F 27   AANMERKING over het VERTOOG EN VERVOLG VAN DIEN. Ter nanwyzing van het zeeker middel, waar door de Zeeman iederen nagt zyn waare Lengte kan te weeten koomen, uit de ftand en verfchyning der vaste fterren, door M. A. van Jdzinga, Oud-Secretaris der Stad Harlingen. beneffens het KLAAR BEVYS Pat het zelve een ongegrond fystema is, en dit en diergelyke Hellingen op zulke gronden berustende, ten hoogften nadeelig voor den Zeeman zyn. ^— DOOR ƒ abe JANS HINgW. GEDRUKT VOOR REE KENING VAN DEN AüTHEUR. Ëti by de mecfle Boekverkoopers;« Neederland * ti bekoomen.   G E A G T E L E E Z E R. Dat ik de Pen opgevat heb, teegen het voorgenoemde Werkje van de Heer Idzinga; zal hoop ik geen aanleiding geeyen van te denken, dat ik zulks uit eenig ander oogmerk voorbreng, als dat ik de dwaalleer van gemelde Heer overgezien hebbende, als gevaarlyk aanzag, voor het bevorderen in de Zeevaartkundige werkftukken ; dewyl het natuur eigen is, dat men de minfte moeite als dezelve bettaanbaar is, altyd de voorkeus geeft, en ieder Stuurman juist zyn dwaaling niet wiskundig kunnende betoogen, zoude hem hier aan kunnen verüaven , en de waare weegen welk ons gebaand zyn, aan een kant doen A 2 leg-  ( 4 ) leggen, want het is zeeker dat wy da allerlevendigfte verplichting hebben aan den moeilyken arbeid der Heeren Commisfarisfen, tot het bepaalen der Lengte op Zee &c welke Heeren ons niet alleen jaarl'yks de nodige Tafelen bezorgen, weik wy tot het yinden der Breedte aan de Zon, Maan, vaste Sterren, als Planeeten, als meede het vinden der Lengte nodig zyn, maar ten tweeden door haar klaare en verftaanbaare verklaaring van dien, en ten derden door haare verzameling der daar toe benodigde Tafelen, met deszelfs verklaring, zulk een fterk hulpmiddel hebben verfchaft, dat zo wy nu onze nabuurige Zeelieden niet kunnen evenaaren , (te weeten de Engelfche en Franfche,) de allerminfte verantwoording niet hebben, om het ergens dan aan onze eigen traagheid en werkeloosheid toe te fchryven, want het voorfchrift is ons zoo goed, zoo verftaanbaar en eenvoudig gegeven, dat de gemeenfte kenner hier van begrip kan krygen; en dewyl 'er nu voor ons niet meer aan ontbreekt om de Lengte ten naasten by te kunnen vinden, als ons zelf te beöenenen in de methq-  ( 5 ) methode, door de Heet en Commisfarisfen aangewezen, zoo konde ik niet wel zien dat dit door verdwaalde Stellingen, en ongegronde Leerwyzen zoude worden gedwarsboomdt, door zulks in publieke Druk aan het gemeen voor te draagen , welke zomtyds van denkwyze zouden kunnen zyn, dat als iemand zoo iets in het ligt gaf, wel zekerlyk gegrond, en een volft rekte waarheid zoude moeten zyn 5 en dus even als een der beste handtleidingen zouden in gebruik neemen, en in haare meening al te veel bedroogen worden , want hoe dikwils ziet men niet dat 'er Zeelieden zyn, die zelf nog wel in de Stuurmanskonst, of wel in deszeifs Theorie onderweezen zyn, als zy een opentlyke fout in een gedrukt werk zien; zulks noch niet eens dui ven te kennen geeven, uit reedenshalve dat ze zich zelf niet wel vertrouwen, en door dat ik zelf een Zeevaarende ben en zulks by ondervinding heb, zo heb ik het volftrekt myn pligt gereekent, myn meede Zeevaarende, by deeze gelegendheidt te berichten j dat die Leerwys als onwaardig behoort verworpen te worden, welk door de Heer A 3 lE>'  (6) Idzinga voor zeker wordt voorgeftelt i het geen ik nu hier zal haten volgen hoop ik zal tot een overtuigend bewys van dien kunnen verftrekken, het welk UE. uit achting voorgedraagen wordt, door UE. Dienaar A. J. HINGS7. AAN-  AANMERKING. I0Let is van het uiterfte aanbelang, voor. het welzyn van den Zeehandel, en voor de behoudenis der menfchen, welke zich daar aan opofferen, den graad van Lengte op welke men zich bevindt, in volle Zee te kunnen vinden: Dit Problema bepaaldt zich om te weeten hoe laat het is op het Schip en op de Meridiaan eener plaats na verkiezing genomen -9 of daar men van afgevaaren is, (by voorbeeldt op de Pic op het Eiland Teneriffa,) beris niet moeijelyk te vinden hoe laac het aan boord van een Schip is3 door de hoogte van de Zon, of van een Scer waar te neemen, (zie de Sterrekunde de la Lande § 1030. en 3995.) en meede de verklaaring over'de Tafelen in het Zeemans Almmach, gegeeven door de Heeren Commisfarisfën, tot het bepaalen der Lengte op Zee, tot Amfterdam: de zwarigheidt beltaat derhalven hier in, om ten alle tyden en in volie Zee, te vinden, hoe laat het op de Pic op Teneriffa is, en hoe laat aan boord van 't Schip op A 4 een.  O; een zelfde moment, welk verfchil het verfchil der Lengte in tyd te kennen geeft. Zo men dan een Horologie had, dat de tydt perfect aanwees, op de afgevaaren plaats, zou men kunnen zien, hoe veel dezelve in tydt met de plaats daar men zich bevond verfchilde; en alzo de Zon alle uuren 15 graaden voortgaat, en dus in 4 minuten 1 graad, zou men zeggen, als het Horlogie verbeterd was, dit Horlogie ftadt op jo uur en 8 minoren, en ik vind liet bier ter plaats pas 10 uur, gevolgelyk is het reeds laater op de afgevaaren plaats, en daarom ben ik 'er bewesten; en wel 8 minnten in tyd, dat is 2 graaden in Lengte, op die manier zou men gemakkelyk de Lengte kunnen vinden, waarop men zich bevond. De difficuliteit, om op Zee de Lengte te bepaalen, beftaac derhalven in het weeten van de wa3re tydc, van een plaats, welker Lengte naauwkeurig bekend is, zo dikwils men zulks nodig agt; het is even veel welker Meridiaan men daar toe neemt, want men heeft maar andere plaatfen, welker Lengte, bekend is, met dien te vergelyken. Tot heeden toe is men niet in ftaac geweest, om zodanige Horologies zamen te Hellen, zo dac ze in een generaal gebruik hebben knnnen worde gebragt, de Heeren Harrisfonïn Engeland,en Berthoud\n Vrankryk, hebben het onbegrypelyk ver gebragt, dog het is te denken, dat hunne werken meer als gedenktekenen van hun fchrander- heid,  C9) heid, dan tot dagelyks nut der Zeevaart zullen dienen. De (warigheeden, om onmiddelyk de volftrekte Lengte op Zee te kunnen vinden, het welk bedoelt wort; zyn van zulk een aardt, dat ze zo niet onmogelyk, ten minnen zeer befwaarlyk zullen kunnen worden overwonnen, dit'wort genoeg bewaarheid, door de geringe vrugten, weike al de pogingen, zelf der kundigtten en ervaarentlte in de kunst, tot hier toe hebben voortgebragt, dewyl men noch niet verder is gevordert, dan om de Lengte ten naasten by te kun • nen vinden. Dat het getal der zoekers der Lengte aanzienlyk is, en is geweest van vroeger tyden, zuiks blykc aan de menigvuldige werken, die van tyd tot tydt in Druk zyn gekoomen, door dat hier groote pryfen, van verfcheidene Mogentheeden op gezet wierden, (zie de Stenekunde de la Lande, Boek 24 § 3966. Dac anders ren groot getal zoekers, van zulk een gewigtig onderwerp, meer dan te veele op verdwaalde weegen zulks gezogt hebben, en of door onkunde, of iets anders welk dolingen kan veroorzaken, haar eigen. Schriften haar tot fchande hebben verftrekt, is wel voorzeker waar, en blykt uit haar eigen Schriften, zie Dirk Rembramz van Nierop, over de Lengte, in zyn bewys der Zonre ftillland, en aardryks beweging. Maar hec verwondert my , dat men In deeze zo ver verlichte tydt, noch menfehen A 5 van  ( io ) van een aanzienlyk caradter vindt; welke zulU groote dwa'lingen omtrent het vinden dezer Lengte san den'dach brengen, en door den Druk gemeen maaken, dat het voor iemand die hier eenige kennis van heeft, zo befpottelyk, als voor de dies onkundige gevaarlyk, om door zulke ongegronde werken misleid te worden; hier over kan men bet werkje, 't welk door de Heer M, ui. van Jdzinga, welk genaamd is vertoog en vervolg Dan dien, ter aanwyzing van het zekere middel, war dotr den Zeeman, iederen ttagt zyn waare Lengte kan te weeten koomen , uit de fland en verfchyning der vaste Sterren nazien ; het welk werkje thans myn onderwerp ter tegenfehryving zyn zil, om een ieder deszelfs dwaaling onder het o"g te brengen; ik zal my nicc verpligte, om juist ieder artikel apart te overtuigen, maar er zo veel uitneenien als my dunken zal voldoende te weezen, dat het overige a's van zelf vervait: Ten eerften zegt hy in 't vertoog Pag. 13 onder aan.) . §. 1. Een rond heeft geen begin of einde, ten zy men een eerfte merk uelle. waar van men de-meeting van den omtrek begint; %. 1. Op Pag. 14. Het gebrek der vastftellingen van zodanigen Punt aan het hemelsrond, is misichicn ja zeer waarfchynlyk de eenige oorzaak geweest, dat men tot hier toe geen middel geweeten heeft , om de 1 engte op Zee te ontdekken op vaste Sterrekundi^e gronden: §. 3. En op dezelve Pag. gelyk ik de Stad  (II) London genomen hebbe tot het punt om dé telling en berekening van de Lengte op de aarde te beginnen, zo ftelle als het punt om de de meeting en telling van de graaden aan het hemelrond, te beginnen de groote Hondfter Sirius, een Ster zo fchoon en helder flikkerende, als'er een kan gevonde worde, maar inzonderheid om dat de zelve aan het uitfpanzel zyne plaats heefc: zodanig dat hy in onzen eerften January nagts te 12 uuren in de Meridiaan moet zyn, overal waar men hem ziet Culmineeren: de zelve fta^t als dan in een ftreek van de aarde af; regt teegen over de Zonne, maar op alle andere nagten is hy van de aarde befchouwd zynde, buiten die ftreek; dewyl de aarde in haar wandelkring rondom de Zonne, oostwsards van die ftreek afwykt, waar door die Herren gevolgelyk ook alle andere vaste Sterren, ieder volgende nagt 4 minuten vroeger in de Meridiaan koomen, het geene in 15 daagen 60 minuten en dus een uur beloopt; in 30 dagen 2 uuren, fn 60 dagen 4 uuren en in 90 dagen 6 uuren, zo dac men na verloop van 90 dagen de fier Sirius reeds te 6 uuren ih de avond - ftond, voor zich in de Meridiaan heeft, dit wordt veroorzaakt door de omloop der aarde, rondom de zonne binnen de Sterrekring met dat natuurlyk vast gevolg, dat op het einde van de maand Juny, de aarde regt aan de andere zyde van de Zonne ftaat, waardoor de Ster Sirius als dan van ons is, in dezelfde ftreek met de Zonne, en dus des middags te 12 uu-  ( w 7 ia uuren in onze Meridiaan, zo dat hy doof de tterker Zonneligt onzichtbaar is, voor bykans alier menfchen oogen. % 4 Op Pag. 6.en 7. Zegt rvy, datnamaate de Dkatlen oostelyker en westclyker leggen, de "middag en gevolglyk alie uuren van het Etmaal op de oostcyke Plaatfcn zo veel eerder, en die westwaards gckegen zyn, de middag zo veel lsater hebben, en wel voor vder 15 graaden een uur in tydt, en dat het by die geene welke 90 graaden oostelyker leggen, hebben zy het juist 6 uur in de morgen terwyl het by my midderr.agc is, en die geene welk 90 graaden westelyk van my zyn, hebben op dat zelfde tydftip 6 uuren in den Avond. Laat men dn nu eens, een weinig in overweeging neemen , hy geeft hier immers klaar in zyn werk te kennen, dac de Aarde in 24 uuren om zyn Aspunten ronddraait, en dewyl de tyd hoe laat men het heeft, gerekend wordt na de Zon, en wanneer dezelve in het Zuiden of de Meridiaan is, reekend men het 12 uur, het zy ook waar men in de waereld is, ncgtans is het zeeker waar; dat ik het 12 uur ter middernagt op dat zelve moment heb; als 't 6 uur »s morgens is, op een plaats dat 00 graaden oostelyker legt; cn 6 uur 's avonds op een plaats die9ograaden westelyker legt, en dus is het uurverfehil niet ogenbhkkelyk maar agter een volgende, dewyl de Aarde in 24 uuren draait 360 graden , moet hy 90 jrraaden in 6 uuren zich beweegen; waar uit volgt, het geen hy op Pag. 20. onder  ( 13 ) aan in aanmerking neemt, dat wanneer de aarde in haar loopkring ftil bleef ftaan, en alleen in 24 uuren om haar as drajende, zouden alle Heemelligten te zeggen de zonne als de andere vaste Herren, welke boven de horizont in de meridiaan, kwamen alle dagen en nachten altydt op dezelve uur en minuut, dezelve Herren of de zonne voor ons in'de meridiaan hebben, zonder dat hier verandering inkwam, maar door de beweeging der aarde om de zon, wordt dus veroorzaakt, dat de vaste fterren aüe in ieder Etmaal 4 minuten in tydr winnen, ofte ieder da°- 4 minuten eerder in de meridiaan koomen, (zie zyn vertoog Pas. 14. hier by § 3. aangehaalit,) hy zegt meede op Pag. 7. onder aan; dat de groote hoofdvraag is, om het verfchil in tyd tusfehen de plaats waar men zich bevindt in Zee, en een zeeker daar toe verkoren plaats , hy verkiest London, en dit verfchil in tydt wil hy vinden, uit de ftand en verfchyning der vaste fterren; en luid zyn vercoog op deeze manier, Hy zegt dat de groote hondfter Sirius, den 1 January nasts, ten 12 uur in de meridiaan zal zyn , en dan rus-t zyn bewerking hier verder op dit volgende, dat zo iemand, in Zee zynde op den eerften January nagts, en neemt de Sirius waar ., in de meridiaan, dat dan de (ter by die waarnemer, zo veel vroeger of laater in zyn meridiaan zal zyn, a's tot London , als hy in tyd oostelyker of westelyker als London is. ofte niet op den eerften January nagt zyr.de, do tyd naau- keu-  C 14) keurig te bepaalen, hoe laat de fter Sirius, in de meridiaan van London zal moeten zyn, en de waarnemer dezelve in Zee ziende culmineeren, de tyd zo laat hy het als dan vindt , verfchillcnd zynde met de tyd dat Sirius door de meridiaan van London moest gaan, dat verfchil in tyd zou het verfchil in Lengte zyn, reekenende 15 graaden voor een uur, en dewyl men genoegzaam naaukeurig weeten kan , hoe veel vroeger de eene fter door de meridiaan gaat van Lontion als de andere; en dus ook gebruik van dezelve zouden kunnen maaken, (zie zyn vertoog van Pag. 16, tot aan Pag. 33.) tusfehen welk pagina's hy een geheele boel prullen aanhaalt, die my geen aandagt waardig zyn, maar alleen zal ik aanhaalen zyn voorbeeldt op Pag. 32. onder aan,'daar hy zegt genomen hy vond de fter Sirius, of eenige andere fter in zyne meridiaan 5 uur en 6 minuten ■vroeger , dan zy in de Londonfctie meridiaan kan zyn , als dan was zyne plaats op de Lengte van het Eilandtje St. Paulus: en genomen, hy vondt te 8 uur 42 minuten een ftar voor zich, welke hy op het Heemelsplan ziet, in die nagt de meridiaan van London door te loopen, te 10 uur, dan is hy zeeker op de Lengte van Gaap de goede Hoop , de reeden is, dat Caap de goede Hoop op 19 graden 30 minuten ooster Lengte van London legd. Wat dunkt uw van zulk e"en dwaalleer; daar hy zelf (op Pag. 14. hier § 3.) zegt, dat de fterren iedr 24 uuren, in weik tydt de  C 15 ) de aarde een keer om zyn as draait, flcgts 2 minuten vroeger in de meridiaan komt en het zelve zouden op 19 graden 30 minuten 1 uur 18 minuten verfchil geven, is het niet een befpottelyke voorltellinge? ~ Maar om dit op het duidelykst te overtuigen , zo neem dit volgenee in agt, en dan zal 't als van zelf vervallen. Hy zege onderkan op Pag. 14. hier §5. aangehaaldt, dat de fter Sinus, op het einde der maand Juny, in een ftreek met de zon van ons af ttaat, en dus middags te 12 uür in de meridiaan van London is. Zo men nu in overweging neemt, het geen reeds gezegd is, dan word do^r de dagelykfche omdraaijing des Aardkloots. veroorzaakt; ten eerften als dat de Meridiaanen agtervolgende nevens de Zon komen op byzondere tyden, en wel eerst' de oostelyke en vervolgens de westelyke, en door dat men altyd 12 uur ofte middag reekend: als de Zon in de Meridiaan ofte het zuiden is, en de Aarde in 24 uuren om zyn Aspunten een keer draaid, ten opzichte der Zon * zo volgt daar uit, dat wanneer de Zon in de Meridiaan is, en men het als dan middag heeft; door de omwenteling des Aardkloots de Zon na verloop van 24 uuren weer in dè Meridiaan zal komen en middag maaken dus verloopt de Zonne alle 24 uuren een erï dezelve Meridiaan; ten tweeden volgt daar uit, (ze als hy op Pag. 20 onderaan, aanmerkt) dat wanneer de Aarde, niet in haare wandelkring beweegde, maar flegts aüeen rondom  ( i6 ) rondom haar as draaide, dan zouden alle Sterren die wy in de Meridiaan hadden, na verloop van 24 uuren, weer in dezelve koomen, en wel op dezelve uur en minuut; maar door dat de Aarde zich in haar jaarlykfche weg om de Zon draait, word hier door veroorzaakt dat de Ster (in volle getallen te fpreeken) alle 24 uuren tyd vroeger in de Meridiaan komt, (zie zyn Vertoog Pag. 14) nu weet dan ieder een, dat de Zon, alle middagen, ofte alle 24 uuren in de Meridiaan komt, en de Sterren in 23 uur 56 minuten van een Meridiaan of, tot weer aan dezelve, want zy komen alle etmalen 4 minuten vroeger in de Meridiaan, dus is het zeeker dat de Sterren alle 24 uuren ten opzichte van ons 4 miiuten van de Zon fchynen 'voor uit te loopen, 't welk men de verfnelling der Ster noemt (Zie de Verklaaring over de Tafelen in het Zeemans Almanak door meer gemelde Heeren Commisfarisfen over de Lengte op Zee?) zo nu de Ster Sirius, (of een andere, dat is even veel,) ten 12 uur 's middags in een ftreek met de Zon, in de Meridiaan van London (laat, en op dien zelve dag, een Schip in Zee was, op 00 graaden wester Lengte (ik ftel hier als of de Zonneftraalen ons het gezicht van de Ster niet benamen, om dat dit in dcrzelve beweeging niets doed,) en dezelve opferveerde de Ster in zyn Meridiaan, dan zou volgens de ftellir g van de Heer M J. Idmga, de Ster op 90 graden wester Lengte, voor die waaraemer, 6 uur later in de Meridiaan mee-  ( 17) moete worde waargenomen, dan dat hy vol, gens bereekening in de Meridiaan van London was; Maar merkt eens aan, de Zon was met de Sier in een ftreek, in de Londonfche Meridiaan, en wees toen daar 12 uur of de middag aan, nu is wel waar, dat de Ster de boog van 90 graaden moet verloopen, ofte wel de aarde moet 90 graaden na her. oosten draayen, eer hy de Ster in de Meridiaan van 't Schip kan hebben, maar als de aarde zich, de boog van 90 graaden ten oosten draait, dan komt immers de Zon even zo goed aldaar in de Meridiaan van het Schip als de Ster zelve, en maakt als dan 12 'uur ofte middag, even 't zelve als-hy op Londons Meridiaan 6 uur te vooren deedt, maar de Ster in 24 uuren; 4 minuten voor de Zon, en dus in 6 uuren, 1 minuut, en daarom komt de Ster 1 minuut voor de Zon in de Meridiaan van het Schip, en dus ten 11 uuren 59 minuten en'volgens myns bedunken uit de natuur zich zelf bewyst, dat de Heer Idzïnga een zeer verdwaalde begrip heeft; of geen kennis omtrent de beweeging der Hemelligten; — ook al is den Ster den eerften January, 'snagts ten 12 uur in de Meridiaan van London, en de Zon in een (Treek regt tegen over dezelve; laat er een waarnemer gefteld zyn op 180 graaden Lengte, dan moest die geene als hy de Ster in zyn Meriliaan waarnam, vulgens ftelling van de Heer Uzinga een tyd ver~ch.il van 12 uuren hebben, dat de Ster vroeger of laatcr, (na rato men oost Ö of  ( i8 ) of wcstwaart om, daar gekomen is") in zyn Meridiaan komt, als hy volgens rekening te London was; maar de aarde draait in uuren i8o graden; en die waarneemer welk op 180 graaden van Londen was , zoude volgens zyn eigen Helling op Pag. 7 middags 12 uur hebben, als het 12 uur in de nagt te Londen was, en dus als de aarde zich nu draaide tot de Ster in de Meridiaan van den waarnemer op 180 graaden Lengte kwam, zoude de Zon immers door dezelve omdraaying der aarde, in de Meridiaan van London moete zyn , alleen met dat verfchil het geen de Ster voor uit vordert, namentlyk in 12 uur; a minuten, en dus als de Zon in de Meridiaan van London was, zoude het aldaar 12 uur op middag, en ter zeiver tyd 12 uur ter midJernagt by de waarneemer zyn; en dus komt de Ster geen 32 uur vroeger of iaater in de Meridiaan der waarnemer; maar flegts alleen die a minuten, welk de Ster in 12 uur van de Zon uitwint; want dewyl de beweeging welk de Zonne en vaste iterren, (door de omdraaijing des Aardkloots veroorzaakt) fchynen te hebben, ons bekend is, kan men zeeker genoeg weete, hoe laat eene derzelve , in een zeker bekende Meridiaan komt; want wat plaats dat men zich ook op aarde bevindt, komt de Zon altyd ten 12 uur 'smiddags in de Meridiaan, en een Ster even zo veel vroeger, of later, als de Asfencia Recta, (regte opklimming) der Scer erooter of klcinder dan die der Zonne is,  is, (zie in meest alle werken over de Navigatie) en wel voornamentlyk in Traité Complet la Navigation,par leSieur Bougeur Profesfeur d'Hidroghraphie, druk iqc6 a Parys Pag. 89 en 90) als men van de Meridiaan daar de tafelen op bereekend zyn, ten 00: ten ofte ten westen geweeken is;heeft men rogtans geen ander verfchil in de bewerking als dat men in agt neemt hoe veel men in tyd beoosten of bewesten, de Meridiaan der tafelen is, want zo men een Ster 'snaets ten 2 uur, in de Meridiaan der tafelen heeft en zo men dan 90 graden of 6 uuren hier bewesten was, dan zou , door dat de Ster in 24 uuren, 4 minuten (in volle getallen te fpreeken)wint, in 6 Uur, 1 minuut winnen en dus op 90 graden wester Lengte, ten 1 uur 59 minuten in de Meridiaan komen, zie de verklaaring der tafelen tot 't Zeemans Almanach, door de Heeren ter Commisfie van de Lengte op Zee, als meede de verklaanng over de tafelen van de Lector Steen(lra% doorj*. Floryn Mathematicus by de Maaze, uitgegeevcn, over het vinden der Breedte en Lengte (Pag. 153 en 154) by G. H. van Keulen, te Amfterdam gedrukt. Laat men zyn voorbeeldt, gegeven in 't vertoog Pag. 28, eens overweegen , waar hy zeit, tot Kwgfion in Jamaika, wordt te 1 uur na middernagt een bekende Ster op zyn hoogfte gezien, in het zuiden of noorden, welke volgens aanwyzing van het Hcme'splein of tafelen, 77 graaden, westelyk altaar, van Sirius, die volgens aanwyfing van Ba de-  ( 20 > dezelve tafelen, in de Meridiaan van-Londen moet ftaan des morgens , terwyl men aldaar 6 uur en 8 minuten heeft; Xing/Io» moet derhalven nog 5 uur 8 minuten draaijen ten oosten, eer het kan komen in de ftreek Of Meridiaan-lyn van Sirius, die tot London Culmineerde te 6 uur 8 minuten, zo dat het uurverfchil van Kingfton tot op London zceker 5 uur 8 minuten", dat is 308 minuten in tydt, en 77 graaden in Lengte, gelyk blykt dat Kingtlon, op effen 77 graaden westelyke lengte van London geleegcn is enz. Maar neemt eens in aanmerking dat die Heer zelf (op Pag. 14 ) zege, dat als een fter in een ftreek met de zon ftaat, alle 24 uuren ffegts 4 minuten in tyd van die ftreek verwyderï, en eerder in de meridiaan komt, dus in 6 uur, 1 minuut, gelyk hier voren reedts gezegd is, wat veronderftclt hy dan hier? is het niet eeven eens of hy hier ftelt, dat de Aarde ten opzigte der Zon ftil ftaat, en op de zelve tyd ten opzichte van de Ster, om zyn aspunten rond draait, en ■wel in 24 uuren ; dit is zeeker onmogelyk , want de Aarde kan in een ogenblik zich niet beweegen en te gelyk ftilltaan; doch neem eens gelyk hy zegt, dat de Ster ten 1 uur in de nagt , op de Meridiaanlyn van Kingston kwam , dan moet dezelve in de Meridiaan waargenomen worden: een ieder Zeeman weet, wanneer men zelf de Zon met een klaare kim in Zee waarneemt, men geen ryzing of daling, in eenige minuten, als dezelve in de Meridiaan is, kan bemerke s en dus de waare tyd , wanneer hy  (21 ) hy in 't Zuiden of Noorden is, we! eenige minuten kan mankeeren , en een Ster is voor den Zeeman, nog ongefchikter, dewyl de kimmen nooit zo klaar te zien zyn by nagt als by dag; uit ondervinding kan ik verzeekeren, dac als iemand een Ster in de Meridiaan waarneemt , en hier door de tyd zal bepaalen , hy het zeer zelden op een minuut na zal te weeten koomen^ op een beweegend Schip , en dewyl een Ster flegts 4 minuten in tydt op 360 graaden, van de ftreek der zon vordert, zil er in ieder minuut welk fout gemoeten wordt, co graden in Lengte mankeeren, datls 1350 duitfe mylen, en het zou zeer perfect gemoeten moeten worde , zo 'er yder keer geen 180 -graden, ofte 2700 duitfche mylen aan mankeerde , en dit wil deeze Hee,r flegts door een Hemelsplein vinde; hy veronderfteld zulks, maar zyn werk na waarde befchouwd zynde , is het zeeker een valsch ■vertoog, en men zou hier uit ook kunnen veronderftcllen , dat de Heer M. st. van Idzinga op de grootftc dwaalweg is. ■— Ik zal nog eenige aanmerkingen maaken, over dezelfde uitdrukkingen op Pag. 31 en S*, daar hy zegt, laaten wy nu eens beproeven , of en op welke wyze voor den Stuurman, waar. van in zyn vertoog Pag. 8. g>.fpropken wordt, middel zy, om zyne Lengte te ontdekken , de onderftelling is, dat de Stuurman niet weet, of hy is om.trend het Zuid land van America , of omit^ent Nova .Hollandia : welke Landen wel $ 3 v 180  ( 22) l?o graden van elkander geleegen zyn, dit groot verfchil van Lengte , is oorzaak dat 't aan de eene kust middag is, terwyl het by de andere middernagt is; onJenteit dat hy in de morgen uit zyn fl lapontwaaktte, zo zal zyn eerfte werk zyn , om aan de hoogte der Zonne gewaar te worden, op welke breedte hy mag zyn: en by de waarneminge by de culminatie der Zonne,'weet hy te gelyk zyn regte middagftond, en vervolgens alle andere uuren van den dag, men ftelle , hy ontdekt tc weezen op de zuider breedte van 15 graaden; en daar meede kan hy terftondt zeggen; dat hy 14474 myl van de p,irallel-lyn,van Londons breedte ten zuiden is; en dus zyn breedte en die van London Qói graaden verfchillen; aan de Zonne kan hy niet gewaar worden op welker Lengte hy is, en zulks moet alleen ontdekt worden, uit de ftand der Herren, die zich des nagts aan hem verwonen; was hy omtrent Nova Hollandia, dan moete noodzakelyk geheel andere gefterntens voor hem in de Meridiaan komen, dan of hy was omtrent de oostkust van tiet Zuid'and van America, onderftelt dat hy voorzien zy, van een zodanig Hemelsplein als gezegd is, zal hy daar op terftond kunnen zien, of de bekende Sterren die voor en omtrent voor hem ftaan , in dat jaargetyde , en in die nagt, of op zyne uurtydt van die nUgt, in de Meridiaan van Londen wel kunnen vcrfchyaen, indien ja? dan is hy ftraks al Beniger maate verkend; en uit zyn eerlte enge-  C*3) gerustheid geholpen; en indien neen? dan weet hy dat hy verre van de Meridiaan-lyn van London verwydert is, en zyn uurtyd zal hem wel ontdekken, of hy aan de oostof aan de westkant van die Meridiaan moet zyn , terwyl hy deeze of geene bekende fter voor zich heeft, waarvan hy weet, of en hoe verre dezelve, oostelyk of westelyk van de eerfte Meridiaanlyn afitaat, indien de tyd van het Jaar meede bragte, dat hy de groote hondfter Sirius, gedurende de nagt in zyn Meridiaan , of daar otntrert konde waarnemen ; dan zoude de uurtyd bem terltondt uit alle bekommering en onzekerheid helpen , toonende hem voor ogen op het Heemelsplein, of anders in een nette tafel, op welke uur en minuut van die nagt, dezelve. Ster den Meridiaan van London doorloopen moet, vond hy dat de fter vroeger voor hem komt, (dat is te zeggen wanneer hy nader aan de morgenftond is,) dan is hy terftondt volkomen zeeker, dat hy is op ooster Lengte van London; en 'zo ze laater voor hem koomen , dan is hy op wester Lengte; en na maate het vroeger of laater, meer of minder verfchild, word hy ten eenemaal kundig, hoe verre hy van die eerde Meridiaanlyn verwydert is, het geen in graden en minuten, volftrekt gelyk is, aan de verwydering van de fter zelve; genomen hy vond de fter Sirius of eenige ander fter, in zyne Meridiaan 5 uur 6 minuten vroeger, dan ze in de Londonfche Meridinan kan zyn, als dan was zyn Lengte op de plaats van het B 4 Ei-  (24) Eilandje St. Paulus: ofte 76 graden 30 minu> ten beoosten London: Neemt nu eens in acht hoe ongegrond zyn geheele werk is, want hy zegt 't eiland St. Paulus 76 graaden 30 minuten, beoosten London leid; 't welk is 5 uur 6 minuten in tydt, zo nu een waarneemer de Ster Sirius, op deneerften January nagt, welk ten 12 uur als dan in de Meridiaan van Londen zou zyn (volgens Pag. 14 't Vertoog) en deeze waarneemer was op de Meridiaan van 't eiland Sc. Paulus, en dan zou hy volgens zyn ftelling daar de Ster Sirius 5 uur 6 minuten vroeger, dat is ten 6 uur 54 minuten 's avonds, in de Meridiaan hebben; maar merkt eens aan hy zegt Zelf (op Pag. 14 ) dat die Ster (laat op Londons Meridiaan, op een ftreek van de Aarde af, regt tegen over de Zonne, en verwydert zich niet harder dan alle 24 uuren, 4 minuten van die ftreek, dus moet hier immers zonneklaar uit volgen; dat wanneer de waarneemer op 't eiland St. Paulus de Ster ten 6 uur, 54 minuten s avonds by hem in de Meridiaan hadde, en de Zon was zekerlyk 's middags ten 12 uur in deszelfs Meridiaan geweest, dus ftond de Ster by hem op een ftreek, welk 6 uur 54 minuten met de ltreek der Zon verlchMde, en zo veel kwam de Ster na de Zun in de Meridiaan, nu hadde de Aarde zich 76 graden 30 minuten na het oosten te draaijen , tot de Ster in de Meridiaan van London komt; en de Aarde draait 360 graaden ia  C 25 ) E4 uuren, dus 76 graaden 30 minuten, in 5 uur en 6 minuten, en de Ster van de ftrtek der Zonne, alle 24 uuren, 4 minute in tyd; en dus in 5 uur 6 minuten, 51 fecunden, derhal ven zoude de Ster, als hy in de Meridiaan van Londen kwam, noch agter de Zon moeten zyn 6 uur 53 minuten 9 fecunden, het welk de tyd hoe laat is, dat de Ster 's avonds in Londons Meriaiaan zoude verfchynen; daar hy volgens de dwaalleer van de Heer Idzinga 's nagts ten 12 "uur zoude moeten koomen, en als dan in een ftreek tegen de Zon over ftaan; maar men ziet immers klaar genoeg, dat zyn geheele leerwys hier op uitkomt dac als iemand op 90 graaden ooster Lengte was, en hy vond de Ster des avonds ten 6 uuren in zyn Meridiaan; dat dezelve 's nags ten 12 uur in de Meridiaan van London zoude mceten zyn; wat een wonder begryp heeft die man hem dog geformeerd!; de Zon in alle Meridiaanen agtervolgende 12 uur of middag maakende, zal zekerlyk 6 uur eerder middag maaken op 90 graaden oo.ter Lengte, als op de Meridiaan van London die go graaden weftelyker gefteid word te zeggen, want de Aarde draait 360 g'aaden en 24 uuren , dus 90 graaden in 6 uuren, en een Ster, zegt hy zelfs (Pag. 14) in ieder dag flegts 4 minuten in ftreek van de Zon te vervroegen, dus vervroegt hy in 6 uur j minuc; fils dan een Ster op 90 graaden ooster Lengte 6 uur na dat de Zon aldaar middag gemaakt heeft, in de Meridiaan is, B5 cn  en de Aarde draait om zyn Aspunten, tot dat de Meridiaan van London, die 90 graden westerlyker is, aan de Ster komt; volgt hier natuurlyk uit, als van zelf, dat de Zon de Meridiaan van Londen, reeds 5 uur en 59 minuten moet gepasfeert zyn, en daarom komt de Ster als dan in de Meridiaan van London 5 uur 59 minuten na dat de Zon dezelve pasfeert; en de Ster was ten 6 uur in de Meridiaan op 9c graaden ooster Lengte; in daarom is de Ster 1 minuut vroeger in Londons Meridiaan, als op 90 graaden ooster Lengte; want die waarnemer reguleert zyn tydt, dat de Zon zyn Meridiaan pasfeert te 12 uuren, en zo doet men te London ingelyks; dus valt de middag, en guvolgelyk ook alle andere uuren van den dag, even zo veel later voor als London bewesten de andere plaats leit, en hier wil hy 6 uur verfchil in tyd vinden, maar de Ster kan onmogelyk immers ó uur eerder in de Meridiaan gevonden worden: als dezelve door de berekening te Londen de Meridiaan moest pasfeeren, en dus vervalt zyn geheele vertoog, en verdwynt in een endeld niet. Hy fpreekt in 't vertoog (Pag. 4) dat de Lengte door de Satellites ofte omlopers van Jupiter te vinden is; dit is waar, maar ikmeene dat dit een geheel andere Helling is; wan: Jupiter een duifter lichaam zynde,welk zyn ligt van de Zon ontfangt eeven als onze aarde, moet natuuriy keen fchaduw Keegel agter ' gich werpen, cr. wanneer dcrzüver Satclli- ten  <*7 ) ten ofte maancn (welke meede donkere lichaamen zyn) in deeze fchaduw koomen, verduiftere dezelve voor alle menfchen oogen, daar de Eclips zichtbaar is; op een en dezelve moment,, en genomen men hadde door berekening bepaald, dat zo een Eclips'smidder nagt te 12 uur, te Londen zou beginnen, en dan zou een waarnemer welk op 90 graden wester Lengte was, het begin zeker 'savonds ten 6 uuren zien, want het begin valt op een ogenblik der volftrekce tydt voor, op alle plaatfen; en 'als hetmïdder nagt te London is, is het zeker 6 uur vroeger op 90 graden weiter Lengte, en dus 'savonstenó uur, (zie zyn vertoog pag 7) en hier door is zceker het Lengte verfchil in tydt bekend; -- maar het is geheel anders met zyn Culminatie geleegen, want die is niet ogenblikkelyk in alle mcridiaancn te gelyk, maar agter een vo'gende, want als de Ster Sirius te 12 uur 'snagts in de meridiaan van London is, moet de aarde zich noch eerst 90 graden ten oosten draayen, eer de lter in de Meridiaan op 90 graaden wester lengte kan zyn, en in die tusféhen tydt verloopt 'er 6 uuren min t minuut, welk de lter op 90 graden van de Zon vermeit, (zie hier voor Pag. 12 en 13,) zo dat in plaats van 6 uur tyd verfchil, flegts 1 minuut tyd verfchil zou gevonden worden. Zyn vervolg is volgens zyn zeggen , op Pa.c. 1. H vervolg, een breeder aantooning en beduiding van deszelfs waarheid en zekerheid ; — Ja hy mogt zeggen een breder bedui-  ( 28 ) duiding en aantoning van zyne dwaaling-; «n dewyl het alles op het voorige uitkomt, zal ik flegts een aanhaaling over het vervolg doen, en wel voor eerst, dat hy op Pag. 20. in het vervolg, in de aantekening onder ietter (0) vraagt, wat kan eenvoudiger zyn als dit voorftel V de Stuurman weet op welke uurftond de Sirius over London ftaat; hy weet hoe ver een andere fter van Sirius afftaat, en daar uit weet hy ook op welke uur dezelve over London moet ftaan , en ten derden weet hy wat uurtyd dezelve ftaar over het Schip, is daar uit dan niet bekendt, hoe veel uurverlchil 'er is tusfchen London en het Schip ? — kan men hem niet eeven goed vraagen, of hy wel eenige kennis van de beweeging der HeemeMigten heeft ? want het tegendeel blykt immers klaar genoeg uit het voorige beweezene ; men weet dit immers zeeker, dat tusfchen London, en c-en plsats die 90 graden westelyker leid , 6 .uur verfchil in tyd word vereist, en zo nu de fter Sirius, of een anóere , ten 12 uur 's nagts in de Meridiaan van London ftaat, dan ftaat de Zon in een ftreek regt tegen dezelve over, en dus moet het op dat zelve ogenblik, 6 uur \s avorvls op 9c graden wester Lengte zyn, en dan isde fterinde Meridiaan van London, en dus moet de Aarde nog 90 graden ofte 6 uuren fond draayen , eer de Her by de waarneemer op 90 graden wester Lengte kan zyn, en het was 6 uur s'avonds doen de (ter in Londons Meridiaan was, en 6 uur heeft clc Aarde  ( 29 j Aarde werk om 90 graaden te draayen, d«s is liet immers ook 12 uur, als de iter op de Meridiaan van het Schip was, min die 1 minuut die de Ster van de Zon in 6 uur vermeit, ofte hy moet veronderttellen, dat de Aarde ten opzichte der Zon Uil blyft ltaan, dat het hier door te London 's nagts 12 uur, en op 90 graden wester lengte s'avonds 6 uur blyft, en ten opzichte der fter in 24 uuren om zyn as draait, ais dan zoude de fter 's avonds ten 6 uur in de Meridiaan der waarnemer verfchynen ; maar zo lang dit niet gebeurt, is zyn leerwys niets anders als een dwaling; en door dat dit nooit gefchieden kan; kan ook zyh leerwys nooit anders a' s ongegrond en verdwaald worden , zo als zy thans is. Hy mogt fomtyds noch voorwenden, dat als Sirius in de Meridiaan van London ftond, een waarnemer i nam opdat zelve ogenblik een Ster, welk 32 graden bewesten Sirius was, aan den hemel, in zyn Meridiaan w?.ar, dat als dan zeker zoude zyn , dat dit op een ogenblik der volftrekte tyd zoude gefchieden en hier door verzekert zyn, dat hy 32 graaden bewesten Londons Meridiaan was, en dat hier geen agter volgende tyd plaats hadde; Maar als men het nier voeren beweezene in acht neemt, dat de Zon flegts op 90 graaden, 1 min. van de Ster agter uit zakt, en dus volgt hier ten klaarften uit, dewyl de Ster moest waargenomen worden, hoe Iaat hy in de Meridiaan der waarneemer komt, en een ieder wei' weet  (30) weet dat 'er in eenige tydt als de Ster in de Meridiaan is, geen merkelyke ryzmg en daling heeft om op een beweegend schip re bemerken, daar by komt noch de gefteldheid der Kim te pas, zo dat die waare tydt wel iets kan misfen , gelyk ik op Pag. m. hier voor heb aangemerkt, en ieder minuut dolings volftrekt 90 graden ofte 1350 duitfe mylen, fout kunnen te weege brengen , zo dat deeze manier tot geen handleiding kan verftrekken; want het zoude zeer gelukkig zyn als men het door deeze manier op 180 graaden of 2700 duitfche mylen na rooide; ik zoude dit door eenige Figuuren nader kunnen ontleeden, dog het is der moeite niet waardig myne Medeburgeren hier meede op te hóuden. En den Heer Jdzinga zyn zeeker middel niet anders kan erkennen, als voor een dwaalleer, die nergens toe kan dienen, als de des onkundige, te verwarren; en verworpen behoorde te worden ; en dus de Heer M. A. van Idzinga, aan zoude raaden, deszelfs werken weer in te trekken; waar meede ik hier Bfzie en maake een EINDE.