BATAVIAASCH GENOOTSCHAP IV. D E E U   VERHANDELINGEN VAN HET BATAVIA AS CH GENOOTSCHAP, D E^ R KONSTEN en WEETENSCHAPPEN. ' VIERDE DEEL. MET PLAATEN. TE ROTTERDAM, tiY REINIER ARRENBERG. TE AMSTERDAM, BY J O HANNES ALLART, MDCCLXXXVI. Met Privilegie van de Stavten van Bolland tn Wenfrieshni.  r  PRIVILEGIE. De STAATENvan HOLLAND en. de WESTVRIESLAND, doen te weeten : AIzoo Ons te kennen is gegeven hy Réiwier Arrenberg, Boekverkooper te Rotterdam, en Johannës Allart, Boekverkooper te Amfterdam, dat Zy, door het Genootfchap van Konsten en Weetenfchappen, in den Jaare 1778. te Batavia opgeligt, onder de Zinfpreuk: Ten nutte van het Gemeen, zynde aangefteld tot derzelver Correspondenten , met vryheid om de Verhandelingen, door 't Genootfchap te Batavia uitgegeeven , hier te Lande te herdrukken cn te verkoopen, tevens met authorifatie , uitwyzens de aan den Requeste geannexeerde Procuratie , om daar toe by Ons, uit naam van het meergemelde Genootfchap, te verzoeken Privilegie; zoo namen zy de vryhetd zich te keeren tot Ons, niet ootmoedig verzoek , dat het Ons behaagen mogte , uit Onze Souveraine magt, en authorteit, aan hun Supplianten gunstig te verleenen de Privilegie , om , voor zulk een getal van Jaaren, en op zoodanig eene boete als Wy zouden geraaden vinden daar op te ftellen , de voorfcbreeve Verhandelingen van het te Batavia opgerigte Genootfchap , geheel, of ten deelen , met uitbuiting van alle anderen , binnen deeze Landen , te mogen drukken, uitgeeven, en verkoopen. Zoo is 't, dat Wy de Zaake ende het voorfcbreeve verzoek overgemerkt hebbende ende genoegen weezende , eer bede van de Supplianten uit Onze regte weetenfehap, Souveraine magt en authoriteit, dezelven Supplianten geconfenteerd , geaccordeert en geoétroyeert hebben, confenteeren, aecoideeren en oftroyeeren hen by deezen, dat Zy, geduurende den tyd van vyftien eerst agteresnvolgende Jaaren, de voorfchreeve Verhandelingen, in diervoegen als zulks by de Supplianten js verzogt, en hier vooren uitgedrukt (laat, binnen den voorfchreeve Onzen Lande, alleen zullen mogen drukken , doen c-lrukken, uitgeeven ende verkoopen, verbiedende daaromine, alle ende een iegelyken, dezelve Verhandelingen in 't geheel ofte ten deelen te drukken naar drukken , te doen naardrukken , te verhandelen, * 3 of  ©f te verkoopen, ofte elders naargedrukt, binnen denzelven Onzen Lande te brengen, uittegeeven ofte te verhandelen en verkoopen , op verbeurte van alle de naargedrukte, verhandelde ofte ver'kogtc hxemplaaren , ende eai boete van drie duizend Guldens «laar en boven te verbeuren, te appüceeren een derde part voor den Officier , die de Calange doen zal , een derde part roor den Armen der Plaatze , daar het cafus voorvallen zal, ende het redeerende derde part voor cie Supplianten, ende dit telkens, zoo meenigmaal als dezelven zullen werden agterhaald, alles in dien verftande , dat Wy de Supplianten met deezen Onzen Oftroye alleen willende gratificeeren tot verhoeding van hunne fchaade , door het nadrukken van de voorfchreeve Verhandelingen, daar door in geenigen deele verdaan den innehoude van dien te authorifeeren ofte te advoueeren , ende veel min dezelve onder Onze protectie ende befcherminge, eenig meerder Credit, aanzien , ofte reputatie te geeven, nemaar de Supplianten in cas daar inne iets onbehoorlyks zoude in. flueeren, alle hetzelve, tot hunnen lasten, zullen gehouden weezen te verantwoorden, tot dien einde wel expresfelyk begcerende, dat by aldien zy deezen Onzen Oótroye voor dezelve Verhandelingen zullen willen dellen, daar van geene geabrevieerde ofte gecontraheerde mentie zullen mogen maaken , nemaar ge. JwuJen weezen, hetzelve Odtroy in 't geheel, en zon-, der eenige omisfie daar voor te drukken , of te doen drukken, ende dat zy gehouden zullen zyn een Exemplaar van de voorfchreeve Verhandelingen, op groot Papier, gebonden en wel geconditioneert, te brengen in de KibÜotheecq van Onze Univerfiteit te Leyden, binnen den tyd van zes Weeken, na dat zy Supplianten dezelve Vei handelingen zullen hebben beginnen uittegeeven, op een boete van zes honderd Guldens, na expiratie der voorfchreeve zes Weeken by de Supplianten te verbeuren ten behoeve van de Nederduitfche Armen van de Plaats, alwaar de Supplianten woonen , en voorts op poene van met 'er daad vejdee. Jten te zyn , van het effect, van deezen Octroye, dat ook de Supplianten, fchoon by het ingaan van dit Uctroy een Exemplaar geleverd hebbende , aan de tooifebreevs Onze Bibliocheecq, by zoo verre zy gedun»  duurende de tyd van dit Öftroy dezelve Verhandelingen zouden willen herdrukken met eenige obfervatien , noten , vermeerderingen, veranderingen, correctien , of anders , hoe genaamt, of ook in een ander formaat, gehouden zullen zyn , wederom een ander Exemplaar van dezelve Verhandelingen, geconditionecrt als vooren , te brengen in de voorfchreeve Bibliotheeeq , binnen denzei ven tyd en op de boeten en poenaliteit als voorfchreeve : Ende ten einde de Stipplianten deezen Onzen Confente ende Octroye mogen genieten als naar behooren, lasten Wy allen ende eenen iegelyken, dien het aangaan mag, dat zy de Supplianten den inhouden van deezen doen , laaten en gedogen, rustelyk, vreedelyk ende volkomentlyk genieten ende gebruiken, cesfeerende alle belet ter contrarie. Gegeeven in den Haage onder Onzen grooten Zegele, hier aan doen hangen, op den vier en twintigften November in 't Jaar Onzes Heeren ende Zaligmakers duizend zeven honderd en tachtig. P. van I5LEISWYK. Ter Ordonnantie van de Staaten, C. CLOÏTERBOOKE. Aan de Supplianten zyn nevens dit Oélroy ter handen gefteld by extract, authenticq , Haar Ed. Groot Mog.^Refolutien van den 28 Juny 1715, en 30 April J728. ten einde om zich daar naar te xeguleeren. * 4 VOOR-   VOORBERICHT JS^ort na de oprigting van het Bata- viaasch Genootfchap , op den 24 April 1778., of wel op den 1 Juny 1778, gaf het zelve een Programma uit, waar in het oogmerk van deszelfs oprigting aan het Publyk wierd bekend gemaakt. Sedert heeft het-, in de Jaren 1779, 1780 en 1781, drie Deelen van zyne Verhandelingen tri licht gebragt; dan de opgekomen Oorlog belette het in 1782 iet anders dan een Programma uit te geven, en dezelve om~ ftandigheden nog durende, is het niet moog;lyk geweest het vierde Deel, dat gereed lag, in India te doen drukken, zoo dat het Genootfchap zich genoodzaakt heeft gevonden het zelve naar Nederland te zenden, aan deszelfs Gemagtigdens de Hee- 5 ren  io VOORBERICHT. ren Reinier Arrenberg, te Rotterdam, en Johannes Allart, te Amfierdam, om aldaar dit vierde Deel te drukken, en de noodige Exemplaren her* waards te zenden. Dit Deel zal dan, behalven het Programma, in zkh behelzen, de bekroonde Antwoorden op de dragen door het Genootfchap voorgemeld; — het vervolg der Befchryvingen van de Eilanden en het vaste Land van India; — eene Verhandeling van de Munten, Maat en en Gewigten van India; — en eindclyk Bydragen tot de Natuurlyke Hi/ïorie , uit de nagelate Schriften van den Heer van M^urmb. PRO-  PROGRAMMA VAN HET BATAVIAASCH GENOOTSCHAP, OPGERICHT te BATAVIA In 1778. Koor den Jaare 1782. . SS. I. pdert de oprichting van dit Genoot- Beden, fihap, op den 24 April 1778, heeft het ~ef zelve drie Deelen zyner Verhandelingen vierdeüed uitgegeeven, en het Vierde, waartoe wordt uitreeds veele Stukken in gereedheid zyn,ëegeeven" zoude dit Jaar gevolgt hebben, hadden de ongunstige tydsomftandigheden nier. raadzaam doen vinden , hetzelve tot eene betere gelegenheid te fpaaren,zullende het Genootfchap dus voor dit Jaar, naar het voorbeeld van veele Genootfchappen in Europa, zich vergenoegen, om, het geene zy noodig oordeelt bekend te maaken, in dit Programma mede te deelen.  C 12 ) $. II. Prys.vraa- Op de Prys-vraagen, die onder Uk. December 1781. beantwoord moesten worden , zyn de volgende Antwoorden ingekomen: Op de Vraag: Die het beste middel opgeeft, om de BuffelDieverye, en de menigvuldige N Moorden in de Boven - Landen , te beletten, door bekwaame en mogelyke middelen, naar 's Lands Gefteldheid gefchikt, Is een Antwoord ingekomen, onder de Zinfpreuk: Hy mag zich wel gelukkig achten, Die V naastens web aart kan betrachten. Doch het zelve is bevonden, niet te voldoen aan de opgegeevene Vraag. Op de Vraag: Welke redenen zyn 1er, om te mogen vast Hellen, dat de inenting der Kinder-ziekte in de Oosterfche Volkplantingen van onzen Staat , met even zoo goe-  ( 13 ) goeden uïtflag zoude kunnen worden aangewend , als in de Noordelyke Gewesten van Europa, alwaar deeze kunst reeds zoo verre gevorderd is, dat men op duizend ingeente Perfoonen naauwlyks éénen Dooden tellen kan; daar, in tegendeel, volgens de gemaatigdfte uitrekening, de natuurlyke Kinder-ziekte, van duizend Perfoonen, wel« ke zy aantast, een honderd en dertig ten grave fleept: Dan, vermits de Schriften over de Inenting in deeze Colonie weinig voor handen 2yn, welke zou, in deeze heete Gewesten, de beste en eenvoudigste manier van Inenten weezen? Welke maatregelen moet de Geneesheer, geduurende den loop der Ziekte, in acht neemen, en welke Diëet, of Levenswyze, moet Hy den Ingeé'uten voorfchry ven ? Zyn vier Antwoorden ingekomen, onder de volgende Zinfpreuken:  (H ) *0 Qüidnnm Sapientius eft praceterh experientia ? 2 ) Qua cuspide vulnus fenferat, hac eadem cuspide fenfit opem. 3.) Natura expo feit, ratio probat, relt* gio permittit infitionem variolarum. 4) Simplex Sigillum veri. Het Genootfchap heeft de één honderd gouden Dukaaten toegeweezen, aan het Antwoord onder de Zinfpreuk: Qua cuspide vulnus fenferat, hac eadem cuspide fenfit opem. Het geen by de opening van het Billet bevonden is te zyn van den Heer Lambertüs Bicker, Med. Doétor te Rotterdam. Zynde het Accesfit met eene zilveren Medaille , op den Stempel van het Genootfchap geflagen, toegeweezen aan het Antwoord onder de Zinfpreuk : Simplex Sigillum veri. Het welk by het openen van het Billet bevonden is te zyn van den Heer Petrus Matthys van Niklen, Med. Doftor te Utrecht, Direfteur van 't Provinciaal Genootfchap. Zynde bellooten dezelve Prys - vraagen te Jaaten drukken in het vierde Deel der Verhandelingen , en de beide Heeren B1 c k e r en Van N i e l k n te verzoeken tot Leden Correfpondenten van het Genootfchap. m.  OS ) $. III. Dé Prys- Vraagén, die door het Prys-Vraa* Genootfchap verder zyn voorgefteld, of^" ^0* by deezen nader worden opgegeeven, jaaien. en waar óp het Genootfchap een Prsetnie van één honderd gekartlde Dukatons heeft gefield, zyn de volgende: Om voor Uit. December 1782. beantwoord te worden. 1. Welke zyn de beste Middelen om, geduurende de tegenwoordige ontvolking van Europa, de Europeezen in onze Oosterfche Colonien te vermenigvuldigen? 2. Hoedanig kan men met vrugt onderneemen, het zedelyk Caracler der Javaanen te Verbeteren , dat zy voor hun zeiven gelukkiger, en voor de algemeene t'faamenleeving nuttiger worden? 3. Waarom is het zitten in het Schynzel dec Maan hier gevaarlyker als in Europa? Welke zyn de eigentlyke Kwaaien, die 'er uit ontdaan, en welke zyn de beste Middelen, om die te geneezen? 4. Extra Vraag, waar op door den Heer President Directeur een Prsemie van één honderd gouden Dukaaten is gefield, Welke  C 16 ) Welke Middelen van Vernuft hebben Muhamed, de Jmam , en de verdere Leeraars en Zendelingen der Mufulmannen , ook by latere tyden, met voordeel gebruikt, om de Heidenen alomme, vooral in de verfchillende Gewesten en Eilanden van OostIndien , by wyze van eene zedelyke overtuiging, tot het Geloof van den Coran te bekeeren, en in dat Geloof te bevestigen? 5. Extra Vraag, waar op door het dirigeerend Lid Jan Hooyman, twee honderd zilveren Dukatons is gefield: Voor den geenen, die in de Ommelanden deezer Stad, van het Jaar 1780 tot 1782, het grootste aantal Buffels, ten minsten twee honderd fluks, zal hebben aangeteeld en opgekweekt,' zoodanig, dat die Overwinst ten genoegen van het Genootfchap blyken zal. Voor ultimo December T783. door het Genootfchap, met eene Praemie van één honderd gekartelde Dukatons. 1. Welke Middclenszyn het meest gefchikt, ter verbetering , zoo van de natuurlyke als zedelyke Opvoeding der Kinderen in deeze  töée£e Gólonie? Eh welk is het beste Middel , om , onder alle beletzelen, de Kinderen hier' té Lande i de Nederduitfche Taal, van hunne eerfte Jaaren af, als hunne Moeder-Taali eigen te maaken? fi. Welk is het beste Middel, om bekwame Opper- en Onder - Meesters, tot Compagnies Dienst aan te moedigen , en de Gebrekkigen bekwaam te maaken ? %. Welke zyn de besté Midde'en 5 om dë Huis - diensten te Batavia, ten heele of gedeeltelyk , 'in (lede van Slaayen , door vrye Christen Inlanders te doen verrichten? 4. Extra, voor rekening van éenén onbekenden, één honderd gouden Dukaten, voof het beantwoorden der volgende Vraag: Uit heL beredeneerd Plari vari alle geleerde Genootfchappen in Europa, erf dé opgave van alle Letterkundige en Periodique Werken, op te geven het besté Plan voor een geleerd Genootfchap, en voor een Letterkundig Nieuwspapier. 5. Ook beloofd de voorzittende Heer Directeur twee honderd zilveren Dukatons, IV. Deel. ** voor  Voor den geenen* die de volgende Vraag best beantwoord. De Voortgang der Nederlanderen in alle Kunsten en Wetenfchappen, t'federt de opkomst derRepublyk, tot heden: vergeleken met de Engelfchen, Franfchen e» Duitfchers. Voor ultimo December 1784. field hef Genootfchap vooreen Prasmie van één honderd gekartelde Dukatons, voor die best de volgende Vraagen beantwoord. 1. Hoe zoude men het best kunnen voorkomen , dat de Vaartuigen der kleine Vorstjes, aan de overwal van Java woonende , hunne Zee - rooveryen, (waar door zoo veele Javafche Ingezetenen in Slavernye vervallen, en van tyd tot tyd verfcheidene Europeezen, op eene allerwreedfte wyze, worden afgemaakt} langs de Kusten van Java niet meer zouden kunnen oeffenen? 2. Voor den geenen, die op eene gevoeglyke wyze , het meerder gebruik van Rundvleeseh onder den Inlander weet in te voeren, en dies gebruik hun fmaaklyk te maaken, zoo dat het zelve op de Pas-  Pasfers geflacht en verkogt wordt, ten einde daar döör den Verkoop van het Rundvleesch te bevorderen, en de zoö hoög nóodige Buffels te befpaareri. §. Extra ï eenë gouden Medaille, en vyf honderd Ryksdaalders , voor het beam~ tvoorden der volgende Vraag: Welke zyn de Oorzaken der Aanfpoe-* ling van de Modder , aan het Zeeftrand s omtrent Batavia? Zöude de Uitlegging van het Zee* Hoofd daar toe Aanleiding ^eeven? Welke zyn de beste Middelen, óm dë Zand-Bank voor de Bataviafehe Rivier te verlaagen, door te fnyden, of geheel weg te neemen? En wat voor verandering zoude men kunnen brengen j in de Aanfpoeling der Stranden? 4. Ëxtra Prys, ter beantwoording öpgëgeëyen, door den Heer Ber.nar.dus van Pleurrn, Gouverneur op Amboina 4 met belofte van een Prasmie van één honderd gouden Dukaatert. Welke zyn de meest grasfeérende Ziektens in het beklagelyk volkverflindend Banda 3 vooral onder den gemeenen Man, ** 2 en  ( 20 } en de Slaaven in de Noo te-perken? Welke zyn derzelver eigentlyke Aart en Oorzaaken, en welke de beste Middelen tot voorkoming of geneezing van dezelve? De Liefhebbers, die in Europa naar den Prys willen dingen , kunnen hunne Antwoorden befchryven aan den voorzittenden Dire&eur, en denzelven overhandigen aan den Heer Johan nes Allart, Boekhandelaar te Amfterdam, of den Heer Re t nier Arrenberg, Courantier en Boekhandelaar te Rotterdam, welken den zeiven, onder Recepisfe , zullen orttfaneng en herwaart zenden, en de Premie, indien dezelven bekroond worden, aan den Schryver ter hand ftellen. §. IV. *S5£r By rh^ eerfte ^ogramma van dit den zonder L/enooticnap in 1778 uitgegeeven, gaf bepaling het zelve verfeheide Vraagen op, zonvan tyd. der bepaaling van tyd , die hier nogmaals ingelast worden: LAND-BOUW. 1. Voor den geenen, die een beter foort van Ploegen, dan die tot heden door de Javanen gebruikt worden, uitvind, en in gebruik brengt, 2. Voor  ( 21 ) &. Voor hem, die een ftuk Lands, zoodanig beploegd, met Pady-Tipar {*) bouwd. 3. Voor die een Pady Sawa ( **) of Tipar met den Sikkel laat fnyden. 4. Voor die aantoont, welke de beste en fpoedigst voortkomende Wortelen zyn, om het behoeftig Gemeen, by misgewas van Graan, te fpyzigen. 5. Voor die voldoende aantoont, waar in de fchadelyke eigenfchap beflaat van verfcheiBoomen» als Rangas, Camang, en meer anderen, die de Javanen niet durven omhouwen; om dat zy, gelyk de ondervinding leerd, alsdan, door eene fmertelyke en gevaarlyke Huid - ziekte, worden aangetast. 6. Voor die een onbebouwd Veld, met deugt-» zaame Jati-pitten zal bezaayen,of het zelve beplanten, na verloop van twee Jaaren. .7. Voor die aantoont, hoedanig het toeneement Hout-gebrek, voor de Zuiker-Molens ia de Bovenlanden, fpoedig en duurzaam, kan verholpen worden, en door welke (*) Pady-Tipar , is het Ryst- gewas op hooge Landen in ée West - Mousfon. C ** ) Pady ■ Sawa het Ryst - gewas op de laage Landen ia ic Oosf-Mousfoa. *• 3 1  (*) ke Middelen, de Afvoer en Verkoop, tegens een civilera prys, ter deezer Hoofdplaatze kunnen worden gemakkelyk gemaakt. 8. Voor die een getal van vyfcig MoerbeziënBoomen, het zy digt by de Stad, of wel in de Bovenlanden, aanplant, na twee Jaaren. p. Voor die een diergelyk getal zes Jaaren, lang, in eenen goeden ftaat, het best onderhouden heeft. 10= Voor die een Cattie Z.yée het eerst alhier heeft aangewonnen. i ï. Voor die een vierde Picol Zyde, zoo goed als de Chinafehe of Bengaallche, of dezelve byna evenaarende, het eerst alhier heeft aangewonnen. NB. Deeze zal , behalven de Prasmie, in de eerste onkosten, aanzienlyfc worden te gemoet gekomen. $2. Voor die eenige Kiermanfche Schaapent ten minsten vier in getal, uit Perzien herwaart brengt. 33. Voor die van deeze Schaapen, na een behoorlyk onderhoud van twee Jaaren, Lam* meren wint. 14. Voor  14. Voor die een Cattie Wol, zoo goed, ofbyna zoo goed, als de Kiermanfche, alhier heeft aangewonnen en vertoont. 15. Voor die aantoont, waarom de Schaapen hier zoo fpoedig onta'arten; waarom hunne Vachten hairig worden , en hoe dit zou kunnen voorgekomen worden. jtf.Voor die een onbebouwd fluk Lands met de meeste Peper-ranken bezet, na twee Jaaren. •if. Voor die de grootste hoeveelheid Peper, ten minsten even zoo deugdzaam als de Bantamfche, in één Jaar alhier zal hebben .ingezameld. 18, Voor die de middelen aantoond , om de Voortplantinge der Cacaö, in deugd die van de Kust Caraques evenaarende, te bevorderen. %f. Voor die op eeen woest fluk Lands, da meeste Cacao-boomen , ten minsten vyftig aanplant, na twee Jaaren. go. Voor die een half Picol goede vette Cacao, het zy naby de Stad, of in de Bovenlanden» aanteeld. ** 4 21.  § l. Voor die op een woest fluk Lands , een vierde Picol Indigo teeld, in deugd gelyk aan die van Japara. NB. Die hier omtrent onderrichtinge begeert, kan zich by den voorzittenden Directeur , of eenen derdirigeerende Leden, aanmelden. 22. Voor die op een woest fluk Lands, een Ptcol Capas teeld, in deugd en fynheid geiyk aan de Javafche. §3. Voor die het beste Berigt, ter Verbeteringe van den Laad-Bouw, alhier indient. VISSCHERYEN. t^. Voor die aantoont, hoedanig eene meerdere hoeveelheid van verfche Visch, ten behoeve van den gemecnen Man, op de Bezaai-, te koop gebragt kan worden , na de maand Augustus, wanneer de Visfcheryën ilerk afnemen, en zoo, geduurende de geheele West Mousfon, tot de maand Mey toe. 25. Voor die geduurende dien tyd, de meeste Visch, verfche of gedroogde, een Maand lang, op de Bezaar, zal hebben te koop gebragt. F Ai  C*5) F A B R Y K E N. 3.6. Voor die grof Porcelein, ten dienste van -'irlen gemeenen Man, in deugd en prys gelyk aan het geen door de thineezen word aangevoerd, alhier fabriceert, NB. Voor den eerften toeflel zal, nog boven de Prasmie, eene byzöndere belooninge gegeeven worden. -^27. Voor die grof Aarden-werk, in deugden prys gelyk aan het Bantamfche, alhier toelteld. 28. Voor die betere Vloer-fleenen , dan tot heden hier gebakken zyn, uitvind. 39. Voor die op zyn Landgoed het Spinnen onder de Meisjes laat aanleeren, en Katoenen Garen van L: A. en B., ten minsten tien ponden, van de hier gegroeide Capas, vertoond. 30. Voor die Kleedjes , in deugd en fynheid gelyk aan de Macasfaarfche middelfoort, van Inlandsch gewonnen en gefponnen Capas , op zyn Landgoed , ten minsten tot een half Corsje, heeft laten weeven. 31. Voor die Linnen , in deugd en foort, gelyk aan het Cantonfche, of zoogenaamde Chinafche Linnen, alhier laat weeven: zullen- ** 5 de,  C *0 de, buiten de Pramie, het geheel ProducT: dier Fabryk, de twee eerfte Jaaren, tien per Cent hooger, dan de Markt van het ingevoerde Chinafche, door het Genoopfchap worden aangenomen. 32. Voor de Schoolmeesters, die het Spinnen en Kousfen-breyen in hunne Schooien den Kinderen aanleeren. 33. Voor die, in het Hgtst uit te voeren ontwerp, toont, hoedanig de Kinderen der gemeene Lieden, thans nutteloos langs de Straaten zwervende, ten meesten dienste van het Algemeen, kunnen worden aangekweekt. WERKTUIGKUNDE. 34 Voor die het bekwaamste Werktuig, eene foort van een Hefpomp,of iets diergelyks, uitvind, om een Water-Colom, van "acht duimen diameters , of meer, loodregt uit de Rivier, ten minsten acht voeten hoog, op te haaien, en teffens aanwyst, dat het met zes Man of één Buffel, kan worden aan den gang gehouden , ten dienste van den Landbouw; mits dat het eenvoudig van -zamenftel zy, en niet te hoog in prys loope. NB.  ( 27) KB. Behalven de Premie, zullen de onkosten van het JVlaakJoon nog vergoed worden. 35. Voor die aantoont, hoedanig, door een Werktuig , het groote Timmerhout over ongelyke Gronden, met meerdgr gemak en mindere onkosten, fpoediger, dan nu gefchied, uit de Binnenlanden naar het Strand of de Rivieren vervoerd kan worden, en ligter voort te trekken zy. M. Voor die een beter Voertuig, dan de Buffels-Karren der Javanen, uitvind, dat min* der log, doch even fterk zynde, meerdere zwaarte kan vervoeren. 37. Voor die zodanige verbeterde Buffels-Karren laat maaken, en by zyn Landvolk, ten minsten vier daar van, in gebruik brengt. 38. Voor die aantoont, op welke wyze men, met hoope van eenen gewens^hten uitflag, zoude kunnen ondernemen de Zandbank voor de üataviafche Rivier te verlaagen, te fnyden, of geheel weg te ruimen. 39. Voor die aantoond, hoedanig de bekwaamfre Middelen ter uitdelvinge der Zand-Bedden in de Rivieren (in Europa uitgevonden) .alhier mee vrugt zouden konnen worden in hot werk gefield. 40.  C 28 ) 40. Voor die een nuttig Bericht over de Werk» tuigkunde, niet byzondere toepasfinge op den itaat deezer Volkplantinge, aan het Genootfchap overleverd. 41. Voor die de beste en bekwaamste Vaartuigen en verdere Gereedfchappeii opgeeft „ om de Stads Gragten uit te diepen, GENEESKUNDE. 42. Voor die het beste Tra&aatje of kort Opftel leverd, wegens de hier in Indiën zoo algcmeene Kwaal, den Buikloop, en in het zelve, op Theoretifche en Praétifche gron-, den, in het licht field de bovengenoemde Ziekte, derzelver Aard, Verfcheidenheic}, Oorzaaken, Teekenen dier Oorzaaken, Geneezings-Aanwyzingen, en meest dienstige Hulpmiddelen. Insgelyks ■ het aanmerkelykste Verfchif van den Indifchen pynelyken Buik- of BloedLoop, met dien geenen, welke in Europa plaacs heeft: eindelyk ook de Geneezingswyze der Inlanders, hunne meesc gebruiklyke Medicamenten en derzelver Bereidingen.' $3. VToor die, in een ander beknopt Opflel, zal aantoonen, waarom de Verfloppingen der Ingewanden (gemeenlyk de Kpck gqzegtj hier  09 > hier al mede zoo algemeen zyri; welke Ge* neezings-inzigten^ zoo wel tot verhoeding als tot geneezing,- daar tegen zyn in acht te nemen, en, waar door die het best worden uitgevoerd ; eerst by onze Europeanen, daar na by den Inlander, aan wien veelen daar in eene byzondere bedrevenheid toefchryven. 44-. Voor die de meeste geneeskundige Planten, Vrugten en Wortels, alhier by den Inlander in gebruik, zal hebben aangetoont, maar , (NB.) het aangetoonde ook met goede bëwyzen bevestigd; ten einde alle onzekerheden en fchadelyke gevolgen vöor te komen. LETTERKUNDE. 45. Voor één of meerder Perfoonen, die, op goede gronden, geoordeeld zullen worden 'den mees ten lust en de grootste bekwaamheid te hebben, o;n de Hoog-Maleidfche, Javaanfche , Chineefche , of andere hier nuttige Oosterfche Taaien , zich eigen ta maaken , in eene meerdere volmaaktheid, dan gemeenlyk gefchied, en wel zoodanig, dat zy daar door in /laat ge/leld zullen worden, om gewigtige Zaaken, ten voordeele van Land m Kerk, te konnen verrigten. 46.  C 30 > 461 Voor die het beste Nederduitfche Vaars maakt, en daar in aantoont den Invloed der Weetenfchappen op de Zeden. NB. Men zoude gaarne zien, dat het niet onder de honderd, noch boven dë drie honderd Vaarzen of Dichtregelen befloeg: edoch zal de uirfpraak voornaamlyk vallen op het zaaklykd $. V, Bibliotheek De Bibliotheek en hét Kabinet van en Kabinet. Iiet Qen00tfchap groeyen daaglyks aan door nieuwe Gefchenken, waar van men eerlang de Catalogus zal uitgeven. §. VI. Ovetled«n. Onder de Heeren Directeuren is in* dit Jaar geen fterfgeval voorgevallen. Onder de Dirigerende Leden is over*, leden: De Secretaris Van WÜRMB* wiens dood men betreurd wegens des zelfs kundigheid, vooral in de Natuurlyke Hiftorie. Onder de Leden zyn overleden: De Predikant JAN NUPOORT. De  c 31 y De Oud Opper-Koopman P. T. DE VIENNE, De Weesmeester E. REINVAAN. Daartegen zyn, op hun verzoek, tot Leden aangenomen: De Raad van Juft.Mr. W. A. CEVA* De Luit. Ingenieur L. LUSSON. De Adfiflent L DORSMAN. Op Amboina. De Koopman J. C. CRUIPENNING/ §. VII. Het Bataviaasch Genootfchap beftaat Getal der thans in: Direaeui opper-Direóteur. reneau12- Directeuren. 8 Dirigeerende Leden. 8? Ordinaire Leden te Batavia. 98 Extraordinaire Leden op de Bui—«r ten - Comptoiren. 206 te zamen. §. VIII. De Gemagtigden van het Genoot- Gema?t;gfchap zyn in Nederland: den ia &* REINIER ARRENBERG,Courantierropaen Boekhandelaar te Rotterdam, en JO.  ('3* ) JOHAN&ES ALLART, Boekhandelaar te Amfïerdam, aan wien alle Brieven voor dit Genootfchap kunnen afgegeeven worden; IN INDIEN; ÏTeéft het Genootfchap tot zyne Gè> magtigdén geköozen, de Secretarisfen van Politie op de refpe&ive Cömptöiren van de Compagnie , aan welken mede alle Brieven van het Genootfchap kunnen worden afgegeeven'^ §. IX. Coirefpon- Voorts houd het Genootfchap eene denten. vriendelyke Correfpondentie met veele Genootfchappen in Europa, en heeft tot Leden - Correfpondenten verzogt en verkoren de volgende Heeren, als: Den Wel-Eerw. Heer C. G. H. vaj* 'der AA, Predikant der Lutherfche Gemeente en Secretaris der Maat. fchappy te Haarlem. Den Wel-Edelen Heer L. BICKER, Med. Doclor en Secretaris van het Bataaf sch Genootfchap te Potter dam. Den Hooggeleerden Heer j. W. TEWAT EK , Profesfor en Predikant Ie Middelburg en Secretaris van het Zeeuwsch Genootfchap te Vlisfingen. Den  ( 33 ) Den Wel-Eerw. Heer J. TJEENK, Predikant , en Secretaris van het Zeeuwsch Genootfchap te Vlisfingen. Den Hooggel, Heer M. TYDEMAN, Profesfor en 'Secretaris van het Provinciaal Genootfchap te Utrecht. Den Wel-Ed. Geftr. Heer ENGELHART, Procureur - Generaal en Lid van 'het Genootfchap te Groningen. Den Hooggel. Heer A. VOSMAER, Raad en Directeur van het Natuur en Konst - Kabinet van Zyne DoorL Hoogheid in V Hage. Den Hooggel. Heer N. G. SCHROTDER., A. L. M. Theol. Philof. Dottor en Profesfor in de Oosterfche 'Laaien &c. te Groningen. Den Hooggel. Heer J. F.HENNERT, Profesfor 'te Utrecht. Den Hooggel. Heer EVERHARDUS SCHEIDiüS, Profesfor in de Oosterfche Taaien fiflr, &c te Hqrdérwyk. Den Hooggel. Heer SEBALDUS RAU, Theol. Dotf. , Profesfor Theol. Typ. Exèget, nee non L. L. O. O. te Utrecht. Den Hooggel. Heer HENRICUS AL. BERTUS SCHULTENS, Prvfesfor in de Oosterfche Talen te Leyden. IV. Deel. ** * Den  C 34 ) Den Hooggel. Heer ADRÏANUS van ROYEN , Profesfor Med. te Leyden. Den Hooggel. Heer GUALTERUS va n DOEVEREN, Prof Med. te Leyden. Den Hoog-Eerw. Heer GYSBERT BONN t T, Theol. Doctor, Profesfor, mitsgaders Academie - Prediker te Utrecht, Den Hoog-Eerw. Heer J. A. VOS, S. S. Theol. DoB. en Profesfor, mitsgaders Academie-*Prediker te Utrecht. Den Hooggel. Heer P. HOFSTEDE % Profesfor in de Kerklyke Gefchiedenisfen , Oudheden Sc. en Predikant te Rotterdam. Den Hooggel. Heer N. L. BURMAN, Med. Doclor en Prof. Botanie, te Am-, fier dam. Den Wel-Ed Geftr. Heer H. H. v\n den HEUVEL» Griffier van V Hof Provinciaal te Utrecht. Den Wel-Ed. Geftr. Heer Mr. N. van ALPHEN, Uur genieester te Leyden. Den Wel-Ed. Geftr. Heer JOHAN SPLINTER STnVORINÜS, Kapitein , resforttrer.de onder het Coilegie der Admkalileii van Zeeland te Middelburg* Den  (35 ) Den Wel-Edele Heer PETRUS MATTHYS van NIELEN, Med. Dotlof en Directeur van het Utrechts Genootfchap te Utrecht. Den Hooggel. Heer PETRUS CAMPER, A L. M. Med. & Phil. Doctor & Profesfor Hon. Anat. Chym. chulz heeft uit- ge- Crf) Zie hetzelfde Werk. (e) Zie de Verhandeling van den Heer Bickïr, in T ïssots Raadgeeving voor de gezondheid van den CJemeenen Man. if) Hiftor. Infition. Vaiiol. in Suecia, 4c. pag. 28.  der prysvraagen. 1» gerekend (g) dat 'er Jaarlyks 9000.-. Menfchen in dat Ryk, en de Heer Bicker (//) dat 'er alle Jaaren in Holland 5320. Menfchen aan de Kinderpokken iterven. In 't Jaar 1756. deed deze. ziekte, te Kopenhagen,. 1117. Inwooners fneuvelen. Voor ruim 8 Jaaren fleepte zy te Napels 16000. zielen weg. Edoch niet alleen in Europa, maar in. alle andere gedeelten der Waereld is de Kinderziekte even zoo doodlyk. In 'tjaar 1755. woedde zy zoo geweldig aan de Kaap de Goede Hoop, dat 'er omtrent 1000. Europeaanen, en ruim zoo veele Slaaven, door wierden weggerukt, en de befmetting was daar zoo vervaarlyk, dat men geen geld van eikanderen dorst ontfangen, en daarom hetzelve in bakken, die buiten de deur gefteld waren, wierp, en wanneer het daar eenigen tyd in gelegen had, kwam een Slaaf, welke de ziekte reeds doorgeftaan had , hetzelve fchoon afwasfchen, en gaf het als dan over. De Heer Hoffman, M. 0. te Bacavia, fchreef aan den Heer W. Forsten (g ) Ibidem, pag. 2? ^an .„ de oude wyze van Inëntinge, getuigde „ reeds de Bisfchop van Worcester, in zyne Kerkrede over dat Onderwerp „ uitgefproken, dat 'er van de 1500, wel„ ken daar en te Londen, door de Hee„ renRAMBY, Hawkins, enMiDD„ leton, op die wyze, waren ingeënt, „ niet meer dan 3. gedorven waren COi „ maar., federt de nieuwe Suttoniaanfche wyze van Inëntinge, zyn die voor„ deelen nog ruim eens zoo groot ge„ worden; want, volgens het getuige- „ nis \ In het aangehaald Vertoog, Blaclz 125. (/) De Heer M. A. Fitit berigc in zyn Secontt Rapport en faveur de l'Inoculation, pag. 176. dat de Heer RAMBï'er 1500. hadingeënt, zonder dat 'et één van geftorven is; de Heer Middletok 800. met 'er tlechts één te verliezen ; de Heer Beli. 903, met hetzelfde' gewenscht gevolg, en anderen nog een zeer groot geul, zonder dat 'er één van ii om* gekomen.  der prysvraagen. 15 „ ris der Koninglyke Geneesheeren, en „ Heelmeesteren in Engeland fterft 'er, ,, uit 1000, ingeënten naauwlyks één, „ wanneer dezelven behoorlyk bebandeld worden. In 't Jaar 1769, ge,, tuigde de Heer Ingenhouse, dat de „ Baron Dimsdale (beiden alzins ge,, loofwaardige Perfoonen) tusfeheri delft, en 5000. lieden van allerlei ouderdom „ ingeënt had, van welken 'er geen één', „ waar van delnënting oorzaak"was, ge„ mist werd. De Suttoniaanen getuig.. ,, den in dien zelfden tyd, dat het ge,, tal der Perfoonen, door hen ingeënt, „ toen reeds 7000, bedroeg, waar vans „ 'er niet meer dan 20, door de Inê'ri„ ting, als oorzaak , geftorven waren. „ Q En federt zyn zy met hetzelfde ge,, volg blyven inenten.) Nog verdér ,, gaat, 't geen de Heer Leuthner", „ in eene voorrede voor een uittrekfef „ van het werk des Heeren Dim s„ dale, in 't Hoogduitsch door hem „ uitgegeeven, door geloofwaardige ge,, tuigen toont; dat , naamelyk van „ 107624. menfchen, die ingeënt zyn, „ flegts 23. zyn geftorven: dat is één. „ van de 4679- Volgens, het getuige„ nis van den Heer Murray in 't „ Jaar 1766, was in Zweeden» ondei « de  \6 Beantwoording ^, de 3000. ingeëntcn geen een eenige j, overleden." Met zeer veel reden noemt dan de Heer Camper de Inenting eene wiskundige beveiliging des leevens: den-2 6ilea February 1779 > lchreef men uit Irkuïzk in Rusland: „De nuttigheid, en de goede gevolgen van het Inëntingtmia, dat alhier in het Jaar 1772, op be* vel onzer Keizerlyke Souvereine, en V, ten kosten van de Kroon opgericht "„ is, ziet men van dag töt dag. M« j, oogmerk was , om het fterven der Kinderen aan de natuurlyke pokjes, vooral onder het Nomadisch Volk 'voor „ te komen , en hier aan is gelukkig „ beantwoord , 'zoodanig dat, in het „ voorleden Jaar 1778, 'in verfcheiden „ Plaatzen van ons Gouvernement, aan }\ 215. Griekfchc en 5534- vreemde Re,, ligions-verwanten de Kinderziekte ge-' ], inöculeerd is, waar van 'er Hechts 5. geftorven zyn, hebbende alle de overigen de pokjes gelukkig doorgedaan." Laat ik by dit alles byvoegen, dat van. meer dan 400. lieden, door de Heeren Camper, van Doeveren en van Geuns, in 't Jaar 1769, te Groningen ingeënt, geen één geftorven is; en dat ik  DER PRYSVRAAGÊN. tj ik, federt dat zelfde Jaar de Inenting geoerfend, en federt het Jaar 177Ó. over de 100 ingeënt heb, zonder één te verliezen. Het blykt dan overtuigend, dat de Welëdel Geboren Heer van Hogendorp geenzins met vergrooting fpreekt, wanneer hy verzekert, dat de In'èntingkonst zoo verre in Europa gevorderd is9 dat men op 100 ingeente perfoonen naaüwlyks èènen dooden (m) tellen kan: Invoegen men met waarheid zeggen kan, dat de mogelykheid, om door de Inënting zyn leeven te verliezen, duizendmaal kleiner is, dan die van door de natuurlyke Kinderpokjes te fterven; zonder zelfs te onderzoeken, C't geen men anders met recht zoude kunnen doen) of van de weinigen, die 'er onder geftorven zyn, de dood niet toe te fchryven geweest zy aan eene verkeerde of onvoorzichtige behandeling van den Inënter, of aan verzuim en overtreeding van den voorgefchreeven eet- en leefregel aan de zyde van den Lyder , of aan verborgen en toevallige oorzaaken, die men niet ontdekken (m) Volgens het gezegde door den Sehryver ftaathes als één tegen honderd dertig. Noot Van 't Cer.oetfcha». B  ;8 Beantwoording ken of voorzien kan, en waaraan zy evenwel op dien tyd zouden geftorven zyn» Edoch, al ware het, dat 'er tienmaal meer Menfchen aan de Inenting ftierven, dan 'er wezenlyk doen, zoo zouden deszelfs voordeden nog groot genoeg zyn, om op de algemeen© invoering van deze practyk met kracht aan te dringen. „ In„ dien, zegt de Heer Bicker, de In„ enting van de 100, die'er door den „ natuurlyken weg aan fterven, flechts ,, 90 behoudt, (dat zeer gering ge„ fteld is) en indien 'er jaarlyks in „ Holland vier of vyf duizend menfchen „ aan fterven, 't welk niet onwaarfchyn„ lyk is, zoo zou men in ons land, in „25 Jaaren, meer dan 100000 nutti- ge Inwooners aanwinnen, zonder te „ rekenen die, welken uit dezen intus„ fchen weder zouden geboren zyn. Het „ is, vervolgt hy, eene bewezen en al», gemeen aangenoomen waarheid, dat 'er „ van 100 menfchen, die de Kinder„ pokjes natuurlyk krygen, 14 of 15 „ fterven; d.;.t is 140 of 150 van de „ 1000; en doorgaans ftelt men, dat ,? 'er van de 30©, of 400 of 500 in„ geënten maar één fterft; indien men „ derhalven ftelt, dat 'ervan 1000 aan „ de  DER PrYSVRAAGEmI IQ j, de natuürlyke kinderziekte, maar 100, en van de 100 ingeënten wel 10 ,, fterven, zoo ziet men, dat men van „ beidé kanten het getal, ten aanzien „ der Inëntinge, zoo ongunftig neemt, ,j als men by mogelykheid vergen kan; nooit het aangezicht fchendt, nimmer „ putten of naaden, ja byna nooit roo- „ de  BÏR PRYSVRAAGEN. 11 „ de vlakken nalaat, veelmin blindheid, „ lamheid, teering, of eenige kwynen„ de ziekten. Onder alle de Perfoonèn, „ zegt de Heer Forsten Verschuur, „ welken de Inenting ondergaan hadden, „ die ik in Engeland gezien heb, die ,, al een aanmerkelyk getal uitmaaken, ,, heb ik 'er geen één gevonden, aan ,, welke de Inënting Kilkejtwaade uit„ werkingen gedaan had (<0-" Daar nu de natuürlyke Kinderziekte zoo doodlyk is, en overal zoo een groot aantal menfchen ontydig en ellendig ten grave fleept, of al hun leeven ongelukkig maakt; daar de ingeente pokjes, integendeel , in Europa naauwlyks één uit duizend doen fterven, en daar dezen, behalven dit, zoo veele andere gewigtige voordeden boven geene aanbrengen, met hoe veel recht en reden poogt dan de menschlievende Heer van Hogendorp de konst der Inëntinge, ih de Oost - Indifche Colonien in te voeren, ten dien einde vraagende: Welke redenen zyn V, om te mogen vast/lellen, dat de Inenting der Kinder-. ziekte («) 't Zelfde Vertoog, Bladz. 127—-i2«. B 3  i2 Beantwoording ziekte in de Oosterfche Volkplantingen, met even zoo goeden uitjlag zoude kunnen wórden aangewend, als in de Noordelyke Gewesten van Europa? §• 7. Daar zyn zeer voldoende redenen, om zulks te mogtn vastflellen: de Voor? naamften zyn de volgende. Voor eerst: de Ondervinding heeft onfcwyffelbaar getoond, dat de Inenting, in alle de Landen , waar zy geöerfend of ingevoerd is, met het gelukkigfte gevolg is in 't werk gefield; en nergens heeft men waargenomen, dat de verfchiliende Land- of Luchtgefteldheid, aart en leevenswys der Volkeren daar iet toe of afgedaan hebben. Vermoedelyk is zy, in Arabië, door de Geneesheeren het eerst uitgevonden; en zeker is het, dat zy, federt verfcheiden eeuWen in Afië en vooral in de Landen, naby de Caspifche Zee, Georgië en Circasfië is geöeffend. Van daar is zy overgegaan tot Griekenland, tot de Levant, tot de Indiën, China en andere Oosterfche Landen. Ook is zy, federt lan-  DER PRYSTRAAGEN. fi^ langen tyd in Afrika in gebruik geweest: Voor ruim 90 Jaaren werd zy te Conftantinopolen gebragt, of vernieuwd, door eene Thesfalifche Vrouw, welke in die Stad met nog eene andere Griekfche Vrouw, verfcheiden duizenden zeer gelukkig heeft ingeënt. In 't Jaar 1720 heeft de beroemde Lady Worthley Montague, eene Vrouw, die, gelyk Volt ai re zegt, niet alleen geest, maar ook fterkte van geest had, en die, in de Ambasfade van haaren Gemaal, by de Ottomannifche Porte. den gelukkigen uitflag der Inënting gezien, en in haaren eenigflen Zoon ondervonden had, deze nutte Konstbewerking in Londen overgevoerd en in gebruik gebragt. Van Londen is zy verfpreid in het overige van Engeland, en te gelyk in Schotland; vervolgens is zy van daar overgebragt in Amerika. Na dat zy verfcheiden Jaaren in die Landen, nu meer dan minder, geöefFendis, heeft zy eindelyk, federt ruim 20 Jaaren, zich, door gantsch Europa, eenen weg gebaand, zoo dat zy tegenwoordig in alle de Ryken van dat Waerelddeel, in 'Frankryk, Duïtschland, Holland, Rusland, Zweeden, Deenmarken, Italiën, Venetiën, enz. vry algemeen is ingevoerd, en van tyd tot B 4 tyd  54 Beantwoording tyd meer geöeffend wordt. En, gelyk de eerwaardige Chais zegt, (p) „overal, waar men de Inenting heeft dur„ ven in 't werk Hellen, hebben die 3, proeven, gemerkt met het zegel van „ den Goddelyken zegen, het allerge„ lukkigst gevolg had," „ Laat ons, zegt Tissot (q) haar „ volgen in de Nieuwe Waereld, in dat ,, Land, alwaar de manier van leeven de ,, Kinderpokjes zoogevaarlyk maakt. Zy heeft hetzelfde geweest, overal, waar „ men haar heeft in 't werk gegefteld.'* Geeft dit geene redenen, om, met eenig vertrouwen, zich te vleijen, dat dit heilzaam Konstmiddel, in de Oosterfche Volkplantingen, met even zoo goeden uitflag zal kunnen in 't werk gefield worden, als in alle die andere genoemde Landen ?— Maar dat vertrouwen zal merklyk den graad van vastftelling naderen, zoodra men Ten anderen, verzekerd is: dat de Inen- (p~) Zie Verhandelingen van de Hollandfehe Maatfchappye der Weetenfchappen I. Oee! 2. Sc. Bladz. 159. ($) De Inenting der Kinderpokjes gebillykt door Xhsot, BladZi 61.  derPrysvraagen. i5 enting mét het allergewenscht gevolg is aangewend zelfs in zulke Landen, alwaar de hitte en andere nadeelige hoedanigheden van de Lucht en het Land, en alwaar de geaartheid en leevenswys der Inwoo. neren aan die der Oosterfche Coloniè'n zeer gelyk zyn, of van die weinig verfchillen. Dan eenige weinige voorbeelden zullen ons hiervan genoeg verzekeren. Van Algiers, Tunis en Tripoli fchreef, reeds voor 20 Jaaren , na bekomen berigten, de Heer Chais O), dat de Inenting aldaar van een gelukkig gevolg vergezelfchapt gaat, in weerwil van de hitte der. luchtftreek, en het kwaad beftuur, 't geen men daar houdt, ten opzichte van de Ingeënten; en Kirkpatrick getuigde , dat de Inenting op die plaatzen zoo oud was, dat niemant haarer opkomst heugde, en dat'er van de 100 ingeënten maar 2 flierven (s). Het zoo oud en beftendig gebruik der Inenting by die volkeren moet een ieder doen befluiten, dat zy 'er zich op den duur wel by bevinden; ook is 'er die Konst federt nog met fr) Verhand. Tan de Holt. Maatfchappy V. Deel, bladz. 212 - 223. («■_) Onderzoek der Inënting, bladz. 159. B 5  S5 Beantwoording niet veel gelukkiger gevolg geöeffend. — Van St.Euftatius op 17. gr. en 25. min. noorder breedte liggende, fchreef men verder in den Brief boven, Bladz. 7. vermeld: „ Het gevaar, waaraan deze „ Colonie. zich blootgefteld zag, deed „ eindelyk de gedachten vallen op de In„ enting; een middel, waarvan de heil„ zaame uitwerkzels overal bekend en „ ondervonden zyn; doch tegen het wel9, ke men, in 't algemeen, met fchroom „ en vooroordeel is ingenomen. Dus „ wilde de Raad van dat Eiland in het eerst niet toeftaan, dat men van de„ zelve gebruik maakte; doch eindelyk ,, heeft dezelve, op aanhouden van on„ zen Gouverneur, het herhaald ver„ zoek van veelen onzer voornaamfte „ Ingezetenen, en door nood gedron„ gen, zulks den 2den dezer maand toege,, ftaan. Dien zelfden dag reeds liet eene „ der aanzienlykite Familien derzelver „ Kinderen inenten, en 's maandags daar „ aan alle zyne Negers, welke de natuur„ lyke ziekte nog niet gehad hadden. Ver„ fcheiden Familien volgden dit voor„ beeld , terwyl anderen, welke zich „ daaraan niet durfden waagen, zich met „ hunne huisgezinnen, en Slaaven, naar „ de nabuurige Eilanden begaven: on- „ der-  PER P R YSVR AA GEIN. B? dertusfchen göïg de Inenting volko„ men naar wensch; allen,, welke deze 9, cuur ondergaan haddem, waren weinig „ ziek geweest, en in 8. dagen tyds bui„ ten gevaar. Veelen, die zich tot nog „ toe tegen de Inenting hadden aange* „ kant, dezen goeden uitflag ziende, „ kwamen van hun vooroordeel terug, ,, en volgden het voorbeeld der ande„ ren. Ryken en Armen laaten -zich nu „ inenten; de behoeftigen worden door „ de meergegoeden onderfteund, en door 9, eenenEngelfchen Geneesheer voor niet „ bediend. De overigen, welken, in weerwil van dat alles, nog niet had,, den kunnen goedvinden, om van. dat „ middel, 't welk zigtbaar door den Her „ mei gezegend wordt, gebruik te maaj, ken," gevoelen nu de fmertelyke ge„ volgen hunner hardnekkigheid, daar „ zy door de natuürlyke Kinderziekte „ worden aangetast, die geduurig allerj, verderf!ykst blyft, en waar door eene ,, meenigte, zoo Blanken als Negers, „ ellendig uit het leeven worden weg„ gerukt." -—- De Heer Hoffman fchreef in den Brief, boven mede gedagt, verder: „ De Inenting vindt alhier eeni„ gen ingang, fchoon men in het begin „ 'er zeer fterk tegen geweest is. De „ Heer  a8 Beantwoording Heer de Vrey, M. D. is de eerfte geweest, die dezelve aan eenige Slaa„ ven met eene goede uitkomst in het „ werk gefield heeft; doch zulks heeft, „ toen ter tyd, niet veel voortgang ge„ maakt, maar nu heeft de Heer Nel„ son, op myne aankomst, en mede „ onder myn beftuur, de Inenting aan „ zyn eenigst Zoontje, byna 5. Jaaren „ oud, en twee Slaaven in het werk ge„ field: hier door zyn : dezelve zeer „ gelukkig van de woede dezer befrnet„ ting gered. Dit geval heeft de oogen „ van fommigen geopend, zoo dat reeds „ verfcheiden Perfoonen den gemelden „ Chirurgyn verzocht hebben hun, hun„ nen Kinderen, en Slaaven inteenten."-— Sedert is my berigt, dat zulks met een gewenschten uitflag gefchied is, en dat men 'er nog van tyd tot tyd met een gelukkig gevolg inent. — Bekend is het, dat de doorgaande hitte te Bengalen, fchoon op meer dan 20 gr. noorder breedte liggende, in de maanden Maart, April, Mey en Juny, wegens verfcheiden oorzaaken, genoegzaam zoo groot is, als die op Batavia, alwaar de middelbaare hitte is van 78 graaden. Bekend i3 het ook, dat verfcheiden omfrandigheden aldaar, zoo wel als hier, de Lucht zeer  DER PRYSVRAAGEN. 2£ zeer ongezond maaken, en dat de ïeevenswys der Inwooneren 'er weinig of niets verfchilt van die op Java; niet tegenftaande dit alles, toonen de berigten, die de Heer Chais in 't Jaar 1758 Dntfangen (7), en byzonder die, welken de Heer J. Z. Holwell (y) gegeeven heeft: dat de Inenting in het Koningryk Bengale, federt een zeer langen tyd in gebruik, en met een gelukkig gevolg geöeffend is; en dat zy 'er, inzonderheid in die genoemde heete maanden, wordt in 't werk gefield, door, een byzonder foort van Brachmannen, die daar toe jaarlyks opzettelyk naar verfeh.illende plaazen van dat Land reizen. Maar het geen nog nader komt by de hitte der luchtflreek van onze Oosterfche Volkplantingen, is het geen de Heer de la Condamine reeds voor meer dan 25 Jaaren berigt beeft. Te Para zynde, (eene Stad aan den mond van de Rivier der Amazoonen, gelegen op 1 gr. en 28 min. zuider breedte, en dus zoo veel nader aan de Evennagtslyn dan Batavia , ft) Verhandeling der HoIIandfche Maatfcbappye dei Weetcnfchappen, V. D. Bladz. 219. (vj Account of the manner of inccalating fajall Poi in the Easc -Indies. $ag. 8.  ft Beantwoording tavia, dat op 6 gr. 10 min. zuideif breedte ligt) maakten de Kinderpokjes aldaar zoo groote verwoesting, dat hy die geheele maand niet kon vertrekken; vermits hy geene roeijers kon krygen, om hem naar Cayenne te brengen, ter oorzaake, dat alle de Indiaanen, uit de omgelegen Dorpen, uit vreeze voor die ziekte, de vlugt genomen hadden, want $ volgens zyn berigt, zyn de natuürlyke Kinderpokjes allerdoodlykst voor de Indiaanen, die naakt leeven, en hy van hun, die, als hy eerst uit het bosch komt, 'er van aangegrepen wordt, is, in 't gemeen een man des doods (x~). „Doch, „ fchryft hy, het is zoo niet met hem» „ als hy die pokjes, door de konst, „ ontfangt. Het is 15 of 16 Jaaren ,, geleden, dat een Zendeling een Kar„ meliter Monnik, uit de nabuurfchap „ van Para, ziende de Indiaanen allen* „ den eenen na den anderen fterven, „ en uit het leezen, van een Courant „ het geheim der Inëntinge* die toen „ in Europa veel geruchts maakte, be„ grepen hebbende, verflandelyk oor„ deelde, dat hy, dit Geneesmiddel in ,, 'twerk (x) Hiftorifche Inleiding tot het Verhaal van den «beid der Akademieleden, in 't Fransen, Bladz, 199.  DER PrVSVRAAGENV $t „ 't werk (tellende, ten minften eenen „ dood, die, met het gebruik der ge„ woone geneesmiddelen, niet dan al te zeker was, twyffelachtig zou maaken.— „ Hy had reeds de helft van zyne In„ diaanen verloren; de anderen vielen dagelyks in de hand van deze ziekte. ^ Hy ondernam ftoutmoedig de Kinder„ pokjes allen den overigen, die 'er nog 3, niet van aangetast waren, inteënten, „ en van dezen verloor hy 'er niet één „ eenigen. Een ander Zendeling aan den „ Niger, of de zwarte Rivier, volgde „ zyn voorbeeld, en met denzelfden „ gewenschten uitflag. — Na zulke door,,, flaande proeven, vervolgt hy, zon „ men ongetwyfFeld denken, dat in de ,, befmetting van 't Jaar 1743 al wie „ Indiaanfche Slaaven had te Para, zich ,, van zoo een heilzaam hulpmiddel zou „ bediend hebben, om hen in 't leeven „ te behouden. Ik zou zulks insgelyks „ gedacht hebben, indien ik van het te„ gendeel geen ooggetuigen geweest „ ware. Althans men was nog niet be„ dacht, om zulks te doen, toen ik van „ Para vertrok; doch de helft der In,, diaanen was ook nog niet geftorven ,, aan die ziekte, gelyk te voren, eer „ men begon inteënten." Na  32 Beantwoording Naderhand heeft men nochthans den Heere de la Condamine gefchreven (yj), dat men federt aldaar weder tot de Inenting, en met hetzelfde gewenscht gevolg is overgegaan. — Zie daar dan de Inenting in allerlei oorden der Waereld, zoo wel onder de verzengde, als onder de gemaatigde Iuchtftreeken; zoo wel aan geene als aan deze zyde van de Evennagtslyn, en in Volkeren van allerlei aart en leevenswyze, met de gelukkigfte gevolgen in 't werk gefield. Met hoe veel reden mag men dan vastflellen, dat zy te Batavia , en in de andere Oosterfche Volkplantingen, met denzelfden goeden uitflag zal verzeld gaan ? Maar men zal met nog meer grond van zekerheid zulks zich belooven kunnen, indien ik doe zien, dat het goed gevolg der Inëntinge niet zoo zeer afhangt van de gemaatigdheid > de koude, of hitte der lucht, als wel van eene verfche gedephlogifteerde lucht, benevens de andere maatregelen, die men by dezelve in acht neemt. Toen (y) Kort Verhaal eener Reize, in het binnenfte van Zuid-Amerika, door sin Cohoamik &, in 't Fxansch, Bladz. 183.  der Prysvraagen. 33 Toen de nieuwe wyze van Inenten eerst bekend werd en begon door te breeken , fchreef men de aanmerklyke voordeelen deszelfs, boven de oude, voornaamlyk toe aan de koude behandeling; en, indedaad, mee zeer veel reden; want behalven dat deze behandeling best ftrookte met de koele leevensregeling, die de eerde Genecsheeren, een Sydenham, een Boerhaave en anderen, in de natuürlyke Kinderpokjes, met zoo veel nadruk hadden aangeprezen, en behalven den goeden uitflag, dien men 'er algemeen van ondervond, zoo zag men 'er de treffendfte en heilzaamfte uitwerkingen van, wanneer deLyders, in den loop der Kinderziekte, door zwaare benaauwdheden, lhiiptrckkingen, raaskalling, enz. aangetast werden: men zag naamlyk , dat deze toevallen terflond bedaarden en verdwenen, zoodra men hen in de open lucht, of voor open vei ffcers bragt, en aan eene fterke koude blootftelde, waarvan men de merkwaardigfte waarneemingen vindt in de Werken van Dimsdale, Wa t s o n, Th. Schwencke, en andere. En, gelyk het gewoonlyk gaat, het goed gevolg, 't welk men in het algemeen en in die byzondere gevallen, van de koude be- IV. Deel. C han-  34 Be an tav oordinc handeling befpeurde, deed wel haast de Jnentcrs tot meeriten overflaan; men liet de ingeënten , zelfs onder het hevigfte der uicbottinge, geduurende de ftrengfle koude, des nagts, in kamers, met open venlters llaapén, en, des daags, met koetzen uitryden, of openbaar op flraat wandelen,, in meening dat zulks den goeden uitflag der Inëntinge merkelyk bevorderde. Waarfchynlyk heeft de kennis, die de Weledel - Geboren Heer van Hoog en dorp van dit alles zal verkregen hebben, zyn Weledel - Geboren bedugt gemaakt, of de Inenting in de heete Gewesten der Indien wel met dac zelfde gelukkig gevolg zou kunnen in 't werk gefield worden, en daarom doen vraagen: IVelke redenen zyn ''er, om te mogen vastzeilen , dat de Inenting der Kinderpokjes enz. en welke in deze heete Gewesten de beste én eevoudigfle wyze zy van inteenten. Dan , hoe groote voordeden men in 't begin der nieuwe wyze van Inëntinge aan de koude ook toegefchreven hebbe, eene gezonde redeneering en ontwyffelbaare ondervinding hebben naderhand ten  DER. P R Y SVftA A OEN. 35 ten klaarften doen zien, dat zy geenzins noodzaaklyk zy, om de Inenting wel te doen uitvallen. ——- De boven bygebragte waarneemingen van zoo veele in heete Gewesten gelukkig uitgevallen In* entingen zyn, dunkt my, genoegiaam om zulks te befluiten. —— Maar daarenboven heeft myne eigen ondervinding my daar van ten volle overtuigd. —• Ik heb, gelyk anderen myner Kunstbroederen, in allerlei faizoenen ingeënt, en, in het gantfehe beloop der ziekte, in de toevallen en meenigte der pokken, geen verfchil van belang ontdekt; althans niet zoodanig een, 't welk de ziekte zwaarer, of gevaariyker maakt. -— Ik heb, m het midden van den winter, in de felfte koude, eenige Inëntelingen gehad, met veele pokken, en meer dan gewoonlyk ziek, en, in 't midden van den zomer, verfcheiden met zeer weinig pokken, en naauwlyks ongefteld, niet tegen (taande ik die allen denzelfden eeten leefregel heb laaten houden. —— lk heb in de maanden July en Augustus van den Jaare 1776, op dagen, dat myn Thermometer van Prins van 72. tot 80. rees, verfcheiden inëntelingen, op het heetst van den dag, fchoon tegen myn gebod, in de zon wandelende gevonden, zonC 2' der  %6 Beantwoording der te kunnen bemerken, dat het hun eenigzins hinderde, of kwaad deed, of eenige verzwaaring, of verandering in den loop der ziekte veroorzaakte. —< Ik heb zelfs duidelyk waargenomen, dat zy, op die zelfde dagen, in een beflotcn vertrek , waar het merklyk koeler was, ten tyde der uitbottinge, veel loonier, benaauwder, en zieklyker waren, dan in die heete buitenlucht, en dan anderen des winters, in eene nog veel kouder, doch belloten kamer, geweest zyn. — lk heb, in het heetlte van den zomer, in een kind, zigtbaare aandoeningen van ftuiptrekkingen, terftond en geheel, zien ophouden, door het in de buitenlucht te brengen, uit een vertrek, waar de warmte, in verre na, zoo groot niet was. Uit alle deze en andere ondervindingen meen ik, met grond te mogen beïluitcn, dat de goede uitflag der Inëntinge geenzins van de koude af bange, en dat de voordeden, welken men, in de nieuwe wyze van inenten, van de blootftdling aan de koude heeft afgeleid, veel meer zyn toe te fchryven aan de vryë verfche lucht, welke men den Lyderen by die blootftelling verfchaft; gelyk  der Prvsvraagen. 27 ]yk men, reeds van Celsus tyien af, en vroeger, zoodanig eene luchc van het grootfte nut, in alle heete ziekten, geoordeeld en gevonden heeft, en 't welk de laatere, inzonderheid onze hedencïaagfche Geneesheeren, met zoo veele ontwyfrelbaare waarneemingen en proeven betoogd hebben. Dan dit beüuit wordt niet weinig bevestigd, en aan hetzelve geen gering licht bygezer, door de ondervindingen, welken men, federt korten tyd, van de vaste Luchten verkregen heeft , als uit welken ontegenzeglyk blykt, aan den eenen kant, dat eene befloten, eene meermaalen ingeademde, en met onze uitwaasfemingen vervulde, en dus met Phlogifkn overlaaden lucht, ten hoogfte ongezond, en vooral voor zieken ten uiterlte fchadelyk zy; en, aan den anderen kant, dat eene open, verfrischte , en van Phlogiftoii ontbloote lucht, hoedanig deszelfs gematigdheid zyn moge , zeer gezond cn byzonder voor zieken allerheilzaamst zy. Ondertusfchen moet men, uit dit alles, niet befluiten, dat de koude in 't geheel geen voordeel aan de inenting toebrenge: zy fchynt, op eene voorzichtige en gepaste wyze aangewend zynC 3 de,  33 Beantwoording; de, de pokkoorts te maatigen, de pokgisting te beteugelen, en de uitbotting merklyk te verminderen ; hoewel het ook waar is, dat zy, onvoorzichtig, en niet naar vereisen in 't werk gefield, in de ingeente, zoo wel als in de natuürlyke Kinderpokjes, de nadeeligfle, ja doodelyke gevolgen kan veröorzaaken; gelyk dit een en ander uitvoerig en overtuigend is aangetoond, door den Heer Bicker, Proeven en Waarneemingen nopens Je natuürlyke en ingeente Kinderpokjes (x) die, om dat alles, met den Hooggel. Heer Camper oordeelt, dat de buitenfpoorige blootftelling der ingeënten aan koude, en gevolglyk ook het plegtig uitryden in koetzen, of wandelen op ftraat, nuttelooze en fomtyds fchadelyke grilligheden zyn , die ons van de kwakzalvery der Engclfehe Inënters zyn blyven aanhangen; — Dan dit alles overweegende, heeft men, meen ik, ook uit dezen hoofde, de beste reden, om te mogen vasdtellen, dat de Inenting, in de heete Gewesten der Indien, met een goeden uitflag zal in 't werk ïrefleld worden, wanneer men, benevens de (x ) Zie het Vde Deel der Verhandelingen van het Zceuwsch Vlisfingsch Genootfchap.  DER PrRYSVRAAGEN. 39 de andere verëischte maatregelen, zorg draagt, dat de ingeënten, onder de bewerking, altoos eene vryë en verfche lucht genieten. En voorzeker, opdat ik 'er deze reden nog by voege: Waarom zou de inenting 'er niet gelukken, daar men, buiten twyffël, in die Gewesten, ten minsten in onze Oosterfche Volkplantingen, alle vcreischtenhceft, welkenoodig zyn,om aan de inenting een goeden uitflag te verzorgen; de verëischte geneesmiddels, de nocdige fpyzen en dranken, en,'t geen bovenal noodzaaklyk is, kundige en voorzichtige Geneesheeren, of Heelmeesters, die bekwaam zyn, om die bewerking naar vereisch te verrigten, en om de gefchiktfte maatregels voor te fchryven en te doen opvolgen. Zie daar redenen genoeg, en, zoo ik my niet bedriege, zeer gegronde redenen, om te mogen vastflellen, dat de Inenting in de Oosterfche Volkplantingen van onzen Staat, met even zoo goeden uitflag ' zal kunnen aangewend worden , als in de Noordelyke Gevesten van Europa. Trouwens! wat is het noodig, 'er meerder redenen voor op te zoeken? Indien iQ berigten, die ik ontfangen heb, goed C 4 zyn,  4° Beantwoording zyn, heeft de uitkomst reeds begonnen te bevestigen, en tot zekerheid te brengen 't geen ik hier, op goede gronden, meer dan waarfchynlyk meen gemaakt te hebben. Men fchryft in het laatst van 1778, of in het begin van 1779, uit Batavia: ,,De „ Edele Heer Graan, Raad van In„ dien, heeft onlangs zynen twee Kinde,, ren , met het grootste fucces, laaten „ inenten; en de Inenting Ichynt ook tot „ den Inlander te zuilen doordringen. De „ Geneesheer van der Stee ge gaat fomtyds naar de Bovenlanden, en ent „ aldaar voor niet in. Van alle kanten „ komen zy naar Batavia om te verzoeken, ,, dat men hun Geneesmeefters ten platten „ lande zende, om in te enten; men ent „ hun in, en laat hen dan loopen: nie„ mant ziet 'er na om;zy rollen er door, „ en tot nog toe is 'er niemant van ge„ ftorven; daar 'er veelen door denatuuri», lyke pokjes omkomen —— En waarfchynlyk is 'er federt nog al eene mee nigte ingeënt. Zoo dit berigt waar is, gelyk ik alle reden heb om te gelooven , fchynt het, dat de beantwoording van de verdere  DER PRYSVR-AAGEN. AI dere gedeelten dezer Vraage, zoowel als van deszelfs eerfte gedeelte, onnodig geworden is. Immers gereedelyk is 'er uit te befluiten, dat men dan, althans te Batavia , reeds eene goede wys van inënten ktnt, in 't werk gefield, en, in het doen derzelve de verëischte maatregels en leevenswyze in acht genomen heeft. WanHeer men ook alles, wat ik ter beantwoordinge van het eerfle gedeelte bygebragt heb, behoorlyk overweegt blykt, 'er genoeg uit, dat men, in de Indiën, geene andere wyze van inënten, en geene andere maatregels en leevenswyze behoeft te volgen , als die, welken, in de Noordelyke Gewesten van Europa, en reeds in andere heete Landen, hebben Hand gegreepen, en dat die daar, zoowel als elders, met een goed gevolg, zal kunnen aangewend worden. Dan, om beide die reden, komt het my voor, dat ik, ter beantwoording van de twee overige gedeelten der Vraage volltaan zal kunnen met kortelyk , en alleen by wyze van regelen, op te geeven[, welke, volgens de nieuwfte ondervindingen, de beste en eenvoudigfte wyze van inënten zy, en welke maatregels men > in die te verrigten, vooral C $ in  42 Beantwoording in de Oosterfche Gesten , in acht te neemen hebbe, op dat zy ook daar met een goeden uitflag gefchiede, dewyl zekerlyk in de Indien reeds bekend en te bekomen zyn de Werken, waarin men vinden kan 't geen men, tot verder vcrftand en bevestiging dier Regelen, noodig achten mogt. §. 8. Ter beantwoording van het tweede gedeelte der Vraage, 'twelk, benevens de Operatie, of Bewerking der Inëntinge, in zich fchynt te bcfluiten alles, wat in acht moe,c genomen worden, vóór en tot dat dezelve in 't werk gefield wordt, zullen, meene ik, de volgende regels voldoende zyn. I. De In'énting bekoort niet, dan door bekwaame Geneesbeeren, of Hcelmeefters, verrigt te worden. Offchoon de Inenting in zichzelve eene zeer eenvoudige bewerking zy, die, in zekere opzigten, door een ieder kan verrigt en beftuurd worden, gaan 'er echter fdm-  der Prysvraagen. 43 fomtyds voorvallen by gepaard, die alle oplettendheid, en zorg van kundige en erk vaarcn Geneesheeren verëisfehen; waarom zy alleen aan dezulken dient toevertrouwd te worden, om zeker te zyn, dat zy wel gelukken zal. Wel is waar, zy is meenigvuldigmaalen, fchoon door onkundigen in 'c werk gefield, zeer wel uitgevallen, maar, behalven dat die uitkomsten meer geluk dan wysheid zyn, en niets anders bewyzen, als de heilzaamheid en veiligheid dezer Konstbewerking,zoo zyn 'er ook niet dan al te veel voorbeelden,in Engeland, in Holland, en elders, van ïnëntingen, die alleen daarom ongelukkig zyn uitgevallen, omdat zy door onbekwaame lieden verrigt waren, 't Is , ter oorzaake van dusdaanige voorbeelden , dat de Regeering van Rotterdam reeds voorlang verboden heeft, dat de Inënting door iemant anders, dan door gepromoveerde Doctoren zoude verrigt worden, en de Heer Odier fchryft,'dat men in Engeland de meefte kwaade gevolgen der Inëntinge, en den belemmerden voortgang dezer Praktyk veelal daaraan hebbe toe te fchryven, dat de Ouders zeiven hunnen Kinderen inenten , en dat onkundige lieden 'er zich mede bemoeijen. Zal derhalven de Inënting in onze Oosterfche Volkplantingen roet  44 Beantwoording met een goeden uitflag aangewend woriden, en naar wensch doorbreeken, zoo zal men 'er dienen zorg te draagen, dat men dezen Regel niet overtreede; 't geen te meer noodzaakelyk is, omdat men 'er daar, vokens ingekomen berigten, reeds vry los en lugtig mede fchynt om te gaan. tl *th best tot de Inenting gezonde onderwerpen te neemen, hoewel zy eenige ongefteldheden niet uit/luit. De goede uitflag der Inenting hangt zeer veel af van de gefteldheid der onderwerpen; de gezondften zyn, buiten tegenfpraak, de gefchikften', waarom men voorheen niet als gezonde perloonen inentte; doch, federt eenigen tyd, heeft men, en ik zelf heb, met een goed gevolg, ook lieden, met ligte ongefteldheden behebd , ingeënt. Men acht dit vooral geoorloofd, en zelfs noodzaakelyk, wanneer het gevaar van befmetting, door een algemeene Epidemie, groot wordt j omdat zwakke en ongeftelde Lie* den, met de ingeente Kinderpokjes, als altoos zoo veel ligter zynde, minder gevaar  dér PrYSVRAAGEnJ 4$ vaar loopen, dan met de natuürlyke. Men heeft ook gevonden, dat de ingeente , gelyk de natuürlyke Kinderpokjes, in fommige ongefteldheden, in ziekte der oogen, in huidgebreken, in kwynende kwaaien enz., tot een geneesmiddel verflrekken (z). I I I. Men kan, met een goeden uit/lag, in allerlei ouderdom inënten; doch die van boven de twee, tot twaalf^ of veertien Jaaren, is de gejcbikt~ je. Men heeft kinderen van allerlei ouderdom, en lieden van zeventig en meer Jaaren, met een goed gevolg, ingeënt. Veelen hebben zwaarigheid gemaakt, om kinderen , beneden de twee Jaaren, in te enten, omdat zy, onder het tanden krygen, eene zeer groote gefchiktheid tot iluipen hebben; waarom men oordeelt best te doen, met den Kinderen in de eer" (z) Zie Proeven over de ingeè'nte en natuürlyke Kinderpokjes, door den Heer Bicker, in de Verhandelingen van het Zeeuwsen Vlisfingsch. Genootfchap ,V. Deel,  {.6° Beantwoording eerfle maanden van hun leeven, of na > de twee Jaaren, in te enten. Men acht dat de Inenting het meeste nut aan de menschlyke Maatfchappy zou toebrengen, wanneer men algemeen eerstgeboren inentte, omdat de kinderen 't meest, beneden de twee Jaaren, door de pokjes worden weggerukt. Ik heb Zuigelingen van allerlei ouderdom van 3, 5, 9, en 10 maanden, en verfcheiden onder de twee Jaaren ingeënt, zonder eenig kwaad gevolg; en ik heb 'er gehad, die, onder de Inenting, tanden hebben gekregen, en 'er echter zeer wel doorgekomen zyn. In Afië, vooral inCircasfië, is dit algemeen in gebruik, en altoos goed bevonden. De Heer Locher Qa) heeft ook het gefchil, 't welk men daar oyer in Engeland gevoerd heeft, volkomen beflist door eene meenigte van eerstgeboren Kinderen, met den allergewenschten uitflag, in te enten. Men zondert ook dien tyd uit, waarin de Meisjes doorgaans de Honden krygen: dat is gewooniyk na de twaalf of veertien Jaaren; omdat zy dan dikwyls met toe» val- Qa) In Obferr. piaft. ciica Iuoculaüoncm Variola;um in neonaiis iaftitutam,  DER PRYSVRAAGEN. 47 vallen, of ongefteldheden te worftelen hebben. I V. Men kan, in alle tyden van bet Jaar', met een goed gevolg , inenten • doch bet beste 'er voer is dat faizoen y bet welk men, in het algemeen, veer het gezond/ie houdt, en gevo/glyk, m de Oofterfche Gewesten . bet drooge fatzoen, of den zoogenaamden PVinter. De ondervindingen hebben overal geleerd, dat men, om in te enten, geen tyd van 't Jaar behoeft te ontzien, wanneer 'er eene Epidemie van Kinderziekte begint, of reeds plaats heeft, maar buiten dit is het zekerlyk becer dat faizoen 'er toe te verkiezen, 't welk het koudfte en het gezondfle is, omdat de koude aan de Inenting voordeelig, en de bykomst van andere ziekte 'er zeer fchadelyk voor is. Ook is het natte faizoen in de Indien 'er te meer nadeelig voor, om dat het altoos rotziekten voorbrengt, en dus de Kinderziekte j welke doorgaans van dien aart  48 Beantwoording aart is, zeer verzwaaren zou. Trouwens! de ervaring heeft voorlang geleerd, dat deze plaag , geduurende het natte faizoen, in de heete Gewesten altoos de meeste verwoesting aanregt, V. Men moet niet inënten, wanneer 9er andere gevaar lyke Epidemie ofdoorgaande ziekten regeeren» De redenen van dezen Regel zyn kennelyk: twee of meer ziekten, ten zeiven tyde, in een en het zelfde lighaam, maaken het gevaar zooveel grooter; echter heb ik een myner Lyderen zeer wel door de Inenting zien komen, fchoon hy toevallig de uitbotting der pokjes en die der Mazelen te gelyk kreeg. Sommigen hebben gewild, dat men niet moet inënten, als 'er eene Epidemie van Kinderziekte regeert; maar de meesten oordeelen te recht, dat de noodzaaklykheid 'er dan zoo veel te meer toe dringt, als het gevaar, om natuurlyk befmet te worden, in zulk ëenen tyd, grooter is; te naeer, daar de ondervinding duidelyk heeft  DER PRYSVRAAGEN 40 heeft doen zien, dat de konftige befmetting de natuürlyke niet verzwaart; waar öm ik ook geene zwaarigheid maake van lieden in te enten, omtrent welken men tvvyffelt, of zy niet natuurlyk befmet zyn. V I. Men moet voor het verbïyf 'der ingeënten eene gezonde plaats verkiezen* De redenen van dezen Regel zyn uit het bovengemelde openbaar, en deszelfs opvolging is, vooral op fomtnige plaatzen , in de Indien, noodzaaklyk. Batavia, by voorbeeld, zeer ongezend zynde, en zulks van tyd tot tyd meerder wordende, is, gelyk een ieder ligtelyk begrypt, geen gefchikt verblyf voor ingeënten, invoege het daar raadzaam is hen op het land te brengen, om eene gezonde en verfche lucht te kunnen inademen. V I I. Men heeft in gezonde onderwerpen geene andere voorbereiding noodig, dan dat men hen, één oj twee daTi gen  50 B e a n t w o o r ö i n g gen voor de bewerking, een buïkzui-, ver md middel doet inneemen, en zich van dierlyke fpyzen, gegi/te dranken, en fpeceryen onthouden laat. De eerfle beöcffenaars van de nieuwe wyze van inënten, een Sutton, Dimsdale, Watson, en anderen, lieten, geduurende tien, twaalf en meer dagen voor de Inenting, hunne Lydersvan alle dierlyke vocdfels, gegifte dranken, en fpeceryen zich ftrengelyk onthouden, en herhaalde reizen door Mercuriaale, en Antimoniaale buiköntlastende middelen fterk afgaan; meenende, dat zy, door deze ftrenge voorbereiding hun eene gunftiger gefchiktheid voor de kinderpokjes bezorgden, het pokgift. goedaartiger en de ziekte min gevaarlyk maakten. 3ad qo'.fftii. ,êj cncssbêisi ir.?b aad •..r.ëóvni Deze meening heeft ftand gegreepen, tot de HeerGATTi, de oordeelkundigfte Inenter in Frankryk, door redeneeringen en proeven, betoogde, dat de gezondheid hier de eenigflre vereischte gunftige gefchiktheid is; dat gevolglyk de Voorbereiding, in gezonde onderwerpen, noodeloos, onnut, ja fchadelyk, en fomtyds gevaarlyk is, en dat zy in zieken-al- leen  DER PRYSVRAAGEN. SI leen beftaat in dezelven gezond te maaken , en dan, ten aanzien van de Kinderpokjes, geene voorbereiding kan genaamt worden." Na dien tyd heeft men algemeen van die ftrenge wyze van voorbereiden afgezien: fommigen hebben in 't geheel niet meer voorbereid; edoch anderen, oordeelende dat men niet van het eene uiterfle tot het andere moet overflaan, hebben de Voorbereiding korter van duur, en minder ftreng gemaakt. Deze handelwyze, my de voorzichtigfte toefchynende, heb ik mede gevolgd; en ik heb dit te gereeder gedaan, om dat ik duidelyk gezien heb, dat deSuttoniaanen, van wier Inentingen ik zeer veelen heb bygewoond, door eene ftrenge onthouding, en vooral door fterk te purgeeren, hunne Inëntelingen uitermaate verzwakten, zonder de ziekte, wanneer de geitellen ongunftig waren, minder hevig te maaken ; terwyl ik fterk twyfelde, of de hevige toevallen, die in fommigen plaats hadden, 'er niet aan moesten toegefchreeworden: althans de ondervinding heeft my ontwyffelbaar geleerd, dat eene langdurige en ftrenge voorbereiding, indien zy' geen nadeel aanbrengt, ten minfte geen voordeel doet, behalven, dat zy altoos lastig,- verdrietig, afschrikkende en D * ver- /  $2 .Beantwoording verzwakkende is. Ik heb my het best bevonden, met alleen den dag voor de Inenting goed te laaten purgeeren door het volgend middel. Mam/. Calabri. uns. j. Folior Senn. dr. ij. Sal. Polychrest. Sem. Anifi aa. dr. j. ïn fundi in S. q, Aq. Colat. unc. vj. adde Spir. Nitri dulc. dr. j. Rob Sambuci unc. j. M. Waar van ik volwasfenen alle uuren een theekop laat inneemen, en Kinderen alle muren een lepel, tot dat zy genoeg afgaan. Sommigen heb ik dat middel tweemaalen laaten gebruiken, wanneer het beflag op de tong, of de hardheid des buiks my deeden denken, dat 'er nog vuiligheden in de ingewanden zaten. — Aan eenigen, by welken ik wormen vermoedde, heb ik het zelfde middel, met byvoeging van twee dragmen van het femtn fantonici, of het een of ander mereuriaal purgeermiddel toegediend. ■ Met deze manier van voorbereiden heb ik, in honderden, zeer gelukkig gellaagdj. en'er nooit het minfte ongeval op zien  der Prysvraagen. 53 zien volgen; integendeel, ik heb kennelyk waargenomen, dat alle myme Inëntelingen , op deze wyze voorbereid, geduurende hetgantfche beloop der ziekte, veel fterker en vrolyker waren, en ruim zoo gemaklyk 'er door kwamen, als die eene ftrenge voorbereiding ondergaan hadden. Voor 't overige behoef ik niet te zeggen, dat men hen, die ziek, koortzig, met verftoppingen bezet, of zeer kwaadfappig zyn, eerst behoort gezond te maaken, voor dat men hun inent, VI I I. Na hen dus voorbereid te hebben, ent men hm in, op deze wvze: men /leekt de punt van een lancet, even met verfche heldere pok(lof bcvogtigd, eenigzins fchuins, ter lengte van eene of twee lini'én, tui» Jchen de huid en opperhuid, aan de buitenzede van den arm; men laat het 'er eenige oogenblikken vertoeven , waar na men het lang faam, en eenigzins drukkende op de huid, om de Jlof af tz veegen, 'er uïtD 3 haalt;  54 Beantwoording haalt; tot welk einde men ook met een vinger zachtjes op de punt van het lancet drukken kan, wanneer het terug gehaald wordt, men laat het wondje , zonder verband of pleister, aan zichzelf over, alleen zorg draagende, dat de etter, door het hemhd niet werde afgeveegd, en men doet, om van de befmetting zeker te zyn, gewoonlyk twee zoodanige Inentingen op iederen arm. Deze is de nieuwe, eenvoudigfte en beste wyze van inenten, die tegenwoordig algemeen in gebruik is , overal zeer gelukkig geöefFend wordt, en die zekerlyk ook in de Üoflerfche Gewesten, met den besten uitflag zal kunnen aangewend worden. Voor dat deze manier bekend was, verrigtte men de Inenting in dezer voegen: men maakte, meteen lancet of mesje, eeneinfnyding van vyf tot vyftien liniënlengte, waarin men een met pokflof bevogrigden draad leide, dien men vervolgens met een verband verzekerde, terwyl men dagelyks met de verëischte zalven en pappen de wonde verbond. Deze  der PrYSVRAAGEN. 55 Deze oude wyze van inenten was, gelyk. men ligtelyk begrypt, voor den Lyder affchrikkende en pynlyk, en voor den Inënter omflagtig en lastig; daarenboven was zy zeer onzeker. De groote bloeding, die men verwekte, fpoelde niet zelden de ftof af, en maakte de Inenting vrugteloos, De groote zwelling, ontiteeking en verëttering, die zy dikwyls veroorzaakte , beletteden te zien, of de ftof ger vat hadde, en by dit alles mislukten zy meenigmaalen. de Heer Ingenhoüz, de beroemde Inënter van de Keizerlyke WeenerFamilie, die door devoornaamfte Ryken van Europa gereisd heeft, om zich van den ftaat der Inëntinge te onderrichten, heeft 'my gezegt gevonden te hebben, dat de meeste ongelukken en mislukkingen, te weten van vruchtloos ingeënt te zyn , van zwaar te pokken, van, onder de lnënting, te fterven, van de Kinderziekte, na ingeënt geweest te zyn, door den natuurlyken weg te krygen, enz. die hy had gezien en kunnen naargaan, met de oude wyze van inënten gebeurd zyn. Dan van alle die ongemakken en onheilen, is die nieuwe manier bevryd: zy is noch affchrikkende noch pynlyk, zeer eenvoudig en gemaklyk , vereisfchende geen verband: zy veroorzaakt D 4 fchier  5^ Beantwoording* fchier geene bloeding, geeneande e zwelling, ontfteeking, of verëttering, als die aan de befmetting eigen is: zy laat fpoedig en duidelyk zien, of de ftof gevat hebbe : zy mislukt bykans nooit, en fleept fchier nimmermeer kwaad e gevolgen naar zich, mits dat men zorgvuldig alles in acht neeme, wat haaren uitflag begunftigen kan; waartoe, behalven de reeds aangewezen en nog aan te wyzece maatregelen behoort: i Dat men verfche, heldere pokflof neeme; dat is, zoogenaamde onrype pokflof, of wel dat heldre vogcuit de pokjes, wanneer zy nog blaartjes zyn. Voorheen entte men in met rype pokflof, dat is, die in de pokjes bevat is, als zy dik en tot witte overgegaan is, maar naauwkeurigc proeven en waamecmingen hebben geleerd, dat men met onrype flof zekerer en met meer voordeels inent. Voor 't Overige verkiest men verfche pokflof boven oude, die uit afgezonderde pokjes, boven die uit famenvloeijende, die van ingeente perfoonen boven die van de natuürlyke ziekte, en de uit de wondjes, op den <5den 7de" of 8ften dag, boven die uit ide pokpuistjes. Ook oordeelt men het besc de flof van den eenen in den ander  der Prysvraagen. 57 der in te enten; ten welken einde men hen, dien men inenten zal, in, of digt by de kamer brengen moet, waarin zy zyn, die reeds de pokjes hebben, 'zorgdraagende, dat zy niet door den natuurlyken weg befmet worden. Als echter de gelegenheid alle die voorzorgen niet toelaat, kan men zeer wel inënten met rype pokflof, mits die niet genomen zy uit pokjes, die reeds aan het droogen en korltig geworden zyn, omdat de etter, even als de ziekte, tot zekere hoogte gekomen zynde, zyn befmettend vermogen verliest. Men kan evenwel de pokflof ook overbrengen, 't zy op een lancet gefleerd, 't zy met draadjes, in dezelve bevogtigd , die men in een zilveren of ivoiren doosje, of in een fleschje doet. Wanneer de ftof, op deze wyze overgebragt, te droog geworden is, houdt men die boven den waasfem van warm water, of men doet'er eenige druppels warm water op, om dezelve vloeibaar te maaken. Men kan dezelve op die manier ook lang bewaaren, en zelfs met brieven verzenden met draaden, die 'er mede doortrokken, en tusfchen een blaasje of goudvlies gelegd zyn, hoewel oude flof nooit zoo werkzaam is, niet zoo zeker vat, en niet zoo fchielyk laat blyken, dat zy gevat hebbe. D 5 3 Dat  58 Beantwoording 2. Dat het lancet met zeer weinig pokflof bevogtigd zy, en men, met het zelve, maar even door de opperhuid heênfeeke. — Een Atomus van de pokflof is genoeg om te befmetten, en hierom is hec allergeringste fleekje , mits dat het door de opperhuid heen dringe, voldoende; waar by eenige beroemde Inënters van meening zyn, dat die ziekte minder hevig is, naar maatemen met minder pokflof inent; hoewel de proeven, die ik daar omtrent genomen heb, my reden gegeeven hebben, om zulks niet te gelooven, gelyk andere proeven my ook geleerd hebben, dat men met enkel de pokflof op de huid te fmeeren, of te wryven, om het maaken van een wondje en de bloeding te ontgaan, geenzins zeker inënt; behalven dat men weinig of geen bloeding verwekt, als men voorzichtig, en niet diep fleekt, dat ook noodzaaklyk is, om voor te komen, dat het bloed de pokflof affpoele. 3. Dat men aan de buitenzyde van den arm inënte. Schoon men op alle deelen van het lighaam kan inënten, gemerkt "er overal opflorpende vaatjes in onze huid zyn, die de pokflof onder het bloed brengen kunnen, is echter de plaats niet onverfchillig. Wegens de prikkeling, plaat- fcly-  der Prysvraagen. 59 felyke ontfteeking en verharding,die fomtyds hec ingeente wondje verwekt, verkiest men zoodanig eene, daar geene zintuiglyke deelen , en weinig zenuwen by liggen; wegens de noodzaaklykheid, om het wondje dagelyks te bezigtigen, zoodanig eene, die men met weinig moeite ontblooten kan; en wegens het lidteeken, dat het wondje,, en de puistjes, die'er rondom komen, nalaaten, zoodanig eene, die altoos bedekt is. Het is om deze drie redenen., dat men doorgaans inent op de buitenzyde van den arm, even onder de punt, of inplanting van de fchouderfpier, fJMusculus DeltoidesJ); hoewel anderen om dezelve redenen verkiezen in te enten , by de Mans of Jongens even boven den boord van de hembdsmouw, en, by de Vrouwen, op de gemelde plaats. 4. Eindelyk, dat men een oftwte Inentingen op lederen arm doe. Met hoeveel oplettendheid en zorge men ook inent, gebeurt het fomtyds, dat de ftof niet vat, wanneer de Inenting vruchtloos afloopt; om zulks voor te komen, is het best een of twee Inentingen op iederen arm te doen ; behalven das ook de wondjes niet zelden verfchillende verfchynfels geeven, en het eene met meer zekerheid de be-  6o Beantwoording befmetting laat zien, dan het ander. Dezen dan zyn de verëischte maatreregels, om, op de eenvoudigfte en zekerfte wyze, in te enten : invoegen ik hier mede ook het tweede Lid der Vraage meen beantwoord te hebben, 9. Om nu, volgens het derde en laatste gedeelte der Vraage, behoorlvkte kunnen aanwyzen, welke maatregels de Geneesheer geduurende den loop der ziekte moet in acht neemen , en welke leeveniwyze den in°eënten voorfchryvcn, dien ik eerst den loop der ziekte, me* haare gewoone en buitengewoone toevallen , kortelyk te befchryven; vermits, naar derzelver aart en verfcheidenheid, ook verfchillende maatregels moeten in acht genomen worden. Gewoonlyk drarot de ziekte zich toe ep deze wyze. De Lyder blyft de eer- fle vyf, zes, of zeven dagen , vrolyk en gezond. •— Somtyds den eerften, veeltyds den tweeden, by eenigen den derden dag na de Inenting, vindt men het wondje, vooral wanneer men het met een vergrootglas befchouwd , een weinig opgezet  der PrYSVRAAGEN. 6*1 zet en gerimpeld, en in den omtrek van het zelve een oranjekleurig, of ligtroodverwig ovaal, of rondachtig geregeld omlchreven, eenigzins verheven , en op het gevoel hardachtig vlakje, dat de volgende dagen geregeld , en met dezelfde gedaante en kleur zich uitbreidt, en waarin eerst eene prikkeling, daarna jeukte, en vervolgens pyn ontftaat, die zich, wegens de prikkeling der huidzenuwen, geduurende den vyfden en zesden dag, door den arm verfpreidt, en zich in den oxel bepaalt, zoo. men op den arm, doch onder aan de haasfen der knie, zoo men op het been ingeënt is; daar zy langfamerhand vermeerdert, en 'dikwyls eene ityfte of hardheid voortbrengt, welke men voor een zeker en gunstig voorteeken houdt van eene aannaderende uitbotting en gewenschten voortgang der ziekte; hoewel men fomtyds de pokjes krygt, zonder dit toeval gehad te hebben. — Wanneer deze teekens de vyf of zes eerfïe dagen zich niet opdoen , wordt het zeer twyffelachtig, of de wondjes gevat hebben;of fchoon zyin fommigen,na den tweeden of derden tot den zevenden of agrften dag ftilftaan, eer zy doorwerken, wanneer zy eenen fchielyken voortgang jnaaken. _ Niet zelden ziet men. het. een  6$ Beantwoording een of ander toegebragte fteckje verdwynen, terwyl de anderen zigtbaar toonen gevat te hebben. Een geval heb ik gehad, waarin de pokjes door de Inenting zyn voortgebragt, zonder dat ik eenige verandering aan de wondjes, of plaatzen der Inenting befpeurd hebbe: te weten, in een perfoon, die, uit vreeze voor de natuürlyke befmetting, een vry langen tyd een zeer ftrengen dieet gehouden had. Vervolgens ontdekt men, gemeenlyk op den vyfden, zesden, of zevenden dag, aan het wondje een foort van blaartje, even als' of men het vel met een heet yzertje gebrand hadde, van eene ongeregelde gedaante, en vervuld met een helder vqgt; daar fomtyds in den omtrek nog een tweede, derde, of meer blaartjes bykomen, zynde dat het vogt, dat men verkiest, en 't welk dan reeds bekwaam is, om andere Inentingen te doen. Onderwyl dat dit blaartje, en een of meer anderen, die 'er fomtyds bykomen, zich uitbreiden, beginnen, doorgaans den zevenden, agtsten, of negenden dag, de toevallen der uitbottingkoorts te verfchynen: de Lyder naamlyk gevoelt zich mat .en  DER PRYSVRAAGEN. 63 en ongeftcld, ligthoofdig, duizelig, lusteloos , ongeduurig, en niet zelden gemclyk ; de pols wordt rad en koortzig; hy "krygt dorst, hoofd- en lendepynen, gepaard met huiveringen, die door hitte vervangen worden en zyne tongbeflaat: hy krygt een leelyken fmaak in zyn mond, en men vindt zyn adem .Hinkenden, met eencn reuk, die zeer byzonder is, en dien men best door de ondervinding leert kennen, en onderfcheiden. By fommigen zyn deze toevallen zoo gering, dat men die naauwlyks befpeuren kan. — Onder den voortgang dier toevallen worden de inëntingblaaren grooter en verhevener, en de ftof in dezelven wordt dikker, en minder doorfchynende; vervolgens worden zy als ingedrukt, met een paarsch3 of blaauwachtig vlakje in het midden. Daarna, gewoonlyk den negenden en •tienden dag, in eenigen vroeger, in anderen laater, breidt de ontfteeking zich uit , doet de armen zwellen , met vermeerdering van pyn, en daar komt, ten zeiven tyde, hoewel fomtyds vroeger, in den omtrek van het wondje, eene roode, ronde, of ovaale kring, yeeltyds ter grootte van eenen fchelling, fomtyds kleiner en lomtyds grooter, zacht en onpynlyk op het aanraaken, in welken rand, om  *4 Beantwoording om dc infnydinH;, eenige famenvloeijende , of enkele pokpuistjes zich opdoen, die grooter en grooter worden. Vervolgens komen op den elfden , twaalfden, en volgende dagen, de pokjes uit, doorgaans 't eerst aan het aangezicht, daarna aan den hals, op de borst, hier en daar aan het lyf, en aan de ledemaaten. In fommigen gaat de uitbotting, gelyk de werking der wondjes, traaglyk voort, in anderen fchielyk. Het eene pokje' komt langen tyd na het ander te voorfchyn , of hier en daar ontdekt men 'ér verfcheiden te gelyk : zy zyn meest altoos afzonderlyke puistjes, endoorgaans klein en niet zeer werkzaam. Gemeenlyk wordt dan ook het water pokkig, dat is drabbig, of troebel, met een geelachtigen weerfchyn van boven, en met een wit zemelachtig zetfel van onden — Zoo dra nu de pokjes uitkomen, verdwynen alle de gemelde toevallen , de koorts, hoofdpyn, lustloosheid, enz. de Lydcr vindt zich veel beter; de eetluft komt weder, de pokjes worden, geduurende den twaalfden , dertienden , en Veertienden dag, ryp , en zvn meestal den zestienden, of zeventienden dag opge»  dèr Pr.YSVR.AA gen. 65 gedroogd; waarom zy binnen weinige dagen afvallen* Somtyds ziet men eenige reeds opgekomen pokjes weder verdwynen, en niet zelden droogen zy op, zonder naauwlyks gezwooren te hebben. Vier Inëntelingen heb ik gehad, in welken, na eene geringe uitbotting van fchielyk opdroogende en onrype pokpuiftjes op den gewoonen tyd, drie of v;er dagen laater eene nieuwe u'tbotting met de gewoonc verfchynfelen is te voorfchyn gekomen, gevolgd van volkomen zweerende pokken. Het getal der pokjes is doorgaans zeer gering; doch te gelyk zeer verfchillende in onderfcheiden onderwerpen. In eenige weinigen komen in 't geheel geen pokjes voor den dag; dezen echter, indien alle de andere gemelde verfchynfels by hen plaats gehad hebben, kunnen zich even zoo gerust Hellen, als anderen, die eene groote meenigte 'er van gehad hebben , gel» k verfcheide proeven my geleerd hebben. — In fommigen telt men van 10 tot 50 pokken; in de meesten tusfchen de 50 en 300, 400, of 500; Zeer zelden meer. ^JV. Dekl. E Eeni-  66 Beantwoording Eenige weinigen krygen zeer veele en zelfs eenigzins famenvloeijende pokjes, zoo als öf zy dezelven door den natuuriyken weg hadden 'f dezulken moet men voor ongunstige geitellen houden , en byzonder gelukkig achten , dat zy ingeënt zyn. Dit verfchil hangt zekerlyk voor een groot gedeelte af van de byzondere gefteldheid des Lyders; doch fomtyds ook van-de meer of min naauwkeurige in achtneeming der noodige voorfchriften, ten aanzien van de leevenswyze en voedfels; waar by men opgemerkt heeft, dat zingende Kinderen de meesten, en fomtyds over de 1000 pokjes krygen; daar Kinderen van meeder Jaaren 'er gewoonlyk ïiaauwlyks 50 of 100 hebben. Wanneer 'er minder dan 50 pokjes zyn, heeft deLyder doorgaans geen merklyke etterkoorts , en biyft weivaaren; doch, als 'er meer zyn, heeft hy gemeenlyk, geduurende eenige uuren, een weinig etterkoorts , ongeduungheid en onpasfeUkhoid; — maar, als het getal der pokjes zeer groot is, draagt de etterkoorts zich toe , even als in afgezonderde natuürlyke pokjes; hoewel zy altoos in reden  DER PRYSVRAAGEN. 6? tien van het aantal der pokjes , minder heevig en langduurig is. $. 10. De buitengewoone toevallen > die zich fomtyds in den loop der ziekte opdoen * en welken te kennen vooral noodzaaklyk is i om dar zy meer dan de andere en wel eene geneeskundige hulp verëisfchen, zyn voornaamlyk de volgende. i. Wanneer de wondjes op de befchrevene wyze zich toedraagen, is men niet alleen zeker, dat de ftof gevat hebbe, maar ook dat de ziekte een goeden voortgang en uitkomst hébben zal; edoch fomtyds gebeurt het, dat die verfchynfels, of teekens, waar uit men zulks befluit, naauwlyks kunnen bemerkt Worden, wanneer naamlyk de huid, in den omtrek van de wondjes, bleek blyft3 Weinig of niet opzet, en de L\der geene jeaking , pyn , of ftyfheid 'er van gevoelt; ja, in enkele gevallen, is de verandering in de wondjes den zesden dag nog zoo gering, dat men in twyffel raake, of de befWtting wel gelukt zy. Als zulks plaats heeft, komt de ziekte doorgaaus laster, en is nimmer goedaartig? E 2 waar-  tS8 Be iivnï wdos.öi'nö waarom men -dit moet trachten te verhoeden. i. Eene enkele reis gebeurt het», dat 'er, de eerfte dagen na de inenting, een rood uitflag zich opdoet, 't welk aan de mazelen of het roodvonk niet ongelyk is, en hy de Engelfchen Rahck genaamd wordt Voorheen, toen men de Lyders eene 'fbenge voorbereiding deed ondergaan , had men dikwyls reeds voor de Inenting dat uitflag; doch, na dac men daar van afgezien heeft , ontmoet men het minder: ook is het waarfchynlyk niet anders, dan een gevolg van eene langduurige en ftrenge onthouding van dierlyke, en het gebruik van zuure of ligtverzuurende voedzels, gelyk men des zomers; meenigvverf foortgelyk uitflag verneemt in hun, die veele vruchten eeten , en in kraamkinderen, wier moeders zich eenigen tyd van dierlyke fpyzen onthouden. 3. Onder de uitbotting gebeurt het fomtyds, dat de Lyder zeer ziek wordt, eene hevige koorts, zwaare hoofd - en lendepynen krygt, en vervolgens aangetast wordt van groote benaauwdhedèn, braakmgen, hoofddraaijing en flaapzugt, of ook wel vau fluiptrekkingen. Deze toe-  ©ek PrY s vraa&en. 69 teevaïïetr. veroorzaaken gewoonlyk veel ©ntileltenis; doch zyn ligt te overwinnen, wanneer- men in tyds de noodige nadelen aanwendt. 4. ©p het eincfe varr tien tyd der uitbotting r komt 'er fomtydg een roozig, of dergelyfc uitflag voor den dag. Wanneer dit'Hechts hier en daar op de huid niet vlakken verfehynt„ is 'er niets kwaads van. te waditen.» en gaat gemeenlyk fchielyk weg; maar fey wy/len verfpreidt zich dat uiiitQag, ©ver de geheele. huid T. en vermengt zich der wyze meï de pokpuistjes, dat het demi Lyder en Geeee&heer beiden ongerust: Knaaiktt; omdat: men moeite heeft, «rat h&z va«n de kwaadaaittigfte foort van ÊarnieiwloeijieBde. pokjes te onderfcheiden, wasar voO)E- mieni het ook fomtyds uit onfarodle aamigezden» of uit onëerlykheid vo«- ©pgegeeveu; heeft „ 't. zy om der Jmöiöirj)g tte foemaidieefen;,, 't zy om voor' te wenxfaj» «Baat ruen die kunst bezat r om te getal ) de melk uit de Indiaanfche Noot enz; maar men moet zorg draagen , dac zy in het gebruik dezer dranken, en, in het algemeen, van alle voedfels maatig zyn, alzoo de ondervinding geleerd heeft, dat eene onmaatige opvulling der maag voor den Ingeënten zeer nadeelig is. b XI. (7;) De Saguër is verhittend en zeer fcbadelyk; denkelyk zal de Schryver dies kwaade eigenfchappen nier, geksnt hebben. Noot van hst Bataviausck Genootfchap»  7& Beantwoording X ï. Mm moet den Inëntelingen, gedutte rende de ziekte, alle vrees en angst benemen 9 en bunnen geest, door mtfpanningen en bezighedenaftrekken en vervrolykcn, 'th naauwlyks te zeggen-, hoe veel voordecis een gerusten en vrolyken gees.t toebrengt, em de Kinderziekte wel te doen aiïlo open; en meenïgvuldige ondervindingen hebben geleerd, dat de droefc Jieid, angst en vooral de vrees van door die ziekte te zullen fterven, dezelve zeerverërgert en gcvaarlyk maakt: waarom dees regel vooral dient in acht genomen te worden by lieden, die- tot jaaren van ondecfcfoeid gekomen zynde, voor vreeze vatbaar zyn. Ik heb onder anderen gezien, dat een Jongeling, die voor de ksraderpoijes; zeer bevreesd was en bleef, onder de Inëntinge zeer ziek werd, en zeer veele min goedaartfge pokjes kreeg. XII. Mm moet dm Jmêntelmgm, geémtmie bet gmttfcbe beloop der Inên- tim-  der, Prysvraagén. 77 tinge 3 open lyf bezorgen, en den dag voor de uitbotting, een buiköntlastend middel ingecven. Voor het goed gevolg der Inentingen, om naamlyk de kinderziekte ligter te maaken, en alle ongevallen voor te komen, is het van zeer veel belang, dat de maag en darmen, byzonder ten tyde der uitbottinge , ontledigd , zuiver en welgefteld zyn; en gevolglyk, dat de Inëntelingen al dien tyd open lyf houden; welk oogmerk men gewoonlyk bereikt, door de moeskruiden en vruchten, die men hen laat eeten; doch zoo dezen niet voldoende zyn, door hen een weinig merg van Caffië of van Tamarinde, of Manna te laaten inneemen, of door nu en dan een klysteer te zetten; dan, om volkomen zekerheid te hebben, dat de ingewanden ontledigd en zuiver zyn , geeft men hun, den dag voor de uitbotting, dat is doorgaans den zesden dag, een goed purgeermiddel, met oogmerk, om, ten minften, vyf of zes afgangen te verwekken; waartoe men best gebruikt het middel dat ik §. VIII, heb voorgefchreveu. Mea  78 Beantwoording . Men heeft daarenboven goede redenen om te denken, dat men, door zulkëen 'purgeermiddel, de uitbottingkoorts maatigt, en de uitbotting zelve tegenhoudt, ten einde zoo veel minder pok/es te krygen; 't geen ook de reden is , waarom men voorheen, ten tyde der uitbotting fterk deed purgeeren ; maar men heeft hier van afgezien, om dat men vond, dat één zoodanig purgeermiddel daartoe voldoende is, en dat het fterk purgeeren te zeer verzwakt, en fomtyds, door het zenuwgeftel te fterk te prikkelen, de uitbottingkoorts aanzet, en andere toevallen voortbrengt. Andere Geneesmiddels hebben de Inëntelingen niet noodig, by aldien 'er geene buitenge woone toevallen zich opdoen; en welken zy dan noodig hebben , zal uit de volgende Regelen blyken. XIII. Indien, geduurende de uitbotting, aU les wel gaat , gelyk gewoonlyk, moeten de inëntelingen , in de voorgefcbrreen leefwyze en eetregel voortvaar en, en hebben niet noodig eenige Medicynen ie gebruiken, dan  der Prys vra a gen. 79 dan alleen nog een buikzuiverend middel, wanneer de pokjes op« droogen.^ . Het gebeurt niet zelden, dat de Ingeënten, ten tyde der uitbottinge, zeer wel, ten minflen naauwlyks ongefteld zyn; doch gewoonlyk zyn zy dan lufteloos, neergeflagen, flap, ziek en .koortzig; dit niet tegenftaande moet men hen dagelykfch in de open lucht brengen, ■ en hier te meer op ftaan, hoe zy zieker en 'er minder toegenegen zyn; want met hen in eene vrye lucht te brengen, worden zy luffciger, flerker en frisfeher, en de uitbotting wordt 'er door gemaklyk gemaakt, en verhaast; van den eetregel behoeft men ook niet af te wyken; doch, zoo zy geen trek tot eeten hebben, moet men het hun niet opdringen; zoo dra de uitbotting verfchynt, komt de eetlust van zelfs weder. - Medicynen hebben zy in dat geval ook niet noodig; genoeg is het, dat zy maatig open lyf hebben, en, zoo zy dit niet hebben, moet men het hun verzorgen , door hun wat Manna , of merg van Casfie, of zout van Glauber te geeven. Zoo de koorts, met deszelfs toevallen , op dien tyd, wat hevig is kan men hun  Bo Beantwoording hun een verkoelenden drank feeven, als by voorbeeld. $1 Decoiï. Hordei unc. x. Spirit. Nit. dulc. dr. ij. Vel Spirit. Vitriuli gt. xij. Rob. Ribefiorum unc. i. M. Om'er , alle uuren, een theekop va* m te neemen; of eene dusdanige Amandelmelk. IJ£ Sem. Cucum. Melox aa. unc. Amygd. dulc. N. x. Aq. Hordei q. f. T. L. Qj Emulf. unc. xij. adde Nitri puri dr. j. Syr. Violar. unc. ?". NL Om 'er, alle uuren, een theekop van te gebruiken. En zoo zy tevens te flaaploos en onrustig zyn, kan men by die Amandeimelk in plaats van Syr. Violarum, eene once Syr. Diacodii doen, het een en ander regelende naar het onderfcheid der Jaaren. Edoch, gewoonlyk zyn alle die raedicy- jien  der prysvraagen. 81 nen onnoodig, en, zoo men maar eert weinig gedulds oeffent, wyken alle die toevallen van zelfs. Ik heb 'er honderden, met den allergewenschcen uitflag, ingeënt, zonder eenig ander geneesmiddel te geeven, dan op den dag van de uitbottingkoorts een purgeermiddel. Men plagt voorheen,voor de uitbotting, tweemaalen te laaten purgeeren, en den dag na dezelve nog eens, doch men heeft dat herhaald purgeeren onnut en meestal nadeelig bevonden; alleen geeft men nog, uit voorzorg, wanneer de pokjes opdroogen, een buiköntlastend middel, om het lighaam te zuiveren van pokkige etterftoffen, die in het zelve mogten gebleven zyn, en die, ofnapokken, of, op de oogen vallende, ontfteeking in dezelven zouden kunnen verwekken , hoewel dit fchier nooit by de Inënting gebeurt, en vooral niet, wanneer 'er, gelyk gewoonlyk, maar weinige pokjes zyn uitgekomen; waarom ik zulks ook in de meeste gewoone gevallen heb nagelaaten, zonder 'er ooit eenig kwaad gevolg op gezien te hebben. IV. Deïl. F XIV,  &2 Beanïwöoroing XIV. De bnitengewoone gevallen 10. verëisjcben, naar bet onderfcbeid der oorzaaken , byzondere geneesmiddelen. In het geval §■. 10. N°. i, zoo het, gelyk fomtyds , uit eenen ongellelclen flaat der eerfte wegen ontflaat, geeft men met vrugt het bovengemeld buikzuiverend middel , waar door de ontfteeking en werking der wondjes doorgaans wordt aangezet ; doch , zoo het uit zwakheid voortkomt, moet men tot dat einde een hartveriterkend geneesmiddel , een weinig wyn, of wynwei, en meerder voedfel, met hoendernat, of iet dergelyks geeven; het weik ook dienstig is, in het geval M°. g. Zoo den zevenden of agtften dag, de teekenen van' gevat te. hebben,- zoo flaauw en twyffelacht g zyn , d at men 'er zich, met grond, niets van belooven kan, is het raadzaam op nieuws in te enten; vermits men anders tyd verliest en gevaar loopt van eene natuürlyke befmetI «itiG Mig:  der Prysvraagén 83 ting: ook kan de tweede Inenting nooit kwaad, al had de eerfte gevat: doorgaans verdwynt de tweede beiinetting, als de eerfte begint te werken, of de plaatzelyke beiinetting wordt gelyktydig met de eerfte ryp , zonder andere toevallen voort te brengen. Het geval N°. 3. ontftaat ook dikwyte uit eene vervuilde en ohgeftelde maag, wanneer men dezelve terftond zuiveren moet, of, door veel warm water te laa* ten drinken, waarin twee grynen braakwynfteen gefmolten zyn , of door een fcrupel braakwortel, of door het meergemeld buikzuiverend middel te geeven, en dit te herhaalen , als 't noodig is; waar door de Lyder van boven en van onder eenige galftoffen kwyt raakt, of een maatig zweet krygt, 't welk hem fchielyk verligt en verbetert. — Edoch, indien in.dit geval de koorts zeer hevig, de pols hard en vol , en de llaaperigheid groot zyn3 moet men eene aderlaating doen: — Maar zoo die toevallen, door eene te beflotene of te warme lucht, veroorzaakt zyn, gelyk fomwylen gebeurt, moet men den Lyder cerftond eene verfche koele F 3 lucht  $4 Beantwoording lucht bezorgen ; 't zy door venfters te openen, 't zy door hem buiten te brengen; door welk middel ik meermaalen ingeënte Kinderen te regt gebragt heb, welken , door die oorzaak, van fterke ftuipen aangegrepen waren. In het geval N". i, moet de Lyder zich zeer voor koude wachten , zonder zich echter te broeijen, ofinhetBedte houden, en een hartverfterkend middel, een weinig wynwei, en den boven voorgefchreven verkoelenden drank, met conlèrf van vlier gebruiken; waar door dat uitflag altoos, na twee of drie dagen, gelukkig verdwynt, terwyl de afgezonderde pokjes overblyven , en hunnen loop volbrengen. Hoe andere buitengewoone toevallen, die, onder den loop der ziekte, of na dezelve, zich kunnen opdoen, gelyk etterkoorts, napokken, ontfteeking der oogen, verzweeringen in de wondjes, hardigheden en gezwellen der oorklieren, moeten behandeld worden, acht ik even zoo min noodig hier aan te wyzen, als de wyze, op welke andere bykomende ziekten, die van de Inenting geheel onafhankelyk zyn,  DER PRYSVRAAGEN. 85 zyn, moeten geneezen worden: een Geneesheer behoort van de geneeswyzea dier toevallen en ziekten kundig te zyn, of over dezelve de Geneeskundige Werken te raadplegen, §. 12. Hier mede acht ik kortelyk, doch voldoende, aangewezen te hebben, de beste en eenvoudigfte wyze van Inenten, benevens de maatregelen , die men in acht moet neemen, om dezelve, met een gewenschten uitflag, in de Oosterfche Volkplantingen van onzen Staat, te kunnen verrigten. Men zal 'er, waarfchynlyk, met een goeden uitflag, veele Inentingen doen , zonder alle die maatregelen zoo naauwkeurig op te volgen; maar men zal echter weldoen , met zich altoos zoo ftiptelyk als mogelyk is , naar dezelven te gedraagen: overtollige zorg fchaadt nooit; maar vooral dan niet, wanneer 'er het leeven van een mensch mede bemoeid is, en een ongelukkig geval, 't welk men aan het verzuim van één of meer dier maatregelen heeft toe te fehryven , doet aan de pracfyk der Inëntinge zoo veel fchade, dat bonF 3 der"  Bó" Beantwoording derden welgelukte gevallen het niet herftellen kunnen. Qiia Cuspide Vulnus Senferat, hac eadem Cuspide fenfit opem. Proper-t, ANT-  ANTWOORD OP DE VRAAG "J'fóïke redenen zyn 'er, om te mogen yait'te (lellen, dat de Inenting der Kinder- ' ziekte 'in de Oosterfche Volkplantingen van onzen Staat, met even zoo goeden uitflag zoude kunnen worden aangewend , als in de 'Noordelyke Gewesten van Europa, alwaar deze kunst reeds zoo verre gevorderd is, dat men op duizend ingeente perfoonen naauwlyks èénen dooden tellen kan; daar, in tegendeel, volgens de gemaatigtfle uitrekeningen , de natuürlyke Kinderziekte van duizend perfoonen,welken zy aantast, een honderd en dertig ten gr ave fleept. Dan, vermits de Schriften over de Inenting , in deze Colonie weinig voor handen zyn, welke zou, in deze heete Gewesten, de beste en eenvoudig/Ie manier van Inenting wezen? Welke maatregelen moet de Geneesheer, geduurende den loop der ziekte, in acht nemen, en welk Dieet, oflevenswy, ze, moet hy den Inge'énten voorfchryven ? F 4 DOOR  33 Beantwoording door PETRUS MATTHYS van NIELEN. Aan welk Antwoord een Zilveren Medaille is toegewezen. Onder de Zinfpreuk: Simplex Sigillum yeti. INLEIDING. Het welzyn van Land, en Landgenoten, te behartigen, is eene plicht van ieder welmeenend ingezeten Medeburger. Dan in eene afgelegendite Waereld- oord, de Weetenfchappen tot zig te lokken, die het behoud , en de gezontheid der Bewooners bevorderen , en daar door het geluk en voordeel, ten hoogsten kunnen vermeerderen eener Volkplancinge, die voor 's Neerlands Beftaan allerdierbaarst is; ja,door het uitlooven van aanzicnlyke Pryzen , ten dien einde mede te deelen in de vrugten van den Arbeid der Geleerden, uit het middenpunt van Europa, kan me-  der Prysvraagen. 89 niemand befchouwen, dan als eene onderneeming te zyn, die ten hoogften pryswaardig is. Zodanig is het doelwit van het loflyk Bataviaasch Genootschap, zoo wel als dat van eenige Heeren Leden in 't byzonder, die, door hunne aanmerklyke toelagen, deze Onderneeming niet weinig verfterken. Ingenomen door zugt om tot de voldoening aan zodanige loflyke oogmerken,zoo veel in my is, mede ne werken, is myn aandagt gevallen op de Beantwoording dier voorftellinge, welke men aan den Hoogwelgeboren Heer Meefter W. van H og e n d o r p verfchuldigd is. Treffe ik hier in het waare wit, zulks zal my aangenaam zyn ; zoo niet, zal ik berusten in die voldoeninge by my zeiven , myn plicht als een oprecht Vaderlander volbragt te hebben. Ik zal noch verheven ftyU noch cierlyke uitweidingen in deze Verhandeling aanwenden ; maar alleen het waare,klaar, en voor ieder verftaanbaar trachten voor te draagen, en ik twyffele geenzins of dit is ook juist het oogmerk van den pryswaardigen Autheur der voorgeftelde Vraage, ten einde de Hiftorie der Inëntinge van de Kinderziekte voor Geletterden F 5 niet  9o Beantwoording niet alleen, maar ook, en wel voornaamlyk, ten dienfte van alle Heelmeefters, die de zorg over de gez ntheid der Bewooners van de Oosterfche Landen van onzen Staat aanbevolen is, en die vooral in het geval zyn , eene volledige Befchryvmg dezer Kunstbewerking in hunne Moedertaal te verlangen, van nut te doen zyn. Op dat ik in orde voortgaa, zal ik de tweeledige verdeeling der'Voorilellinge volgen, en ieder Lid afzonderlyk verhandelen. In het eerfte Lid worden verzogt de Redenen, om welken men zoude mogen vast/lellen , dat de Inenting der Kinderziekte in de Oosterfche Volkplantingen van onzen Staat, met even zoo goeden uitflag zoude kunnen worden aangewend als in de Noordelyke Gewesten van Europa , enz. De verdere uitbreiding van dit eerfte Lid , befchouw ik als eene bevestiging Voor het nut der Inenting, in eene ziekte , die de verbaazendfte verwoestingen onder het Menschdom maakt, wanneer zy uit zig zeiven of natuurlyk verfchynt; en ter aanmoediging, om, waare het mogelyk, door middel van de Inëntinge, deze verwoestingen in de Indien, na het voorbeeld der Europeaanen voor te ko6 • men.  DER PrYSVRAAGEN. 91 men. De Beantwoording van dit eerfte Lid der Vraage, zal het eerfte Hoofdftuk dezer Verhandeling uitmaaken. In het tweede Lid wordt de Befchry- ving van de beste en eenvouwdlgfle wyze yan Inenten vereischt, nevens alle de maatregels, die in heete Gewesten daar by dienen in acht genomen te worden ? De Beantwoording dezer voorgeftelde pointen zal het voorwerp zyn van het tweede Hoofdftuk dezer Verhandeling. EERSTE HOOFDSTUK. j^Llvorens voldoende redenen te kunnen veeven om te mogen vast feilen , dat de %enting der Kinderziekte in de Oosterjche Volkplantingen van onzen Staat, met even zoo goeden uitflag zoude kunnen worden aangewend, als in de Noordelyke Gewesten van Europa, fchynen vooral in aanmerking te komen , die dingen , welke al. daar, door hunnen invloed op het menfchelyk Lighaam, ook hunne betrekking op de gevolgen van de Inëntinge der Kinderziekte kunnen hebben. Niets kan dien. aan-  q2 Beantwoording aangaande aangemerkt worden , dat niet behoort tot de zes niet natuürlyke dingen, die, zoo als bekend is, beftaan in de lucht, eeten en drinken, flaapen en waaken, beweeging en rust, de gemoedsaandoeningen , de wederhoudingen en ontlastingen; maar geene van dezen zyn 'er • dan alleen de lucht of het Cïimaat uitgezonderd, die niet aan de willekeurige beftieringc van den Geneesheer, of van de Zieken onderworpen zyn , en om deze reden in alle Oosterfche Landen, zoo wel als in Europa, naar verëisch van omftandrgheden niet zoude kunnen ingerigt worden: zoo kunnen derhalven dezeingeenen deele eenige belettende reden omtrent bet gelukkig flaagen van de Inëntinge in de Oosterfche Volkplantingen van onzen Staat voortbrengen. Dan de lucht is aan de macht des Geneesbeers niet zoo zeer onderworpen: de vreemde Lighaamen, met welken zy, op verfchillende wyze, in verfchillende Waereld - oorden bezwangerd word , kunnen niet altyd door de machten der Geneeskunde of veranderd of verdreven worden. Het zal derhalven tot ons oogmerk in dit eerHe Hoofdftuk dezer Verhandeling voldaan, den aart der lucht of hetClimaat in  der Prysyraagen. 93 de verzengde luchtftreek te onderzoeken, deze in vergelyking te brengen met die van Europa, of andere Gewesten in de verzengde luchtftreek zelve, alwaar de Inenting met gelukkig gevolg verrigt word. Het Climaat in de Oosterfche Landen van onzen Staat, is niet alleen zeer verfchillend van dat van Europa, maar nog in verfcheide Diftriclen van dit Waereldoord zelve. Dit verfchil is opgefloten ra de Verhevelingen, maar voornaamlyk ia den aart der vreemde Lighaamen, met welken de jitmospheer meer op eene, dan op eene andere plaats bezwangerd word, en die hunnen oorfprong verfchuldigd zyn aan de uitwaasfemingen en dampen van het Aardryk. Het zoude hier niet ongepast zyn de luchtsgefteldheid van ieder, immers der voornaamfte plaatzen , in 't byzonder te onderzoeken; maar de nuttigheid van deze onderneeminge tot ons voorwerp, aan de uitgeftrektheid van den arbeid,zoo min als aan de plaats, dié zy in deze Verhandeling zoude inneemen, niet evenredig zynde, komt het my voor, dat de Waarneemingen van den aart des luehtftreeks tusfchen de twee Tro~ fici in het algemeen, genoeg zullen kunnen volftaan: want waar eenige Landen min  94 Beantwoording min of meer ten opzichte van de luchtftreek fchynen te verfchillen, is dit verfchil alleen af te leiden van het min of meerder eeniger byzonderheden, die doch, in het geene ik over de luchtsgefteldheid in het algemeen zal voordraagen , zullen opgefloten zyn. De gantfche Dampkring in de verzengde luchtftreek , is, en heet en vogtig. De hitte is nogthans aldaar niet aanmerk, lyk dan door haare aanhoudenheid; want, volgens de Waarneemingen met den Thermometer, is dezelve by de Europeaanen in de Lente en Zomertyd dikwyls zoo hoog gerezen , als in veele Diftricten van de verzengde luchtftreek,die'geenzins onder de min heetfte gerekend worden : dusvind men aangetekend, dat dezelve in deze heete Gewesten zeldzaam boven negentig graaden-ryst, in den allerheetften tyd. In Sia:n rees hy in de grootftp hitte, die geduurende het verblyf van de Be ze, aldaar wierd waargenomen tot agt en zeventig graaden : Op Malaaa., \v^ hy in den tyd van zeven maanden , meest altyd tusfchen zestig en een-en - zeventig, Op de Klust van Coromanckl,die men onder de heetfte van de Indifche Landen telt, Wierd hy in 't begin van d;e maand fitny^ a s op  d-e r Prys vraag en. 95 op vier en tagtig; maar in het einde van ■January, wanneer het aldaar het minst warm gezegd word te zyn, nog op zestig graaden waargenomen O). Op Bataviarees hy in den jaare 1758 van vier en zeventig tot zeven en tagtig, en, in 1759. tot ultimo Juny, van een en zeventig tot vyf en tagtig graaden (by Op Sumatra was, geduurende den tyd van een jaar lang,dezelve,des morgens om zes uuren, nooit laager als negenen zestig, of hoogef als ^es en zeventig, maar op den middag liep hy van negen en zeventig tot agt en tagtig, en , ten agt uuren 's avonds, van drie en zeventig tot agt en zeventig of tagtig graaden; een enkele reis wierd hy op negentig waargenomen. In.'het Landfchap Batai gelegen onder de Linie aquino&iaal, rees'dezelve des morgens toteenen zestig graaden (O- Vergelykt men deze Waarneemingen met die, welken in de Wesindiën gemaakt zyn, zoo bevind men (0 ) Memoires de V Academie de Sciencts de VAn. 1692. f. 425. j'eq. Edit. d'AmJlerdam. (£) Zie de Wiumi van Doiï Kriel'??! de .Verh. ■van dc^Holl. Maatjch 'der Wtettnjch. te Haarlem, 6 die aan afg33"^ G 4 » Koort-  104 Beantwoording „ Koortfen ziek waren, ftierven 17; aan 3, de Rheumatismus, waren van 103 „ 12 geftorven ; aan ontfteekingen der Ingewanden waren 83 zieken en van „ deze 5 geftorven; van 47, aan de Tee„ ring ziek zynde, ftierven 'er 3. Verders „ waren nog ziek aan Gal - eolyken 62; ,, aan het Roodvonk 16; aan Üog-ont„ fteekinge 24; aan Moest 24; aan Bioed„ fpuwingen7; aan Zyde-wee 28 : aan „ deze allen ftierven 'er 11. Nog labo„ reerdén 'er aan Keelöntfteèkmg 8; aan ,, Stuipen 5; aan opftopping van de Pis „ 3; aan üitflag 6; aan Beroerte een; aan „ Aanbeijcn 4; aan Schurft 4; aan wör„ men 7; aan Waterzugt 12; aan Graveel „33; van welke allen 'er flëgts een ge„ ftorven is. De overige ziekten be,, ftonden in zwakheden, uit eenigen der „ opgenoemde ziekten nagebleven ; in „ Venus-ziekte en in uitwendige gebre„ ken , die tot ons voorwerp geen be,, trekking hebben CO-" Uit deze Ly?t blykt derhalven, a pofterisri, dat de heete en vogtige lucht, in de Landen van de verzengde luchtftreek , geenzins zulke gevaarlyke uitwerking in het (l) Het gemelde Werk, z'^. Dtol. p. 296,  DER PrYSVRAAGEN. 10$ het menfchelyk Lighaam voortbrengt, als uit eene beipiegelende befchouwinge d priori voorzien wordt: in tegendeel, wanneer dezelve vergeleken worden met de Lyften der dooden, onder de ziekten van dezelve Gaffe in Europa, blykt dat derzelver getal veel eer minder, dan. meerder is. Als het Climaat geene zoo fehadelyke invloed op de ziekten veroorzaakt, dat daar door de geneezing merklyk verhinderd werde, is het niet waarfchynlyk, dat het zelve, nopens de gevolgen van de Inenting, eene nadeeliger uitwerking zal hebben. Zie daar reeds eene moedgeevende reden, voor het gelukkig flaagen van deze Kunst - bewerking, in de Oosterfche Volk-plantingen van onzen Staat! Zoeken wy de oorzaak van zulke gelukkige geneezingen , zoo wel als die, waarom niet meerder Menfchen door gevaarlyke ziekten worden aangedaan , in eene lucht -(treek, die by aanhoudenheid zodanig tot het bevorderen der verrotting dient? w-y zullen die opgefloten vinden in de gewoonte. Het dierlykLighaam,by aanhoudenheid door vreemde oorzaaken, hoe fchadelyk die ook mogen z'yn, aange^ daan wordende, gewend'zig daar a;m alG 5 lengs-  toö Beantwoording Jengskens,'in diervoegen, dat hetzelve eindelyk, als 't waare ongevoelig word voor derzelver uitwerkzelen. De hevigfte vergiften, worden aldus zonder nadeel ingenomen: de Turken gebruiken hetHeulfap tot eene ongemeene veelheid, om hunnen moed tot ftryden te vermeerderen, daar een of twee grynen volftaat om in die geenen, die daar aan niet gewoon zyn, den flaap te verwekken, en alle gevoel te verdooven. Hoe dikwyls ziet men de Mercmius niet tot aanmerklyke giften, zonder eenige uitwerking, toegedient worden, aan die geenen, welke dit middel meermaalen gebruikt hebben?, fa het Arfenicum, en een aantal andere Vergiften, worden, door zig voorzichtig en allengskens aan derzelver gebruik te gewennen, onfchadelyk ingenomen. De Ingeborenen derhalven der Indien, zoo wel als die, welke zig eenigeu tyd aldaar hebben opgehouden, kunnen zodanig aan den invloed van de lucht gewennen, dat zy niet vatbaar zyn voor deszelfs fehadelyke uitwerkzelen. Zodanig is ook het gevoelen van den alom beroemden Hoogleeraar Camper, die, om deze reden zelfs, de lucht of heeter of kouder voor de Ingeëntten verfehaft, naar maate zy aan d'eeji of d'ander gewoon  r oer PrRYSVRAAGEN. 10? zyn: „ want de lucht, zegt Hy , kan „ door zyne hitte noch koude zondi„ ge»:" haaiende, ter bevestiging van zyn gevoelen, de gelukkige gevolgen van de Inëntinge, in de Westindifche Volkplantingen , aan, uit C o n d a m i n e (» Eens aan dezen invloed gewoon zynde, fchynen zy zelfs meerder voor de uitwerkzelen van dezelve bevryd te zyn, dan die van Europa, alwaar de geduurige merklyke veranderingen in den Dampkring , zodanige gewoonte niet toeftaan. Dan de eerst aankomende in de Landen van de verzengde Luchtftreek, fchynen ook daarom van het boven genoemde voorrecht uitgezonderd te zyn ; en het is, om deze reden, ook niet veilig in hen de Inenting te verrigten. Zo fchynen ook fommige Landen , alwaar men uit het meerder getal Zieken, zoo wel als uit dat der dooden,derzelver fchadelykeninvloed op het menfchelyk Lighaam kent, minder tot de Inenting gefchikt te zyn; offchoon in Europa deze Kunstbewerking, m de alierongezondfte plaatzen, met gelukkig ■ («O Diiï. de Emolument. fc? op. Meth. Infit. Varitl. Tolofae ai Acad. Rtg. Scientiar. Praemio condecor. jtn. ï772 cum Epift. ad d. van Gesscher &» Amtnadverj. crit. in M G. l. b. van SwiBTiM. 'twzg. ed, 1774. 7°*  io8 Beantwoording gevolg verrigt is. Voorts zyn de RegenSaifoenen, en de tyden , waarin befinettelyke ziekten heerfchen, tot het aanwenden van de Inenting te vermyden; niettegenftaande'dat in Europa, in de allerrevaarlykfte tyden, dezelve niet zelden met goed gevolg verrigt word. Maar alle deze nadeelige omftandigheden worden veiligst ontgaan, door de Inenting niet te verrigten dan in die geenen, die in de Landen van de verzengde luchtftreek geboren zyn, of'er lang genoeg gewoond hebben om aan den invloed der lucht gewoon te zyn. 2°. Door ze te verrigten op plaatfen, alwaar eene gezonder Landftreek word waargenomen. 30. Door de gezondfte Jaar - fcaifoenen daar toe uit" te kiezen. ; De lucht, in de Oosterfche Volk - plantingen van onzen Staat, vermag dan niets tegen de gelukkige gevolgen van de Inenting, zoo min als die van Europa, 't welk door de zorg van bekwaame Geneesheereii of Heelmeesters, niet. zoude voorzien, verhoed of verbeterd kunnen worden: en om deze reden derhalven, kan en mag men. reeds vast flelkn, dat de In~ 'enting der Kinderziekte, in de Oosterfche Volk-plantingen van onzen Staat, met even zoo  DER PRYSVRAAGEN. 10^ zoo goeden uitflag zal kunnen worden aangewend, als in de Noordelyke Gewesten van Europa. Niets blyft 'er over, dan deze bygebragte redenen, door ondervindingen, in de Inenting zelve , te ftaaven. Deze ondervindingen voor ieder Landfchap van de Oosterfche Volkplantingen by te brengen , bekenne ik niet machtig te zyn, maar daar de Landen, in de verzengde luchtftreek, 't zy bezuiden 't zy benoorden de Linie, gelegen, niet zoo zeer ten opzigte van hun CÏimaat verfchillen, dat dit verfchil eenig onvermydbaar nadeel aan de Inenting zoude kunnen toebrengen, zal het volftaan eenige Dijlriclen, uit dat Waereld-oord, en andere, daar meest naby gelegen, maar vry gevaarlyker, ten opzichte van de Inenting, fchynende, als die van de verzengde luchtftreek zelve, aantehaalen,' alwaar dezelve met gelukkig gevolg verrigt is. Niemand, eenigzins ervaaren in deHiftoriën der Geneeskunde, kan onweetende zy» van de gelukkige gevolgen dezer Kunstbewerkinge in Bengalen: zy word aldaar van overlang, inzonderheid door de Brammen, met het allergewenscht ge-  tïó Beantwoording gevolg verrigt; ja zoo, dat het niet oiu waarfchynlyk zy, dat dezelve aldaar zoo lang, en misfchien wel eerder in Zwang, geweest is, als by die van Circasfien aan wien men toch meest al het recht Van eerfte uitvinding toefchryfc. Dan wat hier van zy, dit is zeker, dat dezelve in deze Landen verrigt, ja algemeen in gebruik geweest is , alvorens zy by de Geneeskundigen van Europa bekend was, of aldaar eenigen invloed had; want zy wierd in den Jaare 17x1 allereerst in Engeland bekend, door de loflyke verzekering van de Vrouwe des Ambafjadeurs MoNTAOüE,die haaren Zoon, zes Jaa-^ ren oud zynde, in Conftantinopolen reeds in den Jaare 1717 met gelukkig gevolg had laaten inenten (n). Zoo hebben ook de Chineezen > reeds van over lang, deze Kunst ter afweetring van de gevaaren der Kinderziekte gebezigd. Zeer gelukkig flaagt de Inenting in de Westindiën. „ Dus verhaalt Conda„ mine, in zyne Reilen naar dit gedeel- „ te 00 Kirkkpatrick Th» Amlyfis of Inocuktitnt {jfc. p. 89.  ÖER PaVSVRAAGEN. II» te van de verzengde luchtftreek, van s, eenen Zendeling' van der Carmelitef „ orde, in den omtrek van Para woonen„ de, die, vyftien è twintig Jaaren voor des „ Schryvers aankomst aldaar , in eenen, „ tyd, dat de Kinderziekte in dit Gewest ., zeer fterk heerschte, meer als de helft van zyne Indiaanen, daar aan kwam te „ verliezen, maar, door middel van de „ Courant, het gerugt van de gelukkige „ uitkomst der Inenting in Europa be„ kend geworden zynde, befloot hy deze „ Kunstbewerking te doen verrigten aan „ allen, welke de natuürlyke Kinderziekte „ nog niet hadden doorgeftaan, 't welk „ van dat gevolg was, dat alle de overige „ behouden bleven. Een ander Zende„ ling, naby de zwarte Kivier zig ophou„ dende, volgde zyn voorbeeld met de„ zelve gelukkige uitkomst. In den tyd, „ dat de Schryver zyn verblyf in de Stad „ Para had, regeerde ook aldaar de na„ tuurlyke Kinderziekte zoo fterk, dat „ veele der Indiaanen, of daar door om„ kwamen, of, uit vreeze voor de be„ fmetting, van daar weg vlugtten: ncrg„ thans wierd doch de Inenting niet ver„ rigt, hoe overtuigend ook deszelfs „ voordeel uit de aldaar reeds bekende „ voorbeelden gebleken was; misfchien, » zegt  li* Beantwoording zegt de Schryver, omdat de helft der ,, Indiaanen daar aan nog niet geftorven „ was: dan, eenigen tyd daarna, heeft „ men in Brieven van Para gezien, dat „ men tot dit middel wederom was over„ gegaan, en dat deszelfs gevolgen even ,, gelukkig waren Qo). In een Vertoog, ter aanmoediging tot de Inenting, door den beroemden Geneesheer Bicker (jöJ), leest .men, in een daar ingevoegd uittrekzel van eenen Brief, van die van het Eiland St. Euftachius, dat, door middel van de Hollandfche, Hiftorifche, en andere Couranten, was bekend gemaakt; „ hoe men op dit Eiland in 5, eene algemcene befchroomdheid was, ,, nopens de aanhoudende flagting die de „ Kinderziekte aldaar dagelyks veroor„ zaakte. Dat de Raad, bewogen zyh,, de door de geduurige klagten der Be,, wooners, tot het toeftaan eener Kunst,, bewerking, van welke alleen men ver,, trouwde, dat de woede dezer ziekte kon- „ de (o) Memoires de 1' Acad. des Sciences, de Van. 1745. ■?. 685 &?feq. Ed. d'Amft. (p ) Vertoog vm de voomaamjle redenen , welke de Ingezetenen van ons Land tct hier toe van de Inenting der Kinder} okjes ivederhntiden , en oorz'tak zyn dat deze Practyk mft algemeen by ons in gebruik kime, Rotterd, 1777. }>. 5 & Jeq.  öer prysvraagën. i i 3 de gcflild worden, de Inenting een begin - ïiam by een der aanzienlykfte Planters, ' die voor eerst zyne Kinderen, en in « 't bep aanraaden van Stork, dezelve in 'Jonggeborenen dikvyls expresfelyk" beproeft, en daar doDr ondervonden, dat zy geenzins in dezj tedere Voorwerpen gevaarlyk zy ; maa-in tegendeel, dat, Zoo als ook Stoiu van gevoelen was, deze tyd de beste is: voornaamlyk, om dat, zegt hy, i°. „d)or het ontlasten van „ het Meconium, deKinderen minder aan „ ziektens onderwonen zyn: 2°. dewyl „ in de twee eerfte Jaaren leeftyd, de •„ meeste Kinderen lan de natuurlyke pokjes fterven: 30. nadien zy de eerfte „ maanden van hunnen leeftyd meest al ,, flaapende doorbrengen, en door uit3, wendige zaaken niet zoo ligt aangedaan ,, worden: 40. aangezien zy de Genees,,' middelen veel beter coorzwelgen , dan „ wanneer zy ouder zyn: 5° vermits het „ aangezicht niet wahfhltïg word. Van if vier en dertig eerstgeborene Kinde- » ren, Cs) Traité pratique de" Intcuktioni &e. aXamurif k Paris 1766. i m.'  DER PrYSVE AA g E n. I$3 „ ren, in den tyd van zes weeken ingc„ ent, en onder welken rm eenige wa„ ren, die men flegts eenen dag oud re„ kende , zyn 'er twee geftorven : het „ eene door een misilag van de Moeder, „ in haar lecvensregeling; het ander zoi>? „ der eene klaarbiykende oorzaak Qh). . sfe ■ biabnimrjv fóay Si fl^ftefël ü* irPr^ Peucival is van tegenftrydgc gedachten : hv beeft zig tegen het gevoelen vanMA'iVverzet, en oordeelt, dat men, om de ongemakken, aan welken Eerstgeborenen onderhevig zyn, dezelve niet, ■dan uit hpoge noodzaakl.ykheid, moet inenten; ja dat men dan nog moet wagten, tot dat het Kind de eerfte drie maanden van zyne geboo'rte te boven Is, om dat .het in dien tyd wel het. allermeest aan ongemakken laboreert, en het'dan nog te vroeg is onriets te vreezen voor het uitkomen- van de tanden. Hy oordeek het ook niet goed buiten noodzaaklykheid in te ëntcn,-zoo lang het Kind zogende,is; aangezien door middel van,het zog, volgens zyn gevoelen., verleheide ziektens van de Minnen aan het Kind kunnen medegedeeld worden; maar verkiest als de be- (ƒ;) Ohfervotianes prafticts circa Tnoculationim Vavioli'rum in net-riatis tnjthuiuni , Findobtm. f778.. 1 3  Ï34 B E A N T W O O R D 1 N G bekwaamfte tyd te (lellen , tusfchen de drie en zeven jaaren, in gezonde Kinderen , en tusfchen vier en zeven, in die welke zwak en teer zyn. „ De krachten „ der natuur, zegt hy, zyn dan fterk >, genoeg , de uitwaasfeming gefchied „ vry en overvloedig, de aandoenlykheid „ van 't Lighaam is veel verminderd, de „ Ingewanden zyn gezond en flerk em „ zonder verfloppingen, de geest,fchoon werkzaam en vlug, word door geen ge„ moedsa'andoeningen gefloord; de be„ kleedzelen hebben eene behoorlyke „ dunheid, en. de vezelen zyn noch te „ flrak noch te flap, voor de uitbottin„ ge der pokiloffen (O Dimsdale, die voor de vermaard* fle der Inënters gehouden wordt, heeft waargenomen , dat jonge Kinderen, door de Inenting meerder puisten krygen, dan die, welke ouder zyn; en om deze reden oordeelt hy de Inënting niet goed, voor het tweede Jaar na hunne geboorte Qk). Van Ci) Qn the Distdvantnges, which at tand the Inoculation ff Childern in early infancy , Li.nd. 1768. ' ( * ) The frefev.t Methud of Inoeulatmg for the SmalFox. &c. ■  du Prysvraacen. 135 Van het zelve gevoelen is de geleerde schwenke (/> De fchrandere Hoogleeraar van Doeveren heeft, even als Dimsdale, waargenomen het meerder getal van pokjes, waar aan Jonggeborenen onderhevig zyn ; en fchryft het zelve toe aan de broeijing van het bakeren. Deze Geleerde is ook van gevoelen dat het best zy, den tyd, waar in de Kinderen aan de ongemakken, van hunnen eer/ten leeftyd onderworpen zyn, voorby te laaten gaan, offchoon hy de Inenting, in dien tyd, met gewenscht gevolg verrigt heeft (w). De beroemde Hoogleeraar Camper, oordeelt het verfehs! van de faaren wel niets tot het wel flaagen van de Inenting te qoen,.maar heeft echter ook opgemerkt , dat zogende Kinderen fomtyds duizend puisten krygen, daar andere, van dezelve gefteldheid des Lighaams, en twee jaaren oud zynde, 'er alleen drie of vier' of tien kregen; en de toevallen, als de zwel- C l ) Zie zynen Brief alm den Geleerden e. s A w n i, fort, in de Gelees- en Natuurkundige Biblisth. T. 6. p. 64.9- ■ (m) Heen Brief aan denzelven, in het zelve Werk, T. 7. h 174. , , . . i 4  ï3ó> Be ant w o o r d i n g zwelling van het aangezicht, van de handen , enz. kwyling en etterkoorts, hier aan evenredig Hellende , verkiest hy de Eerstgeborenen, en die beneden het Jaar zyn, daar van uit te zonderen; dan tot vier Jaaren met de Inenting te wagten, oordeelt hy niet goed, en vraagt, hoe men dan de befmetting der natuürlyke Kinderziekte zal voorkomen (»)? Na deze Lyst van byzondere gedachten dervoornaamfte Mannen, die over de Inenting gcfcbreven hebben, nopens den tyd voor de Kinderen,' in'welken zy best zouden kunnen ingeënt worden, blykt, dat de meeften daar heen hellen, om den eerften leeftyd, in welke zy aan verfcheide ongemakken onderworpen zyn, te laaten voorbygaan: myn gevoelen derhalven is, dezen tyd te doen itrekken tot de uitbotting van de tanden volkomen'is : aldus vermyd men zig bloot te Hellen aan toevallen, die men verkeerdelyk fomtyds aan de Inënting toefchryft, maar die doch ook niet zelden door dezelve, of aangezet, ofwezendlyk, en alleen daar door veroorzaakt worden , terwyl men de Kinderen nog genoeg bevryd voor de 'natuürlyke ,be- (») i.i hot ü versn aangehaalde Hrerk, f. 73.  der Prvsvraagen. 137 besmetting. Evenwel, in gevalle de na-' tuurlyke Kinderziekte heerfche , ol m eene zelfde Familie of Huisgezin, een ol meerder, 't zy aan de natuürlyke, t zy m de ingeëntte pokjes ziek zyn, en zig hier longgeborenen bevinden, kan en men die ook vryëlyk inënten; aaneen zy door de natuürlyke befmettmg oedreigd worden, die altyd veel gevaarryker is, en men van eene andere zyde gezien heeft,, dat ook dezelve de Inenting gelukkig kunnen doorftaan. Het zog van de Minnen kan , verre van nadeelie°tc zyn, door eene goede leefwyze aan hen voor te fchryven, zeer gefehikt gemaakt worden , om te voldoen aan alle de aanwyzingen van de Inënting, en dus vergoeden aan de Geneesmiddelen, die de Zuigelingen toch moeilyk flikken. De ondervinding heeft het geene ik hier voor-, draage bekrachtigt. De Volwasfenen kunnen in allerleyen ouderdom vryëlyk ingeëntworden. Dimsdale heeft de Inenting met goed gevolg verrigt in Lieden van zeventig, en Muriiay in die van boven de tagtig Jaaren. Men ziet dus dat de.Leer van denGrooten Boerhaave, ten opzichte van de min of meerder moeilykheid Hf I S de  138 Be,4NT woord ING de Kinderziekte, naar maate van den otK Sr h°m' T d00l'gaati F in tegendeel,' dat die , welke van dezen verlichten Man ais de beste voorwerpen befchouwd worden , juist aan de meefte gevaaren- zyn btootgefteld, en vice verfa. Altyd is het best, gezonde Geitellen tot de Inenting te verkiezen; dan, waar men voor de natuürlyke befmettmg bevreest is mogen ook vryëlyk ingeënt worden die . geenen , die eenige ongemakken onderworpen zyn, of zièklyk be, tehouwd .worden; want, zoo als ook de Geleerde chwenke van de Kinderen aanmerkt (ö), als dan is het beter in te enten, en hen eene ziekte te verfchaflen, waar door zy veel minder gevaar van fterven zullen loopen, en die meest al de overige Ziektens niet verergerd, maar fomtyds eerder verbeterd. Zoo merkt Andrew, in eenen Brief aan Wilmot aan f^), dat in een Meisje, dat de fchurft had, en de pokjes kreeg, geduurende deze laatste ziekte, de -■■ >■ sib. ni fchurft (o.") In den Brief te voren geweld, rsd*]^™ Braakt ,f' Inecu^1 impWially cmfcie~ f ■  der Prrïsvuagèn. '139 'fchurft verdween; maar na de pokjes geneezen waren, verlchecn nogthans de fchurft weder. Schultz heeft ondervonder. , dat Menfchen , die kort teloren eene tusfchenpofende koorts gehad haaden,zoo veel te gemaklyker ingeënt zyn; maar heeft tevens gezien, dat zoo eene koorts fomtyds in piaatfe van de Etterkoorts verfchecncn is; en in anderen, bk dezelve verdween, zoo dra de= pokjes te voorfchyn kwamen. Deze Schryver hec.t met gelukkig gevolg ingeënt een Kind,dat ,&an de Engeliche Ziekte laboreerde, zoo wel als die geenen, welke aan de Venusziekte -kwynden (,-. <0' tteoTSvnoo/ slis nR7 Volgens G. Foigny, 'moéten Mesjes, f O Genees- en Natuurkind. Bibl. van den Citeerden Heere Y.. Sandifokt, T. 5- f 828.; fif fit(r) He het varen aangehaalde Werk. (l) Het voorgemelde Werk J>. 59-69..  ï4© Beantwoording jes, zoo min als Jongelingen, in den tyd dat zy huuwbaar worden,zig aan de Inenting overgeeven (O: zoo word ook den tyd, in welken de Vrouwen of Vryfters hunne Maandflonden hebben on traaden' "dan waar dezelve, ftaande de pokjes,' overkwamen, hebben zy nimmer nadeel ■toegebragt, om welke reden de Hooglecraar Camper geene zwaarigheid maakt, immers in gevallen , waar men voor de natuürlyke befmetting bevreest .is, m te ënten, alvorens dezelve geëindigd zyn f». ln zwangere Vrouwen, hebben Dimsdai.k en anderen,de ir;;nting metigoedgevolg,verrigt ): buiten vrees voor de natuürlyke befmetting is het echter heter dezen tyd te ontgaan. Minnen zyn, te gelyk met hunne Zuigelingen, door den Hoogleeraar Camper ingeënt met gelukkig gevolg; alleen raad hy'aan, ■geduurende den tyd , dat de koorts van uitbottinge tegenwoordig is, het Kind de Borst te onthouden (w ). Van alle Voorwerpen zyn 'er geene, die beter-voor de Inëntinge gefchikt zyn, als - (t) Het aangehaalde Werk. C«) P- 75. (v) In kit Werk va* dezen Schaver te.vwen gemeld, (.iv) p. 1?,: ■ fxT  der Prys vraage n. $41 als die, welker huid doorfchynend, bloezend , poezelig en zagt is; en geene gevaarlyker dan die 8 wier dikke en taaije huid de natuürlyke doorwaasfeming fomtyds vermindert of belet. Zoo heefr Condamine waargenomen, dat de Bos-Indiaanen , die hunne Lighaamen flerk verwen met Roucou, zelden van de natuürlyke Kinderziekte geneezen, terwyl andere , wier Lighaamen aldus niet befmeerd zyn, dezelve gelukkig doorflaan (fa;). Hy fchryft dit niet ten onrecht alleen toe aan de belette doorwaasfeming van de Huid. De geleerde Bicker (y~) heeft de gemelde huidshoedanigheid opgegeeven , als een teken, waar uit men de graad der Kinderziekte voorzeggen kan; en de Hoogleeraar Camper (s), getuigt in deze voorzegging nooit gemist, en daar uit het min of meerder getal der pokjes, die uit de Inenting Honden te volgen, altvd voorzien te hebben: zoo heeft ook Schults (a) aangemerkt, dat vette Men- (.t) Memoires de l'Acad. des Sciences, dt l'an. 'Ei. d'Amjlerd., (yy Zie Tïssuxs Raadg. vertaald , derde druk t>- öoi. ( 2 ) Het voren gemelde Werk, p. 50. (a) Zie de Nutuur- en Geneeskundige Bibl. van den geleerden E. Sandifort, T. 5. p. SUfc  J43 Beantwoording Menfchen , meest al goedaartige pokjes krygen, en daarom met gelukkig vooruitZicht kunnen ingeënt worden. De manier van leven doen weinig of niets tot den aart van de Kinderziekte; en de Voedzels kunnen, zoo min als het £ib maat, eenige veranderingen daar in te weeg brengen; want, zo als de Hoogleeraar Camper ook aanmerkt, ontdekt men, in Volkeren van allerleyen aart en leefwyze, de merktekenen van góed en kwaadaartig foort van pokjes (b\ Ry* ken en Armen , zyn aan beide foorten onderworpen, zoo wel als de Volkeren van allerleye Waereld-oorden, hoe verfchillend ook hunne leefwyze is. Des onaangezien is het niet raadzaam, de Inenting te doen ondergaan aan die geenen, welke fterk aan den drank overgegeeven zyn. Die 'van Europa verkiezen liefst, voorden tyd der Inënting, den Winter, fommigen nogthans, hebben de Lente verkozen; maar inzonderheid fluiten zy de Herfst uit, om de verfcheide Ziektens, die 'er in dezen tyd heerfchen. Uit ' het  der PrYSYRAA(J;0. HS het geen ik . te voren over dc-Luchtsgefteidheid van de verzengde Luchtftreek hebbe bygebragt, is gebleken, dat de drooge tyden aldaar $5 de gezondften zyn aan te merken ; en het is daarom, dat ik deze voor de Regen-Saifoenen verkieze. Dan, in gevalle 'er. befmettelyke Ziektens , die gevaarlyk zyn, en rnet de Kinderziekte heërfchë , oordeele ik het raadzaam, dezen tyd.eerst voorby te laaten gaan: de Regen-Saifoenen zyn aan zodanige Ziektens 't meest onderworpen., en daarom voor de Inenting mm bekwaam. Maar als de Kinderpokjes: algemeen heerfchende zyn, mag men vryëlyk inënten-, zelfs als 'er kwaadaartig foort van pokies grasfeert. De ondervinding heeft geleerd , dat het gevolg van de Inënting in zulke tyd-n even gelukkig kan zyn. Het eenigfte dat men te vreezen heeft .is Yj dat fomtyds de natuürlyke befmetting kan plaats hebben, in die geenen, welke de Inenting ondergaan, -en dat derzelver kwaade gevolgen, dan ten onrecht, aan deze Kunstbewerking kunnen toegeschreven worden. Dan, het nut, dat deV;ënting verfchaffen zal, door het behouden van een aantal Lyderen,die anders gedreigd, worden door de natuur1-vke Kinderziekte ten .graye te daalen, moet  144- Beantwoording moet eene vertroosting zyn, ter vergoeding van zodanige vaifche befchuldiging'. O V E ,R nï&otii:'-.- rt'j;i>v.joy 3™-h.:\; niib VOORBEREIDING. De Lccrflellingen van Rhazes, nopens de voorbehoedende curatie der Kinderziekte, hebben eenen invloed gehad, die tot heden niet is uitgevvischt. De oorzaak van deze Ziekte in de opbruifmg van het bloed Hellende te bcflaan , heeft men toevlugt genomen tot alle zodanige mid' delen , die men bekwaam dacht, om dezelve of voor te komen, of tegen te gaan. Sydenham en Bokrhaave deze oorzaak in de Infl&mmatoirt hoedanigheid des bloeds zoekende , verfchilden" niet veel, nopens de Geneezings - aanwyzingen •van Rhazes'. Alle middelen, die maar eenigzints in Haat kunnen zyn de beweeging des bloeds te bedaaren, worden in de voorbereidende geneeswyze der Kinderziekte aangeprezen. Onder dezen worden als de voornaamHe genoemd , de Aderlatingen, de verkoelende laxeermiddelen, de Voetbaden, de zuure Genees- mid-  der Prysyraagen. 145 middelen, en de zuurachtige en verkoelende Voedzels; al wat het Lighaam kan verhitten, of de opbruifmg des bloeds aanzetten, moet zorgvuldig vermyd worden Vleesch of Visch, en alle derzelver bereidzelen, de Eyeren, Boter,Kaas, Meik, Olie, den Wyn, alle geestryke Dranken, zoo wel als de beweegingen des Li^haams , en de verhittende Gemoedsdriften , moeten als zoo veele fehadelyke dingen aangemerkt worden. Buiten en bchalven deze Leefwyze en Geneesmiddelen , heeft nnen getracht tevoldoen aan eene andere aanwyzing, die beftond in het venyn der pokjes,door middelen.die men onderftelde eenen'daar aan tegenftrydigen aart te bezitten, ware 't mogelyk , te vernietigen of onwerkzaam te maaken. Rhazes roemde tot dit einde byzonderlyk op zynen Syroop, en de Syroop van Paarlen der Indiaanen (Syrupus Margaritarum Indorum). Boerhaave prees de middelen uit het Antb monim en de MercurktipA tot hetzelve einde aan: hy gaf de volgende Poeijers , om 'er alle drie uuren een van in te neemen, met vier oneen wey: R, Antiman. Maphar cum Nitr. fixo. Dragm. vj Mermr. dulc. Dragm. fem. Sal. Polychr* IV. Deel. K Dragm,  246 Beantwoording Dragm. j. Mix. & Divid. in Pulvert* xxiv. Qc). Zodanige middelen zyn dan ook in de Voorbereiding tot de Inenting gebez gd. ö ° Dimsdale (d') pryst daar toe een Foeijer aan, b^ftaande uit agt grynen Lalomela, en een agtste gryn van de Jariarus emeticus. Hy geeft dit Pocher aan \ olwasfenen om den anderen dagj maar aan jongere Perfoonen, geeft hy minder: zoo gaven de Suttoniaanen de Kwik, fomtyds in zulke fterke giften, dat daar door kwyhng ontftond. Murray had een Drank in gebruik, die belfond uit leer-water en Cicuta met Campher, Calomeï en de Harst van Guajac. Zoo wierden dan in de Kinderziekte sé* bezigd dezelve middelen, die als Specifiquen m de V enus ziekte geprezen worden : niemand nogthans heeft tot hier toe aangewezen, dat 'cr tusfchen de venynen van deze tweederleye Ziektens, de minfte CO H. B o 2 r h n v r Aphw cum Com. III. van Sw ieïem, r 5 in Materia Med p f 7. Cd) Zie het te varen gemelde'Werk.  DER PRYSVRAAGEN. 147 minde overeenkomst zy. Eene reeks van ondervindingen , welke bevestigen , dat niet alleen in allerleyen ouderdom, niet alleen in gezonde, maar zelfs in zieklyke Voorwerpen, de Inënting, zonder de aanwending van deze middelen, even gelukkig gedaagd is, bewyzen de nutloosheid van derzelver gebruik , en de ririsgisfing van den Grooten Boerhaave, nopens de Geneezing van de Kinderziekte; ja Dimsbalk zelfs, heeft, volgens zyn eigen getuignis, zulks in de Kunstbewerking van de Inenting ondervonden. Watson was van gevoelen, dat de Kwikmiddelen de puisten veel eerder vermeerderde ; ook heeft Huksham dezelve dikwyls fchadelyk bevonden, en daarom het algemeen gebruik daar van veracht. Des niet tegengaande,heeft men doorgaans de gemelde wyze van Voorbereiding gevolgd , en hier mede korter of langer aangehouden, dommige hebben die geduurende zes, andere vier, andere twee weeken, vóór dat zy tot de Kunstbewerking van de Inënting overgingen, in 't werk gefield. Het is waarfchynhk, dat, waar men deze manier van handelen , onverfchillig in allerleye foorten van K 2 Voor-  148 Beantwoording Voorwerpen geöeffent heeft, meer na- dan voordeel daar uit ontftaan is. v erre van daar door-de hoedanigheid van hec bloed in diervoegen te veranderen , dat een kwaadaamg lbort van pokjes verhoed zoude kunnen worden , beeft men veel eer zwakke Voorwerpen daar door afgemat en de krachten., die ter ontbindfng en uitdryving van de ziekftoffen vereifcht wierden, vernietigd: gezonde Ge/teilen, heeft men vrugteloos gefoiterd. De Leerftelling van Rhazes', zoo wel als van zyne Opvolgers, mitsgaders van vSydenha m en Boeriia * ve, dat de pokjes in haar begin door foortgel ke middelen zouden kunnen geneezen worden, zonder uitbotting, is veel eer een dwaaling. Waar de krachten vernield worden, heeft men te vreezen, dat zig de ziek/tof op inwendige deelen Horten, en gevaarlyke toevallen voortbrengen zalmen dat in deze Ziekte het bloed altyd eene hoedanigheid van ontfteeking zoude hebben, waar van de drift en taaiheid moet tegen gegaan worden door Aderlatingen , Laxeermiddelen, en wat dies meer zy, is ook niet altyd waar. De koorts is dikwyls niet meer dan vereischt word om de zickftof volgens den aart en de gewoonte der Ziekte, te ontbinden en uit te dry ven, in  der Prysvraagen. 14Q in welk geval zy niet zonder gevaar, door verzwakkende middelen, verminderd word. Meest al is zy van eenen rottenden aart, en in dit geval zyn byzonderlyk de Aderlatingen zeer nadeeng. De voorfchreve wyze van Voorbereiding, is derhalven tot niets minder bekwaam, als om, in alle gevallen, voorde Inenting, onverfchillig voorgefchreven te kunnen worden; en het is zelf niet mogclyk eene wyze van Voorbereiding uit te denken, die in 't algemeen, in alle gevallen, zoude kunnen plaats hebben. Zoo lang de natuur van het venyn deiKinderziekte niet bekend is , of geene middelen zyn uitgevende»,, die dit venyn in z n natuur zelve beftryden en vernietigen kunnen, zoo lang zegge ik, is het ook beter de Lyders met geene vrugtelooze Geneesmiddelen , noch eene te ftrenge leefwyze, af te martelen. In tegendeel, zal het vry beter zyn, en met ' de gelukkigfte ondervinding, zoo wel als met eene nationale Geneeskunde over eenftemmen , wanneer w/ der Zieken gewoonte, en bunne iémpettom'etftfn, gade liaan, en, met opzicht tot derzelver byzonderheden, eene ieefwvze yoorfchi yven , die best met dezelve overeen K .3 komt,  150 Beantwoordin* komt, zonder van eene andere zyde nadeelig te kunnen zyn. Ik verwerpe derhalven alle Geneesmiddelen , in die geenen, welke eene volmaakte Gezondheid genieten; en ik achte het voldoenend. hen, nopens het gebruik van hunne Voedzels, matig te doen zyn: de grove Spyzen, en voor al de Vleesch- en Visch-Spyzen , de geestryke Dranken en • den Wyn, moeten vermyd worden. Evenwel , wanneer zy hier aan fterk gewoon zyn, mag, en moet men zelfs, minder ftrengheid gebruiken: het matig gebruik van onvolwasfen Vleesch, en nu'en dan ook van een weinig Wyn, kan aan dezen niet zoo veel nadeel toebrengen, als wel de volkome onthouding. Het zuiveren van de eerfte wegen , alvorens de Inenting te verrigten , is altyd goed; byzondcrlyk in die geenen, die hardlyvig zyn. Het volftaac tot dat einde, een of twee maaien, een zagt buikzuiverend middelste geeven, waar toe de .Pulpa Casjïa Tam ar indorum, Prunorum, de Manna, en de oneenflagtige Laxeer•«outen , als het fal Mirabih Glauberi, Ebfon, en andere foortge'yken, best geIchjkt zyn. Kinderen, kunnen éeSyru-  DER PRYSVRAAGEN. I ? I pus Rofar. v. c. f Cichor. c, Rheo, of iets dergeiyks gebruiken; doch, ais zy moeih k dezelve doorzwelgen , is het beter hen een Lavement aan te wenden. Een aftrek-zei van Gerst of Gort met Honing, en een weinig Zout vermengd, kan hier toe volftaan. In de geenen, die men vermoed wormen te hebben, moeten dezelve, alvorens de Inenting te ondergaan, vernietigd worden. Het is in dit géval, dat onder anderen ook de Kwik-middelen zyn aangewezen , en dat derhalven de Poeijers van BOERHAAVE of Van DlMSDALE V311 dienst kunnen zyn. Andere Ziektens, moeten, of gsneezen of verbeterd worden, door middelen,die naar hunnen byzonderen aart en de byzondere toevallen ook verfchillend zyn ingerigt; en het is in het gebruik dier middelen, dat dan ook het voornaame van de Voorbereiding tot de Inenting beftaat» De Aderlaatingen komen niet dan in volbloedigen, en llerke Voorwerpen, en m de heete Gewesten zelden te pas. De beweeging en rust, flaapen en waaK 4 ken.  ï 52 Beantwoording ken , mogen geöeffend worden naar g£.  DER PRYSVRAAGEN. 155 gaande blykt, de Inënting verrigt, zonder eenioe Voorbereiding, zonder eenige verandering in de leefwyze , en zy heeft even gelukkig gevolg gehad. Ik heb, in den tyd dat de Kinderziekte zeer fterk heerschte , waargenomen, dat kwaadaartige famenvloeijende pokjes verfchenen in die geenen , welke van overlang, uit vreeze voor de befmetting, zig aan eene leefwyze hadden overgegeeven, gelyk aan die van de Voorbereiding 5 terwyl andere, van eene ruwe manier van leeven, het goedaartig foort kreegen. Maar ik heb ook gezien, dat in die, welke vooraf, of in het begin van de uitbottings-koorts, verzuimd hadden den buik te zuiveren, de koorts allerhevigst wierd; dat 'er Delirium en andere toevallen verfchenen ; ja dat de aart van de koorts zelfs eene volkome rottende fmetting der vogten deed vreezen; en dat alle deze verfchynfelen trapsgewys verergerden, zonder dat 'er uitbotting kwam, zoo lang tot dat de eerfte wegen, door bekwame Braak- en Purgeermiddelen gezuiverd waren, wanneer den ftaat des Lyders beterde, en de uitbotting volgde. Zoo heb ik gezien in een Jongeling van omtrent aa jaaren, dat, alleen door de prikkelende ftoflè in de Maag,. de uitbotting vertraagt en te rug  ï 56 Beantwoording 'gehóuden wierd, terwyl de koorts, met geduurige verheffingen, hevige benauwthe$èrf, hitte, nygmgen tot braaken, ylhoofffi ïheï&.s èene brandende, rasie,ongeiyke en ü ;,.->e pdÉ , verlchèide dagen reeds geduurd had , en nog altyd aanwakkerde; ja zoo, dat ik dezelve veel eerder :Yijor eèneAvaare Kot-koorts, dan voor de Uubottings - koorts van de Kinderziekte ëttëi ik Helde een tiraak-middel in 't werk ; na desztM's uitwerking bedaarden de toevallen en de merktekenen van de pokjes openbaarden zig den anderen 'dag. Blykt uit deze , Waarneeming n;et xonne- klaar de nuttigheid van het zuiveren der eerfte wegen , in de Voor bereiding van de Inenting, en dat de koorts, Waar ze in zulk eenen graad, en met zulke gevaarlyke toevallen verichynt, veel eerder als een belettende, dan als eene uitwerkende oorzaak van de uitbotting moet aangezien worden ? Ik kan derhalven, in dit de el der behandeling van de Kinderziekte, niet volkomen toeftemmen het gevoelen van den beroemden ifoogleeraar Campkr, hoe zeer ik dè iènwaardeerbaarè hoedanigheden van doei i>' Gróorcn Man met verwondering hefchóuwe eri hoögachtc; (lellende, dat de koorts;% welken graad die ook verichyae, altyd  der PrYSVRAAGEN. l$? alf d als noodzaaklyk moet aangezien worden , als waarom Hy dezelve, niet aanzet door Zweet-middelen, noch vermindert door Nitrofa , of Ontlast-middelen; want, zegt hy, wy weeten niet, in welken graad de koorts noodzaakiyk zy, om de Pokflof uit te dry ven; waargenomen hebbende , dat eene geweldige koorts ilegts twee puisten-, en eene gematigde duizend voortbrengt (g). Zoo heeft my de ondervinding irftdei zelve Epidemie geleerd, wat nut de zorgvuldige onthouding van Vleesch-fpyzen, en het gebruik van zuurachtige Geneesmiddelen en Voedzels doet. Vefcheidemaalen heb ik het gevaar der ziekte zien vermeerderen , doordien de Zieken onvoorzichtig Vleesch-fpyzen, of de Soepen daar van, gebruikten. De puisten wel is waar, wierden hier door niet vermeerderd ; maar de aanwakkering van de koorts, ylhoofdigheid en eene overgang der fappen in verrotting, maakten voornaamlyk het gevaar uit. In den t d van de Etter-koorts, voornaamlyk , kunnen deze Voedzels niet dan ten hoogden nadeeligzyn, omdat het bloed, van wegen de (g) In het gemelde Werk, jf>. 7Q«  158 Beantwoording de floffen, die uit de zweerende pokjes geduurig opgenomen, en met het zelve vermengd worden , dan reeds ten deeie bedorven, en in verrotting overhellende word, zelfs in weerwil van de zorgvuldige onthouding dier Voedzels, die de verrotting bevorderen. De Voedzels, die uit het ryk der Planten en Gewasfen genomen worden , en van eenen zuurachtigen aart zyn , gaan deze gevaarlyke ontaarting van het bloed tegen; en hierom zyn de Gort- en Rystfpyzen, de Tuingroentens, als Porceiyn, Endyvie, Kool, en foortgelyke, zonder Vleesch of Eyeren gedoofd, of tot Soepen gemaakt, de zuurachtige Vrugten, zoo als in de Indien de Guajaven, de Oranjeappelen, de Citroenen en Limoenen, alle verdere verkoelende Vrugten, als Meloenen , Bachoves, enz. den ïngeenten in de heete Gewesten, aan te pryzen. Tot hunnen Dors tdrank, kan een ligt afkookzel, van Gort of Ryst vervaardigd, en in het zelve het fap van Limoenen of Citroenen , en voor de fmaak een weinig Suiker vermengd worden. De Wey van Melk,of een afkookzel van Zuuring,met Suiker vermengd, kan aan het zelve oogmerk voldoen. In gevalle van zuigende Kin-  OER PRYSVRAAGEN. I$9 Kinderen, fchryft men foortge'yke leefwyze aan de Minnen voor, op dat haar zog aan derzelver aanwyzingen zoude kunnen voldoen. Ter bevestiging van deze voorfchreve leefwyze, geduurende de Kinderziekte, zoude ik verfcheide ondervindingen kunnen bybrengen, dan ik achte de volgende adeen" genoeg volfbaande. Een Vader, met vyf Kinderen , wierden aangedaan door de natuürlyke Kinderpokjes, geduurende de meergemelde Epidemie: de eerHe was de oudfte van zyne Kinderen, en een Meisje; zy kreeg de onderfcheide foort, maar zeer talryk, en genas gelukkig, door nauwkeurig te agtervolgen de voorfchreve Leefregulen en de Geneesmiddelen tegen de verrotting. Eenige dagen daar na , word de Vader aangetast, die aan eene tamelyk ruuwe Leefwyze gewoon was; hy kreeg de famenvloeijende foort en worftelde met hevige toevallen, vooral geduurende den tyd van de Etterkoorts, maar het gebruik van de mineraale Zuuren, en eindlvk de Koorts-bast, en de Opiaten, geholpen nu en dan door de Buikzuiverende middelen, eene Aderlaating, in den tyd dat hy met eene fterke opgezette Pols, zeer hevig en kwaadaar-  't 60 Beantwoording tig ylde , mitsgaders zyne gehoorzaamheid in het lterk drinken, van zuurachtige Dorst dranken, deeden hem het gevaar te boven komen. De derde was een Zoontje, omtrent tien Jaaren oud, en de vierde een Dogtertje van agt of negen Jaaren: zy wierden omtrent te gelyk aangedaan ; kregen beide pokjes in groote veelheid en byna zamenvloeijend; waren, geduurende het gantfche beloop van de Ziekte, zeer llaaperig, en beide wierden zy , gehoorzaam zynde in het agtervolgen van de Geneeskundige bevoelen , gered: de vyfde was een Jongetje van omtrent zes Jaaren, zeer gezond en frisch van geitel, ja beter in aanzien , dan alle de overigen ; hy wierd aangedaan door de onderfcheide foort; de koorts was niet heviger als in de anderen; maar van het begin af weigerde hy alle Genees-middelen, zoo wel als eenige Voedzels- of Dorst-dranken te neemen: het was zelfs niet mogelyk iets in hem uitwendig aan te wenden: de natuur derhalven, moest alleen hier aan de vereischtens voldoen; dan zy deed de noodzaaklykheid van de Geneeskunde zien: de pokjes kwamen niet volmaakt uit, veel minder tot verettering , en de hoofdigheid van dit Kind, wierd met den dood be-  DER PrYSVRAAGEN. 16l beloond. De zesde was een Zuigeling: het wierd al zoo fterk aangedaan als de vyfde; het nam geene Genees-middelen in; de1 Moeder onderhield eenen Leefregul meest al van Groentens, maar het was niet mogelyk haar volftrekt buiten de Vleesch - fpyzen te houden, doch zy gebruikte dagëlyks zuuragtige Dranken, en hield den Buik open met verkoelende Laxeermiddelen:het Kind,dat haar zoogde , genoot de uitwerking dezer voorfchriften ; het volhardde altyd naar gewoonte :te zuigen en herftelde gemaklyk. Blykt niet uit deze Waarneemingen allerduidelykst,de vrugt van het zuuragtige dieet ? van het gebruik der rottingweerende Geneesmiddelen, zoo wel als van de zuivering der eerfte wegen ? Is 'er zulk eene noodzaaklykheid deze voorfchriften te agtervolgen, in de natuürlyke Kinderziekte^ zo moet dezelve niet minder nodig geoordeeld worden in die, welke op de Inenting volgt, aangezien 'er tusfchen de een en ander geen verfchil is, als in de graad van hevigheid. De Braminen enten in Bengalen, om geene andere reden zoo veel gelukkiger in, als deEuropeefche Geneesheeren aldaar, dan om dat de eerfte , 't zy uit een beginfel van Gods-' IV. Deel. L, dienst»  162 Beantwoording dienst, 'c zy overtuigd van de noodzaaklykhcid,door hunne ondervindingen, den ïngeënten aile Vleesch - fpyzen verbieden , daar de laatste geenzins zoo naauw op zien. Maar om in de \ oorbereiding ook te ontzeggen het gebruik van Boter, Olie, en Melk, zoo als alle de Opvolgers, van Dimsdale,vind ik zoo noodzaaklyk niet: dit: is een vooroordeel van Rhazes oorfpronglyk; want geene van deze middelen , bevatten iets dat in de Kinderziekte, zoo min als in andere heete Ziektens , eenig merklyk nadeel zoude kunnen toebrengen dan door het onmaatlg gebruik. . Zie hier derhalven myne gedagten nopens de Voorbereiding tot de Kunstbewerking van .de. Inenting. Ik kan niet toeftemjnen dezelve geheel te verwerpen , als te veel van deszelfs noodzaaklykheid overtuigd.2yndc; maar ik Itemme ook niet; toe-,- in een aantal niets beduidende, of zelfs Ichadciyke voorfchriften, van, wolken andere gebruik, maaken. Ik volge de wyze , die het meest over een komt met het geitel en de gewoonte der Lydei"; en ik .volharde in dezelve, alvorens tot de Inouting over te gaan , zeVen, agt, /twaalf o£veertien.dagen, naac  der Prysvraagen l6$ vereisch van de oraftandigheden in welken zig de Lyder bevind. 'Over de Kunst bewerking van de Inenting, en over de verkiezing der jmetjhjfen , met welken dezelve te verrigten? Het voornaame der Kunstbewerking van de neming beftaat in de mededeehng der poklloffe, aan eenen, die de Kinderziekte niet gehad heeft, ten einde aldus de befmetting geboren werde. Die van JJlracan prikken daar toe, met drie fzamengevoegde naalden, het Maaghol, de Navel, de Voorhand en Voorvoet tot bloedens toe ; wryven verders deze geprikte plaatfen met de verfche Et^ ter eens jongen Lyders, die aan de pokjes ziek ligt, en bedekken ze voorts met qenigc bladen van het Land (A> Bv die van Bengalen, en in de daaromtrent liggende Landen, word de Inenting doorgaans verrigt door de Bram* nen; die,' volgens de Beichryvmg^van (fc) Blblioth Jngl. p. 154- ■ L %  164 Beantwoording Hol wel l (j) daar toe meest al jaarlyks, en wel in de maand van February overkomen.De Ihwoonders van deze }> Landitreek , van de overkomst der Braminen bewust zynde, fchikt zig jj reeds een ieder, die zig flaat te laaten j> inënten, tot de Voorbereiding, welke 5) beltaat in zig, geduurende een maand j> vooraf, te onthouden van Vleesch, 55 Visch en Boter. Wanneer zy de 33 Kuntsbewerking zullen verrigten, gaan 35 zy van huis tot huis, en verrigten deis zelve aan de deur; weigerende vol53 {trekt iemand in te enten, die de Voor3, bereiding niet ondergaan heeft: zy 35 zyn onverfchillig nopens de Deelen, 3> op welken men wil dat de Inenting vol37 bragt werde ; maar verkiezen liefst 1-) daar toe in de Mannen, de uitwendige 3J zyde van den Ann, tusfchen het ge33 wrigt van de Hand en den Ellenboog; 11 en voor de Vrouwen, die tusfchen den " Ellenboog en de Schouder : wryven »3 alvorens de plaats, tot de Inenting bestemd, met eene drooge lap van hun f3 Klóed, geduurende agt of tien minu3, ten; daar na maaken zy met een fmal \\ fterk CO -dn acco'int «F the Manner of Inocuiat. ftr the Smal fox in the Kajlmd, (fft.  ÖER PrYSVRAAGEN. 10$ 9, fterk werktuig eenige wondjes, zoo, „ dat het bloed maar even te voorfchyn „ kome: op de wondjes liggen zy een „ Compres met pokftof belaaden , met „ twee a drie druppelen Ganges-water „ bevogtigd , en verzekeren het zelve „ ver.iers met een gering verband ; be„ veelende het zelve zes uuren te laaten „ liggen: na dezen tyd, moet de zwag„ tel weg genomen worden , maar het „ Compres moet op dezelve plaats bly„ ven liggen, tot dat dit van zelve af* „ valt: fomtyds word 'er een druppel uit „ het Compres op het deel geperst, eer zy „ hetzelve aanwenden. Geduurende de„ ze gantfche Kunstbewerking, doen zy „ eenige Gebeden voor de Godin der „ Vlakken , en bewaaren eene deftige „ houding. Zy bezigen voor de ftoffe „ tot de Inenting altyd de Etter van in„ geëntte pokjes van het voorgaande „ Jaar, en enten nooit in met verfche „ Etter, of die van natuürlyke pokjes, „ hoe goedaartig die ook mogen zyn; „ fchryven wyders aan de Zieken eene „ leefwyze voor, die zy geduurende het „ gantfche beloop van hunne ziekte moe„ ten in acht neemen ; het verbod van „ Vleesch, Visch, Melk en Boter, word „ nog een maand lang uitgeftrekt, te reL 3 » ke"  ï6<5 Beantwoord ino „ kenen van den dag der inënting. Den » morgen na de Inenting wordeinde Zier 33 ken met vier ftoopen koud water over „ het Hoofd gegoten, en dit word alle », morgen en avond herhaald, tot dat de „ koorts ontltaat: ais de uitbotting ver55 fchynt, gaan zy weder met de begie53 ting voort, tot dat de rooven der pok5, jes afvallen. Zy doen alle de puis53 ten openen met de punt van een fyne 33 doorn, zoo dra de kleur begint te ver? „ anderen en de Etter nog vloeibaar is. 33 De Zieken mogen niet in huis blyven, 3, maar moeten in tegendeel zig blood „ itellen aan alle winden, en in den tyd „ van de koorts op een mat aan de deur 53 liggen, Hun Voedzels moeten alleen „ verkoelende zyn , en kunnen beftaan „ uit Groentens^en Vrugten, die het Cii„ maat of deszelfs Saifoen opgeeft, als „ Weegbree-bladen, Suiker-riet, Wa-. „ ter-meloenen, Ryst, Gr uil, die bc„ reid is van witte flaap bollenzaad en „ koud water, of van Rvst. Alle deze „ dingen voorgehouden hebbende, be„ veelen zy verder aan den Zieken, by 49 hunne herftelling eene Dank zegging „ aan de Godinne der Vlakken te doen, en ontl'angen haare Salaris, beftaande „ in een pond hoorntjes, ter waarde van ?, een Huiver." Vol-  der PrYSVRAAGEN. l6? Volgens aanmerkingen van Ives (£), verrigten zy de Inënting met dè punt van een naaide, prikkende daar mede kringsgewys den Volwasfenen de beide Armen; de leefregel der Zieken is, volgens dezen Schryver, gelyk aan die, welke 11 o l w e l l opgeeft. Hy fpreekt ook van het gebruik, der koude Baden onder hen , en merkt daar en boven aan,dat zy de Lighaamen-, na dat de pokjes aan het dorren zyn, doen wasfchen met Roozenwater, of het fap van Sattanmllie, Su&apot, Cuhnêe en roode of groene Tarmar.un: eindlyk, dat zy, in gevalle de pokjes fzamen loopen, den Zieken St. Jans - zaad doen kaauwen, terwyl zy by aanhoudenheid Bang - bladen, dat een foort van Hennip is, op de meest bezette deelen doen liggen. De Chineezen verrigten hunne Inënting met de gedroogde korsten der pokjes, die zy in de Neus lleeken; of zy maaken tot het zelfde einde lteekwieken,met den reuk van Muscus doordrongen , die zy vervolgens in de poeijer van gedroogde pokkorsten wentelen; dan deze gewoonte van inënten moet als zeer. nadeelig aangezien worden , en de menigte van ö Men- (*_) Reizennaar d* Otst-Indien eerjle Deel,?. 73 • 79- L 4  i68 Beantwoording Menfchen, die daar door omkomen, moet eene wederhoudende reden zyn van dezelve te volgen (7_). Sommige onder die van de Indien, mengen de pokftof met eenige Drank, en doén ze aldus den Lyderen inneemen, dat aan dezelve ongelukkige gevolgen onderhevig is Qm). De Europeaanen verrigten hunne Inenting, zedert dezelve by hen in zwang is, op verfchillende wyzen. In den beginne maakte men diepe Infnydingen. F. B. Lentin (n), deed, na eene Voorbereiding met de Mtrcur. dulc. oï Decoèfa Lignorum Laxant. van drie weeken, aan negen Kinderen, een Infnyding in de Kuit, en leidde Boomwol met Etter van goede pokjes doordrongen, in de wonden; overdekkende dezelve met een kleevende Plyfter. VTan dezen dag af, deed hy dagelyks een voetbad gebruiken, en gaf tot dat 'er koorts kwam, de tmSf. Rhtza- O) Til. Bur. van Swiet ttf Com- in H. Roirr, jiphor. Tem. 5. p 41. (m) De Geleerde Camper in het meergemelde Werk, f 220. Cn) Ofitvationum Medieartan Fascieulusprimus, f. ï8.  der PrYSVRAAGEN., l6§ Rhctados, terwyl hy den Buik opende mee Rhabarber. • De vermaarde Inënter Gatti, verkoos tot de Inenting, of de verfche Etter, of de binnenfte rooven van de pokjes tot poeijer gemaakt, oordeelende de ftof tot de inënting geenen invloed te hebben op den aart der pokjes, die daar uit ftaan voort te komen (o): hy verrigtce dezelve wel eer met een byzonder daar toe gefchikt Jnjirument (ƒ>.), dan daar na oordeelde hy het genoegzaam, met de punt van eene naaide in etter gedoopt, de opperhuid fchuinsch op te ligten, en aldus tusfchen deze en de huid , de etter in te brengen , verkiezende verders noch pleifter noch verband aan te wenden: fomtyds heeft hy, door middel van eene naaide, eenen draad, die met de ftoffen van rooven der pokjes gewreven was, tusfchen de opperhuid en de huid doorgehaald , zonder die aldaar te laaten, pryst tot de plaats voor de Inënting, het deel tusfchen den duim en de Wysvinger; of- fchoon (o) Nat,- en Gen. Sibl. van den Beert e. San Dlfort, 2 Deel p. 766 O) Zie het Progr. van Pref. H. A- Wrisbebc £fc en N. £? G. B.van den Heere E. Sa» du eg t, 3 Deel p. 731. L 5  ?70 Beantwoording fchoon hy fommige andere deelen niet ontraad, en veragt alle Voorbereiding in gezonde Voorwerpen Deze manier word" yoornaamlyk in Vrankryk gevolgd. De wyze van inenten, die in Engeland, zoo wel als in Schotland, van over, lang het gemeenst in zwang was, belfond ook in de Infnyding alleen tot de Opperhuid tebepaalen;doch A.Monro, de leader, maakt gewag van een Geneesheer, die in Schotland de pokjes inentte, door met de etter alleen de huid te wryven, en van eenen anderen, die dezelve veroorzaakte, door op de ongefchonde huid alleen een draad met pakftóf doortrokken te leggen : men verkoos aldaar de etter van gezonde Kinderen; meest al wierd een Infnyding alleen op een van beide Armen verrigc; dezelve wierd door eenige draadenvan plukzel, of een wiekje van Boomwol in de etter bevogtigd, gedekt gehouden , en na eenige dagen van etter vcrverscht f>). In Engeland verkoos men liefst den etter, die daar toe expresfelyk ver- (q") Ntuveller Reflexions fur In Pratique de l' Inoculatlon, fcfe. en N. en G. B. -van den lleere E. Saïdir o k t, 4 Deel p. 773. (r) An Account tf the Intculation of the Smal-Fox in Scetlani.  DE R. PrRY S V R A AG BN, f^f .vergaderd word van eenen Zieken,in wiens tegenwoordigheid gebragt word , den geenen, aan wien men de Inenting ftaat te verrigten: men opent in de eerfte een dér pokjes,-die nog niet volkomen ryp zyn, maakt vervolgens in den anderen eene kleine Infnyding" aan de buitenkant van den Arm, drukt met de Vinger de etter op bet gemaakte wondje, en legt 'er noch pleifter noch verband aan: fomtyds heeft men tot de ftof voor de Inenting verkozen, het vogt, dac de wondjes uitgeeven omtrent den vierden dag na de Kunstbewerking , en voor dat nog de pokjes uitkomen. In de Voorbereiding word de Kwik te werk gefteld , en verders eene verkoelende leefwyze in acht genomen (-O- Niet zeer, verfchillend van deeze wyze -van inenten is die, welke door Sutton, D i m s d a l e , en anderen der vermaardfte Inënters, in Engeland gevolgd is, en die tot heden toe in gansch Europa plaats heeft; maar voor al hegt men zig aan de manier van D1 m s d a l e : ik zal om deze . . - : . re- f s ) An Enquiry into the merits tf a Metkod of Inecü' •latir.g the Sval - Fox., wond af. Men maakt aan beide Ar33 men Infnydingen , en fomtyds twee 3j aan een en dezelve Arm, op eenen ge33 ringen afftand van eikanderen : noch 5, pleifter noch eenig verband word ver3, eischt. Somtyds heeft hy ook een ge3, deelte van de opperhuid met het lancet 33 fchuinsch opgeligt, en het zelve daar 93 tegen gedrukt, op dat de etter aldus 33 te beter zoude afgevaagd worden. Na e» de Kunstbewerking word de Ingeënt?? te weder verwyderd van den Lyder, 93 wiens pokftof gebruikt is, offchoon ,3 Hy  der PrYSVRAAGEN. 173 „ Hy dit niet altyd nodig oordeelt. Hy „ verkiest de etter, of van natuürlyke pokjes, of van zulken, die door lnënr ting verwekt zyn, én beide foorten zyn 1 door Hem tot het oogmerk even vol- * doende bevonden, gelyk Hy ook geen onderfcheid heeft opgemerkt, tusfchen j den etter uit rype of onrype pokjes: " Hy heeft ook het vogt, 't .welk m de J wondjes voor de uitbotting reeds word „ waargenomen , of zelfs voQt dat 'Jm ' nog eenige koorts befpeurd word, * even werkzaam bevonden; merkt nog jö aan, dat fommige de Inenting verrigt. ' hebben met een lancet, waaraan de et- ter droog geworden was (o-" Watson pryst nopens de ftof tot de Inenting, de wateragtige («). De Geleerde Schwenke volgt in de Kunstbewerking Dimsdale; verrigt dezelve in jonge Kinderen alleen op eenen Arm, en in Bejaarden, op beiden (y> De (t) The prefent Method of Inoculating for the Smal' p<*(m') An acconnt of a furies of Experiment*, inlitutei with a we« of ascertaining the most fuccesful MethtA oR\Inoculating the Smal - Pok. O.) E. SanoifoktIV. enCeneesk. Bibl. 5 Deel ,p. 6iJ.  174 Beantwoord iNC De .Geleerde van Doeveren verrigt de inenting fomtyds met de Ciftotom van la Faye v?j'): byzonderlyk wanneer hy met vreesagtige Kinderen te doen heeft.: Hv verkiest voor de plaats tot de Kunstbewerking in Jongetjes , het dikke van den Voorarm, en in Meisjes , heC deel des Opperarms, even boven den Ellenboog , en verfchilt verder weinig of niet van de wyze van D ïmsdale'zoomin als de Geleerde Sihwenee Sommige, de Inenting verrigtende, door middel van een naaide, gevademd met een draad , die met de pokflof doordrongen was , en welke zy onder de Opperhuid doorhaalden, hebben dezen draad in de wonde nagelaaten. Anderen hebben eene kleine Pleifier van fpaanfche Vliegen - .zalf verkozen, met welke zy een blaartje deden trekken , het welk geopend zynde, wicrd.de- poklrof op de" ontbloote huid aangewend. •pO nobbdqo, , ni «o , Zi& (w) Zie dit Tnjiument dat een verborgen lontei'is, tot êè-opening-vanJ$. Ca; fula Leiit'n m4nl&>;is. in 'de Extractie van de Caiharaü. beliemd, afgebeeld in de Memgires d& V,-had. -R. 4e Chir d; Paris, Ti V. p. 303. tl XX M, Èd.:ih a»». - » • , '\ü»? p.tf&z. v , ' , ■ 5  der. Prysvraagën. Ï75 Zie daar de voornaamfte byzonderheden in de wyze van de inenting werkftel? lig te maaken. Zy betreffen de Kunstbes werking zelve; de plaats of het deel, waar dezelve te verrigten, .en de ftof.met welke men tracht de befmetting mede te deelen. Ik zal hier uit dat geene aantekenen , dat volgens myne gedagten moet dienen., om de eenvoudigfte , zekerfte en min pyhlykfte manier van inënten uit te maaken.- s $[ wyls  der Prysvraagen. 177 wvls te lastig en te pynlyk zyn. De wryvingen met de Etterftof in de ongefehunde huid , of de aanwending van eenen bennetten draad op dezelve, heeft te dikwyls gemist, om daar aan, boven andere manieren, den voorrang te geeven. Ik verkies derhalven in Kinderen eenen Arm, en in volwasfenen beide, op dat, ingevalle de inenting in eenen Arm kwame te misfen, de andere zoude kunnen vergoeden; en ik flelle dezelve in de vrouwelyke Sexe een hand breed boven, en in deMannelyke,zoo veel beneden den Ellenboog; ik fteïle die in den Opperarm aan de buitenkant en aan den Onderarm, op de binnenkant : de reden van aeze verkiezing is opgefloten in de kleeding, die gewoonlyk in de Mannen den Onderarm lager bedekt als in de Vrouwen, zoo dat men te gemaklyker, zonder genoodzaakt te zyn den Lyder te ontkleeden, de wondjes dagelyks kan bezichtigen , terwyl zy nogthans door de kleeding ook bedekt, en dus de nablyvende Lidtekenen verborgen gehouden kunnen worden. Na de Operatie komt het my best voor, een eenvouwdig omflag van Linnen om den Arm te flaan: na eenige uuren kan het zelve afgenomen worden, ingevalle de plaats door de Hemdsmouw IV. Deel. U be'  178 Beantwoording bedekt kan worden; maar de geringe moeite om dezen omflag dagelyks los "te maaken en te veranderen, vergoed aan het nadeel, dat men fomtyds aan de wryvingen tegen het hemd of de kleederen zoude toe te fchryven hebben, het welk door dezen omflag word voorgekomen. By die geenen, welke, in heete Gewesten, gewoon zyn met ontblootte Armen te gaany is de omflag volfirekt nodig, ten einde de plaats van de Inenting'voor den invloed van de lucht, zoo wel als voor de aandoeningen yan fommige infeöen, die alhier zeer gemeen zyn, en gretig naar de wonden komen, te befchefhien; men kan daar toe,in plaats van Linnen, eenige bladen van het Land verkiezen. Over de verkiezing der ftoflfe, met welke de befmetting mede te deelen, behoeft men geenzins zoo zorgvuldig te zyn Men heeft even gelukkig ingeënt met de fmetftoffe van natuürlyke als van ingeente pokjes. De Hof, die men daar toe genomen heeft uit de wondjes, voor dat noch de koorts, noch de uitbotting daar was, heeft niet min noch meerder gelukkige pokjes voorrgebragt, als die, welke vergaderd was uit de pokjes, die * Verder gevorderd, of zelfs reeds aan het dor-  DER PRYSVRAAGEN. I/# dorren waren. De verfche etter en de drooge korsten, hebben geen ondcrfcheid in de gevolgen doen zien, zoo min als de verouderde of jaarige pokftof; ja men heeft waargenomen, dat kwaad foort van natuürlyke pokjes , door middel van de Inenting even goede pokjes heeft voortgebragt (y). Des onaangezien,. om al* le verkeerde uitleggingen by het gemeen voor te komen, verkies ik liefst de ftof uit ingeente pokjes; en wel die van de wondjes , 't zy voor of geduurende de Uitbottings - koorts vergaderd , als zynde wel het meest prikkelende en werkzaam bevonden ('z> By gebrek van deze gebruik ik de verfche etter uit goedHartige natuürlyke pokjes; ik vermyde dezelve te neemen uit zodanige Voorwerpen, die aan eenige andere befmcttclyke Ziekte onderhevig zyn: dit is de weg die de geleerdfte en voorzichtigfte Inènters ons aan de hand geven. Ik verkies nog, met Dimsdale, 't zy ik gebruik maake van de etter van natuürlyke of van ingeente pokjes, de Kunstbewerking te verrigten in de tegenwoordigheid van den geenen, wiens pokftof ik ftaa aan te wenden; (y) ClMpIR, in het viorgemelde Werk, 81* (z) Deselve P. 80 in Ut zelve Werk. M a  iSo Beantwoording den ; maar ingevalle deze manier geen plaats kan hebben, vergader ik de wateragtige pokftof uit de wondjes der Inenting, of van onrype pokjes in fyn plukzel, dat ik in een daar toe gepast doosje of flesje lluite: by den Zieken komende, bevogtig ik daar in het lancet, of het werktuig, met hetwelk ik de Inenting ftaa te verrigten : als deze plukzeldraaden droog geworden zyn , kunnen zy toch nog dienen; het is genoeg dezelve met een druppel water te bevogtigen, en de gemaakte wondjes vervolgens daar mede zagt te wryven, of tot meerder zekerheid eenige draaden tot den anderen dag 'er op te laaten liggen, bevestigende dezelve met een Diapalm -pleijlertje, zoo als in het geval, waar ik van het fpaanfche Vlieg-pleiItertje gebruik gemaakt hebbe. Dan, wanneer ik geeneEtterftof, noch van Ingcëntte, noch van natuürlyke pokjes kan hebben, verkies ik de drooge korsten, of geheel of tot poeijer gemaakt, 't zy van In( geëntte , of van goedaartige natuürlyke pokjes, die lang kunnen bewaard worden, zonder haare kracht te verliezen, zoo als uit de manier van Inënten by de Braminen blykt, en door andere ondervindin. gen in Europa ook bevestigd is. VER-  t>er Prys yr aa gen, 181 VERSCHYNSELEN na de NENTING*. Als de fmetftof wel gevat heeft, verlchynen den tweeden dag, na de Operatie, de wondjes eenigzins ontitoken en verheven: de roodheid breid zig dagelyks meer en meer uit, zoo dat zy lomtyds tot de uitpeitrektheid gaat van een Ryksdaalder, of nog breeder. Den vyiden dag, zelden vroeger, maar dikwyls iaater , ontdaan in deze roode vlek eenige puistjes, die voor het bloote oog zichtbaar zyn, en dagelyks vermeerderen; voor t overige zyn de Lyders gewoonlyk wel, 'tot den zesden dag; maar beginnen nu te klaagen over pyn in de Oxelen, voornaamlyk aan de zyde van de Inenting. De f*ï Offchoon den inhoud van dit Articul, zoo wel als val het volgende, in de Voorftelling niet fchynt ver-eischt te worden, denke ik no3thans geen ondienst daar mede te zullen doen.dewyl hetzelve van dte^ laBS is voor de Genees- en Heelkundigen, d,e de Kunstbewerking ran de Inenting nooit ondernomen , noch ue zelfs gevolgen bygewoood hebben , oin daar m ook SfoSndigtez'yn: temeer, daar de fchri «nover. de Inënting, zoo als ook in de Voorftelling zelve be* kejid werd, in de Colonic-weinig voor handen zyn. i M 3  i8a Beantwoording De pyn doet zig fomtyds vroeger en fomtyds laater voelen , en dikwyls word zy in 't geheel niet-waargenomen , of verdwynt, om na eenige dagen zig weder te verheffen. Den zevenden dag ontftaat 'er koorts, me t min of meer hoofdpyn , loomheid cn pyn in de Lendenen, dorst en h/tte: dit is de koorts die de.Uitbotting voorgaat ; zy verheft gewoonlyk 's avonds , en duurt doorgaans drie dagen, of tot dat de uitbotting volmaakt is. De wondjes van de Inenting worden in dezen tyd overdekt met een blaas, die ligteiyk breekt, en waar in zig het gcfuppurcerde vogt vergadert, terwyl de ontfteeking in den omtrek vermindert en verdwynt. Deze blaas is gelyk aan die, welke men in een gebrand deel dikwyls waarneemt; niet zelden word onder dezelve eene zwartagtige korst (tfcar) ontdekt, die door middel van de bykomende fuppuratie losfcheid, en dan de wondjes in zweeren veranderd, die haar vogt dikwyls nog uitgecven,lang na dat de pokjes reeds verdord, ja de korsten afgevallen zyn. In andere gaat de gemelde blaas tot verdrooging over, word dikker, harder en valt eindlyk af, gelyk de korsten der pokjes % de geheels huid nalaatende. Ge-  DER PüYSVRAAGEN. l8j Geduurende de koorts, en by het begin van de uitbotting, word by veelen eene geringe ongemaklykheid in het doorzwelgen geboren , die weder verdwynt ais de uitbotting volkomen is. De puisten worden dagelyks hooger, vermeerderen en gaan meest al, den zevenden, agtften, negenden of tienden dag, tot verdorring over, Sonder te zweeren, ten zy dezelve zeer talryk zyn,dat doch niet heel gemeen is. Zie daar! het gewoonlyk beloop der Kinderziekte, gelyk dezelve na de Inenting wordt waargenomen, zoo in Europa als in de heete Gewesten. De Lyders zyn geduurende dezen tyd, zelden zoo ziek, 'dat zy daarom hunne gewoone bezigheden behoeven te ftaaken, ten zy hen de Uitbottings - koorts wat fterk aandoet, of onverhoopt eene Etterkoorts verfchynt, dat zeldzaam is. De beroemde Hoogleeraar Camper heeft de Verfchynfelen, zoo als die in het beloop der Inenting, in en om de wondjes worden waargeiiomen, ten dienste dier geenen, welke omtrent deze Kunstbewerking geene ondervinding hebben, zeer naauwkcurjg nagegaan, en afgebeeld (". ■ .... r _ ..■•iff'i :e3js.;*s '■' • j N 4  200 Be. schryvinq landen, Java, Borneo en Sumatra (by. Timor (c) , en de na by gelegene Eilanden zyn doo,r Mf W/e^ Jor/> befchreven; en de Molucfe Archipel (d)y Tematen, Ambon en Banda,, zyn door Vaïentyn, in zyn oud en nieuw Oost» Indien, onverbeterlyk vertoond. Dus blyfc 'er, omtrent de Eilanden, niets over als Celebes , ook Macasfar genaamd, met de Eilanden daar bezuiden, tusfchen Java en Timor. Het vaste Land, naamlyk Indostan* het half Eiland beoosten de Ganges, China en Japan, zullen volgen. In deze Verhandeling zal ik eerst fpreeken, van Celebes, 2. —_ Floris. 3. Sumbauwa, 4- — Salemparang, 5- -r-? Baly. 6. Woordenboek van Macasfaars,, Bönies en Balies. $■ T. (b) Zie 1 Dee! pag. 5, 19. ? Deel pag. 107, 3 Deql pag. 3, eo de Byvoegzets 3 Deel pag. 423. (e ) 1 Deel pag. 275 en 2 Deel pag. 63. (d) Temmen, 1 Deel, Ambon , 2 en 3 Deel eciflg &uk, qn Banda, 3 Dec\ 2 Stuk-, pag. 1,. '  Van Gele bes. sorJ Het Eiland Celebcs. i. Celebes is gelegen tusfchen 1-30. Geo« NB., S-3'O- breedte, en is 45. mylen gf'; oost en west: ten noorden van het zelvefchiy. leggen de Philippynfche Eilanden, ten wes-ving. ten de Sundafche, ten oosten de Molucfche, en ten zuiden de Eilanden tusfchen Timor en.Java. Het Gouvernement van Macasfar, ftrekt alleen over de Comptoiren, die de Compagnie op de Westkust van Celebes heeft, welke de eigentlykeKust van Macasfar is-, dewyl de Comptoiren op de Oostkust onder het Gouvernement van Ternacen behooren , en deze Kust eigenlyk Celebes genaamt wordt. Het zelve heeft de gedaante van een Hoefyzer, door de inham aan de Zuidkant; de bogt van Bony genaamt, die wel 7 a 8 mylen wyd, en 20 mylen diep is, en met welkers Wester - Oever ik de befchryving zal beginnen. 1. Lochoe, een Rykje met Bony vermaagfchapt, legt hier in het binnenste der Bogt. N^ 5 2. So-  Bes c ih .k y v i n .gf 2. Soping, legt 11 mylen daar bezuiden , en is mede mét Bony verbonden. 3. Maar vyf mylen zuideJyker legtBony, de Hoofdplaats van hermagtigste Ryk; een weinig landvyaarts in legt een Meir, Tempé genaamt, waar uit de Rivier Tjin-,' rana ontfpruit, daar een Stad van dezelve naam op ligt, alwaar de Koning zyneliofV houding boud, als hy in de Bovenlanden is. ÏTCV. .nvnl ifl'i "ï,f Tanjoli ligt twee en een halve myl Zuidelykur, h 'b . : 9& të»|pJ (lïieO Ol) 15*0 lrJ-j:*8 4. Aan ae zuidkant dezer Bogt, liggen des Compagnies Zuider- Provinti'en, Poelebanking en Glisfor., en de Refidentien Boeie Combe en Bontain, nevens het Eiland $aleijer,,2n eenige kieindere.- Als men dan de Westkust van dit Eiland volgt ? vind men eerst. rteo rr-v 9ln«fibi>§ oh flootl svlsx iolï 5- Het Rykje Toeratte.,. ■ 6.-Hier op-volgt het Macasfaarfche Ryk, ergenlyk Mangkafar genaamt, welkers Koningen voor dezen hunne Refit dentie hadden te Sambodipo, in het Caïteel Panakeke , en- 'federt de verovering- in 1667 de S£ad C?°a bouwden, omtrent % - v . my3  van Gel k bes. 205 mylen benoorden ons Cafteel Rotterdam ■gelegen, die egter in 1779 door de Ne* dcrlandfehe Compagnie is verwoest. - 7. Het Caftcel van de Nederlandfche Compagnie biet Rotterdam, in de Lands Taal Oedjong Panjang Kykhóek; het Dorp 'Vlaardingen was voor dezen de Stad Macasfar of Mankafar in 1667 overmeefterd. Bontadak, deRefidentie van den Koning van Bony, als hy in de Benedenlanden is, ligt maar een half uur van het Cafteel. 8. Wadjo ofToadjo, benoorden Bony binnenlands , word geregeerd door veertig Vorsten \ uit dezen word een Hoofd Patara voor den Oorlog, en een Padenrang voor de Politie gekozen. 9. Tanette, ten N. O. van ons Cafteel» met Bony verbonden. 10. Sandrabony, almede metGoa verbonden, en in 1778 ingenomen, ook Sederning genaamt.- '11. Een myl benoorden legt Tello,, een Rykje dat naauw met Macasfar verbonden is. m 1*. Het  «04 Beschryvinc 12. Het Ryk van Mandhar ligt aan Z*ef en is de Grensfcheiding van het Macasfaarfche Gouvernement ten noorden. 13. Vier mylen verder leggen de noorder Provintien der Compagnie, de Koornfehuur van Celebes; daar zyn 370 Negoryen, onder befcherming van de post der Compagnié, Maros, daar een Rcfident is. Vaien. By Cayely beginnen de Bezittingen van ftsDecï~c1en KollinS van Ternaten, die het geheep*g. 57.le Noorden en Ooster gedeelte van CeleMoiuc- bes beflaan. COS. 1. Cayely is een groote Bogt; de Koning van Tabali is de vermaardftc van 23 Koningjes. Paloe, daar by gelegen, heeft 'er 7 on^der zig. Bit. Dondo, Tontoly, Bowl en Caudipan", e™ zyn ryk in Sago,.Masfoy, en hebben ook wg."r. Goudmynen , die van 12 tot 15 vadem 'diep gegraven worden. 2. De Magonders, welkers voorname Dorp Salamadongan is, bewerken ook Goudmynen. 3. M#ar  yan Celebes. 205? Maar de Koning van Boelan is de magcigste van deze Noordkust, en heeft Goudmynen die Veel opwerpen. Tien mylen hier van daan, op de Scheiding , ligt Amoera ; en 6 mylen verder Manado , daar de Ncderlandfche Compagnie een Fort heeft, Amfterdam genaamt, in 1703 gebouwd. Eendernieuwfte Goudmynen van Papafatoe, is 'er 30 mylen van daan gelegen , en word niet dieper als 6 vadem gegraven. Deze gchcele Kust van Celebes, wierd op 17000 weerbare Mannen of 55066 ]nw.xnders gerekend. 4. Van hier zuidwaarts vind men Go- Zie rontalo, mede een Refidentie van de Ne-Bat. Ge dcrlandfche Compagnie, aan een Rivierjj"^ gelegen, die tamelyk veel Stofgoud heeft ;a Deel hier by iets binnen 's Lands legt Limbot-™^ to, en zuidwaarts de Bogt van Tambocco; ornco' voorts het zuider gedeelte landwaarts in, en tot aan de Bogt van Bony , bewoond door Wiadjos of Biadjos,een foort van wilde Volkeren, die van Java in oude tydjn zouden zyn verjaagd. 5. Buiten en beoosten de Bogt van Tam-  »206 B E S C H li Y V I N G Tambocco, leggen de Eilanden van Pantjana, dat Houtryk is. Vvawoni, onbe* woond, en Boeton, dat Slaaven en J£r> pans geeft , ïtonden voor dezen onder den Koning van Tomaten , doch thans jonder den Koning van Boeton, die in verT bond met de Compagnie Haat, en jaar* lyks Gezanten na Macasfar zend. In 1782 heeft deze Koning, genaamt Padoeka Sin' Sulthan Karimoedien, nog eene Ambasfade na Batavia gezonden. inweon- , 2« Celebcfche Volkeren. Van de verfchilders- lende Volkeren. die men op Celebes vind, zyn de Boniers of Bougineezen, en de Macasfaren de meest bekende, zynde, die laatste wel de voornaamste, die door 's Compagnies Wapenen tot een Bondgenootfehap met haar gebragt zyn, en welkers Landen, omflreeks de haare gelegen, en waar mede zy het meeste te doen heeft, hun meer in de Hiftorien doen bekend worden, dan wel verder afgelegener Ry-< ken en Volken. De Boniers zyn thans de magtigste natie op Celebes , fchoon zy over hondert Jaaren in geen vergelyking kwamen by de Macasfaren , welke toen het magtigste Ryk van Celebcs maakten. Ce-  0 y A N C B t E. B ï S. 207 • Gedaante. Zy zyn middelmatig van lengte, fterk gc.fpiert, bruin van couleur, die wat .na het ligte trekt; men vind 'er zelfs, die het blanke zeer naby komen , byzonder onder de Vrouwsperfoonen, wel befneeden van Aangezigt, doch de.Neuzen wat platachtig. De Macasfaren daar en tegen .zyn zoo kleiig niet, maar zien 'er manneiyker en oórlogzugtiger uit, hebben .ook meer courage, en zyn vyanden van verraad, daar de Boniers hunne Tegenparty nooit voor de vuist zullen aandoen, maar die tragten verradelings van kant te maaken; zelfs die geenen , die haar nooit iets misdaan-hebben , zullen zy het leven beneemen , wanneer zy 't, zonder ontdekt te worden, kunnen tewerk ft ellen, al was het maar, zoo als zy zeggen , om de Crisfen te beproeven, of die goed zyn, waar van de furopeezen op Macasfar dikwyls het fllgtöffér geweest zyn. Geweer. Hunne Crisfen en' Asfagayen • .zyn meest al vergiftigd; zoo als ook hunne Spatten, waar mede zy kleine pyltjes, nog al op eene verre diftantie blaazen. Kleeding. Hunne^ Kleeding beftaat 'in een ftuk Cattoen, rood of blaauw, om 't Lyf gi.wo.iden , of tusfchen, de B.eenpn ' door-  so8 BeschryvInc doorgehaald , gaande met het Bovcnlyf' naakt; om het Hoofd hebben zy medé een fluk Cattoeri» of zoo als onze Zakdoeken , waar mede zy hun Hoofdhair, dat zy zeer lang hebben, én git zwart isj bedekken ; op andere piaatzen van hun Lighaam laaten Manpen of Vrouwen geen hair groeijen, maar plukken het met wortel en ai uit, zoo dra het Zig maar vertoond, zoo als al de Mahumedanen overal in lndië doen, Speelen. Zy hebben een Kaartfpel, zekerlyk van de Portugeezen afkomstig, veel gelykenende na het Tarocco, doch zonder de twee en twintig troeven; de vier fleuren noemen zy Spada , . dat*, dyens Cafo-ftokke, Copas - Coufel, Boelang - Rofy. Voedzel. Het Voedzel beftaat in Ryst, Visch en Pifang, en hun Drank is Water, fchoon 'er cok Sagueer vak. Vrouwen. De Bonifche Vrouwen, vallen door den bank fchooner, dan die van eenige andere Indifche Natiën; men vind 'er zelve onder , die in Europa voor fchoonheden zouden kunnen doorgaan, indien zy het blank en bloozende van de onze hadden, daar, wat het eerfte aangaat, ver-  VAN C E L E B E S. 30$ Verfcheide zeer naby komen : zy zyiï file driftig naar het phyfique der Liefde * ten dat inftinct volgende, laaten zy niets onbezogt, om dat te voldoen. . 'Godsdienst. De algemecne. Godsdienst hier aangenomen, is dö Muhamedaanfche, die hun vier wettige Vrouwen toeftaat» wanneer zy die onderhouden kunnende partyen,malkander niet aanftaandc, fchcicn alzoo ligt van dén andere.» W zy by een gekomen zyn* * Begravenisfe. Hunne Begraven is feii zyn zonder veel omflag: hetLyk, in een ftuk wit Linnen gewonden, wordt zoo ih het graf gelept, waar óp eenige ruiken deBloemen geftrooit, en aan het Hoofden Voeten - einde twee fteenen opgerigt worden. 3. vi Kaèett R otter dam .\ Kafteël % otter- tm dam, dat nog door de Macasfaren, met hulp gg* der Portug'eezch, gebouwd is, ligt omtrent (in&e^ 59 roeden van den Oever, tegen óver de liheede', alwaar een Zeehoofd uitfteekt, en voor de ontlosfmg der Goederen dient: het plan der Gebouwen, te vinden m hét Leven der Gouverneurs-Generaal, is nog even het zelve; de Kerk, feder:  a'io Beschryvin'g weinige Jaaren herbouwd, is zindelyk opgehaaid,' en genoegzaam om 200 Menfchen te bevatten; 'de Muuren der Vesting zyn hoog en fterk, van Klipfteenen gebouwd; de Landpoort uitgaande, komt men op eene groote vlakte, aan welker noordzyde de Negery , of Stede Vla ar dingen, ligt, alwaar de meeste Europeers woonen; de Straateh kruisfen elkander met regte hoeken, na de vier Hoofdftreeken, zynde de meeste ruim , en met redelyke Huizen . bezet; aan het eindè van een der zelve ftaat het Weeshuis, dat een groot Gebouw is. De Chineczen woonen alle by malkander m eene ftraat, die ook naar hun genoemt is; het wordt de Negery genaamt, doch verdient veel eer den naam van kleine Stad , rondom met een Hek afgefchut, en met Poorten, die 's nagts gefloten en bewaakt worden • buiten de Negery ten zuiden ftaat een reeks Gebouwen, welke dezelve aan dien kant bepaalen, alwaar thans ook des Gouverneurs wooning is. Campongs:' Niet verre van de Negery Vlaardingen, ligt het jCampong Boegis eir Campong Malays j t«n zuiden'.van 'her Ka-  Van Celebes. Kafteel is de Campong Baroe, alwaar meest Inlanders, en een weinig Europeërs, woonen; men vind 'er weinig fteelie Huizen. De Rheede van Macasfar is, in de goede of zuid-oost Mousfon , een der fraaijfte, die in Indië is, em zeer zeker: de Eilanden groot en klein Ly Ly, met haare Rheeven, befchutten, die van het zuidwesten tot noorden, en digt onder groot Ly Ly ankerende, zoude men het in de kwaade Mousfon, wanneer de noordweste Winden doorblaazen, zonder gevaar kunnen houden. De Situatie van de Plaatfen hier omflreeks is zeer vermaaklyk, in eene uitgeftrekte vlakte, die, op 7 a 8 uuren afftands, ten oosten tegen een hoog Gebergte aanftoQt, dat dit gedeelte van Celebes, bewesten de Bogt van Bony,en bezuiden den Golf van Tomini in tweeën fcheid; dit word de Berg of Gebergte van Bontain, genoemd, om dat die Landffcreek in het afgaan van dezelve om de zuid ligt. Deze vlakte is overal , zoo verre he: oog dragen kan , niets dan Rystvelden, en Weilanden, die hier en daar door kleine Bosfchagien van vrugtdragend of lomO a mer-  ft is Beschryving merryk Geboomte afgebroken , en doe? Beekjes uit groote Rivieren, van t Gebergte afkomende, befproeid worden; de Jaargetyden , hier bekend onder de naam van Monsfons, zyn dezelve als op Java, werdende de zuidoost voor de goede, en noordwesÉ voor de kwaade gereekend;. de eerfte altoos een helderen Hemel en droogte, en de laatste felle aanhoudende winden en zwaars regens aanbrengende, op de Landen , die bewesten het hier voorgemelde Gebergte geleegen zyn; doch beoosten het zelve,heeft het tegengeftelde plaats, want daar de zuidoost Mousfon hier het fchoone Weer aanbrengt, heeft men daar niet anders dan wind en regenbuijen, zoo dat de Zomer en Winter hier geen agt uuren van malkanderen verfchillen. Producten, 't Voornaamste Produel: is de Ryst, die egter zoo goed niet is als op Java; Gattoen, de beste van India r waar van veele Kleedjes en Sarongs geweven worden, en Slaaven, die veelal door diefflal gemaakt worden. Onder 's Compagnies Bezittingen op Celeks behoord in de eerfte plaats het Kruitce. Rotterdam; Let zelve ligt in het Ryk  van Celebes. 213 Ryk van Macasfar, voor dezen onder de Jurisdictie van Tello, aan de west Kust van Celebes, op de Zuider-Pools hoogte van 5', 7. en is de Hoofd-Refidentie van de Compagnie alhier: by het Bonays Contrad werd het Oedjong Pandang ge- pit Js't naamt, en nevens het Dorp en Land, daar aan gehoorende , ten dien tyde waar -X l overgegeeven. Hoe verre de Limiten zigaV.e de buiten het Kafteel uittrekken, wordt by gjblgeen der Contracten aangeweezen, waar- vorsten om de Macasfaren dezelve tot op den hui - getreden digen dag zoeken tebepaalen, tot evenzyabuiten de Stede of Negery Vlaardingen, met zyne Buitenbuurten ten noorden; ten zuiden,even buiten het CarapongB.nToe, pn ten oosten met Bontuala. Noor der- Provintien. De Noorder - Provintien bevatten in zig de Landen van Maros, met het halve Eiland Sodian en Barras, of Cabbcfiang, Labaccan, met Bongers en Sagierie, zynde dit de vlaktens tusfchen f elio en Tanete, de eigentlyke Koomfchuuren van geheel Celebcs; voorts de Plaatfen tusfchen deze Vlaktens en het Gebergte, en wyders de Berg- Negeryen. Deze Landen, pnmiddelyk aan rnalkander grenzende, hebben, ten westen, de Zee, ten noorden, Tanete en Maros, O 3 ten  51.4 B E S e H R. Y V I N G ten oosten, Lainoeroe, en ten zuiden het Koningryk van Macasfar. Dezelve zyn altemaal onder de llegeering van den Ma» easfaarfchen Koning dllahoedien overwonnen, dienstbaar gemaakt, en onder de Macasfaarfche Grooten by Dorpen en Perceelen uitgedeeld, dewelke daar van, als uit hunne Eigendommen, de Tiendens van 't gezag, en de ordinaire HeereDiensten, van de Bewooners genooten, tot in Odober 1668. wanneer Maros, flaande de bondbreuk der Macasfaren, door de Compagnie en haare Bondgeno^ten wierd ingenomen; doch 't zelve ging den 20 November daar aan volgende weder aan den Vyand over; maar by de verovering van Samboupo, wierd dit Landfchap door de onzen andermaal ten onder gebragt; dus alle deze Volken in vol» len nadruk aan de Compagnie onderwon pen wierden. In de Jaaren 173 6-3 7, wan, neer de Rebel Crain Bontalancas, de noorder- Provintien invadcerde, vielen alle deze Landfchappen , zoo door dwang als met goeden wille, van de Compagnie af, en vatten de Wapenen tegen haar op3 doch wanneer Maros, in Auguftus 1737. door den Gouverneur Smout herwonnen wierd , keerden de meeste Hoofden wederom tot hunnen vorigen Heer, terwyl ' " - •  tan Celebes. ais andere de vlugt namen, die naderhand, agterhaald zynde, hunne welverdiende ftraffen erlangd hebben De tot hun pligt weder gekeerde Hoofden, wierden m January A. 1738. aan 't Kafteel ontboden, alwaar de Schuldigen, die van zelfs wedergekeerd waren, pardon ontfingen, en toen , nevens alle de anderen, fexcept Labaccan) de Macasfaarfche Heerfchappy voor eeuwig afzwoeren, en dus als trouwe Onderdanen van de Compagnie weder aangenomen wierden. Over alle deze gcfubordonneerde Provintien, heeft een Onder-Koopman het opzigt, zyne Refidentie houdende in de Provintie van Maros, binnen de gepallifadeerdc Schans Valkenburg, en de Negery Soeryierang gelegen, aan welken Relident al mede ondergefchikt is, de Pagger, buiten in 't Ryk van Tanete, aan de Rivier Pantjana. Het getal der Negeryen, die 's Compagnies Jurisdictie onderworpen, en aan haaren Refident op Maros onderhoorig zyn, beloopen een getal van 370. Maros heeft, tot het bellier'der Inwooners, onder den Refident, vyf Inlandfche Regenten, die door de Oudften des Volks, uit het naaste Bloed van derzelver Predecesfeur, den Gouverneur en O 4 Raad  aio* Bëschryving Raad van Macasfar worden voorgedragen 5 die de electie, op approbatie van de Hooge Indiafche Regeering doen Siang heeft een Regent Lorna genoemd , Labaccan", als zoo eene, een Crain of Prins. Sagérie heeft vyf Regenten , waar van het Hoofd is Crain Mangalong. Het grootste gedeelte vap de Bewooners dezer VJaktens , zyn Boniers, die ieverig zyn in den Landbouw, als'Comp. Onderdanen. Deze hebben weder hunne aparte Hoofden , door den Koning van Boni over hun gefield, doch zyn, nevens de Onperdaanen van de Compagnie, de heffingen der Tienden? van het Rystgewas onderhevig. De verdere Landfchappcn, gelegen tusfchen deze Vlaktens en 'c Gebergte, hebben mede hunne eigene Regenten, van ?s Comp. wegen over ' hun aangé'ftehJ, incest alle onder den Tytel van Crain, met den toenaam der Negery, waar over zy 't gezag voeren : deze laatste fourneeren de noodige Houtwerken en Bamboezen voor 's Comp post Soeryierang, en gaaien voor het'Zeehoofd van 't Kaficei Rotterdam: zy hebben nog, behalven die Regenten, yerfcheide Dorphoofdcn onder zig gefield ^ die Gaiarangs' genoemd worden^  van Celebes. 217 den, leven gerust onder hunne eigen Wetten , en Godsdienst, en doen de verfchuldigde diensten aan de Compagnie» hunnen wettigen Heer. Zuider -Provinti'ên. Bezuiden 't Kaftcel Rotterdam, aan de Wester-Stranden, bezit de Compagnie de Landfchapjes Poer lembankieng en Galisfong, gelegen binnen het eigenlyke Ryk van Macaslar, \ tusfchen de Vischpoelen van Amg en de Rivier Tjikoa , doch hebben het Rybe Sandrabony tusfchen beiden. Deze Pk.atfen heeft de Maatfchappy in den oorlog A. 1667. veroverd. De Bewooners dezer twee Regentfchappen zyn goede Soldaaten/en de Galisiöngers worden voor de beste Zeelieden alhier gehouden, en de Compagnie, op Macasfar Zeevolk van nooden'hebbende , zyn zy als dan verpligt voor de Kost te dienen. Oneer Galisfong forteerd het Eiland Tanakekc, ën de Eilandjes; de drie Gebroeders, zynde, door 't recht van overwinning, 's Comp. Onderdaan en en Eigendommen, zoo als ook al de verdere Eilanden, die langs de. Wester - Stranden van Celebes leggen, van den hoek van Touratta tot Tanete. Op het Eiland groot Barnang , hebben de Maeasfaren eene Colonie van Toradjeeners, O 5 maar,-  5ï3 Beschryv^nc maar veele daar van zyn onbewoond •• eenige worden door 's Comp. Onderdaanen eii weinige door Boniers bewoond. Aan de Zuid- en Oost Oever van de Bonifche bogt, heeft de Compagnie de Koningryken van Bonthain, Boelecomba en Bera, met haar onderhorigheden. Bo (in. onze Kaarten Lasfoa ge-; naamQ  9^4 Beschryvin© naamtj) en van daar westwaards op, tot de hoek van Touratte of Tannakeke; vervolgens van daar langs de Westkust noordwaards, tot aan Tanete of Agenondje, en te lande, tot aan het tegenwoordige Boni en Soping ; in welke Landitreek dan ook de origineele Spraak, die der Macasfaren was. De Koningen van Goach en Tello, worden beide Koningen van Macasfar genaamt, fchoon; ieder een Ryk op zig zelfs .is, en zy de namen na haare Refidentieplaatzen Goach en Telia Voeren* De oude Macasfaariche overleveringen gewagen, volgens een byzonder vertaald Manufcript uit die Taal, van vier Koningen, voor de komst van Teemanoerong-a (zoo veel willende zeggen/ als die uit den Hemel is nedergedaald): Volgens deze overlevering, gebeurde het dan op zekeren tyd , na het overlyden deezer Vorsten, vier Regeerders,dat eenefchoone Vrouw, met een gouden Keten omhangen, uit den Hemel daalde, welke de Macasfaren voor hunne Koningin aannamen, onder den naam van Toemanoerong-a deeze trouwde met den Kon/mg van Bonthain, die op het gerugt, zig derwaards begaf, om met haar een Huwelyk aantcgaan (fchoon te Bonthain reeds getrouwd zynde): dit gelukte, en uit dez«  van C i e e b e s. 22$ dezen echt kwam eenen Zoon voort, waar van Toemanoerong-a, drie Jaaren zwanger ging, zoo dat het Kind, teritond na zyne Geboorte, gaan en fpreeken kon, doch zeer mismaakt van geftalte was; zyn naam was Toema - Salingabereeng : toen hv nu groot wierd, brak de gouoen Keten, die zyn Moeder uit den Hemel had medegebragt, in twee ftukken, waar na zy met de eene helft der Keten, nevens haaren Man, en zynen Broeder verdweenen, laatende het Ryk met de wederhe ft aan haaren Zoon. Deeze aan hem verbleven helft, f>aar van de Macasfaren zeggen, dat die fomtvds zwaar,fomtyds ligt, dan eens hoog, en dan weer eens laag van couleur was) is na dien tyd altoos een van de voornaamste Ky-ks - ornamenten van de Koningen van Goach geweest; doch dezelve zou in de Revolutie van Crain Bontalancas, nevens meer andere RyksCieraaden,t'zpek zyn geraakt. Van dezen Zoon, die met zyne drie Opvolgers, niet zyn geftorven, maar, na lange Regeermeen, even als hunne eerfte Ouders, zouden verdweenen zyn, reekent het Manufcript, de Goafche Vorsten, en volgens het zelve begon de i8de Koning, onder den naam van Paducca - Sin , Sulthan Sjaha Badien Ismaël zyne Regeermg. IV. Deej» P Sca*a'  2 2ö" BeSCHRYVINS Staande zyne korte Regeering, heeft hy een fcherpen Oorlog gevoerd tegen den Koning van Bony, welke met de" Wapenen der Compagnie gefterkt was : Hy wierd den 30 Augustus 1712 door de negen Goafche Ryks-Stenden, finaal afgezet, en in zyne plaats den toenmah'gen regeerenden Koning van Tello verkozen; die den naam droeg van Mappa Orangie, doch als Koning van Goach, die van Paducca Siri Sulthan , Sira Joudeen , aannam. In den Jaare 1718 vlugtte de Macasfaarfchen Prins', naderhand vermaarde Rebel, Careeng, of Crain Bontalancas, uit Goach, om dat hy eene Dochter van den vorigeii Koning had doodgefchoten: hy vlugtte eerst na de onze, en'woonde in Campong Baroe, onder 's Compagnies befcherniing; hier weer van daan naar oumbauwa gevlugt, woonde hy aldaar den oorlog by tusfchen de Sumbauwareezcn en Baliers, waar in de Koning der eerstgemeldcn fneuvcldc, met wiens Dochter, die naderhand Koningin van Sumbauwa wierd, hy trouwde, tcrwyl haar Moeder zig met Goaclfs Koning in 't Huwelyk begaf, die daar op haar Dochter aanhield, van Crain Bontalancas deed fcheiden, en aan cin Sumbauw:i"s Prins weder uithuw1 }.::•;._' ■ . « » ... Au-  v a* n Celebes. 227 Anno 1724 deed de Koning Sira Joudecn afftand van 't Ryk van Teilo aan zyn Zoon, en zelfs hec Ryksbeftier van Goach in handen genomen hebbende, gaf hem de gevlugte Crain Bontalancas vry wat te ikllcn: hy verbond zig niet alleen met Macasfaarfche Pfincen, maar zelfs. Boniers van moogen rang in zyne belangen overhaatende , verbond hy zig ook naderhand'op het allerplechtigst,met de befaamde Rovers Aroe S'oen - Kang, en zyn Capitein Touasfa, om niet alleen de Keningen van Goach en Bony te detroonceren, maar ook de Nederlanders geheel ift Celebes te verjagen. Dus begon hy 1734. het oorlogsvuur op Bonthain te ontir.eeken,'tgeen zig wel haast over al veripreiddi,"en in welkers beginne Bontalapcas veel voordeel behaalde, waardoor hy het den Koning van Goach zoo benaauwd maakte, dat deze op den 5 November 1735 uit Goach na Tello vlugtte, waar op de Macasfaarfche Stenden ter ft onuit den Hemel gedabd was, en zyprocreëerden te famen een Zoon en vyi Döcnters, uit welke de volgende Koningen vanBony, totheden toe afkomsH zyn, en van welkers Nakomelingen,. uit  VAN C B L E B E S.; ^35 uit KoninglykePrincesfen geboren, en dus allenthalven tot de Kroon gewettigd, 1759» alleen nog maar in leven was, Aroe Palacca, de Grootmoeder van den in die Jaaren regeerenden Koning van Goach,welke in 1775 Koningin van Tanete was. Deeze Koning heeft de Lands Wetten, die iegenswoordig nog onderhouden worden, ingefteld, m den Ryks-Standaart gemaakt, die Worong-Porong-K, genaamt word; ook heeft hy de zeven Kies-Heeren, onder de naam van Matoua's fhetos aangeiteld: Zy zyn erffelyk in zeven Geflagten of Huizen, doch het is egter wet gebeurd, dat 'er twee en zelfs drie Pie* tos in een Huis geweest hebben; deezö hooge charge devolveert zoo. wel op Vrouwen als op Mannen; alle gewigtige zaaken,hetRyk betreffende,moeten door dezelve gedecideert worden , inzonderheid gaat hun de verkiezing en het .weder afzetten Van eenen Koning, als ook het maaken van Oorlog of Vrcede 'aan. Deze Koning, na 40 Jaar geregeerd, en zyn Zoon 'in zyn plaats gefield te hebben , W met zyne Vrouw weder ten Hemel pvaaren. In het begin der 17 Eeuw., wierden de Boniers 9 en de Koningin Tarritoeppoe, die  Q%6 B E S C H R Y V I N O die toen het Ryk regeerde, door de Macasfaren gedwongen , om het Mahumédaansch Geloof aanteneemen, bedingende deze laatste nog boven dien, dat de vyanden van Macasfar ook vyanden van Bony zouden zyn , maar Bónys vyand daarom geen vyand van Macasfar; dit was de eerfte krak, die de Bonifche grootheid kreeg, fchoon dit Ryk ter dier tyd 70000 weerbaare Mannen in her. Veld kon brengen. De haat, die de Boniërs hier door tegen de-Mactsfaren opvatteden, heeft veel toegebragt, om de Wapenen der Maatfchappy tegen Macasfar, eenen gelukkigen uitflag te doen hebben, waar toe. Radja Palacca, een Bonies Prins, 't zyne byzonder wel toegedaan heeft, eirnaderhand door de Kies-Heeren tot Koning van Bony verkazen, zig zoO' groot wist te maaken, en het Ryk zoo uit te breiden, dat hy door den zynen gebynaamt wcrdToöny Sambaya, dat zoo veel wil' zeggen , als een Koning, waar voor zig alle anderen moeten vernederen ; zelfs wierd zyne m igt óp het laatst zeer sedugt voor de Compagnie. , 'Hy. overleed'den 6 April 1696, en wierd opgevolgd door zyn Neef Lapatoea, als 15 de Koning van Bony, die,,na de Compagnie veel onrust to hebben gebrouwd, A, 17x3 overleed;. wer«  VA» C ï t E B 1*SP «3/* werdende door zyn Dochter Battara Tod« ja, ook Aroe Toemoerang, als iódeKo« ningm van Bony Opgevolgd; doch deze, na eene korte Regeering, deed in den Jaare 1715 afftand van 't Ryk, ten behoevevan haaren halven Broeder Lapadang Sadjati, Toa Pannara Aroe* Palacca bygenaamt ; i doch met haar Zuster -en haar Man, in onmin geraakt zynde, welke hy liet rampasfen of met ftokken flaan , en naar Bony voeren , zonder eenige form van Regtspleging, gaf dit zoo veel ongenoegen' aan de Ryks-Grooten , dat hy korts na dat geval, op den ao January 1720 , niet alleen finaal wierd afgezet, maar zelfs, nevens zyn Vrouws Vader,in de. gevangenis geworpen, waar na de Boniers het Ryk weder aan Battara Todja opdroegen, doch zy gaf het terflond weder ove ,aan haaren oudften halven Broeder , den gedetroneerden Koning van Goach, Sappualie-E, toegenaamt Madanrang: hy wierd om zyne flordige lev-enswys, en, na in veel onrust geregeerd te hebben, anno 1724 afgezet, en in zyn plaats deszelfs jongsten Broeder verkozen, Topa Wanoi, of Aroe Manpoe, naderhand Crain Besfi genaamt. Deze wierd de vierde dag na zyn voorflag insgelyks afgezet, en in zyne plaats ten derdemaal tot Ko-  £38 Beschryvin^ Koningin verkozen Battara Todja, die tenens Datoua of Koningin van Loehoe, en niet lang daar na *ok Koningin van Soping geworden is, en haar Man tot Mede-Regent van het Ryk benoemde,die A. 1725 overleed, waar na zy voor de vierdemaal trouwde met Aroe |Kayoe, dewelke, al mede kort na dit Huwelyk, tot Mede-Regent van dit Ryk benoemt wierd, doch deze Koningin, in moeijelykheid geraakt met haar Broeders., waar van zy 'er een had laaten dooden, en ongenoegen tegens den Gouverneur Goubius, opgevat hebbende, vertrok zy naar Soping, alwaar zy zig als Koningin liet inhuldigen., Haar Man de Regent Aroe Kayoe, zig nu Koning van Bony rcekenende, beflootzyne Koningin en Vrouw den voet te ligten, en zyn geliefste Vrouw, Crain Bonts Majene, die hy, om met de Koningin te trouwen, verlaaten had, weder tot zig te neemeii, doch A. 1728 ditontdekt wordende, zoo wierd hy terftond tot het Regentfchap onwaardig verklaard,en teffens met zoo veel ernst na 't leven geftaan, dat hy by nagt de vlugt na Tello nam en aldaar protectie verkreeg. Na-' derhand heeft hy zig met Crain Bontalancas geëngageerd, doch is,ftaandc de trou- . beien, met dien. Rebel omgekomen. A».  A°. 1730 kwamen de drie nog overig zynde Broeders van Bonys Koningin van Bouton , daar zy, uit vrees voor haare Zuster na toe waren gevlugt , en begaven zig onder . de protectie der Maatr fchappy, die hun toeftond, .in de Campong Baroe te woonen; intusfchen bleef de Koningin nog al onvergenoegd tegens de Compagnie , om dat haar het Landfchap Bonthain onthouden wierd, tcrwyl haar Mandarang of Geheime - Raad , alles in Bony na hun welgevallen dirigeerde, en met de opgekomen vyanden, Aroe Seenkang en den Rebel Bontalancas heulende, den weg 'baanden, tot de ruïne van het Bonifche Ryk. De Wadjoreezen maakten zig hier op meefter van Bony, ftellende een ander Koningin aan, gelyk zy den Rebel Bontalancas voor Koning van Goach erkenden, en zig in dezer voegen als drie vereenigde Ryken , voor vyanden van de Compagnie verklaarden; zodanig dan kwamen zy in de maand April.A°. 1739 afzakken, namen bezit vap Goach, en eischten 't KaifeeJ. Rotterdam op, en 't verder gepasfeerde is hier. voren onder 't Articul Goach aam getekent. De  B e s c h r s y i s 3' De Compagnie, door 't geluk harer Wapenen, zig gered hebbende , moest ook Bony geholpen worden, doch dit gefchiédde maar ten halven, want de Wadjorcezen, tweemaal geflagen zynde, verzuimde men na Tosfora, de Hoofdplaats van Wadjo op te trekken , en men liet die Volkeren, welke de Contraélen met de Compagnie niet wilden vernieuwen, na hun goeddunken handelen. Intusfchen Wierd, onder den naam van de algemeene rust-te bevorderen, de Koningin van Bony belet,om haar wettig recht en pretenfie op Aroe Tanete, den dollen Hertog bygenaamtte bevorderen, en tot haar meerder fmeftë*, de Leenbrief van Bonthain (welk Landfchap de Hooge Regeering aan die Vorstin , even als aan haare Pradecesfeurs, uit erkentenis van vorige diensten, gefchonken had) onthouden : zy overleed A. 1749, en wierd in haar plaats tot Opvolger in het Bonys Ryk verkozen, haaren halven Broeder Lama Osfong, onder den naam van Abdul'Radsjab Djalaloudien, die tot 1775 Bony geregeerd heeft. Hy was toen een Man van ruim 80 Jaar, woonende in het Campong Boegis, niet verre van onze Negery Vlaardingen , dat, even als de meeste inlandfche Plaatzen, niet veel by- zon»  VAN C E L E B E S.' 24.I zonders heeft. Hy had weinig achting voor Europeeërs, en regeerde zyne Onderdaanen naar willekeur en Itreng, zig weinig laatende gelegen leggen aan 's Lands Wetten, die hy naar zyn welgevallen altoos uitleidde. Aliodaaden gepleegd werdende, wierd de Daader by den Koning aangeklaagd; deze gal' last aan zyn Ryksbeitierder , en nog een of twee RyksGrooten, die by hem waren , om de zaak te onderzoeken. Den Vorst verfiag gedaan zynde j gaf hy Hechts een wenk met de Oogen, wanneer hy den Misdaadiger des doods waardig oordeelde , die daar op onmiddelyk naar buiten gebragt, en aldaar gekrist werd. Deze Koning ftierf. in A°. 1775 en wierd opgevolgd door zyn Kleinzoon, reeds in 1772 tot Kroon - Prins verklaard, en genaamt Lantana Tapoe,;_regeerende egter onder den naam van Padoeka Siri Sulthan Aroe Timoerong; welkers Gezanten den Tomilalang of Ryksbeftierder Aroe Oedjong, en eenige andere Grooten, in 1782 daar van aan de Regeering te Batavia, kennis hebben gegeeven. mrx -^•ajjnBri'ISiio --»p d'job » i«ia.*.* Tello. Het Koningryk van Tello bepaalde zig A°. 1667 "tot aan de Coerys, twee Eilanden even bezuiden de Rivier IV. DeKi.. Q van  242 B. E S C H R Y V I N G van Marosven ten zuiden, tot en by het Kaileel Rotterdam. De naauwe verbintenis tusfchen het zelve en het Goafche. Ryk is hier voren vermeld, en heeft daarmede in dezelve lotgevallen gedeelt. De 9dü Koning Abdul Carie , overleed inj January 1709, en wierd opgevolgd door zyn Zoon Mappa - Orangie, wtlke in 1711 tot Koning van Goach verkozen werd, en over die beide Ryken tot 1724 regeerde, wanneer hy het Ryk van Tello afftond aan zynen Zoon Man Radja of JVladja Moedien. Hy wierd opgevolgd, door zyn Broeder Mappae-nga of Jappi Oedien; deze, bekend onder den naam van Crain Tello, was de Grootvader en Ryksbe-, itierder van den Koning van Goach, A°. ^759? een erfvyand van de Compagnie; na zyn dood volgde hem zyn Dogter op, die tegenswoordig nog regeerende Koningin is. . Sandraboni. Het Koningryk van Sandraboni , gelegen binnen het Ryk van Macasfar , tusfchen 's Compagnies Lan? den Galisfong en Poelonbankeeng , is .klein , doch egter onafhanglyk van Goach gerekend, hebbende deszelfs Koningen, zig ,ten tyde van den Macasfaaclehen Konig.,.Toemaparie , in het j begin it£V G -ia aÖ .Vflwr  van Celebes; 243 der i7Eeuw,onvermindert haare vryheid en voorrechten, met de Macasfaren verbonden. In den |aare 1778 heeft het zelve zigby Goach gevoegd, doch werd door de onze ingenomen, en hen wierd door de Hooge Regeering Pardon verleend , mits de oorlogskosten betaalende, en Jaarlyks eenige Slaaven tot tribui opbrengende. Soping. Het Roningryk Soping, is van ouds mede een der vermogendste Ryken van Celebes geweest. Hec legt midden aan de Wefter- Stranden en Oever van de Bogt van Boni. Ten noorden bepaald het zig aan het groote Meir of Tamparanglaba; ten zuiden grenst het aan Lamoeroe , 't geen oudtyds , nevens verfcheide andere kleine Rykjes, onder het zelve forteerde , dewelke naderhand op haar zeiven , of onder Boni gekomen zyn. Het geeft niets als Pady, en is A°1661 , na de Vlugt van Radja Palacca, aan de Macasfaren dienstbaar geworden , en door de Compagnie A. 1667 wederom in vryheid herfteld. De Koningen van dit Ryk, zyn door Huwelyken over en weer, met die van Boni, van oude tyden af verbonden geweest. Hun eerfte Koning h ? volgens het zeggen der SopmQ a gers?  244 B e i; c h r v v i-n- gers, al mede zoo als die van Boni en. Macasfar , uit den Hemel gedaald. Zy hebben na dezen nog 22, zoo Koninginnen als Koningen gehad , waar vau de thans regeerende Koning van Boni, A°. 1759 de laatste is, die dit Ryk, met toeflemining der Sopingfche Ryks-Grooten door. eenen Stedehouder liet regeeren; in 1775 wierd het' wederom door hun eigen Koning geregeerd , die getrouwd is met de Dogter van den Koning van Boni. Lockoe. Het Koningryk Loehoe, was voor de Macasfaarfche en Bonifche toeneeming in grootheid, het geweldigste en grootste Ryk op geheel Celebes: deszelys grenzen werden tegenswoordig gereekent van Pelopa, de Hoofdplaats van 't Ryk, langs de Wester Oever van de Bogt van Borii tot. Larompo, zynde ongevaar 20 mylen, en van de andere zyde van die Rc-fidentie Stad , over het geheel zuidooster deel van Celcbes , tusfchen de Golf of Bogt van Boni, in de OosterStranden van Celebes, zoo verre de Alphoreezen hun landvvaards in dulden willen ; ten Westen grensd het aan Wadjp, en ren Noorden aan Toradja. Het Land is vrugtbaar in Pady, geeft goed Yzer en 5*'*ï » Q ' ' Goud-  YAN C E L ï B E S. 245 Goudryke Rivieren. Van hunne Koningen en oude Hiftorien, is my niets voorgekomen. De eerfte, waar van iets by 's Compagnies Papieren was aangetekend, word Crain Haroe genaamt, en is nevens de Macasfaren A°. 1666 door 's Compagnies Wapenen op Bouton overwonnen. De Vorstin in 1759 is Tanrelela, ook R-Sja genaamt, en te gelyk Koningin van Tanete. Zy is naderhand door de machinatien des Konings van Bom gedetrooneerd , op voorwending van haar flegt gedrag, en een Kleinzoon van Boni in haar plaats gefteld. ■ Tanéte. HetKoningryk Tanete op Agononsfa, beteekenende een Brug of Overgang, ligt ter halver wegen van het Kafteei Rotterdam, in de Bogt van Sorian. •Het heeft ten Oosten 't Vorstendom M4rio-ri Wawo, ten Noorden Barroe, ten Zuiden Sagerie, en ten Westen de Zee. ■Eertyds heeft het met Macasfar in vriendfchap geftaan, en is naderhand daar van overwonnen, doch egter by zyn vryheid gebleven, en erkend voor Bondgenoot van Macasfar, welkers Koningen zig alïeagskens wat meer authoriteit over dit VorsQ 3 ten-  146 Beschryvinc tendom hebben aangematigd, tot het eindelyk in de daad als onderdaanig aan Macasfar geconfidereerd is, gelyk het zelve in de Macasfaarfche Conferentie van den 7 September 1668 als dusdanig benoemd ftaat. Ten tyde van den Heer Speelman, regeerde over ditRykje deKoningEbrahim; deze is ftaande de V reede van Conaya tot de Compagnie overgekomen, en als Bondgenoot erkent, hebbende 't gemelde Contract aangenoomen en beëedigt, waar by zyn Opvolgers ook gebleven zyn. De Koningin Tanrelela in 1775, Vorstin van Loehoe geworden zynde , en daar na toe vertrekkende, droeg de Adminiftratie van Tanete op aan den Koning van Boni, te famen en met de Compagnie; doch eenige Jaaren daar na van Loehoe gedetrooneerd werdende, heeft zy zelve het bellier van dit Ryk weer in handen geüomen.. Mandhaar. Ts ten Westen aan de Zee gelegen; ten Noorden heeft het Cayelie, ten Zuiden Byonanges , en ten Oosten Woeste Gebergtens, 't geen de inlanders voor een zekere wyk dient, wanneer zy een vyand op den hals krygen, die haar te  van Celebes. *M7 temagtig is, laatende denzelven als dan de Strand-Negeryen tenprooy. De Regeering van dit Landfchap beftond in vorige tyden in tien Stenden , die alle met de Compagnie een Verbond hadden aangegaan; drie van dezelve zyn uit vryen wille daar toe gekomen ; de andere zeven worden dn 't gemeen Vorsten van de zeven Rivieren genaamt. Deze alle hebben voor dezen den Macasfaren onderdaanigheid bewezen, en ten bewyze daar van, Taarlyks eenige lange Schilden moeten opbrengen, en zeiven van wegen Macasfar een Gouverneur moeten dulden, die zy wel A°. 1658 verwierpen, doch egtci aan dit Volk trouw bleeven. By het Bonais Contraót hebben de Macasfaren van alle heerfchappy over Mandhaar gerenuntieert , waar na haare Vorsten of Stenden, verfcheidemalen wierden ger fommeerd, om met de Comp. te contracteeren , doch zy bleeven , uitgenomen een, zulks hardnekkig weigeren. Hierom zyn zy door de Compagnie en de Boniers wel beoorloogt, maar niet overwonnen, vlugtende na de Gebergtens,. doch uit vrees Van door Radja Palacca aangetast te worden, hebben zy zig voor de Compagnie verootmoedigt, en A°. 1674 de Contracten geteekend en.beëedigt. EgQ 4 ter  248 B E S C M R Y V I N è ter hebben zy zig nooit veel daar aan gekreund, en byzonder aan die Articulen* 'die hun verbinden , om met Pasfen te Viaren van de Compagnie, en hun ver* bieden te admitteeren alle zodanige Vaartuigen , die daar mede niet voorzien zyn. Doch dit ter zyde gefteld,zyn ze, om het ontzag, dat zy in andere gevallen nog voor de Comp. en Boni hebben , als mede om haare betoonde bereidwilligheid , ter hulpe van de Comp in den laatsten oorlog, waardig, om in aanzien gehouden te worden. WaAjo na de Bonifche taal, en Toadjo, na de Macasfaarfche uitfpraak, is gelegen benoorden de Rivier van Tsjnnaboni, die dit Landfchap van het Bonifche' Ryk affcheid, flrekkende zig uit tot aan de Paneke, 't geen als een vry Vorstendom onder Wadjo behoord, en aan Contega grensd ; agter het welke en Kera om, het nog noordelyker ftrckt, tot aan Larompo of Loehoe ; ten westen floot het tegen de Grenzen van Adja Tampa>ang of Sedecnring. Het word geregéert door 40' Vorsten of Regenten", onder welke ook Vrouwen toegelaaten worden. Deze Regenten raoeten'zig alle binnsii Wadjo onthouden ; cgter vermogen zy, als  van Gelebes. 249 als het vereischt werd, naar hun Land gaan, om aldaar het noodige te befchik* ken, maar'na verrigting van zaaken, moeten zy terflond na Wadjo keeren. De veertig Vorsten worden verdeelt iri drie deelen , hebbende elk een hoofd van die , waar onder zy behooren ; uic elk dezer drie Partyen werden weder drie Hoofden v erkozen , de eene voor den Oorlog Patara, en een ander voor de Politie Padenrang genaamt, die tot hunnen Prajfident hebben den Mattoua of verkozen Hoofdkoning , welke onder geen der drie Partyen behoord, en de veertigfte Vorst maakt, zynde de andere 13' fterk. Deze laatste zeven Vorsten, waar onder geen Vrouwen geadmitteerd worden, maaken te famen een Collegie uit, en voeren, uit naam van de Veertigen van Wadjo, het hoogfte gebied over alles, uitgenomen het maaken van Oorlog of Vreede, waar over de grooten Raad der Veertigen vergadert word, eh waar in de Mattoua des noods twee ftemmen heeft, i*67 nsoK Jgol ïsenfartcl h notytoon By ontftentenis van dit eminente Hoofd , werden al mede de drie Partyen , of de als dan nog overig zynde negen en dertig Regenten , byeen geQ 5 *oe"  95';l oJiniiii >ï*i m •; • mot Voor de Slaaven , dat een :zèer goedWerkvolk is, maaken zy ordih'aris 45 a 50 Ryxdaalders Hollands de Kop. Voor de Clappus-Oly, die ook zeer tot gerief voor de Inwoonders ftrekt,:eit' voor het Touw-werk, krygen zy ook eene redelyke betaaling, zoo dat de Vaart op Ende, hetwelk ook de Broodkamer van de arme Salcycreezén is , niet alleen ftrekt tot een groot gemak voor Macasfars Ingezeetenen, maar ook tot voordeel van onze Handelaars, die daar op vaaren. S -nhqi e: •• d ny.^b|;>|i'.|>tnabic;>• >.-b ».1 .r-iV.v:- r • -tv-' .! - 'jor.r .- tj* Jf^ Sumbauwa. 'fcfj ü ■ - -J. «ÏÖOfl >jjbnoat-öriiAjri 1 i^Hm'ie-ïfo'ï Het Eiland Sumbauwa , is door een SumStraat van Floris afgefcheiden , die, nabauwaeen Dorp , dat 'er aan ligt , Straat Sapy genaamt werd , zynde een' paslage die veel door de Chinafche Schepen,, die f huis vaaren , voor al in oorlogs-  S54: Be s c h r y v x n g/ tyden, bevaaren word. Het zelve ligt tusfchen de 8 en 9 gr. Zuider breedce, en is lang, Oost en West, 6« mylen. Sumbauwa word beffciert door zes afïonderlyke en independente Koningen, namentlyk: Bima. .Sumbauwa. Dompo. Tambora. Sangar, en Papekat, die .alle, in gevolge de Contraclen met deCompagnie, en hunlieden gefloten ; als Bondgenoten aan den anderen verpligt zyn., om in tyd van..'nood, wanneer, het zy door hunne Nabuuren, of andere vreemde Magten van buiten, mogten belcedigt worden, eikanderen by te fpringen , en met hunne magten na vermogen te adfiffceeren,. waar van de Compagnie Hoofd - Bondgenoot, Schut- en Bafchermheer is. Wat nu een ieder dier Landfchappen in het byzonder betreft. zoo zal ik dienen te volgen, den rang, die zy doorgaans onder den adderen houden, en beginnen met I. Bu  V A N C I L E B E S.' 25$ ï. itawtf , dat, aan Aardbevingen nu en dan onderhevig, gelegen is aan de Oostz'yde van het Eiland Sumbauwa, wordende door de Straat Sappy, en de Straat Mangary, van het Land van Floris gefcheiden, op welk laatste de Bimaneezen in vroeger tyden eenige Negeryen hebben bezeeten , die haar door de Macasfar ren,;welke eenig.recht op de Mangary, 't geenrbphetrEilandFloris>gelegen is, pretendeerden te hebben, na dato van tyd tot tyd zyn afhandig gemaakt geweest, doch waar van ze egter federt weder, ten koste van veele Handelaars, meefter.zyn geworden , fchoon de Bimaneezen anders op zig zelfs een lafhartig Volk* zyn. Bima hgt circa 45 mylen ten zuiden van Ma^ casfar, en. kart-met een', goed Vaartuig, het gantfche Jaar door, over en weder bevaaren worden. -u:.'ü-.: rj fcvJir, rusv rob. ^iedns /. j De Prcduéten, die het Diftriót van Bima geeft, en de Ed. Comp. (die,, in gevolge de Contracten, alleen den vryen handel over dit geheele Eiland heeft ~) van hier, des benodigt zynde, komt te reqiureeren, bellaar voor 't meeste in Sappanhout, Ryst en Cadjrng, waar van|,hëc Sappimhout., het principaalste , en] de Ed. Ccmpaguie wel het meest aangelegen^  456 Bceïs O H R ï V i u tf genste is J doch zelden, word 'er zoo veel geleverd, als de eisfchen zyn: Volgens de ordre , mogen de ftukken dier Verfftoffen,niet gelmaldeelt, maar moeten ter lengte van drie voeten geleverd worden, en daar onder voor al geen Wortelhout. Ook heeft de f d. Compagnie in vorige, tyden , by een fchraal gewas, om de Noord en Zuid, fomtyds wel nu eft dan Ryst van hier gerequireerd , doch diekorl is federt zoo flegt geflaagt, dat onze Bezettelingen naauwelyks het nodige voor hun jaarlyks gebruik kunnen magtigvworden. Niet beter gaat het mee de Cadjang^-die geen ander als Bima alleen leve'rd', alzoo in de andere Ryken, fchoon dikwyls daartoe aangemaandrweinig of niets-wlfr&voottgeplant, uitgezonderd Sumbauwa, daar nog wel iets van dien korl valt, maar om deszelvs ver- af en ongelegenheid, daar van altyd is geëxcufeerd geworden, en waar van een Refident alhier, op zyn best, eeh last 7 a 8. zoude kunnen' inzamelen, (jivjd bam& aisdriag tik -ïovo bbitfri sj %<, >Sumbauwa, dat al van eene redelykH .uitgeftrektheid . is , en het WeltEihde.van dit Eiland uitmaakt, daarliet door Straat Alias van Lombok, word ge•fcheiden.-üss.m '3un . s'bgfiijöijJ Het  van C I l e b i s. Hat zoude van alle de overwalfche Ry~ ken het geduchtste van allen zyn, zoo niet de onderlinge vcrdeeltheid onder hun «root was. Ider Ryks-Groot heeft eenile Ne^eryen onder zyn volftrekt gezag, buiten0 en bchalven de Prinsdommen, waar van elk een zoo magtig is, dat zy een.n formeelen Oorlog kunnen voeren. Zoo nu deze gezamentlyk den Sulthanaanhangen, dan is hy onzachgelyk, maar eenige onvergenoegd wordende , is allesfchielyk in rep en roer, als wanneer de Koning ook niet lange zeker is. Voorts is de groote Negery Sumbauwa zeer fterk, en met een confiderable. Muur, ter dikte van zes voeten omtrokken. De eenigste party, die zy fterk te vreezen hebben, zyn de Baliers, die hen ook voor omftreeks 50 Jaaren, Salemparang, by 's Compagnies Kaart bekend onder de naam van Lombok, ontnomen hebben. Men geeft ook veel op van den fterken Handel, die aldaar door de Wadjoreezen (welken daar fterk worden geprotegeerd, en een aanzienlyke Negery op haar zelve, niet verre van de Negery Sumbauwa, in bezitting hebben) in Amfioen, Lywaten en andere Waaren,' zouden worden gedreven, die zy, vaa-; XV. Deel, R reft'  35$ BlSCHRY- T1NO rende van daar direct naar Batavia, e» voorts verder na Sillebar, Bankoeloe, en andere daar omtrent gelegene Plaatfen, van de Engelfchen opkoopen, en zonder eenige vreeze op Sumbauwa weder verhandelen, het geen door een Refident, als te verre van de hand, niet te beletten is; ja zelfs ook, fchoon de Compagnie op de Westkant van Sumbauwa al een Post zoude leggen, gelyk daar toe in vroegere tyden eens een voorflag is gedaan, nadien zy aan alle kanten, als tot Alias , ook genaamt Taliwang, ook tot Oetang , als mede aan de binnen bogten , tusfchen Sumbauwa en Tambora, goede gelegenheden genoeg hebben, om met hunne Vaartuigen daar aangierende, hunne verbodene en verdagte Waaren te losfen , en vervolgens van daar te Land na Sumbauwa overtevoeren. Verders zyn zy, gelyk de meeste Inlanders om deze -(treek, zeer lui en traag, en daar by heel diefachtig , want zelfs Menfchen-diefte, al ware het van haare eigene Vrienden, is noch ftrafbaar noch fchande by hen, invoegen zulks daar genoegzaam publiek gepleegd word, en al Wat daar van komt, word meest in Am€oen, waar op zy, van de grootste tot de a klein-  v a'n CéIébej, 259 kleinfte, zelfs Slaaven incluis, fchfikke* lyk verflingerd zyn, verteerd. Voorts leverd Sumbauwa aan dé Compagnie niets als Sappanhout, waar van zy in vroegere tyden , wanneer Salemparrang nog in haar magt was, Jaarlyks alleen een Scheeps-Lading konde bezorgen , doch thans niet meer befchikt als tusfchen de 1 a 3000 pi cols , waar toe ze zelfs van tyd tot tyd moeten worden aangemaand. 3. Dompo, dat, even als Sumbauwa, ook Sappanhout voor de Compagnie uitleverd, doch in lang na zoo veel niet. Ook geeft het zelve nog wel wat Wasch, doch dat doorgaans zeer liegt en mee Buffelfmeer gemengd is. Ryst leverd Dompo ook uit, doch het zelve is van weinig belang, en mag dus by na geen naam nebben. Swavel valt hier in een groote menigte; men wil ook dat 'er een Paerelbank is, die nu en dan eenige vrugtbare Oesters uitleverd. 4.. Tamb&réi, dat een klein, -fiegt éü R a Iteen-  46o Bbschkttinc steenachtig Landfchapje is, waar niets als een weinig Pady op het Gebergce valt, in lange niet genoegzaam, om zyn Jnwoonders te voeden, die dezelve dus van de Handelaars trocqueeren tegens Wasch, die in de Bosfchen in meenigte gevonden word , en hier het aller - zuiverste te krygen is; en waar door , en door het aanfokken van Paarden , de Koning, Grooten en Onderdaanen, Jaarlyks de fchaarsheid van, hun Land vergoed krygen. Voorts zyn de Tamboreczen nevens de Sumbauwareezen , beroemd voor de dapperste Volkeren dezes Eilands, daar •in tegendeel alle de overige , de eenen meer , de andere wat minder, van eea zeer laffen en blooden aard zyn. 5. Sangar is een kleine Landitreek, dat niet als Pady en Ryst tot eigen nooddruft; geeft, en welkers Vorst by de andere , naauwlyks voor Sultan word erkend. 6. Papekat, dat digt aan Sumbauwa» hgt, is mede niet groot noch Voikr} k, en leverd niets aan de Compagnie , alzoo het flegts tot eigen nooddruft eenige weinige Pady en Wasch geeft. . J. IV.  van Celebes» &6*i §. I V. Het Eiland Lombok. Het Eiland Lombok, ook Salempar- Lomrang genaamt, is van Sumbauwa door 0 ■ een Straat gefcheiden; bet ligt tusfchen 8 en 9 Gr. Zuider breedte,is lang 15 mylen, en behoord aan den Balifchen Vorst Karang Asfam. Tusfchen het zelve en Baly , is de Straat van Baly , en daar bezuiden ligt het onbewoonde Eiland Saloma. §. V. Het Eiland BalL Het Eiland Bali, is aan de Westkant .Mi. door Straat Balemboeang van Java ge-StJf; fcheiden. — 2 Deel- pag. 91. Het zelve ligt tusfchen de 8 en-9 Gr.ydDend* Zuider breedte', en is 27 mylen lang,^ fluk, Oost en West. p:2S2' Dit Eiland is in 1597 door de Nederlanders :eerst ontdekt, en in 1684 lag 'er nog een Refident, doch de :-.yst, Cattoen, en Slaaven, die het opleverd, de kosR 3 tea  aó> Beschryving ten niet goed kunnende maaken , is het federt verlaaten , en aan de Inlandfche Handelaars ovcrgelaatcn. Het had bevorens r 8 Regenten of Dewas, die ieder op zig zelve een gebied voerden , maar door binnelandfche beroertens zyn de Regenten thans tot 15 a 16. vermindert. De Inwoonders zyn Heidens, en ceten zoo wel Varkens - Vleesch als de Chineezen, ook zynze zeer onnozel in ommegang. De kopere Chineefche Pitjes, zyn daar alleen gangbaar; in 't Gebergte is het Land meerendeels woest, en leverd in abondancie Bantings of wilde Koebeesten, en Cappas; welke Bantings zy voor 1000 Pitjes, of de waarde van dien aan Goederen, aan de Chineezen verkoopen; yan het Vleesch maaken de Chineezen Dmding, en de Huid droogen ze , en verkoopen dezelve weder. Wat de Slaaven belangt, die van daar vervoerd worden, dezelve zvn Vrygebooren, maar de eene Campong fteelt en vangt zoo veel Volk yan de andere Cam-  VAN C E E E B B S. 263 Campong, als hy maar erlangen kan, en verkoopen die aan de Trafiquanten ; of ten zy een onvermogende, die zyn fchuld niet betaakn kan, dan Slaaf moet worden. Ryst planten zy tot hun Jaarlykfche Voedzel niet genoeg, derhalven haaien zy die van Java. Met kleine Vaartuigen van 8 a 10 Coyangs, kan men wel de Wal naderen, doch met groote niet, vermits dat Eiland met kleine en groote Klippen rondom bezaaid is. Het Eiland is in drie voorname Ryken verdeelt, welkers Vorsten aïte den Titul voeren van Gufti Agon , of Opper-Heer. Aan de Westkant, vlak over de'Kust van Balemboeang, daar de Straat maar ruim twee mylen breed is, ligt Tabanan, thans geregeerd door Gufti Moera Tabanon, daar ook Vogelnesjes vallen, doch niet meer als 4 a 5 picols. Aan de Oostkant ligt Karangasfam, geregeerd door Gufti Moera Asfam; deze r_ neeit  264 Beschryving van Celebes. heeft eene zeer goede Haven, en is de magtigste van allen , hebbende het Eiland Lombok of Salemparrang mede on der zig. Aan de Zuidkant ligt Badong, geregeerd door Gufti Moera Kalerang; heeft mede een goede Haven, daar de Chineezen van Batavia fterk op handelen, en de meeste Slaaven van daan komen, WOOR-  woorden-boek; Kederduitsch. Macasfaars. Bonys. ' Balies. G.A Allata allah AHa tallah j Dewa EenMensch Taim Djema . Kauwla Een Huis Balla Bok Oen» EenThuin Koko Koko Abean Een Bloem Boe«ga Boenga Boenga ^ Een Combuis Papalloe - ang Dapoeran Pauwong SenMa» Ta-oe Boera ne Tjiwa Oroanie Anak Moami £«, Frouw Ta oc bain ne Tjiwamakonray Anak Loe Een Kind Ana Ana' Tjiwa annaanna Anak Tjenet Een Dottor of San ■ ro San-ro Bahan Dottoresfe . • , . Goud Boela-eng Oelawoeng Amas Zilver Boela-eng mata Salaka Tlalacka Staal Baja of baé baé Baés baé Waadja Tkin Toèmbera Kebo Toeraira poeti Tima Kedas Looi , Leleng ■ Lotong badang - lem Basfie ' Bisfie Bisfie £m Gal lang Gallang Loyang Vuur Pepe Api Geni Tafel Mejang Paping —7- 5 Lepel Sirroe Senro Siendoc Schotel Among panne Inapenne Pingang Een Piering ' Panne. Tjoewapene Piering Thee Kopje Manko-thee Manko Thee Ijauwang Een Mes Ladien' P'^e Tieock Eei Vork Pasfoeb-bie Mafopa Soedjin Een kopere Ryst- Oering Gallang Oering Gallang Blanna , pot Een aarde Pot — Eoetta Tana Payock Een Braadpan Pa - Goregang Bate bale Pagorengan Pispot Papatai-ang Temee Wada intje fTjitjing, een : kleine Een Hond Konkong Asfoe <5 Saganong, ecu l groote Een Kat Meong Meong Meauw Een Rot Bala-o Balaó Bikol R 5 " ■ Een'  *6"6" Woorden-Boek, Nederduitsch. Macasjaars. Bonys. $ali(t Men Paard Jaraig Jarang Jarang In Endvogel Kieti lecie JJebeck Een Koebeest Sapie Sapie Ban tin* MenHagebeest Jcngha . Jongha Minjangan |m Tedong Tedong Maifa Jen Hoen Jagang Gana Manoebay siap Ê*KT ; b0e"ne ^anoelayhf SiapMani f8^ Boe-oeng Boe-oeng c-mer Een Schip Kap.palia Kappalla Prauw rw* £e» 2 Mastebark Ketje Ketje * W G$%, Je»^jter Eala-ngo Ealango TaS EengroetePrauv, Bifeang lompo Lopi Maraya Djoekong L#ra- EenUeine frauw Bifeang Tjadi Lapje Beetjoe DjÏÏong Tje- Etn Glas Kat ia Karia t Juen spiegel Tjarammeng Tjaremfne Makka JE«»£rt«f.J&rt Farnoneangka Ataion Andream Owada Pangama UOKK3Q Een Kist patti Pittl p.[t. Oewang Oewang pienis Kout Water Djene Dbging Way Tjeke J'er Water Djene pan . w — Bambang Way PaIfa J'er Angan Berasfa Bero j5raas 6 Joekoe Bale ' fi.ee Gebraade Pisch Djoeke Djoekoe Baloe Woete. B'ee Soed* I* Sangera banrr jSrairftatf Kajoepepc Ajoe toenon? Sahang £a-ga"g °ek^oc Dioekwt » w/ eeten Eroka kadao Menofea rhandre Madaka Iktmlgaanflaa- ïïroka lampa Noka lauiatindro Atoeroe $en tinro Eyflaapt al Tinro rnie Matindronie Sampon madan Hy Droomt Afona-i , Manipi Anack to mtanii» Hy is dronken Nabego ibaHo Hawayoie toea Ito dieya l' naa Hyugek Pangoiokie. Odjangan nfe Ito dieya bóedoe  f ODIOEN^BOBK. ZOT Nedcrduitsch. Macasfaars. Bonys. Balies. „ •; TPa i Teawa Dieya toeinjack SS Loemakkalakie Meytaw» Dieya kade* 2? ÏÏLto. Leb» toegoeroe- Poeraimaboan Dieya labos Tj.vect Siwbomie Si gayang Dieya marobat Hy Jlwgten Eroko fi tobo Noko iigayan Dieya kua mora- Een Boom Toko Pohonayoe Ponjang Sahang Eoomvrugten Rapo Rappoka- Boeayjoe Boea Bata Bata «atOC X r^e-° Pawale Een Snaphaan Baddi-lie Badüie Bid, EenDonderbos Pamorafa Pamarafa Bid, Bezat EenPiJlooL Baddilie Sale- Salekang Bidil Kujü kang EenHorologie Moko Moko Moko Moko TTZ.:,' • Geeft myn Broek Sare faloe Arak- Iranga Saloerak- Big Djalcr koe koe Geeft myn Kous- Sarekoe - Soek- Eringa Iapie Ka- Panappot BaÖ fen koe jeko Een Kleedje Lipa Lipa Kambm £«i AWoefe Pasfapoe Pasfapoe üTedam, - . . Myn Neusdoek Pasfapoenkoe FasfapoentaD NieraglaOedat* J itoe Hy is ziek Garring-i Madoko Soenkan Hy is dood -Matemie Matenie * adfm , Hy is begraven Lebbanie tara- Potranie boebaioboen Wangie .lidi famanie Hywascht A: djene-kie Tjemee Dioya mandoc| Staat op Mentengko Tetopko Medjoejoek Gaat zitten Mage - ko mem- Loeka toedang Menaga P°. - * Gaat weg Lampa mako Lockano no Louas Swart Leleng Malotong ïadang falarf Witt Kebo Poeti Kedas- ' lllaauw Ga oc Gawoe Klaboe Bood Eja JMatjela Baha .:~) Grith  458 Woorden-Boek. Nederduitsch. Macasfaars. Bonys. Balies. Gram Moentjongboelo Moentjongboelo Gadang. Purper, Kamoe-moe Kamoe-moe Oemoe De Zon Al lo - a Sowee Matanay De Maan Boelang Oelinghe Soerian De Sterren Eintang Wietoehe Eintang De Hemel Langie Langie ! Langlet Be Aarde Boetta Tanah Boeniie De Zee Tamparang. Tafie Pasfie Vtiendfehap Belaa Mafelauwa Mala Myn Vriend Belakoe Kidjietko Mira Soeirra Kraai, mooi Bajie Makefie Malla Zeer fraai, zeer Bajie doedoe Makefie tongan Singa madai mal- mooi , in der ]a daad mooi Zmr Kat-(jeoftjam. Tjimpa Tjelagie ba . Zoet Te-ne Matienen Manies Zout Tje Ia Pie, je Oedja v9t» Lafoena Lafoena Kafoena xSckaap) zeoVr. Gimbala Bimbala CambingV. Lou. 5 als (Manl. Bimbe Eimbe M> ( M*™ \ t \ als boven Mn Vogel üjangang Djan- Manoemanoet Kadis gang Keegen Bofie Eofie Oedjanjr Een Klapper- of Caloeko Caloeko Njo Cocosnaot ■dzyn Ealo-ali Pangasfan Tjoeka Oly. van Clappus Minjak Caloeko Minjak Caloeko -Lingisnjo Een E$ Bajauw Telo Taloe EenEndvogels Ey Bajauw Kiti Telo Iti . Taloe Bebeck Een Hoender Ey Bajauw Jagang Telo Manobay Taloe Stap gana f i • ;, Foije^.. Poeroe , Poeroe Manya Cranan Kinderpakjes Poeroe Cabala Poeroe Beetjoe Cranan Een Lyk Ta oe Mate Ta-oeMate Anakpadan ■ Een Wond toko tl Xokka Matatoe &$ . Ce-  Woorden-Boe 269 Nederduitsch. Macasfaars. ■ Bonys. Balies. Gezwollen Kambang Boio Bisfe Getrokken lucht Rammang Maloeng Goelara De Kraal Balang Balang Kahang Djay - Wilde Endvogel Kietie Balang lede Balang Blibis Bosfchagie Romang Aloe Alas ïi{ dapper Caioekoe Lollo Caloekoe lollo Cohoen Een Sere Tjiewa Abifik Trjoee Roea Doea Dadoean 2)rie Talloe taloe Terteloo Fier Appa Apa Bapat v f Lima Lima Lahma Z„ Arinaug Annaug Nam Zeven Toejoe ïieioe Papietoa 4*t Sagang toejoe Aroea Akoetoes jfegn Salapang Afera Attia fien Sampoelo Sapoeloe Adasfat Honderd Sabilangang Sarato Satos Duyzend Si - Sabboe Se-Soeboe Sioeuw Januarimaand) Zorohajie Oelangadje Qc Bj]iers ^ Esbruary Moeharrang Moenarang bruiken maar Maart Sapara Oela fappar zfiS maandeQ ^pfii Rabbele aualla Rabbele aualla in >t jaar; ajs: May ■ *8èsn ' T, ag§^a 1. Boeda Klion. *uny Jamadele aualla Jamadele aualla • Koeningan. Jtt/y aggera — ag§«a ' Tompok. ' Augustus Radja Radja +> Agar Kafe_ September Sabbang Sabbang Boeda Tjoe„ OSofrer Ram malan Rammalan i - moen. November . Sauala §Ti.a-u. •* RaspatL Jecemfer Solohaidda Solohaidda j DingsdJg. Salafa Sa lafa Ag» IpSitf Araba Raba Boeda jWerdJr Karanilfie f8""' Joekra mAur Joema Joema ~ Slg i-toe Sattoc Ka.jstjara Sondag Aha ■ , Sakkal Een Ryksbejlier- Tomabitjara Eitjara tana farbakkal der boetta  WoöRDEN-BoÈK, Nederduitsch. Macasfaars, Bonys. Balies ' Een Hoofd op een Glarrang Glarrang Gusti agoni* Negery 6 * Ee% die de Land- SoeJe Watang Soele Watang Sarokkaa zaaken buiten den Koning re- geerd Men Veldntrftë. Kraing Paganas- Dato Baringha Oeloebelau fang da ba- 8 ringha Een geheime Tomila-Lang Tomarillal Lan- Parida Raadsheer des g|je Konings. (Hier van zyn 'er aan 'ï Ma > casfaarfcheHof * altoos negen ge- ixieest, dit met den Tmnabet- jarabeetta een- ftemmig zynde, eenKoning ver' kiezen, of ver* werpenkonde.) ""S ia ^ ^ gufti m0ert eon ander meening , Heer of myn Heer.) Keizer. Sambanco Aroea póne of Tjoccoida foerapa Kiesheeren. Aroe Pitoes fiati ilappaa Op Baly niet b* (Deze zyn ze. ^end' ven in 't getal, sn doer dezelve moeten allegeviigtige zaken, betreffende het Ryk , lejlist wtrden.)  Woorden-Boe^ a?» Nederduitsch. Macasfaars. Bonys. Balies. Zyt gy nog ge- Koelie Koelie Madikin rnoeko Djeroni maU zond* Ja-kie Waar komt gy Battoe kere kie- Vole kego Oeli Jaha •van daan? mai jfe feow wan myn Battoeri Sampo- Polea Rtfa poe- Takault Jan» Neef of Ni'gte fieka Lingkoe fa Seko Mifan Gaat zitten Mai makie mem- Looke moetoe Monagak po dan Waarisfoenting Kerefoenting Kegi foenting ti- Die jaha toi foen- bren« hier de erang inrinnie voi iootanghe ting konkong tampat Sirie papaga-jai-ang may aba paboean Kauw pienang Paga-djaimakie Oetanghni Nania baste DaarugeenSirie ïaëna Leko Leleko Touara basfe Baar is 'er al Nia mie Noekana Adako Wat niéuws ftoord Apainne may ka- Pekoea ka rebae- Toeapa denga gyvanMucas- reba rie oed- ri - djoe Pan- orta ole Ma-' jar jong Pandang dang casfar taena kie langere Zy ze^en dat NTekan'a indjong Toeie makeda Toadapasfiatang daaTginterten faroeboendoe moefoe Ma- Negede [ware oorlog is taowa rayja Wat dunktu, wie Antekamma na- Pakoeijie na wa- Toapa kamieaa zal in die oor- \va nawannu moe makoe Njing bakat iag wel over- makanay fal- lemoewapa vHnuen langbeta inne fauoe boendoe Zy kunnen de Takoclea niebe- Te makoele na Sing bakat La- Comp. niet o- ta Kompania. fauoe Comp. wang Kompa- verwinnen ma moefoe nie Waarom Angapa Magie To nweda Om dat de Euro- Lanrie jat Kie- Matja balandahe Toia lebe Meda. peezen meer rakirau - na ta- ma Moefoe panakka poe- w e eten dan wy oa kebo lanri tie fekan anak fwarte Boeren taoe Lebeng demi Jk wil nu na myn Ero ma Lampa Lokka ribelak- Jam niera nwh# huis gaan rie balakkoe koe •f Is, goed Bajie mie Madekin Joema niera Waarom wild gy Ang gapa na tea- Magimoe te ia Mamoeda fing ni»5  dyi Woorden-Boek. Nederduitsch. Macasfaars. Bonys. Balies. niet nog wat kie mantang- mo oendaoe adanjack mo-" liyven,wy zul ■ gienoeng kie minon may pe- nongos dienie. len nog eent rie oio inne la mangama je wil Water . bambang aifgat drinken Jk heb geen tyd Tafa weaka Tong faweha Nierafing ada- coebar Wat voor werk Apa djamanta ri- Aga inoopogouw Toapa geene heli uw te huis balla riboleiy joema Jk heb myn Mans Kaddo kanna Ting poera Ma- Toefoema niera tost nog niet boeranenkoe nasfoe iena tondeen Man- gekookt, en als toena niemang nandreoeane- gama niera hy thuis komt, piekoe palloe ko kong pole tondeeng Ma-- dan zal ik klop battoe fallang ribalay oera jakan krygen ne baila na neko naka- tocnroengka doenge matoe Waar zyt gy al- Kere gafengko Kemanoepa Tode jaha die temaal ? Laat de kost op 't Patalla kanre Apale nako ina Aba main toba ■tafel b-engen andre pinjang di ite" De kost Jlaas al Tattala mie kad- Leuianie iena Too janie ama Maar de anire amahah mak- kajan focba bana Geeft water, ik Sara dj enne, E- Rinangabifan Belang ieje ging wil myn han- roka bisfe li- basfo lima den wasfen manko Eet nog wat Kaddo Kaddokie Aandre noke keede Ik heb myn ge- Easforama Poera na mandre Njanie foeba noegen.ofmyn b«ak bosfang bekomst foe5a nira Wild gy dan uw Erokq kie bisfay Noko nabiela Gufti njiak basfa ■ handen wasfen Limanta liinaiai j% i° jö Na Geeft water hier bare djinne m lnfaha way Be iejehe rinnie Waar zyt gylie- Kere gafengko Kegoenka Diejahie roan "den -•* • - *• *• ■ Breng  Woorden-Boek^ 273 Macarfaars. Bonys. Balies. f. Erangrie noji Siwie oetanghic Behcpaboanher e. papanga ja- rinjonja teking gulH iang 'üe ' Inne kara-enta. Poaka injonja Niera mornpin^- al man nanie mori pekowa nie ppfti pari* öcr ja^ay bajie Jagai mageli gakinkirfg 8 >• )r&. baje na kallo- moea naging masfi roy Jakie annakinde is. Kere Papieroe- Kcgi amiTjoen. Diejaha owada ang be Pafl L , Mantang fie taoe O. onro no koe- Noeja dintas.ie è inrinnie an rini djangaya jietiepangjaK- jagayko km . Kere boeta nen- Keigi oroaneko' Diejaha lo ma ko inra , . ie: Jaena koe tjenie De wita Smg ada nw.a tepok v» Nay fofttJpang Neganewafiïaew Jengking nien Lampafwgaang oran neko ia loas Kaju.i» boeranenko Lauwri faligon Siagaang Primo Silanangi Primo Tekkïng i PnmJ o? Kere Primo Kcgi pa Priuio Diejaha Prujio egr Batoe kere Kegi poearaoen- Die jaha gufti o-g foempaeng ia fowe na pabakl.a. <*i «- 5 karaanae Iituwi rome om Mallaka ang ka- Ma tanka poade Niera fing bv.,e Dangkapang- Orauemo ma- maQiab?b pai.- uZj kie sa teen- toe KadoeBga tagal au» iy ioci)g ka; allang boeranenta ■net Founa teakoo: Ko teauw poade-■ Lamangdier ms dan ang kan ang owafcorakko fing ada,uk ^ , dg kanaga koe riandeiie wa/g maorahai :c,:- m foerako fikko rekodóe king n}ra d.:a- , en failangrie toe- n» KatiKr* , ka nakoe toe- è^vé lan- roe [oenroeng Salll> bajie bajie. ^ }fy Nederduitsch. Breng hy de Jufvrouw de [melak Ome Heer of Jufvrouw, al past men nog zuoop,zy knorren toch Waar is 't Qjiü* pidoor Blyf hier een. om my op te pasfen Waar is myn Man Jk heb hem niet gezien Met wie is myn Man uitgegaan'i Mee Primo. Waar is Primo ? Waar is uw Heer van daag geweest? Jk ten bang om het u te zeggen, want uw Man zal my kloppen utls ey my 't niet zeggen wil,dan zal ik u op dg ladder laaten vast binden en braaf laaten kloppen ZVo Deki.  274 W oorden-Boe Nederduitse?). Macasfaars. Bonys. Balies: Hy is by die ge- Battoe foempa- Onkanie Koera Ada dito die Ioas wecst: dcngrie ro djoirna IPathccjthydaar Apa napare in- Agana Pogauw To appa pa- gedaan? joering gayang Hy is daar gc- Bactoe fie baoe Onkanie kararo Die itoe ja wccit om mul- baoe nabauv/i Badiman kander te zoenen 1 v Hebt gy niet meer Tosna maraeng Tomoetanieaga Singadananinot gezien, wat hy noetjenïe napagauw appa gaven. gedaan heeft'i apana pare gnja Ntets Tvma. De aga na Tan wintan tian . pogauw not Uüu komt myn Battoe mie boe- Pulene oroneko Djani foema nira Man te huis ranenko rie ribolay moelie balla En wat hebt gy Apa noe pare Aga mo Pagauw Toapa tjay pa- daar ginter ge. injoreng rie koora ro EayanR \£ daan by . . . ■ ,■' . , J- / . ' dito tekking- Jk ben daar met Toena menang- De oeloka Koe- Sing ada nira geweest koe baccoe rie roa Kama * injoreng ?J. *»* , «alle ballcko Mabcteo Toe tjayglenjok Wie heeft u dat Nay lebba ang Miga podako Neng foeba ma. gezeal kanang-ko toitckingnjay Pnrno Primo Primo Primo ' Maar is Primo? Kere Primo ang- Kege Primo ma- Die jaha ada Pri- waamn hebt gapa nauukan- gi moe poa mo, toe ma- gy dat aan de ang Kanang-i danghi njonja- noeda matóe Jifyuw ge. joja J1)0e trekking n " ■ gufti djeronie Um aatzy my Lanrie ero na Nokkanaka- Ioiea makita ma, _ kleppen Wil toenroengka xioeng „kik niera ik wt gaan wan. firoka Lampa Nokka lokka ma Djani nira maki. mcn- Li-lie golitlie ta loas inalalia Haar na toe Kere may Kego nalokka Die -aha . MeundeZlm» Rie koko-a Nokka lokkaa Nira'loas abian •Kokovvg - t*sc . •-• Wie  Woorden-Boek. 27? Nederduitsch. Macasfaars. Bonys. Balies. We is daar ach. Nai-nia ribo- Niganka rimoen- Neng ada di« tef ? koang drie oerie _ baat na de Juf- Ma-gefakorie- Lokka rinjoniat fcoma tekk.ng vrouw .... nonja . . koe- . . . moet en guft. loe takc- envraagt naar tanang rie aw:c rnadea- mn djan.e haar welftand koele koelcna kian moahi ktnkm bian„ Reegenboog tarawe tarawe Ln!a _ Als zy naar myn Ponna nakoe Koena koetan- Lamoen lataUo tanang koele angha aka- mn nira Nja- Vraagt , zegt koeleko kana- dauw. mapoe kjt baua maar dat ik pyn manie par rifie die baboana in -t Lyf heb batungkoe . . Diet de groetenis Tabe akoe rie Afelingangang Atoenn nira ma- aan u Juf- njonjanoe riujoaja amoe pit Soenua vrouw .. Gaat de Doüor Mage Sako kio Loko taiinga Koma LManalt roepen fan - roa iwie Sanroe baliaa Gy moet ffoedig Kau».' larie ko- Loko mafiga figa Ingal trtgal hopen iinta linta . Uw Katte Idie Nam Gy of zy, zoo als Kauw lko biega men de Slaaven aanfpreekt • , ... Zee-Ro-vlry Pa-gorra Pagorra Pagayang anakM lilik mebegal Jk wil op ds Zie- Eroka mage Menoko Ioka NiAak inikfta Rovery uit- agorra magorra bocas ma^ai Bnlldkhat Paslberang Pafompa Bahan pipis k< mi J nira makita mabontjing Draagen Limbra Malimra T?sa" ,. Ift «U u jAMt E10 kaïtere rie- Meloka makoe*. Nira Mak.ta ma- J - katte loe koeris djoioni* J.fc Eroka Meloka Nira njak Scheeren Katter* Ma;oeloe Koens ^ Uw of aan Uw Ikauw patan Ikoe poena Wam gr.,a 'Tillen of "iets ip- Bcmben^L-naL Akaymaiïay MauiHgtingan ligten ^ KOR»  276 Korte Schets 11. KORTE SCHETS VAN DEN TEGEN W OORD IGEN STAAT VAN HET HINDOSTANSCHE RYK, EN HE T HALF-EILAND, BEWESTEN DE GANGES. DOOR MR. J. C. M. R. §. 1. TTlndos-ftan, het Land om de ±A Indus, ligt tusfchen de Rivieren de Jndus en Gar.ges: Ten noorden word het door een fcbakel van Bergen van Thibeths Tartaryen afgefcheiden, en ten zuiden maakt het een Half- Eiland bewesten de Ganges, genaamt dat aan alle kanten door de Zee bcfpoeld word: het ftrekt zig zuiden en noorden van 7 Gr. tot 400. noorder breedte, en west en oost, v;m 66 tot 92°. lengte van TenoriiT.  VAN HlNDOSTAN. £77 ■$. 2. Onder alle de Werken , die ze-^** dert twintig Jaaren, zoo door de Franfchen als Engelfchen , over het Hindoftanfche Ryk gefchreven zyn, is The Hièory of Hindoftan, door sJlexander Dw Esq1., Lieutenant-Collonel in Engelfche Compagnies dienst, in drie deelen in 4t0., van 1770 tot 1772 uitgegeven, waar by een Kaartje is gevoegd van Hindoftan, de beste. Het eerfte en tweede deel bevat eene zeer uitvoerige Befchryving van alle de Hindoftan 1'che Keizers, van den Jaare977 af, tot Keizer Akbar toe in 1605 De helft van het tweede deel is een kort begrip van het vervolg dezer Hiftorie van Akbar ("O tot den tegenwoordigen Keizer Shaw Allum, en een fchets .van den ftaat van Hindoftan in 1764 zynde het geheele derde deel befteed tot de uitvoerige Befchryving van het leven der Vorsten, van Akbar tot Aurengfeb. Thomas Jefreys gaf in 177a een Kaart van Hindoftan uit, die ik hier gebruik. mi- (1)2 Deel. Pag. 303. (O 2 Ded. Pag. 381. [•.... S 3  zy% Korte Schets . Wiltievn Bolts heefc een goede Kaart van Bengaie by zyne Confiderations en Indim af airs 1772 gevoegd; en de laatste zyn die, van den Engelfchen Major Rennell, in 1778 gedrukt, een van Hindoftan , en een van Bengaie. mcÜ°S' 3' Tot heden zï'n deze Bockcn 'v* onze Taal niet overgezet; zv zyn alle langvvylig, en met veele byzondere belan- gens van de Schryvers opgevuld; ook is 'er, zedert dat dezelve gefchreven zyn, veel verandering voorgevallen. Dus is myn oogmerk: Eerst een Hiftorisch en Geographfsch denkbeeld van het Hindoftanfche Ryk te geeven; Dan de Zeden der verfchillende Natien, en Ten derden: de Bezitters van het zeive te befchryven. . I. Hiftorisch en Geograpbiscb Denkbeeld. Hfftorie, i 4. Bon' begint de Hiftorie der Hindoftanfche Keizers met het jaar $77; maar  tf A N HlNDOSTAN. 279' maar het is zeker , dat het eerst onder een Keizer is gebragt toen Tamerlan, of Mier Timoer, aan het Hoofd derMogollers in 1379 geheel Hindoftan ten onder bragt (3) 3 welkers Nakomelingen thans nog regeeren. Regeerde 1. Mier Timoer of Tamerlan . . 1379 2. Miroer-Sja .... 1405 3. Mirzazaed . • • !4o8 4. Pier Mahomet . . . H4? 5. Aboe-Zaid . , ... 1452 6. ScheikOmar . . • H69 7. Schah Badour . . . H97 8. Homajan . • 153* 9. Sha Ekbar ; . • i552 10. (3) Gengiskan, het Hoofd der Mongulfche Tartaren, regeerde in 1200; zyne Kinds Kinderen regeerden over by na geheel Azia; want terwyl Tamerlan het Ivlogolfche Ryk vestigde , overwon Koblaichan China, daar3 zyne Familie ouder den naam van Ivan regeerde; deze verjaagd zynde in 1357 door de Chineefche Familie der Mings, is China in 1641 door de Manfchionfcne Tartaren weder veroverd, die 'er nog regeeren, onder de naam van Ifchin , zynde de tegenwoordigen Keizer Kië:;-lion , die onder zyne Regeering het Chineefche Ryk in Tartaryen heeft uitgebreid, en ook verfchei de Werken heeft uitgegeeven, onder anderen de lof van Monkden , de Iloofdftad van Manfchious Tartaryen, N. B. 41,50.30.; lengte, 7.11.5- beoosten Peking; hy heeft ook in verfchei.de oorlogen de Elentfe Turtaim onder gebiagt. wS 4  28a Korte Schets Regeerde 10. Sja Seli'm . . . . . iöaó 11. Sja Djena . . .1626 12. Eurangfeeb, of Aurengfeb . 1657 13. Sja Allum Badier . . . 1707 14. Mofadier . . . .1712 15. Tarocheer . . . 1713 16. Rafedan Sja . . .1719 17. Nicochecr . ... 1729 18. Mahuinec Sja . . . .1731 Onder zyne Regeering, of in 1739 veroverde Nadir - fchah, of Thamas Koulikan, bet geheele Land, her/lelde Mahumet Sja in de Regeering, en nam alle de vergaderde Rykdommên mede na Perfieri. 19. Ametsja . . Regeerde 1757 20. Alum Gier . . . .1759 31. Sja Alum, of AIumGoar, is den 29 December 1764 voor Keizer erkend. Op- 5. Nimmer is dit Ryk bloeljcndcr j22eB«eweest, ais onder Aurengfeb, die over de honderd Jaaren geleefd heeft; dit Rvk was toen verdeeld in 21 Provintien, had 204 Steden, 5046 Pergunnas (Dorpen) en bragt aan Schatting op 25'I'323*85 Ropyen , of driemaal honderd zeven en zeventig Millioen Kollandlehe Guldens. Zederc  VAN HïNPOSTAN. 28l ' Zedert zyn dood verviel het Ryk lang* zamerhand; ieder Gouverneur maakte zig meefter van de Landen, die hy regeerde ; en de inval van Thamas Koulikan in 1739 5 die alle Schatten na Perfien mede nam, doch, het Kyk aan Mahumet Sja liet behouden, vernietigde alles; zedert wierd het de prooy van de Pataners, Seyks, Jayts , Maratten , en de Engelfchen. §. 6. Het Hindoftanfche Ryk is thans Gj?* verdeeld in de volgende Provinciën: fche ver- i aan beide kanten vandeciing. 1. Kabul "I j de Indus gelegen, be- 2. Gafna Mnn.w.4 horen Machmet Ab- 3. Multanj idulla,HoofdderPata- Jners of Afgangers. 4. Penjab . .] 5. Soret . . Idaar beoosten, behooren 6. Jesfelmeerj>Jesfarfmg, Hoofd van de 7. Sindy . . j Seyks. 8. Bukor . . J 9. Kachemire, ten noorden, heeft zyn byzondere Vorst. 10. Ferrugabad, in 'tmidden, heeft zyn eigen Hoofd. n, Agra — .i behoord "de Jayts. S 5 1*.  382 Korte Schets 12. Dejly _ behoord den Keizer Sja Alum. *3. LaknouwofQud, ■ behoord den Nabab Susja Dohla. 14. Bengaie. 15. Behaar in het Oost, behoord de Engelfchen. 16. Koran. 17. Oxira, of de 5 Sercaars langs de Oost, behooren de Engelfchen. 18. Golconda, behoord Nifan Ali. 19. Karnatickn behoren den NababMaho- 20. Djmji . Smet Ali-Chan. 21. Tanjour, heeft zyn eigen Vorst. 22. Marawa, behoord den Nabab Maho- met Ali - Chan. 23. Madura, behoord den Nabab Ma¬ li omet Ali-Chan. 24. Trevancour, op de West-Kust. 25. Mallebaar. 26. Maifoero, . 27. Kanara ]behoren Aider Ali-Chan. 28. Dekan . 1 29. Kunkan.. j-behoren de Maratten. 30. Guzarattej Mun- §. 7. Tn geheel Hindoftan is maar een tcn- Hoofd-Munt, zynde de Ropy. De goude Moor, of Ropy, is van 't gehalte  VAN HlNDOSTAN. 283 halte van 23 caraat, weegt 7 eng. 7 azen, en doet 15 züvere Ropyen. De zilvere Ropyen, zyn van 't gehalte van 11 penn. 18 grein, en wegen 7 eng. i8i aas; het eerfte Jaar zyn dezelve Sicca Ropyen of 31 £ ftuivers Indisch; vervolgens Sonwat, zoo lang de Keizer regeerd, wiens ftempel 'er op ftaat; doch by eene nieuwe Regeering, worden die Ropyen Herfennah genaamt, en met zeker rabat ontfangen. Kopere Paifas, gaah 64 in een Sicca Ropy. Pedangs of Amandelen, 60 in een kopere Paifas. Op de Kust van Cormandel is de Standpenning de goud Pagood; de oude Driebeeldige Nagapatnamfche en Madrasfche, van 't gehalte van 20 caraat, 8f grein, doen 96 ftuivers Indisch. De nieuwe Nagatpatnamfche en Engelfche Star-Pagoden, van \ gehalte van 19 caraat, 2f grein, doen 90 ftuivers. De Tutecorynfche-, van't gehalte--van  584 Korte Schets 18 caraat, 51 grein; en de nieuwe Portonovofche, van 17 caraat, 9 grein, zyn ilegter. Men heeft goude Fanums van 54, en zilvere van 16 op een Pagood; koperc Casjes van 80 op een Fanum, en Cauris of Horentjes, van 5000 op een Pagood. JjJ* §• 8. De Regecrings-form is nog als 2.' "van ouds > dewvl de Engelfchen zelfs alles op den naam doen van den Mogol Sja Alum, welkers Firmans, of Giftbrieyen, die met het Zegel Habulhocum, van den Groot - Vifier UI Moluck bevestigd zyn, het fundament van hun gebied is. De Provintien werden door Soubas of Onder - Koningen geregeerd, cn Nababs ook Nazims, Gouverneurs. Hunne beveelen werden 'Parwannas genaamt, en door een Waliel, of Zendeling, bekend gemaakt. Het Paleis, of Gouvernement, word Derbarh, doch de Threforie Dewan genaamt. De mindere Diftrieten , Pirgutwa, wcr-  VAN HlNDOSTAN. 2i8$ werden door Zemindaars, Leen - Heeren, in Leen genomen, die weder mindere Landen afftaan in Pagt aan Tolokdaars, Etmandaars en Aumtmdaars. De Landen , die niet in Pagt worden afgedaan, worden geregeerd door Fausdaars , die Hoofd van d£ Troupes en ook van 't Recht zyn. De Naïb, of Vice-Prasfident, en eenige Cazis, Rechtsgeleerden , maaken de Rechtelyke Vergadering uit; die nog in hunnen dienst hebben , den Catcwel* Schout, Jrfebek, Requestmeefter, Chokey, Threforier, Payk, Nachtwaakers, Dawk, Courier, Tzefawel; Boode; terwyl ieder Dorp Cutchery , een Hoofd heeft, Cheik genaamt; die de gefchillen onderzoekt, en voor de Vergadering van den Fausdaar brengt. De Nifam was het Hoofd van de Krygsmacht. Smbadaar, Hoofd van Sipais. Jamadaar, Hoofd of Capitein» Haweldaar, Lieutenant. Busky, Threforier. „■ JBercundas, Fufelier. ' . £i]têi9 Soldaad Pion s  ^86 Korte Schets . Pion, Knegt, > Rhadar, Opziender der Wegen. In het Huishouden heeft men Ckuh daars, Santabundaars en Harcaras, drieerley foorten van Stokkedraagers, naar den rang van hunne Meefters, Pions of Knegts, en B er ras , Palanquindraat^ers, die al het werk doen, Derwaan, Portier, Gasbordaar, Marktganger. verd«re (\. 9. Arfebek. naameu. Aumeen. Aumildar. Batta. Begum. Bercundas. Berra. Bukferre. Busky. Buxbunder. Calleers. Calfare. Canango. Carcun. Cazi. Ca te wel. Cheik. Chokey. (\. 9. Arfebek. Rcquestmeefter. Infpeétor der Revenuen. Wat minder. Rabatt. Princesfe. Fuielicr. Palanquindraager. Soldaat. Threiorier der Trompen* Pagter. Rovers. Agio. Secretaris. Vreede-Regeer* Rechter. Drost. Dorphoofd. Threforier der Landen; G'hout,  VAN HlNDOSTAN» *8? Chout . . i Schatting, die de Marati Choutary . .iten eisfchen. Chowdry, de eerfte na den Zemindaa? in een Pergunna. Chubdar. Stokdraager* Cooley. Coely. Croor. Honderd Lak Ropyen* Croore. Threforier van een Pergunna. Cutchery. Dorp. Dadney. Voorbetaaling; Dallab. Wisfelaar. Daroga. Commisfaris. Dawk. Courier. Derbarh. Hof der NababS^ Derwaan* Portier. Dewaan. Threforier. . . Doelie. Omroeper* Duftuk. Paspoort. Eman. Gift aan mindere. Etmandaar. Minder als deZemindaar* Fausdaar. Gouverneur. Firman. Placaat des Keyzers-. Fotardar. Threforier. Gasbordaar. Marktganger.. Ghat. Engte in 't Gebergte. Golab. Pakhuis. Gomaftap. Makelaar. Guzerbaum* Tolheffer. Ha-  !a§8 Korte Schets Habiühocum. Hagee. Hakezi. Harcara. Haweldaar. •Jamadaar. jamadaar. Jamadaar. |man. Jaguar. Jurimana. Kafy. Lak. Mucudum. Nabab . . Naib . . . Nazim . . Nesferana. Nuzer. Palanquin. Payk. Pergunnah. Perwanna. Pion. Rhadar. Ryot. Santabundaar. Zegel van de Vizier op de Firmans. Meckafche Pelgrim. Osfewaagen. Stokdraager. Officier der Sipais. Hoofd der Pions. Dorpmeefter, Officier der Cavallery. Priefter. Militair Penfioen. Boete. Rechter. ioo'ooo Ropyen. Hoofd van een Dorp. \ Gouverneur. •J „ Prefent. Gift aan een Keyzer. Draagftoel. Nachtwaaker. Een deel van een Provincie.Brief van den Souverain. Knegt. Officier der Wegen. Boer. Gaat voor de Palanquin. Scbak-"  VAN H INDOSTAN. S8j> Schakelaar. De tweede in een Per- gunnah. Seraf. Bankier. Serai. Herberg. ■ Sercaar. Onder-Baman. Siüai Soldaat. Souba. Onder-Koning. Soubadaar. Commandant derSipaiSi Sultanut. Gouvernement. Sun> Jaar des Keyzers op de Ropyen. Sunnud. Patent van Officier. Takfiec. Munt. Teep Wisfel. Tolakdaar. Minder als Zemindaar. Vizier UI Moluk. Groot-Vizier. Wakiel. Agent 'Zalamie. Vrygift. Zemindaar. Leenman. Zenana. Serail. II. Zeden der Volkeren, dis Hindoftan bewoonen.. § 10 De oorfprongkelyke Inwoon- Jen ders van'dit Land zyn de Hindous, eenc! VU ' Natie, die, volgens het algemeen gevoelen, eene der oudfte van den Aardbodern. is, ook Jentiven en Benjanen genaamt. IV. Deel, T Hun-  2po Korte S c h e f 5 Hunne heilige Boeken, de Vedam of Bedams, zyn in het Sancrics, in 't begin dezer Caljug, of Periode, gefchreven (4),; en zyn vier in getal, De Ezourvedam Ronconoev. dam Sumavedam En Andarnavedam (5) en worden tot heden bewaard in de Academie te Benarcs, die nog in wezen is. Ook hebben zy mindere Boeken', Pouïanaas en Sehaiters. Alle moeten eens in 'hun leven, degroote Tempel van Jagernat, op de Kust vanOrixa, bezoeken, als Pelgrimmen. Een van hnnne voorname Feesten, word Marca Mee genaamt. TT ► . . „ Het (4; Z:e 1 Deel van 't Bstavia's Genootfchap, pag 428, alwaar het Jaar 1780 het 4898 Jaar dezer Periode is. Cs) Men vind dezelve breedvoerig befebreveh ,-n de Ezourvedam overgezet door la Cfcofej 1 Deel in 4t„„ Parys 1779, doch ons oogmerk rs niet hier over uit te wyden. - Zie Journal des Savans, September 1779. pag. 339. Men zegt dat de Braminen in 83 Se&en' verdeelt; zyn, Hiji, Phil. i Deel pag. 8 9.  VAN HlNDOStAN. 291 Het verbranden der Vrouwen, is thans -fceer zeldzaam. De Jentiven gebruiken Faternosters van zekere Vrugten Ganitri genaamt, by Lineus Eleocarpus ip pl. 734-» waar van zy zig met de asfch ook veel befmeeren, De Natie is van onheuchelyke tyden in vier Kasten verdeeld, die ieder veele onderdeden hebben; zy kunnen niet k> men eeten of trouwen, maar in den grooten Tempel van Jagernat in Bengaie z\ n alle gelyk; buiten deze zyn de Tempel* van Benares in Hindoftan en Chelsmbron op Cormandel, Zeer vermaard. De eerfte Kaste is die der Brammen, die alleen de Priesterlyke waardigheid bekleeden; zy dragen alle een Koord met een Kraaltje in k midden over den linker Schouder, en worden daarom ook op Mallebaar Lyntjes-dragers genoemc. Hunne Pagoden en Afgoden-Beelden zyn op fommige plaatzen zeer ryk : de Zielsverhuizing is hun algemeen gevoelen; en die zig heiliger als andere willen toonen, pasfen welcp, geen onvoorzig* tigen doodlla-g aan Infeclen te vefOOrWé*ö Ta ken;  ap2 Korte Schets ken; inSouratte vind men zelfs een Hospitaal voor de Infeden opgericht. Alle jentiven worden na hunnen dood verbrand, doch deze zogenaamde Heiligen, (by de Hollanders potjes pisfers genaamt) worden , op de hurken zittende, begraven, en krygen eene kleine Tombe over hun Graf, dat hunne Geloofsgenoten dagelyks met Bloemen bcffcroijen. Zy ontleenen hunnen naam van Brimha, die, volgens hunne zinnebeeldige wyze van fpreeken, hun door het Hoofd by de Schepping voorbracht: onder deze Kasten zyn de Bcnjanen begreepen, die meest Kooplieden en Wisfelaars zyn ; deze Kasten vallen door elkander zeer blank. De tweede zyn de Sittri of Kittry, op Mallebaar, Nairos genaamt, alle Krygsiieden; uit deze Kasten zyn de Koningen ; dezelve wierden door Brimha uit het Hart voortgebracht. De derde der Berfe of Chouters, uit den Buik van Brimha voortgekomen, zyn alle Kooplieden. De vierde Kaste, de Sadder of Sandalen, uit de Voeten van Brimha voortgeiproten, zyn.Landbouwers en Werklieden. Be.  VAN H 1 N D O S T A N. 203 Behalven deze is 'er eene Kaste bekend onder den naam van Parruas, Iiarrias- of Halacores, die zig tot de vuilste en laagste Ambachten moet laaten gebruiken. Op Mallebaar is nog een Kaste, die verachtelyker fchynt; het zyn de Fouliches, dié zig geene Hutcen mogen bouwen , maar op de Boomen woonen, en van aalmoesfen leven, zonder met Menfchen te verkeeren (6). Uit alie deze Clasfen kan men Monnik of Faquir worden, mits men veele hardigheden ondergaat: deze Senesfers of Faquirs bedelen altoos ; zv hebben zig dikwyls tot 10 of 12000 verzameld, ca een geheel Land onder Contributie gefield ; zy leggen zig zelfs zwaare boetens op, en hun Hoofd in Bengalen bevind zig te Ragimahol. Deze Kasten zyn in veele ondjrdeelen onderfcheiden, die ieder hun eigene Voorrechten , Gewoontens en Onthoudenisfen hebben. De (6) Zie Hijtpiré Philofephigue, i Deel pag. 89. T 3  294 Korte Schets De Hindous bezitten nog veele Landen onder haare Radjas, of in Leen van de Mogollers. Moeren. §. lu De Mooren of Munghs , zyn van den Mahumedaanfchen Godsdienst, en bezitten het Land door overwinning; zy zyn van de Serïe der Chiaks of Schiats (f7), die Ali volgen, ende drie eerfte Califen Abubeker, Omar en Osman vervloeken , en die in hun Gebed hebben bygevoegd: God is God, Mahomet zyn Propheet, en Ali zyn Vicaris; terwyl de Turken daar en tegen van de Secte derSnnnis of Suniten zyn, en Osman volgen; zy zyn echter zeer met's Lands bygelovigheden befmet, als de falamas, of groetingen aan de Maan ; hun groot Feest de Beiram, valt in na de Vasten en op Nieuwejaar. Het voornaame Feest der navolgers van Ali , is het Heidoos Feest, ( 7 ) De Al • koran, hun Wetboek is in alle Europee, fcl.e ta;ilen overgezet, en hunne Zeden en Wetten, daar tm voorspruitende, zyn befenreven in de Legijlatitfi Oriëntale, par Jnt'gail du Perron, i Deel in 4to. Parys Oe Pa'tmesters der Mahumedanen worden gemaakt van de Zaadpitten van het Indiaansen Riet, diai> om Daun Tasfibe in 'tMaleids, doch by Linnens Canra genaamt, fp. pl pag. i. Den 30 December 1780 begint hun nps'te Maanjaar na rie Hegira. £ie Batavia'? Gcnootfihip, j De<;l pag, 425,  VAN HlNPOSTAN. 295 Peest , waar in de Rouwklagt gefchied over het fneuvelen van Hasian en Hufien j Kleinzoonen van Mahomet. §. 12. De Seiks zyn Discipelen van Seflu. een Thibeths Wysgeer , die de Wetten  TAN HlNDOSTAN. $97 De eerfte bekende Hooge - Priester Pra- frimo CIO)> leefde ^aar v00r Christus ; zyn Titel is Dalai - Lama ( 11 ) ; de tegenwoordige is minderjaarig, en zyn Ryk van Thibet word door den Tayshoo-Lama in de minderjarigheid geregeerd; het zelve is egter Cynsbaar aan China, werdende te- Lahasfa, een der voornaame Plaatzen, 2 Mandaryns met 2o©o Chineezen onderhouden. De Dalai-Lama houd zyn verblyf te Pateli, 7 mylen van daar geleegen, aan de Rivier Barampoeter , die zuid. waards by Decca zig met de Ganges vereenigd. Van Lahasfa kan in drie weeken een Expresfe te Peking zyn , doen de karavanen brengen 'er twee Jaaren mede door; ook nègotieeren zy fterk met Siberien te Salins-Koi. Hunne rykste Producten zyn *• De tus, dus nu 2323 Jaaren, zie Batavia's Genootfchap. 1 Deel pag. 420. . • r> 1 ( w) Zie Pauw Recherches fur les Amencams, 2 ueei. ( J I ") Efprit des Journaux , Relation du Tibet , par Mr Boyle, Mai 17*80. pag. 213. ook in 't Hollandfcii ©verge/.et. ' Dit Ryk word Thibet en Tangut in de Landstaal genaamt, Tjauii, in 't Chinees, Bontan en Lasla in het Hindoftanfche Ryk. t 5  208 Korte Schets ï. De ftaart van een zeker Koebeest dat zeer hoog in waarde is by de jentiven' en in een zilver Handvat gezet word. ' a. De Scbaul, een foort van Schaapen, van welkers Wol de Schalas go maakt worden, en zeer duur is. 3. Muscus en 4- Goud. iii. Tegenwoordige Bezitters van Hmdójlati. ïaU"»A I5> De Pataners of Afgangers, de ners. Mahumeüaanfche Religie toegedaan, zyn in de tiende Eeuw uit Perficn in India gekomen, en hebben langs den fndus hec Ryk van Gesna of Gasna opgericht. In den Jaare 1767 hebben zy zig in het Mogolfche Ryk regt gevestigd onder hun Vorst Achmet Abdalla, wiens Zoon Timour Scha, de beide kanten van den Indus bezit, zynde de Provintien van Gasna. Kabul. Mul tan, en Candahar, in welkers Hoofdftad hy reü*  van H 1 n d o s t a n. rendeert; zyne Inkomsten worden op drie Croor Ropyen gereekent, en in zyn oorlog tegen Perfien, heeft hy ioqqoo Ruyters in dienst gehad. §. 16. De Seyks is eer eene Godsdiens- Seykstige' Seéte als een Natie ; zoo als wy reeds gezegt hebben. Haare Landen grenzen ten Oosten aan de Pataners; zy bezitten de Provintien van Penjab of vyf Rivieren. Sorec. Jesfelmeer. Sindy, en Bukor , langs- de Rivier Indus tot Tatta toe. Haar Hoofd is Jesfarah Singh, die wel 250 lak inkomen heeft, en óo'ooo Man op de been kan brengen. §. 17. De Provintie van Cachemire, Cachcbenóorden de vorige gelegen, heeft haarmlreeigen Vorst. Uit deze Provintie meend men , dat voor dezen de Vafa Murrhinum kwamen, die te Romen gebragt wierden, by de overwinning van Mithridates. In  3©0 K O K T T S C H E T S In de tyden van Augustus wierd een derzelve verkogt voor 300 Talenten, dat is meer dan drie Tonnen Gouds; dezelve worden befchreven , van een foort van Agaat te zyn geweest, met verheevene figuuren; men vind dezelve in geene Cabinetten meer, zoo dat men zeer in twyffel is, wat het eigentlyk was (12 ). J>T' l8* FeruSabad> een groote Stad, 3 a ' hoord met de Provintie, daar dezelve in ligt, aan Achmet Chan , Bongisch Pataner; hy bezit wel 50 Lak Ropyen aan Inkomsten , waar voor hy 20000 Ruyters in dienst heeft, en door haare ligging in ongenaakbaare Gebergtens, is het tot heden ongemolefteerd gelaacen. jayts. $. 19. Agra met het omliggende Land, behoord de Jayts; de Vorst Gohar, Singh, heeft wel een Croor Ropyen Inkomen , doch dewyl hy altoos in oorlog is met de Maratten , is hy genoodzaakt , (12) De Bengaalfche Direfteur Bacheracht heeft 'er een bezeeten, die thans in handen van een Inlander te Batavia is, die het zelve Dompo. Awang noemde; dit is een foort van Porphyr, en koste hem 300© guldens; zie over deez Vaja Murrhinum, Pauw Recherches fur les Egit>iie~ns, 1 Deel pag. 312. du Cange op het woord; Madm, en de Diüionaire EncycloPediaue op het woord; Vajes Mitrryns,  TAN H I N n O S T A N. 30I zaakt, altoos so'ooo Ruyters in 't Veld te houden.^! m §. 20. Dheli ligt in eene Provintie, "Dheli. Doab of de twee Rivieren genaamt.; wierd in den Jaare 1774 bezeten door de Rohillas, van het Geïlacht der Pataners, doch deze wierden in dat Jaar ten onderen gebragt door den Nabab van Out met de hulp der Engelfchen; zedert word Dheli bezeeten door den Grooten Mogol JShah Allutn. Deze ongelukkige Vorst is een fchoon Man, van een zeer melancolique Phifionoraie, die by na niet heeft om te leven, hoewel de Engelfchen hem 26 Lak Ropyen 's Jaars moeten geven, zedert 1765', waar van,nog niets voldaan word; hy is in 1780 56 Jaaren oud. §. 21. Out. en Laknour, zyn twee Out. Provintien, die de Nabab Sujah Dovvla bezeeten heeft, en thans door zyn Zoon Asfaiat Dowla bezeeten worden; hy heeft wel twee Croor Ropyen aan Inkomsten, en heeft eene goede Kxygsmagt; door zy« ne vriendfehap met de Engelfchen, heeft hy zig meeiter. gemaakt van de Landen, die  go2 Korte Schets Hie.de Rohillas bezaten, e» is thans een der magtigste Vorsten van India. - Benares , de beroemde Academie der Jentiven, ligt in de Provintie, en floreerd nog door de geleerdheid van veele Braminen, maar door hunne geheimhouding en de moeijelykheid hunner heilige Taal , heeft men weinig hoop, ooit haare Boeken regc overgezet te krygen. De Engelfchen hebben een Campement te Ghode , daar men uit een Brief van den i Maart 1780 ziet, dat ook Leen*, wen gevonden worden. ^fjov'.'I 9J fiiü iiscfri'jyin lin yd 01'j ( V.fr'on Engel-- §. 22. Zedert den Jaare 1756 zyn dé fche Be-Engelfchen m Bengalen en -Bellaar volgend' maakt meefter, en de Nederlanders, Franfchen en Deenen, hebben alleeftlyk Logien, daar zy eenen zeer bepaalden Handel voeren; dewyl egter die Landen hun eigen Nabab hebben, en de Engelfchen op naam van dezelve regeeren; zullen wy die ook zoo verhandelen, doch alvorens een denkbeeld van hunne tegenwoordige magt in India geven. Calcutta in Bengalen is hunne Hoofdplaats ,  VAN HïNDOSTAN. 30£ plaats, daar hun Gouverneur Generaal, thans Warren Hastings, en eenige Raaden refldeeren, nevens een Opper-Gerechtshof. Madras op de Kust van Cormandel; Bombay, opMallebaar, en Bencolen op Sumatra, zyn gesubordineerde Gouvernementen. Zy hebben zig van het gebeele Oostergedeelte van Hindoftan meefter gemaakt, en zyn in verbond met den Dalai-Lama, te Lasfa, en met de Koning van Asfam. §. 23. Bengalen is in 1595 door dei* EengaKcyzer Akbar onder het Mogolfche Ryfckn. gebragt, en den 2^ Juny 1757 m handen der Engelfchen gekomen, die het zelve bezitten als een Dewanie, en volgens Contract aan den Mogol moeren betaalen 26 Lak Ropyen, en aan den Nabab 50 dito 's Jaars. Deze was Seradja Dowla, die in 1758 opgevolgd wierd door Mier Jaffier AliChan, die in 1761 afgezet wierd, en.Casfim Ali - Chan in zyn plaats aangefteld; deze met de Engelfchen in onmin geraakt zynde, Helden zy den vorigen Mier Jaffier Ali-Chan weder aan;in 1765 volgde hera Mier  $04 Korte Schets Mier Floor op; In 1770 is desfelvs jongfte Broeder tot Nabab aangefteld, onder den naam van Mabaretut Uowla ; doch Mahomet Reza-Chan regeerd onder den naam van kleine Nabab. De Nabab , Nazim of Souba, heeftzedert 1718 zyne Refidentie te Mozudabad' gehouden ; hy heeft tot heden toe het bevel over alle Land - Regenten, Zemindaars, Fausdaars en anderen, doch de geheele Mage en de inkomsten , zyn ilfl handen der Engelfchen, en op Calcutta kan men zeggen, dat de Derbarh of het Gouvernement, de Dewan of Threforie, en de Takfiet of Munt is. Zy' verdeelen Bengalen in 14 Provintien of Pergunnas , waar van de voornaamfte door Super-Viziers geregeerd worden. . ~- . - i>2 1. Calcutta, welke langs de Ooster Oever der Gangcs tot aan Zee itrekt en daar het Hoofdfort der Engelfchen is. Hier refideert di Gouverneur Generaal en vier Haacen, en het hooge Plof van Juilitie. Men field de Inkomsten van Bengalen op vyftien Millioen Ropyen. m  Yan HindostaN. 3o3 Het nieuwe Fort Wüliam is zeef éroot en fterk. Da Deenfche Löge tö liranipoer, Fredrik-Nagor geiiaamt, lg 6 mylen boven Calcutta. De FranfchQ Loge Chander-Nagor, een myl verder. In het Dorp Hougly, langs den Wester Oever der Ganges, een myl boven ChanderNagor, 36 mylen Van Zee, ligt Chinlura, dat binnen de Hekken gedeeltelyk aart de Hollanders toekomt, liggende daar 111 het Fortje Guftavus; ook. bezit de Nederlandfche Comosgnie de Markt te Mirfapoer, en het Dorp Bernagoor, volgen* Pen Firman van den 18 July 17 doch hunne Schepen liggen by Wolta, aan den westermond der Ganges , die by bcllafoor in Zee valt. 4. Chettingam, ligt, aan den oostermond der Ganges, en geeft, onder ande* ren, veel Zout. 3. Casfimbazaar is een Eiland; dö Nabab refideert te Noxudabad, gelegen 00 24 graaden noordef breedte; het Engelfche Campemerit is te Bazimpoer , i mylen Van daar, en de Hollandfche Loge te Calcapoer. Dit Diftrict is v.rmaard door de Zyde. . IV, Deel. V 4* tefc  306" Kohie Schetj 4- Lokkypoer. 5- Berduaan. 6. Daadpoer. 7- Bierboon. 8. Silet. 9- Poerania. 10. Molda. ir. Rajamahol. J2. Middapoer. 13. Bisbohen. J4« Rangipoer. Deze Provintien geven de beste. Lywaaten, en zyn, door hunne Inkomsten, een Paeri aan de Engelfche Kroon. £>cki;a. S- 24. Dekka is eene Provintie beoosten Bengalen, mede aan de Ganges gelegen. De Nabab Ifarad Chan, die door de En-  VAN HlNDOSTAN. 307 Engelfchen is aangefteld, heeft een groot Inkomen. Dckka geeft veel Zout, en de Handel met het Koningryk Asfain is een Goudmyn. §. 25. Behaar, waar van de Hoofdilad Behaar. Patna is, heefc een eigen Nabab, die door de Engelfchen benoemd wordt, welke een Campement hebben op Banfipoer, twee mylen van Patna. De Nederlanders hebben een Loge in de Stad, en eene andere teSjopra, twee mylen buiten Patna. De Amphioen en Salpeter is de rykdom yan deze Provintie , zoo wel als de Borax., een gegraven Zout, dat nog niet regt bekend is. §. 26". Zedert 1774 bezitten de Enge!- K jje Marava is een Land, dat onder zyne eige Vorsten altoos gedaan heeft , die met de Nederlandfche Compagnie in een naauw verbond ftonden, dewyl het zelve door een Zandbank, daar niet dan een opening voor kleine Vaartuigen is, en Adamsbrug genaamt, van Ceilon gefcheiden is (13J). Voor dezen was de naam der Vorsten de Catta Theuver, Oedea Theuver, en veele mindere, als de CatiePonaik, Ette Ponaik, en meer andere. Dit Cr.O Het Eiland Ceüon, de Nederlandfche Com. jpSgnie langs de geheele Kïiit toebehoorends, zedert het Tradiaa» met den Key?er vanCandia. of Catta Sin Radja oinga ("geboren 17-26) 1766, is niet veel van te zeggen, *? «te Befchiyving die lèr Knox van gegeven heeft; onder de Inwoonde» zyn de Land? Volkeren de Singaleezen, van Siam afkomstig. De Weddas of £os« Volkeren zyn aeker de eetfte Bewooners, en de Chiaüasfen of 'Carkèl fchiffiérs, zyn afkomstig van Cormandel by Chal'.mbrou, uil «en Dorp genaamt Cbiala,  V A N HlNDOSïAN. 311 Dit Land is al mede door den Souba Mahomet Deli - Chan, door behulp der Engelfchen overheerd, in 1773. De Hoofdftad is Raraadawaram,en binnen's Lands, by Adamsburg, is een Eiland Ramanakooy, daar een zeer vermaarde Jentieffche Tempel is. Op de Kust ligt de Hollandfche Refidentie Kilkare. §. 33. Mahomet Deli-Chan, is ookMadur*. meefter van Madura , onder den Titel van Naik of Vorst, waar by 7a Paleagaars of Vryheeren zyn ; een Ryk, dat zeer groot is, en veele Lywaaten geeft: de voornaame binnenlandfche Steden zyn Madura, Trichenipaly en Tirnevelho. Aan de Kust ligt Tutecoryn , Manrpaar en Ponnecail, of de Alwatier Negery , van de Hollanders. §. 34.. Benoorden Caap Comoryn, ligt Tr»{ het Land win den Trevancoor, een Jen-vanc0D1 tiefs Vorst, in Contraér, met de Nederlanders en Engelfchen, wiens Land veel Peper geeft. De naam van den Vorst is Ananjou Peroumal, en deTroonsopvolger is altyd de Zoon van 's Konings Zuster, V 4 om  3i2 Korte S c h e t s om zeker te zyn , dat het de echte Tak blyve;. De Hollanders hebben 'er twee Refidentien, op Caap Comoryn en Coylang. Malie- §. 35. Het eigentlyke Mallebaar befes*- hoorde voor dezen den Samoryn; thans ïs 'er een gedeelte van bezeeten door de Nederlandfche Compagnie,' een gedeelte door den Koning van Cochim, en het gedeelte'van den Samoryn, is thans in handen van den magtigen Haider Ali-Chan, aan wien de Stad Caüeiw toebehoord. De Hoofdplaats der Oostindifche Compagnie is Cochim, ten zuiden tot Porca, ren noorden tot Cranganoor, daar zy Re-^ der.tien heeft. De Koning van Cochim is niet zeer magtig; deszeivs Veldheer, dat een erffeiyke Bediening is, word den Paljctter genaamt. Dit Land word bewoond, door Heidenfehe Mallebaaren; ïl. Thomas C hrifrenen , die 'er in de yds Eeuw gekomen zyn, en de gevoelens van Neftorius volgen J Rooms - Catholyken, welkers voornaam  VAN HlNDOSTAN. 313. riaame Bisfchop den Titel voerd van Bisfchop van Germaniën, en te Waropoly refideerd, daar veele Kerken en Schooien zyn; ook van Toepasfen of vry gegevene Slaaven : Jooden zyn hier ook veel, Blanken en Zwarten, welkers Hiitorie befchreven is, in de verhandelingen van het Zeeuwsen Genootfchap, 6^ Deel. §. 36. Bchalven een gedeelte van Mal- Mailebaar, bezit de magtige Mahometaan-:£aunr« fche Vorst Haider Ali-Chan, het Ryk yan Maifour en Canara. Zyn Vader was Gouverneur van eene Provintie in het Maifourfche , en Haider Ali - Chan tot eerfte Mimfter van dat Ryk verheven zynde, maakte zig mcefter van het gezag , en regcerd nog op naam van den minderjaarigen Vorst. Plet Ryk is Heidensch, doch HaiderAli - Chan Mahometaansch. Scringapatnam is daar van de Hoofd-, ftad; dit Ryk, binnen in 't Land gele-: gen , heeft deze Vorst in het Canarafche voornamentlyk de Zeehavens gezogt, als Mangeloor, Basfeloor en Onor; de Hoofdftad van Canara is Bidroer. V 5 ïlai-  3 H Korïe Schets Haider Ali-Chan , is den 23^11 j^0. ver 1779. met 20000 Sipais, 20000 Ruiters, 10000 Buks ligte Troupen, 45000 Pions of Soldaaten, 2500 Calang of Rovers, 900 • Europeezen en 40 Hukken Kanon , van zyn Hoofd-Stad Seringapatnam vertrokken, heeft den 25^" Augustus de Stad Arcot ingefloten, den reta September den Engelfchen Generaal Monro gcflagen , en den iften November Arcot ovcrmeefterd en vervolgens Madras belegerd. Canara was voor dezen verdeeld tusfchen den Samoryn , en het Huis van' Colaflry ; 1 de Samoryn geheel verjaagd zynde, is thans aan 't Hof van den Trcvancoor; en van het Huis van Colaflry, bezit Adi Ragfa de Stad Cananoor, die hy van de Nederlandfche Compagnie gekogtheeft, en de Lakedivife Eilanden, mits aan Haider Ali - Chan Schatting betalende. Gnza. § 37- Benoorden het Ryk van Haider SS?» AliwChan' leggen de Maratten , en beküSL'.zitten de Provintien Kunkan, Guzaratte, en  VAN 'H.INDOSTAN. 3 15 en een groot gedeelte van Dekan; het is van ouds een oorlogzugtig Volk geweest dat, door den Keyzer Aurengfecb verdreeven, zig benoorden het Dekanfe neerzetteden. Hunnen Vorst heeft den Titel van Rana Raja, of Sja Raja; het zyn Jcntiven , en zyn altoos met een Armée te Velde, :om de Chout of het vierde der Inkomsten te eisfchen. De tegenwoordige Vorst is Rageuat Row. Amadabat is altoos als de Hoofdftad aangezien, en is zoo wel als al het Land onder de Maratten, Souratte alleen uitgezondert.' De Vorst refidéert te Puna , op 18 Gr. noorder breedte , agt dagen reizens van Bombai en Sittarah, wat noordelyker gelegen, is ook een zeer groote Stad» Haar voornaamfte Roofnest Gheria, wierd in 1757 door de Engelfchen verwoest; thans houd hunne Vloot zig in de Haven van Bazyn en Gheria. Zedert den 12*0 Maart 1778 ^bezitten de Engelfchen de Stad Souratte, onder den Titel van Admiraal van Met Mogolfche Ryk Deze  3i6 Korte Schets van Hindostan. Deze Stad ligt op de noorder breedte van 20 Gr., 10 minuten , en lengte van Teneriff 88 Gr., 52 minuten, aan deRi, vier de Tasfy^ de Stad is bemuurd, het Kafteei is een vierhoek, door de Engels fchen fterk bezet. De Derbarh daar de Nabab refidéert, ligt'er omtrent.200 pas* fen van af. .rro-rbisb 03 nöJttncülal In de Stad hebben de Engelfchen, Hollanders, Franfcheh en Portugeezen, hunne Logien. ' '•" WW ;-: no rr:_ büji Bombai, een der Hoofd - Comptoiren der Engelfchen in India, ligt in 't Land der Maratten, daar deze Natie meest altyd mede in oorlog is. Goa, de Hoofd Plaats der Portugeezen in India , en Mahe, voor dézen eene Franfche Refidentie, liggen mede m deze Landftreek. 1 KOR-  I I K KORTE SCHETS VAN DEN TEGENWOORDI. GEN STAAT VAN HET half-eiland; BEOOSTEN DE GANGES. ©OOR. MR. J. C. M. R. §. i. fn de Befchryving van Hindoftan Oog* -1 en het half Eiland bewesten deme*k* Ganges, zeide ik, dat het ten Noorden dooi-" een fchakel Bergen van Thibets Tartaryen was afgefcheiden ; deze fchakel loopt oostwaards tot China toe. Myn oogmerk is hier een korte fchets fré geven, van de Landen die bezuiden dien fchakel Bergen gelegen zyn , tus«" ftheri de Rivier de Ganges en China. $. z.  318 Korte Schets' Ver. §. 2, Eerst vind men deling. het Ryk - ^ Agfam> dan Kashar. Napael. Arrakan. Ava. Pegu. I Siam. Malacca. Johor. . .' Pahan. Tranjano. Patany. Cambodia. Pontiamas. Laos. Chianipa. Cochim China. Tonkin. Asfam. §. 3. Het Koningryk Asfam ligt beoosten dc Ganges, bezuiden Thibets Tartaryen , en word door de Rivier de Barcmpoeler bdproeid (ijfj zedert eenige Jaaren is liet door den groeten Handel, die 'er de Engelfchen doen , eenigzins meer bekend; voor hun Zout krygen zy Goud, < 1) Hjji. phM. 1 Deel, pag. 4*1.  VAN EEN HALF-ElLAND. 319 Goud , Zilver , Muscus, Agelhout en Zyde. ■ - 4. Daar bezuiden , ligt Kashar, een zeer bergachtig Land, nog weinig be- ar' kènd, als dat de voornaamfte Stad Corpoor is. §. 5. Hier aan volgen eenige onaf- Napael, hanglyke Radjas, die de Engelfchen tot nu tóe nog niet hebben kunnen overheeren, waar onder de voornaame, die is van Napael. §. 6. Het Koningryk Arrakan , voor4m1tas' dezen nog al bloeiend, is thans zonder den minften Handel; de Zeeplaats Seriam word fomtyds nog bezogt, alleen om het fchoone Hout, dat 'er valt. §. 7. Ava, ook het Ryk der Barraas, Ava= in 't Chinees ïaikien , binnen in het rfcand gelegen ; het zelve grenst aan Honan \ eene Provintie van China: de tegenwoordige Koning heet Bengiek. Na dat het Ryk door den Chineesfchen Kei'zer Kiën-üoii, na een bloedigen oorlog veroverd was , heeft dezelve aan Ava enPegu, in 1770 den Vreede gegeeven. Die  32ó Koriè Schets Dit Ryk thans met Pegu vcreenigt* geeft de beste Saphieren en Robynen, die in de Hoofdftad Ava, door de Armeniërs worden ingekogt ( 2 ). De Inwoöners hebben eene byzonde* re gewoote, om zig de Buik en Borst s * met Hippels van allerley figuuren te maaken (3). ?eSn. 5. 8. Pegu , in *t Chinees Miën en Bagon genaamt, is tot heden toe het rykfte Goud-Land van Indien, daar de mecfle Scheepen gebouwd worden; het . word door een hoog Gebergte van China afgefcheiden r daar de fchoonfte Robynèn , Smaragden , Saphieren en Topafen , ook Goud en Zilver in gevonden worden, dat thans na Ava vervoerd wordt, nu deze Landen te zamen onder eenen Vorst zyn. De beste Stad is Martaban, aan een Baey geleegen , daar het: Eiland* Mergy voor ligt. • • Den Ca) Tegenwoordige ftaat aller Volkeren, 3 D. p. u. (3) Idem. . . i D. p. 13. Hijtoire FMof. 1 D. p. 485.  van ben HaLF-EiLAN». %&t Den iftcn Ottober 1744» neeft men Van Batavia eene bezending derwaards gedaan, doch zonder vrugt, dat de eerfte en ook de laatste is geweest (4J. §. 9. Siam, in de Lands-Taal Me- skm. nangtay, in het Chinees Charlo genaamt, is verre het grootste van alle deze Ryken, en beflaat den Noordkant van het geheele Eiland beoosten de Ganges (5). Aan den Oostkant ligt de Hpofdftad Judjia of Odja , aan de Rivier de Menau, verfterkt door een Kafteei, Banjoc genaamt. Aan den Oostkant van het HalfEiiand ligt Ligoor, en aan den Westkant Tanaferim , alwaar het Land niet bree. der dan 20 mylen is. Siam geeft Goud, Ryst, Tin, Sappanhout en veele andere Waaren , en plagt zeer ryk door den Handel te zyn; doch zedert 20 Jaaren is het zelve verwoest , dan eens door de Avanen , darL eens door de Chineezen, dan weder door In- ( 4) Tegenwoordige (iaat aller Volkeres, 3 D. p. t. Cs) Valentyn, 3 O. 2 ft. p. 3- ' Tegenwoordige ftaat aller Volkeren, a D. p. 3$3» IV. Deel, X  J22 K o r t e Schets Inlandfche oorlogen. De Koning heeft thans tot eerfte Minifter, of Berkularjg, een Chinees, die het gezag voerd. Van den Jaare 1628 tot 1758, heeft de Compagnie op Siam en op Ligoor een Comptoir gehad, dat toen verlaaten is, om de onlusten ; echter heeft men in 1761 , nog eene bezending met twee Schepen derwaards gedaan, maar met zoo weinig fucces, dat men 'er geheel van heeft moeten afzien. Queda. §. IO Aan den Westkant van het HalfEiland, ten Zuiden het Ryk van Siam, vind men Queda, door de Chineezen Ketta genaamt; het zelve heeft een Maleydsch Vorst, en dryft veel Handel in Tin, ftaande met de Nederlandfche Compagnie in verbond. Ma- §. 11. De Stad en Vesting Malacca, lacca. jjgt op 2 Graaden 20 minuten Noorder breedte , en 122 Graden 20 minuten lengte. m«. §. 12. Door den Maleydfchen Koning Vo'mïn Siri Tskander sJ"ah» die » voor den Javafchen 'Koning van Madjapahit, uit zyn Ryk en Stad Singapour, naar den Westkant des afui-  van ëen HaLF»Ë1LAN0. 32§ guidelyken uithoeks, van het vaste Land van Aziën moest vlugten, is deze Stad en Koningryk in den Jaare 1253 naar onze tydrekening geftigt. Na hem hebben zeven Maïeydfche Koningen te Malacca geregeerd, en deze Stad werd van dien tyd af, mede onder de toenmaals bloeijendö in den Koophandel gerekend,_waar dóór veele Oosterfche Volken uit vreemde Gé. westen, als Mooren, Jentiven, Chinee- , . zen, Bengalers, en meer anderen, derwaards gelokt zynde déze Stad meer eri meer bevolkt hebben (6). §. 13. Onder de Regeering van Sul- Portuthan Mahmoed Sjah, de laatste Maléyd-B«z«h fche Koning, die over Malacca heerschte, raakte deze Stad in den Jaare «511, door list en geweld in de handen der Portugeezen ; en deze Koning geheel uit 'Malacca verdreeven zynde, week naar de Straat Singa-Poura, vestigde zig aldaar, en ftigte de Stad Djohor, waar van dit Ryk nog den naam heeft. ♦ De Portugeezen, die nu volkomen rneefter van Malacca waren , bouwden aan (6) Valentyn, 5Deel 6 1. Tegenwoordige ftaat aller Volkeren, a Deel, X 2  Sz4 Korte Schets aan den voet van eenen Berg, die door de Zee befpoeld word, en waar een Rivier, (in 'tMaleydschgenaamt Gemantje,) voor by itroomd, de Vesting, die nog hedendaags in'wezen is, verfïerden dezelve, als mede de Stad, met verfcheide hegte en fterke Gebouwen, altemaal van gehouwen Steen opgetrokken, en bezaten dezelve tot in het Jaar 1541 den 14** January. Neder- 14. Op dien dag hebben de Nederlanders. ianders dezelve, na langen tyd belegerd te hebben, ftormcnderhand met veel dapperheid, op de roemrugtigste wyze veroverd; en die Stad, Vesting en Landen, daar onder behoorende, federt dien tyd vreedig bezeeten, voerende de Nederlandfche Oost - Indifche Maatfchappy, aldaar thans, uit naam en van wegens den Staat der vrye vereenigde Nederlanden de Opperheerfchappy.' Eheeda. $. 15. De Rheede van Malacca is tusfchen twee Eilanden gelegen, heeft zeer goede Ankergrond, en ruimte genoeg om een aanzienlyke Vloot, die daar veilijr liggen kan, te kunnen bergen. Stad. §. 16. De Stad is ten Noorden langs het Strand gebouwd; heeft geregelde Straa-  VAN ESN HALF-ElLAND. 32^ Straaten, en voor 't meest gedeelte fteene Gebouwen; de Rivier omfluit haar van agter; de Noordzyde is met een aarde Wal, en de Poort met een gemetzeld Bolwerk verfterkt. Langs het Zuidftrand, aan de andere zyde van de Vesting, zyn verfcheide Ciappus- Thuinen aangelegt, waar in enkelde welgebouwde Huizen te vinden zyn, en welk Strand Banda de.Isle genaamt word. §. 17. Hier tusfchen in is het, dat de Kafteei Vesting, aan dtn voet rondom een Berg, tioor de Portugeezen genaamt St. Paulus, gebouwd is. De voorby loopende Rh vier fcheid de Stad ten noorden van de Vesting, en over dezelve is e^n dubbelde Valbrug, fterk genoeg gebouwd om Paarden en Rytuigen te kunnen draagen. • Naar de toenmalige wyze van verfterken, is deze Vesting door de Portugeezen van een goed foort Klipfteenen, die menYzerfteenen noemt,(om-dat ze eenig Yzer- Ertz inhouden) gebouwd. De Nederlanders hebben niet alleen geduurende hunne bezitting, dezelve in een goeden ftaat onderhouden , maar ook tamelyk X 3 ver-  $26 Korte Schets yerbeterd. Zy bevat den omtrek van 34- roeden, heeft drie Poorten, een Uitval , zes Bolwerken , een heeie en twee halve Uithoeken , welke laatste de Rivier benedenwaards beflryken, en met twee en zeventig (lukken Canon beplant zyn ook word 'er eene bezetting Europilche Krygslieclen , naar evenredigheid van de Vesting in onderhouden. Ge^ou- §. 18 De voornaamfle Gebouwen in *cn" deze Vesting zyn twee Kerken , en de IVooning van den Gouverneur. De eene Kerk ligt op den top des Bergs van St. Pauius , alwaar ten tyde der Portugeezen een Jezuiten-Klooster gedaan heejt. De andere Kerk ligt beneden aan den voet op t plein ter linker hand, als men de Vesting inkomt, en de Wooning van den Gouverneur, vlak-, over de Poort: Deze twee aanzjenlyke Gebouwen verfieren het Plein dipr/ Vesting, waar ter zyden de Pakhuizen van de Maatfchappy en het Wapen-, huis géhegt zyn, die men van gehouwen Steen opgetrokken heeft. De -Straaten iu de Vesting, a?s mede de G bouwen, hebben iaiet regelmatig aangJegd kunnen wor-  VAN EEN HaLF-EiLAND. 3^7 worden, door dien de Berg, die in midden ligt, zulks verhindert, weshalven dezelve rondom , op de best voeglykfte wyze, gebouwd zyn. Buiten de Stad, na de noordzyde ligt de Joorde Voorftad, genaamt Tranquera, die uit • een enkelde Straat beftaat, en door Mooren, Chineezen, doch voor 't meest gedeelte door Nakomelingen der Portugeezen, die na de verovering te Malacca gebleven zyn, bewoond is. Aan de overzyde der Rivier heeft men nog een Straat, die de Bongaraya genaamt word, alwaar alleen Chineezen en Portugeezen woonen, aan welkers einde een open Gebouw Haat, omtrent drie voeten hoog opgemetzcld, en vervolgens met een riete Dak, dat op boute paaien rust, gedekt, waar in de Roomsgezinde Portugeezen hunnen Godsdienst verrichten. Verders heeft men in de Stad een Maleydfcbe Moorfche Jentieffche en Chineefche Tempel. §. 20. Verfcheide Dorpen, als Kie-Dorpen, wang, Pankhallambatoe, Pringih, Sama& X 4 bok  328 Korte Schets bok Doejong, Poengoer, Forno Kandangh, Marlimoen, enz., liggen op eenige mylen afftand rondom en ter zyden van de Stad; doch zyn van zoo weinig aanbelang, dat zy de moeite, eener befchryving niet verdienen, en alleen van Maleyers bewoond worden. Huizen, § ar. De Huizen of Wooningen der Maleyers, zyn, in 'talgemeen genomen, elendige Hutten, die op eenige Paaien, veel of weinig, naar derzelver grootte, omtrent zes of zeven voeten hoog, gebouwd zyn. De vloering is van Bamboes Riet, of gefpleetene Areeks-Boomen, . die als een Roofter naast elkander gelegt, en met Rotting by een gevlogten zyn. De wanden, die de Vertrekken van een fcheiden , zyn een flegt foort matten, door de Maleyers Kajangh genaamt, waar in hun flaapplaats met Matten van een ander foort, Tikar genaamt, overdekt is. Huls- $. 22. Stoelen, Banken, Tafels, Kas. -1 * fen, of ander Huisraad, hebben de Maleyers niet; een Matje is de Stoel, Bank, Tafel en het Bed; een Hakmes, een Byl, eenige aarde Potten en Manden van 1< ot- tings  van-EEN HaLF-EiLAND^ 3«J tings of Biezen gevlochten, zyn de Gereedfchappen, waar in hun rykdom beflaat, en daar zy zig op de onverfchilligfte wyze mede behelpen. §. 23. Uit de natuur is de Maleyer hetAard«tae traagfte en vadzigfteMensch, dat'er mede*™^ in de waereld bekend is. Hem ontbreekt11615" geenzins dat natuurlyk oordeel, 't welk de Bewooners van andere Landen opwakkerd , om hunne levenswyze gemaklyk en menfchlyk te maaken, maar wel de lust tot arbeiden , om de genoegtens van het menfchlyk leeven te verkrygen. Deze uitgeftrekte en niets anders dan een wildernis zynde Landftreek, zoude honderde voortbrengzelen kunnen opleveren, als maar de Inwoonders handen aan 't werk floegen, en door naarftigheid en iever dat geene zogten te verkrygen , waar van andere Landen, onder, deze Luchtftreek liggende , overvloedig voorzien zyn. De Landeryen liggen ora zoo te fpreeken woest; want de weinige bearbeiding Verfchaft den Maleyer niets meer, dan even het noodige Voedzel. Een Europeaan, die zulks nooit'gezien heeft, kan nauwlyks gelooven, hoe fober deze Luiaards zig kunnen behelpen. Een. inaatig gedeelte Ryst, met wat Spaanfche • X $ Pe*  £39 K.ORTB ScHETf Peper en Zout gewreeven, is toereikende genoeg, om tot hun Voedzel te vertrekken, en een teug koud Water is de gewoone Drank, die deze Spyze bevoptigd. yj * iïnge' rJ' Z4' Naar raaate h«nner Wooning, ** Huisraad , enz. is ook de Kleeding op de gemaklykste wyze gefchikt.' Een Broek, die tot de helfte van de Dybeenen reikt, is met een fluk Lywaat van Cattoen , dat de Knieën overdekt, het welk door een Gordel van de een of andere floffe vast gemaakt, en voor door een groote goude of zilvere Plaat verfierd, waar in ze een Cris of Pook, hun zoo zeer geliefd Wapentuig op zyde dragen. Over deze Onderkleederen is een Wambuis. . De voornaame Lieden van deze Natie, t welk de Hoofden van de Dorpen zyn i de Grooten van het Ryk, de Broeders of Naastbcflaanden van een Koning, kan men dusdanig onder 't gemeene Volk waar van zoo even gefprooken is , niet tellen. — Llunne Huizen zyn, naar dat het den rang, ftaat en vermogen mede brengt, grooter en ruimer, fchoon van t zelfde maakzel en gedaaate. De Spy- zeq  VAN EEN HALF-ElLAND. 3JI zen zyn ook beter, menigvuldiger, en volkomen naar hunnen Imaak bereid; doch aan de Vorstelyke Tafel, waar een Malcydiche Het Land geeft Oliphants - Tanden en Goud, dat in Cambodia verhandelt word. J . Algemeene Letter-OerTeningen, Mengelwerk . l Deel pag. 48,7. . .E .3uq .« - . Bju 1 .nymsm/ QqJ  van een Hauf-Eiland^. 347 ryn het gebied voerd, Jaarlyks een CynsRecht van een Ficol Camphëf - Caneel invordert. De Rivier'Sönkai befproeid het geheele Land. Aan dezelve ligt de Hoofdstad Kacho,. of Lacho, 3 2 mylen van Zee; Iteaft ligt maar 27 mylen Van Zee» en Domeo aan Zee zelfs. Van 1637 tot 1702, hebben de Nederlanders te Itean een Comptoir gehad, en in 1754 heeft men nog "Jtens een proef van den Handel genomen, doch federt is 'er geheel van afgezien. 1B  I V. BEDENKINGEN OVER DEN TEGENWOORDIGEN STAAT VAN CHINA. A 11e de denkbeelden die wy, door de Misfionarisfen, van de Chineezen bekomen hebben, zyn veel al vergroot; de Heer Pauw heeft in zyne wysgeerige Bedenkingen over dezelve , in den Jaare 1773 te Berlyn uitgekomen , ons eerst een regt denkbeeld van dezelve gegeven, het geen wel eenige tegenfpraak door de o Misfionarisfen, in hunne uitgegeeven Memoires fur ks Chinois in 4*° , het tweede deel, heeft veroorzaakt, doch het gezegde van de Heer Pauw in de voornaame Hukken niet om verre geworpen. Eenige Haaltjes zal ik daar maar van aannaaien, ea gaa daa over, om die Natie te be- fchou-  Bedenkingen over China." 349 fchouwen , zoo als dezelve op Batavia gezeten zyn CO* Inde ifteAfdeeling,over den oorfprong der Chineezen, beweerd de Heer Pauw, dat dezelve van de Mongaalfche Tartaren afdammen, en brengt tot bewys by, dat de Barometer in de hooge Landen van Mongalien zoo laag zakt, als op de hoogfte Berg der Alpen, en dat van die hoogtens de Tartaren zig over al verfpreid hebben; dat meest alle uitvindingen aan de Tartaren te danken zyn, als zynde na den tyd van dé overwinning van CoblaiChan in 1267 gefchied. Vergelykt men hier mede de Brieven van den Heer Bailly, over de Sterrekunde der Ouden, aan den Heer Voltaire gefchreven, dan vind men daar veele redenen, om ( a ) Zie du Holde Hiftoire de la Chine, 4 vol., 4*°. Pauw Recherches fur les Egyptiens £ƒ les Chinois, iv»l., 8V». Moge de Moukdinpar l'Empereur Kien-lion, 8v0. Le Chouking porde Guines, 4t0. 1770. jirt Militaire des Chinois far de Guines, 4W. 1772. MemoiresJvrles Chinois par les Misfionaires, 4t0- 6vól.i7l9. Mémoires de Guines en Reponfes inferés dav.sle Journal des Spavais, Septbr. 1779. prineipatement fur les fondement dej'Hijioire, o'ii'ïi met i'Etablisfement entre&è? £ƒ n 22. mant Jejus- Chrijl.  $$ö B $ 1> E N K 1 N C E N pm te gelooven, dat omtrent drie duizend Jaaren voor Christus geboorte, omtrent de 50 Graaden Noorder breedte, een Volk moet geleefd hebben, waar van de Perlianen , Indianen en Chineezen afdammen ; voor eerst, dat alle oude Sterrekundige waarneemingen dezer drie Natien, alle op die breedte genomen zyn, en dat omtrent dien tyd drie Vreemdelingen die Landen regeerden , namentlyk: Demfchied in Perfien, Brama in Indien, en Fohi in China. In de 2de Afdeeling, over de Vrouwen en Kinderen fpreekende, zegthy, dat de eerfte den Throon nooit; kunnen beklimmen, en in den allerflaafachtigften ftaat gehouden worden, in zoo verre, dat men haar belet te gaan, door de mismaakte kleinheid haarer Voeten. De Vader heeft over de Kinderen recht van leven en dood, en de Kindermoord Ss 'er zeer gemeen, en door de Wet gcöorlooft ; de Vroedvrouwen verflikken dezelve by de geboorte, ofwerpenzein de Rivier, of op Straat, daar ze 's morgens met Wagens opgenomen en buiten gebragt worden. Dé Jezuiten verzekeren,  © V, ?. R C Hl N 351 ren, dat 'er in drie Jaaren'te Peking 9702 op die wyze zyn omgebragt. i Het getal der Gelubdcn, is thans zoo groot niet meer , als voor deezen , en worden alleen tot bewaaring der Vrouwen gebruikt. De Bevolking is altyd zeer vergroot, de Opgeevers verfchillen onder elkander tot honderd millioen. "De Zee- Kusten en de Boorden der Rivieren zyn bevolkt, doch de Binnenlanden zyn woest , en op veele Plaatzen door een foort van Wilden bewoond, die zy Mauleo noemen. Indien het Land regulier bevolkt was; indien 'er zoo veele Rovers, Munniken, Gefneedenen, Bedelaars en Slaaven niet waren, zoude de ongemeene vrugtbaarheid der Vrouwen in d.j Zuider deelen, de Menfchen meenigvuldig maaken. Want 1453 Steden, en 8.2 millioe- nen Menfchen (indien dit niet vergroot is, want de Tartaren vonden by de verovering maar i'i52*872 Huisgezinnen, of omtrent 58 milioenen Menjc'ben) is gee-  352 Bedenkingen geene bevolking, in vergelyking van de grootte van 't Ryk, dat ten minsten zesmaal zoo groot is als Duitschland , dat de Heer Susmiieh op 24 millioenen reekent, In de 3de Afdeeling, over de wyze van Voeding en Landbouw, vind men, dat de Chineezen weinig Beesten tot al het werk gebruiken, dat door Menfchen gedaan kan worden, en dat zy zig van geen Werktuigen bedienen, om den zwaaren arbeid te verligten , en merkt daar op aan, dat in een vry en wel geregeld Land, alle Werktuigen goed zyn, doch in de Slaaverny niet, om dat men een uitkomst voor de groote armoede moet laaten. . In het tweede Deel handeld de Heer Pauw van den Godsdienst en Kunsten der Chineezen , en van hunne Regeeringsvorm. Volgens hunne Boeken, die de Jeugd geleerd worden, Tjap Jia , en hun Hjftorisch Boek Liktay Te Ong Touw, is het 4553 Jaaren geleden, cfet de eerfte Koning over China regeerde. In den Jaare 1280 na Christus, maakte»  over. C h i n a. 353 ten de Mongaalfche Tartaren zig meefter yan dit Ryk, onder hunnen Keizer Cobi ay , Zoon van Octay, en Kleinzoon van Gengis. De Tartaren worden in het Chineesch Bogday, en hunne Keizers Bogdoi-Chan genaamt. Onder deze Regeering wierd de Zeevaart en overwinning der Chineezen zeer uitgebreid,en hunne Vlooten tastten Japan en Siam aan ; misfchien ook wel Sumatra en Java. In 1369 wierden de Tartaren uit het Ryk gejaagt; doch in 1645 vielen de Mantchioufche Tartaren weder in China, onder den Keizer Taifou, die gevolgt wierd door zyn Zoon Soen-Ti, Doe-Camhi, vervolgens jout - Cheng, en eindelyk Kien liong, die A°. 1780, 65 Jaaren oud was, en 45 Jaaren geregeerd heeft: onder zyne .Regeering heeft hy veele overwinningen in het Tibetiche gedaan, en die ook zelfs in den Lof van Moukdon, Helden - Dicht, befchreeven. De Heer Pauw fchildert de Regeeringsvorm als zeer despoticq , wordenIV. Deel. Z de  354 Bedenkingen de de grootsten zoo wel als de gerings* ten door de zweep en den Hok in ordre gehouden. De Hoofden der miufte Dorpen, hebben het recht der Pantzee of tot fiaan; en de Gouverneurs hebben recht van ïeeven en dood. Hunne Wetten, die de Nabeftaanden tot in het agtfte Geflacht ftraffen , zyn aigryslyk. In wélbevolkte Landen ligt men een Guarnifoen in de Steden , om dezelve voor den vyand te bewaren, doch in China alleen, om 1er de Dieven uit te houden. De Tartaren waren Slaaven van hunne Chans voor de overwinning, en zyn het gebleeveii. Men vind onder de Chineezen geboore Slaaven, en andere die door hunne Ouders verkogt zyn; fa men fpeelt'er zoo met de vryheid , dat een Mensch zig zelfs kan verkoopen. De Mahumedanen en Tartaren kweeken  over. China. 355 ken veele Kinderen op, die door de Chineezen te vondeling zyn gelegd, en maaken 'er Slaaven van. De Tnwoonders der Steden ondergaan veele Contiscatien , en die der Landen, worden aan altoosduurende werken gebruikt. De Rechters hebben ieder twee Raaden, en vergenoegen zig niet alleen, de uitfpraak naar hunnen zin te doen, maar laaten de Verliezer nog wel eens een dragc flaagen geeven. Zie daar dat wys en gelukkig Volk, door Voltaire zoo geroemd, 't geen door veele is gevolgd, voornamentlyk door Mr. Poivrs,gcweezen Intendant op Maurice, in zyn Voyage Philojbphiqne , in hec Journal des Savans february 1774- Pag« 393, door eenen Bar and. De tyd van de komst der Chineezen op het Eiland Java, is zeer onzeker; echter meent men , dat in de dertiende Eeuw, onder de Regeering van Coblay - Chan, de Chineezen reeds op Java gevaaren hebben. Zedert de komst der "Nederlanders hier, zyn zy altoos cm hunne werkzaamZ * heid  356 Bedenkingen heid in den Landbouw en Handel gebruikt. Ik wil wel gelooven , dat de oude Godsdienst derzelve belfond in Offerhanden , die de Keyzers deeden op hooge Bergen ; doch de gemeene Godsdienst der Chineezen, zoo als dezelve alhier gepleegd word, is deze: De Chineezen aanbidden de Godheid, die Hemel en Aarde gefchapen heeft, onder de naam van Tien-Ti, waar van geen af beeldzels gemaakt worden, en aan welke enkel de Eerftelingen van hetKoorn geofferd worden: het Feest is de 9de dag van de eerfte maand. Samkai, verbeeld wordende als drie Broeders, word den i5de van de ee fte 7de en iode maand gevierd. Alle mindere Goden hebben ieder hunne Tempels, (Beo genaamt) en hunne Priellers, (Saykou); doch zy hebben geene magt, dan die zy van den Schepper van Hemel en Aarde ontleenen. Coutchou op Goenong Sarèe den 8ft« dag der 4de maand. To-  over China. 3S7 - Topekon , heeft het beltuur over de Aarde ; zyn voornaame Tempel is op Ansjol, den I5de dag der 8fte maand. Quanti, de algemeene Huis-God, de i3de dag van de ilte en 5de maand. Matjope, heeft het beltuur der Zee, deszelfs Tempel is op Pagerman, [den 22ftü dag der 3de maand. ^ _ iri ,» yuanam, op luimuig. Quanloa. Santea, beftuurder der Lucht, op Grogoe den 3de dag van de 3de maand. Tofea op Blandong. De Chineezen vieren de volgende Feeften: 1. Alle nieuwe en volle Maanen, werden by een ieder Kaarsfen op de To - Tafel voor Joofie gebrand; men mag ook op zulke dagen niemand om Geld lastig vallen. 2. Den I5de van de eerde maand, is Z 3 *et  358 Bedenkingen hen Feest van Tjapgou - Me. De Koning Jo-e Tjong heeft dat ingerigt , toen hy een Bergwerk van 240 voeten hoog heeft laaten maaken, en die met 50000 Lantaarns liet illumineeren, ter eere van een Heilige Thai • id-Siang- Guan genaamt; daarom worden tot nu toe op dien avond vreugde bedryven gepleegd. 3- pen ïfte van de derde maand begint het Zielmisfen - Feest, Tjengbeeng genaamt, en duurt een maand lang. Dit is door den Koning Tjin - boen - Kong, om de volgende reden ingerigt: Nog maar Prins zynde, moest hy vlugten voor zyne vyanden ; alle die met hem gevlugt waren, wierden door hem , toen hy naderhand Koning geworden was, met Eer-Ampten begiftigd, behalven een Man , Kay Tjoe-Tjoei, dien hy vergeeten had; maar dit op 7t laatst hem te binnen fchietende, liet hy na dien Man zoeken, die fchaamte en fpytshalven zig rcedj van hem had afgezonderd, en ais een Kluizenaar op den Berg Bi-eng-Sang was gaan woonen: De Koning hier van ouderrigc zynde, liet verfcheide keeren na hem omzien, doch niemand heeft hem kunnen vinden dewyl hy zig altoos wonder wel in de Kreupel-Bosichen wist te ver- ber-  over. China. 359 •bergen. Eindelyk liet de Koning alle Struik- en Kreupel - Bosfchen in brand fteeken, denkende, dat hy dan genoodzaakt zoude wezen, den Berg te verlaaten; doch zulks gedaan zynde, wierd na* derhand zyn verbrand Lighaam gevonden; het welk den Koning zeer fpeet, en zyne daad deed berouwen; en uit erkentt* nisfe van zyne voorige trouwe diensten, liet de Koning het Lyk pragtig ter aarde beltellen, en by het Graf een Huis bouwen ter gedagtenis van Kai-Tjoe-Tjoei; vervolgens liet hy een Mandaat uitgaan, op dien dag niet te mogen kooken, noch veel minder vuur in huis te houder. Maar by de Regeering van den Koning Guan-Goei, is dit Feest Tjeng-Beeng, op den 3d6n dag van de voornoemde maand vast bepaald. 4. Op den 5den dag vandevyfde maand is het Feest Tjong-Tiang-Tje, of anders Pelompia;men offert op dien dag aan de Aarde. Deze Feestdag heeft zynen oorfprong van een Koning van het «Ryk Sjouw, die een vroome Ryksbeftierder had : Deze Koning leefde niet.naarbehooren met zyn Onderdaanen, dat den Rvksbeftierder zeer Z 4 le-ed  3(50 Bedenkingen leed deed, weshalven hy den Koning verzegt wét moderner te leven , en wat meer medelyden met zyn Onderdaanen te willen hebben ; want dewyl hy van de Onderdaanen zeer geéert en bei mind, ook van het Ryk voor het waar-neemen van zyn Ampt wel beloond wierd, was hy befchaaind, zoo de Koning in zyne kwaade levenswyze voortvoer, voorde Onderdaanen te veriehynen; doch de Koning kreunde zig weinig aan zvn gezegdens, dat dien Staatsman op het laatst zoo zeer verdroot, dat hy refolveerde, liever zig zelfs te kort te willen doen , dan den ondergang van het Ryk te zien; gelyk hy ook op den dag bevorens gemeld, na een groote Rivier Goet Lokang genaamt, heenen voer, en aldaar zig zelve verdronk. De Onderdaanen zulks vernomen hebbende, zyn hem alle met Vaartuigen nagefchept, de eene harder als den "andere fcheppende, om zyn Lyk op te visfehen, of wel hem , zoo hy nog in 't leven mogte wezen, te redden, maar zy hebben hem niet gevonden , en betreurden dierhalven het verlies van dien rampzaligen Man, Deze  over China. 361 Deze dag is door den Koning OewatKouw-Tjien geftigt, en word Jaarlyksch nog gefrequenteerd, zoo wel met Cano's malkander voor by te fcheppen, als een foort van Quee-Tjang genaamt, in 't water te werpen, denkende, dat hy zig nog in 't water moet ophouden. De Quee-Tjang, word gemaakt ^an Katang Ryft, welke in Bamboeze bladeren bewonden en gekookt word, die een ieder met Siroop of Suiker kan eeten. 5. In de 7de maand is het Feest Tjouwko of Rampok, wanneer men doorgaans offert voor alle de Zielen, die in de Hel zyn, vermits zy op een dag van die maand van Pluto permisfie ontfangen, om uit wandelen te mogen gaan; een ieder kiest den dag die hy daar toe neemen wil, maar anders is de i5dc van de maand daar toe de bepaalde dag. 6. Den i5de van de agtfte maand is het Feestdag van Tjioe Sia; dezen dag vierd elk Ambagtsman zyn Joofi. Is het een Schoenmaker, aan die Joofi, die hem Schoenen heeft leeren maaken; eeni Smit, dien die hem het fmeeden heeft Z 5 ge*  j 62 Bedenkingen geleerd , en zoo voorts een ieder zyn heilige Patroon. Op den 9den dag der negende maand is het Feest des wandeldags, die zy ter gedagtenis houden van een vroom Man Buanking genaamt, die door een Engel Pitiang Pong gewaarfchouwd wierd, op dien dag niet t'huis te blyven , vermits 'er een groot ongeluk in zyn ftraat zou gebeuren, hem dierhalven raadende, een Strohalm van het Gras Tjoe-Ji, agter een zyner Ooren te dragen % en Tjoe op matra Bloemen getrokken, te drinken, vervolgens met den Zynen vroeg na een Berg te gaan wandelen, en niet eerder t'huis te keeren, als met het vallen van den avond; gelyk hy dan ook gedaan, en des avonds weder t'huis komende, bevonden heeft, dar alle Menfchen en Vee, in zyn ftraat geftorven waren; om die reden doen zy nog eerder een uitfpatting na de een of andere Tuin, dan wel na de bovenlanden. 8. In de. elfde maand valt het oude Feest in, Tang-Tje genaamt, dat niet altoos op eenen vasten dag komt. Op dezen dag doet ieder een algemecne Dankzegging aan den Allerhoogften,, voor de Schepping der Waereld. / 9- De  oter China. 363 9. De Verjaardag van den Keizer Kiënhong, is de i3de van de agtfte maand. Op nieuwe en volle Maan, word by een ieder, en ook in alle Tempels licht opgeftoken. In ieder Tempel ftaat de Afgod Ooos]e) in een Nis boven het Autaar. Boven het zelve is een Plank, daar alle zyne Titels op gefchreven ftaan. En op het Autaar een porcelyne Kom met Chiueefche Aarde , daar ter zyner eere welriekende Zandelhoute Kaarslèn opgeftoken worden. Voor dezelve ftaat een Tafel, daar de Offerhanden en roode Kaarsfen op ftaan. En daar voor ligt een Tapyt, daar de Gebeden op gedaan worden. Wordende in alle Tempels een byzonder Autaar voor Topekon gehouden; Doch zy zyn zeer toegeeflyk in dit ftuk; want in de Tempel van Topekong op Ansjol, is onder het Autaar een vermaard  3Q~4 Bedenkingen maard Mahumedaansch Heilige begraven; op het zelve offeren de.Chineezen, en onder het zelve de Mahumedanen. By alle Feestdagen verrigten de Chineezen hunnen Dienst in de Tempels, beflaande voornamentlyk in (SombayaJ of veele kniebuigingen te- doen, en hnu goed geluk te beproeven. Deze waarzeggery, de Tafel der Yking genaamt, gaat dus te werk. Men brengt een fluk Geld voor den Pnefter, en eenige Eetwaaren tot offerhanden aan den Afgod. Vervolgens doen zy veele Kniebuigingen (fSombaya); dan neemen zy op de Autaar twee ff ukken hout, van'het formaat van een Peer, door midden gefneeden, en Poefun genaamt. Deze word op den grond geworpen, en wanneer de eene hol en de andere bol valt, is hunne Oiferhande aangenaam. > Zekere Doos Chantam genaamt, waar in 49 lange Bamboesjes liggen , roeren zy zoo lang, tot dat 'er een uit valt. Op  o vu China. 36*5 Op deze Bamboesjes , Tfamqua genaamt , liaan eenige Letters gefchreven, die zy vervolgens met de Tafel der 'Yking vergel y ken Is de voorzegging goed, dan word 'er nog eens gefombaayd, anders wagt men tot een andere keer. De Chineezen'tellen te Land met Lies, zynde 104 Lies, 15 Duitfche mylen, of 10 Lies een uur gaans. Ter Zee reekenen zy by mylen , die wat grooter zyn; hebben geen Kaarten, en alleen maar een Compas, dus moeten zy zoo na mogelyk by de Wal blyven. De Stad Peking, in 't midden van het Ryk gelegen, en de Hoofd - Stad van" den Keyzer, ligt 72 uuren van de Stad Kuntjoe, de liiéterfte Stad aan de groote Muur. En van daar tot de Stad Kamfiok in Catay, het uitterlte van het Ryk is 280 uuren. Van Peking tot de Zeehaven van Nanking, is 139 myien. Van  36*6 B edïnkin cen Van Nanking tot Limpho, 14. Van daar tot Aimuy, 35. en Van daar tot Canton, 36 mylen. Van Sapho, de Haven der vStad Limpho zyn in 1778 zeven Jonken na Japan vertrokken. Van Aimuy in 1779.. 2. na Siam, 2. na Cambodia, 4. na Johor, 3. na Bornec, 5. na Batavia, en 2. na Malacca. Van Canton vaaren thans geene JonJam , als in de Bogt tot Siam toe; afzeilende vind men eerst het Eiland hlaiiian , door de Chineezen even eens genaamt; dan Tonkin, genaamt Tankia. Cochim China, — Anam. Tjiampa, TjaWfia. Cambodia, Tankanfia. Cankan, Pontiumas. Siam, Charlo. Ara-  OVER C H*I N A.' 367 £rakan] . . . 't zelve. Pegu. .3 Manilla, genaamt Calefon. Batavia, — — Calappa. De Almanach der Chineezen fteunt op een Tafel, die uit de 10 Hemels-, en 12 Aard-Teekens by malkander is gevoegt. De 10 Hemels - Teekens zyn deze: Kha, ld, Pea, Theeng, Bouw, Khi, Khe, Si-in, Jim en Koeui. De 12 Aard - Teekens zyn deze: Tjoe, Thioeui, J-in, Bonn', Zin,Tji,Ngouw, Bie, Sien, J-oe, Soet en Hay. Dan voegen zy 't ifte Hemels- by 't iö» Aard-Teeken, en zeggen Kha-Tjoe, dat 't eerfte Jaar der Aftrologisten is; en dan weder 't 2^ Hemels-> met '« 2de AardTeeken, ld-Thioeui, dat 't ade Jaar is, en zoo vervolgens tot 't ioöe Jaar; en vermits de Aarde 2 Teekens meer heefc als den Hemel, voegen zy van voor af aan het ifte Hémels-, by het nde AardTeeken , Kha-Soet voor 't najaar; • weder het 2de Hemels- by het 12^ AardTeeken, ld-Hay, voor 'f Jaar; en vervolgens het 3de Hemels- by 't ifte Aard-  3<58 B,E D * N K I N~ C B >N Aard-Teeken, Pea-Tjoe voor het i3ds Jaar, en zoo voort tot 6ö Jaaren, wanneer het ifte Hemels- weder by het ifte Aard-Teeken by elkander komen; blykens de volgende: Tafel der Tyd-Reekeningen. J*ar jaar faar I Kha-tjoe, ofte 18C4 21 Kha Sien,ofte if^j. '41 Kha •/Zin., ofte 17P4 ftld-Thioeui. . 1805 22ld-Joe . - . 18J5 4^ Jd-Tji . ..1785 eej fie dag 3 Pea J-in . . iPo5 23 Pea-foet . . .1316 4^ Pea • ngouw . 1786 4 Theeng.bouw .1807 24 Thceng-liay . 1S37 41. Thccng bie . 17Ü7 5 Bouw-zin. . 1808 as Houw - tjoe . 1828 4=; Bouw Sien . 17! a C Khi Tji . .. 1809 26 Khi-thioeu . .18 9 46 Khi I ■ oe . . 17»? 7 Khe-ngouw ..1810 27 Kfle-Jm . . 1810 47 Khe-foet .. 1790 3 Si-in-bic , .1^11 28 Si in - bauw , 1831 48 si in - h;iy . 1791 9jim-fien . . 1812 29 Jim Zin : . J832 4'> .l>m tjoe . . 179! loKoeui J-oe . 1813 33 Koeui-tji . .1833 50 Kocui thioeu . 179,1 II Kha-Soet . . 1814 31 Kha ngouw . 1774 5< Kha j-in . . 1794 (s Id-hay . . 1815 32 ld - bie . . .17/5 52 ld hauw . . 1795 ilie dag ide maand 13 Pea-tjoe. . 181Ö 33 Pea-Sicn . . 1776 5*! Pea-Iin . .'179'i 14 Theeng thioeui. 1817 34 Theeng J ut . 1777 54 Theeng - tji . 171,7 15 Bouw J-in . . 1818 95 Bouw-foet . 1778 55 Bnuw-njouw. 171,8 16 Khi-bauw . . 181.9 jrt Khi-hay 1 . 1779 56 Khi-bie . . 1799 17 Khe-Zin . . 1820 37 Khe-tjoe . . 1780 57 Khe fien . . 1890 18 Si. in tji . . 18H 38 Si in - thioeu . 1781 58 Siin- J - oe .1801 19 Jim • ngouw . 1812 39 Jim J-in . . 178a 59 Jim Soet . . igaz 23 Kueui-bie . . 1823 40 koeui-bauw . 1783 60 Koeui hay . .1805 De Chineezen hebben in een Jaar fomtyds 354, ook wel 355 dagen, doch in hun Schrikkel-Jaaren 384, ook wel 385 dagen. Hunne maanden noemen zy naar de Cyffer getallen , als 'f ja Go - e, eerfte maand, Jie - Go - e, tweede maand, Sa, derde, Si, vierde,  over China. 360 ivïerde, Gou, vyfde, Lak* Tfit, Phef IKau i Tjap, Tjap - id, en Tjap Ji; de 1 a«w lis, Go-e, maand; hunne maanden hebIben geen vaste dagen; het gebeurd wel, volgens de Reekeninü; der Aftrologisten, dat de eerlte maand van het Jaar 30, ook iwel 29 dagen heeft, weder 2 a 3 maanden agter een 29, dan ook 2 a 3 maanden iagtervolgende 30 dagen hebben. Hun Schrikkel- of Groot-Jaar van 13 Imaanden , of Loen Go-e» valt in vyt* Jaaren tweemaal: te weeten, met het !|3de Jaar eens, en 't 5de Jaar weder eens, idoch niet vast bepaald; het gebeurd Wel, Idat zy het 2de Jaar van gemelde vyf Jaaren I tot hun Schrikkeljaar neemen, en dan • weder het 4de of 5de Jaar daar op; dus i binnen 5 Jaaren by hun 2 Schrikkeljaairen vallen; dan word de I3de maand fom» ityds tusfchen de ifte en 5de maand van jhet Jaar geplaatst, en Loen Tfia Go-E ! genaamt; ook wel tusfchen de 2de en 3dö maand Loen Jie Go-E genaamt, dan wel eens tusfchen de 3de en 4de maand, Lóen ;Sa Go-E, en zop vervolgens, tusfchen | de 12de en 1fte maand van het Nieuwe- Jaar, Loèn Tjap Ji Go-E genaamt, het 1 woord Loen, is gezegt de Schrikkel, by I Tjap Ji de i2de Go-e, maand. IV. Dekl. Aa De  37° Bb den ki n ge n De dagen van de maanden wórden mede zoo genaamt, als de voorfz. Tafel der Jaaren dicteert. By voorbeeld : de eerfte dag van 't Jaar word genaamt Pea Soet, by de Tafel het 23ftc Jaar, de 2de dag van de eerfte maand Theeng -hay, de 3-de Bouw-tjoe, de 4de Khi thioeu, de 5J9 Khe J - in , en zoo vervolgens, als de maand dagen heeft. Het Jaar 1779 heeft den naam vanKhihay, heeft 12 maanden, en is het 4411* van den Keyzer Kié'nlion. De eerfte maand Tfia Go-e heeft 30 dagen; de eerfte dag of Pea Soet, is geweest den i6de February, Theeng hay, den 17de February, Bouw tjoe, den i8d* February , en den laatsten of ld-bouw van de maand, is den 17 Maart geweest. De tweede maand Jie Go-e, begint met den i8de Maart, en heeft 29 dagen, de eerfte dag Pea Zin genaamt, de 2de Theeng-tji, en zoo vervolgens naar den Tafel. De derde maand Sa Go-e, begint den i6d« April, heeft 30 dagen, en word de eerfte dag Jd J-oe genaamt; De  oy ér China. 37» De vierde maand Si Go-e, begint den i6den May, heeft 29 dagen; de eerfte dag word ld-bauw genaamt. De vyfde maand Gou Gó-e, begint den 14^ Juny, en heete 29 dagen; de eerfte dag van de maand word Kha-Sien genaamt. De zesde maand Lak Go-e, begint den 15den July, en heeft 30 dagen; de eerfte dag word genaamt Koeui Thioeu, de 2de dag Kha J - in, en zoo vervol* gens. De zevende maand Tjit Go-e, beginC den 12 1768 in Quarto. Aa 4 De  37^ Bedenkingen over. Reis De eerfte Reize waarin men eenige ontvw de dekkingen benoorden en beoosten Japan ïS4j. ondernomen heeft, is door de Nederlanders van Batavia gedaan, onder de Regeering van den Gouverneur Generaal van Diemen , in 1643; door den Capitein de Vries, mee de Schepen de Kastricum en Breskens ( b^). De Vries liep beoosten Japan om, en ontdekte verfcheide Eilanden , die hy Tesfo, Staaten Eiland en Compagnies Land noemden (c), en zeilde tuslchen de Kusten van Corea en Japan door, waar aart hy den naam van Straat de Vries gaf Qd). Reizen §. 4. Zedert dien tyd zyn'er geene ontman de dekkingen ter Zee van deze zyde gedaan; en men had misichien nimmer eenige andere ondernomen, zoo niet Czaar Peter de ifte daar toe even voor zyn dood ordre had gegeeven , die door de Keizerin Elizübcth üiql lucces gevolgd is. §• 5- (b) Leven van de Gouverneur Generaals doGr du JkiiS. 4to. J763 p, 13-!. Relaas van de Reize van de Kastricum en Bres» kens. Wufen Noord en Oost Tartaryen 1705. p. 14a, Kempber, Befchryving van Japan, fol. p, 4^. (t) Thans de vier ËilanüCIl Vdii [dj Straat T.siojr,  Tartaryen en Japan 37? §. 5. Om zig een denkbeeld van het Rus^jj;™^ fifche Ryk in Azia te maaken, moet menin Aïia. zig voorftellen, dat uitgeftrekte Land, gemeenlyk groot Tartaryen genaamt, het welk zig in zyne lengte Oost en West uitftrekt van de Grenzen van Luropisch Rusland tot Kamchatka, van de 8ofte tot de i75fte Gr. lengte, zynde 1200 Mylen van! 20 in een Graad, en in zyne breedte Noord en Zuiden, van Chinees Tartaryen tot de Ys-Zee, of van de 53ftc tot de78fteNoorder breedte, zynde omtrent 500 mylen. Dit uitgeftrekte Land, grooter dan geheel Europa, was aan de Rusfen in de 1 óda Eeuw, het tydftip der ontdekking van America en Cabo de Goede Hoop, nog onbekend. 1. Siberien wierd in 1563 ontdekt door een Koopman van Archangel; zedert is het door Rusfen, die 'er Guarniloen houden , of in ballingfchap gezonden worden, bevolkt; de Hoofdflad is Tobolks, op 59 Gr. Noorder breedte en 80lengte, aan de zamenvloed van de Rivieren Tobol en Irtis; de Gouverneur houd er zyn verblyf. Deze Stad werd in 176* vermaard door de Aftronomifche oblervatien van de Abt de h Chappe, van weAa 5 gen*  f78 Bedenkingen over « gens ie Franfche Koninglyke Academie der waards gezonden (e). De Jagt en Visvangst, waren voordezen de eenige Rykdommen ; doch men heeft 'er ryke Mynen ontdekt. Die van Catarienenburg geven 's Jaars 280 ponden Goud, en die van Altaique 552 ponden Goud, en 1740 ponden Zilver (f). a. Het Eiland Nova Zembia aan de Noord Kust van Siberien gelegen,en daar van door de Straat van Waigats gefcheiden , ftrekt zig noordwaards tot de 71 Graaden Noorder breedte , en is altoos met Sneeuw bedekt: het [zelve heeft geen Inwooners, maar de Jagers van Sibenen en Lapland, visfchen en jagen 'er Jaarlyks. In 1734 js de eerfte reis van Archangel door Straat Waigats (g), naar de niCi" de HmUr°'te> ^oyage en Siberië, Reize na Siberien en Kamchatka, door de Pro... fesforen Gmelin, Croye en Muller, 4 D 8vo {f) Zie BusfchiDgMagazyn voor de nieuwe Hiftorie en Ge©graphie. gen^t.13"0 Stmt ^ '* RusCsCh InSorskoi &>* In het Rusfisch beteekent: Kan. Straat. Ofera. Zee. ©ftrog. Vesting. OrtrovT.  Tartaryen en Jaean. 37* de Rivier Oby gedaan, die thans ge¬ meen is. « Beoosten de Rivier Oby, ligt het Land der Oltiaks, ftrekkende tot de Rivier Jenifey. Van deze Rivier tot de ,Lena, woonen de Jongpuzen, Beoosten de Rivier Lena, tot de Rivier Colyma, woonen de Jakuten. Hier vind men de Stad Jacuts , een der Hoofd - Plaatzen van Siberien ( h ), waar; men een Academie heeft , daar vyf Japanners hunne Taal aan eene meenigte Leerlingen aanleeren : En beoosten deze Rivier tot aan Kamchatka, de Tu« kagiri. Alle Oftrow. Eiland. Nosf. Caap. Simodie. Dorp. Boefche. Groot. Oski. Zuiden. Kodfche. Schip. Lodjing. Vaartuig. Een pud is 40 poni: , Werst zyn uuren, 104^ op een Graad, on» gaan ruim vyf Wersten op een WK gaMfc £i) Zie Staat-Secretaris Juny, j77$»  'sSo Bedenkingen over. Alle deze Volkeren zyn ten zuiden van Chinees Tartaryen gefcheiden door de Rivier Amur, door de Tartaren Sagalin Ula genaarac , en loopt oostwaards op -de yo°. Noorder breedte in Zee. De Rusfen ontdekten dezelve eerst in -*6~3ö en bouwden daar een Fort Albafin, op 53°- Gr. Noorder breedte en 141 Gr. lengte. Tn den Jaare 168 3 begon men teNer- finskoy, 250 uuren van Peking gelegen, onderhandelingen;de beide Ambasfadeurs waren de Gouverneur van Siberien, Ga. lowin, en de Capitein der Chineefche Keizerlyke Lyfwagt Song-Hoty, die den September ió~38 een Trattaat floten, waar by al het Land, benoorden de Amur, aan de Kusfen wierd afgeftaan, 'en dat Albafin zoude worden afgebroken, zedert dien tyd is de Stad Nerlinskoi, de' Hoofdplaats , daar alle Pelteryen worden verzameld, en over Jacuts en Tobolks na Petersburg gezonden. In 1691 ging Ysbrand Ydes in Ambasfa4t V'dj Iiu?landnaPeking,en rigtedeeenen Wandel, op met Cara'vanen, die tot 1722  Tartaryen en Japan. 381 geduurd heeft (*); zedert zYn de Rasfen op de Limiten gebleven, en handelen tot nog toe in Goud, Zyde-Stoffen, Thee, Kruyderyen en edele Gefleentens; zynde de grootste Robyn, thans in Europa bekend, door den Siberifchen Gouverneur Gagaryn, in 1724 aan het Rusfifch Hof prel'ent gedaan. 4. Bezuiden de Rivier Amur, vind men op 44 Graaden Noorder breedte, het Half - Eiland Corea, dat zig uitftrekt tot 34 Graaden Noorder breedte; ten Westen is het zelve door de Golf van Nanquin van China gefcheiden , en ten Oosten door een Straat van omtrent vyf en twintig mylen van Japan. 5. De Noord-Oosthoek van Azia, is Aflhmd bevolkt door de Tchukfchis, waar na de^fjh« Noord-Oostkaap van Azia, op 75 Graa-Ameii. den Noorder breedte , en 2080. lengte,ca. Tchukschis-Koi-Nosf heet. De Noordwesthoek van America, ligt op (ij Zie verzameling van Stukken 'dienende tot deHiftorie van Rusland, door Profesfor Muller, 8 U. 8vo. Voyage £ƒ decouvertes des Rusfet, f af Muiier, a Deel 1 band, ï7OÖ.  J82 Bedenkingen over op lengte, en dus is de Straat geen honderd mylen breed. 6; Bizuiden het I-and der Tchukfchis, *«*■■ en de Rivier Anadir op 65>. Nomte breedte, ligt het Schier-Eland KamchatKa , dat zig ten Zuiden uitftrekt tot de 52 Gr» Noorder breedte.. In 1690 zyn hier by ongeluk eem>e Ruslen vervallen, dier 'er uit gebrek geftorven zyn, en waar van men overgeblevene Fortjes gevonden heeft, toen men m 17" 'er twee Fortjes aanligde, Bolfchereskoi en Kurilskoi genaamt. In 1714 ftrandde 'er een Japansch Schip, en omtrent denzelven tyd een Vaartuig van de Americaanfche Kust, welke Natie Tontoli genaamt wierd, doch het duurde tot den Jaare 1728 eer men nieuwe ontdekkingen begon. «52rl.ni?' 6' Yan AIchan?eI 113 de Rivier te chatka uoy, is de eerfte Reize gedaan door den 8crZee.LlflteTnantMiraurinin r734 (k),en word zedertJaarlyks vervolgt;doch van daar oostwaards heeft men berigten, 'dat 'er Lieden in (* ) Zie F»}agt au Kawhatk*.  Tartaryen en Japan. 383 «648 de Noord-Oostcaap waren omgevaaren, doch van gebrek omgekomen; doch in 1716, is dezelve van Kolyma na Kamchatka voor de eerfte reis gedaan (Q. £ 7 Van Petersburg na Kamchatka, R«s is de Reis aldus: Van Petersburg na C±%*£ tarinenburg . • 2630 Werst Land. Van daar na Tobolks . 500 Van daar tot Tary . . 500 -—l En dan tot Tomks over het Barmskifche Gebergte, daar maar zedert eenige Jaareneen Weg is gemaakt 1350 Van Tomks tot Udinska, zynde'de Grensfcheiding met China, daar een Ruslisch Guarnifoen ligt . 1000 ——«4 Van daar tot Uftiga . . 900 —— Voorts langs de Rivier de Lena tot Jakustka . . 2000 ——» Van daar tot de Haven van Ochots . . . 1000 — . Eu (;) Zie Reis van Kippolit Stsphanhof in 177®.  384 Bedenkingen over En deze Reize wierd in twee maanden volbragt, zynde in 't geheel 9880 Wersten, of 1411 Duitfche mylen (m% Van hier word fomtyds wel een Post over Land na Kamchatka afgefchikt, door de Noorder Landen, bevolkt door de Karaky, Lamutken en Tfchukschis, doch dit kan alleen des Winters over de Sneeuw gefchieden , door Honden , en men heeft 'er veele door gebrek op deze Reis het leven zien verliezen , daarom gaat men van Ochots tot Bosfchereskoi te Water, dat omtrent 150 Duitfche fnylen is. S- 8. Het Half-Eiland Kamchatka,. land "heeft twee voornaame Rivieren. Kamchatka. Qp die we]jje ^e naam van Kjjjjc^j.. ka draagt, en aan de Westkant in Zee valt, ligt het Fort Boschereskoi, Oftrog of Kamchatka. De Rivier van Awatcha , die aan de Oostkant in Zee Hort, maakt daar een fchoo- O'O Zie Relaas van Hippolit Stephanhof. Esfaifurie Commerce des Rurfes 1777. pag. 270. Defcriplion du Kamchatka , par KramiUv» e 171». 2 Deelen, 8vo.  Tartaryen en Japan. 385 fchoone Bnay, daar de Peter Paula Haven aan ligt. Ook vind men een derde Fort Tinghil genaamt, aan een kleine Rivier van denzelven naam, doch zeer vervallen. De Landen, benoorden deze Plaatzen gelegen, zyn zeer onvrugtbaar, en men vind 'er een meenigte brandende Bergen. De Inwooners woonen in Hutten , 4 5 voet diep in de Aarde gedolven, boven in het Dak , dat met aarde gedekt is, laaten zy een gat, dat voor Schoorftecn, Deur en Venftèr dient. Hunne Kleeding beftaat uit Hondevellen, welke zy over de Schouders hangen ; hun \roedzel is flegte gedroogde Visch; zy houden eene meenigte van Honden, om hunne Sleden te trekken, waar voor men 'er 12 tot 16 fpant, met welke men 20 Duitfche mylen in de 24 uuren kan afleggen. Het Land is zeer houtryk , geeft Masten, Eyken en Denne - Boomen, en eene meenigte fchoone Pelteryen, van Zabels, Bevers, Otters, Beeren en Vosfen. Daar zyn eene meenigte van Metaalen IV Deel. Bb in  386 Bedenkingen over. in de Bergen, als dezelve maar Arbeiders genoeg hadden, Het Huis van den Gouveur heeft een Ingang van omtrent zes voet hoog , en even zoo hoog met Sneeuw bedekt; het binnenste is 9 voet lang en 4 voet breed; de Kleeding beftaat in Schaaperivellèn, met Lmnen of Zyde overtrokken ; doch de levenswys is ellendig , door gebrek, aan Brood, Zout, Vleesch en andere noodzaklykheden, die ten uitterlten duur zyn, als dezelve uit Rusland aangebragt werden. D £w § 9' Toen de Rusfen °P Kamchatka vast gezeeten waren, ondernam men vericheidene Reizen. Den iften juny 1741, zeilden drie Schepen van daar, Onder Commando van de Bevelhebbers Bering, Spangenberg en Tfirikow; de twee laatsten zagen den 18^ Juny de Kusten van Japan, op 18». 41 minut. W. B.; gmgen er aan de Wal, doch wierden, door het verbod van den Gouverneur, genoodzaakt te rug te keeren. Hippolit Stephanhqf zeilde den 12^/1 May Van Bolfehereskoi, meteen Vaartuig met 70 Koppen; zy bleven in een  Tartaryen en Japan. 387 een Haven der KurilifcheEilangen leggen, van den i4den Mai tot den i2den Juny, en zagen Japan den Qden July op 330. Noorder breedte, alwaar zy tot den aoüei1 Augustus in een Haven bleven leggen, doch, na in eene fchtrmutzeling eenige Japanners gedood te hebben , die hun Schip hadden willen afloopen, zeilden zy bewesten Japan heenen, en ankerden eerst den 22ften December in de Rivier van Canton in China. Men heeft niet vernomen, dat de Rusfen iets op de Kusten van Japan hebben ondernomen, en men zal hier onder zien, hoe verre de Rusfen zig na Japan uitftrekken; alleen merk ik In er nog aan, dac de Engelfche Capiteins Cook en Clarck £0), voerende The Refolution en the Discove* ry, die den 22^" November 1776 van de C?z) In December T779 had men in Europa tyding over Kamchatka , dat de Heer Cook op 't Eiland Ov/yhe door de Inlanders vermoord was. Dit zal denklyk de Reiziger zyn, waar van de Japaiv ners aan onze Opperhoofden in Mai 1780 hebben kondfchap gegeven, en die zy voor een Rus hebben aangezien. Men verwagt dagelyks van de Drukpers deze derde Reize van de Heer Cook rondsom de Waereld , die veele nieuwe ontdekkingen, zoo om de Zuid, als om de Noord zal inhouden. Bb 2 Pa  388 Bedenkingen over. de Caap de Goede Hoop , om de Zuid gedoken waren , om nieuwe ontdekkingen te doen ; doch Capitein Cook werd op de Noorder Kusten van Japan, in de maand Juny 1779 omgebragt, volgens het verhaal, door Capitein Clark, die in February 1780 met beide Schepen door Straat Sunda naar Europa is gezeild, aan de onze gedaan. •Reize § io.Devoorn 3 Schepen in 't Jaar 1741 r"f'"e'van Japan hunnen cours om de West geIteld hebbende, ontdekten den i8denJuly de Kust van America op 58\ N. B , en Bering, op 6o\N. B., verlcheide maaien aan Land geweest zynde, vonden zy Hutten van Planken , waar in koperen Mesfen, Slyplteenen, gerookte Visch, aarde Vaten, en eene Machine, om Vuur te maaken, zynde een Plank met gaten, waar in men een Stokje zoo lang draait tot het Vuur vat: zy vonden 'er niets als Manin 1775 vertrokken cteze twee Schepen uit Engeland, overwinterde in 1777 op het Eiland Oiohita, in de Zuidzee; kwamen in de maand Maart 1778 aan de Kust van America, die zy vervolgden tot de Straat, die het zelve van Azia sffcheid, met intentie, om een doortogt naar Europa te vinden ; in de te rug togt na het Zuiden wierd de Heer Cook gedood , en Capitein Clark. bleef van January tot Juny 1779 tot Kamchatka leggen.  Tartaryen en Japan. 3S9 Mannen, die 'er kwamen om te visfchen. Hunne Boven kleederen waren van Walvischdarmen , en hunne Onderkleederen van de vellen van Zeehonden. j In de te rugreize ftrandde het Schip op een Eiland , daar Capitein Bering Hierf, en de overblyvende Schepelingen maakten van het Wrak een Vaartuig, waarmede zy in weinige dagen te Kamchatka aanlandden. In de maand Juny 1764» vertrokken eenige Vaartuigen van Kolyma in Siberien, en zeilden de hoek Tlchutschikkoinofs om cfo), ontdekkende veele Eilanden, tusfchen Azia en America gelegen, die zy den naam van Alciut gaven. Ter zeiver tyd vertrokken twee Vaartuigen van Kamchatka, om de Kusten van America nader te bekennen, die aldaar ook veele Eilanden ontdekten , waar van het voornaamste Oiotourski genaamt werd. Op deze Eilanden richtte men eenige Hutten op, ter inruiling van Pelteryen, wel- f 0) Zie DiQ'ona''re Ency clopedique , Supplement I Ttm. jizie, pag. 63i> C? Ctwant 7 Febr. 1765. Bb 3  390 Bedenkingen over welke de na by gelegene Volkeren van bet vaste Land van America daar ter ruil biagten, waar van 'er eenige na Petersburg gezonden wierden, aan de Keizerin Elizabëth, die daar op nieuwe aanmoedigingen aan dien Handel gaf. Opricb. §. ij. De Keizerin had reeds in 1755 ^;;h^ecne handeldryvende Compagnie op die delende Eilanden opgericht fj>), derzelver inleg Co»- beftcnd in tien duizend Roebels, en ■ is bekend onder den naam van Oloutottrski: twintig Kooplieden hebben den Inleg gedaan , en ran de Keizerin het Recht gekreegcn, eene Medaille met haar Portrait te dragen. Deze Compagnie heeft van 1763 tot 1772 zeven Fregatten van Kamchatka na de Eilanden en de Kust van America gezonden , en hun Capitaal beliep in 1772 reeds zestig duizend Roebels. tenvT S' I2' Te Öchotskói-, op de vaste A*iabè.Kust van Azia (<7J>» is het Rusfifche fdre- Gouvernement, waar onder alle de ver- Ten. v 1 de- 0') Zie Esfaifur ie Comnterce des Rusfes 1777, pag. Een Roebel is 4« ftuivers Nederlandscb. Cl) Zie Esfaifur ie Commerce des Rusfes.  Tartaryen en Japan, 391 dere bezittingen behooren, de Tollen ontfangen worden, en alle de Pelteryen van Kamchatka , de Eilanden en de vaste Kust van America worden aangebragt, die vervolgen-s voor een gedeelte na Petersburg verzonden, en voor een gedeelte te Nerfink aan de Chineezen verkogt worden. Om de Befchryving van deze Landen duidelyk te maaken, volgen wy de hier nevens gevoegde Kaart (r), en beginnen ten Noorden met de Caap Tfuchs"T£sPehiskoi - nofs, gelegen op 75 Graaden ■ Noorder breedte, en 208 Graaden lengtenofs. van Tenerif; van hier ftrekt de Kust van Azia zig zuidelyk, tot aan de Rivier de Anadir, daar het Half- Eiland Kamchat- Kamka begint, 't geen zig ftrekt tot Graa-üiatfca. den Noorder - breedte. Ten (r) Deze Kaart is zamen gefield uit drie Japanfche. Kaarten van Kempher, Reland, en één in Japan gedrukt. De Rusfifche Atlas. De Kaart uit le Voyage des Rusfes 1741. De Kaart uit de Esfaifur le Commerce des Rusfes 17 75De Kaart van Adeiou 1768. Hïfloire des Navigatwns du Nord, De Kaarten uit Dictionaire Encyclopedique fuplement Tom. V. pktriche Geographie. Eenige Teekeuingcn, Schriften en Journalen, van later tyden. Bb 4  392 Bedenkingen over K»ri Ten Zuiden van Kamchatka ligt een linden.' ^ff1 Eilanden , die zig tot J?pan uittrekken; de 18 noordelykste, Kurilis genaamt, zvn bewoond door Volkeren, die lang Hair hebben, en zig klceden met een ibort van Lywaat, dat zy van Distelcn maaken. Op een dezer Eilanden is een brandende Berg; alle behooren zy onder de Rusfen , die zy een Jaarlyks Tribut opbrengen, en die 'er Guarnizoen houden. i£cb . De vier zuidelykste hieten Kuriles Ci> door de ïnwooners , doch de Japanners geven dezelve den naam van jczo of |egafimo, en het grootste Oku fezo (V), welke de Keizer gefield heeft onder den Prins van Matfumay , zynde het noordelykste Eiland van Japan , dat uit drie groote Eilanden beftaat, waarop de voorname Steden zyn Japan, fedo, de Zcrel der waereldlyke Keizers, Meaco, de Zetel van den Geestelyken Keizer, en Nangafiki, de Handel -Stad der Vreemden, westwaards door een Zee van omtrent 30 my- ( O Zie Kempher Befchryving van Japan, pag 44. I>r-.e Eilanden zyn door de Vries in 1643 Ezo, Stalen Eiland en Compagnies Eiland genaamt.  Tarïarye'n en Japan. 393 mylen van Corea gefcheiden, welkers ge- corea. deel te Siofin genaamt, aan den Keizer onderhorig is, en onder den Prins van Jki gefteld is. Ten Zuiden van Japan liggen de Eilan- Liqueo. den van Liqueo, die mede cynsbaar zyn aan Japan, en onder den Prins van Satiuma Haan (O- $. 13. De Zee, die Azia en America Enaij-_ fcheid, word de Zee van Anadir, en defcehnenlus' Zee van Kamchatka genaamt; het noor-Aziaen delykste Eiland daar in bekendis AlcyutAmeuop 64° breedte, 't Eiland Bering op 55°-c * breedte, en het Eiland Ouloutourski. % ia Van de 75°. noorder breedte en DeKust 213 lengte, loopt de Kust van America«" £ zuidwaards, en maakt een C' KaaP bL Jan, op 62°. noorder breedte en 193 lengte, over het Eiland Bering; van daar maakt dezelve een groote Bogt, waar 111 veele Eilanden gelegen zyn, en daar dezelve op 55°. breedte en 241 lengte, door Tfirikow 174' on dekt is. Hier eindigen de Rusfiibhe ontdekkingen Hier van daan zuidwaards heeft men zeer on- zeke- rn Zie Kempher-Befchryvini: van Japan, pag- 44» 1 J Bb 5 ■*  394 Bedekkingen over. zekere berigten van den Spaanfchen Admiraal Fortes in ,640. Tuca in 1592 Drake, die dit Land in 1578. ontdekte en de naam van nieuw Albion gaf; maar op de 370. noorder breedte en 250 len?te , vmd men de Kaap Conception , de noorder Grenspaal van het Half-Eiland van Cahforma dat zedert 1697 door de Spaanfche Misfionariffen dagelyks bezogt word, en alwaar de Abt la Chappe («S m 1769 Aftronomifche Obfervatien van wegens de Franfche Academie is gaan doen, die hem het leven kostte. ^'rJU%£t F°rt IWhatka Eolfchege ftaat ie$l\01 ~ Odrog genaamt, en onder het opder RUS.perbevcl van Ochots ftaande, had in den Iw 1775 een Guarnifoen van 117 Rus 3* fcheSoldaatenC,;. In het zelvé woon! den 23 Kooplieden, en 41 andere Rusfen tenvyl het Opperfort, daar buiten, PJ m' dG T0H' Accys'Koorn en Zout-Magazynen , in het geheel 7< en het Nederfort buiten de Kerk 120 Huizen beeft,, doch de Forten beilaan alleen uit Pallifaden. Tn (u) Zie Hiftorievan California, 2 Deel £0 Z» £*/«> /e Cmm — 16 gr. «0 veel als't byg.bed. 10 penn, 17 -. de Cornerten weegea . Q — of 'S> Cmat 4 is bezet met . • 1 P™n- VSa Zllv*l,• men fchryvc dus Een baar goud. m.rlr - Esfai . 19 Caraaat 4 gryn. Zilver 1 penn. • « Koper • 1 — • 7 —~ Batavia » . February 1781. Het goud of zilver word in een bak Mint' met Brusfelfche Aarde op zyn dikte ge, gooten, dit noemt men een Teen. Onder de wal op de dikte getrokken. Onder de doorjhyder op de grootte* Met een Vyl gejuiteert. , Op de Kartelmoolen gekarteld. Dan gekookt om wit te worden. En dan op de Pers. 3000 Ropyen kunnen 'er daags gefla* gen worden. Zoo dra het zelve hard word , word het gioeyend gemaakt, om het metaal zagt te maaken. Cc a Erts  404 Muntkn, Maaten en Ertz van Mineraal. Mine- Word by een imaginair gewigt gereeïroêf kent van ponden van 16 oneen, om de calculatie te maaken. Hier toe gebruikt men een esfe kroes. Het Mineraal word met Flos, van Salpeter en Wynfteen Glit of fchuira van goud in de fles Keuken - Zout Samen gefmolten, in een digte kroes op de Kapel afgedreven , blyft het zilver, en door fterk water het goud. Mallebaarfche Ertz. De ondergetekende Esfaieur , heeft, voor rekening van den Heer Radermacher, Raad extraordinair van Neerlandsch India, enz. enz. enz. Proef gemaakt op Ertz, en bevonden in 't Centner 2 once zilver. \ASSü (Was Setekend) 1 1781. JACOBUS^ DE WAREM, Junior. De  Gewigten van India. 405 De ondergetekende Esfayeur, heeft, ter requifitie van den Heer Radermacher, Raad extraordinair van Neerlandsch India , Proef genomen op een ftukje Amboinafche Ertz, en het zelve met 2 once goud, en \ once zilver in't Centner bezet bevonden. Batavia CWas getekend) in "t Kafteei 12 October , TTT I7gi. jacobus DE Vvaretvi, Junior. TWEEDE HOOFTDEEL. Omtrent de Europeefche, en Indifche Munten. waard Hollandsch. Goude Ryder . . . .ƒ14 Hoi — DtlCaat ..... 5 5 — land- Zilvere Kroon 2 — — Daaler . ... . . 1 10 — Agt-cn-twintig . . 1 8 — Gulden 1 — — Schelling .... — 6 — Sesdehalf .... — .5 \ Dubbeltje . . . — 2 — Ce 3 Ko«  4©5 Munten, Maaten en waard Hollandsch. Kopere duit — 0 ± — penning . . . — o Tv Blank ... . — 04 — — Braspenning . . . —, o De Wynkopers reekenen by ponden Vlaamsch van . . ƒ 6 —— — De Koornkopers by Goudguldens van »_ 28 ft. De Genever-Stokers by ponden van 4 ft. Bra- Souverain d'Or. Zilvere Ducaton. permisfie-fchelFng. Kopere blauwmuifer. Fran- Louis d'Or van 24 Livres. fche- Een dargent van 6 dito. Un Liard. Spaan-Goude PiHool van 40 reaal. Mum. Goude p,'after. Zilvere Piafter van 10 reaal. Reaal de Piate. — de Vellon. Por- Goude munt van 6*0400 Rees Rees. Goh-  Gewigtbn yan India. 4°7 Goude Guinee. Zilvere Croion. / , Schelling. — Farthing. Roomfche goude Scudi van 10 Jules. ^ Genueefche goude Sequin. fche. Venetiaanfche goude Ducaat. Toscaanfche goude Roepiani. zilvere Franciscano. Genueefche zilvere Croifac. Hamburgfche goude Ducaat. fd£uï* Frankforter goude Carolien. Hongaarfche goude Ducaat. Pruisfifche Fredrik d'Or. Ziivere Ryksdaalder van 90 kreutzers of 24 goede grosfen, is . . ƒ ï __ — Ryksgulden of floryn van 60 kreutzers of 16 goede grosfen. Hamburger Dahler. ' Breraer Dahler. Leipziger Dahler. Frankforter Dahler. Een kreutzer, 4 penningen. - goede gros ie 3! kreutzers. , - Batfche van kreutzers. —-- Mariengros is 3 kreutzers. —-- Bremer grootje. s Cc 4 Een  ao8 Munten, Maaten en Een Clecffche ftuiver. Albus is 2 kreutzers. —— penning. , Zwit-Een GeneefTche goude Piftool ziivere Geneefiche Patagon. Gulde, 15 batzen. Pak. Kreutzer. —*- Plapper. Zvreed-Een goude Ducaat. ftfc, Dahler 4 mark. mark 8 oort. Twee zilvere mark is een mark lubs. Een zilver mark, drie kopere mark. * koper konllique. Deen Goude Ducaat. fctie. Zuivere Kroon. Een Re mark. Pooi-Een Poolfche Gulden. c «■ Koningsberger Dahler is 3 Gulden of 90 grosfen * gros, waar \an 12 een Gulden. —- Timph. —- Schoftak is 6 Dantziger grosfen. Uusco Kej] g(>ude Cof)ek< EeB  Gewigten van India. 409 'S Een zilvere Roebel 3 is 90 Copek. — zilvere Copek. Zilvere Asper. ^ Pro Metnoria. Tn Azia zyn behalven de Europeefche Munten. De goude en zilvere Ropyen. jennper* Abasfis en Mamoedy. De goude Moor. jviogoL— zilvere Ropy. fche goude Pagood en Fanum, en Ryk-. Cauris, zynde een foort van Hoorns. De zilvere Tical. InSiam- Word het goud en zilver by Tailen inChigewogen. De goude Coupang; en i" Ja- Verdere Eilanden de kopere Pitjes. oP ja- va, Terwyl Africa en America, geen eigen Munten hebben. Cc 5 Esfai  $19 Munten, Maaten en Esfai van veele Europeefche en Inclifche Munten. Goude Munten. Ko.iDeHonmdfchcDucaat70in 'tmk.,weegt2Eng. 9iaZen23car. 8 gr. - - ï — Venetiaanfe ■ . 2 * . 6*" - - 3 - Tiirkfche . . . . I " *« " »S - - 10 gS. - - 5 - ümodyR^i' ÜÜÜ 7 EHg' * "-23 Mr',0Sr »doe'tS rds.^ftuiv. s - 6 ~ Któkamfe -- - 7 -"- - 1 " I " Idem | 3 - - - 18 --- Idem x , |f| Goude Ryder a4-ü in 'trok. - 22--. 1 2r Pagood dnebeeldige 711. op 'cmark - - „ >LS Fanum 24 in de Pagood . . . . ïgr' Javafche Ducaat - . . . , " - 7 •• - 10 gr. Souratfehe Ropy . . . ^ - . - 27- - . 20. Coupang oude - . . . Z " " 6 - • " 23 - • - 7 gr. Coupang nieuwe . . . """ 2 Sr' Boontje " " " 17 " * - 10 . -. 2 gr. Perzifche Ropy - . . ? ««," " * ** ' " Arabifche . . . 3i =3 3 ^ gr* Bataviafche i?fis ? ftll;vei.s . " \ 3 ; _ ' 23 - - - 3* V- ■ ■ 1782 7 . . 20 - . . Portugeelche Cruzaad - . 23 car o ~or „\9 ' ' ' Nederhndfcfce Ryder - . II 9 ^ «feng.27.La*. Engelfche Giiiüi-e - - . " " " " 1 6 - - . ifi . . Spaanfche Piftool - . . * 5--- 13 - . FratifcheLouis . . . -» <-•*• 14$ - - S2 - - - 6 -- 2 - - • 7 Zilvere Munten. Zilvere Ryder of Dticaton, Esfai 11». 7Er w ,pnff ,,, . , . Keizerdaler - - . ,„ I*"W'7 ^'Mi * Nagapatnamfche Ropy . . 11 6.".'' " 5°,^'v-llh' Sonratrche Ropy - . *, ""' 'iW Sicca Ropy - . . 2--> 7 - - • 27 - - . Perzifche Ropy . . . »".«* I» Nadais Ropy . . . „"'?"> 7 eng. 13 azen. _ , _ tb - w. d - iel ^iïJJ- - weivers.*''" — KykidaaW-r - . I " " " "' w' ?i in 'c mk■ - ie - - i5gr. g.?,?. , Beree»  GïWIGTEN VAN INDIA. 4-1* Sereekening der Munten, het Goud na f 375 't mark-fyn, en het Zilver na de Ducaton van 66 ftuivers, volgens van Namen, den 2o July 1767, doch waar op geen ftaat te maaken is, alzoo deEsfayen niet bekend zyn, daar hy het op bereekent heeft. waard Hollandfcfi» Een tweedubbeWe Hataviafche goude . . ƒ » 5 ■ f *° Een Indoftinfcbe goude '6 13 13 j7 Een Perziaanfche — • • ' • • '.til. Oude Driebeetdige Pastood 4 3 - 4 5 Kieuwc Nagapatnamfcbe —- . » • • 4 9 - 4 »• Een zilvere Bataviafche- R»py . • • • J 3 9 J 4 - Een dito Bengaalfche * » | Een dito Sicca * 4 I «4 Een dito Souratfe ï 1 , 1 . Een dito Pcrziaanfcbe • • • • " .13314 Een dito Spaanfcbe mat 2 13 10 3 14 - Een dito Rvksdaalder 2 10 4 2 10 * Een dito Schelling 5 '4 - ° " Een dito Dubbeltje 115-»- DERDE HOOFTDEEL Waarde by Compagnies Boeken. ]|3s waarde der Speciën by 's Compagnies Ne* goiie-Boeken, dewelke thans in Nederlandsen Geld na de intrinfique waarde der Speciën gehouden worden; doch in voorgaande Jaaren wierden ze gehouden naar de Indifche waarde der Munten , zynde de Stand - Penningen by 's Compagnies Boeken thans maar agt in getal; namentlyk: Indisch Nederlandse* geld. geld. De gekartelde Ducaton . . ƒ4 — ƒ3 6— De ronde Spaanfcbe Reaal . 3,4- 2 14- Dê  4-1* Munten, Maaten en Indisch Nederlandse!» De Cormandelfche goude Pag. ƒ4 -\ 6 ~ ƒ4 T10 De Tutecorynfche Pagood.. 4:10— 4: 3-, De Bengaalfche SiccaKopy . 1:11± 1:5 — De Souratfche Ropy . . 1 : io~ 1:4.— De Chineefche Tail . . 4:8-3:121 De Japanfche Tail . . . a. 1 :'i 31. By voorbeeld als een mark fyn zilver uit Nederland werd aangereekend met ƒ 26 -, dan moet het op Batavia ingenomen worden m" \ ' ' 7 li Ducaton. Bengalen . . 20^'Rcpy. China . ; 7|f-Thail. Chormandel . . 5>° Pagood. Malacca . . 9H Spaanfche Reaal. Memorie Wegens de bepaaling der intrinfique waarde, van gemunte en ongemunte goude en zilvere Speciën, in Oost-Indien, volgens fchryvens der lieeren Zeventienen van den 2itt« Oétober anno 1766', en haar Hoog-Edelens befluit van den 3 , ftea December < 767, om met het Boekjaar 1761 daar na gereduceert, ingenomen en verzonden te worden; namentlyk: De Bepaaling der Heeren Majores. Een zilvere gekartelde Ducaton . ƒ 3 6 _ Een mark fyn Baar goud . . 375 _ De  Gewigten tan India. W De Bepaling der Hooge Indiafche Regeering. Een zilvere ongekartelde Ducaton ƒ 3 3Een . Bataviafche, Sourat fche of Perziaanfche Ropy . 14Een mark Reaalen • • 23 6~ Een ronde Reaal van agten . . 2 H- Een zilvere Keizerdaalder . . a 10- Een zak nieuw Nederlandsen Payement . • • 300 - Een goude gerande Nederlandicne Ducaat . • • . • 5 5- Een dubbelde Bataviafche Ropy • • • T ' 20 - ~ Een Perziaanfche of Indo- flanfcheRopy . _ • ■ 16 Een goude nieuwe Japanlcne Coupang . • • !3 13? Een kopere duit na de waarde in Nederland, of - -* Een goude oude Nagapatnamfche Pagood f 4 IO- Een Pagood aan de overwal van Ceilon , of de Maduree- fche Kust . • • 4 3Een zilvere Sicca Ropy in Bengalen . • • 1 5— Een (apanfche Thail . . i 13Een Chinafche Thail ƒ3 12}, en nader op . • • 3 J* ~» Door 1  114 Munten, Maaten en Door de redu&ie van evengemelde Speciën tot haare intrinfique waarde, oite van India's toe Nederlands Geld, moeten de Goederen van de na te melden Plaatzen, met de volgende per centoos in haare waarde vermindert worden, namentlyk die onder ultimo Augustus 1768 per reftant blyven, en federt ontfangen zullen worden van de Buiten-Comptoiren, welkers Factuuren in 't Boekjaar 176-5- gedateert zyn; als: Batavia , Ambon, Banda. Ternaten,Macasfar, Timor Sumatra's West Knii Java's Oost - Kust, Cheribun . 't Eiland Ceylon ;als , Colombo I ffa,faDatn m ' ..Gale, Triitconomale, Mature, Calpetty, IndPas Neerbnrffrh ,' Manaar, Caiiture , en Bauicaloa, we' Gek. Gld SaStaÜ' gens een gekartelde Ducaton \ . f 4. f ™\ . /$I""de£1 Kaap de Goede Hoop, wegens een Du- 1 caton. .... > 3 ia - f Malacca, Bantam, Palembaug, Jam- * by en Banjerniasfing, wegens een ronde Reaal van agten . . „ . . , Chonuandel wegens een goude Pa- "* 1 ' 10 " x' Hg0°?4 il- 4 io- Cs... Bengalen, wegens een Sicca Ropy . iii-i 15- 20 t X Souratte en Mallebaar , wegens een T «£& '. \ ■ : 12?10- 10j ♦ • «... - Dfc Ovi-i wal "van Ceylon. «f de Madu- 7 «>-•-. reefche Rust; als: Tutecoryn. Kilkare, Manapaar, Alwatier- Negory Kaap C>:n,noryn en Pommecail, wegen een goude Pagood . . 4 13 . 4 3 - r Japan, wegens een Thail . . 2--- 1 1* - » "* China, wegens een —. , . 4 8. $ (f ~ ,'gf fciu reduceeren, door de volgende Tafel , dus Ts : ' gËe" men RjrbdMlder. . . . Neerlandsch. Indiesch. V. • * • • f 1 '9 « ƒ 2 8 *••*•! 7U- 9.,.. Jtyks.*  Oewigten van India. 113 Ryksdaalders . . . Neerlandscli. Indiescb. 5 f 9 V 8 f 12 - — _ 13 16 S 16 iS g! . . • • 15 '6 - 19 4 — g 17 is 8 ai 12 -- lo 19 5 - 24 - joo. l97 lo - a4° - -* Neerlandsch. ƒ i. Rds 24 8 2. 1 1 - 3- I 25 * 4- 1 » - 5. z 26 8 <5- - 1 3 3 - 7. 3 27 « 8- 4 4 - 9 4 28 8 10 5 5 - 100. - 51 2 • MUNTEN. Esfai Gewigt. waard, iu Hall. N. oude verCar. Reaal (t. gangb. Boek. Boek. feta, Goude Ropy Javafche (en- kelde) . . • . 20 7- Muntmeefter 2 per cento op ingebragteGoud. Het gond geieekend na den Ducaat a ƒ 5 5 •• „ , , Ducaat Nectlaiidfclie 70 per gr. Eng. az. Car. ƒ5 5 -y35--«/6:it^ mark . • • • aS 7 « 9j Pagood Chormandelfche 7ii per mark . . • 20 8» 4:19:8: . . . . . 4:1.6'- Dito nieuwe 72£ pc mark . 19 af Dito van het Jaar 1767, Het Goud in Holland hoogst .... op . , . • ƒ 375 - jereek. 375 - - •. S75 • -. • 4*9 in Induw Het Zilver mark fyn . . 26v.11p.20gr aó--.. 31:7:8- Ropy nieuwe Choromandel- penn.gr. Eng. t'ctie 21-J^a Pei malk' • 11 • 7ifi Ducaton 7j per mark. . 11 f -'- f i'. J fS . • f% Schelling 49^ 623.-- 6- -63.. - 7$ Dubbeltje 150J 6 23 - - - 2 - -23.. - Ropy Sicca. Dito Muxudabatfche 2I-AV eng. az. per mark. . • • "i*.7>*«. hB «"£ Dito Souratfche 21-'-', per mark »> 3.7'13 V3'" " ' ' ' ï'l'. Dito Perzia 21/. • ">»J*7r» s>4> De  11Ó MüNTEN, MAATÉN EKf De Generaal Mosfel proponeerd fn de Colonien de Munten Van den Staas en dat in de Oost van India , zynde den Ducaton. Den Pagood op Cliormandei en Ceilon, en De Ropy om de West. Om een egaale reductie te hebben, moeten de oude Pa- good doen ^ rtlliv- Cormandelfcne Ropj» . . . . 25 * . - Souratfche ... \ a4|% IÖ ftuiv, Eengaallche » . . , . 27' - - Volgens SC H REUDER. Cormandelfche Ropy itJJJ-- per mark, Esfai 11 penningen 6 grein. Souiatfche 21rVï ~' 11 * 3 , Nieuwe Cormandeliche en Tutecorynfche Pagooden 1765 zyn Esfai 18 Caiaat 5.1 grein. Tutecorynfche Fantim - Miuitcry ftaat flil. Bereekening op de natenoemene Munten, Ier eekent de zilvere Speciën tegens een Ducaton van 66 Jluivers, en de goude tegens f 275 " 't mark fyn. ƒ 4 ft. £j Batav. gek. zilv. Ropy,de Duc.'a öSflv. komt ƒ i 3 9jf --54--- i Spajnfchetnat , aijioJXs^ — 5° -- iRyk»daalder 2»° 4£+t .. 6 - - i Schelling 5 tfó — 2 i dubbelde duiver i ƒ20 8 2 dubb. Batav. G Ropy ,'t m, f. i\ ƒ375 • komt op 20 S2j| — 17-- 1 Indoftanfche ■ ■ 16, 13, + 8- 1 Perziaaulciie . ■ .. 16, 41, 3y£ Ba t a v i a Hen (Was geteekent) acjuly 1767. j. S. van Namen. Be-  Gewigten yan India. 41? Berïgt by de Boeken van December 1767. Voor Batavia, Ambon, Banda, Ternaten, Ma- caslar, Colombo, Java, N=_ o*. v- Cheribon, en de groote Oost, de Ducaton . . 66 ft. 80 ft. i7pc' De Kaap, de Ducaton . . 66 - 7S - 8 T Voor Malacca , Paleffl- bang,Jamby, Banjer en Bantam,-ronde Spaan- fche- Matten . . • 54-64-10- Chormandelfche Pagood . po - 90 - ©,«■ Tutccorynfche, of Kust ^ Madureefche Pagood . 83 - 90 " Bengaalfche Sicca Ropy . &5 - 3*ï - 2°ï' Souratte en Mallebaar, Souratfche Ropy . . 24 - 5° - io Chmafche Tail . . . T }M1 Oude Ducaton . . • 63 007 8 - • • • Bataviafche en Perziaanfche Ropy . • • • - 24 - 3° ~ ; ■; • Het mark Reaalen . . ƒ 23 * 60 ieder Keizersdaalder .... 50 ft. 60 - — Nieuw NederlandfchPaie- ment ..... ƒ300 -7375 ~- Fyn baar Zilver . . • 26 - 31 Fyn baar Goud . . ♦ 375 - 40°-~ Ducaat 105 ft. 6:12- IV. Deel. Dd Dub-  41S Munten, Maaten en Niemve Oude VêfBoeken. Jjjto. fchj^ Dubbelde Bataviafche Goude Ropy . . . ƒ 20 — 24 -. Dubbelde Perzifche en In- doftanfche dito. . . 16 — — Nieuwe Japanfche Cou- Pang 13 131 - Notitie van de Munten die in Indien rouleeren. ^ Bata J$atayja heeft de nieuwe gekartelde Ducaton tot Standpenning; zie verder onder de Munten, Ducaat, Ropy, goude Coupang, Ducaton, Reaal-Spaanfche, Paieraent, Ropyen, Schellingen, Dubbeltjes, Stuivers, Keizersdaalders en Duiten. Am- Amboina heeft de nieuwe gekartelde toma. Ducaton tot Standpenning; zie verder onder de Munten, Ropyen, Schellingen en Dubbeltjes. Banda. Banda heeft de nieuwe gekartelde Ducaton tot Standpenning; zie verder onder de Munten, Ropyen, Schellingen en Dubbeltjes. Ter- Ternaten heeft al mede tot Standpen»aten. njng de gekartelde Ducaton; zie verder Du.  Gewigten van India. 419 Ducaat, Ropy, Reaal-fpaanfche, Schellingen, Dubbeltjes en Duiten. Macasfar heeft tot Standpenning de Magekartelde Ducaton , zie verder Ropy,casar' Schellingen, Dubbeltjes en Duiten. Bamtrmasfin* heeft de ronde Spaan- B«i«- ,{ . j 0 - 1 • mailing. fche Reaal tot Standpenning. Timor heeft de gekartelde Ducaton tot Timor. Standpenning. Palemban* heeft de ronde Spaanfche ™«a* Reaal tot Standpenning; zie verder Pitjes. Jamby als Palembang. jambft China heeft dè zilvere Japanfche Tail ohm. tot Standpenning ; zie verder onder de Munten, Coupang, Itfebos. Malacca heeft de ronde Spaanfche Reaal Matot Standpenning; zie verder Ducaton,laccaRopy , Schellingen; Dubbeltjes, Pa» good, Ducaat. Sumatras West-Kust heeft de gekartel-Sumatw de Ducaton tot Standpenning. Kust* Dd • Ben-  4£o Munten, Maaten en -aie"n" Benëalen heeft tot Standpenning de zil£ae- vere Sicca Ropy; zie verder goude Ropy, zilvere Ropy, Ducaat, Ana, Cauris, Paifa. mandd Cormanclel heeft de driebeeldige gou• de Pagood tot Standpenning; zie verder Pagood, Fanum. ifoytoa. C^y/ö« heeft de nieuwe gekartelde Ducaton tot Standpenning, op Colombo en onderhoorige Comptoiren, doch op Tutecoryn en de Overwal, de nieuwe Pagood ; zie Ducaton, Pagood, Fanum, Ropy, Schellingen, Dubbeltjes. Mal- Mallcbaar heeft tot Standpenning de i.baar. Souratfche Ropy; zie verder Ropy, Ducaton, Keaal Spaanfche, Chakeron, Ducaat, Pagood, Fanum, Bafaroekcn. Sou- Souratteheeft tot Standpenning de Souua«. ratfche Ropy; zie verder goude Ropy, Ana, Ducaat, Spaanfche Reaal, Keizerdaaldcr, Peys, Mamoedi - Commachie. juapde Kaap de Goede Hoop heeft de gekarteiBoop? de Ducacon tot Standpenning; zie verder Gulden, Ducaton. Java. Java heeft tot Standpenning dé gekartelds  Gewtgten van India» 421 telde Ducaton; zie verder Ducaat, Spaanfche Reaal, Keizerdaalder, Ropy, Schelling, Dubbeltjes, Duiten en Pitjes. Cheribon heeft tot Standpenning de ge- «J* kartelde Ducaton; zie verder Ducaat,rl 0IK Ropy, Schelling, Dubbeltjes, Duiten en Pitjes. Op Bantam is de Standpenning de ron- Bande Spaanfche Reaal; zie Ducaton, Schel-«rolingen, Dubbeltjes, Duiten en Pitjes. VIERDE HOOFTDEEL. Goude, Zilvere en Kopere Munten, L GOUDE MUNTEN. Asrejle (Zie Ropyen goude_) Asrefte. Coup ang ( Ouie Japanfche Goude) doen Co». 10 tail of 100 maas, of 1000 casjes, zeerPansvetfchillend van gehalte: een houd 20 caraat, een andere 13 caraat 8 grein, wegende 11 engels 19 azen, zoo dat men Dd 3 op  422 Munten, Maaten en op haar waarde geen ftaat kan maaken, die zelfs in Japan van 6 tot 10 tailen verfchild. Cou- Coupang. (Nieuwe Japanfche Goude.) is p 'de eenigfte Negotie-Penning, die uit het Land vervoerd word; zyn Esfai is 15 caraat 5 grein, en weegt 8 engels 16 azen: dezelve doet by 's Compagnies Boeken ƒ < 3 ' I3i j hoewel die op Batavia onder de gemeente gangbaar is voor f6: 6 en wel eens tot 64 klimt. Bucaat- Ducaat ("Goude gekartelde Neerlandfche) dezelve heeft het gehalte van 23 car., 7 grein, en weegt 2 engels 8} aas,a 2 engels 9f aas, gaande 70 a yi fluks op een mark ; dus is haare intrinfique waarde fS '• 4:13 ït zynde voor ƒ 5 :5 - in Holland ook gangbaar, doende fomtyds een halve of hcele ftuiver opgeld, haare waarde by Compagnies Negotie-Boeken is in Neerlandfch Geld mede ƒ5:5 -. Op Batavia, Ambon, Banda, Terna^ ten, Malacca, Java, enz. is dezelve gangbaar voor 22 Schellingen, of 13 2 ftuivers, zynde Rds. i\ en dus is een zak van icoo Rds., 363 Ducaten en 84 ftuivers, moetende wegen 5 mark 1 once 8 engels, itjtj aas a 70 per mark. Op  GliWIGTEN VAN INDIA. 423 Op Bengaie is dezelve als Specie niet gangbaar, doch ryst en daald, en is gemeenlyk waard 3U &opy Sicca, zynde omtrent Rds. 2:18-, doch de Venetiaanfche Ducaten doen daar TV a i Ropy meer. Op Cochim doen dezelve 4* Ropy, of Rds. 2 :39- Op Souratte zyn de Ducaten in drie foorten onderfcheiden, Beeldjes, zynde Hollandfche Poppetjes, of Venetiaanfche Stambooly, of Turkfche, doende de eerite gemeenlyk 41 Ropy, of Rds. 2: 30., de tweede 4* Ropy, of Rds. 2: 36, ea de iaatfte 3* Ropy of Rds. tu doch het loopt op en af, moetende egter, volgens berigt der Souratfche ïvliniiters, 9- waal, of 2 engels 10 azen wegen. Op Mocha zyn dezelve waard 41 Ropy Souratsch, of Rds. 3 -. Te Kets en Hallair, doenze fomtyds 4^ Ropy, of Rds. 3: 12 -. Op Nagapatnam do n 100 Ducaten 127 nieuwe Pagoden: deze Munt^ wordt daar Land waards ingevoerd, en verfmolten tot het maaken van Goudwerken. Dd 4  424 Munten, Maaten en Ducaat. Ducaat (Goude ongekartelde) is op Batavia, Java, enz. waard 18 Schellingen, of Rds. 2-;-, Doch word meest by Gewigt ontfangen, om dat ze gemeenlyk befaoeid zyn. Op Cochim doet dezelve 4^ Ropy, of Rds. r>ncaat. Ducaat ( Hongaarfche ) Ducaat. Ducaat ( Venetiaanfche) Ducaat. Ducaat (TurkfcheJ) weegt 1 Engels 22 azen, Esfai ao caraat 5^ grein. ranum.^ Fanum (Chormandelfche Goude) is van 't allooi van 7 caraat io}§ grein Goud, de rest Zilver, als by de Pagood gaan 24 in een oude Nagapatnamfche Tagood, zynde dus gangbaar voor 4 ftuivers, doch deze Munt ryst en daald, zynde een Fanum 80 Gasjes. ranum. Fanum (Ragias Goude) over lang door den Koning van Coilan op Mallabaar gemunt; de weinige, die nog in wezen zyn, doen gemeenlyk op Cochim 15/T Huiver. ranum. Famm ( Cananoorfcbe Goude) doet gemeenlyk aldaar 5 ftuivers.  Gewïgten van India^ 425 Fanum (Calicoetfche Goude) word te Fanua^ Chellua en op Mallabaar gemeenlyk geaccepteert voor 6 ftuivers. Fanum (Tutecorynfche Goude) is zedert Fanum» den Jaare 1743 gangbaar geweest voor 4^ ftuiver. Goud (Het fyne) van 't gehalte van 24 Go«4caraat van 12 grein, is in Holland zeer verwisfelend in prys, en loopt van ƒ 355: Bank- tot ƒ 375: - Ca3Seld hec mark fITn' doch is by 's Compagnies Boeken ra Nederlandsen Geld bepaald op ƒ 375: of Rds. 156^ eens voor al, en dus ftaat het Goud tegens het Zilver by 's Compagnies Boeken als ƒ 3 75: tegen ƒ26:- of 14 m tot 1, daar eertyds het Goud by de IndifcheBoeken liep voor ƒ400: - 't mark fyn, en 't Zilver a ƒ 3 1: 7; 8. dat is als ïft$9 tegens 1. Goude Moor (Zie Ropy Goude) M^ Itfibu. of Boontje, Goude vierkante Ja^Mpanfche Munt, 15 maas of 4 op een meu-Boontje> we Coupang; de oude Esfayeeren 13 caraat 8} grein, weegt 2 engels 28 azen; doch de nieuwe 15 caraat 9 grein, wegende 2 engels 4 azen. V ö Dd 5 Kos'  I 426* Munten, Maaten.kn Kosjo- Kosjubang, ronde goude Munt, in ta. 63ds- pan waard 12 maas, dus 5 een nieuw© Coupang, esfayeeren 20 caraat 4^ grein, wegen 2 engels 13 azen. jfcas. Maas, Goude Macasfaarfche Munt, in 1650 op Macasfar geflagen, en toen waard een Spaanfche Reaal. Obang. Qbang, Japanfche goude Munt, is zo veel waard als 10 goude Coupangs oude foort. Pagood. Pagood (Oude driebeeldige Nagapatnamfche goude) van dezelve Stempel als de Madrasfche, 's Compagnies Negotie - Penning ter Kuste Cormandel, van 't gehalte van 20 caraat 8} grein of Si mat, wordende gemengt met Zilver van 8 mat of 9 penningen 14^ grein, zwaar 2 engels jjlj aas, gaande 712 fluks per mark, en intrinfiek waard ƒ4: 9: ojff loopt by 's Compagnies Boeken in Neerlandsch Geld voor 90 ftuivers ofƒ4: 10:, doch by de oude Boeken liep dezelve voor ƒ4: i(5: —, 't geen een verfchil maakt van 6i per ccnto, zynde zedert anno 1747 niet meer geflagen. Op Cormandel is dezelve gangbaar voor 96 ftuivers of s. Rds. , zoo wel •: l i als'  Gewigtkn van India. 427 als op Malacca, en doet door de wan* 4eling tot 15 per cento meer als de nieuwe,. Op Cochim voor £ Ropy of Rds. z : 6:, doch ryzen en daalen confiderabel; zy is verdeelt in 24 Fanums, en ietier Fanum in 80 Casjes. Pagood (Nieuwe Nagapatnamfche of Pagooë. Tutecorynfche goude) gelyk met de Engelfche Ster - Pagood, wordende zoo wel te Nagapatnam als teTutecoryn zedert 1747 geflagen; is Compagnies Standpenning, egter alleen op Tutecoryn en de Kust van Madura of Overwal van Ceylon, zynde van 't gehalte van 8 mat of 19 caraat 2} grein ; de toezet is gerafineerd Staaf koper , [apans, wegende 2 engels 0J« azen of j?M per mark, en intrinücq waard ƒ4: 3: o 141 penning; loopt by's. Compagnies Roeken in Nederlandsen Geld voor 83 ftuivers, doch voor dezen in India's Geld voor 90 ftuivers, zynde een verfchil van fi per cento. Dit is genoegzaam de eenige Munt, die op de Kust in fs Compagnies Handel rouleerd. Op de Kust Cormandel, de Kust Madura en Ceylon, is dezelve gangbaar voor 90  428 Munten, Maaten en 90 ftuivers of f{ Rds., en omtrent 8 per cento minder in waarde, als de oude Nagapatnamfche driebaeldige Pagood, doende 108 nieuwe, gemeenlyk 100 oude Nagapatnamfche Pagoden op zuider Cormandel. Maar op noorder Cormandel doen 104 nieuwe , gemeenlyk 100 oude Pagoden, doch ryzen en daalen by verwisfeling , na dat 'er veel of weing in 't Land zyn. Voor 100 nieuwe Pagoden, heeft men gemeenlyk op Nagapatnam 345 ps. Pondicherifche Ropyen, 350 Souratfche of 358 Madraspatnamfche Ropyen. Pagood. Pagood f Nieuwe Tutecorynfche en Nagapatnamfche van 1707) is op het gehalte gebragt van 18 caraat 54 grein, behoudende het zelve gewigt, en 72^ Pagood per mark, dus is de intrinficque waarde van die Pagood 81ftuivers, hoewelze op Cormandel en de Overwal van Ceylon voor 90 ftuivers of Rds 14 gangbaar is, gelyk de andere nieuwe Pagoden, die daar gemunt worden. Pagood. Pagood (Portonovofche Goude) moest als  GlWICTEN VAN ÏNDIA. 42£ .als de nieuwe 19 caraat af grein toetten, • doch is in de laatste Jaaren tot 17 caraat, 9 grein getoetst;dus is het de flegtste van alle , zynde 8 per cento minder waard, als de voorige van 1767 van 18 caraat 5* grein, ia-tf per cento minder waard als de nieuwe Nagapatnamfche van 't gehalte van 19 caraat, af grein, en 20T'T per cento minder waard, als de oude driebeeldige Nagapatnamfche Pagood ; egter gaan ze buiten 's Compagnies Jurisdiche genoegzaam egaal met de nieuwe Nagapatnamfche Pagood. Pagood (Oude driebeeldige oude Engel- pagocn!. fch'e) op Madraspatnam geilagen; dezelve is als de oude Nagapatnamfche van 't gehalte van 20 caraat 8f grein, om de geheele Noord van Cormandel in gebruik. Pagood (Engelfche goude Ster-) mede te Pagoci, Madras gemunt, van 't gehalte van 8 mat, gelyk de nieuwe Nagapatnamfche; echter wordt de Engelfche by verwisfeling 2 a 3 per cento beter gehouden, en jongst tot 8 per cento, zoo, om dat 'er niet veel van gemunt word, en dies toezet zilver zynde, tot alles kan verwerkt worden, daar de Nagapatnamfche, die met koper gemengd is,, te bios toe.is. Pa-  43o Munten, Maaïen en Pagood. fagood (Goude Maan-) by de Franfchen te Pondichery geflagen, van 7t gehalte als de Ster - Pagoden , zynde g per cento beter als de Nagapatnamfche nieuwe Pagood. Pagood. Pagood (Ikeris Goude) word op Maliebaar gemaakt, en is op Cochim gangbaar voor 4 Ropyen of Rds. 2: 24: -. Ropy. Ropy (Goude Zodiac-) onder de Regeering van den Groot - Mogol Selim geflagen, door zyn Vrouw Nourmahal, zie Valentyn 4de Deel 2de Stuk, pag. 227. Ropy. Ropy (Goude Bataviafche) ook Derham Djawa genaamt is enkeld, dubbeld, of tweedubbeld, doch word niet meer gemunt, en is bilïioen verklaard. Van de geene die by de Compagnie of Particulieren nogoverig zyn , heeft de enkelde het gehalte yan 20 caraat, en weegt n engels, dus is deszelfs intrinfieque waarde omtrent ƒ 10: 24, en de dubbelde ƒ 20: f : 24}, zynde by Compagnies Boeken gereduceerd op ƒ10: ~ en ƒ20: doch onder de Gemeente pleeg de enkelde gangbaar te zyn voor 5 Ryksdaalders, en de dubbelde voor 10 Ryksdaalders; die van 1745 zyn van een fraaije Stempel met een  CÏEttICTEN VAN INDIA. 43?! een Haantje; die van 1766 met een 'Kruis, en die van 1782, zyn van 't gehalte van 19 caraat, en hebben dezelve waarde. Ropy (Goude Indoftanfche Sicca) ook R dat is Rds. 9: 40 Op Casfimbazaar gemunt, weegt dezelve 15 ana of 7 engels 34 aas, en derzelver waarde ryst en daald met het goud. Op Patna gemeenlyk gereekent op 15 Sicca Ropyen, doch doet dikwyls van 3 tot 9 per cento minder. OpDecca ryst dezelve dikwyls tot 16:, en daald weder tot 13 Sicca Ropyen. Ropy  432 Munten, Maaten e* Ropy. i R0py (Goude Souratfche) weegt een thola, u masfa, 19I aas,en rouleerd voor 15 zilvere Ropyen Souratfche, of Rds. 9:1 &, zynde dit de eenigfte goude Munt, die op Souratte word geflagen. Op Amadabath doet de Souratfche goude Ropy, mede 15 Ropyen. Op Denderayapour loopt dezelve van 144 tot op 15^ Ropy, en in de Ryken ■van Kets en Hallaar, van 15 tot 16 Ropyen. Ropy. Ropy (.Goude Perziaanfche) is intrinficq waard ƒ 16: 4: 13^, en is by 's Compagnies Boeken gereduceert op ƒ 16:, doch is in Perzien en Indoftan gangbaar voor Rds. 8 : —. Eopy. Ropy (Goude Napaelfche) doende maar 6 zilvere Ropyen. j.0py. Ropy (Perziaanfche Hendi) gangbaar a 84 Ryksdaalder op Batavia. ï.opy. Ropy ( • Amodi) deze mede. ïiapy. Ropy ( — Karinkamfche) dito.  Gêwigten yan iNTÏtA. 433 I I. Z I 1 V É R E MUNTEN. Ana is öp Bengalen altyd TV van een A** Ropy, dus is een Ana Sicca i Stuiver 151 penningen. Op Souratte is dezelve wel mede & van een Ropy, doch maar een Scuiver 14 penningen waardig. Chakeron van Trevancoor J gaan öp &jrCochim 28 op een Souratfche Ropy. keron- Cmmachië is op Mocha 1* Stuiver de Gjjenkeldei en de tweedubbelde 6 Stuivers ,**hiesanhde 40 a 45 op een Keizerdaalder, of. 60 ftuivers \ een Commachie is 2 Arvie, ten Arvie 2 Lax, en een Lax 6 penningen. Dubbeltjes (nieuwe) van het gehalte twt* van 6 penningen 23 grein, weegt een en- J gels 1 $ aas of 1504 ps. per mark; zyn mtrinfiècq waard i S'uiver is^tUHt Peilingen, doch zyn in Holland waard, en IV Deel. Ee loo-  434 Munten, Maaten en loopen by 's Compagnies Boeken voor & Stuivers Hollandsch of 32 penningen, maar in India zyn dezelve allerweegen gangbaar voor & \ Stuiver, 40 penningen of 10 Compagnies duiten; egter is 'er dit onderfcheid nog in, dat op Java, beoosten Samarang, die van de Munt Zeelandia en Westfriesland, beter gewild zyn, als de Hollandfche Munt, die weder op Souracarta en Djockjocarta in de bovenlanden geprefereerd word. En op Macasfar de Westfn'esfche, om dat ze grooter is. Poch aan de Kaap doen dezelve niet meer als twee Stuivers. üub- Dubbeltjes (oudej) van het zelve gehalbeitjes, te en gewigt, doch gemeenlyk befnocit, zyn in India maar gangbaar voor 2 Stuivers of 3z penningen, of 8 Compagnies duiten. Dh- Ducaton ("gekartelde Nederlandfche'zïU ïatoi). vere^ js verdeeld in halve, zynde 's Compagnies Standpenning op Batavia, Colombo en onderhorige Comptoiren, op 'c Eiland Ceylon , Sumatra's Westkust, Java, Chenbon, de Kaap, mitsgaders de groote Oost,  Gewigten Van India. 43S Oost, als Ambon, Banda, Ternaten, Macasfar, en Timor. Deszelfs gehalte is 1 [ penningen 7 grein, weegt 21 engels 51 aas a 10 azen of ftfö per mark. Volgens de bepaaling, waar na alle andere Speciën bereekend zyn > is deszelfs intrinficque waarde 66 Stuivers, hoewel ze in Holland de Edele Compagnie (waar voor ze alleen gemunt word) 64 Stuivers kost; dezelve gaat by 's Compagnies NegotieBoeken in Nederlmdsch Geld voor 66 Stuivers , doch in India s Geld voor 80 Stuivers, 't geen een vermindering maakc van 17 j per cento. Dezelve is op Batavia, Ambon, Banda, Ternaten, Macasfar, Timor, Sumatra's Westkust, Java, Cheribon en Malacca gangbaar voor 80 Stuivers of Rds. 1:32. dus is een zak van 1000 Ryksdaalders op Batavia 600 Ducatons, die moeten weegen 79 mark, 7 oneen 7 engels k 7^zi ftuks per mark. Op de Kaap is dezelve gangbaar voor ■72 Stuivere of Rds. 1: 24, en op Cochim voor Rds. 1: s7 of 24 Ropy; in Bengalen en Souratte alleen by 't gewigt, doch op Cormandel doen 100 Ducatons 76 nieuwe Pagoden, dat is ieder Rds. 1: 25 — ö Ee 2 Du*  436 Münten, Maaten eh Du- Ducaton (oude ongekartelde Zilvere) caton. van 't zeive gehalte en gewigt, en dus van dezelve intrinficque waarde, en in Nederland rouletrende voor ƒ 3 : 3 of 63 Stuivers, waarop ze by Compagnies Boeken ook gereduceerd zyn, doch in India, daar de Ducatons rouleeren, zyn dezelve waard 78 Stuivers, of Rds. j : 30, en dus is een zak of 1000 Rds. 615 oude Dueatons en 30 Stuivers, moetende weegen 81 mark, 3 oneen 74 engels. Aan de Kaap zyn dezelve zoo veel waard als de nieuwe. Fainum.' Fanum C Nagapatnamfche Zilvere of groote) is waard 6 Stuivers, en gaan dus 16 op een oude Nagapatnamfche Pagood. Fanum. Fanum (Chochimfche Zilvere) doen i{ Stuiver, en hebben 60 Bazaroekans, Fanum. Fanum Larïs (Zilvere) is op CanaLaris. noür gangbaar voor 6 Stuivers. GuMen, Gulden (Hollandfche) is alleen aan de Kaap gangbaar voor 20 Stuivers , doch een Kaapfche Gulden is maar 15 Hollandfche Stuivers. Go-  Gewigten van India, 4-37 Gomome Gin, vierkante Japanfchc Munt, Gomo. ., r,., ma Gin. waard 5 tail Zilver. Itagamma, Schuit, platte, langwerpi- itage Japanfche Munt, waard 62 maas, Es-s™u». faj 5 penningen 13 grein, weegen 5 oneen en meer. • Keizer daalder , is intrinficq waard Keizerƒ 2: 10; 6fii, loopt by Compagnies nieu-daaldcrswe Boeken voor fa: 10, doch is byna door geheel India gangbaar voor 60 Stuivers of Rds, j^- Doch op Souratte, alwaar dezelve " Keriat genaamt worden , doen dezelve gemeenlyk Rds. 1 ; 16:-». Op Bomeo te Puntiana doen 18-Keizerdaalders 36 Ropyen of 224 Ryksdaalder , waar voor men een tail Goud heeft. Kodo'na , of Bom , Japanfche Munt , Kodowaard 3 maas, Esfayeèrd 5 penningen 6~i™enot' grein, weegen 11 engels 16 azen. Mamoedi: in 't Ryk van Kets is de- M,. zelve gangbaar voor | Ropy of 10 Stui moedi. vers, weegende 105 ps. een pond HolEe 3 landsch,  438 Munten, Maaten en ïandsch, doende een Mamoedi 26 pei* zen, zynde deze in 't Ryk van Hallaag S a 25 per cento minder waard. n™- Nandiogin, vierkante Japanfche Munt, il0&' waard 7 maas, 5 Condryns; Esfaieeren x 1 penningen 8 grein, weegt 6 engeifch 19 azen. Paie. Paiemetit (nieuw Nederlandfch) beBe!lt- ftaande in Schellingen , Dubbeltjes en öcuivers, word by de Edele Compagnies Boekefi de zak gereekent op ƒ300: ÏTollandsch, moet weegeu 19 mark 5 oneen. Reaal. Reaal (Spaanfche vierkante) word ge» meenlyk by 't gewigt bereekend), zynde in Holland ƒ22: io| het mark waard, doch by *s Compagnies Boeken zyn dezelve gefteld op ƒ 33 : 6: ~ het mark. Dezelve zyn per fluk op Batavia, Java en Malacca, waard Rds 1: 12:, doch op Bantam ea Lampong, wel Rds. 1:16:, maar by de meenigte geeven de Chineezen ten vervoer voor de 101 Reaalcn 1331 Ryksdaalders. r"a;. Reaal (Spaanfche ronde) of Mexicaan«  Gewicten van India. 439 caanfche Pilaar, ook Reaal van agten genoemt, 's Compagnies Stand- en NegotiePenning op Malacca, Palembang, Jamby, Banjermaslingen Bantam, weeg ende ?| engels , en intrinficq waard ƒ 2 : 13 : *o*tt&V » Doch by 's Compagnies nieuwe Boeken in Nederlandsen Geld loopende voor 54 Stuivers of / s: 14: > en by de oude in Indias Geld, voor 64 Stuivers ot ƒ3: 4: -, maakende een vermindering van 15I per cento. . Op Batavia, Ternaten, Ambon, Banda, Macasfar, Palembang, Jamby, Banier en Cochim, zyn dezelve gangbaar voor Rd. U * Pees> doch in meen,Sce worden de 100 ingewisfeld voor i33t tot 138 Ryksdaalders, na dat de cours hoog'of laag is. Op Malacca loopt dezelve onder den Inlander tot Rds. 1 : 20:, en op Java én Bantam, a Rds. 1: 16: -. In China is dezelve 84 Coiadryns. Op Souratte word dezelve Laallekn'a genaamt, en doen de honderd , weegende 73 waal, Ryksd. 132: 24:, doch op Bengalen , de Kust, Perzien en Mocha, E,e 4 ZVI1 1  440 Munten, Ma aten zyn dezelve alleen te vertieren by *t gewigt. Sieaai. Reaal (Spaanfche ronde Kopfhikken) federt de Regeering van Carolus de Derde geflagen, en 2 a 3 per cent minder waard als de Pilaaren , om dat dezelve maar 10,18 inflede van 10, 22 Esfaieeren; in de Rank te Amfterdam worden de Kopftukken voor ƒ 21: iq: en de Reaalen voor f 22: _ 't mark ontfangen.' ftppis Ropy (Zilvere ZodiacJ) zie Ropy Goude Züüjuc. Ropy (gekartelde Bataviafche) ook Zilvere lierham Bjawa genaamt , in 1746 en 176Ó op Batavia geflagen, hebbende bet gehalte van 11 penningen 15 grein, weegende 7 engelsch 16 azen, of /ai^'per mark- en dus intrinficq waard f l: 3' 9}h doch loopt by 's Compagnies nieuwe Boeken voor 24 Stuivers. Onder alle foorten van Ropyen, plagt deze gekartelde de eenigfte te zyn, die op Batavia voor 30 Stuivers gangbaar was, doch federt het Biljet van den 10^ Maai* 1780, zyn de Perziaaniche, Bengaaifche e.n Souratfche er ook op gefield.  Gewioten van InöiaI 441. Op Ambon-, Banda, Ternaten, Ma. casfar , Java en Malacca, doen dezelve pok & Ryksdaalders, Een zak of 1000 Rds maakt 1600 Ro,r pyen, die moeten weegen 75 mark netto a 21 j per mark. Doch op Cochim doen dezelve 8 per cento minder als de Souratfche van 1782, Esfaieerd 10 penningen , weegt 23 Stuivers. Ropy (Zilvere Sicca Bengaaifche) van Ropy; de Moxudabatfche Munt, federt 1778 te Calcatta getranfporteerd, is altyd verdeeld in 16 Anas, en moet iqi maffa weegen; dezelve blyft Sicca, het eerfte Jaar, en Sonnewat, zoo lang de Vorst leeft, onder wiens Regeering dezelve geflagen is, zynde thans Shah Allum , federt 1761. Als 'er een ander Vorst aan de Regeering komt, worden alle de Ropyen van de voorige Regeering Herfenne genaamt. Deeze is 's Compagnies Negotie-Penning in Bengalen, waar'in alle andere Ropyen, die daar rouleeren, gereduceert worden; haar gehalte is van 11 penningen 18 grein, au penningen 20grein, weegende door eikanderen 7 engels 18^ aas, dat Ee 5 is  442 Munten, Maaten en is 2ixi of 2U Ropy per mark; dus is derzelver intrinfique waarde ƒ1:4: ifff& loopende by 's Compagnies Boeken''ia Nederlands Geld voor 25 ftuivers, doch in India's Geld voor 314 ftuiver, 't welk een vermindering maakt van 2o| per cent. Deze Ropy, is de courante Bengaaifche Munt, en op Hougli gangbaar tegen 3 i i ftuiver, en alle andere foorten van Ropyen worden tot dezelve gereduceert, met een zekere Rabat of Batta, dat door de Wisfelaars dagelyks verandert word. De Arcatfche, die op 30 ftuivers gereekent worden, hebben gemeenlyk een rabat van 6 tot 12 per cent. De Kalkatfche 4 u 6 per cent, en de Souratfche van 5 tot 7 per cento. Alle andere Sicca Ropyen, die te Casfimbazaar, Kalkatta, Decca, enz. gemunt worden, zyn van dezelve waarde, doch op de Plaatzen daar ze gemunt worden, doen die van vreemde Munt gemeenlyk een rabat van 5 tot 7 per cento. Ropy. Ropy (Herfenna) worden alle Ropyen 8'e~  Gewigten van India. 443 genaamt, die onder de Regeering van den voorigen Vorst geflagen zyn, rouleerende in Bengalen met een rabat van 5 a 7 pet cento tegen de Sicca Ropy, doch door ,, hcbzugt der Moorfche Wisfelaars, hebbenze jongst tot 11 per cento moeten •verliezen. Ropy (Zilvere Bengaaifche) van ver- Ropy. fcheide Munten, Esfaieerd 11 penningen 5 grein; is intrinficq niet meer waard aïs ƒ1:2:51, en by 's Compagnies Boeken gereduceerd op 24 ftuivers. Onder de gemeente is dezelve gangbaar voor 30 ftuivers, op Bengalen , Cormandel en elders; doch op Batavia, Java en de geheele Oost van India a 27 ftuivers, en federt 10 Maart 1780 weder 30 ftuivers, wordende in Bengalen door de Wisfelaars tegens Sicca Ropyen gereduceerd , met een rabat van 6 a 12 per cento. En op Malacca zyn dezelve niets meer waard dan 24 ftuivers. Ropy (Zilvere Arcatfche) van 't ge- Ropy. halte van 11 penningen 8 grein, word in Bengalen onderfcheidcn in Engelfche, die te  444 Munten, Maaten en te Arcat geflagen worden, en Franfchen, die te Pondichery geflagen zyn; dezelve zyn daar voor 30 ftuivers gangbaar; de Arcatfche hebben op Bengalen met de Sicca Ropy een rabat van 6 a 12 per cento , en de Pondicherifche worden 1 a 3 per cento beter als de Arcatfche gereekent. Op Batavia, Java, Malacca en de Oost van India, deeden dezelve mede 27 ftuivers, doph zedert den ioden Maart 178» weder 30 ftuivers» En op Cochim doen de Pondicherifche Ropyen 5 per cent minder als de Souratfche, doch de Arcatfche met 8 per cento.. Ropy. Ropy (nieuwe Zilvere Cormandelfche) van het gehalte van 11 penningen en 6 grein, vveegende 7^$ engels of 21 Ty^ per mark, en zynde intrinficq waard ƒ 1: 4: Dezelve loopt op Cormandel voor 30 ftuivers, doch is op Batavia, Java en de geheele Oost van India, niet meer waard als 27 ftuivers. Ropy. R0py (Zilvere Souratfche) doet altyd 16 Anas, en is Compagnies Negotie Penning  Gewigten van India.' 445 ning op Souratte en de Mallebaar, van het gehalte van n penningen 8 grein* weegende7 engels 18 azen, of 2iTVïper mark, zynde dus intrinficq waard 24 Huivers o7V penningen, en loopt by 's Compagnies Boeken in Nederlandsch Geld voor 24 Huivers, doch in India's, voor 30 ftuivers , maakende een verfchil van 20 per cento. Op Souratte doet dezelve 16 Anas of 100 Doekra , en is gangbaar voor 30 ftuivers; dezelve worden mede op Amadabach en Bombay gemunt, en doen zoo wel op Amadabath , Bombay , Bazyn, Denderayapour ,■ Mallabaar, Malacca als Mocha, 30 ftuivers. Op Bengalen is de Souratfche Ropy 5 è 7 per cent minder waard, als de Moxudabatfche SicCa Ropy. Doch op Batavia, Java en de geheele Oost van India, is de Souratfche Ropy niet meer waard als alle ongerande, of 27 ftuivers, doch zedert het Biljet van den icden Maart 1780 weder 30 ftuivers, doende een zak van 1000 Ryksdaalders 1777 Ropyen en 21 ftuivers, moetende wee-  44-6* Munten, Maaten en weegen 84 mark o^tV oneen a 21/^ ^ ningen. Ropy; Ropy (Zilvere Perziaanfche^) heeft het gehalte van 11 penningen 15 grein, weegende 7 engels, 20 azen of 21 /e per mark, en is intrmficq waard 23 Huivers 3i|$2 penningen;, zynde by 's Compagnies Boeken gereduceerd op 24 Huivers Nederlandsen Geld, wordende om de West van India meest gelyk met de Souratfche gereekend, en doende dus in Perzien en Souratte 30 ftuivers, in Bengalen 5" a 7 per cent minder als de Sicca Ropy, doch op Cochim 8 per cent minder als de Souratfche Ropy, en op Batavia en de Oost van India 27 Huivers, doch zedert het Biljet van den icd™ Maart 1780 weder 30 ftuivers. *°?y- Ropy (Pondicherifche^ van 11 penningen 13 grein. R°py. Ropy (BombayfcheJ) als de Souratfche* Ropy- Ropy (BafynfcheJ) als de Souratfche. Ropy. Ropy (Madrasfche) van 11 penningen .8 grein. Re-  Gewigten van India. 447 Ropy (Caljatinjafche) word op Bafyn 2 Ropy> a 3 per cento minder als de Souratfche waardig gehouden. Ropy (Zilvere Napaalfche) Ropy. Ropy (Haidernaikfche) den 2oflen Au- Ropy, guftus 1781 op Batavia geësfaieerd 11 penningen 6} grein , weegt 7 engels 9 azen, of 19f ftuivers. Ropy (Patnafche Elahi) op Batavia Ropy; voor billioen verklaard, en 1772 als Eslaieerende maar 8 penningen. Zilver (fyn) het mark van 12 pennin- Zilver, gen, ieder van 24 grein, is gemeenlyk in Holland waard ƒ 25: a ƒ 26: het mark, voor welke laatste prys het ook by 's Compagnies Boeken loopt na de nieuwe bereekcning, doch voormaals pleeg het bereekend te worden op ƒ 31: 7: 8. Schelling (nieuwe Nederlandsche) zyn- Scheide Scheepjes- en Hoedjes - Schellingen,in&van 't gehalte van 6 penningen 23 grein, weegende 49^ per mark, zyn intrinilcq waard 5 ftuivers, maar door geheel India zyn dezelve gangbaar voor 7} ftuivers,  44Ö Munten, MaaTen en vers, 3 nieuwe dubbeltjes of 30 Compagnies duitéii. Sche!- Schelling (oude) waar onder de Zesthalven gereekehd worden $ weegende- 3 engels 6 azen, en waardig in Holland 5^ ftuivers, als mede alle andere bemoeide en oude Schellingen, zyn in India gangbaar voor 6 Huivers, 3 oude dubbeltjes of 24 Compagnies duiten; Stuiver. Stuiver (nieuwe Nederlandfche) van fh gehalte van 6 penningen 23 grein; weegende 16\ aas , zyn in Holland waard een ftuiver, doch in India 1^ ftuiver, of 5 Compagnies duiten, of wel 20 Nederlandfche penningen. Stuiver. Stuiver (oude of befnoeide) is niet meer waard als een ftuiver, 4 Compagnies duiten of 16 Hollandfche penningen. Tail. Tail (Chinafche Zilvere) 's Compagnies Negotie ~ Penning op Canton in China, houd- aan gewigt 22{f engels fyn Zilver, en dus na de Nederlandfche prys waard 72| ftuivers , waar voor dezelve by Compagnies Boeken in Nederlands Geld loopt, doch in Indisch Geld voor 88 ft ofvers,  Gewigten van Indta. 449 vers, of met een vermindering van •per cent. Op Canton is dezelve gemeenlyk waardig 92 Tail Zilver voor 100 gekartelde Ducatons , dat is Ryksdaalders 1 : 39 en op Macao is dit een en 't zelfde, zynde een Tail 6f Condryns. Tail (Japanfche ZilvereJ) 's Compag- Tail. nies Negotie Penning in 't Ryk van Japan, weegt ló^ï engels fyn Zilver, is verdeeld in 10 maas; een maas 10 condryns, en zyn dus in Nederlands Geld waard 33 ftuivers, waar voor ze ook by 's Compagnies Boeken in Nederlandsen Geld loopen , doch in Tndia's Geld by de oude Boeken voor 40 ftuivers, maakende een vermindering van 17i per cent. Tical of Boat in het Siams, is de grootfte Munt, die aldaar gemaakt word. Het gewigt daar van is 91- engels, maarTicsi. 't Esfai' differeerd van 1 i penningen 4 grein , tot 11 penningen 14 grein ; de Siammers fchynen die Tical bepaald te hebben op 3: ftuivers, om dat ze 'er twee voor een ronde Pilaar geven, en si voor een Ducaton, doch zelden kun- IV. Deel. Ff i£H  45° Munten, Maaten en nen zy 'er dat voor bekomen, maar wel 30 ftuivers, dat veroorzaakt word, om dat men 'er de waarde niet van weet, of wel niet vertrouwd , want naar bovenftaande bevinding zyn ze waardig 294 ftuivers Nederlandsch. Halve en quart Ticals worden ook gemaakt. Een Casfy 20 Tail, Tail vier Ticals, Een Tical vier Maas, Maas twee Voeang, en een Voeang 800 Kouwers. 'II I. KOPERE, LOODE EN MINDERE MUNTEN. Aman- Amandelen, ook Pedans genaamt, gaan delen, op Souratte 60 op een koperen, en 40 o» een iooden Peis. .Bafa*  Gewigten van India? 45^ Bafaroekan, kopere, ook loode Munt **** van Cochim.. Boeferaeks, de naam die de Portugee- Boezen geven aan de loode Peys. feroeks' Casje, kopere Colombofche Munt op casje. Ceylon van een Huiver, Cormandelfche Munt, waar van 360 een pond wegen, doende 80 ps. een goude Fanum. Cauris , zeker foort van Kinkhoorns,rUCau" zynde in Bengalen gangbaar, na de quan~rï* titeit die 'er is; 4 Cauris doen een Gonda, 20 Gonda een Ponny, 16 Ponnys een Kaon; gemeenlyk doen 60 Ponnys of 4800 Cauris een Sicca Ropy , doch dit ryst fomtyds tot 64 , en daald ook weder tot 50 Ponnys. In Patna en Behaar doen 4 Cauris een Gonda, 3 Gonda eenDaraerie, 2 Damerie een Tjadauw, en 4 Tjadauws een Peza , waar van 40 a 50 op een Ropy gaan, Daboes , kopere Souratfche en Cod; Daboes, mandelfche Munt. Duit, is in Holland een agtfte yan een D«t* Ff a ' ftui-  452 Munten, Maaten en Huiver of 2 penningen, wegende ruim 2 engels, doch om de Oost van India zyn 's Compagnies Duiten met haar merk geteek end alleen gangbaar, en zyn dubbeld zoo veel waard, namentlyk 4 penningen, gaande 4 duiten op een oude, en 5 op een nieuwe Huiver, of 10 opeen nieuw Dubbeltje, en de halve pro rato: ze zyn •meest getrokken op Batavia, Java, Cheribon , Bantam en Lampong , doch de halve op Lampong niet, hebbende voor dezen op Java en Cheribon door gebrek wel eens 384 ps. of ƒ 4: 16: voor een Ducaton gedaan, doch thans op de ordinaire prys. R>- Kippings ("zie Pitjes, kopere Javafche) f aifa?. Paifas, kopere Munt van Patna, waard 10 a 12 penningen Hollandsch , gaande in 1780, 61 op een Sicca , en 59 op een Souratfche Ropy. Peys. Peys, kopere Souratfche Munt, doende daar gemeenlyk 42 een Souratfche Ropy , ook 60 Pedans of Amandelen, weegende 34 || een pond. Te Amadabat gaan dezelve van 38 tot 4 a in een Ropy. - - Te  Gewicten yan India. 453 Te Denderayapour gaan 'er 50 a 60 in een Ropy, en ieder doet 4» Cauris. Te Kets doet ieder Peys 4 Arreeks.Nooten. Te Hallaar doet ieder 18 Amandelen. Peys, loode Souratfche, gaan 68 min of meer op een Ropy, en doen ieder 40 Amandelen. Te Bombay, en by de Portugeezen, die ze Boeferoeks noemen, gaan 80 op een Ropy. Pitjes, een loode gemengde Munt, Pitjeswaar van 'er op Batavia voor dezen 4 voor een duit gingen , doch thans zyn ze 'er niet meer gangbaar. Op Palembang doen 8 Bos, ieder van 500 ps. of 4000 ps. een Spaanfche Reaal. Op Cheribon doen die van f tin en $ Ipod gemengd, 25 voor 2 duiten of 125 voor een nieuw Dubbeltje, doch dit ryst en daald confiderabel. Ff 3 °P  354 Munten, MaAten en Öp Bantam weegen 6000 \ pond, en gaan $5 op een duit, doch op de Lampongs zyn ze niet gangbaar. Op Sumanap en op Java, gaan de loode Pitjes 8000 ps. voor een Spaanfche Mat, F Pitjes. Pitjes (kopere Chinafche of Japanfche) ook Kippings genaamt, gaan in Java's Oosthoek 405 a 410 voor een ronde Spaaniche Reaal na de cours. Sent. Seni, kopere Japanfche Munt, doende de 6 een Maas. SeBi' Smu yzere Japanfche Munt. VYFDE  Gewicten van India. 455 VYFDE HOOFTDEEL. VERZAMELING VAN INDISCHE MUNTEN. Alphabetifche Lyst der Munten, befcht even by de Verhandelingen. nb. Een matk is a oneen. once is so Engels. Engels is 3» azen. caraat heeft ia grein.? of lgs — Penning 24 Door my verzameld. Gewigt Esfai ' «ng. azen. car. ga*. Affefte, zie Ropy Indoftan. Ana is fs vap een zilvere Ropy. Arpe zilvere op Mocba. 34 Amandelen, 60 een Peys. 93 Abacfy, zilvere Perzifche. Poontje, zie Itfebu. Boon, zie Codoma. Boat, zie Tical. 31 Bafaroekan, kopere van Cochim. 22 ■ ■ loode • 1 » de 60 een Fanum van Cocbini. JBoeferoek, zie Pc-ys, loode. 1 Coupang (goude oude) van Japan. . . II : J#- II« <• 2 . - ( nieuwe) -. . 8 : 16. 1$ • Crufaad Portugeefcbe. . . . 21 : 27» 23 : 9. 26 Chakeron, zilvere,opMallebaar, 28 eea Ropy .... 27 Comachie , — Mocba , 20 een Ropy .... Ff 4 «6  456 Munten, Maaten en Gewigt Eslaf . , ■ . „ eng. azen. car. urein; 46 Casie, kopere Ceylon fcIie, 80 een Fa;mm. 35 Cauris, Kinkhoorn, 80 een Peis, 5120 een Ropy. Coieafe Munt, zilvere (zie Munt) Cambodiafe zilvere Munt (zie Munt) 75 Calijoen goude van Trevancoor. 99 Cbapekas , Chinafche kopere. 57 Ducaat, Nederlandfche gekartelde . . 2 : 9. 23 • S 64 dubbelde. t-,6 - . Hongaarfcbe. 58 ' Venetiaanfche . . .2:9. 23:10. 59 ■ Turkfche . . " 1 • 22' 20 ' si Dubbeitj» ... , ; 6;t ' Ducaton . . . . ai • 5l.H f 7 30 Daboes, kopere Souratfche en Corman'- ' ^ delfche Munt van Japans Sraafkoper. Duit, kopere Nederlandfche. 98 Dokader, kopere van Gufaratta. 44 Fanum, goude Cormandelfche, 24 een J'aëood • . . . 7:>9.-.-. •*4 ■ 1 Ragia. 1 Cananoorfche. ( 44 —. Calieoetfche. 1 1 Tutecorynfche. 45 zilvere Nagapatnamfche, 16'een Pagood. 45 • Cochimfche. 45 Cananoorfche. 47 Goud fyn van 24. caraat. Goude Moor, zie Ropy Indofranfche. Goinée Engetocb . . . 5:13 22' — Gulden. ' * Gemonegin, zilvere Japanfche. Gondq, 4 Cauris. 76 Gapolie goude van Paleatchery.- 3 Itfe-  Gewigten van India. 457 Gewigt Esfai eng. azen. car. grein. 1 Itfebu, goude oude ran Japan . • 2 : 28. 13= 8. 1 , nieuwe . . 2 : 4. 15 . 9- 7 Itagama, zilvere Japanfche, ook Schuit. 100 : 8. S r». 8a Iftamballi, goude Turkfcbe. 5 Kotfubang goude van Japan . . : ]3- 2° [ *• Keizerdaalder • • • • :*J. Koan, 16 Ponnys. Kipping (zie Pitjes.) _ 8 Kodoma, zilvere Japanfche, ook Boon. . n-io. 5 ■ »+. Louifen (Franfche) . . • 2:7-22:6. Lax, zilvere op Mocha. 91 Laris, zilvere Maldivos. 80 Masfa, goude Atchinfe. 28 Mamoedie in Perzien, zilvere. 23 Masfa i Retty gewigt, i©£ een Ropy,, 37 Maas van Macasfar goude. 53 Medaille van 'c Genootfchap. 54 —, . de Prins. 55 van der Parra. 48 Munt, zilvere Corealche. 49 . Cambodiafche. jo Quedafche. , 63 Munt (Leydfche nood-) 65 . (Zeeuwfche nood-) IOO . Talichery. 6 Nandiogin. zilvere Japanfche Z ' * 6:19. iïïzS* 92 Naderi, zilvere van Ispahan. Obang, Goude. 40 Pagood, Goude oude Nagapatnamfche . 2:7.20: g. Al , .nieuwe ■ . s: 8. 19! *f- 42 1 Tutecorynfche . . 2: 7» l% '• 5J2- 43 , 1 Pcrtouovófche . . 2 : 7. 17 •" 9- 38 Pagood. dricbeeldige Engelfche (goude). —:—. 20: 8. - Ff s 39 Pi"  45$ Munten, Maaien en Gewigt Esfai 59 Pagood, goudë Engelfche Star. 78 . . , canariefche. " f ' V ' — Franfche Maan. 79 , lkerjs_ 83 Pardaus ("zilvere Goafche.) Piftool (Spaanfche) . ; - êtu,9iU9a Payement zilver (zie Dubbeltjes ) Pidang (zie Amandelen.) Ponny, eo Gondy. 49 Paifas, kopere Patnafcheen Souratfche ook Bafaroekan van gegoote koper, met s Compagnies merk; ook Boeferoek. 33 Peys, loode Souratfche, 64 een Ropy. g Pitjes, Japanfche zilvere . . . 2 : a4. 8 : 22; J2 ' kopere. 43 yzere. 14 — Chineefche kopere. *5 •—— Palembanefche kopere. 16 Cheribonfche loode. Si kopere Tonkinfche. Quedafche Munt, zilvere. Zie Munt. 96 Reys kopere van Goa. Ropy Zodiac, goudeen zilvere ai Ropy goude Bataviafche 1765 . ; a-io. ao*~ ' 1782 . . 2:10 io- . ,t9 . . lndoftanfche . 77 , Bombayfche . . ' i\ V ^ J 6° HZ Perziaanfche Hendi . . 7:' 2~ 23^10! , ' "" Amodi . . 7: 4. 23 : 3. " ■ Karink;mfche 7: 3 —•—. 20 " 1 ■ Napaalfche. Ï7 zilvere Bataviafche i746 , i 2i . 2Q. „ . I?> ib . I76s < _ 8:t6. 11:15. >, ' • • 8:16.10: — . ~ Sicca Bengaaifche . ; 7:18. 11:20. ** Herfenue — . of oude Sicca. 69 Ro-  Gewigten van India. Gewigt Esfai eng. azen. car. grein. eg Ropy zilvere Bengaaifche Arkat . * —: —. n: 5. 89 Arkats . . . —; j—• }1: 8- Cormandelfche . . 7:18.11: 6. 68 , Souratfche . ; 4 7:18. ti: 8. ?I , Perziaanfche . . 7 : 20. Xï : 1S'. g^ —— Goafche. 87 „ Pondicherifche . . — —.11:13. ' . . Nadri» . . . 7:13.11:18. 35 . ■ Bombaifche . . 1——• n : 8. g6 , Bafynfche . . . — : —. n : 8. gg . - 1 Madrafche - » . —:—'• 11 : po . . Maldivofche. . . .. . Calatingafchc. ■ Napaelfche. 70 Haidernaikfche. 72 - ,. . . Patnafe, Biljoen. 1 25 . _ . Elahy, mengelmoes. 67 - . en gedeeltens. 52 Reaal, Spaufche vierkante . m \ 17:16. ïi :—r. 52 . , . ronde. 52 Kopftukken. Ryder, Nederlandfche . . ; ö:itf. aa: 1. 24 R«tty 8 in een maffa gewigt. 74 Ragia goude van Cochim. 97 Rafle kopere van Masquetta. , Schuit (zie Itagama) Schelling (zilvere) , " —:—. 6:23; 47 Silver (fyn). Stuiver * . i . ■—; 6f. 6: 23. 81 Sirmabab goude Turkfche. 94 Tanjas kopere van Goa. 1© Tail (zilvere Chinafche) , . . 22 : 8. —:—'. H , Japanfche . , . 10 : 5. —:■—. 36 Tical ( Siamfcbe) . . . 9:16. ix: 4. 73 Tare van Mallabaar. Tonkinfe Munt (zie Munt) Pitje. 95 Wintin kopere van Goa. Zeni (zie Pitjes.)  4°o Munten, Ma aten en MANQUEERENDE. Cruzaad, goude Portugeefche. Dubbeltjes.» Ducaton. . } Duit. . J Nederlandfche, Gulden. . . Ryder.. .J Guitiée, Engelfche. Louis, Franfche. Gomonogin. 7 t ., Obang. . J JaPa"fthe. Piftool, Spaanfche. Ropy , goude, 1782. Zodiac - Ropyen. Alaan - Pagood. TWEE-  Gëwigxen van India. TWEEDE DEEL. GE WIGTEN £ N M A A T E N. In de verhandeling over de Gewigten en Maaten, zullenwe eerst handelen over de ongelykheid der zelve, en haare intrinficque waarde toetfen aan de oneen. In de tweede plaats "de geene aannaaien , die by de Compagnie in gebruik zyn. En dan die, welke onder Particulieren cours hebben. EERSTE HOOFTDEEL. Dezelve onder elkander yergeleeken. Het gewigt van Goud is een mark van 24 caraat, ieder van 12 grein; en van Zilver 12 penningen, ieder van 24 grein; 'dus is een Esfai mark altoos 288 greinen, en ieder grein 16 kleencjes. Daar  4& Munten, Maaten e$ Daar en tegen heeft het Munt - Gewiet i pond, doende 2 mark of 2o ]n08d 1 mark . . s nt1(,P ; ■ • ? once • • 5*~°azen. i once . i t 20, engels . 640 1 1 engels . . 4 fierling . 32 < 1 troisken . t a deursken . 8 - , 1 deursken . . 2 azen. wSiii ?6n Cenfenaar, 100 pond. £en pond, 2 mark, 16 oneen, 32 l00d ten once, 20 engelfchen. Een engels, 32 azen. & to ™?oorh Trois _gewigt'van l P^via's Reaal gewigt, van 64 reaal tot Tv reaal. Chinaas Tail gewigt, 't Catje is 16 Tail. Een Tail, 10 Maas. Een Maas, 1 o Condryns of Zaga, waar van 3 een vier- en-twintigfte reaal of 72 een reaal fyn. Japans Tail gewigt. Een Catje is 16 tail. Een tail is 10 maas.' Een maas io condryns, doch zeer verfchillende in zwaarte niet de Chinafche. Een  Ge wigten Van India; 45£ Een Hollandsen Goud-Gewigt, verdeeld in 8 lood. i of S engels. Een Doos, waar in 4 engels. 3 . % j —— 6 azen 4 —* 3 2 Een Munt - Gewigt van Louïfen, Ducaten, Gunées, enz. Een Juweel-Gewigt van 400 tet %U egraat. Apothecars Gewigt. §. once, 8 Drachma. ge. half once, 4 Drachma, 3.  454 Munten, Maaten en 3. Drachma, is £ Scrupel; É. Scrupel. C. halve Scrupel. Goude en Zivere Toets -Naalden. TWEEDE HOOFTDEEL. Vergelyking met de Nederlandfche. ScheePf-Een Last worcj jn 't gemeen genomen "sc" op 4000 ft., en ftaan by bevragting gelyk met de 2 Ton in Engeland en Vrankryk: Een Kelder met 15 flesfen Drank . j . weegt 110 tb Een Kast met 50 flesfen Rozewater ... . —-— 100 — Een vat Vleesch ? . . 750 — Een vat Spek . . 1 470 _ Een vat Boter . . . 420 — Een legger Drank . . 1400 — •Een aam —-— . . : . 390 — Een bottel Wyn. . . 4 — Een vat Teer . . . 510 — Een Chineefche plank . , 25 — Een balk panjang Lima . 100 — Een kist Nagelen . . I *&\— Een. Kabeltouw van feven • duim . . . 1150 - Een  Gt wigten van InüIA. 4<$5 Een Reep lang 120, 8 voet 5 duim . • weegt 750 ft Een Yzertros van 14 of Steng, . . • 600 - Eèn zwaar Touw van 18 duim . • • 89-0 - Een hoed Smeekolen . . 2370 - Een last Tarw 46 maten van 5 gantings . • 3166 — Een . — aan de Kaap !8 imüdd. a 175 . . 3'9° - Kanon Metaal van 36 . 6500 — 24 . 45°° - — 18 • 3600 - , , 12 . 2400 - , . , 8 . - 1600 + 6 . , , ,, 1200 — Een Last 2000 pond. Ba!Iaft- Een Last is 27 mudden van 4 fchepels Koorn. of 36zak,ieder van 3 mudde; de verkoop gefchied op een bepaald gewigt, welk de Verkoper verpligt is twee dagen in Hand te houden. I Zak Poolfche Rogge . houd 116k 124 ft I Pruisfche > • —— 115 - 12 2 — ! Kaapiche 127-128 ~ - IV Deel. Gg 1 £™>  466 Munten, Maaten en i ZakPoolfcheTarw' . houd 120a 130& 1 — Zeeuwfc . — 124- 130— 1 — Kaapfche ,. 138-139- • 1 — Garst . . . 84- 90 — By verkoop in 't klein word een Scheepel nog verdeeld in 4 vierde vat van 8 Kop. Alle Craanen worden verkogt tegens «en zeeker getal Goud-Guldens van 28 ftuivers per Last; alleenlyk Boekwyt, Erweten en Boonen tegens ponden Vlaams van 20 Schellingen. EenLast.. Een Last Teer, is Ton. Teer. J Een Last Etn Last Haring, is 14 Ton, zoo als Banng. ze ujC gee komt ter verzending, en men koopt ze op 13 of 12 Ton. Een Een Schippond is 300 ib. of 20 Lysttlal' Pond a 15 ft: Hennip, Vlas, Touwwerk, en meer andere Goederen, worden by dit Gewigt verkogt. EenCen. Een Centenaar, is 100 pond. ttnaar. Een Centenaar te Londen, is vier Quarters van 28 1b, welke 112 pond, ge-  Gkwigten van India. 467 gelyk Haan mee 1021 pond te Amfterdam. Een Honderd (Zout) is 404 maaten, Fe* die omtrent 7 Last uitmaaken; 25 mooy te St. Ubes, maaken 100 Zout te Amfterdam. Een Aam (WynmaaO is 4 Ankers,^ 64 ftoopen of 128 mengelen. Een Anker, is 2 Stekan, 16 menge- Eea len van 2 pinten of 8 musjes. Een Oxhoofd behoord te houden 192 Een o* mengelen, doch houd het nooit. ho° • Een Viertel CBrandewynmaaO is 6t\ Fen mengelen, de verkoop gefchied by 3oVltltc!» Vieriels. Een Aam COlymaat) is 120 menge- e*» Jen van 8 musjes. Een Otiarteel (Traanmaat) is 12 Ste- ij? kan van~i6 mengelen. Een Smalton, is 96 mengelen. sm^uSa. Een Ten Bier, is 128 mengelen. £enT™ Gg 2  '468 Munten, Maaten en Een Een vierdedeel Hollandfche Boter U 2Sd.e 80 ft nect0' naar Indiën gaan agtendeelen van 40 ft, men heeft ook zestienden of kinnetjes van 20 ft. De Bank De Bank te Amflerdam, neemt de fterd™ hollandfche goude Ducaten aan tegens J 355 • 13 : - 't mark, de Spaanfche Hukken van Achten, ook de Mexicanen en Pilaren tegens ƒ22: j3:- 't mark. Goud of Zilver in Baarcn, word niet dan in buitengewoone omftandigheeden aangenomen; de agio van het Bankgeld is gemeenlyk tusfchen 4 en 5 per cento. Aan de Kaap de Goede Hoop , word de Tarwe voor Nederland van de Boeren gekogt, by de Wagenvragt, tegens 18 Ryksdaalders. Een Wagenvragt is 1 o Zak, ieder van 1 mudde Amfterdamsch , en moetende weegen ten minsten 180 ft. DERDE  Gbwicten van India. 46*9 DERDE HOOFTDEEL. Notitie der Maaien en Gewigten, ift gebruik voor r$ Compagnies Goederen; als: Ambon, Nagelen in Zakken, de Baar Ambon, van 550 ib a Rds. 56: - Moer Nagelen in Zakken de 550 ib 28; Hartshoorn in Bosfchen (_a). Banda, Noote Muscaat kost 13^ pen- Banda. ning hec pond. Foely by de Soekel van 170 ib de 6 ib 8 ftuivers. Paerl d'AmourSchulpen in kasfen by 't pees Ternaten, Goud, 't Reaal van 20 Ca-Ternate. raat 5 grein, a Ryksdaalders 10: - (c). Maeasfar, Slaven a 60 Ryksdaalders. MaSapanhout Bimas a 50 ftuivers de i25^asfar* ib (d). Ti- (a) In de Memorie van Menage, i Mey 1753 «93 Refolutie 23 July 1753 PaS. a» e!1 die van 9 Mey 1775 pag. i. (b) Dito 19 en dito pag. z. (c) Dito pag. a8. pag. 2. (d) Pag. 26 en pag. 3. Gg 3  47^ Munten, Maaten en Timor. Timor 9 Wasch by 't Picol i6| Ducaton. Sandelhout (e). Sa- Sumalrds Wes-Kmt, Goud van 20 Caraat a 18 Ryksdaalders. Peper a 6 Ryks,Kust. daalders de 138 ib. Campher Baros. Benjuin C/J). SiaH1- Siam, Goud ƒ2*: -. de Tical van 22 Caraat gehalte. Sapanhout a/a 1.0. de joo ib. Elephants-Tanden van 30 ib, het pond ƒ 1: 13.-. Cg). J«va. Java, Ryst gecontracteerde a 3400 ib deCoyang ƒ29: 14: -. Catjang deCoyang 3400, ib Contingent ƒ49: 10: -. Poedersuiker in Canasfer met 30 ib tarra, 't Picol a ƒ 6: 8 : n. Indigo in Kisten, 't Picol ƒ165: -: -. Peper zwarte de 125 ih ƒ 13 : 1 7t- Lange Peper by 't Picol in Zakken f 1 1 : 17: j o. Staart Peper by 't Picol in Zakken ƒ 11: 17: 10. Cardamom Java in Kasten, de 100 ib ƒ 50: ~: -. Mostert, 't Picol ƒ24: 15:-. Aard-Oly, de Kan f-:A: 15. Zout by't Last van 58 maten a 75 ib ƒ 14: .. Klapper-Oly in Ba- (e ) Pag, 44 en pag. 3. (f) Di to pag. ^ en pag. 3. (g) Dito pag. 53 e» pag. 3.  Gewigten van India, 47e Balies Contingent, de Kan a ƒ 3: 11: h Catoene Gaaren in Baaien , by 11 icol ƒ89: 10: 8. Tammaryn in Balies by t Picol voor Ryksdaalders 4: -. Coriander de 100 ib ƒ 1 : to: Casfia Fiftula de 100 ib ƒ 30: -:•« Houtwerken na de grootte {h). Cberihn , Coffy de 125 ft a 2/, Duca- cheton 't Picol. Suiker a 2/* Ducaton t Pi- ' col. Arreek a 2Ty5 Ducaton 't Picol (t). Bantam, Peper by de Baar van 375 ft Ban* a 15 Spaanfche Reaalen. Capofc in Zak- ; ken, Ryksdaalders 2J't Picol (&)• Palembang, Tin in Schuiten, by 't Pi-paiem. col van 125 ft a 10 Spaanfche Reaalen. ba5SCajang-Matten, 't 100 ƒ 4: 1: -■ PePer 't Picol 125 ft a 8 Spaanfche Reaalen. Drakebloed 28 Spaanfche Reaalen de Picol van 125 ft (/). Banjer, Peper by 'tPicol a ƒ 16: 5: 5$, Banjer. (ƒ?) In de .Memorie van 1753. pag. 5(ij Dito pag. 29. (k) Dito pag. 33. ( /) Dito pag. 37- Gg 4  472 Munten, Ma aten en Diamanten, 't Caraat van f 14: tot ƒ 82: - (?«), Tvia- Malacca, Tin aan Zeugen, kosteniaCLd- de de Baar van 32 tb ƒ86: ,8 : -. Tin in Inktkookers, de Baar van 34 ib, 't Picol ƒ 9» : 16 -. Sago in Kisten. Geele Aarde (11). CMi», CMna, Porcelynen in Kasfcn. Drogeryen. Stoffen, Nankingslinnen in Kas. fen (ö). Japan. Japan, Staaf koper in Kisjes de 100 ib Th. 15. Campher in Balies, de 190 ib Th. 23 Q>). ccyion. Ceylon, Caneel in 'Baaien, bruto 94 netto 80 ib, koft de" Baal Ryksdaalders 10: 7: en aan de Manillafche Kooplieden verkogt voor Ryksdaalders 216: 32: -. Cayer by de Bos van 24 ib. Salcmpoeris grof gebleekt, lang 22, breed ii. enz. Qq) ' . Een~ ( « ) Dito pag. 41, ( n) Di;o pag 45. (.0; Dftó p::c. 5i. ( p ) Dito pig gr. (f) £>«o pag 65,  Gewioten van India. 473, . Bengalen .Salpeter in Zakken a ƒ 7: 16 Ben, de 100 ib. Amphioen in Kisten a 150 ib.salenpetto a ƒ390 de 100 ib ieder. Gerasfe lang 36, breed 2^ 'tPak'8ops. Goenips ƒ23: 3 : 4 de 100 ps. Pakgaaren de 100 ib. ƒ24: 14: 8. Zyde Stoffen. Chitzen (ƒ j. Mallebaar, Perzifche Zwavel - Aarde, leb^" ƒ 11: - de 100 ib. Zwarte Peper, 5 Huivers 't ib. Roode Perziaanfche Aarde (s). Cormandel, Rogge- Vellen , 't Pak aj^p 3oo ps. Lywaten, Guinées gemeen ruuw lang, soelle iyT 't Pak a 40 ps, Guinées, bruin blaauw, lang 50 el H 'tPak a 40 heele of 80 halve. Salempoeris fyn ge- • bleekt, lang 3 2, breed 2* Cob. t Pak van 100 ps. Salempoeris gemeen, 't Pak van 80 ps Baftaas gemeen gebleekt, lang 33 breed i\ Cob. 't Pak a 80 ps. Parcallen fyn gebleekt, lang 16, breed %\ Cob., 't Pak a 200 ps. Parcallen gemeen, 't Pak van 160 ps. Moeris gebleekt, 14 Caal, lang 18, breed 24, 't Pak van 100 ps. Gingan Casfa Chela, lang 21, breed 21 Caal, 't pak van 100 ps. Gingan Dron- gan, (r) Dito pag. 93. ($% Dito pag. 137. Gg5  %74 Munten, Maaten ew gan, lang i6, breed 2 Caal, 't Pak 100 ps. Zeyldoek ruuw, lang 36", breed ii Caal, 'tPak 50 pees. De Namen der Lywaten op Bengalen , Cormandel, d?Overwal van Ceylon ef Kust Madura, Mallebaar en Souratte. De Lyivaten worden in de volgende foorten onderfeheiden; als: r. Guinées, word weder van 8-a 24 Caal Gewee-onderfcheiden. Sa°n Moeris , . . Van 14tot 24 Caal vso wit- Secruton. « Ca- Bafta. Gingan. Keeper. Parcallen. Salempoeris. Otizaal. Solagesjes. Betilje. Casfa. Doerias. Tjangan. Vlaggedoek. Gerasfe. Tjerindaan. Malmole. Nam-  GïWICTEN TAN INDIA. 47$ Namfoek. Chelas. Ge'. Cambayen. weeven Phoras. vanse' . couleur. Gingan. de Ca. Roemaals. toen. Neusdoeken. Chitzen op geheel Noord-Cormandel J Gedruk- Bengalen en Souratte. teopwit Pitolen. LywaatChitzen op Zuider - Cormandel. Serasfen. fchiiderd Tapies. »p wit Spryen. Rokken. - v; Ge- Blaauv/. Jf^ Rood. ^waat. Zwart. VI. , Gewee- Armozyrv ven 2y. «Ie. Alegia. vu. Bodedaar. Gew«e- Soesjes. Goud. Sigtermans-Sayen. vm. Oetema. Gewee- j»a.yen Zy.  476" Munten, Maaten en Patola. Moga. Badela. 1 Tjerindaan. Bafta zwarte breede, lang 23, breed j/5 enz., ieder Pak 50 Pees. Niquanias,fen, lang 131, breed ij enz., 100 ps. 't Pak. Deekens, lang 4, breed 21 enz., 40 pees 't Pak. Vlaggedoek, lang 20, breed i/*enz., 100 Pees 't Pak. Patolen (/> erziën. perzjënf Cachou in Kisten, f4,1:6:de 100 ib. Etter van Rozen, ƒ4: 2: - de Tholen. Zegel-Lak in Mandjes, ƒ360: de 100 ib. Galnoten in Baaien, ƒ48 : de .100ib Gum Arabicum in Kasfen, ƒ48! de .,100 ib. Zeep in Kisten, ƒ 10: 10: - de 100 ib. Roozewater in Kasjes van 25 flesfen, ƒ360: de 100 flesfen (u). ^ KaaP- Kaapt Tarw' a ƒ 120 't Last van 5200 ib O). Bala- (t) Dito pag 153. (u) Dito pag. iói. (v) Dito pag. 165.  Gewigten van India. 4.7? Batavia, word ingekogt Koffyboonen, 't Picol 6 Ryksdaalders. Catoene Gaar en. Indigo. Peper Palembang . 6 Ryksd. 't Picol. Sapanhout Siams . 21 - : Tin Bancas . . 15 ■ Gember geconfyte .321 —-— — — ' Zuiker - Karidy . . 7? Zuiker-Poeder . 4ï - Notitie der Maaten en Gewigten, die in Indien in gebruik zyn. Batavia heeft de Coyang, Last, Kan,Batavia. Legger, Aam, Kit, Gantang, Tjayang, Takkar, Laxa, Tombak, Pantjar, Vaam, El, Pond, Picol, Catti, Goud-Gewigt, juweel-Gewigt , Tail-Gewigt, Brood- , bakkers-Gewigt, Bak, Hoed, Vorm, enz. . Amboina , Baar , Barotti, Gantang 5boiA™* Coyang en Picol. - Banda, Picol, Soekel, Baar, Coyang Bands, en Catty.. ■ Ternaten, Last, Coyang, Bamboes, TerGantang, EI, Kan, Roede, Picol, Ka-naten' baan, Barotti en Goud-Gewigt. Ma-  4?8 Munten, Maaten en Ma- Macasfar, Coyang, Last, Gantang, casf»r. Kan, El en Picol. Banjer. Banjer, Goud - Gewigt en Gantang. Timor. Timor, Baar, Coyang. Paiem- Palembang, Baly, Gantang, Goe'ak, ban£' Picol, Catty, Goud-Gewigt. China. China , Tail, Picol, Catti en GoudGewigt. Japan. Japan, Itje, Picol en Goud - Gewigt. Ma- Malacca, Coyang, Gantang, Picol, lacca. parra? LasCi Kjt? Kan? Roede? yoetï Elle, Goud-Gewigt, Baar, Kips, Bidoor, Koker en Canasfer. Suma- Sumatras West-Kust, Baar, Coyang, west Catje en Goud-Gewigt. Kust. Ben- Bengalen, Maon , Ceer, Goud-. Jugalen. weél- en Paarl - Gewigt, Ges, Cobido, Pak, Marado. cor- Cormandel, Baar, Candyl, Cantalium, HUHdel' Arn.on.am, Maon, Ceer, Coyang, Par- ra,  Gewigten van India. 479 i-a , Cobido , Ges , Goud- en JuweelGewigt. Ceylon, Baar, Amonam, Coyang, Par-C^ion; ra, Cobido, Pot, Pak, Anam, Catty. Mallabaar, Pond, Parra, Modit en^-k Coyang. Souratte, Candvl, Maon, Ceer, Jard,^SouGes, Goud- Juweel- en Paarl - Gewigt, Phorra, Palie, Baar en Frazilla. * Kaapd» Kaap de Goede Hoop, Last, Aam. ^ Java, Coyang, Picol, Catje, Gan- Java. tang, Takkar, Kan, Vaam. Cheribon , Coyang, Kan , Gantang, Oxa Sanga, Tjajang, Roede, Voet, Pond,lib°«Picol en Catje. Bantam, Coyang, Gantang, Picol, Ba*» Catje, Baar en Goelak. tam- VIER-  48c» Munten, Maaten ên VIERDE HOOFTDEEL. GE WIGTEN EN MAATEN. Aam. Aam, is een Vat, dat in twee halve verdeeld word, en 6 Aam doen een voe* der wyn; by de Edele Compagnie houd een Aam, diep 22 duim, io2f kan van 2 pintjes, uit Nederland komende; doch word in de Dispens ontfangen voor 97 kan, en weder verftrekt voor 90 kan van 10 musjes ieder; en onder Particulieren by verkoop, item aan de Kaap de Goede Hoop op 97'kan gereekend. Amo- Amenam, Areek is op Ceylon en Cornam. mandel 20000 ps. Areeks-Nooten. Annam. Annam, is op Ceylon 240 pond pady. Baai. Baal, een Baal Coffy van Batavia na Nederland gezonden wordende, weegt 250 tb netto. Een  Gewisten van India. 481 . Een Baal Peper word by de Compagnie in Nederland verkogt voor 440 ib. Een Baal Caneel voor Nederland op Ceylon afgepakt, weegt 80 ib netto, 94 ib bruto. Baar of Mfaar, is op Malacca een ge- Baar 0/ wigt van'3 Picol, 300 Catjes of 375. ib. aar° Een Baar Peper in India is 375 pond. Een Baar Tin op de Malevdfche Plaatzen by Malacca, is 240 Tampangs of Kokers , 120 Bedoors of 8 Kips, zynde een Koker omtrent een Catje, dus een Baar Tin 300 fe Hollandsch. Een Baar te Mocha is 15 Frazüla of 405 pond Hollandsch. Op Bantam en Lampong is een Baar Peper 200 Goelak, of 375 pond> doch op Lampong, Toulang, Bauang en Poeti , is de Baar, die 375 * weegt, verdeeld in 250 Goelak. Op Ambon is een Baar Nagelen 50 ib Barotti of 550 pond. IV. De Ei.. Hh Op 1  4§ü Munten, Maaten en \ 0p Banda is een Baar 100 Catjes Banda , van omtrent 5 \ ib of 571 • ib. Ook heeft men Baaren in de Moluccos van 200 Catjes, ieder van 3,3 ib of 625 ronden. Op de West-Kast is een Baar Peper 2^20 Catjes Maleydsch van i-l ib of 330 Catjes China van i ; ib, dus 412^ pond. Op Cormandel én Ceylon, is een Baar of Candyl 480 pond," of twee CantaUum. Op Timor is een Baar Sandelhout, &c. 5 Picols of 500 Catjes China , zynde 625 pond Bak. Bak, Maat van de Coraalfteenen en Scheep; - Ballast in India, zynde 12 voec . in 't vierkant, en 6 voet hoog. r,uv.' Baly, algemeene naam van de Mant, waar mede de Graan en gemeeten worden doch op Palembang in 't byzondei; \ is de Ryst-Baly van 60 Catjes, zynde 80 Balies een Coyang van 6000 ity HoU , landsch. *° - r^ftaÖ -Bam-  GEWIGfEN VAN IN D t Ai 4^3 , Bamboes , is een Ternataanfche Ryst- Pafflén £out-Maat van li pond. boes- Op Sumatra, Ryst- Maat va» 7; pond, en een Oly-Maat van 3 kan. Barotti, is op Ternaten een Gewigt #Bavan 11 pond. Bidoor, is op Malacca 2 Kokers, ("zie BWoor* Baar) Bos, Een Boskayer weegt 24 pond. Bo*. . Bo*th* Boschmaai, Czie R°eacJ ' rcaat. Brood- Gewigt, is op Batavia geregti- Brood, leerd op de Nederlandfche voet, möe-Gewlë'' tende wecgen # pond, en met zyn waterlood 4} pond trois. " Cflfl/, daar de fynheid van het Lywaat CaaU na gereekend ivordt J ieder Caal is 240 draaden. Canasfer, is by de Compagnie 3 Picols of 375 fb trois doende op Malacca 30 ft 2i fe' tarra. Candyl, is op Souratte een Gewigt van II h * So  4B4 Munten, Maaten en 20 Maon ketsja van 40 dubbelde Ceeren, of 10 Maon.pakka, van 80 enkelde Ceeren , dus is een Candyl 697 pond trois. Op Herrta is een Candyl 7 Maon ketsja, of 24.11 pond. Op Bombay is de Candyl 20 Maon, of ?Ojif fe? ook 10 Pherr . Op Bazyn 20 Maon ketsja of 10 maon Pakka. , Op Kets enHa'Iaar 20 Maon of 560 tb. Op Cormandel en Ceylon is een Candyl of Baar 2 Cantalium, of 4S0 pond. Een Candyl-Nely op Cormandel is 20 Maaten, en 3 Candyl 5 P erra. Cantalium , is op Cormandel een ge<~an:a.\vigt van 240 ponden. Jiuiii. Casje, twee Tail. Casje. Catje, is altyd een gewigt van Pic«trf.col, doch is zeer verfchïllVud, zynde een Catje China i±ïb op Batavia, Malac. , Bantam en Java, in gjbruik, zyndcyer- deeld  Ge.vigten van India. 4°5 deeld in i6Tail, en dce.ide iOoCa;]£S een Picol China of 125 pond. Op Ambon is een Catje if ft, dus een Picoi 120 tb. Een Catje Banda, is 4* Catje Chinees Of 5; ib. In de Moïuccos heeft men ook Catjes, van 3; ib. Een Catje Maleydsch op de West - Kust is lift. doch een Catje Baros 3 ib. Zie verder Baar en Picol. Ook is een Catje Zyde op Ceylon 20 Streng. Ceer, is in Hougli een gewigt van ^ Ceer. Maon en heeft 3 Pa een Ceer, weegcnde een Ceer Catta iTi ib; een Ceer Bazaar i!T% ib, een Ceer Pakka i^ib, ook is die Ceer 16 Sjatak. Op Souratte is een Ceer Ketsja of enkelde 41, en een Ceer Pakka of dubbelde i^ib, doende 100 enkelde of 50 dubbelde Ceeren 86> ib Hollandsch. Op Cormandel is de Ceer i{, ib voor Rh 3 gro-  486 Munten, Maaten en grove Warren, en \ fc, voor Specerye», ch'Hip, Chloupy is op Malacca een gewigt van i ï pond. Cobidp ' Cobith, is op Malacca i| in een Hok Mhdfche Ei, de drie doen 2 Ellen. Op Hougly 1 voet, 5 duim Rhynlandsch. Op Casfimbazaar \ Eile Hollandsch of \l\ puntos. De-Bazaar Cobidp op Casfimbazaar 15 \ Elie Hollandsch, of n~; Puntos. Te Denderayapour is dezelve 16* duini ■ Rhyalandsch. Op Cormandel en Ceylon, zyn 3 Cobido 2 EJIq Hollandsch", dus een Cobido •f. Ei Hollandsch. 4r C^Tai!) Cos- (zie GesJ) Coyapg. Coyang, Ryst Gewipt yan verfchillende zwaartte, loop.nde'by 's Compagnies Boe-  Gewtgten van India. 487 .Boeken by ontfangst op Java voor 3500 rb trois; dezelve word aldaar in de Schepen afgefcheept voor 3400 tb, op Batavia uitgeleeverd.voor 3300 ib, door de Administrateurs aldaar weder na de Buiten Comptoiren afgefcheept voor 3200 ib, en op de Buiten-Comptoiren uitgeleverd voor 3foo ib; zoo ,dat de Coyang, Ryst by de Compagnie op de Buiten-Comptoiren gereekend word op 3000 ib trois, namentlyk, die haar Ryst op Batavia ontfangen, als Ternaten, Ambon, Banda, Malacca, Timor, de Kaap, Ceylon, Cormandel, West-Kust, enz. echter met verfchillende bereekenmg; want op Cormandel doen 80 Parra van g7^ib een Coyang van 3000 ib; op Ceylon 75 parra van 40 een Coyang van 3000 1b; op de West-Kust, doet een Coyang t% Land, 40 Maaten of 800 Souratta, 'ieder van 3| &, zynde 3000 pond. Op Ambon doen 666} Gantang van 4* ib, een Coyang van 3000 pond ; op Jamby 1000 Gantangs van 3 ib, een Coyang van 3000 tb. V Doch een Coyang 'Ryst word onderden Inlander en Particulieren, op Batavia H h 4 Se"  488 Munten, Maaten en gereekend op 27 Picol of 3375 ponden. Op Palembang op 6coo pond , op Jamby 800 Gantangs van 3 pond , of 2400 ponden. Op Malacca doet dezelve 800 Gantangs , 80 Maaten van 60 pond , of 4800 pond, en by gewigt 40 ficols, of 5000 pond , ook 120 Patras van 40 pond. Doch een Coyang Catjang met. dezelve- Maat gemeeten , houd dit gewigt niets maar 4600 pond. Op Java houd dezelve 28 Picols of 3500 pond. Op Sourabaya, 3750 pond. Op Cheribon , 3500 pond. Op Bantam 2qo Gantangs, ieder a 8 Bamboefen, ieder Bamboes twee Klapperdoppen van twee Catjes, dus een Coyang 8000 pond Hollandsch. Coyang. Coyang, Zout-Maat, houdende by de Compagnie op Rembang 58 Maaten van 75 pond of 4350 pond. Doch  Gewigten van India. 489 Doch op Sourabaya 40 Maaten van een Picol of 125 pond, zynde 5000 pond. Gp Bantam 17 Picols of 3375 pond. Op Banda 40 Maaten van 75 pond of 3000 pond. Op de West-Kust 50 Maaten van 16 Saucatta. Doch op Baros 450 Saucatta. En Op Cormandel 1120 Maaten , waar van 14 een Parra maaken; dus is een Coyang Zout 80 Parra. Doefbn, Ambonfche Nagel-Tuin vanDoefon. 100 Boomen, volgens de bepaaling in 1776. El, is een Nederlandfche maat van EL 26-^ duim A'mfterdamsch , of 27 duim Rhynlandsc'h, zynde op Malacca i £ Cobido. De Fngelfche Elle of Yard is 14 enz. Hollands , en de Franfche El of auiie i7yi Hollands. Hh 5 Tra-  qfpto Munten, Maaten en . *ia- Frazllla , Is tot Mocha j»7 Baar of 2iIla- 27 pond. Gan- Gantang, Ryst-Maat, doende op Batang. tavia , 3, pond> of 23Q 0p een Last van 30661 pond. Op Macasfar onder den Inlander is een Gantang 7} pond, doende 400.een Last van 3066} pond; doch by de vertiending van de Compagnie aldaar, doen dezelve Jii pond, om tte overmaat te vinden. ■ - ^ Op Palembang doet een Gantang 6 Catjes, en 8co Catjes een Coyang van' Cooo pond. Op Malacca 4 Chioepen of 6 pond, en in natte Waaren 2± kan. Op Ambon is een Gantang 4J pond. Op Jamby 3 pond, en Op Banjermasfing is een Gantang Peper i 6 Catjes, of 20 pond. Ges Ges of Cos, Lengte-Maat, zer ver* f cos. fcheiden, doende op Hoügly 1 #T cl Hollandsch of 2 voet 10 duim Rhynlandsch. In \  Gewigten van India. 491 In Patna i ? el Hollandsch. . Doch de Ges-Alcatif, daar de Tapyten mede gemeeten worden , 1 el vierkant. Op Bombay ij Ges Sourats. Op Souratta i,h el Hollandsch, ook «4 Tesib , doch de Bazaar Ges 7U el Hollandsch. Te Decca zyn 'er drie foort Ges, Siccandria van i i Cobido, Ges Bazarie van z\ Cobido, en Ges Koetica, van 2~ Cobido. Te Brootchia is dezelve f& el Hollansen , doch de Bazaar Ges te Amadabath tfl el Hollandsch. Ges in 't Ryk Hallaar, is een Tesfoykleinder als die van Souratte, dus 1000 ellen in de Ryken.Kets en Halkur, 961 el Hollandsch. Ges Mocha is \\ der Souratfche, of 22 TV%V duim Hollandsch. Ges op Cormandel 1 t\ Hollandsch. b . Goc-  492 Munten, Maaten en Goelak. Goelak, Peper-Gewigt, waar by de Koning de Peper van zyn Onderdaanen ontfangt, is op Palembang Catje, das 1000 Goelaks 1250 catjes, of 12 \ Picol Palembang, ook 1562^ pond Hollandsch. Op Eantam en Lampong, doen 20c Goelaks 8 Picols, of 375 pond Peper. Goud- Goud- en Zilver - Gewist-, word by de en ZiN r* • i % J ver-Ge-LoraPabnie overal gereekent met een wigt. pond trois, zynde 2 mark, een mark 8 oneen, een once 20 engels, een engels 32 a,zen; dus is 10 engels een lood of 7'T pond, dat vervolgens na 't mark fyn gereduceert word na 't gehalte; doch onder den Inlander word het zelve op verfchcide wyze verdeelt. Op Batavia heeft 1 pond 2 mark , 1 mark g reaalen, 1 reaal 48 ftuivers zwaarte. Op Palembang is een Tail Reaal, en 10 Tail een Catje. Op Malacca is een Catje Goud 20 Tail of 34 reaal, dan wel yg mark, een mark 5?' Tail, of 9 Reaal. , Een  Gewigtsn van India: 49f Een Tail 16 Maas, een Maas 4 Coubangs, een Coubang * Boefoes; een Mat sf caraat, weegende een tail 4 Ropyen. Op Bengalen is een Thola Pakka 12 Masfa of 1 Ropy, zynde a* Anas Sicca zwaar ^^; Thola Pakka is een once Hollandsch fchaars. Een Masfa is 8 Retty, een Retty 4 Nely , een Nely de zwaarte van een Ryst-Korl in de bast. Een Thola Katja is 't gewigt van een Sicca Ropy, of 10 Maas 2 Retty; dus is een Masfa aas, een Retty 3 azen3 en een Nely | aas. De Thola word daar gebruikt voor Goud en Ziiver; voor 't Goud weegt dezelve zoo veel als de goede Sicca Ropy, zynde 7 engels', y| aas; voor 't Zilver zoo veel als de Ziivere Sicca Ropy, zpide 7 engels 18$ aas. Op Patna weegt e^n mark. %i* Sic* ca Kopy. Op'Cormandel 7 a Pagoden. Op  494 Munten, Maaten e$ ; Op Souratte is een Ceer ketsja 3 5 Thola, -de Thola 32 Waal of 12 Masfa, dus een .Masfa 2| Waal of 8 Retty, en een Ret. ty 4 Nely, ook 24 Thola een once Hollandsch, dus een Ceer ketsja 14 oneen. Op Brootchia, is de Ceer 30"Thola, 22 Waal, dus ,v zwaarder als te Souratte. Op Bombay maaken 6 Sjouws een Grein, 2* grein een Waal, 40 Waal een Thola, dus 32 Thola of 40 Waal, 12 once trois. Op Mocha doet een Wakcyi 1 o Caflaas , zynde een once ik% aas , of r7\ once, en een Cafla iö Crats, dus is een mark 7 Wakeya, 7 Caflaas en 12 Crats. Op Bantam is een Tail z\ Reaal. Op Tnnor is een Tail 10 Maas, een Maas r o Condryn, en een Taii is 1 yr Reaal Bataviaas. ' Op Ternaten word het Goud van 20 caraat aan de Compagnie geleverd voor Ryksdaalders 10 het reaal. Op dè West- Kust is ecu Tail 16 Maas, een  Gewigten van India, 49$ 'een Maas 6\ Condryn Japans; ook houd een Tail 700 Rachims -of ronde Boontjes, waar mede het Goud in 't klein gewogen word, dus is een Tail 1 /T Reaal Batavia's, doch volgens nadere opgaaf 6 Tail is 9 Reaal net, en een Tail HoofdGoud van 21} caraat gehalte, kost 20 Spaansch a 6c Huivers, of Ryksdaalders 25:, dat is ƒ 49 :■ 10 : Nederlandsen geld, of Ryksdaalders 18:29 het reaal fyn , doch in ftaven gefmolten zynde 254 Ryksdaalders: het zelve word de Compagnie ?,angereekent a ƒ375 Nederlandsen , en de winst op' Lywaten gebragt. Öp Borneo te Pontiana weegt een tait. twee Spaanfche Matten, dat is %\ minder als 1 twee Reaalen Batavia's, zynde" het Goud van gehalte van 19i caraat: deTail van dit gehalte kost 22 Keizerdaalders, of Ryksdaalders ijji dat is 13I het reaal, en het reaal Spaanfch Ryksdaalders i6j. Op Japan is een Catje 16 Tail, een Tail 10 Maas, een Maas 10 Condryn, en 73 Condryn doen een Reaal Batavia's, dus is een Condryn i engelsch of 8 azen. Op  49ó" Munten, Maaten en Op Macasfar, Jamby en Banjer, is een Tail 16 Maas, van welke 11 een Reaal in gewigt doen. Op Ambon is een Catty 20 Tail Ceram , een Tail 16 Maas, en een Maas 4 Co u bangs. Tn China is een Catty 16 Tail,een Tail 10 Maas, een Maas io Condryns, zynde roo de Boontjes, Zaga, jim bang, en in Hollandsch gewigt ztif engels , dus is ecu Tail ioü Boontjes, doch een Reaal Batavia's ji Boontjes of 8 Pagoden. * ■ 'v. * De Japanfche Tail is 10 Maas, en een Maas 10 Condryns, maar van een geheel andere zwaartte, en een Tail is 25 engels. Grn-.n; Graan-Gewigt ([zie Last). Hanii. Harria, is in Souratte 2 Maon Ketsja, cf 241 i pond Hollandsch. ,Hoe van 3 gantangs of 40 pond, van 2 gantangs of 26}pond, en van 1 gantang of i3t Pond> naar wel* gevallen. li % Deze  5oo Munten, Maaten en Deze maat is in gebruik op Batavia,' de Oost van India en Malacca , zie verder Coyang, zoo wel omtrent de Ryst, Cad]ang, als Zout. In Japan doet een Last Ryst 4200 ponden. La*a. Laxa, is 10000 ps. Metzelft eenen of Pannen op Batavia. Legger. Legger, een Vat, houdende by de Edele Compagnie in Holland tot 4opf Kan; word op Batavia by aanbreng verantwoord tegen 388 Kan, en zoo weder na de Buiten - Comptoiren verzonden, doch by verftrekkmg kunnen de Dispenziers volftaan met 360 Kan van 10 musjes, en op de Buiten - Comptoiren met 350 Kan van 10 musjes. De geëikte.Legger houd 38 duim dwars gemeeten m de kim , en houd 388 Kan van 10 musjes. Doch by de Particulieren verkoop, word dezelve gereekent op 388 Kan van -8 mu.-jes , en een Legger Bataviafche Arak is 4 Aam van 90 kan, of 360 Kan van 11 musjes. '~ * - - ïn  Gewigten van India. 5°l In Plougly houd de Legger i8 a 19 Maon Arak. Maas, (zie TailO Maas' Maon, of Man, algemeen gewigt tef^« Koopmanfchappen om de West van India, doch zeer verfchillend. Op Hougly zyn driederley foort, Maons, alle verdeelt in 40 Ceer > of 8 Paans - Ceeren. De Maon katja,of Compagnies Maon, is 68 pond trois, de Maon bazaar 76 pond, en de Maon pakka 77 pond. Op Casfimbazaar zyn 'er nog twee byzondere Maons, de Maon Tjitthur tot de Zyde-Handel, weegende 72 pond , en de munts • maon van 3 200 Slcca Ropyen. Op Patna zyn 'er vier foorten: voor 't gewigt van Graanen en Mineralen, is de Maon van 72? PO"d; voor Speceryen en Verfftoffen 76 pond; voor Nooten en Caneel 74i pond, en voor Sandei- en Sappanhout 75 ponden. Te Decca zyn 'er 5 foorten van Maons, li 3 na-  502 Munten, Maaten en* namentlyk van 3200,3280,3680,2880, en 2400 Sicca Ropyen. Te Souratte vind men 'er 7 foorten; te weeten de Maon pakka van 69 pond, de Maon ketsja van 40 enkelde Ceeren of 34* pond, voor de Mineralen de Maon van 404 ceeren of 3411?- ib voor Safraan. JDe Maon vsn 41 Ceer of 35*! voor Poederfuiker. De 41 36—5 pond voor Speceryen. I'e 4S£ Candyfuiker, en Be —-••44. —•— 37ff —— Gummen, Poetjoek.ena. Op Brootchia is de Maon van 40 ceer gelyk a 42 Ceer Sourats, of 36^ pond. Ook gebruikt men, op Brootchia Maons van 41 en 42 Ceer, voor Speceryen en Suiker, en van 44 Ceer voor 't Zout. Te Cambait is de Maon 40li Ceer of •ï * Ceer zwaarder als te Souratte. Te Amadabatis de Maon van 40 Ceer, gêiyk aan die van 42 Ceer te Souratte, of 36f ponden. Te Agra is de Maon van 54 enkelde Ceer Sourats, of 36^ pond, doch de Indigo word uitgewogen met Maons van 40 Cee-  Gewigten van India. 503 Ceeren, ieder a 30 peife zwaarte met de toegift van een ceer, dus 4.1 Ceeren. Te Bombay is dezelve van 40 Ceer of 35/r pond> doch de Engelfche Compagnies'Maon is van 28 engels of a$jf Hollandsche ponden. De maon van Bazyn is 29 Ceer of 24 pond Hollandsch. — Die van Denderayapour van 40 ligte, of 26} Ceer Sourats, zynde 234 pond Hollandsch. De Maon Tekels, is van 4 foorten. Een van 48 ligte Ceeren, of 28 pond voor grove Waaren. Een van 491 Ceer, of 29 pond voor Speceryen. Een van 43 \ Ceer, of 25/, pond voor Boter en Oly, en een van 52 ceer of 3°i Pond voor ^at" toen. doende 171} Ceer 100 ponden Hollandsch, of een pond 14 Ceer -- Te Mocha is een Maon maar 2TyT pond Hollandsch. Op Cormandel is de maon van grove Waaren 4° Ceer of 68 pond, doch voor Speceryen is de Maon 24 pond. Mand, een mand Kalk houd 60 pond, Mand. ©p Batavia moeten de Kalkbranders 4 li 4 geëik-  504 Munten, Maaten en geëikte maaten voor een RyksdaaWer keveren. Marado. Marado, is op Bengalen vier Pees. Masfa. Masfa, het gewigt van een (teentje, moetende een Sicca Ropy 1 b* masfa weegen, een Masfa is drie Retty, een Retty drie korls Gort. wark- Mark - Gewigt (zie Goud - Gewigt) net Gewigt. Zeive is verdeeld in 3 oneen, ió lood, 160 engels, 2566 azen. Een mark is 8 oneen, of 9 Reaalen, een Reaal 48 ftuivers. Een once is 20 engels of 2 lood. Een engels is 32 azen. Mark. Oneen. Reaai. Stuivers. Angels Az«j 1 — is g of 9... of -. _ ' . \ z:: \ z £ tl" zzzz ~* •> — -- 1 ■— - ii-—^_ . " 4 ' " A °f27 -9F10." of 320 — V — - i — - y - rs| - .. 5-. „ 16o .. ► ï —r - t ■ - 6| .. .. 2 | .. . go ,„ — - %f — - _*T 3| .. . 4Q _ rr, -)2 - - ^ ... ,.| ,.f 30 *t —* ïh - || .... .. 10  Gewigten van India. 5°5 Metzel/l eenen, zyn op Batavia lang 10 Mefzeiduim, breed 5 duim, en dik 2* duim. fteenen.' Modiet, Ryst- en Nely-Maat, op Co- Moditi, chim een pond, en de dubbelde 2 pond. Morgen, is zes hond of 600 vierkante Morgen. Roeden, by voorbeeld: 30 roeden lang, 20 roeden breed, of een vierkant, waar van ieder zyde is 24* roede. Oxhoofd, houd 125 Kan van 1 o musjes, ^j- . Paal, is een quartier uur gaans, 1700 P«Mmiddelmatige pasfen. Palie, Graan-Maat te Bombay, van Palie3/0 pond; Doch te Hallaar van 21 pond, en te Kets van een pond. Pady-Gemgt, (zieTjayang enSanga.)Ge^£ Paens-Ceer, is in Bengalen een Graan- PaensGewigt van 5 Ceeren, gaande agt op eenCeer* Maon. Pantjar, is de Maat, waar mede dePamjaw Inlander de Landeryen meet, doch zeer verfehillend van grootte. Ii 5 F ar-  5oó Munten, Maaten en f*™. Parra, Ryst-Maat van Ceylon, op Cochirn houdende drie Gantangs, of 40 pond Hollands aan Ryst of Nely, zynde Ryst in de bolfter. Op Cormandel houd de Parra 37* ffc. Kalk-Maat op Cochim, houdende 55 pond Hollands. Zout-Maat op Cormandel, houdende 14 maaten. t*. Pak, In een Pak Lywaat word gereekent: Ter Kuste Cormandel. 50 ps. Zeyldoek. ' soo — Parcallen. 100 — Gingangs. joo — Moeris. 160 — Chelasfen. 100 — Hamans. 80 — Baftas. 80 — Salempoeris. 100 — fyne dito. 100 — Bethiljes. 40 — Guinées gemeen ruuw. Op  Ge\vi«ten van In»i«. %6f Op Bengalen. ; 160 ps. Armozynen op een Pak. En op Ceylon« 300 ps. Rogge-Vellen. Paerl-Gewigt, by de Edele Compag- p««inie het zelve als 't Juweel - Gewigt ,Gewl8t* namentlyk: Een pond trois van 2500 Caraat, iedes Caraat 4 grein. Op Hougly is tiii Pakka Retty, ïoo Caraat Hollands, dus een Caraat jTV, Retty. Op Souratte is een Tang 24 Retty of aof Caraat, dus een Retty *i Caraat. Een Tang is ook 330 Chouw, en een Chouw |y$ grein. Een Chouw is ook 16 Ana, en een Ana T1U grein. Peper-Gewigt, zie Baar, Goelak, Pi- Pep«. eol en Gantang. ew'SÏ' Pher*  'Munten, Maaten bn^ ^herra. Pherra, is- te Bombay 69 pond, of 20 Palies van 3/* pond Hollands, tot het meeten van Graanen. ftcoi. Picol, i» altyd iqo Catjes, doch het Chineefche Catje is iv pond, ea dus een Chineefche Picol 125 pond, zynde in gebruik in Japan, China, Batavia, Java, Bantam , Ternaten , Macasfar en Malacca. Op Ambon is een Catje i^-pond, dus ten Picol 120 pond. Op Banda is het Catje 51 pond. In de Moluccos, 3V pond. En Op Sumatra is het Catje Maleydsch i-J pond , doch word aldaar by Baaren gereekent. Doch op Palembang is een Picol 100 Catjes van r,% pond, of 122', pond, wordende 's Compagnies Peper met . dit gewigt uitgewoogen , gaande op Palembang ook 2250 ps. ronde Spaanfche Rea}en óp een dito Picol. Op Jamby is een Picol China mede J25  GïWIGTEN VAN InDIA^ '$0$ 125 pond; doch een Picol Lankings iso pond. Tn 1/82 is by naweeging gebleeken, dat een Japansch Picol 120$ pond is. Pond Trois, of Mark - Gewigt, 's Com- Pon.4 pagnies Gewigt door geheel India, enTroiswaar naar alle andere gereduceerd zyn, heeft 2 mark , 16 oneen , of 32 lood, weegende een lood 10 engels. Pot, is een Bengaaifche Booter-Maat P»k van 140 pond in 's Compagnies Dispens. Een pot Singaleefche Oly, is op Ceylon 50 a 60 Kan; en Een pot Bataviafche Clapper-Oly 10 Kan. Pyp, Bier, houd 130 Kan van 10 Pyp. musjes. t Reaal - Gewigt, (zie Goud-Gewigt) Reaaleen mark is 9 Reaal, een Reaal 48°^^ Huivers. Roede , de Rhydandfche roede heeft Roede. 12 vcet, ieder van 12 duim; doch de Am- -  £io Muntten; Maaten e» Amfterdarafche 12 voet, ieder van n duim. De iihynlandfche is by de Com* pagnie in gebruik, en houd 12 voet; doch in de Boschmaat op Cheribon, is de roede 13 voet, van 12 duim Rhynlandsch. beol tm • I '•. .. ivftftl En by den Inlander is dezelve Tambak genaamt, zeer verfchillend van lengte na haar willekeur. Een honderd Roeden vierkant is een Hond, by voorbeeld: een Land ïc roeden lang, en 10 breed; En 6 Hond, een Morgen. Retty. Retty, is in Bengalen een Boontje,, weegende 3 correlsGort, 8 Retty, weegen een Masfa. Ryst- Ryst- Gewigt, zie Coyang, Gantang, Ge^t. Baiy . LaSC, Parra , Paans , Ceer en Pherra. Ssng?. Sanga , Pady - Maat te Cheribon van £ Bosfen. Sjatak, Sjatak, is te Bengalen in. de Mun; f, Ceer.  Qewictek tan India* 51^. Soekel, een Soekel Foely is op Banda SoekeL 28 Catjes Banda van 5^ pond» of 157J pond Hollands, 170 pond bruto. . Specery - Gewigt, (zie Baar, Maon, SpecePicol, Soekel en Gantang.) 2'tGe' Tail, is op Batavia en Malacca Tv van Taili een Catje in gewigt, doch in Goud- en Zilver - Gewigt zeer verfchillend , zie onder Goud-Gewigt. Tail-Gewigt , een Chineefche Tail is Tail. s(2/r engels; een Japanfche ioj, beideGewis:verdeeld' in io Maas of ico Condryns, 1000 Catjes. Takkar, Oly-Maat, houdende op Ba- Takkarytavia 17 a 18 Kan van 8 musjes, doch op Java 25 Kan 10 musjes; behalven in den Oosthoek, daar de Takkar van i£ tot Kan doet. Tampang , ook Koper , Tin - Gewigt Tamop Malacca van een Catje. Pans- -'j&i i>*iow .lebfiBinl ti2b yd jju/jocip" Jiti u&y Ook Benfuin-Gewigt van 75 pond op de West-Kust. Tjayang, Pady-Maat, doende op Ba- jjayang. ta-  '5is Munten,; Maatën en tavia aoo Heemraaden Bosfen, van 16 Gatjes of twintig pond; doch in de Bovenlanden zyn de Bosfen na willekeur 11 a 11 Catjes, op Cheribon is de Tjayang 40 Sanga of 200 Bosfen, ieder van 10 Catjes of i%\ pond. •jtfhoma. Thöma , Ryst-Maat te Mocba van 5 Maon Sourats, of 172* pond Hollands. Thoia. Thola, Goud-Gewigt, en ook van fyne Ülieteyten. Tic*i. Tical, op Siam weegen 4 een Tail, 20 Tail een Catty. Tem- Tombak, f zie Roede en Vadem. ) Trois- Trois - Gewigt, zie Goud en Zilver,} Gev/igt.jjgt zeive i3 verdeeld in 16 oneen, 32 loud. Vadem. Vadem, is in Holland de lengte van a| Elle'of 6 voet, zoo wel als m India, doch word meest gebruikt tot het meetcn van Brandhout; by den Inlander word dezelve Tombak genaamt. Op Batavia heeft een Compagnies Tombak of vadem Hout, 12 voet lerig- te,  GewigTèn van India. 51J Ie 1 en 5 voet hoogte , en word voor Ryksdaalders 3.: it , geleverd ; van: twee Vadem worden 'er 5 gemaakt, ieder 6 voet lang, 4 voet hoog, die tot randzoen gegeeven worden; doch op Java 6 voet lengte, en 6 .voet hoogte. Volgens ft Placcaat van den ioden July, 17-76, moeten de Vadems voor 71 Ryksdaalders , lang zyn 18 voeten , hoog 6 voet, het Hout 3 voet lang; doch voor 5 Ryksdaalders krygt men een Vadem van 1S voet lang, en 5 voet hoog, en het moet Caju api zyn. Vat: by de Edele Compagnie is een Vat* Vat Vleesch in Nederland 54? pond, word op Batavia verantwoord a 460, en door de Dispenziers verftrekt tegen 42o pond. 33 r i Een Vat Spek is in Nederland 400 pond, word op Batavia uitgeleeverd tégen 360 pond, en door de Dispenzierè verftrekt a 340 pond. Een Vat Boter, in 't Vaderland 360 pond , word op Batavia verftrekt tegen 320 pond. IV. Deïs* Kfe Een*  514 Munt. , Ma at. en Ge w. van India; Een Vat Bier houd in Nederland 11® kan, en word op Batavia a iookan verftrekt. Voer. Voet, is een lengte van it duim, ieder duim 12 lynen, en doende 12 voeten een roede, waar van 300 een paal? of een quartier uur gaans, gereekent worden , en 1200 een uur gaans, doch 1969 roeden maaken een duitfche Zeemyl van 15 op een graad. Egter rekenen de Timmerlieden op Malacca by voeten van 11 duim Rhynlandsch. yorm. Vorm, Brandhout -Maat in de Bosfchen vóór Suiker - Moolens, enz., is 25 vadem,' ieder 9 voet lang, 4. VOet hoog, en het hout moet 4 voet lang zyn. MaZ«.Ut" Zout-Maat (zie Coyang.) y 1i.  VII. B Y D R A G E TOT DE NATUÜRLYKE HISTORIE, UIT DE N AG EL A TE SCHRIFTEN VAN DEN HEER BARON van WURMB. oor de dood van den Heer Baron van Wurrnb, is het Genootfchap verftoken van een dirigeerend Lid, het welke zig byzonder toelag op de natuürlyke Hiftorie, en die daar van m de drie uitgegeevene Deelen onzer verhandelingen byzonder uitmunt. In het Ryk der Dieren befchreef hy verfcheidene nieuwe, als: Kelip, een Dwerg, in het 3 D. p. 339 Befchryving van een witten Neger, door vanlperen, . . 1 — — 3°7 Negerin, door vanlperen, . 2 — — , 11 — — de Pongo, door F. van Wurmb» . .§«••••* 4-5 j£k 4 Be*  V 5^ Bydrage tot dé Befchryving van deWouwou- wen* door van Iperen, . . a D. p. 384 Kahan, een langftaartige Aap, door F. van Wurmb, . . q — oA , dwars 3 duim van boven af . 6 4 **• •'-■■'■————»—1—, ... —. beneden ds Kruin , . . . . -— $ Omtrek van het Oor buiten . . . <— 34 <•> . , beneden, daar hit aan't Hoofd rast zit . » . , — 3 Hoogte van 't Oor . , .— 14 J3reedte van 't Oor . . , , 6 Lengte va» 't Schamelbeen tot aan het Sleutelbeen .164 Afftand tusfchen het Borstbeen en Schaambeen ..11—* Afftand tusfchen de twee Borst-Tepels . . . 9 4 Lengte van den Arm, tot aam de top van de middelfte vinger . . . . .3 — 4 Omtrek van den Arm by den Schouder , , .^-116 i -v .,. u ,, in 't midden . , — 9 1 *■ b-. r oTer de Elleboog * , • —» 1 • 4 —■ — 't voorder gedeelte van den Arm iu het midden , . . 1 .«— 9 t Om. (*) Dc maat alhier gcrefcend. is Vtet, Duivh Jgtnu  Nat. Hisiouï, 5*$ V. D. &. Omtrek Tan den^Arm by de Hand . . • — 6 + Lengte van 't agterfte gedeelte van den Arm . .14 4 . voordcr gedeelte van den Arm . .14 4 , , de Hand van 't Lid af tot aan de top Tan de imddelfte Vinger « ' H *, 2 . i Duim . • • 3 , ._ tweede Vinger . . • ~ mWdelfte Vinger . . 'Zl 6 . , . vierde Vinger . . ' 1 , . pink of vyfde Vinger . _ •' 5 Omtrek van de Hand, over de wortel van de Duim ^ ^ gemeeten . » ' , _'mm • Duim • * * _ i . tweede Vinger . • • ' ' 3 J_ » i derde ■ • • 3 , vierde . » *' 3 ^ vyfde ■ . • * * Lengte van de bolle Hand . • ' ^_ Breedte > 1 • • { \ Dikte der Hand . • • _ " Lengte van de Hiel tot het boveneinde ran het Dye- , ^ been . . • • 'ii Omtrek van de Dye . • • *' 1 . !f!!!!lT^tBeën, van de Knie af tot onder de Voet- ^ ^ plant • » ' o g Omtrek van 't Been , dtgt onder de jvnie . • * , - in "t midden . • . v 0 , . _____ - by de Voet . • • ? ' de Voec, daar de groote Teen begint . — » ; Lengte van de groote Teen . • • _^ 3 ... — .., , ■• tweede ——» « » , l derde ■ . - '~~ « t . . vierde ■ ■ • , ï^dTe vlnTTvoltpLt, daar de groote Teen begint • ~ 3 * . —, by de Hiel • • -1 Lengte van de Voetplant, by da Hiel af, wt aan 't ^ . begin der Tecnen , ^ • 0j_;  '5*S . Byd^age tot de "Omtrek van de groote Teen D' A" ' ! ! tweede——. ". ' 'l f '■—| ; derde . ' , ' rrr? vie^p . . . ' ' _ ~ l ' vyfde , '—li Afftand tusfchen cfe wortel van de grooteTeen en die der Tweede . ' ~* . — 41 1 LanS gtftaartt Aap van Muskate. De- Hek is met 24 Tanden bezet, die allo ?eer wit zyn. Jn de Bovenkaak 4 Snytanden ; digtaan malkander ftaai.de, daar van de middelfte zeer breed en effen zyn, en de buitenfte rondagtig fcherp. De Benedenkaak heeft mede 4 Snytanden, die met zoo groot zyn ais de bovenfte, en arte eften afgefneeden zyn. Ter wederzyde van ieder Kaak Haan 4 Kiezen, iets afgezondert van de Snytanden. De drie agoerfte Kiezen hebben 4 puntige kroonen, maar de voorfte zyn ftomp of rondagtig. De Tong is, breed en dik. Het Hoofd ts dik en fterk met Hairen begroeit. De Bek js fpits en lang, de Neus iets opgeworpen en icherp. De Oogen zyn klein en levendig, de Oogleden zyn met • Winkbrauwen bezet. De pofeur is bruin geel, en de Oogappel zwartagtig. De vlakte, daar de Oogen in ft aan, is iets ingedrukt; het bekkeneel boven dezelvemt eene rondagtig fcherpe boog voorredende.  Nat. Historie» S** Deze vlakte: is naakt, en'met een glinlterende bruipaetige huid bedekt, zoo als het heele bovengedeelte van de Bek tot de punt,der Neus. De^Ooren zyn tamelyk groot en naakt, beneéden breed, maar zonder Oorlapje, boven iets puntig en ongezoomd. De Bek is aan de Bovenkaak ter zyde der opening van de Mond, en aan de heele Benedenkaak met korte Steekelhairen bezet; eenige langere Steekelhairen ftaan ■ boven ter zyden van de Neus, aan de fcherpte van 't Bekkeneel, die over de Oogen voorftaat, en aan de rondagtige Kin. Het Agterhoofd is heel rond, de Koonen zyn dik, maar egter niet vleezig , ze zyn agterwaards fterk met. lange Hairen bezet, zoo als ook het Agterhoofd, waar door de Ooren meest verborgen worden. De Hals is kort, de Nek en de Schouderen zyn mede digt met lange Hairen begroeid. De Armen en Been en zyn matig lang, en hebben handvormige Voeten. De Voetzooien en het voorder gedeelte der Vingeren zyn naakt. De Voeten hebben 4 Vingeren en een Duim, allen met platagtige zwarte Nagels bezet. De Borst is fterk, het Lyf dun, voornamentlyk beneden by de Dyën. Tusfchen de Bcenen by de Teeldeelen is . het Onderlyf van Hairen ontbloot. De Ballen zyn maar weinig zigtbaar, leggende dezelve digt aan het Lyf onder de Huid naast malkaai, zonder Balzakje. De Roede is digt agier de Ballen geplaatst, tusfchen dezelve en den • Kk 5 ' ' Anus.  $2$ Bydrage tot de Anus. Ze bergt zig niet in het Lyf, maar hangt altoos voor het zelve , is meest altoos opgerigt, en vermiljoen rood van couleur. De Billen zyn agter meest geheel en al naakt, en met een vermiljoen roode huid betrokken, die alleen tusfchen den Anus en de plaats der Teeldeelen eeltig is. De Staart is langer als het Lyf, en eindigt met een Quast. In de Onderkaak zyn bewaarzakken. De eeltsgtige plek op den aars is lang, fmal en boogs gewys, de holte van de boog bovenwaards gekeerd. De couleur van het Dier is doorgaans een loodverwig grys. De Hairen van 't grootfte gedeelte van 't Hoofd, van de Nek, van de Schouders, en 't Voorlyf, zyn veel langer als op andere plaatzen des Lighaams, en fchoon ze niet gekrult zyn, 200 verkrygt het Beest hier door egter, en door de met een Quast eindende Staart, eenigzints een Leeuwenagtige gedaante. Het groette naar den aard der Cafferen1, met de Handen over het Hoofd te leggen, en at Vrugten. v. d. 1 Lengte van de punt van de Neus tot de Hielen . , 3 H Van de punt der Neus tot het Agterhoofd . . 6£ Van 't Agterhoofd tot onder de Staart . .14.' « Van de Hiel tot de punt van de rotddelfte Vinger . .-— óï Lengte der Neus, van de punt tot aan de bogt van het Bekkenetl daar de Oogen in (taan . . . Hoogte der bogt van 't Bekkeneel, daar de Oogen in ftaan . — |. ^reedte van de naauwste plaats of bogt, daar de Oogen in fiaan . , . . . . — Langftc  Nat. Historie. 5s3 V D. Langfte doormeeter der Oogen . . * • • • . Lengte van de punt van de Neus , tot aan het uor .— 4* ____! buitenftc punt vaa *t Oug tot het Oor . — -i . - 't Oor M. •. • • '~ *J Breedte van 't Oor . . • * Van 't eene oor tot het ander, hoven de Kop gemeeten . — <^ JJreedte der Nau$ van vooren by de Neusgaten . . Hoogte der Neus van vooren van dc punt tot het bene-^ de_deel der Bovenlip . x» Halve opening van de Mond, van 't midden der Boven- lip, tot de hoek van de Mond . • 2* Hoogte van de Benedenkaak, van 't midden der Bene- ^ denlip tot onder de Kin . • * « Omtrek van de Bek, een duim agter de punt der Neus^ ^ genomen . . • • 7t , _ _—, kort voor de Oogen genomen .— io ,., .—. . Kop,' kort agter de voorftaanue fcherpte van 't Bekkeneel genomen . • ' 1 la m , _digt by dc Qoren . • 1 2 , , Hals ,'■ % ■ '~ 10l Lengte van de Hals. . . ' * IL . - , 't bovengedeelte der -Voorpooten van de^ Borst naar de Elleboog . * „ , 't benedengedeelte van de Voorpooten, vaa^ . 4e Elleboog tot het lid der Hand - • • 7j . . der Voorhanden, van t lid tot de punt der middelde Vinger . • ' *h . van de middelde ci langfte Vinder . • -~ a| • - — eerfte Vinger y • " *£ .... -. -—- kleine Pink . • "ZH fjL . 0«im . ♦ " i , , grootste Nagel der Voorpooten . • t Breedte der Voorhand binnen , digt by de Vingeren 2 Omtrek der Voorpoot, boven by de Oxet . • 7 , van 't bovengedeelte der Voorpoot i« t midden . — of , der Voorpoot over de Elleboog . • 6 van 't benedengedeelte der Voorpoot ia het^ ^ midden ^ . ... ~ over het lid der Hand 3i  3*4 Bydragb tot n» °K Vp°rhanden over het dikke g^edte van de V' D' — van de Duim . '__ 5 ' ■"" r middelde Vinger ' * Le»gte van 'c Schouderblad '_ Grootste breedte van 't Schouderblad '__ [t °mtlek van de Borst over de Schouders gemeeten . " , J J ~~Ti ' benedeu dc °xels gemeeten i s' y •> t Lighaam , beneden de Heupen gemeeten ' i i j "7 1 oyer de kaale Billen, digt onder de Staart gemeeten ~~ ' " ~~> de Hiel, idem * ' r middelde Vinger , « eerde Vinger . * ° ' 2? -i — kleine Pink . '' 2 derde Vinger . ' , ' ' '~ 2 •—i—■-«— Duim . • ? 0£?te?yi*b0Vengedeel£e van de Agterpeoten boven ~ !* — ' ' • • H •midden , ' * in het__ ~ " de Knie gemeeteyi . ' °VCr " "%iddS ben^eDSedeeIte van 't .Agter'been in het 5 ■ ,'. - ' , ;__ ■ • • si ■ by de Hiel gemeeten . kort — de Voet, by het'Lid gemeeten * . \ — Jfo r—T °,vei'de ba'van de Duim gemeeten.— ■< Breedte van de Ypetpalm, digt by de Vingeren 2emee. ten ( . Lengte van de Voetplant, yan dé Hiel tot het besjn der -^Vingeren , . , rw < ----- —s"-""» Leng-  Nat. H i s t o u£. S^S V. D. Lengte van de Voetplant, van de Hiel tot het begin van de Duim • • • ■ * Omtrek van de Duim - . « • ** der drie eerfte Vingeren . . van de kleine Vinger . . J, Lenete van de grootste Nagel der Agterpoot' . . — i? kaale plek op de Billen, van de eene kant tot de andere . . • • • — 9 Breedte — i ■ > —. ter zyde . — 4x ] Mlddelfte breedte van de kaale plek, van de Anus af tot beneeden . . • • ■ *• 1 Lengte van het dwars over de.Staart heenloapende eeltig gedeelte der kaale Billen . • • — Grootste breedte der Eelt . • . • .— _. Lengte van de Staart tot de punt der Hair - Quast . . i | t — . het einde van deszelfs ïeenen . i S Omtrek van de Staart beneeden by de wortel . .— . i_ . in 't midden . . • — _.L j , . by 't einde . . •—• ij. Lengte van de Anus tot het Teeldeel . -~ *k 1U ■■ het Teeldeel . . . . —- 4£ Thiïariier. Agt Snytanden boven, waar van de middelfte iets van malkander afftaan, en de twee buitenfte lang , iets gekroond en puntig zyn. De naast deze twee buitenfte ftaande zyn zeer klein, en de naast daar op volgende na binnen toe, hebben platte kroonen; de middenfte zyn fnydende. Ber.e.den twee Snytanden, die verre van de Kiezen affUan, en zeer groot zyn? en tusfchen de  $20* BYDR.AÖE TOT Ö E de twee buitenste Boven-Snytanden by bet toe doen van de Mond komen in te fluiten; boven twee fpitze niet ai te lange vry ftaande Honds - Tanden. De Kiezen zyn getand , de Tong is glad, en matig lang en dik» De Kop Is dik, het Voorhoofd plat* de Bek fpits, de Neus ftaat over het benedengedeelte van de Bek uit, en is ter weerzyden met eenige lange Steekei-Hairen bezet, als mede de Mond. De Oogen zyn groot en iets uitpuilende. Dc onen zyn dik, de Ooren klein en rondagtig, en geheel open van buiten, maar met Hairen begroeid. De Neus is gebogen en naakt, dc Hais is kort en dik, de Beenen zyn kort, de \ ooipodten hebben naakte platte Zooien en 5 Ving' ren, van dewelke geen een Duim voorfteld, er die allen met fcherpe gekroomde Nagels gewapend z\n. De Agterpooten zyn fterk , en hebben aan de Voeten breeder en grooter, mede naakte Zooien, als die der Voorvoer , en een heel agterwaarts gekeerde JÖ zonder Nagel. De twee eerfte Vinge,r Agtervoeten zyn veel korter als de vol» e , en tot vooren toe aan een gegroeid, of eertéfley gedeelte der Huid omgeven, hebbende egter ieder vooren zyn eigen Nagel, die fcherp en gekromd is, en dewelke digt naast malkander ftsan, en kleinder zyn als de overi,—, De twee buitenfte Vingeren der Agte»- voe-  Nat. Historie. 52? voeten zyn grooter en dikker, en ook met grootere mede icherpe en gekromde Nagels gewapend. De Voeten vertoonen zig op het eerst aanzien, door het zamen- groeyen der twee binnenfte Vingeren , als maar een Duim én drie Vingeren te hebben, en als of van de binnenwaards ftaande, de Nagels in 'tmiddeu doorgefpleeten waren. De Vingeren der Voor- en Agtervoeten zyn meest naakt, hebbende maar heen en weer eenige korte Steekelhairen. Hec Lighaam is tamelyk lang. De Staart, die meest de lengte van 't Lighaam heeft, is by de wortel dik, en iets breedagtig, boven omtrent maar voor een derde der lengte met Hairen begroeid, en minder beneeden, zynde voor hec overige met een naakte fegrynagtige Huid overtrokken ; hy loopt fpits toe, en heeft tot na vooren toe fterke Spieren , die het Beest het vermogen geven, van zig van dezelve als een Hand te bedienen. De Bal is tamelyk groot, en de Roede komt onder de Anus agter uitJ Het Hair is doorgaans een korte fyne Wol, die digt in een ftaat. De couleur is overal wit, onder de Keel en aan de Borst alleen maar bruinagtig geel. De geheele lengte van de punt der Neus tot aan den Anus , onder het Lyf heen gemeeten . . . • . is 19 D. Van de Anus tot de punt van de Staart 16 — Leng-  52-8 Ëydrage Tot dë Lengte van 't Hoofd van de punt der D„ •Neus tot naar agteren . . 4 Van 't begin der Neus tot de voorfte hoek der Oogen . . . . i|—= hoek van de Mond . . . ji—, Van de punt der neus tot de Ooren . . 3^— Afftand der voorfte twee Ooghoeken . 14—> ———• —. agterfte dito . . , 2^— Lengte van 't Oog . . » . 2.— Afftand der beyde Ooren van elkander . aiOmtrek van de Eek by deszelfs agter■ hoeken . . . 4 . 4^--* — —- Kop by de agterfte Ooghoeken • , . . . 84 —-. Lengte van 't Oor ... . — Breedte . . . A i — Lengte van de punt van de Benedenkaak, tot in de hoèk van de Mond . . i-j-— _,—— der Beneden - Snytanden, zoo verre zy uit het Kaakebeen uitftaan . . 4— Omtrek van de Hals . . • 6* — Lengte . . . 1 ■— , der Voorpooten van 't Schouderblad tot de punt der Nagelen . 8 Omtrek der Voorpoot digt by't Lighaam '. 4i{— 1 in de Elleboog, . 4 — . , in . 't midden van den Arm .... .4 —f Om-  Nat. Hnto-iil 5*9 Omtrek der Voorpoot benéden daar de D. Hand begint • • • . * — Lengte van de eerfte Vinger met de Nagel. I — _ middelfte of derde Vinger met de Nagel . . • ' ' ... vyfde Vinger met de Nagel. i*—« Doormeeter der Voor* Voetzool van de eerfte na de vyfde Vinger . . — Omtrek van de middelfte Vinger by de wortel . • - • • 1 " . 't Lighaam digt agter de Voorbeenen . • • . iOa — — voor de Agtervoeten • • • ia — , , van de Dyebeencn boven by het Lighaam . . • * • " 74""" . Agterpootby'tHielbeen. 3;— r __ — Dyebeenen over de Knie. 54— Lengte van de Agtervoet, binnen over de middelfte Vinger tot de punt van de Nagel 3 — , J Duim van de wortel tot de top . Omtrek van de Duim agter . . . voor . . . li—• , der eerfte twee aan een gcgrOei- de Vingers . . . . . 1 ~_— van de daar op volgende . . H—Lengte van dezelve Vinger mét de Nagel 2 — IV. Deel. LI Leng-  53TÖ BïDRAOE TOT DE ', Lengte van de eerfte of de twee zamen- D. gegroeide Vingers , met de Nagel . . i{— Omtrek van de Handvormige Agtervoet in 't midden . . . . s.\ — a — Staart by deszelfs wortel . . " ' -'d d ' bovenlte begroeying met Hair . . 2f — — — — meest voorby de punt ... . ... 4— Lengte — — ■ •■ • boven van de wortel af . . . . 17 — _u — — t Lighaam van de Neus tot aan de wortel van de Staart boven de Rug heen gemeeten . . .18 —— .— — 't met Hairen begroeide bovengedeelte van de Staart • . 6 — -. be- neden gedeelte van de Staart . « SiEen Wyfje, iets grooter als "t vooren gemelde Mannetje, over de Rug, en 't grootfte gedeelte van 't Lighaam, en de buitenkant der Beenen, greisagtig zwart, dat van de zwartagtige Hairen met witte punten komt, waar mede de Vagt op deze plaatzen bezet is» Dc Kop is iets ligter, en de korte Ooren meest geheel in de Hairen verborgen, zynde de Oorlappen van binnen mede met Hairen begroeid. De Snuit, is geelagtig rood, zoo als ook de Oogleden,. de  Nat. Historie, 53 - 4e Vingeren, de Voetplanten en het naakte gedeelte van de Staart. De Staart is fchier toe de helft met Hairen begroeid, die, zoo als de geene, die op 't agtergedeelte van 'i kruis liaan» gcelagtig wit zyn. De Keel is witagtig, en van dezelve loopt een witte ftreep langs over de Borst tot de Buik heen, die mede witagtig is, zoo als het binnengedeelte der Agterbeenen. De Buik heeft een open Zak, die in 't midden van de Buik begint, tot de Anus heen loopt, en agter zig aan weerskanten tot de Dycbeenen uitftrekt. Deze Zak is van binnen aan de kant van de Buik, met een naakte, en met bruine flippen -gevlakte Huid bekleed; naar de buitenkant is hy met rosagtige bruine Hairen gevoerd. In het benedeneind van de Zak ftaan vier klemö Tepels. ■ Padi - Muis. Twee lange Knaagtanden beneden, en twee korte boven; aan de Neus eenige lange StekelHairen; aan ieder voorpoot 4 en aan ieder Agterpoot 5 Vingers. De Kop, de Rug, de zyden van \ Lighaam , zyn met rosagtige bflumö zwarte lange Hairen begroeid, die rosagtige.bruine punten hebben, en de Muisop deze plaatzen een bruinagtige couleur geven. De Keel, de Buik en het binnengedeelte der Beenen is wit, en met korter Hair beLl a . groeid.  53a Bydrace tot de groeid. De Oorlappen beflaan uit dunne, naakte Huiden. De Staart is met een fchubagtige Huid overtrokken, daar enkelde Steekei-Hairen op (laan. De Vingeren zyn met zeer korte Nagels gewapend , zoo als het benedengedeelte der Voeten met heel korte zilvere greize Hairen begroeid. Van de punt van de Neus tot aan D. den Anus . . . . 5 --, _ het agtergedeelte van de Kop . . i-J-*Lengte der Ooren . . . 4-_ Breedte der rondagtige Oorlappen . \ — Van de punt van de Neus tot aan betoog. f — ning van de Bek . . , ,% Q Lengte van de Staart . . • 5 - der Voorpooten . . . j*- Agterpooten . 2i~ van de V ingertoppen der Agterpooten tot op de Rug . . 3 — Hf Voorpooten tot op de Hals . -18* — Hoogte of doorfneede van 't Lghaam in 't midden, daar het dikst is" . . 2 —. van 'c Hoofd , ageer daar het  Nat. Historie. 553 De Geitenmelker. öïüiasdürfol #99 » Iiskjc at! .n9omi.il o"< Dit zonderbaar Vogeltje heeft niet ten vollen de grootte van "een Europifche Lyster. Het laat zig des daags nooit hooren of vliegende zien , en alleen maar 's nagts, om zyn Voedzel te zoeken , dat na alle gedagten uit Infeclen beftaat. Voornamentlyk by Maanefchyn vervuld het de Lucht met een herhaald eentoonig geluid , dat ten naaftenby aan een fterk , en eenigzints klankagtig geklap met de Tong gelykt, veel overeenkomst hebbende met het geluid, dat men in de koude Climaten ont'waard, als men op eene effen bevrozen watervlakte een ftuk ys of een gladde fteen werpt, zoo dat hy met haast daar over heen glyd. Dit eenvoudige en dikwils herhaalde geluid, van verre wel ook eenige gelykheid hebbende met de mokerflagen, die men by het calfaten der Schepen hoord, zoo heeft deze Vogel 'er de nederduitfche naam van Calfater door verkrecgen. Zyn Hoofd is plat en gedrukt, fchoon het door den groei der Vederen nog tamelyk rondagtig fchynt. De Oogen zyn groot, de Bek is zeer wyd , en heeft in dc hoeken een Huid, door wier rekbaarheid hy zig fterk uitfpalkcn kan. De punt van de Bek is elsvormig , en neerwaards gebogen, egter loopt het eind "der mede necrwaards gekromde punt van de Benedenkak weder een weinig opwaards gebogen. LI 3 De  534 Bydrage tot de De Oooren zvn groote opene gaten, digt agter de Kaaken geplaatst; de Neusgaten fteeken als Huisjes boven de bek uit. Ter weerskanten van de Bovenkaak, ftaat een rey lan^e ftyve Stee, kei - Hairtjes; de Tong 'is peilvormig , ongedeeld, egter met twee uitfteekende punten; dg Mals is mede " • • ' * De kleine Hoorn - Uil. Het Hoofd is dik en rondagtig; de Oogen zyn groot, de Bek kort, de Bovenkaak boven de Benedenkaak .heen, gekromd. De kleme LI 4 Neu*~  53<5 Bydracï tot db Neusgaten ftaan boven op de Bek aan het vooreinde van rondagtige .Vliezen, die over gelykvormig rondagtige openingen , in het Hoorn van de Bovenkaak gelpannen zyn. De Bek is matig wyd, de Tong peilvormig, en voor gefpleten. Aan de wortel van de Bek ftaan boven en beneden eenige Steekei-Hairen, enter wederzyde van de bovenkaak een bosje naar vooren gerigte Vederen, die meest van baarden ontbloot, fteekelagtig , en voorwaards gerigt zyn , zoo dat de Bek voor 't grootste gedeelte daar door verborgen is. De Ooren zyn groote rondagtige openingen zonder Klapvliezen, en geheel onder de Vederen verborgen. Het Voorhoofd tusfchen de Oogen puilt fterk uit door den groei der Vederen. Ter zytlen van de Ooren ftaat boven op de Kop ten wederzyden een party van 839 Pennen, die, zoo als de andere Vederen van dit gedeelte van 't Hoofd, naar agteren gerigt ftaan, maar die veel langer zyn, en als Ooren uitfteeken. De Hals is kort, en iets dunner als de Kop; de Rug is digt met tamelyke lange Vederen begroeid; de Vleugelen zyn niet al te lang, maar breed, en hebben 23 a 24 Slag- en Dekpennen ; de Staart is kort (en wigvormigJ)'en word geheel bedekt door de Vleugelen. Het getal der Roeipennen is 11 a 12; de Borst is met lange Vederen begroeid; de Beenen zyn Stort, en tot de Teen en dei Voeten met Vederen  Nat. Historie. 537- ten begroeid. De Voeten zyn met eene fegrynagtige Huid betrokken; ze beftaan uit 4 Vingeren, waar van 3 naar vooren gerigt zyn, en een naar agteren; de agterwaards ftaande is de kleinste, en tweeledig; de middelfte is de langfte, en heeft vier leden ; de twee buitenfte zyn drieledig, met lange fcherpe iets gekromde Nagelen gewapend , en beneden iets gekwabd. De voorfte Slagpen is veel korter als de andere. Het baftaard Vlerkje heeft drie maatige lange Pennen; de couleur is meest doorgaans donker greis met zwart gefpikkeld. Het Benedenlyf alleen, is witagtig greis en met zwart gefpikkeld. Op de Slagpennen ftaan eenige ligte vlakken, de Bek en de Nagels zyn ligt greis. 133 qovi 5b qo r:f>vod n'Ji.o.O w u. / De lengte van de Bek tot de punt van de Dm. middelste Voorvinger is . . Van de eene punt der Vleugelen tot de an. dere . - , • • • l9 De voorste Slagpen 3 • ■ 3 2 De derde — — . . • • 4* Breedte der Vlerken by de voorste Dek- pennen • • . • • 4s Lengte van ieder Vlerk . . -8 _— van de Bek over deszelfs kromte . | Uitfteeking der Hoorns . . • 1 Lengte van de punt der Bek tot agter het Hoofd, de Vederen mede gemeeten . . 3 LI 5 Van  533 B ÏDRACE TOT DB Dm; Van 't Agterhoofd tot de Staart . . 4.x Lengte van de Staart . . . 3I — —i der Beenen tot de Voeten . . 3I van de Middelvinger tot de Nagel . 4 —— Nagel . . .4 Dikte over de Borst . . . 3- *——. van de Kop over de Oogen . . 4 De Vogel Botek. Een groote Vogel, die hier aan de Zeeftrand gevonden word, en in 't Crawaagfche valt, in zvvaare Geboomtens by de Stranden. Het bovenste van 't Hoofd is een naakt Been , dat vlak gedrukt is, by de wortel van de Bek een kleine omflag maakt (die egter fomtyds ontbreekt) cn boven de Oogen met eenige fcherpte voorftaat. De Oogen zyn tamelyk groot, en digt onder de Beenderen van het Hoofd geplaatst „ waar van de uitfteekende fcherptens hun tot befchutting dienen. De Bek is lang, en meest regt uit ftaande, van agteren fchier zoo dik als het Hoofd, en voor wigvormig fpits toeloopende. Hy is daar by effen randig, en heeft van boven een rondagtige Rug, en ter zyden effene ..... Schaalfiukken. Het bovengedeelte van de Bek is niet zeer puntig, en ook van vooren aan weerskanten  Na*. Historie. 539 ten niet fcherp, maar iets afgerond. Het benedengedeelte heeft een fcherpe punt. De Tong is kort en fmal, 1 duim lang, en \ duim breed. De Ooren zyn on'gedekt, en ftaan heel agterwaards in 't Hoofd. Agter het Hoofd ftaat een zeer dunne Kuif van fchaars geftelde Hairen of Vederen. Het overige gedeelte van 't Hoofd is naakt, zoo als de Hals, en met eene rimpelagtige Huid betrokken. By het Hoofd rosagtig van couleur , en voor de rest geel, waar op hier en daar eenige vuile witte Dons-Vederen ftaan, hebbende egter de Mannetjes beneden aan de. Hals nog een rosagtige plek. De Bek en 't beenagtig bovendeel van 't Hoofd, is mede vuil wit of greisagtig van couleur. De holligheid van de. Borst is ook naakt, en by het einde van de Hals, en aan de fcherpte van het .... • beginnen de Vederen, die op de Rug, in de Vlerken, en in de Staart, van een zwarte couleur zyn , iets in 't groene fpcelende , en beneeden aan het Lyf en de Dyén geelagtig wit. In de Vleugelen zitten 3 2 Slag- en Dekpennen, en 12 Roeypennen in de Staart. Onder deze Staartpennen zit by 't Mannetje nog een rey witte Vederen, meest zoo lang als deze, die donsagtige baarden hebben. De Beenen zyn lang, en de Dyè'n boven maar .vleezig en met Vederen bezet, maar beneden zoo als het overige der beenen, en zoo als de Voeten met een zwarte perga- ment-  '54c Bydragetoïue mentagtige en gefchubde Huid bekleed. De Voeten hebben vier Vingeren, waar van drie na vooren ftaan , en de vierde agterwaards, egter iets zylings na de binnenkant toe. WeiVinger is van een korte ftompe Nagel voorzien , en de drie Voorvingeren vereend aan haar benedenfte Leden met een fterk vlies. De agterfte Vinger heeft twee Leden , de binnenfte Voorvinger drie, de middelfte vier, en de buitenfte vyf Leden. Vt.Dm.A. Lengte van de fpits van de Bek tot het einde van de Staarc • • . . 4 4 — Hoogte van de fpits van de Bek tot de Voetfpitzen .5 5 — Wydte van de eene fpits der Vleugelen totde andere . 710 4 Van de fpits van de Bek tot agter het Hoofd . .12 — » 1 ■• —— bovenaan 't Hoofd . .— lo —• Opening van de Bek van de punt tot in de hoek . . — 10 7 Omtrek van de Bek van agteren by 't Hoofd . .— 7 A- • ■ in 't midden . . , . ■— 4 % Van de fpits van de Bek tot het Oog . . •— 10 De Mynen gaan perpendiculair naarbeneden, fomtyds wel tot tien vadem diep, wanneer de kanten met fachinen en dwarshouten geftut worden , voor het inftorten; dat egter, in werwil van deze voorzorg wel gebeurd, vooral by zwaar onweer, zoo dat het hun aan kundigheid ter uitvinding van de noodige middelen, om deze en andere zwarigheeden voor te komen, ontbreekt; gelyk ze Ook niet in ftaat-zyn, wanneer het zwaar regend, in Mm 2 d®  548 BYDRAGE TOT DB de Mynen te arbeiden , door de groote toevioed van Water,,het welk zy, in de drooge tyd wederom uithoozende, door eetf fyne_ Zeef laten loopen, aizoo daar in ook Stofgoud gevonden word. Behalven deze Mynen , die in 't Gebergte gevonden worden , en door my 2elfs dikwerf in pasfant beoogt zyn, vind men 'er nog aan den kant van fommige zwaare Rivieren, daar men de grond van opduikt, dezelve zuiverd, en op die wyze dat edel Gefteente zoekt. Doch die het gezien heeft , zal zig niet verwonderen, dat dezelve zoo duur zyn, aizoo tien a twaalf Man wel een maand kunnen graven, dat ze voor geen twintig Spaanfche Reaalen aan Geileente vinden. De voornaamfle Diamant-Mynen vind men op Ambauwang, boven Molucco in 't Banjermasfingiche. :2jrfdfi§f] v aiT^üsï.) Yjfi ni rgn£b In het Banjerfche vind ften het Goud op de diepte van drie vadem te Kirzan op Doekoe , zynde de Aarde een roode Mergel. , yi a Hier by vind men ook Maas - Ourong, zynde een foort van Metaal, dat tqt Knoopjes geileepea word.' Ook  Nat. Historie. 549 • -Gok vind men 'er Criftal, doch wei-: -oob. t ebnssoorto'm moisbaw ^0 e-^ooïr»,. En Yzer word op een Eiland by.de Succadaaniche Rivier gevonden. Sumatra's West-Kust geeft veel Goud.'. Y-UI 100b pQ ■ ■■'.•W-"K*f ft9M0^9g£r*S • De Aarde uit de Goud-Myn Caye, n». gelegen in de Tigablas, naast de Doua- poulo Cottas, diep agt vadems, leverd Stofgoud uit van circa 18 Caraat. Aarde uit de Myn Sipini, gelegen by n.. z, en omtrent de vorenftaande, aan de voet van den Berg, gegraven in de Schuinte circa io vadems, leverd Goud van circa 19 i Caraat. Een vierkant Kasje, waar in de Ertz uit de Goud-Myn van Sipayong, gelegen drie dagen gaans oostwaards van Padang, in het Gebergte van Tigablas Cottas , alwaar men by het opfpeuren van Goud, het volgende obferveerd, zoo als in het byzonder by een aldaar jongst geopende Myn gefchied is: Voor eerst word in een roode Kleigrond een vadem diep gegraven , wan. Mm 3 . »eer  55° v Bydrage tox de neer men de witte Kleigrond ontmoet, ter dikte van twee vadems; deze doorgegraven zynde, ontwaard men een zwarte Zandgrond, by 't graven een vadem diep, en daar op onmiddeiyk: N°. i. Zynde een geeie harde Steengrond van boven van den Berg, na voorenftaande omfchryving, op de diepte van 5 vadem, en deze fïeenagtige grond aangemerkt wordende, als de Hoofd - Ader van eene te verwagtene rykc Goud-Myn, zoo fpoord die den Arbeider by ontdekking <*um, om met het werk voort te vaaren, en nog 5 vadems, ofte de gewoonlyke dikte van de geele Steengrond door te graven, waar na hy N-°.2. Zynde een Waauwe ftednagtige grond befpeurd, als boven van den top des Bergs, op 10 vadems; deze blaauwe Stccngrond heeft meerendeels de dikte van een vadem; deze al mede zynde doorgegraven , zoo bevind men Ofte de Goud-Ader, die dus na hier boven aangeteekende gegraven word op de diepte van elf vadems, en waar, uit vervolgens N°. 4«  N*a r. Historie. 55* N9.4.Ofte het zuivere Goud, dat de Myn verrykt, gehaald word, zynde van gehalte 22 ï Caraat. Tin-Ertz, gegraven uit den BergSon-.N* gipato, geleegen een dagreizc noord waards ErU!. boven Songitrap. a. Grond boven op den Berg. b. Ruwe Ertz, 3 Cobido diep gegra¬ ven. c. Gezuiverde Tin. Dezen eenen Berg is maar bekend, en leeverd weinig op. Yzer-Ertz, gegraven uit den Berg w». Toerawang, geleegen een dag reizens]g£ noordwaards beneden Songitrap. a. De Aarde, boven op den Ber,g. b. Yzer-Ertz, 1 Cobido diep gegra*. ■Ü99ÖT )'r,.oVe©*-"y;-qn')o:^» nMd 9.v Zwavel-Aarde, uit een Vuurberg, geleegen een dag reizens van Priamang oostwaards , zynde de grootste op Sumatra van de drie, de twee andere zyn gelegen 'tot Pasfamang, in de Tigablas Cotcas 4eaehre werpen een goede quantiteit af. Mm 4 Iw*  55s Bydracb TOt de rZ°™' Tama keure of de Grond in de Negory ïewc. Schieladie, by en omtrent den Vuurberg gelegen; dezelve word by den Maleyer voor Verw gebruikt, na alvorens fyn gemaaien, en met het wit van een Ey en Klapper-Oly gemengt te zyn. w*. 7. Tanna garang, of zoute Aarde, zyn- olxz'z de de Grond van eeniSe Heuveltjes tot • Cottabaroe, welke Aarde van die uitwerking is, dat byna daar in niets wil groeyen , waarom men die noemt Tan» na Sahat. ia8' Tclnm itam-> of zwarte Grond, by en itam. omtrent NJ. 7. gelegen, welkers hoedanigheid het tegengelïelde is van de zoute Aarde, als zynde zeer vet en vrugtbaar Land. ■irb iow na tn9bnov3§ 'ibisA ro'yl yjjav tIV* Tanna haloe* °f harde Aarde, op de haioc. meeste plaatzen van het Gebergte, wordende gebruikt tot het maaken van Pot» ten, Pannen, enz. . ' ■ ' ■ jb-nA tr:v:d - j'^ïnSlOoT ' 'f!nna°', Tanm Coeni' of geele Aarde, op vee; le plaatzen tot Cottabaroe te vinden, welkers gebruik dient als de roods Aarde.  Nat. Histor ie. 553 Tanna poeti, of witte Aarde ^ gelegenNo. ii. tds de vorige, van geen bekend, nut g>ip0Wfe gebruik. ~- ffi 1VT KÏÏ'J'lO'Mn BU , : Ji JlCv^ 'V P ' 100V ' Een fluk Benzuin-Hout, van Tapra-N°. 12. noely ontfangen. : Bloem van Camphur-Boom, zynde be-n^n. kwaam om geplant te worden, wanneervatl die Vrugt aan de Boom ryp geworden is;cam. van Natar ontfangen. neT. iiwc«.aib-iioEi amtoV' * r^yaoia Een ftukje Goud-Ertz in Steen. n°. *** Ceylon, alle foorten van edele Gefleen- ceyioo. tens, die op Ceylon, byzonder in de Maturefche Landen vallen , worden in Valyen en aan de voeten van Bergen, in een mengzel van roode Bergagtige- en vette Klei-Aarde gevonden, en wel differente foorten vanSteenen, in een en dezelfde Grond [en Plaats, alwaar gemelde Steenen te vinden zyn, werden ook ordinair, zwart en wit Criftal, mitsgaders Tooremalies boven Aarde gevonden, die zekerlyk by plasregens, of door 't afftro* mend Water van de Bergen te voorfchyn komen. Men vind op fommige plaatzen zonder Mm 5 veel  554 Bydrage tot de veel moeite Gefteentens, i, 2 ó 3 voeten onder de Aarde, doch daar en tegen op andere plaatzen graaft men wel tot 20 en meer voeten diep; als men zoo diep komt, dat men Water vind , gaat het werk veel gemakkeiyker, want de Aarde die men graaft, word in een groote Rottingkorf gedaan, en de Korf in 't water houdende, zoo lang daarin met de Handen geroerd en gegrabbeld, tot de Aarde weggefpoeld of doorgezeegen is, en zoo lang men de Steenen onderfcheiden en vinden kan; daarom worden de groeven aan Rivieren gelegen, fchoon niet voor de beste, egter om de wille van het Water, voor de min moeyelykste gehouden. Op Ceylon worden geen andere foorten van Steenen , hoe"genaamt, gevonden, als de ondervolgcnde: n0. 1. Robyn, in 't Mallabaars Elinge SchoRobyn. geppoe, en in 't Singalecs Lankarette. Ne Blauw; $aphk , in 't Mallabaars NiBiaauw Icm, en in 't Singalees Nile. Saphier, ° N». 3. Groen Sapkir, vallende fommige ligt Sa°hir £roen ' VVOi'dende by de Singalcezcn en apir' Maïlabaaren genaamt, Patje Padian. Wit-  Nat.' HisïomÏ 555" Wit- of Water - Sdphir , noemen de No-#. » r w j Wit- 01 Mallabaaren Wille Padian, en de Smga-Water, leezen Sadoe Padian. Saphier. Toepas, in 't Mallabaars Poerezina-^-sgcm $ en in 't Singalees Poesperagem. Kat-Oog, in 't Mallabaars en Singa-^; 6' lees, Wayroedie. o°g. Ambatist, in 't Mallabaars en Singa- 7. lees, Seuandie. tut. Robaal, in 't Mallabaars Rauwa, en in No. 8. 't Singalees Rawa. ' Robaai- Caneel-Steen, in 't Mallabaars en Sin-^J; galees, Komedigan. Meen. Wit Cr ift al, in f Mallabaars Wille Pa-N^. i=. lingoe, en in 't Singalees, Zoedoepa-wjJaU lingoe. Zwart- Criftal, in 'c Mallabaars Katte g^1, Palingoe, en in 't Singalees, Kalloe Pa-criit»v lingoe. Geel Criftal, in 't Mallabaars Manjel^12Palingoe, en in 't Singalees, Kaha Pa-Criftai. lingoe. Bruin  55&* Bydragb tot tïe ^o. 13. Bruin Crijïal, in 't Mallabaars, m\ m SS. 'C SinSalee^ aPëa Palingoe. SeéiI4' Geel Tormal™ > - of de zogenaamde MaToore- terfe Diamant, wordende by de Mallamaüe. baaren en Singaleezen» Kaneke Tooremalie genaamt. No. 15. Gromt Tooremalie, of Materfe, DiatZZS mant' by de Singaleezen en Mallabaaren maiie. bekend met de naam van Patje Tooremalie. ■^d fis 9 Jiyib n^vod eib • bisrÏBiiinv * wkte6" WitU Toorm(llit $ of Materfe Diamant, Toore- wordende by de Mallabaaren genaamt witmalie, te Tooremalie, en by de Singaleezen Zoedoe Tooremalie, ", isxY geolETjnig booid.lo qmoW r»3 N°. 17. Blaawre Tooremalie, by de MallabaaToorèveren en Singaleezen genaamt, Niel T©oremalie. : ïohaoS ■iealrgnio ï nr >2i>Ii3~ utmfcM N. is. Roode Tooremalie, de Singaleezen noeSee. men die Pennie» en de Mallabaaren Panic msjiv. Tooremalie. Twee Bundeltjes, beide gemerkt: Lï«. a, Zynde in de eene een Steen, en in de andere Aarde : deze word zeer diep uit de  Kat. HisloRii. 557 de Gebergtens gegraven, en als een harde, vaste, en aan een gegroeide materie zynde, met yzere Mookers en andere Gereedfchappen {tukken gebroken , en wel tot gruis of kleine Hukken , welke in een groote Smeltkroes gedaan, en door eeiï fterk Vuur, door twee Blaasbalgen aan de gang gehouden, gefmolten word. Vervolgens neemt men weg, door Inflrumenten en Tangen, die expres daar toe zyn gemaakt, alle onzuiverheid en vuiligheid, die boven dryft , en de Smeltkroes op een klomp Klei-Aarde, daar een gat of vorm in gemaakt word, omgeworpen, formeerende dan Een klomp of brood Singalees Yzer,Litt. B, dat nader tot Gereedfchappen, enz. ver-, fmelt, gezuiverd en gebruikt word. Marien-Glas, in 't Singalees ZoedoeLitt. c. Miniran. Potlood - Glas, in 't Singalees KaloeLitt. Eu Miniran. iiïii4ificïtsi !^biü ' 25i3ifiiJiïU£ï 1 Deze beide foorten worden gevonden op een en dezelfde plaats, aan de voet van de Bergen, in Kley en roode Aarde-,  $58 Bydracé toï b# de , zeer diep in de "Grond; doch Por> lood vale wat meer op drooge Gronden. Litt. e. Drie Bondels Ceylonfche Planten. MALAKSCHE TIN-ERTZ. Om een omflandig Berigt te geven; hoe deze graving gefchied, is niet mogelyk, te meer, dewyl de Inwoonders des Perafchen Ryks , geen Europees , zoo van de Bezettelingen van 's Compagnies Post aldaar , ofte anderen , eenige 'toegangen tot hunne Mynen vcrleenen. De weinig ontfangene Bcrigten van certyds op Pera geleegene Gezaghebbers van 's Compagnies Bezetting , getuigen, dat de meeste Ertz uit Valeyen gegraven word, hoewel fommige ook uit Gebergtens , gelyk uit de hier nevensgaande Ertz blykt. Zeer zwaarc Boomen , ofte Wortels van dezelve, als mede Steenrotzcn , moeten veerst uit den grond gegraven worden , fomtyds ter diepte van" zes a zeven voet, eer men aan de Ertz komt. Het Ertz gegraven zynde , word- het zei-  Nat. Historie. 553 zelve gewasfen, en van het Zand gefcheiden of gezuiverd, door middel van uit den grond opwellend Water , dat door uitgeholde Boomen naar de Myn geleid word; digt by de Myn geen Wellen zynde, worden 'er Putten gegraven* waar by de zuivering gefchied. Alle van Pera aangebragte Tin-Ertz, kan zoo bezwaarlyk van derwaards aangebragt worden, dat het zelve niet dan met de uitterste moeite, en teffens voor den Vervoerder met het grootste gevaar kan bekomen worden. De bygelovige Mahumedanen of Maleyers van denkbeeld zynde, dat indien 'er eenig Ertz uit te Mynen weggenomen word, de geesten ("die zy altoos veronderftcllen, ineen Myn te zyn}, de Ertz laaten wegzinken, of fterftens of hongersnood onder het Volk veroorzaken. Waarom de Koning en verdere Beftierders des Perafchen llyks, op ftraffe des doods verbieden, dat iemand eenig Ertz uit een Myn vervoerc. De Ertz, met N°. 1. gemerkt, is uit Mynen gegraven , die in Valeyen  560 Bydrage tot de. gevonden worden ; dezelve is zeer fyn als Zand , dat nog reeds onder 't zelve gevonden word. De Ertz N\ i. is dezelfde foort, doch yan het by zig hebbend Zand door wasfchen gezuiverd. . N°. 3. Is het Zand , dat onder deze^ Ertz gevonden word; hier uit is fomtyds ook Goud te haaien. . . . N". 4. Zyn Steenen, welke gevonden wordende, de Myn werkers tot een teeken zyn, dat 'er geen Ertz meer te vinden is, waarom men als dan met de graving van zulk een Myn ophoud. N*. 5. Deze Steenen houd men voor de wezendlyke moeder van de Ertz: de. zelve word in 't Maleydsch lbo Tima genaamt; voor en aleer men deze Steenen lraejt, worden dezelve fyn gefloten en gewasfchcn. Ne. 6. Is Ertz, welke uit de Mynen, die aan 't Gebergte zyn, gegraven word; het zelve word ook eerst fyn gefloten en gewasfchen, eer 't gefmolten word. De  Nat; Historié. 56*1 De fmelting gefchied op twee verfchillende wyzen: de Chineezen, die, doof den'Perafchen Vorst, korte Jaaren gele-; den, vergund wierden, eene reeds lang door den Inlander verlatene Myn te openen , 'doch die egter de Tin, voor den daar toe geftelden Prys moeten leveren, fhielten^het zelve in een yzerePan, did op een foort van Oven ftaat, welke van Aarde is opgeworpen : deze Pot of Ketel ftaat altoos ichuins ; uit dezelve word het'gefmölteri Tin mét Lcpeks gefchóüt* en in vormen (die flegts in den grond zyn uitgehold) gedaan. Deze Oven word aangeftookt, door een fterk Vuilr van Kooien, die vah 't Hout Campas Thjma Clangii» gebrand worden; andere Houts^ kooien zyn te zwak van gloed , om de vereischte hitte tér fmelting voor dit Mineraal te geven. Dè Maleyer fmelt deze Ertz, in ga* ten in den grond gemaakt, die zy mede den naam van Ovens geven, in welke, en Ertz en Houtskoolen, beide by eikanderen gedaan worden ,. tot dat de gloed of hitte der Houtskoolen, de Tin* uit den Ertz doet fmelten, het welk mede in een vorm loopt, die flegts in dg grond is uitgehold. XV* Dkei.. Nn Poeh  56"a Bydrage tot dë Doch door deze behandeling word de Tin zoo fchoon niet uit de Ertz gefmolten, als door bovengemelde by den Chinees gebruikelyke gewoonte. INDISCHE MINERALEN VOLGENS HET ALPHABETH. Ey my verzameld. 27. Aape-Steen. 38. Ametisten Ceylonfche. 65. Agaat Kaaplche. 60- Barn-Steen uit Pruisfen. 5. Criftallen Borneofe. 8. —uit de Diamant - Myn te Puntiana. 9. Banca. 40. wit Ceylons. 41. zwart Ceylons, 43. ___ Kaaps. 47. Cinabêr duits. 36. Caneel-Steen, Ceylonfche. 4. Diamant (Borneofe) en de Steen en  Nat. Historie. 563 en geele Aarde, die de Myn aanwyst te Banjer. 9. Diamant-Ertz. 24. ——Materfche. 6. Goud-Ertz CBorneos) en de roode Aarde, die de Myn aanwyst. IO< van Mampawa (Puntia- ' nas.) T 1 j , Puntiana en Landac. ir,' (Sumatras) geele Aarde. I ^ . blaauwe Steen. JJ" Goud-Ader. j^" i ^ zuiver Goud. S5< , uit de Berg Timory van Macasfar. 20- van Manado. 44. Italiaansch. 51. Goud in manier van Sumatra. ^2. zwarte Steen — 59» van Timor. ^6. Celebes. — Sumatra. 22. Koper (Timoreesch.) 64.. Koper-Ertz (Kaaps.) 24. Kalk-Steen ( Timoreesch. J 33. Kat Oogen ( Ceylonfche.) 46. Lood-Enz CD^itsch0 Nn 2 5?'  564 Bydragb ïot de 53. Lava uit de Ternaatfche bjanden.. de Berg. 3. Maas Ourcmg van Cheribon. 63. Faerlcn (Kaapfchc.) 48. Quarts (Duitfche.) 66. Quarts CKaapfche. _) 61. Quadraat-Steenen (Kaapfchc.) • 30. Robynen (Ceylonfche.) , 37, Roebalcn -^) 2. Salpeter uit den Berg Gede by Batavia ?9- Shngeflecn ( Ceylonfche.) 42. Ster-Steenen. 57. Silver (Japansch.) 45. ^—- (Diiitsch.) 32. Tin-Ertz van Succad'ana. j7. ,— (Palembangsch ) in zand. ï8. „ _ , , _ inrteentjes, 54- (Ceylonsch.) 59, s, , van Malacca. 67. 28 en 55. Tourmaline Aftrekker- ( Ceylonfche.) ' 31, Topasfe ( Ceylonfche. _) 59, Tarapoes ( ) s'j.: Water-^aphier -.) 7. Yzer  N a:sv Historie. 565 7. Yzer ("Borneo's.) ao. -— van Bliton (Palembangsch.) 50. — v Cheribon. 1. Zwavel uit den Berg Gede by Batavia, 2i. van Bliton (Palembangsch.) 23. _ 3. Timor.' 32. Zaphieren van Ceylon. Nn s JA-  56<5 . BYDRAtE tot bb JAPANSCHE MINERALEN E N STEENEN. By my verzameld. No. 33. Arfenicum. . . >— 151. Afdruk zei van een Blad. . . — 183. Albast, . . . Sirinu Sumatorh •— 228. Aluin. Miibban. — 58. Amber de Grys. . . Koeferanotorie. — 119. ftlaauw Vitriool, . . Tanpan. — 47. Bloem • Steen. . . Sakfra in*. 1— 56 en 106. Bloem Blaauwfel. . Fana Kofio. — 75. Bruin - Oker. — 86. Bitumen. . , . Kiofax. — 87. Berg-Cnftal. . . Kanfikoki. — 100. Bloed-Steen. . . 'fay Sin Siki. — 145. Bloem - Cnfta!. — 27. Criftal. . . . FauOko. .— 43. Coraalwit. . . . Kikomefiko. — 45. Criftal in zoet Water. . . p0rgi Sikki. — 53. Criftal Purper. . . Moera faki filii. — 85. Coraal. . . . U Stara. — 125. Cinaber. . <— 137. Cobatt. — 11. Doodshoofd. . . Bokaa. .— 26. Drakebeen. . . Rioko. — 62. Donderfteen. . . Kaminary Sikkl. — 212. Geele Amber. . . Juvo. .— 54 en 103. Gierst-Steen. . . Awafona. .— 57. Granaten. . . 63. Goud. . . . Kinji. «— 191. Goud Ertz. . . Kinjimofi. 1 N°. S7»  N a t. Historie. 56*51: JsTo 70 Geel-Oker. . • Keikwanfiki. J06: Goud-Steen. • ' • Kingl Seki. — 52 en ie*. Hair-SteeH. . . Sino Sekki. — 101. Hagel-Steen. j. ,j Arare lfi. — 34- Jaspis. • „ • jfa&r _ Koper. . • Arado. — 175. Kryt. • • . • .Rokanjiko. ~* lil'. Kwik . • • Kim.tzda. — 40. Koper-Blom. . ■ Kifimi _ 74. Kalk-Steen. . ■ Rokanfeki. 97. Key- Steen. — 99 en 117. Koper-Boompje. . Sinando. — i<. Lood. . • • Naman. 81 1 ey . • • Reinkour. ~ 188.' Mica. . ' Gin-honing ~ 232. Marmer. . • Sijekifeki. — 187. Pyl-Steen. . • Sedidi. — 59,-Boicelyn- Aarde. — 98. Puim- Steen. — 246. Quarts. - . ' Hadjekiji. i44 en 189. Quadraat-Steen. • Dinendo. — 180. Rood Coraal. . • Sungodi. — 213. Rood Coraal. . « Janüoki. -— 17'. Zilver. . . • öin17. Zilver uit Koper. . • Caybok, — i2i en 16. Spuwer. . • Totan. — 18. Staal. . . • Hagani. — 194. Succinum. , • Kokak. — 64. Slangfteen. . • Fibi Sikki. 65 en 71. Steenvlas. ; • Sekiko. 77. SchifFel. , • Genfikiki. — 2r en 119. Tin. • Zee Zoek©. — 28. Vitriool. . ■ Tanpan. — 196. Verfteend Hout. . • Fagibok? , 214. Verfteende Crab. . . Kamoeri. 238. Vuurfteen. « • Riokortigi. — 39. Verfteende Schulp. . • Seki. 84. Verfteende Oefter. . . Ilï Famagoery. , 90. Vitriool. _ 19 en 109. Vermiljoen. . . Sufako. N°. «3.  ^6*3 Bycraöe tót dé Nat. tïisf* n°. 83. Witte Steen. .' . Jookiilki. 1 — 102. Water-Steen. . . Fooy Seki/' ■—■ 2<5. Yzer-Ertz. ' . . Tets. — 156. Yzer - Oert. • . Ikan. <— 22. Zwavel. . " . Iwo. — 40 en 108. Zeep-Steerr. . . Isfi Saborj. —• Zwaluw-'Steen. . Sskki Jin. £ y n d je