.Burgemeester van der Dussen, en Raaden Verschoor, Eyk, van Senden, de Ridder, van Dielen, Woertman, J. A. en D. J. Martens, Ivoy, van Haeften en van Dam. Ter deliberatie gelegd zynde, het Addres laatst» leeden maandag geprefenteerd, by GeconRitueer» den van 1368 Burgers en Inwoonders, als mede by Gecommitteerden uit de agt Burger Compagnien binnen deze Stad, en in de Notulen geinfereerdi heeft de Vroedfchap genoomen navolgende Refolutie. „ De Vroedfchap in overweegingé genootoett „ hebbende het Addres laatstleeden maandag aan „ haar geprefenteerd, by Geconftitueerden van „ 1368 Burgers en Inwoonders, als mede by Ge„ committeerden uit de agt Burger Compagnien! „ binnen deze. Stad, en onaangeroerd pasfeeren,, de, de pofitien by voorfchreeve Addres ter ne. „ dergefteld, den inhoud van 't zelve óvèrlaatendë „ voor rekening der Requestranten en derzelver „ Principaalen, verklaard aan het verzoek by ge„ dachte Addres voorgedraagen, niet te kunnen „ defereeren, maar het zelve te declineereN en van de hand te wyzen."... , , . Declareer ende de Vroedfchap wel expresfelyky hier door in geenen deelen te willen verftaan worden, te ag. nosceeren ofte advoueeren de confequentie welke de Requestranten, uit bovenftaande declinatoir verklaaren u elicieeren. En declareerende de Oud-Burgemeester van den XXIX. Deel. Ö Böf  «4» Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Bogaard en den Raad Abbema, aan zich te rei ferveeren, om zulks noodig oirdeelende, Hun Ed. Advyzen dezen aangaanden in fcriptis voorgelee»en, nader in Stads Notulen te doen infereeren. En gaf de Heer Oud-Burgemeester van der Dussen, zyn Ed. Advys in fcriptis over, waar mede zich geconformeerd hebben de Heeren Burgemees. teren Loten en van Bronkhorst, als ook de Heeren Oud-Burgemeesteren Verbeek en vanMusschenbroek, mitsgaders de Heeren van Westrenen, Zaal, van Ewyck, Nahuis, Odó, luiden* de voorfchreeven Advys als volgt. Edele Achtbaare Heeren ! Ik ben van Advys my te refereeren tot het gevoteerde op het Addres van Geconftitueerden en Gecommitteerden van den 2den January laatstleeden, en den ifjden daar aan volgende in Vroedfchaps Notulen geinfereerd; wanneer ik de Refolutie van den 2often December daar te vooren voor* informeel verklaard heb, en declareere als nu nader uit hoofde van gemelde informeele Refolutie, my niet te konnen nog te zullen engageeren, tot het beééHgen van het nieuw Regeerings-Reglement op den zoften Maart eerstkomende. Wyders my onbevoegd achtende, om de defenfie der Requestranten tegens Ridderfchaps Refolutie op my te neemen, maar de demarches daar by gedaan , ter verantwoording van de Requestranten te moeten overlaaten; terwyl ik verder van Advys ben , de nadere oproeping van alleBurgers en Inwoonders dezer Stad, ieder in hunne rèfpective Wyken te declineeren, en over zulks 'c verzoek ten dezen, zonder admisfie van 'tadveu by 'tflotvan het Addres gevoegd, te wyzen van de hand. (was get ) A. j. v. d. Dussen. En  de Gebeurtenis/en in 1787 voorgevallen, enz. 243 - En verzogte de Heer Verschoor dat zyn Ed„ fentiment in de Notulen van den Raad niogte worden geinfereerd: luidende Edele Groot Achtba&rè Heeren! De Ondergeteekende by den aanvang der deliberatien van den Raad over de reforme van het Regeerings-Reglement met de gevolgen van dien* welke haar aanvang genoomen hebben opden2 Sa ké  a76* Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ke waardigheid geaccrocheerd, vooral ter requifltie van de Burgery, zich daar van te kunnen ontheffen. Te meer, daar de Burgery nimmer van oirdeel of begrip is geweest, en zulks op eenige wyze hoe ook niet zal kunnen bewezen worden, dac. zy by de weder invoeringe van hec Stadhouderfchap mee zyne Hoogheid Willem de vierde, heC. Reglemenc van den jaare 1674 hebben gemaakt,: of willen maaken tot een ContraSt tusfchen de drie Staats-Leden, ten gevolge, dat deze Stad daar door zich zoude benoomen hebben het recht en de macht, haar van ouds toekomende, om in die haare huis* houdelyke beftellinge, Stads Regeering betreffen*, de, niet zoodaanige vastftellingen te mogen maaien, als met haare oude Rechten en Voorrechten inftemde, en dat daar door aan de verdere Leden van Staat zoude afgeftaan of geconfereerd hebben, een zoodaanig recht, als waar van die Leden ex-, presfelyk uitgeflooten zyn, en het welke om daar by bewaard te blyven, deze Stad ter contraire by den Staats ééd dan ook zonderling is geconferveerd gebleeven; zoo als de Burgery veel minder van oirdeel is geweest, om van het voorfz Reglement te maaken eene Capitulatie, tusfchen den Souverein en haaren eerften Minister, den Heer Stadhouder de'/■■'■ Provincie, om daar door het Souverein gezag, dezer Provincie te compromitteeren, met de opgedraagen waardigheid van die van den Stadhouder; zoo als de Burgery tot haar leedwezen ontwaard, e->t dit tegens haare intentie en de waare gefteldheid der zaake, opentlyk tegens de Burgery word gcibuteneerd; en waarom de Ondergeteekenden verplicht fcyn, dit een en ander aan U Ed. Gr, Achtb. te hebben moeten voordraagen, om ware het mooglyk, door deze nadere voordracht by U Ed. Groot Achtb. (immers by de Ledèn van dén Raad, welke blyven diflkulteeren by een recht inzien van zaaken J te effecfueeren de onverhinderde introductie van het gearresteerde Reglement van Regeering, en daar by tevens aan U Ed. Groot Achtb. in nadere  de Gèbeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 277 ie overweeging te geeven , dat de Refolutie ter introductie van het zelve Reglement, by ü Ed. Achtb. is genoomen door eene meerderheid van ftemmen, geconfirmeerd door de opgevolgde Refolutie, ten fine van affixie van het zelve befluit, en zulks Vooral op een tyd, datU Ed. Groot Achtb. of iemand der Leden van den Raad, na waarheid niet zullen konnen affirmeeren, dat een eenige Burger zich aan het Stadhuis, of in de nabyheid van het zelve bevonden heeft; als ook niet, toen U Ed. Groot Achtb. ten effecte der genoomen Refolutie, tot introductie van het gearresteerde Reglement, uit eigen motief, op de Propofitie van den Heer Oud-Burgemeester van den Bogaard, op den 27 December 1785, hebben beflooten, om Heeren Burgemeesteren en Gecommitteerden ter befchryvinge van Staaten te verzoeken en teauthorifeeren: „ om by Hun Ed. Mogenden met allen „ mooglyken ernst te verzoeken en aan te drin,, gen, dat by Staats-Refolutie verklaard wierde, ,, dat de Leden van de Vroedfchap dezer Stad ver- ftaan worden, ontheven te zyn van den Provin„ ciaalen ééd, voor zoo verre Stads Regeeringshe- ftellinge daarin geconcerneerd mogte zyn, ofte ,, wel» dat Hun Ed. Mogenden door het acceleeren ,, van de federt lang ged'fidereerd wordende reforme ,, van "het Regeerings-Reglement van den jaare I, 1674, en hec daadelyk daarftellea van dezelve „ reforme, binnen de drie eerstkomende maanden. „ een generaal ontflag van den ééd op het Provinciaal 3, Regeerings-Reglement geëffectueerd worde, waar ,, door, als dan het byzonder ontflag omtrent de ,, Stedelyke poincten van zelve zoude komen te „ proflueeren." Uit welke confirmatoire Refolutie, door U Ed. Groot Achtb. als gezegd, uit eigen motief genoomen, zelfs zonder dat de Burgery daar van eenige voorkennisfe of voorweetenfchap heeft gehad, ten klaarften blykt, dat 'er ter dier tyd ter introductie van het voorfz. Reglement, niets anders of verder ter verhindering van het zelve in conS 3 fide.  37$ Verzameling van StuHen tetrekkelyk m fïderatie is gekomen ■ dan het gemeedelyk bezwaar va1^ ten gedeelte der Mede-Raaien van U Ed. Groot Achtb. s ten einde, om Staatsgewyze, voor zoo verre Stads, Regeeringsbeftelling betreft, uit den Provinciaalen ééd ontflagen te zyn, en daar inne reusfeerende(zooals zulks ter Staatsvergadering, van den 28 December Ï78J, niet heeft mogen gebeuren) als dan op zyn tyd, de introdutlieen beéédiging van hetzelve met de Burgery in te gaan, Én dus, dat ter zeiver tyd |>y U Ed. Groot Achtb. geenszins in conflderatie is gekomen, het gene by eenige Raaden in hunne naderhand voorgebrachte Advyzen, met opzicht tot een zeker gezegd geweld, word geavanceerd, en het welk ten dezen aan de zyde der Burgery te meer word gearripieerd, als het zelve van die conflderatie had behooren geweest te zyn, dat ingevallehet gene by die Advyzen ten dien opzichte gepofeert 3s, waarlyk van dat gewicht was geweest, als men naderhand daar uit heeft getracht te willen argumenteeren, het als dan notoir is, dat U Ed. Gr.Achtb, op den 27 December 1785, niet konden begreepen worden bevoegd te zyn geweest, om uit eigen motief, te hebben mogen neemen zoodaanige Refolutie to.t ontflag uit den ééd, leidende ter daadelykeinfroduèlie van het voorfz, gearresteerde Reglement; en mitsdien blykt uit deze, zelve buiten aanzoek, van d$ §urgery, door Ü Ed. Groot Achtb. op den 27 December 1785, en ter Staatsvergadering ingebrachte Refolutie, dat 'er met opzicht tot de Burgery pp den 19 en 20 December 1785» geene zoodaanige omftandigheden hebben plaats gehad, welke de daadelyke introductie van het gearresteerde Reglement konden verhinderen, en dus ook als nu daar aan eenig het minste hinder, om de Burgery in het effect van het zelve te ftellen, niet kan aanbrengen; al? bovendien de driemaanden, binnen welke y Ed. Groot Achtb. hadden verzogt, dat een generaal ontflag van den ééd op het Provinciaale Regeerings-Reglement mogte daar gefteld worden, tot ^ier toe door de voorftemmende Leden vruchteloos  de Geteurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 279 is gemaakt: als men wat de Provinciaale Regeering betreft, heefc ontwaard, dat daar anderszins gewoonlyk om de veertien dagen eene byeenkomst van de Staaten dezer Provincie, Staatsgewyze, ter afdoeninge van zaaken plaats heeft, 'er als nu federt den 28ften December een opfchortinge daar van is ondervonden. Dat intusfchen de tyd zoo naby verloopen is, dat 'er heden niet meer dan veertien dagen overig zyn, om het gearresteerde Reglement, conform aan de genoomene en vervolgens den 23 December Ï785 geaffigeerde Refolutie, te introduceeren. Dat zoo als hier boven geavanceerd is, 'er by de Burgery geen ander voorneemen refideerd, dan dat die introductie zonder verwarringe op eene geregelde wyze en na de beste orde gefchiede, waar toe dan vooral na hun begrip vereischt wordt, dat alle dë Leden van den Raad op dien tyd behooren aanwe> zig te zyn, ten einde de Burgery en Raad daardoor in ftaat te ftellen, om ingevolge van het zelve gerefolveerde, de wederzydfche beëediging te doen. Dat dit een zaak zynde van het hoogfte belang, 'er vooral behoord geëviteerd te worden, dat de abfentie van de Leden van den Raad, immers van die Leden, met welkers meerderheid van ftemmen op den 2often December 1785, het voorfz. befluit ter vastftellinge en introductie is genoomen, de Burgery niet buiten ftaat houd, om van het effect der voorfz. Refolutie en de daadelyke introductie van het meergemelde Regeerings-Reglement, verftoo* ken te worden; en dus dat 'er aan de zyde van U Ed. Groot Achtb. devereischte voorzorgen zal worden genoomen, (zoo als zulks by dezen word verzogt) dat de Burgery op den 2often Maart eerstkomende door de aanwezenheid van een genoegzaam aantal Raaden, immers van die Raaden, mee welkers ftemmen als voorfz. geconcludeerd is, het ge» arresteerde Reglement daadelyk kan worden ingevoerd, en conform het Zelve gerefolveerde beéê4igd. En dat ten aanzien van die Regenten, welS 4 &e  «ga Verzameling van Stukken betrekkelyk tot Jee daar inne mogten blyven hasfiteeren, dezelve tot den li den October dezes jaars in hunne Commisflen continueeren: „ zoo nogthands en onder « dezen expresfen verftande, dat alle dezelve Hee. ren, geene uitgezonderd, voor de introductie ,, van het gearresteerde Reglement zich behooren te verklaaren, midsgaders aan de Burgery volf. doepde verzekering en Declaratoir te geeven, dat zy naden afloop hunner jegenswoordigeComm misfie, en alzulks met den i2den Ocloberdezes „ jaars, den ééd op het nieuwe gearresteerde en te „ introduceeren Reglement, met de Burgery als„ dap daadelyk zullen ingaan;" en dat ten aanzien van die Heeren, welke zich op den 2often Maart aanfiaande op' de introductie yan het gearresteerde Reglement «iet komen te verklaaren, het daar voor te houden, dat.die Heeren hetamplecteeren van de Regeering op het te introduceeren gearresteerde „Reglement, geheel en al hebben gedeclineerd, en dus aan de Burgery de vryheid gelaaten zy, om op do vervulling hunner Raadsplaatfen tegen den I2den .0ctober, by tyds de vereischte voorzieninge te doen, en daar toe, na den 2often Juny dezes jaars, daadelyk met de verkiezing van andere Raaden, na infioude van het geïntroduceerde Reglement, toe te treedenEet is onder het yoorfz. verzoek, en daar aan geaccrocheerde middelen, redenen en motiven, dat de Ondergefchreevenen zich keeren tot U Ed. Gr. Achtb-, en met alle verfchuldigde eerbied al verder verzoeken: dat U Ed. Groot Achtb. in deze U Èd. Groot Achtb. Vergadering, en zittens dezelve, een Commisfie uit het midden van UEd.Groot Achtb. zullen gelieven te decerneeren, om de wy?e der plechtige en daadelyke invoeringe yan het gearresteerde Regeerings - Reglement dezer Stad, welke op den 2often dezer maand Maart moet geschieden, te reguleeren, en zulks tot voorkominge yan alle desorders enconfufien, welke buiten dien gouden kunnen plaats hebben j en dat van de daar ■ *1 ' }>.r " ¥*  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. s8£ sn te neemen maatregelen en orders ten dien fine, zonder verwyl nog deze week aan de Burgery kennisfe moge gegeeven worden; en 7.00 het onverhoopt mogte gebeuren, dac de deliberatien van U Ed. Groot Achtb. ten eff;cte voorfchreeven, heden geene dispofitie op dit Addres konden toelaaten; dat het U E l- Groot Achtb. als dan behaagen moge» derzelver Vergadering van heden op reces te continueeren en blyven "continueeren alle dagen, tot dat de noodige ordresen fchikkingen, ter daadelyke introductie, over het meergemelde Reglement zullen zyn beraamd en vastgesteld; waar in de Burgery vertrouwt, dat U Ed. Groot Achtb. niet zullen hsefiteeren. Dan zoo zy zich daar in mogten abufeeren, en dat de Burgery hier op al mede een ongunjlig declinatoir , tegen verwagting bekwam; moe: zy de vryheid neemen, van by dezen met allen eerbied (en behoudens die achting, welke zy aan den Raad dezer Stad verfchuldigd is) te protesteeren onfchuldig te willen zyn van alle het gene op den sollen Maart aanftaande zoude konnen exteeren, door aan de zyde van den Raad zich ter introductie van het zelve Reglement te onttrekken; als mede tegens alle verwarringen en confuflen, welke uit hoofde van het declineeren tot het ftellen en beraamen der voorfchreeven verzogte en vereischte fchikkingen en orders, ter meergemelde introductie menigwerf zouden konnen ontftaan, en vooral ten aanzien van en tegen alle zoodaanige Regenten, welke teraade mogten worden zich op den 2often Maart eerstkomende aan afwezigheid fchuldig te maaken, en daar door ook binnen, deze Stad tegens hun ééd en plicht waar onder zy leggen, Regeeringloosheid te willen veroirzaaken, en dus ook fpeciaalyk van alle gevolgen , welke door hun gedrag deze Stad en Burgery zouden konnen overkomen, doordien 'er by de Burgery geen ander voorneemen is, dan om op eene geregelde en bedaarde wyze, zonder eenige de minste verwarringe of confufien, en vooral ook zonder S 3 be-  £8z Verzameling van Stukken betrekkelyk tot beleediging van iemand, hoe wederftreevendehunne fentimenten ook aan de intentie en het recht van de Burgery mogten geweest zyn, zichopden20ften Maart aanftaande in de posfesfie van het gearresteerde Reglement gefteld te zien; zoo als zy dan almede expresfelyk protesteeren van alle geweld, dat tegen de Burgery ter verhindering van het effect der introductie van het gearresteerde Reglement, hoedaanig, door wie, en op wat wyze ook mogte ondernoomen en hen aangedaan worden, als de Burgery haarer zyds alle desorders, confufïen en verwarringen, hoe ook, voorneemens zyn op alle mooglyke en krachtdaadige wyze voor te komen. Edoch alles onverminderd het uit te leveren Declaratoir van asfopiatie, dat voor den 20 Maart tot ftand behoord te worden gebracht; als mede de nog onafgedaane drie poincten, en de genoegdoeninge aan de Burgery van twee Raaden, en dat by dezen van de permanence met den I2den Odtober dezes jaars uitgezonderd blyve, en met de expiratie van dien tyd aan de Burgery kome te vervallen de vervullinge van die Raadsplaatzen, waar van aan haar by Refolutie van den 4 April 1785, de toezegginge is gedaan. En onder dit hier bovengemelde Declaratoir is't, dat de Ondergefchreevenen vertrouwen, dat aan de zyde van U Ed. Groot Achtb. hoe disfentieerend de fentimenten onder de Leden van den Raad, ter voorfchreeven introductie ook mogen zyn, dat dezelve Heeren zich ten minsten door dezen zullen doen permoveeren, om de introductie op hun uit te leveren Declaratoir den 2often Maart aanftaande, aan te zien zonder verdere oppofitie, en alzoo het zoo lang gewenschte en toegezegde aan de Burgery deszelfs effect te doen forteeren. 't Welk doende &c. En was onderteekend door alle de Gecon* Jlitueerdens en Gecommitteerdens. Waar  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen. 3% Waar over gedelibereerd zynde, heeft de Vroedschap goedgevonden alvoorens op voorfchreeven Requeste te disponeeren, in deliberatie te neemen het Rapport door Heeren Burgemeesteren en Oud. Burgemeesteren laatstleeden maandag ingediend, op de Requeste den 2iften February geprefenteerd, by voornoemde Geconftitueerden en Gecommitteerden in de Notulen van de Vroedfchap geinfe* reerd. "No. 2280. Refolutie van de Vroedfchap der Stad Utrecht op dat Rapport gevallen, inhoudende het perfifteeren by de Refolutie van den 13 February 17 06., hier vooren gemeld, en onder zekere mits het insgelyks perfifteeren by deze Refolutie van den 16 Augustus 1785. €$fê~?-tt hiPb - In overweeginge genoomen zynde evengemeld Rapport van Heeren Burgemeesteren en Oud-Burgemeesteren , heeft de Vroedfchap zonder in te treeden of te discutieeren de middelen en motiven by gedachte Requeste door Geconftitueerden en Gecommitteerden geavanceerd, tot justificatie van hunne Principaalen omtrent den inhoud der Refolutie van de Heeren Edelen en Ridderfchappe dezer Provincie van den 27 December 1785, en Misfive aan de Vroedfchap gefchreeven in dato den loden der afgeloopen maand February, alle dezelve in haare waarde of onwaarde laatende voor rekening van de Requestranten, en inhsreerende derzelver Refolutie van den I3den der evengemelde maand February, geperfifteerd by het niet admitteeren en avoueeren der confequentie, welke voornoemde Geconftitueerden en Gecommitteerden namens hunne Principaalen uit het niet oproepen der Burgery , ingevolge hun verzoek by Aidres van den 6den February daar te vooren gedaan, komen te eliciëeren. De-  M4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot . Declareer ende de Vroedfchap wyders by dezen , wel expresfelyk te protesteeren tegen het gevolg, welk de Requestranten by hun hier vooren gemeld Request van den aoften Febraar-y onwettig trekken, uit het Declaratoir vervat by des Vroedfchaps Refolutie van den I3den February, verklaarende het zelve gevolg direct ten eenenmaale te ftryden mee haare intentie en uitgedrukte verklaaring. En belangende het verder verzoek der Requestrancen, dat het de Vroedfchap behaagen mag om door een op nieuw te herhaalen Declaratoir, de Burgery te verzekeren van het maintineeren derzelve by Vroedfchaps Refolutie van den 16 Aug. 1785. Declareerd de Vroedfchap als nog genegen en bereid te zyn, te perfifteeren by den inhoud van gedagte Refolutie van den iöden Augustus, onder de. zemidsen in dat vertrouwen, dat de Deliberatien en Refolutien zoo ter Staats- als Stads Vergaderingen, onverhinderd zullen kunnen gehouden en genoomen worden, en dat de veiligheid der Ingezetenen het tegendeel niet vereischt. •N0. 2281. Refolutie waar by de Vroedfchap het befluit van den 20 December 1785 genoomen, houd voor informeel, krachteloos en van onwaarden, en dat daar van by afkondiging gedrukt en aangeplakt, aan de Burgery kennis zoude werden gegeeven, 200 als ook gefchied is; zynde het Addres den zelfden 6den Maart als hier vooren geprefenteerd, gefteld in handen van Burgemeesteren en Oud-Burgemeesteren, om deswegens te dienen van Confideratis en Rapport. Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Utrecht verklaaren by dezen, dat zy de laatfte gepubliceerde Vroedfchaps Refolutie op den 2often December des voorleden jaars, als niet vrywillig maar nopens de toenmaalige omftandigheid en fituatie van zaakea g?"  de Gébewtenisfen in 1787 voorgevallen, enz* 285 genoomen, confidereeren en houden voor infor-". meel, krachteloos en van onwaarde; met verder Declaratoir, dat zy zich buiten ftaat bevinden en onbevoegd reekenen, om zich zelve buiten concurrentie der Heeren Staaten dezer Provincie te ontflaan Uit den ééd op het Reglement van Regeerihge dezer Provincie, plechtig gedaan en afgelegd; en om die reden ook niet voorneemens zyn , gelyk zulks ook van hun naar recht en billykheid niet kan gevergd worden, om op den 2often dezer maand Maart, eenen anderen ééd dezelve contrarieerende te prssteeren. En ten einde alle Burgers en Ingezetenen dezer Stad, van dezen des Vroedfchaps intentie en voorneemen behoorlyk kennisfe mogten erlangen, is goedgevonden dat deze Refolutie zal worden afgekondigd, gedrukt en aangeplakt. En ver zogten de Heeren Berger en Eyk, by wien zich de Heeren de Ridder en Bdrman gevoegd hebben, van der Does, Abbema, Smissaert, de Leeuw en van Haeften, dat Hun Ed. fentiment in fcriptis overgegeeven, in de Notulen van heden mogten worden geinfereerd, referveerende de Heeren Falck en Ivoy insgelyks aan zich om hun fentiment te doen infereeren. Eindelyk ter deliberatie gelegd zynde het hier vooren gemelde Request van Geconftitueerden en Gecommitteerden, heeft de Vroedfchap Heeren Burgemeesteren en Oud-Burgemeesteren verzogt het zelve te willen examineeren, en de Vroedfchap deswegens te dienen van derzelver Confideratien en Rapport. Dan verklaarende de Heer de Ridder, tegen deze Conclufie deszelfs aanteekening te referveeren. Accordeerd met de voorfz. Refolutie. In kennisfe van my, (was get.) N. T. van Voorst. No.  &8Ö Verzameling van Stukken betrekkelyk M $ï°. 2282. Aanteekeningen van de Heeren Oud-Burgemeester Berger, Eyk, dé Ridder, Borman, vati der Does , Abbema , Smissaert, de Leeuw, van Haeften en Ivoy, behelzende hunne onder& fcheidene fentimenten, aangaande de voorfz. op den 6 Maart 1786 by de Vroedfchap der Stad Utrecht als voorfz. genoomen Refolutie. I N S E R T 1 E N. Aanteekeningen van den Heer Oufc Burgemeester Berger. Edele Groot Achtbaare Heeren! Ik hebbe by de gehouden befoignes van Burgemeesteren en Oud-Burgemeesteren, over het Addres van Geconftitueerden en Gecommitteerden i heden 14 dagen ter Vergadering van de Vroedfchap ingeleverd, niet kunnen adfisteeren, doch hebbe by examinatie van 't zelve Addres bevonden, dat de conclufie van 't zelve bevat, deze twee poincten. „ Vooreerst; eene verklaaring: dat Hun Ed. Gr. „ Achtb. by refumptie perfifteerende by het De„ claratoir van den I3den dezer, de Geconftitu„ eerden en Gecommitteerden ten aanzien van de „ Burgery, tegens hetdisaveu dat Hun Gr. Achtb. „ by derzelver genoomen Refolutie hebben gelie„ ven te voegen, verplicht zyn te protesteeren J „ en voorts te verklaaren, dat het zelve declina,, toir by de Burgery gehouden word voör een a„ veu, waar by U Ed. Groot Achtb. de waarheid „ der Volksftem en Volksvertegenwoordiging op „ den 19 en 20 December 1785 hebben in confesfó „ gefteld, even als of aan het gedaane verzoek en „ daar by gedaane voorftel, ter opgegeevene af „ vraagingen purdtueelyk was voldaan geworden." ,, Ten tweeden; een verzoek: dat het Hun Ed. Gn Achtb. behaage, om door een opnieuw te heb- ben  de Gebeurtenis/en in 1787 enx. voorgevallen. 187 ben Declaratoir de Burgery te verzekeren, de„ zelve te zullen maintineeren by Vroedfchap» ,, Refolutie van den 16 Augustus 1785 tegen alle „ en een ieder, en inzonderheid tegen allen voor„ drachten en inroepingen, ter hulpe of adflsten- tie van den fterken of gewapenden arm." Betreffende het eerfie poinSt, komt het my voor. —— Dat alzoo de meerderheid van den Raad, na het ingekomen Addres, by refumptie heeft geperfi. fteerd by het Declaratoir van den I3den February laatstleeden ; derhalven dit poindt reeds is afgeloopen, en dus , dieswegens niet te advifeeren valt. En met ralatie tot het tweede pointï. ben ik van Advys, dat U Ed. Groot Achtb. ter gerustftelling van Burgeren en Ingezetenen, in dezen en ter confervatie van de tranquiliteit en rust binnen deze Stad, als mede ontwyffelbaar te betoonen , dat de Vroedfchap, ten dezen noch volkomen van deszelfs gedachten en fentimenten is als voorheen, dit verzoek by Addres gedaan diend te accordeer en; en door een op nieuw te herhaalen Declaratoir, de Burgery te verzekeren, dat de Vroedfchap als noch in dezelfde fentimenten verfeerende is, diesvolgens noch perfisfteerd by Hun Ed. Groot Achtb. Refolutie van den 16 Augustus 1785. (was get.) Cypriaan Berger. Aanteekening van den Heer Eyk waar by zich de Heeren de Ridder en Burman gevoegd hebben. Edele Groot Achtbaare Heeren! De Ondergeteekende zal niet hoegenaamd intreeden, de Refolutie nog de Misfive der Heeren Edelen, maar alleen zich borneeren tot het Rapport van Burgemeesteren en Oud-Burgemeesteren, en declareeren by dezen, van gedachten te zyn. x. Dac  488 Verzameling na Stukken betrekkelyk ht 1. Dat de Raad verplicht is en behoort op zich te neemen. de defenfie, zoo wel van zich zelve als van de Burgery, alzoo door dit niet të doen 'er fundament gegee ven word om te gelooven, dac door de Raad geadvouéerc word, 't gene in die bei. de ftukken der Edelen gepofeert is, waar over den Ondergeteekenden geheel contrarie denkt. 2. Dat ook d» Raa.: niet behoord te perfifteeren by de Refolutie den I3den February genoomen, te weeten, om niet te admitteeren de confequeutie welke de Burgery zegt te trékken uit het niet oproepen , en 't niet hoofdelyk afvraagen aan dezelve, conform het door Geconftitueerden en Gecommitteerden aangeprefenteerde en verzogte, namenlyk van dat te houden -mor e, n aveu der waare Volksftem; het komt de Op iergeteekenden Voor, dat dit aveu natuurlyk uir hei afflaan daar van volgt, en by ieder onbevooroirdeelo'e moet getrokken, ja dat het niet anders kan geconfidereerd worden; want was men op goede gronden zoo wel overtuigt, dat het de waare Volksftem niet was, als de Ondergeteekende overtuigd is, dat het die al geweest is, waarom doch die gelegenheid niet aangegreepen , om de Ondergeteekenden in dezen te overtuigen ? of zelfs door de uitkomst overtuigd te worden: immers door deze ca■pitatim gedaane afvraag, had noodwendig moeten blyken, wie onzer gelyk of ongelyk had: maar niet te willen overtuigen noch overtuigd te willen worden , is een onbegrypelyken handel, te meer daar uit haam van de Buigery de gelegenheid gegeeven, en aangeprefefifcerd wórd. öm die waarheid onwederfpreekelyk aan te tooneni zoo men die Propofitie had geaccepteerd, dan had reeds lang nu voor een van beide partyen de waarheid in 't helderfte daglicht geftaan, en men had reeds opontegenfpreekelyke bewyzen, geweeten, of 'er waarlyk de VólksRem AL of Niet geweest ware; en zoo men zoo vast verzekert was, dat 'er waarlyk de Volksftem niet geweest was, moet men alhier vraagen , wat rifico liep men dan, om die by de Burgery zelfs te ver- r nee-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 289 neemen ? ofte te informeeren? Door die informa* tieniet te willen doen, moet 'er myns oirdeels noodwendig beflooten worden by het onzydig publiek, dat men gevreest heeft iets te zullen risqueeren, en mooglyk by onderzoek gevaar loopen zoude,.te fuccumbeeren; daar wy geen zwaarigheid voor hadden met die oproeping te accepteeren. De Ondergetee?. kende befluit daarom zoo hy vermeint terecht, dat 'er uit het afllaan van dit onderzoek, niet anders kan getrokken worden, dan dat men de Volksftemmoetadvoueeren in dezen» dat dus alle protesten tegen die Volksftem in een vrye Republiek gedaan, byde onbevooroirdeelde wereld van geene kracht zyn konnen; ja de Ondergeteekende declareert4 dat hy net uit gebrek van contrarie bewys, by 't befluic moet volharden, dat 'er ontegenfpreekelyk dë waare Volksftem geweest is , die hy erkend heeft en nog blyft erkennen, tot dat hem het tegendeel gebleeken is, wanneer hy in dat cas van dat fentiment belooft te zullen defisteerem Wat nu aangaat het verzoek om te confirmeeren 't declaratoir van den 16 Augustus 1785, de Ondergeteekende weet niet, dat het tot oneer des Raads zal zyn, aan de Burgery te declareeren, dac den Raad het op die tyd eens gegeeven woord geftand zal doen; en zoude van gedachten zyn, orri dat declaratoir, zonder by voeging van eenige nadere mits uit te geeven, om dat de Raad behoorfe zich zelfs gelyk te zyn en te blyven. Wat verders aangaat het geeven van legaale kennis der nadere declaratoiren, door de Raaden ingeleverd £ omtrent het gerefolveerde op den 20 December 1785, daar van behoeft nu noch Propofitie noch Refolutie, alzoo reeds den 16 January 1786 by den Raad gerefolveerd is ï „ Copie authentiek dier „ Refolutie te geeven, en ook van die welke in ,, het vervolg omtrent het geconcipieerde Regle„ ment op dezer Stads Regeeringsbeflellinge, zul,, len genomen worden, met en benevens de bys, zondere aanteekeningen, welke door de Leden XXIX. Deel. t van  spo Verzameling van Stukken betrekkelyk tot „ van de Vroedfchap daaromtrent zyn of zullen „ worden ingediend," de Ondergeteekende begrypc dat de nu ingeleverde Declaratoiren, waar by veele Raaden zich expliceeren omtrent de Refolutie van den 20 December i?8j, behooren onder die Rukken, welke begreepen zyn onder de woorden^: „ daaromtrent zyn of zullen worden ingediend," dat derhalven in conformité der gedaane belofte by de genomen Refolutie van den 16 January 1786, alle dezelve Rukken aan Geconftitueerden en Gecommitteerden behooren ter hand gefteld te wor. den. Verzoeke dat deze in de Notulen geplaatst moge worden. Utrecht, den 6 Maart 1786. (was get.) Ad. Hend. Eyk. Verklaare dit bovenftaande voor myn fentiment mede te adopteeren, en my by het zelve in allen deelen te voegen. (was get.) J. P- de Ridder. Zeide de Heer van der Does, ter gelegenheid der deliberatien over het Rapport van Heeren Burgemeesteren , heden agt dagen uitgebracht, op den 2often Maart aanftaande het provifioneel beraamde Regeerings-Reglement niet te zullén beéédigen. Aanteekening van den Heer de Ridder. nader overgeleverd. Zeide de Ondergeteekende, dat op het Request der Burgery heden ochtend gepreefenteerd, van gedachten was, dat het zelve behoorde in commisfie gefteld te worden van twee Heeren, om daar op te befoigneeren, ten einde morgen of uiterlyk overmorgen, daar op rapport ingebracht, en aldus aan het verzoek der Burgery voldaan werde; laatende -voor rekening van de meerderheid, die Refolutie op  Se Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. a#i op heden daaromtrent genomen, 200 wel als die Refolutie welke heden ochtend genomen is op het rapport van Burgemeesteren en Oud-Burgemeesteren, voorleeden week uitgebracht op het voorige Addres der Burgery van den 2often February, als volkomen ftrydig tegen zyne fentimenten, protefteerende wel uitdrukkelyk tegen alle Refolutien of Publicatien, welke nadeelig mogten zyn aan het declaratoir van den 16 Augustus 1785, wegens 5c inkomen van Militie of ook aan de Refolutie van den zoften December 1785 gepubliceerd ten zeiven dage, doch den volgenden I3den dier maand op hep verzoek der Burgery, in een Vergadering van twintig Raaden en twee Burgemeesters gerefolveerd te drukken en publiek te affigeeren, laatende die allen met de gevolgen, welke deze daad mogte hebben, voor rekening en verantwoording van dié Leden van den Raad, welke tot dit alles hebben gelieven te concurreeren. Die zelve Publicatie, gedateerd den 20 December 1785, toont genoeg, ja overvloedig, dat de Commisfie der vier Heeren, Eyk, de Ridder, Smissaert en van Haeften, met geene onwaarheid in hunne rechterhand, by dé Burger-Commisfie zyn gekomen, want byaldien hec waarlyk zoo was, dat men op dien tyd geoirdeeld had, dat die Refolutie den Raad was afgeperst, dan hadden wy ook als eerlyke Lieden, op dien tyd teffens daar van kennis moeten geeven aan de Burgery, dat wy niet gedaan hebben, om dat onze commisfie niets meer in zich hield, als de Publicatie zeiven inhoud, dat is gaaf confent, zonder melding van eenige afperzingen te maaken, waarom dé Ondergeteekende dit niet verder zal rescontreeren. (was get.) Jan Pieter de Ridder,; Utrecht* den 6 Maart 17864 T 2 Aüfa  20a Verzameling van Stukken hetrekkelyk tot Aanteekening van de Heer Abbema. Edele Groot Achtbaare Heeren! Op den aoften December des afgelopen jaars, om redenen te dier tyd geallegeerd, en by de refumtie van oe Notulen op den 27ften daar aan volgende, gedaan infereeren, niec ingeftemd of geconcurreerd hebbende, tot het neemen der laatst gepubliceerde Refolutie van dien dag; en ook alzoo om dezelfde redenen op den 23ften December niet bewilligd hebbende in het doen drukken en aanplakken van gezegde Refolutie, oirdeele ik my verplicht, wanneer op den löden January dezes jaars gedelibereerd wierd over hec verzoek van Geconftitueerden en Gecommitteerden uit de Burgery, op den aden daar te vooren, by Requeste gedaan, ten einde de Vroedfchap by opgemelde Refolutie zoude blyven perfifteeren, eens voor al te declareeren, en in Stads Notulen te doen infereeren: dat ik uit hoofde van geallegeerde redenen, vermeinde, my niet te kunnen of te mogen inlaaten, omtrent al 't gene in de Vroedlchap voorkomende, gerekend kon worden een gevolg te zyn, van die op den aoften December genomen en gepubliceerde Refolutie: aan welk declaratoir ik my dan ook vervolgens ftiptelyk gehouden heb, en als nog vermeine te moeten houden. Hec is derhalven ook wederom om die zelfde redenen, en ingevolge myne gezegde verklaaring, dat ik omtrent dat gedeelte van hec Addres van Geco.ifticueerdens en Gecommitteerdens op den2often ■KVhmai-v ingeleverd. contineerende eene protesta- tie tegens voorige des Vroedsfchaps declinatoire Refolutie van den I3den February, genomen op de Requeste van den 6den daar te vooren geprefenteerd by Gecocftitueerden en Gecommitteerden, als mea'p nmrvent het daar od uitgebracht advys van Bur- gemeesceren en Oud-Burgemeesteren my niet kan of mag uitlaaten. Dan,  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen, 203 Dan, aangezien ik federt den 2often December laacstleeden, mynog nimmer by eene aanteekening in Stads Notulen hebbe uitgelaaten, omtrent de verbindende kracht van de by meerderheid, (uit noodzaake der omftandigheden van welke uit het genotuleerde confteerd) genomen en gepubliceerde Refolutie tot introductie van het provifloneel beraamd Stads Regeerings-Reglement op den 20ften Maart aauftaande. Zoo oirdeele ik thands niet langer te moeten uitRellen, my op dit ftuk, voor zoo veel zulks my betreft, duidelyk te verklaaren. Hoe zeer ik dan in geenen deele my inlaaten kan of zal omtrent het geadvyfeerde van Burgemeesteren en Oud-Burgemeesteren, houdende eene contraprotescatie tegens het gevolg, 't welk by *t Addres van den 2often February onwettig zouden ge* trokken zyn, uit des Vroedfchaps declinatoir van den i3den daar te vooren, nochte omtrent 't geadvyfeerde tot kennisgeeving aan Geconftitueerden en Gecommitteerden van het fentiment der meer. derheid van die Raaden; welke hebben verklaard, op den 2often December niet vry willig, maar uit noodzaake wegens de toenmaalige omftandigheden en fituatie van zaaken , geftemd en bewilligd te hebben in de laatst gepubliceerde Refolutie van dien dag, en uit dien hoofde, dezelve haare Refolutie verklaard hebben voor informeel en van onwaarde, zoo dat zy zich naar derzelver Refolutie niet zullen gedraagen, nochte achtervolgens dezelve op den 2often Maart het Stads Regeerings-Reglement zullen of kunnen beéédigen. Al "t welk zaaken zyn, dewelke niet anders befchouwd kunnen worden dan als behoorende tot de gevolgen van eene Refolutie tot welke ik uit hoofde van gehouden, heid aan den door my perfoonlyk gedaanen Provinciaalen ééd, buiten een Staatswyze ontflag uit denzelve geweigerd hebbe te concurreeren , of daar in eenigermaaten te participeeren. Ik declareere nogthands, de Vroedfchaps laatst, gepubliceerde. T 3 Re-  394 Verzameling van Stuiken betreklelyl m Refolutie van den 2often December, alwaar dezelve geheel vrywillig en uit eigen beweeging door dé meerderheid van den Raad genomen, voor my zei. ven van geen de minst verbindende Jcracht te kunnen befchouwen, aangezien zoo lange ik geduurende het thands loopende Regeeringsjaar, aan den gedaanen Provinciaalen ééd verbonden blyve, ik zonder geweetensdwang niet kan of mag, verplicht of genoodzaakt worden, tot het prajfteeren van een ééd, in eenige punten juist het tegensovergeftelde van den nog exteerenden en my verbindenden ééd inhoudende. Zoo dat al ware het eens, dat eene meerderheid in den Raad kon goedvinden ingevolge de op den 2often December genomene Refolutie dezelve te homologeeren, en diens volgende op den 2often Maart het geapplaneerd Regeerings-Reglement daadelyk in te voeren en te beéédigen; zoo vermeine ik dat men van my niet alleen niet kan verwachten, maar zelfs zonder het grootfte geweld aan al wat heilig is, te pleegen, niet vermag te vergen het afleggen van eenigen ééd op het aldus buiten Staatswyze ontflag uit den Provinciaalen ééd ingevoerd wordend Regeerings-Reglement. Daar ik dan, noch door myne inftemminge op den zoo dikwyls genoemden 20ften December, noch door overftemming van de meerderheid van den Raad, gehouden of verplicht ben of kan worden tot het helpen introduceeren en beéédigen van het provifioneel beraamde Regeerings-Reglement, verklaare ik (hoe zeer ik anderzins net zelve Reglement hou. de, voor een finaal tusfchen de Regeering en Burgery geapplaneerd Stads Regeerings-Reglement om ter bekwaamer tyd te worden geintroduceerd en beéédigd,) nogthands tot deszelfs daadelykeintroductie en beéédiging op den aanftaanden 2often Maart uit hoofde van aanhoudend gemoedelyk bezwaar, proflueerende uit gehouden heid aan den Provinciaalen ééd, niet alleen niet te kunnen of te zullen coopereeren, maar voor nu als dan en dan als nu te protefteeren tegen aj het gene uit hoofde van de 1 • • V;' "' " " Re-  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 395 Refolutie van den 20 December van my, als Raad zoude mogen gevergd worden, of waar toe men my zoude vermeinen te kunnen verplichten of noodzaaken, al het zelve van nu aan voor onwettig en onbeftaanbaar verklaarende, aangezien zoo lange ik geduurende den loop van het tegenwoordig Regeeringsjaar, niet op eene wettige wyze ontflagen ben, het zy geheel, het zy van dat gedeelte van den Provinciaalen ééd, 't welk betrekking heeft tot de Stads Regeeringsbeftelling, ik my anderzins aan mein-ééd zoude denken fchuldig te maaken. En op dat van dit myn fentiment ten alle tyden moge blyken , verzoeke ik infercie dezes in des Vroedfchaps Notulen van heden. (was get.) A. S. Abbema. Utrecht, den 6 Maart 1786. Aanteekening van de Heer Smissaert. Edele Groot Achtbaare Heeren! Wegens een noodzaakelyke abfentie, veroirzaakt door het overlyden van myn Vader, niet hebbende kunnen adfifteeren by de Vergadering van dezen Raad van den Oden en i^den der afgeloopen maand February, heb ik gevolglyk ook niet vermogt myne gedachten te uiten over de zaaken toen ter tyd aldaar behandeld, dan daar ik nu gelegenheid en vryheid heb, om mede te delibereeren en te voteeren over het Rapport van Heeren Burgemeesteren en Oud-Burgemeesteren op het Request heden veertien dagen, door Geconftitueerden en Gecommitteerden van de Burgery, alhier ingediend, by welk Rapport, onder anderen word geadvyfeerd te perfifteeren by Vroedfchaps Refolutie van den i3den February jongstleeden genomen, op het Request der Burgery van den 6den te vooren, acht ik my verplicht» te declareeren, dac ik op voorzegde r X 4 ^deD  S$é Verzameling van Stukken betrekkelyk M I3den February prefent zynde geweest, in geenen deele zoude hebben ingeftemd in de genoemde Refolutie, maar dat ik integendeel hoe zeer voor my zelve dieswegens geene nadere verzekering verlangende, my nogthands zoude hebben geconformeerd met de gedachten van die Raaden, welke van oirdeel waren,, dat aan het rechtmaatig en uit de Refolutie van den 20ften December, noodwendig profiueerend verzoek der Requestranten behoorde te worden gedefereerd, ten einde door de voorgeflage. ne oproeping der Burgery éénmaal voldoende zoude kunnen worden uitgemaakt of de zich op den 19 en 20 December 1785 gefifteerd hebbende Burgers en Ingezetenen, al of niet moeten geoirdeeld worden de Volksftem te hebben uitgebracht. Ja, Ed. Gr. Achtb. Heeren.' deze voordracht der Burgery komt my zoo redelyk — zoo billyk voor, dat ik geene redenen kan uitdenken, waarom de meerderheid yan den Raad, welke tot hier toe zoo het my voorkomt, de wettigheid dier Volksftem fchynt intwyffel te trekken, dat middel om dienaangaande eene volleedige verzekering te bekomen, niet gereedelyk heeft geampledteerd, terwyl ik myne gedach. ten op dit ftuk meermaalen te klaar heb aan den dag gelegt, dan dat ik my dienaangaande nader zoude behoeven te elargeeren: uit het gezegde volgt intusfchen als van zeiven, dac ik my geenszins kan voegen by het Rapport van Heeren Burgemeesteren en Oud-Burgemeesteren, het welk thands het voorwerp is van onze deliberatien, immers voor zoo ver de dispofitie op het Request van den 6den February daar by op nieuw bevestigd, het verzoek der Burgery omtrent den inhoud der bewuste Ridderfchaps Refolutie van den 27 December 1785 — zoo wel als hun verder daar by gemanifesteerd verlangen, gedeclineerd word: en wat aangaat het geadvyfeerde dat aan de Requestranten by Extract Refolutie behoorde' te worden kennisfe gegeeven, Van de van tyd tot tyd gedeclareerde fencirnenten van verioheide Leden van dezen Raad, om-  de Geieurtenisfen in 1787 enz, voorgevallen. 297 omtrent Vroedfchaps Refolutie van den 2often December jongstleeden, waar by die Refolucie als afgeperst — en gevolglyk als informeel word geconiidereerd, zulks oirdeel ik aan den eenen kant ten eenemaal overbodig, vermits reeds op den lóden January alhier gerefolveerd is, Copiëa van al het genotuleerde — zoo wel als van de infertien —betrekkelyk het gepasfeerde op den ioden en 2often December, en dienvolgens ook van de Advyfen des quaastie aan Geconftitueerden en Gecommitteerden ter hand te ftellen, waar uit de Burgery reeds genoegzaam van de denkwyze van alle de Raaden verwittigd is —■ of nog onderricht zal kunnen worden, terwyl ik aan de andere zyde voor my zelve langs hoe meer zoodaanig word bevestigd in myn gevoelen aangaande de wettigheid der op den 2often December genomen en den 23ften daar aan volgende zoo plechtig en vrywillig ge* drukte en geaffigeerde Refolutie, zoo als ik het zelve den iöden January, omftandig in fcriptis heb gedeveloppeerd, dat ik niet anders kan dan my als nog daar toe te refereeren. Waarom ik dan ook dit gedeelte van het Rapport aan de deliberatien der meerderheid indien dezelve anders1 tot myn leedwezen, in dit opzicht van my mogt blyven disfentieeren, zal moeten overlaaten. Voor het overige zoude myns oirdeels, aan de Requestranten , volgens hun verzoek eenvoudig kunnen worden gedeclareerd: ,, dat de Vroedfchap de Refolutie van den 16 Augustus 1785 tegen ,, 't admitteeren van Militie binnen deze Stad, han- gende de deliberatien over de bezwaaren in vol„ le kracht en waarde houdende, geene andere in„ tentie heeft dan by dezelve te blyven perfiftee,, ren," zonder derzelver effect aan de geproponeerde reftrictien te accrocheeren; aangezien het my toefchynt, dat daar door, buiten eenige noodzaakelykheid op nieuw eene merkelyke ombrage en ongerustheid by de goede Burgery zoude kunnen worden veroirzaakt, al het welk veel eer door' T 5 alle  398 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot alle mooglyke middelen diende te worden gepras venieerd. Ik zoude by deze gelegenheid zeer licht eenige reflectien kunnen maaken op eenige pasfages, voor» komende in de Advyfen van fommige myner MedeRaaden, welke geduurende myner bovengezegden abfentie zyn ingeleverd, waar van eenige federt ia de publieke Nieuwspapieren zyn geplaatst geworden, en waar by, onder anderen ook myne wyze van denken niec onduidelyk fchynt te worden ge. toucheerd; dan mooglyk zoude my worden voorgeworpen, dat my geene beoirdeeling van eenige Hukken geduurende myne afwezigheid voorgekomen, toekomt: deze objectie nu wil ik liefst eviteeren, ik verkies bovendien geenszins eenige aan. leiding te geeven tot vermeerdering dier ongelukkige verwydering, welke reeds maar al te lang heefc iland gegreepen, en welke ik zoo gaarne zag uic den weg geruimd, en ik verfeer eindelyk in dat vertrouwen, wat men ook van de zoo zeer verfchillende fentimenten mag oirdeelen, hoedaanig myn gedeclareerd gevoelen in 't byzonder by dezen en genen mag befchouwd, en welke verblinding of bedoeling my mogen toegekend worden, dat ik nogthands ook in die opzicht, hier en daar, by fommige doorzichtige en weldenkende Vaderlanders, oog wel eenige justificatie en ingang vinden zal. (was get.) J. C. Smissaert. Utrecht, den 6 Maart 1786. Aanteekening van de Heer de Leeuw. Edele Groot Achtbaare Heeren! Omtrent het rapport van Heeren Burgemeesteren en Oud-Burgemeesteren op het Addres van Geconftitueerden en Gecommitteerden den aoften February ingeleverd, zal ik my refereeren, voor zoo verxe het zelve betrekkelyk is tot de tweede Refolutie op  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 299 op den 2often December laatstleeden genomen, aaa voormaals gedaane infertien, te vinden in Vroedfchaps Notulen van den 27ften December en i5dea January daar aan volgende; doch met het geadvyfeerde: ,, om aan de Burgery te verklaaren dat de „ Vroedfchap, aangaande het inneemen van Guar,, nifoen binnen deze Stad, blyft perfisteeren by „ Refolutie van den 16 Augustus 1784," kan ik my wel conformeeren: en aangaande de Propofitie in het laatfte gedeelte van voornoemde rapport vervat zoude ik van gedachten zyn, na alvoorens met betrekking tot de voorgenomene introductie van het provifioneel beraamde Reglement op den 2often aanftaande, voor nu en als dan verklaard te hebben, niet te kunnen of te zullen concurreeren, maar in tegendeel te moeten protesteeren, tegens alles wat ten dien einde zal aangewend worden, om by Extract Refolutie aan Geconftitueerden en Gecommitteerden een lyst over te geeven van alle de Raa~ den, dewelke wel een diergilyke declaratoir gegeeven hebben, en vervolgens die zelfde ExtraEt Refolutie by publicatie en affixie aan de gemeente bekend te maaken. En op dat hier van ten allen tyde moge komen te blyken, zal ik met toeftemming van U Ed. Groot Achtb. dit myn votum en declaratoir in Stads Notulen doen infereeren. (was get.) D. C. de Leeuw. Utrecht, den 6 Maart 1786. Aanteekening van den Heer van Haeften. Zeide de Ondergefchreeve nogmaals te perfifteeren by zyn Advys, dat de Raad verplicht was, om de redenen van Ridderfchaps Refolutie van den 27 December 1785 nauwkeurig na te gaarft, en den blaam door dezelve op die Raaden, welke tot de provifioneele bepaaling van het Stedelyk Reglement hadden gecoöpereerd, als ooi. op de Gecon-  300 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ftitueerden en Gecommitteerden, en in dezelven op het grootere getal van Utrechtsen zoo plechtig opgeroepene Burgery en Ingezetenen, teweeren; als ook de daar toe fpefteerende in den brief der Heeren Edelen van 10 February 1786 te wederleggen ; en voorts van gedachten te zyn, dat men niet behoorde te perfifteeren by de Refolutie, welke men op den I3den February had genoomen , als ftrekkende volgens zyn inzien, omfommige Raaden welke twyftelen, ja zelfs ontkennen, dat het gene op den 2often December is gerefolveerd, niet en is geweest de begeerte van Utrechts Burgery en opgeroepene Ingezetenen, by dezen hunne fentimenten zonder genoegzaam bewys, te doen volharden; als zynde zyn Ed. van gedachten, om de gemelde en andere door met hem inftemmende Raaden geallegeerde redenen dat men de Burgery had behooren op te roepen, en aan het zoo billyk verzoek te voldoen en op dat een ieder volgens de hem toekomende vryheid in een vrye Republiek gelegenheid zoude hebben zyn gevoelen te zeggen, was het billyk volgens zyn Ed. begrip falvo meliori, uitdrukkelyk van wegens den Raad by deze oproeping te declareeren, dat tegens dezulken welke met woorden of daaden iemand in of om het uitbrengen van zyne gedachten groovelyk beleedigden, na bevind van zaaken zoude geprocedeerd worden. En wat het Declaratoir van te perfifteeren by de Refolutie van den 16 Augustus 1785 betreft, niet alleen daar in te ftemmen, maar daarenboven voor te draagen, dat Heeren Burgemeesteren welexpresfelyk behoorden gelast te worden, gelyk meermaalen en nog onlangs by Refolutie van den 5 April 1784 is gefchied, niet te confenteeren in het verkenen van Attachés op eenige troepes om binnen of over het territoir van deze Provincie te trekken, zonder toeftemming van de Vroedfchap: en dat zoo onverhoopt by abfentie van Heeren Burgemeesteren van Utrecht, Heeren Gedeputeerden konden goedvinden, 't welk echter niet is te verwachten» ee*  de Gebeurtenis/en in 1787 enx. voorgevallen. 30L eenige Attachés te verleenen, de Raad ingeyalle de Militie deze Stad naderde, geweld met geweld zoude genoodzaakt zyn te keeren, en zulks als een, violatie van Stadsrecht te houden, als vertrouwende zyn Ed. gerustelyk, dat geen daadelyk geweld noch oproerige beweegingen door de goede en op hunne rechten infteerendeBurgeren, zal wórden gepleego Ofte ietwes bedreeven, waar tegen de fterke hand met recht zoude kunnen ingeroepen worden, als zulks befchouwende in deze tyden binnen deze Stad van de fchroomelykftegevolgen, en ftrekkendeom onder de fchyn van recht, de ftemme der Vryheid te fmooren, en alle behoorlyke redresfen in de Regeeringsform te vereydelen, en een willekeurige handelwyze in te voeren. En wat het neemen van een Refolutie om aan Geconftitueerdens en Gecommitteerdens kennis te geeven, dat de Leden van den Raad (waar door de meerderheid moet verftaan worden) de Refolutie van den 2often December voor informeel houden* betreft; zulks zeide hy, te moeten overlaaten aan die meerderheid, welke niettegenftaande fommige Raaden in gemelde Refolutie niet geftemd hebben, en anderen op fistematieke gronden in die Refolutie met zyn Ed. hadden geconfenteerd, en die Refolutie op den 23 December 1785 vry willig was geaffigeerd, echter dezelve en confequentelyk de gedaane Publicatie voor informeel als daar toe genoodzaakt zynde declareeren. Den 6 Maart 1786. (was get.) van Haeften. Aanteekening van den Heer IVOY. Zeide de Ondergeteekende dat ingevolge zyn referve van den 6den Maart laatstleeden, hy zyn fentiment by deze ter infertie overgaf. Het is U Ed. Groot Achtb. bekend, dat ik niet geconcurreerd hebbe  302 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot hebbe tot het neemen der tweede Vroedfchaps Refolutie en gedaane Publicatie op den 2often December, noch tot het doen drukken en affigeeren van dezelve» op den 23ft.cn van gemelde maand, 't ge* ne kan blyken uit Vroedfchaps Notulen van den Joden january dezes jaars. Den I3dec February jongstleeden, hebbe ik geftemd tot het decerneeren van Commisfien, uit ö Ed. Groot Achtb. m de byzondere Wyken dezer Stad, ter opneeminge der ftemmen van de Burgers en Ingezetenen, ingevolge het verzoek den 6den February door Geconftitueerden en Gecommitteerden gedaan, dus kan ik deze poincten van het Rapport door Heeren Burgemeesteren en Oud-Burgemeesteren uirgebracht den 27ften February, ingevolge ü Ed. Groef Achtb. Refolutie Commisforiaal , in dato den 2often daar te vooren, op het Addres ten zeiven dag- geprefenteerd, door Geconftitueerden van 1368 Burgeren en Inwoonderen en Gecommitteerden uit de agt Burger Compagnien, binnen deze Stad, voorbygaau. In de deliberatien over de herhaalde verzoeken door Geconftitueerden en Gecommitteerden gedaan, geene zwaarigheid gemaakt hebbende, om by een nader Declaratoir de Requestranten en derzelver Committenten te verzekeren, dat de Vroedfchap perfifteerde by derzelver Refolutie var den 16 Augustus 1785, kan ik my over dit poinct met het Rapport van Heeren Burgemeesteren en Oud-Burgemeesteren conformeeren. Doch daar de meerderheid van de prefent geweest zynde Leden Van den Raad op den 20 De* cember 1785 goed en dienstig geoirdeeld hebben, van deten dien dage eerstgenoome en gepubliceerde Refolutie af te gaan, en eene tweede Refolutie te neemen, en ook te doen publiceeren, ter voldoening aan het woordelyke by Addres begeerde, door Geconftitueerden en Gecommitteerden uit naam van hunne Principaalen, welke opgeroepen, zich rond het Stadhuis fifteerende waren, indien nu de  de Gébeurtenisfen in 1787 m. voorgevallen. 303 de meerderheid der Leden van den Raad» zich met het Rapport van Burgemeesteren en Oud-Burgemeesteren conformeerende, goedvonden , om by Extract Refolutie aan Geconftitueerden en Gecommitteerden van de waare meening van Hun Ed Gr. Achtb. kennisfe te geeven, ben ik van dezelfde gedachten, als eenige van m^n geachte Mede-Raaden, dat het zelve ook by Publicatie en affiótie aan alle Burgeren en Ingezetenen dezer Stad diende te gefchieden, om zoo veel mooglyk oproepingen en confufie voor te komen. — Verders my conformeerende , met het geadvifeerde van den Heer Raad de Leeuw om by Extract Refolutie aan Geconftitueerden en Gecommitteerden, een lyst over te geeven, van alle die Raaden, welke zich gedeclareerd hebben, op den aanftaanden 2oftenMaart, uit hoofde van hunnen gedaanen ééd niet te kunnen of te zullen concurreeren tot de introductie en beéédiging van het provifioneel beraamd Reglement, en vervolgens gedachte Extract Refolutie by Publicatie en affictie aan de Burgers en Ingezetenen bekent te maaken. Het is U Ed. Groot Achtb. bekend, hoedaanig ik by aanvang der Extraordinaris befoignes over het Concept-Reglement Reformatoir ten opzichte der verbindtenisfe door den gedaanen ééd gedacht hebbe, blykens uit myn Advys den 26 May 1785 in Vroedfchaps Notulen geinfereerd , declareerende by het zelve al het gene in gemelde befoignes gerefolveerd zoude worden, alleen als préparatoir te befchouwen, door den ééd op het Reglement van Regeeringe des jaars I674 als Lid van de Vroedfchap my verbonden achtende, tot zoo lange het gemelde Reglement van Regeering Staatswyze zal buiten effect gefteld zyn, en dus de Vroedfchap'er van ontflagen, by dit gevoelen ben ik blyven'per. fifteeren, blykens myn Advys uitgebracht den 19 December 1785. Hoe zeer ik nu zoo veel moog. lyk hebbe nagegaan het gene in deze tyd door den druk is uitgekomen, tot ftaaving dat de Raaden in  go4 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot de Vroedfchap den ééd op het Stads Regeeringsbeftel konden bevoegt, ja verplicht waren te doen» én nevens de Advyzen van eenige weinige myner Mede-Raaden, welke fchynen dat fustenue toegedaan te zyn; ,, ook zeker vertoog inhoudende be„ denkingen of Stads Regenten de magt, het recht en de faculteit hebben om zich onderling te ontflaan van den ééd op het Reglement van Regee,, ring van den jaare 1674? zoo verre Stads Regee* ringsbeftelling aangaat," doch zonder my te overreden door het gene voorgefteld en beweerd word; dus kan ik niet als my refereeren aan myne meergemelde Advyzen als ook aan dat by Misfiven den 1 October 1785 by dezen Raad ingeleverd, geene vrymoedigheid vindende my ontflagen te rekenen, of door een groot gedeelte der Burgers en Inwoonders dezer Stad te laaten ontflaan uit den ééd, en verbindtenisfe aan het nog fubfifteerend Regeerings-Reglement, het welk door de drie Leden vaa Staat weder ingevoerd is in den jaare 1748, en nader geconfirmeerd wierd in den jaare 1766 ten tyde der inftallatie en beéédiging van den jegenswoordigen Heer Erf-Stadhouder, en in welk RegeeringsReglement Stads Regeeringsbeftelling voor geen klein gedeelte is ingewikkeld; zullen nu Geconftitueerden en Gecommitteerden , een gedeelte van hunne Gonftituenten en Principaalen met eenige Raaden van deze Vroedfchap, de maar provifioneele gearresteerde en geapplaneerde Stads Regeeringsbeftelling invoeren en beéédigen; ik zal het aan moeten zien, maar vry zyn van de nadeelige gevolgen, welke zoo voor de Stad als Provincie, ja ligt wel voor de Republyk hier uit kunnen voortvloeijen; daar en tegen zal het my zeer aangenaam zyn, als het blyken zal dat ik deze zaak minder heb doorzien, en anderen beter het falus populi daar het ons alleen om te doen moet zyn, daar gefteld zullen hebben. Niemant uwer Edele Groot Achtb. denke, dat ik uit eigenzinnigheid van eenige Art. voorkomende in  de Gebeunenisfen ïn r787 enz. voorgevallen. 3Ó5 ?°KKept",Reg-em'ent Reförmatoir, gedisfenJSirfS' het 38 waar nitnnl« keesde & aan ffr in nf o ge"ouw zVDdf» van de plaats welke ik in dezen Raad de eer hebbe te bekleeden verlaa- ™* 1 p0rd,eD,-°°,k ^ebbe ik voor d« pertnanence van de Raaden in de Vroedfchap niet geftetrtd, oni rede, dat een Collegie van gecjualifïceerdeGecorn- ïlPnf.denS U1£ de BurgerV' welk een tegenwigc tegens eenen permanenten Raad zoude moeten zym, ïVrn^°r Tlk fegens Ari"°cratie, my zoo voor de Vroedfchap als voor de Burgery aan geene geringe zwaarigheden onderhevig fcheen, ook hebbe ik niet uit het oog kunnen verliezen onze Republicainfche Conftitütie met een Erf-Stadhouder, en dit was een der redenen waarom ikgeadvifeerdhebbe voor de Eleöie der Raaden in de Vrotedfchap, uit eene Nominatie door de Burgery te doen, aan zyne Doorluchtige Hoogheid te demandeeren , als HnL^iH C°nfiderati?n van zyne Doorluchtige Pnnfl n P aanDH"°S"deszelfs toegezonden. Concept Reglement-Reformatoir , binnen zekere bepaalde tyd te vraagen en af te wagten; daar én tegen zal men my niet kunnen nageeven, van mv nader verbonden te hebben aan het tot nog toefub* fifteerend Regeerings-Reglement, blykens Vroedfchaps Notulen van den 12 October en 25 Decemuï ^85. wenfchende ik zeo fterk als iemand ni het fanaal afdoen der ingeleverde bezwaaren en hec invoeren van een verbeterd Regeerings-Reglement; dan het is alleen het waar belang van Utrechts Burgeren en Ingezetenen, en het beftendig welzvn van Stad en Provincie, welke ik heb trachten tè bevorderen, en welk na myn inzien zondereen Regeerings-Reglement • in het welk de drie Ledert S^H IV'j dCn Erf-Stadhouder, de Burgers dezer btadj Steden, en de In- en Opgezetenen der ProZTlU?n™-Trea en joegen neemen, nimmer S^ï^feA00*de rust*eendracht ett  5o6 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot zelfs, dat ik niet kan nog zal toetreeden tot het op den doften Maart aanftaande daadelyk invoeren en tlecLg beéédigen van het provafioneel gearresteer¬ de Stads Regeenngsbeltemng,oo* *«u »u* als de Vroedfchap van het nog fubfifteerend Kegee- rings-Kegiemenc wettig c" J flalen. Utrecht, den io Maart 1786. g (was get.) P. H. J. Ivav. No. 228^. Publicatie van de Refolutie van de Vroedfchap der Stad Utrecht, van den 6 Maart 1786. Burgemeesteren en Vroedfchap der Stad Utrecht verklaaren by dezen, dat zy de laatfte^gepubliceerde Vroedfchaps Refolutie op den 20 December des voorleden jaars (*)• «•» niet vrywilhg maar nopens de toenmaalige omftandigheid en ütuatie van zaaken Zoomen, confidereeren en houden voor „formeel, krachteloos en van onwaarde; met verder Declaratoir, dat zv zich buiten ftaat bevmden en rende der Heeren Staaten dezer Provincie te ontflaan uit den ééd op het Reglement van Regeermge Sezer Provincie, plechtig gedaan en afgelegd; en om die reden ook niet voorneemens zyn , geiyK zïïks ook van hun naar recht en billykheid niet kan «vered worden, om op den 2often dezer maand Maart , eenen anderen ééd dezelve contraneerende te pra?steeren. , . En ten einde alle Burgers en Ingezetenen dezer Stad, van dezen des Vroedfchaps intentie en voorneemen behoorlyk kennisfe mogten erlangen, is goedgevonden dat deze Refolutie zal worden afgekondigd , gedrukt en aangeplakt. . Accordeerd met voorfz. Refolutie. In kennisfe van my, (was geW) j. W. de Rüevek.^ (*) Zie hier voor bl. 284. N". 2281.  is Geteurtenisfefi in ï?8f enz. voorgevallen. 3C7 N*. 2284. Addres tot justificatie der genoomen Refolü* tw van den 20 December 178?, enprotést van de Bugery der Stad Utrecht ter Vergadering van deü Raad derzelver Stad op den 13 Maart 1786 ingeleverd tegen de voorfiaande Refolutie, en Publicatie van den 6 en 7 Maart 1786; en Refolutie van den Raaa der Stad Utrecht betrekkelyk het bovenftaande Addres tot justificatie fefc. Aan de Edele Groot Achtbaare HéereS Bdrgemeesteren en Vroedschap dér Stad Utrecht 1 ( Geeven met fchuldigen eerbied te kennen, de ondergeteekende Geconftitueerden van 1368 Burger» en Inwoonders, en de Gecommitteerdens uit de agt Burger Compagnien, (onvermindert mee£ voorgaande gedaane Declaratoiren en Protesten)4 Dat U Ed. Groot Achtb. aan de Ondergefchreevenen by Copia Authentiek hebben doen toekomen, een Refolutie by U Ed. Groot Achtb. genoomen , op de Confideracien door Heeren Burgemeesteren en Oud-Burgemeesteren, by Rapport den 27fteu february jongstleeden voorgedraagen, van inhdud als de Publicatie welke U Ed. Groot Achtb. deti 7den dezer maand daar van hebben doen afkondigen, drukken en aanplakken; en welken aangaandè de Ondergefchreevenen verplicht zyn, aan ü Ed* Groot Achtb. voor te draagen. Dat der Ondergefchreevenen Principaalen zicht wegens deze Publicatie zeer bezwaard vinden, als het motief by die Publicatie vervat, hier in gelegen is, „ dat de laatst gepubliceerde Vroedfchaps „ Refolutie op den 2often December des voorlee„ den jaars, als niet vrywillig, maar wegens dei „ toenmaalige omftandigheid en fituatie van zaaken „ genoomen, U Ed. Groot Achtb. dezelve confi„ dereeren en houden voor informeel, krachteloos en van onwaarde." Dat dus U Ed. Groot Achtb. elf weeken na dié V 2 ge,  308 Verzameling van Stukken letrekkelyk tot ; genoomen "Refolutie, zich gronden op om[landigke+' den en eene fiiuatie van zaaken. die zonder dezelve op te geeven of in te treeden, van dien aart zouden zyn , dat U Ed. Groot Achtb. (na alvoorens op den 28 December 1785 beproeft te hebben * or U Ed. Groot Achtb. door het obtineeren van een Staatswys oDtflag uit den ééd, deze Refolutie ten effecte konden brengen, en daar door deszelfs wettigheid volkomen hadden gemanifesteerd en geratihabeerd) als nu vermeenen, daar in dien grond gevonden te hebben, om dezelve Refolutie te konnen cor.fidereeren en daadelyk te houden voor informeel» krachteloos en van onwaarde. Dan waaromtrent de Ordergelchreevenen verplicht zyn, aan ü Ed. Gr. Achtb. voor te draagen met allen eerbied, watdaar op word geremarqueerd , namentlyk: dat U bd. Groot Achtb. op den 20 December 1785 > by gelegenheid van het neemen van die Refolutie vergaderende, vooraf onder de aanroepinge van Gods heiligen naam hebben verklaard: dat uwe hulpe be(laat in den naame des Heeren die hemel en aarde gefchaapen heeft, zoo als U Ed. Groot Achtb. te gelyk hebben afgebeden den Goddelykenbyftand, in deze bewoordingen: „ dat wy in ons Ambt ons getrouwelyk kwyten, en dat wy mogen zien, ver„ ftaan, refolveeren en doen 't gene dat best is, „ en ftrekke tot welvaaren, rust en vrede van de Stad en de Ingezetenen van dien , zonder ter „ rechter of ter {linkerhand af te wyken, of door eenige gunst, haat of andere affeöien ons te laa„ ten beweegen, of ons ergens ince by eenige oirzaaken te vergeeten, in allen onzen handel, niets ,, vooroogen hebbende of doende, dan dat behoor„ lyk en recht is." Boven het welk als van zonderlinge opmerking in confideratie word genoomen den ééd, welke by IJ Ed. Groot Achtb. is afgelegd, als daar by uitdrukkelyk vermeld ftaat: „ dat ik in alle gelegent„ heden 't profyt en welwezen der Stad Utrechten 3, de Burgers en Inwoonders van dien, mitsgaders de  it Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 30$ „ de verzekerheid en bewaarnisfen der voorfchree,, ven Stad aangaande, getrouwelyk zal raaden en ,, t zelve vorderen naar myn beste weeten en ver„ mogen;" en word dezen ééd beflooten met dit nadrukkelyk Declaratoir: „ dat zal ik niet laaten „ om lief of om leed, om MaagfchapnochomZwa,» gerfchap, om giften noch om gaaven, noch om » geenerhande zaaken." ,-H5E uyrieQ 9nderSeteekenden gepermitteerd, uit de befchouwing van dit alles, aan Ü Ed. Groot' Achtb. met verfchuldigde achting de gedachten van hunne Principaalen voor te draagen, als dezelve van oirdeel zyn, dac ü Ed. Groot Achtb. op de bovengemelde gronden, om geene oirzaaken of om. Jtandigheden, ja ook niet om lief of leed, en eeneraalyk om geenerhande zaaken, eenig befluit of Reti oie/^ebbe« \omeD ofte mogen neemen, welke u &d. Groot Achtb. op fundament van de fubjiflge. rende omftandigheden, befchouwden te moeten houden voor informeel, krachteloos en van onwaarde; dan dat het nchtfnoer van ü Ed. Groot Achtb. by hec neemen van derzelver befluicen geene andere heefc konnen zyn, dan het zy om lief of leed of om eenigerhande zaaken, te doen dat behoorlyk en recht is. Dat mitsdien der Ondergefchreeven Principaalen met konnen bevroeden, dat ü Ed. Groot Achtb op den zoften December 1785, by derzelver toen laatst gepubliceerde Refolutie elf weeken zouden hebben blyven perfifteeren, zonder by die Publicatie of Affiétie immediaat uit te komen, dat die Refolutie by U Ed. Groot Achtb. gehouden wierd voor informeel, krachteloos en van onwaarde; °ezweegen, dat zoo dezelve daar voor moeste gehouden worden, het zv met allen eerbied geavanceert, die Refolutie by ü Ed. Groot Achtb. niet zoude hebben konnen genoomen worden: als hec zelve dan notoirlyk zoude involveeren, dat de Leden van den Raad, welke daartoe geconcurreerd hebben, zich als dan hadden fchuldig gemaakt aan een nies V 3 talM'  Sia Verzameling van Stukken betrekkelyk tot- minderen flap van bezwaar tegen hunnen ééd, als die, welke zy als nu by Refolutie van den 6den Maart, op fundament van de gezegde geéxteerd oebbende emttandigheden enfttuatie van zaaken, vermeend bet>ben uit den weg te ruimen. En muidien, houd de Burgery het daar voor, dat ia het neemen van de Refolutie, van den 20 December J7»5> eea krachtig bewys voor het effeét van dezelve reudeert; als ü Ed. Groot Achtb. geconfidereerd wordende, ambts-, ééds- en plichtshalven, geene Kefolutie te hebben konnen neemen, welke ^formeel» krachteloos en vaa onwaarde was; waarom de curgeIV die Refolutie blyft befchouwen, en het als gezegd daar voor houd , dat dezelve wel en wettig genoomen zynde, het effeft daar van aan hen door 2e nadere Publicatie van U Ed. Groot Achtb. met kan vruchteloos gemaakt worden; alzo het de burgery niet gepermitteerd is te mogen gelooven, dat aan. een Raad vry zoude konnen ftaan, om op. Gronden van omftandigheden en eenefitmtie van eene als 't ware misleidende of abufeerende Reiolutie te mogen neemen, welke volftrekt informeel, krachteloos en van onwaarde zynde, ook na dat men ■dezelve door opgevolgde daaden gemanifesteerd, en ten effecte van dien geratihabeerd hebbende, na Eoedvinden zoude konnen vernietigen, en voorts buiten effeft ftellen. En daar de Burgery diergelyke gevaarlyke grondregelen van refolveeren ot bet neemen van befluiten, aan U Ed. Groot Achtb. niet kan of vermag toe te kennen; zoo is het dat ae Burgery dan ook de Refolutie van den 20 December 178u niet kan houden voor waarlyk informeel, irachteloos en van onwaarde. En dit ook te minder ' als de wyze hoe de Refolutie van U Ed.Gr. Achtb. genoomen den 6den Maart jongstleeden, bovendien In aanmerking komt, waar toe de Burgery vertrouwd beeft tot een grond te mogen leggen het gesolveerde van de Vroedfchap, by continuatie van de extraordinaris befchryving ter afdoeninge van de  de Gebeurtenis/en in 1787 enz, voorgevallen.. 311 bezwaaren van den 15 Juny 1785, als het zelve by de Notulen in deze bewoordigingen voorkomt: „ wyders door den Heer van Westreenen voor,, gedraagen zynde of de fentimenten der Leden ., van den Raad welke op den 2f5ften May laatstlee3, den, zoo by monde als gefchrifte verklaard heb,, ben, zich te houden aan het Reglement van den „ jaare 1674, en volftrekt te zyn tegen alle veran„ deringen, welke daaromtrent zouden mogen on- dernoomen en gemaakt worden, ook moeten ge,. confidereerd worden zich fpeciaal gedeclareerd ,, te hebben tegen het nomineeren van nieuwe Raa- den, in cas van vacatuure door Kiezers uit de „ Burgery, en of dienvolgens hun Ed. fentiment „ in het colligeeren der vota omtrent voorfz. po. „ inct mede moeten gerekend worden; en in confu „ deratie genoomen zynde, dat gedachte Leden zich wel in het generaal tegen alle veranderingen in het Regle„ ment der Regeering van den jaare 1674 gedeclareerd hebbende, echter zich van de verdere fesfïen over"%at „ poincT; der befchryvinge geabfenteerd en de befoigms van den Raad niet geadfifteerd en hunne gedachten g\n „ uithebben, heeft de Vroedfchap geoirdeeld, dat der~ „ zeiver fentimenten in het colligeeren der vota niet me. „ de in aanmerking kan konnen of genoomen worden.*' Een gerefolveerde, dat buiten de zich te dier tyd geabfenteerd houdende Heeren genoomen is, door vyf- en- twintig aanwezende Heeren Leden van dezen Raad. Op fundament van welk gerefolveerde, de Burge. ry vertrouwd, behoudens alle waardigheid in de» zen, ook op gronden van recht te mogen reprochee» ren de vota van de Heeren Oud-Burgemeesteren van Beek Heer van Dykveld, van der Dussen en van MussCHënbroek en van de Raaden Boddens, Pesters, Zaal, Ewyck enNAHUYs, als mede van den zich federt den 21 Juny 1785 die extraordinaris befchryving mede ontrokken hebbende Heere Verschoos, en den tot die Vergadering niet behoord V 4 heb»  gi? Verzameling van Stukken betrekkelyk tot hebbende Heere Oüé, en zulks voor zoo veel alle die Heeren of eenigen van dien, tot het neemen van. de gepubliceerde Refolutie van den 6den Maart jongstleeden mogten geconcurreerd hebben, om met hunne vota eene meerderheid van ftemmen të hebben veroirzaakt, ook in prsjuditie van de ftemmen der Raaden, welke op den 20 December 1785 verklaard hebbende, tot het neemen van de laatfte Refolutie op dien dag niet te hebben geconcurreerd, als nu ook hebben geoirdeeld niet te hebben moeten concurreeren, om die Refolutie te houden voor informeel, krachteloos en van onwaarde; en daar dit alles mede in aanmerking genoomen zynde, vertrouwd de Burgery zich op goede gronden verzekert te mogen houden, dac 'er ook geene zoo genoegzaame meerderheid van ftemmen op den 6den Maart in den Raad hebbe geëxteerd, welker getal ïn confideratie heeft kunnen komen, om op gronden van recht en billykbeid, de op den 20 December 1085 genoomen Refolutie te hebben kunnen verMaaren voor informeel, krachteloos en van onwaarjp; als by dat alles de wyze yan het colligeeren fer ftemmen, met daar onder te tellen dezulken, welke ten dezen in geen aanmerking konden ko» men; boe zeer 'er ook mogte begreepen worden, dat 'er eene meerderheid geëxteerd had, het zelve om bovengemelde redenen niet genoegzaam konde zyn, om ééne eens wettig genoomen Refolutie voor informeel, krachteloos en van onwaarde te verklaaren. En mitsdien dat de Burgery op die zelve gronden vertrouwd, dat aan hun het effect van. dezelve Refolutie ook niet heeft konnen vruchteloos gemaakt worden, ja ook dezelve niet op de verdere gronden , vervat by Publicatie van den 7den Maart jongstleeden, als dan nog in aanmerkingzoude hebben dienen te komen, de middelen, vervat by Ad* dres den öden te vooren door de Ondergeteekenden aan U Ed. Groot Achtb. voorgedraagen, ter introductie van riet gearresteerde Reglement vanRegee*""'' ringej  de Gebeurtenis/en in 1787 enz. voorgevallen. 3*3- wnge; als daar by aan de Leden van den Raad eene deure geopend wierd, om zonder eenig hec allerminfte bezwaar, en voor al ook buiten het prefteeren van eenen anderen éêd, of contrarieerende aan dsnzelven, waar in den Raad thands ftaat, de introductie van het gearresteerde Reglement te hebben konnen effettueeren, ook zoodaanig, dat alle gempedelyk bezwaar van die Regenten, welke cot hief toe op Staatsgewys ontflag van den ééd hebben geftaan, daar door geheel en al wierd weggeioomen ; en welk Addres, waar in aan de zyde van de Burgery de allergefignaleerfte blyken zyn gegeeven van de Conflderatie welke zy aan Leden van wnca Raad toedraagt, met wien het haar oprecht ernst wasteconcurreeren ter he vordering van rust, vreede en eensgezintheid, tot bevestiging van het profyt en welvaaren van deze Stad, zy dan niet hadden konnen verwachten, dat het zelve aan eene zoo ongunftige dispofitie zoude onderhevig gemaakt worden, veel min dat ter zeiver tyd eene Refbiutie tot een dusdaanig einde, als de meergemelde PuhlicadV tendeert, zoude genoomen zyn, als niettemin de Burgery tot haar gevoelig leedwezen heeft moeten ondervinden, en daarom boven alle het gunt voorfchreeven zich verplicht vind, aan \j Éd. Groot Achtb. op de hier bovengelegde gronden in ferieufe overweeging te geeven: of het tusfchen een Raad en Burgery vertrouwen kan vestigen, ja of het niet ter contrarie in allen gevallen hoogst ge vaarlyk moet befchouwd worden, dat een Raad een Refolutie die zy genoomen heefc, en wel die zy genoomen heeft na de regelen en op de gronden, waar na zy verplicht is haare Vergadering te moeten houden, en alzoo verftaan word wettig genoomen te zyn, en dac dezelve buiten dien niet mag genoomen worden, wanneer het haar goedvind, of dat de gelegenheden daar toe best fchynen te concurreeren, maar voor informeel, krachteloos en van onwaarde te verklaaren j als een Raad volgens é,éd. om Utf of V 5 om"  014 Verzameling van Stukken betrekkelyk tot ata leed, noch om geenerhande oirzaake zoodaanig eene Refolutie konde of vermogte te neemen. En of de Burgery en Schuttery zich niet met even veel recht op haaren ééd zoude mogen beroepen, als zy gezwooren hebben-: „ dat zy alle geweld ook te7, gen de goede Burgery en Ingezetenen dezer Stad, Z of tegen de Voorrechten en Privilegiën van de. a, zeiven met goed en bloed zal helpen afwee3, ren ? " en als hier by overwoogen word , dat by het Staats Rapport met zoo veele ronde woorden word verklaard: „ dat het Reglement van 1674ten 9, eenenmaale contrarieert, en ook zelfs in veeien 3, opzichte ftrydig is met de Privilegiën, Handves3, ten en Gerechtigheden van den Lande; " en daar mede ook met zoo veele woorden overeenkomt het betoogde van U Ed. Groot Achtb. by de be■voorens gearresteerde Misfive, op den 21 Maart 3785 aan zyne Doorluchtige Hoogheid afgezonden, pag. 25—37, en inzonderheid de Conclufie beginnende onder aan op pag. 37 van de in octavo gedrukte uitgave: zoo kan 'er geen oogenblik eedenking vallen, of de Burgery en Schuttery van Utrecht, vermag ingevolge van haaren ééd, niet alleen Reen hand houden aan 't Reglement van 1674* maar is ten allerkrachtigften verplicht te effettueeren, dat het zelve hoe eerder hoe beter uit de wereld *°En daarom zullen U Ed. Ed. Groot Achtb. aan de Ondergeteekenden, zoo wel als aan de Burgery, ten besten neemen, dat zy onder inhsfie van de middelen, vervat by Addresfen den éden en 22ften February dezes jaars geprefenteerd, tot justificatie van hun gehouden gedrag op den 20 December 1785, en het daar by federt inconfesjo gefielde aveu, dat 'er als toen een waarachtige Volksftem heeft ge'èx. teerd, waar aan U Ed. Groot Achtb. gehouden zyn, derzelver gegeeven woord ten fine van introductie te presteeren, als mede onder expresfe inhaïfie van de middelen en voordracht, vervat by Addres den 6den £&aars  de Gebeurtenisfen in 1787 enz. voorgevallen. 315 Maart jongstleeden aan U Ed. Groot Achtb. ingeïeverd, dat zy met betuiging van alle achting verklaaren: dat zyindie verwachting blyven verieeren, dat niettegenftaande op den 7