BYVOEGSELS E N AANMERKINGEN OP HET ZEVENDE DEEL.   BYVOEGSELS E N AANMERKINGEN VOOR HET ZEVENDE DEEL DER VADERLANDSCHE HISTORIE VAN JAN WAGENAAR. »oor Mr. H. tanWyn, Mr. N. C. Lambrechtsïn, Mr. Ant. Martini, E. M. Engelberts en anderen. «AMSTERDAM, it JOHANNES ALLART, MDCCXCII,   BYVOEGSELS E N AANMERKINGEN OP HET ZEVENDE DEEL, BI. 3. o. r. Hy (Willem de I.) voerde s onder den naam van 'sKonings Stadhouder, geen minder gezag , dan de Koning —. zelf" enz. ,Men herinnere zig, dat de Graaflyke Stadhoudcren, als Plaatsbekleeders van hunne Heeren, dezelven, by afweezigheid, ook in opzigt der wetgeevende magt te water en te lande, vertegenwoordigden (ö) en, hier" uit, als mede uit den Aanftellingsbrief (Commisfiej van den Prinfe moet men ver- klaaren verfcheiden daaden van gezag, doof onzen Wagen. , op de voorgaande bladzyde, aangevoerd. Ik weet wel, dat by de Lastbrieven CInflructien) , door den Koning , daags voo!' de aanftelling zyner Doorlugtig* heid, geteekend (V) en den Prinfe, om 'er zig na te rigten, ter hand gefteld, dit gezag rtier- Co) Zie mvne Aanmerk, op Wagen. 6 D. II. 39S. r. 14» s alwaar men. in plaatze van 't woord InflruQita, moet leezen Lummijjisn, en, 1D (ie Noce (w), SUNOEL. I i), 4 Si. bi. 7\ en voigg. QO iviemorittlb. van den Griffier Ernst. ƒ. 21a Vfo.—214. CÓ Wagen, heeft ze, federr, ui.gegeven, ia t!e Btftbryv. »«» A>«fi. 3 f>. M. 4S3. tn nolgg. A'  2 BYVOEGSELS en raerkelyk bemoeid is geworden, voor zo verre hy, naanienlyk , verfcheiden' zaakcn niec moge onderneemen, buiten den wil der Hertoginne van Panna, toen Opper-Landvoogdesfe der Nederlanden , aan welker brieyen en beveelen hem gehoorzaamheid en onder•werping bevolen wierdt; doch, na die Vorftin uit het Bewind was geraakt, na men de gehoorzaamheid aan Philips , als een misleid Vorst (d~) , hadt gefchorst, en den Hcrtoge van Alva , met den verderen Spaanfchen aanhang , voor Vyanden, Oranje alleen voor 'sKoning wettigen Stadhouder, hadt erkend, fprak het van zelve, dat, nu ook, de laatstgemelde van alle verpligtingen zyner Iniïnictien, byzonder van die, welken hem aan de Opperlaudvoogdy onderfchikten, wierdt ontfiagen geagt, en hy gehouden voor den onmidlyken Vertegenwoordiger van den Landsvorst , die alle beveelen goeven en al dat geen verrigten mogt, 't welk men begreep, dat de Koning zelve zou hebben moeten en kunnen verrigten , indien hy 't waare welzyn van den Lande beoogd hadt. BI. 4. r. 4. „ De Staaten — piagten, onder het bewind der laatfte Graaven , genoegzaam in geene zaaken van Regeeringe, gekend te worden." Onder de vroegere Graaven, hadt dit, myns oordeels, meer of minder plaatz, naar den verfchillenden aart dier Vorften , en de omftandigbeden, in welken zy zig bevonden. In de daad, fchoon het hoogbeftuur onzen Graaven , als Souve- raine 00 Zie tnyne Aanmerk, op WAgïn. 6 D. il. 37S. r. 17.  AANMERK, op het VIL DEEL. 3 raine Erfheeren van den Lande, toekwam; fchoon zy ook , voor zodanigen, door de Landzaaten , gehouden wierden , en fchoon de ftelregfcl , dat de wet, niet alleen door 's Vorften wil, maar ook door toeflemming der Voornaamften, gemaakt wierdt, by de onzen , in de middeleeuwen , niet even zeer, als voorheen by de Franken (Y), ("welker gewoonten hun anders niet vreemd waren in zwang fchynt geweest te zyn, begreepen egter verfcheiden onzer Landsheeren, dat het byeenroepen eerst der Edelen, daar na ook der Steden, en het beraaden met, en 't verkrygen der toeftemming van, decze Vertegenwoordigers des Volks, niet minder noodig was tot ftyving en vermeerdering van hun gezag en ter betere inrigting en nakooming van belangryke befluken, dan tot het bewaaren van den inwendigen rust en aangroei van'sVolks genoegen en welvaaren, waar aan het hunne zo naauw verbonden was. Men herinnere zig, onder anderen, de Regeering van Floris V., Willem 1V. en Albregt van Beieren ; (&) zo a's wegens Willem VI, de Steden, ten jaare 1405, ontboden waren, om, in allen faken, tot ons lief Heren „ behoef, te helpen raden Qi)" 't Moest, federt, den Staaten zeker hard vallen, al meer en meer, ik zegge niet tegen den aart der Ne- der- (i) Zie myne Aanmerk, op Wagen. 2 D bl. 23. r. S (ƒ) Van db Spiegel. Hiftor. der Vader). Recbt. 3 Haofdjl. bl. 88 en volgg. (g~) Zie Wagen. Vaderl. Hifi 3 D. bl. 359 en velgg en myne Aanmerk, op 3 D. bl, 357., en 5 D. bl. 32. r. 16. Zie ook de Aanmerk, op 4 D. bl. 296. r. 10. (i) Blaff. van den Arkelfclie Oorlog , ter Leenkamer van Holland, fel. 2. Vfo. n°. 1. A 2  4 BYVOEGSELS en derlandfche en Duitfche, maar der Europee* fihe Regeeringsgror.den,niet alleen, onder den naam van Beden, gedwongen te worden, tot het opbrengen van hooge en onverpligtte geldfommen (i), maar ook die gelden te zien beibeden tot zaaken, die zy, als de meeste kennis van 't belang der Ingezetenen hebbende, voor de hand zagen, tot 'sLands bederf te moeten ürekken, zonder dat men hen, egter, met de minfte raadpleeging verwaardigde, hoe zeer zy niets meerders dan, flegts, dit wenschten en, nog ten jaare 1556, ten opzigte der Privilegiën van vrydom, by. den Koning, daar omtrend, aangehouden hadden, zig niet willende aanmaatigen een befluitende item , maar , eenvoudig , zeggende, „ dat „ zyne Majefteit, de Staten gehoord hebbende, „ als dan noch doen mach, dat fyn Majefteit „ gelieft, ende , mitsdien, fyne handt daer door niet ge/boten en wordt (F). Bl. 5. r. 18. „ Die van Holland hadden zelfs een nieuw Reglement op de Regeering ontworpen," Dit Stuk was eerst „ beraempt » h CO Vergel. myne Aanmerk, op Wagen. 5 D. bl 187. r 9. va:, mi. De woorden van den beroemden Comminis.' een Schryver der 15. eeuw, die in dienst van Phiupj den Ooe.lcn en KAREt den Stouten geweest was, zvn. aller aanmerkenswaardigsr. Na, in 't algemeen, gtfproken re hebben van de uondzaaklykheid om, by gewigtige gelegenheden, den raad der Staaten in te neemen, vraagt hy Tom. 1. Ltv. 5. p. 354. " *» "IRoy, ne SêigHiur , fitr urr, , qui ai, p.uvoir, ,utre „ Jen Dematn,, de mettre un denier fur ce, Subjets, fans Oitroy „ o tonJ»nte».en, de ceux qui ie deinen, foyer, fi ntm ptr ti„ ranme & vielenee?" en hy doet 'er (Iraks opvolgen, p. 3;s. „ N-jt-e Rey (de Pr.nce) eft le Seigueur du mende, qui" Ie. „ mi.tns a can/e dufer de ce mot de dire, j'ay privilege de lever „ fur met Subjets, ce qui me plaifl, car ne luy ny autie la," et) verder, p. 357. „ nul Prince ne le peut au,,,ment lever «ut par oa,ey, , cemme dit eft, f, ce n'eti par tyrannie C*j) Relolut. Hoït 1556. */. yö.  AANMERK, op het VII. DEEL. 5 „ by den Gedeputeerden van Dordrecht, „ Delft en Gorinchem, ten bevele ende tipt behagen van den gemeenen Collegie van de Staten (/). De Staaten verbonden zig, nog nader, tot de nakooming van dien, op den 7. van Louwmaand des jaars 1575. Bl. 1 o. r. 14. Tsrwyl men dus om meer gezags in de Regeering woelde, — wist men, eerlang, niet aan wien men zig moest vervoegen; om dat men niet wist waar , of in wien , de opperfte magt in Holland geplaatst was." De eerfte deezer twee zinfneeden is genoomen, uit de eigen" bewoordingen van den Prinfe, te vinden in deszejfs, by Wag. ttraksvolgend, Voordel, aan de Staaten , op den twintigften van Wynmaand des jaars 1574, gedaan; alwaar hy, dezelvcn deedt zien ,, den groo- ten ende hooghdringend n noodt van eeni „ ge goede ordeninge te ft ellen, bsyde in „ faecken des Politycquen Gouvernements ende 3, des Kryghs, op dat een yeghelyck mochte we„ ten, aen wien dat hy hem behoordt te ad„ dresfeeren (jny Voor't overige, fpreekt het van zelve, dat de onkunde, van welke hier onzen Schryver gewaagt, alleenlyk betrekking hadt op de Gemeente; want, wyl de Staaten den Koning nog niet hadden afgezwooren (n), en den Prinfe, als zynen wettigen Plaatsvervanger , erkenden en gehoorzaamheid beloofd hadden, zo als hy ook , uit dien hoofde, voor- (ƒ) Vroedfchapsb. der Stad Goud?. Refol. van 15 Sept. 157J. bl. 43 en 43 ffe. Zie ook Bor 7 B. bl. 482. (m) Refol. van Holl. 20 Oft. en 1 Nov. 1574- */• 14S en 176. (») Vaderl. Hift. 6 D. bl. 378. r. 17. , en myne Aanteek. aldaar. A 3  6 BYVOEGSELS en voorheen, orde op 's Lands beduur en de verrigtingen der Staaten hadt gefield (o), volgde hier uit, hoe aan deczen, niet verborgen koude zyn , dat de opperlle, zo wetgeevende als uitvoerende , magt, by zyne Doorlug'tigheid berustte ; waarom ook deszelfs naam in de openbaare Plakkaaten, voor die van den Staaten wierdt gefield en zy , als Vertoonders (p) , den Prinfe hunne Ordonnantiën, ter bevestiging, aandienden. Maar, daar Orange te voorzigtig was, om van alle de magt, die de Stadhouders onder de Graaven plagten te hebben en aan hem, boven de Staaten, by zyne Commisfie , toekwam , op de vollecdiglte wyze gebruik te maaken (^); daar hy, met hun, begreep, dat de Koning zyn' magt in verfcheidene zaaken was te buiten gegaan, en men dit, voortaan, in deszelfs Stadhouders niet zoude kunnen dulden; daar hy wist, dat de Spaanfche aanhang hem uitkreet , als wilde hy zig voor Heer van den Lande opwerpen; daar (zo als 't my 't voorkomt) hy, ook, byzonderlyk, om die reden, niet meer, gclyk in 't eerst , beveelen op eigen naam uitgaf; daar zyne Vrienden, ten betoon dat hy zig geen heerfchapny, dan by raade (») Bor. 6 B. bl. 292. (/>) Refol. Hol!. 15 Febr. 1575. bl a$; en Slikgel. /. c. bl. 93 cn 93. alwaar hy zegt, dat'er „ geen Piaccaaten fevorj,, den worden, voor de afzweering van den Koning van „ Spagnien, die den naam der Statten draagen, of geieekend fyn Boor derzei ver Stcretarh 't geen men, egter,met voorzig. tigheid moet opvatten. Immers, na de Vredehandeling van üreda was afgebroken , deeden AcStamen, by ferme van dBc zo als men het toen noemde, met Advife van den Prinfe\ een Placaat uitgaan ter heffing van den 20e. Penning (Refol'. lïoll. s Oflob. 1575. hl. 675.) door hunnen Secretaris onderteekend. ' f) SLINGEL. c. bl, p:.  AANMERK, op het VII. DEEL. f raade der Staaten, wilde onderwinden, reeds in 't voorjaar van 1573, ter Vergadering hadden voorgeflagen, dat men hem wel volkomen magt en gezag, in Gefchrifte, moest geeven, maar teffens ïnftrublie, hoe ver dezelve zou ftrekken (jr), en daar, in de daad, de Prins ( die, kort daar aan , by Raade der Staaten, en op benoeming der Steden , een' Raad nevens zig Helde (V>) zig> al vroeg, hadt ver- f» Ik leere dit uit de Vroedfch. Refol. der Stad Gouda, van 3 Maart 1573. Slilo communi, en, daar my niet heugt, het, aldaar vermeldde, elders gevonden te hebben, zal ik het woordelyk doen volgen. „ Is ter Vreetfchap ópgelefe» feeckere fchnfteliclie Propofltie hy Phls (Piiiups) Heere van St. Aldegonde, inde Vergadertogè der Staten gedaen , foe Ger" rit t'ransz Kegelintk, als de leetffle dacbuaert te Delft medf " btwatri hebbende, geraipporteert heeft, jnheudende ender an~ , doe, ten eynde de Lande» van Ihllant jn goeden Gouuerne*' menie ende Politie geregeert moegen weiden , dat de nootweu" iichtit vetyejfchende is, da: dEx<.ievan denPrince vanOrain" Hen volcomen macht ende auctoriteyt by den Staten se" geuen dient te worden , by Gefchrifte; mitsgaders Initru&ie, " hoe verre dfelue auctoriteyt ende macht, zall ftrecken, op " dat fvnder Extie hem daer mede jegens eenen yegelicken " behelpen zouden mocgen , dat hy hem als geen Heer van " den Lmde en heeft willen opwerpen, noch eemge heer" fchappie heeft onderwonden, dan by Advys van den Staa- ten, alles breder in de voirfz PrePofitie vuytgedruct, Ende " dat mea dyen volgende aen fyne Ex»e foude fuppliccren " dvoirCs Laft te willen aensrypen, mits dat dvoirfz Beert van " St Aldegonde vercUert beejt dvoirfz Prepefilie gedaen te " hebben vuyt fyn fel ff, gemect, fonder beuel van fyne voirfz " Fx,!e euermits de goede ajfiStie , dien by draegende e, tot dl " wel'uaerte va» den Lande," 'T gevolg hier van was, dat, " dvoirfz Propojitie onderlinge gectjieert fynde, gerefolveert es , " rffltSE«»,tftaetssewyze,aen fyneEx'ie rerfoucken fall hem te willen begcuen tot een Protefteur ende Befchermer van * den Lande van Hallam, ten dienrtc van fyne - Mat. milt " dat mfe Gedeputeerde, op dlnflruflie, die by de Staten geeon" cipieert, fall worden, neme» fallen Rapport, omme, dyt gtfyen, " vorder daer jnne gedaen te vierden wat beboeren fal. Ik vinde voor 't overige, van die Inftrucïie, m de voorn. Refolutien! nog elders, iets meerder gemeld, en my is onbewust of daar otntrend, iets naders is bepaald geworden, voor den hieuwen Opdragt van den jaare 1574- (by Wao alhier «. 12.) fO Bon. 6 JS. bl. 450 (A> In de Vroedfch. Refol. van A 4 Gou-  8 B YVOEGSELS EN verbonden om, met de Gemagtigden der Staaten, over zaaken van oorloge, zo te water als te lande te handelen, 't Krygsvolk mede aan hun te doen zweercn, enz (t) nam door dit alles, de invloed en 't gezag der" Staaten, (by wie ook de Kas, JetJrootfl fteunzel van den oorlog, was, en die de middelen , ter belooning van betoonde dapperheid in handen hadden f»), allengskens, zozeer toe, dat zy, ten deezen tyde, dat van zyne Dooriagtlgheid op- of overwoogen, waar door de Regeering van den lande een gemengde gedaante kreeg. Tot al het welke ook de veclmaalige en noodzaaklyke, afweezigheid van denPnnle, niet weinig aanbragt; nadien men de Staaten, als dan, zodanige daaden zn? picegen, welken, in vroeger tyden, de Op pergezaghebbér alleen uiroeflènde. Dit «reep veelmaals, plaatz, maar byzonder ook, federt het laatst van Oogst- tot het eerst van Wynmaand des jaars ,574, omtrend welken tyd de Prins die krankte fchynt gehad te hebben, van welke ook onze Wagen elders gewaagd heeft (v> Immers ik vin'de , dat de Staaten, als toen, en, zo ik niet anders kan befpeuren , op eigen naam , last gaven tot Ste*4ÜLe>° °nd," «■WÏWÉM, 'eest men. op het Slot t geen 223 en 239- (j) Vroedlchaps Refolutie van 29 Nov. 1574 1 W. 86. T blykt , uit de verdere Refolutien , genoegzaam , dat men  14 B YVOE GSELS en door 't inloopen van 't water, by de Belegering van Leiden, het afbranden van eenige huizen op de Goukade, enz: 't verkrygen van gelden zo nioeilyk ging, dat men de Ontvangers , niet dan op hooge boeten, kost beWeegen f>) tot het innen van dien. Al het welk, gevoegd by haare toenmaaiige weigering van genoegzaam guarnizoen in te neemen en te betaalen, haar in zulk een kwaade reuk by zyne Doorlugtigheid bragt, dat men, op den 20. van Hooimaand, aan de Vroedfchap te verdaan gaf, hoe „ zyne Ex„ cellentie begeerende was te hebben ant„ woort abfoluyt. Te weeten, off vvy eerst „ gaen willen vuyter Gemeenfchap, ofte Ver„ bontenisfen van den anderen Steden; Item, „ off wy ons Iycver jn handen van den Viandt „ ouergeuen; ende ten derden cff wy onfe „ Stat willen verlaten T' Men be-antvvoordde dit alles niet ftelliglyk, maar toonde zig bereid zo veel in te brengen, ais men, fchoon met tl aS83en ^V'^011 °- ï Ref0,Ut!e "'7 »ecemb. 1574-/'- en 88 Vfe.) ; en toen de Staten, in 't beei» van c volgend jaar, beflooten zodanig een uitwinning by al de agrerlyke Steden te doen, wierdt, in Goud, eere„folueert, (te) perfifieeren by de v„rgmil Ke^/firn en „ dat wy enfe dolean ctïRe-.acr.Rmn doen fulien. dat cm ryet „ ygeliek es t zehe jn den onfe,, op te brengen en maemelick „ te furnceren. I. c. Rclol, 25 Fcbr. ,574. W. 0i cn 02 ™ Ik vergeet aan te tcckenen , dat de Staaten , reeds te voren dat is op den 3. van Wintermaand des jaars 1574, hadden vastgeflcld, om de Gedeputeerden der Steden, welken gebrekkrg mogten bevonden worden in 't opbrengen van haar Aandeel in de 23600 f „ i» arrefie te bonden," dan ook dit kwam, myns weetens, zo ver niet; 't Land betaalde de fnegten, gedeeltelyk, door Lakeren in Engeland te dnen kopen , die men hier te Lande weder verkopt. Refol. Hol! ia Ffbr. 1557. */. 661 en 16 Maart 1575. */. 150 (O Reiol. Vroedfch. 21 Aug, 1574. >>l. ',S en 7S Ff» 2a O». 1574. I>l. Si en 81 ffo. ( '  AANMERK, op het VIL DEEL. 15 met de uiterfte moeite, doen konde (s) en hielde, hierin, zyn woord. 131. 14. r. 12. v. o. „ Vorm der Regee rinse ■—1 *n Ho/land." Te regt, meen °ik, zegt Wagen, geraamd. Immers, dat het ftuk, 't welk hy hier bedoelt en, bl. 12 en 13, breeder vermeld is, tot een eindlyk Befluit zou zyn gebragt, is my niet gebleeken, dan voor zo ver byzonder de gelden, daar by gemeld, (en in myne voorgaande aanteekening breeder oml'chreeven) betrof. Zyne Doorlugtigheid hadt, al vroeg, en eenige Steden nog in Slagtmaand des jaars 1574» eenige aanmerkingen op dit Stuk (t). Geduurende de Vredehandeling van Breda, fchynt het ook niet yverig doorgezet, voordat men bemerkte, dat die handel vrugteloos zou afloopen en nader orde op de zaaken behoorde te worden gefield. Men ging toen van dit plan, egter, af en omhelsde, in Rede van dien , de Ordonnantie op de Regeering, van welke onze Wagsn., op bl. 16 enz., gewaagt (»). Bl. 15. r. 15. Terwyl de Prins in Zeeland was, jlondt het Opperbewind aan die van den Raade." Met deezen, egter, geraakten de Staaten, al ras, oneens. De Iaatilen hadden , op den 4. van Wintermaand , en das weinige dagen voor den Raade het Oppergezag was toevertrouwd , vastgeftcid , dat , voortaan, by zyne Doorlugtigheid, aan geene uit- (V) 7. c. 22 July 1574- bl. 75 en 75 tjo. (0 Refol. H(rjh 13 Nov. 1574- bl. I0Ö Refol. Vroedfch. van Gouda. 3, 16 en 18 Novemb. 1574' bU 82 en "4 (o) Refol. Holl 18 en 24 Febr. 1 Maart, en 9, 10 en 13 April, 16 Mey, en 20 Sept, 1575. W. 75. 7, 9'> 1Q7> «3'i 135, 227 , 291 en 647.  i6 BYVOEGSELS en uitgevveekene of by den Vyand zig onthouden hebbende perfonen, eenige brieven van Pardon 01 Paspoort zouden worden gegeven dan na, hier op, het Advis van de Regeel ringen der Steden, of der naaste Stad hunner voormaalige inwooning, was verzon en gezien (v). De Raaden weigerden dit na te koomen; doch de Staaten , na hen, meêr dan eens zeer ernftig, maar vrugtloos, daar toe te hebben doen aanmaanen, befiooten, dat „ door deeze ongehacheydt ende het misver„ ftandt der voornoemde Raden , gtfchapen „ ware groote verachteringe ende fchade m de „ gemeene Jaecke geleden te werden" en verklaarden „ de kenniffe daer ajf aen hen luyden „ fd. t. aan zig zei ven) te houden, ende de „ voorgaende Refolutie Jn den haren ,voortaen „ m alles te willen doen volkomen ende ob„Jervercn, en, op 't Advis der Regeeringe „ te disponeer en («>;*? zo als zy, federt' ook werkftellig maakten f» en dit punt, in de" Ordonnantie op de Regeering, ten jaare is7c zaaklyk, vastgefteld wierdt (y). Zy deedcn thans ook verfcheiden andere daaden van hooge Ove righeid en befiooten, niet alleen, dat „[onder „ vertrek Jn afwefen zyne! Excellentie,getro„ cedeert Jal werden tot catfatie ende afdankingcvun eenige Vendelen, alzo de 45300 ^ ter maand ingewilligd, niet kon worden opgebragt, waar uit groote wanorde konde fprui- „ ten O) Refol. HolJ. 12 Nov. i5?s. bl. 10" («O I. c. iü en 14 ja,,. ,575. tlw 2I (yj Wagkn. almer , bl. 47. r. 6 en 7.  Aanmerk, op het vil deel. \? ten (Y), maar verleenden ook Brieven van beftellinge aan „ fekere Bevelsluyden , die, 33 by kennijfe eh believen van fyne Excellentie, 3, alreeds eenigen tyd vertoefd hadden , die 3, wel van meeninge Jouden zyn , ende oock 3, middelen hadden, omme eenige exploi&en 33 aen te rechten op de Steden, in den quars, tieren van Vrieflandt ende ÖVeryjfelgelegen;" daar by voegende deeze nadruklyke woorden; „ Is mede raecltfaem bevonden ende ge-of don„ neert, dat de voorfz brieven van Beftellinge 33 fullen werden gedateert van den fefthienden „ December, wefende voor dato van de „ aankomfte van den Gefante Do&or „ Elüertus Leonius, ende naer het „ vertrek van fyne Prinfelycke Excellentie; 33 fulchs dat het felue, alleenlyk op den naem 33 ende door lalt van den Staten, mach werden ■„ gedaen (* Ba  so BYVOEGSELS en „ fuiken flate, als die waren ten dato als „ boven, . behoorden geroyeert en , buiten dien, de belastingen, by algemeene middelen, maar niet by quotifatie, gevonden te worden (7). Dit laatfle ftrookte, zeker, meerder met den ouden vorm der vrye ftemmin°- in de belastingen , en met een Befluit, °nog onlangs, by de Staaten genomen , om de middelen, niet dan by gemeen beraad en bewilliging der Steden, te doen omflaan (m). Wat de eerde aanmerking betreffe, men hadt het oog op 't gefchil , omtrend het begin van dit jaar, uitgebersten tusfchen de Steden Dordrecht en Gouda , ter eenre en die van Delft, ter andere zyde. Die Stad hadt, onlangs , beftaan, aan den Leidfchendam , zeker Verlaat te leggen, in plaats van den Overtogt , die , wel eer, aldaar geweest, doch, federt, door den Vyand vernield was. Dordrecht in haar Stapelrecht , Gouda in haaren Scheepsvaart langs den Ysfel, grootlyks benadeeld wordende door dit Verlaat, 't geen een nieuwe Binnenvaart, tot nadeel ook van 's Lands Tollen, opende , trokken de twee Steden de zaak niet alleen voor 't Hof van Holland , maar de verwydering reez , eerlang , zo hoog , dat de Staaten , bedugt voor verderen tweedragt, en 't verfpreiden van dit vuur, waar mede de Vyand, die fyne Verhoorders en Verfpieders aan ,, allen oorten hadt," denkelyk zyn voordeel zou- CO kefol. Holl. 4 Juny 1575. bl. 35S en 3S0. Vroedfch, Relol. v.11 Go.idj. 28 Apr. 1575. bl 06 Pfa. («0 Refol. Holl. 28 Mu»rt 1575- bl. 1Ü3. vergel. /. c. bl. 23S», 277 en 279.  AANMERK, op het VIT. DEEL. ai zoude doen, zig tusfchen beiden ftelden, en de twee vereende Steden poogden te beweegen, omme het Verlaat te gedoogen, tot den tyd , dat Haarlem of Amfterdam weder met Holland zoude vereenigd zyn, wanneer men het floppen zoude («); naar welk Vertoog, egter, noch Dordrecht, noch Gouda, ooren hadden, in tegendeel aandringende ter daadlyke vernietiging van 't Verlaat. Dan zy bereikten haar oogmerk, thans, niet. Hoe deeze zaak , (om welke Gouda , te meermaalen, een wyl tyds, de Vergadering van Holland verliet-) federt, een twistappel tusfchen wederzydfche Steden is gebleven, hoe Haarlem by de twee eerstgemelden, Leiden by Delft zig gevoegd heeft, en wat verder hier omtrent voorgevallen zy, kan elders, met nut, worden nagezien (o). Bl. ï2. r. 10. v. o. „ Toen tradt men tot V aanflellen des Landraads." Men moet deezen Landraad niet verwarren met dien, welke, ten jaare 1581, is opgevolgd den Raad der nadere Unie (p~). Bl. 24. r- 5- v- °- » Dat zy altyd beoogd hadden, den Prinfe op te draagen de volkomen Regeering — zelfs onder" (den naam van) „ Graave van Holland." Men neeme dit niet in dier voege, als of de Staaten, met den naam van Graave, teffens voorneemens geweest waren meerder gezag aan den Prinfe te geeven. 't Kwam niet op den titul , maar 00 Refol. Holl. 7 Jan. 1575. bl. 9. (o) Van bk Wall Privil. Dordr. bl. 948. 993 . 994 « Mieris en van Alpusn. Befchryv. van Leid. a D. bl. 766 — 79r>)"BoR, 16 O. ƒ. 8. Slingel. Staatk. Gefchriften. 1 D. SI 94—98, en Paulüs Verkl. der Unie. a D. Bylage B. B 3  22 BYVOEGSELS en maar op de zaak aan, en men heeft, te re^ CrëT!u -i dat' ze,fs toen ^ Sta ten fe S2 eid *a»den Prinfe' kort " overlyden , ftonden over te draaien men hem , „iet meerder wilde geevenf da'n IT onder den naam van Hoofd ^ ^ ^ neid (q), reeds voorheen verkreegen hadt m de Commisfle tot Vreedehandelinl noe men C0,V ? deRefo1^" van Hollfnd lee men, zelfs by zyne Handteekening, meest al en, door een drukfeil, kan gefprooten zyn Zrt7lVSu' Ó'. L leoni™s. Dat hy van Bommel geboortig was en zyn geflaJnaam Louwen, in 't Franseh LE LeoI T voor my, reeds opgemerkt (» 27- r. 3. „ Bommel Buuren, - « «» Stukken van deezen tyd, \enoemd wor- t£?.SlS: & 31 "'■ N« *« Ana, * 45. « 789. Bok. MS, 5£ ".°";20J.4 'ebr' " «4 en 6S, en , , , „w ,YA,N Hasseit, Stukken vonr de Vade-! n;a r> ,. =8=. Befehrvv. van Bommel, tl. ,-1, f v 1 D' 2yn, m de Refolutien van Ho a„ ^r Tji-ubf '\ over,Se zonder, nopens Geilagtnaamen. D «I e ' b>" 4 Jan. ,577. h!. fe. öeW,a, z„^f?'Vee £< heet, op roemt men Heer van Champagn," die Heé ? \Tcf^' ttW m . I. c. bl. 34. Lillo voot'We. J£  AANMERK, op het VII. DEEL. 23 worden — Bondgenooten der Staaten van Holland." 't Blykt my , dat dit Verbond zyn' aanvang genomen heeft, in de Lente van den jaare 1574; na een Vooiftel van den Prinfe, die, volgens onzen Wagen, t», toen in de Bommelerwaard lag. Daar ons de Notulen van Holland, over dien tyd , ontbreeken en , zo 't my toefchynt, de Schryveren zwygen, kan men, tot verftand van zaaken, ze uit hetonderftaandeStuk, tendeezen opzigte, aanvullen (». Zyne Doorlugtigheid vertegenwoordigde, fomtyds, die vanBuuren, ter S taatsvergaderinge der Bondgenooten (y). Bl. 30, r. 14. „ De Landvoogd zond naar Dordrecht - Gyzelaars." In deezen, kwam nu en dan verandering, ook hielden zy zig niet allen te gelyk, in Dordrecht, op. Zy wierden, midlerwyl, aldaar, in de drie Koningen, en de hnyzen aan wederzyde, geherbergd en, door een genoegzaam aantal Knegten, bewaakt , welker getal, vermeerderd , en op hunne bewaaring naauwer agt genomen wierdt, toen men vermeende,dat zy en die van hun gevolg, waar onder veele Spaanfche Kapiteinen waren, van O) Vadert • Hift. 6 D. bl. ¥9- (ii Vroedfch, Refol. Gonda. 12 April 1574- hl. M. Op buyden btbbm Gerrit Buygeiz llepeeper , Dtrck Jansz ' Lencq, Bvrgernren ende Floris Gysberlsz Schepen , als de " voxrgaèn dacbuaert tot Dordrecht bewaert hebbende , ter Vreet- " febJp geduen beur rapport , als eerjicluken de 1'ro- " noGtie die dExtie vaii Prinche van Oraingnen, Stathouder " ouer Hollandt e'tc. in der voorf/. Veigacdcringhe gedaen ,'! heeft, mitsgaeders tVerbont daer vuvtgevolcht . ende by den gemeenen Staten van Hoilandt, Zeelant, Noordelant, " Boüiel eü Buyren onder elcltnnderen gemaeckt , en de „ middelen gecicipieer, eZ voe'tgejlegen t* ien ende,houding* ' ende beleyt des jegeniveordigen Lbrytbs. (jt) Refol, Holl. 5 Febr. «575. B 4  *4 BYVOEGSELS en van zekere, hun toegeftaaae, Vryhedermisbruiken begohdeq te maakcn, die men' voorde gemeene zaak, nadeelig oordeel' Bi. 35- r. 17. „ Oranje en de Edelen en Steden antwoordden." De Staaten waren van he laatlle antwoord der Spaanfchen zo weinie voldaan, dac zy don prhjfe aanraadden n| handelmge te doen afbreeken , ten zy de algezondencn eenige nadere voordragt beeeerdea te doen; doch zyne Doorlugtigheid was van andere gedagten, en, hier uitsproot dat^antwoord 'c geen nu, by Wagen., ui- 4 1. r. 1. „ Glimpig antwoord." De Oraat van Swartzenburg oordeelde, reeds op den 4. van Grasmaand, dat het voorlid oer Konwgfchen geen weg, tot eene vaste vieue, koste baanen (c). En,zeker,men hadt, aan onze zyde zig, nopens 't werk van den Godsdienst wel bepaald tot een verzoek ter fchorfmg der Piakaaten en byeenkomst der algemeens Staaten; maar, doordien de Koninek-hen verklaarden niets, nopens den Godsdienst, te zullen toegeeven, volgde hier uit, dat ook de toegeftaane byeenkomst dier Staaten bet aan deeze zyde, bedoelde oogmerk, niet konae uitwerken; geen wonder dan, dat de Onzen zig, door een bedrieglyk aanbod met lieten misleiden. ' Bl. 43- r- 12. „De Staaten hadden hem O) Refol. Holl. M. 85,86, 04, ',L ,,s ,' . 3*5,332. 338 . eaz. 4' 5t ,jS' '45» »°4 » <*) Refol. Holl. 18 Maart. 1575. */. 161. j^V f. 4 Apr. *A au. *  AANMERK, op het VII. DEEL. 25 hem (den Graave van Swartzenburg) en zyner Gemaalinne, — een gefchenk toegelegd in Juweelen, ter waarde van drie duizend of vyf en dertig honderd guldens," Tot dien prys wierden wel , in 't eerst, de fchenkagien bepaald (d), maar men kwam, federt, op voorflag van den Prinfe, tot omtrend zeven en een half duizend guldens (e). Een Lid uit de Edelen en zeven uit de Steden van Holland en Zeeland Wierden benoemd, om deeze propine , den Graave en deszelfs Gemalinne, by eene Latynfche aanfpraak, aan te bieden. Die wyze hadt ook plaatz nopens 't gefchenk voor den Graave van Hohenlo (f). De Prins, naar 'f fchynt, befchonk Hohenlo, buiten dien, met drie groote Drinkkoppen , en Zwartzenburg met drie der fchoonfte Koeijen, één Varre en vier Paerden, welken men, in West - Friesland (g), hadt kun- (f) Refpl- Holl- 5 Maart 1575. "5, (e) Op den 14 Maart 1575, /. e tl. 146. hadt men toegeftaan, voor den Graave te doen koopen , aan Zilverwerk, 6 Schaalen, 6 Kandelaars, 6 overdekte Koppen, 3 Beekers, en 3 Lampetten, waardig 2600 tot 2700 guldens. Dit trefior wierdt, federt, by Hans Duyck, te Antwerpen, gekogt, nevens een' ring, ter waarde van ƒ 400 : -: •, feaert , wierdt 'er bygevoegd een groot verguld Bekken, met een Waterpot, waardig over de ƒ 1600:-:-, door denzelfden Meesier gemaakt; daer op feer konfielyk gegraveert Rondt de expeditie van '„ de keyferlyckc Majefleyt voor Argil,'' nog eenig Zilverwelk, ter fomme van 800 guldens , en een Karkan, van omtrend 1000 guldens. /. c. 9 Apr. 1575- tl. 219. ( f) 1. c. 17 April 1575- */. 237- (g) VerBaahier, door Wttt friesland, het Westerdeel van hc; tegenwoordig Friesland, oiWestergo,'t geen van Noordholland, ook elders, onderfcheiden wordt. Bor , i O. Si?, tl É54. Volgens denzelven Bor, i D. 8 B. bl. 6o5-, wierdt het, in den Tekst vermelde, Vee , aan Holenlo gefchonken; maar, volgens anderen, aan Zwartzenburg, (Leeven van Willem I. 1 D tl. 541O1 en te regt, zo ik mcene , na dien de Refolutica van Holland leeren, dat de Prins den Staaten verklaard hadt van meeninge te zyn, Hohenlo, met drie groots KePPen, te befchenken. Refol. Holl. 13 Apr. I57ï. */• 237. B 5  26 BYVOEGSELS EN kunnen bekomen. Aan dit gefchenk zal byzonder met opzigt tot de Runderen, de' toenmaalige fchaarsheid van dit Vee een grootere waardy hebben bygezet. Die fchaarsheid, veroorzaakt door den „ langduy„ righen oorlog, in welken de landen van „ Hollandt, in haer Beftiael ende Vee, 'Er is geen twyflèl , of die van Noort - Holland teekenden mede; maar hoe, of wanneer, valt my niet onder 't oog (k). In Zeeland teekenden, wegens Middelburg, Burgemeesteren, Schepenen en Raad, de drie Schutteryen en Rhetorica, reprefenteerende het gantfche Corpus der Stede. By de verderen Onderteekenaars, t. w., Zierikzee, Vlisfingen en Veer e, vindt men van Rhetorica geen gewag gemaakt.(/)» Bl. 70. r. 10. Eenige uitgeweeken Zeeuwen hadden Don Louis."' enz. Deeze onderneeming van Mondragon was, zeker, onvergelykelyk ftout,en zy zou, met regt, den naam van roekeloos mogen draagen , indien men geen reden hadt om te onderftellen, dat de dappere Spanjaard, door den goeden uitflag eener dergelyke, fehoon min gevaarlyke , onderneeming op Zuidbeveland , ten jaare 1573, tot deezen aanflag zal zyn aangemoedigd. Isidoro Pacheco , Gouverneur van Zuidbeveland, zal "er , denkelyk, ook toe geraaden hebben. Althans hy woonde den (O Refol. Holl. 19 April I57S. tl. 240. (k) I. c. 11 April, 7 Mei 1575. tl. 250 en 260. (7) /. c. 19 April 1575. tl 240. de overige Steden Goes, Tholen en Reimerswale , waren, nevens de Bisfchopvan Middelburg en eenitte Edelen, rhsns nog aan de Spaanfche zyde. Satisfactie van Goes. tl. 97 , 211 enz.  M BYVOEGSELSen den togt ook by, doch liet 'er het leven, ineuvelende door een kanons kogel (m\ Bovendien was de Landvoogd, door den Rentmeelïer Generaal van Zeeland, Philibert van Serooskerke, die te gelyk Gouverneur was van Bergen op Zoom, tot deeze hagchelyke onderneeming aangefpoord; gelyk, ten klaarlten, blykt uit een Vertoog van denzclven, aan Don Louis de Rfquesens; dienende om aan te wyzen, welke middelen men, veiligst, by der hand te neemen hadt, om Zierikzee en 't Land van Schouwen, weder, onder de gehoorzaamheid van zyne Majefteit te brengen («). ri' 74'„r' •■' Bommenede werd dan bejehoten. enz. Bommenede was, ten dien tyde, een klein Stadje, naby Brouwershaven, gelegen op den punt van drie, naast elkander' ltry kende, Dy ken, en wel verfterkt met Wallen en Gragten. Aan 't hoofd der bezetting was een Framsch Hopman, genaamd Nivelle (o), die 'er ook, nevens al het Krygsvolk en Ingezetenen, op drie of vier na Qs), met de Wapens in de vuist, fneuvelden. De' plaats hadt lang, door de Visfery, gebloeid; maar wierdt nu geheel verwoest en, eindclyk, in den jaare 1682, een prooi voor de Zee. Thans is 'er niets meer van te zien, en flegts de naam daar van bewaard in een huurt van huizen , een weinig verder, op den Dyk van Zonnemaar, van tyd tot tvd geftigc (*"M (?) l". Pktit, Cbreniq■> Holland vterdt van verfcheiden' oorden bedreigd, " Behalven 't hier aangeteekende, door Wagen. , verdienc het opmerking, dat Hier ges, den 20. van Wynmaand, reeds Schattingbrieven uitzondt over eenige Dorpen van Pvynland, daar toe "•ebruikende zekeren Frederik Uytenham, die zig Bailliu van Rynland noemde. De Staaten verboden wel alle gemeenfchap met den Vyand; doch, om den zwakken ftand der zaaken, moesten zy het opbrengen van gelden, aan denzelven, door de vingeren zien, mits de Landzaaten eene gelyke fom in 'sLands Schatkist bragten ; en zo deezen de, door den Vyand geëischte, penningen tot eigene verdeediging wilden gebruiken, beloofde men hun, zo veel mooglyk, by te ftaan (v). Bl. 79. r. 4. „ Ds Prins hadt voorgejlaagen — Hertog, Joan Kazimir, — te beweegen, enz." Ik vinde, nopens deeze zaak , in de Refolutien van Holland, zonder dat 'er van Kazimir gewaagd wordt, alleen gezegd , dat de Prins den Staaten van Holland en Zeeland hadt voorgedraagen het opbrengen der, in den Tekst gemelde, 120000 gl. 3 ,, waar door, apparentelyk , „ met Gods hulpe, te verhopen was, dat de ., Landen, uit haare tegenwoordige uiterfte „ benaeuwdheid ende noodt, tot eene on„ voorzienige ende gewenschte ontfettinge, „ met grote verfekertheid ende bevrydinge, „ [ouden worden gebragt (O* " Men bewilligde, zo als Wagen, zegt , federt, in (r) Refol. Holl. 2« Oer. 1575. */• 7ir. vergel. B!. 72S. (j) Refol. Holl. 12 Dec. IS75- l. 735.  So BYVOEGSELS en in dien voorflag, hoe zeer niet dan met ds uiterfte moeite, en weder onder verkoopinrr van veele Domeinen des Konings; van welken Rotterdam , onder anderen, 'er verfcheiden aankogt (V). Indien die penningen egter, opgcbragt zyn, fchynt men ze tot iets anders belteed te hebben; ten minften,KAZiMiR3 Leger kwam eerst herwaarts , ten jaare 1578 r» De onverwagte dood van REquesens , in Lentemaand van 't volgend jaar kan, ligtelyk, veroorzaakt hebben, dat men,' voor eerst, niet nader, by den Duitfchen Vorst, aandrong. Bl. 83. r. 2. „ Daniël Rogers " De Prins,onderregt wordende, dat den Engelfchen Gezant, in Braband, door Requesens veel vriendfchap en gefchenken gedaan wierden, beweegde de Staaten, aan Rogeks, een Gouden Ketting, ter waarde van duizend guldens, te vereeren (v). Bl. 85. r. 14. „ Het Huiz der Gemeente." Men drukt dit, in de Befluiten von Holland, uit, door de woorden „ de Gemeene Staten 3, binnen haren Koningryke (V)." Bl. 87. r. v. o. „ Gouda .— wilde nimmer tot het aanzoeken van uitheemfchen onderftand bewilligen." Reeds op den 5 van Wynmaand deezes jaars, befloot de Vroedfchap (en men hieldt zig, federt, aan dien last) dat, wyl het inroepen eener vreemde Mogenheid, met verlaating van den Koning, was „ eene « zwae- (Y) e. en Bon. 8 B. bl. 658. (»3 Wagïn. Vaderl. Hift. 7 D. II. 330. (f) Holl. 13 Maart 1576. bl. 11. (w) Refol. Holl. 21 Nov. 1575. bl. 751.  AANMERK, op het VII. DEEL. 31 „ zwaere eh gewichtige faecke van grooter „ importantie, men daerome tfelue „ gantffelick afffiaen, ende in geender manieren daer overftaen ofte in confenteeren „ fal O)." Terwyl zy , voor 't overige, in de Staatsvergadering deedt voordraagen, dat de Stad „ geen vermogen meer hadt, „ om defeil crych te helpen Juftenteeren, en „ dat het goed foude wefen , omme alle ,} toecomende periculen, die door gehreecke „ van gelde foude moegen coemen, te yerhoe„ den, eenich middel voor te wenden om toe „ een goede pacificatie te geraecken (j)." De bewustheid, dan, van 'tgebrek aan geld, deedc de Goudfche Vroedfchap neigen om zig met den Koning te bevreedigen, en was de grond, op welke zy zig, tegen 't aanvaarden van vreemde hulp, aanhoudend, bleef verzetten , begrypende, dat, al kwam ook die hulp, de Landzaaten groote fommen, by 't voortduuren van den oorlog , zouden moeten opbrengen. Elisabeth's antwoord, van flegts Walcheren ten haaren koste te zullen kunnen befchermen (s), verfterkte, zekerlyk, de Stad in haare gedagten; maar haare grootfte vreez zal ontftaan zyn , uit eigene , hoogstkommerlyke, omftandigheid; nopens welke tot een fchetz kan ftrekken , dat , op last der Staaten en , om haar voor den Vyand te dekken, de rondsom liggende Landen, federt het laatfte van Hooimaand des jaars (V) Vroedfch. Refol. Goud. S Oer. I57S- */. 10? PT". (j) /. e. 6 Juny 1576. */. 13? ff" en 140. O) Waokn. 7 D. H. 85.  3* BYVOEGSELSen » 1575' onder water waren gezet; dat, n» 't inneemen van Ouvvater en Schoonhoven, de Spanjaarden, den Ysfel geheel hielden afgeflooten; dat de Inwoonders, toen , neeringloos en genoegzaam belegerd, by de Staaten moesten aanhouden, om , even als die van Zierikzee, Woerden , Geertruydenberg en meer andere Grensfteden, van Graanen en Vestingwerken voorzien te worden, „ vuyt dien (feiden zy) Wy i, ingelycx , jegemvoirdelyck^Seen FrontierStad zyn, en van cleynder machte, fit„ tende defolaet, midden jn den water, en „ Tonder neeringe (a). " Deeze nood ft'eeg, eerlang, zo hoog , dat Gouda geen maatige lom , dan tot twintig ten honderd, ter betaaling van haar aandeel in 'sLands lasten i kon opbrengen (7>) en, hoe zeer betuigende! „ dat zy gacrne de gemeene zaak zou helpen „ vorderen," eindelyk, zelfs dat aandeel, aan 'sLands, daar toe, opzetlyk, Afgezondenen, zynde geweest den Advokaat Buys en Claes' Hugesz: Gael , Burgemeefter van Leiden nadruklyk en aanhoudend moest weigeren ; waar op de Staaten , nu meer van 't gevaar overtuigd, der Stad vergunden fommige penningen, tot eigen, in plaatz van algemeen, gebruik , te mogen belleeden (c), * Bl. 87. r. 18. „ Hertoge van Alencon." Zyn 00 Vroedfch. Refol. 20 July, 5 Sept. 5 en iS Oftob 29 Uec. 1575, 24 April bi. 101. ffi. 105, 109, ui , tjo. 131. ' ' (*) /. c. 14 en 24 Mei 1576, bl. 136 Ffb. 137 en ti» «5. W 8 Mei ,576; bl. 135 en 135 vfi. en u, 8\f juuy 15.-6. tl. 140 vfa. — 142 en volgg.  AANMERK, op het VII. DEEL. 33 Zyn voornaam was Francois. Wagen, noemt hem, by vergisfing, Karel (d). Bl. 88. r. 5. v. o. „ Men wil, dat hy — (Willem I.) den wanhoopigen voorflag zou gedaan hebben van , na 't verbranden der molens, en 't doorfteeken der dyken -—m$t Vrouwen en Kinderen en 't beste der tilbaare Jiaaven , fcheep te gaan , en een veiliger verblyfplaatz te zoeken. " Diergelyke denkbeelden zweefden, al in 't begin des oorlogs, in fommige herfenen. De Burgery van den Briele verzogt, reeds in 't laatst van den jaare 1572, aan 't Geregt dier Stad, „huys 3, ende hof te mogen veriaeten (). Zyn broeder, Karel de Boisot, Gouverneur van Middelburg en Vlisfingen, den 29. van Herfstmaand des voorigen jaars 1575 , ter gelegenheid van den overtogt der Spanjaarden, op Duveland, ongelukkig omgekomen zynde, leedt het Vaderland een zoo aanmerkelyk verlies, dat het fneuvelen van Isidoro Pachie- co, ClIIAPIN VlTELLI eil GABRIEL DE PeRALTA, die,(van'svyands zyde, terdeezergelegenheid, mede omkwamen) naauwlyks in aanmerking fcheen te komen. Bl. 100. r. 4. j, Den Graave van Hohenlo toen zulk eene opening gevende van derzelver gelegenheid, dat men ze, daar na, te eerder we- (») Van db Velde , twee hond. jaar. Jubelf. van Zierikzee, in 1776. Litt. F en G. O) Uoxh. op Reig i D. bl. 305. (/>) Le Pütit. Li*. 10. f. 300. en Rylage A. by Van o". Velde , bl. 107. alwaar verhaald wordt, dat de Admiraal Boisot, hier bleef, met zyn Familie, die hem niet verbaten wilde, benevens nog wel 300 Soldaaten en Boetsgezcilen, met hunne Kapiteinen.  AANMERK, op het VII. DEEL. 37 weder kreeg." Hoe zeer het Verhaal van Wagen., nopens de gebeurtenisfen van Zierikzee en 't gedrag van den Heer Vosbergen , als (leunende op 't gezag van den Nederlandfchen Gefchiedfchryver Hooft , zoo veel te meer geloof verdiend , om dat de Zoon, Gaspar van Vosbergen , na het leezen dier Gefchied-verhaalen , den edelen Schryver, desvvegens zynen dank betuigde (q) , laat het zig, egter, zoo als Wag. in de Nota aanmerkt, naauwlyks begrypen, hoe Vosbergens opening, aan Hohenlo , iets heeft kunnen toebrengen, tot het weder krygen der Stad Zierikzee, daar zy reeds,door Mondragon ende Waaien, verhaten was, toen zy, door 's Prinfen Volk, bezet wierdt; te .minder, daar Hooft zelf getuigt, dat de Prins, toen hy vernomen hadt, dat Mondragon, op den 3. van Slagtmaand, Zierikzee en al de Sterkten in dien oort geruimd hadt, aan den Graave van Hohenlo, (die zig, met eenig Krygsvolk, te Ooltjensplaat, op 't Eiland Flakké, bevondt) last zou gegeven hebben, om zig van die Stad te verzekeren. Trouwens, geloof te geven aan het verhaal van zekeren Barend Jansz. van ter Goes, uit het Konvent van de Predikheeren, behelzende dar, een dag of twee na zekere plegtige Procesfie, den 1. van Wynmaand 1576 gehouden, de Stad Zierikzee, door een Leger der andersgezinden, befiooten was, en dat, daar op, die van binnen 'sKonings Soldaten verdreeven had- (q) Hooft's Brieven. N°. 68S- Vergelyk ook, aangaande de naauwkeuiigheid van Hooft 's Berigten, betreffende het gebeurde te Veere en Zierikzee, Van Iperen, twee konderdj. Jubelfeest. Bjlage K. en Hift. der Satisf. van Cees. bl. aog. in Net*. . C 3  38 BYVOEGSELS en hadden, welken onmagtig waren, met hun klein getal, zulk een menigte tegenltand te bieden Qr), ftrookt niet met de waarheid der gefchiedenis. Mondragon verliet de Stad niet voor den 3. van Slagtmaand , fchoon het grootfte deel van zyn Volk reeds in Hooimaand verloopen was; en 't was'er zoo ver af, dat de Regeering en Burgery van Zierikzee genegen zou geweest zyn, om 'sPrinfen Bezetting in teneemen, datzy, veel eer, 'er toe moest worden gedwongen (Y). Bl. 100. r. 14. ln Hooimaand, kreeg men de lugt van eene onderneeming op Gouda." Volgens Bor , fchreeven die van Gouda, op den 12. dier maand, den Prinfe, over 's Vyands aanflag (t). Uit egte Stukken blykt my, dat de Heer van Hierges , op den 13. dier maand («), uit het Leger te INieuwerbrugge, door een Tromflager, een Brief aan de Stad hadt doen brengen, welke, eerst op den 19 daaraan, (dan waarvan ik de reden nietvinde,)terVroedfchap wierdt opengebroken en geleezen. De inhoud wordt niet gemeld; maar, daar men, op den 16., reeds wist, dat de Vyand het oog op de Stede hadt (y), kan men dien ligtelyk gisten. Men befloot, „ dtfelue ( Misfve) „ den Staeten ouer te fynden, ende daer by fchryuen. Alfne ,vp te Vredehandel, tlaetjie ,, affhcid ge-weef is, dat men, alrehcyligen leflleden, weder a nouo, foude ver/amelen, „ ende Cr) Ovib e» Ge/ligt. van Zetl. 2 D. 61. 54. O) Hooft, ii £. bl 470. O) Bor. /. t. 9 £. bl 960. (o Vroedich. Refol. Gouda. /. 147 Ffi. 19 July 1576. O) /. e. bl. 146 rfi.  AANMERK, op het VII. DEEL. 39 „ endevpte laetfte retroaSie voortvoeren, dat „ wy daerom in den onfen raetfaem beuinden „ d'voorfz Mitfiue, Staetsgewys, beantwoordt „ zall worden, op dat men, alle periculen voercommende, toe een goede Vrede ofte „ Pacificatie mochte comen," en dit laatfte was, thans, 't verlangen van veele Landzaaten. Met dit al, nam men, ten zeiven dage, vier Vaandelen binnen, herwaarts gefchikt, door de Staaten, „ naedien ff(zeggen de Befiuiten der Vroedfchap) „ waerachtige advertentie „ gecregen hebben, dat de Viant, defe aen„ Üaende ofte morgen nacht, defer Stede f al „ beleggen (w)." Eerlang, egter, verdween alle zwaarigheid en, daar men de Knegten, niet dan by nood, hadt ingenomen, en niet in ftaat was veelen te onderhouden, verzogt en verkreeg men, eerlang, eenige verligting, nopens dezelven (x). Bl. 104. r. 18. „ Hy hieldt, te Middelburg, een waakend oog, enz." Der Vlisfingfch» Visfery was, ten deezen tyde, eenige fchade toegebragt, door de Oftendenaars. Zy befiooten deeze te verhaalen, rustende, ten dien einde, in 't geheim, eenige Scheepen uit, die, van Krygsvolk voorzien, de Vlaamfche Kust beftooken zouden en Oliënde overompelen. Maar zy wierden genoodzaakt, onverrigter zaak, weder te keeren, na zy Blankenberg verbrand hadden, waar van flegts 15 huizen overbleven. Deeze togt gefchiedde in 't laatst van Oogstmaand (y\ Het fchynt egter dat zy on- fW) /• t. 19 July 1575- */• M7» lx) 1, c. 4 Aug. 1575- bl, H9(y) Gtnlfcbe tttfeb. I D. bl. aS2- C 4  40 BYVOEGSELS i N ondernomen was, buiten last van den Prins en op de aandryving van byzondere Bevelhebbers, voornaamlyk van den Gouverneur van Vhsfingen, Alexanier de Haultain , en dat men bekommerd was, dat deeze daad het misnoegen der Vlamingen vermeerderen zou (V). BLio* r. s. v. o. „ De gejlaakte Leden des Raads verklaarden toen de. Muiters voor Vyanden." Die Verklaaring vindt men m een openbaar gefchrift, 't geen nog aanwezig is en onlangs uitgegeeven (a). Bl. 107. r. 8. „ De Staaten te Brmfel byeengekomen." De Staaten van verfchillpnde Gewesten waren derwaarts opontboden door 's Konings Raad van Staat, als, overeenkomlhg ook de gewoonte van vroeger tyden, by afwezen van den Landvoogd, 'thooa: bewind voerende (T), en by welken, daaromt als zodanigen, ook die van Gelderland, reeds bevorens, hunne klagten, over den kommerlyken ftand van zaaken, ingebragt hadden Die van Henegouwen, byzonder, drongen aan op de algemeene vereeniging der Nederlanden, zo als zy ten jaare i548, door Keizer Ka rel V, was vastgefteld (c). Bl. 109. r. 11. ,, Willem Oom." Hy was bygenaamd van Papendrecht (d), een be. (x) Wuft. Sf dar. Kr. Efifi. Cent. 1. p. 60S. ■ /ui™™' BundCl Va,i onuit«°Seven Stukken. O) Hiftor. der Satijf. van Goes bl. iI0 en ir* Bondam Verzamel, van onuitgegev. Stukken. 1 D. bi 7~A JS. en volgg. « '1' eB *'• f«) Bondam. /. e. bl. 14 en 15. iS? RCl"0i' H0M* 31 JUly C" 17 NovcnlI>- '576. bl. 127 cB  AANMERK, op het VII. DEEL. 41 bekende tak van 't Geflagt der Zuid-Hollandfche Ooms of Oems, en wordt vermeld onder de Regenten van Rotterdam (e). Na hy den Staaten verflag van zyn wedervaaren gedaan hadt, wierdt hem, by dezelven, gelast, zig te Rotterdam, „in fynen huife, te houden, 33 ende dat niemant tot hem acces fal ver33 leent worden, op poene van drye duyfent ponden, by hem te verbeuren." Op al 't welke de Regeering fcherpelyk moest letten (f). Doch het bleef daar niet by, want, onlangs hier na, beval men hem naar 'sHaage te brengen en „ in de Conchergie, in goede ver3, feeckertheit te houden (g)." Ook wierdt hem, eerst na de vredehandeling van Gcnd en als een gevolg van dezelve, in Slagtmaahd deezes jaars, op zyn verzoek, toegedaan „ uit de hechtenifie te worden ontflagen , mits „ betaelende de koften fyner gevangenille, „ ende doende den eed van getrouwigheydt „ na behooren (li)" Uit al het welke genoegzaam blykt, dat hy aan 's Konings zyde en , denkelyk, by de Staaten verdagt was, \ Gemeen, tot den vredehandel, te zullen opruiën,daar men thans, integendeel, voorzigtigst oordeelde, de zaaken, zo ftil mooglyk, te doen behandelen, vastïïellende dat, op de Misfiven, ten deezen tyde , „ van der Vyandcn zyde „ ontvangen, en geeneantwoort, in 't pardcu„ lier, by yemandt, fal werden gefchreven , „ maar dat, by fyne Excellentie ende de „ Staten geadvifeert fal werden, of geraden „ fal («) Balen, Dordr. bl. 178. Cf) Rcloi. Holl. 17 Jidy 1576. bl. 44. 00 c Zl Juiy 157a. 1=7(b) l.c. 17 Nov. 1576. bl. 106. C 5  4-2 BYVOEGSELS en „ fal fyn, dat, in 't generael, antwoord ge„ fchrevcn werde, ten eynde alle oproer ende „ geroep onder de Gemeente mach cesfeeren (*)-" En, hier op, wierdt in Herfstmaand, de beleiding van 't Vredenswerk met de algemeene Staaten, aan eenige Staatsleden, nevens den Prinfe , toebctrouwd; zo als, by Wagen. , zal volgen. Ook liet men, byzonder in Dordrecht en Gouda, onderzoeken, of,aldaar, eenige luiden met den Vyand handelden (k). Sommige Knegten, met naame de Schotten, liggende binnen Krimpen en 'tElshout, hadden zig hier aan, onlangs, fchuldig gemaakt (/), en die van Jonker Aalbregt van Egmond en Hopman Gonsvoort de Schans, te Alexander-Veen, vyandelyk aangetast (m). Bl. i 10. r. 5. „ Punten van den Godsdienst en van de verzekerdheid." Die verzekerdheid of affiirantie , zo als zy, gewoonlyk, in de Hollandfche Stciatsbefluiteii genoemd wordt , hadt geen betrekking tot de Onderhandeling met de algemeene Staaten , maar tot ccne andere, met de Oosterfche Steden; welken men hadt aangeboden, des noods, een bekwaam getal gyzelaars te zullen afftaan, wanneer zy den Staat 200000 daalders, tegen 16 ten honderd, voor tien jaaren , wilden opfchieten en voor een genoegzaam getal Ruiteren en Paarden zorgen («). My is niet gebleeken , dat dit, federt, tot ftand kwam. Bl. (0 /. e. 28 funy IS7Ö. */. 124. (*) Refol. Holl. 30 en 31 July 15?6. hl. 116 en 127. Vertel. Vroedfch. Refol Gouda. 12 Auj 1576. bl. 149 Vfo. (1) Refol. Holl. 7 en 8 Aug. 1576. bl. 121 en 139 (m) Refol. Holl. 3 Sept. 1576. hl. 148. («) Refol. Holl. 10 July 1576. */ 112 en 113. VrocdfSh. Refol. Gouda 12 July 1576, bl. 105 Vfo.  AANMERK, op het VIL DEEL. 43 Bl. 110. r- 8. „ Brieyen — naar Arafterdam en naar Utrecht." Die, naar Amfterdam, hielden aan „ de gemeens Schutterye en Burgerye;" die, raar Utrecht,aan de„ Staaten en de gemeene Schutterye en Burgerye (0)" Bl. 110. r. co. „ Gemagrigden naar Gouda." Ik vinde hier niets van, in de Rcfolutien, der Vroedfchap of andere Boeken dier Stad, hoe zeer de aangehaalde Befluicen van Holland leeren, dat ook, ten dien einde, een Gemagtigde door de Magiftraat van Gouda, zou worden gefield. Dit doet my , met kundigeren (p) , denken, dat deeze Byeenkomst, te Gouda, geen voortgang hadde; hoe zeer, egter, over de algemeene bevrediging en den voorflag der Staaten van Holland, door de Amfterdammers, omtrend deezen tyd, met het Hof van Holland, nu te Utregt zittende, en met den Raad van Staate, gehandeld wierdt (q). Bl. 110. r. 15. „ Gelderlands Zutphen/oozzdtn gelyke begeerte." Schoon deezeLandfchappen, door de moeite, welke men, met den, in 't hart Koningsgezinden, Stadhouder, Hierg&s, hadt, de Gendfche vrede, thans, niet teekenden, namen zy, federt, egter, dezelve aan, en zo deedt ook Vriesland en Groningen Qr). Bl. 118. r. 13. „ Ik meen, dat de eed, naderhand, door de Staaten van Holland en Zeeland, eenpaariglyk, verzagt wierdt." Dit gefchiedde ook, waarlyk, op den 4. van LouwCO Refol. Holl. 3 oa. 1576 bl. 163. (p) Bondam, Verzamel, van onuitgegeven Stukken, i D. bl. 56. Crr> (q) Wage». Befchr. v. Am(l. a D. 9 B. bl. 404. en mlgg. (V) Bondam, Onuitgegeven Stukken. 1 D bl. 93, 141—14*, tl. 161—168. bl. 178 , 232, 540 , 293 en 298.  44 B YVOE GSELS EN Louwmaand des jaars 1577, en de algemeene Staaten volgden, federt, dat voorbeeld (Y> op den 18. dier maand. Ik heb , egter , thans, een afTchrift van den eerden eed voor my liggen, in 't welke men, onder aan, deeze woorden leest, met de gelyktydige hand van een' Drielsch Secretaris; „Govert Andriesz, „ Jacob Roelofsz , Arnhems Jansz , Mr. „ Sefuaes Alin Hubrechtsz, Niclaes Jansz „ Kouckebacker, den vj<-'n Marty 3577, f, volgens defen gedaen den eed." ' Bl. 124. r. 15. „ Gonzaga, voor wiens Paadje hy (Don Jan) zig, op reize, uitgaf." Op gelyke wyze, omtrend, was, voor ruim twee ecuwen, Graaf Willem V., onder't °-eleide van den Grave Catzenelleboge , herwaarts gekomen (t). Don Jan kwam, in een rytuig met vier paarden, „ te post, zyn derde," dat is, in gezelfchap van nog twee andere Hèèren, waar van Gonzaga 'er één zal geweest zyn , naar de Nederlanden (u), uit Spanje ; werwaarts hem de Koning, alvoorens, uit Italië, ontboden hadt. Bl. 125. r. 10. „ Hy verzogt gyzelaars van de Staaten." My vroeg eerst gyzelaars, op den 1. van Louwmaand 1577; doch, te vooren, en wel den 22. van Slagtmaand, vroeg hy eene Wagt van 10 Vaandelen Voet- en 4 of 5 Paardevolk; waar op de Staaten hem een gelyke Wagt aanbooden, als Filips zelve gehad haat, t: vv:, vier of vyf benden (s~) Bondam , Verzamel, van onuitgegev. Stukken. 2 D bh 79-83- O) Wao. Vadert. Hift. S Z>. bl, 271. (aj Bondam, /. c. 1 D. bl. 82 en (is.  AANMERK, op het VII. DEEL. 45 den van Ordonantie , mits 'er geen Hoogdm'tfcheKnegten onder waren , als die zig, onlangs , met de Spanjaards hadden vereend. Ondertusfchen fteeg de wantrouw, terftond, zo hoog,dat, toen Don Jan de Staaten, kort hier na, naar Namen ontboodt, men 'er tegen opza"-, als was 'er een tweede Paryfcbe moord te vreczen. Hendrik van Thil , één der Gelderfche Afgezanten, by de algemeene Staaten, fchreef thans, „ Woe óns 00c te moede „ is, kenne God; dan, dulce eft mori pro "„ patria; come ic niet weder, mogen U. L. my een fielmiiTe nae laeten doen (v)," " Bl. 128. r. 2. „ Hy zogt dezen, . allen Verdrag , voor dat het uitheemsch Krygsvolk vertrokken zou zyn , met kragt van reden te ontraaden. " Hier toe diende, voornaamlyk , het nadrukkelyk Vertoog , naamens den Prins van Orange, den 24. van Slagtmaand 1576, aan de algemeene Staaten, te Brusfel, overgegeven, door den Heer van St. Aldegonde (w). Bl. 131. r. 17. v. o. „ Men zag om naar middelen, om (Don Jan) H hoofd te bieden" Men gebruikte ze zelfs. Die van Limburg, met de algemeene Staaten vereenigd, hadden zig, reeds voor zyn' komst, over de baldaadigheid der, aldaar liggende, Spanjaarden beklaagd, en men hadt hun hulp toegezegd. Nu deedt men, werkelyk, op den 2. van Louwmaand des jaars '577 » i7 Vaandelen Engelfchen en Schotten, in dienst van Oranje , nevens één Kornet Paar- f» Bondam, I. c. i D. bl. 174—177 .i83—188, 244,233en 984. Mkter. /. c. bl 126. t«0 Bondam, Onuitgegev. Stukken. 2 D. bl. i38 en velgg.  46 BYVOEGSELS en Paarden van 400 man, by Luik , over de Maaze, naar 't Limburgfche trekken, om 'tland, tegen verdere ürooperyen, te dekken. De Staatïche Benden hadden zig naauwlyks drie uuren néergeflagen, of de Spaanfchë bezetting uit Maaftrigt, fterk 17-Kornetten en 600 Muskettiers , ging op hen los, maar wierdt, met verliez, te rug gedreeven. Don Jan klaagde hier over, als eene fchendirig der Vredehandeling, aan de Keizcrlyke en andere Gezanten, die toen, te Marche in Famine, by een waren en *t werk zogten te bemiddelen. De Spanjaards , egter , hadden geen volle reden tot klaagen, nadien, daags te vooren, dat is op 1. van Louwmaand 1577, de Antvverpfche bezetting, met grooter magt, op de Sterkte by het Tolhuiz, aan de Schelde, was gevallen, doch mede geflagen (V). Bl. 131. r. 5. v. o. „ Onder anderen, verkreeg men, in Engeland 40000 Angelotten, in ongemunt Zilver, ter leen, en toezegging tot 100000 Ponden Sterlings." De Gelderlche Afgevaardigden tot de byeenkomst der algemeene Staaten te Brusfel , zeggen, in hun Verbaal, dat de Heer van Swevighem , wegens de laatften naar Engeland gezonden, den 15. van Louwmaand 1577, met zig bragt, de waarde van 160000 Carolus Guldens in geld, gouden en zilveren Plaaten, met toezegging van nog 100000 Angelotten, ter leen, voor zes maanden, zonder rente (y~). Bl. 134. r. 6. v. o. „ De Gemagtigden der Stad (Haarlem) verfcheenen — op de Dagvaart. " (*) Bondam, /. c. 2 D. bl. 23-26 en 51-57. (y) Bondam, /. c. 1 D. bl. 321. Wagïn. alhier, bh 198.  AANMEPvK. op hst VII. DEEL. 47 vaart." Op den 4. van Grasmaand, ftonden de Staaten toe, dat ook de Bisfchop van Haarlem, als Adminiftrateur van de Goederen van de Abdye van Egniond, voortaan op de Vergadering van Hoofd- Ingelanden van Rynland, zou mogen verfchynen (z). By het zesde artikel der Satisfaclie van Haarlem, was de Bisfchop, in 't genot der Goederen van deeze Abdy, bevestigd (a). Bl. 137. r. 6. v. o, „ Utrecht ontfloeg zig van de Bezetting." Terltond daar na, wierdt 'er eene vereeniging, op raad van Bossu, geflooten, tusfcben de Kapittelen, Ridderfchap en de Stad, tegen de Spanjaarden en ter onderhoud der Roomfehe Religie en pacificatie van Gend. Leoninus ontwierp dit ftuk, 't geen, federt, ook door 't Hof van Utregt, wegens den Koning, wierdt goedgekeurd BL 138. r. 10, „ Ook hadt Tholen zig, in Grasmaand, — hegeven aan 's Prinfen zyde: waar by Goes en Zuidbeveland zig, insgelyks, voegden." Goes ging, eigentlyk, eerst over by A£te van Satisfactie, den 22. van Lentemaand 1577, en Tholen, den 6. van Grasmaand, daar aan volgende. By het 6. en 7. Art. der Pacificatie van Gend , den 3. van Slagtmaand 1576 geflooten, was bedongen, „ dat de Prins van Orange zou blyven Stede„ houder van zyne Majefteit over Holland en „ Zeeland, namelyk over de Steden en Plaat- fen, welke hy nu inhield; en dat, ten aan„ zien der Steden en Plaatfen, onder des Prïn- y, ten Cz) Refol. Holl. 4 Apr. en 25 Mey 1577- bl. 37 en 92. {«) BoR, /. f. 10 S. bl. 756. (*j Bondam, 1, c. 2. D, bl. 136.  48 B Y VOE GS ELS en „ fen lastbrief bchoorende, maar thans onder „ zyn gebied niet ftaande, dit punt zal ge3, fchorst blyven tot den tyd, dat dezelven zig, nevens de anderen, tot deeze bevres, dinge. zullen gevoegd hebben, en de Prins 3, haarlieden Satisfactie zal gegeeven hebben, 33 op de punten ,. waar in zylieden zouden „ oordeelen belang te hebben , onder zyn „ Stadhouderfchap ; 't zy ten opzigte der 3, Religie, als anderzins." Hoe ernilig nu de Algemeene Staaten zig toeleiden, om die van Goes te beweegen tot het neemen van Satisfaétie van den Prinfe, welke onderhandelingen daar over hebben plaats gehad, welke de bedoelingen en gevolgen daar van waren, is, door de bekwaame pen van den Schryver der Hiftorie van de Satisfa&ie van Goes, naauwkeurig, te boek gefield; waar toe wy, mitsdien, den Leezer verwyzen. Bl. 141. r. 3. v. o. ,, Don Jan —■ borst uit, in fcherpe bedreigingen. " Eens zelve greep hy een' zilveren tafelbel, en bedwong zig,naauvvlyks, dezelve naar 't hoofd te werpen van één der Afgevaardigden; onder welken, byzonder , de Heeren van Zweveghem en Champagnei gezegd worden zeer ftout gefprooken te hebben (c). Bl. 142. r. 8. Don Jan verklaarde de (Gendfchej Vrede te willen omhelzen." Volgens fommigen, hadt de Geheimfchryver Escovedo aan Don Jan , uit 's Konings naam, voorgehouden, om, zo de nood drong, den vrede maar te fluiten, op de best mooglyke voorCO Tassis, /. (. a.j6. Bondam, i. D. i. bl. 3ia-3l5>  AANMERK, op het VII. DEEL. 49 voorwaarden (d). De uitkomst leerde ook, hoe weinig deel de goede trouw in dit alles hadt. Voor 't overige hadden de Staaten van Holland, reeds op den 11. van Sprokkelmaand deezes jaars, zeven Heeren , van hunnent wege, gelast, zig op de Staatsvergadering, in Zeeland, te begeeven, met volmagt om, met den Prinfe, nopens den Vredehandel zodanig te overleggen en te fluiten, als zy te famen, ten beste van den Lande, noodig zouden agten. Die van Zeeland, daar tegen, hadden thans , gewoonlyk , hunne Afgezondenen ter Staatsvergadering van Holland (V). lil. 146. r. 7. „ Zy (de Spanjaards) trokken allen ten Lande uit." Men begroot hun getal op, omtrend, dertig duizend. De tydversjes , op hun vertrek gemaakt en, door Wagen., zinryk genoemd, waren het, naar den fmaak van dien tyd (ƒ). Bl. 146. r. ci. „ Hy (Don Jan,) zwoer de Gendfche Vrede, het eeuwig Verbond enz." Op welk eene wyze zig dit alles toedroeg, vindt men aangeteekend , op de, hier onder aangehaalde, plaatzen (g). Bl. J46. r. 9. v. o. Om gunst te winnen." Don Jan Helde, hier toe, alles in 't werk. „ Hy verfcheen (om de woorden van Hooft Crf) Tassis, 1. e. p. 246. (e) Refoi. Holl u Febr. en J Aug. 1577- bl. 18 en I5S. (ƒ fïd. Burmawm, Prtefet. in Caspar. Schkti Ceinmentar. Pag. 28 et 29. Oj; alwaar men ook, pag. so., te regt.aameekent, dat bet zeggen van Viglius, by Wagkn. alhier, bl. 146. r. 6. v. e. — t. v. 0., gemeld, niet by Bor, maar by Meteren. 6 B. bl. 130, en by Hooft ,ïiB.bl. 507.. te vinden zyn, „ Is dit den Prinfe (hadt Viglius gezegd) die ons den „ Vrede brengen zal?" _ (g) Bondam, Vrrzam. 2 D. bl. 295. Zie ook Tassis, /. f. p, 261. en Schktz, Cemsxent. de Puce. f. 20 et SI. D  50 BYVOEGSELS en Hooft te gebruiken (h)), „in perfoon , „ op de banketten der Gilden , hanteerde „ de t' zamenkoomften der Schutteryen , „ vermengde zich met haar gezelfchap en „ oeffeningen , en droegh zich fpraaklyk en „ gemeenzaam jeeghens minften en meeften." Te Leuven was hy, door de Voetboogfchutters, verzogt het feest der Papegaaifchieting by te woonen, en 't gelukte hem" den houten Vogel, by den tweeden fchoot, te treffen, waar op hy, met een' gouden halsband, aan welken een Papegaai van dat metaal afhong, befchonken wierdt (7). Dan, overal ging het zo gunftig niet. Toen hy, kort na zyne inhuldiging, op 't Stadhuis te Brusfel, door de Regeering, onthaald wierdt, ontftondt 'ereen oproer, en hy, van Lyfwagt verlaaten, moest, dusonverzeld,naar zyne wooning terug keeren. De Staaten en de Regeering der Stad deezen handel van 't Gemeen niet ftrafFende (k), verbitterde dit een en ander 't gemoed van Don Jan; die, onder een' vriendelyken fchyn, reeds lange op zynen kans loerende, kort hier op, Prusfel verliet, om een geheel anderen rol te fpeelen; zo als hy, weldra, maar met eene, voor hem ongelukkige, uitkomst, deedr. Bl 148. r. 6. „ Onder dit handelen, kwamen Aarschot enz " Terwyl de Staaten van Holland en Zeeland , benevens den Prinfe, te Geertruidenberg vergaderd waren , verfcheenen 'er Schëtz en Leoninus , door de (b~) I. c. 11 B. II. 503. (i) Trtssis. p. 257 *' *53. en myne Aanmerk, op Waoisn, 5 D. tl. 131. r. 5. v. e. (*; SCUSTfc Cimmint. p. 21 tt 22. Coaf. tassis. /, e. p. 2C4.  AANMERK, op het VII. DEEL. 51 de algemeene Staaten afgezonden, die hunnen last openden, op den 14. van Bloeimaand. Drie dagen daar na, ontfingen zy 't antwoord, by Wag., kortelyk, vermeld. Intusfchen waren mede te Geertruidenberg aangekoomen, uit naam van Don Jan, de Heeren van Aarschot , HlERGES , WlLLERVAL , MeïTKERKE en Gail. Zy hadden last om de poogingen van de Afgezondenen der algemeene Staaten te onderfteunen, en op eenige andere punten aan te dringen; waar van zy fchriftelyk opening gaven , den 13. derzelve maand. Eerlang volgde daar op 'sPrinfen antwoord, zo weinig voldoende aan het oogmerk der bezending, dat, na eenige mondelinge woordenwisfelingen, de Afgezondenen , onverrigter zaak , vertrokken (/). Zy deeden verflag van hunne verrigtingen, overgeevende , benevens de antwoorden van den Prinfe en de Staaten, een Ontwerp van Vergelyk op de punten , die, hoofdzaakelyk, in verfchil waren. Don Jan fchreef daar op, den laatften van Bloeimaand, aan de algemeene Staaten, hoe hy getragt hadt hunne poogingen, by den Prinfe en de Staaten van Holland en Zeeland, te onderfteunen en met welk gevolg.. verzoekende , dat zy eenige Heeren geliefden te magtigen, om de zaak nader in overweeging te neemen en uit te maaken, of 'er, van zyne zyde, nog iets meerder te doen was Cm), Bl. 152. r. 1. Om, met den Graave van Lalaing —, te handelen, over de opdragt van de CO Por, 10 B.f. %i6 en 817 vergel. Bondam Verzat», s O. tl 3-6 , 331 en 349. (mj Bondam Verzamel, a D. tl. 364, D 2  52 BYVOEGSELS en de heerfchappy der Nederlanden, aan — den Hertoge van Alencon." Zeer onzydig zegt onze Gefchiedfehryver Hooft, „ Men moet :, bekennen , dat, ten zeiven tyde , als Don „ Johan deezen handel zoo aaverechts dreef, „ misfchien jeeghens hem met beeter trouwe „ niet gehandelt werd; zonderling van den „ Graave van Lalain ; als hebbende , door j, toedoen der Koninginne van Navarre, zich „ wel diep ingefcheept met den Hartooghe van „ Anjou, dien reeds alstoen fmaak van de heer„ fchappye deezer Landen gegeeven was («)." Bl. 152. r. 7. v. o. „ De Landvoogd zondt — Hierges— ,naar't Slot." Spaanfche Schryvers getuigen, dat de inneeming van het Slot van Namen, op aanraading van Hierges, gefchicd was (0). Hy, Stadhouder van Gelderland en Utrcgt, liet, in den Zomer van het jaar 1576 (p), de ooren tot bevrediging hangen, en, federt, naveele onderhandelingen, tot de zyde der algemeene Staaten zynde overgegaan , en de Gendfche Vrede, op den 11. van Slagtmaand , en dus na de komst van Don Jan, bczwooren hebbende, liet, egter, niet na , hoe zeer den Vriend der Staaten fpeelende, dien Landvoogd, ftraks, toe te vallen. Don Jan koos hem, die aan Orange zeervyandig was, tot Overlien van zyne Lyfwagt, en voornaamen Vertrouweling '(q). Bi. («) Nederl. Hift. 12 B. bl. 510. Ondertusfchen blykt het, uil een brief van den 22. van Wintermaand 1576, dat de algemeene Staaten toen reeds dagten de Hertog van Alenfom met ecnigVolk te ontbieden , indiende zaaken met Don Jan niet konden getroffen worden. Bondam, onuitgeg. Stukk. t D.tl. 261. (.«) Tassiï. /. c. p. 266—268. (P) Refol. Holl. 17 July 1576. bl, ns. (?; Bondam , Verdam, vaji onuLge^. Stukk. 1D. bl. 23.30. tg. 29.  AANMERK, op het VII. DEEL. 53 Bl. 153. r. 11. v. o. si Zyne eigene veiligTieid, welke men lagen gelegd hadt." Hy toonde , naamelyk , Brieven , by welken hy was gewaarfchouwd, dat men , in Brusfel en Mechelen, het hadt toegelegd, omzyn'perzoon naar Zeeland te voeren; en fommigen wilden dit voor 't werk des Prinfen van Orange doen doorgaan. Doch deeze brieven waren ongetekend geweest, en 't bleek, federt, dat Don Jan naar Mechelen was gereisd, om zig van de Duitfchers, tegens de Staaten, te bedienen, met veragting der Gendfche bevrediging (r). Bl. 153. r. 8. v. o. „ Hy begeerde, dat men (den) Hecre van Heeze, Bevelhebber te Brusfel maakte, en de Burgery aldaar ontwapende. " Ik agt hier een fchryf- of drukfout te zyn, en leeze liever, „ Hy begeerde, dat men „ den Heer van Heeze, toen Bevelhebber van Brusfel, en de Burgery aldaar, ontwapende." Immers, zo heeft het geval, volgens Bor, by Wagen, hier aangehaald, en andere Schryveren, zig toegedraagen (s). Bl. 153. r. 5. v. 0. „ Hierges hadt zig verzekerd van Charlemont." Ook van Marienhurg (t). Bl. 159. r. 13. „ In West-Vriesland, gaf men hem naauwlyks eenen anderen naam, dan dien van Vader Willem " Reeds vroeger, dat 92. iel. 128—130. 158. 17a. 175. en 2 D. bl. 19. 36. 45. 99. 378 388. en /. c. 3 D. bl. 170. , alwaar men vindt, dat de Geldcrfchen, in Herfstmaand 1577., allo Briefwisfcling met hem verboden. Zie ook nog /. c. bl. 183 enz. (v) g. schsti, CommtMt. de Pace. Cel. p. 21—30 et p. 54. (1). Cenf. ibi Préefat. Busmahn. f. 39—48. die duidlyk aantoont hoe, ten onregte, men hier Orange, een vlek heeft aangewreeven. (1) StRada , Lib. 9. p. 436 Hooft. /. e. bl. Sl6. it) Tassis , /. c. p. 269 et 659. D 3  54 BYVOEGSELS en dat is, op den 15 van Wynmaand des jaars 1575, noemden hem de Staaten van Holland „ een getrouwen Vader, Overflen en Bej, fchermer deezer Landen (u~)." Die zelve Staaten hadden thans den Prinfe verzogt, te willen trekken naar Noord Holland, om zyne aulhoriteit te interponeeren, tot de afdanking van eenigeKapiteinen en Kompagnien, waartoe zy, met overleg van zyne Doorlugtigheid, befiooten hadden (y). Bh '59- r. 18. „ Hy (Willem I.) ontving de tyding van 't bemagtigen van Namen, waar op hy, terfhnd, den algemeenen Staaten riedt." Hy zondt ook Nievelt en Kasembrood, op den 29 van Hooimaand, naar Gelderland en nabygelegene Landen (w) , om zig onderling te verbinden. Bl. 159; r. 7. v. o. „ De Wethouderfchap van Utregt." — Voor Wethouderfchap, leeze men Staaten (x). Bl. 160. r. 16. „ Ook gelukte dit in Wynmaand." Op den 9. derzelver maand, wierdt het Verdrag van Voldoening, door den Prins en de Afgevaardigden der Staaten van Utrecht, te Brusfel bezegeld en onderteekend. De bezegeling der Staaten van Holland en Zeeland is, eerst in Siagtmaand daar aan, gevolgd (y). Bl. («) Refol. Hol). /. c. bl. rta;. f>) fcefol Holl. 23 Juny IST7' 114. vcrgel. /. e. 9 Mey 1577. bl 21. (ttO Bondam, Verzamel, van Onuitgegev. Stukken. 3 D. II. 49- 63 74 en votgg. bl 94. en volgg. x) Honuam, l.c. 3 D. bl. 145. («> De Prins was toen e Woerden. y Zie Bondam. Redevoer over de Unie van Urrecht. >• yS-97. en Verzamel, van Onuitg. Stuk. 3 D. bl. 308-jn.  AANMERK, op het VII. DEEL. 55 Bl. 164. r. 6. „ h Slot te Gouda, — in 't jaar 1438, geftigt. werdt — omverre geworpen." Dit Slot was van veel vroeger ouderdom , maar wierdt, ten jaare 1438, door een' feilen brand, die, op weinige huizingen na, de geheele Stad trof, verwoest en, federt, herbouwd (s). Dat dit Slot, op befluit van Burgemeesteren en Vroedfch•appen van Gouda, op den 30. van Wynmaand des jaars 1577, zou zyn afgebrooken, zegt Bor, by Wagen, aangehaald, maar ik heb 'er, te vergeefsch, in de Refolutien van dat Kollegie, naar gezogt O). Bl. 165. r. . „ Goutum — werdt op t Slot gelaaten." Men zie over de wyze . op welke dit gefchiedde, de onderaangehaalde plaatz (b). Friesland hadt ook, thans, veel te lyden door de pest (V). Bl. 166. r. 13. „ 't Voetvolk ftondt onder (z) Befchryvs van Gend. i D. bl H7 «n 138. Qiï Huoft zegt alleen, „ dat de Regeerders en Burgers van der Goude hunnen llag waarnaamen en 't Slot ter aarde fraeeten, zonder iemand verlof te vraageo." /. e tl, 544. Dit laaifte is, byzender, rnet op/.igt tot de Si*a'en, buiten tesenfpraak. In de gedrukte Belluiten van Holland vindt men 'er niets van, doch A. van R. (door wien ik liefst 'ou verdaan Amelics van Rosf.ndaal, R.iad te Gouda omtrend 't jaar 1602 geftorven) heeft een gefchreeven Verzameling derzelven gemaakt, onder welken my , op den jaare 1577» deeze twee, nimmer gedrukte, Snikken voorkomen: „ Den il^n Novembris. Is ge-erdenneert te fcbryvèn den Ouerften mitsgaders Ewgem. "ren en Regee, ders van Woerden, dat zyl: b,m „yet en ver" uerderen te preeedeeren , tet afwe'pmge van den Cafteel. " t]ia„, bvyten een/ent van zyne Excel"/ efie den i,taeten, " zulcxs binnen der Goude es gedaen." ,, Den lli^n Novembrij. Die Staeten, verflaen hebbende int zeeier ven de denelitie Xan den Cafleele binnen der Goude, hebben d.er jegens " géproteueert, als geduen zynde buyten heuren wille olte " (4)"«chwartzene. Charterb. vanVeere. 3 C bl.u74-n:6. (c) 1. e.'- bl, 1066 en ic68 u D 4  56" B YVOEG SELS en der Filips, Graave van Lalaing." Lalaino was, voorheen al, Generaal van 't Voetvolk geweest, doch wierdt, nu, OverfleFeitheer (d). Tr 16f\ \\ 16■ '» goi°nies, gefield tot Veltmaarfchalk. " Hy was Marefihal de Camp (e); welke benaaming wel, in onze taal, door Veltmaarfchalk kan worden overgezet, maar met moet worden opgenoomen in den tegenwoordigen zin. Zulk een Hoofd-Officier, aan wien, oorfpronglyk, de plaatzing van 't Leger te regelenftondt, was, toen ten tyde, beneden den Generaal niet alleen, maar zelfs den Lieut. Generaal van 't Leger (f), en kon het hoofdbevel, llegtsby afwezen van dezelven, voeren (g). , ®\ }?°- r' 8* » Staaten van Zeeland." t Zal met te onpas komen , ter deezer plaatze, iets aan te vullen, nopens den toeftand der zaaken in Zeeland. Dit Gewest wierdt thans belluurd door het Kollegie vaD Gouverneurs en Raaden van Zeeland, wier gezag, door de toevoeging van den Graave Philips van Hohenko, als Luitenant en Stadhouder Generaal des Prinfen, en het veranderen hunner Inftrucïie, op den 22. Van Herfstmaand 1576-, aanmerkelyk was toegenomen. Dit hadt aanleiding gegeeven tot misnoegen aan de Steden, byzonder aan die van Middelburg, die met nalieten, zig daar over, op den eerden Dag . vaart, in Herfstmaand 1577, te Middelburg gehouden, en waar op nu de Afgevaardigden van alle ;Zeeuwfche Steden (met uitzondering * van (S) Bondam, omiitgegev. «tukken. 3 D. bl. j-o. (e) Bon»am, /. t. en Tasms, /. e. p. zio (f) Daniël de U milice Frauceife. Tm. 1'. t. ae LSJ Bor , 6 B. tl. 719. Cn tl. 9iA. r '  AANMERK, op het VII. DEEL. 57 van die van 't verwoeste Reimerswaal) weder by een kwamen, ernftig te beklaagen. Men befloot dan de inrigting van dit Kollegie te veranderen en meerder te fchikken naar den jegenswoordigen ftand van zaaken Dit gelukte en, den 22. van Bloeimaand 1578, wierdc het Kollegie van Gekommitteerde Raaden der Staaten 's Lands van Zeeland, op een geheel nieuw berichtfchrift , ingeiteld, beItaande uit een' Plaatsbekleeder des Graaven van Buuren, als eerften Edelen van Zeeland, en een' Afgevaardigden uit ieder (h~) der zes Zeeuwfche Steden (7). Intusfchen was, reeds in 't laatst van den jaare 1577, een nieuw verfchil ontftaan, over het getal en den rang der ftemmen, ter Staatsvergadering in Zeeland, daar nu de plaats van den Prelaat van Middelburg ledig itond, de meeste Edelen 's Ko-' nings zyde hielden, en de Steden van Vlisfingen en Veere, ten jaare 1574, waren toegelaaten. De Prins hadt Jonkheer Arend van Dorp aangefteld, om, uit naam van den Graaf van Buuren, den post van eerften Edelen waar te neemen. Vlisfingen en Veere, hoe zeer, in verfcheiden byeenkomften, hoofdelyk geftemd hebbende na de oude GraafKke Steden, gaven nu voor, de plaats van den Prelaat van Middelburg te bekleeden, eisichende, mitsdien, voor hun beiden eene byzondere, en dus de derde ftem. In Sprokkelmaand 1578, drongen zy, op nieuws, deezen eisch aan, waar tegen zig de andere Steden, met ernst,, kantCi) Zie Wagen, in 't 8 D. bl. 457-459. konlyk aanhaaM. \{) Zie deeze onder de Bylagcn agter Paulus, Zal. Hegt. tol een Uooge Sebtel. bl. 113. D 5  53 BYVOEGSELS en kantteken. De Prins befliste het verfchil, by een Akte van den 8. van Lentemaand 1578, ten voordeele der twee gemelde Steden, die, nogthans,op de uicvoering daar van nietfcbynen gedrongen te hebben. Maar Jonkheer Arend van Dorp deedt het herleeven, op den Dagvaart van Bloeimaand 15-9 , tragtende de ftemmen, op dien voet, te doen opneemen , waartegen zig de vier Graaflyke Steden , zo ernstig ,verzetteden, dat de zaaken bleeven liggen. Zy zonden dan eenigen aan den Prins, die te Antwerpen was, met een nadrukkelyk vertoog (*) van hunne bezwaaren en met verzoek, om'daar in, by voorraad, geduurende den Oorlog, te voorzien. De Prins draalde niet lang niet de be- (*) De Edele van Grypskerke, in de Voorrede van zyn beroemd Handfchrift, over 't Graaffchap van Zeeland, merkt op dit Vertoog der Zeeuwfche Edelen san, dat de Hoogleeraar Boxhor.m, in zyne Byvoeefelen op de Chrot.sk van Reigersberg , het zelve Vertoog plaatz gevende, daar uit gelaaten heeft twee gewigiige Artikulen, naamelyk, het 41 en 4?..; luidende het 41 aldus : ,, Bovendien dat men niet ignoreert dat de naam en qualiteit van Eeiut Edele, eerst ten tyde van den Heer van ISeverem opgeftaan en uit zekere Confideratien toegelaten is geworden, dog niet in zttlken rejpcüe, zoo men die ah nu vel fc/nnt te uilZen gebruiken, dat by dezelve alle andere Edelen van den Lande zouden fchynen uit de Fergaderinge worden gefecludeerd? En het 42. Art. „ Jlzoo van alle oude tyden de Staaten van den Lande geftaan hebben hy de [lidderfchap en Edelen, Steden en Ingezetenen van dien, zoo men nog, by oude Monumenten, des noods zynde , wel zal hunnen doen blyken, ende ook nog by menfehen memorie, tot diverfche reizen, de Edelen, in compcte> ten getale, op de Vergaderinge van de Staaten gecompareerd hebben, makende onder hun allen éine, ende die voyze of flemme van de Ridderfchap ende Edelen. "  AANMERK, op het VII. DEEL. 50 beflisfing. Op den 14. van Zomermaand 579 verleende hy daar van een Akte, by welke hy verklaarde, dat men , geduurende den Oorlog, zoude ftemmen by meerderheid, beginnende van den eerften Edelen, en volgende de Steden by orde; zo egter, dat men, na den Oorlog , weder, als van ouds, met drie ftemmen zoude befluiten (k) Van hoe veel invloed ook deeze verfchillen waren op de zaaken van 't gemeene Bondgenoodfchap, is ligt op te maaken. Middelburg wierdt 'er door gefterkt in haar voorig misnoegen tegen den Prins, meer en meer afkeerig van de jongstgeflooten Unie, en onthieldt zig van alle Staatsdeliberatien (*_), waar door men verhinderd wierdt befluit te neemen tot ontzet van Maaftricht, welke Stad den 29. (*) Boxh. op Reigersb. 2 D. bl. 588 —601. T.even van Willem den I. 3 D. bl. 289—298. Hift. der Satisf. van Goes. tl. 97—103. (_*) De Prins vondt zig dus genoodzaakt hier in te voorzien, by Akte, den 12 van Herfstmaand 1579, te Brugge gegeven ; waar by zyne Doorlugtigheid de Staaten van Zeeland, of haare Gecommitteerde Raaden, magtigde , om op alle Vergaderingen , na voorgaande Befchry ving, te befluiten , met de (temmen der aanwezige Leden, niet tegenftaande de Afgezondenen van Middelburg, of eenig ander Lid, niet mogten verfcheenen zyn; zullende de befluiten , aldus genomen, moeten worden gehouden voor wettig , en verbindende zoo wel de afwezenden, als die, by 't nemen daar van, tegenwoordig Waaren. Zie, in het Regi.ter van oude Acten ter Staaten Griffie van Zeeland., Litt. A. fol. 122. Eene uiifp^aak, die, by het Reglement op't beleid der zaaken ter Vergadering der Heeren Staaten van Zeeland, den 14 Maarc 1664 vastgefteld en den 14 April 1702 vernieuwd, uitdrukkelyk is ingeroepen en , oo1; by 't jongde Reglement van 6 Augustus 1787, zaaklyk aangenomen.  60 BYVOEGSELSen 29. van Zomermaand, ftormenderhand, wierdt ingenomen. Bi. i7i. r. 6. „De Landvoogd—fchreef de Staaten eenen fcherpen brief." Hy fchreef drie onderfchciden' Brieven ; alle welken de algemeene Scaaten, by éénen breedvoerigen Brief, be-antwoordden (l). Bl. 171. r. 18. „ Ten ware zy — den Prins verdreeven." Te regt heeft men, voor my, aangemerkt, dat deeze eisfchen van Don Jan de verwydering onherlïelbaar maakten. Ook wierden zy gevolgd van een Brief der algemeene Staaten, aan Hem, houdende derzelver laatfte waarfchuuwing van , zo hy dus voortvoer, zig, met alle kragt, tegen zyne onderneemingen te zullen moeten verzetten (ni). Bl. 171. r.9. v. o. „ Ruwaard - waardigheid, welke, niet ten onregte, by die van Diclator, onder de oude Romeinen, vergeleken wordt." 'tls waar, dat kundige Lieden, te meermaalen, dus gedagt hebben dan, 't fchynt my, behoudens beter oordeel, dat het Ambt van Di&ator, even weinig overeenkomst hadt met dat van Ruwaard, als de Romeinfche Regeering met de onze. Beide Ambtenaars waren, zekerlyk, Oppergezaghebbers, maar verfchilden, in veele opzigten en, onder anderen , daar in \ dat een Dictator, fiegts voor zeer korten tyd, wierdt aangefteld, binnen welken egter, aan hem veel meer vermogen wierdt gegeeven , dan, anderfmts, een eenig mensch in 't Roomsch gebied bezat; terwy 1, integendeel, de Ruwaard O (.») HoYNCK van papkndr. ad TaSSIS,' /. t. f. 28l.  AANMERK, op het VII. DEEL. 61 (\ zy dat die woord, oorfpronglyk, Rustbewaarder (o), Toeziender (f), of iets anders, beteekene,) gewoonlyk (q) , zodanig een' Opperlandvoogd, plagt aan te duiden, aan wien, meestal een Prins van den bloede zynde , by minderjaarigheid, ziekte van, of gefchil met, den Landvorst, of foortgelyke ongelegenheid, in plaatz van denzelven, en dus, dikwyls, voor een zeer geruimen tyd, het hoogst gezag wierdt toevertrouwd, juist niet met meerdere, maar met gelyke magt, als dien Landvorst toekwam, en dus zonder van deezen aftehangen; in welken opzigte de Ruwaard een' gewoon' Vorstlyk, Stadhouder in aanzien overtrof. — Ik heb, reeds elders gezegd f>), dat het woord Ruwaard, oudtyds, verwisfeld wierdt met dat van Raus, Gouverneur &c., en ik zal 'er, hier, by voegen, dat een gelyktydig Schryver, den Graave van S. Pol, ten jaare 1420 Ruwaard van Braband, den naam geeft van Mamburnus en Prote&or Cs); terwyl Albrecht van Beieren zig, in 'tNederduhsch, Ruyyaard, Tos- (#) Hoofd , /. e. 12 B. bl. 539. (?) Bürmann. Aanmerk, over Nederd. Taal. i D. bl. 133, en /. e. 2 D. bl. 110. Ctnf. du Canoe Glef.in vets Regardum. Velthem, Spiegel Hift. bl. lil, 11$, 201, 216,297, 312, 37!, 382, 397. (?) Ik zeg, gewoonlyk. Zo hadt het plaatz, omtrend den Graave Philips van St. Pol , als Ruwaard van Braband, en Aeleert en Jan van Beieren en Philips van Bourgonme, als Ruwaarden van Holland en Zeeland. Men hadt egter ook wel eens minder Ruwaarden, dat is, zulken, die, door de Landsheeren zei ven, tot hunne Stadhouders , wierden aangefteld. Zo waren de Heer van Gaasbeek, en Frank van Borselex, Ruwaarden van Hertog Jan van Braband in Holland , en dezelfde Frank van Borselen, federt, ook Ruwaard van Voorne, onder de Vrouws Wed. van Jan van Bcieren. Zie myne Aanmerk, op Wagen. 3 D bl. 510. r. 5. v. e. en /. e. bl. 511. r. 6 De Ritwaardy van Putten is 't over bekend (>■) Zie myne Aanmerk, op Wagen. 3 D. bl. 394, (j). (0 Anon. Cbrenie. Brabant, f. 1Ö3 «* 183.  6* BYVOEGSELS en Toeziener en Befchermer van Holland en Zeeland noemde (t). Voor 't overige, moet het aan Orange te aangenaamer geweest zyn, zig thans tot Ruwaard van Braband te zien kiezen, wyl hy, reeds in t begin der oneenigheden , iets diereelyks fchynt beoogd te hebben ; maar toen, door Oranvelle (die ook nu nog leefde,) daar m belet was geworden («). Bl. 174. r. 1 r. )} Tusfchen den eerden en tweeden van Wynmaand:' ln den. federt in t licht gegeeven', Brief van Keizer Rudolf, fchreef die Vorst aan Don Jan , dat Matthias , op den 3. van Wynmaand , des niets , uit Weenen vertrokken was f» , buiten zyne voorkennis. Bl. ï75 r. S. v. 0. „ Men befloot dan eenige Voorwaarden te ontwerpen." Dit gefchiedde den 19. van Wynmaand ,577; zendende de algemeene Staaten , ten zeiven dage , de Concept-Inftruffic voor den Aartshertoge aan de Staaten der onderfcheiden Gewesten Cx\ 't Liep, nogthans, aan tot den 8. van Wintermaand, eer dezelve wierdt vastgefleld (y\ Bl. i75.r.4 v.o. „Mendeedt (Matthias) van Lier, te Antwerpen komen." De reden waarom men den Aartshertog van Lier naar Antwerpen deedt vertrekken, was, eigentlyk, om <:,5!.'?(,nM,ERIS'1Ch!rte,b0ek- 3 A lU 39 en 40. De algemcerc Staaten noemden, ook nn , WlLLEM 1., Gouverneur Particulier de hralaxd. Bondam, onuitgcg. Stukken. 4 D. li. ao0 en "so < b) Ajyne Aanmerk, op Wagen. Vadcrl. Hitt. 6 D. bl. 36 en 34' a («, Bot,r,au, /. e. 30. il. a96. ende^daaraangeliaaldeu, (V) Bondam, Verzamel. 4 D. U. 8-"». ' (jij Ibid. bl. 148.  AANMERK, op het VII. DEEL. 63 om dat'er, in eerstgemelde Stad, een befmettende Ziekte heerschte (V). Bl. 183. r. 7. v. 0. „ Stadhouder van Braband, welken naam men nu, voor dien van Ruwaard, fcheen te kiezen. " 't Woord Ruwaard, als ik zeide (0) , in dien zin, waar in het Orange geweest was, beduidde, in 't Nederduitsch, een Opper - Landvoogd; fchoon hy, in'tFransch,Goz/v^»^«rkonblyven heeten. Stadhouder kon ook eenen minderen beteekenen. Nu Matthias tot Opperlandvoogd was aange« Held, kon dus de Prins, niet meer den eerften, maar wel den tweeden, titel voeren. Met dat al, was men dit, onder den Opperlandvoogd, in Braband ongewoon, en 't gefchiedde meest, op aandrang van die van Antwerpen (hy Bl. 187. r. 10. v. o. De Prins toonde zig zeer misnoegd over deeze onderneeming, die, buiten zyne kennis, gefchied was" Men zie, over dit alles, en 't geen verder 't overgaan van Amfterdam betreffe, breeder onzen trellyken Schryver, op de, hier onder, aangehaalde plaatz(c); alwaar hy, egter, fchynt te vermoeden, dat zyne Doorlugtigheid hier waarlyk kennis van gedraagen hebben. Dan, daar my dit van elders niet gebleeken is, zoude ik het met 's mans eerde gedagten houden. Bor (d) zegt duidlyk , dat „ dit werk gefchied was, „ zonder weten en confent, als ook genoegfaam „ tegen den dank van den Prince." En Hooft (e), „ 't gaat vall genoegh, dat de Prins geen' wee- „ ten- («) Bondam, Verzam. 4 D. tl. 113. 259. 230. 239. 241. 243. 6 ü. tl. 40 r. 14, O) Zie myne Aanmerk, op 11. 171. r. 9. v.o., alhier. (t) Zie myne Aanmerk, op Wagen. 5 D, tl. 40. r. 14. (e) wag.Berchr van Amöerd. 3 Z>. 9B. byzonder *'.425— 436, (<Ó 1. e. j 1 B. tl. 908. (e) I. e. 12 B. tl,  64 BYVOEGSELS en 3, tenfchap van deezen aanflagh gehadt had." Bl. 193. r. 9. v. o. „ Van de Knegten Ueeven 'er 6000 ten minden, dooden en gevangenen. " De Gefchiedfchryvers zyn niet zeer eenpaarig in de opgave van het verliez der Staatfchen, in den dag by Gemblours en van het geringe nadeel, 't geen Don Jan' by die gelegenheid, trof (ƒ). BentivogliÓ" fchynt der waarheid 't naast by te koomen wanneer hy 't verliez der Staatfchen begroot op 3000 dooden, en een groot aantal gevangenen Cg). Onder de voornaame oorzaaken der nederlaag was de afwezigheid van den Graaf van Lalaing en andere Legerhoofden , die naar Brusfel waren gegaan, om de Bruiloft van den Heere van Beersele, met Jonkvrouwe Margarete van Merode (h), by te wonen. Bl. 210. r. 3. v. o. „ Te Middelburg, hadt men, —. gepoogt de Doopgezinden — van 't Burgerregt teverfteeken enz." Het fchynt, dat Marnix van St. Aldegonde , met de Predikanten van Middelburg, hier in eens geweest was, en geen moeite gefpaard hadt, om den Prins tot hun gevoelen over te haaien. Maar de fchrandere en verdraagzaame Vorst, was zo afkeerig van zulke, voor 't gemeen belang nadeelige, poogingen, en van den onmaatigen yver veeier Predikanten, die zig toeleiden om over 't geweeten der menfchen te heerfchen, dat Aldegonde, na met den Prinfe in woordentwist nopens dat Stuk geweest te zyn, by eenen brief van den 31. van Lentemaand 1577, , uit (f) Verg. Straoa, Dec. i. Lib. 9. p. 46S. De Jonce Gendfcbe Gefebied. 2 D. bl. 4. Hakaïu» Tumult. Belg. Lib o f. 274- en Tassis, Lib. 4. p. 293. Cg) Nederl. Hilr. 1 D. 10 B. bl. 284 en 285. (b) L, AUBF.&1, lUémelrei peur fervir i l'Hi/eire de IlellarJe.  AANMERK, op het VII. DEEL. 6§ uit Dordrecht, aan den Predikant Gaspar Verheiden , te Middelburg , fchreef, geen kans te zien, om in die zaak eenig nut meer te doen , en te moeten erkennen , dat veele Luiden , in Duitschland , verkoozen , zig onder de dwaalenden te houden , uit vreeze voor de ftyfhoofdigheid hier te Lande Cf). Bl. 225. r. 10. v. o. „ Van wederzyden waren 'er eenige honderden gefneuveld." Het verliez van Don Jan was, nogthans, ongelyk grooter, dan dat der Staatfchen, onder Bossu; en men heeft reeden om te gelooven , dat, indien de toatfte , van zyn bedaard befluit, om zig in zyne verfchanfing te houden, thans hadt losgelaaten en den vlugtenden Vyand nagezet, de uitkomst, aan die min voorzigtige daad, een gelukkig gevolg zou hebben gehegd, ja het, misfehien, voor altoos, met Don Jan en zyn geheel leger, zou gedaan geweest zyn; gelyk men verzekerd, naderhand, door Bossu zelve, te zyn opgemerkt (k). Bl. 232. r. 2. v. o. „ Sommigen willen, dat hy (Don Jan) van vergif flierf." Eenige Spaanfche Schryvers zelve getuigen, dat, aan zyn ligchaam, teekenen van vergif gevonden waren; ook verhaalt men dat Joiian van eer Linden , Abt van St. Geertruid te Leuven, hem zulks zou hebben doen toedienen, door zekeren Guerin , toen ten tyde, bekend Vergifmenger, te Maifeille. Anderen, egter, vinden geen grond voor dit verhaal . en 't overlyden van Don Jan, aan een pestkoorts, fchynt CO Wi. Bhfir. et C/ar. Virer. Epift. Cent. 2. p. 755-759(k) Tassis, Lib. 4. p. 321. Le Pistit, Lib. 12. p. 551. ea byzonder, BurmSlN. Anal. Pr)•" Sedert, egter, kwamen zy wat nader, leggende Bossu 5000 ponden, jaarlyks," toe, waar van men bezegelde brieven zoude afgeeven; dan, gelyk Rotterdam, wel eer, door hem, onheusïchelyk, ingenomen , zig hier tegen verzet hadt fchynt die zaak, eerst draaiende, daar na, met 's Graaven fpoedig gevolgden dood , denklyk door een heeten koorts veroorzaakt (f), agtergebleeven te zyn. De Prins liet, nog in Wynmaand en Slagtmaand, op afkomst aandringen ; doch ik ontdek 'er geen gevolg op (/). Bl. 248. r. 12. Ook arbeidde Oranje, ten dien tyde, reeds, heimelyk, aan deeze Vereeniging. " Nadien op dit Verbond , federt, onder den naam van nadere Unie en thans, eenvoudig, van Unie, bekend, 't Gemeenebest der Nederlanden, ftaat gevestigd, zal het niet ondienftig zyn, deeze dof, die ook door kundige mannen, na onzen beroemden Schry- ver, (p) Refol. Holl. li Sept. 1373. bl. at. Deredenen, waarom du, immers by fommigen Steden, onredelyk wierdt ge-agt, kan men opmaaken, uit de laatst aangehaalde Vroedfch. Refol. van Gouda; waar in de Raad aan Stads Afgevaardigden ter Vergadering gela tte, te zeggen, dat zy niet begeoren in die „ ew dracht. te bewilligen , achtende dat defelve dienften tegent die van Uellant viantelyk gedaen waren, omme dezelve te ,, erencke», bedertien ende ender '( jeck des gemeenen Vaderlamt viant ie brengen." (?) Refol. Holl 17 en 24 Sept. 157S. bl. 22, 2^ en 24. (r) Mirman /• c. p. 103 et 106. et ibi aileg. Auiter. (») Refol. Holl. 24 Sepi. en 15 Nov. 157*- hl. -4 en 82. Vergel. V.D.Smo.Bundel, vanonuitgeg. Stukk. 1 U. bl, 56 en57. E 2  68 • BYVOEGSELS en ver, nu en dan, is toegelicht, eenigzinrs breder, aan te roeren. Dat men, oorfpronglyk, de oprigting van dit Verbond aan Koningin Elisabeth zoude te danken hebben, fteunt, voor zover ik, tot nog toe , by in- en uitlandfche Schryveren, of in andere, gefchreeven' of gedrukte, Stukken, heb kunnen nafpeurcn, alleenlyk op den, door Wagen, aangehaalden, brief van Languet, den i. van Sprokkelmaand des jaars 1577. gefchreeven , aan Augustus , Keurvorst van Saxen, doch, by welken brief, die Schry ver van den raad der Koninginne , als flegts een gerugt , niet eene zekere zaak ,' gewag maakt (;). Indien, egter, Elisabeth, waarlyk deezen raad gegeeven heeft, zoude het my toefchynen, dat zy de voorneemens van Orange niet vooruit liep, maar, veel eer, hielp bevorderen. Een minder vernuft, dan 't zyne, moest, ras na de aankomst van Don Jan, al ligt, gevoelen, hoe, in zulk eene woeling der Koningsgezinden, in zulk eene tegengeftelde vasthoudenheid der Vryheidsminnaaren, in zo groot een wantrouwen aan wederzyde, in zo veel verfchil van begrippen , byzonder omtrend het godsdienftige, (taalkundige, en handeldryvende, de Gendfche Bevrediging geen' duurzaamen fïand konde houden; dat Gelderland, Holland, Zeeland, Vriesland, Utrecht en de aangelegene Gewesten, de eerde uitbarsting van 't, op nieuws nu broeiend, Spaansch on- (t) „Dicunt (/egthy") Reginam AngU* atere cum Hollavdis Zelandis , Frifiii et TrajeStenfibus , ut fe foedere conjnngant, et iis promltlsre auxilia, fsq'iis conatus fusrit eos opprimere." Lang. Epift. fecr. I. i Epift. 107. Vergel. Te Watrr, Redenvoer! in Verwandel, der Maatfca. van Vlisf., 8 D. tl, 105 en 10&  AANMERK, op het VII. DEEL. 69 onweder, te dugten hadden, en dat hier tegen geen ander, laat Haan beter, middel overig bleef, dan zig, by tyds, te vereenigen tot onderlinge hulp. De gedagten, dan, van den Prinfe, die ook, tot behoud van eigen perfoon en gezag, hier by het hoogfte belang hadt, moesten zig, reeds fpoedig, vestigen tot dit doel. Waar omtrend, indien de vroegere bewyzen , al eenigen tegenfpraak mogten lyden, egter, door de geloofwaardigite Sehryveren en onwraakbaarfte Stukken, vermeld wordt, dat zyne Doorlugtigheid, nevens de Staaten van Holland en Zeeland , niet alleen reeds in 't begin des jaars 1577, werkzaam was O), en dat, op den 16. van Louwmaand deszélven jaars, (zeker niet door 'sPrinfen Vyanden, of zonder deszelfs invloed) op de Kwartiersvergadering van Gelderland, de onderlinge verftandhouding met de nabuurige Gewesten, en 't geeven van wederzydfchehulp, reeds was voorgeflagen (y), maar dat zelfs, reeds in Wintermaand des jaars 1576, eenige Afgezondenen van Gelderland, Holland, Friesland, Overysfel en Groningen, onderling, over een nader Verbond gehandeld hadden; waar toe men, te Bommel, was byeen gekomen , onder voorzitting van Floris vAn Pallant, Graave van Kuilemburg, denzelfden, in wiens huizinge, te Brusfel, ten jaare 1565, 't Verbond der Edelen geteekend was en die, een boezemvriend van den Prinfe zynde en, in 't laatst van 1574, met Rutger van Boetzelaar,Heere van Karnis, (die,in't vervolg, de fVi Bor, /. e. 10 B. bl. 775 en 776. \v) Bondam, Verzamel, v onuitgeg.Stukk. zD.bl.71 en 113. E 3  BYVOEGSELS en de nadere Unie ondcrtcekende) f», Lid der Hollandfche Ridderi'chap geworden f», thans zyner Doorlugtigheid van zeer veel nut zyn konde (y) en ook was. 't Kan zyn, dat Orange , in 't begin, zynen naam, in deeze handelingen, fpaarzaamer liet gebruiken; maar hy kwam, fomtyds, meerder uit, byzonder toen hy, in 't laatst van Hooimaand des jaars 1577, na Don Jan de Stad Namen hadt ingenomen, Jr. Willem van Zuylen van Nievelt , en Mr. Leonard Casembroot (V) naar de Staaten van Gelderland, ten zelfden einde, afzondt, en hun, kort daar na, deedt voorflaan, om, zo den oorlog uitbrak , zig, nevens Utrecht , Overysfel en Vriesland, by hem, Holland en Zeeland te voegen (V); welke twee laatde Gewesten hy, teffens, liet boodfehappen, „ te vrede te zullen „ wezen, methaerluyder'in eenicheyt te treden, „ onder al fitthe redelyke conditiën, als, over „ wederfyden,Jonden ge-accordiertworden Cby In de aangezogte Gewesten, met naame in Gelderland en Ziuphen , Honden thans de zaaken zeer verward. De Prins hadt 'er veele Vrienden, die de voorgeflagene vereeniging aanraadden, alzo van de algemeene Staaten, geen geld of hulp, in tyd van nood, te krygen zoude zyn; maar veelen waren nog Spaanschgezind, an- (») Zie breder over iiem Tk Water , Verbond der Edel 2 D. U. 243-247. (ar) Refol. van Holl. 10 Decemb. 1574. (y) Zie Exlraéi Vertaal der UIL GUefUfif des Fnrfletid. Geire en Ztitpbeu. by Bondam , Verzauj. Qoniueg, Stukü' I O. bi. 215—221. en bi 271—C75. (z) Zie myne Aanm. op uit 7 D. bl. 159. r. 18 (o) BoNQAM. Orai. Seeul de feed. Iraj. f. m. Ca. en Verzam. 3 l>. bl. 49. CO BeNDAivr, Verzam. 3 O. 11. 256 cn viJgt.i o,k 4 D. i\ 3:9 en velgg. *  AANMERK, op het VII. DEEL. 71 anderen bevreesd, van, langs deezen weg, begrepen te zullen worden der Gendfche Bevreediging den bodem in te liaan, (een zaak die Orange zelve gevoelde) en dit alles veroorzaakte een uitftellend antwoord (c). Hier kwam by, dat de Stadhouder Hierges, de zyde van Don Jan volgende , en nu voor Vyand 'sLands verklaard zynde, zonder dat deszelfs plaatz tot nog toe vervuld was, het duur der zaaken in verfcheiden' handen llingerde. Men oordeelde dan noodig, naar eenen Stadhouder uit te zien, die de zaaken, met nadruk, konde voortzetten. Doch, daar men nopens de keuze zeer oneenig was, daar fommigen Orange, (die 't egter affloeg,) anderen den Graave van Egmond, van Bossu, van Alpen , of Kuilemburg noemden, wierdt, eindelyk (d) , de Aartshertog verzogt den perfoon te bepaalen, en de Prins (nu algemeen Stadhouder der Nederlanden) het werk te befpoedigen. Sedert namen de zaaken, onder 't beduur zyner Doorlugtigheid, zodanig een leiding, dat deszelfs Broeder, Jan, Graaf van Nassau, tot dit gewigtig Ambt beftemd wierdt, het zelve aannam en, den 22. van Bloeimaand des jaars 1578, wierdt jaangefteld (O- Graaf Jan hadt zig, van den beginne der Spaanfche beroerten af, hier te lande, zeer verdiendelyk gemaakt (ƒ). Hy was'er, nog onlangs, wegens den Aartshertoge geweest en, (<0 Bondam', Verzamel. 3 D. tl. 231.; 4 D- u- 483 ««284. el Orat. Secul. ƒ. 63. _ ,r „_ 00 Op 28 Jan. 1578. Landdagreges, by Bondam, Verzam. 4 oVbondIm? Stc"1- f- m' 7*' verseIyk Bondam, Verzam.4 O. tl. 38 ,80,139714^ ea 5 O. bl, 3,4> 7 , 9, » j !3(ƒ) Wagen. Vaderl. Hift. i D. tl. 267, 27,1. enz. E 4  7* BYVOEGSELS s.n en, in Louwmaand laatstleden, hadt hy, op zynen naam en door zynen Geheimfchryver Andreas Chrisïiaan, genaamd Kerste, by de Afgezondenen der Staaten van Holland op feene vereeniging met Gelderland, doen 'aandringen (g)- welk Gewest, kort te voren, twee Afgezanten, met naamejr. Karel van Gelre cn Henrik van Bryenen, naar de Staaten van Holland , met verzoek om hulp, by vyandlyken aanval , hadt afgezonden en , wegens die Staaten, toen te Delft vergaderd (/)), een gunftig antwoord, op voorfchryving zyner Doorlugtigheid, hadt verkreégen. Onder Graaf Jan, wiens openbaare en gewigtige Ambtsbediening hem nu meer betrekking en invloed op de Staatsleden , ook der nabuurige Gewesten van zyn Stadhouderfchap, Cf) In dit Voorllel, zynde van den 16 Ju!y i5?8 fby V^n" Sn bel, Bundel van onuitgegeeven Stukk. , ü. bl beroept ztg Chkistiaan op een Aanlpraak , door hem i„ „ den nam» my. genadig, Hecren, oüer vyff maendcu , gedïen " t l. te bejammeren, „ar ie Refolnricn van Holland, federt van pijmaand Hes jaar. 1577, tot den 21. derzelve Jtannd van den jaare .578, hier weder ontbreken waar door ofli o„k deeze Aanbraak e» verfcheidene Zderi ZZ ««ivke, zaaken van dit vak. geheel onbekend zyn gêwe" ven. I„ de gefchrevene Verzameling, door my , op u 5S r«) allner aangehaald, heb ik'ereenigen, fchoon van minder belang, federt den 23. van Herfstmaand, tot den 17 van Slagtmaand des jaars 1577, gevonden; zo «Is het geluk mv onlangs, en onder myne eigene Verzameling van vroegere' ÏStoFïrï*? d0C" nü,,.,dt'kkcn«'" oorfprnn8 vkdubbe d?d« Hollandfche Staats-befluiten van den to.ao, "2 1? «V?„ eS July des jaars 1572; die men , zo als verfcheiden1 andere Staatstukken, thans te vinden in de fenoone Verzamelingen der Hecren IJonbam , van op. Spiegel en van Hasselt, voor verloren agtte. Vergelyk myne Aanmerk, op Wagen. 6 D. bl- 370. r. 13. Ik toeken dit alles alleenlyk aan, om de Min naaren van s'tands Gefchiedenisfcn tot nafpooring op te wekker OJ> Ik vinde deeze Inzonderheid in een ongedrukt liefluir der staaten van Holland, van xxr Olar.is ,578, aan my, met' Veele andere Papteren, beleefdelyk, medegedeeld, dow den Heere Bprgemeefter van Hagelt; in wiens S,ukien Zr i, Ver , l' \-'fl°r'" °'u ' fp Zy" tVd' Ml Scplaatst worden. Verstl. LtNü/M, Verzamel. 5 D. bl. 376,  AANMERK, op het VIL DEEL. 73 geeven moest, namen de zaaken, wel ras,eenen meer ernftigen keer. De aanftaande Bondgenooten wierden, niet flegts in Slagtmaand, (als by onzen Wagen.) maar reeds tegen den 15. van Zomermaand (1), te Arnhem befchreven. Hier fprak men, met den anderen, over, of bragt, zo ik liever denken zoude, in gefchrifte, een Ontwerp van nader vereeniging, tusfchen Gelderland, Holland, Zeeland, Utrechten Overysfel, ten by wezen, naar het fchynt, van den Graave van Rennenberg, Stadhouder van't laatstgemelde Gewest (/e;. De Leden namen, denklyk, aan, hier over met hunne Meesters te fpreeken, en keerden t' huiswaarts; doch 'er liep een vierdedeel jaars, eer men weder by den anderen kwam (/); in welken tusfchentyd egter, Graaf Jan (t) In de Befluiten der Staaten van Utrecht (by Bondam, Orat. Secul. f. n. 76.) wordt, op den 14 Juny 1375, gezegd, dat de Vergadering zig op Sondag binnen Arnhem moest laaten vinden. De 14 Juny viel op een' Saterdag , en de naastvolgettde Zondag, (de zin leert dat men deezen bedoelde) op den 15, zynde de Zondagsletter E. (&) Rennrnbkrg zegt, in de Verklaaring, door welke hy, op 11 Juny 1579 > tle nadere Unie omhelsde, dat tiit Verbont, in verleden Somer, tot Arnhem, in onfe prcfencie, ende ., met onfe Aduys, geconcipicert — is." Anderen, egter, vermeencn het woord Zomer, alhier, in een ruimer' zin te moeten nee men, en denken om de maand September. Spiegel. Vo >rred /. c. II, 25 en -6 'sG«avkzande, Unie Herdag'. bl. 59 en 60 (x). (f) Als men nagaat, hoe veel gewilligheid 'er bevorens, byzonder by Holland en Zeeland, nopens dit Werk, gevonden was, zou dit draalen kunnen vreemd fthynen; maar, misfehien, zal men niet ver van de oorzaak af zyn, wanneer men overweegt, Vooreerst, dat 't gezag zyner Doorlu;tigheid, hoe zeer in fchyn hooger gereezen, egter, federt deszelfs afwezen, in deeze Gewesten merklyk geknakt was; in zo verre dat hy, om deezen tyd, reeds zyn werk maakte, om Graaf Jan tot zynen Vertegenwoordiger te doen kiezen; Tin tweeden, dat men overal verfpreidde, als wilde men, ondanks de bewoordingen, in 't ontwerp der Unie, duidlyk, voorboomende, deeze Gewesten van de overigen affcheiden, en de Gendfciie bevreedigiDg breeken; Ten derden, dat, daar men, tot nog toe, flegts over een nadere verbintenis met eenise Gewesten, om elkander in nood te helpen, ge- E 5  74 BYVOEGSELS en Jan (op wiens naam nu dat geene verrigt wierdt, 't geen de Prins, hoe zeer met hem te famen werkende, als algemeen Stadhouder der Nederlanden, nietzo opentlyk, konde verrigten) geen moeite fpaarde, om de Leden tot ipoed te vermaanen en de gevoelens tot één te brengen; waar toe hy, niet alleen zyn' reeds gemelden Geheimfchryver , in Hooimaand , naar Utrecht (tri) en Holland zondt, maar ook, nog in die zelve maand, en ten zei ven einde in perfoon naar dit laatfte Gewest toog. Dit kort hellek duldt geenzints de, toenmaah'ge, byzondere gevoelens der onderfcheidene Gewesten en Leden van dien, op te tellen; ook heeft de naarftigheid van anderen dit Stuk tot groote klaarheid gebragt («), en men mag op nog meerdere hoopen, indien een zeer kundig Schry ver ons de vrugt zyner beloften, eene Staatkundige Historie naamlyk van deeze Unie, t'eenigen tyde, mogtedoen erlangen (o). Namen, nogmaals, eerst te Arnhem, in 't begin van Herfstmaand (p)t toen te Utrecht, in Wynmaand (q), daar na, ter zelfde plaatze, in arbeid Iiadt. 'er nu nieuwe vooi(lagen, by het, in den Tekst vermelde, Ontwerp, ('t geen ik liefst zou aanzien voor de Memorie van zelere Punten, by den Hecre V. d. SnrCEL, onder de Omwetpcn tier Unie. bl. i. Letter A., voorkomende ) gedaan wierden, met naame om zig, nopens 't pcinct van de Religie, (l, c p 5.) „ te reguleeien naervolgende de Religicm „ vrede ly den Eertslertege Matthias — geconcipieert, enz. " ■ 'tgeen, geheel cn al, tegen de, thans, in Holland en Zeeland aaiigenoomccc, maatregulen aanliep, O) Bondam, Crat. Secul. f. 76 ()• O Zie, byzonder, Bond. Hifi. van de Unie, by Paului, Verklaar, der Unie. 1 D. bl. 9. §. 4. ~ 4;, jg cn 'sCtAVi zande , L'nie Hetdagr. II. Cc—69. (e) Van de Spifgel ,Bericht voor den Bundel. 1 D. bl. 1 welke Bundel, voor't overige, de Bouwftoifen lot dit werk vervalt CtV Refol. HolJ. 2 Sept. 1578. bl. 12. (f) Bokdam, Oret. Secul. fel. 81 *; 8».  AANMERK, op het VII. DEEL. 75 in Slagtmaand (r), was byeen gekomen, en het eerlte plan nu, meer dan eens, overwogen en, hier en daar, merkelyk veranderd hadt, wierdt, eindelyk, op die zelfde Vergadering, den 6. van Wintermaand des jaars 1578 , door de Gernagtigden van Holland, Zeeland (Y), Utrecht en Vriesland O), een nader ontwerp . uitgebragt en, om naar 't eind van zaaken te fpoeden, geteekend, niet alleen wegens de zo eveno-enoemde Gewesten, maar ook alle de overigen , die genoodigd, fchoon nog niet verfcheenen, waren, met naame Gelderland en Zutphen, Overysfel, Groningen en Ommelanden, Lingen en Drenthe («); zo egter, dat deeze Teekenaars niets deeden , dan op •welbehatgen hunner Meesters, welker verklaaring men, tegens den 10. van Louwmaand eerstkoomende, te Utrecht zoude inbrengen (y). Nu naderde 't gewigtig tydftip, waar op de los gelegde knoop der nieuwe en nadere vereeniging of, voor al tyd, toegehaald, of, mooglyk, ontftrikt ftondt te worden. Zeer veele moeite veroorzaakte dit uiterst befluit in veele Gewesten. Holland, Zeeland, (ondanks de zwaariir heden van Middelburg) de Groning- fche O) Bondam, /. c. p. 84. fV) Reiol. Holl. 25 Nov. 157S. Bl. 41. en het Creicntiaal by V. e. Spiegel , Bundel. i D. Bl. 104. (<) Bondam, Orat. Secul. f. 3s «< 86. alwaar breder. («) Zie over de redenen hunner afwezigheid, met welke ook 'een deel der Utrechtfche Geesteiykheid zyne weigering van te teekencn dekte, 's Gravez. Unie herdagt. BI. 66 en 67. (c~)Conf. Bondam, 0>-at. Secul. ƒ. 87 f». en V.d. Spiegel. Bundel. 1 D. Bl. 67, *«, 83 en 90. (v) Zie Ontwerp. D. by V. d. Spiegel , Onvwttpeti der Unit. II. 15 en 79. Die van Gend keurden „ mede ep welbebuegen vga 'baertieden Meejisri," het Verbond, ten zeiven dage, goed. Van be Spiegel. Bundel. 1 D. tl. 116 en 117.  76 BYVOE G S EL S en fche Ommelanden en Lingen, befiooten 'er ras toe, en gaven, reeds voor den tyd der bepaalde byeenkomst, den noodigen last op hunne Afgevaardigden (w); maar, fchoon de Stad Utrecht, reeds op den 9. van Wintermaand en, op den 70. daar aan volgende, ook de meerderheid derRidderfchap, van dat Gewest enWykte Duurftede, eengunftig befluitnamen, 't welk Rhenen hoop gaf te zullen navolgen, bleef egter, behal ven Montfoort (x) en Amersfoort, ('t geen eerst in 't volgende jaar dooide wapenen kon bedwongen worden) (y) ook de Geestelykheid, cn dus het eerde Lid der Staaten, haare Item weigeren fs); waar by nog kwam, dat de Ridderfchap van Gelderland en Zutphen op den j 6., en die van Nymegen, op den 22., van Louwmaand des jaars 1579, hunne Gemagtigden flegts gelastten , om 't befiootene nader te brengen ter kennis van de Zenderen (0); terwyl Vriesland en Overysfel zig wel gunstig geneigd toonden, maar, deels om 't afwcezen van Rennenberg , (die een' dubbelden rol fpeelde en de Staaten blinddoekte) deels om de kortheid des tyds , uitilel vroegen (£) , en die van Groningen cn Drenthe de nadere vereeniging affloegen (c). Ondertusfchen was Graaf Jan, nevens eenige Afgezondenen van Gelderland,Holland, Zeeland en der Ommelanden, ten beitemden ty- (iv) Zie dezeiven by V. d. Sputgel, /. c. bl. 121, 126,128, 137, 143, 147. vergel. s'Gravezandk, l. c. bl. 72—75. en Biivn, Hift. van de Unie. bl. (x) Pontanus, Hifttr. Gelr. fel. 938. (y.i Zie Wag. bl. 286. (z) Bondam, Orat. Secul. jol. 93—95. (ƒ) (a) Spiegel, Bundel. 1 D. bl. 154 en 161. (b) Spiegel, /. c. bl. 123, 124 en 159. co c bl. 119 cn 131. Vergel. ook /. *. 1 D. bl. 243.  AANMEPvK. op het VII. DEEL. 77 tyde, te Utrecht gekoomen. Men overzag toen, nevens die Utrechtfche Staatsleden, welken der goede zaake waren toegedaan, 't ontwerp nog eens, bragt 'er eenige , maar weinige, verandering in, en zou, alvorens tot de eindelyke teekening over te gaan, denklyk, nog eenigen tyd de afwezende Leden ingewagt hebben, indien niet de onverwagte tyding van 'sVyands inval in Gelderland, en 't wegneemen van Straalen en Erkelens, de Leden, eensklaps, van meening hadt doen veranderen. Sedert dat oogenblik, oordeelde men allen uitftel gevaarlyk, en agtte zig (hoe zeer 't gerugt ging, dat die van Vriesland, Overysfel en Vlaanderen onder wege waren) genootfaekt , met de aanwezende Leden, te fluiten, om den Vyand, met vereende kragt, te kunnen keeren. Dit wierdt dan, om des noods wille (d), den 22. van Louwmaand, vastgefteld, terwyl de, zig gunstig verklaard hebbende, Utrechtfche Staatsleden , van dien nood een deugd maakende, ftraks uit elk der Kapitlen één Lid benoemden, om, wegens de weigerende Geestelykheid, 't Verbond te teekenen, met bedreiging van de benoemde perfoonen, zo zy mede weigerig waren , uit de Stad te leiden en hunne goederen aan te liaan (V). De 23. van Louwmaand des jaars 15-79 was de, altyd gedenkwaardige, dag, op welken, de meeste Afgevaardigden der vyf aanweezende Gewesten de Unie teekenden. Ik zeg de meesten; want, dat niet allen, ten zeiven dage, on- (d) Zie by V. D. SpifxeL, /. e. 1 D. bl. 190—198, 268 en 270. en brief vau Graaf Jan , op 21 en 27 Jan. 1579. MS. by den Heer V. Hasselt. (O Spisqsl, /. e. 1 D. bl, 164, 1Ö5, en 170 en 177.  7s BYVOEGSELS en onderteekenden, blykt ook daar uit , dat Lodewyk Schore , wegens 't Kapittel van Oudmunfter, te Utrecht, zulks eerst op den 27. of 28. dier maand verrigt heeft (ƒ). Men befloot, voorts, dit eerst onderteekend Stuk, eerstdaags, te doen drukken (g) * zo als ook , doch na den 4. van Sprokkelmaand, gefchiedde (K). -Wat (ƒ) Ö8NOAM, <~>rec. Secul. ƒ m. 90. (i). (g) Swesïl; Bundel, i i)." U, ïyo en 199. (bj Van deezen eerflen druk „ tUtrecbt, by Coenraet „ Henr'ickz:, vzeetiende in de gulden Engbel, hy die Gaert„ hrugfbe," zyn my drie Exemplaaren voorgekomen. Men leest, asn 't einde,deeze woorden, „ Gecellationeert tegens die „ origii cle beteyckède Unie, es defe Copit bevonden daer snede „ te accorderen, by my Lamzweert" en zy houdt, behalvtn de Unie, niets anders in, dan de „ Ampliatie van 't 15. „ arttcule," op den 1., en de toeftemming van Gent oj) den 4., van Sprokkelmaand des jaars 1579. Zie verder s'Gravezande, Unie berdagt. bl. 262—264., alwaar zeer waarfchynlyk gemaakt wordt, dat dezelve, tusfchen den 4. van Sprokkelmaand en den 5. van Lentemaand des jaais 1579, is in 't licht gegeeven. Zeer te bejammeren is het, dat dit, eerst onderteekend, 001-fpronglyk Stuk, 't geen my, van goeder hand, gemeld wordt, denkelyk, nog ten jaare 1596 of 1597 > aanweezig geweest te zyn, federt, of verlooren, of, ten minfte, in 't ongcrccde is geraakt; wordende, egter, 't gemis hier van, verzagt, door een tweede en, insgelyks, by de Gemagtigden der Bondgenooten, eigenhandig, onderteekend Origineel, 't geen de Nakomelingschap te danken heeft aan de vlyt'ige nafpooring van den zeer kundigcn Klerk van den Raad van Staaten, A Bogaers , die , alleen ter voldoening zyner Weetlust, de Archiven van den Raad naauwkeurig doorzoekende zeer gelukkig (O Ik weet, dat s' Gravezande. /. c, bl. 87, zig bepaald tot den 25 Febr. 1579, zig, beroepende op de Hollandfche Refolutien van dien dag, alwaar ik ook vinde, ,, Die vr.it ,, Zee: ar.it hebben vet tinei t uyt den naem van de Staeten ven Zeelaxdt, t felve Verbont ende Unie, mitsgaders de Pcinctcit „ van 't Gouvernement van zyne Excell., in alles, geduyrende den oorlogby als voeren te helpen etidei houden ende confirmee„ ren. " Maar de zamenbang deezer woorden , niet de korts voorafgaande , leert my, dat, hier , alleenjyk van de Unie, „in Mey >87<5," tusfehen Holland en Zeeland aangegaan, gefproken wordt. Nopens Middelburg zie men breeder, Van de Spiegel, Bundel. 1 D. bl. 38, 63, 85, 98, 143, 147, 194» 2É5, en 307; ook s'Gravïïande , Unie Herdagr. bl. 87—92. tm) Refol. Holl. 12 Febr. 1579, bl. 17. F  8* BYVOEGSELS en dering der Baanderheeren. De aanhoudende weigering deezer laafden, kostte hun, in vervolg van tyd, de zitting ten Landsdage («). In Friesland zie ik, dat de Stad Harlingen , eerst op den 14. van Oogstmaand, last gatter onderteekening (V). Ik vinde niet dat Overysfel geteekend hebbe; maar, in Oogstmaand des jaars 1579 , en breeder op dm 9. van Lentemaand des jaars 1580, verklaarden zy zig onalïcheidelyk te willen houden by de algemeene Staaten en die der nader vereenigdc Gewesten , teffens zig verbindende tot het draagen der gemeene lasten. Die verklaaring wierdt, door de nader vereenigde Bondgenooten, met wederkeerige toezegging van hulpe, aangenomen. Men leest, dat de Oveiysfelfchcn, tegen't einde deszelfden jaars, befiooten eerrigen hunner naar \ Kollegie der nader Unie aftevaardigen, 't geen ik egter niet weeté, of, federt, gefchied is (p~). 't Schynt dat Groningen, op den 1 u van Hooimaand des jaars 15-9, in navolging van haaren Stadhouder,Rennenberg, heeft toegeftemd (q~). Dat ook Drente, op den 11. van Grasmaand des jaars 1580, mede geteekend heeft, blykt uit het (V) Bondam, 0*at. Secul, f. m. ioö— IoR. (6 SCHWAKTZENB. Charterboek. 4 ü. bl. 64. fp\ Bondam, I. e. fel m. 108-110 et 112-119. en s'gravez. I. e. bl. 273—277. Wanneer men vindt , dar Overysfel, nog ten jaare 1583. geen lust tot de nader Unie hadt, (zie V. Hatti M. Gefcblti. der Stad Zwolle. 3 D. i St. bl. 212, 215 en2i6. ook Paui.us, Verklar, der Unie. 3 D. bl 302 en 303.) Zoude ik dit,liefst, in dier voege opvatten, dat dit Gewest zig, toen ten tyde, nog niet bepaald hadt om, met verlaating van 't algemeene, voortaan ,alleen]yk het nadere, Bondgenootlchap te omhelzen. D 't voor't overige de Eed , by onzen W.'csn (_*/. 266 alhier •, uit Dumbar , aangehaald , niet aldus , door gantsch Overysfel, maar alleenlyk ir. Deventer, is afgelegd, kan me* zien by Bondam, /. e ƒ. m. ƒ. 114. (*) Bond, Hift. der Unie. /. c. bl. 44 en 45.  AANMERK, op het VII. DEEL. 83 het oorfpronglyk Stuk van den Raad van Staate (r). Nopens 's Hertogenbosch zal men , alhier, op bl 92 en volgende, eene afzonderlyke aanteekening vinden. Wat, eindelyk, den Prinfe van Orange betrefFe, onze Schry ver heeft reeds de voornaamfte redenen opgegeeven (s), waarom zyne Doorlugtigheid een pooz draalde, eer hy de Unie aannam. In de daad, fchoon men, te Utrecht, fpoedigeu dan 't eerlte voorneemen was, geflooten hadt, is 't egter niet te denken, dat zulks, zonder 'sPrinfen kennis en onderhandfche toedemming, zal volbragt zyn. Hy zal, zo zeer als iemand, gevoeld hebben, dat Gelderland, alleenlyk door dienftap, uit een, toen oogfchynlyk, gevaar, kon gered worden, en, gelyk Dordrecht, ten opzigte van zeker punt der Unie, den 24.van Sprokkelmaand des jaars 1579, op 't believen zyner Doorlugtigheid toeflemde, verklaarden, vier dagen daar na, de Staaten van Holland mede, dat fy dcfelve Unie s op V believen van 3, fyn Ex* hebben geadroyeert." (t) De Prins dan, fchoon alles, door Graave Jan, hebbende doen beftuuren , hadt, voor zig zeiven, de nadere Unie, ook na zy geteekend was, begundigd; dit was, byzonder in zyne Stadhouderschappen, bekend, maar, zekerlyk, een daad van minder gewigt,dan, voor heel de waercld,aan te neemen deeze Verbintenis van flegrs eenige Gewesten, daar hy, onder Matthias , en we- (r) Zie ook Bond, Hifi. der Unie. !. e. tl. 45 en 46, alwaar men. te regt, hee/t opgemerkt, dat het geheugen onzen Wagrn , alhier, bedrogen heeft. (j) Vader], Hift. 7 O. */. 249, 250 en 267. (t) Refol. Holl. op 24 en 28 Febr. 1J79. W. 27 en 3a. F 2  84 BY VOEGSELS en wegens de algemeene Snaaien , Stadhouder was van allen. In die laatde hoedanigheid, in welke, alleenlyk , men hem, alhier, moet -befchouwen, en hy ook zig zeiven befchouwde, kost hy niet roerloos gedoogen, dat, by voorbeeld, de RoomfcheGodsdienst, met geen gundiger oog was aangezien, noch 't gezag van Matthias , als; Hoofd van 't Bondgenootfchap, erkend, en dit zettede hem (die, voor zig zeiven, meer dan fommige Staatsleden, voor verdraagzaamheid in de leer, en voor een Hoofd in de Regeering, was) gereedlyk, aan, om, door den Aartshertoge, eene algemeene Staatsvergadering, te doen befchryven, tegen den 26. van Lentemaand des jaars 1579; werwaarts zyne Doorlugtigheid de Staaten van Holland , by gefchrifte, erndiglyk verzogt. en vermaande, hunne Afgevaardigden te zenden («), en alwaar, federt, over vrede, oorlog , 't opbrengen van penningen , en , byzonderlyk, over den Godsdienst , en 't gezag van een Opperhoofd, geraadpleegd wierdt, by een nader Ontwerp voor eene nieuwe en, zo het heette, vastere, Unie, over alle de Nederlanden, 't geen den Leden, op den 22. van Grasmaand daar aan , wierdt over- («) Uit de Refol. der Vroedfch. van Gouda 14 Martii 1570. hl. 2Ö5- blykt, „ dat zyne pr; JEx'/c hy MiJT', van den 4 bevoorens, den Staaten „ zeer ernjlehck verjhe'ckt ende ver„ maendt, dat de Heeren Statten, jegens xxvi defer niaendt „ Martii, lot Antwerpen zullen febicken bewe Gedeputeerden in ,, competenien getaele ende genoeebzaem , zoe veel als jmmermeer ,i moegelyk werdt ge-auctorifeert. omme goede ordre te helpen „ Jlellen op de zaeeken ende affdiren van de Preuintien, ten „ eynde d'Inconuenienten moegen teerden geredreffiert, daer jnne „ d'felue Preuintien zyn geualltn." Zie ook Refol. Holl. 24 Maart 1579. hl, (Si,  AANMERK, op het VII. DEEL. 85 overgegeeven (y). Dan de Afgevaardigden der Utrechtfche Bondgenooten, op de uitnoodiging, nu ter dagvaart tegenwoordig, namen klein behaagen in dit Ontwerp, vertoonende, onder anderen, hoe, nopens den Godsdienst, by 't gedrag van Utrecht genoegzaam voorzien ware, door 't affchaffen van allen gewetensdwang, en hoe gevaarlyk het zyn zoude, daar de Walfche Gewesten geenen, dan den Roomfchen , zouden voordaan, dit duk, in 's Lands verwarden daat, aan nieuwe gefchillen te onderwerpen. Ook dagten zy, dat 't gezag van Matthias, en van de byzondere Landvoogden, te hoog, by 't Ontwerp, getrokken was en, hier door , t' eenigen tyde , den weg tot voorige , of ftrengere daverny, ftondt gebaand te worden, in plaatz van te arbeiden tot verkryging der oude vryheid ; betuigende zy, egter, dat men zyne Hoogheid niet uit de nadere Unie gelaaten hadt, om hem te verfmaaden, „ mer vuyt zaecke, dat die van ,3 Hollant ende Zeelant hem noch nyet ge„ accepteert cn hadden (V);" voor 't overige, 'er by voegende, dat, nadien de Aartshertog, by de Provinciën, op zekere voorwaarden , was aangenomen tot algemeen Landvoogd, hy zig daar aan mogt houden, en dus de, te Utrecht vereenigde, Gewesten, „ zig door hunnen Unie niet wilden onttrekken van de „ onderdanicheyt, die zy zyn Hoocheyt re„ fpe&ivelick J'chuldich waren. " Oran- (») Zie het zelve by den Heer V. d. Spieg. Bundel. 2 D. bl. 31. daar, egter, geen dag of maand-teekening gevonden wordt; doch boven het zelfde Stuk, onder de Papieren van den Heere G. v. Hasselt, leeze ik, ,, Concept der Union „ binnen Antwerpen eeuergelevert den xxii'* AprilisAnn»l%7<)* (w, Zie /. t. by V. d. Spiïgel. bl. ö 1—164. F 3  S6 BYVOEGSELS en Orange, niet ras den moed verliezende, fpaarde, ondanks de verfchillende denkbedden op de Antwerpfche Vergadering, geene moeite, om het Utrechtsen Bondgenootfchap,'t zy dan op den voet der aldaar getroffene, 't zy naar leiding der, te Antwerpen, nader ontworpene, Unie, uit te breiden ook over de Brab.mclfche en andere Nederiandfche Gewesten, en 'er dus eene, zo veel mooglyk algemee«e,Unie, van te maaken(V). Van hier, onder anderen, dat hy zig niet eerder, bepaaldeiyk, voor de Utrechtfche verklaarde, ja zelfs den Graave van Rennenberg, die dc toeftemming van den Aartshertoge en zyner Doorlugtigheid, om in de laatstgemelde Unie te treeden , gevraagd hadt, een' geruimen tyd, naar antwoord liet wagten. In die omftandigheid en in 't vooruitzigt van 't gevaar, 't geen, door 'sPrinfen langer draalen, den Utrechtfchen Bondgenooten boven 't hoofd hing, meenden deczen de zaak ernftiger te moeten aanvatten. Zy fchreeven dan, op den 29 van Grasmaand, aan zyne Doorlugtigheid dat de rigtige (y)en zo noodzaaklyke heffing der middelen in de Ommelanden, en het al of niet toetreeden van Friesland en Overysfel tot hunne Unie , alleenlyk afhing van den Graave van Rennenberg, Stadhouder dier Gewesten; dat deez dit Verbond wel voorvvaardelyk hadt aan^ f» Zie 's Printen Brief en Voorftel, by V. d Spiegel Bundel; a D hl. 96 en 294 en 295. ' (f) IWy is niet voorgekomen , of Holland aan den Prinfe af: nderiylc fchreef; dat Zeeland het deedt, en zyner PoorIugtigbeid verzogt aan Middelburg een voorbeeld ter navol, gin ; .e eeevcn, kan men zien by V. d. Spiegel, Bundel. i. D. bl. 98. '  AANMERK, op het VII. DEEL. Z? aangenomen, t.w., mits de Aartshertog en zyne Doorlugtigheid, zyn doen goedkeurden, maar dat hy nu wederhouden wierdt het zelve, rondelyk cn openlyk , te bevorderen ; voor eerst, wyl hy noch antwoord, noch akte van toeftemming , op zyn verzoek, bekomen hadt, waar uit hy vermoedde , dat zyne verrigting den Aartshertoge en zyner Doorlugtigheid niet naar den zin was; ten tweede, wyl hy fcheen te willen afwagten , hoe c met de voorflagen, op de Antwerpfche byeenkomst gedaan, zoude afloopen. Zy voegden 'er by, dat thans, verfcheiden' andere Steden en Landen mede dien weg infloegen, voorgevende, dat de Utrechtfche Unie tegen den wille, zo van Matthias, als van den Prinfe zelve, was opgerigt, 't geen ook verfcheiden kwaade geesten , ten dienfte der Spanjaards, uitftrooiden, daar, ondertusfehen, naar hun begrip , het Antwerpsen Voorftel alleenlyk kon ftrekken en fcheen uitgevonden , om oproer in den Lande te verwekken en, langs deezen weg, de uitwerking niet alleen der Utrechtfche Unie, maar zelfs 't oprigten eener algemeene, te dwarsboomen.'Ten flotte, baden zy, zyne Doorlugtigheid den Graave van Rennenberg de verzogte toeftemming op de aanneeminge der Utrechtfche Unie te doen geworden, en ze ook, in eigen perfoon, te avoueercn,c»<& Afzeiden zy)/ocverre " des eenichfwts tnogelyk es , [onder eemch 'l langer vertrek, aljbe dat die voorjz. Graue "„ van Rünnbwberch van tfelue op den tui". van de toecomende maendt van Mey, als den >; Lantdach tot Deventer gcholden Jal worden, F 4 » ver  38 BYVOEGSELS en „ veradverteert mach wefen, ten eynde dat fyn „ Gen.diefaecke van devoorfz. Vnie opentlyck »» en(it te vrymoediger mach, vorderen (z). Zulk een nadruklyk fchryven trof den Pri'ns; hy merkte, ligtelyk, dat men zyn doen, hier te Lande, begon te mistrouwen, en, vooruit ziende dat de Antwerpfche onderhandeling, eindelyk, door 't volhouden van Holland en haare Medebondgenooten, zou moeten vallen en, met haar, alle denkbeelden eener algemeene Unie, gevoelde hy ftraks dat, door langer uitdel zyner toetreeding tot de Utrechtfche, ook deeze, en dus 't geheel behoud, zo van 't Land als van hem zelve, aan eenen zwakken draad dondt te hangen, dien de eerde flag van Parma's zwaard doorkerven zoude. Hybeflootdan, narype overweeging,opentlyk uit te komen, en deedt dit, te Antwerpen, op den 3. Mei des jaars 1579, by eene, eigenhandig geteekende en ., met zyn opgedrukt zegel, bevestigde, Akte, met zo veel omzigtigheid, egter, gedeld, dat zy, mynes inziens, genoegzaam aantoont de moei- (z") Ziedien Brief byV.D. SpiEGsr., Bundel, iö. bl qü-ioi strook, uiteen volgend .-'tuk, (*/. IDS.) blykt, dat de Bond-, genooten, deezen Brief, aan hunne Medeafgevaardigden in Braband zonden, met verzoek den inhoud van dien zy„er Doorlugtigheid, mondeling, met alle bescheidenheid. aan'S gecven ; want, zeggen zy, de „ Meffiu, by enS gauwer, fJ. „ de, bebben (vjyj iaermne eenege zwariebeyt beuenden,daer deur „ wy bei:,eh, zyn ,dat duennneyet foude wefen dat,, fyn Ex"' foude „ moegen „ffenceren, vermits wy nyet en weten offdie Pr'oDofirié van de Ueneraele Unie, aldacr (te Antwerpen; gedaen 'c „ werk van fyn Exc;« es, ende off zyn Excie met erll,£ 'd; ;, hant daer aen hult ofte nyet." Men heeft geen meerder bewyz nood.g, omtrend de omzigtigheid, met welke de veel zwygende en meêr doende Vorst, dit, zo teder als gèwigtig, punt behandelde, cn die zo verre ging, dat de U?rechrfeie Bondgenooten, 'sPrinfen h.uding niet kunnende doorfc ronden, eindelyk verlegen raakten wat men, ten deezen, yan Jiem vermoeden moest. ' ' •  AANMERK, op het VII. DEEL. 89 moeilyke geftalte, in welke hy zig, als algemeen en byzonder Stadhouder, bevondt, en hoe zeer hy vermyden wilde één der partyen te beleedigen. Immers, fchoon hy , aan de eene zyde , duidlyk , de Utrechtfche Unie, verklaarde aan te neemen en goed te keuren, was hy, aan den anderen kant, verre van het oogmerk tot eene algemeene te mispryzen , plotzeling de handelingen te Antwerpen af te fnyden, of den fchyn te geeven van iets, tegen den zin van den Aartshertoge, te willen onderneemen , waarom hy zeide de Utrechtfche niet omhelsd te hebben, dan na dat de Aarts-Hertog en een gróót deel der Provintien van herwaarts over (de Prins fchreef uit Antwerpen, en doelde dus op de byeenkomst aldaar) het aanneemenvan 3, eene alfodanighe Unie (a)" hadden goedgekeurd; agtende, verder, zyne Doorlugtigheid de hoogheid en gezag van Matthias, by de Utrechtfche, niet verkort, waar toe hem de, eenigzints gundige, verklaaring der Bondgenooten, ten opzigte van den zwakken Landvoogd, (alhier bl. 85. vermeld,) misfchien- te ftade kwam. Dan, dit zy hoe't wil, de opentlyke toetreeding van den Prinfe,gaf wel ras den zaaken een an- (a) Zo heeft de Tekst. Onze Wao. en andere kunciue Schryyers, veiftaan 'erdoor, de Utrechtfche Unie: maar, hadt Matthias. en hadden een groet deel der Provintien van bermaa-ts ever, de Utrecbtfi.be Unie aangenomen? Ik, voor my zou, liever, door de woorden ALSODANIGE Unie, verftaan, niet de Utrtcbtfcbe, maar eene foortgelyke en wel het Antwerpscb Ontwerp, dat, hier en daar, den Ufecbtficbea Tekst hieldt, fchoon met verfcheiden, aanmerklyke, veranderingen; en dan is de zin, dat, daar de Aartshertog, en veele andere Provintien buiten 't Utrechts Verbond, eene algemeene Unie nodig agtten, de Prins, hier toe, de Utrechtfche liet bekwaamde oordeelde en met zyn Stem aannam. Vergelyk-ook V. d. Spiegel, Bundel. 2 D. bl 131, F 5  9° BYVOEGSELS en ander aanzien; zy vestigde het Utrechts Bondgenoortchap, tot het weike nu ook, in Zomermaand hier aan volgende, Rennenberg toetradt, cn deedt het Antwerpsen ontwerp,al zagtkens , vervallen. De Prins zelve heeft, naderhand, gefchreeven, dat de Antwerpfche Vergadering, na vyf of zes maanden by een geweest te zyn, ten laatllen, cn dus omitreeks Herfstmaand des jaars 1579 , zonder eenig bcfluit te neemen, van elkander fcheidde (b). Bl. 286. r. 6. „ Men rigtte te Utrecht eene Vergadering op." Zie, over dezelve, de onderaangehaalde Schryvers (c). Bl. 268. r. 14. „ Men hadt hem een' Raad toegevoegd." De Raad, van wien onze Wagen, fprcekt, fchynt alleen betrekking tot de Burgerlyke zaaken gehadt te hebben. Sonoy wierdt hem gegeeven tot Krygsraad, ra dat de Staaten, bevorens, hunne gedagteo padden doen gaan over den Overden, Jonkheer K.uistoffel van YsSKLSTEIN (jT). Bl. 277. r. 10. v. o. „ De Aartshertog hadt de algemeene Staaten, op dezen voorflag en op andere punten, tegen den twintigden van Lentemaand, bejehreeven." Die andere punten waren, byzonderJyk, het aangaan van een algemeene en , zo men ze noemde, vastere Unie , van welke boven gefprooken , doch. door onzen Wagén,, niet gewaagd is. Men lecze voorts,den zes-entwintigften, voor twintig(len van Lentemaand (V). Bl. (b~) Zie hy v. r>. Spiegel , /. c. i 1>. bl. 295. (O PauiUs, Vcrkl Unie van Uir s'Gravbz. Unie herdagt. b'. c67. cn volgg. V d '■piigul, Bundel. 2 D. bl. 22. (ij. (4, Reffl. H. !l 18 Febr , 7 Maart cn 26 Juny 1579. bl. 34, 40 en 144. en 19 Vor. 1580 p. 246. («) De Brief van Befch'ryv. is van 18 Febr. 1579. by V. Hassxlt, uittegev. itukk. Vergel. v.o. sru-GtL, Bundel, s D.bl. 4.  AANMERK, op het VIL DEEL. 91 Bl. 280. r. 3. „ Hy berispte de nieuwigheid van 't zegel." Dit was dan 't zelfde Zegei niet, 't geen, (ƒ) de algemeene Staaten, reeds in 't begin van den jaare 1578, deeden maaken, gelyk aan en in plaatz van dat,"t welk Don Jan met zig vervoerd hadt, en 't geen ik liefst denken zoude 'sKonings Wapen verbeeld te hebben , waar van de algemeene Landvoogden, even als de byzondere Stad" houders , met naame Prins Willem I. Qg), zig bedienden, en 'twelk van dat der Staaten, 't geen Wagen. , alhier, uit de Refolun'en van Holland, befchryft,verfchildc. Men heeft, inde Befluiten van dit laatfte Gewest, aangetekend, dat men, in Oogstmaand des jaars 1576, „ gebruikt hadt het nieuwe zegel van de 5, Staaten, door last van dezelve (h); doch, ik heb niet gevonden, waar in het beftondt. Veelligt verfchilde het niet van dat geen, 't welk my, federt het jaar 1578, en zeer lange daar na, verfcheiden maaien, byzonder onder de Brielfche Charteren, onder 't oog kwam , cn een' , in den Hollandfchen tuki liggenden, Leeuw vertoonde, meteen' Standaard in den rechten poot, waar aan eene tweetandige Vlag , met een Leeuwtje daar in. Dit zou ik (ƒ) By Bondam , Verzamel. 4 D. tl. 245 en 247. (g) Hy gelastte, daarom 'sLands Advokaat ISuys , de Ref/y ten en Öürtiyen, by zyn afwezen, „ mét :s Kanings Zegel te bezegelen." Refol. Holl. 25 luly 1S79; zo als dit ook by den Hove en 't Leengerigt gebruikt wierd'. Refol. Holl. 17 Dee. 1579 */• 313- 't Zegel, 't geen men, in Zeeland, t?n jaare 1573 , belloot te doen maaken, (Te Watïr, ! m t wapen des Prinfen van Orange, gevolgd is. Over \ Zegel van den Hove van Holland van ouds, en varvolgens Zie,.Mo1: ,H?",,25 Julv en 17 Aug i$8i. hl. 388 ea 4:9,' ' (*; Refol. Loll. 23 Sept. 1579. 61. 225.  AANMERK, op het VII. DEEL. 93 hoorzaamheid en het handhaven der Roomfche leer, waar toe men hun ook denKeulfchen vrede hadt aangeraaden, en beloofd 't Ontwerp fpoedig over te zenden. Van hier, dat byzonder de Regeering weinig genegenheid toonde voor de Utrechtfche Vereeniging, en nimmer tot dezelve kwam, dan op het dringen der Onroomfchcn, doch, op eene wyze, die der Regenten goeden ernst, terftond, verdagt maakte, doordien zy zig bepaalde by eene eenvoudige afkondiging (/), welke, fchoon zy van denRaadhuize gefchiedde, en niet, als Wagen, zegt, alleen by uitroeping door een' Stads dienaar, egter den Onroomfchen zo zeer belgde, dat, op 't aanhouden van deezen, het Utrechts Verbond, ten zeiven dage, des namiddags ten drie uuren, van punt tot punt, moest worden afgeleezen (ni). Men mag dus veilig befluiten , dat de begeerte van 's Hertogenbosch, om in het laatstgemeld Verbond te treeden (»), even min (fl'tZal, tot bevestiging van dien, niet ondicnftig zyn, die Publicatie , wyl de Hiftoricfchryvers dezelve niet naauwkeurig opgeeven, hier, in haar geheel, by te voegen; zy luidde dus. „ Men laat weeten eenen yegelycken , van wegen defer „ Stadt en haere drye Eeden, dat diefelve hen conforraeeren „ metter Unie, den xxnj Ianuary leflleden te Utrecht ge„ publiceert eu onderteeckent. Aldus gepubliceert ter Peyeit ,, aff binnen i'Hertogenbiffcbe, den eerften luly anno vyf tien „ bondert negen en tfeventicb, inne frefentien van mynen Ileere „ van Loqture, Gouverneur defer Stad, Jeronimus Wynancs, „ Mr. Goyaert Lomberrs, Jan van der Stegen, Jonckhcer ,, Willem van Lier ende Gerard van Deventer, Schepenen , „ Frans van de Wiel, Juliaen Cleerhaeg, Jacob van Cafte„ r«n , Capiteyn derfelver Stadt. Onderftend: lek Jacob Doncii „ als Secretaris der voorfz. Stadt attcltere dat defe voorgaende „ fyn gepubliceert ten daeghe voorfz. ende was ondertekent. I. DoNCK," O) Men vindt daar van nog eene Copie Authenticq, onder Stads Archiven; doch ook niet meür, alzo Stads Notulen ovar deezen tyd ontbreeken. Wagsw. alhier. ■*/. 367,  94 BY VOEGSELS en min als de verzogte onderftand, aan de Regeering , maar alleen aan de Onroomfche Burgers, moet worden toegekend; gelyk, in her vervolg, nader blyken zal. Bl. 297. r. 2. v. o. „ Roomfchen en Onroomfchen raakten, op de markt, aan 't fchieten, op cikanderen, met fcherp." Zie van dit gevecht, tusfchen de Roomfche Burgery en het Schermers-Gilde, den onderaangehaalden Schry ver (o) , die hetzelve, uit eert gefchreeven Kronyk , onder my berustende, heeft ontleent en, daar by, eene afteekening gevoegd, naar de oorfpronglyke fchildery van dien tyd, die, thans, door den Heer althuizen, Schepen en Raad deezer Stad, bezeten wordt. Bl. 298. r. 12. v. o. „ Toen ontzonk den Onroomfchen de moed, en de meesten weeken „ met bewilliging der Wethouderfchap, ter Stad uit." Deeze uitwyking, zo van 'c ge. (V) Van Heurn, Hiöorie der Stad en Mcyeiy van 'sHertogenb. 2 D. bl. 102 en 103, en Oudïniiovkn , Befchryv. derzelve Stad. bl. 157. Het is meer dan wiarfchynlyk, dat het, eigenlyk, was een BefcbermtrsGUiie, daar het, uit Plantyn en Kiliaan, bekend is, dat de woorden Sttèrmir en Bcf-bcrn-.er, door elkander gebruikt wiertien; fchoon Vai.vr. Anorias, in Biblitib. Beg. p. 34.2, en uit hem C. Fuuman, Traj. Cnd. p. 6 dit Gilde Facïln gUdia'mia roemen. Mr. Hendrik Agyltevs, in de wandeling Henurik in den Hoorn geraamd, om dat het huiz, 't geen hy, in deeze Stad, op den Hoogen Steenweg, bewoonde,eeu'Hoorn tot Uithangbord hadt en nog heelt, was 'er het Hoofd af. Hy was een gebooren P.o;fchenaar, afkomftig uit Italien; een Taalkundig cn beroemd Regisgeleerde, wiens uittfegeevene Werken, door V. Anoreas, Paquot en andere worden opgegeven, en ue voornaame oorzaak, dat de Utrechtfche Vereenighg, en wel in haar geheel, wierdt afgekondigd; doch, kort daar na, zig hier niet h.nger veilig rtekenende, verliPt hy, met ccn aantal Burgers, deeze Stad, en vertrok naar Uirecht, alwaar by, len ivde van Lcuater, op den 27 Augus'us isfciS, Raad en ook Prokureur Genei aal geworden is. Zie ook van hem Van de Water, Utr. Placaatb. lt ü. bl. 105J.  AANMERK, óp het VII. DEEL. 95 geringfle foort der Roothscbgezinden , als, vooral, van Onroomfchen, naar Gelderland» Holland, Utrecht en elders, wierdt op eenige duizenden begroot, en niet weinig bevorderd door de Publicatien der Regeering van den 8., en byzonder van den 1 5. July, 1579 tegen het weder inkomen van fommigen, waar mede, vry duidlyk, de Onroomfchen bedoeld wierden, die men aanzag als eerde bewerkers der opgereezene oneenigheden, en ter Stad wilde^ uitdryven. Ook vindt men, onder Stads Archiven, reeds een' brief, door den Prinfe van Parma, uit Maastrigt, den 12. July van dit Jaar, aan de Regeering en Burgers van 's Bosch, gefchreeven , by welken hy zyne blydrchap betuigde, hen preez en dankte over de goede tyding, hern onlangs berigr, wegens de trouwe, en toegeneegenheid, die zy, feitelyk, betoond hadden, ten diende van zyne Majedeif, door, zo vroomlyk, te hebben tegengegaan de kwaade wille en de voorneemens van de Ketters, Seftarisfen en andere flegte Geesten, die niet anders poogden dan , in haare Stad, uit te roeien de oude Koomfche Godsdienst, en de gehoorzaamheid aan den Koning, hunnen natuurlyken Heer en Landvorst, die niets meer dan de nakooming deezer twee punten begeerde; waarom de Landvoogd hun, ook uit 's Konings naam, vermaande , op deezen voet, tot zyne Majefteit weder te keeren, hun verzeekeren de, dat zy nog met guarnizoen , noch met nieuwe belastingen, tegen hunne wil, zouden worden bezwaard, maar, daar tegen, in hunne privilegiën en oude herkoomen gehandhaafd. Gelyke dank- zeg- O) Zie by Bun, Befchryv. van s'Bosch. */. 44.-47.  96 BYVOEGSELS en zegging ontving de Regeering, by fcbryven van denHertoge van Terra Nova, uit Keulen, den 3.6. van July deszei ven Jaars, waar in zy niet minder tegen de Kalvinisten gewaarfchouwd wierdt, en aangefpoord gehoor te geeven aan de voordagen van Vrede, die aldaar flonden gedaan te worden. Noch in het jaar 1584, liet de Wethouderfchap, op de Markt, een' Autaar maaken, die men, jaarlyks, op den eerden July, delde, ter gedagtenis der overwinning en opgevolgde uitdryving der Hervormden, ten zelfden dage, in dit jaar 1579, voorgevallen^). Bl. 298. r. 9. v. 0. „ Sedert, dondt 's Hertogenbosch eene poos tusfchen beide en, in deezen tyd, verklaarde de Stad zig voor de Vredepnnten, door de Keizerfchen, te Keulen, beraamd." Uit het huiverig gedrag van de Regeering, in het afkondigen der Utrechtfche Vereeniging, en het weigeren van Krygsbezetting in te neemen, komt my niet voor, dat de Stad, een' pooz aarzelde, welke party te kiezen, maar dat zy, in deezen tyd, en zelfs vroeger, gezind is geweest, om tot de gehoorzaamheid van Spanje weder te keren en, daar toe, de Keulfche Vrede aan te neemen. Althans, wanneer eenige voornaame Burgers, vreezende, dat de afgeperde afkondiging der Utrechtfche Vereeniging van geene waarde mogt zyn, op den 3 July, de Regeering verzogten, die afkondiging te willen goedkeuren, wierdt zulks, na veel overlegs, toegedaan, doch op uitdruklyke, voorwaarde, dat die vereeniging geene fchade moest toebrengen aan de Keulfche Vre- cf) Stads-Rekening, van St. Romyt 1583 tot 1584, en ia die, van St. Rentys 1584 est 1585.  AANMERK, op het VII. DEEL. 97 Vréde, die reeds gemaakt was, of nog zoude worden (r). Met dat al draalde de Stad, (fchoon inwendig, naar het fchynt, bepaald,) of zy tot dezelve al of niet zou overgaan , willende, ongetwyfFeld, naar het voorbeeld der meeste Landfchappen en Steden, alvoorens afwagten, of, en op wat voet, de algemeene Staaten, thans te Antwerpen vergaderd, ten minden de Staaten van Braband, dien Vrede zouden aanneemen. Doch, nadien 's Hertogenbosch de eerde Stad is geweest, die den Keulfchen Vrede aannam , en zig weder begaf onder de gehoorzaamheid van Spanje, zal het wel der moeite waardig zyn, daar van nog eenige byzonderheden, uit Stads oorfpronglyke Stukken, kortlyk op te geeven. De Onroomfchen hadden naauwlyks deeze Stad verlaaten, of de Regeering en Burgery wierden, van alle kanten * ten derkde aangezogt. Wy hebben reeds van Parma's brieven en die des Hertogen van Terra Nova gewaagd, ook drongen 'er de Keizerlyke Kommisfarisfen, te Keulen, op aan, by twee Latynfche Brieven van den 5 en 29. Augustus des jaars 1579 (j)> en Terra Nova zelve, nog nader en derker, op den 13. van die maand en op den 1. van September deszelven jaars (*). Hy klaagde, by (r) ouden'hovkn. /. C. hl. 157- (7) Men zie ze, in 't Nederduitsch, by Boe. Nedeil. Oorlog. 13 ioz' (t) De Brieven vin 29 Aug. en 1 Sept. 1579- zyn van ge. lyken inhoud, als die men, aan Overysfel gefchreeven, aantreft by üumüar. Anal. Tom. 3, p. 70. en p. 578; alwaar men egter den laatften , verkeerdelyk, voor eene overzetting van den eerften, aanziet, daar zy zeer veel van den andercB verfchillen. Men zondtook dien rondgaanden Brief aan die van Arnhem, maar men liet ze, aldaar, onge-opend liggen, en zette G sr  o8 BYVOEGSELS en by dit laatfte fchryven, dat de Keurvorlren, en andere Keizerlyke Gemagcigden, na, lam>-, te Keulen, vergaderd te zyn geweest, van de Afgevaardigden der algemeene Staaten no"geen antwoord bekoomen hadden, op de, aan hun ter hand gedelde , Vredepunten ! verzoekende, daaromme, de Regecring, om , ten langden binnen drie weeken, het zy by Gevolmagtigden, of by gefchrifte, zig te verklaaren voor de verzoening met zyne Majedeit. Op den 25. van Augustus, wierdt hier aan, door de twee eerde en, op den 29. derzelve maand, door alle drie de Leden der Regeering voldaan, mer kennis van de Kapiteinen der Schutteryen, maar zonder de gedagten der Staaten van Braband in te neemen, van welken zy egter Leden waren. Men verklaarde zig voor den Keulfchen Vrede Cu), doch alleen onder den mits van, behalven de noodige befcherming en eenige andere punten , bezegelde belofte te zullen erlangen, dat dezelve Vrede , aan 's Konirgs zyde, in allen deele zou worden nagekomen, en men, by gebreeke van -den, in niets gehouden zyn. Terra Nova fchreef der Wethouderfchap, hierop, den 17 September, een gerustdellend antwoord, 't geen de Prins van Parma, vier dagen daar na, goedkeurde, en nu op een, niet meer voorwaardelyk, maar volledig, befluit der Stad aandrong, De drie Leden der Regeering, met 'er boven , „ nctpta dtn Uil Sept. Ixxlx, ftd hum ptrUDa xec dpertt." In dien Haat, viel die Brief, in onze dag«n , in han. den van den Heere Burgemecter van Hasselt, die ze 't eerst omfloot. (MS. aanteeken., my medegedeeld door den Heere van Hasselt.) («0 Uit en andere merkwaardige Stukken, in Stads Archiven te vinden, zullen, nevens anderen, tot 's Land* Hift©» rie betreklyk , by nader gelegenheid, het licht zien.  AANMERK, op het VII. DEEL. 99 met overleg der Kapiteinen, kwamen hier toe, op den 29. der meergezegde maand September, verwittigden 'er den Hertoge van Terra Nova van, op den 6. Oclober, en kreegen van deezen, op den 20. daar aan, nieuwe verzekering(y) van 'sKonings woofid. Ook zwaaide de Prins van Parma, op den 9. van Slagtmaand, der Regeering en Burgery eenen eeuwigen lof toe, hen waarfchouwende tegen de listen, en het weder inlaaten der Uitgeweekenen; en, op dat 'er niets aan ontbreeken zoude, betuigde Koning Philips zelve zyn genoegen, by een' eigenhandig onderteekenden brief, aan de Regeering, uit Madrid, den 22. van Slagtmaand gefchreeven (V), met aanmaaning tot dandvastige gehoorzaamheid , en handhaving van het Roomsch Geloof; waar na zyne opene Brieven (X), zynde van den 30. November 1579» volgden, by welken hy al de punten goedkeurde, waar op 's Hertogenbosch den Keulfchen Vrede hadt aangenomen, en 't geen hun, verders, door Parma, was toegedaan. Terra Nova begeert hebbende, dat de verzoening en 's Koning breede goedkeuring, overal, zouden worden afgekondigd, onder 't gelui der klokken en het doen eener algemeene Procesfie, als mede dat de eed van getrouwheid zou worden vernieuwd en, op het onderhouden der Vrede's punten, afgelegd, verdondt de Regeering, gezamentlyk, hier toe, op den 23, van Slagtmaand. De afkondiging wierdt, dien overeenkomdig, gedaan, van de puye van het Raadhuiz, op den 20. van 00 Onder Stads Archiven Invent. A. N°. 38a. (w) De twee laatstgemelde Brieven zyn onder Stads Archiven. /. c. N". 381. G 2  100 BYVOEGSELSen van Wintermaand, ailes in 't meergemelde jaar 1579 (-y). BI. 30c;. r. 10. „ De meeste Steden in Zeeland hadden toen nog geen harts genoeg, tot het doen van deezen flap." De algemeene Staaten, en die van Holland, lieten, te vergeefsch, door eene afzonderlyke bezending, dit Gewest aanmaanen tot verlaating des Konings (z~). 't Haperde niet aan de dem van den eerden Edelen, maar Middelburg, byzonder, zal 'er tegen geweest zyn (a). Bl. 304. r. 8. „ Jan/lag op den Briele." Om hier tegen, zo veel doenlyk, te waaken, hadden de Staaten van Holland, bereids de noodige voorziening gedaan (b). Bl. 309. r. 9. v. o. „ De Vergadering, getroffen door ditVertoog." De Prins hadt ook, kort te vooren, in een ander, zeer leezenswaardig, Vertoog, den hagchelyken en, voor hem en den Lande nadeeligen, dand der zaaken, den Staaten voorgedraagen (V). Bl. 323. r. 4. v. o. „De Staaten van Zee- (y) Zie, verder, van Heurn. /. *. */. 130 en 131. De Hertog van Terra Nova, en vooral de Prins van Parma, als algemeen Landvoogd der Nederlanden, heeft, federt, der Stad zeer veele gunsten beweezen; byzonderlyk , ook , door haar, op den r. van Sprokkelmaand des jaars 1580, toe te ftaan, gouden, zilveren en koperen Gelden te munten, 't Octroy hier van is onder Stads Archiven. Inventar. N°. 390. O) Van de Spiegel, Bundel, 2 ü. bl. 210—214. («) Satisf. van Goes bl. 77—82. (ij Brief der Staaten van Holland, van 30 Sept. 1579. MS. Men gelastte den Bailliu van Voorne de Landluiden te wapenen', te montterenen, van voorraad en levensmiddelen voorzien, te doen trekken binnen den Briele, met volmagt aan de Regeerirg, om de gebreekige Ingezetenen , als Rebellen en openbaare vyanden, te mogen handelen. Ook wierdt de bezetting verllerkt, en die van Zeeland, tegen eenen , mooglyken, aanflag van la Motte, op dat Gewest, gewaarfchouwd. Refol. van Holl. is Odlob. 1579. 24' en 142. (c) Spiegix, Bund. 2 D. tl. 240 en vtigg.  AANMERK, op het VII. DEEL. 101 Zeeland"hadden, omtrend deezen tyd—, een Rekenkamer opgerigt. Dit gefchiedde veel kater, t: w:, in 'tjaar 1594. De Inftruftie wierdt, na veele raadplegingen, eerst op den 20. van Zomermaand des jaars 1596, vastgefteld (d). Bl. 324. r. 4. „ Zeeland, begon zig — aan te merken en te gedraagen, als een Landfchap en Oppermagt op zig zelve." Dat Zeeland ook, oudtyds, een byzonder Graaffchap geagt wierdt, en Willem de V., afzonderlyk, dien titel voerde, heb ik, reeds voor* heen, aangeftipt (e). Bl. 354. r. 13. De Vereenigde Staaten — oordeelden." Dat dit egter, by deezen, zo vlot niet ging, fchoon de Staaten van Zeeland voor eene Staatsgewyze beantwoording waren, is, onlangs, duidlyk aangetoond (f). Ook (d) A. ds Jonge van Bruinissf, Staatk. Aanteek. over Zeel. Cap 8. MS. en tegenw. Staat van Zeel. i D. bl. 83. Sedert den Oorlog, waren deReekeningen van dit Gewest by Gouverneurs en Raaden en , daarna, by Gecoram. Raaden , opgenomen. O) Aanmerk, op Wagen. 3 St. bl. 33 en 61. Zie ook V. i). Wall. Handv. van Dordr. bl. 1416—1418. Leven van Prins Willem I. s D. bl. 367—371. (f) Van de Srinc. Bund. 2 D. bl. 278 en 279. In een Extract Verbaal der Bommelfche Afgevaardigden, nopens 't geen, by de vereenigde Staaten, thans te Delft vergaderd, verhandeld wierdt, leez ik, dat zyne Doorlugtigheid , opdeni3. van Wintermaand, voordoeg zyne Beantwoordiging te doen drnkken; dat op den 14, de meeste Leden, hier in, wel toeftemden, maar dat die van Gelderland en Utrecht daar tegen „ expres gepretefliert bebben f"dat men, op dien 14., beflooteen Jpeftille op 't 's Prinfen verzoek te ontwerpen, en, op den 17, na de leezing van het zei ve Ape/iil, (ontworpen, door de Raaden van der Wtrcbe, Semere, va* der Myle, Kalei en van Dienen) zodanig befluit nam, als onze Wag^n. , kortlyk, hier verhaalt en, breeder, by Bor, 16 B. bl. 251. en Byvoegf. p. 6s., te zien is; doch dat,op den 19. daar aan, eerst die van Gelderland, toen die van Utrecht, verklaarden, niet gemagtigd te zyn, die Apeftille goed te keuren, maar ze ter kennis hunner Meesteis te moeten biengcn. 't Is my, tot nog toe, niet gebleeken, of Gelderland en Utrecht naderen last gaven. G 3  io2 BYVOEGSELS en Ook loert my 't befluit, hoe men zig niet inliet in al de befchuldigingen, tegen 't huiz van Rourgondie, (zo noemde men toen nog 't huiz van Oostenryk, als 't geen de Nederlanden, uit de Bourgondifche erffenis, hadt bekomen (g)) die, aan veelen, niet beweezen en min ter zaak doende, voorkwamen (h). Bl. 360. r, o. f) 't Ontzet van Steenwyk, waar toe de Staaten der nadere vereeniging, na veel overleggens, eindelyk befiooten:' Om alles hier toe in 't werk te Hellen, hielden zig hunne Afgevaardigden thans te Kampen op (i) en, nevens dezelven, Johan Strick de Jonge; die, federt den 5. Mei 1580, tot Sekretaris der nadere vereenigde Gewesten aangenomen . zig zo zeer kweet , dat het ontzet van Steenwyk, een plaatz, door haare ligging, van 't hoogst gewigt, grootendeels mede aan zyn beleid te danken was (k); waar voor, en voor meer andere, tredyke, dienden, zyne Meeders hem, op den 27. van Grasmaand des jaars 581, eene buitengewoone wedde hadden toegelegd. Op den 22. van Louwmaand des jaars 1592, wierdt hy, na 't fcheiden van den Lardiaad, tot Geheimfchryver der Staaten van Utrecht aan- (g) Refol. Holl. 26 en 31 Maarti575. bl. 182 en 195 wordt, daarom, gezegd, dat 't huiz van Beu>gmdic» zyne getrouwe" Onderfaten, met openbaren Kryg. vervolgde. Zie ook /. e 24 Jan 1850. bl.11. Den kundigen Schry ver van't leeven van Prins Willem I. fchynt dit onbekend geweest te zyn. 3 D. 11 B.bl. 414. (é) Hoofd, Nederl. Hift. 17 B bl. 742. Grotii. Anaal. Lib. 3. p. nt, 71. CO Refol. Holl. 11 en ao Nnv.. 9, 20 en 21 Dec. 1580. bl. 240, 249. 16S , 2Ö6, 274 en 276. alwiar icffens bly/r, oac die v$m Holland, derwaarts, veele Penningen en Leevcnsa middelen overmaakten, by koning van hun aandeel in de nader Unie. (_*) Uit gefchreeven' Aanteekeningen van dien tyd.    AANMERK, op het VII. DEEL. 103 gefield, in plaatz van Willem van Lamsweerde, die, voorheen, de nadere Unie hadt onderteekend en , ten dien dage, afdand deedt van zyne bedieninge (l). Eene aanftelling te opmerkelyker, om dat zy, door de Staaten zelve, gefchiedde , die, voorheen , geenen anderen Sekretaris hadden , dan van 't Kapittel ten Dom (m~). Strick, ook elders (n), een uitmuntend man genoemd , lag, ten jaare 1589, wegens de moeite, die hem, by den aanhang van Leicester , bejegende, zyne bediening ( P' 687. O) Van de Wathr , Utrechts Placaatb. I O. bl. 75C* («) Matth/tiis. de jure glad'i. C. 37. p. 619. O) Mattiisus en Van de Water hebben, verkeerdelyk, het jaar 15S8. //. ff O) scuwartzenis. Charter'i van Vriesl. 4 D. bl. 263. (ï) Supplement da Cerpt Diplimotijue. T. 2. />. a. en 't Werkje, G 4  ïo4 BYVOEGSELSem BI. 393. r. ti „ Bloeimaand." Lcez Zomermaand: BI. 393. r. ia. „ In Hooimaand, wierdt hier toe, door de algemeene Staaten der vereenigde Nederlanden, in den Haage y befiooten" De Staaten van Utrecht verklaarden, des niet min, in Wynmaand des jaars 1581 , by een afzonderlyk Befluit, den Koning vervallen van de heerfchappy over hun Gewest f>). Bl. 395. r. 8. „ Te Enkhuizen maakten — Scheepenen zwaarigheid in 't doen van den nieuwen eed." In Gouda, daar men zeer lang tegen de afzweering desKonings geweest, doch 'er, op den 2. van Zomermaand, in gedeind hadt (V),maakten eenigen uit deVroedfchap gelyke zwaarigheid, ten ware die van Amfierdam} en de genaamd bet Regt van zyn Hoogheid tot Veere en Vlisfingen; ook Hifloire du d'ffè'ent entte let Etat, de Zelar.de et S. A. S. GriiLL. Charl. Henk. Friso. au fujet du Ularquifat de Veere (£ de Vlisfingue (Londres 1744.). Boxiiorn op Rkigersb i D. bl. 203—206. Tegenw. Staat van Zeeland, 2 D. bl. 148, 149. GRYPMtEoRK, over 't Graalfchap van Zeeland; MS. Ca?. 14. Leven van Willem den L 2 V, bl. 44(1—455. en 3 D. bl. 433—451. Zie ook Brief van de Zëeirwfchè' Afgevaardigden te Amftcrdam, van 21 Mey 1381. by Paulus Zeelands Regt tot ftigting eener Academie bl. i8t. in de* Bylagen en Waoen. Vaderl. Hift. 19 o. bl. 99—136. (r) Dit belangryk Stuk, als, voor zover men heeft kunnen nagaan, voorheen niet gedrukt, en verfcheiden byzonderheden, met betrekking tot het Sticht, behelzende, zal agter dit Stukje, onder Bylaage A, geplaatst worden Voor 't overige, dient men nog aan te merken , dat 'sLands zaaken thans zeer verwarden de Geweten oneens onder den anderen zynde, de Prins, reeds in Wynmaand des jaars 1580, de algem ene Staaten, ter hertelling der eendragt, en 't beraaraen van een'vasten voet op't Stuk der Regcering, naar Holland befchreevcn hadt, alwaar zy ook, van Slagtmaand 15U0, tot het einde van Louwmaand 1581, en weder, van Mei, tot het begin van Oogstmaand des laatsigemelden jaars, te Delft te Amftetdam en in den Haage, byeen kwamen; op welke* laatft* plaatz zy zig, uit dien lnoide, ten tyde der Afzwee/ing, bevonden. Vergel. V. 11 spiegel , Bundel. 2 D. bl. 281-285, (O. en Refol. van Holl. 25 en so Jülv 1581. 38s"en 410." (O Relol, der Vroedfch. 30 Aug. 1580. fa. 34. 6 Maait, SS'flpr. en a Juny 1581. */. 51. kfo. 56, 59 en 60,  AANMERK, op het VII. DEEL. 105 de andere ouder Steden, voorgingen. Toen de meerderheid, egter, 'er toe befloot, en dien eed afleide, in handen van der Staaten Afgevaardigden, Mr. Nikolaas Camerling, Raad in den Hove van Holland (t), bleeven drie Raaden, t: w: Willem Hendricksde Vosch, Gysbert Aelberts en Willem Doncker , weigerig, fchoon de twee eerden, bedreigd met 't verliez hunner Raadplaatzen, kort daar na, by kwamen (u) , 't geen ik van den derden niet vinde. In Amderdam zelve, wierdt het ontdaan uit den eed opgehouden, doordien men 't, nopens den afdand des Verdrags van Voldoeninge, nog niet eens was (v); doch dit deedt Gouda befluiten, midlerwyl, in geene Lands lasten tedemmen en, toen dit niet hielp, zig zoo lang buiten de Vergadering van Holland te houden, tot de eed, in 't begin des jaars 1582, werkely k te Amderdam was afgelegd (w), en de Staaten, door deHeerenvANMATHENESSE en Berkenrode , hier van, ter hunner Vroedfchap, kennis hadden doen geeven (x). Bl. 409. r. 8. Om eenen Landraad — op te rigten." Men zie de Gefchiedents van deezen Raad, in een egt Stuk , by den onderaangehaalden Schryver (y). Bl. (0 In de Steden zonden de Staaten eenige Afgevaardigden, die de Regeering en Burgery van den Eed aan den Koning ontftoegen, en teffens dien aan dén Prinfe, als hooge ÓverigSmid, afnamen. Refol. Gmda 27 Juny, 12 en 14 Aug. 1581. bl. 61. ffo 66 Vf: 67 Vfi. (u) Refol. Vroedfch. Goud. 14, 23 Aug. en 1, % en ij Sept. 1581. bl. Ö8, 69, 70 en 71. 6 Nov. 1583- bl. 139. {v) Wagen. Befchryv. vanAmft. 4 D. ioB. bl. 31, 33ensS. (v>) Refol. Vroedfch. Gouda, 10, is en 20 Sept., s en 9 Oa., 2 en 7 Nov. 1581. bl. 71. 71 *7». 7* ffo* 73 Kf». 74, 75 en 77. en 12, Jan. 1582 bl. 79. Vfa. (a;) Refol. Vroedfch. 6 Kebr 1583. bl. 80 Pfi. en 81. (y) Paulus , VerkJar. der Unie. a O. bl. 209. ' G 5  io6 BY VOEGSELS en Bl. 413. r. 11. „ Raaden, ten noorden, of ter regter zyde, van de Maaze." Meest al, zeide men, beoosten de Maaze, en, in Holland byzonderlyk, „ aen deze zyde'vö/2 „ de Maze ende Schelt (z)." Bl. 415. r. 14. Zeeland den Aartshertog nimmer erkend hebbende. % Dat ook Holland hem niet erkend hadt, heb ik reeds doen zien (a)." Bl. 42 % r. 7. „ De Koningin ( Elisabeth) deedt hem, door eenen aanzienlyken /leep Engelfche Grooten, — verzeilen:' Onder deezen vinde ik den Graaf van Leicester, die, in 't vervolg, Landvoogd der Nederlanden is geworden. Ook was de Dauphin van Vrankryk in 't gezelfchap van Anjou (£)." Bl. 425. r. 9. „Zyne Doorlugtigheid hadt — den titel van Hooge Overigheid nog met gevoerd." De Prins bekleedde twéé hooge Ambten in Holland en Zeeland; 'c één, by aandelling van, en wegens, den Koning, 't ander, by verdrag met, en opdragt van, de Staaten. Als Stadhouder vertoonde hy 'sKonings Hoogheid, als Graave en Overheere, en moest . zig houden aan zyne Lastbrieven; maar, daar dit onmooglyk te doen was, geduurende den oorlog en 't fchorfcn der gehoorzaamheid aan Philips, droegen hem de Staaten, voor zo veel in bun was, ten jaare 1576, de hooge Overigheid op, ten einde hy dus op 'sKonings beveelen niet te pasfen hadde; in welk opzigt, (om dit, in 't voorby gaan, te zeggen) hy, eenigzints, gelyk fcheen aan eenen Ruwaard van Hol- (z) s'Gkavfz. Unie Hcrdapt bl. 260 en vtlgg, Rel'oi. van Holl. iC [ari er 14 April ij8i. bl. 4 en 141. O) Alhier np Wacen 85. (*j Relul. Holl. 10 Febr. 1582. bl. gr.  AANMERK, op het VII. DEEL. 107 Holland en Zeeland, terwyl hem die opdragt te aangenaamer zyn moest, om dat zy hem dekken konde tegen den laster, van zig tot de heerfchappy te hebben opgeworpen (cj. Daar, voor 't overige, egter, zyne magt, als hooge Overigheid, in veelen opzigte , niet grooter was, dan die van eenen Graaflyken Stadhouder, zoals, onder anderen, de vergelyking van zyne Lastbrieven met dien opdragt kan doen zien, en hy, by de Gendfche bevreediging, in 't algemeen, als 'sKonings Stadhouder, ja federt, door dien Vorst zeiven, (als die, by 't eeuwig EdicT:, ten jaare 1577, de gezegde Vrede, in alle zyne punten ende articulen, bevestigt hadt (d)) in die hoedanigheid was erkend geworden, is het geen wonder, dat hy, fchoon, nu en dan, ook van de regten, hem, door de Staaten, by den opdragt der hooge Overigheid, toegekend, gebruik maakende, zig, (e) aanhoudend Stadhouder fchreef; te meêr en voornaamlyk, nadien, door de binnenlandfche oneenigheden en den verfchillenden toeltand der Steden, ten opzigt haarer fatisjactiën (f), die opdragt zeer flaauwelyk was nagekomen , in zo verre, dat zy, door de Staaten wel onderteekend en bezegeld was geworden, maar zonder dat de Akte, onder 's Konings regeering ooit, met eede, wasgeftaafd en den Prinfe terhand gefield, of de zaak zelfs, volledigly k, in trein gebragt (g). Graaf (e) Zie myne Aanmerking alhier, bl. 7. (r). (d~) Zie by Bor. /. c. 10 B. bl. 787. Cel. 1. (e) Refol. Holl. 25 July 1581. bl. 173., alwaar de Prins onderfcheid maakt, tusfchen 't geen hem, als Stadbonder des Konings, en uit hoofde van't vastgettelde, van den jaare 1570, toekwam. Vergel. Van de Spiegll. Bundel. 2 ü. bl. 310. en /. c. Vert. bl. 8. (ƒ) Van de Spiecel. 1 D. bl. 72, Cx). (g') Refol. Holl. 28 Juny 1581. bi. 289. Vergel. onzen WaG£N. alhier, bl. 432.  108 BYVOEGSELSen Graaf Jan van Nassau , vermaande, daarom, nog ten jaare 1578, den Staaten (niet zonder kennis van den Prinfe,) tot deuitoefFeninghunner bezegelde beloften Qi). Dit alles agtteik, voor 't overige, ook de groote reden, waarom men, na de afzweering van Philips, den Prinfe, die nu geen Stadhouder meêr heeten konde, met zo veel plegtigheid, en het afleggen van den, tot dus verre uitgeftelden,eed, van nieuws,fchoon, in de zaak, met weinige verandering, de hooge Overigheid weder opdroeg (z); niet tegendaande men dit reeds, ten jaare 1576, gedaan hadt. Bl. 426. r. 1. Onlust, gereezen tusfehen den Prinfe en de Staaten, waar van my geen regt befcheid is voorgekomen." Als men overweegt, gelyk, te regt, by onzen Wagen. volgt, dat de Staaten, kort na zy zig ten besten verfchoond hadden, het punt der Regeering in beraad namen, en befiooten zig te houden by het reeds vastgeftelde van den jaare 1576, dunkt my, waarfchynlykst, dat het nietvollediglyk nakomen zo van den opdragt van de hooge Overigheid, waar over ikzoaandondsfprak,als van alle de (b~) By Van de Spiegel, Bundel, i D. bl. 72 volgg. (O Zeer aanmerklyk zyn de woorden der Staaten zelve, by het doen van deezen Eed, (Refol. van Holl. 24July 15S1. 3f>4-) ■- Vetfoeekende dl Stalen dat, tot meerder vajligheydt „, mi» verfeeckertbeydt van denfehen Gouvernement», alle dc/elve „ poiniïen ende conditiën, by liede ende beboorlycke verplicbtinge ,, bevefligbt foude mogben worden, het welcke , fee overmits de ,, abfentic van fyne Excetlencie , als andere veorgtvalltn faecktn , ,, tot noch toe, noyt volbracht wat geweest." JJe Staaten leeverden ook, ten zei ven dage, zyner Doorlugtigheid, „de AHe van Gouvernemente . fulcks iefelve, in April vyflbicn bon,. dert fes en tfeveniicb, by de Edelen en Sleden van titltandt tn ,, Zcelandt is enderteeckent ende bezegelt;" en wierdt toen, ter begeerte zyner Doorlugtigheid, op den rug aangeteekend, dat de Staaten, zig houdende ontdagen van allen Eed en Pligt aan den Koning, ,, den Eed van getreuwigbeydt ende gehoor„ zaambeydt san den Prinfe, Staatsgewyfe , hadden gei>relleetd.'' .'. t. bl. 38Ö. en 23 Dec. 1581. bl. 6(n.  AANMERK, op het VII. DEEL. 109 de, daar uk fpruicende, daaden (AV), (welken, egter,by de Staaten, met geen voorneemen om Orange te verlaaten, ooit gepaard gingen,) wel den voornaamften grond tot deezen onlust zullen opgeleverd nebben. Hoe het zy, men fchetfte den afwezenden Prinfe dit alles af, als het werk van twistzoekers tusfchen hem en de Staaten, aan welke laatften hy ook, in Wynmaand des jaars 1578, hier over klagtig viel en, op den 15. van Slagtmaand, daar aan volgende, 't verkiezen van eenen Lkutenant, waar mede hy zynen Broeder, Graave Jan van Nassau, bedoelde, in zyn afwezen, voorfloeg. Graaf Jan wierdt nimmer hier toe gekooren, maar wel, als Hoofd en Beftuurder der nadere Unie, erkend (/). Bl. 427. r. 6. ,, Behoudende aan zig 't verkenen van Pardonnen en Remisfien" De Prins grondde zig op zyne Inftruélie, als 'sKonings Stadhouder; 't kwam hem ook toe, uit hoofde zyner Commisfie (m), en, voor zo ver in hun was, hadden de Staaten 't hem mede reeds 'opgedraagen, ten jaare 1576 (n). Zy.konden het dan niet wel als hun regt aanmerken. Bl. 427. r. 8. v. 0. „ De Edelen en Am- fter- (k) Hier toe zoude ik, onder anderen, brengen het gebeurde te Amfterdam, (Wagen, alhier, bl. 185. en aldaar myne Aanmerk.; Vergel. Refol. van Holl. van 4 Jan. 1577! bl. 2 en 5.,) en het afdanken van eenige Manfchap, door de Staaten , zonder den Prins te kennen; waar op egter Dordregt en Amfterdam gedaan hadt, (Refol. Holl. aó Aug. 1578.) (0 Vergel. V.d. Spiegel. Bund. 1 D. bl. 8c—85 ,98 ,191, ipg en /. *. 2 D. Vertoog bl. 23—34. Men voegde den Graave, (zie Wagen, alhier bl. 268. r. 14, en,aldaar, myne Aanmerk:) eenen Raad toe, in die hoedanigheid. By de Inftructie op de Vergadering der Bondgenooten, die op den 19 Aug: 1579, wierdt vastgefteld, (by v. d. Spiegel, /. c. 2 D. bl. 221. en involg.) wordt egter van hem niet, als zodanig, gewaagd. (m) Wagen. Hiftor. van Amft. 8 D. hl, 492. (<») Bor. /. t. 9 B. tl. 671.  lio BY VOEGSELS en fterdam oordeelden , dat men den Prinfe de Regeering behoorde aan te bieden &c." Schoon 't niet in de Befluiten van Holland vermeld wordt (V), vinde ik, egter, in die van Gouda, dat ook de Afgevaardigden ter dagvaard, wegens die Stad, gelast waren den Prinfe te verzoeken, tot een ,, Souverain Hoofd , over de gemeene Nederlanden , onder alfulcken gelimiteerde conditiën , als met hem gehandelt zoude mogen worden (p)" Bl. 431. r. 13. „ Men kwam overeen." Dit was degts een Rapport, by de Staaten uitgebragt en, door Amderdam, overgenomen (q). Bl. 43a. r. 6. ,, Gouda wilde eerst vcrllag doen." Zy deedt dit, op den 2. van Zomermaand, en kreeg toen last tot toedemming(r). Bl. 434. r. 6 v. o. „ Hulken titel hy, van toen af, gemeenlyk gevoerd heeft" Uit de hier aangehaalde Refolutien blykt, dat de Prins, nog ee- (e) Refol. Hol'. e8 Maart 1580. tl. 44. ([p) Refol. Vroedfch Gouda. is. Febr. 1580. tl. 10. Vfo. en 11. Toen de meeste Gewesten tot Anjou neigden, begreep Gouda, hv nader verklaaring (Refol. Vroedfch. 30 Maart 1580. bl. IS Vfo.) ,, dat men zyne Princclyke Excellentie de „ Sottverainitè ever Holland, Zeelant ende Utrecht moest aan* bieden, tnder alfuleke r efflrinilien, dat by met den Hertoge ,, van Alcncon of eenig ander Vorst geen Verbond zcu mogen ,, maaken. dan met confent ende slduys van de voorfz drys „ Preuintien , fonder datdfelue Landen , immermeer, onder een ander Souuerain hooft ftaen, ofte yemant anders fubiecT: ge„ macckt fullen moegen worden, dan zyner Extie; " Deeze gevoelens, ondertusfehen, werkten den bedekten handel zyner Doorlugtigheid, orn voor zig, by Alencon , de Regeering deezer drie Gewesten te bedingen , merklyk in de hand. fchoon fommige Steden dien handel, (federt de bron van veel mistrouwen in de overige Gewesten; zie kkid. iB bl. 47. en Wagen, alhier bl 487. 41 Vfo.) niet bemerkten. Gouda zelve klaagde, niet genoegzaam te weten, wat 'er in de Vergadering van Holland omging? ja bevreesd te zyn, dat men Alkhcon te veel wilde geeven, te ver met hem liep, en dat men in V net zeu getrokken worden. Refol. u. f. van 8 en aiDec. 15S0. bl. 42 Vfo. 45en4ó. t. (j) Refol. Holl. 15 Maart 1581. */. 64—68. „, {r) Refol. Vroedfch. a Juny 1581. bl. 59.  AANMERK, op het VII. DEEL. 111 eenigen tyd, na den laatften opdragt, alleenlyk den titel van Gouverneur en Kapitein-Generaal verkooz te voeren, fchoon wel mogendelyden, dat de Staaten en dé Kollegien hem die van hooge Overigheid gaven. Dan, na 't vertoon van 't Hof van Holland, dat de titel van Gouverneur nog eene andere hooge Overheid veronderdelde, fchynt zyne Doorlugtigheid van meening veranderd te zyn. In Wintermaand fchreef hy reeds, „ ah ons gedefereerd zynde de hooge Overig„ heid over Holland (sj."' Bl. 435. r. 2. „ Den Staaten wierdt geen duhbeld gegeeven." Leez den Steden. De Staaten hadden geen dubbeld noodig; 't oorfproi-glyke bleef onder 'sLands Advokaat (f). BI. 436. r. 6. Te Gouda zwaarigheid — in den eed." Zie myne voorgaande Aanteekening (u). Bl. 440. j. k v. o. „ Agterdogt tegen de Franfchen." Uit een Briei van den Heere Pieter van Reigersberg, Raad der Stad Veere, aan de Regeering dier Stad, te Antwerpen, den 19. Maart 1582, 'sdaags na den aanflag, gefchreeven (y), blykfc, dat men, toen reeds, berigt hadt, dat de Moordenaar een Spanjaard was of Idscayer, gehuurd door den Koning van Spanjen of zyn' Gezant, en men den boos- wigt (*) RefoI.HnII.il Dec. 1581. bl. 6\S.'t U, egter, waar , dat de Prins, ook nog na dien tyd, iig.nuen dan, Gouverneur, en Gouverneur Generael, heef. gefclireevt-.i , blvk.t.s de, by Wagen. aa, gehaalde, plaatzen. in de ««nttckènins (V). en Refol. van Holl ij April is!!+. hl. 2,q. Stadhouder, noetn. e hvzig, (fchoon Wag t«. ditdenüt) n.yr>s weercns, nimmer na de Afzweering, en du zoude ook eene teeen ftrydigticid belwisd hebben. Dn Stadiouder was we\Gouverneur, m ar aile Gouverneur geen Stadhouder . {t) Refol, Hou. oo J Jly >58t. h . 3»o. (»>) Wagen. . 7 L> bl. 395. r 8 f»; Zie ayiage lv. . ag-er oe Redevoering van j. van Ir-». Ren , over Migckoce. bl. Ijs.  ut BYVOEGSELS en wigt hadt wys gemaakt, dat hy, het feit on~ derneemende, onzigtbaar gaan zoude. Bl. 465 r. 7. v. o. ,, Zy (de Spaanfchen) overmeefterdsn de Vesting" Der Staaten Volk, in Steenwyk liggende, wierdt, jammerlyk, den hals afgefneeden («/). Bl. 502. r 20. „ De handel met Anjou wierdt, door bewerking — van Orange , ernftig, aangebonden." Men kan dien ernst ook ontdekken uit de, hier ondergaande, plaatz (x). Bl. 503. r. 5.v. o. „Waarop verklaard wierdt, dat men den hervormden Godsdienst." Nopens het verfchil over het regt verftand deezer verklaaring, kan men meerder vinden, op de onderaangehaalde plaatzen (y) Onze Wagen* heeft, federt, ook bcgreepen, dat, nimmer, omtrend het alleen handhaaven van den Euangelifchen Godsdienst, en het niet gedoogen van andere openbaare Godsdienstoeffeningen, in deeze Landen, eene algemeene wet gemaakt is (2). Bl. 505. r. 2. „ De Graaf (van den Ber-geJ wierdt — op den vyftienden van Slagtmaand, verzekerd" Leez den vyf den. De Graavin was mede van 't verraad bewust geweest ; («) Brief MS. onder den Heere g v Hassf.lt. («j Op den 19 vun Lentemaand des jaars 15S4, fchreef de Afgevaardigde der Stad Arnhem, op der Staaten Vergadering te Delft zynde, het volgende aan zyne Meesters, die zeer tegen de verzoening met Anjou waren, ,, myn lleeren -villen Jicli in ,, deefe faecle wel bedencken , ende can nyet foeteren, dat alhier by vuele eenhb ander middel tot bewaering van onfe Religie ende „ Priuilegien van den Lande goetgeuondcn werdt, dan die /llli. „ antie ende hulp van Vrankryck , ende heeft lyn Excie. fulcx, toe meermaelen , in myn tegenwoerdieheyt, op /yn faltcheyt , ,, verclaert. (MS. onder den Heere V: Hassf.lt ) 't Woord Salicbeyt wierdt toen, zo voor tydlyk , als eeuwig, geluk genomen. (y) Advok. der Vaderl. Kerk. a St. bl. 17 en volgg. en J. e. Valck , Verhandel, over het gepretendeerde Generaliteit! Bi fluit van den jaare 1583 enz. (t) Vaderl. Hift. iz D. bl. 163.  AANMERK, öp hêt VII. DEEL. 113 weest; doch men hielde zekeren Utenham voor den aanieider van dit geheele werk. 't Wierdt ontdekt door 's Graaven Kamerdienaar, Willem Cock (V) Bl. 510. r. 10. „ Fredrik Henrik,^noemd naar de Koningen van Denemarken en Navarre." De Staaten hadden den Prinfe verzpgt, ook den Koning van Denemarken tot Getuigen op den Doop te vraagen; om, daar door, meerdere gunst by die Mogenheid te winnen. Zyne Doorlugtigheid verklaarde zig niet ongenegen, doch beriep zig op de onkosten van een derwaarts te fchikkene Ge» zantfehap , waar toe hem, federt, van der Staaten wege, zes duizend guldens wierden toegeftaan (by Bl. 5is. r. 6. „ Schoon zy in Zeeland weinig vorderden." Zie hier over breeder de onder aangehaalde plaatzen (c~). Bl. 512. r. 7. Zy droegen den Prinfe de Graaflykheid op." De Prins en de S>taateri zelve getuigen, egter, dat, reeds onder 't handelen met Anjou , de Hoogheid en Graaflykheid van Holland en Zeeland, ten jaare 1580, zyner Doorlugtigheid was aangeboden (d). Dan dit zal, denkelyk, alleen voorloopig geweest zyn; zo als wy reeds gezien heb- (a) MS. Verhooren enz. onder den Heere G. v. Hasselt. (b) Refol. Holl. 16 en 17 Maart 1584. bl. réo, 161 en t6S. Niet lang daarna, wierdt ook, voor de behoeften der Hofhouding van den Prinfe,, deszelfs inkoomen, met vyftien honderd guldens, ter maand , vermeerderd. /. e. S° Mei 1484. hl ito,. (é) Van de Spiegel, Sathf. van Goes. hl. 238 en Bundel. I ü. bl. 145. en 2 D. bl. 308—312. («O Refol. Holl. 14 Sept. 1582. bl. 344, en Bos., /. t. a S. bl. t88. Authemioue Stukken. II  H4 B YVOEGSELS en hebben, dat men 'er, lang te voren, vaa gefproken hadt (e). Bl. 51*5. r. 3. „ Het haperde aan de ftem van — Middelburg, Goes en Veere." Schoon, in de aangehaalde Deduclie, verzekerd wordt, dat de Stad Veere zig mede tegen den opdragt der Graaflykheid zou verzet hebben, blykt my niet op welken grond, en 't is, op zig zeiven, ook zeer onwaarfchynlyk(ƒ). Veel eêr zou ik denken, fax. Tholen met Goes eene lyn zal getrokken hebben, daar zy zig beftendig hieldt aan haare Satisfacdie, met welke, zeker, de opdragt der Graaflykheid aan den Prinfe niet flrookte. Bl.527. r. 12. v. o. „ Te Gouda wierdt een dier gelyk bejluit genomen." Reeds in Slagtmaand des jaars 1582, hadt deVroedfchap dier Stad haare Afgevaardigden op de dagvaard doen flemmen ter aanbieding der Graaflykheid, aan den Prinfe (&)• Zy wilde toenflegts, nevens Amderdam en Alkmaar, den inhoud zien van \Remerfaal} of den Opdragtsbrief, voor zyne Doorlugtigheid, en, na zy dat gezien hadt, keurde zy het zelve goed (h). Maar, toen zy, federt, verdondt, hoe Amderdam zig verzet hadt tegen de overgave van dit duk, aan Oranje, voor hy in Holland zou gekoomen en de Capitulatie of Voorwaarde, op welke hy den eed als Graaf moest doen, met hem beraamd zyn, overwoog Gouda die (O Zie Wacsn. Vaderl. Hift, 7 D. bl. 24 en 25. (f) Vergel. V. o. Spiegel, Eundel. 1 D. bl. 71; Nol», en Leven van Willem de I. 3 D. bl. 646—672; daar breder over deeze zaak, uit egte Stukken, gehandeld, maar ook vaa Vtert niet gewaagd wordt. Of) Refol. Vroedfch. üouda. 24 Nov. 1582. bh 108. (i) /. (. ia en 19 Jan. 15*3. */. na—114. rfi. en 115 Pf*,  AANMERK, op het VII. DEEL. 115 dit punt, en befloot, dat, indien deeze vraag nader mogt voorkomen, men zig by Amderdam moest voegen, en de Capitulatie wel helpen beraamen maar ter kennis van de Vroedfchap brengen, alvorens men een eindelyk befluitnam (i). Zeeland, ondertusfchen,aarzelende, kreeg men, zo hier, als elders, op deezen handel kwaad vermoeden, en de meede Hollandfche Leden begreepen toen, dat men 't Renverfaal niet, dan gelykelyk met dat Gewest, moest overgeeven. Om redenen, egter, en op den voet, by Wagen. (bl. 516-518) vermeld, veranderden zy, federt, van gedagten, doch Amderdam en Gouda begreepen yrymoedig* lyk (kj by hun gevoelen te moeten blyven. Onze Schryver verhaalt dit breedelyk nopens Amderdam. 't Beduit van Gouda (l) als minder bekend, zal ik, onder de Bylaage B, doen volgen. Men kan 'er uit zien, hoe die Stad, bevreesd, dat, misfchien, Zeeland, in't vervolg, iets nadeelig voor Holland bedingen zoude, en van haare voorige gedagten niet veranderende, wyders, aan zig behieldt, zig nader, nopens de Voorwaarden, door den Prinfe, by zyne inhuldiging, te bezweeren, te uiten, na haar zou zyn gebleeken, dat die van Zeeland mede zyne Doorlugtigheid aangenomen, en aan hem een gelyk Renverfaal, als Holland, zouden overgeleeverd hebben. Bl. 531. r. 7. „ Hem (den Prinfe) tref. fende, dwars door 't lyf of in 't hart." Gaspar van Vosbergen , één der Zeeuwfche Afgevaardigden in Holland, fchreef, ten zei ven dage, , aan CO '• « 25 Mei iss3. 11. 127. ff,,. '• * tl en 27 uct. en 3 Dec. IStf3. bl. 515, ijs en V Zynde van 2 Mei 15s4. /. e. bl. 148. H *  n6 BYVOEGSELS enz. aan die van Vlisfingen, dat de Prins getroffen was, „ bouen de heupe doer den buyck (m)." De Refoluden van Holland en der algemeene Staaten noemen, in 't geheel, de plaatz der kwetzing niet. Bl. 534. r. 8. v. o. „ Hy wierdt gevonnisd." Hoe men, nopens dit Vonnis, buiten 'sLands, warde, is te zien, uit het verkeerd verhaal van eenen vreemden, fchoon gelyktydigen, Schryver (n). Bl- 535 r- 6. „ Eenige Spaanfchen verfoeiden den moord." Philips, egter, die, by den ban, zodanigen Moordenaars geld en adeldom hadt toegezegd, gaf, vyf jaaren na het pleegen der euveldaad, opene brieven van veradeling aan de Broeders en Zusters van Balthazar Gerards (0). O) Zi§ by Van Iperf.n, Hüt Redenv. over MiGGRODE, Bylaee N. */. 161. alwaar men ook, byna, dezelfde woorden van 'sPrinfen uiteinde vindt, als mede, dat één der Soldaten van zyner Doorlugtigheids Guarde, die, ter goeder trouw, een Zinkroer aan den valfchen Guion verkogt hadt, zig „ op 't hooren van 't gruuwzaam gebruik, 't geen 'er de Eooswigt van gemaakt hadt, uit wanhoop, met twee of drie poignaardlteeken , om 't leeven bragr. O) IlriANTOME, Hift. des Hemmes illuftr. Tem.i.p. 186 etSuitu (e) Neiil. des Payt-Bas Tem. 1. p. Si. B Y-  B Y L A A G E. A Refolutie der Staaten van Utrecht, hy welke zy den Koning van Spanje vervallen verklaaren van de Heerfchappy over hun Gewest. Oclober 1581. „ Die Staeten van den Lande van Utrecht, doen te wceten eenen ygelic die deezen zullen zien ofte hooren leefen, dat hoewel (gelyk noch in verfcher Memoden is) die Stadt, Steeden ende Landen van Utrecht (die den tyd van omtrent duizend Jaeren in alle Vrydomen onder baereBiffchoppen gedaen hadden) eerst in den Jaere XVC XXVIIJ haer onder de Majedeyt van Keyfer Caerl den Vyfde hoochlcfFelicker memorie begeeven hebben by feecker nccoordt ofte traciaet daer by onder anderen overcommen was: Dat zyne Majt, die voorf: Stadt, Stee.ien ende Lande van Utrecht van allegewelt, verdruckingen, Injurien, onreedelykh« ende bezwaerniffe zoude preferveeren, befchudden ende befchermen , Dat hy hen ook in allen haeren Rechten, Privilegiën, Exemptien, Vryheeden ende Gewoonten zouden hant houden ende bewaeren. Dat hy henluydenegeen onbehoorlickeoff ongewoontlicke fchattingen zoude opleggen. Dathyhenhjeegens eenen iegelicken ende deur alle zyne Landen goede Juditie adminiftreeren ende doen adminülreeren, ende in goede politie tracleeren ende onderhouden zoude; ende dat den Coningh van Spaengien , als die de voorfz: Landen deur Refignatie van Key« Mat 0p dezelve Conditiën omvangen hebben die voorfz: articulen van Traciaet ook belooft, ende by foletnnelen eede bezvvooren heevt le onderhouden ; foo is t nogtans dat denfelven Coningh van Spaengien meer geloofs gevende zynen Raedt in Spaengien, gefwooren Vyanden dezer Nederlanden, dan zyn goede en getrouwe Onderfaten van defdve Landen, hem foo verre heevt laeten abuH 3 fee- zie deeze Byvoegf. :n Aanm. il. 104.  "8 . B Y L A A G E A. fceren, dat hy zyn eedt ende gelofte vergetende en zonder aenfchouvv te neemen dat d'C£ «en van den voorf: Landen haer zoo jeegens Zyne MaJt als Zyne Mat Heer Vader alryds fn alteïïhoorzaemheid onderdaenicheid, eerbieding"ende getrouwicheid gedragen hebben , niet alken de voorl: pouicjen ende Conditien'niet en heevtol deihuuden ofte nagekomen, nemaer direftel: ter contrarie van dien de voorf: Landen in niaetze van voor te dacn. verdruckt: van tegen gewed ende Injunen te befchermen, felft mweldel: havt bekryght ende doen becryghen; van hun g, eden beiooven met Vuyer ende Sweerde vervolgen, W? P Qiaer Sdwooren Vyandt geweed waere ?"n Lllyden van allen haeren Rechten , Privilegiën, Lexemptien , Vryheyden, oduvmen onrechtel: gepriveert, ende* deielve' die vad ötattt Utrecht datel: ai^noomen ende onthaeld: Sn"^.^gewoontlicke en ongehoorde fchatting«n opgeleyt; Recht ende Juditie geweygerd ende voorts gepoocht alle haere oude ende goede pohcien te iubverteeren ende te niet te dSen • want behalven dat die voorfz: PnvikgU deur bedoekte pracktyeken van die van Raede foo vaü Keye Mat V0OTf ende den Cmiwk J dan tot den Jare toe van LXVJ in veele poinfteï ingebroocken ende de Rechten, vryheden eS exemptien feef hefteden ende vermindert waeren foo heeft den Coningh van Spaengien fneemende voor rebellie dat een groot deel van de Edelen van de Nederlanden aan die Hirtoginne van Panna in fSJS van LXVJ met alle 'reverentie ende be- ten e nde die Placcaeten op t (kick van Religie gemaeckt ende in dee.e Landen tot verrietn li -Ju, veel onnoofel Chriilen bloets h»5fjS£iT! groote rigeur geëxecuteerd gemodereerd ende verlacht zouden worden, daar uit zeeckere Tumulte populair apgeftaan waeren) in deeze Landen Si f^30t".Ht;yrcr.,cht gezond*,, den Hertoge vm AJya, die naar zyn injebooren wreedheyd, ge-  BYLAAGE A. 119 eeëxalteert deur een zeer rigoureufe Indruéhe hem by den Coningh in Spaengien gegeven, metteeïendaende hy zonder eenige Contradictie in alle vriendelickh1 in den name vsfi voorf: Coningh by de Ingefetenen vad Lande ontfangen was, ende dat tfyner aencompde alle oprcerte by de Harloo-inne van Parma, doen Regente, bedecht ende nedergeleyt waren, nochtans die zelve Landen ende d'Ingefeetenen van dien zoo rouwel: ende verradel: getraéteert ende zoo grooten aantal van Edelen en Onedelen omgebragt heevt, als of die Landen by hem met den Sweerde geconquedeerd ende gewonnen waren geweed, zonder acht te neemen op eenige Privilegiën, Vryheeden, Rechten ofte Coduymen, niet min noch meer dan of die voorf: Landen die zelve verbeurd ende voorts in handen van den Coningh vervallen waren geweed, om, nietteegendiefi: eenige Contraéten ende Conventien met die Landen gemaekt ende bezwooren, beloften daer op gedaen abfolutelyk te difponeeren naer zyn geliefte, ende naer dat hy zynen bitteren, wreeden, bloetdordigen ende tirannigen moet lange genoech over die particuliere Ingefeetenen van den Lande gebruykt hadde , fulckx dat hy hem liet duncken datter langer mamant in deeze Landen was, die zyn bevel ofte wille zoude durven wederfpreeken of tegen zyn, heeft de voorf: Landen ende onder d'felve die Staten van Lande van Utrecht voorgeleyt die petitie van den hondenden, XX" endeXn pennmgh; ende alfoo t zelve voor den Lande van Utrecht als ook voor die andere Landen was een ongehoorde zaacke, die verdaen worde te drecken tot uyterlicke ruïne van de Nederlanden, verdryvinge van alle Negotiatie, Coopmanfchap, Manifaétuure Neeringe ende Welvaard, daer deeze Landen ganfchel: op daen, ende die Gemeente der felver by moet leven: was den voorf: Hartoghe die voorf: petitie zoo wel van den Cf XX*. als Xe pei;fi: by de Siaeten van Utrecht afraflagen by die van de Geeftelychcidreprefenteerended'eerfte Staet van voorf: Lande, die hem rcmondreerH 4 den  i*o BYLAAGE A. tZA*\ alnZnIke ?etitie was ftrydende jeegens die rauielyfce flulle, die men tot Roomen leest op ten witten Donredag in Cana Diiu jeeeens t ConciJium van Tremen; dat den voorf: Hertoge henIuyden boyen alle recht ende reedenen , als in veeIe Pointen Itrekkcfi: tot verminderinge van haare Privilegiën, goeden ende gerechtigheeden , bedwongen hadden aen te neemen'ende obedie.ren ende oock jegens a'andere befchrevcne Panfi Ikke Rechten van alle dc welckê hy Profeflie maekté een Voorltander te weezen. Edoch op dat hy geen reedenen hebben zoude hem over die voorf: Landen te beclaeghen, hadden zy in plaetxe van de voorf: drie petitiën eene meerdere Somme van Penningen geprefenteerd, dan zy oit te voren de Jveye Mat. ofte Contng van Spaengien gegeven hadden, maer den voorf: Hertoge daer mede niet «enougefi: ende verltaende dat zyn begeeren was gebieden, ende dat hy alfulcx niet wilde gewevgerd hebben, heeft terftond naer die voorf: weygennge binnen die Stadt Utrecht gefchikt tien Vaendelen Spaenfche Soldaten, alfe die geheele iertto van Lombardyen, die aldaer seleeg^n hebben , zoo met tbien, acht als zes Vaendelen ongeveer!: den tyd van twee Jaeren, levende meelt al op de Borgers ende Ingezeetenen, doende middeertyt ontallicke veel ongehoorde, onuytfpreem:, affgryffelicke ende grouwel: Aften, foo van Moorden, Vrouwenjachten, Oppreflien, Exactien Concuffien ende andere geweiden, Injurien , Fortfen ende Overdaeden, alfoo vryelick ende ongeflraft als off hen de voorf; Stadt tot een rooff^egeven ware geweeft, off dat fy die met den Zweerden gewonnen hadden, zonder dat den voorf: «ertoge (: niettegenftacfi: cqntinuele mennkhfuï-: dige (Jachten by den voorf: Staeten in den naetn van d Ingezetenen der voorf: Stadt en Landen daar over gedaen ende d'lnterjeftie van de principaeüte Heeren van deezen Lande, die doen noch in eenig Credyt waren; d'voorf: Stadt Utrecht vi.fi voorl: Soldaaten heevt willen ontladen ofte over Of voorf: Ovérdaden, ge welden, exaftien , con- cuffi  B Y L A A G E A. Ï2Ï cuffisn, injurien &c. die zy Iuyden den armen Ingezeetenen van voorf: Stadt, zoo Geeftel: als Weereltl: foiider exceptie van Perfoonen , fexe of ouderdom dagelicx aandeeden, ordre te (lellen ofte eenige ftraff daar over te willen doen, noch oock verltaen tot eenige Compofitie ofte handelinge, omme die faecke te moghen vynden , ten ware die voorf: Staten abfolutel: coniènteerden in den Cen XXen ende X« penningh ende in andere Schattingen, die namaels over de Landen geilek zoude worden, ende boven dien hem noch fouden humiliëren ende haer fchult van t geene t Utrecht in regard van de Religie gebeurd was, bekennen; ende alfoo de voorf: Staten aanmerkende die Confeqtientie van de faecke daer toe geenzints en wilden verltaen, heeft hem by den Procur: Gnael: van den Bloedtraedt doen moveren feecker crimineel Proces, ende daar by te laste geleyt, dat zy Luyden in den Jaare LXVJ die van de Gereformeerde Religie by feecker accoordt met henl: niet dan op t behagen van Hartoginne van Parma doen Gouvernante gemaekt voor den tyd van omtrent thien dagen een Kercke gegonft hadden om haer Religie te exerceeren, gecommitteerd hadden Crimen lazfa Maf" Diviiice et Humana en beevr. mitsdien zonder henl: te willen hooren en zonder derfelver Defeufie, die zy gcdaen ofte genoomen hadden, by zynen Rae le gezieu ofte geleefen te weefen (foo die in Nederlandfe taele gefchreven, ende niet, emmers voort mee rendeel getranslateert weefende, by den voorfz: Hertoge van Alva, ende die van zynen Rade niet verltaen en worden) die van de Geestelicheyt ende Ridderfchap, die over t voorfchr: Accoort geftaen hadden, weezende die twee eerde Lidtmaaten van de voorfz: Staeten ten eeuwigen daege gepriveerd vaö Stemme die zy hadden gehadt in de Staten, ende verclaert dat fy in de voorf: Staeten niet meer geroepen fouden worden: heeft oock die van de Stadt Utrecht verclaert verbeurt te hebben alle haer Privilegiën, Vryheyden , Exemptien, hoedanich die wefen mochten, mitsgaders H 5 die  12* B Y L A A G E A. die Goeden ende Innecommen van" felve Stadt ende van alle Gilden van dien , ende die geconfisqueert ten behoeve van den Coningh van Spaengien, heeft voorts die voorf: Stadt mitsgad* die Steden van Amersfoort, Wyek ende Rheeneii (die nochtans by t voorf: Accoordt niet prefent noch daer toe geroepen waren geweed , ende daer op hY geen actie terwcrelt en hadde uytsenomen t refuvs van: voorfz: petitie van C»> XX«e en Xxtn)  1*4 BYLAAGE A. Keyzerlicke als Paufel: verthoonden, dat alfulke Appellatie executie fchort, Jae dat die gheene, die daer tegens deden , vielen in Crimen le#s Juli* de vi public it heevt geordonneerd ende last gegeven aen Franc» de Faldez, Lieutenant Collonel van voorf: Tertio di Lombardia ende den Prefident van Utrecht, dat men alle die gheene die ov; r d' voorf: antwoorde geweeft waaren , of daar toe Confenr gedragen hadden, zonde in Apnrehenfie doen dellen op den Cafteele van Vreedênburch, menende daer meede die Regeerders der Stadt Utrecht te compelleren haar appel te buyten te gaen ende haere Chartres ende privilegiën over te geeven, dan alzoo die voorf: Regeerders eendragtelyk voldandig bleeven, haar Aopel infifteerende, ende liever hadden in gevanckenifle te gaen, dan daer af te wycken , mits dat zy verdonden by hem met gedaen te weezen , dan t recht vermocht, heevt den voorn: Valdez, liende de voorf: Stantvadicheyd, ende by informatie bevonden hebbende, dat de gantfchen Raedt van Stadt, confifteereude in xl ofte xlj Perfoonen, weiènde alle van de befte ende notabelfte van Stadt, over die voort: Antwoorde geweed, immers hun confent daar toe gedraagen hadde ende dat zoo hy die alle foude op Vreedênburch gcvanckeli gebrocht hebben, daer uit gefchaepen waere geweed een groote confufie te volgen, heeft acht Vaendelen Spaengiaerden, die^doen in de Stadt waeren, in wapen doen (tellen, ende t Stadhuys daer mede doen befetten, om alfoo die van de Stadt té doen bedwingen tot leeveringe van voorf: privilegiën , die t zelve Ziende en geen middel hebbende om t gewelt te rediteeren, verklaert hebben aen den voorf: Valdez , dat zon verre hy die voorf: Privilegiën, ende alle die Chartres van de Stadt Utrecht met gewelt wilde hebben, dat zy niet en konden en zouden refifleeren, dan dat zy daar inne niet en consenteerden , maer by haer appellatie perfideerden, fulks dat hy die voorf: Privilegiën ende alle die Chartres van Stadt Utrecht metter daet van den Stadhuyze heevt doen verveuren, ende op den huy»  BYLAAGE A. i*5 huyze van Vrederiburch brengen, ende middelretyd heevt nog veele Prelaten ende Edelen, die over t voorf: Accoordt geftaen hadden particulierel: doen dreygen, dat hy henl: zoude doen van* gen ende caufeeren van Crimen Lcefie Maj>" ende Rebellie, ten waare zy hen conformeerden met die wille ende begeerte van den voorf: Hertoge, tot welken einde hy zyne Gedept t Utrecht gefchikt, ook xxii blancken met zyn handt geteykent gegeven hadde om daer in alfulke rigoreufe Commiflie zoo van apprehenfie als andere tefchryven, gelyk hy zoude vinden dienlyk tot des voorf: Hartoge intentie ; Ende ziende den voorf: Hartoge dat dit all niet en proffiteerde, ende dat hy daar meede tot zyne meyninge niet en konden geraecken, hadde voorgenoomen den voorf: (en, XXn ende X« penn: metter daed te executeeren , endê den gheéne, die daer tegens geweest waeren , ofte zouden willen weezen, te doen «lepefcheeren , ofte ombrengen, gelyk hy metter daet ook gedaen zowde hebben (gelyk die van Utrecht door eenige vaii nieuwe Bisfchoppen hier van geaduerteerd worden) ten waare dat den Brielle ingenomen had. de geworden, waar door hy genooddruckt is geweeft zyn boos voorneemen te laeten, ende de Stadt Utrecht van Spaenfche Soldaeten te ontlasten , ende d' felve op Hollandt te fchikken, waer door de voorf: Stadt door Godts genaeden wonderlicken verlost is ge weeft, niet alleen van de voorf: Soldaeten, executie van den Cften XX" ende X" penn:, ende t gunt hen daer over ende vermits het geftadich refuys te verwachten (tont vaii de gramfchap van voorf: Hertoghe, maeroock van haer totaele ruine, foo defelve Spaengiaerden onder lig geflooten hadden (als by Confeffie van verfcheide gebleecken is) op ten witten Donredach s'avonts, als zy des morgens deur t voorf: Innemen van den Briele hadden moeten vertrecken, onder haer hypocritifche penitentie ofte Geeifelinge de voorf: Stad Utrecht (daar zy twee Jaeren in grooter weelden onderhouden, ende met alle beleeftheyd getracteerd waren geweeft, alfoo dat by Calculatie be- /  x*6 B Y L A A G E A. bevonden worde', dat zy die Stadt en Ingezeetenen van Utrecht over driemaal Hondert Duyfent Guldens gecoft hadden) te faccageeren, pionderen ende berooven, onder dexell dat zy in langhe van haer Soldye niet betaeld waeren geweed ende vermits zy merckten dat die Stadt, Steden ende Landen van Utrecht waren in disgratie ofte ongenaede van den voorfchreven Hartoghe, ende dat zy aJfuVx geen zoo leelicke grouwel: ofte abominable feiten konden doen ofte aenrichten, die hen by den voorn. Hartoghe qualick afgenomen werden ; doch hoewel haeren aanflach vafi Stad te pionderen , driemaal gefailleerd was , foo en hebben zy niet gelaaten geduirende d'Oorloge op Hollant, ende merckel: t beleg van Haarlem, die Stadt, Steeden ende Landen van Utrecht met ontaliicke eade onnoodige inlaegen van Ruyteren ende Soldaeten foo zeer te overvallen, belaften ende bezwaren, ende het Lant zoo te bcfchatten, en uit te eeten, dat het ondragelik was, ende veele huysluiden ende andere van Commer ende Armoede verliepen, veel verdorven, ende van honger in grooter ellende vergacn zyn, weezende een faecke die wraek. voor Godt roept, ende t zelve henl: noch niet genoeg zynde, hebben die Spaeniche Soldaeten op een tyt, te weeten den eerden dag van Mey anno LXXII1J als zy voor by die Stadt Utrecht padeeren zoude, ende daer binnen t haeren wille niet gelaeten wordende, die vier Voordeeden van defelve Stad in brand gedeelten , met meyninge die geheel af te branden , foo verre hen t weer ende windt niet gefailleert en hadde: hadde noch den voorf: Hertoghe, niet wetende wat leet hy die voorf: Stadt Utrecht aen doen zoude, voorgenoomen, vier vafi vyff Canoni fyen ofte CaptJn binnen Utrecht refideerende, ende die over veel hondert Jaeren by Kcyzers efi Coninghen daar gefundeert en zeedert altyds gerefideert hadden, te transfereeren van Utrecht op andere plaetzen, daer die nieuwe Bisdommen opgerecht waeren, alfe tot Remundt, Leuwaerden , Groeningen ende elders , t wekk hy ook af-  B Y L A A G E A. 12? apparentelick geffeétueerd zoude hebben, ten hadde gedacn dit Oorloge op Hollandt, ende dat hy van den Coningh weder in Spaengien geroepen ware geweeft, ende den grooten Commandeur in zyn plaetze gezonden: By tyde van wekken de voorfz: Stadt ende Landen van Utrecht niet beter dan by den Hartoghe van Alva getraéteert zyn geweeft; Jae zukx ook dat de voorlz: Spaengiaerden hem metter daet hebben derven onderftaen in den Jaere LXXIIIJ den XIX«= November die Stadt Utrecht onder t Cafteel, daar zy intelligentie op hadden, doch niet zoo groot als zy meynden, met keren te beclimmen, meynende defelve geWeldel: te overvallen, faccageeren ende te plunderen , ende den Borgers naer haeren appetyt te tracteeren , als zy gedaen zouden hebben , ten waere hem zukx deur die Borgeren, ende eenige die op t Cafteel waeren, bekth waere geweeft, fukx dat die van de Stad Utrecht hen niet anders jeegens de Spaengiaerdcn hebben moeten weeren ende -wachten, dan of zy haer vyanden waren geweeft, hoewel fy hen doen nog geheten tot defenfie vafi: Landen gecommen te zyn ,In fumma en hebben den Hertoge van Alva ende den grooten Commandeur niet opgehouden vafi Stadt, Steeden ende Landen van Utrecht, zoo door die Spaenfche, als andere allerhande natie van Soldaeten alzoo te travailkeren, verdrucken, befchatten, berooveti, op ende uit te eeten, tot dat die platte Landen meer dan voor d'een helvt verdorven, verkopen ende gedepeupleert waeren, en d Ingezeetenen vafi Steeden langer geen middel hadden , hen zeiven of de Soldaten te onderhouden; Alle twelke die voorf: Staeten van Utrecht alfoo patientel: gekeden hebben, tot dat die voorf: Spaengiaerden in gelyke maniere aangetast hebbc 1 die van Braband ende Vlaenderen, ende eenige Steeden aldaer geoccupeert hebbende, hen fulks ook vyantlyk jegens d zelve verthoonende. die pacificatie van Gent, ende die Guael: Unie tuffchen alle die Nederlandfche Provintien befiooten worden, om hen Gefaernenderhant v«Ê Spaenfche Tyrannie te verloffen en-  Ui BYLAAGE A'. ende in haere Oude vryheid ende liberteyt {Tellenhaer Rechten, Privilegiën ende Vryheyden tehanthouden, en byfonder om hen zeiven, hun Wyvea en Kinderen te bevryen van Infamie ende overdadige irjurien, die zy dagelicx vafi Spaensiaerdea mollen lyden , waer meede die Staeten van Utrecht hen des te vlietiger gevoecht hebben, dat zy Luiden geduyrende den tyd dat zy in deefer manieren by den Hertoge van Alva ende grooten Commandeur ende die Spaenfche Söldaaten getraceerd worden vermits henl: geperfuadeert worden , dat dert voorfz: Hartoge ende Commandeur dit alles gedaen hadden buiten wil, weeten off adveu van Coningh van Spaengien, wiens gerechticheyd, goedertierentheyd ende goetheyt tot zyn onderfaeten henl: zeer hoochl: geprefen werde, zeeckere haerluyder Gedept in Spaengien gefonden hadden, foo om haerluyder geinterpofeerde appellatie te vervolgen, als om zyne Mat. te kennen te geven hoe ongoddel:, onmenfchel: , ongenadel: ende tyrannel: fy vafi voorfz: Hartoge van Alva, grooten Comn;andeur ende Spaenfche Soldaten boven alle Recht, reeden en menfchelicbeyt getraclreert worden , ende fulex te verfoeken, dat fy in Appel ontvangen en van voorfz: Soldaeten ontialï, ende voorts aen watt favorabelicker en gratieufel: getradieerd zouden moogen worden, welverflaen: dat zy ingevalle van noot , te vreden waren Suldaten te ontvangen ; maar heeft den voorf: Coningh foo veel het appel aengaat, naer lange Sollicitatie, tot der Staeten zeer groote Colten gedaen, verclaert gehadt, dat daer geen provifie van appel cn viele, maar dat die Staaten henl: zouden addrdfeeien, ende haer Reqe prefenteeren aan den Hertoge van Alva, ende' van zeiven verlbecken fulcke provifie, als fy teraeden vinden zouden, die hen daer van zoude voorfien foo hy in Recht, reedenen ende equiteit foude bevincen te behooien: ende hoewel fulex buyten alle Recht en reedenen gedaen worde, foo hebben nochtans de Staten , ziende dat zyl: anders niet en kollen verwerven, fyne Mat in t lange fonder «e-  B Y t A A G É. A. lap éenige difllmulatie remonftreerden verfcheyden reedeneu, waaromme fy vafi voorfz: Hartoge vafi Alva, noch van die van zynen Raeden geen Recht noch Juftitie en Verwachten, als dewelcke ©vermits t fefuys vafi verfch: C" XX" eft X» penfi: die geinterpofeerde appellatie en dat zy verfcheyde andere Clachten over hem aen zyne Ma' gedaen hadden , foo zeer op henluyden vergrampt waeren , dat zy niet en waren te gefeedigen ende doch anderfints gewoonlick wreren alle die Werdt ongel: te doen, ende geen acht te nëemert op Recht, reedenen, noch equiteyt, lulcx dat zy andermael van Coningh verfocht hebben, dat hy henl: zoude willen gunnen provifie van Revyfie en propofitie van erfeur ende d'Inftruclie vafi faecke Committeeren die vafi Secreten en grooten Raede gefaroenderhandt ofte een van hen apart, ende de deCifie d'felver Raden; daer by gevoecht ter coften Vafi voorf: Staten van Utrecht alle die prefidenten van ganfch Nederlandt, en fulex een Raedt, die niemant jae niet den Coningh zelfs, met redenen mocht réfufeeren off fulcke andere als Zyne Mait believen zoude: om welke provifie van reviüe die niemanden naer rechten geweygert mach worden, le obtineren, der Supplfn Commilfris vier iaren-aen den anderen cöntinuele Sollicitatie in Spaengien gedaen heeft, fonder dat hy yetwes heeft connen verwerven, anders dan dat hem d'eenmaale gefeght worde door den Prefident en den Set* vafi Coningh ^ dat die faecke die van Mechelen gecommkteert was, d'ander reyfe, dat den Coningh felffs kenniffe van faecke genoötnen , en daer inne feecker fententie geconcipieert hadde tot voordele van Staten, [als t gèfeyt en oock aan den Prefident 1/iglio gefchreven worde, fonder nochtans dat den voorfz: CommiiTaris dié voorf: fententie mochte fien ofte h'ooren leefen,' hoewel hy groote inftantie daeromme deede, dan «en Jaer ofte meer da'er mede opgehouden zynde' wert gefeyt dat den Coningh weder een ander fententie geconcipieert hadde, fonder hem nnchrnns 4ie te communicéren, fulex dat den Voorf: Co-' ï ntngt?  X30 BYLAAGE A. ningh meer dan viermael fyn fententie in devoorp faecke verandert heeft gehadt, naer dat die frecken in deeze Landen wel olF qualick nae zynen finne gingen. Ende foo veel die ontlaftinge van Soldaten aengingh, ende dat over haer exaftien, concuiüen , fortfen eii ordre geilek ofte ftraffe gedaen mochte worden , al was't dat zy d'overdaaden vu Spaengiaerden in fulcker voegen remonftreerde" eö met wettige oirconden, ofte informatien bethoonden fulex te zyn, dat een iteene hart, jae den meeften Turck ende Tyran, hem daer over zoude hebben moeten erbermen: dat zy ook prefenteerden foo verre Zyne Mat verftont dat fy jegens die fententie vafï Hartoge van Alva injuftitie nietgehoort noch ontfangen behoorden te worden , dat zy bereyd waren van Zyne Mat fLiIcke Corredtie te ontvangen, als fyne Mat zoude bevinden dat zy verdient hadden: danbaeden alleenl: met aller ootmoet, dat Zyne Mat hem niet en zoude laaten flraffen by den voorf: Hartoge off Soldaten, die niet en zochten dan hen over die van Utrecht te wreecken , vermits die dachten, die zy over henl: aen Zyne Ma1 gedaen hadden, dat zy ook hier by remonftreerden wat grootcr confequentie en kwaede Exempelen zoude weefen voor alle d'Ingezeetenen vafi Nederlanden, en ook voor Zyne Mac en die goede Onderfaeten, om dat zy haer over t onrecht, hen by de Gouverneur gedaen, aan Zyne Majt beclaecht hadden, denfelven, daer over fy geclaecht hadden, tot een ftraffe by Zyne Ma1 overgeleevert, ofte in handen gelaeten zouden worden , foo alleen daer deur geen Onderlaten meer aen Zyne Mat fouden derven claeghen, maer ooik deti Gouverneur een voet gegeven worden om naer haerl: appetyte over die arme Onderdaenen van Zyne Mat te tirannifeeren ende t Landt naer beuren appetyte regieren, foo en hebben zy nochtans niet anders connen obtineeren, dan dat Zyne Mat twee brieven in haer faveur aan den Hartoge van Alva gefchreeven heevt, d'eene van Xn Sepremk- LXXJ en d'andere van XXIIJe February LXXIJ, by dewelke Zyne Mat overfeynderi der Stae-  BYLAAGE A. 131 Staeten Reqs ende die informan: op de exceffen vak Spaengiaerden genomen, (t welck was om den Hartoge van Alva ende die Spaengiaerden meer tegens henl: te verbitteren ) fchreeff in ef> fefte, dat hem een aangenaeme faecke zoude weezen, dat die Stadt van Utrecht by den voorf: Hartoge van t Guarnifoen ontlaft zoude worden ende blyven, ten waere de noot anders vereyfehte- bevelende den voorf: Hartoge ordre te rellen , dat die goeden gemainteneerd ende die Quaden' geftraft mochten worden. Dan den voorfz: Hartoge willende toonen, of dat alle t geene hy deede des Coninghs wille was, of dat hy op des Coninghs beveelen niet en achte, heevt in plaats vafi Stadt Utrecht , volgen" s Coninghs begeerte vaii Guarnifoenen te verlichten, defelve in Novembri XVCLXXT, fonder nootfaecke wederom met die Spaengiaerden , die daer gelegen hadden , ende ten aencomfte vafi voorfch: brieven in Hollant waren, ende daer toe nog twee Vaendelen uit den Briele gecomen, weder belaft: fulex dat die voorf: Staten uit alle deefe en veel meer andere ontallicke aften te langh te verhaelen , fpooieü en ondervindende dat alle t geene by den voorf: Hartoghe van Alva in deeze Landen gedaan was, t werek ende wille was van Coningh felver , ende dat zy alfulex vafi felven Coningh noch Recht, nochte Juftitie noch redelich', noch gratie, noch genade nochte eenige verlichtinge en hadden te verwachten, haerluyden Commif" naer dat hy meer dan vyff Jaeren in Spaengien geweeft was, wederroepen ende belaft hebben weder t huys te commen, t waere hy fententie hadde ofte geen: t welck den Coningh door raoport van Prefident Hoppero vernoomen hebben ende wel merekende dat het een faecke van grooter C mfequentie wefen zoude, dat hy in zoo notoire rechtveerdige faecke die Staten van Utrecht geweygert hadde provifie van Juftitie, die men henl: jae den minften bedelaer met geene rechten, noch redenen en conde weygeren, den voorf: Comr»i(» voor zyn vertreck doen voorleefen heevt, feeckere gefabriI » ceer-  132 B Y L A A G E. A. cpprdï; Sententie die, hoewel obfchuirel:, fcheen te wefen tot voordeele vari Staren voorfz , doch alfoo dat deere vafi Hartoge daer inne bewaert was meer dan van Staaten, zonder dat men den Commif,, daer van CopIC heeft willen geven: doende den Coningh zeggen dat D,n Jan van Oostenryk cortèkck in de Nederlanden zoudecommen ende die van Utrecht mette voorf: Sententie granficeeren, om alfoo haer herten t henrewaerds te trecken; dan de voorf: Don Jean in t Land gecomen ende tot Luxemborch gearriveerd zynde den Illjn Novemb: LXXVJ hebben die Spaengiaerden , die op t Cafteel van Utrecht in Guarnifoen tegen , zonder van Borgeren ofte Ingezeetenen van de Stad geirnteert ofte anders dan als vrienden getrafteert te zyn, op ten XXn Xo* uit den Cadeele gevallen, ende tot den Borger ingefchooten, hebben oock ettelicke Burgeren doot gefmeeten en ten zeiven daghe ooik met groff gefchut vaii Cafteele tot die var, der Stad innegefchooten, oock den XXJn en XXIfJn Decemb: des avonts vaii Cafteele in de Stadt gevallen, ende etlicke huyzen Mi brant gefteecken; in der vougen dat die voorf: Maten genooddrukt zyn geweeft die wapenen tot haerl: noothcke defenüe jegens die voorf: Spaengiaerden , aen te nemen, ui het Cafteel te becrachtigen met groot verl: van beuren Borneren en Onderfaten, die daer over doot gebleeven, en aen haerhuyfen grondelik bedorven zyn geworden ecc. Ende als naer eenige limnlate handelinge van voorfch. Don Jean tusfchen hem ende die gfiaele Staeten het perpetueel Edicl- bellooien was ende heev met alleen die voorf: gefabriceerde Sententie niet geleeverd , ncch die van Hartoge vaa Alva sccafleert, maer hadde gemevnt die Stadt Utrecht door raiddel van drie Vaendelen Soldaten, die daer binnen, ende zes die in de Voorfteeden laagen, ende daer meede hy intelligentie hadde, m zyn gewelt te brengen, ende het Cafteel, dat doen in de Borger handen was, hen af te neemen om alfoo defelve Stadt met geftadige Guarnifoenen belett te houden, daer van een Rooffneft te mae. ken  E Y L A A G E. A. 133 ken, en die van Hollant daer deur te becrygen Dan alzoo Godt almachtig door zyne zonderling; Genaede den aenflach, by de voorfz: Soldaeten foo buyten als binnen Utrecht leggende gemaekte om die Stadt te occupeeren , ende den Borger te overweldigen; in fulcker voegen genoech miraculeufel: dirigeerde, dat die Borgers den Soldaten meefter geworden, en d' zelve fonder zweerde te trecken ter poorten uytgeleyt hebben gehadt ende heur alfoo van eeuwige Slavernye deur Gods gratie bevrydt; heeft Don Jean t zelve vernomen hebben, om met praelycke te wege te brengen , dat hy metgeweltgefailleert hadde te doen, opentlick verclaert en doen uytgeven, dat hy met myn Heere den Prince van Orangien wilde mondelinah ipreeken, en ten dien eynde binnen de Stadt Utrecht commen gelyk hy t zelve die van Utrecht ontbooden heeft, all op hoope dat hy in de Stadt weefende, d'zelve machtig geworden foude hebben, dan foo hem gefeyt worde, dat hy hem v ei yerféeckert mochte houden, dat die van Stadt Utrecht hem met meer Volcks niet inlaetsn cn zouden, dan zy machtig zouden weczen, heeft zyn propood van t Utrecht te comen gelaaten , en: liet Cadeel van Namen geoccupeerd, ende van daer die Gnaelc Nederlanden een nieuwen Oorlogh gemaekt, die noch is duyrende. Mits t welcke een ygelick wel can verdaan, wat fententie geweed zoude hebben, die Don Jean ten voordeele vafi Staeten van Utrecht naer zoo langwylich vervolg mede gebracht zoude hebben. Ende zoo uyt alle t geene voorfz: is, claerf: genoech blyckt dat den Coningh van Spaengien die Stadt Steeden, ende Landen van Utrecht geen van alle die principaelde poincden , voorwaerden ofte conditiën, daer op die Keyzcrl: Ma', voor , en hy naer by die voorf: Staeten was aangenoomen, ende die by henluyden belooft, ende" by eede folemnelyk bezwooren waeren, gehouden heevt, maer d' felve opfettelik ende met voorraadt in verlcheydcn manieren en met diverfche aften verbrooken , ende direftel: dier tegens gedaen heeft, ende dat alfulcx die voorf: Staten, noch d'Ingezeetenen vafi I 3 Lat .  T34- BYLAAGE A. Lande van Utr.cht, niet voorder gehouden fyn in den eedt die zy den voorf: Coningh gedaen hebben , noch in verbiuteniffe daer mede fy hem verplicht mogen zyn geweest, maer dat fy metter daet daer van géabfolveért en ontllacgen zyn, °-elyk zy hem daer van oock over langhe öntflagetl hebben gehouden, fulex ook dat zy metter daet mogen procedeeren tot acnneeminge van een ander Heer, ofte Prince: Want behalven dat den Coningh van voorf: heerfchappye cn gerechtich' die hy over den Lande van Utrecht geliadt heevt, vervallen is, vermits hy t Contract met henl: gemaeckt, t wiek reciproque is, hen zoo well verbont aen d'een, als d' Ingezeetenen van den Lande van Utrecht aen d'andere zyde, en by d'een gebrooken weezende d' ander niet fchuldig is te obferveeren, niet heeft gehouden, foo is liae rechten notoir, dat als een Prince (alwaer t 09c-. dat hy by lpeciael accoordt, ofte Traciaet niet aengenomeh en waere , ende ihlcke beloften niet "en hadde gedaen als in defen) fyn onderfaeten opprimeert ta verdruckt (men laet flaep openbaer oorloghe aen doet, als den Coning van Spaengien gedaen heevt) en hen weigert Juftitie te adminiftreeren, van fyn gerechticheyd'vervalt; ende dat den Onderfaeten gvoorlooft is den macht hem gegeven te revoceren, ende eenen anderen in zyn plaetze aen te neemen, Alle welcke te meer plaets heevt dat den Coningh van Spaengien t accoordt tuflehen Don Jeafn van Ooftenryck en die Genaele Staeten gemaeckt ende by hem fpédalicken geapprobeert, gebroocken ende niet gehouden heeft, dat hy ook zeedert die tyd aangefocht zynde deur Intercellie vaii Keye ma« cn zyne Mat» Gezanten om met redelicke middelen met zyne'onderfaeten te verdragen ende zich te reconcilieeren niet alleen alle gevoechlicke middelen hem by de Staeten gepntëert afgeflagen heevt, maer d' felye Communie; tot CoWn géhbude'n, onder een fchynzel van vreèdemaeckjnge gebruyekt heevt tot oneenichevt efi twiftmaeckinge onder die geünieerde provinciën van deefe Landen , alfoo dat defelve Communicatie ionder eenige vrucht gefchcurt is, oock zonder ho-  BYLAAGE A. 135 hope dat daer eenige Reconciliatie zoude mogen vallen, principael: aeuichouvv genoomen, dat den Coningh van Spaengien onlaucx daer naer heevt laten publiceeren feecker Traciaet van prcfcriptie daer by die Staeten en Ingezeetenen van den Lande , onder dexell dat zy t haerluyder nootiicke de= fenfie gebruykt hebben den Raedt ende Advyle van myn Heere den Prince van Orangien een van voornaemfteHeeren en meeft gegoede in de voorf: Landen, ende off fulex waere gedaen, niet onl hem zelffs te defendeereri, maer alleen om denfelven Heere Prince jeegens zyne Ma1, te favonfeeren cii fupporteeren, verclaert worden rebellen van zyne Ma1, en vyanden van de gemeene rulle, ende fulex gepriveert van alle goederen, Edeldom, eer eii gratie jeegenwoordich en toecommende, geevende haerl: perfooneh en goederen, daer men die foude mogen vynden', het fy binnen fynen Cohingryken en Landen ofte daer buyten, den genen die defelve zoude mogen occupéeren of weten te becommen, boven dat hy noch fecckere groote fomme van penningen geilek heeft op 't lyff van myn Heere den Prince voorn' ; Mits t welcke fyne Ma' genoech verclaert dat hy d' Ingezeetenen van defe Landen langer voor geen Onderfaeten en wil kennen, maer henluyden ganfel: abandonneert cn verlaet, jas als vyanden hout, ende alle hoope van Reconciliatie wechneemt : Waeromme ende om meer andere reedenen by de Genaele Staeten breeder vervath in feecker Placcaet by henluyden hier op laeten uyta.acn van date den xxvj= July voorleéden, anno Lxxxj, daer toe men hen om cortheyt wille gedraècht, SOO IS T, dat die voorf: Staten vaii Utrecht t geene voorf: ovorgemerekt, ende door den wtterflei\ noot gedrongen zynde, eendrachtel: en by gemeen' advyfe den Coningh van Spaengien verclaert hebben, gelyk zy verclaeren by deefen ipfo Jure vervallen te zyn van zyn heeifchappye ,Gerechticht en erffenhTe van voorf: Landen, ende voorthaen van geene meyninge té zyn, denfelven te kennen, in eenige faecken den Prince zyn hoocheyt, Jurisdictie, Domainen vafi veorf: Landen racckefi, fyn naem als Overheer 1 4 meer  3i6 B Y L A A G E. A. wUer§,ebmyck/n' ^bv yemanden toelaten gebruyckt te worden; Verclaerefi ook dienvolgens alle Officieren Jufocieren, Smalehecren, Vafallen Urreïr" andei'e" InSezeetene» van Lande van Utiecht, van wat conditie ofte qualiteit fv zvn voorthaen ontflegen van den eedt, die zV den Coningh van Spaengien . als Heere vafi j.ande van Utrecht geweeft hebben, eenichfiftts mogen gedaen henben ofte in hem gehouden hebben Ieweeft; Liide gemercktdeDoorluchticl.t van Eenshartoge Mathias het Gouvernement Gfiael: van de Landen m handen van Generaele Staeten gerefig. neert heevt , en 't felve by hen Luyden geaccep. tiert is, ordonneren ende bevelen alle Officieren, Jufticferen en andere, die t zelve eenigfints aengaen olteraeckenmach, datzy voortsaenden naem, tiltre, groote cn cleyne Zegelen , Contre Zegelen! Cachetten van Coningh van Spaengien verlaten' ende niet meer gebruycken, ende in plaetze van dien voortfaen by mamere van provifie gebruycken den Naem vafi Staeten vaii Lande van Utrecht ende m plaetze van t voorfz: Coninghs Zegel! failen gebruycken alfulcken Zegel, als die voorfzSiaeten tot der faecke hebben geordonneert op die pcine van nulliteit van brieven, befcheyden, ofte depechen, die contrarie van t geene voorf: is ' gedaen ofte gefegelt fuüen weezen; Ende tot bc! ter en feeckerder voldoeninghe van t geene voorlis , hebben geordonneert en bevolen , ordineren eude beveelen by defen, dat alle des voorf: Coninghs van Spaengicns Zegelen in den Lande van Utrecht welende, terftont gebracht zullen worden in handen van ordinaris Gedepden van de voorf.' Staeten op peine van arbitrale correctie; Ordonneerefi voorts dat voortaen in des Landts van Utrecht munte die naem, titule ofte wapenen van Coningh niet meer gebruykt zullen wosden, maer alfulcken (lach en: forme als geordonneerd zal worden tot een gaude en filvere penning met haere gedeelten. Ordonneeren en beveelen insgelycx den Vice-prefident ende andere Heeren van den Raede in den Hove van Utrecht, mitsgaders die vafi Reeckenkamer alhier wefende, dat zy hen «nt-  B Y L A A G E. A. 137 ontHagen houden van den eedt, die zy den Coningh van Spaengien reïpeftivel: naar luydt haerluyder Commiffien gedaen hebben, fchuldig ende gehouden zullen wefen in handen vari geene die de voorf: Staeten hier toe ordonneren fullen te doen eenen nieuwen eedt, daer mede zy de voorf: Staeten zullen fweeren, getrouwicheid jegens den Coningh van Spaengien, ende allen zynen Aenhangers, naervolgefi die formule daer van gemaeckt, die hem voorgehouden fall worden; ende zall men henluyden als dan geven nieuwe Commilfie onder den naem ende Zegel van de voorf: Staeten, ten waere nochtans dat yemanden van heure voorfchreve Coramiffie weederfproocken, ende achterhaelt worde van Contraventie der Privilegiën das Landts , oabehoorlickc ende andere diergelycke faecken: ontbiedende daeromme die Vice prefident en Raeden in den voorf: Hove van Utrecht Schouten , Maerfchalken ende andere Jufticieren ende Officieren, die dit aengaen mach, ende yegelyck van henluyden befondere, dat zy deeze onze Ordonnantie doen condigen over alle den bedryve van haere Jurisdictiën, daar men gewoonlick is uytroepinge te doen, foo dat niemandt hier van ignorantie pretendeeren mach, ende defelve Ordonnantie doen onderhouden ende achtervolgen onverbreeckelyk daer toe rigoreufelick bedwWende den overtreeders in manieren voorf:, fonder verdrach off dilTimulatie, want de voorf: Sraeten t zelve alfoo tot nut van den Lande bevonden hebben te behooren. Ende van des te doene met des daer aencleeft, geven wy u ende elcx van u die dit aengaen mag, volcommen macht, authoritevt ende fonderling bevel. Des t eenen oireonde hebben wy dit Czoo onfen Zegel noch niet gemaeckt is) by onfen Secretaris doen onderteyckenen Gegeven tUtrecht defen n Oftobris xvq..xx.xjf>). B Y- ™l™ï^,!?y d!t S-tuk' zo de tls den naam lï,™ % met *evonden <=" opengelaten wordt, «urve ifc, voor tls nog, niet verzeekeren, of het ztlve werk.lyk, is «ftek.ndigd geworden. ' C' 15  BYL AAG E B. Extraft uit het Vroedfcbapsboefc der Stad Gouda, beginnende met den vi Novembru t^io tot den ix Meye 1601 i7. i^§! 5, Vroedfchap gehouden den IJn dach Meye XVcLXXXUIJtich. ' „ Up huyrlen den IJ", dach van Meye ark» XVCLXXXIHJ'ich was jn de Vergaderinge van de Vroetfchap verfchcnen M' Sebaftiaen Van Loofe, Raedt ordinarii jn den hooghen Raedt van J-Jollandt, als Commiffaris van den Raede van Staten neffens zyne Pr<; Eye, mitsgaders M' Nicolaes Bruninck, ccrfte Secretaris van dfelue zyne Ex«= als benelfens d voorn: Loofe by fyn Ex'ie mede gecommitteert weelende; Ende naer dat fyluyden refpecliuelkk hare Comiflie verthoont ende die van de Vroetfchappen voorgedraegcn hadden alle t gene dat met fyne Pre Ex"e Cnaer verfcheyden Vergaederinghen ende communicatien Staets-gewys gehouden) was gehandelt, belangende de hoocheyt ende heerlicheyt des Graeffjchaps van Hollaridt ende Seelandt, ende dat, dyen volghende, nu anders nyet en refteerde dan te procederen tot huldinghe ende jnauguratie van fyne Ex'jc etc: ah Gratie van voorf: Lande, op de poincten ofte Capittulatie, daer toe by den Staten van Hollant geraempt, die d voorn: ComiffaritTen, ouer fukx verfochten , naer dat die opgelefen waren, geaggreert ende geapprobeert te hebben, fukx als meelt alle de Steden van Hollandt airede hadden gedaen, conform feeker formulyer daer van fynde; foe was, dyen volgende, 't gene voorfz ës by die van Vroetfchappc jn deliberatie gelecht, ende by henluyden daer op krflno'ei» ende gerefolveert% te fullenptrfifteeren by de Refolutien , diefyluyden op. Zie deeze Byvoegf. en Aanni. bl. 115.  BYLAAGE B. i39 opten xi' ende xxvi/'p O&êbris ïejlleden , aengaende het ouerleueren van Renyerfael bryeyen nebben ghenoomtn, ende otter fulex avoorn. tleeren Cfiniffiirijfen emftelick te verfoucken, dat fyluyden ghtlieuen fullen, van wegen die van den Froet' fchappe voornt, fyn Ex'{' te bidden , haere voorfz. Refolutie genadelicktn te willen verflaen, en hen voor ge-excufeert te houden; aengeften fyluyden gaerne fouaen ften, dat die van Seelant gelycke* licken fyne Pr» Ex*\» mede aenneemen ende gelycke Renverfael-bryeven ouerleueren fouden, achteruolgende de vo»rfz. Refolutien van xi'i* en xxvije» OStobris voorfz; Want fyluyden prefumeren ofte beduchtende fyn , euen verre die van Seeland nyety fimul & fernel, fulex van gelycken en deden , dat in fulcke gheualle merckelicke fwaricheden , tusfchen dfelue twee Provintien fouden ftaen te verwachten , om dat fyluyden yet Capittultren moch« ten, twelck tot nadeel van die van Hollandt naemaels flrecken foude moeifhen ; dan niettemin wanneer die van den Vroetfchap blycke, dat die van Seelant fyne P' Ex'i" mede aengenoemen ende gelycke Renverfael-bryeuen ouergeleuert hebben, dat fyluyden, als dan, dvoorfz. Capittulatie naerder in communicatie leggen fullen, om dies aengaende te doen, fukx ten meeflen dienflen fal behooren."  NB. 't Portret van STRICK, te plaatfen tegen over Bladz. 102 in d® Byvoegfels