E E N I G Ë ZEEUWSCHE OUDHEDEN j UIT ECHTE STUKKEN OPGEHELDERD EN IBf HE* LICHT 6 E B R A 0 T. Behelzende de Heeren van Vére uit deii Huize van Borsfeie, DOOR JACOBUS ERMËRINS. TE MIDÖËLBURGi By WILLEM ABRAHAMS*   GUNST I G E LEZE R! Ik twyfele ,of dit Stukje der Borsfelfche Heeren van Vere, wel zoo zal voldoen, als de verwachting daar van is geweest; men zal gedacht hebben daar meer byzonderheden van het huishoudelyke, daden en bedryven, dier Heeren aan te treffen; men weet in 't algemeen hoe kort duister en menigmaal twyfelachtig, oude Chronyk-Schryvcrs melding maken, van Heeren, die geen Opper-Vorften waren, en geen verdere betrekking tot 's Lands algemeene gefchiedenis hebben, dan voor zoo verre zy in gezantfehappen, Hoflyke dienften, of in de Oorlogen iets merkwaardigs verrichtten, gevolglyk zyn die bronnen haast uitgeput; daar by, wie moest van hun de meeste ftoffe hier aangebragt hebben, Cornelis Battus? die is verloren; vervolgens de oprechte Reigersberg? dan, hoe menigmaal, heeft men niet gedrongen geweest, hem tegen te fpreeken, onnaauwkeurig in dag enjaarteekening? hoe ^ikwils heeft men'het zelfs in deze verhandeling niet moeten doen? hoe dikwils heeft die Schryver , daar al deze Heeren Hendrik of JVolferd waren genaamd, daar door niet gedwaald, en de bedryvenvan deneenen aan den aadc: en toegekend? en hoe weinig heeft die Sckyver. '* gé-  èeboekt, dat hy zelf gezien, of'er de echte ticheiden van onder het oog heeft gehad? voorts Zyn het Gellacht-Lysten, zoo ongedrukte, als gemeen gemaakte, daar men zich mede moest behelpen, hoe verfchillen die niet van den anderen? hoe zyn die veel^ tyds famen gefield, van Lieden, die uiteigen belang en vlei-zucht, zulken werk ondernamen? evenwel zy moeten geraadpleegd, en, waarheid of niet, dikwils gevoed worden; komt men tot latertyd, daar publique Registers, Handvesten, Brieven , en andere onwraakbare getuigen, licht kunnen byze'ten, die zyn veeltyds verloren; moeten in het {tof gezocht, en van het vernielend ongedierte, als geroofd worden, behalven dat Oorlogen, Brand en Water-Vloe* den voor al in een Land als Zeeland, veel daar'van in de vergetenis gebragt hebben. Wanneer men dit alles te famen neemt, dan kan het gebreklyke in dezen veel verfchoonirg vinden, voor al teri opzichte der I evens-bedryven, dier Veerfche Heeren welke de Sradhouderiyke Waardigheid, of het Admiraallchap, niet bekleed hebben, als Hendrik de I, Wolferd de HV Wolferddè III, miferd de IV, de II, Hendrik de III, en Wolft rd de V. het zyn Wolferd de I, Hendrik de IV, Wolferd de' VI en Vrouwe Anna , daar het meest van aangeteekend is, om dat huri VG"  bedryven fchitcerend waren, en'er de echt* fte gedenkftukken van overgebleven zyn. Men heeft best gedacht geen groote uitweidingen te maken, gelykligtte doen geweest was, hadt men veel willen Schry ven, te min was dit noodig, daar men vleien en lasteren, even zeer heeft trachten te vermyden, daar geen reden tot het een of andere -hebbende, men van beiden een diepen afkeer heeft, en de ronde waarheid alleen, myn oogpunt is geweest. De bylagen, die meest uit brieven be(laan, aan deze Heeren door minderen Adel gefchreven, of van hun aan anderen afgezonden, zullen den ftyl, taal, denkenswyze, enfommige gebruiken dier tyden, eenig licht byzetten, en in zoo verre gelyk vertrouwd wordt, de begunftigers dezer Oudheden niet onaangenaam zyn. Ik moet, alyoorens te fluiten, den Heer Profesfor Te Water, mynen dank betuigen, van ook in dezen, my zyne hulpe niet ontrokken te hebben, zonder wiens keurige aanmerkingen dit (tukje nog veel gebreklyker zoude geweest zyn: Ik wenschte wel, ook op andere Vrinden deswegens by vervolg te mogen roemen, doch zulks mislukkende, zal ik echter voortgaan myn belofte gefland te doen, en laten op dit ftuk de befchryving der Heeren van Vere uit den Huize van Bourgonje volgen, daar dan niet kwa** lyk  lyk op pasfen zal, eene befchryving van het Oude Kaft tel en Kapittel van Z'andenburg , als de plaats, waar alle de voorzegde Heef en hun verblyf-hielden, en 'tgeen zoo wel als zy zeiven, byna in de vergetenis begraven is. Heeft ergens eene dwaaling van my plaats, verlchpont die gynftig, onderricht my, zyt verzekerd var\ een dankbare er-» kentenis: en Vaar Wel} f . ^TT ..... v e r e, |S Oétuber 1785,  C i ) DE HEEREN .-.Van V E R E, UIT DEN li U I Z E VAN BORSSELE. 1 HENDRIK DE I. Daar men hooger oorfprong zoeken moet dan s'Lands Chronyk-Schryver'j van de Borsfelfe Heeren Van der Vere gewagen, da"armoetmen. fcekér zyneftelling met andere bewyzén bètoögeri. ÏDe' eerfte dier Heeren meent men is geweest Hendrik van BorsfeU, Radder; hy was; het denkelyk^ die onder den naam van die Heers, Van Vere tegenwoordig was, ten jare tï$$2 by het Tournoy te Haarlem gèhouden in 't byzyn •der Graaven van Holland, Cleve, Benthemenz» Dit vindt men aangèteekend in een oud Register in Fol. genoemd de tiiddeflyke Tournoy ene® Hantfpel van Holland, berustende ter Rekenkamer van Holland, engèteek'endftietdélettér'H, A Ia  co In een origineele "Acte van verdeeling van 't jaar 1264 vindt men dezen Hendrik; dezelve zegelde met de drie fterren in 't Wapen, even gelyk zyn Zoon in 't jaar 1290, zyn Kleinzoon in 't jaar 1303 , en voorts alle de Heeren van Vere zegelden, tot dat Hendrik van Borsfelt van der Vere, op 't jaar 1390 eerst het Wapen van Borsfele zuiver gevoerd heeft, zynde toen de oudfte Branche van dit Huis (die den zelfden oorfprong meenden te hebben met die van den Huize van Habsburg of Oostenryk) zuo veel het manfoir aanging, uitgeftorven, en dus onnoodig, d at de Heeren v an Vere, de tweede Branche van dit geflacht uitmakende , 't Wapen van Borsfele langer met de drie fterren bleven breken. Men fchryve dit op 't gezag van den Heere Ruisch de Bruin in zyne M. S. Genealogie van den Huize van Borsfele in Zeeland. Deze Hendrik van Borsfele, die, naar alle vermoeden, het Kasteel Zandenburg heeft gefticht, was de Zoon van Wolferd, negenden Heer van Borsfele, en de Kleinzoon van Floris, die ten tyde van Graaf Dirk de VI. bloeide. Heer Hendrik had vier Broeders (1.) Frank, tienden Heer van Borsfele, Ridder; (2.) Ftoris; (3.) Wolferd Heere vanBaersdorpgeftorven in den jaare 1232, en begraven te Hoedekenskerke; (4,) Pieter, Ridder; wiens Dochter-  Cs) ter fadith, in 't jaar 1271 trouwde «iet Heff Hendrik van der Lecke. In een oöd M. S. verzameld uit de registers én archiven van Holland, vindt mén, dat deze Hendrik van Borsfele hertrouwd zou geweest zyn met Jongvrouwe Maria van Egmont, Dochter van Willem den tweeden Heer van Egmont. Het was uit deze Vrouw dat zyn nageflach» is voortgeplant, hebbende by haar verwekt en nagelaten (1) fVolferd die volgt, (2) Baai (3) fan en Floris van Borsfele, alle drie Vermeld in oorfpronglyke Acten van de jaaren 1296 en 1299; (4) Hadewich, getrouwd met Gemard van Stryen , Heere van Calishoek, Zoon van IVillem Heere van Stryen en van Chris» tina Van Linden.  C4) WOLFERD DE L Heer WOLFERD VAN BORS- S E L E, de tweede Heer van Vere wiens Vader en Moeder zyn geweest voorgemelde Heer Hendrik eri Vrouwe Maria van Egmont. Men vindt eerst Van hem aangeteekend dat Ao 1280 deze Heer zyne Heerlykheid van Vere en Zandyk San Beatrix Gravinne van Holland opdroeg, en weder van den zeiven ter leen ontfing,het .welk door haar Gemaal Graaf Floris denV.be:kragtigd werdt. (a). Deze Heer nu (mogelyk uit nood en dwang) een JLeennian des Graaven geworden zynde, fchynt 2ich die af hanglykheid, niet te kunnen getroost hebben, althans daar wast wist ontftaan, in welken Heer Wolferd de plichten eens Leenmana overtreeden hadt ; wat die misdaad eigentlyk ware dit is zeker, dat Heer Wolferd met andere Zeeuwfche Edelen gefterkt, hun toevlugt tot den Vlaamfchen Graaf Gay namen; dien tot eenen Inval in Walcheren bewoogen, die niet naar hun zin uitgevallen zynde, hun belang 700 wel als dat des Graaven was zich onderling te verdraagen, altoos men vindt dat Graaf Floris de V. op den 30 October 1290. dezen Heer O) Mieris Chartert?. \, Deel b!, 428.  (5) Heer alk zyne misdaaden heeft vergeven, en hem tot deszelfs Raad aangenomen, waar van de Brief in tiet Charterboek van Mieris te vinden is (by Een brief des te merkwaardiger, om dat veel eer een onderling verbond, dan een. vergiffenis van misdaaden daar uit te bewyzen is; de Graaf onderwerpt zich zoo wel als Heet Wolferd , in cas van overtreeding dezes verdrags, aan de uitfpraak van gekoore Scheidsmannen , zeggende onder anderen, Waert dat onzer eenich van ons beiden daer jegens daede% dat ivy willen, dat men dien Man boude voor, «en Man, die nemmermeer te ghelooven is. Een blyk van wat aanzien te dien tyd een Ridder was, en hoe zy met den Landsheer hun gefchillen beflechtten; deze brief werdt gegeven in Walcheren tot Westhove by Domburgh* Een Huis 't geen wy reeds gezien hebben dat de Heeren van Borsfele van Brigdamme toebehoorde (c), dat een foort van vernedering voor Graaf Floris in zich floot; dan dees Vorst hadt hooger ontwerpen in den zin, hy ftond een mededinger naar de Schotfe Kroon te worden, (d') hadt de hulp der Ridderfchap daartoe noo4ig, vooral van dezen Heer Wolferd, daar die A 3 (i) L D. bl. 510. (c) Zeeuw. Oudh. 5. ftukje bl. 141. (<0 Vaderl, Kift. III. D. bl. 56 en $7,  co by een kloek verfhnd bekwaam wasomzynei? goeden raad met kracht tan Wapenen te onderfteunen. Naar denaan-en voortgang van deze hooggaande twist tusfchen Graal Floris en eenige Zeeuw* fche Edelen vermeld te hebben, is het niet öndienftig een uitweiding te maken , over de oorzaak, die men vindt dat beftaan heeft, om dat Graaf Floris hoe dik wils daar toe verzocht, niet herftellen wilde, 't geen hy met geweld tn onrecht tegen 'sLands gewoonten ondernomen hadt: deze redenen vindt men in een aanmerkelyken brief, door den Heer Prof. Kluit 5n zyn Hifi. Crit. Com. Holl. et Zeel. Tom. III. bl. 893—897. uitgegeven, gekoamen uit de archiven van Rysfel, Waarom dan onze Heer Wolferd met Jan van Renesfe enz. zich verbonden den Graave Guy van Vlaanderen hulde te doen wegens Zeeland tusfchen de Schelde en Heidenzee: evengemelde brief was geteekend in de maand Maart 1289. Heer Wolferd en de overige Edelen verbleven hun verfchil met Floris den V. aan Guy Graaf van Vlaanderen, Hertog Jan van Lotharingen en Brabant, en aan Robbrecht Graaf van Nevers. Na dat Hertog Jan de uitfpraak over de gerezen gefchillen op zich genomen hadt, en Graaf Floris en de Zeeufche Ede-  co Edelen alles aan de drie Bovengemelde Heeren, van wederzyden, ter beflisfing, opgedragen hadden, volgde eindelyk den 12 Juni 1290, hunne uitfpraak, waarin Floris op een plegtige wyze betuigde te berusten. De Heer van Grypskerke in 't Graaffchap van Zeeland M. S. maakt gewag van een brief dato 1 Augs 1290, by welken Graaf Guy van Vlaanderen, zekere fomme gelds belooft jaarlyks te doen be« taaien aan Heer Wolferd en eenige anderen, in vergoeding van 't gene de Graaf van Holland hun belettede te genieten, ter oorzake van den oorlog, die 'er was tusfchen hem en den Graave van Vlaanderen, en om dat die Edelen de party van Vlaanderen hielden. Wanneer de Vlaamfche Kryg nog bleef voortduuren , gaven de Heeren van Borsfelen, (ongetwyffeld ook onze Heer Wolferd) zoo wel als die van Renesfe, blyken, dat zy den gemaakten zoen met den Graave ter goeder trouw hadden aangegaan, althans zy kweeten zich A". 1295, in de Battaille die tusfchen VlisJingen en Zoutelande geflagen wierdt, zeer dapper. In dat zelfde jaar gaf dit geflachte der Borsfelfe Heeren andermaal blyken van hunne krygskunde en trouwe aan den Graaf, daar zy met Vodyn van Overdingen, (Wagenaar nóemt hem A 4 «  C'8 ) 'te recht Everingen dat een bekend Zeeuwsen gepacht is geweest) de Vlaamingen, die in Baarland gevallen waren , aantastten en verfloegen (e). Geduurende de onmin van Heer Wolferd met Graave Floris, was de eerfte buiten het Land geweken, als zynde tegen 'sGraaven Macht niet beftand geweest; dit zal zyne Vyanden gelegenheid gegeven hebben, om hem allerwegen fchade en nadeel toe te brengen, dan w 's Graaven gunst herfteld en deszelfs Raad geworden zynde, kon hy hun hetgeledeneleed met Woeker t'huis zoeken, hoe zich dat alles toe droeg, is niet te bepaalen, maar wel dat Heer Wolferd den i Mei 1295 aan 's Graaven uitfpraak liet; wat deswegen tusfchen hem en Kyne wederpartyen nog te vereffenen was (ƒ). ten zeiven dage bleef Heer Wolferd borgevoor Tonis van Kortekene, voor alles wat deze den Graaf fchuldig mogt wezen (g). Dan het aanmerkelykfte van dien zeiven dag was, dat Heer Wolferd toen nog eene Verbintenis aanging, zoo wel als Rafe en Jan van Borsfele ; gebroeders, en Gillis van dtn Poelen, Ridders, waar by zy belooven den Graave getrouw te zyn op verbeurte 00 M, Vosfius Jaarb. bl, ^05. Vad«rl Hift, III D. bl. 52. 00 Mieris I. D. bl. 569. ibid bl? 570,  (9) beurte van al hun goed; zy zouden ook de keu* ren gedoogen die Graave Floris als een Landwet in Zeeland deedt gelden , van wylen zynen Oom Floris Momber ingefteld; en wat hun toekwam van geledene fchade federt zy balling gen's Lands waren geweest, onderwierpen zy zich aan de uitfpraak der Burchgravinne van Zeeland, Heer Willem van Egmond en Phi-? tips van Wzsfenaar; laastlyk, hadt de Graaf in hun afwezen Kerken begeven die hun toekwamen , die begeving zoude ftand houden zoo lang de begiftigde in leeven waren, endaar na- weder t'hun waards keeren (/!>). Met welke laatste brief eerst alle vyandfchap. jen, die nog plaats mogten gehad hebben, fchynen geëindigd te zyn. Nog in dit zelfde jaar, en wel den $7 of 28 Juni, werdt Graaf Floris, gelyk bekend is, jammerlyk vermoord, waar van 'sLands gefchiedSchryver'/^jr/ïöj- wil, dat onzen Heer "Wol* ferd, bewustheid gehad heeft; was dat zoo# dan zyn de vooryerhaalde verzoening en verbintenis niet oprecht geweest, en zoude een boosheid van gemoed, geen Edelman en Ridder pas« fende, te kennen geven. Men weet welk een verwarring in het'sLandi beftuur gemelde moord te wege bragt4 Heer A 5 Wol- (£) Mieris I. D. bl. 5?q,  .Wolferd wordt door den evengemelden Schryver ook naargegeven, dat hy de Vlaamingen tot eenen inval in Walcheren heeft aangezet, na dat hy zyne bekommering deswegen aan die van Dordrecht even te vooren hadt te kennen gegeven, die hem overreedden om met t wee welbemande koggen naar Vere te rug te keeren: welk eene dubbelhartigheid! men heeft deel aan S'Graaven moord die zynen Wettigen Landsheer was; den Zoon dies Vorsten geen argwaan hebbende, wordt ter belooning van zyn goed vertrouwen op dees gunfteling, van den zei ven eenen nieuwen Kryg berokkend; hy voegt zich opentlyk by s' Lands Vyanden, en helpt Middelburg belegeren', dat echter tegen zyne verwachting door jan van avennes onzet werdt; het veinzen van Heer Wolferd moet ongemeen zyn geweest, daar hy zoo een rol fpeelende echter onder het nieuw bewind de Raadsman bleef, en tegenswoordig was wanneer beflooten werdt Avennes eenige manfchappen by te zetten, ter ontzet van het Slot Medenblik; misfchien, zegt de Heer Wagenaar, heeft hy "den Graave weeten diets te maken, dat hy geen deel aan den aanflag der Vlaamingen gehad had, of misfchien heeft de Graaf de gelegenheid niet gunftig genoeg geoordeeld, om te laten blyken,wat hy van Wolferd wist of vermoedde" (O- Nog (O Vaderl. Hift. III. D. bl. 102.  C u) Nog in dit zelfde jaar ontfing Wolferd eenen brief des Konings van Engeland, gedateerd den 16 September, waar by die hem verzoekt om zyne gezanten te onderfteunen, her waards gezon» den om den jongen Graaf jan den I. te gelei» den, en in de Lands Regeering te vestigen. Een blyk welk hoog gevoelen het Engelfche Hof hadt van Heer Wolferds vermoogen, wien» macht en gezach eerst ten tQp fteeg, doen de Graaf van Holland te Vere aanlandde, hebbende hy zich reeds te vooren verbonden den Koning ran Engeland zekeren dienst te doen, waar tegen die weder beloofde "geene Vreede of beftand met Frankryk te fluyten, zonder het flaaken van Wolferds zoonen, die in Frankryk gevangen zaten, te bedingen" (k). De geweldige dood Graave Floris aangedaan, en waar van ook Heer Wolferd verdacht was, zal de Stad Middelburg tegen dezen Heer in 'e harnas hebben gebragt, dan ras werdt den 8 Maart 1296 en 1297 deswegen een beftani tot Pinkster naast komende getroffen (/); dat Wolferd te noodiger zal hebben gehad, om dat hy grooter ontwerpen uit te voeren hadt ,en zoo digt by zyn Veste geen kryg wilde hebben* De jonge Graaf was zoo dra niet in de raagc (*) Vaderl. Hift, III. D. bl. 104; CO Mieris Charterb. I. D, bl. 583. 1  oo tnacht van Heer Wolferd, of die wist zich van desaelfs befluiten en raad geheel meester te maken , en de Voogdye van Jan van Avennes op niet te doen loopen; latende den Vorst oy go April 1297 eenen brief bezegelen. waar by die "ghelovet Heren Wolferde van Borfelen onzen getrouwen Man by onfen kerstelyken trouwen, ende bi onfen Eed.— dat wi doen fullen, ende werken fullen in allen fticken bi Heeren Wolferde rade, ende boven al doen,, dat hi ons raed, ende hier bi fo hevet hi on» wedre gelovet Kerftenleker trouwe, ende bi finen Ede— dat hy onfe ende onfe orbare raden fal, ende doen fal in alle faicken na finen vyf finnen, ende na fine macht— ende ware dat fake dat hi in rede came— iof omme dat hi die ghene van ons weret, die onfen lieven Heere onfen Vader jammerlike vermoort hebbe fo geloven wi, dat wi hem bi al fuiken trouwen, alfe voorfz. ftaet in defe lettere, hem te heipene, te verfekere, ende te radene, en^e ftaende te houdene jegens eiken man enz." Met zulk een Graaflyk handvest voorzien vangt Heer Wolferd een bewind aan dat hem haast doodlyk werdt; hy befluyt de Westfriezen te beoorlogen; zonder my in t« laten over de oorzaken of byzonderheden van dezen Kryg, is het genoeg met opzicht van Heer Wolferd  C 13 ) ferd aan te teekenen, dat die dezelvevoor den jongen Graaf haast en gelukkig ten einde bragt» een nieuw bewys van dees Heer zyn fchrander-* heid en krygsdeugden. Dan zulke uitfieekende dienften wist hy zich wel te doen loonen. Hy begon met de magtige tegenftrevers van zyn gezach uit 's Graaven raad te bonfen; de eerfte die zulks onder vondt was Dirk van Breder ode f op die volgde Jan van Renesfe, Bailliu vaa Zuyd - Holland, die door een Vonnis te Vere gewezen gebannen werdt(m). Dit verricht zynde deedt hy zyn macht en aanzien niet weinig Iteigeren, eerst door een dubbel Huwelyk van hem met de Vrouwe van Voorne, en van zyn Dochter met den Jonkheer van Voorne; daar na door zich verfcheide adelyke verbeurd verklaarde goederen te doen opdragen, als de Landen van Woerden en Benskoop (n), het Kasteel van Yfelflein, het Kasteel te Moermont, dathy flechten deedt(o). Onder het gewoel der Wapenen kunnen zulke gunftelingen het veiligfte hunnen rol fpeelen, wel haait wikkelde Heer Wolferd zynen Graaf in den Kryg, welke de Graaf van VlaandeJ re» 0») Vaderl. Hift. III. D, bl. 109 ea Xio. (») Ibid. , CO Beka-bl. 186-188  C 14) f en tegens Frankiyk voerde} het verbond hief toe gemaakt is te Vere gefloten, en wel zoo 't fchynt den 12 Februari 1298, in het ontwerp daar van, onlangs uit de archiven van Rys» fel door den Heer Profeslbr Kluit te voorfchyn gebragt, wordt onze Heer Wolferd alleen ge* meld van de zyden des Graaven van Holland , om de betaalinge van zulke hulptroepen, van welk geen daadelyk gebruik gemaakt was, te beflisfenj dan de Koning van Engeland wist den voortgang te ftuiten, dooreen Vredens verdrag waar in ook Graaf Jan begrepen was, tot ftand te brengen (p). De Bisfchop van Utrecht, Willem van Me* tbelen, hadt ook het vermoogen van Heer Wolferd ondervónden ; dees het zwaard even getrokken hebbende was genoodzaakt terftond te bukken, ■wilde hy van dien moedigen Ridder niet geheel verpletterd worden: de Vreede werdt te Vere geteekend op den 29 September 129?. Dit Verdrag wist Heer Wolferd, door Graaf jau wanneer die te Vere uit den Vlaamfchen tocht te rug gekeerd was, te doen bekrachtigen* Men heeft zeker opgemerkt hoe vetrfcheide verbonden en befluiten te Vere tot ftand wier- deo 00 Vaderl. Hift. III. D. blut. (f) Wagenaar Befchryy, van Amfterd, aft,fal. 40,  Os) den gebragt, een bewys hoe Graaf Janfaii geftaag zyn verblyf hieldt. De Schryvers, die na Melis Stoke deze ge» fchiedenisfen geboekt hebben, zyn zeker inden waan geweest, dat de Graaf zich op het Ka* fteei Zandenburg onthouden en dus een zelfde verblyf met Heer Wolferd gehad hebbe, daar ik in tegendeel vermoede, zulks is geweest op bet Graafiyk Huis en Veste dat toen daar in wezen, en onder den naam van Magdalon en naderhand als het Huis van Latedale is bekend geweest, dat onlangs by my afzonderlyk behandeld is Gevolglyk was doen te Vere de zetel der Lands Regeering gevestigd, terwyl de eeriïe Staats-Dienaar Heer Wolferd een Boog-fchooc van daar op zyne eigene Veste Zandenburg gezeten was , dat in groote en fterkte dat van den Land- Vorst te boven ging, en van waar die deze Veste, zoo wel als den Graave zelve, konde in bedwang houden. Zoo veel gezach, aanzien en vermoogen, moest noodwendig, al was het mee de beste hoedanigheden gepaard geweest, veel afgunst verwekken en tallooze Vyanden baaren j dit ondervondt Heer Wolferd al ras, te meer daar hy de gunst der gemeente verlooren hadt door verfin* CO Vadert. Hift. III. D. bl, 3, (O Zeeuw, Oud. III. ftukje.  C iO ïndering Tn het Munt-weezen . te brengen, dal nog heden ten dage een ftuk is, welk niet genoeg kan doorgedagfc worden, wil men zonder berouw te hebben zulks ter hand neemen; hier' by kwam nog, dat die van Dordrecht waanden met of zonder reeden > door beftel of raad van Heer Wolferd, van den Bailiiuvan Zuid-Hol-* land j in hun voorrechten verkort té zyn ; zy verzetten zich met al dien moed en onverzaagdheid teegen den Graave en zyne Gunftdingen welke fteeds het eigenaartig Caracter dezes' ■landaarts heeft uitgemaakt, rustten zich tenKryg ± 'en Heer Wolferd als Graaven Veldheer floeg het beleg voor die Stad ; dan hiér fchynt' hy het eerfte recht inzien gekreegen te hebben, -van de gevolgen eener algemeene Volks haat; dan dat grootmoedig hart was zoo Tas niet te buigen , -hy wilde het geluk der Wapenen beproeven , en méénde met zyhen Vorst zich naar Zeeland te begeeven, èn daar Heirvaart tegen Dordrecht te befchryven (i% Dit werdt ruchtbaar; Heer Wolferds fchooh - zoon Gerard van Voorn was onder, zyne tegenpartyders, dan van Tiem verzeekerd' en mede gevoerd, werdt hy nevens den Graave zoo wel als Heer Wolferd achterhaald, eti met den Vorst teritond* gellaakt , neer* (0 Vaderl, Hm. lil, D. bl. 125,  C 17) terwyl s* volks woede alleen óp Heer WoKeri neerftortte, die den eerften Augustus 1299,05 «ene bekende ysfelyke wyze, te Delft werdt oni 't leven gebragt («;. Aan welke moord Graaf Jan Van Henegouwen zelfs verdacht is gehouden 4 daar in de hand geleend te hebben > éen reikhalzend verlangen om deel aan 't bewind te krygen, kon daartoe aanleid'ng gerceg geven, terwyl die Graaf zelve niet vry gekend wierdt aan den dood van Gra?ve Jan van Holland i waar door hy ten Graaflyken zetel nog dit jaar geraakte. Dit was het lot Van een Man die alles Vcoï ■sich deedt zwichten , en misfchien vergetten hadt, hoe hachlyk dit leven is, wanneer men, niet dan vyanden ziet, en geere vrinden dan vleiers en flaavén heeft. Ik weet, dat een;ge Sehryvers van vroeger en laater tyd? Heef Wolferd van den blaam zoeken te zuiveien, waarmede de Chronyk Sehryvers zyn gedachtenis gebrandmerkt hebben. Wy zullen daar best een gordyn Voor febuiven, en laaten eenotffenaar indeVaderlandfche Gtfchiedenis deswegen zyn oordeel vry. iVJen vindt niet aangeteeKend waar het mis** handelde Lyk van Heere Wolferd gebleven B %s% («) Vaderl. Hift. bl. 126 en 137,  (18) iyi of het zyne begravenis op Zandenburg heeft mogen erlangen, dan of het door de dolle Gemeente van een gereten, in de vergetenis is geraakt; het eerfte is waarfchynlyker, om dat in het Testament van deszelfs zoon Henric Wisfe gelezen wordt "voert, fo begeere ic ende wille, dat min exfecutore voorfeid fetten tote ene eweliker Capelrie, alfo vele goets jarelecx, a's hem goet dunckt, in gedinckenisfen mynre S'elen , ende die Capelrie te befingine in de Capelle, dar min Here min Vader lieghet." Hoedanig man Heer Wolferd omtrend zyn onderzaaten was , en hoe hy zyne eigene goederen beftierde, valt niets te zeggen, aangezien geen oorfpronglyke (tukken van dien tyd voor handen zyn, die zulks leeren: zulke huishoudelyke byzonderheden , behooren niet tot de taak der Chronyk Schryveren, en de ftedelyke Registers klimmen zoo hoog niet op. Heer Wolferd fchynt twee Vrouwen gehad te hebben, i Sibille wiens afkomst onbekend is. 2 Katharina van Durby of Durbui ook Katharina van Teilingen genoemd, weduwe van Albert Heer van Voorn e JJurggraave van Zeeland: zy was een dochter van Willem van Teilingen en Gerarda of Geertruidvan Woerden, dochter van den vermaarden Hermanvan Woerden; van haar wordt getuigd, dat, zy een zeer  C 19 ) zeer fchöone Vrouw is geweest, en zeer be* mind van Graave Floris den V, by wien zy een zoon Dirk gehadc heeft Het heeft Heer Wolferd aan geen kinderen of nazaten ontbroken: de Heer Ruisch de Bruin, in zyn M.S.Genealogie, teltzeven Kin* deren van dezen Heer, welke zouden geweest zyn (i) Wolferd de ouden, derde Heer van Vere \ (2) Frank, hoofd der Heeren van Borsfele van St. Maartensdyk, die volgens andere Genealogien , getrouwd was met Alyd, dochter des Heeren van Ellewoutsdyk J (3) Claaa van Borsfele van Sandyk, hoofd der Heeren van Borsfele van Brigdamme; hy trouwde mee Hadewich, dochter van Hugeman van Stryen, Heere van Sevenbergen, hy ft'ierf in 't jaar *353> zy den 8 Mei 1366; (4) Wolferd de jongen, hoofd der Heeren van Borsfele van Cortgene; (5) Floris, Ridder , in 't jaar 1338 zon"* der oir geftorven , volgens de Franfche Genealogie; (6) Hadewich, getrouwd in 1297 meC Gerrit Heere van Voorne, Burggraaf van Zeeland: zy ftorf 1325, hy 1337; (7) Sybille» zy ftorf 1352 en werdt te Maldegem begraven t en by haar derzelver Echtgenoot Filips, Heer, van Maldegem, overleden 14 Aug. 1363. B 2 Dmï O) Tegenw, Ü, van UoJl. IV. D, bL^fo.  C 20 ) Daar uit den Zoenbrief over Heer Wolferds dood, hier na te melden, niet meer dan vyf Kinderen , te weecenvier zoonen en eene dochter te bewyzen isj die welke als Schoon-zoon van Heer Wolferd in dezelve briefvoorkoomt, Was geen der twee voorgemelde Heeren, maar Heer Johan van Cuknborch (z). Hoe dit zy, het gaat vast, dat Heer Wolferd nog eenen zoon ac'Kergelaten heeft, die was Heer Hentic JVisfe; men vindt zyn Testament byMierw I. D. bl. 610. en hoe dit alles weder overéeriftemt met de opgave, bySmallegangebl. 392. te vinden, kan de lezer zelve naargaan, en zoo *t mogelyk is, zich uit dees doolhof redden. Heer Wo'ferd is bekleed geweest met de Ridder Or ire van Sint Jacoh, welke Grave Floris de V. A •. 1290 inftelde (a). Verders wor.lt hy genoemd, Heer der Polders vm Noord- Walcheren, Sandyk en het Dorpjen van der Veere. Geen andere dan Zeeuwfche bezittingen heeft Heer Wolferd zvne Kinderen konnen achterlaten : want die welke hy in Holland by verbeurd verklaring van den Graave had verkregen,hier vooren vermeld, daar van wierden de giften ver» (z) Mieris Oharterb. II. D. bl. 84. \a) Halma Ton. der Vereen. Nederl. op Jacoh Orden,  vernietigd onder welke men wil dat ook geweest is de ftede Beverwyk in Holland, die op verzoek van Heer Wolferd door Graave Jan den L met verfcheide voorrechten zoude begiftigd zyn geweest (c). My alleen voorgefteld hebbende de Historie fler Veerfche Heeren uit het Borsfelfche Huis te verhandelen, treede ik in geen onderzoek wat hun Kinderen, die geen opvolgers in deze Heerlykheid waren, wedervaren is, of welke derzelver afkomelingen zyn geweest; zulks behoort tot de gefchiedenis van het Borsfelsch Huis in 't gemeen, offchoon ik hier en daar, waar myn gefchied verhaal het vordert of kan lyden, hunner niet ongedachtig zal zyn, gelyk reedi gebleken is. (6) Vaderl. Hift. III. D. bl. 129, (V) Soeteboem Saanlants Arcadia 2 B, bl. 68. WOL.  C 22 ) WOLFERD DE ïï. JJoe oud Heer WOLFERD de II. Heer Vin Vere was, doen zyn Heer Vaderomkwam, worde niet gemeld, zoo min of hy reeds gehuwd en de Ridderlyke waardigheid had verkregen; zeker is het dat hy die bekleed heeft,als wordende in alle brieven, waar by van hem gewaagd wordt, Heer genoemd. Hy werdt de Ouden bygenaamd, ter onderfcheiding vaneen jonger Broeder, mede Wolferd geheeten, die xnen den Jongen noemde. Naauwlyks hadt hy zyne heerfchappy aan. vaard of in Mei Ao. 1300. viel 'er te Vere een oproer voor, 't geen men wil dat door de Vrinden van den gedooden Heer zoude gefticht eynO/); de Heer Wagenaar noemt hec een geweldig oproer, (O doch byzonderheden daar van zyn nergens te vinden; dan luydt het niet wonderlyk, dat men een oproer, ja een geweldig, vindt aangeteekend voorgevallen te zyn, in een plaats, nog onlangs een Dorpje genoemd; hec is waar hier waren twee floten, het Huys Magdalon en Zandenburg, en die kunnen veel bewooners bevat hebben, en werdt dat (d) Foeke Sjoerds Friesfche Jaarb. 3 D. bl. 179. die ten bewyze Melis Stofce aanhaald. Vader!. Hifi. III. D. bl. 127-  ( 23 ) dat oproer door wyien Heer Wolferds Vrinden verwekt, dan is het mooglyk door de Broeder, Susters en andere Maagen van dén nu regeerenden Heer WTolferd bewerkt, omdat de geweldige dood van hunnen Vader en bloedverwant, nog niet gewrooken was, naar het gebruik dier tyden, en de nu regeerende Heer niet onbezonnen genoeg was, die wraak terftond door de Wapenen te zoeken. Of Heer Wolferd de II. deel heeft gehad aan den aanflag door Janvan Renesfe omtrend dezen tyd gefmeed, en of de gevaarlyke opftand , die hy met die van Borsfele verwekte, dezelve is geweest waar van zoo even is gewaagd, kan men niet bepalen; hoe het zy, Guy van Henegouwen, die van 'sGraaven wege met eene Vloot tegen deze muiters gezonden was, werdt van hun gevangen, doch kort daarna uitgewisfeld tegen de zoonen van Heer Wolferd, die Graaf Jan, van wege den Koning van Frankryk, eenigen tyd in hechtenis gehouden hadt (ƒ X Al weer eene duisterheid; waren dat zoonea van Heer Wolferd den I. van Vere, of vsn Wolferd den XI. Heer van Borsfele, welke Smallegange getuigt da: Ao. 1290 nog leefde ? (g). B 4 Hadt CO Vaderl. Hifi III. D. bl. 142. Chron, v. Zeel, b!. 390.  (24) Hadt onzen Heer Wolferd Ao. 1302 heg genoegen, zynen Broeder ,Frank van Borsfele, te zien huwen met Eleonora, dochter en erft genaame van Fredrik van Zaylen, (misfchien in een tweede Huwelyk, alzoo men hier vooren aag, dat dees Heer Frank gehuwd is geweest met Aiyd van Ellewoutsdyk) waar door de Heerlykheidvan Zuylen in het Huys van Borsfele overging {hy. het volgende jaar 1303 deedthy ne Heerlyüheid Vere, het tonneel des Oorlog* ■worden, Het was op het einde van April dezes jaars dat de Vlaamingen met hunne vloot eene landing willende doen in Walcheren, van de Zeeuwfche vloot onder bevel van Joneneer Willem va» Henegouwen pevolgd , en by of omtrend Vere twee onderfcheidene allerhevigfte gerechten syn voorgevallen, die ten nadeel Tan s'Graaven even genoemden zoon fchynen uitgevallen tè zyn, om dat die na Middelburg ( week, en daar terftond belegerd wefdt 0> oi de Veerfche Heer Wo.ferd aan deze Battailles deel hadt, en welke zydehy histdt, wordt by den Heer Wagenaar wel niet gemeld; maar Matheus Vosfius , zegt uitdruklyk ja , dat hy 55101 by de Vlaamingen bevondt, en dat de Burgera (Jf) Kabinet derNederl.enKieeff.Oudh.engefch, f P bl. 251, CJ) Vadert, Hift, Iü. O. bl. 153—i5&".  C*5) gera van Vere de Vloot der ballingen, daar on* der hun Heer was, ziende ,haaren bevelhebber, die Graaf Jan de IL hier gefteld hadt, doodfloe» gen, de Vlaamingen doortocht gunden, en vervol* gens eene volkoome overwinnig deden beha* len (k). Wie meer des begeerig is te weten, wy« zen wy na evengenoemde fchryvers, wyl men hier geen Lands gefchiedenis, maar die van by-, rondere Heeren heeft voorgenoomen, te verhan^ delen, Het was misfchien uit hoofde eener gelofte, door onzen Heer Wolferd, geduurende voor verhaalde gevechten, gedaan, dat hy nog dit zelfde jaar verfcheide goederen fchonk aan de Abdye van Eekhoute tot Brugge (7> Hoe Heer Wolferd zich uit den Vlaamfchen jCryg geredt heelt, en of hy eerst by 'tfluiten van een beftand tusfchen de twee Graaven, in de gunst van zynen Landsheer isherfteld, blyfc alies een raadfel; men vindt van hem niet gewaagd voor den jare % 09, wanneer opden 30 Mei Guy Bisfchop van Utrecht, Willem do III. Graave van Holland,en GerardHeere van Voorne, uitfpraak deden over den doodflagAd, B 5 1299 (¥) Jaarb. 6. B. bl. 268. (/) W. te Water, Hoog Adel, en Adelr, Zeel,bl. 3§, in Notis*  C26) ttpp. aanHeer Wolferd denIgefchied : zoomede over den geweldigen oploop ter oorzaak van de Moord Ao, 1300 te Vere voorgevallen, waar by verfcheide perfoonen het leven fchynen ingefchoten te hebben. Uit welke Zoen-brief (m) blykt dat aan het ombrengen van den eerften Heer Wolferd van Borsfele fchuldig ftonden; "Heren Philips erfname van Duvenvorde, Heren Philips van Zanthorst, Heren Wouter van Harlem, Heren Simon van Benthera , Heren Philips van Voernesfe, Heren Gifikins erfnamen van Ammers, Heren Vriefen erfnamen van der Meie, Diedrix erfnamen van Zanthorst, Florens ende Vrancs erfnamen van Duvenvorde Jan van Zasfenen, Willem van der Lane ende Gerard Ever", welke verwezen wierden in eene boete van Du/ent pont fivarter tornoyfen: voorts verklaard, dat de Poorteren en Gemeenten van Holland, aan die doodflag onfchuldig ftonden: daartegen werden de Broeders van Heer Wolferd den II en hunne helpers ter zake van het voorgevallene te Vere, verwezen in eene boete wan drie Vu/ent pont tornoyfen, waarmede alle aanfpraken van elck der partyen vernietigd werden, en deze verdrietige zaken een einde namen. Het fchynt dat onzen Heer Wolferd na de woe- (m) Mieris Charterb. 2. D bl. 83.  O?) woelingen en gevaren van den Vlaamfchen kryg, doorworfteld te hebben, zyne dagen in vrede fleet; men vindt van hem al wederom geen merkwaardige handelingen aangeteekend voor den jare 1316, wanneer Hy met zyne drie Broederen verdrag floot over de nalaten-* fchap van hunnen Heer Vader; by welk verdrag, voor het vry bezit van alle Leengoederen Heer Wolferd aan zyne Broeders, te weten Heer Flcrens, Ridder, Vrank en Claas, van Borsfele jaarlykfche renten belooft (n). Het is opmerklyk, dat in dezen geheelen brief van geen zuster wordt gewag gemaakt, en dat Heer Wolferd zich enkel Heer van Zandenburg noemt: welk verdrag misfchien te noodiger zal geweest zyn, alzoolleer Florens, zoo evengemeld , zich fchuldig gemaakt hebbende aan den doodflag van Jan van der Westerkerke, den 16 Maart van dit zelfde jaar 1309, daar over door Graave Willem den III. uitfpraak was gedaan , nu penningen benoodigd hadt, en zich gereed moest maken tot eene Bedevaart na Cbm* postella in Galticien, Dat het vreedfaam gemoed van Heer Wolferd , in tegenftelling zyner Broeders, die minder te verliezen hadden, van een geheel ande* ren («) Mieris Carterb. II. D. bl. 173.  (*8) ren aart fchynt geweest te zyn, komt alverder door te ftraalen, door dien al wederom veele jaren moesten verloopen, eer men Heer Wolferd in eeniger wyze byGraafiyke brieven leert kennen: het eerfte waarby dezelve als fchynt te herleven, is in een brief van Graave Wiltonden IV. dato 19 Februari 1338; waar in die Heere Wolferd als een voorrecht vergunt, "dat men up die Vere, en up die Pol re Heer Wolferd felver , noch zyn wetachtige wyf, noch niemant, noch fyn nakomelingen, geen fchuldt, noch lyftocht te moogen maken, noch geven, of te belyen, noch in geenre manieren fullen becommeren , noch en mogen voor niemande noch Jaelasten, ten zy by den Graeflickheyden, daer fcy die vry Heerlickheyt of ter leene houdt, dat's te verftaene, dat die Heere vaneen Lande voorfz, confirmeren moeten mit fynen grooten zegelen, mit Heere Wolfard van Borsfelen, Hee« re van der Vere, daerhy die lyftochte, ende die fchult maect, mit fyn brieven bezegelt enz." Een voorrecht dat meer uitgeftrektheid heeft, dan in den eerden opflag tóefchynt, en my voorkomt in zich dezen zin bevat, dat wat fchulden Heer Wolferd hebben mogt, uit wat oorzaak ook fpruitende, hy noch in perfoon noch in zyn Heerlykheden te Vere of den Polder, mogt betrokken yeel min geexcuteerd worden; ten wa«  c 29 y ware zoo een fchuld voor den Graaf was bekend, en door een Graafiyken brief, zoo vvel als door Heer "Wolferd met een byzondere bezegelde brief bekragtigd ; omftandigheden die voor eert fchuldeisfcher zeer bezwaarlyk te ontmoeten waren. Het was op den 31 Maart 1341, datHeef Wolferd, benevens zyne beide broeders, Floria en Clays van Borsfele, en een menigte andere Zeeuwfche Edelen, zich fubmitteerden aan de uitfpraak van den Graave, wegens doodflagen begaan aan diverfche lieden in den brief daar van vermeld Co). Welke verzochte uitfpraak van Graave Willem den IV. den 23 Juli 1342 gevolgd is (ƒ>)> zonder dat men in dezelve vindt dat onzen Heer Wolferd daar by eenige boeten worden opgelegd, integendeel hem werdt nevens anderen de uitvoering vanverfcheideomftandig» heden, die dezen algemeenen zoen verzeilen moesten, opgedragen ; en wy merken aan, dat Heer Wolferd hier by uitdruklyk Heer van der Vere wordt genoemd , zonder Zandenburg of andere Heerlyk heden te vermelden. De laatste Graaflyke brief die Heer WolfenJ hielp bezegelen, en ook een van zyne laatste be- tot* (0) Mieris Charterb. II, D. bl. O) Ibid bl. 650,  Cso) dry ren i» geweest, was van den 21 Juni 1345 waarby Graave Willem verfcheide goederen verbondt aan de Steden van Dordrecht, Zier ito «ee, Middelburg, Delft, Leiden en Haarlem, voor 't geld. dat ze hem verfchaft hadden om te oorlogen. Korts hier na begeeft zich Heer Wolferd, het harnas aangegespt hebbende, in eenen Krygs. tocht met zynen Neeve Graave Willem den IV. tegen de Friezen, en deelde ook in deszelfs lot; dat is te zeggen, hy werdt met dien Graave op den 26 of 27 September 1345 by een Dorp Werega genaamd, niet verre van St. Odulfe Klooster, liggende oostwaards een weinig van Staveren, verflagen, zoo wel als zyne Neef Floris van Borfete, Arent van JCruningen, en Klaas Heer van Reimerswaal, beneeveni veelen des Hollandfchen Adels (q). Was zyn dood geweldig ze was eerlyker ian die van deszelfs Heer Vader; hy ftierf al ftrydende ten dienste van zynen Landsheer en Neef. Men vindt even zoo min als van zyn Heef Vader, eenige by zonderheden, rakende deszelfs huyshoudelyk bewind, aangeteekendj dan dat Ao. 1340 die van den Poldervar.ent door zyn (?) Foeke Sjosrds Fries. Jaarb. III. D. bl. 38$. W, van Gouthoeven Chron, bl, 380.  C 31 ) zyn voorfpraak van den Paus en Bisfchop van Utrecht oorlof kregen , om een Parochie Kerk te maken: ook dat de bouw der Kerk van Vere onder zyn beftuur aangevangen is, en hy ook Polders benoorden Vere aangedykt heefr. In hec begin zyner heerfchappy is het zeker genoeg, dat hy tot de party van Renesfe en andere ballingen behoorde, en het zwaard tegens zynen Land vorst getrokken heeft; dan van die euveldaad fchynt hy terug gekomen te zyn, en buiten allen twist lang in vrede te hebben geleeft: wat ouderdom hy bereikt heeft is onbekend, wyl men zyn geboorte jaar niet weet; dat Heer Wolferd niet jong geftorven is, is zeker, want het blykt genoeg dat hy terftond na zyn's Vaders overlyden, de regeering zyner Heerlykheden aanvaardde, en die ruym 46 jaaren heeft gevoerd. Tweemaal vindt men dat hy gehuwd is geweest} eerst mee dtyt van Henegouwen Zuster van Graave Willem den III. (r), by wien hy geen Kinderen zoude achter gelaten hebben: de tweede maal met Hadewich Bot van der Eem, by wienhy zoude verwekt en nagelaten hebben: Wolferd den HL Heer van Vere enz; CO Zie het bewys daai van by Mieris Chartert, IJ, D, W, 180.  C 32 ) dip, getrouwd geweest met Heer Jan van tfeenvliei op Blyestein, die Ao. i3ö4geftorven is (ƒ). Anderen fchryven hem vier Kinderen toe' (t) Wolferd die volgt; (2) Claas van Borsfele, Ridder , die als getuige voorkomt in zekere Acte van den 5 J;artyfchappen van Hoeks en Kabbeljaauws, aanvang namen. Men weet hoe Graaf Willem de IV, kinderloos overleden zynde, deszelfs zuster Keizerin mahgareta de naaste erfgename tót deze Landen was, en die het bezit daar van haast door harén zoon wilIemC vAh beteren betwist werdt. Eer zulks nog gebeurde, en niet lang na deszelfs inhuldiging, éh wel op den 24 September 1346, verleende zy ónzen Wolferd, "dié Veste ter Veére, arve énde Ambacht, ende renten, die van binnen gheïégen zyn, 'teener rechten arveleneenz". Wy hebben elders reeds aangemerkt, hoe men meent, dat dit geen bevestiging in hét Leen van Vere, maar een nieuwe giftè is geweest en. «uilen alleen aanmerken', dat déze Veerfehê Heer, door de Keizerin, haren lieve NêVè en Heer, wordt genoemd, eri hy gevolglyk* reeds toén, de Ridderlyke waardigheid moet bezeten, hébben. c tN« (O Zeeiiwfchë Oudh. 3 flu'kje bl. Spe  C30 Deze Heer Wolferd fchynt die geen geweest te zyn, welke Vere, het geen in meenigte van inwooners, zoo wel als in Zeeneeiing toenam , met muuren heeft doen befluiten, en het,naar den aart dier tyden, tot een Vesting maakte, zoo dat Ao 1348 de Kerk, wier bouw men wil dat reeds Ao 1338aanvanggenoomenheeft, tot een Parochie Kerk werdt verheven, waar aan Paus Clemens van Avignon veel aflaaten en yergiffenisfen verleende («). Wanneer den 5 Januari 1348 Keizerin Margareta het gebied over Holland, Zeeland en Friesland, aan haren Zoon Willem overgaf, was Heer Wolferd onder dien hoogen Adel, welke den brief daarvan hielpen bezegelen, in welke die Keizerin hem weder, by onderfcheiding van anderen, onfen Neve noemt. Daar wy even gezien hebben hoe Heer Wolferd Vere met muuren bevestigd heeft, hec welk gefchied was "omme orbare ende verfekernesfe ons leens ende renten ter Vere ende omme te bet onfen gerechte Heere van den Lande te dienne; ende omme dat onfe onderlaten ter Vere diere nu fyn of namaels wefen fullen te bet befcermt fyn"; is het te denken dat zuks groote kosten heeft te wege gebragt, die be« (V) Boxh, op Reigersb. sD. bl. 148.  C 35 ) begroot wierden tot 248: "den fchilt vc? twee ende twintich grote." Welke Heer Wolferd tot laste der gemeente had kunnen brengen f en in dien geldeloozen tyd zeer zouden gedrukt hebben, dan hy verklaarde "te ghelouen vor ons ende vor onfen nacomelinghen, allen uievan der Vere ende haren nacomelinghen, diere nu fyn of namaels wefen fullen quite te fceldene, ende fcelden; ende dat wyende onfe nacomelinghen die van der Vere ende hare nacomelinghen, hierofnemmermeer niet eysfchen en fullen" (v). Graaf Willem de V. de Lands regeering aanvaard hebbende, wist Heer Wolferd zich: dra van de gunst te bedienen , waar in hy by dezen Vorst ftond , alzoo die hem der donredagbes na Jinte Valencyns dach A.» 1349 hee voorrecht fchonk, benevens "alle fine vryenden die ter Vere ende in den polres benoorden Veie in finen leuen nu woenen jof hier namaela woenen fullen, mit haere zeluers guede fonder arghelist ghegeuen hebben en gheuea mit defen openen brieue tolne vry te vaerne al onfe lande dore, ghelike anders onfen fteden van Hollant ende vanZeelantdiedaer of vryheden hebben"(w). Het jaar daar aan den 14 Januari 1350, beC 2 ves« (v) Origineelen brief ter Griffie van Vere. (w) Vidimus van dezen brief ter Griffie vaaVcre»  C 30 vestigde Graaf of Hertog Willem vanBeyereri,in het erfleen van der Vere, dezen zynen Neef Heer Wolferd. De brief daarvan is aanmerklylc, om dat in denzelven de grensfcheidinge en rechten dezer Heerlykheid juist bepaald worden, te weten "alle die arfnisfen, tiende, Ambocht, ghedyckt, ende ongedyckt, Zeedrift, Hazen, Coninen , en alrehande wilt, die daer nu es, ofemermeer aneworpen magh, of comen, dat es buiten den ouden Zwene, ter Zeewaert in, die loopt doorZandyc-polre ,ende alzoo vort ftreckende bezuiden onzen vrouwen kerck in den Polre, die Heere Wolfaerds Vader vornomt ute der zouter zeedikede, welke kerke die Heere Wolfaerd vorfeit, gemaekt, ende gefticht hevet, ende alfo vort lancs dien dike, op welke die Heere Wolfaerd vorfeit, eene mole gemaekt hevet , ende den dyck daer binnen westwaerd, ftreckende an die zuutzyde , lancs biden dunen tote Rikedane toe, alfo men bi der porte van den vulhove van dune hoofde dwaers dore die dunen in die Zee rechte noort ghepeilen maghende daer toe tagtig gemeten landts liggende in dien Polre, daer die Broederen van den Duutfchen huus in plagen te woonene, vort die Veste, die woninghe te Zandenburgh met den Boomgaerd en met al der arfnisfen, ende «mbagt binnen den uterften oevre van der uter- fter  C 37 ) fter graft alomme de woninghe, vort die Veste ter Veere, alomme havene, havengeit, ende havendyc, molen ende molenwater,— ende alle die arfnisfe , ambocht, hoffteden , ende renten , dié binnen der Vesten van der Vere gelegen es binnen den uterften oevre van der graft alomme die Vere enz " Bevattende dus alles wat lieer Wolferd in de uitgeftrektheid der Heerlykheden Zandyken der Vrouwen Polder bezat: 'in welke van geen hooge Jurisdictie gewaagd wordt; dan men herinneren zich hoe reeds gemeld is, dat de Heeren welke oudtyds de Ridderlyke waardigheden bezaten, in al hun goederen, Hoog, Middelbaar en Laag gerecht oefenden (y). Dit zoo zynde , was de vermelding daar van In dezen brief onnoodig. Onze Heer Wolferd fchynt, nevens andere van zyne magen en vrinden, fchuldig geweest te zyn aan den doodflag, om dees tyd begaan, aan den Heer van Moermont, en van Wolf art den bastaard van Borfelen ; dan hoe ofwaardie gefchied was wordt niet geméld, maar wel, dat Heer Wolferd en andere fchuldigen, de uitfpraak daas over lieten aan de Vrouwe GravinC 3 ne O) Mieris Charterb. II. D. bl. 76j5. (y) Zeeuwfche Oudh, tweede ftukjq bl, 40,  ne ,met belofte van die haar gewysde te zullen volbrengen "op eene pene van twee duyfentidi jonden grooten tornoyfe" (z). De brief daar van is gegeven den 18 Jannari A" 1350. Ten zeiven dage beloofde Heer Wolferd zyne vrinden enmaagen, Vrouwe Margarita, Gravinne van Holland, Zeeland, en Vrouwe van Vriesland, te kennen en houden "overonfe gerechte geborne Lantvrouwe, alfo lange, als fy leven fal, ende huer met trouwen doen fullen, al dat goede getrouwe lude fchuldich fyn te doene huerer gerechter Lantsvrouwen, in rade en in dade alzo langhe, als fy leven zal" (a). Men weet hoe om dees tyd de twist tusfchen Moeder en Zoon over de Landsregeering op het hevigfte zich hervatte, en Vrouw Margayita nog dit jaar andermaal dentoomdes gebied» ïn handen nam, en dat deze Heer van Vere, zoo wel als zyne opvolgeren, altoos Hoeks zyn geweest. Den 20 januari van dit zelfde Jaar bezegelde Heer Wolferd, met veele Edelen en fteden, den brief, waar by Keizerin Margariet haren zoon, Hertog Willem van Beyeren, hetGraaffchapvan Zeeland afitond (J>). Den (z) Mieris Charterb, II. D. bl. 765, Q) Ibid. bl. 768.  C39) Den 6 Februari daar aan, deedt dezelve Keizerin uitfpraak over den dood des Heeren van Moermonc en Wolfard den Bastaard van Borsfelen, waar byHeer Wolferd, enveelevan zyn geflacht, vrinden en helpers, verwezen wierden in eene boete van "twalef duyfent pon« den zwerter tornoife" (c). Daar wy, zoo even, zagen hoe Keizerin Margarita Zeeland aan haar zoon Willem hadt afgedaan, beloofdedie, op den 12 Februari van dat zelfde jaar 1350, zyne Vrouwe Moeder uit dit Graaffchap jaarlyks te zullen geven "twee duufent cleyne guldens van Florenfen." Welke brief door de voornaamfte Edelen van Zeeland bekragtigd zynde, is onder die ook onze Heer "Wolferd geweest (rf). Het was nog in dit zelfde jaar, en wel den 30 Maart, dat Heer Wolferd zich in de noodzaak vondt, om nevens zyne Gemalinne, hun Vesting en het land van Duinbeke aan Hertog Willem op te dragen, en van den zei ven weder ter leen te ontfangen (O: men heeft de gisfmg,van 'tgeen Heer Wolferd hier toe bewoog, elders opge- geven c 4 De* (c) Mieris Charterb. II, D. bl. 769. Qd) Ibid. bl. 771. (?) Ibid. bl. 774. C/) Zeeuvvfche Oudh, $ Itukje bl. I54-  (40) De oorlog, tusfchen Vrouwe Margariet en haar zoon Willem, ten felften uitbarftende, is, in den aanvang van het jaar 1351, omtrent Vere, een hevige Scheeps-ftryd tusfchen die hooge partyen voorgevallen (g): is het waar dat vrouwe Margariet hier haar Vloot verzameld hadt, dan kan het niet minder wezen , of Heer Wolferd, die haarzydehieldt, zal daartoe alle hulp en byftand hebben toegcbragt, en ook deelgenoot van dit woedende gevecht geweest zyn. Misfchien is Heer Wolferd in dezen ftryd ©mgekomen, omdat Hertog Willem in dat zelf, de jaar nog te Middelburg uitfpraak heeft gedaan "tusfchen Vrouwe Hadewich Weduwe, en de kinderen van Wolferd van Borsfele haren Man, over deszelfs nalatenfchap (£)." dan dit soude kunnen zien op de nalatenfchap van zyn Heer Vader, die, pas zes jaren geleden, in Friesland verflagen zynde, de weduwe Vrouwe Hadewich Bot van der Eem, met hare Kinderen zich deswegen niet hadden kunnen verftaan, fin de -Vorftelyke uitfpraak ingeroepen,, Dit fchynt zeker te zyn, dat dezen Heer Wolferd niet lang het hoofd van zyn gedacht heeft mogen zyn, en ten jare 1356 reeds overleden was, yoi» CO Vader!. Hifi. Hf, D, b!. 5197. ££>|M. S. van dcnHr. Mr. D. P.'deMauregnauIr.  C 40 volgens de M.S. Genealogie vandenHr.RuiseK i de Bruyn, om dat, in eene Acte van dat jaar," Heer Wolferd van Borsfele genoemd wordt, Voogd van Heer Wolferd en Hendrik van Borsi fele, gebroeders. Hy heeft dan zyne Heerlykbeden omtrent tien jaren mogen befturen, was een y verig Hoeksgezinde, wist zyne goederen door nieuwe giften en voorrechten der Landsheren te vermeerderen, vercierde Vere met een Parochie Kerk,maak-» te het tot een Stad, met dezelve in muuren en toorens te befluiten, en was edelmoedig genoeg, zulks buiten kosten zyner onderzaten te doen; dan met dat alles, fchynt hy niet onfchuldig geweest te zyn, aan het ombrengen van den Heer van Moermont; waarlyk een leelyke vlak in de gedachtenis van zoo een groot Edelman. Hy heeft ook vernedering ondergaan; Duinbeek moest, van een yry Riddermatig goed, Leen worden. Hy fchynt zich genoemd te hebben Heer van der Veer, Zandenburg, Sandyk, Cteverskerke, 4e Polder; enz. en heeft tot Gemalinne gehad Vrouwe Margriet van Arnemuiden, by welke hy vier kinderen nagelaten heeft, liggende, nevens dezelve, te Middelburg begraven: zyne aframmelingen waren. {, Woiftrd, van wien aanftonds nader.  C40 2. Hendrik, die ook volgen zal. 3. Floris, Ridder, genaamd Floris van Schou* de; dees kocht met zyn Broeder Ao 1361 van Heer Hugo van Rasjingem, zekere tienden en Leenland in Borsfele, volgens 't Register van Holland, gequoteerd O. Fol. 8g V. In 't Register der Edelen van Zeeland, uit de Abdye van Middelburg gekomen, wordt hy genoemd Broeder tot Vere. 4. Alyd, getrouwd 1.met Jan vanHeemsvliet; zy wordt in den brief, waar in zy aan hare Broeders Wolferd en Hendrik van Borsfele, 1618 fchilden tot den koop van tienden Ao. 1362 leende, genoemd Joncvrouwe Alytvan Borsfele tahs wyf van Heemvliet. 2. Jan Heere van Cruiningen, gelyk blykt uit de Acte van deelinge tusfchen hare zoonen Adriaan en Aarnout van Cruiningen op St. Thomas avond in 1396. Hy maakte een Codicil op onze Lieve Vrouwe conceptie Ao 1408, en daar in aan de Predicaren in den Hage 12 c£. Holl. 's jaars , mits dat zy alle jaren de jaargetyden zouden vieren, op den dag van baar dood, alsmede van haare twee mans, Heexen Jan van Heemvliet enjanvan Cruiningen. WOL-  C43) WOLFERD DE IV- J)eze, zynen Heer Vader Ao 1356 of daar omtrent, als oudfte Mansoir in de Heerlykheïd van Vere opgevolgd zynde, kan men z n doe*maligen ouderdom niet bepalen, maar fchynt zich eerst bekend gemaakt te hebben, in den oorlog, die de Stad Middelburg tegen het gefiacht der Borsfelens, voerde: altoos men vindt in de uitfpraak van den Ruwaard Hertog Atbert, des wegen gedaan, te Schiedam, des Saturdags na St, Cregorius dacb Ao 1358, dezen Heer Wolierd met name gemeld; en rakende Vere "voirt, van d#r Vere te Vesten, is onfe fegghen, dat dat fal bliven {taan als nu ftaat, ter tyttoe, dat wyt wel beraden zyn, ende wi der kinder betooch van der Vere daar of ghefien hebben." Vervolgens komt deze Heer weder voor Ao 1364, wanneer hy des daegs na Paesdagb zyne Moeder heeft quytgefcholden "van alle faken die zi nu fchuldich wezen mochte ende van alle eysfchen die ic haar eysfchende ben tot huden delen daghe toe enz." Welke brief gegeven is te Wisfekerke, en is nevens Heer Wolferd bezegeld door Heer Heinric van Borsfete, die zig Neve van Wolfaert noemt(»> Hy was Ridder en ouder Broeder van Hendrik dia deCO M S. van den Hr. Mr, O. P. de Mauregnaulc  C44) dewelke volgen zal. Het is Ao 1366 dat men hem wederom vermeld vindt in een acte van deelinge, voor Schepenen van gedeele te Gent, den £<5 October, alwaar deelen "Edele en Mogende Lieden Heer Ingelbrecht van Keedinghen , ende Vrouw Margriete van Lougeval (ofLongeval), Vrouw van Nevel fyne wettelycke Wyve aan Se eene fyde, ende Heer Wolphaert van Borsfele, Heere van der Verenen) Catalina van der Woestyne fyne wettelycke Wyve aan de andere zyde, van de verfterffenisfe van Heer tfbanne van der Ghystelle die Heer was van der Woestyne eet. in 't eerfte dat Heer Wolphert Heere van der Vere (en) Vrouw Catalina fyn wettig Wyf fullen hebben ende behouden de ftede ende goede te Woestyne geheel etc." Vervolgens heeft hy op 6 December 1366, nevens andere Edelen, bezegeld den brief waar by Hertog Albert zyne Gemalinne Vrouwe Margariet, verfcheide landen en goederen tot haar lyftocht geeft (£). Ao 1371 verkocht deze Heer , nevens zynen Broeder Hendrik, aan Hertog Albrecht al het recht, het geen hun mogt competeeren op de goederen, by de Vrouwe van Vere nagelaten, In 't zelfde jaar van 1371 verkreeg hy acte van vrygeleide van de Stad Utrecht. Ao. 1377 was Ca) Mieris Charterb. Iü. D. bl. 199.  (45) hy, nevens zyhen Broeder Hendrik; géÉuige by de voorwaarden des Huwelyks tusfchen Catbarina, dochter van Hertog Albrecht en JVilkm, Hertog van Gelder. Ao. 1379 verkocht hy de Heerlykheid Woestyne aan Graaf JLodewyk van Malen , enoverleedt omtrent den jare 1390, zonder by zyne Gemalinne, Catalina van der Woestyne, kinderen achtergelaten te hebben: maar van hem is een natuurlyke zoon, ook IVol* ferd geheeten, wiens moeder men niet vermeld vindt, ook niet of die het hoofd eener Basthart-tak van dit Doorluchtig Huis geworden ii. HEN*  (4*) HENDRIK DE II. Jfjf'endrik van Borsfele, de tweede van dien naam, Ridder, en zesde Heer van Veie, zoon van Wolferd den III. en jonger Broeder van Wolferd den IV. na wiens dood hy Heer van Vere, Zandenburg enz. werdt. Hy is deze Heer Hendrik geweest welke nevens den Abt van Middelburg en andere Heeren, ten overftaan van Hertog Aloert, uitfpraak deedt over den dooi van den Rentmeester Poppe, en van anderen den 16 November 1361 CO- 0o!i: was hy het, aan wien, aan Floris van Borsfele, en Huge van Ri/inge, de tienden en leenland in Borsfele zyn opgedragen, waarmede deze Heeren door Albrecht op den 21 November 1361 zyn beleend geworden (m); bedryven, nog by het leven van zynen Heer Vader, voorgevallen. Het was deze Heer Hendrik. die Vere , van myn s'Heeren Poorte aan de land zyde tot de Zandykfe Poort toe, gefterkt en de Gracht gedolven heelt, 't geen twee honderd ponden Vlaams en agt en veertig fchilden zoude gekost hebben; aoo dat deze Stad, van dien tyd aan, als een Frontier tegen de Zee gehoudenis, en de Scheep- vaaxd (0 Mieris Charterb. III. D. bl. 13*. (ai) Ibid bl. 133.  C47) vaard hier, door het geduurig diepen van het Veer-gat daaglyks toenam, (n). Ten overftaan, van dezen zelfden Heer Hendrik; was het, dat Hertog Albert wxiHugovan Heenvliet, de Heerfchappy van Heen vliet verleende op den 31 Januari 1375 (0). Hier bepaalt zich alles wat van dezen Heer Hendrik van Borsfele te zeggen valt. Hy is tweemaal getrouwd geweest, (i) met Margriete van Vlanen, gelykblykt, zoo van elders als uit de quartieren van zynen kleinzoon, Hendrik van Borsfele, Grave vanGrandprez, gevonden in de kapelle te Zandenburg, en van Margriete van Borsfele, Vrouwe van Gruithuizen, zyne dochter, beide uitgeteekend op ordre des Graave van Egmond, voor den aanvang der Nederlandfche beroerten in de XVI eeuw. (2) met Margriete van Nyenrode; wier Moeder was Vianen , haar Vader was Otto% Heer van Nyenrode, Velfen, Lier, Souteveen, Marfchalk van Gooyland. Zyne Kinderen uit het eerfte Huwelyk waren (1) Hendrik van Borsfele die volgt; (2) Beatrix, Re* ligieufe teRhynsburg en aldaar A<-« i4iooverr leden j (3) Wolferd die volgt. Van (ti) Boxhom op Reigersb. bl. aiö". £0) Mieris Charterb. UI. D. bl. 313.  C4§) 'van het tweede bed liet hy achtèr Catharinü van Borsfele, die trouwd^/an/Heer vanPouc"ques. (r). Daar wordt nog van herri vermeld, dat hy verfcheide Ambachten in Zuidbeveland verkocht aan Heer Boudevbyti, van Baarsdorp, die dezelve weer aan Hendriks zoon, Heer Wolferd van Borsfele vari der Vere, in 't jaar 1418>verkocht. HEN*  C 49 ) HENDRIK DE lil J)eze Heer, de zevende Heer van Vere éri Zandenburg, zoude volgens de meer aangehaalde Genealogien van Ruysch de Bruin, zynen Heer Vader van gelyken naam, opgevolgd, én ongetrouwd overleden zyn; fchoon fommige andere Genealogien ftellen, dat hy getrouwd is geweest met Maria van Egmmd, Heer Wou* ters dochter: ten hewyze van dit Huwelyk worde bygebragt, dat onder zyne voeten op deszelfs zarké, welke te Zandenburg gelegen was, het Wapen van Egmond heeft geftaan. Vaster gaat het, dat hy geen wettige kinderen agtergelaaten heeft: zyn geboorte en fterfe dag zyn even onbekend, zoo mede zyne bedryven; wyl geen fchryvers daar van iets vermei» den; hy heeft mogelyk maar korten tyd het genot zyner Heerlykheden gehad, en hem dus gelegenheid ontbrooken om zich door luyd« rüchuge daden, te doen kenmerken. P Wói*  ( 50 ) WOLFERD DE V. JjfT^otferd van Borsfele, de V van dien naam, Ridder, volgde zynen Broeder Hendrik op in alle deszelfs goederen en Heerlykheden, en werdt dus ook Heer van Vere. Hy was getrouwd met Hadewich van Borsfele, dochter Tan ClaaS van Borsfele, Heer vanBrigdamme, en van Maria van Arnemuiden. Dit blykt uit de Huwelykfehe voorwaarden, vermeld in den inventaris van de Charters van Maximiliaan van Bourgondie, op de poort te Zandenburg be« Tust hebbende , en federt te Mechelen onder 't Hof bewaard. Hadewich was eerst verloofd aan den zoon des Heeren van Haamftede, en dit 'Huwelyk geen voortgang gehad hebbende, trouwde zy met Adriaan van Heemvliet, en na zy3ien dood met Heer Wolferd. Voorts vindt men van dezen Heer Wolferd wyders niet aangeteekend,- dan dat men uk Reigersberg kan opmaken hoe, in zyn tyd, het Veer-gat en de Rheede van Vere meer en meer bekwaam wierden tot de Zeevaart; veroorzaakt meent men, door dien de diepten van Noordgouwe en Dreyfchor in Schouwen, begonnen te droogen en verloopen: zoo dat de Commercie en het getal der inwooners binnen Ve- zeer toenamen. Onze Heer Wolferd Ao 1399 bin-  (5i > binnen 's Hertogenbosch zynde', was koen pe» noeg zich daar in een twist te fteeken , die en~ kei die Stad, en geenszins het gemeene Land betrof j hy genoot ook het loon, weke die geene meest bejegend, die ongeroepen zich met een'a anders zaken bemoeijen, datis ,fchadeenfchande: altoos hy werdt hier gevangen,en niet,dan ep de fterkfte begeerten van Hertog Albert, die gereed ftondt de Brabanders hier om te beoorlogen , na twee jaren zitiens, geilaakt CO* Heer Wolferd was omtrent Ao 1393 getrouwd met Jonkvrouwe Hadewich voornoemd, aan welke vrouwe, die van Vere Ao 1403 eenen Zilveren Cop tot gefchenk gaven j wyl men in Stads rekening van dat jaar in uitgaaf vindt gebragt 3 "Item ghecochte eene Siluere Cop die men fchenkede der Vrouwe van der Vere coste XX engelfen nobelen doet VIJ fg X fcheh grooten," Deze gemalinne is Heer Wolferd Ao 140a Of 1403 door den dood ontrukt. Het was eerst op den 6 November 1406 daï Graaf Willem de VI onzen Heer Wolferd in zyn erfleen van Vere en Zanuenburg met alle Da de CO M: Vosfius Jaarb, • bl. 518 en 5r9. H. van Heurn Hift. der Stad eu Meyerye van '5 Bosch LD4 bl. 246 en 247.  (52) Se daartoe behoorende rechten bevestigde («). Op de Grafzerke, weleer te Zandenburg liggende , ftondt aangeteekend, dat hy geftorven zy den 26 van Lauwe 1411. Hy liet na O) Alben van Borsfele, geftorven 1436 (2) Hendrik van Borsfele die volgt, (3) Maria van Borsfele, gehuwd met Claas van Rumerswale Heer van Lodyke; waar uit eenige afftammelingen overbleven; en daar na met Floris van den Abeele. Dit is alles wat van dezen Heer met eenige zekerheid te zeggen valt} de krygsaart zyner Voorouders zal ook een deel van zyn geaartheid hebben uitgemaakt, altoos zyn verfchil niet de Bosfenaars, doet zulks gisfen. (u) Mieris Charterb. IV. D, bl. 39*  C 53 ) HENDRIK DE IV, D e tyd wanneer deze Heer Hendrik geboren is, is weder een duisterheid, die ook niet toelaat te bepalen, op welken ouderdom hy zynen Heer Vader, in deszelfs Heerlykheid , opvolgde : hy moet niet zeer jong geweest zyn; want vinde reeds in de Stads rekening van Vere Ao 1405, den volgenden post, die toont dat hyte Middelburg zynde, de Magiftraat hem daar om raad kwam vragen. "Item verteert liue jans in Middelburgh mit minen Joncheere doe 't Gerecht van der Vere tot hem dair quam om raat op der ftede brief van Dordrecht IX Schell. HIJ Gr." Hy was ook onder die, welke door Hertog Willem den zz October 1405 tot het beleg van Hagejleyn eri Everjleyn ontbooden werdt, en dat wel met ag/ gewapende Mannen (w). Ao. 1410 fchynt Heer Hendrik elders dan te Vere of Zandenburg ziek gelegen te hebben, alzoo in de Stads rekening van dat jaar gevonden wordt: "Item gegeuen van lcuurehueren van IJ reyfen doe myn Joncheere ziec lach en wy van fynre wegen ontboden wairenXXXGr." dit alles belettede niet, dat Joncheer Hendrik D 3 on. (w) Mieris Charterb. IV. D. bl. 27.  ( 54 ) onmondig ën onder Voogdy was; ja, dat over de verfchillen om de Voogdy van dit Weeskind, tusfchen Heer Niklaas van Borsfele en Heerban van Heemjlede, ter hoogeVierfchaar te Middelburg, den 16 November 1411 uitfpraak is gedaan ,als by Mieris Charterb, IV bl. 190 breeder te zien is. Deze verfchillen moeten zeer hoog geloopen en tot daadlykheden gekomen zyn, wyl daags na evengemelde uitfpraak gedaan was, de Graaf aan Heer Niklaas van Borsfele, zyne dochter, hunne Magen Vrinden en hulperen voor 6000 Kroonen vergiffenis verleent, "van alle breucken ende misdaden, die fy tegens ons, ende onfer Heerlicheden tot defen dagen toe gebruect mogen hebben , roerende van der Voechdie van ons getruwen Wolfairts kinde van'derVeer, dien Godgenadich zy;" by de aangehaalde fchryver te vinden bl. 139. Deze Voogdy duurde nog Ao 1413, wyl den 30 November van dat jaar, Jonchvr. Catharina van der Veer (verfta hier door Catharina van Borsfele dochter van Hendrik den I.) die overdroeg aan Hertog Willem, als mede by Mieris IV. D. bl. 263 te zien is; en nog dat zelfde jaar door den Graaf aan Arent Van Kruiningen is opgedragen; in welken laats£en brief, deze Hendrik, uitdruklyk gezegd wordt* een zoon van Wolferd geweest te zyn. A°«  C55) , Ao. 1417 mag men twyfelen, of de Borgen van Vere, niet elders, met arrest werden bezwaard , ter oorzaak der fchulden van dezen hunnen Heer: ja, of de Stad Vere die niet heeft moeten quyten, wilden zy van diekwellingontheven zyn; altoos in Stadsrekening van 't laastgemelde jaar ftaat "ghegeuen ende betaald in heynrix van der Vere fcult daer die goede luden van der Vere vooren bereden waeren ende in chrachte bedinghet waren CCC. ingelfe nobelen". Het jaar 1419 vindt, men by den Chronyk fchryver Reigersberg, als een tydftipaangeteekend, dat men zoo wel in Vere als elders in Zeeland Zee - fchepen begon te timmeren, en de buitenlandfche handel hier in bloei begon te komen. De Vrouwe van der Vere, die in Stads rekening van evengemeld jaar , zoo wel als in die van 'tjaar 1417, voorkoomt te St. Laurens(daar men het Huis Popkensburg voor nemen moet) haar reüdentie te houden, moet, of de Moeder of de Gemalinne van Heer Hendrik geweest zyn; de Moeder kan niet zyn, als het waar \S) gelyk wy hiervoor aanmerkten, dat die Ao. 1402 of 1403 reeds overleden was. "Wanneer, Ao. 1423 Hertog Philips vanBourgondien, in de fteden van Zeeland was gehuld, D 4 ftel-  C?0 {lelde dezelve zich, om den hoogmoed ,vanZfa?n tbotomeus van Biggenkercke , te beteugelen; men ■weet, hoe die fiere Edelman, zyne nabuuren kwelde, inzonderheid de Stad Middelburg, en dat hy, ter hooge vierfchaar, verwezen en onthalst is: Dit zal niet, zonder geweldige middelen te gebruiken, toegegaan zyn, en Hertog Philips zal daar toe de hulp zvner vafallen, inzonderheid van Heer Hendrik noodig gehad hebben, altoos in Stads Rekening van dat jaar wordt gezegd "'Item doe myn Joncheer toech mitten volke te Biggenkercke, verteert des auonts in Domburch, ende des nachts te Biggenkercke— IIJ IJ Schell. Gr." Heer Hendrik fchynt nog meer binnenland-. fcheKrygstochten ,in dit jaar gedaan te hebben t wyl men in evengemelde Rekening nog vermeld vindt "Item verteerd op die reyfe te Catf mit vyftich Man, doe myn Joncheer vp die tyt ons daer ontboet XIJ Schell. VJ Gr." Heer Hendrik van Borsfele, die,zoo wel als die van zyn Huis, de Hoekfche party aanhing, weet ik niet of door Hertog Philips gewonnen werdt, wanneer het lot der Wapenen omtrent Brouwershave ftondt te beflislèn, wie deze Landen regeeren zoude, Philips, of de ongelukkige vrouwe Jacoba van Beyeren; altoos men vindt. dat in of ycor dien flag, onze Hendrik  C5T ) drik, door Hertog Philips, tot Ridder is geila* gen, zoo wel als nog anderen van zyn gellacht (.r), en onder die byzonder Aibert, Heer Hendriks Broeder (y). Wanneer Ao. 1428 negen Raden en Reken», meesters, over Holland, Zeeland en Friesland» wierden aangefteld, was onder die ook deze HeerHendrik van Borsfele Heer van Vere (2). Het jaar daar na, begaf zich Heer Hendrik in Huwelyk, met Jonkvrouwe Janne van Hale~ zuyn, ende van Wtkercke (a); die Srnallegange Vrouwe van Hemsrode noemt, dochter van Oliviervzn Halewyn,Heer van Hemsrode(£), en van Margriete de La Otyte. Het was ter zei ver tyd en wel den 25 July 1429, dat Heer Hendrik, benevens veele andere Edelen, vermeenden in de Vierfchaar van Zuidholland beledigd te zyn, zich van daar beriepen op den Hertog van Bourgondien, of, als dit niet mogte behagen, op de uitfpraak van den Aarts-Bisfchop van Keulen, den Bisfchop van Luik, en de Hertogin van Gelder en Kleef: waar in die vermeende belediging beftaan heeft, of waar door veroorzaakt, blykt niet, D 5 0$ O) Boxh. op Reigereb. H. D. bl. 198. Cv) M. Vosfius Jaarb. bl. 661. (2) Mieris Charterb. IV. D. bl. 932. 60 Boxh. op Reigersb. II. bl. 201, Cf) Smallegange Chron. bl. 393,  (53) Op het jaar 1430/vindt men van Heer Hendrik aangeteekend,hoe hy een voorbeeld aan zyne onderzaten was, in het voortzetten van den Koophandel; zoo dat, voor deszelfs eigene rekening veele groote Schepen wierden getimmerd, en daar mede ten Oosten- en Westen handel gedreven (r> Intusfchen groeide zyn aanzien met het vermoogen aan, daar men hem, reeds federt den jare 1420, met de waardigheid van Opper - Houvester van Holland bekleed gevonden hebben (d). Den 10 October Ao. 1434 werdt Heer Hendrik , door den Hertog van Bourgondien, beleend, met de Heerlykheden en Leengoederen, welke Jongvrouw Katarine van Kleef, en van der Mark, zuster van 's Hertogen Alberts Jaatste Gemalinne, in Holland bezat,overgaf ea afftond; door welke Gifte deze Heer zyne goederen , met de volgende Leenen, vermeederd zag: w 'c Huus te fchoten mit alle fynen erven die dair toe behoirt, liggende 't fcoten. 'tAmbocht van Amftelreveen mit alle fyne renten, ende toebehoirne. 'tAmbocht van der Nieuweraemftel nainhout der brieve. 'tAmbocht van Slotefl ende van Oisdorpmit Visfcherye, ende allen fynen toebehoirne. 3 Dat (c) Boxh. op Reigersb. II. D. bl. 217. (d) Merula Man. van Proced, bl.132.  < 59) Dat vroengors, alfo groet, ende alfo cleyn, als dat gelegen is an 't 's Gravendamme" (eX Deze gifte en opgevolgde beleening gefchiedde uit kracht van een deugdlyke koop: zoo dat Heer Hendrik dit niet aan'sVorften gunst, maar aan zyn eigen vermoogen te danken hadt (ƒ), Vier dagen voor Pinxteren Ao. 1436 ontftond te Middelburg een oproer, 't welk door het gezach.en macht van Heer Hendrik, op zynen Neve Heer Frank van Borsfele, Grave van Qostervant, geftild werdt. Of, en in hoe verre, Heer Hendrik deel heeft gehad in den oorlog, die Hertog Philips te dezer tyd tegens de Engelfchen voerde, is niet te bepalen, maar wel dat hy met veel fchepen 'i Zwin ingevaren, den doortocht daar van met ftaketten floot, tusfchen Brugge en Dam," me, om daar door eerstgemelde Stad, die ongehoorzaam aan haren Graaf Hertog Philips was, den toevoer uit Zee te benemen (g). Dat Heer Hendrik zich daar een geruimen tyd omftreeks bleef ophouden, zoude men kunnen befluiten, door dien in Stads rekening van Vere Ao. 1437 vermeld wordt "Item die Burchmeester verteert doe hi ter fluus toet myn hee- (e) Mieris Charterb. IV. D. bl. 1053. (jO Ibid bl. 1059 waar de quitantie te zien (g) Boxh. op Reigersb. II D. bl. 20S,  C6o) heere ghetoghen was, ende Willem Hughe fone met hem XUJ Schell. VIJ Gr." Wanneer Ao. 1438 een zware oorlog, met deHanzee-fteeden ,ontftondt ,en binnen deze landen eene oorlogs vloot was uitgerust, toog Heer Hendrik zelve daarmede den vyand tegen, en maakte het hun zoo bang, dat de Zee geheel •vry werdt (fi). Welke uitfteekende dienst, gevoegd by zoo veele andere oorzaken, zullen gegeven hebben, dat Hertog Philips, ter belooning daar van, hem fommige Heerlykheden en Ambachten in Walcheren fchonk, die , by confiscatie gekomen waren , van den hier voren .vermelden Heer van Biggenkerke (£). In voorzegden oorlog, waar in Heer Hendrik het voornaamfte bewind hadt, vergat die niet zyne Stad Vere tebegunftigen, in alles wat deraelver handel konde uitbreiden; waarom hy de fchepen der Antwerpenaren, van Hamburg komende, veilig daar binnen liet loopen,en te huiswaards keeren; door welke trouw en Vrind. Jcbap, de regeering van Antwerpen den 12 Mei 'sjaars 1438, by eene opene brief, beloofde ''dat wy om dezer faken wille noch 00c om des 'toetats wille die de vloote 's Lands van Hollantende van Zeelant gedaen heeft op onfe poorteren ' CD Coxh. °P Reigersb. D. D, bl. 208, ' (J) Ibid bh 212.  3 ren goede of ooc elwaer in Hollant oft in Zee» lanc gedaen mach wezen, wyden voorfcnreuen Heere van der Vere noch zynen onderfaten daer ommenemmermeer hynder, ftoor oft rasfement, doen en fullen, noch gedoogen en fullen van on«; fèn poorteren gedaen te wordene, zoe verre hy oft huere goede, niet ghefchadicht en hebben t noch fchadigen en fullen; maer fullen de voorfz», Heere van der Vere ende zyn onderfaten mogen commen vaeren, keeren ende wederkeeren, huer coopmamcap hantierende, vry ende onbelast van defen, al waert daet daer omme eenige onlede dat God verhuede op verftonde tusfchen den goeden lande van Hollant ende van Zeelant, ende ons" (k). Het was tot dezen Zee-oorlog, dat Vere twee Oorlogfchepen, toen met de naam van Baard* zen, bekend leveren moest (/). De oorlog tegen de Engelfchen moet nog voortgeduurd hebben, alzoo in de Stads rekening van Vere Ap. T4S9 m uitgaaf ftaat "Item ghegheuen te oncoste doe men die Baertzen wtfende, ende die fcepen wt leide teghen die Barthoenen van brode V Schell. IJ Gr." Schoon Heer Hendrik voorfpoedig in zynei zee- Een Vidimus van dien brief ter Griffie van Vere. (/) Vaderl, Hift. III, D. bl. $35.  (6*) zeetochten was, én zyn aanzien met zyn ver moo° gen vermeerderde, daar waren ook rampen die hem drukten j zyne geliefde Stad Vere was niet buiten gevaar om door de Zee verflonden te worden, waarom men op middelen bedacht was, om, de nood daar zynde; voor dat woedend Element al ftrydende te wyken, waartoe Hertog Philips, te Catt zynde, den 20 April 1439 eenen brief verleende by welke "den zeluen Heere van der \fere voor hun ende zyne nacommelingen, Grauen en Grauinnen van Hollandt ende Zeelandt, gegonnen en gegeuen, gonnen ende geuen mits delen brieue, drie hondert gemeten Ambochts hum toebehoirende binnen zynder Prochie en Ambochte van Zandyk, om die voorfz, zyne ftede van der Vere daer mede te meerderen ende daer binnen te befluten, ende die zelue drie hondert gemeten Ambochten van ons te houden en te gebruken tot al fulcke Rechten, Heerlicheden en alzo vry als hy zyne voorfz» Stede van der Vere van ons houd; behoudens emmer, dat hy die voornomde drie hondert Gemeten binnen delen tegen woordigen jare be« ginnen zal te doen bedeluen en begrypen aan die Voorfz. lieden en voort van jaere te jaere achtervolgen , tot dat al voldaen zal wefen, ende oic behouden voor ons en onlên voorfz. nacomrelingen op elek van den voorfz, drie hondere  C 63 ) Gemeten onfen ouden grooten die wy 'er vafl ouden tyden op hadden" im). Dan deze voorzorge van Heer Hendrik heeft tot hier toe (Gode zy dank) niet te frade ge» komen} het diep heeft zich verplaatst,en is 'er nu in geen Eeuw en langer hier êenige grondbraken of eenige inbreuk voorgevallen. Hertog Philips noemt, in zoo even vermelden brief, Heer Hendrik, zynen Raedt, Camerling en Rent-1 meester van Zeelandt. Wanneer den 23 Augustus 1446 of 144! een beftand voor tien jaren met de Oosterlingen getroffen werdt, moet de tyding daar van aan Heer Hendrik en zyne onderzaten aange* naam zyn geweest, om dat men in Stads rekening vindt "Item die bode die dat beftand brachte van den Ooesterlinghen bi beuele van minen Heere HIJ Schell. IJ Gr." De oorlog tusfchen Frankryk en Engeland, waar in deze Landen betrokken waren, liep ten einde, de onderhandelingen over eene vrede gehouden, zullen gevörderd hebben, dat men de fchade hier geleden te berde bragt, orri was 't mogelyk vergoeding te bedingen.; altooa men vindt in de Stads rekening Ao. 144J "Item hughe hughens burchmeester verteerc oppe de reife dat hi van der Stede weghen in dec (/») Aut. Copis van die brief ter griffie van Vere*  C*4> den haghe ghetoge was oppe> die dachuaart van der fcade die de luyden van Dieppe ghedaart hadden op onfe mede poirters van der Vere XIIIJ Schell. VJ Gr," Wanneer Hertog Philips op St. Andries dag in December A. 1445 te Gent Capittelhieldt der ordre van den Gulden Vliefe, en ter zeiver tyd uit den hoogen Adel van Holland en Zee» land, eenige tot Ridders in die aanzienlyke ördre aannam, was daar onder ook onzen Heer Hendrik, en ontfing dus een onbetwistbarebiyk Van 'sVorften blakende gunst 't hemwaarts (»). Me» weet, hoe de Hoekfche en Kabeljaauwfche partyen, om dees tyd, weder met al de woede, aan zulke factiën eigen, de hoofden opftaken, dan wel dra voor de Mogendheid van Hertog Philips moesten zwichten; het is zeer waarfchynlyk dat Heer Hendrik om veel onaangename omftandigheden te ontwyken .die uk die tweefpalten daaglyks voortkwamen, voor eenen tyd deze Landen heeft verlatenp en z;ch in Frankryk opsehouden; altoos in de Stads rekening van dezen jare (laat aangeteekend 'Item Pieter Lansloot ghegheuen bi b^-.uele van min Vrouwe, omme bi min Heere te trecken in Vrankeryc XXX Schell. Ook zoude men uu een anderen post in dezelve Stads ) s'Gravezande tweede Eeuw gedacht. derMiddelb. Vryh, bl. 507-  (67) derzydfche Kooplieden werden die gegund, en men ziet 'er nog heden de duidelyke overblyffels van. Zoo veel voorfpoed deedt Heer Hendrik zyn vermoogen fteeds toenemen, daar de grootfte Vorsten zich niet ontzagen, dit Huis, alle mogelyke blyken van achting en toegenegenheid te betoonen, gelyk men A". 1451 nog zag, toen Karei, Graaf van Charlois, nader-r hand zoo berucht onder den naam van Hertog? Karei den Stouten, hier een geboren zoon van Heer Wolferd ten Doop kwam houden: Deze plechtigheid zal zeker met Feesten enVrolykheid zyn verzeld geweest; althans in Stads rekening leest men des aangaande 'Item betaeld van dat de heeren van Cruiningen, die van der Goes ende meer ander verteerden doe men't kint kerstende dede , in diuerfche plaetfen ende heerbergen al 't zamen gherekent IIJ £ VIJ Schell. X. d." Men heeft hier voren gezien hoe Ao. 1439 Of 1440, Heer Hendrik vryheid was gegund zyne Stad Vere achterwaards uit te leggen, en daar toe driehonderd Gemeten werden geaffecteerd, ondereen jaarlykfche chyns vaneen oude groote per gemet: hoe dit te verftaan, fchynt bedenkeïykheid te zyn gerezen , waarom Hertog Philips ter bede van Heer Hendrik by eenen naderen brief, gegeven in denHage, den27FeE a izra-  brüari I455, verklaard, door die oude groots te verftaan, Vlaavnfche munt, te verfchynen op den Feestdag van Sint Jans onthoofding: ■welke last nog heden ten dage aan den Heer Rentmeester Generaal Bewesten Schelde jaarlyks voldaan wordt. Heer Hendrik hadt fteeds het genoegen den bloei en handel zyner Stad Vere te -zien toenemen ; dat te fterker voortgang nam, om dat gemelde Heer zelf veele Schepen voor eigen rekening deedt uitrusten, daar hem veel geluk by viel, en dus in allen opzichte zoo wel als zyne onderzaten, op voordfpoed roemen kon , althans zoo teekent het Reigersberg op Ao.i559 «an (q). Hoe Heer Hendrik zich in de onlusten, die tusfchen Hertog Philips en deszelfs zoon Karei plaats hadden, gedragen heeft, zoo ook in de verwydering tusfchen Hertog Philips en den Franfchen Kroon , die eindelyk tot een oorlog .fiitbarftten, vindt men nergens aangeteekend, daar in het laatste geval, de omftandigheden van Jieer Hendrik zeer hachlyk waren, aangezien hy een geboren Vasfal en Raad van Hertog PhiJips was, en aan de andere zyde de waardigheid van Admiraal van Vrankryk bekleedde, dus s (a) Boxh. op Reijjefsb, II. D. bl. 233.  dus, als 't ware, zich in 't geval bevondt, van het geen men onmogelyk acht te zyn, namelyk om twee Heeren te gelyk te kunnen dienen: men vindt Heer Hendrik geduurende dien hachlyken tyd nergens vermeld, waaruit ik, een aller ftaatkundigst gedrag, in hem, meene te moeten Opmerken. Ao. 1460 fchynt de Graaf van Charlois den Veerfchen Heer weder met een bezoek te hebben vereerd, om dat in Sfads rekening gevonden word* "Betaeld in de Herbe'rgen ende huuzett daer myns Heeren luyden van Charlois 't huus gelegen hadden van wyne ende anders tot drincgelde 't zamen X Schell. VJ. d. Men zag de Veerfche Heeren van Borsfele, Vaderen zoon, ten jare 1450 naar Roome reizen , en fielden dat zulks met Godsdienftige oogmerken gefchieddernuten jare 1461 zien wj Heer Hendrik zyn hoogachtinge voor de Kloosterlingen, en den yver om zulke inftellingen, zooniet te vermeerderen, althans in zyne Heer fchappy te verbeteren, ten volle uitblinken; hy kocht veel Erven en Land van de Zusters Terlianen, die buiten Vere plegen te wonen, ent deedt op dat zelve Land en Erven fonderen en maken een Klooster van Sinta Clara (r). Hy deedt nog meer, en fchonk zyne landen, E 3 ligCO Boxh. OP Reigersb, II. D. bl. 234.  C 7°) liggende binnen den Ban van Amjlervten an die nieuwe Meer, aan bet K!oos:er der Oude Nonnen, te Amfterdam (s). Ook heeft deze Heer met behulp van zynen zoon , ten volgende jare 1461 , op den Vrouwenpolder een Klooster geftichc van Regulieren, welk te Oud-Arnemuiden geweest zynde, van daar, door de woede der zee, waren verdreeven, en zal het met genoegzame goederen hebben voorzien (O- Heer Hendrik wist ook, hoe vreemde gasten van aanzien, zyn gebied door trekkende, te onthalen; men vindt deswegen twee posten in de Stads Rekening van 'cjaar 1461, als "eerst betaald in den Hem voor de costen die de Ambasfateur van den Hertoge van Ghelder endede Kamerknecht van de Coninghinne van Scotlant, aldaer verteerden, als zy quamen vut Scotlant HIJ. Schell. V. d. "Item betaelt bybeuele van minen Heer twee gelagen als de voorfz. Ambasfateurs, by minen Heer waeren vp het ftede huus met twee kannen Wyns, gehaelt als de feggersluder. hier waeren van Jan van der Maelüede ende Wouter van Domborch 't zamen VJ. Schell. Gr. Een CO J. Wageaaar befchryving van Amfteld. 1 ftuk. je bl. 77. CO Zie hier van meerder in de Zeeuwfche Oudh. ê Hakje bl. 40—52.  Een foortgelyke post ontmoet men in de rekening van 't jaar 1462. "Item' gegeuen den gezellen van Mesfire Pierre Bresze die quamen vut Schotland, tot teergeldre, IX postulaat gulden ende daertoebetaelt dat zy verteerden tot maiken t'heune, by beuele van minen Heere 't zamen XXJ Schell. V. d. Gr." Zulke en diergelyke posten waren tot verveelens toe by te brengen, men ftapt daar van af om gewichtiger zaken te boeken. Heer Hendrik wist buiten de gunst van zynen Landsheer en deszelfs onrustigen zoon den Graaf van Charlois, ook die van Koning Lodevjyk den XI van Frankryk te behouden , niet tegenftaande die Vorften,zoo dikwils,onderling verwyderd waren; ten blyk van dien, verleende evengem. Koning aan Heer Hendrik (dien hy noemt notre ame et feal confeiller et Chambeltan et notre Lieutenant General furie fait de laguerre de la Mer) een uitgeftrekt Privilegie gegeven te Parys in October 1465, en zulks aan de Stad Vere, en Heerlykheid van dien, beftaande 1. In vrydom van 't Recht van Aubaine. z. Item van reprefailles. 3. Van alle uitgaande Rechten, der koopmanfchappen, welke zy in't Ryck niet hadden kunnen debiteeren. E 4 4 In  c 72 y '4. In Roebelle en andere fteden van Frankryk te mogen hebben een Natie-huis, daarin een eige Kapel en veel vryheden. 5. Zelf Rechten van haar onderhoorige in Frankryk te mogen heffen, om de kosten te vinden die tot maintiën van hunnen handel aldaar vereischt wierden. 6. Dat wanneer Proces onder hen ontftondt, zy om goed en kort recht te hebben, konden kiezen een Schepen uit het Gerecht, benevens twee van hunne kooplieden , die weder zoodanigen anderen konden asfumeeren,als zouden goedvinden , van welker vonnisfen alleen raogt geappelleerd worden aan den Rechter der plaats waar het verfchil ontftaan was, zonder dat verder beroep aan eenig Parlement mogt plaats hebben. 7. In cas van Shipbreuk en ftranding , konden en mochten zy zelve hunne goederen aarflaan,bergen, en 't hunnen profyt beheeren , mits alleen den arbeid betalende, der gener , die hun hadden bygeftaan. 8. Dat zy te Bourdeaux konden volftaan met het betalen der oude gewoone Rechten, en van de nieuwe» vry en exempt zouden zyn; ook het inkomend Recht maar eens zouden betalen, al was het dat zy met hun koopmanfehsppen naar andere havens vaarden j en dan van  C 73 > ' van de uitgaande Rechten ook bevryd zouden zyn. t>. Dat zy met hunne fchepen mogten in Frankryk voeren alle Natiën, als Engélfchen, Portugeefen,Navarroifen; te weten in elk Schip twee Kooplieden en even zoo veel dienaars, lo. Ieder, die van deze vryheden wilde gébruik maken, moest by een Wettige certificatie van den Heer van Vere in der tyd doen blyken, dat zy,te dier Stede, burgers en gezeten waren (w). Zoo zag Vere reeds in twee rycken, als Schotland en Frankryk , zich met uitfteekende voorrechten boven andere Nederlanders begunftigd, wanneer het den voornaamften fteun des eerften verloor , toen namelyk de Schotlèhe Princes, Gravinne van Bouchane, Gemalinne van Heer Wolferd, den tyd met de Eeuwigheid verwisfelde; eene ramp die gevoelig voor Hendrik moet geweest zyn , hoe wel zyn troost nog in een mannelyken erfgenaam uit deze Door.luchte Echtverbintenis kon gevonden worden, dat echter van geen beftendigen duur was. Dan een uitgeftrekte handel en goede huishouding , moest alles vervullen: Heer Hendrik ging voort, gunftige tyden en gelegenheden E 5 waar C«) Origineel Privil. ter Griffie van Vere is ve;r* taald by Smallegange te zien bl, 593—596,  Cm) waar fè neernen toe vermeerdering zyner Domynen gelyk hy Ao. 1466, bevestigd werdt ïn den Koop der Heerlykheden Westkapeüe, 'Domburg en Vlisjingen, en niet begiftigd gelyk de Heer Wagenaar wil (a0> daar Reigersberg deze Koop reeds ftelt Ao. 1452 gedaan te zyn, dog weder losbaar was (w)> dan na om de dienften by Heer Hendrik in 't beleg van Dinant bewezen, in onverfter«Velyke Leenen werden veranderd ; doch na dat de eerfte Koop 12000 Kroonen gekost hadt, en die veertien jaren daar na om uitmuntende diensten van den eigenaar als een uitfteekend voorrecht onlosbaar, en tot goede Leenen waren verklaard; heeft de opvolger van Heer Hendrik Ao. 1477 nog eens vyf duizend Kroonen moeten uitfehieten, alvoren de doenmalige Souvereine vrouwe, Maria van Bourgondien, de Leenvolging daarvan toeftond; een blyk hoe duur meestal de gunst der Vorften te koopen is, en hoe niet zelden degrootfte knevelaryen met de heerlykfte couleuren konden gevernist worden, daar zy oppervlakkig den ftempel van rechtvaardigheid en erkentenis met zich dragen. Ik heb zoo even gewaagd van *t beleg vaa Di- OO Vadert. Hifi. IV. D. bi. 86. (w) Boxh, op Reigersb, II. D. bl. 22S. 1 ■. trj  Dinant; men weec hoe die ongelukkige Stad ter dier tyd door den graaf van Charlois ftormenderhand werdt ingenomen, en de beide Veerfche Heeren, tot het gelukken van zoo eene ftoute onderneming veel toebragten, dat ten deele erkend werdt, gelyk zoo even is gemeld, dan byzonderlyk (zoo de Vroome Reigersberg fpreekt) met veel kostelycke ende propere Juweelen , uit den Domkercke van Dinant, die zy ter Vere met grooter triumphe in die Grootekercke gebracht hebben , als 't Hooft van pfrpetuus, eenen grooten Metaalen Kandelaar , daer men vyfgroote Keersfen op Jiellen mach, ende proper Juweelen vanguldenCappen, ende diergelycke{xy. Van dezen tocht, die Heer Hendrik nevens «zynen zoon deedt, vindt men ook een echt bericht in de Stads rekening van Vere van 'tjaar 1461, waar men leest "Item gegeuen Jonge Clais de bontwerkere, als hy gefent was by minen Hee. ren in 't land van Ludiek van der ftede wege, omme tydinge van hem luden te hebbene V. Schell. IX d. Wanneer na den geëindigden Veldtocht in ft jaar 1466, de Graaf van Charlois in December in 'sGravenhage was gekomen, was Heer Hendrik pnder de genen, die het verblyf van dien Vorst hielp (*) Boxh. op Reigersb. II, D. bl. 239.  c & y . tóelp aanzienlyk maken, door hun bezoek, wyl alle de Grooten van Nederland , zoo wel als fommige nabuur ige Vorsten, daar kwamen, om die opgaande Zon te aanbidden. Hertog Philips den 15 Juni deszelven jaars overleden zynde, werdt die in zyn Vorstendommen ftraks opgevolgd, door deszelfs zoo dikmaals gemelden zoon, die nu , als Hertog Karetvan Bourgoigne, den toom der regeering aanvaardde, en welhaast door zyne woestekrygsbedryven den bynaam van Stouten verwierf. Heer Hendrik deedt ook te Vere , ter gedachtenis van Wylen Hertog Philips', deszelfs Vorst en Souverein, de gewoone Kerkdiensten verrichten ; althans Stads rekening meldt des aangaande "Item gegeuen den Priester in der Kerken, als den vutvaert gedaen was van minen genadigen Heere van Bourgondien VIIJ Schell., van 2 was XVJ Gr., ende van biere gehaeltinden Thoren VJ Gr. en een halve, facit 't zame» IX Schell. VJ. Gr, en een halve. Zeer waarfchynlyk heeft Heer Hendrik tegenwoordig geweest op eenen dachvaart, die Hertog Philips voor zyn overlyden A«. 1467 ■te Sluys in Vlaanderen hielde, van alle zyne prïncen, Baanderheeren, Ridders en Edelen,' om veele zaken te regelen, den welftapd zyner Staten, betreffende, te  07) In dat zelfde jaar verloor deze Heer zyne Ge* malinne,en wel op den 18 Maart, welke vrouwe zeex geroemd was om hare mildadigbeiij jegens de Armen, zynde te Vere in de Kerk, by het inkoomen der Thoren - deur ter rechterhand, haar grafplaats nog te zien. Men weet hoe in die tyden Doodllagen gezoend werden, en de magen der verllagenen daar over voldoening hebbende, de overheict het zwaard der gerechtigheid liet rusten: om dien tyd, en wel Ao. 1468, hadt JacobFlorisbajlaard van Borsfele, zich aan den dooculag vart Martin van der Hoogedore, ook een Zeeuwse!* Edelman, fchüldig gemaakt. Hoe Heer Hendrik werd aangezocht, door* zyne bemiddeling, hier 0ver, den zoen te treffen , zal men breeder in deBylage A,mogen zien: welke brief mendenken mag den lezer te aangenamer, te zullen zyn, om dat men daar. uit de juiste denkwyze van dien tyd kan ontdekken, en zulke» brieven tusfchen byzondere Heeren gewisfeld^ niet zeer gemeen zyn. Hertog Karei van Bourgondien, met den aanvang zyner regeering, een verbond van befcher* ming, en korts daaraan een verdrag van Koophandel , met Koning Eduard den IVvan Engeland , geflooten hebbende, wilde dat van z^ii . zyde naargekomen hebben, waarom een Engelsen Schip  C 72 ) Schip van wegen de Hanzee- Steden of Öoster* Ungen, gelyk men die gemeenlyk noemde, genoomen, en in Zeeland opgebragt rsynde, hy deswegen den brief fchreef, onder de Bylagen B te zien; waar by Hendrik bevölen werdt, dat genomen Schip in beflag te neerfien, en 's Vorsten nadere bevelen deswegen in te wachten. Een Vorst zoo oorlogszuchtig; als Hertog KaTel , de omftandigheden die in Engeland plaats hadden,de onwilligheid der Friezen om zich de heerfchappy van Hertog Karei te onderwerpen, konden niet anders dan Kryg voórfpellen. Heer Hendrik, hoe oud, was gezind om andermaal ten dienfte van zyn Vorst het harnss aan te gespen, en om zulks met te meer luyster te doen, en zyne hulp krachtiger te doen zyn, hadt den minderen Adel, waar over hy gezag hadt, aangefchreeven zich gereed te maken; hoe zulke vermaningen, die zeker op hooger last gefchied zyn, werden beantwoord, zal men best ïien uit de Bylagen C i, 2, 3, 4, 5, 6 en 7. die, om hunne zeldfaamheid , zeker den liefhebber der oudheid vermaak zullen aandoen. Ter zeiver tyd, te weten A'\ 1469, ontfing Heer Hendrik bevel van zynen Vorst, om agt oorlogfchepen, te Vere uitgerust, in gereedheid te Jouden, welke uit het Kasteel van Sluif met ge-  C 79 ) gefchut ftonden voorzien te worden, als bree* der te zien is in de Bylage D. Onder al dit krygsge woel, hadt Heer Hendrik het genoegen zynen eenigen wettigen zoon,'een ander Huwelyk met eene Franfche Princesfe, uit den Huize van Bourbon, te zien voltrekken. Dit was verzeld met feesten en vreugde bedryven, waar van het volgende in Stads rekening van 't jaar 1469 te vinden is "Item gegeven heyn de bode, als hy tooch in Zuytbeuelant ende in Borsfele, omme te vermanen den Heeren myns Heeren vrienden, dat zy comen zoude ter feeste van minen Heere van Boukhain IJ Schell, XI d." Richard Graaf van Warvjick , die zynen Vorst den Throon dorst betwisten, was, in heimelyk verbond metFrankryk ftaande,Ao; 1470 vermetel genoeg , de Hollandfche en Zeeuwfche Zeevaart door zyne roveryen te ftremmen; niet meer was 'er noodig om Heer Hendrik de oeffening van zyn Admiraals Ampt met zoo veel roem altoos bekleed, te doen hervatten, en wel haast joeg hy dien grooten Zee- Schuimer van deze Kusten, en behaalde in Normandien een volkome overwinning op denzelven (y> ^ O) Vaderl. Hifi. IV. D. bl.ni en 11a. breeder verhaal vindt men hier van by W. van Gouthoevett in zyn Chron, bl, 491,  Of onder het gewoel , van dezen kryg, rae£ wel ongeregeldheden tegen vrienden Schepen gepleegd zyn | zoude ik niet durven tegenfpreken; ja dat de Spaanfchen deswegen reden tot klagen .hadden ,zoude men moetenbefluiten , uiteen brief nog voor handen van Lodewyc Heere vanGruythuyfe, Prince van Steenhuyfen, Stedehouder Generaal van Hollant, Zeelant en Vrieslant, den 27 Januari 1469 na loope s'hoifts van Hollant gefchreven aan Heer Hendrik zynen fchoon.vader, die onder de Bylagen E te zien is. Het moet de Verenaars zorglyk zyn geweest, hunnen ouden Heer telkens Zeetochten te zien Ondernemen, die een leven zoo dierbaar voor hun, in zoo veel gevaren bragtenjdit moet Heer Hendrik's kinderen ook hebben aangedaan, en hun affcheid teeder doen zyn; zy konden hem verzeilen tot het Veergat, eh dan kwam wind en ftroom hun dierbaar pand ras het gezicht ontvoeren: men vindt nog eene post in Stads rekening, die dit bevestigt "Item betaelt by beuele van mevrouwe van Bouchen XXJ. gefellen royers die mitter baerge royden jnin Heer en min Vrou van Bouchen by mynen heere van der Vere doe hy in de reyfe voer VlJ Schell. Gr." Den 8 en 9 Mei 1470. De Hertog vari Ttourgqniien te Middelburg' verbleven zyndey zei-  C80 hadt Heer Hendrik de eer, dien Vorst den io dier zelve maand, binnen zyne Stad Vere te ontfangen, op deszelfs Kasteel Zandenburg te vergasten» en telogeeren tot den 11, wanneer die Prins weder naar Middelburg vertrok (z). Den 6 Juni van dit zelfde jaar, werdt 'er een Zeetogt hervat, daar wy niet by zullen ftilftaan, om dat niet Heer Hendrik, maar deszelfs zoon Heer Wolferd, het oppergebied'er over gevoerd heeft. Schoon de Engelfche oorlog, fteeds een voorwerp van bekommering en verre uitzicht, was en bleef, en om welke voort te zetten, Ao. 1471 te Vere, nog vier groote Schepen werden uitgerust, wist Heer Hendrik daar al het nut uitte halen, wat zyn ftaat en toeftand kon verwachten. Pe gewigtige dienften, daar in de Engelfche Kroon bewezen, werden door Koning Eduard mildelyk beloond; de Schoon-zoon van Heer Hendrik, de ftraks vermelde Heer van Gruithuizen, 's Lands Stadhouder, werdt tot Graaf van Winchester verheven; Heer Hendrik zelve tot Raad en Kamerling benoemd ,en zyne geliefde Stad Vere het voorrecht gegund, om allerlei waaren vryëlyk in Engeland te mogen inbrengen en uitvoeren, uitgenomen Wolle, Schapen. Vellen enz. van welke de Stapel te Calais geF houO) Aditt. a f Hist. du Roy Louis XI, Tom III.p, 358.  ( 8£ ) houden -werdt; ook moesten zy van alle in- en uitgevoerde goederen, drie grooten van ieder pond Sterlings waarde betaalen; van een ftuk Laken van agt en twintig Yaards, of meer , zou twaalf Grooten, en van een ftuk Grein niet meer dan de Oosterlingen gaven, betaald worden (a). Dat deze oorlog hier veel zorg baarde, blykt aan alle de voorzorg, die men ia Walcheren nam, om tegen een aanval ,desGraave van Warnvick, beftand te zyn; Vere in het byzonder ■werdt gefterkt,en daar eene Poort ,rnyn 'x Heeren Poort genaamd verplaatst, en de nieuwe, den naam van Warwykfe Poort, gegeven, die zy tot op heden behouden heeft. Het was Ao. 1472, dat Heer Hendrik ook zyne Godvrucht, in deszelfs Stede van Vere wilde doen uitblinken, wanneer hy daar een Collegie van Kanonicken ftichtte, en die tot hun onderhoud rykelyk begiftigde; zullende tot die erectie zeker alvorens vryheid van het RoomIche Hof verworven hebben 0), Het (V) Vaderl.Hift. IV. Deel, bl, i^ennS. Van dit Privilegie, welk gegeven is te Westmunfter, den 32 December in het elfde jaar der Regeering van Koning Eduard , is nog een Vidimuster Griffie van Vere voor handen. O) Boxh. op Reigersb. IL Deel 7 bl. 217.  C 83 ) Het was ter zeiver tyd, dat deze Héér, eeneh bpftand te Zierickzeej door het opftellen van nieuwe excynfen ontftaan, door deszelfs gezach en achtbaarheid hielp dempen (c). Het is misfchien om dien dienst geweest, dat Heer Hendrik als nu, van Hertog Karei verkreeg eenderde deel indeHeerlykheid van Brouwers" haven, en misfchien wel ter zeiver ftond, als evengem: Vorst den 22Februari des zei ven j aars, van Zierickzee te Vere aanlande, en den nacht te Middelburg ging doorbrengen, en daar tot den 24 dito vertoefde, en toen naar Antwerpen vertrok (d). Heer Hendrik oud en uit geoorloogd zynde j fchynt rot den Land-Kryg tegen Vrankryk beftemd, zynen zoon Heer Wolferd indeszelfe plaats gefield te hebben, en tot dien ter zee zynen Bastaard Paulus van Borsfele; dan de toeftel tot het een en ander zal hem nog onle~ dig hebben gehouden. Men kan zulks genoeg afneemen, uit eenen brief door hem aan zynert Neef Witte van Haemfiede ende van Moer* tnoni, hier achter gevoegd Sub. Lit. F. In het begin des jaars 1473 fchynt Heer Hendrik nog lust en vermoogen te hebben ge« Fa had • 376.  C$5) pen 's Graaven-Polder, die Willem Bol veröooi pen woude, of van mynsGenadigen Heeren wegen vercocht foude worden foe men zeyde dair hy om vut was I1J dagen tot X ftuuers 'sdaegs facit V. Schell. Gr. "Achille de Ridder Clerck voirnomt van dat hy in Middelburg was an myne Heere den Abdt om aldaer te copieeren ende te doen auctenticeeren die copie van den Coopbrieuen van Bergen in Kennemerlant, verteerd met Schuythuyre X Gr." Den 17 Maart des jaars 1474, ftierf Heer Hendrik op zyn Heerlyk Slot Zandenburg, dan werdt binnen Vere begraaven (g)-, waarfchynlyk in de Tombe waar zyn Gemalinne ter rust befteld was. Hoe dit over een te brengen is met zekere verklaaring van Leenmannen, in originali voor handen, dato 15 September 1472 • waar in men van Heer Hendrik als een overledenen fpreekt, en hoe hy in zyn leven op een dachvaart zich omtrent nieuwe impolitien gauit hadt, zulks weet ik niet, en kan zelfs met gisfen daar niet by. Reigersberg zegt dat hy oud van dagen was; en moest daar hebben bygevoegd, ook zat van onrust. Welken ouderdom hy bereikt heeft, F 3 3 Boxh. op Reigersb. II, Deel, bl. 453,  ( 86) ss niet wel te bepalen, dan die kan niet veel ■minder dan negentig jaren zyn,als men zich er-? ïnnert, hoe men hem reeds Ao. 1405, te Middelburg , ging raadplegen. Hy was ongemeen vermoogend.enuitfteekend 3n Eer-Ampten, zynde Ridder van't GuldeVlies, Raad en Kamerling van Hertog Philips en Karei van Bourgoignen geweest, ook voor hun bekleed hebbende de waardigheden van Admiraal der Nederlanden, Rentmeester van Zeeland, zoo Beoosten- als Bewestenfchelde; de Koningen van Frankryk en Engeland, namen hem ook als haar Raad en Kamerling aan, daar de eerstgemelde hem Lieutenant zyner Zeemacht maakte. By zoo veele waardigheden, hadt hy naar die tyden zeer groote middelen, om het aanzien daarvan te kunnen onderfchragen, zynde Graaf van Grandprez, liggende in Champagne in Vrankryk , Heer van Vere , Vlisfingen , Westcappel, Domburg, in Brouwershaven van Falaix, Heer in 't Land van Luyck, Haemsroede, den Aggere, Schoten, Aemftelveen, Nieuwer Aemftel , Sloten , Oostdorp , Biggenkerke , s'Graven - Polder, en meer andere Ambachten in Walcheren , Zuidbeveland enz. zonder van tienden en loopende Landen te fpreken; en om P°g klaarder denkbeeld van den Rykdom van de-   Til  C 87O dezen Heer te hebben, ftrekt, dat Hy, ten tyde wanneer zyn zoon Heer Wolferd, de Schotfche Princes ten Huwlyk verkreeg, hem , om een behoorlyke ftaat te kunnen voeren, van zyn Inkomen zes honderd negenenzeventig ponuen s'jaars , afftond , daar Hy zelfs nog een Duyzend een honderd tweeènvyftig Ponden Vlaams overhieldt, na aftrek van alle onkosten: dus hy s'jaars <£i8oo. Vis. te verteeren heeft gehad; een geweldige fom in dien tyd. Om het aanzien en uitfteekend vermoogenvan dezen Heer nog nader te leeren kennen, dient dat hy Hertog Karei van Bourgondienby iedere Krygstocht heeft moeten dienen met dertien Mannen van Wapenen, tien vechtende te Paarde, en negentien vechtende te Voet (£); en 'er dus geene onder den Zeeuwfchen Adel was, hem gelyk. Hy voerde het volle Wapen van Borsfele» zonder breuke of byvoegzel, een teeken dat de oudfte Tak van dit Huis reeds uitgeftorven was; men vindt het op het Stadhuis te Vere in een Glasraam van de Raadkamer gefchilderd, zoo ende gelyk in nevenftaande Plaat word vertoond , dan het is federt de afteekening daar van, door een Stormwind en Hagel-flag, befthadigd geworden. F 4 Zy(£) Boxh. op Reigersb. II. Deel, bl. 263.  C 88) Zyne levenswyze fchynt deftig, en zyner ftaat overeenkomftig geweekt te zyn; eene toevloed van Adel en hooge ftands Perfoonen, zette Vere, zoo wel als Hem luister by, dan deedt gemelde Stad dikwils in kosten van onthalen vallen, die anders te fparen geweest waren. Heer Hendrik hadt, tot zynen gemeenzamen en geduurigen Tafel-vriend en Secretaris , Cyprianus die Grave. Heer Hendrik hadt by zyne, hier voren genoemde Gemalinne, Janne van Halewyn , (i) "Wolferd, die zyne opvolger werdt, en terftond byzonder ftaat verhandeld te worden. (2) Jojlne van Borsfele, jong geftorven. (3) Anna van Borsfele, getrouwd met Gillis Heere van Arnemuiden; door welkHuwelyk Arnemuiden naderhand aan de Heeren van Vere gekomen is. £4) Margriet van Borsfele, getrouwd met Louis de Bruges, Heere van Gruithuizen ,Prinfe van Steenhuize, Ridder van 'tGulde-Vlies. Voorts was hy naar de Smaak der grooten van dien tyd, ook ryk in natuurlyke Kinderen , hebbende vier Bastaarden achtergelaten, als twee zoonen en even zoo veel dochters. De zoonen waren Paulusen Wolferd; van-Paulus, die het Hoofd des taks , en bekend geweest is met den naam van Borsfele van Later date, is reeds uitvoer  C89> voerig gewaagd (J); van Wolferd is de tak van Borsfele van Spreenauflein afgekomen, daar men wil -dat nog afftammelingen van overig zyn (£) , de dochters waren Catharina en EUfabeth of Lysbeth; Catharina trouwde Ao. 1460 met Cornelis vanSchengen, zoon van Heer Jan van Schengen, Ridder, die met haar ten Huwelyk kreeg eene jaarlykfche rente van Veertien ponden Vlaams, waar voor diverfe tienden en Landen, in Walcheren, verbonden werden» over de Huwelykfche voorwaarde, van haar dochter Barbara, met Jacob van Domburg, ftont "Pauwels van der Vere, Basterd foone van Heer Hendrik van der Vere, Ridder, JoncvrouW Catarinaas Broeder. Lysbeth leefde nog Ao. 1484, wanneer zy weduwe was van Jan van Emichoven: haar Moeder was Catharina Jatops dochter, welke door een brief van Heer Hendrik gegund was "alle die goeden roerende en onroerende die zy doe ter tyd bezittende ende gebruikende was of namaels vercrigen mochte te gebruyken ende re belltten, hoir leuen lanck, ende neyt langer, al foo verre als zy hoir eerlyckeende reckelycken droegeende geenen Man en name fonder fynen wille ende confent, ende F 5 wairt (i) Zeeuwfche Oudh. 3 ftukje. (JT) De Geflacht Lyst, van deze Bastaard-Takj is te vinden by Smallegange Chron, bl, 393.  C9o) walrt foe dat zy anders dede foe foude hy die goeden wederomrne an hem nemen mogen fonder yemants wederfegge" gevolglyk bezat deze Vrouw niersdan de Lyftocht der milde giften door Heer Hendrik haar gedaan, en alles moest tot zyn wettigen zoon en erfgenaam te rug keeren. Lysbeth had ook een Lyf-penüoen van agt ponden Vlaams, die haar bewezen waren op zekere tienden in Kempenshofflede by Stavenisfei en meene wel, dat zy getrouwd is geweest met Jan van der Eick, Dat Heer Hendrik een vroom Krygsman, en gelukkig Bevelhebber zoo te Water als te Lande ïs geweest, zal niemand twyfelen,die het geen -van hem aangeteekend is, gelezen heeft; zyne geliefde Stad Vere hadt de meeste vruchten van zyn gezach en vermoogen , hare bloei , koophandel en zeevaart nam daaglykstoe, zoo wel als hare voorrechten; zoo dat deze de grootfte en gelukkigfte Heer is geweest, die zyne dagen hier Heet, en wiens gedachtenis by alle Verenaars in zegening moet zyn en blyven. WOL-  C90 WOLFERD DE VL TfVeze Heer gebooren zynde uit Vrouwe JLJf Janne van Halewyn, kan niet voor Ao. 1430 het levens licht aanfchoud hebben, aangezien zyn Heer Vader eerst Ao. 1429 met evengemelde Vrouwe in Huwelyk tradt. Van zyne jeugd of opvoeding, vindt men niets gemeld, offchoon men niet twyfelen kan, of die zal overeenkomftig zynen ftand en geboorte zyn geweest, dan vermids daar van geenebyzonderheden aangeteekend zyn, moet men als het eerfte merkwaardige tydftip van dezen Heer, met deszelfs Huwlyk beginnen. Heer Hendrik, die maar een eenigen zoon hadt, heeft denkelyk al vroeg uitgezien naar eene Joncvrouw, den erfgenaam van zoo veele Heerlykheden waardig , en vondt die in de Schotfche Princes Maria, Zuster van Koning Jacobus den I waar toe waarfchynlyk, om dezelve plechtig te vragen, is afgezonden geweest Heer *Lodewyk van Schengen, een Scheeps Bevelhebber, die in zyne Zee - tochten mogelyk het Schotfche Ryk^te meermalen zal hebber» bezocht, en de taal des Lands magtig geweest zyn; althans die had de eer, Princes Maria over te voeren, in de armen van Heer Wolferd, wordende het Huwlyk op het Kasteel van Zan-  C92) Zanderburg voltrokken , met al den luister, zoo een aanzienlyk Paar waardig. Hoe oud deze Princes was, vindt men niet vermeld, daar Heer Wolferd weinig meer dan Veertien jaaren kan geteld hebben, waarlyk niet te verfchoonen, dan door de vrees, dat zoo ryke bezittingen als Heer Hendrik ftondt achter te laten , by gebrek van Mans-oir of erfgenamen , komen zoude aan vreemde huizen; of wel dat zoo lchoone gelegenheid , om zich met Koninglyk bloed te vermengen, niet meer zoo gunftig, als nu , zich zoude opdoen. De Huwlyks-gift van Heer Hendrik, aan Zynen zoon, heeft men reeds gezien , dat beftondt» in een aanzienlyk deel zyner inkomften af te ftaan: dat van den Schotfche Koning, was het Graaffchap van Bombarie in Schotland, daar Heer Wolferd, zoo wel als zyne Gemalinne den naam van voerde, dan welk men niet weet of met Graaflyk inkomen, al of niet, was voorzien. Heer Wolferd zal zich met eenejongeEchtgenoote, van zoo Doorluchtig Huis en hooge IVlaagfchap, verheugd hebben, terw_>1 zyn Heer Vader in Krygszaken en Hofdiensten onledig was; het eerst dat men na het fluiten van zyn Echtverbintenis van hem aangetee'-end vindt, is, dat hy Heer Hendrik verzelde op eene Reis naar  C 93 D naar Rome A-> 1450. Waar van men reeds hier vooren verfiag heeft gedaan. Ten jare 1451, verblyde zich dit Borsfelfche Huis met de geboorte van eenen zoon, welke deGravinne van Bouchane, haar Gemaal, ter Wereld bragt, die de eer genoot vandoor den Graaf van Charlois ter doop geheven te worden, en na den zeiven Carolus werdt genaamd; dan wie de plechtigheid van den Doop verrichtte, hec zy de Abt van Middelburg, of eenig ander Prelaat, vindt men niet gewaagd; deze jonge Graaf heeft zyn's Vaders opvolger niet mogen zyn, want dertien jaar oud en te Leuven ter ftudie zynde , overleedc hy aldaar zeer fubif, werdt na Vere gevoerd, en op Zandenburg begraven (/), na dat hy even te voren Ao. 1462 een kind van Heer Jans zone van Schengen ter Doop geheven badde, waar van in Stads rekening van dien jare gevonden wordt "betaalt Seruaes de Goudfmit van een verdecten Cop wegende XIJ. oneen en een quart, elcke once metten fachoene IIIJ Schell. Gr., die gegeuen was, by Charles van Bouchain, als hy 't kind hief van Heer Jans zone van Schengen facit zamen IJ e£ IX. Schell," W anneer Bisfchop David van Bourgondien Ao. 1456 te Utrecht werdt ingehuldigd, was on- 0') Boxh. op Reigersb. II. Deel,bl. 213.  ( 94 ) onder de Zeeuwfche Heeren by die plechtig» heid Heer Wolferd tegenwoordig O»), en wanneer Koning Karei de VII van Vrankryk A. 1460 overleedt, en de Dauphin, onder den naam van Lodevjyk de XI, den Throori moest beklimmen, en dees jonge Vorst, uit de Nederlanden, naar Parys op weg floeg, verzelde hem onze Heer Wolferd, die alle de Festiviteiten der Krooning by woonde, en toen eerst terug kwam (»). Als Heer Hendrik Ao 1462, een Klooster van Regulieren, op den Vrouwen Polder, ftichtte, vindt men , dat Heer Wolferd, daarin, zynen Godsdienstigen Vader behulpzaam was. Het was den 20 Maart 1465, dat dePrincesfe Maria van Schotland, het tydelyke verliet , én haren Gemaal in eenen diepen rouw dompeldei Wolferd Ao. 1467 zyne Vrouwe Moeder verliezende, was deszelfs Heer Vader inHeirtocht tegen de Luyckenaars en hielp Dinant bemachtigen, daar zy zichRidderlyk gedragende, van den Graaf vanCharlois mildelyk voor befchonken werden, gelyk men reeds onder Heer Hen* driks bedryven heeft gemeld. In den volgenden Veldtocht van Ao. 1468, was onze Wolferd, met andere Zeeuwfche Ede» O) Gouthoeven Chron. bl. 471. («) Boxh, op Reigersb. II. Deel, bl. 233.  C95) Edelen, tegenswoordig by het vermeesteren vast Sint Truyen, Luyck enz. 't geen Hertog Karei erkende, met hem Ridder te flaan (o),, dat zeker in het open Veld, voor het Front des Legers, zal gefchied zyn, als oudtyds de gewoonte was, wanneer die waardigheid uit hoofde van dappere daden, gefchonken werdt. Heer Wolferd zyne Prinslyke Gemalinne verliezende, was nog in den bloei zyns Levens, en zonder erfgenaam zynde, zal hydat verlies ras hebben geboet in een tweeden Echt, die hy Ao. 1469 aanging met Chartotte. de Bourbon^ dochter van Philip of Louis Graaf van JOLonpénfier-, by welke hy Ao. 1470 eenen zoon gewan, Lodevuyk genaamd, welke den Bisfchop van Luyck tot gevader fchynt gehad te hebben ; wyl in Stads rekening van dat jaar gevonden wordt, "Itembetaelttot Dierick Jans zone, van dat dair verteert was by des Bisfcops van Ludich Hofmeesters en Dieners als hy hier myns Heeren kint van Bouchem quam heffen alsblycc by een cedel hier ouergeleuert XVJ Schell. Gr.'» dan die ook in zyne Kindsheid het tydelyke verliet, van welke men nog gelegenheid zal hebben gewag te maken. Daar moeten in het tweede Huwlyk vara Heer Wolferd ook Maaltyden en vreugde Fees- CO Boxh, op Reigersb. II. Deel, bl. «49,  C90 ten gehouden zyn, om dat men in Stads reke* mng van'tjaar 1409vindt, "Item gegeuen Heyn de Bode, als hy tooch in Zuytbeuelant ende in Borsfele, omme te vermanen den Heere myns Heeren vrienden, dat zy commen zouden ter Feeste van minen Heere van Bouchain II Schell. XJ d. Gr." Toen in het zelfde jaar 1470, eene oorlogsvloot van zes en twintig Schepen, van Rammekens in Zee ftak, voerde Heer Wolferd, als Lieutenant en Capitein Generaal, daar het bevel over (p). Daar zulke uitfteekende perfonagien, als Heer Hendrik en Wolferd van Borsfele waren, het opperbevel over de Zee-macht voerden, daar ontzag de mindere Adel niet, om den Zeedienst te aanvaarden: men vindt des wegen de namen van zulke Heeren, die onder evengemelde Opperbevelhebbers , Schepen gebooden hebben, aangeteekend ; te weten Josfe de Lalain, commanderende het Carteel- Schip de Hector. Josfe Blondel, Chevalier Seigneur de Pamete. Jean Seigneur . 1473 tegenswoordig was, by de plechtigheid, toen Heer Jan van Chimay toe de waardigheid van Baanderheer en Graaf verheven werdt. Toen Ao. 1475 het tegenwoordige Stadhuis te Vere gefondeerd werdt, w as het Joneneer G Louis (jf) Zie van hem Zeeuwfche Oudheden 3 ftukje bl. 80—83. (r) Gouthoeven Chron. bl. J57» (O Ibid b). 196,  C 98) Louis van Borsfele, Heer Wolferds eenigft* y.oon, nu pas vier jaren oud, die den eerften Steen daar van legde, waar van in Stads rekening ftaat aangeteekend, "mynen Heere, Heerei Loys van der Vere, dat hy leyde onder d^u eerften fteen van der ftede Huys ter Met* felaers behouf HIJ Schell. IX d. Gr." Ka verloor Heer Wolferd zynen Heer Vader, en na de ftatelyke Rouw-plechtigheden en de Kerke- diensten verricht waren, liet hy zich in alle de nagelatene Heerlykheden zyner ouderen met geen minder plechtigheden huldigen , terwyl hy alle de onderfcheidene Leenen deedt verheffen , daar en zoo 't behoorde, waar van in Stads rekening ontmoete, "Achilles de Ridder van in den Hage te trecken ende ai myns Heeren leeaen , ambochten en tienden als by verclaaringe ouer te geuen nauolgende myns genadigen Heeren Mandementen ende oic ter Dachvaert up die verlenginge van der bede van VJ Jaeren die myn genadigen Heere begeerde, daer hy om vut was varende marrende ende keerende 't Samen X1J dagen tot X. ftuvers •sdaegs facit XX Schell. Het volgende jaar 1475 zag men Heer Wolferd, op nieuws, den Veldtogt onder Hertog Karei, en byzonder het beleg van ZVayj-bywoonen, en dat aan het Hoofd van veele Edelen en Ge-  C99) Gemeenten uit Zeeland, die zyn Bannier volgden; en, ten zelfden jare, moet deze Heer, ook veel toerustinge ter Zee als Admiraal hebben doen maken, waarlchynlyk om de Kaaperyen der Franfchen te keeren: men vindt deswegen in Stads Rekening "Achilles de Clerk van dat hy geweest heelt te Brugge om die penningen te helpen ontfangen van Jan de Wailly, om myne Heere van der Vere ende zyn Volk te betalen die IJe maendt van der Wapeninge vp 't Zee , om oiceen executoire te gecrigen ende te heffen van myns genadigen Heeren wegen, om die fteden van Zeelant te doen betaelen hoir portie van de voorfz. Wapening, dair hy om vut was varende marrende ende keerende VIIJ dagen, mit IIJ Schell. Gr. van de Executoir tot Xftuuers facit XVJ Schell.; VIIJ Gr." Hertog Karei,den 5 Januari I477,inden Veldflag van Marat gebleven zynde, verzuymde Heer Wolferd niet,zich terftond tenHove van de jonge Lands - Vorftinne, vrouwe Mariavan Bourgondien, binnen Gent te laten vinden, en haar zyne hulde te doen, ook zynen Raad en dienst aan te bieden. Wanneer Heer Wolferds Schoonbroeder,de Heer Lodewyk van Brugge, Heer van Gruythuyzen, Prince van Steenhuyzen,, Grave van G i Wur  Wincester en Heet van Haamftede, bet Stadhouderfchap van Holland en Zeeland vry willig hadde neergelegd, door dien de Landzaten met tegenzin van een Vlaming, en dus hier een Vreemdelingjbeftuurd werden, nu ftrydig tegen het bekend groot Privilegie, door Vrouw Maria deze Landen even gegeven, werdt Heer Wolferd, door deszelfs aanbeveling, tot dieHooge waardigheid gepromoveerd, die hyAo. 1477 aanvaardde en nog in dat zelfde jaar benoemd, om nevens anderen een gezantfchap, by Konir.g Lodewyk den XI •van Frankryk, te bekleeden: hoedanig hy zich daar in kweet, is reeds door anderen geboekt (t). Nog in dit zelfde jaar, en wel tegen den Winter, trok Heer Wolferd,verzeld van veel Jïdelen en Burgeren, uit de Hollandfche Steden, naar Schagen, en belegde het Slot aldaar, met die uitkomst, dat Heer Albrecht, tweede Heer van Schagen, (die wederfpannig was om te voldoen aan Gerechtlyke Voimisfen) geen kans ziende om dit Leger af te keeren zonder weerftand te trieden, zich in handen van den Stadhouder over gaf, die hem naar den Hage liet voeren (u). Midden in den voorfpoed en groote bedryven van Heer Wolferd , kwam de dood hem van zyn O) Vadert. Hift. IV. D. p. 171—174- («) Kabin. der Nederl. en Kleefs. Oudh. I.D.bl,  C ioi ) zyn tweede Gemalinne berooven, te weten Vrouwe Charlorte de Bourbon, die op den 14 Maart 1478 overleedt, en in de Kapel van Zandenburg begraven werdt (u). Haar eenige zoon Louis fchynt toen nog in leven geweest te zyn , want men vindt nog eene Ordonnantie van betaling, van Heer Wolferd, waar by die zynen Rentmeester beveelt, aan den Schoolmeester Jan Dach, welke zynen gemelden zoon onderwees, deszelfs jaarwedde te voldoen. In ditzelfde jaar, werdt Heer Wolferd, binnen Brugge, met de Ridderordre van 'tGuldeVlies begiftigd (wy, zynde nevens Heer Willem van Egmond, de eerften die door den Aarts Hertog Maximïliaan met dien aanzienlyken ftand begunftigd werden. Wanneer Ao 1479, de Hoekfche en Kabeljauwfche tweefpalt,op het hevigfte woedde, en Heer Wolferd geen zeker verblyf meer in den Hage vondt, maar naar Rotterdam den wyk nam , gelyk de Heer Wagenaar uitvoerig heeft aangeteekend (jr); was 'sLands Stedehouder zelfs G 3 be- (v) Boxh. op Reigersb. II. D. bl. 295. (wj VV. te Water Hoog Adel. en Adelr. Zeel bl. 38. Zie ook Gouthoeven Chron. bl 515. (v) Vaderl. Hifi. IV. D. bl. 187—189. en nog byzonderlyk by Alkemade Jonker Franfen oorloj bl. 18—25.  ( 102 ) bedugt, dat zyne Vyanden de Kabel]auwfchen, eenen aanval op zyne Siad Vere en Slot Zandenburg mogten wagen, waarom hy zyne Dochter Joncvrouw Anna (Joncheer Lodewyk was waarfchynlyk al overleden) tot zich ontboodt, en de verdere zorg aan de Wethouderen van Vere bevolen liet, gelyk te zien is uit deszelfs brief, nog voor handen, te vinden in de bylagen G. De Franfchen die den oorlog hervat hadden, waren nu meester ter Zee, en het zal by den aanval op Neerlands Haringvloot geweest zyn, dat een groot Karveel- Schip, by Heer Wolferd, tot beveiliging dier weerlooze Visfchers , uitgerust, door dezelfde Vyanden bemagtigd, en voor Scharboroug in Engeland verbrand werdt; welk Schip bemand was met 160 Koppen, en het bevel daar over toevertrouwd aan Dirc Potter, hebbende van Inkoop, Uitreeden, Victuaillieeren, Maandgelden, en wat dies' meer was, in het geheel gekost &. 1594 = 15:5 Vlaams. Daar dees Stadhouder een Heer van een ftillen aart, zagtmoedig van inborst, en vyand van,twist was, kon hy niet langer de inwendige verdeeldheid met leenige cogen aanfchouwen, daar zyn vermoogen tekort fchoot, omdie te dempen , wyl de Aarts - Hertog Maximilieian van Qostenryk, die nu den teugel des ge- bieds  C I03 ) bieds in handen hadt, hem niet naar eischcnderfteunde,en weldra deKabeljauwfchen opentlyk begunftigde, befloot hy, A01480, de Stadhouderlyke waardigheid te verlaten, wordende tegen 's Lands voorrechten, door een Vreemdeling, •Joost de Lalaing opgevolgd, terwyl Heer Wolferd naar zyne Stad Vere keeide, latende Rotterdam, waar hyeenigen tyd Hof hieldt, m handen van Heer Joris Bastaard van Brederode. Men was met deze refignatie alleen' niet te vrede, en wilde geenfins dulden, dat Heer Wolferd, in zyne Ridder - Hofftad, deszelfs dagen in ruste zoude llyten, neen, daar men geen kans zag hem daar met geweld aan te tasten, Wisten de Kabeljaauwfche den Aarts Hertog tegen hem in *t harnas te jagen, met befchuldigingen als of hy openlyk de wapenen tegen den Land Vorst had opgevat, deszelfs bezoldigt de knechten doodgeflagen, en wat dies meer ; Heer Wolferd was des verkundigd, en hoe wel een goed gewisfe hebbende, wilde echter dien ftorm, op de zagfte wyze mogelyk ,doen overgaan , week met zyne drie dochteren en het kostbaarfte zyner meubilen na Ger.t, latende de bewaring, van Vere en Zandenburg, over aan zynen Bastaard-broeder Paulusvan Borsfele, te dezer tyd Bailliu dier ftede, die niet verzuimde, om alles in zoo een ftaat te bren-en # G 4 dac  C 104 ) dat, moest menzyn's ondanks tot de Wapenen komen, hy met eer de Ridderlyke waardigheid kon handhaven; in dien ftaat wagtte men den Aarts-Hertog af, die met een groote heirkracht uit Holland, in meenigte van Schepen,deze Stad naderde, terwyl met raad en goedvinden der Veêrfche Regering en Gemeente, Petit Salizaart (y), die in Walcheren de Bourgondifche Krygsmagt geboodt, hem te gemoec .•voer èn in Zuitvliet aantrof, en den Vorst van hec tegengefteldeder lasteringen, tegen Heer Wolferd voortgebragt, overtuigde, zoo dat de blakende toorn van Maximiliaantot bedaren kwam, en nog meer wanneer hy te Veere aanlandde, en daar met alle eer, reverentie en waardigheid ontfangen werdt, en de Sleutels der Stede, door Heer Paulus van Borsfele, als Bailliu aan hec hoofd der Regering, hem aangeboden werden, gaande naar het Stadhuis, daar hem de gantfche gemeente trouwe moest fweeren,terwyl de geheele Regering werdt afgezet, en een andere aangefteld, waar na de fleutels der Stad den 00 Petit Salizaart, was een vermaard Ridder, die door den Koning van Frankryk uit zyne goel deren en Heer!ykbeden verdreven was, en hadt veel dappere Mannen uit Gascogne onder hem. Kabin. der Nederl. en Kieefr. Oudh. en Gefch. < O ■bl. 63.  C 105 ) den Heer Bailliu Paulus van Borsfele, weder ter hand kwamen, die by den Aarts-Hertog bevolen werdt de Stad voor hem te bewaren, gelyk hy tot hier toe voor zynen Heer Broeder hadt gedaan; dit gedaan zynde vertrok de Vorst, en werdt met geen minder eer en betoon van onderwerping, door de Magiftraat, uitgeleide gedaan. Zie daar een daad van enkel geweld, daar geen Schaduw van recht of billykheid in aan te treffen is; een daad die alleen door Vorften kan bedreven worden, en die het zeggen van zekeren Dichter bewaarheden "Daar 't recht in ftaal beftaat daar meet de vryheid zwichten". Ontkwam Heer Wolferd hier mede voor dit maal de gramfchap van den Aarts-Hertog, en was dit het loon zyner en zyn's Vaders uitftekeade diensten, den Vaderlande in 'tgemeen, en den Vorften die het regeerden, in het byzonder bewezen ; men zal wel haast een nieuwen gloed van toorn zien ontfteken , en niet minder dan het BorsfeSs Huis met den geheelen ondergang dreigen. Het jaar daar aan, 1481, trof Heer Wolferd een huis verdriet, dat, alleen een recht geaart vader weet, hoe treffend het zy. Zyne tweede dochter Joncvrouw Margarita werdt hem o-tvoerd ,en trouwde vervolgens met Heer Walraven van Brederode, wien hy de Am- bachts-  bachtsheerlykheden van Amfter veen , Slooten9 Slooterdyk en Osdorp, (ook zoo ik meene Riedérkerk) ten Huwlyk gaf. Heer Wolferd in zyne Stad Vere herfteld, liet niet na hare belangen, en byzonder, den Koophandel te bevorderen; de Vrede met Engeland was herfteld , en het was een gewichtige zaak, de voorrechten doorEngelandsKoning voortyds aan deze Stad gefchonken, op nieuws te genieten; het zal om die rede geweest zyn, dat in dit zelfde jaar 1481, Heer Wolferd aan Koning Eduart afzond , Cornelis Cluetmgb, Symon Pietersz. ende Marinusz. welke vier Knechten ten hunnen dienst hadden, de reis te Lande over Catais en Douvres namen, en zoo ook te rug keerden; hebbende zy geduurende derzelver verblyf teLondon,het wapen des Heeren van Vere boven de deur van hun Logement hangen, even als afgezanten van SouvereineVorften doen , en na terug komst, bleek haar geheele verteering en reiskosten famen beliep, <£ 32.* 2:10 Vlaams. Het zal niet onaangenaam zyn uit de bylage H. te vernemen, hoe in deestyd, particuliere Perfoonen vryheid hadden, groote Heeren ter bruylofce te noodigen , en die daar toe een of meer hunner Officieren afzonden, en daar niet met ledige handen verfchenen. Nog  C io?) Nog dat zelfde jaar, was Heer Wolferd te »s Hertogenbosch tegenwoordig, by het houden van het Feest der Ridderen van 'tGulde Vlies, het welk de Aarts - Hertog Maximiliaan daar hieldt (z); een blyk dat de Veerfche Heer reeds met laastgemelden Vorst verzoend geweest is; misfchien was de prys daar van, dat Heer Philips van Bourgondien, die ook op evengemelde Feest tegenwoordig was, met de Erf-dochter van Heer Wolferd moest trouwen, gelyk nog dat zelfde jaar gefchiedde, want men vindt deswegen in Stads rekening "Gerard de ftede bode van haestelic tegens de nacht te Brugge te reyfen, om den Schilder als men die Feesce van den ondertrouw hier hielde van Philips Monfieur ende myn Joncfrouwe van der Vere, mit fciphuure, paarde huur en coste 't famen VJ Schell. Gr. Waar uit blykc dat de plechtigheden dezer trouw te Vere of wel op Zandenburg hebben plaats gehad. Het zal op dit Bruilofts Feest geweest zyn, dat Heer Claas vanAdrichem, de 33(te Abt van Egmond, tegenwoordig was, daar met andere gasten om prys dronk, en eene haastigen dood door dieonmaatighiid vondt: de Sehryvers, dewelke dit omftandig geboekt hebben, willen dat het op de Bruiloft (z) J. van Oudenhoven befchryv. van 's Bosch bl. 171.  ( io8 ) loft van Heer Wolferd was, dan dit is mis, ook niet waarfchynlyk dat het op die van Joncvrouw Margeriet gefchied zoude zyn; dit is zeker, dat dit jaar de Abt van Egmond te Vere is geweest: want men vindt in Stadsrekening "den Abt van Egmond gefchonken by beuele van mynen Heere IIIJ poort kannen Wyn facit IIIJ Schell. Gr." Wil men een ftaal hebben hoe eenvoudig de tyden waren, en waarmede men aanzieniyke Gasten onthalen mogt, men leze wat men in Stads rekening dit jaar in uitgaaf vindt gebragt "vp 't Stede Huys doen halen als die ftam van Renisfe dair was IJ Kannen Wyns IJ tg Karftangen ende een Broot 't fsmen XV Gr." Het is bekend hoe Vrouwe Maria van Bourgondien, Vorstin der meeste Nederlandfche Provinciën, overleden zynde, de Vlamingen haren gemaal Maximiliaan van Oostenryfc, tot geenen voogd, over deszelfs zoon Philips, die zyner vrouwe Moeder, in alle deze ryke Gewesten , als de eenige mannelyke erfgenaam was opgevolgd, wilden aannemen; zy verkoren daar toe onder anderen ook onzen Heer Wolferd Ao. 1482 , het geen zeker de toorn van den Aarts-Hertog op nieuw zal hebben doen ontvlammen , waar van men wel haast de gevolgen zal vernemen. Heer Wolferd hadt te veel on-  C 109 5 ondervinding om dit niet te voorzien, dan wist wel, dat zyne Stad Vere of Kasteel van Zandenburg niet beftand waren, om de geduchte macht van VorstMaximiliaan af te weren, en ^zal de zorge daar voor zynen Schoon-zoon en Erfdochter hebben overgelaten: hy fchynt in Vlaanderen op zyn eigen kosten oorlogs Volk te hebben doèn aanwerven, als niet onduidlyk blykt uit de Bylage G. 1 en 2. Onder wyl hadt Heer Wolferd uithoofde van zyne qualiteit als Admiraal, en ter liefde van. zynen Vorst en deze Landen , zoo wel door eigen vermoogen.als dat van zyne Steden Vere, Vlis, fingen , Westkapelle, Brouwershaven enz. zoo veele kosten gedaan, in het uitrusten van Oorlogfchepen tegen de Franfchen, 's Lands geduurige Vyanden, federt den jare I477,dat hem daar voor ten jare i484by 's Lands Staten of den Hertog toegelegd werdt dflaiooVlaams, in zes jaren by den RentmeesterBewester-Schelde te betalen. Dit niet tegenftaande , hadt Heer Wolferd in dat zelfde jaar 1484 ^ eene bülyke vrees» van in zyne Stad en Slot Zandenburg overvallen te worden, dat hy bezoldigde Knechten aan. nam, om voor derzelver Veiligheid te waken, gelyk ten duidlykften blyken mag uit de Bylage K. Welke voorzorgen, denzelven Heer zoo wel als de Gemeente van Vere, veele en zware kos-  C «O) kosten veroorzaakten, als uit evengemelde By» lage ten duidlykfte te befpeuren is. Dan al die voorzorgen waren ydel: Heer Wolferd, die zoo wel als zyne Voorouders de Hoekfche party aankleefde, welke de recht vaardigfte, maar ook de zwakfte was, moest de fmerc ondervinden, dat zyne Hof-Stad Vere, A », 1485 van Palmen Zondag, tot den 12 Juli met 520 Duitfche Soldaaten onder den Heer van Pamele, uit den naam van Hertog Philips van Oosten* ryk werdt bezet gehouden, onder voorwendlèl van die jeghens die Vlamingen ende andere myns genadige Heeren Vtanden, te bewaren, welke bezetting uit de inkomften van Heer Wolferd betaald geworden zyn, en gekost heeft cK.421 :o:2 Vlaams, als uit de BylageL. breeder blyken mag. Terwyl Heer Wolferd aan het Hoofd der Vlamingen was en bleef, en van dien Landaart geliefkoosd, en als hun trouwfte Raadsman en befchermer aangemerkt werdt, bleef den Aarts-Hertog Maximiliaan niets overig, om zynen moedt daar over te koelen , dan zich opde goederen van dezen Heer te wreken: men heefc reeds gezien, wat wegen daar toe ingeflagen werden, dan dit moest een glimp van rechtvaardigheid hebben,daarde Vorften, of liever hunne vleiers derzelver fchandelykfte en fchreu-  C ni ) fchreeuwendfte ongerechtigheden mede vernisfen: hoe dit van de zyde des Aarts-Heitoga werdt gedaan, en wat hy voorwendde hem tot zulke geweldige middelen te noodzaken, zal men uit de Bylage M I en 2 in 'c breede mogen zien; dan hoe zal men uit die befchuldigingeri genoegzamen grond halen ten laste des Heere van Vere, daar hetbefchuldigingen zyn zonder bewys, en boven dien , het geen de Heer van Vere daar tegen mogt gezegd, of gefchreven hebben, onzen tyd niet bereikt heeft. In het midden van die beroerte, werdt Heer Wolferd nog gekweld, door klachten van Kan. nonniken der collegiaale Kerke van Abbenbroek, in den Lande van Voorn, daar hy voor drie vierde Heer van was, welker zaken coor kwade huishouding fchenen verloopen tc zyn, en die nu om tot herftel te komen, tot dezen haren Heer toevlucht namen, als uit de Bylage N te zien is. Ik twyfele of de haat en vervolgzucht, tegen Heer Wolferd, niet zoo verre gegaan is, dat men zyne Heerlykheden in Zeeland verbeurd verklaard , en daar mede nog in zyn levenHeer Philips van Bourgondien, zyn Schoon - zoon, mede beleend heeft, om dat in den jare 1486", hatstgemelde op eene Dachvaart in den Hage, als  C ) als Heer van Vere befchreven werdt, als uit de Byiage O. blykc, daar ik meene dat Heer Wolferd toen nog in leven was; echter kon zoo veel leet, onrecht en vervolging niet nalaren hare uitwerking te hebben, zoo wel op het Lichaam als den Geest van dezen Heer, hy verviel in eene kwynende ziekte, en verliet dit ''even op den 29 April 1487 (d) te Gent in V.aanderen, van waar het ontzielde Lyk niet veel plechtigheid en droefheid der Gemeente in de Kapel van Zandenburg werdt overgebracht en ter aarde befteld. Dus ftierf de laatfte Heer van Vere uit de Borsfèlfche ftam, die in zyne veelvuldige Heerlykaedenen vermoogens,door een Dochter werdt opgevolgd, door welke dezelve aan een vreemd Huis overgingen, en wier gefchiedenis zoo ftaat verhanleld te worden. Buiten deze heeft hy nog twee Dochters achter gelaten , als Joncvrouwe Margariet, met de Heer Walraven vanBrederode gehuwd, gelyk men reeds hier vo.en aangemerkt heeft, en Jonc^rouw Maria, welke Ao 1489 in huwlyk tradt, me; Heer Maarten van Polhaim, bygenaamd den SchoonenPoel, die Ridder van 'tGulde Vlies, ook Hofmeester van den Roomsen. Koning Maximiliaan was, en daar mede verkreeg de Heerlykhedea ; , van O) Boxhorn op Reigersb, bl. 222 en 3 iö.  C n3) van Baarlandt en der Nisfe in Zuidbeveland uit welke Echt-verbintenis geen Kinderen voort» gefproten zyn. Heer Wolferd fchynt, buiten zyne gemelde Echte Kinderen, ook eene Bastaard-Dochter te hebben nagelaten, genoemd Anna van Borsfeten, dan wier Moeder niet genoemd wordt; Vrouw Anna noemt haar altoos onze lieve Suster, als uit de volgende quitantie blykende is"wyAnna van Borsfele vrou van Beure, van der Veer, ic kenne en lyen ontfanghen te hebben voir ons ende voir Janne van Borsfele onfe lieue Suster-, van Achillis de Ridder onfe Rentmeester ende Secretaris van onfe voorfz. Stede van der Vere, de fomme van drie «.£ Gr. Vlaamss da welke drie <£ Gr. voorfz. wy beloue hem te doen ftrecken, mits dit ouerbrengende in betalinge in zyne toecomende rekeninge,in kennisfe ons hanteyken hier onder geftelt vp den zestienden dach in January Anno feuen en tachtich nae 't fcryue van Utrecht (geteekend) Anna." Of Heer Wolferd ook Bastaard zoonen nagelaten heeft, komt my twyfelachtig voor, dit is zeker, dat om dezen tyd leefde Mr. Cbrnelit Jacobz van der Vere, die in het begin der XVI Eeuw, Secretaris van Vere is geweest, en in dat Ampt opgevolgd is doorifr»H drik  C n4) drik Cornelif van der Vere, waarfchynlyk zyn zoon ,die te gelyk Bailliu van Domburg was, welke Jonker, Ao. 1509, met andere Zeeuwfche Edelen tegenwoordig was, in een Krygstocht, tegen de Gelderfchen, en Ao. 1535 geftorven is; welke Hendrik van der Vere ten Vrouwe heeft gehad Joncvrouwe Dorothea van Schengen, en by gelegenheid van dat Huwlyk, duor Vrouwe Anna van Borsfele begiftigd werdt met een jaarlykfche Rente van/ioo: te losfen tegen den penning XVI, zoo voor hem, als zyne Huisvrouwe, eeuwiglyken erflykr die nagelaten hebben Joncvrouw Anna van der Vere gehuwd met Jacob Campe. Joncvrouw Charlotte van der Vere, in Huwlyk eerst met Jacob Symonfz., Secretaris van ■Vere: en daar na met Richard Barradot. Joncvrouw Jfabeau van der Vere in Huwlyk met Mr. Roeland de Pottere, Peniionaris van Prelaat en Fdelen van Zeeland, die een zoon hebben nagelaten Mr. Maximiliaan de Pottere, voornaam Advocaat in's Hage, die dezelve Rente nog bezat, dan welke door de Curateuren van 't Sterfauis der geabandonneerde Goederen van den Heer Marquis Maximiliaan van Bourgondien, is afgelost geworden. Hoe het zy dit is zeker, dat voorgemelde Hendrik van der Vere, het Wapen van Borsfele voerde,  C ii5 ) de > gebroken met een vlammende roodi ftreep, van de boven linker naar de beneden rechterhoek , gelyk my, uit het Register van verbande der Stede Vere begonnen Primo January 1524 mette Letter G, gebleken is: ik hebbe deze bastaards, het zy die van Heer Wolferd; of van zynen Heer Vader afkwamen , hier eerst kunnen plaatfen, en der vergetelheid ontrukken. Men heeft gezien, hoe Heer Wolferd tweemaal getrouwd is geweest, eerst met de Schotfche Princes Maria Stuart, daar na metCharlotte van Bourbon, wier Huis federt, en nunog,den Franfchen troon bezit, en gevolglyk daar door, aan de eerfte Huizen van Europa, vermaagfchapc geraakte. Heer Wolferd fchreef zich Graaf van Grandprez en Bouchane, twee mannelyke Leenen, het eene in Frankryk en het andere in Schotland gelegen, welke ook met zyn overlyden vervallen en tot hun Leenheeren wedergekeerd zullen zyn. Voorts was hy Heer van der Vere, Vlisfingen , Westcapelle, Domburg% Brouwershaven, den Agger, ook Heer van Peer in den lande van Luyck. Hy hadt zyne twee jongfte dochters, by het Huwlyken, verfcheide Ambachten mede gegeven, als ter zyner jflaats verhaald is} buiten zulke aanzienlyke H a goe-  C "O goederen, washy,even als zynen Heer Vader, bekleed met de Ridder -Ordre van het GuldeVlies, en voerde het volle Wapen van Borsfele, gelyk op het Glasraam van de Raadkamer te Vere ftaat, en hier in plaat verbeeld wordt. Hy is ,by dat alles, nog vereerd geweest met de waardigheid van Neerlands Admiraal, en Stadhouder van Holland en Zeeland, in welke uit; ftekende waardigheden hy heeft uitgeblonken in deugden, dapperheid en geluk, dan wat kon zulks baten ? hy bezat nog te veel gevoelen van het verhevene zyner Ridderlyke ftand en vermoogen, om eenen heerfugtigen Vorst Maximiliaan van Oosteriryk te kunnen behagen , by dien was het een misdaad op voorrechten ufantien of Land - rechten zich te beroepen, eene flaaf. fche onderwerpinge en blinde gehoorzaamheid, kwam alleen in aanmerking, dit kon zoo fier een Edelman niet dulden , hy wilde 's Lands vryheden en zyne eigene verdedigen, dan befweek; men heeft aangemerkt, hoe hy zvneErfen bezittingen heeft moeten verlaten; op hoe veel hem zulks te ftaan kwam} 'hoe zyne dochters de buit werden van Edellieden, die geflepener hovelingen "waren, die daar door van den evengemelden Roomfch - Koning begunftigd werden, en zulke voordeelige Huwlyken moesten doen. Het gedrag van dezen Heer omtrent deszelfs onder-    c ur) derzaten, fchynt allezins billyfc en rechtmatig te zyn geweest. Vere bloeide in welvaren er Koophandel, vooral op Schotland ; het geweldig bezetten dezer Stad tegen den zin en wil van haren Heer, zal geen voorfpoed hebben aangebragt, dan de fterkte daaraan door Heer Wolferds bevel gegeven, zal de Inwooners, ten minften aan de Landzyde meer zekerheid verfchaft hebben : men zal nu haast dat groot vermoogen dezer Borsfelfche Heeren allengskens zien afnemen; en eindelyk in een infolventen boedel eindigen. II 3 AN-  ( n8 ) ANNA Daar wy de geboorte tyd van Vrouwe Anna van Borsfele niet aangeteekend vinden , kan men die niet dan by gisfingen bepalen? Is zy uit Vrouwe Charlotta van Bourbon geboren; tradt dezelve eerst Ao. 1469 met Heer Wolferd in Huwlyk; en gewan zy Ao, 1470 eenen zoon, Lodewyk genaamd; dan kan Vrouwe Anna niet voor 1471 ter Wereld gekomen zyn. Van haar kindsheiden opvoeding kan men even weinig verflag doen , omdatdaargeen byzonderheden over, gebleven zyn: zy verloor hare Vrouw Moeder vroegtydig Ao. 1478 , en in het volgende jaar, wanneer de Hoekfche en Kabeljaauwfche tweefpalt, haren Heer Vader in Holland onledig hieldt, en hy voor hare zekerheid beducht was, werdt zy derwaards tot hem ontbooden, zoo dat zy al vroeg midden in de grootheid van haren ftaat ook de wederwaardigheden dezes Levens is ontwaar geworden ; mogelyk was dit opontbod om deze ryke F.rf-dochter te beveiligen , van in handen van den Aarts - Hertog Maximiliaan te vallen, die haar in pandfchap zoude genomen, en Heer Wolferd ligtelyk gedwongen lubben, zich naar zyne belieften te fchikken. Men vindt haar reeds Ao. 1481 ondertrouwd met Heer Philips van Bourgondien, en zy kan toen maar een kind van tien jaren aya  C "9) zyn geweest ; mogelyk ctet het Huwlyk eerst eenige jaren later is voltrokken geworden , 't geen ik te meergeloove ,om dat Reigersberg her voltrekken van dit Huwlyk eerst op Ao. 1489 ftelt, dat echter ook mis is; hoe het zy men vindt hier zoo veel duisterheid en tegenftrydigheden,dat men naauwlyks weet, wat, voor waarheid op te geven; dit fchynt vaster te gaan, dat Vrouwe Anna in 't jaar 1488 een kind ,en wel eene dochter, ter wereld bragt, wyl men in Stads rekening van dat jaar vindt aangeteekend , "Betaelt Franskin de bode by beuele van den bailüu en de Wet van der Vere, alshy tydinge bracht van de geboorte van myn Jonghvrouw van Beuren XX Schell. Gr. Pieter Ziluerfmit fcout, by cedulle ende beuele als bouen, van teringe by denfelue Wet »t zynen hufe gedaen 's noens ende 's auonts als myn Vrouwe van der Beure gelegen was, ende van XIX ftoop Wyns ende van pectonnen 'c vier af te maken naer inhoudt der cedule hier ouergelegt IJ c£XV Schell. X. Gr." Des jaars daar aan, 1489, bragt Vrouwe Anna, die eene vruchtbare Moeder fcheen te worden, een' atoon, Joncheer Adolf% die haar opvolger is geworden, ter wereld. Uitermaten was de vreugd der Veerfche onderzaten: men zoude daar van byzonderheden kunnen bybrenU 4 gea  C 120 ) gen, dan die behooren beter in de verhandeling van het leven dezes Jongen Heers, dat opdeze volgen zal, wanneer de Heeren van Vere uit den Huize van Bourgondien , aan het licht zullen gebragt worden. Men vindt van Vrouwe Anna federt niets byzonders aangeteekend, voor den 17 Au» gustus 1497, wanneer zy nevens haren Gemaal, den Abt van Middelburg, en Vrouwe Anna van Bourgondien, Vrouwe van Ravefteyn als doopgetuige ftondt, over drie bekeerde Joden, die met een Spaanfche Vloot herwaards waren overgevoerd (b). Kort daar na werdt Vrouwe Anna in een diepen rouw gedompeld, door den dood van haren Gemaal, Heer Philips van Bourgondien, die in't jaar 1498 te Brugge het Sterflyke aflegde. Zy Weduwe zynde, bevlytigde zich hare twee Vaderboze Kinderen eene goede opvoeding te geven, daar toe haar in 't byzonder behulpfaam was, de oudfte der Zeeuwfche Schryveren , Cornelis Battus, die ten dien einde op het Slot Zandenburg huisvesting hadt, alwaar Afl. 1499 nog een wyl tyds zicb by voegde de vermaarde Defiderius Erasmut (c): zoo dac deze Vrouw betoonde, hoe zy in hetbeftuur van zoo f7>) Reigersb. H. D. bl. 349 (O Ibid bl. 350.  zoo veele Heerlyke goederen, ook dacht om de» genen, wien zy die nalaten moest, al vroeg de beste leermeesters toe te voegen. Ten jare 1500, toen Vrouwe Anna het genoegen hadt den bloei harer Stede Vere te zien toeneemen, die nu door den handel welke de Hanze - fteden daarop kwamen dry ven, nog vermeerderden, werdt zy met een Vorftelyk bezoek vereerd, door Hertog Philips van Oostenryk, benevens zyne Princesfe Johanna van Arragon, dewelke zy niet zal nagelaten hebben, op het prachtig Zandenburg, zoo hooge ftand» Perfoonen waardig, te onthaalen. Het zal reed» te voorengeweest zyn , dat te Vere, op Vrouwe Anna's bevel, openbare vreugde over de geboorte van den Doorluchtigen erfgenaam dezer Landen,ik meene Karei van Oostenryk, naderhand zoo beroemd als Keizer Karei de V, betoond is geworden; waar van in Stads Rekening "betailt van viere ende tar tonnen, turken en turf, mit Mechels hout, ende van een vat biers verdroncken ende verbarrent als men die tiedinge hadde, dat de Jonge Prince gebaren was XIIIJ Schell. X Gr." Vrouwe Anna fchynt om dezen tyd het eenzaam leven moede te zyn geweest, ook kan de beftiering harer uitgeftrekte bezittingen ,den raad en het kloek beleid eenes mans gevorderd H 5 heb-  ( 122 ) hebben: hoe het zy, zy is nu, of misfchien een jaar later, nogmaals in Huwlyk getreden, met Heer Lodewyk van Montfoort. Wie de zelve eigentiyk is geweest, het zy een zoon van den toen in leven zynde Jan, Heer van Montfoort, welk een fterk begunftiger der Hoekfchen was, en nu veel geruchts maakte; of wel, dat hy van eene zy - ftam van dat aanzienlyk gedacht oorfprong nam, is my onbekend: dan geloof ten minfte, dat hy een Edelman zonder Goed was; Vrouwe Anna deedt hem, even als zy haren voorigen gemaal toegeftaan hadt, in 't jaar 1503, huldigen als Heer van Vere (d). Het was ten jare 1504, dat deze Vrouwe te Mechelea zynde, twee Leden der Veerlche Wet by zich ontboodt, om zich met dezelve over eenige opgekomene zaken te beraden, als uit de Bylage P, breeder te zien is. Eene dubbele ramp trof deze Edele Vrouwe A''. 1505. Eerst, op Zondag van half vasten, verbrandde een groot deel van haar prachtig Slot Zandenburg, dat een ongeloofiyke Ichade aanbragt, welke Vrouwe Anna in een diepe droefheid moet geftort hebben, en tot overmaat van fmert, verloor zy op Sint Maartent avond (dat ik meen in November is) haren tweeden Ge- (d) Boxh. op Reigersb. II. Deel, bl. 22a.  ( 123 ) Gemaal, den zoo evengemelden Heer Lodewyk van Montföort, wiens Lyk na Moncfoort in Holland, zege Reigersberg, maar het moet zyn in 't Sticht van Utrecht, over werdt gebragt» om aldaar in de Voorouderlyke Grafplaats ter ruste geplaatst te worden. Dat hy zelfs geen Patrimoneele goederen bezat, moet men befluiten, doordien hy geene andere titulen, ftaande Huwlyk met Vrouwe Anna, voerde , dan die van Heer van der Vere, Westcappelle, Domburg, Brouwershaven enz.: hy hadt eenen Bastaard - zoon Willem, welke hy voorzag met het Bailliufchap van Domburg en Westcappelle" om die te hebben, bezitten , gebruiken en te bedienen, oft by eenen Stedehouder daer toe nut en beqaem zynde, te doen bedienen, mit al die nutfehappen, baten, profyten en emolumenten, als fyn voorfaten Bailliuws dat gehad enie bedient hebben: ook omme te aenvaerden ofte te doen aenvaerden alle die Zee-driften die arriveren en aenkomen zouden over alle onfe Domeinen in Walcheren" als my uit de minute dier Commisfie gebleken >s. Nog vindt men van dezen Heer Lodewyk van Montföort aangeteekend, dat hy zich zeer beyverde om Vere aan de waterzyde te fterken door het doen bouwen van eenen zwaren ' To-  C 124 ) Toren, die nog in wezen is, en den naam van Montfoortfen Toren draagt, voegende daar eene Gallery by, welke meene dat nog dezelve is, die zich westwaards van dien Toren uitftrekt. Ik hebbe dit hier plaats laten vinden, om dat geen gelegenheid meer zal voorkomen, om van dezen Heer in 't byzonder gewag te maken. Deze verdubbelde flagen werden wel eenig*ïns verzoet,door den toenemenden Koophandel der Verenaars, die nu op Noorwegen, Schotland, Engeland en de Oost-Zee eene fterke vaart hadden, met Schepen die men Clinkaerts noemde, zoo dat allerlei neeringen hier zeer toenamen; dan dit jaar 1505 mogt niet eindigen of Vrouwe Anna moest een nieuw hartenleed ondergaan, daar zy den tweeden Kersdag binnen hare Stad Vere 90 bezoldigde knechten, onder eenen Duitfchen Óverften, Graaf Wolf'vanHabsborch, zag binnen trekken, om hier bezetting te houden, in naam van Koning Philips den I van Spanje. De kryg met de Gelderfchen, die om dezen tyd hevig was, vorderde bier geen Krygsvolk; andere Vyanden hadt de X.andvorstop dezen tyd niet,gevolglyk moet men befluiten ,dat een andere rede zich opdeedt, orode Zeeuwfche Eilanden, en by zonder Vere, te verzekeren. Eene nieuwe en zware Bede kon hier door te gemaklyker ingewilligd worden, en Vrouwe  C 125) we Anna andermaal Weduwe geworden, mogt haare hand nog eens aan een vreemden Heer fchenken, den Vorst niet aangenaam, en die door de goederen van het Borsfelsch Huis gefterkt, te magtig zoude worden, om zich in alles naar'* Vorsten begeerten te fchikken ; gevolglyk zal men raadzaam hebben geacht, zich van de Hoofdftad van Anna's gebied te verzekeren. Hadde dedood, het vuur, en Vorftlyke overmacht, Vrouw Anna beurtelings gefolterd, het water moest haar ook zyne kracht betoonen. Op Marien Magdalenen dag Ao 1506, by ftil en lustig weer, en lage ebbe kwam eene Val of Grondbraak ten einde de oude ftraat te Vere. Dit zal deze Stad, en byzonder hare Vrouwe, niet weinig kommer,en nog meer kosten hebben aangebragt. Onder zoo veel tegenfpoeden, fchynt Vrouwe Anna eene grootheid van denken enhandelwyze bygebleven te zyn, die een zeer voordeelig denkbeeld van haar Caracter oplevert; haar eenigen zoon Adolf, begon Manlyke jare» te bereiken, en het was op zyn naam dat Ao. 1508 een gezantfchap aan den Schotfchen Koning Jacobutten IV, werdt afgevaardigd, bekleed door den Bailliu van Vere, naamlyk Heer Hendrik van Borsfele, Ridder, Heer van Lauderdale, Confexvateur van de Privilegiën dei Schotfche Na-  Natie in de Nederlanden; welke een gefchenk mede nam van veele Vlaamfche Paarden, en tot een tegengift, van evengemelden Koning, voor Joncheer Adolf,te rug bragt de Ridder - Ordre van Sint Andries, benevens eenige Schotfche producten ( Denkelyk heeft dit gezantfchap tot oogmerk gehad, om de Schotten , die twee jaren te vooren hun Stapel van Brugge binnen deze Stad hadden gelegd, hier beftendigte doen blyven, en met hun een duurzaam verbond te fluiten. Na zoo veel wederwaardigheden, mogt wel een Zon van voorfpoed opgaan; Vrouwe Anna zag nu haar Domeinen met een aanzien lyk Goed vermeerderen, te weten Duiveland, haar aan. beftorven van Vrouwe Anna, Bastaard dochter van Hertog Philips van Bourgondien, ten dezen jare 1508 overleden, en welk haar by vonnis dei Hofsvan Holland van 21 September deszelfden jaars werdt toegewezen (ƒ> Het wasin't jaar 1509, dat Vrouwe Anna het genoegen fmaakte, van haren zoon en opvolger, in het huwlyk met eene dochter, uit den Huize CHmetoïBergen, te zienj Reigersberg ftelt dat dit (*) Abercromdie Martial Atchievment of Schotland vol. 4 page 34Ó. Cf) Tegenw, ftaat van Zeel. B. D. bl, 48",  C ) dit trouwverbond Ao. 1511 voltrokken is;beide kan waar zyn, te weten dat A . 1509 de ondertrouw is gefchied , en twee jaren daaraan, om de jongheid der Echtelingen, eerst het by leger is gehouden: dit is zeker dat men in het Register van verbanden te Vere met den letter I, begonneB in Martio XVcXXXVJ voor aan op het titul blad vindt aangeteekend, "JL'an mil cincq eens et neuf le XVIIJs Jour de Juing enuiron fept heures du matin epoufa Adolf de Bourgoigne Seigneur de Beuures Madame Anna de Berges dans la Ville de Berges fur le Zoom". In 't jaar 1510 ,hadt Vrouwe Anna weder hec •verdriet, dat binnen hare Stad Vere op Sint Jans misfe by nacht wel twintig Huizen, behalven de Keeten, door een feilen brand verteerd werden (g). Was Heer Adolf van Bourgondien door huwlyk, aan het Huis van Bergen, verbonden? Vrouw Anna wilde haar Huis dubbel aan dien ftam vermaagfehappen; want haar dochter Cbartotte trouwde Ao. 1511 niet Joncheer Janvan Berghen, Heer van Walhain in Walsch Brabant, oudften zoon van Heer Jan van Berghen aan welken zy de Heerlykheid van den Agger t in (j) Boxh. op Reigersb. II. Deel,bl. 37P»  C »8> in Zuidbeveland, mede ten hnwlyk gaf, dan welke Vrouwe Charlotte niet lang daar na geleefd hebbende, zonder Kinderen is komen te overlyden (hy, Het was ten jare 1513, dat Vrouwe Anna tot goedmaking der kosten, die vereischt werden, wilde zy de Vestingwerken van Vere, en wat daar aan kleefde, voltrokken zien, vryheid moest verleenen, cm ten laste dier Stad renten te ligten, tegen den Penning XV. Ten jare 1514, gelukte het Vrouwe Anna om haare tweede Dochter Joncvceuw Magdar lena van Bourgondien, een voornaamHuwlyk,en haar geboorte pasfende.te laaten deen; zy trouwde met Heer Joost van Cruiningen, Heere tot Cruiningen, Heenvliet, Hazerwoude, Steenkerken enz., Borchgraave van Zeeland: uit welken Echt een Zoon en twee Dochters gebooren werden, dan die zonder oir zyn overleden (i). Hadt Vrouw Anna Ao I5i5het genoegen ende eer, op Zandenburg den jongen Oppervorst dezer •Landen, Hertog Karei van Oostenryk te zien, en te mogen onthalen , zulks zal naauwlyks opgewogen hebben de kosten die daar toe moesten worden aangewend; eene zwerm van Edelingen, die zulke Prinfen verzeilen, zyn als zoo veele Gryp- (b) Boxh. op Reigersb. H. Deel,bl. 380. (0 Smallegange Chron, bl. 715.  C 129 ) Gryp- Vogels, die in een dag, den voorraad vaa, veele maanden, verilinden. Een gelyk bezoek zal nog dit zelfde jaar plaats gehad hebben, van de, Princesfe ïfabella van Oostenryk, wanneer die den 16 Augustus van: Vere in Zee ftak, naar Denemarken, om daar de Gemalin van Koning Christiern te worden. Waren Vrouw Anna al de rampen bejegend,1 dieeenMensch, in een hoogen ftaat,het leven bitter kunnen maken, zy hadt de woede der Pest nog niet gezien; dit moest haar ook nog overkomen. Het was in September des jaars 1518, dat die in Zeeland en by zonder te Ver& en Arnemuiden zich openhaarde 7 en in korter* tyd meer volks verüond, dan in twintig jaar, door gewoone fterfziekten, was gefchied (*> Deze zware bezoeking zal het ftand vastiggemoed dezer Vrouwe overmeesterd hebben; zy overleefde niet te min, dien bitteren ramfpoed, hoewel zy, voor die tuchtroede, van haar geliefd Vere en Zandenburg, de vlucht naar Domburg hadt moeten nemen * van waar te rug gekomen zynde, haar de krachten begaven, en zy na eene korte ziekte, op het Kafteel Zandenburg, op den 8 December van dit zelfde jaar, is •verleden, zynde binnen die zelfde weekmet een I eer« (*) Boxh, op Reigersb, II. D. bl. 390 en 391,  C 130 ) èerlyke en betamelyke ftatie in de Kapelle vaa Zandenburg in het vooroudeilyke graf ter ruste bezorgd (/), Dus eindigdede Borsfelfche ftam van der Vere ïn deze Vrouwe Anna, die de Wereld verliet met den roem van heusch, wysen van zeer veel beleid te zyn geweest; de grooten Rotterdammer Erasmus, heeft haren lof befchreven in zyn Tractaat van de drie Annen. Zykan maar omtrent den ouderdom van 47 jaren bereikt hebben, en zal van hare onderzaten, voor al de Verenaars, zoo hartelyk by haar dood betreurd, als bemind, geweest zyn in haar leven: hec was onder haar beftuur hun wel gegaan, de Zeehandel nam meer en meer toe, de Stad was beter bevestigd; Kerken Stadhuis en andere publique gebouwen, waren tot een volkomenheid gebragt, te vooren niet gekend; de Schotfche ftapel te recht o-efundeerd; Frankryk, Engeland, Denemarken, de Hanze-Steden, alles werkte deze Edele Vrouwe te mede, om hier den voorfpoedte vermeerderen het welk van dat aanbelang was geworden dat haar geliefd Vere geftadig ter Dachvaart' beschreven werdt. Buiten deHeerlykheden en Goederen, diezy ra* CO Boxh. op Reigersb. IJ. D. bl 3pi.  ( 131 ) van haar Voorouderen hadt geërfd, en haren Zoon Adolf naliet, vinde ik haar ook Vrouwe van Dixmuyden en van Stapte genoemd, eene Heerlykheid in de Casfelenie van Caslel in Vlaanderen («2). Ik vinde niet bu;ten de Huwlyks giften aan ' haar gehuwdeDochteren gedaan', dat deze Vrouwe eenige Heerlyke goederen heeft veraliëneerd.dan alleen het Ambacht van Nieuwer kerken, genaamd Oosthoek, welke zy, nevens haren Gemaal, Heer Philips van Bourgondien, Ao 1493 aan de Stad Middelburg verkocht, zynde dit de grond waar op, voor een gedeelte, het nieuwe Arnemuiden,na 't jaar 1438, Was aangelegd («> Buiten dit heeft zy, uit kracht der Testamentaire dispofitie van wylen haren Heer Grootvader , Hendrik van Borsfele, het Kapittel van Zandenburg van veel tienden en landen in Zuidbeveland moeten voorzien. Haar Secretaris en Rentmeester was Willem Amoury, een Henegouwer , van wiens'gelkcht nog onlangs te Vere -en Regent was, te weten de Heer ,7a»» Amoury, P.aad, en Gecommitteerd Ia in (m~) PEspinoy recherches d&s Antiquit. et Nabis de Fland. p, 324, (») 'sGravezande tweede Eeuw gedachtenis dajf Middclb, Vryh. bi. 451.  C 132) ito de Rekenkamer van Zeeland Ao 1766 overleden. Hadt Vrouw Anna de vreugde mogén fmaken, van haar eenigen Zoon en erfgenaam, in den Echt verbonden te zien, met een Joncvrouw ▼an Bergen, zy hadt ook den troost te mogen beleven, dat die verbintenis niet ongezegend bleef, alzoo drie fpruiten voor haar overiyden daar uit geboren waren, als Philips van Bourgondien , die den eerften October op een vrydag , tusfchen twee en drie uuren nadenmiddag, 'sjaars 1512, geboren werdt. Maximiliaan van Bourgondien, geboren te Bergen op Znnm, den 2RJuli 1514, opeen dingsdag, tusfchen twee en drie uuren nadenmiddag. Anna van Bourgondien, geboren op Zandenburg, den 13 April 1516, op Zondag tusfchen vyf en zes uuren nadenmiddag. Van het eerfte en laatste dier kinderen hadt Vrouwe Anna Doopgetuige geweest. Haar wapen-fchild, zoo wel als dieder andere Vrouwen van het Borsfelsch Huis, gelyk die in de Glazen der Raad-Kamer te Vei e nog te vinden zyn, laat men hier in plaat volgen, om die voor eene geheele vergetenis te behoeden, wyl het denklyk is, dat dezelve door den vernielenden tyd, ftaan verflonden te worden. Aanmerklyk » het ondertusfchen, dat hec Wapen der Schots fche      ( 133 ) icbe Princes Maria, Gemalinne van Heer Wolferd den V, hier onder niet gevonden wordt, misfchien dat het op een ander Glas-raam is gemaald geweest, en door ongeval reeds vernield geraakt. Eer ik van de Borsfelfche ftam geheel afftappe, zal ik nog eene aanmerking op deze plaats maken, dat geene onderteekening, namelyk van voorbefchrevene Heeren,of van Vrouwe Anna, my zyn voorgekomen, dan alleen met den enkelen doopnaam als Wolferd, Hendrik of Anna; eene wys die nog in deze dagen alleen by OpperVorstlyke Perfoonen in gebruik i», die zich Jofephus, Louis, George, Fredrik of diergelyke, onderteekenen : zoo deedt ook Hertog Karei van Bourgondien, die enkel Charles fchreef. Men zoude hier uit kunnen opmaken, dat deze Borsfelfche Heeren en Vrouwe, zich boven den hoogften adel hebben geacht, te meer daar zelfs Heer Prank van Borsfele, die met de Landvorstinne was gehuwd geweest, en tot den oudften tak van hetBorsfelsch huis behoorde, zulke onderteekening niet bezigde, als uit de Bylage A, te zien is, I 3 S Y-  C 134 3 BYLAGEN. A Brief van den Grave van Oostervant, aan Heer Hendrik van Borsfele. In Maart 1468. Edele ende Mogende Lieue ende zeer geminde Neue. j\_llb Ic onlancx leden aen uwer liefden gefcreuen hebbe v in mynen brieuen vruntlic biddende, dat ghy de hanc dair an houden ende 't beste doen wildet dat de faick van den dootflage gefehiet an meester Martin van der Hogendore, by onlèr beyaer Neue Jacob Floris de Basterd zone van Borsfele, gefoent mochte worde rot lauenisfe van der armer Zielen ende tot voirdernisfen van den feluen Jacob die yrnmers van onsMaechlcip is; aenfiende ende voor ogen hebbende den groiten oidmoer ende de groite beteringe die hy als doe boot ende noch biet, dair ghymy als doe ter andwoirdeopfcreeft, dat ghy gair-  C 135 3 gairnë v beste dair inne doen ende fflettin vrunde ende magen van den feluer meester Martin fpreken zoüdt, ende wes v dair van wederuairen föude dat zoo dy my ouerfcryuen. So eist lieue Neue, dat Ic tegenwoirdelic aen uwe voorfienicheid fcryue ende bidde als Ic alder vrunlixte mach, alfo Ic van v noch van de andworde niet vernomen en bebbe, dat ghy om Gods wille tot lauënisfe van der arme Zielen ende totvoirdernisfen van ons maechfc'p i ende oick aendinckende den tegenwoirdigen g«edentydt, de hant dair toe houden wilt ; ende mitten vründen efl* de magen van den voorfcreue meester Maertin fpreken, dat zy totten zoene verftaen willen, dair ghy bouen 't loon van Gode my fonderlinge vruntfcip aen doen zult, der armer Zielen groot behulp, ende onfe Maechfcip bvftandich bewyfen, ende den vrunden eere ende reuerencie, want de voirfcreue Jacob al doen wille ende gaerne doen fal dat him mogelic fal wefen te doene. Aldus lieue Neue wilt my nier van uwe deughdelicke andworde fturenj ende gelieuen v eenige faicken in mynen vermogen wefende die Ic v te lieue ende vruntfcippedoen mach die wil ic mit harten geerne doen. Fdele ende Mogende Lieue ende zeer geminde Neue Onfe Heere God zy mit v altyd, Gefcreueti I 4  C 13(5 ) mit haeste fn onfe Stad van den Brielle XXVI] dagen in Meerte Ao LXIIJ, nair den belope fhoofs van Hollant. Cgeteekend) Die Graue van Oisteruant Heere van Borsfele van Hoorne, van Zuylen , van Hoichftrate etc. (het opfchrift was) Edele ende Mogende Heere den Graue van Grantpree, Heere van Vere, van Haemsrode, van Zandenburch ende van Vlisfinghen etc. Jïiynea lieue ende feer geminden Neue. B Brief van Hertog Karei van Bourgoingne aan Heer Hendrik van Borsfele. Den 7 January 1469. De par le Duc de Bourgoigne, de Brabant,de Limbourg et de Luxembourg, Conté de Flandre, d'Artois, de Bourgoigne, de Haynault, de Hollande, de Zelande, de Namur. ^ | \es chier et feal coulin. Nous auons esté aduerti comment certain nature d'Angeterre char-  C 137 > chargée d'enrees et marchandifes a esté prins nagaires prins par aucuns nauires Oisterlins, le quel ils ont mené et tiennent fur nótre Stroom de Zeelande. Et pour ce que par. 1'entrecours de marchandife fais entre les marchans & fubgez du Royaumed'Angleterre, et les marchans & fubgez de noz pays & Seigneuries comprins en Icelui. Nous fommes. tenuz de garder & preferuer les marchans du dicc Royaulme d'An* gleterre, et les tenir feurs en nos diets pais, et que auons entendu que les diets Oisterlins vont & vi«nnent fur nótre Stroom de Zeellande atoutle dict nauire d'Angleterre est pre- fentement par deuers vous, et voulons et vous mandons bien expresfement que fe trouuer le dict nauire d'Angleterre chargé comme dit est, ou aucuns des dits Oisterlins fur nótre dit Stroom en vótre. .s... de arrester ou faicte incontinent & a toute diligênee arrester a la conferuation du droit d'un chacun. En vous tenent ou failènt tenir feur des apparailx d'iceulx, tellement quilz ne puisfent partir fans nótre con'gle fans en faire aucun defarrest, jusques nous aïez aduertir de vótre esploit, et que vous aurons efcript & mander fur ce nótre bon plaifir; fi faites en ce bon deuoir & diligence, car nótre plaifir est tel. Tres chier & feal coufin le faint esprit foit garde de vous, Escripc en nótre I ^ Vil-  C 138 ) Ville de Gand lè VIJ Jour de Januier mil iïljcLXIX. (geteekend) CHARLES. (lager) Dommesfent (opfchrift) A nótre tres chier & feal Coufin le Seigneur de la Vere. C i Zeven onderfcheidene brieven, Van zoo veele Zeeuwfche Edelen, aan Heer Hendrik van Borsfeie, over het op ontbod , hun gedaan , om ten heirvaart te trekken. Van Gillis Van Cowveervé. Den 27 November 1460/. Jtl/dele Werde myn lieue en wel gheminde Heer. Ic ghebiede my zeere tot 0.. f tot minen lieue Heer en wel gheminde Sone met goeder herte fo ic mest can ende mach, ende ouwe Edelheid zy gh te weten als dat Ic ouwe befcotene brief ontfange hebbe, mincioen makende als dat Ic ou Edele ghe«  C 139 ) gheminde heer antwerde fcriue fou.de na 't in> hout van ouwe brieue ende begerte. Soe es£ Edele werde lieue ende min wel gheminde heer als dat Ic ouwe Edelheid late weten, als dat binnen XIJ dagheo oaes-comende ter Vere by ou comen wil bi der gracie Godts, ende dan gheminde heer metou foe te. fpreeken ende al te doene gheiick een getrouwe Dienaer fculdig es te doene, als dat ghy by der gracie Godts van my niet beclaghen en fult, daar omme gheminde Heer Ic vriendelic bidde als dat ghy ou niet belghen en wilt; ende my houde ouer gherecomandeert tot ander ftont toe Ic by ou ghewest bebbe. Niet mer min lieue ende werde gheminde heer dan ou God houde in een lanc leuen, goet-, fali'eh ende ghefont, ghefcreuea metten haeste te Ghent op te XXVIJ dach in November Ao. LXIX. (onderftond) By den al ouwen Dienaar, (geteekend) GILLIS vaïï COUWERVEi, by Nacht ende by Daghe. (het oprchrtft was) An de Edele Moghenden Heer Heynrie van Boersfelle Graue van Grantpré Heere van der Vere minen.lieuen ende welghemindeHeere\  C Ho ) C 2 Van Jan van Cats Ridder. J^dele ende Vroome Heer. Ic gebiede my gunftelicken 'tuwairtszoe Ic meest can ende mach, ende v gelieue te weten, hoe dat Ic uwen brief, mitsgaders van myn lieue heer van Bouchain inhoudende, dat ghy vp myn begeerde zyt my ce voegen ende ricke te maken mit twee glauien (*) of anders in uwen gefeltfcippen ende wapeninge te willen wezen in zekeren Teyfen dair op myn genadige heere den Hertoge v geftelt heefc, mit meer redenen, heb Ic zeer vrundelicke ontfangen, ende wel verftaen; dair vp Edele ende Vrome Heer als voeren ghy in *c goede ende in danck nemen fult van dezer uwer begeerten , die welcke my zeer ontfangelicken waer, indien mynen perfoon niet verlooft en waer, dat welcke Ic ouer menigen tyt ende als des begeerende gefteld hebbe in handen van den Edelen ende gebortigen Heer myn Heer van Rauefteyn, die welcke my voer zyn huis- ge- (*) Glauien, een glauie beftond een uit a?» Ridder met drie Paarden, tien Schildknaapen, verzeld van twintig Paarden en tien welgeboore Knechten. Van Loon aloude Regeeringw, van lloll V, Deel. hl. a.27.  gefin angenomen ende ontfangen heeft, omme hun te dienen tot aire tyt in den dienfte myn voerfcreue genadigen heere hy des an my begerende wefen fal, 't welcke Ic vp defe tyc doen ende Yolcomen fal indiens hy 't begeert. Begerende dair omme Edele ende Vrome dit in dancke te willen nemen ouermits der voirfchreue geloften , want anders Ic gaerne in uwen begeerten v te wille zyn foude, dat kenne God die v Edele ende Vrome Heer altyt bewaeren moet langliuich ende gefondt gefcreuen in den Hage vp ten Vlijen dach van Decembris Ao. LXIX. (geteekend) by den al uwen JAN van CATS, Ridder. (opfchrift) An Edelen ende Vromen Heer den Heer van der Vere Graue van Granpré etc. mynen byfonderen lieuen ende wairden Heer. c3 Van Ambonis van Cats. Den 19 Maart 1469. Jjdele Vermogende harde lieue gheminde Heere. Ic gebiede my zeer gunftelyc 'tuwerts; ende v gelieue te weten, dat ic alj heden uwen Brief  C 142 ) Brief aen my gezonden ende gefcreuen tot der Vere XIIIJ daghe in Maerte lestleden, vriendelyc ontfaen ende wel veiftaen hebbe, mencie makende onder veel andere pointen, hoe dat ghy mit uwen anderen beflatene brieuen aan heer Jan van Cats endé my gefcreuen hadt, dat elc van ons ftofferen opfetten ende reedt maken wilden, elc mit eenre glauen, ende onder elke glauye drie fcutten, om dair mede mynen genadigen heer in zynre tegenwoirdiger Wapeninghe te dienfte te commen etc. vp ten welken die voirfcreue heer Jan van Cats v zyn ant-^ worde heeft laten weten, ende Ic niet, ende dairom als nu die noch an my begeert te weten, Wair op harde Edele Mogende Heeren, ic v laet weten, dat ic op uwen voirfcreue eerften brief myn antworde an v gefchreuen hadde, mair allöe die bode van den feluen brieue om die antworddé niet en quam, zoe hebbe Ic die noch by my gehouden, die welke Ic v mit defen zeynde, Is te weten , dat Ic verlooft ben van dat myn genadigen Heer lestwerf in Middelbourg was indien Ic ryde, ende my is leet dat Ic verlooft ben, want Ic mit ghenen Capiteyn lieuer ryden noch dienen en foude, dan onder v. Biddende zeer vriendelyc lieue Heeren , dat ghy op defe tyt hier mede te vreden zyn wilt, ende defe myne onfe uit danckelyc ont-  C 143) ontfangen} ende zyn anders eenige faekén die Ie rt uwen Edelen belieften doen mach, dair weet my mie goeder herten toe bereet, dat kenne onfe Heere God die v harde Edele Mogende Hee« ren lange fpaeren ende bewaeren moet in Salicheden gefcreuen tot Z;erixeeop ten XlXen dach van Maerte Anno LXIX. (geteekend) ANTHONIS van CATS, zy akyt 't uwen heften bereet. (opfchrift) Edelen Vermogende ende a»er voirfieningea mynen harde geminden Heeren van der Vere Graue van Grantpré ende Graue van Bouchem etc. C 4 Van Gillis van Couwerve. EPen 23 LXIX. del Weerde, ende zeer gheminde Heer. Ic ghebiede my tot v mee junftigher herten zoo Ic meest kan ende mach. Ende v zy ghelieflic te wetene, dat Ic ontfaen hebbe uwen vriendelyken Brief ende by den welken ghymy kundich ende beteekent, datlc ghereet wefen moet te defea half vasten met een der glaue etc. Al 't wek  C 144 ) h welke Edele werde ende zeer gheminde heef lest doen ghy my befcreuen hadt ende Ic by v quam te kennen gaf mynen Heer van Bochem , dat my zeer lastich wefen foude ende ondoenlic om met eender glauye te diennen of oec te fendene, ten foude wefen te mynen groeten costen fchade ende achterdeele ende vercoepinghe of belastinghe van mynen goede, met veel meer andere reden die.Ic mynen lieuen Heer van Bochem dair vp feyde ten by wefene van Pieter van Schellac uwen Burchmeester, in fulker wys als dat Ic met mynen lieuen Heer van Bochem accordeerde en ouerquam in prefencien van Pieter •voirnoemt, dat Ic mynen lieuen Heer uwen Zone fenden foude 'tzynder ghelieften ende dienste van deszelfsjegewoirdighen reyfen twee Artchiers, dair met dathy vp dat pas te myndér bede te vrede was, foe Ic hope dat noch wel es in fynen goeden onthoude ende vaste memorie, welcke twee Artchiers voirnoemt ghereet zyn ende een wyle geweest hebbe i, om mynen voirnoemde Heer van Bochem te dienste te commene als'them best ghelieuen fal, het zy te Perde ofte Voete, dair omme Ic defe bode by v fende om te hebbene uwe befcheiden antwoirde, in wat ... . dat zy te dienste comme felen. Aldus Edel werde ende zeer gheminde Heer, Ic bidüe v vriendelic dat ghy mynder wilt  C 145 3 vvik te vrede wefen ende houden ouer gherë heer van der Vere. « C3  cs Van Johan van Eynesfe van IVuluff. Sinte Barbere dach LXIX. JLjdele Vrome lieue ende zeer gheminde Heer. Alfö gy heer Johan van Rynesfe myn Neue ende my ghefcreuen hadt om Ruteren ende v te dienften te willen comme. So ist dat • v ghelieue feil te weten, als, dat Heer Johan van Rynesfe, myn neue voirnoemt hem verfeyt ende verloefc heeft te dienen heer Joest van Cruyninghe finen Oem; fo wair heer Johans myns neuen begheren well dat gy fcryuen wout aen Heer Joest finen Oem voirgenoemt, dat hy v dienen woude, want wair heer Joest dient, dair fel heer Johan myne Neue wefen; ende voirt om leutten busfen ende ander reescap fo gy ons gefcreuen hebt dair felle wy gheernedat beste inne doen na onfe vermogen, dat kenne God die uwe Fdelheyt lang liuich falich ende gefont behoeden ende bewaren will. Gefcreuen onder fegelle Jans van Rynesfe van Wulue op Sinte Barbere dach anno LXIX. Cgeteekend) Johan van Rynesfe van Wulue. (c-pfchrift) Ede-  C H7 ) Edelen ghéboirtige ende Vronfe Hetië Hen^ f ic van Borsfele Graue van Grantprê heer vaa' der Vere etc. onfe lieue geminde heer, C 6 Van Lodewyck van Bkys ende Adriae® van Bloys, gebroeders. Jjjerbaere, Wyze, Voirfienighe, fonderlinghe zeer gheminde Heer. Alfoe v belieft heeft an ons als v arme vryende te befcriuen, om ons rede te maken als voir een glauye gheftoffeert, ende drie fcutten onder ons beyder om rede te wefen X dagen na vermanen ons ghenadigen heeren v belcreuen. Soeist lieue Heer,' dat wy v zeer vryendelick bidden, dat ghy v niet toernen en wilt, dat wy niet op ghefèten en fyn van enighen Paerden van Oirloge of fcutten dair toe dienende, want uwe eerbairheyt onfen armen ftaet wel kent, ende des ghemeens arm Ridderfceps ende lants manyere van Zeelant, om luttel pairde of geen houdende, allbe onfe manyeren van Oirloghen veel ghewoenlicfc zeyn te fcepe ofte voet, te ghefchiene, mer onfen armen dienst wilt altoes tot uwer belieften bereet kennen. Wy willen v gaerne ter belieften van onfen ghenadigen heere dienen, met K 2 HIJ  C h8 ) IIIJ of vyf knechten, te barnasfche na Onfen armen vern;ueghen. Hier mede bidden wy uwe eerbairheyt, dat v belieüen wille, ons in graden te nemen als uwe arme Dienairen , na olde ghewoonte pan Ridder Rechte, ende ons arme ghebroederen niet fpaerende in alles wes wy vermueghen, dat kenne God Almachtich die uwe eerbaerheyt altyt bewaeren in lange faligen leuen. (geteekend) Lodewyck van Bloys ende Adriaen van Bloys ghebroederen, altoes tot uwer belieften bereyt. (opfchrift) Éerbaeren, Wyfen, Voirfienighe Heere Heyn. riek van Borfelen Graue van Grantpré heer van der Veere, van Zandenburch etc. Onfer fon* derlingen zeer gemynden heere. C f Van Jan Vtenhoue. Den 28 November 1469. Harde Edele mogende heer ende meester» Ic ghebiede my onderdaenlic 'tal uwer lieuen beuelene; Ende v ghelieue te wetene Mogende heer  ( 149 ) heer, dat Ic ontfangen hebbe uwe beflotene letteren, menfien makende onder d'anderen dat Ic my ghereet houden wille ende gheftoneerÊ van wanden glauie ende drie goede, fcutte of ende dat Ic die 't al ten tyden ghereet houden foude bynnen X daghe nair dat ghys van onze geduchten heer fout laten weten. Ware op Mogende heer v ghelieuene te wetene zo ghy wel hebt in uwe Memori^n, dat Ic ter beden van v ende mynen heer van Bochem gheftelt was ende ben in de Wet van der Stede van Ghent „ dairom is 'tmy niet wel moghdyc the cryghens te treckene, Ooc dat jamer es lieue heer, Ic ben zeer foberlie ghereet ten tyt ende is zeer fcerp al lieue ende vp trouwe fo en wist wair 'tgoet halen ende bliuen ftaende, want dat weet God wat myighecostbe'ifcendecoste leste rife te Ludeke. Ic hebbe ooc 1IJ cleene Kinderkens, et waer beter dat "lek 'er broot om cocht; Dus Mogende Heer Ic bidde my omme onfchuldich te houdene van nu voort an in de Orloghe te treckene. Ic worde hout ende met my en eis v niet vele gheholpea, dat kenne God die v hooge edele ende mogende heer verleene lanc lyf falich ende ghefont ghefcreue te Ghent met haeste den XXVIIJen in Novembre Ao LXIX. Cgeteekend) V Onderdanich Dienaer Jan K 3 Vten*  C 150 ) Vtenhoue, bereet 't allen bor uelene. (opfchrïft) An harde hooghe edele ende mogende heer meester Henderic van Borsfelle, Graue van Granpré ende heer van der Vere ende van Zandenbprch etc. D Brief van Hertog Karei van Bourgondien aan den Heer van Vere. 20 April 1459. De par le Duc de Bourgogne de Brabant, de Luinburg et de Luxembourg, comte de Flandres, d'Artois, de Bourgogne, de Hainault, deHollande, Zeelande &de Namur. ^Ï^re"s cher et feal Coufin. Nous avons fceu par ceque nous a escript nótre tres cher et feal Chameilier le fieur de Coux, comment il a este aduerti par nótre ame feal Chevallier Confeillier et chambellan Mesfire PhilippedeCommines comme ayant charge de par vous en ceste partie, que les huit nauiref de Guerre que vous  C 151 } vous auions ordonné a prester font prest et ny reste qu' artillerie, la quelle 1'on poura recevoir en mon Chastelde 1'Esclufe: dont de la deligence par vous faites en ceste partie nous lommes bien content et vous mandons que vous entretenez le dict nauires tous prestz jusques a ce que les mandons ou que vous efcriuesz ce que en voudrons estre fait, et quant a la dicte Artillerie nous escrivons a rótre Capitaine de l'Escluslè qu' il vous en face delivrer pour lefournisfement de dict nauires et vous cnverriesz les lettres affin que les lui envoiez et receviez ja dicte Artillerie en lui baillant lettre de Recëpisfe d'icelle felon 1'inventaire que en fasfe. Tres cher et feal Coufin Nótre Seigneur foit garde de vous. Escript en nótre villede Bouloigne leXX-- jour d'Auril Ao, LXIX. apres pasques. (figné)' CHARLES (plus bas) N. D R O Z. (Addresfe) Nótre Ame et feal Confeiller et Chambelian de Seigneur de la Vere. K 4 E  C 152 ) E i Brief van den Stadhouder over Holland en Zeeland, aan Heer Hendrik van, Borsfele als Admiraal van de Zee. 27january 1470. TT XLrfdele ende Vrome lieue geminde heere ende Vader, achteruolgende uwen fcryuen, Ic fenr de v mit heyne uwen bode, copien 'van allen brieuen ende bethonen die Ic alhier hebbe koniien gevinden, aangaende die van Spaengen vp eenzyde, ende die van Hollant, Zeelant ende jVrieslant vp d'anderzyde, vp dat gy dat inhouden van dien weten fnoicht. Oick hebben my enige wt der Camere van defen Houe gefeyt hoe dat hun wel kenlicken is, als dat by wylen myneq genadigen heere Hertoge Philips van Bourj,ongne faliger gedachten ende fynen groiten Rade die onderfaten van Hollant, Zeelant ende Vrieslant gecondamneert wairen, den Spangiaerden van hoiren fcepen ende goeden hun by die van defen lande genomen, restitucie te doen, ende dat die restitucie bedragende was ter fomtme toe van omtrent LXXXtu. ryders, mer die van defen lande, die fustinerende wairen, dat, die voorfcreue uemyngen vp den Spaengaerden hoi-  C 153 3 hoiren vyanden mit rechte gedaen wairen, ende dat dair om deze voirfcreue condampnaeietegens rechte vp hun luyden gedaen w?s, wairen van meyninge dair af te appelleeren voir den Keyzer van Romen, niet min na veel Raidtsende advys dair vp gehadt, die heere van Lallaing doe alhier Gouuerneur, ende enige van dezen lande mit hun, reysden by mynen genadigen Heere, ende veruolchden die doe van defen landen wegen an mynen Genadigen Heere foe veer, dat mits die van dezen lande voir die voirfcreue condampnRcien den Spang^erden betalende vyf->. tich duyfent ciinckairts , die Onderfaten van dezen lande voir den eysfehe van den Spaengairden en de condanpnacien voirfcreue vry ontflagen wefen, ende tot ewigen dagen blyuen fouden, na inhout der brieuen doe dair van gegeven, welke fomme van vyftich duyfent ciinckairts voirfcreue achteruoigende diencontracte, oick betaelt zyn geweest, fonder dat men alhier yet bevinden kan, dat tusfchen dien van Spaengen ende dien van dezen lande , van enige zoene, beftandeof anders, yet anders getraéteert off gedaen geweest is, ende niet anders en weetic v te defer tyt hier van te lenden offouer tefcry* uen, en ofF v yet anders gelieft in mynen vermogen wefende, dair fal ic altyd toebereytfyn, dat kenne God, dié v edele ende vrome heue K s ge-  C 154 > geminde Heer ende Vader, lange behoeden wil. Gefcreuen vp ten XX VIJen dach in Januario Ao, LXIX na loope 'shoiös van Hollant. (onderftond) Lodewyc heere van .den Gruythuyze, Prince van Steenhuyze, Stedehouder Generaal van Hollant-, Zeiant ende Vrieslant al uwe. (geteekend) LOUIS al uwe Zoon. (opfchrift) Edelen ende Vromen den Graue van Grantpré, heere van der Vere, van Zandenborch etc, myaen lieuen heere ende Vader. F Brief van Heer Hendrik van Borsfele, Heer van Vere etc, aan zynen Neef Witte van HaemJlede ende van Moermont. 3 Juny 1472. jHjerbaere lieue geminde Neue. Myn zoon de Graue van Bocham heeft my gefcreuen, dat myn Genadigen Heer geordonneert heeft myn &eer van Bergen ende. heere Philips van Wasïo» naer,  C 155 ) naer, om desfelfs myns zoons vok ende andere Hollanders ende Zeianders in monftre te pasleeren, begeerende an v ende al1 zyn volc te willen comen ende fyn omtrent Mechelen, den X dach van deze maent, aldaer, fal hy y doen te monftre pasfeeren, ende uwe wedden ontfangen, feggende dat hem verdacht indien ghy dat alfoe niet en doet, ende den rechten wechnaer'tHeir trect, foe moet ghy hem omtrent Rysfel verwachten tot dat hy dair corrit; want hy eerft den voirfcreuen X ofte XIJ dach van deze au.ent van Mechelen vertrecken Wi, ende dat gefcepen zyt geen wedden 'toatfangeneergyrhithem in 't Heir koomt ende aldaer monftie gedaen hebt, aldus dunct hem oirbatrlixfte v ten voir« fcreue dage omtrent Mechelen te zyne, ende: aldaer monftre te doene. God zymit v gefcre-' uen ter Vere IIJ daghen in Junio A >. LXXIJ (geteekend) Hendric van Borslèlen, Graue van Grantpré, heer van der Vere, van Zandenburg, van Falaix, etc. (opfchrift) Eerbaeren mynen lieuen geminden Neue Witte yanHaemfte ende van Moermont, 0  C ISO G Brief van Heer Wolferd van Borsfele aan den Bailliu ende Borge^ meefters van Vere. 29 Juli 1479. Baill'm ende-ghy Borchmeisters alle 't famen, Ic late u weten, dat myn begheren is, dat myn. Dochter hier by my comme, ende dat menfe fende mit al dat baghage dat 'tScepe gedaen is, en dat hoe eer hoe liever. Voirt doet alle diligencie dat die Scepen ter Zee commen mueghen, ende dat ghy altyd wel toe ziet. Ic hope hier *t beste te doene, voirt fou 'twel van mynen advife wezene, dat me» alle nachte fcickte en fonde HIJ of vyf ghefellen van, de Vere boven up 't Huus, om daer te waken, want desdaeghs geen neet en is, dus wilt all omme 't beste doen. God zy met U gefcreven te Rotterdam, den XXDIften dach in Julii Ao. LXXIX. (geteekend) W O L F A R T. H  C 15; 3 H Brief van Heer Wolferd van Borsfele aan een zyner Rentmeesters P/mjiV van den Bergt te Cortryck in Vlaanderen. fi'8 April 1481» 1~^ieue ende geminde Vrunt. Alfoe -wy gebeden zyn, enige van onfe Officieren te fendea den VJ dag van Meye naestcommende, binnen der Stede van Ghénf, ter brulocht van de Dochtervan meester Philips Öeyfe, ónzen Aduocaet. Soe fcriuen wy tegen woirdelic aen v, tot dien eynde, dat ghy 'tniet en laet, ghy en zyt tenzeluen dage aldair, ende der bruut in onfen name en van onfent wegen fchenkéne een pondt grooten vlaams, 't welc v offlach wefen fal in 't vutgeuen van uwer Rekeninge, die ghy ons doen fult van dezen loopenden Jaire, mits alleeniiè ouerbrengende defen onfen brieuen: Aldus en weest hier of in gheen gebreke. Onfe Heere God zy met v. Gefcreuen binnen onze Stede van der Vere XXVIIJ dagen in April Ao, LXXXJ na Paesfchen. (geteekend) Wolfart van Borsfele, Graue van Graat-  C 158 ) Grantpré ende van Bochem, Heer van der Vere, van Vlisfingen, van Phalais, etc. (nafchrift) Wilt tot dezen brieue al fulck geloue geuen, als of wy fe geteykent hadden mit onze hand, want wy 'tniet doen en mogen, mits die artyke die wy hebben in onfe rechterhandt. (opfchrift) Eerbaeren onzen lieuen ende zeer geminden vrunc Pluenis van den Berge, wonende te Cortrycke. I I Quitantie van Heer Lodewyk va» Brugge, ten behoeve van zyn Swager Heer Wolferd van Borsfele. 18 September 1482.' "V^y Lodewyc van Brugghe heer van den Gruythuyfe, Graue van Wincester, Prince van Steenhui fe, ende Capitain Generael vanden Stede van Brugghe en den Appendancien. kenr.en 'ontfaen hebbende van onfen geminden Schoonen broeder de heere van der Vere, endedatte by den handen van hannekin den Rycke, ouer Pleunis van den Berghe Ontfangherevan mynen voor-  C 159 ) voorfcreue Schoonbroeder, de Ibemmevanthien pond grooten vlaamfcher munten. Ter caufè van dat Wy de voorfcreue foeme van X gr. onfen voornoemde Schoonen broedre geleent ende voor hem betaelt hebben , van den Volcke van Wapenen dienende onder onzen Zoone van Spiere, van welke voorfcrue foeme van X <£ gr. munts voorfcreue wy ons houden voor contant ende wel betaelt, ende fcelden dair af quyt onfen voorfcreuen Schoonen broedere de heer van der Vere, hannekin de Rycke, Antheunis van den Berge, ende alle anderen die daer af quitantie behouft metten Rechten. Oircondt ons handteekens hier onder geftelt. Den X VIIJ dach van Septembre Ao. LXXXIJ. (geteekend) L O I Y S. I 2 Quitantie van den Heer van Spiere, ten behoeve van-zyn Oom Héér Wolferd van Borsfele. 14 September 1482. w y Johan van den Gruthufe heere van Spiere, Capitejn van den Cafteele te JRefelle?  C 160 ) h?rden zeer geduchten heere ende Oom, myri heere van der Vere. kenne ontfangene te hebben bi der handt van Antheunis van den Berghe zinen ontfanghere, de fomme van vuue en twintich porden grooten vlaemfcher munte, ende dat ter caufe van costen die wy ghedaen hebben vter namen van hem, omme vp teftellene zekere nombre van lieden ende ghefellen van Oorloghe te perde ende ghewapent allbe 't behoirt, in de maent van Ougst Duust vier hondert twee ende tachentich ende die ghefonden ende gheleet aldair die ter zeluertyd gheordonneert waeren. Van welke fomme van XXV grooten munte voorfcreue wy ons houden content ende fchelden dair ofquite minen voorfcreeve heere er de Oom, zinen voorfcreue Ontf hanger ende eiker ander die my quitantie behoren te gheuen mitten Rechten. In oirconde onfen hanteeken hier onder ghefteit op den XlIIJc iri September Ao. LXXXIJ voorfcreue. (geteekend) GRUTHUYSE, Ac-  c i6j ) k Acte der Magiftraat van Vere, waar by de betaaling der befoldigde Knechten door Achillïs de Ridder gedaan, word goedgekeurd en bevestigd. 82 Februari 1485. w y Bailliu Btrghmeesters ende fchepeneri der Stede van der Vere, doen cond alle luyden ende kennen, dat Achillis de Ridder als Ontfangher generael myns heeren van der Vere* vp dezen tyt achteruolgende ons heeren van der Vere fcriuen ende befloten brieuen, ende oick by beuele ende ordinancie van ons luyden hem dair vp gedaen, van Desfelfs ons heeren van der Vere penningen verleyt ende betaelt heeft, Wouter van Dombourch den Scout van't Seroiskerck mit hoiren gefellen, meester Claes de busfchyetere, ende Pieter de Bourchgraue hoir wedden ende Dagh - ghelden , van dat zy mitten feluen hoiren gefellen ende Ruteren ons luyden hebben helpen bewaren die ftede ende Slot van der Vere, voir ende teghens enighe ons voirfcreue heeren quaetwillende, die foe men in 'tghemeen zeyde, die felue Stede en huys meenden of te lopen, ende dat van den L XXVIJea  XXyiJen dach in Marte in 'c jair LXXXIIIJ. lestleden naden loep 's Hoefs van Vtrechc, toeten XVJea dach van Octobri dair naest volghende in 't zelve jair, dat hym luyden oerlof ghegheuen was, nair inhoudt der Rekeninghe dair of by den feluen Achiliis gemaict, ende noch van dat die felue Wouter ende Scout van 't Seroiskereke mytsgaders Jacob van Scenghen ende Willem van Baersdorp, myt alle hore gefellen ende Ruters die naderhandtweder ontboden zyn geweest ende gecomen zyn in de S;.ede van der Vere, ende die noch helpen bewaren als voeren van 's donderdag voir vastellauont Xefebruary anno LXXXV. na den loep 's hoeft van Vcrecht; op wekken dach die felue Wouter eerst in de Stede quam, ended'anderevoirnoemde an ende an, ende dair en bouen noch Toene Bouwen Busfchyetere ende zyn drie gefellen Busfchyeters, oic al die Ruters die in der Poorteren huyfen van der Vere te cost gaen, elck IIJ groet bouen hoiren cost, ende dairtoe al dat achterftal van den wakers van den Bollewerken, bouen dat die Gemeente van der Vere dair toe gheeft d'een een groten d'ander X1J miten ende dit al van der feluer tyt, beginnende ende fal geduren tot onfen wederfegghen, gelyck dat al in 't langhe blycken mach by desfeifs Achilles Rekeninghe, diehy dair of hout; van welcke  C i*3 S ké Ördinancie. betalinghe ende verleg vöïjM fchreue, die voirfcreue Achilles an ons verfögt ende begheert heeft hem te willen geuen behoirlick betoog ende acquyt omme dair mede te rekenen ende te bewyfen, dat hydat vut hem feluerl ende fonder beuel nyet gedaen en heeft, ende want dyt aldus gefcyet ende ons kenlick is, foe hebben wy Bailiu, Burchmeesters endé Scepenen voirfchrenen , dezen brief doen bezeghelert mitten zeghel ten zaken der zeluer Stede varï der Vere vuthangende gedaen vp XXIJe dach van February in 't jair ons Heeren Duyst CGCC LXXXV. na den loep 's Hoefs van Vtrecht* L Extract uit een oude ongeteekende rekening ter Griffie van Vere» Rekening particulier van den Ruterën die van myns genadige Heere Philipt van Oostenryk te Vere in Guarni- foen gelegen hebben in *. *; om die Steden van der Vere te helpen bewaren ende houden jegens die Vlamingen ende anderen myns voirfcreu genadigen heere Viandendoen van welken Ruteren myfl L a hee^  C iö4 ) heer van Pamele Capiteyn Genet ael was (*). M yn Heer van Pamele Capiteyn Generael van al die Ruteren die te Vere van myns voirfcreue genadigen heeren wegen in guarnifoen gelegen hebben, mit al zyn felfs Ruteren ende Knechten van defe landen, ende Walrauen Boefcheek onder Capiceyn onder den felue mynen heer van Pamele, ende Capiteyn van omtrent D ende XX duytfche knechten, zomtyts wat min, zomtyts wat meer, hebben 'tfamen te Vere in guarnifoen gelegen by beuele van mynen voirfcreue genadige heer, van vp ten Palmauont anno LXXXV. tot tenXIJc. dach in Julio dair naist volgende, in't felue jair LXXXV, Dat al den Ruteren oirlof gepeuen ende volle betalinge gedaen was; wiens foudie belopende in 't geheel na vutwyfen den acquiten van den Rentmeestere van der Vere GuihiaumeNorman IIIJc. XXJdC IX Schell. IJ Gr. dat al van myns hee- (*) Deze Heer van Pamele is vvaarfchynlyk geweest, Heer Jan van Cruiningen en Pamele, Raad en Kamerling van den Roomsch Koning Maximiliaan, die den 5 Mei 1486 Hoog Bailliu van Ghent werdt, en den ao Mei 1491 te Mechelen, tot Ridder van 'tGulde Vlies is gecreerd. Èspinoy Redercfcesdis antiquites et noblesfe de Flandrespign 183.  C 165 ) heeren Renten van der Vere, ende van zyn andere goederen, die al in myns voirfcreue genadigen heeren handen ftonden doen der 't tyt, geuonden ende betaelt is, by beuele van den voirfcreue Rentmeester ende van mynen lieerde Bailiu, Burgemeesters, Scepenen ende XIJ gedeputeerden van de Gemeente van der Vere, die dat eendrachtelic ordineerden ende floten, om die betalinge van den voirïcreuen Ruters, welcke penningen gecomen ende geuonden zyn van myns voirfcreue Heeren van der Vere goeden ende Renten hier nae verclaert, dair om hier ouer 't voirlcreue Rutergeit in 't geheel die voirfcreue Somme van IIIKXXI<£ IX Schell. M i Mandament van den Hoogen Raadete Mechelen, aan alle Rentmeesters des Heere van der Vere om hunne Rekeningen te doen aan Guilliaume le Womant, en de Saldos van dien denzelven in handen te ftellen. Den 31 Januari 1485. IVTaximiliaen ende Philips by der Gracie Gods Ertshertogen van Oistenryck etc. Den eersten onfen Deurwairder fergeant van Wapenen L 3 ex-  ( ï65 ) exploicteur onfer Camere van den Raide in Hoilait ofc andere onfen officieren hier vp verfocht Saluit! Wy hebben ontfaen die Oicmoedige Suppücatie van onfe wel geminde Guiiliaume le Normant, inhoudende hoe dat zichtent zekeren tyt herwairts hy heeft by openebrieuen van ons Maximiliaen gecommitteert geweest, ten ontfange van de goeden van den heer van der Vere, hemgeuendeby die macht te recouvrere ende te inneneallede penningen diegevallen, verfchenene ende toebehoirden den voirfcreue heer van der Vere, zichtent dat die voirfcreue goeden in Onfèn handen geftelt waren, alfo wel te caufe van den gering-tol die men h^eft te Vlisfingen als elders, te horen de Rekeningen van den particulieren Rentmeesteren, te recouareren 't gundt dat zy fchuldich zyn by den lluyten van huer Rekeningen als anderlints. Ende hoe wel dat den voirfcreuen Suppliant gedaen heeft ende doen doen, alle deligentien ende neerftichede hem mogelic van doene, alfo wel om te recouureren den voirfcreuen Tol, als omme te horen die Rekeningen van den voirfcreue particulieren Rentmeesteren, Officieren ende pachteren; nochtans zy hebben des geweest en noch zyn in gebreke, foe datmen fe dair toe niet bedwingen en kan, mits dat zy de fame ende roupdoengaen, dat %y expres beuel ende last hebben, niette obe-  C 167 ) obediëren ter executien die men foude willen doen vp heurlieden, ter caufe voirfcreuen,ende oic dat d:e Officieren van de plecken dair die voirlcreuen fchuldenairs woenachtig zyn, niet wel en dorven asüftentie geuen den voirfchreue executeurs; Dat den voirfcreue Suppliant comt tot groten grieue, fchaden ende Intereste, en noch meer doen foude indien hy by ons niet voirfien en werde; wair omme wy de zake voirfcreue ouergemerct, ~V ontbieden, beuelen ende committeren mits defen, dat ghy ten verfoucke van den voirfcreue Suppliant, indien V blycken van 't gunt dat voirfcreuen is foe veele dat's genouch zy, ende fonderlinge van onfen voirfcreue brieven Commisfie indien gevalle doet fcarp beuel van onfent wege den voirfcreuen particulieren Rentmeesters ende anderen fchuldenaeren bouen verclaert, ende alle anderen die V die voirfcreue Suppliant by Rolle getekent mit zyne hant, ouergeuen fal, ende dar af ghy verfocht fult fyn ende dien 't behoiren fal, op zekeren grooten peyne 't onswairts te verbeuren, te wetene den voirfcreue Rentmeesters, datzy terftond en fönder vertreck doen hoir Rekeningen voir de voirfcreue Suppliant, van den bewinde die zy géhadt hebben zichtent de voirfcreue hantftellinge tot nu toe, ende hem terftont betalen de Reliqua, ende die voirfcreue L 4 feul-  C «*8 ) fculdenaeren, dat zy opleggen ende betalen de lommen die zy alfo fculdig zyn henlieden dair toe bedwingende, veaelic endebyfaite, ende by alle andere weghe ende manieren van bedwangen, redelic ende tamelic , ende in cas van oppoficie, weygeringe ofte vertreck, dachvaart die voirfcreue oppofanten ende Dilayanten te compareeren 't eene zekeren ende tattielicken daghe voir onfe lieue en getrouwen die Stadhoudere ende Luyden van onfe Camere van den Raide in Hollant omme te zeggene ende te verclaeren de reden van hoirlieden oppoficie, weygeringe ofte vertreck; den voirfcreuen Suppliant te verand worden op de zaken voirfcreuen heur circumftancien ende ancleuinge, als dan bet ende ten vuile declaireren indien 't ,noot zy, ende voirts te procedeeren alfoe't behoeren fal; Oic fcriuen ten voirfcreuen dage onfen voirfcreuen Stadhouder ende luyden van onfen voirfcreuen Raide in Hollant, wes ghy hier inne gedaen fult hebben , den welcken wy beuelen en committeren , dat zy partiengehoirt,doen cort rechtende expedicie vanjufticie, want ons al foe belieft, niet jegenftaende enige brieuen Subreptivelic vercregen , oft te vercrygen ter contrarie. Gegeuen in Onfe Stad Mechelen den laetsten dach in January in 'tjair ons Heeren Duyst CCCC Viue ende tachentich. Al-  ( 196) Aldus geteykent By myneHeer den Ertsher■? toghe ter relacie van den Raide. (geteekend) HAUWEEL M 2 Grieven tegens den Heer van Vere, die offchoon zonder Jaar of datum,, tot dezen tyd van 't jaar 1485 of 1486 moeten gebragt worden, om dat daarin onder anderen van Hendrik Jansjen, Rentmeester Bewestenfcheld gefproken wordt, en op dezen tyd dat Ambt door Hendrik Jansfen, Heer van Wisjekerke, bekleed is, ais by Smallegange in zyn Chronyk bl. 320 te zien is. jegens min heer van der Vere. A Izoe tyt verleden questie ende ghedingen rees tusfchen den Inwoneren van den vyf Ambachten in Walcheren, jegens die van der prochie van Zandyc, omme 't maken van den dyck is, ende hoewel dat by fentencie gewyst was , dat de voirfcreuen van Zandyc beuren Dyc 't hoeren coste ende laste onderhouden zouden, L 5 ende  C 170 ) ende niet ten laste van den voirfcreuen vyf Ambachten, Niet min de voirfcreuen vanZandyck bi den ingheuene van den Heer van der Vere, wien 't voirfcreuen Zandyk toebehoort, en willenden voirfcreuen Dyc niet onderhouden ghenouch zeggende in Subftancien, dat hy den Dyc lieuer in zoude laten breken, mids welke de voirfcreuen van de vyf Ambachten als dair toe bedwonghen, moeten den voorfcreuen Dyc onderhouden. Item gelike questi tusfchen die van den Westwateringhen ende oude Vlisfingen, jegen die van nieuwe Vlislingen, om 't maken ende onderhouden van den hoofden ende Dukeldammen, Item van ouden en langen tyden , zo hebben de vremde Scepen die Licommen duer de Wielinge gheplogen te komen ende hanckeren voor Arnemuden of Rammekens, ende heuren Stapel te houdene in de Stede van Middelburgh, dair myn genadigen Heer groot profit of hadde van Domainen , zulc als Hanckergek, cancelyen ende den XXen penninc van der coopmanfcepe, die zy elders dan te Middelburgh voerden, naer dat de Scepen hadden begonnen te ontladen. Dezen niet tegenftaende, die heer van der Vere heeft op doen flaen ende maken een Crane ende oic eene Ballanche ende gewichte < omme goedt te weghene, ende alle die Scepen comen- de  C m ) de in dewielinge, arriueren binnen der Vere f dair zy huer goed op doen flaen terftapele , latende alfo varen den Stapele van Middelburgh f daer hii grotelic minen voirfcreue Genadigen Heere, ende den Stede van Middelburgh in geinterest ende befchadicht heeft, want iy dair mede gefcepen is te nyeten te gane. Item die voirfcreue heer van der Vere heeft gecommitteert cracht, in 't ghuene dat hy der Vrouwe van der Maelftede geen horifnterye. betaelt heeft, van der doot van Wolfair_ de hueren man, hare verlenen in de prochien van Cloetingen, Capelle ende Vlake, zonder dair af Justicie gedaen is. Item ende al eist, dat niement aliance of beloften maken ende doen mach met particulieren perfonen, dan alleenlic die Prinche noch die perlbnen dair toe doen eeden van ziner zyde te wefene, in preiudicieu van mynen Genadigen Heere ende zinen onderfaten, of die de contrarie dede, hy verualt in die hoochfte peine, ende ouertreet die Hoocheit ende Heerlicheit van minen genadigen Heere; Nochtans zal men wel bevinden, dat die heere van der Vere , beloften ende verbanden ghemaect heeft, miteenighen Edelen ende andere perfonen, van Zeelant, van ziner zyde ende bende te wefene, ende him te dienene jegen allen perlbnen, vutgefteeken al-  C 172 ) alleenlic jegen minen genadigen Heere, dair of betegelde letteren gegeuen geweest hebben ende gemaect. Item ten tyden dat men die Ingelfche coop. lueden ende honlieden goedt vinc ende arrest teerde, aclteruolgende myne genadigen Heere beuel ende ordinacye. Die voorfcreue heer Tan der Vere fustineerde voorfcreue Ingelfche en:;e heurlieder goed,* dat binnen der Vere quam, contrary minen voorfcreuen genadigen heer ende zynen beuele, ende dat meer is, hitp hem luiden an fcepen, dat zy huer goed in deden ende veylich in Ingelant voerden, ende heeft hem luden dair nair fauf conduit gegeuen mit hueren goede, van gaene en keerens. Item onder 't decfel dat die voorfcreue heer van der Vere in diuersfchen plaetsten in Zeelant Dycgraue is, ende hantieringe ende bewint heeft, zo heeft hy van myne genadigen Heeren ondereten ontfangen vele ende grotelommen van pennirgen die dair op huerlieden goed omme gefteh geweest hebbende, omme de Refectien van den Dycken, dair gene Rekeninge of gedaen en is geweest, ende andere grote boeten ende breucken heeft hy vpgebuert, zonder dat ter kennisfe gebracht te hebbene. Item dat mede den Gouuernemente van den yoorfcreue heer van der Vere., ende dat Hen- ric  C i73 } ïic Jansfen Rentmeister is van bewestercelt aU zoe men zeght, Clais Jansfen Burchmeister van Middelborch, AnthonieJansfen Bailliu van Middelborch,meester Huge Jansfen huere broeder, ende die Deken van den Kerstmede in Walcheren, huere maech ende neue, David van Baersdorp Bailliu van der Coes. Die voorfcreue heer van der Vere is meer ontfien in Walcheren dan myn Genadige Heer felue,ende regelen hem die voorfcreue perfonen ende Specialic de Wethouders van 1\liddelborch, naer de beliefte van den voorfcreu'en heer van der Vere, ghedogende, dat menoueral Bewesterfcele fine tabbaerden van luiryen draeght, ende als 'er eenige faitenofdelikten vallen , de voorfcreue heer heeft daer of eerst de kennesfe, die compoferende 'tziner geliefte, of die verzwighende, naer dat him goed dunct, zonder dateenich van den voorfcreue perfonen ofte Officieren, myne genadige Heeren zulke ende veel meer andere grote faken, die men beuinden fal, t kennesfe bringhen. Oic mede al behoort minen genadigen Heer toe de kennesfe van malfaicteurs gheuangen in onfer Vrouwen Polre, nochtans die heer van der Vere, dede zo vele an de Rentmeister, als dat hy Simoen Pietersfen, by him in onlèr yrouwen Polre gheuanghen, reftitueerde in den hant  C m ) handen van den Dienders van der heer van Vere, die daer an zelue handen floughen, a'foe ouergheuende mynen genadigen Heeren reght, xonder zyn confent. Item die voorfcreuen heer van der Vere fusioneert ende gedoocht ter Vere te wonen gane ende verkeeren ballingen, ende andere lieden van quaden ende oirbelen leuene, zulke als Coman Simoen ghebannen te Siericxee vut Hollant Zeelant ende Vriesland vanmanflacht; Item Gil. lis Simoesfz gebannen by der Vierfcaer is, ende noch twee anderen d'een geheeren Chriftoffels en d'andere Yman ghebannen te Middelborch is. N Brief der Kanoniken van Abbenbroek^ aan hunnen Heer Wolferd van Borsfele Heer van Vere, over hunne agterheid en vervalle zaken. 10 February 1485. II- ghe ende Mochende zeere lieue en gheminde Heer. Wy ghebieden ons ootmoedelick tot uwer goeder gra'xy ende v belieue te wetene hoghe ende moghende zeer beue en gheminde heer , hoe dat wy duierfchén ftonden ghebe- den  C 175 ) den hebben onfen Deeken tot Abbenbtoeck te komen, ende ois ftatuten ende ma ierê van le* uen te gheven, den (het van den goeden van onfer fondatié te maken in Abbenb oeck, ende in alle anderen zaken anroerende oniën Capittel reghelete ftellen, dat hy niet en heeft willen, doen zonder uwe off uwer ghedeputeerde preeencie, mér heeft ons als nu ghezeit, dat hy uwer Edelheid der aff heeft laten aduerteren by meester Thomas le Borgne uwen Deken van Zandenborch, ten dien eynde dat ghy der op verfien wilt, dat ghy noch nyetghedaen en hebt, Ende om dien wille, dat wy by ghebreke van defen , grote fcade gheleden hebben in de goeden van der fundatie, ende ghefcepen zyn noch onverwinlic te lyden, ten fy dat terftond by V dair op voirzien wordet. So bidden wy V hoghe ende moghende zeer lieue en gheminde heer, zoe wy het moedelicx moghen ter eeren, weluairt ende bewairnisfe van V arm Collegie te willen hier op remediëren, by den middelen als ons voirfcreuen Deken by den voirfcreue meester Thomas, mit eenen Memoriael ghefcreuen myt fynder handt V heeft laten weten, wanter meer dan noot is, ende defen bode van onfen weghe te gheuen & 6 : grote vlaems, gheuallen remigy lestleden, die wy nyet langher ontberen moghen, ouejrmidts dat wy dit Jaer luttel of nyet' ont-  C 17O ontfanghen noch hebben en fullen van de goeden' gheincotporeert dat principael van onfe fundaeie is, ende ter caufen dat wy Zeghel noch Notarius en hebben, zo fcelden wy V mit defen brieue, gheteykent mit onfer hande ende die handt van onfe Deken, die wy dit mit ons hebben ghebeden te willen onderteykenen, quyte van den voirfcreue 6 : grote vlaemfe munte, ende gheuallen ten termyn voirfcreue. Hoghe IVloghende zeer lieue gheminde Heer, dit doende ghy lult zaken doen goede bequame eere ende profyt ende die onderhoudenisfe van uwer Kerke en van ons, des wy temeer voir uwe..., uwer edelheyt ende posteriteyt ghehouden fullen fyn te bidden, dat wy mitterhulpe vanGode gherne doen zeilen, die wy bidden V te willen ghefparen in falicheden ende voirtganck in allen uwen goeden belieften. Ghefcreuen ende ghed:.en, in'tCapittel van Abbenbroeck, dair ieghenwoirdich waren meester Jan van Cauwenberghe Deken, heer bouwen Jans zone vice Deken, meester Joost Adriaen fone van Ouerfteghe, heer Cornelis Jacob foen, heer Bouwen Willem foen, Pr 1 es te ren, ende Andries Jan foene Canoraicken tot Abbenbroeck den Xen dach van Februario anno LXXXV ftili curfus romanai curiaï. Uwe onderdanighe oraticoi. ge-  C 175 ) (geteekend) J. de CAUWENBERGHE. BALDEWINS. FILIS JHANS. JUDOCS. FILIS ADRIANI CORNELIS FILIS J BALDEWINS FILIS WIL i ANDRIES FILIS (opfchrift) Den Hoogheboren vermogende Heere Heeren Wolfart van Borsfelen Graue van Grantpré ende van Bouchaim onfen befunderen lieuen Heere. O Brief van den Stadhouder van Holland, Zeeland en Friesland, waar byHeer Philips van Bourgondien, alsHeer van "Vere, Vlisfingen, Westcappelle, Zoutelande en Domburg op eene generaale Dachvaart in 'sHage befchreven wordt, om middelen te beramen tot beveiliging der Haringvaart. 6 Maart 1486. (jTeboirtige, Mogende ende yxo^i zeere M Lie«  C *76 ) Lieue ende geminde Neue ende heere. IVy gebieden ons zeere 'tuwaerts, ende V belieue te weten, hoe dat men onlancx leden, diuerfche Dachvaerden alhier by den gedeputeerden van de Steden vbh Hollant, Zeelant ende Vriesiant gehouden zyn geweest, omme te veyligenende te befchermen den coopman harincman dezer Landen, maer tot noch toe vertogen is. Midts welken wy ouermerckende dat deze zake grote haeate begeert, ende van groote noede is mit alre dilligencie daer inne te concluderen, hebben geordonneert ende beuolen de voorfcreue Steden van Hollant, Zeelant ende Vriesiant voirfcreue hare Gedeputeerden alhier in den Hage te zeynden vp ten maendach XIX3. dach van deze jegenwoordigen maent van maerte naestcomende 't Sauonts in der herberge. Ende want geboortige, Mogende ende Vrome zeer lieue geminde Neue ende heer; deze- zake V ende uwen onderfaten van der Veere, Vlesfingen, Westcappel, Zoutelande ende Domburch. mede aangaet: fo is 'tdat wy van ons alder genadichsten Heeren wegen tegenwordich an V, fcnuen, begeeren ende verfoucken van den onfen , dat ghy vp ten voorfcreuen XIX-n. dach van Maerremede coomt oft uwe Gedeputeerde alhier zeynt, om mit aller dilligencie de voorfcreue zake ende materie tot eenen effecte te hel-  helpen brengen, ende daer inne te concluderen' alzo daer toe dienen ende behooren zal, nae de wille ende meeninge van onfen voorfcreuen aldergenaedigst Heeren, gelyck wy mede gefcreuen hebben te doene de voorfcreue fteden die hare gedeputeerde als dan hier hebben fullen. Geboirtige Mogende ende vrome zeere lieue ende geminde Neue ende heere hier inne doende als wy des ende alle goets wel betrachten. Dat kenne den Almachtigen Zoon Gods die V fpaarende beware in Saligen gefonde lyue. Gefcreuen in den Hage vp ten zesten dach van Maerte Anno LXXXVI. (onderftont) Die Graue vsn Egmonde tot Bair, Stadthouder Generael ende ander die Raide myns alregenadichst heer den Roomsch Koninch ende onfèn Heer zynen zoon Ertshertogen van Oostenryck Geftelt ten zaken van Hollant, Zeelant ende Vriesiant al'uvve. (geteekent) NESSE, (opfchrift) Geboirtige, Mogende ende Vrome Onfen zee-e lieuen geminde Neue ende Heer. Den heere van Beueren, heere van der Vere, Ridder, Rait ende Camerling ons alre genadichfte Heer des Roemfchen Konincx. Ma p  C178 y P Brief van Vrouwe Anna van Borsfele aan de Magiftraat haarer Stad Vere, ten einde twee uit hun zich. by haar Edele te Mechelen zynde, zouden vervoegen. 8 Juli 1504. f Jieue ende myn zeer geminde Vriende. Ic 'gebiede my tot V. Aifoe Ic nu onlanx gefcreuen hebbe aan Joosfen Cornelislbne ende aan fommige anderen Officieren aldaer, ais dat zy tot Cruiningen by my commen wouden, omme te aenhoorene 't guene des Ic hem luyden by monde gheerne gefeit fouden hebben, maar zy en zyn nyet gecommen. Dus ys myn begheren als dat ghy by fprake van de voirnoemde Joos vernemen wilt die faick van defen zynen gebreke ende die twee van V lieden alhier te Mechelen defen gefien by my commen wilt omme my met V lieden te helpen beraden van faicken die my zeer ter herten gaen, ende ghy fult my dit doende groete liefde doen, dat ■weet onfe heere God die V bewaeren wil in gefonde, gefcreuen te Mechelen den VlIJe. in Julio anno XVc. IIIJ, ge-  C m 5 (geteekend) ANNA van BORSSELE, ai uwe (opfchrifc) Aen Scout, Burgemeesteren ende fceperen der Stede van der Vere. Myn zeer geminde vrunden.  De Wapens te pïaatfen. Hendrik van Borsfele. Bladz. 87 Grave van Grampré. — 116 Charlotte van Bourbon, en An-*J na van Borsfele. r— :32 Jane van Haele wyn, en Anna | van Berghe. J    ( 213 ) HET GESLACHT DER HEEREN VAM BORSSELÊ VAN SPREEUWENSTEIN r» jOaarhet mygeluktis dezen tak van hetDoorluchtig Borsfelsch Huis in beter licht te Hellen dan tot hier toe gefchied is, zal men denk ik niet kwalyk duiden, het geen my deswegen voorkwam, gemeen te maken, alvorens de beloofde verhandeling over Romerswaal te laten volgen. Al- (a) Wat Spreeuwen flei» voor een Huis of Leen geweesi zy, hoe aan dezen Borsfelfcben Tak gekomen, endooï wien van deze bezitters verkocht: is re zien in het Hoog. Adely k en Adelry li Zeeland , door W. Te Water, by de Uif fiïft van het Elfde Capittel van 'r Graaffchap van Zepj land door den Jrlewe jf. vanGrypskerke, bl. 78. A NB, Dit te voegt» aster de Hc  C 23i ; verhefte, zoo als hy den 23 Mei ióoö weder' deedt by tranfport van Jan van Sèrooskerke,' Heer van Welland, en tranfporteerde zelfs den 25 Mei 1601 eenige tienden aan zyn Broeder Wolfart. Het is denkelyk dat Hy den Roomfchen Godsdienst nog is blyven aankleven, en dus buiten alle bewind van 's Lands zaken gehouden werdt: Hy heeft de volgende Kinderen nagelaten. 1. Frank van Borsfele is in 't jaar 1680 geflor-; ven en te Haamftede begraven. 2. Adolf van Borsfele, ftierf ongehuwd in de Straat van Magellanus, in 't jaar 1622, toen 1'Hermite zyne reis rónd de Waereld volbragt^ \ 5. Wolf art van Borsfele, die volgt. 4. Ltvin,e van Borsfele, ftierf jonge Doch* ter in 't jaar 1609; ligt op Haamftede begraven; 5. Anna van Borsfele, trouwde 1. Willem van Hertsbeke, Heer wan Botland, 2. Pieteft van Evenuyn, Burgemeester's Lands van den' Vrycn te Sluis. Jonkheer wolfart van borssele, ge-7 trouwd geweest met Jonkvrouw Maria van O* verfcbie, uit een voornaam Delfts Geflacht«Wanneer gedurende zyn minderjarigheid in 1614, 1615 en 1616, de Zeeuwfche Edelen,' "andermaal, ondernfimen, om het recht van verfchyning ter Staats-Vergadering, wederom te bekomen, en Hy,wegens zyne Jonkheid,daar B in  < ( 222 ) teniet nabehöorën konde te voorfchyn komen, zo heeft zyn Neef Philibert van Borsfele, Rentmeester Generaal beooften Schelde, in dat ftuk zyne belangen behartigd, en de daar toe benoodigde ftukkën ónderteekehd. Hy hadt den Militairen ftand omhelsd; doch is wegen zynen vroegtydigen dood den 20November 1644, in dezelve niet hooger geklommen, dan tot den post van Lieutenant; en ligt teGoes begraven, alwaar zyn Wapenbord op het Choor nog .dus in wezen was. Borsfele vol. Hum ft ede. ÏShitil. Almeras. Borsfele vol. Capelle. Scbengen; Van den Einde. As f end elfti , Zeker kundig Heer wil dat de Vaderlyke Quartieren niet wel zyn genomen, én geweest zyn Borsfele van de Capelle. Van der Hooge. ThuiL Micault. Hy heeft een'Zoon nagelaten. Jonkheer jacob van borssele , Lieutenant onder't Regiment van Wynbergen, die in 't jaar 1667 ten huwlyk nam Jonkvrouw Anna Maria van Meeheren, welke Vrouwe den n April 1680 te Maastricht overleden is, in èen ouderdom van 39 jaren, en te Delft inde Nieuwe Kerk begraven ligt: Hy zelve is den 8 April 1708 geftorven. Uit dit huwlyk werden vier Dochters en drie Zoonen geboren, t. Deliana, den 10 Mey i658 te Doesburgge-  C 223 ) boren, en ten zelfden dage geftorven, ligt'te Delft in de Nieuwe Kerk begraven. 2. MariaFrancoife, geboren den 8 Mei 1669, is getrouwd geweest met Jonkheer Fredrik van Piasburg, Lieutenant. 3. Deliane Geertruid, geboren den 25 Februari en overleden den 2 Mei 1672 tot Rees in Cleefsland, en aldaar in de Groote Kerk begraven. 4. Wolfart, geboren te Delft, den 30 Juli 167$, is ongetrouwd aan Cabo de bonnt Esperance, overleden. 6. Deliana Geertruid, geboren te Delft den 25 Februari 1674, in huwlyk geweest met N. ten Hage, Lieutenant, welke verfcheide Kinderen heeft nagelaten. 6. arent, geboren binnen Delft den 5 Maart 16/6, begaf zich in 't jaar 1719 binnen Sas van Gend in huwlyk met Jonkvrouw Comelia de Jonge, Dochter van Marinus de Jonge, Medicinse Doétor en Schepen der Stad Zierickzee, en van N. Pous; welke Jonkheer Arent van Borsfele den 14 Juni 1743, binnen 's Hertogenbosch is overleden, en aldaar in het Choor der St. Jans Kerk begraven; Hy was Lieutenant Collonel Titulair in 't Regiment van Brakel; zynde deszelfs voorgemelde Huisvrouw na den Ouderdom van 83 jaren bereikt te hebben, eerst den 29 Mei 1769 geftorven. B 2 Uit  C 324 ) Uit welk huwlyk verwekt zyn." 1. Anna Maria van Borsfele , geboren te Sas vanGendden 10 Januari i720,ftierfteMaaftricht den 9 Augustus 1728, en in de St. Jans Kerk aldaar begraven. 2. Bonifacius Jan van Borsfele, geboren te Sas van Gend den 4 Augustus 1721, geftorven te Nymegen den 3 Juni 1722, en aldaar in de Groote Kerk begraven. 3. Een Dochter, geboren te Nymegen den a Maart 1723, ongedoopt geftorven den 4 dito , en in de Groote Kerk aldaar begraven. 4. Jacoba Cornelia van Borsfele, geboren te's Hertogenbosch den 27 Mei 1725, aldaar overleden den 28 Juli 1727, enbegravenin de St. Jans Kerk. 5. Maria Geertruida van Borsfele, geboren den 4 en geftorven den 12 Augustus 1727, en in de St. Jans Kerk te 's Hertogenbosch begraven. 6. Marinus Cornelis van Borsfele , die volgt: MARINUS CORNELIS VAN BORSSELE, geboren te Maaftricht den 10 Februari 1722, zynde Lieutenant Collonel in het Regiment Infanterie van den Fleer Generaal Major Baron van Brakel, de laatfte Telg ;dezer Adelyke Stam, is den 6 December 1769 getrouwd met Vrouwe Cornelia Maria de Brauw, Dochter van Daniël de Brainuy Lt. Generaal . en Vrouwe Hes* ter,  ( 225 ) ter St avenis fe, hebbende my door vertoon van alle deszelfs Charteren en Geflacht-Lysten, (die meenigvuldigjwel gefchikt,doch hoe zeer veel ftrydigheid in zich bevattende, echter myn verhandelde ten vollen betoogen ), in ftaat gefteld, dezen Tak van het aloude Borsfelfche Huis der vergetelheid te ontrukken. Wat het Wapen aanbelangt: hetzelve is door de Heeren uit deze Branche ten allen tyden niet op een en dezelfde wyze gevoerd, want Wolfart de Stamvader van dezen Tak, voerde Borsfele. maarten blyk datHy, uit dat Huis door Bastardy voortgefproten was, brak hy gemeld Wapen met een Rooien draad, {filet) gefteld en barre. Zyne Kinderen hebben echter dit Wapen veranderd, de Filet daar afgelaten, en Borsfele gevierendeeld met Vis van de Capelle: Het laatstgemelde Wapenfchild, hebben de Heeren van dezen Tak zonder eenige verandering behouden, tot in het midden van de voorigeEeuw,na welken tyd zy Borsfele vol,zonder eenige Breuk, tot op den tegenwoordigeri tyd zyn blyven voeren, waarfchynlyk om dat de Heeren van dezen Tak oordeelden, dat, daar de oudfte en alle andere Takken uitgeftorven waren, aan Hun het recht toekwam 3 om het volle Wapen te voeren. B 3 B Yr  ( 22Ö ) B Y LAGE. Van deze affcompfle blyck: by dieuerfche authentique documenten onder my ba ■Tintende , die by myn •naer befchieven Kinderen wel zullen bewaert wwden , en zullen altyts onder een van myne Zoonen blyven berusten, 't zy onder den outften ofte den genen die by advis van alle de andere daer best be quaera toe zal weezen ; ende op dat dit zulx naer myn doot mach onderhouden werden, hebbe dit si'e zeluer met myn Memorie van myne affcompfte ende decente voor myne Kinderen gefchreven den xe dach van December in 't Jaar ons Heeren xvjt binnen de Heerlicheyt van Hamen-ede, alwaar als doen myne woonftede was. De affcomfte van het Huis van Borsfele wordt by diverfche gefchreven, dan door de groote oute ende lancheyt van tyden, zyn de Sehryvers dicwils daer in malkanderen contrarierende , daerom es het my genoch dat het blyct, dat zy lieden in Zeelandt groot en machtig geweest hebben achtervolgende de Chronyken derzelver Landen , omtrent zeven hondert Jaeren. Heer  Heer Pauwlus van Borsfele, was een natuurlyke Zoon van Heer Hendrik van Borsfele Graue van Granpré, Heer van der Veeren, Vlysfingen, Brouwershauen en Ridder van der oorder van den gulden Vlyfe, ende Admirael van Vranckfyck, Ilóllaridt, Zeelant etc. Den voorn. Heer Pauwels van Borsfele was Heer van Latrida, ende Ridder van de Oorden des Conincx van Schotlandt, fterf 1479. achterlatende twee Zoonen ende diuerfche Dochters. Joncheer Wollfaert van Borsfele Heer Pauvvels tweeden Zoon, es geboeren in 't Jaer ons Heeren Dufent vier hondert ende xl den xe dach van Oétober, ende trouwde op den xe february jm iiijc Lxxix met Joncvrouw Jaque- handt gefchrenen fo wel den tecxt als de appostillen, ten dage maende en Jaere als vooren, ende mee myne gewoonelyke Signature geteyckenc (geteekend) Wol», faert De Borsfele. Hier van blycktby de authentique bu< welicxe Voorwarde onder my berustende in date van 1479. Ik fegge origenele, defe ende naer getogen partyen, ende voorder fal men breeder nog documenten vinden van myne kinderen maegfchappea in mynen grooten gtfchilderden boom begrepen, alfoo dit maer alleenlyck es ia refte Linie, Elykt by een Vidïmus atithentyck gepasfeertvoor Burgemees:ers ende Schepenen van Brouwershauen in date 1524. ende fo voorts blyckt by alle autentyqus documenten defe ende naar getogen pariyen, IV-  ( 328 ) lyne van Cappelle, wettigé dochter van Joesvan CappelJe, Ridder, ende fterf out wefende Lxiiij Jaeren, ende leyt begrauen tot Axelle in Vlanderen, al waer hy diuerfche Jaeren Burgemeester es geweest„biyckende by debegrauinge aldaer, in de groote Kercke, voor het hooge autaer ftaende, weefende een hooge verheuen tombe, achterlatende eene Zoon ende diuerfche dochteren (a). Heer Wolffert van Borsfelfele, Ridder, Soene van Wolffaert voorfz. is geboren tot Axelle op den xxiije Odtober jm iiijcLxxj ende was in zynen leuen gecommitteert Bnrchgraue van Zeelandt ende Bailliu hereditaire van de Stadt Brouwershauen ende Heere van Sprewefteyn, de welcke trouwde op den xxe December xvc ende vyffthyene met Vrouwe Martine van Borsfelle van deHooghe, de welcke 'tfa- wenfteyn, was gebooren op denxxviije vanjulio xvcxxvij, "dewelcke troude met Joncvrouwe Liuina van Serooskercke Heer Jeronimus dochter op den xje february xve Lvj. fterff op den xxviij April xvc Lxxxiiij-ende leytbegrauen ter Veere in de Cappelle van Heer Pauwels van Borsfelle zyn ouer Grootvader^ ende hebben gehadt diuerfche kinderen waer van lek (c)< WoÏP (*) Deze Heer Wolfart trouwde eefif Jonkvrotiwef Magdalena, bastard Dochter van Heer Jan van Cruynin*' gen', Ridder van 't Gulde Vlies enz. Deze Jonkheer Adolf is eerst getrouwd geween c  (. 23° ) Wolffaert van Borsfelle; erffchout van de Hooge vierfchaere van Zeelandt, ende Heer van Duivendyke ende Hameftede, ben geweest den vierden Zoon ende Ve kindt, die i geboóren ben op den xxviije September binnen Zzee in 't Jaer ons Heeren xvc Lxvij, ende ben getrout op den xje february xvcxcvj binnen Ziericzee voorfz. met • Joncvrou we Cornelia de Aije- la, ende hebben 't famen gehadt defe naervolgende kinderen, de Heere laetër zynen H. Geest inftorten Amen (d.y Defert AdoifTmy- -Op den nf, Novembris nea eerften geboe- 'smorgens ten zes vren anno ren es defe Wereit o- xvc zes ende't negentien ten uerleden den XVe Tu- _ -» ly xvc xcvij naer hüyfe van myne Moeder middach tusfchen ij Jonchvrou Liuinevan Seroos* .' en iijvren wefende kercke binnen der Stede van acht maenden out, . ende licht begrauen Zienckzee es geboren Adolf? in de groote Kercke van Borsfelle, myneneerften tot Zierickzee in de % ende es p£ter Cappelle van Heer 3 J ° Jeronimus van Se weest Joncheer Pieter van Ber» met Jonk vrouwe Catharina, Dochter van Heer Maerte% van Hornes, Heer van Gaasbeek. (d) Deze Jonkheer Wolfart is voor de tweede maal getrouwd geweest met Jonkvrouw Louifa van der Laen» die zonder Hoir geftorven i».  C 231 ) BerchemzynenOut-Oom,en- roositarcke .Ridder, . de zyne Meters waeren Jonch- 0uI Groot- vrouw Liuine van Serooskercke voorn, ende Jonchvrou Barbara van Grenenbroeck beyde zyne Grootmoeders. Op den xxe April, in 't Jaer xvc acht ende 'tnegentich,es geboren tot Cappelle inZudtbeuelandt alwaer wy lieden fpeeien waeren. AdolfF van Borsfelle mynen tweeden Zoen', wefende op eenen maendach ten zes vren ende en half net smorgens, dachs voor de volle maene. Zyn Peeter was Joncheer Bruyninck van Wyngaerden zynen Out-Oom Heere van Wisfekerke, ende zyn Meter Joncvrou Maria van den Abeele Weduwe wylen Joncheer Anthonis van Wisfenkerckezyne Nichte (e). Liuine van Borsfelle, myn eerfte Dochter ende iije Kindt, es geboren tot Ziericzee op den (O Deze Adolf was Kapitein van een Compagnie,' ftierf op de Polder van [Jarae by Hulst, ongetrouwd e» xonder Kinderen, op den . . . . Ca  C 23a) den xxviije April xvc negen ende 't negentich, weefende s wondachs smorgens ©n> trent de half vre achten met een wasfende maene in gemene refiderende, ende es geboren met eenen Helm. haer Pecter was Joncheer Jacob van Borsfelle haer Oom, en haar Meter Jonchvrou Liuine van Serooskercke haere Grootmoeder, die haer geheuen heeft in haer d^otbedde : deHeere wil haer haereGroof moeder in deuchden laêten gelyck weefen (f). .„&£" STÏ Maxirailiae,, vanBorsftlle, hier In margine ge- mynen derden Zoon ende iiije fehreeven) Jonc- y^[n^t es gebooren binnen de lieerMaximiliaan van r> j Borsfele is geftoruen Heerlykheid van Bredam in tot Maaftricht in 't den lande van Walcheren , op jaer 1638. op den jen viije Augustoxvjc snachs ló Maart 's nachts . , J, ? ,„ omtrent een vieren- gelyck de nieuwe Maene was deel Vurevoor Etue, tusfchen xij en j Vuren, was: met den nieuwen npeter Toncheer Teronimus Maen in 't eerfte £iu J ^ quartier, leght be- vanBorsfellezyne Oom, enae zyn (ƒ) Deze Liuine was getrouwd met Heer Francois Cupyf, ftierf zonder Kinderen tot Voorburg buiten den Haag op baar eigen Huis den 16 November 1640. ligt begraven te Delft in de Oude Kerk in 't Koor tegen de fUiddel Pilaar. • • * *  ( &33 ) zyn Meter Eleonora van de tntta in Sinte Matir tvt'«u»„ thys Kercke, in fyn WerwezyneNichte. leuyen Capte'yn v»n een CompagnieVoetknechcen, onder 'c Regiment van den Ouerften Loo, ten dienfte van de Hoog MogendeHeeren Staten Generaal. Op den je dach van Nouember xvjc en je es geboren Francoyfe van Borsfelle myne tweede dochter en vyefdé Kindt totBredam voorfz. corts naer twee vren naer middach met een wasfende quartier, haer Peter es geweest Joncheer Hendrick van Wyrigaerden haereNeue,ende haer Meter JoncvrouweFranchoyfe van Hameftede haere Nichte huysvrouw van Joncheer Geleynvan derLacn (g). Opdenxje februaryxvjc en- ^ . *-\y< u '* !v °P den Ve Mey deViere es geboren totBre- xvjs enllljesdei dam voorfz. Wolffaert van voorn. Wolfaertdefe Borsfelle mynen Vierden Weereic ouerieden, „ , . Tr- Xj. ende es begrauen tot Zoen, endezesteKindt,op ScrooskercSejnWaI. eenen Wonsdach smorgens, cheren in de Kercke. tusfchen. v :en vj vren, de Mae- O) Deze Francoife is getrouwd geweest met PieterJ Sesbput van Overfchie, C 3  C 234) Maene wefendé in Cancer in het laatfte wasfende quartier. heer Abel van Cats Bailliu van der Veeren, zynen Neue, ende zyn Meter Joncvrouwe Lowyfe Zegers huysvrouwe van Joncheer Johan van Sèrooskerke zynen Out-Oom. Cornelia van Borsfelle myn derde Dochter ende zeuende kindt es gebooren den xxve Meerte in 't jaar xvjc ende yyefue, wcefende de Maene in Gemini ende wasfende, smorgens tusfchen.v-yefT ende zes vren, ende was haere Peter Joncheer Gillis van Wisfenkercke haeren Neue,en haer Meter JonchvrouweMachtelt van der Werue haere Nichr Op den IJe November X^JC en zes, es den voorn. Reynout deze Weereit j ouerleden , ende ieyt [ begrauen re Seroos. ltercke in Walcheren in de Kercke. Zyn Peter es geweest Jonc- [ begrauen re Seroos. ltercke in Walcheren in de Kercke. f (A) Cornelia was blind, is Ao. 1661 geftorven zonder [ ooit. Was Ao. i644»geiroiHvd met Eduard Everwyn. te (h). Reynoutvan Borsfelle mynen vyfden Zoen en achtte Kindt es gebooren op den xixe April xvjc en zesfe tot Bredam voorfz. weefende een breekende Maene in 't laetfte quar-  ( 235 ) guartier in Gemeni, ende was zyn Peeter Adolffvan Borsfelle zynen broeder, ende zyn Meeter Liujne van Borsfelle zyne :Zuster. ■ Maria Anna/imyne vierde Dochter en jxe Kindt es:.gfiV booren .te Hameftede den. xxiiije October ocvjc en vij tfaueris ontrent''vyff- vren, weefende de Maene.in Genie-, ni, en is gedoopt terftondt, haer Peeteren Meeter waeren als vooren. Op den xxve October xvcjc ende achte is Joncvrou Cornelia de Ayala gelegen van haer thyende Kindt ende zesten Zoen, die doot ter weerelt quaem, smorgens ontrent denvyefFvren, en es op den acht en twintichften daer aen volgende naer de noene, tusfchen dry ende vier vren, weefende dysfendach defe Weerelt ouerleden, biddende Godt almachtich, de Zyele van de voorn. Joncvrouwe Cornelia myne goede ende getrouwe huysvrouwe S. M. •■■'.'> ■/ :.r,..Tl (wrp* -'-'J.i ,■ * Op den VlIJedaclt vaa Nouember XVJC eu zeuene is geftoruen de voorn. Maria Anna tot Hameftedo alwaer zy geboren es, en blyft aldaer begrauen iu de Kercke. Deze myne huys' vrouwe es begrauea tot Bergen op den Zoom , alwaer wy onfe refidentie al» doen metten Treuis, tot haerder groote reluifitie genomen hadden op den XXXo November XVJC en achte voorfz. in de Kercke aldaer in den Coer, aen de NoortJyde van deu Kercke voorn, in het Cruyswerek onder de Zaerck van Joncvrouw Roccoeck • huysvrouwe van Joncheer Antheuuis van IVUfeakercke te  ( 223 3 Heere vjb Couwer- te {tellen, onder het fffitaf va* *e, mynen Neue . 8 g, m. zYne wtvercoren in zyn eeu- wich ryck Amen. Finis. Hiob xiïij. De Menfche van eender Vrouwe gebooren leeft eenen corten tyt, en is vol onrusten, gaet op als eenblomme, ende valt aff, vlucht als een fchadüwe, ende en blyft niety Hodie Mihi Cras tibi.  EENIGE ZEËUWSCHË OUDHEDEN* UIT ÉCHTE STUKKEN. opgehelderd en in het licht gebragtj Behelzende de Heeren van vere uit den Huize van bourgondien i Benevens een Befchryvirig van het kasteel en kappittel van zandenburg: door JACOBUS ERMERINS: SlET PLAATEN. /f -» y ■ TE MIDDELBURG, By W ILLEM ABRAHAMS: m d ,c c l x x x vi»   GUNSTIGE LEZER! Irte moeilykhedcn en duisterheid JU' welke zich opdeden in het befchryven der Heeren van vere, uit den Huize van Borsfele, hebben ook in het famenfteÜen van het Leven en de bedryven dier zelfde Heeren uit deBour- fondifche Stam, ten deele plaats gehad, ïetiswaar, zy behooren tot een later tijdvak; de Letterkennis, de Schryflust begon aan te wakkeren; hier van, dat de gébeurtenisfenmeer zeker worden, een bepaalden tyd krygen, en men minder gisfen moet; maar de Chronyk Schryver Reigersberg, offchoon hy twee Heeren kan gekend hebben, heeft hunner maar matig gedacht; men bekenne dat zy dikwils buiten Zeeland haar luisterykfte rollen gefpeeld hebben; daarom is het ook dat men heeft moeten opzoeken, wat andere Vaderlandfche en vreemde Sehryvers daar van hebben geboekt; met die behulpfelen en dat gene wat in de Archiven der Stad Vere van hun gevonden werdt, is het dat men zonder van eenigen Vriend iets medegedeeld te zyn, dit Stukje heeft moeten famenltellen. ïk dacht myne Lezers geen ondienst te doen met buiten,  ten twee Wapenfchilden dezer Hee^ ren, eenige oude Zegelen, en Hand= teekeningen zoo van hun als andere Grooten, in 't Koper gebragt ^ hier by te voegen. De Bylagen to t opheldering der Ge» ichiédenisvan de Bourgondifche Hee* ren, denke ikrriyheLandgenooten geen mindergenoegcn te zullen aanbrengen, als die welke de bedryven der Borsfelfche Heeren hebben opgehelderd. Het Kafteel en Kappittel van Zan* denburg , is ter vervulling myner belofc te hier achter gefield: menzal verwon* derd zyn van dit eertyds zo vermaard gefticht, het Stamhuis van zoo Doorluchtig een Gejlacht, zoo weinig zekerheid in veel opzichten te vinden; daar is geen moeite gefpaard om alles op tc fpeuren, het geen daar van met zekerheid te zeggen was, terwyl ik verlange om het gebrekkige door een kundiger hand verbeterd en aangevuld te Zien. Het is denklijk dat by het vluchten en vertrek der Kanunniken van Zandenburg, zy hunne Chartres,oorfpronklyke Gift-brieven en Kerklyke Handelingen, zullen mede genomen hebben, waar door men vóór de naalie reden moet houden, waarom van dit Kappittel zoo weinig te verhalen is.  Ik zal (zo het Gode behaagt my tyd en gelegenheid te gunnen) voortgaan, deze Zeeuwfche Oudheden te vervolgen, en denke welhaast de oude en vergane Stad romerswaal uit de vergetelheid op te beuren, enden weetgierigen Vaderlander alles voor te ftellen, wat wetenswaardig, en my uit gedrukte en ongedrukte Schriften deswegen gebleken is. Zoq iemand my desaangaande iets geliefde by te zetten, het zal met dankbaarheid ontvangen en in gedachten gehouden worden; dan dit diende ipoedig te gefchieden, alzoo ik nog dit Winter-Saifoen dat Stuk voorne: mens ben ter hand te nemen. Voor het overige verzoeke ik alweder verfchooning voor het gebrekkige en de feilen die hier te vinden zyn, wenfchende myne Lezers een belten? dig welvaren. 31 Odober 1786.    De plaat en van de Zegels en Handteefceningen zullen by een volgend Stukje worgen uitgegeven.  ff) BE HEEREN* VAN VER E, UIT DEN HUIZE VAN BOURGONDIEN; F I L I P S. 'A Ivorens tot dezen Heer over te flappen, 1$ het dienftig, dat men zyne herkomst leerc: kennen, en het Huis waaruit hy afkomftig was. Men weet hoe ryk Hertog Filipsvan Bour* gondien, bygenaamd^ Goede, Vorst der meeste Nederlandfche Landfchappën, in natuurlyke of Bastaard Kinderen is geweest, daar hy maar eenen echten Zoon bezat, telde hy een geheel aantal kinderen by onderfcheidene by-, zitten gewonnen, en maar weinigen die uit dezelfde Moeder, den naam var. Bourgo:idleny hebben rangenomen. A '„ Het  co Het wasby Jola Pr alles (V),(waarfchyniyk eene Vrouwe van Adelyken en Spaanfchen afkomst) dat Hertog Filips twee Zoonen gewan , Cornelis tri Anthoni; waar van de eerfte in 't jaar 1452in eenen flxyd, ongehuwd, gefneuveld zynde,blee/Anthoni alleen over, en die is dc Vader geweest van onzen Heer Filips. Dan eer wy de levens bedryven van dezen aanroeren, mag men, terloops, die van zynen Heer Vader wel fchetfen en nader leereu kennen. Heer Anthoni van Bourgondiër] w$S in 't jaar 142.0 uit voorzegde Moeder gebooren, en zeer geliefd by zynen Vorstelyken Vader, waarom die hem na den dood van zyn voorgeleiden broeder Cornelis, met de Heerlykheid van B-roeren in Vlaanderen voorzag. Hy heeft zich vo-orts in a-anzienlyke bedieningen, zoo van dén Tabberd als Degen doen kermen, en werdt ter onderfcheiding van andere B«Kfciarden des Landiwers, bygenaamd de groote. Bastaard. Het was Hertog Filips niet genoeg dezen zoon boven andere kinderen met Eer en goe* deren te voorzien, maar hy ging verder, en bragt teweeg, dat zoo wel Keizer Fredrik de III, als de tocmaligc Paus Sixtus de IV, de» OJ- Mieti* Neder!. Vonten L D. bl. 7i8V  <3J ctezen Anthoni voor wettig verklaarden, en hy gevolglyk het recht verkreeg, om ook in 's Vaders Herroglyke en Graaflyke zetels te kunnen opvolgen. Die weet, welke onecnigheden plaats hadden tusfchen Hertog Filips en zynen Zoon en Erfgenaam Carel, zvA 't niet vreemd fchynen, hoe de oude Vorst, misfchien gehoopt heeft, dat deze Bastaard Zoon hem in het Landsbeftuur mogt opvolgen , cn om hem daar toe als voor te bereiden, onder voorwendfel, dat het niet zeker was, dat Prins Carel zonder wettige Erven hem zoude overleeven; daarom het zoo verre bragt, dat de Staaten van den Lande', mi al gewoon 'sVorsten believen op te volgen, Heer Anthoni in zoo een geval verklaarden tot hunnen Heer en Erfgenaam van Hertog Filips te zullen aanneemen (b~). Deze hoop, dit grootsch uitzicht begon te verfiaauwen, wanneer Prins Carel nog Graaf van Charolois zynde, in 't jaar 1454, voorde tweede maal zich in den Echt verbond inet iZAECLiA, Dochter van Karei, Hertog van Bourbon, en die hem in 't jaar 1457 eene Doeker mar ia baarde: daar by kwam dat' in 't jaar 1407 zyn'Heer Vader, Hertog FiVpj, dit l^vcn wïrlie!;, en deze zyn bastaard Zoon (ij) KCÜiSi SÏ23M recht JT. Deel bl. 197. A a  (4) Zoon zich dus vergenoegen moest, met' de Eer van te zyn gewettigd; den Böurgondifchen Naam en Wapens te mogen voeren, Graaf vanLa-Roche, (een Leen in het Luxemburgfche in de Ardenne), Heer van Beveren, ct> Ridder des Gulden Vlies te zyn. Van Item vind ik verder niets aan geteekend, dan dat hy in 't jaar 1484 den Rentmeester 'van Beveren beveelt, aan zynen eerften Valkenier zekere fomme gclds te betalen voer verfchciden dier Vogelen door denzelven ingekocht , als uit byfage A breeder te zien is; en dat hy eerst in 't jaar 1505 zoude overleden , en te Tornehem in Artois begraven zyn 5 dit is ondertusferi zeker, clat zyn Zoon Filips zich in 't jaar 1486 reeds Heer van Beveren noemde. Zyne Gemalinneuit welke onze Filips voortgekomen is, was Mar fa de laVieville cf Viesville, Dochter van Heer Pieter van Mo den en Tornehem, by welke hy vier Kinderen gewan, als: - 1. Filips, dien men hier ftaat te verhandtien. meente verteeren. Of Heer Filips na het bemachtigen van Sluis zyn bevelhebberfchapte Lande hervat hebbe, en tegenwoordig ware by den inval, die de Roomsch Koning Maximiliaan deedt in Artois, eh by 't overmeesteren van Atrecht, is-my niet gebleken"; maar wel dat hy zich geftadigbyden Hertog van Saxen te Sluis opliieldt, zeker om die Vesting, die van veel gewicht was,'te verzekeren, en den Hoekfchen zoo wel als de misnoegde Vlamingen alle hoop'te benemen, van'die immer weder in hun geweld te krygen : 'nog vaster gaat het. dat Heer Filips uit jaar geen Dachvaarten in perfoon bywooude, offchoon hyals Commisfaris van 's Vorsten wege' daar "ver* fchynen en de beraamde Beden eisfchen moest. Hem zal zyn's ondanks ;zoo eene commisficop^' gedrongen zyn, om dat" het hem te minder zoude pasfen, een fpoedlg confenr 'te ; hinderen, daar hy het meeste belang by 'hadt, al' zo by voor zoo vele Heerlykhedeh' en'Goe* " det  ( U ) deren, grooter aandeel dan eenigen der Edelen daar in dragen moest;" hoe het zy,Hyzondt zynen Rentmeester derwaards " mit Gillis Colyns Greffier om t' famen u.utter name van myn's heeren van Beueren name als Commisfaris van ons genadicbs Sheeren wege te heefchen den edelen van Zeelant thiendüust croonen, om den achtergelaten dienst van den edglenvojrfz. voir derScluus, endeomaldoete \\.ztfch4) van den Randvorst buiten pcrfoonele gunst, ,ook voorrechten voor zyne Hecrlykheden en Onderzaten van dien te verwerven, als blykt, dat hy yanGrave Filips denII, den 18 November 1497 een Privilegie verwierf, waar by hy aan de " Jagen ende Officiers der Steden van der Vere, Vlisfingen , Brouwershauene, West- pappie, Domburch vergunt, te nemen die kennisfe van alle Doorilagen, Vredebruken, pracht van goeden, ende vanStrafTeneringe, die gevallen ende geleideden binnen de voorfz. Ster den —-endeden Vryheden van dien" van welke Voorrechtsbrief nog een Vidhnus te Vere voorhanden is. Zulk ecu voorrecht en andere by onzen Heer Filips verworven, waren van te veel gewicht pm niet zorgvuldig bewaard te worden ; de zprge die hy daar voor droeg is af te nemen uit de bylage O. Dan men kan niet af hier een aanmerking by te voegen. Hy Filips verkrygt voor zyne Steden een Privilegie, om alle criminele misdaden te mogen berechten, en zoo even zagen wyhoe Hy een' ter dood veroordeelden genade fchonk, zoude die toen nog.ter Hooge Vierfchaar gefentemieert zyn geweest? Dat is niet denklyk, want dan hadt het recht van pardon hem des te minder toegekomen; hoe dit zy, het zal moei-  ( *5 ) moeilyk zyn dit raadfel op te losfert; te meer daar men in de Stads Rekeningen van Vere te voren reeds menigvuldige posten zoude kunnen aanwyzen, van gedane Uitgaven wegen criminele kosten. Hoe Oppermachtig de Veerfche Heeren gewoon waren te gebieden, zoo fchynt het echter dat zy, byzonder deze Heer, niet gewoon waren verzoeken, waar by de Stad intrest konde hebben, in te willigen, zonder advis der Wet, als genoeg blykt uit de bylage P. Het laatfte dat ons van dezen Heer voorkomt, is een brief yan befchryving, waar by hy (offchoon de Stad Vere afzonderlyk befchreven was) genoodigd wordt tot een Algemeene Dachvaart, die teLierin Brabantftondt gehouden te worden, den 18 Augustus 1497. Het was in het volgend jaar 1498 op den vierden van Hooimaand, dat Heer Filips te Brugge in Vlaanderen het fterflyke aflegde, en zyn ontzield Lichaam na Vere werdt gebragt, en op het Kasteel Zandenburg in de Kapelle op de rechter zyde van het hoog Autaar begraven, by zyne Gemalinne Vrouwe Anna van Borsfele (m). Buiten zyne Heerlykheidvan Beverenen an* de- OlivarioTredio Cenealogia Comitum Flandria, Pars, fecunda p. 392. B 5  'dere Goederen hem van zyne Onderen beftor* ven, en die, welke hem Vrouwe Anna van Borsfele ten huwlyk hadtaangebragt, bezat hy Se waardigheid van Admiraal der Nederlanden, en die van Captein der Vlaamfche Guardes. Wat zyne Krygsdeugden betreft, heeft hy in meer dan eene gelegenheid zoo te Water als te Lande betoond, en zynen Prince getrouw gediend; als wy ter zyner plaatshebben aangeteekcnd. De Stad Vere heeft geduuiend zyn beftuur veel verbetering aan Muuren , Vesten en Poorten verkregen: Den Koophandel was bet voorfpoedig gegaan, de Juftitie gehandhaafd, en de Zee-weringe alomme in Zeeland, waar zyn Goederen gelegen of deszelfs gezach invloed hadt, in goede orde gebragt, zoo dat hy met recht betreurd is geworden, en de rouw zoo wel by de Gemeente, als by Deszelfs Ge-, rnalinne en eenigen Zoon heeft plaats gehad; het beste getuigenis dat groote Heeren van hun loflyke daden kunnen achterlaten. Van zyn zedelyk gedrag, kan men voordeelig denken, dcor dien hy tegen het gebruik der grooten van zynen tyd, geen bastaard Kinderen heeft achtergelaten. Deszelfs Wapenfchild gequarteileert met dat zyner Vrouw Moeder Vieroilh ftaat nog in de Glaazen in de Raadzaal te Vere gefchildcrcl 5 zoo als het hier in plaat wordt vertoond ,    toond, zonder eenig byfchrift, mogelyk zyn de cieraden daar van, als Helm, Tenanten, Rid* der-Orde van 't gulden Vlies, en wat daar by omfchreven was, door den tyd al voor lang Vernield geworden. Men zal hem door zyn eenigen Zoon'Adolf, na het affterven van deszelfs Vrouwe Moeder, terftond zien opvolgen; hebbende behalven die, nog twee Dochters, Jonkvrouwen Magèitfèna en Charlotta, (die ik ook Anna genoemd vinde) by Vrouwe Anna van Borsfele geteeld; de eerfte van die is in huwlyk geweest met Heer Joost van Cruyninghen 3 Heer van fieenvliet? Haferswoude enz. ADOLJB  'C *8 ) ADOLF iVfogt vry roem dragen van 's Vaders en Moeders zyde van aanzienlyken herkomst te zyn; offchoon zyn Groot-Vader een bastard was gew-eest/zoo telde des niet te min Heer Adolf met recht den Roomsch Keizer Maximiliaan den I, onder zyn naafte behuwde Vrinden, en twee Koningen van Kastilien, Filips en Karei, namaals mede Keizer van het Duitfche Ryk onder den naam van Karei den V; benevens deszelfs, mede KeizerlykenBroederFerdinand onder zyne naafte Bloedverwanten : terwyl hy onder zyne Vrinden van Moeders zyde, ook Vorstlyke Perfonaagien noemen kon. Met zoo veel Waereldfche Eer en Luister zag deze Heer het Levenslicht in den jare 1489 binnen Vere, of eigentlyk het Slot Zandenburg. De vreugde over . de geboorte van dezen Erf-hcer was uitermate, geen wonder! zy die nu al misfchien wel drie Eeuwen door het Huis van Borsfele waren geregeerd en voorfpoedig geweest, hadden dien Stam zien vcrfterven; waren pas aan een vreemd Heer onderworpen , of ftonden weer in gevaar, hetzy door koop of Huwlyk, in vreemde handen te vallen, die Veres vooripoedniet zoo als door de vorige Heeren was gefchied, zouden ter har-  C*9) harte genomen hebben. Om van de algemeeria blydfchap der Verenaars over de geboorte hunner jongen Heer ecnig denkbeeld te vormen, is het best, dat men verfcheide posten in Stads Rekening dicsaangaande te vinden, hier laat volgen. " Martin den timmerman van drie dagen tin>' merens om de reefcippe van ftellaegien, viertoniien te ftellan ende anders voor der Stede huns om de feeste alomme te houden van dergeboirte van onfen jongen beer . . . üj Schell. betaelt vj barkoenen daer de tartonnen vp gefielt waren doen men onsfen jongben beer kersten dede totxij gr. van de fticke . . - vj Schell. betaelt de trompers van dat fy twee dagen trompedein de feeste van der geboirtevan onsfen beer . ■ ■ xx Schell. Verteert op ten Stadhuus bi die vair der Wet ten tide als onsfe jongbe beer geloiren zvas, ende fy alómmé ghingen ficne wye defcoenfte feeste van perfonaetgen ende vemen maecte om den prys daer na te genen, met 't banket dat fanderen dages gedaen was doe myn heer van Rauejïcyn ende myn heer van Bcuercn mit Done Marie in de Stadt commen om de feeste te fiene 't famenXX Schell. vj gr. al doe gefchonken de nacie vari de Scotten die doe vierden ende feeste'hielden drie port kannen wyns ende dat by auyfe vari die  t s° ) die van der Wet I . . vij Schell. gefchonken de Vlamingen totRombouts die doe feeste hilde van perfonaetgen ende viere drie port kannen wyns, de kanne van ij ftoop vij Schell. betaelt drie gefellen van turken te maken ende van touwe ende pic dair fy af gemaect waren om de twee auont lanc voir der Stadiums in de vier pannen te barnen iij Schell. Item van de viere te maken voir der Stadiums, turfy hout ende de tar-tonnen te halen ende al omme voïrts te loopen dair 't van noode was de twee dagen lanck 't famen . . . xv Schell. Item de Costcr van luden de twee dagen lanc in de feeste . . . xviij. gr. betaelt by auyfe van die van der Wet noch xxvij iloopen Wyns van de drie pryfen gcftelt voir de genen die de fchoenfte feeste houden foude voir fyn gebetirte dair af die van de kereftrate den hoechften hadde, ende was xij ftoop, ende d'andere xV iloopen waren gediftribueert in alle Straten by discretie van de Wet't famen xxxj Schell. vj gr." Het is waarfchynlykdat deze Jonkheer denaam van Adolf verkreeg, naar Heer Adolf van Clref Heer van Ravefteyn, die,men zoo even ge.zicn heeft, dat ten tyde dezer geboorte te e was, en waarfchynlyk voor Doopgetuige IflSefc gediend. Van zyne kindfche jaren vindt men niets aangek  C 31 j .geteekend, als dat hy het ondeswys Vah deri grooten Rotterdammer Erasmus en den Chrc* nyk-Schryver Battus heeft genoten; dat zulks niet vruchtloos is geweest, zal in 't Vervolg blyken, wanneer deze Heer na den dood zyner Vrouwe Moeder zelfs den teugel der Regeering in handen nam. Het fchynt dat Vrouwe Anna van Borsfele; na dat zy haren tweeden Gemaal Heer Lodewyk van Montföort als Heer van Vere hadt laten huldigen, terftond bedacht zy geweest, dezen haaren eenigen Zoon, ten minfte, de ileerlykheid van Flisfmgen te verzekeren, alwaar hy den as, Augustus 1504 is gehuld, daar by tegenwoordig waren (zoo Smallegange in zyn Chronykgetuigt bl. 553) Heer Philipsvau Bourgondien, Admiraal, Philips de la Bare3 Andries Andriesfen, Rentmeester, met CorneUps Jacobze van ter Vere en Mr. Jacob Ingcl-, 'grave. Deze Heer moest al vroeg de gevaren van eene Zee-tocht beproeven, daar hy met veel andere Jonkers in 1506 by het overvoeren van Koning Filips den I en deszelfs Gemaliane naarSpanjen, tegenwoordig was (n)'. Van het gezantfchap dat op naam van Jonk3 lieer Adolf in 't jaar 1518 aan den Schottellen Ko- (») Reigersberg II D, bl. 570%  ( 3* ) Koning JAcobus den IV. afgezonden is gé-1 weest, heeft men, onder de befchryving der Heeren van Vere uit den Huize van Borsfele, bl. 125 en 126, gewag gemaakt. Van welk gezantfchap een der vruchten was, dat deze Jonkheer de waardigheid van Ridder verkreeg der Schotfche Orde van Sint Andries. Hier .mede bekleed, tradt Heer Adolf op den 18 Juni J509 te Bergen op den Zoom in den Echt, jnet Jonkvrouwe anna van bergen (0), Dochter van Heer Jan den III van Glymes, Heer van Bergen, Walhaim enz. Ridder en Deken van 't gulde Vlies, Raad en eerfte Kamerling van den Keizer, en van Vrouwe Arioma de Briimeux (p). Welke zyne Gemalinne Heer Adolf, korts daaraan, heerlyk te Vlisfingen deedt inhalen. Men heeft onder' de levens byzonderheden van Vrouwe Anna van Borsfele gemeld, hoe Reigersberg aanteekent, dit Huwlyk eerst m 1511 geconfommeerd werdt; is datzoo, dan moet het om.de jongheid der Bruid dus lange onvoltrokkenzyn gebleven; want Heer Adolf had reeds den mannelyken Ouderdom bereikt; hoe het zy, deze Echt werdt reeds op Vrydag den eerilen October 'sjaars 1512, tusfchen twee en drie uuren nadenmiddag, (waarfchynlyk op "t Slot (") Smallegafige bh 553. - 00 De Rouck, Nedeii. Her. bi. 330.  ( 33 ) 't Slot Zandenburg) met een Zoon gezoend; die Filippus werdt genaamd; waar van de Doopgetuigen waren, Heer Filips van Bourgondien^ Vrouwe Anna van Borsfele, en de Heer van Walhaim (waarfchynlyk de Jonkheer van Bergen, en dusdemoederlyke Oom dezer Spruit); dan die blydfchap over den Erfgenaam van zoö veel Hëerlykheden zal niet beftendig zyn geweest, wyl hy zeer jong en als in de Wieg hèt leven heeft verlaten; welk verlies verzoet werdt, doordien Heer Adolf zich weder met een Zoon ver'rykt zag binnen Bergen op den Zoom, den 28 Juli 1514, op een Diiigs2dag ten drie uuren nadenmiddag, die by den Doop den naam van Maximiliaan ontfing, waar van de Getuigen waren de Paltz-GraVèiv-^/-//?-., Jan , Heer van Bergen, de Vrouwe van Htin*~ hercourt en Jonkvrouwe Adriana van Bergen ; welke Jonkvrouwe naderhand is getrouwd met Heer Filips, Gr ave van Nasfau, füccesftvèit oudflen mans oir van Keizer Adólphtis van Nasfau (q). .. Hoe ten zelfden jare 1514 een Zuster van Heer Adolf meiden Heer van Cru'ninge'n in' Huwlyk tradt, en hoe in 1515 deszelfs Vromv Moeder op Zandenburg Vorstlyke Pcrfonagien vergasten moest, is reeds onder de Heeren Uic één ($) De Roslt Neder!. Her,bl 321 G  ( 34 5 den Borsfelfchen Stam bl. 128 verhandeld^ daar by liet laatfte alleen te voegen is, dat de jonge Oppervorst dezer Landen Hertog K arel van Oost en ryk, toen reedsKoning van Kaftilicn en Arragon, van der NietnverhaWfi met roeij-barken werdt afgehaald, en te Middelburg gebragt door den Admiraal der Zee Heer Filips, Bastard van Bourgondien, Heer van Sornmelsdyk en Zobburg, en onzen Heer Adolf; die verzeld waren van de Staten des Lands, en de Schutters van fommige Zeeuwfche Steden; zoo een optocht en de praal die dezelven, zoo wel als de Huldiging tot Graat van Zeeland, dewelke daar op volgde, vergezelden, 'moet zeker grootsch en voor den Landzaat nieuw zyn geweest: by welke gele» genheid de evengemelde Landvorst in de Stad Middelburg preient zynde , dezelve bevestigde in alle hare Privilegiën, Handvesten, Rechte i, Keuren en Coftamen te voren verkregen en in gebruik geweest. De Veerfche gemeente had^ookhet genoegen hunnen jongen Vorst % Per.foóu te aaufchouwen, en hem van daar gjj vertrek op Zierikzee te zien nemen, op welke reize,tot in Holland toe, Heer Adolf den prins verbelde. Het volgende jaar 10 U voor Heer Adolf zoo gedenkwaardig als heuglyk geweest; daar h  hy op den derden April', zynde Zondag tü§* fchen vyf en zes uuren nadenmiddag', öp Zandenburg zyne Gemaiinne eene derde huwlyk» Vrucht zag ter waereld brengen; die de naam Van Anna öntfing, waar van Doopgetuigen zyn geweest de Prelaat Van Middelburg, Vrouwe Anna van Borsfele van der Vere, en de Vrou« we van Chievres, die ik meene de Gemaiinne geweestte zyn van Willem van Croi ,Heer&vari Chievres en Aarfchot, welke in 1506, by 't vertrek van Koning Filips het Algemeen Stad-*; houderfchap der Nederlanden bekwam: by dia blyde geboorte kwam, dat Heer A.dolf zynen bloedverwant Filips den Bastaard van Bour-< gondien, (waarfchynlyk dezelve dien men zooj even als Admiraal heeft vermeld), Heer vail Sommelsdyk, ten Bisfchoppelyken Zetel van Utrecht zag verheffen, ende plechtigheid dier inftallatie met zyne tegenwoordigheid hielp vergrooten; daar nog op volgde dat Heer Adolf omtrent denzelfden tyd, zich tot een der Ridders van't gulde Vlies verkoren zag; en dus zoowel als zyne Voorvaders gelyk werdt gefield met de grootfte Heeren der Nederlan* den, by welk Ecr-teeken tfe Landvorst nog voegde het groot-Bailliufchap van Henegoii" -.; in s oo/k de waardigheid van Admiractl en Gaptein Generaal van der Zee: uitfteekende Be C a dis*;  ($ y dieningen, die buiten het bewind en gezacfr daar aan gehecht, ryke inkomften gaven, en onzen Heer zyne Hof-diehften draaglyk maakten.. Dan al het voordeel daar van zal ryklyk verflonden zyn in de kosten, die deze Heer maken moest by zynen Zee-tocht waar by hy het eerst als Admiraal eene Vloot gebood, met welke de Landvorst Karei van Oostenryk den 13 van Braakmaand in Zee ftak, en de reize naar Spanjen gelukkig volbragt; alwaar Heer Adolf, na affcheid van zynen Vorst genomen te hebben, den' 23 van Slachtmaand met zyne Zee-Armade te Vere, met veel eer en genoegen , is te rug gekeerd (r). Wier den tot zulk eene reize, waar in. den Landvorst niets ontbreeken moest, en deszelfs gevolg, talryk zal geweest zyn, groote. kosten vereischt, Heer Adolf wist dit voor een gedeelte by zyne Stad Vere te vinden, welke hem daar toe Dui* zend ph Hippus gulden heeft gefchouken , die tegen Vlaamfche munt gerekend uitmaken o£2o8 : 11 : 8. waar voor Stads Domeinen met Renten moesten worden bezwaard. Dit ware uit Stads Rekening te bewyzen, gelyk ook daar uit blykt dat Heer Adolf insgelyks zyn aandeel heeft moeten dragen in de uitrustinge op de Zuiderzee, O-) Tleijersb. II. D. bl. ,383 en 3S9.  C 37) zee, tegen de ftrooperyen van Grooten Pier; zoo bekend in de Gelderfche en Friesfche Gefchiedenisfen van dien tyd,- Het was op den 18 Mei des Jaars 1518, dat Heer4dolf,PrinsFERDiNAND van oostenryr, Broeder van den nu Spaanfchen Koning Karei, te Vlisfingen by deszelfs aankomst uit even gemeld Ryk, verwelkomde, en met al de praal en toeftel,aan deszelfs geboorte verfehuldigd, in die Stad inhaalde; van waar die Vorst terftond naarBrusfel vertrok. ' Hoe op den 8 December van dit zelfde jaar 'Heer Adolf zyn Vrouw Moeder verloor, is onder de Verhandeling der Borsfelfche Heeren bl. 129 vermeld. Hy tradt toen in het daadlyk bezit van alle de Heerlykhsdcn die Vrouwe Anna van Borsfele tot hier toe lied bezeten, en loflyk had beftuurd. Het leed niet lang, of Hy deedt zich alomme als Heer erkennen ? want op den 23 Januari 1519 (volgens den Hof ftyl) werdt Hy te Vere voor 't Stadhuis gehuldigd : men weet hier yan geen echter befcheid by te brengen,dan 'tgeen aangeteekend is in het oudfte zwarte Boek vanEeden fo. 69. alwaar ftaat. "Heer Adolf van Bourgondien Heere van Beueren, Van der Veere etc. was gehuelt ter Veere op het Stedehuus met grooter folempni* teyt by ouerlyden Vrouwe Anna van Borsfele C 3 ?a;  ( 38 > jzaleger memorie zynen Vrouwe Moeder op ten iij dach Aprilis Ao. xvG. negentiene na Vtrecht. Dair ter feluer tyt by myns heeren treforirveel gouts ende ziluers gefaeyt was, confirmerende alle goede preuilegien der Stede verleent,ende noch van nyemvs daer toe verleenende, als in 't Roodbouck in 't lxiij blat etc. God laten by jrynre godlycke gracien prospereren." " Ende nyet langhe daer na heeft hy verleent nyeuwe ordinantie ter vierfcharen tot vordering ge van goeder Jufticie ende expeditiue van Rech^ ten voor partyen, ende befondere voor den poopman ende die van buten." "Item daerna heeft hy gereformeert ende gecorrigeert metgaders additien het voorbot van den jaere, tot vordcringe van goeder Pollitien met meerander correétien, als 't al blyckt in't nyeuw Statuutbouck." Zoo veel mildheid, gunst en affeclae mogt van Stads wegen niet onbeloond blyven, eene gift van Duizend ponden Vis. moest de Gemeente zich laten welgevallen dat Hem gefchonken wierde; men vindt het bewys daar van eerst in Stads Rekening van if at, alwaar in de uitgaaf wordt gezegd. ''Betaelt myn heer Van Beueren van der Veere etc. ouer de derde payement van de xc pondt hem gegpnnen ende ghegheuen by Burgemeestcren en Sccpenen en*  C 39 j ende den Gemeente, ende die te betalen binnen vyf jaw waer van ditpayement geuallen es kersniesfe defe rekeninge, ergo hkr . . . ^ijcgr." Vervolgens in Stads Rekening van *t jaar 1523 komt weder voor, "Betaald mynen Heere van Beueren etc. by handen van myne hee.re den Bailliu, om te betalen den Capitain Rombout ende zyne knechten, ende dit van den laetften paymente belopende ij- ponden grooten, van der bede ende gratuiteyt Mynen Heere gegonnen 'tzynre blyder Incomften hondert ende vyftich ponden grooten . . . oC CL gr." In het eigen jaar 1519, den 26 September, werdt Heer Adolf weder met eenen Zoon verrykt, die op het Slot Zandenburg geboren, by den üoop dan naam van Hendrik ontving, waar van getuigen waren de Prelaat van Middelburg Maximiliaan van Bourgondien, Hen- , drik Gr ave van Nasfau (die de toenmalige Heer van Breda zal geweest zyn) en de Vrotnue van Montföort. Dan welke Spruit nog in 's Vaders leven overleedt , als hier na ftaatvermeld te worden. Omtrent ter zelfder tyd werdt op naam of ■door beftel'desKonings van Denemarken hinder aan de Koopvaardy en Visfchery de; Hollanderen en Zeeuwen toegebragt, voor al de Haringvaart leedt hier door, Heer Adolf C 4 N  die aïs Admifkal het beveiligen der Zee was baVolen , voorzag"de gevolgen hier van, en;wilde, zoo 'tmogelyk was, een nieuwen Oorlog voorkomen; zondt waarfchynlyk op hoogen last, een Gezantfchap naarKoppenhage, dat gelukkig de gerezene verfchillen door verdrag met den Deenfchen Koning vereffende; dan eer zulks gebeurde, werdt een Veerfe Haring-buis op Zee genomen; doch een Deensch Schip, door fiorm van de hunnen afgeraakt, werdt van de Verenaars overmand en opgebragt; dan de Vrede herfteld zynde, deedt Heer Adolf deze gevangenen ontflaan, in 't nieuw kleeden en alzoo aan hunnen Koning te rug zenden (s). Keizer Maximiliaan overleden, en door deszelfs Kleinzoon Koning KareJ den I van Spanje in de Keizerlyke waardigheid onder den naam van kar'el den V, opgevolgd zynde, kwam die in Hooimaand des Jaars 152,0 met dertig Schepen te Vlisfmgen aan, daar hy van Heer Adolf op het heerlykstontfangen werdt, dan met allen ipoed des anderendaags de reize paar Vlaanderen voortzette. Het Oorlog korts daaraan tusfchen den nieuwen Keizer en den Koning van Frankryk francois de I ontffoken zynde, werden alle Leenmannen ten Heirvaart ontboden; Heer Adolf moest CO Reigersb. II. D- bl. 323.  C 41 ) maest ook dit bevel volgen, en diende nevens andere Nederlandfche Edelen den Keizer, in het jaar 1521, in het beleg van Mafieres, dat opgebroken en het Oorlogs-toneel in de Nederlanden verlegt zynde, was onze Heer bedacht ophet beveiligen der Zee, en deedt uitLastdes Keizers bekwame Oorlog-Schepen toereeden, ter befcherming der Haringvaart, die na het uitflaan van veele rampen en Zee-gevaren, meest alle behouden te Vere te rug kwamen, en een verroverd Fransch Oorlog-Schip te Vere opbragten (t). Heer Adolf was te gelyk bedacht zyne Stad Vere, en door die zich zei ven, vooralle vyandlyken aanval in zekerheid te ftelien, doende die met alle fpoed in ftaat brengen om eenen aanval te kunnen wederftaan; daar werdt veel Ammunitie te Antwerpen ingekocht, kogels gegoten en het gefchut ter beftemder plaats gevoerd; wel negen huizen buiten de Zandykfche Poort ten gronde toe geflecht, om dat die der verdediging hinderlyk konden zyn: gelyke voorzorgen fchynen ook te Vlisfmgen plaats gehad te hebben; dan dit alles was ten koste en last der gemeente, wyl de Stad Vere, zich op nieuw met het Verkoopen van Renten (f) R-sigersb. II D. bl. 407. C 5  c *o ten moest bezwaren, 't geen met veel pos» ten uit Stads Rekening te bewyzen was. Met dit alles bly kt het doch, dat Heer Adolf midden onder het Krygsgewoel, de belangen van den Koophandel, en die zyner Stede Vere niet uit het oog verloor, alzoo Hy, op den 23 Februari des zelfde jaars 1521, een Lyfpenfioen van Sestig gulden 's jaars verleende aan Willem Pietersz, wanneer die zig ter woon binnen Vere vestigde, ten einde daar de ftapel en Coophandel der Brittanjers, uit Frankryk, fcevorderlyk te zyn; als nietonduidlyktefpeu* ren is uit de bylage 07 Men weet hoe ten jaarc 1522 by de Staten van Zeeland aan den Keizer geconfenteerd is geworden, vyfen dertig Duizend gulden, om welke te vinden, de Landen zoo wel als de Haringvaart werden belast. Om dit gereed en terftond op te brengen, moesten Renten ten laste van Zeeland verkocht worden, waar uit jn 't vervolg voor die Steden, welke zulkeBrieven bezegeld hadden, zwarigheden ftonden te ontftaan, waarom op vertoog van Middelburg, de Hertoginne Gouvernante der Nederlanden verftond; "dat ook de cleene en fmalle Steeden dair mede veruangen ende verbonden flaen zullen, ende weefen executabel ende arrestabel" als uit de bylage R breeder te zien is: Dus zal Heer  <43) Heer Adolf het ongenoegen hebben gehad, te moeten gedoogen, datoffchoon Hy zoo merklyk in de Lasten der Landen en Haringvaart dragen moest, nog daar en boven zyne Steden daar voor even aanfpreeklyk waren, als die welke de verzegeling hadden gedaan. Het volgend jaar 1523 verfchafte Heer Adolf wederom eenen lastigen gast, te weten chrisT1 aan den II Koning van Denemarken, die door wreedheid zyne Onderdanen tot opftand hadt gebragt, en te Vere eene Schuilplaats kwam zoeken, welke hy te zekerder daar vondt, wyl een Zwager des Keizers niet wel anders dan een hoflyk onthaal by een Hoveling als de Veerfche Heer was, kon verwagten. Dit zal dien Vorst ook bejegend zyn; dan onze Heer wist voor zyne kosten, en zorgen daar aan hefteed, van denzelven voor zyne Stad Vere, weer een wydluftig Privilegie met opzicht tot den Koophandel in de Deenfche Staten te verkrygen; dit tot de gefchiedenis dier Stad meer behoorende, heeft men het hier rnaar'aangeftipt, ten bewyze hoe Heer Adolf fteeds yverig was om alle gelegenheden te baat te nemen, die ftrekken konden om den welvaard zyner Onderzaten te vermeerderen. Na dat de Deenfche .^Koning en Koningin acht dagen lang op Zandenburg getoeft hadden»  C 44 ) den, en daar Vorstlyk onthaald waren, heeft Heer Adolf die Hooge Standsperfoonen naar Mechelen by de Vrouwe Gouvernante der Nederlanden begeleid. Vrouwe Anna van Bergen vermeerderde haar gedacht wederom met een Dochter, waar van zy op Zandenburg beviel op Dingsdag den 3 JSfovember 1523, tusfchen zeeven en acht uuren des avonds, welke, Heer Adolf Jacoba deedt noemen, hebbende tot Dqopgetuigen Hendrik vauBonrgonje en Anna van Bonrgonje, Broeder en Suster der Jongeborene cn Vrouwe Jacoba van Croy, Vromve van Grimbergen . Nog in dit zelfde jaar, zoo wel als het volgende 1524, gaf Heer Adolf als Admiraal, Bedelbrieven tegen de Franfchen als 's Keizers Vyanden, wyl het Oorlog met die Kroon nog voortduurde, en de Koopvaart zoo wel als de Haringvisfchery gedumïgontrust werden; buiten en behalven dat die Heer te Vere diverfche Oorlog-Schepen deedt uitrusten, die tot Convoy, voor al van de Haring-vaart, dienen moesten, dan dit alles baarde groote kosten, die 4§9 Veerfchén Heer zeker niet gereed uit's Keizers kas zullen vergoed zyn, althans men vmdt, dat Hy diverfche van zyne Domeinen te dezer tyd met Renten voor opgenomene penningen bezwaard hebbe. Ia  (45) In hét volgende jaar bekleedde Heer Adolf «ene kostbare Arabasfade van wegen de Keizer aan het Hof van Engeland, waar Hy nevenü den Prsefident van den Grooten Raad en andere groote Heeren, een Beftand met Frankryk hielp fluiten, in het welk de Haringvisfchery midlerwyl vry verklaard werdt \(u) • Dan die onlusten waren niet gepasfeerd of de Zee-vaart in 't algemeen had veel daar by geleden. Een Vrybuiter van Middelburg twee Schotfche Schepen genomen hebbende, heeft Heer Adolf de eigenaars van dien beloofd voor alle fchade desaangaande te :zullen bevryden. De zelfde Heer moestal wederom ten jare' 1526 zyne Domeinen bezwaren met Renten voor opgenomene Capitalen; een blyk dat deszelfs uitgaven zyne mkomften te boven gingen; het geen niet te verwonderen is: eene prachtige le> venswyZe, Het bekleeden van hooge Ambten en luisterryke Commisficn, daar de Keizer niet gewoon was groote inkomften aan te hechten,' rnoest het fterkfte vermogen verzwakken; dan evengemelde Vorst wist het geheim om zyne Hovelingen met Hoop te voeden: Hy fchonk Heer Adolf zeker Eiland, dat ware het al te vinden, den Keizer zoo min als hem toebehoorde; om dit te zoeken werden te Vere in («O Vaderl. Hift. IV D. bl. 451.  C40 tgz? twee kostbare Schepen uitgerust, daar ze* kere Herri, een Verenaar, het bevel over hadt; zydeeden een vruchtelooze reize, het bedoelde Eiland is nog te zoeken, doch zy hadden zich elders met Koopwaaren geladen (y). Het was den 13 Juh des zelfden jaars j dat oaze Adolf als Heer van Vlisfingen ContracT: floot, met den Abt van Middelburg en de Regeering dier Stad, in naam der gemeene Ge-erfden vanlValcheren^ over het onderhoud der Zee-Werken te Vlisfingen. Het lichten van geld bleef al voortgaan, dat te meer noodig zal geweest zyn, daar Heer Adolf als Kaptein Generaal van Zeeland last van de Landvoogdesfe kreeg in 1528, knechten aan te nemen, Oorlogfchepen uit te rusten, en Sterkten te ftichten voor al in Walcheren, Vorderende daar toe van de Staten veertig duizend ponden van veertig grooten, doch men kon maar vier en twintig duizend, en die nog maar alleen onder zekere voorwaarde toegeilaan krygen (vj). Moest Walcheren tegen Vyandlyken aanval verzekerd worden, is het te denken, dat Heer Adolf zyne Stad Vere niet vergat, daar was men Zeer yverig met Gcfchut en Ammunitie op de posten te voeren en alles in zoo een ftaat te brengen of de Vyand daadlyk moest (» Reigersb. IT D. W. 4:7. Ibid bl. 41^-434.  t 47 ) moest afgeweerd worden, dan dit moest de ai* me Burger méést bekostigen, wyi by Burgemeesters Scepenen ende Gemeentebeïlotm werdt, " dat men totten fortificatie be hoef ontkenen ende employeren zoude alle de penningen der kercken ende dés commuyns die zy alle maenden heffen vut myns heeren bier-excys." Vrouwe Anna van Bergen, die federt 1523' opgehouden hadt haren Gemaal met kinderen te verryken, bragt den 29 Mei des jaars 1529 nog eene Dochter ter Waereld Anthonia genaamd; haar Doopgetuigen zyn geweest An* thony van Bergen Abt van St. Bertin, en An* thony van Bergen Heer van Walhaim, Broeder van gemelde Vrouwe Anna; korts daar aan door den Keizer verklaard, te zyn Gr ave van Walhaim en Marquis van Bergen. Men weet hoe dit jaar de Vrede, tusfchen Keizer Karei den V en den Koning Francois den I, te Cameryck gefloten werdt, door twee Vorftinnen margareta van valoys Hertoginne van Angoleme, en margarita v;an oostenryk Douariere van Sa' voyen, welke wederzyds vanveel Grooten ver* zeld waren: onder die welke de Vrouwe Gouvernante der Nederlanden, en Moeije des Keizers met raad byftond en den luister van haar Stoet hielp vergrooten, was onze Heer Adolf  Z 48 ) &3oïf (x); een Eer die hem geen rykdornmaaf groote kosten zal hebben aangebragt, dan een Hoveling moet zich des getroosten > en zoekt het geen hy uit eigen inkomen daar toe niet aanfchaffen kan, by leeningen goed te maken: Saar de Voorouderlyke goederen eerst ver* pand, naderhand voor verkocht moeten worden , 't gene men zien zal het geval van dezes zyn Zoons boedel geworden is.- Ten dien tyde begon het Schemerlicht der Hervorming in de Kerfe-leer, en haar Eer-* dienst, ook te Vere door te breken; dit is reeds elders wydloopig geboekt (y) j en wordt hier ienkel aartgeftipt,om dat die omwenteling onder Heer Adolfs beftuur aanvang nam, en den zeiven als' een' yverigen Roomschgezinden zeer gefmert moet hebben : Wie weet of zyn Leermeester de groote Erasmus niet reeds de eerfte zaaden daar van hier geftrooid hebbe; dan dé fleeds toenemende Koophandel en Zee-vaart kan die uit het nabuurig Düitschland ook hebben overgebragt: hoe hetzy de Veerfche Magiftraat mangelde het niet aan wille om de zoogenaamde Ketters heftig aan te tasten en te vervolgen; waar door zy zich zeiven zoo wel als hunnen Heer ten Hove moesten zuiveren van den (r") Reigersb. II D. bl. 42 ï. (?) J. yap lyeren llist. Redenv. bi- 11. et vo'gg.  (49J den blaam, of dié nieuwe gevoelens hier \vet< den geduld, en ongeftraft toegelaten. Het lichten van penningen om Heer Adolfs onvermydlyke uitgaven goed te maken, ging gefbdig voort, en dit telkens uit Stads Registers en Rekeningen te bewyzen, zoude zoo lastig als vervelend zyn ; genoeg dat men, met zulks nu en dan aan te halen, ten oogmerk heeft, om naderhand zich niet te verwonderen, hoe het geweldig vermoogen van 't Borsfelfche Huis allengs is afgenomen, en door de Bourgondifche Stam geheel verteert, en tot niet gebragt. Het was ten jare 1530 of 1531 dat Heer Adolf het genoegen hadt zyne jongfte Dochter, offchoon nog maar veertien of vyftien jaren oud, uit te huwlyken aan Jakob Gr ave van Hoorn; dit moest weder met al de pracht en toeftel verzei d wezen, diemendezeEchtelingen na hun hooge geboorte meende verfchuldigd te zyn; dan de kosten daar van kwamen op de Onderzaten: De Stad Vere fchonk hunnen Heer daar toe zes Duizend gulden, behalven otl 22 : 7 : 8 Vis. voor een Maaltyd, ter dier gelegenheid op 't Stadhuis gegeven.- Daar werden haast tot nocdigerzaken groote geld fommen vereischt, eene geweldige Storm uit den N. W. brak den Dyk benoorden Vere cp twee plaatfen docr; het zelve onheil D ge-  1 5° > gebeurde aan Duiveland. De wakkerheid m het goed beleid van Heer Adolf herftelde het een en ander al ras: Walcheren werdt weinig dagen na zyn inbraak weder gefloten en Duiveland in Hooimaand 1531 (z). Dit zal den armen Landman bitter gevallen zyn, een Watervloed, die Schuuren vol granen trof,en het Land met een'zouten Stroom bedekte, waarvan' veel jaren geeiïryke Oogst in te wachten was; daar echter meer Lasten van ftonden opgebragt te worden, wilden het herdyken plaats hebben; daar lastige beden van dón Oppervorst de.i Lands de een op de andere bykwamen; dit alles kon niet opwegen aan den troost en het genoegen van Heer Adolf zoo kundigalsyverig te zien, om zyne Onderzaten van die rampen te bcvryden, in hunne bezittingen op nieuws door fterkerZee-weeren dan voorheen te voorzien : Het is een Zegen wanneer een Land Regenten heeft die zoowel de middelen als kundigheid en-eerlykheid bezitten, om.in voorkomende nooden de heilzaamfte befluiten te nemen \ doch hoo het zy de buidelder Gemeente, moet den Last dragen. Vrouw Anna van Bourgondien, die wy zoo even zagen dat zich met een Graaf van Hoorn in Huwlyk begaf,' moet die vreugd kort ge* fmaakt, O) Reigersb» II r. bl. 4:7~43°*  C5i 3 fmaakt, en het verlies van haren Gemaal raë vergeten hebben, alzoo zy in Juni 153e zicli andermaal in Huwlyk begaf met Heer Jan vatl Hennin Lietaert , den eerften Gr ave vari Bos/u, Ridder van 't gulden Vlies, Opper-StaJmeester van Keizer Karei den V, iviens Wapen-Schild was degiteules , a la bande d'or (a). Dit gefchiedde weder niet dan met uitbandige .Feesten (b) , welke den Last der Gemeente niet -zullen verminderd hebben, offchoon deswege, zoo min als dat daar toe een nieuwe gift van Stads Wege is gedaan, geené byzondere aan-; teekeningen voor handen zyn. Een bitter ongeluk op deze vreugd, trof Heer Adolf dit zelfde jaar, "wanneer zyn Zoon Hendrik van Bourgondien, die in geztlfehap van Heer Reynoutvan Chalon, Prins van- Cranga en Gr ave van Nasfau, eene reize door OppcrBourgöndien deedt, in meening zynde het Spaaanfche Ryk te gaan bezien, fchielyk door eene ziekte werdt aangetast en overleedt. . Daar kwam by dat andermaal, door eenen hoogen Vloed den 2 November 1532 voorgevallen, Duiveland is ingevloeid; dan ook door de zorgen, moeite, vlyt en kosten door Heer Adolf daar toe aangewend, het zelve Land ras het (j) De Roj.t'c, Neder!. Her. b.\ 321» O) Reigersb. ih D. bl. 4,^. D i  (50 het hoofd boven de golven ftak. De gedüurigd tegenwoordigheid van dezen Heer werdt daar toe völftrekt vereischt, vermits de Dyk-breuken te groot fchenen om geheeld te konnen worden, en andere Heeren liever zouden verkoren hebben hun Land een prooi der Zee te laten, dan hun geldmiddelen aan zoo hooploozen werk te fpillen: Dus dacht Heer Adolf niet, zyne pogingen hadden eenen gewenschten uitkomst, zoo dat Hy naar gedaan werk, met zegeningen der Duivelanders overladen, te Vere als in Triumph te rug keerde (b). Heer Adolf kreeg kort na zyne terugkomst op Zandenburg het genoegen, eenblyk der genegenheid der Onderzaten jegens hunnen Heer te ontfangen, door dien de Visfchers van Brouwershaven hem eenen vreemden Vischbragten, door hun gevangen, van datfoort, 't welk in later tyd beter bekend,doch hier eenig was, welke men Zvjaard-Visfchen noemt; de gedaante van welke (waarfchynlyk in Schildery gebragt door den vermaarden Jan de Mabuze) te Zandenburg lang te zien is geweest (c). Ik twyffele of de beraamde Zee-tocht tegen de Oosterlingen, zoo ter afbreuk van dezelvcn als ter befchermingder Koopvaardy en Visfcberyen dezer Landen in 1533 beraamd, (waar . - ■ 1 in (b~) Reigersb. II D, II. 442, 444. (V) Ibid, bl. 444.  C 53 ) in de Landvoogdes zich weinig naar 't genoegen van 's Lands Staten fchikte , en onder anderen op het aanhouden van Holland eenen byzonderen Admiraal moest aanfleiien Gerard var Merker e , die Zee-voogd van Vlaanderen was;) niet wel ongenoegen aan Heer Adolf zal te wege gebragt hebben, en dat men daar inde oorzaak moetzoeken, waarom de ZeeuwfcheStcden weigerig waren 's KeizersGefchutdaar toe te laten volgen, en men Holland, dat Heer Adolf als hunnen Admiraal nietbegeerde, alleen met den last des Krygs tegens de Lubeckers gezogt hoeft te belasten. Heer Adolf kon ligt zich onledig houden met de herdyking en bezorging zyner ondergevloeide Landen, huishoudlyk beduur en het onthalen van aanzienlyke gasten , als waar van de Stad Vere zelve den last dikwils meest helpen dragen, gelyk men nog in 1533 in Stads Rekening vindt "Betaeldttotherick ftoopsvoor de maeltyt die de Stadt fchonck mynen heer van Bosfu; daer waeren by myn heer van Beueren, mynen heer van Bueren, mynen heere van Ysfelfteyn en anderen met die van der Wet o€ vlij : Schell. vij." Ook fcheendie Staatsman by ondervindig geleerd te hebben, datde gunst en befcherming van den Vorst des Lands niet genoeg is om gelukkig te wezen; dat de Hoveling zyne gedieritighedea 9 3 totoi  (54) • nimmer verder üitftrekken moet, dan zonder krenken van des Volks voorrechten en het belang van 't Gemeenebest gefchieden kan. Hadt Hy ki den Oorlog met de Lubeckcrs 's Vorsten oogmerken meer dan het verlangen des Volks dienftig geweest, wel haast deedt zich gelegenheid op van die dwaling terug te keeren ; eene geftremde invoer van Graanen uit de Oost-Zee, deedt in 1535 het Hof befluiten, om onder voorwendfel van een gebrek voor te komen allen uitvoer te verbieden: doch het eigenlyk oogmerk was, om een Verlof-geld van uitgaande Waarengeheven, onlangs op de dringendfte begeerte der Staten afgefchaft, weder in te voeren; dit was de rechte gelegenheid van onzen Heer om de gunst der Hollanderen te her, winnen. Hy ten Hove zynde, yverde nevens andere Grooten des Lands voor het belang des Koophandels ;zy bereikten hunne oogmerken, het verbod werdt vernietigd, en dus was een lastig en kostbaar onderzoek, wat al uitgevoerd v/erdtgeheel onnoödig(X). In 't jaar 1536 hadt Heer Adolf gelegenheid op nieuws zyn Ambt d:> Admiraal uit teceffenen: Hy moest met veertig Schepen, te Vere toegerust, en vier duizend Landknechtcn, op bevel des Keizers, Koppenhagen van uen zwaar beleg gaan bevryden, en bc- (d~) Register van Mr. Aert van der Goes, IID. bi. 462,  C55') beflisfen wie de Deenfche Kroon dragen Zoude; dan het gefchil met Holland, dat even ftyf by zynen eisch bleef,van eenen eigenen Admiraal te willen hebben, en het Oorlog dat te dezer tyd met den Hertog van Gelderland ontftondt, deedt dezen voorgenomen tocht eerst vertragen en eindlyk geheel te tfiêt loopen (e). Daar de kosten hier toe vereischt. lastige Beden hadden gevorderd, en dus de Landzaten de Staatkundige oogmerken met hunne middelen hadden moeten fterken, kon zoo een zware uitrusting vruchtloos gedaan, veel misnoegen en opzien by de Gemeente veroorzaken"; men wilde dan toonen dat deze Vloot ook andere Vyanden dan de Oosterlingen konde bevechten. Een nieuwe Oorlog met Vrankryk ontdaan, deedt het befluit nemen, om de Zee-macht op welke de voorver haalde 4000 man Landtroupen (die 's Keizers Heerfchappy eerst met Groningen en Drenthe hadde helpen vergrooten, en daarom niet eerder Zee-waards konden trekken) werden ingefcheept: Heer Adolf met Heer Reynout van Br ederode namen het bevel aan, en ftaken af; dan konden door tegenwinden de ruiine Zee niet bereiken, wagtten te vergeesfs naar eenen gnnftigen keer | een hevige ftorm Melde hun voornemen verder te (O Vadïri. Hift. V D- bl. 10Ö—111. D4  (55) fa leur: de naderende Winter benam alle hoop van een gelukkigen uitflag, xvaar om op Hoog bevel deze Vloot onttaakeld werdt, de Knechten afgedankt; en het gefchut hier toe gediend hebbende, welke den Hollandcren ontnomen was, werdt op Last der Landvoogdes te rug gegeven (f). De Zeeuwfche Kapers deden door de beftclbrieven van hunnen Heer Adolf, hunnen Admiraal, merklyken afbreuk aan de Franfche Koop-vaart $ een Esquader van zulke Vry-buiters, die zich onder 't bevel van Gerard van Merkere gefteld hadden, bragt te Veie een prys op wel vyfrig Duizend gulden waardig (g). Daar de Haring-Visfchery van 's Keizers en Frankryks wege vry was verklaard, wilde men even als in onze dagen de Koopvaardy-Vlooien convoy verleendt hebben, en ook in Holland de Kaapvaart begunftigen: de twist der Hollandfchen over het Admiraalfchap, dat zy over hun gewest in Heer Adolf niet erkennen wilden, was die goede voornemens zeer hinderlyk, en deden dezelve ook geheel te niet |oopen (h). Ten jare 1537 hadt Heer Adolf het genoegen, voor zyne Stadt Vere, een Rechtsgeding by (ƒ) Vaderl. FM. V D. bl. 121. CO Ibid bl. 129. (h) Vaderl.' tlift. V D. bl. 12.9 en i2o.  ( 57 ) bx den Hoogen Raad te Mechelen tegen de Stad Middelburg, ten zynen voordeele te zien uitwyzen: zie hier wat deswegen in Stads Rekening ontmoet wordt. '" Betaelt die boode die de goede tydinge brachte, dat het proces gewonnen was, dat daer ftondtin denhooghen Raedt tusfchen mynen heere van Beiieren van zynder Stadt van der Vere, ende die van Middelburgh , roerende, dat die van Middelburgh wilden fuftineren, dat zy nyet arreftabel waeren binnen der Vere: "op ten xxvij dach January— de Somme van . . . vj Schell. viij gr." Een blyk hoe deze Heer zyne Onderzaten ook wist te befchutten, en zyn gezach en naam veil hadt, om hen in zaken waar Hy meende datzy het goede Recht op hunne zyde hadden, voor te ftaan en te befehermen; iets dat de gedachtenis van Heer Adolf veel Eer aandoet, en altoos ten voorbedde by groote Heeren diende genomen te worden, Was het vangen en fpannen van Lieden die de hervormde Leer toegedaan waren, hier ter Steede voortgegaan, zoo was de yver der Wet nog die van hunnen Heer niet toereikende om door vervolgingen het Euangelie-Licht, dat meer en meer ter kimmen opkwam, te verdooven. Dit jaar 153^ waren weder eenigen daar van berucht, op Zandenburg gevangen, als uit den volgenden post der Stads D 5 Re>-  (58) Rekening zeer duidlyk blykt; " betaelt Mr, Aneclmus den burchmcestcr om te rcyfen na Mechelen ij reyfen, vutfaecke van fekerLtttheróne die hier op 't hof waere genange -*r vj oe, Dan dit zal Heer Adolf minder kommer aange> bragt hebben, dan zyn geduurige twist met Holland, over het Admiraalfchap, dieniet alleen bleef voortdüuren, maar zich nu ais in vollen gloed bevondt. Zyn party kende hem geenszins bevoegd om vrygelcy-brieven ten zynen voordeele te mogen verkoopen,en de Visfchery in 't gemeen, byzonder de Haringvaart naar willekeur te fchatten. Heer Adolf beweerde dit Recht te {leunen op den Lastbrief zyne Voorzaten in 't jaar 1487 gegeven: De Staten daar en tegen, dat zy niet onder den Admiraal, maar allen onder den Stadhouder en Kaaden Honden. Wie meer redenen ter wederzyden bygebragt, begeert te weten, en wat de uitflag van dit hoogloopig gefchii was, kan elders te recht komen (i). Heer Adolf een Lid des Raads van Staten zynde, was dit jaar de Koninginne Regentesfe der Nederlanden, zeer behulpfaam met raad en byitand tegens de oproerige Gentenaars; een Weetgierige kan ook daar van by een ander Schry- (1) Vaderl. FM. V D. Wi 140, en nog beter in 't feegister.san Mr.Aertvan dcrGces II D.bl. 545 »S46» «57. 555.  (39) Schryver veel byzonderheden geboekt vin» den (k). Een Veerfche Vrybuiter Frans Bomen ten jare 1538 in Zee.gezeild met een oude heude eh 28 man, bragt wel haast een Fransch wel toegerust Oorlogs-Galjoenmet 72 koppen bemand te Vere; met zynen prys tot eenen anderen Zeetocht toegerust, deedt hy vyftien Schepen de Vlag ftryken : zoo veel voorfpoed bragt hem tot hoogmoed; hy werdt een Zeeroover en als zoodanig te Bremen geëxecuteerd (l). Het Oorlog met Frankryk was niet ge-eindigd of de Paus wist den Keizer te belezen eenen tocht op Conftantinopolen te ondernemen, om den Turkfchen Sultan, op eenmaal, door het bemachtigen zyner Hoofdplaats, uit deszelfs zetel te bonfen. De Schoonzoon van Heer Adolf Jan van Hennin, Heer van Bosfu enz: kwam uit Spanje met den last om eene menigte van Schepen in deze Landen tot die onderneming in gereedheid te brengen; Heer Adolf deedt te Vere, hier toe vier en veertig Hollandfche Hulken toereeden; die ten deele bemannende met Ieegloopers en kwaaddoeners die op KeizerJyk be- (*) Memoires de Jcan d'Hodande, in de Anelefta Belgk» Van Hoytick van Papendrecht, Pars III. p. 312. £p Reigersb, II D. bl. 46*.  (6o) bevel alomme werden opgenomen, en op deze Vloot geplaatst. In Spanje zoude deze Armade zich met die der Spaanfche Monarchie vereenigen;,men ftevende derwaards, terwyl de Pleervan Bosfu, met Heer Gerrit van Asfetidelft, Prefident desHofsvan Holland en Zeeland, en de Veerfche Bailliu Dom inicus van een Nieuwenboven, zjch naar Amfterdam begaven om daar een ander Vloot-deel in Zee te brengen; dat van daar in Duim zeilde, terwyl Heer Adolf met nog eenige ten Oorlog toegeruste Schepen gereed was om zich daar by te voegen, en, als Admiraal, het gebied over alles aan te nemen; maar een tegen bevel deedt die groote onderneming in rook verdwynen; de opftand der Gentenaars die recht ernftig werdt, de verandering in Gelderland voorgevallen, en het toenemen der zulken die der Lcere van Calvin en Lutber waren toegedaan, deden den Keizer wyslyk van dat grootsch ontwerp afzien, terwyl ondertusfehen met de onmeetiyke kosten, daar aan verfpiid, de arme Onderdanen belast bleven. Inmiddels dat al dit toerusten in Zeeland in 1539 pkats badt, en het meerendeelder Vloot te Arnemuiden naar den wind toefde, viel de Schepelingen of liever de Scheepshoofden de Eer toe, van Heer Adolf, nevens zyn Zoon Maximiliaan, en Schoonzoon den Heer van Bos-  (6i ) Bosfu, onder welkers bevelen zy wel M&t ftonden té komen, met veel booten en klein Vaartuig heerlyk toegerust, van Vere af te halen, en te Arnemuiden in het Schuttershoi te vergasten : Heer Adolf wilde hier aan niet fchuldig blyven; want des anderendaags op gelyke triumphante wyze te Vere te rug gebragt, onthaalde hy die Scheepsbevelhebbers en hunne gezellen niet minder op zyn Huis van Zandenburg (m). De Schotfche Natie deedt om dezen tyddert Koophandel te Vere zeer toenemen, men vreesde of zy niet wel elders zich zouden nederzetten; omzulks te verhoeden, kon de Koning van Schotland het meest toebrengen: Heer Adolf zondt dan derwaards in gezantfchap zynen Kamerlink Glaude dé Roulet met zeker berichtfchrift, hoe in dezen voor het belang van zynen . Heer en deszelfs Stad Vere best te handelen; wordende hem voor kosten van deze reize, vtth myns heeren en Stads wege gegeven twee honderd goude kroonen, die elk' veertig Huivers in den cours deden. Het uitrusten van zoo machtige Vloot, za! buiten het geen de Keizer, door zwaare beden onderfteund, hier toe aanfcksfte, ook den Admiraal, onzen Heer Adolf in machtige geld- r» Keïgenb, II bl. \G man, w?LsAncelmusLubbertz. Welke men van het jaar 1524tot 1538, meest jaarlyks onder de Magiftraats-Leden van Vere gemeld vindt, en die meermalen de Burgemeesterlykc waardigheid heeft bekleed. Joris van Waelscappel was Rentmeester Generaal van dezen Veerfchen Heer; men vindt hem mede van 't jaar i$z6 tot 1539 als eender IMagiftraats-perfoonen gemeld, die insgelyk meermalen Burgemeester is geweest. Tot Kamerling hadt Heer Adolf GlaudeRoulet, denzelfden, dien wy verhaald hebben, dat als Gezant van dezen Heer naar Schotland is geweest. De bekende Jafon a Pratis,die zoo even vermeld werdt, was Opper-Geneesheer aan dit Hof, en de Stad Vere ; was van Zierickzee geboortig en is in 't jaar 1558 overleden ; zyne geleerde Schriften heeft de Keera'd la Rue in zyn Gelet* terd Zeeland geboekt. Jativ-eti Mabs'jzó was onder deze Regeering E 2 zoo.  ( 68 ) zoo wel als die van Heer Maximiliaan, dewelke ftaat te volgen, Hof-Schilder: den roem in die kunst by denzelven verworven,en welke Stukken van naam door hem vervaardigd zyn, zal men hier niet ophalen, kunnende die beter in het Schilderboek van Karei van Mander nagezien worden. Eindelyk Heer Jan Friaarts, Kanonnink van Vere, was Hof-Cappellaan: deze is in 't jaar 1543 reecls overleden; wie zyn opvolger is geweest blykt niet. Wat de perfoneele hoedanigheden van Heer Adolf betreffen, daar van vindt men niets aangeteekend; Eenen Krygsman, Hoveling en Staatsdienaar weet men in 't algemeen wat voor deugden en gebreken aankleven, die ook dezen Heer al zullen bezield hebben: op zyne kuisheid valt niet te roemen ; wyl een Bastard Zoon (als reeds vermeld is) van henï achterbleef, dan wiens Moeder my nergens is voorgekomen. ' Zeeland heeft in 't algemeen veel verplichting aan dezen Heer gehad; door zyne oplettendheid , kundigheid, zorgen en cnvermoeiden yver, werden ftraks ondergevloeide Landen weder beverscht,en met Dyken tegen de Zee befchut; en de Onderzaten zyner Heerlykheden in dit Gewest, zullen hem hartlyk betreurd hebben, hoewel Hy hunne lasten niet verminderde, en hen rvklvk deedt deelen in zyne Geld-    C°9 ) fpillingen; zoo vonden zy doch in Hem, eenen Heer, altoos gewillig, en bereid om de zynen met raad en al zyn vermoogen,zoo ten Hove als elders voorteftaan, en hun belangen te bevorderen: Hy wase|nyverigvoorftanderderRoomfche Kerk-leerf en onverbidlyk omtrent da zoogenaamde Ketters; daar zyn Bastard, de Heer van Fontes, terwyl die het Bailliufchap van Vere bekleedde, zynen Vader nog in heeft Overtroffen. Het Wapen-Schild van Heer Adolf was zoo als 't hier in Plaat word opgegeven, en dat zyner Gemaiinne Anna van Bergen, is reeds in de befchryving der Borsfelfche Heeren bl. 132 te vinden; het eerfte, zonder eenige By-cieraden, in de Glazen der Raadzaal te Vere voor handen, is waarfchynlyk door den tyd,door hagelflag als anderszins tot daar toe gefchonden, zoo enkel overgebleven; terwyl het immers denklyk is, dat zulks met de Ridder-Orde des Gulden Vlies, openen Helm, Tenanten en andere teekenen van Hoogen Adel, als ook meteen byfchrift zal zyn voorzien geweest. E 3 j UXZXi  MAXIMILIAAN* ^ViTaximiliaan van Bourgondien, de laatfte uit dat Huis welke Vere als een eigendom en Heerlykheid bezat, is te Bergen op den Zoom den 3 Juli in 't jaar 1514geboren, gelyk men hier voren reeds bl. 33 verhaald heeft, ook wiezyn Doopgetuigen waren; van zyn kindsheid of opvoeding is niets aangeteckend: mendenke, dat die pasfende zyner hooge geboorte, Vorstlyke Maagcn, en na het overlyden zynes ouderen Broeder Filips, overeenkomftig den Erfgenaam van zoo veele aanzienlyke goederen, zal geweest zyn, en men dus hem al vroeg gevormd hebbe tot die groote Rol die hem voorbereid was, dan die weinig duurzaamheid ftondt te hebben: wy zuilen dus terftond hem in manJykc jaren ten tonneele voeren. Zyne Groot-Moeder Vrouwe Anna van Borsfele, maar in 't jaar 1518 geftorven zynde, is het te denken, dat die een groot deel gehad hebbe, in zyne eerfte en tederfte opvoeding. In alle Krygsoeffcningen zoo te Water als te Lande volleerd zynde, zien wy hem eerst in 't jaar 1536 het beleg vtn Per ome in Picar* dien, onder het Opperbevel van Heer Hendrik Gr ave van Nasfau bywoonen. Hy vergezelde zynen Heer Vader in het be- zich-  zï.chtigen der Scheeps-Armade te Arnemuiden in 't jaar 1539, en de festiviteiten die daar by plaats hadden, ais hier voren bl. Cl is verhaald. In dat zelfde jaar was hy ook onder de rcencn, die zyn Heer Vader aanfteide tot hetrcgeeren van deszelfs goederen, wanneer die gereed ftondt eene tocht naar Spanje en vervolgens paar Conftantinopolen te ondernemen; ofwel dat deszelfs zaken inzoodcerlyk verval waren, dat die door wyze'n raad en overleg, morsten ftaande gehouden worden. Het volgend jaar 1.-740, verzelde Heer Maximiliaan ook zynen Heer Vader, wanneer die Keizer Karei den V uit Vlaanderen in Walcheren geleide, en van daardoor de Zeeuwfche Eilanden in Holland voerde ;men vindt hem ,voor liet overlyden van Heer Adolf reeds Heer van To'urnchcm en Admiraal genoemd; het laatfte zal te verftaan zyn, dat hy onder 't Opperbeftuur van zynen Heer Vader, door den Keizer reeds als Onder- of /^-Admiraal wasaangefteld. Zoo dra ve-rftondt de Keizer het overlyden van Heer Adolf niet, of hy ontboodt Heer Maximiliaan in't Graaffchap Namen by zich, gereed zynde naar Duitschland te trekken, en 'droeg aan hem op de waardigheid van Admifaal ca Gcxcraal Ccptein van der Zee. Der E 4 $,W  (ZO Keizer wist hoe Ioftyk de Vader deze waardigheid hadt bekleed, en Melde geen minder vertrouwen in de kunde en dapperheid van den Zoon. Den 7 Februari 1541, deedt Hy zich te Vlislingen als Heer huldigen, gelyk den laatften Januari 1542 binnen Vere gefchiedde, welk laatfte zeer waarfchynlykniet eer is gebeurd, omdat Vrouwe Anna van Bergen geduurende haar leven , Vere als haar eigen goed toegewezen was , en deze haren Gemaal al ras m het graf gevolgd zynde, was Heer Maximiliaan terftond bedacht zich ook hier als Heer te doen erkennen. De blydfchap en vreugde te dier tyd bedreven waren buiten gemeen ; men ftrooide goud en zilver geld van den Stadhuize, en liet den Wyn loopen ; in 'tkart, het bleek dat Heer Maximiliaan van zyne Onderzaten met veel toegenegenheid ontfangen werdt; misfchien hoopten zy opeen zuiniger levensvyys, endaar door vermindering van Lasten, dan zy bedrogen zich, het is juist deze Heer geweest die het overige verflondt, en zyne Onderzaten zoo wel als zich zei ven ten gronde toe uitputte. De Huldiging te Vere volbragt zynde, toog hy in zyne overige Steden en Heerlykheden om ook daar erkend te worden; voorts was hy bedacht om door een wettig Huwlyk zyn aanzienlyk gedacht voort te planten-j Hy vondt een  lp) een Jonkvrouwe van de eerfte en aanzienlykfte, Huizen van Nederland, in Louife ds Croy, Dochter des Hertogen van Aarfchot, met welke hy den ioMei 1542 te Brusfelzich in denEcht verbondt, en dezelve tcrftond te Vere en op Zandenburg bragt, daar dit jong en Doorluchtig paar met uitbandige vreugd werdt ingehaald, die van veele kostbare Maaltyden, Tournoijen of Steekfpelen gevolgd werdt, waar-toe veele vreemde aanzienlyke Gasten waren genoodigd, die met hun bywezen den luister,pracht en kosten niet weinig zullen vermeerderd hebben. De Bruiloft op het Stadhuis te Vere gehouden zynde, koste alleen °€ 7$: 10 : 3: Vis, dat na de waarde der Muntfpecien van dien tyd, een overprachtige Maaityd moet geweest zyn. Kort hier na wilde Heer Maximiliaan zyne Vlisfingfche Onderzaten het genoegen gunnen, deszelfs Gemaiinne als hunne Vrouw te zien en eerbiedigen: Zy werdt daar op den 11 Juni deszelfden jaars Heerlyk ontfangen, en van Stads wege befchonken met twaalf groote zilveren Kroezen met dekfels, wegende te famen 24 mark Zilvers, en boven dien met een aam Rynfchen Wyn (p). De Kryg met Frankryk en Denemarken pp nieuws GO Smallegange bl. 555. E ê  C-4) nieuws ontftoken zynde, hadt de Landvoogdes reeds by eene Misfive van 24 Maart 1541 de Veerfche Regcering kennisgegeven, dat hier en daar Schepen werden uitgerust, welker beftemming haar onbekend zynde, zy in vrees v/as of die niet tegen haar Broeders Landen en Steden ftonden gebruikt te worden, gebiedende goede wacht te houden enz. Het gebeurde nu op den 11 July 1542, dat een Deensch Schip met veertig koppen zich in het Vecrgat waagde, en door tegenwind belet werdt weder in Zee te fielten; zoo dra Heer Maximiliaan des kondfehap kreeg, deedt die terkond vier Vis-booten met genocgfaam gefchut en manfehap voorzien, daar op afftcken, die bet ras tc Vere opbrachten, waar het bleek dat dit Schip de Gclderfche Jonkvrouwe was genaamd , geen befte! brieven h adt, en voornemens was, om het geer. ter verdediging van Walcheren was te werk gefteld, te befpieden, waarom de gehèele Equipagie met het Zwaard werden gerecht, en benoorden Vere op raderen gefield (g). Dit zelfde genomen Schip deedt Heer Maximiliaan ten Oorlog toerusten, en ftelde 'er Jan in de Gans van Arnemuiden tot Bevelhebber op, welke daar mede verfcheide Fran- fche CO Reigersb. II D. U. 463 en 465,  C 75 ) fche pryzen maakte en die te Vere opbragt. Nog dit zelfde jaar werdt Vere in vollen ftaat van Defenfie gebragt, daar toe geen geringe kosten noodig waren, die zoo wel ter behoudenis van Walcheren in 't gemeen als van deze Stad in het byzonder befteed werden, waarom men overeenkwam, dat van wege den Keizer hiertoe een Duizend gulden, van'wege den Heer gelyke Duizend guldens , en door de Gemeente ook zoo veel zoude gecontribueerd worden. Heer Maximiliaan in Augustus 1542 ten Hove zynde, deedt van daar de Staten van Holland openinge doen op wat voet de Haring-Visfchery zoude mogen gedreven worden. De Prins van Orange toenmaals Stadhouder van Holland, fchecn met Heer Maximiliaan , over het gebied dat de Admiraal eischte, zich niet te konnen vereenigen, ftyfde de Hollanders in hun gevoelen, waanende den Heer van Beveren te zullen kunnen wederftaan, en in het Recht te zyn, van zelf Beftelbrieven te kunnen uitgeven (r). Men zoude hier kunnen melden, hoe in O6I0ber van dit zelfde jaar de Staten van Zeeland te Leuven befchreven, daar confent droegen om tot den Oorlog met Frankryk op te brengen tien (V) Register van Mr. Aert van derGoes, ID. II St. W. 663 en 669.  ( 76) tien Duizend gulden, waarin Vere zyn aandeel weigerde, wyl hunne Heer daar in niet bewilligd hadt; dan by arresten gyzelingin't jaar 1544 'IS gedwongen geworden; het geen hier ter loops aangeftipt is, om dat het tot de byzondere Gefchiedenis dejrStad behoort; doch evenwel doet zien, hoe onze Heer offchooneen Hoveling en Amptenaar, echter zich wagen durfde, een Bede af teflaan, die hem moet voorgekomen zyn onredelyk en buiten noodzaak gefchied. In Mei des jaars 1543, deedt Heer Maximiliaan, onder zyn bevel en opzicht, te Vere zes Schepen van Oorlog toerusten; Gerrkvan Mekeren en Jan in dc Gans waren de voornaamfte hoofden, en waren Vry-buiters met Bedelbrieven van onzen lieer voorzien; in Zee zynde, voegden zich daar nog drie Schepen van Middelburg by, onder bevel van den Rentmeester Bewestenfchelde, Jonker Jeronimus Sandelyn , deze deedcnte famen de Rivier Garonne aan, maakten de Franfche Vloot aldaar reddeloos, verbrandden veeleSchepen met Wynen vanBourdeaux komende, cn bragten zeventien dergelylyke te Vere op, na dat zy voor hun vertrek van daar nog eene Landing gedaan, de fchrik alomme verfpreiu, en van verfcheide Dorpen de Kerk-klokken weggenomen hadden, die Heer Maximiliaan als Zege-tee* kens t  (.77') kens by hun te rug komst zullen aangeboden' zyn (s). Die tocht was al te voorfpoedig en zeeghaftig geweest, om niet hervat te worden; nog in dat zelfde jaar ftelde Heer Maximiliaan tien wel toegeruste Schepen onder 't bevel van Gerard van Mekeren als Vicc-Admiraal, en waren de overige Bevelhebbers Jonkheer .... HammesJonkheer Andries van der Capelle; Jonkheer Adolf van Hamftee; en meer andere Zeeuwfche Edelen : in Zee komende en geen Vyanden te bevechten vindende, plonderdcn zy een klein Eiland op de Kust van Poictou uit 5 namen vier Franfche Terreneufvaarders met Visch geladen, hernamen een Spaansch Schip, en bragten die vyf pryzen te Vere op, die verbeurd en goeden buit verklaard zynde, verkocht werden (t). Men heeft te meermalen gelegenheid gehad aan te merken, hoe de Schotfche Natie boven andere te Vere bevoorrecht werdt; Heer Maximiliaan zal het belang des Koophandels te wel gekend hebben, om aan de oude verdragen deswege eenige inbreuk te doen; dan die zelfde Natie begon nu haar verkregen vryheid verder uit te ftrekken dan behoorde. De Schotfche . QO Reigersb. II D. b!. 482,  byvoegcn van den toeftel te Vere gemaakt, om evengemelde Gouvernante te ontfangen: de kosten die het der Stad aanbragt, en hoe haar Stoet en Gevolg als 't ware geheel Vere ftondt te vervullen: Dan dit behoort meer tot Stads Gefchiedenenis dan tot die van haren Heer, die zeker zyne reeds hoog loopende Schulden, door dit bezoek nog zal hebben moeten vermeerderen. . Heer Lodetvyk van Vlaanderen, Heere van Praat, zyn ontflag als Stadhouder verzocht en bekomen hebbende, hadt de Keizer nu een fchoone gelegenheid om dat langduuriggefchil : met de Hollanders over het Admiraalschap te doen eindigen, met die waardigheid op te dra- " gen aan Heer Maximiliaan, die hier mede vereerd , nu beide Land- en Zee-macht onder zyn gebied ftondt te vereenigen, dat Hem een' invloed op de pubiicque zaken moest doen krygen, welke men nóg in geen'byzonderèn Heer of Amptenaar, hoe verheven ook hadt aangemerkt, Hy moet reeds vroeg in April tot die waar' -digheid zyn benoemd, als men zoude mogen afleiden uit zyne Misfive aan den Bailliu van Vere, te zien uit de bylage T. . Met een zindelyken Staat en Gevolg toegerust vertrok Heer Maximiliaan van Vere, hadt eene voorfpoedige felle tot in 'sHnge, daar  %y- den z Mei 15-47 in zyne waardigheid vanStadhouder Sesfie nam, zoo in den Hove van Holland, als ter Rolle; Hellende aan 's Lands AdvocaatzyneCommisfie ter hand,hem hier toe van den Keizer gegeven, in het Walsch opgefteld,' wordende in den naam der Staten door denzeh ven verwelkomd , 't geen op eene Jminlyke wyze ook van Maximiliaan beantwoord werdt (z). De dood van Koning hendrik de VIII Van Engeland, bragt deze Landen, of liever den Keizer, tot vreedfamer gedachten omtrent dat Ryk, Wyl de Koningin Regentesfe by Misfive van 12 Juli 1547 aan de Veerfche Regeering bevel zondt, hetladen en losfen vanEngelfcha Schepen weder als voorheen toe te Haan. Heer Maximiliaan deedt den 7 December van dat zelfde jaar de Staten van Holland door den Heer van Asfenddft voorflaan, vier onderfcheidenepoin&en, rakende de uitgeruste Schepen van Oorlog ,ter beveiliging der Haring-Vis-' fchery en de Lasten die daar toe geheven waren, begerende van dat alles pertinente Rekeningen; dan men nam beraad, en de tyd tot het overbrengen der Rekeningen des aangaande uit dof Zee-Steden, werdt alleen bepaald (a), Dq tY) Register van Mr. Adr. van der Goes, bl. 375» («) Ibid* bl. 434-436. F a  (84) ' De Staten hadden met het eindigen van dit^ en den aanvangvan het volgend jaar 1548, eenen hev'igen twist met den Procureur Generaal, die begeerde dat zy zouden alle hunne Privilegiën ten Move ter Vifie en examinatie brengen; zy begrepen te recht de gevolgen daar van, fielden zich daar tegen; beriepen zich op hun Pr i vil egi caèrio'tiemcando, en namen toevlucht tot de voorfpraak en befcherming van dezen hunnen Stadhouder (b). Hy erkende dit hun voorrecht; ook dat Zeeland in gelyk geval was, en beloofde hun daar in allen mooglyken dienst te zullen doen; ook om de beste maatregels te helpen beramen ter befcherming der Zee-vaart tegen de Franfchen, daar weder een Oorlog mede op handen fcheen. Die van Middelburgen Zierickzeeby Placaat van KeizerKarel van 12 Juli 1547 toegekend zynde het Stapel-Recht te bezitten der Wynen uit Frankryk in Zeeland aan gebragt, viel daarover ras verfchil; Heer Maximiliaan ftondt zyne beide Steden Vere enVlisfingen daarin voor, dan dit belette niet, datby uitfpraak van den Secreten Rade des Keizers, in de Stad Binch uitgevaardigd den 16 Mei 1548 beide eerstgemelde Steden in dat voorrecht bevestigd werden. Ik twyfele of dat verfchil daar mede afgedaan zy §$ftt • ' • ' ge; (b~) Register van Mr. A^r. van der Goes, bl.  C SS ) geweest, alzoo zekere ArJzs:~ kfifil fcf) Register van Mr. Adr, vaa der Goes, bl, 510» (O Ibid, bl. 559. (/) Ib»d, bl. 560.  (w > fcer die, welke onder zyn Stadhocdcrfchap behoorden , zoo veel zyne hoedanigheid van Ho* veling toeliet, dienftig zal zyn: geweest: vandaar te rug naar Zeeland gekeerd, moest daar de toeftel vervaardigd: worden, om den Prm: Filips als Erf-Vorst te ontfangen. Heer Maximiliaan met een prachtig eigen Vaartuig den: jongen Vorst ontmoetende, bragt d;en aan zyn boord, verzeld van een menigte Schepen alle cierlyk uitgeftreken,op den 20September 1549 te Romerszvaal; daar de Vorst Staatsgewyze werdt ontfangen, endoor onzen Heer in naam derzelver verwelkomd. Vervolgens gefchiedde de Huldiging en de wederzydfche Eeden, die met eene Vorstlyke maaltyd befloten zynde, heeft Heer Maximiliaan van den Prins affcheid genomen, die met dezelve Schepen weder te rug na Bergen voer; dan onze Heerüoeg den weg naar Walcheren in, en bragt met zich: op Zandenburg den Prins van Pie:::ont en aude-e Grooten, welke daar wel onthaald zyndemet hunnen Gast-heer, in deszelfs wei toegerust Schip naar Dordrecht zyn gereist; daar Heer Maximiliaan, op nieuws,als Stadhouder van Holland den Prins Filips, aan het hoofd der Staten moest ontfangen en Huldigen, volgen* de dien Vorst door geheel dat Gewest heen» Daar verliep met dit alles veel tyds , zoo dat men Heer Maximiliaan nog in de nuaad QiStobtr F 4 dsi  ( as ; des zelfden jaars op eenen Dagvaart in 's Hage aanwezig vinden, middelen helpende beramen hoe best de Rooveryen der Schotten en anderen op Zee te weren (g). Heer Maximiliaan hadt het genoegen nog in dat jaar twee zyner Zusteren ten Huwlyk te zien treden: te wetenden 19November, voltrok Jonkvrouwe Jaqucüne of Jacoba vanBourgondien,op hetSlotZandenburg het heure,met Heer Jan van Cruiningen; Heer van Cruiningen, Heenvliet, Haf irs-zuoude, Burggrave van Zeeland; na datzy Weduwe was geweest van Heer Jan van Praat, Heer van de IVoejiyne. De Bruilof s-Feesten moeten zeer korten duur hebben gehad, wyl Heer Maximiliaan den 22 der zelfde maand zich iveder te Brusfel bevondt, daar hy met de Hollandfche Staten in befoigne was, en den eerften December daar aan volgende aanwezig was, by het voltrekken des Huwlyks zyner jongfte Zuster Jonkvrouwe Anthoinette van Bourgondien, met Heer Karei van Cray, Hertog van Aerfchot, Prins van Cbimaey , Cr ave van Beautnont enz, Welke plechtigheid te Brusfel werdt volvoerd, en het Bruilofts-feest vereerd met de hooge tegenwoordigheid zyner Keizerlyke Majeiteit, Prins Filips deszelfs Zoon, en de beide Koninginnen, Zusters des Keizers, waar uit al- £j) Register van Mr. Adr, van der Goe», bl, 612.  aüeen genoeg af te nemen is, hoe kostbaar; prachtig en overdadig alles daar zal toegericht geweest zyn. Gemelde Jonkvrouw Anthoinette is na het overlyden van dezen haren Gemaal, nog in een tweede Huwlyk getreden met eenen Heer Dabyncourt of van Abincourt, waar uit zy Kinders achtergelaten heeft. Heer Maximiliaan fchynt dezen geheelen Winter tot in het voorjaar van 1550 te Brusfel gefleten te hebben, daar hy, ten Hove de Gewesten van zynStadhouderfchap goede dienften bewezen heeft, doch om zyn gedurig en noodwendig afwezen den Hollanderen draaglykerte maken, en hem minder van ondienst te doen zyn, zal het gefchied zyn, dat de Keizer by Commisfie van 3 April 1551 totLieutenant Stadhouder in abfentie van onzen Heer Maximiliaan aanftelde, Heer Hendrik van Montföort, Heer van Abbenbrouk. Op den 16 April 1550 befloten de Staten van Holland met eenparigheid den Heere van Beveren, vermits hy een feer goedt Heerwas, ende den Landen eenige diensten gedaen hadde, ende noch willigh ende bereydt was meerder te doen , tot een gratuiteyt ende propine toe te voegen dertigh duyfent Car. guldens eens, biddende hen luyden altoos te willen hebben in goede recommandatie 3.foo by de Keyferlycke Majefteyt ,als by de Majejleyt van de Koningin/te, ende hem F 5' ƒ<">•  ( 9° ^ foo dickzvils in den Eage te vinden a als fyneajfdiren bef felve fullen mogen verdragen ,, ow me met hen luyden- d$ fake van. den Lande u helpen drcsferen (h). Een mërklyk gefchenk, dat onzen Heer in zyn verloope Geld-middelen wel te ftade kwam,,, dan in zoo veele op een komende gröote.onkosten en uitgaven, weinig gevoels. zal', hebben aangebragt. Het was in dezen jare dat de Zee-fcliuime~ rycn der Schotten blyvende voortgaan, Heer Maximiliaan te Vere achfgrooteOorlogfchepea deedt uitrusten ter beveiliging der Zee-vaart, die zich van hunnen last zoo kweten, dat zy verfcheidene pryzen opbragten (i). De Haringvisfchery was en- bleef het grootfte voorwerp, waar op de Staten van den Lande hun oog gevestigd hielden; ter bevorderinge van deze werdt den 17 April van dat jaar in 'sHage eene groote Dagvaart gehouden, waar by van de Zeeuwfche Steden en Plaatfen welke zich daar mede geneerden, Gedeputeerden tegenwoordig waren: die van Vere was, Pieter Mathemz, en zulks om te hebben zekextOrdonnantie ophet kennip-garen-endedeLyndraayerye (k). ^ ri) Register van Mr. Adr. van der Goes, IIID. bl. 44. rO Reige«b."II. D. b!. 501. • , \) Register van Mr. Adx, vvan der Goes, UI w- 47'  C 91 ) Het was den 12 Mei daaraan, dar Heer Maximiliaan de Hollandfche Gedeputeerden te Brusfel opening deedt van 't gebefoignecrde met de Landvoogdesfe, rakende de onlusten met di Schotten, die nu haast fchenen te zullen eindigen (l). Dezelfde of andere Gedeputeerden hadden gelyke conferentien den en Juli te Vere met dezen Heer gehadt (m) ; gelyk ook met denzelven in November deszelfde jaars ta Utrecht is gebefoigneefd geworden, om de Visfchery en Visfchers van. Holland te befchermen (»)■ Het Tractaat van Vrede met 'Schotland, werdt den 15 December te Binch in Henegouwen getroffen, en daar mede hieldt alle kommer der'Zee-vaart op , en Heer Maximiliaan kreeg de handen ruimer qmop andere noodigc zaken, die achter hadden moeten ftaan, zynen aandacht te vestigen. Hy hadt veel verplichting aan zyne Stad'Ve. re, die uitgeteerd werdt door de onmagtig^ pracht en geldvcrkwisting van hunnen Heer. die zy boven haar vermoogen dikwils moest byfpringen. Dit zal Heer Maximiliaan gedachtig zyn geworden; daar by dat zyn Hüwlyk onvruchtbaar was, en hoe by zyn overlyden de Schuld- *■ (/) Register van Mr.Adr, van der Goes, III. D.bl.tfo. O) Ibid, bl. 97"PP' £») Ibid, bl. H5*  ( 9* ) Schuldeisfchers het geen voorhanden was,ftonden aan te tasten, welke redenen oorzaak kunnen gegeven hebben, dat hy den 2 Februari des jaars 1551, by het inftalleeren eener nieuwe Wet, haar zynen grooten vergulden Kop tot een gedachtenis vereerde. Wie des begeert meer te weten, kan nazien het geen wyle de Geleerde Heer Andreas AndriesfëJk, indebefchryving der plechtige inhuldiging van Zyne Hoogheid WILLEM KAREL HENDRIK FRISO, Prins van Orange en Nasfau, als Markgraaf van Vere, op 1 Juny 1751. bl. 36 en 37 desaangaande met veel^ nauwkeurigheid geboekt heeft; waar gemelde Kop ook in plaat cierlyk afgebeeld is, daar ik alleen by te voegen heb, dat men gewoon is jaarlyks by 't vernieuwen der Wet, by de Maaltyd welke alsdan wordt gehouden, daar van gebruik te maken, wordende die zorgvuldig in de Weeskist bewaard, zeker een van de fraaifte Bekers zynde, die in Nederland te vinden zyn. Eene nieuwe Oorlog, die, met Frankryk ontftaan, fcheen te zullen uitbarsten, deedt Heer Maximiliaan befluiten,door hetHof van Holland, Staten van dat Gewest, te doen voorftellen de noodzaakiykheid,om tot beveiliging derHaringvaart, eenige Oorlogfchepen toe te rusten (0), : >-:j*j .-.v/. 7;. A "f - ../=Pat (O Register van Mr. Adr. van der Goes, IIID. bl. 124.  C 93 ) Dat men al vroeg in dezen jare voor vyandlyken aanval hier te Lande, voor ai in Zeeland, beducht is geweest, blykt uit eene Misfive van Mevrouwe de Landvoogdesfe, in Februari dezes jaars aan de Veerfche Regeering gefchreven, Waar by die Vorftinne advertentie deedt, hoe menige Schepen ten Oorlog werden toegerust , en zy bezorgd was dat die gericht waren om deze Landen te overvallen; enmen gevolgIyk te Vere op het fluiten der Poorten, bewaren der Vesten en het wapenen der Ingeze-tónèn ordre diende te Hellen , waar bykwam, dat nog in het zelfde jaar Walcheren met bezoldigde Krygslieden fchynt bezet te zyn geworden, alzoo men byeen Publicatie van 6 Augustus 1551, Op het logeeren en onderhoud van dien te Vere ordre heeft gefield, zynde de Hopman welke in die Stad gebood Jan Vifcher genaamd. Dit alles zal Heer Maximiliaan weder veel bezigheden en onrust hebben aangebragt: Hy hadt buiten zyne befloten Steden, die als een byzonder eigendom hem het naafte waren, voor de veiligheid van drie Gewesten, die als Stadhouder deszelfs zorgen waren aanbetrouwd, te waken; daar by kwam het beftuur van den Oorlog te Water, daar degeheele Koophandel en Visfcheryen mede ftaan of vallen moesten. Hy liet ten aanzien van den Haringvaart den 3 Augustus, deswege yoorftellen aan de  . (■*■) 4e Staten van Holland doen (p). Gelyk valï zynent wege aan dezelve Staten den 9 Oclober daar aan, nadere propofit/en gedaan werden, «ver 't leggen van Fortre/fen omtrent de Gaten van de Maze, Maersdiep en 'tVIie,ter voorkoming van vyandlyke landingen (q). Op welke laatfte Dagvaart in 'stlage Heer Maximiliaan tegenwoordig was. Het jaar 1552 was nauwlyks aangevangen, of men vindt Heer Maximiliaan op den 3 Januari op eene Vergadering van Gedeputeerden der Staten van Holland, te Brugge gehouden, waarHy een zware gevorderde Bede met al de kracht van redenen onderfteunde, die de doenmalige dringende nood aan de hand gaven (r) ; en middelen hielp beramen, hoe de Impofitien daar toe ingcfteld best te regelen waren. Omtrent ter zelfder tyd vreesde men te Vere door de gedurige ftormen eenen zwaren Watervloed, waar van men te meermalen hadt ondervonden, wat droevige gevolgen die konde hebben, waarom men befloot de Godlyke barmhartigheid in te roepen, door het eendrachtlyk hooren van Misfen, en het doen van plechtige ommegangen metten zvaerdige hcjlige Sa* era- ■ (p~) RegistervanMr.Adr.vanderGoes,IIID.bl. 123, O) Ibid, bl. 138. (s) Ibid, bl. 166.  C -9S ) éramente als men uit eene Publicatie ontwaar Wordt, onder de bylage U geplaatst, Watervloeden en Oorlog waren de geesfels die Nederland tuchteden. Keizer Karei uit Duitschland van 't vervolgen der Proteftanten na het iluiten der Vrede te Pasfau te rug gekeerd, ftondt nu ontzachlyke Legers tegens Frankryk te gebieden, terwyl hy de zorg der Zee-Gewesten aan Heer Maximiliaan overliet, die daarin, voor al ten aanzien van Vere, niet onachtfaam is geweest: want ik vinde in Stads Rekening over dat jaar daar van de volgende blyken " Betaelt den xxvj April eenen Schuytman die Mr. Mareelis van Vtrecht, die hierby last van myn genadigen heer vifiteerde de fortificatie van der Stadt; dat hy oick reysde te Water tot voorby de polder om daer oick te doen feker vifitacien op 't Canael van 't Veergat om fcker redenen wille . . . v Schell. ij gr." Terwyl onder verfcheide Uitgaven van dien aart behooren, veele posten die ten dien jare betaald werden: als voor " Oncosten van de bedden te maecken daer men 't gefchut op ftelde om der Stadt." ' ■ Oncosten van den pryfen die de Stadt op gefet heeft op dat' de Gemeente leer en fchieten Zoude met grooten metalen flucken ende metten fraecken die op 't Stadhuys ftaen." " Betaelinge gedaen den buSfchieters die in dec  ( pO der Stadt dienst geweest hadden doen den cjüa^ den roup quam vuten houe by brieuen van der Coninginne hoedatdefranchoyfenhier in Walcheren wefen wilden den xxj Maert lij, ende waeren aengenomen by die van der Stadt" Laten Wy tot Heer Maximiliaan wederkeeren; die vinden wy den 6 Februari dezes jaars weder prefent op een Dagvaart in 's Hage, en de Staten aldaar ernftig vermanen tot een eindlyk belluit op de gevorderde Bede van éooooo gulden (s). Den 12 dier zelfde maand tteffen wy onzen Heer nog op eett gelyke Dagvaart aan. Zyn yver voor de belangen van 't Hof, en goede wil om te gelyk de Gemeenten voor te ftaan, zullen om dezen tyd moeilyk te paren zyn geweest; altoos het verfchil met Holland overliet Admiraalfchap, welk men meende dat by de verheffing van Heer Maximiliaan tot het Stadhouderfchap zoude eindigen, verhief zich op nieuw. Een Poorter van Vere had een Poorter van Schiedam, te Vere voor de Admiraliteit gedaagd, om reparatie te hebben van zekere fchade hem op Zee aangedaan. De Regeerders vanSchiedam vervoegden zich by de Staten van Holland, en verkregen, om zich te voegen by den Gedaagden, en te contenderen tot renvoi voor Stadhouder en (O Register van Adr. van der Goes, III. D.p. iP5«  (97) en Raden van Holland, wyl zy geen Admiraal erkenden (t). Heer Maximiliaan ging echter voort zyne plichten als Stadhouder en Admiraal te betrachten; deedt de Staten van Holland den 17 Juni deszelfden jaars twee middelen voorftellen ter bevordering en beveiliging der Haringvaart, te weten, by Saufcondtiiten of by Schepen van Oorlog, welk laatfte zy verkoozen f«y* Dan offchoort de Landvoogdes den eerften voorflag voor den beste keurde, moet men tot het uitrustenvan Oorlogfchepen zyn overgegaan (v). De beradingen hier over hadden tragen voortgang , en het eindlyk befluit tot uitrusten van Oorlogfchepen, werdt ter praefentie van Heer Maximiliaan den 20 en 21 Augustus dezes jaars genomen (w). Terwyl deze Heer zynen meesten tyd ten Hove fleet, gedurig de Dagvaarten in de drie Gewesten van zyn Stadhouderfchap moest bywonen, geftadig als Admiraal zorgen voor het equiperen van Oorlogfchepen, hadt Hy weinig gelegenheid zyne byzondere huishoudlyke zaken gade te liaan, die raakten meer en meer in een deerlyk verval; te Vere ondervondt men zulks (f) Register van Mr. Adr. ven Jer Goes,III.- D.bl. 23^. r» Ib'd, bl. 273-275(v) Ibid , bl. 281. (V) Ibid , b!, $toi G  i 93) Zulks het meest, wilde die Stad dë Werkeri, welker onderhoud een last van haren Heer waren , niet geheel te niet zien loopen, werdt zy dikwils uit nood gedwongen de handen daar aan te Haan; dan vondt het raadfaamst vervolgens een verdrag met haren Heer te fluiten, gelyk op het laatst van Augustus 1553 fchynt te zyn gedaan geweest. Heer Maximiliaan bragt weder een groot deel des jaars 1553 door, met tegenwoordig te zyn op onderfcheidene Dagvaarten in den Hage gehouden , meerendeels ten onderwerp hebbende het eisfchen en debatteeren van Beden, en de beveiliging der Zeevaart; eene gedurige herhaling daarvan zoude den Lezer vervelen,en behoort ook weinig tot ons bellek. Heer Maximiliaan die nu wanhoopte om Kinder* uit zyn Huwlyk te zien, die zyne Heerlyke goederen bezitten konden; daar by mogëiyk een zwak Lichaam omdragende, afgemat door Staats zorgen en eene lastige levenswyze, maakte dit jaar zyne laatfte en uiterüe wil, by welke hy tot zynen eenigen Erfgenaam benoemde Maximiliaan de Hennin, tweeden Zoon van Mesfire Jean de Hennin , Heer tan Bosfti, en Anna van Bourgondien zyne oudfte Zuster. Eene uiterfte wil die van weinig kracht is geweest, aangezien eene fwerm Van Schuldeisfcheren de uitvoering daar van belet hebben, doch ech-  (99) échter ten grondflag ftrekten van Rechten, dis nog beweerd worden te beftaan. Terwyl Keizer Karei door zyne veröverin-< gen van Terrouane en Hesdin, zyne Nederlanden meer en meer voor inval beveiligde, deedt Hy Heer Maximiliaan Rechterlyk teruggeven, by Sententie van 22 December 1553, het geen deszelfs Heer Vader Adolf door de Franfchen geweldig was ontnomen; te weten , de Steden, Landen en Heerlykheden van' Cre* ■veceur, Arleux s Rumely , S Soupiet,-allen in de Kastelenye van Katn&riek gelegen (x). Van welke gemelde Heerlykheid Creveceur, hy dusLeenplichtig werdt aan denAartsbisfchcp van Kamende, weshalven op den lastrien Januari 1555 hommage en den Eed deedt in handen van een der Gecommitteerden van evengeinelden Aartsbisfchop, als op de RegeeringsLyst van Vere van 't jaar 1554 vinde aangeteekend. Gf onze Heer tegenwoordig was toen de Heit tog van'Brumwyk in 't jaar r554 te Vere aanlandde; met het losfen van gefchut werdt verwellekomd, en van Stads wege ter Maaltyd onthaald; kan men met zekerheid niet bepalen,1 maar wel dat Heer Maximiliaan gedurende den ja- (*) Olivario fredio Geueeitogi* Comitum Flandrie pars Secwida, p. 3^ G 2  ( 100 ) jare 15^4, dan hier, dan daar by het houden van Dagvaarten tegenwoordig was, en 'er den 11 September door de Staten van Holland dertien honderd gulden werden gedebourfeerd, voor fchaden van Jacques Marzeyn uit Schotland (y). Het is opmerklyk dat Heer Maximiliaan nu", en reeds te voren, onder de Edelen van Hollandals praefent aangeteekend wordt gevonden, nu is de vraag van wege welk Adelyk Leen ? daar ik voor als nog niet op weet te antwoorden. Wanneer de Keizer in 't jaar 1555 gereed ftondt, de Nederlanden aan zynen Zoon Filips af te ftaan, en die/voor altoos;te verlaten, wilde Hy verfcheide Grooten voor de Hem bewezene dienden met ydele tituls beloonen, daar zy ook dwaas genoeg waren die als kostlyke belooningen gretig te aanvaarden. Heer Maxiliaans Heerlykheden van Vere en Vlisfingen werden.tot een Markgraaffchap verheven (z)t Ik zal my over den inhoud van de Giftbrief niet verder uitlaten, dan volllrekt tot myn beftek üoodig is. In dezelve worden opgenoemd de Heerlykheden en Goederen welke Heer Maximiliaan in Walcheren bezat, en te famen dit Marquifaat moesten uitmaken: te weten Ve- (y) Register van Mr. Adr. van der Goes, III D.bl. 538. (V) Boxhorn op Reigersb., bl. 508.  C 101 ) Vere, met het Kasteel van Zandenburg, daar onder begrepen de 300 Gemeten behoorende tot de Vryheid der Stad. Het Dorp de Polder met alle zyne Landen en Schorren daar toe behoorende. De Schorren naar de zyde van Arnemuiden (het geen nu de Orange Polder is). De Steden, Landen en Heerlykheden van Vlisfingen, Westkappelle en Domburg met ha^ re ap- en dependentiën. Het Huis en Leen van Popkensburg. Het Leen van Duinbeek: dit alle waren goede Leenen; daar de Keizer ook byvoegde de volgende kwade Leenen, die mede Heer Maxi» miliaan zyn eigendommen waren : als Het Ambacht van Zandyk by den breede 1239 gemeten 247 Roeden. Sèrooskerke, by den breede 2764 gem. 100 R. Kleverskerke, by den breede 651 gem. 132R. Koudekerke, by den breede 3164 gem. 28 R, Biggenkerke, byden breede 1683 gem. 23 R. Krommenhoecke, by den breede 199 gem, 70 R. Hoogelande, by den breede 44 gem. 84 R. Wellenckwerwe, (prefumeere het wezen moet Nieuwerwerve) by den breede 285 gem. 2 R. St. Janskerke,bydenbreedengem. 83 R. Ser Poppekerke, by den breede 505 gem. 104 R.. G 3 West*  ( 102 ) Westkappelle buiten en Weukinsdorp, (welk laatfte ik gisfe Werendyke wezen moet) byden breede 7 gem. 23 R. Serboudinskerke, by den breede 57 gem. 2R. Oud-Vlisfingen,by den breede 270 gem. io6R„ Welfingen, by den breede 190 gem. 39 R. Welke nu alle tot één Leen, en onverdeelbaar werden verklaard, daar by de grootfte winst van onzen Heer was , dat hy den voorrang boven de Graven konde eisfchen, zyn WapenSchild dekken met een gouden Kroon, half van bloemen en half van paerlen, als hebbende ten deele de waardigheid van Hertog en van Graaf (a). Deze Vorstlyke gift gefchiedde vier dagen voor dat Keizer Karei zyne Nederlanden aan Koning Filips afftond; by welke plechtigheid onze Heer tegenwoordig was (b) , en toen de eerfte Eer als Marquis zal genoten hebben. Was Heer Maximiliaan by de plechtigen afftand die de Keizer aan zynen eenigen Zoon deedt van zyne geliefde Nederlanden; zo was het in hoedanigheid van daar toe expreslyk te [ zyn gecommitteerd door de Staten van Zeeland, uit (a~) Zie over de waardigheid van Marquis, de Rouck, Kederl Her. bl. 105 en vol£. (£) Goutboeven, Chron. bl. 62^.  ( f9i > uit het Lid der Edelen, gelyk de Prelaat van Middelburg: van wege de Geestlykheid, en de Gedeputeerden van Middelburg, Zierickzee, Goes, Reimerswaale en Tholen, daar insgelyks by aanwezig waren (c). Het is aanmerklyk, datmen Heer Maximiliaan het geheele jaar 1555 °P geene Dagvaarten van Holland, waar ook gehouden, als praefent vindt aangeteekend; waarfchynlyk heeft het uitrusten der Vloot tot den overtocht des Keizers naar Spanjen beftemd; het verkrygen der Markgraaflyke Waardigheid;de overkomst van den ouden Opper-Vorst; en omby de verandering van Heer, nieuwen aanhang ten Hove te winnen, vooral bevestigd te worden in zyn Stadhouderfchap over drie Provinciën, 't gene ookterftond gehikte, Hem beletzich uit Zeeland te verwy deren. Men vindt by 's Lands Chronyk-Schryvcrs niet aangeteekend, wie de Vloot geboodt welke den Keizer in Spanje bragt: ik twyfcle niet of het is geweest Anthony van Bourgondien, Heer van Wackene en Capelle, naderhand voor Middelburg gcfneuveld, om dat men in Stads Rekening van Vere van 1555 de volgende post vindt. " Betaelt Maike op tentoren ter caufe van dat daer 0) Vaderl. IJist. V. D. bl. 420, G 4  C 104 ) daer op ten toren verteert was ah myn heer van JFackcn vut er Zee quant metter K. M. Scepen van Oorloghe , die Zyne Majefteyt in Spaenge hadde gevocrt; vutwyfende Ordinancie van burghmeesters ende fcepenen ende quitantie . . . ij o£ x Schell. Koning Filips draalde niet lang na het vertrek van zynen Heer Vader, zyne nieuwe Heerfchappye te doorkruisfen, en ook Heer Maximiliaan op zyn prachtig Zandenburg met een bezoek te vereeren, althans in Stads Rekening van Vere, van 't jaar 1556, vindt men daarvan geen onduidlyk bewys, wyl 'er ftaat "Betaelt Henrik Oliuer van 't gene dat 't zynen huife verteert was met die van der Weth, metten burgmeester ende Secretaris van Middelburg , op ten dach ah de Conincklycke Majefieyt onfe genadige lieer hier ter Veere was-; vutwyfende or-dinancie van burgmeesters ende Scepenen ende quitantie van den feluen henrick j oC vij Schell." Korts daar aan moet te Vere en waarfchynlyk in geheel Walcheren de Pest hebben gewoed; dewyl Heer Maximiliaan te Heenvliet in Holland zynde,zyne Magiftraat van Vere bevelen zondt, hoe zich daar tegens te gedragen3 als breeder blykende is uit de bylage V. Deze Heer was altoos oplettende op de belangen zyner Stad en Burgery, en waar hy zich  C i°5 ) Zich bevondt, liet hy zich van 't geen daar gebeurde nauwkeurig onderrigten; zy hadden den duuren tyd die geheel Nederland zoo zwaar drukte, waarfchynlyk door het wys beleid van 'hunnen Heer, tyds genoeg zien aankomen, om door een aankoop van Granen, zich voor een vernielenden honger te bevryden; ja hun . voorraad fchynt toegelaten te hebben, om zelfs aan het nabuurig Holland toeyoer te kunnen doen, als uit de bylage W genoeg te zien is; dan het verfchot daar van had alle Stads gereede penningen verflonden: als men in de Rekening van 't volgende' jaar 1557 leest, " Betaelt de burgmeester (Pieter Carbonier) van dat hy te Antwerpen is geweest met myn Heere van Fontis ende Michiel van Haemeele, in den duuren tytomnie geit op intrest te lichten om 't coorne mede te betaelen, duer Ordinantie van die van der Weth . , . iiij oS gr." Dat Heer Maximiliaan in 't jaar 1556, voor zyn' Zoon zoude gefiaan hebben, om dien bevorderd te krygen tot Coadjutor, in de Abtdye van St. BaafstQ Gend, gelyk de Heer Wagenaar wil, kan ik nietbegrypen. Hy hadt geen Zoon 't zy echt of bastard, en zal 't mogelyk voor een zyner bastard Neeven zyn geweest, en dat de gelykheid van naam, den Vaderlandfchen Hiftorie - Schryver hebbe doen dwalen. G $ Men  C "rf ) Men vindt onzen Marquis in hoedanigheid van Stadhouder tegenwoordig op de Dagvaarten van Holland den 30 Mei, 6,9,19, 20 Juni, 2, 8, 9, 23 en £4 Juli 1556, in 's Hage ge« houden, om door zyne tegenwoordigheid en invloed, de geëischte.C en L penningen, zoo wel als nog eene bede van 400000 gulden ge* confenteerd tekrygen; dat evenwel niet tegengaande de devoiren van den Marquis en den Heer van Brederode, niet verder te brengen was, dan tot eene bewilliging in 300000 gulden onder zekere bepalingen, dat gemelde Heeren ten Hove inbragten, 't gene maar taamlyk genoegen gaf: ons bellek iydt niet hier over verder uit te weiden. Den 4 November deszelfden jaars is onze Heer Marquis nogmaals ter Dagvaart van Holland tegenwoordig geweest, en was gelukkig genoeg de gerezene zwarigheid over de geeischte Beden tot genoegen des Konings nog voor heteindeèdes jaars tot een cindlyk befluit te brengen. Het Oorlog met Frankryk' dat op nieuws, ten jare 1557 in de Nederlanden ontftondt, zal onzen Marquis, over de befcherming der drie zyner zorge aanbetrouwde Gewesten, weder veel moeite, kosten en zorgen gebaard hebben. Des Konings Schatkist was ledig, en .buiten de zware Beden, die niet ophielden de eene  C i°7 ) eene de andere te volgen, fchynt in dit jaar eene byzondere Leening in Zeeland te hebben plaats gehadt, ten minften men zoude uit de bylage V zulks kunnen opmaken. Heer Maximiliaan zyne hooge qualiteiten en Alliantien, bragten hem van tyd tot tyd gasten aan , wier verblyf op Zandenburg, door kostbare onthalen meest behaaglyk gemaakt worden; in dit jaar 1557 kwam de Hertogin van Lora/ne, onzen Marquis met een bezoek vereeren; het gefchut rond Stads Wallen van Vere, werdt ter harer Eere gelost, en die van de Wet onthaalden die Mevrouw nevens hunnen Markgraaf op een Banket, zoo dat gemelde Stad het aanwezen van zulke aanzienlyke perfonagien altoos duur te ftaan kwam. Niettegenffaande onze Heer en Marquis zeer gehecht was aan de Roomfche Kerk-leer, en zyn bastard Broeder, de Heer van Fontis , als Bailliu niet achterlyk was de zoogenaamde Ketters alomme te vervolgen; zoo fchynt echter het zuivere Euangelie-licht in Vere meer en meer om dezen tyd doorgebroken te zyn; het geen; zeer klaar af te nemen is uit den brief die de Markgraaf den 24 Juli 1557 uit Brusfel aan de Wet der eerstgemelde Stad heeft afgezonden, geplaatst onder de bylage X. Midlerwyl hadt de Kaapvaart en het uitzenden  ( 10S ) den Van Oorlogfchepen door des Markgraven yver als Admiraal, fleeds een'gevvenschten uit' fiag: drieFranfche Pryfen metWynen geladen, werden dit jaar ter Veerfche Haven binnen gebragt, en dezelve Heer benoemde Joost OUuiers, (die meermalen te Vere de Burgemeesterlyke waardigheid heeft bekleedt) om een Smal-deel Oorlogfchepen toegerust tot convooi der Haringbuifen als Admiraal te gebieden, op een maandgeld van vyf en twintig ponden Vlaams : het Schip 't welk deze Bevelhebber zoude voeren, was de Sacre genoemd. Daar eene genoegfame Zee-macht tegen die der Franfchen zoo noodig was; de beradingen by de Staten van zoo veel onderfcheidene Gewesten langfaam waren, en van 'sKonings wege niets te hoopen of te verwagten was; zal onze Marquis alles hebben moeten byzetten, wilde Hy, en byzyn Souverain en by de Gemeente, niet voor achteloos in zyne Ambtsbediening van Admiraal doorgaan: Koning Filips begreep dit en wilde het erkennen, maar ten koste van Holland, doende onzen Heer een vereering van tien duizend gulden, bewyzende Hem die op de Bede van 320000 gulden, door de Staten van evengemeld Gewest in December 1556 geaccordeerd; om welke betaling te vorderen de Heer Marquis op de Dagop  C i°9 ) Vaart den 23 en 24 Februari i£57tegenwoordig is geweest (d). ' Hebbende dezelve Staten den 13 April van 't gemelde jaar befloten , dezen hunnen Stadhouder hunne meningete doen weten, met opzicht tot het uitrusten van Oorlogfchepen, de wyze hoe, de middelen waar uit, en de voorwaarde die zy alvorens gaarne ingewilligd zagen (e)* De Schaarsheid en gebrek van Graanen en andere Eetwaren, die nog plaats hadt, maakten de uitrusting ter Zee ook moeilyk en kostbaar. Onze Heer werdt boven dat alles nog lastiggevallen over de befcherming der Visfchery en Haringvaart, daar ten Hove geen troost of heul voor was te vinden, en dieevenwel zonderden Admiraal niet te verkrygen was. De Marquis kende te wel het belang dier twee hoofdtakken van Nederlands welvaart, om hun niet met raad en voorfpraak, by de Staten van Holland en Zeeland, alle mogelykhulp te bieden; zyne gevoelens waren niet altoos dezelfde met die van 's Lands Staten: Hy moest zyne waardigheid van Admiraal handhaven, en kon niet lyden, dat het gezach daar aan verknocht, beledigd werdt. Daar fV) Register van Mr. Adr.vsn der Goes.VD. b'. 4. (O Md, bl. ó'i.  C "O 5 Daar onze Marquis maar eens ter Öagvaarf van Holland en wel in 't begin des jaars 1557 tegenwoordig gevonden wordt, en men verder van Hem niets meer in de Registers van Mr. Adriaan van der Goes vindt aangeteekend; fchynt het of deze Heer reeds dat geheele jaar in eene zwakke Lichaams gefteltenis heeft gefleten, die door geene middelen te herftellen was, zoo dat Hy op den 4 Juni des jaars 1558, des namiddags even na vier uren, op het Slot Zandenburg is overleden, en in de Kapellevan Zandenburg begraven. Dus zag Vere met het overlyden van dezen Heer eindigen,al denLuister,de Eer,het vermoogen en krachtige befcherming van twee Doorluchtige Huizen van Borsfele en Bourgondien, die ruim drie Eeuwen geftadig het verblyf onder en by haar hadden gehad op het naburig Zandenburg. Deze Stad en hare appendentieu werden nu een twist-appel van een genomineerden Erfgenaam, en een drom van Schuldeisfcheren. Hoe die gepleit, gehandeld hebben, en wat eindiyk de uitkomst is geweest, behoort tot een ander beftek dan het myne, weshalve men daar van niets zal aanroeren, en alleen nog kortlyk het een en ander aanteekenen, wat dezen Marquis in 't byzonder betroffen heeft. Heer Maximibaan kan nauwlyks den ouderdom van 44 jaren hebben bereikt, als zynde in 't jaar  C ui ) 't jaar 1514 geboren, ftierf kinderloos en liet Zyne bedrukte Weduwe, wel een' hoogen titul maar geen vermoogen na, om de Eer daar van te handhaven. Het is waar zy moest volgens de uiterfte wil van haren Gemaal een jaarlykfche Rente genieten van ƒ 6000: - behalve de huwlyks-gift by Contract befproken, maar niet voldaan, zynde van ƒ 50000 : - benevens het gebruik van 't Slot Zandenburg; dan dit alles is zeer gebrekkig naargekomen; een fumenloop van zaken verhinderde zulks, dus is deze Hooggebore Vrouw mogelyk wel genoodzaakt geweest zich in een tweede Huwlyk te verbinden aan Jan van Bourgondien, Heer van Froimont, die ook uit eenen der Bastard takken van Bourgondien oorfpronk nam: ik vinde hem in een Brief door de Magiftraat van Vere in't jaar 1577 gefchreven, Gouverneur van Namen, getituleerd , en dat hy in later tyd te Gouda in Holland heeft gewoond, zekerde Staatfche party omhelsd hebbende, om de Goederen zyner Gemaiinne niet te verliezen en voor confiscatie te bevryden. Zy fchynt nog in't jaar 1580geleefd te hebben, wyl als toen haar by den Hoogen Raad,tegen de Curators jn den boedel van wylen haren eerften Gemaal, is toegewezen het gebruik van het Kasteel van Zandenburg met zyne appendentien. Offchoon onze Marquis geeneKinderen achter-  ( tin) terïïet, Zoo fchynt doch zyn Huwlyk niet geheel onvruchtbaar te zyn geweest, alzoo men gelooven moet dat daar uit een Kind, (zeker jong geftorven) is aanwezig geweest; dewyl Karei van Mander in zyn Schilderboek, onder de voornaamfte ftukken door den beruchten Jan de Mabuze vervaardigd,opnoemd eenMarienbeeld, •wefev.de de tronie gedaen nae de huysvrouwe van den Marquis, en 't kindeken kzvam nae haer hint. Dit is ook alles wat men met eenige zekerheid daar van gevonden heeft. Men kan geen grooter Loffpraak van onzen Heer en Marquis Maximiliaan vermelden, dan het geen de Profesfor Boxhorn in zyn vervolg op de Chronyk van Reigersberg op bl. 522. daar van zegt. "Een man van groot beieydt, onvermoeylyk, fooforchvuldichvoor het ghemhyne beste , dat fyne eigene faecken ten achteren ginghen, houdende groote ftaat, niet uyt hoovaerdye, maer om de eere van den Lande over al waer te nemen, fulcx dat hy groote fehulden achter liet enz." Dat zyn Hofhouding prachtig was, en die van de meeste der Nederlandfche Grooten overtrof, is reeds te meermalen gebleken. Het ontbrak ook daar niet aan beambten die hunne3 Heeren ftaat luister byzetten : Mi ch iel van Haveele bekleedde de waardigheid van Rentmeester  ( "3 ) ter Generaal van deszelfs Domeinen. €hris~ toffel d'Jsfonville, dezelfde die naderhand Lid des Raad van Staten werdt, en berucht is in de Vaderlandfche Gefchiedenis, was zyn Raad en Advocaat (*); Asidries van Werchter, een Antwerpenaar was zyn Secretaris, en werdt even voor des Marquis overlyden, of even daarna, Secretaris van Vere. Onder de Edelknapen of Paagjenvan dit Hof, telde mtnWillem van Blois van Treslong, naderhand zoo berucht als Admiraal van Zeeland: zoo dat de Jongelingfchap der beste Nederlandfche Huizen , het niet beneden zich achtte, dezen Heere dienstbaar te wezen. De Hof-Schilder was de befaamde Jan de Mabuze, daar reeds meermalen van gewaagd is; behalve dat onze Marquis een Philofooph en Poëet onderhreldt; dan wie die zyn geweest,- is my niet voorgekomen. Een zoo groote Stoet geeft genoeg te kennen, dat zelfs een Vorstlyk inkomen noodig zoude geweest zyn, om dieteonderhouden en buiten Schulden te blyven. In het beftuur dat deze Heer Marquis gehouden (*) De Heer Mr. Nkolaas Mattheus iPAsfonviHe, Heer van Brigdamme, Raad der Stad Vere, in 'c jaar 1768 overleden, pretendeerde een afïïammeling van bovengemelde Christoffel te zyn , welke Christoffel zich ook £Aifdnlèvilk heeft gefchreven: zyn Wapen v/asd'argeijt; a /afasce de Sable, chargêe de trok mókttes duChamp: II  ( ii4) den Heeft, als Stadhouder van drie Provinciën Holland, Zeeland en Utrecht, en Admiraal der Nederlanden, fchynt Hy Keizer Karei den V, en Koning Filips vergenoegd të hebben $ dan of hetzelve altoos wel db goedkeuring van de Staten der Landen en dat der Gemeenten weg gedragen heeft, mag men wel twyfeleh.- In deszelfs Heerlykheden, byzonder Vere,heeft het dikwils gebleken dat Hy een goed Heer ware, die hen krachtig voorftondt; dan zyne menigte Schuld-eisfchers , en ftrenge vervolgingtegen de Onroomfchen, zullen de algemeene, liefde en achting der Onderzaten ook merklyk hebben doen verminderen: Dit is zeker dat Vere vooral met zyn overlyden alles verloor, en op dat tydftip het toppunt van zyn aanzien en welvaard hadt bereikt. Eer men dit befluitc, nrpet nog worden aangemerkt, hoe het te verwonderen zy, dat wylen de geleerde Heer de la Rue, 't zy in zyn Geletterd, of Staatkundig Zeeland, zoo weinig van de Veerfche Heeren in 't gemeen, en Van deze Bourgöndifche in 't geheel geen gewag heeft gemaakt; een bfyk hoe die Schryver, die anders de Eer zyner Landgenooten zoo ernftig verdedigd heeft, van hun leven en bedryveu niets of te weinig geweten hebbe r Om zyne Lezers op te onthalen, daarhetdoch Mannen waren, daar Zeeland op beogen mag, van  ( 'W 5 van hen te hebben voortgebragt, die hunne hamen door dappere bedryven en hooge Staatsbedieningen alomme vermaardheid hebben bygezet; dit alles is vergaan, een flaauwe nagedachtenis van zoo veel Heerlykheid blyft al* leen over, en na verloop van Eeuwen, mag het eerst gebeuren dat zy nog eens der verge? telheid worden ontrukt» Vere den 26 December 1785; U 2 V E R-  ( n4 ) VER KLARING DER. TWEE NEVENSTAANDE P L A A T E N» VAN ZEGELS R N HANDTEEKENINGEN. PLAAT I. B evat zeven Zegelen, waar van de bovenfte is van de Prochievan Kieldrecht, paaiende aan de Prochie van den Doel en Calloo, zynde een deel der Baronnie van Beveren in Vlaanderen, zoo als dezelve gevonden wordt aan een Schepenen Brief dato ao Augustus 1488. b. Een Zegel der Heerlykheid van Calloo, paaiende aan den Doel en Kieldrecht, als voren verhaald is, hangende aan eenen Schepenen Brief  C "7 ) Brief van a6 December 1487, waar in dezs Prochie een Stad wordt genoemd. e. Een Zegel van dezelve Heerlykheid, dato i8Januari 1485, daar die een Poort genaamd werdt. Wie van de Heerlykheden Calloo en Kiel* drecht meer begeerig is te weten, leze myne Verhandeling over de eerfte Stichting en Lotgevallen van fommige Plaat/en ten Oosten en Westen der Schelde gelegen, te vinden in het V Deel der Verhandelingen van het Zeeuzvsch Genootfchap der Wetenfchappen te Vlisfingen; waar men vinden zal dat Kieldrecht zoo wel als Calloo een gedeelte der Hooge Heerlykheid van Beveren uitmaakte, en dus tot den eigcndom der Heeren van Vere uit den Huize van Bourgondien behoord hebben; geen wonder derhalve dat te Vere nog Chartres van die Plaatfen voor handen zyn. 4. Een Zegel yan Heer Maximiliaan van 'Bourgondien, als Admiraal van Holland en Zeeland gebezigd, zoo ik het gevonden heb-aan een Mandement van dato 4 Maart 1554. e. Een Zegel van Heer Adolf van Bourgon*. dien, Heer van Vere enz. ƒ. Een Zegel van Anthony van Bourgondien. bygenaamdden grooten Bastard, Grave van La Roche in Ardenne en Guynes, Heer van Creueceur en Tournehem enz. Zoo als het gev H 3 van/.  (ilS) vonden wordt aan een Ordonnantie van beta* Hing dato 10 Oétober 1485. g. Zegel van Filips van Bourgondien, Heer van Beveren, Viefuille, Vere enz, waarmede een Quitantie bekrachtigd is. dato 26 Maart 1486 voor Paafchcn. PLAAT VI. j. Handteeken van Heer Hendrik den IVvan Borsfele, Heer van Vere enz. Zoomen diegefteld vindt onder een Rekening der Heerlykheid van Cloetingen in Zuidbeveland, opge^ nomen den 13 Oétober 1458. 2. Handteeken van Heer Wolferd den VI van Borsfele, Heer van Vere enz. Zoo het gevonden wordt onder een eigenhandigen Brief,- door dien Heer aan zyne Magiftraat van Vere, gefchreven uit Rotterdam den 29 Juli 1479, te vinden onder de bylagen der Zeeuzvjche Oud* heden ; behelzende de Heeren van fcre uit den Huize van Borfele, bl. 156. 3. Is het Handteeken van Anthonis demGrooi ten Bastard van Bourgondien , gelyk. hpt gefield is ander de Ordonnantie van betaünge, hier voren in de befciryving der Zegelen onder de letter ƒ. 4. Het Handteeken van Filips van Bourgondien, zoo als dje Heer het ftelde wanneer hy jn de Fraaüche Taal zyn naam zetten moest. 5. Het    C "9 ) 5. Het Handteeken van dien zelfden Heer ab hy in 't Nederduitsch zich onderfchreef. 6. Het Handteeken van den Roomsen-Koning, naderhand Keizer Maximiliaan, zoo als het te zien is onder een Brief aan den Magiftraat van Vere, waar die bevolen wordt uit den Ontvangst der Stads Accyfen te geven aan onfe lieue en getrouwe Ridder Raed ende Camerlinc den Heere van Pamele de Somme van twee hondert ponden te veertich groten vlams'tpond; in welke Brief door ouderdom het jaartal uitgefleten is. 7. Zoo onderteekende zich Adolf van Bourgondien, Heer van Beveren, Vere, Vlisfingen enz. onder een Brief van Borgtocht, waar by hy Jacobus de Grave en Jacob JDavidbdooh fchadelooste houden van hunne Schepen door die van Middelburg genomen. Den 5 Mei '8. Dit is het Handteeken van Heer Maximiliaan van Bourgondien, gelyk het te zien is onder een Brief aan den Magiftraat van Vere, gefchreven den 5 December 1556', by gebrek dat deze onderfchryvingvan ieder niet gevat wordt; waar die ongeoeffendenvoorkomt, worden in het nafchryven onvergeeflyke fouten begaan: zoo'heeft men in de Couftumevan Vlisfingen, bl. i6q. hier van Meybourg gemaakt. 9, Het Handteeken van ma^iAjKóninginne H 4 s Dón.  ( i&o ) Douaricre van Hongarien en Bohemen, Gou? vernante der Nederlanden, mag wel gekend worden : zoo onderfchreef zy zich gelyk te bewyzen is met een Brief aan de Magifbraat van Vere gericht, den 28 Oétober 1552. 10. Juftinus van Nasfau, de natuurlyke Zoon van Prins Willem den I,is zoo berucht in de VaderlandfcheGefchiedenis, als verwinnaar der Sterkte Liefkensboek, Admiraal van zeeland, en verdediger van Breda, dat men goedgevonden heeft, hoe hyzich onderfchreef, te doen kennen, fchoop hy anders in onzen arbeid geen onderwerp van verhaal mogt uitleveren. ji. Op deze wyze onderteekende zich Jan. Simonsfe, die het Secretaris Ambt van Vere onder den Heeren Adolf en Maximiliaan van Bourgondien, tot den jare 1557 toe bekleed heeft, was gehuwd met Jonkyrouvy Charlotta van der Vere. 12. Het laatfte Handteeken hier uitgebeeld, door dén Teekenaar zonder last gefchetst, en daarom hier vermeld, is van Mathias van de% Heede 3 Deurwaarder van Wapenen der KeizerL Majeft. by de Admiraliteit te Vere, gelyk het onder een relaas van den zeiven,dato ioMaart ?554 gevonden wordt. anatemnc.;:^ ;«gAtffl*vu' Aü-büfH^H £ H gy.    c m) BYLA GEN, A. Ordonnantie van Heer Antho« nis van Bourgondien aan zyn' Rentmeester van Beveren, om aan zyne Valkenier betaaling te doen voor inkoop van Vogels. Den 20 September 1484. Jbaques de la Mourre nótre Reeeueur de Beures; Nous vous Mandons que des deniers de vötre Recepte de 1 annee qui finera au jour de la faint Jehan baptiiie Mil iiijc. quatre vingt & fix, vous paies & deliures a Jehan de Hertoge nollre premier Faulconnier la fomme de Cent et cincquanta efcuz du priz de xlviij gros monnoije de flandres l'efeu, que lui deuons pour femble fomme pour plufieurspieces D'ofeaulx qu'il a paié pour nous & aces despens nous apporte en la Ville de Tours ou nous eftions pour lors. Et par rapportant auec celles qtiictance du dit Jehan de Hertoge nous H 5 vou-  voulons que Jcelle^ fom^e de cent cmcqname escuü di? dict sionnoijé vous. e$trc a (jpuce & pasfee en la despenfe de voz comptes que rendrez de la diéle année par les Auditeurs diceulx. Au quels des maintenant pour lors nous . ordonnons que ainfi leJfacent fans contre dit nul, car nottre plaifif-est tel. Tesmoing nottre Signe manuel cy mis le xxe jour du mois de Septembre 1'an Mil iiij? quatre vingt & quatre. ' ' I (Signé) A. DE BOURQOIGNE, Confirmatie der gift van 't Vis-Ambacht te Vere aan Jongvrouwe Jofma van Halewyn, baar eerst by Heer Wolferd van Borsfele gefchonkën, en nu door Heer Filips van Bourgondien be. afa'aminol ;! i -vestigd."-1 m3 eoigiiivry. ab siiq ^uob wnsc^nto ja 3n^ J Den 19 Mei 148Ö. JJous Philips de Bourgoingne Seigneur de Beures 9 de la Vere etc-, Scauoir faifons qu'cn tousfchant le Don et accord fait parchidcuant. par feu notre tres chers. et beaupere le Seigneur r • de  C *23 ) de la Vere que Dieu abfoille a la Demoifella Jozine de Halewin demeurant en notre diéla de la Vere, de L'office ou mestier des Viswariers en Jcelle Ville. Auons en faueur et a la Requeste de Monfieur et de Madame ma tante de Raueftein, Approbé confirme ct Ra-» tiffir le dit Don et auons en oultres apres le trepas de la dite Demoifelle Jozine Jcelluij office ou mestier donné et accordé a fa fille femme de Jehan van Lyen alias van der Straeten valct de Chambre de raon dit Seigneur de-Raueftein, pour en joijr fa vie durant a tous telz prouffez et emolumens a ce partcnans, non obftant.autre Don que en auons fait qu en porions faire. En tesmoing de ce auons Signe cestes de noffre :main Ie xixe May L'an mil CCCC quatre vingt et Six. (Signe') philips de bourgoingne. c. Ordonnantie van Heer Filips van Bourgondien ter betaalinge van aan Hem gekeverde zes ellen Goud La-> ken, en twee ellen Carmofyn-Pluweel. Den 6 Augustus 1487. Jfaques de le Moere notre Receueur de Beures paiez  C ih 3 paiez e deliurez des deniers de vostre recepte de ceste prefente annee a Franchoys vanCloutinghen marchant de draps de foye demourant aMalines,la fomme defix vingz quatorze liures huit fols du priz de xl gros monnoye de Aandres la liure, pour & a caufe de fix aulnes de dfap D'or au priz xix iiij f. dit monnoye laulne & autres deux aulnes de velours de cramofy au priz de ix oC xij f. 1'aulne qu'il nous a vendu & deliure montans a femble fomme. Et par en rapportant auec cestes quitance du dit Franchüs, Nous voulons Jcelle fomme vous estre alonce en la dcfpencede vcz comptcs que rendrez de la dite annee par les auditeurs diceulx commis ou a commettre, au qiielz des maintenant pour lors nous mandons que ainfi le facent fans nul . . . . en tesmoingmes ligne ey mis le fixiesme jour d'Aoust quatre vingt et fept. (Slgné) PHILIPS DE BOURGOINGXL. D. Commisiie by welke lieer Fir lips van Bourgondien, Hen-r drik van Balen aanfteld tot zynen Meester Valkenier. Den i December 1487. Phüips van Bourgoingnen, Heere van Beure / van  van der Vere van Vlisfingen etc. Doen cond eenen yegelicken, Dat wy hebben gemerct op 't goede rapport, ons aangebracht van den perfoen vanHeindrikvan.Balen; Ons oocvolcommelic betrauwende zynreexperienci ende goede deligencie, den feluen omme defe redenen wil, onthouden hebben ende met defen onthouden in den dienst van onfen meester Valkenaer; Omme ons voortaen daer inne wel ende ghetrauwelic te dienene, ende dair toe al te doene als een goet ghetrauwe meester Valkenaer vermach ende fchuldich es van doene, Ten rechten ende veruallen van den huuren, als andere zyne voorfaten, onfe meester Valkenaeren in onfer Heerlicheyt van der Vere gheplegen hebben te hebbene, Ende ten ordinaren Jaarlicfchen wedden van twee hondert Rynfche guldenen van viertich groten vlaemfcher munten eiken gulden, die wy willen, ende by defen beuelcn den zeluen Ileyndricke betaelt te zyne Van onfen jegewordigen ofte toecommenden ontfangere van onfen lande endeHeerlichede van Beure, telken verfchenenen eerfte drie commenden maenden, dit ingaende ende beginnende ter date van defen, alfoe langhe als 't ons gelieuen fal, dies zo wat de voirnomde heindrie van Balen op de zelue zyne jarelicfche Wedden gehouden ons te houden acht fticken voigcls, ende dair toe ooc twee knechten end« twee  ( "O twee honden met hueren toebehoorten, in alder manieren als dat behoort tot zynen propren coste, ende in geualle wy den voirnomden onfen meester Valkenaer belasteden van meer' dan van de acht (Heken Voglen als voorfz. es, als dan fullen wy hem, zyne voirnomde wedden vermeerfen voir elc ftic vogels van twee groten munte voorfz. elcx dages. Ontbieden hier omme ende beuelen onfe Gecommitteerdeter audicie van Rekeningen, dat mids alleenlic dezen ofte 't vidimus autentyc van dien eens voir al ouerbringende zy pasfeeren alfulcke betalinge als hem luyden blyken fal dat onfe wel gheminde jegcwordige ontfanger van onfen voirnomden lande ende Heerlichede van Beure Jacop van den Moere, den voirnomden heindric van Balen onfen meester Valkenaer in der manieren ende ter caufe voirfz. betaelt fal hebben, want het ons aldus belieft, ïnkennisfe van defen zo hebben wy onfen fe*el hier an gedaen hanghen binnen der Stad van Bruesfel vp ten eerften dach van December in 't jaer ons Heeren Duust vier hondert zeuen ende tachtentich. Gecollationneert jegens de originele brieuen by my (geteekend) nüman. Qui-  X 3 E. Quitantie waar by David de Fiennës bekend zyn tractement als Kastelein van het Kasteel te Beveren, ontfangen te hebben. Den ia Juli 1488. J[e Dauid de Fiennes confesfe auoir de Jacques de la Mo ure, Receneur deBeures, la fomme de nevf liurcs gröz monnoye de Flandres, pour & a caufe de deux o€ gros de dit monnoye que Monfieur de Beures lui a ordonne me paier par chacunmois des deniers de fa dicte recepte, durant le temps que par fon commendement et ordonnance me truvay au dict Chastau de Beures pour moy jllecq entretenir; Et ce pour quatre mois & dimy finiz le xxiiij jour de Juing quatre vingtz & huit. De la quellc fomme de ix oC groz monnoye & pour Ie que deszus je me tiengs pour contant bien paie et en quictte mon diéf, Seigneur de Beures, le dict Jacques Receueur & tous autres qu'il appartiendra. ïemoing mon Signe cy mis le xij jour de Juillct quatre vingtz & huit. (Signe) davit de fiennes. Brief  c j F. Brief van Heer Filips vanBourgondien aan de Magiftraat van Vere, over de Deelinge die tusfchen gemelden Heer en den HeereWalraven van B rederode gefchiedert moest. Den 6 Mei . : : ]T^ieue ende wel geminde. Wy hebben ontfaen uwen brief by den welken wy verftaen 't verfouck van onfen Schoonbroeder en Zusterè van Brederode, byfondere voerende der partaige, dat die tusfchen ons gefchien mochté. tot noch toe zo en hebben wy in gheenen anderen wille geweest, zo wy ooc noch en zyn, dan tot dien fine te overcomen, ende ten hadde geweest die zonderlinge affairen ons ouergecomen zichtent, ende naer 't ramen van dé Dachuaert te dien caufe geordonneert binnen onfer Stede van der Vere, in de felue partaige ware voorder geprocedcert geweest dan 't noch en es. De gebreken mids onfe andere jegewordige beletten, die ghy wel befeffeh muecht, en connen wy op dit pas niet beteren, maer wanneer 't ons eenichfms mogelic zal  ( m) zal 2yn, wy fullen daer toe verftaen by der gracien Gods, die V Lieue ende wel geminde bewaeren wil gefcreuen te Brugge defen vje in Meye (geteekend) philips de bourgoingne.7 (het opfchrift was) Onfe lieuen en Wel geminden fcout buerchmeesteren en fcepehen Onfer Stad van der Vere. a Quitantie, waar by de Commandeur der Duitfche Ordre te Middelburg, verklaard voldaan te wezen van de heergewaden der Leenen die Heer Filips van Bourgondien fchuldig was. Den laatfteri Juni 1489. Ic Roedefick van der Vorst, huuscomman^ deUr van Middelburgh van den Duutfchen oirder, doe' condr en kenlick allen luden, dat wi kennen vernuecht ende voldaen te wefen van den hooglien ende mogende Heere Heer Philips van Bourgoingne Heere van Beueren ende van der Vere etc. van allen alfulcken heeren I ge-  ( i30 ) gewade als hi ons fculdich mach wefen ter caufe van alfulcke leenen als hem anghecomen ende beftoruen moghen wefen van weghen Vrou Anna van Borfele fynre himsvrouwe bi doede cherens Wolfarts van Borsfele faligher ghedacten haer vader , ende dit mits een fekere fomme van penninghen dair af wi ons kennen vernuecht ende wel betaelt fynde den yerften penninck metten laetften* ende fceldeh hem ende een yghelick dair af qüite dyes qiiitancie behoue. Oirconde der waerheit foe hebbe ic huuscommandeur voirfcreuen myn Seghel an defen brief doen hang hen In 't Jacr ons heeren Dufenf vier hondert ende neghen endet.-ïch tieh den laetften dach van Junio. H. Brief der Regeering van Antwerpen , aan Heer Filips van Bourgondien, waar by die verzoeken, de Kooplieden van Doornik in hun-1 nen handel te willen behulpfaam zyn. Den 9 Juli 1489. Efdele moegende wyfe, ende zeer voerfieni- ge  c m) ge Heer, wy gebieden ons totuwen edelen liefden alfoe wy hértelic connen ende moegen Den feluen gelieuenete wetene, hoe dat Dinerfe cooplude vanDoornicke, mit alrehande goeden ende coopmanfcapen die zy binnen defer jegenwoerdige vryer Jaermerct van Antwerpen alhier gecocht hebben, jegenwoirdichlic comende zyn oft feynden de felue goede in uwer liefden Stede van dor Vere, in meyninge die te doen vuere in der voirfz. Stede van Doornicke, ende aldair te flytene te penninweerdcne, gelyc zy daer af hueren behoirlike eede gedaen hebben in onfe prefentien, Ende ouermids dien dat de felue van Doernicke hen beduchtende zyn mits alrehande vluchtmeeren dat hen fcooi ende belet foude moegen gedaen warden, foe eest dat wy, die de vordenisfe van den coopmanfcapen met herten begheeren, ende ooc dat de vriheyt van devoorfz. Jaermeretaen de voirfz. van Doernicke onderhouden worden alföe dat behoort. Jegenwoirdich aen uwen edelen liefden fcriuen den feluen zeer hertelic ende vrientlie biddende, dat V gelieuen wille de voirfz. cooplude van Doernicke ende hueren goede te hebbene ouer gerecommandeerd doende henlieden afiiftencic hulpe ende byftant gefchieden, om hen ende hueren goede vrilic ende onbelast ende fekerlic van uwer Stede van der Vere vóergenoemt naer Doernicke vöerfzv I 2 te  ( 13^ ) te moegen vuefne, gelyc de Heer van Walham* 't felue aen uwen edelen liefde fcriuende ende verfuekende is. Edele moegende wyze ende zeere voerfienige Heere, hier inne gelieue uwen liefde te doene, 'gelyc wy des ende alles goets totten feluen met gansfer herten toebetrouwen, ende oft eenige faken zyn die wy vermoegen, offeren wy ons daer toe altyt goetwillich ende bereet, by den hulpen Gods almachtich, die uwer edele liefden perfoen falichlich gefparen wille, gefcreuen den ixen dach der maent van Julio Anno Ixxxix. Burgenieefteren Scepenen ende Raide van der Stadt van Antwerpen tirwen liefde bereet, (het opfchrift was) Edele moegende Wyfen, ende zeere voerfienige Heere Heeren Philipfe van Bourgoendien Heere vim der Vere, Stants van Beueren etc. onfen' befonderen lieuen 'Heere ende vriendt. I. Brief waar by de Roomsch Koning en de Aarts-Hertog Fi-.  c m) Filips, aan Heer Filips van Bourgondien beveelt, het Placaat op de Munte alomme in zyne Heerlykheden te doen publiceren enz. ! April 1490. De par le Roy et Philips Archiduc d'Auftrice, de Bourgoingne, de Brabant, Contes de Flandtes, D'Artois, de Bourgoingne, de Haynault, de Hollande etc. Ohicr et feal Coufin auons prefentement fait expedier certaines noz lettres en placart pour faire rafrechir par tout nótre pays de Zelande la publicacion des ordonnances nagaires faictes fur le fait des monnoyetlareduction'des veilles. Et pour ce que Defirons 1 entretainement des dits, ordonnances des monnoyes, le quel entretainement vous est et fera de tel fruit prouffit etvtilité quevousmesmes pouezaflezcongnoistre. Nous escripuons deuers vous, et vous ordonnons bien acertes que de vótre part vous emploiez et tenez la main a ce que le dict ordonnances des monnoy foient entretenues au dict pays de Zelande, enfaifanta ceste fin aufly refrefchiex la publicacion d icelles en vótre vilï 3 |«  C m J ie de la Vere et aultres Heux a vous apartenant, et les faifantentretenir par voz fubgetz des diets lieux fans aucunne infraction, en procedant et faifant proceder contre les transgresfeursd icelï les par les peynescqntenues es dict ordonnances rigoreufement et fans depport et tellement en faictes que par vótre deffault etnegligence jcelles ordonnances ne foient enfrainctes et transgreifees. Chier et feal Goufin nótre Seigneur iüit garde de Vous. Donne a nótre Ville de Malines le premier jour dAuril L an iiijexc. auant pasques. (geteekend) numan. (het offchift was) A nótre Amie et feal Coufin le Seigneur de Beures et de la Vere. K, Paspoort door Jonker Frans van Brederode, Hoofd der Hoekfchen, aan een inwoonder van Vere verleend. Den 13 Juli 1490. Pranfois broeder tot Brederode ende tot Vianen, Capitein van der Sluis etc. Doen  C J35 ) Doen teweteneeen jeghelyc, dat Ik Adriaen Domisz. inwonende van der Vere gheleyeende faulfue conduit ghegheuen hebbe ende by defe gheue, te mogen vaeren ende zeilen met een Scip van der Veere wefende dair inne acht oft neghen mannen , met alderhandecoopmanfcepe, het zy in Vranckericke, Inghellant, Scotlant oft elders dair't hem goetdunct. Ontbieden endebeuele alle Capiteinen, Stiermannen, Convoymcesters, Quartiermeesters, Ruters van Oorloghen deenen ofte anderen onder myne laste ende beuele wefende, biddende ende verfouckende an allen anderen wien t aengaen ofte . . . mach, dat zy den voornoemden Adriaen, Scip, perfonen ende goet daer innen wefende, lacten ende ghedooghen rustelyc ende vredelic zeilen, zonder hem in t dairwairts zeilende ofte in t wederom keerende, te zoo wat platfe dattet zy, eenich hinder, fcade, belet ofte achterdeel te doene, in lyue noch in goede in eenighe manieren. In kennisfe van defen zoo hebbe Ic myn handtcyken hier onder gheftelt vp ten xiij dach in Julio in 't Jaar Duist iiijc ende 't neghentich (geteekend) f. d. erederode, I 4 Briqf  ( 13* ) L. Brief van Joris van Ghiftelle, Bevelhebber te Biervliet, over het ontflag van twee Veerfche Poorters aldaar gevangen geweest. Den n Augustus 1491. Harde HoogheEdele endevoorzienich Heer %c ghebiede my zeer Jonstelic in uwe goede gracie, V ghelieue te wetene , Dat uwe Stede van der Veere hier gcfonden heeft huere lettere van certificacien anghaende twee poorters van der Veere de welcke ghenomen waren commende van der Sluus die onfe vianden zyn endaer gheen prinfe ghehouden en waeren. De knechten van hier Jaechdenfe vp D lant van Vlysfinghcn, daer de Ruteren ende Inwonende al daer vut quamen ende zeer qualinc tracterende met Steenen ende anders, zo datter vele van mynen ghefellen gequest zyn, maer omme de vrienfcepe van V gheminde Heer ende van uwer Stede, zo hebbe Ic de ghefellen zo lief ghefproken, dat zy de twee uwe poorters pnfleghen hebben, ende de knechten bidden, dat van ghelycken niet meer ghefcien en mach, slzp-rudelic de Dienaers van onfen Romsco- nynck  C 137 ) nyncke nde vanEershertoghePhilips zynszoons te tractierne, want woorden zy gheuanghen E onghelick, Ic zal fe weder ontflaen te Rechte, alzo defe twee niet ghebuert en es, wantzy en connen gheen vriendt an beede zyde ghezyn, hemlieden en es gheen Recht gefciet maer gracie, omme alle inconuenienten te fcuwen ende omme vrienfcip van V ende van uwer Steden te honderhouden.. Dat kenne God die V Harde Hooghe edele ende voorzienjch Heer fpare in falicheden. gefcreuen te Bierulietden xj dach in ougst anno xcj. (onderflond) VDienare (geteekend) joris van ghistelle. (het opfchrift was) Harde Hooghe edele ende voorzienich Heere myne Heere van Beuere ende van der Veere. Mr Brief van Heer Filips van Bourgondien aan deMagiftraat van Vere, hunbeveelende goed en kort Recht te doen aan Herman Pietersz. poorter van der Goude. Den 4 Juni 1493. JL/ieue ende wel gheminde. Want wy vert I 5 ftaen, j  (138; ftaen, dat Herman Pietersz. poorter van der Goude hangende heeft een proces voir V lieden 't jegens luut Geertsz., aengaende zekere penningen, ende dat ons gebeden is in faueure van den zeluen Herman te willen fcriuen. Beuelen wy V dat ten eerften dage van Rechte dienende van de voirfz. procesfe, ghy den zeluen Herman doet kort Recht ende expedicie van Jufticien, hier inne van gheenen gebreke zynde, want ons alfo belieft. Lieue wel gheminde God zy met V gefcreuen te Mechelen den üije dach in Janiri anno xciij. (geteekend) piiilips de BouRGpn . (het opfchrift was) „ Onfe Lieue ende wel gheminde Schout, burgmeestercn ende Scepenen onfer Stede van ' der Vere. N. Brief van den Aarts-Hertog Filips van Oostenryk aan de Regeering van Vere, waar by die begeert, dat zy, of hunne gemagtigden de bruiloft bywoonen van zynen Kamerdienaar Jan Wastet, en di? vereeringen doen. ^  C 139 ) Den 14 Juli 1497. • By den Eertshertoge van Oistryck, Hertoge van Bourgondien , Grave van Habsbourg, van Vlaenderen, van Tyrol etc. 3L/ieue ende wel gheminde. Tot onfen verfoucke ende begeerte tractaat van huwelick es onlancx gemaect ende gefloten geweest, tusfchen onfen wel ghemiuden Kamerknecht ende cleyn ruefe Jan Wast et ouer een zyde, ende Elizabeth dochter van Jan Stecnmaer, alias Perceval Appqticaris wonende in deze onfe Stadt van Bruesfel, die van gélycker groote ende wasfe cs van de voirfz. cleyneil ruefe overdander zyde, dair of de Feeste van den brulocht ghehouden fal werden in defe Onfe voirfz. Stadt van Bruesfel den xve dach van Augusto naestcommende. Ende wel lieue gheminde, zoe wel uyt confideracien van den goeden dicnften die de voirfz. Jan ons ouer langhen tyde gedaen heeft, ende noch dagelick doet, ende oick dat wy begeren, dievoirderinghe in goer de ende eeren van den voirfz. twee parfonnaigen, fcic men aen U ende begeeren zeer ernftelick, dat ghy ter eeren ende liefden van ons, ende tot deze onfe eerfte zulcke begeerte zichtent onfe huldinghe ende ontfang an de lieer-;  ( I4-q ) Heerlicheyt van onfen Landen. Ghy ten voirfz, daghe ende plecken commen oft zenden wilt ter feeste van de brulocht voorfz.; ende den voirfz. Jan doen en betoogenalle de eere, hulpe, voirderinghe ende byftandt van uwen goede, die V mogelick fal wefen; 'T welk doende ghy ons groote liefde ende bequaemen dienst doen zult. Lieue ende wel ghemindè God zy met U. Geicreven in onfe Stadt van Bruesfel den xiiij dach van Julio Anno xcvij, (geteekend) philips. (lager) nu man. (het opfchrift was) Onfen lieuen ende wel geminden Burchmecsters, Scepenen ende Raedt der Stadt van der Vere. O. Brief van Heer Filips van Bourgondien aan zynen Raad Mr. Cornelis Jacobz. van der Vere, om zekere verkregene Commisfien enPrivilegiezorgvuldig te bewaren enz. Den 6 December 1497. IVleester Cornelis. Wy hebben doen ver, nyeu-  C #0 ) nycuwen de drye | Commisfièn van den Dycgraeffcepen in Zeelant, te wetene in Walcheren, bewesten ende beoisten Yerfike, alfo ghy by den commisfièn zien zult. Wy Zenden V alle de voorfz. commisfièn nyeuwe ende oude, mitgaders ooc de brieue van preuilegie by ons vercreghcn voor ons ende onfe Steden in Zeelant nopende dry vier punéten hier yoortyts gereferueert ter Hooger vicrfcaeren. Ghyzult alle de voorfz. brieuen nyeuwe ende oude ende oic 't voorfz. previlegie doen leggen in den Toren met onfe anderen brieuen ende Charteren, om aldaer bewaert te wefen. God zy met V gefcreuen te Bruesfele den vjften dach in Decembry anno xcvij. (geteekend) philips Van boürgoIngne.' (het opfchrift was) An Meester Cornelis Jacobz van der Vere onfen Raad. (*) P. Brief van Heer Philips van Bourgondien aan de Regeering van Vere, waar by die hun ad- (*) Cornetts Jacolz van der' Vere, is naderhand Secretaris van Vere geweest.  C 143 ) vis begeert op zeker verzoek door een Poorter gedaan. Den 6 December 1497. IL^ieue beminde. Wy zenden V bier in befloten een fupplicatie ons ouerghegheuen, van •wegban Jan Cornelisz. poirter onfer Stede van der Vere, ende ontbieden V die zelueSupplicatie te vifiteren, ende ons ouer te fcriöcne voor V lieder aduis, of Wy hem die vryicheit die hy verzouct gemerct de redenen verhaelt in zyn voirfz. Supplicatie behoeren te gunnen' of niet, om voirt dair in te doene zo behoeren zal. Lieue beminde God zy met V gefcreuen te Breusfele den \rj&« in Deccm.bry anno xcvij , (geteekend) philips van bourgondien. (het opfchrift was) Onfen lieuen beminden burgmeesteren Scepenen ende Rade (*) onfer Stede van der Vere. Ope- (*) Hier vindt men eofc het aan gericht, daar fcyna een Eeuw daar naar die eerst zyn ingevoerd, hoe is dat tc begrypen.  C 143 ) Opene Brief op Pergament gefchreven, waar by Heer Adolf van Bourgondien aan Willem Pietersz. een Lyfpenfioen van ƒ 60 : 'sjaars toezegd, wanneer die met 'er woon zich binnen Vere kwame neder te zetten. Den 23 Februari 1521. ^Vdolf de Bourgoingne Seigneur de Beures, hi Vere etc. Scauoir faifons que pour la bonne affection et amour que auons a Guillame pietersz. mesment qu il a entrepriz a diligenter la retraéte de la nation de Bretaigne pour ycelle eftapler en nollre Ville de la Vere. Auons octroyéet accordé au dict Guillame la vie durant vuepcnfion de foixante liures törnöys xl gros la'liure par an; a condition toute voyes qu il veingne demeurer en nótre ville de la Vere et ne forfait ycelle envers nous, entrant ycelle penfion au jour qu il fe retirera auecq fon mesnage en nótre diét Ville de la Vere, la quelle penfion luy fera paye par la recepueur de nous, de marnes dont le payement aduouons par cestcs et voulons eftre allonc par les auditeurs du  ( 144 ) du compte du dict Receueur. En tesmoing de ce auons ceste figne et fcelle du feau de noz arrnes le xxiij de feburir xvc.vingtetvng ftyl D'Utrecht. (geteekend) adolf de bourgoingne^ R. Acte,waar by deGouvernante der Nederlanden verklaart, dat de Smalle Steden van Zeeland zo wel als de andere aanfpreeklyk en executabel zyn voor de verkogte Renten ter goedmaking eener geconfenteerde Bede. den 22 Januari 1522. Alzoe Burchmeesters Scepenen ende Raidt derSteedevan Middeiburch in Zeelant, mynen genadichfle Vrouwe die Erts-Hertoginne van Oistenryck. Hertoginne ende Grauinne van Bourgoingnen, Regente ende Gouuernante, te kennen gegeeuen hebben, hoe in de maent van Maerte lestleden, de Staten van den zeluen lande van Zeelant den K. M. geconfenteert ende geaccordeert hebben gehadt om hem te behelpen in zyn zonderlinge affairen de  de fomme van vyf ende dertich duyfent ponden van veertien grooten vlaemfcher munte 't pondt, ende die te vinden binnen zeekeren toecomende Jairen op t landt by de gemeten; Ende alzoe van noode was de voorfz. gereet op te brengene t welcke de voorn. Staten nyet mogelyck en was dan by vercoopen optvoorfz. landt van Zeelandt van zekere losrenten bedragende totter voorfz. fomme van xxxyrq. o£ mitsgaders financien die dair op loopen fouden, zoe confenteerden de zelue van den Staten, dat zy fouden vercoopen op de voorn, lant van Zeelant de voorfz. losrenten, ende dat zy gefamentlyck den coopers dair af geiten zouden huere bezegelde brieuen van verbande. Nu eistzoe, dat cnyghe van den Steeden van Zeelant ende byfondere de voorfz. van Middeiburch hem luyden nyet en fouden willen oft dorven hooger belasten dan zy gewcenlick zyn, zwaerheyt makken hueren Zcgeltochte den voorfz. cooper te geuen, ten zy dat de Smalle Steeden die in de bede Capitael ftaen voor een zestendéel, Insgelycx, huere Zegeltochtemitten anderen van den Staten geuen, ten eynde dat in geualle eenige fcade oft last den Staten vp quame ter caufe van quade betalinge zy mede mochten helpen dragen den last nair aduenant van huer lieder portie, oft ten minflen dat de Eedelen die deK zei  ( 146- ) zelue Smalle Steeden toebehoiren huere Ste& den veruangen ende verbinden fouden; Ende vuyt deesfz hebben de voorfz. van Middeiburch verfocht ende begeert aen myn voorfz. genadichfte Vrouwe den voorfz. Smalle Steeden te beuelen, dat zy metten anderen hueren voorfz. zegeltochte volbringen zouden, oft emmers den Edelen te beuelen huere Steeden te veruangen ende verbinden als voiren; oft dat by huer Genade verclaert worde, dat zegelende die brieuen van den coopers van der conftitucie van den voorfz. Renten, Eedelen ende principale Steden van Zeelant, de cleyne ende Smalle Steeden dair mede verbonden zullen zyn in alder manieren oft zy meede gezegelt hadden, vp dat t zelue by den voorn. Smalle Steeden nyet betrocken en worde in confequentien. Myne voorfz. Genadichfte Vrouwe als Regente ende Gouuernante hier Vp gehadt t aduys eerst van den Rentmeester van Zeelant, dair nae van den Prcfident ende luyden van den Raide ende Rekenynge in Hollandt, ende voorts van den Hooft ende Treforier Generael van den Demeynen ende Financien des Keyfers, by rype deliberacie ende aduife van den Hooft ende de luyden van den Secreten Raiden van den Keyfere by hair geordonneert, In den name van den Keifer ordonneert by defen, dat de Ingefetene van den  voirfz. Smallen Steeden van Zeelandt thoebe-' hoirende particulieren Heeren, nyet en behoifen vryer ofte exempter te weefen, dan die onderfaten van den Steeden van Zeellandt, byfouder in zaicken die t gemeen landt angaen,endedairomme de zelue particuliere Heeren van Zeellant doende de befegeltheyt bouen geroert, zullen veruangen de voorfz. Smalle Steeden hem luyden toebehoirende, fnzulcke wys, dat zoe verre eenich gebreck hier nair geuiele in de betalingc van dë vercochte Renten bouen geroert, dat die voirfz. Smalle Steeden voir die gebreck executabel ende arestabel zullen weefen, als' die Ingefeten van Middeiburch ende andere principale Steeden Van Zeellandt; Ende indien de voorfz. particuliere Heeren van Zeellandt zwaricheyt deden huere befegelheyt te geuen, ende dat de Prelaet, Eedelen ende principale Steeden van Zeellandt alleene huere brieuen de coopers van de voorfz. Renten gauen, dat in die geual nochtans de cleene ende Smalle Steeden dair mede veruangen ende verbonden ftaen zullen, ende weefen zullen executabel ende arestabel zoe vooren verhaelt ftaet, in alder manieren oft zy mede gezegelt hadden, zonder dat de zelue verfegelinge in toecommende tyde betrocken wefen mach in confequentieActum te Mechelen den xxije dach van lali. 2 nua-  ( 148 ) nuario in 't Jair xvc tweentwintich Onderteyc-» kentL. dubbioul. Ghecollationneert jegens de Originele Acte ende accordeert mirten, zeluen, jby my petrus sohyer , Nats, s. Procuratie by welke Heer Adolf van Bourgondien zyne Gemaiinne, zoons en twee zyner beampten, macht geeft, tot de Adminiftratie van alle deszelfs Goederen enz. Den 24 Maart 1539. Nous Adolf de Bourgoingne Chevalier de Porde de la toifon de L'Empereur, Seigneur de Beures, de Tournehem, dek Vere, Vlisfingen etc. Admiral de la Mer fcauoir faifons a tous ceulx qu il appartiendra que pour la vraye amour et cntiere confidence que auons et portons a nótre tres chere compaigne et efpenze Dame Anne de Berges, Maximilien de Bourgoingne nótre filz, Phillippe de Beures nótre^ filz naturel, Georgc deWaelscapple et maistre Sebastian Spaengnart, les auons auctorifé et expresfement par ces prefentes auétorifons, Donnous et Octroijons par enfamble la totalk et  t H9 ) et p'leyne fuper Intendance, conduicte Göu« tiernement et adminiftration de tous et quelz concques noz affaires, negoces et befoignes quelz quil foient prefens et aduenir fans aulcun excepter, en les donnant plainpouoir, auélo rité, charge et mandement efpecial, de pren* dre et auoir durant nótre abfence et Jusques a nótre rappel, L'entiere entremife^ recepte et adminiftration de tous et quelz concqüe noz biens, meubles, jmmeubles, fiefz, terres,diecaigesi fcorres, Rentes, Seigneuries et heritaiges quelque part quilz foient trouuez ou gifans en Flandres, Arthois, Zelande et aillieurs; De vendre, aliener, charger ou ypothequer routes et quantefois et auffi fi fouuent que eulx plaira et a leur bonne difcretion felon ï exigence des affaires que pourront furuenir; prendre et recepuoir les deniers d iceulx, donner quitance, Jurer necesfite fe befoing foit en deffauk de gre d hoir; De comparóir par deuant la Royne Douagiere de Hongrie, Bohème etc. Regente et Göuuernante par de ca, Le Confeil priu'é de L'Empereur eftant lez elIe, Le grand Confeil de Malines, le Confeil dc Flandres, le Confeil DArtois, le Confeil de LHaye et Hollande.; et generalement toutes cours feudalcset nonfeudales, BailleZ, Hommes de fiez et Echeuins et toutes aultres juges quil appartiendra jllecq faire Descheritemena, K 3 ad-  C 15a ) adheritermens, Jverpir, Difiverpir, Desueftemens et Jnueftitures, Recognoister et pasfer lettres et condempnacions ad ce duyfantes auec promesfe Deuiction et garand, foubz obligacions feignourieufe peyne de quiud denier et autrement comme appartiendra; Obtenir vng ou plufieurs Oettroy ou Oétroyz de Lempereur oft de ceulx de fon Confeil, quil ont le poubir ie befoing foit; Et en oultre generalement et efpecialement y faire garder et obferuer toutes folempnitez tant de droidt que de couftume, Doyr, examiner, cloire, pasfer et accorder tous et chacuns les Comptes de noz BailliZj Recepucurs, Officier et autre entremecteurs de nos diets biens, affaires et negoces; Jceulx desmectre, rappeller et deftituer et autres nqmieaulx commeclre, Inftituer, fermenter felon quilz verront eftre commodieux et expediënt; ausfy de deftiteur les Bourgmaitres,Efcheuins ettous aultres Officiers de nous Villes et Scigneuries, ou jceulx continuer ou aultres nomieaulx ordonner et commectre toutes et quantesfois il fera befoing; De faire nouuelles ordonnances, ftatuyts, verbots,wilïekeures et aultres droiciz es diets nous Villes et Seigneuries, ou le precedentes augmenter ou diminuer oureuocquer, rappeller et mectre au neant enfamble toutes vfances et couflumes fi comme ilz trouuaront quil fe doibue et con> uien-  C 151 ) üiendra faire; De continuer ou renouvelleries bailz decensfe, fermes et louaiges a telles pcrfonnes et a telz pris et termes ct condicions que bon eulx femblera, et auecq ce pareillement eulx donnons procuraeion, pouoir et auctorite de comparoir par deuant La dicte Reyne Douagiere de Hongrie, Bohème, Regente et Gouuernante par deca, Le dict Confeil priué de L'Empereur eftant lez elle, Le dict grant Confeil a Malines, Le dict Conleil de Flandres, Le dict Confeil D'Artois, Le dict Confeil de la Haye en Hollande, ct generallement par deuant tous aultres Juges, Juftices et Cours Seculiers et Spirituels , Illecq pourfuyre etfouftenirtouttes manieres depourfieuites et querelles tant en demandant que en delfendant, en quelz concques matieres querelles et actions perfonnelles, reelles, mixtes, jnterdictz, complainétes en cas de faifine et denouvellité Rejntegrandes de fortfe, violence et aultrement de quelque nature quilz foient; Toutes executions de Sentence tant Jnterlocutoires que diüinitiues et mesmement L execution de larrest et fentence rendu a notre proffit contrele Seigneur de Berghes; De faire demandes verbales et par efcript, refponces, replicques, duplicques,triplicques, quadiuplicques, quintuplicques, fextuplicques et toutes manieres defcriptures ? enquestes, proK 4 duc  C152") dilétions de tcmoingz,de litisconteste, refpoiidre a tous articles jnterrogatoires et pofitioris par credit ou non produire, Lettres etlnftruniens actes et enfeignemens" - Choifir et eslire domicilie; meclre caution Juratoire ou fideisfoire; oyr fermcnter tesmoings, Jures de calumpnia ct aultres fcrmeus en L'anie de tous quil appartiendra -s faire et exliibcr reproches et falutations; Reqüirer et accepter ven de lieü fi le cas le requierst; conclute en Droict d'oyr fentence jnterloquitoires et diffinitiues, d'icelïcs appeller et pourfuyr ou il appartiendra a jceulx appeaulx renimcher fe bon leurs femble ; Et par desfus ce les auons donné et donnons piain efpecial pouoir et aöctortt'é de toute ce quil peut toucher les dict arrest rendu au dict grant Confeil a notre proffit contre le dict Seigneur de Berghes, et de. tous aultres differens, proces, querelles et questions quelz quilz foient, aimablement traicïer, pacyffierct appoinfter, actorder et tranfiger, et en oultre generalement et efpecialement faire es chofes desfus diets leurs circumftances et appertdan* ces toute ce que nous mesmes y pourrons ou fcanrons faire fi pfefens y efllons enperfone, et le cas requiert a mon mandement plus éfpfei cial de fubflituer vng ou plusfieurs Procureur Ou procureurs ayant femblable ou autre poiio'r limiié, promraettant de bonne-foy et foubz löbïi'  c ^ ) lobligacion de notre perfonne, de tdus nous biens, meubles et jmmeubles prefenset aduehir tout ce que dit auoir et tenir a toujours ferme estable et aggreable fans jamais y aller ou fouffrir y aller et contrenenir ou contraire, et de furnir et payer le juge fe mestier. Est en tesmoing de verité auons nous llgné ceste nótre Procuration de nótre fignemanuel et jcelluy fcclles de notre feel armoye de nous armes le vingt quatreisme jour de Mars 1'aft xvc. et trente neuf felon le ftyl D'vftytrecht' auant pasques. T. Brief van Heer Maximiliaan van Bourgondien aan denBaillui van Vere, om het noodige in gereedheid te brengen tot zyne reis naar den Hage. Den 20 April 1547. B ailly. Je vous enuoie deux lettres les quelles faiétes a toutes deligenfe tenir la ou faddresfent, et escriuez èp mon nom a D*escoutette de Dordrecht que je fais mon compte d'estre vandredy de lautre fepmaine en la ditte Ville et le landemain a la Haie. Je Mts mon compte de partir mecquerdy prochain de la K 5 Ve-  ( 154 ) Vere, auertisfer Monfieur de Fontes affin que tout foit prest, je nay loifir de luy refcrire il i at tant a refcrire et refpondre a tout coste quil me fauldroit bien trois Secretaires. Le Penfionaire dort voluntiers longe matinee, il tient le ftile de la Court de feu Madame de Savoye. auertifez les Baylles de Flesfinghe, Brauzvershueen, Duuelande affin foy trouuez pour le dit jour. autant Bayly Dieu foit garde de vous. de Bruges le xxe D'auril 1547. (geteekend) m. de bqurgoingxe. '(het opfchrift was) AuBaüly de la Vere. u. Publicatie om ter oorzaake eener groote ftorm en onweder eene plechtige ommegang te Vere te doen. Den 13 Januari 1552. IVÏen cundicht eenen ygelicken, dat ouermits den grooten ftorm en onweder daer duer te beduchten is t lant in grooten perykel te ftaen van Inondacie ten zy dat God almachtich duer zynegodlicke gracie en genade datvoorfie ende befcherme, Eude want daer wel voor  te bidden es foe es geordonneert ende befloten ter eere Gods, dat men te clocke negen vren fal doen eene folempneleMisfevandeuotie ende na de Misfe fal men dragen procesfie generalemetten waerdigen heylige Sacramente, daer men Inhorteert ende vercoert de goede Gemeente van der Vere ende alle anderen goeden cristen menfchen, dat zy hen poogen ende vougen de zelue Misfe met deuotie te commen hooren, oick de procesfie deuotelick na te volgen, ende bidden God almachtich om gracie, dat hy ons en t lant duer zyne Godtlicke genade wil bewaren van Inondacie ende quadefortune. Voorts wordt geordonneert, dat een ygelick wel neerstelick' forge drage voor fyn vier ende licht wel te bewarene ende gheenderhandeasfche vut te ghieten heet noch cout, ende maecken voor duer te ftellen een ladder op de boete daer toe lïaende, ende bouen dien fwaerlick gecorrigeert te worden. Aldus gepubliceert mette c'ocke Swoondaechs den xxiije January anno xvc. lij ' I g. natiyitate. V. Misfive van Heer Maximiliaan van Bourgondien aan zyne Magiftraat van Vere, houdende last hoedanige voorzorgen tegen de Pest te nemen. Den  (i# 5 Den 25 Juli 1556". jL^ieue Beminde. Ic heb V lieder brief ónf» fangen in dato den xxij defer maent, ende beuinde by t billet dat ghylieden my ouer zendt datter fchier zoe vele huyfen onfteken alsfer perfoonen geftoruen fyn, d welk comt duer quade policie endeordinancie, ende dat men in tyts in t beginfel nyettoegefien en heeft, ende datmeii de gefonden metten fiecken heeft laten converferen, d wek cs een groote corifufie ende oic groote fchadevander Stadt; Ende es te fofgen dat d equipaigeeldersgefteltendede mónfteringe in een ander plaetfe gedaen fal worden. Waeromme Ic V lieden ordinere wel fcerpelk by defen, dat ghylieden voirtan nauwe toelicht nemen fttlt, datter gheene onderlinge converfatie meer en zy tusfchen den geinfecteerden ende den gefonden, maerdatmenden ghenendie men beuinden falbefmit te wefen, vast inhuerlieden huyfen lluyte londer te mogen vtitcommen oft ecnich volc acces dair toe te laten hebben , hangende voor de geïnfecteerde huyfen eenen ftroobant, ordinerende voor al fulckeri geïnfecteerde fekereperfoonen, die den befmitten luyden t eten ende te drinken geuen duer de venfter; oftdeghene die in huerlieden huyfen nyet enbegheeren te blyuen, dat zy hutten maken buyten de poirten in t velt onder den Pol-  | 157 > PolderfchenDyck, fonder dat oic toelaten fal dair eenich volc van dë Steden oft daer rontomme henlieden commen befoucken fal. Ic verlla datter een huys ontiteken es op't Schuyt vlot by 't caetfpel, waer eenige perfoonen geftoruen fouden fyn, daer V lieden billet gheen mencie af en maekt. Wilt in als voirtaen neerftelicke toefien ende beter policie keilen ende my van als aduerteren: Ende ter zy datter ordene gekek zy als 't behoert, en fal jc ter Vere nyet commen. Lieue Beminde onfe Heere God zy met V lieden, van Heenvliet den xxve Juli 1556. (geteekend) m, de bourgoingne. (het opfchrift was) Onfen Lieuen wel beminden den Heere van Fontes Bailliu den Burgmeesters ende Scepenen onfer Stede van der Vere. Brief  ( ut* J w. Brief van Heer Maximiliaan van Bourgondien aan zyne Magiftraat van Vere* over den uitvoer van koren enz. Den 5 December 1556* JL^ieue Beminde. Ic heb V lieder brief ont* fangen mencie makende onder anderen vari fekere coren d welc ghylieden duer beuel van den Houe van Hollant hebt laten volgen Dierich Cornelisz. op 't welc ghylieden verzoucken zy te weten myn intentie; daer op Ic V lieden aduifere wel gedaen te hebben, want indien ghylieden coren van doen hebt zult ?t zelue mogen halen hier in Hollant om aldaer te gebruycken, ende nergens el. aangaande , vten Hage den v De- cembris 1556'. (geteekend) M. de bourgoingne- Brief  C ) X. Brief van Heer Maxinuliaan van Bourgondien aan zyne Magiftraat van Vere, over het onderhoud van een Onder-Pastoor of Kappellaan en den toefhmd der Roomfche Gemeente binnen die Stad. Den 25 Juli 1557. iéüé Beminde. Alzoo't Vlieden wel kennelic es, dat om den dieren tyt ende foberheyt Van de Decanie metter prebende van der Vere, Insgelicx om de cleyne neringe ende luttel communicanten woonende binnen der felver Stede, oic de cleyne affectie totter Geestelicheyt die huden 's daechs allefin's es, dattet ómalick mogelic es dat goede perfonnaigen van qualiteyt hen fouden op d'incompflen van dien magen onderhouden, alfoe hem hier voormaels onderhouden mr. Cornelis Muenick, Deken, ende andere Dekens ascendenten, doen de Stadt in neringe ende prosperiteyt was, ende dat alle luden tot onfer kerftelicke ende kerckelicke deuotie meer genegen waren. Soo es t, dat my geremonftrcert heeft mr. Jan van  C 160 ) van Stryen Licentiaet in der Godheyt V lie« der Deken en Pastoir, hoe dattet het hem onmogelic es, om de redenen voirfz. hem op defelve Decaniê pastorie ende prebende 't onderhouden als t hembetaemt, ende wel foude begheeren te doene, om Vlieden fomtyts te gratificeren met alle eerlicheyt; Ende voorts alzoo 't V lieden kennelic es, ende nyet t-wyffelende ghy lieden t felve moet bekennen , dat zynen perfoon de geheele gemeente nyet en can alkeiie bedienen fonder te houden eenen goeden ende bequaeme Gappellaen oft Vice pastoir, foe heeft hy my verthoont, dat t felve nyet mogclic en ware te doene om de redenen bouen vcrhaelt, de welke ick oic verfla gefondeert te zyn in der equiteit, alfoe ghy lieden oic Vuter Gemeente name t felue behoirt te confidereren. Welcke -faken ouermerekende hebbe ontboden van Louen eenen mr. Aert Fabius geboren van Brouwershauen Pbr. baccalaurius in der Godtheyt, om van hem te vernemen oft hy de Pastorie aldaer foude willen bedienen, den wekken Ic verfta, als de heere van Fontes V lieden fal mogen feggen, een fyn heere van kuen ende een goet predicant te zyne, die den feluen heere van Fontes gerecommandcertes geweest, maer nochtans quermits zyn eer-  ëërüc tra'ctement -niette burfen die hy te Loueri heeft, en wilt nyet gaerne van daer verhuyfen, ten waere hy eerlic onderhout hadde, waer by Ic hem toegefeyt hebbe. indien dat hy commen wilt als Vice-Pastoir een vacante prebende aldaer, hem voirts toefeggende twaelf pont grooten 't sjaers vuter fabricqué Van dë Kercke, alfoe lange als hy voor Vice-Pastoir dienen foude, V liedèn aduerterende dattet foe myn meeninge es t felue te doen onderhouden, aengefien dattet nyet mogelic en es anders te doene om eenen goeden bequamen deuchdelicken perfoon te crygen. Waeromme Ic an V lieden verzoucke, de felue fake metten kerckmeesters te handelen, ten eynde ghy lieden t famen dair toe wilt verftaen, Wantet fonder Replicque fulcx Oirboir es ; Ende voirts alfoe den Deken voirn. der Stadt getrouwelick byftandt gedaen. heeft in 't voirleden Jaer in tyde van de péste zoe wel den armen als den rycken, begheere an V lieden, ende ben van aduife, dat de Stadt den feluen Deken fal doen eenen graceliken fchenck naer V lieder Discretie;1 V lieden biddende ende begheerende dat ghy lieden met hem alle vrientfchap houden wilt daer t V lieden fal mogelick we-, fen, ende indiender eehfch onverftant tusL fchen  ( IfJ2 ) fchen V lieden ende hem quame,. beghee* re dat 'tfelue met my oft andere goede perfonnaigen onderlinge mag geüist worden. Lieue Beminde Ic bid God V lieden te gefparen. Van Bruesfel den xxiüj July 1557- (geteekend) m. de bqurgoingne. H E_T  c m 3 HET KASTEÉt- E N KAPFITTEL VAN ZANDENBURG,' I N WALCHEREN. 33it Kasteel te vinden binnen de Heerlykheid vanZanddyk, ten Zuidwesten der Stad vere, omtrent festig roeden van deszelfs Buiten-Cingel, bepaalde oudtyds met zyne bosfcfren en ui* terfte gebouwen aan den Watergang, die niï nog de Wei-Landen dezes Ktsteeïs van den gemeenen weg die van Vere na Gapinge loopt,' komt te fcheiden. Zandenburg heeft waarfchynlyk zynen naam ontleend van den' aart en gelegenheid der grond waar in het gefticht werdt; dit waren nieuwe Landen, of Slikken!' met geen of weinig teel-aarde voorzien; waar uit te Dyken nog hedendaags blykt, dat een L a ilech-  ( ló4 ) lïechte Zee-weering voortgebragt wordt, Waarom die, Zanddyk in later tyd, na dat zich ryp' geworden Schorren daar voor gezet hadden, zal gefloopt en voorwaards met beter Dyken voor het inlopen der Zee beveiligd zyn; dan de eerfte bepoldering zal den naam van Zanddyk hebben voortgebragt, en deze Hofplaats dien van Zandenburg doen aannemen. Men hééft reeds bewezen (a) 3 dat Zanden-burg zoo wel als Zanddyk meer dan waarfchynlyk van ouder oorfprong dan van 'tjaar 1280 zyn, dan wy gisfen of die echter wel de elfde Eeuw te boven gaat. Voordien tyd vindtmen van het Borsfelfche Huis met geen zekerheid gewaagd, en die fielt men doch algemeen dat Stichters van deze Veste of Sterkte zyn geweest. Zoo moeilyk het geweest is, de Veerfche Heeren uit het Borsfelfche Huis in hun bedryven, Alliantien, Geboorten en Sterftyden na te fpeuren; even donker is het om de Lotgevallen van dezen Burgt vooral in de vroegfte tyden te kunnen bepalen; men gist dat het zelve niet op eenmaal die grootte en uitgefirektheid heeft gekregen, waar in het voor zyn naderenden val, ik meene by het overlyden van Heere Maximiliaan van Bourgondien in 't jaar 1550 gezien is geweest. Ie- (a) I Stuitje der Zeeuwfche Oudheden bl. 7 en 8.-  Ieder der Borsfelfche Heeren tot den laatften Wolfard toe, zal naar mate zyn omftandigher den en vermoogen, dit Gebouw vercierd, vergroot en tot zoo een aanzien hebben gebragt, dat Oppervorsten , tot Keizers toe, naar hunne waardigheid daar met al hunnen Stoet konden gehuisvest worden, en het vereischte ge» mak en vermaak genieten. Zandenburg heeft in zyn nabyheid en alsfy ware onder het bereik eener boogfchoot (b) een Graaflyk Slot zien opryzen, tot welke het volgens oude overleveringen door een onderaardfchen gang gemeenfchap hadt, daar van men nog binnen Vere den in- of uitgang meent te kunnen aanwyzen; welk Slot wanneer Vere bemuurd werdt, binnen de Stad is getrokken, en ih 't begin der voorgaande Eeuw geheel ten Ondergegaan , het zelve was eerst Magdalon en daar na Laterdale genaamd, reeds omftandig befchreven (c). Gebrek van aanteekening, vernielendebrand en de Nederlandfchetroubles, die het eerst in Walcheren tot Oorlog uitbarstten, zyn te famen oorzaak dat men weinig van dit Kasteel ergens geboekt vindt; het geen daar van is overgebleven, ftaat men nu te vcrhandejen. Het (b~) Te weten yan de Voetboog. CO Derde Stukje derZeeuwf. Oud. bl. 88 en vervolg. 1-3  ( 166 ) Het was onder de Heerfchappy van Heer Wolfard den VI, en wel in't jaar 1483, dat Zandenburg veel vertimmering onderging; bet fchynt doen niet weinig herftelling en verbetering noodig gehad te hebben, als men uit vele fragmenten van Rekeningen niet onduidlyk ilpeft befpeurd. 1 Gelyke vernieuwing en reparatie gefchiedde in't jaar 1485, wanneer Willem Scregers, Timmerman te Mechelen, alleen daar az 31 : vis. aan verdiend hadt, zoo aan een nieuwe Poort, als de Galdery en het Toorntje, daar nog de quitantie van voorhanden is, Hadt geen Vyand of overftrooniing dit Kafteel nog kunnen ontciereu, de alvernielende brand bragt hetzelve een gevoeligen flag toe; het was den 1 Maart 1505, dat de Galdery van het zelve tot asch werdt verteerd: Zie wat hier omtrent voor het Register van verband geteekend C, ter Griffie van Vere wordt aangeteekend gevonden. " Vp ten ije Marte Ac^öjc. viue Anno Utrecht fmorgens van tusfchen vij ure tot by den eJue voir noene barnde die Gelderie af up ten hufe van der Vere genaempt Sandenburch." Reigersberg zegt dezen 'brand des morgens onder de Preek aan vang nam, dat het meeste deel van dit Huis verteerde, en te gelyk vele antiquiteiten daar door verloren gingen (d). Dit (O Reigersb. II D. bl. 367.  ( Dit laatfte was; een onherftelbaar verlies; veel natuurlyke zeldfaamheden die de Zeeuwfche Gewesten-van veel tyden hadden opgeleverd, af beeldingen van Landen en Heerlykheden, die de 'Borsfelfche'Heeren uit zoute tot Koorn-landen hadden herfchept, en vele rare oude handfckriften zullen hier door voor altoos in vergetenis zyn bedolven geworden. Van dezen ramp is Zandenburg nimmer herfteld geworden: het overlyden van Heer Lodewyk van Montföort. welk nogin dit zelfde jaar voorviel; de zorge die Vrouwe Anna moest dragen Voor de opvoeding van haar onmondige Kinderen, en de geldfpiliingen :die naderhand de Heeren Adolf en Maximiliaan, hétzy ai of niet gedwongen f aanwendden om hun Eer en aanzien te onderfchragen , zullen zoo veel beletfelen zyn geweest, dat Zandenburg zyn eerfte en oude Luister nimmer weer herkregen heeft: : j' naliulmoqup- $ Ja zelfs-mag men gelooven dat het noodige onderhoud aan zoo veele gebouwen, als waar uit dit Kasteel was 't famen gefield, onder HeerMaximiliaan van Bourgondien, veel'al te weinig is geweest, als noodig was om verval voor te komen, zyne fchulden, discredit en het vooruitzicht van geen Leen volger uit hem voortgefprooten, te zullen achterlaten, zal alles te famen zoo'veel redenen hebben uitgemaakt, waar L 4 dooi  C iö8 ) daor dezeRidder-Hofftad in verval kwam, en een naderend einde als voorfpelde. Het eenige dat men deswege vindt .aanger teekend, is, dat in 't jaar 1547 aangenomen is temaken " der rnueren in 'tparck, beginnende achter den hof van den voetbogen tot aen den bogaert van wylen den Heere van Laterdal, ende dat alle Jaeren xxv of xxx of xl roeden alfoo 't mynen Heere van Beueren belieuen fal, de Roede voor thien gulden ende x ftuyvers, gelyck als de muer dye voor de poort van 't Casteel begonst es, van al fulcke hoochde, dicte met pilaren . . . . ende gedect met tichelen anderhalue Zeeufehen llepn dicke met goede Dortfche calcke epde brabants fant gemets, piek gefondeert lancx de grachten tot op ten grontvan de zelue grachten.naer vuytwyfenvan, den houck van den muer achter t. Schuttershof by de gracht, in zulcker vougen als meesters metfers daer op geroupen fullen feggen goet ende duechdelick werek te wefen &c." Heer Maximiliaan van Bourgondien den 4 Juni 1558 , het fterflyke op dit Huis afgelegd hebbende, liet het gebruik daar van met alle zyne ap- en dependentiën aan deszelfs Gemaiinne Vrouw Louife de Cray; dan ftraks pntftont twist en verwarring over dezen boedel. Heer Jan de Hennin, Gravcvan Bosfu, ftclde zich voor zynen Zoon Maximiliaan de Hennin  C 1*9} in het bezit van het Marquifaat van Vere, en de geheele nalatenfchap van zynen Zwager, die by uiterften wille van 30 Oétober 1553, zynen opgemelden Neef als zoon zyner Zuster Vrouwe Anna van Bourgondien tot zynen Uniyerfeelen erfgenaam hadt verklaard; dan te gelyk gewild dat zyne voorgemelde Gemaiinne haar leven lang geduurende van Zandenburg het vrucht gebruik zoude genieten: Zy bleef dan daar van in 't bezit, en zal de inkomften van dit goed noodig hebben gehadt tot haar beftaan; gevolglyk weinig of niets te koste gelegd tot eenige verbetering en noodig onderhoud ; daar by kwam dat deze Dame in nader huwlyk getreeden zynde met Jan van Bour? gondien, Heere van Froymont, die het fcheen toe te leggen, om alles wat van dit goedtegrypen en te vangen was, na zich te halen, zoo dat uit eene verklaring van Jonkheer Jeronimus deRollé 3 Bailliu, en Hendrik Zomer, Burgemeester van Vere, den 29 December 1571, ter requifitie van Jonkheer Arent van Dorp, Curator in den boedel van den overledenen Heere Marquis gegeven, blykt, dat federt de Heer van Froymont hier bewind hadt gekregen, het Wildt in de Bosfchen was tot nietgebragt, vele boomen zoo in het Park als rondom het Huis waren afgehouwen, de Stallen in verval gekomen; zoo dat dit Kasteel meer L 5 dan  ( ) dan voor twee'atuizencl gulden inkomst was veragterd. Dan dit was nog maar het begin; her volgend jaar 1572,' wanneer Vere zich omkeerde'en het Spaanfche Juk afwierp, werdt op Zandenburg Frans Krygsvolk gelegerd, zeker om tot een Voorpost der Stad te dienen, en denVyahd van dien kant te verwyderen. Hoedanig die daar. huis hielden, kan men haast'opmaken, 'dewyl met den aanvang der troublen de Cappelle van dit Kasteel is afgebroken en ten jare 'i5?3 a'ie de Boekèn, Rekeningen en'andere Charteren in dit Kasteel bewaard geweest, van daar gehaald, en binnen de Kerk van Vere gebragt zyn, " alfoo de Soldaten de Rekencamer op 't voorn. Castccl opgebroken' hadden."' Ja het rooven en deflruëeréh' Van Boomen en Materialen fcheen meer toe tencmen, zoo dat van wege de Stad Vere 'zelve tot het foïtificeeren tegen den gemeciien Vyand, veel Boomen en Steenen van dit' Huis werden afgevoerd en gebezigd, waar over den Heer van Froymont by Misfive van 14 Februari 15773311 de Regcering dier Stad werdt geklaagd, en deswege vergoeding verzocht: Daar den 18 Maart van dat zelfde jaar' op werdt geantwoord, en zulken doen wel niet ontkend, dan toegefchreven aan de algemeene rampen van den Oorlog, en men zich in eene uiterften nood van zulke an-  C m ) anders ongewoone middelen bediend hadt, en wat de vergoeding betrof, de. zware kosten die daaglyks ter handhaving der pas gebooré Vryheid, en weering van Dwingelandy moesten worden aangewend, zulks niet gedoog» den, waarom men verzocht daar van verfchoond te blyven : Dit fchynt by den Heer van Froymont weinig ingang te hebben gevonden, hebbende de zelve zich daar na aan den Ilove van Juftitie (apparent om eenig Mandement te obtineeren) vervoegd; althans het was op den i2November 1584, dat de Veerfche Regeering een bericht fchrift door hunnen Advocaat Mr, Maximiliaan de Pottere vastfteldewaar naar die hem in 't verdeedigen hunner zaak voor Commisfarisfen van den Hove moest gedragen : welke zaaklyk behelsde "Dat het Huis en Kasteel van Zandenburg door den Oorlog zoo ontramponeerd was geworden, dat het niet bewoonbaar zynde, omtrent den jare 1575 by laste zyner Princelyke Excellentie diverfche Materialen van daar waren gehaald en naar Geertruidenberg gevoerd." "Dat hetzelfde Kasteel daar naar geheel geruïneerd, en tot eenen Steenhoop liggende,, by zyne Excellentie en de Staten bevonden was grootlyks te prejudiciëren aan de zekerheid der Stad Vere, alzoo de Vyand daar van meesmier zynde, ligtlyk de Stad konde overvallen en verrasfehen." "Dat  ( ) " Dat de Heer van. Froymont in allen gevalJe in dezen niet tegen de Magiftraat konde doJeeren, overmits zy daarvan geene Materialen hadden doen vervoeren dan by last van zyne Princelyke Excellentie, die alle dezelve gefchonken haddetot opmaken van de Bolwerken en andere Vestingwerken der Stad." * Dat men cpnfidereeren moest, dat de Voorpoorte van dit Huis, waar op een Dienaar van den Heer van Froymont woonde, de Stad en haar Vestingwerken zeer hinderlyk was , dat indien die Voorpoorte piet geflecht wierde, de Stad en het geheele Land in gevaar zoude komen, waarom op de Demolitie van dien mogt geinfteerd worden enz." Wat hier van de uitflag is geweest blykt niet; dit is zeker, dat Prins Willem van Orange, de Grondvester van ons Gemeenebest, op den 29 Juni 1531, Eigenaar der Stad en Marquifaat van Vere geworden zynde, in de Koops-conditie en Decreet-brief was gefteld, " foo fal den Cooper oock volgen 't Casteel oft Huys van Sandenburch met alle fyne toebehooren gelyckt nu is, metten graften, cingelen, 't Landt dat den Boomgaert plach te wefen, Weyden, die Dreve, Hoff, Bleyckvelt neffens' die Schuters Hoff metten huyfe daer op ftaende, 't Schaepsweyken, die Hoffweyde ende' alle anderen alfucke partyen van Weyden ende Saey-  C m) Saeylanden beplant ende onbepiant, als w'yleri die voornoemde Heere Marquis aen ende ontrent den voorfz. Casteele, ende funderlinge binnen den diftricte der Jurisdictie van de voorfz. iijc. gemeten competerende oftemochte competeren, niet uitgefondert, behoudens daer uyt voor den Heere van Fromont als man ende voocht van vrouwe Loyfe van Croy 't gebruyck van alfulcke Parceelen als fy fal doen blycken by fententie van den grooten Raide hem in de qualitèit als boven te corapeteeren, \ leven van zynen voorfz. huysvrouwe ende langer niet." Gevolglyk was Prins Willem daadlyk met den Koop grond-eigenaar van dit Kasteel geworden^ en kon dus van dat geen disponeeren waar van de Vruchtgebruiker geen voor- of nadeel te wagten hadt: wat te vooren op deszelfs Last was gefchied, moet men aan den nood en verwarde omftandigheden dier tyd wat toegeven. Het verval nam nu hand over hand toe, zoo dat Guilliam Wandelacr, Conchierge ende Pachter van dit Heerlyk goed, ten jare 1585 in de noodzaak was zich byRequeste te vervoegen ]aan Heeren Gecommitteerde Raaden van Zeeland, klagende, hoe door afbreken, halen en mennen van 't Steen van 't Hof Zandenburg tot het opmaken der Zandvkfche Poort te Veré, hy  C m) hy groote fchade aan Beesten en gehuurde Weilanden hadt geleden,' dat men des niet tegenftaande hem lastig viel over de voldoening der Dyk- en Water-penningen, daar dit Hof van oude tyden vry en exempt van was geweest, verzoekende by die vrydom te worden gemaintineerd;WeIk Verzoekfchrift in handen der Veerfche Magiftraat gefteld zynde, vinde ik den uitflag hiervan niet aangeteekend, die waarfchynlyk gunftigis geweest, alzoo nog heden ten dage geen Water-penningen vande'Landen,totdit Hof behoorende, worden voldaan. Dit goed onbewoonbaar en in deftruétie gekomen , zal deszelfs ruïne eerst regt aanvang hebben genomen na het overlyden van Vrouwe Louife de Croy, wanneer deBosfchen geheel zullen uitgeroeid, de Gebouwen een prooi van ieder geworden zynde, aparent ftuks gewyze tot afbraak verkocht, en alles wat voortyds tot vermaak van Thuinen, Wandel-dreeven, Visryke Vyvers en Cieraad hadt gediend, veranderd zyn in Zaai- en Wei-landen, die den Heer Marquis een zeker inkomen en geen lasten aanbragten; zo gedoopt en ontluisterd, gaf Zandenburg echter nog by den aanvang dezer achttiende Eeuw veel bewyzen van het geen eertyds geweest was, tot dat hettydftip daar was,dat geen Steen op den anderen moest gelateti worden. Het  (m) Het was ten jare 1701, dat eene Arnoldas Rycx, en zyne Huisvrouw Apolonia Hinnekens zich by Rcqueste aan die van den Rade en Rekening zyner Koninglyke Majefteit van Groot-Brittannien vervoegden, en verzochten op den grond van dit Kasteel te mogen ftichtenen bouwen zoodanige huizingen als tot een Styffelmakery en het houden van .Varkens noodig was, op welk verzoek het bericht der Veerfche Regeering ingekomen zynde, de Supplianten is vergund " te mogen innemen de eerfte parthye van 't Heerlyk Erfleen of geruïneerde Kasteel Zandenburg — omme daer op te bouwen foodanige huifinge als zy tot ftichtinge van een Styffelmakerye en het houden van Swynen fullen vinden te vereisfchen etc." Dit is ook werklyk gefchied, zoo een Fabriek is daar opgerecht geweest, eenige jaren ftaande gehouden, en wederom te niet geloopen; terwyl het bekwaam maken van den grond tot zoo eenbedryf, het bouwen van Loogjes, Huizingen en wat tot het houden vaneen aantal Zwynen noodig was, oorzaak is geworden, dat het geen van Zandenburg nog te zien was, tenminfte de ontwyffelbare plaats teekende, waar het Kasteel, de Kapel, het beneden Hof en Stallingenwaren geweest, nu genoegfaam geheel is verdwenen, en het zeer opmerklyk is, dat de Woonplaats der grootften van den Lande, waar  (mi waar zoo veel Vorsten Zich eertyds verlustig3 den, door een omwenteling van tyden en zaken het verblyf van Varkens moest Worden,; en de heerlykfte Zalen in Mesthoopen veranderen : 6 Ydelheid van het ondermaanfche! zyn zulke voorbeelden niet machtig den dwazen Sterveling vrywülig de Eeuwigheid te gemoet te doen flappen, en den wystender Koningen' toejuichen, als hy uitriep, Tdelbéid der Tdeli beden, 't is alles Tdelheid! Was Zandenburg zooveel Eeuwen de Woonen verblyfplaats geweest der Veerfche Heeren,' uit de Borsfelfche enBourgondifche Stammen, waar van velen met het Stadhouderfchap, het Admiraalfchap, en de teekenen van 't Gulde Vlies vereerd waren, konde het niet misfchen of dit Kasteel moest ten wykplaats en herberg verftrekken, van veele Grooten die van elders de Zeeuwfche Gewesten kwamen bezoeken, of in hunne reistochten Walcheren aandeden. Wy zullen eene korte optelling doen , welke Vorstlyke Perfonagïen men genoegfaam zeker weet* dat dit Kasteel binnen zyne Muuren heeft ontvangen, en zulken onthaal doen genieten als te vergeefs elders in Zeeland te vinden ware geweest. De eerfte Vorstlyke Perfoon daar Zandenburg ten verblyf vanftrekte, fchynt my toe is Graaf jan van Holland geweest, wanneer die in  C w ) in 't jaar 1298 hiérzyne veiligheid zoent tegen' de aanllagen van Heer Jan van Renesfe, die hier gedaagd eh niet gekomen zynde, uit Holïand en Zeeland werdt gebannen : hóé lang die in deze Veste verkeerde weet men niet, maar 't is -zeker dat hy een groot gevolg van Edelen met zich voerde. De geheele XIV Eeuw fchynt verloopen te zyn, zonder dat deze Ridderlyke Hofftad door Vorsten Werdt bezocht,ten minfte.de Gefchieden'is-Schr'yvers, hoüden deswege een ftilzwygen: het is zelfs twyfelachtig, hoewel niet ortwaarfchynlyk, dat wanneer Keizer SiGisMUND,en Hertog willem van bèyeren in elkanders gezelfchap' iri 't jaar 1416 een bedevaart naar Onfe Lieve Fromve van den Polder de* den, zy den Heer van Vere op' dit zyn Kasteel' met een bezoek hebben vereerd, endoorden zeiven daar overeenkomftig hunnen hoogen ftaat zullen onthaald zyn. Hetzelve mag men ftellen, wanneer in'tjaar 1437 Hertog filips Van bourgondien eene evengelyke Bedevaart ondernam. En wiekantwyfelen, of Prins carël Gravevan Cbarelo'is, wanneet die in 't jaar 1451 eert Kind van Heer/Ff/^eriden VI te Vere ten Doop hief,- zal op Zandenburg zyn verblyf genomen hebben? Die zelfde Vorst Hertog van Bourgondien M zyn-  ( 17» ) zynde, heeft den ioMei i47ovan Middelburg komende, op die Kasteel gelogeerd geweest, van waar hy des anderendaags op evengemeldc Stad te rug toog, In 't jaar 1500,vereerde hier Hertog f ilips van ooste'nryk en zyne Princesfe, jo* hanna van arRagon, Vrouwe Anna vanBorsfele met een bezoek. In 'tjaar 1515 vertoefde op dit Kasteeleenen dag Hertog karel van oostenryk,wanneer die eerst te Middelburg als Grave van Zeeland was gehuld geweest. Acht jaren daar aan, te wetert in 't jaar 152.3, moest Zandenburg wel acht dagen een Wykplaats verftrekken aan den verdrevenen Koning van Denemarken c h ristte rn den II, zoo wel als aan hoogst deszelfs Gemalin, en hunne drie Vorstlyke Spruiten. Wanneer Keizer carel, de V, in 't jaar 1540 de Stranden van Walcheren en deszelfs ZeeWeeringen met nauwkeurigheid bezag, onthieldt hy zich op deze Veste, en genoot daar van zynen Admiraal een onthaal zoo grooten Vorst waardig. Wanneer in 'tjaar 1547, mari a, Koninginnc Douariere van Hungaryen, Gouvernante der Nederlanden, de nieuwe Vestingbouw vanRammekens kwam bezichtigen, heeft die Vorstin ook by Heer Maximilaan vart Bourgondien en Deszelfs Gemalin op Zandenburg  C W > burg cën onthaal, haren ftaat pasfende, genoten. Als in 't jaar 1559 dë zelfde Heer Maxim iliaan,tëPomcrsivaal, f1 l 1 p s van ööstenryk, als toekomftige Graaf van Zeeland, hadt helpen huldigen, bragt hy van daar op dit Slot den Prince van Piemoni, die daar nevens andere Grooten blyken ontving, hoe prachtig men hier gewoon was uitheemfche Vorsten te ontvangen. Het is denklyk dat Filips in 't jaar 1556 te Vere zynde, ook Zandenburg zal bezocht hebben: gelyk men geen andere gedachten kan vormen van de Hertogin van Lotharingen, wanneer diein 't jaar 1557, gemelde Stad met een bezoek vereerde.. Een Hof waar zoo Veel Vorstlyk gezel» fchap, (zonder van byzondere groote Heeren Van rondom, zoo Uitheemfche als tot deze Landen behoorende te fpreken) geduurig huisvesting vonden, moet zeker ruim en groot genoeg in Gebouwen zyn geweest, om het gevolg dat zulke Perfonagien verzeld, te kunnen bergen, en ieder naarzynftaat en toeftandf het vereischte(gemak en ruimte te bezorgen: Laat men nu eens zien, wat denkbeeld mert daar van te vormen heeft. Een Weg van Myrt's Heeren Poört leide' int de Stad Vere derwaards, ter wcerzyden met M 2, ï\o&~-  ( iSo ) hóóge Eiken bezoomd, tot dat men aa'n de buiten gracht langs eene Steenebrug van twee boogcrt den overgang van een houtë Valbrug verkreeg, welke tusfchen tweeToorens door eene hooge vcrwulfde Poort en Poortiers Wooning, den ingang verfchafte op een ruim Voorplein, daar men ter rechter en linkerhand veel Huizingen voor de Hof-bedienden en waarfchynlyk ook de Paarde-Hallen zal gezien hebben; regt doorgaande, naderde men de binnen gracht varf het Kasteel', de grootsheid en Luister van het zelve, deedt den Eerbied voor deszelfs bcwooners vermeerderen;men tradt derwaards over een Steenebrug van drie boogen, en een Valbrug tusfchen twee Toorentjes, die den ingang tot een ruime Voorzaal verleenden, tef Üinkerhand zoo wel als recht uit verfcheide Vertrekken deden zien, die ter fiinkerhand befloten werden door eenen zwaren Hock-tooren, welke ik meene dat' tot' eene gevangenis heeft gediend, waaraan de Huis-kapel, en nog een Gebouw van twee verdicpinge het begin der' andere zyde formeerde, die zoo'wel als de voorzeide Tooren en Vertrekken' binnewaards op eene ruime' plaats uitzicht hadden, welke door twee kleine Toorens en dwars-gebouwvan achteren zoo wel als door nog een zware Hoektooren, en eenige mindere Toov'ens, een ftaatig Corps de Logis , en het geheele en eigenlyke Kasteel uitmaakten. Xer  C i& ) Ter flinkerzyde tradt men wederomover eene Steenebrug door een Poort naar de Collegiale Kerk of Kapel, die de lengte van't geheel Kasteel maar weinig breedte fchynt gehad te hebben,die meteenLui-gebintenKlokin't midden van deszelf Schaalje-dakvoorzienwas,enlangs, nog eene Steenebrug en Poort van Stadszyde ook kondebezocht worden. Voorts hadt men aan de Noordzyde des Kastecls een Terp of Heuvel, gelyk men veele in Walcheren nogaan-, treft; welke Terp met veel hagen en wandel-' paden bezet, op deszelfs kruin een Prieel van groente aanbood, dat ruim was cn een onbepaald gezicht Stede- en Zee-waards opleverde: waarfchynlyk dat hier onder een Yskelder was, dit is zeker, dat volgens overlevering deze Terp een Magazyn van Buskruid in zich bevat: te, zynde die Terp in dezelfde Gracht van 't Kasteel gelegen, waar uit die meteen Steen ebrugmetboogen en Poort werdt bezocht, terwyl veel Zwanen en andere Watervogelen het gezicht verlustigden, welke gracht voorts aan drie zyden omzoomd was met breede gras-perken, die weder alle in galleryen en Steene gebouwen befioten waren, daar mindere Bedienden, Vee en Gereedfchappen zullen geborgen zyn: terwyl het Kasteel ook van de Gapingfche Weg. eene ftaatige opgang hadt, over eene Steenebrug van drie boogen, ter (linkerhand met gal? M 3 le-  ( i8a") Jeryen, Toorens en Schut-gaten gefierkt; ten Zuiden van het Kasteel hadt men het Park, waar in Harten en Rhcen te vinden waren, en in'het hoog geboomte van dien, zoo wel als in de daar aanjpaalendebosfchen, trof men Reigers , Phaifanten en andere Edele Vogels] in overvloed aan. Het is denklyk, dat de Gottifche Bouworde (zoo als in de meeste j oude Nederlandfche Geftichten) zich meest al voorgedaan heeft; en dat hooge kruislichten, het uitzicht naar binten niet zeer vorderlyk waren, zoo min als dat het oog van buiten daar door treffend aangedaan werdt, dan het was de (maak dier tyd. Men vondt daar van binnen Vertrekken, die veele naar hun byzonder gebruik ook benamingen hadden, als de Reekenkamer, Myns Pleeren Kamer, Myns Heeren des Baillius Kamer, de Kin der-kamer , Myner Vrouwe Kamer, der Jonkvromve Kamer, des Hofmeesters-kamer, de Koks-kamer , de Botteler ie, de Oude Sale , de Boekerye enz. Nog vindt men gewaagd van het Valkenhof, Wagenhuis, een Kruidhof ook van meer dan eenen Bogaard. Hoedanig de opfchik van binnen was, en welk Vorstlyk huisraad daar gevonden werdt, niets aangeteekcnd zynde, kan men daar beter met gisfen by, dan al te gewaagde flellingen voor waarheden op te disfchen; Zoodanig was Zandenburg  ( -83 ) in zynenluisterykftentyd, enzoodanigkanmen zich voorftellen dat het nog was ten tyde wanneer Heer Maximiliaan van Bourgondien in 't jaar 1559, deze Waereld verliet, die zoomin als zyne Voorzaten heeft kunnen denken. Jat hun prachtig Hof naar een Woon- en veiblyfplaats der Grooten dezer Waereld gediend te hebben, in een Wooning voor Varkens ftondt veranderd te'worden. Eer ik gehéél van den ouden ftaat en ftand dezes Kasteels afftappé, ftaat nog aan te merken, dat het ook tot een gevangenis diende voor alle die te Vere of in eenige Heerlykheden der Borsfelfche en Bourgondifche Heeren aangetast, en van lyfftraflyke misdaden beticht waren; Want vinde, dat op den n Juli 1514, door Heer Adolf van Bourgondien, in prefentie van Andries Andriesz. Rentmeester van Bewesterfchelt, commisfie en last is gegeven aan Heer Hendrik van Borsfele Ridder, Heer van Lauderdalc, Bailliu Van Veré, Mr. Jacob Houtman en Joos Comellsfen, Raaden van voorgem. Heer Adolf, om uit de gevangenisfe van dit Kasteel te ontflaan, Cornelis Coele3 Coppën Coele, Jan van Catz en Willem Ghyfe, alle Poorteren van Brouwershaven. Men zou ook |van andere Heerlykheden eigendommen der Heeren van Vere, kunnen bewyzen, dat gevangenen op dit Slot zyn overgebragt,enwaarM 4 fchyry  ( i84 3 fchynlyk gevonnist}. Dit is zeker, dat in 't jaae 1298, Heer Jan van Renesfe hier,is,gedaagd, en op zyn non comparitie uit Holland en Zeer land gebannen. Ja het is te denken, dat de geene welke om de waarheid des Euangeliums te Vere en daar omtrent-vervolgd werden, ook hier hunnen Kerker zullen gevonden hebben, en dus terwyl boven in dit Hof de waereldfche Macht, Pracht, Weelde en Heerlykheid als 't ware mildlyk verkwist werden, van onderen Zielen in de duisternis gezucht hebben, wier misdaad alleen beftond, dat zy God na het licht van hun geweten getracht hadden te dienen, en die Leer niet verborgen, als op de Schriften des Ouden en Nieuwen Verbond? gegrond: zouden de Bourgondifche Heeren, hier over nimmer een bezwaard gemoed hebben ontwaar geworden ? Was Zandenburg in foortgelyken ftaat in zynen luisterykftentydals wyhetzo evenbefchreven, die niet vollediger kon gemaakt worden, om dat die op gebrekkige afbeeldingen en onvolledige befchryvingen haren grondflag hadt: zoo laten wy nu eens hooren, hoe, dat eertyds prachtig Hof, die RidderlykeHofftad, deverblyfplaats der voormaals zoo machtige Heeren van vere, uit de Doorluchtigfte Stammen van Borsfelen en Bourgondien, zich nu in deze dagen voor 'sMenfchen oogen voordoet. Daar  ( -85 ) Daar eertyds het eigenlyke Kasteel was, ziet men een heuvel van Steen, een rots waar yan niets te onderfcheidenis, bewasfchen'met Kaphout en Doornen, en dus een verblyf en fchuilplaats van ongedierte. De Terp of Heuvel die aan de Nóordzyde des Kasteels was, hier voren befchreven, is geheel verdwenen, en daar van is het minfte pyerblyffel niet te zien. De Voorpoort van het Buitenhof, waar uit menStedewaards naar Myns heeren Poort pleeg te gaan, daar van is nog een merklyk overblyffel; men heeft het verwulf buiten en binnenwaardstoegemetfeld, en daar vaneen Wooning gemaakt die een Arbeider ter verblyf ilrekt. Naar de zyde van de Gapingfche Weg, zyn deoverblyffels van twee kleine Wacht-toprens, die ook tot Wponingen dienen van den Pachter , die de Landen, tot dit Heerlyk Erf-leen behoorende , bebouwd, en dus hier een Boere neering dryft, waar toe ook een Schuur en Wagenhuis behoort meer binnenwaards gezet, en mogelyk overblyffejs zyn derStyffelmakerye, waar vanhier voren bl. 775 melding is gemaakt. De Visryke grachten die eertyds dit Slot rondom bewaterden, zyn gedempt,verland en naauwlyks hier en daar meer kenbaar, waar en hoe die zich geftrekt hebben. M $ Het  Het is denklyk dat oudtyds van Zoo Heerlyk Gebouw Tafereelen zyn geweest, èridat de Konst- en Hoffchilder de Mabufe, dat meet dan eens in byzondere gezichten zal gemaald hebben, dan dit is verdwenen, door de Oorlogen en brand zullen èrïe'ftukken verfloriden zyn , zoo dat myn's weetens geen echte afbeeldingen voor handen zyn, waar uit de waare afbeeldingen van Zandenburg zoo als het jn zyn beste tyd was, te zien is. ' De eerfte afbeelding daar men van gewaagd vindt, is die, welke de Heer Cornelis Kleh in 't jaar 1679, door den Wiskonftcnaar Ifaacq Hildertiisfe deedt vervaardigen (c), doende daar van een gr ondteèkening maken, en ten dien einde de grondflagen nafpeuren en opdelven; waarfchynlyk is een grondteekening.van dit Kasteel, door evengemelden Hildernisfe, of een van gelyken naam in 'tjaar 1701 geteekend, en op het Raadhuis te Vere te vinden, een Copie daar van , waar ook bygevoegd is een gezicht, zoo als het Kasteel zich tqn tyde van Heer Maximiliaans overlyden in 't jaar 1558 zoude vertoond hebben, dan het welke veelal denkbeeldig zynde en naar de waarfchynlykfte gisfingen , niet in alles voor echt kan aangenomen worden: my heugt in de tyke verzameling van den (r) Tegenw. Staat van Zeeland, U. D, bl, 241.  ( 1*7 ) (Jen Heere Ferheyevan Citters, dezelve aftee* keningen aangetroffen te hebben, en ook andere die deze oude Veste vertoonen, wanneer die reeds geheel in ruïne was, en maar weinig opftal van Muuren, afgebrookeToorens, Verwulven en Kluizen daar van meer te zien waren. Voorts vindtmen in de Chronyk van Smallegange, bl, 670, een overblyffel van dit Slot afgebeeld, en in het Kabinet der Nederlandfche Gezichten V Deel, No. 6, een Printverbeelding van 't geen nog heden gevonden wordt, te weten de overblyffels van de Voorpoort, waar door men uit en op het Buitenhof pleeg . te gaan. Nu ftaat ons niets meer raakende dit Kasteel te verhandelen, dan alleen te verhalen, dat deLanderyen hier toe behoorende, ternombre van 70 Gemeten 2,8 Koeden hemels-breedte nog ten deele benamingen voeren, welke te kennen geven wat zy eertyds waren, als daar zyn de BosJ"en-Weien, het Bleekvelt, enz. Op alle die Landen bezit de Heer Marquis nog het TiendRecht, zoo als ook het Recht van Fisfchery'm de Watergang, beginnende voor de Sluis van Walcheren aan de Stadsgrachten, en ff rekkende door de Heerlykheid Zanddyk tot die van Schellach, dat ook als een gevolg van Zandenburg aan te merken zy, welk Recht van Visfchery jaarlyksch verpacht wordt. By  c m) By dit alles kan men nog voegen, dat Zandenburg de plaats is geweest, daar zoo niet alle ten minfte de 'meeste der Heeren uit den Borsfelfchen Stam, van die takken welke zich Borsfele van Vere of Borsfele vanZanddyk fchreven, haar geboorte ontvingen, omvervolgens op het Waerelds tonneel eenen luisteryken rol te fpeelen; een der Bourgondifche Heeren te weten Adolf, zag hier ook het eerfte licht: De meesten van die liggen nog onder de verwoestingen van dit Hóf, in diepe Grafkelders de öpftandinge te verwachten. Hier was het pok, dat de geleerde Dichtkundige Maximiliaan de Vriendt of Vrientius ter Waereld kwam; de Heer de la Rue in zyn Geletterd Zeeland, wil dat zulks op den i Februari 1559 '1S Se~ weest, dat hy naar den Marquis zyn doopnaam ontving; waarfchynlyk is zyn Vader eender Hofbedienden geweest. HET  ( 1*9 ) HET KAPPITÏEL VAN ZANDENBURG» J3at de Heeren.vanvERB, zoo uit deBorsfel'fche als Bourgondifche Stammen, uitblonken in verkleefdheid tot de Roomfche Kerkleer en al haar Bygeloof, is in de befchryving van hun gedaan overvloedig gebleken, zy waren met dien zelfden waan bezet, die al de Grooten reeds Eeuwen voor hun tyd bezield hadden, te weten om door hetftichten en begiftigen van Kerken en Kloosters hun Eeuwig heil, en dat hunner Voorouderen te verzekeren en buiten alle bedenkingen xe Hellen, zoo dat zy zichvoorltelden niet minder in den Hemel dan op Aarde aanzienlyk te zullen wezen. Te Vere was reeds een Kappittel van Kanunniken, in 't jaar 147a, by Heer Hendrik den IV van Borsfele gefundeerd, waar uit weinig jaren daar na dit van Zandenburg zyn geboorte verkregen heeft, want vinde al in 't jaar 1485, Kanunniken vart Zandenburg met namen gegemeld ; dan de juiste tyd wanneer dit Kappit-" tel genicht,of wat daartoe eigenlyk aanleiding heeft  C190 ) heeft gegeven, is my nergens Voorgekomen. Dit is zeker dat hier toe eerst de goedkeuring en toeftemming van den Utrechtfchen Bisfchop, en daar na de bevestiging des Roomfchen Paus heeft moeten verkregen worden. Dat het zelve van genoegfame inkomftert was voorzien, blykt genoeg uit de goederen, middelen en inkomften die Heer Filips van Bourgondien, en Vrouwe Anna van Borsfele, den 0,1 April 1496, dit Kappittel en dat vart Vere hebben afgeftaan, als uit den Brief Van Dotatie en die van Acceptatie of Acquit hier achter tot Bylagen gevoegd, breeder te zien is. Dan buiten alle die Goederen in voorfz. brieven vervat, is my nog gebleken,dat dit Kappittel in of onder de Oostwatering van Walcheren bezeten heeft In Nienwerkerke. Den Block daer Jan Claesfcn inne plach tef woonen beginnende fo, vj. 2Gem. iqoR^ In Kleverskerke. Den block voor Ponche Cornelisz. Weduwe doere beginnende fo. xxxiiij , • 4 }S — Den block daer Jonge Pier Croocx inne plach te woonen beginnende fo. xl «■ - 4-5 ' In  C-9- ) In Zanddyk. Gem: R. Den block daer Pier Jansfen , inne woonde beginnende fo.lix 257—. 156 — Den block daer Vict-or Heyn- dricxz. inne woont beginnende fo. lxvij . * * 253 — 2. 56-» Den block daer d' oude Molen inne plach te ftaen beginnende fo. Ixxv . < . 393 —1 • .8 193 -1 . 4 ——-2-2Q — SOI — Den block benoirden Ingeï Piersz. regulier ende plach te v. efen heyn Michielsz block beginnende fo. lxxxiiij . . z ■—- 84. —- Den block daer Adriaen Geleynsz. plach te woonen ende nu Willem Thysz. fo. xcv. . : 402 — Den Hayman block beginnende fo. xcix . - 3*5 — 3 —-250 — In Gapinge. Den block daer Cop pier merch in plach te woonen en nu pier cop Molenare in woont be-  C -92 ) - Gem: k# beginnende fo. cxxj . 165 In de twaalf hondert genieten. In de Parochie van Seroorskerke. Den block daer Jan Claes luycxz. plach te woonen beginnende fo. clxxiiij * 1 *—ï6'Z"^ In Popkensborch ofte Sinte Laureys. Den block daer Jasper huysz. inne woonde, ende nu lenaert leynsz. inne woont beginnende fo. ifxxxj ... ifó -« . . A 120 — ■ •:. • ■ 375 ~ ïn Bredanime. Den block bezuyden Claes mertsz. beginnende fo. ij'-'xxxix 170 — Den block daer Pier Jan Syinon heyne ende Cornelis pauwels clercq plaghen te woonen "beginnende fo. ijcxlj . 395 — 170' —r Den block daer Leyn Simon Copsz. woonde beginnende fo. ijcxliiij ... -5° Den block daerLaureysCornelisLaureys in de weyen inne plachte woonenbeginnende fo.ijdvj 1 —— 245 —■ Den  (m) Deri Block bewesten dé Kercke Van Bredamme beginnende fo. ijcixv ,: 2 Gem: 6ó R: In dé Prdch'ie van Noortmonfter met Ouendamme ende 't Seys' Ambacht. Den block daer Cörnells Jansfz'.mOck plach te Woonen beginnende fo. ijclxXv . . 2qS Den block van Ouendammé gefeyt popsrooden Ambacht beginnende fo. ijclxxxv'iij . i • 4^ —' In Schellach. Den Block daer Cornelis Leynsz. Rycke nu in woont beginnende fo'. iijc. ; . ï 17 -* Den block daer Cornelis pietersz. Réguliers inne woont beginnende fo. iijcx . . 3 ~^— 85 —5 Den block benoirden Cornelis Reguliers beginnende fo. iij-xij ï ïo — . : I 75 - Den block daer de Molen inne fiaet beginnende fo. iij-xvif 4 238 — Alle welke partyen te famen uitmaken 63 Ge> meten 244 Roeden Lands. Buiten deze Eigendommen bezat dit Kappitté nok een Rente op de Stad Brouwershaven N te-  C -94 ) tegenden penning a^van** 107:14 :-vls. (f) Zoo mede eene Rente van o€ 2 : vis. 'sjaars, ten laste der Stad Vere te losfen den penning xv, fpruitende ter caufe van den Koop van een Pakhuis in de Kapel-ftraat (g). Ook vinde aan dit Kappittel heeft toebehoord twee Erfkens buiten de Wanvykfche Poort te Vere, die te {'amen groot waren 100 Roeden, Nog vind ik van een vervallen Huis en Hof, mede buiten evengemelde Poort gelegen, gewaagd, welke in 't jaar 1572, door en van wegen het Kappittel is verkocht aan Jonkheer Goosfcu Kelhnberch, die daar voor een jaarlykfche Rente van dertig Schellingen beloofde te betalen. Hat is zeker dat alle de bezittingen van ditKappittel uit de mildheid der Borsfelfche en Boutgondifche Heeren van Vere haar oorfprong genomen hebben, en dat een Geestlyk genootfchap 't welk nog geen Eeuw zyn beftaan heeft gehad, dat al vroeg tegen de opkomst der hervorming heeft moeten kampen, geen gelegenheid zal hebben gehad zyne vaste goederen veel te vermeerderen, en dus op geen -•roote rykdommen heeft kunnen roemen. De (f) Exrr. Rek. van Com. Bartils, over 't quartier Schouwen over't jaar 1Ó16. (g) Rek. Jacob Campe, zoo der fortificatie als communie van't jaar 1500.  ( -95 5 De Kapel van Zandenburg, die hun toteefi Collegiale Kerk diende, was met een Tooren voorzien, aan de Moeder Maagd toegewyd: daar aan vinde in 't jaar 1477, merklyke reparatien te zyn gefehied, en dat 'er jaarlyks 24 ftoopen O'ly in de Lampen gebrand werden r Zoo dat waarfchynlyk meer dan een Heilig is gevenereerd geworden; dan wat kostbaarheden of vercierfeleu daar te vinden waren , is my nergens eenige aanteekening voorgeko-» men, ■ Alle de Landen'en .bezittingen van dit Kappittel, zyn by de omwenteling van Land- en Kerkbeftuur, na 't jaar 1572, ten behoeve van het gemeene Land aangellagen en verkocht: gelyk in de Rekening van Janis Smit, Gecommitteerden wegens Vere, tot de verkooping van de Geestlyke Landen in Wakherenj verkocht in 't jaar 1579 de volgende post,daar voorkomt " Ontfangen van Pieter Reygersberchde Sornme vanoe 38 : 12:9vis. overderi Coop en volle betalinge van fekere partyen vanLanden ert Erfueiï —eertyts toebehoort hebbende 't Cappittel "t Zandenburgh etc/' Dit Kappittel beitond uk zeven Kanunniken, vyf Kappellanen en vier Coralen , die eenen Beken aan hun hoofd hadden: ik heb daar van geen andere dan de volgende kunnen op-fpooren. ■ N i'h  e -9<5 > In' 't jaar 1485 was Deken Mr.- Tbomai fo Borgne. In 't jaar 1486 Canoniek UttxAndriesJansfz. In'tjaar 1487 Jacob Jacobsfz. Ih't jaar 1501 Adriaen Christiaensfz. In't jaar 1503 Heer Clayt Symoensfz. In 't jaar 1513 Heer Cornelis Willemsfz. Heer Lieven Bouwensfz. In 'tjaar 151 -5'Heer J an Adriaensfz. van de f Capelle, die te gelyk Vice-Pastoor van Zanddyk was: deze hadt een Huis en Hoffiede te Zanddyk achter de Kerk. Ten tyde van Vrouwe Anna van Borsfele, leefde Jan tian Borsfele Deken -van dit Kappittel, die eerst de Latynfche Taal in de hooge School te Leuven onderwees. De geleerde G.vanNimwegen, prysthem als hoog beroemdwegens zyn 'regtmatig-gedrag en hooge geleerdheid, en als die door de deftigheid zyner Zeeden den toenaam, de goede, verkreegenhadt. Erasmus noemt hem ergens zynen opréchten Vriend 'enlefhebber (h): In 'tjaar' 1534. Heer D'ierick Pietersfz:, is omtren "tjaar 1537' geftorven. In 't jaar 1549 Gerardus de Weert. Jan van Zandyky wiens leeftyd niet te be- pa- (h) J. W. Te Water, Redenv. over 't genacht vaor Borsfele, bl. 44 en 45.  ( -97) palen, is; dan men vindt dat hy gelegateerd heeft aan de Heilige Geestmeesters te Vere een paaybrief van ƒ 500 : en 24 gemeten Lands, liggende in Zanddyk; mits. dat zy daar voor op Allerheiligen-dag moesten uitdeden i\prouenen , elk waardig zynde aan brood twee grooten, aan biergeld twee grooten, aan Schaape Vleesch zes grooten; en alle jaren aan de Claris/en buiten der Vere , zes Zakken Tarwe. In 't jaar 1550 Heer Willem van Rocourt, die in 't jaar 1557 nog geleefd heeft. Mr. Willem Baerden , wiens leeftyd niet ftaat aangeteekend, maar wel, dat hy gefondeerd heeft, dat de Tafel van den Heiligen Geest te Vere,ten eeuwige dage mogte uitdeelen,Sondaegs na half Ougst 36 witte brooden, elk weerdig wefende eene groote Vis., waar voor hun befet was een Rente daer van zy jaerlyks 15 Schellingen ontfangen" (i). In 't jaar 1560. Heer Nicolaes de Catoura. Heer Andries 's Graue, welke nog in leven was in'tjaar 1562, en nevens hem Heer Nicolaas de la Tourotte. Heer Charles des Motes, die in ?t jaar 1568 nog voorkomt. Heer Bauldmvyn Quidde. In O) Rek- yan de Tafel van de Heilige Geest te Veje, ia 't jaar 1569. N 3  ( -93 ) ïn'tjaar 1368, lieer Robrecht Wylens,Heer Robbert IVillemsfz. Weer Jan Lagneau. Heer Jan Fr is que. Heer Anthony van Eynhouts, Deken. Het is zeer waarfchynlyk, zo niet zeker, dat de begeeving van deze Kanuniksdyen en andere benelitien tot dit Kappittel behoorende, aan de Heeren van Vere , die hunne Stichters waren, zullen geftaan hebben, en die dus de Collatie hier van hadden. Wanneer in't jaar 1,5.58, Heer Maximiliaan van Bourgondien het fterflyke afleide , is met hem ook de Eer en luister van dit Kappittel ten grave gegaan. Daar deze Marquis een bezwaarden en van alle zyden aangerandcn boer del achterliet, zal de Hofhouding terftond verminderd zyn geworden: hier by gevoegd, dat geene toevloed van alle Handen van Menfchen die yooi-tyds den Marquis in zyne onderfcheide•ne waardigheden noodig hadden,Zandenburg meer bezochten, gevodglyk het getal der genen die den Godsdienst in deze Kapel kwamen by•woonen, terftond verminderde, zoo wel als de Aalmoesfen, Offerhanden enz. Was dit Geestlyk Lichaam fedcrt zyne inft'elling onderhoorig geweest aan den Utrechtfchen Kerkvoogd ,.zy moesten met het vermeerderen der Bisdommen in de Nederlanden in 't jaar  ( 199 ) jaar 1560 den. Bisfchop van Middelburg federt gehoorzaam zyn, Öf dit Kappittel ook de wrange uitwerkfels Asx Beeldjlorminge in't jaar 1566 gevoeld heeft, daar van is my niets voorgekomen; het is wei waarfchynlyk, dat deze Kapel da«r van niet vry is gebleven. Dit is zeker dat dit Kappittel naevengcmeld tydftip, zoo wel als alle Roomfche Geestlykheid van wat ftaat of tot wat order die behoorde,by hetmeerendeel derLandfaten, hun aanzien, invloed en vermogen zullen verloren hebben, zoo, dat nog vervolging of Inquifitie den voortgang konden fluiten,van eene hervorming die nu doorgebroken en niet te weeren was; dan de geheele deftructie van dit Geestlyk Lichaam, kon eerst met een geheele omkeering in 's Lands en Kerklyke Regeering te weeg gebragt worden; Die gebeurtenis was naby, want in het voorjaar van 1572, fchudde Vere het Spaanfche Juk af, men vereenigde zich met Vlisfingen; en Middelburg werdt in't jaar 1574 gedwongen datzelfde fpoor te volgen: men heeft reeds te meermalen moeten aanmerken, hoe by die gebeurtenisfen het geheele platte Land van Walcheren in eene Woesteny verkeerde, alle Kerken geplonderd en veele afgebrand en zo gefloopt zyn, dat die nimmer zyn herbouwd geworden: dit laatfte was ook het Lot der Kapel of Collegiale Kerk N 4 tan  £ £00 ^ yan Zandenburg; men vindt daar van geen ge? wagmeerna 'tjaar 1572, zoo dat zy verwoest, en de Leden van dit Kappittel gelukkig zullen geweest zyn, zoo zy door een tydige vlucht de woede eener razende Gemeente hebben kunnen ontkomen; mogelyk zyn eenige binnen Middelburg geweken, anderen hebben hun behoudenis elders gezocht, met zich voerende alle hunne Chartres en Papieren, waar van geene hier meer te vinden of voor handen zyn. 8 Xz  BYLAGE, In het roode Statut Boek der Stede Vere ftaat fo. xlyj geregiftreerd. " Dotatie van den Capittele 't Zandenburch." ??philips van Bourgondien Heere van Beueren , van der Veer, van Vlisfinghen etc. Ende anna van Borsfelen, Vrouwe van Beueren, van der Veer, van Vlisfinghen etc. Doen te \vetene? dat omme volcommene 't testament van wylen Heeren Henric van Borsfelen in zynen leuene Graue van Grantpré, Heere van der Vere etc. Angaende 't ftick van der Dotacie ende bewyfinge van de Renten van denCapltelen van der Vere ende Zandenburch. Soo hebben wy in precencie ende ten bywefen van onfen Weigeminde Pauwels Basterd van Borsfele, Bailliu van der Vere, Ridder; Jacob Comelisfz. van Schellacht, ende Barthelimeus Jacobsfz. van Haemftede, Mannen der Graaffelicheyt van Zeelant; Den Dekenen ende Capitelen van der Ve7 re ende Zandenburch voirfz. bewefen, getranspoirteert ende gegeuen, en by defen prefenten letteren,bewyfentransporteren ende gheuen in puerder ghiften ende 't hueren vryen eigenN 5 dom-  domme, De twee deelen van allen de partien van van thienden hier naervolgende, liggende ende vallende in den ontfanck van der Nisfe alzoo die ontfaen geweest hebben totten daghe van heden by Olaus Pietersfz. ende Cornelisfz. Da? nielsfz. Te wetene de thienden in Wisfenkercke myne voirfz. heef'toebehoerende, ende begrepen in den ontfanck van der voirfz. Nisfe, eerst een plaetfe thiende genaamt den Nacht* houck groot zynde acht gemeten lands , Den bcgartshouck groot zynde feeven ei; een half gemeten? Spapen houck groot zynde feeven gemeten , den Zuythouck groot zynde zes gemeten hondert Roeden, Den Noorthouck groot zynde vieren een half gemeten; Den thienden by den Inferteur groot zynde twee gemeten lut* tel meer of min; De thienden in der Nisfe, eerst een plaetfe lands een thiende ghenaemt preye groot zynde twee gemeten lands; % langhe Nieuwlandt groot zynde drie en een half geme» ten ; 't rouge Nieuwlandt groot zynde drie gemeten C Roeden; Schouwers-weele groot zynde zes gemeten; De oude langhe Maze groot zyn-( de twee gemeten; 't nieuw Polderken van Schouwers-weele groot zynde anderhalf gemet; 't Molen-water groot zynde vyfen neegentig roeden; De thienden in Onfer Vrouwe ftelle, eerst den noortoost-houck groot zynde vyf gemeten lands, den zuytoosthouck grootzynde drie geme-  ( 2©3 ) meten, den zuytwesfhouck groot zynde zeuen gemeten, dennoortwesthouekgroot zyndevyf gemeten; in 't Saxfen groot zynde vier gemeten hondert roeden; In den nieuwen polder voir Ouezant groot zynde drie gemeten hondert Roeden; De thienden op t platte Schor groot zynde vyf gemeten , Willouts polderte drie gemeten groot zynde; Item ons deel van den gemeenen thienden leggende in de heerlichheyt 't Shaernoutskerck groot zynde twaelf gemeten negen en feventig roeden lands, in 't nieu polderken op tezuytzyde an Haynkenszant twèe en festig roeden en half; in 't felue nieu polderken beoesten den Watergangh drie en veertich roeden en half; In deprochie van Ouezant becauelde thienden gemeen mit Willem ende heer Jan van Oosteynde, groot zynde zes gemeten preter een half quartier; Item in Matheus van Schenghen quartier in de voirfz. prochie vanOuezant een becauelde thiende groot Zynde twee gemeten preter vyftich roeden; Item in den nieuwen polder voir Ouezant bewesten den Watergangh een half gemet een en vyftich en een half roeden ende anderhalf voet; Item ander thienden liggende indiuerfche prochien. De thiende in Borsfele geleghen tot Sinte Kateleyne, Item in Wolparts-Dorp genaemt de thienden van der Vere groot zynde twintich gemeten lands; De thiendenvan Mallegen die toe  ( ao4 ) itoe te behoeren plach Jan van Pollaer liggende in Sinte Kathelyne ende in WolpartSrDorp groot zynde thien gemeten lands; De thienden in 'tGoes-Ambochtwylen toebehoerendeMerten Bouwensfz. groot zynde vier gemeten lands; ende noch in't felue Goes-Ambochtwylentoe.behoerende Olouts kinderen te Wemeldinghe vier gemeten, daer vuytgaet eenvyfftedeel toebehoerende heinric Jansfz. van Wisfenkerek, ende de thienden ter Nisfe wylen toebehoeren^ de Pieter Willemsfz. ende Wollfartzynen broeder groot zynde zes gemeten lants; welverftaenfte dat wy 't derde deel van den voorfz. thienden 't onswaerts referueren ende behouden ende gemeene blyuen bullen metten voirfz. van den Capittele van nv tot eewighen daghen behouden ende hebben fullen van d'een helft van der gheheeldsr asfignacie van hondert veertich ponr den grooten 'sjaers, alzoo die geuonden zyn weerdich zynde by de Registers ende Rekeninghe die dair af gedaen ende geuifiteert zynde geweest, ende oick onderfouck gedaen ter plaetfe dair de voirfz. thienden geleghen zyn, by goede notable perfonen, alzoo wel by eenighe van de voirfz. Capitele als by andere, ende voir d ander helft van dien bedraghende'tfeuentich ponden grooten 'sjaers, hebben wy bewefen de voirfz. van den Gapitele op onfe goeden renten ende heerlicheden van der Nisfe voirfz. Jaerlicx 't ont-  C 205 ) 't ontfarrghen de voirfz.- fomme alzoo Ianghé ende ter tyt toesdatwy de felue vari deCapitele voldaen fullen hebben mit er ffelicke Renten van der' feluer fomme van lxxponden groote fjaers, ende fullen vp te voirfz. thienden ende Renten comen nv defen toecomendeougst anno vyf ende 't negenthich ende dair af betaelt werden van den Renten ghefyc vari den thienden, de welcke twee deelen van den voirfz. thiehden mit allen haeren vruchten, proffytten, vervallen ende toebehoerten < ende oic de Renten voirfz. Wy beloeft hebbenende belouen by defen onfen voirfz. letteren,den voirfz.Deken ende Capitelen ende huer naercommers, pafivelic te latengebruycken ende van onfen Genadighen Heer den Graue van Zeelant te ontheffen ende te doen amortizeren ende goet garrant te zyne 't allen Rechten nv ende't eewighen daghen fondereenighe fraude oft ergenlist; mids wekken de voirfz. Deken ende Capitelegehoudenblyven Jaerlycxte doene en vulcommen ten eewighen daghen de poincten ende articulenvan den zeuen getyden, ende onfer Vrouwen lof dienflen ende Jaergetyden in 't testament wylen heer Heindrick in 't langhe verclaert ende begrepen, alzoo 't blycken mach by zekeren huere letteren van verbande die wy dair af van hem lieden ontfanghen hebben. Ende des 't oirconde, foo hebben wy ons hantteecken hier onder gefcreuen,  C 2 06 ) tien, ende onfen Zegel hier an doen hanghen* mitten Zeghelen van den < voirfz. mannen vp ten xxj dach van April in 'tjair ons Heeren Duyfent CCCG zesfe ende't neghentich. Aldus onderteekent Anna de Borsfele. Op fo. xlvij van voorgemeld Roode Statut Bock word de volgende brief gevonden. De Quitirige, " Wy Dekeneri en Capitelen der Collegiale Kercké'n'van onfer Vrouwe der Stede van der Vere ende der Capelle van Zandenburch,kennen ende lyden, dat Wy ontfangen hebben van onfe Zeer Edele vermogende lieuen heere Philips van Bourgondien heere van Beueren, vari der Veer, van Vlisfmghe,van Sandenburch etc. ende vari Vrouwe Anne van Borsfele zyn edele gefelnede onfe Vrouwe, ter caufe der volcomminghe van den testamente van wylen Heer Heynrick van Borsfele in zynen leuene heere van der Vere zaligher gedachten, Inquytinghe van dien de partien van goedmghen ende Renten hier naervolgende; Eerst detwee deelen van alle de partien van thienden liggende en vallende in den ontfanck van der Nisfe, alzoo dieontfacn geweest hebben totteri dage van heden by ClaeysPietersfz. ende Conelis Danielsfz, te wetcne thienden in Wisfenkercke onfen voirfz.heere toeberrocrende ende begrepen in de ontfanck van  \>m der voirfz. Nisfe, Eerst een plaetfe thienjfjeugenaamt den nachthouck groot zynde acht gemeten lands, den bogaertshouck grootzyndc zenen genieten ende een half; Spapenhouck gfQot 0yndü zeuen gemeten ende een half; den zuythouck groot zynde zes gemeten hondert Roeden; den noorthouck groot zynde vier ge* meten ende een half; de thiende by den Infetcne groot zynde twee gemeten lants luttel meer of min; de thienden in der Nisfe, Eerst een plaetfe lants ende thiende genaemt prye groot zynde twee gemeten, lands; 't langhe nieuwe lant groot zynde drie gemeten en een half, 't ronde nieuwe lant groot zynde. drie gemeten hondert Roeden ; Schouwersweert groot zynde zes gemeten; De oude laghe Maze groot zyn* de twee gemeten; 't nieu Polderken voir Schouwers-weel, groot zynde anderhalf gemet; 't molen water groot zynde xcv Roeden; De thienden in onfe Vrouweu ftelle, Eerst den noortoosthouck groot zynde vyf gemeten lants ^Deti zuytwesthouck groot zynde drie gemeten lants; den zuytwesthouck groot zynde zenen gemeten: Den noortwesthouck groot zynde vyf gemeten; In 'tfaexkens groot zynde vier gemeten hondert Roeden; In de nieuwen polder voir Ouezant groot zynde drie gemeten hondert roeden; De thienden vp't platte Schor groot zynde vyf genieten; Willouts polderken groot zyn-  ( aoB 5 zynde drie gemeten; Item myn 's heeren éeé, van der gemeender thiende liggende indéheerIicheyt 't Seer'arnouts kercke groot zynde xfj genieten Ixxix roeden lants; in 'tnieuw pólderkenvp'dezuytzyde vanHeynkensZantlxij roeden en half; in 't felue polderken b'e oesten den Watergangh xliij roeden en half; in de prochievan Ouezant becauelde thiende gemeerre mit Willem ende heer Jan Oistendegroöt zynde zes gemeten preter een half quartier;- Item in Matheus vanSehengenin de voirfz. prócfrievan Ouezant een becauelde thiende groot zynde t\Vee gemeten preter vyftich roederf; Item in den nieuwen polder voir Ouezant bewesten den Waterganght een half geniet lj roeden en anderhaluen voetj Item andere thienden liggende in diuerfche prochien; De thienden in Borsfele geteghen tot Sinte Katlyne ende in Wirlpensdorp genaemt de thiende van der Vere groot zynde xx gemeten lands; De thienden van Malleghen die toe te behoeren plach Jan vanP'ollaer, liggende in Sinte Katelyne ende in Wolparts-Dorp, groot zynde thien" genieten lands'; De thiende in 't Ooes-Ambacht Wylen toebehoerende Merten Boudinsfz. groot zynde vier gemeten lants;' Noch' in 't fe'Iüe Go'es-Amboeht xvylen toebehoerende Olouts kinderen tot Wemeldirtghe vier gemeten, dair af vuyt gaat een vyffte deel toebehoerende Heinric Jansfz.'- van Wisfenkerc-' ke3  ( 209 ) ke, ende de thienden ter Nisfe wylen toebe» hoerende Pieter Willemsfz. ende zynen broeder Wolffart, groot zynde zes gemeten lants; Welverftaende. dat onfe voirnoemde Heere 't derdendeel van den voorfz. thienden tot hemwerts ende tot hem referueert ende behout jende blyft gemeene mit onfen voirnoemde Capitele, welcke twee deelen van den voirfz. thienden wy van nv tot eewyghen daghen hebben ende behouden fullen voir d'een helft van der geheelder ashgnatie van hondert veertich ponden groote t sjaers, alzoo die geuonden zyn weerdich zynde by de Registers ende' Relceninghen die dar af gedaen ende geuifiteert zyn geweest^ énde oick ohderfouck gedaen te plaetfen daer de voirfz. thienden ghelegen zyn, by goedé notabelen perfonen, zoo wel by eenighe vari onfen capitelen dair toe gelast by ons als by andere perfoonen; Ende voir d'ander helft vari dien bedragende 't feuentich ponden groote 't sjaers, heeft ons bewefen onfen voirfz. Heere vp zyn goeden Renten ende Heerlicheden van der Nisfe voirfz. jaerlic'x 't ontfanghene defelue fomme alzoo' langhe ende ter tyt toe dat wy mit erffelicke Renten van de zelue fomme van Ixx ponde grooten t sjaers van onfen voirnoemden heere vuldaen fullen wefen, zoo 't blyckcn mach by zer zyn letteren ende brieuen, die wy dair af van hem in onfen handen ontfanO ghen  ( '2lO ) ghen hebben, belonende onfen voirfz. heere ende Vrouwe ende hueren nacommers voir ons ende onfen naercommers Deken ende Capittel voirfz. tot eewighen daghen hem lieden te quytene ende vry te houdene, mits de twee deelen van den voirfz. thienden van der eender helft van de voirfz. C ende xl ponden groote : Ende ter volder asfignatie van de ander helft van lxx ponden groote, fullen wy als dan mynen voirfz. Heere oic quytancie genen van dien, ende ontlast blyuen oic als dan de andere zyne goeden in der Nisfe voirfz.; ende wy fchelden den voirfz. onfen heere ende zyne Gefelne voirfz. alle hueren nacomelinge ende allen anderen die des quytancie behouuen dair of qnyte, nemende tot onfen ende onfer nacomelinghe laste ten eewighen daghen Jaerlicx van nv voirt an te doene ende te volcomene de pointen ende articulen van der zeuen getyden mitten loue dienften memmorien misfen en Jaergetyden in den voirfz. testaniente van den voirfz. wylen heere hendric in 't langhe verclaert; te Wetene in den eerften hebben wy Deken ende Capittele voirnoemt ontfanghen 't zestich ponden grooten 'sjaers voir twaelf Cannoniken inde kerekvan der Vere, om die zeuen getyden te fingene binnen der kercke van der Vere als 't costumelicke is in ander Collegiale Kercken; voirt heb-  hebben wy ontfaen Dertich ponden groote *% ■sjaers voir zes Canoniken die namaels gefondeert zyn by den voirfz. heer hendrick ora de zeuen getyden te finghenen in de Capelle van Sandenburch, Item noch hebben wy ontfanghe zesfe en twintich ponden ende thien Scellinghen groot 't sjaers om 't onderhouden vyf-Capelanen ende eenen Sangmeester in de kercke van der Veer, ende drie Capelanen in de Cappelle van Sandenburch, Item noch hebben wy ontfanghen twaelf ponden groote 't sjaers om te onderhouden zes Coralen, drie ter Veer ende drie in de Capelle van Zandenburch ; Item noch hebben wy ontfanghen voir den Coster in de Cappelle van Sandenburgh een pont groote 't sjaers, Item noch hebben wy ontfanghen dertich Schellinghen 't sjaers om 't Was-licht 't welc men behouuen faj, Item om te orboren in de Capelle van Zandenburgh, Item noch hebben wy angenomen te doene ten eewighen daghen 't jaergetyde mitten lasten van heere hendrick van B orsfeIen naer 't uytwyfen fyns testaments. Ende ten einde dat alle de godsdiensten alzoo wel ih de Capelle van Zandenburch als in de kerck van der Vere te bat gedaen ende onderhouden moghen weien tot eewighen daghen, zoe hebben wy geconfenteert ende confenteeren mits defen voir ons ende onfen naercommcrs O 2 De-  ( 213 > Dekénen ende Cappittelen voirfz. dat van den voirfz. achthien Ganoniken dagelicx ftaen ende wefen fullen in de voirfz. Cappelle van Sandenburch acht Canoniken ter optie ende kuere van onfen voirfz. heere ende zyne naercommers. Ende des 't oirconde zoo hebben wy Deken ende Capiteïe voirnoemt onfe Zegelen hier an doen hanghen vp ten xxje dach van April in 't Jaer ons Heeren Duyfent CCCC zesfe ende 't negentien.