NEDERLANDSCHE A M N E S T I E N.   NEDER L ANDSCI IE AM NESTIEN, i VAN DE JA AREN MCCCCLXXX V, MC CC CL XX XV in, WDCCLXXXVII, E N M D C C L X X X V I n. Te Dordrecht, Bij J. KRAP, Az. 1789;  En général il faudroit, en jugeant, féparerles hommes des aétions. Celles ci doivent toujouïs Être jugécs avec rigueur; ceuxla, fouvént avec indulgence. II y a iine grande diffcrence entre milfaire & étre blamablc d'' ayoir mal fait Moins la verité d'un Principe aétégénéralement reconnue, dans lc tenips, dans le quel on a agi, moins on doit êtFe condamné d'avoir méconnu cc principe en agislfant, les hommes n'agis* fent pas d'après la réafitd des chofts: ils ne peuvent agir, que d'après les impresfions que ces chofes font fur leur esprit. Ce n'est pas Ia conviction acs autres, c'es'c lanötrc, qui nous guidQ, k Comte de WINDISC1I-CRMT%,  VOORBERICHT VAN DEN UITGEVER. XX onderfcheidene wijze, waarop tegen den Uitgever, en anderen in Holland, crimineele aanUagten gedaan en vervolgd worden , ter zaake van het voeren en bevorderen der Patriott'ifche gevoelens, maakt het noodzaaklijk , dat hij zijn gedrag, zoo aan zijns Partijen, ah aart  C ii ) aan zijne Vrienden , openlegt, en zijn eer § goeden naam , en nagedagtenis zuivert van ds vlekken, welke, door zijn Jlilzitten , daarop zou. den kunnen vasihegten. Maar • de verdedigfehriften van enkele perfoonen worden zelden door vielen ingezien, en nog minder bewaard, wanneer 'er niets bijkomt dat van algemecne nuttigheid, of vaneenig bijzonder belang voor den Lezer, zijnkan; Uit dien hoofde heeft hij gemeend, zich zeiven, enteffens zijne Landgenooten, dienst te zith len doen met de uitgave der volgende origineele ftükken van de vijftiende eeuw , welke hij niet weet dat nog ergens gedrukt zijn, dan gedeeltelijk en gebrekkig in de coronijeke bi. 116. gemeld, en nu onlangs ,-■ ten bevele en dienfte der Vlaamfche Staats-Leden, op losfe bladen , welke voor geen geld verkrijgbaar , en door bijzondere gunst van een voornaam oudheid- en gefchied- kondigen daar te lande, aan den uitgever, tot d'.t gebruik, bezorgd zijn, en, bij 4  Cru) de liefhebbers der historifche oudlteden van ons Land, wel een plaats, nevens andere , federi eenige jaar en, in 'i licht gegevene verzamelingen van dien aart, zullen verdienen. Hij voegt er bij de Hollandfche Amnestien van de jaar en 1787 en 1788, en de Requesten daartoe betreklijk, door hem geprcefenteer dt met de Refolutien op dezelve genomen; — alles bij provifie, om ftof tot denken te geven aan ieder vriend of vijand, die voor of tegen hem werkzaam kan of wil zijn , en om voords te dienen tot een text voor de aanteekeningen , die hij, zoo tot opheldering der oude taal, als der zaaken, (jivaar onder dan ook behoort de aart en vereifchtens van generaale amnestien, welke een Souverain uit eigen beweging, ter bevordering der rust en welvaart van zijn Land, afkondigt, onderfcheiden van fpeciale, op verzoek verleende, brieven van pardon, abolitie, of andere gratiën} voornemens is in een tweede boekdeel te laten volgen, en waar bij hij dan\ des  (iv) des noods alle zulke verdere fiukken, en zoodanige breedere apologie voor hèm zeiven, en misfehien ook voor zijne Lotgenooten, of ecnige derzelven, zal voegen, als, naar maate van ,t geen hen wederyaaren zal, nodig of raadzaam zal voorkomen, zullende hij ook met dankbaarheid ontvangen, en zoo veel mogelijk plaatzen of gebruiken,aWt geen men kern ten dien einde zal gelieven toe tefchikken. Opdat echter, indien hij van dat voornemen mogt afzien, deze fiukken op zich zeiven reeds bruikbaar zouden zijn, heeft de uitgever naast de oude ene overzetting in de taal van dezen tijd geplaatst, en, tot beter verft and van der zeiver inhoud , vooraf doen gaan een kort verhaal van de gcbeurtenisfen, waar toe ze betreklijk zijn; en? om daar in allen fchijn van eenzijdigheid te ver. mijden , heeft hij dat verhaal woordelijk overgenomen, en vertaald, uit Francisci HaUjei annales Ducum feu Principum Brabantise, totiusque Bclgii, te Antwerpen Jo. 1623 uitgekomen i Terwijl hij, 110penis 't geen in 'f  Cv) t jaar 1787 in Holland-, en bijzonder te Rotter dam, is voorgevallen, nog geen onzijdig en volledig verhaal gevonden hebbende, in plaatze van dien in dezen bundel heeft ingevoegd en met enige weinige aanteekeningen , (alleen dienende om den waar en toedragt der faiten of gebeurde zaaken optegeven-, zonder in enige defenfie of beoordeeling derzelve te treden), aangevuld de jlukken No. VII—XVIII, welke, van beide partijen afkomstig zijnde, een onbevooroordeeld Lezer genoeg in ftaat zullen feilen om de Vlaamfche onlusten van de vijftiende, en de Holland- fche van de achttiende, eeuw te vergelijken ■ hebbende de uitgever zich meest-, of genoegzaam alleen, tot het gebeurde te Rotterdam bepaald; zqo-> om dat hij alleen ten dienfte van enige Regenten, van de Geconjlitueerdcn-, en van den Krijgs. raad dier Stad is werkzaam geweest, en zich met de verfchillen of ondernemingen in andere plaat, zen nimmer bemoeid heef't, als, om dat uit die Stad wel de uitvoerigfte en hevigfte klagten gedaan, en ech-  ( vi ) echter hij geene der Staatsleden (zie lladz. 198 •> 208 , en 226.) te dier tijd befchouwd zijn als voorwerpen om in handen van den Hove van Jufiitie gefield te moeten worden*  C vu. 3 BLAD WIJ Z E'R [DER STUKKEN. ï. Vertaald uittrekzel uit de jaarboe¬ ken der Hertogen van Braband en geheel Nederland , door Fr. Hareus, bladz. ï ÏL Amnestie van Maximiliaan, Aartshertog van Oostenrijk , Vader en Voogd van Philips , Graave van Vlaanderen &c. &c. gegeven te Brugge 2,8 Junij 1485. 23 Hl. Eendragtighede van den landen van Brabant, Vlaanderen, Henegouwen ' en Zeeland , gefloten te Gend ia Meij 1488. 39 tV. Den paix tusfchen den Konink van den Romeinen ter eenre zijde , ende de drie Leden van Vlaanderen ter andere, gemaakt te Brugge den 16 Meij 1488. 75. V. Vervolg uit de jaarboeken van Hareus. 113. VI. Afkondiging van Pais, op den laatsten dag van Hooijmaand 149a. te Brugge en Gent gedaan. 123. Vlf.  C wö 3 VII. Verhaal er; Declaratoir van de Remotic van negen Raaden te Amfterdam gedaan 21 April 1787. 159. Refulutie van de Vroedichüp, daar op genomen. 139. Bijvoegzcl tot dezelve. 22;. Verhaal der ReMotie van zeven Raaden te Rotterdam, gedaan 23 April 1787. 140. Refolutie van den grooten Krijgsraad der Schutterij, ter dier zaake, niet de daar in gearresteerde aanfpraak aan de Vroedfchap. 141. Aanfpraak van K. van den Bosch, Praïfidcnt der Gcconrtitueerden ter zeiver zaake. 159. Aanfpraak van cene commisfie uit de Conftituentcn , aan de Gcconftitueerden enz. 175. VIII. Crcdentiaal van Gedeputeerden der Stad Rotterdam ter Staatsvergadering S3 April 1787. 164, Misfive van Burgcmccsteren, aan den Raad - Penlionaris, over 't zelve en de gedaane Rcmotie. 105. Refolutie van Hun Ed. Groot Mog. tot admisfie der voorfz. Gedeputeerden 35 April 178". 168. IX.  IX. Misfive van de Geremoveerde en zes andere Raaden, aan de Staaten, wegens die Rcmotie. 170. Memorie, of Narré , daar toe relatief. 174. Request van elf Oudfchepenen, aan Hun Ed. Gioot Mug. gepraïfenteerd 25 April 192. X. Propofitie van Gedeputeerden der Stad Rotterdam, over de Magiftraats beftelling, en Refolutie van Hun Ed. Groot Mog, op dezelve, 2.7 April. 199. XI. Misfive van ISurgemeesteren vanRotterdam,aan Hnn Ed Groot Mog., over de Vroedfchaps Vergaderingen. 205. en Declaratoir van zes Steden ter dier gelegenheid, 3 Meij 1787. o08. XII. Tweede Misfive van dezelfde Heeren als No IX, behelzende een nader Expofé van het gebeurde op den 33 April, ter Staatsvergadering ingekomen 3 Meij. 209* XIII. Misfive van vijf Raaden, aan Burgemeesteren der Stad Rotterdam, en daar op gevolgd Declaratoir, wegens de Vroedfchaps Vergaderingen, 6 en 7 Meij. 2IQ. XIV. Refolutie van Hun Ed. Groot Mog. op alle de voorfz. Hukken over de Remotie, &c. 11 Meij 222 XV.  Cs ) XV. Misfive van Burgemeesterèn enVroedfchappen van Rotterdam, behelzende Nominatie, ter vervulling ééner Burgemeesters-plaats, door de Rcmo- tie vaceerende, 21 Meij 229 Request van dien Heer, wiens plaats daardoor vervuld zoude worden, daar tegens. 231 [ Refolutie van Hun Ed. Groot Mog. behelzende Electie van een nieuwen Burgemeester 22 Meij 234 XVI. Misfive van dezelfde Heeren, als No. Xil. aan de Wethouderfchap te Rotterdam, 36 Meij 237 Refilutie daarop genomen, 29 Meij 239 XVII. Declaratoir van de Commandanten der gewapende Burger-Corps, 3 Julij 1787 243 Declaratoir van den Grooten Krijgsraad der Schutterij te Rotterdam, 245 Refolutie van de Weth, op het zelve, 19 Julij 24? XVIII. Refolutie van Hun Ed. Groot Mog., waarbij de vorige No. XIV wordtgeannulleerd en buiten effect gelleld, sa September 1787. 253- XIX. Placaat van Amnestie, 2-Septemb. 255 XX. Extract Misfive van den Hove Provinciaal, behelzende, confideratien en advies over enige addrcsfèn van • - foja-  C XI ) fommige Schutterijen , Genootfchappen &c, 3 October 1787. 259 Propofitie van Rotterdam in dezelve Misfive gemeld. 263 XXI. Extraét-Refolutie van Hun Ed. Groot Mog. op die Misfive, 3 Novemb. 1787. 267 XXII. Refolutie, als voren, waar bij dezaakcn, welke , uit kragte van even gemelde Refolutie No. XXI, voor Schepenen van Rotterdam zouden moeten worden beregt, gerenvoijeerd worden aan den Hoye Provinciaal, 30 Novemb. 271 De Propofitie van Rotterdam op welke die Refolutie is genomen 275 XXIII. Placaat van Amnestie, in dato 15 Februari j 1788. 278 XXIV. Idem ,van den 31 derzei ver Maand 289 XXV. Copie Ediftale citatie van Mr. H. A. Kreet, in dato 25 Febr. 1788. 396 XXVI. Request, door denzelven aan Hun Ed. Gr. Mog. geprajfenteerd den 3 April 299 Advertentie van denzelven in de Couranten. , 308 XXVII. Refolutie Commisforiaal &c. op het voorfz. Requeste genomen, 5 April 330 XXVIII. Request door denzelven geprafcnteerd aan Heeren Burgemeesterèn en Regeerders der Stad Amfterdam, 15 April 33i Poor-  C XII ) Poortcscedullc aan denzelven, als ingeboren Buiger dier Stad, 26 Sept. 1787 verleend. 323 Publicatie van Heeren Burgemeesterèn aldaar, waarbij de gefchonken en geantidateerde poortercedullcn,van 28 September en vervolgends, worden verklaard nul en van onwaarde. 324 XXIX. Publicatie van Hun Ed. Groot Mog. behelzende verklaaring der mecning van het Placaat No. XXIII. 17 April. 331 XXX. Memorie van voorn. Mr. H. A. Kreet, tot betoog, dat zijn Request behoort onder de tweede Clasfe bij die Publicatie voorgefteld. 535 XXXI. Finale Refolutie van Hun Ed. Groot Mog. op het Request No. XXVI, 348 XXXII. Nader Request van denzelven, gcpraefenteerd den 20 August. 34° XXXIII. Refolutie, op het zelve, genomen den 29 August. 1788. 355 NE-  NEDERLANDSCHE AM NE S TIE N, van de t a a r e n MCCCCLXXXV, MCCCCLXXXVIII, MDCCLXXXVII e n MDCCLXXXVIII. r. Uittreksel uit de Jaarboeken der Hertogen of Vorsten van Braband en geheel Nederland, door FRANCISCUS HAREUS, bl. 463.- X" dit jaar (1484) nam een zeer groot onhei! voor de Nederlanders , uit den burgeroorlog ontftaan , zijn aanvang ; Het grootfte gedeelte van Braband en de Kabeliaeuwfche Hollanders hielden het met Maximiliaan, gelijk ook die van Henegouwen, Lutzenburg, Namen, en fcijna alle de Regenten (Reclores^, uitgezonderd  t£ 5 dcvVIamingen en het kleiner gedeelte van Braband ; De voorgangers van deze waren de Gentenaars, die, klagende dat Maximiliaan de Duitfcher? en Vreemdelingen te veel beguniligde, en Philips van Oostenrijk (hunnen minderjaarigen Hertog) in hunne macht hebbende, tot alles wat zij deden deszelfs naam bezigden , bij raade der hem toegevoegde Edelen , Adolf van Ravestein , Philips van Bourgondie, den GraSf van Romont en den Iicere van Gr uit huizen. Aan dezen fchreef Maximiliaan ccuen brief, hen voor oogen Hellende het ongeil;!: , 't welk de Vlamingen hefti aandeden , met hem, van de zorg en voogdij over zijn eigen Zoon (Pïiilipsj, tegen den aart der zaake, en het bijna algemeen begrip der overige Nederlanders , die hem dezelfde voogdije hadden opgedragen , te ontzetten. Terwijl de Ilccren in overleg waren, wat zij daarop aan Maximiliaan zouden antwoorden , zenden de Vlamingen hem op eigen gezach een zeer oneerbiedig en onbetamelijk antwoord. Ten zelfden tijde wierd door die van Gent en Brugge nadeel toegebragt aan de week- en jaar-markten, en dc vrijheden des koophandels, van de Antwerpenaars, die op hunne beurt de voorrechten der Vlamingen verkorteden. M a x t m i li aa n, ziende dat de Gentenaars zich tot den oorlog bereidden  Cs) den, belaagde de ftcden rondom Gent gelegen. Hij laat te Mechclen drie wagens vervaardigen, en plaatst op dezelve enige der ftrijdbaarfte jongelingen, vermomd, op den eenen wagen als Nonnen of Begijnen, op den tweeden als Monniken, op den derdén als Kooplieden of Burgers, doch allen onder hunne klederen treflijk gewapend. Dus bemachtigen zij de poort vanDendermonde, en MAximiliaan, hen met tachtig Ruiters kort opvolgende, neemt die ftad in. Den 4den Januarij 1485 bemachtigt hij, insgelijks door een krijgslist, de ftad Audenarde (Na 't verhaal van nog verfcheidene krijgsverrigtingen, welke ik ter bekorting hier uit late, als thans van weinig belang zijnde, vervolgt de Au&eur dus: pag. 4Ö6.) Nu begon den Vlamingen het voeren van den Burgeroorlog te verdrieten, en het grootfte deel der Gentenaars en Bruggenaars begeerde den vrede, uit hoofde van geldgebrek; waarop de Penfionaris Willem Rijm, een onrustig mensch, hen raadde, dat zij het kostbaarst huisraad van Hertog Philips verkopen zouden. Maarten (anderen noemen hem MatThijs) Paijart, Overdeken der Gildens, QOpificum') dit niet kunnende lijden, zette in ftitte het volk aan, om op den vrede te blijven A a aan-  C4) aandringen. Dit gefchiedde. Maar, terwijl men zammelde , wordt het gemeen tegen hen , die den vrede niet zogten , verbitterd. Want reeds te voren hadden dertien Ridders van het Gulden Vlies, te Dendcrmonde vergaderd , zeer billijke voorwaarden van vrede aan de Gentenaars aangeboden, en de Gemeente zou die hebben aangenomen, zoo zij, die toen het gezach in de ftad voerden, het niet belet hadden. Deze hadden zich, zoodra er gewach van vrede gemaakt wierd, ten eerften naar Alost begeven. De Gentenaars vorderden van den Bevelhebber van Alost, dat hij dezelve gevangen naar de ftad te rug zond. En decs voldeedt daar aan niet ongeerne, om dat hij vreesde dat zij, met hulp der Franfchen, hem van 't Gouvernement der ftad ontzetten zouden. Onder deze waren de voornaamften van Rassinghem, Rijm, Coppenolle en Oureden; van welke, kort daarna, Rijm en O ureden, te Gent openlijk onthoofd wierden, om dat zij voor de Dendermondfche vrede geieverd hadden;de overige, door 's volks tusfehenkomst genaakt, verhuisden heimelijk na Doornik. De Graaf van Romont, Bevelhebber der Vlaamfche famenzweering , was met drie hondert Franfchen te Alost. Zich niet langer veilig achtende, begaf hij zich met zijn manfehap na Creveceur, die toen zich ophield  05) in de oude Vestingwerken bij Doornik, inde voorftad van St. Marten, dewijl die van de ftad hem tot geen prijs hadden willen binnenlaten. Weshalven hij op den 16 Junij met Romont na Hesdin te rug keert, zonder iets, 't welk zulk een Overfte en Leger waardig was, verrigt te hebben. De oorlog op deze wijs geëindigd zijnde deed Maximiliaan op den 35 Junij, met een dertigen en bctaamlijken ftoet, zijne intrede in Brugge. De Burgers ontvingen hem met blijdichap, en deden openlijk blijken dat de vrede hen aangenaam was. Er waren nog enige Edelen in de ftad , die met de Vlamingen tegen Maximiliaan heftig geftrcden hadden. Deze wierden ten eerften in hechtenis genomen, en hunne goederen verbeurd verklaard. De Vrouw en Zuster van Romont wierden aan Philips van Cleve overgelaten. Borsel e n , Heer van ter Veere , wierdt een gevangen van den Heer van Beveren. De Vlamingen , nu een volledigen vrede verlangende, verkrijgen dien eindelijk, onder anderen op de volgende voorwaarden? . (In plaats van des Aucteurs verkorte opgave , leze men nu het origineele Charter, hier achter volgende: No. II.) A 3 De«  -CO (Dezelfde Schrijver gaat pag. 471 dus voort:) R a ssin o h e m , die, gelijk boven gezegd is, onder de voornaamfte aanftokers van den Gent. fchcn oorlog geweest was,had,na het treifen van den vrede en den dood vaiiRljM, zich eerst na Doornik, en voords na Rijsfel, met zijn geheele huisgezin begeven, mcenendc daar veilig zijn verblijf te kunnen houden. Maar hij wierd door Car.ee Menneville, met enige Nasfaufche lijfwachten , op last van den Roomschen Koning (Maximiliaan), op voorwcndfcl dat hij aan den Franfchen Koning was toegedaan , gevangen genomen, en op het Gasteel van Vilvoorden in bewaring gebragt. 't Welk door zijne bloedvrienden en verwanten zeer euvel wierdt opgenomen. Dieshalve begaf zich Adriaan van Liekerke, Rassinghems Neef, met veertien vertrouwde en gewapende perfoonen, nabij de poort van 't Vilvoordfche Casteel, en elf derzelve in een hinderlaag verbergende, verzoekt hij met de drie overige te worden ingelaten. Hij had den tijd waargenomen dat de Heer van Walhain, die Bevelhebber van de Stad en 't Castcel was , zich .na Brusfel bij den Roomschen Koning vervoegd had. De ingang eerst geweigerd zijnde, verkreeg hij dien eindelijk, door beloften en het vlei-  O 70 vleiend voorgeven, dat de beroemdheid van 't Casteel hen deedt verlangen 't zelve eens te mogen zien. Zij vonden Rassinghem op h plein wandelen, tegen wicn Liekerk zeide : Neef, laaien wij heen gaan , gij zijt reeds langer dun behoorde hier opgehouden.' Rassin giiem, zijn tabbaerd afwerpende, doet een kort kleed aan , zet een bonten muts op "t hoofd, en vertrekt.' De poortier maakt gerucht. Zij ftieten hem 't hoofd tegen den muur, en laten hem half dood ter aarde liggen. Liekerk en Rassinghem gaan het Casteel uit, ftijgen op de voor hen gereed (taande paarden, en komen met de overige gewapenden, zonder ophouden voortrijdende, behouden te Doornik. Van daar na Gent vertrokken, vernaaien zij, niet zonder vergrooting, welk een harde gevangenis Rassinghem, onfchuldig, te Vilvoorden had moeten uitftaan. Dat zij allen, die ooit de wapenen, tegen den Roomschen Koning, ter verdediging der Vrijheid gevoerd hadden, 't zelfde lot te wagten hadden. Dat de Roomsen Koning niets hield van alles 't geen hij bij de Ge'ntfche vrede beloofd had. Dat er geen justitie in Vlaanderen wierd geoeffend, en de Militie zonder tucht was. Dat men den Roomfchen Koning dwingen moest rekening te doen van de ontvangene gelden, weike de •nooit verzadigde Dirftfchers verllonden en na A 4 Duits-  (8) Duitsland gevoerd hadden.' Dat Philips r>e Goede noch Karei de Stoute in hunn' gehcele leven zoo veel geld niet ontvangen hadden, als, federt weinige jaaren, de draaikolk van den Roomfchen Koning had ingczwolgen. Dit had veel fchijn van waarheid, zoo er geen leugen en laster was bijgekomen. Want ter zeiver tijd wierd een gedeelte van het platte land van Braband en Henegouwen door de lijfwachten van den Roomschen Koning, klagende dat zij geen betaling van huön' foldij kregen, en dat van Brugge door de Duitfcbers, verwoest, terwijl te Brusfel niemand der Soldaaten zijnen huiswaard betaalde, 't Gevolg was - dat de Gentfche muitelingen , onderling in 't geheim den oorlog tegen den Roomfchen Koning befloten hebbende , aan Liekerke opdroegen , om den eerften aanval te doen. Met drie duizend Gentenaars, en een mcenigte wagens en krijgsgevaarte, uitgetrokken, legert hij zich op den 9 Januarij 1488, in een onftuimige nacht , na bij Kortrijk. Toen het licht aanbrak vragen de fchild-wachten, van waar alle die wagens kwamen , en tot wat einde ? De voerlieden antwoordden, dat zij uit de naaste dorpen kwamen vlugten, uit vrecze voor de Gentenaars. Inmiddels was de meeste Gentfche macht genaderd, en beklom de muuren over het ijs. De poort wordt door middel van een fpring-busch geopend  CsO geopend. De gewapende Burgers en 't weinige guarnifocn bieden wederftand. Er wordt een en een half uur fcherp gevogten, en toen de ftad bemachtigd ; 't Guarnifocn vlugt naar 't Casteel, doch geeft zich 's anderen daags mede over. De Roomsen Koning zondt, zoodra hij van deze onderneming kennis kreeg, Philips van Cleve , met driehondert voetknegten, ter hulpe der bezetting van 't Casteel. Maar dccs te laat komende, en ook te Iperen niet ingelaten wordende , kwam te Brugge bij den Koning te rug. In 't begin der maand Februari] lloegcn de Bruggenaars , door ophitfing van 's Konings vijanden, aan 't muiten, hoe zeer de Koning, zonder lijfwacht van eenig belang, daar ter ftede gekomen was, om de Staaten der gezamenlijke Nederlanden aftewagten , die befchreven waren om, over het maken van vrede met den Franfchen Koning, te raadplegen. De Gildens, gewapenderhand de voornaamfte plaetfen der ftad bezet hebbende, gaven den Koning der Romeinen, die met een klein gevolg bij hen kwam, om de oorzaak van hunnen opftand te verftaan, een trots en weinig ter zaake doende antwoord. Op den 2 Fcbruarij trekt een hoop Burgers met vliegend vaandel, dat zij een kind van dertien jaaren te dragen gegeven hadden, naar 't huis van Pieter Lankhals 's Konings Hofmeester; hem niet vindende, vielen zij aan 't plunderen, A 5 fit  c *el£t,JoANNEs Lanoi, en den Abt van St. Bert in. Toen vervoegen zij zich tot den Roomfchen Koning, zeggende dat zij de genoemde Edelen in hechtenis hielden, opdat de vrede, van welke de Edelen afkeerig waren, te ligter mogt getroffen worden. Voords begeerende, dat de onrechtvaardige Rovers geftraft zouden worden, en den Koning aanbiedende, vier duizend ponden vlaamsch, om de Edellieden van zijnen huize te voldoen, en nog vier duizend gelijke ponden, om aan zijne lijfwachten te betalen. De Koning, hen bedankende, nam het geld niet aan; en ten zelve dage dringen enige fchelmen zijn kamer in, nemen Pollain, Nassau, Volquenstain, Mingouaille , Lal ain , We ïté , Main en enige anderen, gevangen, en liepen hen ter kerker, latende alleen bij den Koning den Graaf van Sorra, met nog een ander Duitsch Graaf, cn boven dien den Heer van Beveren verbiedende , zonder hun bevel , uit den huize te gaan. Vier dagen daarna ontweken , op 's Konings bevel, de Graaf van Sorra en de andere Duitfche Graaf de ftad, in vrouwlijk ge-  C 13 > gewaad. Hier op lieten zij afkondigen, dat des Konings bedienden cn foldaaten, die zich fchuil hielden, onbevreesd op dc oude markt moesten komen, om hunn' verfchenen loon of foldij te ontvangen, met bedreiging aan den wegblijvenden van de ftraffe des doods. Omtrent veertig, deels Duitfche , deels Walfche , foldaaten komen te voorfchijn. Deze door de timmerlieden gezien zijnde , roept een derzelvc *W de verraders. De weerlooze foldaaten begeven zich aan 't vlugten, maar worden in alle de ftraaten door de timmerlieden vervolgd, en meerendeels gewond, doch, door de hulp van goede menfehen en voornamelijk vrouwen, verborgen zijnde, brengen de meesten er het leven af. Het volk, vrezende dat de Koning, door eenig middel of list, uit het huis Cranenburgh mogt ontkomen, zegt hem aan dat hij naar dat van Philips van Cleve zoude verhuizen. Hij antwoord, dat hij Cranenburgh niet zoude verlaten, ten zij zij hem op hunnen rug er uit droegen. Dat zij niet wel deden met zoo te handelen , zonder eenige achting voor zijn perfoon te toonen ; Dat het nu reeds het twaalfde jaar was, dat hij met de grootfte zorg iever en gevaaren de Nederlanders befchermd had; Dat hij wist een fterflijk mensch te zijn; Maar dat met zijn dood, 't geheele huis van Oostenrijk niet zoude omkomen. Dit, met Vorftelijke Hoogheid Bitge-  C'4) gjsfproken, was oorzaak, dat vcclcn hunne trajR Hett naauwlijks konden bedwingen; immers dat «Men hem verlieten, cn na de markt te rug keer* deren, of aannemen, maar dezelve overlaten aan ipdb Nederlandfche Staaten, op dien voet als die nu *, zijn. Maximiliaan en Philips als Graave van Vlaan» ,v deren, cn dc Staaten van dat gewest zouden het „ Parlement van Parijs erkennen tot Rechter in 't 5> hoogftc beroep, cn daar van brieven aan cïenKu0 ning geven.  Zich nog in 't huis Cranenburgh bevondt. daarop werpt Coïpenolle goud en zilvergeld onder 't gemeen, en niet lang daarna wordt de Koning gedwongen uit Cranenburgh na 't huis van Philips van Cleve, dat insgelijks met ijzeren traliën wel bezorgd was, overtegaan, waar men hem op nieuw tien Edellieden van zijn huis tot zijnen dienst vergunde. Philips van Cleve, deze ftrenge gevangenis van den Roomfchen Koning vernomen en eenig krijgsvolk verzameld hebbende, bezetSluis, en voorziet de beide Casteden dier Stad van al het noodzakelijke, 'er, den krijgsftandaart van den Koning der Romeinen plantende. Te dees tijd waren te Hulst in Guarnifoen omtrent twaalfhondert oude Duitfche voetknegten, en even zoo veel Wallons, onder bevel van Saveüs , die de Gentenaars dag en nacht zoo geweldig ontrustte , dat zij zelfs de windmolens, die nabij de Stad ftonden, moesten vrijkopen met 'er maandelijks vier duizend gouden fchilden voor te betalen. Op den 8 Maart, doende Bruggenaars Ja cos van Ghistele Heer van Dudzel, als of hij 'sLands penningen tot zijn bijzonder behoef gebruikt had, met negen anderen op de markt onthoofden. Inmiddels had Philips van Oostenrijk, die zich ftü te Mechelen ophieldt, de Staten aldaar bij een geroepen, en hen verz'ogt hem een middel -aan de hand te geven om zij.  C 16.) zijnen Vader te vcrlosfen, waar van zij beloofden hun uiterfte werk te zullen maken. Ten dien einde zonden de Staaten van Braband en van Henegouwen ieder een afgezondenen met brieven naar Gent en Brugge; maar de Gentenaars, aan de gezamentiijke Staaten te Mechelen vergaderd fchrijvende, verzogten, dat dezelve op den 12 Maart te Gent wilden bijéénkomen. Omtrent dienzclfden tijd kwamen te Mechelen afgezondene van de Duitfche Rijkvorstcn, blijkgevende dat zij met overleg der Staaten waren gezonden, om den Koning der Romeinen te vcrlosfen ; dat de Duitfche Vorfteu ten ernftigfte» begeerden, en hunnen dienst en vermogen aanboden , om dit in der minne of met geweld uittewerken. Kort daar op brengen de Gentenaars Maarten (of Matthijs) Paijart, den aanraader der laatfte vrede met den Koning, ter dood, om dat hij hen beloofd had dat de Roomsch Koning niet boven de vijfhondert man voetvolk in de Stad zou brengen , daar hij in tegendeel 'er vijf duizend had medegebragt. Dces man, vier dagen lang onmenfchelijk gepijnigd , had eindelijk , door 't geweld der fmertc , tien der braaffte Gentfche burgers, als zijne medeftanders, genoemd. Een Gents hopman , zijnde een Schoenmaker , deedt die menfchen, na dat hij hen met derzelver vrouwen op een treflijk avondmaal onthaald had, in't holle van  C 17 ) vnn den nacht van hunne bedden ligtetl, en na den kerker brengen, waar hij, zonder uitftel Pries. tets en een beul ontboden hebbende , hen op zijn bevel deedt onthalfen. (*) fa dezen ftaat van O la een ander verhaal van deze gebeurtenisfen , gefciireven in het Franseh van dien tijd, en nog ongedrukt in een voornaame Bibliotheek te Brusfel berustindj, worden de volgende meer waarfchijnJijke doch niet minder wreede omftandigheden van dezen moord opgegeven — namelijk : een deken van 't fehoenmakers - gilde zich noemende Capitain van de Burgerij der Stad Gent, vervoegde zich op eigen gezag ten gevangenhuize en liet daar bij zich ontbieden Joha» van der Gracht, Jobzin Vtenhove, Pieter Goehove, en andere aanzienlijke Burgers der Stad tot tien in getal, aan welke hij zcide dat hij hen om best wille daar had laten komen, alleenlijk om 't gemeen te voldoen , 't welk tegen hen. morde; dat hij hen 's anderen daags's morgens weder zou laten uitgaan, dat zij maar geduld moesten nemen, en goeden cier maken, en hunne vrousven bij zich ten avondmaal doen nodigen. — Dit gefehiedde; Na den eten gingen de vrouwen elke na haar huis, en de mans begaven zich in den kerker te bed. — Doch ten elf uuren in den nacht kwam de deken verzeld met twee Augustins en iips van Cleve.  C ai) kwamen nog eenige mindere bedingen bij:" De Koning dit allés eigenhandig onderteekend hebbende, wordt op den 16 Maij uit zijne bijna viermaandige gevangenis in vrijheid gefield, voegt zich ten eerftcn bij ene juist aankomende openlijke Procesfie, en op een van hout opgeflagen tooneel, waarop een altaar ftondt, geklommen zijnde, zweert hij in dezer voege: „Met o, onze vrije wil beloven wij in 't gezigt van het » heilig Sacrament, een ftuk van 't kruis on„ zcsHeereh, de Euangelien, het lighaam van -., den Heiligen Donatianus en het Misboek: Dat „ wij zullen in acht nemen, en met der daad na>, komen, de vrede en bedingen, tusfehen ons „ de, gemaakt; teffens op ons Koninglijk woord >, toezeggende b dat wij nooit zullen toelaten dat die verbroken worden, en alle de Vlamingen ont„ heffende van den Eed, dien zij aan ons, als Va„ der en Voogd van onzen Zoon, hebben afgelegd." Vervolgends zwoeren de Heer van Beveren, de afgezondene der Staaten van de andere Provinciën, cn eindelijk de drie Staaten van Vlaanderen, en alle de Regenten en Hoplieden der Stad Brugge. Van daar gaat de Koning naar 't huis van Ravestein, en houdt er het middagmaal, nevens den Vicaris van den Prelaat van Doornik, die de Mis gedaan en de Eeden afgeno* ^ 3 men  C te ) meii had, de Abten van St. Pieter te Gèhd" efi te Afllighcm', en Beveren. Den maaltijd bijna geëindigd zijnde, komt Philips van Cleve gewapend binnen, en word ter tafel toegelaten. Na den middag begeeft de Koning zich ter Kerke van St. Donatiaan, waarbij Philips van den aan Hem gedaanenEed vrijftelt, en toeftaat in dezer voege te zweeren: „Ik Philips Van „ Cleve belove en zweere, dat ik naar Gent „ zal gaan, en daar als Gijzelaar blijven, tot dat „ aan de voorwaarde der gefloten vrede, van beide zijden, ten vollen zal zijn voldaan." Inmiddels waren de Duitfche troupen aangekomen, om den Koning der Romeinen te ontvangen, die , aan de Kruispoort de afgezondenen van Braband, Henegouwen en Namen, gegroet en bedankt hebbende, zich bij de Duitfchers vervoegde, wordende tot zoo verre uitgeleide gedaan of verzcld door Philips van Cleve. Waarop de Koning zich naar 't Casteel Made, en Philips met Volquensïain en Hainoi na Brugge, cn van daar na Gent, vertrok. n. |Dny*  I^ajti'mih'aeii bp Der qv& etc <&m «Éctjsöecöggc ban aDosjtrpcft bafcer boorïjt «te mamüouc ban $geijp0 bij sbclptbcn gracte oot'c <ïcct.6Dcctoobcban_<0oiÊia-p£{i^eï:tooöe ban 55011cüomgnen ban ftotfljr. ban 25?auant ban £tmbo?cD banSuccmuojcDenöeban <6ftelD?e <0?abc ban ©lacn* beren ban %iwï0 ban 25otirgcn #alatinen ban ncgaitoe ban foliant ban pedant ban $amen «te ban EuptpDcn jfcaregrabe bes ïjciltCF tpeess ban ©?icölant ban &a!in$ «noe ban H&ecïjelcn bCCU tc tóctenc alicn jegem doen te weten, aan allen rdOOjrjigcn cn tOCCOmen tegenwoordige en toeÖat Oirntic Of tc Icggljcne komende, dat, om afte tn tcgolikbcn cnbcöcticDi doen' en tot een god„ belnchen papfc te öjengen Vl]kQ cndeugdelijkevrealsulfie «ten gefctiien de te brcnSen» alle zoo, «tt» mmattm danigeuvisten, gefchil- bent ben oberbtene ban £™^h^*- , . , r \ federt het overlijden van topicn enfe ïjatbc ïtebc ••, * 1 j wtw wlJ]en ouze zeer ]iev{, Cit gljcnnnöC gc5e!netie en beminde Gemaalinne, Ö?autoC iDariC (getier. Vrouwe Maria Aartsher- fOOMltt* ban Ooftrpcft toginne van Oostenrijk, ^Cftogïjmneban25ourgen Hertoginne van Bour- ct. JDOCÖCC ban onfen gondien enz. Moeder van bojfs S:nc rüicntf EtClc onzen voorn, zoon, wier tt tcc catifcn ban öat öc b02f5 ban ©taenWn fep toe* öocnc ban ecmgen onfcn qtiacttoiUcnbc onss getoept gcct otucocucn cn onrtjcu* benhebben tottcn öagöcban ÏKbcnt t fecbJdt afemtmsf* tcacie cnbc fectoacnugfe ban ben petten ban fectv 5dbcn oii3cn ïEonc cnbeoec t goubctnement ban ben too?f3 ïatte eite gracf* fccpc banjMaettenaljSbabet bootftt cn mambout ban onf3bot?f3£oncgelnc bic ban allen aiteren 5pncn latten bat bekent ïlcbfeeri bclc cnöc bibcrfrïic bacï> bacvöen bcrgaïicnnscn ra* gerezen, gefproten, gevoed en vervolgd zijn geweest, tusfehen ons, als vac/er, voogt en momboir van onzen voorfz. Zoone, aand'eenezijde» ende het gemcene land enGraaffchap vanVlaanderen aan de andere zijde , ter oorzaake, dat die vanVlaanderen, door toedoen van eenigen kwaadwilligen, ons tot heden hebben geweigerd, onttrokken en yerhinderd,de macht en het bejluur over, ende bewaaring van, den pcrfooit van denzelven onzen zoone , en ookdeRegcering van den voor/1:, lande en Graaffchappe van Vlaanderen, als vader voogden momboir van onzen voorfz. zoone, gelijk die van alle deszelfa andere landen ons daar in erkend hebben, veeIe en onderfcheidene dagvaerten, vergaderingen,  tn> cSnutnttattcn ocïjoubcn 51)11 getoetst tusifcDcn on* fen gcbcptttecrbert cnbc am* bagfabeufS eft ben Ipcben én gcbcputcerben ban ben Do?f3 ïanfee ban ©laenfee* ren 30 berre bat bp mtbbe* Ie crttuSfcIjen fp?eficneban «enigen tcc eer.cn en toeer* bteïjept ban «Bobe upper* fie $?uicc cn aucteut ban pnpfe cotnpaiSfte enbc me* belpben hebben up t ber* \U$ enbe fturttnfjïjc ban ben fterlten bloebe é*n op bc groate en öc onbcrtotnlpc* 6c ftabe enbe interesten bic bp ber oo?logbc tttSfcïjen ons enbe ben bo?f5 ïanbc ban ©laenben tlageltc ge* fefttet 3pn enbe notfi meer gcfeapen toae te gefchtene al ten laste ban onfcn bo?f5 Eonc enbe 3pnen botrf3 lanfeen ais ban ai* len gen.enonderhandelingerl zijn gehouden geweest, tusfehen onze afgezondenen en gevolmachtigden , en de afgezondenen van den voorfz.lande van Vlaanderen, met dat gevolg, dat door bemiddelingen tusfehen fpreken vaneenigen, tercere en welbehagen van Gode, den hoogden Koning en gebieder van vrcede.aandoening en medelijden hebbende over het ver* lies en Horten van Chris, ten-bloed, en over de groote en onoverkomelijke fchade en nadeelen, diete beklagen is datdoor den oorlog tusfehen ons en den voorfz. lande van Vlaanderen reeds veroorzaaktzijn.en nogmeer ftonden veroorzaakt te worden, alles, ten laste zoo van onzen voorn, Zoone ende zijne voorfz. landen, als van alle zijB 5 ne  jen fijnen onbetfaten Wp als öe rjïjMie bie altpts tnrec te papfe gcncgOen 3pn getoetst ban ter 002* ïoghc hebben ailc öe on* fecrj'aten én ingcfetenc ban ben rjo?f3 laat» enbe gcaef* feftepe ban ©lacnöên gecs* teitc enbe tocultc bupt on* fee rctïjtcc tocthcnljcpt en* be pnncehcïicn bermogfien entfactt cnbc oiufangen ïienutcöcn bp öcfen in gra* rie en met Ijcmücben heb* Ijcn top 3130e tod tuSfctjen ons ais tuöftljen ben on* öevfatcn enbe ingefetenen ban allen ben anbenianben tocfenbc onbee onfe onber* banitbept cnbc onfcn bottf5 gone tocbcljorenbc goeben basten ge jlabigcn cnbc eert* bjacljtigficn pair cnbc b?cbe pemaect mits bc» pootten cnbc conbicien bier nae bolgcntc ietit 3011e enbe pietcc be gtabc ban tep* mct3toale pietet fpmoen 3one enbe jan gabncl 50UC gljebeputeetbe ban gouc gup jans 5one enbe Ijenbnc jans 3011e gljebeputeetbe ban b3 ftebe Dan tollcne alt faemen cep?efentccenöe De b?ie ftaten ban ben graef* fcepe ban Eeelanb jan be ^espine iops lobcboet cnbc jan fofiïlon gljebeputeetbe utet name ban 05 ftaten ban namen faluut UtC bien óme be Cófetba* Naardien, totdebchouCiC enbe bebaaetneSfe ban ding en bewaaring van alle pollicicn goubctne* alle Policien, Regeerirt» men* C 5 gen  C40 inenten enbe gbcntccncn pjottffnten ghccn irieeber noclj noobsauelirfter 3aue en e* ban paeps biienftc* pe enbe ccnbjacfttittjebc tmberlinglje bie moeber jm ban allen bucchbcnen* be taufe bat ben binst <£5obs bcrmecrbert ben fiaet ban ben ebelen göe* geert roopmanfcepe glje* antiert enbe 't ianb ghe* tuffent toert in grooter ruste enbeberfefie. tfjeöe en* be ter tontraricn met 30 binberïic notlj 30 pjubt* tiable en es bcn3elbengbe* tnecncn p?onffptcn als tbjecb?atïjtirtjebe enbe on* gftercgclthcbcbctoclttcntoc* ber 5pn ban allen guacnje* ben enbe oerfpjonc ban al* len biVjificn ojloghcncnbe gheftillen baer mebe be ïanben fteben paobincien en conincrpfften ballen in grooter ronfufien enbe be* folatien enbe bictopic glje* transporteert toerben ban ben gen en gcmeenc belangen, geen beter nuch noodzakelijker zaak is dan vrede, vriendfchap en onderlinge eendracht, welke de oorfprong van alle deugden, en oorzaak zijn, dat de Godsdienst vermeerdert, de ftaat der Edelen geë'ert, de koopmanfchap beievcrd, en de landbouw in allé rust en veiligheid geoeflend word, en in tegendeel niets zoo hinderlijk, noch nadeelig aan 't zelve algemecne belang is,dan tweedracht en ongeregeldheid, welke de bronnen zijn van allekwaad,en de oorfprong van alle verdeeldheden oorlogen enverfchillen, waar door de landen, Heden, provinciën en koningrijken, Sn groote verwarring en verwoesting vallen, en dikwijls van het eene volk tot het ander  (43) teneenen bühne ten ante* r:ncnbcl)ct 5113130 bat te uDojf tenten ban baer* toaerts obere toebchorenbe tmm Darten gbeïjutïjtcn Jjec cntenatucriiclien p?in* te mpnenheebenïjertogïje PÖcftpS onlanr D?ocDt 3pn tngrootcn laste enbe twee* teacljtuljebcnjo bat jnsti* tic paens mine ecnteacïj* tieftete coopmanfeepe ente neerpnflhe baer ute ber* jacght enbe bertoecmt 3?n ter grooter engtjenouchte Jiinoere ban ben gficmee* ncn bolbe cn ten achter* teeïe ban o«3cn boo?fs na* tuettttBen P?ince bie oub3 3pne jaeren es cnbc bicn top als goebe enbcgljetrati* toe onbecfaten fculbiclJ3pn enbe behooren tc öefcubbe* neenbc befcermene met al* len onsen cracljten enbe macljtcn als baer toegljeob* hgtert enbe berbonben bp allen rccljtcn natueeïiefte gobUcfte eanonjbe cft cibt* Ie der worden overgebragt, ende hetalzoois, dat de voorfz. landen van heri waards over, toebehoo. rende onzen zeergeduch. ten Herc en natuurlijken prince mijnen Heerc den Hertoge Phelips,onlangs gebragt zijn in grooten laste en tweedracht, zoo. dat de justitie, vrede.Iiefde, eendracht, koopmanfchap en neringe daar uit verjaagd en vervreemd zijn, tot groot ongenoegen cn hinder van de gantfehc gemeente, ende ten nadeele van onzen voorfz.natuurlijken prince , die nog mind : rig is, en dien wij als goede cn getrouwe onderzaten verpligt z;j:i en behaoren te befchut» ten cnbefchermen, met alle onze krachten en vermogens, als daartoe gehouden en verbonden bij alle natuurlijke, godlij-  C44) ïefo hebben top ome öe3cl* be Janben toeber te b?tn* gftcne in paepfc in ruste enbe in poilmcn Detoelfte palenbc 3»n b een an b an* bec enbe eenen ftcëtocbeftoo* renbe gljemaect gïjcfïotcn belooft enbe gl>3toooren maften fluutcn bclobcn cn* be 3toeercn met ripcr öeli* beratie auctotiteit ban on* 3enboo?f3 natueclicftep?in* tetoetcne cnbc tonfente ban ben roomseft coninc baber ban on5en boo?f3 natuer* lieften p?inte enbe ban mp* nen fteeren ban 3pnenbloe* bebanb3 moebecltcftcr3P* be nuTtpttoefcnbcftacr* toaerts oberljternaer glje* noemt en ooft bp ben con* fente enbe goebe gljeliefte ban ben <£onincban©?anc* ftcënaeste enbe barbïpcften* (ie ïjoijr ban b3 3elben on* jen natuerlicften pjince ter caufen ban b3 coninglnnne 3-ne lijke, kerkelijke en burgerlijke Rechten, zoo hebben wij, om dezelve landen, dewelke aan elkander palende en aan eenen Heer toebehoorende zijn,weder te brengen tot vrede , rust cn goede policie, met rijp overleg , onder 't gezag van onzen voorfz. natuurlijken prince, met kennis en toeftemming van deiiRoomfchkoning Vader van onzen voorfz. natuurlijken prince, cn van mijne Heeren van zijnen bloede, van deszelfs moederlijke zijde, nu ter tijd zich hier te lande bevindende,en hier na genoemd, en ook met bewilliging en goedvinden van den Koning van Vrankrijk , naasten en waarfchijnlijkftenErfgonaam van denzelven onzen natuurlijken Prince, Uit hoofde van de Koning-  C 45 D 3ine gftefelneöe EuStce ban ben 3dben on3en p?in* ce pacpg eenbjaeöticftebe biicnfccpc mine altancc goebe enbe gijeiïanbiglje intelligentie onbeclingfte 1 eeceban<6obe enbe pjouffp* te ban onfcn boo?f5natucc* beften pnnce enbe 5nnen boo?f3 ïanben enbe onbee* faten upb acticlen enbe ton* bitien Diec naec bolgcnbe bc3clbe eenb?atljticljebe al* 30 b?e al* bie annoopt be gooeïjebe Ijeeclicljebe enbe regentente ban D3 boo?f5 lanben fieetlicljeben enbe fteben gljebucenbe ben tnt ban bec onöejaecïjeben ban on3en boo?f5 natucclicften pnnce enbe 3130 becce als fie angaet be polïtctc ge* ÏJUCj ninginne zijne Genm* linne, zuster van denzelven onzen prince, onderling, ter eerevanGod en voordeele van onzen voorfz, natuurlijken prince en zijne voorfz. landen en onderzaten, gemaakt , gefloten, belooft en gezworen, gelijk wij maken, fluiten, belooven en zweeren bij dezen , vreede, eendracht, vriendfehap, eenigheid, verbond, goede en beftendige verfland-houdinge op de articulenen voorwaarden hier navolgende, en zulks zoo verre deze overeenkomst aangaat de hoogheid, heerlijkheid en Regeering van de voorfz. landen , heerlijkheden en fteden, gedurende den tijd der minderjaarigheid van onzen voorfz.' natuurlijken prince, ea zoo veel aangaat de poli-  C40 tntcrcnöc in cctoichcbc alle öc boo2f5 lanöen cnbc fteben entse elft bpsonbere bit. beuöc tn ÖtiiK rechten jpbilegtcn bjpftebett costtt* men en ufaigen Geeft 30 hebben top bec* gheben enbe guptc gljcfcol* ben cnbc bp befen bcrglje* ben en fcbelbcn guptc t ceutocghen öaghen alle of* fenften injttrien cnbc mes* babcn bie boo? be bate ban befen gïjebuert mogen 3pn binnen of tuSfcljen ben boo?f5 latiben met Interen fteben bp manieren ban 02* logben bet 3P bp tooojöen of bp faite metgabers alle fcaben becltefen berlcttcn cnbc intresten biax utc ghefpjuubt enbe nacrghe* bolgljt mogen 3pn in toat manieren bet 3p bit ber* öbetcnbc geheel cnbc alaïs niet licic te geduuren ten eeuwige dage, blijvende niettemin alle de vooriz. landen cn fteden, en elke dcrzelve in 't bijzonder,bij haare rechten , privilegiën, vrijheden, herkomen cn gebruiken. Eerftclijk hebben wij vergeven en kwijtgefcholdcn, gelijk wijvergeven en faiïjtfcheldeti bij dezen, ten eeuwigen dage , alle mishandelingen , verongelijkingen en misdaaden, die voor dato dezes gebeurt mogen zijn binnen of tusjchen cfo voorfz. landen met dcrzelver fieden, bij wijze van oorlog jt zij met woorden , ofdaachn, mitsgaders alle fch aden, verliezen , verletten cn inieresfèn., die daar uit gefproterk en opgevolgd mogen zijn , in wat maniere het zij, ** zal-  C 47 3 gtetn toaert batpemem aömbKStcaoegbenabt ftefc fciibebanbspmnbanon* 3en Doch ingcvalle iemand , bewind gehad hebbende van de perrnia* vilt oöefiuat in julficr tops bat elc tote enöe ban toat ïanöen bat Dn 5P sberefer* becrö Itn ben paepfe ban ©laenbzen of anb?e 3onb5 eenegfte ejeccpete af30 toel met jan ban blops mee ïobetopc ban fcestergate mee pDeiips ban hepne meestee jan tobbe tooutec ban tocfenuefce ais anb?e bieec geïpfte te jpnen ïanbe ftebe enbe goebe paiftbchc 3al mogen fceeccn enbe fianb öace anne ffaen in 3ulfeen fiate als bp 't bin* ben 3al enbe suften mits befen aïle pjocesfen gheee* fen tec eaufe ban ben 3c!* ben bibbien gfieaboïpett enbe, te nieuten 3?n. < 't zelve geheel en al vergetende, ah of het niet gebeurt ware, in diervoege dat een ieder , wie en van wat landen hij zij, zoo wel die bij de vrede vam Vlaanderen ziji* uitgezonderd, als andere, zonder eenige uitzondering, en dus zo» wel mijnheerJan van Blo is enz. ah andere diergelijke, t0& zijn land, ftad en goed9 in vrede zal mogen wederkecren , en 't zelve aanvaarden in zoodanigen ftaat als hij 't vinden zal, zullende michdien tlle procesfen, ter oorsaake van dezelve verdeeldheden gerezen, af en e niet gedaan zijn. -  jen bocijfs natnetlitnen P?tnce en ban eeneghe jte* ben öetngöemefufeeitrjaö* iie in ieseim aotninistca* (ie enöe gbeappligttieït t 3Pnenfingulieren p?ouffpte eeneoïje ban benselben pen* ninoöcn beselbe 5a! baer af anöujojöen enfïaen tececii* te tec piethen baet hp abc* attesteert of jnsticiable tocrbt gitetn boo?t hebben top belooft cn belobcn te boe* ne on* utctjte macht an een (üoninc ban ben to* mepnen bat Ij? tecjtontboe toeittctften alle gatnifoen eit bolfte ban toapenen 50 toacc öic3pn binnen oft up be fiontieten ban öensel* ben lanben ten henbe bat te bet ëtï te DaeStelichct toopmanfc hepe ljucuen loop hebben tnoQhc enöe bat be lanbSman t lanb mogfje gaen ouffencn enbe cultibe* ren enbe toaett bat eenegtje ban n ingen van onzen voorfz. natuurlijken prince , en van eenige fteden, zich daar in misgrepen, en eenige van dezelve penningen tot zijn bijzonder voordeel gebruikt hadde , die zal daarvan verandwoording doen, en deswege te recht daan , ter plaatfe daar hij bezet wordt of ftraf baar is. Voords hebben wij beloofd, en belooven bij dezen, ons uiterfte vermogen bij den Koning der Romeinen aan te wenden, dat hij terftond doe vertrekken alle bezettingen en volk jvan wapenen, waar die zijn, binnen of op de grensplaatsen van denzelven landen, ten einde de koophandel te beter en fpoediger haaren loop moge hebben, en de landman het land moge gaan  C 49) ban ben capftatncnbsnben boo?f3 gacmfoenen bifftcul* tept maecten tc ticctcccfie* nc oft ijucte toapcnmgftcn tc fcïjeeöene fo Ijcbbcn top belooft cnbc belonen alle BOefaemDec Danti te glje* mecnen toste 3ulfoc pjooi* fïe bacc tnne te boene aljJ bat bc lanben tccfïont öaec af nDc5Ui3cct toefen 3itUcn cnbc bat paeps cnbc cttötc bacc tnne 3uiien mogfien temen ais te uooren. gtcm bat top noch cc* nul} oti5ec nc 3Ullcn rjïjc* ben noch ghebogljen p.iS* fatgc buec be uoo?f3 San* ben enbe fteben ccnegïjen bolue nan toapene bat tjem «pftcllcn 3al of grietjenen 3al 3pn 6 me up een ban on* te comcnojloghene bp • toten gaan bouwen en beteelen, en ingeval eenige der Overften van de voorfz. bezettingen zwarigheid maakten te vertrekken , of haarc legermachten te fchciden , zo hebben wij beloofd, en beloven bij dezen,alle te famen, ten gemeenen koste, zulke voorzieninge daar inne te doen , dat de landen daar van terftond gezuiverd zullen zijn, en dat vrede en rust in dezelve zullen mogen komen , als te voren. ——• Dat wij, noch iemand onzer, niet zullen geven, noch gedoogen, door de voorfz. landen en /leden, pasfage aan eenig gewapend volk, dat zich zal opdoen , of gezonden zal worden, om tegen een 'au ons te komen oorlogen, D oj>  C 50 ) toten of ter toat caufen bet 5p. fjtem cnbc óm?bcrjoc:f5 linten toeecr teb?ingftene in pacpfe metier croene ban 5D?ancbcc 55 Beb&cn top bp semeenen acewbe ahebeelateert cnbc ©tinei ft betfareren enbe oerelaerfen bat top metten Mc lefcen ban ©laeuöjcn on* ijatt* ben an ben pacps ban ben jae~ljcxrt) enfjebbengfteab* toijeect enbe gUefloten te 3cnbene $0 top eerst mo* ohen cene notable ambasfabe an mpnenljee* uan es* güerbes macrfcalc ban 5©?ancbrpfte enöcftcbcbatt* berc ban b3 cotiinc in ben macttfen ban a;toi5 en pi* taröien ommc ijem tebifc bene bat jpne gheftefte 3? ons op wiens order, of ter wat oorzaake, het zij. Ende omme de voorfz. landen weder in vrede te brengen met de kroon van Vrankrijk, zo hebben wij bij gemecne overeenkomst vastgefteld en verklaard, ftellcn vast cn verklaaren bij dezen, dat wij, met dc drie Leden van Vlaanderen , ons houden aan den Vrede van den jaare 148a; en hebben goedgevonden en bcfloten, eene aanzienlijke bezending, zoo ras mogelijk, toetefchikken aan mijnen Heere van Esquerdes , Maarfchalk van Vrankrijk , en Stedehouder van den Koning, in Artois en Picardieu , om hem te bidden dat zijne geliefte zij ons tot het doen der voorfz. veïklaaringe te ontvangen,  C5i ) eng t' omfacne ten böC2f3 bcrclacrfe al50 ftp abs €o~ inisfaas metten boo2f5 &2te Jerjcn bc macïjt enöe micioritept baer af fiecft bp openen tbjeüen ban b3 boojfs Contnc. gtem bet boo.2t ernco?* bene enbe regie tc ftcilen in ben ftactenbegouoernc* ment ban b3 ebclen per* foon oan onsen 0002/3 na* tue Jtcben pnncc bteonb3 fpne jacten ejS 50 tjebben top gljeabuifecet enbe glje* floten bp soemeenen ac* coibe bat be felne onfe na* tucclichc pjincegïjebueren* be 3pne onbejaertïjcbe gDc* regiert toefen 5a! up 3pne bomatne in elc 3tanb enbe boojt ten ghemeenen toste ban alle be lanben te toe* ten in blaenöjen bp mpne Mn gen, dewijl hij als commisfaris met de voorfz, drie Leden daar toe bij opene brieven van den Koning de macht en bevoegdheid verkregen heeft. Voorts, om een orde en regel vast te Hellen in den ftaat en 'r, beduur van den Edelen perfoon van onzen voorfz. natuurlijken prince,die nog minderjaarig is, zo hebben wij goed gevonden en befloten, bij gemeene overeenkomst,dat dezelve onze natuurlijkeprins, geduurende zijne min» derjaarigheid, zal worden opgevoed uit zijne domeinen, in elk Land, snvoords ten gemeenen koste van alle de Landen , te weten in Vlaanderen door mijne Heeren van den bloede en zanden Raad, welke zal D 2 wor-  C50 ïjcën ban ben bïoeöc enöe ban 03 vaab öentoclbcn racö 3al al)co?bottiiecrt toefen fjr> mpne nooifs bec* ren ban ben bloebc ten fontentemeute uan benfta* ten enöe ïeben uan 05 3e!* uen lanbc enöe in 't ber* toeeftbom ban öjafiant en* be ben anöeren ianöen bp ben Conitic ban öen romep* nen altf üaöer enöe ma* bottr üan onsen booifê na* tueriieben p:intc en 00c up ben boo?f5 ïjeeren ban öen blocöe bp aöbpfe ban 03 fta* ten ban öen 3elben ianöen. . gjtem e* 00c aljcabbt* feert enöe gfiefïoten bat in t trahen ban ber <0?öon* nancie ban ben ftate ban pensenten onsen natuerlic* ben »?tnte men boo?öcren cn pjomoberenfalbcbco'te cbeble enöe notabclfte ban ben boo?f5 Ianöen 30nöcr eenegfie butlanbfcfie baer innetcfteUenc enbe bot bc boojfj worden aangcfleld door mijne voorfz. Heeren van den bloede, ten genoegen van de Staaten en Leden van denzelven Lande, ende in 't Hertogdom van Brabant, cn de andere landen, door den Koning derRomeijnen, als vader cn momboir van onzen voorfz. natuurlijken prinfc, met cn benevens de voorfz. Heeren van den bloede, bij raade van de Staaten van dezelve landen. Ook is goedgevonden en befloten, dat men, in 't maken der ordonantie van den Hofftaat van denzelven onzen natuurlijken prinfc , bevorderen cn aanftellen zal de befte edel/Ie en danzienlijkfte van den voorfz. landen , zonder eenige uitiandfche daarin te plaatJen,  (53 ) boojfj mpnc heeren ban oen blocbe metten rabe beu jjcrfoon ban injen boo2f5 natuerltcfien pn'nce jollen Dooöcn cn berboe* ren tc 3ulfic plecfien enbe fteben ban 3pnen lanbenert fieerltt ïeben banïjcrtoaert* obecc al* men bp ben fta* ten cnbc leben ojbonneccn jal enöe anber* niet gtcm e* boo?t aTjeflo* ftn bat alle 3alten in alle be boojf3 lanben rjbeep pebrect sullen jpn tc bic* tenc in ©laenberen on* ber öe name ban onsen boo?f3 natuerU'CKcn pjince also roei ban jiieitteien ban financien ban officienban fjracien al*anö?c bpaöbife ton mpuc boo?f/5 ïjeeren ban ficn, cn dat de voorfi?. mijne Heeren van den bloede, met den raade, den perfoon van onzen voorlz. natuurlijken prinfc zullen houden en vervoeren in en naar zoodanige plaatfen en deden van zijne landen en heerlijkheden vart hervvaards over,alsmen bij den Staten en leden ordonneeren zal en elders niet. Voords is befloten, dat alle zaaken in alle de voorfz. landen uitgevaardigd zullen worden , te weten in Vlaanderen op den naam van onzen voorfz. natuurlijken prinfe , zoowel in zaaken van Rechten, van Geldmiddelen, van Gunden als anderen, bij raade van mijne voorfz. Heeren van den bloede, en van den Raade, cn in D 3 de  C 54 > ban tien blocbe enbe ban ben rabe enbe in be booifj onbere lanbcn b? öen beren sonbec t confent ban aüc ben boo?f3 lan< ben enbe men sal ban nu boojtan muien up ben betel enbe utet op boeten of pepnen ban gljclbc enbe tn aluolgïjcnbc ben pbtle» gtcn ban elften ban ben boc?f3 lanben «gtem hebben boo?t be* looft cnbc üeloben bat nc* gijeen ban entf ban nu booitan o?logfte annemen cn sal jegen toten bet sp sonber eerst baerup ber» gabert te fjebben alle bc boo:fs fiatcn enbe 30toan* neer bp gïjcmccncnaccozbe C2logfte angljenomen toert 30 cn fal men ban of gftectien pacps mogften maften jon* donneeren, welken voet men niet zal mogen verergeren noch veranderen , noch den prijs der geldfpecien verhoogen of verlaagen zonder bewilliging van alle de voorj'z. landen, en men zal van nu voortaan het vervalfchen der munte ftraffen met den ketel, cn niet met breuken of geldboeten , en in alles zich gedragen naar de preyilegien van elke der voorfz. landfchappen. Voords hebben wij beloofd en beloven bij dezen, dat niemand onzer van nu voortaan oorlog zal aanvangen, tegen wien het zij , zonder eerst daar op te hebben geroepen alle de voorfz. Staaten, en wanneer bij gemeene toeftemming een Oorlog wordt ondernomen , zal men geen vre-  (6t ) sonbee cenöjacïKia ton* feut ban alle öen 5clbcn Ianöen gtem Ijcbuen boost bc* looft enöe beloben elc in t3Pne ciibealsobccreahtt &em acngaet te onöcrhou' bene enöe bulcómcnc alle üoeöc tcatttteten pacpfen atcojöen eenöjacljtteljcöcn cnbc aïiantt'cn ötc boo:> tpt$ mofcljen öen boojf3 Ianöen of ecncghe ban bten gemacct ïjcbbm gl> toecot enöe e* onöbcc» ftacn bat met öefer. men* toec intelligente alle be boo?f5 tratctt'ten enöe ac cojöcn berfteerct enöeghe» eojroborectt 3pn «Jtetncn ten Denben öat alle be boo?f3 3aften te bet be* vrede mogen maken zonder eenparige bewilliging van alle dezelve landen. Nog hebben wij beloofd en beloven bij dezen, elk in den zijnen, cn zoo veel ieder van ons aangaat , te onderhouden en natekomen alle goede tractaatcn , vreden , overcenkomften, (accordën~) eendrachtigheden , (concordaatai) en verbintenisfen (alliantieri) , die voortijds tusfehen de voorfz. landen of eenige derzelver gemaakt zijn geweest; zijnde onze meeninge, dat, met deze onze nieuwe verftandhoudinge, alle de voorfz. tractaaten en accorden, verfterkt en bevestigd zijn. En ten einde alle de voorfz. zaaken des te be-  ( 6* ) belcet inrijgen 3Pn ten mecstenotrbucre ciïpjouf* fpte ban onsen boo?fs glje* butyten Ijce enbe toelbaert ban 3pnen lanben enbe tc belettene aïle nicutoichebc bte men tn"pi'ubicten ban bien soube mogljen boen fo hebben top gheaöbtfcci-t enbe gneffoten aboifcuen enbe fluuten bat ban nu boojfrn be ftaten ban al* le ben boojfs lanben bec* gabcren jullen eens'gjaerss tc toetcne teleftcn eerften baghen ban <©ctoB?e in ecneglje ban ben ftebm bec lanben ban B?abant blacn* b;en cn Ijenegautoe 5onbec bat men be 3elbe bergabe* ringe 3al mogften Ijonben ttoec toaeben b een nacr. b anbec in een lanb bue* renbe be onBej'aertljeöeban ben beter beleid mogen worden , ten nutte en voordeele van onzen voorfz. geduchtcn Hecre , en welvaart van zijne landen , en te beletten alle nieuwigheden , welke' men ten nadeele van dien zou kunnen invoeren , hebben wij goedgevonden en befloten, zoo als wij goedvinden en befluiten bij dezen, dat van nu voortaan de Staaten van alle de voorfz. landen eens s'jaars zullen vergaderen, te weten op den eerden October , in eene der Steden van Brabant, Vlaanderen en Henegouwen , zonder dat men die vergaderingen zal mogen houden twee achtereen volgende reizen in een land , geduurende de minderjarigheid van den voorfz. onzen natuurlijken prince; op welke plaats alle de  ben boo?f5 onjcn natuer* beften pnnce ten toelften plccften alle be üoo?f3 ïan* ben jnHcn gïjeljauben toer* ben tc jenbene ftticce gbe* bcputeeröc 3onöec ecnicïj ftefcfijtben bctoelfte last hebben 3iillcn tc ontfanghe* ne alle manieten ban cïacD* ten ber generaïitept ban ben boo2f3 lanben aengaenbe omme bp ben officiers en* be rnstlpuber.ö ban b5 plee* ben baer be ghebjeftengftc* öuert 3iillen 3pntjïontbol* glienbe Ijttere pbilegen b?p* fteben enbe eostumen glje* rnnebtert te 3pnc of bp ftuerbcber fattlte baer tnne tooojften tebi.rbencbp in?»* nc boo2f5 heeren ban ben bloebe rabe enbe ftaten te gaberc enbe boo? öecrjte baefibaert 30 es gftefloten bie te Ipubcne- binnen bec ftebe ban bntecelle ten eer* ften bagfte ban «öctobje eerstftomenöe in bit jaer buugt ceet acht en tarfjten* ticfj de voorfz. landen gehouden zullen zijn, zonder eenige befchrfvinge, hunne gemachtigden te zenden, met last om te ontvangen alk foorten van klachten, de gemeend zaak der voorfz. landen aangaande, omme bij dé officiers en wethouders van de plaatfen, daar de gebreken gebeurd zullen zijn , terflond , volgenshunne preyilegien, vrijheden, en oude herkomens, verholpen tc worden , en bij derzelver nalatigheid daar inne voorzien te wordendoor mijne voorfz. Heeren van den Bloede , Raadc , en Staaten te funen. —. En is bclloten den eerden dagvaart te houden binnen de Stad Brusfel op den 1 Oftober van dezen jaare 1488, de andere te Gend den 1 October 1480, en de derde te  Cö4) ttclj banöcr te <6henb ten «et (ten öagc ban Octotoc fat face irrrijc enöe öeöer* bc te bergben in Ijcncgatt; toe ten ceifien öaglje laan ©ttib?c neghenticfj oft te fulhc anö?c fteben binnen benselbcn Ianöen al* öe (laten aöbifeccn enöe fliiu* ten 3ullcn gitent enöe toant aïöecn pegljclpc blpcbelpc c$s aen* fienöc bat bp gljcbicftc öat iic clecticn öie gbcöacn tooj* iren ten pzclaturen ban öen ^looötei'.öcnöc ban öecan* beten tollegtalcn heilien in bc boo?f3 Ianöen gbeen fte* be noch ejccctitie cn Ijebben nacc öe gefeceben recljtcn ntacc bp ben ceicrbacicn generale enfpecialebanöen ftoele ban cojne sontrpt* ban bcnsclber. pjelatucen gljeötéponccct tocerbt in fömenöe oft anöcrjs tjhe* ghebcn bjemben lieöen bie be3dbe pjelatucen niet en te Bergen in Henegouwen den i October 1490, ofte in zulke andere Steden binnen dezelve landen, als de Staaten zullen goedvinden en befluiten. En naardien , gelijk aan ieder bekend is, de verkiezingen, die gedaan worden tot de prelatuuren van de kloosters, en van andere collegiale kerken, in de voorfz. Janden, geen plaats noch exfecutie hebben, volgens de befchreven rechten, maar bij de generale en fpeciale Rcfcrvatien van den ftoelvan Rome fomtijds over die prelaturen gedisponeerd wordt voor het toekomende, of anders dezelve gegeven worden aan vreem*  C°5) niet cn öcfitten of berjtencr in ben ftanben ban ben toelfccn beseitie platuccn cnbc <6obtshupfenbienöe* 3dbe plaetfen ban eechts* toeglje bebolen ?pn te re* £ïci*n: alïegaöjc te meuten gacn enöe «jBobtsöicnst berininbert toerbt tec gcoo» tec confuften enbe fcanbe Dan b5 noo?f3 lanben fo jïuuten to? bat top achter* bolgenöe tpbilege gcnecael ban alle öen Ianöen öehanö ïjouöen 3ullen bat alle electien gheöacn bp öengbonen bie t D:lj302t onöerftauöcn Sullen toojöen enbe bast bitsen enbe alle comenöcn belasttngben ban pencton ofte anö?c pjobificn ban ben pjelaturcn gïjcbaen je* gften bcjelbe electie toe* becflaen gijefacmbct ïianö jon* vreemde lieden, die dezelve niet bezitten of bedienen, en in wier handen dezelve praslatüuren en de Godshuizen , welker bellier hen van rechtswege is aanbevolen , gantsch en al te niete gaan, en deGodsdienst vermindert, tot groote verwarring en fehande van de Voorfz. landen, zo beiluiten wij; dat wij, volgens't algemcene privilegie van alle de landen, de hand daar aan zullen houden, dat alle verkiezingen , gedaan zijnde door die genen die er toe gerechtigd zijn, onderhouden woreten en van waarde blij_ ven zullen , en alle toekomende belastingen van penfioenen of andere provifien van den prélaturen , tegen dezeb» ve verkiezingen gedaan vverdende, door ons geE zaj  (66 j sonser bic tc Iatcne erecu« tic yebben in bcscibc lan* ben na onsc macyt gtem ten ycnöe bat al* Ie bc boü?f5 saken gbe* flanbtcfi cnbc gDcbucrtcB nwgyen bliben foycböcn top befen paepg aliantic tonfeberatie enbe cetoegbe intelligentie gïjebaSticyt cïc Op3onb?c bp on^en eebc enbe gyeftocren up be hele* gye ctoangeïicn <0obs bie t ewberftaubene 3onbcrbaer j'egyen te cömene nocy ban elcanbercn te fcyccbcncn* be toaert bat pement fat* telic fcyeebe of bpeencgben toegye fcfieeben moeste 30 en 50! nocytannc baec"öïtte benfeiben paepsenbc altars cie zamenderhand te keer gegaan zullen worden, zonder die in dezelve landen cxl'ecutie te doen hebben, zoo veel in ons vermogen zal zijn. Ende ten einde alle de voorfz. zaaken beftendig en duurzaam mogen blijven , hebben wij deze Vrede, verbintenis, famenfpanning,en eeuwige verftandhouding, bevestigd elk bijzonder met onzen Eed, en op Gods heilige Euangelien gezworen die teonderhoudene , zonder daar tegen te handelcn,nochvan elkander te febeiden. Ende in geval een van ons met der daad zich daar van onttrok, of door eenig middel genoodzaakt wierde van ons te fcheiden, zal echter daar om deze vrede en verbintenis niet verdaan WuA"  O/) tic niet bcrffacn spn gvjet"n* fringicrt oft maöeöjöfien fpnbc ncmaec 331 altm Uiten in 3pncn btguere cft bekken gïjeoibonnecrt en ojöomwrtti öat alle offi* eterjï cnbc toetfionöerg in tic» lanb ten ancomene ban ftueren offtnen er* piesfehc beioben enöe jteee* ren sullen bcn3eïbcn paepjs enöe altancte t onbechau* bene 3Mbereemcfi|wsi baer jegfien te comene onöcr t b erclc ban juSttcten ofte anöersfnts fit toat manie* ren bet 3U enbe toaert batter pemant jegbens gaarne bat 3ullcn top alle te famen metten ïjeeren ban ben bloeöe in ber manieren en* bc nacr buttopfen ben ar* ticle Doben berclaecst toe* berftacn ten gïjemecnen cos* worden vernietigd of verbroken te zijn, maar altijd blijven in volle kragt, en hebben bevolen en bevelen bij dezen, dat alle Officiers en wethouders in elk land, bij 't aanvaarden hunner ambten, uitdruklijkbeloven en zwecren zullen, dezelve vrede en verbintenis te onderhouden , zonder zich eenigszins daar tegen te verzetten, onder voorgeeven van Recht of anderszins, op welke wijze hetzij, ende zoo iemand daar tegen dede, zullen wij alle te ürmen met de Heeren van den Bloede, in maniere en volgens de fchikkingen hier boven beraamd en verklaard, denzelven te keer gaan ten gemeenen kosten , 't zij bij wege van rechtspleging of van dadelijke wederftand, zoo als de E 2 om-  ( 68 ) firête yct 51» bp jujjtfcien of bp faite aJjo öe mate* rien baer toe gftcbispon* néert 3uUeti toefen efi nodj in nteeber berfeftertbebe enöe ten fienbe bat ecutoe* alje memorie Dier af 5» 30 heeft ele on3et öefc bneben Bfiefegelt met 3pnen 3eglje* öe toitoangfienöe enöe bcb* ben gfiebeben in alber on» becbanieDeben harben ;eé ïWöDeji enöe mogïjenöen prince öen Conmc ban ©lantïter ais naeste en oaerbiptHenjle boir ban onsen boojfepbe natueche* hen pnitee ter taufe ban ber ©oinginne 3pnen toibe luster ban öenseiben omen pnr.ee bat 3?nöcr pjince* ïiefter göenaöen gïjeliebe te tonfirmerne ratifierne en* be roborerne ben boo?f3 paepsenbe aliance met 3»* neu gcooten SSegfiele enöe 0110 Delpen tocöerfraenmct fonien als öe materie be* öDceren $al enbe pugnie* reu omfïandighcden der zaak vereifeben zullen ; En tot nog meerdere zekerheid , en ten einde hier van een eeuwigduureOd getuigenis in wezen blij— ve, heeft elk onzer deze brieven gezegeld met zijn uithangend zegeken hebben wij in alle ondcrdaanigheid gebeden, den zeer hoogen en mogenden Prinfc, den Koning van Vrankrijk, als naas-, te cn vvaarfchijnlijkfte Erfgenaam van onzen voorfz. natuurlijken prinfe, uit hoofde van de Koninginne zijne Echtgenoote, Zuster van denzelven onzen Prinfe, dat het zijne Prinfelijke Genade gelieve de voorfz. vrede en verbintenis tc bevestigen,, goedkeuren , en met zijnen grootcn zegelc verfterken, en ons, als de nood het vorderen zal, met kracht hel-  ren öe BlftectueuÉ ban helpen tegenftaan , en •^enWiumm inÖeh> d?or Rechtsmiddelen, binnen de paaien van mftón ban SPrtCtt COntllC* zijn Koningrijk, ftraffen, rpche de verbrekers van dezelve vrede enz. ■ hebben boojt gftebeben ben anbecen mpne heeren ban ben bïoeöc tc toeten* eectoeecbecjen babec in fienbe bat in befen gobïicftcn paepjS groote bttccijt cnbc toelbaert gljcïegïjen c* aio boben hebben ghtstoooren enbe belooft cnbc bp befen stoceren enbe bclobcn in alle be bocjfs flirtten ons te beu* gljene metten boo?f3 ftaten cnbc lanben cnbc al te bocne bat top als hjienben cnbc maghen ban ben boo2f5 hectog$e fcnuïöicïj 3pn cnbc bchooren tc bocne omme t onberljoub ban bien in bennisfen ban on3en 3cgbelcn hier an gljcfiangïjen en es gcfept en gftcfio* ten bat m befen pacp* cnbc abancic begrepen jullen 3pn be anber lanben cnbc fteben ban onsen boo?f5 na* tucclicïten pjince bie niet p?efcnt ghetoecst en hebben te befcr jeghetoo?begher berccnicljebe nrtfgheïptr bie ban lubcfce bie ban ben fteben enbe fricïjt ban utrecht enbe anbere naghebuccen up bat ftemhebs gïjc* heft cn óme be bcrfchcrtïjcbe ban befcr aliancie no* penbc ben ghonen bie niet p?efeiit ghttoccst cn hebben enbe  C 7i ) atte in öe 5dbc aïiancie 3tillen brillen begrepen 3?n toecben ghchaubctt bat tc öecïacccnc bp fiucrcn openen bricben bcfcgïjeït met fiuecen 3cgbeïcn ban bccbanbe bie 3p obecbnngljcn 3uïlen ben ftaten baer fp bergabert toetben opbat bernlicben gfteïieft €nbe altoaert bat eenegbe sEegbels bp berftopentlje* be belape of toepgberingyc ban petnenbe bier an niet gficijangften cn toojben nocfitan* fal befe jelbe aliancie enbe unie tn yucren biguere enbe fo:ce bliben enbe ejs befe eenöjacbttcöebe gljeaccojöeert enbe gbcfioten ge* toee$"t te aDfienb bp ben ftaten ban ben lanben enöefte* ben bobengbenomt bp eonfente ban ben Coninc ban ben jsomepnen mpnen yeë ban rabeftepn myec pöclipjs ban cleben enbe mpnen fieecen beberen te metene mpn gec ban bricce enbe mer jan ban nieutoenbobe gfjebc* puteerbe ban ben Coninc mee iobebjpc ban p?aet ban mpnen Dec ban cabejtcpn anttjone be fontaine* ban myec pïjelip* ban cleben mee bantel ban fjcrfeele ban mpnen ycsTban beberen mpnen yeêban afffegfjem mpn bee"ban fente betnaects mpn ye~êbangrimbecöyempn bee ban paeecfic baniel buroeen bttccymeesstec ban Stuebcne mee jan pinnoc mee michiel abfaloensi mees* tee pbelip* ban niele pencionae gyeöeputeeröe ban leu* E 4 be?  C.7») bene mee roclanb bc mol cobtere nep. ö?ic te atol burcfimeestcr mcr jan ban heenpUet pieter ban sbbcï* gbe arent te fcrapcre cnbc meester gyccraert ban b5 becbe atetejpotecit ban ümrceie meester martin ban robe fpmoen ban gbelc meester goojt ban somcle pen* cionar ghcocputcecbc ban 05 bcffcyc mester jan ban &3 cappcUen ban tïjienen Qtfatyfc ïjonicïj ban ïeeiitue mouter ftcbins ban muele mpn ftêë ban b?tmen mee antïjuenis ban toabant mee totiiem ban fontaincs bec ban milain mee jan ban gabcre ber pieter ban het* baiS mer jan becnaige fteê ban paerfie utet name ban ber ftaten ban b;abant mpn bec bc p?elaet ban cmont mpnïjeëbep?elaet ban bounc cspcranec mpn tjec bon clcrphap ^ebar picters Xpcffeis gauthöfecbacs toan* bae:t ban bergïjen in hencgantoe antïjuenis ban ftam'S fctïtbnape tftomaS 5c gocouble gotert Ijccr.p ban $a* icnchicnncs utet name ban b5 ftaten ban Benegautoe jan jatapö % pencman met name ban b5 p?claet ban miööclbo?eh jan biereïoes met ster jan bantbaerts 30* ne meester eo?ncIt's teinbner % obcrmibSclbojcb co?* ndiS toifp? meester co?ncUS bcem bicric cc?ncis S claiSjacobsll ban 3ierif5ee jancicrir!; cntcmccst pieter be grabe ban ftepmer3bJalc meester pieter fp* mocn* % enbe jan gaba'efê 3Wte ban gein: guisfc im  C 73 ) jans z ftétnbjte jans 2 ban toltene wan 3eeïanö jan bel esprite lop* loöeboet gcefftcr cnbc jan fojrllon ban nahten fiusDe onrttoïss jan bc Hlatce mce*7 jan fean* eftais ban cpsfele ante ptnefton jeljan bc Ic ©aegucw ban öouap mee arent ban fcortSfe jan mcere jan be toalf ban aubcnaröc gbeccaert bc fplitcee ban ael*t mpn bec ban fente pieter* mpn fteé ban fente baef* mpn fteé ban öjongftcne mpn bec ban eenam mpn fteé ban bauöeloo be pjoost ban fente martin* t pp:c öe pjoost ban bonncscle öep?oe*tban ïoo meestee pietcc boogaert beften ban fente öonae* meestee pietcc öe ügno psoost ban eonce öe abt ban simmebefte mpn bec"ban 05 cïaeaut ftec"bait puttyem comeii* ban bec bare anb?tes ban bstooesnne fteê ban beeeïare joosban berpoo?teijecban moo?fiebc mpn ftêë ban eeeffegftem gbeecaeet banfiangfteceeï pietcc gftpfelm* oeubccöeften licbin bc moo? beften ban bec tocberte pftelip* ban bs 3itftelcn ban gftenb jan ban b5 icnbe ftebin ban 03 gfteinfie meester jan bttepes meester jan bc coene an* bries palpnc ban pp?c ftcittbric ban b3 tante" jan ban b5 meerseï) boogt ban 25clïc goutftFbe bingïje jan bc ^aSfeur ban casfel enbe (asfelcie brillems bentin enöe filbestcc ban benogues ban popccing'je alöus onbee* CÖeteeftent lop* ban pjaet et fontaine* öe ban De^ee* E 5 le  ( 74) Ic 3 U$ egtat3 öe fiapnau boanbaert j: öe Ic bouberpe j0j0 0. ïjcrvip jan baneuacrtg 5t>nc boe? mtbbeibo?cij uutcr name ban 3ieriC3ec tec Doem nieutoenbobe p: grabe ober bc ftebe ban rej* jo gcc<$ enbe tollen utet name ban ben b?ic ftaten banb?abant enbe tot Ijarcn bcbele gheteeftent bp mi m: cj: ban b3 ïjeebe peur na*, mttr loöeboet po; Ulle p le emanbement bes? öetty txfr fu.0b3 j le frantftotéb ma* maiïnss nicupoo?t po; bouap au cömenbement be amepinrtjon baccguerie betirne bcrgïjen enbe ftuu* p: nacs uur&utcfi. bucbureïj amb %-. ban b3 b?uggfie ©.Eoete gïjenb bijmuiöe jacop mouters %: nept* bjugcaje j coene pp?e uterncme ton b3 ebelen jan b Pjengljien öenxijöatïj ban mepe m 't jacr buuSt tat atïjte enbe taeïjentier Pour Extrait collationni Signé J. J. van der BEKE. IV. Ex-  C 75 ) I V. Extrait uyt fekercn Boek, berustende ter Greffie van Mijn Edele Heeren Schepenen van der keure der ftadt Gcndt, ende wacr in onder andere folio lviij verfo ftaet als volgt: ©cn patje fttgfcRett ben Contnc ban b5 romeinen ter eenre 3t>be enbe ben bric ïeben ban ©ïaentoen ter anöerc gfjemaect te bntggyc in mep* ïrrrbin' aen u$> ber gracie <6objS coninc ban ben romenncn <Êta öoen te toetene allen ben gbuenen bic 51111 oftpa* maebjf toefen 3iillen bat 6mc afte leggen enbe ten goböebcftcn en bueeïjbelic* ben paenfe te ön'ngïjcne al* Suïcfte gefcfiillen M$ten en» Maximiliaair bij de Gratie Gods Roomsch - Koning &c, doen te weten allen den genen die nu zijn of namaals wezen zullen, dat, om aftedoen, en tot een Goddelijke en deugdelijke vrede te brengen, alle zoodanige gefchil*  C ?6j enbe ötbiften aïS stcfltent fialf engst fiaettoacrtss gïjcccfcn ghefp'uut onbee* fiauöen en efieacötecteflftt 5pn gctoccot tusfcficn on* ter eenre jpbe enbe ben ftt* fetene ban bec ftebe ban ghenö metgabeeg ben tnfe" tenen ban b5 flebcn ban oiuggge enbe ban pp?c aö* fteeerenbe t fanten be bn'e ïeben s lanöts ban ©Iaën* ö?cn tec anb?e bibecfefte cómunitatten bp confente ban ons gycfiouben IjeD* ben gljeVpcestuioïcficn on* jen feftoonen neben ben fiecre ban cabcfïam enbe tnec pfiiHps 3?ncn sone cnbe bc heere ban öebece coc ors nebe metgabecs bc ftaten ban ben lanbe ban t>?auanb henegautoe fioltenb 5celanö namen tec een* len, twisten en verdeeldheden, als, federt half August, laatstleden, gerezen, gefproten, onderhouden, en opgevolgd zijn geweest, tujfchen Ons ter eener, en de Ingezetenen der ftad Gend, met en benevens de Ingezetenen derflede Brugge en Iperen, aanhangende te /amen de drie leden 'j Lands van Vlaanderen, ter andere zijde, verfcheiden onderhandelingen met onze bewilliging gehouden zijn, tusfehen onzen behuuwd neef den Heere van Ravejiain, en Heer Philips zijnen Zoone, cn den Heere van Beveren mede onzen neeve, midsgaders de ftaaten van den Lande van Brabant, Henegauwe , Holland, Zeeland en Namen ter eener, en de ftaaten van Vlaanderen ter andere zij-  C 77 j eenre $pbe enbe ben ffaten ton ©Jaenberen tec antec jaterrc bat bp minteken* te tusfcfien fpjenene ban «cncöficn tec cece enöe toeeröicnept aan goöe on* pcrfre Contnc enöe abc* teur ban yaepfe conipasfie en metelpten yebbcnte op t berlics cn (lucnnafte ban ben heeften bloeöc enöe up be groote enöe onberbJin* nelicfte fcyaöen enöe in* ttesten bie bp ben boosf™ gefciiïen enbe öibifien cla* gbelicgbefciet 5pn enbe nocb meec göefcepcn ftaen te gïjefchiene ai ten laste en* be acfitecöeeïe ban onsen ftaeben faeininöcn 3onepyt* Ilps eectsDectogbe ban «ojStrpcB enbe ban 3pncn booaf^n ïanöen enöe on* becfaeten top ais öe gbsne bie aïtpts meer ten paepst CBenegnen jpn gbetoeesi ban anöccsfins gebben metten infetenen enbe on* ; berfaten ban ben boo?fen ïan> zijde, met dat gevolg, dat door bemiddeling en tusfchenfpreken van eenigen, ter eere en welbehagen van Gode den Hoogften Koning en gebieder van vrede, aan, doening en medelijden hebbende over het verlies en ftorten van Christenbloed , cn over de groote en onoverkomenlijke fchaden en nadeelen, die het te beklagen is dat door de voorfz. gefchillen en verdeeldheden veroorzaakt zijn, en nog meer ftaan veroorzaakt te worden, alles ten laste en nadeele van onzen zeer beminden ZoonePhilips, Aartshertoge van Oostenrijk , ende van zijne voorfz. landen cn onderzaaten; Wij, altijd meer geneden geweest zijnde tot rrede dan anderszins, debben met de Ingezete-  C73) lanbc enöe gtacffchcp: ton jNaenbjen gljccstclic ca toeerlic eenen gocbcn tos* ten geftanbighen ecnb?ach* tegficn en ecutoegfien paepS enbe bjcöe ghemacct mibs Sebere eeclicftc openbare reparatien bie ons bic ban bec (ïebe ban bmggïje ge* bacn hebben enbe ben poineten en conbicien biet nacrboïgïjenbe eerst batbe brie leien 'S =£anbs ban ©lacn* b?en fiebben belooft enbe Stillen Gficfioubcn jpn ons te ftcïlen uponsc boeten cn* be in on3e bjpfteit cn li* bertept omme terftont te bertrecbenc baer ons gfic* Iteft bies 3ullen top laten in berfefterthebcn cnbc in ostaigen bin befe ftebe bc meregcabe ban baöen cnbc ben hertogfie Troffïe in bepc* tenen en bnderzaatttl van den voorfz. lande en graafïchappe van Vlaanderen, zoo geestelijke als wereldlijke, eenen goeden, vasten, beftendigen, eendrachtigen,en eeuwigen, vrede gemaakt, onder zekere eerlijke openbaare voldoeninge, welke die van de ftad Brugge ons gedaan hebben, en de volgende voorwaarden : Eerftelijk, dat de drie leden 's Lands vanVlaanderen beloofd hebben, en gehouden zullen zijn, ons tc fielten op vrije voeten , en onverlet tc laten, om terjlond te mogen vertrekken overwaards het on* gelieven zal, mids wil in verzekeringe en gijzeling binnen deze ftad zullen laten den Markgraaf van Baden enden Hertogc Christoflel in Bèijeren, en binnen de ftad  C 79 J Sepeeen enöe. binnen tec fictie ton gbenb mee plje* lips ton cleben gtem bcbjclclie ineregcabe bec* tagge enöe mecpöelips tec beöe enöe bcgïjeecte ban ons sullen stoeecen up 't belieg gautöes Ccnuceen* be up öe belegge etoangelic enöe ooc up gueelteöecceee enöe tcautoe bat sp uten boo?ren fteöen niet fcgee* ben cn sullen toot anöec* ftont öat alle be pointen enöe acticlen begcepen in befen jeggcnsto02öcggen pacps toel enöe öuecpöehc bultomen sullen toefen enöe nocg in mcecöec bec* feftcctïjeöe hebben beggeict cn gljebeöen ben boojf™ mecpljehps öat toaeet öat ton eenichfins in ggehjcfie toaecen te bulcömene öe boo?fe pointen oft öat pe* mant toic gp toace in 'fa* beuee ban ons of anöecs* fins gem becboo?öeeöe ee* nicg belet öaec in te bocne öat ftad Gent den Heer Philips vanCleeve, welke ten onzen verzoeke en begeeren zullen zweeren op het heilig hout des kruifes, en de heilige euangelien, ende ook op hunne eer en trouwe, dat zij uit de voorfz. fteden niet vertrekken zullen , voor dat alle pointen en bedingen, in dezen tegenvvoordigen vrede vervat, wel en deugdelijk zullen zijn nagekomen en voldaan, en hebben tot nog meerder zekerheid begeert enverzogt, dat, indien wij eenigszins in gebreke bleven de voorfz. pointen ten vollen naar te komen, of indien iemand, wie hij ware, ten onzen gevalle of anderszins, hem vervorderde daar aan eenig belet toe te brengen, de voorfz. Heer Philips indien gevalle zich  (8o) bat bi bic» gfiehaïle bcjcl* bc mee pfieups fcïjecbcnbc ban ons asiistcrc cnbc bn* ftane ben bocjp" ban©Iaen* beren niet alspnber macht cnbc traeftt jegïjen ons eit alle b 0115e ontlastenöc ben* jelbcn moer pbelips ban allen eeben enbe beloften bie fip ons gbeöacn mach jöebben enbe ban bit albus U bocne enbe bulcojncne 3al bc boo?fe mfier pyclips ccb boen cnbc rjöcbcn %$x\ bncben ber boo?fe ban ©ïaenöccen 3uïc als baer toe bfenen cnbc beboeren Sullen <3!teni enbe boben bien Dcbbcn gïjcconfentcerö en ghcojbonneert confente* ren en ojbonnerenbcnghe* beputeerben ban ben jta* ten ban ben lanben ban tuahant hcnegautoc 3ce> ïanb namen enbe ban be fteben ban balencicnnes rpsfelc bouap en anöere j-cgbenrooo?bclic bergabert binnen ber ficöe bangïjenb öat zich van ons affcheide, en die van Vlaanderen $ tegen ons cn alle de onze , met alle kracht en geheel zijn vermogen, bij— fta en hclpe, denzelven ontlastende van alle ecden cn beloften, die hij aan ons gedaan moge hebben, en zal de voorfz. Heer Philips onder eedc aan die van Vlaanderen beloven, dit met der daad aldus te zullen doen en nakomen, en hen daar van geven behoorlijke brieven; Bovendien hebben wij nog tóegeftaan en bevolen, ftaan toe cn bevelen bij dezen, den afgezondenen der ftaaten van den landen van Brabant, Henegouwen, Zeeland en Namen, en van de fteden Valenciennes, Rijsfel, Douaij en andere, thans vergaderd binnen de ftad Gcnd, dat zij uit dezel- vi  C 81 ) öat 5!,' niet cn fehceöcu u;a* seiner ftcöc netnaec öaec uliben ftaettops al .oft soul tot bat ben paepss ban ©janchetptfte be unie «ft aïpancie tuofdjen ben ianöen cnbc alle anöere pointen befet materie an* gaenöe gficfiöten cnbc bec* febert stillen toefen gtem hebben belooft en bp befen öeloben terftont te boen tesSfcterte al t bolc ban toapene ban onscc spbe ban allen ejeplotten ban op loggen cnbc t 3dbe bolc metgaöersS 0113e garnifoc* tien te boen fcheeöcue en uertteeïten but blaenb?en binnen biere Daggen naec öat top in onfc bjphept gbefielt snlïcn 3pn enöe binnen biere baggen öaec eaec but allen öen anberen lan* vc ftad niet zullen fehet* den, maar aldaar ftaetsgewijze allen of fommige zullen blijven, tot de vrede met Vrankrijk, de vereeniging enverbinte* nis tusfehen de Landfchappen, en alle andere punten deze zaake aangaande, gefloten en verzekerd zullen zijn. Nog hebben wij beloofd , cn beloven bij dezen , terftond al het volk van wapenen van onze zijde te doen eindigen alle vijandelijke ondernemlngen,en't zelvevolk midsgaders onze bezettirigeti te doen fitheiden cn vertrekken uit Vlann' deren binnen vier dagen , na dat wij in onze vrijheid gefield zullen zijn, cn binnen vier dagen daarna, of zoo het moge lijk is nog eerder, uil alle de ander t landen,en te zullen bezorgen en F voor*  cao Ianöen oft eer ast moohe* lic enöe 5ul!en befojgfien enöe Defcuööcn öat t sclbe bolc in 5?n be treeften noch onöertocgfte cn sullen herben pillpecen roben rentfioneecen noch cent* OOecanöe guaöcn boen in bc3clbe ianöen enöe ooc bat 3p gfteene oyebanghc* ne met hemliebcn ïecöen juHen but blaenöien nc* maec sullen ghehauben 3pn bic tc ffeHene in reöe* ïieften roicjjpene sonöee bie te mogen banoijene enöe toaect öat 311 tec con* tcacien baöen 30 3al men be fchaöcn öacc af berha* ïen up t pencioen öat om bic ban ©ïaenbjen ofte* tonfentecrb yebben of con* fenteccn sullen gjtem be hoo?f* ban ©lacnöjcn jpn gftcyauöen inögyeïiJCr te boen eeofecene Ijuec bolc ban boapene enbe gaeni* foenen ban alien cjrpïoiten löan OJloaDcn enöe öefelbe te voorkomen dat het zelve volk , in hun uittrekken, noch op weg in dezelve landen, niet zullen kwetfen, plunderen, roovcn, vrijbuiten, noch eenigerhande kwaad doen, cn ook dat zij geene gevangenen uit Vlaanderen met hen zullen mede voeren, maar gehouden zijn die te Hellen op een redelijke losprijs, zonder dezelve (als nog) te mogen vangen, ende indien zij het tegendeel deden, zal men de fchade daar van vernaaien of inhouden op het jaargeld, dat die van Vlaanderen ons toegelegd hebben of zullen toeleggen. Waartegen die van Vlaanderen insgelijks gehouden zijn hunne gewapende knegten en bezettingen te doen ophouden , van alle Krijgsvcrfigtingen, en dezelve uit alle de landfehappen te doen  tc boen bei-trccficne tut al* let! öen ianöen én sullen fietoachten öat ban hem* Iteöen öcnselVjen Ianöen ODeen cjuaet oft achtecöeel toecomen en 3a! <3Jtem snöc ten henöe öat rop te bet sullen tnofjljen öoeu fchceöen enöe bectrccften on* uoo?fe bolc ban toa* penen enöe rjarntfoencn fo lieöbenöeboojp ftaten ban allen öen Ianöen on* aljc* confenteert tebetaelenbin* nen eenöcr tnaent ecröteó* mcnöe öe ffime ban bibe en tbrintich öuu*t ponben ban beetttcfi cc 't ponö met eonöfctc öat toaere öat t selbe bolc cnbc oarnifoe* nen met vjcctcocken en toa* ren but allen ben boozf^ Stanöen binnen öen boo?f« tpöe öat in bien oöeballe bc boo?fe bibe cn tbointicl) öttust ponben beheert sul» len 3»ni in betalinglje ban anöcrcn bDlhe banmape* nen ómeb» aaeftte tmöat an* doen vertrekken }cn zorgc, te dragen dat door dezelve geen kwaad of nadeel aan denzelvenLanden toegebragt werde. — Ende ten einde wij des te beter onze voorfz. krijgsmagt cn bezettingen zullen kunnen doen fcheiden en vertrekken, hebben de voorfz.ftaaten van alle de landen ons toegedaan de fomma van 25,000 ponden van 40 grooten 't pond, te betalen binnen de eerstkomende maand, onder beding , dat ingevalle voorfz. volk en bezettingen uit alle de voorfz. landen binnen denvoorfz. tijd niet vertrokken waren, de voorfz. 25,000 ponden dan gebruikt zullen worden tot betaling van andere krijgsknegten, omme met geweld, indien het niet anders kan gefchieden,'t voorfz. F a volk  ( 84 ) anöcrs niet toefen cn mach t boo?f« bolc te bafteftcne cnbc berjaghene boïgenbe bet alpancic bic baer af c* ruSfthen allen öen boo?fcn Ianöen 5tem bet boost töttfenteten enöe juüen ghehanben jpn tecffont te flcllcne abebe floten freetc* ten enöe plactfen ban öen ianöen en gcacffccpe ban blaenözen in öen hanben ban öen heeren ban öen bïocöc ten pjouffpte ban onsen Datben ïieben enöe beminöcn 3one omme öaet inne geftclt te jpn 3uï!ic tasteïainjs enöe officier* als t befiotenjaï nacr öe rechten enöe pbilegen ban ben £ante enöe bp aöbifc al tonfente ban ben bjic ïeben achtctbolgcnbc bec boo?fe aliancie «gtcm ter neerenbftegïjcr beöe ban öen boo:fen ïjeeren ban ben bïocbe enbe ban ben gficbe* puteetben ban benboo?fcn fïaten enöe ooc tec oetmo* bü volk tc doen vertrekken en verjaagen, volgends de verbintenis welke daar van tusfehen alle de landen is gefloten. — Al verder bewilligen wij en zullen gehouden zijn, alle de floten , fterkten en plaatfen van den lande en graaffchappe van Vlaanderen te dellen in handen van de Heeren van den bloede, ten behoeve van onzen zeef lieven cnbcniindenZoon, omme daar in gefield te worden zulke Caflelains en officiers als behooren zal, naar de rechten cn prcvilegien van den Lanm de, ende bij raade en toeftcraminge van de drie leden, ingevolge de voorfz. verbintenis. — Voords hebben wij op de ieverige bede van de voorfz. Heeren van den bloede, en van de afgezondene der voorfz. daaten »  bigftet beöe ban dcc poo?* ter* enöe infetene ban bec fïeöe ban bntgahe bcubcn gfteabo'pcet bergheben ai gutfe gïjefchoïöcn t etim* gïjen bagyen t fiauöcn cn* bc Detentie ban onsen pee* foon metgaöec* aï!e t guent battec gyebuert of gyeftiet c* booten of naec bp toten boe en in toat ntaniccen Bet SP bat bergbetenbe gljcUecl en al aio niet gbe* bttect uitent öcsfcyeïicjc tec bcbe al* beben hebben bccgïjeben al t guent Dat bp beu bn'e ïeben '* lanö* ban ©ïaenberen enbeelöen ban ïjeniücben in t gnale enbe particuliere mesöacn of ntc*bmuct ntacl) spn iegïjcn onsen petfoon bet 3P aböececenbe ben bolfte ban hniggye yaubenöe on* gïjebangljen in buecen na* me on* boenbe bianbfeepe cn ojlogïie up ïjent fclben of te gacbec blamecenbe of injttcicrenbe on* of be onse ten, en ook op de ootmoedige bede van de poorters en ingezetenen der ftad Brugge, uitgewist Q geaboleerd ) vergeeven en kwijtgefcholden ten eeuwigen dage, het houden cn in bewaaring /tellen van onzen perfoon mitsgaders al 'tgeen voor en na gefchied of gedaan is, door wien, hoe, en in wat manie re hetzij, dat geheel eii al vergetende als of het niet gebeurd ware. Desgelijks hebben wij, ter bede als voren, vergeven all' 't geen bij de drie leden 's lands van Vlaanderen, en ieder van henlieden, in 't gemeen cn bijzonder, misdaan of misbruikt mag zijn tegeti vnzen perfoon, ,t zij met het volk van Brugge aantehangen of behulpfaam tc zijn, met op hunnen naam ons gevangen te F 3 hou-  C 86 ) luw bp faite bn toojben of anbcro'jïns in toat ma* nieren bet 31,» yuctoet tec caufe ban bat tarajjt cö of eencghe anö?c sahen boojleben ficmlicbcn ben fjftecefccbeccben bp ben paepst ban ©laenbjen Oöemaect in t jaec bibe ?n tacbenticD notïj anbje ncmeemeee pet te hec.ë* fchene tc boen of laten ficessfehene in t gïiale noch fn 't particuliere in libc noch, in goebe hupten norij binnen ben ianbc nocïi an* bersfiitiS in ccncghcc ma* nieren gtem be boojf* ban ©laenbcren tec content* piarie ban on* enbe ban ben boo?f= heeren ban ben bloebe enbe 00c tec öe* eïjeecte ban ben gbebepu* teer* houden, en afzonderlijk ofte farfien ons vijandelijk tc behandelen en le bcoorlongcn, ons of de' onze te verongelijken mei woorden, daaden, of anderszins, op welke wijze het zij, zonder ter zaake van 't geen voorfz. is, of eenige andere voorleden: zaaken, van henlieden, die bij de vrede van Vlaanderen van 't jaar I4P.5 zijn uitgesloten, noch anderen , iels te vorderen, te doen of laten afvorderen, in 'l gemeen of bijzonder, in lijf of goed buiten of binnenslands, in ceniger maniere. Ook hebben die van Vlaanderen, ten gevalle van ons en van de voorfz. Heeren van den bloede, als mede ter begeerte van de gedeputeerden der [haten (van de voorfz-  C 87 ) teeröen ban cc ftaten fieö* öen bnenbelic enXiberaïtc berghebcn enbe gupt* gcfcbolben bergfieben enöe fcfielbcn quite bp befen alle ïachtercn injuriecen enbe biolcnticn bie fimtüebcn Obebaen fiebben ghetoecgt but caufe ban ben btbt* (ten bp toten fioe noefi in toat manieren fiet 5? 3onber eenegfie crccptie oft referbatte al3e toelintcon* fentcren ban btberöfcljcn icttinghen jonbcr eenbjach* ttcfi confent ban ben lebcn al* anberoftn* bat 00c ber* gljctenbe al* niet gficbuert cnbc confentecen bat clc papflbclic toeter beereten jpnen in ben ftaet bat fip t mnben 3al 3onöer ter caufe banbenjelbenbibifientjem* ïicben nemermeec pet te geeoTcfiene of te bertotte* ne g|tem bat alle anöje bie ter caufe cn onber t berelc ban benjelbcn öibi* |ïen gljeoffcnfeert gïjeinju* andere landen) vriendelijk en gereedelijk vergeven en quytgefcholden, gelijk zij vergeven cn cjuytfchelden bij dezen, alle la/Ier, ongelijk en geweld, dat henlieden is aangedaan , ter oorzaake der verdeeldheden, doorwien» hoe, en op wat wijze het zij, zonder eenige uitzondering zoo wel in het toeftaan van verfcheideu lasten zonder eenpaarig confent van de leden, als anderszins, dat ook vergetende als of het niet gebeurd ware en bewilligen dat elk in vrede wederkeere tot zijn goed in dien ftaat waar in hij 't vinden zal , zonder dat uit hoofde van dezelve verdeeldheden, henlieden immermeer ietwes afgevorderd of verweten zal mogen worden. — Ende dat alle anderen, die ter zaake en onder 't vo.orF 4 wend-  CO» "\ 88 ) nèett of ötjeimlcert heb* ben ghc\wc*t in libe in goebe of anbttöfïm* in inat manieren bet 3p 3til* len infffficlpfr, öat al ber* gheben enbe borgneten 3onöcc riemermeer que** tic of üermaen te mahene gjtcm toaert bat pement Danöelingljc gfieftabt Ijcb* benbe ban ceneghen pen* npngyen bet 3P ban on* ban oivsen boo.fnbemin* ben 3011e oft ban eencghen (teöcn ca*fellerfen of !an* ben bent gyemefufeerb habbe in3pne boo?fe abmi* nifrracic enbe bat men be* bonbe bat h? t gljeapplt* rjueert habbe t 3pnen fin* guh'ercn pjouffpte ccncgyc ban ben boo?fen pennin* rrben 3ai oj&eöaulïen 3pn öaec wend fel van dezelve verdeeldheden yerftoord,vèrongelijke of mishandejd zijn geweest, aan lijf, aan goed of anderszins, of wat wijze het zij, insgelijks dat alles vergeten en vergeven, zonder immer meer daar over verjehil of aanfpraak te mogen maken. Ende indien iemand handeling gehad hebbende van eenige penningen ,'t zij van ons of van onzen voorfz. beminden Zoone, ofte van eenige fteden, rechtsgebieden of landfchappen, zich in zijn voorfz. bewind hadde misgrepen, en men bevond dat hij eenige van dcvGorfz.penningen tot zijn bijzonder voordcel gebruikt hadde, zal hij gehouden zijn daar van verantwoording te doen» en te recht  baer af tc beranötoojbenc enöe tc cetftte te ftaene baec cn aï3Q0 t behooren 3al gjtcm toaert ooc öat pement boos öe öibifien 3onöec caufe of rebcne bp bcrö?ecghinge fojce of cracDte guaötliste ofp?ac* tinnen göcrregyen ïjaööe ban pemenöe eenitfl goct 3eïbere gfielö ïjttpfen lanö ofanöere jutoeelen of ca* tïjeplen öie fal infebelpcc gyeyauöcn toefen tc ber* anttooozöene öacet bcyoo* ren sal enöe reeftt tc gljc* nietenc tip öerefiitutieban ben3elben gocöe bof ghel* bcn ttbüic 3onöcr meer eg tem enöe omme3efiece rcöenen on* mobercnöe én jonberuPgfie omme tc feu* toene alle nue^ticn enöe PfOtejSfen öie tec caufe ban bet appellatie gyctntcrjcc* teett bp öie ban ©Ianöen gefcyapen toaten te rpfene fo Ijebben top tet bcgycette al* boben gyctenuciectt recht te ftaan, daar en zoo 't behooren zal. Ende ingevalle dat iemand voor de verdeeldheden , zonder oorzaak of reden, bij verdrag, geweld, of overmacht, bedrog, of listigen handel , van iemand had verkregen eenig goud of zilver , geld , huizen , land of andere kostbaare goederen of huisraad, die zal 'insgelijks gehouden zijn deswege te verantwoorden ter plaatfe daar 't behooren zal, en bij civiel proces recht kunnen bekomen tot restitutie van dezelve goederen of gelden,zonder meer. Nog hebben wij om zekere redenen ons daar toe bewegende, en bijzonderlijk om te ontgaan alle verfchillen en rechtsgedingen, die uit hoofde van het appel., F 5 bij  C9°) enbe jpn afgfiegaen rcnti*" eieren enbegaenaf Bpöe* fen ban onset mabonrne enbe boochbic in blacnbjen enbe fiebben ontflacct enbe ontflegfien öcjelbe ban blaenïnen ban allen eeben bie 5? on* in bic qualhept of anbe?ftnt* gfiebaen mo* Oficn fiebben enbe tonfen* teren bat t jeïbe lanb én graeffcfiap in alle 5pne le* ben boojban 3al 3pn gfie* regiert enbe gfiegouber* neert onbee ben naeme ban onsen boo?fc? beminben ^one al30bjel in fottbe* caintficben in abminiftra* cie ban ju*ticien al* an* bctöfin* bp abbife ban ben boojf*11 heeren ban ben bloebe ban ber moebcclie* fier 3pbe én ban fulcfien rabe al* bejelbe ficeren baer bij die van Vlaanderen ondernomen, ftondenta rijzen , ter begeerte als boven, afftand gedaan» zoo als wij doen bij dezen, van ons bellier en voogdij in Vlaanderen, en hebben die vanVlaanderen ontflagen, cn ontflaanhen bij dezen,van alle Ecdcn, welke zij aan ons in die qualiteit of anderzins gedaan hebben, en bewilligen, dat het zelve land en graaffchap in alle zijne leden voortaan zal worden geregeerd en beilierd op den naam van onzen voorfz. bemindenZoone, zoowel in zaaken tot de oppermacht behoorende, als de uitoeffening der justitie, en anderszins, bij raade van de voorfz. Heeren van den bloede van de moederlijke zijde, en van zoodaanigen Raad als dezcl-  C 9* ) feaet (lellen cn ojbonneten jullen bp aïjuifc cn confen* te ban ben botaf™ bne te* ben cn ftaten ban blaen* Dien acfitrrbolgfienbe bet ccnö?3£ljtttfjeöe3tcut mib* tocllie rennciatie bc boo?fe ban ©laenbjen fiebben gfie* tonfentcctt jaetltcr tcgfie* bene óme 0110 onbecfioub be fome ban ban bccttitfi grim t pont gebuetenbe bc onbejaetthe* be ban onsen booif<=» bc* mmöenSgone Detocltfte ton fieffen sullen bp bet fianb ban ben ontfangficre ban ©Iaenb?en cc ttoccn pape* menten $s taccef tc toctcne b een Deelt telfien fietffa* bonbe enbe b' anbet fieclt telfien ftnte jan* me.sfe baet af b cetfle papement ballen 3a! te fiecffabonbe cerjStcómenbe jonbet bat top pet meet 3ullen mo* gïjen begfieeten ficeeifcfien notfi fieffen in tjelbe lanb cn gtaefitfiep ban ©laen* b?en zelve Heeren daar zullen aanftellen en ordonneren, bij overleg cn toe» ftemming van de voorfz. drie leden en Staaten van Vlaanderen, volgens de overeenkomst, voor welken afftand de voorfz. van Vlaanderen hebben toegedaan, ons jaarlijks tot ons onderhoud , geduurende de minderjaarigheid van onzen voorfz. beminden Zoone, te geven de fom- ma van van 40 grooten het pond, welke wij ontvangen zul. len, uit handen van den ontvanger van Vlaanderen , in twee reizen 's jaars, namelijk de eene helfte op kers-avond, en de wederhelft op St.jansdag, waar vandeeerftc betaaling gefchiedenzal op den eerstkomenden kersavond , zonder dat wij iets meer zullen mo* ge.a  ö*cn «na? mies oefen 30 fullen alle acïjrcrjtellen öie men on* fchulöicB toefen macD tec tmfc ban öen fnbbencien of beöen booj* ïeöen of anöersfin* qmte 3Pn gjtcm Betten bec* clacrot enbe bertlaeren öat top niet en patenteren cc* nitö recbt ban pjopnctept noch anöerc in t lanö enöe Bcaeffcftip ban ©ïaenöjen enbe hebben belooft enöe öclobcn öat top öaer af niet meer tyagen nochfcri* ben en 3tillen öen titele noey toapene gjtcm top accepteren ben pacp* bie be Coninc ban ©?anch* cpcbe oepjefentecït Beeft bp 3Pncn bcflotene enbe cpenc bneben öen boojfepöen bn'e ïeben olanö* ban ©iaën* b?en én allen anöeren bie ficm gen begeeren , eifchefl of heffen in 'tzelveland of graaffchap van Vlaanderen , en zullen daar mede alle achterftallen, die mentonster zake van voorledene inwilligingen of beden of anderzins nog fchuldig zou mogen zijn , voor voldaan gehouden worden. Nog hebben wij verklaard , en vcrklaaren bij dezen,dat wij ons niet toefchrijven eenig eigendom of ander recht, in 't land en graaffchap van Vlaanderen, en hebben beloofd en belooven, dat wij de wapens en benamingen van dien niet meer zullen voeren of fchrijven. Wij nemen ook aan den vrede dien de Koning van Vrankrijk, bij zijne befloten en opene brieven, heeft aangeboden aan de voorfz. drie leden 's  (93) lian lieten nietten jeuien fcae ïeben 3ullen toiüen bougften enbe berclaren an ben paepsï ban ben jacre ttoee enbe t atbènttcfi enbe 3»n tebjeben bat alle ban* bec lanben Remlieben bec* riaerfen om öenselbcn paep* enbe ton 3ullen con* ftcmecen ratffperen enbe onöerfiauöen sonbcr Ribje* Ren al t guent bat bp cnfe ambatffabeur* uptat top bacc eeniöRe 3enben of bp ben ambaöfabeucö ban b3 3elben (laten gRemaett en* be gefloten 3pn3al gjtem Rebben beloofb enbe belo* ben bp befen ben pecfoon ban onsen boo?f bemindben 3one te |ïellcne in ben Ranöen ban ben boo?f<= Ree* ren ban ben bloebe ban bec moeberltcbec 3pbe óme boojtan eeröt gfieregtert enbe onbccöauben te 5pne up ben ftaet bie men Rem maften 3al enbe ooft bec* boert ban lanöe te lanbe bp 'slands van Vlaanderen, en allen anderen , die zich met dezelve drie leden zullen willen voegen, en verklaarenvoor den vrede van denjaare 148a, en wij zijn te vrede dat alle de andere landen hen mede verklaren voor denzelven vrede , en wij zullen bevestigen , goedkeuren en zonder verbreken onderhouden, alle 't geen door onze Ambasfadeurs, indien wij 'er zenden, of door de Ambasfadeurs derzei veStaten, gemaakt en gefloten zal zijn. Voords hebben wij beloofd, en belooven bij dezen, den perfoon van onzen voorfz. beminden Zoon te Hellen in handen van de voorfz. Heeren van den bloede van de moederlijke zijde, omme voortaan betaamlijk opgevoed en onder. hou*  (94) bp tpïrc entte bp ojöcne al* 30 t anöcccn tnöc gfjecon* fenteect enöe gheaöbifcert e* getoeejstof a!30 men om t beste abbtferen 3a! ma* fienöe bcnselben fract ten Miberftauöcnc ban öenrocL hen öe ftaten ban allen öen 3£anben contribueren 3UI* len bp rate enöe bp poo?cie gtern Rebben belooft enöe beloben te ontlasttcne öen boo?fe ban SHaenbjen enöe rjuite te ïjouöene jegen on* 3cn boo?f5 beminöen 3one enöe jegens alle ö anöje biet naermaeis angaen 30ube mogen ban al 5"ïbe iutoeelcn enöe tapntfene als top naer öen boa?f3 paeps ban öen jacre bibe enbe tachentichghecrcghen butfiueren hanöen toebe* hoocenöe on5en boojfj 30rie houden te worden, met zoodaanigen Hofftaat als men voor hem maaken zal, en ook om van ti d tot tijd bcurtlingste verreizen van 't eene landfehap naar 't andere, zoo als bevorens bewilligd en goedgevonden is, of zoo als men ten algemeencn beste goedvinden zal, makende den zeiven Haat (tot welks onderhoud de Staten van alle de landen hunne aandeelen zullen dragen) in evenredigheid , en naar (ieders) gedeelte. ■ Nog hebben wij beloofd en beloven die van Vlaanderen te ontlasten cn vrij te houden, tegen onzen voorfz. beminden Zoone en alle andereu die het namaals zoude mogen aangaan, wegens alle zoodanige juweelen en tapijten, aan onzen voorfz.  C95) nc gjtcm be boo?f3 ban ©lacnbewn atso toet in t fjnaïc at* in t particuliere 3«llen bliben in alle huere rechten pjebilegen b^De* ben co*tmnen en ufaigcn fonber te lettcne of ógfte* «leert* te fiebbcne up t oïjuent bat ghcbacn mach toefen in pjubieien ban bensetben recgten en pbi* legen in toat manieren bet 3P enbe 3«Hen alte b?teben ban obttgacten of anbje bie gïjemaect 3?» tec contra* rie toebccgüegrjeben 3pn al* gbecasfecrb enbe te nieuten ^tem hebben boojt belooft enbe üeloben bat top nemermeec en sullen boen noch pjocurecen gbebaen ' tc 3pne birectelpc noch in* iiitcctclic eeneghe 3a«enöie ] tomen of heeren soubcn 1 mo* voorfz. Zoon toebehoorende, als wij na den voorfz. vrede van den jaare 1485 uit hunne handen hebben ontvangen. En de voorfz. van Vlaanderen zullen, zoo wel in ,t generaal als in 't particu* lier, blijven in alle hunne rechten ,privilegien, vrijheden, herkomen en gewoonten, zonder dat men letten of zich ooit beroepen zal op 't geene dat gedaan mag zijn, tot krenking van dezelve rech ten enprevilegien, op wat Wijze het ook zij, en zullen alle daartegen jtrij dende brieven van verbande of andre, die genaakt zouden mogen zijn , vorcltn te rug gegeven, ils verbroken en te niet zijnde. Voords hebben wij heoofd en beloven dat wij limmer zullen doen noch  C 9ö ) tttOöücit in pjuöicicn fcabe enbe aeBterbeele ban ben 6oo?f5 lanöe enbe sraef* frtjepe ban ©ïaenbjen notfi oot ben coopman notB beu coopmanfeepe nan bensel* ben cn inöicn bat ecnerjïje 3ahc oBebacn c* tec ton* tcacten bp on* of ben on* 5en Bet 3P bp oJjccotclichen (enfuccett of anberfinns bie 3ullen top teeftont boen tocbetconpen enbe te nieti* ten boen enbe top jutten nfieben brieben ban berfe* fiertfiebe alle ben coopïic* ben en anb?e biefe fiecg* ftBen sullen omme b?cbe* lic te mogfiefi rjaene enbe conbevfexen in fiuere toop* man* noch rechtftreeks of van derzijde bezorgen of oorzaak geven dat gedaan werden, eenige zaaken, die zouden kunnen (trekken of uitlopen tot krenking, fchade en nadeel van den voorfz. lande cn graaffchappe van Vlaanderen, noch ook van den koopman endeszelfa koopmanfehap. Ende indien eenige zaake daar tegens bij ons of de onzen, 't zij bij geestelijke beftraffingen of anderszins , gedaan mogtc zijn, die zullen wij terftond doen herroepen en vernietigen , en wij zullen geven brieven van zekerheid aan alle kooplie. den, en andere die dezelve begeeren zullen, om eerüstelijk te mogen reizen en verkeeren, in haaren koophandel cn anderzins, in de Duitfche landen enalomme elders, zon»  C97) manfcftcpe cn anbcrSfints in öe öuptfcïje Ianöen cnbc aïonnnc eiber* sonber ter raufen ban öen3afienboo?* ïeben gftetrabellpcrt noch gh,emole*teert te spnc in libe noclj in goeöc noch anöer*fin* in u at manie* ren bet 3P <3!tcm enbe ome be berfebertftebe ban al bat boo?f3 e* top 3uIIen 3toeeren up be fieleglje ebangelicn up thelich paut ococeuccc up t canon oan ber mesfe enbe up thelich Sacrament bat top 3onber mbzeben 3ullen onöerhan* ben enbe bulcomen bit boo?f3 traicteit ban pointe tc pointe sonber nemer* meer te bocne noeïjte pjo* cureren gebaen te spne pet ter contracten on* ftellenöc cn fubmitterenbe t allen fcetcbelicften cenfiuen niet jegöenfiaen öen piiilegen bie top al* coninc ban ben rontepnen of anber*fin* fiebben mogïjen ter contra* rien zonder, uit hoofde der voorlcdene zaaken, gekweld noch gemoeid te worden , in hunne perfoonen of goederen, of anderzins , op wat wijze het ook zij. Ende tot zekerheid van al 't geen voorfz. is, zullen wij zweeren op de heilige euangelien, op'theilighoutdes kruifes, op het misboek, en op't heiligSacrament, dat wij niet verbreken maar onderhouden, en ten vollen van punt tot punt nakomen zullen , deze voorfz. overeenkomst , zonder immer meer te doen, of oorzaak te zijn dat gedaan werde, iets daar tegen ftrijdende en ons onderwerpende, aan alle kerkelijke beftrafhngen, niettegen- ftaande de voorrechten die wij als Koning der Romeinen of anderszins G daar  (98) Hm $tem enbe fcoben bien 30 5ull«a tec begfieer* tc ban ons onfc Deiegrje baöct bc pacus bc feeijece on3c bcmmöc babcc bc fcS ttjbuejStóCjS bc boo?(3 Dcc* ren ban ben bloebc cn bc ftaten ban allen ben boo?f<* lanben ten contentencmente ban bic ban blacnbjen cn* be 00c be 23iSfcsppen ban uteeebt en ban Jtubehe en* bc be fierrogften ban €le* ben cn ban guplhe tonfit* meten benseiben paeps met bueten openen befe» fjjbclbe bneben en belobcn bien te onbecöaubene enbe ons gheeneasfistencienotlj bpftant te bocne tec con* ttarten enbe bacc toe nte* oc bc boo?f3 bisfeoppen ban 3£.uöChe enbe ban «teeeïjt metgabctS be hec* tofjïjcn ban cleben tn ban guplcfic 3ullen belonen en* be ïjcmlicben betbinben niet tegbebenc eemtfi pas* faige bwee huecltcöct lanbt of daar tegen zouden mogen hebben; En nog boven dien zuilen, ter onzer begeerte, onze heilige Vader de Paus, de Keizer onze beminde Vader , de zes Kcurvorflcii $ de voorfz. Heeren van den bloede, en de Staaten van alle de voorfz* landen , ten genoegen van die van Vlaanderen, en ook de Bis/choppen van Utrecht en Luijk, en de Hertogen van Cleef en Gulik, deze Vrede bevestigen met hunne opene bezegeldebrieven^ en beloven dien te onderhonden, en ons geen hulpe noch bijfland daar tegen te geven, waarbij de voorfz. Bisfchoppen van Luijk cn Utrecht, en Hertogen van Cleef en Gulik noch zullen beloven -en zich verbinden $ geen doortocht over hunne landen of rivieren te zul-  C 99 ) of ribieren ccmghe bolfftc ban toapcnen öat 30110e brillen tomen orioghen up bïaenöcren 3itcm boo?t confentecen Dat toaert t toclhe goö beroe öat top in eencgher manieren pet öa< ben of ghcöoochbcn te boe* ne jegen bit traiftcit of ee* nïcïj potnt ban bien bat in bat etS 3onöer anöerc of meet Declaratie oaec af tc bocne bc boo?fe ïjeeren ban ben Woebe öe heeren ban bs o?öcne ban ben guïöene bliefe (laten enöe infetenen banjiilcn ben boojf3 lan* ben ïpo facto nu als ban cn Dan ais nu ontffegyen 5PU ban hueren eebc énocc ontlast ban allen öeben fuubencien pencioenen of anbece %a$tm ons gfte* confenteert of te tonfente* rene cn ban allen achter* (lellen ban bien én insghe* ïper öie ban blaenöjen ban Den boo?f« pencioene enöe be boo2f« anöere Ianöen fchees zullen vergunnen aan te-, nig krijgsvolk , dat ten oorloge tegen Vlaanderen zou willen optrekken. Voords bewilligen wij dat in 't geval, 't welk God verhoede , dat wij op eenige wijze iets deden, of gedoogden dat gedaan wierclc, tegen deze bevrediging, of eenig gedeelte van dien, dan, zonder dat eenige andere of meerdere verklaringe daartoe zal gedaan worden , de voorfz. Heeren van den bloede, de Heeren der orde van het guldenvlies» de S'aaten en Ingezetenen van alle de voorfz* landen, met der daad zelve , na ah dan en dan ah nu, ontflagen zijn van hunnen eed, en ook ontlast van alle beden, inwilligingen, jaargelden of andere lasten welke ons toegeftaan zijn of nog zullen worden, en G 3 ys»  fchceöenbe ban mstx fub* jecnc enöe onöctbam'ghcöe 3ullcn ghebauben jpn te asSfbSterne enöe fuccurenc öe b3o?fe ban ©laenb?en enöe ban ban boojt 3ullcn Bberegtett 3?n enöe glje* ejoubecnecet cnöec be na* ine ban on3en boojp" be* ïninben 3oncbï>aöbtfcban ben boo?f«n ban öen bloeöe enöe ban ben raöe in elc lanb also öie ban ©Iaën* b?en nu ghecegiect toet* ben Sitcm öit jegüenUio?' bieb tcaittict ban paenfe jal gheconfïnnecct 5011 Dn ben Coninc ban ©?anc* betnebe al* nacste enöe baecblpthenftc hopt ban onsec boo?fen benunöen 3011e tec tanfe ban Ö3 co* «pnghitme 3pnöcr ghcfeU ueöe van al 1 c acbterftal 1 cn van dezelve , cn insgelijks die van Vlaanderen van het voorfz. jaargeld, en de voorfz. andere landen , van hunne onderhoorigheid en onderdaanighcid aan ons zich onttrekkende, zullen gehouden zijn bij te ft aan en te hulp te komen de voorfz. van Vlaanderen , en zullen van dien tijd af geregeerd en beftierd worden, op den naam van onzen voorfz. beminden Zoone, bij raade van den voorfz. van den bloede ende van den raade in elk land, gelijk die van Vlaanderen nu geregeerd worden. — Dit tegenwoordige Vredesverdrag zal ook bevestigd worden door dcnKoning van Vrankrijk, als naasten en waarfchijnlijkften Erfgenaam van onzen voorfz. beminden Zoo-  C ioi ) neöc 0U3CI' bcininbecöotip tec fjiem enbe toaert 30 Bat bit tïtictkt göetno* leert of ingeö?olicn too'be bp toten ijet toace öeselhe 3al gljecojcigiect en gfjcpugniect toozben in ecenv pleit ban allen anöeeen 30 toaec bat \)p bonben of gfteceegyen toert al.« in* fcacteuc ban paepfe gtem toaert 00c bat naemaeljS bp eenegyen ban ben ton* tcactanten bit traictiet in* gbeïnoïten too?be in eene* SÖe 3Pne pointen enbe ac« ttrien Dat nochtans* t sclbe tiakiiiï ban paepfe öliben 5al in 5pn cracht enbe jaï men Daec af reparacie ntoetcn berbolghen bp juiSticien jonDec te p?oce* Derne bp toeghe ban faite fjtem toaert 00c Dat eenc* gljc ban ben boo?f<=« pn'n* een ofte anbje bp beïaepe negligen of anöjen ghe* b?efie spite befegelthebe niet en gabe 30 boojfe e* Dat Zoone-, uit hoofde van de Koninginne zijne Gemalinne , onze beminde Dogter.- Ende in gevalle dit verdrag gefchonclen of verbroken wierde • door wlen het ook ware, die zal, waar hij gevonden of gekregen wordt, ten voorbedde van alle anderen , als een vredebreeker geftraft worden. — En wanneer namaals, bij eenigen der makers van dit verdrag, 't zelve in eenige pointen óf articulen verbroken wierd, zal dit verdrag echter in zijn volle kracht blijven, en zal men de herftellinge van dien moeten vorderen in Rechten, zonder tot dat einde eenige daadclijkheid te mogen plegen. Indien ook eenige van de voorfz. prinfen of anderen uitftelden, verzuimden of anders in geG 3 bre*  C soa ) bat nocfitatmc öactmtme 13tlbc ttaictiet niet ;pn cn 3aT ban minneten e[ïectc enbe fiet 3? 30 bat mp tm* pasSfie enmebelpbcn Bete Bcnbe metten accmenuol Be begBectcube te fartncne enbe te bclettene abc bc quaben bie Op bibifien et) oo?(orjöe upcoïneii enbe atfitetboIsBen Bebben ter eece eit rcbemitie ban go* be en ban 3pnet gBcbcne* btbcc moebcc gïKconfcn* teert göcaggrccirt gheeïS firmeert enbe ghcappjo* Beert en bp befe jegljc* tambegïjet gBcteeftcnt met enser fianb confentcren aggrecn confirmeren e; be anpjoberen enbe ter goe* ber troubjeu in wnfnt* e^bc p2inceU':'>e tooien feloben tc onberBouhcne enbe breke bleven, dit verdrag met hunne bezegelde brieven als voorfz, is, tefterken, zal echter 't zelve verdrag daarom niet zijn van mindere kracht of werking. Zoo is 't, dat wij, aandoening en medelijden hebbende met het arme volk, en willende ont* gaan en beletten alle de onheilen, die de gcvol*gen zijn van verdeeldheden, en oorlog , hebben ter ecye en ontzag voor Gode cn zijne gezegende moeder bewilligd , aangenomen , bevestigd cn goedgekeurd , zoo als wij bij deze tegenwoordige, doot ons eigenhandig geteekende, brieven bewilligen, aannemen, bevestigen en goedkeur n a ter goedertrouwe koninglijk cn Prinfelijk v/oord^ beioven te ende»boa-  C 103 ) enöe te boen onberboube* ne &efenbtHJ$fi?eben paeps in al enöe in elcft. ban fp< nen pointen eHÖe articlen yiec iioocen becclaecSten* be bp ons oöeaccojbccrt enbe belooft 3onöec' né* ' meemoer te boene of te èötnenc jegfien ben boo?f3 paeps of ban eeneghen pointen enbe articlen ban bien enbe omme bat ghe* (tanbeüc enbe onberbjefte* lic te onberyaubcne top Rebben ons 0113e lanben ïn Coninccpche gefub* inittcect enbe fübmitteccn toot allen pepnen enbe gficestelichen fenfuecen niet jegöenflaenöeöies top tec contracten ban bien mogöen hebben enöe up bat 30 gljebuetöe t toeltfte goö berhoeben toille bat bp houden den voorfz. vrede , in 't geheel ende in elk van zijne pointen cn articulen hier vooren verklaard, en bij ons toegeftemd en beloofd, zonder immer meer iets te doen of ons te. verzetten tegen den voorfz. vrede s of eenige pointen en articulen van dien, ende om dat beftendig en onverbrekelijk te onderhouden , hebben wij ons onze landen en koningrijk onderworpen , en onderwerpen bij dezen, aan alle ftraffen en geestelijke cenfuuren, nie$ tegenftaande eenig voorrecht dat wij daar tegen mogen hebben. Ende indien het gebeurde , 't welk God gelieve te verhoeden, dat door ons, of anderen van Dnzen wege, iets gedaan wierde tegen en ftrijdig aan eenig van de artK G 4 cug.  C 104 ) bp ons ofte anbte ban on* ?en toegnc net gheöacn too?be jegen enöe contrarie ban eentcfi ban ben articlen liter boben bp ons gcac* tojöccrt 300 b03?f' es top tonfenteren toillcn o?öon* neren enöe bebeïen öen plinten bier boor en glje* noemt enöe ben bnen fta* ten ban öen ianöen ban bzabant lembourg Intern* Bourg göelrc ïjenegautoe ficllanb 5celanö namen 3uptpfien fteben ban ba* Jenchtennes bandeenden bat alle ftulpe fabeuc enöe èpjlanbicgebe bp gemüe* ben in bat gljcbal in effec« tegyeöacn enöe ghcöjc ijen 3Pjeoens ons benboojf" b?p leöen nan ©lacnöecen enöe ünere abfierenten ten bien hcnöe öat öen bsojfj paeps in alle spne pointen «toe articlen onöcröauöen 3p enöe öat öe inb?cnen cn* bc infractuten up bitter eeiteglje toaeren toecöen mo* culcn hier boven door ons toegeftemd , gelijk voorfz. is , dan bewilligen , begceren, gelasten en bevelen wij den Prih-> cen hier vorengenoemd en de drie Staaten van den lande van Brabant, Limburg, Luxenburg» Gelderland, Henegouwen , Holland, Zeeland, Namen en Zutphën, de fteden van Valenchiennes cn van Mechelen, dat door henlieden in dat geval met der daad alle hulpc , gunst en bijftand tegen ons, bewezen en gedaan werde aan de voorfz, drie leden van Vlaanderen, en hunne aanhangers, ten dien einde, dat de voorfz.vredc in alle zijne poincten en articulen onderhouden zij , en dat de inbreuken , zoo er eenige waren, mogen worden hcrfteld; en op dat zij dit  C 105 ) moglien gerebuceett enbe gRerepa-eeit enbe omme bit bet te mogöcn bocne 3onber eencgRc note of be* gepp Rebben in 't uoo?fe gebal be boom on3e ftljoo' ne neucn enbe neue Ricr boren ghenocmt enbe be ftaten ban ben boo2fcR?e* ben lanben bic bp 0tt5ec ojöonnan enbe bebele met onö 3eaRelen 3ullcn befen jegfienbJoo?öeoRcn paepsS of baer af gReben Ruere bnebett appart gRcabfol* beert enbe gReftaecht ab* foSbeccn enbe flaftcn ban Rueren e-.ben bie 3? tontf* toaert Rebben f> eist bat top ontbieben enöe bebclen 0113e ïiebe enbe yRctrautoe ben <£anceUier enbe ïieöen ban on5cn grooten rabe ben CanceUier enbe Iteben ban onsen rabe in b?abant omsen ftebenoubere enbe raöcn ban Surcmbourg ban cRelb?e ban Renegau* toe ban RoUanö 3«lanb na* dit te beter mogen doen, zonder eenigen blaam of bezwaar, hebben wij in 't voorfz. getal de voorn, onze bchuewdneeven en neef hier boven genoemd, ende de Staaten van den voorfz. landen, die op ons gebod en bevel nevens ons dezen tegenwoordigen vrede bezegelen, of ten zeiven einde hunne afzonderlijke brieven geven zullen, bevrijd en ontflagen, bevrijden en ontdaan hen bij dezen van hunne eedeu, door welke zij aan ons veiu bonden zijn. — Zoo is 't, dat wij gebieden en bevelen onze lieve en getrouwe den Cancellier en lieden van onzen grooten Raade, den Cancellier en lieden van onzen Raade in Brabant, onzen Stadhouder en Raaden van Luxemburg , G 5 Gel-  C to6) luimen enöe allen ante ren 0113011 ftijStttfetf enöe officiers euöe elften ban yemlieöen öat 3p Den boo?n paeps onöcrhouöen enöe Doen onDechcuDen enöe elc pointenöe actiele ban Dien 3onöer Daec jegfien te Doe* ne ofte comene of gfteöe* gftcn gïjcöaep te spne in eeneghec maniereu mant ons 30 belieft enbe gfte* baen toillen ftebben en* bc omme bicstoille Dat men ban Dcfen jeglje* toooabcghen pacpfe3al Ijeb* ben te Doene in hele Dj* berfefte plecften top toillen Dat ten biöimus ban öe* ; fen oft ban eenegöen poin* ' ten ban bien onöec 3cghe* , ïcaatentpc ghclobe gu> c ODcben 3P als ten ocigtna. 1 v li Gelderland , Henegouwen , Holland, Zeeland, Namen en alle andere onze Rechters en ambtenaars, en een iegelijk van hen, dat zij den voorfz. vrede onderhouden en doen onderhouden , en elk poinct en articul van dien, zonde* daar tegen te doen of zich te verzetten , of te gedogen dat daar tegen iets gedaan werde op eenige wijze, dewijl zulks ons gelieft, cn wij het alzoo gedaan willen hebben. En dewijl men van deze tegenwoordige vreie in veele onderfcheiiene plaatfen gebruik lal moeten maken, wilen wij dat aan een afchrift van dezen , of an eenig gedeelte van ien, door een zegel ekrachtigd, geloof zal rerden gegeven, even als  C 137 ) U enbe te bien ftcntse öat aUc Jtëf&en bast ban hjeec» öen cnDcgheftanöig bltben top hebben onsen scgfjcle flicc an boen Ijangben enöe in mcecöer basttcflcbe enöe bccfchcrtbebe ban öen jatten booifcyjeben yebucn gftcbeöen onsen boo?(s fehencn nebe ban rabc(tepn enöe mee puelip* 3Pnen 3one öe fiecce ban bebecs ooc onse nebe en WSööelptK öe pjclaeten ebele en (ïeben ban öen boom lanben ban b?a* bant luremboncg gbetb?e fténegautoe Ijoltanb jee* ïanö namen suptpljcn ba* enetennes en meeneten ooc yitece 3?gÖelen metten onjen Uct an te ftan* ÖDene als aan dit oorfprongb* lijke, en ten einde dat alle deze zaaken vast, van waarde en beftcndig blijven, hebben wij ons zegel hier aan doen hangen, ende, tot meer» der fterkte en zekerheid van de voorfz. zaaken, onzen voorfz. behuiwd neeve van Raveftein » cn Heer Fhelips zijnen Zoone, den Heere van Bevers , mede onzen neeve , en insgelijks de Prelaaten, Edelen en Steden van de voorn, landen van Brabant , Luxemburg , Gelderland , Henegouwen , Holland, Zeeland, Namen, Zutphen, Valenciennes en Mechelen verzogt ook hunne zegelen nevens de onze hier aan te hangen,  C io8 ) 't to:lcfee top aboïf ban cleben enöe ban bec macre* be ijeece ban toinenöale pyelipg ban bcucgoingnen beecc ban bebeca' coosïpn abt ban affdgbem martin abt ban fïnte bernaect* maecc abt ban gepmbccgye itimt abt ban parftc antïjuenis ban bjabant cubbece acenü ban yuccne yeei:i> pan imm toillem ban fon* tcincs öeece ban milan jan ban gabecc pieter ban bec* baisï jan bomaige Ijecce ban parnc rubbere baniel bu* rooren buccDemeestec jan pinnec cubbece miebicl ab* faloens cubbece pyelips ban niele pencionaiïs gbebe* puteecbe ban b3 ftebe ban luebene coclant bc mol cub* bcce Dcnbjic bc tnol buccymcestre jan ban ecnbliet ruö* bere pieter ban obbccrgïje arent be fcrapere gyecracct banbenyeebe pencionaeis göebeputeecbe ban bec ftebe banbmccelemactinbancoobe fimoen bangyde goojt ban bomde penfionaFjöebeputeecbe ban 'S ïjectogen* bosfeye jan ban bec cappclle göebeputeecbe ban b5 ftebe ban tüicne benbjie y0uc6 gljcbeputeect ban bec ftebe ban lecutoe tooutcc fteimis gbcbcputcccöc ban bec fiebe ban mueïe ccp?efentecenbe alle t famen bc bn'e ftaten ban b?abant eapyacl bisfeop ban cofenie abt ban ftntebaefs pydips abt ban finte pietcc* gfieecacct abt ban eenyaem toillem abt ban boubdoo abt ban toon* Oïjcnc  C 109 ) gftene raeffe clement pimt ban fintc marring t pp?e pieter boogaert beften Pan fintc bonaess in bmggfie pieter Pan ftcute pjoo.öt ban ronce tooutec fteere ban ber gratftt rubbere jan ban ftancie rubbere ftee* re ban pfegftcm coiaert banftalcropn rubbere fteere ban öensingfien abn'aen ban ber gtatfit rubbere fteere ban ftarban comclis" ban ber 25are fteere ban moscroen jan ban clacout fteere ban putftem anbjic* ban ber uwe** tine fteere ban ftecelaer* joos ban ber poojtc fteere ban moo?ficbe abjiaen bilain rubbere fteiTban reefje* gftcm gftceraert ban ftangfteeecr jan be pic jacoft ban ben ftulle pieter gftifelin oeuberbeftenen fteben be m.002 beften ban be toebeet gftebeputeerbe ban ber ftebe ban gftenö jW be reeftere bureftmeejstee jan ban ber len* be fteben ban ben gftcenftc jan buept* pencionaritï gfte* beputeerbe ban ber ftebe ban bmggftc pieter be %m* gfte anbjie* palpnc jan be Coene gftebeputeerbe ban ber ftebe ban pp?e fiugftc enntotss jan be Eatre jan fcaneftoi* penfionariss gftebeputeerbe ban ber ftebe ban rpffele ame pinefton enbe jan be ïa baeguecie gfieöe* put4:ban bec ftebe ban bouap arent ban fcouffe jan be toulf jan meere penfionari* gftebeputeerbe ban au* benaerbe gïjeecaert be fputerc gftebeputeert ban actët ai  ( HO ) «1/ t tarnen rcpiefcntercnöc öe b#e ftaten *$ tanö* ban blacnöjcn toillem abt ban omont antftuenig abt ban bonne c*perance mirljiet öe rftar* rubbere fteere ban Clcrpftsp jeftan pieter* Xtoffd* gauticr ferbac* toanbaet gfteöeputeeröe ban bcrgbcn in ftenegautoc au* tftuent* ban fatn* fcftilftnaepe tftoma* öe Cotireniöe gobert ftcncp gfteöeputeeröe ban ©alenciene t fainen rep?efentercnöe öe tn'e ftaten ban öen gvaeffcftepc ban ftcncgautoe jan jacob 3one pciicman uter name ban ö3 abt ban miööelbo?cft jan bicrdoo* jan öancftaert* jone comdi* ftcinöncr 3one gfteöeputeeröe ban miö* beIbo?cl) comeft* toiffetss comeli* boom öieric come* ït* 3one claci* jacob 5one gfteöeputeeröe ban 3ierit3ee jan öicrio; 3one enöe pitter j. öc grabe ban reiner** toate pieter fimoen* 3onc enöe jan gabncto 3011e gfte, öeputccröe ban gom: gup jan 3011e enöe fteinö2ic jan* 3011e gfteöeputeeröe ban öcc ftebe ban tollenc at t fa* men rcp2efentcreuöe öe ön'c ftaten ban öen graeffcef pe ban ^ecïanö jan öe tc*pine &op* looöeboet enöe jan gillen geöeputecröe uter name ban öen (laten ban namen gfteöaen ftebben gtjegfteben in öc frcöe ban bmggfte onöec 0113011 groeten 3egftete öen fe*tïjienöeft bacft ban mepe in 't jaer on* ïjeeren öuu*t V. Vervolg uit de Jaarboeken van HAREUS bl. 4?ó. "Van daar (Maele) vertrok de Koning met zijn leger naarAardenburg, en voords naar Middelburg. De Bruggenaars, bevreesd voor de krijgsmacht, welke, onder bevel van Keizer Frederik zeiven, de Nederlandfche grenzen naderde, baden de Duitfche Overften, voor hen bij den Keizer ten goede te fpreken, en deze beloven zulks, doch geven tellens te kennen, dat hen dit te beter gelukken zoude, indien men de Gijzelaars öntlloeg: waar toe dieshalve door de Bruggenaars beflotenwierdt, blijvende Philips vanCleeVe, (zoo het fcheen niet zeer tegen zijn zin,) al* leen te Gent over. Toen wierdt de Vrede door geheel Vlaanderen afgekondigd, en ook gedeeltelijk in de overige Nederlanden, doch bij enige tvierdt ze als onheblijk aangezien en verfmaad. Ook fchreef de Roomfche Koning aan de fteden, die dezelve nog niet afgekondigd hadden, oni iulks natelaten, en hem vijftig wagens met prj? viand in zijn leger te Meijngen te zenden. InII Jfaiit  ( "4 ) middels was de Keizer met zijne Krijgsbenden bij de hand, om den moedwil der Vlamingen te ftraffen, waartegen de Gentenaars zich verfterkten met drie duizend voetknegten, en vier hondert geharnaste Ruiters, die zij van Frankrijk verkregen hadden, 't welk door die van Henegouwen, Antwerpen, Mechelen, en andere Nederlandfche Steden, die den Roomfchen Koning getrouw gebleven waren, zeer wierdt afgekeurd. De Keizer zijn leger, niet verre van Gent, bij het dorp Everchem, hebbende neergeflagen, zend een Herault naar de Stad, met bevel Hem als Opperheer van 't gebied aan d'Overzijde der Schelde te erkennen, cn ten eerden toe te zenden den Cancelicr Carondelet, Mingouaille, en de andere Edelen die zij nog gevangen hielden. De* zen Eisch aan 't volk bekend geworden zijnde, gaat diezelfde deken der Schoenmakers, van wien hier voren (bi. 17) gewag gemaakt is, andermaal in 't geheim met een Priester en beul naar den kerker, met voornemen om de voornaamile te onthalzen, en de hoofden in lederen zakken aan den Keizer toetezenden. Doch welk barbaarsch gruwelftuk door tusfehenkomst van Cleeve, die er in tijds de lucht van kreeg, verhinderd wierdt. Op den 5 Junij verrasfehen de Markgraafvan Baden en Novelle, tot den kin door de Graften wadende, bij nacht de Stad Deijngfi ten behoeve van den Roomfchen Koning, en jaa.  C ti5 5 jaagen de Franfchen op de vlucht. De Koning gaf zich veel moeite, om Philips vanCleeve aan zijne zijde overtehalen, tragtende hem te doen begrijpen, dat hij (Philips) thans niet voor de Brugfche vrede, maar tegen den Keizer ftreedt, en dat Hij (Maximiliaan) nu ook alleen zijnen Vader den Keizer, van wege het Rijk oorloogettde, bijftondt, maar geenszins, om de vrede van Brugge te fchenden. (*) Maar (*) Het bhdz. 17 gemelde MSS. ftelt Maximiliaans gedrag hieromtrent in een gunftig licht voor, namelijk : dat hij op zijn vertrek uit Brugge, aan de atgezondene der landen en fteden van Vlaendcren , Brabant, Holland en Zeeland, die aldaar waren, Het wet-en , dat hij, verlangde, in zijne volle vrijheid, voor zijne afreize, met hen te fpreken, en dat zij ten dien einde, bij hem buiten de ftad Wilden komen of enigen zenden, 't geen zij deden, hem bij zijn uittocht volgende, tot dat hij .opliet landgoed van een zijner hovelingen gekomen was, en dat hij daar aan hen zeide en verklaardet dat hij voor zich den Eed dien hij gezworen had, • „ onder de bijgevoegde voorwaarden, wilde nako„ men, zoo veel hem mogelijk zoude zijn, maar „ dat hij twijflelde dst de Keizer zijn Vader, die „ reeds met een legermacht tot in Braband was af„ gekomen, daar mede geen genoegen zoude ne„ men, en hen daarvan kennis gaf ten einde zij „ hunn' werk zouden maken denzelven te bevre„ digen —-—; en voords dat hij te Mechelen ge„ komen zijnde, en de Raadplegingen, welke de „ Keizer aldaar met zijne legerhoofden hield, bij„ woonende, het befluit, 't welk tegen deVlamin» „ gen genomen was, tragtte te keeren, en den „ Keizer, zijnen Vader, nevens de Duitfche Vor„ ften en Heeren die aldaar om*zijne zaak waren H a M by  C uöy Maar dit liet Cleeve zich niet wijs makeny' dit, zoo als anderen meenen , liever' te Gent gezach '„ bijeengekomen, te bevredigen, en tot medelijden ■ „ en zagtmoedighekl te bewegen, gelijk, hij zelf, zich altijd barmhartig, en zonder wraakzucht , „ betoonde, doch dar hij niets won, en dat hem „ in weerwil van alle die voorftellen gezegd wierdr „ dat men zou voortgaan met wraak te nemen, „ over de oneere en fmaad', welke niet alleen aan „ zijn perfoon , die door hen lieden was gekozen? „ en gezalfd tot Koning der Romeinen, maar ook „ aan 't Rijk en geheel Duitsland, was aangedaan, „ en dat zij opk voor en in naam van mijn lieer „ den Aartshertog Philips, zijnen Zson , dié wraak- „ oetfening zouden ondernemen." Doch geheel anders luidt die Chronijcke van Vlaanderen, gedrukt te Antwerpen 1531, [en welks eerlte deel, lopende tot den dood van vrouw Maria, door ccnen Anthoms de Rovere, en het ïwcede, lopende tot 1530 docr eenen An driesdie Smet, van Brugge, fo. 225 verfo & 282 venfo gezegd word gefchreven te zijn,] fo. 254, — „ foo „ men fe\de die Revier ,* ende de Coninc van den • „ Romeynen, hadden'ghefworen, dat fi Ghendt, Brug>„ ge, ende Iyren te nieten fouden doen, ende ins„ ghelycx Bruesfele, ende defe fteden fouden fy alle „ doen te viere ende te fweerde- Waer up dat mem 5, Raet hilt te Ghendt, met mer Phelips van Rave„ fteyn ende alle die heeren van den lande Ende„ ordonneirden eene Cruysvaert up- den Keyfere,. „ ende up den Coninck fynen fone, aengheiien „ fynder beloften dye hy ghedaen hadde, ende we„, der ghcbiokcn londcr redene of recht, contrarie ,. Gód ende fynen heleghen, want hi in recompen„ fe van den paeyfe onïfanghen hadde terftont wel: „ honden düyfent guldenen, vraer of dat hem niet „ meer belooft en was dan vichtig duyfcnt. Maer ,,. als hy die heren buyten der ftede 'van Brugghe » hadde, fo i'eyde hy, ghi heren ik dancke hu \an „ h a-  C 117 ) £fich voerde, dan bij den Keizer •onderdaan zijr* wilde. — De Keizer op den 13 Julij zijn leger te Evcrchem opgebroken en grootendeels afgedankt 2iebbende-, komt op den laatften dier maand te Antwerpen, na zes wecken lang, zonder iets gedenkwaardigs te verrigten, de Gentenaars m Bruggenaars, door allerleie foort van oorlogsplaagen, gefoltert tc hebben; en op den 5 September aldaar in den Hof der abtdije van St. Michael, onder den blooten hemel, zijn Rechtcrfloel beklimmende, verklaart hij Philips van jCleeve in den Rijksban, en een oproerig leenman te zijn-, en eer en goed verbeurd te Ihebben, en vermaant hij de aldaar vergaderde Ncdcrlandfchc Staaten den vreede van 't jaar JL4U2 te onderhouden. (Na veelvuldige, daar op wederzijds gevolgde ., nieuwe krijgsbedrijven en wreedheden, welke om reden als bl.3, hier uitlatc , verhaalt de Schrijver voords bL 480.) Ein- — fouWcr goeder vifitatïe, die ghl mi ghedaen hebt „ als hu lieder ghearresteerde man, maer nu ben ic up myn voeten, ende ghy fyt myne ghevanghe„ nen nu, of ten fy dat ghy my noch L duyfent „ doet hebben terftont, het welcke fi hem beloof„ den te bringhene metten anderen. Ende hy dede „ nochtans contrarie fynder belofte, ende den paeys „ die hi beiworen hadde. II 3  Cn§) Eindelijk wordt in de maand Augustus 1489 - door de Duitfche Votften te Frankfort aan den Main, na verhoor der afgezondenen van alle de ' ftrijdende partijen, de vreede geregeld, op deze voorwaarden: „ de Romeinfche en Franfche Ko- - „ ning zouden opeen bepaalde plaats onderling een „ overeenkomst treffen. Betreffende het gefebil „ tusfehen de Nederlanders en den Roomfchen „ Koning, belooft de Franfche Koning dat hij „ daar in zou betragten de eer en waardigheid van „ den Roomfchen Koning, als zijnen eigenen va„ der, wiens dogter hij ter Gemaalinne had; de „ Edelen, die met den Roomfchen Koning, tc „ Brugge, in verzekering waren genomen, en nog „ zoo te Gent als in Frankrijk bewaard wierden, „ zouden zonder losprijs in vrijheid gefield wör„ den; de Gentenaars zouden de voorwaarden „ van den Gaverfchen vreede, met Philips den „ Goeden wel eer aangegaan, in acht nemen, voor „ zoo veel aanging dc jaarlijkfe verkiezing der „ Wcthouderen. en het Rechtsgebied, 't welk „ zij zoo buiten als binnen de ftad, zoo overhun„ ne burgers als over 'sGraaven dienaars,zouden „ oeffenen; de Staaten van Vlaanderen zouden „ voor de gemaakte kosten des oorlogs, op ge„ ftelde tijden, aan den Koning der Romeinen „ betalen eens af vijf hondert vijf en twintig dui„ zend guldens; de Roomsch Koning zou, ten geM valle van Koning Karei, in genade aannemen „ Phi-  C "9 ) „ Philips van Cleeve , en hem alle zijne en zi;ner " Vrouwe goederen tc rug geven, daar tegen zou " Koning Karei, ten gevalle van den Roomfchen „ Koning, Lodewijk Hertog van Aurillac uit zij- ne gevangenis ontdaan,mids de RoomschKoning „ er voor inftond, dat hij in 't vervolgaan Koning „ Karei geene nieuwe moeielijkheden zou berpk- kenen. Beide de Koningen zouden ten eerden „ in hunne landen doen afkondigen de voorwaar„ den der vreede, in 't jaar 1483 aangegaan." Deze vrede bij de Franfchen en Nederlanders afgekondigd zijnde, baarde algemeene vreugde. Philips van Cleeve, denzelven niet kunnende tegenhouden, vertrok, met vrijgeleide van den Hertog van Saxen, (die 's Keizers leger geboodt,) op den 26 Augustus met zijn vrouw en een lijfwacht van vijftig ruiters uit Brusfel, en hem wierd toegelaten all' zijn huisraad en roof mede te nemen werwaards hij wilde, 't welke naauwlijks op twaalf wagens, elke met rdrie paarden befpannen, vervoerd konde woreen. Toen wierden er gezanten naar Frankrijk aan den Koning gezonden, die op den 28 Ö&ober mede den vrede bevestigde, en daar in, onder anderen, (*) uitdruklijk vastftelde, „ dat „ Max- (*■) Te weten, in hoedaanigheid als door de Vlaminten zoo wel als door Maximiliaen tot fcheidsman aangenomen, waar omtrent de gemelde Chronijck van° Vlaenderen fo. 263 het volgende merkwaardig H 4 ver-  „Maximiliaan de volitrekte voogdij over i, zijnen zoon Hertog Philips hebben zou, en » dat verhaal behelst: up den 10 van Ougst fo quam di« nyenmare te Brugghe, als dat die vier Coninghen veraccordeirt waren ende hadden tfamen ghelloten •eenen waerachteghen paeys. Te wetene eerst den Coninc van Vranckerycke, den Coniue van den Romeynen, den Coninc van Inghelant, en den Coninc van Spaengnen, in welc accoort fi ghelloten hadden eenen paeys te makene tusrehen Vlaendren e"nde Brabant, ende Hollant ende Zeelant in derghelycke. Dies foude 't feggherfcip van Vlaendren bliven ende ftaen in den Coninc van Vranckerycke, ter caufe van den injurien ende cleenicheyt die fi ghedaen fouden moghen hebben den Coninc van den Romeynen, vadere van onfen natuerlicken here ende Prinche, ende dat fi dat beteren fouden ten fegghene ende bi •ville ende bi advyfe van den Coninc van Vranckerycke, up t wekke waren gheordonneert den xxfi«" «.lach van derfelvcr maent fekere ambasfaden huyten name van der ftede van Brugghe, die welcke treeten fouden by den Coninc van Vranckerycke, onime aldaer 't feggerfchip te ontfanghene, ende te vulcommene, dat hemlieden daer belast ende bevolen foude wefen. End: dit naervolghende waren die ambasfaden. Eer.it myn heere .van den Gruythuyfe, myn heere Jan van Nieuwenhovc ons upper Burchmeestere, ende twee Sch penen Jan de Keyt en Cornelis van Halewyn, ende den Abt van finte Pieters te Ghendt ende noch meer andere Abten ende Prelaten. —— Onfe Ambasfaduers van Brugghe, wefende te Parys, den vierden dach van Seprcmbre, ende ghefproken hebbende met den Coninc ende fynen hoogen raet, die welcke ghelloten en ghemaect hadde eenen goeden vasten ende gheduereghen paeys tusffchen die iiij Coninghen voorfz., üie'te houdéne ei> de te onderhoudene. Ende dat den paeys van delen lapde rtaeu foude in 't feggerfchip van den Coninc  C xai D fr' dat de voorwaarden der vrede, aan den Room" fchen Koning te Brugge afgeperst, terug ge- geven en verfcheurd zouden worden." ï)aar op verzette Engelbert, Graaf van Nassau, die door den Roomfchen Koning tot Gouverneur van Vlaanderen was aangefteld* aloiume de Weth. (**) Vervolgends wierdt bij raade der Staaten en Edelen, omtrent Kersmis, de muntfpecie welke twee derde te hoog geklommen was, op haar oude waarde hcrfteld; welke fchie- „inc van Vranckerycke als voorfe. es. Waerxvp die voorfz. Ambasiaduers antwoorden dat fi in huer lieder perfoon wel te vreden waren in dies den LoSk ghe ^ of daer of fegghen foude , maer, en fouden 't voorfz. fcgghcrfchip niet durven affirmeren huyt huerlieder auÉtrmteyt, fy en haddent den lande laten weten dat daer up floet.Ende wilden fipaeys hebben dat fyt confirmeren fouden, ende henlieden Getroosten in 't goet feggherfehip van den Coninck van Vranckerycke. In 't welcke den Coninc confenteirde, dat men foubytelic feynden foude eenen bode omme d'antwoorde. Twelk terftont fonder letten ghedaen was. Waer up men alle ghemeente dede vergaderen, henlieden vraghende of iy daer in -wilden confenteren of niet. Waerup fi alle agointelick fevden iaefv, ende fubmitteirden hen in negenen van den Coninck, waer of dat d antwoordefubytelic gheionden was te Parys waert by den ' Coninck. {**) De voorfz. Chronijcke van Vlaenderen zegt fol. a6* verfo, dat dit te Brugghe gefchiedde den 16 van Louwmaend 1490, en dat de Burchmeesters, Schepenen en Roet waren ghemaect van beide die partyen die gheweist hadden, omme te bes alle Jaken xneder te legghene. H 5  C 122 ) .fehielijke verandering veeie gefcMIen en ong?-makken teweeg bragt. — Die van Doornik £ ren voorzichtiger , cn verminderden in '« eerstde .geldswaarde maar de httfu In t |aar 1490 waren m verfcheiden plaatfen nog vcelen .wederlireVJg CHier op volgt weder een verhaal van veelerlei Krijgsbedrijven en nieuwe opftanden, welke door den Hertog van Saxen, als Regent van Vlaanderen , en Stedehouder Generaal van den Roomfchen Koning, bij afzonderlijke verdragen met'deze en geene fteden wierden ten einde gebragt; als bij voorbeeld met Brugge cn Gent, volgends de Chronijcke van Vlaenderen fo. 376 in dezer voege V I.  C 123 ) v iv Coppü ban ïjcu paepfe op beu laetflteti DacTj ban ^opmaent 1492 tc 2&?uggl)e en <0heubt ut hallen hupt» gljeroujien jïtpti Ijere öie ïiettogfje na ^assfen als regent ban ©laenbjen/ öetf Stoomden, Conïncr. tiï mpnen gïjcöucöten tjere ben fiectoahe p>elipjS ban 25?urgoengtcn fpnen fone (uilen te o?eöeu fpn öie uan <©henöt in gractë te nemene / en in ghenattë te ontfangöcne up öie con* öicien en pointe hier naac bolgftmbe. <êet&t bat öpe boo?f5 ban «Bljenbt onfen albec ghenautthfté fiere öen Coninc t>an_be* ïïo* roepneu/ontfaenenHettnert fok van den ftadhuize afgekondigd jVIijn Heer, de Hertog van Saxen, als Regent van Vlaanderen » van vvege den Roomfchen Koning, ende mijnen geduchten Heere , den Hertoghe Philips van Bourgondicn, zijnen Zoone zal te vrede zijn die van Gent in gunde aantenemen, en in genade te ontvangen, op de voorwaarden en bedingen hier volgende: Eerdelijk, dat die van Gent onzen allergenadigften Heere den Koning der Romeinen zullen ontvangen en erkennen,als vader, voogd, en mom* boir van onzen edeleri gé-  C 124 ) puien als? babcc boochteiï momboer ba onfcn ebden Qhcöuthté* D«re öen her* »oDe $helip<*/ ais huer* Iteöer natuerlt'c& here en f#ntfje. <êu mfpncrröe^ j^be cn euaktept ccöt öoen -«moöeötereneftarcp^ncöe. ©oo?t fullc betalen hacr* ïiföer pagis tttoe pafn* &eel ba bc en rr öupfent iJonöè* pareft öaeriraie öat P öDeJjouöcn fpn tn öc tracriet ban Cours/ en öat in öer mamerc cn cermpnen pier naer bol* ÖÏieuöc @re koetcne rxte ibs parefpfen binnen bier toefen naer t befïuptc ba iiépaepfe/ c7i öaer of ber* fefecen mpnc oheöiicötc* ficere oft osftagictjs fiche* . tft up b^iebe na tebetbeiu • trene Üaedteörrp^btlentcn. 1 «Èn öie rcöte bmnenjarë j een biere paepemente/ öat > eer* geduchten Heere den Hertoge Phelips , als hunlieder natuurlijken Heere en Prinfe, ende aan zijne genade in die hoedanigheid eed doen, en gehoorzaamen , gelijk goede en getrouwe ingezetenen fchuldigzija te doen , cn hunnen Vorst te gehoorzaamen. Voorts zullen zij betalen hunlieder aandeel van vijf honden en twintig duizend ponden, waar toe zij verbonden zijn door het verdrag van Tours, (*) en zulks op de volgende wijze cn tijdperken; namelijk vijf cn twintig duizend ponden binnen vier wecken 113 het Duiten van deze bevrediging, en daar, voor ten behoeve van mijnen geduchten Heere zekerheid geven, of gijzelaars dellen,of briezen verlijden van bij vanbetaling hunne prerilegien te zullen verburen ; en het overige «nnen twee jaaren in 'ïer gedeelten, het eerde *an oen 22 October 1483.  scrfïe nu tc mibbjintere eccsstcomcnï3e/cn boojt tereften ham? jatc rotter bttl* ber betaUngfic. _€n men fat heiteöc giieoe «rtiflca* tie en fatigfactie ba öen coninc ban öe paepfc ba toucg. j&oo?Uullen cofen* tere en betale öie geban* gfienc ba «tffljenbt öat ft helieöc""ftbulöic!) fpn naer tracttet uanfeantuenboojt. €n als" na öen öelap ban öe paepemente fpjfulü ntuerjue fp?eftê"mette hec> ren bootfs/ öie toelche ff fullen reöelic btnöen ©ntflagen. Voords zullen , wegens de aanhou- ' dende beraadjlagingeti I over 's Heeren zaaken, > en de misdrijven d«or \ lm-  C **5 ) 6te rwerltcfce bchbcratte ban biligenne/cn mesp> fen bi Ulieiic gycöacii eit öyecönutteirt / gljeötteren* be befe laetfie gycfcytllm alle öpe gyene bic in toet* té fpn metsgabers- alle bic "©ehenê eiï gyefbjorene ban bc amborfjtê oftoinec fiilc gijetal ban Bcltebc ahs «ïpu boojfsyeereöen ycc* togye ba Easfen gDeliebê fal fuiien cómen up mpn rjyeleebe in een ban bê fmalle tfebébanbcnmiacr.'1 tiece ba<©uenötmctftoar> te tleebett ongyegojt Cn alöaec balie up yaeriiebcrïtnten boo? ben yeutogye BPOcIipsf jof boo? ben bec. togye ba ^asfen yupt fpnber name ahs fitcbe* ïjoubecc genetael/ feggenbe i bi een ban ben $enffona* ' rifen ba «Böenbt bat ye7 \ licbcn fecc öertettcfiüeebt ' es bat fthe pegljêben } ïïoomfclje Coninc jnnfc ï nnltaen enbe fpneu fonc \ a-facyticy heere gyefïeit 7/ cnUcdtu 'geSuur'endè dezè laaljle gejchilkn gedaau en gepleegd, alle. de Leden der Wethouderfchap , midsgaders alle de Dekenen en Ge-1 zworens van de ambachten, ofte immers zoo veeIe van dezelve als mijn" Heer de Hertog van Saxen gelieven zal, onder zijn vrijgeleide, in eene der kleine fteden van 't quartier van Gent, komen in zwarte loshangende klederen , ende aldaar voor den Hertoge Phelips, of voor den Hertoge van Saxen, als Stadhouder Generaal in zijnen naame, op hunne knien vallen, en,bij monde vaneen der Pen fionarisfen van Gent, betuigen, dat het henlieden hartelijk leet is, dat zij zich tegen den R.oomfchen Koning Madmiliaan en zijnen Zooie, hunnen Erf-Heere, terzet hebben, en dat ■ij zich voortaan zullen machten, van gelijken ïeer te doen, en, om et bitter lijden van on- ■ en Heere, bidden in unfte en genade ont■angen te worden. —r Dit  ftebbc"/ en bat ft he boo?t aen toachte fulie ba gtje* Ipfb^te boenc. <ö*tt fuiien biööe om öie bitter pasfte ban onfeii Qeeve óme in cjcactcn cn in gnenaöcont* fangDen tc fpne. ©oo?t öit gheöaen fpn* bc öpe <£ontncUfie mate* (iept enöe mpn gïjeöucfite ïjeete fpnen fone öen ber* toghe pjelipav ft fuUcn bie boo?fï ba <6hent con* fentcre alle buere bjpheöê en Pijebilegten ytet dooj* tptss uéïteöen gficgDeue metögaöerë alle fiarercefi; tc coötumé cn ufaegten bie ft behouöé (lillen / hupte gfieftebS eenegfie pointe snacticulen in befen paeps begrepen / en tip conöicten en rcfiwmacten alfo öfe inïjouöeri / aengaenöe öer geeclicDeöe ban öec (lebe enöe ban öen $2incbe/ öpe bjcltlte tc lanc toacc* om te fd)2»ben. ©oo?t bat bne tottte tappjocnen gftea* boltgtect enöe of gheftelt fullcnfpn/ maer. bat öie ban <©henöt om öen fiecc ctt öe toet asftötencte te bocne/ fullcnr of rpgBe* feilen moflbê öouöcn. Dit 'gedaan zijnde zul» len zijne Majefteit de Koning, en mijn geduchte Heer zijn Zoon, de Hertog Phelips, aan die van Gent toeftaan alle hunne Vrijheden en Voorrechten in vorige tijden aan hen gegeven, midsgaders alle hunne Rechten, herkomen en gewoonten , welke zij behouden zullen, uitgezonderd eenige punten en articulen in dezen Vrede begrepen, en op de voorwaarden, en hervormingen, welke dezelve (vredes-articulen) inhouden, rakende de Heerlijke Rechten van de ftad en van den Prins, welke te lang waren om in deze (Afkondiging} intevoegen. Voorts dat de benden, genaamd witte ikaproenen, zullen vernietigd en afgefchaft worden, maar dat dié van Gent, om den Heere en de Weth ten dienfte te ftaan, tien of twaalf perfoonen zullen mogen houden. bladz.  C *s3 ) Wadz.4 regel 22 is een groote faut ingeflopen: in plaats der woorden voor de Dendermondfclig Vrede, moet er ftaan, voor het afbreken van ds. D^ndermondfehe Vredehandeling. ■ Het meergemelde MSS. verhaalt dat de wederzijdfche gezanten te Dendermonde het zooverre waren eens geworden, dat men den Vrede zoo goed als gefloten hieldt, doch dat door tegenkantingen der Gentenaars, en voornamelijk van Willem Rijm en Daniël Oureden, Schepen van Gent, alles verbroken wierdt: dezelfde Daniël Oureden, was met den Abt van $. Bavo, Jacob van Ghistel, Heer van La~ motte, Josse Blondel, Heer van Pamele, wegens Gend, Johan Breijdel, wegens Brugge, Gillis Ghijselijn Heer vanRonsbeke wegens Ijpre, als gezanten der drie Staatsleden van Vlaanderen naar den Koning van Frankrijk geweest, tot het bewerken van den Vrede in 't jaar 1482 gefloten. V I 1  C 1=9) V I t ExtraB uit de Rotter damfcheCouranteirvan 2 4 en 26 April en 1 Meij 1787. _/\.mfterdam den 11 April. Gisteren morgen ten 11 uren alhier de Vroedfchap belegd zijnde, begaf zich eene Deputatie uit den Burger-Krijgsraad, Vaderlandfche en Burger-Sociëteiten naar het Raadhuis en leverden aldaar in hei volgend Request: Edele Groot Achtbare Heeren! De Comparanten, allen Hoofd-Officieren der Burgerij, en alle Leden van den Grooten Krijgsraad dezer Stad, vinden zich, zoo voor zich zeiven. en voor verre het gro'otjle gedeelte hunner Schutters, als op den allerjlerkjlen aandrang van vele Duizenden van hunne Medeburgers en Stad gemoten ,\ntv bij het Raadhuis vergaderd, ia de aL,  C 134 ) lervolftrcktfte noodzaaklïjkheid, aan dezen Acht. bren Raad in tc brengen en te declareren. Dat zij met gedagte hunne Schutters, Medeburgers cn Stadgenooten, op de gevoeligfte wijze gijn getroffen geworden, door het befef van den akeligen toeftand, waar in het lieve Vaderland, de onwaardeerbare Vrijheid, de Rust en Veiligheid dezer Stad, cn cindlijk al wat hun lief en dierbaar is, in dit hachlijk tijdftip gebragtis; een tijdftip, waar op zij een tastbaar gevaar gevoelen , dat het geheele werk van Herftelling en Verbetering van onze Conftitutie, welks gewenschte vordering reeds aan elk braaf Regent cn welmeenend Burger de blijdfte vooruitzigten opleverde, door eenen allergeweldigften fchok eensklaps zoude om verre geftooten en vernietigd -worden, indien zulks niet tijdig door eene cordate en bedaarde, doch tevens kragtige, werking van ds- Burgerij verhoed en voorgekomen wierd. Dat zij zich wel met die gerustftellende hoop gevleid hadden, dat dezemagtige Stad, door haren uitftekenden invloed en vermogen, op eene cordate wijze 's Lands goede zake dermate zoude gehandhaaft hebben, dat de waggelende Vrijheid eens éénmaal op een vasten voet gegrondvest, en daar door die allernadecligfte onzekerheid en ongerustheid, welke taus meer en meer toeneemt „ onder de Ingezetenen weggenomen, en de Burgerlijke rust eneendragt,, bloei en welvaart her- fteld  C -35) fteld en duurzaam bewaard zouden zijn geworden. Dat zoo vurig en welmcenend als deze ver* wagting bij hun geweest is, zij daar in tot nog toe even fmertelijk zijn te leur gefteld geworden; daar zij, tot hunne grievende fmerte en billijke bekommering, wel verre van in dezen Achtbrert Raad een vast volftandig en duurzaam Staatsbe* ginfel te zien plaats hebben, integendeel van tijd tot tijd, ja bijkans van dag tot dag, derzelver deliberatien en befluiten dermate zien wankelen en draai jen, dat, en de Achtbaarheid dezer Vergadering daar door verkleind word, en te gelijk dat gewigt verliest, waar door het lieve Vaderland in dcszelfs uiterfte nood meer dan eens gered is» en tans kan en moet gered worden. , Dat zij Comparanten, en met hun alle de Duizenden, die tans befloten hebben de Vrijheid van het Vaderland, en den Welvaart van deze Stad, te verzekeren en te beveiligen, de oorzaak van de jammerlijke gefteldheid van dezen Achtbren Raad » met alle deszelfs nadeelige uitwerkingen, daar in gelegen vinden, dat er in dezelve zich een partij bevind, waar van de Voorftanders zoodanige beginzelen vast houden, welke geheel inloopen tegen die Heilzame Staatsgronden, welke eene andere partij in dezen zelfden Raad is toegedaan, en welke Staatsgronden, als bevorderlik voor de ware Burgerlijke Vrijheid, overeen J £ ko»  C 13Ö ) komen met den vurigen wensch en verlangen van verre het grootfte gedeelte van de Goede Burge-nje, en waar voor de Brave Burgcrijc aan die Leden alle gevoelens van de hartclijkdc dankbaarheid toedraagt; dat deze twee overgeftelde werkingen in" dezen Achtbren Raad, indien zij Comparanten, met behulp der Goede Burgcrijc, zulks niet tijdig wilden voorkomen, baarblijklijk eene zoo droevige uitwerking zouden veroorzaken, dat het mis:rouwen der Burgerije, het welk noodwendig, door eene voortdurende onzekerheid over hare gewigtigfte belangen, reeds tot eene zeer gruote mate heeft moeten klimmen, wel dra tot dat uiterfle zoude komen, dat er de» fchroomlijkftcTooncelcn binnen deze Stad te vrezen, ja onmisbaar tc verwagten zijn. Dat derhalven zij Comparanten, voor zich, voor voornoemde Schutters, en op aandrang van zoo vele Duizenden hunner Mede-Burgers en Stadgenooten,ter voorkoming van anders te dug- • fene onheilen, en om zich aan geen onverantwoordelijk verzuim fchuldig te maken, in de volftrekfte verpligtittge zijn, om, zoo voor zich, als voor voornoemde hunne Schutters, Mede-Burgers en Stadgenooten, te vergen ei te infreeren, dat die Leden van dezen Achtbren Raad, tegen' wien het mistrouwen der Burgerij zich wel het' ïiicestc bepaalt, zich van nu voortaan befchouwen» als ohtllag'ch van hunne postfetfulj Raden- de-  C 13- ) dezer Stad, ten einde daar door de anders zoo •zeer te dugtene gevolgen van dat mistrouwen, 't welk het aanblijven van die Leden allergevaarlijkst maakt, voor tc komen. Dat zij voor deze Leden van den Raad, welker aanblijven zij om voorzegde redenen thans -ten uiterften gevaarlijk rekenen, houden de Hee- ..ren (,*) en alzoo dezelve van nu aan verklaren cn houden als ge ene Raden dezer Stad •meer te zijn, en dienvolgensinftceren , dat derzelver plaatfen, als door deze tusfehenkomstder Burgerij opengevallen, z'jnde, onverminderd de -Privilegiën dezer Stad , < f\c het recht der Burgerij in het toekomende, door den Achtbren Raad ten allerfpoedigilen met zoo vele brave, en bij de -Burgerij vertrouwde, Burgers worden aangevuld, .en waar toe zij dus den Achtbren Raad inftanteli k verzoeken te willen procedeeren; terwijl zij ■van den anderen kant op het plegtigfteverklaren, :dat zij Comparanten volvaardig zijn, cm niet alleen niet te dulden, dat aan voornoemde negen .Heeren eenige hindernis, overlast, veelrain.per- 10- (*} Om alle haatelijkheld te vermijden, en aan niemand eenige onaangenaamheid toetebrengen, heeft de uitgever, wiens oogmerk niet is de gemoederen te verbitteren, maar te verzagten, best geoordeeld uit de- , ge en alle de volgende Hukken, alle naamen uit te I 3  C 138) foneeï geweld gedaan worde, gelijk zij zulks mede gerusdijk van alle hunne Schutters, MedeBurgers en Stadgenooten verwagten, maar integendeel dezelve ten alle tijde, als mannen van eer, kragtdadig te beveiligen en te befchermen, in die billijke verwagting, dat de geheele Natie, zoo wel als voorfchreve Heeren, dezen Hap der Burgerij zal aanmerken, als eene pligtmatige en nood*zaaklijke daad van zelfs behoud, ter voorkoming van 'sLands wisfen val, en ter nog tijdige bewaring van de gevaarloopende rust, orde en veiligheid in deze magtige Stad. Verzoekende eindelik nog de Comparanten voor zich , voor voornoemde hunne Schutters , Medeburgers en Stadgenooten, dat dit Declaratoir woordelijk in de Notulen van dezen Achtbaren Raad worde geinfereerd, op dat nu en altoos Tblijke , dat de voornoemde Heeren , door deze bedaarde en plegtige tusfehenkomstder Burgerije, van hunne Posten th Raden verlaten ?ijn, en dat van dit alzoo geinfereerde aan de Ondergeteekenden zittens Vergadering behoorlijk Extract gegeven worde , ten einde zij Ondergeteekenden, voornoemde hunne Schutters, Medeburgers en Stadgenooten, vervuld van genoegen en dankbaarheid voor dezen Achtbaren Raad, naar hunne woningen te rug mogen keren. Gedurende deze gebeurdtenis, ftonden voor en op het Stadhuis drie Compagnien Burgers in de Wa-  C 139 ) Wapenen, gelijk ook in diverfe Kerken cn onderfcheiden Loopplaatfen, wel 40 andere Compagnien in het geweer waren. De toevloed vanmenfchen was verbazend, dan alles gefchiédde zonder eenige opfchudding , en des avonds ten half 8 uren, als wanneer de Raad nog vergaderd was, wierdt de volgende Refolutie afgegeven: Extract uit de.RcfoIutienvandcFroedfchap der Stad Amfterdam. Den 21 April 1787. .Bij het uitgaan van de Vroedfchap door eenige Pcrfoonen aan den Burgemeester Hooft overhandigd zijnde een Adres, is, hoe zeer het zelve niet op de ordinaire en legale wijze ter kennisfe van denzelven gebragt was, na gedane omvrage, bij meerderheid, goedgevonden en verdaan het bovengemelde Request te lezen ; en is verders, het zelve gelezen zijnde, goedgevonden en verdaan Heeren Burgemeesterèn te verzoeken aan de Overhandigers van het gemelde Request te antwoorden, dat het zelve geen poinct van Deli* beratie van dezen Achtbaren Raad kan uitleve* ren, als zijnde de Vroedfchap niet gequalificeerd, om hare Mede-Leden van derzelver Raadplaatfen te deposfideeren, ftrijdende zulks tegen de Refolutie van Hunne Ed. Groot Mog. van den 9 Augustus 1658, I 4 Ea  C 140 3 En zal verder Extract dezes gegeven worden aan de Overhandigérs van het bovengemelde Request. Verklarende Voorts de Raden, weiken de Refolutie hebben genomen, cn welker plaatfcn niet zijn vervallen verklaard , met den Krijgsraad cn de Burgerij dezer Stad te zullen medewerken ter bewaring van derzclver ware belangens, rust en veiligheid. (**) Rotterdam den 23 April. Heden morgen ten half agt uren kwamen alle de Compagnien van de Schutterij dezer Stad , ingevolge eene order van de Ed. Groot Achtb. Heeren van de Wedi , op verfchillende plaa.ien, onder de Wapenen. Omtrent 10 uren zag men eene Commislic van den Burger Krijgsraad, de GecMiftitueerden, en een groot aantal Leden van de Vaderla-ndfche Sociëteit, welke laatften in het Zwart gekleed waren, uit het geme'de Societeits-Huis , in ftaatfie , naar het Stadhuis gaan; wordende de trein voorgegaan en gefloten door een Detachement uit de Schutterij. Dc- C**) In de Amfterdamfche Courant van dezen zelfden dag, zegt de Schrijver verzogt te zijn ter kennisfe van het algemeen te brengen, iets, het geen bij het [vorenitaande] gedrukt Extract niet gemeld wordt, •naamlijk „ dat tot de Deliberatien over het bovengc„ noemd Request, noch tot het nemen van die Re„ folutie , niet gcco icurreerd, maar daar tegen met „ refervevan aantcekeningen demarche geprotesteerd Mt hebben de [zeven aldaar genoemde']' Heeren,  C 141 ) Dezen-middag ten 5 uren, de 1 ove ^gemelde Ccmraislie van het Stadhuis te rug gekomen, en een gedeelte van de Schutterij afgetrokken zijnde , vernam men , dat er zeven Heeren Raden, tegen derzclver Protest, gcremovcerdwaren, te weten de Heeren en dat in derzelvcr plaatfen waren aangefteld en beëedigd de Heeren Dit is al'cs wat wij tot nog toe, betreklijk deze gebeurtenis, kunnen melden. Rotterdam den 24 April. In onze vorige Courant, uit hoofde van de kortheid des tijds, maar met een woord gewag gemaakt hebbende van het geen alhier op Maandag den 2.3 dezer is voorgevallen, zullen wij thans daar van, voor zoo veel zulks ter onzer kennis gekomen is, een naauwkeuriger Berigt mcdcdeelen, met agterlating echter van eenige mindere omftandigheden , welke tot het wezen der zake geene betrekking hebben. Het was op Zondag den 22 dezer, dat er in den Krijgsraad van de Schutterij dezer Stad wierd genomen de volgende Refolutie. ExtraóJ uit de Rejolutien van den grooten Krijgsraad der Schutterij te Rotterdam, gehouden op Zondag den 22 April 1,-87. „ Is na ampele deliberatie goedgevonden en „ gerefolvcerd , dat eene aanzienlijke Commisfie I 5 „van  C 14O » van dezen Krijgsraad, beftaande in alle depra„ fente Heeren Kapiteinen en Vaandrigs met den „ Secretaris , zich op morgen, verzeld met de „ Heeren IfaacHubert CS., (*) zal vervoegen in „ de Kamer van de Vroedfchap dezer Stad en „ aldaar, bij monde van den Secretaris , de vol„ gende Voordragt doen, als waar toe dezelve ,, bij deze word geauthorifeerd en gelast. Edele Groot Achtbare Heeren! Het is in mijne qualiteit ah Secretaris van den Crooten Krijgsraad dezer Stad en op expresfe laü van hetzelve Collegie , waar van eene aanzienlijke en talrijke Commisfie, geadfifteerd met de Geconftitueerden van een aantal andere, waar onder veeIe der Notabelfte Kooplieden en Burgers of Ingezetenen dezer Stad, op eene folemneele wijze alhier verfchenen is , dat ik op mij heb moeten nemen aan dit Collegie, uitonzer aller naam, het volgende voor te dragen: Alles wat binnen deze Republijk , binnen deze Provincie, ja binnen deze Stad, federt eenigen tijd, gefchied, gefchreven en openlijk gezegd is, en fpeciaal de gewigtige gebeurtenis, onlangs te . Am- (*) Namelijk de gezamenlijke Geconftituëerden van ruim 1200 Burgers en Ingezetenen, die gemakshalve doorgaands, wierden aangeduid, met den naam van lf.Hubert C. S., om dat die Heer de meest bejaarde zijnde, in derzelver geprsefenteerde Requesten, gewoonlijk eerst genoemd wierd, fchoon eigenlijk de prsefident van die Geconftituëerden was, de natemeldene Ksrnehs van den Besch.  Amfterdam voorgevallen, moet U Ed. GrootAchtb., en alle andere Leden der Regeering, overtuigd hebben , dat de blinddoek van de oogen der Natie nu geheel is afgevallen, en dat het tijdftip geboren is, waar in niemand zich vleijen kan Langer te kunnen tegenhouden zoodanige hervormde of nieuwe inrigtingen, als dienftig geoordeeld worden , niet om de Oude Con/iitutie te veranderen , maar om dezelve te zuiveren van de gebreken, door nonobfervantie van de Conftitutie, in de Regeeriugsform ingellopen. De Conuitutie der Regeering van deze Stad en Provincie heeft altijd beftaan in een Souverein, die de Collegien en Amptenaars van Magiftratuur en Juftitie aanftelde of deedt aanftellen, en de verdere Rechten der Oppermagt uitoeffende ♦ doch gebonden was aan het in acht nemen van alle Rechten en Privilegiën, welke de Ingezetenen van elke Stad, Plaats ofDiftrid, de eene boven de anderen, van tijd tot tijd, bij Handvesten als anders, hadden verkregen. Eene zoo geborneerde Oppermagt vereischte noodzaaklijk, cn deed van tijd tot tijd, naarmate door het aangroeijend vermogen des Volks , ook die bijzondere Voorrechten gewigtiger wierden , en te gelijk de onmooglijkheid toenam van dezelve hoofd voor hoofd te bewaren, fter- ker worden eene tweede Magt, het andere gedeelte onzer Conftitutie, —rr naamlijk, eearepre- feu.  C rtf ) fcrfratiéf van het Volk, geconfereerd als O,, derzaien, om'te letten , dat de bckleedcrs der Souvereine Magt niet inpicteerden op de wettige Volksrechten. Voor het Jaar 1581. was de evengemelde Souverame Magt in handen der Graaven, Hertogen of zoogenaamde Landsheeren, die, 0w:m. neer zij buiten 's Lands waren, — dezelve lieten bckleeden door Landvoogden, Gouverneurs of Stadhouders, wier laatfte hier in Holland was Prins Willem van Orange, dien wij doorgaans noemen Prins Willem den Eerflcn, en tot dien zelfden tijd Cwanneerde laatfte Graaf wierd afgezworen) bezaten de Vroedfchaps - Collegie» in cje Steden alleenlijk die tweede Magt, waar van ik zoo even fprak, van naamlijk te ftrekken tot een Contre-poids tegen de Opper-Heeren of derzclver Amptenaars, die de Volksrechten veronachtzaamden. Na of door de afzweering van den Tijran, keerde deszelfs Souverain gezag terug aan het Volk, i het welk dus geheel vrij was, om het zelve geheel vernietigd te laten, - en een nieuwe Conftitutie ofRegeerings-formvastte Hellen , even als in onze dagen door de verdrukte Amerikanen, die zich van deBritfcheOpperman hebben vrij gevogten, is gefchied. Maar de verpligting, waar onder men zich bij vroegere Overcenkomftcn , en fpeciaal bij  C H5 > bij de Unie van Utrecht, door de Reprefentanlen der Gemeentens van de bijzondere Steden aangegaan , had gelegd, om elkanders Privile7 gien, waar mede de eene Plaats boven de andere bevoorregt was, in hun geheel te laten, zonder welk beding te maken , en na te komen ? men het nooit zou hebben kunnen eens worden, noch blijven , om tegen den Overheerfcher pal te (taan. Die verpligting, zeg ik, maakte het noodzaaklijk om de Oude Conftitutie in wezen te houden, en zich alleen,zoo veel mooglijk, zeker te ftellen tegen het misbruik, dat bij vervolg op nieuw van de Souveraine Magt gemaakt zou kunnen worden. Dit dagt men eerst te bereiken door een nieuwen Graaf of Heer , op zekere bepaalde Conditiën, aan te nemen Doch toen die gevaarlijke proef, door den dood van Prins Willem, verviel, en andere getenteerde opdragten van dien aart mede niet reusfeer- {jen, was het gereedfte middel om de ad- miniftratie en uitoeffening der Souvereine Magt te demandeeren aan een Collegie , het welk de geheele onverdeelde Masfa des volks, als bezitter van alle de wettige Rechten der afgezwooren Graaven, zoude reprefenteeren en alzoo gebieden over dat zelfde volk, geconfidereerd als Ingezetenen van de onderfcheidene Steden enPlaatfen,en als Bezitters van de onderfcheidene meerdere of 'mindere voorrechten , welke zij van de vorige- Sou-  C 140*) Souverainen hadden verkregen, in de betrekking van Onderzaten, en als zoodanige behouden wilden. Tot zulk een Souverein- of den Souverein Verbeeldend -Collegie was natuurlijk het gefchiktfte de Vergadering der Staaten van elke Provincie, dat is die afgezondenen uit de voornaam- fte Steden en Plaatfen, welke tot dien tijd toe de diverfe flaaten of rangen des volks hadden gereprefenteerd, om deszelfs Rechten tegen de Greaven of Graaflijke Amptenaars te handhaven. Deze toch hadden de meeste kundigheid der zaaken, welke zij te behandelen hadden en bezaten het wel verdiend vertrouwen der Gemeente. Dit raakte dus ongevoelig, per tacHum confenJum, en zonder een expresfe opdragt van de zijde des volks, alzoo in trein, en de langdurigheid van den Spaanfchen Oorlog, en daar uit volgende onzekerheid , of en wanneer de gedane afzweering van den Graaf het volkomenfte effect forteeren zoude, was oorzaak, dat men niet tijdig genoeg bedagt was, Oen minden in deze Provincie) óm, daar men de Oude Conftitutie in ftand hield, en het Graaflijk gezag alleen van Perfoon veranderde, door het op de Ridderfchap en Vroedfchaps-Collegien , of derzelver Gedeputeerden ter Dagvaart, over te brengen , • de magt en last, welke die Collegien tot hier toe bezeten hadden, om de Rechten des volks' tegen die van den  C 14? ) den Souveraïn te handhaven, en te conferveeren, mi voortaan uit die handen, welke van toen af daar toe niet neutraal genoeg meer waren, te nemen, en nieuwe Gemeentslicden te creëren , om dat geene te verrigten, het welk de Vroedfchappen bevorens tegen den Graaf, of deszelfs Amptenaars, gewoon en verpligt waren, doch nu tegen hen zeiven, als integreerendeLeden vandatCoIlegie, het welk 's Graven Perfoon en Rechten reprefenteert en uitocfTent, niet meer konden in het werk ftellen. j3an, . Mijne Heeren! dat uitftel, hoe lang ook begroeid, is geenfins eene derogatie van dat gedeelte der oude Conftitutie, welke vordert, dat het Volk zulke Gemeents. luiden moet hebben tot toezienders tegen het misbruik, het welk door alle eeuwen gemaakt is, en gemaakt zal worden, van het Oppergezag, in welke menfchelijke handen hetzelve ookgefteldzoude mogen zijn. Uit het verwaarloozen van dat gedeelte onzer Conftitutie zijn alle de Volksberoeringen gefproten, welke onze Republijk altijd in onrustgehotlden hebben» en nog houden. Die bewegingen ontftonden altijd, en ontftaan nog, uit de voorkeuze, welke de eene partij gaf aan het Stadhouderlijk bewind, en de andere aan eene Staten Regeering, zonder Stadhouder; —als men een Stadhouder had, voelde men het juk  C 144) juk-van hem en deszelfs Hovelingen, — als men er geen had, voelde men het juk van eenige weinige Familien, die alles met zoo veel onbefeheid beheerschten , datvcclen, die anders wel verder zouden gezim hebben, zich haasteden, om heul en troost te vinden in de heritelling van het Stadhouderf'chap. . Maar wat was het gevolg? - niet enkel een verandering maar een verdubbeling vaii het kwaad, dat men gehoopt had te ontgaan. -— Niet enkel de Stadhouder, of deszelfs dienaars, deden van tijd tot tijd nieuwe ingrepen op de Rechten des Volks, maar ook vele dier Regenten , die tegen het misbruik zijner magt hadden behooren tc waken , warenhem daar in behulpzaam, om op hunne beurt ook door hem te worden in ftaat gefteld, om dezelfde haatlijke Ariftocratie over hunne minderen, en over allen, diedoor zulk eene lage ambitie niet bezield wierden, ten top te voeren, even als in de vorige Stadhoudcrlooze tijden. Dit alles zou niet hebben kunnen gebeuren , indien men altijd voorzien was geweest van VolksReprefentanten , welke, den eerden misftap te keer gaande, daar door den tweeden belet, en alzoo verhoed zouden hebben, dat er reden gegeven wierde om ongewoone omwentelingen te verlangen. Had  045) Hadden zoodanige waardige Volksvrienden die onwaardige Regenten, die , om hun hof bij den» Stadhouder te maken, alles aan hem overgaven» en zulks uit zelfsbehoud moesten doen , daar in te keer kunnen gaan: hadden zij de eerde recommandatie , welke door den een of anderen Hoveling, op 'sPrinfen naam, gehafardeert is, doen feponecren, de tweede was waarfchijnlijk nimmer gefchied! Men zou zich wederzijdsch van alle inkruipingen gewagt hebben; —— de hooge B.kleeders der Smverainiteit zouden die magt ongefchonden behouden hebben, en de Stadhouder zou hebben blijven genieten die perfoneele liefde, welke de onfeilbare belooning is van elk verheven Stands* perfoon, die het algemeen boven zijn bijzonder be. lang bevordert. Hij kan geen eerlijk Man zijn, Mijne Heeren! die met ons niet wenscht de zaaken in die gunflige fituatic herfteld, en alle de tegenwoordige Oneenigheden weggenomen te zien! Om dat heilzaam einde te bereiken, is, door de Heeren Oud-Schepenen Hubert ewdeMonchijC. S., verzogt, door den grooten Krijgsraad dezer Stad aangedrongen, en dooreen aanzienlijk gedeelte van dit Collegie, benevens alle de Heeren Schepenen% te famen uitmakende de meerderheid van die drie Collegien, welke van ouds tot het vragen van nieuwe Privilegiën of verandering der oude geconcurreerd hebben, aan den Souverein favora» li tel  C 146 ) bel voorgedragen, een verzoek om augrüentatie van dit Collegie tot liet primitive getal van XL. waar door wij bedoelden te verbreken het fehadelijk effect van die in het oog loopende verkleefdheid, welke de Meerderhcit aan elkanders fentimenten, of wel aan die van derzelver hoofden , betoont. Tenzelven einde heeft ook geftrekt de loflijke poging van negen Leden van dit Collegie, om de Magiftraats-beft-elling niet meer aan des Stadhouders keuze, maar aan het Opperwezen zelve, over te laten, door zulk eene Loting, als bij het laatfte Octroij is geprafcribeerd, en om de vacante Vroedfchaps-plaatfen mede te vervullen, zonder tusfchenkomst van den Stadhouder. Maar, dewijl een goed Regent van niets dan van zijn Eed enPligt afhanglijk moet zijn, en zijne verheffing alleen te danken moet hebben aan het credit, dat hij door zijne talenten, en het wel aanleggen van deze 1 ven, en zijn eigen gedrag, verworven heeft , ftrekte al mede tot dat zelfde goed oogmerk de beroemde Propofitie, door de Stad Haarlem, ter Souveraine Vergadering gedaan, om naamlijk een betaamlijken en voorzigtig bepaalden Volks-invloed , in de keuze der Regceringsperfoonen , op een eenparigen voet, vast te ftellcn. Maar . . . hoe zijn alle die belangrijke Objecten bij de Meerderheid van dit Collegie behandeld !  C f47 ) tfeïd! Met hoe veel verachting heeft dezelve neergezien op dat notabel gedeelte van hare Mede-Burgers, het welk gemeend heeft zich voor dezelvente moeten interesfeeren? Tot welk eene hoogte heeft men die verachting niet gepousfeerd, met het laatfte Request door de reeds genoemde Heeren Oud - Schepenen C. S. aan den Souverain geprefenteerd, ten einde de Deliberatien over de Commisfie, ter uitvoering van de evengemelde Haarlemfche Propofitie, mogten worden gereëntameerd, alleen door de Stem van deze Stad te doen feponeeren: daar men immers niets verloren, en ten minften eenig eguard voor ruim twaalf honderd uwer Burgers getoond zou hebben, met (daar toch negen andere Steden het zelve overnamen) dat voorzigtig voorbeeld te volgen, zoo als de Schiedamfche Deputatie, met een evengelijk Request van hare Burgerij, mede heeft gedaan. De Krijgsraad , uit alle deze en veele andere gedragingen van de meerderheid dezer Vroedfchap, klaarlijk ziende, dat die meerderheid haar origineel inflitut vergeten heeft of voorbij ziet, en zich niet meer aanmerkt als Reprrefentanten van een vrij volk , maar als eigendunkelijke Beheerfchers van het zelve, heeft begrepen zulks niet langer metftilzwijgen te mogen aanzien, maaf het meest gefchikte en bevoegde lighaam in deze Stad te zijn, om als het tweede Reprefentatief K a der  C 148.) der gelieclc Burgerij, zoo lang de Haarlemfche Propofitie nog buiten effect gehouden word , te agceren, en de nodige adfiftcntie en medewerking te verleenen aan de redelijke Volks-Stem van alle die notabele Mede-Burgers en Ingezetenen > die reeds in Januari] dezes Jaars, bij een Request aan den Souverein zeiven, hebben doen declareer ren : „ dat zij en hunne Committenten in dat „ denkbeeld veiTecren, dat verfcheiden thans fun„ geerende Raaden in de Vroedfchap zich hebben „ fchuldig gemaakt aan zoodanig wangedrag en „ verzuim, en daar door het vertrouwen der voor„ naamfte Burgerij in zoo verre verbeurd hebben» „ dat het bellier der Stedelijke zaaken, noch de ,, Item der Stad over 's Lands belangens , niet w meer kan worden overgelaten aaneen Collegie, „ waar in zulke Raden met hunne afhangelingen „ en blinde navolgers de Meerderheid uitmaken, „ en alle cordate pogingen hunner brave Mede„ Leden op de hardnekkigfte wijze dwarsboo„ men. Op welk Adres, men weet, dat de Meerderheid der neutrale Leden van het groot Befoigne favorabel heeft geadvifeerd, cn dat dus geen Declinatoir Rapport zou zijn uitgebragt, indien al weder dezelfde Heeren geen middel gevonden hadden, om hunn' eigen ftem, in hunne eigene zaak, te doen coraputeeren, en de Hemmen der cordate Aniftcrdamfche Penüonarisfen te doen  C 149 ) zwijgen, door de overmagt van drie gedeclareerd de Volksvijanden, die toen in den Raad der Stad Amfterdam dezelfde verderflijke rol fpcelden, als de Leden, welke in dit Collegie alles dwingen naar hunnen wil, of eigenlijk naar den wil van den Meefter, aan wiens begeertens zij zich op de laagfte wijs verflaven. Die Volks-vijanden hebben te Amfterdam het loon hunner fchandelijke werken ontvangen, door den Krijgsraad en de Notabele Burgerij dier Stad, welk», op laatstleden zaturdag, zich openlijk voor de Rechten des Volks in de bresfe gefteld, en aan hunne Regenten getoond heeft,het onderfchcidte kennen tusfehen de Conftitutie of Regeeringsform Van onze Republijk, en die van Venetien, ($) met naam- (§) Men ziet van achteren wel met leed, dat veele der bovenfhande uitdrukkingen hadden kunnen en behooren gemenageerd te worden; Maar —— wie was, in die dagen, koel genoeg om de vereischte bedagtzaamheid te betragten? voor al in zoo veel overhaasting, als waarmede dit ftuk, na de bekomene tijding van 't geen op den 2ifte April te Amfterdam gebeurd was, heeft moeten ontworpen worden ? Nu echter kon de Uitgever er niets van aflaten, wilde hij voldoen aan zijne intentie, om door alle de wederzijdfche nukken in hunn' geheel uitfegeven, den Lezer in ftaat te nellen om een neutraal K 3 por-  C 150 ) naamlijk aan den Raad van Amfterdam deze voordragt te doen. (Jiier volgde het Request, het welk hiervoor bl. 139 reeds geplaatst is.) Dezelfde redenen doen de Krijgsraad en de met haar inftemmende Burgerij ook heden in deze Kamer dezelfde woorden gebruiken. Zij houden voor ten uiterfte nadeelig het langer aanblijven van de Heeren en verklaren deztlven van nu af niet meer te zijn Raden in deze Vroedfchap, en dieshalven te begeeren en tc vervvagten, dat zij zich van dit oogenblik van de waarneming van alles wat tot die Posten behoort, of waar toe die qualiteit vereischt wordt, (waar onder oordcel te vellen, over de merite van die Remotien, en of de Heeren, die zich daar door beledigd achten , zich zeiven niet de grootfte eer zouden aandoen, met uit eigen beweging te effectueeren, dat geene vervolgingen plaats hadden tegen de zulkcn, die maar voor een gedeelte uitvoerders geweest zijn van een daad , welke in dien tijd door een veel grooter getal medeburgers van allerleie rang begeerd, geadvouëerd en gcadminiculecrd, ja door den Souverain zelve niet; afgekeurd, maar integendeel gecorroboreerd en geprotegeerd wierd ? zo* ars uit de volgende Hukken blijken zal.  C 151 ) der de Krijgsraad en Geconftitueerdsn niet rangeeren de Ampten van Bailluvv en Dijkgraaf van Schieland , als tot welke de radicale qualiteit van Vroedfchap niet wordt gerequireerd,") zullen ont" houden, zonder zich op eenige wijze tegen deze verlatinge , waar door zij ook ipfo faclo van hunnen gedanen Eed ontflagen zijn , te verzetten , direct noch indireét ; in welk geval de Krijgsraad bij dezen hun toezegt te zullen zorgen voor de volkomenfte veiligheid van derzelver Perfoonen, Huisgezinnen en Goederen, en niet te zullen toelaten, maar met alle de magt hunner Schutterij en verdere weldenkende Medeburgers te keer gaan, alle geweld en overlast of hindernis, welke hun, fchoon onvermoedelijk,door fommige onbezonnen of te driftige ijveraars, of ook door kwaadwilligen, die daar mede onze goede zaak zouden tragten te benadeelen, aangedaan of bedreigd zouden mogea worden. Het recht tot de vervulling der vacerende Vroedfchaps-Plaatfen competeert, uit den aart der zake, en uit kragte der primitive inftellinge van dat Collegie, aan de Burgerij, doch is bij volgende Handvesten, en fpeciaal ook bij het laatfte Octroij van Anno 1Ó15, gedemandeerd aan de overige Leden van dit Collegie zelve ; dit Octroij is door de wederzijdfche Partijen nog onlangs gereclameerd, en erkend te moeten in obferK 4- vaiit  C 15.3 ) .vantic blijven, zoo lang er o*1 eene legale vlij ze gecne verandering in gemaakt word. De Krijgsraad en Burgerij verzoekt dieshalve de niet verlatene, en thans alhier praefen te, Leden dezer wettig geconvoceerde Vroedfchaps-Vergadering, om voor het fchciden derzei ve zeven nieuwe Raden aan te dellen en te beëedigen, en infteert daar op ten fterkften en ernftigftcn, dewijl dit Collegie thans, vooral in de critique omftandigheden onzer Republijk, te zwak is, om het gewoone tijdsverloop, of het ftcllen van dagen tot de vervulling, te kunnen lijden; welke, volgens de Privilegiën , wel binnen zes weken moet, doch ten allen tijde, en dus ook üico, mag gefchieden, terwijl er thans ook te minder reden van uitftel is, omdat de Krijgsraad en Burgerij UEd.Achtb. hoofd voor hoofd, op den eed, bij de aanvaarding uwer Posten, tot nakoming van Stads Privilegiën , gedaan, fommeert om zich, in de te doene fubpletie te gedragen conform de letter van het evengemelde Octroij van Anno 1615, en dus geene Electie aan den Heer Stadhouder dezer Provincie over tc laten , waar toe Zijne Hoogheid zelf, door het geven eener zoogenaamde Acte van non rraejuditie, bij de Electie van den jongden Raad, den Heer van IJzendoorn , getoond heeft geen Recht te hebben, zijnde de Krijgsraad en Burgerij het in dit opzigt volkomen eens met de woorden, in eene Misiive van de-  < 153) dezen Raad aan Hun Ed. Groot Mog. van dato 3 April dezes jaars voorkomende. „ De minde inbreuk op dePrivilegien,'in weer„ wil van de gcpriviligeerden, (dat is indezen de „ Burgerij, voor of in wier naam dat Octroij is ge„ vraagd) , al was het onder de claufule van non „ prajuditie, is hoogstfchadelijk, en ver orzaakt „ verwarring — door dezelve in hare werking te „ herftellen loopt een Souverein (en even min een „ Vroedfchaps-Collegie) geen het minde gevaar, „ om zich te comeromitteeren ——• zich daar aan „ ftiptelijk te houden is de eenige middelweg, „ om zoo wel hen, die dezelve reclameeren, als „ hen die daar van verfchillen, tot rust te bren*> gen- Die rust, op algemeens eendragt en vertrouwen gevestigd, wenfchen en bidden wij, dat de God onzer Vaderen eenmaal aan dit goede, doch thans ongelukkige Land, zal herfchenken. Daar toe bezweren wij alle de aanblijvende Leden van dezen Raad het hunne aan te wenden ; de tegenswoordige gebeurtenis en het volgende gedrag van Ulieden, van de nieuw aan te dellen Raaden, en van ons allen, zal veel, zeer veel, kunnen toebrengen, om hetfubfifteerend wantrouwen en ongenoegen weg te nemen , en de van ons in tneening verfchillende Mede Burgers met ons weder te vcreenigen, en in de oude vriendfehap en gemeenzaamheid te doen verkeerea, K 3 La-  C 154 ) Laten wij allen, Mijne Heeren! hen door fprekende daden overtuigen, dat wij tot den tegen* vaardigen /lap niet gekomen zijn uit eigenbelang, •noch uit perjbneele haat tegen de verlaten Heeren , of iemand hunner, maar alleen uit een opregt b(fefvan de vol//'rekte noodzaaklijkheid, en gevolglijke Jpligt, om dit voor ons zeer onaangename middel te gebruiken, als het eenige, waar door te keer gegaan konden worden die Machinatien, waar mede onze Partijen op het punt ftonden aan onze vrijheid een laatfte en onherftelbare wonde toe te brengen. Wij, Ed. Gr. Achtb. Heeren ! betuigen hier ten aanhooren van het Alwetend Opperwezen, het welk onze harten, onze innigfte gedag ten kent, dat wij geene nieuwigheden bedoelen, noch naar eenige ver* ondering/laan, dan alleen in het herflel van bevorens wettig bezetene doch verwaarloosde Rechten: — dat wij het Stadhouders-Ampt niet vernietigd noch op een ander Perfoon overgebragt, noch ook tot een ij delen eer tijtel, zonder magt of invloed, gemaakt villen hebben; — dat wij de heerfchende Kerk mede niet benadeeld, maar in tegendeel gehandhaafd willen hebben bij de openlijke Godsdienst-Oefening cn Leere in het laatfte Nationale Sijuode ie Dordrecht vastgefteld, behoudens de Christelijke Verdraagzaamheid jegens de andere Gezintens, welke bij den Souverain zijn toegelaten of geconniveerd; — ijlaar dat ons voca-naamjte verlangen tendeert ora eene  C 155 ) «ene Regeering te hebben, beftaande uit Perfoonen, die hunne aanftelling niet aan een Stadhouder of eenig ander individu, aan wien zij uit dien hoofde verpligt cn dus af hanglijk zijn, te danken hebben, maar alleen aan de achting en genegenheid, welke zij, door hunne talenten en daaden, bij hunne Mede-Burgers hebben verkregen en behouden. En op dat van deze onze vcrrigting en betuiging openlijke en zekere kennis gedragen moge worden, verzoeken wij, dat deze onze voordragt, waar van wij, ten dien einde, een affchrift overgeven , in het Register van dit Collegie werde geïnfereerd, en van Stadswege gedrukt, gelijk wij teffens verzoeken, dat, ter gerustftelling van ons en de verdere Leden van den Krijgsraad, benevens onze Schutters en andere met ons inftemmendc Burgers en Ingezetenen, eene nieuwe Deputatie uit dit Collegie ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mog. gezonden worde, met revocatie van de vorige, en dat de Refolutien, bij U Ed. Groot Achtb. op heden te nemen, ftaande Vergadering gerefumeerd en bij Copie authenticq aan ons medegedeeld worde, eer wij van eikanderen fcheiden. „ Zijnde voorts aan die Commisfie gedemandeerd, om de voorfchreven Kamer niet te ver„ laten dan te gelijk met de ontflagen Heeren, en „ geene Leden uit dat Collegie te laten vertrek„ ken, voor de riieuwe Raden aangefteld en beëe- » djgd  C 156 ) » digdzijn, en voords derelve Commisfie geatitho„ rifeerd om alles te verrigten wat, pro re nota, „ zal worden geoordeeld dienfh'g te zijn, om de' » voorfchreven Remotie en nieuwe aanftelling ef„ fcct te doen forteeren, mids egtcr zich van alle i, geweldige daaden onthoudende, zoo lang die „ tot hunne eigene lijfsverweering, niet noodzaak» „ lijk zijn, hebbende de prrefente Leden van den „ Krijgsraad eikanderen, als mannen van eer, „ beloofd de Perfoonen, Familien en Goederen „ van allen en een ijgelijk hunner, en van den „ Secretaris, van de aanblijvende en nieuw aan „ te dellen Vroedfchappen, van de Heeren Ge„ conftitue'erden, en van derzelver Conftituanten, „ te zullen guarandeeren en bevrijden tegen alle „ geweld, dat hen ten gevolge van , of uit wraak „ over, deze onderneming zal overkomen, zonder „ zich daar van, om lief of leed, te zullen onttrek/ „ ken. „ Aldus gerefolveerd en ftaande Vergadering „ gerefumeerd en geapprobeerd op den 2,1 April « I7^7 (zijn(le door alle de prefente Leden, ten i, getale van 67, onderteekend.) Ingevolge van dien zag men des maandags mor» gens, na dat reeds ten half agt uren, alle de Compagnien der Schutterij, op order van de Ed. Groot Achtb. Heeren van de Weth, in de Wapenen gekomen, en zich op verfchillende plaatfen van de  C 157 ) de Stad geposteerd hadden, omtrent ro uren, de voorgemelde Commisfie uit den Krijgsraad, de Geconftituëerden, en een groot aantal Conftituanten, uit deVaderlandfche Sociëteit op de Wijnhaven, in ftaatfie naar het Stadhuis gaan, wordende de trein voorgegaan en gefloten door een detachement uit de Schutterij. Op het Raadhuis gekomen, en inde Vergadering van de Vroedfchap gehoor verzogt en zulks toegedaan zijnde,deedt de Heer Mr. Hendrik Arnold Kreet, Secretaris van den Krijgsraad, de bovenftaande voordragt, tot welke dezelve bij de gemelde Refolutie van den Krijgsraad geauthorifeerd en gelast was. Na die aanfpreak begeerde de Vroedfchap , dat de Commisfie zoude buitenftaan , ten einde over derzclver voordragt te raadplegen, dan de Commisfie weigerde zulks, ten zij de voorgenoemde zeven Heeren Raaden mede buiten ftonden , als bij dezelve reeds aangemerkt zijnde van hunne Posten verlaten te wezen. De Commisfie blijvende weigeren buiten te ftaan, verklaarden de zeven hier voorgenoemde Raaden , dat zij tegen dit alles ten allerfterkften protefteerden, terwijl de andere zeven Raaden, die met de voorgemelde Heeren de meerderheid uitmaakten, zich beriepen op Hunner Ed. Groot Mogende Refolutie van den 9 Augustus 1658 , volgens welke geene Leden der Regeeriogen'het recht  ( 158 ) recht hebben om derzclver Medc-Raaden te renioveeren ; doch dc Commisfie hier op geantwoord hebbende, dat zij zulks ook niet van gemelde Heeren vergde, als het daar voor houdende, dat de Remotie reeds daadlijk gefchied was door de Burgerij, infteerde dezelve dat er zoude Worden voortgegaan met de aanftelling der nieuwe Raaden, en hier toe door de meerderheid der niet verlatene Leden der Vroedfchap , na zeer veele woordenwisselingen, benoemd zijnde de Heeren wierden gemelde Heeren,door Officieren uit dc Schutterij van hunne huizen afgehaald, op het Raadhuis gebragt, en in den Eed genomen. Na het beëedigen en fesfie nemen der voorgemelde Heeren, wierd er door de Commisfie ver-' zogt, dat de vorige Deputatie, welke van wegen deze Stad ter Vergadering van Hunne Ed Groot Mog. was gecommitteerd , zoude gerevoceerd cn eene nieuwe Deputatie benoemd worden , het welk vervolgens gefchiedde , wordende daartoe gecommitteerd de Heer Burgemeester Boogdtrt en de Heeren Vroedfchappcn ; Eenige Compagnien van de Schutterij bleven voords, niet alleen dien geheelen dag cn volgenden nagt in de Wapenen, maar bezetten ook tot heden toe beurtelings het Stadhuis, (voor het welUe twee metale Veldftukken geplaatst zijn,) bene-.  C 159 ) nevens verfcheiden andere posten; intusfchen is' alles ftil in de Stad. 's Morgens ten 9 uuren was door den Heer Kornclis van den Bosch , in de Vaderlandfche Sociëteit, gedaan de volgende aanfpraak: Mijne Heeren, waarde Mede-Vadef, landers en Stadgenooten! Naa 't oeffenen van een taai geduld, cn het vergeefs aanwenden van alle zagter middelen ter reddinge van onze pericliteerende vrijheid, is eindlijk het tijdftip gekomen, waar in men zich volftrekt genoodzaakt ziet, wil men niet alles verloren geven, tot het doen van eenen Herken en zeer gewigtigen ftap. De WelEd.ManhafteKrijgsraad dezer Stad en Heeren Geconftttueerden zijn gerefolveerd, met goedkeuringe en medewerkinge hunner Cenjtitucnten, op heden eenige Leden der Vroedfchap te removeeren. Zij zullen dit doen op den voorgang van het magtig Amfterdam, alwaar zulks voorleden zaturdag gefchied is. God zij geloofd dat dit aldaar is geëffectueerd, dexvijï aan den eenen kant onze toeftand geen vef der uitftel gedoogt, en aan de andere zijde deze demarche alhier, zonder van het foutien van Amfterdam ter Staatsvergaderinge verzekerd te zijn, hoogstgevaarlijk aou wezen, en ligtlijk gevolgen? kun-  i 160 > kunnen hebben, cli;, behoorlijk ingedagt, den ftoutmoedigden m .'ten doen lidderen. Thans kunnen wij, met gegronde hoop van Stad en Vaderland er door te behouden, tot dezen allergewigtigften flap overgaan. Laat het ons doen , Mi ne Heeren, met moed , maar tevens met alle bedaardheid en bezadigdheid! Dat niemand uwer zich eenig woord ontvallen late, veel min zich eenige daad veroorloove, waar dooreen blaam op deze onze verrigting zou kunnen gelegd worden! Dat niemand de Heeren, die geremoveerd zullen worden, met hand of vinger aanrake, of eenig bits woord toevoege ! Dat niemand zijnen anders denkenden Mede-Burger bij deze eelegenheit terge of onheusch bejegene , maar'veeleer eenige belediging, hem van dien kant aangedaan, zoo veel moogiijk zij, grootmpediglijk verdrage ! Dat alle de Schutters, die in de Wapenen zullen komen , zich diep in den geest prenten hunne verpligting tot ftrikte obediëntie aan hunne Officieren, en dus geen geweld gebruiken dan op derzclver uitdruklijken last! Vergunt mij, Mijne Heeren . ulieden te herinneren dat wij Christenen zijn, dat er zelfs Christen-Leeraars onder ons gevonden worden! Als zoodanigen voegt het ons, ter dezer gelegenheid te geden* ken aan de Schriftuurlike Les: „Alle bitterM heid, en toornigheid, en gramfchap, en ge„ roep , cn lastring, zij Van u geweerd, met alle  c m > „ alle boosheid." Onze zielen, Mijne Vaderland» fehe Broeders, moeten thans niet met haat, met bitterheid, met wraakzugt, vervuld zijn. Daar door zou deze onze anders wettige en prijslijke verrigting bezoedeld, en mishaaglijk in de oogen van het Opperwezen worden, in wiens ontzaglijke tegenwoordigheid wij dit gewigtig werk daan ter uitvoering te brengen, en wiens dierbaren zegen wij nodig hebben, zullen wij er wel in dagen, en er de gewenschtc gevolgen van verwagten mogen. Dat dan alleen ware vaderlandsliefde, dat alleen de overtuiging van de onvermijdelijke noodzaaklijkheid, waarin wij ons bevinden, om tot zulk een allergewigtigften flap over tc gaan, willen Wij Stad en Land behouden, onze drijfveer zij, zonder inniengfel van eenigen perfoonlijken haat of wraakgierigheid; zoo mogen wij vertrouwen, dat ons bedrijf welgevallig zal zijn aan den Opperregeerder der Weereld, en met zijn Godlijke goedkeuring en zegen zal bekroond worden. Dat dan (dit wenfehen, dit bidden wij) 's Hemels gunstrijke Voorzienigheid onze gewigtige onderneming voorfpoedig make! Dat hij onze tegenpartijders met ontzag, met vreeze, vervulle! Dat zij de Manhafte Schutterij bevrijde van de droevige noodzaaklijkheid om geweld met geweld af te kecren! God geve dus dat alles gelukkiglijk en in eene bedaarde orde afloope, en dat wij en ons Nageflagt de gezegende vrugten voor het lieL ve  Ve Vaderland, van deze onze verrigting met Mijdfchap en dankbaarheid plukken mogen. Het zij zoo! Dc Heeren, die gcrcmovccrd zullen worden, zijn zes of zeven van die agt, ten opzigte van welken wij in ons Request aan Hun Ed. Groot Mog., in dato 24 Januarij dezes jaars, hebben verklaard van begrip te zijn, dat de Vroedfchap dezer Stad ten fpocdigfl-en van die Leden behoorde gezuiverd, of immers- van derzclver overbeerfchenden invloed ontheven, te worden, en welken wij hebben verzógt dat provifioneel niet ter Staatsvergadering mogten worden geadmitteerd, te weten Van deze agt daan zes of zeven gcrcmovccrd tc worden, naar dat de omftandigheden zich ten Raadhuize zullen opdoen. Jn het Committé van den Krijgsraad, en in het Collegie van Heeren Geconditueerden, is hier over ampel cn langdurig gedelibereerd, en men heeft zich niet, dan na rijp beraad,op de gemelde wijze getermineerd. VUir  C 163 ) VIII. Extra tut de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland in Hun Edele Groot Mog. Vergaderinge genoomen op Woensdag den 25 April 1787. Credentiaal van Rotterdam en Misfive van Burgemeesterèn dier Stad aan den Raad-P enfionar is op Hfubjett der gerenoveerde en nieuw aangeftelde Vroedfchapptn. '£ Credentiaal voor formeel gehouden , en met de Misfive bij 9 Leden Overgenomen. Js gelezen het navolgend Credentiaal, door "de Heeren Gedeputeerden der Stad Kmtrdam ter Vergadering geë'xhibeerd. L % J£x-  C i$4 ) Extrati uit de Refolutien van de Vroedfchap der Stad Rotterdam, genomen in Haaf Ed. Gr. Achib. Vtrgade'ring op Maandag den 33 April 1787. . Ter Vergadering van Haar Ed. Groot Mog. -zijn na voorgaande deliberatie Gedeputeerd, zoo als Gedeputeerd worden bij dezen, voer de noch overige dagen van deze lopende Maand, federt den 23 tot den 30 April 1787, beide ingeiloten: de Heeren Mr Regeerende Burgemeesterèn , alle Raden in de Vroedfchap, midsgaders Mr Raad cn Pen- Conaris dezer Stad; met last om op alle voorvallende zaken ter Hooggemelde Vergadering zodaanig te advifeeren,als ten meesten diende van den Lande zullen bevinden te behoren; Zullende voor goed, vast en van waarde worden gehouden, alle 't gene door welgemelde Heeren Gedeputeerden ter Hooggemelde Vergadering zal worden gedaan cn verricht: En wordende door deze ingetrokken de Deputatie ter meergem. Vergadering van HaarEd. Groot Mog. op den 26 Januarij 1787, bij de Vroedfchap dezer Stad gearresteerd. Accordeert met voorfz. Refolutie. (Onder ftond,) Bij mij als Secretaris. (Was getcckcndO W. IV. van Berckel.  C 165 ) En heefc de Raad-Pcnfionaris, ter gelegenheid der lecture van 't voorfz. Credentiaal, gecommuniceerd een Misfive van Burgemeesterèn en Regeerders der gemelde Stad van den S3 dezer aan hem gefchreven, op 't fubjcét der remotie van zeven Vroedfchappen, en de fuppletie van derzelver plaatzen, en het gebeurde bij die gelegenheid ; in de navolgende Misfive vervat. Hoog Edele Gsflrenge Heer! Heden morgen, opderzelver verzoek, ter Vergadering van de Vroedfchap dezer Stad, acces zijnde verleend aan een aantal Opper- en Onderofficieren van dezer Stads Schutterij als Gecommitteerden van den Krijgsraad , mitsgaders aan de Gcconftitueerden van meer dan iaoo Burgers en Ingezetenen dezer Stad; hebben dezelve gezamentlijk, bij monde van Mr. H. A. Kreet als Secretaris van den Krijgsraad, aan de Vergadering van de Vroedfchap voorgedragen: dat zij als ten, uiterften nadeelig voor de welvaart en belangens dezer Stad en Burgerij hielden het langer aanblijven in de Vroedfchap dezer Stad, van de als toen mede aanwezende Heeren alle Raden in de Vroedfchap: L 3 Vte*  C 166) Verklarende zij Gecommitteerden cn Geconftitueerden,in namen van dcrzelvcr Committenten en Conftituenten, de voorn, zeven Heeren niet meer te zijn Raaden in deze Vroedfchap, endierhalven te begeeren en te verwagten, dat zij van dit oogenblik, van de waarneming van alles wat tot die posten behoort, of waar toe die qualiteit vcreischt wordt, zich zullen onthouden, (waartoe den Krijgsraad cn Geconftitueerden niet rangeeren de qualiteit van Dijkgraaf en Hoogheemraad van Schietend) zonder zich op eenige wi ze tegen deze verlatinge, waardoor zij ook iffo facto van hunnen gedanen Eed ontflagen zijn , te verzetten, direct noch indirect ; Verzoekende cn indicerende zij Gecommitteerdons en Gecopftitueerdens, uit naam der Ki ijgsraad en Burgerij, dieshalve aan de verdere Leden der Vroedfchap, dat deze zeven vacante plaatzen op heden zouden worden gefuppleerd, conform 't O&rooij aan deze Stad in den Jare 1615 verleend, bij directe aauftelling. Op welke voordracht cn begeerte eenige debatten zijnde gerezen, en door de gemelde Heeren tegen derzclver voorfz, remotie zijnde geprotefteerd,hebben vervolgens dc verdere zestien'*} aan- (*) Er waren drie Ilcereu abrent— dus is zestien hief een notoire fchrijl- of drukfaut, — Er moest liaan : » heelt  C 167 ) aanwezende Raaden inde Vroedfchap. de vorengem. zeven Raadsplaatzen gehouden voor vacant , en dezelve gefuppleerd met de volgende Heeren, te weten welke zeven Heeren, op verzoek van gein. Commisfie, inmediatelijk den Eed als Raaden in de Vroedfchap in handen van den Hoofd - Officier dezer Stad hebbende afgelegd, is door de ahtoen zijnde Vroedfchap Vergadering , ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mog. van wegens deze Stad gedeputeerd , voor de noch overige dagen van deze lopende Maand, zedert den 23 tot den 30 April 1787, "beide incluis , de Heeren Raad en Pcnfionaris dezer Stad , en dienvolgende, op verzoek van gem. Commisfie , voorts goedgevonden door deze in te trekken dc deputatie ter Dagvaart or> den 26 Januarij 1787, bij dc Vroedfchap dezer S.ad gearreftcerd, zoo als TJ Hoog Ed. Geltr. ook zal confteeren uit het Credentiaal, 't welk door gem. Heeren aan U Hoog Ed. Geltr. zal worden geëxhibeerd, waarvan Wij nodig geoordeeld hebben U Hoog Ed. Geltr. bij dezen kennis te geven , ten einde de gem. Heeren ter Ver- ., heeft vcrvolgends de meerderheid der. verdere „ veertien aanwezende Raaden in de Vroedfchap de „ vorengemelde zeven Raadsplaatfen gehouden voo^r ■ „ vacant cn dezelve gefubpleerd. n L4  C 168 ) Vergadering van Hun Ed. Groot Mog. niet meerder zouden worden geadmitteerd. Waarmede Wij U Hoog Ed. Geftr. bevelen in dc befcherminge Godes cn blijven Hoog Edele Gsftrenge Heer! (Onderftont) U Hoog Edele Geftfenge goeRotterdam de Vrienden, den 23 April Burgemeesterèn en Regeer- 1787, ders der Stad Rotterdam. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve, (Was getekend) Wt IV. van Strekel. Waarop gedelibereerd, en bij de Heeren van de Ridderfchap cn Edelen, als mede de Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Gorinchem, Brielle, Hoorn, Enkhuijzen, Edam en Med'enblik hetzelve Credentiaal voor onwettig, en daartegen het Credentiaal van den 12 Februarij laatstleden voor Wettig erkend en verklaard zijnde ; terwijl de Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht , Haarlem, Leydcn, Amflcrd.cn, Schiedam., Schoonhoven , Alkmaar, Monniekendam en Purgerende van Advis waren , dat het thans ingediend Credentiaal, als op hetwelk quoadformam gecne Conüderatien konden gemaakt worden , als fer-  formeel en wettig behoorde te worden verklaard? en bij de Heeren Gedeputeerden der Stad Gouda, het zelve Credentiaal overgenomen zijnde.; Is goedgevonden en verdaan het voorfz. Credentiaal als formeel en wettig bij deeze te houden ; en is dien onverminderd Copie daar van verzogt bij de Heeren Gedeputeerden der Stad Gouda, om daarop te verdaan de intentie van de Heeren hunne Principaalcn, waarbij zig als toen gevoegd hebben de Heeren van de Ridderfchap , en de Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Gorinchem, Brielle , Hoorn, Enchuyxen, Edam cn Medenblik ; terwijl de Stem van Rotterdam niet in Compuratie heeft kunnen komen, vermits de Pra.fentie van twee Deputalien , die over en weder elkander de Wettigheid der comparitie querellcer* den , en de Heeren Gedeputeerden der Stad Gouda bij de Refumptie van hunne Overneming hebben afgezien. Accordeert met de voorfz. Refolutien. L 5 ï X.  C 170 ) I X. Extraft uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland in Hun Edele Groot Mogende Vergaderinge genomen op Woensdag den 25 April 1787. M^'£rtf" c. f, Rotterdam met een narrè yan 't gister voorgevallene in de Vroedfchap aldaar; en de Requcste der Oud-Schepenen c. f„ 0m redres ia het gebeurde aldaar. Overgenomen. Ontfangen ccn Misfive van gefchre- ven te Rotterdam den dezer, met een narré van t voorgevallene in de Vroedfchap aldaar; breeder hier na geinfereerd. Edele Groot Mogende Heeren! Wij hebben de eer aan UEd. Groot Mog. te addresfeeren een narré vandegebeurtenis,op giste?  C 171 ) ter binnen deze Stad, en'in onze wettig belegde Vroedfchaps Vergadering, voorgevallen. Uw Ed. Groot Mog. zullen uit hetzelve vernemen, dat eenige hoofden onzer Schutterij, geaccompagneerd met omtrent 240 Burgers, zich en Corps naar het Raadhuis begeven hebbende, eene kleine Commisfie uit dezelve ter kamer van Burgemecs'jcren heeft verzocht, om in de Vroedfchap een mondeling addres te doen, dat die Commisfie , aangegroeid tot een getal van 40 of meer Peribonen, ter gemelde Vergadering heeft binnen gedaan, cn bij monde van den Advocaat Mr. Hendrik Arnold Kreet, die voor gaf aldaar te paroisfeeren als Secretaris van den Krijgsraad, heeft beftaan te denuntieeren, dat zij, of zoo zij zich onbevoegdclijk uitdrukten, de Burgerij dezer Stad, had goedgevonden, de zeven Raden ...... te removeeren, en te houden voor vervallen van hunne Vroedfchapsplaatfen; zonder te hebben willen dulden dat over dat voordel eenige, veel min vrije , deliberatie in de Vroedfchap zou worden gehouden, terwijl zij, de kamer bezet houdende, weigerden van daar te gaan, tenzij die zeven alzóo onwettig geremoveerde Raaden tevens opftonden en heen gingen, al verder aandringende, dat ilico zeven nieuwe Raaden zouden worden, aangefteld m beëedigd. Het gevolg hier van is geweest, dat acht van pazQ Mcdc-Raaden van zich hebben kunnen verkrijg  fctfgen, fla„ deze ,0 irreguliere als violente demarches toe te geven, en, fchoon zij zich eerst grieten, als daar toe ongereed te zijn, echter onxmddelijk daar na over te gaan tot eene praetenle electie van zeen Perfonen, volgens een l^tje aan hun door den voorn. Advocaat trcet gefuppediteerd; dezelven in weerwil deroppofitie van ons allen, en dus van de Meerderheid der Wettige Vroedfchap, door den Hoofd-Officier, m prsfentie van de onder hen zich bevindende twee Rcgeerende Burgemeesterèn, in den Eed te laten nemen; en onmiddelijk daar op in functie te doen treden, en met dezelven pnetenfelijk teconcludeeren tot revocatie der qualificatie op de tegenwoordige, enaanftelling van nieuwe, Gedeputcerdens ter Vergadering van U Edele Groot Mogende , zonder dat onze Mede-Raaden, zich van dit alles hebben laten te rug houden, noch door onze Reprjefentatien van de irrcgulariteit van eene zoo ongehoorde handeling, noch door dadelijk geproduceerde bewijzen, dat een notabel aantal Schutteren het gedrag hunner Mede-Schutteren desavoueerde, en dat het grootfte getal der Burgerij alle verandering in de Vroedfchap afkeurde, noch eindelijk door de proteftatien van nulliteit, informaliteit, geweld en overheerfching bij ons alle daartegen gedaan, gemerkt men de precautie had gebruikt, om genoegzaam dc gantfche Schutterij, immers meer dan 20 Compagnien, in de  073) dc Wapenen te brengen, en door een goed deel derzelver het Raadhuis, gelijk ook met diverfe detachementen de Poorten en andere posten, te doen bezetten. Daar wij dierhalven, als uitmakende de wettige Meerderheid van dc Vroedfchap dezer Stad, in deze zoo geweldadige demarches, ten aanzien van zeven onzer mede ondergetcckende Mede-Leden, geenzints kunnen of willen berusten, cn wij voor al mede niet hunnen advoueeren, de wettigheid van de voorcngemelde aanflelling van dezelve nieuwe Gedeputcerdens ter Vergadering van UEd. Gr. Mog. „ tot welkers deputatie wij nimmer hebben ^geconcurreerd, of eenige Inftru&ie aan dezelve gegeven; hebben wij dus ook vermeend, dit alles ter kennisfe van UEd. Gr. Mog. te moeten brengen, en daar nevens wel expresfelijk te moeten proteftceren van nulliteiten illegaliteit dier aanflelling van dezelve Gecommitteerdens; en mitsdien ook tegens al het geen, van wegens de Vroedfchap dezer Stad, door hun ter Vergadering van Uw Ed. Gr. Mog. zoude mogen werdenvoorgedragen, vertrouwende, dat UEd. Gr. Mog. zich, met dezelve onwettige Gecommitteerdens van wegens onze Stad, in gene deliberatien hoe ook genaamt zullen inlaten, daar wij de conclufie, welke op hunlieder voordellen bij UEd. Gr Mog. op de voorkomende deliberatien zoude mogen  c 174 y gen vallen, voor geheel onwettig en onbegaanbaar zullen houden. Waar mede wij, na UEd- Cr. Mog. in de protectie des Allerhoogften te hebben aanbevolen, de Eer hebben ons te onderteekenen. Edele Groot Mogende Heeren! (Onder ftond) Rotterdam UEd. Groot Mogende Onderdaden April nige cn zeer Gehoorzame Die1787. naren (Was geteekend) De toedracht der zaaken, waar aan bij de 11evensgevoegde Misfive van dc Meerderheid der wettige Vroedfchap van Rotterdam word gerefereerd, heiraat hoofdzakelijk hier in: Na dat op Maandag den 33 April 1787. de Schutterij vroegtijdig in dc Wapenen was gebracht, en alle de Poorten der Stad, als mede de toegangen tot het Raadhuis en het Raadhuis zelve, door de gewapende Schutterij bezet waren, vergaderde de Vroedfchap , die van dit alles gecne de minde legale kennisfe had , veel min ter welker oorzake deze buitengewone toeftel plaats hadde, uitgezonderd dat de Heer Preuttent-Burgemees- tcri  ter, sp den verzoeke van den Heer Hooft-Ofu> cicr, des Zondag in den namiddag ten huize van voorfz. Heer Hoofd- Officier verzocht zijnde , aldaar kennisfe bekomen had , dat twee Compagnien , maar geenfins dcgeheele,of genoegfaamde gchecle Schutterij, in de Wapenen hond gebracht te worden, ter zake men eenige Addresfen uit dc Schutterij aan de Vroedfchap verwachtende was, dan van welke informatie, of wat de voorfz. Heer Prtefident - Burgemeester ter dier tijd ten huize van dei voorfz. Heer Hoofd - Officier ook verder mocht vernomen hebben, denzelven Heer Praffident Burgemeester onder verplichting van fecretesfc gebracht zijnde , aan de Vroedfchap geen opening gefchied is. Voor het aangaan dezer Vroedfchaps - Vergadering, die ten 10 uuren des morgens belegd was, hadden zich de Oud - Schepenen Hubert en Pieter de. Monchy, met eenige andere Leden der Vaderlandfche Sociëteit, ten getale van circa 240 Burgers, als mede eenige Opperhoofden dér Schut- (*) Een veel grooter getal gaf haare goedkeuring op al 't verrigtte te kennen , door ene expresfe commisfie, welke op den 11 Meij aan de Geconftitiieorden , cn Gecommitteerden van den Krijgsraad , en den Secretaris , deze aanfpraak deedt: „ Dc plegrige ,, gebeurtenis van den 33ften April, binnen deze „ Stad voorgevallen , heeft alle derzelver Inwoo- » aerg  C ï?6 ) Schutterij, onder het Hatelijk geleiden.vsa cers Detachement Schutters , uit de voorfz. Sociëteit, mede naar het Raadhuis begeven. En „ ners met verfchillcnde aandoeningen vervuld. Ie„ der welmeenend en nadenkend Ingezeten heeft „ te dier gelegenheid hartgrondig moeten bejam„ meren dc droevige onlusten cn partijfchappen » „ door welke het dierbaar Vaderland gefchokt cn „ gefolterd wordt , en waardoor Gijlieden , mijne „ Heeren ! in de voor U onaangenaame noodzaa„ kelijkheid gedrongen zift geworden, om, navoor„ gang der magtigfte Stad onzer Provincie, in naam „ van het achtbaar Ligchaam dezer Stads Scbiltte„ rij, en van een zeer aanzienlijk gedeelte dergoe„ de Burgerij , dewelke gijlieden ontegenzeggelijk „ repnefenteert.een' flapte doen, zekerlijk zoo fterk „ en gewigtig, dat het wenfeheliik ware datdezel„ ve nimmer had behoeven te gefbhieden. „ De Conftituenten hebben al het gewigt en de „ gevolgen van denzelven gevoeld, en begrepen , ,, hoe veel arbeid, zorg cn moeite, deszelfs bera» ming, voortgang en uitvoering, aan utieden allen „ heeft moeten veroorzaken. Van een gedeelte „ derzelven zijn de meesten hunner oog- cn oorge- „ tuigen geweest, en herinneren zich nog „ met eerbied en ontzag, de blijken uwer zuivere „ Vaderlandsliefde, voorbeeldige bedaardheid, on- „ verfchrokkene ftandvastigheid, en alle de „ verdere Statelijke plegtigheden van dezen altoos „ gedenkwaardigen dag. p Aan  C i?7 ) En deden vervolgens, na alvorens audiëntie in Burgemeesterèn Kamer verzocht en geobtineerd te hebben , door' Heeren Burgemeesterèn bij de Vroed- „ Aan de wijze maatregelen, door ulieden gemceii„ zamerhand genomen en ter uitvoer gebragt, er„ kennen zij het, naast den zegen van het Opper„ wezen, en het goed beleid dezer Stads Magi,. itraat , verfchuldigd te zijn, dat alles, zonder fchijii offchaduw van geweld aan iemands Perfoon ,. of Bezittingen , en met vermijding van alle de „ ijselijkheden , welke zo dikwerf Burgertwisten ,. verzeilen, is afgelopen : zodanig zelf;.» „ dat zulken onder de geremoveerde Raaden , die ,. zich naar de oogenhlikken des tijds verftandigwis., ten tc fctiikken, bij hunnen aftocht van het Raad„ huis; een uitgeleide liebben aangetrofTen, dcwel. „ ke, zoo iets, behoorde in ftaat geweest te zijn, „ om hun betere denkbeelden van hunne aldaar ver„ gaderde Medeburgers, en de zaak, die zij hand„ haaiden, inteboezemen. —1 „ Aan dezelfde oorzsaken, en vooral aan den bo„ ven onzen lof verhevenen ijver en getrouwheid „ der gewapende Schutterde , danken zij het, dat „ gedurende en na dien tijd, tot opdittegenwoor■„ digoogenblik, de rust op deallervolkomenftewij„ ze, in deze Stad is bewaard gebleven , in weer„ wil van veele gewigtige omftandigheden , dewel„ ke intusfehen in dezelve, bij de gewoone jaar„ lijkfche veranderinge der Regering, hebben moe„ ten gebeuren. M ?5 Da  Vroedfchap verzoeken, dat zij als Gecommitteerden van dc Schutterij cn van een notabel gedeelte van de Burgerij, aan de Vroedfchap een voorftel heb- „ De overweging van een en ander heeft henlie„ den dan ook aangefpoord cn bewogen , om, bij j, 'deze zeer bijzondere gelegenheid, eenige Per„ foqnen uit hun midden te committeeren , ten ein„ de U , Wel Ed Manhafte Heeren Gecommittcer> dens uit don Krijgsraad dezer Stad , en V , Weledele „ Heeren, derzelvcr Gcconftitucerdens in derzclver *> naam« °P een plegtige wijze, daarvoor hunne ge„ voelens van dankbaarheid en erkentenis te betuigen. „ Wij , de hiertoe benoemden, rekenen het thans „ ons zeiven tot eer cn genoegen, dien last met alle „ oprechtheid en Welmecnendheid aan uliedcn, „ Mijne Heeren! te mogen uitvoeren Hoe groot" „ hoe edel is het vergenoegen , aan het weldoen „ verbonden! Hoe vergroot, hoe veredeld nog „ dat vergenoegen , wanneer men, na welgedaan „ te hebben , zich met de goedkeuring van God en „ Menfchen vereerd en begunftigd vindt! De AI,, magtige fpreke voor zich zclvcn tot uliedcn al„ len in zegening.' Maar wij verheugen ons , opdit „ oogenblik, dc mond te mogen zijn, die u van de „ volkomcnfte goedkeuring uwer waardfte Mcde„ burgeren , over uw gehouden gedrag bij deze „ Gebeurtenis, op dc allerrterkfte wijze verzeker*. „ Smaakt dit genoegen thans in alle deszelfs Uko»„ Rrekt; eid, 8H la* het uliedcn allen ren fpoorfla„ ge vcHUekken, cm met geen minder ijv\r en bar-  c m) hebbendé tc doen, daar toe in dc Vergadering der Vroedü'hap, na het lezen der Refumtie, ert alvorens rapport van het voorgevallene ter Staats- ve r ,, telijkheid, en met de volkomcnfte eensgézind„ heid, in dc tegenwoordige nog hagchelijke om- Handigheden der gemeene zaaken , het heil onzer „ Burgerlijke Maatfchappij te helpen bevorderen, en „ op goede gronden bevestigen. Zo zullen wij en „ onze Committenten, hoedanig dan ook den cin„ delijken uitilag uwer pogingen zijn moge, n al„ toos toejuichen als de edelmoedige Voorftandërs „ onzer Rechten en Vrijheid; en onze kinderen met „ eerbied uwe naamen leeren kennen, terwijl wij „ hun uwe roemrijke daaden vertellen. Zo zr.[ „ zélfs, wanneer uwe pogingen naar onzenwenseh „ gelukken, het Nageilagt dier Medeburgeren , de„ welke tegenwoordig , uit onkunde of dwaling „ (want dc mcnfehenliefde verbied ons bij de mces5, ten hunner nog haatclijkcr oorzaaken te onder„ (tellen) uwen arbeid veragten en tegenwerken, uwe nagedagtcnis zegenen, en in cerehou- „ den voor de veiligheid cn het geluk , welke zij „ alsdan in de Burgerlijke famenleving genieten zul- „ Ook nog een enkel woord tot U, Weledel „ Heer! (hier rigtte de Spreker zig tot den Secre„ taris van den Krijgsraad) die in dit geval, gelijk „ in menigvuldige anderen , zoo overtuigende blij., ken gegeven hebt van uwe verknogthcid aan onze _ algeineene en Stedelijke belangen* , dewelke gij Ma „ bij  C l8o ) vergadering gedaan wierd, zoude toegelaten worden. Bij welke gelegenheid Heeren Burgemeesterèn de Vroedfchap tellens informeerden, dat „ bij vceTe gelegenheden door uwen raad en me„ dewerking hebt helpen fchragen. Onze Committcn•* tcn hebben ons gelast, ook aan u te zeggen, dat „ zij uwe ongemeene kundigheden en vermogens » hoogwaardeeren, maar nog meer in u veicercu „ den IoiTeüjkcn ijver , om dezelve ten algcmeeneu „ nutte aantcleggen ; dat zij aan u gedenken , en „ vimrig wenfehen fleeds onveranderlijk aan U re „ zullen kunnen blijven gedenken, als aan den dc- „ gelijken Man , den regtfehapen Burger , * den weldoener zijner Tijdgenoten. Vervolgens wierdt aan den Secretaris ter hand gefield een Declaratoir , op pergament gefchreven, cn door meer dan 700 Burgers cn Ingezetenen, waar onder veele van den eerflen rang (tuiten de Regeering, den Krijgsraad, cn Geconftïtuecrden) en ook veelen van een gevorderden Ouderdom , en bekend voor luiden van een bedaard zwaarwegend c'aracter, geteekend , behelzende een dankzegging aan de Leden van den grooten Krijgsraad, derzclver Secretaris en Gceonftitueer«ien , voor het verrigtte op den 23 April 1787 't welk hij, om niemand in ongelegenheid te brengen , thans nóg niet aan 't Publijcq zal mededee'en , maar in der tijd zal kunnen dienen tot bewijs, dat devoot nocmdeSecrctaris niet verdiende te w orden befenquwd , al* een aanvoerder* \*A " ■■■ . eert  C 181 ) datz' j Heeren Burgemeesterèn aan de voorfz. Gecommitteerdens voorgehouden hebbende de ordre,bij de Vroedfchap gewoonlijk in achtgenomen wordende, om niet te delibereerén op mondelinge voordellen, maar dat die verzoeken aldaar fchriftelijk vereischt wierden, dit echterdc voorfz. Gecommitteerdens niet had te rug gehouden van hunne hiftantien, tot het doen van een mondeling voordel. Waarop H. Burgem. verder informeerden, van hunne zijde te hebben gerequircerd eenige opening van het geen waartoe het voorfz. voordel relatief flond te zijn, en daarop tot antwoord te hebben bekomen, dat het zelve hoofd- een hoop muitziek gepeupel of jonge ligthoofden, maar als de medeuitvoerder der ('t zij dan wel of kwalijk beredeneerde, en wettige of onwettige") begeerte van een aanzienlijk getal zijner voornaamfte Medeburgeren; 't geen, in alleiï gevalle, zal kunnen (trekken, om zijne gedagtenis bij de nakomeiingfehap niet in oneere te doen zijn. Schoon men hem nu crimineel beeft willen ftrafTen over iets, 't geen zijne befchuldigers zeiven niet hooger kunnen befchouwen, dan als eene volksdwaling, waar in de halve natie, of immers'een groot gedeelte derzelve, ja de meerderheid der Staatsvergadering, te dier tijd verfeerde en welke aan hem niet meer dan san duizend anderen kan worden geimputeerej. M2  hoofdzakelijk zonde fonlccren, over hét Request vmJ.Hubert, c. f. nu onlangs aan Hun Ed. Cr , Mog. geprefenteert, voor het reëntameeren der deliberatien aangaande dc benoeming van Gecommitteerdens tot het ade Lid dei-bekende Propofitie van Haarlem , welk Request ook niet de Stem , van wegens deze Stad ter Vergadering uitgebracht, was gefeponeerd. De Vroedfchap vervolgens gedelibereerd hebbende , over dit gecommuniceerde vanHeeren Burgemeesterèn, is, met genoegzaaroeeerrpaafighcid van alle de Praefeste Leden, goedgevonden, de voorfz. Commisfie in de Vroedfchap te admittecren, mits deszelfs mondelinge voordracht alzoo doende, dat dezelve door den Secretaris behoorlijk konde worden genotulecrt. Waarop de meergem. Commisfie, ten getale van circa 40, binnen gellaan, cn dc voorfz. Re. folutie aan hun aangezegt zijnde, is daar cp bij monde van den Advocaat Mr. Hendrik Arnold Kreet geantwoord, dat dievoorzorge overbodig was, aangezien de Copie van zijn Voordracht aan de Vergadering zoude worden gelaten. Waar na de voorfz. Advocaat Kreet, Zéggende in qualiteit van Secretaris der Krijgsraad te Opreken, heeft gedaan eene uitluftige redenvoering, die beflotcn wierd met de aanzegging: JU Dat zij de Heeren Raden remo- veerden cn verklaarden van hunne Raadsptaatfen verlaten te zijn. 9i ju.  C i33 ) 2. Regeerendë voorts dat door de overblijvende 14 prafcnte Vroedfcliappcn , direcïclijk zoude wofden voortgcproccdcerd zonder Dagftclling, veel min bij wijze van Nominatie, tot een aanflelling van zeven andere Raadefi, tellens immediatelijk in Eed tc nemen cn in functie te dellen. 3. Dat eindelijk het Credentiaal van Gedeputeerdens ter Dagvaart, meede zoude werden gerevoceerd, cn andere Gc deputeer déri's benoemd. Al het welk Zij Gecommitteerdens bij monde als voren requireerden tc moeten gefchieden, alvorens van den anderen te fcheiden. Na deze denunciatie requireerden wi;dcfs de voorfz- Gecommitteerdens, in manicre als voren, dat de zeven door Hun alzo van Hunne Vrocdfebapsplaats Geremoveerde Raaden de Raadzaal zoude verlaten. — Waar tegen dezelven hebben gedeclareerd, dat zij de voorfz. Schutters ofBurgers onbevoegd hielden tot een diergelijke daad, dat zij, wettig aangeftclde Vroedfcliappcn zijnde, piet voornemens waren hunne Plaatzen te verlaten, en zich daar van door niemand zouden doen of laten deposfederen. Welke inltantien de HccrPrafident-Burgemees- ter , de Heer Burgemeester , cn de verdere Meerderheid der Vroedfchap ook mochten doen, ten einde hun de VrocdfchapsM 4 K>  C 184 ; Kamer mocht vrij cn onbelemmerd gelaten worden, deze aile wapen te vergeefs. —■ Dc voorfchreven Advocaat Kreet, met de verdere medeftanders in dezen , begrepen even zeer ter Vröedfchaps-Kamer te mogen en tc moeten verblijven (f), als de op voorzeide onbevoegde wijze bij (t) Dit ftondt duidelijk in zijn geteekenden last zie boven bl. 155. Een der zeven Heeren zeidc herhaalde maaien dat hij zijn plaats niet zoude verlaten , ten ware men hem met geweld uit de Kamer wilde draagen , ■— en daar op heelt de .Secretaris van den Krijgsraad telkens en bij herhaaling geantwoord, dat dit nooit gebeuren zoude , dat niemand der Heeren eenig geweld te wachten hadde , dat de commisfie aan haar last voldecdt met even zoolanc in dc kamer te blijven als de zeven Heeren , doch dat aan niemand derzelve eenig leet zoude gefchie. den, veel min eene geweldige aantasting hunner perfooncn; dat men hun Ed. geenszins vergde in de Remotie te acquiesceeren , of over de wettigheid derzelve thans tc disputeeren; ■ dat hun Ed. zulk een fterk Protest konden doen of refer- vceren als hun Ed. goedvonden; maar dat de commisfie van den Krijgsraad alleenlijk moest aanmerken, dat het woord geweld niet te pas kwam, dewijl er geen geweld gebrufktwas , ofzoudeworden, én dat, zoo de zeven Heeren verkoren in de kamer te blijven, de commisfie dan aan de overige Heeren verzogt, om over dc gedaane verdoeken, in prsfentie van die commisfie , 200 wel als  C 18O ■ bij hun geremoveerde Raaden, die zij, even al* zich zelfs, als private Perfonen wilden aangemerkt hebben. — En wanneer, na een en andere altercatien, dc Praefident Burgemeester de Vergadering fcheidde, en men zich vervolgens meende tc retirccren., wierd zulks onder geaffecteerde Protestatien, dat men zich alzoo aan ongemak zoude exponeren, feitelijk belet, posteerende zich voorfz. Gecommitteerdens voor den ingang der Kamerdeure. (*) Inals van de gemelde zeven Heeren, te deliberceren, dewijl er toch niets in was, dat geheim konde of moeste blijven , fchoon de commisfie bereid bleef om buiten te (taan , zoodra die Heeren zulks deden; dat dit niet tot hun Ed. prajjudicic zoude (trekken, als of zij daar door in 't geen bij de overige Heeren befloten mogte worden, hadden toegeftemd of berust, dewijl men zich daar op nimmer zoude beroepen , noch aan die Heeren beletten hunn' vermeend Recht tc doen gelden , indien Hun Ed. dagten dat de Burgerij het Recht niet had tot discontinuatie van hen, die uit naam en van wege dezelve waren aangefteld. —— Daar op proponeerde een der zeven Heeren aan den Praeiident Burgemeester om de Vergadering te fcheiden ■— 'tgeendoor zijn E. toegeftemd , doch door de twee volgende Heeren geweigerd wierdt, —— en dus niet wettig konde gefchieden. —— £*) Dit vereischt eenige opheldering —- de Gecommitteerden van den Krijgsraad en de GeconftitueerM 5 derj  C i'W ) Inmiddels vond den tweeden Burgemeester goed, het Praeffdium op zich te nemen, of fchoon den Prasfident Burgemeester zij" plaats bleef behouden, en voorts met den Heer Burgemeester voort tc procedeeren (NB. onder protestatie quafi. dat zij zich niet inlieten over de wettigheid of onwettigheid dor remotie) tot de Electie van zeven andere Raaden, bij den voorfz. Advocaat (£) Kreet, op een den begrepen dat er ben aan gelegen was, dat het Collegie niette onvoltallig wierdt, om over hunne verzoeken te kunnen votccren en concludecrcn , cn daarom oppofeerden zij zich met woorden , maar geenszins feitelijk , tegen het uitgaan , niet van de gemelde zeven Heeren , maar van twee of drie anderen , die zich ook, zonder over eenig geweld te klaagen, lieten disponecren , om weder plaats te nemen , en vervolgends in de gedaanc omvragen mede humt' gevoelen geuit hebben. (§) Dit, en 't geen in de even voorgaande Misfive bi. 172. reg. 8. gezegd wordt is erroneus , dat lijstje ('twelk nog in wezen en in neutrale bcwaarfaig is) behelsde negentien Onderfcheidene naam en • Welks op verzoek van den toen Praefdcerenden Burgemeester door dc Gcconilitucerden wierden opgegeven , als, naar hunn' oordeel, geiehiktc Perioonen» tot Raaden in de Vroedfchap. Het is in de Raadkamer zelve met potloot gefehreven door één der Geconftitueerden. — Deze hebben niet gepro- tGS-  C f »7 ) een daar toe op dat moment, zoo het fcheen, geformeert Lijstje opgegeven, mede onder protestatie dat /.ij daar op niet bedacht waren geweest. Alle de overige Raden, met naame de Heer Prarfident Burgemeester , dc Heer Burgemeester •> dc Heeren , protesteerden van nulliteit, illegaliteit, geweld en overheerfching, en deden noch or der gefield wierd, om de geëligeerde Heeren te doen verzoeken boven te komen, en zulks uit kragte der au&orijdue, door den Krijgsraad aan die talrijke Commisfie gegeven, om a/tes te verrigten wat pro re nata dienjltg geoordeeld zoude worden, om de voorfz. Remotie en nieuwe aanftejlin* (coor de overige Leden der Vroedfchap gedaan Zijnde, zie de Refolutie hier boven hl I5Ó) ef 'f " doenjorteeren, mids zich v*n alle gewetdfge daaden onthoudende.  c 1895 fchap aan den Heer Hoofd-Officier gedaan, met het praetènfelijk in Eed te nemen der geëligecrdens, en deze, onder het voorlezen van ze¬ kere protestatie, houdende, zoo veel men begrepen heeft, dat zij de wettigheid van hunne Aanflelling voor rekening en ter verantwoording lieten van die dezelve deden of gedaan hadden, namen vervolgens Sesfie, Waar na men al verder even wederrechtelijk, en op gelijke ufurpeerende wijze, met deze alzoo onwettig aangeftelde Raden, is voortgeprocedeert tot de revocatie van het Credentiaal en het benoemen van andere Gedcputeerdens, alles ten overftaan, en genoegzaam onder directie (§§) van den meergemelden Advocaat Kreet met deszelfs Commisfie, en onder proteftatie van de bovengemelde dertien Raaden, en dus de Meerderheid der Wettige Vroedfchap, zoo voor als na, van nulliteit, illegaliteit, geweld, overheerfchïng, als mede van niet verantwoordelijk te willen zijn voor de gevolgen; het welk laatfte door den Advocaat Kreet en zijne mede-ftanders voor een £§5) Wat daar mede gemeend wordt, weet men niet. Noch de commisfie, noch deSecretaris, heeft in deze benoeming van nieuwe Gedeputeerden ter dagvaart zich ingelaten, of iets anders gedaan, dan het verzoek te erinneren, daar toe bij het flot .zijner voorfz. aanfpraak bl. 155 gedaan.  C rpo) een bedreiging zijnde opgenomen, door hv.n is gerescontreerd, met aanzegging, dat zij aliecombustie, als gevolgen van deze conduite*, aan de «even gercmovecrde Heeren .'zoo zij zeiden) zouden attribuceren, eu dezelve op hun zouden ver halen, (fft) Dit is in het kort, zoo veel de gelegenheid van tijd heeft toegelaten, een fubftatniccl Verhaal van het gebeurde in de Vroedfchaps-Vergaderino-, terwijl men verder zich referveert, daar van onitTandiger relaas C***) te geven, met de nodige Elucidatien. Thans fftf) Een der zeven Heeren had zich laten ontvallen , d t er uit deze gebeurtenis een bloedbad in de* Stad ontftaan zou, ofte Wagten, of re vrezen , was en daar op is, niet door de Commisfie , noch door den Secretaris, geantwoord in dier voege als hier verhaald wordt. ——— Maar er fproot een particuliere woordenwisfeling uit, tusichendien Heer cn een der Officieren, die hem het onvoorzichtige van die uitdrukking, welke een bedrei»-in# feheen in te houden, met eenigen icver onder'toog tragt. f*:N') Men weet niet, dat er iets anders, uit lengte dezer referve, Is ingekomen, dan het nader Exvo. fé, n dato 2 Meij 1787, 'tvvclk h.'cr na zalvulgcn,"  Thans continueeren noch de Burger-Wachten, en voor het Stadhuis zijn twee Hukken Gefchut geplaatst, zoo dat men de Stad niet anders kan aanmerken, dan door een gedeelte der Burgerij op het veel grooter, en op de Wettige Regeering, overweldigd. C§§§) En is daar benevens gelezen de Requeste van c. f., Oud-Schepenen der Stad Kmer- dam, verzoekende Hun Ed. Gr. Mog. prompte en efficacieufe voorziening tot redres van al het gebeurde daar bij vervat, breederhierna geinfereerd. Am GSD De Krijgsraad was daar in nimmer gemoeid , veelmin deszelfs Secretaris ; het 20de art. der Ordonnantie voorde Schutterij van 17 en 21 Junij 1786 is altijd ltiptelijk in achtgenomen.—— De Opperolfieicren (lelden alleen, volgens art. 154, zoodanige adviefen en verzoeken, als zij naar de geftcldheid der zaaken nodig en raadfaam oordeelden , voor aan de Wcthouderfchap, welke daarop telkens disponeerde, en meest fchriftclyke Refolutien uitgaf, zoo tot vermindering als vermeerdering der wachten , ■ waar aan altijd promptelijk is geöbedi- eef d, zoo als uit de Itegisrers van dat Collecte op elke bladzijde moet blij.-:eu.  Aan de Edele Groot Mogende Heeren Staten van Holland en West-Vriesland. Geven niet fchuldigen Eerbied te kennen, —• allen Oud Schepenen der Stad Rotterdam. Dat, offchoon zij Supplianten Geconflitueerden zijn van een zeer groot aantal Burgers en ingezetenen dezer Stad, die niets Yuuriger verlangen en begeeren, als,onder het ftil genot hunner Burgerlijke Vrijheden en Voorrechten, door die Regenten, welken door een wettige aanftelling over hen geftcld zijn, geregeerd tc blijven, waar toe hunne eerbiedige Addresfen, die zij, ter afkeering van alle zorgelijke nieuwigheden,nu en dan genoodzaakt zijn geweest, zoo aan Uw Ed. Gr. Mog., als aan hunne Stedelijke Regeering, te maken, enkel cn alleen geitrekt hebben; en welk getal verre furpasfeerende is dat der Conilituanten van den Oud-Schepen Ifaac Hubert C. S. door hunne veelvuldige verzoeken, over zaken van het publijcq bewind, aan Uw Ed. Gr. Mog. genoegzaam bekend, het nochtans aan laatstgemelden heeft goedgedacht, op voorleden Maandag den 33 April dezes Jaars, nevens diverfe hunner Condituanten tot 240 in getale, onder escorte van eene Compagnie of dryïfi* Schutters, zich van  093) van hun Societeitshuis op de Wijnhaven en Corps te begeven naar het Raadhuis dezer Stad, en op eene perfoneele audiëntie in het Collegie van de Vroedfchap, des tijds vergaderd, te infteeren. Dat de voorfz. Gcconftitueerden, aldaar binnen gelaten zijnde, (zoo zij Supplianten vernomen hebben,) bij monde van den Advocaat Mr. Hendrik ArnoldKreet, na deductie van redenen, uit naam der Schutterij, als het tweede reprxfentaticf Collegie quafi van de geheele Burgerij, en van dc voorfz. Geconftitueerden Ifaac Hubcrt C. S. en hunne Conftituanten, hebben verklaard de Raaden van hunne Raadsplaatfen te houden voor vervallen, met inftantie dat de overige Raaden als nu, zittens Vergadering, wilden voortprocedeeren tot directe aanflelling van zeven andere Perfoonen, om vervolgens, door den Hoofd-Officier dezer Stad, directelijk als Vroedfcha pen in Eed genomen te worden, cn alzoo dadelijk in functie te treden; en om voorts het Credentiaal van de tegenwoordige Gedeputeerden ter Staats-Vergadering te revoceeren, en andere in derzelver plaatzen te benoemen, met dat gevolg, dat acht van de Vier-en-Twintich Raaden, in weerwil der Proteftatien van illegaliteit en nulliteit van dertien Pradéntc Mede-Raaden, drie Leden Abfent zijnde, z^n voortgegaan met het nomineeren en aanflellen van —— —— —— , N tot  C 194) tpt Vroedfcliappcn dezer Stad; en dat den HoofdOfficier , van zich heeft kunnen ver¬ krijgen, om de voorfz. door acht Rrdcn gekoren Perfoonen, ten overftaan van twee Heeren Burgemeesterèn, die zich mede in weerwil van de wederhelft van dat Collegie daar toe hebben willen kenen, tebeëedigen, en in functie te doen treden. Dat de in voegen voorfz. pretenfelijk geremovcerde Raaden, geweigerd hebbende hunne zitting in den Raad te veriaten, de alzoo gekoren en beeedigde Raaden, op doelen daartoe in de Vroedfchaps-kamer geplaatst, fesfie hebben genomen, terwijl de Geconftitueerden, Hubert en zijne Me deftanders, hebben geweigerd de Raadzaal te verlaten, voor dat de door hun geremoveerde Raaden, die zij zeiden niet meer anders dan als particuliere Eerfonen te befchouwen, mede zouden opftaan cn vertrekken, en noch daar en boven, bij monde als vooren, aan dezelven hebben gedenuncicerd, dat bij aldien uit deze gebeurtenis eenige Commotie of Combustie mochtproflueeren, zulks als dan op de voorfz. zeven door hun Geremoveerde Raaden te zullen verhalen en wreken. Dat, dit alles gebeurd zijnde onder dekking van de Vier en-Twintig Compagnien Schutters, die des morgens op Ordre van den Magiflraat in dc Wapenen waren gekomen, en het Raadhuis mitsgaders Stads Poorten bezet hielden, zoo dat ht  C i?5 ) het ac- en reces tot het eerstgemelde, geduurende de deliberatien, via facti is verhinderd geworden, en welke Schutterije nog gedeeltelijk in de Wapenen word gehouden, terwijl men zelfheeft kunnen goedvinden , om twee Stukken Gefchut (*_) voor het Raadhuis te Planten, dit vopr- [*j Deze sti.'kken geschut, waren eigenlijk metaalen canonnetjes, zoo als men in vroeger tijd wel plagt te zien cp de voorhoven of pleinen der buitenhuizen, fchietende weinig meer dan één pond bals; «- en zijn niet voor 't Stadhuis geplaatst voor of' geduurende , maar na de Remotie , —— en ook niet , dan met voorkennis en goedvinden van de Wethouderfchap ; — ook zijn ze nimmer geladen geweest, zelfs niet met los-kruid, dan in den Doelen, wanneer er mede geëxerceerd wierd, door de leden der Compagnie-Artilleristen , welke vcrvolgends uit de Schutterij is opgerigt , door de Wethouderfchap, bij een Reglement , den 15 Junij 1787 gepubliceerd. En welks Capitein dezelve, na of eigenlijk geduurende de omwenteling , met zoo veel omzichtigheid heeft beftierd , dat men hem daar van het onderftaande getuignis niet heeft kunnen weigeren hoe zeer hij echter naderhand mede heeft moeten ondergaan, dat hij eerst door Hr. Burgem. verzogt oïvermaandzijnde om de Stad voor een tijd te verlaten, daarop voor 't Hof, als voortvluchtig, bij Ediéte is ingedaagd; Hoe kan toch iemand, die niet uit eigen ver- fciezin_r, maar om te voldoen aan een verzoek, N % een  voorgevallene bij verre liet grootftc gedeelte der Burgerij aan hunne Wettige Regenten verkleefd, niet een raad, een conplium abeundi , ja al was het een order van zijne Regeering , zijn woonplaats verlaat, daar door verftaan worden een projüguS. een vlugteling te zijn ? Extra& uit de Refolutien van de Heeren van de Weth. der Stad Rotterdam. Dingsdag den 25 September 1787. Is ter Vergadering binnen geftaan Ifaac Penning, verzoekende dat aan hem mag werden gegeven eenig bewijs van het genoegen, en de goedkeuring dezer Vergadering, op deszelfs gehouden gedrag geduurende de laatste wagt, bij hem, in zijne qualiteit ah Capitein der Canoniers, van maandag den 17 tot donderdag denaodezer, onder hetRaadhüis dezer Stad gehouden. Waarop gedelibereerd zijnde , is goedgevonden cn verfhall, aan gem. Ifaac Penning te declarceren, dat de Leden dezer Vergadering , welke geduurende den voorfz. tijd praefent zijn geweest , eenpaarig volkomen te vrede zijn, en genoegen nemen , met het geene dpor hem, in zijne opgemelde qualiteit, destijds, aldaar is gedaan en Verrigt. Accordeert met voorfz. Refolutien [is gct.] y. van Zuijlen van Nijevefó,  C 197 ) niet anders dan als eene daad van de verregaandfte violentie word befchouwd, en den Supplian,ten is voorgekomen zoo ongehoord wederrechtelijk, en van zulke veruitziende gevolgen te zijn, dat zij het der Godlijkc Voorzienigheid alleen- te danken houden, dat deze Stad niet in een akelig bloedbad is verkeerd geworden. Dat de gisting, in de gemoederen van het grootere gedeelte der braave Burgerij, hoe zeer door der Supplianten onophoudelijke raadgevingen, en vermaningen tot ftilheid en bedaardheid, tot noch toe gelukkiglijk niet uitgebarsten, echter niet geheellijk is gedempt, maar ve ellicht in feller woe. dc ftaat te ontbranden, zoo wanneer, door de Souvcraine tusfehenkomst van UEd. Groot Mogende daar in niet ten fpoedigfte word voorzien, en een billijk uitzicht op een rechterlijk onderzoek van al het gebeurde behouden. Weshalven de Supplianten de' vrijheid nemen zich te keeren tot Uw Ed. Groot Mog., met ootmoedig, doch niet min allerernftigst, verzoek,dat het Uw Ed. Groot Mog. bchage aan deze Stad en Burgerij ten fpoedigfte redres van al het gebeurde te verzorgen, door al zulke prompte en eflicacieufe voorzieningen, als UEd. Groot Mog., na derzei ver hooge Wijsheid, in dit fingulier ge, val, nodig zullen oordeelen, en dat inmiddels de voorfz. Praïtenfelijk aangeftelde en onwettig beëdigde Raaden, ter Vergadering van U Edele N 3 Grooe  C 198) Groot Mogende niet zullen worden geadmitteerd. (Onder ftond,') 't Welk doende, enz. (Was geteekend, , Waarop gedelibereerd zijnde, hebben de Heeren van de Ridderfchap en Edelen Copie van de Misfive en Requeste verzogt, om dezelve in de Ordre nader te examineeren, als mede de Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Gouda, Gorinehem* Brielle, Hoorn, Enkhuyzen, Ecknn en Me~ dembllk, om daar op te verdaan de intentie van de He eren hunne Principaalen; terwijl de Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Haarlem, Leyden , Amfterdam , Rotterdam , Schiedam, Schoonhoven, Alkmaar, Monnickendam en Purmerende, van Advis zijn geweekt, dat den Inhoud der voorfz. Mislive en Requeste, als mereDomestijcq, geen object vandeliberatie konde uitleveren. Accordeert met de voorfz, RefoJutien* V«v>  C J99 ) X. Extra fl uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West -Vriesland in Hun Ed. Groot Mogende Vergaderinge genomen op Vrijdag den 2 7 April 1787. Op de Propofitie van Rotterdam, concerneerende de Magiftraatsbeftelling; geperfijïeerd bij Hun Ed. Groot Mog. Refolutie van 20 dezer: van 't laatfte Lid Copie aan de Leden, dio de ft ukken van 25 April hebben overgenomen; en aanfchrijving aan Burgemeesterèn en Vroedfchappen van Rotterdam, om hun voornemen nopens een Burgemeester in plaats van den Heer niet te be» weriftelligen. _f)c Heeren Gedeputeerden der Stad Rotterdam hebben ter Vergadering gedaan , en vervolgens in Gefchrifte overgegeven, de navolgende Propolitie. ' r N 4 Dc  C 200 ) De Heeren Gedeputeerden der St:td Rotterdam hebben in naam, en op expresfelast, van de Heeren hunne Principalen in de Vergadering voorgedragen, da': in de Vroedfchap aldaar gedelibereerd zijnde op de provifi neele Di; politie over de aanftaandc Magiftraats verandering der voorfz* Stad, vervat bij Hun Ed. Gr. Mog. Refolutiedea 20 dezer genomen, en bij refumptic den 24 geartefteerd j — de Vroedfchap zich verlegen had gevonden met de executie van evengenoemde Refolutie , dewijl de redenen welke dooi' eenige Raaden, toen uitmakende de Minderheid derzelver Vroedfchap, bij hunne fuccesfieve Misfives van 5 April t?85 en 22 Maart 1787, aan Hun Ed, Gr. Mog zijn geadduceerd, en om welke door Hoogstde'elve tot de voorfz. provifioneelc Dispofitie is overgegaan, thans niet meer exteeren, naai dien XVI Leden, en dus cie Meerderheid der Vroedfchap, nu in dat zelfde gevoelen daan, 't welk te vooren door de evengemclde Minderheid wierd gefoveerd; namelijk, dat de Magiftraatsbeftelling te Rotterdam niet anders kan noch mag gefchieden dan conform het Octrooij van 13 December 1650, cn dat dieshalven op den 29 April bij vijf Leden van de Vroedfchap, door Boontrekkinge uitteloteu, moet worden geformeerd eene Nominatie van vier Leden der Vroedfchap , om daar uit twee Burgemeesterèn, en van vier andere Pcrfoonen, om daar uit twee Schepenen voor dm  ( soi ) den tijd van twee Jaaren, in de plaatzen der Hearen die twee Jaren gefungeerd hebben , bij het Lot te worden geëligeerd , door middel eener tweede Boontrekkinge Dat wijders , op dezelfde manier, behoort tc worden vervuld de vacante plaats van den gewezen Burgemeester die, op den 23 dezer maand van de Radicale Qualiteit van Vroedfchap geremoveerd zi nde , volgens Stads Privilegiën het Burgemeester Ambt niet meer kan bekleeden, cn wel al mede volgens Stads Privilegiën cp denzelfden dag der gewoone Magiftraats - verandering. Dat voorts de Schepen van Oort, die maar één Jaar heeft gefungeerd, liefst van dien post zoude zijn ontharen, waar omtrent de Vroedfchap, hoe zeer ongaarne, thans meer faciliteit zou kunnen betoenen , in aanmerking nemende , dat daardoor het getal der aanblijvende Schepenen weder op vier , en dat der afgaande op drie gebracht zoude worden , cn dus voldaan aan het zelfde Octroij tl'Anno ió„o, 't welk prafcribeert,datin't eene Jaar drie, cn in t andere vier nieuwe Schepenen, uit een dubbel tal aangefteld moeten worden. Dat de Heeren hunne Principalen zich over zulks indispenfabel verplicht hebben gevonden, dit alles te brengen tot kennis van hun Ed. Gr. Mog-, en tenens te dcclareeren, datzijjvertrouwen, tlat Hoogst dezalven thans wel aan de Vroedfchap N 5 der  C 202 ) der Stad Rotterdam zullen gelieven over te laten, om het voorfz. 0ctroij in alles op tc volgen, cn dus den Burgemeester Bichor, , nevens dc vier overige Schepenen, die met den Heer van Oort maar een Jaar gefungeerd hebben, noch voor een jaar te continueeren, en voords op den z9 dezer te procedeeren .tot de gewoone Boontrekkinge , ter Nominatie en Electie van drie Burgemeesterèn en drie Schepenen, en dat Hun Ed. Groot Mog zulks praefereerende boven een provifioneele dispofitie, waarbij alleen uit volftrekte noodzaaklijkbeid (welke nu niet meer exteert) de werking van Stads-Privilegiën wierdt opgefchort, daar mede Hoogstderzelver Refolutie van den 20 dezer wel zullen gelieven te houden voor vervallen, En hebben de voorn. Gedeput. voords gedeclareerd, dat hunnePrincipaalen, nu in dezelfde termen verfeerendc , als dc Meerderheid der Vroedfchap van dc Steden Dordrecht, Schoenhoven , Alkmaar en Purmerende , zich wel kunnen laten welgevallen, dat Hun Ed. Groot Mog. tot confervatie van het vermeend Recht van den HeereErfftadhouder, tot het doen der Electie van Burgemeesterèn en Schepenen uit dc Nominatie door Boonhccren geformeerd , die Electie voor deze maal zeiven verrichten, even als in de voorfz. vier Steden is gepractifeerd , edoch niet anders dan onder dc crnftigftc inftantien, dat de principale tjuaiitic over dat Recht ten fpoedigften, immers büh  C 203 ) binnen dit lopende Jaar, werdc getermineerd , •ten welken einde de Vroedfchap thans verklaart zich tot de Memorie van Negen Heerca uit hun Collegie, op den 10 April laats tl. ter dezer Vergadering ingekomen, te referecren, en met den inhoud van dien volkomen te conformceren'. Laatstelijk hebben de meergem. Gedeputeerden noch gedeclareerd, dat, ingevalle Hun Ed.Groot Mor. onverhooptelijk mochten goedvinden de voorfz. Refolutie van den co dezer noch effect te doen forteeren, de Vroedfchap van Rotterdam dan op den 29 dezer zal procedeeren, om door boontrekkinge te vervullen de vacante plaats van den gewezen Burgemeester . . . , ten ware Hun Ed. Groot Mog. mochten goedvinden, omme op morgen te maken eene Nominatie van zes Raden uit hun Collegie,ten einde daar uit drie nieuwe Burgemeesterèn gekozen, en op den 1 Meijdag in functie gefield te worden. Waar op gedelibereerd zijnde , is goedgevonden en verdaan , te perfifteeren bij Hun Ed. Groot Mog. Refolutie van den 20 dezer , en dat dien conform de Nominatien van Burgemeesterèn en Schepenen der Stad Rotterdam op morgen door Hun Ed. Groot Mog. zullen worden geformeerd; zullende het laatfte lid derzelve Propofitie, over het vervullen der vacante plaats van den gewezen Burgemeester . . . , als concerneerende de ftuk. keu op den 3,5 dezer maand bij negen Leden overgoot»  C 204 ) nomen, Cbpïelijk in handen van die Leden worden gefteldi en Burgemeesterèn en Vroedfchappen van Rotterdam daar van kennisgegeven, met aanfchrijving, dat Hun Ed. Groot Mog. verwachten , dat welgemelde Burgemeesterèn en Vroedfchappen, in Coniideratie hier van, hun gededeclareerd voornemen , om op den 29 April door middel van boontrekking een Burgemeester in plaats van den Heer te verkiezen, niet zullen werkftcllig maken. Aantcektning der Ridderfchap en zeven Steden. r De Heeren van de Ridderfchap en Edelen, als mede de Heeren Gedeputeerden der Steden Dtlft, Gorinehem, Brielle, Hoorn, Enckhuizen, EdaL en Medcmblik hebben geperfifteerd bij hun protest en aanteekening Van den 25 dezer, en tot de voorfa. Kefolutie niet geconcurreerd.' Aanteekening der Stad Rotterdam. De Heeren Gedeputeerden der. Stad Rotterdam hebben, met inhajiie der gedane Propofitie , tot de voorfz. Refolutie , zoo als dezelve is leggende , niet geconcurreerd. Accordeert met voorfz. Refolutie, X I4  X I. Extracl uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West - Vriesland\ in Hun Edele Groot Mog. Vergaderinge genomen op Donderdag den 3 Meij 1787. Misfive van Burgemeesterèn van Rotterdam, over de Vroedfchaps-Vergaderingen. Overgenomen. C3ntvangen een Misfive van Burgemeesterèn en Regeerders der Stad Rotterdam, gefchreven aldaar den 1 dezer, houdende, dat zij indegefteldheid van zaaken, bij die Misfive omfchreven, raadzaamst hadden geoordeeld, de convocatie eener Vroedfchaps-Vergadering te moeten dilaijeeren, tot dat zij met zoodanige ordres van Hun Ed. Gr. Mog. zouden worden voorzien waar-  Waardoor zij m ftaat gefield wierden een zoodanige Vergadering te kunnen convoceeren, breeder hier na geinfereerds Edele -G'root Mogende Heeren l Daar het convoceeren, of doen beleggen van Vroedfchaps-Vergaderingen van het departement van Burgemeesters-kamer is, kunnen wij, indien de meerderheid van onze kamer, (de Heenn 5/rhon en vanBeeftingh [*]) confequent aan zich zelfs zal blijven, daar toe niet convoceeren - zoodanige Perfoonen, welke op den 23 April laatstleden, door acht onzer mede Raaden pra?;enfelijk zijn aan gefield, en tegen welke aanftcHingcn dezelve meerderheid onzer kamer van nulliteit, en illegaliteit heeft geproteftcerd. Van de andere zijde vinden wij ons belemmerd daartoe te convoceeren die onzer mede Raaden, welke de voorfz. meerderheid onzer kamer als wettige Vroedfchaps Leden confidereert, om dat wij ons bekommeren, dat aan dezelven geen vrij acces tot het bijwoorden [*] Om deze Misfive met Je vorige No. VIII bl. re's te kunnen overeenbrengen, dient men te letten, dat te Rotterdam jaarlijks de helft van het Cbliegie van Heeren Burgemeesterèn afgaat, cn door andere Leden der Vroedfchap wordt opgevolgd, en dat dien volgends een der bovengenoemde Heeren, op den 1 Meij dezes jaars, was aangekomen.  nen dier vergaderingen, buiten interventie van U Ed. Gr. Mog., zal worden gelaten. In die geftcldheid van zaaken hebben wij raadzaamst geoordeeld, de convocatie eener Vroedfchaps Vergadering te moeten dilaijeeren, totdat wij met zoodanige Ordres van UEd Groot Mog. zullen worden voorzien, waardoor wij in (laat gefteld worden eene zoodanige Vergadering tc kunnen convoceeren. In afwagting van zoodanige ordre, bevelen wij UEd. Groot Mog. in de protectie Godes,cn blijven Edele Groot Mogende Heeren! (Onderftont) U Edele Groot Mog. onderdaRotterdam nige Dienaren den i Meij Burgemeesterèn en Regeer- *787- ders der Stad Rotterdam. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van dezelve, (Was getekend) W. IK van Bereid. Waarop gedelibereerd"zijnde, hebben de Heeren van de Ridderfehap en Edelen copie van de voorfz. misfive verzogt, om dezelve in de Ordre nader te examineeren, als mede de Heeren Gedeputeerden der Stad Gorinchem om daarop tc verdaan de intentie van de Heeren hunne princi(• -;* paa-  paaien, terwijl de Heeren Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Haarlem, Amfterdam Rotterdam, Schiedam, Schoonhoven, Alkmaar, Monnich im en Por merende hebben geinhsereerd 1 unn" ad' -, op dc Hukken van den 25 Apr'1 geuit, en - ienvolgens van gedachten zijn geweest, dat d n inhoud der voorfz. misfive, als mere di mest; cq, geen objeét van deliberatie konde uitleveren. Aanteekening van zes S eden. De Heeren Gedeputeerden der S eden D tft* Brielle, Hoorn, Etichuyfen, Edam én Mcdcnblik, hebben gedeclareerd, dat de Heeren, hunne Principaalen, hen hadden geauctorifeerd om met alle kragt van redenen te indeeren, dat all' het geen op den 33 der gepasfeerde maand, bij gelegenheid der pratenfe remotie van zeven Raaden in de Vroedfchap der Stad Rotterdam, was voorgevallen, bij provifie mogt worden vernietigd, en buiten alle effedt gedeld, en alles aldaar weder werde gebragt op den voet, zoo als het zelve was geweest voor den gemelden 33 April. Accordeert met de voorfz. Reiblutien»  C ^09 ) x 11. ExtraB uit de Rcfolutien van de Heeren Staaten van Holland en West- Vriesland, in Hun Edele Groot Mogende Vergaderinge genomen op Donderdag den 3 Meij 1787. Misfive van ....... c. f., te Rotterdam met een nader expofé van *t narré bij hunne Misfve van 25 April, over 't voorgevallene in de Vroedfchap. Overgenomen* Ontvangen een Misfive van —— gefchreven te Rotterdam den 2 dezer, met een nader expofé van het kort narré bij hunne Misfive van den 25 April laatstleden , breder hierna geinferéerd. O Ede.  C aio ) • Edele Groot Mogende Heeren .' Ons refereerende aan het kort narré van het voorgevallene alhier op Maandag den a3 Api.n 1. Li het geen wij de eer gehad hebben bij onze Misfive van den er ter Tafel van UEd Groot Mog. over te brengen, zonder dat daarop, voor als nog, bij Uw Ed. Groot Mog. eenige dispofitie is gevallen ; kunnen wij niet voorbij, ons, nogmaals en nader, bij UEd.. Groot Mog. te addresfecren, en de ongelegendheid waar in wij,uitmakende de meerderheid der wettige Vroedfchap dezer Stad, gebragtzijn, en welke dagelijks meer en meer toeneemt, nader te expofeeren. Het is UEd. Groot Mog. bekend, hoe 8onzer Mede-Raden (en geenszins 16, gelijk men, zoo wij vertrouwen, bij inadvewentie , altijd echter abiifivelijk en tegen de waarheid, bij Misfive in dato den 23 April, op naam van Burgemeesterèn en Regeerders, doch buiten kennis van den voorzittende Burgemeester,aan den Heer Raad-Penfionaris heeft geïnformeerd) hebben kunnen goedvinden , tegens de uitdrukkelijke Refolutie van deze Souveraine Vergadering van den 9 Augustus 1658 , en tegens de Privilegiën en Octroijen dezer Stad, ingevolge van welke dc Vroedfcliappcn voor hun leven, of poorterfchap geduurende , zijn aangeftcld , tc concurreeren tot ofte corroboreerenea te homologeeren eene alleszins onwettige  tige remotie van 7 hunner Mede - Raaden, gedaan quafï bij aanzegging van den Advocaat Kreet, als daar toe, zoo hij zeide, van wegens den Burger-Krijgsraad en /» Hubert en P> de Monchij C. S. verzogt en gelast: — Immers daar deze onze 8 Mede-Raaden, op die alleszins gehazardeerde en onbefïaanbare demarche van den voorfz. Advocaat Kreet C. S., zich gereed getoond hebben iramediatelijk , niettegenftaande de ernftige protesten van alle de overige aanwezende Raaden, Voort te procedeeren tot eene pretenfe fupplcti-j, daar involgende zoodanige opgave van perfoonen, als ter gelijker tijd door den meergem. Advocaat Kreet C. S. (*) wierd gefuppediteerd , zoo zijn de faiten onzer Mede - Randen met die van den Advocaat Kreet C. S. zoo zeer aan den anderen verknogt, dat ze niet te onderfcheidenzijn, door wie zij verricht zijn , en de pretenfe remotie , welke tournure men ook daar aan zou trachten te geven , even zoo zeer het werk onzer MedeRaaden als dat van den Advocaat Kreet C. S.; en van'gelijke is de pretenfe fuppletie, en beëediging in diervoege als dezelve met eene voorbeeldelooze pracipitance, zonder dagftelling, dus zonder befchrijving der abfente Leden, zonder dat aan deze pretenfe nieuwe Raden de poinctenvan order £*] Zie de aantcekening hier voor bl. 186. O a  C 3tó ) order zijn voorgehouden, zonder dat van dc betaling van het Ambtgeld, (**) bij recepisfe van den Ontvanger , gebleken is, om nu niet tc zeggen, zonder voorgaande Nominatie, heeft plaats gehad, even zeer het werk van den Advocaat Kreet C. S. als van onze Mede • Raaden. Na dit voorgevallene op maandag den 13 April hebben wij nu verder moeten ondervinden, dat cr zoogenaamde Vroedfchaps-Vergaderingen belegd cn gehouden worden, waar in de alzoo pre* tenfelijk aangcftelde zeven Raaden in plaats van de alzoo of quali geremovcerden, worden geconvoceerd, cn in welke pretenfe Vroedfchaps-Vergaderingen de gemeene bclangens van den Lande worden verhandeld , alles ten duidelijkfte bewijzen , dat men de zoo feitelijke als onwettige remotie en fuppletie, meent te fouteueeren, en daarin zelve, ondanks onze wettige cn gemanifesteerde oppofitie, feitelijk wil blijven voordvaren. Wij hebben geen oogmerk, Ed. Groot Mog. Heeren , om de gronden van den Advocaat Kreet C. S. geallegucerd te debatteeren, noch ons teelargeeren op welk eene wederrechtelijke wijze dezelve Advocaat Kreet, zijn bijzonder Sijsthema van Regeering, of dat van zijne ongequalificeerde committenten, aan het hoofd der gewapende Schut- tcrije 3 [**] De Heer Hoofd-Officier rapporteerde aan dc Vroed, fchap, dat hem was gebleken, dat de daar toe vercischtc fommes in de bank gedepofueerd waren.  C «3> tcrije 5 en geholpen door onze 8 Mede-Raaden, hier ter Stede via faai heeft getracht teintroducceren; liefst willen Wij aan het oordcel van andere overlaten, wat qualificatie men te geven hebbc aan diergelijke voorbeeldelozeondernemingen, tegens wel en wettig verkregen en in viridi obfervantia zijnde Octroij en , Wetten of Ordonnantiën, en laten de gratuite asfumtién en fpeculatien, bij den meergem. Advocaat Kreet, in zijn aanfpraak te dier gelegenheid in onze Vergadering" gedaan , voorgefteld, aangaande de vervallen? Souverainiteit van den iaatften Graaf en de uitoeffening van dien bij UEd. Groot Mog., voor rekening en ter verantwoording van die dezelve voordbrengen, of doen voordbrengen , maar kunnen niet geloven, dat., welk een invloed aan het Volk zoude mogen of kunnen toegefchrevcn worden, (tot onderzoek van welk gewichtig onderwerp deliberatien bij UEd. Groot Mog. zijn aangelegd) daar uit afteleidcn , of bij voorraad vast te ftellen is, de aftueele bevoegdheid, om, zonder het Volk gehoord te hebben, willekeurig een ongewettigde Volks - Reprefentatie op zich te nemen, of die toe te kennen aan de Burger -Krijgsraaden, het zij alleen , het zij met eenige andere Burgers , ten dien effecte, dat deze, hoe zeer door Schutter- en Burger Eed aan de Regeeringen verbonden, zich niet flechts nevens, maar ook boven dezelve, ftcllende, vermogend zouden zijn, de O 3 R«-  ( -14 ) Regenten in de Steden aftcftellen, en ook dsdeli.'»' wederom andere aanteftellen of te doen aanftellen. Hoe zoude toch zoodanige regel in dezcProvintie, of omtrent eenige Stad van dezelve, kunnen plaatshebben? Immers, kunnen MedeRaaden elkander, tegens wil en dank, niet van hunnen Eed ontdaan? Kan een geheel Collegie van Vroedfcliappcn zulks geen enkel Lid doen ? En is dit, zelfs naar den aart der zaak , zoo wel als naar den uitgedrukten wil van deze Souveraine Vergadering, even onbeftaanbaar? — Hoe veel minder kunnen dan daar toe ondergefchikte qualiteiten , zoo als die van BurgerOfficieren , — hoe veel minder private perfoonen, door gewapende Schutterijen gedekt , bevoegd gehouden worden? Daar dan de Ondergetcekenden door hunnen Eed, tot maintien en C nfervatie der gevestigde Regeringform, verbonden zijn, al zoowel, als om de gemeene zaaken van den Lande van Holland en West -Vriesland, cn het profijt en oorbaar deiStad, waar in zij tot Vroedfchappen zijn aangefteld, gedurende hun Leven of Poorterfchap als Vroedfchappen te helpen bevorderen, zokunnen zij zich , zoo verte zij dan alzoo onwettig of quafl gvremoveerd zijn , niet van hunnen Eed als Vroedfchappen, bij dc aanvaarding hunner Vroed, fchaps - Ambten, afgelegd, ontflagen houden; «och  C 215 ) • noch die van de Ondergetekenden , die zonder onder deze pretenfe remotie begrepen te zijn , al liet voorgevallene op maandag den 23 April alhier voor onwettig, nul, en van onwaarde verklaard hebben , de prctenfelijk geremoveerde Raden anders blijven aanzien, dan als hunne MedeRaden, met wien zij, cn met ge ene anderen, ingevolge hunne Eed en Plicht als Vroedfchappen, mogen en moeten deliberecren. De Ondergeteekenden in dit begrip van hunnen bezworen plicht ftaande, is het in dc gefteldheid van zaaken, waar in zij zich bevinden, van het alleruiterst belang, dat UEd. Groot Mog., door Hoogstderzelver fpoedige en onverwijlde tusfehenkomst, hen gelieven in ftaat te ftellen, om hunne fundien van Vroedfchappen, met en nevens hunne wettige Mede-Raaden, vrij en onbelemmerd te kunnen waarnemen, op dat zij, en bijzonder die van hun, welke alzoo prctenfelijk zijn geremoveerd, niet zouden genoodzaakt zijn toevlucht tot middelen van Rechten te nemen (daar er, in dit geval, geene Stedelijke of andere Domeftijeque middelen bij de hand zijn, om reparatien van alle de irregulariteiten en informaliteiten te bekomen) ten einde deze onwettige of pretenfe remotie en fuppletie, zoo zeer ftrijdig met de waare Volks - Stem dezer Stad, het geen, des vereischt, niet moeielijk te bewijzen zal vallen, als vooral onbeftaanbaar met 's Lands en Stads O 4 Boj  Bezwooren Rechten en Fundamenteele Wetten, voor nul en van onwaarde te doen verklaren. Wij befluiten deze, Ed. Groot Mog. Heeren! met ernftige inftan en , di t UEd. Groot Mog., door eene fpoedige cn onverwijlde tusfchenkomst, ons in onze ongelegenheden, tot reparatie onzer grieven , alzoo zullen gelieven te fubvenieeren , als UDd. Groot Mog. naar Hoogstdcrzel ver Wijsheid, tot Confervatie van de Hoogheid cn Digniteit van UEd. Groot Mog. Souveraine Vergadering, en van dc Rechten cn Vrijheden van alle de Leden, die dezelve helpen Compofeeven, welke bij deze Deliberatien niet onvérfchillig kunnen gehouden worden, behoudens een ieders recht, zullen oordeelen te behoren. Waarmede wij, na UEd. Groot Mog. in dc Pro * teftiedesAHerhoogften te hebben aanbevolen, de Eer hebben ons te onderteekenen. Edele Groot Mogende Heeren! (Onderftond) Rotterdam, UEdelc Groot Mogende zeer den a Meij Gehoorzaame Dicnaarcn, 170'7. (Was getcckend,) De Heer Mos/cl niet hebbende kunnen adfifteeren bij de Deliberatien over bovenftaande Misfive, maar daar van kennis bekomen hebbende, na clat dezelve verzonden was, heeft verklaart dat  dat hij deszelfs inhoud volkomen toeftemt, cnvan gevoelen is, dat, zoo ooit alles aan de Volkstem gelaten moet worden,, dezelve in zijn geheel moet geraadpleegd worden, waar van twaalf hondert, 't zij Schutters , 't zij Burgers , maar een klein gedeelte is. Waarop ge lelibereerd zijnde, hebben de Heeren van de Ridderfchap en Edelen Copie van dc vi ' rfz. Misfive verzocht, om dezelve in de Ordre nader te examineeren, als mede dc Heeren Gedeputeerden der Stad Gorinchem , om daarop te verftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen, terwijl de Heeren Gedeputeerden der Steden J) \rdrccht , Haarlem , Amflerdam , Rotterdam , Schiedam - Schoonhoven , Alkmaar , Munnichcndam cn P armer ende hebben geïuhsereerd hun Advis op dc Stukken van den 25 April laatstleden geuit, en dienvolgens van gedachten zijn geweest, dat den inhoud der voorfz. Misfive , als mere dojnestijcq, geen object van deliberatie konde uitleveren. Aanteckening van zes Steden. De Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Brielle , Hoorn , Enckhtiizen , Edam en Meden* Hik, hebben geinhaereerd hun declaratoir op dc vorige Refolutie gedaan. O S Aan-  C fliü ) Aanteekcning van Rotterdam. De Heeren Gedeputeerden der Stad Rotterdam fijn van Advis geweest, dat de voorfz. Misfive behoorde te worden gefeponeerd, vermits zeven oer Onderteekenaars, als private perfoonen,gekeel onbevoegd zijn zich bij Misfive aan Hun Ed. Groot Mog. te addresfeeren. Accordeert met de voorfz. Rcfolutica. XIII.  c 219 ;> XIII. M:sfive van vijf Raaden h% de Vroedfchap, aan Heeren Burgemeesterèn der Stad Rotterdam. Edele Groot Aclitbaarc Heeren \ eeds een en andermaal geconvoceerd zijnde tot Vroedfchaps Vergadering, waartoe wij geïnformeerd zijn dat onze Mede-Raaden ——— zijn geconvoceerd, maar waar bij in tegendeel zev. n andere Perfoonen, quafi als Vroedfchappen, geconvoceerd zijn, hebben wij niet langer willen afzijn UEd. Groot Achtb. tc declareeren, dat wij, houdende alle deze Vergaderingen voor onwettig, en al wat daar in mogt beflotcn worden voor nul en van onwaarde, daar in niet kunnen compareeren, gereed zijnde en blijvende, om bij de Befoignes en Vergaderingen van de Vreedfehappen  C 2-0) te adfisteeren, wanneer daar toe alleen wettige Leden, en geene anderen, zullen geconvoceerd worden, protesteerende tevens van alle deveiwarnngen en nadeelige gevolgen, die, door het Biet convoceeren der wettige Vroedfchaps-Vergaderingen, mogten worden veroorzaakt , dezelve latende voor rekening cn ter verantwoording van UEd. Groot Achtb. Waar mede wij UEd. Groot Achtb. bevelen in de befcherminge Godes en blijven Edele Groot Achtb aar c Heeren! Rotterdam U Ed. Groot Achtb. Dienstwil, den 6 Meij h'ge en Gehoorzame Dienaaren *787- en Medebroederen in Rade Cgcteckendj) - , „ De ondergetee'kende, regeerende Burgemeester ren, (*) en Mede-Vroedfchappen der Stad Rotterdam, gezien hebbende de misfive van vijf hunner Mede-Raaden aan Heeren Burgemeesterèn gefchreven in dato den 6 Meij 1787, verklaren zich daar mede in hunne qualiteit van Vroedfchap.. £*] Zie de aanteekening op de Misfive No, XI bl. 206.  fchappeh volkomen te conformeeren, en vervolgens in hunne qualiteit van Burgemeesterèn niet te kunnen concurreeren tot de convocatie van eene vergadering van Vroedfchappen, anders gecompofeerd, als waarbij de voorlchreven vijf Heeren zeggen, en zelve verklaaren, gereed te zijn te cempareeren; latende alle contrarie handelingen, zoo van convocatie als deliberatie van of in Vergaderingen, die zij voor geen wettige Vroedfchaps vergaderingen kunnen houden, voor rekening en verantwoording van die daartoe gelegenheid geven of daarbij adfisteeren. Rotterdam den 7 Meij 1787. (geteekend) >~~m m-m m~m> » >mi  X I V. Extrafi uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland, in Hun Ed. Groot Mogende Vergaderinge genomen op Vrijdag den 11 Meij 1787. Vtrklaard, dat de zaal bij de Misfive van c. f., en bij de Requeste der Oud-Schepenen c. f. als mede bij de Misfives van Burgemeesterèn van Rotterdam, over het gebeurde, nopens de remotie van zeven Raaden en derzelver plaatsvervulling ; mitsgaders omtrent de VroedfchapsVergaderingen, als mere domestijcq, geen objett van Hun Ed. Groot Mog. deliberatie kan zijn. Bij refumtie gedelibereerd zijnde op de Misfive van ■ -— , gefchreven te Rotterdam, den 24 der vooilede Maand, hondende Cu»!)  C 323 ) de een narré van het voorgevallene daags te vo-> ren in de Vroedfchap aldaar, rakende de remotie van zeven Raaden en derzelver plaatsvervulling door anderen: als mede op de Requeste van Oud-Schepenen der Stad Rotterdam , verzoekende Hun Ed. Groot Mogende prompte en efficacieafe voorziening tot redres van al het gebeurde ter zake voorfz.; en noch op een misfive van den gemelden C. S. van den z dezer , met een nader expofé van hun bovengemelde narré; voorts op een niisfive van Burgemeesterèn en Regeerders der voorfz. Stad van den 23 April, op 't fubject der remotie van zeven Vroedfchappen en de fuppletie van derzelver plaatzen, mitsgaders het gebeurde bij die gelegendheid; en op eene nadere misfive van dezelve van den 2 dezeis, houdende, dat zij, in de gefteldheid van zaken bi) die misfive omfchreven, raadzaamst hadden geoordeeld, de convocatie eener Vroedfchaps Vergadering te moeten dilaijeren, tot dat zij met zodanige ordres van Hun Ed. Groot Mog.'zouden worden voorzien, waar door zij in ftaat gefteld wierden eene zodanige Vergadering te kunnen convoceeren: alles breeder onder de Notulen van den 25 der voorleede, en 3 dezer Maand geiafereerd. Is goedgevonden en verdaan bij deze te verklaren, dat de zaak bij de voorfz. Misfiycs en Re* *■ ques-  C aa*>) queste vermeld, als mere domestijeqzijnde, geen object voor de deliberatien van Hun Ed. Groot Mog. kan uitleveren, (♦) en dat dienvolgende de voorfz. Adresfcn moeten worden gehouden voor vervallen. En zal Extract dezer Refolutie gezonden worden aan Burgemeesterèn en Vroedfchappen der Stad Rotterdam tot derzelver informatie cn naricht. Aanteekening van de Riddtrfchap. De Heeren van de Ridderfchap en Edelen hebben tegen de conclufie van de voorfz. Refolutie geprotesteerd, en ten krachtiglten geurgeerd,dat van wegens Hun Ed. Groot Mog. al het voorgevallene op cn na den 23de April dezes Jaars nopens de pretenfe remotie van eenige VroedfchapsLeden der Stad Rotterdam, en de pretenfe aanflelling van eenige nieuwe in derzclver plaats, zoude behooren te worden vernietigd en buiten effect gefteld, en alles aldaar wedergebracht op den voet, [*] Op den 29 Meij 1787 is door Hun Ed. Groot Mog, een gelijke Refolutie uitgebragt, op een Request van 1100 of meer inwooners, en een addres van eenige Raaden, der Stad Amfterdam, behelzende een omftandig verhaal, van dc aldaar op den 21 April gedaane Remotie van negen Raaden, en op den 7 Meij gedaane aanflelling van negen andere, te vinden in da nieuwe Nederl.Jaarb. van dat jaar bl. 1014 en 1030. Ui*  C voet, als het zelve is geweest, voor den voorfz. o^fte April. Aan- Uit welke jaarboeken bl: 743 en 744 ook blijkt, .dat de Refolutie, hiervoor bl: 139 ftaande, cer^t geëindigd is met de woorden : „ en zal verder Extract „ dezes gegeven werden aan de Overhandigers van „ het bovengemelde Request" dat tegen dezelve door een Burgemeester en zeven Raaden geprotesteerd zijnde &c dertien andere Raaden daar tegen hebben gercferveerd, zodanige contra aanteekening en demarches, als zij zouden vermecnen te behooren eil dat, nadat door Heeren Burgemeesterèn van die Refolutie aan de overhandigers van het daarin gemelde addres was kennis gegeven , Heeren Burgemeesterèn en Vroedfchappen rcfpcctivclijk in derzclver kamers bij den anderen zijn gebleven , en voords na verloop van eenigen tijd door eenige Leden van den Achtbaaren Raad, die tot het nemen van de voorfz. Refolutie geconcurreerd hadden, uit naam van alle dezelve, ter voldoening aan het verlangen der Burgerij, de twee navolgende Bijvocgfelen, in die Refolutie aan den Secretaris H. Huijgens zijn opgegeven: als, in het begin van.de pnemisfen, achter het woord Perfoonen, de periode: zoo voor hun zeiven ah uit naam vanverjeheiden Caoiteins en Officieren der Burgerij, daar tos door hunne refpective Compagnien gequa/ificeerd, ■ en achter het (lot der conclufie van de voorfz. Refolutie het Declaratoir verklarend! voords &*, zie hier voor bl. i-,o. P  C mê) Aanteekening van den lieer van Sterrenburg. Dc Heer van Wasfenaar Heere van Starrenvurg, heefc zich met de voorfz. Refolutie geconformeerd. Aanlcckcning van zes Steden. Dc Heeren Gedeputeerden der Steden Delft, Brielle, ff,om, Eueliuizen, Edam en Medenblik hebben geinhcreerd derzclver Declaratoir op den S dezer Maand, bij gelegenheid van de deliberatien over de als toen ingekomen Misfive van Burgemeesterèn en Regeerders der Stad Rotterdam gedaan, en als toen in de Notulen geinfereerd, en mitsdien in het nemen van de bovengemelde Refolutie niet geconcurreerd, daartegens geprotesteerd, en gereferveerd zoodanige Aanteekening, als zij te raden zouden worden. Aanteekening van Gorinchcm. Dc Heeren Gedeputeerden der Stad Gorincftem hebben gedeclareerd, dat de Heeren hunne Principalen van gedagten zijnde geweest, dat Hun Ed. Groot Mog. zich het gebeurde te Rotterdam, wel degelijk zouden behoren aantetrekken, en daar in dc;vereischte voorziening doen, ten einde alles wederom werde hcrlickl in dea vorigenitaat, on-  K 317 b .onverminderd als dan Hoogstderzelver deliberatien over de aldaar fubfisteerende verfchillen, zij' mitsdien de bovcnllaande Refolutie hebben gecontradiceerd,de nadeelige gevolgen, welke daar •uit kunnen voortvloeijen, voor rekening en ter verantwoording gelaten van die Leden, welke tot dezelve hebben geconcurreerd, en eindelijk aan de Heeren hunne Principaalen zodanige nadere Aanteekening gereferveerd, als die zouden mogen nodig vinden. Accordeert met voorfz. Rcfolmien. P 9 X V.  C 208 y X V. Extract uit de Refolutien vande Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland in Hun Edele Groot Mog. Vergaderinge genoomen op Vrijdag den 2 2 Meij 1787. Electie van een Burgemeester te Rotterdam. gen een Misfive van Burgemeesterèn en Vroedfchappen der Stad Rotterdam, gefchreven aldaar den 21 dezer, waar bij, uit kragte der Verklaring van Hun Ed. Groot Mog. op den 11 dezer, dat dc zaak, raakende de remotie van zeven Raaden der Vroedfchap aldaar, en derzelver plaatsvervulling door anderen, als mere Domesticq, geen object voor Hun Ed. Groot Mog. deliberatien kon uitleveren, gemeend hebbende volgens het Octroij van den 19 November 1658 aan dc-  C *=9) dezelve Stad verleend, ten fpoè'digiten te moeten voortprocedeeren tot fuppletie der nog vaceerende Burgemeestersplaats in plaats van Mr. voor de nog manqueerende tijd, tot den ifle Meij 1788, aan Hun Ed. Groot Mog. toezenden de geformeerde Nominatie in de navolgende Misfive vervat, in dit finguliere geval, bij provifioneele voorziening, Hun Ed. Groot Mog. Electie uit de voorfz. Nominatie verzoeken. Edele Groot Mogende Heeren ! UEd. Groot Mog. bij Hoogstderzelver Refolutie van den n Meij laatstleden, welke aan Oiis tot Onze informatie en naricht is toegezonden, verklaard hebbende: ,, dat de zaak, rakende de „ remotie van zeven Raden van de Vroedfchap „ alhier, en derzelver plaats-vulling door ande„ ren, als mere domtsticq zijnde, geen object voor „ de deliberatien van UEd. Groot Mog. kan uit„ leveren " Hebben Wij dan ook gemeend, ingevolge van 't Octroij van den 19 November 1658 aan deze Stad verleend, als nu ten fpoedigfle te moeten procedeeren tot de fuppletie van de thans noch vaceerende Burgemeesters-plaats dezer Stad, in plaats van den Heer — — —, voor de noch manqueerende tijd, en dus tot den 1 Meij 1788. Achtervolgens van 't welke, op heden (na dat daartoe alvorens behoorlijk is dag gefteldj) door P 3 vijf  C 330 y vijf Boonheeren Uit dc Leden Onzer Vergadering bij loting verkoren, (*) eene Nominatie geformeerd, en daar op gebracht zijnde de Heer Zoo nemen Wij dc vrijheid om UEd. Groot Mog. bij dezen te verzoeken, dat door Hoogstdezelve,in confidentie van dc deliberatien, dewelr ken als noch zijn hangende over het gefustineerda recht van zijn Hoogheid tot het doen der Electie, cn ten einde daar aan geen atteinte werde toegebracht, voor deze reize cn in dit fingulier geval, bij wegevanprovifioncele voorzieninge, één uit de voorenllaande Nominatie moge worden geé'ligecrd, om in de voorfz. vaceerende plaats, voor dc noch manqueerende tijd als Burgemeester, ten dienfte dezer Stad en den Lande, tot den 1 Meij 1788 geemploijeerd te worden. Waarmede Wij UEd. Groot Mog. bevelen in de befcherminge Godcs en blijven, Edele Groot Mogende Heerent (Onder ftond) UEd. Groot Mog. onRotterdam derdanigc Dienaren den 21 Meij Burgemeesterèn cn 1787. Vroedfchappen der Stad Rotterdam. (Lager ftond) Ter Ordonnantie van Dezelven, (Was getekend) IV. IV. van Bercket . , En Drie dcrzclvo waren oude, en dc twee andere nieuwe (op den 23 Apr.1 beè'edigde) Raaden.  C*3i ) En is daar benevens gelezen dc Requeste van Mr. , als uit kragtc en ingevolge Hun Ed. Groot Mog. Refolutie van den 21 April 178Ó, wettig aangefteld als Burgemeester der Stad Rotterdam voor den tijd van twee Jaarcn en zulks van Meij 1786 tot Meij 1788, om de daar bij hier na breeder gcalleguccrde redenen verzoekende , dat uit dc onwettig genomineerde Nominatie geen Electie tot het Burgcmeesterfchap in des Suppliants plaats mogte worden gedaan. Aan de Ed. Groot Mogende IIe eren Staten, van Holland en West-Vriesland. Geeft onderdaniglijk te kennen Mr. —1 . , als uitkrachte en ingevolge; de Refolutie van UEd. Groot Mogende in dato 52r April 1786 wettig aangefteld zijnde tot Burgemeester der Stad Rotterdam, voor den tijd van twee Jaren, ende zulks van Meij 1786 tot Meij 1788,- Dat, daar UEd. Groot Mogende bij Refolutie, in dato den 11 dezer maand Meij, op de Addresfen aan UEd. Groot Mogende gemaakt nopens het gene op den 23 April laatstleden in de Vroedfchap der gemelde Stad was voorgevallen, beftaande in het feitelijk removeeren van den Suppliant, en noch zes Raaden uit de gemelde Vroedie hap, verklaard hebben, dat die zaak, als mem P 4 d&*  C =33 ) éêmcfticq zijnde, geen objecJ voor de deliberatien 'van UEd. Groot Mog. kan uitleveren, hij Suppliant billijk had mogen verwachten, dat zijne mede Raaden zich zouden hebben geabftincerd van alle pogingen, om bij fub- en obreptie van UEd. Groot Mog. te obtineeren dispofitien, welke, onder reverentie, met Hoogstderzelver opgemelde Refolutie-declaratoir niet te compasfeeren zouden zijn. Dan alzoo eenigen zijner mede-Raden echter van zich hebben kunnen verkrijgen , cm eeneNo'minatie te formcerentot fuppletie van depratenfe vacature in het Curgerneesterfchnp, waartoe dc Suppliant, ingevolge opgemelde Refolutie van UEd. Groot Mogende van den 21 April 1786", voor den tijd van twee Jaren en over zulks tot Meij 1788 is aangefteld geworden, cn dc gemelde ziine mede-Raaden, door het pnefentccren van die Nominatie en het verzoeken van Electie uit dezelve, van UEd. Groot Mogende trachten tc bekomen een dispofitie, welke niet flechts zou involvccen de dadelijke homologatie van een zaak, welker wettigheid of onwettigheid UEd. Groot Mogende hebben goedgevonden niet te decideeren, maar waar door die zaak, welke volgens Hoogstderzelver opgemelde Refolutie mere domesticq verklaard is, zoude worden gebracht buiten haar geheel, en buiten het bereik of mogelijk- held  C*55 ) Tieid'eener domcsttcqac bchandcUrig; fT) zoo is hf) Suppliant te rade geworden, zich te keeren tot UEd. Groot Mog., onderdaniglijk verzoekende, dat C§) Dit gevolg was niet tegentefpreken — en echter zijn Hun Ed. Groot Mogende na de ledure van dir Request, voortgegaan, met de electie van een nieuwen Burgemeester, wel met expresfe reCerv» van het gefustineerd recht van Z: H: en van d« Vroedfchap, omtrent het doen dier Electien, doch NB. zonder eenige bijvoeging, dat de gedaans Remotie daar mede niet verjlaan moefl worden, dadelijk gehomologeerd, of de wettigheid of onwettig fieid der'zclve gedecideerd, of aaneen judiciési of politijcq onderzoek onttrokken te zijn. • Hoe kan men ooit fterker bewijs hebben van de» Souverains intentie, dat die Rcmoticn, geen verder onderzoek onderhevig zouden zijn ? — En hoe kan er dan federt die Refolutie nog zijn overgebleven een Recht van de Hooge Overheid, — 'twelfc nu, uit naam van dien zelfden Souverain, ka» worden geprofequeerd ? — De intrekking van die en andere Refolutien kan geene terugwerkende kracht hebben in nadeel van ingezetenen, — die er zich toen op betrouwd hebben, en, zoo men te dier tijd tegen hen geageerd hadde, zich zouden hebben kunden verdedigen, op gronden, en beroepen op perfoonen, die hen nu, na het verloop van zoo veel tijd, en ttisfchengekomen om* Handigheden, ontvallen zijn. — ? s Wa  *ïat het UEd.- Croot Mogende behage, uit de voorfz. onwettig geformeerde Nominatie geen Electie tot het Burgemeestcrfchap in de plaatzc van den ^Suppliant te doen. (Onderftond) 't Welk doende &c. (Was getekend) • Waar op gedelibereerd zijnde, hebben Hun Ed, Groot Mogende, onverminderd cn ongeprjejudicieerd het wederzijds gefuftineerde zoo van Zijn Hoogheid als van Burgemeesterèn en Vroedfchappen der Stad Rotterdam, tenopzigte der electie, en zonder daar aan de minde atteinte te geven, in het De Heer Erfftadhouder zelf, fchoon die Refoiutie aan toen heerfchende cabaalcn toefchrijvende, bij deszelfs Declaratoir van 26 Meij 1787, erkent echter dat ze bij meerderheid genomen was. —. * En meer dan dat concerneert den ingezeten niet, om er effect van te hebben, te meer, daar die meerderheid exteerde zonder de Steden Amfterdam cn Rotterdam, in welke toen nog maar alleen Remotien gedaan waren, mede te tellen. — En het is zekerlijk ook op dien zelfden grond geweest, dat de Wethoud .rfchap van Rotterdam den softe Meij" verklaard heeft van begrip te zijn, dat de gedane Remotie niet meer veranderd konde . -Tvorden, zooalsconfteert uit het volgende ftukbl. 240.  C =35 ) het voor handen zijnde geval, bij deze, uit de voorfz. Nominatie tot Burgemeester der Stad/certerdam, tot den i Meij 1788, in plaats van den voorn. Mr. — geëligeerd En zal van de voorfz. Electie aan den Hoofdofficier der Stad Rotterdam kennis worden gegeven, om den geëligeerden Burgemeester te beëedigcn,en in zijne functie te inftallecren, als me? de Extract dezer worden gegeven aan Burgemeesterèn en Vroedfchappen der Stad Rotterdam tot derzelver naricht. Aanteekening van de Riddcrfcliap. De Heeren van de Riddcrfehap cn Edelen hebben gedeclareerd, dat daar de Heer ——« ingevolge Haar Ed. Groot Mogende Refolutie van den 11 April 1786 door Zijn Doorl. Hoogheid den Heere Erfftadhouder voor den tijd van twee Jaaren is geéligeerd, 't welk door Hun Ed. Groot Mogende, op den 38 April dezes Jaars, door 'tmaken van een Nominatie van vier Perfoonen ter Electie alleen van twee Burgemeesterèn, is geconfirmeerd , en dus dien Heer wettig door Hun Ed. Groot Mogende gecontinueerd, zij Heeren van de Ridderfchap in geenen deele kunnen procedeeren tot het nemen van eenige Refolutie ten fine •I V . yan  van Electie uit de thans ingekomene Nominatie, als begrijpende dat aanloopt tegens de aan. gehaalde Refoluticn van Hun Ed. Groot Mog. Aanteekening van zes Steden. De Heeren Gedeputeerden der Steden Dcjft, Brielle , Hoorn , Enkhuizen , Edani en MedenHik , hebben zig bij de voorfz. Aanteekening gevoegd. Aanteekening van Gorinchem. De Heeren Gedeputeerden der Stad Gorinchem hebben zig, ingevolge de last van de Heeren hunne Principaalen, in de voorfz. deliberatie nieï ingelaten. Accordeert met voorfz. Refoluticn. X V I.  C*37> XVI. Misfive van dezelfde xiv Heeren als No. xi i aan de Heeren Schout, Burgemeesterèn en Schepenen der Stad Rotterdam, en Refolutie op dezelve. Edele Groot Achtbaare Heeren! H et is UEd. Groot Achtb. bekend, hoedeon- dergeteekenden met en nevens de verdere wettige Leden der Vroedfchap, op maandag den 23 April 1.1. wettig ter Vroedfchap geconvoceerd,en allen vergaderd zijnde, hebben moeten ondervinden, dat zekere Commisfie van den Burger-Krijgsraad, en van eenige andere Burgers, hebbende verzogt en geobtineerd om ter Vroedfchaps Vergadering binnen te daan, teneinde, zoo zij aan Heeren Burgemeesterèn hadden te verdaan gegeven, een voordel te doen , [f ] rakende eene gedecerneerde Commisfie bij Haar Ed. Groot Mog. de Heeren Staaft] Zie ü«r veor bl: 147: re?: 5.  ' C ) «raaten van Holland cn Westvrieslandaangaande de Volksreprajfentatie, van die gelegenheid in zooverre hebben gcabufeerd, dat zij bij monde van den Adv. Kreet, zeven der ondergeteekenden van hunne Raadsplaatlen prsetenfelijk vervallen verklaard hebben, en dezelven, met behulp van acht anderen Raaden, tegen de Protesten der dertien overige aanwezende Raaden , prctenfelijk hebben doen fuppleeren , alles onder dekking der Schutterij, destijds op een finguHere wijze, waaromtrent men zich liefst niet wil uitlaten, in de wapenen gebragt. Het is UEd. Groot Achtb. al verder bekend, dat de Ondergeteekenden vervolgends zich desWegens , ■ zoo gezamenlijk, als Heeren Burgemeesterèn afzonderlijk, aan Haar Ed. Groot Mog. geaddresfeerd hebbende, bij Hoogstdezelven begrepen is, dat deze zaak raere dotnestkq zijnde, geen object van deliberatien voor hoogstdezeh e "konde uitleveren. ■ De Ondergeteekenden hebben dieshalven geoordeeld zich te moeten addresfeeren aan UEd. Groot Achtb., vertrouwende dat UEd.Groot Achtb. .de Protesten der wettige meerderheid van de Vroedfchap op den 23 April 1. 1., zoo tegens de pretenfe remotie en fuppletie , als tegens alle ■de verrigtingen van den Advocaat Kreet C. S. en van de minderheid der toenmalige wettig vergaderde Vroedfchap, van gelijke waarde zullen  C 239 ) gelieven te houden, als alle wettige Refolutlen der wettige Vroedfchap, volgens de adviefendér groote meerderheid genomen , en mitsdien verzoekende, dat UEd. Groot Achtb. geene zwaarigheid zullen gelieven te maaken, door derzelver gezach de wettige Vroedfchap te helpen maintineeren, en overzulks te effectueeren, dat dezelve met effect kan worden geconvoceerd , zoodaanig als dezelve op den 23 April 1.1. is geconvoceerd geweest , en aan de Leden vrije Deliberatien, midsgaders vrij acces en reces tot het Raadhuis, gelaten. ■ Waar mede wij UEd. Groot Achtb, in de hércherminge Godes aanbevelen en blijven, Edele Groot Achtbaare Heeren UEd. Groot Achtb. Dienstwilliger (geteekend) • ExtraH uit het Register 'der Re* folutien van de Edele Groot Achtbare Heeren vdndeWeth. der Stad Rotterdam. Vergadering van de Weth. gehouden op Dingsdag den 29 Meij 1787. ' J Op heden gedelibereerd zijnde, over de Misfive den a.6 dezer aan deze Vergadering gepnelènteerd, en waarover., vermids de incompleetheid do*  ( HO 3 cferzelve , de Deliberatien tot heden waren uitgefield, en in achtinge genomen zijnde, dat bij deze Vergadering op Misfivens aan dezelvegefchre- ven uuui een oi meer pnvaate perioonen , t zij dat dezelve geweest zijn, of nog zijn, Leden van eenig Collegie binnen deze Stad, of elders, niet we: Deliberatien noch Refcriptien kunnen vallen, naardien alle verzoeken door dusdanige aan deze Vergadering behooren te worden gedaan bij Request gemunieerd met behoorlijk zegel, is echter uit aanmerking dat onder de teekenaars van voorfz. Misfive zich bevinden de Heeren - en Regeerende Burgemeesterèn dezer Stad, en dien volgens mede Leden van deze Vergade» ring ■ goedgevonden cn verdaan de voorfz. Misfive niet te rug te geven, noch geheel te houden buiten Deliberatie, gelijk anderzins gevocglijkst zoude hebben behooren te gefchieden, maar naamens deze Vergadering aan voorgemelde Hee- ien en te declareeren , dat deze Vergadering van begrip fr , dat het voorgevallene tinnen deze Stad op den 23 April laatstleden niet meer kan worden veranderd, (?) tri dat dienvolgens, ai CO Reeds op den 21 Meij had de Weth, uit door den Krijgsraad geformeerde Nominatien , twee nieuwe Capiteincn der Schutterij geèligeerd, in depfaatfen van twee Capiteincn, die op den 2^ April tot Raaden in de Vroedfchap waren aangefteld  0*41 ) al was het Verzoek in meergemelde Misfive vea* vat , bij Requeste aan deze Vergadering gedaan, door dezelve daar in niets meer zoude kunnen worden gedaan, zijnde voorts gerefolveerd deze Refolutie te houden voor gercfumeerd, en dat daar van aan de voorfz. Heeren en zal worden gegeven Extract, ter hunner naricht. Accordeert met de voorfz. Refolutie»  X V I L ExtracJ uit de Rotterdamfbhè Couranten van den 5 cn 10 Jidij 1787. Woerden den 3 Julij. J Iet volgend Stuk, het v/elk reeds door veele Commandanten in hunnen naam cn die van hunne Manfchappen onderteekend is, ftaatmorgen ter Vergadering van Hunne Edële Groot Mog, ingeleverd te worden: Dxlaratoir der gewapende Burger-CorpJen, tot bsjcherming van het Vaderland en de Vrijheid uitgetrokken. Daar de gewapende Burger in dezen hoogstdringenden nood van het lieve Vaderland is uit. getrokken, ter befcherming van hetzelve en tot behoud der Vrijheid, en hij zijn Have en Goederen, zijn Vrouw en Kinderen, cn alles wat hem lief en dierbaarst is, heeft agtergelaten, onder de befcherming der Wetten en dc handhaving der j . ; • : Jus-  C H3 ) jüstitie; — en daar het te vrezen is, dat zij, dië tot heden hun verfoeilijk werk maakten, om het min doorzigtig gedeelte der Natie te misleiden, en tot fchandelijke daaden van oproer en geweld aan te hitzen, nu, gedurende, hunne afwezigheid, zich zouden willen bedienen, om deze hunne vuile bedoelingen door te zetten; zoo willen wij, door dit ons Declaratoir, alle onze Mede-Burgers, van watftaat, rang of denkwijze zij mogen zijn, ernftig' waarfchuwen, en van ons fericus voornemen berichten; en deelarceren wij ondergerec kende Commandanten van uitgetrokken Corpfen en Detachementen, met voorkennis, volkomen en eensgezinde toeftemming van onze onderhebbende Manfchappen, en dus in hunnen en onzen naam, ten dezen effeften, dat wij alle infultes, oproeren, plunderingenen geweldadighedeh, aan onze nagelaten Vrouwen, Kinderen, Nabeftaanden of Goederen aangedaan wordende, zullen aanmerken, als aan onze Perfoonen zelve te zijn gelchied; — dat wij hetzelfde zullen doen' ten opzigten der Perfoonen, Familien cn Goederen van zoodanige onzer brave Mede-Burgeren, die, of fchoon niet met ons uitgetrokken, egter bekend zijn voor ware Vaderlanders, die onze goede zaak in hunne onderfcheiden betrekkingen piet woorden en daaden getrouwelijk hebben voorgedaan en aangekleefd ; dat wij vervolgens alle Staats-Perfoonen, Regenten van Steden en van' Q a la$i  C 244 ) het Platte Land, Officieren en verdere Handhavers der Justitie, die zullen blijken geven, dat zij niet flappe handen de Justitie handhouden tot ftuiring van oproeren, geweld en plundering, of ten dezen met draaijerijdh cn geveinsdheid tewerk gaan, of hunne traagheid, onverfchilligheid cn onwil, met den glimp van activiteit zullen pogen te vergoelijken, zullen houden voor fchuldig aan meineed cn verraad aan den Lande ; — dat wij eindelijk ook hun, die de heimelijke roervinken en aanftokers zullen zijn, om 't even van wat Haat of rang ze mogen zijn, en wij zeer- wel weten te onderkennen, zullen houden voor vijanden van het Vaderland, en dat wij, na dat wij de openbare aanranders onzer Vrijheid, onder Gods zegen , zullen hebben in hunnen euvelmoed beteugeld, niet zullen uit den anderen gaan, maar dat wij zullen bijeen blijven, tot zoo lange, dat wij, den een voor den ander, en allen gezamentlijk voor malkander , op hun , die onze Vrouwen , Kinderen, Nabedaanden of Goederen; of de Perfoonen , Goederen en Familien van onze weldenkende I\Ietlc-Burgeren mogtcn aangerand, beledigd of geplunderd hebben; ofte op hun, die bij. gebrek aan tijdige voorzorge , of behoorlijke en pligtfchuldige adminiftratie der Juftitic, daartoe medegewerkt, of het zelve heimlijk zullen hebben aangeftookt, ons zullen gewroken hebben, en ons ten vollen verhaald voor alle. beledigingen cn  C =45 ) en fchadcn voorfchreven op hünne Perfoonen of Goederen. En op dat niemand dit ons voornemen onbekend zij, maar zich vvachte voor de gevolgen van onze rechtmatige gevoeligheid, hebben wij goed gevonden, dit Declaratoir in dc Nieuwspapieren te doen plaatfen, hetzelve zoo voor ons als in naam van onze onderhebbende Manfchap met onze naamteekening bckragtigende, hetwelk wij van dezelfde kragt en waarde houden, als of wij zulks hoofd voor hoofd met plegtigen Eede hadden gcftaafd. Rotterdam den 9 Julij. De groote Krijgsraad van de Schutterij te Rotterdam, gezien hebbende het Declaratoir van veele Commandanten van uitgetrokken Burger - Corps, (*j) in dezer Stads Cou- £*) Die dit ftuk onpartijdig en naauwkeurig leest, en met liet vorige vergelijkt, zal klaarlijk zien en zich. overtuigd vinden, dat de waare intentie is geweest, wel aan de eene zijde te voldoen aan de onwêerftaanbaare begeerte van hen, die voor het Woerdenfche Declaratoir ieverden, maar echter hetzelve merkelijk te verzagten, en in effeete te doen uitlopen, op het doen (cafu quoj van enkele arreflen, welke aan Rechterlijke cognitie fubject zouden zijn, hebbende men, met dit inzicht, in plaats der woorden, zoo lange tot wij ons zullen gewroken hebben, en ons ten vollen verQ 3 haald  C 246 ) Courant van den 5 dezer en in yerfctódeh aMfem geplaatst, en in aanmerking nemende , dat de Commandanten der Rotterdamfehe Schutters ■> ter bezetting van dc Vecrcn tc Crimpcn op dè Lek cn op den IJsfel gederachcerd> het zelve De- haald voor alle beledigingen en fcAadèn • . gebruik gemaakt van de gewoone extchfie 'van allo actes van arrest te Rotterdam, ten einde daaraan te verhaalen alle /eet en fchade &c., 't welk aldaar nooit verftaan wordt als eene bedreiging, dut dc arrestant zelf via fa&i dat verhaal zal doen maar alleen, als een opgave, wat hij in Rechten vorderen, en na bekomen vonnjsfe, door middel van Exfecutlé op de gearresteerde perfoonen of goederen, verhaalen zal, ■ Ook moet de Wethouderfchap het in dier voege, hebben opgevat, dewijl op een Request van acht Oud-Schepenen, die daarbij exhibeerden een Exemplaar van 't voorfz: Declaratoir, en kennis göven dat het zelve door een Provoost van den Grooter* Krijgsraad der Schutterij ten huize van ieder hunner was gebragt, met eerbiedig cn irtffantelijk verzoek dat het Hun Ed. Groot Achtb. zoude'gelieven voorzieninge, te doen, tegen aUe mocijclijkhcden, weikc dooreen vermoeden waar voorniet alleen gcea bewijs, imar zelfs geeue bewijsbaarheid is, omdat er niet dc allerminfrc grond voor is, aan de Ondergeteekenden zoude kunnen bejegenen , jen dezelve tc doe:) jouisfeeren van zoodanige protectie en beveiliging, als waarop ieder vrijgeboren Sur,  Declaratoir niet wel mede kunnrr. tcckenen, dewijl hét aanzeggingen cn v>.orncmcn.s vervat, welke, hoe zeer alleszins o /. goedG gronden fteunende, cn uit een loflijken ijver voortfpruitende, echter van dien aart zijn-, dat ze niet met effect geBurger recht van sawfprasik !r:efr- — Door Hun Ed: Groot Acnth: Qzondcr, we ens dit Deelaratoir, van den Krijgsraad bericht of verantwoording te vorderen, of daar tegen misnoegen te toonen of eenig verbod te doen) alleenlijk is gedisponeerd, sis volgt: Extratt uit de Rejbktfien van da Edele Gro t Achtbare Heeren van de Weth dtr StadRotterdam. Donderdag den 19 Ju'.ij 173;. Is gehoord het rapp' rt van dc Heeren &c. « Waar op gedelibereerd zijnde, is, conform bet voorfz: Rapport goedgevonden en verfuan, dat aan dc Supplianten bij Extract Refolutie van deze vergadering zal worden kennis gegeven, dat Hun Ed; Gr: Achtb: gezien hebbende de betuigingen door de Supplianten bij derzclver Request gedaan, dat dezelve niets meer wenfehen , dan om alle oproerige: bewegingen , zoo veel in hun is, te verhinderen ^ hun verzekeren, dat zooioelde Supplianten als alle andere Burgers en Ingezetenen dezer Stad, die zich als dille Burgers gedragen, en geenzins door i'-me daaden toonen te zijn zoodanige, als bij q 4 M  C348 ) gedaan of geprafteerd kunnen worden door Detachementen, welke niet uitmaken het geheele lichaam, of immers de groote meerderheid van die Schutterij, of dat Genootfchap, tot welke zij behooren, heeft noodig geoordeeld, na hier op de het Declaratoir bij der Supplianten Requefl geannexeerd, worden bedoeld, kunnen /laat maken te zullen jpuijfeeren van zoodanige p, otccüe en beval, ging, waarop led r vrijgeboren Burgerrecht , vanaenfp. aak heeft y terwijl Hun Ed: Groot Achtb: zoodanige perfoonen, al, vijanden van 't Vaderland confidereerende, nimmer onder hunne protectie zeuren kunnen nemen, nemaar integendeel als perturbateurs der rust en oproermak'eis ten ftrengfien moeien vervolgen en flraffén. — Dat wijders aan den Grocen Krijgsraad dezer Stad zal worden gegeven Copie van 't Request d :r S ippliamen alsmede Ccpie van dc Refolutie daarop, ten reguarde der Supplianten, lij deze Vergadering genomen, en teffens bij die Refolutie aan den Grooten Krijgsraad zal worden verzogt en des hoods gelast, omme zoodra dezelve onderrigt zal zijn van eeni 'e correspondentie, aanflag, aanzetting, of bevordering over en van zulke daaden , waardoor binnen deze Stad, of Provintii de rust zoude worden geile ord of derzelver Burgers oflnwooners, of iemand van dezelve zoude worden gedreigd, of in gevaar gebragt van eenige moeijenis, invafic, moord of plundering; daar van ten fpocdigften, zondereenig tijdverzuim, aan deze Vergadering kennis te geven opdat, dc Rust en Zekerheid werde bewaard, allé op-  C =49 ) de gevoelens van het mee.rdertal hunner weldenkende Schutters, door middel van de groote Vergadering der Unie, te hebben ingenomen , met vol' omen en eensgezinde toeflemming van dezelve, als mede van de Officiers en Schutters , de vooroproer en moedwil geluit, en alle kwaad voorgekomen, en de fchutdigen Exemp/air te kunnen doen flraffen, door /. un, aan tsten de adminijlratie der yuflitie is toevertrouwd. Accordeert met voorz. Re'blutien [gct0 J- van Zuijlen van Nijevelt. Dezelide omzichtigheid is in acht genomen, in het Declaratoir van de Amfterdamfche Vergadering (geplaatst in de Zuid-Hollandfche Courant van den 27fte Au ust: 1787,; cn u.tgcbragt op ene propofitie, welke zich veel verder uittlrekte, namelijk: „ om dc uiigetrokkene cn nog uittetrekkene Man„ fchappen van de gewapende Corrs, «elke zich „ of in de Guarnizocnen, of in het Campement be„ vinden, o, nog verd.T op het zelve zuilen uit„ trekken, te erkennen als de gewapende Bure:er„ macht van deze Provincie, haar verritte :ot „ dus verre te approbeeren, en te guarandeeren, „ ai/' het geerie dezelve bii vervolg, bepaaldelijk „ tot medewerking aan of tot Executie van de oog' „ merken en Rcfol uien dezer Vergadering zullen „ verrigten, of doen ve'rrigten. Men begreep namelijk, dit de Vergadering, alle de yerrigtingen van die gewapende Corps, of Campementen , niet kennende, bij gevolg ook niet koti Q 5 be-  C.25o ) voorfchreven thans uitgetrokken Detachementen compofeerende , deze openlijke verklaring te doen : ö Dat de Krijgsraad zeer wel onderrigt is , en bij vervolg onaerrigt zal worden, wie binnen deze Stad beoordeelen, veel min approbeeren, en voords wel guarantie kon belooven op de exfecutie van haare eigene Refolutien, indien zij ooit zóódanige Refohiden nam, welke een dadelijke exfecutie vereischten (waartoe, zoo veel de uitgever dezes wist, en nog weet, de Intentie dier Vergadering zich'niet uitftrekte, cn waar van uit Refolutien en Misfives van dien tijd kan blijken, datvooraaame Leden, bij naame de Krijgsraaden van Haarlem en Rotterdam, zeer afkeerig waren ,) maar geenszins, op alle daaden, welke dé voorfz: Corps zouden goedvinden zeiven te verrigtcn of door anderen te doen verrigten, tot medewerking aan of Exfecutie niet alléén van de Refolutien der Vergadering, maar ook van dc oogmerken, welke de gewapende Corps, daar aan (fomtijds bij misvatting) zouden kunnen too fehrijvcn. En daarom bepaalde zich de Vergadering om alleen „ te laudeeren en approbeeren alle „ de haar (té dier tijd) bekende verrigtingen van „ de voorfz.- Manfchappen &c. en tot ene, belofte, „ om ten allen tijde door alle mogelijke middelen te „ beveiligen, al 't geen verder door die Manfcha'p„ pen enz. zoude worden ondernomen, ("trekkende „ om de Refolutien en gedeclareerde imtentien van „ deze Vergadering te executeeren of fecundee» ren ■ enz."  C 251 ) ptad rapt dc Authcurs, Hoofden ofMedcftander% der geweldige daaden, welke in vcrfehcidenGel* derfche en Zeeuwfche Steden zijn ondernomen» of andere bekende vijanden van den Lande, direct of indirect, bij monde of gefchrifte, correSpondecren en derzclver vcrfoeijlijke raadllagen hel* pen bevorderen, cn ten dien einde misbruik maken van het blind vertrouwen, het welk dooreen gedeelte der kleine , eenvoudige, onkundige, of ruwe gemeente in hen word geiïcld. Dat die: huiven de Krijgsraad op die bedoelde Perfoonen een wakend oog zal houden en doen houden, en niet afwagtcn tot deze Stad zelve het toöttcèl word van hunne vuile inzigtcn, maar, zoo dra eenige Stad of Plaats , in Holland of West-Friesland , door Militaire magt geinvadcerd, of door moord en plundering van het Gemeen ontrust word, dc perfoonen en goederen van die genen, welke de Krijgsraad weet dat1 het in hunne magt hebben, zeiven, of door hunne adLx-rentcn en complicen, diergelijke onderneming gen en gebeurtenisfen te veroorzaaken , of tegen te houden, Mco en alom, waar die te vinden zijn, in verzekerde bewaring zal dellen of doen dellen, o:*.t die te houden tot Gijzelaars , of Borgen en Onderpanden , voor al het kwaad, dat door de Partij, tot welke zij door hunne daaden getoond hebben te behooren, binnen deze Stad cn Provincie zal worden bedreven, ten einde daar aan  C 253) te verhalen alle leed en fchade, welke aan eenfg Regent of Medeburger, om het voorftaan dezer Vaderlandfche Vrijheit en wettige Conftitutie eener reprajfentative Volks-Regeerhig, zal overkomen. En dewijl dc Krijgsraad, hoe zeer de magt der Schutterij genoeg in ftaat is alle geweld. feditie en overlast, binnen deze Stad gepleegd wordende, tc fluiten cn tot bederf der oproerigen te doen uitvallen , echter wenscht en vertrouwt, dat deze ernftige waarfchouwing het heilzaam effect zal hebben, van die geenen, op welke dezelve arplicabel is, tot nadenken tc brengen , envande bevordering der berokkende Plans te doen afzien , en dus alle bloedftoriing , niet alleen van onfchuldigen , maar zelfs van dezulke , die de fchuldige doch onbezonnen werktuigen, van zich uiterlijk flilhoudendc aanftokers , zouden zijn , werde voorgekomen, zal deze gedrukt en tot ijders kennisfe gebragt worden. Aftum in Rotterdam den 7 Julij 1787. Uit last van den Grootcn Krijgsraad, [geteekend door acht Leden] XVIII.  053) XVIII. ExtraB uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland\ in Hun Edele Groot Mog. Vergaderinge genomen op Zaturdag den 22 September 1787. o p de communicatie door de Hoeren Gedeputeerden der Stad Hoorn, wegens den toeitand van zaaken binnen dezelve Stad , gedaan , is goedgevonden en verdaan de Refolutie van den 17 Maart laatstleden bij dezen te annulleeren , ende Heeren Gecommitteerde Raaden, te Hoorn refidccrende, te gelasten &c. zijnde wijders nog gerefolveerd, alle Refolutien waarbij de Remotien van wettige Regenten voor domestijeq zijn verklaard, te annulleeren, buiten ejfcSt te /lellen, en te verklaaren dat geene andere als wettige Regenten der Steden zullen worden erkend , noch in  C 354 ) •te de Vérgadermg van Hun Ed. Groot tdog. geadmittecrd,wordende de door geweld ingedrongene nieuwe Raaden bij dezen verklaard van die posten vervallen te zijn, en ten fterkften gelast, zich in het minde met geene directie van .Staats of Stads zaaken te melleeren. — Accordeert met voorfz. Refolutie. X I X.  C 355 ) X I X. PUBLICATIE. J)c Staaten van Holland en Westfriesland, allen den geenen die deze zullen zien of hoorert leezen ; falut. Nademaal zich door de zonderlinge en aanbiddelijke Voorzienigheid van den Allerhoogften, de ongelukkige omftandigheden, in welke voornamentlijk deze Provincie door hooggaande onlusten en verdeeldheden tusfehen Regenten en Regenten , Burgers en Burgers cn Ingezetenen en Opgezetenen was gedompeld, merklijk ten besten zijn veranderd, en door de gelukkige herftelling van zijne Doorluchtige Hoogheit den Heere Prinfe van Orange en Nasfau, Erf-Stadhouder, Erf-Kapitein Generaal en Admiraal Generaal dezer Provincie, in alle Zijne hooge Waardigheden , Lloogstdenzelvcn bij Zijne meerderjarig wording Staatsgewijze wel en wettig opgedragen , wel haast, zoo Wij van Gods gunftigen Zegen hopen en ver wagten, geheel zullen ophouden, en Wij thans hebben buiten effect gefield de Plakaaten of Publicatien, waardoorde Voorftanders en Beminnaars van Zijne Doorluchtige Hoogheid en Hoogstdeszeïfs Vorstlijk huis, wanneer zij op eenigerhande wijze, al ware het zelfs door woorden of door in derzelver aart en nataur onverfchillige daaden , blijken van hunne ver-  C250 verknogtheid en aanklevinge aan Hoogstdeszelfs Perfoon of belangen gaven, aan zwaare ftraffen wier len blootgefteld, endaai d >ori veroorzaakt, dat vcole , anderfins goede en .ve eenende , Inen Opgezetenen, welke hunnen ijver voor die, ra.'t het heil des Sands zoo zeer overeenkomende, zaake niet kunnende bedwingen , de voorfchreVen Plakaaten in het een of ander opzigt overtreden hadden, in de Gevangenisfen geworpen, en uit hoofde van Rechterlijke Vonnisfen , fbmmige aan den Lijve, andere niet Confinement, andere met Bannisfement geftraft zijn geworden, en dat ook andere , uit vreze van vervolgd en geftraft te zullen worden , uit het Land gevlugt zijn , en het onbillijk zoude zijn, dat iemand ter zake van ijver, voor het geen Wij thans erkennen, de wa. re Conftitutie en belangen des Vaderlands te zijn, zoude blijven li den, of eenige onaangename gevolgen ondervinden. (*) Zoo Q'\) [let zou zeker hard zijn geftraft re worden, over een daad, welke niet door dc Souverain, in wiens naam men geftraft wordt zei ven, maar alleen door deszelfs voorzaat, als mlsdaadig befchouwd en verklaard was; fchoon men te.i tijde van het ple.;en dier daad voorshands wist, dat men tegen den wil van den toen regeerenden Souverain zondigde; Maar. . is het dan niet nog harder geftraft tc worden , over een daad, welke, ten tijde , toen ze gepleegd wierd., door den Sonverain niet gelaakt, maargecorroboreerd en lang naderhand door deszelfs Opvolger eerst afgekeurd en onwettig verklaard is ? ■  C 257 ) Zoo is 't, dat Wij, met rijpe deliberatie, na ingekomen Ad,ijs van Onzen Hove, hebben goedgevonden tevcrlcenen, gelijk Wij verleenen mits dezen, aan alle en een iegelijk, welke, uit hoofde van aankleving aan of ijver voor de belangen van het Doorluchtig Vorstlijk Huis van Orange , het zij voor of na het emaneeren van de bovengemelde Onze Plahaten of Pub Heat ten , zich aan eenige onrustige bewegingen of oproerigheden , of aan iets van het gecne bij de voorfchreven Plakaten is verboden, op eénigerhande wijze hebben fchuldig gemaakt, eene Amnestie of volkomen vergevinge en uitwisfinge van alles , wat zij daar door tegen Ons zouden mogen hebben overtreden en misdaan ; verklaren wijders alle Proceduren, uit dien hoofde tegen dezelven aa gevangen , het zij dezelven nog hangende , of reeds getermineerd mogen zijn , voor vervallen; vernietigende bij deze alle Vonnisfen tegen de zoodanigen om zulke overtredingen of misdaden gewezen ; het zij dezelven reeds zijn geëxecuteerd of niet; met hcrdellinge der Geci ndemneerdin en Geëxecuteerden in derzelver eer cn rechten, even als of zij die overtredingen ofmisdaaden niet hadden begaan. Bevelen en gelasten de refpective Officieren en Gerechten , om die genen , welken uit zulken hoofde in hunne Gevangenisfen, of uit kragte van hunne Vonnisfen in eenig Confinement zijn, daal' uit iltco kosteloos te ontilaan en te doen relaxeeR rea4  ren , mitsgaders alïe om zulke redenen aangevangen Procedurcnteftaken, endeterzoodaanigc zaaken gebannen cn Onverhinderd te laten te rug komen, et) ais alle andere Ingezetenen de vrije inwooningc en alle andere rechten en voorrechten genieten , in verwagting, dat dezelve zich zullen gedragen als ftillc cn vreedzame Ingezetenen , voor welke dc weg van Hechten , maar niet die van eigenwillige wraak , open Haat- En interdiccren wei expresfelijk Onzen Prokureur- Generaal en alle andere Officieren iemand, wie hij zij, ter zake vooric breven ooit of ooit in eeniger maniere te bemoeilijken, of in het rustig envreedig genot van deze Onze amnestie en vergevinge teftooren ofhindcrlijktezijn ; welverftaande nogtans, dat onder deze Onze amnestie niet begre. pen zijn de zoodanige, die, onder voorwendze! van zugt voor de goede zaak, zich aan Moord, Roof, Dieflialen Falfiteitcn, of eenig ander niet tot oproerigheid behoorende, maar op zich zelfs ftaande, delict hebben fchuldig gemaakt, als dewelke Wij hier door geenzins willen bevrijden van de door zoodanig delict verdiende, of aan dezelve bij Vonniste opgelegde en geinfiigcerde ftrafFen. En, op dat niemand hiervan ignorantie pretende» re, zo lasten en bevelen wij, dat deze alommc zal gepubliceerd en gesfflgeerd wenden, daar zulks behoort, cn tc gefchieden gebruikelijk is. Gedaan in den! lage onder het klein Zegel van den Lande, den ftfSept 1787. (ond.) TerOrdonn. van dc Staten, (was getékend) C. CLOTTERBOOKE. X X.  C *59 > xx. Extra cl uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West -Vfiesland, in Hun Edele Groot Mog. Vergaderinge genomen op Woensdag den 3 Oetober 1787. Ontfïiwgc" een Misfive van Prefident en Raaden van denHove , op heden gefchreven, houdende &c. hier na geinfereerd. Edele Grovt Mogende Heer ent Wij hebben ontfangen UEd. Groot Mog. Misfive en Pvefolutie van den 16 dezer voorleden maand, waarbij UEd. Groot Mog. hebben goedgevonden en verdaan, dat de Declaratoiren, Propofitien en voordragten aan UEd. Groot Mog. R a g«-  C *6o ) gedaan , en bij UEd. Groot Mog. (*) Refolutie van den 22 derzelver maand vernield, aan onsin origiaali zouden worden toegezonden, cn dat, voor zoo verre dezelve aan de Regecringen der Steden waren gedaan, Burgemeesters en Regeerders van de refpecuve Steden dezer Provincie zouden worden aangefchreven, om zulks ten fpoedigften aan ons te fuppediteeren. Ingevolge van welke Refolutie dan ook aan ons zijn ter hand gekome negentien fluks addresfen door zom- [*] Die Refolutie luidde als volgt: De Heeren Gedeputeerden der Stad Rotterdam proponeeren, of ni.t, in aanmerking van de versheiden Dcclaratoïren, Propofitién, cn Voordragten, zoo in de Steden, als in de Souveraine Vergaderingvan Hun Ed: Groot Mog:, doorfommige gewapende Schutterijen, Genootfchappen, Burger-So[ cieteiten of door derzelver Gecommitteerden of door wien ook gedaan, waar in de verregaandfte, ongchoordfte, en onregtvaardigfte bedreigingen, zelf aan UEd: Groot Mog:, voorkomen, den Hove Provinciaal niet behoorde- te worden veizogt en gelast, om alle dezelve behoorlijk te examineeren, en UEd: Gr» Mog: te dienen van hunne confideratien en advies, wat in dezen, to-rrust van den Lande, tot veiligheid van UEd: Gr: Mog:, of van alle andere Regeeringen , of Perfoonen, die daarin genoemd of bedoeld zijn, zoude kunnen en behooren te worden gedaan; Het geen dien conform geconcludeerd, en aan den Ho» «e Provinciaal verzonden is.  sommige Schutterijen, Genootfchappen, Burgerfocieteiten of derzelver Gecommitteerden , en anderen aan de Souveraine Vergadering van UEd. Groot Mog. gedaan. Wij hebben Ed. Groot Mog. Heeren ! offchoon tot nog toe ons niet zijn gefuppediteerd eenige Declaratoiren, Propofitien of voordragten in de Steden gedaan, echter gemeend, ter fpoediger voldoening aan het door UEd. Groot Mog. bij Hoogstderzelver Refolutie van den 22 September 11. van ons gerequireerde , geen tijd te moeten verzuimen , om de gemelde door UEd. Groot Mog. aan ons toegezonden addresfen te examineeren, ten einde ons alzoo in Haat te rtelleu , om desvvegens voorloopig aan UEd. Groot Mog. tè kunnen dienen van onze confideratien en advijs. Ten dien einde moeten wij remarqueeren, dat het aan ons is voorgekomen, dat alle de voorfchreven addresfen, wel verre dat dezelve zouden zijn ingerigt overeenkomftig den eerbied en die achting, welke een ieder Ingezeten aan zijnen Souverain, in het gemeen, en de Leden dezelve Conftitueerende, in het bijzonder, gelijk ook aan die geenen , welke van wegens dezelve met de eminemfte charges zijn bekleed, is verfchuldigd , en van alle Ingezetenen met recht geëischt en gevorderd wordt, alle dezelve, één mogelijk uitgezonderd, integendeel de een meerder de an- £**] D3 Uitgever vertrouwt, dat hij zich niet te veel R 3 vleit,  C 26, ) ander minder zijn doonncngd van /eer onbctanmïijkey beledigende cn hooncndc, uitdrukkingen , zoo wel met opzicht tot het Souverain gezag vap UEd. Groot Mog. /elven, als ten reguarde van den Perfoon van zijne Doorluchtige Hoogheid, den Heer Prins Erfrtadhouder, inidsgaders ook van.de Heeren Staaten van andere Provinciën; en dat zelfs ook daarin verfcheiden , weinig met de gevestigde Conftitutie van dezen Lande over. eenftemraende, zoo al niet dezelve geheel cn al ondermijnende, redeneeringen en gevolgtrekkingen worden gevonden, ten dien effefte, dat alle dezelve wel zouden verdienen aan een geftreoa onderzoek te worden gefubmitteerd. Dan, EdGroot Mog. Heeren! nadien bij de voorgemelde uwer Ed. Groot Mog. Refolutie alleen fchijnen bedoeld te worden zoodanige Declaratoiren. propofitien en Voordragten , in welken de verregaandfte ongehoordfte en onregt vaardigde bedreigingen, zelfs aan UEd. Groot Mog. Vergadering, voorkomen, hebben wij gemeend, ten dezen on-. ze attentie ook voornaamlijk te moeten vestigen • Van dezen aart dan, Ed. Groot Mog. Heeren", zijn ons in het bijzonder voorgekomen te zijn ' voor vle.t, met te onderftelleu, dat hier bedoeld wordt hc, door hem qq. geteekende Request in dato iSeptcmb' 1786 ;A«f «tf/#tezgncrOpitelIenvan dien aart wvirm gecne veranderingen, tegen zijn zm, gemaakt z^j  voor eerst het addres, aan UEd. Groot Mog. &c» ten anderen het addres van &C; Qnè\vfa.tendeTdea, het addres van de zich noemende algemeene Provinciale Vergadering van Gecommitteerden uit de Krijgsraaden der Vrijheidlievende Schutterijen, Genootfchappen van wapenhandel, Gecoat ftitueerden uit de Burger Sociëteiten en Corporatien dezer Provintie, den 50 derzelvc maand Augustus 1787 ter Vergadering van UEd. Groot Mog. ingekomen. En vermids bereids op den 9 Julij dezes jaars, door den Procureur Generaal tot onze kennis is gebragt zeker Declaratoir der gewapende Burgercorps , zeggende , tot befcher-! ming van het Vaderland en Vrijheid, uitgetrokken te zijn; hetwelk, behalvcn door andere pu-« blieke Nieuwspapieren , mede was publiek gemaakt door eene extraordinaire Zuidhollandfch© Courant van den 5'Julij dezes, met eene bijgevoegde advertentie &c. waarbij wierd ge» zegd, dat het zelve daags daar aan ter kennisfe van UEd. Groot Mog. ftond te worden gebragt ; welk Declaratoir onder de door UEd. Groot Mog. aan ons toegezonden addresfen niet wordt gevonden , zo verzoeken wij eerbiediglijk , bij aldien het zelve wezenlijk ter Vergadering van UEd» Groot Mog. mogt zijn ingekomen, aangezien het zelve , volgens de gedagten van den Procureur Generaal, bij deszelfs fchriftelijke propofitie aan den Raade voorgedragen, is contineerende openR 4 baare  C 264 ) fcaare bedreigingen' van eigen willekeurige wraaknemingen van geledene fchaden , en midsdien onbehoorlijk, en zouden kunnen wezen van dan* gereufe gevolgen, dat het zelve mede aan ons in originali, of copielijk, mag worden ter hand gefield. Gelijk wij het zelfde verzoek mede doen omtrent zeker Request in het laatst van den voorigen jaare 1786 aan UEd. Croot Mog geprefenteerd, en bij 358 Perfoonen , waar onder ver, fcheiden fuppoostcn van den Hove, onderteekend , en vermeld onder de notulen van UEd. Groot Mog. van den 1 December deszelven jaars, waar omtrent insgelijks de Procureur Generaal reeds eene Propofitie aan den Hove heeft gedaan. Hiermede dan, Ed. Groot Mogende Heeren, overgaande tot onze voorlopige confideraticn en advies, wat namelijk in dezen, tot rust van den Lande, tot veiligheid van UEd. Groot Mog. zeiven, of van alle andere Regeeringen of Perfoonen die daar in bedoeld of genoemd zijn, zoude kunnen en behooren gedaan te worden, zouden wij onder het welnemen van UEd. Groot Mog. Van gedagtcn zijn, in de eerfteplaats: dat hoe zeer qok het misdaadige in dc hier yorengemeide addresfen voorkomende , zoude kunnen of mogen gecenfeerd worden te behooren tot dat zo&ort van delicten, waaromtrent het Hof ten allen tij4e heeft gefustineerd, dat aan het zelve de pri- va«  < ^5 ) vatieve cognitie, met uitfluiting van alle andere Rcgters, is competeerende, en hier voor ten deezen voornaamkjk ook wel zeer veelc gegronde redenen zouden militeeren, echter tot vermijding van alle quaestien, die ecnigzins tot verachtenng van het heilzaam oogmerk, 't welk UEd- Groot Mog. zich in dezen hebben voorgelleld , zouden kunnen ftrekken, de hier voorgemelde addresiëa door UEd. Groot Mog. behooren gefield te worden niet alleen .in handen van den Procureur Generaal , maar ook van de Officieren der refpeftive Steden , daar dezelve geformeerd en geteekend zijn , midsgaders daar de Auteurs, onderteekenaars derzei ve, en verdere Perfoonen daar in deel gehad hebbende , woonachtig zijn , ten einde tegen dezelve zoodaanig te handelen, alshetrccht van de Hooge Overheid zal vereifchen. 21/z anderen, dat zoodaanigegewapende Schutterijen en Genootfchappen &c. Waarop gedelibereerd zijnde, is goedgevonden en verdaan, dat het voorfz. advijs zal worden geëxamineerd door de Heeren van dc Ridderfchap en verdere Hun Eek Groot Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Juftitie , met Commisfarisfen van den Hove, en de Vergadering daarop ten fpoedigflen gediend van derzelve conlideratien en advies, en is dien onverminderd copic van het zelve verzogt door de Heeren GeR 5 «te-  C =66 > deputeerden der Steden Haarlem, Leijden , ScnJedam en Alkmaar, om daarop te verdaan dc intentie van de Heeren luinné Principaalcn, en dat Voords aan gemcldcn Hove ia »rigimU zullen werden gezonden de bij derzelver Misfive verzogte addresfen onder de notulen van Hun Ed. Groot Mog. den i December 1786 en 4 Jub'j i787 en nog een Request van Burgers van Hoorn onderde notulen van den 17 November 1786. Accordeert met de voorfz. Refolutien;  Oei?} XXI. ExtraB uit de Refolutien van de Heer-en Staaten van Holland en West-Vriesland in Hun Edele Groot Mogende Vergaderinge genomen op Zaturdag den 3 No~ vember 1787. I^ij refumtie gedelibereerd zijnde op liet rapport, den 12 der voorleden maand ter Vergadering uitgebragt, door de Heeren van de Riddcrfchap en verdere Hun Ed, Groot Mog. Gecommitteerden tot het groot befoigne, hebbende, ingevolge en tot voldoening aan Hun Ed. Groot Mog. Refolutie Commisforiaal van den 3 tevoren, met Commisfarisfen van den Hove geëxamineerd de Misfive van den Prefident en Raaden van gemelde Hove ten zelvcn dage gefchreven, waarbij, volgens Hun Ed. Groot Mog. Refolutie van den 26 September, hadden gefuppeditcerd derzelver voor  ('2 XXVI. i Aan de Edele Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland. (jeeft met fchuldigen eerbied te kennen Mr. H. A. Kreet, geboren Burger en Inwooner der Stad Amfterdam, dat hij nimmer in zijn privé, of als particulier, zich met zaaken van 's Lands Regeering heeft bemoeid, nooit heeft gefchreven, of deel gehad in het fchrijven of uitgeven van, eenig boek, blaadje of pasfage in enige nieuwspapieren of periodijeque of andere pamphlets, direct, noch indirect, noch ook uit zich zeiven eenig addres of ander gefchrift heeft opgefteld, om het teekenen en inleveren van dien vervolgends aan anderen aanteraaden, of fmakelijk te maken. Maar dat hij (evengeüjk veele andere Practizijns) gemeend heeft zijnen dienst als Advocaat niet te mogen weigeren aan zoodanige Collegie»  £?, >iof Leden van CoIIegien'die h™ w ^ dan tot het extendeeren van enig protest, bei,c£ of c aSZS " J*/*^ -n d*o u £ ij 1 d°daf;?e- - een ongunfcg voor citeid . „ dat h.j een verzoek en commk » fie van Heeren Schepenen der Stad p„ , ? * den 13 December 17L Z* Rotterdam van „ een zaak, waarna ocJ^E* T^' ia „ houderfchap, noch ui" w d n°tüien *r wet" „ befoiones iïn*Z glSter der Cri'™eele „W kenX ï ^ ^ " hH> "in tegen wien? — en welk, Z r ~~ Ve&l deswege R O »>,m. , p 'fie vanju"itie hij vtcj^ck.. u. zoude verzoeken' . rr«f r , immers van zelfs h,, iT' C rpreekt „„„en e„ beced MTd — 17 "*"• — Het waarnemen van 't .Officie beftaat  'óf memorie, hebben verzogt, om van dezelve, door hen naar welgevallen gealtereerd [zijnde* zoo* ook, en wel in de eerfte plaats, in het nemen van praecedeme iriformaticn ter ontdekking zoo wel van bnfchuld, als van fchuld, dezelve fcrupuleus te ■ examineeren, en dan zich te bepalen, — of en wat er verder van wege de Hooge Overheid behoort te gefchieden ? Dit verrigt hebbende, had de uitgever aan Heeren Schepenen kunnen declareeren, dat hij, of uit den aart van het gebeurde, of uit defect van bewijs, in Rechte geen grond vondt om ter dier zaake R. O, als accufator publicus te ageeren, en daarmede had hij dan in die commisfie gedefungéerd. — Maar cigentlijk gefproken — heeft hij de waarneming van 't Officie nooit aanvaard, gelijk dc Heer DHonore, die, zoo als 't Rapport zegt, tot het doen van zijn Eed was overgekomen, —« dewijl hü, wel verre van zich tot het doen van den Eed te fisteercn, integendeel, zoo als in 't zelfde Rapport almede geadvotieerd wordt, enige confideratlen tegen enige articulen zijner Inftructie heeft gemoveerd, waar mede die zaak is blijven fteken!—Men had er nog kunnen bijvoegen dat de meeste dier confideratien tot zijn genoegen zijn afgedaan, bij ene Refolutie van de Vroedfchap, NB.vdïrdege, beurtenis van 23 April 1787, — doch dat hij, om eene bij hem overgeblevene difficultelt, zich nader aan Sche*  C 30a 3 zoodanig gebruik te maken, als zij ter hunner intentie dienftig oordeelden; en dat hij op dien zelfden voet ook heeft gediend de Geconftituè'erden van een aantal voorname Burgers en Ingezetenen zijner toenmalige woonplaats Rotterdam, welke qualiteit bij de Vroedfchap en Wethouderfchap van die Stad was erkend; zoo als hetlaatstgemelde Collegie aan UEd. Groot Mog. bij zekere gelegenheid heeft vertoond. Dat hij Suppliant nimmer is geweest Lid, 't zij in naam of daad, van eenig gewapend Genootfchap, (§) en ook direct noch indirect, geen auc- Schepenen geaddresfeerd, en, zoo lang die niet weggenomen Was, zich van het waarnemen der Commisfie geexcufeerd heeft. CD Het vrijcorps te Rotterdam is eigenlijk nooit gewapend geweest, maar gedisfolveerd eer het een wezenlijk beftaan had. De fuppliant heeft, biijkends den datum bij zijne naamteekening ftaande, daar in geen deel genomen, dan nadat het zelve den 14 Januarij 1784, bij de weth. was gepermitteerd —— en alles, wat hij in dat corps verrigt heeft, is geweest, dat hij in twee of drie vergaderingen, (doch niet in die van 27 April) is praefent geweest, en in eene derzelve, met Dhr* bevelhebber Abhaham Verstolk en anderen , heeft helpen ontwerpen en vastftellen het Declaratoir, 't Welk. op den 6 Maij 1784 door evengemelden Heer aan  C3°3 ) aucteur, aanvoerder of medehelper van derzelver ondernemingen, ja zelfs nooit voor zoodanig Genootfchap eenig opftel hoegenaamd geconcipieerd of aan Heeren Commisfarisfen van de weth is overgeleverd, behelzende een defadveu en ronde afkeuringe van zekere door een der Leden begaane onvoorzichtigheid, en duidelijke belofte van te zullen effe&ueeren, dat niemand der Leden zou achterlijk blijven de boeten hunner abfentie in de burgerwacht te betalen , ■■ en dat opftel had , zoo alsDhr. Verstolk verzekerde, aan hun Ed. Groot Achtb. zeer voldaan. ■ Dezelfde Heer, nevens de toenmaalige Hoofdofficier, voor wien de Suppliant, te dier tijd de eere had als Advocaat vrij veele moeitens te doen, (trouwens uit dien hoofde moest hij bij meer Heeren in goede gedagten zijn) zal zich kunnen erinneren den trouwhartigen en ernftigen raad hun Ed. ten zijnen huize gegeven, om namelijk , door het effectueeren eener onverwijlde reforme in de Schutterij, de Leden van 't voorfz: Corps te disponeeren, om van't zelve, als dan niet meer nodig zijnde, aftezien: Had men dezen weg gelieven inteflaan, dan zou men de gebeurtenis van den io Julij, en het daar uit geproflueerde Request van een goed getal Burgers (in 't welk hij echter geen het minfte deel heeft gehad) aan den Souverain geprsefenteerd, met all' 'tgeen daarop gevolgd is, hebben kunnen prsevenieeren; -—  C S<*0 öf geëxtendeerd, veel min ietwes verrigt'heêft in, of ten behoeve van, een burger-legertje, (f) Dat hij in Meij 1786 door den grooten Krijgsraad der Schutterij te Rotterdam aangefteld en bij de Wethouderfchap erkend zijnde als Secretaris van dat Collegie, op een vast tractement, en onder de expresfe verpligting van voor 't zelve te moeten concipiëeren, extcndeeren, en teek enen alle memorieh, berichten, addresfen, en andere fchriftuuren, welke hem gelast zouden worden, hij dus, in die qualiteit zich niet heeft kunnen of mogen onttrekken, van 't geen door hem, op Refolutie en Auctorifatie of ordrevan dien Krijgsraad , of deszelfs Gecommitteerden , van tijd tot tijd is verrigt, en 't welk naar alle Recht en Reden CD Dat dit geene geaffecteerde ontkentcnis , maar ' met zijne waare denkwijze overeenkomftig is, kan overtuigend blijken uit het hier voor bl: 262 reeds gemelde Request, door hem in naam en last van de Rotterdamfche Geconftitueerden geteekend, en op den 1 September 1786 aan Htm Ed: Groot Mog: gepraefenteerd, -waar in hij ten flcrkften openlegt de gevreesde gevolgen van het uittrekken van geWapende Burgers. Trouwens het is te Rotterdam • aan ieder bekend, dat hij tegen dat uittrekken zich zoo lang mogelijk geoppofeerd , en daar door veels envrienden gemaakt heeft;  ( 3oj) den ftoridt ter Verantwoording van zijne voornoemde pfincipaalcm Dat de gemelde Krijgsraad, in Augustus 1787, door de Gecommitteerden uit de Provinciale Vergadering der gewapende Burgercorps tot de Militaire zaaken, te Woerden refidéerende , bij Misfive genodigd zijnde tot eene GeneraaleVergadering van Krijgsraaden, Genootfchappen, Geconftitueerden uit de Burgcrijen &c te Amfterdam te houden, (*) bcfloten heeft een hunner Me- (*) Uit de Extracten, G en E. gevoegd bij eene Memorie van den Hr. Advocaat Fiscaal van Braband en den Lande van Overmaaze, aan Hun Hoog Mog. geëxhibeerd den 28 Januarij 1788, zou hctkunnen fchijnen , als of alle de daar in gemélde bijëenkomffen en deliberatien aan eene en dezelfde Vergadering , in fuccesfive recesfen , moesten worden toegefchreven. — Doch dit is verre van daar, ■— de algemeene provinciale Vergadering te jJnt' Jlerdam van Krijgsraaden en andere, gewapende eri 1 Ongewapende , corporatiën is voor 't allereerst gehouden den 24 en 25 Auguftus 1787. en heeft niets gemeens met de vroegere Vergaderingen te Letjden, Dordrecht, Utrecht en Delft gehouden, en welke almede van onderfcheiden aart waren, — dezelve wierd gecontinueerd tot den 17 September, cn is toen ook nog eenige dagen bij een "geweest; — doch heeft over de poinéten, waar op1 V Zö  -Medelede , nevens hem fuppliant derwaards te commnteeren , waar toe de voornoemde Krijgsraad, welke bevorens nooit een lid dier Provinciale Vergaderingen geweest was , voornamelijk is overgegaan door het bekomen bericht, dat het legertje, 't welk, uit de gewapende Genootichappen gecompofeerd, was bij een getrokken, gemunicerd was met patenten of voorfchrijvens van UEd. Groot Mog. Gecommitteerden tot defenfle dezer Provincie en der Stad Utrecht, gelijk de meeste dier Genootfchappen ook reeds' lange te voren door UEd. Groot Mog. waren genomen in Hoogstderzelver fpeciale protectie. Dat hij in die Vergadering, (welke bij continuatie ook op den 17 September en eenige volgende dagen haare fesiien gehouden heeft, doch op den 26 dier maand , oogenbliklijk na dat UEd. Groot Mog. placaat van den aaften te Amfterdam was bekend geworden, gefcheiden is,) door den wil van de meerderheid der Leden , zich wel niet heeft kunnen ontdaan van fommige commisfien op zich te nemen, en ook als mede Secretaris tc fungecren; doch in die qualiteit mets, dan een klein gedeelte der notulen, heeft ge- ze bedreven was, of eenig gedeelte derzelve, volftrekt niet gedelibereerd , dan alleen over het vierde poinft, 't welk gedeclineerd cn  C3°7 ) gccoucheerd, en geen het minde deel hcefl gehad aan het Request , (*) 't welk in de voorfz. Vergadering gearresteerd , cn in het laatst van Augustus ter tafel van UEd. Groot Mog. is ingeleverd; waar tegen hij fupph en zijn mede Gecommitteerde , van wege den Krijgsraad der Stad Rotterdam , zelfs een protest in de notulen heeft doen infereeren , zoo als ook door vecle andere der voornaamfte Leden is gedaan ; -— en dat het dellen van zijn naam onder de notulen van die Vergadering niet anders is gefchied , dan om daar door de echtheid derzelve te conftateeren; terwijl daar uit geenszins volgde , noch geclicieerd konde Worden, dat de fuppliant zich met all' deninhoude van dezelve had geconformeerd; waar van het tegendeel genoeg bekend was , en door hem bij dezen haar waarheid wordt gedeclareerd. Dat hij, uit hoofde van alle zijne voorfz. verrigtingen, niet kunnende verwagten eenige pourfuite of befchüldiging, dan ook met alle gerustheid naar Rotterdam zou zijn geretourneerd 5 doch op.de bekomen tijding dat de Schutterij en Krijgsraad aldaar gedisfolveerd , en dus zijn ambt vervallen was , en dat in die Stad diverfe Leden van den Krijgsraad veele onaangenaamheden hadden moeten ondergaan, wel* Zie hier roor bl. 303. reg. 3 en 4, V a  C 3°8 > welke hen genoodzaakt hadden zich naar elders te retirceren, waar toe zijn huisgezin mede had moeten befluiten, te raade is geworden in zijne geboorte ftad Amfterdam te blijven en zijn domicilie te vestigen , en, bemerkende dat dit . niet genoeg bekend was geworden, zulks openlijk in de Rotterdamfche Courant herhaalde maaien heeft geannonceerd, (f; Dat, gelijk hij dus niet als fugitijf aangemerkt konde worden , hij ook vertrouwde niet gecomprehendeerd te kunnen worden in UEd. Gr. Mog. Refol. van 30N0V. 1787. (*) bij wel- O Bij de volgende Advertentie, ftaande inde Rotterdamfche Couranten van 5, 8, 10 en 12 Januarij 1788. Mr. H. A- Kreet, Advocaat, gewoond hebbende te Rotterdam, adverteert, om alle misverftand en het verdwalen van brieven voortekomen, dat hij op zondag den 16 September 1787, om affaires, naar Amfterdam vertrokken zijnde, en aldaar vernomen hebbende, dat de Rotterdamfche Schutterij en Krijgsraad , waar van hij het Secretarisampt bekleedde , was gedisfolvcerd, het befluit genomen beeft te Amfterdam, waar hij een ingeboren poorter is, te blijven en zijn vaste domicilie te houden , en tea dien einde reeds op den s.6 September aldaar zijn Burgereed gedaan , en een huis voor verfcheiden jaaren gehuurd heeft, 'twelk hij reeds lange met zijne familie bewoont , ftaande op de Keizersgra^t over den ouden Schoubtirg, — • waar een lederverzogt wordt deszelfs brieven te addresfeereji« <*) Zie hier voor Nq IMI.'bl. 271.  C 309 ) welke uit hoofde der gefleldheid van zaaken binnen de Stad Rotterdam (namelijk, dat de meerderheid der Schepensbank aldaar zelve gedeclareerd hadde vereischte neutraliteit niet te bezitten) aan den Hove is gedelegeerd de judlcature over die, zaaken, welke anderszins ter eerfcer inftantie door Schepenen van Rotterdam zouden moeten worden ber egt; 't welk de fuppliant begreep op hem niet applicabel te zijn, naardien hij reeds in de maand September 1787, toen er nog geene de minde aanftalte van eenige crimineele procedures plaats had, een huis voor verfcheiden jraren te Amfterdam gehuurd , aldaar zijn Burgereed vernieuwd, en zijn domicilie overgebragt , en zich daar door aan de judicatuure van Heeren Schepenen dier Stad gcfubjecteerd had , waar door hij pracifelijk viel in de termen van UEd. Groot Mog. placaaten van 15 September en i5 December 1678. bij welke gedeclareert is ., dat „ het in den lande van Holland en Wcstvries„ land een indisputabel recht is, dat geenihge„ zeten van denzelven Lande, niet fugiticf wc„ zende , nc ch ook in ftagranti delicto gcattra„ peerd wordende, geapprehendeerd ofte recht „ gefteld mogen worden, anders dan door den ' „ Officier, en voor den Rechter, beiden in haar „ reguard ordinaris dagelijks en competent zijn* „ de , cn dat tot de recherche en judicature v ever de delicten alleen zijn gequaliikcerd , V 3. da  C 310 ) „, de Officieren en Rechters over liet territoir, „ waaronder de delinquanteii woonachtig zijn, „ (zonder dat er bij ftaat ; of ten tijde van het bedrijven van eenig vermeend delict geweest „ zijn", 't welk bekend is dat naar onze Landrechten geen jurisdictie geeft over perfoonen, die, gelijk de fuppliant, onvcrvolgd, en onbezaakt, zich onder een ander Rechter ter woon begevenhe bben, Dat echter de fuppliant op woensdag den 50 Januarij 1788, ter kamer van Heeren Burgemeesterèn der Stad Amfterdam ontboden en gecompareerd zijnde, defmert heeft gehad van aldaar te vernemen, dat bij Hun Ed. Groot Achtb., uit hoofde van (abufieve) informatien tot nadeel van den fuppliant ontvangen, gerefolvecrd was, des* ?elfs burgerrecht in te trekken, weidende hem teffens aangcraaden zich buiten de Stad Amfterdam te begeven , dewijl hij in moeielijkheden zou kunnen geraaken, tegen welke Hun Ed, Groot Achtb. hem riet zouden kunnen beveiligen , tot welk vertrek hem echter wierd geaccordeerd een termijn van acht dagen, Dat de fuppliant daar tegen wel het nodige tot zijne juftificatic en confervatie van zijn wet-? tig Poorterrecht geallegeerd, doch niettemin geoordeeld heeft bij provifie aan den voorfz. raad te moeten defereeren, als kunnende hem zulks jn gecnerlci opzicht prapjudicieeren, te meer, te  C 3" 3 daar hij uit het rapport van UEd. Groot Mog. groot befoigne van dato 24 Jan. 1788 te gemoet zag eene amnestie , niet bevattende zoodanige uitzonderingen, welke op hem fuppl. applicabei gemaakt konden worden. Dat hij, nu gezien hebbende UEd. Groot Mog. placaat van 15 Fcbr. laatstleden, zich volkomen in zijne voorfz. verwagting bevestigd vindt, als zijnde hij nimmer geweest een aueUur, (eerde oorzaak , uitvinder, uitdenker of bewerker) noch ook aanvoerder der bedoelde Remotien, maar alleen een der mede-overbrengers van de gedeclareerde begrippen van een groot getal Burgers, die door hunne perfoonlijke apparitie toonden zulks tebegeeren, en reeds lange te voren, in hunne dagelijkfche en openlijke gefprekken die begeerte hadden gemanifesteerd, zoodanig, dat derzelver Geconflitueerden. en vervolgcnds de Krijgsraad, nevens dc fuppliant, wel verre van die mcenigte daar toe aan te zetten of aan te voeren, integendeel gemeend hebben te moeten bedagt zijn op een gefchikt middel om 't zelve te praevenieeren, en ten dien einde hunn' werk hebben gemaakt, om op eene wettige wijze van UEd. Groot Mog. te obtineeren, eene augmentatie der Vroedfchap van hunne Stad, tot het primitieve getal van XL; doch welk verzoek niet is geweest van het gewenschte fucceSj terwijl de evengemelde Remotien , te V 4 dier  fier tijd in een gunftigerUcht wierden befchouwd; |a zclft bij UEd. G-ootMog. niet afgekeurd, maar' integendeel gecórroboreerd, zoo door dezelve te yerklaaren^w/^, (*) en dus V00r zaaken, in welke het Recht der Hooge Overheid niet was geconcerteerd, als door de nieuwe Raaden als comparanten ter Souveraine Vergadering van UEd. Gr Mog. te admitteeren, en in die qualiteit den gewooncn Eed afte nemen, en vervolgends ook uiteene, door Boonheeren geformeerde en aan UEd. Groot Mog.gepra?fenteerde, nominatie, in plaatfe van een der geremoveerde Raaden, die, ingevolge eene vroegere Refolutie cn uit eene nominatie van UEd. Groot Mog., door den Heere Erifladhouder voor twee achter een volgende j.aren tot Burgemeester was geëligcerd cn aangefteld, cn nog geen volkomen jaar gefungeerd had,een nieu wen Burgemeester tecligceren, cn aan den Hoofdofficier aan te fchrijven om denzelven te beëedigen en infunétié^te dellen ; en zulks, na dat UEd. Groot Mog., zoo door eene Mislive van Heeren Burgemeesterèn der Stad Rotterdam, aan den Heere Raad Penfionaris, (f) als door zekere propolitic van Heeren Gedeputeerden dcrzelveftad, (§) Van het -rebeurde aldaar echte cn volledige kennisfe bekomen, en daar van ook door een en ander addres van de vo» CD Zie Hier voor Nc XIV. bl. 224. £D Zie Hiervoor No VIII. bl. 165. £f) Zie Hier \ oor No X. bl. 201.  C 313 ) vorige Regenten, ("§) ampele, doch in fpmmige opzichten errónetife , informatieh, fpeciaal ten reguarde van den fuppliant, 1 *) ontvangen hadden. Dat de fuppliant zich in zijn voorfz. begrip , van niet te vallen in de termen der uitzonderingen van UEd. Groot Mog. gemelde placaat, te meer yerfterkt vindt, dewijl jn'tzelve geencmentiegemaakt wordt van Krijgsraaden oï Ministers derzelve, cn het nogthans, zoo uit de evengenoemde ftukken, als uit de Rotterdamfche Courant (**") van den 2.6 Apr. 1787,wereldkundig is geweest, dat de fuppliant tot dc remotie tc Rotterdam niet heeft geconcurreerd, dan in zijne qualiteit als Secretaris, en op exfres/e last, van den groot cn K ijgsraad der Schat, ter ij, welks Leden, ten getale van 67, hem hadden gemunieerd met eene hoofd voor hoofd geteekende Refolutie, behelzende den voordragt welke hij gelast wierdt woordelijk in de Vroedfchap uit te fpreken, en welke beiloten wierdt met eene plcgtige betuiging, (***) van niet te bedoelen eni- (§") Zie Hier voor No IX en XII. bl. 170-191.011209.--. C) Zie de aantekeningen bl. 186. 188 en 189. C*) Zie hier voor No VII bl. 142. C***) Dat dit zijn waare gevoelen was, en altijd gebleven is , weet ieder die met hem heeft omgegaan. — Men herdenke hoe hij de bovenftaande betuiging telkens met allen ernst heeft gereclameerd en aangedrongen, als er gefproken wierd van Z.H. als Stadhisuder te ftispendeeren. — Hoe kunnen nu v 5 Bur-  ge nieuwigheden? in tc vocrert, noch het Erf ftadhouderfchap te vernietigen , op een ander perBurgers, die zoo denken, geoordeeld warden gevaarlijk te zijn voor de rust cn veiligheid van den Maat ? daar bijna alle dc gewezen Regenten die met hen dezelfde, en mogelijk Herken, ftiftenuen gevoerd hebben, in alle de HollandfcheSteden niet alleen in hunne woonplaatfcn mogen blijven,'maar zelfs bij hunn' ontflag „ ingevolge Hun'Ed. Groot „ Mog. auéforifatie en Refolutie van 31 Oöober r-87 * door den Heere Erfftadhouder zijn genomen in Z „ H. fpeciale protectie en fauveguarde, metverkla » nng, dat zij door dat ontflag niet zullen worden * gekwetst of benadeeld in hunnen goeden naam „ oi faam, veel min da; dezelve daar uitzullenmo- * gen worden gefuspicieerd, zich .in de Regecring „ van Land of Stad niet naar behooren gedragen te „ hebben, met expresfe interdictie hen daarover te „ betigten &c." - Die Heeren Honden In hunn' Burgereed met den fuppliant en deszelfs princjpaa len gelijk, en hadden bovendien nog als Regenten 2ich bij een naderen Eed aan den Lande verbonden. Befchouwt men dan die Heeren, als ter goeder trouw gedwaald hebbende , zonder dat men hen vergt zulks zeiven te erkennen; mogt dan ook de fuppliant zich niet vleien dat hem een gelijke behandeling zou wedervaren? — en dat genoegen zou worden genomen met zijne vrijwillige verhuizing uit Rotterdam, waar door hij meer verloor, dan eenig geremovcerd Regent of Ambtenaar door 'i gemis van deszelfs posten? —- 'tis waar dne der  C 3i5 ) perfoon overtcbrengen , of tot een blooten titul zonder gezach of invloed te maken , noch ook om eenige verandering te veroorzaaken in den openbaaren Godsdienst, zoo als dezelve bij het Nationale Sijnode hier te Lande is vastgefteld; ten klaaren blijke dat des Suppliants principaalen, en dus ook even min de fuppliant zelf , niet gelragt hebben eene verandering in de conflitatie & Kegeeringsform van den Lande te bewerken. Dat ook uit dc voorfz. amnestie door UEd. Groot Mog, niet zijn uitgefloten alle die Regenten en Ministers van dezelve, die, fchoon geenc Aucteurs of Aanvoerders van de voorfz. Remotien geweest zijnde, echter, daaromtrent vrijwillig hebben gehouden zoodaanig gedrag, en zul- dcr Rotterdamfche Regenten zijn mede crimineel vervolgd ; maar ook deze zouden, zoomin als de fuppliant of deszelfs committenten, hebben gedaan of kunnen doen , 't geen hen nu tot misdaad gerekend wordt, indien het niet geweest ware overcenkomftigde toenmalige denkwijze van de meerderheid der Regenten in de meefte en grootste Steden, en van fommige, zelfs niet geremoveerde, der hoogde ftandsperfoonen of ambtenaars van de Provincie, zoo als gebleken is uit de Staats-Refolutien van 25 April, 3, 11, 22 en 29 Meij 1787. en uit het fucceslieve admitteeren en beëedigen der nieu_ jvc Raaden van Amderdam en Rotterdam als comparanten ter dagvaart. ———  Z}Ükc daadcn verrigt, zonder welke die Remotien geen het minde effect zouden hebben kunnen torteeren, en die overzulks daar toe even zoo veel, zoo niet meer, dan de Krijgsraaden en derwelver Ministers, hébben gecontribueerd, te meer, daar het in dc wapenen komen der Burger-Compagnien niet heeft kunnen gcfchicden , en ook niet is gefchied, dan op bewilliging en autoriteit van dc wethouderfchap , Z00 als de klagende Regenten zeiven bij hunn* addres aan UEd. Groot Mog- hebben te kennen gegeven, en erkend. Dat de Suppliant even min is geweest aucleur of aanvoerder van feitelijke aanhoudingen , arresten, of enorme bedreigingen aan Regenten of anderen, en ook niet weet, dat dezelve te Rotterdam hebben plaats gehad , dewijl zeker Declaratoir van den Krijgsraad aldaar op den 7 Julij 1787. door acht Gecommitteerden geteekend en uitgegeven, (*) tegen niemandpcrfoneel was ingerigt, en de fuppliant (die't zelve als Secretaris zou hebben moeten teekenen, indien 'them geordoneerd was geweest) naar waarheid kan verklaaren, dat de Krijgsraad en Commisfie van dien daar medegeene andere intentie heeft gehad, dan om zoodanige perfoonen, als t'eeniger tijd in de termen van dat Declaratoir zouden mogen vallen, met derzelver goederen in de Stad te houden, en aan de werkzaamheid der wettige cn ordinaire Juftitie, maar geens* CD Zie Hier voor No XVII. bl. 245.  C 3*7) geenszins aan eigendunkelijke wraakoefeningen blooE te (lellen, (*) zijnde van 't zelve Declaratoir niet enkel aan de perfoonen, die zich deswege aan de Wethouderfchap hebben beklaagd , maar ook aan anderen, ja zelfs aan alle de Leden van dat Collegie , een gedrukt exemplaar vanwege den Krijgsraad ter hand gefield. Dat om alle deze redenen de fuppliant, die zich zeiven volkomen bewust is , %ich zonder een verkeerd opzet in de voorfz. zaaken te hebben ingelaten , en getoond heeft daar mede nietsvoor zich zeiven te ambitioneeren of bedoelen, , en die ook niet uit vreeze voor vervolgin¬ gen van de juftitie, maar alleen op de aanzegging door Heeren Burgemeefleren der Stad Amfterdam aan hem gedaan, zich voor een korten tijd buiten dezelve Stad begeven heeft, met voornemen, om, naardien zijn huis te Rotterdam reeds door een ander huurder geoccupeerd was, weder in zijne voorfz. geboorteplaats te retourneeren, zoodra welgemelde Heeren^,Burgemeefleren, gedesabufeerd zijnde nopends de verkeerde infbr^ matië'n ten zijnen opzichte ontvangen, hem het genot van zijn Recht van Poorterfchap of inwoning in die Stad weder zullen gelieven te accordeeren, zich ten dien einde reeds aan Hun Edele, Groot Achtb. zou hebben geaddresfeerd, indien hy niet tot zyne uiterfte verbaazing vernomen, had% Zie de aantekening hier voor 'bl. 24G.  C 318 ) had, dat reeds op Vrijdag den 1 Februari]Troeft hij nog met kennis en permisfie van Heeren Burgemeesterèn van Amfterdam zich binnen die Stad mogt onthouden, en dus aanzijn aldaar genoeg bekende woonhuis op de gewoone wijs gedagvaard konde worden,) tegen hem van den Hove van Holland , Zeeland en Westvriesland bij den Procureur Generaal over de voorfz. Landen was geimpetreerd een mandament crimineel met de claufule van ediéte ad valvas curije, uit kragte van 't welk hij op den 25 derzelve maand , door den eerden Deurwaarder Jean Jeremie Vaisfiere, van wegens de Hooge Overheid is gedagvaard in perfoon, op poene van ban, te compareeren, voor welgemelden Hove op maandag den 7 April 1788, omme te aanhooren zoodanigen eisch en conclufie crimineel, als de voorfz. Impetrant, terzake in den mandamente gemeld, tegen hem zal willen doen en nemen, en voorts te procedeeren als naar Rechten; wordende de fuppliant bij die citatie omfchreven als Advocaat gewoond hebbende tc Rot' terdam, doch nu voortvluchtig zijnde, zonder te gewaagen van zijn latere woonplaats Amjlerdam, waar van hij dus moet fupponeeren dat de Procureur Generaal niet geïnformeerd is geweest, hoezeer zijne verhuizing derwaards alomme door dc cou-, ranten was bekend geworden , en ook nog fpeciaal te Rotterdam, door de gewoone afkondiging der kerkelijke attestatien, aldaar aan hem, zijne hui*-  C 319 ) huisvrouw cn dogter verleend , en aan de opzieneren der hervormde gemeente te Amfterdam geaddresfeerd. Dat de Suppliant nu in aanmerking nemende dat het voorfz, mandament bij den Hove is verleend lange voor UEd. Groot Mog. placaat van den 15 Februarij, en om alle de redenen, welke hij de vrijheid heeft genomen bij dezen Requeste te detailleeren, vastelijk vertrouwende, dat het UEd. Groot Mog. intentie niet is geweest <, hem fuppl. te comprehendeeren in de uitzonderingen bij dat placaat vervat, te raade is geworden zich te keeren tot UEd. Groot Mog., ootmoediglijk verzoekende, dat het UEd. Groot Mog. gelieve te verklaaren, en aan den Hove aantefchrijven, dat de fuppliant bij UEd. Groot Mog. pla« caat van amnestie den 15 Februarij 1788 geëmaneerd niet is uitgefloten, en dat midsdien het op den iften derzelve maand tegen hem verleende mandament crimineel moet worden gehouden voor vervallen, en inmiddels, hangende UEd. Groot Mog. deliberatien over dit verzoek, het effect, van *t zelve mandament en alle procedures ter dier aaake werden gefurcheerd, 't wejk doende &e| XXVII;  i x x v 11. Extract uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland, in Hun Edele Groot Mog. Vergaderinge genomen op Saturdag den 5 April 1788. de inftantlen van verfcheidc Leden is naa voorgaande deliberatie goedgevonden cn verdaan, dat de Rcquesten op gisteren aan Hun Ed. Groot Mog. gepra:fentcerd ♦ Primo door &c. Secundo, Mr. II. A. Kreet. Tertio &C. alle tendecrcnde om in de amnestie van 15 Februarij laatstleedcn begrepen te zijn, en onthcvcning van ciïmineele Procedures deswegens, met furcheance van dezelven, en waarvan de twee eerde waren overgenomen , en negen anderen v-- j ge*  gezonden aan 't Hof, om advis, als nu alle Elf zullen worden geëxamineerd door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Ed. Groot Mog. Gecommitteerden tot de zaaken vari de Justitie met Commisfarisfen van den Heve, om het zelve befoigne in de toekomende week te houden, waartoe dezeive-Requesten in originali op heden aan den Hove zullen worden gezonden, met verzoek om zig tot het zelve befogne te pnepareeren, en de vergaderifig daarop in de toekomende week gediend van derzelver confideratien en advis, met furcheance inmiddels van de Procedures tegens de Supplianten der refpeétive Requesten reeds geëntameerd, of hangende Hun Èd. Groot Mog.de. liberatien te entameeren. Accordeert met de voorfz. Refolutie zoo veel 't geëxtraheerde aangaat. (geteekend) C-, Clotterbotke: t XXVllf,  C 3^ > XXVIII. Aan de Ed. Gr. Achtb. Hee- ren Burgemeesterèn en Regeerders der Stad Amfierdam* Geeft eerbiedig te kennen Mr. H. A. Kreet geboren Burger en Inwooner dezer Stad, dat hy Suppliant (eenige jaaren te Rotterdam gewoond hebbende) de vrijheid heeft genomen zich op den s6 September 1787 te prscfenteeren ter Kamer van UEd. Groot Achtb. en aldaar te exhibeeren de Poortercedullevan wijlen zijnen Vader,en Doopcedulle van hem Suppl., waar van copie authen ticq annex, en daar op verzogt heeft als ingeboren Poorter overgcteekend en beëedigt te worden , 't geen hem ook, onder betaling der gewoone kosten, is geaccordeerd geworden, blijkende de Ce-  CeduHe hem daar van verleend en hy Copie Au. thenticq mede ten dezen geannexeerd. (*) Dat P O O R T E R-E E D. Deze moet ter Sccretarije worden aangeteekend CO Dat fvreert gy, da gy een goed en getrouw Poorter deezer Stede, den Burgemeefteren en Regeerders in der tijd onderdanig wefen ililt , in waken, bijten en andre befehermenisfen en lasten decfer Steede tt goedwillig hebben fult, deefe goede Steede voor't quaad4dat gij fult vernemen, waarfchouwen en tot alle welvaart, met raad en daad naar allen u vermoogen vorderen en helpen fult: En voorts allesfutf doen en laaten, dat een goed Poorter fchuldig is to doen en te laaten. Soo waarliik moet u God almachtig helpen. Burgemeesterèn en Regeerders der „Stad Amfterdam is gebleken dat Hendrik Arnold Kreet Advocaat, Zoon van Jan Kreet, in leven Wijnkoper eiï Poorter alhier, 'is een ingeboren Poorter derfelver Steede; belastende derhalveneen ijcgelijk hem daar zoor te erkennen, en te*laaten genieten, 't recht en privilegiën den Burgeren alhier competeerende, Actum in Amfterdam den a6 September 1787. (geteckend) - IV. Huydatoper.  C S>4 ) Dat hij dit verzoek gedaan hebbende met eett waaï animus domicilii transmutandi, en om binnen deze zijne geboorte Stad zijne vaste woonplaats te vestigen, en als een ftil burger en privaat perfoon te leven, ten dien einde ten zeiven dage heeft gehuurd een huis binnen deze Stad , voor den tijd van drie en een half jaar , ingaande primo November dcszelven jaars , zoo als Uit den inhoud en dagteekening dezer PoorterceduL le is zichtbaar, dat dezelve niet begrepen is, noch konde worden, in de volgende naderhand te Amfterdam gedaane Publicatie: De Heeren Burgemeesterèn en Regeerders der Stad Amfterdam adverteeren aan een iegelijk, dien eulks aangaat, dat de Poortercedullen metfehenking van het koopgeld, uitgegeven den 28ften September, 2, 3, 4 en sO&ober, doch geantidateerd op den 19 September 1787, alsmede allen die het Poorterrecht gefchonken zijn op den 4, S, 6 en g Oclober 1787, worden gehouden voor nul'en van onwaarde, zijnde derzelver naamen op de lijst der Poorteren ter Thefaurie Ordinaris en Secretarie dezer Stede geroijeerd; en dat dienvolgens de zoo danige voor geene Burgers kunnen erkend worden " en dus ook uit dien hoofde van 't Recht cn protectie waar van deBurgess dezerStadgewoonzijntejouksfeeren , geen gebruik kunnen maaken. Amfteldam den 31 October 1787. , Ter Ordonnantie van Haar Ed f. Groot Achtb. bovengenoemd" Ovas getcekend) W. Huldecoper.  C 3-5 ) als confïeert uit de copie huurcedulle mede ten dezen gevoegd. Dat hij dieshalve gcene de roinfte intentie gehad hebbende, om binnen deze Stad maar een kort temporair verblijf te houden, dan ook niet bedoeld heeft eenige epargne te betragten, omtrent het geen door hem , ter zaake van zijne aanneming en beëediging als Poorter, betaald moest worden, gelijk hem ook ten dien opzichte geene de minde kvvijtfcheldinge of fchenking is gedaan of aangeboden , —— terwijl hij gcreedcIjjk zou hebben betaald, en nog bereid is te betaaien, 't geen deswege vanhemgerequireerdwas of zal worden, Dat hij vervolgends met zijne familie de voorfz. gehuurde huizinge ook met der daad heeft betrokken en blijven bcwoonen, en zulks openlijk in couranten geadverteerd. Doch dat hij, op den 30 Januarij 11, voor UEd. Groot Achtb- gerequireerd en verfchenen zijnde, de fmert heeft gehad van te vernemen, dat aan UEdGroot Achtb. zoodanige (hoe zeer abufieve) informatien ten nadeele van den fuppl. waren gefubpediteerd, welke UEd. Groot Achtb. hadden gemoveerd zijn Poorterrecht intetrekken, (?) en dat hem (*0 V Intrekken van een Pvorterrecht is geheel iets anders, dan iemand de Stad ontzeggen, of inwoomng weigeren. - Dit laatfte is niet gefchied. De X 3 Heef  t 3>S ) fiem teffens wierd aahgêraadcn, • zich buiten deze Stad te begeven, waar toe hem echter wierd geaccordeerd een termijn van acht dagen. Dat daarop gevolgd zijnde een mandament crimineel , reeds op den eerpen Fcbr. door den Procureur Generaal tegens hem geimpetrcerd, van den Hove van Holland, 't Avelk, onder reverentie , nimmer kan zijn des fuppliants competente Rechter ter terfler inftantie , doch voorhet exploictccrcn van dat mandament geëmaneerd zijnde Hun Ed. Groot Mog. Placaat van 15 Fcbr, lb Heer Burgemeester v^n de Poll gebruikte tegen hem deze vriendelijke woorden: Laat ik U nu ra ader?, niet als Burgemeester. maar ah vriend* pis Jan van de Poll, begeef U buiten de Stad, vcant ge zoudt in moetelijkheden kunnen geraaken% waartegen Burgemeesterèn U niet zouden kunnen protegeeren. En toen de Suppliant daarop ver- zogt, of' hij dan echter niet nog éénigen tijd van Hun Ed. Groot Achtb. protectie zou mogen jouisfeeren — wierd hem zulks geconcedeerd voor nog acht dagen. — Maar ... op den tweeden dag daarna, 1 Februari], impetrcerde de Procureur Generaal reeds tegen hem een mandement crimineel, met de claufule van Editie ad valvas Curia:, even of hij geen huis óf wooning binnen de Provincie meer hadde. —— Men moet denken, dat het Hof toen van ali''het bovenftaandc nog geene kennis gehad, cn niets van den Suppliant geweten zal hebben, dan dat hij ui$ ïLotterdam abfent was, «  C 32? ■) laatstleden, de fuppl. gemeend heeft, alvorens UEd. Gr, Achtb. met eenig addres lastig te vallen, zich te moeten keeren tot hun Ed. Groot Mog. met zoodanig verzoek, als bij dat Placaat word vrij gelaten aan een ijder, die twijffelen mogt, of hij onder de daarbij uitgezonderde Clasfen zoude kunnen geacht worden te behooren. Dat hij nu vernomen hebbende, dat het zelve Request, op den 4 April ter Vergadering van hun Ed. Groot Mog. gelezen zijnde, door de Heeren Gedeputeerden dezer Stad is overgenomen , vermeent zich niet te mogen onthouden, van aan UEd. Groot Achtb. het volgende ten zijnen faveure voor te dragen. Dat de abufieve informatien, om welke, zco als UEd. Groot Achtb. aan den fuppl. hebben gelieven te kennen te geven , deszelfs poorterrecht is ingetrokken, hier inne beftonden. 1. Dat des fuppl.|Vader, Jan Kreet, zijn poorterrecht verwoond, en te Rotterdam geftor-ven zoude zijn. 2. Dat de fuppl. zich het poorterrecht onwaardig zou hebben gemaakt, door zijn gehouden gedrag, zoo te Rotterdam , als 3. Ook in deze Stad Amfterdam, in de maand September 1787. Dat de fuppliant, omtrent het eerfte, naar waarheid heeft geantwoord,en als nog affirmeert, dat wijlen zijn Vader nooit buiten deeze Stad heeft X 4 «e-  C S-8 ) gewoond, en ook hier overleden is, maar dat deszelfs lijk na Rotterdam getransporteerd en aldaar bijgezet is, zoo als ter Secretarije dezer Stad uit de betalinge van hec begraaf-recht kan coniteeren. Dat wat het tweede en derde betreft, hij niet anders wetende, dan dat hij zich altijd als een eerlijk man hadde gedragen, en vertrouwende zich in Rechten tegen alle accuiatien te kunnen verdedigen, ten dien einde zich geenszins zoude onttrekken perfoonlijk te compareeren, t'allen tijde wanneer hij gedagvaard mogte worden, voor Heeren Schepenen dezer Stad, als zijne eenige competente Rechters, dewijl hij door niemand befchuldigd of vervolgd was , toen hij zijn burgerëed alhier gedaan heeft, noch ook toen hij ïijn gehuurde woonhuis aanvaard heeft, en dus niet als vlugteling, maar als een vrij man, binnen deze Stad is komen woonen , en dat,.voor -zoo veel de fuppl. hier ter ïlede iets mogte hebben bedreven, 't welk als misdaadig befchouwd zoude kunnen worden, hij deswege, zelfs al was hij geen burger, volgends het bekende privilegie van Hertog Albrecht, mede geen ander. Rechter ter eerder inftantie kan hebben, dan Heeren Schepenen dezer Stad ; Dat de fuppl. het onnodig acht het gewicht dezer redenen nader aan te dringen bij de Regeering dezer aanzienlijke Stad, welke zoo dikwijls ge, tOQXl$  toond heeft het maintien van haare jurisdicti* cn privilegiën ter harte te nemen, en daarom nog maar alleen de vrijheid zal nemen aan UEd. Groot Achtb. te remonftreeren, dat in allen gevalle niet kan worden ontkend, dat hij federt den 26 September of immers federt 1 Nov. 1787. is geweest een gepermitteerd imtooner alhier, en wel en wettig had kunnen worden opgeroepen voor Heeren Schepenen dezer Stad , welk forum hij geens dns zou hebben kunnen noch mogen declineeren, en dat hij dus niet verdaan kan worden te vallen in de termen van Hun Ed. Groot Mog. Refolutie van delegatie van 30 November 1787. dewijl de reden van die delegatie ten opzichte van den fuppl. geen plaats had , en hijdus, volgends de bekende Landwetten, nietmogt ontzet worden van het faveur , of (zoo als 't Hof zelve het nog onlangs heeft genoemd) dat onvervreemdbaar Recht der Ingezetenen , van eerst door den Rechter hunner woonplaats gehoord en gevonnisd te worden, en daarna , pofitis terminis , te mogen jouisfeeren van het middel van appel, waaromtrent het Hof zich onder anderen dus heeft uitgedrukt: „ dat „ aan de overweging van Hun Ed, Groot Mog. „ niet behoeft te worden voorgedragen , welk „ een uitnemend voorrecht het middel van hoo„ gcr beroep is, voor een befchuldigdcn, dieniet, of niet volledig geconfereerd heeft, en welk X 5 „, ee»  C 330 > 9? een groot prmjudicie het ovenulks voor heiii 9? is, daarvan ver/loken te zijn, Om alle welke redenen de fuppliant zich keepende tot UEd. Groot Achtb. ootmocdiglijk verzoekt, dat het UEd. Groot Achtb. gelieve, gunftig reguard nemende op all' 't geen hij in dezen, en bij zijn Request aan Hun Ed. Groot Mog., Mar waarheid heeft gedetailleerd, hem dejouisfance van zijn Poorterrecht weder te accordeej-cn , en door de item en het vermogend appuij van deze Stad het ter Vergadering van Hun Ed. Groot Mog. daar heen tc dirigeeren , dat bij' Hoogstdezelve conform des fuppl. verzoek weide gedisponeerd , ende ingevalle hem onverhoop. telijk dit laatste verzoek niet zoude mogen vol. gen, dat UEd. Groot Achtb. dan van Stads wcge gelieven te effeclueeren, dat het voorfz. mandament buiten verdere werking gefield,en de accufatien , welke de Procureur Generaal vermeent ten zijnen laste te hebben, gefield worden in handen van den Heere Hoofdofficier dezer Stad, om den fuppliant daar over voor Heeren Schepenen alhier te recht te Hellen, (*) 't welk doende &c. C*) Op woensdag den 23 April 1788. is dit Request ('t welk op den 15de was ingeleverd,) zonder eenig appoinctement, aan des fuppliants woonhuis tc Amfterdam , door een Stads-bode te rug gebragt, io een couvert, waar op ftond; bij de huisvrouw van den Adv, Kreet, XXIX-  C 331) XXIX. PUBLICATIE. De Staaten van Holland en West-Vriesland, allen den genen die dezen zullen zien of hooren lezen, doen te weten: Dat Wij bij Ons Placaat van Amnestie, gearresteerd den 15 Februarij laatstleden, met opzigt tot de genen die in de Landverderffelijke Beroerten der laatst afgelopen Jaren zijn ingewikkeld geweest, wel aan de eene zijde, uit eenbcginzel van zagtmoedigheid voor een groot aantal onzer misleide Ingezetenen, een volkomen Amnestie en Vergiffenis hebben doen afkondigen, voor allen, welke zich zonder een verkeerd opzet in deze Beroerten hebben ingelaten, verbiedende dat tegen dezelve eenige de min? fie aftie of befchuldiging in Rechten zoude worden aangefteld, of aangefteld zijnde verder zoude worden vervolgd; maar dat Wij nogtans aan dc andere zijde willende zorgen, dat door geen verkeerde zagtmoedigheid, welke niet anders dan flap*  C330 flapheid is, de Wanbedrijven, die den Staat op den oever van zijn ondergang hebben gebragt, ongeftraft blijven, hebben goedgevonden eenige van die Wanbedrijven uitdrukkelijk te noemen, en de daders derzclve voor als nog van Onze gratie uit te zonderen, met last aan Onze Officieren van de Justitie, naar dc uitgezonderde Hoofdaanleggers en Bewerkers van den verderffelyken toeleg, tot verandering der Conftitutie en Regeringsform, een naauwkcurig onderzoek te doen,0 en het Recht van dc Hooge Overheid tegen dezelve waar te nemeni terwijl Wij, onverminderd de voorschreven uitzonderingen, aan een ijder, die mogt twyffelen, of hy ook onder deze uitgezonderd! Clasien zoude kunnen geacht worden te behooren, vrij gelaten hebben, zich binnen drie Maanden na de Publicatie van Onze Amnestie, aan Ons te adresfeeren met fpeciaal verzoek, om mede in de Amnestie begrepen te worden; waai- op Wij als dan, naar bevind van zaaken, zouden disponeeren. Dat federt dien tijd een vrij groot aantal van Perfoonen zich aan Ons bij Requeste hebben geaddresfeerd, oponderlcheiden gronden en wijzen tendeerende, om het genot van de voorfchreven Amnestie te hebben; doch, vermits de meeste van die Verzoeken zoodanig zijn ingerigt, dat de Supphanten t00nen Onze meening omtrent het . . vrij.  £ 333 ) vrijlaten van deze Adrcsfcn niet begrepen te hebben , of niet te hebben willen begrijpen. Zoo is 't, dat Wij hebben goedgevonden, tot wegneming van allen twijffel ten dezen opzigte, te verklaren bij deze, Onze meening geweest te zijn en te blijven, dat alle zoodanige Perfoonen, die gepleegd mogten hebben één of meer van zulke Daaden, welke Wij vooralsnog van Onze gratie en vergiffenis hebben uitgefloten, en die nogtans vermeenen, dat hunne gepleegde daad, door de bijkomende omjlandigheden, vrijfpreking of verfchooning mcriteert, zich ten diert einde niet aan Ons bij Requeste moeten adresfeeren, maar hunne redenen allegeeren bij den Rechter,' voor welken de befchuldiging tegens hen zal zijn ingefteld,nadien Wij alle zulke meer of min verfchoonende omftandigheden aan het onderzoek en de beflisfing, van den Competenten Rechter hebben overgelaten? Dat Wij alleenlijk aan Onze cognitie en dispofitie hebben willen voorbehouden de gevallen van zoodanige Perfoonen, die met reden konden twijffelen, of de Daad door hun gepleegd in expresfe termen in Ons gemelde Placaat was bedoeld, en dus of die Daad op zich zelve befchouwd, en niet itit hoofde van verfchooning door de bijkomende omjlandigheden, van dien aart was, dat dezelve door Ons onder de uitgezonderde Wanbedrijven was begrepen; waaromtrent Wij als dan, na examinatie van de pofitiyen,en bevind van zaken,zouden disponeren. Dat  C 334 ) Dat Wij, deze onderfcheidene Gévallen onveranderlijk uit het zelve Oogpunt blijvende befchotitven, Onze Dispofitien op de reeds ingediende en nog in te dienen Requesten naar dezen regel zullen inrigten, onvermindert nogtans Onze bijzondere geneigdheid,om Gratie en Vergiffenis te ver. leenen aan zoodanige Perfoonen, welke, met bekentenis van fchuld en betooning van berouw en leetwezen, zich aan onze Clementie fubmitteeren, en wier begaane misdrijven niet zoo groot en gevaarlijk zijn, dat de rust en veiligheid van den Staat alle Gratie en Vergifnis zoude uitfluiten. — En op dat niemand hier van eenige ignorantie pretendeere, zoo lasten en begeeren Wij , dat deeze alomme zal worden gepubliceerd en geaffigeerd, daar zulks behoord, en te gefchieden gebruikelijk is„ Gedaan in den llage onder het Klein Zegel Van den Lande den ij April 1788. (Onderftond,) Ter Ordonnantie van de Staaten. (Was geteekent,) C. Qlooterbuokc.  ( 335 ) XXX. Memorie op den April 1788 gefield in handen van den Heer Penjionaris der Stad Haarlem , met verzoek, om daar van gebruik te maken in het te houden befoigne van de Heeren Gecommitteerden van Haar Ed. Groot Mog. tot de - zaaken van de Jufiitie, en Commijfarisfen van den Hove I^ij Hun Ed. Groot Mog. Publicatie van dato 17 April 1788. worden gedistingueerd iweederlsi gerfpenen, naam]ijk: 1. Z09*  f S3ö ) . 1. Zoodanige , die gepleegd hebben een of meer van zulke daaden, welke bij het Placaat van 15 Fcbr. zijn uitgefloten, en dienogthans vermeenen dat hunne gepleegde daad door de bijkomende omflandighed.cn vrijipreking of verfchooning meriteeft. Deze worden gcrenvoijeerd aan den competenten Rechter. z. Zoodanige, die met reden kunnen twijfleleh, of de daad door hen gepleegd klaar ge. i r.oeg in het Placaat is aangewezen; en of die daad op zich zelye befchomvd, cn niet uit hoofde van de bijkomende omftandigheden, van dien aart was, dat dezelve onder de door Hun Ed. Groot Mog. uitgezonderde wanbedrijven was begrepen. Daaromtrent is de cognitie en dispofitie van den Souverain voorbehouden; Wanneer men uit dit onderfcheiden oogpunt feefchouwt het Request, door Mr. H. A.Kreet op den 4 April aan Hun Ed. Groot Mog. geprafenteerd, is het klaar, dat het zelve niet tot de ecr- fte maar tot de laatste foort behoort. Niet tot de eerde, want de daad door hem gepleegd is in het Placaat van 15 Februarij niet uitgefloten, al wat in die uitzonde¬ ringen niet is uitgedrukt is in dat Placaat begrepen, en van alle accufatie of vervolging vrij ge-fteld, —--. Wegens dc Remotien zijn niet uit-  C 337 5 gezontkrd, allen die daar toe op eenige wijze geconcurreerd , of het effect derzelve bevorderd hebben, maar alleen de aucteurs en aanvoerders dier Remotien. En dat hij', noch aucteur, noch aanvoerder van dezelve is geweest, heeft hij naaf waarheid gedemonftreerd bij zijn voorfz. Request, in't welke door hem wordt opengelegd, wat niet en wat wel door hem gepleegd is, en aangetoond, niet dat die gepleegde daaden , uit hoofde van eenige bijgekomene omftandigheden verfchoonbaar zijn; maar, dat dezelve bij Hun Ed. Groot Mog. Placaat van 15 Februarij niet als flraf baar zijn uiige/loten. Hij zegt niet: „ ik ben wel geweest aucteur en aanvoerder van „ Remotien of van enorme bedreigingen &c. maar „ ik meene om deze of geeiie reden of omftan„ digheid, dat ik deswege behoore te worden „ vrijgéfteid of verfchoond " maar , hij draagt met den verdichten eerbied aan den Souverain voor. (1) Dat hij in zijn privé , of als particulier niets verrigt heeft. (2) Dat de daad of daaden , dóór hem, in zijne qualiteit als Secretaris van den Krijgsraad der Rotterdamfche Schutterij, gepleegd , niet van dien aart zijn, dat men hem kan noemen een aucteur of aanvoerder, hoofdaanlegger of bewerker der Remotien of van enorme bedreigingen, en dat hij dus bij het  C 358 ) Placaat van r5 Fcbr. niet uitdruklijk se. noemd zijnde onder de uitgezonderden, bij gevolg begrepen is in den text van dat Placaat, als behoorende onder die geenen , die » zich zonder een verkeerd opzet in de voorfz. „ zaaken hebben ingelaten , cn niet getragt „ hebben verandering in de constitutie en „ Regeenngsform van den Lande te bewer„ ken. -— 3- Dat hy dieshalven met reden fuftineerr en alleen om het contraire begrip van den Hove of Procureur Generaal, die een mandament, voor dato van dat Placaat geimpetreerd, na het zelve tegen den Suppliant heeft doen explóicteeren, twijfelt :0f de door hem gepleegde daad klaar genoeg in 't voorfz. Placaat is aangewezen, en of die daad, op zich zelve befchouwd, van dien aart is, dat dezelve onder de uitgezonderde bedry ven is begrepen, en daarom verzoekt dat Hun Ed. Groot Mog. blieven te verklaaren en aan den Hove aan te fchryven, dat hij bij hoogstderzelver Placaat van 15 Fcbr. niet is uil gefloten. Zijne bijgevoegde raifonnementen, uit de eigene daaden der vorige Staatsvergaderingen gededuceerd, zijn door hem almede niet geëmploijeerd, m tets, dat bij het Placaat uitgezonderd en aan de Pourfuites der Juftitie overgelaten is, teverfchoo- nent maar om te toonen dat hij de woordea van  C 339 ) van'dat Placaat niet captieus expliceert, maar in tegendeel opvat in den ivaaren en bepaalden zin, welke men mag en moet fupponeeren dat de Souverain zelf bedoeld heeft. (*) Een Souverain toch kan wel voor 't vervolg van denkwijze veranderen, en draf baar verklaaren't geen te voren niet verboden was. Maar Hij kan niet doen itrafièn daaden , door Hem zeiven goedgekeurd, ja door Hem zeiven mede verrigt* Schoon de Perfoonen, die in eene veelhoofdige Regeering de Souverainiteit beklecden, veranderen, blijven hoogtsdezelve echter altijd uitma* ken eene en dezelfde perfuna moralis, welke haare eigene vorige daaden en gevoelens wel voor het toekomende kan veranderen, maar niet veroordeel len, (**) noch onderwerpen aan het oordeel van Rcg- C) Dc Suppliant toch kan naar waarheid betuigen , dat hy niets gedaan heeft dan in liet vast en zcelmeenend vertrouwen, dat hy volmaaktelyk voldeed aan de intentie van hen, zuelke in die dagen de dadelijke Reprafentanten van den Souverain Karen, en de bgifatieve macht in handen had* den, zoo als Heeren Gecommitteerde Raaden van liet Noorderquartier zich, ten opzigte van eenige hunner medeleden , uiten, bij zeker Rapport aan Hun Ed. Groot Mog. van dato 27 Febr. 1788. Zie da aanteekening hier voor bl. 256, Dat dit ook het gevoelen is van Staetslcden blijkt uit het volgende., Extract ui: de Refolutien van Y a ét  C 34° ) Regters, die uk naam cn van wcge dienzelfden Souverain Recht doen. En daar tegen kan men niet dc Heeren AL Raaden cn Vroedfchappen der Stad Delft in Hun Ed. Groot Achtb, Vergadering genomen op Dingsdag den 5 Aug. 1788. „ dc Heeren XL Raaden dezer Stad, eXpresfelijkge„ convoceerd, om te delibereeren over de advie.'cn „ van den Hove op de Requeste van F W.Buijfer&c.—■ ., dat de Regeering dezer Stad ook niet konde nalaa„ ten hier bij tc voegen dat deze daad, van geweld „ ook nimmer door eene voor afgaande StaatsRefo„ lutie, van de meerderheid der Staatsleden van het „ gepasfeerdejaar, quafi was gewettigd geworden, zo» „ als ten opzichte van hetremoveeren van wettige ' » Regenten, doorliet domestijeq verklaaren van die „ daad te Rotterdam , bij verjeheiden Leden der „ Vergadering van Hol/and als nu wierdt gefujli ■ „ neerd; maar dat deze enorme daad van geweld . ,, afzonderlijk moest worden befehouwd, en dat &c. En dit zelfde raifonnement vindt men ook in het Prteadvijs van de Ed. Mog, Heeren Gecommitteerde Raaden in dato 5 September 1788. op de Rcquesten van diverfc Officieren,om effect te hebben van de aan hen beloofde protectie. „ wat aangaat dc Officieren die, Cden2l November »I7870 gedimitteerd zijn, alleen, om dat zij op „ order van Hun Ed. Groot Mog. in de Provincie „ Utrecht zijn gemarcheerd, zonder de gewoone „ attachés, de Gecommitteerde Raaden begrijpen, „ dat de aan hen (Vij verfcheiden gelegenheden, en „ bijzonder Lij Hun Ed. Groot M g. Refolutien van ... iO  C 34T ) niet objiciecren, dat de meerderheid der Staatsvergadering van Holland, federt 24 April tot 17 Sep- „ ro Meij en 27 Julij 1787.) toegezegde protectie en „ fchadeloos - ftelling door Hun Ed. Groot Mog. „ niet kan worden geweigerd, voor zoo verre zij „ zich dezelve niet hebben onwaardig gemaakt : „ naardien liet onbeflaanbaar is met liet denk„ beeld, dat een ieder zich van een Souverain „ moet vormen, en niet, ah tot het geboren wor„ den van een allergegrondfl en fchadelijkfl wan„ trouwen zoude/trekken , te onderflellen, dat de „ Souverain, offchoon de zaaken bij ver haaf ing „ nu niet uit het regte oogpunt befchouwende, be„ lojte doende, welke bij een bedaarder en beter „ inzien door hen niet gedaan zoude zijn gewor ■ „ den, doaraan geen ge/land zoude doen, mids „ die geenen , aan welke zoodanige belofte ge„ daan mogte wezen, aan hunne zijde exactelijk na„ komen die voorwaarden, waarop dezelve belof„ ten zijn gegrond ; Eu dat deze fchadeloosftel„ ling zich dienvolgende zou behooren te bepalen „ tot die geenen onder dezelve Officieren , welke, „ niet alleen ten aanzien van de executie der voorfz. „ ordres , maar ook federt bij aanhoudendheid aan „ alle de opgevolgde bevelen van Hun Ed. Groot „ Mjg. hebben gehoorzaamd. 'tGeen dan ook bij de Heeren Staaten zclvcn isgcadopteerd, in de Refolutie van 29 Januari] 1789. waar bij Penlioenen zijn toegelegd, aan zoodanigeOfficieren die in Meij 1787. en vervolgends aan de partiY 3 cu-  (m ) September 1787 zou hebben bcflaan in eene cab.aleufe factie, wier daaden en befluiten alle voor euliere ordres van de toenmalige Regeering dezer Provincis hebben geobedieerd, en bij dc omwenteling ook weder aan den last van Hun Ed. Groot Mog. om zich tegen de Pruififche Troupes niette verv/ceren, dadelijk hebben voldaan, na dat hen die ordres zijn bekend geworden. Men pasfe dit toe op den Suppliant, en die met hem gelijk ftaan. — Hud Ed. Groot Mog. hadden den 11 Meij 17S7. de Remotie verklaard mere demestijeq. — De Wethouderfchap te Rotterdam hadt den 29 derzelve maand verklaard, dat dezelve niet meer kon Worden veranderd , en het verzoek van de klagers daar mede afgewezen. , Hun Ed Groot Mog. hadden de nieuwe Raaden in hunne' Souveraine Vergadering Sesfie vergund en beèedigd , ja zelfs door het eligecren van een nieuwen Burgemeester, Cnlet tegengaande de reprafentatien , hier boven bl. 231 te zien) de remotie ten allerfterkften en met de daad gecorroboreerd : , Eerst op den 22 September zijn die Refolutien ingetrokken. * Hoe kan nu die intrekking, tegen welke de Suppliant, noch iemand, iets ondernomen heeft, hem priveeren van 't effect der vorige Souveraine' verklaringen , door welke hij tegen alle vervolgingen gedekt was ? Nog eens: Hun Ed. Groot Mog. hadden bij veelg fuccesficve Refolutien de meeste Schutterijen en Genootfehappen, (en daar onder ook fpeciaal de Rot terdamfche Schutterij) in Hoogstderzelver protectio (9*  C 343 voor nul en van onwaarde gehouden zouden moeten worden ; want i. Zou genomen, derzelver Requestengunfrigjamet dankzegging ontvangen, derzelver Provinciale Vergaderingen niet geïgnoreerd, maar integendeel door het aannemen en in deliberatie brengen van derzelver addresfen erkend. Een Staats - Commisfie had met derzelver Gecommitteerden meer. maaien gebefoigneerd, en aan derzelver veldlegerr jes was , in Zuid Holland door die Commisfie, en in Noord Holland door Heeren Gecommitteerde Raaden, een patent of voorfchrijven verleend, waarop dc Rercerinsren van voornaamc ftemmende Steden aan 't zelve doortocht "eaccordeerd hadden, even als aan troupes van den Staat. Dat Hun Ed. Groot Mog. Refolutie van den 20 en Publicatievan den 22 September 1787, waarbij alle die Genootfchappen worden gedisfolveerd , en de Leden vermaand van alle verdere ondernemingen aftezien enz., te Amfterdam eerst in Oetober is gepubliceerd , en dat de Haarlemfche en andere Couranten, in welke din Publicatie flondt, eerst op den 26 Septemberte Amfterdam zijn uitgegeven, is zoo notoir dat niemand het kan tegenfpreken. En op dien zelfden dag heeft de Vergadering van Gecommitteerucn uit de Schutterijen , Genootfchappen, Geconftitueerden &c. to Amfterdam , cenpaarig „ befloten uit hoofde der „ disfokitie van de gewapende Genootfchappen , cn „ der Publicatie van de Heeren Staaten van Holland „ van den 22 September, welke heden, door midY 4 » del  C 344 ) i. Zou daar uit volgen, dat er geduurende dien tijd geen Souverain in Holland geweest waAs, 't welk „ del van de Haarlemfche Courant van gisteren , „ dezen morgen alhier uitgegeven, tot kennis van, „ de Leden is gekomen, die Vergadering niet lan„ ger te continueeren , maar van eikanderen te „ fehelden. . De leden van die Vergadering valleiï dus medein de voorfz. termen , van zoo wel na , als voor de omwenteling, bij aanhoudendheid alle de opgevolgde bevelen van Hun Ed Groot Mog. te hebben gehoorzaamd, en mogten dieshalven vertrouwen, niet gelijk gefield te zullen worden met die geenen, tegen welke het voorfz. Placaat van 22 September Ï787. disponeert , waar bij hun Ed. Groot Mog „ verklaren allen en een iegelijk , wie hij ook zij „ welke met raad of daad zal mede werken , om „ verders, (dat is na het pübliceeren van die „ verklaringe in elke Stad) tegens de wettige en van „ ouds gevestigde Conftitutie eenige indragt te doen, „ of te helpen bevorderen, of de herftelling van de „ rust , eendragt , en harmonie binnen deze Pro5, vineie zouden willen dwarsboomen , te houden „ voor wederftrevers van de waare prosperiteit van * den Lande, en als Perturbateurs van de publieke „ Rust', waar tegens Mij willen dat, als dezoodaas, nigen, ten ftrengften zal worden geprocedeerd « en zij naar exi^eiuie van zaaken werden 20„ ir.raft, 3  C 345 ) 't welk in de uiterfte abfurditeit zou uitlopen. O) Ook militecrt daar tegen onder anderen, dat op den 25 April 1787, over het admitteeren der nieuwe Rotterdamfche deputatie , ter Staatsvergadering gevoteerd is, zonder dc ftem van die Stad mede te computeeren, en du.« alleen door de Leden, die voor de Remotie dezelve Vergadering reeds gecompofeerd hadden (*) en (3) dat de Heer Erfftadhouder zelf, na het admitteeren dier deputatie, de Souverainiteit der Vergadering heeft erkend, door op het aanfehrijven, en uit eene nominatie, van Hun Ed. Groot Mog. de electie van nieuwe Burgemeesterèn en Schepenen der Stad Rotterdam te doen, en aan den Heer Hoofd - Officier Gevers te zenden. (4) Gelijk ook de disfentieerende Leden, namelijk de Heeren van de Ridderfchap cn van Delft, Briele, Hoorn, Enkhuifen, Edam en Medenblik, in derzelver aanteekening van dato 22. Meij 1787. (**) de wettigheid van evengemelde nominatie , en van Hun Ed. Groot Mog. Vergadering van den 28 April desCO Zie hier voor bl. 169. (?*) Zie hier voor bl. 235,  C 34ö^ deszelvenjaars, hebben geadvoueerd, en daar uit geraifonneerd *). Omtrent het dot of dispofitief van de voorfz, Requeste (**; ftaat nog te remarqueeren : Dat uit des fuppliants fuftcnue, dat hij bij het voorfz. Placaat niet uitgefloten,'maar daar inne gecomprehendeerd, is, van zelfs proflueert, dar hij niet heeft kunnen verzoeken, daar inne gecomprehendeerd te worden; 't welk zoude i* volveeren , een nieuwe , nadere of particuliere gratie, welke geaccordeerd, maar ook geweigerd zou kunnen worden, en waar door hij dus vaneen erger natuur zoude kunnen worden, dan nu hij reeds heeft geacquireerd dat Recht, \ welk het Piacaat van 15 Februarij geeft aan allen, die niet Vitdruklijk daar bij zijn uitgefloten ; en 't welk hij nu maar enkel behoeft te allegeeren. Doch welke allegatie hij niet behoeft 'te doen in judicia contradiitorio, maar heeft mogen doeg bij Request aan den Souverain zeiven, teneinde, door een aanfehrijven aan den refpeclivcn Rechter, de fuppliant van dat reeds verkregen recht te doen CT Zo [sis het tegenwoordige Collegie van Heeren Gecommitteerde Raaden, bij het bovengemelde praeadvies bl. 341. ook roont te erkennen de wettigheid der Siaatsvcrgadcringen van den jo Meij cn 37 Julij 1787. C**; Zie hier boven bl, 315.  C 347 ) doen jouisfeeren; omdat Hun Ed. Groot Mog. bij de voorfz. Publicatie van 17 April zeiven declarceren „ te hebben verboden , dat tegen de niet uitgeflotene eenige de minde actie of befchul„ diging in Rechten zoude worden aangefteld, of ,, aangcflchl zijnde verder zoude worden vervolgd. Welke verbod de fuppl. had gehoopt, en zich nog vleit, voor hem van 't zelfde effect, te zullen zijn, als voor zoo vecle anderen, die, uitkragte van mandamenten, voor den 15 Februarij verleend, crimineel geciteerd zijnde tegens recht dagen, welke nadien dag in vielen, het genoegen gehad hebben , dat ten gevolge der generale amnestie, bij voorfz. Placaat verleend, zelfs zonder eenig fpeciaal verzoek, hunne naamen ex ojfcio van de rol gelaten , en zij dus van dis procedures gelibereerd zijn.  C 348 j XX XT. Extracl uit het Register der Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland', in Hun Ed. Groot Mogende Vergader inge genomen , op Woensdag den 2 Julij 1788. Ontvangen een Misfive van de Prefident cn Raden van den Hove, gefchreven in den Haage den 23 der voorleden maand, houdende, tot voldoening van Hun Ed. Groot Mog. Refolutie van den f April laatstleden, derzelver confideratien en advis op de daar bij te ruggaande Requeste , daags te vooren aan Hun Ed. Groot Mog geprajfenteerd door Mr. Hendrik Arnold Kreet, zich qualiliceerendc geboren Burger en Invvoonder der Stad Amfterdam , en verzoekende dat het Hun Ed. Groot Mog. gelieve te verklaaren , en aan  C 349 3 aan den Hove aan te fchrijven, dat de fuppliató bij Hun Ed. Groot Mog. Placaat van Amnestie, den 25 Februarij dezes jaars 1788. geëmaneerd, niet is uitgefloten; en dat mitsdien het op den eerden derzelver maand tegen hem verleende mandament crimineel moet worden gehouden voor vervallen •, cn inmiddels , hangende HunEd.Groot Mog' Deliberatie over dit verzoek, het effect van 't zelve mandament, en alle procedures ter dier zaake, werde geiwreheerd i welke furcheancebij voorfz. Refolutie van j- April aan den fuppliant is verleend. Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden en verdaan des fuppliants verzoek bij de voorla Requeste gedaan bij deze te wijzen van de hand, cn dicnvolgcnde de furcheance opteheffen, waar van aan den Procureur Generaal zal worden kennis gegeven, met vrijlaating nogtaus aan denfvp* fliant, om in judicio zoodanige defenfie te doen, als hij zal te raaden worden. Accordeert met de voorfz. Register [geteekend] C. Clotterlooke. WTat hier op gevolgd zij , is te zien uit het volgende Request, reeds den 20 Augustus gepraefenteerd, doch ter Vergadering eerst gelezen op den 29 dier maand, xxx n;  C 35° ) XXXII. Aan de Edele Groot Mogende Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland. Cjceft niet allen eerbied te kennen Mr. H. A. Kreet, geboren Burger en Invvooner der Stad Amfterdam, dat hij de vrijheid heeft genomen, op den 3 April dezes jaars, een ampel Request aan UEd. Groot Mog. te prajfenteeren , en op de ledenen, daar bij in 't breedc en naar waarheid gedetailleerd, te verzoeken, dat het UEd. Groot Mog. zoude gelieven te veiklaaren , en den Hove aantefchrijvcn , dat de fuppliant bij UEd. Groot Mog. Placaat van amnestie van den 15 Febr. 1738 niet was uitgefloten , en dat mitsdien het op den iften derzelve maand tegen hem verleende mandament crimineel, moest worden gehouden voor vervallen, en inmiddels, hangende UEd. Groot Mog. Deliberatien over dat verzoek, het effect van 't zelve mandameot» en alle proce- du-  dures ter ener zaake, werden ge fin e11 eerd, niet dat gevolg, dat UEd. Groot Mog. op den 5 April hebben goedgevonden en verdaan, dat het zelve Request zoude worden geëxamineerd door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Ed. Groot Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Juftitie met Commisfarisfen van den Hove, 1 met furcheance inmiddels van de Procedures tegen den fu tpliant reeds geëntameerd, of hangende Hun Ed. Groot Mog. Deliberatien te entameeren. Dat de fuppliant daar van wel heert gehad dit provifioneel'eftecT:, dat op den aan den fuppliant geprasfigeerden rechtdag, zijnde geweest den 7 dcrzelve maand April, de voorfz. crimineele inftantie door het Hof ex officio is geftateerd ; doch dat de fuppliant niet te min heeft moeten ondervinden, dat op een mandament van arrest op des fuppl. onroerende goederen, bij den Procureur Generaal van welgemelden Hove geimpetreerd, en niets anders dan een gevolg van 't voorfz. mandament crimineel zijnde, echter op den a6 Meij default tegen hem is verleend, en voortgeprocedeerd, even of de voorfz. generale furcheance door UEd. Groot Mog. aan den fuppliant niet verleend ware geweest. Dat vervolgends UEd. Groot Mog. op den a Julij dezes jaars gedelibereerd hebbende ; op de ten zelve» dage ingekomene confideratien en advies  C ) vies van Prefident cn Raaden van den Hove op des fupplialits voorfz. Request, hebben goedgevonden en verdaan, des iup 1. verzoek tc wijzen van de hand, cn dienvolgende de furcheance op te heffen, en daar van aan den Procureur Generaal kennis te geven , met vrijlating nogtham aan den fuppliant, om in judicio zoodanige dcfenfic te doen, als hij zonde te raade worden. Dat de fuppliant die dispofitie \?,h UEd. Groot Mog. op den 5 Juli] hebbende ontvangen , cn niets anders kunnende venvagren , dan dat nu van vvege den Procureur Generaal aan hem , 't zij bij nieuwe citatie of immers bij behoorlijke advertentie, een nadere rechtdag zoude werden gepraïfigeerd, ten zeiven einde, als waar toe hij tegen den 7 April was gedagvaard geweest, ilico bedagt is geweest zich te prxpareeren , omme ten dien dage van de voorfz. aquitabele vrijlatinge van UEd. Groot Mog. teprofiteeren; —— doch kort daar op met de uiterfte verbaazinge is ontwaar geworden , dat reeds cp den 7 derzeive maand Julij, zonder eenige praallabele waarfcl ouyving , ja zelfs zonder dat eene nieuwe prafentatie tegen den fuppliant was ter rolle geflxld, na het ailopen der crimineele rolle van dien dasdc pradèntatie van den 7 April was opgelezen , en op inflantie van den Procureur Generaal, door Heeren Commisfarisferi, tegen den fup liant verleend default, en zulks niet tegenftaandc zijn Pre-  C 553 ) Procureur met alle decentie hadde gcfolliciteerd^ dat door een kort uitftel, a' wa; he maar van acht dagen, de fuppliant in de mogelijkheid gefteld mogte worden, om te kunnen compareeren , of 'zoodanig Verzoek aan den Hove te doen, als hij te rade zou werden, ten einde van de bovengemelde vrijlatinge efteét te hebben. ■ Dat de fuppliant al verder vernomen heeft , dat ingevolge van dién , öok het tweede default op het voorfz. arrest verleend, en hij, in dat cas tegen den 2., en in cas crimineel tegens den 8 September, op nieuw, bij edicte ad valvas cufiae is gedagvaard, omme te zien wijzen het verder profijt van voorfz. defaulté &c. Dat de fuppliant, eerbiedig vertrouwende, dat dit alles directëlijk aanloopt tegen de intentie van ÜEd; Groot Mog., gemanifesteerd in de zoo expresfe, als allezins rechtmatige en billijke, vrijïuinge aan den fuppliant, om in judicio zoodanige defcnfie te doen , als hij te raade zal worden , zich dan ook verpligt heeft gevonden zulks f e brengen tot kennis van ÜEd. Groot Mog., en daar óp Hoogstderzelver voorzieninge te imploreeren. — Weshalves de fu pliant zich bij dezen keert tot UEd-Groot Mog , ootmocdiglijk verzoekende, dat het UEd; Groot Mog. gelieve aan den Hove aan te fchrijven, omme de beide inftantien van den Procureur Generaal tegen den fuppliant te ftelltn in dien ftaat, waar in dezelve waren op den 5 V* April  C S5" ) April 1788. toen UEd. Groot Mog, de procedures tegen den fuppliant geëntameerd , of hangende UEd. Groot Mog. deliberatien, te cinameeren hebben gel'urchcerd, cn voords de nodige ordre te ftellen , dat uit hoofde der o heffinge van die furcheance, op den 2 Julij bij UEd. Groot Mog. gerefolveerd, tegen den fuppl. niet vverde voortgeprocedeerd dan op nieuwe, aan hem tijdelijk gepr.-efigeerde, rechtdagen , (*) met die vrijlatinge wel- C) Dit Requestiswel niet voordcnfuppliant, doch echter voor anderen , nog van eenig nut geweest; want op den 12 September 1788- heeft de Procureur Generaal, aan den Procureur, die voor twee Geconfti. tueerden van Rotterdam, tegen welke een mandament van dagvaarding in perfoon tegen 7 Julij verleend was , mede een Request aan de Heeren Staaten gepracfenteerd had, waar op den 2 Julij furcheance verleend, doch 't geen vervolgends op den 5 September ook afgewezen was , geadverteerd , dat hij die zaaken op den 23 dier maand zou prajentctrtn , 0,71 verzoek te doen of default tebegeeren — daar tegen den fuppl. op den 9 September reeds het tweede default gevraagd en verleend was- Deze onderfcheidene behandeling kan men niet moeken daar in, dat tegen die Geconftitueerden maar dagvaarding in perfoon; doch tegen den fuppliant een mandament crimineel, was'verleend — want dit laatste foort van mandementen Relt den geenen tegen wien het disponeert, wel in 't gevaar van fccapprchcndeerd re kunnen worden, ten allen tijde «■ als  C S?9 ) welke bij ÜEd. Groot Mog. evengemelde Refolutie aan het afwijzen van zi n vorige verzoek is geaccrocheerd, en dat inmiddels, hangende UEd* Groot Mog. deliberatien over dezen Requeste * alle verdere procedures -van den Procureur Gene* raai tegen den fuppl. op nieuw werden gefureheerd. h welk doende &c. als hij gevonden wordt, maar hetverpligt hem niet Om vroeger te compareeren, dan den dag welke hem ten dien einde, door een Deurwaarder , even en jn dezelfde termen als aan Gedaagdens in perfoon» bij edicte is geprafigeerd. Nu was die dag (7 April) geduurende dc fureheaoee, welke door den Souverain op den 5 dier maand geordoneerd en op den 2 Julij opgeheven is, -verlopen. — Het was dus per rerum naturam een onmogelijkheid, dat hij op dien dag nog konde compareeren, — en de aart der zaake vorderde mitsdien van £elfs , dat de Procureur Generaal hem op de eene of andere wijs liet weten, op welken naderen dag hij nu nog aan zijne citatie zou kunnen voldoen , evCn als op den •bevorens geprafHeerden Regtdag, op welken hij niet Willekeurig, maar op goedvinden van den Souverain jjelven, abfent gebleven was- >— Het verzuim van zulk eene advertentie flelde hem in 't zelfde geval, als een gedaagde , in wiens a£te van citatie geene of een abulieve dag van Rechten ftaat uitgedrukt, en die dus niet weet, wanneer zijn partij of de Regter hem wagt. — Zi XXXIII.  C 356 ) XXXIII. Extract uit het Register der Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland in Hun Ed. Groot Mog. Vergadering genomen op Vrijdag den 20 Augustus 1788. Is gelezen de navolgende reques'e van Mr. Hendrik Arnold Kreet, zig noemende geboren Burger en Inwoonder der Stad Amfterdam, om de daar bij geallegeerde reden verzoekende , dat Hun Ed. Groot Mog. aan den Hove gelieven aan te fchrijven, om de beide inftanticn van den Procureur Generaal tegen den fuppliant te dellen in dien ftaat; waar in dezelve waaren op den 7 April i733. toen hun Ed. Groot Mog. de procedures tegen den fuppl. geëntameerd of hangende Hun Ed. Groot Mog. deliberatien te entameereri , hadden ge-  < 357 ) gefurcheerd , en voorts de nodige ordres te dellen, dat, uit hoofde d' r opkeffinge van die furcheance op den 3 juli bij. Hun Ed. Groot Mog.. gerefolveerd, tegen den fuppl. niet werde voortgeprocedeerd, dan op nieuwe aan hem tijdelijk geprcefigeerde regtdagen , en met die vrijlating, welke bij Hun Ed Groot Mog. Refolutie aan het afwijzen van zijn voorig verzoek is geaccroeheerd ; en dat inmiddels, hangende HunEd. Groot Mog. deliberatien over dezen Requeste, alle verdere procedures van den Procureur Generaal, tegen den fuppl. op nieuw werden gefurcheerd. Fiat infertio. Waarop gedelibereerd , en door de Heeren Gedeputeerden der Stad Amfterdam gedesadvoueerd jdjnde de qualiteit, (*j die de fuppliant zich als In- (*) Men herleze en overwege den inhoud van zijn Request, hier boven bl. 322. en oordeele , of zija temporair en onvrijwillig verblijf buiten Amfterdam, hem het Recht beneemt, om zich hangende den procesjè, nog te blijven noemen, geboren Burger en Inwooner van die Stad ? -.—1— Men denke eens na: op welken grond, bij Hun Ed. Groot Mog,, Placaat van 30 September 1788» het fournisfement van den 25 penn. gevorderd wordt, van allen, die nog geen jaar cn zes weeken voor het emaneeren van dat Placaat abfent geweest waren ? «■ en volgens welk verfterfrecht de boedels van heml en Z 3 an-  C 354 ) intvoöndei" derzelve Stad adfcribecrt, is voorts goedgevonden en verdaan de voorfz. Requeste te renvoijeeren aan den Priel; den t cn Raaden van den Hove , om naar fijle voor den Hove gebruikelijk '* voort te precedecren , en zal hier van kennis worden gegeven aan den Procureur Generaal, tot zijne informatie. Accordeert met 't voerfz. Register [geteekend] C. Clotterbooke. andere diergelijke abfenten , verdeeld zouden moeten worden , indien zij, zonder lijfserver) en zonder testament, overleden? — 0f men van hunne Ëffgènaamèn dan in Holland den impost op de collaterale fucceslie, wegens goederen huiten die provincie gelegen, niet zoude vorderen ? enz. errz. (*) Door dëSê woorden verloor de Aipptittflt eensklaps al het ef-rft of nut van dc claufule der vorige Refolutie v.n den 2 julij , Waar bij aan hem was mj&tarm, ern m jmiéo zoodanige dejen~ Êê te doen, als hij le raade zou werden.' Want, door het, zijitê meefcïng U vroeg en mt zeker bniten zijn xlwld , Verleende default *t Welk hij niet ! fll kü nen voorkomen, dewijl het phrfqü^ent onmogelijk was , dat hij op den 8 Julij ter Roile van het Hof in 'sHage konde compa fèeren, Was hij Wft%m van de exceptie dectina' teir,  C 355 ) toir, M'clke hij bij zijne Requesten (hier voor No XXVI en XXVIII.) getoond hadde, in de eerfte plaats in het oog te hebben , en zich vleidde, dat, na behoorlijke adftructie, in judicio , rechtmaatig bevonden en geadmitteerd zoude worden , zoo op de gronden bij voorfz. Requesten door hem geallegcerJ, als op de ontwijffelbaare gevoelens van 't Hof zelve, 'twelk in eeneRemonftrantie aan Hun Ed. Groot Mog. over de zaak van Mowand in dato 6 April 1786. ïich in dezer voege heeft uitgedrukt: „ dat de Ingezetenen van 's Hage, Edel, gepriyili„ geerd en Burger, het zelfde recht hebben, pin „ de befcherming der wetten, waar VSO dc Ordf„ naris [uftitie het bolwerk is, te genieten , als de „ Ingezetenen van eenige andere jlad of plaats tn .., hei gantfche land, en dat mitsdien , zoo lang dcr^ zeiver Privilegiën niet verbeurd zijn verklaard, „ geene aftrekking van derzelver Ordinaris , dage„ lijkfche en competente Regters, of van de Ordina„ ris Juititie, omtrent hen mag plaats hebben, indien „ dezelve niet even eens plaats heeft omtrent alle an„ tere Ingezetenen des Lands. „ Ut fteunt op de algemeenheid van het Privilegie de „ nen evocando, het welk te bekend is allen Ingfize„ terun des Lands te competeeren , dan dat het no„ dig iou zijn het zelve te adftrueeren , en het welk „ zoo terk is, dat, volgens het geen Hun Ed Grooj: „ Mog. iclven gedeclareerd hebben in Hoogstderzel- ver Pkuaat van 5 oaoberiösó, '«Lands Ingezete„ nen, zoidcr verkorting van het Recht, haar ver„ mogens 'ét PriviLgien van den Lande .compereeren- 4e. van tit voorzeide Jitrisdi&ie niet kunnen of Z 4 » "er'  „ vermogen te worden geèximeerd, &c. . als ma» „ de op de algemeenheid van her geen Hun Ed. Groot „ Mog- bij hoogstderzelver Placaat van 15 September „ 1677. hebben verklaard een Indisputabel Recht te „ zijn, 'ëitgeine Ingezetenen van denzelven Lande, „ met fugitief wezen 'c , noe/ite tok in flagrants. „ delicto geawappeerd wordende , geappréheiideerd „ofte recht gefield mogen worden, anders, dan „ door den Officier, ende toer den Rechter, bei* „ den in haar rtguard ordinarii, dagelijks ende „ competent zijnde; welk recht dus even eens aan „ de refpective Ingezetenen van 's Hage, als aan die „ van alle andere plaatfen, toekomt, waar uit volgt» „ dat zij daar vandoor geene andere PRAEvtN„ tie, dan dcor de zoodanige, welke door apprehen„ fie injJagranti gefchied , zouden mogen worden „ afgetrokken. — En deze exceptie, van apprebenfg „ tn Jtagranti, ziet eigen/ijk niet op het geval van „ prteventie , door iemand die geen Ordmaris Reg„ ier is, maar door den Ordmaris R egt er hei der „ licti commisfi, in welk geval de Ingezeten, h/e „ zeer afgetrokken van deszelfs dagelijkfchen Reg„ ter, echter altijd blijft bij de Ordinaris Juftitie- e» „ dus, pofitis terminis van het middel van ^fpel, „ aan den ge.nee .en Ordinaris hoogeren Rechte-,kan „ jouisfeeren. , Wel is waar , dat fcet Ho' fufti- „ neen, dat de cas Royaux, uit de rcfpec'ive Pri- „ vllegien stfn ertf.rvecrd, - ;n dim zin dat „ de zelve I ij et 8 art. van de injlruetie , en dus bij s, ee Landwet, aan het Hof, tanquam,'udici fupe„ riori ordimrio zijn toegekend, waar -oor dus de „ Ingezetenen niet worden afgetrokken van de Ordi-  C S<5i ) v naris Juftitic ; dog wij remarqueeren, ——< „ dat de Steden ftem in Hun Ed. Groot Mog, Ver„ gadcring hebbende , die fuftenue van het Hof „ meest altijd ten fterkften hebben tegengegaan, in- „ zonderheid de Stad Dordrecht Leijden &c , „ welke niet konden zi.n, hoe zulks was overeentep brengen met het Placaat van j5 Sept. 1677. cn daar „ op gevolgde Refolutie van 16 Dcc. 1678. nadien „ daar inne mede geen exceptie van eenig crimeit „ te vinden , of by i dat ie uit te haaien is> „ Daar nu l ij de Steden , ter Vergadering van Hun Ed. „ Groot Mog. compareerende, wordt gefuilineerd, en „ op Hun Ed> Groot Mog. eigen declaratoiren ge» „ fundeerd, dat zcl's de refervatie, die het Hof fusti„ ncerde door de Graven gedaan , cn de cognitie daar „ van aan het Hof bij het 8 art. van de inftructie ge„ demandcerd tc zijn, niet mogt derogeeren aan de „ generaliteit der jurisdictie aan de Schepenen-Banken „ gegeven, hoe zouden dan nu &c Wat verder , in 't zelfde ftuk, zegt het Hof nog: „ Het is immers zeker, dat een Burger, die gevangen 3, wordt wegens hoog verraad, daardoor zijn recht „ van volle defenfie niet verliest. Indien het tegen- „ deel waar was , zou daar uit volgen , dat de „ Burgerlijke voorrechten juist iemand zouden bege„ ven op het tijdftjp, wanneer hij derzelver werking „ het meest van noden heeft, en dus ijdele klanken „ zijn. Want zoo lang een Burger niet gepecceerd „ heeft, of befchuldigd wordt van gepecceerd te hebben, is het jus de non evocando, cn het rechtvan 5, volle verdediging onnüt voor hem. Maar, wanneer Z S „hij  „ hij in cfie termen komt, da n eerst komen die voor„ rechten hem te ftadc, dan eerst is de gelegenheid „ geboren , dat hij er zich met effect van konne en „ moge bedienen. Wat zouden dan toch die voor„ rechten beteekenen, indien hij begrepen moest wor„ den , dezelve door die daad , welke hem in de „ omftandigheden brengt om er gcbru k van te kunnen maken, ipfo faêto vel ipfo jurc verbeurd te hebben ?" 't Is wel zoo, dat het Hof, all'het voorfz alleenlijk aanvoert tegen het Collegie van Heeren Gecommitteerde Raaden, 't welk door het Hof befchouwd wordt als geene ordinaire jurisdictie hebbende, noch ordinaris justitie administreerende, terwijl het Hof meent , over de zoogenaemde cas Roijaiix , bij preventie tc kunnen jugecren, zonder dc ingezetenen der Steden in het privilegie de non evccan o t. benadeelen, om dat het Hof ordinaris justitie ocffent , dat is, zich aen de vastgeftclde wetten en costuemen of wijzen van procedeeren verbonden houdt, uit welken hoofde, het Hof zich dan ook telt onder dc Ordinaris Refters. Maer, dat er een zeer esfenticel onderfcheid is tusfehen ordinaris justitie en ordinaire jurisdictie, is voor lange geremarqueerd, en treflijk aangedrongen, door Heeren Schepenen der Stad Amfterdam, bij eene, door 't Hof zelve gehudcerde Misfive aan Hun Ed. Groot Mog. in dato 3 ^September die ook in een nadere Memorie v.v confideratien, van den 28 derzelve maand, zich omtrent de voorfz. cas Roijaux aen Hoogstdezelven , :. dezer voege uitdrukken: „ Niemand kan onbewust „ zijn, welke bewegingen Hun Ed. Groot Mog. pls- n ea  C 367 ) ,, caat en gedeclareerde grondwet van dato 15 Sep» „tembar 1677 heeft gemaakt." Bijzondei lijk heeft „ de Ra id Provinciaal zich deswegens bij een zeer am„ pelc Misfive aan Hun Ed. Groot Mog. geaddresfeerd, „ en onder anderen voorgemeld: Of Hunne E i. Groot „ Mog. daar van zouden verdaan te excludeeren zoo„ daanig» crimina, die gemeenlijk genoemd worden 5, des cas Royeaux, mitsgaders de verjaarde delicten, „ tin aanzien van allé dewelke het Hof was vermce„ nende, dat dejudicatuur, zonder aanfehouw van het „ domicilium der Delinquanten, ter eerder indantie „ aan den Hove zoude competeeren. Maar HnnEd „ Groot Mog. hebben goedgevonden op eenmaal allé „ de genoemde bedenkingen aftefnijden, en bij nader „ pJacaat in dato 16 December 1678 pofitive, cn zon„ der eenige de minde uitzondering of limitatic, te „ verklaaren: dat tot dc recherche en judicatuure over „ de delicten alleen zijn gequalificeerd de Officie„ ren en Regtcrs over het territoir, waaronder de De. „ linquanten woonagtig zijn: Defercerendc zelf aan de_ „ zen Domiciliairen Regter, die met een notabele om„ fchrijving den Competenten wordt genoemd, het „ oordeel en dc faculteit, om, in dubieufc gevallen, „ ten aanzien van de termen van het gezegde Pia„ caat voorkomende, te distingueeren, en recht te „ doen, zoo als dezelve in goede justitie zoude ver. „ meenen te behooren. Hier worden dan dege- „ vallen, bij onvoorzichtige uitleggers van de inftruche „ van den Hove, uit vreemde maximes ontleend cn „ genoemd des cas Royeaux, zonder eenige bepaling „ cn met opzicht tot dc gantfche Provincie, erkend tc „ daan onder den Officier cn Rechter, bwden ordinair „ cn dagelijks. . ■ „ Hoe  C 3°4 ) Hoe Zeer dan hot Hof ordinaris justitie oefter.e, of de ordinaire forme van procedceren in acht neme, en in dien zin, een ordinaris Regter zijn moge, -tis het zelve echter geenszins, de ordinaire, Vageiykfche, en «wz/>^ Rechter der Burgers én Infez tenen van de Steden . ter eerftcr inft.mtie, maar alleen in cas d'appel welke dieshalren niet behooren, en volgens voorfz. Staatswetten niet mogen, ontzet worden van het faveur, of zoo als't Hof zelf erkent, dat onvervreemdbaar Recht der Ingezetenen , van eerst voor Jen Rechter hunner woonplans gehoord en gevonnisd te worden, en da ma, pofitis terminis, re mogen jouisfeeren van het doar 't Hof zelf geroemde , en als een voorrecht geconfidcieerde, middel van appel. Dit toch zou het groote en irreparabele grief zijn voor Stedelingen, die bij delegatie of bij overgifte dei-Stedelijke Rechtbanken, zonder hunne ei ene locftem«ning, voor het Hof wierden te regt gefield : waeromtr .v. h ■ Hof zelf bij de meergemelde remonftrantic, aenmerkt, dat aen de overweging van Hun Ed. Gr. Mog. niet oehoeft te worden voorgedragen „ welk een uitnemend Voorrecht het middel van hoog'er beroep is voor een beJchuLligden, die niet, of niet „ volledig geconfesfeerd heeft, en welk een groot „ prajudicie hetovcrzulks voorhemis, daarvan ver- „ (loken te zijn. Immers dit blijft altijd waar, en op alle Rechtbanken , uit feilbaaremenfchen beftaande , applicabel, ook dan, wanneer dezelve éé erleie form van procedeeren ia acht nemen. Êa, —— zoo die Exceptie al eens wierde gerejecteerd > dan  (3^5 ) dan wierdt iiem, door in zijne zaak de ftijl voor den Hove gebrnikelyk plaats te geven, de fust? me afgefneden, dat het Hof in dezen het Rechterambt oeffende, uit kragte der delegatie van 30 November 1787 , (hier voor bl. 271) en niet uit hoofde van eigene competentie, om ter eerjler injlantie daarover te cognosceeren. — Dit, dagt hij, kon niet qusestieus zijn. bij het Hof, ■ 't welk, nevens de Procure r Generaal, zich anders de zaak der Remotien wel eerder zou hebben aangetrokken. Daar de geheele toe- dragt derzelve algemeen wereldkundig was. In den zomer 1787 is hij zelf verfcheiden maaien in de Comparitiekamers van den Hove geweest, en aldaar door den Heer Procureur Generaal 't Hoen, en door meer dan éénen der nu nog fungeerende Heeren Raaden, minzaam aanggfproken, ennaarzijn welftand gevraagd, (een blijk van achting, 't welk geen Lid van een Gerechtshof openlijk zal geven aan een voorwerp van crimineele pourfuites j Schoon die Heeren nimmer getoond hebben de toen heerfchende gevoelens te zijn toegedaan, maar wel het tegendeel. Waarom zouden Hun Ed. Mog. dan niet zoo wel over de Remotien gevigileerd hebben , als over liet Declaratoir der gewapende Burgercorps van den 3 Julij? (zie hier voor bl. 263.) Ben van beiden moet waar zijn: of, dat het Hof de Souverainc Refolutie van 11 Meij, waarbij de Rotterdamfche Remotie is verklaard een domestijcq objtef te zijn, heeft gerefpecteerd, als een dadelijk blijk, dat de Hooge Overheid, zich daar in niet gecencerneerd oordeelde, —- gelijk dit waarlijk te dief  C #4 ) dier tijd door HunEd. Gr. Mozoo begrepen wierdt. — en dan heeft de intrekking dier Refolutie alleen kunnen dienen, om de Regeering voor 't vervolg op den ouden voet te herftellen, gelijk gefchiedis, maar niet mi een Recht, 't welk de Hooge wverheid eens verklaard had ni:t te hebben, of 't wel!: zij in dat geVal reeds had afgedaan, weder te doen herleven , in nadeel van particulieren, die zich op dat gevoelen hunner Regenten hadden betrouwd. Of het Hof en de Procureur Generaal moeten te dier tijd begrepen hebben , dat daar over in de eerfte plaats door den judex loei moest gecognosceerd worden. Is dit nu zoo, gelijk het Hof zulks mede, met ter zijde Helling, voor dit maal, van vorige fuftenuen , heeft overgegeven bij het voorlopig advis van den 3 Oktober, en 't welk dien conform bfj Hun Ed. Mog. op den 3 November is goedgevonden en verdaan, — zie hier voor bl. 205. en bl. 270.) en zijn naderhand, ten opzichte van enkele fteden, op verzoek of ten gevalle der plaatslijke Rechtbanken, en wel te Rotterdam, naardien de meerderheid der Schepensftoel zich zelve recufeerde, in dat fp.-eiale geval, gelet op de gefteldheid van zaaken binnen die Stad, aan den judicature vuil den Ilovc gerenvoijeerd die znaken , welke bij UEd. Groot Mog. Refolutie van 30 November (hier voor bh 271.) bedoeld zijn, deg met deze expresfe en fterke bijvoeging: „ vuur zo vee! dezelve anderzinster eerjler inflant.se. „ door Schepenen van Rotterdam zouden moeten „ werden berecht, onvermitiderd en zonder prac„ j'udicie van de Privilegiën van de Refpective Ste„ den , en de Rechten van de 'ingezetenen van „ dion  C 363 ) !5 dien, en fpeciaal van gemelde Stad Rotterdam, en „ blijvende dezelve voor het overige onverkort en „ in haar geheel. Dan Zou de fuppliant gemeend hebben, daarop met de uiterfte fiducie te mogen fundeeren een verzoek, om eveneens behandeld te worden, als men, indien die delegatie niet gefchied -ware, hem zou hebben moeten behandelen voor zijn ordinaris dagelijkfehen en competenten Rechter, dat is volgends de crimineelc practijcq, welke bij de Schepensbanken geobferveerd wordt , cn niet volgends de ftijl van den Hove, en dat hem dieshalven wierde gegeven , niet copie van het te kennen geven van den Procureur Generaal, waarop door denzelven het mandament crimineel tegen hem is verzogt, of van dat mandamem zelve, maar alleen expres fie van de daaden, ter zaake van welke dat mandament is verleend, en hij dienvolgends gehoord zal moeten worden. —— Daar voor militeerde, naar zijn begrip j I. in V generaal, dat er geene goede of billijke reden is uittedenken, waarom bij't Hof niet zou mogen of behooren plaats te hebben, 't geen bij de andere crimineele Rechtbanken, volgens ordonantie van den Souverain, vtös*gefehteden. Daar het dezelfde Souverain is, wiens Recht, zoo bij 't Hof als bij die vicrfchaaren , word waargenomen, en er in dit opzicht geen waar onderfeheid plaatsheeft, tusfehen een befchuldisrdcn, tegen wien een mandement van apprehenfie of van perfooneele dagvaarding verleend is, dan alleen deflylvan den Hove, welke, hoe oud ook, echter niet onfeilbaar is. B r t verhaalt ergens, in zijn tractaat van crimineels zaaken, dat er een tijd geweest  C 368 ^ trecst is, waar in dc ftijl van't Hofmedebragt, dat acn gedaagden in perfoon of gevangene, die in ordinair proces ontvangen waren , niet wierd geaccordeerd copie van de vraagpoincten, waarop zij gehoord waren , maar alleen van derzclver gegeven antwoorden, om dat de laatste van hen , doch de eerfte van den Proc. Generaal afkomftig waren, en hem toebehoorden. Dit is, zonder tusfchenkomst van den Souverain , veranderd d r r 't Hof zelve , 't welk zich dus te dier tijd bevoegd heeft geoordeeld , om den ge-bruikelijkcn ftijl te postponëeren aan de overtuiging van reden en billijkhe d Nu is de reden, waarom een Ged. de poincten zijner befehuldiging behoort te weten , overal dezelfde , na* melijk da: geen befchuldigde verpligt is te antwoorden over andere faiten , dan waarover het decreet of mandament tegen hem verleend is ; —(welke faiten hij dus voor af tijdig behoort te weten. -—Dat dit zoo wel bij het Hof, als bij de neder-Gerechten ^ moet plaats hebben , heeft dc Hooge Raad ten fterkften beweerd in de zaak van A. van der Mieden. tl Speciaal is dat verzoek gefundeerd, in cas van zulk eene delegatie als de tcgenwoord'ge , welke niet uit hooide van de geaccufeerden plaats heeft, maar alleen proflueert uit de perfoonen der Rcgters ter eerfter inftantie. De Gedaagden buiten wier fchuld dit is, behooren er dies halve van geen erger natuur door te worden, maar bij't Hof alles te genieten, wat zij in hunne Stad hadden moeten genieten *t Hof, in dezen fubintreerende in de plaats en vcrpligting van Schepenen, behoorde zich ookin alles te conformeeren met die Ordonnantiën Recht en en'Cosru. men»  C36>> men, welke door Schepenen geobferveerd ftfoefen worden. £00 dc Gedaagden door het ongeluk der tijden , zich al moeten getroosten eene inftantie tc verliezen, zij, moeten echter da;.r door zoo min mogelijk verliezen , cn dicshalven nioct 'er, behalven dc plaats en» perfoonen der Rechtbank , voor hen geene verandering hoe genaamd plaats hebben , in alles wat hen ter eerder inftantie in hunne Stad zou zijn gcaccoïdeerd. III.Een allerbijzonder/IefedgM, waarom het Hof'tvoorfz. verzoek behoorde te accordeeren, ——is daarin gelegen, dat ter zaake van de publijcque onlusten waar uit deze procedures produceren , door den Souverain is verleend een gcneraale amnestie,met eenige uitzonderingen-, niet van perfoonen maar van fatten^ welke bil dat placaat zoo worden omfchreven, dat 'er tusfehen den Procureur Genetaal en een of ander der geenen , tegen welke hij procedeert, ligtelijfc dispuut kan vallen , of zulk een gedaagde uit datPlacaat van amnestie, al of niet uitgefloten is. ieder Gedaagde moet dus vrijheid en gelegenheid hebben om het laatste te fudineeren — de Souverain ren- voijcert hem daar mede naar het judicium, « Hoe zal hij nu die fudenue doen gelden, -. dan door de woorden van 't Placaat te vergelijken niet de befchrijvhig der faiten, welke, in het tegen hém verleende mandement, hem als misdaad worden aangefehreven? 'Men Zegge niet: HIJ kan die exceptie van amnestie proponecrenna'tverhoor; —dan weet hij.uitde hem voorgehouden yraagen , wat de Pr. Gen. hem  C 3^ ) te lasteiegt; of na dat de Pr. Gen. tegen hem zal hebben eisch gedaan; welke hem dan ten dien einde , voor de Sententie, zal worden gecommuceerd. Want daar mede zouden zij , die dan eerst verklaard zouden worden, in dat placaat van amnestie begrepen te zijn, daar van mat volkomen maar alleen gedeeltelijk profiteeren dewijl Hun Ld. Groot Mog. zeiven bij Publicatie 17 April 1788. declareercn te hebben verboden „ dat tegen de niet „ uitgeflotene eenige de minfte actie of befchuldi-' „ ging in Rechten zoude worden aangefteld , of ,, aangefteld zijnde zouden worden vervolgd, zoo als bij het Placaat van 15 Fcbr. aan de Officieren, crimincclc jurisdictie cxercecrcnde , ook maar alleen word aanbevolen, onderzoek te doen naar, cn 't recht der Hooge Overheid waar tc nemen tegen, dc uitgezonderde Hoofdaanleggers &c. Men moet dus voor alle proces, vooralle verhoor , gelegenheid hebben te allegeeren en dcdueccrcn , dat dc Gedaagde onder die uitgezonderden niet behoort, cn dus profiteeren moet van het voorfz. verbod. Maar .... het regen den Gedaagde verleende def-wit, en de ftijl van den Hove, aan welke dc laatfte Refolutie van Hun Ld. Gr Mog- hem fubjcctecrdc, ftelde hem buiten demogelijkheid, om iets van dit alles te doen voordragen. Ook deedt de Re¬ folutie in dato 5 September 1788, waar bij diergelij. ke verzoeken, van twee Rotterdamfche Geconftitueerden, zijn gewezen van dc hand, conform en op de gronden van een advies van den Hove, en de justitie onverlet is gelaten, volgens den fiyl van den Ho-  C 57x ) ftove gebrkikefyfi, hem alle hóóp van fucccs vciiièzen; cn 'erfchiet dieshalven thans voor hem niet anders over, dan aftewag'ten, of de fentemien van 't Hof met die van de Stedelijke Sehepensbanken zullen overéénkomen, dan of inmiddels nog de tijd zal komen, in welken men wenscht dat herdagt Zal worden, cn ingang zal vinden, de fchoonc taal van CICERO pro Marcello': NULLA est TANTA vis, tanta COMA, qtj7s non fer.ro ac VIRIBUS DEBILITARl FRANGIque possit; VERUM ANÏMÜM VINCERE, IRACUNDIAM COIIIBERE, VICTORIAM TEMPERARE ADVERSAR.ium NOBILITATE , INGENIO , VIRTTJTË pr/EST ANTEM , non m0e0 EXTOLLERE jac e NA tem, sed ETIAM AMPLIFICARE ejus FRISTENAM dig?»TTATEM , ii/ec QUI FACIAT, NON eco ÊUM cum SUMMIS VIRI3 COMPAREM, sed SIMILLr- MüM Deo judico: —— Aas -Cum.  C 37^ > fcM A.LIHUID CLEMENTER., MANSUETE, JUSTE, MODERATE, SAPIENTER FACTUM, IN IRA" CUNDIA PRiESERTIM, QVM EST INIMICA CONSÏUIO, ET IN VICTORIA, QJUVE NATURA INSOLENS ET SUPERBA EST, AUT AUDIMUS , AUT LEGIfclUS, QÜ.0 STUDIO INCENDIMTJR, NON MODO IN 9ESTIS REBUS, SED ETIAM IN FICTIS, UT ECS S/EPE, QUPS NUNQUAM VIDIMUS, DILIGAMUS % Te VERO, QUEM PRyESENTEM INTUEMUR, CUHJf MbNTEM, SENSUSQGE, ET OS CERNIMUS, UT CJCICQUID EELLI FORTUNA RELIQUUM REIPUBUOE FECERIT, ID ESSE ÏALVUM VELIS, QUIBUS J.AUDIBUS EFFE&EMUS? QUIBÜS STUDIES PROSEQUEMUR ? QUA HENEVOLI.NTIA COMPLECTE" fc:VRV ——.  C 373 > Dit animum vineer acherfarium jacentem ex tolk re, . & quicquld belli fortuna reliquum reipublic* fecerit, id falvum veile, hadt zekerlijk Prins Willem de I in het oog, toen hij aan de Vrouwe Gouvernante dezer Nederlanden deedt voorhouden: (*) hoc unum monitum ve- ("■) Nicol. Burgundiï hhtor. Belg. lib. III. pag. 326. edit. 1633. i Ieder weet, dat hét woord Amnestie eigenlijk niet beteekent vergt f nis, maar vergetelheid, van de Griekfche woorden « privativ. en p??.? memoria, zoo als ook «j»v(j?of, cujus memoria non fu* per est, oblivioni traditus , oblivione deletus.-~ Dit bedoelde Cicero in initio P/iilippicte j. zeggende: — „ quantum in me fuit jeci j, fundamenta pacis: Athenienfiumquei „ renovavi vetus exemplum: Grsecum etiam „ yerbum ufurpavi, quo tam in fedandis discor„ diis erat ufa civitas illa, atque omn em me- „ moriam Dl scord i ar V U oblivione 5i s e m p i t e r n a delendam censu i." Het voorbeeld, 't geen hij in 't oog had, was dat van Tn r asij bü lus, waar van men leest Aas H  C 374 ) VELUM, solidam paceh HABERI NON TOSSE , NISI ex tota GENTE CONCILIUM CONTRAHENS Rex PRiETERITARUM RERUM GRATIAM SPONTE fecerit; Quippe eam NE MO P E TI TUIL US est, NISI ut EX PROPRIA CONFESSIONB KOCENS ESSE SUSTINEAT. bij Valer. Maxim. lib. IV. cap. ]. Extern. §. 4. „ infigncm deinde reftiuitione libertatis victo- 53 R I A 1/1 clario rem aliqUailtO MODESf*- tionis laude fecjt. Plebis enim fcitum „ InteipoAiit, nequa pratcritaritm rerum „ mentio fieret. Haec oblivio, quam Athe„ niénfes otpvysla.. vocafn, ConcussÜm et „ labentem civttatis statum, in „ pristinum habitum revocavit. DE LEZER gelieve de ingeflopen drukfeilen te verbeteren, eh vooral de volgende: bladz. 200 reg. 21 ftaat gefovcerd, voor gcfoveer J bladz. 289 reg. 3 ftaat 24 voor 21. bladz. 307 onder aan in de aantekening ftaat 303, / vcelk moet zij71 363 bladz. 342 reg. 13 ftaat demestijcq, in plaats van domestijeq.  B IJ VOEGSEL TOT DE NEDERLANDSCHE AMNESTIEN, VAN DE JAAREN MC CCCLXXXV, MCCCCLXXXVIII, MDCCLXXXXVII* E N MDCCLXXXVIIÏ. Te DouSRecht, Bij J. KRAP, Az. 1789; (Dezen omflagtijtel -wordt weggeworpen , ah dé hieragterzijnde bladen in het boek gezet worden.')   ' C 375 ) BIJVOEGSEL. Mandament van Arrest met de Claufule van Editie ad val» vas curict, "WILLEM bij der gratie Gods Prince var» Orange en Nasfau, Graave van Catzenellebogen, Vianden, Dietz, Buuren, Leerdamv&c. Marquis van Veere en Vlisfingen, Heere'en Baron van Breda, &c. Erfftadhouder, Erfgouverneur, Erfcapitein-Generaal en de Admiraal, &c. &c.&c. mitsgaders de Prefident ende Raaden over Holland Zeeland cn Vriesland, den eerden gezworen Exploi&eur, hier op verzocht, falut: Alzoo ons vertoond is bij den Procureur Generaal van de voorfz. Landen, dat de Vertoonder, geobtineerd hebbende van dezen Hove Mandament Crimineel tegen Mr. Hendrik Arnold Kreet, gewoond hebbende te Rotterdam, doch nu voortvlugtig C), beducht was dat dezelve fchikkin- £en (*) Men herlcze de aanteekening, bladz. 195 en 326* De Regeering zijner gcboorteftad, waar hij federt ruim vier Maanden in den Bwrgereed geftaan.en zijn openlijke en eenige domicilie gehouderf'had, zegt hem zijn Poorterrecht en haare Protectie op; en geeft hem het confilium abeundi. — Hij voldoet daaraan, met alle blijken van tegenzin, na herhaalde inftantien om door zijne Schepensbank geoordeeld •te worden. — En ... des niettegenftaande wil men hem voor een Vlugteling doen doorgaan! •— zelfs eer men nog wist, of hij op de crimineele citatie voor 't Hof compareeren zoude. ——» Hoe hem dit (imiogel/Jk gemaakt is, zie boven tyadz. 352 en 359. Bb  C37*3 gen zoude kunnen maken van zijne goederen, (*) waar aan in tijd en wijlen des noods de kosten enmifen der Juftitie, en de kosten van den procesfe, zouden behooren verhaald te worden, het welk alzoo zou de ftrekken tot merkelijk nadeel en prejudicie van deff Lande ; weshalven de vertoonder zich keerde tot dezen Hove, (alzoo hij aegt) reverentelijk verzoekende daarinne onze provifie: Zoo is 't dat wij u auétorifeeren bij dezen uit naam en van wegens de Hooge Overheid te nemen in arrest en bewaarderhand de goederen van den voorn. Mr. Hendrik Arnold Kreet, omme daaraan, des noods zijnde, te kunnen verhaalen de kosten en mifen van de Juftititie, en de kosten van den procesfe door den vertoonder tegens meergemelden Mr, Hendrik Arnold Kreet gevoerd werdende, ende denzelven Mr. Hendrik Arnold Kreet eu alle anderen, desnoods, gelast en beveelt hetzelve arrest te gehengen en te gedoogen. En (*) Dat deze bedugtheid geen den minden grond had , bleek immers ten klaarden, wijl hij federt den 17 September 1787, en zelfs federt het Mandament crimineel,('t geen den 1 Februarij 1788 verleend en den asden geexploióteerd is) tijds genoeg gehad had om zich van die goederen te ontdoen, waar toe hij dus jnet der daad getoond heeft geene intentie te heb» ben. — Hij liet dezelve onvcrkogt om dezelfde reden , welke hem onder anderen ook gemoveerd heeft tot de advertentie in de Couranten (hier voor Wadz. jo8), namelijk om daar door te iogendraffen de geruchten, welke men onder rr gemeen verfpreid had, als of hijeen kas van den Krijgsraad onde* zich had, terwijl juist het tegendeel waaï was, blijfcends de volgende ïekening courant; Mr,  f. 877 ) Mr. FJ. A. Kreet als Rentmêestér iêhei Vfkf. Volgons rekening of memorie van Donatien, aan hem qq. ter hand gedeh in Meij Ontvangen van den Provoost Valk ...» ƒ a(j8 : -3:1. Junij Kam .... j 377 : p : Juli] Schimmel - - - ? 244 : 3 : en Aug. van der Vring - - * 268 : 6 : ! 17 Sept. Waren dezelve nog fchuldig, volgens hunne opgave den 10 Septemb 1788 bij misfive aan den Rendant gedaan, - - - ƒ 84a : 7 : < welke fom zij ter Wisfelbank hebben gedepofiteerd. 't Geld in de twee busfen van den Krijgsraad is mede ten Stadhuizc gekomen, blijkends advertentie in de Rotterdamfche Courant van dei 29 Januarij 1789 per memorie, Ook was de Stad Schuldig, 4* maand van 't Capiteins tractemenl a ƒ 1800: — : — per jaar, - - - dus - - ƒ 675 : — : — en de Heer van Staveren, als Huurder van 't Viswater a ƒ 80 : — : per jaar, - - - - dus - - ƒ 50 : — : —« Over de geftoeltens in den Doelen, welke gekost hebben/980 : — : —■ is mede van Stadswege gedisponeerd per memorie Uit kragte eener fpeciale Refolutie van den grooten Krijgsraad in date 2 Julij 1777, waar bij de Secretaris en Rentmeester is geauctorifeerd en gelast, omme de perceelen Lands, welke door den HeerN. Montauban van Swijndregt reeds waren of nog zouden worden gekogt, ten behoeve der Schutterij aan den grooten Krijgsraad te doen transporteeren, dc Kooppenningen en onkosten daarop vallende te betalen, en de gehcelefom welke daartoe vereischt wierdt te negotieeren ten interesfe van 5 percent, ftellende in de Obiigatien, daarvan door hem Kittegeven, dat het Exercitie-veld der Schutterij niet zal worden gealieneerd of gehijpotheceerd, zoo lange die Obiigatien niet zijn afgelost, heeft de Rendant opgenomen, en aan voorn. N. M. van Swijndregt, op deszelfs recepis, den 6 Julij 1787 ter hand gelteld een fomma van ƒ 10,000 ; — : — en is aan denzelven, door een ander, met kennisfe van «len Rendant, gefourneerd ...... f 5000 :«—:—. om die beide fommes ten voorfz. einde te ernploijeeïeiï ea te verrekenen, j>er memorie aan de Schutterij der Stad Rcttcrcar». trtM 17*7 — 28 April 't Saldo der eer/te rekening op heden gefloten - - - f 185 : t6 i t Volgens Refolutie van den grooten Krijgsraad, van 5 Meij 1787, op rekening betaald aan de 24 Pijpers ieder - ƒ 5a : -~ : — . „ la4g • _ . _ Aan Pik. Koppen - - - . • 70 : _ : ~- Aan de 4 Drilmeesters ieder ƒ 36 : — : — - * 104 • — • ~ Meij Aan den Hr. Vonck, voor verfchot - - . . . . * 80 • 2 • — Cs. Vermeijn - . r . . . . , . . ' ' ^ Maas - , tZ:~ : - F' L"mheiS ----- v ... . , IO0 . IÖ . g den Hr. J. Harting voor onkosten van deszelfs Comp. aan 't nieuwe Veer * 100 — Scliuitvragten na Crimpen, welke van Stadswege zouden worden gereftitueerd 17 Sept. 4* maand tracr.ement van den Secretaris en Rentmeester en deszelfs Clercq * - - - - - é . „ . é 90Q . _ . _ ,xr f 3*31' : 6 : so Waaraf getrokken 't montant der debet-zijde i » * - ƒ ai45 : 9: a blijkt, dat den Rendant per reste cêmpeteeri « - - • 7~ 985 : 17 • 8 l ƒ 1087 : 6 . — ^ ■ ' 1058 : 3.2 \ f 2145 : q : at   C 379 ) Ende in cas van oppofitie, het voorfz. arrist ftadhoudende, tot dat 'er behoorlijke cautie, ten genoegen van dezen Hove, voor de voorfz. kosten zal zijn gefield, dagvaard den Oppofant te compareeren, ofte gemagtigden te zenden, t'eenen zekeren bekwaamen dage, voor dezen Hove, omme te zeggen de redenen van dien, te aanhqoren zoodanigen Eisdr en conclufie, als de Vertoonder ter zaake voorfz., ten dage dienende, zal willen doen en nemen, daar jegens te antwoorden, en voorts te procedeeren, als naar rechten. En vermits de voorn. Mr. Hendrik Arnold Kreet fugitief is, zo doet uw Exploicr. bij openbaaren Edicle ad valvas curia:, in ordinaria forma; welk Exploiét bij u alzoo gedaan zijnde wij houden zullen van die waarde, als of het aan zijn Perfoon zelfs gedaan ware, en ons uvr wedervaren relateerende. Gegeven in den Hage onder het Zegel van Justitie den 14 Maart 1788. (onderflotid') Bij mijne Heeren den Erfiladhouder Erfgouverneur Ptsefident en de Raaden ove?» Hqlland Zeeland en Vriesland. (ytas geteekend) J. F. RoijsR, Bba &„.  C 380) Conchtfie van Eisch (pompafeerde, voor den Hove van Holland * de Procureur Generaal over Holland , Zeeland cn Vriesland, Impetrant van Mandament van arrest, met de claufule van Edióte ad valvas curie, ter eenre, opende jegens Afr.Hendrik Arnold Kreet, gewoond hebbende te Rotterdam, gedaagden in 't voorfz. cas, ter andere zijde. Ende bij dc middelen van den voorfz. Mandamente, ende andere in tijd en wijlen des noods nader te allegeeren, Eisch doende, concludeerde tot decretatie van het gedaane arrest, cn dat zal worden verklaard dat het zelve, als wel en te recht gedaan, ftadhouden en volkomen effecT: jörteerertzal, en dienvolgeiide dat het geartesteerde zal worden verklaard verbonden en executabel voor de kosten en miefen van Juftitie, mitsgaders van den procesfe, door den Impetrant voor dezen Hove tegen den Gedaagden gevoerd wordende, indien de Gedaagde daar inne bij fententie van dezen Hove. worde gecondemneerd, makende voords mede wel expresfclijk Eisch van kosten ofte tot anderen, &c. Con-  C 381 ) Conclufie Van Prafentatie en Antwoord. (compareerde, voor den Hove van Holland, Matthys Hendrik van Son Hz. als Procureur van Mr. Hendrik Arnold Kreet, gewezen Secretaris van den grooten Krijgsraad der Schutterij tc Rotterdam, en laatst gewoond hebbende te Amfterdam , gedaagden bij mandament van arrest met de claufule van ediéte ad valvas curhe, ter eenre, Op ende jegens, den Procureur Generaal over Holland Zee. land en Vriesland, Impetrant in 't voorfz. cas ter andere zijde. Art. 1. En dede zeggen: 3. Dat de gedaagde, ten tijde van het verzoeken en obtineeren van het mandament crimineel bij den Procureur Generaal, tegen hem gedaagden, 3. gewoond hebbende te Amfterdam, 4. als zijnde aldaar op den 26 September 178.7 als een ingeboren poorter beé'edigd, • 5. en ook in die Stad een huis voor verfcheidcn jaaren gehuurd hebbende, 6. waar in hij gedaagde op dien tijd met zijne Familie en Huisgezin opentlijk woonachtig was, 7. en 't geen de gedaagde zelfs bij advertentien in diverfe Rotterdamfche couranten heeft doen bekend maken, 8. vertrouwt notoir te zijn, 13 b 3 9.  9. Dat dienvolgens hervoorz. mandament crimineel bij den Procr. Geril, incompetenter is verzogt en geobtineerd; 10. als mede dat de befchuldigingen, daarinne tegen hem gedaagden geavanceerd, ten eenenmaale zijn abufief» 11. als hebbendé hij gedaagde zig altijd als een eerlijk man gedragen, ia. en zich in zijn privé nimmer geoccupeerd met ietwes dat ftrafwaardig geconiidereerd zou kunnen worden, 13. zoodanig dat hij gedaagde zich volkomen verzekerd houdt, 14. Dat de Procureur Genl. zich alleen zal trachten te fundeeren op zulke zaaken, 15. als door hem gedaagden zijn verricht, toen hij te Rotterdam woonachtig was, in qualiteit ais Secretaris van den grooten Krijgsraad der Schutterij , te dier tijd aldaar fiibfilteerende. 16. en dus als Minister van een Collegie, 't welk een wettelijk beftaan hadde, 17. aan welks Refolutien en Ordres hij, 18. even gelijk alle Ministers van andere Collegien, 19'. volgens zijn beëedigdeii; plicht heeft moeten obedieeren, en dien conform wcrkfaam zijn, 20. en waaromtrent hij zich niet vind uitgefloten bij Hun Ed. Groot Mogende Placaat van generale Amnestie van 15 Februarij 1788. 21-  < 3^3 ) 2ï. Betuigende hij gedaagde op het folemneelfte 4aarinne niet anders dan ter goeder trouwe, 22. en om volgens zijn plicht aan de ordres en intentie van 't gemelde Collegie van den grooten Krijgsraad te voldoen , zonder dezelve ooit te excedeeren, 43. gehandelt te hebben en werkzaam geweest' te zijn; X4. en geen het minde verkeerd opzet, veeï min een oogmerk om verandering in de Conftitutie en Regeeringsform van den Lande te bewerken, ooit gehad te hebben, 25. En ook in waarheid nimmer geweest te zijn auteur of aanvoerder van 't geen tc Rotterdam op den 33 April 1787 en vervolgens is gefchied; 26. hoe zeer 't zelve. te dier rijd nochte bij de Wethouderfchap dier Stad , noch zelfs bij de Souveraine Vergadering van Hun Ed. Groot Mog. , niet afgekeurd, of als misdadig"befchouwd, maar • integendeel gehomologeerd en gecorroboreerd wierd. 37. Dat ondertusfehen het voorfz. arrest vaa den Procr. Genl. alleen berustende op het ob* tineeren van 't voorfz. mandament crimineel, 38. en de gedaagde uit hoofde zijner zwakke Lichaams conftitutie niet kunnende refolveeren, 39. in perfoon te compareeren en zich dienvol* j;ens in gevangenisfe te begeven, 30. om ex carccri zijne exceptive of andere dèienüen te doen. Bb 4 gb  C 3*4 > 31. tot zijne harcgrievende fmerre uit zijn geboorte-plaats heeft moeten wijken, met achterlating van eene tederbeminde Echtgenoote en Dochter, 32. welke, even als de gedaagde zelf, zoo uit familie-betrekkingen, als uit attachement aan hun Vaderland, niet dan bij volflrekte noodzakelijkheid en zeer ongaarne zullen kunnen befluiten zich buiten 's Lands ter woon te begeven; 33. en rtu te raade is geworden de navolgende praefentatie te doen; 34. Zonder nogtans gehouden te willen worden* 35. daardoor eenigzins te erkennen de wettigheid en competentie, nochte van het mandament crimineel, nochtevan het mandament van arrest, door den Proc Gen. tegen hem gedaagden geimpetreerd, 36. als daar tegen wel expresfelijk protefteeïende, 37. enzieh nog flatteerende, dat, na het videejren van den gem. crimineelen procesfe, door dezen Hove geene eondemnatoire Sententie, maar eene zijne fustenuen justificeerende dispofitie, zal worden uitgebragt. Mits welke en andere redenen en middelen, naderdes noods te allegeeren, de voorn. Procureur in naam als boven afflaande de middelen van het voorfz. mandament van arrest in dezen bij den Procureur Generaal geimpetreerd, bij denegatie, impertinentie en irrelevantie, doende niet te min om gevoegswille prsfentatie, verklaarde den gedaagden bereid en te vrede te zija, mits daaruit  C 385) nimmer werde getrokken eenige illatie, argument tatie of confequentie, alsof de gedaagde daardoor de wettigheid der crimineele Procedures door den Impetrant voor dezen Hove tegens den gedaagden gcenthameerd en geprofequeerd, of de competentie van dezen Hove in dat cas ter eerfter inftantie, of ook de wettigheid van het mandament va n arrest in dezen verleend, zoude hebben erkend > voor en in de plaats van het dellen van fidejirsfoire (*) cautie, in handen van den Procureur Generaal, tegen behoorlijk recief, over te geven vier Recepisfen van den Ontvanger van 's Lands middelen te Rotterdam, ftaande in blanco, elk groot een duizend guldens, wegens gedane furnisfementen ter voldoening van Hun Ed. Groot Mog. Placaat tot heffing van den 25 penning, den 30 September 1788 gearresteerd, No. —, —, — en —, met overgifte, om aan dezelve vier R ecepisfen te kunnen verhalen alle zoodanige kosten en mifen van Justitie, mitsgaders proces-kosten, in welke de gedaagde ten behoeven van den Impt. t'eeniger tijd gecondemneerd zou mogen worden, en aan den Impt. terefundeerende kosten in dezen aan de zijde van den Procureur Generaal gevallen en als nog te vallen, tot dat het arrest door ofte van wege den Procureur Gcnl. gedaan, en bij den mandte. gemeld, zal zijn ontflagen, des noods ter tauxatie van dezen Hove, mits CO De Procr. Genl. had een borgtocht gerequireerd tor foaima van drieduizend guldens* Bb £  brits, dadelijk na het overgeven van de voorfz, vier reccpisfen, van wege den Impt. zullen worden opgeheven cn ontflagen de' arresten uit kragte van 't gemelde mandament gedaan; lus* tineertnde den gedaagden daar mede te kunnen en te mogen voldaan, en dat zulks des noods alzoo bij dezen Hove zal worden verklaard, en bij refus van de voorfz. prjeientatie onder benentie van dezelve antwoordende, concludeerde ten fine Tan verder of anders niet ontvangkelijk, en bij ordine dat de verdere of andere eisch en conclufie, door den Impt. in dezen op ende jegens den gedaagden gedaan en genomen, zal worden ontzegd cum expenfis ofte tot anderen ccc. Conclufie van Replycq. Compareerde, voor den Hove van Holland, da Procureur Generaal over Holland, Zeeland en Vriesland, Impt. van mandt. van arrest met de claufule van Edicte ad valvas curie ter eenre, op ende jegens Mr, Hendrik Arnold Kreet laatst gewoond hebbende te Rotterdam, Gedaagden in *t voorfz. cas ter andere zijde. Ende wel expresfelijk desayoueerendc heit voorgeven van den Gedaagden dat dezelve ""tlaatJie te Amfterdam zoude hebben gewoond, zoo als de gedaagde bij zijne conclufie van prefentatie en antwoord, van welke uit zijn naam ter Rolle van desen Hove in deze zaak is gediend, tegen  CS87) gen de tt aarheid der zake, (*) cn het gedeclareerde van Hun Ed. Gr. Mog. bij Hoogstderzelver (*) De waarheid dier zaake blijkt ad oculum hier voor bl. 308. en 323. En de hier bedoelde Refolutie, welks authenticqeCopie te vinden is bl. 356—358, behelst niet een Declaratoir van Hun Ed. Groot Mog. maar van deHeerenC7«deputeei'den der Stad jdmfterdam, die alleenlijk desadvoueerden de qualiteit, die de Suppliant zich te dier tijd[inyüugust. 1788.] «ogadfcribeerde, als inwooner derzelve Stad, waardoor dus geenzins word ontkend of tegengejproken zijn pofitief dat hij laatst gewoond heeft te Amfterdam. — Trouwens, zoo dit geen, waarheid geweest ware, had men immers op den 30 Januarij 1788 niet kunnen een bode aan zijn huis zenden om hem voor Heeren Burgemeesterèn te requirceren, en hadden Hun Ed. Gr. Achtb. hem «iet kunnen doen de opzegging van zijn Poor~ eerrecht en het confilium abeundi bl. 310 verhaald. —— Die opzegging kon niet te rug werken, noch wegnemen het effect,, 't geen hem naar Rechten moest geven zijne daadelijke. openlijke en gepermitteerde, verplaatfing van zijn domicilie; uit Rotterdam naar Amfterdam, meer dan drie maanden te voren, en wel voor er eenige apparentie was van Hun Ed. Gr. Mog. Refolutie van 30 Novemb. 1787. (hiervoor bladz. 271.) En dat effect., 't welk die verhuizing naar Rechten, en de conftante practijcq in deze Provincie gerecipieerd, noodzakelijk moest hebben, behoud hierin: dat gelijk een ieder, die, een civiele fchuld van hem te vorderen hebbende, hem door eene citatie voor  C 383 ) ver Refolutie pofcert, mitsgaders afflaande de middelen van des gcdaagdes voorfz. conclufie van prce- voor zijn vertrek uit Rotterdam, of door een arrest op zijn Perfoon of goed, aldaar niet bankvast had gemaakt, nu verpligt was hem deswege voor do vierfchaar van x\mftcrdam opteroepen, zoo ook de Hoofdofficier der Stad Rotterdam, indien hij meende dat het recht der Hooge Overheid tegen hem moest worden waargenomen, zulks niet meer zelf konde doen, naardien hij de bevoegdheid, ja^de mogelijkheid, daartoe verloren had, door 'er niet op bedagt of niet toe gereed geweest te zijn te dier tijd » toen de gedaagde nog in Rotterdam woonde, en overzulks zijne informatici! had moeten overzenden aan den Hoofdofficier der Stad Amfterdam, ten einde Ratione Officii tegen den gedaagden , als Burger en Inwooner van die Stad , te ageeren, zoo als hij te raade zou werden. De evengemelde Refolutie van 30 November kon daar in ten zijnen opzichte geene'verandering maaken, dewijl hij, toen reeds lange Burger en Inwooner van Amfterdam geweest zijnde, dieshalve niet viel in de termen dier Refolutie, bij welke, (uit hoofde dat Schepenen van Rotteidam zich zeiven gerecufeerd hadden) aan 't Hof gerenvoijeerd waren die zaaken, welke anderzins , ter eerfter inftantle voor Schepenen van Rotterdam zoudon moeten worden beregt. Dit toch was niet applicabcl op den gedaagden, over wien evengemelde Schepenen geen Rechters meer moesten noch konden zijn, na dat hij onbewaakt en onvcrvolgd uit derzelver Jurisdictie was verhuisd ; maar wiens Ordinaris dagelijkfche ea com-  C 389 ) prsfentatie en antwoord, bij mere denegatie, impertinentie en irrelevantie, verklaarde niette min, mits petente Rechters toen eeniglijk waren de Heeren Schepenen van Amfterdam , niet alleen over zaaken welke na, maar ook over de zoodanige, welke voor die verhuizing gebeurd waren. Voet ad tit. Dig. de Judiciis §. 68, 92 en 99. Ook kon de intrekking van zijn Poorterrecht, door Burgemeesterèn van Amfterdam, hem niet weder fubjeêt maken aan de door hem, vier maanden te voren, wettiglijk verlatene Jurisdictie van Rotterdam, en bij gevolg ook niet aan de daar voor in plaats gefielde judicature van den Hove; ■ maar ze kon ook niet benadeelen het Recht der Hooge Overheid , noch de bevoegdheid van den Heer Hoofdofficier, om 't zelve voor Schepenen van Amfterdam tegen hem waar te nemen , 't zij bij apprehenfie, 't zij bij Perfooneele citatie, zoo als Hun Ed. Achtb. zouden geoordeeld hebben te behooren , —— en waar aan hij, mondeling in Burgemeesters-Kamer op den 30 Januarij 1788, en fchriftelijk b« zijn Request, (hier voor bl. 328) verklaard heeft zich niet te zullen onttrekken. Offchoon hij dan, voor 'i vervolg , van zijn Poorterrecht beroofd ware, had echter te Amfterdam tegen hem als inwooner geprocedeerd kunnen worden, even zoo als tegen de gewezen geconftitueerden en fommige Regenten aldaar gefchied is, waar door het Recht der Hooge Overheid niets verloren, en de gedaagde genoten zou hebben dat onfehatbaar voorrecht, van ter eerfter inftantie in zijne woonplaats gehoord en geoordeeld te werden, 't welk ieder Hol.  C 39° ) Hits dc vier reccpisfen, bij den gedaagden in Kanden van den Procr. Geril voor en in plaatfe van het Hellen van fidejusfoire cautie overtegeven, en bij zijne voorfz. conclufie van prafentatie en antwoord vermeld, voor en in plaatie van het gearresteerde zullen zijn verbonden en executabel voor de betalinge van zoodanige kosten en mifen van de Justitie, mitsgaders van den procesfe door den Procureur Generaal, voor en in naam van de Hooge Overheid van den Lande, tegen;den gedaagden gevoerd weidende, waar in dezelve bij fententie van dezen Hove of wel bij uiterlijk gewijsde zoude mogen worden gecondemneerd, te accepteeren de prxfentatie door ofte van weegens den gedaagden bij zijne voorfz. conclufie gedaan, en mitsdien bereid en te vreeden te zijn, om tegens overgifte der voorfz. vier recepisfen bij des geds. meergemelde conclufie omfchreven , en tegen voldoening der kosten in deze inftantie gevallen en nog als voren te vallen, des noods ter tauxatie van den Hove, te zullen doen ontdaan de arresten in dezen gedaan, en bij refus van de voorfz. mits, refufeerende de voorfz. prefentate van den gedaagde zoo als die is leggende, als captieus en infuflicant, perfideerde in dien gevalle voor replicq. Van Hollands Ingezeten competeert, en van oudsbegrepen is hem, zonder zijne toeftemmmg, door geene evocatien , renvoijen of delegatie», ontnomen te mogen warden. ■  Fan San, inhsreérende de poGtiven bij conclnfie van antwoord gemaakt, confenteert niet te min in de mits, waaraan de Procureur Generaal de acceptatie van des gedaagdes prafentatie heeft geaccrocheerd, verklaarende bereid te zijn, om dadelijk , na dat door den Procureur Genl. condemnatie zal zijn verzocht, de vier recepisfen bij zijne prafentatie omfchreven aan ;den Procr. Genl. over te geven, en wel te mogen lijden, dat dezeive conform de voorfz. mits executabel werden verklaard. De Procr. Genl. verzoekt als nu condemnatie. Van Son levert aan den Procureur Genl. ovef de vier recepisfen, ijder van duifend guldens, bij zijne conclufie van prafentatie en antwoord omfchreven, confenteert in de verzogte condemnatie, en verzoekt insgelijks condemnatie. De Procr. Generaal neemt de voorfz. vier ori« gineele recepisfen over, en confenteert in de condemnatie door Van Son verzogt. 't Hof condemneert partijen over en weder volgens prafentatie en acceptatie, onder de daarbij gevoegde mits, verklaartdienvolgende de voorfz. vier recepisfen verbonden en executabel voor de kosten en mifen van Justitie, mitsgaders van den procesfe, waarin de gedaagde, in de zake bij des Impts. mandament gemeld, bij fententie van dezen Hove, of wel bij uiterlijk gewijsde, zoude mogen -worden gecondemneerd. Me*  C 393 > Memorie van kasten in de zake van den Procureur Generaal over Holland, Zeeland en Vriesland Impetrant van mandament van arrest met de claufuh van edicte ad valvas curiic : contra Mr. Hendrik Arnold Kreet, Gedaagden. 'Komt den voorn. Procureur Generaal voor falaris - - 177 : 17 : Item den Procureur Van derSpijck voor verfchot en falaris - 169 : 14 ; — Ën de Deurwaarders Vaisfiere en DeRoij voor het doen van het. Arrest, Edictale Citatien, en 't ontdaan van 't Arrest, te te famen - - - 55 • 17 ' fomma ƒ 403 : 8 : Heer Confrère Van Son.' JüWEd. gelieve voor de fpoedige voldoeninge dezer kosten zorgc te dragen, zijnde het arrest bercits op den 27. van den gepasleerde maand Junij ontflagen. (onderfiondt) Geadverteerd (len 4 Julij 1789. Sem  ( 393 ) Sententie* (jrezien bij den Hove van Holland (*) het intendidi aan denzelven Hove overgegeven uit den naam en van wege den Procureur Generaal over Holland, Zeeland en Vriesland, uit den naam en van wege de Hooge Overheid en Graaflijkheid van denzelven Lande, Impetrant van Mandament Crimineel met de Claufule van Edicte ad valvas Curke, op ende jegens Mr. Hendrik Arnold Kreet, Advocaat, (t) laatst gewoond hebbende te Rotterdam , gedaagden, herdaagden en defaillant,'tzelve Hof doende Recht in den naam en van wege de Hooge Overheid en Graaflijkheid van denzelven Lande, verfteekt den gedaagden latitant en defaillant , ttit kragte en vosr 't profijt der refpectieye defaulten Qj indezen gedecerneerd, van de exceptien de- (*) Zie de aanteekening, op hot mandament, bladz 29G. (£) Zie de even voorgaande aanteekening, bladz. 387.- tö Dat het eerjle van die defaulten door Heeren Commisfarisfen kwalijk en ten onregte verleend is, en dieshalven ook de verdere defaulten vitieus zijn, en over zulks deze uit kragte en voor 't profijt van die defaulten uitgebragte Sententie aan 't zelfde Cc .  C 394 ) declinatoir dilatoir en peremtoir, dcfenfien ew wecren van Rechten, die hij gecompareerd zijnde zoude hebben mogen en hunnen doen cnproponceren •■, bant voords den gedaagden latitant cn dcfaillant ten eeuwigen dagen uit den Landen van Holland, Zeeland, Friesland (*} en U~ ireclit, zonder ooit daar inne weder te mogen komen op poene van zwaarder ftraffe, cn condemneert eindelijk den gedaagden latitant en defaillant in de kosten en mifen van Justitie, midsgaders van den procesïe, ter tauxatie en moderatie van den voorfz. Hove. Gepronuncieerd den 31 Julij 1789, Ex. defea laboreert, volgt onwedcrfprekelijk uit het' betoogde, bladz. 352. OD Door Vriesland heeft men hier alleen te verdaan IVestfriesland. bl. 371, had de uitgever ge¬ zegd te moeten afwagtcn of de fentenrien van 't Hof met die van de Stedelijke Sehepensbankcn zouden overéénkomen. — Wat hij daar mede bedoelde was reeds aftenemen uit zijne aanmerkingen bl. 297 en 369 namelijk: dat hij zich vleide, dat het Hof, in deze zaaken alleen vervangende de Schepensbanken van Delft, Rotterdam, &e. (zie bl. 272) niet anders zoude Sententieeren, dan die Schepenen zelve zouden hebben kunnen doen; wier bannisfementen zich niet verder kunnen uirftrekïcu dan buiten den Lande van Holland en Westfriesland „ en zulks alleen ex capite deliêli, en niet proptsr eontumaciam, blijkens het volgende Extract uit do Refolutien, &c.  ( S95 ) ËxtraSt uit de Refolutien veta de Heeren Staten van Holland en Westfriesland in haer Ed. Groot Mog. vergadering ga- nomen op Den 10 Meij 1580. Fol. 100a. *\^"an gelijken, of alle Officieren ende Wcthouderen, binnen den Steden van Holland, niet uit geheel Holland zullen bannen mogen, omme te verhoeden, dat die vagebonden en de delinquanten hen in de naastgelegen plaatfe niet onthouden? Ben 9. Julij 1580. Fol. naö. Aangaande het bannisfement, die Staten, aanmerkende dat tot vordetinge van de Juftitie, ende ten diende van den Lande, daarinne voorzien moet worden, dat geene delinquanten, die, gchoort zijnde, omme haar luiden fauten geftraft worden, hen voortaanbinnen den Lande van Holland, buiten die jurisdictie van eenige officieren,daaruit dezelve zijn gebannen, blijven onthouden, totpericulc en nadeele van de Ingezetenen derzelver Landen, hebben, naar voorgaande rapport elk in den beuren daarop genomen, verklaart en de gerefolvcert , dat alle Officieren en de Magiftraten binnen en buiten de Steden, in criminele zaaken zullen vermogen voortaan alle delinquanten ende quaatdoenders, gehoort zijnde, naar gelegenheid van den delicten te bannen uit alle de Steden en Cc a Lan-  C 396" ) Landen van Holland, overmindert een iegelijk zijn gerechtigheid, maar aangaande die fententien gewezen bij comumatie, dat die Bannisfementen daar afftrekken zullen als naar behooren. (*) (*) Het fchijnt klaar, dat men door de woorden, als naar behooren, verftaan moet: als naar Rechten; — volgens welke bekend is , dat geen Regter4 verder kan bannen, dan buiten zijne eigene Jurisdictie , ten zij op expresfe auctorifaticn van den Souvc. rain , gelijk dan ook daarom en ten dien einde de voorfz. Refolutie noodig geoordeeld, en Staatsgewijze, dat is na voorgaande befchrijvinge, genomen is. * Echter ... weet men dat de Nedergerechten dezelve veel al transgrediëeren, in zoo ■verre , dat zij ook bij contumacie bannen uit Holland en Westfriesland, maar nooit uit Zeeland, veel min uit Utrecht; zoo als bij de bovenftaande Sententie gefcbied. Vraagt de lezer: of dan het Hof, fchoon alleen uit naam en van wege de Hooge Overheid en Graaflijkheid van Holland, Zeeland en Westvriesland, recht doende, bevoegdheid heeft om uit eene andere Souveraine Provincie, gelijk Utrecht, te bannen? Hij oordeele zelf, na leciure van 't volgende Stuk, waarop die bevoegdheid word gefundeerd, en of dit te dezer tijd, nog eenig effect kan hebben.  ( 397 ) S-35€fcHer öie toefcomenöe ipt öiïigeren tot ruët/ bjeöe/ eert* öjachttghept enöe gceöe intelligentie flepber =£anöert enöe «©nöersaten/ bp goetöune'aen ban onfer mvM* liefcer lieber ©joutee enöe £u$ter/ ©jortoe $3a* cie/ en?. HSit rppcr öeltberatie/ enöe upt onfer rechter toetaifchap / autfjoritept/ enöe fcolfso* men macïjt onfe boeef3- Statö en <6?aeffchsp ban Hoïlanö / enöe onfe &taö / &tcén en ïanbc ban Ütricht/ aen öefe fpöe öer f gfeïen/ mit allen hcit= ren toebchoertcn/ mitten <6oiö5Sfiupfen enöe gereten/ ïtiöiicrfcDap enöe 2&o?geren öcrfelbec ^tcöen enöe Eanöe/ boer ong enöe onfe Ccuen en Jjahomelin* Ces W/  C 39» > 4?f;V <02aum enöe <8?abitwn ban loïlanö/ tttöc $*ren cnbc ®joutocn ban mtïtïjt geuniectty geatv tureert cn berecmgbt öebben/ untccren/ annexeren enöe bereenigljcn mtt.3 befen / foe bat fu ban nu boertaen ban onfcn enöe onfcn $aï$omtltngen toe* gen/ «öiabcn enöe «Rabtonen ban S]ollanö/ enöe ïjeeren cn ©?ü»toen ban ötriebt bp een <©owtoer* ncnr enöe ^taötbouöer gcregeert fnllen toojöen j te toeten/ On öen genen öie nu \& of namcteljS toefen faï ^tabtöotóier oii5c« lanöts ban ^oltanöt/ öie oicfc ^taötbouöcr fal 3pn onfe* ^anötjs ban mmïjt/ (♦> op. (*) Dat 's Lands Staaten, na de afzweering van Philips , geoordeeld hebben aan deze Graaflijke belofte niet verbonden te zijn, bleek in Oktober 1584, toen Joos de Zoete Heef van Vttltrs3 en in Septemb. «585, geduurende deszelfs gevangenis, de Graaf man Nhuwenaar en Meters, tot Stadhouder van Utrecht, en. op den 1 Novemb. deszelven jaars Graaf Maurits van Nasfau, tot Stadhouder over Holland en Zeeland wierd aangefteld. Zie Wagenaar Vaderl, Hist VIII. deel bl. 10, 99, ioö en no. Trouwens, wanneermen dit geheele ftuk ('t welk in 't Grootpïacaatboek van Cau en Seheltus III. deel bladz. 21. voorkomt onder den abufieven li tul van Concordaten tusfehen Holland ende Utrecht ende 4e Tsfele, onder éénen Stadhouder, in dato den 17 April 1534O in deszelfs aanleiding en famenhang befchouwt, za! men zich overtuigd vinden, dat het na en door de oprichting der Republijcq geheel en al is vervallen, cn van geen het minde gezach of uitwerking kan of behoort tc Zijn. . Zoo min  ( 399 ) *jjte|c!be gagfen We een ^Mjoubcc onfeg boejfir. Sanbtg ban ^oUanöt gttoocnlicft eg te ïjebben/ fon> ber eenigbc augmcmatie; —— en?, ©joon» ncetenöe bat bie ftaten en fteben ban onfcn ganöe ban ï§oHanö enbe ban aaitbt ban nu bocrtam geIptBelieft fcefcbjcben enbe geroepen enbe fcfciübtcD ful* len toerben te bomen tot alten <©acDbacröen/ 39er* gaöcringben enbe paetfcn/ bie benlupben ban onfer enbe onfer jlaftomciingen toegen/ «j&aben eu <£<2a* binnen ban üoüanb e»be ^ecren en ©?cutoen uan ötrtcfit angetc^cbent fnllen tocröen/ om be befenü'e ewïie prefecbatie betfelber onfen ïanben/ om a!g een* relepaupben/ enbe onbee eenen fcegimentc fracr.be/ metten anbecen ten begten öaerm te tjanbeien enbe te raöen; bat oocb fonfe ^tiöïionber in ber rpbt ofte fpne «6ctommittecrben boectaen jacrlpcfig berftaen fullen ten bermeutoen ban btn aBetten/ cnbc ^abcit onfer fteben bepbee lanben/ totfuïefter bagen/ cn* be alfoe bat gftctooenlicb enbe ban nobc 5ph fal* op als de Staaten van Holland en Utrecht thans geiijkelijk befchreven en faamgsroepen kunnen worden, en fchuldig zijn te komen tot allen Dag■ waarden, om als eenreley luiden , ende onder tenen Regimente Jlaande, metten anderen ten besten te handelen en tê raaden, — even zoomin kunnen Utrechtfche bannisfementen in Holland, of Hollandfche in Utrecht effect forteeren , ten ware de wederzijdfche Staaten zulks, bij een concordaat, hadden overgegeven en vastgefteld; 't welk de uitgever ter goeder trouwe betuigt niet te weten, poch te gelooveü, dat ooit gfcJued is»  C 400 ) ojöonnecenbe boojtg öat öc fcntcntte ban bannen/ bie ban nu boemen bp cïch uan onfcn ïtsben/ foc in 3§ollanöt alg atcitfit gDcpjommcbicert/tcn bcpöcn ?p* ben ftanöt gtppcn/ cnöc Gnöerïjouöen fuflen tocïöen / fonöcr. nat bc gene/ öie m eene ban bepben jttanöm geöeltnqueerö ïjeööen/ ofte gfjeDanncn fullen toetten/ bluchtenöe in 't anöece/ aïöaer bepiirtjept enöe gïje* Jepöe geö?uptben/ ofte bp ecnigen ban onfcn jgafailen jefnöttnceet fuiien mogen toeröen ; ban anöete fen* tenfte in tibile faetften gcpjonuntïjtfeet in ben isabe fcan 3§olIanb/ en fal men in ben ïanöe ban atritbt/ *nöe bie gene bie in ben töaöc t' Btricfit gbeppsnun* tbieect fuiien toetten/ in ben Hanöc ban foliant met tec executie mogen leggen fonöer. ceguifitoire en* te attathe; fïtem Dat ens. «tfjegebe* in onfe ^taöt ban ffioleöo in öe macnöt ban %p}U na ©aegfeïjen in 't jaer- ban <©?atien 15-34 «nj. (onöergetepcljeM) Kosten, (opgegeven den 1 September 1789.) 1789. De Procureur Generaal over Holland, Zeeland en Vriesland, Impt. van mandament crimineel met cdicte ad valvas curias, Contra 'Mr. Hendrik Arnold Kreet - ƒ966 : 15 : —.