BYVOEGSEL S E N AANMERKINGEN OP HET ZEVENTIENDE DEEL.   BYVOEGSELS E N AANMERKINGEN VOOR HET ZEVENTIENDE DEEL DER VADERLANDSCHE HISTORIE VAN JAN WAGENAAR. door. M>. H. van Wyn, Mr. N. C. Lambrechtsen, Mr. Ant. Martini, E. M. Engelberts en anderen* te AMSTERDAM, by JOHANNES ALLART, M D C C X C V.   BYVOEGSELS E N ■ AANMERKINGEN op het ZEVENTIENDE DEEL. BI. 4. r. 8. v. 0. „ Hébbende den He;rë-~* VanKeppel — ,Graave van Albermrle — diep meten te dringen in 's Konings genegenheid en vertrouwen." Als een gevolg daar1 van , mag men agcen, da: hy , ichoon een Geldersch Edelman en Lid van 'c Parlemenc van Groot Brittannie , in Hooimaand van 'c volgend jaar 1699, Lid wierdt van de Hollandfche Ridderfchap. Ten jaare 1700, wierdt hy ook Ridder van den Kousfeband. (a) BI. 5. r. 18. „ Omtrend deezen tyd , of Wat eerder, kwam er tyding u;t Spanje, dat de Koning op 't fterven lag" De Koning wierdt reeds gevaarlyk ziek, in Lentemaand van dit jaar 1698. Die toeftand van zaaken dan zal, denkelyk , lang voor Oogstmaand % wel- 0) Refol. van Holl- 14 July i6qg bl, 957. Eitrop, Mtrh jfuly 1Ö99, bl. 91. en iley i?oo. W. 2364 A  * BYVOEGSELS en welke Wagen, bedoek; hier te Lande, bekend zyn geworden (#) Bl. 6. o. r. „ Hy" (Keizer Leopold) v zig verlaatende op de Koninginne van Spanje." Zy, die den naam droeg van Maria Anna , wss eene zuster der Keizerinne , en één der veertien kinderen van Philip Willem, Hertoge van Nieuwburg, Keurvorst van de Paks. De Graavinne van Perlips, die, by onzen Waghn. en anderen, te regt, als haare vooinaamfte gunfïelinge voorkomt, was eene Staats Jongvrouwe, die zy,uit Duitschland, met zig, naar Spanje gebragt hadt, doch die, nog voor Koning Karels dood, in ongunst geraakte , en naar haar Vaderland terug gezonden wierdt (V). Bl. 7. r. 4. „ Keizer Leopold hadt een ontwerp gefmeed —, owzynen tweeden Zoon, den Aartshertoge Karel , overtezenden naar Spanje." Men dient zig hier te herinneren, dac Leopold, in zyn eerfte huuwJyk, ten jaare 1666, getrouwd was geweest met Margareta Thekesïa, jongere Dogter van Philips IV, Koning van Spanje; aan welke Vorftinne men, te Weenen , London en in den Haage, gemeenlyk, begreep, dat de Spaanfche kroon moest vervallen, by 't overlyden van Koning Kar ft, II, haaren Broeder, om dat de oudfte Dogter van Phslips, Maria Thheesia , voorheen Gemaalinne van Lodewyk XIV (20 Mimoir-.éu Marquh ds Tcrcy. T. i. p. jn. Ediihn tt ia.  AANMERK, op het XVII. DEEL. $ i XIV, daar van was uitgeflooten geweest, zo by haare huuwlyn fche voorwaarde, als by de uiterlte wil haars Vaders. Leopolo badt, by MakGaReta Thkresia, overleden ten jaareiö^, geene kinderen gewonnen, dan Maria Anto.netta , federt Gemaalin van Maximill.an Emanüel, Keurvorst van Beieren; uit welk huuwelyk ,in Wynmaand van den jaare 1692, was gebooren een Zoon, met naame Jqseph Fbudinand Leopold ; zynde de Moeder, in VV 'mm maand van hetzelfde jaar, geftorven. (d)> Aan deezen Keurprinfe dan,als, na den dood zvnerMoeder, den naasten geregtigden tot de Spaanfche Erfenisfe, begreepen nuFrankryk, Engeland en deeze Staat; by het Verdrag van 't welk onze Wagen, fpreekt; Spanje, de Indien en de Nederlanden te moeten toeleggen; welk denkbeeld 't eerst door den Graave van Portland , geopperd was. (e) Doch de Keizer verftondt dit anders: want, daar zyne Moeder, Maria Anna van Spanje, eene Zuster was geweest van Ptiiups IV, en zyne Dogter, Maria Antoneita, na haarhuuvvlyk, volgensfommigen, gezegd wierdt,afftand van de Spaanfche Erfenis gedaan te hebben (fj, oordeelde hy thans van zyn belang te zyn, omme,niet den Afltammelingzyner overledene Dogter,maar den jongften zyner twee eigene Zoonen, Karll; verwekt, in een derde huuwlyk, by Eli'onora M^gdalena Thehesia, Dogter van Philips ' (d) V Art de verif, les dat. fol. 455 « 485. {ej W«;rN alhier bl. 9 PuTreti neuejls gefch, 3. 15. p, 922. VI. De Torcy. /. (■ T. 1 P 3'- (f: struvius Corp. Hifi. Gum. fol. m. 403! et ibi aHe^öê< Mtmoire: dc La Torre p. 4. 24. A 3  4 BYVOEGSELS en Wuxpm, Keurvorst van de Palts, aan de kroon van Spanje te heipen. (g) Bl. 8 r. 9. v. o. „ Men wil, dat deeze „ opening (van een Verdrag van Verdeeiings der Spaanfche Heerfchappy-) „ eerst gefchied „ zy m eene heimelyne onderhandeling tus„ Jchen den Maarl'cnalk van Bowlers en „ den Graave van Portland." Een Fransch Schryver, die de zaaken van zeer naby kende en wiens zeggen ik, hier, geene reden vinde , te mistrouwen, getuft, met ronde woorden , dat, in de onderhandelingen, tusfchen Bouflers en Portland, van de bovengemelde Verdeeling in 't geheel niet is rapt geworden, en dat zya integendeel, over drie andere onderwerpen handelde; welken hy opnoemt (hy. r ; B!' ^'r. 11. v. o. De Franfchen verIpreidden , federt, dat Koning Willem dit Verdrag van Verdeelinge eerst ontworpen en voorgeüagen hadt? Ik. beken dit, by Tokcy hier aangehaa'd , niet te vinden. Hy geeft wel te kennen, dn Koning Willem bezorgd was, om, by doode des Koning van Spanje , eenen algemeenen Oorlog voor te koomen , en dat Portland; die 't vertrouwen van zynen meest, r bezac; ook ten dien opzigte, tot de hezending naar Frankryk , fcheen verkooren ie zyn ; maar hy doet er op volden , dat deeze omftandigheden , ge • voegd by de opregte begeerte om de vrede te CO Memir. de Torcy % u p, 84 et 3$t  AANMERK, op het XVII. DEEL. 5 se bewaaren, den Koning van Frankryk rot het feefluit brasten, om, aan den Koning van Engeland , de verdeeling der Spaanfche Heerfchappy voor te liaan, te meêr, daar die verdeeiing was ingerigt op den voet van die, welke, ten jaare i66« 3 met Keizer Leopold was geflooren. (;) Torcy behoort dan onder die Franfche Schryvers, welken deeze vertelling tegenfpreeken. Bl. \H. r. 9. „ De Czaar van Musko"ie en de Groote lieer flooren een Beihnd." De Staaten, die; als Wagen ftraks zal zeggen ; ook in dit Verdrag, als Middelaars, erkend wierden, hielden thans zeer naauwe vriendfchap met den Czaar, om wien te bebaagen het Moskovisch Gezantfchap; 'c geen, ten jaare 1697, herwaarts gezonden was; (&) zo luisterryk'wierdt onthaald, dac de onkosten van dien over de twee tonnen gouds beliepen. De Raad van Staate deedt, hier toe, eene Bede *, in welke Holland ter* *pe.*ft,v ftond ftemde. (/) Bl. 18. r. i(5. „ Men tekende deeze Vrede , te Karlowits." De Keizer was zo vergenoegd , over 't gedrag van der Staaten Gezant, Coljer, in deezen , dat hy hem tot Graave des Ryks verhief. Ook was hy zeer ge- (O Memoir: de Totcy. T. I. p. 26 et 27. „ Les t'ircon„ ftances, jnir.tes au defir fincdre de maintenir ta paix, detert, minéient le Roi ,a rropüfer au Rni d'Angleterre un pattage de la Monarchie d'Espsgne, a peu prés dans l'esprit de ce- lui, que fa Majestc ayoit fait avec l Empereur Leopold , „. .en l antiée 1668." Voyez auifi les dii£s Memoir, l. c. p. a8 ^ 29. (k) Wagen. XVI. d. bl. CO RefoU van IJoU, ij en ji July 169%, 11, 315 er. 3.2$. A 3.  6 BYVOEGSELSen gezien, en deedc den Koophandel veel dienst, aan 't Hof van Turkyen , alwaaf zelf zyne Zuster; die,met den Conful Hocüepied, te Stv.irna'■. gehuuwd was ; zig zeer hadt wee-en te wikkelen in de gunst der Sultane FaUda, of Weduwe, van Mahomet IV. (wz) . Eene zeer groore lchaursheid van graanen, zo in Frank ryk, Engeland, («) als in deeze Gewesfen, met naame in Holland, deedt, jn dit jaar 16*98 en 't volgende , de. hooge Overigheid de crnlïigfte middelen beraimen, om de akelige gevolgen, welken u't dit onheil fpruiten konden , te boven te koomen. Hunne Edele Groot Mogendheden lieten ter Generaliteit voordraagen en bewerken een Plakaat, tegens het naar buiren voeren van Graanen uit deece Gewesten , terwyl van binnen; daar ook de Wetgeevers, hy/.onderlyk die van Amfïerdam, de voorziguglre maatregelen namen; (0) het maaien en breeken van d-zelven , tot het ftooken van Brandewynen, 'c maaken van Styffel enz., verboden wierdt, (p) en de Bondgenooten aangemaand, d'een den ander, onder behoorlyke voorzorgen , niet verwisfeiing van graanen en andere jeevensmiddelen , te voorzien, (q) Ook wierdt een Commisfaris Domburg , te üantzig, en Dsurs, te Elfeneur,aangefchreeven, eene lyst op- (V) Edrop. Mercur. Sep. rt>tg. bl. 158, i%6. (n I Mcrctir. Dec. 169* bl. 304. en Jan. ifyo' W. 77. (o) W^rtKN. Gefrhied, Ma Amfterd. 6. jl.'bl. 331—234, Eiii-™ Mtreur. 1(^8 Mi 314. . (pj CLeiy van Holli i(S OS 21 Dec- 169S M, Aqs-ea&A, |n van St Gen. 2»- a Dcc- 1698. (f) Refol. v?n Hat!, if Njv', légg.'bl. 544. en 546,  AANMERK, op hst XVII. DEEL. 7 optegeeven van de Schippers en Schepen, "-die, daar of daar omtrent, naar deeze Landen , met graanen, in laadinge lagen of verwagt wierden, met last aan dezelven, wegens de algemeene Staaten , om zig, terftond, herwaarts te begeeven, zonder 's Lands havenen voorby te zeilen. Die Commisfarisfen moes • ten, hier toe, gelyk verzoek doen aan andere Nederlandfche Schippers, zig daar bevindende , maar welker reize naar andere Plaatzen gefchikt was. Voorders gelastede men den Admiraliteiten , geene Schepen naar de Zond uit te klaaren, ten zy onder behoorlyke borgtogt, van hun te Laden graan nergens , dan binnen deeze Gewesten, te brengen 5 en wierdt den verderen, naar buitenslands vaarende,, Schipperen opgelegd, ondereede te verklaaren, niet meer graan, erweten . boonen,gort,meel, brood of bifchuit te zullen aan boord neemen, dan zy voor hunne reise noodzaaklyk oordeel, den, van welke, verklaaring evenwel, de Oosten West - lndischvaarders , nevens die der Maatfchappy van Suriname, vry gefteld wierden. («oMen verboodt ook, eerlang, den uitvoer van hoppe, voor eenentyd,ennam meerdere en zeer gelchikte voorzieningen (j); onder welken, byzonderhyk, gereekend moeten worden de moeiten, die men deedt aanwenden, om alle Vorsten en Staaten , in welker gebied men eene genoegzaame hoeveelheid graaien aanweezig oordeelde, te beweegen, tot het '.£0 Refol. Holl. 16 en 17 Oft. 1693 bl. 445-454. (s) Refol. Holl. 82 0&. 25—28 Nov. 1698. W, 45? , 53J t J54 en 556. Europ. Mac. July 1699, »* 9i» A 4  ft BYVOEGSELS en het doen uitvoeren derzelven naar deeze P;o-vintien; zynde zelfs de Heer van Objam, der Staaten Gezant by den Keurvorst van Brandenburg , in 't volgend jaar, gemagtigd geweest , hier toe, aan dat Hof, onder 'da hand, eenige gefehenken uit te deelen ; (?) ock is het zeker, dat, onlangs daar na, de graanen, in Pruisfen, open gefteld wierden. O) Gekommitteerde Raaden van Holland, mede volmagt gèkreegen hebbende, om, onder belofte van pramie , zo. veel graanen als mooglyk was, in Spanje , Italië en andere plaatfen, buiten 'sLands, te doen opkoopen, flaagden daarinne zeer gelukkiglyk; z.-lfs in zo verre, dat zy, binnen kort, in ftaat waaren, om, by bevel vm hunne Edele Grootmogendhedén,duizend lasten,voor de loopende pryzen, aan de Ingezeetenen af te zetten en, van den verderen inkoop, een' naauwkeurigen ftaat te manken, dezelven op zekeren prys ltellende, ten einde, buiten fchade van den Lande, weder te kunnen worden verkogr. (V) Langs deeze en foortgelyke wegen, kwam, allengskens, het oude vertier in graanen weder te rug. Men was, midlerwyl,in het duurde, dezer tyden, het Kryg.volk van den Staat, wettigt, vier entwee ft ui vers, 's weeks, naar gelegenheid der plaatzen yan bezettinge, te gemoed gekoomen. (w~). Met de Wethouderfchap van Hamburg hadt (O'Secr. Pefol. van Holl. 17 April 1699. bl'. 68. (u) Eur. Merc. Aug. 1699. bl. 110. Cv) Secr. Refol, van Holl. 19 Nov. ifyg. bl. 88 en s9. O) ft.efo.1, yan Hclj ü April 1Ö99. bh 46$. en { April V/con  AANMERK, op het XVII. DEEL. 9 hack men , dit jaar, eenig gefchil over de bouwing van eene Kapel , ter oeffening van den hervormden Godsdienst, welke kapel de Refident van den Staat, Kuysten , agter zyne Huizkw ge, begonnen , doch de Raad van Hamburg verboden hadt. De Sraateh van Holland, onderrigt, dnt men het vervaardigen van ■ zodanige 'pl'aatfen aan de Gezanten van andere Mogendheden niet belet hadt, namen, daarop , in overleg, den nlgemeeneri Staaten te doen voordraagen, om den in- en uitvoer van alle Xoopmanfehappen,naar en van deeze Landen 5> ook het.' losfen of laaden in of uit .Hamburger Schepen, van buiten in onze Havenen koomende, den lng> zetenen van die Stad te doen ontzeggen , indien men , al» daar, binnen den tyd van zes wecken-, het gedaan verbod niet introk ; zynde de Koning van Engeland verzogt , een gelyk befluit by't Parlement te bewerken, 't Schynt dat deeze ernltige maatregelen van goed gevolg waren ; immers dat men elkander eerlang begon të verdaan, hoe zeer de zaak , nog in 't volgend jaar, niet geheel was afgedaan, (x) Dan, zo de bukenlandfche Kerkgefchillen den Staat werk gaven, binnen 'sLands waren zy mede verplicht, ten dien opzigte,eenige voorzieninge te doen. Reeds in Lentemaand desjaars 1695 en, daarna, te mecrmaalen, hadde.i de Afga* vaardigden van de Zuid- en Noord-Hollandfche Synode zig by hunne Edele Grootmogendheden beklaagd, o/er de onordentlykheid, in het (x) Refol. Holl. 3 Jan. 169S. W. 58 ón 59. " April 1699. bl. 4.76, . m A 5  xo BY VOEGSELS E N *Simenie. * papara toir eu peremptoirExcnun. i ] ] I < ] j J 1 < i l t 1 J het beroepen der Predikanten plaats grypende m zoo verreet, lor,,tyds,ge!d gegeeven wierdt' ondanks de vroegere tegengeüelde wetten op t ftuk van kerklyke omkooping*. De Staaten Helden daarop rast, dat alle Proponenten, na aflegging van het voorloopig, en alle Predikanten na sflegging van hetvolkoomen, Geloofsonderzoek % aan de Leden van de Clasfis, alwaar zy onderzogt waren gewordaan, onder eede zouden hebben te verklaaren, dat zy, om de beroeping tot den Predikdienst te bekoomen, nog zelve, nog door anderen, iets beloofd of gegeeven hadden, belooven of geeven zouden, en dat, indien ter hunner kennisfe koomen mogte, Jat iemand zulks, voorheen, gedaan hadt, zy 3it, terftond, of aan de bovengemelde Clasfis, )f aan die, onder welke hunne Standplaat^ jehoorde, zouden bekend msaken. — Voorts vierdt, by openbaare Plakaate, dit belooven )f doen belooven, geeven of doen geeven. ioor Proponenten of Predikanten, aan Hee:cn, Vrouwen, plaatfclyke Officieren of andere jerfonen, Icherpelyk verboden, en zo de >evers als de Aanneemers vervallen verklaard -an hunne kerkelyke of waereldlyke bedielingen, ender verbeurte van viermaal de vaarde der beloofde of aangenomen gifte, :nvanftraffe, naar eisch der misdaad, voor die ;eenen, welken geene ambten of bedieningen ouden bezitten; alles boven en behalven Ie ftnffe van meineedigheid, ten laste der 'redikanten en Proponenten (•}')• Bl ÖD Refol. Holl. i? Odl. 1698. U. 223 en M4. cn van „ te. 1699. W. is, Sc. *ÏCr. RcU van Holl. t7 Jn. tó9o,"  AANMERK, op het XVII. DEEL. u Bl. 19. r. 3. „ De Staaten der Vereenigde Nederlanden — beflooten, .— in Hooimaand 3 het invoeren van Brabandfche en Vlaamlche Stoffen, te verbieden." 't Was niet lange daar na, dat de Regeering van Rotterdam , ter bevordering der inlandiche handwerken*, en tot afweeringe der zonderlinge en, altyd, nadeelige verfperringe van den vreemden, koophandel, ter Vergaderinge van Holland voorfloeg, of niet de Regenten van die Provintie, in allen ernst en ter goeder trouwe , eikanderen behoorden te belooven en voar zig zeiven aanteneemen, om, met hunne Perfoonen en Fa« milien , de overige Ingezetenen van den Lande te zullen voorgaan, in het draagen van , binnenslands gemaakte, ftoffen, immers zoveel aanginge de wolle kleederen, mitsgaders hoeden en kousfen, als mede dat die geene , welken van de Diakonie onderhouden wierden,en insgelyks, het Krygsvolk van den Staat (char meer op aangedrongen (2),maar 't geen niet volleedig nagekoomen was), alleenlyk met inlandfche ftoffen zouden worden gekleed. Men maakte dit voorde] ConimisforiaaLen het bleef fteeken (a). E enige Burgers en Inwoonders der Stad Amllerdam vielen, om deezen tyd, den Staa. ten van Holland klagtig, dat de Provintie van Groningen en Ommelanden de los- nos* lyt-renten betaalde, welken, door hun. voor zeer aanzieniyke lommen, op dat Gewest, vooi £z) Zie myne Aanmerk 16 11. bl. 154. op Waobn, 16 deel bl. 136. r. ït'. O) Secr. Refol. van Holl. i5 Sept. 1C99. bl. 73 en 74 vergel. 17 Nov 1703. bU 510 cn 5U. * Manu- "aSuurea.  s& BYVOEGSELS en voor eenige jaren , waren aangekogt. Zy' voegde er by, dat hunne Edele Groot Mogendheden, reeds in Hooimaand des Jaars 1675, ernstiglyk, daarop aangehouden hebbende, maar zonder eenige vrugt, federt,op naderen voordragt der Verzoekeren, ten Jaare 1680, drie Leden uit hunne Vergadering naar Groningen hadden gezonden, dien men, aldaar, wel belofte van betaaling, gedaan hadt, maar dezelve niet was nagekomen, waarom zy Verzoekeren , nu. Brieven van fchaêverhaaling op die van Stad en Lande begeerden, hoedanigen hun ook,in Oogstmaand van't Jaar 1676,verleend waren. Men befloot hierop, by Holland, den Groningfchen aan te fchryven, dat zy de Hol-landfche Ingezetenen wilden voldoen, immers in gelyker voege met hun handelen, als met die van .Stad en Lande; alles met dien verriande, dat zo aan deeze aanlchryvinge,binnen den tyd van •vier maarden , niet voldaan wierdt, hunne Edele Groot Mogendheden zig verpiigt zouden agten, .de perfoonen en goederen der Ingezetenen van laatstgemelde Provintie te doen bekommeren , .welken kommer zy zelfs terllond, genooddrukt •j;yn zouden in 't werk te Hellen, indien die van Groningen konden goedvinden, eenige Holland.fche Onderzaaten ,die borgen voor de fchulden van Siad en. Lande gebleeven waren , ter voldoeninge van dezelven , in regten te doen betrekken of veroordeelen. Ook wierden Gecommitteerde Raaden gelast , om dit alles, overeenkomftig het bcilootene, werkheilig te maaken (b~) , en men vindt, dat; op de klagt van (*) Refol. vin IIoH« ao Dec. i6q3. bl. zZ Tan. löoo. hl, 40 en 41. *  AANMERK, op het XVU. DEEL. i$ van zekeren Jan van Eyk en Christoffel Indischic Raaven , te kennen geevende, dat zy, ter oorzaake der meergemelde Borgtogten, door die van Groningen waren uitgeworven; dezelve Raad.den Heere Piccard, Penfionaris dier Stad, mitsgaders de goederen vanverfcheiden Groningfche Ingezetenen, te Amfterdam, ten Jaare i7oo,deedt bekommeren en , daarin, door de Staaten van Holland, de hand boven 't hoofd gehouden wierdt , ondanks de moeite , welke de Staaten van Stad en Lande daar tegens aanwendeden (c). ! Bl. as. r. i. ,, Dié'' (de twee Huizen van V Parlement) „ hem zelfs noodzaakten , zyne Ned;:riandfche Lyfwagc aftedanken, en naar Holland terug te zenden." Niet alken de eigentlyke Lyfwagt, of, zogezegd» Guarde du corps, welke in Heats eene kompagnie beftonclt, maar ook de Regimenten Guardes te paard en te voet. De Koning , in wiens dienst en foldy deeze Troupes, geduurende den afgeloopen oorlog, geweest waren, en die ze, nu. terug' zondt, gaf hier van , op den a van Grasmaand, kennisfè aan hunne Hoog Mogendheden, terlens voorHa.nde,om, tot in diensthouding derzelven, door den Staat ( 't geen zeven en zestig duizend, driehonderd vieren dertig gulden, ih de maand van twee en veertig dagën, zou beioopen, ) eenige andere manfcnappen, met naame twintig Kompo^nien Schotten, aftedanken , en de overige dertig van die Natie, met drie man, by elke kempagnie, te verminderen ,, ^ .a' . waar CO Refol, van Holl. 24 Scpt, 1700. bl, 427.  M BYVOEGSELSen waaraan, zo ik meene, geheel of ten meesten deele, voldaan wierdt (d). Uit hoofde der tydreekening van JVucs Gesar, en het, fèdert, vastgeflelde in de vermaarde Kerk - Vergadering van Nicëa, ten Jaare 382, was de Lente dags- en nagtsevening, in het Jaar 1582, op den elfden > in plaats van den een-en-twintigfen, van Lentemaand, en dus tien dagen te vroeg, ing vallen. Paus Grïgorius de XIII, bebroedende, welk eene warring dit, meer en meer, in de Feestdagen der Iloomfche Kerk ; naar welken de Landman zig, toen en veel al nog, in 'j zaaien en plinten gewoon was te regelen; zou veroorzaaken, vondt daarom goed^ eene nieuwe tydreekening in re voeren, doende, beha!ven andere fchikkirigen, de bovengemelde tien dagen afkorten , door , onmiddelyk na den vierden van Wynmaand des reeds gezegden laars 1582, den vyfiienden, in plaats van den vyfden9 te fchryven. Wagen: heeft dit, voorheen, breeder verhaald en er bygevoegd, dat wel de Iloomfche Vorsten (onder welken ook ds Hertog van Anjon, op wiens last dit, in Holland en Zeeland, mede wierdt ingevoerd} deezen nieuwen of Gregoriaanfchen ftyl, in plaats van den ouden of Juliaanfchen, omhelsden, maar geenfints de onroomfche Mogendheden; als Engeland, Denemarken, Zweeden en verfcheide Duitfcbe Vorsten (e). De laatstgemelden hadden zig egter, federr, bevly- "gd, (J) Refol. van Holl. 14 en 54 Apr. en 30 MÜ 1690. U. 478—4*0, 513 en 678. (O V»derl. Hift. 7 D. bl. 469-47*.  AANMERK, op het XVII. DEEL. tg tigd, om, op eene andere wyze, de feilen van den Juliaanfchen ftyl re verbeteren, en zy beflooten, in Herfstmaand des Jaars 1699, op voorlichting van den Hoogleeraar Erhard Weigels, te Jena, mede een nieuwen jaar-ftyl intevoeren, volgens welken , in hec, toen aanltaande, Jaar 1700, de elf, volgende dagen nx den 18 van Sprokkelmaand, niet gerekend, en hec Feest van Mattheus, op den laatsgezegden dag, gevierd zou worden; terwyl men, tea opzigte van het Paaschfeest,en der mindere, daar van afhangende, Feestdagen, voor 'c vervolg, zig niet naar de Dionyftaanfche, Jaliaanfche of Gregoriaanfche rekening zou gedraagen, maar naar itarrenkundige uitcyfFerhg, gelyk ten tyde der Nicëafche Kerkvergadering gedaan was (ƒ). Onlange na deeze zaak, op den Ryksdag te Regensburg, door de aldaar vergaderde Gezanten der hervormde Ryksvorften , tot befluit was gebragt, gaven zy er kennisfe van aan de algemeene Staaten, met verzoek , dat hunne Hoog Mogendheden den nieuwen Juliaanfchen ftyl der Euangclifchen (met dien naam, zyn de hervormde Vorften, in Duitschland , bekend) geliefden aanr teneemen,en het verder daar heen teftuuren, dat dezelve, in alle de Provintien van het Bond^ genootfchap , wierdt agtervolgd. De Gewesten namen dien Brief over; doch die van Holland , overweegende , „ dat deeze „ nieuwe verbeterde Juliaanfche ftyl, tot noch ,,; „ toe., (ƒ; Putter Neuëste GePch. 3 b. p. 024 und 01^, & iX. LArt, de yerif. let Dates, jol. »8. Europ. Meicur rsh-. i7oU  1$ BY,VOEGSELSew toe , niet by alle de Proteflantfche Ko* ningen , Princen en Potentaten, was aangenomen, nochte ook, volgens het fchiyven van den Commisfaris SpanheyM „ te Regensburg( dees hadt, by den Brief der Gezanten, eene afzonderlyke, tot nader verklaaring van den vorrfchreeven ftyl, gevoegd), „ niet exa&elyck was uytgereec„ kent, ende tot haer volkomentheydt gebracht, maer t daer mede, noch eenigen tydt ftondt te verloopen, en dat de Gregoriaenfche fty] , by de meeste Christen Princen „ wei dt geobferveert , ende, van het geen „ by het grooter gedeelte werdu geufeert, „ wel de meefte gemackelyckheydt ende „ nuttigheydt, in de Commercie en onderün„ ge correspondentie met dezelve Christen ,s Princen , werdc toegeoracht," vonden goed e'n vcrltonden , het werk ter GeneralK'ir. daer hcenen te doen rigten „ dat de Provintien, weiken , tot nu toe, by den ouden ftyl geblee^en waren ; namentiyk , Gelderland , Utrecht, Vriesland, Over-ysfel en Stad en Lande; mogteu werden gedispo„ neert ende geperfuadeert, om, by provifie , tot ireêr gemak in de onderlinge Com„ mercie en correspondentie " (want dit was de zaak, waar op het, in deezen , voornaamelyk aankwam) „ van de refpe&ive Pro„ vintien, aanteriferi en ende te volgen den „ voorfe. Gregnriaanjchen ftyl, als, met den „ voorfchreven nieuwen Juitaanfchen ftyl, riet anders, als omtrent de beweeghlycke j, Feestèn , en dat nog zeer Telden , ver„ lchillende, en dat de voorfchreve nieuwe „ ver-  AANMERK, op het XVII. DEEL. i? verbeterde Juliaanfche ftyl der Evangeli„ fchen, tot meerderperfe&ie gebracht, ende „ by meerder protest anijche Princen en Po„ tentetten aangenomen zynde, met de andefy re refpeÜive Provinciën , moge werden ge„ concerteert ende geconfereert, om de felve, „ over den geheelen Staat der Vereenighde ., Nederlanden , op eenparigen voet ende wy„ fe, te introduceer en'' (g) Ook is het hier by, ten opzigte van het verzoek der Duit* fche hervormde Vorften , federt gebleeven. Maar de Nederlandfche Provinciën, die, buiten Holland en Zeeland,den Gregoriaanfchen ftyl nog niet aangenomen hadden, kwamen hier toe, in korten; met naame Utrecht en Friesland, in het Jaar 1701, te beginnen Biet dat van 1702 (A). *t Leedt tot in de helfte deezer nog loopende eeuwe, eer Engeland, Zweeden en Denemarken van tydreekening veranderden. Engeland befloot er toe, in't jaar 1751 , te beginnen met 1752. Zweeden in 175a, te beginnen met 1753. Denemarken hadt, ten Jaare 1^82, den Gregoriaanfchen ftyl reeds aangenomen, maar , in 't Jaar 1699, hadt men, aldaar, beflooten, de verbeteringen van Weichels te volgen, en men rekent er , na dien tyd, op gelyke wyze , als de Hervormden in Duirschland. Rusland alleenlyk en eenige Zwitferfche Cantoris volgen,nog heden ten dage, den Juliaanfchen almanach oïoudflen «n co- Bh tg) Refol- ran Hot. 7 April 1731. U. 230 én 46<3. OÓ Mieris Verhand! over de Hiltor. bl. 457- Regeer der Refol. van Friesl ï I)> W. 77°- , , , O) UArt dn veri/'. les dates; Disftft. praumn. fol. 20 et 30. B  Ï8 BYVOEGSELS en *Extraor dinaris Bl. 40. r. 19. „ Men wil, dat — Harcourt , reeds in 't Jaar 1698, middel gevonden hadt" enz. Die ichynt, behalven uic den Engelfchen Schryver, by Wagen, hier aangehaald, ook te kunnen worden opgemaakt uit het geen, hier omtrend, by den Heere van Torcy, voorkomt (£). Bi. 43. r. 19. „ Dop ft" lees, overal, Dopf." Bl. 43. r. 9. v. o. „ De Staatfche en Lunenburgfchen' Die drie duizend man, by Wagen, hier gemeld, waren, eigenlyk, den llertoge van Brunswyk en Lunenburg, Keurvorst van Hanover, ter hulpe in deezen oorlog , toegezonden, uit hoofde van een Verbond van Verdeediging, tusfehen de Staaten en dien Vorst, den 18 van Louwmaand des jaars 1697, geflooren. (7) Bl. 47. r. 7. v. o. De Staatfche Arabasfadeur aan 't Spaanfche Hof" Hunne Hoogmogendheden hadden thans, eigenlyk, geen' Ambasfadeur ten Spaanfchen Hove. ScnooNEM3EkG , die hier bedoeld wordt, hadt geen anderen titel, dan dien van Waarneemtr der zaakenvan den Staat" Hy verzogt egter, kort hier na, tot buitengewoon' Gezant * te worden aangefleld , het geen hem, tenware 1710, gelukte; zynde by,tusfehen beiden, gebruikt tot Envoyé in Portugal. («?) Bl. f» lUemoir. ê: Torcy. T. i. p. 20 et 40. (0 Ref-'l. v. Holl. 28 Jury 1700. bl. 281 en 28a. Secr. Relol van Ko.11. ; Mey 17CQ. bl. 57—ico. (ijs) lUfol. van KölU ;■' Sec. iyoo. bl. $1$. 27 Nov. 1703. bl. 639. c» 3.1 tae,; 5717. bl. z66.  AANMERK, op het XVII. DEEL. t# BL 65. r. 12. „ Men verklaarde, dat men eerst raadpleegen moest met dén Koning van Groot-Britanje." De Staaten verklaarden dit, zo uit hoofde van den in-Joed, welken de Koning hier te Lande hadt, aL ook „ om dar het een faeke was, die haar, met fyne Majelteyt van Groot-Brittanniei , uyt hoofd; van het Traétaet, over de Spaerfche ?, Succes/te getlooten:, in het gemeen ra^ckte." Op- de laatfte reden hadden zy zig, in 't antwoord aan Koning Louewyk ij»?, beroepen. Bl. 67. r. 7. v. o. „ De Keurvorst van Beiëren — was —> overeengekomen , om Fra; fche bezetting te ontvangen," Sommigen fchry^en,dat de Keurvorst des te eerder ge* neigdwas, Frmfche Troepen in te neemen, om dat hy een wrok hadt op die van Amfterdam, «-eiken z g zouden verzet gehad hebben tegen zyn verzoek, om zes honderd duizend Ryksdaalders , onder vrywaaringe van den Staat, hier te lande , te mogen beleenen Co) Evly is, nergens, iets, nopens dien tegeniland der Amfterdammeren gebleeken ; maar 't is waar, dat de Keurvorst in 't laatst van Wintermaand des jaars 1699 »aan ^e a,gemee" ne Staaten hebbe;.dè doen voordellen het op* neemen der bovengem.lde gelden, hier te Lande, tegen vyf ten honderd, onder vrywaaringe van hunne Hnogmogendheden, mett hem, als toen, vertoond h idt, dat zulks niet zou vlotten, ten zy onder daarfteliing van gtnoeg- zaam 00 Refol. v. Holl. 8 Dec. 1700 bl. 520. (0) Memoir de ia Guu e, ap-ud Struv. Corp. Hijl bern», £*l'V>ii' t3l0- vergel. «nyenW^ijtN.. alnier, bl, 64. r.17—34» B a  ao BYVOEGSELS in zaam onderpand; waar op de Keurvorst deia Heere Reichard herwaarts hadt gezonden , die aan hunne Hoogmogendheden een Gefchrift overreikte, in 't welke hy de verwondering zyns Meesters, nopens deezen eisch van Terzekering, te kennen gaf, met by voeging, dat zyne Keurvorfleiyke Doorlugtigheid, fchoon vertrouwd hebbende , dat zyn woord zou zyn geloofd geworden, zig, egter, aan die voorwaarde zou onderwerpen en daar toe aanboodt een keten van zeer kostbaare diamanten, en een halsfieraad van paerlen, meerder waardig; zo hy zeide; dan de te beleenen fomme. De Raadpenfionaris die Memorie ter kennis van Holland gebragt hebben Je, namen alle de Leden dezelve over en, reeds op den 30 van Louwmaand des volgenden jaars 1700, gaf Holland zyne Hem tot de gezegde geldleening, doch niet, dan onder 't bovengemeld verband, en verklaaring van den Keurvorst, dat de meeste juweelen onbelast en zyn vry eigen goed waren. Of Amfterdam dit, in diervoege, doordrong, weet, ik niet, maar wel, dat de geldleening doorging, dat Holland ook, federt, getragt heeft de juweelen te Hellen onder opzigt der Regeering van Amfterdam, en dat hunne Edele Grootmogendheden, buiten dien, in Herfstmaand des jaars 1700, den Keurvorst toeftonden, op eigen geloof, nog vyftig duizend Ryksdaalders, in deeze Provintie, te ligten.(^>) In Wintermaand daar aan, weigerde die Prins, aan der Staaten Refident Hulst a een paspoort, ter vervoering van Gefchut naar O) Refol.' v. Holl. 5 Dec. 1699. bl. 127 en 128, «n I. c jo J*u, 15, 16. 25 Sept. 1700. 61. 52, 416, 417, 438, 439-  AANMERK, op het XVII. DEEL; 21 maar Maaftrigt, Deeze daad fchynt my *c eerfte blyk van zyn vyandlyk voorneemen { q). BI. 71. r. 11. Midlerwylwaren de Staatfche Troepen - uit de Spaanfche Nederlanden getrokken." Onze treflyke Schryver, van deeze zaak, in zyne Gefhiedenisfen van Amfterdam, gewaagende , gebruikt deeze woorden. „ Nergens, myns weetens, „ is aangetekend , wanneer, en by wel„ ke gelegenheid, dit Staatsch Krygsvolk in de Spaanfche Nederlanden gekomen zy. „ Ik heb er ook mets van kunnen melden „ in de Faderlandfche Hiflorie, om dat ik „ er, zelfs in de Registers van Staat, niets „ van gevonden had. Doch , na 'c uitgee„ ven van dat Werk, is my een affchrift ter „ hand gekomen van eene overeenkomst, in „ 't jaar 1698 geflooten, tusfehen Willem „ den III, Koning van Groot-Britanje, en „ den Keurvorst van Beiëren ; waar by de „ eerfte zig verbondt, om vyf en twintig Ba„ taillons of Regimenten, Staatfche man„ fchap , te brengen in de fterke plaatzen „ der Spaanfche Nederlanden. *T is ten „ hoogfte waarfchynlyk, dat aan deeze over„ eenkomst federt voldaan is, en dat Koning Willem over het Staatfche krygsvolk be„ fchikt heeft, zonder de Staaten te kennen. „ De overeenkomst is, eerst na des Konings „ dood, bekend geworden aan eenigen hier „ te lande, en men vindt er, onder anderen, „ van gewaagd in het VIII Artikel van een Reglement, op het huisvesten der Staatfche n maru Cf) Refol. van KoH. 14 Dec. 170e. tl. 54?, B 3  22 BYVOEGSELSen „ manfchap in de Barrière-plaatzen, van den „ de' tigften January des jaars 1716. Wy hebben er hier een woord van willen mel„ den , tot opheldering van een merkwaar„ dig duister punt in de Hiltorie deezer eeu„ we." Dus verre onze Waoi-n. My is, omtrerd deeze zaïke, niets byzonders ontmoet; alleenlyk zieik.dat, m een Holland-ch Rapport, van den 12 van Sprokkelmaand deezes jaars 170: , (ter Generaliteit ui;tebrengen, over de wysej. hoe met de Ambasfadeurs van Frankryk te handelen, tot bewaaring van rust en vrede en 't erkennen van den Hertoge van Aujou, tot Koning van Spanje)gezegd wordt, „ dat de „ Troepes van den Staat, met goetvinden van i} den overheden Koningh van Spaigne, tot ver3, leekertheyt van deSpaanfcheNederlanden, lanv ge 3 aldaar, in Guarnifoen hadden geweest, (r)" Waaruit, onder anderen, fchynt te blyken, dat de Keurvorst van Beieren, niet op eigen gezrg, maar met believen van zyne katholyke Majefteit, de bovengemelde overeenkomst heeft geflooren, en dat, indien Willem III hier van geene voorgaande kennis aan zyne Meesteren, de Staaten , gegeeven heeft, de laatstgemelden egrer,voor 'sKonings dood, iet van den aart dier overeenkomfte hebben geweeten. 't Gerai derStaatlche Manfchapoen, die, thans, uit de Sp anfche L\eJer» landen terugkwamen,wordt, doorfommigen, op Zr) Secr. Refol v Holl iï Fsbr. 1701 bl. 1-9 en 160. GuT.frr: Struv Corp. Hifi. German. f m 4053 , alwaar men aanhaalt ;als bredtr over de reden van intrek un^er Tioupes in •jé Nederlanden h*iide!tHde; Letir. Hijloriq. 4t Ftvr. 1701, p<  AANMERK, op het XVII. DEEL. 23 op twaalf, door anderen op veertien, duizend gefteld. (s) Bl. 90. r. 8. „ De Staaten vereerden hem het gewoonlyk gefchcnk van eenen gouden keten en penning." Die gewoonte is, nopens de Gezanten van Buitenlandfche Mogendheden, ook namaals in zwang gebleeven: maar, in 't voorgaande jaar 1700, hadden de algemeene Staaten den geldelyken voet, voor de Ambasfadeurs deezer Landen aan vreemde Hoven, als mede voor andere Ministers, buiten en binnen 'sLands, by een nieuw Reglement ('t geen, federt P in gebruik gebleeven ishoe zeer men er, nu en dan, iets in veranderd of bygevoegd heeft) , geregeld, met voorgaande te niet doening van de Generaliteits Meubel-kamer; uit welke, de Gezanten, van hier, naar buitenslandsch, vertrekkende , vanverfcheide benoodigdheden plagten te worden voorzien: die nu verkogt wierden. (f) Bk 93. r. 7. „ Er werdt een — Verbond geflooten, tusfehen Keizer Leopold — en de Staaten." KoningWiLLfeM, in Hooimaand,hier te Lande gekoomen zynde, hadt, nopens zodanig Verbond, met degevolmagtigde Keizerlyke Gezanten, in denHaage zig bevindende, doen handelen, en een Ontwerp op't papier doen brengen, 't geen hy, den 30 derzelvermaand, door den Raadpenfionaris H< insius, aan de Staaten van Holland liet voordraagen. Dit Ge, W Struv. Ccrp, Htjl. Gtrm. f. 403S. . , (O Refol. Staat. Gener. 22 en 26 |uly 1700, afjeonderlyk gedrukt met de, federt, daar by gekomen* na ier Refoljt. op dit punt, Refol. v. Heil. 3 April 1700 bi. 863. /. e. 30 Oct»70l. U' 144* „ B 4  £4 BYVOEGSELS en * vhlentïc injutte» Gewestftemde er in, den 6 van Oogstmaand, waar na dit Verbond, federt het groote «ezegd, fchielyken eenpaariglyk, ter Generaliteit doorging en, op den 7 van Herfstmaand, mede in den Haage, geflooten wierdt. (ti) 'sLands Gezant Hop, te Weenen , was, ondenusfchen, in 't voorgaande jaar, toen men hier nog met Frankryk het Traktaat van Verdeeling onderhieldt, eene onaangenaamheid ontmoet, die van kwaade gevolgen hadt kunnen zyn. Twee Soldaaten, naamlyk, hadden, ter gelegenheid dat een Roomsch Priester het hoogwaardige voorby droeg, hem grovelyk beleedigd, zonder dat men hem ten Keizerlyke Hove j alwaar hy zig , terftond over dat geyal beklaagd hadt; de geëischte voldoeninge gaf of zorge iïelde voor het toekomende. Dit maakte groote verwyderinge en , in een groot Befoigne in Holland, r.am men 't geweld en den aanval, * aan 's Lands Vertegenwoordiger gedaan , zo hoog op, dat er begreepen wierdt, den Heere Hop, ter Generaliteit, te moeten doen gelasten, het Hof zyner Keizerlyke Majefteit, zonder affcheid te neemen, te verbaten, indien hem, binnen zekeren bepaalden tyd,geen regt gedaan wierdt, Amilerdam, evenwel, nam dit voordel Over(V) , en ik vinde niet dat er iets van kwam. Veelfigt veroorzaakte de, door het Testament des Konings van Spanje, veranderde omliandigheid van Europa, ook verandering in dee» ze f»") Sec?, Refol. v*n Holl. 30 July» 6 Avg.t 21 Sept,, |^oi. bl COJ , soa. en 210—214. {r) MPl? HpH- H en 24 July i7oo. M 343. 368 en gog.  AANMERK, op het XVII. DEEL. aj ze zaake. De Keizer gaf ook, federt, eenige voldoening, en 't belang, zo van hem als der Staaten (welke laMilen, thans , twee buitengewoone Gezanten , Hop en Hamel Bruinincx, te Weenen hadden.), (h>) vergde , dat zy den anderen meerder naar de oogen zagen, dan kort te vooren. Bl- 96. r. 9. „ 't Belang, \twelkzy," (de Staaten) „ in zyne" (des Keurvorsten van Brandenburg ) „ vriendfchap hadden , bewoog hen, om hem, al vroeg, geluk te wenfrhen, met zyne nieuwe waardigheid. Na dat de Keurvorst, als Koning van Pruisfen, in Sprokkelmaand des Jaars 1700, bybrieve, aan de algemeene Staaten, kennis hadt gegeeven vaa zyne kroor.ing, en door zyn' Gezant, Bondely , hadt doen aandringen, om , in die hoedanigheid, by hunne Hoogmogendheden te worden erkend, befloot Holland, reeds in 't midden der gezegde maand, die erkenning, ter Generaliteit, werkftellig te doe» maaken en den Heere van Obdam; toen Gezant aan 't Hof van Hesfen-Kasfel; weder naar Berlyn te doen keeren, om aldaar de geluk wenfching, in perfoon, te doen. Hunne Hoogmogendheden namen , nog voor 't einde derzelver maand, eene, hier mede urookende, Refolutie (x). Bl. 96. r. 9. v. 0. „ Zonder dat ik vind, dat hem eenige onderftandgelden beloofd werden," Immers 't verdragenz. Door onderftandgelden, die, ftraks, by onzen Wagen,, van f» Refol. Holl. 43 Fehr. 1701. bl. 4*. (x) Setr, Refol. v, Hotl. 16 Vehu 1701. */. löj B 5  a5 BYVOEGSELS kn van onderhoud en bezoldiging worden onderfcheiden , rneen ik aanritsgelden te moeten verdaan. En, dit zo zynde, is het niet alleen zeker, dat, by 't Verdrag, geene onderftandgelden aan den nieuwen Koning van Pruisfen (van wien hier gefproken wordt), waren beloofd: maar de Staats-Refolutien brengen integendeel, mede, dat die Vorst, voor 't aangaan van't zelve, hadt verklaard, bereid te Zyn , aan den Staatde mmbre van vyf duizend „ oude geoefferde manfchappen overtedoen, „ fonder daar voor eenigh aanritsgeld te be» taaien" Ook was 't Verdrag felve, naar die leiding, ontworpen, (y) Bl. 98. r. 18. „ De Koning van GrootBritanje en de Staaten bragten, dit jaar, eene vloot in zee." Die der Staaten itondt onder bevel van den Lieutenant-Admiraal van Almonde. De Vice- Admiraal Eveutsbn hadt den Duinkerkfche Kapers 't uitloopen belet, (s) Bl. 99. r. 5. ,, Toegeftaan negenhonderd drie en veertig duizend, twee honderd, guldens , tot eene buitengewoone uitrusting ter zee" Deeze beftondt in twaalf Schepen en Fregatten. Weinige dagen daar na, gaf Holland zyne ftem in nog twaalf Schepen van Oorloge en eenige Fregatten, ter fomme van zeventien honderd, drie en zeventig duizend, zes honderd guldens,en,federt,in nog zestien Fregatten , ter beveiliging onzer Kusten en Zeegaten. (0) Te (?) Secr. Refel. v. Holl. en 31 Dec. 1700. il. a34 en 243. (aO Gefehreevcn papieren vin «iien tyd. f«) Refol. HoH. 15, i% Febr. es 11 Oei. 1701 tl. 35, 42,300".  AANMERK, op het XVII. DEEL. 27 Te Lande, hadt de Raad van Staate, reeds Op den laatften van Louwmaand deezes jaars 1700, ter voorloopige vermeerdering van 'sLands Militie , met dertien d-.izend drie honderd twmcig hoofden , eene fom geligt van negen honderd, zes en negentig duizend, vyf honderd, vyf en t vindg guldens en, op 't einde van Sprokkel naand d ar aan, vroeg dezelve Raad weder een milli en en ruim twee honderd zes en dertig duizend gulden , ter nader aanwerving van nog vyftien duizend een honderd vyf en negentig koppen, zo te voet als te paard; waar door de Troepen van den Staat, met uitzonsering van diegeenen, welken, van vreemde Mogentheden, in foldy genomen wierden, zouden worden ge* bragt op eenentzeventig duizend negen honderd agt en dertig man; 't geen nog twee en twintig duizend, zes honderd en zestien minder was, dan in den laatstvoorgaanden oorlog. (£) Die van Holland ftemden, fpoediglyk, in dit een en ander en namen, op eigen geloove, en ten hunnen ComptoireGeneraal, tegen vier ten honderd, vyf en twintig tonnen gouds op, mitsgaders nog een millioen, ten laste van de afzonderlyke Comptoiren der Ontvangers van 'sLands Gemeene middelen, in de Steden; uit welke twee laatstgemelde beleeningen, het aandeel deezer Provintie in zes millioen, de, tot beiluur der zaaken, ter Generaliteit wierden geligt (c), moest worden voldaan. Om de f» Rffbl. Holl. 22, 24 Febr. lagS, 1701. tl. 40— 42 47» *>• 00 Refol. Holl. a8 Jan. cn 8 Ftb. 170:. tl. 24 en s&  s8 BYVOEGSELSen de buitengewoone Jasten, door buitengewoone middelen, te gemoete te koomen, gaven hunne Edele Grootmogendheden, ter helfte van Wintermaand, hunne toeftemmingin den ophef van tweemaal den honderdften penning over de goederen (d) \ 't welk ook, geduurende eenige volgende jaaren, doorging (e). Bl. ioo. r. 5. v. o. De Staaten gaven èen Heere van Heemskerk ook bevel, om het Fratifche Hof, zonder uitftel, te verlaaten. Hy nam , egter , fchriftelyk affcheid van den Koning.'" Heemskerk hadt, op den 26 van Herfstmaand , den algemeenen Staaten terzogt, „ dat hem, vermits de continuatie j, eener quynende fieckte, mogte gepermitteerd „ worden, terepatrieeren en lyn alfcheydt,by Memorie, te nemen." 't Zy dit de groote reden van zyn verzoek was of niet, men maakte er gebruik van, om hem, op dien voet, zyne overkomst toeteftaan, mits zynen Sekretaris, ter waarneeming van zaaken, tot rader bevel van hunne Hoogmogendheden, in Frankryk laatende (ƒ). Men heeft gezien, dat ook de Franfche Sekretaris, Barró, by vertrek van den Ambasfadeur d'Avaux, in den Haage gebleeven was. (g) Bl. 108. r. 13. „ 't Ribbevlies ontfteken verfterving toe" By \ openen, bleek, dat de Longe aan 't Ribbenvlies was vast gegroeid geweest en , denklyk door den fchok van 't paard, (i) Refol. van Holl. 13 Dec. 1701, bl, 492. CO Refol. Holl. 2» Dec. 1702 bl. 566. Cfj Refol. van Holl, 7 Oft. 1701, bl, 394. Europ. M-RCu», Oêt. 1701. bl. 576. (g) Wagbn, «luier bl. 90.  AANMERK, oï het XVII. DEEL. 29 paard, daar van, gedeeltelyk, afgefcheurd, Die hielt men voor de eigentlyke oorzaak dier ontfteeking, en men getuigt, voor 't overige, dat, in 's Konings ligchaam, geene drie oneen bloedt gevonden wierden; waar uit de Artfen beiloo« ten, dat hy, ook buiten den val, kwaalyk dria maanden langer,zou hebben kunnenleeven.(Ji) Bl. 109. r, 17. „ Dat hy? (Willvm 111.) „ méér in gezond-oordeel —tdan in fehranderheid — hebbe uitgemunt!' Anderen hebben gunlliger over hem gedagt, en men vindt dat d'Estrades; die hem, zekerlyk, zeer wel kende en zyn vriend niet geweest was, hem, egter ,aan de Louvoisamprees, als een Vorst, de hoedanigheden van Willem, den Zwyger, Macrits en Fredrik Henrik , in zig vereenigde. Eene befchry ving, die, met dat al, my te overdreeven toefchynt indien zy waarlyk plaats heeft gehad. By 't geen voorts onze Wagen. van hem zegt, kan men voegen , dat hy ('t geen in veele Nasfaufche Vorften is opgemerkt ;) een zeldzaam geheugen hadt, aan 't welk fchier niets ontglipte, (ij Bl. 116. r. 9. v. 0. „ Ook kleedden zig alle Regenten, op 's Lands kosten , in den rouw." Verftaa alleenlyk alle die Regenten, welken, wegens de verfchillende Provintien , zitting hadden by de algemeene Staaten; op dezelfde wyze, als zulks ook, by 'ttover- Jy- O) Burnet Memoir, T. 5. §8. Europ, Mercur. Maart 172- bl 116. (0 de la Plate , Pieces interesfantes et peu coKnues. Tom. 5. p. 10 et 11. Burnet Memoir; T. 5. p. »oo. (A) Refol. Holl. 30 Maart 1702. bl. 9o en 91. en myne Aanmerk. 16 ft, bt, 86 en 87, op Wagbn. XVI. D. bl. 877 r. a. v o.  3o BY VOEGSELS en lyden van voorige Stadhouderen en, laatst^ van Koninginne lVIaria, was gefchied. (k) Bl. iii r. ii. „ Burnet heeft gefchreeyen, dat hy vry was van alle ondeugd." Men moet egter bekennen, dat die Scbjyver 'sKonings feilen niet verbergt, zeggende, onder anderen; d^t hy, in 1 Ihg'en van Gebouwen en 't be^if.igen van Gunftelingen, verkwistend maa; te fpaarzaam was, in 't beloonen van diensten tn 't onderhoudm van Spionnen; dat hy zyne eigene zinlykhedei, zelf ien nadeele van zyne gezondheid , te veel opvolgde; dat hy zig wel op de kennis der Hoven van Europa , maar niet op de binnenlandfche zaaken , toelag, en , in de laatfte jaaren van zyn leeven, flof en verzuimagtig wierdt, tot dat de h ?ndel van het Franfche Hof, nopens het Spaa* fche werk, hem wakker maakte; (7) Men verltaa, egter, dit verzuim minst, omtrend zaaken, die hier te lande omginger. BL 139. r 3. v. o. „ Zy vervoegden zig niet by de algemeene Staaren, om dat deezen het herftelkn der oude Re -eeri«ge reeds hadden goedgekeurd." Ue Gemeencsiuid n van Nieuwmegen vervoegden zig,wel is waar, niet nu, dat is in Slag^maand des1 jaars 1702, aan de algemeene Staaten , maar zy hadden het bevoorens gedaan: zendende ; ik meen in Oogstmaand; opzetlyk, eenige Gemagtigden naar den Haage, di: hunne Hoogmogendheden, by Requeste en Remonftrantie, vertoonden , hoe, naar *t oordeel hunner Meesteren, 't ge- brui- \ (0 BuRfiST Memoir. Tom. 5 p. Vol et log.  AANMERK, op het XVII. DEEL. 3Ï fcruiken van Krygsvolk in alles aanliep tegen de grondwetten van den Lande : ook was, hier op, den vier en twintigften van die maand, eene Refolutie ter Generaliteit gevolgd , by welke 't verzoek afgeflaagen, de herftelling der oude Regeering goedgekeurd, en de Verzoekers aan Staaten gewezen wierden. Deeze daad ftondt den Gemeenrsluiden tegen de borst, die, daar op, hunne Gemagtigden afzonden aan de gezaamentlyke Bondgenooten, met naame aan de Staaten van Holland, verzoekende beflegtinge van zaaken, door onzydige Zegsluiden, uit alle de Provintien. Holland keurde,thans, het verrigte ter Generaliteit goed en wees het verzoek van de hand. (vi) Bl. f47. r. 14. „Van de algemeene Vergif' fenis veertien Perfonen uitgezonderd." Die uitzondering, e^rer, wierdt niet ten Krengde onderhouden; immers men vindr, dat de gezegde Perfonen, van tyd tot tyd, weder binnen de ftad wierden toegelaa en. Qi) Bl. 150. r. 9. v. o. Wouters maakte zig, federt, verdagr, dat hy een ontwerp gefmeed hadt, om den K01 ina; van Pmislèn te helpen aan 't bezi van 't Mark - G'-aaffchap van Veere en Vlisfingen, en zelfs aan 't S adhouderfchap" enz. Deeze zaak, die ik by geen' Schryver vermeld vinde, verdient wel eenige uitweiding. «*■ Zeker vreemd Officier, Liebert Wol- (m) Refol. van Holl. 24 Nov. 1702. U. 503 509. Men zie verder,over deeze oneenigheden, de plaaifen, aangehaald l»y J. Smit, Chron. van NyraegenW 127. (it) van BssiMSt, Befchryv. van Aatersf. s D. W. 983.  3a BYVOEGSELS en Wolters van Zeehelm genaamd, hadt, in Sprokkelmaand des volgenden jaars 1703, aan den Heere van Duivenvoorde en den Raadpensionaris Heinsius, twee Ontwerpen ter hand gefield, beiden zonder plaats of tydtee* keninge, maar gefchreeven met de eige hand van Wouters, zig, toen, onthoudende te Munfter, en in wiens verirouwen Zeehielm zig hadt weeten te wikkelen. Eén van deeze ftukken moest ftrekken , ten betcoge, dat den Erfgenaam van wylen Koning Willem toekwame het Ambt van eerden Edele van Zeeland, 't geen hem den weg konde baanen tot het Stadhouder- Kapitein- en AdmiraalGeneraalfchap van Zeeland; in welk Gewest Veele oude Regenten waren, die Koning Willem hadt aangefteld , doch , nu, van hunne bedieningen ontzet zynde , eene omkeer.nge verlangden , terwyl de andere Provintien dit voorbeeld ligteiyk zouden volgen, 't Ander ftuk behelsde een Plan, om, naamens den Koning, Zeehielm naar Zeeland te zenden, en de gemelde Regenten, daadlyk, aan te moedigen, om zyne Majetfeit in 't bezit van 't Markgraaffchap en verdere hooge Ampten te helpen; waaropde Koning hen herftellen en zelf nair hunne raad regeeren zoude. Zeehielm hadt, verder, denGekommitteerde Raaden van Holland fchriftelyk te kennen gegeeven, dat hy, ter beproevinge deezer zaake , werkelyk raar Zeeland was geweest en, zig, voor een Brander,burgsch Officier, uitgcevende; door middel van den Broeder van Wouibrs, d?. bovengemelde oude Regenten; met naame Jacob Nagtbgaal en Johan Mau- reg-  AANMERK, op het XVII. DEEL. 33 regnault, beiden Gekomtnitteerde Raaden van Zeeland; den eeriren wegens Vlisfingen , den laatften wegens Veere; hadt gefproken en gepolst, met inzigt om er, naderhand, in Holland, verflag van te kunnen doen: dat NagTtöAAL, bevreesd van, ter oorzaake van zekeren brief, door hem, over 't Markgraaifchap, aan wylen Koning Willem gefchreeven en, onder de papieren van dien Vorst, gevonden , uit zyne bedieninge te zullen genaken, hem, onder anderen, gezegd hadt, de befcherming van zyne Prui'fifche Majefteit noodig te hebben, en aangedrongen , hy wilde er den Heere Schmbttau , 'sKonings Gezant in den Haage , over fpreeken, ten einde deezen te beweegen, eene Me. morie aan hunne Hoogmogendheden overteleeveren; houdende , dat men de Regeeringe in Zeeland niet mogte veranderen, alvoorens uitgemaakt ware, wie in 't Markgraaffchap zou opvolgen : dat hy, Zeehielm, dit aangenomen hadt, maar niet was nagekoomen: dat, Mauregnault nog gezegd hadt, dat, als de Koning van Pruisfen 't Markgraaffchap zou bezitten, hy gaarne 't zyne doen zoude, om dien Vorst 't Stadhouderfchap te bezorgen, maar dat hy,-voor dien tyd, zig in niets wilde inlaaten: dat hy, Zeehielm , daar op, naar Munfler, by Wouters, te rug gekeerd was, die , toen , reeds een Akte, door den Koning van Pruisfen en deszelfs Staatsdienaar, den Graave van Warïenberg, onderteekend, bekoomen hadt, tot verder uitvoering van dit werk: dat aan Wouters was overgelaaten, den naam intevullen van den geenen, dien dees, tot die eitvoeringe, zou willen gebruiken: dat Wóu* C ters  34 BYVOEGSELS en * petitiën. ters den naam van Zeehielm niet in de Akte hadt willen nellen , noch dezelve Akte uit zyne handen geeven, maar wel de twee eerstgenoemde , mede oorfpronglyke, papieren: dat hy, Zeehielm , die papi ren in handen houdende, midlerwyl hy zyn Rycuig ontboden hadt, by 't aankoomen van 't zelve, fchieiyk opgeftapt en, onverhoeds, was weggereden : dat Wouters, hier over ontzet zynde,hem, teOsnabrug, door den Hof-Jood van den Bisfchop, tien duizend gulden voor de papieren hadt laaten bieden; niair dat hy geweigerd hadt, dezelve over te geeven: dat hy ze, nu, in handen van den Raad Helde, met verzoek van befcherming en bekooming eener bediening; verders zynen dienst aanbiedende, om Wouters , die nu te Kleeve was , opteiigten en herwaards te brengen. Deeze zaak, door den Raadpenfionaris Heinsius, naamens Gekommitteerde Raaden, ter Vergadering van Holland gebragt,maakte.aldaar , invloed genoeg, om 't verflag van Zeehielm, met de papieren van Wouters, te doen ireilen in handen van den Heere Buis , Penfionaris van Am fterdam, thans, wegens de algemeene Staaten, naar Zeeland gaande, ter aanmoediging van die Provintie tot het toeftemmen van , en fchieten van geldén op , de gedaane Beden * des RaaHs van Staa> ten. Hy was gelast, op de bekwaamde wyze,bier van kennisfe te geeven aan de hooge Regeeringe in Zeeland, des noods met overleevering,onder handfchrift. der bovengemelde ftukken. Wyders, wierden Gekommitteerde Raaden van de Staaten van Holland ge-  AANMERK, op het XVII. DEEL. 35 gemagtigd, om , van hunne zyde, de bedoelingen van Wouters, zo veel doenlyk, naar te fpooren en , kon 't zyn , hem te doen ligten, mits niet op , of met kwetzing van, dan Pfuisfilchen of Munfterfchen bodem. (0) Buis, in Zeeland gekoomen, bragt de zaak ter geheime kennisfe der Heeren Staaten van dat Gewest, die er , met hem, verfcheiden maaien, over raadpleegden en, eindelyk, beflooten, zo door hem, als door den Heere van Clevërskerke en Clement; daartoe, opzetlyk naar Holland gezonden ; hunne Edele Grootmogendheden , plegtiglyk, voor de gedaane openinge te doen danken, met by voeginge, dat, vvyl de oude Regenten, in de overgeleverde Hukken vermeld, onder verfchillend Regtsgebied woonden, het hun gevoeglykst toefcheen, die gewigtige zaak, geheel en al,te laatenaanden Hove; ten welken einde, de Statten van Holland verzogt wierden, alle (lukken en papieren, die men reeds hadt, of nog krygen mogte, aan het Hof te zenden. Hun Edele Grootmogendheden gaven, federt, ter voldoeninge aan dit verzoek, de noodige volmagt op hunne Gecommitteerde Raaden. Daar, ondertusfehen, dit werk, allengskens, bekend was geworden, zat ook hec Hof van Berlyn niet uil. De Baron van Schmettau , fchreef, op den 6 van Grasmaand , aan den, Raadpenfionaris Hbuvsus ; „ dat Jacob Wouters, op last van den Koning, zyn' Meester, tot Wezel in be>5 waaring was gefield," en verzogt, tenens., „ dat fo) Secr. Refol. van Holl. 23 Febr. 170;. bi. 241 -349. C a  35 BYVOEGSELS en 9i dat, aan hem, mochte worden gecommuni„ ceert, 't geene , by de Brieven van den „ voorfz. Wouters , of de verklaaring van „ Zeehielm, valfihelyk mochte wezen gebracht, ende dac voorn. Zeehielm mede in bewarin„ ge mochte werden genomen." De Staaten van Holland lieten , daar op, aan Gekommitteerde Raaden over „ om, aan den Heere Schs»et* „ taü , mede foodanige communicatie van de ,, voorfz. ftucken te geven en de openinge te doen, als dezelve dienflig ende noo* „ digh zouden achten," hem , verders verwittigende, „ dat de voorn. Zeehielm al„ hier was gekomen, onder a&e van vry acges en repes; maar dat zy, egter, niet zouden nalaten , alles te doen , wat, ,, tot ontdekkinge van de waarheydt van de „ voorfz. fake, fou konuen dienen." Tot dit laatfte wierdt dit Kollegie ook, by nadere Refolutie, gevolmagtigd. (p) Na deezen tyd, houden de Refolutien van Holland en, voor zo verre my bewust is, ook andere gedrukte gefchriften, een diep ililzwygen omtrend dit gewigtig geval, waar van my de gevolgen onbekend zyn. „ Dit ontwerp;" zegt onze treflyke Wagen. , ziende op het plan van Wouters; „ verdween, eerlang, in rook." Doch, op welk eene wyze en of, byzonderlyk, Koning Fredrik ; die , thans, een Bondgenoot van den Staat was; er de handen in gehad zou hebben, als mede of er, waarlyk; gelyk Zeehielm voorgaf; een, door dien Koning zelf, onderteekende Akte aanweezig en, aan 00 Refol, van Holl, 9 April 1703. bl. »Io—2I3.  AANMERK, op het XVII. DEEL. 37 aan Wouters, overhandigd is geweest, en hoe hec verder, met deezen en Zeehielm vergaan zy, syn zaaken, van welken hy niec gewaagt, en my, mede, niet gebleeken zyn. Alleenlyk^ zie ik (#), s> dat, i" Zomermaand des jaars 1703, op verzoek van die van den Hove, om Zeehielm, ten fpoedigften, voor hun te „ doen komen, Gekommitteerde Raaden ge„ last wierden, hiertoe, de noodige voorzieninge te doen en, vervolgens, om, nopens 't „ geene Zeehielm foude mogen pretendeer en, fo„ danigh te disponeer en, als zy, ten meesten dientte van den Lande, zouden bevinden te „ behooren." Na dien tyd, fpreken er, zo ver ik zie, de Hollandfche Notulen niet van.i Bl. 15S. r. ir. ,, De Koningin van Groot-Britarje Meldt zig, in 't hyzonder, geloond, om dat de Franfche Koning den gewaanden Prins van Walles, voor Koning van Engeland — , verklaard hadt." Ook de Staaten namen deeze zaake zo hoog op, datzy, al voor de oorlogsverklaaringe, zig, met Koninginne anna en den Keizer, plegtiglyk verbonden , geene vrede met Frankryk te zullen fluiten, voor dat die kroon aan haare Majefteit voldoening hadt verfchaft, nopens den feilen hoon,*welke zy, door de bovengemelde verklaaring, kwam te lyden f>> Bl. 164. r. 9. „ De Koningin en de Staaten hadden den Graave van Maulbohough %t opperbevel over 't vereenigd Leger opge- draa- (V) Refol. van Holl. 9 en 23 Jimy 1703. */. 354 en £0 Refol. van Holland 2 April 170*. K *8fl» e 3 * injurto atrox.  58 BYVOEGSELSen * Genera, litfimüs. j 1 ■ I draagen." DeStaaccn deeden die liever, dan zig eenen, nog grooteren, Heere te doen opdringen, wiens aanzien, ligtelyk, een' zeer nadeeügen invloed, op hunne vrye befluiten zou kunnen verkrygen. In de daad, 'sLands Gezanten, aan het Hof van London, hadden te meermaalen en, laatftelyk, in Hooimaand deezes jaars, den algemeenen Staaten overgefchreeven, dat de Koningin van Groot - Brittannie niet ophieldt, haaren Gemaal, den Prinfe George van Denemarken, aantepryzen, tot algemeenen Veldheer * over de Legers van den Staat; (s~) met verderen aandrang , dat hunne Hoogmogendheden geen' anderen Prins zouden willen aanltellen: door welke woorden, geen anderen Prins, ik liefst denken zou, dat zy, thans, 't oog hadt op den Vorst van Nas/au SaarIrugge, aan wien, in 't voorjaar, 't opperbevel over 'c Leger reeds, by voorraad, was aanbevoolen , maar die , nu , een afzonderlyk deel van 't zelve geboodt , (?) onderwyl de Hertog van Holftein Pioen , eerfte Veldmaarfchalk van den Staat , zig, nu , te Pioen, Hoofdplaats van zyn gebied, ophielde, alwaar hy ook, in den zomer des jaars 1704, overlcedt. (?/) Immers, dat zy den Stadhouder van Friesland, hier, zou bedoeld ïiebben, fchcen en de namaagfehap en zyne onge , pas vyftienjaarige , ouderdom te'verrieden. Hoe het zy, men vondt hier geen', „' fmaak 00 E^rop, Mereur. Aug. 1702. bl 132; (0 Vaderl. Ilift. 17 D. bl 134 en 152. («0 Refol. van Holl. 15 Aug. 170a. bl 393.cn ie Jan. 1703. . 37. en 17 Scpt. 1704 bl. 459' OS ook'liur. Mer(.ur. Juiy '04. bl. 80.  AANMERK, op het XVII. DEEL. 39 fmaaak in het voorftel der Koninginne en, op voordragtvan Holland, wierdt, ter Generaliteit, onzen Ambasfadeurs aangefchreeven; dat „ haer Ho: Mo: de voorfz. fake aanfagen voor „ eene fake van gewicht ende importantie ,die, gelyckde Ambasfadeurs,aan hare Majefteyt, „ wel hadden gefeght, ter deliberatie van de Heeren Staaten van de re/pe&ive Provinciën „ moest werden gebracht: dat de advifen van de- zeiven niet wefende ingekomen, fy, Ambas„ fadeurs, haer, daer omtrend, met allec/Ve«f»» „ fpectie, fouden hebben te dragen , fonder haer eenigermate in die fake in te laten." Men bragt dus dit voorftel op het fleeptouw , waar aan het, federt, bleef hangen. 'tVereenigd Leger wierdt,ondertusfchen,met veertig duizend Engelfchen verfterkt. (y) Marlborough geboodt over 't zelve en voerde den titel van Kapitein Generaal, wegens haare Majefleit, ook hadc men met hem , ter algemeene Staatsvergadering, fchriftelyk , de punten en artikelen vastgefteld, naar welken hy het commando op zig nam; waar toe cok de Graaf van Athlone, Opperhoofd wegens de Staaten, byzondere Infiru&ie kreeg. Het Engelsch Legerhoofd vermogt geen' Troepen der Koningin uit eenige plaat(en der vereenigde Nederlanden trekken, of derwaarts zenden, ten zy de Staaten, op zyne aanfchry ving,hunne^)ö/é»/e« by de zyne gevoegd hadden. Alieenlyk in Steden, die met belegering gedreigd wierden,mogthy Volk werven, zonder alvoorens verpligt te zyn naar den Haage te fchryven; doch dit alles niet, dan met voor» gaan- (v) Refol. van Holl. 20, r.2 Jimy en i! Jaly 1702- tl, 246, 148» 367 O 3<58. „ C 4  4o BYVOEGSELS en gaande toeftemming van 'sLands Afgevaardigden re Velde. ^jTotdeaanltellingderlaatstgemelden, naamlyk, was men , na Koning VVili.EMS dood (x~) voornaamlyk op aandrang der Provintie van Utrecht; (yjnu weder getreeden , by eene nieuwe en zeer breede Inltrudie. Deeze ging, by Holland, op den 13 van Hooimaand, ter Generaliteit, op den ai van Oogstmaand,door,-doch men heeft, voor my reeds, te regt aangemerkt, dat de magt der Afgevaardigden, thans, meer bepaald wierdt, dan voorheen. Wegens Holland, zou één, wegens de andere Provintien, drie Heeren, by beurten, worden gekoozen, welke beurten, tusfehen Gelderland en Overysfel, Zeeland en Utrecht, Friesland enStad enLande,itonden te worden verdeeld. Voorts was er ook één Lid by gevoegd ,> uit den Raade van Staate (z). Om de Troepen van den Lande aantemoedigen, hadden de Staaten van Holland, in Lentemaand, deezes jaars, vastgefteld, geduurende deezen Oorlog, de Officieren te ontheffen van de, zogezegde, vier ma* gere iaaren, dat is van de uitkeeringe, binnen de vier eerfte jaaren, van één jaar inkoomen ; waartoe zy, anderzints, volgens Befluic van tien 31 Mpi des jaars 1680 , waren gehouden. ( a ) Nadien, in den Haage , verfchei- den («0 P.efol. van Holl. l July 1702. bl 298—301. (r) Zie myne Aanm. albicr bl. 2 —11. op Wagen. 17 D. ie!. 11. r. 11. (y) Refol. Holl. 20 en 31 Juny 1702. bl. 24.6 en 276. (z) Refol. Holl, 1% July 1702. bl. 357 — 361. en van Staat; Oen. 2i Aug. 1702. Slingél. Staatk. Gefclir.- IV. D. bl. 83. *n 89. Refol. Holl. 26 Mey, 43 Jnny en la Jufy 1705. bh 30'). 362 en 382. (a) Refol. Holl. 18 Maan 1702, bl. 66.  AANMERK, op het XVII. DEEL. 41 den Franfche, Spaanfche en andere vreemde Terfonen zig onthielden, die, in deeze Landen geene woonplaats hebbende, verdagt waren, geheim verftand met den Vyand te houden, wierdt deezen, wegens hunne Edele Grootmogendheden , gelast, binnen vier en twintig uuren, uit die plaats en, vervolgens, terfiond, uit deeze Provintie , te vertrekken , op lyfftraffe voor de langer verblyvenden of wederinkoomenden. (F) In Wintermaand deezes jaars 1702, wierden twee Lieden van geboorte; overtuigd , van , met den vyand, te zyn overeengekoomen,om'sLands dyken door tetteeken; onthoofd, (c) Om gelyke misdaad, wierdt een Booswigt, te Amfterdam, in 't volgend jaar, geradebraakt (W). Bl. 165. r. 2. v. o. De Stad" (Venlo) „ gaf zig over." Een byzonder toeval ver-; haastte, zegt men, die overgaave. De Prins van Baden, naamlyk, op den 10 van Herfstmaand, de Had Landau vermeesterd hebbende, was deeze tyding, den 23 daaraan, voor Venlo, in 't Leger, gebragt, waarop het zelve, naar krygsgebruik, in de wapenen geroepen en, door den Prinfe van Saarbrugge,gelast wierdt, eenige vreugdefchooten te doen,uit het kanon, 't geen tegens de muuren der Stad gerigt was. De Belegerden, door dit onverwagte vuur verfchrikt en niets van Landau weetende , vielen in het denkbeeld, dat men een' algemeenen ftorra op de Stad in den zin hadt, om (i) Refol. Holl. 2 en 7 I""y I7°2- b'- 23* en *35. (c) Europ. Mercur. Dec. 1732. p. ïs. QO Wagsn. Gcfchieüen. van Amft» 6: ft. il. 849* C 5  42 BYVOEGSELS gN om welken voortekoomen, zy, ylings, voorhagen van verdrag lieten doen, zonder dat Saarbrugge zelf, in 't eerst, bevroedde, van waar die fchielyke verandering kwame. Hy meikte 't egter rasch, en 't Verdrag wierdt, nog dien zelfden dag, geflooten. (e) Bl. 166. r. 4. v. o. „ De Prins van Saarbrugge , te Roermonde, overleeden De Graaf van Athlone werdt, federt, in zyne plaats, aangefleld tot Veldmaarfchalk." De Prins van Saarbrugge, na, op last van hunne Hoogmogendheden, den twaalfden van Wynmaand, het ééne gedeelte van zyn onderhebbend Leger naar dat van Marlborough te hebben afgezonden , onder geleide van den Generaal van Obdam, en het andere naar Dusfeldorp, onder geleide van den Markgraave van Brandenburg, was, te Roermonde, krank te bedde blyven liggen, en overleedc er , op den zeventienden daaraan, na, daags te vooren , by gefchrifte, het laatfte affcheid van de algemeene Staaten genomen, en zyne Gemaalin en kinderen in derzelver befcherming aanbevolen te hebben. Hy, die zeer beklaagd en wiens Zoon , eerlang , met 's Vaders Re • giment begunfligd wierdt, hadt den Keizer, Frankryk en den Staat, te famen, twee en vyftig , doch hunne" Hoogmogendheden, afzonderlyk ,agt en dertig jaaren lang, met roem gediend , en zig, in vyftien veldflagen en zeven en twintig belegeringen,bevonden.(/jOnder- tus- CO Struv. Corp. Hm. Germ. fol. m. 4040. et, ibi, al. iegatos auBores. CO Europ. Mercur. Oft. 1702. bl, 278-482.  AANMERK, op het XVII. DEEL. 43 tusfehen was, reeds ter helfte van Hooimaand, en dus nog voor't overlyden van Saarbrugge, by Holland vastgefteld, den Graave van Athlone tot Veldmaarfchalk, ter Generaliteit voor teflaan,(g) waar door er, indien Saarbrugge in 'c leeven was gebleeven, nu, even als ten tyde van Ernst Casimir van Nasiau, drie Veldmaarfchalken, te gelyk, zouden geweest zyn. Door de onverwagte dood van Saarbrugge, vervong Athlone 'tis waar, dien Vorst,in de bedieninge van dit hooge Krygsambt; maar de Vehmaarfchalksplaats van Saarbrugge was, eigentlyk, nog nas'Graaven dood, onvervuld gebleeven. (Ji) Bl. 170. r. 9. „ Schepen, onder bevel van den Lieutenant Admiraal, Filips van Almonde." Hoe zeer men, kort na 't overly» den van Willem HL, ter Admiraliteit beflooten hadt, den naam zyner Majefteic niet meer, in de Vonnisfen en andere Akten, te gebruiken , waren egter de Zee - Officieren niet alleenlyk, in hunne bedieningen, door de Staaten, bevestigd, maar men vondt ook goed , dezelven , op de oude Lastbrieven, hun, door wylen den Koning , als Admiraal Generaal, gegeeven, nog, by voorraad, te doen vaaren. Dit duurde tot ruim ter helfte van Wintermaand deezes jaars 1702, toen eerst, by Holland, wierdt vastgefteld, in plaats van bovengemelde Brieven, nieuwe uic te geeven, op naam van hunne Edele Grootmogendheden, (i) Bl. (£) Refol. Holl IS July 1702. bl. 367. (k) Refol. Holl. 17 Maart 1703. bl. ,42. en myne Aanteek, alhier op Wagen. bi. 188. r. 3. Q) Refol. Holl. 25 Maart en 20 Dec, 1702. bl, 77 ea  44 BYVOEGSELSe» Bl. 171 r. 11. „ Porto S. Maria — wierdt ledig geplunderd" De Staaten van Holland waren, op 't verneemen van deeze lchenddaad , zo zeer verontwaardigd , dat zv beflooten , den Generaal Major Spar, die over de Landmagt van den Staat, op die Vloot :(k) betraande uit, omtrend, vier duizend mannen; t bevel voerde, te doen aanfchryven, „ fich „ te informeren over de plunderingen en „ desordres , die gezeght wierden, omtrend „ Uadix, begaan te zyn, en diegeenen, die „ daar aan [chuldig gevonden fullen werden* „ na behoor en te doen Jirafen, en te beletten, ,, dat diergelycke niet meer en gefchiede? Q) Ik weet, egter, niet, dat hier iets op volgde. Na Almondë, zo over deezen togc,als die naar Vigos, bedankt was, en na de goederen' die, deels aan Nederlandfche Kooplieden' deels aan Onderzaaten van andere, thans met den Staat verbonden, Mogendheden, toe behoorden ; her waards gevoerd waren , droeg men alle zorge , dat dezelven aan hunne eigenaars wierden terug gegeeven Cm) Voer 't overige, deedt deeze plundering, die zelfs de geestelyke Gefïigten niet gefpaard haat, den Spanjaarden ( die men, fchertzende zeide, dat, eer door roozenkranzen, dan door fteelen, hadden konnen gewonnen worden) zeer tegens de Bondgenooten verharden. (») Bl. 170. r. 16. „ Zy" rde venenigde En- (O Kurop. Mercur. Jan. 1703. bl. 78 en 8si Secr. Refo), Van H0I1. 4 tvïey 1702 bl. 350. CO Ster. Refol. van Hojl. ,7 OS. 1702. bl. 320. Euro». Meicur. Febr. 1703. bl. i45 en 146. ' M Refol. v. Holl. 11 en 22 Dec. 1702. bl.sio, 578en57a.  AANMERK, op het XVII. DEEL. 45 Engelfche en Neder landfche Vhote) „ flak niet voor den eerden van Oogstmaand, andermaal , in zeeT Zy hadt, tot tweemaal toe, te Torbai moeten inloopen (0). Het lang onder weg blyven van deeze Vloot; die, met de Voorraadfcheepen, wel honderd en tagtig zeilen fterk was; gaf ftof aan den Vyand tot fpotfchnften. Eén was er , by welk men eene goede belooning beloofde aan hem , die, aan den Prins van Darmfiad vvoorheen Onderkoning van Katalonie, doch , thans, Afgezant van den Keizer te Lisfabon), micsgaders aan de Afgezanten van Groot-Brktannie en Holland ten laatstgemelden Hove , zeker berigt geeven konde, wegens eene vloot van twee honderd Schepen, die, tusfehen Spithead en Kadix, ongelukkig verlooren was geraakt, (p) Bl. 171. r. 2. v. o. „ 't Fransch Oorlogfchip de Bourbon werdt, terftondt, aangetast en bemagtigd," Dit gefchiedde niet, zonder wakkeren tegenftand van 's Lands Vice Admiraal by deMaaze, van derGoes, die,'teerfte na den Engelfchen Vice-Admiraal, Hobson , met zyn Schip, de zeven Provintien , de Baai was ingebroken. Voor't overige , hadden , on» der de onzen, de Schout by nagt van Wassenaar en de Kapitein Pot , het voornaamfte deel aan de overwinning, in de Haven van Vigos; eene overwinring , die der Nederlandfche Vloote, niet tegenftaande het heevig vuur der Vyanden , op flegts dertien dooden en een es C») Europ. Mercur. Jan. 1703. bi. 71. (p) Europ. Mercur. Sept, 1703. bl. aio, en Jan. 1703 U»71»  46 BYVOEGSELSen en dertig gekwetflen te Haan kwam. Zo de genomen,als verbrande, Franfche Oorlogfchepen waren, volgens de opgave van den Admü raai van Almonde , zestien in getale; die, te zamen, drieduizend zestig koppen,en negen honderdagtendertig Hukken kanon, aan boord hadden ; benevens nog drie Spaanfche Schepen, die honderd twintig Hukken voerden. Noch nam men tien,van de vyftien, galioenen des Vyands. (?)De Engelfchen en anderen vergrooten, eenigzints, 't getal van Schepen, Manfcbappen en Geichut. (/) Bl. 274. r. io. „ Zeeuwfche Kapers." Na gewoonte, muntede die Provintie,in deeze neering, uit. Maar, ook in Holland, zat men, ten deezen opzigte, niet ftil en , wegens hunne Edele Grootmogendheden, wierdt beflooten, ter Generaliteit alle moeite te doen, om de kaaprcdcryen, hier te lande, in't algemeen te bevorderen, door 't uitloven van geldelyke belooningen;te vinden uit eene verhooging op het last-en vei!geld.{>) Bl. 174. r. 11. v, o. „ Diergelyke moeilykheden met onzydige Nabuuren nntftonden meermaakn." Niet flegts by Nabuuren , maar ook wel eens by andere onzydige Mogendheden, gaf het neemen van Piyzen eenige moeite. Een Zeeuwfche Kaaper, voor het Komptoir van Sautyn vaarende, onder Keizerlyke vlagge, hadt een Fransch Schip, met graanen geladen , in de Adriatifche zee genomen, (q) Eurcp. Mercur. Nov. 1702. bl. 311, 314, 315 en van Jan 1705. bl. 82, 83 en 100. (O Earop. Mercur. Dec. 1702. bl. 317 en Jan. 1703. bl. 8ï en 83. {s) Relol, van Holland 3 Mey 1702. il. 157, 18 j en 199.  AANMERK, op het XVII. DEEL. 47 men en , te Civita Vecchia , onder Pauslyk gebied, opgebragt, alwaar het, op verzoek van den Franfchen Conful, daadlyk wierdt aangehouden. De Keizerlyke Ambasfadeur klaagde, terftond, over dien handel, vertoonde , dat men den Franfchen hadc toegelaaten prysgemaakte fchepen en goederen, zelf geroofde Kerkfieradien , te Ancona te verkoopen, en dat het dus biilyk ware, de fchepen , die de vlagge van zynen Meester voerde , op gelyke wyze te handelen. Dit hadt, in 't eerst, veel zwaarigheid, om dat de Kaper Kapirein een Nederlander en van 't hervormde geloof was; maar, zo dra de Ambasfadeur hadc verklaard, dat, in geval van weigerend antwoord, de Graaf van Stahrkmbbrg, in 'sPaufen Gebied van Ferrara, nopens de waarde van den Kaaper en zyn prys, volkoomen verhaal ftondt te neemen, veranderde men, te Rome, van gedsgten, én gaf last, de twee Schepen, terftond, te ontflaan, mits zy de gewoone quarantaine , te Civita Vecchia, uithielden. Bleef hier niet by. Eerlang verfpreidde zig, door Italië, het gerugc, dat Groot -Brittannie en de Staat, misnoegd over't gedrag, 't geen men, ten voordeele des Konings van Frankryk, aan den ■ dag fpreidde, hunne vereenigde Vloot naar de Middelandfche Zee Honden te zenden, en eene landing op de Icaliaanfche kust te onderneemen. Men vindt vermeld, dat , hoe zeer de kundigften , ligtelyk, begreepen , dat men 't, in zodanig geval, meest op Napels zou gemunt hebben, egter de naam alleen der Engelfchen en HoJ- lan-  48 BYVOEGSELS en landers, thans, binnen Rome, zo ontzaglyk was, dat Klemens XI, bewust, wat er, te Civita Vecchia,was gebeurd,en bevreesd voorzynen zetel, niets naliet, om de Zeehavens der Kerke, in, zo veel mooglyken, Haat van verdediging te Hellen 9 ook bedagt zynde, om,desnoods, zyne Landtroepes te vermeerderen. Doch de Opperkerkvoogd kwam vry met den fchrik (t). Bl. 176. r. 7. „ De Wisfelhandeling —. verdt, by Plakaate, verbooden " Zie, over deeze floffe, breeder, myne aantcekening op bl. 270. r. 18. alhier. Bl. 177. r. 13. „ De Staaten van Holland bewilligden in deezen — eisch." Om dit een en ander goed te maaken, hadden hunne Edele Grootmogendhedtn , behalven de gewoone lasten, in Lentemaand één en, in Slagtmaand, nog vier millioenen guldens, door den Ontvanger Generaal, en de verdere byzondere Ontvangers der gemeene middelen van deeze Provintie, op haargeloove, doen opneemen. (u) Bl. 177. r. 9. v. o. „ Waarin Holland insgelyks bewilligde." By gelegenheid, dat de Raad van Staate,in Oogstmaand deezes jaars, eene fom *eischce van zes millioenen, negenhonderd, negen en zestig duizend, vyf honderd en tagtig gulden, tot de onkosten van de Wintervloot en buitengewoone uitrusting tegen het voorjaar, klaagde dat Koliegie, dat vyf Provintien van de zeven; t. w. Gelderland, Utrechc, Vriesland , Overysfel en Stad en Lan- (O Europ. Mercur. Jan. en Maart 1713, bl, 13. 14 en 163. (jt) Refol. van Holl. 2 Aprü en 23 Nov. 1702. b:. 99 en 438.  AANMERK, op het XVII. DEEL. # Laride; of irt de beden niet bewilligd* of5 't geen op 't zelve uitkwam; niets, daar op betaald hadden : „ eene faeck" (zeide dé Raad) „ misfchien noyc gebeurd, fo langh de „ Republicq geitaen heeft." Cv ) Holland zelve ; anders de beste in 't betaalen 5 wierdt mede „ al te „ defe&ueus" geagt, in het opbrengen van hare quote tot de buitengewoone toerustinge ter zee* Doch dit Gewest voorzag hierin, zo veel mooglyk, en mm weder , by 't einde van dit jaar, vier millioenen fchats, ten eigen behoeve , op O> Bl. J83. r. 2. „ Lottü.vi hielde Gelder, liet gantfche jaar, geblokkeerd." Tot deeze blokkeeringe hadden ook de onzen, onder den Lieutenant Generaal Fagel, zeer het hunne gedaan. Fagsl was, reeds in Louwmaand, met twee duizend man,naar de Stad op weg geweest. Hy zogt, door zyne Graavers eene linie, om dezelve te doen trekken, en fchoori hem dit onmogelyk wierdt, door d en de overftroomingen de toegangen derwaarts ongenaakbaar maakten , hielde hy zig , egter, m de nabyheid op, verhinderde, daar door, die van Gelder, ten platten Lande te ftroopen, en baande den weg aan Lottum , tot het volkoomen blokkeeren der Vesting, f» Bl. 186. r. 5. v. o. ,i Brie en deftig Bataillom, zeventig Kompagnien Grenadiers. "Zo vindt men , by de onzen, meest al ; doch , in zieker gelykty iig verhaal van den (lag, leeze ik, dat de zeventig Kom- (V) Refnl. van Holl. I Sept. 1703. bl. 400O) Refol. Holl. ai Sept. en 35 OA. 1723. bi. 5»* eri 582- _ .. , («) Europ. Mercur. Jan. 1703. bl. 95 en 95, 0  5o BYVOEGSELSen pagnien Grenadiers .onder de Bataillons begrepen waren, (v) BI. 187. r. 6. v. o.„ Slangenburg, Hompksch en andere Legerhoofden deeden — allen mogelyken tegenftand." De Thefaurier Hop, Afgevaardigde te velde, hadt, met de koetfe der Graavinne van TiLLY,'den weg genomen naar Lillo , alzo zyne tegenwoordigheid by het gevegt niet vereischt wierdt, doch, by het dorp Orderen koomende en gevaar loopende van gevangen te worden genomen (zo als, kort daar aan,der Graavinne gebeurde), fleeg hy te paerd en begaf zig naar den Dyk van Wilmerdonk, alwaar Obüam, toen nog, bevel gaf, maar, eensklaps, gemist wierdt en , na men hem, zoo veel men konde, doch te vergeefsch, hadt doen zoeken, voor dood of gevangen wierdt gehouden , om dat niemand hem uit het oog hadt zien verdwynen. In die omftandigheid , namen de twee oud (te Lieutenant-Generaals, de Baron van Baar Heer^ tot Slangenburg, en de Graaf van Tilly, 't gebied op zig, en beflooten den Vyand, fchoon driemaal fterker dan ons Leger, uir het dorp Orderen te dryven en zig eene veilige aftogt naar Lillo te baanen, By 't Voetvolk, 't geen , tot nog toe , hec meest geleden hadc, waaren de kogels verfchooten, en het flondt nu , op aanraading van den Lieutenant-Generaal FAGt.L,de roksknoopen op het geweer re zetten, toen men hetzelve gelastte, de gelederen te openen, ter inlaating onzer, nog niet in 'c gevegt geweest zynde, Rui- (y) Zie in Earcp. Mercur. July 1703. bl. 93 en 103,  AANMERK, op het XVII. DEËL. 5f Ruitery en Dragonders; welken, onder aanvoering van den Generaal-Majör Hompesch, er ftraks door en , zonder zig aan fchieten te kreunen, regelregt op den Vyand aanvloogen, alles \ dat niet oogenbliklyk week, overrydende of ter neer maakende; waar door, eindelyk,hèt FranfcheLe-* ger, uit Orderen en naar deszelfs linie, terug geflagen wierdt,hebbende de onzen eenig kanon, vaendelsen trommen buit gemaakt en, gedjurende deezen gcheeien flag; die, van 's middags voor drie uuren, tot aan den nagt, geduurd hadt; zig zeer eerlyk en dapperlyk gedraagen. 't Verlies van wederzyde wordt verfcbillènd opgegeeven. De Franfche Schry vers begrooten het hunne, op flegrsvyf honderd dooden en ruim agt honderd gekwetlten, waar tegen wy wel vier duizend dooden op de plaats gelaaten zouden hebben.nevens vyf honderd gevangenen: doch onzeSchryversbrengen de flagtingjonder den vya->d, tot tusfehen de drie en vier duizend man, nevens vyftien honderd gekwetften , en van ons eigen volk op, omtrend, twee duizend, zo dooden &als gekwetlten, onder de eerften van welken, vier Kollonels en zeven Lieutenanc- Kollonf Is gevonden wierden. De Lieutenant. Generaals Slangenburg, Tilly , Fagel, de Generaal * Majors van Frikshkim, Hompesch, ende Gnaven van Oost Vriesland en van der Nat , hadden, nevens eenige andere, uitgemunt. Fagel wierdt, kort daar aan, te fchéepe, naaf den Haage vervoerd, om dat hy aan hoofd en voet gekwetst was, en de laatstgemelde wonde , in'c eerst, doodlyk geagt wierdt. (s) Bl« («) Brieven van Hop, Slangenburg , P«osr., enx. ;rt D 2 &n.  5a BYVOEGSELSen Bl. 188. r. 3. ,3De Franfchen roemden er insgelyks op." 't Is zo, en men liet het te Deumt binnen Antwerpen, zingen: maar een bezaadigd Fransch Schry ver zegt, des niettemin, met ronde woorden, „wy waren genoodzaakt het jlagveld den vyand over te laaten" (a) Bl. i8o.r.3,r.o.„ Hy"(Obdam)„&7^ verwagt, nevens den Heere van Ou werkerk , te zullen bevorderd worden tot Veldmaarfchalk. De hoop tot die bevordering was het onverwagt overlyden des Graaven van Athlone , die, op den 9 van Sprokkelmaand deezes jaar 1703, te Utrecht, door eene beroerte overvallen,twee dagen daar na , tot groot verlies van den Staat, zyn roemryk leeven eindigde. Q) De Staaten van Holland lieten, in plaat fe van deezen Graave en den Prinfe van Saarbruk, twee Generaals der Ruitery,in Lentemaand daaraan volgende, tot Veldmaarfchalken, teralgemeene Staatsvergadering voorflaan, naamlyk de Heereu van Ouwerkerk en Obdam : maar 't gebeurde by Ekeren zettede de zaak van den laatften; hoe zeer by de meerderheid van Holland vrygefproken en , door den Pruisfifchen Veldmaarfchalk , Graave van Flemming, over deszelfs afcogt gepreezen; (c) agter uit, en, daar hy byzonderlyk niet wel was met den Henoge van Marlborough en den Heere van Ouwerkerk (welke twee hy befchuldigde , hem de noodige verfterking niet gezonden :e hebben , Europ. Mercur. van July 1703. bl. 71-104, en gefchreevea papieren van men lyd. ° o) Memoir. dé la Guerre T. 2. ƒ>. 83. (b) Europ. Mercur. Febr. I7C3- bl. 159. (c) Europ. Mercur. Aug. 1703, bl. 1C7.  AANMERK, op het XVII. DEEL. 53 ben, (d) en waar van de eerfte; als onze Wagen, reeds heeft aangeteekent; (e) zeer gezien was, te Amfterdam,) bleef zyne be. noeming , zelfs by Holland , flaapen, terwyl die van Ouwerkerk doorging: al het welke gefchiedde, niet tegenftaande de laatstgemelde Provintie, zo wel als Zeeland en Overysfel, voorheen hadt vastgefteld, „ alle bedenkelyke dsvoiren te adhibeeren," om hem, (ƒ) te gelyk met den Heere van Ouwerkerk, tot het Veldmaarfchalksambt te bevorderen. Amfterdam was zo misnoegd op den Heere van Obdam , dat, toen Overysfel, ten jaare 1705, een vooiftel deedt ter Generaliteit, om hem, met Noyelles,als Generaal derRuitery, aan de Moefel te gebruiken, die Stad in Holland voorfloeg, „ hem, voor eerst, buiten alle militaire employ te houden." Men maakte dien voorllag, met dien van Overysfel, commisforaal, en de ziak bleef hangen. Toen, eenige jaaren hier na, Ouwerkerk overleedc, verzogt Obdam (zig, toen, te Dusfèldorp ophoudende ) nogmaals, als Veldmaarfchalk of Generaal en Chef iq worden gebruikt; maar ook dit gelukte niet, en hy bleef buiten bedieninge (g). EI. 192. r. 3. „ De Gedeputeerden te velde verfchooven, federt, de volkomen fchikking over Limburg: "t welk hunne Hoogmogendheden zig gevallen lieten." Mentradt, federt, ter Generaliteit, nopens de veroveringen van Limburg, in onderhandeling met ... de fY) Eurori. Mercur. Aug. 1703.'*'. 165. OJ Alhier XVI D. bl. 174, zie ook, l. c. bl- 183- en 208. (fj Refol. van Hol!. 21 Febr. 16 Maait, 5 April, 18 Mey 1703. bl. 89, J42, 185 > en «84. (£) Reful. Holl. s Mey 1704. bl. 225 ca 226. en 26 Apr, 1705. bl. 204. D 3  54 BYVOEGSELSen * Het Haal. de Graaven van Wratislau, Gors en Sin?ENDORiF,ah, hier toe, doorKarelIH, Koning van Spanje, gevolmagtigd, en befloot, dat, by voorraad, en onverminderd de nadere fchikkingen, over eene Barrière, als anderfints tuslchen den Keizer, Engeland en den Staat: de heerlyke regten * en Regeering van het Hertogdom Limburg zouden worden gegeeven, en gelaaten aan den Koning van Spanje: dac aan hunne Hoogmogendheden , jaarlyks, te beginnen met den tweeden van Louwmaand des jaars 1704, zou verblyven eene fomme van honderd twintig duizend guldens, op welken, omtrend, de zuivere inkomften gereekend vvierden: waar tegen de Staat de Bezettingen en Vestingwerken zou onderhouden. De Ambtenaaren en Bedienden der Regeering (*') van het Land zou de Koning moeten betaalen , zonder egter de Ingezetenen , met nieuwe lasten, te mogen bezwaaren. Voorts verklaarden hunne Hoogmogendheden , ten zeiven dage , afzonderlyk , dat de voor. noemde Refolutie by hun genomen was, met dien verende, dat de Hervormde Godsdienst oeffening , aan de Bezetting en anderen, zo in de Stad als 't Hertogdom van Limburg, zou worden vrygelaaten, en dat, als men, naderhand, handelen zoude over eene Barrière, teffens over st punt van Religie zou worden gehandeld : van welke laatile zaake, in de bovengemelde Refolutie , niet gefpri,ken was, om dat- de. Gezanten van Koning . wier- Gpn3r-19 è*:17031 ea ReU H*'  AANMERK, op het XVII. DEEL. 55 Kar el betuigd hadden, dat zulks zyner Majefteit, in Spanje en de Spaanfche Nederlanden, te zeer zou benadeelen. (T) De Graaf van Sinzendorff nam, in 'c begin der Wintermaand van dit jaar, in naam zyner karholyke Majefteit, bezit van 't Hertogdom. (I) Bl. 198. r. 7. ,, Eenige Oorlogschepen, overweldigd, « De meefte Koopvaarders hadden zig geborgen." De Koopvaardyvlooc was wel honderd dertig zeilen fterk, van welken ik leeze, dat geen een eenige in 's vyands handen viel. De Oorlogfchepen, die hen geleidden, waren allen Nederland fchen en vyf in getal, onder bevel van den Kapitein RöiivjER Vlak, die flegts vyftig, de overige veel minder, ftukken gefchuts, voerde, terwyl de vyf Franfche Schepen een geta! van zeventig , tot negentig, ftukken aan boord hadden. De Franfchen hadden de loef, en men zege, dat de onzen, door de ftyve koelte, de onderste ftukken niet konden doen fpeelen. 'c Gevegt; dat op den aa van Bloeimaand voorviel ,* duurde , met eene hartnekkigbeid zonder wedergade, van 'smorgens ten elf uuren, tot aan den avond. Men doeg Schip tegen Schip, en dat van Coè'tlrgon tegens Vlak , wien , in *t begin van den ftryd, een arm wierdt afgefchooten, maar die, des onaangezien, zyne beveelen, met de uiterfte tegenwoordigheidvan geest, bleef doorgeeven en, eindelyk, zynen Aanvaller de groote raê affchooc en deedc deinfjfc) Refol. Sraat. Gener. 19 No/. 1703. ea van Holl. si Kov. 1703. bl. 626—627. Q) Europ. Mercur. Jan* 1704. bl, S.j. D 4  56 BYVOEGSELS EM deinden. Doch zyn ge'uk hielde geenftand. De ovenge Hollandfche t >orlogfcbepen, nu, reddeloos, doornagelde waren vast in Franfche handen geval.en en Vlak kreeg, onmidlyk na 'c eerfte een ander zwaar Fransch Oorlogfchip aan boord' t geen hem, by de tweede laage, de groote mast ter neder bonste en, wyders, zodanig teisterde , dat de onverfchrokken Zeeman zynen bodem nier Janger boven water kon houden. Maar even was hy aan 'sVyands boord overgebragt, to> n deMuu derberg • zo heette 'c fchip van den He'd; plotfelmg te gronde ging. Hy zelve , naar Frankryk gevoerd,overleedt, eerst omtrend twee maanden na deezen, aan de wonde. De Graaf van Wallknstein, KeizerJyke en de Heer Kok, IVJentfifchp - Afgezant aan het Hof van Lisfabon! hadden zig, aldaar, by hem fcheep gegeeven, en wierden, nu, mede naar Frankryk gevoerd Cm) BI. 206. t, lJvan welken Natie egter ,volgens een Brief van den Generaal Hompssch, (q) flegcs twaalf of dertien Esquadrons paerden en Dragonders in den Donauw gejaagd waren, fehoon, in den gedrukten Brief van Marlborough , "t getal van dertig; 't geen ook onze Wagen. heeft; geleezen wordt: doch ik heb den oorfpronglyken nooit gezien , en durve dus, hier, niets beflisfen. De onzen verzekeren , da: de Vyand, meer dan vier duizend (e) Refol. Holl. i July 1702. W. 237 en 298, (pi Struv, Corp. Hist. German. ƒ. w.40. 45. C'lJl" Europ. Mercur. Aug. bl. 124,135.011 Leven van MaIILBOURoH bl. Sr. D $  58 BYVOE GSELS en zend koppen fterker geweest was dan 't Leger der Bondgenooten , als mede, dat de Prins van Holstein Beek, aan 't hoofd vegcende der Hollandfche Brigade , gewond en gevangen genomen, maar, federt, door de onzen , ontzet was geworden. Men fchreef, naast de gunst des allerhoogften; die, in 't Leger, voor 't gevegt, aangeroepen en, na hetzelve, zo daar, als hier te Lande, plegtiglyk gedankt wierd.:; de zege niet alleen toe aan de bedaarde en onverfchrokken', heldhaftigheid der Legerhoofden, maar ook, by zonderlyk, aan hunne eenftemmigheid van denken en doen. (r) De Staat hadt, eenige maanden bevoorens, een treffend verlies geleden in den perfoon van Menno Koehoorn, Lieutenant-Generaal van de Artillery en Gouverneur van Staats Vlaanderen. Zyne dapperheid en ervarenheid was, by zyn leeven, hier te lande en overal, beroemd. Nog ren deezen tyde,denkt men aan hem,met dankbaarheid, en de vestingbouwkunde byzonderlyk plaatst hem onder de allereerfte mannen, die ooit in deezen krygstak hebben uitgemunt. Zeventig paren oud, ftierf hy, in den Haage, op den 17 van Lentemaand deezes jaars (j). Bl. 220. r. 10. v. o. „ 't Kafteel ,, (yan Traarbach)" werdt — berend" enz. De Staat, fche Troepen leeden zeer veel, by de belegering deezer Vestinge. Ook hadt zig, op andere plaatfen, eene befmetlyke ziekte, onder CV) Zie Brieven van Map.lborough, Hompksch, enz. is tEnrop. Mercur. Aug. it04, bl. 116—150. 197—205, 211-214. (f) Europ. Mercur, Maart 1^04. bl, 246.  AANMERK, op het XVII. DEEL. 59 der 'svyands paerden verfpreid , die , eerlang, mede onder de onzen ontdekt wierdt , en zo veel nadeel deedt, dat men, op 's Lands kosten , den Bevelhebberen , hier nopens , buitengewoonlyk, moest te gemoete komen (t~). Bl. aai. r. 10. „ De Hertog van Marlborough vertrok naar den Haage, daar hy met ongemeene blyken van hoogagting, ontvangen werdt." Hy wierdt in 't fchoone Gebouw van wylen Prinfe Johan Maurits van Nas/au; daar de Staat, thans, gewoon was de uitheemfche Ambasfadeurs te onthaalen; niet fiegts gehuisvest, maar hunne Hoogmogendheden lieten hem , door eene plegtige bezending , terftond na zyne aankomst, verwel* koomen, by zyn vertrek vaarwel zeggen en, wyders, geduurende zyn verblyf, ten koste van den Lande, alle heuschheden aandoen. Hy hadt even den Haage veriaaten, om zig naar Engeland intefchepen , toen, den volgenden dag, zynde den aa van Wintermaand, het fchoon Gebouw, 'c geen hem was ingeruimd geweest, door onvoorzigtigheid van hun, die 't weder opruimden, ter ligter laage in den brand geraakte; die , door een noord-oosten wind aangeblaazen, er niets dan muuren en kelders vart overliet. Sedert, wierdchet,treflyk,maar, byzondeiiyk van binnen , niet tot zyne eerfte fchoonheid, weder opgebouwd. In Amfterdam was Marluorough , kort te vooren, onder 't losbranden van 't kanon en gefchal der 0) Refol. van Holl. 17 Dtc, 1704 bl. 637.;;  6o BYVOEGSELS kk der Trompetten, door eene fledelyke bezending, by monde van den Peniionaris o e la Bassecour, begroet en,wyders, byna dezelfde eere aangedaan, die men, voorheen, den Stadhouderen , hy hunne komst in fcemmende Steden, plagt te bevvyzen (V) Bl. 2.25. r. 5. v. o. „ De yereenigde Vloot raakte" (met de Franfche) „ —-flaags, den dertiende van Oogstmaand"" Lees in plaatfe van den der tienden, den vier ■ en - twintigften, van Oogstmaand. Het hevig gevegt, in 't welk; zo ais onze treflyke Schryver, ftraks, zeggen zal ; de Staatfchen met de vyandlyke agterhoede raakten, was van dien aart, dat, byzonderlyk, 't fchip de Albemarle, gevoerd door'den Lieutenant- Admiraal Kallemberg, eerlang buiten ftaat geraakte,om vlag te voeren: waarna die Zeevoogd, uit het zelve, op de Katwyk overging. De Albemarle vloog, drie dagen daar na, door eigen kruid, in de lugt, zynde er flegts negen man van opgevischr, die de reden van dit onheil niet wisten. De ftryd zelve tusfehen de wederzydfche Vlooten; van welken de Franfche vierenvyftig fchepen en vieren-twintig galeien, de vereenïgde drie en-vyftig, maar kleindcre, fchepen, flerk wisj hadt, van 's morgens ten tien uuren , tot 's avonds laat, geduurd, zonder dat één der parryen zig de overwinning kon toefchryven, of een eenig fchip was genomen fchoon 't zeker genoeg is, dat de vyand meer volk dood en gekwetst hadt, dan de Bondgenooten. Aan de Franfche zyde, was O) Gefdireeven Berigtcn vsn dien tyd. Dk Riemrr, Eefchryv. v- 'sGiavenh. 1. D. 2. St. bl, 754. Europ. Mercur. Jan, 1705. bl. 78-80.  AANMERK, op het XVII. DEEL. 6t was de groot Admiraal,Graaf van Toülouse , zelve onder de gekwetften, nevens zynen Secretaris, De Valencourt, Hiftoriefchry ver vanFrankryk. Van onze zyde, was de Kapitein Lynslager, voerende het fchip Nymegen, gebleeven. In 't geheel hadden wy maar twee en negentig dooden en tweehonderd agtenzestig gekwetften. De Bondgenooten trokken dit voordeel uit hec gevegt, dac men Gibraltar mee meerder volk konde bezeccen, Jdaar hec, by 'c verliezen van den flag, niec ce houden zou geweesc zyn. Ook wierdc den Admiraal Kallk.mbs.rg, federc, in Holland, verflag doende, voor zyne goede verrigcinge, beleid en dapperheid, hooglyk dank gezegd (i). Bl. 237. r. 9. v. o. „ Den Heere van Welderen — genoodzaakt zig met zyn volk gevangen te geeven,"'' Men deedt deezen luiden zeer wel in Spanje: en, gelyk de Lieutenant-Generaal Fagel zig, byzonderlyk , liet geleegen leggen aan den dapperen GeneraalMajor van Welderen, kan men ; zal men rondfpreeken; zig ook geene heufcher, noch eerlyker fchryf-ofhandelwyze voorftellen, dan die des Hertogs van Berwyk , om, zo veel mooglyk, het lot van deezen Gevangen' te verzagten (y). In het Verbond, mee zyne Portugeeiche Majefteit aangegaan, was, onder anderen, befproken , dat Groot - Britannie en deeze Staat 0> Zie Reful. HoH. 16 OElob. 1704 bl. 501 , en de Brieven van wederzyden, waar onder dievacden EnvoijevMt Vrybergen , Admiraal van Kaulembergh , ene: in dj Etsrco. Mercur. van Sept. en OS. 1704. bi. 260—285. Amkl: de ia Reine Anke; Tom. 3. p. 108. (v) Bneven van Berwyk en Fagel in Europ. Mercur. Aug. 1704. bl, 194—197,  62 BY VOEGSELS en Staar, met de hulptroepen, veerden Generaalsperfonen zouden overzenden , uit welken , in Portugal, twee zouden worden gekoo' ren tot Veldmaarfchalken (Mahtres de Camp Generaux) ; zynde % Konings aandagt, ten deezen opzigte, gevallen op den Hertoge van Schomberg en den Lieutenant Generaal Fagel. De bevordering tot die booge krygsambten kon wel niet gefehieden, zonder goedkeuring haarer Britfche Majefteic en hunner Hoogmogendheden; doch deeze volgde, eerlang; zo egter, dat, uit het aantellen van den Heere Fagel, tot Veldmaarfchalk, in Portugal, en uit die van andere Hoofd-Officieren ^aldaar zynde, tot Generaals, in 't vervolg geen' rang afgeleid zou kunnen worden, tot nadeel van de overige Generaals, in dienst van den Staat; terwyl ook die alles buiten belastinge van 'c Land zou moeten gefehieden. Eersteen" geruimen tyd hier na , wierdt Fagel , met roem herwaarts gekeerd, door den Staat, tot Generaal der Infantery aan gefield, (V) Bl. 2*9. r. 7. „ Èngehch en Hollanden Lsquader, onder Johan Leake, en den Schout by ragt van der Dossen." De laatsgemelde hadt zes fchepen van lime onder zyn bevel (x). Groot-Erittannie en de Staat hadden, thans, behahen de groote vereenigde Vlooten; die, in dit en 't voorbyzynde Jaar, ten minne, beflonden, uit dertig Engellche en agttien Holiandfche fchepen 00 Refol. Holl. S Jan. 1704. il. a85. 16 Dec. 1607. Il.\s6 en 15 Aug. i7|o. bl 317. uo/. e». Sw>. vaq ho"« 's Oa. en 35 nov. 1?0^ bl. ^    AANMERK, op het XVII, DEEL. 63 van 't eerfte charter; nog twee E'quaders in zee , één, naamlyk, ter beveiliging der kusten van Portugal en 't naauw der Straat van Gibraltar, en één , voor en omtrend Duinkerken, Ook was er nog een Engelsen Esquader, 'tgeen, afzonderlyk,diende , tot dekking van 't Kanaal, en een gelykfoortig Hollandsen, ter befcherming van de Noordzee (j). Gelyk wy zagen, dat, in dit Jaar 1704, Kallembrrg, van onzent wege, op de vereenigde, van' der Dossen, op de Lisbonfche, Vioote gebood;, voerden ook de Schout by nagt, Anories de Boer, omtrend Duinkerken, en de Vice-Admiraal, Philip van der Goes, in de Noordzee, 't bevel wegens hunne Hoogmogendheden (z). Bl. 233, r. 9. v, o. „ Ook waren hm geene voorbeelden bekend, dat de algemeene Stapten immer eenige ftemmende Srad voor zig gedagvaard hadden" Menherinnere zig, 't geen ik, nopens het voorgevallene, tusfehen de algemeene Staaten en de Srad van Utrecht, op den jaare 1710, aangeteekend hebbe (a). Bl. 24c r. 5. „ Vier Afgevaardigden" Er waren er wel vyf: wordende, by onzen Wagen., nier genoemd N.kolaas Vrvb"rgh, voorzittend Burgemeester der Stad Alkmaar (£). BL 0>) Refol. vao Koll. 28 Nov. 1704. bl. 587 en 583, 5 Febr. 1705 bi. 42. (zj Relbl. Hofl. 3 Juny Cn 19 Sept. 1704. bl. 280'—591 ea ♦75- (a) Zie myne Aanmerk. 10 s:. il. 16-24, op Wagrn. Vaderl. tlift. X. d. bl. 28. r. 2. v. o. C&) Refol. Holl. 27 Nov. 170*. bl. 610. vergel. bl, 541. ea Sssr. Refol. van Holl. 27 Nov. 1704. bl. 407.  64 BYVOEGSELS es * Corpi dtguatds, BI. 260. r. 16. „ De Baron Spar —-* veroverde de Franfche Linien te Lovendeghem." Eic gefchiedde op den 3 van Oogstmaand. De onzen gaven hier veele blyken van^ dapperheid. Na dat zij, des morgens om half vier uuren, de pontons, aan de Brugfche Vaart, in 't water geworpen hadden , om ever te koomen, verliet de Graaf de la Mot* th ; die hier geboodt en dit niet gewagt hadt; de l inie van Everghem, vlugtende , met agterlating van alles, fpoorfiags, naar Gend, Vyf Hollanders, elk mei een' vuurllag en zwaveiftok in den mond, zwommen, toen, da Vaart over, ftaken brand in de Franfche wagtplaatfen * en maakten ruim baan voor de verder aanrukkende krygsmagt yan Spar, die er den Vyand, niet egter zonder tegenftand, ftraks uitdreef en eenige manfehap en gefchut vermeesterde. De Kollonel du Sard, die, by Lovendeghem, bevel voerde , ontvlugte, byna naakt en op een ongezadeld p.erd , ter naauwernood het jongst gevaar \c). Bl. ±64.. r. 6. „ Josfphus gaf voor, een einde van den Hongarilchen kryg te willen maaken, door bemidde ing van GrootBritanje en de 8-aaen." De laatstgeraeldea maakren hier zeer hun werk van en hadden 4 reeds in Wvnmaand vaft 'c voo-gaande jaar , hunnen Gezant aan 't Hof van Wcenen, Havj l Bruïnincx , doen vertrekken naar Schemnits, eene Stad in Hongarye, daar de onderhandelingen over dit groote werk, onder (c) Europ. Mtfcjir, Aitg. 1705. tl. 150,  AANMERK, op het XVII. DEEL. 6$ der bemiddeling van Groot -Brittannie en hun* r,e Hoogmogendheden geopend ware. Oni hec zelve, en tenens de rt.idde!en coc den kryg, by den nieuwen Keizer door te zetten, hadden zy ook, onlangs , den Graave van Regteren, Heere van Almelo, tot hunnen buitengewoonen Gezant benoemd, by het Hof van Weenen; die zig, in 't laatst van 't jaar, met de overige Gezantén, naar Timau, ten zeiven einde, begaf. (V) Dan dit werk gelukte niet volkoomen , en 'c liep. aan tot den 29 van Grasmaand des jaars 1711, eêr de Hungaren, na, dikwerf, geflagen en van alle Vestingen, behalven Cafchau, beroofd te zyn , en na hunne voornaamlte hoofden, Rogotzy en Berczeny naar Rusland gevloodm waren , zig , onder hun toenmaalig Opperhoofd, den Graave Caroli, aan Keizer J o s s p h , by Verdrag , onderwierpen. Rogotzy begaf zig, federt, naar Frankryk , daar hy, door Looewyk XIV, zeer begunftigd wierdt. («) Bl. 267. r. 11. v. o. „Vyf duizend man Landtroepen, onder den Graave van Peti/r. Borough , op de Taag, —ten anker gekomen Behalven deezen , bevonden j.ig, op de Vloot van Almonue > nog twee Regimenten Zsefoldacen, onder de ordres van den Generaal Major van Schratenbach, die beneden zig hadt den Brigadier ST.Amand en den Collonel Palm ; blyvende den Admiraal van Almonde, des niet ce min, Opperbevelhebber van de Vloo- (<0 Sccr. Refol, v< Holl. 16 Febr. 1704. */. 370; 7 Febr, I755. bl. 59 en 60. (e) Struv. Corp. Hifi. German . fol. m. 407a. et 4673, nee non Du Mom, Corps Diplom., Tom, i. P. i. fol, atft, L  66 BYVOEGSELSem *Comman deercnde Officier ei } < < i i •ï h z a 2 b Ié Vloote en 't Krygsvolk.* Het plaatzen van Landmagtop deSchepen wierdtzeernoodzaaklyk geoordeeld, om dat men vermeende te mogen vastftel:en,dat het verzuim daarvan, in 't afgeioopen jaar i7o4>veelJigt voor de reden moest gehouden worden , dat Barcelona , ja gansch Latalome, met,toen reeds, in de handen der üondgenooten was gevallen, (ƒ) BL 270 r. 18. „ Veek Franfche Kapers waren een Engelfchen en Staatfche Kmiffer» to handen gevalln" De onzen klaagden, ondenusfehen, dat de Engelfchen niet nalieten veele Nederlandfche Koopvaarders; die, in tfraasryk of rndere vyandlvke Landen, op Despoort van den Staat, hunnen KooühandeK dreeven ; binnen de Havenen van 'GrootBmtsnnie op te brengen. »s Lands Gerant aan 't Hof van Londen , de Heer van v rybehgen , die , onlangs , een keer he-«aards gedaan hadt, kreeg,eerlang, last, der ^cnirgmne te vertoonen: dat de wederzydche Verbintenis, om den gemeenen Vyand >nder te brengen , geen verbod van haniel of. daartoe behoorende, briefwisfeling q zig behelsde; dat zulks tegen hec famen■eilt.1 ven die Gemeer.ebesc, rc welk op den ^orphandel was gegrond, en ook tegen et gebruik aller vroegere oorlogen, van des?ifs eerde oprigting af, geheellyk aanliep , zo s men dan ook, by 'c aanvangen van dee^ ki)'ff» geen 't mktfte beding gemaakt adt, om den bovengemelden handel en brief- wis- rp. Refol. van Holl. a5 Maart en aJ A rfl M 5—172 en io5—210, i " '  AANMERK. ot> het XVII. DEEL. 6? Wisfeling aftefchaffen: dat men, wel is waar, in Engeland, hier tegen inbragt, hoe, voor eerst, het handelen met den Vyand , door één' der Bondgenooten , tegens 't regt der Volkeren aanliep;.*?» anderen, dat de Vyand meest won, by zulk eenen handel; ten derden , dat dezelve, door de Nederlahdfche Plakaa • ten zelf, geduurende deezen ootlog, was verboden geworden. Dan dat, hierop,moest worden aangemerkt: dat het tweede en derde punt, met weinige woorden, konde wederlegd worden; als mede het eer/ie, fchoon het ge wigtiger fcheen. Dat men, wat het tweede punt beiroffe , den Staaten , gerustlyk, mogt coebetrouwen,dat zy ,overeenkomitig hun e;gen be. lang, genoegzaame Zorg zouden draagen, om dé f chaal der winst aan hunne zyde , en niet ain die der vyttnden, te doen overflaan: dat men, om tö beoordeelen, of de Vyand by dit werk, het n-ecste voordeel trok; 't geen men hiergeenlints geloofde; niet letten moest,op 't geen een enkel fchip , maar op 't geen allen af en aanbragten, en dus op den gantfchen handel ter zee en te lande, mitsgaders op 't vertier oener aanzimlyke menigte van, zelf Engelfche, ftoff n , met welken Frankryk, door dit middelsoorten wierdt. Dat, ten opzigte van het derde punt, de jegenswoordigemindere bloei vati een Koophandel juist veroorzaakt wierdt, door de verboden,op welken men zig nu, te London, beriep, en die men, hier, op < fterk aandringen van Groot-Brittannie, nu en dan, hadc uitgevaardigd, maar welken geene andere uitwerking gehad hadden, dan een wederkeerig en,'voor de Bondgenooten ze;T nadeeligs E a ver-  <58 BYVOEGSELS m verbod van 's Vyands zyde. Dat, egter, de verboden der Staaten, ten deezen opzigce, flegts beftonden in twee Plakaaren , by welken, al. leen!yk,de invoer van Franfche gewasfchen en ftoffen, geduurende den Oorlog, fg)-.an 'sLands Ingezetenen was ontzegc geworden ; maar dat het bekend was, hoe die Piakkaaten niet gegeven waren, dan met overleg der Bondgenooten en,uitdruklyk, bedongen,dat zy, llegts voor één jaar, zouden werken ,na welken tyd derhalven hunne Hoqgmogendhedenzig geregtigd hadden geoordeeld , om er zig niet langer aan te houden. Dat men, om, byzonderlyk, te gewaagen van het eerfte punt, of hetregtder Volken, dat regt, hunnes inziens, niet anders konde gehouden worden, dan voor eene liilzwygende overeenkomst onder de Natien, by welke dezelven gewoon waren zig, wederkeeriglyk, eenige handelingen te veroorloven , die men redelyk en, voor elkander, nuttig oordeelde, fchoon niet (leunende op de letter van byzondere Verdragen. Dat, in voorige oorlogen, dit Gemeènebest, nooit, aan de, met hetzelve handelende, Natiën had te kennen gegeeven, dat eene oorlogsverklaaring teffens een verbod van koopvaart inhie!dt,dat, integendeel ,de handel en onderlinge Briefwisfeling met den Vyand, ten deezen opzigte, ir> alle voorige oorlogen, zynen loop hadt blyven houden; dat dit plaats hadt gegreepen tot in het jaar 1703, toen dit een en ander was afgebroken geworden , door bovengemelde uitdruklyke overeenkomst, onder de Bond. (g) Was. aöiier, 61, 175—i??.  AANMERK, op het XVII. DEEL. 69 Bondgenooten, 't geen niet noodig zou geweest zyn, indiende grond van dit alles hadt gelegen in eene verklaaring van oorloge of in 't regt der Volkeren. Dat het, buiten dit alles , ook geenzints het belang der verdere oorlogende Mogendheden was, de Nederlanders in hunnen handel teftooren; nadien die handel voornaamlyk ftrekte, om hen in ftaat te Hellen tot het kragtdaadig doorzetten van den kryg, waar toe zy, naar gelang van hun vermogen, meêr gaven dan de overige Leden van het Bondgenootfchap , en hierin , onafgebroken, zouden voortgaan. Dat men,dus, hier te Lande,zeer veel reden hadt, van over de onvriendlyke behandeling, die Groot-Brittannie, thans, haaren trouwden Bondgenooten aandeedt, misnoegd te zyn, welk misnoegen, byzonderlyk by de belanghebbende Uitrusters van Schepen , tot een' zeer hoogen graad geklommen en des te meêr gegrond was, om dat de Engelfcherf, zo er al reden totklagtenover de onzen zyn mogte,zig regehegt aan 'sLands Staaten hadden moeten vervoegen, zonder de eigendommen hunner handeld.yvende Onderzaaten, die, mee verlof, en op vry geleide hunner Hoogmogendheden, voeren , daadlyk aan te tasten ern, onbehoorlyk, vry te verklaaren. Dat me^i zig derhalven vleidde, dat haare Majefteit, nu van den waaren (land der zaaken overtuigd, het gebeurde wel zou willen doen herfWlen en last geeven , zo tot het kost- en fchadeloos ontflag der opgebragte Schepen en Goederen, als tot het vöorkooE 3 men  fo BYVOEGSELSen men van zulk eene onregtvaardige handel* wyze, voor 'c vervolg, VRYöhRGEN volvoerde zynen last, ook tradt men, met de huitengewoone Gezanten des Keizers en haarer Groot- Brittannifche IVJajelleit, aen Graave vanGoes en den Lord (Stan* hope , in nader onderhandeling, om de paspoorten van wederzydfche Onderzaten, op een' eenpaarigen voet te brengen , met uitdrukking der waaren , die, in het Traktaat tusfehen Enge* land en den Staat, als contrabande Honden ver» meld, ten einde de Schepen, by vertooning derzelve paspoorten op zee, bevryd zouden bjyvcn van alle aar.haaüngen. Maar de Koningin bleef zo fterk by hec denkbeeld, om het vervoer van alle Scbeeps-behoeftens naar 's vynnds Landen te beletten , dat zy, in Oogstmaand deezes jaars 1705, by een afzonderlyken Brief, er zig vry ernllig over uitdrukte am de algemeene Staaten; die, begrypende, dat deeze zaak beter mondeling, ózn fchrifcelyk, konde worden voortgezet (waar toe oo'< de Hertog van Marlborough , niet duisterlyk, hadc doen zien,wel het zyne, als Ambasladeiir van Koningin Anna , te willen aanwendenJ, in Herfstrraand daaraan, bcdooten, den Heer Buys, Penfionaris van Amiterdam, aan dien Hertoge te zenden, en hem te vertoonen 'c nadeel, 'c geen, door zulk beletfel, aan 'sLands lngezeecencn zou, worden toegebrage, zonder dac er den vyanien veel afbreuk door gedaan zou worden, *U f&) R^ful. v«n Hoü. 10 J>ity 17.-4. b'. S9y. en van 6 Jan', *' «P | ?«bf. en 42 Maart 3705. bj. 5» Jf5 *fl lo6tiiQ. -  AANMERK, op het XVII. DEEL. 71 alzo de Zweeden en anderen dezelven, in dac geval, regelregc en overvloediglyk, van Scheepsbehoefcens voorzien zouden. Dan ook die beancwoordde niec volkoomen aan 'c oogmerk ; waar toe de verminderde invloed van Marlborough, ten deezen tyde, aan zyn Hof, medewerkte. Buïs wierdc, toen, om deeze zaake, in 'c laatst van dit jaar, ook naar Engeland gezonden, (r) daar men> evenwel, altyd in 't zelfde gevoelen bleef en voortging, mee onze Schepen optebrengen. (k*) Doch'c waren de Engelfchen alleen niec, die, thans, onzen Koophandel cragceden te hinderen. Koning Philips van Spanje beval, om deezen tyd, alle Engelfcheen Hollandfche Schepen, fchoon voorzien met paspoorten van den Koning van Frankryk, te doen opbrengen , en men ram, daarop, by Holland, in overweeginge, alle vaart over zee, van deeze Landen naar Frankryk, en van daar naar herwaarts, te verbieden , tot Spanje zyn verbod zou hebben ingetrokken. Doch, daar de Steden ditovernamen ende zaak, nog eenigen tyd, (kepende wierdc gehouden, kreeg zy, eindelyk, esne gelukkiger wending; wordende , in c begin van 1706", de Franfche Paspoorcen, door Koning Philips , erkend en de Schepen ontlhgen. (/) Er was, nopens 't openzetten- van den handel op Frankryk , geduurende den Oorlog, op pasport van hunne Hoogmogendhe- (0 Refol. van Holl. 17 en 18 Jnny, 16 Scpr 29 bec. iyoi. bl. 15* 254-405, S« 5o7. Secr. Refol v Holl. ,ó Febr. &c bl. 424. en gelchreeweii Stukken van dien lyd. Zie ook Europ. Mercur. Oa 1705. **• S5°- C*) Refiil. van Holl. ïl Mei 1706. bl. 379. \ly Secr. Refol. Holl. 10 Ott. 1705. U- 432en 433 «Europ. Mercur. Febr. ijob.il. Ijl. E 4 \.  7a BY VOEGSELS en den, nog,en zelf zints lange,een afzonderlyk verfchil, tusfehen Zeeland en de overige Provinciën , met naame Holland. Zeeland, bevreesd voor 't bederf haarer Koopvaart, voer voort met, niet flegts, ais voorheen, (tri) de Schepen vsn onzydige Mogendheden, naar of van Frankryk koomende, aan te tas'en en op te brengen, maar zelfs Nederïandfche , met paspoort van den S'aac voorzien. Méér dan eens, hadt dit Gewest zyne zaak bepleiten, byzonderlyk, ten jaare 3703, by een zeer nadruklyk gefchrift, den aïgemeene Staaten voorgehouden, dat dezelven , hunnes oordeels , overeenkomftig de gronden der Unie , geene bevoegdheid hadden, tot het maaken , op eigen gezag, van befchikkingen over pryzen en foortgelyke zeezanken , welken door de Bondgenoo* ten,aan de Admiraliteiten waren toevertrouwd, Ichbon ;zo zy zeiden; eene verfoeilyke lorrendraicry, bewimpeld onder 't bedrog van onegte paspoorten en verdraaideTraktaaten, zig meester hadt gemaakt van den handel en het goed regt, hy de Commisfie-vaarderen, volgens de grondwetten en Plakaaten van den Lande, wel en wèttiglyk , verkreegen. Co) Deeze redenen wierden , by de overige Gewesten, van peen genoegzaam gewigt gevonden, en men bi :ef oneens met den anderen, op dit iluk, tot dat Holland, in dit jaar 1705, Zeeland hebbende doen OO Zje myne Aanmerk. 16 Sr. */. 60; op Wagen. XVt. D. W, 15. r. 5. v. o. en 17 Sr. bl 46 XVIID.bl. 174,r.4, v,u. Refol v Holl. 1' ^.1704.*/. 406. ' f» Refol van Holl. 15 Nov. i70(. bl. 560. (») Refol, §taat, Gener, 10 Qét 1705.  AANMERK, op het XVII. DEEL. 73 doen polfen, of men in geene fchikkingen zou willen koomen , en daar toe genegenheid, by die Provintie, befpeurd zynde, de zaak, ter Generaliteit ,in dier voege , gevonden vvieidt, dat, aan de eene zyde, de Koopvaart op 's vyands Landen over zee , door niemand van 's Lands Ingezetenen zou mogen gedreeven worden, dan op pasport van hunne Hoogmogendheden en attaché der Admiraliteiten , mits, in allen geval ie , de vaart alleenlyk plaats hadde , regelregt heen en weder , zonder , van de eene vyandlyke Haven naar de andere, ofte ook naar eene onzydige, te ftevenen ; terwyl, aan den anderen kant, de premien, kot aanmoediging van den Koopvaart, zouden worden verhoogd: welk een en ander, duidelyk, wierdt vervat ineene, daartoe dienende Jnftruc. tie en Articulbrief voor de Koopvaarders, en, verder, by Plakaate bekend gemaakt, Zo zeer bloeide, thans , de kaap-neering , by. zonderlyk in Zeeland, dat Middelburg en "Vlisfingen gerekend wierden , te famen , meer dan zestig kaperfchepen , in zee of gereed, te hebben,die,omtrend,zeven duizend man en meer dan duizend ftukken kanon aan boord hadden. (#) Bl. 571. r. 11 „ De Staaten — befloten, 1— den Heer Buys — te zenden naar Engeland.'1 Zie ook myne laatstvoorgaande Aanteekening; bladz. 70 en 71 alhier. Bl. 277. r. b. „ Ten zelfden dage, hg' raam- (p) Refol. v. Holl. 16 July 1705. w. 287-31$. (e) Europ. Mercur. Jan. 1704. p. i-hftil, E 5  74 BY VOEGSELS en raamden de Staaten ook eene Tnftruétie voor hunne Afgevaardigden te Velde." Deeze Inftruftie kwam, in de meeste opzigten, overeen met die geene, welke, reeds ten jaare 1702, was gemaakt, (V) en die men, in de volgende jaaren, hadt vernieuwd en vermeerderd De gefchillen , nu en dan, tusfehen de Afgevaardigden te Velde; welker wedde, thans, tot vyf en zeventig guldsn daags, wierdt verhoogd ; en den Hertoge van Marlborough , als Kapitein Generaal der Britfche Landmagt, onefhande, maakten eene Inftructie hoe langer hoe noodiger. Onze Wagen, heeft van die gefchillen reeds gewaagd, CO en buiten het, door hem, aangeteekende, ten opzigce het voorgevallene in Braband, op den 18 van Oogstmaand des jaars 1705, CO en van hec ongenoegen, daar uit , te Amfterdam en elders, voortgefprooten, verdient aanmerking, dat de Stad Alkmaar, kort daar na , ter Vergadering van Holland, verklaarde: hoe 't haar, uic de brieven van Marlborough en der Afgevaardigden te Velde, coefcheen, dac de gelegenheid, om, ten bovengemelden tyde, den vyand! met gunftig vooruitzigc, in zyne verfterkingen aancetasten , meêr, misfehien, door gebrek aan goede verftandhouding was verzuimd geworden, dan wel, door de zwarigheid,die, in de onderneeminge zelve, zougele- 0> Zie myne Aanmerk, alhier, bl. 39 en 40,op Wageh. 17 d. bl 164. r. 9. (/) Refol. HoU. Ij July 1702. bl. 357.36r. ai Mam 17 6. bl- 241-.147, 274. en van Refol. Staar. Gener. ai Aug. 170a. en 15 Maart ijofi. s ' ** CO Alhier XVil. D. bl. 261.  AANMERK, op het XVII. DEEL. 7$ iegen geweest zyn; waarom zy , bevroedende de fchadelyke gevolgen, die, „ by continuatie van jaloufien," onvermydlyk en zeekerlyk te wagten waren, hunne Edele Grootmogendheden in bedenken gaf, om, ten fpoedigfte, zodanige middelen te beraamen, als bekwaam mogten worden geoordeeld tot het wegnemen van de bovengemelde onlusten en verwyderingen. Dit voorftel wierdt commisforiaal gemaakt, en 't Rapport daar van, na eenigen tusfchentyd, uitgebragt en, op nieuws, onderworpen aan een Befoigne; (ti) zonder dat egter de inhoud van dat Rapport, of 'tverder beloop deezer zaake, zo ik wel zie, gevonden wordt, Ondertusfchen is het zeker, dat fchoon Marlborough, in het, by Wagen, aangetoogen, geval, hadt ondergedaan, hetzelve egter , federt, kwaad bloed by hem zettede, tegens de Afgevaardigden te Velde. 'T is overbekend , dat men hem, in volgende jaaïen , eens vraagende, van waar het kwame, dat men, toen, zo gelukkiglyk niet oorloogde , als voorheen ? hy ten antwoorde gaf; „ dat zulks voortfproot uit het aanweezen ,, der Afgevaardigden te velde." Bl. 282» r, 17/. „ Het vlugten werdt algemeen onder de vyandlyke Ruiters." Onder deezen leeden, voornaamlyk , de Troepen van 'sKonings huis, die zig beroemden, nimmer, als zy hyeen waren , geflagen te zyn geweest; ook weerden zy zig, met meer dan gewoone dapperheid. Maar de Deenen en de Holland- fche f>) Secr. Refol. van Ho!!. 9 Seft. 1705, bl. 431. *n Refe!» V. (Jol). 24 08. 179,3. bl. 475. J  76 BY V O E S ELS e» fche Guardes te Paard; die *c hevigst met hun vogten, en vad welken er ook zeer veelen fneuvelden ; vielen er, eindelyk, zo woedend op in, dac verfcheide Esquadrons in een mo^rasch gedrongen en, aldaar, met blank geweer, tet neder gefabeld wierden. y) Nooic bevogten de Bondgenooten nvér voordeel, dan by de bataille van Ramillies , en zeldzaam wierdc de overwinning, in korcer tyd, behaald. De Slagduurde flegtsruim twee'uuren. (w) De Staacen van Hv.liand waren zo vergenoegd over de „ hefoike Mie, ongeneene „ dapperheid en wys beleid van den Heere „ van Ouwerkerk" dac zy, in Bloeimaand van 'c volgend jaar, befloocen, hem, eene erkentenis van dertig duizend guldens te fchenken. (x~) BI. &8$ r. 4. „ Verfcheide Steden" (van Braband en V'aanderen) „ riepen Kar^e, den 111 uit, voor Koning van Spanje en Heere der Nederlanden."' De Graai van Goes , buitengewoone Gezanc van zyne Spaanfehe Majefteic, in den Haage, hadc maar naauwlyks de gelukkige gevolgen der Bondfchaplyke wapenen verftaan, of hy gaf den algemeenen Staaten kennis van de opene brieven zyns Meesrers , by welken hy gevolmagtigd wierdt, zoom, in 'sKonings naam, den eed en hulde te ontvangen van de Steden in de Spaanfche Nederlanden, die zig onderworpen hadden of nog zouden onderwerpen , als om, (V) Europ. Msrcur. T*n. 170C. il, 303. (w) Burnet, l. c. T. 5-p. 429. {x) Rei'gl. v. Hoil. 22 April 1707. tl,  AANMERK, op het XVII. DEEL. f7 om, wyders, de zaaken der R 'geeringe aldaar te verrigten. Doch hu ne Hoogmogend heden begreepen dit werk adders. 'sLands Afgevaardigden te Velde en de Hertog van JViARLlorough waren, kort na den fhg by Ramillics , in de voornaamlte BrabanJ che en Vlaamfche Steden reeds plegtiglyk ingehaald ,en hadden er K" rel. III, als wettigen Landshcere, .doen aar. kondigen en, by voorraad, indes/.e!fs naam, bezitting er van genomen. Nu dan, gaf men , ter Generaliteit, den Spaanfchen Gezant tot antwoord: dat de Staaten, van hunne zyde, de Traktaaten zouden nakoomen, in vertrouwen men hun, op gelyke wyze, zoude behandelen —: dat het groot Iraclaat; op 'c welk deeze oorlog begonnen was en gevoerd wierdt; ten dien opzigte tot een rigrfnoer moest (trekken en, uitdruklyk, medebragc, dat men ailes moest doen , om de Nederlanden uit 's vyands hand te rukken, doch, alleen ]yk, „ om te wezen een Voormuur en de Barrie • ,, re voor dezen Staat, en om te dienen tot haare ,, fecuriteit tegens Vrankryk:" dat, tegenswoordig, een deel dier Landen den Vyand ontrukt zynde, men tragten moest ook *t overige magtig te worden, om,als dan, tot gelyken einde te doen ftrekken: dat, „ dien conform, de „ voorfchreveSpaanfcheNederlanden wel moes„ ten werden wedergegeven , aan hoogst ge* „ dachte fyne Majefteyt, als Prince van tien „ Lande, waer omtrent, by of van weghens „ haer hoogh Mög., geen lwaericheydt iou „ worden gemaeckt, maar dat de Staet daer „ by moest vinden hare barrière ende few„ riteyt, om dat aen haer niet geverght koa wer-  78 BYVOEGSELS En » werden de overgifce, in het geheel ofte „ tendeele, te doen, enden gemel den Heere + „ Grave Goessen , daer van posfesfie te laten ,3 nemen, uyt den naem ende van wegen „ hooghstgedachte fyne Majefteyt, voor ende „ aleer, daer over, tusfehen zyne majefteyt „ ende haer HoogL Mog., nader fou vvefen „ geconVenieert, gelyck geconvenieert was in s, het regard van Limburgh , alvoorens d.ï „ overgifce van dat Hertoghdom wasgefchied. „ Dat, inmiddels, provifionele ordres geitel d „ moerende werden op de Regeeringe en „ de gerecupereerde Landen en Plaetfen, daer ,, voor forge fou worden gedragen, met het „ herftellen van een Raedt van State , fo als ,, die, .voor defen, in de voorfebreve Neder* „ landen, was geweest, om, hec Gauverne„ menc, by provifie, waertenemen:" „dat verder , „ door hunne Hoogmogendheden. om te toonen de intentie, om de voorfchreve Spaen„ fche Nederlanden weder over te geven aart „ hoochtst-gedachce fyne Majefteyc, behou„ dens de barrière ende fecuriteyt van den Sraar, „ toegeftaen fou worden, dat alles in de voor,, fchreve Regeringe , van nu af aan, werde „ gedaen- op den naem van hoochstgedachte fyne Majefteyt*' Men voegde hierby ; „ dat, gelyk , door hunne Hoogmogendheden , overtenkomitig mee Engeland , by de voor„ fchreve provifioneele Regeering, alle be}, denklyke zorge zou worden gedragen voor 'c behoud der vryheid, privilegiën, wetten, „ regten, gewoonten, gebruiken en oude „ herkoomen der ingezetenen van de Spaan„ fche Nederlanden, men niet minder waaken „ zou-  AANMERK, óp het XVII. DEEL. 79 „ zoude voor 't behoud der Hoogheid en „ voorregten zyner Katholyke Majefteit, als „ Vorst van dezelven, als mede voor 't rigtig ,, gebruik van 'sLands middelen; ten opzig„ te van al 't welke en verdere zaeken» „ men ook bereid was, geduurende dit voor„ loopig beftuur, met 'sKonings Afgezant „ in den Haage te raadpleegen. (y) Men gevoelt ligtelyk, dat dit bovenftaande niet naar den fmaak was van 't Spaanfche Hof. Doch Karel III. hadt reeds voorzien , dat de Ooftenrykfche Nederlanden, indien zy eens hernoomen wierden, wel , in klank, aan hem, maar, in de daad, onder 't beftuur der Koninginne van Engeland en van deezen Staat Honden te koomen. Hy hadt, daarom, op den iO van Bloeimaand, en dus vyï* dagen voor den flag van Ramillies, niet zonder medewerking van het Keizerlyke Hof, e-nen Lastbrief geteekend, by welken hy den Hertoge van Marlborough de Landvoogdy der bovengemelde Gewesten opdroeg, zekerlyk, ten einde dees, hier door zeer naaüw aan hem verpligt en , voor eenigen tyd, door den Kei. zer, tot Ryksvorst verheven en met het Prinsdom van Mindelsheim begunftigd zynde, 's Ko» nings belangen, in 't beftuur van zaaken, meest in 't oog zouden houden en bevorderen. Marlborough egter, in dienst der Koninginne van Groot-Brittannie ftaande, reden hebbende om zig de Staaten niet te onvrienden te maaken en, met één woord, zo wel Staats als Krygs- 00 Refol. van Holl. ij> Juny 170*. VU 449—45».  €o BYVOEGSELSen Krygsman, gaf vandie C0wm«yfe,daadIyk,tyding aan zyn Hof, en aan hunne Hoogmogendheden, met herhaalde verzeekering, ook aan de laatscgemelden , dac hy niets zoude doen, dan 'c geene den Scaac aangenaam foude weezen. Men befiooc, hierop, eer Generaliceic, hem, by monde van den Heere Hop, het aanneemen der gezegde LandvoOgdy te doen ontraaden en, by 'c Hof van Engeland, te bewerken, dat men, in eene zaak van zo groote aangelegenheid en gevolgen voor die Gcmeenebest, in allen deelen, mee den Staat de handen in een floege. Ook bereikte men zyn oogmerk, (z) Marlborough nam het, hem opgedraagen, eerambt niet aan, maar vergenoegde zig mét den grooten invloed, welken hy, des niet te min, kort hier op, in de overwonnen landen kreeg, toen de Koningin zyne Meesteresfe en hunne Hoogmogendheden, by voorraad en tot men over eene barrière zou zyn overeengekoomen, een' Raad van Staate, gekoo. zen uit eenige voornaame Inbooringen, aai> itelden, die alle zaaken zoude uitvoeren op naam van Karel III, maar niet in 'sKo. nings eed was en, in tegendeel, onderworpen _ aan de, zogezegde-, Conferemie: beüamdecit eenige Gevo'magtigden van Groot Brictannie en der Vereenigde Nederlanden, welken zig te Brusfel ophielden en ; zo als zeker Schryver zig, niec kwaalyk, uicdrukt; de bevelen der Zeemogendheden, onder den naam ver- Cs) Refol. van Holl. 79 Juny, 1706. bl- 445—451. en Secr. Relbl. v. Holl 7, 13, 16 July en 17 Aug. 1706. bl. 444, 445» 44?» 45 j en 45S-457-  AANMERK, op hèt XVII. DEEL. 81 van verzoeken, den bovengemelden R.aade van S taaie deeden toekorr>en («). BI. 314. r. 1. „Het Huis van Oostenryk verhoudt zig". Hoe zeer ook dit Gemeenebest, thans, zeer naauw met dac Huis was verbonden, viel er egter, in die jaar 1707 en hec voorgaande , iets voor, 't welk eenige verkoeling in die vriendfehap voorfpelde. In Bloeimaand des jaars 1706, was Frederik Christiaan , Vryheer van Plettenberg, Bisfchop van Munfter, overleden, en men was, hier te lande; daar men den overledenen zeer geagt en een Regiment Munfterfche Troepen in dienst hadc^ niec onverfchillig, wie hem opvolgde. In e Bisdom zelve , was men verdeeld omtrend de keuze, zynde Frans Arnold von Metiernïch, Bisfchop van Paderborn, met een en twintig, en Karel Jossph Ignatius , Broeder des Hertoge van Lotheringen, me: zes* tien ftemmen, hier toe benoemd geworden. De Staaten droegen den eeruen, de Keizer den laacften, Heeie, en fchoon Metternich, in eene Kerkvergadering te Rome, voor wettig Bisfchop verklaard en die verklaaring, federt, door den Paus was goedgekeurd geworden, fcheen dees die goedkeuring in korc ce zuilen intrekken en , op den fterken aandrang van het Weener Hof, den Lotheringer te begunftigen. Dit baarde niet alleenlyk veel ongerustheid alhier, maar, daar de Oostenry- kers (V) Nznnv. Memoir. Hiflor. et Polit. des Pays-bas AutricHi t. t- p. 12. 9 et 130. et ï. 2. p. 106. Refol. van Holl. 7 ort 10 Aug. 1706. bl. 516-552. 19 Maart 1711. bl. 131-14** »u mont. Corpe Diplom. t. 8- p. i- p. 281-285. F  82 BYVOEGSELS en kers zo verre gegaan waren, van de Munfterfche Domheeren met 's Keizers ongenade te dreigen , indien zy, by nadere (lemming, zig niet voor Karel Joseph verklaarden, gelasteden hunne Hoog Mogendheden aan derzelver Gezant te Munlier, den Heere van Itterfum, dathy het Dom-kapittel van hunnen kragtigften, byfiand, tegens allen vreemden indrang , hadt te verzekeren : ook lieten zy niet na , ten Keizerlyken Hove en elders, alle vermogen in te fpannen, ten einde, langs vriendelyke wegen, den Bisfchop van Paderborn tot den Munfterfchen zetel te brengen, waar toe zy ook de Koninginne van Engeland, den Koning van Pruisfen, en andere Duitfche Prinfen, in hunne belangens overhaalden, met voornemen,om, ingeval van geweldigen tegenfiand, de wapenen van den Staat te doen gelden. Zy lieten 't hier niec by, manr ziende, dar men, ce Weenen , hallierrig bleef, verzogten zy, heufchelyk,den Bisfchop van Paderborn; die huiverig was iets, uic zig zeiven, ce beftaan; hy wilde niec langer draalen, mee zig in hec bezie van zyn nieuw Bisdom te Hellen: doende zy, ce gelyk, vyf hunner Regimenten naar de grenzen trekken, om hem in die werk, zo hec nood ware, behulpzaam re zyn. Deeze ernftige middelen hadden een gewenschc gevolg. De Keizer, niet agcende van zyn belang te zyn, zig den Staat te onvrienden te maaken , hieldt op , by 'c Hof van Rome ten behoeve van den Lotharinger, aan te dringen. De Paus bevestigde toen, op nieuws , de keuze op den Bislchop van Paderborn, en dees vondta eer-  AANMERK, op het XVII. DEEL. 83 eerlang, gelegenheid, om zig, gerustesyk, in den Munfterfchen zetel te vleien (£). Bl. 321 r. 17. De Vyand Haagde kwalyk, in 't onderfcheppen van een fterk geleide." Dit gefchiedde, by het dorp Wynendale^ alwaar de Brigader van Nas f au Woudenberg, Zoen van den, pas overleden', Veltma rlchalk van Ouwerkerk , den Vyandlyken Bevelhebber, la motte, die zeer veel Volk by zig hadt; met eene veel kleinere menigte, verfloeg, en wel onder betooning van zo veel dapperheid , dat deeze daad , overal roem verworf, en hy, door de algemeene Staaten in erkentenis- van dit roemwaardig bedryf, toe Generaal Major wierdt aangefte'd (c). Bl. 321. r. 4. „ De Prins Eugenius —• berende de Stad." Hy was, byna, 'c flagtofFer geworden van eene, zonder twyfel, laaoe ondernceming des Vyands. Op zekeren morgen, kreeg by twee Brieven, in één van welken hy, by 't openen, niets anders vondt, dan een ftuk, bemorst, graauw papier, 'c g?en hy, meêr diergelyke ftukken ontvangen hebbende , op den grond wierp, maar 'i welk hem, terftond .. geheellyk bedwelmd . Zyri Adjudant en dé Generaal Doph , zig by hem bevindende, waren er nog meêr van getroffen. Mendeedthet papier ftraks aan den hals van een' hond, dien men er ook een ftuk van te eeten gaf Het dier gaf, eerlang, den geest d') Bl. O) Refol van Holl 27 Au» a Sep'. 1706. bl. 546 5*5 en «156, 26 Nov. 1707. W'76-Secr. Refol 16 Maart 1707 bl{ 457 en 458. Potter Neueste 'refch 2 P. p. 96» c Refol. Holl 27 en 30 0(51. ïi Nov 1708 bl. 407 eh 456, 417. en 459. Putter /. c. T. 1. p. 97- en ?a os. 1710 bl 42r). (J) Span: Succtsf. Rrieg.p. 242. Eur. Merc. Sept. 170S W.198. F 2  «4 BYVOEGSELS en BL 327. r. 8. v. o. „ De Hertog verklaarde - , dat Koning Karel hem — de Landvoogdy der Nederlanden aangebooden hadt." Zie myne aanmerking alhier, bl. 79 en 80,op Wagen. bl. 283. r. 4. Bl. 329. r. 11. „ Zyne Majefteic hadt den Heere Voisin benoemd," De Koning hadc ook gaarne gezien, dac de Graaf van Bergeik , cerftond, tot de vredehandeling was coegelaaten , en Torcy hadc, voor deezen Heere » zo wel als voor Voisin, een' brief van vrygeleide gevraagd:; maar van der Dussen hadc die afgeflagen. Daar men hier te lande, chans* ftaan bleef op den afftand van hec geheele Spaanfche Ryk, door Koning Philips, was men ook, nacuurlyk, cegens hec coelaacen van een Gezanc van dien Vorsc (e) Bl. 331. r. a. „ De onzen wilden Rysfel behouden en begeerden Doornik en Maubeuge daar en boven. Doch RouiLLè vorderde Rysfel wederom, en wilde de twee andere Steden niet af/laan." In 'c vervolg, egter, kreeg RouiLLè verlof, om, zo men er de vrede door verkrygen kon, alle drie de bovengemelde Steden, aan deezen Staat, tot eene Barrière, af te ftaan, en Torcy kwam zelf cot dien afftand (ƒ). De omflandigheden van Frankryk, naamlyk, waren, in het jaar 1709, zodanig, datmen, in dat Ryk; volgens de Franfche Schry vers zelve; vermeende, de fterkfte opofferingen te moeten doen, ter bekooming van vrede , en dat de eenigfte weg, om roe dit laatfte te geraaken , wierdc geoordeeld te beftaan, , in ! CO Meiaeir'. de Torcy. /. c. p. 121 et 112. (f) Memoir. ^Torctz, 1. c, p. ju, 226 et S27, etTm. at %. p. 23 et 24. '  AANMERK, op het XVII. DEEL. 85 in zig by deezen S taat aan te melden en geene moeite te fpaaren , om denzelven, kon 't zyn, tot zyne belangen over te haaien. Onze Republiek bereikte , thans, het hoogde punt van zynen aanzien en roem. Sterk, door 't bezit zo van wyze, bedaarde, in ftaatkunde opgewiegde en doorkneede Mannen, als van dappere Generaals , van groote Legermagten en van treflyke Verbonden, gelukkig, bovendien, door uitneemend wel gehaagde Veld togten, hieldt zy 't eerbiedend oog der Volkeren op zig gevestigd: 'tlot van Europa fcheenvan haare hand af te hangen, midlerwyl haareGevolmagtigden; niet ongevoelig aan zulk eene voorfpoed, dan eens,met eene befchsaftheid, die aan het magtigsc Gemeenebest des waerelds eere deedt, dan weder, met eenen ernst, die den gezagvoerenden toon der Burgemeesteren van 9c oude Rome vertegenwoordigde, den Afgevaardigden van Frankryk toefpraken, 'c geen, nimmer,tot zulk eene laagte gedaald was. En, denklyk, zou de toenmaalige gefteldheid van zaaken ons eene glansryke vrede hebben bezorgd, indien niet, aan de eene zyde; om van het fterven van Keizer Joseph I. te zwygen; de eerlyke en altyd, pryslyke naauwgezetheid van den Staat, om zig van de belangen der Bondgenooten niet af te zonderen, maar by de eerstontworpene Vrede'spunten te bly ven, doch , aan den anderen kant en voornaamlyk, de onverwagte afval der Engelfchen en de , door dit alles, herreezen moed en geluk der Franfchen ; die men, eerlang , te Londen , guniliger voorwaarden , dan in den Haag, liet bedingen; de kans des oorlogs doen keeren en de zaaken, op 't einde, eene gansch F 3 an-  86 BYVOEGSELS en andere en oneindig min voordtelige gedaante gegeeven hadt: (g) waar door men, zo zeer als oo;t, de waarheid ondervondt, van 't geen de onfterflyke de Groot, nopens de Spaanfche oorlogen eens gezegd had, dat, hier te lande, de grootfte verwagting, zeldfaara, metde geiukkigile uitkomst van zaaken, plagt gepaard te gaan. Men liet, ondercusfchen, by 't Mof van Ve-failles, in den aanvang deezer vredehandelinge, het oog te meerder vallen op den Prefident RouiLLè, om dat dces, na den flag van Högftct, door den Koning, naarBrusfel, aan 'f Hof van den Hertoge van Beieren, gezonden was geweest, alwaar hy reeds de eerfte gronden Van kennis met Van der Dussën gelegd en, met deezen Staatsman, een en andermaal, over middelen van bevreediginge, hadt gehandeld. Onder de voorftellen , die hy, Sn den Hange, deedt, was, mede, dat hunne \ ioogmogendheden den Keizer bewee* gen wilden, om deszelfs Troepen uit Napels 'te trekken en dat Ryk doen bezetten met Krygsvolk van den Staat, toe dat Koning Philips, "met Staatfche fchepen, uit Spanje, in hetzelve overgebragt en in het gerust bezit daar van gefteld zyn zoude. Zo die Koning dit voorftel niet wilde aanneemen, zou Lodewyk XIV. zyne Krygsmagt, uit Spanje, te rug ontbieden (Jï). Men zegt ,• dat die voorflag den onzen , met naame van der Dussen, in 't begin, niet on- (g~) Memrit:deTorcy. Tem I. p. 113,134,158,130,149, 1S4— 171. Tom. 2- p' u\Tom. 3./). 17.101 — 103. BuiiNET, fjemoir. Hiftnir. Tom. 6. p. igp.grotu Annal. lï'.i. z.p. m, 35, (_b) Manoh: de Torcy. T. s. p. 95. 97. ioo eet,  AANMERK, op hst XVII. DEEL. 87 otiaanneemlyk voorkwam; doch, de buitenlandfche Bondgenooten er niet naar willende luisteren, en de Staat niets, dan met gemeene bewilliging, willende doen, kwam er,' federt, niets van (t). Bl. 332. r. 13. „ RouiLLè kreeg last, cm van der Dussen groote beloften te doen, zo hy te wege brengen kon , dat de Staten zig, afzonderlyk, verdroegen met Frankryk. Doch hier toe was geene kans." In de t'famenfpraken over 't vredewerk, die RouiLLè met Boys en van der Dussen Meldt, voerde Buys; als den rang hebbende; het hoogfte woord. Van der Dussen was gewoon geweest, minder en gemaatigder, in tegenwoordigheid van zyn mede Afgevaardigden, te fpreeken,en in *t geheel niet, in deszelfs afweezen. Maar toen RouiLLè, op den vierden van Grasmaand, van hun beiden affcheid nam, om zig naar Bodegraven te begeeven, hadc van der Dussen hem de hand toegereikc, zonder dac Buys; die zig op eenigen afiland vondc; hec bemerkte, en hadt er bygevoegd , dat hy hem, op Gouda, fchryven konde. RouiLLè, begrypende dac er eenig geheim ageer die gedrag {tak, deedc er den Koning verflag van, en Zyne Majeseeic gelascede hem, daar op, den Penfionaris cepolfen, enniecflegts hoop,maar verzekering,van groo» te belooning te geeven, indien dees den Staac beweegen konde, zo coc afzonderlyke fluicing, als coc een' ftilftand van wapenen, geduurende den tyd, dat men, nopens eene algemeene Vrede , zig (0 Memoir: de Torcy, Tom. i. p. II? , 124, 1*9, 130» Ï4j, 164 — 171. Tom. 2, p. i«4- Tom. 3- h >7. F 4  83 BYVOEGSELSen zig onderling, nog niet verdaan hadc. Doch van bjsr Dussen was niet om ce koopen ,en 'c bleek zelis eerlang, dac hy, voornaamlyk, hadc beoogd , om, door betoog van beleefcheid, RouiLLè uït ce lokken, hem, lpoediglyk, 'c uitersc van zyn lasc te openbaaren, waar na hy zulks dage te doen ftrekken ten algemeene nutte, dac is, coc hec verkrygen van eene zeer voordeelige Vrede voor zyn Vaderland, en voor Eu. ropa. Hy noodigde, ten dien einde, eerlang, den Franfchen Gezanc op zyne Buitenplaat fe, Raadwyk, niec verre van Bodegraaven, fchilderde hem, aldaar, den ftaac deezer Kepubliek en haar jegenswoordig vermogen , met leevende verwen, af, en voegde er; om zig te meer in vertrouwen des Gezants te dringen; op 't einde, hoofdzaaklyk , by; hoe hy hem, onder vier oogen, kon verzekeren, „dat de Raadpensionaris Heinsius ge„ heire kennis hadc van alles, 'c geen, in „ Frankryk en Braband, omging, ja van de „ Brieven van Rouaii zelve, en van de „ befchryving, die cces, asn den Koning, „ nopens de cwee Afgevaardigden, mee welken „ hy thans in Holland handelde , gemaakt „ hadt. Dat men, aan 'c Hof van Turin en „ elders, ook reeds onderrigc was van 's Konings voordel omtrend Napels en Siciiien „ en dat het niet mooglyk was, den handel, hier, „ gelukkig voort te zetten, zo de inhoud van „ dien, overal, bekend wierdc. Dac, ba-. 59 vendien, alles, zelfs de daaglykfche nieuws-, „ papieren, den diep vervallen roeftand'van „ Frankryk aankondigde. Dat het geen tyd „ meer wasa om te veinzen. Dat hec behoud „ van  AANMERK, op het XVII. DEEL. 89 „ van dac Koningryk af hong van 't maaken eener vrede, voor'c begin van den aanfiaanden veid„ cogr, Dac de eisfchen dar Bcndgenoocen geen „ paal nog perk zouden hebben, zo men de Legers in 'c veld liec koomen, Dac, in die geval, „ de goede Scaarsgezinden alhier; die, meeleed* „ weezen, zagen, dac Engeland overal ce veel fy invloed kreeg; ce vergeefsch zugten zouden over de onheilen van Frankryk, zonder ze te kunnen fluiten. Dac die laacfce, egter, nu nog gefehieden konde. Dac wel de meesce Regencen voor 'c voortzecten van „ den oorlog en tegen alle vredehandelinge „ waren, maar dac Koning Looewyk „ hen van die denkbeeld zoude kunnen af„ brengen en de party en vereenigen, in„ dien hy zig niec langer verzecten' wilde „ twee zaken coeceflaan aan den Staat, te „ weeten, de verzogte voordeden van den Koophandel, en de zekerheid van eene Barriere. Dat men, die eens zynde, gevoeg„ lyksc den Vredehandel in 'c openbaar, „ dac is, ce famen mee de Bondgenooten, konde beginnen. Dac men , misfehien , by „ eenen algemeenen Vredehandel, middelen „ zou kunnen vinden ter verzagting der eis„ fchen eener Barrière. Dat, ter berordering „ van zodanigen handel, naar 'c gevoelen van „ alle wclgezinden, de voldoening der Bondge„ nooren in de voorloopige puncen* derbevre„ diging moest bevat zyn. Dac devoorihgom, „ langs deezen weg, coc de vrede te geraaken, „ den Franfchen niec hard moesc voorkoomen. Dac, als de vredelievenden, hier ce Linde, die 5, werk, op eene andere wyze, aantascen wilden, F 5 d * Prali' mhaires. s  90 BYVOEGS ELS en „ de andere party, die de fterkfte was, hen befchuldigen zoude, als hong hun 't hoofd „ naar Frankryk, en als wilden zy juist vrede maken, by den aanvang van eene veldtogt, uit „ welken , de Staat en zyne Bondgenooten zig de ,, grootfte voordeden belooven mogten. Dat „ de Raadpenfionaris Heinsius 't voornaam- fte beweegrad der vrede was, en er geene „ moeite toe fpaarde. Dat de Koning, dier„ halven, door genoegzame toegeevenheid aan „ bovengemelden eisfchen, de vredelievenden „ fterken moest, om den mond der Voorftan„ ders van den oorlog te floppen: in welk „ geval aan Heinsius , geene ftandvastigheid, zo min als aan hem, van der Dussen, „ zou on tb reeken." Q~) RouiLLè; gelyk men ligtelyk denken kan; fchreef dit gebeurde den Koning over, en de Jast, die hy, en Torcy na hem, federt, erlangden , en welke ftrekte om, zo 't niet anders zyn konde, Doornik, Maubeuge en Rysfel, tot behoud der vrede, aan den Staat af te ftaan (waar van ik, in de laatstvoorgaande Aanmerking, gefproken hebbe), fchynt my, in den grond, een gevolg van 'i bovengemelde gefprek. Bl. 335. r. 7. ,» Den eerften van Herfstmaand." Lees, voor 't laatfte woord, Oogstr;iaa?:d Men kwam over een, de Tradtaten te Hui • ten,zo 't doenlyk was,binnen twee maanden, te reekenen van den eerften van Zomermaand aanftaande. Binnen dien tyd, moest Frankryk (i) Memeir: de Torcy, Tom. I. p, 192 — 195. Eu gefchreê» V£n papieren van dien tyd.  AANMERK, op het XVII. DEEL. 91 ryk zorgen , dat Sicilië aan Karei III. [wier de ingeruimd (/). Bl. 337. r. ït. „ Sommigen verzeekeren, dat Torcy er, mondeling, in bewilligd hadt." Torcy zelve fchryft, dac, al hadt hy zelf volmagt tot teekenen gehad hy eerder allen handel zou hebben afgebroken, dan den Koning aan zulke harde voorwaarden te onderwerpen; dat hy er, daarom, altyd, regen gefeest was, maar dat Ivouin.è, hoe zeer die hardheid niet minder gevoelende, egter, uit overtuiging van de noodzaaklykheid der vrede voor Frankryk, in 'c eerst, tot teekenen geneigd was (m): uit welk denkbeeld hy, evenwel, doorhem, Torcy, fpoediglyk wasgebragt geworden. Bl. 346. r. 11. v. o. „Een — Verdrag gefloten — tusfehen Groot - Brittanje en de Staaten." Ondanks het naauwe verband van wapenen , 't welk de Staaten, thans, met Engeland hadden, waren er,egter, te meermaale, inbreuken op'sLands Koophandel, door de Ingezetenen van dat Ryk, gedaan, over welken men zig, van deeze zyde, te vergeefsch beklaagd hadt. Ook lag men zig, thans, in Engeland en Schotland, met buitengewoonen yver, toe op de Haringvaart; weleer een goudmyn deezer Landen; en liet niet na, om Luiden, zig op die neering verftaande, van hier derwaarts te trekken. Al 't welk, gevoegd by defchaaden, die de Buizen,nu en dan, van den Vyand geleden hadden, de groote Visfchery tot zulk een laagte hadt gebragt, dat zy zig, reeds ten jaar (O Sea-. Refol. van Holl. 28 Mey i?cq. bl. 477. Q») Memoir. de Torcy, Tom, 2, ƒ>. 113, 144, 149 et 150,  92 BYVOEGSELS en jaare 1707, aan de Staaten van Holland, vervoegd hadt, met verzoek, om een' buitengewoonen byftand in gelde, tot herftel haarer vervallen zaaken, te mogen erlangen, boven de dertigduizend guldens, die zy, jaarlyks, uit sLandsKasfe genoot. Het leedt tot in Bloeimaand des jaars 1709, eer men zig, by Holland, hier nopens bepaalde,maar,toen,wierdc baar het dubbeld van gezegde fomme coegeJegd, 'c geen, federc, meêr gefchiedde f» Ook wierdc, korc daar na, den Heere van Haersolte , Buitengewoon' Gezant by den Nederfaxifchen Kreits, te Hamburg, aangefchreeven , om, by gelegenheid van een verichil tusfehen de Vischgenootfchappen der, zo gezegde, Schoon- en Bergervaarders aldaar, de zaaken daarheen te wenden, dat de Schocfche haring, niec te gelyk vervoerd wierde mee den Vlaamfchen of Hollandfchen: zynde 'c onderfcheid , tusfehen deeze twee foorten , daar in gelegen \ dat de Schotfche, met klein vaartuig, even voor de Schotfche kust, gevangen zynde, eersc aan Land gevoerd en daar in tonnen gelegd wierdc waardoor èezehenagtfchameloïmak was,bevoorens zy onder 't zout kon worden gebragt en, daarom, ook naderhand, geen behoorlyk zout kon na zig trekken; terwyl de Viaamfche of Hollandfche, verder in zee gevangen en, aanilonds na den vangst, gekaakt en, met goed Spaansch zout, gezouten en gepakt zynde, altyd verre boven de Schotfche was gekeurd geworden (0). Ir O) RtfoL van Holl. 19 Maart 1707. bl. 141. en 13 April 1709 bl. 172. ig July 1711. bl. 417. (o) Refol. van Holi. 26 July 1709. bl, 335, 34 Sept. 31 Odt. 1710. bl, 395. 423, enz.  AANMERK, op het XVII. DEEL. 93 In dit jaar 1709 ,overleedr, den 4 van Wintermaand , op zyn Landgoed Buhtrode in Bukking. hamshire, Willem Bsntimk, Graaf van Portland, van wienzo dikwyls, in's Lands hiftorie, geduurende 't leeven van Koning Willem, ge* fproken is, Hy,nu twee en zestig jaaren oud,was, in den afgeloopen zomer, nog in den Haage geweest, alwaar hy, met Torcy, over 'c vredewerk hadc gefproken : doch dees befchouwde hem, toen , als een Afgezondenen des Flertoge van Marlborough, maar die 't groorfte deel niet hadt aan deszelfs vertrouwen en, in niets, meer geleek naar 't geen hy geweesc was. Tot dit laatfte deedt ook zeer veel 't verval zyner gezondheid, dat, op het verlies van zyne gunst ten Ho ve, gevolgd was: hebbende herhaalde aanvallen van beroerte hem eene belemmering in de tong veroorzaakt, waar door hem 'c fpreeken zeer moeilyk viel (/>). Gelyk hy het LieutenancHoutvesterfchap van Holland, in zyn leeven, bekleed hadt, vondc de Ridderfchap goed, op den 18 vanWincermaand des jaars 1709, eene benoeming van drie Leden, uit hun midden; beftaande uit de Heeren van Obdam , van de Lier en van Albemarle ; aan hunne Edele Groocmogendheden voor ce draagen, om, overeenkomftig hoogstderzelver Refolutie , op den 10 van Wintermaand , na doode van Willem II., genomen; één'uit dezelven, cocLieucenanc-Houcvester, ce kiezen. Men befloot, by Holland, die benoeming te brengen in de Pointen vanBafchryving: maar Amfterdam, hec befloocene overne. met> (p) Memoir: de Torcy, l. c. Tom, 1. p. 107 et xoï. Eurojj. Mercur. Jan. 1710. U, 86.  94 BYVOEGSELS en mende, verzette de er zig, in 't begin van *t volgend jaar , ernuig tegen , en verklaarde, by eene vry breede Aanteekening, hoofdzaak» lyk, dat hier geen gefchil was, over 'c regt der Ridderfchap tot de gezegde benoeming, msar dat de zaaken van de Houtvestery zelve zig in 't grootst verval bevonden: dat men, in geene zeven jaaren, Jagtgerigt hadt gehouden, en er, van alle de Mee»terknapen , flegts twee overig waren} zonder dat men eenig werk gemaakt hadt, om de afgeftorvenen aan te vullen, hoewel ' zy niet minder noodig Icheenen, dan een Houtvester, die ook, mee geene mooglykheid zyne bediening, behoorlyk, zou kunnen waarneemen, indien de veel» vuldiglyk ingefloopen ongeregeldheden niet alvoorens herftehi waren, en een nieuw JagtRcgiement, met overziening der ouden, was ingevoerd ; te meêr, doordien 't beftuur deezer Provintie, federt de hatfte aan (tellingen, door den Heere Opperhoutvester gedaan, van gedaante was veranderd. Dat men , dierhalven zo lang dit niet gefchied was, tot de keuze van eenen Houtvester niet behoorde overtegaan, te minder,daar ^en wel eens ambten , welker begeeving meerder fpoed vereischtte , hadt uitgeiïeld, tot den tyd toe, dat de Inftruétien voor dezelven nagezien of gereed waren. Zullende zy , indien men, des niec te min en ondanks hunne overneeming, met hec Befluit voortginge, hetzelve voor nietig en van geene waarde houden (q). De (?) Refol. van Holl. 18 Die. 1709. */. 622 — 635.  AANMERK, op het XVII. DEEL. 95 De Ridderfchap deedt eene tegen - aanteekening, ook wierdc de benoeming in het tweede point der Befchry ving van Lentemaand des volgenden jaars 1710 gebragt, Doch de redenen van Amfterdam vonden zo veel ingang, by de overige Leden, dat Dordrecht en alle de verdere Steden, voortaan, hier in, eene lyn trekkende (V), niet alleen het tegen - aangeteekende der Ridderfchap overnamen, maar men ook , terftond, in de Vergadering, aan de overweeginge van het groot Befoigne ftelde, of en hoedanige nadere Ordtes of Reglement, tot herftel der ongeregeldheden, in 't ftuk der Houtvestery en Wildernisfe gepleegd wordende, zouden kunnen worden beraamd en in 't werk gefteld?De zaak bleef,federt, eenen geruimen tyd, en wel tot den Jaare 1716, hangen, toen, in Louwmaand, een nieuw Reglement wierdt vastgefteld, in 't welke de bevoegdheid tot de Jagt ten aanzien der Regenten van de Stemmende Steden in Holland en van hunne Ministers, meerder dan voorheen, was uitgebreid . —.. In de volgende maand, wierdt de Graaf van Albemarle, uit eene benoeming der Ridderfchap, tot Hout. vester verkooren, en het Jagtgerigt, tot zeven Meesterknaapen , weder aangevuld. Oboam ; die wy gezien hebben , dat, aan veelen, niet fmaakte j_was, midlerwyl, overleden (ï). Bl. 379. (O Refol. 18 Dec. 1709, il. 625—627. en van Maart 1710, tl. 641. Refol. Vroedfèh. Gouda 17 Maart 1710. */ 131. Cf) Refol. Holl- 25 Jan. en 21 Febr. 1716. tl. 7a en 113. Vergel. Refol, Holl. 1 July 170a. p. 297. En tl. 53. deezer Aouq  9f5 BYVOEGSELS en Bl. 379. r. 3. ,, Men klaagde wel zeer± over de hardheid, die er gelegen was in het beweegen van den Koning van Frankryk, tot hec beoorlogeu van zyn Kleinzoon. — Doch men vergat, te gewaagen van de hardheid, gelegen in het overweldigen der Spaanfche iieerlchappye , door zyne Majefteit" Lord Bolingbroke , wiens verkleeftheid aan de Franfche belangens, uit al de fchrifen van deezen tyd en, byzonderlyk, uit de Memorien van de Torcy, overbekend is, heeft zelve geene zwaarigheid gemaakt, aan te merken, dat Lodewyk de XIV het menschdom, zo lang hem. 't geluk diende , te onmenschtyk behandeld hadt, dan dat hy, thans, reden konde hebben, zig over een voorftel, (trekkende ter verdry ving van Philips , te heklaagen (t). Met dit al, heeft een Fransch Schryver; wiens welfpreekendheid, zeker, niet minder is, dan zyne on?,ydigheid en gefchiedkunde; zeer heevig tegen deezen eisch der Bondgenooten uitgevaaren, en zig niet ontzien, denzelven op byzondere reekening der Nederlanderen te zetten , die, en geene anderen, op de byeènkomst- te Geertruidenberg flegts bedoeld zouden hebben, Frankryk aan eene fchandelyke vrede te onderwerpen^/). Doch, behalven dat een ander Fransch Schry ver van zeer veel naam hem,op?eclyk, wederlegd en aangetoond heeft, dat de Nederlanderen, in ditgeheele werk, niet cfzonderlyk handelden, maar te famen gingen met hunne IJondgenooten, is er, mynes meenings,geen twyfel aan, of elk onbevooroordeeld mensch„ die, (t) Bolingbrokp's Lettres ort Hiftory, T. H. p. 98 (u) Lingüht, Conftderat, fur l'otiyerture de ÏEscattJ. Nots f. 104 et I05.  AANMERK, op het XVII. DEEL. 97 die, met arndagc, gdeezen heeft (v), het geen onze Wagen., van bladz. 334 tot 381, heeft aangeceekend, zal zig overtuigd moeten houden, zo van de. laatstge/.egde waarheid, als van het uitgemaakie,/dat de Bondgenooten tot den bovengemelden eisch al-, leenlyk o.ergingen, om dat men, daaglykseh-, ondervondt , dat Frankryk de genoegzaame verzekering voor den afttand van Koning Philips, onder allerhande voorwcndfels, aanhoudend bleef weigeren. Eene weigering , die te grooter agterdogc baaren moest, na dat men ontwaar was geworden, hoe Lode* wyk XIV wel , kwansvvys , zyne Franfche Troepen, uit Spanje, hadc t'huis ontboden, doch, in derzelver plaats, eeni-.e Walfche derwaarts gezonden, die Koning Philips ge* lyken byftand deeden (w). Bl. 388. r. 3. „ Hy" (Des-Moulins) moest — aftrekken." De algemeene Staaten waren zo voldaan over deeze daad, dat zy, om de overwonpen plaatfen te meer aan zig te verbinden , der Regeeringe van Leuven een kundig gewerkten gouden Sleutel ten gefchenke zonden, by gelegenheid hunner jaarlykfche omgang. CO Bl. 391. r. 8. „ Twee Bataillons Staatsch voetvolk lieten er h leeven." Om die verlies ce boecen , omhelsden de Staaten , in de lente van 'c volgend Jaar 1711, het aan- (v) De Mirabeau. Doutes fur ta Liberté de VEscaut Note IV. p. %z — 40- (w) Petitie van den Raade van Staate, In Refo!, van Hou», acA'ov. 1711. bl. 491. (*) Europ, Mercur. Sept. i?xo. bl. 348.  98 BYVOEGSELS en aanbod van den Keizer, om vier Bataillons zyner Troepes; doch onder een Staatsch Generaal ftaande; ten hunnen koste, naar Spanje te zenden, waar toe men befloot de noodige gelden op te neemen, tot tien ten honderd, vry van alle lasten (j). Uit dit laatfte, kan men opmaaken de fchanrsheid van penningen, die, thans, hier te Lande plaats hadt; en aan welke men , onder anderen, tragtte te gemoed te koomen , door Generaliceits en Provintiale Loteryen , in geld of fchuld-rieven (z). Ook hadc men, kort te vooren , tot goedmaaking der onkosten van de Magazynen, eene geldligtmg vnn vier millioenen , tegens negen ten honderd (a), beraamd. Bl. 406. r. I. „ De Prins — werdt — uit den Schouw gefmeeten, en ging terftond te gronde"'Men neeme dit woord, „ terftond niec in den volften zin. Toen de Prins, van du Tour, los geflagen wierdc, ftorcte de laacscgemelde, mee hem, in den ftroom, en, de handen ftraks boven water fteekende, greep hy een touw, waar aan hy zig zeiven, zo als de Prins zig aan hem, vasthieldt. In dien ftaat, ftooven de woedende golven hen beiden, keer op keer, over'c hoofd,roe daczy den dapperen en ongelukkigen Vorsc, op 'c geroep; zo fommigen getuigen; van, „ Heer f ontferm u over my.' Wy vergaanV voor de tweede reize, de hand van het touw floegen en hem zeiven een gron- 60 Refol van Hol!. T4 Maart 1711. èl. 122. fz) Refol. sr. Gen 27 Mei 1710. Refol. Holl. 17 Tunyi7H. I?I2, il' 33> enz' Europ- Mercur- j^y 1710. 00 Refo'. Holl. ao Febr. 1711. il. 85.  AANMERK, op het XVII. DEEL. 99 gronde (F). Hec Lyk; naar 't welk , daaglyksch, ce vergeefsch, gezogc was; kwam eersc den 22 van Hooimaand boven en wierdc, byna op dezelfde plaacs daar hec ondergegaan was, door den Beurcman van Bergen op Zoom naar Dordregc, in 'c voorby vaaren, gevonden en opgevischc. Dees nam hec met zig naar de laatstgemelde Stad, alwaar hec gebalfemd wierdc, voorts, naar Leeuwarden gevoerd en, in de begraafplaatfe der Voorouderen, plegciglyk, bygezec (c). Bl 406. r. 17. ,,-De Prins bereik re naauwlyks vier en twintig jaaren." Hy was, naar den tegenwoordigen ftyl, op den veertienden van Oogstmaand des jaars 1687, gebooren,en dus, op den veertienden van Hooimaand des jaars 1711 ; dag van zynen dood; juist drie en twintig jaaren en elf maanden oud geweesccV). B1.4o7.r.9. v. o. „ Be Sraaten van Hollar.d vereerden hem meteen lyfpenfioen." De Prinfes hadt hun en den Algemeenen Staaten /erzogt ,het Gevaderfchap over haaren jonggeboornen Zoone aan te neemen, 't geen zy, beleefdelyk , met betuigioge van vreugde en deelneeming,, bewilligden, enden Prinfe, daar op, die lyfpenfioenen coefchikten (ej, van welken onze Wagen., alhier,gewaagt. Men moet,egter, m act neemen, dat gelyke jaargifce, by zodanige ge. (V) Gerchreev Aanteek. van dien tyd; en Halma, Toneel dei Neder!: op 'i woord Friso. ie) Europ Mercur. July 1711. tl. 105. 00 Wagen, Vaderl. Hift. XV. D. bl. 389. (O Refol. Holl. 9, 10 en 11 Sept. J710, bl. 491, 49» > 500, so-* r* „ G 3  ioo BYVOEGSELS en gelegenheid , door hunne Hoogmogendheden , ook aan vreemde Vorften gedaan wierdr. Zo als zy , by voorbeeld, ten opzigte van de jonggeboorene Prinfen van Pruisfen, ren jaare 1710 en 1712, plaatshadt(/"). Friesland gaf, afzonderlyk, eene jaarrence van vyf duizend guldens (g). Bl. 415. r. 17. „ Utrecht" enz. Frankryk hadt.in 't begin, hier de Stad Arnhem bygevoegd. Engeland hadt zeer op den Haage gedaan: maar Lodewyk XIV. begreep, dat het gevaarlyk zyn zoude, over den Vrede te handelen : onder 't oog van den RaadpenJionaris Heinsius , dia, als opfteller der Vrede-voorwaarden van den jaare 1709 en, bovendien, in zeer naauwe vriendfchap leevende met Marlborough, naar 'sKonings meening, 't (luiten van zodanig eene Vrede, als 'c Hof van Verfailles en Londen thans beoogden, zo lang hy maar konde, ftondt te dwarsboomen (Tj. Bl. 416 r. 5. „ Hy" (Buvs)„ wagtte nog op^ den wind te Hellevoet/tuis, toen Straffort in den Haage aankwam." Dit was een trek van 't Engelfche Hof, 't geen, verwittigd van de aanftaande overkomst van Buys, en bevreesd, dat dees den geheimen handel met Frankryk ontdekken en, veelligt, een fpaak in 'c wiel zou weeten te fteeken, dien Gezant deedt aanfchryven, hy wilde een oogenbiik met Cf) Refol. Gener. 4. Sept. 1710. en Refoi. Holl. 20 Nov. 17 lo, bl. sol , en n Febr. 1712. bl. 76. Zie egter ook Reibl. lioll, 25 Mev 1714. p. iq3. Q?) Leeven van Maria Louisa, Prinfesfe van Oranje, bl. 152. (h) Memoir: de Torcy, Tom 3. p, 65, 66 , 68, 80. et teo, 13a, 133.  AANMERK, op het XVII. DEEL. 101 met de afreize vertoeven, alzo haare Majefteic reeds den Graave Strafford naar den Haage zondt, met voorflagen, die naar genoegen van den Staat zyn zouden, en over welken men, ten zynen by weezen, terftond, in den Haage, konde lpreeken. Strafford kwam, daar op, in den Haage, en Buys , van dit aanfchryven aan zyne Meesters kennis hebbende gegeven, wierdt mede, van boord, * derwaarts ontboden BI. 403. r. 15. „ De Staaten fchynen haar" (Utrecht) ,, tot handelplaats verkooren te hebben, om dat zy na by den Haage was." De Staaten lieten de keus der handelplaatze over aan de Koninginne van Engeland , en dee« ze hadt zig, thans , aan hun en , eene pooze bevoorens, ook aan Frankryk, voor Utrecht verklaard (é). Bl. 425. r. 7. „ Men verflondt, in den Haage, dat men den oorlog behoorde voort te zetten. — Onder anderen bleek dit uit de jaarlykfche Petitie of Bede — door. den Raad van Staate overgebragt." Sedert de groote Staatsman , Mr. Simon van Slingelandt, fThefaurier-Generaal was geworden, wierden die Petitiën zo uitvoerig, kragtig en met zo veele blyken van oordeel en kennis der algemeene zaaken van Europa, gefteld, dac men dezelven, als de treflyktte ftukken der Scaac-en Hiftoriekunde van deezen cyd,mag be- fchou- (/) Gefchreeven (Tukken van dien tyd, en Memoir: de Top cy, Tom. 3. p. 84, 89. (h) Secr. Refol. van Holl. 11 Nov. Memoir: deToncY, Tem. 3 t» 97» '321 i35« 13urn. /. c. p, 201 et aoa. G3  io2 BYVOEGSELS E * fchcuwen. Onder de gronden, welken de Raad van Scgate, tot voortzetting van den oorlog,in het ftuk, door Wagen, hier aangehaald, aandrong, verdient byzondere opmerking het tafereel van de overwinningen, op de Franfchen behaald, en van 't geen er, naar meening van den Raade, nog te doen bleef, om hen, geheèllyk, t'onder te brengen. De Vyand perkte men aan; wiens gebied zig, in 't begin van deezen oorlog, tot aan de grenzen van den Staat ("gerekend van Sluis in Vlaanderen af tót aan de Waal en den Ryn), hadt uitgeftrekt, was, nu, binnen zyne oude paaien te rug gcdreeven. De Nederryn, alwaar, in de dtie laatfte oorlogen, telkens het toneel van den kryg geopend was, en langs welken de Vyand meende, naar 'c hart van 'c Land te kunnen dringen, was, thans, geheellyk vry. De Bondgenooten waren Meesters geworden van de IViaze, tot daar zy de Sambre oncvong, van de Schelde, tot boven Doornik ('eenelengte, welke men, in veertig jaaren,niet bezeten hadt) en van de Leye, zo ver zy bevaarbaar was. Spaansch Gelderland,Limburg, Braband, Mechclen, Vlaanderen, twee derde deelen var; Henegouwen, Rysfel, Doorr ik en een groot deel van Artois, waren te rug bekoomen, afgelegener Provintien waren onder brandfcha'tinggefteld, en de jongfte vcldtogt w as gevoerd, tot op de uiterfto grenzen van Henegouwen en aan den oorfprong der Scharpe en Leye, Rivieren , die, federt den jaare 1675, de geftadige uitvallen der Franfchen in de Spaanfche Nederlanden begunftigd hadden, By dit alles kwam , dar, thans,de wedeizydfcheLegers, 'sVyaads Lir.d. af.  AANMERK, op het XVII. DEEL. 103 afgegeecen hadden ,en hec deezen, byna.ondoenlyk zyn zoude, zyne Troepes, byzonderlyk de Ruicery,geduurendeden wincer, van denoodige leefcogc, coc in 'c voorjaar coe, ce voorzien: waarcegen hec den algemeenen Staaten ligt zoude vallen,om, door middel der bovengemelde, |nu, in hunne magc zynde Rivieren , de noodige Magazynen van Hooi en Haver, in de Heden en plaacfen, naasc aan den Vyand gelegen, ce doen opflaan en, aldaar, inden aanfcaanden wincer, een Leger ce onderhouden, 't geen, vroeg in *c jaar,en voor dac van den Vyands, velde gebragc wordende , zeer waarfchynlyk , ja als mee éénen fcap en in éénen veldcogc, cot denoorfprong der Schelde, Somme, Oife en, al verder, tot de Seine en Parys zelve , zou kunnen doordringen: zo als dit, eercyds, in 'c vermogen der Spanjaards, na den berugten flagvan Sc. Quintin, hadt geftaan, indien niec meer de menschlykheid, dan 't waar belang vanScaac, hunnen voortgang wederhouden hadt. Hoe men 't name, men was, chans, „ byna „ zo verre en in veel beceren ftaac, dan, coen„ maals, Koning Philips was. Nog een' zeer „ korcen cyd en nog één goed exploicl was er „ maar noodig, om,mec Gods hulpe, dac geen,'c „ welk nogce doen was ce boven komen en,alzo, „ voor wind en fcroom,te befceevenen - de Haven „ van eene veilige rusc en vrede, om welke dus „ lange gewerkt was(7)."Men ziet,uit dit laatfce, dac de gedagten van de Raad van Staate en van fommigen, die mee hun eenswaren, cegenswoordig, al zeer verre liepen, en wie zege ons, dac niec een (i) Refol. va» Holl. 13 Nov. 1711. W. 6as, 630. G 4  ïo4 BY VOEGSELS en een groot deel deezer, fchoon ver uitziende, oogmerken zouden bereikt geweekt zyn, indien j zo als men uit Wagen., leeren kan, en ik ook, boven, aangeroerd hebbe; de Engelfchen, ten jaare 171a, ons niet ichandelyk , te midden in den Veldtogt, verhaten en; zo als Prins EuOïNius het noemde; bedroogen hadden(m). Bl. 434. r. 8. „ V Was hem — gelukt, het grootlta gedeelte der Spaanfche Nederlanden bemagtigen." Zie myne bovenltaande aanteekening op Bl. 425. r. 7. .131. 436. r. 13. „ Zy begeerden, waarJchynlyk, de opperfie magt over eenige Steden , die hun tot eene barrière dienen konden." Uit het geene ik, voorheen, heb aanger.ee*ktnd pQ, zou ik oordeelen, dat de Staaten, van den beginne af aan, ten deezen, niet anders beoogd hebben, dan om, ook in de barrière-Roden, welken huu , by eene eindelyke overeenkomst, Honden afgeftaan te worden, de opperfte magt des Konings van Spanje en zyne heerlyke regten, ia 't geestelyke en waereldlyke, te erkennen, mits de bezetting, cn al 't geen eeni^zints tot het krygswezen behoorde, aan hun alleen, in den ultgeftrektften zin, wierde toevertrouwd. *Dic meen ik ook te Urookcn, met het Verdrag van barrière zelve (Vsderl: HifJr.- XVff.O. hl. 4*5 cn vo's? Myue Aanteek. alhier «. m en 86. tn MemoirJ*Torcy. Tom. V.> aco, 2je», O- Ziemvne Aanmerk* op Wa «i»'. XV!i. o. bl. a%\ r 4. Co) Ou Mont Corps d:plomat. hm. VIJI, fol. 143 te .4^,  AANMERK, op het XVII. DEEL; 105 ne kennisfe gekomen.'' Men befchuldigde hem , onder anderen, dat hy, fchoon uiterlyk zig houdende naar den vrede te verlangen, ondercusfchen, in 't heimelyke, niets naliet, om de Engelfchen tot de voorrduuring des oorlogs aantezetten, en dat hy, zeer naauw verdand houdende met Bohtmaïi, Gezant des Keurvorlten van Hanoverj waarfchynlyken Erfgenaam der Britfche Kroone ; aan dee/en de hand hadc geleend, coc hec famenftellen van een Verzoekfchrift Q>) aan de Koninginne, ftrekkende om, uit naam van den Keurvorst, zynen Meester, haare Majefteic te beweegen, allen afzonderivken vredehandel met Frankryk, die op andere gronden deunen mogte, dan die, welke , ten jaare 1709, wegens deezen Staat, waren ontworpen, afteflaan. En zo Buys die gedaan heefc,kon hem die zaak, wel ce London, maar niec in den Haage, voor eene misdaad gereekend worden. Voorts ging hem, by fommigen, na, als hadc hy mede verfpreid, dac de tegenwoordige Staatsdienaars der Koningin, door 't Franfche goud omgekogt waren , en dat hy de tegenparty en volilrekce Vyanden van dezelve Staats-dienaaren , zo vreemden als inlanders , ten zynen huize ontvong, en mede werkte, ter beraaming van geweldige middelen, rot heritelling der Whigs: onder welke middelen men betrok zeker plan , om den Keurvorst van Hsnover of deszelfs Zoon, ten fuoedignen, naar Engeland je doen over- ftee- (p) Zie het,in Europ. Mercur.^;, 1712. bl. 33-37, G5  iot> BYVOEGSELS en fteeken, om zig, langs dien weg, daadlyk, te kunnen verzeekeren van de troonsopvolging , na doode der Koninginne, die oud, zieklyk en, thans, aan de belangen van 't Hof van Verfailles geheellyk verknogt was , welk Hof men vermeende, niec flegts mee de Zorys c'famen ce fpannen, maar ook coeceleggen , om den Ridder van St. Joris op den croon van Grooc-Brictannie te helpen. Dan wac hier van ook, in 'c eersc, geweesc zy, die een en ander voornemenj verdween , federt, in rook. Men hadc zelfs verfpreid, dac de Staaten eene Vlooc gereed deeden maaken, ter overvoering van den meergemelden Keurvorsc: doch die hadc geen plaats, dan na 't overlyden der Koninginne (g), Bl. 49. r. 16. „ Men vorderde, — dat, zorge gedragen wierdc dat Nieuwpoorc enz" niec in de magt der Staaten kwamen" De Staaten waren aan hunne zyde , hier zeer gezet op geweest en hadden, nog onlangs, den Gevolmagcigen ce Utrechc gelasc, daar op een „ Iterkfte aan ce dringen, alzo men, zonder deeze plaars „ van geene genoegzaame communi„ catie mee onze overige Guarnifoenen, in de „ gecor.questeerde plaatfen, konde verfekerc zyn" CO* Bl. 460. r. 18. „ Borselen — buitenge woonen Gezant aan 't Engel fche Hof." Hy was, eersc na 'c vertrek van Buys, in den beginne des jaars 1712, derwaares gezonden (s). BL 478. (5} Memoir: de Toncy. Tom. 3. p, i2z, 124, 138, I4,, 142, 146, l?J , 153, et 220. (rj Eur. Merc July 1712. bl. 113-118. W Secr. Refol. vaa Holl. 23 Jan. 1712. bl. $28-631,  AANMERK, op het XVII. DEEL. io? Bl. 478. r. ï8. „ Men liet dan Ormond zynen last voltrekken" Niet, egter, voor hy, aan de onzen, drie dagen van beraad vergund, hadt. „ Alles" (zo fchreeven de Heeren van Welderün, Hop, Hooft, van Haersolte, Vegelin van Claerbergen, en de Griffier Fagel) „ dat wy van hem, Heer Hertogh, „ kosten verwerven,was, dat hy, noch drie „ dagen, foude blyven ftaen. Wy pousfeer„ den hem, hier op, verder, wat figuur hy „ foude maken, indien de Vyand naar ons ,, toe mocht marcheren? waer op hy, poft„ tyf en rond uyt antwoorde, dat, geduren,', de die drie dagen, wy vasten ftaet op hem „ fouden konnen maken, doch dat hy ons, „ morgen ogtend , omtrent de twee andere dagen, foude berichten, en dat, inmiddels, „ de thien Battaillons naer Duynkerken fton„ den te marchéren" (t). Ik vinde niet, dac hy, nopens die twee andere dagen, federt, gunftig antwoord gaf: maar wel, dat de bovengemelde Afgevaardigden te velde en de Prins Eugeniüs dien tyd waarnamen, om; gelyk ook onze Wagen, aanteekent; de Hoofden der over* genomene Troepen te beweegen, ten einde zig van 't vereenigd Leger niet te laaten fcheiden. Deeze Luiden verklaarden , hier toe, op zig zelven,bereid te zyn,maar,teffens,dit zy,by 't vertrek desHertogs, terftond gebrek aan brood zouden hebben, zo daar inneniet voorzien wierdt. Doch de Afgevaardigden namen dit, daadlyk,op zig , en deeden de noodige voorzieninge, onder be- 0) Brief der bovenpem. Heeren Afgevaardigden te Velde, van 25 Juny in 't Ivïisp WnQjiesnoi. w3.  103 BYVOECSELS en beleid des Heeren Vègelin vanClaerbergen. De Algemeene Staaten, keurden dit en 't verder verrigte der gemelde Afgevaardigden volkoomen goed (u). Bl. 480. r. .n „ Quesnoi — by verdrag, overgegaan." Volgens dit verdrag, moest de bezetting zig krygsgevangen geeven aan den Generaal Fagel, die 'c Beleg geboodc (y). Bl 482. r. 4. „ Albemarle zelf viel den Vyand in handen." Deeze aanval van 't Franfche Leger, op agt of tien duizend man der onzen, was zeer noodlottig, in 't verliezen van Legerhoofden en anderen, aan de zyde der Bondgenooten. Behalven den Generaal van Albemarle , wierden ook de Lieutenant-Generaals Srcquin, Prins van Holsteinbeek , en de Generaal Majors Dalberg en Lobel gevangen genomen, nevens twee duizend en tagtig Gemeenen. De Lieutenant Generaals von Dohna en de Generaal Major van Nassau-Woudenberg fneuvelden in de Schelde: hebbende zy , na dapperen tegenftand, zig te water moeten begeeven, doordien alle de. Schipbruggen, welken over die Rivier gelegen hadden, naar 't beleg van Landrecy gezonden waren, behalven een eenige, die lchielyk opgemaakt en, nu, door 't overbrengen van gelchut, als anderzints, gebrooken was: 't geen veelen, in 't vlugten, den halskostede. Straks na de nederlaage, ont- ftondt, f«0 Secr. Refo:. Staat. Gen. 27juny 1712. Refol. Vroedfch. van Gouda qo Juny 1712. p. 215-225. Cv) Secr. Refol. Holl. 23 Jan. 10 Febr. 17 Maart p. 652, 654. I2 e'n 16 Apr. 29 Dec. /. ft bl, {68 et 749.  AANMERK, op het XVII. DEEL. 109 ftond, hier te lande, 't gerugt, als of de pas van Denair. niet wel verdeedigd was geworden. De algemeene Staaten lieten zig hier ernftig aan gelegen liggen, en fchreeven, aan de Afgevaardigden te velde, of en wat, hier nopens, ter hunner kennisfe gekomen was?Maar deezen fchreeven te rug, dat zy hier niets van wisten: dat Alb: marlk en de verdere Officie* ren getragt hadden, de vlugtende weder by een te brengen en tegen den Vyand aan te voeren, 't geen fommigen gelukt was: dat, alleenlyk, één of twee Regimenten gezegd wierden, hunne Legerplaats, by den aanvang van 'c gevegt , te hebben verbaten, waar naar 't hun onmooglyk was geweest onderzoek te doen , „ wyl twee Generaals dood en de andere gevan„ gen waren," om welke reden zy verzogten, dat hunne Hoogmogendheden zig met dit berigt wilden vergenoegen (w). Albsmarle, die, met de overigen, naar Valenchyn gevoerd en fpoedig ontflagen wierdt, deedt, federt, ter Generaliteit , een mondeling en fchriftelyk verflag van 't voorcevaüene by Denain, met het welke men zig, by den Staat, fchynt vergenoegd te hebben (x). 't Verlies, voor de laatstgezegde plaats geleden, gaf een' volkomen omkeer aan 't oorlogsgeluk van den Staat, 't welk; zo als de Raad van Staate, kort hier na, zeer wel, opmerkte; federt den overgang van Keizerswaard, tot dit gevegt by Denain toe; en dus ge- f» Europ. Mercur. July 1712. il. J2s_I38, iss Burnet, Memoir: Tom. 6 p. 269. Refol. v. Holl. 19 Aug, 1712. tl. 416 et -17- O) ^er>\ Siaai. Gener, van 29 OA. 1712. en Refol. vajt Holl, sa Oei. 1712, tl. 541. en van 11 Sect. 1713. il. 461.  Ho BYVOEGSELS en geduurende een tydvak van tien jaaren, naauwlyks knn gezegd worden, „ eenige noemens,, waardige nmp, veel min eenige nederlaage, te hebben geleden," Eene zaak van zeldzaam voorbeeld , in de hiftorie der Volkeren (j). Bl. 484. r. 2. „ Bolingbroke hadt ook last, om eene afzonderiyke vrede met Frankryk te fluiten." De Staatsfekretaris de Torcy, tusfehen wien en Boungbroks dit werk, in Frankryk, behandeld wierdt, verzekert, dat wel de laatstgemelde eene afzonderiyke vrede aan de Koninginne hadt geraaden, maar dat de Groot - Thefaurier haar van die gedagten hadt afgebragt,en dat 13oLiNGBROKE,uitdien hoofde, alieen tot eenen wapenftilftand gelast was (z). BL 484. r. 19. jfllleenlyk weet men, — dat men, wegens eene Aktevan afftand voor KoningPutlips, en wegens de belangen van den Hertoge van Savoje en van den keurvorst van Beieren gehandeld hadt, en ten deele overeengekomen was." Deeze zaaken, mitsgaders de afftand der Hertoge van Berry en Orleans op de kroon van Spanje, waren de voornaamfte, welken, geiuurende 'c verblyf van BolingbrokE in Frankryk, tusfehen hem en ToRcv;als, daar toe, door den Koning, gelast; geregeld wierden, en aan 't regelen van die punten, hadt Koningin Anna den ftilftand van wapenen gehegd: zo als dan ook, na dit werk verrigt en door Looewyk den XIV goedgekeurd was, hier op, die ftilftand, op den 19 van Oogstmaand des jaars i~x2, voor den tyd van vier maanden , wierdt geflooten (a). Bl. 487. (y) Zie Refol. van Holl. ifi Nov. 1712. tl, 571. V Qz) Memoir: de Torcy., Tom, 3. p. 25-, 253 et 254. (a) Memoir: de Torcy, Tom. 3. p. 236, 340 et 34t.  AANMERK, op het XVII. DEEL. 11 r Bl. 487. r. 8. „ De Staaten. door V gedrag der Engelfchen geperst, om de Vrede erntt ger te zoeken dan te voor en , beflooten, — den Graaf van Regteren niet meêr te gebruiken in de Vredehandelinge." Zo zeer waren de zuaken der onzen, thans, agteruitgeloopen, dac de Abt; lèdert Kardinaal; de Polignac, om dèezen tyd, uit Utrecht, fchreef. „ Wy neemen, nu,de houding aan, die de ,, Hollanders, teGeertruidenberg, vertoonden. ,, Dit is eere vooikomen weêrwraak." Wac Regteren aanbelange ; Torcy melic, mee zo veele woorden, dat men, in Frankryk , zig dit gefchil minder zou hebben aangetrokken, ten zy men, aldaar, noodig geoordeeld hadt, „ niet flegts den hoogmoed (gelyk hy 't noemt) der Hollanderen te vernederen , maar ook om, langs deezen weg, een middel te vin„ den, ter fchorfing der onderhandelingen binnen Utrecht, tentydetoe dat alles met de Ko„ ninginne van Groot-Brittannie zou beraamd zyn." Om deeze redenen ook, hadt de Koning meêr gehoor gegeeven aan de klagt van Menager: door wien 't werk in diervoege was voorgedragen, als hadc Regteren flegts een voorwendfel van twist gezogt, om, daardoor, den Utrechtfchen Vredehandel, overeenkomfcig den wensch van den Raadpenfionaris Heinsius, geheel en al in duigen te werpen (h). Bl. 515. r. 10. v. o. „ De afkondiging der Vrede gefchiedde —, door "tgantfche Land." Ook (O Memair; de Torcï, p. 236—341; 244-^350  na BYV. en AANM. op hét XVII. DEEL. Ook hielde men, op den 14 van Zomermaand, overal, een1 plegrigen dank en bedendag, die, des avonds, door alle uiteriyke teekenen van vreugde, bellooten wierdt: onder welken, twee pragtige vuurwerken uitmunteden, die; op 't voorbeeld van 't geen, by de Ryswykfche vrede, ten jaare 1697, gefchied was; voor reekening der Algeu.eene Staaten en die van Holland, binnen den Haage, in de Vyver, afgeftooken wiet den (c). " (O Refol. van Holl, 17 en 73 Mei 1713. bi. 230, 244 en 245- Europ. Mercur. Aov. «697. bl. 363. en, l. c, Juny i<»3 . bl. 302- 3C9. es Aug. 1713. bl. 159. DRUK-  DRUKFEILEN HET ZESTIENDE STUK. Bi 3. r. 14. Er viel — , nopens deezen laatfien iets voor, ten deezen tycte. £e«Ervie!—, r.cpens de laatsgemelden , ien deezen tijde, ieis \Oor. Bl. 3. r. 10. v. o. gemeld hadt. Lees gen:eld hadt, Bl. 5. r. 8. v. o. Raad van Staate ie famen Lees Raad van Sta;ues te famen, Bl 6. r. 9. veerthien lees zesthien Bl. 6. (i) o. r. 133-16- lees 533-136. Bi. 7. r. 1. heden, lees htden, toen, BI. 2i. r. 12. v. o. hadden, lees hadden." Bl. 25. r. 13. heinamen : Men hadt lees hernamen —» Men hadt — B!. 28 dezelven — gekoomen lees dezelven" — „ ge* koomen. Bl. 28. (c). 6 ft. lees Maert Bl. 33. hy kreeg ze lees doch hy kreeg ze Bl. 33. r. 12. v. o. [met byveeginge] lees met byvoe- gingei tuslchen twee hp.hkjcns, Bl. 33. r. 15. Dit fchynt lees [Üit fchynt Bl. 38. r. 10, v. 0. circumftantien — mer.lionee rde, lees circumflaiit-erC — mmioneerde Bl. 39- Cs) Holl. bl. 'ets Holl. /. c. Bl. 41. r. 14 v. o. Men dsgt lees Men [dagt Bl- 4T. ?. 10 v. o. en bragt lees ««] hragt BI. 41. r. 9 v. o van hier L es [van hier BI. 42, r. 2 üe ragt. lees ft.br igt.] BI. -12. r. 12 zynde («) lees zynde («). Bl 42 (X) r 2, v. o egedeeld lees medegedeeld B!. 42. o.'r.) Wagen, lees (u. Wagen. Bi. 4- r. 1? dei Steden lees tien Steden. Bi 44. r. ï. decitjie, lees deci/is, Bl. 44. r. 13 rVyztmaand. Iets: IVynmaand." £1. 45. r. 16. den onzen, lees de onzen., Bl..  B,'pt?he£ r' erkendetl ook ll" erkenden ook dedap.' yiüz&'T'."zyn' BI. 56. r. 4 v. o Heere te Heeren li. ör. tp) pnpieren te papieren bi r' I2' om eêr i4W om het Schip eêr. Jl. 66. r. S. v. o. bl. ,6 en 17 lees bl. r3-,6 «. 70. r. 5. v. o. de Koning, lees (de Koning) »• 73. r. 2. v. o. Het blykt * lees * Het blykt m. 74. o r. vorderen, « ltes vorderen. De ö . 84. r. 7- Duikerken lees Duinkerken. «• 9i. (b) o. r. W. 50. r. 8, lees W. 47. r. 7. v.o. £n r' 11 v« °. wordt, lees wierdt. WB. Nog ftaac, in >t 16e Stuk, onder de Verbeteringen, op het X. D. bl. 107. r. 6. v. c5 kvvaajy*., m de, op één na, onderlïe re?el, het cjffertal, 1 Juny* lees daar voor, 10 ^anj.