TAFEREEL VAN HAR.BE WINTERS.   TAFEREEL VAN H A IEL ID E WINTERS? DOORMENGD MET STAATKUNDIGE EN ANDERE GEBEURTENISSEN VAN DIE JAARENj IN ONS VADERLAND. DOOR J. H9 H E H 1 N G, Te AMSTELDAM, ByJACOBUS van der BURGH en ZOONa Boekverkopers op 't Water, over de Papenbrug,   TOEËIG E,N ING aan de ..; VADERLANDS CHE JEUGD. Jonge Medeburgers! I5ry, brave Zoons van deugdfame Ouders, die te eeniger tyd, zo wy hopen, elk in zynen Stand, de cieraden van uw Vaderland zyn zult, en de monden der wysheid van een volgend Geflacht. Aan u allen, van de beide Doorluchte Prinssen af, tot aan den Zoon des eerlyken D a glooners toe, wyde ik, beden, myncn arbeid! — OngetwyfFeld was de nu afgeloopen Winter, voor verre dé meefteUwer, de eerft aanmerklyke , dien gy beleefd hebt, of voor 't minft kunt geheugen; hy is ongemeen geweeft, in koude en waterram* pen.  T OÉEIGENIN G pen. Myn Tafereel zal Uditnaderherr inneren, en U niet zoortgelyke gebeurtenüTen, in vroegere dagen, bekendmaken. —— Ontvangt dan myn geschenk met kift en yver tot onderzoek, en befchermt het nog, daarna, wanneer ik niet meer zyn pi. — Ik blyf, Jonge Medeburgers! Uw heïlwenschende Vriend, J. H. HE RING. Amsterdam den 12 Mei 1784. VOOR-  V PORREDE. lp)g voorngame inhoud van dit tegenwoordigboekÜeel behelst een nog onbearbeid vak der Vader- landsche geschiedenissen , met Opzicht tot 'dat gedeelte onzer Natnurlyke Hiliorie, bekend onder den 'naam van Harde Winters. ———* Geen der beroemde Mannen, welke'zo deftigyverden, om de lotgevallen van deezen staat , in zyne onderfcheiden tydperken , by de Oudheid, na te fleuren 3 en die ter kennisfe van de Nakomelingfchap te brengen, hebben zig opgehouden, ons, hierom trent, eenig uitvoerig bericht te geven ten wanneer zomtyds de om/landigheden vereischteu, om 'er melding van te maken 3 flapten zy 'er flechts luchtig over. De beroemde Wagenaar zelfs,fpreeh t van den aanmerklykeu Winter des jaars 1740, maar zeer kort en als in V voerby gaan. . De firenge koude en felle vorst, welke wylaatst gehad hebben , de algemeene gefprekken diïs-ivegen, en de begeerte vanzommigen, om ook daarvan,in vorige tyden, iets naders te weeten ,/poorde my aan dit onderwerp opzetlj k te behandelen, en by een te verzamelen, wat dien aangaande elders verfpreidlag. * 2 Dan  vi VOORREDE. Dan overwegende de eentoonigheid, die in verhalen van denzelfden aart, onvermydelyk is, meende ik niet onvoeglyk te zyn , om achter elken Winter, een kort ver/lag te doen, der Hiftorifche Byzonderheden, dat jaar,in ons Gemeenebest, voorgevallen; ook heb ik 'er e enige leerzaame aantekeningen by gevoegd, ten einde de leeslust myner jonge Medeburgers op te wekken, en hun te bemoedigen tot verder onderzoek. —■ Mag myn arbeid eenige goedkeuring genieten, ik zal voldaan zyn. BERICHT voor den BINDER. De plaat van het ysvermaak op den Amftel, tegen over bladz. 177. Het kaartje. — 20U De zinnebeeldige plaat der Overftroominge. ao8. TA-  ! TAFEREEL VAN HARDE WINTERS, DOORMENGD MET STAATKUNDIGE EN ANDERE GEBEURTENISSEN VAN DIE JAARKN, IN ONS VADERLAND. ]Koude en Vorst zyn eigenfchappen Inlei. van onze Luchtftreek, en vermits wy het een mm' jaar meer, het ander minder, de uitwerkzels daar van ondervinden , worden wy aan derzelver jaarlyks wedèrkeerende heerfchappy gewoon, en zyn *er geheel onverfchilli ■ onder, tot zo lang, dat de geftrengheid van heiden , onze byzondere aandacht nader bepaalt en gelegenheid oplevert, om elkander over zoortgelyke ongemeene gebeurtenisfen , in voorige jaaren, te onderhouden, maar nooit meer, als dan, word hét oud Hollands Rymtje bevestigd', . .- ; ■ Het lest, Heugt best. De nieuwsgierige Jeugd , voor welke het zeldfaame nog nieuw en vreemd is, luistert met A graag-  ft TAF ÈRIÉt VAN graagte, wanneer Beste va ar, by den warmen haart, het verhaal mededeelt, van de harde IVinters, dien hy beleefde, en hoe men zig toen vermaakte, met tusfchenmenging van kleine aartigheden, welke zig de oude Man, te binnen brengt en hem zynen vroegeren leeftyd, met finaak, herinnert Meer Ervarenen neemen acht op lucht, wind- en weer gefteldheid, zy zyn naauwkeurige Befcbouwers der wonderbaare voortbrengzels door Ys en Sneeuw veroorzaakt: zy meeten de verfchillende diktens van het eerfte, en houden aantekening der hoeveelheid, die'er van de laatfte gevallen is, om 'er, daarna, mee oordeel, over te kunnen fpreeken. — De Landman verheugd, dat zyn Vee veilig op de ftallen,ftaat,en het Wintergezaaide onder den warmenden fneeuw gedekt ligt, laat, in den kring der Gebuuren, den ruimen Berkemcijer, ien boorde toe gevuld, vrolyk, rondgaan; de Jonge Boer, die anders zo weinig tyd tot uitfpanning heeft, bind nu de fchaatfen aan, en rydt met het Meisje zyner verkiezing, Stadwaards, om deYsvreugd en de pracht der Stedelingen te zien, en oude Moeder, 's avonds, al het mooi te vertellen.— De groote Menigte, by gebrek van bezigheden, die het huislyk onderhoud fchragen, bewandelt zorgloos en zonder verder nadenken , dan het geen 't gevoel der koude in hun veroor-  harde winters. g oorzaakt, de wyd en zydbevroozen ftroornen, even of zy de minst belanghebbende Perfooneri waren , omtrent de gevolgen , die doorgaans de harde Winters vergezellen. — Ondertusfchen zit de eerlyke Armoede , raadloos, met gevouwen handen , in eenen kouden hoek té zuchten en te klagen. — De Dyk en Stroombewooner, die by het losgaan der Rivieren, alles te vreezen heeft, krimpt weg van angst, zo dra de Wind naar het Noordwestten fchiet; zyne billyke bekommering voor gevaar, dryft hem, eer nog iemand aan dooi* weër denkt, de beste Meubeltjes faam te pakpen, om fchielyk tot de vlucht gereed te zyn, zodra de nood het mogt vereisfchen. Dit;, myne LANDGENOOTEN ! is Overgang de gemeene fchildery van harde winters. — Thans nodige ik U, om met my;, de byzonderheden daar van , in vroegere Eeuwen en Jaaren, wat meer van naby te befchouwen, en eindelyk onze aandacht te bepalen, by den tegenwoordigen Winter, des Jaars zeventien honderd vier en tagtig. Het lyd geene tegenfpraak, of de Batavie» Algeroéê ren zullen, meer dan eens, in deeze Gewes- neaanten , zo wel als in hunne vorige Woningen raerking' van Hesfen en Thuringerland , harde Winters A 2 on-  4 tafereel van ondervonden hebben , fchoon 'er by oude Scbryvers, zo veel wy weeten, nergens eenige byzonderheden van zyn aangetekend , waar•fcliynlyk, vermits zy een fterk en vastgefpierd Volk zynde, reeds van der Jeugd af, tegen alle foorten van ongemakken, en dus ook tegen de ftrenge koude, gehard waren , zig derhalven naar "den tyd en de omihndi^heden der ruwe Jaarftifoenen fchikten, zonder daar in iets ongemeens te vinden , waardig , om zulks, door mondelinge verhalen, het geheugen hunner kinderen in te prenten , en even als de moed en dapperheid der Vaderen, tot de Nakomelingfchap overgebragt te worden. De eerfle De eerfte ftrenge Winter waar van de bekende rAARB0EKEN DES VADERLANDS melïnèneê J i • j j v/inter ding maken, ontmoeten wy aan het einde der hier te Derde Eeuw, doch zo toevallig,- dat men 'er La"de" insyelyks onbewust van zou gebleven zyn, indien 'er de Hiscorifche Gebeurtenis destyds , géene: aanleiding toe gegeven had. 1 Risto Rome, zederd verfcheiden Jaaren, door Binrisch be- rjenlardfci en twist jammerlyk verdeeld, telde [Ingi? byna zo veel Keizers als Legerhoofden, die de.0 elkander , met de wapens in de hand , het wettig gezach weerfpraken; door welk huislyk rumoer, de algemeene. welvaart en veiligheid des Ryks, geheel verzuimd werd; de Grenzen lagen  HARDE WINTERS. 5 lagen onbezet en ten prooi van wraakzuchtige Gebuur-Volden , die, reeds lange misnoegd , zig deeze gelegenheid ten nutte maakten. —— De Franken, welke de overzyde des Rhyns bewoonden, een Volk, zomen denkt, beftaande uit eene vermenging van verfchillende Germanen , maar die zig onder deezen naam, die vry betekend, vereenigd hadden, waren de eerden, om de vyandlykheden te beginnen. De Komeinfche Steden en Sterktens aan den genoemden Rhyn gelegen , wierden dra door hun vermeesterd en ingenomen ; vervolgens moest een gedeelte van Gallie hun roof en plunderzucht misgelden. Hier mede niet voldaan, en middelerwyl, overal, fchrik en vrees verwekt hebbende, overrompelden zy, insgelyks, het Eiland der Batavieren , dat even als de overige Wingewesten, onbefchermd lag. Pr obus, een man van deugd en moed, welke, omtrent het ja.tr 277, tot wettig Keizer uitgeroepen werd (a), trok eerlang, met een machtig Heir, naar Gallie , alwaar hy over deeze woeste Franken gloryryk zegenpraalde, en aan de ontkomene, op hunne bede, niet alleen den Vrede fchonk, maar zelfs de inwooning in die Landfchappen, welke zy (a) A. Bogaart Roomfche Monarchy, 8°. bl. 207. A 3  6 tafereel vam zy verheerd hadden , onder voorwaarde, den hun toegeftanen grond te bebouwen, en de jonge Manfchap voor den dienst van Rome te leveren. Zodanig goed oogmerk, tot bevordering van rust, had echter het gewenschte nut niet. Dit Volk, dat geene Wetten eerbiedigde, kende geene verplichting; naauwlyks was hun de kans weêr fchoon, of zy hervatten het oude ambacht, vermeesterden de Romeinfche fchepen, die in Batavie lagen, zo tot beveiliging der Kusten , als wel ter bevordering van den koophandel met Brittannie, en ftevende daar mede, ter bejaging van roof, tot in het hart van Afrika. Te rug gekeerd, vereenigden zy hun met zommige Saxers; dwongen , door overmacht, den Batavier, andermaal, tot onderwerping, en daar de gelegenheid des Lands, wegen zyne Bosch- en Waterrykheid, zeer gefchikt was , om deeze Vrybuidters tot eene veilige wykplaats te ftrekken, lagen de nabuurige Kusten, gedurende verfcheidenjaaren, onophoudelyk bloot, voor hunne invallen en zeefchuimeryen , toen 'er wederom, by de nogfteets aanhoudende Ryks-. twisten, een andere Probus, ter befcherming van onderdrukten, opftond, naamlyk Co instantie-s Chlorüs , vader van den uitmuntenden Constantyn den Grooten, welke 5 omtrent het jaar 202, zig in Gallie be,  harde winters. ? bevindende, en ondertusfchen, dat men aldaar bezig ware eene fcheepsvloot voor hem uitterusten, tot ontzet van Brittannie, met zyne Krygsbenden herwaards overkwam, en in weerwil van alle zwarigheden, den onderdrukkenden Vyand, in zyne menigvuldige verfchansfingen, aantastte en eindelyk voor zyne kloekmoedigheid, wederom, deed buigen. Batavib genoot nu , door de wyze fchikkingen van dien Doorluchten Bevryder, eenige weinige jaaren rust, wanneer in 't jaar 296 , de verjaagde en uitgebannen Franken. ten derdemale, de Batavieren overvielen, by gelegenheid van het toevriezen des Rhytis, doch welke ftoutheid hun duur te ftaan kwam , aangezien eene fchielyk opkomende (ierke Dooi, dit Geboefte den terugtogt affneed en de overwinning van Constantius volmaakte, dieeerlang met eene wel toegeruste Vloot aan onze kusten ankerde, en deeze Zwervers tot volkomen onderwerping bragt (b). Dit zyn de famenhangende omftandigheden eener Gebeurtenis, door welke wy kennis gekregen hebben, van dien harden Winter, hier te (b) G. van Loon Aloude Holt. Hiflorie, I. Deel, tódz.aoo. & feqq, A 4  8 TAFEREEL VAN te Lande, en fchoon 'er de Historie geene byzondere aandacht op vestigt, kan men echter, in overweeging neemende , de menigte der Togtgenooten, vry zeker onderdellen, dat de koude toen itreng en het ys vry dik moet geweest zyn (i). Verdere Zederd, tot diep in de veertiende Eeuw, Winters. vind' men in onze Gefchiedenisfen, nergens eenig bepaald verhaal van harde Winters; het eenigde, datwy 'ervan weeten is'meest gehaald uit oude Hoogduitsche en andere Kron v k e n , doch hoe ver men op derzelver echtheidt ftaatkan maken, durven wy niet bepalen, zo veel ten minde blykt 'er uit, dat de drenge koude en harde vorst in latere tyden, geenzins zonder vroegere voorbeelden zyn. Wy zullen, om eene behoorlyke volledigheid aan ons Werk te (i) De Autheur van zekerHistorisch Ferhaai van Harde Winters, in 't Jaar 1741 alhier, uitgegeven, begint reeds met het Jaar 289, wanneer, volgens zyne opgave, de meeste Boomen en het Veldgewas dood vroor, de Zee, hier en daar, met Ts bevloerd was, en de koude zeer lang duurde. Doch vermits men op de Jaartallen der Oude Kronykjes niet zeer juist aan kan, komt het my geenzins onwaarfchynlyk voor , dat hier misfchien de Winter des Jaars 296 bedoeld word.  HARDE WINTERS. 9 te geven, zommigen dervoornaamfte aanftippen, en daarna, meer uitvoerig , die geenen mededeelen, van welke de' Vaderlandsche Historie-schryvers bericht doen. Omtrent het midden der zesde Eeuw, zou 554» het eene zo koude en ftrenge Winter geweest zyn , dat het gevogelte dood uit de lucht neerviel; doch deeze harde vorst werd, des tyds, als eenen zegen befchouwd, aangezien de pest, welke toen door geheel Europa woedde , zedert ophield. Ruim eene Eeuw later, heerschte andermaal 670. eene ongemeene felle koude, waar door verfcheiden Menfchen omkwamen en veel Hoornvee (Herf, 20 dat men des Zomers gebrek aan melk, boter en kaas had. Zevenenveertig jaaren daarna, viel 'er niet 717. alleen hier te Lande , maar zelfs in Vrankryk en Spanje , geduurende de maand O&ober , zodanig veel Sneeuw , dat dezelve op zommige plaatfen twintig voeten hoog lag, en grootte overftroomingen veroorzaakte; in 't midden van welken rampfpoed men nog bezogd werd, met eene harde vorst, fchoon die maar weinig dagen duurde. A 5 Jn  IO TAFEREEL VAN S24. In 't jaar agt honderd vier en twintig, begon de Winter reeds in Otlober en duurde tot in 't begin van Mei, des volgenden jaars. S59. Vyf en dertig jaaren later, had men wederom ongewoone vorst en koude, doch het opmerklykfte daaromtrent was, dat men toen in geene twintig jaaren eenig ys van belang gezien had fa). 881. De Winter van 't jaar agt honderd een en tagtig, was zo fel en aanhoudend , dat men byna geen voeder voor het Vee krygen kon ; hier by kwam, in 't voorjaar , een fcherpe Noordenwind, die veele ziektens en onder deeze een zoort van hoest .Veroorzaakte, waar aan verfcheiden Menfchen flikten. In de tiende Eeuw, vind men van vier harde Winters gewag gemaakt; de eerfte in 't jaar pi3. negen honderd dertien, waarvan alleen gezegd word, dat ze langdurig en fel was. De twee* 922. de op het jaar negen honderd agt en twintig , wan- (2) In deKronyk van vanGouthoeven, bladz. 69, ■word verhaald , dat 'er in 't Jaar 860 een zeldfaam luchtverfchynzel gezien werd, naamlyk , dat de Harren famentrokken en vuurige ftralen uitwierpen, waarop hevige ftormen en zwaare overflroomingen volgden.  HARDE WINTERS. II wanneer in Vrank ryk alleen , tien duizend Menfchen van koude ftierven. De derde was in 't jaar negen honderd twee en ne« 992. gentig, welke van de maand April, tot omtrent Pingfter, duurde. De vierde, twee 994jaaren later, begon den veertienden Oëiober en hield aan , tot omtrent half Mei des volgenden jaars. In 't jaar een duizent twee en twintig, was 1022. de koude mede zeer gevoelig en rukte eene menigte Menfchen uit het leven; ook viel des tyds zo veel fneeuw, dat 'er verfcheide lage veldwooningen onder begraven wierden. De Winter des jaars elf honderd zes entwin- ua6. tig, van welke wy aangetekend vinden , dat het toen zeer ftreng vroor, en dac 'er groot gebrek aan levensmiddelen was , bragt nog daarenboven , door de menigvuldig gevallen fneeuw, omtrent PingpJer, zwaare rampen te weeg ; de Rhyn en andere hoofd Rivieren zwollen tot eene merklyke hoogte, en vernielden, hier te Lande, Dyken en Dammen. Drie eff twinug jaaren later, was het een 1149, Winter , die gehouden wierd , zonder voorbeeld te zyn. Alvoorens het begon te vriezen, Jiad men, vier dagen achter den anderen, gewet;  12 TAFEREEL VAN weldige ftormwinden uit het Noorden , verzeld van donder en bükfem ; de koude was byna ondraaglyk, en de vorst zo fterk, dat de Zee eenige ïnylen van ftrand af, dicht toelag; de meeste Honingbyen kwamen om ; ook zag men langs ftraat Menfchen dood ter aarde vallen , en onder het Vee was eene groote fterfte. De dertiende Eeuw leverde mede verfcheiden harde Winters op,doch waarvan de mees- 1206. te kort duurden. In h jaar twaalf honderd zes, bevroor zelfs de Brandewyn in de vaten, en het Ys werd langs de ftraaten by '1 gewicht verkogt, doch boven alles waren de twee Winters, aan het einde van die Eeuw, zeer aan- 1287. merklyk, de eerde in 't jaar twaalf honderd zeven en tagrig, nadat men in January eene verbazende overftrooming in Holland,Zeeland en Vriesland , door welke eene menigte Menfchen jammerlyk omkwamen (c) , begon het zo fel te vriezen , dat de Kinders in de wiegen, en veele oude Luiden op hunne bedden dood gevonden wierden De andere harde Win er was agt jaaren later, doch welke byzonder in Denemarken ftreng moet geweest (c) Melis Stoke, uitgave van Huydecoper, IJ. Deel, IV.iJoek, bl.218.  HARDE WINTERS. I 3' zyn, en men bericht deswegen, als iets ongemeens, dat de Noordzee zo vast bevrooren lag, dat men van Anslo, nu Ch istiama in Noorwegen , naar Jutland, over 't Ys komen kon (3> Tot hier toe zyn wy verplicht geweest, den arbeid van anderen i, by gebrek van genoeg* faarae Historiiche voorlichting, grootendeels, te moeten overfchry ven, thans zullen wy; voortgaan en U berichten, wat ons zelve, betreffende de Harde Winters, in latere tyden, onder 't oog gekomen is , met tusfchenmtn» ging der Vaderlandsche Gebeurtenissen in die jaaren. Den twaalfden January des jaars d^nien 1361. honderd een en zestig, had men hier te Lande, eenen zwaaren itorm, en watervloed, die voornaamlyk aan de Zeeuwfche Dyken veel fchade deed (3) De fchryver waar uit wy de opgave der Winters van die Eeuw , ontleend hebben, fpreekt niets van dien des-Jaars 1355, toen 's'Lands Graaf, Koning Willem, ov£r 7 Ts van Alkmaar naar Vroone'trok, om de aldaar zynde weêrfpannige Westvriezen te beteugelen, wanneer , volgens de groot e Kronyk van Holland, de Rivieren overal bevrooren waren, Divif. XVIII. Kapitt.XX.Vll,  tafereel, VAN deed (d~). In February kreeg men felle vorst, zodanig weinigen geheugden, en den dertienden dier maand > werd by uicftekenheid den Kouden dag genoemd (e"). HISTORISCHE BYZONDERHEDEN. Verfchei- In dit en het voorgaande jaar , werd Vla anjk'1 ge- deren door hevigen brand merklyk bezogt, zo nfsferr ^v O0?6'11'5 ■> door moedwil; onder anderen was 'er een te Brugge , welke vier dagen lang duurde (ƒ).— In Gelderland heerschte een Burgerkryg , tusfchen de twee nagelaten zoonen van Graaf Reinoud den II, die elk een byzonder Adelyk Geflagt bcfchermden, ea daarom dien twist den vryen oorlog noemden g); doch den vyf en twintigften Mei deezes jaars gcfchiedde niet verre van Tiel, een beflisfend gevecht, onder deeze Broeders, wanneer deoudrtc de neêrlaag kreeg, en gevangen genomen werd (h). — In Holland, alwaar thans de Hoek- fcfc (d) Reigersberg Kronyk van Zeeland, Ü. Deel, bl. 162. («) Kronyk van Vlaanderen, II. Deel, bl. 21» (f) Dezelfde, II.Deel, bl.21 en23. (j) Wagenaar Vad.Hijlorie, III. Deel, XI. Boek bl. 300. (ji) Slichtekiiorst Geld. Gefchiedenisfen, VIL Boek, bl. 143.  HARDE WINTERS. 'ïg fihe en Kabbeljauwfche twist alles in rep en roer ftelde (4), gebeurde echter dit jaar niets van aanbelang. Het laatfte jaar der veertiende Eeuw, ging 1399. verzeldt met harde vorst en ftrenge koude , zo dat alle de binnen Zeeën en Rivieren dicht lagen en met zwaar beladen Wagens konden bereden worden ; het zeldfaamfte niet te min van dien Winter was, dat gedurende dezelve , de pest in deeze Landen ontftond , en eene menigte Menfchen fchielyk wegrukte Q). HISTORISCHE BYZONDERHEDEN. De Oorlog tegen de-VRiEzEN, door Hertog oorlog Albrecht, in't Jaar dertien honderd zes tegen de en negentig, ondernomen, doch zederd geein- Vriezen, digd, maar wederom begonnen , werd dit Jaar met (/) Kronyk van Vlaanderen, II. Deel, bl. 127. (4) Dit gefchil ontftond in 't Jaar 1351, door opruïjing van zoramige Grooten, tusfehen Vrouwe Margaretha en haaren Zoon Hertog Willem , over het beltuur der Graaffchappen van Holland en Zeeland. Zy die het met de Moeder hielden, noemde men Hoekfehe , en de aanhangers van den Zoon Kabbeljauwfche. Ook onderfcheiden zig de wederzydfche partyen , uitterlyk, door verfchillende kleuren van Bonnetten; de Hoekfche droegen rooden en de andere graauwe Bonnetten.  16" TAFEREEL VAN met vrucht voortgezet , en de Vriezen tot onderwerping georagt. De aaidéidende oorzaak tot deezeu en voorige Twisten met de Holland» fche Graven , bettoni in eene gedurige weigering , om dezelve voor Heeren van Vriesland te willen erkennen, beweerende alleen van't Keïzerryk, en niemand anders, afhanglyk te weezen ; ook meenden zy , zig in dit recht bevestigd te hebben , na het overwinnen van Graaf Willem den IV, die even voor het midden deezer Eeuw, door hunne Wapens fneuvelde, en door de onlusten, welke zederd Holland beroerden, doch hun eigen tweefpalt, die Edelen en Folk verdeelde, deed het grootsch ontwerp van Vryheid inftorten, en bragt te weeg, dat dezelve geheel venooren raakte , door hem , welken zy wilden vveeren, zelfs te moeten inroepen.^). ..»;.;!• In't jaar veertien honderd v,ier en dertig, op S' Markus dag; , waaide het eenen hevigen ftorm, verzeld met groote hagelfteenen, regen en fneeuw, waar door in Vriesland verfcheiden Beesten omkwamen en meer andere fchade veroorzaakt werd (/). — Op den eerften December begon het te vriezen, en deeze vorst duurde, zonder eenige ontlating , • , ■: ' ,„J.7-'lJ".r.',.. '".„• tot (*) Wagen aar Fad. lliftorie, III. Deel, XI. Boek, bl. 327. & feqq. (/) Ocko Scharlensis Kronyk van Friesland, druk 1742, bl. 184.  MARDE WIWTERS» l? tot diep in Maart, des volgenden jaars, waai? door het Ys in zommige Rivieren, eene els hoogte bereikte (m). De Zuiderzee lag zo vast, dat zekere Pieter Haringh, een Hoorns Burger, vier of vyf dagen Voor Maria Ligt' misfe, een drift van twaalf osfen, van Staveren over 't Ys naar Enkhuizen, voerde (s). HISTORISCHE BYZONDERHEDEN. FiMps van BourcoNdie, til arisGraaf Oorlog van Holland, door den gedwongen afltand van ™et , . Vrouwe Jacoisa (o), had zederd de Hollan» envej_ ders en Zeeuwen, in den oorlogtusfchen Vranke fchil mlt ryk en Engeland, gewikkeld, in welken hy de Engebelangen des laatiten aankleefde; zeer verbitterd ^unt'' ■ op Karei den VJI , van Vrankryk, die, nog Daufyn zynde, de oorzaak geweest was , van. het ombrengen van Hertog Jan, Vader van Filips, doch hy daarna wederom eenig misnoegen tegen de Êngclfclien opgevat hebbende, enheim-» lyk, door Karei, toteenen afzonderlyken Vrede , "angezogt, werd dezelve, by't vruchtloos aflopen eener algemeene Vredehandel te Atrecht4 mslchen Karei en Filips, op den eenentwintigHen September, des jaars 1435, gefloten (/>). De (m^ Kronyk van Vlaanderen, II. Öeelj bl. 235. (?;) Vstius Kronyk van Hoorn, I. Boek, bl. 304 («) Vossius Jaarboeken.', XX. Boek, bh 700. C p) Wagenaar Vad. Hiflorie , III. Deel , XU< iiOük, bh 520. & feqq, . 8  l8 T A F E R E E L, V A De tyding hier van bragt te Londen veel gemor onder het Volk, dat zig ras op de Schepen, de Koopmanfchappen en de Perfoonen der Nederlanders wreekte, welk zo ver ging, dat de Koning verplicht was, den moedwil, door zyn gezach, te (luiten, fchoon hy daarom even weinig over 's Vorllen gedrag voldaan ware, ten minfte eerlang werden zyne Ingezetenen het Ryk ontzegt ; ja zelfs ging de gevoeligheid van Henrik den 'VI, zo ver, dat hy nog voor het uiteinde van dat jaar, brieven aan zommige Hollandfche en Zeeuwfcbe Steden fchreef, om hun tot opfrand te bewegen , met belofte van onderlleuning , maar zyne opruijingen, tegen hunnen wettigen Vorst en Heer, vonden geenen ingang (^). 1442. De Winter des jaars veertien honderd twee en veertig word insgelyk als een harde Winter opgegeven. In Zeeland en Vlaanderen waren veele Vyvers en (Taande Rivieren, tot den grond toe, bevrooren, en eene menigte van Visfchen ftorven in dezelve, by gebrek van wster. Den eer pen en derden Mei, des volgenden jaars, viel 'erbuitengemeen veel fneeuw en den tienden, derzelver maand , zwaaren hagel, dat groote fchade aan Boomen en Veldgewasien veroorzaakte (>\ HIS- (tf) Reigersberg Kronyk van Zeeland, II. Deel, bl. 205. (r) Dezelfde , Kronyk van Zeeland , II. Deel, bL  HARDE WINTER?. ï De onlusten, welke in Vriesland gelïadig ble- Oostvenvoortduuren, brachten, omtrentdeezentyd, vriesland te weeg , dat Oostvriesland van het zelve afgc- Jg£ fcheiden , en tot een afzonderlyk Graaffchap ^en# verheven werd (d). In 't jaar veertien honderd agt en zestig, had 1468. men insgelyks eenen harden Winter, voorgegaan door hevigen ftorm en geweldige overftroomingen; wy vinden van den zeiven aangetekend , dat het toen zo hard vroor, dat de wyn niet kon getapt, maar, in de vaten, aan ftukken moest geflagen , en de uitgehouwen brokken, by het vuur, ontdooid worden fe). HIS- Q) Wagenaar , XIII. Boek, bl. 82, 83, 85. (f) J. Kok Amjl. Jaarboeken , I. Deel' bl. 235. \d) O. Scharlensis Kronyk van Friesland, bl. 205. (e) Kronyk vm Vlaanderen, II. Deel, bl. 405. B 4  *4 tafêrkbl van HISTORISCHE BYZONDERHEDEN. Verbond Den veertienden February deezes jaars, wierd met En- te Brusfel een verbond van befcherming gefloten, Se me" tusfchen Koning Ed 'j a rd delV van Engeland, Vrankryk en den tegenwoordigen Graaf, Ka rel, Hertog van Bourgondie; ~- ook werd in OSlober , daar aan volgende, met Vrankryk, te Peronne, vrede gemaakt (ƒ). Dat de Hollandfche Graven even zo weinig als de geringde Ingezeten , boven de wetten verheven waren, bewyzen 'stands gedenkfchriften; immers wy vinden , dat Karei, in dit jaar, Zeldfaam te Hoorn zynde, en wederom van daar zullende voorval vertrekken, gedogen moest, dat zeker Burger oom. egn ge(jee;te zyner goecieren in beflag deed nee^ men, vermits zyn Hofmeefl:er een Os van hem gekogt, maar niet betaald had, doch dit geval tot 'sVorften kennis komende , gaf aanftands bevdl den fchuldeisfcher te voldoen (g). Thans hebben wy een tydruim van twaalf jaaren , waarin Onze Jaarboeken niets aantekenen van Harde Winters. De eerfte, welken 1480, wy, zederd, ontmoeten, is in 't jaar veertien honderd en tagtig, waar van getuigd word „ dat dezelve zeer nypende was en tien weeken duur- (ƒ) Wagenaar Fad. Hiflorie, IV. Deel, XIII, Boek, bl, 103 en 106. (g) Vewus Kronyk van Hoorn, I.Boek, bl, 45»  HARDE WINTERS. 35 duurde; de armoede en 't gebrek, hier door veroorzaakt, was, aan veele oorden van ons Vaderland, groot en gevoelig, en in Zeeland had men voornaamlyk gebrek aan brandftof. Ter deezer gelegenheid vindt men nog het volgend Rymptje: Lanck, ftranck, vorst, dieren tydt, koude fnee, Bede den menfchen bedryven wee (Ji). HISTORISCHE BYZONDERHEDEN. Wy vinden, in dit jaar, geene gebeurtenisfen Vryheid van belang voorgevallen te zyn : de Hoekfche aan wn'1 en Kabbeljaauwfche onlusten bleven nog veel ^eg^ verwarring in de Hollandfche Steden veroorzaaken, fchoon Hertog Maximüiaan zig zeer beyverde, om de biunelandfche rust te herftellen , doch vergeefs (/). De Steden Haarlem, Leiden en Amfterdam verkregen, dit jaar, verlof, ter voortzetting van den binnenlandfchen Handel , om, voor zig, eene vaart door Holland, waar zy zulks goedvonden, te mogen graven (k). In (h) Reigersberg Kronyk ven Zeeland, II. Deel, bl.301. (O Wagenaar Fad. Hiflorie , IV. Deel , XIII. Boek, bl. 190. (£) Commelin Befcb. van Amfterdam, II. Deel, VI.Boek, bl.920. B5  fi6 tafereel van 151 l In'r jaar wfrien honderd elf, word, het eerst na derrig jaaren, wederom melding gemaakt, van eenen Harden Winter, die vroeg begon en lang dim- de. De Befchryving van Rotterdam meld ons daarvan, de volgende byzonderheden „ Het begon den elfden Novem„ her aeer fterk te vriezen, en de vorst duur„ de tot in 't laatst van February. Het ys „ in de Maas was zo fterk, dat men met wa„ gens en paarden, van alle kanten, daarover „ konderyden. Zeker Hoeffmit ftelde te Rot„ terdam,voor het oude Hoofd, zyne Smitfe „ op 't ys en befjoeg 'er de paarden. In *t „ laatst van February ontftond een harde „ Noordwesten wind. De Heeren van de „ Weth, voor ongeval bedugt, lieten , by Ongeluk „ klckflag, weeten, dat elk de Maas verlaa- Maas" e " ten zou' verm*ts 'er waarfchynlyk hooge beu'rd. „ vloeden en fcheuringen van 't ys te wachten „ ftonden, doch de Papen en Monnikken dit „ bevél in den wind flaande, gingen van Rot„ terdam, in Procesfie, over 't ys,naar Char„ lóis , om aldaar de kerk te wyden , maar „ naauwlyks op het midden van de Maas zyn„ de, n et een fleep van om en by de vyf dui„ zend zielen, barstte en fcheurde het ys en zonk, door de zwaarte, onder de menigte fl weg,die 'er allen het leven laten moesten (/). (/) G. VAN SüAAN 5 bl. 206. BB-  harde winters. *T HISTORISCHE BYZONDERHEDEN. Dit jaar ontmoeten wy de Gelderfclien in Ooglog oorlog met den Bisfchop van Utrecht ) Brand Etikkmzen, bl. 43»  £8 tafereel van raakten * voor de nieuwe Haven van Middelburg, eenige fchepen in 't ys vast, die op dit bevrooren Element ontladen, en over het zelve, met wagens in de Stad gebragt wierden 0> HISTORISCHE BYZONDERHEDEN. van'd'riè Tha"S h°01"de men' hier tC Lande ' niet dal1 kantenen Va" oorloS fpreke»; van drie kanten drukte ons oorlog. deeze ramP- De wapens der Franfchen, Deenen en Ge'derfchen, hielden zig tegen ons gekeerd; de geldkas was fchaars, en de middelen, om die aan te vullen, zeer bezwaarlyk; uit de eene zwarigheid viel men in de andere; echter waren wy ter Zee niet geheel ongelukkig. De Admiraal, Maximiliaan vanBourgondie, waagde, in den voorzomer, om, met negen fchepen, eene landing in de Rivier vanBourdeaux te doen, alwaar hy verfcheiden Franfche koopvaarders of vernielde , of weg nam. Een deel van zyn Boots' volk aan Land geflapt zynde, haalden zommige klokken uit de kerken, die zy, ten bewys van op 'svyands bodem geweest te zyn, naar ZeeVerdrag hnd mede namen Cr. In den Herfst deezes derland? jiar* 9 weid' tusfc,ien Keizer Ka rel en den Hertog van Gelder , een verdrag gefloten, waar by de laatfle afftand deed van zyn recht, op het Hertogdom Gelder, en hetGraaf- fchap (?) Reigersberg Kronyk van Zeclar.d , II. Deel, W. V6. (r) Duel/de, bl.474en475.  HARDE WINTERS, Q# fchap Zutfen, teil behoeve des Keizers , waar door deeze Gebuur-twisten voor altoos eindigden f5) — De vrede met Vrankryk en Denemarken werd eèrst in het volgende jaar tot ftand gebragt. De Winter des jaars vyftien honderd vier en 1564zestig, kan, met recht, in den ry der Harde Winters geplaatst worden, zo uit hoofde van de ftrenge koude als langdurige vorst, welke reeds de week voor Kersmis een begin nam , en tot het voorfte van Maart duurde, zonder de minste ontlating, zo dat men de Zuider Zee en andere groote Rivieren, met ry tuigen, pasfeeren kon ; echter zo ras het begon te dooijen, was het ys fchielyk weg, doch het leed tot in den Zoomer, eer de vruchtbaare fchoot der aarde zig opende ; waar uit een duure tyd ontftond ("6). — Volgens zeker Hong' (5) Zie ons Aanhangfel tot de Vaderlandfche Hiflorie, in het leven van Maarten van Rossem, alwaar eene korte fchets van den Gelderfchen Oorlog gevonden word , en verder de Schryvers door ons aangehaald. (6) Dus meld Velius Hl.Boek, bl.159, en waar mede de Kronyk van Vriesland overeenftemt, mee opzicht tot de byzonderheden,doch merklyk verfchilt in de, langdurigheid van tyd , die daar gefield word van den5 December , tot na S.Matthys. XII. Boek, W. 47i-  3° TAFEREEL VAN Hoogduitsch Kronykje werd toen de Donaü , Nekkar en Rhyn, geduurende twee maanden, met zwaar beladen wagens, bereden. HISTORISCHE BERICHTEN. GrorWfe Het gezach van den Kardinaal Granvelle, hier baatVn te Lande> Iiad reeds het jaar te vooren, groot vertrekt, misnoegen by de Edelen veroorzaakt, die ronduit weigerden , met deezen vreemdeling in de Vergadering te willen zitten (*), welke misnoegen hy befpeurende, en nog erger vreezende , wift zyn ontflag by den Koning, uittewerken, en begaf zig, in den voortyd deezes jaars «564, naar Bmirgondie, zyn Vaderland. Zederd werd hy naar Spanje ontboden en totdegewichtigfïe eer?rapten des Ryks verheven; doch fchoon zyn perfoon afweezig, was, bleef men ten Hove Zyn af- echter zyne gevoelens aankleeven (t). Men komst en verhaalt, dat hy een man van lage afkomst en kaïakter. een Smits zoon geweest is, doch wiens Vader, van 't geluk begunftigd , de Heerlykheid van Granvelle, door koop, aan zig gebragt had. De Kardinaal word befehreven als listig en heerschzuchtig, die zo wel in Geestlyke als Wereldlyke zaken, het bewind wilde voeren; zyne driften niet kon beteugelen , noch eenige tegenfpraak gedogen. (»;. . De (s) P.C. Hooft Neder. Hiflorie, II.Boek, bl. 44. (/) Bemtivoglio Nèder'l. Oorlogen, I. Boek, bl. 26. en II. Boek, bl.29. (») Pers Ontftelde Leeuw, bl. 207,  HARDE WINTERS. 3. De geest vati vervolging, tegen de Onroom- Gemafchen , welke thans in de Nederlanden heersch JgjJJ, te, fchynt, omtrent deezen tyd, te Hoorn min- bzaken der plaats gehad te hebben , dan elders; ver- vanGodsfchciden Schippers en Kooplieden, zo van Am. dienst, fterdam, als Zeeland,weken derwaards, 'tgeen de Zee-nering aldaar ongemeen deed toeneemen, zo dat eerlang de haven, tot berging der Vaartuigen, te klein werd. Zeker Monnik, by gele- Kwaad* o-enheid, dat de Regeering, dit jaar bedacht was, aartigheid " j i vnn een tot het aanleggen van eene nieuwe, meende het Momfifc gereed middel gevonden te hebben, om de oude ruim genoeg te maken , wanneer men alle de ketterfche Schippers - die van buiten inkwamen, van kant hielp ; doch dees heilige yver vond weinig ingang, en men gaf hem zederd den fpotnaam, van Haven-wyder (v). 1 Den zestienden January, des jaars vyftien 1575. hondeid vyf en zeventig , begon het fterk te Vriezen , en vermits men in Noordholland voor eene overrompeling der Spaanfchen beducht was, werd van hoogerhand goedgevonden, tot weering van het dreigend gevaar , om 't ys over al te doen opbyten (7), ter wydte van . O') Veuus, III. Boek, bl. 160. (7) Het jaar te voren, naamlyk 1574, had de vyand toeleg gemaakt , om verfcheiden NoordhollandIche Dorpen, over 't ys, te belagen, ten weken einde eene menigte lieden by een gebragt. waren, doch de  32 TAFEREEL VAN van twee en veertig voeten, waar toe de Huisluiden, in dien oord, opgeroepen wierden. Die de voonvinterwaszo matig, dat hun oogmerk fcheen tê zuilen mislukken , maar omtrent half February begon het te vriezen, en duurde zo lang, dat de binnc wateren begaan konden worden, zo dat de Spaair lehe Landvoogd zig de gelegenheid ten nutte makende, den negentienden dier maand, omtrent vyf honderd Man, van Asfendelft afzond, naar den Dyk van Krommenie, om de fchans aldaar te verrasfehen en iiiteneeraen, het geen hun gelukte; vermeesterende, vervolgens j Krommenie zelve , alwaar de kerk en toorn verbrand werd; van hier begaven zy zig naar Westzaandam ; de Overlte Broekhuyzen , welke aldaar, met twee Vaandels Staatfche lag , beloofde wel de plaats te verdedigen , doch nam fchandelyk de vlucht, hetgeen zyn volk , by het naderen des vyands , insgelyks deed , en de Huisluiden in den klem liet, die hunne beste bezittingen ten prooi geven moesten.— Men verhaalt, dat in dien nood , zeker jongeling, eene oude Moeder hebbende, buil ten Haat om te kunnen vluchten , dezelve op eene burry zette, en over 't ys naar Hoorn , voor de Westerpoort , fleepte. Ter gedachtenis van deeze waare kinderliefde, deed de Magirtraac dit geval in eenen balk, aan de genoemde poort, uithouwen. —— Na Westzaandam , gold het Oostzaandam, en in beide Dorpen alles geroofd en verbrand hebbende, trokken de wreede Spanjaarden naar Wormer, om 'er dezelfde verwoesting aan te richten , doch hier wierden zy , door het volk uit de fchans te Worrnerveer , in dit voorneemen gettuit. Saanl. Arkadia, V.Boek, bl. 485 >  r Harde w i n t S r s. 33 Dit wérk gefchiedde van Petten tot Alkmaar 1 Hoor 1^35 man, ten lengte van zesduizend zeven roeden; van 'cSpykerboor tot Alkmaar j uoor man, twee en veertig honderd vyftig roeden; van 'tSpykerboor.tot Purmereride'j door 1317 man, zeventien honderd negen etï zestig roeden, langs.de Beemlter^ en eindelyk van Purmerende tot Monnikendam, door 1215 man j, langs de Purmer^ negen en twintig honderd vyf ën zestig roeden. Yder man moest zig voor vyf dagen van leeftogt voorzien, en] geweer, tot verdediging, mede nêemen én ön« der Vendels optrekken. Yder Schout had öpr Zicht over het Volk van zyn Dorp, en zom'mige Kapiteins voerden gezach over allen; ook moest élke vyftig morgen L'ands een paard eri flede leveren, ónder bedreiging, dat de huizen der Önwilligen, aan plundering en ,brand zouden öyergegeeven worden (w). Hoé lang die Winter geduurd hebbe, is ons niet gebleken^ maar wy vinden, dat het zes dagen later, naamlyk den twee en twintigften January, zo ge- Hevige' Weldig uit het Zuiden en Zuidoosten ftormde, ftorm. 3at verfcheide Dyken doorbraken ,, en, onder anderen, in 't Noorderkwartier, de Huigen$yk en Galgdyk , by Oudorp, waar door Geest» (w) S. Eikeleïïbesg Befch.van Alkmaar, bl.354.* e  34 TAFEREEL VAN Geestmer-ambacht onderliep, en alle de Molens, op een na, om verre waaidden(#). HISTORISCHE BYZONDERHEDEN. Oprich- De Stad Leiden, welke in O&obef des vorigcn Hoos" ^arS* "a V6eIe uitSeftaane elende, heerlyk ontschool tezet weT.d' verkreeg , in 't begin van January Leiden, deezes jaars, ter belooning voor den moed en de dapperheid haarer Burgeren, 'tOktroi tot het oprichten eener Hooge Schoole, welke den agtflen February, met zeer veel plechtigheid, wierd ingewyd (y). Vrede- In de Lente was 'er eene Vredehandeling te handel te Breda begonnen, doch welke zederd vruchtloos Breda. afljep Dje van Holland en Zeeland, ondertusfchen , om zig tegen de geweldenaryen der Spaanfchen te handhaven, floten op den vierden Unie vas.Juny, te Dordrecht, een verbond van Unie, Honand waarby men wederzyds beloofde „ elkander , en Zee- " onder het beftuur des Prinse.n van land. » Oranje te zullen byllaan en befchermen , „ tegen den gemeenen Vyand , met wien men „ zig niet zou verdragen, dan met bewilliging „ en by rade van gemelden Prins; de krygslas„ ten zouden gelyklyk gedragen worden ; — „ men zou, over en weder, vry mogen handelen j> en (x) Bor Nederl. Oorlogen, VIII. Boek, fol. ?,6, verfo. (? Uezelfde, VIII.Boek, fol.85, in verfo.  ftARDE WINTERS.' g§ en elkanders wanren niet onmatig belasten % „ geene Poorters vau elkander inneemen, dan j, met kennis van de Wethouders der Stad j uit ,', wélke iemand vertrokken was.— Voorts zou dit Vêrbotid zo lang duuren , als de tegen* », woordige oorlog, of zo lang men zulks, we« i, derzyds, goedvinden zou (z)." in dén Herfst, déden de Spaanfchen eenen Togt der rnerkwaardigen togt, door 't water,naarDuive- Spanjaarland èri Schouwen : het lagè Ty en de af- ?en door gaande Maan te baat neemende , gelukte hun die k ns, m weerwil van de Zeeuwfche Vloot, beftaande uit veertig kloeke fchepen, welke, t|er wederzyde , langs de plaaten, uitgeftrekt lagèn (a). Schoon de Winter des jaars vyftien honderd 1586. ies en tagtig, ons nergens voorkomt,' onder de Harde Winters te behooren , moét het niet te min eenige dagen fel gevrooren hebben,'ten minfte wy vinden aangetekend, dat het den twaalfden February deezes jaar , na 's morgéns een zomerfchen dag geweest te zyn, op' den middag hevig begon te waaijen , en daar óp to fterk te vriezen, dat agttien waterschepen , in 't ys, vast raakten, die door Hoorn» fche Cs) Wagenaar Vad. Hiflorie, VII. Deel, t&% loek, bl.20. (ö) Hooft,' XvBoek,' bl.438. e 2  gfj TAfrERKEL V A N Iche Burgers los gebyt, en tot Hoorn inge* bra'gt wierden (J)~). HISTORISCHE BYZONDERHEDEN. Holland By de Staaten Van Holland werd in Maart Nede/0 deezesJaars> 'iet béöuft genomen, geene'vooflanidfchg;;-ttelIen, brieven of andere gcfchriften aan LeiT aai au ce ster, welken thans de Landvoogdy was opgedragen , noch aan den Raad van Staate , over te -leveren , ten zy in de Nederduitfihe Taal, en Hem en den Raad , tevens, te verzoeken, volgens de voorrechten des Lands, mede dezelfde taal te gebruiken, in alles wat zy aan de gemelde Staaten niogtcn berichten ; ook zoude men by de Algemeene Staaten aandringen, dien zelfden voet te houden (c). Nieuwe ^e Kooplieden hier ter Stede, welke tot ntt plaats tot toe , by het zogenaamd Paalhuisje , aan het eenlleurs oosteinde van de nieuwe Brug, plegen by een te komen, werd thans de S. Olrfs Kapel tot eene Beurs afgedaan , en waar in zy , tot het jaar 1613, hunne daaglykfche byeenkomften gehouden hebben, wanneer de tegenwoordige Beurs volbouwd was (0/). Vaart Dit jaar, begonnen de Hollanders achter Schotachter land en Engeland om te vaaren, uit hoofde van Schot de tand om (/■>) Veuus1 Kronyk van Hoorn, IV.Boek, bl.259. (V) Hooft, XIII.Boek, bl. 1048. (V) J.Kok Amft. Jaarboeken, II. Deel, bl. 135.  harde winters, 37 de Engelfche Vrybuiters, welken weg men voor heen zeer gevaarlyk gehouden had (/); ook werd in September, te Hoorn, een Admiraliteits Coliegie opgericht (ƒ}. Met het begin van December, in 't flotjaar des zestiende Eeuw, vyfden honderd negen en W?. negentig, begon het hevig te vriezen, en 't duurde ook vry lang ; fchoon nu deeze Winter zeer bezwaarlyk voor den gemenen man was, ftrekte dezelve nogthans tot eenen waaren zeegen, vermits 'er de lucht merklyk door ■ gezuiverd werd, en de Pest, die destyds, in 't Noorderkwartier, voornaaralyk te Hoorn, woedde, merklyk verminderde, hoewel het nog eenige jaaren duurde, eer dezelve in die Stad gebed ophielt (g), HISTORISCHE BYZONDERHEDEN. Van den dertigjien Maart, tot den een entwin- Zwaare t'tgften April, was het weder zo aangenaam en Pest te warm, met Noorde- en Noord-Ooste winden,. Hoorn, dat de oudfte Luiden zig een dergelyk fchoon voorjaar niet herinnerden, doch in 't begin van Mei begon zig de pest te openbaren, die, ge- ; 1 dll- (?) E. van Meteren Nederl. Hiflorie, XIII. Boek, fol. 250. (ƒ) Velius Kron. van Hoorn, IV. Boek, bl. 2.5 fe) Dezelfde, IV.Boek, bl.275» Q 3  $9 TAFEREEL VA{J durende den Zomer, veel Menfchen wegfleept§Te Hoorn ftorven, eenige weeken na elkander, tusfehen de dertig en veertig perfoonen 's daags, waarom het Admiraliteits Collegie uit die Stad naar Alkmaar overgebragt werd, alwaar de befmetting zo groot niet was (&). ' ' Vemen- Pit jaar, werd, onder Jonkheer Pieter van der van £" ^0CS'eSlie V^00t van zeventlS fchepen uitgerust, 'sLands bemand'met agt duizend Matroozen en SoldaVloot. ten» welke den agt en iwint'tgften Mei, uit onze havens, onderzeil ging; den zes en twintig ften Juny, in deKanarifcheEilanden, aankwam, en het voornaamfte van dezelve', daar de overigen den naam van ontleenen, aantastte ;' de Spanjaards poogden den onzen wel de landing te beletten,doch tevergeefs. Het kasteel werd vermeesterd, en den volgenden darde Stad Allegona ingenomen en in brand geftoken. Van hier zeilde men naar Gomera , een ander deezer Eilanden,' dat uitgeplunderd'en insgelyks aan de vlam werd opgeofferd. De helft van de vloot keerde toen naar huis , en de andere helft ftevende naar S. Thomas , alwaar een groote buit gemaakt werd; doch het meeste volk kreeg de Landziekte, zo dat ook deeze fchepen, zonder iets verder uitterichten ■ insgelyks terugkwamen; zeven fchepen echter vertrokken naar Brazil,eri bleeven tot het volgende jaar uit. — De Zeeuwen behaalden ook eenige voordeden, in onze wa,- (/j) Velius, IV.Boek, bl. 274.  HARDE WINTERS. 39 wateren , op de Spaanfche Galeijen , onder g^gderik; Spinola (/). De Vaderlandfche Schryvers bepalen byzonder onzen aandacht, by den Winter des jaars zestien honderd agt, waar van een derzelve , 1608, een Man, die toen leefde , ons de volgende afbeelding maakt. „ Den negentienden Der „ cember des vorigen jaars, zegt hy, begon „ de vorst en duurde tot den zes en twintig„ ften, waarna het eenige dagen dooide. Mee „ nieuwe jaarsdag begon het, op nieuw,fterk „ re vriezen, en bleef, fchoon nu en dan met „ eenige ontlating , aanhouden , tot diep in „ Maart. De voornaamfte koude was, tot ,, den vyf en twintigflen Jariuary, hoe wel „ zommige dagen van February weinig min„ der waren. De Rhyn, tot boven Keulen , „ de Schelde voor Antwerpen, de Hond,tus„" fchen Vlaanderen en Zeeland, vrooren dicht „ toe, en insgelyks de Zaider Zee, zo dat „ men langen tyd, met beladen fleden, van „ HarÜngen op Enkhuizen, recht toe, recht „aan, liep; zelfs kon men van Texel op Wie„ ringen, in weerwil van den fterken ftroom, „ te voet pasfeeren. Veele Luiden vrooren, hier en daar, op de wegen, dood, door de ,; kou- (0 E.vanMetïmn, XXLBoek, fol.433' C4  4° TAFEREEL V> A 61 a, koude, onze Burgers (te weeten, die .yx>q „ Hoorn) kwamen dikwils yan het 'ys-opbyteq „ te rug, de een bevrooren aan de voeten, de „ ai dere aan de handen, of in'het aangezicht. „ Verfclieiden vruchtboomen en daaronder. ,, eenigen, die tusfehen de 50 en 60 jaaren „ geftaan hadden, vrooren dovid.- EenEsfen„ boom. teBennenbroek, tweehonderd-jaa* „ ren oud, fpleet van onderen tot boven * gelyk ik zelfs, zegt de Schryver, gezien „ hebbe , meest alle Wyngaarden bedorven. ,, De Weiden hadden, op veele piaatfen, zo„ daniiï geleden, dat zy den geheeten Zoomer „ niet konden groenen ; de Visfcben ftorven „ by gebrek-aan'lucht; de Watervogels en an,, der wild gedierte , by mangel van voedfel. „ Verfcheiden Kelders en Regenbakken van „ Ciment vrooren aan ftukken." , By dit alles was zeer opmerklyk , en eene: byzondere beftuuring der Voorzienigheid ilraaide.'er zichtbaar in door, dat ons juist deeze. harde, Winter t'buis kwam, in een'tyd, dar deonderhandeling tot een Befiand, even: ingewilligd was s en wy dus voor de overniagt der.;vyandea, die aan de Frontieren lagen, niets, te .luchten hadden, waar van wy alles rnoestjen vree.zen , indien zodanige-firenge Winter, in voorige jaaren, geregeerd had (ky - 'in Vrankr vr f>) Veliuï, IV.Boek, bl.28!?-.  fi a r. P e winters, £1 was dekoude, dit jaar, mede ongemeen llr.ng, zo dat de vermogenden te Parys, en in andere Steden yan het Koningryk , daaglyks op de ftraaten, groote vuuren lieten aanftoken-,' om het Gemeen te verwarmen. ——«»' De Rivier de Theems, in E ngbland, lag zo vast be-, vrooren, dat men dezelve, gedurende zes, we: ken, te voet en te paard overging COHISTORISCHE BYZONDERHEDEN. In het vorig jaar, waren reeds aan de zyde van HandsSpanje voorfiagen gedaan, om wegens Vrede of 'ir|g met Beftand, in onderhandeling te treden, doch dit sPan3e: yoorftel ontmoette, in verfcheiden Gewesten en Steden, veel tegenkanting ; eindelyk evenwel werd 'er toe befloten. In ffanuary deeze? jaars, 'verfcheenen de Spaanfche Gemachtigen in den Haag, alwaar men hun, zo wel als elders op den Staatfchen bodem , met alle mooglyke eerbewyzing ontving , wordende- zelfs ;door Prins Maurits en zyn Broeder, tot op eenigen afftand, buiten de Hofplaajrs, te gemoet gereden, tjns Kort daarna begonnen de onderhandelingen, iq een der vertrekken van het Hof, n.a dat de Spaanfchen verklaard hadden, de Veree.nigde Neder,, landen als VryeLanden te erkennen, en.zig niet ve zullen belgen , al wilden zy zelfs. den tyte.l yan Koningryk aanneemen ; doch hoe fchoon ia aj \vj ioov i.izi,:.:'.', $b ibou, iViififladit (,1) Hifi. Fethaal der Harde Wi%ten, bl. 20 en 21 . C f  4* TAFEREEL VAN dit alles ook luidde , waren echter hunne eis» fchen, geenzins overeenkomende met de belan' gen degzer Gewesten en de voorrechten des Volks: zy wilden , onder anderen , dat men geheel zoude afzien van de vaart op de Indien, dezelve niet onder den yryen Koophandel rekenende, en dat men den Roomfchen het oeffenen van den Qodsdienst in de Vereenigde Pro? vincien, even onbelemmert, als voorheen , zoude toeftaan; over deeze ho'fdpuncïen en verdere zwarigheden , reezen zodanige verfchillen , dat 'er weinig kans was, om, voor als nog , eenen vasten Vrede te treffen, fchoon Spanje zig daar toe zeer genegen toonde, en zelfs een der Spaanfqhe Heeren, hevig klaagde, over de alte groote ftyf hoofdigheid ? waar mede de Staaten onverzetlyk aanhielden, door te cisfchen, het geen de Koning hun niet konde toeftaan. De Gezanten van Vrankryk en Groot-Brittannie Relden, in de maand Augustus, den Staaten het fluiten van een veeljarig Beftand voor, welkzy pordeejdden beter te zyn, dan de porlog , indien Spanje daar top wilde verftaan. Men vond aan deeze zyde goed, van 'er in te bewilligen, mits de Koning vooraf hunne Vryheid volft ekt en voor altoos, erkende, zonder die, daarna, wederom te betwisten. Deeze voorwaarde werd naar Brusfel gezonden, om 'er het gevoelende^ Aartshertogs op te verneemen, die eerlang ver» klaarde, geen last te hebben, tot een langdurig Beftand, noch de Staaten voor vry te erkennen, ten zy, onder de reeds hier voren genoemde twee bedingen; by had met te min den Koning Van  ii A R C E W I 8 T S R Si 43 yan dit yqorftel verflag gedaan, wiens antvyoord pen derhalven moest afwachten. — Den viet en twïntigften September, fioegen deSpaanfchens uit zig zeiyen, een Beftand van zeven jaaren vqofj'doph even onvoldoende, omtrent hetftuk der yryyerklaring, zo dat alle verdere handeling afge'brqkend werd, en de Gemagtigden keerden eerlang, met dezelfde eerbevvyzen, als by hunne aankomst, naar Brusfel terug. De beide buitenlandfche Hoven, vrienden' van den Staat, bleven ,'zederd ' nog met ernst aandringen, tot een Beltand. De Koning van Vrankryk raadde, by eenen eigenbandigen brief , aan de Staaten', om 'er toe te beiluiteh, teytyyl de Gezant van Engeland den toon érnstiger flanu en verklaarde , dat wanneer men geenen goeden raad wilde aanneemen , men ook geene hulp meer te wachten had. Na nog een geruimen tyd,over en weder, gehandeld te hebben, werd eindelyk, den negenden April des volgenden jaars, 1609, te Antwerpen, een Beftand voor twaalf jaaren gete- Twaalfkend, en vervolgens overal afgekondigd. — De jaarig voornaame inhoud van dit Travaat was: I. Dat Seli!UK de Staaten, daar in erkend wierden , voor een vry Volk, waar op men niets te eisfchen had. li. Dat het Beftand twaalf jaaren zoude duuren, zo te Water als te Lande, in alle plaatfen, die onder het gebied van den Koning, de Aartshertog en van de Algemeene Staaten ftonden. UI. Dat elk, micldelerwyl, zoude blyven in 't bezit van 't geen hy had. IV. Dat de vryheid van' Koophandel te Land en ter Zee, aan de Onderdanen van beide partyen werd toegefraan. V. Dat  44 ÏAFEREEi. V A H V. Dat dit Beftand een jaar na de ondertekening eerst in de Indien plaats zou grypen, of zo veel vroeger, als men 'er fpoediger de tyding overbrengen konde, VI. De. Koophandel, welke tusfehen;de Onderdanen der Aartshertogen en die der Algemeene Staaren gedreven werd, zou van den eenen nog. anderen kant, hooger belast worden, dan die van andere Vrienden en Bondgenooten. Eindelyk ten VII; zouden de Ingezetenen van dee*e» Staat, inris KoaingsLanden en in die der Aartshertogen, dezelfde vryheden genieten , als aan de Onderdanen van GrootBrittannie, by een heimlyk iartykel, was toegeftaan, naamlyk^van, in Spanje zynde, niet gedwongen te zullen worden, om in de kerkende moeten gaan , of voor het Heilig Sakrement te knielen, enz. — .De Staaten daarentegen beloofden aan de Gezanten van Vrankryk ? geene verandering te zullen maken, wegen den Godsdienst, in de Dorpen, onderhoorig aan de Steden , die zy in Braband hadden O). 1621. In 't laatst van January des jaars zestien honderd eenentwintig, begon het, op zekeren morgen, met een vry Herken Oosten wind, hevig te vriezen, en duurde veertien Etmaa. len lang, zonder dat de lucht in 't minste verzachtte. In zeer korten tyd raakten de Rivie- ' 3b JtKI .VI .Luuyti nsosj'-Jttvfe'T (») E. wan-'Méteren , XXIX. Boek , fol. 583. verfo & feqtfj  !i * r Ü É tV i n t e r Si 4$ ren, ruim eeri voet dik, met ys bezet; zo dat klieft overal gemaklyk komen kon , zelfs naar zodanige plaatfen, werwaards riiemand in den harden Winter, des jaars zestien honderd agt$ het wagen dorst. Men reed van Vriesland op Vlieland, van daar op Texel, en van Texel op Wieringen, als mede over de Maas en de Wielingen. —— Langs het ftrand der Noordzee was alles mede dicht, en volgens het getuige* nis der Zeeluiden, vond men, op agt en dertig vademen diepte, ftroken ys van eenige mylen lengte * Welke zonder gevaar konden bewandeld worden , zynde van iets dergelyks, by Menfchen geheugen, nergens eenig voorbeeld te vinden. De koude was zo doordringend, dat het riaauwlyks op ftraat te houden was, ert hier en daar vrooren de Reizigers dood. In de anders warme kelders, ja zelfs in de vertrekken y waar gellookt wierd, kon men niets ontdooid houden. Verfcheiden vreemde Gewasfen, die in den reeds genoemden Winter des jaars 1608.; gefpaard gebleven waren, ftorven. Den twaalfden February , begon de felle koude eeniger» mate te verminderen, fchoon de vorst tot den twintigften bleef aanhouden , en het duurde eenige dagen in Maart, alvorens het ys weg was. Het Bestand, 't geen den ümden Ap;Hdeezes jaars,ten einde liep,deed Veelen, met eene eerbiedige verwondering, de  4<5 tafereel V A Ü wègefi des A l l b r h o o g s t ê n 9 o'm trent d ir Land, gade liaan, door ons twee harde Winters,* juist by *t bègm en uiteinde van 't Beftand, te doen gevoelen, beiden toen 'er geen ónraad van buiten te dochten ware,- en dat zo dra het gevaar zig wederom vertoonde, de Wateren , in den Volgenden Winter des |aars zesden honderd twee en' twintig, wederom de' voormuur onzer befcherming bleven, én men* toen weinig of geen vorst had HISTORISCHE BYZONDERHEDEN. ÏCerkge. Gedurende het BestaUd waren ,- hier te" fehillen. Lande, hevige Kerktwisten voorgevallen , die échter op een Nationaal Synode,' te' Dordrecht gehouden, in de jaaren 1618 en iffio} beflist wierden, én by welke de Hervdrnide Gódsdienst, Voor dé heerfchende, werd aangenomen,' die zedêfd ook altoos, zo door dè Algèmeene Staaten' als door de byzondere Provinciën, befchermd eri gehandhaafd is geworden. Toebe- Geduurende deezen langen (tilffand van Wapc." feidzels nen, was men echter niet zorgloos geweest, oiri tot voort. z-g behoorlyk toe te rusten tegen dat dezelve van'den êindigde. Behalven de gemaakte Verbonden , Oorlog, met Vrankryk en Engeland , had mén ook met Zweden, de Palts en eenige andere Duitfché Var* (») Vuuus, V.Boek, bl.323.  f) A R ï) B WINTERS. erf Vorsten, gehandeld, docli vefmits devoornaamfte vastigheid des Lands beftond, om in den eigen boezem, vooral i wel gewapend te zyn , werd reeds iri July des voorgaanden jaars, door den Raad van Staate, eene daar toe ftrekkende petitie, ter Algemeene Staatsvergadering, ingeleverd (Oji Den agttiendèn Maart ontving men in 's Hage Nadere de tyding, dat, van wegen den Aartshertog , onderherwaardsftond overtekomen, de Kanzelier van nan"eIm6 Braband, om nader met de Staaten te handelen, die dan ook eerlang verfcheen, en in de hoedanigheid van eenen Gezant behandeld werd. In zynen Lastbrief, getekend teBrusfel den zestienden Maartworden de Staaten genoemd, zeer lieve en goede Vrienden. By zyn eerfle gehoor trachtte hy de Vergadering te overreden, „ hoe„ danig het gemeen belang van alle de Neder„ landen vereischtte, om maar een lichaam uit- temaken, en onder eenèn Heer te ftaari, te j}; weten, door het erkennen van hunnen natuur„ lyken Vorst. * De Aartshertog, ten einde de Staaten daar toe te bewegen, deed hun de voordeligfte aanbiedingen , doch men vond goed in beleefde, maar ernftige, bewoordingen te verklaren, ,, dat het oppergezach der Vereenig- de Nederlanden, onbetwistbaar toebehoorde, aan de Algemeene Staaten, en aan de Staaten „ van elke Provincie, in 'tbyzonder: dat zy dit ». op- (c) Aitzeka Zaken van Staat tn Oorlog, I. Deel, I. Boek, bl. 4, & feqq.  4» tafereel V A $ >> öppergezach hadden verdedigd, tegen allen,' die zulks wilden betwisten, en verder zouden blyveii verdedigen, tegen allen, die htirï ,i mögten aantasten , of Voorwenden , dat zy' , „ aari eenig Prins toebehoorde, " enz. Cp).—. Word af- Dit antwoord, waar van aan de Gezanten' der gebroken Mogendheden , met ons vereenigd , zd wel alsvan 't gedaan voordel des Kanzeliers , kennis gegeven werd , maakte de hervatting des oorlogs onvermydelyk , doch het liep aan tot de maand Augustus, eer de vyandlykheden vernieuwd werden {q)i Óprich- . Dit jaar gefchiedde'de oprichting dêr West img der Indische Maatschappy, tot meerder Maat' welraart van den Koophandel waar toe, door fchappy. eenen Willem Usfelinx, een uitgeweken Brabander, de eerfte aanleiding gegeven werd. hebbende lang in Spanje en andere vergelegen Eilanden verkeerd. Wie twee honderd ponden Vlaams zoude inleggen , kreeg ftem, om Bewindhebbers te helpen kiezen (r). 1604. Den mimigilen December , des jaars zestien' honderd vier en zestig ,- viel 'er een zoorr vati regen, die aanftonds in ys veranderde, zo dat hier (p) Aitzema, I. Deel, I.Boek, bl.83. & feqq, (l) J. ls Clerc Nederl. Gefchiedenisfen, &P. li. Deel, IX.Roek, bl.373. 00' Commeun Befch. van Amfterdam, II. Deel bl.738 cn 1106;  HARDE WINTERS. ,49 hier ter Stede, de ftraaten zo glad bevrooren, dat die byna onbruikbaar waren, dit, op zig zeiven, is juist zo vreerad nier., wanneer, na harde Vorst, de dooi met regen begint, en de koude van 't aardryk, door de warme lucht, uitilaat en deeze opgeworpen vogt, voor eenen korten tyd, bevriest, maar thans had men nog weinig of geen vorst gehad, en de meeste zeldfaamheid vertoonde zig aan de boomen , alwaar de nedervallende regen, aan de takken, zo vast op elkander vroor, dat zommige takjes, ter dikte van een vinger, zo dik als een, arm wierden. -— Wanneer dooi weer op handen is, ziet men dikwils de boomen met Rym behangen, dat 'er ruig aan vast gevrooren is, maar dat het water aan de takken als Yskegels vast vriest, is ongemeen. In Zweden en andere Noordfche Gewesten, kunnen de boomen wel eens, door eene drooge en fel nypende koude, zo fterk aangevallen worden, dat die met ysfelyk gekraak, van boven tot beneden, barsten, fplyten en fcheuren; en dit ondervond men ter deezer gelegenheid ook alhier;op den Haarlemmerweg byzonder, zag men veele Boomgaarden deerlyk gehavend , en de takken der meeste Vruchtboomen afgefcheurd, door de zwaarte van het ys , gelyk in den Herfst wel eens gebeurt, wanneer deD zelve  S'O T A V E R E E t VAN Zelve met te veel vruchten overladen zynV Hier en daar fn de Stad, wierden nog in tyds zommige 15'oomen behouden, door het bran^ den van pektonnen, onder dezelve, om de bevroorene takken teverligten. Op den Cingel,op de Heeren-m Keizers- Grachten en andere Burgwallen, was; het elendig geheld. De ftraaten waren naauwïyks te gebruiken, wegen de menigvuldige afgefcheurde takken en ontwortelde boomen , die overal verfpreid lagen, terwyl de geene, die ftaande gebleven waren, een zeldfaarri gezicht opleverden. Hier ftond een ftam van alle zyne takken beroofd,""daar een boom, van boven tot beneden, gefpleeten, en wederom elders een ander, wiens takken een wit veld fcheenen. — Dit was het derde ongewoon verfchynzel, in dat jaar. Een weinig vroeger was 'er een Komeet of Staartiïar gezien, niet alleen hier, maar door geheel Europa,' en op den twintigften April te vooren, had men 's Avonds ten agt uuren, by helder weder, boven deeze Stad' en haareh omtrek , een Vuurkloot waargenomen , die korte maar dikke ftralen uitwierp, welke men meende te zien neervallen, (f) (s) Coumeun II. Deel , VI. Boek, bl. ntfo.  ii A ft d i? winters. fat HISTORISCHE EYZONDERIIÈDÉN. In dit Jaar raakten dè Vei; eèniödè Ge- Oorlog^ w ESi ën in Oorlog, mét K a u é l dek II , 'J^^r Koning vari Engeland, en iehoon dè Vyandiyk-° heden aan de zydé der Britten, réèds larig,buiten en binnen Europa', beginnen warén, (i) gefchiedde échter de Oorlogsverklaring niét , voor Maart, des' volgenden jaars. (») Lodéwïk de XIV, met wjérj, in de Lente des jaars 1662, een. verbond van onderlinge befcherming geflooten was, waa'rby men' onder anderen beloofde, elkander te zuilen handhaven', in't i, bezit der Landen , goederen en gereChtighe,', den, Welken Zy wederzyds bezaten, of by' j, verdrag verkregen haddén, of zouden ver. krygeri, doch alléén binnen Europa' — ook ,', zou de Verplichting , ofh elkanders gerech- tighede'n' te Verdédigen, zig uitftrekken', tot .," den Koophandel , Scheepvaart en Vijfefy, ,', en ingeval een der Boridgenooten opcnlj k be„ oorloogt! werd', zou de andere, den aanval ,', Ier, vier' maanden daarna, den Oorfog moe- ten verklaaren", enz. (v) werd, op de dfin- Vrsnkryk genfte wyze, tot byftand aangezogt, doch meii aarzeld kreeg gedurig niet dan algemeen en uitfrettófd }p 'c geuit Vï" van nnt hulp.' (t) Wagenaar Pad. Hift. XIII. Deel, L. Lu Ai, bl. 119 en 125. (u) Aitzema XI. Deel, bl. 742.. (vj Wagenaar Pad. Hifi. XIII. Deel, XLlXv Éoek, bl. 31. £ a  5* TAFEREEL VAN antwoord; (w") eindelyk in January des jaars 1666, na alvorens, om zeer gewichtige reden, nogmaals, door de Staaten, daar toe nader aangedrongen te zyn , beflootmen in Vrankryk, tor het te rug ontbieden der Gezanten uit Engeland, fchoon de Franfche Vloot, die zig met de Staat, fche vereenigen moest,onder allerlei voorwend, fels, zegt Wagenaar, opgehouden werd, niet voor den Herfst in Zee ftak en zig nimmer met de onzen vereenigde. (.t) Peftziek- Jn \ V00rgaande jaar was door eenige Matrooland| *en» dis met een 'sLands fchip van oorlog, uit Algiers, gekomen waren , de Pest herwaards overgebragt, (y) welke reeds in 't najaar haare verderflyke befmetting, door Holland ,vcrfpreidde , en in dit jaar zo fterk toenam , dat de meeste Vorsten van Europa, den handel met de Hollanders verboden. In deeze Stad alleen , Itorven 24148 menfchen, zynde nog eens en een half maal zo veel, als in 't jaar 1663, toen het getal 9752 beliep, dat vry meer dan gewooulyk was. Hoe wel nu zommigen deeze bezoeking als een gevolg van de hier voor gemelde luchtverfchynzels wilden doen doorgaan, verklaarden nogtbans de Hoogleeraaren der Geneeskunde, aan de Staaten van Holland, „ dat deeze „ Pestziekte niet ontftond uit eigen befmetting „ der lucht, noch door verderving van dezelve, noch (w) Aitzema XI. Deel, bl. 583 & Seqq. (*) Val. Bijl. XIII. Deel, L. Boek, bl. 204. (y) J. Kok, Jaarboeken, II. Deel, bl. S65.  HARDE WINTERS. 53 „ noch door het gebruik vnn bedorven voedfel, maar door befmetting van buiten, en verder voortgeplant, door eene al te gemeenzame ver„ keering der gezonden met de aangeftoken ,, peilbonen, en dat de meestePestziektens, ia s, vroeger dagen, grotendeels, door dezelfde oorzaak, ontftaan waren." (z) Drie jaaren daarna, zestien honderd zeven . i6*7en zestig, had men eene vry laate, maar niet te min ftrenge vorst. Eerst op den zestienden Maart, begon het, met een Noordoosten Wind, zo fterk te vriezen , dat het Y den volgenden dag reeds vast zat, en den agttiendtn belopen werd, toen eenige menfchen van Nieuwen-en Durkerdam over't zelve, herwaards kwamen. De Zuider Zee raakte insgelyks bevrooren, het geen Luiden van hoogen ouder, dom verklaarden, nooit zo ver in 't Winter faifoen beleefd te hebben ; den zes en tvj'in' tigftex, derzei ver maand, gingen 's morgens drie jonge knapen over 't Y naar Waterland, doch des avonds zeilden wederom de Water.fchepen voor de Stad. Den eerflen April wierd de Zuider Zee voor Uitdam nog belopen , en men verhaalt, dat 'er eene Vrouw op had zitten fpinnen. —- Ondertusfchen veroorzaak- (2) Commeun II. Deel, VI.Boek,bl. 1181.1*83* D3  *f4 TAFEREEL VAN zaakte deeze onverwachte vorst geene geringe, hindernis voor de inkomende en uitgaande fche: pen, die onderweg, van en naar Texel, be4 tafereel V a,n. In de kou ifte dagen vanjanuary, meld Duin, welke toen leefde, was het zodanig gefield, dat niemand iets van belang konde uitvoeren : elk fchriktc, zegt hy, om buiten de deur te komen, uit vrees voor den fcherpen winden de ftrenge koude, ook zag men byna geene menfchen op het ys, fchoon het zo vast als een Muur lag. Dit in 't gemeen , wegens de koude en vorst, gezegd hebbende, zullen wy nu overgaan tot de berichten, welke wy deezen Winter betreffende, in de Nieuwspapieren gevonden hebben, (13) doch allereerst hetoogves.. tigen op de gebeurtenissen van ons kigen Vaderland en daarna, verflag doen , hoe het by den Buitenlanser e n gefield geweest is. Byh°d ^C ^a3s' van Maasfluïs tot aan den Briel van dien toe' IaS geheel vaft, omtrent het midden van Winter in ^fa. dus Va- J «Ierland. . . (13) Om dit werk met geene onnutte aanhalingen te vergrooten, vermits wy rneenen te kunnen onderftellen, dat zeer weinige onzer Leezersde Couranten van dien tyd bezitten, zullen wy alleen berichten ons, tot het famenftellen deezer verhalen, bedient te hebben van de Amsterdamschs Nederduitfche en Franfche Couranten des Jaars 1700.  HARDE WINTER SS 6§ J-anuary reed rrien, met paard en flede, over de Zuiderzee j van Staveren, naar Enkhuizen; ook waren, omtrent deezen tyd, eenige per. foonen; over het ys, van Hailingen, te Amfterdam , aangekomen. —u In den Hage kwam 'er tyding , dat men eenige Soldaten , behoorende tot de regimenten van Huftel en Holftein Norberg, welke te Kortryk in garnifoen lagen, en uitgezonden waren, om by zommige Schepen, met Ammunitie geladen, de wacht te houden , door koude verftyft, dood op hunne posten gevonden had, en te Rysfel waren verfcheiden menfchen j by gebrek van nodig dekzel , op hunne bedden , doodgevrooren, gevonden. —— Te Luik wierd de Maas, even als eeri landweg, be^ gaan* 't welk aldaar in geene vyf-otwintig Jaaren gebeurd was. — Den tienden Fe* bruary, vernam men te Amftcrdam van twee Veerlieden, die daags te voren, met paard en flede , van Hinlopen op Staveren, en verder op Enkhuizen gereden waren, dat de Zuiderzee toen nog zo vaft lag, als een Dyk. De Weft Noord-Westen wind, die zig met het begin van February^begow te verheffen, deed op veele plaatfen het Ysfcheu» ren, en hooge Vloeden ontftaan; den nê* E gen*  66 TAFEREEL VAN geaden, was reeds de Maas by Vlaardingen wederom vaarbaar, en by Scheveninge kruidde het Zee-ys , hooger, dan ooit, op elkander,. — Het water in den boven Rhyn , door het opftoppend Ys, in zyncn loop gefluit , dreigde niet alleen voor dit Land zwaare overflroomingen, maar de?elve wierden ook, indedaad, onderronden : immers den Pam en twintigften dier maand, kreeg men de beklaaglyke tyding van Gorkom, dat 'er boven Herwynen een gat in den Dyk was, van 80 roeden groot , waar door de Tielerwaard geheel onder water ftond, zynde zelfs aldaar vyf huizen weggefpoeld , verfcheiden menfchen verdronken en veel vee omgekomen. Die van Dalem, om het water doortogt te geven, hadden den Dyk doorgeftoken , zo dat de' ftroom nu met geweld op Gorkom kwam aanzetten, en alle de buiten-bruggen van de Dalemfche poort niet alleen wegfloeg, maar ook een gedeelte van het Contrefcharp mede nam, 't geen in de Stad eene zo groote verflagenheid te weeg bragt, dat elk op een goed heen komen begon te denken, vermits de wooningen vol water raakten; waar by, in 't midden van dien nood, zig een verzwaar van ongeluk voegde, door het ys, dat de Linge afdreef. Te Dalem voornoemd, was het middelerwyl zo erg gefield, dat de arme Inwooners, om zig voor  HARDE WINTERS. 6? voor het meer en meer toefchietend water te beveiligen, op de daken der Huizen lyfsberging zogten, van waar men hun met fchuiten afhaalde. ■ 1— Te Schoonhoven had zig een Ysdam vaftgezet, die zig tot Lekkerkerk uitfirekte, ftaande het water met de kaai gelyk; alle de Boeren, daaroinftreeks, waren op den Dyk, om alle mooglyke zorg, tegen eene overftrooming of doorbraak , te draden, vermits het water nog bleef wasfen, en in de Lek eene zwaare ysgang was.. ■ ■ ■"■ Her reeds vergevorderd faifoen wekte midlerwyl de hoop, dat het ergfte geleden was , toen het op nieuw fterk begon te vriezen. Den twee en twintigften February , lag het Y voor Amlterdam wederom valt, en den zes en twintigfïen, werd de Maas voor Rotterdam, andermaal, met paard en flede gepasfeerd. Van Gend wierd bericht, dat alle de wateren aldaar, wederom vaft zaten, en uit Rysfel fchreef men, in 't begin van Maart, dat het zedert vier dagen, zo fterk vroor, dat de oudfte luiden zig^ergelyk niet herinnerden. — Deeze vernieuwde Winter, waar door in veele ftreeken, groot gebrek ontftond, wekte geene geringe bekommering voor de verdere veiligheid des Lands, vermits het oude ys ons nog zo merklyk belemmerde. Verfcheiden Visfers hadden getracht de gevangen vis, uit twee E a Hoe-  TAFEREEL VAW Hoekers , voor Scheveninge liggende , aar? wal te brengen, maar moeiten, wegens de' menigte van clryfys, daar van afzien. Voor1 de Maas lagen insgelyks vier dergelyke vaartuigen, die door bet ys bezet waren. Dat de gevoede vrees voor gevaar niet zonder grond was, bleek eerlang, toen men uit Gorkom de zorglyke tyding ontving, dat het Doip Spyk onderliep, dat de Merwe geheel vaft zat, en 'cr overgeloopen wierd, dat het water in de huizen der Stad, meer dan twee voeten hoog fiond , aldaar bevrooren was, en dat men, langs zommige ftraaten, op fchaatzen reed , ondertusfehen , dat het water bleef aatiwasfen , en den twintigfiéa Maan, tot eene hoogte gereèzen was, die de fchrik algemeen maakte, voor eene overftrooming van den Dordfchen-waard. Ook kreeg men waarlyk ,den agt en twïntïgfltn, de droevige tyding, dat "snachts te vooren, de Merwe dyk, omtrent Hardinxveld, op eene plaats daar men minft om dacht, was doorgebroken; de geheele Alblasferwaard, beffaande ruim «3000 morgen lands, onderwater gezet ware en zig in dien Oord, alles in "de uitterfte elende en jammer bevond , aangezien noch" mensch , noch beeft, geene andere lyfsbergïng had, dan in 't ronde, op den Dyk. Was  HARDE WINTERS. 69 Was deeze Winter gevoelig en drukkende voor de Ingezetenen deezer Gewesten , de Vreemdeling had 'er insgelyks zyn deel van. Te Riga vroor het, volgens brieven uit die Stad, in 't begin van January, reeds zo fel, dat zig byna niemand op ftraat dorst wagen, en ten platten lande was het aardryk, door de vorst, derwyze gefcheurd, dat veele wooningen omver vielen. Van Dantzig wierd bericht, dat aldaar de koude zo ftreng was, dat men het Vee, in de hokken, naauwlyks-by 't leven kon bewaren, en den vyf en twintigften April, ontmoette men, in de Oostzee, noch eene menigte Ysbergen. ——— Uit Stokholm fchreef men, dat ten hove eigenhandige brieven van zyne Zweedfche Majefteit, welke zig toen in de Ukraine bevond, aangekomen waren, berichtende, dat hy, door de over felle koude,wel 4000 Ruiters en Soldaten verlooren had, gedeeltelyk geftorven, engcdeekelyk onbekwaam tot den dienst geworden. Te Stckholm vroor het, den vierden April, nog zo fterk, als in 't vroegfte van den Winter. Te Kop¬ penhagen was het Ys, den dertienden April, nog 14 duimen dik, en nergens zag menee« nig openwster; dne dagen te voren, was men, Ü 3 me BuitensLands.  7& TAFEREE nog langs de kust van Schonen gepasfeerd. De groote Belt kon , gedurende den geheelen Winter , met koet- fen en paarden bereden worden. Van Elzeneur bad men brieven, die berichten , dat men in de maand Javttary, van daar, met paard en flede, naar Malme, Landskroon en Koppenhagen reed. Te Hamburg was de koude zo flreng, dat 'er verfcheiden menfchen dood gevrooren waren. De Elb-f:room lag , aan 't einde van Maart, nog zo vast, dat men dezelve, den vyf en twintigften dier maand , met een togt van 200 osfen , en den volgenden morgen , met 40 paarden , by Blankenes , pasfeerde. Van Kadix fenreef men, dep twintigften January, dat het aldaar zo fterk vroor, als het by menfchen geheugen ooit gedaan had. In Andalufie een vSpaansch Landfchap , was veel Vee, door de koude, omgekomen. In Italië klaagde men buiten gemeen, over de ftrengheid van den Winter. De Groentens in de Tuinen rondom Rome, waren door de fterke vorst onbruikbaar geworden, en onder het Volk was eene meer dm gemeene fterfte, door gebrek en ongemak  harde winters. 71 rfialf. « Te Turin lag ruim een vierde gedeelte der Inwocisers ziek , door de felle koude en daar op gevolgde dooi. —— Uit Napels meldde men, dat de ongewoone koude en fneeuw aldaar, zeer nadeeligen invloed op Menfchen en Vee tudden, en in verfcbeiden ftreeken zag het, in dat opzicht, bekoaglyk uit. ■ Te Genua wuren de O n- je- en Olyf boomen meeft doodgevroorcn, tot merkelyke fchade van den Land en Koopman; ook was 'er 't ys zo dik, dat 'er de Vreemdelingen op fchaatfen konden ryden , welk aldaar zeer zeldzaam was. ■- De Karnevals vermaaklykheden te Venetië, hadden flechts zo ver plaats, als de gefirengheid der koude zulks gedoogde; alle de grachten, zo binnen als buiten de Stad, waren met ys bezet, en de gemeenfchap met het vaste Land bleef, tot aan de maand February, geftremd, en den tweeden Maart, bragt 'er de koude, fheèirW en regen, nog zeer veel hinder toe. In Duitschland, fchoon men aldaar meer aan guure Jaarfaifoenen gewoon is, zag het niet minder beklaaglyk uit; alle de groote Rivieren, deDonau, Main,NekkarenRhyn, lagen met ys bevloerd, en de gemeenfchapte Lande, was door de gevallen fneeuw, merkE 4 lyk  7» TAFEREEL VAM lyk gedreind. „ Van Weenenwerd onder den negenden January gefchreven, dat 'creëer veel lheeuw gevallen en de vorft zoüreng was, als men in veele Jaaren niet ondervonden hal. In 't begin van February, viel 'er wederom veel fhceuw, en geen der oudfte lulden geheugden, zulken Winter beleeft te hebben; op de wegen en in de bosfchen vond men, hier en daar, Reizigers doodgevroorcn. Den twinthftm February, melde men eindelyk, dat het Ys, eenige dagen te voren, was losgegaan, en op denDonaugrootefchadeveroorzaakt had, door het vernielen van verfcheiden bruggen , en het befchadigen van veele vaartuigen , op die Rivier liggende; echter, op het afgaan van de poft, vroor 't wederom, en de koude was nypende, Te Saxcnhaufen, over Frankfort aan den IVlain, was, temidden van Jannary, een Soldaat, op fchildwacht ftaande, doodgevrooren, waarom 'er van de hoofdwacht bevél gegeven werd, alle half uuren de posten af te losfen. Den dertien» den February, ging eerft de Main los,na vyf weeken valt toegelegen te hebben. —Te Keulen was de koude even ondraaglyk,enmen zag 'er. byna, geene menfchen, geduurende de koudfte dagen, van January, op ftraat. Den tweeden February, by het losgaan van sjen Rhyn; warden de fchepen, die voor de Stacf  harde winters. ?% Stadiagen, zwaar befchadigd. Zedert raakte die Rivier andermaal vaft, en men kon, den eerflen Maatt, op nieuw, van ,Bon tot Coblens, over dezelve, te voet pasfeeren; aan den Moezel en elders, had de Wynftok veel geleden, zo wel als het Winter Graan en dé Vruchtboomen. - In Saxen en Silezie, fchreef men van daar, was, behalven de ftrenge vorft, eene ongemeene groote menigte fneeuw gevallen ; de armoede was overal groot, en de Landlieden, inzonderheid, bevonden zig inde beklaaglykfte omftandigheden. -— In Zwitserland waren de meefte Meiren insgelyks toegevrooren, en wierden met vragtwagens bereden. Uit Vrankryk waren de tydingen mede zeer ongunftig. — Van Parys wierd met brieven van den een en twintigften January , gemeld: dat de koude zo hevig was, als men ooit in die kwartieren gevoeld had , het ys had ruim tagtig vaartuigen in de Rivieren, vernield, en den vyf en twintigften, was men bezig, by zachter weer, het overfchot te redden. Veele Boomen van ongemeene hoogte en zwaarte, in het Bosch van Boulogne, waren door de vorst open gefpleten , k geen nimmer te voren gezien was. Den elfden Maart, fchreef men andermaal van daar, dat. het op E 5. nieuw,  74 TAFEREEL VAN nieuw, had beginnen te vriezen, 't geen de algemeene ramp zeer vermeerderde. U t Provence was 'er tyding, dat alle de Oranje en Olyf-boomen zodanig door de vorst geleden hadden, dat men vreesde in de eerile Jaaren, geene Vruchten daar van te zullen genieten! De Wynllokkea, in geheel Vrankryk', zagen 'er droevig uit, en op veeleplaatfen begon men gebrek aan Grsanen te krygen. Van Engeland fchreef men, dat de Rivier de j hc-ems, overal, vast lag; Postillons, Reizigers cn Boeren, vond men, hier en daar, dood op de wegen. - Te Edenburg, in Schotland , was , door den menigvuldig gevallen fneeuw, de gemeenfehap met de meeste naburige plaatfen, gehinderd geworden. HISTORISCHE BYZONDERHEDEN. Vermaar. De meeftmcrkwaardigfte Gebeurtenis deezes de (laf by Jaars, was de roemruchtige en bloedige ftVby Malpla. Malplaquet, op den elfden September quet. welke door de Afgevaardigden te velde, in eenen brief aan de Algemeene Staaten, genoemd word, een e zeer glorieufe,dochfatiglante Bataille, die 'smorgens ten half negen uuren begon, en eerst 'j middags ten twee uuren eindigde {in). De Staatfchen, die («0 Europtsche Mercurius voor de maand September, ijop bladz. S27.  HARDE WINTERS. 75 die den linker vleugel uitmaakten, en over welken de Prins van Oranje, Joan Willem Frizo, Grootvader van den tegenwoordigen Heer Erfïïadhouder, benevens de Baron Fagel, het bevél voerden, ftonden aan het grootfte vuur dapper bloot, (14) en fchoon zy in hunne aanvallen, gedrag totverfch iden reizen afgcflagen wierden,vochten van den zy niet te min als Leeuwen. Tot onfterflyke g^g"1 eer van den Prins word verhaalt, dat hy, ziende zyne Krygj-benden eenigermate deinzen, een der Vaandels uit het Regiment van Metral opvatte, en eenige fchreden voor het front, neerplant* te, waar na hy zyne onderhebbende, metzagte woorden, aanmoedigde, om den vyand onder het gezicht te treden , niet fchromende eene dichte hagelbui van kogel>, die rondom hem heênzworven, waar door 'er verfcheideu van zyn volk fneuvelden; elk ftond verbaast, dat hy zo ongekwest bewaard bleef, niet tegenftaande hem twee paarden , van onder het lyf dood gcfchooten waren. De overwinning ter deezer gelegenheid zou volkomcner en reeds eenige uuren vroeger geweest zyn, zonder de lafhartigheid van zommige vreemde Krygsbenden. — De dappere Eugeen merkende, dat de Franfchen een groot vertrouwen op hunne verfchansfingen fielden, bediende zig met voordeel van zyn grof gefchut, en drong, van de andere zyde, op den (14"' Dit getuigt de Generaal Graaf van Tilly zei* ve, in eenen brief aan Hun Hoog Mogenden, den eigen dag van het gevecht, gefchreven. Eujr. Mercuanjs, voor Sept. bl. 230.  7° TAFEREEL VAN tien vyand ia. Van weerskanten lheiiveldc veel volks, doch de Bondgenooteu behielden ]iet veld (n). De Generaals bezigtigden, na 't gevecht, dc plaatfen van waar zy de Franfchen verdreven hadden, doch konden zig toen niet genoeg verwonderen , wegens de groote zwarigheden , voor welke zy bloodgeftaan hadden, om hun oogmerk Bergen te bereiken. — Kort daarna, enalscensevolg gewon- van den behaalden zeegen, werd de belegering Hen- van Bergen in Henegouwen hervat, en die plaats gewonnen, waar mede de verdere krygs verrichtingen voor dat Jaar eindigden (»> Het is zeer zeldfaam, dat men nergens, by de befchryvingen van harde Winters, melding I729, gemaakt vind, van die des Jaars zeventien honderd negen en twintig,daar nogthans zo veel van denzei ven te zeggen is, Hy begon .zeer vroeg, te weeten, omtrent het midden : van November des voorgaanden Jaars, was ftreng door geheel Europa, duurde vry lang,en ging verzeld van veele merkwaardigheden. —— Schoon ons is voorgekomen , dat het in den Winter des jaars 1715, 'insgelyks zeer koud moet («) Eükop. Mercurius September, bj. 22? e« «5i. (0 J- ie Cuac IV. Deel, bl 094.  HARDE WINTER & 77 moet geweest zyn en toen hard gevrooren hebben, vèrmics deezer Stede grachten , met paard en flede, tot vermaak, bereden wierden , getuigd men echter, van dien, welken wy thans befchryven, dat in geene twintig jaaren, zodanigen beleefd was (p). Onze binnen en bui- Gefieldten Rivieren lagen, aan alle kanten, zwaarheid hizt met Ys bevloerd, wordende, naar gewoonte,teLaniJe' het zy tot uitfpanning, of tot nodiger bezigheden, begaan en bereden, echter vinden wy geene byzondere voorvallen hier te Lande opgetekend , die meer dan gewoonen aandacht verdienen, gedurende deeze ftrenge vorst; (15) de meesteherichten, welke wy voor ons hebben f betreffen den Vreemdeling, doch wy bleven daarom van de gevolgen, by 'c losgaan der boven wateren, niet bevryd. •— Den nepen en twintigften January,zwoldeRhyn, omtrent Keulen, in eenen nacht, negen vop ten hoog, en overflroomde verfcheiden plaatfen (/>) Europ, Merkuriüs op het jaar 1729, bl. 50 en 52. (15) Zeker deftig Heer, hier ter Stede, welke deri twaalfden January van dit Jaar 1729, geboorer; werd < heeft my verhaald, dat zyn Vader, by die gelegenheid, op de famielje lyst had aangetekend , dat dien dag negen en twintig Arreflèdèn, achter elkander, over "1 ys, onder al de (luizen door, van den Binnen Aui-> ftel, tot aan de Brouwersgracht, gereden waren.  78 TAFEREEL VAN fen der Stad; den een en dertigfïen, was aldaar een zwaren Ysgang, zo dat men de Schippers door 't kanon waarfchouwde, van op hunne Tloede re zyn; echter gefchiedde geene fchade van belang, dan alleen, dat een houcvloc gedeeltlyk los raakte , en voorby dreef. Tc Emmerik en te Nymeegen , was het Ys ter zeiver tyd, aan 't werken gegaan, en had zig omtrent Gornichem, tot twee Dammen gezec, welke niet te min gelukkig afdreven. Van Kuilenburg fchreef men, den vierden February, dat het aldaar aaklig gefield was; men vreesde het water, dat reeds over de dyken liep, niet te zullen kunnen keeren; ten platten Lande, was elk op de been, om vee en goed te bergen. De dyk te Acquoi had eene doorbraak tusfehen de 24 en 25 Roeden; de Dalemfche Dyk, wui, zo aan den Waal als Lingen kant, ingebroken en had den Tieler-waard ondergezet; en volgens brieven van Tiel, was de Dyk te Panderen, aan de oostzyde van 't kanaal, mede bezweken. Te Bieland en Milligen, was op nieuw eene opening in den Dyk gekomen, waar door de Ooy overftroomd raakte, en het water zig te Nymegen, over de dyken,moest ontlasten. Den agften February , kreeg men in den Haage tyding, dat tusfehen Wageningen en Rheenen , zodanig groot lek in den Dyk was gekomen, dat het Rheenfche veer, Bcn- ne«  harde winters. ?0 nekum, benevens de Slaperdyk, groot gevaar liepen, en dat te Harderwyk het geheele Hoofd, dat in zee ftond, was afgefcheurd en een ftuk der Stadsmuur, omver gefpoeld had. Te Gornichem ftond het water, aan de eene zyde van de Stad , tot aan de luiffels toe , en van Wezel vvierd gefchreven , dat men by Menfchen geheugen , het water zo fnel en in zo korten tyd, niet, gelyk dikmaal gefchied was, had zien oplopen. Den laatllen February was "er zo veel dryfys, in de Zui derzee , dat een fchip , voor 't vlaak, vast raakte. Zodanig waren de wrange Vruchten van deezen harden Winter, voor ons Vaderland, welke wy meenden voor af te moeten opgeven , eer wy U het voorgevallene in andere Landen mededeelden, waar toe wy nu overgaan. Uit Rusland kreeg men tyding, (fat Buitens het te Petersburg ongemeen fterk vroor , Landsen de Neva , tot ver beneden Kroonftad, met Ys belegd was. Op het Land waren verfcheiden laage woningen door de fneeuw, die, op eenige plaatfen, zes ellen hoog lag, geheel overdekt; zynde veele menfchen daar by omgekomen, van Riga fchreef men, nooit zwaarder vorst beleeft, noch zo veel fneeuw gezien te hebben. In  8e> tafereel V A t$ In Spanje zouden, volgens brieven vari Madrid, meer dan veertien duizend Menfchen, door de koude, die men 'er niet gewoon was, gcftorven zyn* In Italië moet dees Winter ook zeer ftreng geweest zyn, zo' men anders op de berichten Maat kan maken, welke melden, dat te Colle-Fiorito, twee kapucyner rconmkken; in elkanders armen, onder de fneeuw, dood gevonden waren, en niet verre van hun, ook een oud man. ~— Onder het gebied van Mantua , was een ftreek van zestig mylen Lands $ door het overlopen der Rivieren, onder water gezet, en byna uit alle de byzondere Staaten Van Italië, hoorde men van ovefftroomingefï en aardbevingen. Het geheele DuitscheRyk ondervond niet minder ftrenge koude en harde vorst ^veral pasfeerde men de Rivieren met zwaar beladen wagens, zonder de minste fcbroom, ook wsren dezelve inderdaad veel veiliger, dan de gewoone Landwegen, alwaar het roofgedierte deerlyk den baas fpeelde; doch by den invallenden dooi, zag het overal, in die Gewesten, b.'klaaglyk uit ~— van Weenen meldde men, dat door den Ysgang en het hooge water, dé groote brug, by den Tabor, weg gtfpoeld was, en  HARDE WINTERS. én de Leopöld-ftad onder' wr:ter ftond/ waarom de Regeering goed gevonden had» met trompetten gefchal, de karn e vals vermaaklyk- heden te doen verbieden. Te Re'r gensburg was de Stadsmolen, door het Donau ys, geheel bedorven;' de meeste Dorpen aan die Rivier gelegen, hadden veel geleden en het platte land ftond onder water. Van Manheim. fchreef men , dat die Stad groo tendeels ovèffiroomd was, kunnende men geene hulp genoeg aanbrengen, om de goederen der Ingezetenen te bergen: De Stad Ladenberg en andere aan den Nekkar geleegen plaatfen, lagen mede blank. Hoedanig het aan den Rhyn gefteld Was ,• hebben wy reeds hier vooren eenigermate aangeftipt. —— Te Schaf haufen, in Zwitzerïand, had men, den deriienden Jatiuaryj by eene felle koude, eene zwaare aardbeving gevoeld, welke insgelyks in Zwaben en aan de Bpdenzee, doch met meer hevigheid, ondervonden was. Uit Zweden berichtte men , dat in htc laatst van Maart, in en by de Stad Schoning, twee èn twintig myleil van Stokholm , zodanige fterke aardbeving in de Noordfche landen ongewoon, geweest ware, dat.deuren,' venglters en alles wat in de huizen was , fchudde. —ïn het Dahlerland , op de grenzen van F N00&-  ?2 tafereel van Noorwegen , lagen veertig huizen, met menfchen en vee, onder de fneeuw begraven, die, op zommige plaatfen, vyftien ellen hoog lag. In Vrankryk had men niet minder een ruim deel van koude en ongemakken. Aan het einde van December, fchreef men reeds uit Parys,dat 'er, uit hoofde van de ftrenge koude, verfcheiden weddenfchappen gefchiedden, dat de Rivier de Seine, voor den tienden jfanuary, toe zou leggen; of zulks op dien tyd plaats gehad hebfce, is ons niet gebleken. maar met de brieven van den een en twintigften January, wierd gemeld, dat dezelve geheel vast zat en de koude zo ondraaglyk was, dat 'er op de Italiaanfche en Franfche fchouwburgen, zederd drie dagen , niet had kunnen gefpeeld worden. De Ruiterwacht was genoodzaakt, 'snachts, de ronde te voet te doen, om door de koude niet bevangen te worden; in de bosfchen van S. Germain had men harten, reën en geiten dood gevonden. Deeze felle winter bragt veel armoede in de Hoofdplaats te weeg, doch welke , door de milddadigheid der Vermogenden , merklyk verligt werd, waarin voornaamlyk de Koningin uitmuntte. De Magistraat deed daaglyks verfcheiden vademen hout, onder de fmalle Gemeenten, uitdeelen, terwyl de  HARDE WINTERS. 83 de Prinsfen van den bloede, en andere Groo« ten, vuuren voor hunne Paleizen deeden nan- ftoken. In Languedoc is de vorst zeer fel geweest; op zommige plaatfen had de fneeuw vyf en meer voeten hoog gelegen, waar door de Staaten van die Provincie, welke te Narbonne vergaderen , in geene veertien dagen byeen konden komen; men verhaalt, dat ter laatstgenoemde plaatfe , in eenen nacht, de fneeuw negen meten hoog gevallen was, zo dat de Inwooners, en zelfs de Geestlykheid, genoodfaakt waren, de handen aan 't werk te flaan, en de wegen op te ruimen, tot het bekomen van levensmiddelen. Verfcheiden Pos* tiijons, Voerluiden en verdere Reizigers,vond men, in dien oord, door de fneeuw en koude omgekomen: men had 'er eenige houten huizen gefloopt, om brandhout te hebben; in'tkort, de koude was 'er zo ftreng geweest, als in den winter des jaar 1709, en den dertigften Ja* nuary, vroor het nog even hevig. — By het losgaan van 't ys, begonnen de Rivieren op te zetten, en deeden, op veele plaatfen,groo* te fchade.Eene menigte ledige en geladen vaar* tuigen en visfchers fchuiten, in de Seine, dreven weg , en verbryzelden ; waarby eenige menfchen verongelukten. —■ Het r.>adeel door liet ys, te Rouaan veroorzaakt, kon in geene drie maanden herfteld worden. F 2 Wy  8+ t a f e r be l van Wy kunnen by deeze gelegenheid niet vaorby' & melden, dat zekere fchoenmaker Gauchet te Parys, deezen winter een zoorr. van fchoenen voor de paarden vervaardigde, om te fteviger op het ys en de bevrooren fneeuw te loopen j waar van de Graaf van Saxen , de uitvinder was. Uit Irland fchreef men, den vyftienden Jamiary, dat te Antrin de vorst, welke toen reeds een maand lang geduurd had, zo hevig was, dat het meeste vee, buiten de ftallen, doodvroor, en de vogels zo tam waren, door gebrek en koude, dat men de patryzen met de bloote hand ving. Het groot Mek Loug-tieag f lag zo vast bevrooren, dat 'er met geladen wagens over gereden wierd; aan den mond van de Rivier, welke in dit Meir uitwatert, was veel dood gevrooren vis komen aandryven, dat eene groote vervulling voor 't Gemeen gaf, vermits men aan veele noodwendigheden gebrek kreeg Cq\ 9 ^y HISTORISCHE BYZONDERHEDEN. Staat des Onder welke rampen het Vaderland, by 'c Vader begin deezes jaars, zuchtte,-blykt uk de vol,tB*- .gen- (q) Europ. Mercurius van U jaar 1729, en de Amsterdamsciie Neder duitfeht Couranten vaa diea tyd-.  HARDE WINTERS. 85 gètide merkwaardige uitdrukkingen, in den Bid' dagsbrief vervat, alwaar 'slands Hoóge Magten, onder anderen, zeggen dat de'fteets aanwas„ fcnde zonden en ongerechtigheden, geenzins „ gebeterd zyn, noch door zegeningen, noch ,, door rechtvaardige oordeelen, van welke laat,, fte de blyken en uitwerkzels, door zwaare „ watervloeden, ongemeene ziektens en ft'erfte „ oncier menfchen en rundvee, en mai vei> ,', minderinge en verfperringe van fcheepvaart en „ koophandel, in het midden van den vrede, ge. „ voeld zyn (V." In Zweeden was, zederd eenige jaaren, de Verfehil Nedcrlandfche fcheepvaart, van tyd tot tyd-, ™eentZu'e* belemmerd geworden, in weerwil van alle vertöogen, daar tegen, gedaan, waarom de'Algemeene Staaten, 'eindelyk, beflóten, om aan de Zweedfche onderdanen te verbieden ,het'zymet hunne eigen, of elders gehuurde fchepen, eenige andere koopmanschappen hier te lande te mogen invoeren , dan dié van hun eigen''Gewas , of Fabryken, op verbeurte van fchip en "goed (j). Den zestienden November, 's avonds en den Zeldfaan* geheelen nacht door, heeft men, zo by ons,N°ordcf" als in DuitschlaUd en Vrankryk, een zeldfaamuc K' Noorderlicht, waargenomen, wiens weerga, in [o grootte-} Eubop. Mercürius , February 1729, bladz, Q) Dezelfde, Maart, b!. 151. F 3  86 TAFEREEL VAN grootte eu.uitgeftrekt.heid, gedurende verfcheide jaaren, niet gezien was; zeker Lcids-Geneesheer heeft 'er de volgende byzon derheden van opgegeven. „ 's Avonds, omtrent ten half agt uuren, zag men in het Noorden , ee* Aurora „ ne; verlichting , even als het morgenrood; * Boreahs. }j hetzelve vermeerderde van oogenblik tot „ oogenblik, en fpreidde zyne lichtftraalen aan alle kanten uit; omtrent half elf uuren , ,, was dit verfchynzel in zyne volkomenheid. „ Het ftrekte zig uit, van 't Noorden, boven ,, over het toppunt, tot aan het Zuiden, doch altoos klaarder in't Noorden; insgelyks, langs denHorilbnt,van't Oosten, naar het Westen „ en wederom van daar, naar't Zuiden. Vry „ hoog, boven den Horizont, zag men eene 4, roode kleur, met rook vermengd, gaande van i, 't Oosten naar het Noorden; het zelfde zag men van 't Westen, naar het Zuiden doch veel ,^ bleeker en niet zo groot en iïerk. — Dit verfchynzel, met afwisfeling van allerhande „ vertooningen, bleef in zynen ftand, tot na ,, elf uuren. De ganfche Hemel was byna gc- heel overdekt met deeze lichtftraalen, welke „ in eene bevende gedaante, met ongelooflyke ,, fnelheid, voortdreven , uitgenomen, in de „ roode kleur, en 't geen naar het Noord-Oos„ ten , ruim tagtig minuten duurde. In het „ Noorden was het licht aller verfchriklykst} ook vertoonden zig de draaien aldaar veel leven,, diger, zomtyds vermengd met de kleuren van „ den Regenboog Nu en dan was het geheel ,i uitfpanzel als bezaaid met deeze ftraalen ,tus- J} fchea  HARDE WINTERS. 87 ,, fchen welken mende Marren zag doorfchynen, „ doch minder in 't Zuiden, dan in 'tNoorden. „ Het licht was zo fterk, dat men middelmati„ ge druk heeft kunnen leezen. Ter midder„ nacht begon het een weinig te regenen, en hier „ en daar zag men wolken, die, van tyd tot „ tyd, vermeerderden, doch zo verlicht, even „ of de maan 'er achter fcheen, fchoon het drie „ dagen vcor de nieuwe maan was. Dit licht werd, „ gedurende een groot gedeelte van den nacht, „ tusfehen de wolken gezien. De lhelheid der „ beweeging was aan alle kanten van den Ho„ rizont, even eens, en gelykvormig, zonder de ,, minde aandoening van den wind, die toen ,, fterk uit het Westen waaidde." Na dit gedaan verhaal, gaat de Natuurkundige Arts over, tot het onderzoek,, omtrent derf aart en oorzaak van een dergelyk lucht verfchyn. zei, dat hy waarfchynlyk oordeelt te beftaan, „ uit zeer fyne deeltjes, die van het aardryk „ voortkomen, in menigte opklimmen, elkander „ aanroeren, en vervolgens deeze'werking voort. „ brengen; dat de Itof niet brandende, maaF ,, lichtende, is, en eindelyk, dat zodanige ver,, fchynzels niet boven de reden gaan, fchoon de werking onze verwondering verdient (/)•" GeCO Europ. Mercuriuj, Nwember 172} bl, «43 zfeqq. _ - *' 4  88 TAFEREEL VAN Oost Gedurend? dit jaar» zyn meer dan twintig ryfc Indifcbè'g.eIaden °ostindiiche retouri'chepen, van Bata■ retour via cn Ceylon', behouden in de havens deezer vloot, landen aangekomen («>.• forSSfn De derde zeer «nmerMyke Winter deezer bétober. Eeuw fe die des jaars zeventienhonderd veeri739r tig, welke veelen onzer Tydgénooten zig nog, zonder moeite, herinneren. ——.- Hy begon vroeg en duurde lang. - Reeds den zés en twintigften Oclober des voprgaanden jaars, fiad men yqrst., die, met afwisfeling van dooiweder, de geheele maand November bleef aanhouden; echter van den drieën twintigften, rot'den agt en tw'mtigjien dier maand, vroor ftet zo fterk, dat op den laatstgenoemden dag, in het binnen Spaarne te Haarlem, agt of tien Volwasfen knapen, dicht by elkander,fchaatfen reden. In December had men fiechts 'weinige dagen vor§t, doch van luttel belang, en het regende meest de geheele maand door . pavet- i Met het begin yan Jauuary, verbeeldde ftrenge2 men ziS algemeen," dat 't op eene zogenaa rade koude in kw'akkelwinter zou uitlopen, waarom menel- January- kan» .• "1740.' ... , , ^ Kan° O) Eür. Mercur, Juny bl. 309, July bl. 52, Qctober bl. 222. ' ; ' (v) N. Duyn, Aanmerkingen, bl. 8 en i©3  H A R' d Kt VV INT E R S. kander, volgens het verhaal van oude luiden, toen het, zederd, zo hard begon te vriezen, met een zöort. van nadruk en verwondering vroeg, had gy dit wel verwacht ? De wind, welke zèdert den eerften Janusry, tot op den middag van den vierden, Z. W. W. en ffr-Weft 'gewaaid had, liep toer) vlak Ooft, Vavonds'«wederom N. O, en van 's morgens den vyf den, tot op den middag van den der tienden, beftendig Oost. Op den negenden, tienden en elfden, by eenen harden wind, was het zo~ongemeen koud, dat men zig» by een Sroot: VUHr' naauwlyks verwarmen kon. De ftand des Thermometers van Fahrenheid was ,-geduurénde die dagen: 9, 's Morgens op 13 graden. — 's Middags — 14 — 's Avonds • — 7 — 10 's Morgens. — 5 *-H» — 's Middag*' — 6. . . 's Avonds • . . ' o - 11, 's Morgens, nagenoeg, a graden, on? der o. i . 's Middags, wederom op o. " , . 'sAvonds '' ■ [6 graden, bo- v:' Ju>- '■ .-. «90 )Q3QflK> J30 JïOfjT , JiSCb «Sn „ F 5 ïa  9° tafbreei, van In de maand February had men de tweede groote koude, vooral van den drie en twintigften, tot den zes en twintigften, ftaande toen de bovengenoemde Thermometer: 23, 's Morgens op a2{ graad. . . 'sMiddags, even zo. . . 'sAvonds . . ia .. 24, 'sJVIorgens . . 9 ■ — . . 's Middags . . 14 — ,, . . 'sAvonds • . 10 ——> 25, 'sMorgens . . 6 . . 's Middags . . 18 ■ — . . 's.Avonds . . 13 —— 26, 'sMorgens . . ia —— . . 's Middags . . a8 —— . . 'sAvonds . . 27 11 . (16} De (16) Om voornaamlyk onze jonge Leezers, eenig denkbeeld te geven, van zelfs de koude en vorst op den Thermometer, van welken wy hier fpreken, te kunnen nagaan, zullen wy, met vermaak, overfchryven, het geen de kundige Duyn , des wegen, irrzyne te meermate genoemde Aanmerkingen, op geeft, wanneer, zegt hy, de kwik op ja graden ftaat, „ welk het Punt van vortt is, beginnen de wateren „ toe te vriezen; zo dra de kwik tot 24 of 26 gra„ den daalt, vriest het omtrent een Rhynlandfche „ duim dik, verder dalende, tot 12 of 14 graden, „ rekent men twee duimen i nog meer zakkende, tot  HARDE WINTERS. 91 De wind was beftendig, ton aan den avond van den vyf en twintigften, N. O. Den zes en twintigften, 'smorgens O, 's middags W. en 's avonds N, W. (w) In de volgende maand-Mw?, vinden wy denlaagften (land des Thermometers,'s morgen» den vyfden , op %i\ graad , en denhoogften den vyfiienden, 'smiddags, op 44 graden,dus nog 4 graden onder gematigd, en den een en dertigflen, op 36 graden, zynde Hechts 4graden boven het Punt van vorft f». Den tienden, begon het door te dooijen, zodat, tusfehen deeze Stad en Haarlem, den ze „ tot 4 of 5 graden, drie duimen, en eindelyk, in<3ien de kwik tot nul, of even daaronder, zakt, ,, dan vriest het omtrent drie en een halve duim, „ in den tyd van een Etmaal, of vier en twintig uuren> . Dit echter moet zo niet verftaan ,' worden, als of de kwik juist altoos op' gelyke „ hoogte dient te zyn, om de gezegde ysdikte te , maken: neen, het gebeurd zomtyds, dat het be« ,j gint te vriezen, wanneer de kwik, 33 of 34 graden tekent, doch zeer zelden; ook maakt een graad, hooger of lager, juist geen merklyk ver» „ fchil, bladz. 15. r» N. Duyn, Tafel 3 en 4. (V) Dêzeu ds , Tafel 5.  9* TAFEREEL VAN zeventienden, ondernomen werd, om bet ys re breken. De laatfte kwamen tot halfweg, doch die van Amfterdam konden het ffieWWi* met verder brengen, dan tot de 3oo Roedei,; lchoon er twaalf paarden voor den ysbrékergefpannen waren; vermits het ys in de vaarr aan deeze zyde, nog Omtrent 13 duimen dik bevonden wierd; echter werd het werk des anderendaags, meteen beter gevolg, hervat »» men bragt het insgelyks tot halfwegen. ' De maand April was mede verre vanaangenaam te zyn, den agflen, 'smorgens, ten zes uuren, ftond de Thermometer op het Punt van vorft, 's middags 35 graden met fneeuw en hagel ; 's avonds ten tien uuren, op 34i graad, zynde de koude zo ftreng, dat het water, in eene pot, dicht toevroos. De wind was N. weft met ftyve koelte (y). ' Volgens gedaane waarneem ingen, by den huize Zwanenburg, had het van den vyfden, tot den tienden January, zeven en een halve d'uim ys gemaakt, en tusfehen den vyf en zes en twintigften February, te Crommenie, in een Etmaal, twee duim en tienlynen, Rhynlandfche maat. C;0 N. Dstn Aanmerkingen, bl. j-j', 2rj,  harde W I w T E r- s. maat, gevrooren. —— Den twaalfden Maart, zou, na het verhaal van zommigen, het ys , in 't Haarlemmer • Meer , op eenige plaatfennog ao duimen dik bevonden zyn (z). Het geen wy, tot dus verre, van de heer* fchende koude deezes jaars, opgegeeven en gezegd hebben , zal elk genoegfaam overtuigen , dat het een ftrenge en langdurige Winter geweest is, en de berichten van Buitenlands, welke wy daarna zullen mededeelen, zal elk doen zien, dat dezelve niet minder als tWee vorige Winters, door geheel Europa, gevoeld is, en even beklaaglyke gevolgen gehad heeft. Of de koude van dit tegenwoordig jaar, die des jaars zeventienhonderd negen, overtroffen hebbe, ten minfte met opzicht tot ons (17;, blykc O) N. Duyn, bladz. 17. (17) Volgens het verhaal van zeker Zeekapitein , in dienst van deezen Staat, welke zulks uit de mond der bewooners van Hitland vernomen had, zou het óp dat Eiland, gedurende den geheclen Winter des jaars 1740, naauwlyks een halve duim dik, gevroo ïeu hebben. — Van Bergen in Noorwegen waren insgelyks berichten, dat op dien tyd , aldaar weinig of geen ys gezien was. N. Duyn Aanmerkingen fel. 59. 60.  94 TAFEREEL VAN blykt niet voldoende, vermits men geene naauwkeurige vergelykingen heeft, wegens de juiste trap van koude in beide Winters, door middel van den kwik Thermometer, waarvan men zig, in den eerstgenoemden Winter, niet kon bedienen; het getal der vriesdagen van den laatffen, is echter meerder, en deeze zyn bevonden. In November 1739 ifë Vriesdagen. In December 6 _ In Januaay 1740 — 27 - InFebruaay . --. ■ ■. 24 —— In Maart 8 . famen 77 Vriesdag, (d). Byzon. AI 'vroeS in January, berichtte de Texelderheden fche lyfr,, dat den negenden, door het mewimerf" nigvuldiS ys en den harden wind, op de Laan li ier te' aaB den grond geraakt ware, het Oost. Ind. Comp. Lande. Schip, Beuvignis en een Galjoot, komende van Riga, zynde het volk van dit laatfte fchip, met de boot, aan wal genaderd. Insgelyks, dat op den binnenkant van de Haaks, zeewaards, vast zat, het Oost. Ind. Comp. Schip,Hogersmil- de O) N. Duyn Aanmerkingen bl. 27.-  HARDS WINTERS. 95 de, welke fchepen in eenen gevaarlyken toeftand zig bevonden , aangezien niemand aan boord konde komen. Verder zat nog aan de Zuidwal, by het Nieuwe Diep, het Oost. Ind. Comp.Schip,Enkhuizen. Den volgenden dag, vernam men, dat de beide Compagnie Schepen, Beuvignis en Enkhuizen, op de Haaks zaten, zonder ankers en touwen, zynde de fjouwers alle daar van gevlucht, zo dar 'er niemand aan boord was, en volgens hun bericht, waren de fpykerhuiden van gemelde fchepen, reeds weg. Evenwel van achteren bleek, dat men het gevaar merklyk vergroot had; want ander volk aan boord gezonden zynde, was het eerstgenoemde fchip behouden aan de Zuidwal, en het ander in't Nieuwe Diep gebragt, liggende beiden in goeden ftaat, doch het fchip Hogersmilde zat op het Horrentje van Texel, in groot gevaar, met twaalf voet water in't hol, maar het voorgemelde galjoot was, door het ys, zodanig gehavend, dat 'er niets meer van te zien ware. Een pinkje, 't geen den twaalfden January van Scheveninge, met eenige pasfagiers, naar Zeeland vertrokken was, keerde met een bekomen lek terug, vermits het zelve, na lang voor het Veerfche Gat, en af en aan Domburg en Westkapelle, gekruist te hebben, nergens kon  $6 TAFEREEL V A W kón landen, door dien de geheele kust reist vast en dryf ys was bezet geweest (b). Een zeer kundig vriend, te Oóstzaandam(c), heeft ons, niet lang geleden, bericht, dathy den elfden Jamtary van dat jaars, 's morgens ten negen uuren, in eigen perfoon,- naauwkeurig had waargenomen, dat 'het ys in zyn byt, zederd den vorigen morgen, op het zelfde uur, en dus in een Etmaal, 4 duimen 4T§ lyn, Rhynlandfchemaat, dik gevrooren was. — iets, zegt hy, dac misfchien, hier te Lande, in deeze Eeuw, voor of na dien tyd, zohder voorbeeld is. De fterke Öoste wind', voegt hy 'er verder byj waar vöor'myn byt bloot lag, maakte dë koude zo doordringend,' dat myne beide handen van de vórst derwyze aangedaan waren, dat de vingers, na verloop van weinige dagen, allen vervelden. Ondertusfchen was deeze winter eene kermisvreugd voor jong en oud ; de rivieren wierden de plaatfen van vermaak, alwaar men zig met wandelen , op fchaatfen ryden, of in Ar- refle- (b) Amsterdamsche Nederduitfche Courant, 1740. N. 5. 6. 7. Cc) De Heer Jacob Oostwoud, Mathematicus aldaar,  ÖARDE WINTERS. 97 rededen, in koetfen en in wagens, daaglyks verlustigde. Onder anderen fchreef men, den ze\ ven en twintigften February, van Enkhuizen, dat aldaar, op eenen dag, uit verfcheiden plaatfen van Vriesland, ruim hondert zestig Heden, over de Zuiderzee, waren aangekomen, waar van nooit eenig voorbeeld geweest was; welke fledevaart meer dan drie duizend menfchen, toen, op de zee lokte, om deeze pracht te zien; ook waren dien zelfden morgen, uit de Stad en omliggende Dorpen, meer dan vyftig Heden naar Stavoren gereden: dat echter alle reistuig niet even vermaaklyk, noch gemaklyk was, kan hier uit blyken, vermits zekere vrouw van Hinlopen, op een prikfleedje, van daar, naar Enkhuizen kwam, en op dezelfde wyze terug keerde. — De weinige fneeuw, namaate van de groote koude, maakte de ysbaanen , overal, minder gevaarlyk (4 Welke vrolykheden deeze Winter ook opleverde , de fmalle Gemeente genoot 'er de wrange vruchten van , aangezien de meeste Ambachten ftilftonden , en de Scheepvaart, waar van anders duizenden hun beftaan en eer- iyk ()." Ongeluk- Te recht word aan het Ys den bynaam van het" Ys°r^Se£even' uit hoofde vande menigvuldige veroor ongelukken, die doorgaans het vermaak op de zaakt. toegevrooren Strcomen verhellen, en menig een zyn graf, onder 'c ys , doet vinden; her zy door een onvoorzien ongeluk , of al te groote ftout- (ƒ>) Haarlemsche Courant, 1740, N9.45.  HARDE WINTERS. 10^ itoutmoedigheid en onbedachte blootfiellingaan voorweetend gevaar. Althans deeze Winter, maakte veeL bedroefde huisgezinnen —■ Onder anderen fchreef men van Londen, den negentienden Jamtary , dat eenige dagen te vooren, eene groote menigte Volks zig , met laag water, op de Theems vermakende, eene fterke vioed opkwam, waar door het ys van een fcheurde, en meer dan veertig menfchen verdronken. De Hertog van Kumberland, die zig een weinig te ver, op die Rivier,gewaagd had, zakte door het ys, en was in groot gevaar van te verdrinken (q). By Edenburg barstte, door de koude, eene Rots, waar door veertien kinderen, die 'er onder fpeelden, omkwamen. ——-. Een gezelfchap Dorpelingen, meldde men, den agt en twintigften Feb/varyuitParys, op eene boere bruiloft, te Torey, zig met dansfen op 't ys , ten getale van vyf en twintig Perfoonen, willende verlustigen , brak hetzelve onder hunne voeten, en verre de meefte dezer Genodigden, boeten die grap met hun leven (r). — Van Hamburg werd bericht, dat men aldaar tyding van het Eiland Alfen gekregen had, behelzende, datdeAmptman Scheel, op Norburg, in 't midden van Maart, (q) Amsterd. Nederd. Courant, N°. li en 13. (?-) Hifi, Verhaal, bl. '57 en 66,  ho tafereel van Maan, in een koers met zes paarden befpannen, waar in hy, benevens zyne vrouwen twee kinderen, gezeten was, over het ys , de Zee willende pasfeeren , doorzakte en omkwam , doch zyne twee knechts, die achter op ftonden, hadden, dooreen gelukkigen fprong, nog in tyds gedaan, het leven behouden v/> Deeza en zoortgelyke Ysorgelukken, hoe hartbrekende ook voor hun, die betrekking op de omgekomen voorwerpen hebben, zyn echter niets, in vergelyking van zodanige algemeene Volksrampen, als dikwils de gevolgen van harde Winters opleveren , waar van wy genoodzaakt zyn, thans eenige melding doen. Aan 't einde van February , had men te Hamburg de droevige tyding gekregen, dat de Inwooners van 't Eiland Heiligland , gevaar liepen van honger en kommer te zullen fterven, vermits zy van nergens toevoer konden krygen, aangezien de fchepen , door het opgefchokte Ys, niet dorften naderen. — V/elk eene benaauwde omftandigheid, onze redders te zien en niet gered te kunnen worden ! evenwel de nood doet alles onderneemen, menbefluit, ten laatfte, op levensgevaar, een weg door't berg hoo- (0 Amsteed. Nederd. Courant, N9.35.  HARDE WINTERS. III hooge Ys te maken en ontkoming te zoeken, dat hun gelukte 't"). Van Frankfort aan den Main, fchreef men, den zestienden Maart , dat de Rivier aldaar, den vorigen dag, met een hevig gekraak losgegaan , en met groot geweld , alle de Stads poorten, aan dien kant liggende , was ingedrongen , en de dikke Ysfchortzen zo hoog aan den oever lagen, als nooit gezien ware. De Keulfche brieven, met dezelfde post ontvangen en twee dagen later gedagtekend,waren niet troostlyker; men meldde van daar, dat de boven-Rhyn, door den regen, was losgegaan , doch op de hoogte der Stad Keulen, nog zat, en vermits zulks den doortogt van het bovenwater endryf ys hinderde, had hetzelve Dammen en Dyken overftroomd, en de aangrenzende Steden, als onder anderen Nuys en Dusfeldorp , geinnundeerd, benevens een gedeelte van 't platte Land, welke aandrang van water, .tot den zeventienden, geduurd had; doch den agttienden, by 't vertrek der post, kreeg men tyding, dat de belde Steden ontlast waren, 't geen deed denken, dat de beneden-Rhyn losgegaan moest zyn; den twee en twintigften , kreeg (/) Amsterd. Nederd. Courant, N?. 28 en 31.  HS TAFEREEL V A Èï kreeg men van daar nader bericht, dat * zedert, voorby die Stad, eene menigte boven ys gedreven was , zonder nogthans eenige fchaden te doen , en eerst den zeven en twintigften dier maand, fchreef men, dat weinig dagen re Vooren, de Rhynbrug wederom kon gebruikt worden (uj. Uit Hanover kreeg men , aan 't einde van Maart 3 tyding , dat de overftrooming der Rivieren groote fchade veroorzaakte. Verfcheiden houten bruggen op de Laine, zag men met het ys wegdryven, in weerwil van de genomen voorzorgen; eene nieuwe fluis, het jaar te vooren , te Herrnhaufen aangelegd, was zeer befchadigd geraakt; het ys, op de Wezer , by Nienburg , lag tegen de boogen der fteenen Brug hoog opgekruid, zo dat men geduurende zeven of agt uuren, onophoudelyk, uit kanon moest fchieten , om eene opening te maken , wanneer "t ys , met een fchrikwekkend gekraak , losbrak (*>), Dorre Op deezen firengen Winter volgde een £Topen ongunftiSe Zomer- Het geheel Voorjaar was gevolgde har en guur, door de aanhoudende Noorde d"ure£yd win- 00 Amsterd. Nederd.Courant, N°.36en37. 00 Dezelfde, N°.3Q.  HARDE WINTERS. ÏI3 winden, en eerst den tweeën twtntigjienMei, Dorre fcheen het failöen een weinig te verzachten ; Zomeren , t u. 1 daarop zo dat men wel zoude mogen zeggen , dat de gevolgde Winrer, des jaars zeventien honderd veertig,tklure omtrent zes maanden geduurd heeft; want mentyd" zag, byna, voorde maand Juny, geene bladen aan de boomen. — Niet alleen was het hier te Lande zo gefield , maar de berichten van elders waren insgelyks niet gunftiger. -■ Den dertienden Mei, fchreef men uitParys, dat 'er nog geene bladen aan de boomen gezien wierden, maar dat het daaglyks fneeuwde, hagelde en regende; uit Italië en Duitschland, kwamen de tydingen niet beter, en in 't begin van Md viel in den omtrek van Keulen, ruim een voet dik fneeuw. De traage vruchtbaarheid des aardryks, door deeze langduurige koude veroorzaakt, bragt eene groote fchaarsheid en duurte te weeg, in de benodigdheden voor menfch en vee (u>). ——. In zommige Noordhollandfche Dorpen en onder anderen te Oostwoud, was het gebrek aan hooi zo groot, dat de huislieden, brood voor de koeijen lieten bakken; het ftroo uit de bedfteden aan Hukken fneden, en dat, zeer fpaarzaam, aan *t Vee, uitdeelden, om het herkauwen te bevorderen, ter- (w) AiDüYN Aanmerkingen, bi.//, & feqq, H /  114 tafereel van terwyl anderen , die dit hulpmiddel misten , zig met de toppen van 't riet en van de boomen moesten behelpen —— (18). De boter, voornaamlyk, rees zeer hoog in prys; te Haarlem werd in den Nazomer, op de markt, vier en zes en veertig guldens, voor de taggentig ponden betaald. De boomvruchten bleven mede zeer achterlyk, aangezien men den geheelen Zoomer byna geene koesterende dagen had; de warmfte dag was den negen en twintigften 'Augustus, wanneer de Thermo* meter 'smiddags, op 71 graden ftond (X). Eene ongewoone menigte van koude fchyne dit jaar in de lucht geheerscht te hebben; want reeds in de maand Oclober had men weder zesmaal vorst waargenomen, en van den derden tot den liegenden November, vroor het mede vry fterk GO» doch deeze buitengemeen vroeg vernieuwden Winter, moetnogthansinltaheenDuicfch- Jand het meeste gevoeld zyn. In een brief van Genua, van den vyf tienden O&ober, word (je) N. Duyn Aanmerkingen, bl. 54 en 56(y) Dezelfde bladz. 57. (18) Deeze byzonderheden zyn wy aan de opgave van den Heere Oostwouü verfchuldigt.  HARDE WINTERS. 11$ Word gezegt Sondag en Maandag was het „ hier zo koud, als in den Winter: ook is'er, „ op 't gebergte, zeer veel fneeuw gevallen a (2).*' —u— Uit Ilmenau, by het Thuringer - woud , fchreef men , den drie eft twintigften February des volgenden jaars, „ mooglyk is 't nooit gebeurd, dat men,mid* „ den in den Winter, den ©ogft inzameld» „ en niet te min, is dit alhier gefchied, verft» mits men, in de maand O&ober laatftleden, uit hoofde van de vroege vorft en zwaat gevallen fneeuw , zulks, op eenige plaatfen, ,y niet heeft kunnen doen, en genoodzaaktge* „ weeft is, alles op 't veld te laten ftaan. „ Thans, door de ongewoone warmte, die „ wy hebben, is de fneeuw gefmolten, en „ tot onze blydfchap bevinden wy, dat het „ Koorn en de Garft onder de fneeuw won,, derbaar bewaard gebleven zyn. In het dis„ trikt van Frauenwald heeft men, gedurende „ deeze en de voorleden week, eenige hon„ derd wagens Graanen, behouden , in de „ fchuuren gebragt, die eeh zeer fchoon wit „ meel uitleveren; deeze zeegen komt ons, by „ de tegenwoordige duurte der eetwaaren, al5, leraangenaamft {aj." Moest, (i) Amsttrdajisché Nederd. Coy,rt. J3|> (*) Haa^emscrs Coftrt* 17411 H a 9  Il6 TAFgREBL VAN Doorbra- Moest, ons dierbaar Vaderland, ge- veXö-0' ,yk Wy U onder 'c 00S %eb™& hebben' met mingen. een nypenden Winter en dorren Zomer kampen, het einde van dat jaar, leverde ons geen minder treurige Tooneelen , van wegen de woede des Waters, waar door veelen onzer mede Ingezetenen, zo jammerlyk geleden hebben. Den zeventienden December, ftond her water in de Lek, omtrent Jaarsveld, op gelyke hoogte met den Dyk; den drie en tzvintigfien, was het voor 's Hertogenbosch zodanig aangewasfen, dat de poorten gefloten bleven, en men in de Stad willende zyn, met ladders over de wallen klimmen moest,en nogdien zelfden avond, werd een gedeelte delStad , door het Rhyn - water , overftroomd. Den vier en twintigften, braken verfcheiden Dyken door. De Lekdyk kreeg ee¬ ne breuk van veertig roeden lengte , waar door de geheele Alblasferwaard overftroomd werd, en eene menigte fchoone Dorpen deer- lyk gehavend wierden. De Dyk by Hedikhuizen, beoosten Heusden, had een gelyk lot, en ftelde het geheele land van Heusden, dat van Altena en de Langftraat, onder water; de breuk werd zestig roeden lengte, en zo veel voeten diep bevonden; het meeste Vee  HARDE WINTERS. II7 Vee'verdronk, aangezien meer dan dertig Dorpen in den nood deelden. ■■ De geheele Tielerwaard lag overftroomd, en in de Stad Asperen ftond het water ruim zeven voeten hoog; hier by kwam de fterke vloed van buiten , die zodanige persfing veroorzaakte, dat 'er veertien roeden van den Wal affcheurden , en eenige ftukken van den Muur weg en omver , geworpen wierden. ■ Te Vucht, niet verre van's Hertogenbosch, kwam insgelyks een breuk in den Dyk, waar door het water, tot aan de daken der huizen klom. ■ Den vyf den January 1741 , kreeg men tyding van Dordrecht, dat de Dyk by Redekheim mede had moeten bukken , en dat men nog voor meer andere Dyken vreesde ; eenige weeken later , fchreef men uit de zelfde Plaats , dat, by eenen hevigen wind, op eenen dag, in den Dordfchenwaard, ruim zestig wooningen, fchuren en* hooi-bergen, weg gelpoeld, en de ftukken en brokken voor by die Stad gedreven waren , terwyl aan de overzyde van den Dyk, nietsan. ders, dan eene openbaare Zee, te zien was. ( b} • ■ ■■ - Men rekende , dat 'er meer dan honderd vyftig duizend morgen Lands, in (£) N. Duyn Aanmerkingen, bl. 63 & Seqq. H 3  Jl8 TAFEREEL VAN in Gelderland en in Holland, overftroomd lagen; het aangenaam weder, welk men in February kreeg en diep in de Lente voortduurde, gaf gelegenheid de bekomen Dyk wonden, gelukkig te heelen (c). Wy waren echter de eenigfte niet, over welkers bezittingen de Wateren heerschren. —» Uit Duitschland, Vrankryk, Lot* Haringen, Italië, en van, elders, kreeg men even droevige tydingen van het over(hoornen der Rivieren, en van de aanmerkly- ke fchadens, daardoor, veroorzaakt, * Door het opzwellen van den Rhyn en Nekkar, onder anderen, waren de Huizen teManheim opengefprongen , en een gedeelte der Stad was geinnundeerd, zo wel als verfcheiden Plaatfen daar omftreeks gelegen. -—> Te Bourdeaux ftond het water in eenige Wyken» tot de tweede verdieping der huizen, . In Lotharingen en den Elzas, waren verfcheiden Bergen en Heuvels ingeftort, en op den Moezel had men daken van huizen zien dryven. De uitzetting van de Rivier d'Arno had, door geheel Toskanen , groot naCO Wagenaar Fad. Hiflorie, XIX. Deel,LXXV\ Boek, b'. 329. 350,  MARDE WINTERS. 119 nadeel toegebragc 9 eene groote menigte vee, en veele menfchen waren 'er jammerlyk omge* komen (d). De oorzaak deezer laatfte overttroomingen word algemeen toegefchreven,aan de menigvuldig gevallen fneeuw, in den vorigen Winter, waar mede de gebergtens in Zwitzerland en elders, overladen waren , en welke eerst in den Nazomer, by gebrek van vroegere warmte , gefmoken is. HISTORISCHE BYZONDERHEDEN. De Koning van Denemarken, welke, zederd Verfchfl eenigen tyd, de Nederlandfche Walvisvangst, met Dain Groenland en in ftraat Davids, verfcheiden nemarkei belemmeringen had toegebragt, poogde dit Jaar, insgelyks, onze VjsJery op de kusten van Ysland te ftremmen, en onzen handel, met de Eilauders, te beletten, uit hoofde van zeker Oktroi, in den Jaare 1733 ■> aan eene maatfchappy, in zyn Ryk verleent, om, met uitfluiting van alle anderen, op deeze Eilanden, te handelen, over welke hy zig het oppergezach aanmatigde; doch de Hollanders, die dit Oktroi weinig ter harte namen, gingen naar gewoonte, hunnen gang. Een Deensch oorlogfchip, wiens Bevelhebber gelast was, den Yslandfchen handel der onzen, met 00" N. Duvn Aanmerkingen, bl. 68 .a Seq*. H 4  Ï20 TAFEREEL VAN met geweld te beletten , vertoonde zig in die , Zee, en nam, zonder veel moeite, zes Hollandene hoekers, weg, waarvan 'er vvf te Koppenhagen opgebragt wierden, tenvyfde zesde het gevaar ontkwam, door de DeenfcheMatronen, welke het fchip toevertrouwd was, te vermeesteren. De Staaten deden wel de genoomen vaartutgen terug eisfchen, doch vruchtloos, ver mits men verdund , dat zy verbooden handel dreven (e). ZZK in 'C bcgin van 0£iohr> was 'er te Bata• via, eene geweldige beweeging, uit vermoeden, dat de Chmeezen voorneemens waren een opftand aan te richten; eemg gewapende manfchap vielm de huizen deezer vermeende vyanden, vermoordde en roofde alles,wat haar voorkwam; echter na verloop van eenige dagen, herfteldc de rust allengskens (f). ÜtZ jtSt T Kd2er KareI den VI, en zer, en van F*?dnk de 11 • Koning van Pruisfen, welke ,.:..„ Ko twee fterfgevallcn in dit Jaar plaats hadden, & ning van ven niet weinig onrust in Europa, waarvan de Praisftn. byzonderheden elders uitvoerig te leezen zyn By CO W/gkhüar Fad. Hifi. XIX. Deel, LXXV Boek, bl. 270. (f) Dezelfde Vad. Hifi. XIX. Deel, LXXV Boek, bladz. 282. Cf) Eüroj». Mercurjüs en andere Nieuwspapieren van dien tyd. r r  HARDE WINTERS. 121 By Burgemeesteren, hier ter Stede, werd goed- Order op gevonden, voortaan geene Predikanten aan te hetbe. neemcn, onder de dertig, noch boven de vyftig r^,ppnre. Jaaren. De tegenwoordige oudfte Leeraar, Ja- dikanten cobus Tyken, dit Jaar alhier beroepen zynde, wierd te Amden drie en twintigjlen January, van het volgen- fterdam. de, bevestigd (hj. Aan het einde des Jaars zeventien honderd I742« twee en veertig, werden wy andermaal bedreigd met eene ftrenge vorft , doch die echter vry beter uitviel, dan men onderftelde te moeten verwachten. In den avond van den 'agften December, begon het te vriezen, ftaande de Fahrenheidfche Thermometer toen op 30 graden, en gedurende dertien dagen, dat is, tot den een en twintigften van die maand, had men eene doorgaande gevoelige koude, doch den twee en twintigften en volgende zeven dagen, kreeg men eenen fcherpenOoften winden nypende vorft, zeer naby komende, aan die des Jaars 1740, uitgezonderd de drie koudfte dagen , van January (i). . In het naburig Duitschland fchynt echter deeze koude wel de meefte uitwerking gehad te hebben {h) J. Kok Amjl. Jaarboeken, III. Deel, bl.168 en 175. (;) N. Duyn Aanmerkingen, bl. 122. 123. H 5  142 .: T:,A f, e ree h van ben; men fchreef, den een en dertigflen December, uit Regen sburg, dat de Donau geheel was toegevrooren en de koude zodanig ftreng, dat eenige dagen geleden, te Stad- amHof, twee fchüdwachcen doodgevrooren waren. —— Brieven van Berlin, van dien zelfden datum, meldden, dat de felle vorft, ze- dcrt agt dagen, aldaar, zodanig de overhand genomen had, dat zelfs de pubiyke vermaakJykhedeu geftaakt bleven. ■ ■ —. Den een en dertigften December echter , verliet ons wederom deeze buitengemeene koude, zonder dat wy, in de volgende eerfte maanden des Jaars 1743 , ongewoone byzonderheden daar yan geboekt vinden, niet te min fchreef men in January uit Rome, dat het aldaar, zedgt weinige dagen, zeer koud was , en uit Napels berichtte men, ruim een maand later, dat het fel vroor,, en alle de omliggende Gebergtens met fneeuw bedekt lagen HISTORISCHE BYZONDERHEDEN. èe rust in De oneenigheden in het Duits cue Ryk, Duitsch- -waar van wy, op het Jaar zeventien honderd tand her-,veertig f gefproken hebben, en die toen van een ■' gewichtig voor uitzicht fcheenen, werden in dit (£) Amsterd. en andere Couranten van dat Jaar.  HARDE, W I N T"E R S. 12,% tegenwoordig Jaar, bygelegd, door de verkiezing van den Keurvorst van Beijeren,tot Roomsen Keizer, en de vrede tusfehen den Koning varj Pruisfen en de Koninginne van Hongarye (/j. In de maand July ontving de Oost Indïfche overwinMaatfchappy deezer landen, met een ten dien ^"f^ einde als expresfe afgezonden retour fchip, de ders jn aangenaame tyding van Batavia, dat de Hollanders Oost-Ineene groote overwinning op de Indianen en Zwar- die. ten bevochten, en by die gelegenheid verfcheiden fterktens hernomen hadden; het geen gegronde hoop gaf, dat de verdere oneenigheden in dien oord., zo goed als geraakt zoi.'den zyn; te meer, daar alles in de Indii che Hoofdftad, zedert, in volkomen rust was (m). De Groenlandfche Visfery genoot dit Jaar ee- Staat der rjen merklyken. zeegen: hondert negenenveertig y?1^ fchepen en onder deeze, honderd vyf en twintig ryei Hollanders, hadden vyf honderd zeven en zestig en een derde Walvifch gevangen, zynde drie honderd zes en zeventig Visfchen meerder, dan in het voorgaande Jaar, niettegenftaande de Vloot toen, tien fchepen fterker was; doch in Straat Davids ging het zovoorfpoedig niet,vermits men van daar, met twaalf fchepen meer, zes en tagtig Visfchen minder aanbragt (»). Hoe- (7 Wagenaar , Vad. Hifi. XIX. Deel, LXXV» $oek, bl. 336 en 339. (tn) Europ. Mercurius 1742, July, bl. 97. (») DEZELFDE Qftober bl. 250. 251.,  i24 tafereel van Hoewel 'er maar zeer weinig Winters zyn, van welke men hier te Lande zeggen kan,in 't geheel geen vorst gehad te hebben, (19) zo zyn dezelven daarom altoos niet even ftreng, en langdurig; en deeze is men gewoon, Kwakkelwinters te noemen, wanneer het zomtyds wel eenige dagen vry fterk vriest en de binnewateren met ys bezet raken, doch geene algemeene ftremming van zaken te weeg brengen. —— Dit is de reden, dat wy in dit Tafereel menigmaal, verfcheiden Jaaren zyn overgeftapt en nu wederom veertien Jaarenftilzwygend voorbygaan, vermits ons in dezelve geene aanmerklyke byzonderheden, van koude noch (19) Een voorbeeld deezer zeldfaamheid, vinden wy in de Nederlandsche Jaarboeken , uit de Abregi Chronol. van Mazeray, opgegeven, waar in de Franfche Schryver zegt, dat liet van 't begin des Jaars 1528, tot in V begin des Jaars 1531, maar een faifoen, te weeten, Zomer, geweest was, en dat het in geene vyf Jaaren, twee nachten achter een , gevrooren had. Nederl. Jaarb. 1756, bl. 427, Plemper in zyne Befchryving van Alphen, merkt byzonderomtrent het Jaar 1530 aan, „ dat de Winter zo Zomer„ achtig was, dat de Koejen te Alphen en in andere „ Rhynlandfche Dorpen, bleven grazen, zo dacmen „ boter en veldvruchten had, als in 't lieflyk Jaatfai„ zoen," bl. 246. De Winter van 't Jaar 1755, was mede ongemeen zacht, Jaarb. 1756, bl. 427.  HARDE WINTERS: 125 noch vorst, zyn voorgekomen. —— De Winter des Jaars zeventien honderd zeven en i?S7vyftig, echter behoort tot die, welke onze opmerking verdienen. Reeds in de maand November des vorigen Jaars, had men eene gedurige fchrale gefieldheid in de lucht befpeurd, ftaande de Thermometer, op den huize Zwaanenburg meest tusfehen de 40 en 50 graden; wanneer het, in 't begin van December fterk begon te vriezen, waar door de vaart der binnen Rivieren en ook eerlang,die op de Zuiderzee, geftremd werd; fchoon het nu tusfehen beiden wel eenige dagen dooide , en 't water wederom open raakte, vernieuwde zig de vorst fpoedig en duurde tot omtrent half February daar aan volgende; zelfs aan 't einde van die maand, kon men niet zeggen geheel van ys bevryd te zyn. Degrootfte koude, by ons, was den agften en negenden January. Zeker liefhebber te Leeuwarden, heeft, volgens zyn kwik Thermometer in de open lucht hangende, de trap van koude, op die beide dagen dus waargenomen: Den 8, 's morgens 13, 'smiddags 15, 's avonds i4grade» 9, ia, 14. 13 — (2°J De (20) Volgens de gehoude aantekeningen op den huize Zwaanenburg, word de ftand des Thermometers lager  i«6 T A F E R E EL VAM Deeze langdurige en harde vorst veroorzaakte, na gewoonte, het frilftaan van veele hand* werken en gebrek aan verfcheiden noodwendigheden, vooroaamlyk brandftoffen (o). Dit ftreng Winter weêr was mede in andere gedeeltens van Europa ondervonden: uit Warfchau, Weenen en Hamburg meldde men, dat het aldaar zo fel vroor, als in de beide harde Winters van de Jaaren 1709 en 1740. Te Parys ftond den agften- January, de Thermometer van Reaumur, 's morgens ten half zeven uuren, op 9k graad, onder vorst, zynde maar graad minder, dan in 'tjaar 1740. Hier te lande kan men niet zeggen, dat 'er des tyds veel fneeuw gevallen is, waarvan men in Vrankryk-en Engeland ruimer aandeel fchynt gehad te hebben (p). De boven Rivieren waren wel met ys bezet, doch wy vinden niet, dat dezelve begaan of bereden zyn (q). De rd) Njzderlandschb Taarbohmn 1757, January W. 59- 60. ftionu Postryder, February bl. 228. O) Nederl. Postryder Fcbr bl. 227,228. O) Amst. rd. Cjurant 1757. N. 7. ger opgegeven, en wel, van 11 graden, onder 't punt van Vorst, geweest te zyn. l\tUittez»gte Ferhandelingen V. Deel, bladz. 13-.  HARDE WINTERS. IS? De gevolgen, ondertusfchen, waren hier en Gevo!« elders, wederom beklaaglyk, en men wannier;.diënWtozonder reden, beducht, voor onze kostelyketerhiercxa fchepen, welke hier en daar, doch vooral in eld&r?en by Texel lagen, echter is daar na gebleken, dat de fchade minder geweest is, als men wegens het geweldig dryf ys vreesde; een enkel Haaltje zal genoeg zyn, om het overige op te maken: naamlyk, dat de ysgang in de Zuiderzee zo fterk was, dat de fchotzen, op zommige plaatfen binnen de Stad Medemblik, tot eene aanmerklyke hoogte op de dyken gekrooijen, en by de groote kerk, ter hoogte van veertien en zestien voeten, boven den kruin van den Wierdyk gefchoven waren, iets, dat niemand heugde gebeurd te zyn (/). Met onze Rivieren was het intusfchen deerlyk gefteld, hier en daar lagen zwaare ysdammen. In de Steden's Hertogenbosch en Nymegen, ftond het water verfcheiden voeten hoog en zo ook te Deventer, door het opzwellen van den Ysfel; de moed, om de Betuwe te behouden, was zeer gering, dewyl het water, anderhalve voet hoog, over den Bandyk heenliep,doch, men kreeg, kort daar na,eene fterke valling, tot be- (;•) Nedkrl. Jaarb. February, bl. 18-3.  Iü8 TAFEREEL van behoud. Het getal der doorbraken en de fchade daar door veroorzaakt , was zeer groot (Y). Uit andere landen hoorde men dezelve treurmaren. Van Worms fchreef men , dat de omliggende ftreken, waar men 'c oog ook wendde , overftroomd lagen ; dat men overal de alarm klokken trok, en gedurige noodfchooten deed. Uit 't Graaffchap Artois , had men tyding, dat het zig in die ftreek als een openbaare Zee vertoonde, dat verfcheiden gebouwen, bruggen en molens, waren weggefpoeld, veele menfchen en veel vee omgekomen , en dat het winter graan bedorven was. Meer andere voorbeelden van verwoesting , konden hier, indien wy wilden uitweiden, bygebragt worden (t). HISTORISCHE BYZONDERHEDEN. Belern- De kooPhandel der vereenigde gewesten moest mering wederom dit Jaar, veele onaangenaamheden ter Zee (s) Nederl Postryder. Febr. bl. 229, Amsterd. Nederd. Court N- 221 OQ Amsterd. Nederd. Courant N, 16, Postryder, Febr. bl. 230.  Harde winters. 129 Zee ondervinden, door gedurige, belemmering, van ,H tlic aan dezelve toegebragt werd; zo van dè j?**™* Franfcheri, als van de Engelfchc' kapers; daaren- vCaartP' boven was men ih oorlog lnet de Algerynen , welk een en ander de fcheepvaart zeer zörglyk maakte Qtt). De flerfte onder 't Rundvee was , vooral iri fcrfe dcn.vocrtyd, in verfcheiden deelc'n van ons Va °"njyeg, derland zeer aanmerklyk toegenomen, en de ïystcn,'die men deswègenkreeg,warenbefchreiénswaardig. — De Bommelëfwaard, die reeds zo verre van de bekomen Wintcr-fchn.de hef field was, dat de 'eerlyke Landman zig begon te vlei braak in jen, van wel dra zynen nu van water bevryderi den Bomgrond te zullen beploegen, wanneer de Maas melerandermaal zo hoog begon te ryzen, dat de ge- wa«d. noornen voorzorgen, tot behoud van dien Waard , te leur gefield wierdch, en eene nieuwe ddor braak veroorzaakte. —■ Hoe weinig hoop men, Onveren met reden, hebben kon , wegens de zo lang aanhoudende fchraalheid van het weder, op cc baarheid.' nen milden Oogst, te meer daar de velden op't Eiland Walcheren , den zeventienden Mei, Bier en daar, nog,'wit van hagel en,fneeuw lagen, vernam, men npgthans een maand later,'zo uit dat Gewest, als uit andere Provinciën, dat alles merklyk ten goede gefchikt was, en de meesten velden meer zouden opleveren, dan men had durven denken, Zommigen fchreven, deeze onna .t*.«f\ «ti\l feaaaöMAAÏ '.ütxaJA (tfiiv (t/J Men zie de Nieuwspapieren van dat Jaar,1  130 TAPSKEBL VAM verwachte vruchtbaarheid toe, aan de hardef vorst, waar doorhet Aardryk molliger geworden zynde, te bekwamer was, voorde veldgewasfen (y). Vrede In September, ontving men tyding, dat de De! met Al* yan Algiers, den vrede met de Hollanders ver£iers' nieuwd, en reeds, den zes en twintigften jfuny, den Konful uit zyne gevangenis ontflagen Engel had ; ondertusfchen bleven de Engelfchen onopfcheRo- houdelyk voortgaan, de fchepen onzer handelaa▼eryen. ren te ontrusten, waarom de Staaten van Holland, in 't begin van November, op aandrang van kooplieden, inernftige overweeging namen,een buiten gewoon Gezantfchap naar Londen te zenden, om dien aangaande aan zyne Britfche Majefteit, de nodige vertoogen te doen, en methetAdmiraliteits Hof zodanige fchikkingen te maken, door welk eens eïndelyk perk gezet wierd, aan de verregaande Zee-roveryen der Engelfche Onderdanen (w). Twee Jaaren laater, zeventien honderd negen en vyftig, nam de Winter reeds, omtrent het midden van November, een begin, nadat het weinig dagen te vooren, vry hevig, uit \ West O') Nederl. Jaarboekem 1757. Jan. Febr. en Jutiy. f» Nederl. Postryder 1757, Septemb. en Ntttmb.  HARDE WINTERS. IJl West-Noord-Westen, gewaaid had (x). De koude en vorst begonnen den zeventienden enduurden tot den vyf en twintigften van die maand, in welken tuslchentyd de Binnewateren onvaarfeaar wierden; zederd dooide het, tot den vierden December, wanneer 't, op nieuw, met Zuide-en ZuidoostlykeWinden, dermaate fterk vroor, dat het zomtyds, ineen etmaal, drie duimen dik ys maakte, zo dat nu ook de buiten Rivieren vast zaten en ter helfte van deeze maand, bevond men het ys meest overal,° by de agt duimen dik te zyn; den tufee en twintig ft eti, wierd de lucht zachter en het dooide, tot aan 't einde van December, fchoon niet zo fterk, dat de wateren genoegfaarh vaarbaar wierden. Den zes en twintigften, werd het Y, voor deeze Stad, naar 't Tolhuis op Buikfloot, open gezaagd. De geheele maand January, des volgenden Jaars,-. bleef het ys in 't water, door de wederom verheffende vorst en felle koude; den dertiende, evenwel was de voornaamfte dag, ftaande toen, alhier,- de Thermometer van Fahrenbeid, op 9 graden boven o.- In 't voorfte \zn February eindivfe deeze langdurige Winter van byna drie maanI 2 den r» Neberl. Jaarboeken 1759', voor de maantï November,- bladz. 1080.-  rgè ■ t a r e r ë e l v a Y" Vsgcvol-den, (y) doch de gevolgen waren wederom fe Lande niet zeer S11"^'* Den zes en twintigften Ja' nuary bezweek de Lekdyk, beneden Schoon" hoven, en overftroomde de Krimpenerwaard. Den twaalfden February ftond het water op zomraige plaatfen aldaar, tot negen voeten boven den grond. De Opgezetenen moesten met hun vee de vlucht naar den Dyk neemen, alwaar zy voor alle de onaangenaamheden van een guur faifoen en gebrek aan veele noodwendigheden , in riete hutten, bloot gefteld lagen; den vyf tienden, had men een zwaaren ftorm, uit het Zuidwesten , die niet minder fchade deed , door het wegfpoelen van verfcheiden wooningen, fchuuren , ftallen en geboomten; ook werd 'er de Dykbreuk merklyk door verdroot. IVliddelerwyt viel het water in de Lek, alwaar de ysdam gelukkig voorby gefchoten was, en den armen Landman, in dien oord, voor vernieuwde rampen bevrydde. Een gedeelte van 't Land, tusfehen Maas en Waal gelegen, werd insgelyks, omtrent Nymegen, geinnundeerd; te Gornichem ftond her (y) Dezelfde, December, bl. 1142. Nederl, Postryder December i?59, bl. 69$ January 1760 , bl- 115- " jol. .  H A P. P E WINTERS. J33 het water in verfcheiden huizen-, en men was 'er, door de hooge ryzing der Merwe, in geen gering „gevaar (zj, i -. {/ -.'L-rtrbss shi-'o;'. o1 j.sp -n?5 Volgens verfcheiden waarneemingen , en be- j^geir richten, moet de koude, gedurende de maand andere December, in andere Landen, heviger, dan Gewesby ons,.geweest zyn. Te Praag, te Maag-ten' denburg en te Leipzig, ftond.de Thermometer zelfs tot-eenige graden, onder den o van Fahrenheid en ter laatstgemelder plaatfe, waren zommige Soldaten op de wallen dood gevrooren (21). De («) Nederl. Postryder February, 1760, bl.225 226. (2O De koude te Vetersburg was, den zestien, den en zeventienden January 1760, zo geweldig, dat men zig dergelyk niet herinnerde. Zeker Hoogleeraar Bram , aldaar , bevond de Natuurlyke koude der lucht, den eerstgenoemden dag, 199 graden,volgens de l'/>7f,of28 graden, onder o van Fahrenheid 'en den anderen dag,211 , of41 graden, onder o va» Fahrenheid, Nederl. Postryder, Maart 1760, bi. 352. Wegens de bovenaangehaalde koudein Duitschland, van December 1759, kan men nazien de Vit ge. xogte Verhandelingen V. Deel, bl. 135, alwaar men ook vinden zal, dat de koude in die maand, by ons maar geweest .is 18 graden, boven o van Fahrenheid, "... I 3  Ï34 TAFEREEL VAÏÏ De vorst in January moet,- byzonder,zeer gevoelig te Parys geweest zyn, ten minde de brieven van daar, van den veertienden, meld. den, dat de koude zederd agt dagen zo hevig was, dat men vreesde voor den Winter des Jaars 1700; uit Saxen wierd gefchreven, dat de vyandelykheden, tusfehen de wederzydfche Legers, wegens de groote koude, ftilftonden, en langs den Rhynkant was, zedert eenige dagen, zo veel fneeuw gevallen, dat'er de bergen en valeijen, tot eene aamnerklyke hoogte, mede bedekt waren, en in geene dertien Jaaren geheugde men , zulk eene menigte fneeuw algehad te hebben (a). HISTORISCHE BYZONDERHEDEN. Dood der . De° twaa,fóen January deezès Jaars , zevenvrouwe tien honderd negenen vyftig, overreed in den Gouver- Haage, haare Koninglyke Hoogheid ANNA,Dochname. ter van George den n> van Groot ^ tanme, Gouvernante der Vereenigde Nederlandenen Vrouwe Moeder van den tegenwoordigen HeerErflladhouder, in den ouderdom van ruim negen en veertig Jaaren. (b). De Algemeene Staaten gaven van dit hooge fterfgeyal, aanftonds, n,fl* • ■ <■'■'■ ;!j «I-'3ü -V. v. ..„V.Anu-..' door {a) Amsterd. Nederd. Caurt. 1760N. 10. (b) Ned. Postryder January 1759, bl. iqi.  HARDE WINTERS. 135 door eenen brief, kennis aan den gryzen Monarch, waarin zy zig op de tederfte wyze uitdrukten, om het vaderlyk hart te vertroosten, en gerust ie ftellen, met opzicht tot de nagebleven twee jDoorluchte Spruiten, „ Wy verzekeren U, „ Sire! zeggen zy, dat wy alle onze zorgen „ zullen aanwenden, en alle onze oplettenheid „ belleden, jn 't geen de rechten en belangen 3, van den jongen Prins en van Mevrouwe de „, Prinfcsfe, zyne Zuster, betreft, die wy als „ kinderen van deeze Republyk aanmerken , „ (e) enz." Den drie en twintigften February, werd het .„ voriteiyit ïyic, mei aue praenr. en unster, van te tien Haage naar Deitt overgebragt, en in den begragraf kelder van Wylen Willem den I, ftatelyk ven. bygezet Cd). De nog fteets aanhoudende belemmeringen der Voortdu Nederlandfche fche'epvaart , door de roveryen rende be <3er Engelfchen , deed den Staaten , in de maand lemmeMaart, het befluit neemen, eenige fchepen van der oorlog uitterusten, om voor de veiligheid der vc "p" eigendommen van de Ingezetenen te zorgen; (é) ook wierden, weinig weken later, drie Heeren benoemd, om als Afgevaardigden van Hun Hoogmogenden, naar Londen te vertrekken , én aldaar de belangen van de fcheepvaart en koop del 00 Ned. Postryder January bl. in, (i) Dezelfde February bl. 223, a feqq. (e) Dezelïdb Maart bl. 334. 14  I36 TAFEREEL VAN Verfchil handel deezer Landen,, waarteneemen ff). — Ih tusfehen maand Oclober omftqnd een zcldfaam gefchu CT°Grod 'tusfehen de Provincie Holiand en die van Stad Dingen. en Lande. De Staaten van Holland hadden onlangs, aan zekeren Jakob RoetersXz Amfterdam, vergunt, om,bcflag te mogen leggen ,op de goederen, tocbehoorendc aan de Ingezetenen'van de Provincie Groningen, en zulksuithoofdevan eenige achterftallige Lyfrentcn, tefi laste van die van Stad cn Lande genegotieerd . en tot welkers inning'e, reeds in denjaare 173 *, dooreengVdót getal belanghebbers , volmagt aan den vader van gemeldeuRocters verleend was, zonder ooit betaling te hebben kunnen krygen , en 1111 op nieuw, tot a/A .ening van zaken, gelast zynde , had hy zig by dj Staaten van Holl.nd' vervoegd, endeverZi 'te aanhouding bekomen; liet'gcvoD hiervan was eene 'Puhlikatie van die van Stad en Lande, • waarby-. vooreerst en tot nader befmit, verboden word - eenige penningen, hoe. oo,k genaamd, aan de Hollandfche Ingezetenen te. betalen ' gdfs wierden de kooplieden en lchippcrs gevvaarfchouwd, geene koopmanfcljapp.'ii, noch turf, naar,. Holland te voeren, d-11 op gevaar van eigen fchade. De Staaten .deezer Provincie den ernst ziende, waarmede die va'u Stad en Landedcz,aken behandelden , bleven niet in gebreke , ins gelyks,by eene Puhlikatie, de reden van hun gedrag in deezen gehouden , open te leggen ; dóch cindelyk werd dit netelig verfchil onder de bemidt ,,^1»ï.ii> f ta-u\»^ kna'tsmó't .aaVi : 0 de-, T) Ned. Postryder, Jpril, bl. 44$.  PAUDE WINTERS. 'ig? deling van de Algemeene Staatentot een.minpelyk vergelyk gebragt (g:. Onder de byzonderhcden deeze Stad betref- Zwaare fende, kunnen wy niet voorby, melding te ma-nevoUe ken van den zwaaren nevel, welken men den ze- " venden December, tg avonds, tusfehen zeven en ' agt uuren, alhier gehad heeft, zo dat men wegens denzei ven de ftraaten niet zonder gevaar, begaan kon. Verfcheiden menfchen liepen in de burgwallen en verdronken, vermits niemand ze durfde helpen. Den vierden "te vooren, was'er eene dergclykeMist, op den middag, geweest, doch die'flcchts een kwartier duurde; deRytui. gen moesten blyveri ïtilftaan, en niemand waagde het uit zyn huis te komen, uit vrees voor ongeval (ft). i •■■ Zedert agt Jaaren fchypt dcluchtgefteldheid, in onze Wintermaanden , meer dan gewoon koud geweest te zyn \ immers het Jaar zeven- 1763 tien honderd drie en zestig, levert ons, in dat kort tydvak, reeds den derden aanmerklykenWinter, waar van-wy thans-de byzonderheden flippen zullen. —- Na dat de Zon h taren hoogften oflaagftënftand, by ons, bereikt heeft, is dikwil's waargenomen, dat wy de meeste hitte of zwaarfte koude ondervinden. Of dit eene door- (g) Nederl. Jaarb. 1759, Novemb. en December. (h) Nederl. Postryder , Decemb. bl, 695. 1 5  TAFEREEL VAN doorgaande regel is, laten wy ter bellisfing van Natuurkundigen over; zeker gaat het, dat wy zulks, in deezen Winter, ten minde, onder* vonden hebben» Den twintigften December, ontdekte men, dat de lucht zig tot vriezen begon te zetten, en de koude, van dag tot dag, toenam, voornaamlyk in de laatfte vier dagen van die maand, wanneer de thermometer van Fahrenheid, hier ter Stede, vyftien en zestien graden, bo.ven o tekende; dit vriezend weder bleef aanhouden, tot den drie en twintigften van January deezes Jaars, (/) met Oost, Zuid en NoordOosten Winden; de koudfte dagen, evenwel, waren den vierden en vyf den January, wanneer het, in één etmaal, volgens den ftand des Thermometers, twee duimen dik ys maakte (mij. Den dertienden, was de dikte van O') Nederl. Jaarb. January 1763, bl. 62. (22 Op de twee bovengemelde dagen vinden wy •enmerkbaar verfchil, tusfehen den ftand des Thermometers van Fahrenheid, te Amsfebdam en te Haar i.em, bieden 's morgens. . Alhier ftond deself e , Den 4, op 13 graden, te Haarlem op 11 gr. ~— 5, —15 " — 1 10 gr. - ' !,;' 1 Men  HARDE WINTERS. 139 het ys in de Rivier de Spaarne, bezuiden Haarlem, bevonden, twaalf duimen te zyn; den agttiendtn , in 't Spaarnes binnen de Stad, veertien duimen, en den twee en twintigllen , wederom in het Zuiden buiten Spaarne, zestien en een halve duim Jn ftilöaande wateren werd het ys, den agttietiden, meest, anderhalve en op zommige plaatfen, twee voeten dik, gemeeten (7). Het ging nu, gelyk in vorige dagen. De barre Winter verfchafte, zo wel als de aangenaame Zoomer , onderfcheiden gelegenheden tot uitfpanning en vermaak. Het Y, de Am* stel en de Maas , waren inzonderheid de voornaame plaatfen ter verlustiginge. .„.^«—» Wy zeiven, toen in de kracht des levens, deelden, met vreugd, in die algemeenegenoeglykheden. Dè breede Stroomen geleken ruim bevloerde Markten, alwaar de toeloop des volks was, zo dat men'er zomtyds, door de menigte van menfchen en rytuigen, als verdrongen werd (k) Haarlemschs Courant, N. 3. (J) Nedsrl. Jaarb. January, bl. 62. Men zie debiet boven aangehaalde Schryvers; terwyl de jonge Liefhebbers, over de ysmaking kunnen nazien, 't geen wy hier vooren, bladz. 30,in de noot, desaangaande , opgegeven hebben.  140 Tafereel van werd; ook zagen wy destyds, onder anderen, op de Maas, voor Rotterdam , een zwaar Wynvoeder kuipen, en in triumf Stadwaards voeren (23). —— De Zuiderzee was insgelyks, gedurende eenige dagen, voor deNoerdhpllanders en Vriezen, de Renbaan \$o vermaak, Deeze oude Gebuuren bdzogten elkander met paard en flede, waarby Stavoren en Enkhuizen het beste voordeel vonden (r;;). genVvan We'k §enoeSen diE kouc* faifoen ook aan dien Win- veelen mpgr opleveren, en dat indedaad aan ter. onze gezondheid zeer nuttig is, gemerkt de lucht daar door van veele fchadelykc dampen gezuiverd word, bragt het nogthans wederom zyn leed mede. Gebrek aan broodwinning veroorzaakte armoede, doch die door milde liefdegaven, eenigermate, te hulp gekomen werd. Hier ter Stede kreeg men ge¬ brek aan water. De ysbrekcr, die door zyne eigen zwaarte en de kracht van veelen daarvoor gefpannen paarden, by vriezend weder, van groot (») Nedeel. Ja.\K3. January, bl, 64, 65. (23) Onder onze Printverzameling, hebben wyeenc Afbeelding der MaasvermaaklykheiLn , in den Winter yan dat Jaar, door la Farguc, z.eef woelig en Bfhaaglyk, gtfteltencl, . ■  HARDE WINTERS. I4I gróót hut is, om het ys los te maken, én dé waterfchuiten doortogt te geven, kreeg by de rugkomst, met de vol gepompte vaartuigen, die hem volgden, in de trekvaart tusfehen deeze Stad en Weesp, eene onaangename verhindering en raakte, wegens het laag water , aan den grond, zonder mooglykheid van vlot te kunnen komen, zo dat men genpoufaakt was, het benodigde water voor deeze Stad, op eene kostbaare wyze, in vaten,met paard en flede , te doen afhalen. - In Zeeland had de ftrenge koude veele borstziektens veroorzaakt, en een groot aantal menfchen weggefleept(»). De fcheepvaart leed reeds vroeg, merklyke verhindering door de vorst. In een brief van Enk* huizen van den negentienden January, wierd gemeld, dat in 't begin dier maand, de Zuiderzee onverwacht toegeraakt zynde, verfcheiden vaartuigen, tusfehen die Stad en Broekerhaven, in.'t ys vastzaten: onder anderen was een beurtman van Amfterdam op Hamburg, met Hukgoederen geladen, in veel gevaar; een groot getal Visfchers wierd aangenomen, zo-om de goederen te losfen, en met ysfehuiten naar de Stad te brengen, als het fchip door 't ys, dat meer dan een voet dik was, ter lengte van ruim drie hon- («) Nedïrl, Jaakb', January, bl. 65, 66.  14* tafereel vast honderd roeden, vöor drie en dertig honderd guldens, in behouden haven te brengen, welk dan ook in weinige dagen gefchiedde', door het opzagen en breken van het ys fj>). Tusfehen den een en twee en twintigften van dezelfde maand, kreeg men een zwaaren ysgang m Texeldie veele fchepen benaauwde en zommige verpletterde (p). _ yan ge- vaarlyke overftromingen echter is men dit Jaar bevryd gebleven , doordien 'er genoegfaam geene fneeuw gevallen was, die gemeenlyk de bovenwateren zo geweldig opzet. Den negen en twintigften January was het nog een zeer koude dag, maar zedert kreeg men eene aangenaame dooi, met eene zachte lucht, zo dat het ys 0p veele plaatfen losraakte , en dit hielt aan , tot den veertienden Febru* arSs wanneer 't andermaal, met een fcherpen Oosten Wind, begon te vriezen, zo dat het dien nacht,- m ftille waters, twee duimen ys maakte, en men had met eenen Zuiden Wind nog; menigen kouden dag (q). fe Wy (<0 Haarlemsche Courant, N°. 3. O) Nederl. Jaarb. January, bl. tf- . j'i "? ii'."' an r. Vier jaaren daarna, Zeventien honderd zeven en zestig, had men, hier en elders, we- I~Ö7< derom eenftrengen Winter, doch waar vanwy, met opzicht tot ons Land, maar zeer weinig geboekt vinden; dezelve word gelyk gefield aan de koude in December des jaars 1742, Qd) en (rt).NEDEKt. Jaakb. December bl. 943. O) Dezelfde, September bl. 638, kfeqq. J. Kok Amflerd. Jaarboeken III Deel, bl. 424. (0 U^. Vervolg op de Handvesten van Amfterdam, fol. 138. (d) Zie hier voorenbl. iai* K 3  ï$ TAFEREEL VAN en volgens eene gedaane waarneming te Haarlem, moet dezelve op den zevenden January, al vry hevig geweest zyn, ftaande toen, 's morgens ten zeven uuren, de Thermometer van Fahrenheid op zeven graden en den agften en dertienden, mede op het zelfde uur, negen graden, beiden boven o. fj?} ——> Van Texel fchreef men, den dertienden January, dat de Rhede vol dryfys was, en dat een 's Lands Schip van Oorlog, benevens een Koopvaarder, door de vorst en ysganSj, genoodzaakt geweest waren , op den zuidwal te zeilen. In een brief van Utrecht van den negentienden February, word gezegd, „ dat, ter gelegenheid van de ongemeene ftrenge koude, in de vorige „ maand , verfcheiden ftille giften voor dert „ armen gedaan waren, en onder anderen ee„ ne van veertien honderd gulden, waar voor „ den gever niet bekend wilde zyn. " (f) Deeze koude ging verzeld met wind en fneeuw ; den zestienden January wierd uit Haarlem bericht, „ dat door den diepen, en 5, wegens den harden wind, ongelyk gevallen „ fneeuw, de wegens verfperd waren ; dat de Posten en Postwagens bezwaarlyk konden „ door* (O Haarlemsche Courant 1767 N. 3.(ƒ*) Amsterd. Nederd. Courant N< 7 en 234  harde wintrs. 149, a> doorkomen, en zederd twee dagen had men geene Noordhollandfche brieven gekregen, „ noch derwaards verzonden; ook kon de ge,, woone Postwagen, naar cn van Alkmaar, niet ryden. " (g) In~D enemarken en in Duitsciil and Groote moet de koude en vorst, volgens de berichten, *oude '« die wy voor pns hebben, vry hevig geweest .marken zyn. —— Te Koppenhagen had men wach-en in ten langs het flrand geplaatft, om de defertie, ^tsch" over het ys, naar de Zweedfche kust, te verhoeden. Te Elfeneur oordeelde men de koude ftrenger te zyn, dan die in 't jaar 1740 , en men reed met paard en fleê over de Sond naar Zweden; zelfs den zeventienden February fchreef men nog van daar, dat het, met een Noord Oosten wind , fterk vroor, en veel ys maakte, (hi) —■—7 De fchuicevoerders, op den Donau, hadden, mar oud gebruik, by het toevriezen van die Rivier, een opgefchikt vaartuig , over 't ys, te Weeren binnen gehaald, waar op zy alle hunne bezigheden verrichtten , even of het in 't water lag. Dit vaartuig werd door veertien paaiden getrokken, zittende op elk paard een beryder; aan de voortleven had men verfcheiden (_g) Haarl. Courant N. 3. (h) Avste-rd. Nederd Courant N. . 17. 18 en 22. K 3  ï5® TAFEREEL TAN den Muzikanten geplaatst, en aan de achterfieven, hielden zy de keuken. Met deezen toeftel trok dit volk door de voornaamfte wyken der Stad en voorby het Hof, waar toe hun de gevallen fneeuw , welke de ftraaten bedekte, zeer gunftig was. (T) — Dit wintervermaak ging echter wederom gepaard met eenige fchar delyke gevolgen • want by het losgaan der Rivier , was de ysgang zo geweldig, dat 'er negentien jukken van de groote houten Donaubrug afgefcheurd wierden, die met het ys wegdreven. — Uit Opper-Oostenryk werd, onr der den liveede/j Febrtiary, gefchreeven „ de „ hevige koude, welke wy, in de afgelopen „ maand, in deeze Gewesten, gehad hebben, is geëindigd, maar met eene zo zonderlinge afwislèlhg in 't luchtgeftei, dat ook het „ aardryk daar van aangedaan werd: want op. ;» den laatften dag yan de vorst, hadden wy „ 's morgens, veel fneeuw , tegen den mid„ dag, fcherpe koude, in den namiddag een „ zwaar onweder, van donder en blikfem, en „ des avonds,; eenige hevige fchuddingen van aardbeving, die door het geheele Land ge„ voeld zyn. Zedert heeft men in verfchei„ den plaatfen, groote fcheurea in her aardn ryk gevonden, doch men hoort niet van eest nh (7) Amstïd. Nederl. Ciurant. N. a».  HARDE WINTERM. J^i ,,; nige fchade van aanbelang. Nadien merkwaardigen dag, genieten wy heldere zonne„ fchyn en het weer is zo aangenaam, als in „ de Lente, (k V Den agften Ja- tiuary, melde men van den Main-ftroom, dac het zedert eenige dagen,zo fterk vroor, dat reeds alle de Rivieren vast z.\ten, en dat dezelve riet alleen te voet bewandeld, maar met paarden en wagens bereden werden- Ruim een maand later, meldde men eerst, dat de Rivieren los geraakt waren, doch fchoon het ys op zommige plaatfen verftoppingen veroorzaakt, en het water had doen oplopen, hoopte men met te min, zonder merklyke zwarigheden , eerlang, eene geheel opene vaart te hebben. (Ij — Uit Heslènkasfel wierd, omtrent de helft van February, bericht, dat niettegenftaande de fterke dooi, zedert ver* fcheiden dagen, het ys in de Fulda nog niet geheel weg was,zynde het verbaazend dik geweest. (jn~) Te Leipzig klaagde men niet minder over de ftrenge koude, en te Hamburg vroor het, den negenden January, reeds zo fterk, dat de Soldaten, wilde men hun van koude niet doen verfty ven, alle half uur moesten (k) Nederl. Postryoir 1767, Maart. bl. 291. Q) Amsteld. Nederd. Courant N. 9 en 24. Kw) Dezelfde, N. 26. K 4  I5& TAFEREEL VAN ten afgelost worden; eenig hoorenvee en zommige zwynen, die men naar de (lallen dreef," vrooren onder weg dood, welk ongeluk insgelyks eenige menfchen, op ftraat, overgekomen was. De llremming der Scheepvaart eri Koophandel, bragt ondertusfchen groote hindernisfen aan, en even voor het einde van' February, vernam men, dat het ys in deElbe gezonken was, zonder' eenige fchade aan de Eilandjes , in die Rivier liggende , te doen. (ti) De Rhyn, by Coblents',' lag zo vast, dat 'er koffen e'n vrachtwagens zonder fchroom overreden; alle de gildens oeffenden op het ys, hun handwerk en vertoonden 'er een zoort van Jaarmarkt. (0) In Engeland was de koude insgelyks zeer ftreng, en de zwaare fneeuw, die'er gevallen was én zeer hoog lag, had veele ongelukken te weeg gebragt. (p) ■ Onver- Wy kunnen by deeze gelegenheid niet voorwachte fjy^ melding te maken , van de ongewoone Noorwè- koude, welke, in 't begin vanjuly, deezes Een« Jaars, in Noorwegen ondervonden is. In («) Amsterp. Nederd- Cotirt. N- 7. en 27. Nederl. Postryder, January, bl- 91-93- (e) Nbderd. Postryder, January,' b\. 93. (p) Amsterd. Nederd. Courant, N*. 13. Nederl. Postryder January, bl. 95.  HARDE WINTERS^ l£\ In een brief van Bergen, van den tweeden jfugustus , word ,' deswegen, het volgende bericht: „ Den derden der.voorleden maand , „ had men hier te Lande, eene zo ongemeen „ ftrenge vorst , en zwaare fneeuw, waar van „ in deeze Eeuw geen voorbeeld geweest is. „ Deeze onverwachte felle koude heeft veel „ menfchen en vee weggerukt; van eene groo„ te drift Osfen, door eenige Veehandelaars, l] in onze nabuurfchap, opgekogt, vielen'er „ een-en-zestig, op zeker veld, waar over zy „ gedreven warden, dood neder; het geen " insgelyks een daarby zynde Boeren-knecht, \\ gebeurde; de overige Dryvers en 't Vee geraakten, met de grootfte bezwaarenis, on- „ der huisdak. " Uit het Stift Ag- gerhuus, meldde men, dat door de ftrenge vorst en nypende koude, in 't Ampt Befcherud iets zeldfaamst, omtrent de vis der zoete wateren, gebeurd was, naamlyk, dat dezelve blind geworden waren, \ welk eerst opgemerkt werd, uit het onregelmatig zwemmen, en vermits zy zig, aan de oevers met de hand lieten vangen ; zedert ontdekte men , datze vliezen voor de oogen hadden , en eene tegen natuurlvke rooden kleur, over den kop. (cf) His- (q) Nederl. PostRYPEr. , September, bl. 296.297. K S  Ï54 T A F E R E E l, V. A. N HISTORISCHE BYZONDERHEDEN. booTeefl ^ %W<è» lil men, met een Water- £°0K!£n wmd' °P en de Ehgêlfche kus- vloed ,U1 ' '*evigtn ftorm , verzeld van ongemeen hoog Ty^waar door de Zcedyken en Zeedui. "en, van Zuid en Noord Holland, groot nadeel leden, en op het Roepas, by de Helder, waren tusfehen de vyf en zes honderd fchapen' verdronken. Door deeze zwaare Zee-vloed' wierden onze Rivieren 'zó fterk opgezet, dat het water in de Lek op in plaat! van «eerwaards itroomde; eene gebeurtenis, die niemand heu«r de ooit beleefd te hebben, (r) SST te i Tlicu van V««rh omftond te Wocr. ce Wocr ucn 111 dc Brouwery de Star, een felle brand ' «jen en vermits de wind fterk door woei, yvaJ men zeer beducht, dat het grootfte gedeelte der Stad een pTtxpi der vlammen worden zou , uit aanmerking van de menigte brandftoffen, welke in en by clat gebouw lagen, echter door fpoedi* by«ebragte hulp, maar byzonder door de goed heul des hemels, welke, in 't midden van :t gevaar, een zwaaren regen gaf, waar door de ■dakken bevochtigd en de goten met Water aangeytfd wierden, fchikte zig alles nog gelukkfg; flechts de gezegde Brouwery en het daar by itaande woonhuis, geraakten tot puinhopen, (s) Zé- (ƒ ) Nedïrx. Postryder , January bl 05. 9C hi;ï\*lEVKt N£D«^ Jaahbokek, ,,,-6; Maan  HARDE WINTERS. 155 Zedert verfcheiden Jaaren was reeds de voorfiag Yoorzkv gedaan, doch de uitvoering door opgekomen mriS ornhindernisfen, telkens vertraagd, om door mid- R;";er 428,,  tafereel va?? van Brand enbuer en Nas s a u, word ür dors, aangemerkt als een Jubeljaar, vermits tel verband, tusfehen dezelve, voor honderd yivren afgebroken werd, door. het overlydpil van l.oiuza Henrictta, Dochter van Fredrik Hendnk, en Kleindochter van Willem den I, e» nu door de Achter-Kleinkinderen van Willem Fredrik , van 'Nasfau Diets , Stadhouder van Vriesland, en Fredrik Wilhelm van Brandenburg, op nieuw herfteld werd (w). Opricb> Gedurende dit Jaar, zyn alhier ter Stede ece-. ungvan né merkwaardigheden van belang voorgevallen, fchappy ten zl alleen hct «Pachten eener Maatfcïiappy derDren-Y°?r Drenkelingen, welke deugdfaame pooging, telingen, ook de goedkeuring en befcherming onzer waardige Stads Regenten genoot f>). ln December der des vongen Jaars, en 't geen wy meenen hier niet Ihlzwygend voorby te moeten «aan vonden hun Ed. Groot Achtbaaren goed aan' Gruist deeze Stads Teken-Akademie, ter beaari de vordering van deeze edle Kunst, door het aan keïSo Pf derLf™> ^n Kamer in 't hene. dS£5. gedcfe van \Stadhllis *™ " wyzen, in ueezen. plaatfevan het vertrek, hun, voorheen, boven de Leidfehe Poort, toegedaan (y). .■-.■li' roiijuhuo?.' ih: rfjt&tein "e" 3*r£§3< (V) N. Nedrrlandschb Jaarboeken, OöaMU. 1273. (x) J. Kok, Amfterd. Jaarboeken, flï. Deel bl.434. f7) N.. NedbrlaKdscre Jaarboeken Janra-y  HARDE WINTERS. 157 In de Jaaren zevenden honderd één en ze- J??u ventig, en zevenden honderd vier en zeventig, —heeft men mede, eenige dagen, vry fterke vorst en koude gehad, doch niet zodanig, om dezelve onder de harde Winters te kunnen rekenen. Onze meergemelde Noordhollandfche vriend tekende , als eene byzonderheid van het eerstgemeldc Jaar, aan , „ dat het na den „ twintigften Maart, op nieuw, begon te „ vriezen, zo, dat sommige Inwooners aan „ den Zaankant, van den negen en twintigften ■' dier maand, tot den eerften April, fchaatfen „ reden, doch meest 's morgens, en dat den „ laatften Maart, zynde toen Paafchen, ver,% fcheiden Perfoonen Paascb-Eijeren op her. „ ys aten, waar onder te Oostzaandam, zeke„ kere Jan Bark was, zynde een man van „ drie en tagtig Jaaren, middelerwyl, dat eene „ Klaas Dodder, oud vier en tagtig Jaaren, „ zig nog op de fchaatfen vermaakte." Wy zelfs herinneren ons, omtrent het midden van Blaart, op eenen Sondag, met de fchuit van dén Haage naar Leiden zullende vaarcn, dat het dien nacht zo fterk gevrooren had, dat wy twee en een half uur, tot aan den Lcidfchendam, onder weg bleven, aldaar de fchuit van Delft afwachtten, toen in eene fchuit overgingen en met behulp van de twee paarden, echter niet zonder veel arbeid, door het ys kwamen; ook ge-  *SÖ TAFEREEL VA» geheugd ons, dat het den avond te vooren* ongemeen fterk gefneeuwd had. —— ln Ja\ nuary ijy^, raakten de binnenwateren toe, en door het menigvuldig dryfys, in 't Hollands diep, zo wel als op de Zeeuwfche ftromen, was de vaart geftremd; en volgens deTexelfchelyst, van den vierden January, was te Mé* demblikeen fchip, naar Hamburg moetende, binnen gelopen, 't geen op het Vlaak, voor 't ys, een touw had moeten kappen(zj. - Vry gevoeliger en nypender was de Winter des t77& Jaars zeventien honderd zes en zeventig, welke zig de meeste onzer nog levendig vertegenwoordigen zullen. Hoe hevig waaidde de Ooste Wind; hoe ftreng was de koude, en hoe haastte elk, om by den warmen haart te komen! De daaglykfche gefprekken, de nieuwsmaaren, zyn 'er vol van, zegt zeker keurig Befchouwer van dien'Winter, zy Iaaten, gehoord en geleezen zynde, eenen indruk aan den geest over (a). Thans moeten wy U, op nieuw, die tooneelen onder 't oog brengen en luchtig fchetfen, wat 'er toen gebeurde. Reeds O) Amsterd. Nederd. Court. 1774. N. 3. O) Hedendaagsciie Vaderl, Letteroeffenw•e», V. Deels 2. Stuk, bl. 56.  harde winters. 15^ I Reeds met her, begin van 't Jaar, mèèüdea Bëfcfttyde des kundigen, in de geiïeldheid der Lucht, d« voorboden van eenen feilen Winter te vinden. j,ier te Mist en fneeuw vervulden den dampkring, ge- Lande. paard met harden wind. Op den avond van den tweeden January, begon het zig ook tot vriezen te zetten, ten minfte de Thermo, meter van Fahrenheid ftond toen alhier, op het punt van vorst, en was den volgenden ochtend, tot op 27 graden gedaald. Van den vierden 's middags, tot aan den zesden 's morgens, was 'er merklyke ryzing in de kwik,met mist, fneeuw en regen, doch zederd bleef dezelve, gedurig, verfcheiden graden onder hcc vriespunt dalende, en ftond zommige dagen, wel eens op felle vorst en lager (b). — Den zeven en agt en twintigpen January echter, had men de koudften en vinnigften dagen. De Geleerde en naauwkeurige Arts, de Heer M. Houttuyn , heeft ons des tyds het volgende bericht medegedeeld: „ Op twee gelykwy„ zende Thermometers, overeenkomende met „ de fchaal der Proef-Thermomecer van Fa% „ renheid, is de trap van koude, hier terSte„ de, op Saturdag, den 27 January, 'smor- » gcns (b) HCD ND. VAUERL. LtTTEROIIFFÈWHGEN,^/r- waameemir.gen voor January 1776.  lÓO TAFEREEL VAN „ gens ten agt uuren waargenomen, 2 graden „ onder o. De kwik bleef tot op den middag „ onder o ftaan ; klom 's middags ten drie uu„ ren, tot 3 graden, maar daalde 's avonds „ wederom tot » graden, en ftond den 28, „ 's morgens, mede ten agt uuren, op o. In „ de Hortus Medicus tekende de Thermome,, ter, op den eerst genoemden dag, des och„ tends ten zes uuren, 2 graden onder o, en „ den volgenden, zynde Sondag, 's morgens, ,, ten drie uuren, 4 graden onder o« Eene „ trap van koude, welke die des Jaars 1740 „ overtreft (c)." De wind was, gedu¬ rende de geheele maand, meest in of aan het Oosten; en het maakte 's nachts, tusfehen de twee en drie duimen dik ys. Den eerften Fe* bruary, zederd welken dag het begonnen is te dooijen, wierd de dikte van 't ys, in 't Y, bevonden, 17 duimen Amfterdamfche maat te zyn (V/). ——— Te Rotterdam was 'er in 't midden van January., gedurende drie dagen, altoos ftarrefneeuw, van verfchillende figuren, gevallen, op welke, doorgaans, volgens de waarneemingen van Musfchenbroek, felle koude volgt (e ). (f) Amsterd. Nederd. Courant 1776, N. 13* {d) Hedend. Vadrrl. Letteroeffen. Waarnee* tuingen, January verfo. (e) Rotterdamsche Courant 1776, N. 8,  HAKDt WINTIRi. 1Ö1 By eerie ze ftrenge en aanhoudende vorst, \Sveu raakten ook ras de binnen- en buiten Rivieren ma*k« gefloten,, die thans wederom, gelyk in vorige harde Winters, de zamelplaatfen van uitfpanning en verlustiging waren, terwyl de tekenkunst zig bézig hield, de voornaamfte by zonderheden van vermaak, op het papier te brengen, om vervolgens, door het graveer - yzer en de plaat-drukpers, ter gedachtenis, den Land« genoot voorgefteld te worden (24). De Zuiderzee , welke in geene dertien jaaren eenige ysvreugd verfchafte, werd nu insgelyks, met paard en wagen,van Enkhuizen naar Stavoren,bereden (ƒ). Te Vlisfingen vertoonde zig het ys, zo ver 't oog reikte, als eene bevroorene zee; voor het hoofd lag een vry hooge Ysberg en men wandelde, buitenom denzelven,over de zee, van 't eene hoofd naar het ander. ; Van Veere ging men te voet op Noord Beveland, en uit 'tLand van Goes, over hetSloe, haar 't Nieuwland en Walcheren. —- Van de vaste kust van Vlaanderen, te Philippyne, kon men, over 't ys, naar 't Land van Axel komen,en te Middelburg had een fpeelwagen, mee (f) Volgens bericht van J. Oostwoud. (24) Wy bedoelen hier de Kunstplaat van 't Tsvermaak op de Maas, in 't Jaar 1776,1e Retterdata tiitgekomen. L  l62 TAFEREEL VAN met vier paarden befpanrien, langs de vesten van die Stad, rondgereden (g). In 't midden van al dit Wintergewoel, was echter de bezorgde en ver uitziende Vaderlander, waakzaam Voor- vocr net algemeen volks-heil. - » Hy be- brand.y grseP ■> ^x men ■> 'c zv ^oor onvoorzichtigheid,; of ook wel door onvoorziene toevallen, in het koud faifoen, meer dan anders, aan brand bloorgefteld is, en dat, hoe harder het vriest, hoe 'bezwaarlyker het' blustuig kan behandeld worden, en van den nódigen dienst zyn. Deeze overweeging deed hem een middel voorflaan, ten einde de buizen der fpuiten, waar door het water opgehaald word, vooraf eene natuurlyke warmte te geven, en 't vast vriezen te' voorkomen (25). — Of de omftandig- he- (g) Nieuwe Nederl. Jaarboek. February 1776, bl. 179- (25) In de Rotterdaiische Courant N. 15, hebben wy de volgende Bekendmaking gevonden: „Na. „ dien het in zulk eene ftrenge vorst, als men tegert,, woordig heeft, te vreezen is, dut deBrandfpuiten, „ ingeval van brand, fchielyk toevriezen, en dus van ,, geen nut zyn kunnen, heeft een welmeenend voor, flander van het'algemeen welzyn, dienftig geoordeeld, als een bekwaam middel, daar tegen op, te geven, dat men met den zuiger, dertig of veertig „flagen, zo fchielyk mooglyk is, doen moet, eer „ men het mandje of onderfte einde van de pyp , in „ 't water werpt, of'er watir in giet, ten einde de „ bui-  HARDE WINTERS. heden vereischt hebben, om van dit voorftel gebruik te maken, en of men het toen van nut bevonden heeft, weeten wy niet, maar dit is zeker, dat de zaak dubbel onderzoek waardig was. " • Het ftilftaan der ambachten, wier voortgang, overal, aan de meeste Ingezetenen het brood bezorgen moet, gepaard by de ongewoone duurte der levensmiddelen, in den Winter, bragt veel armoede,hier en daar, te weeg; te Utrecht gefchieddë, op bevél der Regeeringe, den een en dertigjïen January, eene open* baare inzameling voor de Behoefcigen, welke ruin zeven duizend guldens opleverde, en den tweeden February, insgelyks, te Haarlem, alwaar de gift by de zes duizend guldens beliep , behalven nog eenige byzondere liefdegaven (/&). Het watergevaar, wegens 't opzwellen der boven Rivieren, waar voor men meestal, na har; (h) Nieuwe Ned. Jaakb, February, bl. 176,177. „ buizen warm te maken , het welk men met de hand „ of vinger genoegzaam voelen kan, ondertusfchen ,, dat men, om- 'er de warmte in te houden, onaf,i gebroken moet blyven voortpompen, zo dra de pyp. „ in 't water ü. L a  l6i TAFEREEL VAN harde Winters, bloot ftaat, ontrustte wel den armen Landbewooner onzer Gewesten ,doch hy leed, God dank! geene fchade; echter raakten wy het ys niet, zonder eenige tegenheden te hebben, kwyt. —— De uitftekende Wierhoofden der Stad Medemblik wierden vlot, en de Dyk was in merklyken rood; het koolzaat, in de Provincie Zeeland, had alomme veel geleden, maar de overige veldvruchten bleven gefpaard (i). Strenge Was de koude by ons nypende, en de vorst koudeen (breng, van buiten's Lands waren de berichten elders', niet gunftiger. -■ ■- In Polen overtrof de koude, den zeven en twintigften January, des morgens vroeg, die van 'tjaar 1740, ruim 5 graden, en nog meer dan ééns zo veel, die des Jaars 1709 ■ In Denemarken vroor het insgelyks zeer fterk; reeds den negenden January, wierd van Koppenhagen gefchreven, „ dat het in de voorgaande week „ zeer fel had beginnen te vriezen, dat nog „ voortduurde, en een ftorm uit den Oosten en ,, Zuid - Oosten, maakte de koude byna on- » draag- (t) N. Nederl. Jaarb. February, bl. 179, 180. (Jt) Hedend. Vaderl. Letteroeiten. V. Deels 2. Stuk, January, bl. 88.  harde winters. 165 „ draaglyk (/)." Den drte en twintigften, had men 'er een hevige blikfem, uic het ZuidOosten, 't geen in die luchtftreek een zeldzaam verfchynzel is, en zedert was de vorst merklyk toegenomen. De Sond zat al vroeger, zo vast, dat men twee mylen van Elzeneur af, over dezelve te voec naar Schonen gaan kon; zederd reed men met paard en flede, van Landskroon derwaards,- by Kroonenburg, daar anders, de ftroom zo fterk gaat, lag het dicht, en de Belt was zo vol ys, als men ooit geheugde Cm). - ■.. ■ Uit verfcheiden plaatfen in Duitschland waren de klagten niet minder ,. over de felle koude. Van Weenen meldde men al in December, dat het fterk vroor, en dat de Donau met ys bedekt lag; en den vier en twintigften February, was die Rivier nog niet vaarbaar ( n ). Uit Waidhofien, een Landfteedje aan den Donau, fchreef men, den den derden February: „ De oudfte Lieden „ kunnen zig niet herinneren, ooit eene zo „ langdurige koude beleeft te hebben. De ha„ zen en't ander wild kunnen het, noch in 't veld, noch in hunne holen, uithouden, en ko> (7) Amsterd. Ned. Court. N. 10/ C«) Rotterd. Courant, N. 19. Amsterd. Ned, Courant, N- ié(«) Amsterd. Ned. Court. N. 5. en N. 30. L 3  i66 TArBKHKL VAN „ komen, in menigte, fchuilplaats in de hui,i zen en fchuren zoeken, alwaar zy zig zon„ der moeite laten vangen. Dit alles nogthans „ is van geen belang, wanneer men 't oog „ flaat op de ongelukkige menfchen, die door „ de koude zyn omgekomen; aan ginds zyde j, van Wekkersdorf zyn twee Soldaten dood „ gevrooren, en niet verre van S. Polren, vyf Boeren - kinderan, die aldaar ter fchoole gin9, gen: deeze arme fchapen fcheenen nog ge„ tragt te hebben, elkander hulp toe te bren„ gen, terwyl men dezelve, naasteen leggen., de, gevonden heeft. Meer anderen, in on„ ze Nabuurfchap, zyn onbemand gèweest te« j,' gen dé ftréngheid van het weder, en zyn 'er „ döör omgekomen (py" —-— Te Regensburg, was dén -negen en twintigften January de koude zo buitengemeen frreng, dat men zig geen voorbeeld daar van herinnerde, ftaande de Thermometer van' Fahrenheid toen o§ graad, onder nul (p\" Te Frankfurt aan den Main, werd de koude ij graad heviger, dan in 'tJaar 1740 waargenomen (q). Aan de Opper Elbe-, en onder anderen te Leipzig, was de koude nog uitmuntender; den twintigften January, » » r« _ . ..te» - ", . .01 M .VWtaJ .tWV jojn-iz:". , . (ö)' Amst.-rd. Nederd. Cturt. N' 24.. '. (p) Leïteroeffenincen, V. Dicj a.jt. bl. 88. (q) Amsterd, EeJerd, Cf WA N. 17.  HARDE WINTERS. 167 tekende aldaar de genoemde Thermometer, 14 graden onder o, zynde 3 £ graad lager, dan in 't Jaar 1740 (r). Van de Neder - Elbe wierd bericht, dat reeds den zesden January, die Rivier was toegegaan, en dat bet zederd fterk had b.lyven vriezen', doch voornaamlyk op den zeven en twintigften, met eenen fcherpen en alles dooraringenden Oosten Wind. Volgens een brief uit Altona van den drie en twintigften, zag men den negentienden, 's mórgens, by het opgaan van de Zon,/*wee! kringen ora dezelve, in de gedaante van .regenbogen, waar van de eene naar hst Oosten^h de-andere naar het Westen gekeerd ftond, doch die fchielyk verdweenen, waaï op'eene»ln«rge.iltoude uit het Oosten volgde (V> " ——— In Honca* bye fchynt de vorst veel vcoegefgeheerscht te hebben, ten minfte reeds in 't-begin'van Ja* nuary, wierd uit Raap gemeld,! dtii aldaar den derden,'* morgens ten vier uuren, het ys,irrec een verbazend geweld, los gegaari*. en 't water zodanig was aangewasfen, dat de Schepen in de Rivier, omtrent met de; daken der hu» zen.gelyk lagen; echter hadden de naby gelegen Eilanden en Bisfchoplyke Dorpen, het m w . - . niees- iml .i- 599Ü .V, /.sP.'.iy.Trfaoaarr,-.: 00 (r) Amsterd. Nederd. Couriy N. io. ■ (s) Dezslfde, N. 13. en 16. L 4  l£$ tafereel van meeste geleden (t). —— In Vrankryk klaagde men niet minder over de drukkende koude, welke aldaar gevoeld werd, byzonder op den zeven, agt en negen en twintigften January, ftaande op den laatstgemelden dag, de Thermometer van Fahrenheid, 5I graad onder nul (u). Ondertusfchen gaf de menigvuldig gevallen fneeuw gelegenheid, tot verfcheiden fledevaarten, waar mede de hooge Adel zig verlustigde (0). Uit Engeland wierd bericht , dat men , zedert het Jaar 1740, geen zo zwaren Winter beleefd had, als toen. In alle de wyken van Londen en Westmunfter waren inzamelingen voor de Behoeftigen gedaan, en de giften overtroffen de verwachting. Te Canterbury, was men, in !t begin van January, door zwaare overftroomingen bézogt geweest; verfcheiden dyken, boven de Stad, waren doorgebroken, zo dat de huizen, die dicht aan de Rivier ftonden, zeer fchielyk, vier voeten water in kregen; kort daarna, viel 'er eene groote menigte fneeuw, en verhinderde de Landlieden, om met hunne ,wa. (/) Amsterd. Nederd. Court. N. ro. O) Lltteroeffeningïn, V. Deel 2. Stuk,bl. 88, y) Rottehd. Court. N. 14. '' '  HARDE WINTERS. l6$ ,wagens naar de Stad te kunnen komen (w —— Uit Antwerpen, in Oostenryks Braband, werd den dertigfien January , het volgende gefchreven: „ Zedert Vrydag „ begon de Ooste Wind, met helder Weder, „ aan te wakkeren, en de ysfchotfen , by val?, lend water, fterk te kruijen, zo dat onze „ haven eergister morgen, ten vyf uuren, vast „ raakte, voor de Werf, naast den hoek van „ Anftruweel. De Boot met de brieven, naar 't „ Vlaamfchehoofd moetende, kwam tusfehen „ defchotzen in, doch drie Schippers met eene „ Ysboor, door premie aangemoedigd, heb„ ben, in gevaar van- hun eigen leven, ge„ waagd, de menfehen, die 'er op waren, te „ redden, en zyn gelukkig genoeg geweest, „ hun, 'savonds, behouden aan wal te bren„ gen. Dien dag is alhier, 's morgens ten ;5 half agt uuren, waargenomen, dat de kou*, de maar 2 graden minder was, dan deftrengll fte in 't jaar 1740. Gister was de Wind „ merklyk zachter, en ten tien uuren in den ?, voormiddag, kwam eenig Hoornvee, van de „ Vlaamfche - Wal, over 't ys, aan deeze „ Stad tx). HIS. (w) Amsterd. Nederd. Court. N. 18. en Rottbk» damsche, N. 13. (pt^ Ö5ZEI,FPe, L5  I/O TAFEREEL VAN HISTORISCHE BYZONDERHEDEN. Plakaat, - Den drie en twintigften Mei deezes Jaars, rakende werd» 'van wegen de Algemeene Staaten,, een dom Vde- »^P?! afgekondigd, rakende het al of niet vry Slaven. " zvn ^er Slaven, hier te Lande, welke uit de V: lkplantingcn overkomen; hetzelve beftaat iii agt Artykels , hoofdzaaklyk behelzende: „I. Dat » alle Shv. n, welke met hunne Meesters Wet* „ waards overkomen, of op derzélver orders „ hierna toe gezonden worden, en door deeze ,, wettig vry gemaakt zyn,ook als zodanig hier. „ te Lande zullen behandeld, worden, en dat „ men hun, wederom, naar de Koloniën te y rugkeerende, aldaar, als yrygelatên Perfocnen, zal aanmerken. II. Dat die Slaven', „ daarentegen, welke Van hunne Méésters Weg* ,-, loopen, of ontvluchten, 'en dè -wyk naar deeze Landen ncemen, Slaven blyveu en, ten ii tyde, door de,Eigenaars kunnen opge. „ eischt, en tegen betaling der onkosten., uit,, geleverd moeten worden. III, Zodanige Sla,, veu, die door hunne Meesters overgebragt, „ orqvergczónden zyn, zonder vïygemaakt te wcézéfF,:' mét. oogmerk dezelve na gedaaue ,, velTiei'itiiv'T, 't zy mede teneemen, of terug Pi te .doêfl komen,'insgelyks befchotiwd zullen j, worden, het eigendom hunner.Meesters ge„■ bleven te zyn, en derhalven, by onwillig,, heid, tot hun plicht te dwingen zyn, mits, „ dat de.te rugzending van deeze niet vryc Slaven, uitterlyk binnen de zes maanden, na „ hun overkomst, moet gefchiedeiiy of anders „ by  WARDE - WINTERS. IjTI by de Regeering der Plaatfen van htm ver» ,, blyf, verlenging van tyd ,verzogt moet wor- den, doch alleen in noodzaaklyke gevallen; ,, maar indien aan deeze gemaakte bepaling, „ niet voldaan word; zullen zy vry zyn , en „ niet, tegen hunnen wil, behoeven te vertrek„ ken; zelfs wanneer zy, daarna, 'mogten be„ geevén, naar de Volkplantingen te rug te „ keeren, zal men hun aldaar mede als vrygela„ ten, onder zekere voorwaarden, aanmerken. , „ IV Niemand zal eenige Slaven, welke aan 5, beleende Plantagien behooren , en mede tot zekerheid der Schuldeisfcheren verbonden „ zyn, uit de Koloniën van den Staat, mogen „ vervoeren, dan onder behoorlyke borgtogt. „ enz. (y). Het Octrooi, weleer, door de Algemeene Staa- oftrooi ten aan de Oost Indifche Ma-.ctfchap'py deezer der O. f. Landert * verleend, en zedert te mecrmaalc ver nieuwd, met den aanvang des Jaars 1777 zul- vCer!PPy lende eindigen, werd den twaalden December, nieuwd. wederom voor den tyd van twinrig Jaaren verlengd , -naaralyk tot den eerften January des Jaars 1797, zodanig als hetzelve by de gemelde 'Maatfchappy, thans werd bezeten (z). Betreffende'de byzonderheden, gedurende dit Byzon. laar in ofls Vaderland, voorgevallen, daar van heden * ' - ■ ' kun- #kcfte*ö *m$ iaiftft?ti*»bfiO .11 ):•!-.-.; i-^ag (3.) N. Nederl. Jaarb. Mei 1776, bl. 506 &/?f f. (z) Dézelfde, December, bl. i3^7«  l?2 TAFEREEL VAN Srtkt kunnen, niet naIaten, ecnig verflag te doen, jaar. In ,t aigemeen heeft fflen^ deezen z0omer, opgemerkt, dat de Musfchen veel door den harden Winter, moeten geleden hebben, vermits men, byzonder in Zeeland, van dit gevogelte op verre na zo veel niet gezien had, dan wel op andere Jaaren ; ook vond men minder Wespen, als gewoonlyk., ■ ■ De inzameling van den Oogst, was, op veele plaatfen, zeer wel uitge • vallen; daarenboven bezat men, hier te Lande, nog een ryk overfchot graanen van het voorgaande gewas, en van de Kaap de goede hoop, kwamen eenige fchepen, met Tarw geladen, behouden t'huis (a> Hoewel, over het geheel genomen, de nawecnen van den laatften Winter geene ongewoone nadeelige gevolgen gehad hebben, fcheen echter het einde des Jaars ons bitter te zullen worden, door het geweld van wind en baren. — Welke akelige ftorm verhief zig, in den nacht van den een en twintigften November, uit het Noord Westen; hoe donderde de wind tegen onze Kusten, en welke hemelhooge golven, met onbegryplyke woede voortgejaagd, vielen op onze Dyken aan j —. Ras kreeg men van alle kanten naare tydingen, en men hoorde niet, dan treurige nieuwsmaaren; doch, gelyk het gemeenlyk gaat, de .. eerfte en verhaastte berichten, vergrooten altoos de gebeurde zaak; dit is eene menfchelyke eigenfchap, waarvan wy geene bepaalde reden geven kunnen. Ondertusfchen bleek daarna, N. Ket>hrl. Jaaxb. December, bl. 1432.  HARDE WINTERS. 1f% dat die ftorm, hoe verderflyk en fchadelyk op zig zeiven, evenwel minder vernielend voor ons waarde Vaderland geweest is, dan die des voorgaanden Jaars, zeventien honderd vyf en zeventig (26). Hier (26) Men vergelyke onze destyds uitgekomen Bespiegelingen, over beide deeze Stormen en WaterVloeden, met de By lagen, tegen elkander. •— Weinig Landen zyn 'er,die ooit meer, aan den Zeekant, door Wind en Water geleden hebben, dan deeze Gewesten. De Zeeuwfche Kust, nu geheel gebroken en in Eilanden gedeeld, was in 'tJaar860 es later, nog een vast ftrand, met duinen en boomen voorzien, enbinnenwaardsaan elkander gehegt, wordende alleen door de Rivier de Lieve van Vlaanderen gefcheiden. — Zedert 250 Jaaren liggen twee na elkander gebouwde Kerken, te Sckeveninge, in Zee begraven, en de te. genwoordige, derde, toen vry ver van ftrand af, geplaatst, paalt thans, door de menigvuldige affpoelingen, van tyd tot tyd, wederom dicht aan Zee; zelfs •word onderfteld, dat dit Dorp , in vroeger Eeuwen, ruim twee uuren verder zeewaards uitgeltrekt geweest }s. . Katwyk aan Zee meent men , dat wel twee of driemaal geheel nieuw aangelegd zou zyn; in 't Jaar 1570, fpoelden alle de huizen weg, maar de Kerk alleen bleef ftaan, vermits die een half uur van Zee verwyderd was, en nu de naaste buurman van dezelve is. Te Petten, op Texel en langs de Vriefche Kust, waren de verwoestingen, in vroeger dagen , niet minder. Wie begeerig zyn mogt, om van dit alles eenig nader bericht te hebben , wyzen wy naar zeker werkie, uitgegeven onder het opfchrift: Befchryviug van het oude Batavijche Zeeftrand,ge. ,drukt  174 tafereel van Oprich- Hier ter Stede werd, in de maand Juhy, door ting der verfcheiden aanzienlyke en vermogende In<*efch.ppy zetenen' eene Maatschappy, ter bevo&rvanden DEHING va* den Landbouw; opgeLand- richt (b>, welke, zedert, van veel nut, voor buuw. dien Huishoudelyken tak der Wetenfchappen, geweest is. Na deezen harden Winter hebben wy , in volgende Jaaren, nog meermalen vorsten koude beleeft, maar niet in die ukneemendbeid, en langdurigheid, van den Winter des tegenwoor77n digen Jaars, zeventien honderd vier "4* en tagtig, en waar van heden, daar wy dit fchryven, omtrent het einde van April, niet gezegd .kan worden, dat zyne guure buijen zig in zomeifche dagen verwisfeld hebben; doch hier van aan het einde iets naders. Byna met het begin van December des vorigen Jaars, begon reeds de Winter, en men had die geheele maand door, meest aanhoudende vorst, maar voornaamlyk in het laatfte van dezelve, omtrent Kersiyd, wanneer zig de koude merklyk begon te verheffen en tot dien trap (leeg, dat men den laatften dag van 'tJaar, 's mor- (£) Amsteed. Ned. Couraut, 1776, n. 74. drukt in 't Jaar 1753, by eenen P. van Os, in den Haage.  HARDE WINTERS. I75 's morgens ten drie uuren, in de Hortus Medicus , den Thermometer van Fahrenheid, op 3 graden, onder o, heeft waargenomen. Den dertigften, 's avonds ten zeven uuren, was hy op o geweest, en den een en dértigften morgens ten 7 uuren, ftondt hy nog op 2 graden, onder o. Zommige nagten heefr het tusfehen de twee en drie duimen ys gemaakt; zo dac de dikte van het ys, hier in de Stad, den vyfden January, reeds bevonden wierdt, tusfehen de 8 en. 10 duimen (27}. Hoewel wy zedert, tot diep in February, eene gedurige nypende koude en ftrenge vorst gehad hebben, blykt nogthans uit de gedaane waarneemingen niet, dat de Thermometers, in (27) Het is aan den Heer Houttuyn, Med. Dod. alhier, welken wy dit bericht wederom fcbuldig zyn, en dat reeds door ons, in deeze Stads Courant, van den 10 January, is medegedeeld. — De Heer Mohr, wiens Wecrwaarneemingen, maandlyks, in de Letteroefeningen gevonden worden, en die voorneemens is, zyne opmerkingen, omtrent de trappen van koude, in deezen, en vorige harde Winters, zo Hier,als in andere Landen, in een afzonderlyk Werkje te behandelen, heeft den dertigflen December, 's avonds ten tien uuren, de koude op een zyner Thermometers, hangende aan een boom, in 't midden van zyn Tuin, waargenomen, 4 graden, onder o te zyn. Letteroeffeningen, January 1784, bl,44.  I76 TAFEREEL' V A J? in dien tyd,- zo laag tekenden, als op den tcH en dertigjlen December van 't voorleden Jaar $ en dus te recht, de koudfle dag van deezeri Winter mag genoemd worden. — Onze Bin-> nen- en Buiten - Rivieren raakten fchielyk met ys bevloerd, het geen de cvrolyke Jeugd, ongewoon tot nadenken, met vermaak aanfchouwde, en de togtjes bepaalde, welke men op fchaatzen, of met de Arreflede doen zoude. —■ Wat al genoeglykheden ftelde men zig voor, indien maar de vorst bleef aanhouden: immers geene kantoor ■ bezigheden waren nu zo dringende , om deeze uitfpanning te moeten misfen, en fchoon elk onzer jonge knapen zig haastte , om van de flraat en in de warme vertrekken, dicht by 't vuur, te komen, fcheenen zy, op 't ys, de koude, hun overal elders zo gevoelig, te tarten. De Arbeidsman, thans ledig van bézigheden , verveelt dra dit werkloos leven, en daar hy nu van geen plichtverzuim, voor 't huishouden, kan befchuldigd worden, zoekt zyn tydverdryf, waar het vermaak der Schaatfenryders hem lokt, 't zy, om het mede te doen , of zulks in de tent, met een kan warm bier, te aanfehouwen.— Meer Aanzienlyken doen eene wandeling te voet of in hunne koetfen. Alles raakt, ongemerkt, op de been, ja de afgeleefde Grysaart zelf, word nieuwsgierig, misfehien voor 't laatfte, om   ^Zzas\r ^784., oppert ^.<ón*rte/'.  HARDE WINTERS. t7J óm nog eens te zien, wat hy in zyrien vroegeren leeftyd, mede gedaan heeft. De anders zwakke Sexe , doorgaans zo oplettend, omtrent het minfte togtje, of windje, ten einde de gezondheid in geen gevaar te ftellen, vergeet het guure Jaarfaifoen en belaght nu, inde zwierig opgetooide lieden gezeten, wind, koude en fneeuw. Hoe heerfcht de drok- te, overal, op de bevloerdeftroomen! Verlust^ De aandrang des Volks is, van allen kanten, vy m ongemeen groot,' het oog verliest zig, in de den Araverfchillende Tooneelen van verlustiging en elk fte1, word naar buiten gelokt, om op de breede ysvelden, de Winter kermisvreugd te aanfchouwen. Welke behaaglykheden lever¬ den ons, ditmaal, het Y en de Am stél! —. Geene flechte tyden, geene drukkende verliezen des oorlogs, waar over men in de Stad ónophoudelyk hoord klagen, konden hier ontdekt worden, integendeel, de Aanzienlyken vertoonden de kenmerken van overvloed en •weelde, terwyl die van minder rang, onbezorgd en vrolyk waren. Wanneer eenig Vreemdeling, voor de eerite reis, dit alles gezien had, zou hy in de handen geflagen en vol verwondering uitgeroepen hebben: welk eene welvarende Natie is deeze! ondertusfchen.dat de oude eenvoudige Hollander, mede door üiterlyken M 4 fchyn  I78 TAFEREEL VAN fchyn misleid, het hoofd fchudde en al morrend zeide: Altoos het praatje van den Jlechten tyd, myn vriend, Heeft glad by my gedaan, enjchoontjes uitgediend \c). Op de Op de Maas en op andere voornaameRN Maas en vieren, waren de vroly kheden niet minder, elk vermaalue z'g naar lust' en ainlykheid. ren. Reeds vroeg in 't Jaar, kon men heenkomen, waar men weezen wilde: de Noordzee zelve, werkte hierin mede en bood haaren zo zeldfaam bevrooren rug, nu, gewillig aan, voor den vluggen fchaatfenryder, zo anders op het verhaal ftaat te maken is, „ dat den vyf den January „ 'smorgens ten half zeven uuren, twee „ Noordwykers, genoemd Jan Vlieland en „ Leenden Plug, overzee, op fchaatfen van „ Noordwyk buiten, naar Scheveninge gere„ den, en aldaar ten agt uuren aangekomen zyn. „ Dit is eene zeldzaamheid, welke de oudfte „ Lieden niet geheugen gezien te hebben, ge„ merkt het ys gcwoonlyk, zélfs in dehardfte „ Winters, daartoe geen gelegenheid geeft, „ als (c) J. de Rechts Mengeldichten &c. 3 druk, bl. 14.  HARDE WINTERS. 179 „ als zynde roeeftal, langs ftrand, zeer hobbe„ lig en oneffen , doch thans zo glad be„ vrooren , als mooglyk nooit voor deezen „ gebeurd is" (d). By zo veele ingebeelde genoeglykhedenop het ys , voegde zig ook het vermaak van prachtige Sledevaarten , langs onze breede grachten en ruime ftraaten, waar toe de menigvuldig gevallen fneeuw, deezen Winter, de ichoonfte gelegenheid verfchafte (a8). — In (d) Amsterd. Nederd. Court. N. 5. (2fï) De kundige Heer Mohr. heeft opgeteekend, dat 'er, van den 24. December des voorleden ^aars, tot den 10 April van dit jaar, 94 maal fneeuw gevallenis,op 102 onderfcheiden dagen , de Thermometer telkens ftaande op of onder het punt van Vorst. ^Mondeling bericht. ' r ' \ , Onze brave Vriend, Jacob Oostwoud , zedert door den dood, in het twee en zeventigfte Jaar zyns ouderdoms , weg gerukt en aan zyne kunstvrienden onttrokken , zond ons, den zesden Maart, deezes Jaars, eene uitrekening, door hem gemaakt, omtrent de hoeveelheid van water, welke de fneeuw op een morgen Lands\, uitlevert, die wy meenen, niet onvoeglyk te zyn, hier mede te deelen. „ Door Profesfor Musschenbrosk , zegt hy, is waar„ genomen , dat de uitgebreidheid van de fneeuw , twaalfmaal grooter is, dan die van het water; en de „ Hoog- M a  l8o TAFEREEL VAN In 't kort , niemand fcheen voor eenig leed bekommert, veel minder de gevolgen na re denken , met welke ons de oorzaken onzer vrolykheid zelfs bedreigden ; ondertusfchen kan evenwel niet ontkend worden , dat de ftrenge koude van dit Jaar , ons luchtgeftel merklyk gezuiverd heeft, van eene menigte fchadelyke dampen, waar mede het bezwangerd was (20). De „ Hoogleeraar J. Lulofs heeft, door last van Hun Ed. „ Mogende, een Amfterdamsche Hoop, waar van'er „ 16 in een anker gaan, bepaald,op 141 Tg^5 Teerlingsduimen , Rhynlandfche maat. Wanneer nu, „ met llil weer, een morgen lands , Rhynlaudfche ,; maat, van 600 vierkante roeden, een voet hoog ,, met fneeuw bedekt ligt, zoo zal deeze fneeuw» ,, wanneer ze gefmolten is , na myne berekening, m 5512 ankers , en 3 ftoopen water, uitleveren ; „ maakende , (wanneer men , met den Heer Dirk ',, Klinkenberg, Afironomus van zyne Doorl. Hoog„ heid , de ton bepaald , op 5J Teerlingvoeten) „ 137rJ tonnen". " (29) Dat de Lucht, in het afgelopen Jaar, 1783, zeer Elektriek geweest is, geloof ik niet nodig te zyn, om te bewyzen, wanneer men zig Hechts herinnert , de onmatige droogte en hitte van den vorigen Zoomer, en de gedurige Onwéeren, die wy gehad hebben. Profesfor H e m m f. r te Manheim , heeft, den 25 December, 'savonds ten' tien uuren, op \ Keurvorstlyk Obfervatorium waargenomen, dat het tweemaal in 't noorden blikfemde, ftaande de Baro. me-  HARDE WINTERS. Ibl De Winter duurde lang en weinig minder dan drie maanden lag het ys, achtereen, in 't water; naauwlyks was de fcheepvaart weder open, toen het in Maart andermaal zo fterk begon te vriezen, dat indien het faifoen niet reeds zo verre gevorderd geweest ware, wy meter,een uur te voren, 27 duimen en 2 lynen.Amsterd. Nederd. Courant 1784, N. 4. In de Courant van 's Hertogenbosch , van den 2 January , vinden wy een brief uit Kameryk van den 9 December, waarin gezegd word „heden morgen, om. ,, trein vier uuren, hoorden men hier een gerugt, , gelyk aan dat van verfcheiden kanonfchooten , die „ onderfcheiden , maar agtereenvolgende , gehoord „ wierden. Dit gerugt wekte en verfchrikte alle de „ Inwoonders. Een kwartier uur daar na, hoorde men „ weder een dergelyk geluid, doch minder fterk dan het ,, eerfte. In fommige gedeeltens van de Stad, heeft ,, men duidelyk eene fchudding gevoeld. Men weet „ nog niet of dit buitengewoon geluid een gevolg is van eene Aardbeeving , of van eene geweldige uit„ barfting. Gedurende dit voorval, is men geene „ merklyke verandering op den Barometer gewaar ,, geworden. Eenige fchoorfteenen zyn ingeftort en „ verfcheiden zwaare ftukken fteen zyn van de pu„ blyke Gebouwen ter neder gekomen. De Snap„ haanen in de Corps de Guarde zyn omver geval„ len, maar men heeft niet vernomen, dat 'er eenig „ menfch het leven gelaten heeft. Dezelfde fchud„ ding is ook in verfcheiden omliggende Dorpen „ gevoeld.." M 3  1Ü2. tafereel van wy, ongetwyfFeld, een tweede Winter zouden gehad hebben; immers in den nacht van den tweeden Jpril, vroor het zo fterk, dat hier ter Stede, 's morgens, alle de grachten toelagen, en, indedaad, weinig dagen later, konden wy eerst zeggen, in de Lente getreden te zyn. Nog blyft het weer guur enongunftigen vertraagd merklyk de zo zeer gewenfcht wordende vruchtbaarheid der Aarde. Was dit uitftel van wasdom , de eenigfte Winter ramp geweest, wy mogten verwachten, gelyk wy blyven hopen , dat koesterende Zoomerdagen, deeze vroege fchade, behaagt het God! nog vergoeden zullen. Maar, he¬ laas! welke bittere naweenen onzer zo dartel gelinaakte geneugtens, gevoelen veelen van onze brave Landgenooten! In welken druk zitten zy gedompeld! Wie kan 't ver¬ haal hooren der woede, waarmede het onbuigzaam ys en 't driftig opzettend waterdunne tydelyke welvaart is aangevallen, zonder traanen van gevoelig medelyden te (forten! — Myn oogmerk is niet, ter deezer gelegenheid, in Bespiegeling uitteweiden en met U, van Landhoeve tot Landhoeve, rond te wandelen, en die ziel ontroerende Tooneelen van elende, met een fterk koloriet te fchilderen. By eene zoortgelyke gebeurtenis, toen Zee en Wind onze Vyanden waren, verzelden wy  HARDE WINTERS. 183 wy U op dien akeligen togt (\e). Thans verkiezen wy, als Hiftoriefchryver, flechts te melden, het geen gefchied is, en aan anderen een meer breedvoerig verhaal over te laten; doch alvorens dit te doen, zullen wy eerst verflag geven, hoedanig het in andere Landen, deezen Winter, gefteld geweest is. Europa was 't alleen niet, alwaar dit Jaar ftrenge eene ftrenge koude gevoeld werd; de Nieu- Amerika. wb Wereld heeft'er insgelyks haar aandeel in gehad; ten minsten de brieven van NieuwYork van den zestienden February, melden, dat de fchepen in de Dalaware, allen door het ys bezet zaten, en by dooi weêrgevaarliep«i; de Winter was 'er zo ftreng, als,by menfchen geheugen,ooit te voren (ƒ). In ons Werelddeel zyn geene Ryken in Euronoch Staaten, mag men volmondig zeggen, pa* byna, bevryd gebleven, voor de ftrenge aanvallen van vorst en koude, gedurende dee« zen Winter; zo wel de Zuidelyke als Noord- iy (e) 7Ae onze Bespiegelingen over Nederlands watrrnoodln, in de Jaaren 1775 en 1776. ' (f) Amstesd. Nederd. Courant, 1784. N. 46".  IÖ4 tafereel van lyke deelen, hebben voor dezelven blood ge- ftaan. . Een groot Boek zou men kun. nen volfchryven, wanneer men alle de byzondere Berichten, van tyd tot tyd, deswegen ontfangen, wilde melden; wy oordeclen het voldoende te zyn, Ude voornaamfte op te geven, ten einde uwen aandacht werkfaam te houden , zonder dien te vermoeijen. In Rusland, alwaar de koude altoos vry nypender is, dan ergens anders, uit hoofde van desfelfs ligging ten Noorden, aan de Yszce, begon de Winter reeds omtrent de helft van November, ten minden men fchreef uit Petersburg, dat de Rivier de Neva, den zeventienden van die maand, met ys bezet raakte, en dat men, gedurende het geheele Jaar 1783, fbchts twee honderd en zes fcheepvaarbaare dagen , geteld had (g). In Polen was de ftrenge koude, gelyk by ons, met Kersmis begonnen, en volgens brieven van Warfchau, van den zevenden January, bleef het even hard doorvriezen, (taande de Thermometer, dien morgen, onder harde (g) Amstjsid. Nederd Cwt.N. 25.  Hll'9t WINTERS» IÜ5 de vorst (h). De Weixel-ftroom heeft drie maanden toegelegen; werd den zesentwintigZien December, al begaan en bereden, en is eerst na de helft van Maart, bovenDantzig, los geraakt Qï. Uit Zweden klaagde men niet minder or ver de zwaare koude en vorst. In een' brief van Stokholm van den tweeden February, word onder anderen gezegd: „ zederd verfcheiden weeken hebben wy , alhier , zeer ftrenge „ koude, waar van niemand geheugd dergely„ ke ondervonden te hebben, en zy, die zig „ den Winter des Jaars 1740 nog duidelyk her„ inneren, zeggen eenparig, dat de tegen„ woordige die van destyds overtreft, zo met „ opzicht tot de dikte van 't ys, als uithoofde „ van den menigvuldig gevallen fneeuw en fel- le koude , welke beide bleven aanhouden. „ Ondertusfchen zyn 'er zodanige heilzaame „ fchikkingen by de Regeering gemaakt, dat „ 'er, voor als nog, geen gebrek aan de no„ dige levensmiddelen befpeurd word (&). In Denemarken was de koude niet minder hevig en alle de Rivieren zyn 'er zwaar met (h) Amsterd. Nederd. Courant, N. 12- («) Dezelfde N. 7 en Haarlemsche Cour. N. 59. {£) Amsterd. Nederd. Cour. N. 25. JY1 5  186 TAFEREEL VAM met ys belegd geweest; op de rhede vanKopi penhagen zaten, den zestienden January,verfcheiden fchepen in 't ys, niet zonder merklyk gevaar, by eenen opkomenden ftorm.—- Den twintigften Maart, vroor het in de Sond zo fterk, als het den geheelen Winter niet gedaan had (/). Door geheel Duitschland hebben vorst en fneeuw geene mindere heerfchappy gevoerd, dan elders. Alle de hoofdrivieren wierden onbefchroomd tot landwegen gebruikt, en met de zwaarfte vragtwagens bereden. r Hoe nypende de koude in 't begin van January, omtrent den Donau, geweest is, blyktniet alleen uit den hagen ftand des Thermometers, welke, vooral, van den vyfden tot den negenden, zelfs onder harde vorst tekende, maar ook uitdeingekomen berichten, te Weenen, dat verfcheiden Reizigers dood gevrooren waren (m\ Te Regensburg overtrof de koude van den laatften dag des vorigen Jaars, volgens de gedaane waarneemingen, die van het Jaar 1709, (n) en welke menigte fneeuw in die Landftreken geCO Amsterd, Nederd. Cotirr. N. 7 en 13 ciiHaarl. Court. N. 40. {tn) D'-ZlLfde N. 12. («) DüZfiLFD» N. 7.  HARDE WINTERS. ï37 gevallen is, kan eenïgzins opgemaakt worden, uit het geen men, den zestienden February, van de Oostenrykfche Grenzen meldde, „ dat „ de fneeuw in Tyrol en Stiermarke zo hoog lag, dat, den zesden van die maand, een „ Postbode uit Italië komende, vier honderd 5, dukaten heeft moeten uitgeven, om zig een weg door dezelve te doen baanen, ten einde „ fpoed te kunnen maken, en dat de Keizer 9, genoodzaakt ware, zynen weg van Florence naar Weenen , over Trieste, te moeten „ neemen."(V)"- Aan den Main en Nekkar, was 't niet beter gefield. Uit Frankfurt meldde men reeds vroeg in 't Jaar, dat de meeste wynftokken, in dien omtrek, dood gevrooren waren , en dat de vruchtboomen, door de koude, veel geleden hadden, terwyl de Vermogenden, onder de Armen, hout en andere behoeftens deden uitdeelen (p), en den dertienden February, werd ons van daar gefchreven: „ uit Sultzbach en alle omliggende Plaatfen, „ ontvangt men hier de bedroefde tydingen. „ De koude, in die kwartieren, was buiten„ gemeen ftreng; reeds had men verfcheiden „ perfoonen dood gevonden, insgelyks was vetl „ vee geftorven ; alle de Rivieren lagen vaft toe, (o; Amsterd. Nederd. Court. N. 27. (ƒ>) Dezelfde N. u.  ï88 TAFEREEL VAN „ toe, en geene molens, die allen door't watt ter werken, konden den minffendienftdoen. „ Indien de Hemel in hunnen angst niet voor„ zag, vreesde men aldaar, eenen algemeenen „ hongersnood. — De berichten uit In„ golftad waren niet voordeliger; bovendien, „ had men 'er eenige menfchen onder de fneeuw „ begraven gevonden (\q)" De fneeuw was 'er mede, in eene buitengewoone menigte, gevallen, en men had opgemerkt , dat een damp van den zelfden aart, als in den voorgaanden Zoomer, flechts weinige dagen uitgezonderd , zig wederom had ver(preid , het geen zommigen deed denken, dat vermits deze , te vooren, zodanige hitte en zwaar onweder ten gevolg gehad heeft, de geweldige koude en menigvuldige fneeuw, misfchien ook , tegenwoordig, daar aan kon toege- fchreven worden (r). ■ Den negende» January, lag het opgekruideRhyn-ys, in verbazende hoogte, voor de wallen en dyken van Manheim gelegerd , zo dat verfcheiden menfchen daar over gingen. Den zeven en agt en twimigjïen December, fnceuwde het (q) Amstshd. Nederd. Cour. N. 23. (V) Haarl- Courant N. 20.  HARDE WINTER f. 1 $9 het zo geweldig, dat dezelve op zommige plaatfen in de Stad 13^ duim hoog lag (O— Uit Tweebruggen fchryft men , dat de Winter deezes Jaars, van ongemeene omftandigheden verzeld geweest is, en dat door de groote koude, veele herten dood gevrooren zyn , zelfs vondtmen 'er eenige achterelkander in de fneeuw ftaan, even of zy leefden. Wilde zwynen zyn in de ftallen geloopen,en hebben zich zonder moeite laaten vangen en voederen. Patryzen zyn in de Boerenhoven gevlogen , om by het tamme gevogelte te eeten. Een Raafheeft eenen anderen Raaf, in tegenwoordigheid van veele menfchen, omgebragt en opgevreeten. InCarlsruhezag de nachtwacht een wild zwyn en twee herten,op de ftraat (t). Van Heidelberg af, tot aan het Wurtembergfche toe,heeft eene ongemeene diepe fneeuw gelegen, zo dat de wegen genoegzaam onbruikbaar waren. Men heeft te Manheim nagegaan, dat 'er van den 28 December tot den 24 January, 3 voeten en 6 duimen fneeuw gevallen is: wanneer men nu dezelve, na aftrek van die, welke op bevel der Regeering weggevoerd, of (s) Amsterd. Nederd. Court. N. 4 en 9. (ƒ) VadïrliMDsche Courant, N. 47.  IQO TAFEREEL VAN of zedert gefmolten en uitgewaasfemd is, op eene gelyke hoogte van i voet en 6 duim ftelt, dan bevatte die Stad na, haaren vlakken inhoud, uitgenomen de Veftingwerken, 13,251612 vierkante voeten fneeuw. Stelt men nu, dat een vierkante voet fneeuw een twaalfde gedeelte water geeft, of dat van 12 vierkante voeten fneeuw, eene vierkante voet wafer komt, dan moet deeze fneeuw 1,104301 vierkante voeten water, uitleveren De Rhyn-firoom was, insgelyks , overal, waar men het oog wendde, met dik ys bezet, en de koude is 'er niet minder ftreng ge. weest}gelyk ligtlyk te begrypen is. — Reeds den zes en twintigften December, raakte de fcheepvaart cp de Elbe, door de hevige vorst, geheel belemmerd, en den negenden January, kwam men uit Haarburg en van elders, met zwaare vrachten, over 't'ys, te Hamburg; (v)ult welke laatstgemelde plaats, eenige weken later, als eene buitengewoone zeldfaam. heid, gemeld word , dat zeker aanzienlyk Koopman dier Stad, met eene Rusfifche overdekte flede, eerst van Archangel naar Peters- burg, («) Haarlemschf Court. N. 17. Cv) Amsterd. Nederd. Court. N. 2. 7.  HARDE WINTERS. IOJ burg, en toen van daar, in dertien dagen, naar Hamburg, de reis gedaan had (w). Toe den agften Maart, werd de Elbe nog te voet en met fieden nog gepasfeerd, maar het ys begon dien dag los te gaan; den tienden viel 'er veel fneeuw , en 's avonds kreeg men andermaal vorst, welke vry fterk voortduurde, tot aan den morgen van den twaalfden, toen het met een Westen wind wederom begon te dooijen; 's middags liep de wind Noordlyk , waarop ten halfdrieuureeen onweêr volgde, van drie donderilagen, verzeld met fneeuw, hagel en fterké wervelwinden. Dit onweêr duurde een half umv 'Er was ruim een duim hoog fneeuw en hagel gevallen, en de koude hield, met een WeltNoordweftenwind, fteeds aan (ff). Zederd heeft men in die Landftreek, nog twee maal donder gehad, waarop fneeuw eri vorst volgden; het ver gevorderd faifoen, even? wel, verhinderde de felle uitwerking der koude, en den een en twintigften Maart, was de Rivier, voor Hamburg, wederom vaarbaar, (j) . Te Lubek gefchiedde, in 't begin (w) Haarlemsche Court. N. 18. (ar) Dezelfde N. 33. 34. (j) Dezelfde , N. 40.  iq* tafereel van gin van February, by gelegenheid der ftrenge Soude, eene infchryving van ruim honderd vademen hout, voor de Behoeftigen, waar van zederd, weeklyks, aan meer dan zes honderd Huisgezinnen, uitdeeling gedaan wierd; ook had zeker Ingezeten, op eene Redoute, in de vermomming van een Landgeestlyken, tot een even deugdfaam einde, omtrent honderd dukaten ingezameld Cz}. In Ita lie is de Winter mede buitengemeen gevoelig geweest; den agt en twintigften February, werd uit Rome gefchreven, dat aldaar, zederd eenige dagen,zodanige menigte fneeuw gevallen was, waar van zig niemand eenig voorbeeld wist te herinneren (a). • Van Venetië meldde men , omtrent gelyktydig, dat het 'er uitzag, of men inysen fneeuw begraven lag, en voor Genua waren de fchepen, door 't ys; ingefloten (bj. In Vrankryk was het niet betergefteld; in eenen brief van Parys van den negentienden January, word gezegd: hoe wel ik reeds een goed («) Amsterd. Nederd. Court. N. 27. (a) Amsterd. Nederd. Court. N. 23. O) Haaul. Court. N. 20.  HARDE. WINTERS. 193 goed aantal Winters beleefd heb, kan ik echter wel betuigen, nog nooit zodanigen ondervonden te hebben, als dezen tegenwoordigen s waarin de'vier Jaargetyden en de vier winden, met de luchtgelïeldheden, die daarvan af han-, gen, zomtyds op den zelfden^ dag regeerden. Dus hebben wy, hier de Thermometer van Reaumur op 15 graaden beneeden o gezien; te Eyreux is dezelve gedaald tot 21 graaden, onder o, waarby de koude zoo geftreng was, dat in zommige Parfumeurs - Winkels de Brandewjn en andere.geestryke vochten, bevrooren raakten; (cj ook fcbreef men een weinig later, dat het Wild en 't Gevogelte, by de ftrenge koude, en door gebrek aan voedfel, zeer veel leed, zo'dat het. te duchten ware, dat men deeden Zoomer weinig met de fcheliuidende ftemmen der laatften zoude vermaakt worden, 'c geen nu een Eeuw geleden, naamlyk in 'tjaar 1683, nog eens gebeurd was. Met beklaag lykfte- van alles, ondertusfehen, beiionö in de duurte der levensmiddelen, welke hand over hand toenamen, doch de ruime liefde-giften gaven eene merklyke verligting ,in dien nood (d). In de openbaare plaatfen en kloofters wor- (c) Vaderjl. Court. N. 14. (d) Amsterd. Nederd. Court. N. 23. N  194 TAFEREEL VAN worden vnuren geftookt, en door dewykmeesters hout aan de Behoeftigen uitgedeeld; welke onderftand men aan de weldaadigheid des Konings danken moet, die den Controlleur-generaal der Finantien heeft doen aanzeggen „ dat „ men andere uitgaaven, wanneer het nodig „ zyn mogt, om deeze zaak, diende na te laa„ ten." De Koningin niet minder getroffen door de kommeiJyke elende des Volks, in dit ftreng faifoen, veroorzaakt door de algemeene ftremming van arbeid, heeft uit haar eigen beurs Vyfhondert gouden Louizeh aan de Armbezorgers gezonden, om de Noodiydenden daar mede te verkwikken Ce). Deeze Winter is echter in Vrankryk niet geheel zonder ongelukken afgelopen, ten minften het volgende bericht bewyst het tegendeel, zommige boeren bezig, om een haas te vervolgen, bragten hét arme dier derwyze in „ de engte, dat het de vlucht naar de Rivier „ de Seine nam , en ook tot daar vervolgd „ worderide, begaf'tzigop een groot ysveld; „ zyne verhitte najagers, het zelfde fpoor „ houdende, ftapten insgelyks op- \ bevrooren Ele- (e) Leidsche Ntierd. Court. N. i8i  HARDE WINTERS. 195 $, Element, dat echter niet fterk genoeg, 9, om vier menfchen, waar uit dit gezelfchap „ beftond , te dragen, onder hunnen voeten ,, brak, en zy, benevens hunnen roof, ver„ dweenen op het oogenblik; dan vermits 'er geene Vaartuigen by der hand. waren, had„ den de aanfchouwers van dit Treurfpel, de fmert, van hun te zien verdrinken, zonder ,-, van eenigen diehft te kunnen zyn (ƒ). ïii yd l/jji.yy. fl9gjw>' .clfjjjjlov n5^..t«^.v»2ln„;«; Van Metz word gemeld, dot, gedurende de grootffe koude, een jong meisje, verloofd aan een Soldaat van 't Guarnifoen, die eerlang zyn «nifbg krygeri zou, gelegenheid tot een algemeen onderhoud" in de gezelfchappen gegeven had-, en bp wier rekening, de volgende byzonderheid verhaald word. „ Zy weetende, ,y dat haar Minnaar zig niet wel bevond en mid-( „ den in den nacht, op eenen kouden post, „ fchildwacht houden moest, begaf zig, om,, trent dien' tyd, derwaards, en bevindende, „ dat hy. veel moest uitftaan, wist hem einde-. „ lyk, door tedere fmekingen, over te halen, „ om haar eenige oogenblikken zyn post te la„ ten waarneemen, en zig aan haare woning, „ niet verre van daar, te gaan warmen. Naauw- (ƒ) Amsterd. Nederd. Court. NI «ff N 2  I96 TAFEREEL VAN „ Naauwlyks was zy met den fol daten, mantel „ gedekt, toen de ronde aankwam. Het arme „ meisje onkundig hoe zig te gedragen, werd „ ontdekt, en naar de Corps de Garde gebragt. „ Hier beleed zy, op eene geestige wyze, het „ geval; men zond aan haar huis, en vond den armen Soldaat, nog byna dood van koude, ,, fchoon by het. vuur zittende. Zyne makkers „ bragten hem eindelyk wederom tot zyne ken„ nis, en den volgende morgen wierd hy in „ arrest gezet. Men vreesde, dat hy aan den „ Krygsraad zou overgeleverd en als dan ter „ dood gevonnist worden; doch verfcheiden „ perfoonen hebben zig zyne zaak, en die zy„ ner lieffte, aangenomen, zo dat men onder„ ftelde, dat hy pardon krygen zou." ■ De Dames van Mets zyn voorneemens haar het üruidspak, zo alles wel gelukt, prefent te doen (g), •tnb ,-#t ,m»h htimf irKtm Uit Engeland waren de tydingen, wegens de ftrenge koude en de menigvuldig gevallen fneeuw, insgelyks, algemeeu. Op de werven te Portsmouth, had men den arbeid moeten ftaken, doch milddadige handen kwamen tusfehen beiden, om den nood der Be* (g) Amsterd. Nederd. Court. N. 18.  HARDE WINTERSÏ 197 Behoeftigen te verligten, en 'er gefchiedde aan- zienlyke geld - infchry vin gen. Van Londen wierd den twintigften February gefchreven, „ zeker Heer, welke weinig dagen „ geleden, in de Stad gekomen is, uit het „ Noorden van Engeland, verhaalt, dat de „ wegen geheel onbruikbaar zyn, door de me„ nigvuldig gevallen fneeuw en harde vorft. — „ Brieven uit het Noorden van Walles, zeg.„ gen, dat het deoudfte Lieden niet geheugde, „ dat in die Landftreek ooit zo veel fneeuw „ gevallen is, dan deezen Winter: inverfchei„ den Dorpen lag dezelve twaalf voeten hoog, „ zo dat de Boeren hun vee in huis moeften „ bergen. Onder het Gemeen heerschte groot „ gebrek aan mondbehoeften en brandftoffen; „ ook had men reeds verfcheiden oude arme „ Lieden . in hunne hutten dood gevonden, zo „ door de ftrenge koude, als door gebrek aan „ voedzel. - Van Salisbury word gemeld, ,, dat het aldaar den twaalfden dier maand, in „ den vroegen morgen begon te fneeuwen,en „ agt en twintig uuren achter een had aange„ houden. Zedert het Jaar 1740 geheugde „ niemand, dat 'er een zo zwaare en langduri,-, ge fneeuw gevallen was: want toen fneeuw„ de het eens zes en dertig uuren zonder op» ,, houden. De wegen zien 'er droevig uit, en „ op zommige plaatfen ligt de opgejaagde N 3 o öieeuvv,  19S tafueei, van „ fneeuw, van vyf tot tien voeten hoog. — „ Van Aberdeen word mede bericht, dat de „ fneeuw aldaar verbazend hoog lag, zodatde „ Inwooners dezelve, ter lengte van het Dorp, „ doorgegraven, en 'er een zoorc van gewulf „ van gemaakt hadden, dat van boven omtrent „ zes voeten dik was In Braband en Vlaanderen heeft men, gedurende deezen Winter, eene menigte onbekende Vogels gefchoten, als onder anderen eene zoort van wilde Kalkoenen, fchoon van veeren, genoegzaam gelykende naar de Inlandfche, maar grooter en zwaarder; alsook wilde Zwaanen en witte Eendvogels. Men vermoed, dat dit Gevogelte uit de Noordlyke gewesten overgekomen is, by gebrek van aas CO* Zwaare By zodanige hevige vorst en overal in zulke miïgen' menigte gevaIlen ^eeuw, was men in geene ge> ringe bekommering, voor het losgaan der Rivieren en de ontlating van de dicht, op een gepakte fneeuwvlokken. Niemand" echter verbeeldde zig, dat gewicht van rampen, welke by- Ut) Amsterd. Nederd. Court. N. 27. (0 Dezelfde, N. 35.  «ARDE WINTERS. IQ^ byria zo algemeen, als de ftrenge koude,ondervonden is. 1 Ys en water immers, fcheenen in verbond te ftaan , om de verwoesting te volmaken.en geene krachten011* beproefd te laten, ten einde de rust der Volken te ftooren. — Ons dierbaar Vaderland , als zynde de laatfte uitwatering der boven Rivieren, in Zee , loop fteets gevaar van overftrooming, zo dra de aandrang en verftopping van 't water, inMaasofRhyn te groot word en geene genoegfaame doortogt vinden kan (30). Dit juist gebeurde nu. (30) Om den jongen Leezer ceBbcknoptdi-nkb^cld te geven, van de vweeniging, of ftmenvIoeljiBgi itt Boven Rivieren met en in de Onzen, wwdoorwy, by een altezwaar opperwnror, najutaifrlicr wyze, in het lot deezer Gebuuren deCten , Zlrital v;y b in -v lchryven, het geen de ka.id :? >''•" ' 1 bellek, daar omtrent heelt opgegeven, De Nederlandsche Hóófd Rivieren, xegi hy, zyndeRHYN,de Maas en tij ScHEE.1 n. „ I. De Rhyn komt van boven,uit Zvdtzerland, „ door Duitschland, in de Nederlanden. Van Schen„ kenfehans ftroomt dezelve voorby Arnhem, IVa,, geningen en Rhenen , tot aan Wyk te Duurfte- 5) de. De armen in welke zy zig thans Ter- „ deeld, zyn, de Waal, Tsfel en Lek. „ 1 De Waal wendt zïg ter linkerhand, west- „ wnards, N 4  . 200 tafereel' van Aan den m1, Reeds den vier en twlnügflen Maas. January, wierd uit Luik gefchreven, dat de kant. ge- waards, van fchenkenfchans naar Nyme„ gen , en ftroomt by Loeveftein in de „ Merwe. 2 De Tsfcl gaat ter rechterhand af, by Tsfel~ „ oord, omtrent Arnheim, tot aan Does„ burg en verder, tegen 't Noorden, in de ,, Zuiderzee, n 3 Dc Lek, deeze fcheid zig van denRhynbj „ Wyk te Duurftede; ftroomt mede t»r „ linkerhand, westwaards en vermengt zig, „ met de Merwe en Maas. r „ II. De Maas, welke in Lotharinge ontfpringt, „ ftroomt, met verfcheiden bogten, na zig by Loe* „ veftein met de Waal, en by Krimpen met de Lek „ vereenigd te hebben, in de Noordzee. Van Loe„ veftein tot Dord, draagt de Maas den naam van „ Merwe; ook ontvangt zy in zig, verfcheiden tak,, ken, die aau haaien hoofdftroom, telkens, ver,, meerdering van water geven, te weeten, de Sambre, by Namen, de Oort by Luik, de Jeker by Maaft richt, de Roer by Roermond, cn de Nicrs by Cennip. „ hl. De Schelde, die op de Grenzen van Pikar., dye haar begin neemt, vloeit, noordwaards, tot „ Gent, alwaar zy de Leye, daarna Au. Dender , de Dcmer en Schyndel ontvangt,en verder voortftroomt, „ voorby Antwerpen en Zantvliet, alwaar ze zig in „ twee armen fcheidt, de Oost er en Wester Schelde , „ en dus in de Zeeuwfche proomen, en in de Noord- „ zee    H 4 R D ! W I S I E I i. fiOt geheele uitgefcrektheid des Lands , tot aan Maaftricht toe, onder lag, veroorzaakt door de verftopping van 't water, wegen de menigvuldige ysfchotzen , welker opftapeling in de naburige Dorpen , hooger was, dan de daken der huizen. — „ Geen menscb, zeg„ gen zy, geheugthet ooit de Maas zo hoog „ gezwollen gezien te hebben; men fchynt, „ van afftand tot afftand, niet dan fteile en „ ontzachlyke Rotzenteaanfchouwen, en hoog „ verheeven ysbergen, die dealleryslykftever- „ woesting bedreigen. 't Is thans de „ vyfde,maal dat de Rivier bevriest en weder „ ontdooit, en men heeft dezelve in den tyd „ van een half uur, drie voeten hoogte, zien „ ryzen. Op gister zyn wy oogge- „ tut- „ zee, valt." * enz. Zie, kort begrip der Geo-> graphie , naar aanleiding van J. Htibner, VI; Druk, 1758, bl. 115. 116. — Uit deeze fchets van den loop onzer Rivieren, welke in het hier tegen ftaande kaartje, voornaamlyk, zo ver de overftroomingen van deezen Winter, in zommige onzer Provinciën , betreffen, nader nagegaan- kunnen worden, zal men genoegfaam zien. dat wy de fuik of boezem zyn , waar in de boven wateren vereenigen, om zig in Zee te ontlasten, en wy daar door altoos, in zoortgelyke gelegenheden, meer dan anderen, aau zichtbaar gevaar bloot liggen.'  SOi TAFEREEL VAM „ tuigen geweest van eene allerakeligfle vertooning , namentlyk, een koets, waar in „ twee heeren waren gezeten, welke op een' „ dergelyken ysberg, de Rivier afzakte en waar „ aan het onmogelyk was eenigen byftand toe „ te brengen: 'er waren geene paarden voor„ gefpannen, dus twyfTelt men niet, of dezelve „ zullen reeds los gerukt en verboren ge„ gaan zyn (£)." De vorst, die zederd, tot den een en twintigften February, bleef aanhouden, verhinderde, voor als noch, degevaarlykegevolgen, maar zo ras de dooi begon door te gaan, wierden de vooruitzichten allerbekommerlykst. -—. Den drie en twintigften, raakte de Maas, by Maaftricht, aan 'c werken, kruidde vreeslyk op een, en het ys ftiet met zodanig geweld tegen de brug, dat de klok, die 'er boven hing, aanflbeg, en de wacht te rug moestwyken. Hier by kwam eene geweldige persfing van water, zynde de Maas, in weinig dagen, tot boven de negen voeten gewasfen , waar door byna alles , in en rondom de Stad, onderliep; een der poorten bezweek, en eenig muurwerk ftortte in (l). Van (*) Amsterd. Nederd. Court. N. 16. (/) Historische Court. N. 28. Amst2RD. Nederd. Court. N. 31.  harde winters. £03 Van den anderen kant wierden wy door Aan den den Rhyn -aangevallen, en van die zydeR-hy*1» hebben wy ook het voornaamfte geleden. Aan het einde van February , befpeurde men genoegfaam, uit het ongeregeld aankomen der Ryksbrieven, dat 'er zekerlyk, in die Gewesten, eenig kwaad fchuilen moest. Van Wezel had men, weinig dagen vroeger, tyding gekregen, dat 'er de fneeuw negen voeten hoog lag; dat de Rhyn eene fchroomlyke veriooning opleverde, en dat reeds, door het losgaan der ysdammen, hier en daar, Landeryen onder water Honden, fchoon de Rivier by Emmerik nog vast zat (»;> De bil- lyk gevoedde vrees werd, fchielyk, al te zeer bewaarheid. De eerfte Brieven van Keulen , welke men na die zorglyke vertraging, ontving, wekten fchrik en angst. —— Hemel hoe nair ftond het in die Stad, en in 't naburig Land, gefchapen! —— Hunne Jaarboeken zwygen, zederd drie eeuwen, van zodanigen verwoestenden Waternood , als 'er thans ondervonden wierd f». — Gy zult begeerig zyn naar de meerdere byzonderheden; wel (m) Leidsciie Ne de rd. Court. N. 24. X») RoTTERDAitsaiE CaurtK N. 39. 1  «04 TAFEREEL VAN wel aan, lees de volgende, die ons van eene echte hand zyn toegekomen, „ Den „ zeven en twingfle February,fchryfc men, „ was voor onze Stad Keulen een dag van „ fchrik angst en ramp. Den voorigen dag „ ftond het llhynwater nog binnen zyne ge woo„ nepalen,maar binnen den nacht begon het „ zodanig op te zetten, dat het den gezegden 27ften , 'smorgens ten zeven uuren, „ reeds op onze Hooimarkt begon te ftroo„ men, een plaats, welke zo oud deeze Stad „ is, nooit iets dergelyks ondervonden heeft; „ binnen een half uur tyds ftond het water „ reeds tusfehen de elf en twaalf voeten hoog, „ in myn huis, zo dat het zelfs met levens„ gevaar verzeld ging , om het een of an„ der te kunnen redden. Ik heb met myn „ Vrouw en geheel huisgezin , twee dagen ,, op den zolder moeten doorbrengen, Hechts „ met een weinig brood tot voedzel. Byna , „ de geheele Stad is overftroomd geweeft, „ en de pakhuizen onzer Kooplieden heb„ ben veel fchade geleden; van alle de Stads „ kraanen aan den Rhyn, is 'er Hechts een „ ftian gebleven. Het ys heeft een gedeel„ te onzer Stads muuren , zommige huizen „ en ichepen, medegenomen. — Te Deuitz, „ Mulheim en op andere Dorpen , hebben 9) de huize* tot omtrent aan de daken on- „ der  harde winters. 20$ „ der water geftaan,_en het geroep, om hulp , ,, was deerniswaardig. Te Deuitz is al hec „ Vee verdronken, en zommige wooningen „ zyn weggefpoeld. Te Mulheim worden de „ ingeftorte en weggefleepte huizen op 165 begroot; onder de fchepen, welke in dee„ ze algemeene verwoesting gedeeld hebben, „ is dat yan J. Da men , '1 geen over den „ Stads muur gedreven en weg is, en ,nog vyf „ anderen, die gezonken zyn (0)." Insgelyks hebben wy foor ons eenen onverdachten brief, uit Mulheim, vandeneerften Maart, welken wy aanmerklyk genoeg.vinden, hier in zyn geheel te plaatfen, doch om reden , met verzwyging van de meeste na- „ In den nacht van den zes en twintig febru„ ary, begon het ys in den Rhyn te werken ., en los te gaan, wanneer het water met zo„ danig geweld kwam opzetten, dat onze kerk, de Pastory, School en Armhuis, ingeftord \ zyn. Mejuffrouw D haare twee kinde- " ren, de Heer C , met twee Jonge- „ lingen, die 'er fchool lagen, zyn veronge- „ lukt, (0) Amstees. Nederd. Court. N. 30.  205 T A F u R e e L van' „ lukt , behalven nog raeer dan vyftig andere „ menfchen, en het getal der ingeftorte huii, zen word op 160 gelehat. «—■— O ban» „ ge nood! — De genadige God ech- „ ter heeft het Gezin van den Predikant „ Brugmans, juist den avond te vooren^ „ bewoogen, om zyne Woöning te veriaten; „ fchoon al zyn huisraad verleren is. . „ Wy, God zy eeuwig daar voor gedankt! „ zyn, in'deete byna algemeene bezoeking, „ verfchoont gebleven. Op den Dam, „ in de Stockgnsf en aan den Rhyn, is geen „ een huis te /vinden. &e« elende , myn „ Vriend! kaïi öé pen niet feefchïyven. Zederd vernam meft ;dac de Rhyn, den tweeden Maan, op gehouden had te werken, eri dat toen het ys, werwaards men 't oog wende zig als een reeks verheven'duinen vertoonde' welke aldaar geplaatst fch'eaen, om de woede van 't water te' keeren, waar van teDeurz al het voordeel genoten werd, vermits de opeen geftapelde fchoraen, die plaats merklyk bevei* ligd hadden (p). Eenige voornaame Kooplieden te Keulen, ter \J>) Amsterd. Nederd. Court. N. 30.  «ARDE WINTERS. Ü07 tér verhoeding van verkeerde berichten, fchreven, weinig degen later, aan hunne mede handeldryvende vrienden, elders,eenen rondgaanden brief, behelzende het verhaal der rampen, hunne Stad overgekomen, welke ten bewys van echtheid, door den Stads Sekretaris ondertekend en met het Stads Zegel bekrachtigd werd; hoofdzaaklyk uitkomende, op het geen reeds hier voren gemeld is, en waar uit verderblykt, dat zestien hollandfche Keulsvaarders, bchalven eene menigte bovenlandfche fchepen, docr dit ongeluk , vernield zyn geworden . , 'Dit beklaaglyk toeval bleef niet Hechts be. paald, omtrent deeze hoogte des Rhynffrooms, maar. deed ook zyne uitwerking, nederwaards, gevoelen, tot zo verre, daar die Rivier, zig by ons, in Zee verliest. - Van Emmerik fchreef men, den derden Maart, dat het „ water, tusfehen de vyf en zes duimen hooy, ger gereezen was, dan in 't Jaar 1740, en dat op drie onderfcheiden plaatfen, de Dy„ ken doorgebroken waren. Te Rees lagen drie „ huizen in geflort en't opgekiuidde ys bereikte „ byna de hoogte van den Stads muur.Te Husfen „ waren twee huizen omgevallen, agt men„ fchen en twee en veertig fluks Vee verdren- ., ken, (q) ROTTERDAMSCHE Qurt. N. 33.  Öo8 TAFEREEL "V A N „ ken, en de vliegende brug aan het Spiek, ,. door het ys en 't water, verbryzeid. In k. „ kort, de naarheid, hier en elders, is niet uit „ te drukken (?•)." derUnd Ü£ vei''rcIieic}en Dykbreuken in 'c Kieefschen Over-^ar-^> verhaastten, natuurlyker wyze,de overysfel. ftrooming in deeze Gewesten, voornaamlyk in Gelderland en Ovëryssel, opwel? ke Provinciën de eerfte en fterkfte aanval was (30- Ce Waal voor Nymegen, welke den agt en fccinügflen February los ging, maar zig 'savonds wederom vastzette, raakte den volgenden avond, op nieuw, aan''t werken, doch verdopte andermaal, waar door het water in den nacht van den eerflen Maart,• zodanig vermeerderde, dat de Rivier * die. weinig uuren te vooren ..Hechts twaalf voeten hoog ftond, fchielyk tot op vier en twintig voeten aanwastte, zo dat de geheele Provincie onder •water gezet wierd en zeventien dykbreuken, tusfehen Schenkenfchans en Thiel /veroorzaakte, van Wezel af, tot by Bommel, liep alles onder, en tusfehen Kleef en,Nymegen, vernaUtiH 'ij'nth&i'è tnb'ïfiv arooodfr.t&fr (r) Amsterd. Nederd. Court. .30. (3O Zie de Noot 30, vergeleken met het daar tegen overgeplaatfte kaartje. .c'£ M Ai»*) aiböiAïtaarro-a: Vi  IGOB A1.J.K>VN' IS TTUKK.X.A."NBS HEBBEK.   HARDE WINTERS. 200; zekerde men, dat 'er meer dan vyftigmenfchen en een groot aantal beesten verdronken zouden zyn. De oudtte Lieden konden zig niet herinneren, eene dergelyke water verwoesting beleeft te hebben; meer dan .dertig uuren in 't rond, vertoonde zig alles als eene openbaare Zee. Hierby kwam nog een.droevig ongeluk: zeven peribonen, voorneemers de noodlydeaden, aan de overzyde der Waal, eenigen onderftand te willen toebrengen, vertrokken met eene aak derwaards, afgeftoken zynde, floeg het vaartuig om, en zy allen, op een man na, verdronken (t). —- In 't kwartier van Arnheim en in dat van Zutphen, beiden zig uittrekkende, langs den Ysfel, tot aan de Zuiderzee , ftond het niet beter gefield, alle gemeenfchap tusfchfft Overysfel , Zutphen en Deventer was, aan de Landzyde, afgefneden. Van Kleef tot Arnheim, lag mede alles onder water. - 1 - In 't kort, het fchouwtooneel was hier, aan alle kanten, even deerlyk, hoewel het, in dien nood, aan geene liefdenryke hulp ontbrak ; elk toonde z'g evenyvrig, den armen Landbewooner te redden, of milde handreiking te doen(3s> Gelukkig, dat (j) Amsterd. Nederd. en Rotterdamsche Couran> ten, N. 30. (32) Zie de Rotterd. Court. N, 30, 31. Den " ' ' Ö ' 17  »IO TAFE;REEL VAN dat in 't midden van deeze rampen, de Rivieren in Holland tydig open waaren, om ys en wa- 17 Maart werd , van wegen den Oeconomischen Tak , Departement Amsterdam , eene Bekendvnaking gedaan, waar in zy onder anderen zeggen, „ dat „ de droevige berichten uit alle oorden aan 's Lands „ Rivieren grenzende, door overltroomingen en door. braken, alle denkbeelden van het akeligst treurto„ neel te boven gaan, terwyl van meer dan honderd „ Steden en Dorpen, veele duizenden Ingezetenen, „ zig op eenmaal van huis en have ontzet vinden, „ en voor het naauwlyks geborgen lyf deeerftenood„ .wendigheden tot le\ ensonderhoud volftrekt ontbee„ ren, ja, nog in langen tyd, zo min uit den grond „ dien zy bewoonden . als van hun vee. dat groo„ tendeeis in den nlgemeenen vloed verzwolgen is, eenig beftaan zullen vinden, om niet te ipreeken „ van de bittere fraart,die mcn%te hunner om 't ver.lies van Echtgenooten, Kinderen of Ouders, jam„ m-rlyk omgekomen, zo zy al het vadies van goed „ en huisraad voor niets telden, treffen moet." Waarom zy lieden door verfcheidene edelmoedi„ ge Vaderlanders aangezogt waren , welke meenden, „ dat eene gevestigde vergadering , die door gantsch „ Nederland bekend was en conespondentie kon on„ derhoudui, best gefchikt was, om van alle oorden nauwkeurige berichten te bekomen , en volgens de. zelve de meest evenredige verdceling te doen van „ die siften, met welke mededoogende zielen hunne natunrgenooten wenschten te hulp te komen; met „ alle bereidwilligheid, fchoon het anderszints niet tot bmnie gewoone verrichtingen behoord, op zichge, noomen hebben, zo veel in hun is, toe te brengen 11 ter  h a R d e winters. 211 water den doortogt te geven, anders zou het ongetwyffeld , met ons geheel Vaderland, deerlyk uitgezien hebben. Dank zy de goede VOORZIENIGHEID voor deeze uitneemende bewaring! In 't naburig Braband zag het 'er even bekommerlyk uit. Den zeven en twintigtten February, fchreef men ons uit Antwerpen, ,, de dooi, welke met een Zuid-Westen wind „ en regen, den een en twintigften begonoen is, heeft de opgehoopte fneeuw in de bergach„ tige Gewesten van Braband, fchielyk doen „ fmelten, waar door zwaare overftroomingen „ veroorzaakt zyn, aangezien het aardry k, door „ de vorft nog geheel geflooten weezende, 't vlietend water niet verzwelgen kon,datinde „ binnen Rivieren terug gehouden werd, door „ de opgehoopte ysfchotfen. Volgens geloof- waardige berichten, ftond de beneden Stad van „ ter bevordering van het loflyk oogmerk hunner „ waarde medeburgeren, zo dat daar uit het meest ,, mogelyk nut, op den meest gelyken voet.getrokken werde. Gelyk zy dan ook verder, in deeze Bekendmaking, de nodige fchikkingen opgeven, die zy, zo tot den ontvangd der liefde • gaven . als omtrent de wyze van uitdeeling , bepaald hebben Amsterd. Nederd. Courant N. 34* ■ O 2  212 TAFEREEL VAN „ van Leuven, langs de boorden derDyle,en „ haare zydltroomen, geheel onder water; een brug, by het Gaftbuis, was weggcfpoeld, „ en over de hoogfte brug aan de Vismarkt, ,g droomde het water,* de kerk der Paters Au- gustynen liep onder; in verfcheidene dai„ len, moeft men gaten in de muuren maken, „ om 'er de paarden uit te krygen; op andere „ plaatfen was het Vee verdronken , en tot „ overmaat van ramp, hebben veele Inwoon„ ners de wyk naar de boven - vertrekken moe- ten neemen, zonder voorraad van eetwaaren „ en brand - doffen , fiechts wachtende, dat „ men hun te paard eenigen onderdeunins toe- bragt, vermits men gebrek aan vaartuigen „ had, om hun fpoedig te hulp te kunnen ko„ men. De water - Molens hebben ook zeer „ veel geleden. Eergider evenwel begon het ,5 water te zakken, en dus de elende te vermin- deren. • TuiTchen Brusfel en Vilvoor- „ den was het mede deerlyk gedeld. In de „ zogenaamde Kasfey ■ weg, naad de Vaart, wa„ ren drie gaten doorgebrooken, zo breed en „ diep, dat de Post 's nachts niet paffeeren dorst, „ en tot den dag moest blyven wachten (t) Te (?) Amsterd. Nederd. Court N. 35,  HARDE WINTERS." 213 • Te Mechelen waren de omftandigbeden niet gunftiger; in eenen brief van daar, den eerften Maart gedagtekend, word gemeld, dat ook die Stad half onder water ftond; dat men verfcheiden bewooners, die na de boven verdiepingen de vlucht genomen hadden, het brood en andere benodigdheden, te paard, doör de vengfters, toedeelde. De meeste Dorpen aan de Dyle, boven die Stad, lagen overftroomd, en het geheele Land fcheen eene openbare Zee gelyk. Zederd was het water geluk¬ kig geloost, 't geen men grootendeels toefchreef, aan den weinigen, maar voordeeligen, zuiden wind, en de kalmte van ebbe en vloed, waar door de fiuizen behoorlyk hadden kunnen werken O)- Deeze gunftige wending van zaken , langs de Schelde, Was ook voor dit Land,eenen byzonderen zegen. Duslanig is het by ons en by onze Gebuuren, zo ver de wederzydfche Stroomen, met elkander gemeenfchap hebben, in de beklaag- lyke overdrooming gefteld geweest. — Eene enkele trek zal genoeg zyn, om U een volledig denkbeeld te geven, van den ftaat der Landbewooners, in dat oogenbliklyk gevaar. Het (u) Gazette van Antwerpen, N. 18. is». O 3  £14 TAFEREEL VAN Hot zyn de woorden eensbriefs uit Beuzichem, in 't Graaffchap Buuren, ons toegezonden — « verbeeld U vooraf, zegt de fchryver, een ,, groot aantal menfchen, door een allerftreng„ ften Winter, tot de uiterfte armoede gebragt,. », 'tgeen aan onze Armbezorgers niet weinig be„ kommering baarde, om behoorlyk voor de „ Noodlydenden te zorgen ,• voegt hier hy eene „ zo geduchte Waterbezoeking, waar door hier „ alle huizen onder gezet zyn geworden, ja „ zommigen tot hoog op de daken, zo dat vee„ le Ingezetenen, benevens hun Vee, niet dan met levensgevaar, en dat nog naauwlyks,te „ redden waren, en gy hebt de tekening naar „ waarheid. „ 't Gebrek aan fchuiten gaf hier een. droe„ vig vooruitzicht: want het fchjelyk aanftui„ vend water overheerde ons als in een oogen„ blik; 't gekerm der menfchen, het fiaan op „ ketels,om hulp, en 't geloei der runderen, „ dat van alle kanten gehoord werd, vervulde „ den onvervaardfien met febrik en angst. —„ Eenige vond men. bezig hun Vee door de ,, daken hunner huizen te redden, en weeran„ deren ftonden tot onder de armen toe in 't „ water, om denzelfden fchat in veiligheid te „ ftellen. In een oogenblik was de „ kerk opgepropt met runders, paarden , feba- » pen  HARDE WINTERS-. $15 „ pen enz., doch dezelve veel te klein zynde, om de menigte van 't Vee te bevatten, wier„ den de overigen, zo veel dqomftandigheden „ toelieten, elders, het grootfte gevaar onttrok- ^ jien> , Geheele huisgezinnen , die „ op de zolders de vlucht genomen hadden, „ zyn, door eene roemenswaardige vigilante, „ uit de dooddreigende gevaren, mede nog „ gelukkig gered, en in het choor der kerke , overgebragt, zonder iets te hebben kunnen. " bergen, en die dus alles kwyt zyn, wat zy „ in de wereld hadden; hunne wooningenlig„ gen ingeftort, zommigen geheel,en anderen „ gedeekelyk, en hunne goederen zyn weg„ gedreven, of bedorven." „ Nu zit men nog, tüerren elders, door „ liefdadigheid, onder dak, en geniet, met on" ze weldoeners, nog eenige geringe verkwikkinge; maar als men eens naar t zyne moet wederkeeren, helaas! dan zal men eerst de „ Hagen gevoelen: verbeeld u deeze menfchen, , ftaande voor hunne neêrgeftorte huizen, bc '„ roofd van alles, terwyl anderen, die nog hun „ vee behouden hebben, vergeefs naar voeder „ omzien, om dezelve by 't leven te bewa„ ren De (v) Amsterd. Nederd. Courant, N. 35* O 4  Sl6' 'tafereel van « De boven Rhyn en andere Rivieren, die het Duitsche Keizerhyk en zyne aangrenzende Landen, bewateren, vertoonden zig niet anders, dan eene algemeene zondvloed. In de laatfte dagen van December des vorigen Jaars, had de RivierMarofch, welke in \ Noordoostlyk deel van Zevenbergen ontfpringt, aldaar, en-in 'tgefpanfétóp Arad, in Honoary.b reeds merklyke verwoesting aangericht \ vu). i" Bofte» In Boheeme was het Water geweld memen- de geducht; men fchreef, den vierden Maart, uit Praag, dat de Muldau, welke die Stad bëftropmt, aldaar verfcheiden huizen deerlyk gehavend had; het water was zo diep in den grond gedrongen, dat de fundamenten van zaan» mige gebouwen in beweeging geraakt zyn,en dat men drie kerken heeft moeten ftutten, om de inftorting'te vermydiwintigfien, alle „ houten bruggen, door het:ys, dat zy mede „ voerde, weggerukt wierden- Den a8ften, „ r.iakte de Donau, hier en daar, in beweeging, „ doch zette zig wederom dep volgenden mid„ dag, en zit nog, op dit oogenblik. Mee „ gevolg is geweest, dat alle onze Voorheden, door het opgeftopte ys, onder water gezet zyn. Daar het nu op nieuw wederom vriest, „ duchtten wy het zwaarfte nog niet gehad te „ hebben. (Vi)." Den f» AMSTEJtn. Nederd. Court. 35. 0) WiEWLR-Zeitutig, N. 17.  H A R O E W I N ï E R S. 219 . Den. negen en twintigften February, h mor- In Belegens , raakte de Donau voor de Stad Re,rengensburg, aan 't werken , en 's micdags, omtrent ten vier uuren, zagen zy de oogen-: blikken naderen, die hun de deeiiykfte verwoesting aankondigden , alle harten beefden, nu tan fchrik en vrees, en men befcaouwde elkander met oogen van medelyden, welke de fiilzwygende vraag deden: wat zal er indeezen avond en nacht,van ons worden? ~ Eindelyk, dus luid een bericht van daar, „ naderde het geducht tydftip, en 't water, „ met drift aangeftuwd , rees tot e?ne ver-. „ vaarlyke hoogte , omtrent gelvk aan den ,, vloed des Jaars 1729; het dryf-ys oeftbn-, „ de dra zyne woede ,tegf?n onze binnen den „ Donaubrug gelegen Slyp -.molen , welk , j, benevens alle de verder»- da;irbyftaande Ge.-> „ bouwen, uk den grond opgeheven werd,. „ en bragt- eene aanmerklyke fchade aan da „ brug zelve te weeg. Demiddenbrug,waaB mede men naar zeker Eiland pasfeert, werd door den ftroom opgeheven en onbruikbaar „ gemaakt, waar door aan de bewoon, rs vaat „ dar Eiland, alle gemeenfehap met de Stad, „ was afgefneden, en zy in de onmocglyk„ heid gefreld , de vereischte benodigdheden , te kunnen erlangen. ■ f Inr de> SJadl „ zelfs drong het waar,.met de groïr  2SO TAFEREEL VAN „ vïgheid, binnen. In 't kort,alles „ by en omtrent ons, fraat onderwater; veel is ., 'er verwoest, en nog, in dit oogenblik, dreigen „ ons groorer gevaren. Overal in den Do- öau ziet men ftukken en brokken van inge„ ftortte Boeren woonirgen , met den ftroorm, „ mededryven (z).n I„ Fran- Te Neurenberg en in dien omtrek, zag bet kenland. nUt bekhaglyk uit, het water oeffende 'er insgelyks eene verbazende woede, waarvan men zederd verfcheiden eeuwen geen voorbeeld gezien had; ook was dit toeval hun te vreemder vermits men aldaar met dergelyke rampen onbekend was. Ondertusfchen de fchade, welke zy ditmaal leden, en de angst, die zy ondervonden hebhen zal hun lang aan dit tegenwoordigjaar doen gedenken. 't Was in de Stad zodanig geiteld, dat men zelfs de zieken uit het Hospitaal met booten redden moest. By dit alles vervulde het klaaggefchrei der arme Inwooners, die bevend naar redding omzagen, de ruime lucht, om dat de hulp zo fchielyk niet kon aangebragt worden, als men wepschte (a). Te (z) Amsterd. Nederd. Court, N. 33. . f» Dezelfde, N. 32.  HARDE WINTERS. 2SI - Te Heidelberg en Manheim zag alles, iris- Iu de gelyks , even beklaaglyk uit. Ys en Water richtten 'er deerlyke verwoesting aan, en wat beiden in den weg ftond, werd mede gefleept, of verbryzeld; de hier en daar, in haast, opgeworpen dammen, waren onbeftand voor het driftig aanftuiwend water; drie uuren, en verder, in den omtrek, ontdekte men niets dan daken van huizen en de toppen der boomen — welk verderf, zegt zeker brieffchryver, heefc ons dees Winter aangebragt! Uit Hanau fchreef men, den eerften Maart, dat men in die Landftreek nimmer zodanige ge fchapHa wichtige en algemeene overftrooming beleefd nau. had, als men thans aldaar ondervond Inde huizen der voorftad en op meer andere plaatfen , ftond het water eene geheele verdieping hoog. Men zag 'er, langs den Main,gebroken houtvlotten, meubels en verdere teken* eener treurige verwoesting , die op den ftroom dreven. De vrye Ryksftad Frankfurt en haare voorftad TeFrankSaxenhaufen, wierden ook jammerlyk geteisterd. Jgg^ Ter laatstgemelder plaatfe,gebeurde,onderan- en naby. deren, in den nacht van den vyfdcn Maart, gjg een droevig ongeluk, door het inftorten van twee huizen aan de Rivier ftaande, en het was niet,  222 TAFEREEL VAN niet, dan door een ixS&fma beltuur der Voorzienigheid , dut de arme Inwooners nog ontkomen zyn, fchoon ten koste van eenen zuigeling, die waarfchynlyk onder 't puin begraven ligt. De berichten uit de Nabuurfchap waren niet troostlyker. „ Een fchipper, meldde „ men ons, vaa Miltenbergaangekomen,heeft „ de droevige tyding medegebragt, dat aldaar, „ kort voor zyn vertrek, dertien digt aan den „ Main ftaande huizen, met verfcheidene men„ fchen, ingeftort waren. De kraanen te Kit„ zingen zyn, door het ys, op een vierendeel „ uurs voortgefieept en op de brug waren aan ,, beide kanten de muuren weg. -.. Te „ Marktfteffi: zyn de huizen meest befcha„ digd en het Koophuis heeft veel geleden. „ Te Marktbreith is de kraan geheel „ verwoest, insgelyks het Koophuis en wat 'er byfïond,grootendeeis geruïneerd. Te Ochfenfurth is de Tol-tooren en twee „ pylaaren aan de brug, en te Zomerhuizen het „ Wagthuis, geheel weg. De fchade, die de „ R ivier de Main, boven in het Land, aangericht „ heeft, is onbefchryibjk ($." Rampen en wederwaardigheden zyn nutte leer- fchoo- (F) Ajisterd. Nederd, Court. N. 31. 32.  flARDE WINTERS- 223 fchoolen, voor den mensch. Dit begreep ook de brave dorpmeester van Eberftad, welke,mes honderd en twintig zyner kweeklingen, by gelegenheid deezer algemeene Overftrooming, den Frankenberger Slotberg beklom en hem de reden hiervan gevraagd zynde, ten antwoord gaf, „dat • hy het zig tenplichtrekende, zyne Jongelin" gen der waards te geleiden, en hun, terpraat" fe waar zy anders gewoon zyn, vrolyke en bekoorlyke uitzichten te aanfchouwen, door " 't zien van dit ftatelyk maar aaklig watertoo',' neel, een denkbeeld te geven van de Maje" fteit en Almagt des Scheppers "gelykhy hun dan vervolgens, met den vinger, alle de by zonderheden aanwees, en elk van dezelve tot voorwerpen van zyn onderwys maakte i^c). Uit verfcheiden Landfchappen in Saxen, ln Saxen- aan de Opper- elbe gelegen, en met welke zig land. meer andere Rivieren vereenigen, zyn de ontvangen tydingen even ongunftig. In zeker Dorp aan de Saai, was de aandrang van 't water zo geweldig, dat hetzelve,in minder dan één uur. Lna geheel, overltroomd lag; dertig Boeren wooningen en tuinhuizen wierden door eene aanhoudende vloed van zes en dertig uuren, vergt) Eiuajsiger Real-zeitung, N. 2.  £24 TAFEREEL VAN verwoesten vernield. — Het benedenfte gedeelte der Stad Jena,ftond onder water, en de brugmolen, eene der grootfte, werd met den ftroom weggefleept, by welke gelegenheid drie paarden, benevens een os, verdronken; ook was 'er nog meer ander vee omgekomen. —De oude Siad Meisfen, na welke het omgelegen Land den naam draagt, werd mede deerlyk geteisterd. De Elbe bereikte aldaar eene hoogte , waar van in deeze eeuw geen voorbeeld is. Hout, fchuiten, fchepen, fcheepsmolens,verdronken menfchen en vee, alles dreef ondereen , langs de verwoestende Rivier. Zeker koolbranoer, behoorende tot de Porcelein Fabryk, wiens wooning dicht aan de Elbe ftond, weigerde, in weerwil van alle waarfchouwing, om dezelve te verlaten, en werd benevens zyne vrouw en vier kinderen, het flagtoffer van eigenzinnigheid. Zyn huis, door 't warer ondermynd, ftortte in, zonder iemand te kunnen. Het laast, dat men hem gezien heeft was door een der dakvcngfters, doende toen nog eenige pooging tot redding, maar vergeefs; naderhand heeft men een meisje, van omtrent tien jaaren, onder de puin gevonden, waar van alle de leden gebroken, of verpletterd waren. Verder was door de woede des waters, een der Scheepsmolens losgeraakt, welke met den aio-  HARDE WINTERS. 32g molenaar 'er boven opzittende f weg dreef; de man echter werd nog gelukkig gered. In de Stad ftond het water zo hoog, dat men, zelfs te paard,' de ftraaten niet konde doorkomen. De elende der Inwoonèrs was onbefchryfiyk, en men had, vooral, gebrek aan brandhout. De grootfte hoogte van het water is geweest, twaalf en een halve ei, boven de. middelhoogte der Elbe. Na den kant tvanDresden ftond alles blank en men vreesde bittere tydingenvan rondom te hooren (d). — Zederd hebben wy yernomeny dat de Rivier, achterMeisfen, door het opgekruidde ys, haar loop veranderd had, waar door veele plaatfen, wier ondergang gewis fcheen, behouden bleven, en andere, welke zig veilig voor 't gevaar waanden, jarnmerlyk gehavend Zyn (e). ïn Italië en in Vrankryk waren de in Italië Rivieren, hier en daar, insgelyks, uit hunne jjj1"* beddingen getreden en hebben op zommige plaatfen, overftroomingen veroorzaakt, doch geenzins in vergelyking vanvdie, welke byONS en in het Duitsche Keizerryk ondervonden zyn. — Zeker buitenlands fchryver ,' he- ■ (d) Amstkd. Nederd. Court. N, 33. ' {>) Dezelfde , ,N. 46. • i. P  iZÓ TAFEREEL V A H begroot de fchade, door deezen byna algemeenen vloed,aanDuitfchland toegebragt,opruim twee honderd millioenen Daalders, behalven nog de nadelige gevolgen, door 't vernielen en onbruikbaar worden, der Akkers, Wynbergen en Plantfoenen. De verderflykfreOorlog,zegt hy, heeft nimmer, in zo korten tyd, zulke verwoestingen aangericht, alsde waternooddes, jaars zeventien honderd vier en tagtig (ƒ> HISTORISCHE BYZONDERHEDEN. Aanzien- Verdiende immer de Armoede een wezenlyk lyke lief. voorwerp van milddadigheid te zyn , het was gede-giften, durende deezen Winter, en wy kunnen niet voorby, tot eer onzer Landgenoten aan te tekenen , dat behalven de ftille liefde giften, de openbaare inzamelingen groot en aanzienlyk geweest zyn. Hier ter Stede gefchiedde, den drie en fwintigften February, op aanfcliryving vanHeerenBurgemeesteren, eene collecte aau de huizen, tot ohderftand der Behoeftigen , van alle Gezinten, by welke gelegenheid, door Wykmeesteren en Gekommitteerden tot de fchaalen,. een fomvanw'er en zestig duizend, zeven honderd zeven en zestig guldens en tien fiuivers, opgehaald werd (g), en men (ƒ) Hamburger Staats and gekhrte Zeitung , N- 7'- ' (g) Amsterd. Nederd» Codri. N. 23 en 25.  HARDE WINTERS. &ü? men heeft reden te denktn,dat dezederdverzogtc onderfteuning, door de Beftuurderen yan den Oeconomifchen Tak, ten behoeve van den on, gelukkig geworden Landman, niet minder gewichtig zyn zal. Deeze Stad, welke in langduurige Winters, Dagverdoorgaans, gebrek aan verfch water heeft, het den ys_ reen met fchuiten van boven Weesp gehaald en breker, herwaards gebragt word, bevond zig, omtrent het einde van January., deswegen in groote vereenheid, zo met opzicht tot het daaglyks ge* bruik voor de Inwooneren, als ook ten dienfte der Brouweryen, waarom Heeren Burgemeesteren befloten, vermits de gewoone Ysbreker, wegens de dikte van het ys, het werk alleen niet verrichten kon, de vaart van Amfterdam tot aan Weesp, te laten opzagen, en hem dus den weg te banen. De Bellimrders van Stads Werken vervolgens gelast zynde , om, onder hun opzicht, deeze zaak, zo fpoedig doenlyk, ter uitvoer te brengen, namen nog dien zelfden avond,zynde den 'dertigften Januury, aiTpraak met de Brouwers, in eene daar toe belegde byeenkomst,zo omtrent de fcliikking van het werk, ais wegens de gereedfchappen, die door de Stad en door hun& zouden geleverd worden. Den volgenden morgen, vroegtydig, wierden, door den Directeur"'cwdriaan. ruim vier honderd man, meest Stads Modderbeden en Gravers, tot dit werk aan* gefteld, en in ploegen, elk vanvyftig, verdeeld by elke ploeg tWee Opziemlers gevoegd en de nodige gereedfchappen gegeven'; ook gaf men p K aaa  2 f8 TAFEREEL VAN aan yder der werklieden een briefje, waar op heï' Stads Wapen en 't jaartal , aan de eene zyde, gedrukt was, en aan den anderen kant de ploeg gefchreven ftond, tot welken zy behoorden. De Directeur J. S. Creutz vermeerderde, het getal nog met zestig Timmerlieden en Sjouwers van Stads Timmertuin,die doorhem mede'derwaards gezonden wierden. —— Het loon, voor yder deezer werklieden, was vier Schellingen !s daags? benevens zekere portie brood , kaas en jenever. Alles nu gereed zynde, om den arbeid te beginnen , zond men eenige manfchap van den Ysbreker vooruit, om de ftrekfcing en de breedte van het flop te bepalen, welk laatfte op de wydte van twintig voeten gemaakt werd. Na mate nu, dat men het flop opende , volgde de Ysbreker met tien waterfchuiten achter hem ; op denzelven bevonden zig daaglyks één of twee Brouwers , die het bcftuur over deezen , en de waterfchuiten, benevens de daar toe behoorende paarden, hadden, van welke laatfte het getal zomtyds wel tot tagtig beliep. Dien dag vorderde de Ysbreker, tot byna aan den Omval. Den eerften February, verving de Directeur Creutz, Coudriaan, en dien avond kwam de Ysbreker tot aan de Duivendregtfe-brug. . Vermits nu tot bevordering van het werk nodig ware, zolang men zien kon, voort te gaan, wierd goed gevonden, het werkvolk van een vrybriefje aan de Stads-poorten te voorzien, met Stads Wapen en gefchreven datum, en het getal der arbeiders' met-nog vyftig.man, uit de Stads Metzelaars en Op-  HARDE WINTERS. 22Q jOprjcrluiden te vermeerderen, zo dat men ruim vyf honderd man, tot dit werk , gebruikt heeft. Ook was by elke ploeg eene handflede, voorde mondbehoeften, en eene andere voor de.gereedfchappen. Een man bezig, om een der fchotzen onder water te fchuiven .brakdezelve,waar door hy zig, tegen het vaste ys, zwaar kwestie , doch hy is zederd wederom volkomen herfteld. Den tweeden February , had de Directeur Schilling het opzicht, en de Ysbreker, met de waterfchuiten, kwam rotvoorbydeDiemerbrug, Den derden February, naderde de Ysbreker, ondc- het opzicht van den Directeur van der Harp, tot omtrent de plaats Gazeperdam. Den vierden February, had de Directeur Creutz andermaal het beltuur op zig genomen, en men vorderde tot voorby de Gynbrug. Mier zynde,: wierd geoordeeld van niet verder de vaart te ope. nen, maar vindende, dat het ys tot aan Weesp toe, op zommige plaatfen zo dik was, dat de Ysbreker zulks niet konde verbryzelen, befloot de Directeur O-ewfs, om de Vaart tot Weesp te openen, doch met alle mooglyke voorzichtigheid, aangemerkt op veele plaatfen , wellen gevonden wierden, alwaar het ys Hechts twee duim dik was, en wederom, op eenen korten afftand, w,el zo veel voeten. Men kwam echter dien avond gelukkig by de gemelde Stad, alwaar hy Directeur het werkvolk afdankte, uitgenomen vyftig Metzelaars en Opperlieden, die men te P 3 Weesp  230 TAFEREEL VAN Vccsp deed blyven, om 's morgens te vroegty. diger aan 't werk te gaan. Het water werd aanftonds door de Brouwers geproefd en bevindende , dat 't, even buiten de fluis van Weesp, bekwaam en goed was, droegen zy vervolgens zorg, dat de vaart, tot bui-ten de fluis, iu de Vegt, geopend wierd. Den vyfden February, 's morgens, werd het overige ys tot-Weesp, opgezaagd, zo dat reeds ten elf uuren, de waterfchuiten buiten de fluis lagen, en het water intapten, waar door men gegronde hoop had, van dien eigen avond,met den Ysbreker en de waterfchuiten, te Amfterdam te komen; maar tegen den middag begon het een ftorm te waaijen, verzeld met zwaare fneeuwbuijen. 'Men voegde toen de gevulde waterfchuiten achter den Ysbreker , en verdeelde de paarden in dier voege, dat 'er twintig voor den Ysbi'eker en de overige voor de water fchuiten geplaatst wierden; de vaart begon, doch wind en fneeuw waren zo fterk en aanhoudend, dat 'er geene mooglykheid was, om vooruit te komen> en de jagers Ipandcn, tegen wil en dank, de paarden los en reden naar huis. ——• Den zesden February, ftelde men alles te werk,om weg te vorderen, maar vruchtloos; twintig paarden voor eene fchuit gefpannen, en nog een touw aan de mast gebragt, waaraan ruim dertig man trokken, waren niet in ftaat de minfte beweeging in het vaartuig te brengen, aangezien de Vaart, door de menigte gevallen fneeuw -dicht lag. Na  harde winters. 5>3I Na verder alle mooglyke poogingen gedaan te hebben, fchoon zonder uitwerking, keerde de gezegde Directeur Creutz, met den Heer Brouwer , Dekker , naar Amfterdam, om van dit toeval den Heer Burgemeester Eli as, Prefident ïhelaurier, verflag te doen, en nadere bevelen té vragen; welke hem Directeur gelastte, te onderzoeken, of 'er mooglykheid was, de Vaart op nieuw te openen, en zulks zo zynde, als dan, zonder tydverzuim, alles, in 'twerk te ftellen , wat hy daar toe nodig oordeelde. Den zevenden February. begaf zig de meergemelde Directeur Crmiz met eenige manfchap, en verzeld door twee Brouwers, n»ar de opgebytte Vaart, om behoorlyk onderzoek te doen, wanneer mcnbevondt, dat op veele plaatfen het oemaakte flop, tot aan den grond, volfnteuwlag en wederom op andere , niet dieper dan Hechts twee voeten. Den agften February, ontbood de Directeur Creutz naar Weesp, honderd vier en twintig man, zo Timmeilieden , Sjouwers,. Metzelaars, als Opperlieden , benevens de nodige gereedfchappen, om aanftonds den arbeid te hervatten, doch wel ras bevoudt men, dat het werk met omzichtigheid moeft behandeld worden , aangemerkt de" ongelyke dikte van ys en fneeuw ïrt liet opgebytte flop $ dus moest men eerst al de fneeuw met fehoppen uitfpitten en op den weg werken, liggende de fneeuw op de meeste plaatfen in de Vaart, zeven voeten diep. Het p 4 werk  TAFEREEL V A W \vek re zwaar zynde voorde weinige manfchap, Wierd meerder volk derwaards gelast, tot byHand, zo dat het getal fchielyk,tot vyf honderd man aangroeide, b.ehalven het werkvolk op den Ysbreker en de waterfchuiten, die ruim vyftig man belieppen; ook had men daaglyks, tusfehen de vyftig en zestig paarden, tot dip werk,no#g. Den dertienden en veertienden February, wierd de Directeur Creutz , uit hoofde van onpasfelykheid, door den Directeur Schilling vervangen ; den laatstgemelden dag verongelukte een man van een der waterfchuiten , die over boord viel en dadelyk onder 't ys fchoot. Den yyfticnden February, hervatte de Directeur Creutz zyn opzicht, en vorderde dien dag en den volgenden, met den Ysbreker en de waterfchuiten , tot het VVeesper Tolhek. Den zeventienden February, was het water in de Vaart zo laag afgelopen, dat de waterfchuiten aan den grond raakten en niet wilden vlotten, onaangezien de Directeur reeds's morgens, de Amftelfluis, te Amflerdam, had laten dicht zetten, als mede de Huizen te Ypelfloot en Diemerdam; doch na dat Heeren Burgemeestert-n van Weesp, op gedaan verzoek, de Vechtjluis geopend hadden, wierden de fehuiten wederom vlot. Den, een en twintigften February, was deeze klei  H A ft D E 'V I'N f É R 8. ; kleine vloot.genaderd totby den Omval, en den volgenden avond, den twee en twintigften February , kwam men behouden vooi' de Stad. Verfcheiden werklieden zyn aanbanden of voeten bevrooren, terwyl anderen door de koude bevangen,daarna ziek geworden zyn; ook werd een van 't werkvolk, die mét paard en fledé nrondbehoeftens naaf buiten zoude brengen,op een brug van ti paard gellagen, eri op 't ys gefmeeten, vallende bovendien het dier op hem. Nog heeft een ander der werklieden, door onvoorzichtigheid van zyn maat, met de byl, een houw aan 't ftuitbeen gekregen, doch alle deeze menfchen zyn gelukkig herfteld. Het gezonde ys was op veele plaatfen, twee voeten dik, en de fneeuw in 't flop, tot zeven voeten opgehoogd, De Brouwers gaven daaglyks, ten baate van 't volk, eenige vaten bier, het geen.deeze, voor Stads rekening,'konden warm makerf. Menigmaal werd de Ysbreker op het ys getrokken, zonder in ftaat te zyn, in weerwil van zyne zwaarte, om het ys te kunnen breken (35). De (33) Het is door de vriendelykheid van den Heer Directeur Creutz, dat wy in ftaat zyn, denleezerdit Dagverhaal te kunnen mededeelen, en zulks is ons des te aangenamer, vermits wy weeten, dat men'er algemeen zeer na verlangd heeft.  De Schuiten beginnet té varen. Befluit, (Ji) Mondelinge, berichten. *S4 tafereel van harde winters. De onkosten,welke de Stad Amfterdam, ten nutte haarer burgers, indeezen, gedaan heeft, worden op ruim vyftien duizend gulden gefchat, en de uitgaven der Brouwers om en by de vyf duizend gulden begroot. Den zevenden Maart, was het Y open en de fchepen begonden wederom.te vaaren, fchoon het ys in de binnen wateren, toen nog wel een half voet dik was, byzonder in de Grachten deezer Stad, zodat eerst, eenige dagen iater, de Jaagfchuiten geregeld aankomen en vertrekken konden (h). ■ ' • . ■ Dus hebben wy de taak ons yoorgefteld, afgeweeven , en u , waarde Landgenoten, het Verhaal medegedeeld, van eenen reeks van Harde Winters , zederd de vroegfte Eeuwen , tot op deezen tyd, in ons Vapekland, ondervonden. . Wy wenfchen, dat dc tegenwoordige aangenaame Zoomerdagen, de korts geleden Winter rampen, door ruime Zegeningen van Veld en Akker vergoeden mogen.  Wy hebben, hier voren , gemeld, dat her. in den nacht van den tweeden April, in deeze Stad, zo fterk vroor, dat 's morgens alle onze grachten met ys bezet waren; (*') zedert verneemt men, dat deeze laate koudeen vorst ook elders, en ruim zo gevoelig, ondervonden is,ten minfte in een brief van Wtenen van den vier en twintigften der gemelde maand April, word het volgende gefchreven :„de ongewoo„ ne koude, welke in de eerfte dagen deezér ,', maand, verzeld van veel fneenw, hier omftreeks is befpeurd geworden, was ook in de naburige Provinciën algemeen, en verfpreid" de zig, zelfs, tot in het Zuidelyk Italië. — Van allen kanten ontvangt men berichten , " waar door zulk eene koude, in deezen tyd van 't jaar, mede onder de verfchynszels, '„ zonder voorbeeld , gerekend word , wel" ke het weder zedert eenige, jaaren, in onze " luchtftreek vertoond heeft. De koude en de " menigvuldige fneeuw waren indedaad zo " groot en onverwacht, dat niet alleen by Weenen eenige perfoonen daar door omkwamen, * maar, dat ook in andere Gewesten, menfchen ' en vee een gelyk noodlot ondergingen- By Oe- „ den- CO Zie bl. 182.  336 N a s c n & i f t. denburg, onder anderen, bevroren, den tweeden April, vyf osfen met ban hoeder op her. „ véld; dit zelfde gebeurde ook, aan twee osfen „ en één man, by G'runau. OmltrecksSze* gedin viel 't vee óp dè velden, als van eene „ vallende ziekte bevangen, by menigten, ter '» neder. Dergelyke berichten heeft men ook „ uit Venerie, Genua en Toskanen, al waar het „ den tweeden en derden April, by aanhou„ denheid fneeuwde, en de koude des te ge„ voeligcr was, Wyl mèn anders gewoon'is, „ ómftreeks deézen tyd, het voorjaar in zyne „ geheele fchoonheid uitgebreid te zien en te „génieten. —— In Genua zyn, door dit' „ ongewoon toeval, de Oranje:, Amandel en „ Vygeboomen, die reeds in den fraaiften bloef „ geftaan hadden , geheellyk verlooren gegaan Latere brieven van Turin mélden nog, dat' zig niemand herinnerde een zo zeldfaam jaargetyde beleefd te hebben, als tegenwoordig; want' den veertienden April, had het aldaar nog zer uuren, achter den anderen, gefneeuwd C0« (A) Amsterd; Nederd. Court. N. 56. (0 Dezelfde , N. 59.