Ë E N I G Ë ZEEU VSCHÊ OUDHEDEN* UIT ECHTE STUKKEN. OPGEHELDERD EN IN HET LICHT GEBRAGTJ Behelzende eene Befchryving van de gewezene Stad ROMMERSWALE.' DOOR JACOBUS ER ME RINS, TE MIDDELBURG, By WILLEM ABRAHAMS: MDccuxxvm.   GUNSTIGE LEZER» IVfj dacht geen' ondienst aan de Liefhebbers en begunftigers der Zeeuwfche Oudheden te doen, met de gewezene Stad Romcrszvaal, daar die nu meer dan een Eeuw onder de Zee bedolven is geweest, op nieuws te gedenken, en voor de geheele vergetenheid te bewaren. Het is zeer te verwonderen, hoe van eene Stad, die door Koophandel, Zeevaard en Neering eertyds zoo bekend was, welke verfcheidene maaien gediend heeft, om de plechtigheid der Huldiging van 'sLands Oppervorften te verrichten, zoo geheel en al by den Nazaat onbekend is geraakt. Ten tyde, toen de Heer Reigersberg zyn Chronyk fchreef, was zy nog aanwezig, doch reeds in verval, en fchoonzyn werk niet rechtftreeks Plaats befchryvingen bedoelde, kon hymeer en omftandiger daarvan gewaagd hebben; de geleerde Heer Boxhorn , die dezelve Chronyk een Eeuw later vermeerderd uitgaf, en wel na dat deze Stad kon gezegd worden geen aanwezen meer te hebben, moest haar meer aan de Nakomelingen hebben ïeeren kennen; men moet dat zelfde venvyt aan den Heer Smallegange doen; hoe veel moet toen nog levende Lieden, hadden hem de zekerfte berichten kunnen aan de hand geven ? maar neen Romer sivaal was 'er geweest,en verdiende zoo byv den een' als anderen niet als ter loops gemeld te worden; hier van is het, dat nu hare Gefchiedenis zoo duifter, gaapendc en in vele zaken twyffelachtig is geworden. Veel  Vee! opheldering gaf my het geen „van. haar in de Charte'rbodken van den Heer van Mieris gevonden wordt; dan ik ben het meest verplicht aan het gebruik van ccne Verzameling van Stukken alleen deeze Stad fakende, die wylen de Heer Mr. Adriaan Jan de Ruevcr, Secretaris der Provinciale Rekenkamer van Zeeland, bezat; die my vergunde dezelve tot myn oogmerk te bezigen. Verder hebikalomme gezocht, en waar iets te vinden was, dat aanmerking verdiende, niet verzuimd daarvan het noodig gebruik te maken, dos ik my vleijen mag, dat nim-1 mer in eenige orde zoo veel van Romers%vaal zal aantetreffen zyn, dan in deze bladen i Gelukkig, zoo ik de fiaaafc en weetgierige, hcid der Lezeren kan voldoen: De Bylagen doen deze Stad in hare jongile nooden byzonder kennen: voor dc echtheid van dezelve ben ik borge, en daar ik niets dan waarheid gezogt hebbe, hoop ik , dat dezelve (hoe zeer vervolgd worde) in dezen niemand beledigen of belgen zal: de genen, weiken op dit tooneel hunne rollen hebben gefpeeld, zyn verdweenen, cn het is ook eerst na 't verloop van Eeuwen dat een Gcfchiedfchry.? ver de waarheid (die voor de vernietiging bevryd is) als eene reine Maagd kan doen ten voorfchyn treden, en, zonder verciering, door haar eigen fchoon bcminlyk doen zyn. Dit Stuk is geferrreven in een tyd van phm-  dering en geweld, 'de Schryver is het ecrftc maar niet het laatfte ontgaan: hoe veel kommer volle dagen hy doorbragr, en hoe een blank geweten zyn eenige troost was, en hoe het zamenftellen van dit Werkje hem veel fmaadheid en verdriet deedt. vergeten, weet alleen god, die my, vry van alle Amptsbediening en zorgen, nu rust heeft gefchonken, en mooglyk gehengen zal, dat de arbeid aan de Zeeuwfche Oudheden te beteren voortgang zal hebben. Jammer is het maar, dat deze befchryving niet met eene echte Grondteekening heeft mogen verciert worden , dan gene kwam my voor, ten ware men daar voor houden wil de afbeelding, zoo als de fundamenten dezer Stad zich ten tyde van Smallegange vertoonden, in zyn Chronyk bl. 270. te vrnden, dan die verdiend geen aanmerking. De tyd was nog niet daar, dat men in een meetkundig Plan de ligging der Steden en derzelver onderhoorigheid wist voorttebrengen, anders zoude deze Stad in hare ware lituatie zoo wel als het nabuurig Lodycke, ook het Klooster Marias-Hof, het geen buiten Stads Vesten lag, beter als nu bekend zyn. Wat men in 't vervolg van my te wagten heeft, is best niet te bepalen; dit is zeker, dat nimmer opgehouden wordt met ftoffen te verzamelen, op de hulp van anderen mag ik niet roemen, hoe veel uitnoodigingen daar toe gedaan zyn, is men onwillig (om fterlcer uitdrukking te myden) daar toe iets by te brengen, echter vinde ik nog hier en daar  iemand, welke het zy mondeling of fehriftelyk het een of ander aanbrengt, dezulken zal ik altoos met dankbaarheid gedenken, gelyk nimmer nagelaten en hier voren ten opzichte van wylen den Heer de Ruever gefchied is; Voor het overige wenfche ik mynen Legeren alle Heil toe. VER E IS November 1788, v E:  D E GEWEZENE STAD ROMMERSWALE; 2^eer verfchillend wordt in oude Schriften e'ri Schryvers de benaming dezer gewezene Stad gevonden; Rembursivale, Reimerswale, Rey~t merswaal, Romerswaïe , Rommerswale, R-°* rnerswalle zal men haar beurtlings genoemd vinden; in de meeste Graaflyke brieven, die men in de Charterboeken van Holland, Zee-* land en Vriesland door F. van Mieris uitgege-j ven, van deze Stad geboekt vindt, iszyRei~ merswale oïRey merswaal genoemd; de Stede-} Iyke Overheid gebruikte dezelfde fpelling irr de meeste harer brieven, en ook wel die van Romersw'alle, als in de Bylagen blyken zal; in later tyd heeft men eerst den naam van Ro-, merswaal en Romerswalle gaan gebruiken, mis-« fchien om daardoor het verdichtfel, dat zy van een ftichting der Romeinen ware, geloof a jé  (O te doen krygen. De eerfte die dit fchynt gédroomd te hebben, is de geleerde Johannis Borfalas 3 of Jan van Borsfele Deken van Sandenburg geweest, daar in door anderen gevolgd, dus is tot onzen tyd, dat Sprookje voortgeplant. Anderen hebben den naams-ooriprong willen afleiden van eenen Reimer, die hier omftreeks gewoond, deze Stad gefticht, txi Reimer szvaai zou genoemd hebben; hier op flaat een Latynsch gedicht van den geleerden Adriaait Hojferus, welk men dus vertaald vindt (a). «, Een Reimer die tv el eer dit drasfig land bezat, Heeft,zoo de fabel luidt,getimmerd dezeStad. Genoeg om dit te wederleggen, dat in geen der oude Schriften deze Stad Zoo Wordt genoemd. Haar eerfte oorfprong blyft dan een raadfel; fchoon zy zich roemen kan van eenen giyzen Ouderdom te wezen, wordt zy echter niet voor 't jaar 1230 ergensgemeld,en kan dus haar beftaan niet voor de Regeering van Graaf flo> ris den IV. betoogd worden. Hare oudheid onderzogt hebbende, wordt men als met de hand tot het verhandelen van derzelver gefchiedenis geleid. ' Het eerfte dat my daar van voorkomt, is, dat wanneer Graaf otto de III. van Gelder iti \ jaar 1258 met een Leger naar Zeeland overftak, oriï (a) Oudh. en gedichten van Zeel. II. D. b!. lor.  •C3) 'óm Vrouwe Xleid te bevechten, dietérteï» merswaal is aangeland (*). Voorts vindt meri hoe Graaf floris de V. den a Augustus 1293 eemg Land te Reymerszvaalkocht, en hetzelve Hem opgedragen werdt (b). Zy had toen al een geregeld beftaan, dat is te zeggen, zy behoorde reeds het geflacht der Hecren Kcrcinck toe, en hadt eene Regeering, als nader ftaat vermeld te worden. Het koopen van landen hier en elders komt my voor, een kunstgreep dier Vorsten te zyn geweest, om in deze en andere Ambachten eeri grond tot meer gezag te leggen; zulke landen zullen door 's Graven Rentmeesters zyn beftuurd, en de Heeren van zulke Ambachten op> dezelve van hunne Heerlyké rechten ontzet, zyn geworden, dat tot gevolg kan hebben gehad, dat de Edelen vervolgens verplicht werden, hunne goederen geheel aan den Graaf opi te dragen, om die weder ter Leen van denzeiven te ontvangen (f). Het was in den jare 1299, zonder den juisten' ' tyd te bepalen, dat Graaf jan van Holland, te Romerswaal kwam, terwyl de Hertog vanBra-j band te Bergen op Zoom was. De rcize dezer' twee' (*) Vaderl Hiflu III. D. bl. 8. f>) Mieris Charterb. I. D. bl. $47 en 54S. : (t) Zie desvregea het eerfte Stukje dcz« ZeeiïH^ Oudb. bl- 8. A a  ( 4) twee Vorsten was uiterlyk aangelegd, om te 1'araen te beter hunne verfchillen te beflechten, dan het heinllyk oogmerk, om Graaf jan van Holland te vangen, welken aanllag Heer Jatt van Renesfe had helpen fmeden: de Hollandfche Graaf des verwittigd, verfterkte zich op het Slot te Lodyc. De Heer Jan van Renesfe deedt hetzelfde op zyn Slot teMoermont, maar tegens 's Graven macht niet beftand, moest hy bukken, en werdtten Lande uitgebannen (c). Het jaar daar aan 1300. ontzette die van Reimerswaal het Slot van Goes genaamd Ooftende, wanneer het zelve door Heer Jan van Renesfe met de Vlamingen belegerd was (d). Een bevvys, hoe deze plaats ware aangewasfen, en reeds eene menigte van inwoners moet bevar hebben. Het zy voof of na dezen Krygs-togt, was het, dat jan Graaf vmOosterivant, bygenaamd Jan zonder genade, Zoon van Graaf jan den II. van Jvennes, zich te Romerswaal bevondt, werwaards hy zich zal begeven hebben, om den nog wankelenden Graaflyken Zetel zyn's Vaders tegen den onrustigen Renesfe te ftyven, al- (c) W. van Gouthoéven Chron. bl.. 352. Reigersberg: Chron. 1L D. bl. 101. (d~) Tegenw. Staat van Zeeland II. D. bl. io, da© Melis Stokt en Box/iorn tot bewys aanhaalt.  CS) alzoo die ten Lande niet uitgeweken was, dan om zich elders van macht voorzien hebbende , Zeeland in'tbyzonder, fwaar Hy veel aanhang hadt) te onder te brengen; dan de Graaf van Oostervant des verwittigd, en dat Renes voornemen hadt om van Bergen op Zoom Zeeland in te vallen, en zoo men zulks niet fpoedig belette, die Van Tbolen in gevaar ftonden, een prooy van dien aanzienlyken Balling te worden: rukte deze Held met zyne Legerbenden voorwaards, en Renes door dien fchielyken overtogt verbaasd, (taakt zyn voornemen en ruimt zelfs Bergen op Zoom den jongen Graaf in (e). Dan deze woelzieke geest daar niet mede vergenoegd, wist des niet te min de Zeeuwfche Eilanden vervolgens te ontrusten, en zyne verre uitziende ontwerpen kracht by te zetten, door Vlaamfche hulp van buiten, en een machtigen aanhang van binnen, waardoor hy andermaal in 't jaar 1303 het beleg van Goes, of liever van het Slot Oostende kon ondernemen, dan ook daar door die van Rommerswaal zoo gellagen werdt, dat i8aovan zyne geliefde Vlamingen gebleven zyn, en Hy Renes zelve het ter naauwer nood ontkwam (f). Hoe groot moet deze gemeente toen niet geweest (e) M. Vosfti Jaatb. bl. s6i. (ƒ3 Boxh. op Reigersb. II. D. bl. 110. A5  ( 6 ) Vreest zyn, om zulke ondernemingen te doen 1dus kan men veilig befluiten, dat deze plaata al tot een aanzienlyk Dorp was aangewasfen. Met den naam van Dorp, vinde ik haar in 't jaar 1340 nog genoemd in dén brief van Graaf Willem den IV, wanneer die haar met de TolVryheid begiftigde (g). Ja vinde haar in een anderen Graallyken brief van 't jaar 1359 ook nog zoo genoemd (h). Deze plaats van een Molen voorzien zyride , bezat de Graaf daar op eène Rente, die Hy nevens andere Dominiale goederen aan verfcheide Hollandfche en Zeeuwfehe Steden verbondt den si Juni 1345 (i). Welke Rente of inkomrte van de Molen van Reymerswale, door Hertog albsr-t van Beyeren vervolgens den 11 October 1358 gefchikt werdt, ter voldoening van de Schulden welke Willem ie Hollander van Reymerswale aangenomen hadt aan de Heeren Boudyn van Reymerswale, endeszelfs Broeder te betalen (k). Gemelde Rente moet vervolgens verkocht of anderzins veralieneerd zyn, om dat Hertog albert, den 24 Februari 1359, zynen Neef Situon van Bruelis bevestigde in het bezit der Ren- (g) Mieris Charterb. II. D. bl. 587. £*) ibid. III. D. bl. i!2. (<) ibid. If. IX bl. 691 en 652. l&) ibid. III. D. bl. 64.  Cr) Rente van/? fcstich oude Schilden des faers op die Moelene te Reymerswale (l). Gelyke bevestiging deedt dezelfde Hertog den 19 October 1359 van een jaarlykfche Rente van anderhalf hondertpont fwarte tomoyfe, welke Wouter van der Maalftede en Simons Soon van Bruelis van den Graaf ter Leen hielden (m). Het was eerst op den 1 April 1374, dat Hertog Alberr, hy het verkenen van verfcheidene voorrechten, die van Reimerswaal, vryheid gunde, haar Stede te vesten ende hegraven, zoo datze tot hier toe onbemuurd was geweest, maar van nu af eerst in den rang der Steden gekomen, en zich de benaming van Stad toegeëigend, hebbe (n). Een blyk, dat de welvaard hier fteeds toenam, door dien de Koophandel en Trafiquen meer en meer bloeiden,en zichtbaar eene vermeenigvuldiging van Ingezetenen aanbragten; tot voorz. voorrecht was Hun reeds lang te voren by Hertog willem van Beyeren, den laatften dag van Mei 1355 gegronde hoop gegeven, wyl die in eenen brief van voorz. datum, waarby hy twee Vrye Jaar* mercten aan deze plaats vergund te houden, ook zegt, voert eft onfe wille dat fy vesten mi (/) Mieris Charterb. III. D. bl. 81. (/») ibid. bl. 110. (n) ibid. bl, 28p, A4  C 8 ) pogen zoo wanneer zys gejlaet zyn by Kade des reenre dye wy daer thoe fetten [uilen. Het is denklyk, dat van dien tyd af de toeftel tot het bemuuren, en de aanvoer van Materialen, daar toe zal gefchied zyn, en de Graaf nog nader heeft moeten bewogen worden, om zonder ccnige bepaling hier toe oorlof te vert ïeenen, gelyk, als even gezegd is, in 1374 gebeurde. Het was den 8 Juni 1386 dat Hertog Alber? 'deze nieuwe Stad met een bezoek vereerde, en van daar naar Middelburg toog. Zy was niet lang te voren van onder defubjeétie der byzondere Heeren eene Graaflyke Stad geworden, daar men inde Leeu-registers van Holland vermeld vindt, dat in 1380 of 1381 de Weduwe en Erfgenamen van Willem den Hollander van Reymerszvale (waarfchynlyk de laatfteHeer de^ zer Stede) haar huis en Hofftede neffens het Ambacht van Reymerswale, aan Hertog Albertvan Beyeren, Graaf van Zeeland enz. verkocht hebbe, waarom Stads Wapen, dat hetzelfde was met dat van het Geflacht der Heeren Kervinck van Reimerswaal, nu door een byvoegfel van dat van Beyeren vermeerderd werdt. Te voren hadt Hertog Albert den 15 November 1376" zynen Secretaris Berwoud Willems Zoon gegeven het Secretarisfchap, het Schryf-ambacht met de Scholasterye in de Stede Reymerswale, zyn  (9) zyn leven lang geduurende, en na deszelfs dood mogt het komen op Johan, Thomas Soon zyn broeders Soone (o). Of deze gift een overheerfching is geweest, en geweld gepleegd op de rechten van den doenmaligen Heer dezer Stede, dan wel dat de Graaf zulks toeftond, als hem uit hoofde der Oppermacht behoorende, laate ik onbeflist, en aan ieder zyn denken over. Daar deze Stad in Koophandel en welvaard toenam, ontbraken haar nog zulke voorrechten, die andere Steden reeds bezaten, en zonder welken de Gemeente moeilyk te beftuuren was, en het algemeen welzyn niet genoeg kon betracht worden. Hertog Albert, offchoon nog met den titul van Ruwaard, in behoeftigheid van gelden zynde, was niet kaarig der Steden voorrechten te vermeerderen, als die maar met ge« noegfame penningen gekocht werden. De Magiftraat dezer Stede wist van zoo eene gunftige tyds gefteltenis gebruik te maken, daar zy voor vier hondert en vyftig pondt groot & ende drye hondert gulden van gemelden Hertog op den 9 Mei 1387kochten het Recht van Maelerie ende Molen /lellen Water ende Wint ook dat van Accynfen, en beloofden nog daar en bo- (O Mieris Charterb. III. D. bl. 328. A5  ( iO boven jaarlyks voor eene Chyns of Rente daa? voor te betalen hondert pondt groet e paeyementi daer men zvyn ende broet mede coapt. Waar voor Burgemeesters, Schepenen en Raden dezer Stede, op den zo Mei van evengcrneld jaar eenen openen brief pasfeerden (p). Het fchynt, dat westwaards dezer Stede nog aanwas van gronden was, alzoo Hertog Albert een gros en 'flykland voor het Westeinde van Reymerswale en van Lodyk te bedyken gaf aan Ciaas Kervinc van Reymerszvale den 20 Januari I389 (%)■ Graaf Willem de V. in zyn bewaarplaats te Ouesnoi in Henegouwen overleden, en Hertog Albert, dien zynen Broeder in de Heerfchappy over deze Landen als Graaf opgevolgd zynde, vondt goed den 13 April 1390 de Privilegiën en de Handvesten van Reymerszvale te bevestigen (r). Even, of weinig tyd daar na, werdt deze Stad en vele andere Hollandfche en Zeeuwfche Steden, ook vele Edelen van den Lande by den Hertog Albert hunnen Landsheer in kwaad vermoeden gebragt, van zynen dienst niet zoo toegedaan te wezen, als getrouwe Landzaten hunnen Overheer verfchuldigd w-a*- (p) Mieris Charterb. III. D. bl, 461., (V) ibid- bl. 517(») ibid. bl, 553»  waren, mooglyk dat de moord van 's Vorsten geliefde boel Aleid van Poelgeest, en de reeds ten volle blykende onmin tusfchen Hertog Albert en deszelfs Zoon , den Graaf van Oostervant, hier toe wel den voornaamften grond gelegd hadde, wanneer Steden enperfoonen ligt]yk verdacht gemaakt, en ter hunner verantwoording zelden gehoord worden; dan hoe het was, deze Stad met die waarmede zy in ge« lyk geval ftondt,zoo wel als een aantal Edelen, ontfchuldigden zich deswegen in eenen openen brief, en beloofden den Graaf, deszelfs Zoon en Kinderen, ook elkander trouwe en hulpe tegen ieder een, op den 17 Qctober 1391 (s). Daar Reyrnerszvaal al onder de Graaflyke goede Steden gerekend werdt, en haar welvaard zichtbaar toenam, en zy in ftaat was door haar vermogen de gemeene behoeften des Lands en van den Vorst, nevens anderen te onderfchragen, zag men haar den 15 Mei 1393 nevens de overige Stedet\van Zeeland den brief bezegelen, Waarby Hertog Albert eenige ordre op de Munten ftelde (t). Men weet welke hooggaande gefchillen tusfchen Hertog Albert en deszelfs Zoon, Willem Graaf van Oostervant, plaats hebben gehad, hoe CO Mieris Charterb. III. D. bl. 582. (O ibid. 523.  (.ia) hoe elk dier Vorstelyke partyen hunnen aanhang vonden, en welke jammerlyke gevolgen zulks aan Steden en perfoonen te wege bragt; dan eindlyk de verzoening werdt den 8 September 1394 te Romerswaal getroffen, en de brief daar vanbinnen deze Stad geteekend (u) 3 zonder dat vermeld wordt, of deze Vorsten in perfoon dit accoord troffen en hier aanwezig waren, dan of zulks door gemagtigden van wederzyde gefchied zy, welk laatfte waarfchynïyk is, om dat elders gemeld wordt dat Graaf Willem,eerstvoor het einde des jaars 1395,van veel Hoekfche Edelen verzeld in Holland terug kwam (v). Hertog Afbreek voor den jare 1404 aan de Kinderen van Hendrik Jans Zoon van Oosterlande, afgeftaan hebbende zekere Renten en goederen, gelegen binnen deze Stad, en de Magiftraat zwarigheid makende daar aan te voldoen, naar inhoude van 'sHertogs brief, waar over voorn, begunftigden klagtig ten Hove gevallen zynde, vondt de Hertog goed op 13 Oórober des voorzegden jaars alle zyne Tollenaars in Holland en Zeeland te gebieden, te bezetten en te bekommen alle de Poorters dezer Stede , zoo in hunne perfoonen als Schepen en goederen > («) Vaderl. Chron. bl. 254' (V) Vaderl. Hift. III. D. bl. 33.  ( 13) ren,waar zy aan 's Graven Tollen komen mogten^1 ter tyd toe voorn. Kinderen van Hendrik Janszoon van Oosterlande voldaan en betaald zouden wezen, van hunne Renten enz. met de kos* ten daar omme gedaan, met dit geftreng by« voegfel, dat, indien eenig Tollenaar mogte verzuimen aan deze zyne Bevelbrieven te gehoorzamen , zulks aan den zeiven zoude worden verhaald en toegekend, alfe aen fulc ah fi vp onfe tollen ftaende hebben fonder ver* drach (w). Wat de uitflag was, en of deze zaak voor 's Vorsten overlyden geheel afgedaan was, is my niet gebleken, maar gelyk het altoos gaat, des Hertogs gunftelingen moesten voor anderen plaats ruimen , wanneer die Prins vp Sinte Pauzuels dach in den Winter des jaars 1404 in den Hage overleedt,en aldaar vp 't Hoffhzgta.-,' ven werdt, welke karree byzonderheid gevon-3 den wordt door een oude hand gefchreven te zyn inmargine van een Privilegie door Albrechc in 1392 aan deze Stad gegeven , Hoe ende zvattneer men Burchmeesters ende Schepenen verniel wen zal, te vinden in eene Verzameling van Stukken lot deze Stad behoorende, onder den Heer Mr. Adriaan de Ruever berustende, en ten bewys ftrekt, dat een der Lyken in 1770 in de (w) Vaderl. Chron. bl. 815.  t 14) de Hof-kapel te 's Hage gevonden, waarlyk das van evengemelden Hertog is geweest. Graaf willem de VI. met zyn Heer Vaders dood in den Graaflyken Zetel gevestigd, rustte niet lang den genen welke zyne Heerfchappy wraakten, zyne macht te doen gevoelen, en ondernam eene Wapening tegen Heer Jan van Arkel, waar toe Reimerswaal des Graaf 60 gewapenden leveren moest (x). Volgens aanfchryven aan deze en andere gedaan den 6 April 1405, zynde eens zoo veel als die van Tholen waren aangeflagen; en Goes werdt toen niet hooger dan op 25 gewapenden gefield, een blyk tot wat vermogen deze geweze Stad te dier' tyd zich bevondt, en zy in een gelyke macht als die van Hoorn was gefield. Of Hertog Willem vin Beyeren zich ook te dezer Stede heeft laten huldigen, vindt men niet aangeteekend, maar wel dat nóg den ir Juli van even gemeld jaar, Reimerswaal werdt aangefchreven hem met 100 Man ten Oorlog te moeten dienen (y). Welke vermeerdering van gevorderde Manfchappen , ook aan de andere Zeeuwfche Steden in evenredigheid gefchiedde. Wan- O) Mieris Charterb. IV. D. bl. ij. (31) Ibid. bl. 20.  f tg 5 Wanneer Hertog Willem den Arkelfcheri Oorlog gelukkig ten einde gebragthadt,en zelfs in de Steden Corinchem en Lstrdam als Graaf was ontvangen en gehuldigd,bevestigde hy by brieven van 7 April 1407 de Handvesten, Voor» rechten en Privilegiën dier beide Steden, welke onder andere Hollandfche en Zeeuwfche Steden, ook door Reimerswaal bekrachtigd en bezegeld werden (z). Die van Goes niet kunnende dulden, dat deze Stad de Geestlyke Jurisdictie over geheel Zuidbeveland oeffende, hadden, 't zy op wat Voorgeven en door wat middelen, van HertogWillem de halve Proviforie van Zuidbeveland verkregen; dan die van Reimerswaal, hun beter recht daartoe, den Grave vertoond en bewezen hebbende, werdt hun dezelve Proviforie eti Jurisdictie wedergegeven op den 13 Januari f414 (a). Daar Hertog Willem geen andere echte Kinderen hadt dan Vrouw Jacoba, en de Leenvolging op dezelve door den Keizer sigismundis niet haastig verleend werdt, zocht die Vorftin de verzekering daarvan met beter uitflag by da Staten des Lands, befchreef een Algemeen© *achvaart,en verwierf daar, van de voornaam- (s) Mieris Charterb. IV. D. bl, ?r, OO Ibid. bi. s7U " 'v'  ite Hollandfche enZeeuwfche Stéden, waar Ofli der ook Reimerswaal, Opene brieven op den 15 Augustus 1416 (b): Waarby die gezameHtlyk beloven Vrouwe Jacoba nu reeds Weduwe van den Franfchen Dauphin, vermoedelyka Erfgenaam dier Kroon, na haar Vaders dood voor Gravin te ontvangen. Dit was niet genoeg, deze Stad moest nevens vele andere Hollandfche en Zeeuwfche Steden, de vyf Steden Haarlem, Delft, Leiden, Amflerdam en Gouda beloven, de fchade of last te helpen dragen, die haar zoude mogen komen uit de belofte voor den Graaf Willem gedaan, van zekere jaarlykfche Renten ^ door den zeiven aan de Heeren Jan en Willem van Egmond beloofd. De brief hiervan was ' den 10 September 1416 gedagteekend en gezegeld (c). Vrouwe jacoba die na haar Vaders overlyden(zoo te vernaaien) ten Graaflyken Zetel was ingetreeden, bevondt zich in 1417 te Reimerswaal, wyl zy van daar de Stad Goes eene vrye Jaarmarkt vergunde,breeder te.zien by Smalle- ge bl..532. Hertog Willem hadt in 1417 het fterftyke verlaten, en het ftondt aan Vrouw jacoba hoe zy (è) Mieris Charterb. IV. D. bl. 585. (t) ibid. bl. 389.  ey een onrustig Landsbeftuur zoude aanvaaf-; den, en zich daar in vestigen: al ras vondt zy een mededinger naar den Graaflyken Zetel in Hertog jan van beyeren haren Neef; die ge< koren Bisfchop van Luik zynde, den Geestlyken ftaat verliet en met elizabeth, Hertogin van Luxemburg, Weduwe van Hertog Antoni van Braband, in huwlyk getreden zynde,door den Keizer van wege het Roomfche Ryk met deze Landen was beleend geworden, en in per-' foon te Reimerswaal confirmeerde den 29 April, 1420 alzuhke pr.euilegie, handtvesten ende koren als fy van onfe Voorvaders Grauen end! Grauinnen van Hollandt ofte horen voochdenf befcreuen ende befegelt hebben, ende geloueti die voer ons ende onfen naekomelingen vaste ende geflade te houden , hem ende baren naercoeme* lingen eewelycken geduerende. Het was dezelve Hertog Jan van Beyeren; die den 13 Augustus I424uitfpraak deedt,over een verfchil, welk deze Stad hadt met die van Goes, wegens eene harer Poorteresfen, weite Goes bekommerd was (d). Het was in dit zelfde jaar, dat het Dyk-be« ftuur aan dezen oord, op zoo een goeden voet niet geregeld fcheen, als men het in later dagen gevonden heeft;het zy ieder verplicht wars 00 Mieris Charterb. IV. D. bl. 7304 B  ( 18 ) rè zoo verre zyn land ftrekte, den Dyk te onderhouden, of dat ieder Ambacht zoo verre die tegen eenen Dyk paalde daartoe verbonden ware, zulks is nog onzeker en in de duisternis; hoe het wezen moge, Hertog Jan van Beyeren, beval deze Stad en deszelfs Bailliu Heer Nicocolaas van Reimerszuah, datze, mits de twist over het DykgraaffchapBeoosten Yerfiken,een ieder dwingen zouden zynen Dyk te maken (e). Kort was de R'egeering van Hertog Jan van Beyeren geweest,als Hy in Januari 1425 kwam te overlyden, naalvoren zyn waar of vermeend Recht by uiterfte wille aan Hertog filips van bourgondien opgedragen te hebben. Deze dood bragt den Lande nieuwe beroerten aan over het Opperbeftuur: Hertog Fihps van Bourgondien vestigde zyn Recht opevencremelde uiterfte wil j en Hertog jan van erabant, op dat van Man en Voogd te zyn van Vrouwe Jacoba, die wel is waar, de eigenlyke Vorftinne des Lands was, dan door haar sedrag en verkeerde handelwys den teugel des eebieds niet wist te handhaven, ook om dezen tyd buiten kennis, veel min met toeftemming, van 'sLands Staten, een nieuw huwlyk met den Hertog van Gloucester gefloten hadt: hoe het zy, Hertog Jan van Brabant hadt den titel, («) Mieris Charterb. IV. D. bl. 744*  C 19) en waar hy erkend werdt het gezag van Graaf aatt* genomen ; het gebeurde terftond, dat eenige Burgers van Haarlem te Reimerswaal waren geweest! en te mg gekeerd, van welke men ten Hove beducht fcheen te wezen, dat men vandaar eenige Aeimlyke boodfchappen hadde aangenomen, of de gefteltenis dier Stad en Van Zuidbaveland zouden openbaren, waarom men hun den 6 Februari 1425 beloven deedt, daarvan niets te boodfchappen, noch*weder derwaartste trekken , ten zy by wille des Hertogen van. Brabant, of des Thefauriers, of des Gerechts van Haarlem (f). De verwarring, diethans in het Landsbefiuur was, daar de een Hertog Filips,een ander Hertog Jan, een derde Vrouwe Jacoba aankleefde, liet zich ook in deze Stad gevoelen, waar den Bailliu HeerNicolaaS van Reimerswale, alle die geenen de Stad deedt ruimen, welke den Hertog van Brabant; niet voor hunne gerechten Overheer erkenden* de kosten hier om, en tot het befchermen der Stad gedaan, werden gemelden Bailliu van 's Hertogen wege met xxxn Nobelen vergoed den 27 Maart 1425. Gelyke bewyzingen gefchiedden op denzelfden tyd aan Adriaan en Otto van Reimerswaal, den eerften van xlviij en den anderen van l Nobelen. Hcrx Cf) Mieris Charterb, IV. D. bl. 750, B 2  ( 20 ) Hertog Filips, door zyne behaalde overwinning op de Engelfche en Vrouw Jacoba in Schouwen bevogten, gebood nu offchoon nog maar met den titul van Ruwaard oppermachtig en beval den Bailliuw van Reimerswaal, uit'de goederen der broederen Wolfatrt en Jan van Oosterlande. die ballingen en vluchtig waren , aan Jan Rafoir, welke borg voor hun gebleven waf, de fchade te voldoen, om die borgtogt geleden, den 10 Maart i^6(g). Vrouw Jacoba, na veel tegenfpoeden, waar te^en zy zich heldhaftig gedroeg, en van welke" hare onderfcheidene Hawlyken wel de iiaafte oorzaken waren, verbondt zich heimlyk en wel in i433 aan Heer Frank van BonMe dit koste haar de fchaduwe van nog overgebleven gezag, en de Oppermogendheid, die zV Filips moest afftaan, gelyk by een plechtig verbond gefchiedde op den 12 April i433> bedingende tot haar onderhond alleenlyk eenige Landen en Steden, daaronder Zuidbeveland en fpeciaal deze Stad Reimerswaal (h). ' Niet lang kon een leven als deze Vorftm, vol van onrust, geleid hadde, uitgerekt worden; zoo dat zy buiten alle bewind gefloten, door eene teering-ziekte den 8 October 1*30 ten (?) Mieris Charterb. IV bl. 824. (fi) ibid. bl. lóïaJ  C 9§ ) ten grave gefleept; en met haar overlyden; de Landen en Steden tot haar oaderhoud beftemd, weder aan Hertog Filips keerden,welke reeds alomme als Graaf gehuldigd was, doch eerst op den 22 Augustus 1437 by eenen openen brief bekende, dat wy fchuldich ende gehouden waren, na oude Rechten en gewoenten van den lande te trecken, om ans van den Ridder fchapp en 3 Leenmannen ende goede Steden 'j Slands voerfz. te laten hulden als erfbeere van den feluen lande, ende wederomme doen alzulcken hulde ende eede, alswy onfen onderfat en fchuldich waren te doem. Het welk nu overen weder door Gecommitteerden verrigt zynde, zoo zegt Hertog Filips verder, foo bekennen wy met dezen brieue^ dat zy dat fpecialycke van gi-atie ende vuyt *nze fonderlinge begeerte gedaan hebben , ende niet van eenigerechtzvege — Voert foe geloueu Wy onfe goede Stede voirfz. dat zuy onfe Stede van Reymerzwale voerfcreuen, noch ons Landt van Zuydbeuelandt voernoempt nemmermeer verfetten, vervreemden noch verfcheyden en fuilen van Ons Graeffchip van Hollandt ende Zeelandt, in eeniger manieren. Voor de Huldinge nog plaats konde hebben, dat is nog by 't leven van Vrouwe Jacoba deri 20 Maart 1436, vergunde Hertog Filips reeds deze Stad recht te doen plegen en bantteeren^ B 3 eni  C 22 5 infr Vonnisftn manen ende wyfen van Onzer Feuen ende in Onzen nameet der tyt toe dat Wy in mze Stede van Reymerswale gecomen ende voer erffbeere ontfangen zullen zyn als dacr thoebehoert, altoes behouden Onze Stede Van Reymerszvale haer handuesten , preuüesien, haercomen ende rechten. Dan de Huldinge ook hier ter Stede gedaan ZYnde, aarfelde deze Vorst niet of heeft op »o Augustus 1437 by openen brieve geconürmcertendegevesticht, confirmeren ende vestigen midts dezen brieue, alle alzulcke preuilegien, handtvesten, rechten, kueren, brietien, goede haercomen ende oude gewoenten, als hem van onfen Voervaderen Grauen oftGra• pinnen van Hollandt ende van Zeelandt gegontn zyn, ofte dye zy aen hem vercregen, verworven ofte gecocbt hebben mogen in eemger manieren. Welke Brieve gegeven is geworden 'ten overftaan van mynen Heere van Saniesl Heere Floris van Abeele, Heer Gemt van der Zyl, Floris van Borsfele, Piet er van hoesten Zzveen ende meer andere. Of dit niet genoeg ware geweest, Hertog Filips-in Zeeland zynde, den 22 Augustus 1447, confirmeerde op nieuws met defen brieue alle alzulcke preuilegien, handtuesten, keuren, goede harcomen ende oude gewoenten , als hem 'van onfen Vooruaderen Grauen en Graumnen van  ( *3 3 van Hollandt ende Zeelandi gegeüen zyn off die fy hem vercregen , verzveruen ofte gecocht hebben mogen in eeniger manieren , ende gelouen veer ons ende naercomelingen Grauen van Hollandt ende van Zeelandt, onzer goeder Stede van Rymerszwale voerfz. horen gemeenen poerteren ende nacoemelingen 3daer inne te houden, te flyuen, ende te fier eken tegen eenen y geileken zvye bem daer inne hinderen, verminderen, vercorten, vervremden, oft tegen wezen wilde in eeniger manieren. Hadden de Hoekfche en Kabeljaauwfche tweefpalt, meenigwerf Land en Steden meteene geheele omkeering gedreigd, en niet zeiden het platte Land tot een tooneel van moord, brand en plundering gemaakt; was 'er een hooggaande en langduurige twist met het overlyden van Graaf Willem den VI ontfhan, wie den teugel desgebieds in handen zoude nemen en bellieren, zoo heeft deze Stad daar minder in gedeeld dan wel andere, in tegendeel zy was beurtlings door de hoofden der twistende Heeren gevleid, en zag zich van tyd tot tyd door 'sLands Graven, of die na die waardigheid dongen, en hun gezag deden gelden, met nieuwe voorrechten begunftigd; hare Koophandel nam hand over hand toe, en met die vermeerderde ook derzei ver Scheepvaart; De Gilden waren in eene vaste form gefield, en met zoo B 4 veel  C 24) veel vryheden als elders voorzien. De Schut-, teryen hadden zich nevens die van andere goede Steden, in ondcrfcheidene Krygstogten ten dienfte der Graven doen kennen; de neeringen en handwerken bloeiden: Wanneer algemeene dagvaartenbefchreven werden, of GraafJyke brieven bezegelingeischten, dan verfcheen Romerswaal of werdt onder de goede Steden opgeroepen. De beide Graaflyke Regeeringen van Filips, die ten opzichte van deze Stad, den naam van goede wel verdiende, en die van Hertog karel den Stoute» , waren dezer Stede in geen opzicht ongunftig geweest, of fchoon zy onbezonnen genoeg waren, tegen haren Overheer evengemelden Hertog (n°g Graaf van Charlois zynde) op te liaan, met het verdry ven van haren Bailliu en Schepenen, dan welk bedryf haar den yzeren Scepter van deze jongen Held al vroeg deedt gevoelen,alzoo op hare verootmoediging eerst 1200 kroo. nen moest boeten, alvorens vergifnis te erlangen; voorts was Hy in later tyden haar een goed Heer, en zy konde geen beter vooruitzicht vormen, van die, welke Vrouwe maria vanBourgondien ftondt aan te vangen, althans het was in Juni 1477 en dus ftraks na het omkomen van haar Heer Vader, dat deze Vorftin eenen wydluftigen brief liet uitgaan, waar in sy buiten en behalve de uitgeftrekfle 1 Voor- rech-  rechten ter üitoefFening van het Burgerlyk beftuur, beloofde te onderhouden alle diePreuilegien, Handtvesten , rechten , brieuen , ende haercomen, hemluyden gegonnen gegeuen ende geconfirmeert by wylen Ons voerfcreuen Voervaderen Grauen ende Grauinnen van Hollandt ende van Zeelandt. Even te voren hadt voorzeide Hertogin het zoogenaamde Groot Privilegie aan beide de Provinciën Holland en Zeeland verleend, welk zoo bekend en by alle Schryvers aangetogen is, dat men veilig zonder verdere melding zulks voorby kan gaan; ook dat gene wat van deze Stad in 't byzonder daar toe betreklyk zoude mogen zyn. Kort was de leeftyd van die Mogende Vorftin, die in 1482 het leven afgelegd hebbende, Hare uitgeftrekte Staaten aan Haren Zoon fixips bygenaamd de Schoone kwam achter te laten, onder Voogdy van deszelfs Vader den Eertz Hertog maximiliaan, federt Keizer van 't Duitfche Ryk, waar door de Eertz Hertog filips reeds in 1493 den teugel des gebieds in handen nam, en in Juli deszelfden jaars te dezer Stede aanlandde, daar van de Zeeuwfche Staten met groote eer en eerbiedenis ontvangen werdt, en uit naam van alle de Zeeuwfche Steden de huldiging ontving, wordende ter zeiver tyd en plaats de nieuwe Keure van ZeeB 5 land  'tand vzn de onderzaten, in tegenwoordigheid van denPrins en'sLandsStaten bezworen (i). Dan men is gedrongen het geen hier Reigersberg verhaalt tegen te fpreken, door dien voorfz. Keuren eerst -een jaar later te Brusfel gearrefteerd zyn; doch het blykt dat dezelve reeds opgefteld waren, en dat ter gelegenheid dezer Huldiging, de Prins zoo wels als 'sLands Staten, die by voorraad met Eede hebben beloofd te onderhouden. Die Keure den i April 1495 voor Paasfchen vastgefteld zynde, zoo werden Commisfarisfen van wege den Eertz Hertog, daar onder Jan van Cauvuenberge Pastoor van Reymerswale, Secretaris van Onfen 'genadigen Heere den Erts-hertoghe van Oostenryck afgezonden, om die alomme te doen verkondigen, gelyk zulks den 29 April 1496 na. Paasfchen binnen deze Stad gefchiedde (k). Eene geduurige aanwas van Koophandel en Trafficquen moest den Rykdom vermeerderen, en deze deedt wederom de pracht en overdaad aanwakkeren; zoo dat men meent dat Romerswaal by den aanvang van de XVI Eeuw en nog een tyd lang zyn hoogften top en macht, aanzien en vermogen bereikt hadt, en nog lang zoude behouden hebben, was haar geduchte Vy- (•.) Reigersb. Chron. II. D. bl. 337. Smalleg. Chron. bl. 360.  't *? 1 Vyand, de Zee-vloeden, haren bloei niet komen ftoren, en hare inkomften verteren, daar naderhand de rampen des Oorlogs en brand zich byvoegden, en eene geheele vernietiging te weeg bragten. Wanneer Hertog karel van oostenryk, den 16 Mei 1515 binnen Middelburg als Graaf van Zeeland gehuldigd werdt, waren daar Gedeputeerden van Romerswaal met de Schuttery dezer Stede tegenwoordig, ontvangende en zwerende gemelden Prins houw en getrouw te wezen (l). Het fchynt deze Vorst de Hoofdftad van Zeeland om zyne Huldiginge in eens van alle de Steden en Edelen te ontvangen, verkoren had, en daar door ontging de moeite, om, (gelyk oudtyds de Graven deden) van Stad tot Stad die plechtigheid te verrichten: Des niet te min confirmeerde deze jonge Vorst op den 19 Mei deszelfden jaars t$ï$ binnen Middelburg, alle de Previlegien , Klieren, Vryheden ende Rechten, haercomen ende Co ft urne dezer Stede Reymervjale. Daar de oppervlakte der Zee volgens het gevoelen van een geleerden en Wiskundigen (m), tusfchen de jaren 1400 en 1600, ten fterkfte is toegenomen, zoo moet het waar zyn, dat de- GO Reigersb. Chron. II. D. bl. 384. («O Meindert Semyns, korcb. Redeneer, over de ge . «elheid van den Aardkl. van binnen bl. 84.  'deze Stad al voor den aanvang dezer Eeuw eéiï toenemend gevaar voor overftrooming heeft 'moeten befpeuren, dan dat mooglyk niet ge* noeg in tyds is gezorgd geworden, om het ge* weid der vloeden te weerftaan; alvorens zy de rechte uitwerkfels daarvan ondervondt, werdt zy eerst door een yschlyken brand in 1520 geteisterd, welke daar meer dan drie honderd huizen verteerde (n). Men begrypt ligt, dat hier onder Pakhuizen, met veelerhande Koopwaaren zullen geweest zyn, buiten en behalven Weefgetouwen, mooglyk ook Zout-keeten en Mee-ftooven, waardoor de ongelooflyk groote fchade een bittere armoede zal veroorzaakt hebben: De Blusgereedfchappen waren nog door eene van der Heyden niet tot de volkomenheid gebragt, daarby moet men zich voorftellen, dat 'er vele houten huizen ten minfte houte gevels en rieten daken te vinden waren, wylde pracht in gebouwen, en om alles van fteen te maken, eerst een Eeuw daarna in ons Nederland doorgebroken is. Het is niet denklyk, dat Romerswaal die beklaaglyke ramp geheel is te boven gekomen, en dus reeds zeer in vermogen en een menigte van bewoners zal afgenomen zyn geweest,wanïieer een ander Element haarde hart-ader door- grief- («0 Reisersb. Chron. II. D. bl. 400.  C 29 ) griefde 5 ik meene die verfchrikkelyke Vloed, welke op den 5 November 1530, des morgens om acht uuren voorviel, door welken een groot deel van Zuidbeveland, en daaronder ook deze Stad door de golven bedolven werdt, met haar Rechtsgebied, ter groote van 2571 Ge--* meten / Roeden, het geen een ongemeten fchade veroorzaakt, en aan veel Menfchen enBeesr ten het leven gekost zal hebben: wat verwoesting dit aan het Oost-kwartier van voorfz. Eiland tewege bragt, zal men mooglyk by eene andere gelegenheid wel eens opzetlyk verhandelen, genoeg, dat men in 't gemeen aanmerke, voorfz. Vloed de voornaamfte oorzaak tot den geheelen ondergang van Romerswaal geweest zy , want zy van het overige van Zuidbeveland afgefcheurd, werdt een Eiland op zicht zeiven, en daar zy voortyds maar even als andere Steden aan Stroomen gelegen,regens de Zee moest kampen, werdt zy nu rondsomme daarvan befprongen, dat by een afneemend vermogen, toenemende armoede en vermindering van koophandel, traficque en inwoners gevoegd, kon niet anders dan eenen naderenden val voorfpellen. Ondertusfchen is het opmerklyk, dat deze aanmerklyke Watervloed, welke geheel Ne- , derland met jammer vervulde, in 't geheel by den geleerden Schryver der Fadcrlandfde Hifi*  C 30) (tor ie niet gedacht is; Dat Reygersberg en Goutl hoeven daar niet als ter loops aan gedenken. Of de volgende hooge Watervloed, dieAo; 1532 Zeeland in 't byzonder zoo veele rampen aanbragt, ook hier weder vreeslyke uitwerkfels heeft gehad; hier van ftaat wel niets byzonders aangeteekend, dan het is wel te denken, dat aan pas gemaakte Zee-weeringen, Hoofden, Sluizen en Dyken, veel fchade en onheil zal zyn overgekomen, en zulks meer en meer deze Stad heeft doen uitteeren en naar haren ondergang fnellen: geen wonder dan dat zy reeds in i547 zoo verre gekomen was, van aan den Prince van den Lande te moeten verklaren, dat de arme overblyffelen van haren vorigen rykdom, alleen in thien of twaalf Soutkeeten beftonden 3 waer van de beste niet gelden mochte tzvee hondert gulden (0). Niet te min zy bleef nog eene Stad, hadt al het uiterlyke aanzien daar van, kwynde de Koophandel en Scheepvaart, de overblyffels zelfs waren nog aanzienlyk,zoo dat op den 20 September 1549 Prins filips van oostenryh hier met veel ftatie en pracht is ontvangen, en als toekomende Erf-Heer of Graaf van Zeeland ingehuldigd, waarvan de omftandigheden el- O) Eoxh. op Reigersb. I. D. bl. 4ip.  ( 3i ) elders zyn geboekt (p), daar alleen by te voegen is, dat van wege den Zeeuwfchen Adel daar by en tegensvvoordig waren de Heeren Maximiliaan van Bourgondien3 van Kruiningen, van Renesfe, van Haamftede, van Bot-*, lant, van Thuil van Serooskerke, van Cats, van Romerswale , van den Abeele en van Bors* felen, als my uit eene oude Schildery gebleken is ter gedachtenis dier Huldinge gemaakt, en in eigendom toebehoorende aan den Heer Mr. Johan Marinus Chalmers, Oud-Raadpenfionaris van Zeeland, die ik heb laten afteekenen en in Plaat hier nevens zoude gevoegd hebben, had men de kosten [niet ontzien; waar door dit, anders curieus Stukje, niet gemeen kan gemaakt worden. Het geweld der Zee tegen deze verarmde Stad en haar nog overgebleven gebied, nam dag aan dag toe, zoo als ook de kosten om zulks te wederltaan; ramp op ramp waren Romerswaal voorbereid. Den 14 Januari en 15 Februari 's jaars 1551 werdt door nieuwe doorbraken deze Stad tweemaal onder de zoute plasfen begraven, zoo dat het water twaalf voeten hoog in de Kerk ftond, en het meerendeel harer Dyken, en een geheele Straat vernielde. Men bedenke eens, wat elende en fchade hier door (f) Döxh. op Reigersb, IIt D. bl, 494-499.  ( sO door veroorzaakt werdt, en hoe geen der iri> woners, van wat ftand of conditie zy waren, vry heeft konnen blyven- van een oordeel, dat ook voor hun allen beftemd was; des niet te min zullen zy eendrachtig gearbeid hebben om hunnen geheelen ondergang zoo veel mooglyk te verwylen; dan wat baten 'sMenfchen pogingen , als het eenen aanbidlyke Voorzienigheid anders behaagt; dit bleek, want den nen 3November des jaars 1555 brak haar Dyk door, welke haar laatfte verfchanfing was, doen bleef 'er 'niets over dan de Stads muuren die niet gebouwd of beftemd waren om tot Zee-weeringen te dienen; niet te min worftelden zy nog en vochten als wanhopigen tegens een Element dat eertyds haren welvaart en nu haren ondergang aanbragt. Niet te min bleef deze Stad riog hare waardigheid onder de Leden der Staats-Vergadering van Zeeland vasthouden, gelyk bleek, want in dit zelfde jaar wanneer Keizer Karei het gebied zyner Nederlanden aan zynen Zoon Filips overgaf, waren by deze plechtigheid van wegeRomerwaal tegenswoordig en ook by de Huldiging van den nieuwen Vorst, Jan Anthonis}"en, Bailliu , ComelisWiU lemfe Levendale, Burgemeester, Joos Piet erfe, Schepen, en Willem Jansfen Oliphant, Secretaris. Het leedt niet langer dan den 11 en ia Januari .1557 dat een andere hooge Vloed het  t 33 5 ' het meerendeel van Stadsmuren'^ Poorten J Stadshuis en Burger-woningen , ook veeIe Zout-keeten en Godshuizen ter neder wierp, en als het ware de inwoners beval deze hare geliefde Stad met have en goederen te ver-' laten en voor altoos vaarwel te zeggen; demaa-' te hunner rampen was nog niet vervuld, want, op den laatlten Augustus 1558 onftond een geweldige brand, zonder dat men de oorzaak daar van aangeteekend vindt, welke een vierde gedeelte der Zout-keeten en Zout-huizen, met al dat 'er in was verteerde. Al voor deze laatfte ramp wasze alreeds als eene verlatene, en ondervondt hoe weinig troost en huipebyMenfchen in de onheilen dézes levens te vinden is. Zy die voorheen van weelige Landsdouwen omringd was, en van haren overvloed anderen met Granen konde voorzien , was daar van berooft, terwyl men in eene nabuurige Stad beftondt die ongelukkige Menfchen als Vreemdelingen te handelen, met niet te dulden, dat zy hunne behoeften kochten,1 dan na dat de gezette Markt-tyd verloopen en 'er fomtyds geen koorn meer te koop'en was; daar in voorzag echter Koning Filips, en gebood, dat men die van Romerswaal zoude'toeftaah' op alle uuren derMarkt-dagen even als de Ingezee-> tenen te mogen koopen: Is het wel te gelooven dat Christenen zoo liefdeloos jegens den ande-f Q -ttrv  t 34) *en konnen zyn, dachten de genen welke "zulks bedreven, niet aan het zeggen van den wysten der Koningen, luie den armen befpot fmadet deszelfs maker 9 De Watervloeden moesten niet meer "buitengemeen zyn 3 om den weinigen tegenftand die hier nog te bieden was , te overmeesteren, gelyk den 15 Februari 15Ö1, en den laatften September 15Ó3 gebeurde, wanneer deze Stad telkens door het Zee-water geïnundeerd werdt, waardoor alle arbeid en kosten, uit eigen vermogen, nu vieren dertig jaren door die van Romerswaal aangewend, ten eenemaal vruchtloos werden gemaakt, waarom zy hetbefluit namen in 'tjaar 1564 hunnen jammerlyken toeftand by Requeste ten Hove kenbaar te maken, en op 's Vorsten byftand eenen ffcorm te doen, dan die werdt genadig afgeflagen,zy verwierven Nihil, met die troostlooze byvoeging, dat d$Supplienten zig zeiven moesten helpen, zoo zy best konden. Deze Stad was nu in twaalf jaren zes maal overftroomd en eens door brand verwoest geworden (q). Daar het vermogen geheel weg was, bleef eene verlatene Stad en Gemeente,niets dankla,gen en kermen over, gelyk wy welhaast hooren gullen; daar kwamen de Nederlandfche beroer- tea (?) SmailegiHge Chron» bl. 276,  C 35 ) ten by, die weinig goeds aan deze Stad voor-5 fpelden. Hoe veel ongelukken het verarmde en gedeftruéerde Romerswaal ondergaan moest, 200 bleef het echter nog zyne zitting onder da Staatsleden van Zeeland behouden,'en het was op eene Dagvaart in 1571 dat daar van wege deze Stad zich als afgevaardigde bevondt P. Levendale, die een der genen fchynt geweest te zyn, welke verzet durfden doen tegens des Hertogen van Albas bevel, tot het invoeren envor-j deren van den X penning (r). De kryg ontftak wel dra alomme,de omkeei ring van den Br iel 3 Flisfingen en Vere werdt van de zoogenaamde Belegering van Middel* burg gevolgd, wanneer het gebeurde, dat dei Spanjaarden, willende andermaal het ontzet van Middelburg beproeven, hier 500 Waaien deden landen , op den 28 November 1573 •> om hun als 't ware tot een achterhoede te dienen _,en't geen zy achter lieten te dekken (s). Men heeft geene melding gemaakt: wat onheiV'. len deze Stad in het byzonder zyn overgeko*' men door den alleronzaehlykften zoogenaamden Allerheiligen Vloed op den 1 November. 1570, om dat daar van niets aangeteekend wordt gevonden; dan wie twyfelt of dezelve heeft, ■' ; li- hier; (r) Boxh. op Reigersb. II. D. bl. 467. O) 'sGravef. tweede Eeuw. Gedacht, det Middelt Yryh. bl. z6t, S c 4  ( 3<5 ) hier ook alles met'ach en weeklagen vervuld; en de vreeslykfte rampen door het omkomen van Menfchen achtergelaten;dan in de gefchichtboeken van Nederland worden meest gevonden de verhalen van doorbrakenen verwoestingen zulker Landen en Plaatfen die tot daar toe de woede der Zee niet daadlyk hadden ondergaan, hier was zulks reeds zoo meenigmaal het lot geweest, en deze Stad daar door zoo afgenomen, dat men in de menigte van ongelukkigen, hater als vergat, en in geene byzondere aanmerking meer nam. Wy hebben daareven gemeld, hoe de Spanjaarden in eene herhaalde poging om het benaauvtde Middelburg te ontzetten, Romerswaal bezet hadden; dan dit hun voornemen mislukt zynde, en zy de Haven van Bergen op ZoomnM mogende bereiken, werden de genen die te dezer Stede de Wagt hielden door de wakkere Zeeuwen belegerd, en, na vyf a zes dagen tegenweer, gedwongen zich door hongersnood tprangd over te geven. Hier door geraakte £ze berooide Gemeente van den overlast der Spaanfche Krygsknechten wel ontlast, dan derzelver nieuwe behacrfchers- voltooiden haar geheel verderf, wyrdie gedreigd van nog door fterker macht op Albas bevel op hunne beurt aangetast te worden, het wreed befliut namen de Stad verlatende, dezelve ih den brand te fte-  X 37') fteken (t) ï Zoo dat het Oorlog voleindde £:ït geen de Water woede hier nog gefpaard hadr. Kort hier na en wel op den 29. Januati.2^74 zagen de bedrukte Romerswaalfenaars voor hunne Stad eenen vreeslyken Scheepsftryd,' tirsfchen een fmaldeel der Spaanfche Vloot onder Gurm-s, en-een deel der Staatfche Vloot-onder Louis de Bóifot,welke laatfte de overwinning behaalde, en'den Spanjaart daar door den moed benam, om verdere poging aan te wenden ter ontzetting van Middelburg (11). De voor vermelde brand hadt de laatfte hand aan de ondergang dezer Stad gelegd, waardoor zy geheel machtloos was geworden, en^zich niet meer omtrent hare Voorrechten in het Staats- ofLandsbeftuur konde doen gelden,dat de rede zal geweest zyn, waarom zy niet concurreerde in het verdrag, of zoogenaamde Satisfactie, waardoor Zuidbeveland zich 'in 1577 onderden Prince van Oran ge begaf, nog in 1578 gedeputeerden ter Staats-Vergadering zondt, wanneer daar geraadpleegd werdt over de wyze van Stemmen, nu de Prelaat of het Lid der Geestlykheid onder 'sLands Staten niet meer erkend of te vinden was j offchoon deze Stad ■j - ■■<*$ (r) 'sGravef. tweede Eeuw'Gedacht, der Middelt», Vryb. bl. 363. (u) ibid. 393-3^7- C 3  ( 3S ) te. dier 'tyd nog haar recht van comparitie; of item niet overgegeven hadt, of aan dezelve van anderen betwist is geworden, gelykeldcr-s breeder betoogd is (v). Even vbor hun de jongfte brand en Oorlogs geweld overkwam, hadden die van Romerswjaai k?n Zeelands Staten hunnen nood en miferie te • kennen gegeven, en om adfiftenrie van penningen tot reltauratie hunnerDyken verzocht,dan daar op geen fpocdigbefluit volgende, fchreyen zy daarover aan de Veerfche Regeering en verzochten derzelver favorabel advis, als uit de Bylage A breeder te zien is. Zy lieten het danr niet by,maar vervoegden zich ook aan Prins willem den Eerften.HiM. zie toen fchryvende Gouverneur van Brabant, /-foliant, Zselant, West-Vrieslant ende Utrecht, Eicutcnant Generaal van den Doorhichtigen Prinfe Maihyas, by der gratiën Gods Erts-HcrtocbvanOojlenryck , Hertoch vanBourgondien, Stadthouder ende Capitein Generaal van da Coninchlyke Majefteit over de Nederlanden van herwaert ouer , en verwierven van hoogstdenzelven Octroi,waar by geconfirmeerd werdt het geen hun bereids door de Staten van Zeeland was geaccordeerd; en of dc Vrydommen en fubyentien by voorfz. Prins voor den tyd . van achj (V) Boxh, op Reigewb. II. D. bi. 589-604,  (39) acht en twintig jaren gegund, eenigen tegen* Hand of twyfef mochten ondergaan, 200 werdt iet zelve Oélroi by Heeren Gecommitteerde , Raden geinterineerd, daar op den iö Mei 1580 eene nadere Verklaring op werdt gedaan , gelyk alles breeder blykende is tut de Bylagc B, daar te_ gelyk de Haat en toeftand dezer Stede zoo nu als eertyds, breeder uit te lezen is. By de armoede fioeg de wanhoop; deze Stad en Regeering zaten hopeloos, llag op flag hadt hen bedorven en ontluisterd „ en dat hen het zwaarfte viel, zy vonden nog vyanden, die op derzelver puinhoopen hunnen grootheid wilden vestigen; dan alle uitzicht van.behoudenis verdwenen- zynde, hadden zy de vrees ook vaarwel gezegd, als blykt uit een Brief aan de Regeering van Vere den 22 September 1581 gefchreven, en onder de Bylage C te zien, aan wie zy als een byzonder vertrouwen op dezelve (lellende, hunne harts gevoelen als uitboezemende, derzelver hulp en byiland vorderen,en hunnen daadlyken toeftand, op het klaaglykst afmalen, of de waarheid krachtig genoeg mogt zyn, om medelydende harten te verwekken, en hen een broederlyke hand van hulpe toe te reiken. Zoo bleef deze arme Stad al voort worstelen, en de Zee voet voor voet hare overwinning betwisten, tot dat de verleende Vrydommen en onC 4 der«  140 ) derftand-geiden niet meer toereikende 'waren; en zy zich op nieuws in 1592 aan 'sLands Staten by Requestc vervoegde, als uit de Bylage D te zien ïs. Dan daar op geen fpoedig veel min gunftig befluit vallende, dienden zy een tweede Smeek-bede in als de Bylage E uitwyst, uit alle welke pogingen , derzelver taai geduld en onbezweke moed, om ware 't mooglyk het hoofd boven de golven te houden,komt te blyken; Heeren Gecommitteerde Raden deelden de een en ander aan de refpeétive Staatsleden mede by Misfive van 11 Juli 1594, en verzochten die hunne Gedeputeerden daar op vruchtbaar te gelasten, als de Bylage F uitwyst. De nood verminderde niet, maar nam toe, waarom deze Stad niet kon aflaten telkens nieuwe Verzoek-fchriften om byftand in te dienen, en aller wege waar het vrucht konde doen, haren bcklagenswaardigen toeftand op het na-, druklykst voor te dragen, gelyk hun fchryven ' aan de Regeering xmZierkkzee, dato 13 No' vember i59d, onder de Bylage G te vinden, ' ten klaarfte uitwyst: een gelyk fchryven depecheerden zy ten zeiven dage aan de Veerfche Regeering , en zullen mooglyk het zelve ook aan alle de overige Staats-Leden hebben gedaan, dan in hoe verre zy Haagden is my niet gebleT ken, maar wel dat hen de nood zoo gedrongen heeft, dat zy in November en December 1602 op  C 4* ) bp nieuws zich'aan 's Lands Staten vervoegden^ als blykt uit de Bylage H,van welk adres zyin Maart 1603 een affchrift aan de Regeering van Vere zonden, nevens eene Misfive om daarop een gunftig advis te erlangen, gelyk die ook conform dat verzoek derzelver Gedeputeerden gelastten, als een en ander kan gezien worden uit de Bylage I. Op deze nadruklyke remonftrantien zal het geweest zyn, dat van 'sLands wège eene infpeéfie ten jareio'04 goedgevonden is geweest, die herhaald is in 1605, Avaar van het rapport kan gezien worden onder de Bylage K. Niettegeftaande zoo veele flagen en uitgeftane oordeelen, hadden echter veele gevluchte inwoners na den brand en de verwoestinge van 't jaar 1573 voren verhaald, uit hoofde der goede gelegenheid tot het dry ven van den Zouthandel als andere traficquen ,befloten tot hunne verlatene en verwoeste woningen te rug tekeeren en die te herbouwen, en fchynen zulks ook met redelyken voortgang ter hand genomen te hebben; dan de Zee deedt nu van alle kanten zulke geweldige aanvallen, en de onder/tand hoe groot ook, was niet toereikende om hetnoodigete bezorgen, waarom deze Stad in 1606 eene laatfte poging deedt om 'sLands Staten tot deernis te bewegen, als uit deBylageL breeder £e zien is, Q 3 Na  > Na deze laatfte" devoiren vindt men niet, dat van wege deze Stad middelen tot behoudenis zyn aangewend; men zal eindlyk gezien hebben, dat alles wat men ter. hand nam,, vruchtloos, en de gehele vernietiging alsbefiqten was, waarom men in 1626 bcflopt de zink qf Schorre-fteenen tot Zee-weeringen, gediend hebbende publicq te verkoopen, gelyk de Bylage M uitwyst. Nog was zy van het armfte deel des Volks, welke hunne Visneering hier waarfchynlyknog met eenig voordeel dreven, niet geheel verlaten/maar als nog bewoond,tot dat in [631 een hóóp gevangene Spanjaarden hier ingelegerd werdt, dat het overblyffel der in woneren deedt belluiten de Wyk naar Tholen te nemen (w). Welke lang in dezelve Stad, zelfs tot onzen tyd, daar als een byzondere Volkplanting van de overige inwoners onderfcheiden, en door onderlinge huwlyken zich als vereenigd gehouden hebben, en met den naam van Rey merswaal„aars daar bekend waren (x). Dan federt eenige jaren hebben die zich met andere geflachten vermengd,en hunne meeste onderfcheiding verloren. • • „ Eene verlatene Stad zonder inwoners, kon , nsisïé é f:.ï ' . b.j .niet (v) Tegenw. Sr. v. Zeel. II. D. bl. 272. (*) ibid bl. 89. /  (43) niet lang" aanwezig blyven, de genen, welke daar op Schuldbrieven hadden, drongen opeen verkoop van den opftal, even als men omtrent eenen bekommerden engeabandonneerden boedel handelt, waarom in den jarei6"32,deStraatfteenen,en wat nog van Poorten en Muren overgeblevcn was publicq is verkocht ten behoeve van de Schuld-eisfcheren , en ten jare 1634, daar van toewyzinge by preferentie en concurrentie gedaan, als uit de Bylage"N in 't breedé biykende is. . Sedert is de grond waar op deze Stad gevest was geweest, allengskens door het Zee-water afgefpoeld en verdwenen, zoo dat de plaats Waar Romerswaal is geweest, nauwlyks by halve ebbe meerhoven komt. In dc maand Juni des jaars 1776, begaf ik jmy met een Visfchers 1 Hengst-fchuit van Tholen derwaards, en doorwandelde de Slikken, waar deze eertyds oude Stad gelegen was geweest, vondnog veel grondflagen van huizen, ook van Stads buiten maren en toorens, konde ook de plaats, waar de kerk had geftaan, onderfcheiden, en hoe voor dezelve een kerkhof met boomen beplant was geWeest, door veele uitfteekende wortelen, die zelfs nog de ordre aanwezen zoo als dezelve geplant waren; ook hier cn daar konde men nog Straten onderkennen, en waar de haven eer-  (44) eertyds was, zag men overblyffels van ry£ hoofden en ftompen van palen. Het leven en fterven dezer Stede is by den geleerde Heer Adrianus Hoferus in een Latyns Graffchrift bevat geweest, en elders geboekt (y). Omtrent de Kerkelyke Gefehiedenis dezer Stad valt niet veel te zeggen. Zy die federt haar opkomst, en in haar bloei en ondergang niet dan de Roomfche Leer gekend heeft, en eerst op haar einde het zuivere Euangelie hoorde verkondigen, weet ik niet dat by de opkomst der Reformatie Luiden heeft voortgebragt, die om hare gekleefdheidaan de gevoelen van Lutbtr en Calvin, de kroone desMartelaarfchaps verdienden; ook vindt men met of de woede dèr beeldftormeren hier ook plaats heeft gehad , dat niet denklyk is, wyl zy toen reeds door de Zee van het overige Zuidbeveland afgefcheurd zynde, een Eilandje op zich zeiven maakte, waar een baldadig Gemeen van elders, te minder zal gewaagd hebben, Godlyke en Menschlyke Wetten te komen fchenden. De Deken en het Kapittel van St. Salvatort Kerk te Utrecht, hadden hier van ouds de benoeming tot de Parochie-kerk, in welke een (Jj) Smalleg. Chron. bl. 277.  C 45 I Vikary was aan St. Sebastiaans Outaar, welke.' in 1539 bediend werdt door Heer Herman Jansz. van Eversw aart. Nog was 'er een Vikary aan het Outaar van St. Jan Evangelist (z)x en raene wel deze Kerk aan den H. Geest was toegewyd. Jaarlyks op den eerden Mei gefehiedde hier eene zeer plechtige ommegang of Procesfie, waar by een Maria beeld ftatig werdt gedragen, en alle de Gilden zich moesten laten vinden, en die verzeilen: op Sacraments- en St.Pieter en .Pd«/^-dagen,fchynen diergelyke Procesfien hier ook plaats gehad te hebben, als breeder blyken zal, wanneer men de Gilden in 't byzonder zal verhandelen. Daar bevondt zich een Klooster of Convent van Broetfnsteren of Cellefusteren, dan welk Convent geen Kapel tot de Godsdienst-oefening fchynt gehad te hebben; zy waren verplicht, om Siecken ende Crancken menfcbsn te vifiteren ende byftandicbeyt te doene zy mogten hebben ende aennemen den getal van vyfthien profesfide Susteren ende niet meer. Zy kregen jaarlyks van Stads wege vier vaten biers ende vyfthien vaten accys vry. Ook vermogten zy te fetten twee Weuegetouvjenom daer op Lynen. te weuene ende baer broet daer mede te winnennej Zy 0} Z. Oudh. en Gefticht. van Zeel. II D. bl. 102.  < 46" ) Zy hadden binnen de kercke een heymeUcke Stede ende plaetfe omme G-odts dienst tot Salie» hcyt baerder Sielen te hoeren. Volgens een Giftbrief haar gegeven by Bailliu, Burgemeesters en Schepenen, dato vier dagen in Decem* ber.i$oi, beftaande in zes Articulen. Dat hier een Kapittel van Kanonniken zoude geweest zyn gelyk Boxhorn wil, en by den Schryver der Oudheden en Geftichten van Zeeland, in twyfel getrokken wordt, mene ik wel zeker waar te zyn, dewyl de Gravin Vrouw Jacoba den 22 Januari 1431 bevestigde de inftelling-van een gezelfchap van tien Kanunniken en eenen Deken te Reymerswaal (a). Deze Stad bezat het geheele Kerklyke Rechtsgebied over gantsch Zuidbeveland, en is hetzelve binnen haar geoelfend door hertelling en gifte des Bisfchops van Utrecht (b). Welke Jurisdictie naderhand is bevestigd door Her tog Willem van Beyeren, op den laesten daeh van Meye in 1355; in den Brief daar afgegeven, zegt de Graaf, Wy willen dat dye Prouifoer dye nu es ofte ndemaels wezen Jal, zyne Jurisdiblie ende Recht van Zuytbeuelandt te Reymerswale hantitren ende el nieuzvers in Zuytbetielant. Zuik een Geestlyk Gerechtshof moet de- (7) Mieris Charterb. IV. D. bl. 992. ■ Q) üudh. ea Gelucht, v. Zeel. II. D. t>!. ioz'f  deze Stad geen klein aanzien hebben bygezet; daar verfcheide beampten toe zullen behoord hebben, en daar men v/eet hoe uitgeftrekt die gebied was, ook wat men aldaar toe betreklyk maakte. Het fchynt of hier 't eeniger tyd twyfeling is ontdaan, en men dit voorrecht de* ze Stede heeft willen betwisten, althans Radolph van Diephout, Bisfchop, en Gysbrechtt van Brederode, Domproost van Utrecht, verleenden op den 15 Oclober 1449, dat onfe voorfz. Geestelyckejurisdi&ie van Zuydtbeuelandt vanmi voert an tot eewigen dage thoe, gehouden, gehantierdt, ende bedreuen fat worden naer ouder gewoenten binnen der voerfcreuen Stedt Va» Reymerswale, ende nergens anders. Tot haren Geestlyken ftaat behoorde ook een Konvent van Reguliere Kanunniken, genaamd Marias Hoff, dat geltgzw was buiten de Vrouwen-Poort,• het Ichynt omtrent den jare 1425 of niet zeer lang te voren gedicht en eerst door het Edel Gedacht van Kervinck van Reymerszvale , met goederen begiftigd te zyn: als door Heeren Clays Kervinc var^Reymerswale, Claes van Reymerswale, Ridders, Otto Heeren Willems Zomvan Reymerszvale, Wolfaert Heynrics Zoen, Jan Heynrics Zoen ^elman Henrics Zoen, ende Beyer Heynrics Zoen, gebroeders uten Oestenlande van Reymerszvale, j welke goederen beftonden in alfulck Ambocht, ea-  < 4« i £nde Ambochts gevolch ,als hoer Heerlicheit toebehoert, als van den hove, boemgaert, ende hof ft ede, dair die Regulieren op zvoenen, en hoer Cloosters palen ftrecken. In deze Rechten was het dat Hertog Jan van Brabant, by 'een brief op den 17 Maart 1425 dit Gefticht bevestigde , beftaande toen nog hunne vaste goederen in niet meer dan vyfiig gemeten Lands, waar aan Hertog Jan van Beyeren Vryheid van Schot verleende. In dit Klooster fchynt Algi'dius Bocheroel in 1465 aldaar geftorven, Prior geweest te zyn ,hy was een Luikenaar, Meefter .in de Vrye Kunften en Kanonnik in St. Dionifius Kerk te Luyk (c). Zeker Handfchrift in een der vernietigde Kloosters der Jefuiten gevonden, dit Convent betreffende, en ten opfchrift hebbende Paradifus Marice, is in 1782 door den Heer J. Gerard uit Brusfel, ten gefchenke aan het Zeeuwsch Genootfchap der Wetenfchappen te .Vlisfingen gezonden ,(d). Vrouw Jacoba heeft ook hare mildadigheid aan dit Gefticht betoond, met den 12 April 1434 aan het zelve te fchenken Vrydomvan fchoten voor het Land gelegen onder Poortvliet. Men (f) Oudb. en Gedicht, v. Zeel. IT. D. bl. 103. («Q Verh. van het Zeeuwsch Genootfch; Vllf. D. voot aan in de tiift. van het Genootfch.- bl. XXÜ.  C 49 ) Men vindt niet wie hier de Pastory heb^ be bediend, dan alleen van Jan jCauwenberg die in 1495 leefde, als voren bl. 2.6 reeds vermeld is: ook niet wie hier Capellanen zyn geweest; byhet oprechten van nieuwe Bisdom* men in Nederland, geraakte deze Stad en onderhoorigheid , onder den Bisfchoplyken ze-; tel van Middelburg; dan die Heerfchappy was van korten duur; de overgang der laatstgemelde Stad maakte daar een einde van, en het is denklyk dat de Geestlyken zoo wel hier als elders, hunrte Papieren en Charteren zullen mede genomen en geborgen hebben, gelyk men in het weder te voorfehyn gekomen Handfchrift even verhaald, een blyk daarvan heeft, De Kerk en het Cappittel te dezer Stede fchynen nimmer op grooteRykdommen te hebben konnen roemen; wyl zy met den gemeenen Armen daar by genomen, te famen niet meer dan één honderden twintig gemeten Lands zoo binnen als buiten Zuidbeveland, bezeten hebben, gelyk uit eene fpecificatie daar van onder de bylage O breder te zien is. De Revolutie waardoor de Geestlykheid gedrongen werdt, deze Stad en derzelver gebied te ruimen, deedt ook de oefening der Roomfche leere ophouden , en die der Gereformeerden invoeren: ten jare 1591 werdt op het Synode van Middelburg befloten, dat deze Stad D' in  ( 5o ) V.T tKerklyke zoude behooren onder de Ctasfis van Tholen, fchoon anders beweerd wordt die tot de Clasfis van Zuidbeveland moet geteld worden. Men vindt daar in ^Predikant te zyn geweest Chrhtiaan Joes, in 1583 Herwet Pot°dc\zt na Christiaan jansfen (e). Zonder dat verder in'tKerklyke iets meer van deze Stad aangeteekend wordt gevonden; Zoo dat v/aarfchynlyk met het einde der xvi, of het begin der xvii Eeuw, hier reeds alle openbare Godsdienft-oeffening zal opgehouden hebben. Deze Stad welke gelegen was in de Oostwater mg van Zuidbeveland, alleenlyk door de Ooster-Schclde van het Eiland van Tholen afgefchciden, was eene veilige Rhee voor de Scheepvaart uit Holland en Braband, beveiligde met de Landen daar nevens, ook hetThoolfche Land voor den aandrang derZeën, welke na dat dit Bolwerk vernietigd was, eerst regt baar geweld daar op heeft konnen oefenen, zoo dat bét onderhoud van Dy ken en Zee-weerBgen na den ondergang dezer Stede daar eerst kostbaar geworden is. Zynde in den ,are K69 gemeten, en werdt toen in den omtrek ^oot bevonden 664 Roeden , hebbende dus in zich bevat 91 Gemeten Ï56 Roeden Lands: Zy hadt drie Poorten, als de Vrouwen-poort, Westpoort ende Koe-poort; voorts waszy omringd (O W. Te Water Reform, v. Zeel. U. 5«»  tnet een fteenen Muur die metTo»rens verfterict was, in een tyd toen men nog geen Vuur-wapenen bezigde, en de Voet-en Handboögen in den Kryg datgeene deden, wat nu de Snaphaanen doen, en men voor Gefchut bezigde werktuigen waaruitmenSteenenfmeet,dus wasalJes eenvoudigzooin hetaanvallen, alsverweeren^ en die handig eenSIagfwaard wist te beituuren^ was niet zelden de gelukkigfte in den Oorlog. My zyn geene afbeeldingen dezer Stad voorgekomen, ais die Smallegange in zyn Chronyk bl. 270 heeft gevoegd, de eene verbeeldende de Stad zoo die oudtyds was, dat is te ztggtn in haren welftand , dan zonder melding, waar? die afbeelding gevonden of van waar dezelve gekomen zy, dus 'er weinig ftaat op te maken is; De andere vertoont Romerswaal gelyk het ten tyde van evengemelden Schryver zich nog roordeed, wanneer het reeds ontmanteld, en niet danflaauwe overblyfzelen van vorigen bloei meer opleverde: zoo dat de laatfte prentverbeelding de echtfte te houden is. . Wat de publicque gebouwen aangaat, die in deze Stad te vinden waren, deswege zyn my geene andere voorgekomen, dan de Kerk,van welker uiterlyke en innerlyke gedaante niets tot onze kennis is overgebragt, alleenlyk bleek my, Wanneer in 1776 (als reeds gezegd hebbe) de flikken van Romerswaal doorwandelde, dat deI> a zei-  "( 52 ) zelve binnen Muurs circa 85 voeten lengte en 42 voeten-breedte gehad heeft, vervolgens (als voren gemeld is) is daar een Klooster vanCelleSnsteren geweest, dan welk aanzien dat hadtis ook in de vergetelheid begraven. Hoe het Stadhuis geweest zy, is even onbekend; voorts is my voorgekomen, een Excys-buysken ,we\k in 't jaar 1567 nog is vernieuwd geworden: ook dat op de Markt een gemeene Waterput was, die op evengemeld jaar mede fchynt vernieuwd of gerepareerd te wezen: Ik twyfel of hier ook een Stads Waag is geweest, dan of die in het Stadhuis begrepen was, althans vinde eene Ordonnantie op hetverpagten der Waag gearrefteerd te zyn geweest in i£io. Ook Icfrynen hier twee Schuttershoven zoo geen drie geweest te zyn, dan derzelver Hand of aanzien 'is niet tot onze kennis overgeble- He neerihg en welvaard die deze Stad heeft gehad heeft geen ander bewys noodig, dan de menigte van Gilden, die daar gevonden werden: als Sinte Sebastiaans-Gilde. Het Vleeschhoimers-Amboebt. ■ Drapenièrs-Anibocht. panneluyden-Ambo ebt. jVö eyers- Ambo cb t. Backers-Ambacht. Schoenmakers-Ambo ebt, Cof  C53) Coemans-Ambochi. Smits- Ambocht. Leechgangers-Ambocht. Weeuers-Ambo cht. Timmerluiden -Ambo cht. Cloueniers-Gilde. Voetbogen-Schutters, 't Schippers-Gilde. Het is te denken dat ook hier een VisfchersGilde zyn beftaan heeft gehad,dan dewyl daarvan niets gevonden wordt, is het veiligst zich zoo weinig mooglyk met gisfingen te behelpen. Men zal nu ieder der voorfz. Gilden een weiniar O nader gaan befchouwen. sin te sebastiaans-gilde, het welke waren de gezworen Handboge Schutters, zy moesten volgens hun Gilde-brief of keure ieder hebben eenen gerechten Schupters hoge 3 ten min ft e met tenen cokerywalbratfche handtfehoen 3 gefchutte ende ander om enz. ook moesten zy op Sin te Sebastiaens auondt in der Kercken ter Vesper en 3 ende op Sinte Sebastiaens dach ter misfe ter offerhande komen enz. Het affchrift van dezen brief by my gezien , beftondt uit 45 Articulen; dan men mag'twyfelen of hetzelve wel geheel en volkomen was, aangezien daar geen Hot, jaar of dagteekening aan te vinden was. Men weet hoe de Handboog voor het oudfte Wapentuig wordt gehouden, en die welke dezelve H 3 hand-  ( 54 ) handteerden, de grootfte hóóp der Legerbenden uitmaakten, gevolglyk is te befluiten, dat dit Gilde het minfte in getale niet zal geweest zyI1, ook dat Lieden van allerlei bedryf daar onder te vinden waren. Het vleeschhouwers-ambocht, WienS Keuren vervat waren in eene wydluftige Ordonnantie, gegeven by Bailliu, Burgemeesters en Schepenen dezer Stede den 26 Januari 1502 en vervatte 54 Articulen. Daar in wordt gefproken van een Nederhalle, en daar uit zoude men mogen denken, of hier wel, gelyk elders , een pubïyk gebouw geweest is, een genoemd, waar alleen openlyken voor een teder Yleesch en Spek verkocht mag worden. drapeniers-amboght. De Laken-Wevetven moeten hier van de oudfte en meest bloei, jende Fabrieken geweest zyn, om dat ten tyde wanneer deze Stad nog hare byzondere Heeren "e daar aan al keuren enreglementen ge, gvenhebben:wantinI363gaven^^y^ Revmerswale,Willem van Reymerszvale, WolÏlrZn Reymerszvale, Roeren , Heerenva* %uftrien,lynge^ ter van bezvesterfchclt ende van beoestenf.heltm Zeelant, Willem Hollander van Reymerswale, Wale ende Claes van Reymerszvale, Knapen, ha r renOrdonnantie,beftaandein.8Articulen.D1e  ( 55) den 15 Mei 1497 byBailliu, Burgemeesters en Schepenen vernieuwd fehynt te wezen, en daar de Lakenfnyders bygevoegd of onder begrepen waren; uit welk laatfte, men mag opmaken,zy eene byzondere Kapel in de Kerk hadden, wyl ieder iukomeling vyf fchellingen groote tot reparatie van der Cappelle ende tzvee pondt was geven moest. Sinte Seuerus was hun befcherm Heilig, en zy waren verplicht te dienen in de Procesfien Meydach, Sacramentsdacb ende op Sinte Pieter en Sinte Pauwels dach. Welke laatfte Ordonnantie groot was 14 Articulen. Men weet hoe onder de Drapery ook de Baay-neering , Fusteyn-neering, en Ras-nsering behoort, gevolglyk twyfelt men niet, of dezelve hebben hier ook gebloeid, en zyn ook gelyk nog elders gefchiedt, de (lukken daar van, zoo wel als die der Lakens met zegelen in looden geteekend geweest, van welke de vormen over eenige jaren op deze flikken zyn gevonden, en de grootfte van dien bezeten wordt by den Heer Mx.Johan DavidGyfelin Le &/ge,Oudburgemr. van Middelburg, welke deze byzonderheid bevat, dat een der merken het Wapen van Zeeland is, en dus een blyk dat deze Provincie al van ouds door een byzonder Wapenfchild van andere Provinciën is onderfcheiden geweest, gevolglyk het geen de geleerden Heer Wagenaar in zyntrefiyk werk de BefchryD 4 ving  ( 55 ) ving van Amfterdam x St. bl. 32. in notis aangeteekend heeft, niet verkeerd verftaan dient te worden. Het kleinfte der voorfz. vormen, is een eigendom van den Heer Mar. Egbert Philip van Visvliet, Kiesheer der Stad Middelburg, zynde een blaauwe fyne Steen, en het merk daar uitkomende, verbeeld aan de eene zyde de Maagd Maria, het revers de Apostelen Petrus en Paulus, waar uit te prefumeeren is, dat dit laatfte gediend heeft om de ftukken Lynwaat te teekenen, die by de Gelle-Susters geweven waren, welke wy te voren zagen dat twee Weefgetouwen in haar Convent hadden. My is wel vergund geworden , de een en ander der voorzegde vormen te doen afteekenen, dan de kosten van die in Plaat te brengen ontziet men, en zullen daarom niet gemeen worden gemaakt. panneluvden-ambocht , dit waren de Zoutzieders ,hun bedryf noemde men Kettrieeringê, zy moesten Jaarlyks Gode ende Maria zyne gebenedyder Moeder Meydage in de Procesfie dienen. Dezelver Ordonnantie of Gilde-brief was gegeven by Bailliu, Burgemeesters en Schepenen den 6 Juni 's jaars 1491 en beftondt uit 20 Articulen. Deze traficq heeft waarfchynlyk van de eerfte tyden in deze Stad gebloeid; wyl al op ■ den  'C 57 ) den 10 April 1442 eene Ordonnantie is getnaeB ende gefloten van den Witten. Sou te, tusfchen die van -Mechelen ende van Reymerswale, beftaande in 24 Articulen: Gelyk den 28 September 1568 accoord is gefloten tusfchen die van Middelburg en Reymerswale ,-ro erende dé ladinghs van den ^Soute ende Cooplieden goederen enz. op welk accoord in margine ftond aangeteekend gepubliceert vp onfer Stede huys prefent da Panneluyden Ambacht en Schippers- Am-! lacht den 17 Mey 1569. Men weet hoe oudtyds in Zeeland de Moergronden uitgedolven en daar van Zout gebrand werdt (f). Dit zal men te dezer. Stede pok zoo geoefend hebben, daar zy digt aan hunne Stad een uitgeftrekten grond van 6 a /ooo ger meten groot hadden, de Wilde Moer. gehce^ ten, welke hun daar beter dan elders gelegenheid toe 'verfchafte, en dewyl by de Keure van Zeeland van het jaar 1496 het Darrink delven verboden was, en dit deze voornaame handeltak geheel zoude bedorven, en te gronde doen gaan hebben,zal dit dereden zyn geweest, dat deze Stad zoowel als Middelburg en Zierickzee vry gelaten werden in hare oude Coftuymen, Statuyten, Liberteyten en Vryheden, als zy voor (ƒ) De wyze hoe dit Zout maken of branden toeging, zie deswegen Box'n. op Reigersb. I D. bl. 113. D 5  < 58 > voor dato dier Keure bezeten hadden. Van deze Zel-neering en Darrink-delven is eene fraaije afbeelding in de Vaderlandfche Hiftorie IV Deel bl.liro. te vinden, getrokken uit een oude Schildery in het Gasthuis te- Zierickzee, waar van ik een echte Copie bezitte, die in alles met voorfz. afbeelding overeenstemt. naeyers-ambocht. Zy werden ook Sny èers nu Kleermakers genaamd; hier onder behoorden ook de Barbiers: zy moesten ook des tney daechs, des Sacraments daechs, op Sinte Pieter ende Pauwels dach in den Ommeganck ende in de Procesfie gaen ende offeren. Derzelver Gilde-brief was gegeven byBailliu, Burgemeesters ende Schepenen den 2,6 Januari 1502, en beftondt uit 35 Articulen. backers-ambocht. Moesten al mede Jaarlix Godt ende Marie zyne gebenedyde Moeder Mey dage in de Procesfie dienen - fchynen ook een Kapel ra de Kerk te hebben gehad, de onkosten daar op ten Mey dach, op Sinte Oude laerts dach ende anders, daar aan en in te doen, werden uit de Gilde-penningen gevonden. Derzelver Keur of Gilde-brief was groot 38 Articulen, gegeven by Bailliu, Burgemeesters en Schepenen in 1513 '* Scriuensboofs Vtrecht den twintichften in februario. schoenmakers- oft cordewaniers-am- bocht.  J (59) bocht. Zy moesten al mede Gode van Hemd* rycke ende foeter Vrouwen Jaerlix op Mey dage in den Ommeganck dienen. Ook was hun verboden by geene keerfen te wercken vuytgefleken Leder te touwen. Derzelver Gilde-brief die groot was 2.5 Articulen, was gegeven 'by Bailliu, Burgemeesters en Schepenen voor eenjaer lanck na den datum gerekent van dezen ende nyet langer, het en ware dat men 't hém alle Jare weder confenteerde in 1473 op teti festen dach in Martio. coemans-ambocht. Zy wierden ook Mer* feniers en Vettewariers genaamd, hun was opgelegd onfen Lieuen Heere, onfer Soeter Vrouwe Jaerlicz Mey dagen in dye Procesf en te dienen , derzelver Gilde-brief was ai Articulen groot, en gegeven by Bailliu, Burgemeesters en Schepenen in 1511 fes dagen in Februario. smits-ambocht. Hier onder behoorden Goutfmeden , Grof-fmeden, harnas-makers ende tinnegieters. Zy waren mede verpligt op te komen, tot vercieringe van onfer generael profes fien ende ommeganck diemenhouwet Jaerlicx telcken eerft'en Meydaghe tot obfequien van den Gratie van Zeelandt onfen genadigen Heere, ook mogten zy niet fmeden nae vyff vren 'tfauonds. Derzelver Keur of Gilde-brief welke beftond uit 22 Articulen, was gegeven by Bailliu,  (CO)' liu, Burgemeesters en Schepenen in 1490 »f- gen dagen in Januario. LEECHGANGERS-AMBOCHT, Werdt Ook het Gilde van Sinte Michiel genaamd, zy moesten 'cnzer Lieuer-Vrouwe' ommedragen, wanneer ieder Gilde-broeder moest hebben' eenen Óaproen van gelycke verzven als Deken ende Gezworens. Het fchynt een Broed'erfchap tè zyn gèweest, daar Luyden van alle bedryf in toegelaten werden. Derzelver Gilde-brief beftondt uit' 2,2. Articulen, gegeven by Bailliu, Burgemeesters en . Schepenen in 't jaar 1505 vyfthien dagen iti Februario. weeuers-ambocht. Welke niet mogten Weeven dan by den lochte van den dage, zy moesten al mede Jaerlicx onfer Lieuer Vrouwen in dye procesfie Mey dagen dienen, volgens hun Gilde keur die 23 Articulen bevatte, welJte gegeven was bonen den ouden brieue daer dit tegenwoordig transfix doergeftoken is : ook waren zy verpligt rustclick ende vredelick den Èrqetfustèrên binnen Reymerszvale te laten feilen tzvee Weucgetouzven, daer zy alzoe vry op [uilen mogen Wenen als oft zy in 't voerfz.Amlocht waren, [onder eenige betalengieringe van den Amhochte voerfz. daer ofte doene enz. Welke brief hun verleend was by Bailliu, Burgemeesters en Schepenen in 1^6 vier dagen in Februario. TIM-  C öJ ) timmerluyoen-ambocht. Daar onder waren begrepen den gemeynen huys- ende Scbipstimmerluydcn, Cuypers, Scrynwerckers, Glaesmakers , Beeldfnyders, Schilders.3 Wagemakers, Mandemakers 3 Schipboom- endeSchipriememakers, Metfelaers, Deck er s , Sagers. Zy moesten ook in den Ommeganck ende Sacraments dagen tegenwoordig zyn. Hun Gilde-brief die uit 26 Articulen beftondt, was al mede gegeven by Bailliu, Burgemeesters en Schepenen in 1491 acht dagen in "Januario. Welke Keur vernieuwd of uitgebreid werdt, door eenen naderen brief by dezelve Overheid verleend in 27 Articulen betraande, in 1522, xxvj dagen in Februaria naer 't fchryuens hoefs van Vuytrecht. cloueniers-gilde. Deze Schutters hadden tot Patroon den heyligen Vriendt Godtsende confesfoer Sinte Hubrecht. Wiens vierdag alle Gilde broedersfchuldigwaren te onderhouden. Ieder Schutter moest hebben een Coluere 3 ende alle andere gereedfchappe daer thoe dienende3 gelyck een Coluenier toebehoert. Zy moesten altyt opwaerts fchièten nae dye papegaeye des fondaechs nae Sint Jansdach, ende alle maanden werdt gehouden een gemeene Maenfchote: ook moesten zy hebben binnen haren huyfe een coluere zvel gericl met alle gereetfchap daer toe dienende met een half pond poers ende xxv doeten. Derzelve Gilde-brief bcitond uit 26 Arti-  (6-2) culen, en was gegeven by Bailliu, Burgemeesters en Schepenen in 1508 thien dagen in januario; voorts geamplièerd opdenacbtien/len dachvanjunio in 1517 h welke ampliatie geautentifeerd was by den Notaris Emanuel Oliphant in 1584, die zeide de ampliatie zoo wei als de originele gecopiëerd te hebben,naar die Welke berustende waren onder Willem Jam* Oliphant ouer de xxviij Jaeren hoopman der veorfz. Gilde gczveest. voetbogen-schutters. Dit Gilde mogt niet fterker wezen dan 29 perfoonen, en ieder Schutter was gehouden met notabelen harnas* fche, engieneende boet wapene als hem toebehoert te comene in haer wake: ook waren zy verpligt te comene op des heylich Sacramems dach in de Procesjie, ende ook op Sinte Piet er ende Sinte Pauwels dach in de Proces/ie — met haren Schutters tabbaerden. Ieder Schutter moest hebben en houdene notable hamasch tot zynen lyue — eenen gerechten Schuttersboge te minflen met koker e en windafe - ende oock een bequame reysboge, te wetene eenen Armborst met alzulcke engiene van crygen, winden, Baken oft anders als hy machticb is hemSchutterlyck daer mede tebebelpene; het blyktuit hunne Ordonnantie, welke gegeven was by Bailliu, Burgermeesters en Schepenen in 1499 *"* dertienen dach van der maent Oïïobris, en 48 Articulen  «3J bevatte, dat deze Confrérie een Schutters-hof hadde, vvaarzy Maandfchoten hielden, en na de papegaje eens 's jaars opfchoten: Hunne tabbaarden mogten niet beneden de knye lanck wezen, ofte met cenigen bonte gevoerd. schippers-gildb. Hun Gilde was, gelyk de meeste anderen,gegeven by Bailliu,Burgemeesters en Schepenen op den 28 Januari 1534, en bcftondt uit 29 Articulen , waar uit men alleenlyk zal vermelden, wat men in margine Van het negende Articul heeft aangeteekcnd gevonden: boe wel dit Caepittel van de vremdea veynouts zeer duyfler es, en zeer qualick ver* ftaen w'ertin defen tyt 3want dat zvoort veynouts es een out Zeeus woort 3 en alfoe de taele alle Jaere verandert, zoe moet 't [elfde volghen„ want Veynouts zyn Cnechten, daer een Schipper zyn Schip mede voert3 te weten een Veynoot es een Knecht die naest den Scipper es, nu fyn* der noch jonghens, dat zyn die 't Schip [choene tnaeken, bewaersn , Coeken reyken 3 langhen, c[te dinghen gaede flaen van ViStuaelie en ander gereyde in den Schepen 3 Reebanden maeken, kuitelsn, Cabelgaeren 3 Zeninghen en d/ergelyke plattingbe [pinnen en iveuen , de[e werden genoemen in ouden tyten onder de Schippersknechten maer nu jonghens. Het fchynt, of de Vrachtloonen nog niet naar behooren waren gereguleerd, of die volgens oude ufhntien gefield,  ( 64 ) field, door verandering van tyden, ook eene verbetering vereischten; hoe het wezen mogt, het Schippers-Gilde diende daarover een Verzoekschrift by de Wet in, welke den n Januari 156a de Vrachtloonen van 't Sout, dus ftelde,o/> Dordrecht 15 fiuuersvan 't quartiert, ende op de geheele Maefe , egheen plaetfe uzvt ghefieken 17 ftuuers van 't quartier, voer zoe veel quartieren als den coopman den Schepc [al willen ingheuen. Al vroeg, en lang voor gemelde Gilde-keur, en bepa'aH'ng van Vragtloonen, hadden de Schippers dezer Stede een Privilegie van Her-, tog Alhrecht van Beyeren verworven, gegeven in Middelhurcb des Saterdaechs nae den Sonduch als men fingt Iudica in 1388, waar by hun vergund werdt, dat zy Losfen ende la^ den mogen ouer al in onfen Landen der coepmannen goet,.ende dat voeren daer dye Coepman lebben zvilien, gelyckerzvys alle andere onfe vrye Steden doen enz. Een bewys, hoe vroeg hier eene bloeijende Scheepvaart en handel,heeft plaats gehad, zoo dat de Oppennacht van den Lande, die met zyne befcherming vereerde, en Voorrechten vergunde, welke deze handeldryvendeStad gelyk ftclden met andere Steden van dit en andere Gewesten. Buiten en behalven voorfz. Gilden, uit welker  (65 ; ker korts befchryvinge men heeft ontwaar ge* worden, wat Handwerken, Fabriken.en Tra«* fiken hier hun zetel hebben gehad, zoo waren 'er nog twee, die de welvaart van deze Stad niet weinig hielpen bevorderen, dat was de Vis* neering en Meêde-neering. Wat de eerfte aanbelangt, vinde dat by Bailliu, Burgemeesters en Schepenen den 4 Januari Ï4Ö2 Ordonnantie is gemaakt op het afflaanen verkoopen van verfche Vis,welke 39 Articulen bevatte; die den 13 October 1521 by deze Ma-? giftraat werdt vermeerderd met 5 Articulen ge-; teekend 40, 41, 42, 43 en 44 om op de voorgaande te fluiten. Men begrypt ligt, dat de gelegenheid dezer Stede aller voordeeligst Was, voorde Vis-vangsten handel, om daar mede in drie byzondere Gewesten, alsBraband,' Holland en Zeeland voordeel te konnen doen, waarom het meer dan waarfchynlyk is, dat de Visfchery hier een voornamen tak van beftaan zal uitgemaakt hebben. Even zoo was het met de Meêde-neering ge-? legen, geheel Zuidbeveland had gelegenheid hun Meé hier ter Stoof te voeren, en gereed zynde over al, vooral naar Antwerpen, dat te dier tyd de koop-markt van geheel Europa was, aftefchepen. Op dezen voornaamen handel-tak werdt by : Bailliu, Burgemeesters en Schepenen, in 1537  ( 6-Ö ) ep ten Hij dach van Name naer HoÜandt, ee» ne Keure gemaakt, beftaande uit 36 Articulen, waar by inzonderheid tegens het vervalfcheu der Meêde werdt gewaakt. Hoe veele Meêltooven zich hier bevonden hebben is niet te bepalen, dan het is te denken 'er ettelyke geweest zyn, aangemerkt de goede gelegenheid om die te Water en te Lande alomme aan en aftevoercn. Het wordt tyd men de aanmerklyke Voor-' tóten befehouwe, welke deze gewezene Stad eerst van hare Heeren, daarna van de Graven des Lnnds verworven heeft gehad. Een der voornaamfte en oudfte is geweest, datzy den Stapel verkreeg, van alle Koopwaren, die men, naar Braband voorby deze Stedevoeren wilde, welke hier eerst ter Markt moesten P-eveild worden: dit merkwaardig Privilegie werdt haar gegeven by Graaf Willem der III. van Henegouwen, bygenaamd de Goede, en wel by zyn aanwezen te Romerswale 'tSondachs na Sinte Lambrechtsdach in 1315; het behelsde, dat alderhande coepmanfehepe dis men te Brabandt werdt voeren wille (vastgenomen verfchan Visch) ende anders geene dingen voere ende brengen totter merci in onfer Stede tot Reymerswale ende fetten hoeren vryeii ikerektdach in dye weke op den donder dach te Wfi/w. 3^ voorrecht ftrekte zich over allev Koop»  C6>) Koopmanfchappen die zonder ondcrfcheid vaü waar, hier voorby naar Braband Honden ver- " voerd te worden, en werdt ten voorfz. jare iri Middelburg des anderen daechs na Sinte Banen dach, nader bevestigd, by den Broeder van Graaf Willem, Johan van Henegouwe Heer» van Beaumondt, genaamd Jan zonder genade: de reden waarom 'sLands Graaf dit zooi verfiond, was omme te verwaren, dat ts min goets onder myns heere vianden varert fotide. Men weet hoe de Hollandfche Graaf tegenswoordig in den kryg gewikkeld was, en misfchien heeft een milde gift of onderftand tot eenen Vlaamfchen Togt, hier aan veel kracht bygezet: ook kan de doenmalige Heer dezer Stede Heer Claas Keruinge, met zynö ïlidderikye bende, en bedryven, dit als een loon verworven hebben. Het is zeker, dat alle voorrechten van Stai pel, aan wien ook gegeven, om wat redenen, of hoe wettig verkregen, belemmering aan den Koophandel toebrengen, door den tyd welke met het verftapelen verlet werdt, en de kosten die het losfen cn laden veroorzaken. Dezö Stad ondervondt zulks ten opzichte van den Dordfchen Stapel, waarom zy van voorzegden Graaf Willem den III te Geertruidenberge. in 133.5 des donderdachs nas Sinte LamE 4. brecht^  ( 6-3 ) hechts dach,by openen brief daarvan Vrydoa wist te verwerven (g). . '.., Dit werdt haast gevolgd van het aanmerklyk Privilegie om te mogen Tol vry varen, door geheel Holland en Zeeland, in welke Privilegie deze Stad nog een Dorp werdt genoemd, gegeven by Willem den IV tot Gendt des Sondaechs nae Sinte Katberyne Ao. 1340, en nader bevestigd by Keizerin margarita in den Hage Sondaecbs voer Sinte Bartholomeas dach 'Aö. 1346- Een voorrecht, dat in die tyden van het' grootfte aanbelang was, wyl eene Stad of Plaats daarmede begiftigd, door den Koopman voor alle andere bezogt werdt. Wasdebuiterilandfche handel door verfcheidene voorrechts-brieven geftaafd en bevestigd geworden; daar moesten nog meer vryheden wezen, wilde men met andere handeldryvende Plaatfen gelyk ftaan, hier toe behoorde Vrye Jaar-markten , die werden hun vergund door ' Hertog Willem van Beyeren den 31 Mey 13^ fcun verleenende tivec vrye Jaermerclen, die tene fal ingaen des maendaecbs nae groete vastenauondt, ende [al gedueren tot vrydaechs nae noene daer naest comende. Ende dye andere rnerct fal innegaen des maendaecbs nae bamisfe ende (, -ï Men zie dazen brief in Mieris Charterb. II. D. fcj■■ a <47 en hy P. van de Wall, Handvesten van DordS • ' D 'bl. 4. 171. ea de aanmerking op dsnzclveu,  tnde fal gedueren tot des vry daechs nae noené naest comende. Om dit voorrecht van te meer gewichts te doen zyn, en deze Stede daar van een vol genot te doen hebben, verleende dezelve Hertog op voorfz. tyd ook, dat wat goede dat vuyt Brabandt ende Vlaenderen comen fullen tot den Jaermerblen van Reymerswale voerfchreue, voer onfe tolle van Terfickervoert tollen vry varen fullen tot defen merbl voerfcreuen. Dit was nog niet genoeg, de handelaar moest voor alle bekommernis en aanfpraak op Lyf en goed, zoo van buiten als binnen beveiligd en zeker wezen, waarom Hertog Albrecht van Beyeren tot Sinte Geertrudenberge des maendaechs op. Sinte Pauiuels quonds Conuerfionis Ao. 1372 dit volkomen maakte, met deze vermeerdering, Dat haren merci vrede ingaen fal veerthien nachten voren eer fy begint , ende veerthien nacht e nae dat., fy endt,— Ende neme alle de gene dye tot haerder merci comen fullen ende haer goet dat daer comen fal, in befcherm, ende in onfe vrede, in varen ende in keeren mit haren rechter tollen (dye voerfz. tyt). Het was niet alleen ten opzichte van den binnen en buitenlandfchen handel, dat deze Stad met uitmuntende voorrechten begiftigden vercierd was, maar de Graven in der tyd zorgden niet minder dat hetbui'gerlykbeftuur en deRechtsE 3 za.-  ( 7o > *aken daar naar behooren kon en mogt uitt geoefend worden: zoo dat Hertog Willem de V. van Beyeren, ftraks na het aanvaarden van zyn Graaflyk bewind, tot Zierickzee den laatften Juli in i355, Romerswaal vergunde, dat v.zn daer befettenende beclagenmach alle ouer* dddige luyden, het zy van crachteoft van moor* den9van dief te ofte van ditrgclycke quade feyten* Dit werdt bevestigd by Hertog Albert van Beyeren met byvoeging van Oorlof, dat men daer be* fetten ende beclagen mach luden van Wetachtigen ' fchult. Welke gift-brief mede verleend werdt te Zierickzee des donredaechs nae alre Godts heyligen dach Ao. 1359' Wanneer dezelve Hertog Albert op State WiUebordes dach Ao. i375in perloon zich te Reymerswaal bevondt, vergunde hy deze Stad een nieuw voorrecht, waar van het zaaklyke MS,waerdt dat yemandt dye geen Poortere %vare buyten der poort van Reymerswale eemge onbekende fchult fchuldich ware, dat zy met üryc Schepenen buyten der Stede trecken mogen w~r al binnen Zuydtbeuelandt tot den genen die de fchult fchuldich ware, ende vermanen recht gelycke oft in de Stede ware. Verder leest men; Ende voert, alle de gene dye den Voornoemden poorteren ende dye in haren befebermefyn , fchuldich fyn op recognitiën dyen Willen wy ende confenteren dat men dyè  vangen ende aenfprcke mach als ouer bekende fchult des fy hetaelt hebben. Des anderendaags gaf evengemelde Vorst deze Stede een Voorrecht, bevelende den Gerechte van Reymerszvale alle Dyckafe ende hedryf'binnen hacr prochie van Reymerszvale te bedriuen,te houden, te hanthiere tot des gemeens Landre profyt ende oitbaer. Ende zves fy met gemeenen Rade ouer eendragen tot des Landsoirboir, dat hquden wy vast ende gcfiade. Hertog Albert ging voort deze Stede wel te doen, alzoo hy haar den ei April 1368 in Middelburg een Gift-brief fchonk, bellaande pit7Articulen, welke hoofdzaaklyk inhielden, 1. dat geen Vrouwen lyf belast fal zvefen van fchulde dye haer man getnaeckt heeft &c. 2.. Dat men eenige die fchuldich zyn Onfer Poorm teren van Reymerszvale daer vanghen mach als ongehoorfaem zvefende &c. 3. dat men alle quaetdoenders mach corrigeren gelyck dye van Middelbureh. 4. van Voerboden te maken tot x ponden thoe. 5, van Gyfelen. 6. van Vrede te nemen. 7. van bannen gelyck enfe Stede van Zieriexzee. Meergemelde Vorst, die een by zonder gei noegen fchynt gehad te hebben, in het voor* deren van den welftand dezer Stad en Gemeen» te, ging al verder voort met hare Voorreen* ten te vermeerderen, door eene Keure gegeE 4 yen  ( 70 yen In den Hage op den i April 1374, beftaan; de uit 9 Articulen, die ten opfchrift hadden %. van die Stede te beuesten. 2. van misdoet te berechten tot een kalf ittan toe. 3. van bannen envanjaermerclen. 4. van te mogen beleyden in Zuydtbeuelandt. 5. Dat niemandt ouer foerters goet van Reymersiuale wyfen en fal dan Schepenen in Reymerswale. 6. hoe men doet/lagen, mey neten, mart en of wonden, onfen poerters aangedaen beteren fal. 7. Datnegeen ambochten vryheyt noch recht hebben en fal ten fy by cènfénte van Burgemeesters ende Schepenen ende Rentmeestere. 8. Fan de Schepenen te vernieuwen ende wye dat fe vernieut. 9. Dat men geen poerter van Reymerswale om waerlycker fchult voer 't Geesielycke Recht befrecken en mach. Tc voren reeds en wel in de Brule donre'daecbs nae Sinte Mathysdach in 1371 hadt dezelfde Vorst,een Privilegie verleend dat wy nimmermeer tot geenen dage dobbel fcholen quaecJkebert oft diergelycke, noch in geenderhande Feren roerende uan Reymerswale henen geuett noch Lonen en fullen nae der geenre dach dyefe fiu ter tyt hebben, Ende dye fullenfe vrylicb gebruyeken alzoe wy fe hem gegeucn hebben ' ol zoo lange als zy lenen, Vttytgefet dat Feer, füSfchen Reymerswale ende Schakerloo. ■ Byeene uitfpraak, welke Hertog Albert g<* • ; I nood-j  C 73 ) 'noodzaakt was te doen, over een verfch'ü tus-' fchen de beide Steden Middelburg en Romerswaal ontltaan, over het vangen en proccdeeren tegen een Poorter,van eerstgemelde, door die van deze Stad gedaan, werden by den Zoenbrief daar van gegeven, met een de Voorrechten der beide Steden dus geftrekt; als dat onfa goede Luyden van Middelburch belyden zullen mogen over al bewester fchelt in Zeelandt, ge* lyck dat zy in haren Rechte voortyts gedaen hebben, onbelet van onfe Stede van Reymerswale alzoe voel binnen Reymerswale als daer buyten. Oock fullen onfen Luyden van Reymerswale beleedcn mogen in onfen Landen van ZuytbeveTandt van des voer hem vcrlyt wordt ende in der manieren als haer keure inhoudt dye wy hem befegelt hebben. Voerts foe fullen onfen goeden Luyden van Reymerszvale hare Vest, Gr aft en , Poorthuyfen ende Mueren voert aeu maken, alzoo fy dat ordineren fullen enz. Welke uitfpraak gegeven werdt te Halle des Vry daechs nae Sinte Maertensdach Translat ionis Ao. 1377. Het fchynt, of de Keure door Hertog Albert in 1374 aan deze Stad gegund te bekrompen en in alles niet voldoende was geweest, waarom die Vorst op den 1 April 1380 eene veel wydIuftiger verleende, dan welkers zaaklyken in* E 5 houd.  houd men voorby gaat, om dat dezelve zooby den Profesfor Boxhorn als by den Chronyk Schryver Smallegange, en by den Heer van • ÏVlieres in zyne Charterboeken woordlyk te. vinden is. De meergenoemde Vorst fchonk hun een nieuw voorrecht te Middelburg des donredaecbs nae Sinte Marcusdach in 1386. Dat wy dat Jiode Ambacht binnen onzer Stede van Reymerswale nemmermeer wech geuen en zullen, maf zy zullen kiezen den genen die hem nut daer thoe duncl tot aldertyt als t hem gtnoecht. Het laatfte gunstbewys welk deze Stad van Hertog Albert ontving, was, dat hy haar in den Hage des Satcrdaecbs nae Sinte Maertensdach in den Winter van 139a, het voorrecht fchonk Dat wy ofte- onfe naercomelinge geen Schepenen Jclten en fullen noch laten binnen onfer Steek voerfz. dye tydt dat wy binnen onfer Stede voerfz. comen fullen, ende iyc Schepenen dye wy dan feiten fullen, dye fullen dan voert twee burgemeesters kiefen binnen de vief hnlige kerstdagen voer onfen Bailliu van R.eymerswale dye wefen fal by zynen Rade ende 'goetduncken Ende dye Burgemeesters falie alle Jare binnen den beylige dagen voerfz. rekenings 'doen voer onfen Bailliu ende Schepenen van onfer Stede voerfz. Voert waer 't dat fake dat eenicb van de Schepenen ofduicb worde, zee I zuh  t 75 ) 'pullen zvy eenen anderen goeden man in fyn ft ede fetten, ende. dyen voer ons ontbieden daer fyn zullen ende eeden voer drye Schepenen van onfer Stede voerfz. Ende defe voerfz. Schepe* nen en fullen zvy nyet verfetten dan eenen zver* ue binnen den Jares alzvaert dat zvy dicker binnen onfer Stede voerfz quamtn. ■ Hertog Albert in'tjaar 1404 overleden zynde, hebben wy tevoren reeds gezien, hoe deszelfs Opvolgers in 't Graaflyk bewind, Hertog of Graaf Willem de VI, en Vrouwe Jacoba zoo wel als derzelve Echtgenoot de Hertog van Braband, en Hertog Jan van Beyeren, deze Stad in eenen ander hadden begunftigd, ons blyfr. nog overig te vermelden wat weldaden de Vorsten uit de Bourgondifche en Oostenrykfche Stammen, haar bewezen hebben. Het was Hertog Filips van Bourgondien, die den Gilden dezer Stede een aanmerklyk Voorrecht fchonk; en hun een invloed op de Regeering deed verkrygen, welke zy nog niet gekend hadden : de brief daar van gegeven den 23 Augustus 1437, zegt, gonnen ende confenteeren midts defen brieue, dat dye gemeene Ambachten binnen onfer Stede voerfz. by den meeste geuolge, ende by onfen Schepenen voerfz. alle jfare op den lesten heyligen dage van Kersauondt voer den noene fullen kief en vier goede mannen dye Rentmeesters wezen fullen van alle goeden daer-  C 7* )' 'daer onfe Slede voorfcreven gebruyck af beeft om dye weder te leueren ende vuyt te geuen,gelyck ende al fonder verminderen in de fcbulden daer fy fchuldich zyn , ende anders in onfer Stede oirbaer,ende daer fullen zy onfer goede Stede alle Jare goede rekeninge ende bewys af doen als daer ihoe beboert, ende ontbieden daeromme ende gebieden alle dye gemeen neeringe van onfer Stede voerfz. dat fy altyts op ten dage voerfcreuen daeromme comen ende vergaderen op on> fcr Stede huys ende die voerfz. Rentmeefters kies- \ fen als voerfcreuen is. Op dar de Schout zoo wel als anderen gehouden waren dezer Stede Voorrechten, zoo wel als die des Graye te helpen handhaven, had dezelfde Hertog Filips op den 18 Augustus 1437 by eenen anderen brief gezegd, Dat 'sts we/ene, tot wat tyden dat onze Bailliu van Reymerswale in zynen bedryue eenen Schout w'aket, oft dat dye tot eeniger tyt vernieuwet wordt binnen onfer Stede voerfcreuen, dat dan de voerfcreuen Schout, der beyliger Kercken, Ons, ende der Stede Recht van Reymerswale fwerenfal te bonden , ende voert eenen yegelyc* ken recht te doene die 't fal mogen begeren. Daar de Schout aan plichten ten aanzien van der Stede Rechten verbonden was, eischte de billykheid, dat de Bailliu niet minder fchuldig werdt gemaak, dezelve te handhaven : ook  (77 3 .te zorgen, datby aflyvigheid der Graven geetfRegeeringloosheid plaats vondt, en de Bailliu de macht werdt benomen, bekommerde of gevangene perfoonen willekeurig te handelen; waarom Hertog Filips op den 24 Augustus ■1447 deze Voorrechten fchonk; Bats te weten, tot zoat tyden , dat wy eenen Bailliu fetten bin~ Tien onfen Stede voorfchreuen , dat hy dan der heyliger-Kerckcn, Ons ende onfer Stede recht fzveren fal. Ende wanneer dat eenen Graue oft Grauinne van Hollandt ende van Zeelandt afliuich geworden is foe fal den genen die Bailliu is, vayt machte fyner\onderbeuelinge ende sede, die hy te voren gedaen heeft, van alle zaken Recht doen ende manen, ende dye Schepenen fullen wyfen Vonnisfen desgelycx tot der tyt thoe dat een Graue ofte Grauinne binnen der Stede gecome fullen zvezen, ende aldaer ■Hulde ende gedaen ende ontfangen fal hebben — Waer 't faecke dat onfen Bailliu dye nu es oft naemaels zvezen fal binnen onfe voorfcreue Stede yemandt vremders met rechte becommerde oft dede becommeren, foe zal den Bailliu den becommerden man te rechte fetten binnen den eerften drye dagen daer naer — Ende oft geuiele dat onfen Bailliu nu oft hier naemaels eenigen quaetdoenders oft misdadigen menfche vinge, ofte dien brochte in onzen Steen van Reymerswale , ende hem na zynen eede ende confientie dach-  IC 7% ) dachtt dat hy dyen fchuldich ware tepyningen; zoe en fal nochtans hy dat nyet doen voer den tyt dat hy eerst daer thoe vermaent zal hebben drye Schepenen, Mer waert dat zy tot zynen vermaningen niet komen en wilden, foe zoude by hem zeluen by fynen eede ende conftentie dat mogen doen. De opvolger van Hertoge Filips, deszelfs Zoon Hertog Karei, bygenaamd de Stoute, vondt nog veele ongeregeldheden in de Rechts* oefening dezer Stede, en om die op eenen vasten voet te ftellc'n, beraamde Hy, wat voor 't Vervolg zoo in 't criminele als civile ftondt in ncht genomen te worden,, by eenen wydluftigen Voorrechts-brief, gegeven in onfe Stadt van Brugge den 20 january 147a; bepalende geduerende den tyi van twalf Jaren , ende daer nae tot onzen wederroepenen, onfer vtorfcre* uen Bailliu, metten voerfz. Burgemeesters ende Schepenen van onfen Stadt van Reymerswale fullen mogen kennen ende wyfen van alk faeyten , Crimen, excesfen, ende andere ftuc* ken criminele ende ciuile, dye geuallen ende ge* fchien fullen in onfer voerfz. Stede, Vryheyt ende Schependomme van diere, alzoe wy Jelue doen fouden ende mogen doen , of dat wy in onfe psrfoen aldaer bilden de voerfz. Vierfchare zoe t voerfz. is, met tegenftaende eenigerande pri*  ( 79 ) friuiiegien, kueren, ofte coftumen ter contra* rien. 2. Van den wekken Vonnisfen, wysdom ende tondempnatien de voefjz Bailliu , Burgemees* ieren ende Schepenen, flaen fullen ter informa* tien van den voerfz. Luyden van onfen Rade in Ho'Uandt. ■ 3. Conf nteren ende accorderen — dat van alt* faeyten ende ftucken dye van nu voertane fullen gedaen ende geperpetreert zyn by horen poorte* 'ren, oft anderen binnen der palen ende vryhe* den van haerlieder Jurisdictie ende Heerlicheyt, mfe voerfz. Bailliu hem mogen informeren ende dóen informeren, by allen manieren van Luy« den wjterdich van trouwe ende geloeue poene* ten ofte geen poerteren der zeluer Stadt. 4. Dat zy hebben fullen de voerfcreuen eerfte inde voerkennisfe van hzieren voerfz. poerteren inde van huers mesdaden ende mispufen, fondet* dat in dye eerflen inflantie men dye fal mogen htrecken notfh doen dagen voer recht, elder dart, voer hemluyden — vuytgefieken ■— van Obliga* Hen gedaen gepasfeert in andere plaetfen — •fte van attis reelle van goeden oft faecken ge* fiaen ende gelegen buyten hueren Schependomme* 5. Dat Poorteren gecondemneert zynde, binnen fes weken na de condsmnatie men mach in gebreke van goeds doen vangen de voerfz. cony gemnserde, 6, Dat  c 80 y 6. Dat onfen voerfcreue Bailliti — mach iti tas van weder]eggen bedwingen den voerfcreuen poerteren ende alle vremde wezende ,endedyë fyn fullen in onfe voerfcreue Stadt ende Schependom eedt te doen ende te tuygen op 't gene daer op zoe voerfcreuen gefcyt is zy gevraecht ende geinterrogeert fullen zyn in dye tegenwoordicheyt em* mer van eenen Burgemeester ende twee Schepenen onzer voerfcreuen Stads ten minflen. 7. Van de Stads Schuldenaars, dat men die^ mach arresteeren en vangen, binnen den Vry-. dom van dien. 8. Dat alle — brieuen die gepasfeert fullen zyn voer de Wet — endenyet geëxecuteert, binnen drye Jaren naer dat dye fchult geuallen zal zyn, fullen zyn ende gecasfeert negecne ende van, onwaerdm. 9. Dye nyet compareren en connen enzullen in 'Jugemente. omme te doene betocht van hueren renten, dat fy hebben , dat fy hebben ofte maintineren zullen, hebbende op ende aen dye landent ende arfachticheden vercocht, ende belast in onfe voerfz. Stadt Vryheyt ende Schependomme ■van diere, binnen drye Jaren naer dye procla* matien ende geboden ende Vuytroepingen gedaen van der vercoepinge van den fetuen Landen, renten ende aruen, ofte van den commerenende. lasten daer met men dye joude willen, belasten — fullen nyet ontfanckelyck zyn om te wederfeggen. ofte.  x ai) ofte wederleggen dye voersz. Vercoepinge ofte Lasten Vuytgefteken — die abfente ende onbe* iaerde Weezen. 10. Dat niemand eenige penningen geven' zal om te komen in eenige dienften van de Stad. behouden emmer dat dye voerfz.Burgemeesteren zullen mogen bidden ende verfoecken omme dye vorderingen van eenige hunner vrienden in die voerfz. offitien fonder daer omme te beloeuen, geuen ofte prefenteren eenige faken oft dingen, op de voerfz. boete. II. Het officie van de Soutmaten, dat de Graaf aan zich behield, ordonneerende het zelve den meestbiedenden te verpachten, dan moesten daar van jaarlyks uitgekeerd worden o€ 12. : te veertig grooten elk pond, en dienen tot vermeerdering van eenige Kerk-dienften, daar Kerkmeesteren het bellier van hadden. 12. Verkreeg de Stad het Recht om eenen Secretaris aanteftellen, welk in dezen Brief genoemd word 't Ojfitie van der Clergievan de Burgemeesteren en Schepenen, waarvoor jaarlyks aan 's Graven Rentmeester bewesten-Schclden voor een Chyns moest worden betaald o€ 4 : vis. 13. Verkreeg de Magiftraat het Recht een Weeskamer opterechten, om voor der Weezen goederen te zorgen, als in 't breede geëxtendcerd is. F 14. Ook  ( 8* ) 14- Ook mogtenzy Beesten van't platte land, die fehade deden aan hunne Onderfaten ,doen vangen of arresteren, waar omtrent zy keuren vermogten te maken. Niet lang had Hertog Karei zynonftuimig leven met den Dood balloten; of Deszelfs Dochter Vrouwe Maria van Bourgondien, betoonde deze Stad niet minder gunftig te wezen, alzoo* die Vorftinne in eenen even wycüuftigen Brief ais de voorgaande, niet alleen alle derzelv.fr Voorrechten voor date verkregen , bevestigde, als reeds hier voren bl. £5 vernield is, maar die raerklyk uitbreidde, met daar bytevoegen. Voort co-nfsntenn ende accorderen over Ons ends* Ohfett Anten ende naercoemclingen Grauen ende' Gravinnen — onfer voerfcreuen Stede van Reymerszvale. I . Dat alle certificatien ,procuratien, foutbrieue;', tol enbrieuen, ende alle anderendiergelycke brieuen in eedt fleedinge ende bcfegcltbëde geëxpedieert, fullen zvordeu alleenlyck fo rider meer, by Burgemeesters ende Schepenen Ons voerfz. Stede van Reymerszvale, jegenzvoerdich ende ioecoemende onder den fegel der fcluer onfer Stadt. 1. Dat de Magiftraat, behouden fullen — die difpofttie ende gif ten van allen den tleenen dielïfêh ende offitien hoedanich die zyn —veruaU lende ende wefene binnen onfer voerfz. Slede , daer  C 83 ) daer af zyende hare voor fat en hier voortyts ende outs gep logen hebben te gebruyeken. 3. Dat niemand uit Reymerswale trekken mogt, met zyne haven en goederen, of mogt betalen van elk pond vlaams waarde, een pond zwarte, welke is hetgeen men het Recht van Exue noemt: behouden emmer dat men 't gene dat voerfcreuen es, nyet en mesbruyeke tot laste ende bejwarenisfen van den armen Luyden. 4. Den Onder Dyckgraaf Onfer IVateringe van beoesten Terficke, moest binnen Reymers» wale wonen. 5. Werdt deze Stad in eeuwige Erfpagt ge-, geven, den zvilden moer endevuytflag leggende in onfe voerfz. zuateringe van beoesten Terficke in diuerfche parochiën, ende dat nae fynder ouder groeten, ende in al zulker manieren als met foes van Cruyningen Ridder e, ende andere dyeit befeten hebben, of fchuldich zvaren te befittene, alzoo hy an der Grauelicheyt quam, mit alleit baten, profyten, emolumenten daer thoebehoerende, met heerfchappie, Visfcherie en Vogelrie , ends alzulcke Vry heden ende prerogatiuen van fchote 3 zuatergelde , dyckgelde3 beden 'J fubuentien, dienften ende andere Impofitien^ hoe dye genaempt mogen zyn , alfoe hy tot noch thoe gezueest heeft3fonder in eeniger toecoemen* de tyden eenige Lasten hoedanich dat zuezen mogen daer op te brengen — des foe fal de voer- F % fcre-  ( 84 ) fireuen Onfen Stadt van Reymerszvale haer J"elven verbinden — tot onfen oirs ende naercome* lingen behoef— Jaerlicx te betalene 't leüen lanck geduerende van de voerfz. mr. Joes van Cruningen Riddere tot alzulcken gemeesteren, Schepenen, Raedt, gemeene poerUren ende ingefetene der Stede van Reymerszvale in Junio H77- Men zoude mogen befluiten dat deze zoogenaamde wilde Moer, de plaats is o-eweest, waar oudtyds de Darink werdt uitgehaald tot het maken van Zout, en wanneer de Stad door voorverhaalde Erfpacht daarvan den eigendom had verkregen,dezelve is bepolderd, en tot vruchtdragend Land gemaakt ge'worden, altans Adriaen Uytterfchout in zyn Zeeuwsch Rymkronyk bl. 79, fchryft zulks in Vaerzen, die weinig eer aan de Dicht-kunst doen, en daarom hier achtergelaten worden. Door'deze bezitting was haar aan het beftier der Watering beoosten Ierfike niet weinig gelegen, daar  (93) : daar Hertog Filips van Bourgondien den 8. April des jaars 1437 en 10. Maart 1438, Keurenen Handvesten aan gegeven hadt; over welk beftuür eens verfchil gerezen zynde,die twistbe! liegt werdt door eene uitfpraak gedaan, by Philips Wielandt en Jan Rousfel, Raden mynder genaden Heere als Commisfarisfen endearbitrat:ursopde differente» ende gefchillen, in dit ', ft ude gerefen tusfchen Burgemeester en ende Scbe; penen van Reymers waal, metten ingelanden van der ivatcringe van beoesten Terficke in Zuydt■ * beuelandt over een zyde , ende Willem van Rey* ■ merswale onlancx Dyckgraue ende Adriaenvan . ReyrnerswaleHeere van Lodycksnu ter tyt Dyckgraue der luerer Wateringe ter andere zyde gedaen ende gepronuntieert te Mechelen den 28 ' July 1513, betraande in 36 Articulen. Eene Stad die in haar beste tyd zoo welvaa; rend als volkryk was, heeft ongetwyfeld ook . Lieden bevat, die de Kunften en Letteren beminden, althans zy was met een Rhetorie-kamer voorzien, welker Blazoen drié korenen \ bloemkens was, en ten zinfpreuk hadt In Minnen verzaemt. Waarvan de Leden in 1496 te e. Antwerpen den tweeden Prys wonnen (b). In 1 het jaar 1507, in een tyd wanneer hier alles in. ' voorfpoed was, fchreven zy op hun beurt ook I i een Redenryk-feest uit, en hetzelve hier met al i 1 de praal en toeftel daaraan eigen gehouden zynde, (//) Reigersb. II. D. b!. 347.  (94) de, heeft de Kamer van het naburig Middelburg Het Bloemken Jesfe, ten Dcvife hebbende In minnen groeijende, den eerften Prys behaald, beftaande in 7 tinnen Stoopen en iogelyke Kannen, waarop het Wapen dezerStede, en 's Kamers Devis , met de jaar en dagteekening gemaald Honden (i). Wat de oorfprong, voortgang en einde van dit Dichteren gezelfchap geweest zy, is my nergens voorgekomen. Weinige Lieden van naam fchynt deze Stad voortgebragt te hebben; men kan alleen van een drietal gewagen. Cornelis van Romer siuaal, dus naar zyne geboorte Stad genaamd, was Hoog-Leeraar in de Godgeleerdheid te Leuven en Deken te Vere, en was in nog in leven (k). Maryu de Secu, ook wel van Romerswaal genoemd, was een kundig Schilder, fchynt tusfchen de jaren 1530 e11 lS7P geleefd te heb- j ben (O- . ! Nicolaus de Confiita, was omtrent in id49 een vermaard Poëet. Guicciardyn gewaagt van hem, waar andere Schryvers hem in zyn na- | gevolgd (m). Het is denklyk dat deze Stad ook op ftoute Krygsliedcn zoo te Lande als te Water zal ge- 3b roemd CO Bojtfn op Reigersb. I. D. bl. 1". (*) V. De La &« g.el«?» Zed' Dl' 52 (/) i&id. bl. 5=7- , , O) ibid bl. 431. Ssnalleg. Cbrpn, di. 34'  ( 95 > roemd hebben: in de Land Oorlogen'zyn zy ónder hunne eigene Banieren meer dan eens bekend geweest; hunneHecren waar van veelen niet onverdiend de RidderJyke waardigheid erlangden, hebben mogen hopen op de onfterilykheid hunner namen, en is het buiten vermoeden,dat een zoo handel- en fcheepryke haven, ook geen wakkere Zee-lieden zoude hebben te voórfchyn doen komen? ■ Wy zullen nu de Heeren dezer Plaats gedenken , of liever het Gellacht en Huis der Kervine's , Welken hier met luister bloeiden ,Rom-« merswaal als hun Stam-goed bezaten , daar van den naam voerden, en na dat zy dit Heerlyk goed aan den Grave hadden overgedragen, nog lange als Heeren van Lodyck zyn vermaard geweest, tot dat door overftroomingen als anderzins, hun vermogen geknakt zynde, hun aanzien is te niet gegaan, en met hunne gedachtenis verdwenen, daar ik echter twyfele of niet in deze onze dagen in Walcheren nog aframmelingen dezer Edelen in den Boerenftand te vinden zyn. Hoe oud en van welken oorfprong deze Edele Stamme was, is in de oudheid bedolven. Smallegange geeft daarvan een Geöacht-Lyst, die ik niet als echt wil eerbiedigen, zoo min al 9 geheel verwerpen. Hyftcltof noemt voor den eerst bekenden van dit Huis Hu go van Romers- zva*  ( 9 was i'n 1358 Pachter van 's Graven Tol van Ierfiekeroort (b). Hem werdt ook nevens anderen door Hertog Albert van Beijeren den 13. ; No- ! L\ Mieris Charterb. II. D. bl. 69i en ö>. 5) Boxh. op Reigcrsb. U, D. bl. 150. (*) Mieris Charterb. ft. D. bl. 74<5' (y) ibid. bl. 768. (z~) ibid. bl. 771- ibid. III. D. bl. 85(é).ibid. bl. 64.  (99) November 1358 het Ruwaardfchap Van Zuidbeveland opgedragen (c). De Heeren van Romerswaai fchynen nevens de Heeren van Aruemuiden, na den Vloed die in 't laatst van Braakmaand in 135a Noordbeveland 0verdroomde, veelLands daar ingedykt te hebben (V). Boudeivyn Heer van Reymerswale en Lodycke en zyne Echtgenoote Catharina van Wulpen ± droegen den 10. Juni 1365 hun huis, tooren, hof en land te Lodyck aan Hertog Albert op j en ontvingen dit alles wederom ter Leen;welk Leen by hun overlyden moest verderven op hunnen Zoon Klaes Kervinck en voorts op de naaste erven (e), zoo dat het meteen als een goed Leen werdt verklaard. Het zal deze Claes Kervinc van Reimerswaal gewéést zyn, ten wiens overdaan Hertog Albrecht aan Hugo van Heenvliet de Heerlykheid van Heenvliet gaf te houden tot een onverderflyk Erf-leen, den 31. Januari 1375 (ƒ). Hy dondt ook over de opdracht, die Claes van Borsfele aan Hertog Albrecht deedt van hcthofPoelvoerde in's Graven Polder te Nieuwkapelle, op den 8. Juni 1386" (g~). Dezelfde Heer Claes en Willem van - ' Rey- . dat de voorfpoed en het geluk van het tydlyke geen Erf-goed is, maar veeltyds haastig voorby gaat, en ah met vleugelen fnelt na zyn einde. V E R E 19 December 1787. B Y-  C 112 ) BYLAAGEN. Behoorende tot de Befcbryving der geweezene Stad R O M M E R S W A L E. A. Briev der Regeering van Romerswalle aan die van Vere, verzoekende favorabel advis, op hun Supplicarien ter Staatsvergadering gedaan. Den 25 jfanuary 1578. y.n Heeren , naer alle behoorlycke rei_V_iL commandatie. UwerE. is wel indachjich dat die van Rprnêrswaile in de Vergadcringe van de gemeene Staten van Zeelant, gcfoiet den xxx December lestleden, hadden yerlbcht eenige asfifbmie vuyt de gemeyne beu; fe, tot dyen proponerende diuerte middelen , ende onder al exbiberende fpecificatio van de geestelycke goeden binnen derfeluer H Stede  C H4 ) Stede aencomende. Dan is defelue faecke vuytgeftelt tot de naeste Vergaderinge die gefchieden fal den derden February , hebben daeromme defe aen uwe E. ouergefonden, Defelue gebuerlick énde broederlyck biddende, 't beliefue, uwe gecommitteerde als dan volcomen Inftrutiie ende Commisfie te geuen. Te weten op de verfochte asfiftentie van die van Romerswalle, om by haer eenige fomme van penningen (fulcke als ons Heeren die Staten pryferen zullen) vuyt die gemeene buerfe van defelue Staten gereet gelicht te werden, ende dat by forme van Leeninge , mits dat die voorfz. geestelycke goeden den voorfz. Staten van Zeelant, voor restitutie der feluer penningen beleent ende verbonden blyfuen fullen, Ende die van Romerswalle niet te min den Armen Jaerlicx lullen moeten onderhouden naer gewoonten. Ten is niet van noode uwer E. te kennen te geuen, die meferie ende fterken noot, noch ook die defolatie ende gefteltenisfe van onfe dycken, die foo deerlyck alle reparatie promptclyck fonder eenich delay oft vuytftel verheysfchen , dan alleen dat uwer E. vuyt jonftiger affective aenmerken, hoe profytelyck ende nootelyk dattet den geheelen Staat van Zeelant is, dat die felue dycken van Romerswalle noch in esfe gehouden worden. Bidden daerom iteratiuelick om uwer E. goet oprecht aduys , ende hier inne in gheen gebreke te wefen , fal uwer E. ons in andere affairen desgelycx altyt be-  ( H5 ) bereyt vinden , kenne Godt almachtich die ons verleene fyn hulpe , byftant ende gratie. Tot Romerswalle den xxv January 1578. Deur beu el van Burgemeesters ende Schoenen der Stede Romers, vfMle. Cgeteekend) P. L E U £ N D A L K. 0fet öpfchrift was} Kerfamcn ende Dicreter, Bnrgemeesrers ende Schepenen der Stede ■ ' '-1 opa V i', r E.- H 2 B.  ( »6 ) B. Oclroy door Prince Willem den I. van Orange , aan de Stad Romerswael verleendt. Den 18 Mey 1578. WI LH E.LM by der gratie Godts Prince van Oragnien, Graue van Nasfau, van Catzenelleboge, van Vianden, van Diest, van Bueren, van Leerdam; Heere ende Baron van Breda, Diest, van Grimberghe, van Arlay, van Noceroy etc. Erfburchgraue van Antwerpen ende van Befanchon, Gouverneur van Brabant , Hollant , Zeelant, Westvrieslant, ende Vtrecht; Lieutenant Generael van den Doorluchtigen Prince Mathyas by der gratiën Godts Erts Hertoch van Oostenryck, Hertoch van Bourgognien, Stadhouder ende Capiteyn Generael van de Conincklycke Majefteyt ouer de Nederlanden van hervvaert ouer-. Alle de gene die deze opene brieuen ghetoont fullen worden faluyt. Alzoo gheduyrende defe voorleden troubelen , de Stadt Romerswalle die te voren plach feer te prospereren, geheel verbrant is geweest, t'onfen grooten leetwefen , Is by den Bailliu Burgemeesters ende Schepenen aldaer, ons verthoont geweest, hoe proffytelyck en nootelyck dattet den gemeenen lande is, defelue we-  ( "7 ) wederommhe ghereftaureert te worden, tot onderhoudenisfe van de Reede ende befcherminge van alle d'omliggende landen, ende hebben om 't felue te beginnen, ons aengegeuen diuerfche middelen verfoeckende daer toe gheholpen te worden, ende onder andere, alfoo deur de Inundatie anno xvc xxx ende by vele verdroncken lants ghebleuen is rontfomme derfeluer Stadt, daer die borgers meest haer erfue, ende in 't herdycken te vergeefs haer meublen ende goet verlooren hebben, oock haade de voorfz. Stadt aldaer den wilden moer groot ontrent fes a feuen duyfent gemeten, al 't wclck verdroncken lant nu meest bevischt wort van eenen ygelyck die 't belieft , fonder eenigen tytel , verfochten zy Remonftranten, defelue Visfcberie te moghen verhuyren, fonder nochtans te willen prejudiciëren eenige Ambachtsheeren , die met goede documenten connen proberen, dat hun rechten in eenige houcken van dien competeerde , van welcke zy alleene verfoccken dat de Vis in al fulcke houcken gevangen, binnen Romerswale ten afflage gebracht werde, of ten minlten den gecommitteerden fyn ghemoet binnen der voorfz. Stede te hebben; hebben daer en bouéll verfocht dat onsgelieue hun Remonftranten te gunnen ende te accorderen, dat fy luyden fullen mogen ëmployercn Calleenlyck tot reftoratie des voorfz. Stede Dycken, hoofden, ende andere nootelycke herbouwinghe ende reparatien) de penningen H 3 te  ( ii8 ) te procederen uyt hare portie, in allen beden, Imposten, Subventien, uytgaende domeynen ende andere lasten, foo van hunne goederen binnen der voorfz. Stadt als elders binnen onfen Gouuernemente ghelegen voor den tyt van acht en twintich Jaeren; Bouen dien ghemerct de haesticheyt van heuren dyckagien, een merckelicke ghereede fomme vereyscbt, dat haer werde geconfenteert te moghen vercoopen s ofte ten minften belasten al fulcke Landen, Chynfen ende Renten, als den H. Geest, Capittel , Pastorie, ende andere geestelicke goederen binnen Reymerswale lyn aencoramende, ofte die eenige perfoonen van der voorfz. Stede in 't leuen fyn de , lyn befittende, oft genietende, foo binnen der voorfz. Stede als elder ghelegen ende ghcfondeert, midts dat fy luyden den Armen Jaerlicx daer voren Rente fullen uytrcycken. ' Doen te weten, dat wy de faecken voorfz, ouergemerckt, hier op 't aduys van den Gouverneur, Raden, ende oock van de gemeene Staten 's lants van Zeelant, genegen fyn de ter bede van de Supplianten, Te meer dat dm yoorfz. Staten van Zeelant den voorn, van Reimerswale 't felue liberaiick hebben genccordeert, ende geconfenteert, hebben t lelue geconfirmeert , gegunc ende geoftroycert, Ponfirmeeren ende oaroyeren nudts deler. Te weten, dat die van Rcimcïswalc als hoolcitad van Zuytbeuelant daer inne de verdroncken Landen ghelegen' fyn , voortaen fdl-  c 119 y - len mogen verhuyfen toe desfelfs Stadts dycken profyte , alle de hoecken van de Visfcherie, ende fchornen onder 't voorfz. verdroncken lant , wefende gront van Zeelant, met diesfer aencleeft, rontfomme de voorfz-. Scadt gheleghen , midts nochtans conditie, dat 't felue ghefebiede fonder- prejuditie van yemandts recht als bouen verhaelt ftaet, dan indien daer beuonden werden eenighe Ambachtsheeren die deuchdelick connen doceren dat zy met goeden tytel in pofe.^fie fyn van eenige hoecken van de voorfz. ViFfcherie , fal alleenlick dien Visch , op al fulcke hoecken gevangen , binnen Reimerswale ten afflaghe ghebracht werden, ofte emmers den gecommitteerde fyn ghemoet hebben. Daer en bouen hebben wy de voorfz. Supplianten als noch geaccordeert ende gejonnen, accor-. deren ende Jonnen by dezen, tot reftauratie des voorfz. Stadts dycken , hoofden ende andere nootelicke reparatien te mogen Innen ende employeeren , alle al fulcke penningen te procederen uyt heurlieder portie, in alle beden, fubventien ende Imposten, uytgaende domeynen ende andere lasten , die by Ons ofte de Staten van Zeelant, ofte van de ghene die faecke geaccordeert fullen mogen worden, foo van hunne goederen binnen de voorfz. Stede als elders binnen onfen Gouuernemente gheleghen. Noch gheconfenteert ende confenteren midts defen, dat de Supplianten ten refpe&e als bouen, fullen moghen vercoopen, H 4 pfte  ( ) ofte ten minften belasten, al fucke Landen, Chynfen ende Renten , als den H. Geest, Capittele, Pastorie ende ander geestelicke goederen binnen Romerswale fyn aencomende, ofte andere die eenige perfoonen van der Stede voorfz. in 't leuen fynde, fyn befittende, ofte genietende, foo binnen de voorfz. Stede als elders gheleghen ende gefondeert. Ontbiedende daeromme ende van wegen fyne Majefteyt expresfelick den voorfz. Staten van Zeelant, haren Gecommitteerde Raden ende van de gemeene faecken ; mitsgaders alle Rechteren, Justicieren, Officieren, Deur-, waerders ordinaris ofte extraordinaris, ende onderfaten die 't aengaen fal, dat fy den voorn. Supplianten, van defe onfe giften ende Confente , doen ende ghedoghen rustelick ende volcomentlick genieten ende gebruyeken , fonder hen te doene ofte laten gefchieden eenich hinder, letfel fwaricheyt ofte moeijenisfe; Ontbiedende oock alle Rentmeesters bewesterfchelt ofte beoosterfchelt , van de Staten ofte gemeyne middelen, dat zy den Supplianten voorn, fulex als 't voorfz. ftaet. quyteren ende haer quote in allen beden, lasten ende Imposten voorfz., cesferende alle beletten ter contrarien. Des Toirconden , foo hebben wy dit met onfen name onderteekent, 0nde onfen feghel hier onder aen doen hangen,, Gcgeuen binnen der Stede Antwerpen op den xviij- dach May in 't Jaer ons Heeren Duyfent vyf hondert agt en Seuentieh, Ende was on. der-  C ) derteeckent Guille de Nasfau. op dc ploye ftont gefchreuen, By mynen Gcnadigcn Heere de Prince , J. Milander, Ende onder aen een dobbelen fteerte van franchynen, was uythangende 't Segel van rooden wasfc van fyne Excellentie gans gaef, ende op den dors ftont gefchreuen aldus. Die Gecommitteerde Raden van den Staten 'slants ende Graeflicheyt van Zeelant; Alfoo' Ons luyden, by Bailliu, Burgemeesters ende Schepenen der Romerswale gheremonftreert fyne defe opene brieuen van Octroye by fyne Vorftclicke Genade der voorfz. Stede verleent, met voorgaende aduyfe ende bewillinghe ia 'c witte van defen, waer tegen de Remonftranten beduchten, dat dc Rentmeesters naer date van defen Oótroye, hen lieden commishe gecregen hebbende, eenige Swarichcyc fouden maecken. Soo is 't dat wy 't voorfz. Oéiroy ghefien hebbende, Ordonneren ende bevelen van wegen de voorfz. Staten, foo veel des noots fy , alle Rentmeesters van bcwesterfchelt, ofte beooster fchek, van de Domeynen van de Starten van de gemeene faecke, 't extraordinaris van dc gemeene faecke, oock die hunne Commisfien naer date van den voorfz. Oftroye vercregen hebben, ende alle andere Officieren ende onderfaten die 't felue aengaen mach, dat zy lieden de Remonftranten ende hunne Succesfeurs in officie, rustclick ende vredelicken laten ende gedooghen, naer den teneur desfelfs, 't effeét van dien gebruyekende ende genieten, niet tegenftaende eenige ComH 5 mis-  ( 122 ) misfien, Ordonnantiën , brieuen ofte bevelen ter contrarien, dien welcken wy met defe zoo vele defen aengaet derogeren, dus werden die van Romerswale gehouden te doene behoorlicke Rekeninghe ende bewys van de employ van de penninghen, ten mcesten proffyteende bewaernisfe van hunne Stadt ende Zeewercken , die ghecommen fyn, ende noch comen fullen, van dc middelen in defen Oftroye begrepen, ten welcken fyne de voorfz. Rentmeesters rëspeftivelick van elcken quartier onder wiens bewint die van Romerswale uyt crachte van defen yet uyftaende hebben , ofte hebben fullen, belast worden midts defen, Jaerlicx ofte anderfints in hunne Rekeninge te brengen by Memorie , die goederen ende Schulden van hunne quartieren ende bedrynen,, om te dienen voor Conterolle , ende bringende aileenlick d'eerfte copie auétentyeque van defen achter aen de voorfz. Oftroye, onder de ham van onfe Collegie, fullen hen Jaerlicx pasferen in Rekeninghe foo dat behoort, willende voorts der voorfz. Copie als boven alomme gegeuen te worden volcommen en fulcken gelooue, als defe originele , daer men 't principael niet confte becommen. Aldus gedaen in 't Hof van Zeelant tot Middelburg onder den Staten Zeghel ter faecken hier op doen drucken, den V. Marty in 't Jaer ons Heeren xv= ende tachentich. Onderftont gefchreuen , ter Ordonnantie van de Gecommitteerde Raden van de Staten , 's Lants ende Graeflicheyts van Zeelant, By mij, was ondertceckent, C. H. Roels,  C 123 ) Roeis, ende befeghelt met een root gedruel Zeghel in 't Placcate. Daer beneuen ftont aldus. Op den xviij Meye 1580. omredenen is geaccordeert, dat by de Rentmeesters van de Staten, den Impetranten van defen Octroye fal uytgereycr, worden tot behoef ende met laste van Rekeninge ais daer by ghecaueert wert, die fommc van vyfeich ponden gr. vis. Jaerlicx, den tyt van feilen iaer lanck gheduerende, daer van 't eerfte iaer als huydent verfchijnen fal den xviij-; defer maent van Meye, ende dat in plaetfe van de impretatie in dit Oclroy begrepen, in de gefubiineerde ivoor, den, ende midts renoncierende by de voorfz. Impetranten voor den feluen tyt 't effecT: van dien , foo vele belangt de goeden buyten Romerswale , alles by prouifie ende fonder prejudicie van defelue Oftroye in fyn ander poin&en, oock foo veel aengaet den termyn van xxviij Jaren hemlieden dner by gegunt, alfoo verftaen wort dat 't eynde van de voorfz. zeuen Jaren, by hem lieden daer toe aenhoudende voorder op de verleynginghe ofte continuatie van de voorfz. iaerlickfe preftatie, by de Heeren Staten zal gelet worden, als in de reden, en naer ghelegentheyt van de faecken als dan fal bevonden worden te behooren. Aldus ghedaen in 't Hof van Zeelant tot Midi delburgh ten dage en iare als veren , Ende was geparapheert J. P. Ondcrftont ter Ordonnantie van de Gecommitteerde Raden van de Staten 'slants van Zeelant, Bymy, ende was onderteeckent, C. H. Boels O  ( 124 ) c. Briev der Regeering van Romerswalle aan die vanVere, ontfchuldigende zich van aangetygde blaam, en beklag over die van Goes. Den 22 September 158 r. Eerfame, Wyze, Discrete feer voorfienighe Heeren! Naer dyen wy foo vuydt onfe Gecommitteerde laestmael by myn Heeren de Gecommitteerde Raden geweest fynde, als oyck anderfins verftaan hebben, dat fekere afgunstighe als namentlyck dye van der Goes, gepoocht hebben gehadt, ende noch fyn poogende, om uwer E. jegens ons texacerveren , ende affgunstich te maken, ende dat onderpretextffoo defelve comineren ende verfieren) als offuwer E. eenichfins by ons foude gedenoteert, gedenegreert ende gemeynt fyn, in fekere onfeRemonftrantie 't anderen tyde aen dye van Middelburgh gedaen, 'Twelck alfoo 't onfe meyninghe noydt en es geweest, noch oyck egenefins vuydt defelue ouerfulex can verftaen worden : hebben wy goedtgedacht dies een weynich aen uwer E. midts defen tc fchryven, ten  ( "5 ) ten eiynde hun lieder openbare calumnien Cwaer mede ende met diergelycke fy luyden nyet aheenJycken nu fyn arbeydende om ons goet recht ende priuilegien deur beneficiurn van den Spanjaert hun lieden als doen geasfocieerde ingeuoert, te moghen blyuen behouden , maer-oyck ouer de twee .hondert jaeren daer naer, (maer te vergeefs) gehaeci hebben) mach naeclelycke ontdeér., ende wy luyden deur de demonftratie ons goedts rechts, ende wettelycke motiuen der voorfz. Remonftrantie, by uwer E. ende allen anderen moghen naer redenen ontfchuldicht, ende voor diergelycke meer andere calumnien befchermt worden. Daeromme alfos wy, naer behoorlycke proteftatie by ons gedaen, beuonden dat nyet alleenlyck de Stadt Romerswalle ouer geheel Zuytbeuelant, maer oyck die van Middelburch ouer etteelyke Dorpen aldaer, by die van der Goes geprejudicieert wierden , nopende den lantrechte ouer 't felve Eylandt binnen de voorfeyde Stadt Romerswalle, achteruolgende desfelfs Stadts priuilegien ouer de twee hondert paifmelycke geexerceert ; Ende datter oyck feker mescontentement gerefen was tusfchen die voorn. Steden Middelburch ende Goes, ter caufen van de criminele Juftitie ouer den platten lande van Zuytbeuelant voorfz., foe ende om geen ander finguliere faecken heeft ons goedt gedacht d'occafie ende d'oppertuniteyt gewaer te nemen, ende met eenen ont goedt recht te veruolghen, daer toe ons pari ticu-  ticulierlyck addresferende aen die van Middelburch , om die felve oyck anderünts jegens die van der Goes in querele fynde , te vermanen ende 't induceren, om gelyckerhandt (gemercT: de faecke hun lieden eensdeels mede was aengaende) jegens die van der Goes , poogende met fuppresfie van hunne naegebueren een abfolute preminencie binnen den voorfz. Eylande van Zuydtbeuelandt (alvvaer nochtans fy luyden ten respe&e van ons, maer gelyck andere dorpen aldaer fyn ; noch Jurisdictie noch eenige authoriteyt buyten haerder mueren, mogende gebruyeken) te conftitueren, tydelycken tobrueren ende tot reilitutie van onfen privilegiën te benerftighen ; Te meer alfoe die van der Goes 't anderen tyden adjunet fynde met eenen gedeputeerde vuyt een ander ItadC by onfent , ons hadden grootelycken gejmportuneert, ende geerne gejnduceert gehadt om mede met onfe voyfen ende Suffragien hun lieden 't asfifteren in prejuditie des voorfz. Stadts Middelburch , tot de vermelde criminele Juftitie, dewelckc, de welcke voorfz. Steden alfoe fy hun foe wel 't famen gedregen ende quafi geconfpireert hadden binnen de voorgaende troublen tot onfer bederffenisfe, ruync ende dofolatie , poegende even yrnelycken om onfen priuilegien , gerechticheden ende oude haircomen, quafi binnen onfen leuende lyue te parten ende te deelen, daer toe ons nuncuperende by den Hertoch van Alue Commandador Major, ende andere diergelycke te wefen  C 127 ) wefen maer een retrait van de rebellen van fyne Majelleyt, daer Godts facramenten nyet geadminiftreert, nocli fyne Majefteyte geenen dienst gedaen werde , met diergelycke meer andere hier te lanck om te verhalen, ende oyck odieufer fyisde om te vermanen , om deur defolatie ende faccagcmente onfer Stadts, desfelfs gerech ticheden (dewelcke fy alreetü metter opgekrast hadden) fondereenich naedunken te mogen Incorporeren , waer of die van der Goes de gelückixfte wefeode, hebben nyet alleenlyck 't landtrecht (waer van fy ons al noch jegens allen recht, pacificatie, oyck hun [ieder felis fatisfactie fyn deposfesferende) vuyc dyen houcke ende met gratie ende lof des Spanjaerts vercreghen, maer oyck hadden toe een euident teecken van onfe vastelauonde Jaermerét, die fy mede door de fignale ende merckelycke dienften den lande gedaen, fuicx als bouen gcobtineert hadden, denfelucn Jairmerct publycken ende openbaerlycken (Tender eenige fchaemte van dat fy hunne naegebueren foo van als ende met alfulcke titule deschineerd ende afuilden) op haer liedcr naeme in de Jaerlicxe Almanachen doen Infereren hoewel nochtans de felffte nu wat gencreufelycker handelende, ende met ons compasfie hebbende, nyet willende den voorfz. Jaermerót in dier voughen gebruyeken, oyck wefende maer conditionei gelyck als het Octroy van hun gepretendeerde kntrecht (indien Romerswalle 't eenemaeZ ver-  ( 128 ) verloorcn ende defolaet bleefue) nu onlanCJc hebben geobtineert een nyewen marei, comende Jaerlycx ontrent twee ofte drye daghen voor den onfen, ende namenlyck den naesten Jaere op eenen dach, midts welcken ende meer andere redenen fyn hun refererende de woorden in de voorfeide Remonltrantie geexpresfeert: Dat die van der Goes met hunne adjuncten van eender humeuren , deur dien fy met den Spanjaert gehouden, ende deur defelue onfe Gerechticheden geincorporeert hebben , hunne concepten prefumtuefelyck fyn attenterende , waer vuydt es notoirlyck genouch, dat alfoe noch uwer E. eenich lantrecht ofte Jurisdictie in Zuydtbeuelandc, oft quartier van der Tholen, Poortvliet ètc. (alwaer wy luyden met eenen deur die van der Goes werden verfteken) heeft gecxerceerr, noch oyck van die humeuren fydt geweest, dat uwer E. geenfins by defelue Remonltrantie can verflaen worden , ofce oyck oydt onfe meeninghe ende Intentie fulex geweest is, wefende nyet hoogher 't estimere de gewycrieerde calumnien ende vitiligatien, dewelcke die van der Goes pooghen uwer E. 't intondcren ende te perfuaderen, dan dat indien fy luyden ouer de ij; Jaaren ende merekelycken in de laeste troublen, alle middelen gefocht ende geexcogiteert hebben gehadt, om ons 't onfe t'eximeren, ende onfe gerechticheden af handicht te maken, doen fy al noch nae defelue waren inhierende, daer thoe alle middelen ,  C 129 ) delen, cauillatien, ende vuythoecken die fy eenichfins conften by brengen , vuyt den Ihoucke fiepende, dat defelue nu veel meer ende guerlycker fyn arbeydende ende benarftighende, om 't gene fy met quade titulen hebben geobtineert, ende ouerfulcx met goeder faecken (als directelyck jegens onfe preuilegien , pacificatie ende alle andere redenen repugnerende) nyet en vermogen te houden ftaende * met alle cincuttien , ambagen ende Indirecte weghen ende omhoucken te diuerteren, ende quafi ('t welck nochtans hopen deur de gratie Godts, die de geoppresfeerden in haer gerechticheyt noydt en heeft verlaten) hun faillieren fal ons te matteren. Verfouckende ende begerende daeromme feer vriendelycken aen uwer E. , dat al 't gene uwer E. die van der Goes van ons fouden mogen finisterlycken gerapporteert ofte geinterpreteert hebben ofte noch fouden moghen rapporteren ofte Interpreteren , te gelieuen 't felue voor nyet anders t'estimeren ende hoogher te houden , dan voor finistre practycquen, om ons by uwer E. odieux te maken, ende ons te fupprimeren, ende dat al 't felfde es fpruytende ende forterende vuyt d'oude Immemoriale Infantuobile concupiscence ende énnuye tot onfe gerechticheden , mitsgaders d'afgunfticheyt ter dier oorfaecken by hun lieden jegens ons gedraghen: Ende dat uwer E. geliefue te continueren in d'oude goede Ialliance ende fincere vrientfcap, die foe wy I als  C 130 5 als onfe Predecesfeurs , foe met uwe E. als derfeluer Heeren, fonder cenighe interruptie ofte fimulte gehadt ende tot noch toe altydts gecontinueert hebben , ende ouerfulcx uwer E. mede bondtgenooten , in de voorgaende troublen, de gemeyne faecke met hun Schepen , foute , turfuen, c mtributien , ende generalyc met thoe offeringhe der geheelder Stadt geasfifteert hebbende, jegens den genen die in defelue troublen met hun geit ende goet, raedt ende daedt, foe uwer E. als ons gepoocht hebben deur den Spanjaert t'opprimeren , (foe veel in uwer E. es) te helpen van alle Incureen te defenderen , ende tot hun goedt recht 't welck van Godts ende rechts weghen defelue es competerende , te fauoriferen , reguard nemende , dat indien Summo Jure ende merite nwer E. deur de merekelyke dienften binnen de voorfz. troublen den lande bewefen , in odium van de gene die in al fulcken gradu ende conditie fyn als van der Goes, elderfms geremunieerr ende gerecompenfeert fydt geweest: Dat jegens alle redenen , billicbeyt ende pacificatie es ftrydende (dat 't gene een ander prejudiciabel es ende wscrom den feluen gemulcteert werdt) dat defelfte faecken die van der Goes foude redunderen tot grooten prouffyten, ende dat fy luyden deur haer pertinuatie met den Spanjaert jegens 't gemeen Vaderslant fouden haer lieder conditie beter maken, in prejuditie ende met enorme fchaden, hinder ende groffe lefie  C 131 ) leffe van den genen die gelycke fyde met uwër' E. gehouden hebbende veel eer als uwer E- behoorde geremunieert , ende ouerfulcx veel min van 't gene fy van ouer 's menfchen gedencken ende bet dan ijc Jaren paifiuelycken by expresfe priuilegien gebruyót hebberl gepriueert te werden. Hier mede Eerfaeme, Wyfe, Discrete, feer voorfienigé Heeren ons gebiedende gedienstelycken tot uwer E., de welcke ons in gelycke ende allé andere occurerende faecken reciproce fült bereydt ende verobligeert vynden beuelendé felue den Almogende Heere vuydt Romerswalle den JotijBii Septembris xvc Lxxxj. Uwer E. goede Frynden Baliu Bur. gemeesters, Schepenen endeRaedt der Stede Romerswalle (geteekend) E. W. OLIPHANt; (Het opfchrift was) Eerfaeme, Wyfe , Discrete, . feer Voorfienighe Hee• ren Bailliu, Burgemees. ters, Schepenen ende Raedt der Stede Ver e. 1 2 %  C 132 ) D. Requesc der Regeering van. Romers waal aan de Ed. Mog. Heeren Staaten van Zeeland, om asfiftentie van penningen, en dat haar Zee-werken mogten géinfpeèeert worden etc.. in Augustus I592- Supplierende vertooghen in alder oodmoedicheyt, Burchmeesters ende Schepenen der Stede van Reymerswalle, te kennen ghe^ uende dat omme de befchermenesfe van hun Hedör aerm ghemeente ende gedestrueerde Stede van noode is te doene Jaerlicx zeer groote Reparatien an haer lieder Dycken, hoofden ende andersfins, maer alzoo de middelen van de fupplianten zeer cleyne ende de gone hem lieden van weghen vlieden Ed: bygclevt , niet befhnt en zyn omme zulcke groote excesfiue oncosten te dragen ende Wilftryngen, heeft 't zelue gecaufeert groote fchade voor de fupplianten, in zulcker voeohen, dat den pdstdyck der zei ver ftede deur den grooten last van den water, zoo zeer gefmalt en Je ghemindert is, dat men vreest den zeluen in onweder, fturm, hooghen vloet of anders zoude moghen 't eenighen tyde deurbreken mits den zeluen in vele plecken zeere vut-  ( 133 ) vutgehoelt ende gefchuert is, zo dat meer dan noodich is , dat den zeluen gebrocht worde in zyn vuile eerde, van onder van den teen tot bouen de Cruyne van den zeluen Dyck; van gelycken de andere Dycken te docne be-. hoorlicke reparatien , mitsgaders gemaeót worde eenen Rysbarm tot preferuactie van de haven over 't meylandt tot an 't fchorre der voorn. Stede, D'welc deur het water by na verloopen, ende cauferende is de vervuyünghe van de voorfz. hauene , waer toe de Supplianten, omme 't vulbryngen van 't gene voorfcreuen, noodich is, eene notabic fomme van penningen, ende alzoo de Supplianten middelteer cleyne is, ende geensfins befte.ïit omme 't vulftryngen van 't gene voorfcreuen, zyn hem lieden de Supplianten zich addresferende an VliederEd: Biddende dezelue beliefue in faueure van hem lieden, haer lieder aerme onderzaten ende gedefoleerde Stede, te asfiIteren van een zeker fomme van penningen, emmers ten minftcn van twee hondert pon. den grooten, vp dat zy daer mede met andere, hun lieden voorfz. cleene middelen, moghen doen eene behoorlicke reparatie , ende by zulcken middelen V lieder Ed: eenen tyt van Jaeren ongemolefteert laten , daer andersfins de Supplianten vervallen zouden in geheele ruyne , zo men by experier,tie beuinden zoude, zoo verre V lieden Ed: belieft Jemant te committeren, die beneffens der Supplianten de voornoemde wereken vifitere eiide helpe I 3 be-  ( 134 ) hefteden , omme naer het beloop van dien s op het inhauden van der Supplianten Requeste , te beter regard genoomen te worden, emmers by ordonnantie van V lieder Ed: zoo vele gedaen worde, dat betaelt mach worden zulqc als men beuinden zal 't capitaal van de voorfz. beftedynge meer te bedraghen , dan der Supplianten middelen machtich zyn te vulftrygen zonder haerlieder cost: P'welke doende zullen de Supplianten bidden voor de wélvaert ende prosperiteyt van V lieden myne voorn. Heeren (was geapostillert) die Raden alhier worden gecommitteert omme die Rekeninge van der Stats van Reymerswalle incomen alvoorens te hooren en fluyten , omme die gezien voorder te aduifeeren. Aldus gedaen in 't Hoff van Zeelant tot Middelburg ter Vergaderinge van de voorfz. Staten den vyf ' Augusti 1592. (gheparapheert) P. Rycke V ' onderftondc my prefent (geteekend) Ch: Roelfius. E.  C 135 > E. Request der Regeering van Romers waal aan Heeren Gecommitteerde Raaden van Zeeland , waar by zy haare Stads Rekening overbrengen ter examinatie, en andermaal om adfiftentie zyn verzoekende. Aen Edele fVaerde ende Mogende Heeren, Myn Heeren die Gecommitteerde Raden van de Staten 's lants ende Graefffchap van Zeelandt. Supplierende Vertoogcn in alder ootmoedigheidt Burchmeesters, Schepenen ende Regeerders der Stede Reymerswale , hoe dat zy Supplianten in Augusti xvo twee en t'negentich , by Requeste hebben verthoont in wat last de voorn. Stede van Reymerswale was wefende , wat wercken reparatien meer als noodich waren gedaen tot preferuaetie van de hauen ende Dycken der voorn. Stede, daer toe de voornoemde Supplianten verfochten asfiftencie an Myn Heeren die Staten van Zeelandt, die daer op hebben geordonneert, dat die van Reymerswale zouden bringen in handen van Myn Heeren die Gecommitteerde I 4 Ra-'  ( 136 ) Raden, de Rekeninge van den Incommen ende Last der voorn. Stede, omme dat gefien by defelue geda-n te worden naer behooren, volgende d'Appostilie van de Requeste te defen annex , al 't welc de Supplianten ten eerften zouden gedaen hebben, ten hadde geweest 't felue haer verhindert was mits het ouertyden van den Bailliu Jacqb Adriaensz. ■ Die by V. E gecommitteert was tor de colleólatie van alle Stads imposten, ende den Ontfanck van de hondert ponden grooten by 't Jare tot onderhoudt der Dyckagie, van alle 't welcke de voorn. Supplianten van de erffgenamen van den voorn Bailliunu eerst ouer zekeren tyt pdieleden', Rekeninge vercregen hebben , noch ongcfloten , die de voorn. Supplianten met en benefïens de andere Stads Rekeningen an V. E. by dezen zyn prefenterende , weieke verachteringc grootelicx caufeerde 't naerdeel ende fchade der voorn. Stede in hare Zsewercken , hoofden ende anders , nemaer ouer 't felue foo veel het mogelie was te verhoeden , hebben de Supplianten haer lieder te quyten voor V. E. in eedt ende amptshaiuen, midlertyd gheftelt tot de voorn. Colleftatie in de pfaetfe van den ouerleden Bailliu , Jan van der Haghe fllius Petrus, den welcken beneffens ons zyne vrienden ende Credyt emploïerende, hebben foo veel gedaen, dat de voorn. Rysbarem ende hauen in defen geannexeerde Requeste vermeit gheleit ende ghemaecl; is, (alfoo- t voorn..  ( 137 ) voorn, werck fonder merkelicke fchade van de voorn. Stede niet en conde oft mochte gedelayeert wefen) ende bouen dien 't groot ende deen hooft met Rys verfwaert ende vermaccl:, ooc tot Lilloo ghecocbt . . . ontrent de twaelf Duifent Riet, binnen der Stede Tholen ende Lande van dyen Stroo, daer mede de voorn. Supplianten de voorn. Dycken naer vermoghen hebben onderhauden, in der manieren, (dan of zy Godr. Almachüchhoochlick zyn dankende) dat geduerende alle defe voorleden groote ftormen ende vloeden, in de voorn. Dycken onnaer zoo veel fchade en is , als 't wel (Godt betert) in andere plaetfen , ghelyck ja minder Last lydende, gefchiet is; nu alfoo de Supp ianten mits huer gedaen debuoir hemlieden ende de Stadt ver, achtert vinden, ende hoochnoodelyc van noode is , (foo men de voorn. Stede ende Dycken begeert te hauden) dit jegenwoordich fayfoen de voorn. Dycken voorfien ende in hunne vuile eerde gebracht werden, daer toe zy Supplianten geenen middel en zyn heb. bende, ende derhaluen keeren hun tot V. E. met prefentatie van hare Rekenynge volghende de voorn, geannexeerde Appostille, ten fyne V. Ë. belieue defelue te ouerfien ende Recolleren, vp dat de Supplianten mogen vercrigen voor defe reife V. E. hulpe ende asfiftentie tot opmaeckinge van de voorn. Dycken, ende betalinge van huere achter. Hellen, vutwyfende de voorn. Rekenynge, I 5 dien-  C 138 ) dienvolgende bidden de Supplianten dat V. E. beheue yemandt te committeren, die met ende beneffens de Supplianfen de voorn, reparatien, an de Dycken ende andere Zee-wercken beftede , mits 00c waer ende by wien de Supplianten de betalinge , van het gene dat costen fal, gedaen fal worden: welcke voorn, reparatie behoorlic gedaen zynde, ende mits hebbende van V. E. eenen cleynen toelech, verhopen zy Supplianten de voorn. Stede ende Dycken (met Gods hulpe) eenen langen tyt te onderhouden, zonder V. E. ter caufen van dyen meer te molesteren naer luydt der voorn, gheannexeerde Requeste, verhopende V. E. 't felue zult doen , daer toe zy Supplianten zeer oodtmoedelic zyn biddende etc. F.  ( 139 ) F. 0 Misfive van Heeren Gecommtfr teerde Raaden van Zeeland aan de respective Staatsleden dier Provinrie, om derzek ver advife in te brengen op de herhaalde verzoeken van Romerswaal om adfiftentie. Den ii Juny 1594. Eerfaeme , Wyfe , Discrete ende zeer Voorfienige Heeren! Die van Reymerswale hebben aen ons geprefenteert twee Requesten daer van de copien hier mede gaen , tenderende om geasfifteert te worden met eene fomme van twee hondert ponden grooten vlaems eens, om haere Dyckagie, die in eenen foberen ftaet is, met defen faifoene te moghen verzekeren ; foo fullen uw E. gelieuen de voorfz. Requesten t'examineren, ende daer op zoo fauorabel refolueren , als defelue weten den noot van de Supplianten te vereysfchen, ende hunne Gedeputeerde alhier ter Dachuaert wefende, daer op te vollasten. Hier  C 140 ) Hier mede Eerfaeme, Wyfe, Discrete ende zeer Voorfienige Heeren zyt Gode beuolen, vuyc Middelburgh den xj Juny 1594. (geteekend) P. RYCKEN. Ter Ordonnantie van de Gecommitteerde Raden van Zeelant. By my (geteekend) C H. ROEYLS. G.  C 141 ) G. Briev der Regeering van Romerswaal aan de Regeeririg van Zierickzee, waar by die om hulp en voorfpraak worden gebeden, ten einde de ■ vereischte hulpe van 's Lands wege worde toegeftaan en dadelyk ter uitvoer gebragt. Den 13 November 1595. Weerde, Wyfe, Hoochgeleerde, Discrete ende Voorfienighe Heeren! Wy verhopen dat V lieder E. noch indachtig zyt, dat v/y van ouer meer als anderhalf Jaer gefolliciteert en vervolcht hebben, omme te hebben asfiftentie van vyfthien hondert guldens tot hulpe van onfe lastige Dye. 1 kagie, daer wy tot noch toe nyet en fyn geholpen : Nemaer heeft belieft myne E. Heeren die Staten van Zeelandt ons te ordonneren, alle  alle onfe Rekeningen ouer te ïeueren in hariden van Myn Heeren die Auditeurs van dert Rekencamer van Zeelandt, zedert den tyt van ons Oclroy, dwelck wy ouermits 't verloop des tyts met groote moeyte ende arbeyt hebben naergecommert ende öuergebracht tot ende met den lesten Marty 1595. breeder blyckende by het advys van de voorn. Heeren van den Rekencamer, ouergeleuert, op de vergaderinge van de Heeren Staten van Zeelandt op den jtje defer, met feker Requeste daer by vertoont wordt, dat de voorn. Dyckagie met de geleydde Ryswercken compt te bedragen bet als vier hondert ponden grooten, gebleken by de Rekeninge gedaen ende noch te doenne. Welcke voorn, fomme meest al betaelt is tot onfen ernstigen verfoecke by Jan van der Haghe onfen Secretaris, vuyt fyne Intermife , dat op het goet toefeggen ende vertrouwen van de voorn. Heeren Staten ende hare Gecommitteerde Raden; welcke' penningen den voorn, van der Haghe ten achter ftaec aen den Heere Treforier Generael van Zeelant, die den voorn, van der Haghe daeromme is molesterende, fo dat wy genootfaeckt fyn ons andermaal met Requeste té addresfercn aen de Heeren Staten van Zeelandt, ten fyne dat V Lieder belieffue ons in de voorn, fomme voor deze reyfe te asfiftereri ende helpen, met prefentatie van ons te ver* obligeren in vele Jaeren de voorn. Heeren Staten ofte V lieder E. tot geene fubfidie ofte hulpe'  ( J43 ) hulpe te molesteren , maer onfe Stadt end» onfe Dyckagie te onderhouden met onfen cleenen middel, mits dat ons toegelaten ende geconfenteerd worde 't Lycent van de mosfelen op onfen bodem gevanghen, bedragende om. trent xx L gr. 't Siaers, dan of wy vvt crachte van ons Octroy den Ontfanck genooten hebben tot vltima Marty 1591 toe, ten welcken tyde den voorn, van der Haghe vuyt Laste van myn Heeren van der Adrmraliteyt van Zeelaiu 't felue ons heeft afgenomen. In welck verfouck ü lieder ons zeer behulpich condt wefen, derhaluen fyn defe aen V lieder E. fchryuende ende hoochlyck dat V lieder E. met medelyden ouer onfe ellende ende armoede beweecht fynde, ons eenmael wt onfen last ènde zwaricheyt wilt helpen, Vlieder E. Gecommitteerde op defe aenftaende Vergaderinghe dan of macht ende Last te gheuen, ten fyne wy defe mael geholpen fynde , V lieder E. mogen laten van nu voort ongemolelteert , regard neemende op onfe armoede ende de groote cösten by ons geleden , in 'c vervolghen van defe fubfidie, bedragende een groote fomme dwelck ons dwingt onfen noot ende armoede te openbaren, ende V lieder E. te molesteren. Dwelk doende fult aen ons bewyfen een werek van barmherticheyt ende fullen den Almogende God bidden dat hy V lieder Waerde , hoochgeleerde, wyfe , discrete 5 zeer voorfienighe Heeren fpaere in alle voor- fpoet  C 144 ) fpoet geluckfalige Regieringe ende lanck Vuyt Reymerswale defen xuj. Nouembns 1595. V liever goetwillige Vrienden ende nagebueren. Bailliu , Burgemeesters ende Schepenen der voorn. Stede ende Ter Ordonnantie van de felve in ah* fentie Secretaris (geteekend) L. J. J O O S S. M O L. (Het opfchrift was) Weerde, Hoochgeleerde, Wyfe Discrete , zeer Voorfienighe Heeren Burgemeesters, Schepenen ende Raadt der Stede 2 1 r 1 c z e e. II.  ( 145 ) H. hJ h**ü-^ t*1 Maas Nader Request van die van Romerswaal aan de Edele Mogende Heeren Staaten van Zeelandt, waar in zy op nieuws hunnen noodtekenne geeven en om onderftand verzoeken. 16 November lócz. Der E. Wyfe, Discrete, voorfienige ende Mogende Heeren , myne E. Heeren StatLn 's Landts ende Graeffelycheyt van Zeelandt* "IH) emonflreren ende verthoonen in alder _1L\. reucrentien , Bailliu , Burgemeesters , ende Schepenen der Stede Reymerswale, hoe dat fy Supplianten hen befwaert ende belast vindende in 't maecken ende onderhouden van de menichvuldighe fware Dyckagie ende Ryswereken der Stede Reymerswale , welcke Dyckagie lanck is bouen vylf hondert ende vyfiich piifen roeden, behaluen de rys-werc. ken van den Oost - rysbarm, ende 't ryfenhooft metten rysbarme aen de Wettzyde tot cbnferuatie van de hauene, lanck fynde hovende 56" pitfe roeden. K - Welcke  C 146 ) Welcke Dyckagie tot vele diuerfcheplaetfen feer befchadicht is van de continuele tempeeften, die nu vele tyts geduert hebben, gelyck oock 't voorn, ryfenhooft met den Oosten ende Westen rysbarmen by nae plat liggen ende te nyete gaen een Jegelick bekent, wefende den Supplianten een verdrietigh aenficn ende te meerder hartfeer, devvyle fy de rys. wereken ende Dyckagie wel begeeren ende wilden helpen , maer dat d'armoede van de burge^e, fober neringe, mitsgaders de cleene middelen ende Incompften der feluer Stede, nyet en konnen verftringhen orame de menichvuldige fwaricheden te hulpe te commen. Ende'alfoo fy fupplianten zedert den lesten byftant, hun lieden vergunt op de leste vergaderingo van de E. Heeren Staten van Zeelandt binnen de Stede van Ziriczee, naerderhandt genootfaeckt fyn geworden, omme middelen te vorderen om penningen te furneeren , vercoopende fommige van Stadts vervallen materialen fo harden als rootsteen ter minste lefie van de voorn. Stede, ende daer mede gecocht ende betaelt tot onderhoudenisfe van de voorn. Dyckagie ende Ryswereken, als ftroo, blatryet, finckrys, arbeytsloon ende diergelycke costen, dit foe verre de penningen daer van geprocedeert conden verftrecken , ende en hebben myne E. Heeren nyét mooylyck geweest, noch eenige Subfidie zedert den voorn, tyt genooten, maer met Stadts middelen beholpen, naer vermogen  ( 147 ) fhogen foo lange fy eenige mogelicke behuïpfen eonden gevoorderen. Oock hebben fy fupplianten in perfoone, te weeten Burgemeesters ende foramighe Schepenen, verftant hebbende van Dyckwercken te maeeken, nu wel Jaeren lanck genootfaeckt gheweest vele Dyck wereken aen te nemen ende opmaecken, faute van penningen, om dat d'andere burgers hun aengenomen wereken ongemaeeke lieten ligghen , geuende voor antwoorde, hadden wy ommers wat ghelts, wy fouden ons wereken maeeken , wy en connen fonder geit nyet huyshouden. Soo dat de voorn. Stede Reymerswale, in fulckeli armen ende ellendighcn ftaet Jegenwoordelyck gheftelt is, als fy noyt geweest is , Godt betert. Ende overmits fy Supplianten Jegenwoordich van Stadts weghen egöene middelen meer en hebben, noch en weeten voor te weynden, omme penninghen te furneren ende op te bringhen, oock nergens Crediet hebben, onermits d'armoede van denfelve Stede, in der manieren , dat fy Supplianten geenen raedt noch middelen en weten om finck-rys ten bchoeffue van de Rys-wereken, noch ftroo ende blat-ryct ter Dyckagie te becommen, noch vermoghen te coopen, by faüte van den gelde ende dat den dringenden noot verheyscht, dat de voorn, geramponeerde Ryswereken ende Dyckwercken by tyde gemaeckt op datfe nyet geheelycken verloren en worK 2 den,  ( 148 ) den,'want het meer dan tyt is, een Jegelyck bekent. Alle welcke fwaricheden fy Supplianten ende Remonftranten van ampts weghen V. Ei grondelyck ende warachtelyck te kennen geuende (want na d'oude fpreeckwoordt nyemant en can helpen die fynen noot nyet te kennen en gheeft) dewyle fy geenen raedt oft middel en weten noch hebben, om den voorn, noot der ilyswereken ende Dyckwercken te hulpe te cammen, ten fy dat uwer Ed. daer inne belieue te verfien: Soo is 't dat fy Supplianten ende Remonftranten hen lieden keeren tot uwer E. defelffue ootmoedelyck en ernftelyck Supplierende ende biddende , dat uwer E. lettende op den noodt ende Supplicatie van weghen der voorn. Stede Reymerswale, believe den Supplianten ten behoefue ende onderftant der feluer Stede te gunnen ende verleenen Subfidie voor een termyn van zeuen Jaeren , 's Jaerlycxs de fomme van hondert ponden grooten vis. tot onderhout van de voorn. Ryswercken ende Dyckagie, want fy Supplianten verclaren ende bevinden metter waerheyt, dattet nyet mogelyck.en is by de middelen die de Stadt heeft de voorn. Ryswercken ende Dyckagie te connen onderhouden, maer fullen moeten fonder uwer E. hulpe ende wederftandt verloren gaen, ende daer na volghen , dat nyemandt de Stede en fal begeeren te dienen noch mede te doene hebben, de Ingefetenen vertrecken ende worden  C 149 ) den tot eenen Roof-nest van den vyandt, tot fchade, preiuditi* ende nadeel van de nagebueren Landen, Schipper ende pasfanten den ftroom voorby lydende ende op dc reede liggende (dwelck Godt verhoeden wille) goet vertrouwen hebbende aen uwer E. die den Supplianten fullen addresferen ende nyet verlaten , ende fulex daer inne disponeren , dat fy hen dies bedancken fullen eeuwichlyck, ende in margine van defen Hellen ende ordonneren ten voordeele der voorn. Stede Reymerswale , ende fullen fy Supplianten bidden voor den welftandt van 't gemeene bétóe, ende Salige langeduerende Regieringe deiLanden. Wat beneden ftondt. Ter Ordonnantie ende verfoucke van Bailliu, Burgemeesters, ende Schepenen der Stede Reymerswale by refolutie geftelt op den xyje Noucmbris xvj-; twee, ende was onderteeckent by Ingelb. Joesfz. Mol, Symon Crynfz, Adr. Jansfz. als Burgemeesters. Accordat in omnibus quod alteflor Loco & vicc Secretary Rey. mersw. viting vero die February xvj- iij. (getec-kend) INGEB. JOESZ. MOL. 1603. K 3 I.  C 15e ) I. Briev der Regeering van Rejv merswale aan die van Vere, verfoeckende favorabel advis op hunne Remonltrantie aan de Heeren Staaten van Zeeland gedaan om fubfidie enz. 6 Maart 1603. £. Eerfaeme, Discrete , Lieue bcfundere Heeren! Alfoo de afgebrande Stede Reymerswale, die rontsom met een groote lange Dyckagie defelfue Stede moet preferueren van Inondatie, aen welcke Dyckagie 't zeewater van 'e verdroncken Landt van Zuyt-Beuclant clck getye fynen cours heeft, ende door Tempeesten ende Stormwinden groote merekelyke fchade lydet, ende door defen nemmermeer ruste noch ophouden van defelfde Dyckagie en is van maeeken ende onderhouden, gelyck het oock met de Ryswercken van 'c hooft ende barmen aen de -Oost ende Weltzyde tot conferuatie van de Imiene, welcke Ryswercken by nae te nyete geworden zyn. Om al d'welcke te onderhouden, (wy laten ihen naer heesch in fyne volle volkomentheyt te maeeken; d'Incompflen ende middelen der fel uer  ( 151 ) feluer Stede veel te qleen fyn , ende hier omme ons den dringenden noodt dwingt', r.en uwe E.' als ons mede Jidt van Zeelandt om hulpe ende onderftant te Imploreren ende fupplieren , gelyck wy oóck by Remonltrantie ende Supplicatie nu in NouCmbre ende Decembre 1602. ouergedient hebben op de lae'tftc Vergaderinge van de E. Heeren Staten van Zeelandt, daer van Copy is hier mede gaende; Dat uwe E. lettende op den grooten noodt der Stede Reymerswale, met medelyden beweecht fynde, als voorfhm'ders der Armer benaeuden , belieue te doene fauorable ende voorderlycke rappoort op het poinct der befchryvinge ten defen geficlt • ter cerfter comparitie ende Vergaderingen van de Heeren Staten van Zeelandt, ten eynde de voorn. Stede mach voorfien worden met fubfidie ende ordonnantie ter fommen van, hondert ponden grooten vis. 'siaers, ende fulex uwe E. fullen beuinden te behooren , dit tot incoop' ende betalinghe van finckrys, ftroo, ryst, arbeytsloonen ten behoeue der. voorn. Dyckagie ende ryswereken, eenen termyn van feuen Jaeren lanck geduerende, omme daer mede Jaerlyc^ de voorn. Matteryalen ende oncosten te betalen precifelyck , ende hier van uwer E. Gedeputeerde te gheuen volcommen last ende Commisfie, want fonder byftant en is 't nyet mogelyck de Stede in hucr Dycken ende Ryswereken langer te onderhouden, ende fonder correctie) nyet behoorlyck en ware, dat om K 4 eep?  C 152 ) een cleene Jaerlyckfche fubfidie, een oudt Lidt ende Stede van Zeelandt geheel te verlaten ende commen in ruyne , tot fchande ende nadeele van den Vaderiande, Eyndelyck uwe E. hertgrondelyck biddende, na vermoghen de voorn. Stede te helpen vorderen, want het meer dan tyt is, dies wy roupen Adinna nos perimus. Hief mede Eer Eerfame, Wyfe, Discrete, Lieue befundere zyt Gode beuelen , die uwe E. behoede nu ende altyt voor fulcken elendicheyt daer de Stede Reymerswale in gevallen is, vuyt Reymerswale defen vje Marty xvp; drye. Bailliu, Burgemeesters ende Schepenen der Stede Bymerswale uwe E. Vrienden ende Liefhebbers des Vadtrlandts van Zeelandt. (geteekend) ADRIAAN CORNELIS VLASMAN, A. D. INGE LR JOESZ. MOL. 1603. In Margine van welke briev met de hand van den Veerfe Secretaris P de Vos /laat aan. geteekend, als een (iefolutie van die Regeering. Ter caufen van defen, die van Romerswale in haar lieden noot te asfifteren zoo vele mogelyk. dftum xiije Marty 1603. K, 1  C 153 ) IK n:v;o;ad avldlèfi nsd&wl (nsatribsflsd 'ibiwtlt IK n;:v oa^nsidqQ 1' psv eibio obaog sb ölotV Rapport van den Gecommitteerde Dierik Hendricx, wegens een Infpeclie van dezelve te Romerswaal gedaan op ordre der Heeren Staaten van Zeeland. ■ 'fbaarg p.noov ïifib raWr .*1V J jxx tittft .tflf • 7 February 160$. ^ttasnihsirbd üxx tborr obrtóytaw t oiifurvj^ajW Edele Mogende Heeren! Achtervolgende d'appostille geftelt op de. Requeste vafi Bailliu , Burgemeesters ende Schepenen der Stede Reymerswale van date xxvj January 1605, my ondergefz. op den xxix:' der feluer maent behandicht , om daer op te dienen van advyfe, met raminge van de costen. Soo hebbe lek my dienvolgende den iij-; February 1605. getransporteert binnen de Stede voorfz. van Reimerswale, waer van de heelc Dyckagie by my (als van V. E. gecommitteert wefende prefent de beftedinge ende opneminge) is verdeelt in xxxiiij beftedingen van de Oost-poorte tot de West-poorte elcke beftedinge van xij purfche roeden lencfe, fonder den hooftdyck ende binnen Molenwater, en gegaen zynde aen de Oost-poorte lanex den Oost-dyck zoo naer den hoeck K 5 ge-  ( *54 ) genaempt den tuimelaer (wefende omtrent twaelf beftedingen) hebben defelve bevonden (mits de goede ordre van 't opbrengen van de 'fteenen dit voorleden zaifoen gedaen) in goede gefteltenisfe, zoo dat daer aenne ny& fonders en gebreeft dan het ordinaire, te weten van Somermatte, die naer ouder costume tegens Maerte moet worden befteet mettet van da fteenen d'welck by estimatie costen zal elcke beftedinge genomen op xx Scbell. Vis. facit xxj h Vis. van daer voorts gaende lancx den Zuytdyck en Westdyck tot aen de West-poorte, wefende noch xxij beftedingen, bebbe bevonden 't zora plecken eenige beftedinge in den flach van den Dycke de fteenen door, ftormen afgeflagen, en den Dyck bloot en oock eenige putten daer aerde in fall moetën gebracht worden, welcke wereken alzoo open blyven liggen door faulte van middelen, ön nochtans hooch noodich metten eerften dienen verfien om meerder fchade te verhoeden , en omme alle defelve wereken te volbrengen in haere volle keure, mitsgaders te voorfien van Somermatte fal costen by estima-' tie elcke beftedinge genomen ge rj L x Schell. ter fomme van L v. vis. Somma de Sommermatte L xvij gr. Van gelycke moet de geheele Dyckagie tegens O&ober wederomme naer costume worden voorfien tegens den Winter met een Winterrnatte en 't reeden van de fteenen gleu en  C 155 ) en andere materialen , d'wélck fal costen by estimatie ter Somme van L xxx gr. Nopende 't maeeken en repareren van de hoofden metten Oosterfchen Rysboom laux de haven; hier op gefien hebbende het advys van de voorgaende Gecommitteerde van da'tö xxviij Marty 1604. is 't zelve (om dat 't zedert dien tyt daer toe nyet, en is gedaen) zeer verargert, zoo dat men om 't zelve te brengen in beboorlycken ftate (ten minften coste) fal moeten beginnen van boven te Landewaerts afgaende, zoo rontomme en weder fluyten aen 't felve landt, met een rysberm ten minften van ontrent tweif voeten breet ter hoochte van 't gemeen booch water, welcken Rysberm zal van malcanderén gelicht worden naer den heysch van de wereke, latende tusfehen beyden een kiste (die mette fteenen aldaer liggende) en daer toe te brengen, zal gevolt worden, welcken rysberm wel lanck vallen zal ontrent xx roeden. Den Oosterfchen rysberm over de haven van 't diep af, tot aen 't gors, is lanck ontrent xxiij roeden, en den rysberm van 't felve gors na de ftadt is lanck xxj roeden, waer toe mitsgaders het raac-cken van de hoofden, wel van doene fal zyn by estimatie twee Schepen Zinck rys, elck Schip genomen op xxx1? maefl L x™ het duyst genomen op ij gr. en 't verwereken tot v Schell. mae£t ij L v Schell. compt voor de voorfz. L xt ter Somme van jc. xxxv L gr. welck  (* 156 ) welck rys gecocht wort £ gerect f op zes maenden. ,Capravens om door 't rys te flaen , mitsgaders den arbeyt van 't gruys en fteenen, die men tot vollen van de kisten van de hoofden en op de barmen van doene fal hebben, fal by estimatie costen xx L gr. Voren en befuiden aen 't hooft dienen feeckere Ys-palen tegens het fteegeren van den Yfe , dat anders door Ysganck het ryswerck zoude doen oplichten en wech dry. ven , d'welck metten arbeyt ende yferwerck daer toe dienende costen zal xxx L gr. Somme van de hoofden jf Lxxxv gr. By defen dunót my (onder correctie) dat alfoo de voorfz. Dyckagie van Reimerswale lanck is bet dan vier hondert putfche roeden, fonder den hoofdyck en binnen Molenwater, en lanx deur gelegen op een feer leech Mey landt daer 't water 't zom plaetfen weynich van den teen van den Dycke is affgaende, en fübiect alle de ftormen wten Zuyden, Westen, Noortwesten en Noorden, welcke Dye ken naer costume moeten Jaerlycx voorfien en befteet worden in twee reyfen, te weten tydelyck in de Maerte de ordinaire Somermatte en reeden van de fteenen, en insgelycks tydelyck in October de Wintermatte en reeden van fteenen, ten eynde defelve Dycken in 't weercommen van eenige ftormen in hooge  ■ ( W ) hooge vloeden nyet bloot en werden bevonden, waer door def.lve in grooter en meerder fchade zoude commen tegeraecken, als nu in vorige Jaeren (deur faute van middelen) wel is gefchiet, en omme daer inne te voorcommen, zoude onder correctie van noode zyn, dat defelve van Reimerswale werden verfien van eenige fubfidie Jaerlycx, voor eenen tyt' van vier off vyff Jaeren, en daer op gefien hebbende de Rekeningen van de voórige Jaeren , hebbe bevonden, dat defelve Dyckagie hebben gecost voor een Jaer beginnende Prima Aprilis 1603 en ge eindicht den lesten Maerte J604 , ter fomme van ijc. xvj L viij Schell. viij gr. en van den eerften Aprilis 1604 tot dato defer heeft defelve gecost ijl xvij L xiiij Schell. en alfoo defelve Dyckagie mits de costen van de voorige Jaeren wat is gebetert, i en nyet min van noode is, dat men defelve als voorfeyt is, Jaerlycx in twee reyfen moet verfien , zoude (onder correctie) dan zyn, i dat men defelve voortaen over de bovenge fchreven Jaeren Jaerlycx wel zoude behooren of mogen verfien met gelycke Somme, als voren van de Somermarte en Wintermatte geraempt is, gedragende 't zamen ter Somme van jc. xlvij L gr. in twee termynen te betalen, te weten in Maerte en October, waer mede als eenich extraordinaris fchade geviele, 't zelve mochte terflont geeraedieert worden. Al. ■  ( 158 ) i$Jdus gedaen ende geadvifeert (ónder correctie) van uwe E. M en andere hen in materie van Dyckagie beter verftaende , tot welcke discretie en goetduncken my ganfchelyck remitteren, en verhopende hfer mede vpjbracht te hebben de goede gebefte ende ende begeeren van V. E. M. met myne gedienftige gebiedenisfe, fal den Almogende bidden, dat hem gelieve V. Edele etc. wt Tholen defen vij-' February i6os. onderfiond V. E. M. goetwillige Dienaer (geteekend) DIRECK HENDR1CXZ. L.  ( w) L> Request der Regeering van, Romerswale aan de Heeren Staten van Zeeland, verzoekende vernieuwing van Oétroy tot hun Soulaas voortyds gegeeven en nu ftond te expireeren, als mede eenige meerdere Vrydommen. A«>. 1606. E. Me. Wyfe , zeer voorfienige Heeren, Myn Heeren de Staten. 'sLants uan Zeelant, of hoeren E. M. Gecêmmüteerde Raden. Verthoonen in alder reuerentien, Bailliu, Burchmeesters ende Schepenen derScede Romerswale , zoo voor haer zeluen als de gemeene poorteren ende ingefetenen aldaer; hoe dat de voorfz. Stad zoo deur verfcheyden Inondatien 's Lants van Zuytbeuelant, als rmerckelyck deur het geheel afbranden in den jjaere 1573. tot eenen geheelen defolaten ftaat Sghecomen is, een iegelyck notoir;'doch dat' tna de Pacificatie van Gent eenige te vooren poorters ende, inwoonders aldaer, wej wetepe ode bequaemhein der ïtroc-raen. ende^haueflj des. 1  C ïöo ) desfelfs Stadts, om aldaer te cónnen negocieren mette coopmanfchappe van Zoute op Brabant, Vlaendren , ende anderfints , hadden malcanderen geanimcert (niet fonder voorgaende exhortatie ende toefegghen Van eenige asfiflentie van de Heeren Staten van Zeelant als doen, ende van fyne Exc.;e H. L. gbedachten) de voorn, defolate Stadt wederom te herbouwen, 't weick na de ghelegentheyt des tyts redelyck goet fucces hadde , ende apparent was ten goeden affecte te commen, ten ware d'onverwachte feparatie van defe Nederlanden daer ouer gecommen ware , om tot welcke herbouwinghe te geraec'ccn , hadden de Supplianten Predesfeurs in dier tyt in den Jare 1578. aen de voorfz. Heere» Staten van Zeelant ende fyne Ex; voorn, voorgehouden diuerfche middelen van fubventien, van de welcke hun lieden als doen voor den tyt van xxviij Jaeren geconfenteert is geworden 't gebruyek van de visfeherien ende gorsfekens, in 't verdroncken Lant van Zuytbeuelant ge legen; op de limitatien breeder in d'Oclxoye begrepen, doch fonder geen ofte emmers feer weynich proffyt, als meer fubieét fynde calaigne, ende de droocheyt met de magerheyt ▼an den gronde , mits het infteken van de nieuwe Landen, ende het ongebruyek der voorfz. Schorrekens mits de piraterie. Ten ije. was hen lieden gheconfenteert te moghen employeren totter Dyckagie zoo alle d'imposten, Subventien ende Domeynèn tot laste  C 161 ) laste van de Stadt als anderfints , geene uitgefondert, voor den voorfz. tyt van XYviij Jaren, ende dat foo wel ouer d'imposten ende ghefchoten ouer de goederen binnen der Stadt als elders, die van Romerswale toebehoorende gelegen. Ten derden, deur dien de voorfz. Heeren Staten eerst als doen (mits de voorgaende Separatien ghefamentiick vergaerende, fonder eenigen voor als doen perfecte ordre op den Staet van den Lande) verclaerden van gelde niet verfien te fyn, geconfenteert hebbende vercoopinghe oft ten minften belastinghe van alle de geestelicke goederen gelegen ofte gefundeert binnen de voorfz. Stede, ofte by yemanders ouders van Romerswale gbeboren befeten wordende, dewelcke als doen daer toe i fyn geemployeert. 'T zedert welcken tyt is, om alle confuI fien te wceren in den Ontfang der respectiue Rentmeesters by der Supplianten Predeces■ feurs gerenunchieert de claufule van d'executic i ende vercoopinghe der goederen, buyten Roimerswale geleghen ende gefundeert, mides woor ende in plaetfe van dien voor d'eerfte Ifeuen iaren ghenietende dryhondert guldens 't S'aers ende onverroindert de resterende een .en twintich Jaeren , alles blyckende by de Copie auótentycque derfe'uer Octroye ende accoo"de hier annex. Ten refptCle van welcke :tranf\c~fcie ende renurichiatie midtsgaders anidere confideratien uw M. E. altemets den L Sup-  Supplianten hebben ghcfubvenieert doch niet cquivalerende 't effect der voorfz. claufule, niet te min 't felue gliscerende ende uw M. E. hoochlyck van alles bedanckende , alfoo 't voorn. Oétroy is in date den xviij-. Mey 1578. ende ouerfulcx nu haast expireren fal, foo bidden de Supplianten dat uw M. E. gelieue hen lieden tot proffyte als vooren te continueeren de voorfz. gunfte van 't employ van alle de penningen te procederen uytte gemeene Middelen van confumptien , Impofitien ende lasten hoedanich die fouden mogen genaempt wefen ofte werden , egeene uytgefondert, al reets opgheftelt, ofte noch op te ftellene voor diergelycke tyt van xxviij Jaeren. Al noch voor den voorfz. tyt ontlastinghe van de Domeynen , dewelcke nu cesferen, midts dat de Water ende Wint.molen afgebrant fyn, wefende alleenlyck nu een Spueytken gemaect dat een fack korens teffens malen can, ende dat de Stadt aen Schepenen Clercq feluer geit moet uytreycken op dat het Ampt bedient mochte worden. Al noch atterminatie van alle oude fchulden ende renten voor date defer oirloge, tot lici-p iran rlo NfaHr rrpr-nnffifnpprr nttp op\r\n. pen hebben voor den tyt als voren, ghelyck de Stadt genoten heeft zedert den Jare 1530. Al noch 't recht van confiscatie ofte annotatie van renten ofte actiën, eenige perfoonen nartve aduerfe houdende comneterende. al reets verfchenen ofte al noch geduyrende hen  C i°3 ) hen lieder aduerfiteyt te verfchynen, blyüende niet te min in cas van hantlichtinge 't haer lieder refpecle mede de voorfz.- verfochte atterminatie alles voor den tyt als vooren. Ende alfoo de Supplianten haer Dyckagie ende hoofden in goede luffeücke ord;e ende State midts de asfiftcntie van V. M. E. hadden ghebracht ft felue refererende ter kennisfe Van den Dyckgraue Dierick Heindricxfe by uw E. M. daer toe gecommitteert) ende midtsdien grootelycks verhoopt hadden uw M. E. in langen tyt niet geimportuneert te hebbcnc,doet) is 't haerer grootcr leetwefen (Godt betert) gebeurt, dat op den xxvje. ende xxvfj Aprilis 1606 laetsleden, niet alleenelick de gerestaureerde partyen fyn geheelick affgefpoelt, maer oock de Dycken rontfomme bouen in de cruyne ende hoochte van dyen, deur den grooten ftorm afgenomen, rontfomme vol gaten fynde ende feer jaromerlick ghefielt, 't welck indien men behoorlick in fyn eerften foude ftellen, men met geen duyfent ponden vlaems foude verhaelen foo de Supplianten verflaen, doch alfoo de Supplianten midts hebbende wat middelen , achten dat felue met halfen, crammen ende anderfins de fteenen van den tee beneden af bouen halende , met mindere fomme foude connen ghedaen werden, bidden dat uw E. M. ghelieue heurlieder voor defe reyfe eens te fubucnieren met de fomme van vyffhondert ponden vlaems eens. L 2 Ten  C i6"4 ) Ten laetften, alfoo de incompften def voorfz. Stade foo van de voorgaende Imposten als excyfen nyet en can veruallen de verdere répara'ien ende d'ordinare onderhoudenisfe der Dycken by de yjroeden larick fynde, dagelicx met het zoute water bevloeyt, dat uw M. E. gcliefue defelue Stadt te asfifteren met een hondert ponden vis. iaerlicx voor den tyt als voren, alles ter beftedingh, dispofitie ende distributie van den genen by uwe M. E. daer toe te committeren, ende dit mede alle* voor al fulcken tyt ende ter al fulcker fommen als uw M. E goede bermhertighe gunfte fal bevinden te behooren , dewelcke werden ghebeden niet alleenlick te nemen een medeiyden ouer een al fulcken plaetfe , in oude tyden zoo vermaert, ende den Lande in 't generael groote dienften ghedaen hebbende, die ten laetften van haer eyghen zyden ende vrienden , deur een precipitante refolutie foo grondelick affgebrant, ende van vele groote prerogativen gepriveert is geworden, maer ook te letten op de fituarie ende nootelicheyt van de Conferuatie desfelfs, alles fynde niet alleenlick ghelegen plat op de Riviere van de Schelde , ende fynde d'eenighe Reede ende bergernisfe voor de Schepen in tyde van ftorm ende onweder tusfehen Antwerpen ende S. Annelant (wefende een dlftantie van xj ofte xij mylen) maer oock quafi een voorbaillie ende befcherm voor den lande van der Tholen ende Schakerloo , alles tot conferuatie van de  ( 165 ) de gemeene faecke ende der Domeynen goederen aldaer, als defelue Stade met haer fchorren grootelycks brekende den flach van vvaterc uytten quartiere van Vlaenderen daer op furieufelick Hortende , gelyck men by experientie bevonden heeft in den Jare 1570, dat alle de Landen bouen ende beneden Romerswale waren geinundeert; biddende de Supplianten andermael oodtmoedelyck , dat uw M. E. noch eenmael ghelieue een goede corte vruchtbarige refolutie te nemene, terwylen 't Somer faifoen zy, ofte anderfints is gh-jwisfelick gefchapen de Stadt geinundeert ende confequentelick geabandonneert te moeten werden, tot totale bederffenisfe van de Supplianten en nabeclach (doch te late en 't weïck Godt verhoeden wil) in toecomenden tyden-; Ende fult wel doen etc. X 3 M*  C 166 ) M. Advertentie tot het publicq vei\koopen der Schorre fteenen aan Romerswale liggende. o. 1626. Men adverteert ende Iaet weten mits defen eenen yegelycken , dat de Gecommitteerde Raden van de Edele Mogende Heeren Staten van Zeelandt, by fpeciale last van haer Ed. Mog. op Donderdag den xj-\ Juny 1626. binnen de Stadt van Reymerswale, door hare Gedeputeerde fullen doen vercoopen een parthye Schorre - fteenen, Ijgghende aan de voorfz. Stadt van Reymerswale. Alle die gene die gadinghe hebben eenighe der voorfchreven Schorre fteenen te coopen, die late hem vinden ten voorfz. daghe binnen I de voorfz. Stadt , aanhoore de conditiën als dan te openbaren, ende coope goeden coop. D'een fegget den anderen voorts. ^  c 167 ; I . ' : n. . jijj 10 jijji-U DvuLjil ÜOVloniI Hoedanig by Relblutie der Heeren van den Raade Prccferentie is gereguleerd van her geene by verkooping der gewefene Stad Romerswale gcprovenieert is geworden. I Ao. 1634. • EK Extrr.ct uit de Notulen van de Ed. Heeren Gecommitteetde Raden van de Ed. Aio. Heeren Stalen van Zeelant. Den ij Aprilis 1634. d'iriTecren Raetsheer Tenys ende Secretaris lt~H„ hebben gerapporteerc, ingevolge van de Last ende Relblutie van delen Rade op gisteren genomen, gevifiteert te hebben alle de brieven ende andere befchceden, nopende de fchulden tot laste van de gewefene Stede Reymerswale gepretendeert, oock in 't lange gehoort hebben alle dc refpeclive bekende Crediteuren over alle het gene yder tot fyn goet recht ende fustenue hadde te allegeren, dat defelve Crediteuren eyndelyck het houden van de voorfz. preferentie ende concurrentie, L 4 ende  ( i68 ) ende de questien daer vuyt refulterende ende daer van dependerende , buyten alle rechte finalyck hadden geftelt ende gefubmitteert tot hun feggen ende arbitrage, omme by haer E. daer inne gedaen ende gedisponeert te werden, gelyck haer E. fouden bevinden in reden ende billicheyt te behooren, waer toe fy procederende hadden bevonden. Dat van de vercoopinge van Casfie ftraeten, overige Poorten ende Mueren der voorfz. Stede Reymerswale, by den Commis Melchior Fransfen , volgens authorifatie van defen Rade van xv<-\ July 1632, ten behouve van de gemeene Crediteuren verzocht , in alles is geprovenieert volgens de fpecificatie van den Commis Melchior Fransfen daer op gcfien de fomme van xcviij Lxj. Schell. viij gr. Van welcke xcviij L xj Schell. viij gr. getroclcen voor eerst de fomme van iiij L vis. den Commis Melchior Fransfen by Refolutie van gisteren toegelegt voor ontfanckloon. .. , iiij E vis. Aen den Secretaris over fyn recht van Confignatie tot vj gr. te ponde, compt . ijLvijSch.iijgr. Over het drucken van de Billietten van de Preferentie, fynde de drie voorgaende Bil- lieten by het Landt betaeldt. ij L Compt de cortinge de fomme van .... viij L viij Sch. iij gr. Van  ( 169 ) Van welcke fomme fy by vuytfprake hadden toegevougt, gelyck fy toevougen by defen. Aen Aernout Wisfels Major van de Suytfchansfe tot Bergen op Zoom, getrout hebbende de Weduwe van Hans Gryp, als houder van eenen ouden Rentebrieff in date den lesten July 1522. van viij<\ gulden, de fomme va" • • xxixLiijSchelhv.gr. Aen Janneken Coopvaert als vercregen hebbende van haeren Oom den Captein Johan Coopvaert, eertyts gewefen Bailliu van Reymerswale een Rentebrieff van den xvj Mey 1575, inhoudende iiije. guldens , de fomme van . . . xvj L vis. Aen David Schepens alsThefaurier der Stede Reymerswale over het flot van fyne laetfte Rekeninge gefloten den 5 Juny 1632. inhoudende Lviij L xvij Schell. iij gr. mitsgaders noch ix Schell. iiij gr. over foo veel hy aen verfcheyden perfoonen van Materialen als anders aen de Stadt gelevert, afgefproken heeft, de fomme van . xvj L vis. Aen Govert Claesfen over verfcheyden pretenfien foo van wegen fyn felfs als van wegen fyne huysvrouwe . . viij L vls7 L 5 Aen  C 17» J . j,,ftptt,4e Weduwe van Marinus (Jamhooft, over gagie van haerén man als Burgemeester ende Schepen als anders. . . üj L vis. Job Hubrechts over eenige < Stadts ordonnantiën als anders iij L vis. i;^driaen Jacobs over fyn gagie als; Burgemeester ende Schepen, ende eenige Stadts ordonnantiën , de fomme van . üj L vis. Huybrecht Catte over dienst als Schepen ende anders de fomme van . . . ij L v}s. Compt 't faemen de voorfz. fomme xcLiij Schell. v. gr. Des fal niemant eenige penningen ontfangen dan mits doende eedt , dat fyne fchult deuchdelyck is , ende Hellende Cautie de refütuendo, indien namaels foude mogen be, vinden fulcx te behooren ; behoudens ende gereferveert ydcr fyne a&ie van het gene hy minder ontfancl ende confequeert als fyne refpe&ive 't achterheyt daer ende foo hy te raede worden fal. Welck rapport ende vuytfpraecke gehoort hebben d'Heeren van den Raede alle het felve geadvoueert ende geapprobeert, gelyck haer Ed. het felve approberen ende avoueren by defen, met dien verffande nochtans, dat aen Jauneken Coopvacrt maer by provifie de helft van  C 171 ) van xvj L vis. haer toegevoeght, fal werden betaelt, fullende de reste blyven ftaen tot dat men aengaende het gepretendeerda van feecker vrouwe tot Vere, op den brief vuyt crachte van welcke de voorfz. Janneken Coopvaert is agerende, fal hebben contentement. Ende is dienvoigende in het aenhooren van alle de pretenfe Crediteuren hy den Secretaris le&ure gedaen van de bovengefchreven vuytfprake , foo gelyck defelve kier vooren is geftelt. O,.  (jip) jtabwW Inl «. Jflgrovys'j.j) u jcd .alv J. jy>: r:;.v wtóï ' bi»bn u* •rtriomo Jvuv land nsb c:o c 700: vis., voor de Stad verfchoten te hebben, zich hadïi x we*:j  1189) \ Weten meester te maken van alles het geenvan I waarde te vinden was in de Kerke, by de 1 Gilden , of van de Stads Ambachten, zulks eigener gezach te verkoopen,en nog boven zulken geweldigen handelwyze, deRegeering ter voldoening van zyn vermeend tekort, en van buitengewone dienden, die hy zoude verricht hebben, te beklagen by den Hove ProvinI ciaal in 's Hage, gelyk zulks in 'tbreede is aan» ! geteekend en te vinden in de Juridique Obfer1 vatien van den Heer PrEefident Johan de Mau~ \regnault bladz. 364—371 , dan waarvan de 1 uitflag ter onzer kennis niet is overgebragt. Onder de veelvuldige aanzoeken die deze ! Stad by hare Nabuuren, en byzonderlyk aan i Vere deedt, is ons nog in handen gekomen eene Misfive hier achtergevoegd, gedagteekend 16 November 1596 onder Letter B waarin zy I haar gewoone klaagdem verheffen, de nood 1 waar in zy waren aantoonen , en door de Stem 1 van het Lid van Vere zochten geholpen te worI den. Een nader aanzoek om bydand aan 'sLands Staten ten jare 1605 gedaan, waar op wy reeds ] het bericht van den Dykgrave Dieriek Henricxz. bladz. 153 hebben opgegeven, mogen ' wy den Lezer mede niet onthouden en is hier achter onder Letter C geplaatst. Laat-  C *9ö 3 Laatstlyk, toen zy, om zoo te fprekeri^ geen Stad meer waren, was hun zucht tot des Lands welvaren nog dezelve, en waren be* angst, dat daar zy verlaten en weerloos waren * de Vyand hare overblyffels nog gebruiken mogt tot het onveilig maken der Stroomen * waarom zy, die nog Stads Regeering handhaafden, die van Vere waarfchuwden, dat de Spanjaarden het oog fchenen te vestigen om zich hier te verfterken, en zulks gaarn verhoed zagen : Wy hebben dit laatfte ftuk van Romerewaal haar aanwezen hier achter gevoegd onder de Letter D en hopen den Lezer met het een en ander geen ondienst te hebben gedaan^ en fluiten dezen arbeid. Vere i^Augustus 1789.  BYLAGEN; A. PARADISUS MARIJS. O F BESCHRYVING DER GESCHIEDENIS VAN EEN CONVENT VAN ! REGULIERE CANONIKEN. NABY REIMERSWAAL: UIT EEN LATtNSCH HANDSCHRIFT VERTAALï»%   C 193 ) VOORBERICHT VAN DEI) VERTALER. H3^ Heer G.J.Gerard, Auditeur ter Reken» kamer te Brusfel, Lid en naderhand Secretaris van de Keizerlyke en Koninglyke Academie der Wetenfchappen aldaar, en Lid van het Zeeuwsch Genoolfchap der Wetenfchappen te Vlis■ fingen, zondt aan laatstgemelde Maatfchappy ten jare 1781 een Latynsch Handfchrift genaamd Paradifus Maria? 3 in een der Abdyen van de gewezene Jefuïten gevonden : gelyk zulks blykt ui& het Voorbericht voor het Agtfle Deel der Verhandelingen van het Zeeuwsch Genootfchap. Het; behelst de Gefchiedanis van een Convent van Reguliere Canoniken in dc nabyheid van Rei-1, merszvaal ten jare 1407 ge/ligt, en mctdeWaï tervloed van den jare i^zverzvoest. Het Af* fchrift is gefchreven zonder zinteekens, en het blykt niet door wien, waar en wanneer hei faamgefleld is. Daar het nogtans eenige byzonderheden behelst, die licht ver/preiden over de N 2 Gè-  'C 194 ) "> > ',' - "ïT *~7T ^"TT C /TTT *^*v j*^v * f Cèfchiedeuis van dat tydvak , lyzónder van Reimerswaal; beeft men gemeend met de Nederduitfcbe Vertaling daar van den Liefhebberen der Zeeuzvfche Oudheden geen ondienst te zullen dqetiy r „ . ,. % _ „ De Lieer II. .van'Royen., Reclor vatiMe Lttynfche Scholen en Secretaris van het Zeeuwsch Genootfchap der Wetenfchappen te Vlisfingen , , heeft de goedheid gehad eene Vertaling te geven der Latynfche Elegie, door den Schryver van dit Handfchrift, gemaakt, ter nagedachtenis van Gruterius , den 'voorhaamflen Stigter en begunfliger van bovengem: Convent, met byvoeging nogthans, dat, daar een Vertaling uit dichtmaat, zoo dezelve ten minften niet in Proza gcfchiedt ,niet kan genoodzaakt worden tot een al te ftaaffche naarvolging van het oorfpronglyk+ hy zich ook hier, in dit opzicht, eenige vrybeid hadt veroorlooft -— echter zoo, dat de Lezer zeker kan zyn, dat de meening van den Latynfchen Dichter zoo veel mooglyk gevolgd zy, behalven dat misfcbien hier en daar, zuaar de Schryver Uit het verhevene in het laage verviel, zoo niet 'eene vol'(l'rekte, ten minften eene meerdere gé'lykhcid is-in acht genomen. Men zal het gemelde Dichtftuk achter de Befchryving van hei Convent laten volgen, terzvyl men zich vleidt dat zulks den Lezerett niet onaangenaam zyn 'mal. A,  C 195 ) A. PARADISUS MARLE. Indien ik niet dacht by eene betere gelegenheid cn op een gefchikte plaats, aantetoonen, dat geheel Zeeland eens yast Land geweest zy, en niet gelyk heden verdeeld in Eilanden, zou hét ray weinig moeite kosten, uit degedcnkftukken der eerfte Gefchiedfchryvers zulks té bewyzen. Eene zaak, welke des te meer geloof verdient, om dat dit Land door geen andere, zelfs door geen kleindere Rivier, doorfneden werdt, dan door de Schelde, waarin zich anderzins veele Rivieren ontlasten, en welke ter dier tyd alleen met een mond zich in Zee ftortte, terwyl de Schelde zelve, alleen van eene zyde Zeeland belproeide; welk Gewest door haar, als door een trotfche en magtige Grenspaal , van Braband en Holland werdt afgefcheiden. Van de Zee zekerlyk, was voor hetzelve" geen groot gevaar te dugten, om dat het door een aaneenfchakeling van Duinen als zoo veele Rotzen befchermd, het geweld der golven ligtlyk dragen kon,en aan den Zeeboezem waar in de Scheidezich ontlastte,door een'zoo N 3 jroo-  r 196) grooten ftroom waters, veel eer geweld deedt, dan lyden moest. Evenwel ontken ik. niet dat byna geheel Zeeland,, zoo lang het niet door' Dyken befchermdwas, wegens de groote laagte van den grond, of door de overftrooming der Schelde, of overtolligheid van hemel-water, veelal bevloeid geweest is, het geen de Schelde onmooglyk aldus in het tegenover gelegen Braband kon uitwerken, ter zaake van dien Zoom, welke van de Stad Bergen (doorgaans Bergen op Zoom genoemd, in een voortduurende ftrekking nu eens van naby de Schelde beftrydt?, nu eens van ver en als 't ware in eene hinderlage opwacht, en alle hare onder* nemingen verydelr. Vraagt my iemand, wanneer dan Zeeland, het welk van alle hcugbare tyden uit Eilanden pleeg te beftaan, eerst verdeeld zy, antwoordeik, van dien tyd, dat de Schelde, niet vergenoegd met één uitloop, die borstweeren van Zand omver geworpen, en aan de Zee de magt gegeven heeft, om tusfchen de Landspaalen inbtekende, niet minder over haar als het vaste Land zelfs te heerfchen,want de Zee met geweld hare golven aanvoerende, toen de ftroom der Schelde grooter was dan tegenswoordig, nu hare magt verdeeld is, is zy genoodzaakt geweest terug te vvyken en een afleiding te zoeken. Immers toen Keizer Otto, de eerfte van  ( *97 ) van dien naam, de gracht opende,* waardoor de Vlamingen van deZeeuwen gefcheiden werden, ter zake van den altoosduurende twist dier beide Volkeren, en welke, ter dier tyd de Otto-gracht geheten, de Nakomelingen naderhand, om de kortheid en gelykluidendheid de Hont genoemd hebben, heeft de Schelde zich van die gelegenheid bediend en begonnen zich in dat Canaal te dringen, en na dat zy, na verloop van tyd, hetzelve verder hadt uitgebreid, teneinde ook aan die zydezich te ontlasten, heeft zy zoo lang die Zandwal bedreden , tot zy een uitweg gevonden heeft waardoor haar niets gemaklyker is geweest, dan dien wateragtigen en kleiagtigen grond, welke zy reeds tusfchen hare armen belloot, zoo . als zy wilde te verbreken en te ontvolken. Terwyl niemand ligtlyk zéggen zal, op welken tyd eerst Zeeland begonnen is tegen de Schelde met dyken voorzien, en hier en daar bewoond te worden. Men mag echter gelooven, dat dat gedeelte van Schouwen en Walcheren (dezen naam fchynt laarstgemelde Eiland gekregen te hebben van de Galliërs, welke wy in onze taal Walen noe-' men) 't geen van den top der Duinen naar de vlakte afdaalt, voor veele Eeuwen bewoo»d geweest is, waar in, gelyk uit de Gefchiede«is blykt, de Heilige Willebrordtis3 Bisfchop N 4 yan.  < 198 ) van Utrecht, zich heeft toegelegd, om he* Yolk de Christelyke leer te prediken. 'Er zyn 'er ook die willen , dat Zeeland zelf aan Julius Cfefar bekend geweest zy, en met bezetting voorzien tegen Druo, of dien Reus,,, die te Antwerpen geweldig heerschte, en dat dit de beteekenis zy van Romerswaal, een | Stad in het naast gelegen Deel van Beveland gelegen, als of menzegde de Wal der Romeinen. \ Doch , op dat ik niets zegge van het verdigtfel j van den Reus, het komt my niet waarfchynjjyk voor, dat de Romeinen ooit zich op zulk een wateragtige plaats hebben nedergezet, daar ik zelf geloof, dat deze in die tyden nummer,de Maas zyn overgetrokken, en dat die geheele ftreck, welke aan Braband grensde, meest al onder water gelegen heeft. En zoo ^anneer men zich niet met gisfingen vermaken WÜ, waarom zouden wy niet eerder gelooven, dat Riemerszuaal (want dus fpreeken wy het in onze taal uit) den naam ontfangen hebbe van de met Riemen overroeijende Galliërs of van een Wal van Roeijers, even als ware het een fchuilplaats van Zeefchuimers of Roovers geweest. 1 Wat 'er ook van zy, het lydt geen tegen-; fpraak, dat deze'Stad oud zy, en eertyds bekoord hebbe tot het Stamhuis der Heeren van.: Lodycke, dis 'er nog ten huidigen dageden.;; naam, p  ( 199 ) naam en Wapens van voeren. Dat zy althans boven andere Steden ryk geweest zy, getuigen zy, die zich nog heden beklagen, dat zy alle hunne bezittingen aan haren, welvaart hebben toevertrouwd. Zy was de Hoofdftad van geheel Beveland, het geen meest aan deze zyde gelegen is, en ter zaake der ligging Zuid-Bcveland wordt genoemd: en welk Eiland dooide veelheid van Dorpen, vruchtbaarheid van den grond, bevolking en goede gelegenheid, de overige Eilanden verre overtrof. De fchat.ten, zoo van het Eiland als van de Stad waren zoo groot, dat de overvloed niets voortbrengen, de weelde niets bedenken, de dartelheid niets aanwyzen kon, het geen men in de Zeden en den aart van dat Volk niet zag uitgedrukt. Men zou hen voor Sybariten gehouden hebben. Thans is niets ellendiger dan deze plaats. Het grootfte gedeelte van het Eiland ligt zoo diep onder de Zee bedolven, dat 'er Schepen overvaren. — Het andere het geen overgebleven is, worftelt met de Zee, zoodanig, dat by aldien de menfchen hun Vaderland en eigendommen niet liever hadden dan hun leven, ik niet geloof dat zy zich aan zoodanig gevaar zouden blootftellen. De Stad zelve is in die engte gebragt, dat zy behalven de Vleugel, die tegen de haven aanN 5 grenst,  ( 200 ) grenst, daar de Schepen aanliggen, geen voet vasten grond buiten haar muuren bezit, daar men op zoude kunnen (taan. De ongelukkige Inwooners,die t'huis niets hebben als 't gene van elders gehaald wordt, onderhouden hun leven alleen met de Zoutneering. Een treffend voorbeeld zeker der menschlyke wisfelvalligheid i en der Godlyke ftrengheid. De overltrooming der woedende Zee,welke| dit gantfche Eiland en byna geheel Zeeland heeft geteifterd, gedrukt en bedorven, gebeurde ten jare 1530, den vyfdenNovember,zyn-j de Zaturdag. Het is echter waarfchynlyk, datf die verwoesting in deze geheele ftreek, zoo-| wel als in de meeste andere plaatfen, zou heb-! ben kunnen herfteld worden, indien de Zee niet twee jaren daar na, op den vierden derzelfde maand November, met herhaald geweld ed vinniger dan voormaals, de hoop'der cllendi-j ge menfchen geheel hadt afgefneden, zoo dat tot op den huidigen dag de helft byna van Zeeland onder water ligt. Ten welken tyde ook is verloren gegaan het Klooster in de Voorftad: Reimerswaal, waar van wy nu zullen fprcken,: en het welk, gelyk het uit kleine beginfelen zyn oorfprong nam, en by vervolg met veele: rampen teworftelen hadt,eindelyk tot een' zoo jammerlyken va! gekomen en geheel verwoest is. Toen;  ( soi ; Toen geheel Zeeland en byzonder deze Stad in bloei was, oordeelde de Raad en het Volk van Reimerswaal, dat het niet weinig tot hunnen luister en bloei zou toebrengen, indien in hunne Stad zeker Collegie of Klooster ware, gelyk ter dier tyd hier en daar veele werden opgerigt, byzonder uit dat Genootfchap, het gene men reguliere Canoniken noemt. Eindelyk na lange overweging, door behulpzaamheid van den braven burger, Johannes Baers, zyn eenige Broeders ontboden , uit het Collegie van het Roode dal, gelegen in het bosch van Sons boven Brusfel: aan welken, door den Raad een plaats binnen de muren gegeven is, tegen de Zuider-molen, met een geringe fom gelds aan Renten,en daarenboven de magt om eenig deel van des Stads-gracht in een Vyver te veranderen tot aankweek van Visch. Dit gebeurde ten jare 1405. Dan de Broeders eenzoo geringen toeleg, alsniet genoegfaam tot levens-onderhoud, zelfs niet tot bebouwinge van den blooten grond, van de handjwyzende, voornamelyk daar zich geenerlei hoop opdeedt, om naderhand meerder inkomsten te krygen, daar niet alleen de Raad onverfchillig was — maar zelfs afkeerig werdt,wegens zekere burger-twisten, hebben zy den moed opgevende het werk laten Heken, en zyn naar huis gekeerd. Dan Lauren- tius  C 202 ) tius.Geronthis, die toen Kerkvoogd was in't Roode Dal, met leedwezen ziende, dat men ©m de geringheid van het.fonds een zooGodsdienftige zaak zoude nalaten, ontfloegzich van hetheftuur, en nam zelve alleen de moeite op zich , om het werk te voltooijen. Het kon niet misfen, of eene zoo groote Godsvrucht, moest terfiond navolgers aanlokken, en zich alom aanpryzen,voornamelyk daar deze Man zeer welfprekend was en geen moeite fpaarde om het Volk te onderwyzen. Na. dat hy den een' en anderen hadt overgehaald, om hem' in zynen arbeid bytefiaan ter plaatfe, waarvan wy hier boven gefproken hebben, begon hy een foort van een Klooster, ter verrigting van den Godsdienst opterigten j maar vermits de plaats te nauw was e^ °Pen kig voor het gezicht, zoo van de nabuurige molen al® van de Wallen, werdt men bedacht om het Klooster te verplaatfen buiten de Stad, niet verre van de Noord-poort, ter plaatfe die genoemd werdt het Hof van den Heiligen Wol-v fard. DeBisfchop van Utrecht, Frederik van Blankenheim, daarover aangefproken zynde, gaf 'er zyne toeftemming.toe. Zy vertrokken dus uit eerstgemclde plaats ten jaren 1407,611 Garontius, die reeds tot beftuurder van het Genootfchap, door den Bisfchop was aangefteld, ver-  ( 2Ö3..) verzuimde niets om het aangevangen werk te} voltrekken,en al het benoodigde te verzorgen. Maar na verloop van vier jaren was hy verpligt, op hooge order,deze plaats- tè verlaten, en naar Braband wedertekeeren. Op dat echter ditniet gefchïedde ten nadeele van de nieuw opgerigte Maatfehappy, gaf hy de zorg en het beftuiiï daarvan over aan Johannes Walius,een man van bekende Godsvrucht, en-Prior van het Klooster Bethlehem , by de Stad Zwol. Deze ontboodt uit het CatharineCollegie teNimwegen, tot Opzigter dezer nieuwe Inftelling, Hartgerus van Texel. — Deze daar komende, vondt de navolgende Broeders gereed, om het Klooster te verplaatfen, namelyk Johannes Sont van Delf, Johannes Ves van Zevenbergen, LodeWyk Arnoldsz. van Diest, Jacobus van Kloetingen, Adriaan Hendrikz. van Rynsbroek,die den heiligen dienst zouden verrigten: en Tilman van Asperen, Arnold Lindanus en Johannes Pelgrim van Antwerpen, die den naam en het ampt (Comierfores) Bekeerders, gelyk men dczelven noemt, zouden op zich nemen, allen echter deLatynfcheenFranfche talen verfiaandc, en door welker naarftigheid hy de geringe; ■bèginfelen zeer groot voordeel toebragt. Door deze eerfte burgers der plaats zyn de grondfiagen gelegd: en na dat 'er een geringe hut was i ópgeflagen om den dienst te verrigten, heeft de  de Bisfchop, die dezelve inzegende, aan de .plaats den grootfchen naam gegeven van't Paradys der Heilige Maagd Maria. Maar toen Hartgerus, of verdriet in den arbeid gekregen hadt, of niet gelukkig gedaagd was in zyn beduur, verfchenen de Afgezondenen der Orde, de Priors van Zwol en Gaasdonk, om hem tot zynen pligt te brengen, en terwyl zy, met bewilliging der Broederen, beraadflaagden-, over de aandelling van een nieuwen beduurder, begeerden zy dat het bewind van het huis, ondertusfchen door Johannes van Delf, zoude worden waargenomen. Eindelyk, in 't begin van den jare 1414 zonden zy Johannes Gruterius uit het Huis van Nuys, het geen toen het hoofd van die Broederfchap was, een jongeling wel in jaren, maar reeds een grysaart in voortreflyke hoedanigheden, en zekere heilige deftigheid, mitsgaders voor een zoo behoeftige plaats ten uiter* de noodzaaklyk. Want behalven dat huisje, op wiens bovende verdieping de flaapkamers waren voor de Broederen,hadden zy degts een boerenhuis, 't geen tot alle gebruiken diende. Maar men befpeurde wel haast een gelukkiger uitflag voor deze Godvruchtige onderneming. Te Brugge, een zeer vermaarde Koopdad in dien tyd, was zeker Koopman, genaamd Henticus Weeke, eenDuitfcher uit het Hertogdom Berg,  c wende ongelooflyke moeite ennaarftigheid aan, om jonge aankweekelingen te krygen, de plaats door bekwame gebouwen te verderen, boeken en benoodigdheden tot den Godsdienst aantefchaffen, ja zelf de Kerk te vergrooten»^ Dit alles, byzonder het vergrooten en verbeteren der Kerk,Volbragthy ook met de uiterfte naar-  naarfHgheid en werdt de Kerk aan de Maagd Maria als hare Befcherm-heilige toegeweid, ten jare 31. Na het voltoijen der andere Gebouwen j omringde,hy de plaats, niet alleen met een gracht ,,maar, dekte zelf een deel dertegenoverliggenden openbaren wegmet een muur. 'Er was echter byna geenerlei foort van rampen , die de vrome man niet ondervondt. De Zee droomde over ten jare 22; door welk ongeluk de Dordrechtfche Waard met 7* Dorpen, onder water bedolven werdt. Het vyfde jaar daarna volgde een zeer befmetlyke ziekte, waardoor hy vyf Broeders vertoon Ten jare 37 was 'er zulk een fchaarsheid van koorn* als 'er by menfchen geheugen niet grooter ge-; weest is. Evenwel verdroeg hy alle deze lotgevallen. Ja hy verdroeg ze niet alleen, maar hy kwam ze zelfs te boven. Zoö dat ik met recht van hem zeggen mag,dat dit Collegie, zoo als het met hem geboren was, dus ook met hem fchynt geftorven te zyn. Hy ftierf te Middelburg, meer door ouderdom verteerd, als door zyn arbeid afgemat, ten jare 1439. Onder 't fchryven heb ik uit bewondering van dezen man, dit Vaars, hoedanig het ook wezemmag, ontworpen. Quo te Gruteri! tumulove locove repostura," Fas ubi fit.cineres fpargere rore tuos? O 2 T<*  C aio ) Te viridi lauro flavaque ornare Cupresfo^ Et bona per multas fnndere Verba preces Queram ? falfifluis fëèMïs late occupat undis. Hei rriihi qua te illo tune pofuere loco: Ah! latet in faór'o nunc forte anguilla fepülcro* Piscatorque fuum nunc legit inde cibum. Turpe tibipatrias fcaldisl corrumpier undas, Turpe pati tantum femper habere falis. Si flueres dulcis, poterat jactura videri, Qua* certe nunc est non toleranda, minor.' Ast me quid vano questu p'Ianctuque fatigo ! Tu quafi Gruteri! fisque cubesque male. Ösfa natent: cineres in limum verterit sequor: Aut fulica ingluviem fasferit inde fuanï'. Quo melius nusquam poterat quis in orbe jacere,: Finget delicias quaslibet ille , cubas. Nempefedes medius, viridi redimitus oliva, Inter Virgineos'Angelicosq'ue choros. Apportantque tibi de Virgine matre falutem, Donaque cum niveis lilia cana rofis. Deque fuo adjiciunt cafiam cum roremarino, Quailibef ut quondam plus tibi culta ruit; Nunc data Virgineis nunc oscnla reddita labris; Sexcéntosqde alios dicere mitto jocos. Mitto quid in tenere fparfi colfuditis herba, Myrtea odoriferis quos tegit umbra conis. Quid ni, qui fueris Paradifi cultor et author Virginis,est matrum qua? tarnen una decus, Nunc quoque in Elyfiis ageres letifimus h&rtis, Obli-. Nunc data Virgineis nunc oscnla reddita labris ;  '( MI ) Oblitus tristes follicitosque dies. Quare non curas, rebus mortalibus exors; Obruat exuvias terra vel unda tuas. Ille ibidem Figilus carnem reparabit et osfa, Qui fimul e vili condidit illa luto. Vive Pater felix et in hoe quoque carmine vive! Si tarnen haud animus displicet ille meus. Na den dood van Gruterius, de Broeders weinig onderling vertrouwen Hellende (gelyk het doorgaans gaat) op elkanders deugden, werdt uit het Collegie van Leiderdorp beroepen Theodoricus van Gouda, een vroom man, maar genegen tot zyn oude en eenzame levenswys. Waarom hy ook zich niet gefchikt oordeelende voor deze openbare bediening niet afliet, voor hy weder in zyne rust herfteld was : 't gene ook binnen het jaar gebeurde. Deze nu tot zyn' eigen grond wedergekeerd zynde, werdt uit het midden der Broeders aangefteld Johannes Martensz. van Rotterdam, ter dier tyd de Huis-bezorger van 't Collegie. Dan vermits deze, een man zynde van onbefmette Godsvrucht, de Broeders te ftreng voorr kwam in de vordering der plichten, werdt hy ten volgende jare met zyn volkomen genoegen ontflagen. De Hemmen der Broeders kwamen nu over*' een op Pontianus van Vere, medelid van he.t .0 3 Gok  ( 212 ) Collegie van Windesheim. Maar vermits deze de aanbieding afwees, werdt door den Patriarch vanjWindesheim, aan wien de Broeders deze 'macht hadden opgedragen, overgezonden Gerardus van Cleve, ter dier tyd de Huisbezorger van 't Collegie van Achlcm, een man van zoo weinig vcrwagting, dat ik haast gelooven zou, dat onze Patriarch van Windesheim l een omwenteling van zaken begeerde. Althans zy', wier fchriften ons zyn ter handen gekomen, verzekeren, dat zy door fchaamte verhinderd worden de zeden van'dezen man te : befchryven. Dan by aldien dit het oogmerk I van dien Kerkvoogd geweest is , verdient dat ü lid van dit Collegie zeker' verfchooning, die, gelyk men voor een' fpreekwoord zegt, de flyk met'flyk gewasfen hedft. ' De Prior, namelykvan Achlem,te Antwerpen, overleden zynde, begon hy, die Reis-' genoot van dezen Gerardus geweest was, by den Vriend van den overleden Prior een groote droefheid te veinzen. Deze hem naar de rede I Vragende, was zyn antwoord: Wat is natuur^ lyker, zeide hy, dan dat uw Huis onzen Mede-broeder en Prior zich nu toeëigend een man?; die in heiligheid en alle goede hoedanighe-| den zoodanig uitmunt, dat wy nimmer eens beter krygen zullen? (terwyl het volgens de» Vletten vryftaat, om de' genen, die buiten3 'sHuiÉ  C 213 ) 'sHuis in eenigbeftuur zyn, t'huis te roepen tot waarneming van de zelfde bediening): en zoo gy dit niet doet, is het met ons gedaan. Wie toch zou gedacht hebben, dat een man, die in den beginne tot geenerlei werk nuttig fcheen , zulke groote gaven in zyn gemoed verborgen had? Deze dit hoorende, en meenende dat het ter goeder trouw gezegd was, bewerkte t'huis gekomen zynde, met weinig moeite, dat de man met eenparige ftemmen tot Prior verkoren werdt. Op deze wys zyn zy van dezen vadfigen en onreinen knaap ontflagen, fchoon zy hem met meer menschlievendheid verdragen hadden dan zyn eigen Mede-burgers , terwyl hy hier twee jaren in het beftuur geweest was, daar hy t'huis in 't eerfte jaar reeds met fchande weggezonden was. Na dat deze man dus uit den weg geruimd was, werdt Johannes van Rotterdam wederom beroepen, welken zy te voren ten onregte verworpen hadden. Maar die braaf is, blyft altyd braaf, en wykt om de godloosheid van anderen niet af van zyn aangeborene neiging tot deugd. Iets meer dan vyftig jaren was hy in 't beftuur, en men kon hem den lof niet weigeren van naarftigheid en Godsvrucht. 'Na zyn' dood nam men weder den toe? vlucht tot vreemdelingen, en /Ëgidius van O 4 Bo;  Bochereel, werdt uit het Bethlemitisch Klooster," niet ver van Leuven, beroepen; een voortreflyk Rechtsgeleerde, ja zelfs om zyne uitmunten* de vorderingen in die wetenfchap tot Doctor (Baccalaureus) uitgeroepen, eer hy zich tot den Kerkdienst overgaf. Hy was een vry naauwkeurig man in, het beltuur der huislyke zaken: ook heeft hy het Huis met een zeer nuttig gebouw vermeerderd :echter haalde hy niet by Gruterius. Vyftien jaren regeerde hy, en werdt na zyndood opgevolgd door Johannes Horneweer van Sluis, die den post van Onder-Prior daar waarnam, een dóór braaf man,maar hoogbejaard , waarom hy na een beftuur van negen jaxen tot zyn rust wederkeerde, en tot zyn Opvolger werdt verkoren Gulielmus Hierden van Harderwyk, uit het voornaamfte Collegie van Windesheim, een man van onzekeren roem, althans van geen groote bekwaamheden, en wien eerder het geval dan de wil der Broeders zgs jaren lang in het beftuur gelaten heeft. Dan hy komende tefterven, werdt Isbran-; dus van AbkoueV' uit het Huis zelve tot Prior verkoren. Maar zyn deugdzaamheid na ver-, loop van drie jaren in 't verval rakende, werdt beroepen Petrus Buys, uit de Emftenianen, jiviens geleerdheid en deugd beroemd, en Meester  ( 215 ) ter in het Canonyke Recht was. Van dezen I-man, zou men zeker veel hebben mogen ver? wagten, indien hy langer geleefd hadt. j Maar reeds in het tweede jaar van zyn beftuur kwam hy te fterven. In dien korten tyd echter heeft hy zich by het Genootfchap zeer verdiend , gemaakt, byzonder in het gefchil, het geen hy te Romen gelukkig 'gevoerd heeft, uit ■ naam der Broederen, tegen Henricus van Bei> I-gen, Bisfchop van Cameryk, die met veel «woede op de vryheden van het Genootfchap jitoelag.. Men gaf hem tot Opvolger Wisfe Gostensz. , van Creke, een eenvoudig en eerlyk man, maar die door een zamenzweering der Broeders na een beftuur van twee jaren, uit de Regeering gebonst werdt, wordende met dezelj ve ligtzinnigheid herfteld Isbrandus van Abr I coude. Deze man, dien zyne Vyanden zelf Ipryzen moesten, ftierf na verloop van tien | jaren, en werdt in zyn plaats bevestigd Heni -ricus Cplynsz. van Reimerswaal , die 'zeer : :braaf was en fpaarzaam. Dan de zaken achteruitgaande, heeft hy niet veel groots kunjmen uitvoeren. Hy ftierf na dat hy elf jaren, a ^geregeerd hadt. In plaats des oveledenen werdt Wil hem :U\Villemz. van Rotterdam beroepen. In het ^dertiende jaar zyner Regeering, brandde by O $ toe-  ( «6 ) toeval byna het geheele Klooster af, en name* ïyk alle de Cellen der Broeders; langs de. zen weg nam hun vermoogen af, tot groote droefheid en ongelooflyken fpyt van den vro# men man, die eindlyk,zelf door de Broeders, genoodzaakd werdt tot zyne Grde weder te feceren. : Hy werdt opgevolgd'door Cornelis van Crompvliet, van goeden huize te Reimers» waal geboren , een man in wien men een an» deren Gruterius verwagte, als die gemaakt fcheen om de Maatfchappy te herftellen. Maar op dat zy door geenerlei rampen gefpaard werdt, overviel haar de Pest, waardoor hy zelve en zes Broeders in het tweede jaar zyner Regeexing werdt weggerukt. - Eindlyk werdt Johannes Mattheeuwsz, een burger der Stad tot Prior aangefteld, een man waarlyk eeu grooter beftuur waardig, en dia niet alleen door de uiterfte ramp van het Hui? getroffen is , maar zelf verteerd. In welke omHandigheden hy nogthans van zyne genegenheid I voor zyn plaats en' Mede-burgers de grootfte blyken gaf, terwyl hy aan het herftel der Maatfchappy wanhopende, ten zelve tyde het leven verliet. Hy hadt, toen hy de Regeering aanvaardde, het GeftigtjZwaarlyk met de Pest bezocht en byna uitgeftorven,.met veel yver herfteld, en geduurende zyn gantsch beftuur zich daar*  daarop toegelegd', dat hy door het herftel van alles de fteunpilaar, als 't ware, van 't Gebouw fcheen geworden te zyn. In het elfde jaar eindlyk van zyn Oppergezag, werdt hy overvallen door dat rampzalig ongeluk, het welk voor byna het geheele Zeegewest doodlyk was; want op één dag braken de Dyken door, zoo boven het Klooster by de Kreke, als beneden by Lodyke. En daar men vry langzaam handelde over het aanwenden van middelen tot herftel, is de grond zoo diep onder de Zee bedolven geraakt, dat men nergens als by het afloopen van den Vloed den voet op' het Land zetten kon. Het ontbrak ter dier tyd niet aan menfchen, die aan den 'Heer van Lodyke de grootfte fchnld gaven. Want, volgens het verhaal van fommigen,zou het ongemak,het geen tegen over zyn Slot aan den Dyk gekomen was, terftond hebben kunnen herfteld worden, en zoude zulks ook ligt te doen geweest zyn , daar de fcheur in den Dyk op den eerften dag naauwlyks vyf voe-» ten wyd was. Maar de Zee hadt voor hem gearbeid, zeide hy: en niets kon voor hem gemaklyker vallen, om een haven te verkry"gen, welke hy anders ten zynen merklykeu koste befloten hadt uit de Rivier naar zyn Slot te leiden. Dan naauwlyks waren drie dagen verlopen, of de Dyk was meer dan honderd voe-  voeten wyd weggevallen, en meer dan veertig ' diep. Waarom het Collegie, terwyl de Zee daaglyks door alles inbrak, van begin af aan genoodzaakt werdt de plaats te verlaten, en in andere Kloosters der Broederfchap een veilig verblyf te zoeken. De gene nu, die deze laatfte ramp beleefden, waren de volgende Broeders: Johannes Mattheeuwsz. van Reimerswaal, zynde Prior; Cornelis Willemsz. van Nieuwerkerk,. Onder-Prior; Johannes Campe vanZiericzee, Procurator; Adriaan Aarnoudsz. van Nieuwlande; Jacobus Johannes van Nieuwerkerk, de laatfte Procurator; Michiel Adriaansz. van Reimerswaal; Nicolaas van Borsfe|gi Johaniics Scellius van Reimerswaal; Adriaan Martensz. van Bath, Quirinus Johannesz. en Christophorus Michielsz., beide burgers van Reimerswaal. Deze allen, op de wenk des Patriarchs van Windesheim dikwils van woonplaats veranderende, zyn op onderfcheiden plaatfen geftorven. Christophorus alleen, nog geen Priester elders zynde geworden, is uit hetParadys van Maria overgegaan na haren Throon, (of het Klooster de Throon van Maria genoemd) en daar tot Mede-broeder aangenomen en ingewydt. Men was nu door geheel Zeeland bezig met de Dyken te herftellen, met groote moeite en on-  ( 219 ) i Onkosten, fchoon nergens trager.als in ditEiJ land. Maar zie daar! nauwlyks waren twee I jaren op drie dagen na verlopen, of 'er brak weder zoodanig een ftormjlos ,en de Zee woedde wederom met zulk een geweld, dat indien i dè eerfte Overftrooming iets verfchoond hadt, deze, die zich veel verder uitftrekte, alles omver wierp, ja zelf verwoestte 't geen ondertusfehen door menschlyke vlyt was bygebragt. Men heeft wel naderhand op fommigeplaatfen het een en ander uit de handen van dezen geweldigen vyand gerukt j ook zyn nog later i eenige der ondergevloeide Landen en Dorpen |] herwonnen, maar deze ftreek van Beveland, \ wyktnog dagelyks meer en meer voorde macht I der Zee, zoo dat 'er niet veel hoop overig is, I dat het ooit zal kunnen gebeuren, dat een eer[ tyds zoo gelukkig Land, gebruikt en bebouwd, zal kunnen worden. Toen nu alle hoop verloren was om het I Klooster te herftellen, begreep de Regeering ' van Windesheim dat het best was het Gebouw ;aftebreken, en de goederen, ten gebririke die1 nende, te verkoopen. Tot het verzamelen der 1 penningen (want deLanderyen, die zy hier en ! daar bezaten, waren niet mede vergaan) werdt, i na den dood van den Prior eerst verkoren boveni gemelde Jacobus van Nieuwerkerk, en toen de?ze ook binnen twee jaren overleden was, werdt ten  ( aao ) ten jare 35 tot (Procurator) Gemagtigde aange* Held Johannes Gilfius Balenus, ter dier tyd Prior van het Collegie derEmftenianen: Maat toen deze ten jare 41 geroepen was tot den Post : van Patriarch van Windesheim, werdt de last Opgedragen aan Johannes Celius van Eindhove, Prior te Rugge by den Briel: en wanneer ook deze daar van ontflag verzocht ten jare 55 * \ Werdt zy overgebragt op Johannes Lathomus Vart Bergen, Prior onder de Thronisten. Voor het overige, daar de inkomflen die* goederen zoo groot niet waren als zy plegen, en deRegecring van Windesheim oirbaar dacht :i dezelve in eenig gefticht der Broederfchap te plaatfen ter gedagtenis der Leden van dit CoW legie, en deszelfs weldoeners, fchenen de Thronisten de meest bevoegden tot die weldaad , het zy dan dat zy in de orde der Broederfchap'er het naast by kwamen, het zy dat ay de eenige waren, die den titul van Recht I konden aanvoeren, uit hoofde van Christo* ; phorusMichielsz; die nu reeds hun Medebroed li der en de eenige van den geheelen hoop wad overgebleven. Men heeft dan aan denThronisten opgelegd, dat zy voor deze weldaad, ten; allen tyde, eens alle weken en eens jaarlyks, | n'amelyk des Zondags na het Feest des Ver-,:t hoogden Kruyces, eerst Zielmisfen, en daar : na een ftatige en plegtige Mis doen zouden. Eé< I  ( 22Ï ) Eene zaak, welke de Thronisten, daar zy na den naam en de nagedagtenis van dit Collegie bewaarden, by vervolg veel luister heeft bygezet, terwyl ,zydie hunnen waarlyk grootfchen naam van denThroon der Moeder Maagd Maria ontleenden, nu ook dien van haar Paradys tot vermeerdering van hunnen roem en juister op zich overbragten. VER.-:  ( 222 3 VERTALING DER. LATYNSCHE ELÉGIE DOOR DEN SCHRYVER VAN HET PAR.ADISUS MARINE, GEMAAKT TER NAGEDACHTENIS VAN GRUTERIUS- "Waar kan men my,Gruteer! uw fombrê grafplaats tooneflJ Op dat ik daar voorU myn dankbre traanen pleng? I Dat Graf met Lauw'ren en Gypresfen loof magkroönen, En, knielend, tot Gods throon gebeeden voor Ü breng? JMaar ach! by uw gemis, is m' ook die hoop ontnoomen; Een felle vloed ontrukte uw graf aan ons gezicht: De Schelde doet en Stad enAkkars overftroomen ; Daar wal en dyk voor't woên diens wreeden aanvals zwichi Het (lil verblyf des doods, waar men uw' fchim mogt eeren, Ootmoedig Uw den geur van zuiv'ren wierook bragt» Die heil'ge graffpelonk zag m' in een Zee verkeeren , Daar nu des Visfers list een' ryken prooi verwacht. Wat deedt U dus, ó Schelde!' Uw |met de Zee vereenen ? Waar toe te roekeloos uwe Oejers overfneld ? — Uw' trotsheid is geftraft — Üw' luister is verdweenen —< Nooit wordt uw'heldere vloed.uw zuivere droom herireld, Dan, waarom wórdt myn ziel door zoo veel fuwts bewoogen! Als oft gevoelloos lyk bezef hadt van zyn lot: — óNeen ! uw zalig deel, Gruteer! aan d' Aarde onttoogen,- Geniet bet hoogst Geluk , in 't byzyn tan uw' God. Dn  Qar vry door d' Oceaan nw Lyk; word' voórtgedreeteri j Uw zwervend rif zy 't aas van't fchuylend roofgediert j Keen aardfche luister kan den glans te booveri ftreeven Der eedele Gloriekroon , die reeds uw fchedel fiert. Geplaatst by 't Englendom , in 's Hemels blyde Zaaien , F Kómt telkens, als om ftryd, een' reine maagden floer llan U den blyden groet der Moedermaagd herhaalen, I Die U en Leliën en Roozen brengen doe». i|irlier by voegt elke Maagd een krans van frisfchè bloemen i t DoormengdmetCasfieenmetgeur'ge Rosmaryn, «Gedachtig, hoe zy U haar deugden hoorden roemen j En, toen Ge op aarde waart, door U bewierookt zyn. ljy geeft haar kus op kus, zy geeven U dien weder i f Daar eik in zuivere min en reine liefde blaaki, 3y vleit U in den fchaüw van Edens bosfen neder: — V Ikzwyg, 't geen verder daar uw' Zaligheid volmaakt» 1 ikn waarom zoudt Gy niet voor uw godvrugtig poogen, In 't dichten van een Hof, der Moedermaagd gewyd , |[n*t Hemelsch Paradys die vreugd nu fmaaken moogen , I Die U van ramp en leed, in eeuwigheid, bevryd. — Wat kan 't dan, myn Gruteer! U in dien heilflaat krenken \ '' 'tZy de Aarde, 'tzy de Zee uw overfchot bedekt, I Door Hem, die U, uit ftof, het aanzyn konde fchenken ; I Zal ook dat ftoflyk deel eens worden opgewekt. L,eef, tot het hoogst Geluk, om uwe deugd, verheevenj Leef! dierbre Vader, Leef! en wraak myn zangen nieïj Dan zal uw naam en lof ook in die zangen leeven, Dan is, al wat ik zing, voorU een dankbaar lied» w'" it, ; . ....  C 224 > B. Brieve van Burgemeesters en Schepenen der Steile Reymerswaal aan de Re* geering van Vere. 26 November 1596*. Erntfeste, Edele, Weerde, Wyfe , Discrefi zeer voorfienige Heeren. 'Alfo Wy lieden ons bevinden ten vuyterfterf benaut, ouermits de fchuldendaer inne wy ons vinden, gefprotenvuyt het vermaecken vanon< fe gebrooke Dycken, opmaecken van hoofden3 rysbarrnen ende anders, mitsgaders den cootj van een Schip Sinck-rys nu ouer acht daghen eerst verwrocht tot reparatie van 't groot en cleen hooft, den oostrysbarm die gants van der yfc ende anders den voorleden winter fyn ge broken geweest, bedragende een mercklyckc fomme ten minften omtrent de dry hondert ponden Vlaems; waer tegens wy lieden gantscri: geenen middel en hebben omme 't voorn. achterwefen te moghen verftringen ende betalend mits den kleenen middel die wy fyn hebbende ö den welcken qualyck ofte nyet beftant en ei om onfe gedaen Dyckagie ende Ryswercken vair nu voortaen te onderhouden ende Jaerlycks te; fepareren, dat wy achten Vlieder E, genoech  I bekent es, zyn genootfaeckt geweest ons met [ Requeste te prefenteren op de leste Vergade* riinghe van de Heeren Sïaten tot Middelburch * I verfouckende aan de felue dat huerlieder E. zou'. de geliefuen deze Stede te willen confenteren >5tLycent van deMosfelen binnen onfeLimiten i gevanghen, gelyck van defelue vuyt crachte } van voorgaende gifte genoten hebben tot den ' Jaere 91 toe, ende bouen dyen dat defelueHee« i ren Staten fouden beliefuen te ordonneren myn ':Heeren d'Auditeurs van de Reken-camer van ÏZeelandt de Rekeninge die van wegen defe Ste«. !de gedaen es, van degunfte die de Heeren Stapten van Zeelant defe Stedegedaen hebben,mits i'fcet Employ van dyen te willen oucrfien, ende ,. fluyten, ofte defelve van nieuws wederom te I doenhooren en fluyten,ende 't flot van dyenta 5 doen purgeren ende fuyveren by den Heere Tre. forier van Zeelant, ofte andere die Vlieden E.' i daer toe fullen gelieuen te ordonneren, op dat , wy Lieden ende de Stadt eens ontlast zynde , ihVlieder E. mogen ortgemolesteert laten, waer * op verkregen es poinct van befchryuinge,dyen ] volgende fyn by defe VliederE.zeer ootmoe(Idelick biddende ons te willen behulpich we-' 1 Ten ende voor dit mael asfifteren volgens ons \ iverfoeck, ende Vlieder E. gedeputeerde op de «naeste Vergaderinghe volcommen last te willen jgheuen, ten fyne wy lieden eenmael van 't P a voorn]'  026) voorn, achtervvefen ontlast fynde V lieder Er ende de Heeren Staten van nn voort mógen la- ! ten ongemolesteert, Dwelck wy lieden zouden i verhopen en belouen te doene, mits hebbende ; de gerequireerde asfiftentie, tot het Welck wy V lieder E. zeerinltantelyck fyn biddende,cön-j fidererende onfe ellende ende miferye wy fyn,: mits onfe voorlede armoede V lieder E. bëkendt, oock dat wy lieder maer al te veel last'! {tillen hebben om ons van nu voort met onfertj cleenen middel te konnen onderhouden; Endei fullen den AlmogendenGodt bidden, dat hy V Lieden Erntfeste, Wyfe, Discrete, zeer voorfieni-, ghe Heeren fpare in alle voorfpoet ende welvaren. Vuyt Reymerswale defen xxvj Novembris 1596. V Lieder E. goetwillige ten'; Dienlte Burgemeesters ende Schepenen der voorn* Stede Ter Ordonnantie van de zelue' j geteekend J. van der Haghe 1596* Het opfchrift was. Erntfeste Wyfe Discrete zeer voorfienighe Heeren Bur? j  C Z27 ) Burgemeesters Schepenen ende Raedt der Stede Veere Ter Veere,' C. Smeekfchrift van Bailliu, Burgemeesters ende Schepenen* der Stad Rommerswale, aan de Edele Mogende Heeren Staten van Zeeland s6 January 1605. Edele, Weerde,Wyfe,Discrete, zeer voorfienige Heeren Myne Heeren de Staten van Zeelandt ofte haere Gecommitteerde Raden, iVerthoogende geuen met eerbiedinge te kennen Bailliu, Burgemeesters ende Schepenen 1 der Stadt Reymerswale, hoe dat zy Suppliantten in den Jaere 1603. aangehouden hebben , omme van uw E. te vercrygen asfiftentie ende 1 fubfidie ter reparatie ende 't maeeken van de ver\ vallen dycken breeder in de megaende aduyfe vermeit. Ende al is 't zoo, dat de voorn.' | Supplianten alle goede debuoiren.gedaen heb» P, 3 ben  ( 328 ) ben met follicitatien aen uw E.de Heeren Staten van Zeelandt ende aen de Gecommitteerde Raden, zoo is eerst relblutie genomen den 3, Oflober 1603. voorfz. dat defelue Supplianten gefecoureert fouden worden mette fomme van 1 vier hondert ponden grooten Vlaems eens, te betaelen in zekere termynenbreeder verhaelt in : den extracle der voorfz. refolutie hier annex, . daer van de Supplianten haer E. ten hoochften ! zyn bedankende, Ende al is't zoo E. Heeren, ende dat alle de zee-wercken dienen volmaeckt ende opgeleuert te worden Jacobi vuyterlick ul- I timo July, en is 't zelue niet connen gefchieden, door dien de refolutie zoo late op 't Jaer is genomen, door andere des Lands fwaere en* de voorvallende lasten, ende niet by negligentie der Supplianten, invougen dat alle de aerde geleyt wefende naer Sint Jan in de maent van "July 1603. door grooten ftorm in December daer aen wech ende vuytgefpoelt is,ende noch* thans alle de penningen aen defelue Dycken geëmploijeert zyn, blyc-kende by 't extraéthier; aen gevoucht, ende kennisfe van den Dyckgra-1 ne Dierick Heyndricxz, van üw. E. fpecialicfct daer toe gecommitteert, zonder eenige répara-1 tie aan 't hooft gedaen te hebben ofte den Rys* barm in den aduyfe begrepen, foo zyn de Supplianten hun keerende tot uwE. ernftelick bid* $ende ende verfoeckende, dat haer belieue re-1 gard*1  ( 229 i i. gardt te nemen op de fobere ftandt ende gele-' ..gentheyt der Supplianten Stadt,die ongetwyf• feit niet houdelicken is den toecommenden St winter, maer fullen defelve defolatelick moeit ten verlaten, ter eeuwiger myne van hun al:: i len ende grooten nadeele van de Graeffelick3lheyt van Zeelandt, ten zy dat uwe E. vuyt (i fonderlinge metlyden, de Supplianten tot 't 11 maeeken van de hoofden ende rysbarm asfih fleren met twee hondert ponden grooten vlaeras, [ lot onderhoudinge ende reparatien van de vervallen Dycken, ten eynde de Supplianten metten aldereerften goede weder werken mogen, ende alfoo met uw E. asfiftentie voorcommen ende verhoeden der Stadt geheelen onderganck, egeenen middele by hen Suppliplianten en is om dezelue wereken te connen laten maeeken zonder merckelicke asfiftentie van den Lande, die zy van herten zyn verI -wachtende; Biddende omme expeditie op deI fen. D'welck doende &c. In de margine i > ftont geappostilleert. Sy defen RemonftranI tie mette bygevouchde ftucken geftelt in han:|den van den Dyckgraue Dierick Heyndricx. Iten eynde hy daer op diene van zyn aduys i,mette raminge van de costen, ende 't zelue I de Heeren van den Rade over te feynden, i om &c. Aldus gedaen ter Vergaderiige van :| de voorfz. Heeren Staten in 't Hoff aldaer P 4 (0$  ( 250 ) tot Middelburgh den xxvj January 1605. on^ derfront, my prefent. en was onderteekend* p. De Jonge. Extract uit de Notulen van de Heeren Staten van Zee-t, landt. iij October 1603. Grefien de Requeste geprelenteert van wegen die van Reymerswale, verfoeckende asfiftentie ende fubfidie tot reparatie ende onderhout van de Dycken, ende gefien het aduys van de Oommisfarifen die in Martio lestleden geweest hebben op de verpagtinge, de gelegene heyt van de plaetfe gevifiteert hebbende. Is ïiaer deliberatie het aduys van de voorfz. Gedeputeerde goetgevonden, ende dienvolgengeordonneert, dat tot de wereken in de felue aduyfe begrepen fullen werden geëmploijeert de fomme van penningen by de voorfz. aduyfe gefpecificeert, bedragende vier hondert ponden vlaems, waer aen gecort fullen worden de hondert pont vlaems by hen aireede ontfangen, ende de resterende drye hondert pondt in februario toecommende een hondert pont, in Junio de tweede ende in Oétaber de (ierde en leste hondert pont vlaems. D,e Gecommitteerde geweest hebbende op  t 231 > de verpachtinge van de gemeene middelen binnen de Stede van Tholen, deur last der E. Heeren Staten slants en Graeffelickheyts van Zeelandt, in dato den xj Martij 1603. hem lieden by den Secretaris der voorfz. Stede van Tholen gerapporteert; hebben hen geinformeert op den inhouden van de poinéten in de Requeste by die van Romerswael ouergedient vervatet, ende naer oculaire infpectie, hebben bevonden den Zuytdyck en Westdyck aldaer ter lenéte van ontrent een hondert vyftthien roeden bouen de fteenen in den hals ' lancx deure groote reparatie te vereysfchen; het welck by eftiraatie wel costen fal negen Carolus guldens de roede, bedragende twee hondert vyff en twintichponden groote vlaems, bouen het gluy daer toe noodish ende 't verleggen van den fteen by eftimatie 't zestich pon- ■ den groote vlaems. Nog het Oostdycxken vereyscht gerepareert te zyn van buytten, bouen in den hals ende van binnen, jegens den fiach van 't moei- oft fpuywater, ter lenckte van ontrent veertich roeden, daer voren geraempt veertich ponden grooten vlaems, maeckende. 't famen met de wereken aen Zuyt- en Westdyck drye hondert vyff en twintich ponden grooten vlaems, Jpe voornoemde Gecommitteerde meynen P 5 nQOi  t 23a > noodich te zyn, dat alle de bouengenoemde ïeparatien ten vollen effecten behoorden ge« bracht te worden ten lancxften voor Sint Jacob cerstcommende Ao. xvjc ende drye, anders waer 't gefcapen de voorfz. Dyckagie totmcrckelycke groote fchade te commen, 't welk in zoodanigen gevalle, met veel meerderen cost foude gerepareert moete worden. De voorn, van Romerswaal meynen de re-j paratien van 't hooft mitsgaders den Oostwaterfchen Rysbarm lancx de hauen te protaherea ende vuyt te fiellen tot nae den commen den Oogst, daer toe niet min en can geëmploijeert worden als een Schip rys van ontrent dertich duyfent, daer voren geè'stim eert met het verwercken en den Steen daer op te brengen vyff en 't zeuentich ponden groote vlaems. Ah le 't welcke niet langer vuyftel lyden en can, ten ware dat men "t voorfz. hooft en Oostwaartfchen rysbarm tcffens wilde abandonneeren ende laten vercaen. j Aldus geaduifeert op den xxviij Martij xv'fi drye, remitterende 't felue in de discretie ende goetduncken van andere in materie van Dyckaige beter geverfeert, waer toe de voorfz. Gecommitteerde hun zyn gedragende. Was onderteekend N. Hubert,Maerten Mazuir,Thomas van den Houte. Cf>> 1  < 333 ) Copie vuyt de Rekeninge der Stede Reymerswale, beginnend prima April ende geëyndicht den lesten Marty 1604. finnen welcken tyt de Dycken der voorfz. Stede heeft gecost den fomme van twee honidert zess en zestich ponden acht fchellingen sacht grooten vlaems. ijcLxvj o€ viij $ viij gr. Ende van den eerften April 1604. totten lesten Decembris in 't felue Jaer heeft de voorn. Dyckaige gecost de fomme van twee hondert zeuenthien ponden veerthien fchellingen. ijcxvij o€ xiiij 45. Compt 't famen ter fomme van vier hondert vier en tachentich ponden twee fcheU Hingen acht groote vlaems. fomma fommarum iiijcxxxiiij o€ ij # viij gr; D. Brieve van Bailliu en Burgemeesters van Romerswaal aan de Regeerlngvan Vere. "4 January 1628. ' Slejlsrfaeme ? Wyfe ende feer voorfienyghe Heeren,  C *34 ) ren. Wy Bailliu Burchmeesters fyn de eerweerde Heerén toewenfcaende met dyt nieuwe Jaer den feghön des Heeren, op dat de eerweerde heeren haere regierynghe mach ifrecken tot meyntenue van Godts kercke ende tot welftant van Ons bedroeft Vaederlant. Voerder Eer weer de heeren foe heeft ons goet ghedacht, alfoe Wy hebben verilaen, dat de Moghende Edele Heeren de Staeten hebben eeJ nen dach gheffempt van vergaderynghe, foè en hebben wy niet connen nae laeten de eerweerde Heeren haere memorve te vervorfchen, van den ftant van onfe gheleghentheyt van Reymerswale, alzoe den Vyant ons feer nae by is commen loegheren, foe is de redenen van ons fchryuen, als- dat de eerweerde Heeren fullen belieuen wel te letten op de gheleghentheyt van Reymerswale; alfoe wy met verfcheyden liefhebbers de faecke onderfocht hebben , foe is dit voer feker, foe de J Eerwerde Heeren defe onfe Stadt niet en fortyfficercn ofte eene fchaufe hier en maeeken, dat de Eerwerde Heeren voor verfekert haer ghelieuen ghewaerfchout te houden, dat het den vyants meyninghe is hier felfs te coemen loegheren, want wy fulks niet en connen beletten; ende dat de goede Heeren fouden : meynen, dat fy de plaetfen niet en fouden i connen houden by foute van fyftajllej de Hees' s  ( a85) Heeren fullen belieuen daer op te letten,1 «ende de faecke wel te balanceren, foe fullen de Heeren beuynden als dat fy het conmen doen tot haer contentement, want alle ronfe Schepen van Oorloghe fulckx niet en connen beletten, hier van meer te fchryven i is onnoodich, alfoe de gheleghenteyt by de «eerwerde Heeren ten deele wel bekent is, idus vele tot aduys ende de eerwerde Heeren fullen belieuen in beduncken te nemen foe fulckx ghefchiet wat fwarycheyt ons te ve^ 'Wachten fouden ftaen foe daer niet in ver: fien en wort. Eerfame, Wyfe feer Voerfienighe Heeren fyt Godt beuolen wt Reymerswaale den 4 Jannuarius 1628. Onderftond. By my Pantens. Het opfchrift was Eerfame, Wyfe ende feer voorfienighe Heeren Burchmeesters ende Schepenen tot der Veren.     E Ë N 1 ti Ë ZEEU WSCHË OUDHEDEN* uit ECHTE STUKKEN iopgehelderd e» in het. licht oebragt; Behelzende een Befchryvmg der STAD V. E R E» door. JAGOBUS ERMERINS, E.E R S T E STUK. T E MIDDELBURG, 1 By de Wed: WILLEM ABRAHAMS,' m d c c x c.   i GUNSTIGE LEZER: ^^eongeftoorderust, welke my federt a Au" rustus ifóüdoorGods goedheid vergund werdt, raf 'gelegenheid om met ernst aan 't verzamelen >an jlof tot de Zteuwfche Oudheden te derr ïten, en nog in meerder kalmte geraakt, de ïefchiedenisfen dezer Stad Vere ter hand te temen, waarvan het Eerfte Stuk nu het licht tiet, hopende tot het einde der xv Eeuw * \n zich bevattende het fchynbaar begin, de opkomst, aanwas'dezer Stad, en hoe zy al vroeg met andere Steden van dit Gewest in Koophandel en het beftuur van Landszaken een gelyk aanzien verkreeg; waaraan het vermogen en de voor ft and har er Heeren zeker \het zyne heeft toegebragt. Het tweede Stuk, 't welk ftaat te volgen, zal de Gefchiedenis van Vere brengen tot het neerendeel der xvi Eeuw, en wel bepaaldlyk tot en met den jare 1579, ^nneer het "Verbond van Unie gefloten is. Eindelyk hoopen wy met een derde Stuk te befluiten, welk Veres ouden Kerk-ftaat * 3 zal  zal bevatten, ook de Regeerings-Lystenl -fti wat meer de weetgierigheid ten aanzien de^ j zer Stad zoude kunnen voldoen. Buiten het gebruik van bekende Schryver) en Schriften, zal de Lezer niet tzvyfelen, of: ik heb uit echte bronnen geput; de bewyzen daarvan worden bygebragt, en ik heb geen: bekommering, om over verhaalde feyten achterhaald te zullen worden. De waarheid was myn leidsvröuzv, zy vetboodt my Vorsten of Grooten tevleijen, maar ik heb hun Recht gedaan ; den Godsdienst van die tyden moest ik ongemoeid laten, en daar-h heen alleen het oog wenden, hoe een Vere*\ naar , een Landsgenoot onderrechting zoude bekomen aangaande zyne Stad, het Land zy-, ner inwooning, de Voorrechten, die hem eigen zyn, vanzvaar die afkomen, en aan wien ty die te danken heeft, op dat men minder vreemdeling omtrent de gebeurtenis dezes Va*, derlyken grindt zynde, te meer en beter (des noods) deszelfs Rechten zoude mogen en kunnen handhaven, ten minjlen geen voorwendfel lebben, om zich, ter bedekking van vuil eigenbelang, op onwetendheid te beroepen. De  'De voorfchrevene taak afgeweven zynde; .verwacht dan niets meer van dezen Oord of eenige beflotene Stad van Zeeland, maar, 'dan nog kracht, lust en gelegenheid overig zynde, zal onze aandacht geheel op het flatte Land'der hy zonder e Eilanden bepaald worden, en zoo men geen redenen tot verandering van gedachten bekoomt, iets over Zuidbeveland in 't gemeen en het verdronken deel !Van hetzelve in het byzonder laten volgen. Ik noodige andermaal allen en een ieder Uit, die in (laat mogten wezen iets bytebrengen waardoor deze arbeid tot meer volkomenbeid kan worden gebragt; het is een dienst, die minder aan my dan aan het Gemeenebest iewezen wordt; mogt dan Vaderlandsliefde dezen en geenen eens opwekken, om oude kisten met Familie Charteren te doorfchommelen, de muizen en fchiet-wormen in derzelver fchuilhoeken te v er foor en, het geen die niet vernield hebben , en wetenswaardig is my te vertrouwen : De Landzaat zal hunne namen en by dragen met dankbaarheid gemeld vinden , en misfchien zal zulke moeite rykelyk hare beloo- >ning daarin vinden, dat Voorouderlyke af, komst  komst en Hechten niet meer tniyfelcchtig nul* len wezen. Tot myne Stadsgenootcn heb ik niets te zegi gen 3 dan htm toetewenfchen, dat vrede, eent* gezindheid, waare godsvrucht, en de blyken daarvan door oprechten vaandel bier mogett, i geniën, ontdekt, opgebouwd en gehandhaafd \ •worde/t, ook dat zy, zoo lange ik nog ondet I ben woone, myne rust niet zullen misgunnen feel minder Jiooren. VERE, 7 Januari 1790! * * D £  C 1J GESCHIEDENIS SEJ$ D JE R STAD V E R E. ere, ook Camp-Vere en 7ér genaamd,' de derde befloote Stad van het Eiland Walche* ren, op de hoogte van 51 graden en 34 minuten Noorder breedte (a) gelegen, bevindt zich op de Noord-Oost zyde van voorfz. Eiland, een uur van Middelburg; en ruim twee van Vlisfingen, tegen den ftroom, welke uit de Noordzee door het zoogenaamde Veer-gat derwaards henen fchiet, en hare muuren befpoelt, terwyl zy ten zuiden en westen door vruchtbare Landeryen, en Weilanden omringd wordt. Hare naams-oorfprong ftelle ik zoo duister en onzeker te wezen, als die der meeste Steden, offchoon het heerfchende gevoelen wil, dat hare benaming van derzelver ligging af- (0) Smallgangé Chron. bl. 206. A  co afgekomen is ; namelyk dat hier Van ouds een Veer op Noordbeveland was, en wel bepaaldlyk op het oude Campen en zy daarom Camp-Vers genoemd zy. Dan ik vinde, dat alle plaatfen, welke tot overtochten op de ftroomen dienden,met den uitgang Drecbt oïTregt eindfgden, waarvan' meenigvuldige in ons Vaderland te noemen zouden zyn, en het dus fchyn heeft, dat in die oude tyden het woord Veer of Vere eene geheel andere beteekenis hadt; hier omtrent uitteweiden , en vervolgens ook het famengefteld woord Camp-Vere te gaan ontleden, zoude wel eenige bladen kunnen vullen, dan den Ieezer niet kundiger" maken; weshalve men liefst de benaming dezer Stad, zoo wel als derzelver allereerfte opkomst; ook wat daartoe gelegenheid gaf, voor geheel duister en onzeker houdt. Werdt de Ridder Hendrik van Borsfele in het jaar 1234a! Heer van Vere genoemd, dan moet deze Stad reeds toen niet alleen beftaan, maar ook eene heerfchappy hebben uitgemaakt, van welke een der aauzienlykften dezes Lands den naam voerde. Zeer waarfchynlyk is het,dat hare eerfte be* woners zoo wel Visfchers als Landbouwers waren, welke de naby zynde Zee, zoo wel als het Land, waar zy onder befcherming van1 mach-  f 33 machtige Ridders gezeten waren, het noodi£ onderhoud moest verfchaffen. Zoo eene voordeelige gefteltenis , waar het j Land en de Zee het "hunne toebragten, omde' ze eerfte bewoners een beftaan te bezorgen, zal ook geholpen zyn door den overtocht • uit het nabuurig Noordbeveland, 't welk nog ! maar door een' fmallen ftroom van Walcheren gefcheiden was, en langs deze plaats het gereedfte kon bezocht worden, daar dit alles nog geholpen Werdt door de befcherming van het nabuurig Zandenburg, en nog nader van de Graaflyke Vest Magdalon, kon het niet misfen of Vere moest van een Visfers gehugt, of , Bitken , op eenen Dyk gefticht, wel haast binïienwaards uitgebreid, eerlang den naam van een 'Dorpje verdienen. De aanwas van dit Dorpje vorderde dra eene plaats ter oefening van Godsdienst, en gaf" ! gelegenheid tot het ftichten of bouwen eenec Kapel, aan de haven, ter plaatfe waar eene [ flraat haren uitloop heeft, nog deKapel-ftraaé. genoemd. De tyd, wanneer die aangevangen iwerdt, is onzeker, zoo wel als hare onder- [gang; men wil, dat zy inhetjaari55i al verdwe- • Tien was (bj, en dit kan Waar zyn, want in eene Re- Tegenw; St. p Zeel. IJ. D. bl. 184. A s, ■ ■  1(4) Rekening der Kerke van Vere 's jaars i$66; vinde ik in de uitgaaf, een der hoofdftukken te wezen, van den dienst die menplach te doe. ne in de Capelle op de hauene, die men nu doet op Sinte. Annen Autaer als men de voorfz. Ca-, pelle afgebroken heeft. En waar vcor deze Kapel de gemeente gediend heeft, na dat eene Parochie Kerk reeds haar gebruik meerendeels onnut had gemaakt, beftondt, volgens eene aanteekening deswegen gevonden, In het Kapelleken dat op de hauen plach te ftaen, mogt zes dagen ter weke Lof gefongen worden door den Schoolmeester defer Stede, met zes kinderen ten minften, gefondeert door pos Cornelis Geertsz. Men heeft i de grondflagen van dit oudfte geestlyk gefticht (welk veeltyds Kyk-gau werdt geheeten) in het jaar 1720, ter gelegenheid daar omtrent het jaar te voren , een grondbraak zich yoordeedt, nog kunnen zien. Vere,welk in het jaar 1*56" onder de Regeering van Graaf floris den v. nog eene Dorpken genaamd werdt (d), was, nevens het nabuuXigZandyk, en dc fterkte Zandenburg, reeds aanzicnlyk genoeg om de afgunst en yverzugt des Landsgrave gaande te maken, zoo dat, wil* (e) Tegenw. St. v. Zeel. II. D. W. 184. <■/) Aam. van d'Hr. Mr. D. L. de Vasfy M. S.  K5) wilde haar Heer daar van een gerust bezitter blyven, hy deze Heerfchappy den Landsheer moest opdragen', en wederom van dien als een goed en onverfterflyk Leen ontvangen, en deswegen hulde doen, dit gefchiedde in 't jaar 1282 0). Hier was het, dat Graaf jan de i. in't jaar 1296, onder geleide van Heer Wolferd van Borsfele met twee welbemande koggen uit Holland aanlandde; en zeker op het nabuurig Zandenburg, ofwel op het Slot Magdalon, in later tyd Laterdale geheeten, zyn verblyf genomen hebbe. Het laatfte is het aanneemlykfte, om dat te dezer Stede en dus waarfchynlyk op evengemeld Graaffyk Slot een verbond werdt gefloten tusfchen Graaf Jan den I. en guy Gr ave van Vlaanderen: volgens welk, Graaf Jan zynen Grootvader den Vlaamfche Grave, met eenig Krygsvolk moest byftaan, gelyk die ter vervulling daarvan terftond naar Biervliet overftak (f). Evengemelde Vorst, Graaf Jan, zyn Hüwelyk met de Engelfche Princes elizabeth, Doch- (O Meenigvuldigmaal is dit geboekt, hoewei niet altoos met de vereischte naauwkeurigheid, zie van onze Zeeuw. Oudb. het eerfte Stukje bl. 8. de eerfte Leen-brief is te vinden in Mieris Charterb. I. D. bl. 228. CO Wagenaar Vaderl. Hift. III. D. fcladz. nu A 3  (O Dochter van Koning eduard voltrokken heb, bende,is met een Vloot vandaar in 't jaar 1297, weder te Vere binnen gekomen. Men heeft te voren elders aangeteekend, hoe te dezer tyd de geheele Lands Regeering ; van Holland en Zeeland, meercndeels te de- > *er Stede uitgeoeffend werdt (g) ; dit moest ■ noodwendig tot den aanwas van dit Dorp veel : toebrengen, daar nu andere Inwoners, als t Visfchers en Landbouwers vereischt werden, : zoo dat al ftraks, na het deerlyk omkomen van Heer Wolferd den I. van Borsfelen, hier in't ïaar 1300 een geweldig oproer ontftont, van welk, zoo wel als van de onderfcheidene gevechten met de Vlamingen, hier in 't jaar 130a < voorgevallen, reeds elders oniftandig meldingli is gemaakt (b). Zoo veel krygs-gewoel, hetverblyf van de« Landsheer en het aanzienlyk vermogen der Borsfelfche Heeren, kon niet misfen of moest; Vere een' geduurigen aanwas bybrengen; me» moethaarnu als bebouwd zich voorftellen, vani het zuider-hoofd af tot de Kapel-ftraat toe* terwyl het overige deel nogmeerendeels cothetf Graaflvk Slot Magdalonbehoorde, zoo dat de (jg) Befchryv. der Heeren van Vere uit den Huize v«ï £orsfele, bladz. 15. (A) Ibid. bladz. 24 en 26.  iïVingerd-flraat, waarvan'de grond lot een 1 boom-gaard en lusthof van dat kasteel diende, ?en eerst later haar beftaan kreeg, daar denaam aanduidt, wat daar eertyds te vinden was. Het voorrecht, welk Graaf Willem de IV. aan (den Heer van Vere fchonk, des donderdags ■na Sinte Valentynsdags 's jaars 1338, van om cgeen fchulden te mogen bekommerd worden, 'lis mede door ons reeds ontleedt (i): dan de (Graaflyke brief deswege, weten wy niet, dat Iimmer gemeen is gemaakt; zy verdient het echter, waarom die onder de bylage LirteraA. te zien is. De geduurige aanbouw,' welken de vermeenigvuldiging der Inwoneren vorderde, deedt ernftig omzien, om zulks met ordre te doen, in zoo eene gefchiktheid, dat elk bekwaam bleve, omhetzymet de Vis-vangst, Scheepvaart, en de neeringen, welke hetverblyf van , de grooten en aanzienlykften des Lands, hier ; aanbragt, een behoorlyk aamdeel in de daar\ door veroorzaakte voordelen te mogen verkry1 gen; waarom de Veerfche Heer, het zy door ikoop of gifte, van de Graaflyke Veste Mag, dalon meester werdt, op den 24 September 1345. (1) Befchr.yv. der Heeren van Vere uit den Huize vaa l Bonfele, blad*. 28. A 4  ( 8 ) 134-6- Wy hebben ons deswege ook reeds uitvoeriger verklaard (k). Vere moet reeds tot een merklyke groot, te, meenigte van bewoners en veel welvaard gevorderd, ja al van een geregeld burgerlyk beftuur voorzien zyn geweest, dat zy met haren Heer, des donresdaghes na Sinte Vi&ors dach Ai 1346 , zich verdroeg over het loon der Molenaars van den water-molen, en hoe het verkorten der Gemeente, daar konde en mogt tegengegaan worden; welk verdrag verdiend gelezen te worden, te vinden hier ach* ter onder Lit. B. Mooglyk vroeger dan laatstgemeldé jaar, en misfchien al in het jaar 1332 was men begonnen hier eene Kerk te flichten, welke men niet moet verwarren, met het tegenwoordig kerk-gebouw, dat een* lateren oorfprong heeft, en waarvan ter behoorlykcr plaats zal gehandeld worden: welke kerk te noodiger zal geworden, zyn , daar de kapel te klein voor de gewoone dienften, en de kerk van Zandyk veeltyds ongelegen was. Paus Clemens van Avignon verhief die tot een Parochie-kerk, dat is te zeggen onafhanglyk van de Zandykfche, aan welke de- (*) Befchryv. van het Huil Laterdale binnen Vere, bladz. 89.  C 9 ) 'deze Gemeente tevoren onderhoorigwas, en befchonk haar met 't voorrecht, om groote afJ laten en vergiffenisfen te kunnen verleenen* den geenen , welke haar bezocht en begiftigde (l). De Koophandel en Zeevaart nam omtrent i dezen tyd zichtbaar toe, en werdt met nadruk in verre Landen voortgezet, zoo dat men hier de eerfte genoegzaam was, om dit gewest elders 1 met roem te doen gedenken. Een ryke VereJ naar, het zy de Heer der plaats, of byzon[ der Inwoner, rustte eenige Schepen uit, om Overzeefchen handel te pleegen; deze keerden i met veel voordeel te rug; dit maakte den nayver gaande, zoo dat, nabuurige Steden dit | naarvolgende, der Zeeuwen naam werdt uitgebreid (m). Dit alles moest den Heer doen uitzien, hoe aan zoo veele Ingezetenen en Schepen, veiligheid, gemak en berging te bezorgen; zyne ] handen waren minder gebonden, nu reeds het j voorheen Graaflyk Slot Magdalon zyn eigen- Idom was geworden, en 'er dus geene klagten te duchten waren, dat door meerder aanbouw des(/) Boxh. op Reigersb. I. D. bladz. ai6, 249. II. 1 D. bladz. 148. (m) Revolutions des Proviiices Unies (bus Pétendard des divers Stadhouderf. Tom. II. pag. 323- A 5  c *°> deszelfs fterkte vermindering leedt; het was i nu om't even of die Veste een lichaam met het overige van Vere, dan daar afgezonderd ble- j ve; weshalven, (de Heer het met zyne Opge, j zetenen eens zynde, om deze toenemende en bloeijende gemeente, van'Dorpelingen, Stedelingen te doen worden ,) Heer Wolferd de HF. van Borsfele, Vere aan de Landzyde met; muuren begon te befluiten, en de kosten daar j aan hefteed, aan de gemeente edelmoedig kwam te fchenken, gelyk de brief, deswege nog voor > handen, breeder uitwyst, te zien in de bylage C. dan welke verfterking dier tyd niet geheel voltrokken, en Vere nog in vollen nadruk tot geen befloten Stad verheven werdt, t om dat tot dit alles des Graafs toeftemming zal ontbroken hebben, en deze nuttige onderneeming mooglyk op hoog bevel zal geftaakt Zyn; ook kan de afgunst van het nabuurig Middelburg, daar in een groot deel hebben; gehadt; althans, dit is zeker, dat Hertog al-t bert van Beyeren in een uitfpraak over den twist tusfehen Middelburg en Florents van BoM /e/eden 17 Maart 1358 (ouden ftyl) gedaan, zich dus laat hooren, voirt van ter Vere teves-i ten is ons fegghen , dat dat fal bliven fiaen alsX het nu fiaet , ter tyt toe , dat zvy 't wel bera-i den,  (ii) tien fyn, ende mi der hinder betoech van de Fe< re daer of gbefien hebben (n). Hadt dat verfterken en met muurenbefluiten ;niet mogen voortgaan, Vere zag evenwel zy\ nen handel bevorderen, en zich met een Voorrecht befchonken, dat haar met de grootfte Steden gelyk ftelde, namelyk de Tol-vryheid door Holland en Zeeland, die haar in 't jaar I349 werdt verleend by Hertog willem van Beyeren, uitwyzens den brief te zien in de bylagen onder Lit. D. Het jaar 1351 was pas aangevangen, of men zag (in den Oorlog welken Vrouwe margariet tegen haren Zoon Willem voerde, en waarin de Heer van Vere de zyde der eerfte hieldt,) hier een Krygsvloot verzamelen, welke zoowel uit Engelfchen, Henegouwers als Zeeuwen beftond, waar tegen een Hollandfche Vloot herwaards kwam ftevenen , en de partyen den anderen by 'tvingherlinck van derVere genaderd zynde, begonnen de trompetten weerzyds den aanval te blazen 5 de ftryd was hevig, en naar veel bloedvergietens behieldt de Keizerin de overhand, terwyl de geflage Vloot van Hertog Willem 00 Mieris Charterb. Hl. D. bladz. 83. en reeds *e«5agt in de Uefchryv. der Heeren van Vere uit den Hnize van Borsfele, bladz. 46. dan kon hier niet voorby gegaan worden.  C 12 ) lem naar Holland week: deze overwinning kos« te den Veerfchen Heer waarfchynlyk het leven (o). De handel en zeevaard nam fteeds toe, naar mate het Veergat verwyderde en dieper werdt, zoo dat door het afnemen der nabuurige Eilanden, de Zee meer kracht oefende op den ftroom welke hier heen fnelde; met den bloei der koopvaard en visfchery, ging een geduurige aanwas van inwoners verzeld; zulks deedt het geftadig bouwen toenemen; het Slot Magdalon verloor zyn meeste aanzien, zyn voorhof, boomgaard en grachten werden aan het ver-> groten der Stad opgeofferd, de Wingaard-ftraat zoo wel als de Wagenaars- en Bailliuws-ftraaten werden of waren reeds gevormd. De Stad moest voor alle aanvallen van buiten beveiligd worden, te meer daar het Graaflyk bewind wankelde, en her nog niet volkomen zeker was, wie den toom des gebieds zoude in handen houden; waarom Heer Hendrik de II van Borsfele, het fierken en bevestigen zyner Stede , 't welk zyne Voorzaten lange te voren fchynen aangevangen, dan niet volvoerd te hebben, verder ter hand nam met haar van Myn 's Hee- (o) Befchryv. der Heeren van Vere uit den Huize van Borsfele, biadz. 40.  (13) 'S Heeren Poort/tot de Zandykfche Poort niet alI leen met eenen miiür, maar ook in een gracht Jitebeflüiten; denklykiszyterzelver tyd ook van J de Zandykfche Poort tot den Arnemuidfchen 1 Dyk beveiligd geworden: Hertog Albert hadt nu de hulp der grooten, dus ook der Borsfelfche I Heeren, vooral die van Vere noodig, wilde hy ; gerust het Graaflyk bewind aanvaarden, waarr-êm'hy waarfchynlyk deze verfterking minder J dan te voren wangunftig is geweest. 1 De kosten tot dit alles moeten, hoe goedkoop het werkloon en de bouW-materialentoenü waren, evenwel het vermogen van den Heer I hebben te buiten gegaan, hier van het wille-, keurig leggen van fchattingen en lasten, welke de gemeentenogniet begrypen kon, dat buiten i hare bewilliging wettig konde wezen, waarom het mooglyk is, dat Heer Wolf er d van BorfeU in 't jaar 1379 zyne Heerlykheid van de JVoes| tyne in Vlaanderen, aan den Graaf van dat gewest verkocht (p) ,en daardoor de kosten aan voorzeide verfterking kan hebben gedragen. Het verloop, dat daaglyks in de diepten tusfchen Noordgouwe en Drysfchor befpeurd werdt, mogt elders invloed maken; dit was juist 0>) I'Efpinoy Recherche des Antiquités et noblesfe I' de Flandres page 1*7.  ( 14 ) juist ïn het Veergat, dat meer en meer verwyderde; door dien de vloed uit zee nu meer zyne kracht daar op oefende, en hier zoo wel als jn de Wielinge groote Zee-fchepen eene veilige doorvaart bekwamen. Tot eene geduurige vermeerdering van aller» lei handwerken en neeringen ,hier en in andere opkomende Steden kan veel toegebragt hebben, dat men om dezen tyd in Nederland nog om geen Gilden-genootfchappen dacht, die rechte doofpotten van het menfchlyk vernuft, welke in latere tyden deburgerlyke Overheden zelve, de handen bonden, wanneer zy raadflaagden dezen of genen in hunne Steden toete* laten; ja men heeft den Godsdienst daartoe betreklyk gemaakt , en men ontzag niet de liefde tot den evenmensen, ons zoo hoog bevolen, tefchenden; men vindt, dat eerstin't jaar 1393 het inftellen van Gilden te Leyden , vee! onrust verwekte (g). Ook dat in hetzelfde jaar in een Scbïet-fpel te Doornik gehouden, ook die van Ter Veer waren (*), gevolglyk fchynt doen hier al een Schutters-gilde plaats te hebben gehad. Dit is zeker dat Stads Rekening van 't jaar 1417 daar reeds van gewaagd. Wan- (jf) Vader! Chron. bladz. 268. (*) V..'rh.v2ii dc* Sraat des (Cocpit. in de J3 en 14 teuw, door W. F, Verhoeven, blad. 48.  < x5 ) Wanneer ter dezer Stede eene bürgerlykeRe'-' [geering zy ingefteld, is onzeker, mooglyk nietIvoor de keure van Floris, Voogd van Holland, iin 't jaar 1256 te voorfchyn kwam (r). Dït f gaat zeker, dat geen zekere blyk daarvan voor (handen is, dan in 't jaar 1402, over welk jaar :dc oudfte Stads Rekening gevonden wordt,en jin dezelve alleen van twee Burgemeesters worde 'cgewaagd, welke te dier tyd der Stede-middelen in handen hadden,en beftondttoen deontfvang in den Bier excys, Wyn excys, Visfcbe >excys, penwairde excys , Vleyfche excys, en Me Waghe huer. Waar uit aftenemen is, welk foort van belastingen het eerst hebben plaats gehad. De welvaard, die hier {leeds toenam, hadt jiiet alleen een gerecht gevorderd, maar daar i fjevondt zich reeds een Stede-huys, waarvoor idit jaar klokken gegoten werden, zoodathet ook van een Tooren en Uurwerk niet onvoorzien was: dit geheele werk, namelyk het [gieten en wat daartoe vereischt werdt, gefchiedide hier, gelyk als mede de inkoop"van de benodigde ftoffen met veele posten in uitgaaf dec >Stede Rekening van 't jaar 1403 kan bewezen ,'Worden. Het | f>) Zie wegans de inrtelllng van Schepenen, Zeeuwf. ^Oudh. 4 Stukje, bladz. 123*  ( t6 ) .Het was om dezen tyd al in gebruik, om,waii2 neer aanzienlyke lieden van elders, de Steden ! bezochten, die met Eerewyn te befchenken, altans men vindt in de uitgaaf van Stads Rekening i des jaars 1405, Item gefchenk bi beitelen van mi' nenjoncheer der Vroewen van Catendyc ende der Vrouwen.van Cortkene viij floep Wyns, die floep ix gr. doet vj fchelL gr. Hertog Willem van Beyeren de VI. die zyn' Vader Albrecht in 't Graaflyk bewind op- t gevolgd was, en met de Schotten in onmin geraakte, verleende den 16 September 1413 aan eenige perfoonen te Vere vryheid, om zyne vyanden de Schotten aan lyf en goed te mogen befchadigen (s), dat is om op hun te kaap te mogen varen; een blyk hoe vaardig en gereed men hier was, om alle gelegenheden tot winst doen, aantevatten, en 'er gebruik vantemaken. Dat de Visfchery hier een der oudfte takken van beftaan heeft uitgemaakt, en meest al tot opkomst dezer Stad heeft mede gewerkt, loochent niemand; dan, dat die wederom in foorten van neeringen onderfcheiden waren, is geen minder waarheid, ook dat een van die de Haring-vaard was; dan wanneer die hier be-< gon-; (O Mieris Caarterb. IV. D. bladz. 251,  r C -7) I jonnen zy, is niet te bepalen; het eerfte, da? imen van haar gewaagd vindt, is in Stads Reke!kening van het jaar 1417,waar in uitgaaf ftaatj' Item doe der Stede Clerc van Mechelen quant aan die Stede mit eenen brieue 3 dat die goede i luden met baren baringe varen mochte daer ft \wilden op die tyt voirden Clercq ghegsuen voir. : zin en cost mit eenen knecht xviij gr. Al vroeg fchynt men te dezer Stede in ach* t terheid van penningen geweest te zyn j ook in 1 de noodzaak om gelden op Renten te ligten i I Wantin evengemelde Stads Rekening vindt men* 1 Item den lombarden van Middèlburgh van den t ghelde dat ft der Stede leenden ende van den \ verliefevan denpaijementen . . . xxxix fchelL Korts hier nabegon meöhier,zoowel als van I r onderfcheideandereZeeuwfchehandel-plaatfen, I bnitenlandfche kusten en Ryken te bezoeken, en 1 gemeenzaam op Spanje, de Oost-zee, zoowel I als Schotland, Noorwegen en Denemarken te Invaren, gelyk ook vandaar herwaards gefchiedde, en dus begon men met de Steden Sluis en l Brugge in het buitenlands koopbelang deelge-: 1 nooten te worden: het geftadig diepen der WieI linge en 't Veer-gat bevorderde dit voornaam* ' 3yk (O. Wil- (O Reigersb. Chron. a* D. bi. »ps«  1jft.j Wilde men telkens melding maken, vanEetewynen, die vreemde aanzienlyke gasten biet i aangeboden, en de onthalen welkezulken op het j Stadhuis aangedaan werden, men zoude zulks : totverveelens toe kunnen doen, en bewyzen ja getuigenisfcnaanbrengen, hoe men hier zoowel j als elders niet fpaarzaam was,om ten koste der ge- * meente te brasfen en te üneeren, ook vereeringen te doen, welke veeltyds meer voordeel aan den ) uitvinder en doordryver, als aan het lichaam der Stede aanbrengen: laten wy den draad der gefchiedenis hervatten. Wanneer,in 'tjaar 1423 Heer Hendrik van Borsfele, Hertog Philips ten dienfte ftondt int het beteugelen van den Heer van Biggenkerke-A zoowel als in eenen Krygstocht naar Catz, < hadden de Verenaars geen klein deel daarin y zy waren het, die door hunne dapperheid eaj aanwezen het werk moesten volvoeren, ja de| hosten daartoe dragen, terwyl hunne Heer; alleen daarvan de eer hadt, en de gunst van den Graaf daar door verwierf. Al vroeg heeft deze Stad deel genomen inde raadplegingen, die ten nutte van den Lande iqj \ gemeen werden aangelegd, en waarin z^ zich niet zal gemengd hebben, zonder dautoq! by een befchryvens brief verzocht te zyn gej weest: zoo vinde in de Stads Rekening van 'f jaal  c 19 ) ijaar 1425, Item verteert byPieterJansfen cniè 'tPkter Heinricxz., als zy ge f ent waren ter Dacbuaert ter Goes, met Scbipbneren ende an,ders . . . , üj fcbell.v') gr. Item verte ert by 'Jacob Willem Colinsz. Buerchmeestcr, Jan fyoosz. mit PierHaddez. in der Dacbuaert ge-. lboude te Bergben, mit die van Andworpen met•ten coste van den brieue te zendend Andworpen, !t zamen . .. \ï)fcbell. Onder dit alles groeide Stads vermogen, door :een geftadig vermeerderen van den koophandel aan , en handhaafde zy haren Heer wanneer :het op krygsdienften aankwam, was die wederikcerig ileeds bedacht, hoe zynen Stedelingen iwezently'k nuttig te zyn, zoo als men in 'c jaar 1430 aangeteekend vindt, dat hy veele groote Schepen hier deedt timmeren, en zyne eigene rmiddelen niet ontzag, om oost- en westwaards !Öeu handel uittebreiden, welke pogingen ook rgeen ongumtigen uitüag fchyuen gehad te heb-, ben (-j). Wanneer 'sLandsStaten, in 'tjaar 1438,heilloten een machtige Vloot ter beteugeling van •den moedwil der Oosterlingen uitterusten, Avcrdt deze Stad aangeüagen daartoe twee Schepente leveren (v), gevolglyk gelyk gefield met de f» Reigersb. Chron. II. D. biadz. 217. f» Vaderl. Uift. 111. U. bladz. «3;. Ba  (ao ) cïe Steden Delft, Lelden, Gouda", Alkmaar, Enkhuizen, Grootehroek en Medenblik en boven de meeste Zeeuwfche plaatfen, ja gelyk met Middelburg en Zierikzee, wyl die ieder maar één groot Schip moesten aanbrengen; men leere hieruit tot wat verinogen Vere geftegen was; te voren, te weten in't jaar 1436, hadt het Hof van Holland, welk onder de Graven geen klein deel aan hetLandsbeftuur hadt, de Hollandfche Steden aangemaand, die van Vere en Middelburg te luilpe te komen', tegen de Engelfchen, welke met eene groote Scheepsmacht, zich op dc Zeeuwfche Stroomen lieten zien (va). Men weet hoe Hertog Filips in dat zelfde jaar den Oorlog aan Engeland verklaarde, naar dat vele kooplieden dezer Landen, om het fluiten der Vrede met Frankryk te Londen, bekommerd en onheus bejegend waren geworden (x). Men vindt in de Stads Rekening van den jare t437, hoe wel duisterlyk van eene Vloot gewaagd, en daardoor is het twyfelachtig , of niet voor de beraamde togt tegen de Oosterlingen , zoo even vermeld , hier ook eene uitrusting van Oorlogfcriepen heeft plaats gehad, en of die niet gediend heeft tot het bezetten van 't Zzvin r» Mr. J. Di Mauregnauk Juridique Obfervatic bl. IQ3-100. (*) Vaderl. Hist. tlt D. bt. 5*5 et volg.  C 21 ) 'Zwin, in den Oorlog met de Vlamingen, en we.2 inzonderheid van Sluys tegen Brugge, wyl in de Jaarboeken van Brugge op evengemeld jaar gevonden wordt, daar de Sluyfenaars met de overgekomêne Zeeuwen , optreckende , tuiert den Heer van Ter Vere van zyn paart gefleken , en de Siuyfenaars moesten vluchten. De Oorlog tegen de Hanzee-fteden, dus in 't jaar 1438 gelukkig onderden Veerfchen Keer gevoerd, en de handel der Antwerpenarè'h daardoor byzonder befchermd zynde, beloofden die by openen brieve, dat al waare het dat zy in onmin met die van Holland en Zeeland geraakten, evenwel, die van Vere hun koopmanfehap op hare Stad, gerustlyk zouden kunnen blyven voeren, gelyk wy elders wel betoogd (y) , doch niet ondienfiig gedacht hebben, den Lezer die zelfden brief in de bylagen onder Lit. E. te leeren kennen. De gemelde Oorlog moet hard en vinnig gevoerd zyn, wyl een ongenoemd Schryver aangeteekend heeft, hoe dit jaar van voorzeide vyanden, 30 groote Hulken en 4 Caragucs die' I -ryk geladen waren veroverd zyn geworden (z). De Haringvaart, welke hier zoowel als elders (3) Befchryv. der Heeren van. Vere uit den Huize van Borsfele bl. 60. Cz) Revolutions des Provinces Unies T. II. v. 324, B 3  dcts befcherming en geleide tegen 'sLands vyandcn benoodigd hadt, moeste de kosten daartoe zelve dragen, waarom op 30 Augustus i439 by den Hove van Holland en Zeeland benoten, cn door den Graaf werdt goedgekeurd, dat men zoo hier, als in andere Steden in Holland en Zeeland, welke zich met deeze neering geneerden, van elk last Haring eene Ryder zoude betalen (a). Dit Lastgeld fchynt het volgende jaar 1440 tot zes fchellingen en zes grooten te zyn gebragt (70. Men wil dat in het jaar 1440 is geweest, datr deze! Stede deBroeJerfcbcp of Schuttery der Edele ilMdofe is opgerecht, en aan dezelve ceni-c vryheden zyn toegedaan geworden; ter aanmoediging orn zich in de behandeling van dit Wapentuig ter hunner cn der gemeenten zekerheid te oefenen. De Huwlyks verbintenis van Heer Wolferd van horW^M eene KoninglykePrinces van Schotland, veroorzaakte te dezer Stede veel ommegang en verftandhouding met de Schotten,die nu meer en meer hunnen handeleer begonnen te vestigen, en zich federt tot negheden » wel f» JVTr. J. de ;M«xregaa«lrf Juridiqu-iObfervttien, \?.%At. 223' 0>) Ibid. bl»dz. 025.  ,C 23 ) iwel gevonden hebben by dc uitftekende voortrechten, welke hun boven allé. andere Natiën hier gegund, en zoo wel van Ingezetenen -als .Vreemden met afgunftige oogen befchouwd worden. De onlusten, dieFrankryk en de Nederlanden deden fchudden, doordien in beide de Staten de naaste Erven van de Regoerende Vo rsten, met hunne Vaders in verregaande onmin i leefden, zullen ook invloed op den handel en zeevaart hebben gemaakt, zoo dat van deze zyde de Oorlogfchepen tot geleide der Haringvaart toegerust, geen het minfte ongelyk van vreemden konden duiden, maar terftönd toetastende, zal dit aanleiding gegeven hebben, om dezelve aan enger banden te leggen, waar! om den 22 Juni des jaars 1457, van dezer Stede wege,door den daartoe afgezondenen Schepen Picter Heinric, nevens andere afgevaardigden der' Hollandfche en Zeeuwfche Stcdcu I :in voorfz. Vaart belang 'hebbende, borgtog:. werdt gefield, dat die Schepen welke de Vischtn Haring-Schepen 'in Zee zouden geleiden, é* ' lefebermeti, "— niets daar cn boven zoude;, i doen — zoo dat zy zelfs de Vyanden niet eersTj aiogter. aanvallen, en vooral niet onder verI keerde voorwendfels andere Schepen aandoen, £ 4 P*'.  c 34 •> belet of ongemak toebrengen enz. (c); een blyk, hoe te dier tyd de Zee-vaart in 't gemeen, hare eige befcherming werdt toevertrouwd, en den Graaf alleen toezicht deedt neriien,dat zulks de paaien eener billyke zelfsverdediging niet tebuitenging. De Vlaamfche en Schotfche handel, die zich meer en meer hier vestigde, maakte, dat over de maten en ellen geftadig gefchillen ontftonden, vooral doordien niemand daartoe byzonder gerechtigd was, en daarin boven anderen geloof verdiende ; waarom Heer Hendrik van Borsfele in Maart 's jaars 1460 na den loop van den Hove,iemand machtigde, om hier .gezworen Meter te zyn, uitwyzens de beitel-brief, daarvan in de bylage F. te zien. Deze,Stad was in 't jaar 1461, en te voren, reeds met een Zegel voo^ien, waarmede zy afzonderlyk van haar'Heer opene en beflotene brieven kon bekrachtigen, althans men vindt in Stads Rekening van dien jare Item betaelt van een Signet totter Stede bchouf, cost met filuer ende met fiekene 't zamen , .. viij fchell. Xgr- ' Dit Zegel was ,.gelyk nog Stads Wapen wordt .«ra r:::;->::*.'.: ttSjbttT. fcfclbrr • . SeT (f) Oftroyen enz. Stedff Vlaardisgen bladz. 237 en £138, ook de aanmerkingen, in notis.  'gevoerd, eene Kogge-fcbuit of Bonte tusfchen twee Zuilen of Torens in 't water, met twee Wilde Mannen boven uit, houdende het Wapen van Borsfele op een blaauw veld. Ten zelfden jare 1471, vindt men wederom van eene Dachvaart of Staatsvergadering gewaagd, werwaards deze Stad eenen van hare Burgemeesters afzondt, alzoo in Stads Rekening te lezen is. Pieter de Voldre buerchmcester gereist met anderen tot Catz ter Dacbuaert, roerende de fcade die defe Landen gedaen zouden hebben, eenige perfonen toebehorende den Coninc van Den emer eken , is verteert metScipI hueren, Wagenhueren ende mondcosten .... ij. fchell. gr. en wat verder gegeuen Pieter de Voldre , buerchmcester by hem verteert ter Dacbuaert gehouden te Catz vp de fake van febouen 5j fchell. gr. Zag men zoo even deze Stad in 't jaar 1461 met een Signet voorzien, zy hadt al veel vroeger zich een groot Zegel doen aanfchaiïen, welk men het Zegel ter zaken noemt, men vindt het bewys 111 de Rekening van 't jaar 1464,waar men leest, Item betaelt de Goudfmet van den grooten nieuwen Zeghel van der Stede te graueerne, ende van den ziluer datter meer toe gedaen was , dan den ouden Zeghel, 't zamen xv. fchell. iiij gr. Ten blyke hoe weinig men nog by Stads RsB S g«*  gecring aantekening hieldt, van voorvallende zaken; dan echter de noodzaaklykheid da^ van begreep ,zoo vindt men in Stads Rekenin| van'tjaar 1465, Item gecocht een gropt,■ Regis-. ter, met eenre szvarte couverture, omme daer in te rcgijlrccrene alle fake dat vat) nod.ewcfw fal, om vj fchell. gr. Van de voorrechten dezer Stad des jaars 1465 in het Franfche Ryk door Koning lodbwyk. den XL gegund, hebben wy elcfcrs gewag ge-, maakt (*>, en flippen dit dus ten blyk van geftadigen yoorfpoed maar even aan. Ten jare 1466, vindt men wederom gewa^ rrcmaalctvanDachvaardenzoo te Zierickzee'al. Goes gehouden, op welke van Stads wege de -Burgemeester Willem Uallincxz cn anderen zyn tegenwoordig geweest; ook hoe deze Stad gedragen heeft in de kosten van een Gezantfchap naar Denemarken.; ontegenzeglyke blyken, hoe zy in de gevvichtigfte zaken des Lands gekend werdt, en oojc in flaat was haar aandee daarin optebrengen. . Dat ten dezen tyde het bezigen en verwer ken van Filvoordfcbe Zinckfteenen , het zy aan Dyken of andere Zee-werken, reeds in gebruik was (•) Befcbryv. óef Heeren van Vere uh iea Huiae •van Borsfele bl. jj.  .vas, is my uit eene verklaring van Cozmuniewesters Schepenenen Raaden der Stede Mecbchen, gebleken. In 't jaar 1469 moest Stads Burgemeester I Willem Hallincxz al wederom op eene Dachjraart te Brugge zich laten vinden, angaende l'en Tngelfcben ende den lande vanHollant ende heelant; en ter zeiver gelegenheid voerde die ïurgemeester Stads gewichten mede, om die laar te doen yken enz.;een bewys hoe het gevicht van Vere met dat van Brugge overeenstemt, en men kon ook ten dien opzichte geen ■beter voorbeeld volgen, als zynde laatstgemciit Stad te dier tyd de uitfteekendfte van geheel fsïcderland in koophandel. De Scheepvaart raakte meer en meer uitgebreid, zoo dat men zelfs de Venetiaanfche vlag aier konde befchouwen, want vinde in Stads tekening van 't jaar 1469, hm betaelt den trompers van der Venetiaenfcher crake bi bcuele vanminen heere vanBoucbain . . . iiij fchell. |Vj gr. Veel gewoel en onrust, verwekte de Engelf Lelfchen Oorlog, en wel tegens den berechten mrave van Werwick , hier te Vere; zy veroorLaakte niet minder kosten, het was een geftafdig reizen en trekken ter Dachvaart, en waar .j tjer Heeren zaken het vereischte, of werwaarts die  ( «8 > die Stads gedeputeerden vorderde; daar kwam by het veelvuldig fchenken van Eere-wyn, maaltydenen andere hofiykheden, daar Stads Rekeningen vol van zyn, en waardoor deze gemeente niet weinig gedrukt werdt. Niettegenftaande den, Zee-kryg, waarmede , deze Landen worfielden, zoo bloeiden echter,! te dezer Stede de koopvaardy en visfcheryj de dapperheid en roem der Borsfelfche Heeren, wien zy behoorde , was de zekerfte waarborg, 200 dat voortgegaan werdt met bouwen van huizen en flraten ; ook werdt het flerken der Jtad buitenwaarts niet verzuimd, waar nog een Poort by die 'er reeds waren gevoegd, en de Wanoykfe Poort genaamd werdt; het zy om dat die, ten tyde, wanneer deEngelfche Graaf van\Var-| wiek door zyne Zee-roveryen hier veel toerus-, tingen en krygstochten had veroorzaakt, gebouwd was, of wel dat hy op deze Stad eer* aanval gewaagd hebbende, hier was afgeflagen, althans gemelde Poort heeft die benaming bly-i ven behouden, zoo wel als de Straat derwaarts leidende, nog de IVarwyckfche Straat wordt genoemdt. Het tegenwoordige Stadhuis, is ook met't jaar 1470 zyn begin verfchuldigd, dat is te zeggen , dat men toen begon aanftalte te maken, wet het bekwaam maken der plaats, waar het ge-  C 29 ) gefticht moest worden, want het Ieedt tot in *t jaar 1474, wanneer de Jonkheer van VexeLouis van Borsfele daaraan den eerften fteen leidde. Te voren was het Stedehuis, zoo men wil, in de Kerk-ftraat te vinden (d) , en het zoude wel het huis zyn, thans door den Notaris en Pro-' •cureur %cm Szverius Half man bewoond. ■ In 't jaar 1477 fchynt het nog naauwlyks voltrokken te zyn geweest, wyl men in StadsRe-« kening van dat jaar vindtin de uitgaaf, Andries Wisfe de landmeter e, van 't dac van der Stede huys ende Toorn te meten, 't welc als 't bevonden is liiij roed. vij voet. gelyc dat blytt by de cedule van de felue landmetere bier ouer geUit enz. > Dekoopvaardy nam inzondérheid toe; men bouwde en rustte Schepen uit, tot verre zeetochten, hier, zoowel als in het nabuurig Ar-; nemuiden; terwyl men hier een bezoek ontving, waar mede Hertog Karei van Bourgondien den Veerlchen Heer zoowel, als de Stad vereerdde, en welk mooglyk voornamelyk aangelegd was, om het toereden van vier Oorlogfchepen te verhaasten, welke ten koste desHer♦ogs werden uitgehaald (e), en dienen moesten, OO Tegenw. Sta« v. Zeel. IL D. bladz. 170. CO Vade'rJ. Hitt. IV. D. fcladz. u6.  C 30 ) ten, om den herwaarts gevluchtenEngelfchen Koning edüard den IV, byftand te doen, en, in veiligheid tot zyne Staten te doen wederkeeren; zoo Jat ook vanhier wel eens der Engel* fchen verlosfing opgedaagd is. Zoo vele dienften erkende ook de Engelfche Koning, en overlaadde zoo den Stadhouder Heer van Gruithaizen, als Heer Hendrik van Borsfele, met eere en waardigheden, en gedacht ook deze Stad ten goede met haar in't jaar 1471 een wydluftig voorrecht ten aanzien van haren koophandel in hetEngelfche Ryktc fchenken, dat elders is geboekt (f). Dit voorrecht ftondtmisbruiktte wordendoor vreemden, welke geen burgers of inwoners waren, waarom de Stads Regeering bedacht was op middelen, waardoor hare ingezetenen alleen de voordeden daarvan konden genieten, met eene Ordonnantie vastteftellen, op het. aannemen van burgers, cn wie daarvoor te houden zyn, wac zy zweeren moesten, en hoe zy van hier vertrekkende Pont-geit, datis het welk men tegenswoordig \\QtRecht var, Exue noemt, betalen moesten. Niettegenffoande die voorbehoedfelen, zoo fchynt de winst en fchraap-zucht, toch mid» de- (f) Srnal'cg. Cb.on. blad.', 572.  ( 3< ) éële'n uitgedacht te hebben, om, of fchoon geen burger Zynde, echter van voorfz. voorrechten gehot te hebben,zoodat,in later tyd,en wel in 't jaar 1520, daartegen nog met eene nadere Ordonnantie is moeten voorzien worden. De voorbygegane Engelfche Oorlog hadt het gevaar doen kennen, waarin Walcheren in \ gemeen, en deze Stad in 't byzonder, by zulke gelegenheid gebragt werdt; weshalven dit Eiland, waar tnen 't noodig achte, met Block-huizen en andere befchutfels werdt voorzien, en ook hier ter Stede op de noordzyde vier nieuwe Waakhuizen van hout zyn gefteld geworden. Het was bok omtrent of ten jare 1471, dat de Vaart op Noorwegen hier doorbrak, en met Schepen, welke men clinckaerts noemde, gedre-. "ven werdt (g). In de Rekening van dat zelfde jaar vinde ik i Jtem betaelt Jan mist by beuele van myne heer , 07» myns heeren Standart te doen maken ij fchell. iij gr. Zeker dien Standart of Banier, met welken de Veerfche Heer voortaan zynen Vorst ten Oorlog zoude dienen , en onder welken zyne Riddcrlyke benden Honden aange-. voerdte worden. Het (jg) Sm»llc2, Chron, bladz. 572.  C 3S > Het fchynt, dat de Heer van Vere tèn dexetf tyde zich het recht aanmatigde of liever bezat,' om de Zeeuwfche Staatsleden, zelfs buiten het Gewest ter Dachvaart te befchryven, want iü voorzegde Rekening wordt een post gevonden, Item van vier brieuen te dragen van myns heeren wegen van der Veere , ter Goes, Reymers-, \ ivale, Tolen en Zerckzee, om ter Dachvaerf i te Sluys te comen betaelt xix gr. Wanneer i men zulke handel wyze vergelykt met die, wel- < Jke in later tyd plaats hadt, en vooral, wat men \ onder eene Staats-Regeering deswege gedacht heeft,en nog onwrikbaar volgt, dan moet men bekennen, dat wy nog weinig gevorderd zyn in de kennis, op welk eene wyze het Landsbe-: ftuur in de xv Eeuw -hier werdt uitgeoeffend, en welke 'er de grondregelen van Waren; nog onkundiger zyn wy in het geen deswege in nog vroeger tydperken plaats hadt, en hieruit zoo veele misflagen,als men over de bedryven van Vorsten en Standen fomtyds op eene meesterlyke wyze oordeel velt. De gemaakte toeviel ten Oorloge, even ge-V waagd, was niet nutteloos; want de Engelfchej Icryg, pas geëindigd, werdt tegen den Franfchen verwisfeld. Van wegens dit Ryk zagmeni haast eene talrykè, wel toegeruste Vloot, deji koopvaardye en visfcherv dezer Landen in 'tl jaarl  I 33 ) 'jaar 147aniet alleen ontrustten,maarzyfchëeri j; die geheel te zullen bederven (h), hoe dié iryoornaamlyk door het beleid van den Vere* i'riaar Paulas den Bastaard van Borsfele, be* |:teugeld werdt, is elders te zien (i). | - Dan tot eenen machtigen wederftand aan een* Jioverwinnenden vyand, werden ongemeens ; kosten gevorderd, die weder de gemeente met \ nieuwe lasten bezwaarden, en opftanden veroor! zaakten; de Haringvaart hadt hier byzonder ge* ' voel van, waarom die van den Briel goedvonl den den Heer van Vere, zoo wel als de Stad : zelve op eene Dachvaart te noodigen in der» ! Hage, als in het breedete zien is in den befchry(vings-briefhier achtergevoegd onder Lit. G>' I waar het toereeden eener Oorlogs-vloot en het 1 vinden der kosten door belastingen op alle ) I koopwaren ftondt geregeld te worden. Zeeland in 't gemeen hadt ook gevoel van nieuwe en bezwarende impofitien, die in eene I Dachvaart te Middelburg den 28 Augustus 1472 II ingewilligd waren,dan van welke de Heer van , Vere voor deze zyne Stad meende bevryd tewe! i zen, om dat hy beweerde bevoorrecht te zyn,' 3 - van met geenerhande impofitien of excyfen belast te (A) Velius Chron. J. Hoem 4. druk bladz. 94. (J) Vaderl. tüst. IV. D. bladz. 123 en 124. c  <~34) te kunnen worden; dan in dezen nood, zonder dat het gevolg mogte hebben, ftondt gemelde Heer zulks toe: men kan deswege zyne weetgierigheid voldoen in de bylage Lit.H. Een opftand te Zierickzee om der nieuwe excynfen wil, door den Veerfchen Heer ge-; dempt; het reizen van Hertog Karei door Holland en Zeeland; zyne Huldiging ineerstge-, melde gewest, het uitbreiden van deszelfs ge-s biedmet het aan ge wonnen Gelderland, en voor-: naamlyk de zwellende hoogmoed van dien Oor- j logzuchtigen Vorst,om ten KoninglykenZetel! te ftygen, hielden het jaar 1473 geheel Nederland als opgetogen; wy hebben te voren al geboekt, aan welke plechtigheden de Veerfche ' Heeren in dit jaar deel hadden (k). Hadt voorfz. jaar ten aanzien dezer Stad geen gewichtige gebeurtenisfen opgeleverd, het vol-I gende jaar 1474 dompelde hare geheele ge- ; meente in diepen rouwe, door het verlies van; haren Heer Hendrik van Borsfele den IV vanï dien naam, die wel verdiende by hun betreurd té worden; Niettegenftaande de Engelfche kryg lang geëindigd was, zullen mooglyk de rooveryen ter (*) Befchryv. der Heeren van Vêre uit den Huize vaa| Borsfele bladz. 84.  (35) ter Zee van weerzyden,nog aangehouden heb! ben, ter oorzaak, dat de verkondiging der ( Vrede nog niet met de gewoone plechtigheden k alomme was gefchied; hoe het zy, men vindt, I dat de afkondiging van het Vredens-Tractaat f hier niet voor . in het najaar van 1474 is geï fchied, uitwyzens het bevelfchrift, waarvan 5 een affchrift uit het Walschin hetNederduitSch 1 hier achter te vinden is, onder Lit. I. Daar de Oorlog met Frankryk wederom 1 was aangevangen, en het beleg van Nuys onzen Landsheer onledig hieldt; daar Waren dé I rooveryen en kaperyen ter Zee niet minder : hervat; de Franfche Oorlogfchepen inzonderheid deeden veel fchaden aan de Visfcheryen dezer Landert ,tot dat de Visfchers zeiven door : behendigheid fommigen hunner vyanden in I handen kregen en opbragten (l). Het mangelde toch niet aan het uitrusten' éener Zee-macht; Stads Rekening van 't jaar 1475 getuigt daarvan, en waar Stads middelen i anders op hoog bevel ook toe gebezigd werden, als men leest, Achilles der Stede Clerck van dat hy by Mevr ouwe van der Veere gefondff was te Brugge, om aldair te prefenteren Meester Jan de Beer tot zynre brulocht mit Guydo BaensC (/) Reigersb. Chron. II. D. bladz. 278. C a  BaenstDicbter onvergulde verdeSboge Zoutvat, ende oio [onderlinge ouermits die zieBe |i van Jhoos Boek en Jan de Wall? aldair te be- ^ reeden ende te gecrigen 't geit om myne heere U van der Veer te betalen zyn wedden op ter Zee I > van zyn ije maendt s ende ivas vut zes dagen Ji jjwifr viij /«&«//. iüj g*". Uit eene volgende post reeds by ons gebe- -j te zigd (m), is aftenemen, hoe de overige Zeeuw- te fche Steden niet te gereed waren om hun aandeel in eene Zee-Armade tydig aantebrengen, m anders was het verzoeken van Executorièn ou- hi noodig geweest. ' Dit zelfde jaar fchynt men ook veel moeite; M aangewendt te hebben , om hier ter Stede een Tol-comptoir te verkrygen, waar fchipper ea koopman de Tol-rechten vmlerfickeroort kon- Ifc den voldoen, om dus in hunne reizen te mm- flfti der gehinderd te worden,en meerder fpoed te èa kunnen maken, dan zulks lukte voor als nog t niet, maar is eerst in 'tjaar 1^02 uitgewerkt (n)3 offchoon Middelburg en Arnemuideni !r, reeds in 'tjaar 1500 Tol-comptoirenbekomer|è hadden. ^en'\ («) Befchryv. der Heeren van Vere uit den Huize vujï\ Borsfele, bladz. 99. II (») Tegenw. St. v. Zeel. Ui D. bladz. 156- lï;  ( 37 ) Een fchip van Mechelen uit Engeland kr> mende, op Zee door de Franfchen genomen, van volk en ftaande wandt berooft, het Veergat ingedreven of door fchipluiden van hier binnen deze haven gebragt, werdt van de Regeering der voorzeide Stad Mechelen opgeeischt, als een eigendom hunne burgers en poorters toebehoorende; en op verdere gronden te i te zien in de bylage Lit. K. Het verrooveren van Nancy en geheel Lotha- '.ringen, de ongelukkige flag van Murat, het 'verlies van Nancy, en het fneuvelen van den onyertzaagden Hertog Karei vanBourgondien, i volgden zoo kort op den anderen, en vervulden dit geheele Land, zoo vol verbaasdheid, fchrik, beroerten en verwarring in het beftuur tvan zaken, dat Nederland mooglyk geen tydftip kent, waarin meer algemeene verflagenheid en ongeloof, dan nu, heeft plaats gehad; eene onmidlyke Oorlog met Frankryk was het eerfte gevolg daarvan; het eene en andere blykt niet onduidlyk uit een' brief door Burgemeesters, Schepenen en Raden der StadAntwerpen, aan Stads Regeering alhier gefchre- ,yen,dato 29 Januari 14.76;hier achter gevoegd onder Lit. L. Hoe de Heer van Vere in dien onrustigen .en hachlyken tyd, wanneer de Hoekfche en C 3 Ka-  (33) Kabeljauwfche tweefpalt nogniet gedempt was, zich gedragen heeft, is in de befchryvmg dec Heeren van Vere uit den Huize van Borsfele bl. 99 vermeld. De eerfte vrucht, welke de geweldige dood van den Landvorst en de verandering. ir« het Landsbeftuur teweeg bragt, was het bekend groot Privilegie van Vrouwe mama van bouh* goo.oIE.,wtrtoe deze Stad ook byzonder* betrekking hadt, en deelgenoot was m de uUfteekendeRechten.welkeZeelandin't gemeen daarby worden toegekend, allen dienende om een eigendunklyk gezach in de Oppermacht egenteVan,en den Leenplichtigen ook de Steden, de grenspalen van hun gebiedaf- j teperken; met een woord de wetgevende en uitvoerende macht voortefchryven, hoe d^ ftonden uitgeoeffend te worden. . Debehoeftigheid,waar in de oorlogzuchtige! Hertog Karei by zyn dood, deszelfs Dochter hadt gebragt, was oorzaak, dat eene algemeene bL aan de Nederlandfche Staten moest, gedaan worden; zoo dat deze Stad mede ter, Dachvaart deswege gevorderd werdt, u üc- tober 1476, ^ uit StadS RekenniS,b]yk;H waar gevonden wordt: betaelt heer CorneM Symonsfz. Canoniek ten hove, van dat hy M van mynen heer track in den Hagejefi  £ 39 > Dacbuairt,roerendemyn Vrouwe vanBourgon'' dien, van de Bede die zy heeschte enz. Dit, zoude men konnen tegenwerpen, is van wege den'Heer, en niet van Stads wege geweest, het zy zoo! dan is het toch onbetwistbaar, dat de volgende postin dezelfde Rekening, Stads verfchyning ter Staten Vergaderingen dezen tyd, ten klaarften aanduidt, Den burgemeester Cornelis boudinsz. van dat hy in Middelburch was ter Dacbuaert, roerende van de penningen te vinden om Scepen vut te maken vp terZee,ende hoe men die bede gecrigen foude verteert xij gr. Het was ten jjare 1478, in den Oorlog met Frankryk,waar by de visfchery en koopvaardy dezer Landen veel te lyden hadden, en de Zee van de roovers was bedekt, dat deze Stad i in het afwezen van haren Heer, in den kryg of in gezantfchap onledig, met die van Middelburg in onmin geraakte, ter oorzaak een van derzelver poorters hier in hechtenis was, en zy daar tegen veele Veerfche burgers bekommerd hadden: deze twist blykt al mede uit Stads Rekening van 't jaar 1478, alwaar Haat; Gerardyn der Stede bode, van te trecken in Middelhureh an de Wet, mit befloten brieven, ende antwoirden dair af te brengen, roerende van dat die van Middelburch gearresteert hadden veel poorters van der Vere, om een boerenpoon c 4 m  C 40 ) $er die ter Feer gevangen lach, ende van dit endworde, ende andere befloten brieuen, enoie myns heeren harnascb in den Hage te brengen, dair hy om vut was 3 waer ende , maer ende ende keerende xj dagen tot xij gr. facit xj fchell. gr, de uitflag van gemelde twist is my niet .gebleken. De Oorlog, zoo wel met Engeland als Frankryk, die nu met Vredes verdragen ter neder; gelegd was, had den Zee-handel gevaarlyk gemaakt ; deze Stad lag byzonder daar aan geler, gen, en wel, dat de Schotfche vaart mogt her«» Held worden, waarin zy veel belang ftelde, waarom zy niet verzuimde van dïe gelukkige verandering van zaken, den Schotfchen Koning kondfchap te doen, als te bemeuken is uit eene, post van Stads Rekening, waar Raat, Meester Jan Claisz. uan een befloten brief te maken in. latine,van der Stede zvegen an den Conynckvatt Scotlant, roerende van dat dieScotten vry hier ter Veer commen mogen mit hoeren commenfcefen enz. uit die zelfde Rekening blykt verder, hoe men hier in Lands- en Stadsbeftuur fteeds onledigwas,zooin hetbywonen vanDachvaarten, wanneer die gehouden werden, als in het plegen van vreugde, wanneer de jonge Prins FiLirpus van Oostenryk, naderhand de Schoone bygenaamd,den 22 Juni ,1478 binnen Brugge ge?  <40 geboren was; ook in het uitrusten van Oorlogschepen, die niettegenftaande dégetroffene Vreide ,hier doch fchynen plaats gehad te hebben; [welk alles men om de lankwyligheid te vermyIden, gefchuwd heeft met posten uit voorzeide -Rekening te bewaarheden. Het was en bleef ,een onrustige tyd, de Hoeks en KabeljaauwsUezinden, bleven nog hun rol fpeelen , beide ihadden zy één oogmerk, eigenbelang, terwyl ky de welltand van Land en Volk ten dekmantel namen. Het aanzien en vermogen van den Veerfchen Heer was nu ten top, daar hy by al zyn gezach Ln invloed, ook de waardigheid van Stadhouder over Holland en Zeeland voegde ; waarom hem niet dienstvaardig te zyn, geene wysheid .was, dit begreep de Stad Middelburg, als zy hem op 22 April 1479 den brief toezondt, welke onder de bylage M. te vinden is; dan die Heerlykheid verdween te gelyk met de gunst, .die hy ten Hove verloor, alwaar de Hoekfche l party in'tonderipit geraakte; die welhaast door een baldadig opgeruide gemeente alomme veryolgd werden; Heer Wolferd in 't byzonder iwerdt in den Haag geplonderd, verjaagd en ! moest zyne waardigheid van Stadhouder overlaten aan een' Vlaamfchen Jonker; ja zyn VaIderlyk Erf-goed Vere mogt hem niet lang hier C 5 na  ( 40 na een gerust verblyf kunnen verftrekken, het was genoeg dat een machtig Despoot, de Aartshertog maximiliaan, tegens hem vergramd' was. ,v Dan onder ai datOorlogsgewoeI,en midden in f desLands onlusten was de Heer dezer Stede bedacht hoe het beleid der Vierfchaar in orde te j brengen, ten einde het Recht te beter uitteoelFe-) nen,door het vastftellen eenerOrdonnantie, waaf naar Schout en Schepenen zich voortaan zouden gedragen, gedagteekend den 7 December | 1480, te zien onder de bylage N. In het'volgende jaar 1481, zïtt men deze Stad wederom ter Dachvaart verfchynen, alzoo1; in Stads Rekening gevonden wordt Myn beer den Bailliu, den Scout en Burgemeester van im Middelburgb ter.Dacbvaert te rey [en ,verteerè mit costen ende Schuytbuyr vj fchell. viij gr\ Soortgelyke posten, zouden meer dan een, uj en over den jare 1482, kunnen aangehaald wow den, ter ftaving van het gevoelen, dat dezes Stad tot dat aanzien en vermogen was genegen^ dat'er niets gewichtigs by de Staten van denJ Lande werdt verhandeld, waar haren afgezond denen nietby waren; dan zoo veele aanhaalinj gen van-een zelfden aart kunnen den lezer wel verveelen, maar niet vermaken; hoe zeer dit alles eene waarheid is, kan men niet voorbji uit  ( 43 ) flit dezelfde Rekening van 't jaar 1481 te betogen, hoe men toen hier al bevreest is geLeest van overvallen te worden, en onder een mder juk van dienstbaarheid den hals te moeten krommen, want ik vinde, Cornelis Danc \ \kaersni) dagen arbeiders i] reyfen teArremuden \jgefonden, v gr. de reyfe,ende ij nachten buter, \%p den Dyck gezvaicl, doe men zeyde datter \ \Ruteren van Arremaden quamen vj gr.fnachts | facit 't famen iij fehell. vj. Ook bewyst de , ivolgende post, datde opgevatte vrees met van i :grond was ontbloot. Cornelis Duuelaer ende \Wihem de Lapper arbeiders, van dat zy by ., tiachte gingen t Arremuden, om dat dair veel vreemt Volcx gecomen tvas 't famen xij gr. De Oorlogstoeftel, en om niet onverhoeds J overvallen te worden, ging hier ten jare 148a i fteeds voort, als niet onduidlyk aftenemen f is, uit eene post van betaling, van de busfen \ mit een boot vten polder ter Veer te brengen ij I fchell. vj gr. voorts ook hanneken Martensz. | van die busfen ende andere dat vuter Duyne Iquamen hier op te Jlepene ij fchell. gr. Het reizen ter Dachvaart te Middelburg, wanneer men vreesde, dat by het overJyden van Vrouwe Maria van Bourgondien, de Lands-vorftin ,derzeiver Dochter Margareet ten lande uit zoude gevoerd worden; als ook,wanneer op hetftuk van  C 44 > van den Haring en Haring-teelt geraadpleegd werdt,was weder met onderfcheide posten uit Stads Rekening te bewyzen, doch om reeds gemelde redenen worden dezelve voqrbygegaan. Het fchynt, of dezen jare aan Stads haven eeltig ongeval, het zy van grondbraak, of anderzins is voorgevallen, om dat men in uitgaaf vindt gébxagt, ge geuen van alomme dc Stede te doen roupen dat t gemeen volc van de Stede , foude commen helpen 't gadt van de hauen, foppen iiij gr. Het Collegie van Wette alhier moet ook in dat jaar in rechten betrokken zyn geweest, voor het geestlyk Hof of Provifoor en Deken van Walcheren , te Middelburg hunnen zetel hebbende, want ik vinde; uitgegeven aan Meester Cornelis Willemsz.en meester Cornelis Jacobsz, i van 't famen in Middelburg!: te reyfen tegen meester Jan Hogelant, die de Wet van te Feer gedachuaert badde voir den Provifoir om die zynen iviue verteert t famen xxiij gr. en een weinig verder, Meester Cornelis de Medicis ende meester Cornelis Jacobsz. van in Middelburgb te trecken vp ten dach van recht tegens meester Jan Hogelant voir den provifoir ende Deken verteert ij fchell. iij gr. vv anneer men de levensfchets van Heer Wolferd van Vere, die thans hier de heerfchappy hadt 4  k 45 ) hadt; te zamen ftelde, was ons nog nietvoorJ j:gekomen, dat dezelve ook Heer van Rieder'kerk in de Riederwaard in Zuidholland gelegen/was geweest; men zal geen' ondienst doen, met de bewyzert daar van in twee quitantien, [benevens eenen brief van Heer Wolferd onder ide bylagen O i, 2 en 3 te plaatfen. De Vrede met Frankryk was in voorzegden | jare herfteld, waarvan een der voorwaarden was, ( dat Jonkvrouw Margareet van Oostenryk ,(eerl Kind van drie jaren) ten huwelyk zoude befteed Worden aan den Franfchen die twaalf jaren bereikte; de Heer van Vere was een der 1 gener dievoorfz. verdrag, van wege den Aarts> hertog Maximiliaan zoude bekrachtigen; dan. I zulks moest ook door den Heer vmBre denrode i gefchieden, die afwezig was, doch wiens zej gel de Heer van Vere toegefloten in bewaring hieldt, dan op eene plechtige wyze de Doos, welk zulks bevatte,deed openen, en na voorfz. zegel tenvoorrt. einde gebezigd te hebben,met Stads zegel wederom deed befluiten: deze daad, die zeker zonderling is, des lezers aandacht waardig, dachten wy goed niet alleen hier te gewagen, maar ook onder de bylage P de adte deswegen gepasfeerd, medetedeelen. Hóe zeer de onmin tusfchen den Aarts-hertog Maximiliaan en den Veerfchen Heer fmeulde, dan  C 45 > dan nog niet in vlam uitgebarsten was; zoo wa» gemelde Vorst echter gereed de Verenaars, daar die door brieven van fchaverhaling door den Engelfchen Koning tegens hunne fchepen en koop. ; manfchappen,zich zagen aangevallen, voorre-; liaan en aantebevelen. De brief, deswege aM Koning Eduard den IV gerigt, is gefchrevenï teMechelen den 26Maarti433 voor Paasfchen J dan men heeft reden te gelooven, dat hy nimmer, afgezonden is geweest, waarom te denken is ± dat, deEngelfchenvan hun onrechtmatige handelwys te rug gekomen zynde,deze twist geen' verderen voortgang heeft gehad. Plet overlyden der Land-vorstin Maria van i Bourgondien, de verwydering der Vlamingen piet den Aartshertog Maximiliaan, en het flui. ;i ten van dezelven buiten de voogdy van zynen 'i Zoon filips, waar aan de Veerfche Heer veel I deel had,deedt hier de bekommering voor na- i! kende .onheilen toenemen; daarby kwam, dat de ftroom van Arnemuiden naar herwaart, door een geftadig diepen, meer dan ooit grondbraken veroorzaakte, waardoor eene Inlage,toen Vingerllnck genaamd, gelegt moest worden, want alle het voorland in de diepte geftortzynde, kon een Schip van Arnemuiden tot Vere meteen lyn getrokken worden (o). De zor- ' gen O) Reigersb. Chron, tU D. blad*. 304,  (47) rgen hier door ontftaan verminderden niet, wan< neer Burgemeesteren dezer Stede, op zekere igroote boete, geroepen werden tot het bywojnen eener groote Dachvaart in den Hage op fiuc \van den Oisterlinghen, dan waarvan my geen [verder befcheid voorgekomen is. De Hoekfchen, die Sluis tot hunnen voornaamj"ften zetel en wapenplaats hadden gemaakt, ■hoopten daaglyks in de Zeeuwfche Eilanden, livooral in Walcheren, offchoon de Heer van Ivere hun vriend en toegedaan was, zoo dat Ide Steden van dit Eiland befloten, zich met Blockhuyfen op de Dyken, aan de Zee-oevers en de voornaamfte toegangen tegen allen aanval te dekken, vooral, door dien die met gefchut en bezetting voorzien werden (p). Dan het bedryf der Vlamingen, het meest van die der Steden Brugge en Sluis, veroorzaakte by hun een verloop van koophandel, daar deze Stad door uitgewekene kooplieden van daar daaglyks in neering en welvaard toenam (q). I v Hoe duister alles in Nederland uitzag,en de Landzaat den twist der grooten, wie voogd over sen kind zoude wezen, boeten moest, fchoon, wel is waar, daar aan de klem der Regeering was rf) Reigersb. Chron. II. D. bladz. 311* (Ó Ibid.  C 48) was gehecht, heeft de Heer Wagenaar, byzon* der in het IV Deel zyner Vaderlandfche Historie geboekt, en wy hebben ten aanzien dezer Stad; in de Levens-fchets der Heeren van Ve-» re uit den Huize van Borsfele, dit ftuk reed*t verhandeld. Hét jaar 1485, begon met eenen geweldig 'genflorm, die veel fchade in Walcheren verf oorzaakte, hier een molen ter neder fmeet, en\ langen tyd aanhieldt (r). Daar by kwam, dat deze'Stad door en van wege den Aartshertog^ «rewcldig was ingenomen, en met krygsvolki bezet, dat van wege den Heer moest betaalds worden, die van alle zyne rechten en heérfchap4 py hier ter Stede ontzet, gedogen moest, dat op den 29 April des voorzegden jaars van wege voorn. Vorst, door den Heer van Paméh, den Heer van Beersfele en Hendrik Jansz van Wis\ fekereke,Rentmeester bewesteSchelde,de Wei te dezer Stede werdt vermaakt; byzonder werdt de Stads Secretaris Achilles de Ridder, waar-j fchynlyk om deszelfs trouwe aan zynen Heer, van zyn ambt ontzet, exiJanHanneman in dészelfs1 plaats daartoe aan gefield, dan die eerlang van dien post weder ontzet, en Achilles de Rid der herfteld is geworden: ook werden destlee ren (r) Reigenb. Chron. II. D. bl. 319.  U9) tfên inkomften aangeflagen, en hy gedwongen [hetgeen van de Accyfen voorhanden was, aari den krygsbevelhebber hier, ter handteftellen, als uit deri brief van den Aartshertog aan de Regeering dezer Stad onder Lit. Q breeder te i ïzien is, Die rampfpoeden, noch de Oorlogmet Frank-1 ryk verhinderden niet, dat men hier fteeds bedacht bleef, hoe den zee-handel voorttezetten; t :op verzoek van UttiPaulus bastard vanBors,', 'fele , verkreeg een burger dezer Stad, Romeyn Wjfacobx. van twee Deenfche Oorlogfchepen een gelei-brief, om met zyn Schip, groot 80 vat,' Vry heen en Weder Frankryk te mogen varen; tervvyl echter het: ftroopen der Sluifenaars op deze ftroomen, en vooral het nemen en beroovenr l van arme en weerlooze visfchers geftadig bleef 1 voortduuren, niettegenfraande daartegen ge« fchikte maatregelenter hand genomen werden: "Den 29 April 1487 maakte ook de dood een einde aan het rampfpoedig leven van Heer Wolj ïerd van Borsfele, en met hem ftierf het laatfte manlyk oir der Veerfche tak vandatDoorluchluchtig Huis: de Verenaars verloren een goe-' :dcn Heer. Vorst Maximiliaan totRoomsch-koning verheven , en vooral in Holland en Zeeland ze~' [genhaftig, moest a'lomme gevierd, en deszelfs D hard  C 5o T hard juk ootmoedig gedragen worden. De Héét van Vere en deze Stad begrepen het ook zoo, waarom in Juli 1489» °P voorbede van Heet Filips van Bourgondiër», Vere en alle de Heerïykheden aan gemelden Heer in Zeeland toe- : behoorende, vergifnis en quytfchelding is ver- : leend van alles, wat zy tegen voorlz. Vorst i mogten misdaan hebben, in het voeren van 1 leeftocht en het dryven van koophandel inl Vlaanderen geduurende den Oorlog, en ook de gemeenfchap, die zymet de Hoekfchen elders gehouden hadden, als breeder te zien is uit de J bylage fub Lit. R. Het voeren van gefchut af en aan Stads muuren, waarvan in Stads Rekening van het jaarI 1489 gewag wordt gemaakt, doet zien hoe hetj kanon hier reeds in gebruik, en de Stad daar-j van voorzien was. Het was ten jare 1491, dat ter dezer Stede j een nieuwe Zee-muur aan den Oost dyk, dat i$\ tusfehen tenMontfoortfcbenTooreo en hzt Zui-ï derhoofd,werdt gemaakt, welke in alles gekoStÉ heeft oZ493: vis., en van Stads wege is bekos-tigd: terwylhetrooven en blaaken der Sluifchej Hoekfchen nog bleef aanhouden, en zy op dej B.eede voor Arnemuiden nog dit jaar, Hollandfche Schepen verbrand hebben. Dit was oorzaak, dat men zich hier ter Stede in ftaat van* ver-»)  C 5i ) I verweering ftelde;men maakte Buskruit, {telde het gefchut, waar het van dienst konde wezen; 'verordende wachthuizen op den Arnemuidfchen Pyk, ook aan de Warwykfche en Zandykfche Poorten; men goot kogels voor de Haak-bus- I fen, met één woord , niets werdt verzuimd om een gevreesden vyand, wanneer hy lust had, het hoofd te bieden; Heer Filips van Ravenfleyn had gedreigd hier een' aanval te komen doen. By al dien toeftet werdt ook het waken der Burgery gevoegd, en of men daarmede nog niet genoeg verzekerd was, vinde ik nog dat als nu deze Stad met hondert Ruters van Mechelen bezet was, die van Stads wege buskruit en gefchut ontvingen, wyl men geen andere gedachten hadt, of deHoeksgezinden uit Skiis zouden herwaarts komen en deze Stad beftoken. Het bleef nog hier nietby, alle de opgezetenen der Heerlykheden, die aan de Vrouwe van Vere in Walcheren behoorden, werden door haar' Gemaal, Heer Filips van Bourgondien geboden, zich te wapenen, en op het eerfte bevelter befchermenis dezer Stede en Eiland optetrekken: zoo dat Vere nimmer mooglyk een tyd heeft gehad, dat men ernftiger verdacht was om zich tegen gevreesde vyanden manmoedig te verzetten: gelukkig het onheil bleef afgeD a wend,  ( 52 j veend; de toerustingen baarden onderwyl veele onkosten , het Land zoowel als de Stad konden, dat zonder buitengewoone middelen niet goedmaken; waarom ter Dachvaart geraadpleegd werdt over een buitengewoon Schot,en hoede » uitgeruste Oorlogfchepen, die ter beveiliging < der Eilanden en Stroomen, alomme gewaakt hadden, zouden afbetaald worden. Met dat alles fcheen de verftandhouding tusfchen Mid- ! delburg en Heer Filips van Bourgondien, maar ! taamlyk oprecht te zyn geweest, mooglyk, dat men in die Stad zich onzydig in deze Land- i verderflyke twisten getracht heeft te houden,: dan zulks was niet doenlyk ;de Hoekfchen kregen alomme de neêrlaag, en of fchoon hunne \ oogmerken goed waren, en de zaak, die zy voorftanden de rcchvaardigfte was; het Hof. was Kabeljaauws, genoeg, om alles wat 's Vorsten gunst zocht of noodig had, te doen zwen-'. ken; daarby een geducht Duitsch Veldheer,' die geen beteekenis van 't woord barmhartig:. immer geleerd hadt, deedt alles voor zyne zegen-1 vierende wapenen zwichten; Holland en Zee-i land waren overwonnen, Vlaanderen ftond dei dolk niet minder diep in den boezem gedrukt te worden, en de vryheid lag te zieltogen. Hoe hed zy, de Veerfche Heer hadt, als een voornaam beselhebber in ^Leger van Hertog^/fcr* van SaxA en  C 53 ) , gn veel gehoor en invloed, waardoor het geen i wonder was, dat hy ter Dachvaart byZeelands I: Staten zeer ontzien en geliefkoosd werdt, als wy | in zyn levensfchets hebben opgemerkt;zonder | hem waren de Regeerings-ampten wankelbaar, ien zyne aanhangelingen moesten ook te Midi< delburg het bewind in handen hebben, als niet »onduidlyk aftenemen is uit de volgende post die j: in Stads Rekening gevonden werdt, gevaceert \, defe Rentmeester twee dagen tot Middelburch \\ om aldair fecretelic informacie te doen van eetiighe goede notabele mannen om die in de Wet 1 aldair geftelt te wordene 3ende dairafeen biliet I mynen heer tot Mechelen te feilden vj fchell.gr. Onder dat krygsgewoel vergat men hier het belang des koophandels geenzins; uit het Spaani fche Landfchap Riscayen fchynt toen op deze Stad veel vaart geweest te zyn, want even na i de voormelde post uit Stads Rekening, vindt men de twee volgende: Gefonden 't voorsz. U biliet an mynen voirsz. heer tot Mecbelen, mit i een minute in lat ine gaende an de edele ,.fi'eden , ende cooplieden inBiscaije3om die tot Mechelen gegrosfeert te wordene, ten fyne dat de Biscaiers ( i bier commen ende armeren fouden, ende was de\ fe bode uut eer hy van mynen heer geexpedieert werdt x dagen x fchell. gr. Vp den laesten dach van Decembri gefonden tot D 3 r6~  C 54 1 rtquifitievan die vanBifchaie tot Middelburch; Antheunis de tennegieter om te weten juiste hoe vele 't gewichte van Middelburch minder was dan 't gewichte van der Veere ende hem betaelt \ xij gr. Zoo lang Sluis niet ten onder was gebragt, bleven de Hoekfche geduchte vyanden der om- | gekeerde Zeeuwen ;zy verfcholen zich by nacht \ in de eene of andere bergplaats, als achter | Westerfchouwenenz. en ontrustten by dage'dp binnenvaart; men liet daarom niet hier goede wagt te houden \ te meer, daar de bezetting met den Heer na Mechelen getogen was, waarom men het jaar 1492 begon met Stads gracht by i een fterke vorst open 'te kappen. De Heer van Vere hadt nu een zeer moeilyke bezigheid, hy moest den ongenadigen Hertog van Saxen ge-j hoorzamen als zyn Opper-veldheer, dien plie&J ook dien van Hoveling, moest hy paaren met dien van hoofd desRiddersftands van ditGewestj: ' welke op deDachvaarten, gehouden was 'sLands welzyn boven al te behartigen ,en deszelfs be^ langen tegen wien ook te handhaven, met welk te doen, ook zyn eigene belangen met weiniö bevorderd werden, als zynde uit hoofde zyne Gemalinne de gegoedfte Edelman van Zeeland Hjer toe behoort veel; dan gewoonlyk overj wint in zulke omftandigheden de gunst van derf Vorsi  ( 55 )' Vorst alles; een vleijend woord, een lach,eert n medaille,een lint,een fleutel, of fnuifdoos, zie ; daar eene arme gemeente overgegeven en veri, i raden. Het zal den lezer niet verveelen eenige ; posten uit Stads Rekening aangehaald te zien, li die eenig licht verfpreiden over Zeelands geLfchiedenis van dezen tyd, welke zoo duister fch weinig bekend is. „ Gevaceert den xxiüifte van April totMid■ delburch ter Dachvaert,daerheerJoos deBaensü I ende Jan van Maersfen als Commisfarisfen geI commen waren om defe penningen van xx™. gej, reedt te heffen om de toereedinge van de Armee \ voir der Slcutts. Ende alfo de Steden geen vulI commen last en hadden anders de penninghen te , geuen,dan op condicïe gelycxe denHertoge van s Sasfen geconfenteert waren, fo namen fi lieden • hair ver tree, om op den eerfte van Meie weder* [ m te commen ende lastdair af te brengen, ende. gevaceert een dach iij fchell. [ „ Gefonden een bode tot Middelburch op Meie ! dach, om te voeten, of de Steden aldair weder- IJ om gecommen wairen, alfo myn heer van Beueren felve vp die Dachuart wefen wilde, ende hem betaelt xij gr. „ Gefonden den festen van Juny Philips de Waker 9 om vier hondert Rut er s te halenevan hier D 4 nair' A  C 56 > nair Soutelande, die heerMarUn Her ter Veri brochte ende hem betaelt xvj gr. „Gevaceert defe Rentmeester den feuenfleri dach van Julio *t Zericzee 3 bi den Hertogevart ! Sas f en, ende den Raet van Hollant, vp de ma- ter ie van den dienst die de Edele van Zeelant in \ de fietge (beleegering) van der Scluus in per* } foen deen foude, ende vorts vp de thien duustt: te maendt die de hertoge van Sasfen vp die van \ Zeelant begeerde , gedurende de fietge (beleegering) van der Scluus ;dair vp na diuerfche audiencien doe gehadt 3 die van Zeelant 't famen eendrachtelic fcloten ende begeerde dilay van , fes dagen om wederom te Middelburch by malcan*. \ dren te vergaderen,ende hem entelicke antwoir- i de te geuen ende gevaceert vyf dagen xv fchell. gr. Gefonden alscloe ten boode by mynen heer aan Beueren in 't Swin,hem beteekenende de begeerte ende voirftel van den Hertoge van Sas* fen , om fyn goede gelief te dair af te wetene > ende die van fyne wege ten dage dienende ter Dachuart te dragene, ende hem b&tailt iij fchell. *i gr- Gereist tot Middelburch mit de Staten van ie Lande, vp de materie 't Zericzee vp gedaen, ende alfo de Stat en ende by fonder de Edelen niet al ten dage dienende compareerde 3 ende mits \ oic, ;  f 57*) dc,datfy naderhant al vergadert fynde; tiet eendracbtelich en waren, om ter ftont defe naterie te flutent ende den Hartoge antworde te geuen sfo reisde men tot Souburcb by mer Vrouwe van Ratteftein, van dair weder tot Middel* burch, ende floten t famen, dat fy felue in 't Swin reifen fouden, om aldair den Hertoge van Sasten antwoirde te geuen by mynen heer van Be-, .veren, fulcals ft lieden dair mit mynen voirsz. leer van Beueren otuer een dragen fouden , dair toe dat ft lieden fielden een corten dach om tot misfmgen te wefen,tnde van dair over te vairen, ende al doe gevaceert iiij dagen xij fchelL ^ „ Achtervolgende defe is naderhant defe Rent; •meester nair Vlisfmgen gereist ten geprefigeer* jden dage, om mit de Staten by mynen heer in'P J Swin te reifen, ende aldair den Hertoge van \Sasfen vp ten heesch te antwoirde, by hem ge* \daen vp 'die van Zeelant, alfo myn beer defe - rentmeester ontbode hadde om by hem te comen i in 't Swin, ende alfo de felue Staten geaduer* 1 teert waren binnen Vlisfmge, dat de Hertoge I van Sasfen nair Sint Omers verlogen was, fa 1 bleuen defelue te Vlisfmge, ende fonden een bo| de an myn heer van Beueren, om te zoeten fyn auys,offe comen wilden, of verbeiden de weder. , eomfte van den Hertoge voirsz.,- all welke auys ontfangen hebbende van myn heer var Beueren, ü 5 *  t 58 ) Je Staten voirsz.voirtogen etc mit fyne diénair', Ier tyt toe dat fi lieden weder ontboden foude ■ voorden 3 ende gevaceert al doe vier daghen xij \ fchell. ,, Gefonden een boode den lesten van Julio an myn heer in Swin, hem aduerterende van dat Karei van de Werue hier gecommen was 3 om by gefcrifte te arrefteren fekeren fransfe goederen, ende oic van 't'Mandement van den xxften pen* ninck, dat hier gepubliceert was, om dair af te wetene fyn gelief te, ende den bode betaelt van iij dagen gaens ende commende iij fchell. \ vj gr. : j „Ende alfo myn heer van Beueren fekere quant it ei t van brieuen f andtan defen Rentmeesvieester, om die voirts te beftellen an alle. de Stierlieden van Hollant, Zeelant ende Vries* lant, om te comen in 't Swin bi den Hertog^ van Sasfen, ende by myn voirsz. heere van Beveren, ende auys aldair te nemen , hoe fi lieden te haringe varen foude ,fo fandt defe Rentmeester ter caufe van dien een bode in Hollant en ; Vrieslant ende beoeste den Schelt mit brieuen. voirsz. enz. ,, Gefondenaldoe een anderebodemit gelycke* ne brieuen van den Hertoge van Sasfen, adheresferende ande Stierlieden van Vlisfinge , Soutelande ende Westcappelle vp felue ftic, ende haddel  ( 59 3 l 'ie-oic defelue bode last in 't weder om comen te jfprekene mit myne beer van de Gruuthufe ende tde Prelaet van Middelburch, of de Edelen van f Seelant bi den Hertoge van Sasfen reyfen foude, .alfo tot. Middelburch dair af tidinge gccomen iwas ende hem betaelt xij gr. 5 „ Defe Rentmeester gereist den xvijfte van den i :oust maendt 3 ter Goes ter Dachvaert vp de ma\terie ende heesch van vierduust ter maendt, die idie van Zeelant geordonneert waren te betalene, ^geduerende defe fietge (belegering) van der iScluus. Item van dair gereist tot Rcymerswa* [le , om aldair te eeden den Dycgraue in prefen* cie van gefwoorens 3 ende mit hem lieden te fprekene ende den Edelen van Suut beuelant in wat manieren dat fy foudemogen accorderen om den. ISchoordyck te houden 3 ten einde dat gheen noot en waren Commisfarisfen te doen halen uit den [Hogen Raet 3 die fe foude op Selants cost doen ^accorderen, al fo myn heer van Beueren de last bvan den Dyck vp hem niet hebben en wilde. Item ïvan\dair oic gereist in den Agger 3om mit Lau* trens Speernagel te fprekcn ende hem mede ter ÏVere te brengen, om fyne Rekeninge te doene, \tnde alfo hy niet thuus en was3fo fandt ic nair:. «hem 't Osfendrecht, ende verbeide hem tot Rey* amerswale twee dagen tot by van Antwerpen co* wanen foude 3 «m voir hem als Man van den lande n  ie pasferen de brieue die Adriatn Danckarssï ende fyne broederen mynen beer verleiden foude> ter caufevan haer lieden aendeel van 't Ambacht in den Agger; ende t famen gevaceert ix dagen, mitv fchell. die ic gaf van een wagen die myvatx der Goes in den Agger voerde ende wederom to& Reymerszvale brochte t famen xxxij fchell. ,, Gereist ter Dacbuaert ter Goes , den twees* ten van Septembr.i mit de Gedeputeerde vanmer Vrouwe van Rauefiein, ende mynheer Wouter. Capitein van de Ruters die onder Myn heer van Beueren in Swin liggen, om aldair tevertoogea de Staten vaa den Lande, de txecutorie geex* pcdieert van dc Hertoge van Sasfen jegens die van Zeelant s indien fy de vier duust demaendi terflondt niet reedt en gauen, mitsgaders oic hem lieden J"eggen, dat de Ruters tot drie of vier. hondert flerck toe, vpTerfickedamme ware, om de penningen te executeren, ende alfo de vaïrfz. vier duust by alle de Staten geconfenteert waren , ende fi lieden discordeerde in de maniere van die ten minfte laste van den Lande te vin» den, fo reisden de Steden baestelic wedrom; tkuus, biddende de Edel dair te willen bliuen, tot fi lieden wederom quamen ende andere last hroebten ,om mit vinden van defe penningen mit de Edelen te accorderen, ende ter caufe van de welcke defe Rentmeester dar bleef om hangende,  'jt&Jen tyt de laxacie te helpen maken van de Dor» pen ende platte Lande, die een ygelic geuen fou■ de in defe vier duust voirfz. ende geuaceert vj dagen facit xviij fchell. gr. „ Gefonden als doe van der Goes een bode in den Agger an den Schout, hem beteekenende de tax ende porcie van die van den Agger, om die ter ftondt by hem omgeflegen te voorden, ende ter Goes te brengen , ten ende dat de Ruters dair niet en quamen ende hem gegeuen xij gr. „Gevaceert den xften van Septembri mit die andre Staten van de Lande van Zeelant, om aldair te fpreken in wat manier e men noch vier duust foude mogen vinden op Seelandt, voir de tweeste maerdt, ten min ft e queste van de Lande , ende gevaceert j dach facit iij fchell. gr. „ Gefonden een bode al omme in Walcheren an myns heeren Scouten ende Bailiuzven, mit een biliet har lieden porcie ende tax beteekenende Van de vier duust voirfz., alfo myn heer dar op j geasfgneertzvas ,ten ende dat ft lieden die reedt maken fouden, ende ter Veere bringen ; ende hem gegeuen xviij gr. „Gereist den xiijfte van Septembri ter Goes by Ghy de Baenst, ende andre Commis f ar is f en aldair gecomen vp ftic van de Schoir Dyck , en tt appointeren die van de oest en West Waterdye vp t facit van der Dyckaetge voirfz. ende  C «» ) 'gevaceert tot twee reyfen toe vyf dagen tot' iij fchell. daegs, facit xv fchell. gr. 9i Gevaceert den xxviij/?e van Nouemhri te Middelburch ter Dacbuaert, vp de materie van de xiijm. die Gillis Colyn Griffier van deFinancie hees cht e van die van Zeelant, ter caufe van der Oirloge die Hertooch Philips doen foude uuP Sint Omer met den Coninck van Ingelant vp de Franfoifen , ende waren die Staten van Zeelant gedachvairtte commen ter c aufe van dien by den Hertoge Philips den vften van Nouembrie te Sint Omers. iij fchell. 3, Gereist tot Middelburch den tweesten van Nouembri, om te verwachten aldair myn heervan Beueren van Brugge cotnende, ende hem te adverteer en van de Dachuart voirfz. alfo defelve myn heer in de voirfz. Dachuairt badde doen f eggen by oefen Clere van beinric fansfen, dat men de Statenvergadert houden fouden binnen Middelburch 3 om fonderlinge faken die hy mit hen lieden te fpreken hadde, gevaceert een dach. iij fchell. gr. „Gevaceert tot Middelburch den ach f en van Novembri, mit myn heer van Beueren, die begeerde viij01. van die van Zeelant ter caufe van den pays ter Sluus 3 ende dar de Steden begeerde dylay 3 om dair vp har raport te doen en wederom denxijfi'en van Nouembri bar antwoir- ie  (*3j dé te doene, ende lgeuaceert ter caufe van dien twee dagen vj fchell. gr. „ Gevaceert den xv/len dach van Decem* bri anno dezer Rekeninghe bi deze Rentmeester, tot Middelburch ter Dachuart, dar heer Joos de Baénst Commisfaris was om te hebben ant* woirde van de Steden vp de acht duust, die de Edelen van defeLande den acht/ie van Nouem* brinaest voirgaénde Confenteerde ter caufe van depayfe van der Sluus, de welke de Steden de* fe Dachuart accordeerde 3 ende dair gevaceert een dach. iij fchell. gr. Uit alle welke aanhalingen ons blykt, hoe by de Staats Vergaderingen van dit Gewest, fteeds gemachtigden van wegens den Roomschfconing Maximiliaan tegenswoordig waren, hoe die alle Beden zonder voorwaarden begeerden; zoo mede, hoe Zeeland dit jaar eerst twintig duizend gulden, daarna tienduizend, welke tot vier duizend gulden ter maand, zoo lange het beleg van Sluis in Vlaanderen zoude duuren,' gebragt werden; dat ook een Vorstlyk bevel ter heffing van eene twintigften penning binnen , Zeeland fchynt afgekondigd te zyn ; ook dat, wanneer de toegedane en gevorderde vier duizend gulden ter maand, niet daadlyk opge- i bragt werden, men gereed was die door bezoldigde knechten te doen ophalen: zoomede, > hoe  (64) hoe die fchatting over geheel Zeeland orrigeüai gen was, en iedere plaats daarin naar zyn aan« flag gelden moest; jammer dat zulk een over-; flag niet tot onzen tyd, of kennis is overgeï bragt, om dat men daar uit min of meer het vermogen der respeétive Ambachten ter dier tyd, zoude kunnen leeren. Men zie ook daar uit, J hoe de Heer van Vere zich op voorgemelde fchatting, den Staten van den Lande afgeperst, s aanwyzing liet doen, om zyne onderhoorigen hunne foldy te kunnen verftrekken: ook hoe van dit Gewest buitengewoon nog eens dertien buizend gulden werden gevergd, tót het voeren van eenen Oorlog met Engeland, en laast- ■ lyk nog eens agt duizend gulden, om der overgaaf van Sluis wille, en dat alles in den tyd I van één jaar; alleen om der heerschzucht van den Roomsch-koning Maximiliaan te voldoen. Nog kan men daaruit ontwaar worden, hoe de Dachvaarten der Staten alomme werden gehouden waar een Stadhouder het goedvondt, ja dat men niet ontzag die zelfs verre buiten dit Ge- j west, als te SintOmer in Artois, famen te roe- I pen; laten wy tot onze Stad Vere terugkee- j ren! Men was hier fleeds bedacht, om, by een | toenemen van koophandel, gebouwen en inwo- j ners, het Recht ter Vierfchaai onzydig uitte-1 oe- •  (pij oefenen, en alle willekeurige handelingen van den Bailliu of deszelfs Schout tegentegaan, Waarom den 3 O&ober 1492, dienaangaande een befluit genomen werdt, als üic de bylage $ té zien is. Het jaar van 1493 , bragt ook zyne moeiiykfceden mede, want deze Stad werdt den 10 Februari deszelfden jaars, door den Stadhouder Grave van Egmond ter Dachvaart in den Hage genood, welke Dachvaart aangelegd was, om met Afgezanten van Dantzig en andere kooplieden aan' de Oost-zee, tot een verdrag te kunnen komen , ter beflisfing der onderlinge verfchillen, op een algemeene byeenkomst deswegen te houden in eene Stad aan de Oost-zee, breeder te zien in den brief, dien de Regeering dezer Stad deswege ontving, te vinden onder de bylagen T. In hetzelfde jaar kreeg de Veerfche Regee* ring eene vermaning van hunnen Heer, oni kort en goed te procederen in de zaak van eenen Herman Pietersz.. gelyk de bylage U 1.; uitwyst. Veel onrust hadt Heer Filips van Bourgon* dien ter dezer tyd in Staats- Krygs- en Burgerger lyk •beftuur; een verarmd Land en Edelen deden zwakke pogingen, om van zoo velé fchattingen eenigzins verfchoond en ontlast te E wor-  (65) worden, dan vruchtloos; eene Huldiging dte^ aanftaande was, en het verlaten der Regeering door den Roomsch-koning Maximiliaan, nu Keizer geworden, zal niet gedoogd hebben, dat 1 de Landzaat zich anders kittelde of vermaakte, dan met verhalen van zyn's Vorsten grootheid, macht en luister. De Landsvorst was gewoon zyne te doene Beden door den Stadhouder of andere aanzienlyken afgevaardigden te laten voorftellen, hier toe moest nu de Veerfche Heer zich verledigen, dan die wederom dien last aan zynen Rentmeester en Griffier overdroeg, welke ter Dachvaart, uit naam van den Graaf, de Staten af» eischte,dat de Edelen van Zeeland zouden opbrengen 10,000 kroonen,om te vergoeden den ondienst die door hun achterblyven in het beleg van Sluis veroorzaakt Was, en dan nog 13,000 ter voldoening der bezetting van Atrecht; daar zy niet fchenen in te konnen bewilligen, ten minste 's Vorsten komst te willen afwagten. Zy werden boven dat alles gepraamt hun aandeel te bezorgen in de 300,000 gulden, welke de Stadhouder Generaal Hertog van Saxen van alle de Nederlanden in het jaar 1493 kwam te vorderen. Wy kunnen hier niet voorby aanteftippen, hoe Heer Filips van Bourgondien in Uetjaar 1494, zeker Vrouwsperfoon ter dezer Ste-  C67) Ótede , rappel van Ban verleend e; een daad va$ Oppermacht. De Regeering van den Aarts-hertog Filips werdt niet ontluisterd door het Veibond van .koophandel, vrede envriendfchap, welk hy den ia Februari 1496 met hendrik de vu, Koning van Engeland te Londen floot, en deze Stad was onder de Zeeuwfche Steden, die hetzelve hielpen bevestigen (s) ; een blyk van haar aanzien ter dier tyd. In hetzelfde jaar was het, dat de Landsheer Filips aan eenen Antheunis_ Strays, koopman te Antwerpen, een' brief van voorfchryving aan de Veerfche Regeering verleende, tot vordering van zyn Rechtsgeding, hier onbeflist, jegens eenen Cornelis van Alfaten, waarfchyn-, lyk een borger dezer Stad; men zie den inhoudj daar van onder bylage U 2. Met den aanvang des jaars 1497, was een burger dezer Stad Adriaen Pietersz.,vm wege beledigende woorden en redenen ten opzichte . der Stad Dordrecht, en ook door fchulden, daar bekommerd; de Wet van Vere verzuimde niet hunn' Poorter en zyn Schip opteëisfchen, dan bekwam van gemelde Hollandfche Stad een antwoord,als uit de bylage V blykende is. J3in- (0 Vaderl. Kist. IV. D. bladz. 303» E S£  C<« ) Binnen hetzelfde jaar fchynen hier gevangenen te zyn geweest, welke medeplichtigen" hadden, die te Brugge irt hechtenis waren, en welker noodlot afhing van 't gene hier ten opzichte hunner misdaad getuigd en vervolgens gevonnisd was, waarom de Steenzvaarder te Brugge, op last, zich by eenen Brief aan deze Wet vervoegde, en verzocht deswege onderrichting, als uit dé bylage W breder te zien is. Den Befchryvings-brief tot eene algemeene Dachvaart,van alle de Staten dér Nederlanden, welke den 18 Augustus dezes jaars te Lier ih Braband ftondt gehouden te worden, van welke reeds in de levensfchets van Heer Filips van Bourgondien gewag is gemaakt, mogen wy den lezer niet onthouden, waarom die gevonden wordt onder de bylage Lit. X. • De Engelfche en Schotfche handel bloeide fterk ter dezer Stede, waarom de Heer niet gedoogde, dat die op eenige wyze geftoord werde ; uit deze oorzaak was het,dat hy, by gelegenheid, dat eenige Schotten, Engelfche Schepen hier fchynen bekommerd te hebben, daar den eenen zoo wel als den anderen eene vrye én onbelemmerde vaart op deze haven was toegezegd, deze daad afkeurde, en zyne Wet deszelfs  zelfs meeningdeedt verftaan, door denbrief,te vinden onder de bylage Y. Het was ter dezer tyd in Nederland een vry algemeen gebruik, dat de groote Leenhouders, .die de Ridderlyke waardigheden bekleedden, en alomme in hunne Heerlykheden de hoogfte .Gerechtsoefeningen gebruikten, ook vry-geleide fchonken aan Ballingen, Bankbreukigen, of zulken, welke elders ftrafbare misdaden gepleegd hadden: zy vervoegden zich by denHeer, door wien, voor eenen zekeren prys naarmate yan des Vluchtelings vermoogen, aan den Bailliu pf deszelfs Stedehouder te betalen, de vrywaring werdt verleend. Dit maakte nu en nog vroeger het voornaamfte inkomen der Bailjuws uit j men vindt een geheel boek, waarin de naamen der genen aangeteekend zyn, wien zulk vry-geleide is toegeftaan geweest, en om welke feiten zy herwaards geweken waren: Een enkel voorbeeld daarvan zal genoeg tot bewys dienen, zynde de brief te zien onder de bylage Z. Offchoon men van de oudfte tyden af hier fporen vindt, dat lyfftraflyke misdaden ter dezer Stede berecht zyn, en wy reeds meenen bewezen te hebben, zulks uit dehooge geboorI je en het aanzien der Heeren van Vere zyn' E 3 99*1  C 70; oorfprong heeft genomen jfO, zoo fchynt dat recht echter zoo lange de:hooge Vierfchaar in wezen was, en ter gezetter tyd gehouden werdt, door den Grave niet erkend te zyn, waarom Vróuwe Maria van Bourgondien, by haar bekend Groot Privilegie in 't jaar 1476 gegeven, daar van bekentenisfe doet, en by het 49 Artikcl,dcze Stad zoo wel als Reymcrswale,Tholen, Goes, Cortgéne, Vlisfingen en Brouwershaven, bet uitoefenen van hoog Rechtsgebied heeft toegekend ; dan de Aarts-hertog Maximiliaan, aan wien die breede vryheden by zyne Gemalinne verleend, nimmer gefmaakt, en hy dezelve nog minder geüerbiedigd hebbende, droeg hy wel zorge, dat zyne Zoon Filips by deszelfs meerderjarigheid en Huldiging, dien voorrechtsbrief niet bezwoer, veel min bekrachtigde,; waarom Heer Filips van Bourgóndien,als Heer dezer Stede, wel genoodzaakt was, als eene gunst ten Hove aftebedelen, wat hem uit de natuur, door eene onafgebrökehe bezittinge zyner Voorzaten, en eindlykdoor eenen voorrechts-brief eener Lands-vorstin als een Recht was toegekend;dit moest evenwei gefchiede'n, en Heer Filips' verwierf deswege van den, Aarts-nertog Filips, den 18 November 1497/- (0 Befchryv. der Heerl. van Duinbeke bladr. 160 en 161.  '(jp) genen wydluftigen brief, die ter zeiver tydede Steden Vlisfingen, Brouwershaven, Westkapelle en Domburg gelyk voorrecht fchonk, en jvel verdient.by de nakomelingfchap in geheugenisfe te blyven, waarom die geplaatst en te vinden is onder de bylage AA. Inliet volgend jaar 1498, was het, dat de meermaals gemelde Heer van Vere, Filips van Bourgóndien, het fterflyke aflegde; wy zullen van hem alleen maar aanmerken, dat gene, het welk, wanneer wy deszelfs Levensfchets maalden, ons nog onbekend was; te weten, dar hy om zyne krygskundige vermoogens, ook gefield is geweest tot Gouverneur van Sint Omer, voor de&Hertoginne Maria van Bourgóndien, waar hy in 'tjaar i477,door Koning lodewyk den XI van' Frankryk belegerd werdt, die hem deedt opeisfchen tot overgave, of dat hy zyn Vader (die krygsgevangen was gemaakt in de Bataille van Nancy) zoude dooden; waarop hy antwoordde, van zyn Vader anders geleerd U hebben. Hy was onder die, welken de Stad van Chimay door beladdering innamen; federt diende hy den Roomsen-koning Maximiliaan als Raad en Kamerling, en werdt met denzelven door die van Brugge, in 't jaar 1488, gevangen genomen, alwaar hy de Vrede tusfehen gemelden R oomsch-koning en die Stad bezwoer, en E 4 O0^  (70 ook de Vredens Artikelen tusfchen denzelveti Koningen de Stad Gent onderteekende; vervolgens werdt hy van meergemelden Vorst in Ambasfade gezonden aan ferdinand Koning van Spanje, om deszelfs Dochter johanna, voor den Aarts-hertog Fiïips ten huwlykte verzoeken : hy is by brieven, gegeven te Gent in 'ü jaar 1484, gefield en gecommitteerd geweest tot Gouverneur en Kapitein Generaal van Namur en Artois, en federt ook van het Graaffchap Vlaanderen (u). Den 7 Juli des voorz. jaars 1498 , werdt Vere weder ter algemeene Dachvaart tegens den 8 Augustus daaraan volgende genoodigd, ter plaats waar haar Landsheer zicli dan zoude bevinden , en zulks door deszelfs Raad; (verftaat daar door het Hof van Holland) de befchryvings-brief ïs te lezen ónder de bylage BB. Een nieuwe Oorlog met Gelderland was óp handen; ^Groningers wilden zich onder het yzeren jok des Hertogen van Saxen niet krommen, en de Friefen waren niet zonder veel moeite bedwongen: zoo dat de aangelegde Dachvaart wederom zeer waarfchynlyk het vorderen eener aanmerklykeBede ten oogmerk zal gehad hebben. On- O) M. Beaucovrt de Nwtvelde Disferatian de UEgli* fe de Nêtre Dame h Bruges ƒ>. 35.  (73) pngelukkig volk, dat zoo geflingerd wordt, en fteeds gereed moet zyn, om der Vorsten eerzucht te voldoen, en daartoe hunne vermoogens uitteputtenl Vrouwe Anna van Borsfele haar Gemaal misfende, ondervondt ras, wat befcherming, voorft&nd en ontzach haar ontvallen was, daar zy zich dra in een Rechtsgeding met den Procureur Generaal ingewikkeld zag, over Rechten haare Heerlykheden van Vere, Vlisfingen, Westkappelle, Domburg en Brouwershaven betreffende, waarfchynlyk over het niet opbrengen van derzelver aandeel in Beden, in welke noch haare Vrouwe, noch zy bewilligd hadden; hoe het zy,zy werdt by den grooten Raad verwezen te moeten voldoen aan een Interlocutoir Vonnis ten haren laste gewezen, waarvan zy beroep hadt gedaan, als meerder te zien is, in de bylage geteekend CC. Het beitand met de Gelderfchen gemaakt, verfchafte aan dezen Oord eenige rust, en men konde zich te veiliger allerwegen op het koopbelang benaarftigen, maar daaruit fproot ook wel onmin en verfchil met nabuurige Steden, welke gelyke oogmerken hadden. De Stad Middelburg was de naaste en teffens altoos de gereedfte om Vere in 't fr.uk van handel niets toetegevec; twee Schippers over 't laden van Wynen E 5 ^  C 74 I teArnemuïden verfchil gekregen hebbende,e* die van Vere te Middelburg bekommerd,en voo; Recht geroepen zynde, hadt zich des niec bekreund ,en door gelyke weg hier ter Stede getracht zyn oogmerk te bereiken: Dit gaf gelegenheid dat van wege Middelburg aan de Wet van Vere de brief afgevaardigd werdt, weike onder de bylage DD te vinden is. De Hanzee-fleden waren in en omtrent den jaare 1500 nog in hun grootfte vermoogen ;met groote Schepen bezochten zy de Nederlandfche havens, byzonder Vere (v) , waar zy de veiligfte Rhee van Zeeland, de krachtigfte befcherming en de meeste voorrechten vonden; Vrouwe Anna van Borsfele ftelde haar eer in het vorderen van dezer Stads welvaard. Het geduurig waken by nacht, welk ter oorzaak van Oorlog of andere onheilen, hier ftecds noodig was,en den burger lastig zal gevallen zyn, heeft zeker hier en elders aanleiding gegeven tot het opftellen van bezoldigde Nachtwakers, welke nog met den naam van Ratel-zvagts op vele plaatfen, en hiervan Klep-zvakers bekend zyn. Het eerfte dat ik daarvan ter dezer Stede gewaagd vinde, is in Stads Rekening van'tjaar 1500, waar ge- (v) Reigersb. Chron. II. D. bl. 35P«  C?5) lezen'wordt, betailt IngelPasferisz.endeThen%c fcout knecht, der Stede Wakers mit den ra' tel, van drie derde deelen wakens defer rekeninge , dair af t eer/le derde deel Jairs eynde den lesten van Decembri xcix ende 't tweede derde den lesten van April xvc nair Vtrecht, dat derde deel Jairs den lesten van Ougst xvc. comt 't geheel Jair wakens, comt elck voor fyn derde deel Jair wak'ens tot de voorfeide drie termynen elcx xxvj fchell. viij gr. comt t famen Viij oC gr. Zoo liep de vyftiendeEeuw ten einde! Wy zagen Vere in zyn eerfte opkomst, voortgang, en tot eenkoopftad worden; bcfchermd, beftuurd en opgebeurd door machtige Heeren, wier eigendom zy was ; haar' voorfpoed was niettemin met dagen vol onrust en gevaar gemengd; zy zag den Borsfelfchen Stam, waar zy haar beftaan en welvaard aan verfchuldigd was, verdwynen; een nieuw Huis, ook van aanzienlyke herkomst, begon te heerfchen, en haar werdt onder de voornaamfte Kooplieden van Neerland een plaats gegund; men zal haar in het volgende tydvak, welk voorgenomen is te verhandelen, nog hooger het hoofd zien verheffen onder de Oppermacht van den geweldigen karei, de V, wiens uitgeftrekt Gebied, Regeering en Heerszucht de Waereld verbaasden;  den: Wy zullen haar een eerfte plaats zien be» kleeden onder die Steden, aan welke het te« genswoordig Gemeene-best zyn eerfte aanwer zen verfchuldigd is; zoo is het beloop van alle ondermaanfche zaken; een tyd was 'er, daf. Vere niet gevonden werdt, het beftondt Eeuwen, en eindelyk zal het mooglyk tot zyn eer-* fte niet wederkeeren: dan de goede God wenfchen wy vertrage dit, tot dat alles zal eindi» gen. VERE, 34 December 1789. JB Y-  (77) •■BYLAGEN- A. Graaflyke Brief waarby den Heer van der Vere het Recht verkrygt, om in die Stad of den Vrouwen-polder niet bekommerd temogen worden, nóch deze Heerlykheid zonder 's Graven toeftemming niet mag belast worden. Ao. 1338. Wy Willem Graue van Henegouwen, van Holland, van Zeeland, ende Heere van Vriesland, maken condende kenlic allen lieden. Dat wy omme menigen trouwe dienst die Heer Wolferd van Borfelcn Heere van der Vere onfen Lieuen Neue, ende zyne ouders ons ende onfé Ouders Grauen van Henegouwen, van Hollant, van Zeelant en Heeren van Vrieslant, dicwilen gedaen hebben, ende Heer Wolfaerd ende zyn nacommelingen Ons ende Onfe nacommc- lin-  (78) lïngen noch dóen mogen. Soe hebben Wy' Heer Wolfaerd voorn, gegeuen ende geuen mits) defen, vryheide mit defe open Hantvesteny voor ons ende voor allen onfen nacommelingen^ Heer Wolfaerde voorfz. onfen Lieuen Neue, en alle zyne nacommelingen tot evvelicken dagen, dat men op die Vere ende op ten Polre,. Heer Wolfaerd feluer noch zyne wittachtige Wyf, noch niemant van zyn nacommelingen , geen fchult noch lyftochte mogen maken, noch geuen ofte bclyen, noch in geenre manieren fullen becommeren,noch en mogen vorniemande noch belasten, ten zy by der Graefnelicheden, daer hy die vry Heerlicheid of te Leen' houd. Dat 's te verflaen, dat die Heere van den Lande voorfz. confirmeren moete mit zynen grooten Zegel, met heer Wolfard vanBerfele heere van der Vere daer hy die lyftochte ende diefcultmaeet metzynen brieuen befegelt, Ende omme dat wy dit vaste ende geftade houden willen, ende doen houden voor ons Graue van Henegouwen, van Hollant, van Zeelant ende Heere van Vrieslant ende onfe ouders ende allen onfen nacommelingen Heer Wolfaerd van Berfelen, Heere van der Vere onfen Lieuen Neus ende zyn ouders en alle zyne nacommelingen durende ewelicke ende ymmermeer. Ende voord ware dat fake, dat Heer Wolfaerd voirfz.  ( 19 5 v'óo'rfë. hem hier yeraantyet bouenbelofteofte becommeren wilde met eenigherhande Recht - xvaert Geestelick ofte Waerlick, daeryemant defe vryheid mede beletten woude, daer fullen ' Wy hem Graue Heere van den Lande voirfz. in te Rechte houden, ende doen houden , omme tdat wy Graue van Henegoüwe, van Holland, ! \ van Zeeland ende van Vriesland alle defe vorünomde dyngen ende vryheid houden, ende in I goeder trouwe doen houden voor Ons endeOn- fe Voorders, ende allen onfen nacommelingen B! Heer Wolfaerd van Berfelen Heere van der Velt re onfen Lieuen Neue ende zynen Voorders d:ende allen zynen nacommelingen: Soo hebben Wy defe Vryheid ende Hantvesten open befeI; geit met onfen Segele huut hangende. GegeI tien in Middelburgh des Donderdaghés na Sinte | Valentys dach, dit was gedaen in 't Jaer ons Hee: 'fen^geboorte als men fchreef Dufent drie hour dert achte endertich. B. Brief waar by de Heer van Vere, aan de Gemeente dezer Stad vergunt van niet meer voor Maal-Ioon te zullen  C 80 ) len geven dan het zestien^ de Vat, en het Recht om zelve eenen Mouwenaar aanteftellen. Ao. 1346. Wi Wolfaard van Borfelen Heer van der Vere, Maken cont allen luden, dat wy ouer een gedraghen fyn met onfen vrienden ghemeenlike' van der Vere, omme nutfcepe ende profyt, Allen den ghenen die ter Vère, wonnen ende wonnen zullen, dats te verftane van der Watermole ter Vere, van den Moude aldaer, die gheftaen heuet tote daghe toe van heden, en allen onfen Vaders tiden, ten achtiende Vate ende niet meer fchuldich en waren te ghenen. Nochtans heuet men hem luden' hier bouen te zeere bedruét van Moelnaers die de Watermolen gehuert ende gehouden hebben, dat fi te zeere ouergrepen in hare ludegoet, dat je^hens Gode ende jeghehs rédéné ghedraghen heuet, des wi niet langher ghedoghenen willen; Ende hier omme fo hebben wi ouer een ghedraghen met den goeden luden van der Veie, dat die Watermole ter Vere vortane ten eeweliken daghe ftaen zal tote den zestienden Vare ter niouderinghen, nemmermeer dat te vermeerfene jof te verminderne, Wy iof onfe nair- ko-  C «O komelingheJ Ende omme dit grondelike ehdé ghetrouwelike defe mouderinghe te doene,onghemeerfet ende onghemindert, fo hebben Wi die van der Vere gheorlouet ende orlouen vor ©ns ende vor onfe naircomelinghe, hem luden ende haren naircomelinghen die nv ter Vere zyn j jof nairmaels comen fullen ten eewelikeri daghen, dat fy eenen Man dien fi best betrouwen op die Watermolen fetten fullen alle jaren,' ende dien al fodicken vernieuwen als hemghenoecht, die welke Man wie hi fi, dien fullen fi ten helighen doen zweren,rechte mouderinghe te doene van alle corne dat ter Watermole comt te malen als vorfeyt es. Ende defe zelve Man die ghezworen heuet die fal al 'tcoren felue vermouderen ende niemant el, ons 't onfe te gheuen, ende dien van der Vere thare j ende defen feluen Man wi hi fi, zullen die van der Vere zelüe loonen endebecosten,alfo als fine zelve bestghewinne moghen. Vort fullen die van der Vere een gherechtwichte op die Watermole doen ende houden yeghelyc 't fine te weghene dies begarende es, ende dat enfal niemantweghen dan die felue Man vorfeyt die 'tvef mouderd. Vort fo fal die Molnare die op defe Mole vortane malen fal, zweren ten helighen, rechte fcheedinghe te doene yegheliken van finen corne na ziere wete ende maché. Vort fo fal an die Mole zyn F twee  t 80 iwée zonderlinghe flote, dat die ghene van ori« fen weghen of dien wife verhueren,daer op alïeene niet gaen en magh, die ghene die van der Vere daer op ghezet hebben hi en esfer mede. Ende omme dat wi alle defe vorfeyde ftucken vaste ende ghelïade houden fullen vor ons ende vor onfe nacomelinghen ten eweliken daghen, dien van der Vere ende haren nacomelinghen diere nv fyn iof namaels wefen fullen,fo hebben wi defe lettere bezeghelt met onfen groten zeghele. Gegheuen in 't Jaer ons Heeren Dufent drie hondert zesfe ende viertich des donsesdaghes na Sinte Victois dach. c. Brief waarby de Heer van Vere, de gemeente dier Stad kwytfcheldt alle het gene hy aan het bemuuren dezer Stede te koste hadde gelegd. Ao. 1348- W i WolfhertvanBorfeleHeere van derVe* re ende van Sandenburch, Makend cond ende kenlyc allen den ghenen die defen brief zullen aie» of horen lefen , dat Wi omme orbareende ver;  i k > verfekernesfe Ons leens ende renten ter Vere; ende omme te bet onfen gerechte Heere van deh Lande te dienne; Ende omme dat onfe onderfaten ter Vere diere nu fyn of naemaels wefeu fnlien, te bet befcermt fyn,fy ende haer goet, an die Veste te Vere gheleyt hebben ons goets an deluehne, an maetfenne ende anders vele cost , die wiere omme ghedaen hebben wel totci twee hondert ponden groten ende achte ende? viertighen toe, den feilt vor twee ende twintich grote, waer of dat wy ghelouen vor ons ende) vor onfen nacomelinghen, allen die van der Vera ende haren nacomelinghen dieren» fyn of naemaels wefen fullen, quite te fceldeneendefcelden; Ende dat Wy ende Onfe nacomelinghen die van der Vere ende haren nacomelinghen' hier of nemmermeer niet eysfehen en fullen omme dat Wy die vaste ende gheftade houden fullen, fo hebben Wy defen brief open befeghelt met onfen feghel gefchreuen in 'tjaervan ons Heere ghebortenDufentdrie hondertachte ende viertich desdonnerdaghes na Sinte Gher> truden dach. Tol-Vryheid door Graaf Willem den V. aan de ^ a Stad  ( 84) Stad Vere en de Vrouwen-Polder verleend. Ao. 1349- Willem Hertöghe van Beyeren Palaysgraue ' van den Ryn, Graue van Hollant ,van Zeelant, ende Heer van Vrieslant, maken kont allen luden, dat wi om menighen trouwen dienst die Heer Wolfaerd van Borfelen heer van der Vere onfe Heue Neue ende fine ouders ons ende onfe ouders Grauen van Hollant ende van ZeeJant dicwilan ghedaen heeft, ende Heer Wolfaerd vorsz .„ende fine nacomelinghen ons ende ons nacomelinghen noch doen moeghen, zo hebben wi heeren Wolfarde voenoemt ende alle fine vryenden die ter Vere ende in den pol- I res benoorden Vere, in finen leue nv woenen jof hier namaels woenen zeilen, mit haere zeluers goede fonder arghelist ghegeuen hebben , ende gheuen mit difen, opene brieue, Tolne vry te vaerne al onfe lande dore, ghelike anders onfen Steden van Hollant ende van Zeelant , die daer of vryheden hebben. Ende om dat wi dit vast ende gheftade houden willen voer ons ende onfe nacomelinghen, heere Wolfarde , dien van der Vere ende van de Polres voemoemt, ende hoere nacomelinghen tote ? ewelike daghen, zo hebben wi defen brief be- ze-  C 85 ) zeghelt mit onfen zeghele wthangende in Mid* delborch des donredaghes na Sinte Valencyns dach in 't Jaer ons Heeren MCCC neghen ende viertich. E. ■ Brief waarby de Regeering van Antwerpen belooft, die van ter Vere niet te zullen bezetten of bekommeren wegens fchaden, hun door die van Holland en Zeeland aangedaan. 12 Mey 1438. ,A»llen den ghenen die defe letteren fullen zien oft hooren lefen; Burghmeesteren, Scepenen ende Raide van der Stad van Antwerpen , Salut! Wy doen te wetene, dat ouermits dien , dat ons de Edele voorfienige ende wyze Heere de Heere van der Vere ende van Zandenburch, zunderlinge trouwe ende vrientfchap gedaen ende bewyst heeft, in dien dat hy onier Poorteren goede, die zy nu ter tyt over Zee en Zant gebracht hebben ende doen brengén van Hamberch, ende van daer omtrent, ende angecorqF 3 men  ( 86 ) men ende gearriueert zyn in zynre Stede enae hauenen van der Vere, thuyswaert heeft latea commen. Sob eest dat wy gelooft ende toegefeght hebben, ende met defen jegenwoordigen brieue gelouen ende toefeggen, dat Wy om defer faken wille noch ooc om des toetast wille die de Vlotp s Lande van Hollant ende van Zeelant gedaen heeft op onfe Poorteren goede, oft poe elwaer in Hollant oft in Zeelant gedaen mach wefen, wy den voorfz. Heere van der Vere, noch zynen onderfaten daeromme nemmermeer hynder, ftoor oft Rastementdoen en fullen, noch gedoogen en fullen van onfen poorteren gedaen te wordene, zoe verre hy oft zyn onderfaten "op onfen poorteren oft huere goede niet gefchadicht en hebben,nochfchadigen en fullen, maer fullen de voorfz.Heere van der Vere ende zyn onderfaten mogen commen vaeren,keeren ende weder keeren,huer coopmanfchap hantiernen, vry ende onbelast van defen, al waer 't dat daer omme eenige onlede dat God verhiiede op verllonde, tusfchen den goeden Lande van Hollant ende van Zeelant, ende Ons, fonder argelist inoorcondfcape foe hebben Wy der voorfz. Stad Zegel van Antwerpen ten faken hier ane doen hangen In 't Jaer ons Heeren MCCCC ende acht en dertich tweelf dage in Meye. M  f 87 } F. Beftel-brief waarby de Heet van Vere, in deze zyne Stad een gefworeElle-meter gefteld en gemachtigd hteft. Maart 1460. Henric van Borsfel Heer van der Vere etc: Doen cont allen luyden. Alzo 't onfen kenesfe gecommen es, dat binnen der feluen onfer Stede van der Vere, veele gebreken geweest zyn totten dag* toe van heden, in't meten ende leueren van alle manieren van lakenen, alzo wel van wollen laken als van lynwaade, caneuats ende anderen, dat binnen der feluer onfe Stede vercocht ende geleuert wort, 't welke vaste altyd gemeste es geweest by den ghuene die dat zelue vercochte, oft anderen die 't meten wilde, zonder eedt daer vp gedaen te hebbene, mids welken onfe onderfaten endecoopluden gemeenlyk by tyden vercurt ende vermin* dert hebben geweest, ouermids die zy huere gerechte mate niet alzo volcommelyc en had* den, als hen van rechts wege toebehoorde. Ende want ons ter bewaernisfen van onfen voorn, onderfaten ende alle anderen coopluden gemeenlic hier inne ftaet te voorziene, So hebr F 4 ben  ( 88 ) ben wy mit rypheit van Rade, aduyfe ende goedduncke van onfen Gerechte van der Vere, geordonneert ende gefloten, dat van nu vortan een gezworen meter, binnen der feluer onfer Stede ende Heerlicheic van der Vere wefen fal, die alle manieren van wollen laken, lynwaet, ca? neuats ende andere hoecftnich het zy, alzo wel in de Scepen als vp 't landt meten zal, dat aldaer gecocht, vercocht of vervarteert fal wor* den, in der manieren hier naer volgende. In den eerffen zal elc Wollen laken 's inder profit andere, hy zy van buten of vanbinnen mogen meten totcx ellen toe onbegrepen,ende lynwaet, caneuats ende andere laken zal elc onbegrepen mogen meten tot viij ellen toe, of der onder, ende wes wollen laken bouen den x ellen, lynwaet, caneuats en andere lakenen bovenden yiij ellen, dat zal de gezworen meter meten ende niemant anders, daer af hy hebben zal voor zyn loon van elcker elle j mite, dat onder de Cellen is, en wes C ellen lanc was of der bouen,wat laken het zy, daer zal hy af hebben van elcke honderde iij gr. Des zal de zelue gezworen meter gehouden wefen 't voorn, laken te voudene alfo dat behoort, ende ooc zo en zal hy niet meer loone hebben dan de coopman van hem begeert gemeten te hebbene; waert ooc zo dat coper of vercoper eenich laken van den gezworen  ( 89 ) ren meter begeerden gemeten te hebbene, al waert onder de x ellen of viij ellen, dat zal hy i mogen doen om zyn loon;ende gebuerdentdat yemant eenich laken mate bouen den taxe voorfz. dats te weten wollen laken bouen de x ellen, lynwaet, caneuats ende andere lakenen bouen den viij ellen, anders dan de gezwora , meter, dat waere alzo dicwyl als men dat beuinde of vernemen conste,vp de boete van xxvj I gr. Jegens ons te verbueren, ende nochten | zoude de gezwore meter daer af zyn loon heb| ben van den vercoper, gelyc of hy 't felue geI meten hadde. Waert ooc zo, dat yemant ee? nich laken vutsneden van des hem geoorlooft es te metene, ende den coper zün mate ende langde niet deuchdelic en rechtuaerdelic gegeuen en hadde, dat waere desgelycx vp de boete van xxvj gr. Jegens ons te verbueren, alfo dicwyl al of gebuerde, ende men dat beuinden conde metten gezwore meter, de welcke gehouden wert vp zinen eedt onfen Bailliu dat an te bringen als hy 't weet. Ende want wy ten vullen betrouwende zün in de neerfticheyt van onfen geminden diender Arendt Fachoen, fo hebben wy hem den feluen dienst ende ofEcye van meter gegonnen ende gegeuen, geuen ende ghonen mit defen Onfen brieue, omme den feluen Arend den F 5 voorfz.  C 9» > voorfz. dienst te hebbene, ende wel ende ge* trouwelic te bedienene, zyn leuen lanc geduerende, tot al zulkenutfcapen baten ende profB* ten als voorfcreuen zyn, behoudelic dat hy daer af doen fal zynen eedt in de handen van onfen Bailliu van der Vere, alzo dat behoort. Ontbieden daerom ende beuelenden feluen onfen bailliu ende gerechte van der Vere, ende voort allen anderen onsfe Officiers, dienaers ende onderfaten dien 't angaen mach, dat »y den feluen Arendt van den feluen dienst ende ofncye, doen ende laten vrylic ende rustelic exerceren ende gebruiken in der manieren voorfz. zonder hem eenich hinder wederfteet of belet daer in te doene, of yemande gegedaen te wefen in eenigen wys, want dat ons alfo genoeghe. Gegheuen onder onfen fegel den .... dach in Maarte Anno lx. naer de |qop 's hoofs van Hollant. G. Brief der Regeering van den Br iele aan den Heer van Vere, zoo ook aan de Steden en Dorpen in Walcheren, hun met de Ha-  Haring-visfchery gene* rende. 'Ao. 1472. Edele ende Mogende heer myn heer van der i Veere etc. Ende den Eerwaerden ende Voir! finigenBurgemeesteren,Scepenen endeRaiden \ van de Steden ende Dorpen van den lande van ; Walcheren, hun luyden milten Visfcherie van den haringe ter Zeevaart generende. V Lieden gelieue te wetene ,hoe dat op huyden mit den gemenen Steden van Hollant ende | Vrieslant mitten Ridderfcippen der felver, by goetduncken van den Commisfarisfen die van myns genadigen heerfcn wegen als nv in den I Hage zyn, gefloten is geworden, om te wederj ftaen, die Franchoifen ende Scepen van oirloI ge, die vp ten ixen dach van defen maent Iesrleden, den Visfcheren van defen lauden beI; fchadicht, genomen ende gerenfonneert heb1 ben , een Dachuaert te houdene, te wefen vp J eenvrydagenv naistcommende, des auonts in de herberge in den Hage; Ende op dat ten felj ven dage die zake forteren mach hoir volcomen | effect, foo hebben zy een Raminge gemaeér. altyts ter correxie van hoeren medegefellen in den Gerechte, dair van zy geen volcomen macht en hadden, om van dier materiën een eyndelic flot  < 9* ) flot oft conclufie te geuen; dat men Van den Ge; deputeerden die als nv en Vrydage ter Dach» uaert wefen zullen, vut hun allen kiefen fcicken ende ordineren fal ten minften koste endequetfe twee off drie notablen, die welcke volcomen macht hebben fullen van allen den Steden van Hollant Zeelant ende Vrieslant, om te trecken by myne heer den Canceilier, die welcke dat by den feluen comifarisfen off by hoeren brieuen van te voeren geinformeert fal wefen, die welke dat om die bewairnisfen van den voerfz. landen van Hollant Zeelant Vrieslant en Vlaenderen, met den Vlaminger ende met onfen Gedeputeerden foe ftarck maken fullen mit machte van volke ende grote Scepen, dat men die zee fal mogen gebruken in Visfcherie ende in coopmanfcepe defe teelt gedurende , oft anders als zy dat met malcanderen fcicken fullen, gelyc ghy dat in 't lange ter naesten Dachuaert wel horen zult, Ende om hier toe te mogen eomen, foe foude gefet worden vp alle comenfcipen vp elc pont groten vyf of zes groten, ende dat alfoe wel in Vlaenderen als in defen landen. Ende want defe zake grote haestebegeert , ende men dair van geen Dachuaerden meer houden en fal dan defetoecomendeDachuaert, foe hebben wy die last angenomen ten minften costc V een wete te laten doen, vp dat  ( 93 3 ghy als dan mede compt of yemant van uwen wegen fciét ,volcomelicgemachticht,om eyndj lic in defe zake te fluyten als nar gelegenheit 1 der zake dair toe behoeren fal. Edele ende Mogende heer ende byfondere goede Vrienden onfe Heere God zy mit V gefcreuen mit groten haeste vp finte Margrieten \ auont anno Lxxij Aldus onder gefcreuen Ende want den Zegel vp defe tyt niet wel te gecrigen was, foe heb Je Andries Gorteman Secretaris der Stede van den Briele myn handteiken hier onder gefcreuen aldus geteykent. A. Gorteman. h. Verklaaring door eenige Leenmannen van Zeeland gegeven, hoe en op welke voorwaarden de Heer van Vere in zekere Bede ter Dachvaart had toegeftemd. 35 September 1472. W y Pieter Volkartsz, van Asfemansbrouck No-  C 94 } Notaris, Adriaen van Nyeuwerue Heer vati Rammekins , Adriaan van Schoonhouen Heet van Nyeuftryen, Clais Jansfz. van Wisfenkercke ende Adriaen Jacóbsfz. Leenmannen derGraeflicheit van Zeelant, kennen ende certificeren ouer waerachtich, dat wy dair mede by endö over geweest hebben 't eenre Dachuairt gehou-den bin der abdien Van Middelburch op ten xxviijen dach in Augustoin'tJairDuystCCCC twee ende 't feuentich By den Prelaet, Edelen ende goede Steden ouer al Zelant op 't ftucfc van den nyeuwe lmpoficien ende zettinge van der caillote van den bieré, wyn, meel ende zout dat men dispenfeert ouer al Zelant voirn. aldair wylen Hoge ende mogende Heer, Heer Henrick van Bonfclen in zynen leuene Graue van Grantpre Heer van der Veere etc. oick Jegenwoirdich was, ende gaf te kennen, dat al wast foo dat enige nyeuwe bede Impoficie ende zettinge mynen Geduchten Heer by den feluen lande geconfenteert worde of es, nochtans foe en behoirde die felue bede oft lmpoficien niet te commene ten laste van zynre voirn. Stede van der Veere noch zynen onderfaten ende Inwoonende van diere, gemerer dat die was ende es gepriuilegiert vrye Heerlicheit van allen costen ende excempt van eenigerhande excyfen cailloten ofte andere nyeuwe lmpoficien te contrf-  ( 96 ) buereri noch te betalen, anders dan hem endé tot zynen proffite; maer tot vordernisfe ende om onfen Heere de geduchten ende Souuereynen Heer mynen Heer den Hertoge van Bourgóndien etc. te helpen tot volre betalinge van zynen lopende bede, ende ter bede van den 1 voirn. Prelaet Edelen ende goede Steden, foe I eonfenteerde die voirn. Heer van der Vere te defe, werf, fonder meer, dat men die voirn. ïmpoficie van den biere ordineren ende opfetten foude binnen zyner voirfz. Stede endeHeerlicheit van der Veere,byprotestacien, dat dat niet wefen en foude in preiudicie van den Rechten ende priuilegie zynre voirfz. Stede van der Veer, behoudelick nochtans ende op fulcke ' condicie, indien eenige Heeren of hoer Heer: licheden binnen den voirn. Lande vry bleuen,1 van der voirfz. nyeuwe lmpoficien fo en foude Ihy in dat cas in 't voirfz. confent niet gehouden l zyn dat te onderhoudene in eeniger manieren. I Des 't oirconden foe hebben wy Notaris en Mani nen bouen genoemt onfe Zegelen hier an gei hangen op ten xve dach van Septembri in 'tjair t ons Heeren Duyst CCCC twee en't feuentich. 1 Verkondiging van de Vrede  C 96 ) de tusfchen den Hertog van Bourgóndien ende den Koning van Engeland. 26 September 1474^ M en doet te weten van wegens ons zeer geJ ? duchten ende Souuereynen Heer mynen Hees \ die Hertog van Bourgóndien, dat tusfchen de hoge ende zeer machtigen Prince den Coninck i van Ingelant ende onfen voirfz. zeer geduchtert ! ende Souuereynen Heere , om die weluaerteendrachticheytendeverfekertheytvan hoeren lan* den Heerlicheden ende onderfaten tegenwoordich ende toecomende, gemaicT: geaccordeert ende geiloten is, ter eere van Gode onfen ge* benediden Scepper, die gloriofe maget Marie, ende van mynen Heer Sinte Joris, enen goe* den warachtigen volcomen volmaicten ende ewigen paeys vruntfcepe verbont confederacy ende eendrachticheyt, te Lande ter Zee ende in 't zoete water, geduerende tot ewigen dage^ ) tusfchen hun luyden hoeren eruen ende nae- : coemelingen Coninckryck, Landen, Heerlicheden, Vasfallen ende onderfaten, hoedanich i fy zyn, tegenwordich ende toecomende alfo I wel geestelic als wairlic, ende dat alle die on- j derfaten van elcDerfeluerPrincen, hun luyden : dragen verdragen ende fauoriferen mit goeder me-  (97) inenïnge ende gunst ouer al dair fy hun luyden vynden fullen,verkeren in die hauenen pasfaigen ende heerlicheden die ene mitten anderen aen defe ende aen gene zycle der Zee, blyuen aldair alfo lange als 5t hun luyden belieuen fal, fcheiden ende vertrecken van dahen, alfo dicwil als fy zuilen willen; mitsgaders oic hoer Scepen Wagenen pairden coymanfcepen goeden ende dingen hoetanich die fyn, fonder letfel ende fonder dattet van node fy te hebben ander faufconduyt,behouden alleenlic dieWetten flatuten ende coflumen van de Regementeh Steden ende plaetfen van den voirfz. Landen; Ende oic die voirfz. Coninck van Ingelant in alle fyne aliancien die hy hier namaels doen fal, mit wat Prince heer off Gemeente, gehouden fal wefen vuyt te fonderen onfen voirfz. zeer geduchten ende Souuereinen Heer fynen eruen ende nacomelingen ; Ende desgelycx onfe voirfz. Heer in alle aliancien die hy maken fal mit wat Prince off Gemeente fal gehouden wefen vuyt te zonderen den feluen Coninck van Ingelant fine eruen ende nacommelingen. Ende oic mede die voirfz. Coninck ende onfe voirfz; Heer ende oic hoeren voirfz. eruen ende nacomelingeni en fullen gunst raid noch hulpe doen die openbare vyanden deen van den andeten, maer fullen hun luyden behelpen ende G as-  ( 93 > asfifteren mitmachte van luyden van oïrloge by vorrae ende maniere als 't geaccordeert is ende begrepen in hoeren opene brieuen geleuert d'een fyde ende ouer d'andere. Ende dair omme mynen zeer geduchten ende Souuerainen Heer beueelt ende gebiet flrengelic alle fyné Vasfalen endé onderfaten van wat ftate off condicie dat fyfyn, dat fy houden onderhouden ende volcomen van hoeren zyde die voerfz. paysvruntfcepe ende ewige confederacye, fonder te doene off te laten doen enige faicke ter contrarie vp die peyne van dair off groffelic gepugneert te wefen, ende als verbrekers van payfe vruntfcepe ende ewige confederacyen. Beuolen by mynen heer den Cancellier den xxvj en dach van Septembri in 't Jair Duyfent vier hondert vier ende 't feuentich. Aldus ge-: teykentHantany, Bodyend. K. Brief der Regeer ing van Mee* helen aan die van Vere, waar by opeisfehen een Schip door de Franfchen genomen, beroofd, en hier, masteloos opgebiagt, als een  C 99 > een eigendom hunner Poot» , ters zynde. » September 1475. ji/erbaire lieue ende zeer geminde Vrienden.' Alfoo binnen dehauenenvan uwe Stad onlancx geleden by der Goids graden ingecomen is een Scip fonder mast, daer af Scipman is Laureys Steek, onfepoirter, ende als hem toe behoirende, welc Scip beuracht ende geladen is in Ingelant met alrehande coopmanfeapen Joefe Vrancx oic onfen mede poirtertoebehoerende, om alhier bynnen Mechelen te brengen. Maer want alfoe wy veriiaen 't felue Scip van eenigen Franeoyfen op teZeeaenveerdt,ende de voirfz. Laureys Stecke met anderen perfoenen vutgenomen ende geuangen fyn,foe dat de Stierman van den feluen Scepe voir heninemen wilt,dat de voirfz. joes ende de vrienden ende mage van den feluen Laureyfe,de voirfz. geuangenen fchuldich fouden fyn te losfenene ende te quytene, eer hy 't felue Scip mirten goede van daer wille laten varen, des emmer alfoe niet ge» bueren noch behooren en foude, gemerét dat't ftglue Scip ende oic de voorfz. coopmanlcapdaei inne fynde coebebooren den voirfz. Joefe onfe medepoirter, ende dat oic de voirfz. Laureys «onfe poitter is, mids den welcken alfoe verre G a yo:  e tao > yemant-den felue Scepe oft in den voirfz. goe^ de yet heysfchen foude willen, de kennisfe alhier daer t voirfz. goet op beurachus geweest, fchuldich foude fyn te behoorene, gelyc uwe Eerbaerheiden dat wel beuelenende bemercken zelen; Ende want de vriendeende magevan den feluen Laureyfe metten voirfz. Joefe voir ons geweest hebben, begherende,'t ielue Scip alhier gebracht te hebberte, "foe bidden wy der feluer uwer Eerbairheit, alfoe trouwelic ende begeerÜc als wy connen ende moegen, dat geniaerct \ gene des voirfz. ftaet, ende funderlin:gé dat de voirfz.' Scipman ende de coopman alle beyde onfepoirteren fyn, ende alhier ende nergens el fchuldich fyn te rechte te ftane ,nair dezer Stad Recht, V gelieue'n wille 'r Voirfz. 'Scip mitten voirfz. goede '% ontflane ende 't felue alhier te latenbringene alfoe behoert. Ende by alfoe yemant den voirfz, goede oft den feluen Scepe yet heysfchen oft aenfpreken wille, wy zelen partien yerstgehoort eenen yegeliken goet cort Recht doen ende laten wederuaren, alfoe van redenen ende befcheyt wegen behoe* ren fal, hier inne doende als wy uwer Eerbaer"heit toebetröuwen, ende gelyc [wy altytin gelijken ende meerderen faken fouden willen doen pair onfe vermoegene, dat kent God van Hemelryke, die V Eerbaire lieue ende zeer gemin»  C *» > minde vriende altyt hebbe in fynder heylige: hoeden. Gefcreuen op den tweeden dach van Septembry anno Lxxv. De Stad van Mechelen, (opfchrif\) Eerbaren Wyfen en befcheydenen lieuen geminden Vrienden Burgemeesters Scepenen ende R.aid van der Stad van de* Vere, Lr. Brief der Regeering van Antwerpen aan die van Vere, waarby verzocht wordt hun tyding te doen, van alles wat ter dezer Stede van vy» andlyke ondernemingen tegen deze Landen moge vernomen worden. 29 January 1476. Eerbaere lieue geminde vriende. Alfoe wy mids der bedrucier gewarige tydinge die wy onlancx vernamen van 't ouerlyden onss harde geduchts Heere ende Princen wylen, wiens Hele Godgenadich zy, foe zeer bedroeft ende G 3 mis;  < 10a > mismoedïchzyn, gelycallen getrouwen onderfaten wel betaemt, dat ons niet wel moegelic en waere te fcriuen, ende want wy oic dagelicx, geaduerteert worden, dat de Coninck van Vrancryck ziendert fynre doot D'Lant van Bourgoenien ende diuerfe Stede op te Riuiere van de Somme gelegen inne heeft doen nemen by fekeren finen Capitainen,ende defe Landen groote meenichte van Volke van Wapenen alfoe wel vvt Ingelant als wt Vranckryck om die te befcadigen ende op teloopene makende fyn. Soo bidden wy V alfoe trouwelic ah? wy konnen ende mogen, dat V gelieuen wille alfe onfe goede vriende ende nagebueren,foe verre ghy eenige vyanden 'slants oft andere tydinge verneemt, die ons oft V hinderlic fouden moegen wefen, ons dat terliont kundigende ende te laten wetene, op dat wy ons daer na te bat moegen weten te rechtene; ende Wy verbinden ons met goede harten V wederomme van geliken te doene,ende oic in allen anderen faken te gelieuen na onfen vermoegen, dat kenne God al« machtich die V Eerbaire lieue geminde Vriende altyt 'Salicher in payfe ende Vrede gefparen wille. Gefcreuen op ten xxixen dach in Januario Anno Lxxvj. Burgemeesteren Scepenen en* de Raide der Stede vanAnt* wer;  C '°3 > werpen 't uwer liefden altyt bereit. (opfchrift) Eerbare ende Wyfen Burgegemeesteren Scepenen ende Raide der Stede ven der Vere ende eiken byfondere onfen lieuen Vrienden. | . m. t Brief der Regeering van Middelburg aan den Heer van Vere, in a twoord van deszelfs fchryven, waarby Recht verzocht tegen een der Bailliuws Dienaars, welke zich tegen een Parochiaan van Serooskerke grootlyks' misgrepen had. aa April 1479. Hooge ende Mogende Heer, Wy gebieden ons Jonftelick tot uwe Mogentheden, alzoo wy meest konnen ende mogen, en der felven zy gelieflick te weten Hooge ende Mogende Heer. Wy hebben vp hedent vriendelic ontfaen ende geuifiteert uwe beflote letteren geteikent mit uG 4 we  C104 5 we Edele hant, inhoudende in fubftancie, dat eenen uwen onderfate ende fubieé| van der Parochie van 't Seroirtskercke genaemt Willem Pieterzoen onlancx groot ouerlast ende ongelyck van Diffaraien in Vilipendie ende afterdeele van zynder eere goede fame ende name by Willeboirt dienaire ende 'tfergant van den bailliu van Middelburch gedaen es etc. Wair vp Hooge Edele ende Mogende V zal belieuen te weten , dat wy van defe zaike niet verhoirt en hebben, ende 't vervremt ons zee* re, ende't es ons haertelickleedt,dat al fulcke fcaemte ende diffaniie den feluen uwen onderfate gedaen is, want wy anders niet verhoirt en hebben van den voorfz. Willem Pieterszoen dan hy voir een goet eerbair perfoon binnen den voirfz. Parochie gereputeert ende gehouden is, waeromme wy jegenwoirdelic aen uwer Edelheden fcriuen ende laten weten, hoe dat wy den feluen uwen onderfate eenen dach van Rechte als vp morgen geftelt hebben, omme te compareren ter Vierfcharen van Middelburch mit zyns borgen jegens den voirfz. Willeboirt, om hun te expedierene zoe cortelic als wy fullen mogen mit Rechte na der excigencie van der materie, ende hem al fulke reparatie van zynder eere te doen doene, indien hy van de voirfz. zaike onfculdich beuonden wort gelyck d at be* hoi]  C io5 > hoiren zal by Rechte ende redene wegen te ge. fchien; dat kenne God die V Hooge Edele ende Mogende Heer altyt behoude in lange zaligen gefonden. Gefcreuen vp ten xxij en dach in April anno xiiijc. lxxix. De al uwe burchmeesters Scepenen ende Raide van de Stadt vanMiddelburgh. (opfchrift) Hooge Edele ende Mogeude de Graue van Grampre en van Bouchain Heere van der Vere, Stadthouder Generael van Hollandt Zeelandt ende Vriesland? onzen lieuen ende befonderen geminden Heer ende Vriendt. N. Ordonnancie gemaict by mynen Heer van der Veer vp den Scepenen van der Veer, vp ten vij en dach van Decembri anno xiiijc. Ixxx, Ererst 'hoe dat die Scout van der Veer niet trecken noch reyfen en fal vutter Stede van der G 5 Veer,  C to6 •) Veer, hy en fal eerst voir fyn vertrecken ind^ prefencien van twee Scepenen te minften ordi* neren ende ftellen in zyn Stede een van den Scepenen van der Veer, om in D'abfencie van den feluen Scout die Vierfchare te houden enden 't recht te bewaeren van myne heeren wegen van der Veer, in alre manieren als oft die Scout felue dede. Ende geen Scepenen fullen Vierfchaer mogen maken noch houden om ye= mende Recht te doene binnen de Heerlicheit van der Veer, ten zy dat die Bailiu ofte Scout ofte die van den Scepenen die in des Scoutens Stede in der manieren voirfz. geftelt fal zyn, felue dair Jegenwoirdich is ende die Vierfchaer maicle van myn voorfz, heeren wegen, ende dat vp die correctie van mynen heer fulck als hem gelieuen fal dair aff te doene. Item is geordineert dat van nu voirt an die Schout ende al die Scepenen van der Veer in der tyt wefende, vergaderen ende zyn fullen vp *t Stedehuys ter Veer , alle Dynxendaechs Vrydaechs ende Zaturdaechs in alfoo verre als zy binnen der Stede zyn, 'smorgens voir dat die clocke ix flaet, omme des dynxdaechs ende *svrydaechs voirfz. Vierfchaere te houden ende alle partylicke zaken te berechtene, ende des Zaturdaechs myns heeren en der Stede zaken, ende dat vp die verbeurte van vyf groten vlaems, al-  C *°7 ) affo menichwerfals yemant van hun lieden hier af in gebreke is. De welke boeten van v gr. men fonder verdrach eenen yegelicken diefe verbeurt afnemen fal, ende werpen in eenbusfe wel befloten, ende eens weruen 't siaers als 't de Wet gelieft 't famen verteeren ofte onderlinge deelen. Item foe wanneer tot eenigen tyt eenich van de Scepenen by den bailiu ofte Scout van myns heeren wegen ontboden wort vp zynen eedt vp ter Stede huys te comene, om eenige zaken mynen heer of den Rechte angaende, ende de Stede bode vp zynen eedt anbrengt ende kent dat hy hem die weete mondelinge gedaen heeft qxi zynen perfoon, die dan ter feluer eerfte weete niet en comt, die fal verbueren x groten vlaems, die welcke men oic in de voirfz. busfe Werpen fal, nootfaken altytvutfteken,die welke zy op hieren eedt anbrengen zuilen ende die'mit hoeren eedt ftercken indien men hun lieden den eedt niet verdragen en wil. O £ Quitantie van Heer Engelbrecht Grave van Nasfau enz., wege de voldoenin-  C 108 > ninge eener Rente, waar voor de Heerlykheid van Riederkerk in Holland ver» bonden was. 2 O&oher 1432. Wy Engelbrecht Graue te Nasfau ende tot Vianden Heere tot Breda etc. Doen cond alle luden ende bekennen openbaerlic, dat wy van Engel Willems foen Rentmeester ons liefs neuen des heeren van der Vere,ontfangen hebben al lulcke twee hondert pont hollants, als wy op te Heerlicheyt vanRiederkerk den voirf. onfen Neue van der Vere toebehoirendejaerlicx en erffelic heffende fyn, ende ons verfcheenene op Sent Peters dach in februario lestleden,wair by van den feluen termynen voirleden wy volcomelic quytfchelden den voirfz. onfen Neue van der Vere, fyne heerlicheyt en deRentmeester van Riederkerck voirgenoernt ende alle andere des quitancie behoeuende. In oirconden ons cleynen Zegels hier aen gehangen op ten ij den Dach van October in 't Jaer ons heeren Duyfent iiijc tweentachtentich. O 2. Quitantie van den Pastoqr van  ( x©9 ) van Riederkerk van hut geen hem Jaarlyks uit de Tienden van dat Ambacht toekwam. 10 February 148a. Ic heer Daniël borwouts zoen pastoer vanRierkerck in Ryerwaert. Doe cont allen luyden, dat Icontfanghen hebbe twee pont groot vlaems van Enghel Willems zoen als Rentmeester van den Ambocht van Ryerkerck voergenoerat van myn üeffs heeren weeghen van der Veer, die my heer Daniël jaertyts verfchynen van den Kueren weeghen wt de thienden van den felleuen Ambocht van Rierkerck, daer my dat een pont groet of verfcheen tot Sinte Jans dach te midfomer lestleden, ende dat ander pont groet my daer of verfcheen tot kors auont oock lestleden, ende fchelde Enghel als Rentmeester van myns lieffs heeren weeghen van der Veer van doefe twee termynen ende van allen verleeden termynen die verfcheenen moeghen weesfen daer off quyt tot doesfen daeghs toe. In kennisfe der waerheyt foe hebbe heer Daniël voergenoemt mynen Zeeghel hier beneden op fpacy des brieffs ghedrud in'tjaer ons Heeren Duyfent vier hondert een en tachtich x daegs in februario na manieren ende ouder geween»  ( ÏTO ) woente des fcryuens hetHoff van Hollant end* «ter Stede van jbordt. , 03. Brief van Heer Wolferd van! Borsfele van der Vere,aan zynen Rentmeester van Riederkerk, om op Rekening van geleverde Turf betaling te doen. ao September 1482. Ynghel Willemfone geminde Vrient ende Dienaer. Ouermits dat Ic Pieter Adriaenszone mynen terfman plach te wefene. fchuldich ben in resten van turf die hymy geleuert heeft omtrent de fomme van tusichen den vichtich ende zestich ponden groten , ende dat de zehie Pieter geuanghen licht zoo ghy weet in grooter aermoede endeallende,zo heeft zyne huisvrauwe hier by my geweest zoe neerftelic biddende ende verfotickende, omme wat te hebben© van der voorfz. reste. Dus biddic V haer té willen gheuen ende telneren de fomme van twintich ofte vier en twintich ponden groten , van haer nemende brieuen van reccpisfe, de wellie V afflach weien zullen ter eerfier uwer Rekeninghei Dit en wik niet laten dat bidde V; v want  want Jer aelmoefè aen te doene ys. God tf tnet Vgefcreuen ter Vere defen xx en dach van •September anno lxxxij Die Graue van Grantpre ende van Bochem heere van der Vere van Vlisfingen etc. (geteekend; Wolfart. ("opfchrift) An mynen geminden Rent* meester ende Dycgraue In Rierwert Ynghel Willems-i fone. P. Acte gemaakt wegens het opei nen der Doos waar in hee Zegel van den Heer tan Brederode gefloten was s en het gebruik daar van ge» maakt, a April 2433. "\^p ten ij en dach van April anno xiiijc.Ixxxiij nair paesfche dede myn heer van der Veer in de prefencie van Pieter Henricxz. endeAndries Koyt burgemeesters ende van Adriaen Piersfz. 5ce-=  C ?** ? geepen ter Veer ende oick van meester Waltes rus Bellens als Notaris vpbreken by Achillis zyn Secretaris, een ronde cleyne Doize die toe bezeghelt was mitten zegelen van Gillis Adriaenfz. ende Clais Vastartfz. als doe burgemeesters der Stede van Dordrecht, in welke Doize was befloten 't Zegel van JonckerWalrauen heer van Brederode van Vianen ende van der Ameyde,welc Zegel die felue myn heer van der Veer oic in de precenfie van Johan Boudart myns voirfz. Jonckersdienaer ende oic van hem allen voirn. vut nam ende dededair mede by denzei» ven Achillis bezegelen eenen brief roerende van dat die felue myn Joncker gelooft ende zweert als een van denEdclen vut Hollant, alle die punten van den paix ende van den huwelickenvoirwarde tusfchen den DaulphinendeMer Joncfrouwe vanÖostenryck't onderhouden etc. gelyc myn Joncker voirn. dat an mynen voirfz. heer van der Veer gefcreuen ende doen begeeïeh hadde by Jan Boudart voirfz. Ende terftont na dat den feluen brief bezegelt was, doe dede myn heer voirfz. myns voirfz. Joncker's zegel terftont in de precenfie van allen den yoirn. perfonsn en de Notaris weder in de Voirfz. Doize leggen ende mit een cordeken al omme toebinden ende bezegelen mitten zegelen van den voirn. burgemeesters ende Scepenen, en*  C "3) ende behilt dat voirt in zyn bewaemisfe als hy van te voeren lang gedaen hadde. Q- Brief van den Aarts-hertog aan de Regeering van Vere, waarby hun bevolen wordt oe 200 : uit Stads Accyfen aan den Heer van Pamele ter handtertellen. 24 Maart 1485. By den Ertzhertoge van Ois^ tenryck hertoge van Bourgóndien, Brabant, Limburg en van Gelre, Graue van Vlaenderen, Artois, Bourgóndien, Henegouwen, Hollant, Zeelant,1 Namen etc. I^ieiie ende wel geminde. Wy ontbieden ende beuelen U zeer ernftelic, dat ghy terftond defe gefien ende van den penningen commende van de Asfife van der Stede van der Vere, geeft ende eiken van hem byfonder alfoe hem toebehoiren ende angaen fal; Doen laten en gedoogen van defer onfer Jegewoordeger gracie vergeuenesfe abolutie ende van den Inhouden van defen gelyck en ende in der voirmen ende manieren als 't bouen gefeit es, rustelick vrcdedelick vulcommelick ende 't eeuwigen dagen genyeten ende gebruycken, fonder hem lieden of yemende van hem te doen noch te laten gefchien nu noch in toecommende tyden eenich hinder letfel ofte moeijenesfe ter contrarien in liuenoch in goede in eeniger manieren, maer indien huerlieden lichamen ofte eenige hueren goeden niet verbuert Zynde, daeromme gevangen geafresteert of becommert waren, dat zy die ontfiaen of doen ontflaen ende ftellen terftond ende fonder vertreck tot geheele ende vulcommen deliurancie, want ons alfoe geliefc ende gedaen willen hebben, ende ten hende dat defe vast ende gefiandich biiuen mogen tot eeuwegen dagen hebben Wy onfen Sege! hier an doen hangen, behouden in anderen faken ons Rechts ende een yegeücke Recht in allen. Gegeuen in onfer Stadt van Mechelen in de maendt van Julio in 't Jaer ons Heeren Duust CCCC negen ende tachentich eft de Srycx van ons Coninck in 't vierde Jaer. H 4 (op.  C 120 ) (op de plycke fiaat) By den Coninck myn Heerev de Hertoge van Saxsfen Stadhouder general; Ghy de Abt van Sinte Bertins, de Proost van Tricht ende andre van den Raide Jegewordich (geteekend) Numan. s. Bevel van den Heer van Vere aangaande het ontdaan van gevangenen, en die niet ter Pynbank te brengen dan by Vonnis van Schepenen. 3 October 1492. T -■■tem op ten iijden ip Qclober xcij zo was by myn heer van Beueren van der Veer in prefencie en by my heer den bailliu burchmeesters ende Scepenen defer Stede geordonneert, dat zo wanneer de Scout dezer Stede yemant geuangen heeft ende thicht gegeuen zal hebben prefent Scepenen nacoftume, zo en zal den bailliu noch' Scout den geuangen niet mogen ontllaen poch wech laten gaen vutter vangenisfe het en  tï2ï 3 zy by burchirreesters ende Scepenen; voort dat de voorfz. Scout niemende en zal mogen tet banck bringen het en zy dat Scepenen den geuangen dair toe wyfen mit vonnisfe, ende dat Scepenen by informacie of gemeene prefompeie of ftraet mare genouch blike van dermisdaet van den geuangene als omme hem ter exame te wyfene, T. Brief van' den Stadhouder en Raaden van Holland, aan de Regeering van Vere, waarby die ter Dachvaart in den Hage befchreven worden. io February 1493. Die Graue van Egmonde heer tot Bair etc. Stedehouder Generael ende anders die Raide myns aldergenaedcihfte Heeren den Romfchen Coninck ende HertogePhilips zynen zoon Ertzbertogen van Oistenryck hertogen van Bourgóndien , gecommitteert ten faeke hoerer Landen van Hollant Zeelant en Vrieslant. Eerbare byfondere goede vrienden, by ons alder genaedichfte Heeren voirfz. Soe is geH £ raempt  C *2S ) raempteen Dachuaert gehouden te worden tuafchen den genaedige defe huere landen voirfz, aan d'een zyde, ende die van Danswyck ai» d'andere, ende dat tusfchen paesfchen ende pinsteren naestcomende binnen der Stede van Mefondt in Oestlant, op die gefchillen ende twisten die zyn ende lange Jaeren gelïaen hebben tusfchen die van Danswyck ende defe landen; ende alfoe van noode es te voeren gecoramuniqueert te wefen mit den Staten defer Lande up de faeke voirfz. al eer dat men fendt ter voirfz. Dachvaerdt, foefcryven wy an U ende bevelen U van wegen ons aller genaedige Heeren,dat ghy uwe Gedeputeerde fendt by ons alhier in den Hage up ten xxijen dach van defe maent 'tsauonts in de herberge omme des anderen daeges mitten Staten defer Landen, die wy als dan mede befcreuen hebben alhier te wefen, geordonneertgeprocedeertende gedaen te worden in de faecke voirfz. als behoeren fal tot prouffyte van onfe alder genaedichfle Heeren ende defe voirfz. landen, en hier van en zyt in geenen gebreeke. Eerbaere byfondere goede Vrienden God zy met Vgefcreven in den Hage up ten xden dach in february anno xxiij Stilo Kurie (geteekend) Seuender. (opichrift) Eerbaer&n voirfinigen en  C -a3 > wyfen den burgemeesteren ende Gerechte der Stede van der Vere Onfen byfonderen goeden Vrienden. ü i; Brief van Heer Filips van Bourgóndien aan zyne Stad Vere, om Herman Pietersz. kort recht en expeditie van Juftitie te doen. 4 Juny 1493. Lrieue ende wel gheminde. Want wy verftaen, dat Herman pietersz. poorter van der Goude hangende heeft een proces voir V lieden *t jegens Luut Geertsz. aengaende zekere penningen, ende dat ons gebeden es in faueuren van den zeluen Herman te willen fcriuen, Beueleu wy V. dat ten eerften dage van Rechte dienende van der voirfz. procesfe, ghy de zeluen Herman doet cort Recht ende expedicie van Jufticien, hier inne van gheenen gebreken zynde, want ons alfo belieft. Lieue Wel .gheminde God, zy met V gefcreuen te Meche-  C -4 ) Mechelen den iiijden dach in Junio anho xciij. (geteekend) Phls van Bourge. (opfchrift) Onfe Lieue ende wel ghe"jninde Schout, burgmeesteicn ende Scepenen onfer Stede van der Vere. Vx Brief van den Aartshertog Filips aan de Veerfche WetjOmAntheunis Struys in zyn Rechtsgeding allen mooglyken fpoed te bezorgen enz. o. December 1496. By den Eertshertoge van Oistenryck, Hertoge van Bourgóndien van Brabant etc. Graue van Vlaenderen van Tyrol van Zeelant etc. I^leue ende wel geminde. Van weghen Antheunis Struys poirter ende coopman wonende binnen onfen Stede van Antwerpen, is ons verthoent geweest, hoe dat hy zekere proces  C > ces ende- gedinge voor V luyden, vuytftaendö heeft als heesfcher jegens eenen genaemt Cornelis van Alfaten. ïn den welken zoe verre geprocedeert es geweest , als dat partien ouer zeketen langhen tyt tot hoeren proeuen ende thoe» aen geadinitteert zyn geweest. Ende al eyst zoe dat die voirfz. Suppliant veele groote neerfticheden en deligentien gedaen heeft ge-, hadt omme te hebben d'eynde ende decifie van den feluen procesfe ende gedinge; nyet min hy en heeft daer toe nyet konneu gecommen, dat hem coompt tot groote verderuelickefcade ende achterdeele, ons daeromme biddende ome prouïfie ende V luyden te willen fcriuen in zynen faueure. Waeromme lieue ende wel geminde, ende dat wy een yegelick van onfe onderfaten begheren goet cort recht ende expedicie gedaen te wordene. Wy fcriuen Jegenwoirdelick an V luyden, ende willen ende beuelen V. zeere expresfelick, dat ghy terftont defen gefien wyst vuyt ende determineert 't felue proces tot behoirlicken eynde tot proffite van den ghenen van den partien dien 't van Rechstweghen behoiren fal, indien 't inftate van wyfen zy, of des nyet, doet die felue partien daer inne fommierlick procederen van daghe tot daghe zonder lanck proces, hier inne zoe doende dat de voirfz. Suppliant gheene redene eri heb-  ( "6* f hebben meer re defer occafie clachtelich an ön§ te commen, ende dat ons nyet noot en zy hem breeder prouifie te verleenen; Want onfen wille zulck es. Lieue ende wel geminde onfe Heere God zy met V luyden. Gefcreuen derï ixden van Decembry anno xcvj. (geteekend) Be Hondecoutre. (opfchrift) Onfen lieuen ende wel geminden den Scout burgemeesteren ende Scepenen van der Stede van der Vère ende eenen yegelick van hen byfundere. V. Brief van wege de Stad Dordrecht aan die van Vere, in antwoord van die haar gedaan verzoek, om ontflagvaneen bekommerd Schip, wiens eigenaar de Regecring vaneerstgernelde Stad door woorden beledigd hadt. 30 Januari T497. Eerbaere Voirflnige ende wyfe byfondere gemin-  t 12/ > minde 'Vrienden, Wy hebbea ontfanghen üwer lieffden brieue onsonlancx gefonden, roerende vau Adriaen Pieterszoen uwen poirt&ir, die aldaer van uwen Scout angetast ende gezeken, is om zekere questie ende gefchillen die by teghens onfen poirtaren gehadt heeft, ende da.t zyn Scip ter caufe van dien binnen onfer Stede opgehouden ende becomrnert-is, verfuekende an ons 't felue Scip te willen ontflaen ende V aduerteeren tot vordernisfe van Juftitie van all 't gheen des hier tot onfer kennisfe gecomme is, alfoe uwen Scout teghens hem wil! mit Recht procederen nae alle gelegentheytmic meer anderen hreder in uwen brieuen begrepen etc. Waer op Vgelieuenfal te weten,dat wy. nae der inquifitie ende onderfoeck hier ofF gedaen an onfen Scout verneme, dat defe Adriaen pieterszoen voirfz. veel ende diuerfe Injutie ende oneerlike woorden ghefproken heeft op die Stede van Dordrecht ende die regierders van dien dragende tot fcande ende achterdeell van der feluer Stede, ende daer toe foe heeft onfen Scout op ten Stiefvader van den voirn. Adriaen pietersz. parte ende deel hebbende ia 't felue Scip al fulcke actie waer an hy verboert heeft lyff ende guet, defe nyettegenflaende wy fouden onfen Scout hier off wel consenteren ende te vrede ftellen ende 't Scip well ont-  ( ia8 ) pntflagen foude worden, mer dair zyn ander* onfe poirtaren namelic Jacop Scriuer, Gherifi die backer, Joest in den hoern ende Coen die Smit, die an den voirn. Adriaen pieters zoen" then afteren zyn van Schulden,die 't Scip heb-j benrechteliken doen arresteren, ende uwe lieffS den well weten dat wy den partyen hair recht' nyet wech geuen en moghen ende 't Scip alfoe ontiiaeu tot prejuditie van onfen poirtairen voerfz. die recht eyfchen an 't felue Scip, mer gheerne doen fullen doer uwer lieffden al dat wy mit redene doen fullen mogen, dat kenne God die V geminde Vrienden ghefpaeren in langhen falicheden gefcreuen op ten xxxden dach in Januario anno xcvij. fitily curfus Hollandiaï. Die Stede van Dordrecht (opfchrift) . Eerbaere Voirfinige ende Wyfe Burgemeesteren Scepenen ende Raide der Stede van der Vere onfe geminde Vrienden. . w. Brief van den Stcenwaarder te Brugge aan de Wet van Ve-  C 129 ) re, vezoekende ónderrichting wege gevónnisde misdadigen, wiens medeplichtigen te Brugge ifi hechtnis waren. | 23 November 1497. Eerfame Wyfe endevoorfiénighe Heereri mynen gewilleghen dienst, ende wies ic meer ver-: mach altyd voor eene minnelike groetenesfe.' Eerfame ende Wyfe Heeren hu belieue te we-, tene, hoe Willem hughe cooppin Jansz. ende boudin Willemsz. alle vut Sinte marien polder als nu ter tydt gheuanghen te Brugge ende langhe paciencie gehad, my ghetoocht ende ghe-i beden hebben hoe al eist fo dat om zekere hue-; ien mesbufen zy alhier een langhe wyle ghefet hebben gheweist ende grootelicx ghelast met zaken daeromme zy als noch fouden wefen in 'grooten dangiere van hueren liue ten ware dat by der goeder wairheid anders ghebleken ware dan als noch mynen heer de Souuerain ter ken-; nesfe commen es waer up de felue myn heere de Souuerain ghelast heeft den feluen gheuan-; ghenen zo vele te doene, ofte te doen doene an huerlieder partye dat hem blyke van de appointemente ende confente van mynen Heere van beueren, wand myn heer de Souuerain anI des»  ( 130 ) c*ers niet en weet dan een die van ghelycken flicke in Zeeland gheuanghen gheweest heeft, es gheexecuteert waer by hy zoude willen procederen in Julticien naer degheleghenhede van den fticke;ende ten zy dat zy byeenighe vrienden van huerend wcghe daèr in ghefucoureert fyn het ftoet hem lieden te lydene. Aldus Eerfame ende Wyfe Heeren zy hebben vernomen dat de felue huer lieden mede ghefelle by hu lieden Heeren vonnesfe ontfleghe es mids der goeder deligencie van Informacien van hueren zaken die daer claerder voor hu lieden gheghaen cs , ende t huerlieder minder laste ende alfo die ghebeurd fyn, omme de welcke zy otmoedelic ende als hu lieder fcamel onderfaten doen bidden, omme mids dien te moghen tot huer ondfcult gheraken ende voord vter vanghenesfe, wand alfoo ic an hem lieden ghemercken can fy zyn qualic gheftelt om vele costen te meughen verdraghen, ende wies ic voor hem lieden fcryue is altyd thuwer Heeren correxcie, maer indien zy gheholpen waren van Gods weghe ic zaecht zeer gheerne, dat kenneGod die hu Eerfame Wyfe ende Voirfineghe Heeren verleene naer huer lieden begheeren. Ghefcreuen te Brugghe den xxiijden dach in nnuembri in 't Jaer xcvij. (geteekendj Jan Ghyfelin Steenwaerder te Brugghe altyd 't u waer der bereed. (.op-  (opfchrift) Eerfame Wyfe ende voorfinighe Heeren myn heeren de Burgmeesters ende Scepenen der Stad van der Vere. z ■ ' ' . t1£z t Brief van den Stadhouder eri Raden van Holland enz: aan de Regeering van Vere, waar by die ter Dachvaart te Lier in Braband. befchreven worden. 18 Augustus 1497. Die Graue van Egmondt Heer tot Bair etc? Stedehouder Generael ende anders die Raide ons Genadighe Heer der Ertzhartoge van Oistenryck , Hertoge Bourgóndien gecornmitteert ten faicken zynre Landen van Hollant Zeelant, ende Vrieslant, Eerbare byzonder goede Vriende, achteruofc gende denbeuelen ons terftont gedaen bybeflo-i tene brieve van ons voirfz. Genadighe Heer,be»; uelen Wy U luyden van zynre Genaden wegen; dat ghy uwe Gedeputeerde feyndt binnen die I a Stadt  ( *3S 3 Stadt van Liere in Brabant den xxvüjen dacb van defe maent, oraraean te hoeren verclaeren zekere faicken zynre Genaeden ende zynre Ge* naede Landen grotelicken angaende, dair als dan befcreuen wefen ende vergaderen zullen die van de Staten van alle zynre Genaden Landen , omme voirt dair vp te helpen fluyten ende ordonneren alzoe ter materie dienen fal, ende hier van en zyt in geene gebreke. Eerbare byfondere goede Vrinde onfe Heere God zy met U. gefcreüen in den Hage vp ten xviijen dach in Augusto anno xcvij. (geteekend) De Wyngarden. (opfchrift) Eerbaeren Onfe byfonderen goede Vrienden den Scout burgemeesteren ende Scepenen der Stede van der Vere. ' v. Brief van Heer Filips van Bourgóndien aan zyne Stede van Vere, rakende gefchiUen, daar, tusfchen En» gelfcheenSchotfcheKoopliedcn, voorgevallen. i Met  ( -33 ) i Mei 1497. Lieue Beminde. Wy hebben ontfanghén brieue van meester Cornelis Jacopsz. zoen roerende der questien nu wefende voor V lieden tusfchen eenighe Inghelfchen ende Scotten ter caufen van den arreste gedaen by den Scotten vp die van Barwyc huerliederScepen ende goeden ende als van den gheleyde geallegeert by dien van Barwyc ende daer mede zy hen lieden behelpen willen. Wy zyn wel indachtich dat wy hen lieden 't fejve geleyde hier voertyts by monde gegeuen hebben , ende noch verclaren wy by defen, dat zy ende de andete Inghelfchen cooplieden onfe Stede ende hauene van der Vere met hoeren goeden Scepenende coopmanfcepen hantierende, van den zeluen gheleyde vrylic gebruycken zullen tot onfen wederroupetie, in alle manieren ende vryheden als anderen Vutlandfchc cooplieden binnen onfe voerfz. Stede ende hauene van der Vere ghe» bruyckendezyn,daer afWy V aduertëren. Lieue beminde God zy met V gefcreuen te Brugghe den eerllen dach yan Meye anno xcyij, (geteekendji Phls de bourge. (opfchrift) Onfen lieuen beminden burgermeesters Scepenen en- I 3 M  ( 134 ) de Rade onfer Stede van der ..Vere. z. Vry-geleyde door den Heer en Vrouwe van Vere aan een Banneling verleend. 5 December 1497. JLrieue Beminde. Wy verftaen dat theune Bolle inwoonende onfer Stede van der Vere onlancx by V lieden vuter felue onfer Stede gefcanne geweest is, een Jaar lanck, oock de jhuusvrouwe desfelfs theunen heeft by ons geweest ende verfocht, dat wy den voorfz. ban willen wederronpen; ende zo de voorfz. theune den Craen binnen der voorfz. onfe Stede gepacht heeft, die welke-pacht expireren fal te kersauonde naést comende, mids welken banne hy en foude ons gheen Rekeninge konnen gedoen, waeromme Wyzyn te vrede ende gheuen hem gheleyde binnen der voorfz. onfe Stede te commen den tyt ende termyn van zesfe weken geduerende ingaende heden date dees briefs, ende hier in tusfchen fcryft ons ouer V lieder adviz wes hier inne breeder behoort gedaen te zyne, ende dit en laet nyet Lieue  ( 135 ) «e BemindeGod zymetV gefchreuen te Broes, fele den vden dach in Decembre anno xcvij. (geteekend; Anne van borsfele, phls van bourge (opfchrift) Onfen Lieuen beminden bailliow burchmeesters ende Scepenen onfer Stede van der Vere. AA. Vergunning om in de Steden Vere, Vlisfingen, Brouwershaven , Westkapelle enDomburg,buiten tyden dat geen Hooge Vierfchaar gehouden wordt, Hoog Rechtsgebied te mogen oefenen enz. 18 November 1497. Philips by der gracie Gods Eertshertoge van Oostenryck, Hertoge van Bourgoingnen, van Lothrick, van Brabant, van Stier, van Kannten, van Crayn, van Lemburg, van Lutfemburch ende van Gelder; Graue van Habsborch, van Vlaenderen, van Thyrol, van Artois, van Bourgoingnen, Palsgraue ende van Henegou. ï 4 sve,'  ( 136 ) we, Lantgraue van Elfaten, Marcgraue van Burgauweende des Héylichx Rycx, van Hollant, van Zeelant, vanPhirt, van Kerburch, van Namen ende van Zutphen Graue, Heere van Vryeslant op ter Windesmarc vanPortenau yan Salins ende van Mechelen. Allen den genen die defen onfen brieff fullen zien Sahiyt! van wegen ons Liefs ende getrouwen Neue Heere Philips van Bourgoingnen Heere van Beuere van der Vere etc. es ons vertoocht geweest, hoe dat ten ancommene van wylen onfer harde Lieuer Vrouwe ende moeder deïiértoginne van Oostryckeende van Bourgoignen zaliger gedachten ter heerlicheyt ons Lants van Zeelant , die Staten desfelfs lants van Zeelant vercregen van haer diuersfche punten ende Priuilegien, ende onder andere temogen kennesfe nemen Recht ende Jufticie doen in alle die Steden ons voorfz. Lants van Zeelant van dootflagen, vredebraken, eracht van goede ende van ftrasfeneringe, dewelcke viere punten men daer te vooren mainteneerden gereferveert te zyne ter kennesfe van der Hooger Yierfcharen ons voorfz. Landts van Zeelant, de welcke als niet gehouden warden bleuendaer by die mesdaden ongecorrigeerd Ende al eest zoe dat dat zeer oorboorlick ende grootelick tot proffyte Was ons voorfz. Landts ende Stede van  C 137 3 van Zeelant, gemerft dat die faken voorfz. daer dicwils gefchieden, ende dat die van ons voorfz. Steden van Zeeland lichten van der voorfz. viere punten gebruyét ende dekennesie daer af gehadt ende correétie gedaen hebben als die faken daer gefchiet zyn geweest; Nochtans ouermits dat lestwerff 't onfer ancommene ter Heerlicheden in onfen voorz. Lande van Zeelant, wy ontfangen worden al gelyck ende in fulcker vormen ende manieren als wylen onfe oudeVadere ende Grootvadere Hertoghen Philips ende Kaerle zaliger gedachten ontfangen zyn geweest, Declarerende voorts by der feluer onfer receptie, dat als van der punten ende articlen geaccortdeert ende geamplieert by onfer voorfz. wylen Vrouwe ende Moedere wy die fouden doen vifiteren ende zoe verre die goet ende oorboorlick beuonden worden onfer voorfz. Landen ende Steden van Zeelandt fouden doen confirmeren ende approberen by aduife van den Luyden van onfen Rade ende van der Staten ons voorfz. Lants, daer al noch niet in gedaen es geweest. Aengefien welcke declaratie befundere gemerct dat die voirfz. punten zeer behouffelic ende notoorboor zyn in onfe voorfz. Lande ende Steden van Zeelant niet verftaen behoort te zyne, dat die felue vier punten wederomme gereferueert fouI 5 &n  C 138 > den zyn ter voorfz. Hooger vierfcharen dis felden oft niet gehouden word als voorfz. e3, nietmin eenige van den voorfz. Steden ohde? *t decxel van der voorfz. onfe reeeptie gefchiet in der vormen als voorfz. es, maken zwaericheyt daer af meer kennesfe te nemene, en* de nochtans en doen geen neerftieheyt de voorfz, confirmatie te vervolgene, vut welcken ende omme dat in de Steden van der Vere Vlisfin» gen Brouwershauen ende andere in Zeelandt gelegen den voorfz. onfen neue toebehoorende groote hanteringe ende frequentacie es van allcrande Volck ende diuerfche naden, ende dat aldaer die voorfz. vier punten dagelicx gebueren ende noch meer fouden es te beduchtene indien de felue onfe neue zyn Rechters ende officiers in de voorfz. zyne Steden deken» nisfe noch 't berecht van dien niet hebben noch daer van pugnitie ende correctie doen mochten alzoe hy feght: Verfoukende hier op onfe prouifie, ende zunderlinge dat ons belieuen hem zynen erue ende naecommelingen te confentc•ren ende willekoeren dat zy huere Rechters ende officiers in de voorfz. Steden van der Vere Vlisfingen Brouwershauenen ende andere zyne Steden endevryheden binnen onfe voorfz. Lande van Zeelandt ende yegelicken van hem lieden befondere fullen van nv voortan mogen ken-  ( 139 ) fcennesfe nemen van alle dootfiagen vredebra» Ken cracht van goede ende van ftrasfeneringen, ende ouer diemesdadigender voorfz. vierpunten ende elc van dien Recht Jufticie pugnitie ende correctie doen zoe dicwils ende menichweruen zydien beuinden fullen gedaen wefende naer gelegentheyt der misdaet in aller manieren als zy doen ende vermogen te doene van allen anderen faitten ende mesdaden niet gereferueert ter voorfz. Hooger Vierfcharen, ende hem hier op te doen expediëren onfe opene brieue. Doen te wetene,dat wy die faken voorfchreuen ouergemerét, ende hier op gehadt 't aduis van onfen Lieuen ende getrouwen Ridder Raedt Camerlinc ende Treforier van Zeeland die Heere van Cminingen, by deliberatien van onfen harde lieuen ende getrauwen dieCancellier ende Luyden van onfen grooten Rade, hebben den voorfz. onfen neue van beueren geoctroieert geconfenteert ende geaccordeert,Ocf-roije* ren confenteren ende accorderen hem geuende oorlof vut onfre fpeciaelder gracien by defen voor hem zyne erue ende nacommelingen dat van nv voortane alfoe lange als 't ons belieuen fal ende buiten tyde dat onfe voorfz. Hooge Vierfchare gehouden fal worden, zy fullen mo■ghe oft by hueren Jugen ende officiers in de voorfz.  C 140 ) voorfz. Steden van der Vere, Vlisfingen Bronwershauene Westcapple Domburch ende ande-i re hem toebehoorende ende die hy heeft in onfe voorfz lande van Zeelandt hebben ende nemen die kennisfe van alle dootflagen vredebraken cracht van goede ende van ftrasfeneringe die gevallen ende gefchieden fullen binnen den voorfz. Stede van der Vere Vlisfingen Brouwershauene Westcapple Domburch ende andere voorfz. ende den vryheden van dien; Behoudelick dat die voorfz. onfe neue van beueren noch zyne eruen ende nacommelingen hebben noch gebruycken fullen de confiscatie van den goeden toebehoorende den voorfz. mesdadegen dan alleene in zyne voorfz. Steden ende binnen de vryheden van dien. Ende als van den goedingen toebehoorende den mesdadigert in eenich van den voorfz. vier punten buyten den vryheden der voorfz. Steden gelegen, die fullen ons blyuen ende by onlen voorfz. opper Treforier van Zeelandt oft zyne gecommitteerden Jegewoordige ende toecommende ontfangen ende gebuert worden 't onfer proffyte op Rekeninge ende Relique die zy gehouden worden daer aff te doene metten anderen penningen van hueren ontfange. Ontbieden daeromme ende beuelen den voorfz. onfen Canfellier ende luyden van onfen groote Rade, den Stede-  C 141} dehouder ende luyden van onfer Camere van den Rade van Hollandt Zeelandt ende Vries. |andt, onfen opper Treforier van Zeelandt, onfen Rentmeesters van bewester ende beoisterfchelt in Zeelandt, ende alle andere onfen Jufticieren ende officieren dien dit angaen mach Jegewoordige ende toecommende ende elcken van hen lieden befundere, dat zy van defe onfe Jegewoordige gracie oftroie accorde ende confente in der vormen ende manieren als voorfz. es doen laten ende gedoogen den voorfz. onfen neue van beueren zynen eruen ende nacommelingen ende hueren Jufticieren Rechteren ende officieren in de Steden ende vryheden voorfz. volcommelic ende vredelick genyeten ende gebruycken fonder hem lieden te doene noch gedoogen gedaen te zyne nv noch in toecommende tyde eenich letfel ongebruyck oft moijenesfe ter contrarien, want het ons alfoe gelieft. In kennesfe van defen hebben Wy onfen fegel hier an doen hangen. Gegeue in onfe Stede van Bruysfele den xviijden dach van November in 't Jaer ons Heeren Duyfent vier hondert feuene ende 't negentich. Op de ploye ftont. By mynen heere den Eertshertoge tec Relacievaliden Rade ende es geteeckentNu. man.  c *42 y BB. Brief der Raaden van Holland enz. aan de Regeering van Vere, waarbydieter Algemeene Dachvaart befchrfr; ven worden. 16 Juli 1498. D ie Raide myns genadigen Heeren den Eertshertoge van Oistenryck Hertoge van Bour* goingnen , gecommitteert ten faicke zyner genadige landen van Hollant Zellanc ende Vrieslant. Eerbare byfondere goede vrunden wy ontbieden lasten ende beuelen U haer inhoudt van de brieuen die wy terftont van ons voorfz* genadige Heeren ontfangen hebben gefcreuen den xj dach van defe maent, dat ghy uwe ge* deputeerdezeym.it by ons voerfz genadige Hee» ren ter Da:livaert den viijden dach van augusto naestcomende tot zulcken plecke als zynre genaden als dan wefen zullen dair mede be« fcreven zyn als dan te wefen alle die van de Staten van alle zynre genaden landen, omme an te hoeren 't gucnt dat zynre genaden alsdan zuilen willen doen zeggen ende verclaeren zynre Genade gioetclicken angaende ende oick die weluaert van alle zynre Genaden landen ende Heer-  C 143 ) Heeriïchedefi. Eerbare byfondere goede Vron* den hier van en zyt in gheene gebrecke Ons Heeren Gód zy met V gefcreuen in den Hage vp ten xvjden dach in Julio anno xcviij. (geteekend) Wyngarden. (opfchrifO Eerbaren ons by fonderen góede vrunden Den bailliu Scout burgemeesteren ende Scepenen der Stede van der Vere. CO Vonnis van den grooten Raad,1 waar by Vrouwe Anna van Borsfele, Vrouwe van der Vere, gelast wordt ten principale tegen den Procureur Generaal voort te procedee™ ren, en dag van Rechten wordt beteekend. .15 Maart 1498. En Ia caufe meme et pendant au grant confeil de mon tres redoubte Seigneur Monfeigneur L'archiduc Dauftrie duc de bourgoingne etc. entre la Dame de beures et de Ia Vere pour elIe et fes fubjez du dit lieu de la Vere de Vlis- fin-  C H4 ) ^nghe WestcappelleDombourg et brouwershas uen, appellante de Jaques de laubel huisfier d'at* mes ordinaire d'une part et le procureur gene* ral Intie d'autre, Comparans au dit grant con-, feil asfauoir la dite appellante par maitre Jehan le Joli fon procureur et le dit procureur gene* ral en fa perfonne Apres ce que de la part de la dite appellante ont efte declare les tors et griefs de fon appellation et quelle maintient lui avoir efte fais et inferez et a fes dits fubgez par la dite appelle concluant a fin quelle fok recue qu' appellante dit bien appellante de certaine telle quelle execution qu'en vertu de certaines lettres patentes emanees de la court de ceant ieft Jugere faites fur fes dit fubgez le dit huiffier appelle en les aiant conftraint a namptifer en fes mains la fomme de iiijc foixante fix liures xiüj folz iiij denniers de xl gros la liure la quelle execution quils tor commis et desraifon•nable fera declaree nul et de nulle valeur a tout les moins corrigee reforraee et amendee felon * droit attendu mesmement que fes dits fubgez ce fontancunnementtaxables ainfi que plus amplement eft declare en fes lettres de Relieuerment en cas d'appel eft fe taxables eftoient que non fen eftoient ilz taxez plus exceffivement quilz ne deuoient par quoy le dit huiffier a ex» cede en fon execution. Et que dc la part du dit proï  C i45 ) procureurgeneral a fur ce efteRefpondu et con* 1 clu a fin que la dite appellante ne foit receue comme appellante et fe receue eftoient que non quil foit dit quelle a tort et fans griefs elle a appelle et que bien a efterexecute et exploittie en cefte partie par le dit huiffier entant que les deniers dont eft queftion font deniers de mon dit Seigneur 1'archiduc et par tant preuilegiez qui ne doiuent pour mille appellations eftre retardez requerant neantmoinz que les deniers namptis comme dit eft foient deliurez au Receueur a ce ordonne pour en eftre fait ce que delfous. Et que de la part de la ditte appellante a efte fur Replique et perfifte en fes finz et conclufions fouftienne que les dits deniers doiuent eftre reftituez a fes dits fubgez. Et que de la part du dit procureur general a efte Duplique au contraire perfiftants auffi en fes dit fins et conclufions. Finablement les dits parties oles par Monfieur de Maigny Chevalier Chancellieret autfesMeffieurs du dit grant con-' feil aefte appointtie et ordonne que Icelles parties viendronc proceder en principal au premier Jour plaidoiable apres quaftino prouchain venant, Et. quant aux deniers contencieux Iceulx Seront deliurez au Receueur en la maniere a coftume. fait a Bruxelles le xv Jour de Mars L'an mil CCCC quatre vingts dixhuit. Ainfi K figne  040 figne Da ïonqueuille. Et au deffoub eftokefcript ce quil Ten Mu Au Jour dhuy xix dé Mats mil iüjc- iiij*x- dixhuit cefte fomme de quatre eens loixante fix liures treize folz iiij deniers de xl gros la liure que fignee au greffe du dit grantconfeil deMonfeigneur 1'archiducqD'austrie duc de bourgoingne de brabant etc. A efte enffuinant 1'appoisaement cij deffus rendue et deliuree pour et au prouffit duRentmaiftre General de Zeeliande. fait an greffe du dit grant confeil les Jour et an que deffus. Ainfi figne. R. le Gomte. D B- Brief van wege de Stad Middelburg aan de Wet van Vere, om ontflag van zekere bekommerde Vrachtpenningen van eene hunner Poorters. 3 Maart 1499. Eerbaire voirfienige geminde vrienden—Wy gebieden ons 't uwaerts. Gouert Hersmansfz. Scipman onfe medepoirtere heeft ons te kennen gegeuen hoe dat en vrydage lestleden hy liggende an boort van eenen bartoen van Aremuden omme aldair te ladene zekere quantiteit van wy-  ( H7.Ï wynen en4e djete vqerene binnen uwer Stede„ oick an boort gecotnmen es eenen uwe Sapperen van der Vere genaemt Jan portingale hem willende vervorderen te laden ende af te doen leggen den voorn. Gouert Hermansfz. waeromme de zelue Gouert om huere gefchil te beflichtcnemitrechte dedearresteren by den Dienaers van de Wateren als van 's heeren wege den zeluen Jan portingale Hfn me^^Von hfflieden dach beteykent was te commenen voir ons te Rechte,ende oick beuel gedaen op zekere groote peynen zo Wy in der waerheyt verftaen dat hy vuytten arreste nyet'varen en zoude hy hadde jegens zyne partie Rechts gepleecht. Nyet Jegenftaende al defen endeincomptentevan Jufticie den voirfz. Jan portingale vuyten arreste geuaren es ende heeft nader handt doen arresteren binnen uwer Stede den vracht van den voirfz. GouertHermansfz. tot zynen fchade ende achterdeele. Ende alzoe omme 't gefcil gerefen tusfchen partien voirfz. nopende de voirfz. Iadinge ende vracht d'eerfte arreste alhier voir Aremuden gedaen es geweest dair of de faecke noch ongedecideert es ende ons de Judicature van dien toebehoort, oickdatwy Vwelindachtich houden dat nyemende ende behoort kennisfete dragene ouer onfe poorteren oft hunne goeden binnen bewesterfchelt dan alleenlic Scepenen van Mid-  Middelburch naer vutwyfen der keüren handues-3 ten ende priuilegien der voirfz. Stede. SoeeisC dat wy Jegenwoirdelicken in faueure van de voirfz. onfe poorteren an V fcryuen mit allen ernsten begerende, dat gemerét, 't guent die3 voirfz. es ghy ontflaen wilt vuyten arreste do penningen van den vracht verdient by den voirfz. Goüert Herman sz. daer onime dat questie es ende ~h pm » jövu , cndc indien de voirfz. Jan portingale eenige aétie oft Recht daer toe pretendeert die zendtvoir on& ter Vierfchare ofrtercamere van Middelburch wy zullen hem partien gehoort goet córt Recht doen nair gelegentheyt der faicken. Hier inne doehde als wy 't uwerts betrouwen endegheene redeneen hebben totconferuatie van onfe priuilegien breeder dair inne te voirfien mit Rechte, 't welck wy lieuer minnelicken verhoet fagen. Dat kenneGoddie V. Eerbaire voirfienige gheminde vrienden gefpairen ih falicheden ende gefont. Gefcrruen den iijden dach in Maerte anno xcix nair 't fcryuen 'shoefs van Hollant. Die Stede van Middelburch:' (bpfchrift) Eerbaire Voirfinige onfe gheminde Vrienden Scout burchmeesters ende Scepenen van de Stede van der Vere.