ë:e NiCE ZEEU¥SCHE OUDHEDEN* uit ECHTE STUKKEN opgeheldert en in het* licht gebragt; Behelzende een Befchryving van het EILAND ZUIDBEVELAND, IN HET GEMEEN, en HET VERDRONKEN ZUIDBEVELAND IN HET BYZONDER. d t> o r JACOBUS ERMERINSj EERSTE STUK. TE MIDDELBURG, By de Wed: WILLEM ABRAHAMS;   C 2 ) yOost-beveland talboten afzonderen. De grootfte lengte, van het Veer op Arntmuiden of het groote Sloe tot het uiterfte der Reygerbergfcbe Polder, mag wel op 7\ uur gaans gerekend wofden; terwyl de grootfte breedte vanEüewoutsdyk tot het haventje van 'sHeer Arendskerke fchaars drie uuren halen kan s en op zyn fraalfte genomen, van het Veer van Hanteert tot den Polder van Tholeinde in anderhalf uur te begaan is, en een gemiddelde breedte van de nieuwe Sluis van Kattendyke3 toe het einde der nieuwe Polder voor biefelinge, fchaars twee uuren halen kan. Men kan den geheelen omtrek tegenswoordig op omtrenttwintig uurengaans berekenen. HWnit is aftenemen.dath* getal derfchotbare Landen al aanmerkelyk wezen moet, dan deze zyn altoos niet eveneens geweest; verfcheidene opgaven van onderfcheidene tyden, nullen dit best leren. Ten jare 1480, was geheel Znidbeveland f behalven Borstelen, toen nog een byzonder Eland zynde) groot, fteen-fchietens 18000 ge meten (a). Dan,hoeveel by debreedte daar niet by gemeld zynde,is daar niet dan eene onzekere berekening optemaken, zoo men het met de hedendaagtche grootte wilde overeenbreng gen. Smallegange Chron. bl. 30»-  (8 ) is zedert ettelyke jaren, ook aanmerkelykvermeerdert. Heeft men Zuidbeveland in zyn hedendaags fchen ftand, zoo kort mooglyk, voorgefteld; de weetgierige Lezer zal verlangen, om ook zyne oudere en latere geiteldheid en deszelfs lotgevallen ontvouwd te zien; te meer daar het onze taak is, de Zeeuwfche Oudheden toete-* lichten en optefpeuren. Wie zal den waren toeftand van deze Landftreek voor de jaartellinge; der Christenen befchryven? loutere gisfingen, harsfenfchimmen,en wat meer onzeker zy inde oudfte Jaarboeken, kunnen ons niet vergenoegen,en wy ontmoeten Eeuwen daarna eerst flauwe fporen, die ons tot moeilyke paden en ftruikei'*bloklcen heenen leiden. Men verbeelde zig een laag, moerasfig en fomberLand, veelal Bosch, hier en daar met goede weiden en koorn-akkers voorzien, doorfneden metbeeken en vlieten, welke by fterke regen tyden en wanneer de Schelde zyne wateren niet tydig (door tegenwinden opgezet) konde loofen, overftromingen zullen gemaakt hebben, en de bewoneren, daardoor genoodzaakt, Aardhoopen I 0f Terpen optewerpen, waar zy en hun Vee een bergplaats vonden: die zulk een denkbeeld van dit Eiland vormt, zal zig deszelfs ftand over tien Eeuwen en nog meer agterwaarts, vry natuur»  t 9) tuurlyk voorftellen, en klaar begrypen, dat van zulke vooroude tyden,met opzicht tot deze Landen, op zyn best iets uit de bedryven van zoogenaamde Heiligen, door latere pennen geboekt, te gisfen en afteleiden is. Hetoudite befcheid, my voorgekomen ,ïs, dat zekere aanzienlyke Dochter met nameil/ehurgis, omtrent den jare 78o,afftand deed van alle hare goederen, welke deerfnis van de H. Geertruid uitmaakten, waaronder waren NB, drie Eilanden als Bzeveland, Spiefant enGfirfelre. Zoo men nu, hier door Beveland, Stw vefant en Borsfelre. of Brfe1e kan en wil verftaan, dan is deze Oord toen al bewoond, en al een eigendom van evengemehie Bdele Maagd Geertruid geweest, die ten jare 664 overleed. Men moet tot dezen tyd, zoo al niet vroeger opklimmen, dat men vastitclt, dat dit Eiland met Vlaanderen vereenigd was, en Zeelands Landpalen zig tot aan de Rivier de Lievre uitftrekten , die doen tusfchen de twee Gewesten de fcheiding maakte. Omtrent ten jare 760, zouden de woeste Dee-. nen, Gotthen, of andere Volken uit denoordelyke gewesten van'Europa, ookdezeLandftreek overftroomd, en door hunne ftrooperyen verwoest hebben; die Heidenen Afgo-^ den-dienaars zynde , waren de regte voorwerpen, die den Keizer karel den Grootenk^-. A 5 nen  ( * ) nen genoopt hebben, herwaarts zyne zegende» jende wapenen te wenden, omtrent ?t jaarSoo, gclyk hy ook deze landftreek verovert, en , ten eindedie aanwinstte verzekeren tegen invallen en overheerfching van buitonlandfche macht, nan lodewyk, Koning van Germanien, Ao. 863, het Forecst IVasde (waardoor Zeeland in 't gemeen verftaan word) aan Graaf bieïuk, het zy den I. of II. van dien naam gefchonken: Terwyi niet lang voor dien tyd getuigd word 1 dat de Deenen dit Eiland zouden bedykt hebben, te weten ten jare 850; zoo dat waarheid zy, moet datdyken verftaan worden tegen de overvloeijing der Schelde en Binnenvloten ,cn niet tegen de Zee-vloeden,diekonden hier nog geen geweld doen;een keten van Duinen was nog tot befcherming der meeste Zeeuwfche Stranden. Wy laten anderen vasthouden, dat ditEiland zyncn naam zoude ontlecnen, om dat het, voor hetbedyken, onder de voeten beefde ; of om dat de Vlaamfche geestelyke van S. Bavo te Gent hier de eerfte en meeste eigendommen gehad hebben, en Beveland dus van Bavoland zoude afgeleid zyn; of van Bevaarden die het Róomsch bygeloof hier eerst invoerde: men geloove en kieze hier in naar welgevallen. b Graaf Dierik zal hier in 't overwinnen en beftrvdeu derNooren vvefk gevonden hebben: zy  C « ) zy vestigden zig, ftichtten hier en daar vestigen, of wykplaatfen, welker namen ons nog leeren van welke herkomst zommige Steden en Dorpen zyn. Men wil, dat de fcheiding dezes Eilands van Vlaanderen is begonnen , door de vaart, die Keizer otto de I. doen graven heeft, deze was dei/o/z£ van kennen. Het jaar van 1477, zal altoos berugt blyven,1 zoo door het omkomen van Hertog karel^aa Bourgondien, in een ftryd tegen de Zwitzers; als wegens het verleenen van het bekend zooge*. Boxh. op Reigersb. ï. D. bl. 3P° en 3P1-,  ( «6 ) land vanWeimlandgeboren is, Een nieuwen Doortocht of Diep vond, tevoren de Schippers onbekend, dat afpeilde en doordreef de, waarom het zedert met den naam van Jonker Fransfen gat berucht gebleven is: Volgens eene Kaart van 't jaar 1568, onder my berustende, is dit hetzelfde Vaarwater, dat men tegenwoordig het Sloe noemt. Dat Krygsgeweld hoe onverdiend was geleden; de geheugenis daarvan was nog niet vergaan, wanneer dit Eiland den last ondervond der inleegering van Spaanfche benden, welke in 't jaar 1505, uit den Gelderlcb.cn kryg te rug gekomen, hier vertoeven moesten, totzy met hunnenVorst filips van Oostenryk, op JO Januari 1506, van Vlisfingen in Zee (levenden, om het Spaanfche Ryk te bereiken. Was het daarby gebleven, deze Eilanders hadden niets anders uitgedaan, dan het geen alle Landen treft, waar Krygsbenden het zy als vrienden of als vyanden haare voeten zetten: geweld, overlast en roof waren haar in die tyden al eigen : maar de Zee-vloeden,hier een byzondere vyand, waar tegen konst, vlyt en buitengewoone kosten, nog dikwils niets konden baten,deeden,door Sinte Cosmus en Damianus-vioed in 'tjaar 1509, hetNieuwland bv Wemelinge doorbreken (z). J Niet O) Reigersb. II. D. bl, S7$* r  C 28 ^ wy gevoeglyker , dan nu, het een en ander in zyn grootte befchouwen: niet alleen werdt dit oostelyk deel dus geteisterd, maar de Dyk der Westwatering, loopende dwars door 'tLand, welke de Stad Goes befchermde, brak ook door, 'tgeen verfcheidene Dorpen deedt onderloopen; en, de Dyk omtrent gemelde Stad op drie plaatlen bezweken zynde, nam het ge-, weid des waters de Ganfe-pooxt dier Stad geheel weg, welke niet dan met veele kosten heeft kunnen herbouwd worden (b). Zulke flagen troffen te fel, om niet radelooste worden, waarom men ten Ho venaar raaden hulp moest omzien, 'tgeen ten gevolge had, dat hier, ten volgenden jare i53l > Commisfarisfen van wegens den Keizer kwamen; dan van welker verrichtingen ftraks, onder het verdrenken Zuidbeveland, nader melding zal worden gemaakt; gelyk ook van den hoogen Vloed, die in *t jaar 1532, den 2 November, daarop volgde, welke ook aan de Westwatering dezes Eilands veel fchade aanbragt (c). In O&ober l539 werden door een aanhoudenden ftorm van vyf dagen op nieuws doorbraken in 't oosten dezes Lands veroorzaakt;doch waarvan mede met meerderen ftaat gefproken te worden. Nog veele jaren daarna ftaken de Toorens der ver-- (b~) Ueigersb. II. D. bl. 427. (V) ibid. bl. 433-  Ctaarvan de gèdachtenis heeft bewaard: Zyné Majefteit,na het Eiland bezichtigd te hebben, vertrok van hier opZiericzee, zeker , omdaaï ook het woeden der Zee optefpeuren. Men had te veel ondervinding, wat deze gronden vermogten , wanneer de naarftige Landman die kon beploegen, om de Zeenieé zoo veel daarvan te ontweldigen,als doorherdyken mogelvkwas -.waarom verfcheidene Amhachtsheeren , onder welken uitftaken Adolph van Bourgondien, Heer van Cappelle znWackene; tnjeronimus Sandelyn, Heer van Herenibout, Rentmeester Bewesten-fchelde, eene Schorre, welke lang veele Schapen had gevoed, omtrent 's Heer Jerendskerke en Heynkenfant, zedert de Crayert genoemd , ten jare 1547, droog maakten; nu nog den ouden Crayert of Zeelnisfe-Polder genaamd (e). Van een' algemeenen ramp, die gantsch Neêrland gevoelde, hadden de Zeeuwfche Eilanden,door hunne ligging van de nabuurige Gewesten afgefcheiden, eenebyzonder gevoel; namenlyk, dat zy, in den ongemeenen Herken vorst,die, in't jaar 1554, tien weeken agter den anderen, aanhield , gebrek leden aan hout, bier en zoet* Water (f). De tyden naderden, dat eene geheele omkee* ring1 fY) Reigersb. TI. D. bl. 486. L (ƒ) Chrou. v. Biab. bl. 444,  < 30 meester bleef van veele Landen, die andefs wét herverscht waren geworden (b). Kort daarna" bragt een famenloop van omftandigheden en zaaken ten jare 1572, dienmerkwaardigen afval der Steden den Briel, Vlisfingen en Vere te weeg, die de eerfte waren, waar deVryheids Baniere ten top geheven, en hetjuk eenes Dwingelands werdt afgeichud, Welke gevolgen dit had ten aanzien van dit Eiland, tot den jare 1577, wanneer deze Oord ook tot de Staatfche zyde werdt overgebragt, heeft de kundige Heer van de Spiegel, in zyne Historie van de Satisfa&ie waar mede de Stad Goes en het Eiland van Zuidbeveland zich begeven hebben onder het Stadhouderfchap van Prins Willem van Orauge in het jaar iS77> te wel en omftandig zynen Landsgenooten ontvouwd, dan dat daar iets bytevoegen zoude zyn; weshalven men den weetgierigen derwaarts wysty als zullende daaruit leeren, wat op dezen grond al uitgeftaan is, eer deSpanjaart moest afzieny van hier gewetens te prangen en alle Voorrechten te vernietigen; alleen is hier bytevoegeny dat voor dien bangen tyd, in dit Eiland ook de wetenfchappen en letterkunde niet geheelen al in vergetelheid waren, wyl my uit een verzoekfchrift der üi«/ory*c«/e Goes in't jaar ï$77<* (K) Leven vnn Willem de I. Prins van Orange II. bl. 108 en 190.  £33) ï£/?:>aan den Magiftraat aldaar ingediend,ge-3 bleken is, dat op de meeste Dorpen dezes EilandsRhetorie-kamers waren geweest, daar de verzoekers zig daarin onder anderen laten hooren: Endevcortszoo effer qualyck een Dorp in Zuytbeuelant da er een camer van Rethoricd ïn effen es, of zy fyn begift faeriïcks van haeren Ambachts Heer met luttel of veele: Dus, fupplieeren wy enz. Men ondervond wel haast, dat, was het Graaflyk Juk ten halfe afgefmeten, en een ander naauwlyks ontdoken, men ook zorgen móest, om de dierbare panden van Vryheid en Godsdienst door krachtige middelen te bewaren , en allen vyandelyken aanval van buiten te kunnen afweeren; waarom,ten jare 1585,de Graaf van Hohenloo, daartoe gemachtigd van Prince mauritz enden Raad van Staten, de verfterking van dit Eiland ter hand nam, en op advis van dert Ingenieur Piet er Timmermans, noodig agtte, dat eene Sterkte werdt gelegd op '/ hooft van deParochie van Weerde, en een ander omtrent Cattendyck op de Sluys van Wytvliet, tegen dit laatfte Werden veele vertogen gedaan; de Staten van Zeeland deeden daar onderzoek op, en na dat 'erveele overwegingen en zwarigheden gemaakt waren, kwam de ver** flerking dezes Eilands daarop uit, dat de Stad Goes alleen zoude verzekerd worden, door L Stuk. G haar  C 43 ) Was de vraag, hoe zich tot de rust tefchikken, en welke de vruchten waren van zoo veele ltryden,verwoestingen , plunderingen, vervolgingen, twisten in kerklyk en waereldlyk beituur 3 ook of men genoeg getuchtigd ware, om van nu af voor het onwaardeerlyk voorrecht van rust en veiligheid, zoo dankbaar te leven en te wandelen, als zulks betaamde? Nu was eerst te onderkennen, wat Zuidbeveland was geweest; daar vertoonden zich verlatene en uitgeroofde Dorpen, verbrande Kerken, Heer ren Sloten en Houven; arme fchamelelnwoojiers, gebroken en kwalyk onderhoudene Dyten, terwyl veel eigenbelang, willekeurig beltuur en onkunde alles was wat men van binnen ontmoette: de geesten wakkerden niet te min pp, waar men kon3 floeg men hand aan 't werk, om fchorren te beversfchen, {luizen te herftellen,verloorene eigendommen op te zoeken, oude rechten te herwinnen,en op nieuws alle de voordeden te genieten, welke de Vrede, Vryheid, Godsdienst, naarftigheid en beleid in zoo eenen vruchtbaren en gezegenden grond konden uitleveren, of daarvan te verWagten waren. Het verbeteren en inftaat brengen der Wegen, was een der eerfte voorwerpen, welke de aandacht, zoo derAmbachtsheeren,alsder Landzaten naar zig trok; zoo dat den 20No- vem-  (45) Het gefehot, rot onderhoud der wegen, is den 4 December 1680, tot zes groot per gemet verhoogd worden. De Oorlóg, welken de Bisfchop van Munster den Staat dorst aandoen, vooral het bemagrigen van het Kasteel van Wouw, in de nabuurfchap van Bergen op Zoom, baarde hier ongerustheid, of niet wel ftroopende benden uit Braband, onder den naam van Munfterfche, over het verdronken Land, een inval ondernemen mogten; waarom den 16 Maart 1666, by 'sLands Staten befloten werdt, dat de Landlieden in dit Eiland onder de wapenen zoudengebragtworden,even als in denSpaanfchen kryg was gefchied, en een gewapend Schip naar het Oostkwartier zoude afzakken. Het was den 2.6 Januari des jaars 1682, dat het fcheen, of de woedende Zee op eenmaal een einde van dit vruchtbare Land maken wilde, en hetzelve onder de Golven bedekken: Het is wonder, dat men in de Staten Notulen geen pertinente aanteekeningen vindt van de doorbraken toen in Zuidbeveland gefchied, waar men echter de zekerfte getuigenis van zulk eene merkwaardige gebeurtenis diende te vinden; het is by Silvius vervolg op Aitzma Zaaken van Staat en Oorlog xx B. bl. 184.,dat een optelling deswegen gedaan is: te weeten, dat overftroomd wierden de volgende Polders en Landen  ( 4 het hooge Rechtsgebied over zyne Landen ÈW onderhoorigen gevoerd hebben: wy hebben daarvan in het vyfde ftukjen dezer Zeeuwfche Oudheden bl. 160, en vervolgens breeder géfproken, vooral moet men zulks béuuken van die Hecrlykheden, welke aan de Adelyke Gefiachten van Borsfelen en Kruiningen behoorden, waar nog de Steenen var, de Wet aan deRechnof Parochie-huizen gevonden worden, en welker Schouten tot hier toe den titul van Bailliuw: voeren. Was in 't jaar 1577 i *** Graaflyk bewind hier opgehouden, zoo was het regelen van het burgelyk-beftuur, in dien hangen tyd, niet gemaklyk op eenen vasten voet te brengen; te veel krygsnooden te water en te land ontrustten zoowel de hoofden der Regeering, als de Landzaten, echter zogt ieder naar een deel, van 'tgezach , 't welk voor hemden. Graaf, zyne hooge Ambtenaren,den gevluchten,gefneuvelden of verdrevenen Adel had toebehoord; het was de Prins van Orange, die den toom der Regeering alleen hield, en aan deszelfs wvsheid,voorzigtjgheid en goed beleid, had men zeker veel te danken: Die van Goes vervoegden zig in 't jaar 1581, met een verzoekfehriftaan dien Vorst, waarby zy ver-, zogten, dat de hooge Jurisdictie over Zuidbeveland aan het Bailliuwfchapvan hunne Stad mogt  (59) mogt gehecht worden; als uit de.bylage K. te zien is. Zy onderfteunden quali het verzoek ten zeiven einde te vooren, door de aanwezen-» de Bailiuws, Schouten en Gerechten van 't platte Land aan denPrince Stadhouder gedaan,en erkenden de gronden, waarop die hün vertoog vestigden,waarheid te wezen; om hetzelve te kennen, en wattegen den Rentmeester Be >vester-fchel de werdt ingebragt, heeft men geoordeeld laatstgemelde verzoekfehritt te moeten plaatfen onder de bylage L. Dat alles baatte niets, Zeelands Hoofdftad had reeds opofferinge genoeggedaan, met Vlisfingen en Vere als mede-Staatsleden zig te zien toevoegen, en het voornaamfte van Walcheren onder derzelver hoog Rechtsgebied te Jaten brengen, dan datzy gedogen konden,dat haar Schepenen geen 'sGravenmannen over dezen Eilande meer wezen zonden,zy handhaafden zig te meer, daar de Prins te ftaatkundig was,om Middelburg geheel te verdrukken, en de gemeene zaak had aan die van Goes geene groote verplichting, die zoo lang zy konden Spaanschgezind waren gebleven; altoos Middelburg bleef by zyn bezit, en doet het nog, dan heeft dikwils niet alleen tegens de Regeering van Goes, maar ook met de Ambachtsheeren te kampen gehad, die in 't algemeen zig al vry uitgeftrekte Rechten toefchryven, wel-  Cöo; welken zy in eene uitvoerige DeduSie' ten jare1670, aan He«renGecommitteerde Raden van Zeeland hebben overgegeven; van welker zaa<; kelyken inhoud men dacht den lezer onder de bylage M. opgavete moeten doen. Zulk eene optelling van heerlyke Rechten, door eene kundige hand gefield, en tot ftaving van dezelve met keuren, wetten, gewysdens, en het gevoelen van Recfits-doctoren. betoogd, (offchoon in deze bylage niet aangehaald, om de langwyligheid te khuwen) kon niet misfen of . moest indruk maken, en, trots op zulke gronden, had deRentmeestercndeszelfsStedehou-. der dagelyks verfchil over de minfte uitoefeningvan den hoogen Rechtsdwang: men ontmoet daarvan voorbeeldenin der Staten Notulen van 11 en 19 October 1679,welke desaangaande byzonderheden bevatten, en daarom geplaa tst zyn onder da bylage N. Zedert zyn die verfchillen, zoo 'tfchynt, allengs tot kalmte gebragt, en thans is het hooge Rechtsgebied hier op dien voet geregeld, dat zelden, of nimmer, des wegen meer twist vernomen wordt, dan alvorens daarvan geheel afteftappen, moet nog eene byzonderheid aan 'tlicht worden gefield, welke misfchien geheel onbekend is geworden, ten minften my nimmer voorkwam, namentlyk, dat,ten tyde wanneer ^ogeew Burggraaf van Zeeland plaats vond, de?  dezelve ook eenen Stedehouder niet alleen ge* had heeft, maar dat dit Ambt erflyk, en als eén Leen van den Grave moest verheven worden : zoo vinde ik, dat den 3 Maart 1515,op naam van Karei Prince van Spangien enz., door vrywilJigen afftand van Claes Lievensz van. Catz> aan Janne Michault, Raad en Ontfanger Generaal des Princen, commisfie werdt verleend van het Leen en Schout-Ambacbt der Hooge banne van Zeelant om het zelve by hem, zyne Et ven en naarkomelingen te houden en te gebruiken tot eenen rechten Zeeuwjchtn Lee«e;Desniettegenlïaande moest Claes Lievensz: van Catz, hetzelve blyven exerceeren en bedienen , zyn leven lang geduurende (s). Dit Leen en Schout-ambacht is daarna, den 10 September 1540; verheven op Claes Micault, Zoon en erfgenaam van Heer Jan Mi* cault, dan, hoe lange deze zulks bekleedde, kwam my niet voor; ik wil denken, dat dit, zoowel als het Burggraaffchap, een titul zonder wezen geworden is, en dat de opkomst der Nederlandfche beroerten, ook daarvan een einde gemaakt hebbe, althans de Heeren van de Rekenkamer, verftonden den 18 November 1614, datheuea kwaad verjlerffelyk Zeeuwscb Leen was geweest, al van over veele jaren aan de Graaflykheid vervallen, waarom voorige reCs) VIII. Copul. ter Rekenk, fo. 120—129.  (63) Deze Eilanders waren voor de omkeering geheel en aldenRoomichenLeer en Eer dienst toegedaan, en her fchynt, dat de verlichting in Duistchland en Frankryk opgedaagd,en tot :i» Nederland doorgedrongen, hier geene aan•hangers vond, en uit dien hoofde hier niet, ■dan getrouwe aanhangers van Romen aantetreSEen waren. Het Eiland behoorde in 'tGeestelyke onder 'tBisdom van Utrecht, en werdc voor 't meerendeel door een Deken beftierd, terwyl Borsfelen, Everingen, Coudorp en EUewoutsdykeenDekenfchap op zigzelveuitmaakten. Waarfchynlyk zal de voornaame oorzaak hiervan daarin te zoeken zyn, dat men hier geen Zee-handel dreef, en dus minder verkeer met vreemdelingen hebbende, onkundig bleef van 't geen elders geleerd en gelooft werdt. Ook zullen de veelvuldige doorbraken van Dyken, en, zedert de opkomst der beroertens, dat is van 't jaar 1566, het verarmen en het vertrek der meeste Edelen; de moedwil en wreedheden der Spaanfche Soldaten, die hier geduurig ingelegerd waren, gevoegd by de waakzaamheid der Geestelyken, bewerkt hebben, dat 'er, zoo 'er al vonken van kennis en licht zig hebben laten zien,dezelve alliraks uitgedoofd zyn en belet meerderen voortgang te maken, althans dit is zeker, dat de Heer Jotia Willem Te Water, in zyn treflyk werk kon  C6*4) lort verh. der Reform, v. Zeel., geene byzortderheden weet bytebrengen , van eenige gebeuftenisfen, waaruit afteleiden zoude zyn, dat ook hier vroeger dan in 't jaar 1577, de Hervormde Leer beleden is. De Stad Goes , met het ■Eiland te gelyk de Staatfche Regeering aanneemende , bedong wel uitdrukkelyk de oefening der Roomfche Religie, en dat niemand daar tegen ietwes mogt onderneemen: hoedanig nu dat beding gehouden, en wat desaan* gaande voorgevallen zy, ook hoe het bedryf der Staten van den Prins en Stadhouder in der tyd, in dezen te billyken zy; heeft evengemelde Schryver, zoowel als de Heer van de Spiegel in deszelfs Hifi. van de Satisf. der Stad Goes en Zuidbevel. ,zoo wydloopig behandeld, dat den Lezer derwaarts te wyzen het veiligfte is, terwyl men zig vergertoege met eene algerneene aanrïier king,namentlyk, dat de Roomsengezinden weinig te danken hebben aan de verdraagzaamheid der Hervormde Leeraars, de befluiten tegen deze en andere Gezindheden, welke met het vastgefteldé by onderfcheidene Synoden, en laatst te Dordt, zig niet vereenigden,, getuigen daar genoeg van; terwyl men daaraan ook vooreen deel toetefchryven heeft de ontvolking van 't platte Land, en den ondergang der bloeijendfte Dorpen, daar men lang en hardnekkig heeft geweigerd, den minsten  C*5) ten Roomfchen Eer-dienst ten platten Lande' toetelaten, en door hetyveren der Clasfis van Zuidbeveland, de Staten bewogen werden den 15 Juni 1654, het befluit te nemen, dat in de bylage P. te zien is; en om nog duidelykervan den ftaat en toeftand van de Roomschgezinden in Zuidbeveland in dien tyd tekonnen oordee-, len, dagt men geen ondienst te doen, met on-' der de bylagen Q. te pleatfen het bericht van den Heer Henrik Thibaut, Rentmeester Gene», raai Bewesten-fchelde, desaangaande, dat zeker hetbondigfte en minst verdagt van misleiding is, en ten klaarften ontvouwt de toemali*. ge denkwyze, en hoe zagtmoedig onze Kerk-' vaders en Staatsmannen van dien tyd omtrent hunne evenmenlchen dachten. Het Jus Patronatus, dat hier, zoo niet iri alle, ten minste in de meeste Heerlykheden, geoefend werdt, was ook een ftruikelblok ,dat niet gemaklyk opteruimen was; dan, daar da Ambachtsheeren meest Roomsch en veele uit* landig waren, kon men het Roomsch Kerkelyk Recht minder doen gelden, en om eens en vooral een einde daaraan temaken, namende Heeren Staten den 8 December 1649, het befluit, dat het jus Patronatus in Zeelant geen plaetfemeeren heeft. Dan die Heeren, welken den Hervormden Leer toegedaan waren, en hier aanzienlyke Leenen bezaten, waren zoo I. Stuk» Q ras  ras niet te overtuigen, dat zulk een befluit met het recht en de reden in alles beftaanbaar was, daar den 12 April 1581 uitdrukkelyk by een accoört tusfchen Heeren Gecommitteerde Raden, de Stad Goes en Ambachtsheeren getroffen i dit was uitbedongen, en zy in hun recht door een Staats befluit van 23 Oétober 1627, meenden bevestigd te wezen, Mieris Charterb. III. D. bl. 281. (»;) ibid. IV. D bl. 614. («) ibid. bl. 769. (V) Reigersb. II. D. té 180,  was door 't diep van Maarloo, welk langs Zuidbeveland liep aan het Dorp dezer Heerlykheid enftrekkende zich naar Lodycke, en elders, makende hier zeer grooteneeringe, hoewel het Dorp midden in 't Land lag, en geen afvaart hadden. Had voorgemelde Vloed hier alles doen onderlopen, men had doch geenzins den moed opgegeven, om zoo fchoonen brok Lands ondervloeid te laten, waarom men ftraks aan 't herdyke viel, dan den 2November 1532, kwam die zelve Vyand weder overrompelen en verwoesten, watherfteld was, en, tot overmaat van plagen, verdronken toen veele menfcheri (p). My kwam zedert geen blyk voor vanpoo-, gingen, om herdykingente doen, totdenjaró 1638, wanneer de Ambachtsheeren Oétroi ver-; zogten, om eenige flyken te mogen bedyken," 'twelk dat zelve jaar vergunt werdt (q). Na dat een gift dezer Hikken was gedaan het jaar te voren, namentlyk 5 Juniir537, aan den Se-cretaris van Goes Jan van Stapelen, welke de Rekenkamer weigerde te regeftreeren, doch by befluit van 16 April 1640, daartoe genood-j zaakt is geworden (r). De herdyking van dit kleen gedeelte ging voort in 't jaar 1641, eri fchynt OO Reigersb. II. D. bl. 433. (?) St. Not. v. Zeel d'Ao. 1638.bl. 47, 48, 85, 8(5. (O ibid. d'Ao. 1040. bl. 101. H 2  jfchynt eerst in 't jaar i642,volbragt te wezen* wanneer Jan le Gros hier de grootfte deelhebber gezegt wordt te zyn geweest^). Zeker een nazaat van dien, Charles le Gros,Heer van Oygeen, welke verzogt den n December 1662, van een merkelyk aandeel in deze Heerlykheid mits den Vrede met Spanjen, Main levee, en dat 's Lands Staten geliefden toeteftaan, dat hy verheffing.van dit zyn Leen deed, en kwytfchelding van zyn verzuim, waarop, de Heeren van de Rekenkamer enRentmeester Bewesten-fchelde geraadpleegd zynde, den 22 September 16Ó3 , Heeren Gecommitteerde Raden gemachtigd vvierden daarin te beflechten als zy zouden oordeeien rechtmatig te zyn ) ibid. bl. 711.  c m} Deze Kerk en Gemeente was almede den ütrechfchen Bisfchops zetel, en het Deken, fchap van Zuidbeveland onderworpen. Het is zeker, dat deze Heerlykheid cenEdel Stamhuis had, dat zynen naam van haar ontleende: zoo vinde ik Gillis Janszone vanRieland, onder "die Zeeuwfche Edelen, welken zich aan doodflagen en vyandelykheden fchuldig gemaakt hebbende, zich den 31 Maart 1341, aan de uitfpraak van den Graaf onderwierpen (q). Het wapenfchild dezer Edelen fchynt geweest te zyn een zilvere balk uit den flinker hoek op een zwart veld, gelyk het in de wapenkaart der Heerlykheden Bewestenfchelde, by Smallegange gevonden wordt. De algemeenen ramp, door den Vloed van 5 November i53pveroorzaakt, bragt hier ook het ach en wee! aan; dit fchoone Land en deze bekoorlyke plaats verdweenen, en veranderden in zoute plasfen, en bleven zoo, tot dat, naa veele beraadflaging ten jare 1773 > een voornaam deel van dit Ambacht is herdykt geworden, zynde te vinden in de zoogenaamde Rey gerbergfcberpolder, Was het oudtyds groot 1781 gemeten 71 roeden 8 voet, daarin waren voor deelgenooten by gemelde bedyking ber kend. Mu ' Mieris Chartert». II. D- bl. 648* 14  ( *30 yit.Jan Pieter van den Brande, Ridder Baronet met . * io82gem. i88roed.4vt. Catharina Cornelia Steengracht . 399 184 6 — Maria van Rygers- her ge . 295 107 I — Jr. F. H. R. van der Gracht » 3 191 —— 8 —r 't Welk famen uitmaakte de voorfz. 1781 gem. 71 roed.8 vt. Waarvan by herdyking is gewonnen iaot —^ 4—— Blyvende dus nogmet de Zee gemeen 580 gem. 67 roed. 8 vt. In welke herverscbte 1201 gemeten 4 roeden, ten. jare 1782 deelhebbers waren Mr. Johan Adriaan van de Perre de Nieuwerve met . . 436 gem. 169 roed. Mc. Johan Pieter van den Brande . 366 —— 182- ——• HAï.J. Merfen van Nieuw- vliet . . 191 —- 253 —- sDignus van der Linde \ 35 —— 280 Gillis van der Linde 5° —20 —*» iVoor het Dorp Rilland uitgeflagen . 20 —— i Uitmakende de evengemelde 1201 gem. 4 roed. al-.  t m) alles Schouwfche-maat. Op welken uitgeflagenen grond voor het Dorp, 't welk met eene gracht van 42 voet breedte en zes voet diepte werdt omringd, ten jare 1782 tien arbeiders woonhuizen waren getimmerd, hebbende ieder 40 roeden erve, waarvoor zy eene jaarlykfche chyns van vyf grooten de roede moeten opbrengen: Voorts zyn daar aangebouwd een fmits,wagemakers-winkel, herberg en fchool; zoodat van voorgem. uitgeflagen 20 gemeten nog overbleven 16 gemeten 1 qq£ roeden, die ten voordeele derAmbachtsheeren verpagt worden. Wie ten tyde van Smallegange hier in het Ambacht deel hadden, is by dien Schryver in zyrf Chronyk bl. 709 aangeteekeml. Hoedanig hier het burgerlyk beduur geregeld is, kwam niet ter myner kennis; maar wel, dat hetgeen tot de Zee-weering dient, in den geheelen Reygerbergfen polder op den grond vanMaire, Rilland en Bath, toevertrouwd is aan eenDykgraaf, vier Gezwoorens en een Secretaris en Penningmeester, welke door een Bode bediend worden. bath , is eene oude Ambachts-heeiiykheid geweest, wier Opgezetenen oudtyds om hunnen dartele en woeste zeden berucht waren (r). Zy was (o Aanhangzel tot de befchryv. der Stad Romersw., gif. 180 en 181, l 5  () was ten oosten van Rilland gelegen, watveï» der naar de Mosfel-kreek, groot 955 gemeten 103 roeden 2 voet; een Dorp en Kerk werden hier gevonden, welke, zoowel als geheel het Ambacht, door den Vloed van 5 November 1530 overweldigd zyn geworden, dan weder herverscht, den 2November 1532,andermaal doorgebroken; nogmaals herdyktten jare 153^ en in Oéfober 1539 op nieuws ingelopen;deszelfs eigenaren wilden het door eene herhaalde bedyking het hoofd doen bovenhouden, wanneer een nieuwe aanval der Zee den 13 Januari 1551, dit Ambacht zoowel als Inkelnoort. en Agger andermaal overwon, en te onder hield: Men zal van den Agger byzonder gewagende, van de laatfte doorbraak en derzei* ver gevolgen flraks breder-fpreken; men ver» genoegen zig nu te weten, dat de tooren van Bath, nog meer dan een Eeuw na den ondergang van "t Dorp, den Schippers tot een baken heeft gediend, want in 't jaar 1688,waren'er nog overblyfzels van te zien (s). Myge.heugt ten jare 1788 , te Antwerpen zynde, in de Abdye van S. Michiels, en wel in eene der kamers van den Abt, boven een deur, ineenftuk ichildery de afbeelding van Bath, ten minsten van zynen tooren gezien te hebben, welke daar aan of in eene woeste Zee gefteld werdt gelegen te zyn geweest. Q% (s) Smalleg. Chron. bl, 709-  C -39 ) Offchoon deZee dit, en naby gelegene Am^ bachten, in haar geweld hield, waren deszelfs eigenaaren toch altoos waakzaam tegens de geenen, welken iets ondernamen, dat de hoop kon verminderen, om hier nog eenmaal vruchtbare Akkers te herwinnen; hetgeen dereden Was, dat 'sLands Staten den 27 April 1651, pp verzoek der Ambachtsheeren van Bath, den Agger, Inkelenoort en Hoogerzverve, het befluit namen, om de Heeren van de Rade te magtigen, ten einde zy beletten zouden, dat de eigenaars en indykers van de flyken van Osfendrecht, geen aarde van deze Schorren of Ambachten zouden komen afhalen (r). By het indyken derReygersbergfche Polder ten jare 1773, viel van ditAmbacht binnen 296 gèmeten 34-roeden Schouwfche maat; wanneer in geheel dezeHeerlykheid deelgenooten waren IV. van der Bilt 74gem.2ioroed. — Mr. J.P.vandenBrande453 288 3Vt. Aarnold Joos van der Duin . 39 271 — Maria van Reygersberg 146 93 8 — Catharina Cornelia Steen gracht 172 — 255 7 —* F.H.R.vanderGracht 67 — 184 8 — 1 - ftmen voorfz. 955 ê'em- io3 roed-2 vt- In (O St. No;, v. Zeel. d'Ao. 1651. bl. 7?\  ( U9 ) nisfe, als meerendeel daartoe behoorende,gewaagd moeten worden, maardewyl dat deel» 't welk daarvan overig is, in deszelfs lotgevalle veel gemeenfchap met Waarden heeft, zal men ? die Heerlykheid ter handneemende, ook vermelden, wat daarvan bjtebrengen is. Men vindt in oude kaarten, in het nu verhandelde verdronkene Zuidbeveland, ook een Dorp Ouweninge geteekend: ook wordt hier op de generale kaart van Zeeland doorHattinga,een verdronken Kasteel van Machole aangeftipt, daar nevens een vaarbaar diep, het gat van Machole genaatnd; dan ik hebbe van bet een of ander niets kunnen ontdekken, dat-de weetlust voldoen kan, zoo dat deswegen nog veel optefpeisren is , 't welk in 't duister verholen ligt. Men meend hier mede de voorgenomene teak voleind te hebben, intusfehen wenfehen wy, dat een meer kundige op dit fpoor volgen, en ons de gefchjedepis dezer nog met de Zee gemeen zynde Landen valkomener zal maken: Het is zeker, dat nog hier en daar welfchrif* ten te vinden zyn, die meerder licht kunnen aanbrengen, dan zy kwamen niet tot onze. kennis. VERE, si Mei 1792. k2 i %  BYLAGEN. Aöe wegens het gerefolveerde ontrent de Fortificatiën tot verzekering van Zuidbeveland benoodigt, dato 2i en 22 Novembet Ï585- A.1ZOO den Hoocbg*pren Heere Graeff Mauritz van Sa-Sfatf , ende d'edele Heeren Raiden van State verfocht ende geauttaorifeert hadden den wel gheboren Heere Graaf van Hohenloo, omme het eyland* van Zuydtbeuelands teghens d'Invafie van den Vyant te verzekeren met opmaeckinge van zulcken Fortten ende tot zulcken plaetfe als zyndcr Genade voorfz. tot preferuatie van denzeluen Xylande zoude beuinde? noodich ende dienelick; Ende dat zynder Genade voorfz. naer InfpeÉtie van de gheleghentheyt van den Eylande voorfz. ghenomen ten voorfz. fyne hadde bevonden alder bequaemtycht het hooft van Weerde, mitsgaders Wytfliet, ende dat taits de confequentie van de plaetfe van Wytfliet voorfz. (wefende jsoo dangereus dat aldaer het waeter eens inneghdaeten zynde, de Wateringe van Bewesten Yerficke groot boven de xxiii"1. gemeten , verre principaelepartye van den ïylande voorfz. ten eeuwigen dage zoude commen te drypen, zonder tot eenighertyden verschbaer pft Dyckbaer te zyne) Die van der Goes den Heeren StaetenvanZeefenk hadden yerfocbt ten eynde haerder Ed, zoude ghe-  C x5i ) Sieuen eenighe Commisfarisfen te deputeren tot inlbeftte van de voorfz. plaetfe, ten eynde by zoo verre eenichfmts vermochte te gefchieden, het fort op Wytfliet gedestineert op eenighe andere plaetfen van ghelycke eificacie ende van minder pericule verleeght zoude moghen worden; welcken volghens de Heeren Staten voorfz. hadden ghecommitteert D'eerfame Heeren Jan Cooma» Burgemeestere van Middelburch, Jan Eeuwoutsz. Teelinckx ende Jan Pietersze Ghecommitteerde Raeden van Zeelandt, ende Pieter Reyghersberghe Burgemeestere van der Vere, ende dat de Heeren Commisfarisfen voorfz. naer occuiaire Infpeftie van de plaetfe van Wytfliet genomen, mitsgaders van zekere andere van weghen die van der Goes haerder E. aenghewefen, gheen andere plaetfe en hadden bevonden van ghelycken dienste, als de voorfz. van Wytfliet; Nochtans de voorfz. ghecommitteerde wetende de innerlicke intentie van de Heeren Staten haere meesters te zyne, dat lieuer by eenighe ander weghen (zoo dangereus niet zynde) de voorfz. Stede ende Landt foude moghen verfekert werden, hadden voorgheflaghen indien die van der Goes, mitsgaders de Gedeputeerde van alle de Waeteringen ende polders binnen den rynck van den voorfz. Eylande ghelegen, hier toe fpecialick befchreuen ende gecompareert, te vreden waeren ende zouden begheeren de costen te draeghen, pm den in ende vuytganck van de hauene der voorfz» Stede, mitsgaders dezelue Stade, met ook den Sluysvan Weerden met Bollewercken ende Rauelyns daeromme te legghen (daer by de zelue voor 't ghewelt van den vyanden volcommelyck zoude wefen verzekert) volghende de Plante aireede daer van ghemaeft ofte noch te maec. ken, ende welckeby ramynghe wel zouden bedraeghen» entrent't zeuentich Duyfenc guldens, te doeaverftereK 4 %i  fcen; Dat zy wel verhoopten zynder Excell. GraefFMauritz, zynder Genade Graeff van Hohenloo, den Heeren Raeden van Staete, mitsgaders oock de Heeren Staeten van Zeelandt haere meesters te gheuen alzulcken contentement, daer deur de voorgemelde refolutie van Wytfliet zal moghen werden gefchorst, ende voorts aen gheene jnlagen van Soldaten ten platten lande, noch deurftekett van eenighe dycken ftaeii te vreefen. Soo hebben Burgemeesters ende Scepenen der Stede Goes voorlz daer op eerst ghehadt het aduys van den Poirters ende Inghefetene der voorfz. Stede, mitsgaders de ghedeputeerde yan de waterynghen ende polders vooren ghemelt, wel Typelyck gheledt hebbende pp de Inconvenienten die yuyte fortificatie vsn Wytfliet zoude cqnnen volghen, yerclaert, veel lieuer te wenfchen de fortificatie op het hooft, rondtfomme de hauene eude de voorfz. Stede, jnitsgaders te Weerde, ghevoordert zoude werden, dan deur de fortificatie van de plaetfe van Wytfliet voorfi. te vreefen d'jnconvenienten vooren verhaelt; mits dat defelue in toecomuienden tyde daer mede zoude cesferen. Ende zoo veele bel.-.nght de penningen tot vervallinghe van de zeUe wercken noodich, hebben innegewillicht, dezeluebinnen den voorfz. Eylande ghevondert gouden werden, by zulcke middelen als daer toe by die yan der Goes den Heeren Commisfarisfen voorfz. voorghedraghen ende by gefcrifte ouerghegeuen zyn, ende l>y den Heeren Staten gheaduoyeert zullen worden; Confenterende voorts het ghene bouen de voorfz. middelen aen de voorfz. penninghen zoude moghen ghebreken, te vinden op de ghemeten over den gheheelen Eylande van Zuydtbeuelandt hemelsbreede fchietende tot laste van den Ougst ende J^ere xvc.Lxxxvj twee fchellinghen acht grooten op elck ghemet, de helft tot laste vandenbaen- der»  C 1*3 ) der, d'ander tot laste van deneyghenaer, te verfchieten ende betaelen by den baender terftont naer 't ghefchot geheel, zulcx dat den voortganck van de voorfz. weroken daer by egheen verleth en lyde, ende de helft te corten den eyghenaer Ende alzoo de voicomminghe van de voorfz. wercken meerder fomme van ghereede penninghen zullen vereysfchen, dan de voorfz. iniddelea ^nde ghefchot zal cqmmen te bedpeghen, die nochtans jiootlyck metten eertien fayfoen volmaeét zullen moeten werden, ende zonder degrouliclce ruyne vandenLandtfaeten 't voorfz. gefchot niet vermeerdert noch oqck eenighe ghereede penninghen op Credyt van die van der Goes ofte Landtfaeten eenichfins gelicht zonden connen werden; fouden Burgemeesters endeScepenen der Stede Goes mette ghedeputeerde voorfz. den Heeren Commisfarisfen wel ernflelick willen verfocht ende gebeden hebben, ten eynde haer E. gbelieue by den Heeren Staeten van Zeelandt te doen zulcken goeden Rapport ende debuoir dattet restoir totte voorfz. Fortificatiën noodich op den Heeren Staeten Credyt gheaduancheert zouden moghen werdden. Belouende de zelue opgelichte peuninghen, metten Intereste van dien te betaelen een Jaer naer oplichtinghe van de zelue, by ghelycke middelen ende gefchot als voiren, ouer den naervoighende Jaere xvc. z>;uen en tachentieh, totte volle betaelinghe van dyen; midts dat van weghen de ghemeene zaecke dePalafaden ende Corpsdegarden met het yferwerck ende arbeyt daer van dependerende becosticht zullen werden. Aldus gedaen ter vergaderinghe van de Heeren Commisfarisfen voorfz., Burgemeesters endeScepenen der Stede Goes, endede Ghedeputeerde van alle den Waterynghen ende Polders binnen den rynck van den voorfz Eylande gheleghen daer toe fpecialicken befcreuen op den xxje. K. 5 fff  «rtóexxije. Noaember anno xvc. vyfaentacbrick, qrderftont gefchreuen. Ter Ordonnantie ende deur expresfe htst van Burgemeesters ende Scepenen der Stede Goes, jnistgaders den ghedeputeerde voorfz. By my ondes* 'teyckent $, va» Campen. B- Commisfie des Grave van Leyeester, aan Jonkheer Wolferd var» Borsfele, als Bailliu van Goes en Super-Intendant der wachten ov»c Zuidbeyeland. S April 1586. J^.obert graue van leycester & baender heer van üenbigh etc. Ueutenant yan Haere Majefteyt van Engelant, ende Gouuerneur ende Gapteyn Generael der Vereenichde Nederlantfche Prouintien. Allen dengenen die defen fullen fien oft hooren lefen faluyt, doen te wetene, dat wy gefien hebben feeckere Commisfie in date den xven February xyc.Lxxxij by den Heere Prince van Orangien etc. H. Mem. gegeuen aeu Jonckheere Wolffert van Borsfele in der qualiteyt als Bailliu der Stede van der Goes ende Super Intendent van de wachten van Zuytbeuelant ende d'extenüe by den feluen Heere Prince daer op gevolcht van date den iijejuly xvC.Lxxxiiiji Ende onderricht fynde, dat de vporfz. van Borsfele hem daer inne wel ende getrouwelick altyt gequeten heeft, ons fynen dienst ende goeden yuer aendienende om daer inne voorts te continueren; Ren feluen in der qualiteyt voorfz. op 't nyeuweonthouden, geftelt endegecommuteert hebben, onthouden, (lellen ende commiteren mits defen, om defelue Offitien van nu voorts aen noch te bfr  itss) fcedienen, toe ende in fulcke voegen als in de voorn. Commisfie ende d'extemie van dyen vermeit ftaet. Ordonneren end« bevelen daer omme de Gecommitteerde Raden van de Staten van Zeelandt, de voorfz. van Borsfele te Hellen in het vry bedienen, befit ende posfesfie van fynen Last en officie van Super Intendent op de poinfteu ende Declaratien in de vporfz. Commisfie verJiaelc; voorts oock den Burgemeesteren Schepenen ende Raet der Stede van Middelburch, den Rentmeester van de Grauelyke Domeynen van Zeelandt nu wefende ofte die 'er in der tyt wefen fal, fynen Stadthouder, mitsgaders den Wethouderen der voorn. Stede van der Goes 5 den officieren van Zuytbeuelant, ende alle anderen dien 't behooren fal, hem in defen fynen Last, foo hem die by de voorfz. Commisfie ende extentie gegeuen worden, geene moeijenisfe noch beleth te doen ,maer hem ernstelyck in alles te verftaen, ende hem daer nae te reguleren. Gedaen binnen Utrecht den 5 Aprilis 1586. Geparapheert Leonius vt. onderteekent R Leycester. Onderftont. Ter ordonnantie van fyne Excellencie. Onderteeckent J. van Langen. Ende befegelt met een opgedrnckt Segel van rooden Wasfe. c- Request van Baillius, Schouten en Schepenen van de Parochiën gelegen asn de zuidzyde van Zuidbeveland, over de C.penning op de huizen. Ao. 1614. JEd. zeer vermogende Heeren, myne Heeren de Gecommitteerde Raden van de Heeren Staten slants ende (Siaeffelickheyt van Zeelant..  ( isê ) V erthoonen reuerentelyck Baillhien, Schouten endf Schepenen van Weerde > Valckenisfe Polder, Cruiningen, Ierficke, Schoor, Vlake, Cappelle, Biefelinghe, Euersdycke, 'sGrauen polder, Ouwelande, Hoedekenskercke, Baerlant, Eperynghe, Coudorpe, EUewouts.dyck; alle Dorpen gelegen aan de zuytzyde van den Eylande van Zuytbeuelant; hoe dat zy Remonftranten van weghe henlieden gemeenten, henlieden grootelicx beuinden befwaert in fulcken fcryuen 't welck zy van den Rentmeester Keielaer hebben ontfangen, daer byhy verr fouckt aen de felue Prochien, dat fy fouden opbringhes een quoce in redeinptie van den Cen, penninck /an hare huyfen de anno 1613. die wel tweemael foo veel bedraecht sis de Remonftranten de voorleden Jaren metten uyceiften noot hebben moeten en connen opbringhen, alles volgens de befcheeden hier annex; om welck fehryuen naer te co ramen zy Remonftranten haer vinden in groote perplexiteyten, als oordeelende 't zelue niet mogelick te zyn hooger Ce. penningen te connen omflaen als zy den voorleden Jaren hebben gedaen, ouermits de voorleden oorlogen ghecaufeert hebben, dat een groote menichte van huyfen inde voorfz. Dorpen geweest zynde, verbrant zyn van den viant, andere die nietbewoonc connen werden van felfs invallen byfautevan repamien, gelyckuw Ed. vuyt de medegaende atteftatien zullen connen Cen, waerdoor oogfchynlick blyckt, dat de Remonftranten de ouergebleuen huyfen te meer hebben moeten belasten, alfoo feker ende warachtich is, dat geen nieuwe huyfen 't federt den Trëfues in de voorfz. prochien getiramerr. Ofte gemaeckt zyn; jae dat erger is, mits de fwaericheyt van de Dyckagieu ende andere, foo vergaen noch dagelicx verfcheyden huyfen, en de resterende huyfen fynin geen ofte feer gerynghe weerde, alfoo veel volcx  ( 157 ) h fedért den Trefues naer het Lant van Hulst en andere plaetfen wefende onder de gehoorfaemheyt van deEerstHertoghen te vooren onbewoont geweest zynde, vertrbckenzyn: En alfoo zy Remonftranten hen verfekerc houden, dat uvvEd. jnteutie geenfins en es, hen bouen redenen en meer als andere te befvvaeren. Soo keerert zy fupplianteh' hen tot uw Ed. Mog. aen de felüe heftgfoiidelick verfouckende, dat om de redenen voorfz* der zeluer goede geliefte zy, den Rentmeester Ketelaer tê belasten, den fiipplianten te laten gefhen met fulckeii quote van Ce penüinck ouer hare huyfen d'Anno 1613, als zy na- aduenant den Taux van de voorgacnda jaren fchuldich zyn. D'weik doende etc, D' Rapport van Heeren Commisfarisfenover hetredres van den Hon- dertften penning'in Zuidbeveland .■■->■■ - ü . .<-ïfi -j ^ . > ' ■ en Wolphaersdyk. •Wö nsv ■rnuKv 3 .jfof.KJ.. t f.cliilrroL :r..- :.: r. t:.i Anno 1621. Edele Mogende Heeren. Qfflrae zoo vele ons doenelick was uw Ed Mog. Reiolutie van den xxvije. Oftober 1620. ende den xxe, Meye 1621. tenderende tot redresfe van den honderden penüinck in 't werck te ftellen, daer toe ons de Commisfie by de Heeren van den Raede opgeleght was, om. flilcx te doene in den quartiere van Zuytbeueland en Wolffaersdyck. Soo hebben wy des dinsfendaechs op den xxxj Augusti met feer quaet weder ons van der Vere öp der Goes begeuen,('t felue niet wel eerder connende gefchieden vermits de fwackheyt van 't Collegie van den Raet doen abfeut zynde in de affairen van het Landt) tl  (153) slwaer wy omtrent den middach zyn gearreneert, ende hebben terftonc geleuert onfe brieuen van credentie ae» den Heere Secretaris de Witte, die dezelue gecomrauniceert hebbende aen de Magiftraet, heeft ons commert rapporteren, dat dezelue hadde gecommicteert om vaa Stadts weghen met ons in voorfz. befoigne te vaceren, den Heere Burgemeester Jan Claesz. Backer, die hen? ten dien eynde terftontby ons heeftgeuonden, én zyn'C famen naer den eten noch vuyfgereden in de Prochien van 's Heerynskinderen, Wisfekercke, Goesfche-Polder» Seraerskercke en Heynkenfnndt, alwaer wy by ons ontboden hebben de respeclive Schouten en Dyckgrauen, die by de handt waeren, en de zelue affgeuordert de Vcltboucken ofte overloöpers van de respeétiue prochien, ende hunfcherpeli'ck affgeuraecht, ofFer geen gemeten ofte parthieir hoedanich die mochten zyn, vuyte voorfz% veltboucken waeren gelaten; die ons hebben verclaert op haere martn'e waerheyt (dat neen) noch dat zy niet en wisten, dat daer iet was dat niet en Contribueerde in den honderften penninck, 't waere van Görfiugen, Dyckettyngen, Dyck-partyen, Aenwasfen buyteu ofte binnen D'yckx. Ende de gene van de Dyckgrauen ofte Schouten die wy niet by huys en vonden, hebben wy by ons ontboden in onfe herberge, met do Ouerloopers die wy alle geconfereert hebben tegen de ■Rekeningen van de Ontfangers ouer dezelue quartieren, en beuonden daer mede te accordeeren, én voorts hun affgeuraecht zynde als vooren, hebben gedaen gelycke verclaringhen. Des anderen daeehs wefende 'swoensdaechs, namen tot enfer asMentie den Rentmeester Ketelaer, zyn wy des smorgetis gereden naer de Prochien van Scrabbefcereke slwaer wy den Schout niet thuys vonden, daer otrnne wy  ( 159 > <#7 fcèÉ in onfe berberge ter Goes 'sanderendaeeh'stett- ben befebeyden; ende voorts ter Nisfe, Ouefande «Q Dryewegae, ende wedergekeert door 'sGrauen-Polder * hebbende alomme de Schouten en Secretarisfen met de daerloopers ontboden, endeaffgeuraecht als hier vooren* die zeyden niet te weten fyet wes vuyt de OuerloüperS gelaeten te fyn, ten waere dattet mochte zyn eenige Ambachts-Heeren Vroonkens daer hier voortyts huyfen h«bben opgeftaen, *t welck niet te vinden en was danby h'ermetinge van de resae&iue Polders. Ende wederkeer rende door 's Granen Polder voorfeyt, hebben by ons geroepen den Schout die ons mede gebracht heeft de OnerlooperS die wy gevonden hebben zeer pertinent geftélt met de Aanwasfen binnen dycx,en hebben gehoort tfyne verclaringhe als hier vooreu; meynende niet anders vuytgelaten te zyn als het Schutters hoff van de voorfz» plaetfe, werende een cleyn weytken, en commende nee* uens feecker binne fchorreken breflagen met beestialencame.yck groot zynde, opgewasfchen foo het fchynt vuyt de westwaertfche flaecke, en hebben het felue in de Reeckeninghe van den Burgemeester Jan Claesfz. uiec bekent geuonden, tnaer naderhandt examinerende de Reeckeninghe van dett Rentmeester Ketelaar, hebben'c felue daer geftelt geuonden verhuyrt in verfcheydea paithien, meynende het felue fchorreken te wefen. Des anderendaechs wefende vergefelfchapt als vooren, Tyn wy gereden naer Wemelinge, hebben gefien verfcbeyden Dyck-pütten, eenige van de welcke redelicfc waeren, die verpacht werden tot provffyte van de Dyckagie, van de welcke is commende van de Westwateri'nge volgende de Reeckeninge gedaen in Martio 1621. *t sjaers de fomme van oC 15:10:2 vlaeras, als by exhaft onder dehandc van den Secretaris Brune hiernevens gaen-  C 160 ) %aendê moeten werden gefien de Reeckeninghe van defl Lande daer het zelve voor proffyt wert gebraght. • Pasfefende voor by Cattendycke daer wy affgegaeiï zyn, ende den Ouerloopcr verfocht en gecregen, die feer ont was, hebben wy benonden, dat de gemete* daer in vnytgedruckt, waeren verantwoort en accordeetende mette Reeckeninghe van den honderften penninck? Dan hebbeu mede gefien een groote verbeteringe ofte een daer alleynskens begint aenwasch te commen, da» met feer hooch water nu feer weynich bouen was, waer op ondervraècht hebbende den Secretaris feyde te meynen,dat de zelueaeiivvasfchen met de visfcherie wierdetiverpacht, fonder dat hy wistè offer eenige appart wierden verpacht, hoe wel men conde fien dat de zelue op drooge fomers beuloeyt wiert; vonden daer ontrent mede een groenen platten Dyck, die men feyde dat de Ettingen daer van verpacht wiert, daer mede annex Waeren eenige vuytgeputte landen begrepen in 't voorfz. extraél* en jaeriicx vytbringende -als by 't zelue. Commende voorts mede in het Dorp vari Wemelinge, hebben wy aldaer ontboden den Secretaris van de plaetfe, die ons ouergeleuert heeft de oude en nieuwe Ouerlooper, die wy beuonden ontrent dertich gemeten vermindert, vuyt oorfaecke van D'Inlage daer lest geleyt mits den grooten val; welcke gemeten ons den Secretaris verclaerde tot het gémeene Lands behouue verpacht te «rerden, en gelden ontrent acht ofte thien ponden vlaems "sjaers, appareut zynde by fucces van tyde noch meer «e gelden, 't welck men altyts can fien by des gemeene Lands Reeckeninge. Van daer zyn wy gereden naer Cappelle ende Biefelinge, ende aldaer by ons ontboden den Secretaris, mee de respective overluopers, ende beuouden, dat in d«i voorfz.  voorfz. Ouerlooper niet en was gebracht achtien oftf twintich gemeten Landts, met de Boomgaerden daer op flaende, genoemt het Meulen water ende 'T Vryelandtj dan des aüonts thuys commende ende naerder geexamineert hebbende de Rekenynge van den Rentmeester Ver* muyen, hebbe daer in defe ofte diergelycke parthiea verantwoort beuonden; vèrclarende voorts den voorfz» Secretaris dat binnen 't lantsgeene ofte weynige aenwas* ïen waeren, alfoo daer gheen ofte weynighe iiaeckenofta * i . en waeren, wordende die aenwasfen buyten 's dycx. Verantwoort by den Rentmeester Ketelaer. Des auonts hebben ons de Heeren van de Magiftraee Van der Goes in onfe herberge getrafteert, daer ouerwy haer E. hebben bedanckt. Des vrydaechs hebben wy ons nochmaels beuondeti tot Cruyninge, aldaer wy ontboden hebben de Schouten en de Secretarisfen van de prochien van Ierfeke, Schore*' Vlake, Crabbedycke, Valckenisfe, Weerde ende der* Polder, eride dezelue geexamineert hebbende, heeft men beuondcn , dat voor eerst zeeckere aenwasfen waren inden Polder van Crabbendycke, niet wetende de rechte groote* daer ouer proces was tusfchen de Ambachtsheeren en da eygenaers van den zeluen polder voor de Magirtraet dec Stede van der Goes, welck proces geuytet zynde, inent Zal connen weten hoe vele 't landt daer inne competeert:, mitsgaders oock van eenige gemeten die bekent wierden aen de wateringe te leggen en nu tamelick landt ca weferi. En dat voorts was gelegen een Polderken bézuyderJ Ellewoutsdyck 't welck in geen Ouerlooper en is bekent^ genaemt het Pap-potken groot ontrent thien off twaelfF gemeten, d'welck wy doen ter tyt om die óngelegentheyt niet en hebben connen beficUügeü, mits de quade L.Sruk. L  ( loa ) */egen, en dat den vuytflach ouer de zelue Procliie wis geldende Ontrent thien ofte twaelff pont vlaems ; dat daer Waeren twee en een half gemeten gefteït op halfgek; Dat de Eüerinfche flaecke effen weye was, niet wetende wat die was geldende; Dat in Ellewoutsdyck den aenllvasch daer verpacht wiert by de Ambachtsheeren foflder té weten Waer vooren. In Hoedekenskercke, Vinninge en Oostende werden de Dyck-putten verpacht op vier ponden grooten ofte daer ontrent, vèrclarende gëen Aenwasfen aldaer té zyn. Des Saturdaechs zyn wy geweest in Baerlandt, aldaer Wy de Baillius ert Secretarisfen van Elletf/cutsdyckc, Oudelande ende Hoedekenskercke hebben ontboden, gehoon ende geexamineert als vöoren, gelyck mede' ee;ien Jacques de Jonge, en naer veel vragens eyntelyck toegecómmen, dat wyhebben verftaen, dat verfcbeyde fcWorren gelegen in Ellewoutsdyck, daer onder mede is begrepen het fchor van den ouden Dierich geldende 't fcuemich en tachentich ponden vlaems, niet en waeren betaelende van den Ce. penninck, en noch vèrfcheydett aenwasfen en vroonkens, de welcke onmogelick is geweest in defe gelegentheyt van den tyt te connen vifite- Wy hebben mede by ons ontboden , alfoo den tyt ons ontbrack om aldaer te commen vaceren, de Dyckgraue • £n Secretaris van Wolfaertsdyck met de respeftiue Ouerloopers van de Polders, de welcke wy hébben ouerfien* en daer op ondervraecht Zynde, hebben ons vcrclaerc hun niet bekent te zyne, dat yets den Ce. penninck lubjeft zynde, vuyc de zelue was gelaten, noch Dyck-putten, Dyck-ettingen nochte yet anders. Rapporterende mits defen onder behoorlycke reufremie, dat 'tgunt voorfz. wy foo hebben beuoaden ,be- ftaec*  ftaende fonderÜnge daer in, dat het principaelfte ij D'vuytgoïsfen die tot noch toe nyet en hebben gegeuen» ie Duyck-putten die men moet vuyt 's Lams Rekeningo vinden, ende d'Aenwasfen die by metingen zouden moeten worden geuonden. Ons voorder referende totte) annexe ftucken, daer vuyt het felue claerder zal connen werden, beuonden. E- Misfive vah den Vlootvoogd Marf* nus Hollare, aan de Regeering" van Vere. 29 Augustus 1627. Edele wyfe discrete feer voorfienighe Heeren j\d£yn Heeren naer groetenisfe dient defen ten eynda ïck V Ed. verwittighe van desvyandts aenfiach, hoedac die Godt loff is mishift. Sy hebben tot haeren aeriflaeit ghehadt ontrent de achtien hondert mannen, de welcke) waeren ingefcheept in fesfen 't festich faloupen, foo groot als cleen, hadden alle haer bootsgefellen van alla quanieren vut Vlaenderen als Brabant, alle die fy hadden vutghenomen teOstende ende Dunckerke totvyf honderc in ghetal, ende haeren aenfiach was op 't landt van dec Goes, omme den eenen houck van 't landt inne te nemen , waer dadelicken fouden ghevolcht hebben eenige) ponten met gefchut met noch eenighe faloupen enda cleene fchuyten met het Legher van Sandvliet, omma alfoo 't gheheele landt van der Goes midsgaders de Stads inne te nemen. Sy landen ontrent Vynckenisfe enda waeren aan het marcheren met ontrent veertien honderE mannen naer Crabbendycke, alfoo lek hebbe verftaea p» twee van des vyandts bootsgefellen, dswelcke over L a f ui-  c 164 3 faunen loopen. Maer alfoo lek ordre hadde getteltdat de twee Fregatten midsgaders de Jachten, dat fy haeï ' fouden vervougen omme inne te vaeren 't gat van Lodycke omtne haer alfoo den pas te benemen. Den vyandt fiende de Schepen 't voorfz. gat incommen ende, de preparatie van de huyslieden midsgaders de Soldaten, hebben wederom haer retraite genomen rraer haere faloupen, alwaer fy van onfe Fregatten éndë Jachten befchoten wierden, beneffens den Capteyn Eeuwichryk, den welken ordre hadden te pasfen op het wederomkeeren .van den VyanJt; en Ik m|t de Swaere Schepen die by 'haer niet en conden commen door dedroochten, pasten op haer wedercomfte, ende op deghene die wydochtere noch te volghen ende hiete' haer wellecom,^ foo dat lek meyne dat fy in 't eerfte Jaer niet meer beginnen en tullen. Edele, wyfe discrete feer voörficnigheHeeren beveelen V Ed. in de bewaringhe des Almogende. Vut onfen Schepe ligghende op de Wacht voor Sandtvlyet den xxixe. 'Augustus iói7< V. Ed. Dienstwillige Dienaer. ge» ? teekend Marinus Hollare. Het opfchrift Edele wyfe discrete feer "Voörfienighe Heeren Myne Heeren Bailliu Burch'meesters de Stede Vere. F- Brief van den reprefenteerende Eerst Edele Jr. Adr. van Manmaker, aan Heeren Gecommitteerde Raden  C 167 > s*n Fort te maecken. Hetwerckdat ons volck maecken op 't Leus ende Noort is al in defentie, ende licht; den Lieutenant Colonel Thyenen met thyen compagnyen voor Valckenisfe ende Cafembroot voor Saeftingen mee de resterende twee compagnyen, om te letten wat conrenance den vyant wil houden. Den Sergiant Maior Carri is met noch festyen Compagnyen gecomen voor 't Hooft van Bergen, alfoo men meent dat de vyant we! mochte yet attenteren op defelue Stadt. Den Dam den welcken den toeganek geeft van den Doel tot op het Leus, is in drie plaetfen doorgefleken, om den vyant de pasfagie te difficulteren tot de Redoute, die tot defestie van 't groote werek voor den voorfz. Dam is gelecht. Men fal haest vernemen wat den vyant voorders fal willen beginnen om ons in alarm te houden. Het Landt van der Goes ende TerNeufen fal door het leggen van defe Forten in den polder van Namen ende ontrent! Saaftingen geduurich connen befprongen worden, ten fy men wederom daer iegens wereke, ende de voorn, plaetfen met goet garnifoen befette Hier mede enz. V Ed. Dienstwillige Dienaer. geteekend. Joh. van Vosbergen. In Middelburg defen 20 Augusti 1631. Het opfchrift Eerfame, wyfe, discrete feer voorfienige Heeren Myn Heeren de Burgemeesters Scepenen ende Raden der Stadt Vere. H. Brieve van den Gecommitteerd^  ( i68 ) Raad J. van Vosbergen, aan ei* over als voren, 30 Augustus 1631. My» Heeren federt myn feryuens van gisteren, heeft o.ns de» Vice-Admirael llollare van den 29 defer verwitricht, dat de vyant in den Polder van Namen maeckt, vier Forten, te weten een op den'zuythouck van Saeftingen, een op Balhoeck jegens over Valckenisfe, een op Calfffteert iegens ouer Hanswaert, en een op Welsoorde iegens ouer Weerde in Zuytbeuelanf. Daer fyn geqomen ouer de 400 wagens van Gent met rys- De Chaloupen fullen fy houden in c(e fJreecken om alfoo de ftcppmen van Zeelant heel onveyl te maken Hyer jegens fal moeten gearbeyt werden, en is fyn Excellencie van alles onderricht, die wy hopen orire fal Hellen om met geweltofte by diuerfie het voornemen van den vyant te beletten. { Het Leger van den Vyant is getrocken op Eeckeren. —, Hyer mede enz. Myn Heeren. VE. Dienwillige D.ienaer geteekend Jph. van Vosbergen. |n Middelburg 30 Augusti 1631. t Brief van den Gecommitteerde Raad J. van Vosbergen, over hetzelve onderwerp, aan zyne Committenten.14 September 1631. Myn Heeren. D en Vyant is den 11 defer gecomenmet fyn gantfche jros van Chaloupen, ponten ende andere bybebbende vlot-  C 169 ) gaende Schepeu aen den polder van Namen, ende iegens den auont fynfe gecomendeurdefiuyskreke op deftroom dicht onder haren wal, onder de beurydinge van haer Canon; ende alfoo den Vice-Adrnirael Hollare met fyn byhebbende Officieren prefumeerde, dat den Vyant in "t Landt van der Goes foude cpmen, foo is hy des auonts met rype deliberatie van Chrygsraet met de gantfche Vlate geloopen tusfchen Keyfershapft ende Saeftinghen, om het Lant van der Goes iegens den inual van den vyant te preferueren, ende des morgens vroech den 12 dezer, fynfe haer geëchapeert ende ouer 'tLant geloopen, ?t welck fy vernemende is hymet onfe geheele Vlotehaer nae gevolcht, ende des nachts daer aen met een cleyn getal van Scepen foo deffiich aengevallen dat fy feer ver-r baest waren ende ouerfulcxs in groot disordre quamen, ende is alfoo haere gantfche Vlote den 13 defer verouert, met alle haere Chaloupen, ponten en ontrent 100 metale ftucken, met alle haere Amonitie van cruyt, loot, affuyteu en eenige peerdeu, behaluen twee Chaloupen die in deSteenberghfe vlietfyn ingeloopen, die men meent dat die van Steenbergen fullen hebben becommen. Daer 1'yn oock verouert drie tonnekens met geit, die den ViceAdmirael in fyn Scip heeft. Graeff Jan en de Prince van Barbanzon met eenige groote hebben haer gefauueert in een fchuytken, ende meent men dat fy haer verfteecken hebben in een rys-fcip. Ick fende VE. hyer beneuens copie van fyne Excellencie die wy datelyck ontfangen, waer wt VE. de geheele gelegentheyt felve breeder conjien verftaen. Den bode —— Myn Heeren enz. VE. Dienstwillige Dienaer. Geteekend. Joh. van Vosbergen. Middelburgh defen 14 September 1631. Het opfchrift.- L s Eer*  ( *7<* ) Eerfame, Wyfe, discrete ftejj voorfienige Heeren Myn Heeren de Burgemeesters} Scepenen ende Raden de Stede Vere, Request van wegens Goes aan den Prince van Orange, om de hooge Jurisdiaie over Zuidbeveland aan hun Stad gehecht te krygen. Anno 1581. Aen zyne Excellentie. "Verthoonen met alder Reuerentie te kennen geueude Burgemeesters ende Regierders der Stede van der Goes; hoe dat naerdien die van den platte Lande van Zuydtbeuelandt aen V. F. G. by Requeste hebben verzocht; dat Burgemeesters ende Schepenen der voorfz. Stede van der Goes zouden werden geauthorifeert tot de kennisfc ende fudicature van alle criminelen zaken ouer Zuydtbeuelandt vallende, ende anders volgende de conclufie van de zelue Requeste, mitsgaders de redenen ende motyuen daer inne verhaelt, D'welcke dezen thoonderen bekent zyn ' zulcx waracluich te wezen , en hem mitsdien totten inhouden van 't zelue Requeste zyn dragende, fy thoonderen zyn bedacht gewerden tot voirderinge van de voorfz. Requeste ende 't gundt daer aen cleeft grootelicks te mogen dienen, indien 't vervolch van de criminele zaken onder den' Lande van Zuydtbeuelant vallende, mede mochte wordden geanuefteert aen het Bailliufchap der voorfz. Stede van der Goes, jegenwoordelyck vacerende, gelyck het V. F. G. (uiet zander mcrckelicke re*  C m 5 18. Gemeene treckende Wateren ende Visfcherien AM, ip. Met Jacht ibid. Ende Vogelrie ibid. hx. Alles te gemackelycker tot regalyer) gevoeght, om dal fulcx niemant affgingh. 22. Mitsgaders het maecken van keuren ende verbooden importerende droit de polk ie, tot de pens van thien gulden fwarten. Placaet van Vrouwe Maria d'Anno 1476. item dat de Ambachtsheeren van Zeelandt fullen verboden maken. 43. Met de publicatie van defelve, en alle andere Placcaten, reglementen ende Ordonnantiën van de hooge Overicheyt vloeijende. 24. Welcke fomme van vyff guldens, men nu behoorde t» Eeguleren tot viermaal foo veel als ten tyde van Vrouw Marias Privilegie waren begroot, mits de proportionele veranderinge van gelde, 't welck haer Ed. oock ernftelyck verfoecken tot maintien van de Juftitie da^r mede te mogen werden gepriviligeert. 25. Latende naer de coftnmevan defen tyt tot'voordeel vatf «3e respeótive Schouten van de Ambachtsheeren, alle da proffyten van fulcke boeten in 't geheel, als wefende de vruchten van Jurisdictiën. Placcaet van Vrouw Maria di«ft. loco. 25. • Ende oock van meerder breuckeu, over faecken niet I. Stuk. M ï<*  ' C 1/3 > geheel crimineel wefende, re weten daer noch lyff, noch blcrci, noch eer aenhanght. Keure van Zeel. Cap. i. art. 45. Cap. 3. art. 16 ende 20. paflimquia jurisdi&iofine modica coercitione nulla efl C. uit. §. r. ff. de off. ejus cui mand. eft jurisdict. C. I. §. 1. ff. ibid. 27. Op dat over al de ordonnantiën ende placcaten van de fióoge overicheyt te beter mogen werden onderhouden. 28. Beboorende de nature, van de delicten etc. tot haer te trecken de quantiteit van de boeten ende niet ter contrarie. 29. Op dat door de overmacht in 't ftatuereu van penen niet ten onrechte het recht den Ambachtsheeren ontnomen werde de Judicature, die haer in voorgaende ty den heeft toegecoraen. 30. Wefende fulcx ten defen fonderlinge applicabel op de •Vechtboeten M Voortyden overal by de keuren ende voorboden gereguleert. 31- Ende na door den sengeWonneii ryckdom om dein* gefetenen tot meerder civiliteyt te bedwingen, hooger be* groot. 32. In welcke cas nae rechten overal de oude begrootingff voor de mindere officieren moet werden gereferveert. 33- Alsmede in't reguardt van de Jacht-boeten. Keure van Zeel. Cap. 3. art. 16. quia dependet a jure venationis. 34- Dewyle de voordeelen van alderhaade jacht, de «0- bach^*  ( i79 ^ bachtsheereti privativelyk toebehoorende. 35- Nootfakelyck is, dat elcx fyne preè'minentien met fyn eygen Jurisdictie befcherme ende confervere. 36. Hierom werden de overtreders van de Placcaten op daJacht gebannen uyt de Ambachtsheerlykheden daer in fy fouden mogen hebben gedelinqueert, op een litt van haer rechterhandt. 37- Dienende mede ten defen alle executien door forca ende geweldadicheyt van Schouten ende dienaers met kennisfe ende adfiftentie van Schepenen te doen. Keure van Zeel. Cap. 1. art. 39 en 42. 38. .. Om na aenwyfinge van vry goet het felve te panden^ ende faten onder losfinge van den Schuldenaer den tyc van veerthien dagen, off overlatinge van den executant ©p fes groote te ponde aen de Schepenen de tauxatie gedaen hebbende. Keure van Zeel. Cap. 1. art. 41. 39- Off oock wel tegensquaetwillige by geweldadige parit-: neminge off incarceratie. dicto art. 40. Ende vercoopinge off fchattinge van dies tot voldoe' ilinge van't gewysde. ibid. 41. Kinderen ende Vrouwen baldadigheden, reprimende* rende met bedwanck van Stecnen te moeten draegen; hangende tot bewys van dies ten velen plaetfen alsnoch voor deKercken, heere-huifen ofte rccht-camers, het welcke op vele plaetfen can acngethooat wordqni  ( i8o) 42. Andere moetwilligers aen de kaeck fettende, daer af? ;en veeie plaetfen de inftrumenten noch fichtbaer fyn. 43- Ende andere misdadige vermogende naer exigentie van faken te vangen ende apprehenderen. Keure van Zeel. Cap. 3. art. 16. Placcaet van Vrouwe Maria dia §. item dat de Ambachtsheeren, circa finem. 44. Oock opGuyten, het fy in behoorlycke gevanckenisfen, die alle heere-huifen eertyts hebben gehadt, gelycfc in de oude gebouwen noch gefien can worden. 45- Off in den ftock ende boeijen die in veel plaetfen noch overgebleven fyn. 46. ■ Om daer naer op liaer'verfouck off ter aenclachte van den officier dewelckefoodanigen calange fpeéterenmach, te rechte geftelt te worden voor de hooge ofte andere Juris'diaien. 47- De lage Jurisdi&ic genoegh bekent wefende, in de Judicature van alderhande civile faeckeu foo Ferf°IleI° als raale adieu, bshelfende 43. Souder daer in by cesfie'. 49. Trorogatie, 50. Landrecht, 51- Avocatie, 52. Geweldadicheyt oft anderfins getroubleert te mogen Verden.  ( x8i ) 53. Als wefende tegenwoordigb.de Juftitie endeemolumenten voor dien eygen ende genoegfaem patrimouieel goet van Ambachtsheeren. 54- Overal doende Schout ende Schepenen recht van's heerenwege, ende uyt 's heere naem.., als met de Juftitie geinvestieert wefende. 55- Vloeijende daer van de naem ende wapen van de heeren tot haere Ambachten, ende van de Ambachten toe haere Ambachtsheeren. 5$ Onder de gevolgen van Ambachtsheerlyckheden wyders moetende gerekent werden deprasrogativen dewelcke defelve van rechts wege zyn toebehoorende. 57- Sullende daer toe dienen gedenombreert alle hare privilegiën boven 't gene voorfz. is in hare oude brieven gementionéert met de accorden, transactiën , decreten, uytgevinge etc., daer over in voortyden respectivelyck gemaeckt. 58. Dewyle defelve in de nieuwe altyt werden gehouden voor gerepeteert. 59- Item al wat by Graeff Wiliems wiilekeura Ao. 1358-, het fameus privilegie van Vrouwe Maria d'Anno 1476. 60. De Keure van Zeelandt d'Anno 1495. 61. l Mitsgaders de ampliatie van den Jare 1515. daer over» is gedisponeert, M | Ds%  C 182 ) 62. De nature van de Ambachten in Zeelandt by defelve foo gereguleert wefende. 63. Dat alleen by fuccesfie van rechte Zeeufche leenen descendeeren op foonenbinnen 's jaershaer devoir doende tot verheff ten comptoire van de respeftive rentmeesters, met belofte van trouwe ende dienst onder fchut ende fcherm. Keure van Zeel. Cap. 2. art. 7. 64. Eetaelende brieff-gelt, fegelende overfetterie daer tos flaende, dift. loco., 65- Endeby gebreck van foonen, mogen de Ambachtefi Werden gelost by de dochters off manhooffden uyt der fweertfyde, off oock van moeders fyde, elcx op fyn rangh ende ordre dict. Cap, art. 8., 66. Mits doende behoorlycke losfinge binnen den felven jaere naer 't verfterff met thien grooten vis., op yder gemet ambacht nu genomen by der breete fonder onderfcheid van 't vrie ibid., 67. Behoudens dat Ambachten verbetert werdende volgens den Placcate van de Ed.Mog. heeren Staten van Zeeland* in dato 21 Oaober 1653, met betalinge van tbien ftuyvers voor elck gemet by der breete, 68. Veranderen in goede ende onverftereffelicke erf-leenen invorgen niet connen vervallen aen den Graeff, als hjf felon e ende moetwillige confhimacie. 69. Hebbende in alle fuccesfien een jaer en fes weken tot hei  ( *83 ) het verhef, ende fulcx vetfuymende nltyddaer toe moetende werden geadmitteert onder betalinge van dobbel heer-gewaet. 70. Onfplisbaerlyck daer infuecederendedenaesteingrnet, de outfte op ftraet, mans voor vrouwen , als blyckende by 't voorfz. Placcaet d'Anno 1653. 7if •■ ■ ■* Alle welcke Ambachtsheeren in Zeelandt voor defen £en lichaam van Ridderfchap hebben gemaeckt. 72. Generalyck hebbende recht tot het ftellen van Schouren of Bailliu, Schepenen ende Secretaris, Dienaer, bode ende pluym-grave, totbedieninge van hareJuftitie, Keure van Zeel. Cap. 1. art. 36, data enim jurisdiétione, ea quoque conceffa eiTe videutur finasquibusea explicari non poteft C. 2. ff. de jurisdict,. 73- Ende gemeeudelyck oock, by krachte van patronagie laycael, fondatie off donatie van Kercken en Capellen, het recht van collatie van de pastorien, cappellerien, costerien, fcholasterien ende andere beneficiën daer aff dependerende, by accordt tusfchen de Ed. Mog. heeren gecommitteerde Raden ende d'Ambachtsheeren vanZuytbevelant in den jare 1581. gemaeckt. 74- - Excyfen ende opflagh, met thol die ia de Dorpen ge. _ heven worden by Oétroy off investiture, off immemo» riale posfieu, comen mede ter dispofitie van de Ambachts* heeren.. 75- Als mede de Dwangmalerie, dia. art.2. iu de ampliaiie van de Keure^ M 4 *ten*  C184 5 76. Item dienst van de opgefetenen met wagens endepeerr4en op 't believen van de Ambachtsheeren, Keure var» Zeel. Cap. 2. art. 18. 77- Gelyck mede de Ambachtsheeren toebehooren de veren ende pasfagien, daer geen titulen ter contrarien fouden mogen wefen, art. 2. in de ampliatie van de Keure, 78 Ende voorts alle het gene dat den Ambachte behoort te volgen met rechte, ibid., 79- Ende daer aff fy payfibelyck gebruyckt hebben, ende fonderlinge oock geprescribeert, ibid., 80. Souder andere titulen daer toe van noode te hebben, Keure van Zeel. Cap. 2. art. 2. 81. Ende by aldien hier in iets bevonden mochte werden, dat tegens den dienst ende ruste van de Provintie foude mogen fchynen te flryden, daer over prefenteeren de Ambachtsheeren te comen in conferentie met de regeeringe. 82. Om by recompenfle van 't Equivalent off diergelycke wederom te werden gededomageert. Referverende wyders meergemelte heeren Ambachtsheeren alle verdere ende andere preëminentien ende gerechtigheden , die haer Ed. als noch uyt krachte van de brieve van investiture foude mogen componeren. N- Extract uit de Notulen van de Ed. .. . . Mog.  C 185) Mog. Heeren Staten van Zeeland; rakende de differenten tusfchen de respective Ambachtsheeren in Zuidbeveland en den Rentmeester Bewesteu-fchelde*, Den n October 1679. j£s ter Vergaderinge voortgebracht een Requeste van de Ambachts-Heeren in Zuyt-bevelant, tegens den Rentmeester van Bewesten-fchelt, teroorfaecke van feeckere caufatie by den gemelten Rentmeester gedaen, tot laste van Hendrick Scheele, fich titulerende Bailliu van Coudorp en Drywege. Waer op wefende gedelibereert, is goetgevonden en verftaen, de voorfz. Requeste te Hellen in handen van de Heeren Gedeputeerde, die jeghenwoordigh uyt yeder Lith op de Finantien en andere faecke befoigneren, om defe faecke nader te examineren, en volgens haer Ed. Mog. voorgaende intentie, de felve, foo het raogelyck is in der minne tusfchen Partyen te-vinden. Den 19 Oftober 1679. Is gelefen de Requeste van Robbert Ervaert, byprovifie als fubftituit bedienende het Rentmeesterfchap van Bevvestenfchelt, hoe dat de respeftive Ambachtsheeren van Zuytbevelandt, dagelyks meer en meer komen te empieteren op het Recht van de Graeffelyckheyt; jae foodaenigh dat het den Rentmeester niet langer mogelyck is, de gerechtighöyt van de Graeffelyckheyt nae behooren te konnen maintineren, foo daer inne niet en worde voorfien; oorfaecke waerom deu fuppliant in fyne voorfz, qualiteyt, verfoekt, dat U Ed. Mog. gelieven te interpreteren ende te verklaren, wat recht de Grave volgens de Keure van Zeelant ende haer Ed. Mog. Placcaten is competerend.e, alfoo haer Ed. Mo. de voorfz. interpreM 5 ta-  r 201 3 Üoor verkoop geheel vervreemd worden :Meri heeft in het aanhangzel bh i83 en 189. opgemerkt, hoe een gewezen Burgemeester, Willem Jansz. Oliphant, om gevorderde achter-? ftallen van rekeningen, haar door Rechtsmiddelen tot voldoening perste,en zyn gepleegde geweld trachtte te wettigen; dit zal naderblyken, en ook hoe men genoodzaakt is geweest met den zeiven tot verdrag te komen, als men de bylage E 1, 2, 3, 4 en 5 doorziet. Uit eenige latere Schriften door mynen kundigen Vriend de Heer Lambrechtfen uit de vergetenis gerukt, blykt het, dat ten jare 1684, deze Stad nog als een Eiland bekend was, en aan den toenmalige Heer Willem leSage, Heer van Oost-kapelle voorgeflagen werdt, het aan eene of twee zyde wat te laten bekrammen; dat ter zelvertyd de gras-etting daarvan, nog tot/12:'sjaars in pagt opbragt; dat te dier tyde nog geduurig fteen en andere bouwftofferi van daar werden gehaald; ja dat in 'tjaar 1690. voorgemelde verhuuring der gras-etting nog plaats hadde. Ten aanzien der Heeren dezer Stede uit den Huize van Kervinck, kan nog gevoegd worden , dat die Willem van Rommerswaal, van wien hier voren bl. 90.is gewaagd, was Raadsheer van Hertog Aelbrecht van Beyeren en als kiygsmar» onder de Ridderlyke benden in het _ P 3 te  (; £02 ) beleg van Gorinchem, waar by nevens Heet Ciacs Kervinck van Remerswaal, Heer vanLo dyck in t jaar 1403. in eenen uitval gevangen genomen, aan zyne bekomene wonden overleden en vervolgens te Gorinchem in de Parochie-kerk eerlyk begraven is geworden (b). Zagen wy bl. 91. hoe ten jare 1744, eene Marquis van Espinayzig als Heer dezer Stede kwam op te doen: zoo is ons nader gebleken, dat deszelfs Vader (of Grootvader) in 't jaat 3686. Heer Frangois D'Lespinay, Marquis de Boisgroult enz. zig qualificeerde Erfgenaam te wezen van den Huife van Lodyck, Reymerstvale, Weelden, NieuwStryen enz., die als zoodanig eene procuratie pasfeerde op Chris, tof el van Giels, voor den Notaris Nicolaas Huygens te Rofendaal, om zig party teftellen tegen die zig hier de beheering aanmatigden. Het jongfte Wetagtig bewys aangaande Leenvolging in dit eertyds zoo aanzienlyk goed, zoonars die van den jare 1668 tot 1675 terStemïolle Bewesten-fchelde bekend ftond, is re vinden in de bylage F., daar te gelyk uit fcïykt, dat van w/gen de Graaflykheid hier m indeel verkogt was, mogelyk te voren Ook, welke die kunnen geweest zyn, waar tvan de Marquifen van Espinay nieenen eigenaars • (J) A. Kemp. befchryv. der Stad Gorinchem en Lan* Arkel bl. 131 en 13 a-  C 203) ■fi'aars te wezen, dan verzuimd hebben verhef te doen. Wat het Stedelyk bewind betreft, heeft men alleen aantemerken, dat bylage E. $. uitwyst, dat in 't jaar 1589, Painvels Costerius hier Penfionaris was: zoo als in 't jaar 1597. Jan Verhagen of van der Hagen, ons als Secreta-. lis voorgekomen is. De verdronkene Ambachten betreffende» daarvan is my ten aanzien van Broeke * Steen* vliet, Hinkeloort en Ouiverdingen gebleken, dat die den 24 van Lentemaand 1396, door Hertog Albert van Beyeren zyn verkogt geworden aan Heer 'Jan van Arkel, met alle haarc gevolgen van Hoffteden, Vronen, Voorhoven, Meulen, Meulen-ftal, Vogelryen, Visfcheryen buiten en binnen, zoo cn gelyk die door Heer Guye Grave van Bloys van de Graaflykheid ter leen gehouden werden, en zulks tot een recht of goed Zeeuws leen; terwyl de Heer van Arkel daar over nader verdrag met den Graaf van Bloys fchynt getroffen te hebbenen). Hoe zulk een verkoop en overdragtkon plaats hebbes by het leven van den bezitter, welke niet blykt, dat door misdryf deze Leenen veibeurd had, komtduister voor, temeer als (O A. Kemp, befcbryv. eter Stad Corincben ea LansS1 £ Arkel, bl. 139, 0 4  C 204 5 *Is men zulks aan geen openbaar geweld en willekeurig gedrag van een Vorst wil toefchryven, die geen eigendom eerbiedigde en waande alles recht te wezen, wat zyn grilzieke wil goedvond te gebieden, evenwel de Graaf van Bloys zal van ander begrip zyn geweest, om dat Arkel met hem nader verdroeg: Ons zyn gecne openbare Hukken onder het oog gebragt, om het een en ander in volkomen licht te Hellen; dit is zeker,dat het oude en magtigHuis van Arkel in dit gedeelte van Zuidbeveland, zig ook heeft weten uittebreiden, gelyk terftond nog nader blyken zal; 't welk egter van geen langen duur kan geweest zyn, aangezien de geheele ondergang van den Doorluchtigen Arkelfen Stam niet ver meer afwas, en zy niettegenftaande een hardnekkigen teo-enftand wel haast voor het Graaflyk geweld bukken moesten. Het Ambacht van der Kreken , was almede een eigendom van de mogende Arkelfche Heeren, zoo wel, als nog andere Dorpen en Sloten in het Zeeuwsch Gewest, 't zy die op evengemelde wyze of anders verkregen waren, deze zullen ook met het treurig einde dier hooghartige Heeren aan andere eigenaars vervallen wezen; offchoon het eigendom van het Arkelfche Huis bl. 106. reeds aangefiipt, was, dit hier herhaald, om dat een geloofwaardig op«  £ 205 5 'öpdelver der Oudheid het nader bevestigd (d)7 Omtrent anderhalf Eeuw daarna, Ao. 1542, als deze Heerlykheid een geruimen tyd door de Zee overwonnen en bedolven was, ftond nog als eigenaarfter van dit heerlyk goed, en het Slot dat daar te vinden is geweest, bekend, Vrouwe Johanna van Haldviyn, Huisvrouwe van Heer Jan van Silly,Ridder, welke,voor de overftrooming, daar voor een eeuwige erfpagt van JL 4: vis. jaarlyks fchuldig is geweest, buiten en behalven dat dit Adelyk Slot een open huis voor den Graaf en zyne nakomelingen, Graven en Gravinnen van Zeeland,blyven moest, en men daar geen fchuilplaats aan ballingen en misdadigers verkenen mogt;waar voor gemelde huis met omtrent 40 gemeten lands, gelyk ook nog anderen, die voorn. Heer Silly hier bezat, verbonden waren, als breder blykende is uit de bylage G. Offchoon het Ambacht van Nieuwland bl. ; ÏI3_u8. in zyn ouden en lateren ftand vry klaar is ontleed, zoo kon men niet dan zydelings befluiten,dat daar een kerk was geweest, dit is nu onbetwistbaar, wyl reeds in 't jaar 3513, tot deszelfs onderhoud, zoowel als tot dien van eenen fteenftraat, oorlof gegeven werdt (V) A. Kemp. befchryv. der Stad Gorinchen en Land v. Arkel, bl. 239- O 5  I 2o3 ) verheven op den Heer Nicolaas Stavenisfe (eX Zynde vervolgens by 'sLands Staten den $Fe* bruari 1678 vergund geworden hier Dammen te leggen tot verkrygen van aanwas; hetgeen waarfchynlyk met goed gevolg is gefchiedt; althans het Oélroi tot herdyking werdt den 26 September 1684 verleend,na dat eenige maanden te voren door kwaadwilligen de Dam by nagt was doorgefteken geweest, zeker om daar door het reeds aangewonnene weder te vernietigen (f). Omtrent de Parochie en Heerlykheid van den rAgger ,komt uit de bylage L 1. te blyken,dat, hier eene Kerk was, tot welker onderhoud en verbetering van het Dorp, de Pa-rochianenden 9 Mei 1529, oorlof voor 20 jaren verwierven, om eene accynfe van wyn en bier op te (tellen, mits daar voor eene jaarlykfehen chyns van drie. entwintig duivers betalende. Dit Ambacht, zoowel als deGorsfenen SJyklanden geheeten Hillekershille, sheeren Willeken, Crompfiiet, Poppcndamme — met Ambacht! gevolge ende Heerlicheden metten thienden, Vogelrie, Fisfcherie, vroonen, heempden ende andere als dair toe behoort, metten middeldycken die de Zeedycken bewarende zyn,zyn ter leen Ao.i4i4iiitgegeven geweest aan Wouter (O St. Not. v. Zeel. d'Ao. 1653. bl. 98. (f) Reg. A. de Jonge vsn Brunisfe MS.  t 209 ) kr van üendt — gelyk de bylage L 2. aanduidt? 1 Met welke uitgift vernietigd werdt de pacht der Gors-huur ter fomme van 4:16: -vis. die die braaflykheid jaarlyks pleegd te genieten, als uit de bylage L 3. breder te zien is. Men merkte bl. 149. aan, dat een DorpO»tvcninge, op oude en latere kaarten gevonden word, zonder van deszelfs beftaan iets meerder te weten: Nu is men zeker, dat zulks oudtyds een aanwezen had, als een deel uitgemaakt hebbende der heerlyke'goederen, welke het 'Huis van Arkel hier had verkregen, gelyk bl. 1205. betoogd is. En wat het zoogenaamde • Kasteel van Machole, en het Vaarwater van •gclyken naam betreft, is my eene bedenking voorgekomen', of hier door niet het Kasteel van Lodycke en hetLodyckfe-gat moet verflaan worden, wyl op de Kaart van Hattinga (dunkt my) het een en ander is gefield, ter plaats waar Lodycke moet gezogt worden; dan was dat al betoogd, zoude nog eene vraag overblyve,waar de naam van Machole vanafteleiden is, en hoe ;die met Lodycke overeentebrengen ? * ZIERICZEE 23 Maart 1793. B Y-  BYLAGEN» fcxtrair. uit de Rekening van Jr. fo ronimus Sandelyn, Rentmeester Êewestenfchelde , d'Ao. *S4? ï waar fo. pp. gevonden word. Van 't Dyckgraeffcip tusfchen Honte ende Hinekelet», 't welck Danckaert Jacopsfoen mus den ouerlyden varj Fiv ncbois vanOpynen in paebte gehadt heeft den tyt van drie jaeren inghaende ten dage van der oüerlydene van Franchois voorn, mits Jairlicx dair voeren tot behouff der Kcyf. Maj. bctnelende al fuleken pacht ende onder al zulckc eondicien gelyck de ?elue van Opynen dat bedient hadde, bteeder btyckende by de Commisfie van den voorn. DnnclrertJ-cop.foeu geregittreert in 't Register van der Cqmraisfien gehouden in de Camere van de Rekeninge in den U«i5e begapende Sint Jans daigbe decollrtissvc.achttiene fo" Cl'ssvi]. Ende alzoe mits der Invndstien gef-hiet Ao. xxx als voeren 't geheel quartier van den'Dyckgracffcepe mede gcinvndeert is ende noch metter Zeeghemeine ligt, zit en heeft defen Rentmeester dair vauniej! ontfangben * dairomme hier .... W1^. jBitracl uit de Rekening als voren, fo. 72 en verfo. Van den pacht van den wilde moeren ende vnytfiae-. gen?  c m) jgeti, qua4erJf,n,4eii ijjg»*»^ hl Zuytbeuelant beoistcri •Yerficke in dluersfche particn aldair, die myn G. Heere die Keyfer ende Eertshartoghe van Oistenryck Prince var» Spaengnen, by huere opene bezegelde brieuen in data den xe in Julio anno negene die geregittreert uaet in 't We ruyge Register fotys exix eude cxx. Ende omrna ïedenen dair inne ver,clairt gegonnen gegeuen ende gelaaten heeft die van der Stadt van Remmerzvvale, ommeds zelue moerlanden te befnten tot eenen euwsücken enda éVffeftcitèn pacht up beuren argeren ende verbeteren, V Veed'er in de voorgaende brieuen verclairt, er.de dit mits cle fomme Van vyfu'enveertieh ponden grooten vlaems üain, die de voorfz. Stede variRe'mmcrzwale gehouden zy:i jaidics tot fin t e maertensmisfe dair voore vuytreycSên erfde' betaelen tot behouff van rny'rien 'genaedigen Heere in handen van zynen Rentmeester vr-.i bèwestcrfchclc ftj der tyt wefende onder meer andere coudicieu enda -voorwarden ereeder ia 't lange in de voorghaeude Rekêrliushe' van dit Remmeésterlcïp verclairt ende gefperificeert. l\Tv yst zoe dat de voorfz. van Remmerzwalo mits der vniucrfie ende groote ïnvn'datfên van dejaeren XX* ende xxsij by den zeiuen de welcke moeren toette? z,ee ghemeen liggen defplate ende Inrecouurabel, zoo zyn die voorfz. van Rem'merzwale van den voorfz. erfpacht ontlast euce on:fh°hen, breederblyckende onder andere zeeckerc oflrcy c-nde gracie by den zeluen vanRemmerzwavan de KeyferliekeMajelieytderzeluer Stadt verleent, gegeuea ia zynr.e genaeden Stede van Bruesfel. den xkj Juuy anno xvc.xxxüj geverflfiiert op den rugge by den Heeren-van-zynder G. Financiën als 't behoorde, dair van copie auctentyeke vp wylen Adolf Hardincs xviije. Rekeuinge van dit Renrmeesteifcip ouergeleuert is, mitsgaders de origi'??.'? brieuen van der verpachting: die de-»j zei-  t 212 3 7elue van Remmerzwaie daer van hadden als geeasfeerfS volgendé 't dispofityfF van den voorn. Odtroye van gracie dus hier .... Niet. c- Extract uit de Rekening als voren,) fo. 92 verfo. ^^"an den pacht van 't veer tusfchen Remmerzwaie ende 't landt van der Tholen, 't welck der weduwe van Daniël Anthonis zoen van nyeuws in pachte genoemen heeft by der bernende keersfe als meest daer omrae biedende vooi den tyt van drie Jaeren achter een volghende, inghaende den je. dach van April xvc. tween veertich voor pais-, fchen, 't siairs omme de fomme van vyf ponden grooten vlaems, blyckende by certificacie onder Scepenen zegel van Reymmerzwale, dair van copie au&entycke hier ouergeleuert wordt, dair omme hier ouer twee derde Jair pachte verfchene den lslsten dach Septembris anno xvc. tweenveertich die voorfz. fomme van vyf ponden grooten vlaems, maickcn in ponden defer Rekeninge . . .xxxo€. D r. Extracten uit de Rekening als vofren , fo. 115 verfo tot 117 verfo. C-^lays Jorys ende Fredicant van Reymmerswale gebroeders die Adriaens van Reymerzwale Heer Claysz. heure vseders ende Joris heure broeders waeren nair vuytwefett Adriaens va 1 den Heetuelde tweede Rekeninghe van dit Rcntmeesterfcip, de fomme van twee ponden vyf fchellingen zeuen penningen vier my ten vlaems, ouer eenfesto deel van denhien ponden derthieu fchellingen zsuen grooten de welcke by Hartogae Ailbrechts brieuen wylen Gra-  ( 313 ) Graue van Hollaudt van deti date des dyfendachs nair finte Pancraes dach in den Jaere xüjc lxxüj zy fchuldich 2yn elcs Jairs te ontfanghen vuyt dit Rentmeesterfcip te wetene vuyt hondert ponden grooten die de Stede van Reymmerzwale jairlics fchuldich is verfchynende t elckeri Mey dair van hier voore ontfahck ghemaici: es voor des opdracht die wylen Heer Boudewyn van Reymmerzwale èen voorn. Hartoge Ailbrecht dede van den Arabochten Ambochtsgevolge ende Rechte die dezelue hadde binnen de vryheyt van Reymmerzwale metzynnen toebehoorten, ende de zelue Renten te houden tot al fulckcn Rechten als hy 't voorfz. Ambocht hielt t welck was tot eenen rechten Zeeufchen leene als dit breeder verclairt es in Guydoi de Baertst tweede Rekenirighe vari dit Rentmeesterfcip i dair omme hier ouer t jair hem verfchenen petri ad viricula ende kermisfe Ao. xvc. xlij voorfz. ij e& v f. vij jïenn. iiij m. vlaems, maicken in munte defer Relienin» gaé . . xüj oC xüj f. vij gr. D f- Jouffr. Elyfabeth van Reymmerzwale die hair anbeftoruün zyil by den ouerlydeh van wylen JoufFrou qüyntlne van Reymmerzwale hair moeder was die wylen Adrïaens van Reymmerzwale heurs broeders waeren, die fomme van twee ponden vyf fchellinghen zeuen penninghen iiij m. vlaems, ouer t zeste deel van xüj of xüj f. vij. gr.' t welck by brieuen ende redenen geroert in 't naistevoorghaende arcicule zy fchuldich is jairlics te hebbene vuyt defen Rentmeesterfcip, daironime hier ouer een jair verfchenen petri ad Vincula ende kersmisfe xvc. xlij voorfz." volghendeoickquytancie hier ouer geleuertdevoorf.ijoC yf. vij gr. iiijm. vlaems, luaickea . . . xüj o€ xüj f. vij gr. Hte Deel. f Jouf.'  d 3. Jotiffrou Magdalena vsnCats dochter Mer. JanPïeterft» zoen inzynnen leue Ridder ende Prefident van den grooten Raide tot Mechelen, gebenrt by cauelinge endetransporte van haer broeders ende zusters gedaen voor leenmannen der Graeflicheyt vanZeellandt den elfden Aprilis xvc. sxxvij nair paisfchen, die wylen Philips van Cats heurs ooms waeren breeder blyckende by Adriaens van den Heetuelde derde R.ekeninge van dit Rentmeesterfcip, die fomene van twee ponden vij fchellingen zeuen grooten iiij m. vlaems; ouer een zeste deel van xüj oC xüjf. vij gr. t welck by brieuen ende redenen in t tweede voer» gaende articule hair jairlics toecoemen 't ontfanghen vuyc dit; Rentmeesterfcip ende die zy houdende is 't e«nen rechten zeeusfchen leene, dairomme hier ouer een Jair haer verfchenen petri ad vincula ende kersmisfe xV. twee enda veertichby quitancie hiér ouergeleidt de voorfz. ij r3& vij gr. iiij ra. vlaems vuytmaickende hier xüj 06 xüj f. vij gr, d 4- Van der zeluer Jouffrou Magdalena hair gecoemen bfcauelinge ende transport als bouen eene fomme van dertien fchellinghen vier grootenachtien rayten vlaems,ouer een ixe. deel van xüj oC xüj f. vij gr. ten zeluen pryfa die wylen Heer Gheerts van Reymmerzwale Ridder etc. plach te hebbene hem gecoemen van wylen Jacop van Reymmerzwale zyn vaeder was tot eenen rechten zeeusfchen leene als bouen, dairomme hier ouer een Jair der 2eluer Joncvrou verfchenen petri ad vincula ende kersmisfe als voeren, by quytancie hier ouergeleuert, de voorfz. rscx f. iüj grooten vlaems valent . . . ix q£ ij f. iiij gr.  D 2. Jacöp van Reymmerzwale byhem vercregftenby transf orte ende óuergifte van Jacop van Reymmerzwale JanS 2*en vadere, die fomme van xxxf. iiij gr. Xviij m. vlaems ouer een gelyck negende deel van xüj xüj f. vij gr. yls. die hy Jaerlicxs dutfangende is gecoemen van wylett Jan van Reymmerzwale zynen groot vaeder; ende van t ferfuek van defe Rente mitsgaders den heergewaeden vari dien, es tot behouff der Keyf. Maj. dntfanck ghemaiétin wylen Adolff Hardincs xije. Rekeninge van den partien txtraordinaris de anno xxxiij fo. iiij. daeromme hier ouer 't Jair verfchenen perri ad vincula als vooren by quy-» .cancie hier ouergeleuert de voorfz. xxx f. iiij gr. xviij fo. maecken , . . , ix oS ij f. iiij gr. ob. D 6. Üe voorn. Glais van Reymerzwale Heer van LotlycS Heer Adriaens zoen voor hem alleene de welcke houdt •ick van der Graeflicheyt tot eenen rechten zeeusfchen leene te ontfangeuvuy ten voorn. Rentmeesterfcip de fora-, me van veertich ponden t ournoys hem aengecommen en«Ie befloruen van den voorn. Adriaen van Reymerzwale zynen vadere ende Jofeph zynen .... wien die gege. tien zyn gelyck dat breeder ende volcoramelicker blyct ende verclaert ftaet inGuydo deBaenst tweede Rekeninge van dit Rentmeesterfcip ende by den brieuen aldair geruert dair omme hier vanfintemaertens misfe anuoxvc, twee ende veertich tyt defer Rekeninge by zynder quytaririe als vooren ouergeleuert, de fomme van xl oézwar-; te tornoys makken . . . . xl o£. Extracten uit het Schepenen RegiJ* tet van Poortvliet, P a * Jht  ( siS ) E t. 8 Juni 1587. \i\\zoe Willem Jansz. OHpïMt oudt burgemeester dèt Stede Rometswael verftaen heeft, dat de jegenwoordigè 'regeerders der voorfz. Stede pretendeeren te vercoopen zelcer landen toecoménde de pastorie en pastoor tot Romerswde voorfz. deweicke hem midtsgaders de pachten van dien fpecialyck' verbonden zyn te wyle 't flodtzyner Rekeninge van de gedebourfeerde penningen tot oorboire d»r voorfz. Stede wtgegeuen voldaen is, conform d'afts 'daer af zynde, breeder in tyden en wylen te deducerene. ^00 is 't dat den zeluen rciioueertmidts defen zynevoör«ende protestatie zoe tegens de vercoopers als coöpers, "enen yegelicken van hen in 't byfonder, en wel willende midts defen een yegelyck die 'taengaen machgewaerfchoudt hebben ten eynde niemant eenige ignorantie ofte tituluffl fidei pesfeSfloMs mach pretendaeoi Alzoe de Gecommitteerde van der Stede van ReymersVwïè »*« vercoopinge van zeker parthien van Lande gelegen binnen de Heerlicheyt van Poortvliet den voorfz. Stede competereude, geboort hebben het protest tegens de voorfz. vercoopinge gedaen doen by Willem Jansz Ohphant, in prefentie van Bailliu en Schepenen alhier mitsgaders verfcheyden ommeftanders en cooplieden , en dat door het zelue protest de voorfz pr.nhien ongelyck min gegolden hebben dan zy weUndersfms zouden gedaen hebben. Soe is 't dat de voorfz. gecommitteerde geprotesteert hebben en protesteren by defen tot laste van den voorfz. OU. gunt, omme in tyden en wylen op hem en zyne goeden ' tê verhalen al zulcke fchadeftefl Interesten als de voorfz. Stede van Reymerswate duèr zyn. bouenSefcbTeuen protest tal doceren geleden te hebben. °P  E »• Op denxijejuny 87, compareerden voor Schepenefi ondergefchreuen Jacob Adriaensz. Bailliu, Claes pietersz. Borgmeester en Pauwels Costerius Secretaris van Romerswale van wegen en vervangende de Magiftraet aldaer ter eenre, en Willem Jansz. Oliphant oudt burgmeester der voorfz. Stede geasfifteert met Emanuel Oliphant Bailliu van Vosmaer en Jan Willemsz. zyne twee fonen ter andere zideu; de welcke respeftiuelyck verclaerden, dat nadien ouer eenige Jaren zekere questien *n querelen gerefeu zyn tusfchen den Magiftraat van de voorfz. Stede en den voorn. Oliphant, daer van dezaecke tegenwoordich by Relyff reduaie is hangende voor den J-Jot}g vanHollaiKongedecideert, en om alle verdere questien möyten enoncosten tusfchen hem luyden teeuiteren, oock om dat voortaen alle eendracht, goede vienfchappe en correspondentie binnen der voorfz. StedeRemerswale by hem luyden zoude gehouden ende gecpntinueert werden; hebben de voorfz. contrahenten lntimeiyck alie haer lieder zaecken questien ende querelen hoedanich die zouden mogen wefen egeen wtgefondert, Utevocabel gefubmitteert in 't feggen van vier goede mannen daer toe te verwilligen; belouende zy contrahentari respeftiuelick van goeder weerden te houden alle 't gene by de zelue vier arbiters vóór wtfprake verclaert zal worden, fonder eenige appellatie ofte renunciatie ter contrarie, te vreden zynde tot verfekerheyt van dien, dat al te de pampieren denprocesfeaangaendeeersdaags zullen ontboden worden en gegeuen in handen van de arbiters,' de welcke haer lieden wtfprake geraemt hebbende, alle de onnoodige pampieren en gefchriften zullen casferen ento aietedoen, teen»$ Sept. 1675. Verheven op zyn Zoon Johan van Reygersfrergh als in V regr, A.A.fo. 155. verfo. Hen 12 Mar ty 1675. verheven op haar Zoonjr. IVillemvan liere Heer van Katyyck, ah in t regr. A. A.fi. 140 verfo. Ben 16 Sept. 1669. verheven op zyn Zoon Oen a.6 Noveml* I66g. verheven by) transport op mr. Wil' lem le Sage als in t voorfz. regr. fo. al.verfo. Den2? Mey 1668. verheven op zyn Zoen Johan Weroniinns Huysfen, ah in t regr.W.fo.111 verfo. Den 27 Augs 1668. terheven op J'rJr.mr. JPieter de Huybert, by transport als in f fcgr. lV.fo.21Z' je, fomma van Reymerswaal ijin.vC.Lj gem. jc.Lx roen. Portionaamfen in Reymerswale. 35e Heer Pieter van Reygers- - berge ioógem. rtérJroed. J.VO Jonckvrouw Agnes de Vroe. 1237 59 • {A* pe Heer Govaert van den Berge tot Dordt 128—— 284—— < ,]r. Johan Francois van der Gracht 85 250 .— De Heer Jacob van Reygers- berge 311 29 5vt.3d. Vrouwe Maria vanReygers- berge ï°3 ~—— 209 — 9 — 9- Jonckhr. Johan Huysfen, jongst te voren d'Hr Johan Huysfen zyn Vader. iijc.lüj gem. xxxj R iij voet. D'Hr. Jeronimus van Tuvl vanSerooskerke Heere van Stavenisfe, jongst te voren Jr. Philips Francois Varick. xxxj gem. ijc. xcj R. vj vt.  De Heer Willem le Sage Heer van Reyraerswale IQ2 geai. 145 roed. —— Jr. Johan Hieronimus Huysfen 353 —^-231 3 vt.-r De Heer Pieter de Huybert 31 raai—— 6-——•* Somma Totalis van Reymerswale ijm.vc.Ljgem. jc.Lx roed, H- Extraéten uit de Rekening van Jr-. Jeronimus Sandelyn Rentmeester Bewesterfchelt d'Ao. 1542. afwaar fp. 104 en verfo in ontfsmg verantwoord word. V an den Asfyfe van den Wyn ende bier des prochie van Nyeuwelande geleghe in Zuytbeuelant, de welcke de gemeene Ambochtsheeren ende Inwoenders der zeluer prochie by Oftroy der zeluer Keyf. Maj. aldairgeconfenteert is geweest van nyeuws op te (lellen voor eenen tyt ende termyn van veertien Jaeren jlanck gedueiende ende achter een volgende, beginnende ende inghaende terexpiracie van andere des Keyf. Mi j. brieuen van Oétroye op gelycke excys van den Jaere xvc.xiij voor thien Jaeren als doen toecommende den voorfz. Ambochtsheeren eude Ingefetenen gegeuen, behouden dat zy luydeu gehouden zullen wefen de penninghen van den voorfz. excys commende 't employeren ende bededen tot reparatie ende onderhoudenisfe van den Kercken ende calfje der zeluer prochie zoe hemdatoirboirlicxst duncken falende nergens el op peyne dat te verhaelen op hen ende huere goeden; behoudeück oock dat om conftruatie hoogheyt ende opperheyt der voorfz. Keyf. Maj. voirder kennisfe van  van zyne G. Rechten, zy Heden gehouden zyn ter catffc Van defe gratie Oftroye endëaccordë Jairlicx te betaelene tot prouffyte der zeluer Keyf. Maj. ten dage van fintbaaffs in handen van den Rentmeester In der tyt wefende dié tbmme van zes Rins guldens tot twintichftuyvers'tftuckï aier of t eerfte termy verfchyuen foude bamisfe xv^.fesWvintich ende voorts op andere cortdicien ende voorwairden breeder verclairt inde voorfz. opene brieuen van Oaroye die zy daifaf van den Keyf. Maj. hebben, dair of de copie autenticke ouergeleuert is op de thienfteReiteninghe van wyleh Adolf Hardinck fo. Ixxiiij. Ende alzoe by der Invndacien van den Jaere dertich de zelue prochie mede bevloyt ende noch leyt mitter zee gemeen 2oe en heeft defen Rentmeester dair off niet ontfangheo éair omme hier - * Niet' I «. fo. 85. verfo tot 86 verfo. Van den Cheyns van een polderkin liggende op't Oisteynde van den Lodyxer havene ftreckende van dair Oistwairts tot aen den Schinkelendyck van Sint Annen Polder die leyt tusfchen der Stede van Reymerswaele enda ! Lodyk voorfz. quartier van Zuytbeuelandt in Zeeland* ghenaémpt fint Joachims polder, 't welck by Heere Adriaenvan Revmerswaele Heere van Baetenbrouck, da tnomboiren en voichden van de kinderen wylen Heer Jan Pieters zoen in zynen tyt Riddere endePrefident van den ■frooten Raide tot Mechelen, ende Pieter Bloes zoen als voocht van zyn huisvrouwe quyntyne van Reymerswaela allen Ambachtsheeren van Lodyck ende van den ouden Lande vanReyuiersvvaeleiu'twesteynde vannyeuwsvuyc gegeuen is geweest omme te bedyekeu vuyten fouten u  CO Valkenisfe heeft een eigen Gerecht,beftaan: He uit een Schout, drie Schepenen en een Se» cretaris, die door een Bode bediend worden; terwyl het Dykbeftuur door een Dykgraaf, twee Gezwoorens, en een Penningmeester word waargenomen, en de waterpenningen vier fchellingen per gemet beloopen (d). Van het Dorp Valkenisfe valt weinig te zeg» 'gen by gebrek van aanteekening, dan alleenlyk , dat de reeds vermelde vloed van 26 Januari 1682, alle de huizen op drie na gefloopt heeft,en terzelverftond hier veele beesten in 't water verfmoorden;terwyl het egter zeIer is,dat hier een kerk met een dikken toorn, die ten baken ftrekte voor die van Antwerpen naar Holland of Zeeland voeren, benevens cen molen te vinden was, en dat aan het Gerecht dezer Parochie tot onderhoud van de Dorps-werken,den 29 April 1626, by'sLands Staten vergund werd eene plaatfelyke Accyns ,van Tappers ot Herbergiers te heffen3 als, op ieder ton zwaar bier eene gulden, en van elke aam rynfche, fpaanfche en franfche wyn vier guldens, voor den tyd van vyf jaren; ■welk o&rooi den 16 September 1631 , 18 April 1641, 1 Juli 1650, 15 Nov. 1655, zo Maart 1660, 7 Juni 1666, en n Februari 00 Naamw. der Stad Goes d'Ao. 17S9. bl.-5, 8$„  Cr) X^;ié$êa} is vernieuwd en verlengd gewordt Gerecht verzogt den ii Februari 1673, een Balans te mogen opftellen, en van ieder honderd wegens vlas zes grooten viaams teontfangen, ten onderftand van hun Armen, die des zeer benoodigd waren; dan daarin werd het advies der Rekenkamer gevorderd Van de kerk-ftaat, zoo als die voor de verwoesting was, is weinig te vermelden, dan dat men in het geestelyke hier onder het Bisdom van Utrecht eerst, daarna onder dat van Middelburg, en tot het Dekenfchap van Zuidbeveland behoorde. Dekerk of welde bediening derzelver ftond ter benoeming van den Deken en het kapittel van Sint Salvators kerk te Utrecht; zynde hier ten jare 1464,Pastoor geweesr Johan Rouper (f). Het 1» meer dan waarfchynlyk, dat met den Allerheiligenvloed van't jaar i#o, het kerkgebouw hier in zoo verre zal verwoest wezen, dat het mogelyk tengebruike, zonder merkelyken onderftand, niet meer bekwaam was; wanneer men de beroeringen in kerk- en burger-ftaat, die reeds 0 aan- r ^ c, Nrtf v Zeel. d'A». lösö- bl. aoo. d'Ao. & & ï^V* ao2. d'Ao. 1655. bl. 241. d A°- ,l66°' bL 39> i666. bl. 195. d'Ao. 1673 b». 46. (f) Qudb. eu Geft. va» Zeel. II D. U. ,  t 8 ) aangevangen waren, 'er byvoegt, dan is het niet zeer te verwonderen, dat men, na den overgang en de hervorming van geheel Zuidbeveland, omtrent deze Heerlykheid niets meerten aanzien van den godsdienst aange teekend vindt; alleen weet men, dat 'sLands Staten den 14 Juni 1659,bewilligde in het aanliellen van een -Schoolmeester te dezer plaats (g). Daar zoude oudtyds te Gawege, een gehucht onder dit Ambacht, een kapel geftaan hebben (h). Men zal, om degemeenfchap die deze Heerlykheid altoos met Waarden ten aanzien der , Zee-weeringen gehad heeft, in het befchryven van laatstgemelde Ambacht, nog dikwils Van haar moeten gewagen, en byzonderheden opgeven. Het is zeker,, dat een edel geflacht aan deze Heerlykheid den naam gegeven, of van dezelve ontfangen heeft, dan, of zy oudtyds hier cen fiamhuis, dat is een flot tot hun, verblyf liadden, kwam my niet voor, offchoon het niet onwaarfchynelyk is. Smallegange in zyn Chronyk bl. 711 en 713, geeft een geilachtlyst dier edelen op, daar wy niets op zullen aanmerken, en 'er alleen byvoegen, hetgeen die fchryver of overgeflagen of niet geweten Jieeft. M tv^iUK-Ik;' • ■ mh f» St. N. van Zeel. d'Ao. i6"5p. bl. 63 en iss, (h) Tegeuw. St. v. Zeel. II D. bl. aSo.  (9) Witte de Valkenisfe eh Ar noldus waren broeders, zy leefden nog in 'tjaar 1283, en waren onder die, welke den Abc en Monniken des klooster van Affligern vryheid van tol op de Honte fchonken: ook wordt in het verdrag deswegen getroffen gefproken van Heer Ada ingehuldigde van Valkenisfe, en in een nadelen brief op den eerften Zondag van den Advent 1284 gegeven, wordt die zelve genoemd Heer Abda Priester van Valkenisfe. Aarnaud van Valkenisfe, Priester, wasten jare 1407, onder de edele bevechters van het ilerke Hagefteyn (i). Nlcolaes van Valkenisfe, was ten jare 1460, Aarts-diaken te Antwerpen, en ftond als getuigen over een verdrag tusfchen het kapittel te Antwerpen, en de Paters Minderbroeders aldaar (k). Het kan dezelve niet wezen, welke by Smallegange in zyn voorgemelde lyst gezegd worde getrouwd te zyn geweest, en in't jaar 1470, op Rilland begraven. Lambert van Valkenisfe, Ridder gemaakt ten jare 1426, in den flag voor Brouwershaven ; alwaar dood bleef Andries van Valkenisfe. In den jare 1511 verkogt Philips van Vaïke- nis- (f) S. van Leeuwen Batav. Uluftrnta bl. 1209. (£) J. C. Diercxfens Antv. Chrisco Crenfens Tora. III. bl. 7.: A 5  Kxo> 'nisfe deze Heerlykheid aan die van Stapte «k Cock van Opynen. Van welk laatst geflacht, het hy alliantie gekomen is aan dat van La Torrs. Margarita van Valkenisfe, Religieufe of Mater in 't Carmeliten Convent te Oorfchot, Meyery van'sBosch, den 5 Februari 1656 0verleden, werd by de Roomschgezinden van iiaar tyd voor eene heilige gehouden, door wier voorbidding veele wonderlyke genezin-. gen gefchieden, waarom haare grafftede van alomme bezogtwerd, en 'er zeldzame geruchten desaangaande zig verfpreiden. Dit bewoog hunne HoogMogenden om het Iyk te doen ontgraven , en door den vermaarden ontleedkun&\g 'dat voorn. Margarita van Valkenisfe een Broeder had Jr. Filips van Valkenisfe, Heer van Hemelisfen, Callebeken, Raad en eerfte Secretaris, en bewaarder der oude charteren van Antwerpen, die ten jare 1663 nog in leven was: meene wel hy de laatfïe mansoir van dat aan-, ^ienlyk geflachc is geweest. Van het geflacht der Edelen van Valkenisfe, was deze Heerlykheid als gezegds, overgegaan aan de adelyke ftam van LaTorre,wzzï van reeds in 't jaar 1644, Jonkheer Francois ie la Torre als Heer voorkomt (m). Welke heeft agtergelaten Jonkers Philips, Charles en Hendrik, benevens Jonkvrouwen Margarita, Juflina, Ifabella en Maria de la Torre, aan. alle welken op 27 Maart 1664, oétroi werd verleend, om van hunne Zeeuwfche Leengoederen temogen disponeren (n). De laatfte, welke my voorkwam tot deze Edelen betrekking te hebben, was Vrouwe Jfabelle de Boyfot, weduwe Vrouwe van Valkenisfe, Moeder en Voogdesfe van haar oudflen Zoon Jonker Johan Louis de la Torre (0). Even zoo als dit heerlykgoed von de Edelen van Valkenisfe tot die van La Torre is overgegaan , zal het ook aan het bekende huis van Spangen gekomen wezen, want ik vinde, dat ten Qit) Boxh. op Reygersb. I D. bl. 424. («) St. Not. v Zeel. d'Ao. 1664. bl. 143. ibid. 6 Juni 1665.  t # > ten ja&e 1789 hier Heer was justus Comelis Philihertüs Philippus Graaf van Spangen (p die waarfchynlyk den opvolger is' geweest van Jonker Ludovicus Baron van Spangen, die in 't jaar 1753, Heer van Valkenisfe genoemd is (q). O) Naainw. der Stad Goes'in Zuidbev. d'Ao. 1785?. bl. 64. <$) Tegenw. Staat van Zeel. II D, bl. 562. 0&  HEERLYKHEID V A N . " A A IDE Ni ]Deze Heerlykheid paalt ten oosten aan die', van Valkenisfe, terwyl zy noordelyk op van het Ambacht van Krabbendyke door de zoogenaamde Krabbcndykfche Vliet gefcheiden word, verder ten noorden aan de Heerlykheid van Kruiningen ftoot, en ten westen zoowe! als ten zuiden door de Honte of Westerfchel-' de bepaald word. De geheele uitgefirektheid van dit Ambacht bevat aan fchotbare Landen i868 gem: 2691 roed; Vroonen 39_ I2^_~^ (r) te famen i9°3 gem: 9?! ^tdt De naams-oorfprong van Steden en Dorpen met zekerheid aantewyzen, is veeltyds aart zwarigheid onderhevig, en komt op gisfingen uit; zoo is het ook hier, men weet, dat het wo'ord Waarden Voorlanden van loópende Ri- vie^ CO Naamw. der Stad Goes d'Ao. 1783- M- Ioe«  van Zuidbeveland zoo dikwils gevoel had," .hier'den geheelen ondergang van het kasteel voltrokken, en niets dan de gedachtenis daar^ van overgelaten hebben. Stek men het kasteel hier te vinden, in '£ jaar 1247 al" kan belegerd zyn geweest, dan moet zyne (lichting en het aanwezen van het Dorp veel vroeger'aanvang genomen hebben f dan wie zal bepalen wanneer? fchoon men in Jt algemeen kan zeggen dat de Deen'en in deix Eeuw eerst Zuidbeveland het hoofd boven de Vloeden deeden verheffen? ( Het is ongetwyfeld, dat zedert de Honte met de Schelde en Noordzee gemeenfchap oeffende, alle,doorbraken en overftröomingen, die de nabuurige Ambachten teisterden, ook dezen oord niet verfchoond zullen hebben, dan men was.niet bedacht, om door aanteekening den nakomeling van merkwaardige gebeurtenisfen te doen kennis hebben,en klagen, wy over de nalatigheid ten dien opzichte in afgelopcne Eeuwen plaats gehad hebbende, toen de fchryfkunst alleen by de geestelyken gevonden wierd? waar bevlytigt men zich in onze dagen om van aanmerkelyke gebeurtenisfen in gerechtelyke fchriften de kennis tot het nageflaeht te doen overgaan? geen wonder dan, dat ook hier zulks niet gelchied is. Het eerfte dat men vanovcritroomingen hier leest, is  t f) ïs volgens Smallegange Chron. bl, fia* tétï jare 1471 gebeurd, dan het kan waar zyn, dat die fchryver zig een jaar vergist, wyl Outbofi in zyn verhaal der watervloeden hl. 435. or>; dat jaar van geen vloed gewaagt, maar wel tert jare 1470, dien hy den tweeden Allerheiligen; vloed noemt, om dat die op den eerften No« vember voorviel, daar de eerfte vloed van dien' naam reeds in 't jaar 1170, had plaats gehad4 Öuthof haalt tot bewys aan Oudenhoven, Cim-i berfche Oudheden hl. 97- «1 deszeIfs 0ud e* Nieuw Dordrecht hl. 83, zoo dat men deszelfs; gevoelen liefst omhelst, hoe het zy, deze' Heerlykheid en die van Valkenisfe liepen on^ der, waarom haar vergund werd vrydom vatf fchot voor vier jaren, en nog voor andere viet. jaren halve vrydom van fchot, ten einde daaf door in het herftel der Dykbreuken gefteikttq' worden. Men twyfele niet, of de zeer bekende vloe^ den van 1530 en 1532, zullen ook hier den1 landzaat op den oever zynes ondergangs hety ben gebragt, waarvan nog een echt getuigenis voorhanden is, zynde een uittrekzel der reke<( njng Bewestenfchelde d'Ao. 1542. fo.79 en8»Jf te zien bylage A. Waar uit mén leest, hoef door den vloed van 't jaar 1530 is verloorenen' nimmer herdykt, eene Polder genaamt Zufi terfdnt, groot 275 gemeten. Waarvan onder; U Stuk. B Vab  Valkenisfe 183I gem. en in Waarden 86 gerrj; ï 18 roeden behoorde; verder is de derde Allerheiligen vloed den 1 November 1570, hier niet minder dan elders merkwaardig geweest. Waarden brak in aan de zuidzyde door den groenen-dyk op twee plaatfen te gelyk, waar door deze Parochie niet alleen, maar ook te gelyk Valkenisfe overftroomde, waarvan nog twee weelen zyn overgebleven. Wilde men de Zee haar prooi ontrukken, moest Vorstelyke hulp en macht ingeroepen worden, 't geen te weeg bragt, dat Koning ?ilip den 6 September 1571. Oétroy verleende aan die van Weerde ende Valkenisfe metten JVestveer polder om hunne ingevloeide Landen ie beverfchen ende bedycken by égalé contributien , onder eenen Zeedyck, welk Octroy zeer omflagtig is als bevattende alle de mitfen cnbe» palingen, onder welke van 'sKonings wegen onderfcheidene vrydommen wierden toegeftaan (u). Heeft deze Heerlykheid tegen een overloop van water fteeds te ftryden gehad, niet minder' geducht zyn de grondbraken hier geweest. Ten jare 1591.trof haar, eendiergelyk lot, waarom de Ingelanden zoo van Waarden als Valkenisfe onderftand by 'sLands Staten ver» aogtea, en wel den C. penning, die op de Landen 00 HL Copul. ter Rekenk. van Zeel, fo. 565—575*  tering voor eenige jaren; op welk verzoek dèï '8 Juni 1646, het goeddunken van de Reken» kamer werdt gevordert (w). De Vrede te Munster ih 't jaar 1648. gëfic* ten, bezorgde wel, dat de vrees voor inval :-van wreedaardige Vyanden kon worden afge'legt, dan de geduchite vyand, het water, bleef geltadig hier zyne aanvallen voortzetten; tot dat twee ontzachlyke Vloeden van 26 Januari 1682, en 8 Januari 1683,hier eenen geheelen ondergang Icheenen te veroorzaken. De eerfte dier watervloeden gebeurde des avonds tusfchen zes en zeven uuren , wanneer eerst de £eedyk te Valkenisfe, en met een de binnen Dyk tusfchen Waarden en Valkenisfegenaamd de Groenen-dyk doorbrak, waardoor veele • beesten in beide Ambachten, zoowel als ingezamelde veldgewasfen, verloeren gingen, de opvolgende nagt en donkere Maan vermeerderde de fchrik en de ontzetting. De zoogenaamde Kasteelberg, als het hoogde in Waarden, was de plaats, waar menfehen en ves hunne behoudenis zogten. Straks viel men aan 't beraadflaan, hoe de Dykbreuken tehef•ftellen, en voor nieuwe rampen zig best mogelykte beveiligen; het befluit zoo der Ambachtsheeren als Ingelanden, was het Dorp van Valkenisfe buiten te dyken; zeker was hard (V) Sc, Nsft. v. Zeel. d'Ao. bl. 1S3 >  hard zulke" opofferingen te moeten doen; als waardoor het tydelyk beftaan van veelen afgefneden werdt, en zy genoodzaakt werden, om elder te gaan zwerven en veilige woonplaat* optefpeuren. Al den 3 Maart 16B2, werd eene nieuwe Zee-Huis aanbefteed, welke, zoowel als het floppen der grondgaten en weder droogmaken van dit geheele Ambacht niet minder dan «C 2490 : vis. is komen te kosten, 't welk hoe zwaar om te dragen, nog te overkomen ware geweest, was de Zee den 8 Januari 1683, geen nieuwe verwoesting komen aan-, brengen; de herftelde Dyk by Klaaskens-werf brak andermaal door, het was vrydagtusfchen elf en twaalf uuren des middags , wanneer het water hier inftortede en nog een en een halve voet hooger rees, dan des jaars te voren, waardoor de huizen in het Dorp veel meer dan de eerftemaal befchadigd werden, ettclyke ftorte-, de in, andere ftonden om te bezwyken. De kerk liep onder, tot aan den vyfden trap van. den predik-ftoel. Dit wierd den 18 Februari deszelven jaars van nog hooger Vloed gevolgd,, zoo dat het water in de kerk tot den zesden trap des predik-ftoels klom, en zommige huizen tot aan de daken onderliepen, ja in het oude Dorp alle de huizen daardoor gedoopt werden; dan, hetgeen aanmerkelyk was, by. gemelde drie zoo kort den anderen opgevolgB 3 &  de- overftroomingen heeft geen eenig mehscïi' het leven ingefchoten, en de vlyt ter herftel* Jing bragt te wege, dat den 24 Maart 1683 * '1155 roeden Dyks werdt hefteed van drieiroe* den in den aanleg, 8 voeten hoogte" en zesvoet 'ten kruin voor eC 1520 :15 : - vlaams. ' Het herftel, hoe kostbaar, is niet te vergeefs 'geweest, want geene doorbraken of overftrooïningen hadden hier meer plaats, dan een vyand houd nimmer op hier van tyd tot tyd zyne woede te oefenen, dat zyn teVallen of grondbraken : ten jare 1750 gebeurde 'er een aan de Westveerfchen Polder, juist de plaats waar deze Heerlykheid het meest te Iyden heeft door ftormen uit den zuidwesten, waarom hier al over twee eenwen eene Inlage is gelegt die nog ftand houd. Gelyk ongeval gebeurde den 1 December 1791 , tot herftel van welke terftond - maatregelen beraamd en ter hand genomen wer'den; daar werd op hoog bevel eene hoofdfom van £ 1425: vlaams ten intrest van vier pro 'cento geligt, ter goedmaking der kosten van zink- en beflagwerk, ook tot verzwaar en verJiooging der Inlage noodig, om welke interesten te vinden, zoowel als om de hoofdfom afteleggen, 'sLands'Staten goedvonden, dat van de landen onder Krabbendyke en in den Jleygerbergfe Polder zeven jaren lang zekere gemet-gelden moesten worden opgebragt,zoo f- ■ ' als Sr!  I 83 ) als ook een jaarlykfen onderftand uit'sLands # kas: door alle welke, hulpmiddelen hier, onder Gods zegen, de Zee tot nu toe belet is dezer* vrugtbaren oord te verflinden. Heeft men nu de aanmerkelykfte lotgevallen in hèt waereldlyke belchouwd; die welkenden kerk-ftaatbetreffen, verdienen ook aandacht. MenzalhieruithetHeidendomtothetChris- tendom overgaande, terftond onder de overheerfchingvanRoomfche geestelyken vervallen zyn, want men wil, dat hier oudtyds een commandery van Sint Jans Heeren te vinden is geweest C*;, en dat de kerk ftond ter begeving aan den Deken en het kapittel van Stnt Salvator te Utrecht (y). Hier was ook een Proviforie die een kerkelyk Rechtsgebied misfchien van veel uitgeftrektheid oefende, dan den 29 Juni 1413, vergnnde Hertog Willem van Beyeren aan die van Goes degeestelyke Ja, nsdiflie of Proviforie van Jerficke en van der Waer de binnen haar Stad temogen leggen (XJ, waar door ook dit Ambacht tot het Dekenfchap van Zuidbeveland geraakte, en dat weer at* hanglyk, eerst van het Utrechtfche, daarna van het Middelburgfche Bisdom is geworden. De -erfte ftichting eener kerk te Waarden, ZOQ* (*) Hunnius Zeeuw. Bulfebl. 107. (y< Oudh. en gefticht. v. Zeel. II D. bl. }« Mierjs ChaHttb. IV D. bl. »%,  t *7 > $e Loqae de la Mefe, dat door twee leden der Clasfis nader onderzogt is: zyn opvolger was Jaque van der Veste, elders genoemd Jacofas Ververtius, waarfchynlyk de Zoon van. Louis van der Veste, Predikant te Heinkenszand en Kruiningen. Hy ftudee^de te Leyden, werd den ^24 April 1600 óutboden om te pre-, diken, waarop de beroeping er> bevestiging terftond volgde. Na dezen vindt men , zonder jaar van deszelfs aankomst., vertrek of o~ yerlyden Samuel Brouwers, vervolgens Antbony Aertjen , bevestigdden 19 Januari '1620: wiens zyn vertrek of overlyden ook niet aangeteekend zynde, vindt men alleen, dat in zyn plaats gekomen is Jobannis Happaert, bevestigdden aMaart 1631. Hy had het ongeluk van in het jaar 1638, door den Vyand opgeligt,en naar Aalst in Vlaanderen gevangelyk te worden weggevoerd, maar door verzamelde liefdegaven van de Clasfis van Zuidbeveland en meer anderen , werd hy in het volgende jaar 1639, vry gekogt. Terftond beriep men hem eerst naar ter Wsfe, toen naar ier Neufen, en eindelyk is hy naar de Oost-Indien vertrokken, waar hy overleden is. Pieter Moerman, -beroepen 31 Maart 1639* vechtende te voet, ge\ykAdriaenvanderWae*\ ïe met een vechtende te voet doen moest (e)i Joos en Bouwen van de Waer de gebroeders,' leefden ten jare i54*> en bezaten in Noordmon-, fier, Nieuiverkerk en Baersdorpshouck i$ gemeten 150 roeden Tienden (f). Maertenvait £e Weerde word vermeld in 'tjaar 1550, en we-' derom een Maer te» van de Weerde, waarfchy-; nelyk dezelfde den 19 Maart 1595 geftorven; die de Vader was vanMarinus van de Weerde; geftorven 15 Februari 163e, en begraven met de volgende acht quartieren, van de Weerde; Baersdorp, Reimerswale, Haemfiede, Stapte; Zaerde, Schenge, Cruiningen, nalatende twee _ Dogters, Jonkvrouwen Marie en Petronella van de Weerde, getrouwd met twee gebroeders,' Heeren Jacob en Pieter Campe (g). Het zal evengemelde Marinus van de Weerde geweestzyn, welke den 18 September 1628, vryheidi •verzogt, om als een Zeeuwsen Edelman twee* nisal ter week met een zeel winden te mogen' ^agenin de Duinen van Schouwen (i). Eenert Jonker Anthony van de Weer de, fchynt in 'c jaar 1634 al overleeden te zyn geweest, omdat zyn Erfgenaamen de redemptie verzogten van ze- (e) Boxb. op Reigersb. Chron. II. D. bl. 265. (f) Reke. Bewesten Schelde d'Ao. 154^- f0.7.verre (V) W. Te Water Hoog Adel. en Adelr. Zeel. bl. 156, (Jï) St. Not. v, Zeel. d'Ao. 1628. bl. 280 en 281, ÏI Stuk, O  ( H )' zekere Tienden wefke op zyn naam gcflaan had* den, en aan de Graaflykheid vervallen wareri (i). Verder vindt men, dat een Jonker Meerten van de Weerde, den 18 Februari 1637, tot Irieutenant van een Compagnie Voetknechten werd benoemd; maar die of een ander van geïyke naam moet in 't jaar 1639 al overleden geweest Zyn, want den 28 OcTober van dat zelfde jaar verzogten de Voogden der Weelen van Jonker Marinus van de Weerde, als Erfgenamen van Jr. Meérten van de Weerde, zekere partytjes Tiendens te mogen redimeren (k)4 Eindelyk vindt men by Smallegange, dat de ïaatftemansoir van dit edel geflacht 67 jaren oucl was,en te Goes begraven is met zyne vierquartieren Weerde ,Exaarde, Baarsdorp, Schingenl Of zulks is geweest Anthony van Waerdewtfke in't jaar 1657, onder de Schutters van de Ed. Handboog gevonden werd, zoude ik niet durven bepalen. My is' nog voorgekomen Bouwen van der, Weerde, Bailliu van Vlisfingëh, zender datzyn Jeeftyd ftaat aangeteekend. Over het wapen,'t welk deze Edele gevoerd! hebben,zyn de gevoelens verfchillende. Smal* legange in zyn Chronyk bl. 712 wil, dat het was een Schild v an zilver,met het boven ft e der- (0 St. Not v. Zeel. d'Ao. 1634. w- I2> QiO ibid, d'Ao. 1639. bl. 262,  Waardek   'ieaeetvan Azur, gelyk hy het ook ih zyn Wapen-kaarten dus heeft afgebeeld. De Edele J. van Grypskerke in zyn Graaffchap van Zeeland xi Capittely zegt, het Wapen is d'Argen» m chef dtazur, (het geen overeenftemt met Smallegange^ en het cimier, un renart noisfant de guiles (l). Terwyl my een oud bord te Waar» den vertoond is, waar op het wapen dezer E» delen en dus ook van deze Heerlykheid voor-; Jtwam, evenals in de nevenltaande Plaat is uit-; gedrukt. Oude Zegels aan opene brieven door de Heerfchappen van Waarden oudtyds gehangen, zoo die nog voorhanden waren, ot wel gefchilderde wapens op glasranienzouden het gefchil kun», jten beflisfen. Wanneer deze Heerlykheid van haar Ede! Stamhuis is afgerukt,het zy door verbeurdverklaaring, gelyk onder de Graaflyfce Regeeringen genieën was, vooral in deHoekfcheen Ka» beljauwfchetweefpalten, ofwel doorverkoop/ kwam my nergens voor; maar Wel dat in 't jaar. 159.8, Michiel Du Moulin daar van handligtin?*e verzoet met eene hoeve en land, onder de-' ze heerfchappy gelegen, mitsgaders het vieren-; deel van Valkenisfe (m). Ik vinde van dat zelf- W. Te Water Hoog Adel. eri Adelr Zeel. bl 155." 00 Sc. Not. v. Zeel. 9 Juny 1598. bl. 1S3, 2591' C 2  zelfde geflacht ten jare 1638, als Vrouwe vaa Waarde Helena Du Moulin, en op deze volgt Jonkheer Francois de la Torre, die ia den jare 1644, Heer van Waarde geweest is (n); gelyk in 't jaar 1655,daar van den eigen» dom bezat Jonkvrouw Catharina van Evers* dyk, want zy verzogt den roNovember des gemelden jaars vryheid tot verkoop (0). Gelyk zeer waarfchynlyk van haar deze Heerlykheid» overgegaan is tot den Huize van der Nisfe, en de Heer Gillis van der Nisfe, waar van men op bl. 25 gewaagde, zal de eerfte van zyn Stam geweest zyn die hier Ambachtsheer was. In den jare 1678, komt Davidvan der Nisfe, Gecommitteerde Raad wegens Goes, als zodanig voor (p). En men kende in *t jaar 1753, nog als eigenaar van dit Heerlyk goed Mr. Gillis Cor* ftelis van rfcrMj/«,0.id-burgetneesterenRaad der Stad Goes; wiens Dogter Jonkvrouw >lannavan der Nisfe, het ten huwelyk bragt aan Mr. Willem Nysfen, Leenman van Zeeland Bewesten Ichelde, en Rentmeester derExploiten van Vlaanderen, die nog tegenwoordig daar van de bezitter is. n rV) Box'1. op Reigersb t. D. bl. 424. (0) St Not. v. Zeel d'Ao. 1655. bl. 230, % (j>) Smaüegauge Chron. bl 426. u E  * r 57 j D E HEERLYKHEID VAN KRABBEND YK.E. D^ze HeerlykheidookCrabbendyke S^l?dd' irrenst ten oosten en noord-oosten aan de flikken van het verdronken Zuidbeveland, ten noorden aan Nieuwlande, ten zuiden en westen aan de Ambachten van Maare, Valkenisfe8 Waarden en Kruiningen; zy bedaar uit dat gedeelte, 't welk men Oud krabbendyke noemt» en tegen of langs de Krabbendykfe Vliet gevonden wordt, teMaagds Polder, Monniken Polder, Nieuwe Polder, Oost Polder, en een klein gedeelte in de Polder van Maare (q). Inden jare 1641 ,beftond deze Heerlykheid uit de Maagds-Polder groot 156 gem. 19 roed. De Monniken Polder i57 300 ' Den Grooten of nieuwen Polder. • 788 -43* —" J)e Vroonen aldaar 4 53 —""~ k. Te famen \ 1106gem. n5? roed. »' Waas • ' £?} Kaart v. Zui3bev. door HactiDgk  (r) Waarby zedert gekomen is de Oost Polder 25:0 gem. 174 roed: Zoo dat dit geheele Ambacht tegenwoordig veronderlteld word groot te Dat zy al vroeg beftond, is zeker; maar haar' eerfte aanvang, zoowel als de oorfprong van den naam is zeer duister: Het was een Klooster- of Monniken-goed en bleef, zoo lang di* hunne uitgeftrekte magt tegens de waereldly. ken konden handhaven, vry en ongefloord, zelfs het Oorlogs geweld zal dezen oord ver« fchoond hebben ; had nu het kerkelyk gezag liet geweld der ftroomen kunnen beteugelen^ dan was Krabbendyke een ander Soar dtrbehou* éenïsfe voor geheel Zuidbeveland geweest;maar hier tegen waren geen gewaande voorbiddingen van Heiligen beftand , en de woedende ftormen bragten hier geene mindere overftroomingen ' dan elders, te weeg. Het oudfte bcfcheid, dat van Krabbendyke Voor handen is, wordt gevonden in eenen brief van Keizer kakel V., datoi6Juli 1523,waar by de Vorst erkent dat reeds in de maand De* "ber 1248, Koning willem, aan deze Heerlykheid vryheid van Tullen, Schot, en ande. 00 Boxh. op Reigersb.. I. D. bl. 83,  fetmpofitien gefchonken had, als uit de byhj £e C. breeder te zien is; haare toenmalige^ ïevallen eu toeftandzyn in de vergetelheid bedolven: zeker is het, dat hier een klooster, Ter Doust gevonden werd. Hertog willek van beyeren bevestigde den i5 Juni ho?, den 'AH en t Convent van der Does in Vlaenderen endebooren vuytbove van Crabbendycke tn onzen Landen van Zuytbevelandt gelegen, alle fuleke hantvcsten, previlegien, brieve ende Rechten als fy van onfen Voorvaderen Graven van Hollant ende van Zeelant ende van ons hebben (st Gemelde Abt en Convent hadden yeeds te voren, en wel den 6 Januari 1340, van den Graaf verkreegen de Tienden van de oude en nieuwe Polder in Hinkeling, om datzejaar. «tyden zouden doen voor den Graaf en zyn wbeftaanden, en de paarden van hem en van ZYne gemalinne en kinderen zouden Hallen M, \Ujo« -395, ontQoeg Hertog Albert het Hof te Crabbendyke, toebehoorende aan het klooster van der Does, van den last, om op zekere tyden zyn gezinde en paarden te onder, houden, wanneer hyze daar wilde zenden, met belofte, om den Rentmeester van dien hof te zullen befcherraen tegen elk, die hem tot het voe« fs) ÏIÏ. Copul. Ter Rekenk. v. Zeel fo. 553 5.54' X/) Mieris Chartert».' «• D- bL P 4  C 40 óveral cfe misdaaden doet vermeenigvuldigeri» Iri Februari 1ÓÖ9, onderbonden zekere Dors pelingen moetwil, feytelykheden en geweld te pleegen tegens een Deurwaarder en Gerechts, dienaar, in het uitvoeren van een Vonnis , dooi het Landrecht binnen Goes gewezen. De Regeering dier Stad bragt deswegen klagten tel Staats-vergadering in, waar goedgevonden iverdt, dat de Heeren van den Raden , eenige Militie herwaards zouden zenden, die den Heer Rentmeester Generaal moesten flyven in zynen last, om eenige der óproerigfte, daar Onder ten vrouwsperfoon in hechtenis te neemen,ers éegeii dezelve criminelen eisch te dnen. De geduchte vloed van 26 Januari 1682} deed deze Heerlykheid het lot ondergaan van met anderen door het geweld der golven overftroomd te worden, doch waar aan door de fiyverheid der Ingelanden en Opgezetenen zy ras ontrukt en tegen zulke rampen beter, dan voorheen, verzekerd werd: zedert kwam onS siets in de gefchiedenis dezer Parochie voor» t geen deaanteekening waardig zoude geweest zyn. Men moet haar ook in het kerkelyke befchouwen: zy behoorde eerst, zoo wel als' haare gebuuren, in het geestelyke onder het Bisdom van Utrecht, dat naderhand hier met het Bisfchuppeiyk gezach van Middelburg verwis»  ftfsfeld is', en beftendig het Dekenfchap v'aH Zuidbeveland onderworpen. De vloed van ft jaar 1570, en de Oorlogs-toorts, die toen ieeds dreigde te ontfteeken, deed aan dezert oord het gebied der geestelykheid en den Roomfchen eer-dienst een einde neemen. Na 0e eerfte herdyking zal de bevolking langzaam toegenomen, en wie hier de Hervormde leet beleed, de oeffening daar van in het nabuurig Waarden gezogt hebben; tot dat omtrent iri het midden der xvn Eeuw het Kerk gebomd Voltrokken was, 'twelk tegenwoordig noch in wezen, en maar even groot genoeg is, om da gemeente te bevatten,- en waar in twee kopere. kroonen, ter verrichting van den avonddienst, zich bevinden, met dit opfchrift, deezc kroo* tien zyn gegeven door de Heer Jan Pleur van den Brande, Ridder Baronet Heer van Crabbyke etc. etc. op verzoek van de gedeputeerde Uit den kerkenraad de Heer Predicant A. van Steenbergen, Ouderling Lodis Christiaanfen 3 Diaken Christiaan Pieterfe Koole. Het was eerst den 14. Juni 1659, dat 'sLands Staten het beroep van een Predikant aan deze plaats met genot van het gewoon jaarlyks inkomen toeftonden O). Het Predik-ambt is hier allereerst bediend door Kornelis de Koning,in den jare 1670, naar Cloetingen vertrokken, op: $s) Ce. Nqu va Zee!» d'Ao. 1659. II **3i  C 4« 7 opgevolgd door Jacobus Zuerius, in den jare* 1678, insgelyks naar VVolphaartsdyk vertrokken, en opgevolgd door Philippus vanVliei; die in den jare 1681, te Noordeloos beroepet en derwaarts gegaan zynde,tot plaatsvervulks had Albertus Buytendyk, die in den jare i68e> beroepen werd naar de gemeente van 's Graven-; polder, en weldra gevolgd is van Jacobus van Stryen, welke al ras het volgende jaar 1687; ïiaarCapelle vertrok, en plaats maakte voor Servatus Hazevoet, die na den Legerdienst in den jare 1691 waargenomen te hebben, her beroep van Steenbergen in '1 jaar 1701, aanvaarde; zynde in deszelfs plaats beroepen Kornelis Boot, doch die deze ftandplaats in 't jaar 1702 met Domburg verwislelde; zoo dat hier beroepen werd Daniël Reyniersfen, die in '£ jaar 1705, het beroep van Kruiningen aanvaard hebbende, vervangen is door Johannis van fsfum , welke deze gemeente in den jare 1707, met die van Gapinge verwislelde, wordende zyn plaats vervuld door Anthonis de Vlieger, die in 't jaar 1714, het beroep van Leerdam aanvaarde. Het is opmerkelyk, dat van tien Leeraars , die deze gemeente bediend hadden, noch geen een zyn levens-eind hier gevonden had; maar zulks gebeurde aan laatstgemelde zyn opvolger Kornelis Pets , die in 't jaar 1738 overleed, en opgevolgd is door Arnoldus Zctndr:  f#1 ï'èiï, welke in *t jaar 1629 naar 'ArnetnuideA vertrok; in plaats van die kwam Elias Mor) ris, die in 't jaar 1637 overleedt. Nog in dat zelve jaar beriep men Abraham Dambring, wel-, ke in 't jaar 1642 bier ook het tydelyke verliet; wordende opgevold ten jare 1642 dooi I/aak Snel, die ten jare 1649 het beroep van Sint, Laurens in Walcheren aannam en derwaarts vertrok; men beriep ten jare 1650, in plaats van dien, Johannis Ley'dekker, welke ten jarö 1657 het beroep van Goes aanvaarde, en in 't jaar 1658 tot opvolger had Matiheus ParenPj die ten jare 1670 geftorven zynde, ftraks ver-; vangen werd door Johannis Beek, die ten ja-! re 1674 hier ook het leven heeft afgelegt; zyri plaats werd vervuld door Angellus Loele , Predikant te Moerfpuy en Zuytdorp ,tenjare 1674 hier beroepen; naar Vere beroepen den 22Fe«\ bruari 1681, en derwaarts in November van dat zelve jaar vertrokken. Ten volgende jarö 1682 beriep men Johannis Spel, weiketen jare 1692 overleed. Het leedaan tot den jare 1695; alvorens beroepen is Godefridus de Bols, welke in 't jaar 1705, naar Spykenisfe vertrok;dat zelve jaar gefchiede het beroep van Daniël Rei^ „ierfén, die ten jare 1710 naar IVestfouburg Vertrokken zynde, ten volgende jare 1716 tot opvolger hzdPetrus Hamer,die 26 April Ï7i Gouverneur van Bergen op Zoom, wiens Dochter Johanna Barbtra de Kethulle,het ten huw-» ïyk bragt aan Heer Thomas Walraven van Ar* kei, Heer van Amelroy ; vervolgens zoude het aan het Geflacht vanColve gekomen zyn, waar van Vrouwe Lucretia Colve, in huwlyk met Jonker Philips Campe, Kaptein en Gouverneur van Aardenburg, het by erfenis gelaten heeft aan jonkvrouw Martha Maria Campe% die-  'die ten 16*6*3 trouwde met Jonker Adriaan vari borsfele van der Hooge, Leenman van Zeeland, en Raadsheer in den Hoogen Raad, in wiens Geflacht het bleef, totdat de nog in leven zyn* de Heere Mr. Laurens Pieter van de Spiegel, als gemagtigde der Erfgenamen wylen Heer Filip Jacob van Borsfele van der Hooge, het den'30 November 1763 publicq verkogt aan Jacob Almekinders, met het recht van de Jacht over geheel Kruiningen, een dubbele bankof zitplaats in de Kerk en Graftombe, waar van hier voren bl. 65 is gewaagd. Den 16 Januari 17,64, werd dit heerlyk goed door laatstgeïïielde eigenaar overgedragen met al voorfz. Rechten aan Adriaan van Druynen , Admodiateur van Kruiningen, wiens eenige Dochter Margarita van Druynen, in huwlyk met Jan van Koten, het den24 Februari 1778, weder publicq deedt veilen,en waar van daar Kooper bleef den tegenwoordige bezitter, Mr. Bastiaan Nebbens, Heer van Kleverskerke, in Geersdyk en Wisfekerk, Leenman van den Leenhove der Graaflykheid van Zeeland Bewesten-fchelde, die ook Ambachtsheer is, in de Ambachten en Heerlykheden Tolsende, Schoore, Vlake, Capelle, Biefelinge en Eversdyk,alle welke Heerlykheden met de Heerlykheid van Kruiningen aan malkanderen zyn aanpalende, waar door by den zeiven tegen- WQOC»  r f 6" > froordigert eigenaar en Heer van Voorhoutd daar van gemaakt is, een zeer piayiant Jacht* huis, welkers uitgeftrektheid van Jacht, ver*, fcheide uuren in zyn omtrek heeft, als zynde op den grond en beloop van voorfchreven zes Ambachtsheerlykheden. Het oude Slot Voorhout , daar van is niets overig dan een verhevea plaats rondsom in een gracht befioten,terwyl op een gedeelte van hetNederhof of Voorburcht, het voorgemeld Jachthuis is gebouwd , \vaar aan een cierlyke beplanting het aanzien vermeerderd en ten cieraad der Heerlykheid verftrekt. Het oude Slot is ten jare 1751 > eerst geheel genoopt, by Smallegange is deszelfs afbeelding bl. 713. geplaatst. Het Gerecht van Kruiningen beftaat uit een Bailliu en zeven Schepenen, waar onder 'eraltyd een moet zyn uit den Oost-Inkelen Polder, en een Secretaris die door een Bode bediend] worden. De eerfte pprfprong dezer Rechtbank vindt men niet, maar wel dat ten jare 1324 al van Schepenen-brieven gewaagd wordt (z) ; gevolglyk had zy voor dien tyd al een beftsan. Ten jare 1568 was Colaert Cornelis hier Schout. Daar is geen twyfel of de oude Heeren van Kruiningen, die alle Ridders waren en totden hoogen Adel behoorden, zullen het hooge Rechts^ (z) Oud. en Geft. v. Zeel. II. D. bl. 137-  öeti i £ Januari 1629 > klaagden Schout ert Schepenen andermaal, zy te hoog in de Cl Penning aangeflagen waren, door dien deze Parochie zeer was verarmd en nog dagelyks verviel, daar Het advis van de Rekenkamer op, werd gevergd (*). Het voornaamfte inkomen van den Heer beftaat in tien fchellingen en vier grooten vlaams te ponde, uit alle de Tienden dezer Heerlyk-: heid; de overige negen fchellingen en agt grooten vis. te ponde,worden onder verfchet*' de eigenaaren verdeeld. Hoe de oude Heeren gewild hebben, dat dit Heerlyk goed eene Baronny of vrye Heerlykheid was, en welk wapenfehild het nog heden voert; zal zoo ftraks onder het verhandelen der by-i zondere Heeren, die hier heerfchappy hadden^ nader blyken. Dat deze Heerlykheid van oude tyden af een: eigendom en het Stamhuis der Edelen van Krui* ningen of Crunir.gen is geweest, eischt geen betoog: de Stam lyst van dat hoog en magtig Geflacht, welke Smallegange in zyn Chronyfc' bl. 713-716 heeft medegedeeld, bewyst zulks genoeg, terwyl men die ten aanzien der op-j volging en alliantien laat voor 't geen ze B} alleen zullen wy aanteekenen, welke Heeren eg (*~) St» Not. v. Zeel. d'Ao. 1629. bl. 3*< E 3 .  Den 31 Maart 1351, was Jan van Rruïnlnt 'gen Heer Janszoon ,een derEdellieden,welke zig verbonden zich te onderwerpen aan de uitfpraak van den Graaf over bedrevene doodflagen en vyandelykheden (v). Niets was gemeender indien tyd, dan dat dé Edelen over dc minile gefchillen hunner ge.r buurens Landen verwoestten en onfchuldige Landzaten, ja eikanderen om hals bragten: zy waren Despoten in 't klein, en volgden de voorbeelden der Vorsten, die,om dat zygeen tegenlhnd vinden , ter voldoening hunner hcerschzugt duizenden ontfchuldigen en. mis.. 3eiden ter flagtbank voeren , en Gods Heiligen naam om een zegen over zulke heillooze bedryyen doen aanroepen. Drie Edelen yan "dezen Adelyken Stam, van Wiens bedryven reeds gemeld is, te weten Heer Jan, HeerRaes en Heer Arent van Kruiningen, bezegelden nevens andere Zeeuwfche E'delen de brieven, by welken Keizerin margaxit-a het Gebied over Holland, Zeeland en Vriesland overgaf aan haaren Zoon Willem: en het Graaffchap van Zeeland aan haaren gemeiden Zoon Hertog Willem van Beyeren afftond: die daar voor zyne Moeder beloofde twee duizend guldens 's jaars te geeven; welke onderfcheidene brieven gedagtekend wa- O) Mieris Charterb. Jl. D. bl. 84S,  (29) feri 5 Januari 1348, 20 Januari en 12 Februari 1350 fw). Was Heer Rafe Heer van Kruiningen een der Grooten, die tot Vorsten raad in hetLandbeftuur gezogt wierden,by was niette min een doodilager en misdadiger; dit bleek , want hy verbond zig den 18 Januari 13^0 met anderen, aan de uitfpraak van Vrouw Margarita, Gravin van Holland enz., over den doodflagvan den Heer vanMoermont,en des Bastaards van Borsfelen (x). Geldboeten en mjs'tóhien een Bedevaard, of het ftichten eener Kapel met kerk-dienften, waren te dier tyd voldoende om onfchuldig bloedvergieten van zynen evenmensch buiten ftraf te houden , en den daader even eerlyk als te voren te doen doorgaan. Hertog albert van beyeren, den toomi der Regeering ter hand genomen hebbende, verkogt den 8 Ottober 1358,ten overflaan van Heeren Rafe enArnoldus van Kruiningen Land en Tienden, om de fchulden zynsBroeders Lodewyk daar uit te voldoen (y), Gemelde Heeren bleven het hoogfte aanzien ten Hove behouden, want Heer Arend van Kruiningen was een der geenen, aan welken den 13 November 1358,hetRuwaardfchap van Zuid*; f» Mieris Chartb. II. D. bl. 745 » 70* 71 (*) ibid. bl. 767. GO ibid. III. D. bl, 62. F $t  gevangen genomen en te Hoorn gevoerd (pl Van deszelfs uitwisfeling of ontkoming vindt men by geen Schryver gewaagd; men denkc, of deze Edelman, die van aanzienlyken huize was en met een bevelhebbcrfchap bekleed, op een zeer hoog rantfoen kan gefield zyn geweest, en dat hy het verloop der Spaanfche zaaken ziende, zoo wel als derzelver wreedheden enflegt beftuur, van party is gewisield, en zyne vryheid dus verworven hebbende, dé Staatfche'party heeft omhelsd, en zyne reeds verkregene kundigheden in derzelver dienst meer en meer heeft ontwikkeld, althans men zal hem vervolgens in verfcheidene gëwigtfgl ppsten geplaatst, aantreffen. Deze Heer en deszelfs Geflacht was nu in een* zeer bekommerlyken toeftand, wat de watervloeden verfchoondhadden, ftond de kryg te verflinden; daar zy te vooren aanzienlyke renten op het Markgraaffchap van Vere en Vlisfmgen gevestigd, bezaten ,moesten zy doofde bekommering des boedels van wylen Heer IVIaximiliaan van Bourgondien, het genot derzelver misfen, en toevlucht nemen tot hulpmiddelen in Rechten, die hatelyk en niet altoos zeker zyn; de bylage K, doet deswegens opening. (u) Ye-lias Chron. v. Hoorn. bl. 40^  Was het Oorlog een oorzaak, dat Heer Maxi-miliaan van Kruiningen in de middelen van zyn beftaan ren agteren geraakte, het deed hem egr ter tot zeer aanzienlyke krygsbedieningen opftygen, zynde hy in dienst der Staaten, Generaal der Artillerie, dan hy was genoodzaakt deze zyne Heerlykheid met renten te belasten, tvaar toe Prince willem van orange, als met de rhagt van Hooge Overigheid geduurende den Oorlog bekleed zynde,den 11 September 1582 Octrooi verleende (v). De gemelde Vorst, die meer aa»fchouw op verdienften nam, dan op gevoelens in 't ftuk van Godsdienst,|zal dezen aanzienlyken Edeling naar zyn xegte waarde gefchat, en zoo gehandeld hebben. Dan deszelfs opvolger in het krygsbewind de huichelagtige Grave van leycester, welke andere grondbeginzels volgde,en wist , "hoe ligt een dom en blind gemeen onder fchyn van Godsdienst te misleiden is, mogt niet dulden, dat een Heer, geene belydenis der Hervormde leer doende, het Generaalfchap van het Gefchut bekleedde, dus deed hy den Heer wan Kruiningen daar van afftand doen on^3er belofte van een jaargeld van twee duizend guldens; dan het welk agter bleef; dat, en andere rampfpoeden noodzaakten hem den 27 Juni 1591, in perfoon aan 'sLands Staten zy- £y) III. Copvl, ter Rek-enk, v. Zefl, fo, 420—423,,  ( i©3 ) iynétt noodte openbaren, die, bewogen nu* dezes Edelmans behoeftigheid, en jn aanroerkinge van zyne en deszelfs Voorouderen verdiensten, befloten5JuU »#x, by voorraad te dpenonderfteunen met vyfuen honderd guldens, en fchikkingen maakten,ten aanzien van hetpenfioenvan f 2000:-even gemeld,da alles doet zig omftandiger op m de by.ag ly * en 2, daar men zig ten dezen aan gedraagt. Hy had nog een ouder aanfpraak ten laste dei Graaflykheid, en niet minderwettig, namentlyk, dat hem honderd guldens 's jaars toekwamen Waar voor de ordlnaris Bede van den Schote verbonden waren, en nu lange onvoldaan gebleven ■ daar van werd een point van befcnryving tegens 14 Januari i59* gemaakt, f T Februari zoo wel als de, x9 Maart desz«lven jaars vruchteloos op geraadplecgt. De poogingen om deze zaak tot befluit te brengen, Lken uit de brieven welken deze Heer aan de Veerfe Regeering onder hetaddrcs van derzelver Secretaris Pieter de Vv afzond, te vinden onder de bylagen M. 1 en 2. De nood en een werkeloos leven, beide haid voor een hooghartigkiygsmanjdeeden hem in voorouderlykegefchriften opfpeuren, wathen., ingevalle Recht gelden mogt, nog te eisfchen was De Heerlykheden van Crevecoenr, W* m!h, SainctSoutlet ArltuxzK., waren zy7 9 G 4 *ea  C lóf 5 pen Voorouderen by de Koningen van Vrank; ryk afgenomen, ten tyde Keyler Karei V. de Stad en onderhoorigheid van Kameryk en Cam. brefiz innam; weshalven hy ten jare 1594 de voorfpraak van 'sLands Staten by den Franfchen Koning verzogt, en zich te gelyk aanbood tot de Ambasfade derwaarts beftemd (iv). Dan van het een of ander kwam niets, maar den 21 Mei deszelven jaars werden de Zeeuwfche afgevaardigden ter Generaliteit gelast, den Heer van Kruiningen voor te dragen tot het Gencraalfchap der Artillerie in plaats van den Heer van Famars (x). De ernst der Zeeuwfche Staten om dezen Fleer in deszelfs kommerlyken ftand te onderfteunen, bleek ook daar uit, dat zy den 15 Juni 1594, hem benoemden, om getuige te wezen by den Doop des Prince van Schotland, wordende by Misfive daar toe verzogt (y). Dan ook hier yan kwam niets; men weet hoe de Heer van Brederode aan het hoofd van dat Gezantfchap werd geplaatst, en uit Zeeland Mr. Jakob Valke daar werd bygevoegd (z). Niettegenstaande by den Heer van Kruiningen daar toe de noodige aanftalte reeds gemaakt was, om welke te vergoeden Zeelands Staten hem agt hon; (V) St. Nor. v. Zeel. d'Ao. 1594. bl. 145. (V) ibid. bl. 155. (y~) ibid bl. 172 en 240. (V) Vadert. Hjft. Vilt. D. bl. 400.  ( toó* ) Juli t§97, wanneer Heer Maximiliaan van elk tier Staats-leden in 'c byzonder Gedeputeerden verzogt, om by zyne Bruiloft tegenwoordig te zyn, gelyk de bylage N. komt uittewyzen; waarvan weldeuitflag riiötblykt, dan zeer waarfchynlyk zal deze hoflykheid niet onheusch beantwoord wezen, te min, daar dezen Heer nu, of al te vooren, wegens Zeeland in den Raad van Staten zitting was gegund, zeker op de gewoone wedde, welke waardigheid, fy ren jare 1600 nog bekleedde, wanneer hem het Gouvernementfchap van Ooft ende werd opgedragen; dan van welke Vesting men hem (waarlchynlyk om zyn Godsdienst) de verdeedigmg niet zul hebben toevertrouwd, althans, men vindt van dezen Heer noch in dc beichryving van den Veldtlag by Nieupoort den 2 Juli iöco, noch in hetvermaardebeleg van Oostende, 't welk den.5 Juli 1601, aanvang nam, eenige melding gemaakt, daar het nogtanszeker is, dat hy tot voorfz. Gouvernementmoet verkoren wezen, want het xix Poincl waar op 'sLands Staten tegens 9 Oétober ïöoobefchreven werden, luidde. Ende clzoo den Heere van Cruiningen is voorfien van 'tGouvernement van Oostende, waer deur vaceert de Plaetfe in den RaJo van State van de vereeuighdeProvintien; zal uwe E. believen hunne Gedeputeerde (nsgefycx te lasten , om in plaetfe van den voorfz.  ? &7 > de zyn Ed. bet Welvaren van de kinderen ende eer e van den voorfz. Huyfe wil bewaren of doen bewaren naar behooren. Welke verklaring en befluit zal voortgeko* men zyn, uit de twee Supplicatien der Vrouwe Weduwe van Kruiningen aan de Staten, die onder de bylagen Q i en 2, zyn geplaatst, dié nog het een en ander rakende het einde en begravenis van HeerMaximiliaan van nader by teercn kennen. Dus zagen wy den laatflen van het hoog Adelyk Geflacht van Kruiningen, na meer dan vier Een Wen hier luisterlyk gebloeid te hebben, ten grave dalen: deszelfs ontzield Lichaam zal zeker te Heenvliet gebleven en ter aarde be- iteld  (II3J 'ffeld wezen. Hy ïfêt achter eene Weduwe erf vyf Dochteren, behalveti een' onechten Zoori. èn Dochter. De Weduwe overleed teRyszvyk byden Hage ten jare 1615,en nog voor haartert jare 1613 derzelver oudfte Dochter Johkvrouwe Oriane Jacqueline de Cruninghe, Welke rhet haar Adelyke quartieren in den Hage begraven legt. De volgende Jonkvrouw Maria Sabina de Cruninghen, fchynt den geestelykeri ftand verkoren en te Brugge in een Klooster zig begeven te hebben ; terwyl derzelver Suster" Louife de trukngen, in huwlyk trad met den Baron deLicques, Gouverneur van Bour-i; bourg; en de twee volgende Anne Catharim cn Charlotte de Cruningen, beide jong en ongehuwd zyn overleden. Om dézer Kinderen hooge afkomst en Alliantien'te bewyzen dient alleen, dat derzelver quartieren waren van s Vaders zyde Cruningen, Bourgondien, Was* fendtr en Bergen. Van 's Moeders zyde Inbaufèn, Elten van Vogelfanck, Rennenberg erf Bronckhorst. De basterd kinderen waren een Zoon Jonker Cefar van Kruiningen , by Jonkvrouw Beatrix de Pinedo gewonnen, welke Kapitein eener Compagnien Voetknechten } Commandeur van ter Neufen en Bailliu van biervliet is geweest; dié ten jare 1639 by de Heeren Staten van Zeeland verzogt wettig vcrklaardte worden, welk gefteld zynde in hanjl Stuk. U deï*  BYiAGEN, Ai Extra&uit de Rekening van Jonket ' J^onimus Sandelyk, Rentmeester Bewesten-fchelde, over den Jare 1542, alwaar fo" 79 vs- en 80. het volgende ioOntfans ver* antwoord word. Van den Ambochtsheeren van den polder van Zusterfant geleghen in de prochie van Valckenisfe ende Wairde, den welcken groot plach te zyne twee hondert vyf ende tzeuentich gemeten, dair van de voorfz. Ambochtsheeren fchuldich waeren te betaelen ouer den Chyns van den voorfz. poldre drie en een halue grooten van elcken ge, «eten den gouden Ingelfchen nobele weghende vier enda een half jngelfchen vanxcvj grooten maickende achtfchellingen tot elcken kersmisfe oft xiüj daighen datr natr onLgrepen van den voorfz. cheynfen,, als blyft by Guydo de Baenst derde Rekeninghe van dit Rentmeefterfci?, ende oick by brieuen van mynen Ge. Heere, dair of copie ouergeleuert is op oude Heynrich Jansfoen van W.sfenkercke xvje. Rekeninghe van dit Rentmeesterfcpi Welcken polder zeeckeren tyt geleden bevloyt es geweest, ende voor de tweede reyfebevorscht by Oftroye van rnynen Ge. Heeren fmandaichs nair paesfchen anno xvC.nij. Ende by den zeluen Oftroy vry gegeuen van den voorfz. cheyns de drie yerfte Jaeren nair dat zyn eerfte note gedraighea fal hebbende ; ends noch anders, vier nairtolgbenjje Ja«t U 4 f«ö  (f I20 } rofl vp haluen cheyns ende niet langer,dit al breederbiyci, jkende by den Oftroye dair of copie auftenticke ouergeleuert is up te eerfte ende laiite Rekeninghe van Philips dg Bastaard van Bourgoingnen Biscop van Vuytrecht, Ende alzoe den voorfz. polder zyn eerfte note droéfch iti *t jaer xvc. dertich ende nyet grooter bedyft en is geweest dan i]c.lxxj| gem. xlj roed. als blyftby certificacie ouergeleuert op de voorfz. eerfte Rekeninghe van den voorn. Heer Philips; Welcken polder als nv nyet grooter en is beuoiulen by nenbringhen van den gezwoeren lantrreter, te wetene in de prochie van Valekenisfe hondert drie en tachtentich en half gemeten hondert zeuen roeden, ende in Waerde z,\s ende tachtentich gemeten hondert achtien roeden, conipt t famen de geheele grote, als blyft by twee certlfficacfen van Scepenen der voorfz. prochien vp den Rentmeester wylen Adolf Hardincs xc. Rekeninghe van dit Rentmeesterfcip ouergeleuert twee hondert negen ende 't zestich gemeten Cxxv roeden landts, dairomme hier ouer een jair cheyns verfchenen te kersmisfe anno xvc. twee ende veertich tot vyf grooten van den gemete facit in munte defer Rekeninghe drie en dertich ponden vyfthien fcbellinghen twee penningen ob. Ende alzoe den voorfz. polder den vyfden Nouember anno xvc. dertich jnvndeerde ende noch gejnvndeert licht, blyckende by certificacie ouergeleuert op wylen Adolf Hardincs xvje. Rekeninge van dit Rentmeesterfcip; mits welcke defen Rentmeester dair van niet ontfangen en heeft, dair omme hier ouer 't voorfz. jair verfchenen als voeren ^ersfamisfe anno xlij. . . ... . Niet. ... , , • , ■ éi B< . Verklaaring der Secretaris van Waarden en Valkenisfe Jan Tartron» wél-."  welke Huizen in beide de Parochiën van Anno 1604 tot 1614, zyn te niet gegaan of onbewoond waren. Ick ondergefz. als Secretaris der Prochien van Waerden ende Valekenisfe metten aencleuen van dien, attefteere ende verefare eenen iegelick dien 't behoort op dên eedt caiifa Offitio gedaen, waerachtich te wefen, als dat 't zedert den jare 1604 totten daghe van heden, de voorfz. prochien geheelicken gecommen zyn tot defolaetie endo Verminderinge van de huyfingen hier naer fpecificelicis verclaert, eensdeels deur de groote fterffce in de voorfz. prochien gefchiet in den voorfz. Jare 1604, als de gene die deur 't peryckel van den viant by de eygenaers zyu geabandonneert. Als te weten eerst De Hoeffue van Jonckheer Jan van Haesdonck heel veruallen. Andries Ingelsz. hoeffue gejnundeert. Jan Lieuensz. huys heel veruallen, en ledich flaende. • Adriaen Vast huysin-den vryen polder heel geruyneert, Joncker Junius hoeffue geheel geruyneert. Marten de Vogelaers huys vt fupra. Jan Marinisfz. Ruckwels huys vt fupra. Mathys Danckaerts huys op gaenwegen vt fupra. Jan Marteels huys ledich flaende. Laureys Geertsfz. huys neffens den Valck vt fupra, Cornelis Gorts huys geheel geruyneert. Joos Jaspers huys ledich ftaende. Joris Tiens huys vt fupra Adriaen Claesfen hooch huys vt fupra. Jan Emgensfz. huys vt fupra. Claes Emgensfz. huys heel geruyneert, H 5 Cryn  I C *** f- thoonderen eg'ueen hinder, belet ofte moleflstic en be* boorde te doen in de oude posfesfie ende gebruyckenisfo van heuren voorfz. previlegien, vryheden en exemptien, te min aengefien de groote'fchade ende verlies die zj{ onlsncx in hueren voorfz. goederen by. derlnondatie ofte Invloede van der Zee, ende die groote costen daer teghens gedaen, omme de reste van hueren goeden te bewaeren ende onderhouden, ende dat fy boven dien in 't jaer voorleden ons gewilliclyck geleent hebben in ghereede penningen de fomme van duyfentguldenen eens,noch onlanx ghegeuen zeven hondert der giielyckenen ter eaufen van hueren goederen in onfen voorfz. landen van Vla enderen ghelegen, omme te helpen fubvenieren die groote afFairen van Onfe jegbenwoordeghe Oorloghe; defen niet jeghenltaende heeft onlancx belieft onfen Rentinpestere Westerfchelt in Zeelandt ofte zyne gecommiteerde onder 'c dexfel van der fomme vyfftich duyfentponden van xl grooten Vis. 't pont voorfz. ons lestwerff geaccordeert by der Staten ons voorfz. landts van Zeelant, omme tefmployeeren in de afFairen van de voorfz. Oorloghen, ten willen doen heffen in de voorfz. Dorpe van Crabbendyck,en andere landen van de voorfz. thqpnderen boven geroert, fekere groote Imposten ende Settioghen, te weten van elcken zeste ofte fack tarwe, Rugghe, ofte m-istelin die men daer fal moeten maelen twee grooten vis., elcksn f.icken Geersten, Erweten, Boonen, ende ander diergelycke eenen groote, ende alfoo veel van 't graen dat men voeren fal willen vuyt onfeji voorfz. lande, van Zeelandt; van elckeAme wyns achticn ftuyvcrs.van de halve naer advenant; van een vat biers zes grooten; van elcken Osfe die aldaer gefkgenfal werden acht grooten, vnn elcken Coos zes grooten, van elcke Vereken Vier grpQtep, ejide van elcken HaroeJ ofte Calff twee groq-  Seghelhier aen doen hanghen, ghegeven 5n onfe Stadt ; van Mechelen denxvje.dagh vanjulio in 't Jaer ons Heeren Duyst vyff hondert ende dry e en twintich. Ende van onfen Rycken, te wetene van denRoomfchen endeHongerien etc. 't vierde, ende van Spanien etc. 't achtfte. Op de plycltc ftont gefchreven. By den Keyfer in fynen ïlade, ende was onderteyckent, Verdetne. Beneden Ilont. Nae Collatie gedaen tegens zynen principale gefcreven in franfchyn gedatteert ende onderteeckent als bouen, hebbende een vuthangendedubbele fteerten waec van 't zeghel afgebroken was, ende daer naer bevonden te accorderen defen xxvije.Marty xvjc. ende viere bymj, ende onderteeckent A. de Metere. Naer Collatie jeghens de voorfz:. Copie autenticque is defe daer meda accorderende my Toorconden Openbaar Notaris refiderende tot Middelburgh defen ve. Augusty iöo5. geteekend. Schooncnapo Nots. pubs. 1606. D- Extraér. uit de Rekening van Jr. Jeronimus Sandelyn, Rentmeester Bewestenfchelde, van den Jare 1541, alwaar in den Ontfangst fo. 73 verfo en 74 recta* verantwoord wordt. Van den "Rentier vanCrabbendycke van des Abts ende conuente weghen van der Does in Vlaenderen, die n betaelen plach myn Ge. Heere vuyt faicke van zynen Rechten van Ctabbendyckc den tyt van xxsij Ja eren lande  C 128 3 geduerende.ende nair vuytwyfen van zeeckerert appoine/ temente, zoe bleef by den voorfz. appoinétemente mynett Genadigen Heere fchuldich xviijc. xxxvj beycrfche gulden van xxviij gr. vlaems 't ftuck, de welcke xxxij Jaeren expireerden te kersauonde anno xiiijc. ende Ixiiij, Zoo dat de voorn. Abt. zedert dair of vuyt te reyckena plach bouen zeeckere Iyfpencie die dair vuytgingen, ende nu meest al verdomen zyn die. fomme van hondert vyf ponden eenen fchellinck vyf penningen vlaems 't sjaers te betaelen te twee termynen, te wetene deenhelfft te kermisfe ende d andere helft fint Jansmisfe, ende welcke Rente met allen die achteftallen van dien verfchenen zedert den ouerlyden van Hartoghe Kairle van Bourgoingnen zaliger memorie die afliuich wiert den vyfden dach van Januario anno lxxvj geheel ende al gelost ende vry gecocht heeft jeghens mynen voorfz. Ge. Heere ende Vrouwe die Hartoghinne van Bourgoingnen, ende daï ffiits beradende die fomme van zeuen duyfent ponden van xl grooten 't pondt voor eens, die den Abt voorfz. mynen voorfz. Ge. Heeren ende Vrouwe betaelt heeft in lian en heurs omfangers generaels Nicolaes de Roest, die daer af fchuldich is Rekeninghe ende bewys tedoene tot heuren proffyte, gelyck al dit vclcomelick blycken mrch by heure opene befegeldebrieuen in latine gegeuen in heure Stede van Ghendtxiüj1". Ixxvij op den xxve. daeh van Maerte dair of copie geregiftreert ftaet in de Camere van der Rekeninge in den H ege in 't Registre aldair gehouden van der tytelen ende brieuen van ontvreemde par« celen ende Demeynen beghinnende in de maent van September anno xüijc. lx folysCiix,Clx, Clxj enClxijende by Copie ainfteiuicque veu der deschargen van den voorn, ontfanger generael ouergeleuert up des voorfz. Heynrick Janslben tweede Rekeninghe van dit Reiitmetfterfcip, «r^o hier Nyet. Os-  11307 land* ende nadeel van de voorfz. fortificatiën foude éatfi yUeu gefchieden en geconfenteert mogen vverdden, mits dat die fupplianten de Fortificatiën gelegen aen den voorfz, Oostdyck fouden leggen aen en op ten Dyck van de nieuwe Landen by hun aldaer te bedycken, inde diepte^ liooghte, lenghde ende breette van al zulcke grachtenen Borstweeringen als by ons aen den voorfz. Oostdyck eertyts zyn geleyt ende getrocken geweest; Eyntelyck geïoort 't voorfz. Rapport, ende naer voorgaende aduys van den Rentmeester van de Domeynen Bewesterfchelt, ende op alles geleth dat ter materiën dienende was; hebben daer naer noch eenige gecommitteert omme met de ,voorfz. fupplianten te commeii ra communicatie op te voordeden tot defer jndyckinge verfocht, verftaen hebbende der voorfz. gedeputeerde Rapport, ende genegen wefende tot voorderinge van defe voorfz Dyckinge. Soó ist dat wy den voorfz. erffgenamcn hebben geconfenteert ende geoctroyeert, confenteren en Oftroyeren hun midts defen, te mogen bedycken foo veel gemeten' lants in Crabbendycke als lruu fal geïicuen ende gelegen zyn; behoudens de Graeffelyckheyt defer Provintie zoo veel rechts als zy daer inne heeft; ende den fupplianten ofte hunne actie crygende de heure; Dies zullen zy de grachten eu fortificatiën aen den Oostdyck voorfz, liggende, gehouden zyn te verleggen op hunnen nieuwen Dyck, fuicx dattet Lant daer by geenen ondienst en gefchiede, toft fulckenlenghte, hoochte, breette en diepte, in grachten ende Borstweeringeu als die jegenwoordelyck is. End'a op dat deze voorsz. jndyckinge met meerder Couraigie, vlyticheyt ende ernst mochte werdden gevordert, en zoo haest als 'tmogelyck is van genouchfarne jnwoonders ende baenders gepeupleert ende verfien werdden; hebben wy vergunt en vergunnen by defen, den fupplianten endeall«  «ndere aldaer commende woonen,dycken, arbeydenendé converferen, vrydom en exemptie van den Impost van wynen en bieren voot een jaer,die aldaergeduerendeder» voorfz. tyt gefleten en geconfumeert fullen wordden» 'ingaende Prima Aprilus naestcommende; Item vrydonï ende exemptie van den Impost op te Hoornbeesten e« befaeyde gemeten voorzeuen jaeren , en van allejmpoütien 't zy van hondertften dobbelen honderfte penningen ofte andere Lasten die by ons aireede opgeftelt zyn ofte »och fouden mogen opgeftelt werdden ouer de gemeten ende thienden hoedanich die zouden mogen genöempt enda tot wat eynde opgeftelt werdden, insgely eken vrydom enda ande exemptie voor den tyt van thyen jaeren, ingaenden met den eerften ougst naer de beversftnge van de voorfz. Öyckaige fonder langer; verftaende dat mettet expireren »an den voorfz. vrydom ende exemptie de voorfz. ingeayekte lande ende thienden fullert fchuldich zyn te dragen' 2ulcke lasten als ten behouue van de Generaliteyt oft van de Stateti binnen defe Provintie fullen geheuen ende ge-( fehoten mogen wordden. Die4 wordden de voorfz. fupplianten gehouden al eer in 'twerk te mogen doen tredenr defe re doen enregiftreren ten Comptoiré van den Rentmeester van den DomeyuenBewesterfchelt,omme'trecht van den Domeynen daer des behooren fal te mogen beWaeren, 't welck gedaen zynde, Ordonneren ende verS Wecken daerom alle eenen yegeiyck dien dit eenichsfmts ipngaen mach, dat fy de fupplianten ende alle andere dia «iefe voorfz. bedyekingen fullen bevoorderen , fullen doen alle voordelycke hulpe adre.cr.de asfiftentie, fonder daer tegens te doen ofte te laten doen in ceniger manieren j «sfereude alle-beletfelen ter contrarien, alfoo 't zelue '| «lat* meeste proffyt ende oirboir bevonden wort. Aldus *dVn in 't Hoff van Zeelant tot Middelburch ter vergar , fl dei;  t »33 )' &mi gelegen zoude zyn, metten vrydom vün den jmpo^ ' ©p te hoorn-beesten ende befayde gemeten voor den tyt van zeuen jaeren, mitsgaders van alle andere jmpofuien, 't zy van C. dobbele C. penningen ofte andere Lasten die aireede opgeftelt waren ofte noch opgeftelt mochten Werdden ouer de gemeten ende thienden ghelyckeu vrydom voor den tyt van thien jaeren. Op welcken Oftroy «nde guisfte E. Heeren by de voorfz. erffgenaemen ofte huns aftie crygende aldaer bedyckt xjc. gemeten lsuts ofte beth. Ende alzoo de jaeren van den vrydom biet vooren verleent, foo van de honderfte penningen op te gemeten als van den thienden, ende principaelyck op te hoorn-beesten ende befayde gemeten, feer begunnen te cortten, beduchtende de fupplianten in tyden en wyleq naer 't expireren van denfeluen mede van belastinge t zy beneffens 'andere ouwde landen ofte anders; zyn derhalven benoodicht geweest inidts defen te keeren aen uwe E. ende remonftreren de fobere geftaltenisfe der zeluer Dyckaige, naementlyck dat de zelue bedyckte landen 'c zedert bedycken qualyck eenige vruchten hebben willen dragen niet tegenftaende wat costen,foo van deinen, misfen, wel ploegen ende anders daer omme gedaen is en noch daegelyt'x gedaen wordt, waer door Lants genoègh is dat men heeft moeten ledich laeten liggen, andere als men alle de voorfz. moeyten ende oncosten gedaen heeft, den ougst commende de vruchten zoo veele niet weerdich te zyne alsfe costen fouden van afTnyden, fulcx datter vruchten geuouch vallen deur de weynigen valeur der zeluer die men met handen van 't velt treckende terhelfte, ende meer diergelycke miferien in der zeluer Dyckaige zynde, die welcke alles zyn ftreckende tot groote ruine van de de Jndyckers oftecoopers der zeluer Landen,zulcx datter iiuerfthe zyn, die hun niet dezelue Dyckaige geuouch l ê $fe  C' s £eruiueert vinden ende dickmaels gewenscht hebben öat ty 't zelue landt (naer dattet hun xij ofte xüj o£ op| ydet gemeth gecost haddevan jndyckinge) beter yemandtvvech gefchonken oftegeabandonneert hadden, dan Jaarlyks dus veel costen endemoeyten daer acne alles vergeeffs tedoe»e ende niet te connen maeyen. Biddende daeromme myn E. Heeren 't voorfz. alles wel te overwegen, ende 't zelue in confideratie genomen hebbende, naer 't expireren van de jaeren van vrydom hier voor der zeluer Dyckaige gegunt, hunlieden te willen vergunnen gelycken vrydom op te hoorn-beesten en belaeyde gemeten voor noch andere zeuen jaeren, ende van aile lasten ofte jrnpofitien van G. penningen op te gemeten, thienden, huyfen ende diergelycke wattet foude mogen wefen, mede van andere thyen naervolgende jaeren, verhopende naer *c expireren van de zelue jaeren hun mede in 't contribueren bencfFens andere landen te draegen, daer ter contrarien indien uwer E. *t zelue hun fouwt mogen afïïlaea (ghelyck zy verhopen neen) grootelycx te vreefen is, dat het meeste part van 't lant in derzeluer Dyckaige (deur de fobere middelen van diuerfche eygenaers) geenen middel hebbende gefchoten tot het repareren van den Dyck, jck late ftaen te verhoogen ende verftercken als eenige andere befwaerenisfen te betaelen, zouden mogen geabandonneert werdden ende daer deur geraecken te compien tot peryckele van jnuudatieals anders; DwelckGorf verhoede etc. G- Request van de Ambachts- en ThiendeHeeren, zeomede der Ingelanden van Krabbendycke aan de Staten van Zeeland, om gemaintineert te worden by de   GUNSTIGE LEZER.1 JLaie hier myne belofte volbragt, welke ik hy de uitgave van 't eer ft e ftuk, betreffende de Stad Vere gedaan hebbe ,om namentlyk, tot de hefchouwinge van het Eiland Zuidbeveland in jiet gemeen, en het verdronken Zuidbeveland in het byzonder ,in 'tvervolg, overteftappen. . De fchets van dit Eiland in 't gemeen gege* doorlneden oudcyds dezen Oord. DeTerJïcke Hmkelinge, Fookhene, Maarlen , Dierickj Jgger, zyn alle ftroomen geweest in ditEiland te vinden, langs welken het overvloedig hemelwater ter Schelde zal afgelopen wezen. Da Yerficke deelde zynen naam mede aafnhetDorp nog zoo genaamd , in welks nabyheid die werdt afgedairit, waarvan nog ferfiken-dam 0vergebleven is; terwyl aan zyne uiterfte oord' waar hy zich met de Schelde vereenigde een Tol-huis werdt gefticht, a^iTerficken-oort en den Tol vanTerfick&n-oort afgekomen zyn. De Hinkelinge zal omtrent de tegenwoordige bolder van Hinlden-oort zyn uitwatering heb* ben  < 18) Slagvelden wordt genoemd, zonder dat my iemand den oorfprong dier benaming wist té melden. Van het nabuurig Slot Voorhout, dat van eenegryze herkomst is, kan debenaaming van Vernouts-ede afgeleid wezen, welke misfchien ook alverbasterd, en Voorhouts-ede geweest is: want, v/as het by Lodycke en Dnvenee voorgevallen, dan was de Graaf van Gelder ter plaatfe zyner landing gebleven,en niet genadert, gevolglyk moet het gevecht niet daar, maar meer binnenwaarts in 't Eiland gefchied 'zyn; uit welken hoofde voorgemelde gisflng my niet geheel ongepast voorkwam. güy , Graaf van Vlaanderen, betuigde den 2$ Mei 1237,dit,zoowelaïsatte de andereZeeuwfche Eilanden, altoos als wettige eigendom bezeten te hebben (k). Hier door, en door andere oorzaken oneftondeen felle Oorlog tusfchen evengemeldenGrave , eu Graaf floris denV. van Holland,welke laatfte den Vlamingen,die te Baarland geland waren, den 12 November 1295, door het beleid van Dodyn van Everhf gen en die vanBorsfelen, eene volkomene nederlaag toebragt: Men zal, wanneer men de Heeiiykheid van Baarland eens opzettelyk verhandelt, hier over breeder uitweiden. Te voeren was dit vruclrbaar Land in 't jaar 1288, door een' hoogen vloed bezogt, op Sint Aech- (JtJ Mieris Charterb I. D. bl. 471-  C *9) fendach, waardoor het water omtrent Bnth] Rillanden de Kruiningen langen tyd in en uit bleef loopen ,eer de doorgebrookene gaten geflopt waren, en men het ondergevloeide herdykt had: aan de westzyde fchynt men eenige jaren daarna fommige Polders en wel Heinken2#»ó?bedykt te hebben (l). Het leed niet langer danSinte Katarinendag in 't jaar 1304, of dit Eiland trof een gelyke ramp, om welke te herftellen aan de oostzydê veel moest buiten gedykt blyven, hetgeen naderhand geen minder aan was te weeg bragt (m): Twintig jaren daarna, te weten in 't jaar 1324; met den zoogenaamden SintClements vloed, ondervloeide Zuidbeveland opnieuw, aandezyde daar men naar Brabant de Hont opvaart;en Werdt toen aan de zyde van Borsfele veélLand buiten gedykt (n). De parryfchappen in hetLandsbeltuurftraks' na het omkomen van Graaf willèm den IV 'xa. 't jaar 1345 ontftaan, zullen zig ook terftond in dit Eiland , 't welk vol ftrydbaren Adel was, ontdekt hebben ; want men vindt aangeteekend, dat, korts naden jare 1346, hier een burgerlyke Oorlog plaats had, cn het eene Dorp tegen het, CO Boxh. op Reigersb. II. D. bl. 02 en 93. 0») ibid. bl. iq6. 00 'bid. 140, B tt  { 20 ) ïret 'andere optoog (o) , 't welk geen andere* dan de hoeksche en kabeljaauwsche twisten kunnen geweest zyn; dit fchynt hier in '£ jaar [355 nog niet tot eenigen ftijlknd gekojnen te wezen \ misfchien heeft de ongemeens vloed, die op het laatst vanBraackmaand in 't jaar 1352 kwam voortevallen, de Landzaten aangezet, om voor een tyd het algemeen belang te doen buvendryven, boven het verfch.il, wie Oppervorst zoude wezen: want aan de noordzyde dezes Eilands, en omtrent Borstelen ^ moest men al weder veel Land buiten dyken en een prooi der Zee laten worden (p). Onder dit woelen en ftryden, zoo tegen eikanderen, als tegen de Zee, zal het veel al aan geregeld beftuur gemangeld hebben, waarom Hertog aalbrecht van Reyeren den 13 November 1358 , het Ruwaardfchap van Zuidbela'nd aan drie inlandfche Edelen opdroeg, te weten , Heer Arend van Cruiningen, Willem die Hollander van Reimerswaal, en Wolfaert Lodeivyks Zoon van der Maalft'ede (q). Het geduurig ondervloeijen van een meerder of minder gedeelte des Eiland hield aan, Df nam toe; want op Sint Viclors-dag in 'tjaar £8*5 3 gebeurde zulks hier wederom, en van 0 dien fo) Tegenw. St. v Zeel. II. D'. bl. 12. (*) Reigersb: H. D. bl. 160. Yfi Mieris Charterb. III. D. bl. 70.  ( 21 ) dien Vloed behield geheel Zeeland lange geheugenis , door de rampen alomme veroor-, zaakt (r). Dan geene Vloeden hadden Zeeland,en wel byzonder dit Eiland zoo getroffen, ais die, welke den 19 November 1404, op Sinte Elilabets-dag kwam voortevallen; Vlaanderen ,zdo.^ wel als Zeeland, zag de Zee boven de Dyken zig verheffen, hooger, dan immer gebeurd was: met dat al, de Dykbreuken waren hier zoo niet, "of in den volgenden Zomer was ditEiland wederombeverscht (s) ,en konopnieuws zyne vrugten opleveren: Men wil, dat, door. dezen Vloed, eerst de Honte of Wester-fchelde voor groote Schepen is bevaarbaar geworden, en Antwerpen nu een gereeder weg verkreeg, omzyne rykgeladene Kielen Zeewaarts te zenden, of van daar in zyne havens te zien aanlanden. Nog eenen Sinte Elifabeths-vloed, namentlyk den 18 November 1421, moest Zuidbeland aan zyne oostzyde bezuuren; waarom Hertog jan van beyeren, met goedvinden zyner Zeeuwfche Raden, en der Stede van Reiwerswale, den 21 Januari T422, ordre moest ftellen, hoedanig de Dykbreuken ten fpOCr. leen, die, vooral aan de zuidzyde,voorvieleni veroorzaakt door de tochten vallende uit dei de doorgeftekene dyken in Vlaanderen,maakten dat den 21 Februari 1592, werdt goedgevonden een poin& van befchryvinge te maken,' om hier gemeynfehap van onderhout in 't ftuk van onderhoud van Dykagie en Zeewerken,' intevoeren; zoo als ook tegen den 3 Januari 1593- gefchiedde, en nader in't jaar 1594, ter Staats-vergadering werdt voorgeflagen, dit geheel Eiland te brengen onder een generaal opé zigt, beleyt en regeringe van Dyckagie: maar het eigenbelang, dat meer verwoesting op Aarde teweeg brengt, dan Oorlog, Pest, Hongersnood en Overftroomingen immer mooglykzyre te doen, belette zulks, en deze zaak is tot heden nog niet kunnen uitgewerkt worden. De listige Spanjaart had nog den geheelen Vlaamfchen Oever der Honte in zyn geweld en was dus te naby dezen Oord, om daarop niet telkens zyne krachten te beproeven j dit bleek ten jare 1595, wanneer de Luitenant va'rt den bekenden Zeevoogd Joos de Moor die van Waarden waarfchu wde,dat de Vyand eenen aanflag voor had, om met 20heupen en 150man door het verdronken Land van Calloo op Zuidr beveland, Calverfteert, Scherpenisfe, Rey« merswale enz. intebreeken: waarom by Staats' befluit van 22 November des gemelden jaars C 2 Hee«  (36-) Heéren Gecommitteerde Raden verzogt werden, daartegensde noodige voorziening* te doen. Dikwils fchynen de bewooners van 't platte Land, 't zy dat'er niet genoeg gewaakt werdt, of dat geen genoegzaame macht voorhanden was om de zoomen der Hond te bezetten; of ook dat men geene verfpieders had, die tydig des Vyands aanflagen ontdekten, bloot gefield te zyn geweest, om op het onverwagtst opgeiigt en fieengevoerd te worden, terwyl zy, op een hoog rantfoen" gefield, onmachtig waren zig uit eene akelige gevangenis en veel uitgeftaan leet, te konnen vcrlosfen: waarom dit de Heeren van Gc-es bewoog, om den 7 December i$q8, ter Staats-vergadering te verzoeken, om gemachtigd te worden, over dit geheel Eiland eene Bede te doen,datis een zekere last oproerende en onroerende goederen te leggen, ten einde daar uit de rantfoenen te vinden van zulken, $è by den Vyand zuchtende, van haven en maa^fchap verftekén waren, zulk voorffel was óp aanzoek' der Landzaten gedaan, dan werdt tiet ingewilligd, om de gevolgen , wélke daar uit konden voortkomen; men had reeds den o September deszelven jaars het gevangennemen ën vervoeren van Huislieden den Staten aangediend, en om eenige Compagnien Militie verzogt, om zulks te verhinderen, dan waar-  < 37 ) waarop geen befluit fchynt gevallen te zyn. Tot hier fchynt de bewaring van 't Land alleen denbewoonerenbevolen te zyn geweest, dan, de onmacht van dezelve, gelyk ook gebrek aan goede ordre en beleid, maakte dit on* voldoende, waarom by Staats befluit van 22, Juni 1600, Lancelot van der Gracht, bevel werdt g&gevQn,guarnifoen ie houden ten platten Lande van Zuytbevelant, met nog een van de nieuwe Compagnien by den Raede te ordonneren, ter plaetfe daer die van der Goes bequaemst vjcfen zal. De Veldflag by Nieuwpoort, ten zeiven jare, had geen invloed op dezen Oord; doch niette min het veroveren van Sluis in Vlaanderen iil 'tjaar 1604, zal het ftroopen op de ftroomen eenigzins vermindert hebben, doch de bewooning van 't platte Land bleef zorgelyk, zoo dat het fluiten van den Treves den 9 April 1609, van veele Roomfche Opgezetenen, welke hier geene de minfte vrye oefening van hunnenGodsdienst hadden, daarby zwaare lasten moesten opbrengen,en in geduurige vrees leefden,van gevaiiglyk weggevoerd of hunne wooningen afgebrand te worden, als een gefchiktmiddel aangenomen werdt, om dit anders zoo geliefd^ Vaderland te verlaten, en de VJaamfche Gewesten, die ontvolkt waren, als Hulster-ambacht en anderen, te gaan bebouwen, waar zymet C 3 open  (3§) opene armen onifangen, en zeker,mits hunne verkleeftheid aan de Roomfche belydenis ,meer voorrechten dan hier genieten konden. Het algemeen verval in dit Eiland zedert den gednchten Vloed van 't jaar 1570, nog toegenomen door het verloop des koophandels van Antwerpen, welks ongemeene zeevaart langs de Honte veel voordeels aan de Dorpen tegen dien boord gelegen aanbragt; daarby de verwoesting desOorlogs,en de weinige verdraagzaamheid onzer Kerkelyken, dit alles werkte te zamen, om hier eene ontvolking te veroorzaaken, welke eene üooping in gebouwen als anderzins ten gevolge had; zoo dat ten jare 1614 alle de Gerechten van de Ambachten aan de zuidzyde zich by fmeekfchrift aan 'sLands Staten vervoegden, en verzogten, met geen lioogere belasting op hunne huizen te worden bezwaart, danzy over den jare 1613 hadden geweest: Men kan best van hunne gevoelens en redenen van bezwaar oordeelen, wanneer hun ingediend vertoog zelve ingezien wordt, waarom het onder de bylage C. is geplaatst. Het {tuk van belastinge, vooral op de Landen, bleef een voorwerp van het hoogfte belang; de zenuw van den Oorlog was het geld, dat°moestvan de Gemeente komen; daar de Stedeling het van zyne handwerken ,neeringen en  ( 39 ) en fabricquen winnen moest, had de Landman daartegen, hetgeen hem de grond ter belooning eenes zwaaren arbeids konde opbrengen; men vermoedde , dat de Landlieden de waare grootte hunner landen wisten te verbergen, en de gefielde lasten met minder te voldoen, dan eigentlyk het oogmerk was; waarom ten jare 1621 door afgevaardigden deswegen onderzoek werdt gedaan: waaryan het rapport onder de bylage D. te vinden is, dat, offchoon de vermeende agterhouding voor 't meerendeel bleek minder te zyn, dan men dacht, echter leert, met welke oplettendheid 'sLands inkomsten toen beftuurd werden. De overlast van den Vyand was niet ingebeeld, vooral, naadat het Beftand geëindigd en de Oorlog hervat was, dit bleek, wanneer in Augustus 1627, eene degelyke aanflag gemaakt werdt, om ditEiland te overweldigen,en op nieuws tot een Oorlogs-tooneel temaken: dan welke aanflag door de wakkerheid van den verdienfligen Zeeuwfchen Vlootvoogd Martnus Hollare verydeld werdt, gelyk breder te zien is uit deszelfs brief aan de Regeering der Stad Vere, den 29 Augustus des gemeldenjaars gefchreven, geplaatst onder de bylage E. Mislukte zulks, kleine invallen waren nietgemaklyk te verhinderen, als bleek in October J62S, wanneer een welbetimmerde Hou vernet P 4 yeej  C4o) veele vruchten in Borsfelen, een prooi der vlam* men werdt; waarna zulks nog tweemaal fchynt ondernomen, maar mislukt te wezen; dit gaf aanleiding, om op meerder aantal van Militie te dringen, dan die was bezwaarlyk te bekomen; met geen minder ernst vorderde men, dat, ten koste van het geheele Gemeene-best, eene fterkte op Keyfers-hoofi by Valckenisfe gelegt werdt, welke de Heeren van Goes vermeenden, dat voor/20000:- te voh rekken ware: terwyl het beraadflagen hierover veel, langduurig en zonder vrucht was, kan men het gevoelen des Princen Stadhouders deswegen bemerken uit een brief van deszelfs vertegenwoordiger Jonkheer Adriaenvan Manmaker, aan Heeren Gecommitteerde Raden, geplaatst onder de bylage F. Waaruit blykt, dat gemelde Vorst het verftericen der zydevan Krabbendyk niet minder noodig achtte, tot het ontwerpen van dit alles en beramen van kosten, fchynt de Ingenieur Philips de Vlaming gebruikt te wezen: De Staats Registers van dien tyd leeren deswegen meer byzonderheden, doch deze alle hier aantehaalen, zou verveelende zyn. Hoe de verreziende toerustinge des Vyands in de nabuurfchap van dit Eiland, en als 't ware in 't gezicht vanhetzelve, ten jare 1631, onder Gods zegen weder door den moed en de kunde van evengemelden Vice-Admiraal M. Hol-  (41 ) Hollare, (door de vernieling van de geheele Spaanfche Vloot op V Slaakjte nietgeloopen is; en hoedanig de krachten en bewegingen wederzyds waren, kan men niet beter leeren kennen, dan uit drie brieven van den Heer Gecommitteerden Raad Johan van Vosbergen, van 29 en 20 Augjstus en 14 September 1631, aan de Heeren van Vere zyne Committenten , hier agter geplaatst onder de bylage G, H enl. Het verfterken dezes Eilands, en het wagthouden op de Stroomen, konde wel groote aanflagen tot eene geheele vermeestering verydelen, maar geenzints kleine Vaartuigen verhinderen, vanmenfchen, vee en andere buit te rooven en te vervoeren: ten jare 1638, gebeurde weer iets diergelyks, en het vertrek van eenigen,die zig heimelyk wegmaakten , deed voor nog grooter aanüagen duchten. De inval der Span jaarden op Terficken-Dam , en het verbranden dier Buurt in September 1640, baarde een' algemeenen fchrik, veele Landzaten verlieten hunne wooningen, en zogten veiligheid binnen Goes; het welk de Staten bewoog denPrince Stadhouderte verzoeken, omverfterking van Militie; deze onrust vermeerderde , wanneer goedgevonden werdt ten jare 3642, de Molenaars tebeëedigen, ten einde de {luikeryen voortekomen, hetgeen oproerige beweegingen veroorzaakte, zoo dat men C 5 zelfs  c 42; zelfs te Hoedekenskerke niet ontzag , Heeren, welke daartoe afgevaardigd waren, fmaatheden aantedoen; dit alles, gevoegd by den overlast, dien de Landman van eigene Militie uitftaan moest, zoo als in 'tjaar 1643, over den moedwil der Soldaten van Kaptein Warnaert geklaagd werdt, bragttewege, dat ten platten Lande geene andere bewooners overbleven, dan die volftrekt tot den Landbouw noodig waren, daarby van gering vermogen, of door ouderdom onbekwaam om elders beftaan te zoeken. De invallen der Vyanden duurden voort, want te dier oorzake verzogten de Heeren van Goes den 21 Maart 1644, dat hier nog een of iweegoede Compagnie» mogtzn ingelegerd worden. Onderwyl begonnen de onderhandelingen tot eene algemeene Vrede aanvang te nemen;, men was uitgeöorloogd, en zoo veele verfchik lende belangen , nadat door goud, doormerketyke voordeden te beloven, en aanzienlyke afftanden te doen, de aanzienlykfte hoofden der twistende Mogendheden gewonnen waren, eindigde de tachentig-jaiïge kryg, door het Verbond van Vrede, 't welk den 30 Januari ÏÖ48, te Munster geteekend, en kort daarna ^hoewel doorZeeland met weerzin)bekrachtigd werdt: De Tempel van Janus gefloten, zynde, was  C 44 ) vember 1648, reeds verzoek aan 'sLandsSta* ten werdt gedaan , om vier grooten op den ge* rhete te mogen heffen, tot het leggen van wegen; welk verzoek den 25 Maart 1649, inge-> willigd is geworden;hetgeen den 7junii65i, in zoo verre werdt uitgebreid, dat de Ambachtsheeren zouden vermogen, des benoodigd zynde, daartoe bygelegeneftukkenLands te doen uitgraven, mits die bevorens gefchat, en naar derzei ver waarde betaald waren. GeT lyke inneeming van Land ten gemeenen nutte, was ook den 24 Maart 1649 toegeftaan aan Dykgraaf en Gezwoorens van de Westwatering, tot het leggen eener Inlage of Slaper omtrent Cauwers-herberge, ter oorzaake eener grondbrake, welke den 13 Januari te voren daar gevallen was; ook mits betalende het Land of den grond, waarop de Inlage zoude worden gelegd. De belasting op de Landen gelegd , tot onderhoud en verbetering der wegen, werdt den 11 December 1662, aan de Heeren van Goes en Ambachstheeren voor andere zeven jaren toegeftaan ; na dat den 2 Juli 1655, Dykgraaf en Gezwoorens bewesten Yerficke, de macht was opgedragen, om de Landzaten te noodzaken, hunne Duiven aan de wegen behoorlyk te delven, ook alle onbehoorlyke Dammen aan 'sHeocen wegen op te doen nemen enz. Het  C 53 3 (lede, woonde te Reymerswale, en is aldaar overleden; deszelfs Weduwe verliet den boedel, de fchuldeisfchers leiden daar de hand op, en de Wet van evengemeldeStad .verftond, vervolgd hebben, gelyk men aangeteekend vindt, dat, eenige jaren na de Overftrooming van't jaar 1530, de Dyk tusfchen Romerswaal en het Tol-hujs voorBergen op Zoom, doorgebrooken en geheel tot niet gekomen is. Het verdiend aangeteekend te worden, welke plaatzen dit oostelyke deel des Eiland met den eerstgemelden Vloed van 5 November 1530 al verloor, die voor verre 't meerendeel nog met de Zee gemeen zyn. Bewesten Yerficke. gem: roed: .Tolenden binnen, by der breedte groot . . 1102 39 Cou- 00 Reigersb. Chr. II D. bl. 427—433» 4^4«  ( 7*) gem: roed; Couwerveby de breedte groot 9023 84 Sturmezand . • 5l9 ~ Beoosten Yerficke. Reymerswaleby de breedte groot 2571 7 Broucke . . - 1459 66 Crekeby de breedte groot . 652 38 Steenvliet , . . 656 75 Evers waard . • n 90 107 Schoudee , . «01 230$ Nieuwlande . . 2161 — Swartewaal , . 212 39 Tolsende buiten . . 452 93 Duivenee by de breedte . i559 Zeldyk , . . j ^58 97 Lodyk . . .708 61 Nieuwerkerke by der breedte 267 133 't Serpieters-polder . 541 Maare . . . 2268 47 Rilland , . . 1781 54 't Bath . • • 954 i®° Hinkelenoord by de breedte 683 33 Zwaanhil . . i 182 5S Den Ouden Gentfen Polder is geïnundeert 13 Januari 1551, by de breedte . . 854 iox Desgelyks zyn op denzelven dag en jaar ondergeloopen Den Arents-Polderaby der breedte 176 36 Colnis-polder . « 132 —' Spiefc  i77 1 gem: roedi Spiervliet . " 68 133 'Grooten Agger . , 1204 —« Kleenen Agger . , 219 'Valkenisfe, daarvan is in de jaren 1530,32 en 1542 uitgeflagen 48613/ Het welk famen ruim 32000 gemeten bedra* gen zal, als men nu daarby neemt het verlies van dit Eiland aan zyn zuidzyde tegen de Honte of Westerfchelde, dan kan men veilig fielten, dat het meer dan eens zoo groot, dantegenswoordig, geweest is. Ten tyde, wanneer dit Land-verlies voorviel, was men zoo ver niet gevorderd,om van byzondere binnenlandfche ftreeken afzonderlyke kaarten te kunnen hebben, gevolglyk moest vervolgens de waare groote van ieder Ambacht, zoowel als de fcheiding van die, welke daar aan paalden, uit oude fchriften, het zy uitgiften en tranfport-brieven,blyken, veelenvan dezelven zuilen door de volgende Oorlogen, en rampen des tyds weggeraakt wezen, terwyl ieder zyn aanfpraak behield, op hetgeenezyn of zynen Voorouderen eigendom ware geweest, waarom de Leenen, welken daar voorheen te vinden waren, geduurig,en nog, worden verheven, en onderden naam van bezoute Am* bachten bekend blyven. Verfcheidene eigenaars dier Ambachten deeden deswegen vertoog aan de Heeren Staten van Zeeland, waar-  ( ?3 ) waarom Hun Ed. Mog. den 13 Januari 166$} goedvonden Heeren Gecommitteerde Raden té authorifeeren, tot bet doen van de Limietfcheidinge van de voorfz. Ambaghten 3doer een ofte twee gezworen Landmeters, daer over geroep ■pen alle de geinteresfeerde, en het felve gefchiedende tot haren koste. Hoe verre dan dat be* ftel voldaan, en of het wel volbragt zy,kwarrt my nergens voor; nieuwe aanwinningen van deze verdronkene Landen zouden het bestleeren, en ik meene wel, dat by het indyken der Reygerbergfe Polder tusfchen de eigenaars der Ambachten van Bath, Rilland enMaire geen kleine twisten plaats hebben gehad. Het is, zedert twee en een halve Eeuw ,nog maar aan weiuigen vanvoorverhaalde verdronkene Landen mogen gebeuren, op nieuws het hoofd boven de Golven te fteeken: te weten Toleinde, zoo verre het herdykt is,zoo mede een kleen gedeelte van Nieuwlande;vmBatby Rilland en Maire, zyn ten jare 1773 gedeeltens herverscht, onder den naam van Reyger* berg/cbe Polder; Van het Ambacht van HinkeUnoort is ook een gering deel in wezen, ea eindelyk kan daarbygevoegd worden, hetgeen werkelyk nog van Valkenisfe gevonden wordt, alle het overige is nog met de Zee gemeen,en leverd weinig vooruitzicht op, om aangewonnen te worden: zoo dat in het gewezene oosten  ( telyk deel van Zuidbeveland nog werkelyk té zoeken zyn alle die Ambachten; welke men zoo even optelde, dat met den Vloed van 't jaar 1530 verflonden werden. Terwyl men van de Plaatfen en Heerlykheden, welken daar te vinden zyn geweest, in het byzonder gewagen zoude, komt in de eerfte plaats de Stad romerswaal voor. Het is waar, raen heeft dezelve reeds gedacht, en zelfs, hetgeen men meende aan haar gefchiedenis te ontbreeken, in een Aanhangfel medegedeeld: niet te min vleid men zig, dat nog eenige weinige nadere aanteekeningen, daarvan gemaakt, den Lezer niet onaangenaam wezen zullen. De Chronykfchryver Eyndius wil, dat üomerswale,de wal der Romeinen beteekend,en Room-pootna Roompot, 't welk onder de benaming vau Romanumpromotorium voorkomt,' de Romeinfche uitftekende punt lands betee» kent. Want poot geeft een hooft te keunen. Poot is ook zegt hy, huiden ten dage by da Noordhollanders een hooft, waarvan wy (hy verftaat de Zeeuwen) Oschpooten (dat is bol-; len, of kuis fen)zeggen. Dit dan de Romeinfchen uithoek geweest zynde, vermeint 2£/*~, dim, dat de Romeinen aldaar aan den voornaamfte en oudften mond der Schelde een Kasteel opgeworpen en gehad hebben. Dusver P.  P. Chiverius Batav. Oudh. I. D. in de Voofl reden. Men weet vervolgens niet te vereffenen hoé Reigersberg fchryve, dat Aarts-hertog Filips van Oostenryk hier in Juli 1493 zouden gehuldig'wezen, gelyk wy in het befchryven dezer Stede bl. 2.5. vemeld hebben; daar echter Goud■hoever in zyn Chron. bl. 559. ftelt, dat de huldiging van gemelde Vorst, op zyn zestiende jaar is gefchied op het einde van December 1494. Wien zal men in 't gelyk ftellen ? wy hebben daaromtrent echter nader en vaster befcheid gevonden onder de verzameling van Handves* ten enz., waaruit de befchryving dezer Stad zamengefteld is, namerlyk, dat voorfz. huldiging eigeutlyk is gefchied op den 6 November 1494, en dus blykt het, dat Gouthoever het naaste by de waarheid kwam. Men heeft aan het einde der Keuren dezef Stad aangeteekend gevonden. In 't Jlot van de Kuere van Zeelandt genouch verclaert wordt die van Middelbarcb, Ziericzee en Reymerswale exembt te wefen van defelve kuere, ende hy haer kuerèn, rechten, priuilegien , oude costumen, ftatuyten, liberieyten en vryheden zullen blyVen in zulcken ftate als &y waren en gewent hebben hy tylen van wylen önfen voorJeyde Bieren als Philips Hertoecb van Bourgondien en Uatocb Kaerle van Bourgondien b wiens.  tut wiens zielen Godt genadich zyn enz'. Dezé Stad was by de Keure, die Flor is Monbae^ van Hollandt lange te voren de Zeelanders ge-: geven had, reeds in dezervoege bevoorrecht geweest Die van Reymerswalemoeghen van allen zaken enfaeyttn wyfen of de Graeue in al* der maniet e daer pref en waere. Ook is'er in Stads fchriften eenaanteekening geweest, hoe de waarde van onderfcheidena Geldfpeeien zoo in haar Voorrechts-brieven3 als Gilde-keuren dikwils voorkomende,moest gerekend worden, als Alle ponden zivarten in. defen ofte alle ponden zyn thien Jluuers, ende daer ftaet een ghoudefcbilt, dat mach menbe» taelen met tzvee en twinticb Jluuers, en waer grooten Jlaen zyn grooten vlaems, en fchellin^ ghen een fchellinck is een groote vlaems. Onder de voorrechten, aan deze Stad by dè Grave gefchonken, fchynt men niet aangeteekend te hebben, dat, 't welk Hertog Aalbregt van Beyeren den 7 November 1359, den dorpe van Reimerwale verleende, dat men daar da misdadige lieden van kracht, moord ofte diefte enz. bezetten en beklagen mogt (w). Ook? verzuimde men te melden, dat evengemelde Hertog den 12 Januari 1390, uitfpraak deed over de ontflaane gefchillen twsfchen die van Donk O) Mieris CUsrtb. III. D. bl. UZ, I. Stuk. F  f «§) Dochrecht en deze Stad (x), welke verfchilleri over het recht van laden te Dordt ontftaan waren, dan by gemelde uitfpraak niet duidelyk genoeg beflist iehynen te zyn geweest, omdat meergemelde Hertog den 22 October 1391 ,ee. ne nadere uitfpraak, en wel in nadeele van Dordrecht, heeft moeten doen (y). Het is zeer waarfchynlyk, dat Hertog WILLEM van Beyeren den VI. van dien naam, te dezer Stede,als Grave van Zeeland, is gehuldigd geworden, altans dit is zeker, dat hy den 7 Juli 1405 , alhier de Voorrechten van Goes heeft bekragtigt (z). Wanneer ten jare ï43& > by de Staten van Holland en Zeeland befloten werdt,eene Vlootuitterusten tegens de Oosterlingen, moest deze Stad dairtóè een Oorlogfchip leveren (a). Ten jare 1461, was te dezer Stede Tollenaar Jan die Buck, welke de Schippers van Etten in de Baronie van Breda, eenen nieuwen en ono-ewoonen Tol afvorderde, waarover die zig aan den Heer van Breda beklaagden,zeggende onder anderen, dat voortyds tusfchen Bergen op Zoom en Reymerswaal een Baken plagt » ftaan op ToerooH, en dat wie binnen dat Ba- ken O) Vat, de Wall. Handv. enz. van Dordt bl. 3405 Of) ibid. bl 343. OO Gefchrev. aant. rakende Goes. («) Vaderl. Hist. Ui. P« bl. 535»  ken kwam, dien Tolfchuldïg was, maar dat zy daar nimmer binnen kwamen, enz. Den 8 April 1518,voor Paafchen, warende Staten van Zeeland binnen deze Stad vergade. d^ waar zy de Koninglyke Majcfteit inwilligden ƒ 15000: en Mevronwe de Douaire van Savoye, Gouvernante der Nederlanden ƒ 2000: tot een gratuiteit voor eens, te betalen in twee termynen (b). Heeft men in de befchryving dezer Stad bl.' 93, van derzelver Rhetorie-kamer gewaagd^, men kan daar nog by voegen, dat in de maand Mei 1496, dezeRhetorykers, nevens die van andere Steden, geweest zyn te Antwerpen,als de Landt-prys daar gehouden werdt (e). De Pastoor dezer Stede plagt 'sjaarlyks ,uit des Graven Domeinen van Tholen, zeeven fchellingen en zes grooten vlaams te genieten, die nu by het gemeene Land in bate komen (d). Enby de Predikanten der Hervormden, welke deze Gemeente bediend hebben, kan gevoegd worden Mr. Zeger Pit, welk op6 Mei i6i2> van hier naar Aardenburg beroepen zynde, omi daar (f) V. Copul. ter Rekenk. fo. 65—f 100: vis. tot onderlland werdt toegelegd, zeker een geringe byftand, dan haar ondergang was beftemd. Men had temeermalen ondervonden, dat, wanneer de nood het vorderde , die van Vere veeltyds zig gereeds toonden, aan deze noodlydende Stad hulpe te bieden : waarom ten jare 1595, wederom derwaarts toevlugt genomen werdt, en een brief afgevaardigd, dato 13 November 1595> als de bylage R. oplevert. Het toeneemend verval maakte, dat die van F 3 des  (86; dezeStadzig,ten jareiósö, aan 'sLands Staten vervoegden, verzoekende, tot behoudenis harer Dykagie, een onderftand van <* 400: vis., doende te gelyk opmerken de gevolgen, die herhebben konde, als deze plaats van Inwooners ontbloot zoude wezen; ook dat zy jaarlyks nog <* 100.vis. in de gemeene Middelen aanbragten. De voormalige grootte dezer Stad was zoo verre vermindert en ingekrompen, dat ten jare 1627, dezelve in haaien omtrek niet meer, dan agttien gemeten, groot was; dat de huizen meest ftondenopeen hoog ftaal, terwyl 'er een zeker werk was uitgedagt, ten einde ditoverhlyfzel te behouden, welk werk o€ 200 : vis. kosten moest, en otf 40: vls.vanjaarlyks onderhoud; dan hoe weinig zoo een hulp te beduiden had, 'sLands Staten konden daartoe niet verftaan, en zouden afwagten, of de Ingezetenen zich zeiven met konden helpen fOr Zeker niet vaderlyk. Ten gemelden jare was hier nog te zien, en in wezen een Tooren, eertyds geweest hebbende de Koe-poort, welke men vreesde, of den Vyand wel mogt innemen, hoewel dieniet houwbaar, veel minder beftand was tegen kanon,niet te min meenden de Heeren van ThoJen, dat het dienftig was, die door 30 ot 40 „.ante bezetten: het befluit viel, men zoude (O St. Nou v. Zeel. d'Ao. 1627. bl. i45«  ( 87 ) die Tooren door den Raad doen bezigtigen enz. (f). Men vond nog, den 2 December deszelven jaars goed, de Regeering dezer Stede fcherpelyk te verbieden, geen Steen van daar te laten vervoeren, of dat tegens haar geprocedeert zoude worden door Militaire macht (g). Geenzagtzinnig middel. Daar geene renten van hooftfommen , waar mede deze arme 0verblyfzels nog beladen waren, konde voldaan worden, fchynt het, of die van zommigenuit 's Landsmiddelen werden gekweten,altansden 15 Maart 1628, verzogten de Erfgenamen der Heeren-Wolf'aert van Borsfele, Penfionaris de Jonge en Meyros,dat mogt gecontinuëert worden met de voldoening van a«e 28 :6:8 vis.zulker renten, die tot weinig maanden te voren, by bet Comptoir van Bewesten-fchelde waren gekweten geweest: waarop de advifen der Rekenkamer en Rentmeester Bewesten-fchelde zoude ingenomen worden (h). Nu was de verhuizing hier algemeen, waarom den 8 September des evengemelden jaars aan Adriaen Jacobfen en zyne kinderen toegeftaan is geworden, hunne huyfinge en Rosmolen, elders in Zeeland te mogen vervoeren, dat is af breken. (ƒ) St. Not, v. Zeel. d'Ao. 1627. bl. 313» (g-) ibid. bl. 328. (Jt) Ibid d'Ao. 1628. bl. 33. F 4  ( 88 ) Jtenen herbouwen, waar hun goeddagt (ï)l Niettegenftaande dat alles, bleef de Stads Regeering hier nog in wezen, want den 6 September 1630, verzogten Bailliu, Burgemeesters en Schepenen, dat 'er een middel mogt gevonden worden, om Jan Coopvaar te vergenoegen , welke aan verloopene interesten zedert het jaar 1575, ƒ400: te vorderen had, waartoe zy onmachtig waren: Men verzond deze Verzoekers aan de Wet van Vere, daar voor dezen arrest (waarfchynlyk op eenige Stede goederen) was gedaan (k). Zoo alle de rampen van water en vuur , welke de fchaduwe eener ecrtyds bloeijende Stad fteeds op zyde bleven, haare geheelen ondergang nog niet genoegbevverkthadden;' de Vyandvan buiten voltooide het, want,in het begin des jaars 1631, werden twee Inwooners dezer Stede Job Huybrechtfen Catte en Pieter Adriaenfe Bosch, nevens derzelver Schuiten, met Mosfelen geladen , door de Spanjaarden uit Zantvliet genomen, waarover door 'sLands Staten aan den Bevelhebber dier Vesting gefchreven werdt (/). Was de Vyand hier geland geweest, en had zy twee arme Visfchers van daar mede gefleept, zulks kon meer gebeuren, ja hy kon zich vestigen , en de geheele Ooster-fehelde onveilig maken, waar- ff) St. Not. v. Zeel. d'Ao.. 1628. bl. 264. (k) Ibid. d'Ao. 1630. bl. 177. (7) Ibid. d'Ao. 1631. bl. 70, 71 en 103.  (89) waarom den 20 Maart 1631, de Heeren ter Ver* pachting van 's Lands middelen te Tholen gaande, werden geauthorifeert,deze defolate Stad, en wat daaraan hoorde, te bezien, daarvan fchriftelyk verbaal overtebrengen, nevens htm gevoelen, wat te doen, om den Vyand te beletten, zig hier neder te ftaan, en zyne veroverde pryzen in veiligheid te hellen (m). Hier eindigt hetgeen men ter aanvulling van het gefchiedkundige dezer Stede weet bytebreugen, en nu zullen wyhet oudeAdelyke Stamhuis van Romerswaal nog eens wat nader befchouwen. Men ftelde in de befchryving dezer Stede bl. 95, dat de oorfprong dezer Edelen inde oudheid zig verloor, wy geloven het nog, offchoon wylen de HeerT. E.van Goor ,in zyne Bejchryving van Breda hl. 2.0, zegt, dat de Heeren van Lodyck en Reymerswaal in regten lyn zyn afgedamd van Rafo van Gaveren, Heer van Liedekekercke, eerften Heer van Breda, en Vrouwe Adeivyne, Dochter van Willem Heer van' Stryen , maar men kan toeftaan , dat zy, uit eene Dochter dier aanzienelyke Echtgenooten, metnaame Geertruid, gehuwd met Klaas van Romer-smaal, Ridder, Heer van Lodyck, zyn voortgeplant geworden; terwyl evengemelde Schryver voortgaat bl. 383, te 0») St- Not. v. Zeel. d'Ao. 1Ö31. bl. 91. F 5  (90) te vermelden, dat gemeldeHuwlyk ten \m 1290. werdt befchonken metde Erfiykbeid en H inkomen van Rofendaal met de midden en laage Heerfykbeid van dien, dit heerlyk goed bleef by deze Stam tot den jare 1501, wanneer eender nakomelingen, ook Klaas van Romerswaal genaamd, hetzelve, nevens de Heerlykheid Nispen verkogt aan engelbrecht Graaf van Nasfau, Heer van Breda, waardoor het weder aan 't Land van Breda is gehecht geworden. . , Ten jare 1301, was Boudewyn Kervinck, ■ Broeder van den Heer van Romers waal, Heer ofte Gouverneur van het Slot ter Goes. In het jaar 1306, heeft Hendrik Splinter Van Romerswaal, nevens Grave Willem den III de Privilegiën aan de Stad Leyden gegeven', onderteekend (n). Gelyk in't jaar 1344, Wclaas Kervink van Reymerswaal, van Grave Willem den IV., als getuigen werdt gefield in het bekragtigen van eenen brief tusfchen hem en Vrouwe margarita deszelfs Moeder. Eene andere Nicolaes Kervinck en Willem van Rommerswale,worden in't jaar i393 gevonden onder eene Sententie,waarbyHertogWillem van Beyeren bevestigt deVoorrechtenvandenBnel, wegens het Stapel-recht van Dordrecht (0). De- O) S. van Leeuwen Batav. Illustr. bl. 1205. CO Alkemade befchryv. v. den Briel L D. bl. 3». in nocis.  (9i ) Pezelve, of weder een andere Nicolaes Kervinck van Reymersivale, Ridder, Heer van Lodyke, was het, die in de belegering van Gornichera, by die van Arkel in 't jaar 1403, gevangen werdt genomen: mogelyk is het ook deze Heer, dien men in den Rekenkamer van Holland genoemd vindt Treforier van Tholen (p). Ook vindt men van dit Edel geflachr^dr» van Remmerswael, die ten jare 1479,was Bailliu en Schout van Roterdam, die Cabeljauws gezint zynde, Heer Wolfert van Borsfele van der Vere, die Hoeks was, nevens alle de Edelen en Gemachtigden der Steden, die daar ter Dachvaart gekomen waren, met geweld de Stad deed ruimen (q), gelyk even hetzelfde gebeurde in 't jaar 1488, aan Heer Willem van Remmerszvaal, Bailliu van Rotterdam,toen de Hoekfche partye daar de overhand kreeg, welke met Vrouw en Kinderen, heimelyk uit die Stad de vlucht naar Zeeland nemen moest, wyl hy Cabbeljauws gezind was (r). Ten beüuiten van het geenemen weet te voegen by dat, 't welk te vooren aangaande het Edel geflacht en Heeren van Romerswaal was gezegd, kan men aanmerken, dat ten jare 1744, nog in Frankryk een Marquis van Espinay zig be? (ƒ>) S. van Leeuwen Batav. Iilustr. bl. 1195, (?) S. Loys befchryv. v. Rotterd. bl. 56. 0 ibid bl. 65.  ( 90 bevond, welke zig Heer en Baron vanLodyck en Ryraerswaal noemde. Wat de Stedelyke Regeering aangaat, kan nog gezegt worden, dat zy ook eenen Penfionaris in haaren dienst had,zeker om haarebelangens, zoo ten Hove, als op de Dachvaarten voorteftaan: als zoodanig ismyin het Schepenen Register van Poortvliet ten jare 1569, voorgekomen Fr arisch van Campe, verder is aantemerken, dat wanneer Cornelis Willemsz. Leliendale, Bailliu dezer Stede met 'er woon naar elders vertrokken was, den 2.0 O&ober 1574? bY commisfie op naam van Koning Filips,in deszelfs plaats is aangefteld Hans Coopuaer (s). Wy zullen in de verderebefchryvingvanhet verdronken Zuidbeveland volgen de lyst der ondergefpoelde Ambachten, zoo als die hier vooren bl.75 en 76. opgegeven is, en beginnen dus met tolseinde. Dit Ambacht fchynt in Tolseinde Binnen en huiten onderfcheiden te zyn geweest; het eerfte zoude de groote hebben gehad van . , iioagem. 39roed: en het laatfte 4g2 ^ 93 _ Dustefamen l554gem: 132 roed: Het eerfte dier gedeelten was gelegen Bewesten-Ter-fiche, het andere Beoosten-Terficke. Da, 0 VIII. Copul. ter Rekenk. fo. 7-8 en 79,  03) De groote Vloed van 5 November 1530, overdekte het; een deel daarvan fchynt in 't jaar 1(536, herdykt te wezen,'twelk ten jare 1641, groot bevonden werdt 334 gem: 126 roed: (t). Verfcheidenmaal heeft dat herdykte deel dei overftroming nog moeten lyden;ten jare 1659, gaven de Ambachtsheeren aan 'sLands Staten klaaglyk te kennen, dat hun al voor de derdemaal zulk ongeluk getroffen had, dan tot herdyking op voorgaande vryheden gezind waren (u), en den 27-Maart 1664, verzogtenzy vernieuwinge van het Octroi hün op 30 April 1638, tot herdykinge vergund geweest; hetwelk hun den 8 Juni 1665, werdt toegeftaan; dan tot welke herverfching zy den 6 Maart 1666, Voor den tyd van zeven jaren verfcheidene vrydommen verzogten; waarop het berigt van sLands Rekenkamer ingenomen werdt, en vervolgens den 5 Juni deszelven jaars dit verzoek toegeftaan; dat ook op 5 Februari 1669, de novo vergund werdt. Dit gefchied zynde, fchynt het geene hier aangewonnen was, den 22 September 1671, op nieuws overvloeid te wezen (v),en zedert al weder in 't droogegelegt, en, fchoon de Polder, waar zulks te vinden moest (/) Boxh. op Reygersb. I. D. bl. 83. (Y) St. Not. v. Zeel. d'Ao. 1659. bl. 56"., d'Ao. 1665. bl. 103. (V) IM1. Mercur, d'Ao. 1671. bl. 134-  ( 94) moest zyn, de Polder van Tolseinde wordt gé» noemd, komt toch een deel van het Yerficke Ambacht daarin; dat van Tolseinde wordt gerekend aan fchotbaar Land groot te zyn 401 gemeten 69 roeden, die, ten jare 1753, vyf fchellingen aan Waterpenningen voor ieder gemet moesten opbrengen; de Oostdyk dezer Polder wordi van de Ooster-fchelde befpoeld, terwyl derzelver Westdyk tegen Kruiningen is palende (w). Dit Ambacht behoorde in 't geestelyke onder 't Bisdom van Utrecht, en tot het Dekenfchap van Zuidbeveland (x). Of deze Heerlykheid een Dorp en gevolglyk een Kerk heeft gehad, hiervan wordt geene aanteekeninggevonden; maar wel, dat een Edel geflacht zig hiervan benoemd heeft gelyk zoo in 't jaar 1400, daarvan nog leefde Heer Wouter van Oltsende, getrouwd met Clara van Maelftede, die gewonnen hebben Adriaen van Oltsende, welke tot Echtgenoote heeft gehad IJabeau de Vilain, welken een Zoon hadden Dignusva* Oltsende, die ten Wy ve nam EUfabet van Baersdorp, die weder een Zoon agterlieten Cornelis van Oltsende, getrouwd met Sara van Dalen, van welken eene Dochter overgebleven is(y). Ook vindt men, dat in't jaar 1470, dezeHeer- lyk- (w) Tegenw. St. v. Zeel II. D. bl. 281. O) Boxh. op Reigersb. I. D. bl. 92. (O SmaL'g. bl. 703.  ( 95) lykheid verkogt is door de Weduwe van Hen* drik van IVisfekercke, aan haar Mans Broeder Heer Amhonh van Wisfekercke; vervolgens moet dit Ambacht gefmaldeelt zyn geworden * Want ten jare 1789 , waren hier Ambachtsheeren. pieter Anthony de Huybertr Erven. Mr. Joban Pieter van den Branden , Ridder Baronet. Adriaen Paardekooper, Erven. Mr. Bastiaan Nebbens. Quirinus Dominions* Francois Bernardus Henricus Rogerias va» der Gracht (z). Het wapen dezer Heerlykheid was, of wordt nog gehouden te wezen, het Schild van keel, Waarop een keper, verzeld met drie vliegende Merletten van zilver (a\ Ten aanzien van kouwerve, .Kaamerve.' wil men de naams-oorfprong van de Kauchers afleiden, welke in Zeeland zoude gewoond hebben (b). Dit Ambacht, 't welk zig bevond opdeoostzyde van Zuidbeveland, tegens over Sint Maartensdyk, en dat mede door den Vloed van 5 November 1530, verüonden is, was van de aan- (z) Naamw. der Stad Goes enz. d'Ao. 1780. bl. 66, Sinalleg. bl. 703. (£) A. Pars Katw, Qudh. voorr. bl. 37.  (9'0 aanhierkelyke grootte van 9023 genieten s4 roeden,nochtans maken Reigersberg,Boxhor» én Smallegange daar naauwlyks gewag van; ook nebbe ik in mieris Charterboeken geen brieven daarvan gevonden; evenwel zal zulk eene uitgeftrekte heerfchappy buiten twyfel van Dorp en Kerk voorzien zyn geweest, welke in 't geestelyke behoorden onder 't Bisdom van Utrecht, en tot hetDekenfchap van Zuidbeveland (c)- Het Adelyk gedacht dat hiervan in wezen is niet zoo onbekend, als de Heer Te Water in de Voorr. van het Hoogadel. en Adelr. Zeel. bl. 51. wil, terwyl men daarvan aantreft Gillis van Couvoerve, die in 't jaar 1469 leefde, als uit deszelfs brief aan Heer Hendrik van Borsfele van Vere,te vinden in debefchryving der Heeren van Vere uit den Huïze van Borsfele bl. 143, blykende is. Hy, die zig te Gent onthield, zal daar zyn gedacht voortgeplantnebbe. Ten jare 1550, was Adriaen Jansz. van Coawerve, gecommitteerde Bailliu van Poortvliet; voorts vinde ik, dat Jan Jansz. van Couwerve in 't jaar 1569, aan de Heerfehappenvan Vosfemeer, 17 gemeten Lands verkogt, Waarop vervolgens het Dorp van Nieuw-Vosfemeer is gedicht geworden, len fcse 1594, verzogten de Voogden der Kindej ' ren O) Boxh. op Reigersb. I. D. bl. 92.-  t97) ren van Mr. Eduard van Couzverve ,'maïnlevée van derzelver Vaderlyke goederen, welke, tei öorzaake dat dit geflacht zig aan des Vyands zyde onthield, zullen aangeflagen zyn geweeste Ten jare 1598, verzogt Mx.Everardt van Cou* wtrve , paspoort om herwaarts te mogen komen, waarfchynlyk, otóevengemeld verzoek te vervolgen; en het is misfchien dezelve Mr.' Eueraerdt van Couzveruen geweest, welke,' te Antwerpen wonende, Dykgraaf wordt genoemd, en in 't jaar 1609, Odroi verwierf,' om van zyne Zeeuwfche Leenen te mögen disponeeren : ook zullen tot dit Geflacht behoord hebben Norbertus van Couzverve, die in'tjaar 1664, Abt der Abdye van S. Michiels te Ant-i werpen is geweest; zöo medeZ)/g««f enEver* drdt van Couzverve, welken in de Se. Not. v.' Zeel. van \\Jan. 1665, voorkomen, als eige-ï naren eener Hofftede, in den Eilande van Tho-lën, groot 53 a£4 gemeten i Deszelfs Wapent fchild was d'Hermines an chef 'de qeuleschargé, de trois èoquilles d'argent. Dit is zeker; dat dezeHeerlykheid al vroeg van haar eige Edele Stam is vervreemd gewon' den, mogelyk door verbeurdverklaring, ge^ lyk in de Hoekfche en Kabeljaaüwfche twee-' fpalt dikwils gebeurde; vast gaat het, dat dé Weduwe van Hendrik van Wisfekerke, dit Ambacht in 't jaar 1470, aan haar MansBroe- I. Stuk." G . der  ( 98 ) der Heer Anthonis van Wisfekerke, heeft ver^ kogt;zynde de Groot-vader van beidé evengemelde Heeren ook Hendrik genaamd geweest, die dit Ambacht van den Graaf door. koop verkregen had. In hetGeflachtvan Wisfekerke, bleef deze Heerlykheid zeker tot het midden der xvi Eeuw, Want van 't jaar 1540 tot 1559 , vinde ik Anthonis van Wisfenkercken , Heer van Couzverve genoemd (dj. Van dat Geilacht is zy mogelyk overgegaan in dat van Reigersberg, ten minsten in 't jaar 1658, was de Heer Jacobvan Reigersberg, al Heer van Couzverve, gelyk ten jare 1688, als zodanig genoemd wordt Johan van Reigersberg,Raad der Stad Middelburg (é). Heeft men hier vooren dit Ambacht gefteld groot te wezen 9023 gemeten 84 roeden, Smallegange in zyn Chronyk bl. 703. fielt, dat het niet grooter was dan 923 gemeten 234 roeden 6 voeten :wy laten dit groot verfchil onbeflist;evengem elde Schryver zegtter aangehaalde plaats, dat ten zyne tyde daarmede beleend waren Jr. Johan van Reygersbergh, met 692 gemeten, 250 roeden, 10 voeten en 6 duimen; en Jr. Willem van Lier, Heer van Catwyk met 230 gemeten 87 roeden, 7 voeten en 6 duimen, sturmzandt, ten noorden van Wemelingen». (V) Boxh. op Reigersb. II. D. bl. 474, itj Smalleg. bl. 438.  f S9> gen, was, VolgensSmallegangebL 720,groot 527 gemeten, 299 roeden, 6 voet, en daarvan fchynt met den Vloed van 5 November 1530, ondergelopen te zyn 519 gemeten. Waarvan in 't jaar 1594, weder herdykt zyn 244 gemeten, dan, welke zoo verre met de Zee gemeen zyn geraakt, dat in 't jaar 1753, van dit Ambacht niets meer overig was dan een klein Pol-;' derken van 30 Gemeten (ƒ). Geen wonder, een Grondbraak van 78 roeden lengte ten jare 1661, en een kostbare Inlaag ten jare 1662. Nog eene Overftrooming ten jare 1668, konden niet misfen, niettegenftaande veele verleende vrydommen van 's Lands Staten, zoo weinig gemetgetalen geheel te verteeren en tot niet te doen worden. Het fchynt dat dit Ambacht geen ouder oorfprong heeft, dan van 't jaar 1390, wanneet den 14 April deszelven jaars Hertog aebert van Beyeren, zulks nog Schor zynde verkogt aan zynen Neve Heren Heynric van BerfelenJ Here van der Vere, ende van Zandenbureh ende Heren Janne van Cruninghen onfen getrouwen Ridder, ende Vrouwe AU den van der, Vere, Vrouwe van Cruninghen, dat Scor, dat, gheleghen is voer Wemelinghe, dat gheheten is Heer Stormszatïd, te dyken tot enen Corenlan* (ƒ) Tegenw. St. v. Zeel. II. D. bl. 285* G 2  ( I0O ) de na boren orbaer, ende tot boren wille. Voorts geeft hy daar aan vrydom van Schot voor zeven jaren; het recht om daarin een Schoutj Schepenen en Dykgraaf te Hellen; boeten te mogen Hellen tot drie ponden toe; Ambachtsrecht, Ambachts gevolge, Tienden, Vogelerien, Visfcherien, Veeren en Excynlen;dit Land te mogen wateren en wegen uitwaart en inwaart;zoo dit Ambacht verftorf of verbeurd werdt, zoude de naaste Magen het mogen losfen na zyn waarde, zoo ook de Tienden na da rechten van den Lande ; zoo het ingebroken weidt, zoude her mogen herdykt worden , zonder daartoe oorlof te vragen; dit mogtvanden Grave als een recht Zeeuws Leen gehouden en verheven worden;daarvan moest jaarlyks aan ! den Rentmeester Bewesterfchelde zoo veel rente betaald worden, abs Claas Kervinck van Reytnerswale daarop hadde;die voorgemelde Heer van Vere zoude de helft in dit Ambacht bezitten , terwyl de wederhelft kwam aan Heer Jan van Kruiningen endeszelfs Echtgenoote Aleid van der Vere (g); Men vindt het Wapen-fchild aan dit Ambaeiht eigen, bySmallegange,die het plaats onder de Heerlykheden Beoostenfchelde, het zo ude beftaan hebben in een Schild van zilver, waarop twee blaauwe zeebaaren, en tusfchen die een roos, Qr) Mieris Charterb. IIL D. bl. 558-  ( ioï ) roos, of andere bloem van vyf bladen Vangelyke j couleur. Doch 'er is nergens blyk, of daar een ' Dorp heeft geftaan, wat lotgevallen het buiten de Watervloeden heeft gehad. Ten tyde, toen Smallegange zyn Chronyk fchreef, had dit Ambacht verfcheide deelgenooten; te weten, Vrouwe Amelia van Dona, Gravin van der Lippe,hadt daarin 269 gem. 224 roed. 9 vtvj Jr. Johan Hieronimus Huysfen, Heer in Vosfemeer, 21 gem. 181 roed. 2 vt.6dm.; Vrouw £lifab&t van der Nisfe, 10 gem. 40 roed. 7 vt. 3 dm. van natuur verbeterd; Jr. Ifaak dePerponcher Zedlnitzky, Heer van Ellewoutsdyk, 86 gem. 124 roed. 10 vt.; Heer Jacob Gr ave van Groesbeek,Ridder,85gem.225 roed.; Jr. Leopddus de Ryfelaer, wegens zyne Moeder Vrouwe Comelia van Osfezvaerde 42gem. 262roed. 6vt. Q>)> Wie tegenwoordig daaraan deel zouden vermeenen te hebben, is my niet gebleken. Zuidoostwaarts op van Romerswale, langs het diep van de Schelde, lag het Dorp en Ambacht van broucke of broeke, wiens oudfte Stamheeren men wil, dat uit jonger Zoonen van den Huize van Kervinc van Romerswale gefproten waren, en dat zy daarom derzelver gekruists Spaarden op een veld van Sabel voerden De (Ji) Smallegange bl. 722. {f) ibid. bl. 707.  ( 102 ) De oorfprong, zoowel, als aan wien dit Am? bacht en Dorp zyn eerfte aanwezen verfchuldigt was, bleek my niet, maar wel, dat den ij Oc\ober 1404, Hertog Albrecht van Beyeren heeft gegeven aan Pieter Oilaartszoon van Duvenee, het uitgors en flyk, liggende voor het Graafiykheid Tolhuis van Yerfickenoord,z'« de Parochie van Broek, om hetzelve ten zynen eigenen nutte en voordeel, te bedyken tot Korenlanden , behoudende de Hertog daaraan de hooge Heerlykheid; ook was gemelde Pieter van Duvenee en zyne Erven, verpligt den Hertogen volgende Graven te dienen, evenals men in de Parochie van Broek fchuldig was te doen: Al wat boven de xv morgen, dat is dertig gemeten, gedykt werdt, zoude in vryen eigendom behooren aan Vrouwe margaretha van cleve, Hertoginne en Gravinne dezer Lande; voorts vermogt Pieter van Duvenee in datLand ftellen Schout en Schepenen enz. (k). De beluchte S. Elifabets-vloed van den jare 1421, had dit Ambacht en geheel Zuidbeveland beoosten Yerficke in groot gevaar gebragt,en deze Parochianen waren niet magtig hunne Dyken in vorigen ftand te brengen, waarom de Hertog jan van beyeren met goedvinden van, den Gemeenen Raad van Zeeland, op 5. Agnete dage des gemelden jaars, beval, dat die van «) Vaderl. Cliron. fel,  C 103 ^ Nyewelande-* van Tuisende, van Scoudte,ende van Everzwairt — die van Bruke ende van Tmmendilve in 't Oosterlant zoude te bate comen; zulks gedaan, en de Dyken weder door deze hulp in voorigen ftand gebragt zynde, moesten die van den Broek,ende van yemenendilve in 't Oesterlant hoiren dyck weder annemen , ende felve dycken. ende houden, als fy in voirleden tyden \gedaen hadden (7). Dit volbragt zynde, was maar eene tydelyke hulpe, welke, wanneer een nieuwe Watersnood daar was, ook andermaal moest werken, zoude dit Ambacht in wezen blyven: Hetbleek ook, want een geweldige Vloed,bragt andermaal deze Parochie in 't uiterfte gevaar , waarom voorgemelde Vorst den 17 Maart 1420, bevel gaf aan die gezeten waren bynnen der Parochiën van Everzzvairi, Scoudee,Nyezvelande ende Tolzer.(je — ^ie van der Creke, ende van den Broeck voirfchreven hoiren Dyck .(te) helpen .dycken, ende maken alzo onze Gezworen van den lande., die kueren zullen , datter onslant by bewairt, ende verzekert fy, zuant wy verftacn, datgby in voirtiden alst 'slants noot dair an gelegen was, als't nu is, desgelycx gedaen hebt, enda als dan zullen die van der Creke, ende van der,, broeck voirfcreven horen dyck weder an bun f,/)Mieris Chartert?. IV. D. !bl. 6i\,  r I04 > nemen, ende maken,ah fy dat hair toe gedaen hebben (tri). Van den Kerkftaat dezer Heerlykheid kwam my niets voor, dan, dat ze in 't Geestelyke behoorde onder 't Bisdom van Utrecht en tot het Dekenfchap van Zuidbeveland (»). De ondergang van deze Parochie en aanhooïigheid was almede het gevolg van den Vloed ▼an den 5 November 1530, wanneer die ter grootte van 1459 gemeten, 66 roeden het hoofd \ onderftak , om tot heden een prooi der golven te blyven: Smallegange bepaald derzelver grootte byna even eens zoo (V)? en zeg1 > dat ten zynen tyde zig daarvan eigenaaren hielden Maria Soetens, met 89 gem: 287 roed. 9 vt.; de Erfgenamen van den Heer Cornelis Musch, even zoo veel; Jr. Johan van Reygersberge, \ Heer van Couzverve, 329gem. 257 roed. 1 vt.6 dm.; de Heer Antbony de Huybert, Heer van Kruiningen ,569 gem. 223 roed 5-vt',;]r.Pieter van Cats,HeQt van Veenhuifen, i04gem. 285 ioed. 8 vt. 6 dm.; Jr. Gillis van Hes ft, Heer van Piershil, 14gem. 297 roed. 9 vt. 6 dm. en Jr. Jofepbus Adrianus van der Gracht, Baron van Vrempden en Olmen, Heer van Batenbrouck, 19gem. 222 roed. 6 vt. Zedert zyn my geenen voorgekomen, welke hier eigendom vorderden^ (m) Mieris Chartert». IV. D. bl. 76% (») Boxh op Reygersb, I. D. bl. 91, \o) Smalleg. bl. 7°7'  ( ï°5 ) den; zot) min, als, wanneer dit Ambacht eerst is begonnen gefmaldeeld te worden. Van de oude Heeren en eigentlyke Stam dezer Heerlykheid, heeft de Edele|Jacob van Grypskerke, in zyn xi Cap. van het Graaffchap van Zeeland alleen aangeteekend Adriaen van den Broucke ,fterfr in 't jaar 1518, ligt te Antwerpen begraven, voerende als Reymerswale, en zyn Moeder Domburg (/>). Nog hooger op dan Broucke, volgt het Ambacht en Heerlykheid van creecke of küeeke, welke met de overgelegene Dorpen van Burchvliet en Hildernisfe in 't Markgraaffchap van Bergen een gelykbeenige Triangel uitmaakte, als men den afftand, v/elken die twee laatstgemelde Kerfpelen van den anderen waren, tot een bafis nam; met den Vloed van 5 November 1530, werdt dit Ambacht,groot 752 gem, 188 roed. (q), mede onder de golven bedekt, hetzelve was onder verfcheide Heeren, ten tyde van Sma legange gefmaldeeld: als Jufvrouw Maria Soetens, 365 gem. 42 roed. 6vt.; Pieter de Huyhert, Heer van Burght, i32gem. 265 roed. 8 vt.; Jr. 'Johan van Reygersberge. Heer van Couwerve, 121 gem. 214roed.2vt.; Jr. Pieier van Catz, Heer van Veenhuyfen, 53 gem.74 roed. n vt.4| dm.; Jr. Gillis vas Hes- O) W. Te Water Hoog Adel. en Adelr, Zeel. bl. iq3^ (^) Smalleg. 707.  ( io6. > Hesfe, Heer van Piershil, 7 gem. 182 roed. § vt. 7I dm.; Antbony de jfayfcrf, Heer van Krui-, Hingen, 60 gem. 157 ro.ed- 4 vt. j en Jr. Hieronimus Huysfen, Heer in Vosfemeer 11 gem. 51 roed. 6 vt., zedert kwamen my geen eigenaars daarvan voor. Deze Heerlykheid behoorde in 'tgeestelyke] ook onder 't Bisdom van Utrecht, en tot het Dekenichap van Zuidbeveland (V). Aan den eigendom dezer Heerlykheid was gehecht het Dykgraaffchap Beoosten-Yerficke, gelyk . wy hier voren bl.51. reeds aangeftipt hebben;' dit blykt klaar uit den Brief, waarby Hertog Jan van Beyeren, den 10 Januari 1424, de goederen van de Kreke verkogt aan Otte van Reymerswalc (s). Welke brief ook aantoont, dat dit Heerlyk goed te dier tyd reeds van het Adclyk gefiacht der van de Kreke was. vervreemd , en voor dat Hertog Jan het laatst verkogt , reeds door het geüacht van Arkelbz* zeten is geweest; ook, dat het Dykgraaffchap Beoosten-Yerficke met renten bezwaard was, ViTbomas. Kempenzoon hetzelve bezat: Wy zagen zoo even, dat dit Ambacht, zoominals Broeke, machtig ware alleen zynen Zee-dyk te onderhouden, maar daartoe ook de hulpzyner nabuuren behoefde, tot dat de vreeslyke Vloed ft») Boxh. op Reigersb. I. D. bl. 91, (f) Mieris Charterb. IV. D. bl. 704.  ( ) Vloed van 5 November 1530, ook dit goed in een zilten plas deed veranderen, waaronder hec nog heden begraven ligt. Van het Adelyk geflacht, 't welk naar deze Heerlykheid zig be«? noemde, of aan hetzelve zynen naam mede-* deelde, vinde .ik Hesfel van der Kreke, kna-, pe, die den I April 1323, nevens andere Edelen ftond als getuige over een opdragt van't Huis, Hofftede en Ambacht van Kruiningen aan den Graaf, en het weder ter Leen ontfarigen van hetzelve (t). Steynric van der Creke ,'Jan Jansz. van der Creke en Jan Clais van der Creke, waren onder die Edellieden,welken den 31 Maart 1341, terplicht werden, zig te onderwerpen aan de uitfpraak van den Graaf, wegens bedrevene doodilagen en vyandlykheden (u). Johan v'aii Creke, Schildknape, is in't jaar 1353, erkend onder'de Hovelingen van wil lem den V Graaf van Holland (v) , en ik twyfele, of niet zommige Burgerlyke geflachten, zoo in Middelburg , als Bergen op Zoom en Tholen te vinden , welken dien naam voeren, uit dezen Adelyken ftam hun oorfprong namen; dit is zeker, dat die te Middelburg het wapen voeren, dat aan dezen'ouden Stam eigen is geweest, namentlyk twee roode zee-baaren •t'A. .jsia asm ilsly.vn < mcisn nsVissnsb onr (f) Mieris Charterb. II. D. bl. 313. O) Ibid. bl. 648. (.") S. ya« Leevwen Batav. llluftr. bl. ii94«  C 10S ) op een' gouden grond; even 200, als ondet de wapens der Edele en aanzienlyke geflachten, by Smallegange, dat van Creke gevonden wordt. Nog wat hooger als het Ambacht van Creke, lag dat van steenvliet of steenblye , 't welk groot was 656 gemeten 75roeden, of volgens Smallegange 651 gem. 75roed., en ten zynen tyde verheven was ten name van Abraham Happart ; zedert zyn my geen eigenaars van hetzelve voorgekomen. Het had in 'cGeestelyke dezeflde onderhoorigheid, als alle Parochiën daaromftreeks gelegen; en 'er zyn ons verder geene byzonderheden van gebleken. everswaert, dit Ambacht welke niet verre van Swaarte Waal of Szvarte Wiel gelegen"" was , ter grootte n90 gemeten 107roeden, en by Smallegange 1190 gem. 25 roed. 6 vt. opgegeven wordt; is almede door den Vloed van $ November 1530, overdekt geworden; het wordt in de oude blaffert der Bisfchoppen van Utrecht Eversweerde genoemd (w), onder welker geestelyk Rechtsgebied het mede behoorde. Wy zagen hier vooren bl. 1.03, hoe deze Parochie met anderen belast is geweest, met het herftellen der Dyken van Broeke en Qreke; en zulks tot twee onderfcheidene tydeV Dat 'er een Adelyk geflacht is geweest van denzelven naam, twyfelt men niet. Pieter; Qi>~) Vaderl. Woordenb. XIV. D. bl. 543-  ( !0Q ) ïtr Everzivairt was ten jare 1478, RentmeeSï ter des Heeren van Ravefteyn, die voorkomt in een verdrag over het onderhoud van den Zee-dyk bezuiden de Stede van Nieuw-Vlisfinjgen (x). Heer lierman Jans van Everszvaartt bediende in 't jaar 1529, een Vikarie aan S< Sebastiaans Outaar te Romerswaal (y) , verder hebbe ik niemand uit dien Stam meer aangetroffen, waaruit te betluiten is, dat dit goed al vroeg aan andere Huizen is overgegaan, gelyk ik bevinde, dat hiervan eigenaar is geweest, ten minsten hier bezat 604I gem, io8| roed. Ambacht, Jr, Robbert Gillis, zoon van Heer Micbiel Gillis (Secretaris geweest der Keizers Maximiliaan L, Karei V. en Ferdi* nand) en van Vrouwe Elifabetb Danckerts vatt Reymerszoale , genaamd van Everszveert.vftl' ke den 25 Juli 1614, Oclroi verwierf om van zyne Leenen te mogen disponeeren (z). Bruynik van Wyngaarden , de laatfte Rentmeester Generaal Beooster-fchelde, onder de Graaflyke Regeering, in 't jaar 1605 overleden, is Heer van Everszvaard geweest( J' de Ruever, Lev, van J, J. Kserferaaaker, in de bylagen bl, 6. in notis.  neer den 17 September deszelven jaars, hertl werdt toegedaan, dat zyn natuurlyke Zoon Godtjcbalk Oom, gewettigd, en hem in zyne goederen, zoo heerlyke, als anderen, zoude mogen opvolgen (b). Ten tyde; van Smallegange Honden hier als eigenaars bekend Anthony de Huybert, Heer van Kruiningen met 118 gem. 166 roed. 6 vt.; Johan de Huybert ,1036 gem 43 roed.; Jr. Hieronimus Huys/en, Heer in Vosfemeer 36 gem. 45 roed.; en Jan de Huy* berc, tweede Zoon van den Raadpenfionaris de Huybert, Lieutenant Generaal van deRuitery, was zoowel Heer van Everszvaart als Noortgouwe, hy overleed in 't jaar 1701, zonder Kinderen agtertelaten (c). In onzen tydkende men als Heer Mr. Johan Adriaan van ds Perre, den 8 April 1790 overleden, welkeuit zyn huwelyk met Vrouwe. Jacoba van den Brande, geene Kinderen agter heeft gelaten. Geen wapenfchild heeft men van deze Heerlykheid aangetroffen. scounéE of schaudee, een Ambacht en' en Dorp, 't welk voor zynen ondergang gelegen was tusfchen de Mosfelkreek en hetFinkénisfe-gat (d). Het Dorp en Heerlykheid was, by den aanvang der xv. Eeuw, een eigendom van Heer Ger-: (F) St. Mot v. Zeel. d'Ao. 1639. bl. 231. (O Vaderl. Woordenb. XXI. D. bl. 134. 00 Smallegange bl. 710.  C **« ) Ü 'irard van Maldegem, aan wien Hertog AU bert van Beyeren den 4 Oétober 1403, de vrylieid verleende, om in zyn Ambacht en Pa» Tochie , iedere week op Donderdag te mogen onderhouden een vrye weekmarkt, en verder alle jaren een vrye jaarmarkt, integaan op den laatiten Zondag van April, en te geduuren tot op den Donderdag daaraanvolgende; op welken men allerhande goederen en koopmanfchappen zoude mogen te markt brengen; veroorlovende verder aan voorn. Heer, om alhier zoodanige keuren te maken, en boeten te zetten, als zouden kunnen dienen,om voorfz. markten te beteren, en in rust te houden, en zoo als in andere Zuidbevelandfche Dorpen op zulke begunfügde markten plaats hadden; met last aan Schepenen dezer Parochie, om over het inwinnen der voorzeide boeten teflaan en recht te fpreken als behoorde (e). Verdere lotgevallen vindt men van deze Heerlykheid niet aangeteekend, alleen, datzy ook in den ramp deelde,dien de Vloed van 5November 1530, alommeaanbragt,en nimmer zedert het hooft opftak (f). Het is zeker, dat een Adelyk geflacht van deze Heerlykheid den naam gedragen heeft> als Pieter van Scoudee, wiens wapenfchild was een ?XVJ!derL Chron' b!' MS. Kt J Boxh. op Reigersb. bl. 91.  ten Lely, hy bezegelde in 't jaar 1276, den' brief, waarby met die van Antwerpen een ae-, coort werdt getroffen over den Tol of het Vry< gelyde over geheel de Honte (g). Smallegange wil ook, dat het geflacht der Edelen van Schoudee, uiteen jonger Zoon der Edelen van Schen* gen zoude voortgefproten zyn, en dat die van Schoudee een fchild van Azur voerden, met tien bollen van goud (h). Deze Heerlykheid zal, als veele anderen* door huwelyken, verbeurdverklaringen, giften, als anderzins, door onderfcheidene Ge* {lachten bezeten en gefmaldeeld zyn geworden: althans toen Smallegange zyn Chronyk fchreef, waren daarvan als eigenaars bekend Maria Soetens, met 54 gemeten 48roeden,6 voet, 6 duim; de erfgenamen van Cornelis Musch * even zoo veel; Jr. Joan van Reygersbergei Heer van Couwerve, 469 gem. 120 roed. n vt,; Pieter de Huybert, Heer vanBurght,263 gem. 295 roed. 6 vt.; Jr. Pieter van Cats, Heer van Veenhuyfen ,63 gem. 56 roed. 7 vt. ioldm.; Jr. Gillis van Hesfe, Heer van Piershil * 9 gera. 8 roed. 1 vt.; Anthony de Huybert, Heer van Kruiningen, 72 gem. 63 roed.9 vt.; Jr. >fephus Adrianus van der Gracht, Baron vait Vrempdenen Olmen, Heer van Batenbrouck* 32 (g) Smalleg. bl. 168 en io> OO ibid. bl. 740.  C ia* ) gem. 264 roed. 8 vt.; Jr. Pieter van Cats, Heer van Veenhuyfen, 47 gem. 261 roed. 11 vt. 6 dm.; Jr. Gillis van Hesje, Heer van Piershil, 6 gem. 251 roed. 8 vt. 6 dm. De Heerlykheid van selijycke, van geen grootereuitgeftrektheid, dan 260 gemeten 215 roeden 2 voet, was omtrent Schoudee gelegen, verdronk ook met den Vloed van 5 November 1530, zonder immer weer herdykt te wezen; ten jare 1653, werdt dit Ambacht, of een deel van dien verheven tennaame van Nicolaas Stavenisfe,-dan ten tyde vanSmallegange, vindt men de volgende onderfcheidene deelhebbers,als, Mr. Pieter de Huybert. Heer van Burght, met 205 gemeten 47 roeden 4 duim; Maria Soetens , 2 gem. 136 roed. 6 vt. ij dm.; Elifabetb Maria Musch, Douariere van Buath, even zoo veel; Jv. Johan van Reygersberge, Heer van Kouwerve, 18 gem. 182 roed. $i dm.; AnthoKy de Huybert, Heer van Kruiningen, 15gem. 164 roed. 6 vt. 9I dm.; Jr. Pieter van Cats, Heer van Veenhnyfen, 2 gem. 259 roed. 3 vt. I? dm.; Jr. Gillis van Hesfe, Heer van Piershil, 122 roed. 9 vt. % dm.; Jr.Joban Hieronimus Huysfen, Heer in Vosfemeer, 7 gem. 75 roed.; Jr. Willemvan Liet, Heer van Katwyk, 3 gem. 60 roed. 6vt.; Jr. Jofephus Adrianus van der Gracht, Baron van Vrempden en 01pien, Heer van Batenbrouck,2gem.23i roed. H 5 ™-  ( 122 ) lodyck, eene Heerlykheid die gelegen was tusfchen Romerswaal en Kouwerve, tegens over Schakerloo, was groot 708 gemeten 61 roeden; of, zoo Smallegange wil, 712 gemeten 12 roeden 6 voet. Van hier was een Veer op Sinte Maartensdyk: Het Dorp pronkte met een groot en zwaar Kasteel, daar de Edelen van dezen naam, die te gelyk Heeren van Romerswaal waren . hun verblyf hielden. Het is op dit Kasteel geweest, dat Graaf jan de I. in't jaar 1299, zig beveiligde tegen den aanflag der Edelen , welke hem op eene Dachvaart te Romerswaal, meenden gevangen te neemen (w). Dit kasteel, of huis vanLodycke, is met den Vloed van 5 November 153° > zoowel, als geheel het Ambacht, onderge vloeid, en tot heden een prooi der Zee gebleven. Men heeft in het aanhangzel van Romerswaal bl. 217, aangeteekend,hoe de Heer dezer plaats de bit» terfte verwytingen op zig geladen heeft, van niet in tyds de doorbraak door gevoeglyke middelen tegengegaan , en goeden raad deswegen niet geacht te hebben. Deze Heerlykheid is zeker al vroeg bekend door gebeurtenisfen,die in haare nabuurfchap zyn voorgevallen, en het lotbeflisten der geenen, welken het Vorstelyk gebied bekleedden, of daar naar ftonden; zagen wy zoo even 's Lands Graaf (w) Reigersb. II. D. blA ïoi.  C 126 ) ter gé, Heer van Kouwerve, 9 gem. ï9t roed; 5 vt. 3 dm.; nog een andere Johan van Reygersberge, 66 gem. 289 roed. 9 vt. Aan het eiinde van de Kreek het Marolle-gab genaamd, door de droogte heen loopende ,tot aan de Pietermans-kreek,aan de overzyde,was eertyds te vinden het Dorp en Heerlykheid van nieukerke, hetgeen groot was 267 gemeten 133 roeden; of zoo Smallegange wil, 268 gemeten 219 roeden 9 voet. Welke even als deze geheele Oord met den Vloed van 5 November 1530, het hoofd onderdak, en zedert niet herwonnen is; van dezelve kan niets gemeld worden, dan wie als eigenaars ten tyde van evengemelden Scfiryver bekend Honden, te weten Maria Soetens, met 14 gemeten, 87 roeden 4 voet; Elifabet MariaMusch, Douarie» re van Buath, met even zooveel; Jr. Johan van Rey gersberge, Heer van Kouwerve, 57 gem. 237 roed. 2 vt. 3 dm. ; Anthony de Huybert ^f leer van Kruiningen, 90 gem. 152roed. 11 vt. 9 dm.; Pieter de Huybert, Heer van Burght, 61 gem. 166 roed. 4 vt. 6dm.; Jr. Pieter van Cats, Heer van Veenhuyfen , 16gem'. 201 roed. 10 vt. 7s dm.; Jr Gillis van Hesjen, Heer van Piershil, 2 gem. 114 roed. 6 vt. 7f dm. Jr.^ofephus Adrianus van der Gr ach c, Baron van Vrempden en Olmen, Heer vanBaienbrouck, 15 gem. 189 roed. Met  < 13* ) met konden bereiken, zullen, met vee en ha-1 ven, in de golven verfmoort wezen. Het herdykte deel van Maire, had in't jaar 1753,met Valkenisfe een endenzelfden Schout, Schepenen en Secretaris (l), dan ten jare 1789* worden daar een afzonderlyke Schout, drie Schepenen en Secretaris van gevonden (m) , ook heeft het zyn eigen Dykgraaf en Gezwooren: de water-penningen hier beliepen in ** jaar 1788, vier fchellingen van den gemeten, daar die in't jaar 1753,maar twee of driefchellingen waren. Voor dat wy geheel van dit Ambacht afftappen, kunnen wy niet voorbyaanteftippen,hoe, ten jare 1769, wanneer de onbedykte fchorre * dezer Heerlykheid uit last van den Heer van Valkenisfe door den Laudmeeter l¥eel} gemeten zoude worden, op dezen grond ontdekten gevonden is , een metaal potje, hetgeen men ght&QtiGraf-lampjetQ wezen,zynde thans nog een eigendom van mynen geëerden Neef, den Heer Leonardus Ferleman,te SMs in Vlaanderen, die het in zyne keurige verzameling van veelennatuurlykezeldzame ftukken en oudheden een plaats vergunt: Indien voorzeide gisfing eenen waarheid bevat, dan levert het een duidelyk bewys, dat hier, voor dat de Leer (/) Tegenv.-. St. v. Zeel. II.- D. bi. a8o. Kaaraw. der Stad Gpes enz. d'Ao. 1785. bl. 7$*  C 133 ) Leer van Christus gepredikt kon worden, Heidenlche Volkeren en wel Romeinen hun verblyf hebben gehad, als by welken de Graflampen in gebruik waren, rilland of riellant. Een Heerlykheid,die ten oosten van Valkenisfe en Maire over het Vinkenisfe-gat of Kreek, gelegen is geweest, was eertyds groot 1781 gemeten,71 roeden en 8 voet. Hier was een voortreflykDorp en Kerk te vinden , omringd van eene zeer heerlyke en vruchtbare Landsdouwe, de woonplaats van veele Edelen; zoo als daar in't jaar 1346, woonachtig was Jan va.n der Heyden Willemszoon, van Ridderen en Knapen her» komftig (n). Dit Ambacht op den boord der Honte of Westerfchelde gelegen zynde,namen deszelfs Heeren die gelegenheid te baat, om een Tol of Frygeleide te heffen van voorbyvarende Schepen , zynde daarvoor ook verplicht Koopman en Schipper voor allen overlast en roof op dezen Stroom te beveiligen : of zulks door Keizerlyk of Graaflyke vergunning of eigen gezag gefchied zy, blykt niet, maar wel, dat in 't jaar 1276, daarover met Antwerpen verdrag getroffen is : Terwyl een nadere brief van 'tiaar (n) Smallegange in hetByvoegzel van zyn Chron.daas; ook het bevvys te vinden is rakende het geflacht der van lier Heyden, 'I 3 ' .  C 140 ) In het nu bedykte deel, waren ten jare 178-, eigenaars. Mr. J. P. van den Brande, Ridder Baronet 183 gem. 193 roed. Mr. J. A. van de Perre de Nieuwerve . 53 —" 17a —— F. B.A. van der Gracht, Baronvan Romerswaal . 23112--—~» Jan Pieter Dasfevael 2.3 -— 46 ——* J.A. Baron van der Duin 12 111 famen voorfz. . 296 gem. 34 roed. Wie ten tyde, wanneer Smallegange zyn Chronyk fchreef, gedeeltens in dit Ambacht op hunnen naam hadden, is by dienSchryver na te zien (u). Verder is hier aantemerken, dat, wanneer ten jare 1785, de onlusten tusfchen Keizer Jofephus' II. en hetGemeenebest der Vereenigde Nederlanden gerefen waren, het Verdrag niet konde getroffen worden, of de Staat moest een harde opoffering doen,narnentlyk de fleutels der Schelde en Antwerpen voor altoos affiaan, waardoor ook Lillo ver-, loorenraakte,daar hetComptoirvan ontfangst der inkomende Rechten zedert de opkomst der Republiek beftendig was gevestigd geweest; nu miste men die gefchikte plaats, en moest befluiten daartoe eene andere oort uittezoeken, waar- (V) Smalleg. Chron. bl. 709.  c 141; Waartoe men dra inde Reygerbergfche Pdldef de plaats bepaalde, waar de uitwaterende fluis en de haven geplaatst zynde, op den grond dezer Heerlykheid eene Sterkte opgeworpen werdt, daar binnen huis vesting voor een Krygsbevelhebber en bezetting, een wapenhuis, en wooningen voor bedicndens gefchikt tot het invorderen der inkomende Rechten, en het weeren der fluikeryen gemaakt zyn, terwyl anderen, lust hebben daar wooningen te timmeien, van den nog overgeblevenen grond gedeeltens aan Heeren Gecommitteerde Raden konden verzoeken, gelyk zedert gefchied is, en men ook deze Plaats van een Predikant en Schoolmeester heeft voorzien. Het bouwen van een Kerk, hoewel de plaats afgeteekend is, heeft tot hiertoe geen voortgang gehad. Veel was over dit alles te zeggen, dan ditbuiten myn beftek, en het ook niet oorbaar zynde, alle waarheden ten toon te fpreiden, zal men befluiten met te wenfchen , dat gemelde Sterkte bevryd blyven van eenen vyandelyken .aanval te moeten verduuren; terwyl derzelver inwooners, meest uit zulke beftaande, die voortyds wederzyds de Schelde gezeten,myne Land- enPlaatsgenooten waren, hier vrede, veiligheid en een' ruim beftaan mogen vinden, en zich betoonen, op Zeelands grond geplant,nuttige en arbeidzaame onderzaten te wezen, die  i .423 die de vryheid kennen. op derzelvef f echter! prys Hellen, en door eenen Christelyken wan«j dei bewyzen dezelve waardig te zyn. H1NCKELENOORT of INKENOORT , Ook Wel ons Lieve Vrouwe Polder genaamd, is een© zeer oude Ambachts-heerlykheidgeweest, die haar naam van de Stroom, Vliet of Beek Hinkelen zal ontleend hebben. Zy moet thans over de Kreeke het Marollegat genaamd, gezogt worden, was groot 1546 gemeten 58 roeden 6 duim. Onder deze Parochie behoorde S. Pie* ters Polder, groot 541 gem. 158 roed.; ook Colyns-Polder, groot 136 gem.211 roed.;zoo mede Jan Arents-Palder, groot 176 gem. 176 roed. Waarvan de eigenaars ten tyde van Smallegange in deszelfs Cnronykbl. 708 opgenoemd worden. Ik vinde ook, dat de oude en nieuwe Gentfche Polder, in 't jaar 1552 geïnundeert, daartoe zoude behoord hebben. Dat in dit Ambacht voortyds eeti Dorp en Kerk te vinden is geweest, daaromtrent blyft geen twyfel over; in 't jaar 1276, was Bertha Hendriks foon hier Priester (v). Graaf Willem de III. gaf den 29 Maart 1326, ten Schorre aan ds Polder in Hinkeloord aatï zynen Rentmeester van Bewesterfchelt (w), om te bedyken. De (O Smalleg. Chron. bl. 16S. (■O Mieris Chartert). II. D: bl. 386;  De geweldige Vlöed van 5 November 15*3^ bragt ook den ondergangaan deze Heerlykheid toe; buiten en behalven dat veelen daarby het leven moesten laten; men herdykte het in't jaar 1536, dan dit belette niet, dat in Oéto« ber 1539, andermaal de Zee hier met geweld in «roomde} en het zedert onder de golven bedekt hield. Ten jare 1683, of daaromtrent, fchynt eeri gedeelte dezer Heerlykheid en wel aan den vasten wal vanBraband tegensWoensdrecht,met Octroi der Heeren Staten van Zeeland herverscht te wezen, welk 455 gem. 47 roed. groot is, en als eenZeeuwschLeen den Huize van chrDain toebehoort. Oudtyds was Hin* kelnoort in eene Dykagie met den Agger begrepen , als nader ftaat vermeld te worden. Agger of aggere , is mede een Dorp en Heerlykheid geweest in het verdronken deel van Zuidbeveland, 't welk men gisfen kan zyn naam van de Deenen ontleend te hebben, wy! tusfchen de Eilanden Zeeland enFunen in Denemarken, een Eilandje ligt ten noorden van Langeland, Agger genaamd (x). Ook vind men in Noorwegen het Ambt Aggerbuus. Dit is zeker, dat dit Ambacht een' grooten ouderdom heeft, want den 10 Juli 1240,werdt het geheele Ambaeht van Aggere en lempoke, door den .00 K»k vaa Csasaw door Hoes».  ( 144 3 den Heer van Breda aan den Ridder Hendrik Bujfd gefehonken (y). Die, of latere Heeren hier, waren in't bezit van een Tol, die zy op den Stroom, Vliet of Beek Agger genoemd, van voorby gevoerde koopwaren kwamen te heffen: zoo vinde ik, dat in 't jaar 1276,hier een Tol-comptoir was, de Tol of het Fryge-. leide van den Agger genaamd (z). Welke Rivier, of zoomen die noemen wil, Zeeland geheel toekwam; oflchoon loopende onderdo hoogten van Brabant (a). Dit Ambacht werdt in grooten en kleinen 'Agger onderfcheiden, den grooten Agger bevatte. • • • 1204 gemeten; De kleine Agger . Ql9 ~~~ Dat famen uitmaakte 142? gemeten. Al vroeg moet het aan overftroomingen onderhevig zyn geweest, want in 't jaar 1443* deede Heer Hendrik van Borsfele van der Veie, hier een Schor en aanwas, hem van den Hertog van Braband gegund, bedyken, waarfchynlyk wel geheel dit Ambacht, om dat het een eigendom van dien Borsfelfchen Stam ge-, bleven is, want in 't jaar _$n, werdt deze Heerlykheid ten huwlyk gegeven aan Jonger Jan van Bergen tSsa van Walhain, Wanneer J b die (f) Mieris Charterb. I. bl. 216. (2) Smalleg. Chron. bl. 168. (a) Reg. A. de Jonge van Brunufc M. 5.  t 145 ? . die trouwde met Jonkvrouw Cbarlotte van Bourgondien van Vere,dm, welke korts daaraan kinderloos overleden zynde, zal die Heerlykheid tot de Veerfche Heeren wedergekeerd wezen; want dit goed is ook door den eerftert Markgraaf van Vere, Heer Maximiliaanvati Bourgondien bezeten, en is naa deszelfs overJyden, offchoon toen met de Zee geméén^ tot deszelfs nalatenfchap gerekend geweest. In 't geestelyke werdt hier almede de Utrecht-, fche Bisfchop als het hoofd erkend, en het Dekenfchap van Zuidbeveland had het kerkelyk Rechtsgebied. Het is zeer waarfchynlyk,dat de Vloed vari 5'November 1530, welke zoo veele Ambach-i ten in de golven deed fmooren, ook dit zal medegefleept hebben; want in 't jaar 1^36, fchynt hier eenherdyking plaats te hebben gehad (b), maar deszelfs geheelën ondergang gefchiedde eerst doordén Vloed varii3januaii 1551 ? die zoodanige Dykbreuken veroorzaakte, dat de Dyken zeer gebroken ert byna geheel ten gronde geflecht waren, hebbende daarenboven zes grondgaten; van welken eenigen diep waren, by laagwater, 6 k 8 vademen , fommige 30 k 40 roeden wyt. Alle de huizen, fchuuren en ftallen, die geftaan hadden] (*) Reigersb. Chron. II. D. bl. 449; 1 Stuk. K  ( 146 ) den binnen de Dykagie van Bath, ïnkïcnoórt' en appendentien, waren gedestruëeert, geruineert, en de materialen weggedreven enz. Daarby kwam, dat indien deze Ambachten nietherdykt werden, te vreezen was, dat de Stroom van de twee Rivieren van der Honte ende de Schelde, waardoor evengemelde Parochiën igefcheiden waren, in korten tyd in malkanderen zoude vloei jen, enineenfmelten: waardoormen ook vreesde , dat het Land van Saf tingen aan Vlaanderen grooten last zoude lyden, gelyk in het vervolg ook gebleken is. De Dykagie van den Agger, Bath en Hinkelnoort was famen groot 7600 gemeten, welke re onderhouden had 6411 roeden Dyks; van welke elke roeden, liggende in hetZ. W., W., en N. W., jaarlyks koste 8 a 10 fcheilingen vlaanis, waarom Keizer Karei, den 2 Mei 155a, Oclroi tot herdyking verleende met verlcbeidene vryheden en bepalingen (c). Uit een ftaat van fchulden en lasten ten jare l549 en i55o, van de gemeene Dykagie van den Agger en Inckelnoort, te vinden VIL Cotel. ter Rekenk. fo. 5o4-5i5, blykt,dat daar gevonden werdt een Spiervlietfche-Dam en een Spiervlietfche-Sluys, een Veer-Dam voor den Agner*y een Spuy-Dam aan de Crompvlietfche Sluys; ook wordt 'er gefproken van eea 00 UI. Copul. ter Rcfecuk. fol. 436—44-3.  een binnen berm tegen Crompfiiet, en van &è Cromvlietfchevoeele; wordende daarby beraamd den Dyk tegen Cromfliet lang 36 roeden te verhoogen; het ryfenhooft op 't einde vari den Veerdam, met platte fchorre te beleggen; de kaay van den Agger te repareeren met rys en aarde; ook de fluis op Cromfliet; de kaay van Bath te matten en krammen; het hooft van Bath te lengen met rys enz. De dyk van de kaay van Bath tot Vluchtenborch was lang 60 roeden, en moest aangeaard worden; de dyk by Ouwer dingen lang 50roeden aan te aarden;' de kaay van Xnkelnoort met 't hooft te repareren; den dyk op de fluis van Inkelnoort aan te aarden, en te verhoogen ter lengte van 14 roeden; nog moest 7 of 800 roeden watergang gedolven worden, beginnende in den Agger op 't westeinde van Crompfiiet, ftrekkende door den Koor-en-polder nazi Verlor-en kost enz^ Alle het welke eenig denkbeeld van den toeftand dezer oord ten voorn, jare aanbrengt, en de voorzorgen, die ter befcherming tegen de Vloeden werden ter hand genomen. De Kerk van S. Pieter te Middelburg, bezat 75 gemeten lands fchotvry, in dit Ambacht, mits betalende vyf grooten van den gemete; haar aangekomen door gifte van Mr. Antbonf Reyniersz. Medecinae Doétór en Kanunnik van voorn. Kerk, onder voorwaarde, datzy daarK o voor  ( 148 > Voor zes bedden zoude onderhouden voor zoo veele armen (dj. Het laatfte, dat mén van déze Heerlykheid aangeteekend vindt, is, dat 'sLands Staten den 23 Septembér 1655, hebben afgeflagen het verzoek van Heer Güilliaume Albert Marquis de Wargines, Baron de CreveccSar, om met dit Ambacht verleid en van zyn verzuim ontnWeri te worden: terwyl deze weigering niet gcfchiedde, dan op ingenomen advis der Rekenkamer (e). Van do beide kleine Heerlyk heden zwaanSï?r_ en spiërvliet; weet men geene andere r.-wonderheden bytebreiigen ,dari dat de eerfte n'ooewas 18? gemeten 127 roeden,en almede den 5 November 1 £30, verftonden werdt; en de 1,i^.trtqmaaró8 gemeten 284 roeden grootte hebbende, niét den Vloed van 13 Januari 1*55 ï, '5ste gronde gegaan , en dus waarfchynlyk behoord zal hebben tot de gemeene Dykagie Van den Agger, Bath en Inkelnoort: Wié ten tyde van Smallegange, beide voorfz Ambachten geacht werden toe te komen, kan by dien Schryver In deszelfsbekandeChronyk bl. 710, nagezien worden. Nu zoude nog, alvorens van het verdrorikene Zuidbeveland a'ftéfcheide'n, van Valkè- nis- ■ (ƒ) III Copul. ter Rekenii. fo. 340—344' f,0 St. Not. v. Zeel. d'Ao. 1655- bl-  ( ift) den van Zeeland, over het Fort op Keyzershoofc. 6 April 1629. Edele eet. JVÏyn Heeren. Ick hebbe eergisteren, gisteren ende noch van dage met myn Heere den Prince van Oraignen in 't lange gefproken over het leggen van een Fort op Keyfers-hoofc, ofte wel op het fluyten van de tweepunten van den Dyck van Crabbendyck, ende vindt den hooghgemelten Heere Prince de voorfz. wereken alle beyde feer confiderabel, jae foo dat hy in peine is om te feggen het welcke van beydgn noodichfte ware te doen, aengefien die tot confervatie van Znytbeverlandt beyde wel dienden gemaeckt; dat van Crabbendycke om te beletten dat den vyandt met macht aldaer niet en quame, alfoo het felvige lancx die zyde verre meest te vreefen ftaet, ende da; van Keyfers-hooft om (dat God verhoede) den vyandt foo hy aldaer quame in te geraken, raoeijelyck foude zyn weder vuyt te konnen dryven, ten ware met het volck welck men in 't faveur van een Fort aldaer zoude konnen houden. Maer foo de gelegentheyt van de Provintie niet toe en Hete beyde defe wereken op eenen tyt te maken, foo foude fyne V. G. best vinden, dat men het Fort op Keyfers-hooft eerst foude leggen, ten vvaere men door delven ofte eenich ander middel konde maecken, dat men met Chaloupen aen een van de twee Fortiens van den Crabbendyekfehen dyck wiste te geraecketi, in welcken gevalle fy dit laetfte ongelyck beter en dienftiger foude vinden, jae al foude het ons eens foo veel' kosten als het andere, aengefien rrien daer door den dienst van» beyde de wereken fijude konnen_ trecken. tydingen en L 3 fai  ( *«) fal ick geeue fchryven, maer het felvige laten aen de 'ïleeren Gedeputeerde. Hier mede Edele etc. wt den Hage den 6 April 1629. onder* (tont. Uwe Ed. Mog. dienstwillige Dienaer. geteekend, Adr. van Manmaker. Het opfchrift Aen de Heeren Gecommitteerde Raden van de Staten van Zeelandt. G. Brief van den Heer Gecommitteerde Raad Johan van Vosbergen aan de Regeering van Vere, houdende verflag der ingekomene tydingen van het voorgevallene op de Schelde, waar de Spanjaarden een aanflag op Zuidbeland fcheenen voor te hebben. 29 Augustus 1631. Myn Heeren D en Vice Admirael Hollare aduifeert van den 26 defer, dat den Vyant dyen dach is conimen marcheren met vliegende Vendels ende trommelflach in den polder van Namen voor Saftingen, fterck wefende ontrent vier a vyff duyfent mannen met een cornette peerden, dewelcke den 27 defer den zee-dyck van den noort-houck tot den zuyt-houck hebben beginnen te retrancheren ende an den zuythouck maken fy een Fort. Segt mede verftaen te hebben dat fy van meeninghe fyn om op de wedere fyde van 't Saftinghe-gat van achter pen te Gommen ouerhet verdronken lant.ora aldaeroock een  ïcdenen) heeft belieft van gelycken te oftroyeren allen anderen Steden van Zeelant, ende waer by Uen de onderdanen allenthaluen zeer wel zyn beuindende, tot groote voirderinge van Juftitie, Soo keeren hem da Supplianten tot dezelue V. F. G. zeer oitmoedelick biddende, dat haer goede beliefte zy, en tot voirderinge ende 't vervolcb van de criminele Jufticie ouer den voirfz, eylande van Zuydtbeuelant ende 't gundt daer aen cleeft te annexeren aen het Bailliufchapvan der Goes, iunldcr beste formen ende manieren als V F. G, zal beuinden 't zelue den gemeene Lande dienelick te mogen wezen. 'T welck doende etc, L- Request van Bailiuws, Schouts en Gerechten van Zuidbeveland aan den Prince van Orange, om verandering in de criminele Jurisdictie van dit Eiland , en tot de Magiftraat van Goes overtebreugen.Anno 1581. Aen zyne Excellentie (^JjTheuen in alder oitmoet te kennen, die Bailliuwen, Schouteten ende Schepenen van de parochiën van Zuydtbeuelandt vuyten name ende van wegen de Ingefetenen van dien. Hoe dat in voorleden tyden alle criminele zaken vallende binnen het quartier van hewesterfchelt, geftaen hebben ter kennisfe ende Judicature van den Burchgraue ende Leenmannen van Zeelandt in der tyt zynde, waer naer alzoo 't collegie van Burchgraue ende keeamennen. zelden quam te vergaderen, ende deur dien al  C ira) tl zulcken expeditie van zaken van de geuangens m'eH ert gefchiede als welbehoirde; Soo hadden die KeyferMaxijniliaan en Hertoge Philips hooger mémbrië, om beter jechtuoirderinge ende tot het meerder gerieff van denlngefetenen, voir die tytgecommitteert de Weth der Stede ' van Middelburch, om kennisfe ende Judicature te hebben ouer den ghenen die in 't voirfz. quartier bewesterfchelt vuyt oirzake van vrcdebreucke ende dootflagenby den Rentmeester voorfz. geapprehendeert ende in geuanchenis tot MiddetburCh gebracht zouden mogen werdden;- invougen dat die van Middelburch geen voirder kennisfe noch Judicature vuyt crachte van de voorfz. commisfie en can competeren ouer eenige zaken oft dejicten vallende in 't voorfz. quartier van Zuydtbeuelnndc, dan van de voorfz. twee fpecieu daer inue vermeit ende gementioneert. 'T is nu alzoo dat die voorz. van Middelburch dezelue commisfie (tengelieue van den Prince van der Lande reuocabel zynde) naheurer goetduncken extenderende vuy t chrachte van die ufurperende de kennisfe ende Judica* ture. van alle criminele zaken vallende in Zuytbeuelant voorfz.zonder eenige exceptie ter werelt, zulcx dat die Stadthouder van de voorfz. Rentmeester van bewesterfchelt, wat en hoedanigeperfoonen in Zuidtbeuelant geapprehendeert ende geuangen werdden, brengt in/sgrauen^ fteeu binnen de voorfz. Stede van Middelburch, plaetfe van des voorfz. Rentmeesters refidentie, ende meer ten opziene van dien dan andersfins procederende die felue Stadhouder dicmael tot apprehentie ende aentastinge van eenige Landtzaten gehnyst geheuet ende geervet zynde, zonder behoorlrcke precedente informate, zonder oick immermeer te willen verftaeh van eenige outlastinge onder fouffifante cautie, niet tegcttaende die mefvfen by pem Hede op te geapprehcndeerde gepretendeert naer rech-  ( i73 ) ïeehte egeen corporelle punitie en zyn meriterende; Jaö dat noch meer es detinerende mennichmael die geappre* tendeerde ettelicke dagen binnen zynen huyfe, hem aldaer aendoende groote oncosten van eten drincken enda goet chier maken van zyn Sergianten, om by zodaniga onqehoorlicke en Gniftre middelen die fchamele Lantluyden tot maeckingen ende onberhoirlicke compofitien te brengen. Al het welcke alzoo in een Landt van Jufticie niet en behoort getollereert, maer by alle behoorlicke wegen geremedieert ende geweert te werddenr Soo keeren de voorfz. Supplianten hen tot uwer Excellentie ende verzoucken, zoo ia aenz'ieninge van dezen, als van dat alle d'ander quartieren van Zeelandt om do commoditeyt ende beter aduanchement van Jufticie by V. F. G.de kennisfe van de criminele zake es gecommitteert de Wetten van de naestliggende Steden respeftiuelick, ten eynde dezelue gelieue te oftroyeren, dat de voorfz. Rentmeester oft zynen Stadthouder in Zuydtbeuelant, tot geenen tyden en zal mogen procederen tot apprehenfie van eenige Lantluyden aldaer huyshoudende, ten zy naer voorgaende gebleken Informatie by den Magiftraet der Stede van der Goes gedecreteertzy defeyter» ende ftucken daer inne begrepen apprehenfie te meriteren, ende dat daer dezelue geapprehendeerde perfoonen voor die van den gerechte der zeluer Stede geprefenteert ende aldaer gevonnist zullen werden als na Rechten. Dat oick de voirfz. Rentmeester noch iu rechten noch daeï buyten immermeer met yemandt en zal mogen compofeien, dan ter prefentie van de zelue Magiftraet, om by zoodanich redelick middel alle wegen van concusfien ende exaaien te verhoeden ende euiteren, hier mede nemende meer regards op het gerieff van de gemeens Ingezetenen van dea Lande, dan van de voorfz. Rent»~ raees-  meestere, den wekken in allen geualle beter zoude be» tarnen zyn domicilie te veranderen * ende binnen Zuydtbeueland te cómmenrefideren, alwaer hyvan zynsaropts wegen veel meer te doen beeft dan in Walcheren, daet hem de hooge Jurisdictie affgenomen is, dan tot zynen gcrieue alleene een geheel Landt zoo zwaerück te In* commoderen ende bezwaren. 'T welck doende zal V. F. G. de voirfz. Supplianten en hun fchamele onderzaten ïubleueren van ontallicke origerieff ende lasten etc. M- Póinéten overgelegd door of van wegens de Ambachtsheeren van Zuydtbeveland aan Heeren Gecommitteerde Raden vau Zeeland, ten jare 1670. De Gemeene Ambachtsheeren vattZuidbeuelant geimpetreert hebbende de provifie van recredentie, in cas van maintenue, tegens de Graeffelyckheytsofficiers, ende verfoe'ht wefende alle hare differenten minnelycker wyfe ende communicatoir proces te willen verhandelen met de Ed. Mog. Heeren Gecommitteerde Raden van Zeelant. Syn te vreden den gedanen voorflagh danckelyck aen te nemen, foo verre men van wegen den Staee ende Graeffelyckheyt van Zeelant aen haer Ed. prestere de preëminentieu ende gerechtigheden hier naer volgende, off anders foodanige als men noch foude mogen accordeeren. In  < i?5 ) h dsu eerften feggen de voorfz. ambachtsheeren, dat iaer EJ. by de gemeene brieven van Investiture, fulcx defelve in de dagelyckfche formuliere gebruyckelyck: »«*.*v ,„"., , yAM doj.mi f ibo atv at' 2. Is toebehoorende het Ambachtsrccht ende AmbachtJJèvolgen, ende da: defelve Ambachten fchuldigh is, ende behoort te volgen me: rechte. £ r . $ , ' r. Mêt exprcsfie van t onderfcheyt, ende voordeel van den onttarick van dè beeden by der breete ende van Verantivoordinge by den fleene, wefeude het over-Ambacht. Behelfcnde hèt voörfz. Ambachts-recht in Zeelant, {onderlinge dé exercitie van de principale poinaen van fle middele ende de geheele lage jurisdiaie. £• ; " ;- r:" ••' - Immers daer de middele niet expresfelyck is gereferVeerc aen de hooge. ■ 0l$O : ■ m . . " Ofte ten retpeae van eenige fonderlinge endepregnan* *en eminentien in Zeeland oogebruyckelyck daer mede te volgen. Generalyck alleri Ambachtsheeren uit krachte defes toecomende by hare Schouten ende Schepenen te berechten, alle faecken vanWeefen, andere onmondige vooghdyen, curatelen, weescaraer, ende alle de dependentie» van inventarieren, vercavelingen, eraancipatien etc,. Keure van Zeel. cap, a. art. 27, 28 ende 29. ^ • - Ce-  C .8. Gelyck mede alle Ambachtsheeren van oude tydeniï Zeelant 'toebehoort elcx in den fynen-devoirie, dat is het ftellen van Dyckgrave ende Gefworeus tot beganen van ftycken, Wateringe ende 's heeren-wegert, of* al fülcke wedden als van outs daer toe ftaen. Keure var. Zeel. r. art. 26 etfcqq., Invoegen dat den Grave die flen ügb willende behouden, is in 't uytgeven van de Leenen, defelve expresfelyck gereferveert ende inbedongen. 9- Item het fchouden van verongeluckte perfoonen, mits doende doen ten derden dage dewete aen denhooft-offieier. Keure van Zeel. cap. 3. art. 12. 10. Schuttinge ende aenflaen, van verdwaelde en fchade Reende Vee, Reure van Zeel. cap. 2. art. 39. - Kennisfe van maeten ende gewichten, Keure van Zeel. cap. 3- arc- 42- - -• -■ 2Hi - ■■ Jtmihlm tl mb .swami Ordre op'alle publicque venduen ende Övermansrecht, fynde het recht van den ftoeke. Onbeheerde gronden by aenwas, Keure van Zeel. aru 2. in de ampliatie. Iuvloet. v'.'ih M*>«ul li» nsttsH ':A ! :- 1 ' ■ Veruuvinge etc- ^-o-.vsS'btfOiJK'-- *r$!R9.*f ?|7 • >'* 1 ': » «r** • Met de anhxe dyck ende degorfïnge, Keure van Zeei. ért. 2. in de ampliatie. 9bB3'! ' • # •: 1 ' ' geabandonneerde' landen ibid.  C 186 ) tatie alleen en privative is toekomende, ïiyt krachtevau de Aóte van Approbatie van de voorfz. Keure, by de welcke de Grave voor hem, fyne Erven ende Nakomelingen Graven en Gravinnen van Zeelant, fpecialyck en wel expresfelyck heefebehouden de kennisfe en interpretatie van de voorfz Keure, Statuten en Ordonnantiën, 't elcken maele, en foo menighwerff als 't hein gelieven en hy noodigh achten fal, op dat de Grave in fyne gerechtigheyt enposfesfie mach blyven gemaintineert: Ten anderen dat foo buyten vermoeden , de voorfz. AmbachtsHceren haer wederom aen den Hove Provinciael, over de differenten tusfchen den Rentmeester, en haer ftWH ven Je, fouden mogen komen te addresfeeren, dat haer Ed. Mog in fulcken overwachten geval, den gemelten HÓvjS gelieven aen te fchryven, dat fy haer met de faecke «iet meer en fatten hebben te bemoeijen, maer defelve over te fenden en te renvoijeren ln de Provincie; en dat ingevolghe van haer Ed. Mo. Refolutie van den 3 July 1655. over defelve faecke voor defen genomen: op dat den Rentmeester bequaem mach werden gemaeckt, om het Recht van de Graeffelyckheyt in alie fyne deelen voor te ftaen en te exerceeren. Waer op wefende gedelibereert is goetgevonden en verftaen, dat tegens ten naesten zal worden gemaeckt een poinft van Befchryvinge, over de differenten tusfchen den Rentmeester van Bewesterrfchett nomine officie en de Ambachtsheeren van Zuytbevelant, om te fien interpretreren wat voorrecht de Graeffelyckheyt volgens de Keure van Zeelant en de Placcaten van den Lande is cornpeterende, als mede de Brieven van Investiture van de Ambachtsheeren te examineren, en dat tot dien eynde den gemelten Rentmeester en Ambachtsheeren daer toe fullen worden befchreyen en gehaort, ende dnt inmiddels den gemelten Rent- mees-  ( *S7 ) meester geordonneertwort hetRecht van de Graeffelyckheyt waer te nemen; en foo de Ambachtsheeren haer middeler tyt aen het Hoff fouden mogen addresferen ,dat als dan aan het Hoff fal worden gefchreven, om met die fake te fupercederen, alfoo haer Ed. Mo. befigh zyn die faecke te examineren. O Commisfie des Prince van Orange aan Jonkr. Wolferd van Borsfele, Bailliu van Goes, als Super-Intendant der Wachten overZuidbeveland, dato 3 Juli 1584. "^^/"iLHELM BY DER GRATIËN GODTS PRINCE VAN ORAN- gien, Graue van Nasfau, Catzenellenboge, Vianden, Pietz, Lingen, Buren, Leerdam etc, Marquis van der Vere ende van Vlisfingen , Heere ende Baron van Breda , Piest, Grimbergen, Arlay ende vanBefancon; Gouuerjieur van Brabant, Hollandt, Zeelandt, Vrieslant ende Vuyirecht. Allen den genen die defe tegenwoordige gethoont fullen worden Saluyt! Alzoo't onzer kennisfe gecommen is, dat Jonckeren Wolfert vanBorsfelen Bailliu van der Goes ende Super Intendent van de wachten in Suytbeuelant in 't exerceren van fyne Commisfie van Juper-Intendeut voorfz. vele en verfcheyden hindernissen ende obflaclen te voren fyn gecommen, zoo van wegen eenige ongeruste geesten , Ingefetenen van Suytfceuelandt, merckelycke wederhooricheyt eude oproer tegens hem gepleeght, ende ouerfulex behoirlicke ftraffe gemeriteert hebbende, ende de zelue zoeckende te ontgaen, by alle finiftre wegen, alomme* questien ende ge. fchijlen gaen firoy ende ende voedende, hebbende mits dien ver-  ( i88 ) veroorfaeckt de questien ende gefchillen de welcke nyet zonder merckelycke jnconveniencen daer vuyt mede gevolght, als van degevanckenisfe des voorfz.Superintendent binnen Middelburch endeandersfints by Burgemeesters Schepenen ende Raedt der Stede van Middelburch den Superintendent voorfz. oock fyn gemoueert, alsoffde zelue haere priuilegien die fy fuftineren te hebben van de kennisfe van alle criminele faecken ouer Suytbeuelant vallende gefocht zouden hebben te vercortten, mits dat hy de voorfz. wederhoorige in't ftuckvan de wachten, ende oproerige tegens fyn perfoon, hadde doen apprehenderen, ende tegens hen lieden criminelen Heysch maken ende concluderen totbannisfement ende corporelle ftra ffe voor Burghmeesters ende Schepenen der Stede van der Goes; Hoewel de voorfz. Superintendent verftont te mogen zulcx te doen in crachte van zekere Ordonnantie by ons gemaeft in date den xve. Septembris xvc. Lxxxij waer by wy Borchmeesters en Schepenen van der Goes voorfz. hadden gecommiteert endegeauthorifeert by proinde omme de kennisfe te nemen van allen faken de wacht in Zuytbeuelandt raeckende, breeder volgende onfe Ordonnantie daer van fynde; Als mede dat verfcheyden misverftanden fyn gerefen, vuyt de verfcheydentheyt van de Officieren ouer den Eylande van Zuytbeuelant, als van den Stedehouder van den Rentmeester van den Graeffelicke Domeynen van Zeelant in Zuytbeuelant al nogh jurisdiaie houdende, ende den Superjntendent, welcker Officieren in verfcheyden faecken elckanderen jUiderende ende te naer gaende, zoo dat daer inne qualyck eenige goede diftinaie conde gemaea worden, om alle jncouenientente verhoeden, diedagelycksdaer vuyt waeren fpruytende, zoo dat de voorfz. Super-Intendent fyn Ampt nyet en heeft connen bedienen, zulcx als tot goe-  C 189 ) goede ruste ende verfekercheyt des voorfz. Eylantsenda der Ingefetenen van dien noodich is, zunderllnge in de jegenwoordige dangereufe gefteltenisfe van faecken, Itreckende alle 't zelue tot meerdere jnconuenienten, waer jegens van noode estytlick te voorfien. soo eest, dat wy de faecken voorts ouergemerft ende begeerenda in alles 't gunt voorfz. is behoorlyck te voorfien, naer rype deliberatie in onfen Raede, e nde hier op gehadt het aduis van de Gecommitteerde Raden van de Staten van Zeelandt, hebben totten meeste» oorboor ende welvaren van den Lande ende Ingefetenen van dyen, jeordonneert ende geftatueert, ordonneren ende ftatuereri by defen, dat van nu voorts aen fal cesferen d'authoriteyt off Jurisdiftie die de Rentmeester van de Graeffelycke Domeynen van Zeelandt bewesterfchelt ouer 't voorfz. Eylantvan Zuytbeuelant alleene, ende nergens elders meer in Zeelandt tot noch toe heeft behouden van de crimine faken, te profequeren, welcke voorfz., authoriteyt ende Jurisdiftie vau den Rentmeester , wy in dyen deele hebben gederogeert ende derogeren by defen, dezelue applicerende, vunieerenden ende fmeltende, zoo wy appliceren, vunieren ende fmelten mits defen in het Ampt van het Superjntendentfchap van da wachten voorfz. als genoechfaem van malcanderen dependerende, vuyt redenen voorfz., en mede ten eynda 't voorfz. Officie by eenen perfoon van goede qualiteyc (zulcx als in een landt als es Zuytbeuelant voorfz. wel behoort ende noodich es) mach bedient worden, referuerende ende latende den Rentmeester voorfz. d'Administratie van de penningen, jnnecommen van de Domeynen voorfz., met de Jurisdiaie van de criminele faken, noch andere in defer vougen nyet gemeens hebbende, noch oock in geenen quartiere meer fulcx gebruyckelick we*  C 190 ) Tfefende; welverfhende dat de voorfz. Superintendent alle perfoonen 't fy gevangenen oft andere die hy vuyt oorfaecke van crym ten platten Lande voorfz. zoo de wacht raeckende (omme alle duysterheyt ende misverttant te weereu) als andersfins fal willen oft moeten antichc doen, gehouden fal fyn de felue ter judicature te brengen voor Burghmeesters ende Schepenen van Middelburch (zoo de Rentmeesters oft hunne Stedehouders voorfz. gewoonlyck fyn te doen) om by hun luyden daer ouer recht gewefen ende gedaen te mogen worden, zoo zy zullen vinden te behooren; mitsgaders ooclc dati den voorfz. Superjntendent gehouden wordt in allen defen hein te reguleren naer de jnftruftie defen aengaenda op den Rentmeesters oft hunne Stedehouders gemaeft, oft in H zelue regard noch te maeken, ende Rekeningete doen als naer gewoonte ende behooren. Ende van alle 't welcke wel ende getrouwelick te doen den voorfz. van Borsfelen Superintendent van de wachten ouer Zuytbeuelant gehouden wordt te doen behoorlicke eedt ia handen van de Gecommitteerde Raden van de Staten van Zeelandt, ende defe te doen registreren naer behooren; Ende dit alles byproui.fieendeonuermindertdeHoocheyt den Graue van Zeelandt competerende , ende behoudens een yder fyn gerechticheyt. Ordonneren daerom enda beuelen de Gecommitteerde Raden van den Staten van Zeelandt den voorfz. van Borsfele te (tellen in het vry •ledienen, befit ende posfesfie van fynen last ende officie van Superjntendent, op de poincten ende declaratie» hier bouen verhack; voort oock den Burghmeester, Schepenen ende Raedt der Stede van Middelburch, den Rentmeester van de Graeffelicke Domeynen van Zeelandt, nu wefende oft die in der tyt wefen fal, fynen Stedehouder ende allen anderen dien 't zelue eeniclifiats aen- gaen  C191 ) gggn fal', hem in defen fynen last zoo hem by defen ge1* geuen wordt egeene moeijenisfe noch beleth te doen* maer ernstelyck in alles te verftaen, hun naer defen regulerende , want wy beuondén hebben zulex totftn meesten oorboor, ruste ende dienste van den Lande te behooren. Des 't oorconden hebben wy defen met onfen naem geteeckent ende onzen Zegel daer onder doen aenhangen. Gedaen tot Delft op ten derden dach July des jaers xvc. vier en tachentich. onderftondt. Guilliaume de Nasfau. Op de ploy front gefcreue. By mynen Heera den Prince. o nderteeckent Chr. Huyghens. ende was gezegelt met vuythange Zegel in rooden wasfe aen een dobbelen fleerte. - Extract uit de Notulen der EH. Mog. Hee:en Staten' van Zeelandt houdendederzelverbefluit tegens de Roomschgezinden in Zuidbeveland.1$ Juni 1654. |[3p het vertoogh derClasfisvanZuyt-Bevelant isgoetgevonden, dat de Ambachtsheeren aldaar, als mede de Heer Rentmeester Bewestenfchelde respeftive, zullen toegezonden worden de Refolutien van de Staten van Zeelant, fnccesfivelyck in de Jaren 1621, 1639; en nu laetstden 27 July 1652., ordonnerende dat geen Paepfche Officieren ofte Godsdienst aldaer zullen worden geleden, en dat alle Vasten-aventfpelen, kermisfen, en andere Afgodifche Feestdagen, Rhetoryck-fpelen zullen worden verhindert, en zorge gedragen, dat de Rustdagh des Jlcereu niet geprofaneert en werde etc, ten eynde den t  ( 192 ) fohoude vari de voorfz. Refolutie ftriftelyck ia 'c Wercjr geftelt en geexecuteert moghte werden. Q' Bericht van den Rentmeester Generaal Bewestenfchelde, omtrent den ftaat en toeftand derRoomsch» gezinden in Zuidbeveland. 7 November 1654. Edele Mogende Heeren jtïet heeft U Ed. Mog. gelieft my by derfelver aenfchryven van den 23e. Juny laestleden te ordonneren, dat ick alle neerfticheyt foude aenwenden, om te inquireren op d'excesfen binnen myn diftrift, in de tollerantie van de oeffening van den Roomfchen affgoden-dienst ett fuperftitien, en 'tgebruyck tot de politie van perfooneu, notoirlick fynde van die geflntheyt, off wel defelve toegedaen en geaffeftionneert, en vervolgens daer tegens, tot ruste van defe Provintie, ftriftelick ter executie en in 't werkk te Hellen, den inhouden van de Placcaten van U Ed. Mog. en derfelver refolutien van den 12 May IÓ2I. en 27 July 1622.in 'tvoorfz.aenfchryvengeroert, en my daer neffens toegefonden, mitsgaders aen U Ed. Mog. fuccesfivelyck te adviferen, wat my in voorvallende gelegentheden daer ontrent bejegent, en by my gedaen foude fyn: oock te beforgen, by alle wegens desdoenlyck fynde, dat in conformiteyt van U Ed. Mog. Politie en andere Ordonnantiën, binnen 't voorfz. diftrift geweert Worden alle vasten aiiont fpelen, kerck1 misfen en Rhetoryck-fpelen, ende byfonderlyck denrustdach des Heeren, foo als betamelyck is, buyten eenige de minne profanatie onderhouden en gecelebreert. Waer  C 193 ) Waer op ick, gelyck alle andere Ü Ed.'Mog.bevelec, genegen fynde volcomentlyck te voldoen deverwachtinge die U Ed. Mog. van myn gelieft hebben op te nemen in 't confereren, van de tegenwoordige mynebedieningen op myn perfoon: fal U Ed. Mog. in alle onderdanicheytberichten, dat ick, naerexaftegenomen informatie ondervonden hebbe, 't geheele platte lant van ZuYtbev«rlandc generalyck bewoont te worden van feer vele lantfaten, fynde van de papiste reliegie, fulcx dat in fommige Parochien, naeuwlycx 'perfoonen te vinden fyn, doende profesfie van de ware Christelyke gereformeerde religie, die gebruyckt connen worden tot de regieringe van de voorfz. Parochiën, waer by dan comende, datverfcheyde Ambachtsheeren notoirlyck fynde van de voorfz. paapfe Religie, off defelve meer als de gereformeerde toegedaan, onder 't voorfz. pretext van weynich bequarae (toffe, met faveur en gunst toebrengen aen luyden met haer m de paepfe fuperftitie overeencomende, als aen andere van de gereformeerde religie fynde, ordinajrlyck de principaelfle bedieningen confereren aen luyden van de prepfc gefmtheyt, fulcx, dat, onder reverentie, feer noodich fal fyn, dat hoe eerder hoe liever werden geemaneerthet piaccaet, daer van in U Ed. Mo. refoknie van den 27e. July i652 wort gewach gemaeft, waer door de voorfz. Ambachtsheeren en alle andere lullen worden affgefchrickt van Schouten, Schepenen en Secretarisfen te eligereu iegens de goede meeninge van U Ed. Mo. Ende om U Ed. Mo. goede intentie en yver r.aerder te voldoen, fullen ü Ed Mo. gelieven te weten, das ick ondervonden hebbe, dat tot SchrablekercfcMarinus Leenderts tot Schout en Secretaris, mitsgaders thysDie,icx tot Schepen en kerckmeester;tot Wisfenkercke Cor* oelis Symonsfea Schepen, tot Vlake Corndis Eeuwout- i. stuk. ii h*  (194) fén Schepen; t»t Cattendycke Adriaen Dignusfen Sckepen en totNisfeCprnelis Hoochfteger, tot Secretaris Ampt worden geëmployeert, alle fynde van de voorfz. paepfe religie, welke ik al foude getracht hebben uyt hare respeftive ampten te removeren, indien ick niet gevonden en hadden in de voorfz. ü Ed. Mog. refolutie van den 27 July 1652. 't felve aen U Ed. Mog. gecommitteerde Raden gedefereert te zyn. Ende om oock ingevolge —| j»> r- Brief van Burgemeesters en Sche^ pe ien van Reymerswale, aan dé Uegeering van Vere; verzoekende die haar voorfpraak en toeftemming in de verzogte onderr ftand. 13 November 1595. Weerde hooch geleerde Wyfe Discrete ende voorfien ige Heeren "^/"y verhopen dat V liederE. noch indachtig fyt.dat wy van ouer meer als anderhalf Jaer gefolliciteert ende vervolgt hebben omme te hebben asfiftentie vanvylFthien hondert guldens tot hulpe van onfe lastige dyckagie, daer wy tot noch toe nyet in fyn geholpen ,nemaer heeft belieft myne Ed. Heeren die Staten van Zeelant ons te ordonneren alle onfe Rekeningen ouer te leueren in handen van mn Heeren die Auditeurs van de Rekencamet van Zeelant zedert den tyt van ons Odroy, dwelck wy ouermits 't verloop des tyts met groote moeite ende arbeyt hebben naergecommen ende ouergeleuert tot ende «et den lesten ïflarty i5§5- breeder blyckende by het ad-  ( 195 > • . ; ,- • , . . .... . «duys vaa de voorn. Heeren van den Rekencamef ouergeleuert op de vergaderinghe van de Heeren Staren van Zeelant op den xje. defer met feker Requeste daer by vertoont, voort dat de voorn. Dyckage met de geleyde Ryswercken compt te bedragen bet nis vier lióndertponden grooten, gebleken by de Rekeninge gedaeii endt noch te doene, welcke voorn, fomme meest al betaelt es tot onfen ernftigen verfoeck by onfen Secretaris Trn V»B der Hage vuyt fyne lntermyfe; dat op het goet toefeggen ende vertrouwen van de voorn. Hoeren Staten ende hare Gecommitteerde Raeden, welcke penningen den voorn, van der Hage ten achter ftaet aen den Heer Treforier Generael van Zeelant, die den voorn, van der Hage daeromme es molesterende,fo datwy genootfaeckt fyn ons andermael met Requeste te adresferen aen de Heeren Staten van Zeelant, ten fyne dat V lieden belieue ons in de voorn fomme voor defe rëyfe te asfilleren ende helpen, met prefentatie van ons te verobligeren in vele Jaeren de voorn. Heeren Staten ofte VliederE.totgeene fubfidie ofte hulpe te molesteren, maer onfe Stadt ende Dyckagie te onderhouden met onfen cleenen middel, mits dat ons toegelaten ende geconfeuteert worde 't Lycent van de Mosfelen op onfen bodem gevanghen bedragende ontrent xxv gr.'tjaers, dan of wy wt crachre yan ons Oftroy den ontfanck genoten hebben tot vltiina Marty 1591, toe, ten welken tyde den 'voorn, van der Hage vuyt laste van myn heeren van de Admiraliteyt van Zeelant 't felue ons heeft afgenomen , in welcke verfouck V lieder E ons feer behulpich condt wefen, derhaluen fyn defe aen V lieder E.fchryuende ende hoochiick biddende, dat V lieder E.met medelyden ouer onfe ellende ende armoede beweccht fynde ons èenmael wt onfen last ende fwaricheyt wik helpen, V lieder E. gecommitN 2 <-eeri  ( ij><5 > ceerde Qp defe aenftaende Vergadering** dan of macnt ende last te gheuen, ten fyne wy defe mael geholpen fynde V lieder E. moghen laten van nu voort ongemolesteen, regard nemende op onfe armoede ende groote costen by ons geleden in't vervolgen van defe fubfidye bedragende een groote fomme, d'welck ons dwingt onfen noot ende armoede te openbaeren , ende V lieder E* te molesteren. D welck doende fok aen ons bewyfen eer* Werck van bermherticheyt ende follen den Almogend» God bidden dat hy V lieder Weerde hoochgeleerde wyfe discrete feef voorfiemgS Heeren gefpare in alle voorfpoet gelucfalige Regieringe ende lanck leqen. Vuyt Reymerswale defen xüj. V lieder goetwillige Vrienden ende nabueren. Bailliu burgmeesters ende Schepe< nen der voorn. Stede Ter ordonnantie van de felue io abfentia Secretary. geteekend» J. Joesfz. Mol i5S>5» Het opfchrift Weerde Hoochgeleerde Wyfe Discrete zeer voorfienige Heeren Burgemeesters Schepenen ende Raedt de Stede Vere»  aanhangzel: Van ZUIDBEVELAND. en deszelfs VERDRONKEN DEEL. t eerfte {luk van zuidbeveland, en des« zelfs verdronken deel was reeds, voor het uitgaan des jaars 1792, afgedrukt,dan de uitgaaf werdt vertraagd, doordien de kaart, daartoe "behoorende, niet tydig genoeg gefneden was,' om daarby gevoegd te kunnen worden: Intus^ fchen gelukte het myeene rekening van Jr.^tffonimus Sandelyn, Rentmeester Generaal varr Zeeland Bewesten-fchelde van den jare 154ste mogen doorzien , welke my eenige tot hiertoe -onbekende byzonderheden van Zuidbeveland en deszelfs verdronken deeldeed kennen; dit, gevoegd by verdere aanteekcningen, getrokken uk der Schepenen Register der Heerlykheid Poortvliet,die ikmogt doorbladeren,gelyk ook eenige byzonderc Sehryvers, ftelde L Stuk. Q my  tny ii» ftjiRom die voorgemelde vcr.tragi tig te kunnen vergoeden, met dié Aanhangzel 'er bytevoegen , waarin de gewezene Stad RomersWale nog nader wordt toegelicht; en vcrvoli £cns,van deze en gene der verdronkene Am-. iachteji eenige meerdere merkwaardighedeil voorgebragt worden. Daar menbi. 51. ftelde, dat het opperbeftuur der Dyken oudtyds in twee Dykgraaffchapperi' beoosten en bewesten Yerficken gefplist was, 1? men nader onderricht, dat ook een derde heefc plaats gehad, namenlyk het Dyigraaffchap tusfchen Honte ende Hinkelen, dan welker be* liaan en beftuur, zoowel als dat van beoosterr Yerficken, door den Vloed van den jare 1530 geheel in verloop en te niet gegaan is, zoo als de bylage A. daarvan een ontwyfelbaar bewys opgeeft; jammer, dat men deszelfs uitgeftrektheid nier. weet te bepalen, ook niet./ welke Ambachten daaronder behoorden,waas door de oude loop der twee ftroomen Honte enHinkele blyken zoude. De eeuwige Erfpacht van den wilde moet, enz., waarmede Romerswaal begiftigd was, van Vrouwe Maria van Bourgondien, gelyk in de befchryving dier Stede bl. C3. breder vermeld is; fchynt door den Keizer en Aamhertogevan Oostenryk in 't jaar 1509. nader bevestigd to -wjj7.cn» op eene Eri'-cl-y^ van 45: vis.  ^ 45: vis. 'sftars, dan, waarvan zy, mits het ondervloeijen dier Moerlande, den 21 Juni 1533. ontheven wierden als uit de bylage 13,; blykende is. Dó ligging dezer Stad , zoowel als het ove* rige verdronken Zuidbeveland tegens over het Eiland van ïholen, zal een geduurigen overtochtvanmenfchen,vee en goederen vereischè Hebben, waartoe een geregeld Veer ter dezer. Stede was, 't welk tot's Graven Domeinen behoorde, en als zoodanig verpacht werdt, gelyk ten jare 1542. voor drie jaren gefchied was tegen 30: 'sjaars, als uit de bylage C. nader te zien is. De overgang dezer Stad en derzelver Gebied uit den Huize van Kervincvan Romerszvale aan de Graaaykheid fchynt toegekomen te wezen,' door dien dit heerlyk goed onder gemelde Stam gefmaldeeld was, en, de deelgenooten twistig: onder den anderen zynde • derzelver gezag ia bepaald wüs, en zy, 0111 'sVersten gunst te bejaagen* de een voor, de andere na, hunne aandeden aan Hertog Albrecht yan Beyeren.verkogten en overdroegen: zagen wy in dé .de betchrving dier Steden bl. 8., hoe de weduwe en erfgenamen van Willem den Hollander van Reimerswale, zulk een opdracht van hun Huis; Hofftede en Ambacht ten jare 138a irf^i gedaan hebbe; al vroeger eu wel ten 0 3 k  ( 20Ó "} Jare 1373. vindt men, dat Heer Boudewyn van Reymerzwale was voorgegaan met aan gemeld den Vorst overgift tedoent>0« den Ambachten, Amboehtsgeuolge ende Rechte die de zelue had'den binnen der vryheytvan Reymmerzwalemet zynen toebehoorten. Waar van de bylage D i\ 2, 3, 4, 5 en 6 breder getuigenis dragen, die teffens aantoonen, hoe de erffelyke renten3 die uit 's Graven Domeinen daar voor betaald 'wierden, by opvolging als goede Zeeuwlche "Leenen van deneenen op den anderen overgingen; dat zeker voortduurde tot het Graaffyk Juk afgeworpen is. Rymerswale, welke nevens de Steden Mitf* delburg , Ziericzee én Goes, haar aandeel in ƒ 35000: -: - gedragen had ter losfinge van den Tol óp de Honte en de Wachten van Bergen, die te Antwerpen beleend waren, genoot daarvoot uit's Graven Domeinen jaarlyks ƒ300: -: - (a)J Daar de Roomfche Eerdienst in 't kerkelyke hier opgeheven was, waren ook de geestelyke goederen het waereldlyk beftuur onderworpen geraakt; de Landen, welke den Pasftoor en der Pastorie ten eigendom waren,werden door den nood, waar in de Stad ter oorzaak der Watervloeden en Oorlog geraakte, ras beleend, of belast, en moesten eindelyk door O) Rek. Jr J. Sandelyu Rcntinr. Bewestcrf» d'Ao. 1542. fo. 124 V5.  C 2.06 y werdt tot het heffen eener Parochie Excyns, mits daar voor een jaarlykfehen chyns van zes Rins-guldcns aan de Graaflykheid te voldoen, gelyk de bylage H. komt uit te wyzen. Té gelyk (trekt dit tot bewys, hoe zulk een last van Parochie accynfen daar hedendaags den x penning van aan den Lande moet voldaan worden, al tentyde der Graaflyke Regeering heeft plaats gehad; misfehien onder het Oostenrykschbewind uitgedagt en ingevoerd, daar alles op prys ftond, en tot voeding der Vorstelyke praal r.iet genoeg kon opgebragt worden. Lodycke aangaande, kwam my voor dat in 't jaar 1542. daar van zoowel als van den ouden Lande van Reyinerszvaele .alseigenaars bekend Waren Heer Adriac'n van Reymersivale, Heere van Batenbrouck;de kinderen wylenHeer^a» Pieterszoen, in zynen tyd Ridder en Prefident van den grooten Raade tot Mechelen enOuyntyne ven Rymerswaele, huisvrouwe van Pieter Blocxzoon ,en dat die ten jare igz6. teherdyken vergund werdt de Sint Joachims Polder, gelegen op 't oisteyndevan den Lodycxer haeue~ ne ftreckende van dair Oistzvairts tot aen den Schinckeldyek van Sint Annen Polder die leyt tusfchen der Stede van Reymerswale ende Lodyck voorfz. dan welke niet grooter was geweest dan 36 gem. by der breedte, waar voor £yi4jaren vrydom van lasten genieten zouden» mits  (ton taks drie grooten van ieder geraet voor eén'êfj chyns te voldoen;meerder kan desaangaande nagezien worden in de bylage li., waaruit teffens blykt, dat voorfz. polder herdykc zynde grooi is geweest 54 gemeten 85 roeden. Het laatfte, dat my voorkwam, dit Ambacht takenden,was, dat HertogAlbert den 20September 1404. te bedyken heeft uitgegeven, dat Gorslandt ende Gorsslyck tusfchen Lodyck ende Scbaerpolder, aan Heer Cla'is Conincxs zoen ende zynen eruen, als de bylage I 2. komt uittewyzen; welk alles onder de zilte pla^fenzyn «inde gevonden heeft. Ten aanzien van Hinckelenoort oïlnkennnrt. komt nader té blyken, dat Heer Adriacn vah trainingen, ten jare 1400. hier eigendommen van Hertog Albert verkregen heeft, waar van de bylage K ï. meerder byzonderheden oplevert; gelyk de verdere bylagen K 2, 3 en 4, leeren, hoe Grave Willem van Henegouwen iu den jare 1346, aan fan Henrics zoon, Rentmeester van Zeeland , heeft uitgegeven te bedyken een Schor liggende aan des voorfz. Har* toghe JVillems polder in Inclcnoort, op een erfpacht van drie grooten per gemet, en verdere voorwaarden deswege gemaakt. Dit Ambacht of wel Leenen in dezelve en pok in S.Pieters Polder werden in 't jaar 1653, ver-  C ) varfoukende voorts borge voor de costen van den jyo. cesfe. Is de zaecke voorfz. vertrineert acht dagen op 'tbodt mits dat Bertelmeus zal borge Hellen voor de costen van dicien ende voirwa irden breed ers ende in 't langhe verclairs is  in de oepene brieuen vanOélroy voorfz.,diegeregiftreett (laen in 't tweede geluwe Regiftre gehouden in de camera van Rekeninge in den Haige beghinnende den eerfkn dach van.Meye anno xxxvij geteeckent B. fo. xvj. dair aff Gppie ouergeleuert is yp wylen Adolff Hardincks xüje. Rekeninge van dit Rentmeesterfcip. Welck polderken aaer dattet yerst by die voorfz. Ambochtsheeren wtgegheuen was es bedyft geweest ende in dyckers lant ge« fcleuen liüj gemeten lxxxv R. landts, wekken polder i» den Jaere xvc.xxx ende xxxij byde twee groote Invndatien invndeerde ende noch ter tyd metter zee gemeeta kyt, blyckende by certificacie van der Stede van Rey merswale op Adriaens van Heetuelde eerfte Rekeninge, fo. Clix ouergeleuert, dus hier ouer den Cheyns bekopende twee ponden veerthieu fchellingen drie pennin-. ghen gevallen Kersmisfe xlij. Alzoe defen Rentmeester mits de redenen hier voeren dair van niet ontfanghea heeft • ^iet' I 2» ia. 112 verfo. Ï3at Gorslandt ende Gorsflyck tnsfchen Lodyck ende Schaerpolder zyn by den voorn. Hartogh Ailbrecht end» by zyne brieuen gegeuen in den Haige pp den xxe. dach van Septembre Ao. xiiijc.iiij die geregiftreert ftaen in t quoyer voorfz. Heer Clais Conincx zoen voorfz. end» zynnen eruen vuytgegeuen ten zynnen prouffyte ende c «landts oirboire alfoe dat bredere verclairt ftaet in Guyda» de Baenst vierde Rekeninghe van dit Rentmeesterfcip ergo hier ? s s : Niet. i'o. II ï  ( 338 ) K « fo. ui recto en verfo jDen Cheyns vah twee hondert en twintich gemeier! fonts gelegen in t middelpolder van Incken endevanZnyti Beuelandt beoosten lerficke, ende in den Jaere xiijc.lxx hiet den polder van Hinclenoort ende nv geheeten es foe toen fecht onfen Vrouwen polder, ende hier voortytsby tyden van Hartoge Ailbrecht in den Jaere xiii}c. een te gelden plaiglien der Graeffelicheyt van Zeelandt vier pen» hingen grooten olf dair omtrent; ende dair toe noch zeventhien gemeten lants ontvreempt die de Graue liggen» de hadde in dén ouden polder van Inclen die de Graeflicheyt te ghelden plach zes ponden elf fchellinghen zeuen penningen grooten sljaers verfchynende te Meye. Welck voorfz. partien die Heere van Cruninghen jeghenwoor» dich dair off de kennisfe ende gebruyck neempt vuyt crachte van zeekere brieuen tvan Oftroyc van mynnen Heere Adriaen van Cruininghen by hem vercreghen van voorn. Hartoghe Ailbrecht van Beyeren gegeuen tot Ëgmondt op den vyfden dach van Nouembre Ap. xiiijc. gelyck al dat breder verclaert ftaet in de voorfz. Guydo de Baenst vierde Rekeninghe van dit Rentmeesterfcip ergo Ma - - - - Niet. K 2W *\^*an den cheyns van den polder van Inelenoort grooK zynde drie hondert gem. Cxxj roeden van elcken gemete vier fchellingen tournois t sjaers dair of dat Heynrick ïoppe heeft de xxvij-J gem. diemaickenin Crabbendycke viijj gem. Cxvj R. gelyck dat verclaert fiaet by der oude' Rekeninghe vau bewestenickelt in t Jair xiijc.xlj. dair af ont-  ( } «filtfanék ghemaicl: is; wekken Cheyns men llietbeuin^eit A-Jc voorn. Graeflicheyt van Hollandt ende van Zes* landt plach Jairlicxs te hebbene van Gorshuyre in de» Aggere als 't blyft by oude Rekeninghe gegeuen ende ge*, daen in den Jaere xiiijc. twee vier ponden zesthien fchetlinghen grooten, den welken pacht ende gorshuyre té 2'yete ende vuyter Rekeninghe gebleuen is, begrepe» wefende in de gifte gedaen eenen Wouter van Ghendt, dair of in t naiste voorghaendearticle geroer, es, nyetta min de voorn. Aggere by gebreke van tytele. op die onc* vreempdinghe van de pacht ende gorshuyre voorfz. is ia myns G. Heeren handen gefteid by den voorn. Jan van der Hage deurwaerder op den zesten dach van Nouerabre Ao. xiijc.lxj prefent Pieter Jansfoen ende Jacop toenisfoen Dyckgrane als tblyfl: by des voorfz. Jans van der ïlaeghe relacie, dairomtue bier - - - - Wiet.    E E N I <$ E ZEËU VPSCHE OUDHEDEN» UIT ECHTE STUKKEN opge heldert en in h e ïl licht gejragt; Behelzende een Befchryving der HEERLYKHEDEN [ VALKENISSE, WAARDEN. KRAB-, BENDYKE en KRUININGEN, i n ZUIDBEVELAND d o ö r JACOBÜS ERMERJNS. T ff E E D È STUK, Te MIDDELBURG, By de Wed: WILLEM ABRAHAM^ tiisccxciii*   co D E HEERLYKHEDEN VALKENISSE, WAARDEN, KRABBENDYKE en KRUININGEN» in,., ZUIDBEVELAND* \^alkenisse, eene Ambachtsheerlykheid; palende ten oosten aan die van Maare, ten westen aan Waarden, ten zuiden aan den Honcf of Westerfchelde en ten noorden aan de Heer-; lykheid van Krabbendyke, wordt 'in Oud- en' Nieuto-Fa/kenisfe ondetkheiden, alleen daarom , vermits hetgeen men nu Oud-Valke* nisfe noemt, van de meenigvuldige Zee-vloeden, die hier verwoestingen aanbragten, oV vergebleven en in eene gemeene Dykagie met Waardin gelegen is, terwyl Nieuw-Valkenis-, fe, met Maare in eene Dykagie begrepen, weder is aangewonnen, en een klein deel uitmaakt van hetgeen nog door de golven bedekt II Stuk. A blyft j  Ta} blyft; waarom deze Heerlykheid, 200 mei Maare als Waarden in lotgevallen veel gemeenfcfiap heeft. De eerfte oorfprong van dit Ambacht is zoo» wel als de herkomst van deszelfs benaaming in de oudheid begraven: men weet geen oudei tyd van het beftaan dezes Ambachts aanteduiden, dan dat deszelfs bezitters,ten jare 137^ nevens andere heerfcriappen, aan de Honte gezeten , met die van Antwerpen, over den tolt ,én vrygeleide over geheel de Honte verdragen hebben (a). Gelyk eene diergelyke overeen» komst in 't jaar 1^85, met de Abdye of het Klooster van Affligem getroffen, en door Grave fjuoris de V. van Holland bekragtïgrj werdt (b~). Zoo min de eerfte oorfprong en benaming dezer Heerlykheid te bepalen zyn, even zóo> min kan derzelver oude uitgeftrektheid en belendinge naauwkeurig aangewezen worden , alleenlyk weet men, dat de aangehaalde Chronykfchryver (c). derzelver grootte ftelt te wezen 1166 gemeten 281 roeden. Het kon niet misfen, of dit Ambacht moest,1 zoo ras de Honte met de Noord-zee en de Schelde O?) Smallegange Chron. V. Zscl» W. l$8*waa.rdU vet- «tög geheel geboekt U, O) ibid. bl. 169. \c) ibid, bl. 711,  CS) 'de gemeenfchap kreeg,met anderen deelen ïti de rampen, welke de Zee-vloeden van tyd tot tyd aanbragten. Hier van zyn wel geene byzondere aanteekeningen voorhanden, echter is het zeker, dat door de overftroomingen er» doorbraaken in de onderfcheidene jaren 1530,* 3a en 1542 voorgevallen, by herdykinge 486. gemeten 137 roeden uitgeflagen werden, en hier door eene aanmerkelyke verminderinge van gemet-getalen plaats greep. De gedachte vloed van 13 Januari 1551, overilraomde dit Ambacht geheel, dan het werd de zoute plasfen ontrukt,' en weder in 't drooge gebragt, tot dat de Al-i lerheiligen vloed van j November 1570, het in gelyke ramp ftortte*waair van terliond gewaagd zal worden: soo als ook van den bekenden watersnood den 25 Januari 1682. De evengemelde Allerheiligen vloed over-? ftröomde Valkenisfe aan de oostzyde door dera zoogenaamden Groenen-dyk, van welken eem weel genaamdKlaaskens-weel is overgebleven^' zoo benoemd naar den eigenaar van een huk daar te vinden, dieKiaas genaamd was. Wat byzondere fchadeaan wooningen, vruchten eis vee in dit Ambacht daar door veroorzaakt werd* daar van is geene nagedagtenis overgebleven5 die vloed zai hier zoowel als elders „met de op*, gevolgde Oorlogsrampen, meenig bemiddeld! üsndzaat tot de behoeftigheid gêbragt en een  f II Ontvolking veroorzaakt, hebben; dan het met, of zonder byftand van den Landvor st, men ontworstelde de baaren, en ftelde daar nieuwe paaien aan, die echter niet belet hebben, dat nieuwe en alzoo verwoestende overftroomingen in latere tyden den val voltooiden van een anderszints bloeijend Dorp en Heerlykheid. Men heeft bl. 40 en 41 aangeteekend, hoe ten jare 1630 of daaromtrent, een Fort Keyfersbooft genaamd op den grond dezer Heerlykheid tegen de Honte is aangelegd 0 worden ; deze fterkte beflond in een vier-* hoek, naar het ftelfel van de Ville gebouwd, bezuiden het Dorp Valkenisfe, zoo dat het deszelfs haven, en bat inloopen van de Hinhele, zoowel als de voorbyftroomende Honte beveiligde. ; De bekende.'kaart van Zeeland,' door de weduwe Ottens enZoonen op het laatst der xvii Eeuw uitgegeven, teckent de ligging dezer fterkte byzonder aan,behalven dat onder myne verzameling van Zeeuwfche kaarten en. plans eene afteekening. daar van berust, dan niet zoo uitvoerig en onderfcheidend, als weï zoude behooren, om een afbeeldzel van dezel: ve hier nevens te voegen. Heeft evengemelde Fort hier veiligheid , en misfchien van tyd tot tyd krygsgewoel, en voor de Dörpzaaten vertier van eet-waren aan* gebiagtj het kon geen zee-geweld afkaatfen» dir  1 cm dit bleek op maandag den 26 Januari 1682,ces avonds om vier uuren, wanneer voorzeide kleijie Vesting geheel overftelpt ja ten gronde, zoowel als het Dorp dezer Heerlykheid, vernield is geworden: Hoé verre men, by eene herdyiing, voor het water geweld genoodzaakt is geworden te rug te wyken, getuigt best de kaart van Zuidbeveland door Hattinga op bl, 69 aangehaald, waar de plaats aan geflipt is, daar Keyfershooft te vinden was. Groot was de verflagenheid en jammerklagt aan dezen oord, men had een gelyk lot met het nabuurig Waarden; de Ambachtsheeren zoo» wel als de Ingelanden, Dykgraven en Gezworens beiaadflaagden , wat in dezen te doen tot redding, na veel twistens en overleg moest Valkenisfe, dat is het Dorp buiten gedykt,en 'de uitwatering, die voortyts door de fluis van Valkenisfe gefchied was, nu verlegd worden, en zoude door Waarden plaats hebben, ten wellen einde, en om den afloop van het ingekomen zee-water te bevorderen, defluis te Valkenisfe uitgegraven, en een nieuwe te Waarden aanbefteed werdt. Verder vindt men geëne lotgevallen dezer Heerlykheid aangeteekend, dari, dat ten jare 1747 en 1748, hier zoowel als in Maare Staat* krygsvolk tegens den gevreesden inval der Franfche macht gelegerd is geweest» as ... Él  tut vieren (s), ook laag land buiten Dyks aan riet water liggende en met hout of geboomte beplant, bet&kient (X). Dit'op deze Heerlykheid toegepast, zoude bewyzen, dat Waarden zoo al niet uit de vooroevers der Honte geboren," eenen anderen ftroom in zyne nabuurfchap gehad heeft, welks voorgronden bedykt zynde, een heerlyk goed hebben doen voortkomen. Eene Heerlykheid van denzelven naam in Braband, omtrent Mechelen,gelegen,waarop het bygebragte niet toetepasfen is, zou dit weder tegenfpreken. Ook is een Werden aan de Roer bekend, en een Weert aan de Maas, die ook aan Rivieren gelegen even zoo hun benaming zoude kunnen ontleend hebben. Men ontmoet ook omtrent Edam een Dorp Warder geheeten. Zoo dat hetonbellist blyft,waar aanmen de herkomst dezes naams moet toefchryven; misfchien zoude men by de Noormannen of Deencn gelyke benamingen kunnen vinden. Is denaams-oorfprong dezer Heerlykheid in de oudheid bedolven, niet minder derzelver eerfte aanvang of beftaan, en men waagd het eene gisfing op te geven, die in het eerfte opzien wel ongerymd fchynt, dan van welke nier ligt te bewyzen zal zyn, dat zy van alle waarfchynlykheid ontbloot zou wezen. Daar het ze- (5) Francq van Berkhey Nat. Hift. van Holl. ID. bi 126. (;) Befchryv. van het oude Batav. Zesfir. bl. 50,  (is > 'Zeker is, Alt hier oudtyds een kasteel te vil* den was,regt tegen over de kerk gelegen,zeet zeker het ftamhuts der oude Edelen van Waar* den, waarvan de plaats daar het gelegen was nog de Kasteel-berg genoemd en als Vroon be« kend is, waar men ploegende en fpittende nog iteeds fteenen ontmoet, en duidelyk te bekeuren is , dat hetzelve van een gracht ia omringd geweest; geene overleveringen, noch eenige aanteekeningen Jeerea, hoe dit kasteel zyn ondergang gevonden heeft, zoo min als wie dg ftichter is geweest. Zoa het nier dit Waards wezen, 't welk Melis Stoke zegt dat Gram wiu-EMde II. anders Koning Willem genaamd» in't jaar 1247. belegerd en ingenomen heeft? De geleerde HeeiIIuidekoper heeft opgemerkt; fat Waarde by Melis Stoke, geen Stad maar «en Borgt beteekent, noemende het driemaaJ Huis. Het is waar de Klerk uit da logt landen zegt het Keyzers-vjeerd is geweest, maas was hy een tydgenoot en onfeibaar? geen van beide; de onkunde in Zeeuwfche Oudheden ftraalt by alle fchry vers buiten dit gewest, door; de Heeren Wagenaar en Meerman , hebben e» vengemelde kronyk-fchryver gevolgd, en zyn te verfchocnen, om dat mogelyk beiden niet dagten, dat in Zeeland een plaats van deze benaming té vinden was. Mag men verder gisfen, dan zulte» de Ylaamfche krygen, waarvar.  c 0 Óen was gerieven over den jare 1591, ter goed-? iKaking der kosten tot een Inlaag noodig;daar* over werd tot 't jaar 1594 beraadflaagd, zon-; der dat het befluit deswegen komt te blyi Jten (v). De geduurige watersnooden,geftadige vrees* Van vyandelyke aanvallen,de onverdraagzaam-! heid onzer kerklyken werkten famen om zoo! hier, als in nabuurige Parochiën eene Volks?' verhuizing, en daardoor een verval en vermindering te veroorzaaken, waardoor het middel van den C. penning op de huizen hier meer en' meer bezwaarend werdt; hetgeen best geleerd wordt uit eene Gerechtelyke verklaaring des^ wegen onder de bylage B. te vinden. Niettegenftaande zoo veel kampens in ver^ dubbelde Landplagen, bleef men moed hou-( den, om de Zee voet voorvoet te betwisten; de Spaanfche kryg was nog niet geëindigd, o£ Je gemeene Ingelanden van Waarden en Valkenisfe, verzogtenvan 'sLands Staten oorlof, tot het leggen van eene Inlage ter lengte varï 300 roeden,en ter bevordering daarvan,kwyt«| ichelding van de ftaate-penningen, befaayde gemeten en hoornbeesten over de uitgeflagen' Landen voor altoos, ende over de geheele Wa-j te-; <-)>) St. Not v. Zeel. d'Ao. 1552. bl. 19. en d'Ac* B a  X *4 ) zoowel als aan welke befcherm-heilig die was toegewyd, is in de vergetenis ,ten minsten tot hiertoe niet ontdekt; de Spaanfche kryg die aan dezen oord vooral toneelen opleverde, zal het kerkgebouw eerst in verval hebben gebragt, daarop volgde, dat het door een Blixemftraal den 10 April 1589 aangeftoken, geheel af brande; zy werdc herbouwt, doch ingekort en Jdeinder dan voorheen herfteld; de beftierders der kerk verzogten ten jare 1592, aan 'sLands Staten vrydom van den C. penning voor zestien gemeten Lands en zekere Tienden deze Jkerk toebehoorende, om daar uit haar te konnen herftellen, en tot den godsdienst geheel bekwaam te maken (a). Welke reparatien ƒ 1200: kwamen te bedragen; het verzoek van Vrydom werd hun eerst den 7 Juli 1594, toegedaan (b). Den 18 April 1598, werd door den Heer van Kruiningen verzogt en aan denzelven toegedaan, het bedyken van een klein Schorreken gelegen westwaarts zyne Heerlykheid tegens die van Waarden aan , mits hy eene chyns van zes of agt guldens 'sjaars welke de kerk van Waarden daar uit pleegd te genieten, tot zyn laste kwam te nemen. De kerk, welke in een treffelykei ftand door ei! (V) St. Not. v. Zeel. d'Ao. 1592. bl. 157. C£) St. Not. v. Zeel. d'Ao. 15P4. bl. 186.  eige middelen onderhouden wordt,mag in netheid en welgefchiktheid van binnen met de meeste in Zuidbeveland om den prys dingen; aan de oostzyde van dezelve is een kapel of uitftek, waarinde begraafplaats der Heerenen Vrouwen van Waarden gevonden wordt, en een marmeregedenkteeken van Heer Gillis van derNisfe, welkenevens zynen Dienaar in den jare 1657, te Goes in een oproer het leven verloor: zyne beeltenis en wat daartoe behoort, is zonder eenig opfchrift. In dit kerkgebouw hebben ook hun rustplaats gevonden. Pieter Aalbregts, geftorven in 't jaar 1507, Was Priester en Pastoor van Waarden: ook Heet Pieter Willems zone. Priester, ten jare 1487, overleden. De Gemeente bellond ten jare 1785-, in 170 ledematen der Hervormde leer, terwyl geene Roomfche of andere gezindheden toegedaan, hier gevonden worden'. Men fchynt in deze kerk eerst met den jare 1600, begonnen te hebben vankerkelyke zaken aantekeningen te houden,wyl het oudfte A&aboek der kerkenraad met laatstgemelden jaar aanvang neemt. De kerkenraad beftaat behalven den Predikant uit vier Ouderlingen en twee Diakenen. Al vroeg is hier voor de oefening van de B $ Her-  fïervormde leer gezorgd. De eerfte L*.eraa$ waarvan gewaagd wordt, viasGuillelmusCa^ inerlinck (c), na dat Berneus de Manier den 2, Februari 1583, en Nicolaes Maas den 2 Mei 1583, vruchteloos beroepen waren; Camer* linck kwam hier in Wynmaand 'sjaars 1583, En ftierf in den jare 1589. Terwyl hy hier ftond brande de kerk af, en werd wederom op-! gebouwd: zyn plaats werdt vervult door Jan de Prince oïPrinsfe, beroepen van Sinf 'Maartensdyh den 8 Januari 1590, zynde hy naderhand teTholen beroepen ; die ten opvolger fchynt gehad te hebben Gillis Koufaert, die te voren Monnik was geweest, en uit Hulst was geweken, toen die. Stad werd overgegeven,'t geen hem nog jaren daarna ten verwyt ftrekte,en waar over hyzich hy de Clasfis bsklaagde. Alvorens hier het predik-ambt te bedienen had hy te Westkapel het Euangelie verkondigd, en werd in den jare 1597, te Waarden bevestigd. In het volgende jaar beriep men hem naar S. Maartens' dyk, hetgeen hy afüoeg;dan de xviEeuw voleinde niet, cf hy vertrok naar Heinkenszand. Hy heefc uit het Fransch in de Nederduitfchc, taal overgezet een boekje tot opfchrift hebbende (c) Deze en drie volgende Predikanten zyn de aantceJceïnngèn gevolg' na die van den Eerw. J. W. Te Water ^ Verh, der Refprm. v. Zeel, bl. 308 en 300,  C w ") bevestigd 2 November 1727; is naar Gapingi .in Wakheren beroepen 8 Augustus 1728. Carnelis Noël La Motte, bevestigd door deszelfs Vader Willem La Motte, Predikant • op ter Nisfe, 9 J*™ari ^9> vertrokken . „aar Oosterjouburg in Walcheren^ September ' ^Petras Wilhelmus La Motte, Waar da Ze* ■landus, bevestigd6 Januari 1760, door des■zelfs Vfder CornelisNoël La Motte , Predikant • te Oostfouburg; beroepen naar Oudelande in ' Zuidbeveland 1 Juni 1763, en vertrokken,na . zyn affcheid gepredikt te hebben 13 November 1763. JacobusDrubbels, ZierickzeeZelandus,van 't Retranchement in Cadzanl beroepen 25 Augustus 1763 , bevestigd door Dr. ALgidtusPe* Irxus Predikant te Capelle in dit Eiland 15 Januari 1764, doende zyn intree Predictie uit Eph 6 vs. 19. Beroepen 6 Juli 1769, tiaar de Nieuwe Tonge ; affcheid gepredikt 5 November 1769 en vertrokken den 7 dito. Daniël van der Hoek. Zierickzee Zelandus ; beroepen van Oud-Dorp in West-Voorne 13 October 1769, bevestigd 13 Mei 1770, beroepen I4 December i775\ naar Oudelande binnen dit Eiland. „, Johan Hendrik Hols-appel, Haga Batavus, beroepen van Beuningen in het kwartierman  X $° 1 Wmmegen 27 Juli 1777, bevestigd 17 Me! 1778, is in 't jaar 1785, beroepen naar Ell* 'moutsdyk in dit Eiland en derwaards vertrokken. Hermauus Bocht, Proponent in plaats vari •Taatstgemelde, vanhier mOpperdoes'mNoordHolland beroepen, heett den22Mei i79izyn affcheid gepredikt, en is vertrokken. Het Dorp Waarde fchynt oudstyds zich meer noordelyk, dan nu uitgeflrekt te hebben; wyl dat gedeelte, hetwelk ten noorden van de kerk ligt, het Oude Dorp genaamd wordt,maar het westelyk gedeelte tusfchen de kerk en den kasteelberg het Nieuwe Dorp ; liggende tegen de Wesveer Polder in de Polder van Waarden,die van den HondoïWesterfcheldebz^oeld wordt/ hebbende een Haventje ten behoeve der Middelburgfche en Rottërdanifche Marktfchepen: Het Dorp is vry net betimmerd, en wel onder* "houden, en behoeft voor veele Dorpen in dit Eiland, ten'aanzien dér gebouwen,wel onderhoude Dorps ftraaten, heulen en andere wei'ken geenzints te wyken; buiten het Dorp bevinden zig in dit Ambacht dertien bewoonde • landhoeven en een koorn-molen. Dê Rechtbank dezer Heerlykheid beftaatnit een Schout, zeven Schepenen en een Secreta ris, die door een Bode bediend worden; zy oefenen de laage Jurisdictie uit, en hebben, tet  'V Si > %ot onderhoud van 't gene men tot Dorpskst^ 'brengt, envanwegenshetzelvemoetverzorgd." worden, vanouds af, byOctrooi van'sLands Staten verlof bekomen, om een Parochie-Accyns, te heffen van vier guldens tien Huivers op elk oxhoofd rynfche, fpaanfche of fran-i fche wyn, en van één gulden tien Huivers op elke ton zwaar bier, ten laste van de tappersj dit Octrooi voor een bepaald getal van jaren toegeftaan zynde, is telkens op verzoek vernieuwt, doch wordt Zedert eenige jaren mee meer geheven; want de laatfte vergunning ten einde zynde, is 'er geen verzoek tot vernieu-; wing gedaan, dewyl de onkosten op zulke gunstbrieven loopende,hetgrootfte deel van't genot verflonden. Om dezelfde reden worden; niet alleen hier, maar in veel Ambachten,zor>' in dit, als andere Eilanden, de Parochie-Accyfen niet meer geheven; het geen eens vooral moet aangemerkt worden om niet telkens in fierhaling te vallen. Wanneer in het jaar 1747, ter oorzaak van' den toenmaaligen Oorlog, de weerbaare man« fchap alomme in dit Eiland werden opgefchreven, beliep derzelver getal in deze Heerlykheid 87 koppen, welke tot een Compagnie, onder het bevel vani^-w vanDunen als kapitein gebragt werden: zy zouden thans een gtooteï getal uitmaken, Waar*  C 32 z - Waarden heeft het voorrecht, van in dV ïyst der Steden en Dorpen begrepen te zyn.; welke vryheid van tollen in Zeeland genie» ten. Het is zeker, dat oudstyds deze Heerlykheid een Adelyk geflacht had, van welke het den ,naam ontleend, of daaraan gegeven heeft. In .den jare i2gi,üoot Janvan deWaerde Zeeuwsch .Edelman , een verdrag met den Abt en het Convent van Duynen, noopende het Land van Waarde, dat hy van gemelde Prelaat ter leen ,hield, liggende in 't Land van Scboudee ,Heekelinge, Honte en Hinkelingen. In de Registers van Holland wordt op het jair 1322, een Acte gevonden van Jan van de Weerde, by welke hy belooft den Grave van Holland en Zeeland, te wille te wezen, vooral zulken 24 gemeeten Lands, als hy hem in eigendom gegeven hadden. Hendrik van de Weerde, Janszoon, ftaat mede begreepen in den zoen van Borsfelen van den jare 1358. In den origineelen befchryf brief der Edelen van .Zuidbeveland van den jare 1498, was ook Baadewyn van de Weerde begreepen (d), die onder de Leenmannen en Mansmannen van Zeeland in 't iaar 1474? Hertog Karei van Bourgondien in den Oorlog moest dienen met vier vech- (V) W. Te Water Hoog Adel. eü Adelr. Zeel. bJ. 155 er. 156.  'C 40 } v.oeden van zyne paarden' zouden willen dwïni gen: waar tegen de Abt en het Convent van der Does beloofden, aan den Hertog jaarlyks te zullen leveren te Delft, drie honderd hoed haver op hunne kosten, en dat de Rentmeester in der tyd, de kerk, der Monniken wooningen , alle ftallen, fchuuren en huizen, die daar tot hier toe geweest waren, in goeden rak en dak, ten kosten van den voorfz. hove, zou onderhouden: Dit verdrag moest twaalf jaren ftand houden, en na dien tyd kon de Abt en het Convent, of de Hertog, hetzelve, elk naar zyn genoegen opzeggen (u). Dat verdrag zal in wezen gebleven zyn, tot dat eene omwenteling in de Graaflyke Regeering, ook hier in verandering vorderde; al-' tans den 26 Mei 1432, floot Vrouw Jacobaeen nader Verdrag met den Abt van der Does in .Vlaanderen,over den Hofdienst, tot welken betaaling de Rentier van Krabbendyk jaarlyks verpligt was (v). Deze Hofdiensten moeten van veel aanbelang geweest zyn, en fchynen ineens te zyn afgekogt; want den 16 Maart 1477, ver, leende de Aartshertog jiaximiliaan van oos-tenryk, en Vrouwe maria Hertoginne van Bourgondien, aan den Abt en het Convent van der 00 Vadert. Cbron. bl. 305. die aanhaald een M & perkament Register onder de Hr. Griffier van Alphen O) Mieris Chanerb, IV. D. bJ. 1002 m  3erüoesïn Vlaanderen brieven van kwytfcheldinge voor zeven duizend guldens, van de dienften,die zyfchuldig waren den Grave van Zeeland van den goede vanCrabbendykefwj. Ten zeiven dage en mogelyk by den zelfden brief, verzekerde gemelde Vorst alle de voorrechten , by hunne Voorzaten aan deze geestelyken immer gefchonken. Van deze evengemelde afkoop en de renten, die te vooren uit dit heerlyk goed den Rentmeester Bewestenfchelde jaarlyks plagten betaald te worden, vindt men in de bylageD. in een uittrekzel der rekening van Jr. Jeronimus Sandelyn een breeder verUaarrn'g. Welke rampen dit Ambachtmet de watervloeden van de jaren i53°> I532-> i55ï> i55c* 1557 en eïtodelyk die van 1 November 1570, overgekomen zyn, ftaat wel niet aangeteekend; dochhetis zeker,datzy door de laaistgemelde geheel overftroomd, en door de korts daar opgevolgde beroertens en Staats orkaanen een prooi der golven gebleven is; zy werd als een geestelyfe eigendom by 'sLands Staten verbeurdverklaard en by de vier leden van Vlaanderen overgedragen aan Vrouwe Catbarinavan Nas]au, Douarriere van Swartzborcb met al zulke vryheden, als by den Abt van der Doest eertyts en al- t» III, Copul. ter Rekenk. v. Zeel. fo- 537—55<*« C 5  ( *a > aftyt bezeeten en gebruikt waren gewcc et $ vervolgens is deze Heerlykheid bywyze van koop overgegaan aan den Edelen Jdhan Jtimus dt Jonge, die als Gouverneur van Vere, endoor Zyne gezantfehappen zich beroemd maakte. Hy verzogt reeds, den 12 December 1591, by icqueste, G&oy van vrydom van excys,, im> posten, en andere gemeene middejen, ter in-, dykinge dezer Heerlykheid, waarop toen geen befluit genomen werd; maar den 19 dier zelve maand werd deswegen goedgevonden, dat deVerzoeker opgave zoude doen van de groote der dykagie, welke hy voornemens was anntevangen, en dezelve te doen afteekenenby kielspitten, om zulks gezien en geweten zynde verder op te kunnen befluiten .van deze Heer is dit goed met gelyk recht gekomen.op deszelfs; erfgenamen, die in den jare 1594.lchynen geweest te zyn , of verbeeld werden door Jonkheer Johan de La Salie, Jonkheer Otto ven> Hove, Daniël de Renialme en Alexander d& Rcnialme, aan welke den 4Februari des even-> gemelden iaars Octroy wierd vergund tot het indyken van zoo veel gemeten lants in Crabbendyeke als hun fal gelieuen ende gelegen zyn % uitwyzens het gemelde Octroy onder de bylage E. te zien. Hoe groot de hoop was dat deze ingedykte grond eene vruchtbare moeder zoude wezen in het voortbrengen van gewenschta vrucht  Wichten, zo voldeed het niet aan de verwagtingf boe vlytig en onvermoeid men met ploegen er* misfen aanhield, zoo konde het de waarde van den arbeid daaraan bedeed niet opwegen , waar door veel indykers of koopers der landen te gronde gingen, hebbende de kosten van indyken tot twaalf a veertien ponden vis. op ieder gemet beloopen, waarvoor hun niet meer dan tien jaren vrydom van lasten fchynt toegeftaan. te zyn geweest, en zyom verlenging voor nog andere zeven jaren verzogten, gelyk als breder te zien is in het request deswegen by's Lands Staten ingediend, te vinden onder de bylage F". Hoedanig hier van den uitflag was bleek sny niet; maar wel dat de respeétive Ambachtsen Tiende heeren in den jaie i6oó, zich ook by 'sLands Staten vervoegden ,zich beklagende over het afvorderen van de C. Penningen op de Tienden , waar van zy, zoowel als van andere lasten, vermeenden bevryd te moeten blyven ingevolge oude Graaffelyke vergunningen aan den Abt en 't Convent van der Does als bezitters van dit Leen toegeftaan, gelyk hun verzoekfchrift onder lm G. breder uit wyst, doch waar op zeker geen gunftig betluit zal genomen zyn. Zoo 'er voor gemelde bedyking nog eenige pverblyfzels van 't geweze klooster te zien waren geweest, geraakte die nu geheel ten niet,  tul fryl daar van niets meer voorhanden ïs. Dë' naam van Monniken-Polder duidt alleen aan^ waar dezelve eertyds te vinden was. Voor deze bedyking fchynen reeds twee Sterktens, of zogenaamde Forten op de Schorren te vinden geweest te zyn, wyl de indykeren befwaard werden met die te verleggen opbunnen nieuwen Dyck, — tot fulckcn lengbte3 boocbte, breette ende diepte, in gracbten ende Borstvjeeringen als die jegemooordelyck is. Ge» lyk reeds uit de bylage E. gebleken is; van welke geweze Sterktens noch de overblyfzel» te vinden zyn; zy hadden gemeenfchap met het Fort op 't Keyzershooft in Valkenisfe, en moesten hier alle vyandelyke aanvallen afweeren; maar naderhand de Oost-Polder ook aangewonnen zynde werden zy onnut, na dat de Munfterfche Vrede hier reeds alle vrees voor inval verdreeven had; welke Oost-Polder in den jare 1655 fchynt aangewonnen, wyl den 23 Maart van dat jaar aan de Ambachtsheeren toegeftaan werd het beversfchen van omtrent 228 gemeten (x), op de voordeden, zoo als 'sLands Rekenkamer, die opgegeven had te behooren : doch, hoe die mogen geweest zyn, zy moeten de kosten vanbedyken niet opgewogen hebben ; want den 27 Maart 1664. verzogten de Ingelanden verlenging van hun Octroy. (*) Sc. Not. t. Zeel. d'Ao. 1655. bl- 4° en 41^  t 45) fcadert is *er geen land aangewonnen, docti de hoop voor 'c vervolg daartoe is niet zondet grond. Langs evengemelde Polder pleeg de de zoogenaamde Piermam kreek oost aan m de verdronke Landen van Zuidbeveland teloo, ^Daar reeds vier Polders een beftaan hadden ; endeaangewonne grond ryker oogsten dan in den beginne, opleeverde, moest de bevoL Jcing toeneemen ,waar aan het noch tegenwoordige Dorp van Krabbendyke en ook haar kerk deszelfs oorfprong te danken heeft, welk Dorp tegenwoordig, zo in gebouwen, als cierlyke beplanting en goed onderhoud, voor veele andere niet behoeft te wyken; wam even ™ linkerzyde, aan de weg naar de Oost-Polder buiten het zelve, is in den jare 179a, noch een Meeftove, eneen weinig verder eenmeu* woonhuis gefticht. . • De Oost-Polder fchynt in den jare 1666, door een hoogen vloed doorgebroken en ook weder beverscht te wezen; om welke te bevorderen aan de Ingelanden den 5 Juni des gemelden jaars vrydom van lasten op de landen voor zeeven jaren werd toegeftaan (y). Een diep ontzag voor 's Lande hooge Overheid mangelde hier noch, waarfchynelyk door al te zwakke uitoefening van het Recht, dat over* (j) St. Not. v. Zeel. d'Ao. 166S. bl. 97» l87'  tanetvtugiy welkeden 22 Jünï 1761 overleed; til wiens plaats beroepen werdt JohannisAaltim, ien Appel, die den 25 April I7Ö2ÏS bevestigd* en van hier naar Soetermeer vertrok} 111 wiens, plaats den 28 September 1765 beroepen xsHeri tnanus van Steenbergen, en bevestigd 5 Janua* ri 176Ö. Hy vertrok den 14 November 1773! naar Serooskerke in Schouwen > terwyl den' ï8 Juni 1774, in zyn plaats beroepen werJ Cornelis Olree, Krankbezoeker en Proponent? te Middelburg, en bevestigd op n Septem-5 j feer 1774, zynde den 1 Maart 1789 naar 'sGrai venpolder vertrokken, en wordende den5NoJ vember van dat zelve jaar opgevolgd door den' noch in dienst zynde Cornelis van den Brink} Predikant te Philippiland, die bevestigd is der* j.6 Mei 1790. Het Gerecht,'t welk hier de lage Jurisdiétië tóoefent, beftaat uit cen Schout, vyfSchepe-i nen, en een Secretaris, welke een Bode ter* dienst hebben; gelyk het Dykbeftuur dooreen/ Dykgtaaf, drie Gezwoorens en een Penning-} meester waargenomen wordt. Hier was gelyk elders een Parochie-Accyé jioodig, wilde men de kosten van een en andere Dorpsbenoodigdhcden , als van ftraten enzJ tinden; hoe vroeg die aanvang nam blykt niet,' taaar wel, dat zy van 'sLands Staten voor anflere vyf jaren den 27 April 1-627 werdt ve# tl Stuk, D lengd,,'  f 5'0 lengrJ,en toegenftaan «en laste van deïapperl te mogen heffen vyf Schellingen op iedej: ton, zwaar bier, en vyf guldens op elk oxhoofd wyns,'t welk wy vinden, dat geheel de xvn Eeuw door telkens, by 'teindigen dier vergunning3 is verlengd geworden; maar of die nog wer« kelyk Hand houdt, of wel in onbruik geraakt is, kwam my niet te voren. In den jare 1789, warende Waterpenningen of hetDykgefchothier zeerondeifcheiden;de Polder van Krabbendyke, waar het Dorp in gelegen is betaalde twee Schellingen en zes grooten, den Maags polder vier fchellingen, den Oost-polder dertien fchellingen en vier grooten per gemet, terwyl den Monniken-polder daarentegen geheel vry is, en dus een overblyfzel bewaard van de uitgegeftrekte vrydommen, dewelke de Geestelyk» heid oudtyds byzonder hier, bezeten heeft, en zedert door oude overeenkomften gewettigd is. Wie de eigenaaren van deze Heerlykheid voor de Nederlandfohe beroertens waren, hoe zy door verbeurdverklaring een eigendom van tyzondere perfoonen werd, zagen wy reeds bl. 38-41; voorts komen als Heeren voor JLouir ielaSale, wiens Moeder was Catarina Wie" lants, die den 16 Juni 1644, de toeftemming' Van 'sLands Staten verjaecg tot de verkoop yan  .< 5'r > JrSft de helft dezer Heerlykheid fo) . maar aan pie zulks overging is niet aangeteekend; voorts vinde ik, dat Heer Jean Francais de la Sak; Ridder uit Gascogne herkomftig, Ritmeester 'over ioó Cuirasfiers ten dienfle dezerLanden,1 inden jare 1650 overleden, Heer van Krabbendyke is geweest (b). Hy liet een Dochter achter Lucrètta de la Sale, die in huwelyk is geweest met Jonker Jasper van Blois vanTrcs-. long, de tweede van dien naam (O- Ruira eei1 Eeuw geleden waren de huizen van Reigersbergen, en van der Nisfe hier van in bezit, eri in den jare 1747 was de Heer Jacob van ReH gersberge, wegens Middelburg Gecommitteerd 5e Raad en Raad ter Admiraliteit van Zeeland,' Ambachtsheer, die dit heerlyk goed achterliet aan zyne Zusterszoon de Heer Mr. Johan Pkter van den Brande Ridder Baronet, den 2 April 1793 overleden, waar door tegens-? woordig Ambachtsvrouwe is deszelfs oudfta' ■ Dochter Jonkvrouw^ Maria Petronella vai* den Bra?ide. Het wapen welk deze Heerlykheid wordtoeJ gekend en in de wapen kaart by Smallegange? van de Heerlykheden Bewestenfchelde uitge* even,te vinden is, beftaat in een veld van fa-$ to beJ : (éi) St. Not. v. Zeel. d'Ao. 1644. "bl- 236 en 237* (è) Smalleg Chron. bl. 287. (e) VadetU Woordenb. op Treslong, J) a  IU) 'beledooifneden mettweezilvere zeebaren ,bö*V 'ven welke twee en beneden één fint Jacobs- '*. fchelp van goud. Wanneer in den jare 1747, alles in Zuidbe* veland ten wapen werd geroepen, bevond men dat de weerbaare manfchap in deze Heerlyk* beid 94 man bedroeg, welke tot een Compa* gnie gebiagt, en het bevel daar over aan Kor» nelis van Trevelen, als kaptein werd opgedra» gen; welk getal zedert niet verminderd,maar aangewasfen is, zoowel als het getal der huizen, die in den jare 1747, ten getale van 62 daar geteld werden, wyl hier alomme de wel* vaard en voorfpoed ten duidelykften te befpeu-; ren is: D r  T 53 3 D E HEERLYKHEID VAN KRUININGEN. Kruiningen. Deze aanzienIykeAmbachts«\ heerlykheid, grenst ten oosten aan de Ambachten van Nieuwlande en Krabbendyke; ten zuiden aan Waarden, en ten zuidwesten den Hond of Wester-fchelde; ten westen aan het Ambacht van Schoor; terwyl het ten noorden kan gezegd worden zich uitteftrekken tegens de Heerlykheden van Tholseinde, Yrfeke en Vlake. De zuidwestkant dezer Heerlykheid ligt geheel bloot voor de ftorrawinden, welke uit dien ftreek hier de hoogfte vloeden aanvoeren, ende meeste rampen doen voortkomen, daar ] by gevoegd de grondbraken en vallen, die hier van&tyd tot tyd vry gemeen zyn geweest, enhet onderhoud der dyken fleeds zeer kostbaar gemaakt hebben, zynde men wel eens in vrees geweest, dat de zee hier een inbreuk zoudö snaken, zoo dat de geheelen oosthoek van P 2 Zuid>  t 54) JJuidbeveland, als dan ligtelyk een prooi dei zee had kunnen worden. De groote dezer^ Heerlykheid zoo als die hi den jare 1641, volgens de rekening der Cpenningbekend ftond, was 3167gem. gy^roed. De Vroonen , 53 —- 273 . fTe famen " 3220 gem. 3c! roed. En ten jare 1783, ten aanzien der grondlasten (d) was van . 3125 gem. 59 roed. Vroonen ; '. 51 — 73 1 Oost-Inkelen Polder t 305 297—— fTe famen 7 3482gem.i29roed. De eertle oorfprong dezer Heerlykheid is, 700 als die der meeste, duister, dochvryoud, en zal best blyken, wanneer wy de heerfchappen, welke van dezelve hunne benaaming en herkomst hadden, zullen vermelden en voor» {lellen. Het is zeker dat deze Landftreek , te weten" Kruiningen en Nieulande reeds in den jare 1386", van byzondere keure is voorzien geworden (e)t en wed door Hertog Albert van Beyeren: ook dat de Heeren dezer Ambachten ten jare 1403, jn verfchil kwamen met de Kanonniken van Sinte Pieter te Middelburg, ter zake van zekeren (i) Nanmw. der St. Goes en Zuidbevel. d'Ao. 1/8,9.. *hl. 102. (f) Mieris Charterb. III. D. bl. 439,  Kn nitm gegraven watergang door deze Pa* rochie, en de kosten daar toe gemaakt m welke gemelde Heeren meenden,dat de Kanonmken als eigenaars van Landen in Hinkelen hun aandeel moesten dragen, die integendeel be, leerden vry te wezen. Hertog Ae^ m Beveren bedechte in hetzelve jaar, dat deLan^ J der voorfeide Canoniken doordien nieuw* Watergang zouden uitwater-en, doch , dat de, ter zake hunner Handvesten, wegens dezelve landen zoudenvry zyn van deze ^ re onkosten (f). °e Geestelykheid beza n g te sroote overmagt en was te geducht, om met over byzondere Edelen, vooral in ftuk van be. lastingen te zegenpraalen. Over onbekende oorzaken, waarfchynlyk in den Koophandel, ontftonden in den jare I4aa tusfchen deze Opgezetenen met die van Kattendyke vereenigd, en de Stad Dordrecht 2waare gefchillen, die ten gevolge hadden datdie van Kruiningen vier Poorters van Dord recht gevangen namen, waar over de Regee* •n.dferStiden x5 Augustus des gemelden aars, eenen Herken brief aan Hertog Jan van Beyeren afzond.hem verzoekende op den eed, dien hy by zyne Inhuldiging gedaan had, da gevangenen, te ontkommeren. Hs"og Jan (f) Vaderl. Cbrcn. bi. 62i> P.,4  i 56* f beantwoorden den volgenden dag, dezen brief ïiiet minder hartelyk; belastende niet te min laan HeeiAernt van Kruiningen, om gemelde | vier Poorters kost- en fchadeloos te ontflaini bevelende by eenen naderen brief van den 25 der voorfeide maand, aan beide partyen, elJcanderen geen overlast of hinder aantedoen (g). Van de zeevloeden, die Zuidbeveland door 'alle eeuwen heen aan den Hond voornamentlyk geleden heeft, zyn wei de jaartallen in ons eer-: «e ftuk aangeteekend, maar niet waar die juist troffen, waarom men ten aanzien van Kruiningen daar van onkundig blyft, daar het doch zeker is, dat deze Heerlykheid met den vloed van den jare 1531 ingelopen is geweest, en hoewel terftond herdykt, geftadig met grondbraken heeft te worstelen gehad, zoo dat men vreesde, dat indien den dyk by Hansweert 'doorbrak,öfc Rivier de Honte hueren kop ende 'cours nemen zoude divers door banszoeerts dyck 'ende alzo in de Riviere van den Schelt; waarom Keizer Karei V. den 29 Maart 1549, toC herftellingen onderftand dezer dykagie, daar #an onderfcheidenevrydommen verleende^. Het is denkelyk dat den Allerheiligen vloed 7an den jare 1570, deze Heerlykheid niet minder dan andere zal getroffen hebben, offchoon ons O) Van de Wall Privil. v, Dord. bl. 494 in notis. (/4) III. Copul. ter R-eUank. v. Zeel. fo. 416—kift  y 3ns deswegen geen byzonderheden voorkwai" jnen; zoo is het zeker, dat de zorge om ge* heel van de zee vermeesterd te worden, hier fteeds toenam. Daar by kwam de inlegering van Spaansch Krygsvolk, welkers onderhoud den Landzaat zwaar drukte, van welke veel byzonderheden door den Heere van de Spiegel! in zyn Hifi. van de Satisfa&ie enz., zoo wel zyn opgegeven, dat men veilig den lezer derwaarts wyzen mag. Dien last voorby, en ook Kruiningen onder der Staten gebied gebragt zynde, bleef de zee vyand genoeg, waarom men ten jare 1598 zyn eenig betrouwen meende te ftellen in het leggen eener Inlage, door dien den 2 December deszelven jaars voor den Hinkelen-polper zoo eene grondbraak gevallen was, dat zonder zoodanig middel aan geen behoudenis was te denken, waarom den 7dier zelve maand aan'sLands Staten om den noodi* gen onderftand in penningen verzogt werdt, welke daar toe gereedelyk den C. penning van de Landen en Tienden over dat jaar afftonden, en over verderen byftand zig zouden beraden, naar dat van den toeftand dezer Watering door gemagtigden onderzoek en verflag zoude wezen gedaan (?). Het een en ander gefchiede wel maar bragt geen eindelyk befluit te weeg, te?-» O') St. Not. v. Zeel. d'Ao. 1558. 7. Dee. D 5 ' A  ( 58 > terwyl men zig in raadflagen verteerde; groei-» de hier den nood aan, waarom den Heer van. Kruiningen den 22 April i6"oo, deswegen een dringend vertoog deed, dat alleenlyk deedbefluiten om van zoo veel verzoeken, en den nood waar in deze oord zig bevond een poinct van befchryving te maken, gelyk ook tegens den 5 Juni des gemelde jaars gefchiede,en den. 37 dier zelve maand alleen uitwerkte, dat de Heeren van Goes verzogt werden voorttegaan in het aanwenden van middelen, ten einde geheel Zuidbeveland onder een algemeen Dylo beftuur te brengen, ten minsten voor zooveel grondbraken en vallen mogt betreffen, en die van den Hinkelen Foider by voorraad in dier voegen zoude worden onderfteund als die van Hocdekenskerke waren gedaan, mits de Ingelanden der evengemelde Polder twee gulden per gemet moesten fchieten, en van de Thienden den zesden penning opgebragt worden : en de overige Ingelanden dezer Heerlykheid, zoo wel als die van Waarden en Valkenisfe tweemaal zoo veel zoude opbrengen als. het overige van Zuidbeveland daar toe aanbragt (k). Dit belette niet dat hier een flegtDykbeftuurplaats had, en dus het gevaar van overftrooming fteeds toenam, daar van de Heeren van Goes Qi) St. Nat, v. Zeel. van 22 April, 17 Juny idea,  C®1 Goes den 22 Mei 1601, een wydluftig verflag: deeden, onder anderen dat den Dykgraaf aft ?ezet en door een ander opgevolgd was, en het werk hier gefchorst bleef ter oorzaakemen de komst van den Heer verbeide; dan'sLands Staten gaven bevél om terftond aan 't werk t© vallen, zonder dat daar door de gerechtigheid van den Heer zoude verkort worden; het verfchil met denzelven zal daar in beftaan hebben* hoe veel hy uit zyn eige middelen tot herftel der zee-weering zoude aanbrengen; hy zond zynen Hofmeester herwaarts, dan die konde. geen overeenkomst treffen, waarom 'sLands. Staten den 30 Mei 1601, befloten denzelven deswegen aantefchryven, gelyk ook werkelyk gefchiede, te gelyk macht gevende aan drie Gecommitteerden de Heeren Zoetwater ,Zuytlant en Oillaertfen ,om een overeenkomst tusfchen partyen te treffen, cn zulks niet doenlyk synde, dan zelve zoodanig beflisfingte doen, als ten meeste nut dezer noodlydende dykagie bevonde zoude worden te behooren (l). Hoedanigen uitflagdit ook moge gehad heb-' ben, is het zeker, dat omtrent het midden der maand November 1604, hier wederom een grondbraak zig voordeedt,die door vier afgesondene werdt onderzogt, zoo wel als een diergelyk onheil aan den dyk van Hoedekensker- fn St, Not- v. Zeel, d'Ao. «6ot,«en 30 Mey.  1*0 7 Se overkomen, zy van het eenen ander vertlag jiebben gedaan,en de middelen tot herftel aan* gewezen, ineen breedvoerig raport te vinden VOder de bylagen H. Terwyl men telkens van den Oost-Inkelen Polder heeft moeten gewagen, zal een uitflap desaangaande te gereederverfchooning vinden. Het fchynt of dezelve oudtyds een byzonder' Ambacht was, en ook Onzen Vrouwen Polder genaamd is geweest, welke voor den jare 1676! nog zyn eigen Regeering had, dan onzeker of men zulks van het Dyk- dan wei van het Burgelyk-beftuur verft aan moet: zeker is het, dat in dezelve Polder oudtyds een kapel ftond de? Moeder Maagd toegewyd, aan welke een Vi« kary was, die den 16 Januari 1572, door af* ftand van fleer Sylvesfer van Kampen, begeven werd aan Heer Antonis Erasmus (m). Da benaming dezer Polder fchynt van het riviertje de Hinkele ontleend te wezen, als men daar by voegd dat in de kaart van Zeeland door de Wed. Ottens en Zoon uitgegeven, nog een ftroom of vliet langs Valkenisfe ftrekkende, den Hinkel word genoemd 9 zoo is het genoeg zaam zeker dat de oude Hinkelinge hier zyn loop hebbe gehad, en wanneer men aanmerkt waar dat Hinkelen-oort te vinden is, dan zou* d<4 O) Van öaesfea Oudh. en Geftich:. v. Zeel n n  t 61 3 tle Kaast kunfiëri opgemaakt worden* hoe mer: te verftaan hebbe van de benaming tusfchen Honte en Hinkele ,gtbfkde Zeeuwfche Onderzaten tusfchen Honte en Hinkele gezeten, in. twist geraakt zynde met die van Bergen op Zoom, door den Heer van Kruiningen geholpen, de verzoening den n December 1302, getroffen werdt (n). Gevolglyk wat en hoe• danig het oude Dykgraaffchap tusfchen Honte en Hinkele, waar van in hetïïte ftuk over Zuidbeveland bl. 198 is gewaagd, en moetbegrepen worden, daarin zekerlyk de Ambachten van Mare, Ouwerdinge, Agger, Bath, Ri*. land, Hinkel-oortenwaarfchynlyk ook Valkenisfe, Waarden en Kruiningen vervat zyn geweest. Den 21 Juni 1594 - is °P verzoek des Heere van Kruiningen , aan dezen Hinkelen Pot-, der nog voor drie jaren gegund geweest het r/enot vanden C.Penning, om gebruikt tewori den in het onderhoud van haar lastige dyka< gie (0). Het gevaar voor inbreuken heeft hier altoos plaats gehad, en werd telkens door nieuwe rampen verlevendigt, zoo dat den 16 Maart 2634, rapport werd gedaan door Dykgraven die de dvken dezer Heerlykheid hadden wezen zien en opgenomen, nevens hun gedachten (n) Mieris Chartert». It. D. bl. 24. (V) St. Not. y. Zeel. d'Ao. 1594- bl, al*  C 6fl j» ten hoe het herftel moest ter hand genomen worden: zy werden nader gelast middelen t« .bedenken, waar uit zulke onderhoud en herftel te vinden zouden wezen (p). Het volgende jaar 16 Maart 1635 kwam een nader verflag «deswegen in, waar op nog geen befluit geno» men zynde, den 24 April d«szelven jaars door de Ingelanden en Ingezetenen dezet Heerlyk. heid, uit vrees van doorbraak, naderverzoek •werd gedaan om eene inlage of binnen-dyk te mogen leggen, en daar toe met penningen on« derfteund worden; het eerfte werd gereedelyk -toegeftaan, en het laatfte aangehouden (q). Deze Heerlykheid biyftfteeds een lastige dykagie, want ten jare 1753 beliepen de waterof dyk-penningen tien ichellingen op het ge» met, en ten jare 1788 tien fchelïingen en twes grooten. Het gebeurde dat ten jare 1663, eenen Quu ryn van der Moer, in of omtrent deze Heerlykheid een Erouwery had opgeregt, daarzig de Heeren van Goes den 19 April des gemelden jaars ter Staats-vergadering over beklaagde, en verzogten die geweerd mogt worden; dan waar op den 11 dier zelve maand het befluit viel, dat zulk verzoek niet intewilligen was, ten ware gemelde Heeren bewezen, dat zoo» (p) St. TNTor. v. Zeel. d'Ao. 1534. bl. 4-8.(j) ibid. d'A-o. 1635. bl. 30 en /p.  C 63) zoodanige nieuwe opftellingen algemeen en zonder onderfchcid waren verboden (r). Het opzicht op zoo zwaare zeeweeringen en wat daar aan kleeft, kan niet te zeer bepaald en moet uitgeftrekt wezen, waarom '9 Lands Staten den 29 Maart 1670, aan Dyk■graaf en Gezworens dezer Wateringe Oétrot verleende, om tot bevordering, verhooging ■en beter gebruik van de wegen zoodanige orSire te (lellen, gelyk aan de Watering bewesten Yerficke was toegedaan geweest (s). Ongetwyfeld dat de latere zee-vloeden vari •den jare 1682 en vervolgens, hier niet minder dan elders fchade en rampen zullen veroorzaakt liebben, dan de gedachtenis verdwynd ras, wanneer geen duurzame aatt'teekening het geheugen daar van bewaard; van latere lotgevallen , die den Oorlog of andere gemeene plagen aanbrengen, is weinig te zeggen; by het inlegeren van Krygsvotk binnen Zuidbeveland ten jare 1747, was te Kruiningen het Hoofdkwartier , of de plaats waar den commanderende Geneiaal zyn verblyf hield; zedert heeft vrede en rust den yver in het beoefenen van den landbouw en burgelyke handwerken doen toeneemen, en een zigtbare welvaard die men hier alomme befpeurd, zyn daar van de uitwerk- f» St. N. van Zeel. d'Ao. 1663. bl. 11%, (f) ibid, d'Ao. 1670. bl. IJ.  I ö4 7 Werkzels, gelukkig zoo die met misbruikt,6!f met ware dankbaarheid genoten worden. De kerkelyke gefchiedenis dezer Heerlyk* heid is even eenvoudig als die der nabuuren.' Den Roomfchen eerdienst werd oudtyds in vol», le uitgeftrektheid geoefend cn gehandhaafd* de Heeren zoo van Kruiningen als Voorhoute,' waren daar van regte voorftanders, en zyn het ook zoo lang die twee gemelde Huizen ftand hielden, gebleven. De begeving der kerk heeft van ouds den Deken en Kapittel van S. Salva-* tors kerk te Utrecht toegekomen; twee gedeelte daar van behoorde aan den Bisfchop. In gemelde kerk was een Vikary aan het Autaar de II. Catharina eri Barbera, de welke in 't jaar 1529 bezeten werdt door Heer Henricus ten Bosjche, den nazaat van Heer Anthonis Ja\ kobsz (t). Den Utrcchtlchc Bisfchop oefen, den hier eerst het opperfte kerkelyk gebied,' daar na die van Middelburg, en in 't byzon* der behoorde deze kerk tot het Dekenfchap van Zuidbeveland. De kerk wiens {lichting zeker al eeuwen t* rug gezogt moet worden, is ruim en lugtig, doch in verval, zy rust op twee ryenpylaren> heeft 84 voeten lengte en 52 voeten breedte, behalvcn het choor, hetwelk binnenmuurs nog 60 voeten lengte en 33 voet breedte bevat. De n aalCO Oudh, en Gcfügt. v. Zeel. II. D. bl. 126,-  paalde en dak van den tooren ,ttelke in Febrüa» ti 1623 afbrande, en welker herftelling"*C 5 g 600: vis. kosten möest; verzogten Schout ei* Schepenen om daar toe in ftaat te wezen, itti fcheide middelen te mogen heffert, zoo op de gemeten, geestelyke goederen als uit een verhooging van hun Parochie-accyns; dan allé het welk den 28 Januari 1626 by 'sLands Sta-, ten geoordeeld werd ontydig te wezen (u)l Den tooren is hoog en fpits aan de zuidzydé der kerk geplaatst. Haar afbeelding is in Smallegange Chronyk bl. 713. te zien. Men vindt in deze kerk drie aanzienlyke geftoeltens, al» een voor den Heer van Kruiningen, een voor den Heer van Voorhoute en de derde Voor dc Regeering der plaats. Behalven een graf -plaats,1 waar op een blaauwe dekfteen 334 voet boven de vloer der kerk verheven, de beeltenis van Heer Aarnóud van Kruiningen van Voorboute^ (die zyn Huisvrouwe was Jacoba van Spangenk. in 't jaar 1594 te Antwerpen geftorven) uitge^ houwen is met zyn agt adelyke quartieien, C runinge Cruninge Vorhaudt Gruthu/e Kommersw'al Ongeny ■Sickkel Rubenprê. ,v hy ftierf in 't jaar 1561, nog in deze kerk dó rust<4 («) St. Not. v. Zeel. d'Ao. 1626, bl, 24. , 11 Stuk. i  { 66 ) tusrplaatfen tc vinden zyn van Jan Cornetisfet* Cabus, Dykgraaf, geftorven in 't jaar 1558, van Cornelis Poppenfe , mede Dykgraaf, overleden ten jare 1511, en van Antony Anfelmy fs. Johannis Schepen van Antwerpen, die Heer van Voorhoute is geweest; uitwyzens hun Grafzerken. Al vroeg, dat is te zeggen naar Zuidbeveland de Spaanfche heerfchappy verlaten had* is hier de Hervormde leer gepredikt, wantten jare 1578, is eerst als Leeraar aangenomen Henricus Brandt, die wel regtzinnig en wel-* ineenend-kan geweest zyn, doch niet buigzaam in ommegang, hy werdt om onagtzaamheid in zynen dienst ten volgende jaar 1579 afgezet. Wie meer van denzelven begeerd, kan tcregc komen by den Heer J. W. te Water, Verb. der Reform, v. Zeel. bl. 221,225-228, 234, 273 en 303. Op denzelven volgde Gulielmus Nicolai, hier beroepen r September 1579, en naar Goes vertrokken 1 Maart 1580; in zyn plaats kwam Nicolaus Egidii Spiringius of Spierinck den 1 Maart 1580 beroepen, werdt nog in dat zelve jaarteMccbelca beroepen, dan by herhaling geweigerd,fchynt in 't jaar 1595 Emeritus verklaard te wezen. Zyn opvolgej was Louis van der Veste , beroepen 11 November 1596, hier geftorven 15-Mei 1620; die weder vervangen is door Jacobus van Hek ten jara  in) Rechtsgebied hier gehandhaaft en doen nitoefel •nc hebben; men veronderftelde zulk reeds in het ï. Stuk over Zuidbeland bl 57 en 53- Dan dit is in genoegzame zekerheid verkeerd, wyl ten jare 1478, te dezer plaats eenen Paauwen Lon* èens is onthooft, die van wegen de Stad Leuven was agtervolgt en hier agterhaaldf*;. Zekerdat men hier de 0 vérgift zal geweigerd hebben, maar niet om de Misdadiger zelfs naar, verdiende ta ftraffen. Het is denkelyk, dat tot het einde der Graaflyke Regeering, de Heeren van Kruiningen hun hoog Rechtsgebied zullen ftaande gehouden hebben, dan den laatftenHeer Maximiliaari van Kruiningen machteloos en af hanglyk zyn« de, konde der Staten gezach niet wederftaanï en'naar zyn overlyden nog minder, zoo dat naauwlyks het laage Rechtsgebied daar aan verknocht bleef, tot dat Heer Gerard van der Nis•fe, Heer van der Nisfe enz., door koop hier de' heerfchappy verkreeg, en te gelyk Heet van Zaamflag in den Lande van Axel zynde, wist hy daar manmoedig het Recht van Patronaatlchapte handhaven, het geen daar zoo ligt en willekeurig als binnen het Zeeuwsch.gewest gefchied was, niet konden overweldigd worden; den weg tot onderhandeling werd ingedagen, en het gelukte tot verdrag te komen-, ZOQ (a) W. van Heyst Boek der Tyde, bl. 22S.  %n Vrouwen ons daar van zyn vóofgèkomasj en door welke bedry ven derzelver gedachtenis bewaard bleef. In een brief van Graaf Willem I. ten jarei2i3,\ word van Wouter van Kruiningen gewag gemaakt (e). Smallegange teekend hem Ook aart, die was ten jare 1214 getuige over den brief van ïluwelykle-voorwaarde tusfchen Grave Floris en Machteld Dochter van Hertog Hendrik I. van Brabant. Dezelve Schryver maakt mede gewag van Godefroi van Kruiningen , welke ten jare 1258 hulde deed aan Hertog Hendrik vanBra^ ,bant, die door Vrouwe Aleid verkooren was,' om, nevens haar, geduurende de minderjarigheid van haaren Zöon Grave Floris V.; het Land te regeeren (f). Heeren Hugo en Wouter van Kruiningen } bleven den 15 Augustus 1278, nevens anderen borgen aan den Heere van der Leek, vöor Heer Pieter van Borsfele (g). Ten jare 1282,fchynt in leven en groot aanzien te zyn geweest Godefroy, Heer van Kruiningen (h). Ten jare 1283, bezegelden Heeren Hugo en Wouter van Kruiningen, gebroeders, den brief, waai (e) Oudh. en Gefiigt. v. Zeel. II. D. bl. 125. ' (ƒ) Vnderl. Hist. III. D. bl. 7. (j) Mieris Charterb. I. D. bl. 397. en S. v. Lee.*» Wen Bat. Illuftr. bl. isoï. (/;) Boxh. op Reygerb. II. D. bl. 607,  m*v by aan "den Abt en 't Monniken Kloqste* van Affligera door verfcheide Heeren vryheid van Tol op de Honte werd gegeven (i). Den .to December 1291, beloofde dezelve Heer Wouter van Kruiningen, den Graaf van Holland getrouwheid voor zich en zyne Kinderen, op verbeurte van zyn goed in Holland (k). Den 13 September 1297, beloofde JanHeer van Kruiningen . den Graaf van Holland getrouwelyk te helpen (l). Gelyke beloften, deed den 20 Oftober 1298 Gillis van Kruiningen (m), welke den 1 September 1305, nevens Gerard van Maalftede bewees, dat zy in verbond met de Vlamingen waren geweest, eer zy van den Graaf van Holland gevangen werden (n). Onder de Regeering van Graaf Floris V.leefde ook Heer Dodynvan Kruiningen, Ttidder van S. Jacob &c, die ter Vrouwe had ^Margarita Vilain uit Vlaanderen, en Kindexen heeft agtergelaten, welker Linie is uitgeftorven in den Heere van Voorhoute ten jare Heer Jan van Kruiningen was ten jare 1310, wegens den Adel van Zeeland tegenwoordig bv (») Smalleg Chron. bl. 169. (£) Mieris Charterb. I. D. bl. 542* (/) ibid bl. 587(m) ibid. bl. 599. (V) ibid. IU O. bl. 5°- ■• ' 't % ' ... ut  by liet befluit, dat Grave Willem III. nam /dat alle de genen, welke hunnen Adeldom niet kern-, den bewyzen, fchot en lot moesten betalen. Ten jare 1315, was Heer Jan van Kruiningen getuigen over den brief van accoort, tusfchen den Grave van Zeeland en eenige Edelen, wegens zekere Tienden, die de laatften van het Kapittel van S*int Pieter te Utrecht in pacht hadden, en nu van den Grave gekogt ' waren (0) , ook zal hy het geweest zyn, die ten jare 1317,den brief mede bezegelde, waar by Graaf Willem III. de Prioresfe en Nonnen van *t Klooster 's Hemels Poort, bevestigde in zekere Voorrechten. Dezelve Heer Jan was cen der genen, die voor het aanwasfend gezag en overmagt van Graaf Willem III. moest onderdoen, en van een vrye Ryks Ridder een Leenman des Graven worden, althans den 1 April 1323, droeg hy nevens zyne Echtgenoote (die Margrita van Borsfele fchynt geweestte zyn) derzelver Stamhuis, Hofftede en Ambachten van Kruiningen, den Grave op, en omringen het weder van denzelven inErfleen, ■ tnits het des Graven openhuis bleve (p). Hy Was het, die ook den 4 October 1326, getuigenis gaf'wegens de Landfcheiding tusfchen "Brabant en Holland (q), en den 18 Maart 1327, komt » £0) Boxh. op Reygersb. II. D. bl, 61 j. (j>) Mieris Charterb. li. D. bl. 3,13. ftf) ibid. hl« 40^.  ( 8/ ) kamt hy voor, als een van 'sGraven Mannen, die zyne goedkeuring gaf aan de rechten ot keuren, welken de Graaf die van Bewestenfchelde gaf (r). .. Ten jare 1328, was Heer Aarni van Krat*, vingen een dier Ridders, welken Graaf Wil' lem van Henegouwen in den kryg van Vlaanderen voor de Franfchen volgden,en hem inden veldilag vanKasfel het leven hielpen bewaren, daar dezelve van 't paard geworpen en in groot gevaar was (s). Hy zal dezelve wezen, welke Smallegange zegt, dat ten jare 1345;, op Sint Cosmus en Damianus dag met Graaf Willem IV. in den ftryd tegens de Vriefen by Staveren verflagen werdt, en ten Vrouwe heeft gehad Agnes van Montfoort. Heer Raes van Kruiningen , was een der ge™ nen, welken den 15 Oftober 133^ naam van den Grave accoort troffen met die van Noordbeveland,hoeen op wat voorwaarde dat Eiland weder zoude beverscht en in 't dtooge gelegtwordenfO- Hywaaook een der Zeeuwfche Edelen, welke 5 Januari 1349» denBrief onderteekenden, waar by de Graaf verfcheide poederen verbond, voor geld hem verfchaftom * , /• , i 1^8. té oorlogen (uj< (r) Mieres Charterb, II. D. bl. 4»*. , (A A Kemp belchryv. van Gonnche» bl. 66» Mieris Charterb. U. D. bl. 599- 1 - É«) ibid. bl. 631.  Zuidbeveland door Hertog Albert werdt opge^ dragen (2), en den 13 Odtober 1359, werd aan Heeren Rafe en Aernd van Kruiningen, door den zelven Hertog bevolen de verdeejing te maken van tynfe, tiende en gerechte in'c Zuster-ambocht enz. (■«_). Die zelve Heeren bezegelden mede den brief, waar by Hertog Albert den 3 December 1366, zyne eerfte Gemalinne margarita van erieg verlyftogte (V). Heer Rafe van Kruiningen zoo dikwils vermeld, zyn rol op 'swaerelds toneel voleind hebbende, liet eene Dochter agter, die met Heer Jan van Haemfteden gehuwd was, welke op 19December 1368 door Hertog Albrecht beleend werdt met 2.500 gemeten Ambocht buiten Kruiningen , door haar Vader agtergelaten (V). Men had haast vergeten te melden, dat ia den brief van 3 December 1360', Heer Rafe van Kruiningen, Heer van Nieuwlande word genoemd, dus zal hy dat Ambacht tot zyn heerfchappy hebben gehad. Heer Aernt van Kruiningen ook te meer* malen vermeld, was dezelfde van wien hiervoien bl. 74 gezegt is, dat hy met deErfdochter van Voorhoute gehuwd zynde, daar door dat Leen aan zyne Stam „hechte, en ten jare 1350. te* (2) Mieris Charterb. III. D. bl. f04 Qa) ibid. bl. 109. h) ibid. bl. 199. {jQ ibid. bl. 258.  tegenwoordig wasby 't verkenen van denbrïef; waar by Keizerin Margarita aan Dordt het Stapel -recht vergunde (<ƒ). Hy hielp ook nevens andere Zeeuwfche Edelen bevestigen de Huwelykfche Voorwaarden tusfchen willem den I. Hertog van Gelder en cathaiuna, oudfte Dochter van Hertog Albert van Beyeren ten jare 1377 (O- Het laatfte' dat men deZen Ridder ontmoet, is onder den ZeeuwfehenAdel, welke zig ten jare 1406 dapper kweten in het beleg der Sloten Hagejiein en Evertjlein (ƒ), waar hy met vier gewapende mannen dienen moest. Heer Jan van Kruiningen Aarnouts Zoon, verkogt aan den Prior en Convent van de Chartroifen , zyn deel in het goed en Heerlykheid van den Kiele (by Antwerpen) met al dat daar toe behoort,gelyk dat aan hem verdorven was en gebleven van Vrouwe Agnes zyn Moeder, die Dochter was van Willem Noetz of Noeze. Het zal dezelfde geweest zyn,aanwjen Hertog Albert den 14 April 1390, bekende verkogtte hebben , zoo wel als aan zyn Vroaw Jliden van der Vere, het Schor gelegen voor Wemelingen, Stormzand genaamd, om te bedyken en voorrechten daar aan te geven (gj. ' Ten (d) Boxh. op Reigersb. U. D. bl- 152. (e) ibid. bl. 176.. ff) ibid. bl 178. Mieris Clwb, yt. £>. bl. 558*  v 92) Ten jare 1405, moest Heer Adriaan vür* 'Kruiningen , den Graaf tenOorlog dienen met tien gewapenden; (een blyk van groot vermo» gen) met welken hy Hertog willem van beyeren, in de belegering van Hageffcein en Everltein verzclde. Hy hielp den 7 April 1407, bevestigen de Handvesten en Voorrechten, die Hertog Willem van Beyeren aan de Steden Gorinchem kwam te geven (Z>\ was gehuwd met Elizabeth van Heenvliet, welke den 3 December 1407, van den Graaf bekwam het gors Krumpvliet nuast Hinkelnoort; om te bedy«< ken enz. Verder ontmoet men weder een Arent van 'Kruiningen, aan welken den ri Januari 1413, door Hertog Willem de Voogdye werd toevertrouwd en opgedragen over Vere, Zandyk en ter Nisfe , ten vourdeele van Hendrik van Borsfele, Wolfaarts Zoon (/). Dezelve Arend van Kruiningen, nevens Jan, Heere van Kruiningen, beloofden den 10 Augustus 1416, nevens veele andere Zeeuwfche Edelen, om na den dood van Graaf willempe VI. zyne Dochter jacoba voor Gravin te ontfangen (&). Agfjes van Kruiningen is in huwelyk geweest met Jan van Wou de, Hollands Edelman, Heer van, rjiX Mieris Chaftb. IV. D. bl. 55 en 57, O-) ibid. bl. 264. ibid. bl. |f$,  t 53 1 %n Warmond, Alkemade enz.", ten jareï^ overleden (*). Nu begint de Stam dezer Heeren zig duider lyker te ontwikkelen, daar wy gekomen zyn tot Heer Adriaan van Kruiningen; Heer tot Kruiningen, Heenvliet, Haferswoude, Burggraaf van Zeeland enz., eerst getrouwd met Jenc Dochter des Heeren van Bergen op Zoom, ■daar na met Margarita van Vilain, en laatst met een Dochter van Heer Lodewyk, Heer van Gruytbuyfen, Graaf'van Winchester enz. De2e Heer was het, die den 13 Februari 1418 en 14-gmet meer andereEdelen befchrevenwerdt door Hertog tan van braeant, als getrouwd hebbende Vrouwe Jacoba, Gravinne van Holland, Zeeland en Vriesland, ten einde om by, te woonen 't accoord aantegaan met Hertog jan van beyeren, nopende deneisch, dien hy maakte op de Landen van Holland enz.C^J Deze Heer kan door zulk bedryf de gunst der; beide Vorsten, welke om deOpperheerfchap* py dongen , bejaagd en verkregen hebben,zyn bloedverwant Heer Jan van Kruiningen, die mogelyk minder Hoveling, maar meer rechtvaardig was, en trouwer aan zyne natuurlyke Landsvrouwe, zag zyne goederen den 28 July t^i verbeurdverklaren door Hertog Jan van * * Beye: f*> Plemper befchryr. v. Alpben bl. -22, \l) Mi«is CliMtb. IV. D. bl. 5*5»  ( 94 3 Beyeren, die dezelve aan zynen Bastaard Zoon Jan overgaf om te beltieren (m). Een Vorsr, welke de banden van maagfchap niet ontzien had in het overweldigen der Staten zynerNigtc, Vrouwe Jacoba, welke hy veel eer ten befchermer had moeten flrekken, kon ligt van zich verkrygen een byzonder Edelman te ftraffen, niet om misdaad, maar ter oorzaak die te deugdzaam was, om ontrouw te worden aan eene Vorstin, aan wie hy te voren hulde en trouw gezwooren had: hy moest nog meerder lyden, en aanzien, dat den 10 Januari 1439 en 1424, zyne goederen in Zuidbeveland verkogt werden van wegen den Overweldiger aan Otto van Rcymerswale ,• terwyl hy als balling moest omzwerven f».' Eenilag, welke, ge« voegd by al de rampen die de Watervloeden aanbragten en de voortduurende Oorlog veroorzaakte, dit anders machtig Huis voor een tyd kan vernederd hebben, tot dat zy, even als anderen, hunne kniën voor de Despooten van Bourgondien boogen, en langs dien weg weder het hoofd opbeurden, dit kan dereden wezen ,dat men van hun eerst ten jare 1467 weder gewag vind gemaakt, wanneer Heer Jan van Kruiningen, door Hertog kar el vai* bourgondien ,Ridder werd geflagen, om zyne (») Mieris Charterb. IV. D. bl. $90, (V) ibid. b!. 703,  €'9Sl Sft betoonde dapperheid in denLmfcfchcn ÖoW 'log (o). Hy nevens zyn Oom Adriaan (mo, gelyk dezelve die reeds vermeld is) moest ten ten jare 1474, evengenoemden Hertog Karei Van Bourgondien ten Oorlog dienen met tien Vechtende te paarde , en twee vechtende te voet (p\ Deze Heer Jan van Kruiningen , die ook 'Heer vanPamele en Heenvliet, en gehuwd was met Agniete von Montfoort, fchynt eerst Raad in den Hove van Holland geweest te zyn; hy Werd ten jare 1486% Bailliu van Gent, en in Juni 1491 in een Kapittel te Mechelen gehouden', met de Ridder-order van het Gulden Vlies omhangen, terwyl hy als Raad en Kamerling van den Roomsch Koning maximiliaan voorkomt, en ook den ftaat van Rentmeester-Generaal van Zeeland Bewesten-khelde bekleedde; geen wonder, dat een Heer van zulk een hoog aanzien als getuige ftond over denBrief, waar by de Stad Sluis door filips van clevk aan Hertog albert van saxen werd overgegeven. Men vindt dezen Heer ook ten jare 1497, als Commisfaris vermeld by 't maken der Keuren van Zeeland; hy leide eerst het •fterfelyke aften jare 1513,zynde op zyneHeerlykheid Heenvliet ten grave gebragt (q). Wanneer voorzeide Zeeuwfche Keuren ter Hoo- O) Boxh. op Reigersb. II. D. bl. 240. (p) Smalleg. Chróa. bl. 76 J» (?) ibid. bl. 715»  fïooger Vierfchaar gepubliceert en bezwooréf werden, was daar tegenwoordig Heclor van Kruiningen, zeker een Edelman van dit Ge* flacht, zonder dat men verder iets van denzelven aangeteekend vindt: ook zoude Jofina van Kruiningen in huwelyk geweest zyn met Tsbrand van Schooten, Bailliu van Kennemerland, ten jare 1529 overleden, by welke zy[ Kinderen gewan. Den 10 Mei 1537, werd Jonkvrouw Jacomina van Kruiningen , geadmitteerd ter losfinge van omtrent een derde part van het Ambacht van Kruiningen en meer anderen, op haar gefucccdeert by overlydcn van Jonkheer Adriaan van Kruiningen haar Broeder, welke afgekomen was van haarlieder beider Vader Jonkheer Jacob van Kruiningen; welke Jacob het Opperdykgraaffchap bewesten Yerficke in pacht heeft gehad, is ten jare 15x1 overleden, had tot Huisvrouw Margarita d'Ongnies, tot.vordering van welk huwelyk Koning Filips I.hem ƒ 2000: - toezeide(*,). Hy werd als Dykgraaf opgevolgd door Jan van Kruiningen voorgemeld, die kwam agter te laten twee bastaard Dochteren, als Magdalena van Kruiningen, gehuwd met Wolf er d van Borsfelen, en San•órina van Kruiningen 3 in huwelyk met Jacob Croe* (*) VII. Copul. ter Rekenk. v. Zeel. fo. 516—■ 51$ en 520—523.  t 9? ) trotfincl; ook een wettigen Zoon, Heer Joé van Kruiningen, Heer tot Kruiningen, Heenvliet * Haferswoude, Steenvliet, Burggraaf v»rj Zeeland, enz. Deze is tweemaal getrouwd geweest, i. met Magdalena van Bourgondien,> Zuster van Heer Adolf van Bourgondien, Heere van Beveren,Vere,Vlisiïngen,enz.jdaarn* met Catharina van Wasfenaar,< Dochter van Heer Jan van Wasfenaar, Burggraaf van Leyden. Volgens Smallegange heeft hy uit zyn _ eerfte huwelyk gehad een Zoon en twee Dochters, alle jong en ongehuwd overleden; volJ gens Reigersbergen had hy uit zyn eerfte echt niet meer dan eene Dochter: uit zyn tweede Vrouw liet hyagter Heer Joos van Kruiningen; Heer van Jan Kruiningen en Catharina van Kruiningeu,vm welke drie terftond nader. Hy, de Vader namentlyk, Heer Joos van Kruiningen, is geftorven ten jare 1543, en te Geervliet in 't Land van Voorn begraven (r). Van zyno. evengemelde drie Kinderen was Heer Joos van Kruiningen een dapper en uitftekend Oorlogsheld, Generaal in dienst des Keizers, en moest •als zoodanig een vervolger der Proteftanten •worden. Hy voerde het bevel over 24 VaanHels Knechten en xjc. Ruytcrs ,xntt deze macht floeg hy hst beleg voor Bremen , en geduuren- . de (/•) Reigersb. Chrori, Ü. D; bl. 475. IL Stuk; ,Q i m  tm ile hetzelve maakte hy zich door krygsilstmec;^ ter van het fterk Slot Delmerhorst, dan werd op Paasch-avond nevens zynen Hofmeester' Gauere doodelyk getroffen;welke Hofmeester terftond liet leven liet, dan de Heer van Kruiningen leefde nog] vier dagen , en ftierf op het Slot van Verden ten jare 1547, daar hy in de Stad in den Dom begraven is: deszelfs Oorlogs-verrichtingen heeft de Heer La Rui: brcdcraangetecke ïdfVJ. Deszelfs Zuster, Catharina van Kruiningen, is gehuwd geweest met Heer Otto van slsfendelft, en heeft zoo mïri als haare pas gemelde Broeder Kinderen agtergelaten, dan hunbeidcr Broeder Heer Jan van Kruiningen, Heer van Kruiningen ,Heenvliet, Ilaferswoude, Burggraaf van Zeeland enz., trad in huwelyk met Jacqueline van Bourgondien, die weduwe was van Heer JanvanPraet9 Dochter van Heer Jdoïph en Zuster van Heer Mrxhniliaanvan Bourgondien, eerften Markgraaf van Vere enz. Men vindt van hem niets aangeteekend,dan dat hy tegenwoordig waseiï eerfte plaats onder de Edelen van Zeeland bekleedde, wanneer FILIPS VAN OOSTENRYK al3 toekomende Graaf van Zeeland ten jare 1549 te Romerswale ontfangen en erkend werdt;zyn ovetlyden viel voor ten jare 1559, en zyn rustplaats was te Vere, daar deszelfs Grafftcdc in (f) Heldh. Zeel, bl. i**.  t 991 ) !ri debefchryving dier Stad, III. fluk, bi. 13 breder door ons gedagt is; latende een Zoon en twee Dochters agter: wy zullen om de verwarring te myden, eerst de Dochters aanftippen, dan den Zoon, die wel verdiend heeft der vergetehheid ontrukt te worden, te mecrs' daar die het laatfte manlyk oir van dezen hoog Adelyken ftam is geweest. De Dochters van voorgerflelden Heer Jari van Kruiningen waren: 1. Anna van Kruiningen, die trouwde met lieer Paulus van Noyelles in Artois. 2. Louife van Kruiningen, die ten man kreeg Heer Joris van Montmorency, Heer vart Croyfelles, Gouverneur van Brugge. Derzelver Broeder en eenige Zoon van meer-; gemelden Heer Jan is geweest Heer Maximiliaan van Kruiningen, zeketf zoo genoemd naar zynen Moederlyken Oom; Heer Maximiliaan van Bourgondien, Mark* grave van Vere enz., hy is ook daar in dezen zynen Doopgetuigen gelyk geworden , dat hy' hoe hoog en edel van bloed eenen berooiden boedel kwam agter te laten. ' Van zyne kindsheid kwam ons geen aan^ teekening voor, dan dat hy zynen voorver* haalden Heer Vader al ten jare 1559 verfoor fpri hebbende onder het beftunr van Voogden geraakte;die hem als Markgraaf van Vere wisG % VSk  ( ÏÓÖ ) ten te doen huldigen,dan het tegen de fcliuld* eisfcheren des overledenen Margrave, ett hoogere Perfoonaadjen,die opdat aanzienlyk goed het oog vestigden niet konden ot" mogtcn vol houden: hoe deze huldiginge, en dei hoop daar in voor dezen jongen Heer te vinden te niete liep, is by ons geboekt in de befchryving der Stad Vere, II fltik bl. 110. Als €cn aanzienlyk Leenman moest hy, even als zooveel roemruchtige Voorvaderen, den kryg als een beroep aanneemen, te meer daar hy ia den Roomichen Godsdienst opgevoed, doorde leer der Proteftanten het Land zyne-r vvooliïng en beftaan met eene geheele omkeering in Kerk- en Burger-ftaat gedreigd zag. Het harnasch aangegespt hebbende, ging hy den 12 September 1573 met den Grave van Bosfu të Amfterdam te fchecp op de Spaanfche Vloot, welke de Hertog van Alba had laten uitrusten om de Zuidzee te overmeesteren (t). Daar hy haast gelegenheid vond zyaen krygslust te koelen; hy bevond zig waarfchynlyk op het Spaansch Admiraals Schip de Inquifitie genaamd, en zal, nu reeds de kindsheid ontwasfen,daareenigbevel hebben gevoerd,wanneer den 11 O.tober 1573, de bekende flag op de Zuiderzee voorviel, en hy met den Admiraal Bosfu, nevens veel andere Edelen, is (t) Velios Chron. v. Hoorn. bl. 390.  ( io5 } fcondert guldens kwamen toeteleggen f». Werd deze Heer om zynen Godsdienst ïnj 'sLands dienst buiten alle bedryf gefloten, hy bleef echter getrouw der Staten dienst toegeftaan, en zogt ten jaren 1596, zyn hartenleec j in de troost van een gewenschten Echt te verzetten; het moest een Jonkvrouw van aanzienlyken Huize zyn, zoude hy zyn Geflacht huiten oneere houden, die vond hy in Eva Baronesfevan In - en Knipbaufen, van welk befluit hy de Staten van Zeeland kennis gaf, en derzelver goedkeuring te zekerder verwagtte, daar deze Jonkvrouw , zoo wel als haar Oude, ren, de Hervormde leer beleed: de Staten deeden zoo veel, dat zy Jonkheer Willem van, Cats, Heer van Cats, Cappelle en Biefelinge, nevens den Gecommitteerden Raad Mr.' Johan Huysfen afvaardigden, om het fluiten der Huwelykfche Voorwaarden by te wonnen en den Heer van Kruiningen met goeden raad by te ftaan; van welke laatstgemelde Heeren den 14 November 1596, verflag deeden, en te gelyk aanmaanden, om tegen de overkomst van deze aanzienlyke getrouwden ten volgende jare,op eene gevoe-glyke vereering te denken (&> He overkomst gebeurde eerst in Ju, fa) St. Not. v/Zeel d'Ao. 1595-b'- *33 » 2°6 en3i5\b~) ibid. d':Ao. 1556, 20,21 ea 26 Aug. G 5  £)achvaarden befchreven te worden (e), ws^ genoeg om hem veele onaangenaamheden te berokkenm, hoe zeer hy anders in Zeeland ge» acht en gezien was. Deze brief bleef niet onbeantwoord, dan welk antwoord zoo weinig lmaakte,dat men niet goedgevonden heeft hetzelve in de bylagen der Staten Notulen te lasfen , of in derzelver befluiten daar van gewag temaken: de bylage O, houd die geheel , en Schetst 'smans denkenswyze vooral ten aanzien zyner hooge geboorte ten duidelykften af ;men moet hier een uitflap doen, waardoor de gevoelens van dezen Heer, ten aanzien van het Burg-graaffcbap zullen verflcrkt worden. . Vcrfcheidene Heeren van dit Huis hebben die waardigheid bekleed, ik vinde als zoodanig Ao. 1433. Heer Adriaan van Kruiningen. Ao. 1439. lieer Jan, Heere van Kruiningen,, Ao. 1473. Heer Adriaan van Kruiningen. Ao. 1493. Heer Jan van Kruiningen, Heer van Heenvliet. Ao. 1498. Heer Hector van Kruiningen. Ao. 1533. Heer Joos van Kruiningen (f). Van welken laaiften blykt,dat hy in die hoedanigheid ten jare t542, eene jaarlykfche wedde van zestien ponden vis. genoot, gelyk ook den Schout van den hoogen Banne Nicolaas» Mk («) Leven van Prins Willem L I. D. bl. 294. ff) Boxh. op Reigersb. h £>• bl. 441, 451, 45^  Mlcatilt eene gelyke wedde van drie ponden' vis. was toegelegd , en de Advocaat der hooge Vierfchaar Eueraerdt Nicolai zeven-en-vyftig gulden ieder jaar pleeg te genieten, gelykme« de de Notaris en de Klerk van den bloede der hooger Vierfchaar Mr. Jdolf Blanxkaert, een jaargeld had van zestig guldens; buiten en be^ halven die Beampten voor Tabberlaken dtïsjaars; genoten De Burggraaf /4 = l6:; • De Klerk en Notaris 7 -4:16:- De Advocaat 1 • " 4= l6:' De vyf Leenmannen ieder -4:16:- Welke Leenmannen Bewestèn-fchelde teri jare 1542, waren Billis van Barre. Mr. Pieter Ruytink. Floris van Dam. Jasper de Vriefe. Adriaen van Dam (g). Hoedanig nu het Burggraaffchap uit dit delyk Geflacht geraakt is, zagen wy in het li' ftuk van Zuidbeveland bl. 62. Dan deze Heeren, die wel voor 's Keizers overmacht hadden moeten bukken, bleven niet te min met den naam pronken, en zulks betwistte men hen nier. tot op dezen Heer Maximiliaan, naar wiens over^ (j) Rek. ÖéwestenfcheUë d'Ao. 1492. fo. il9 «si i2Q raio.  C Ï1G *) ©vërlyden deszelfs 'Dochrer JonkvrouweZo&2y1? van Kruiningen ,dien door huwelyk overbragt aan Mesfire . . . Baron de Ligues, uit welks Gellacht dezelve ten jare 1664, verkogt is aan Heer Francais van Haueskerke, Heere van Weultsberg, die zonder kinderen komende t6 flerven,denzelven volgens Huwelykfche voorwaarden aan zyn Vrouw nagelaten heeft, van welke die vervolgens is afgedaald op Jonker' Louis Serwouters, wien ik ten jare 1760 te Antwerpen gekend hebbe, en die my de befcheidendaar toebetrekkelyk vergunde te zien: Zoo dat, het zy met recht of onrecht, de titul van Burggraaf van Zeeland nog in wezen iS en gevoerd word. Wat den titul van Baron betrof, dien men hem betwisten wilde, het bondig antwoord daaromtrent in de bylage O te zien, doet deszelfs goed recht daar toe blyken, en men vond niet goed dezen twist over het een en ander verder doortezetten; dan deszelfs nageflaeht fchynt het gebruik van zig Heeren der Baronnle van Kruiningen agtergelaten te hebben,als komt te blyken uit zekere Acte eener donatie inter vivos gepasfeert voor den Magiflraat van Bourbourg of Broeckherg in Fransen Vlaanderen den 3 Augustus 1633, waar in deze Heerlykheid op d'verfche plaatfen alleen La terreei ■Seigneurie de Cruininghen genoemd word. .Van  < ?ö§) eten van Heeren Gecommitteerde Raden , hebben die daar op een gunftig bericht gedaan ais by derzelver befluit van n Juli 1639 komt te blyken; denkelyk dat zyn verzoek zal ingewilligd-wezen , dan zulks, zoo wel als zyn flerfjaar, is ons niet voorgekomen, maar wel dat hy met agt quartieren ter Neufen ter aarde werl bezorgd, die van 's Vaders zyde waren Cruilingen, Bourgoigne, Bergnes, Wasjenaar, en van 's Moeders zyde D'onique, De la Palma , Lopes, Hiniofa. Zynde in huwelyk geweest met Sabina van Lier, Dogter van Emmeryvan Lier, Gouverneur van JVillemflad, waar van een Zoon zoude overgebleven zyn, van welken ik nergens gewag vinde gemaakt. De bastaard Dochter was Jaquelinè Sibille', als uit de bylage F.blykbaar is, maar niet, of zy en haar evengemelde Broeder Caizar' dezelve Moeder hebben gehad. Van deze Dochter, waar voor HeerMaximiliaan bekommerd fcheen, dat zy na zyn dood by gebrek vaneen behoorlyk beftaan zich niet wel gedragen mogt, komt verder niets te blyken. Daar zyn uit dit Geflacht derKruinigfe Heeren nog meer bastaarden bekend geweest; zoo vinde ik Ananiats Bastaert van Crueningen, die by vonnis van den Hove van Gelderland den 10 Januari 1572,. ter zaake hy tegen den Koning van Spanjen de wapenen had gevoerd enz»;>  £ r# 3 frböten; ende cm die voorfz. Asfyfen ende btigeïi te VefFén ende opbeuren, heeft onfen voorfz. Rentmeeste* Willen Ordonneren ende Committeren den Schout endó feenen Schepenen van voorf*. Dorpen van Crabbendyck, al tot groote fchade ende verdriete van de voorfz. thoonderen, verminderinghe et direftelyck te contrafien van harett voorfz. Previlegien ende exemptien by ons geconfirmeert ïzoo voorfz. is; Onsoidmoedelicken biddendeaengeinerét "tguent des'voorfz. is, fonderlinghe dat men niet bevindert fal dat zy ofte lluere voorfaeten oyt ghecontribueert hebben in eenighe beden ordiharis ofte extrao-idinaris gegeven in onfe voorfz. landen van Zeelandt, Ons belieuehemfieden te verdragen ende exempter.m van de voorfz. nieuwe leste/ Jmpofitien ende Omgeklen, ofte ten minsten indien zy'behoorden daer in te ghelden ende contribueren, 't welck fy defe rey fe om ons te believen ende helpen fub venieren totten grooten lasten ende afFairen die wy te draghen hebben in vele ende diverfche manieren , geerne Tullen doen , Ons gelieven wille hem hier op verleenende ende doen expediëren Onfe ópene briefuen vin non prejuditie daer toe dienende. SOO IS 'ï dat Wy de zaeeken voorfz. overgemerft zonderlinghe goede affeftie die de voorfz. thoonderen ons 'hier inne ghethoont hebben,aengefien dat Wy foodenchdelyck geinformeert zyn dat zy noynt gecontribueert en hebben in eenighe beden ghegeven in onfe voorfz. lande van Zeelant, ende dair op gehadt 't advis eerst van onfa voorfz. Rentroeestere van Bewesterfchelt, ende daer naer van onfen Lieuen ende ghetrauWen den hooffde end» Treforier Generael, ghecommitteert op 't ftuck van onfen Domeyneu ende Finantie,gegeuen wefende ter beden ende begheerte van den voorfz. thoonderen, hebben om defen en andere redenen ons daer toe porrende, verclaert ende verclaercu by defen brieue, 't gene dat zy gecou- fen-  £ i*9 "} E- Oöroy door de'Staten van Zeeland] verleend aan de Erfgenamen wy«. jen de Heer Johan Junius de Jonge, om zoo veel gemeten in KratH bendyke te mogen bedyken als zj zouden gelieven: te vinden inheS derde Copulaat ter Rekenkamet; van Zeeland fo. 561—564. 4 Februari 1594. ie Staten t Slants en Graeffelyckheyt van Zeelant» Allen den genen die defe zullen fien ofte hooren lefen, faluyt. Alfoo d'heer Johan Junius de Jonge gecochtheb*. bende de ghorsfinge mette Hooge Heerlyckheyt van Crab* bendycke, van de Hooch geboren Heere Heere Ghunthec Graue van Swartfenburch, hooger. gedachtenisfe, in fyrt jeuen te verfcheyde tyden ons verthoont en verfochü beeft, en daer naer zyne Erffgenamen, om te mogen be<4 dycken een deel van deGorsfinge in de voorfz. Heerlyck-< heyt van Crabbendycke, ouder zulcke redelycke en bih Jicke conditiën ende fchoonisfen als men nieuwe Dyckaïgen gewoonlyck is te doene en te verleenen, en vi/y diers aengaende met hun fouden connen verdragen; dan alfod men bcdughte dat midts defen jegenwoordigen croubelen ende oorloge, defe verfochte jndyekinge aan defortifica. tie van den Eylanda van Zuytbeuelant aen den Oostdyclc binderlyck zoude geweest hebben, hebben Wy In den jaere twee en \ negentich tot befichtinge van 't voorfz. gors erf fortificatie voorfz. gecommittèert eenige Commisfarisfei. geasfifteert met eenen Jngeniaris, de welcke ons gerap» poneert hebben naer behoorlycke lnfpe&ic, dat de voorfz; tjndyekinge zonder eenich peryckcl van den voorfz. Ey-~ II Stuk, l Jarti  C".Jti'gec!i'ngcri ende getransporteert fyn Je By de vier Le^ den van Vlaenderen aen de Hooch geborene Vrouwe Catherine van Nasfau "Douagicre van Swartzborch, met al •bleken vryheden,priuilegien ende gerechten af; dezelue fcy den voorn. Abt van der Doest eertyrs ende altyts befeten ende gebruyckt was geweest. Is de felue voorts by fitle van coop vercregen by wylen d'Heer Johan Junius de Jonghe met gelycken rechte, ende van den feluen by fuccesfie voorts gedevolueert op fyne erfgenamen, dia in de fan by den fupplianten werden gereprefenteert;midts Welcke hoe wel de fupplianten mede onwederfprekelyclï totte voorfz. vryheden ende exemptien fyn gerechücht, ende dat hem lieden daer inne geen beleth noch hinderïiisfe en behoort te gefchieden; foo is 't nochtans ItilcJf dat den Rentmeester Dignus Ketelaer redderende binnen de Stadt Goes, den fupplianten is molesterende om ta hebben openinghe van de verpachtinge van de Thienden van den voorledenen Jare xvjc. vyff in de voorfz. Heerlyckheyt gevallen, dreygende den fupplianten in casvanf weygeringhe met executie daer toe te conltringeren, waer jegeus de fupplianten geen beter middel fiende om in hae»' ïe gerechticheden te werden gemaintineertdanhunrecfjurs te nemen tot uw Ed. Mog., te meer ten aenfiene dat da nieuwe Polders van de voorfz. Heerlyckheyt by de fupplianten tot foo groote excesfiue costen in Dyckagie gebracht, foo flecht vallen ende fober van vruchten, dat den fupplianten onmogelyck is daer op haer goede gene. gentheyt, die zy lieden anders genouch fouden hebben om naer vermoghen de Lasten van defe zware oirloghe ta helpen fubuenieren metter daer te bethoonen, foo als wel t' apderen tyden by de voorgenoemde eygenaers van de iïoorfz. Landen onder afte van non prejuditie is gefchiet. Sop verfoucken de fupplianten^ dat «w Ed. Mo. ge- üe-.  C W 7 Koue hem lieden in de voprfz. privilegiën van Vryheyte inde exemptie van allen Lasten ende Impofuie hoedanich die fyn geene vuytgefondert, ouer de voorfz. Ambachts,heerlyckheyt ende Lande van Crabbendycke metten gevolghe ende dependentiën van dien te maintineren, ende de felne voor foo vele desnoots fy, confirmerende, mee interdictie aen den Rentmeester Ketelaer ende anderen des Boots fynde, van den fupplianten daer inne te doeneenich beletfel, hinder oft moeyenisfe ter contrarien, verleer aende daer van den fupplianten Acte in optima forma, vT welck Doende etc. H- Rapport van 'Gecommitteerden geinfpeéteert hebbende denHincke? len Polder onder Kruiningen. ï2 November 1604. Édele etc. ra XS-chtervolgens uw E. Last van den xije. ende naerdee aufthorifatie vau den xve. defer maent Nouember, foo hebben wy ons vervoucht op dysfendage voorleden naer den Hinckelen Polder in het Oostquartier van Zuytbeuelandt, omme aldaer Inspectie te nemen van den grontbrexem de voorleden weke gefchiet, ende omme voorts te letten op de gefleltenisfe van de zeluen polder ende aengelegen quartieren, met alle 't gundt ter materie van Dyckaige wyders was dienende, ende daer van dependerende; ende omme Uw E. te relateren van 't bevindt enda te dienen van onfen aduyfe. Soo is 't dat wy den voorfz. grontval hebben bevonden lanck veertich roeden in de thee van den dyck, ende by Kaest tot in de ctuyne desfelfs wech gevallen, voren wyt \ | H  tfs van buyteq foude moeten worden onderhoude(», ofte dat andersfints en apparentelick, den ftroom daer deur-, breeckende, ende metter tyt zynen cours neemende ius-. fchen de aengewasfche place ende _'t landcvan Cruiningen, dezelue Wateringe ende Dyckaige van Cruiningen mee meerder ende geene te vergelyckene lengte van grontbraecken ende andere lasten daer vuyt refulterende zoude be ümtfangen zal met fulcken conditiën, dat myn Heeren da Staten belieuen zal te kielen eeiigegequalificeerde en onpartidige perfoonen, die mit den ghenen die ick daer toe committeren zal, het Utlek fullen van gronde aen herna» men, want alfoo ick tegens haer E, in proces nyet en begheere te treden, dunektay onder correctie defen voet van Arbiters de besten; Ende foo die beuinden dat ick onrecht hebbe, fullen H- E. die verfchoten penningen weder vinden aen de twee Duyfent guldens die fy my Jaerlycks gefchonken hebben ; foo het oock kau blyckeu dat ick recht hebbe, fal altoos te vreden wefen mer die prefentatie die ick in vorige requeste gedaen hebbe. Hier mede begeerende feer hartelycken dat V. E. in de Staten gefurneert come met goede en vruchtbare antwoordt, faj Godt den Heere bidden V. E. en de ganfche gemeente te fpaeren in goet lanckduyrich en geluckfalich leuen. Vuyt Middelburch defen vaerthienden Mey Ao. vyfthien hondert twee en 't neegentich. V. E. feer gewillige altoos toe dienfte bereit. geteekend. Maximilien de Cruininghen. Het Opfchrift Eerbaren, Eerfamen, Wyfen feer Voorfienigen Burgemeesteren ende Schepenen der Stede van der Vere. N« Brief van denzelven aan de Regea» ring van Vere, waar by verzoekt om door twee Gedeputeerden van Stads wegen zyne Bruyloft by ta woouen. 22 Juli IS97-' Achtbare, Eerfamen, Wyfe feer discreete Heeren. K $ Uk,  Ïckbïd V. E. tw'èe van haere Burgemeesters oft andere Ge* deputeerden die V. E. best te pas trommen fullen, te willen fenden tegeiis woonsdach ouer acht dagen hier te "Cruiningen, om myn Heer Vader, Vrou Moeder, huysyrou ende Suster alhier te vergefelfchappen; Ende foo jck generalick alle de Steden bid, verfoeck ick aen V.E, niet in geUreck te willen blyuen , ende fult myn'tuwaerts slfoo verbinden dat ick gehouden fal weefen V. E. dienstbaerheyt te bewyfen in al t geen daer ick kan oft mach» Hier mede wil ick God bidden. Agtbaren, Eerfam^n, Wyfen ,feerdiscreetelycke Hee« ren V. E. te willen fparen in lange gefontheyt VuytCrui* pingen den ea July Anno 1597' V.E.Dienstwillige goedeVrientwat ick verslach» geteekend, M. de Cruiningheu. Het Opfchrifc Achtbare, Eerfame, Wyfen, feer discrete Heeren Myn Heeren de Burgemeester der gtede]van der Veer Ter Vere. O- Brief van denzelven aan de Statefl* van Zeeland,waar by zig verantwoord wegens het voeren der titulen van Baron van Kruiningen en • . ' Erfburggrave van Zeelandt, ST Juni 1611. Edele Mogende, hoochgeleerde, Wyze zeer voorfiege Heeren. Ue . fchryvens van den xxvj. Aprilis lestleden, hebbe jck al in Maio den xxj. beantwoord, ende aan den hee- tc  C i5t ) fe Joachimï, o» aen UE. ouer te zenden befteld, dan nis eerst af vernomen hebbe, de voorfz. myne antwoord* niet direft en mochte behandicht zyn, hebbe ik dezelve wal willen noch eens als nu intereneren en was als volcht. VE. fchryvens van den xxvj Aprilis lestleden hebbe jCk eerst den xvj dezer maand May ontfangeu, ende met verwondering gelezen, infouderheyt dat VE. zeer vrempt Zoude duncken, dat jck onder myn titulen ftelle Baron de Cruyningen, ende Erfburch-graue van Zeelandt, begerende, dat jck metten eerflen UE. zoude verwittigen, wat gerechtigheyt oft reden jck daer toe hebbe, om by UF als dan gedaan te worden zoozy zullen vinden te behooren; voege dienvolgens daer o? voor antwoorde. Dat myn huys van Cruyningen ouer de vier hondert jaren coutinuelyck een Baronnie geweest is, voerende zonder tegenfpreken van iemant in hun Bannieren ende Zegel (als jck kan doen blycken) een Man te paarde, gekleed met de Wapens van Cruyningen gelyck de Hertogen van Braband ende Grauen van Holland ende Zeeland deden, 't welck niemand geen Baron zynde geoorloft en was. Myn Over Groor Vader Heer Johan van Cruyninghen goeder gedachtenis, welck in zyn lenen Ridder van de Order des gulden Vlies was. Myn Groote Vader, myn Oom , my n Vader ende Ick hebben altoos fonder dispute den voorfz. titel van Baron van Cruyninghen geuoert, zulcks kar. jck doen blycken met fuperfcriptien op te Sarcken van myn voorouders, mitsgaders verfcheydeoude brieuen ende Charters, die indien noot wareopgezogt ende geexbi. beert zouden knnnen worden, ende namentlyck oock mette autentyeque caarte gemaackt by den Herauit d'Armes van Braband, als noch (nifi fallor) in t leuen ende herault zynde van den tegenwoordige Ersthertoch. Niet min kan jck; oock doceeren van myn £rfbarch« V. 4 gs-efi  i mi gra3fïch»p van Zeeland (hoewel jck myns wetens fiooyj ]Erf burch-graue maar alleen fimpel Burch-graue gefchre* pen hebbe) ende onder anderen met de copien van da brieuen van Loflelicke Memoire Janne Graue van Hena. gou, van Hollandt, Zeelandt en Heere van Vrieslandt va«i den Jaare xiijc. drye, daer by S. G- geeft zyne Neua Geerart heere van Voorne dat Burchgraaffchap van Zeeland, eeuwelick en Erlïelick beginnende van den mont. Van Bernisfe, 't welck (trekt al foo lange als Vooren tot Vlaanderen toe, 't zelve is gekomen aan wylen Heer Adriaan van Cruyninghen in't Jaar 1408, die getrouw! hadde Vrouw Elifabeth eenige Erfgenaame van Heenvliet pnde Dochter van Heer Ifuge yan Heenvliet, wiens voorouders waaren geweest broeders van den Ifeere van Voorne, ende fuccesfivelick aan my. Is 't voorfz, Burchgraaffchap eewelick ende erffelick gegeven byden geene* die zulcks vermochten te doen , foo es 't buyten twyffel een Erfburch-graaffchap, ende enintituleere Ick myniec ren onrechte Erf burg-graue van Zeelandt: waar mede Ick meene UE fchryvens voldaan en UEd. gecontenteert te hebben, met vast vertrouwen, dat UE. immers geeufints jn dispute en zullen willen trecken t gunt alle de Weerel^ zeker hout ende fuccesfivelick by my ende myne Voorouders zqo lange als voorfz. es openbaarlick gebruykt es geweest, ende alsfer al eeniebfjnts aan mogte getwyffelt werden, des neen, dut UE. hen daar in zullen dragen als de geene die een Edelm-an van de Oudfie Stamme van Zeelandt deur quade aengeuers * (die dit fchynen te verooa, zaa- * TVie door de quade aangevers te verftaan zyn, zal een epmerkzaam lefer ligt opmaken ah men in ziet Leven van Willem den I. I. D. bl, 293 en 294. Deze brief vierd **" niei  jpiefcen) niet en zouden willen kleinicheyt aendoeij.rrraeï vuyt finguliere goedadicheyt gelienen haer Remonftrant* Caccorderen ende te vergunnen nopende 't vootfz. traktement 't voorfz. IJaer Van gratie oft zoodanigen langer tyt als uwe Ed. Mo. ten respeéte naer uwe Ed. Mo. goedertieren compasfie beuinden zullen te behooren, ende aengaende 't voorfz. penfiocn continuatie van 't zelue jmmers ten minften voor zoodauige nombre van Jaeren nis 'er noodich zyn tot reddige van 't voorfz. fterfhuys enda opvoedinge van voorfz. weeskens, ofte datuweEd.Mo, gelieue 't zelve penfioen te reparticeren op yder van dei voorfz. kinderen Eyff en te laetedueren tot dat zy luyden meerder Jarich geworden zuilen zyn respeétive, mits dat 'c gedeelte van die vau hen middeler tyt zoude corners defer Werelt te pasfereuoff fteruen ende aen. uwe Ed. Mo. weder comen zoude, ofte anders tot uwer Ed. Mo. dis» i'retie. Dit doende etc. Q fr Tweede Verzoekfchrift ten gelykeri fin» aan dezelve Heeren Staten, welke zoo wel als het eerfte by een brieve van Heeren Ge'cófn-  ( t& 5 muteerde Raaden dato 29 Ma«< 1613, aan de respeétive Staatsleden is toegezonden. Ao. i5i=. Edele Mogende Heeren Myne Heere* die Staten van Zeelandt. V^crtiioont reuerentélyck de Welgeboorne Vrouwe Ent geboorne van Inhuyfen ende Kniphuyfen Weduwe Vroii. •we van mede Welgeboorne Heere Maximiliaen in zyn Iepen Baenderheere van Cruningen, Vryheere van Heenvliet etc. goeder gedachten, hoe dat om redenen conform de waerheyt in de bygaende requeste mede aan V. E. M. juldresfeerende in 't lange endebreet verhaelt, diedeRenionltrante om cortheyts wille alhier houdt voor gerepeteert, ende dat de Vrouwe Remonftrante hoe cleyn zy oock gedaen ofte getnaect heeft de pempe van de begraveinsfe van den welgedachten heuren vriende^yeke Lieuen Ileere ende Geuael, als eenige van V. E. M. mede op dezelue begravciiisfe.geweest fynde gebleken is, nochtans een merckelicke fomme van penningen daer ouer aireede heeft moeten vuytgeuen , ende noch meerder gecost heeft, hoewel t Sterfhuys van egeen Immers feer weynich gerect geit voorfien en was, ende datter emmers voor ecu merekelycken tyt van cerstcommende ma enden van 't ordiaaris Imiecommen van 't felue Sterfhuys nyet t'ontfangen ftaet, de Remonltrante haer vintin devuyterfle ncor, ende fwarigheyt omme te voldoen de voordere onbetaelde costen van de voorfz. begravcnisfe cndeaencleven van A\cb, temeer zy alreede ten fyne vooifz. geexpendeert heeft alle 't gereet geit 't welck in 't voorfz. Stef huys was, ende nyet verre en cotule örecken ende dat zy voorder eenichfints ook met corner by den anderen heeft con- nea  'i 133 3 sen crygen, verfouckende daer omme de Remonltrantê feer ootmoedelyck, dat V. E. M. in aenfieninge van'< gunt zoo in de bygevouchde als in deze Requeste Reuerentelick gereraonftreert is, gelieuenvuytfinguliere goetdadickeid t'ordonneren 't gunt V. E. M. in 'trefpeét van »tjaer van gratie, ende zulcken meerderen tyt nopende bet traftement, (breeder in de bygevouchde Requeste geroert) de Remonftrante (zoo zy verhoopt) fullen accorderen oft toevoegen promptelick betaelt te worden, ende ten dien eynde de Remonftrante' te vedeesen b& Jioorlycke Ordonnantie. D'welck doende etc.    e m goo dat op den 9 Juni 1651, voor den affland die voorgemelde Heer ten believe der Kerke: lyken deed, door 'sLands Staten voor zyne beide Heerlykheden Kruiningen en Ter Nisfe, werd toegeftaan de volgende voorrechten. 1. Dat de respective Leenen van Nisfe en 'Kruiningen zouden veranderd worden van Zeeuwfche tot goede Hollandfche Leenen. 2. Dat de Heeren van Nisfe en Kruiningen vermogen in 't ftuk van de Jagt, Visfcherye en Vogelrye te ftellen zoodanige ordre als zy Zullen bevinden te behooren,en de overtreders van dien, corrigeren of ftraffen in alle asquiteyt naar exigentie zaken. 3. Dat dezelve'Heeren binnen hunne onderfcheide Heerlykheden by preventie vermogen te vangenen te corrigeren alle Deliquanten, met dien verftande nogtans, dat ingevalle voorfz. Misdadigers mogten geftraft worden met bannisfement, geesfeiinge en andere jequipolent© of hoogere ftraffen, zy Heeren dan genoodzaakt zouden wezen den Rentmeester Bewes* terfchclde of zynen Stedehouder die te laten volgen, en tot dien einde dezelve van zooda» nige gevange-neeming ten fpoedigften kennis gevende (h). Zoo dat hier het Middelbars zoo wel als het Laag-r echts gebied uitgeoefend word, en den Schout uit hoofde hier de hooge rechts-: (Ji) St. Nou v. Zeel. d'Ao. 1651. bl. 73 en  mcMMm oudtyds ook plaats had, demi*, •tul van Bailliu heeft behouden. Ten jare 1676, wanneer den Heer van Kruiningen als Heer van Zaamflag over het Kerkelyk Rechtsgebied daar verfchil had, en door ordre van Heeren Gecommitteerde Raden den Stedehouder van den Bailliu te Axel zig feytelyk van defleutelsderKerk en School zig meesvermaakten, dorst den Heer gemelde Stedehouder Nicolaas de Zoute, hier te Kruiningen .komende, doen gyzelen; dan'sLands Staten keurden zulke rechtsmiddelen af en bevolen by befluit van 28 Maart des voorfz. jaars aan den Heer en Wet van Kruiningen, voorn. N. de gïoute kost- en fchadeloos te ontdaan. • De Kerkelyken hielden fteeds aan om 112 Zuidbeveland, vooral in deze Heerlykheid het vermaken der Kerken-raden zonder bywezen vanGemachtigden der respeétive Heeren te doen gefchieden ; den Heer van Kruiningen verdeedigdenzich hier mannelyk tegen: wie de Staats Registers van 3 Juni, 19 en 23 Augustus 1679 wil inzien, zal deswegen meerder licht verkrygen. Hadt den Heer van Kruiningen zyn hoog Rechtsgebied zoo mede in 't Kerkelyke dus lang mogelyk tegen overheerfching voorgeftaan, niet minder gefchiede het ten aanzien van mindere Rechten die doch van aanbelang va-,;  i waren, zoodanig was het Recht vanéén ëïgt ivage te mogen hebben, zoo wel als het yken ■van ellen, maten en geivichten, waar op injj dracht gefchied zynde, den Heer op 31 Januari 1596, aan 'sLands Staten verzogt daar by gehandhaaft te mogen blyven, die hem belaste zyne bevoegdheid daartoe, te moeten open•leggen, om zulks gezien, daar op naar behoren beflotén te kunnen worden (c). Den oicj flag bleek niet. Hy beweerde ook later en wel ten jare 1609; het recht te hebben, zyne Ingezetenen toeteftaan te mogen Derryen, niettegenftaande zulks by de Keuren verboden ié. Het Dorps onderhoud, vooral na dat de Hee ren door Oorlogen en Watervloeden ver-' armd waren,zal hierniet minder als elders gevorderd hebben zekere lasten, om daar uit in bruikbaren ftaat te brengen en houden, lira-aten, bruggen j leenen enz. Zoo dat eene Parochie-accyns waarfehynlyk al vroeg zal opgefield gewe-st zyn, offchoon men den 31 Januari 1596 daar van eerst gewaagd vindt, wanneer den Heer de continuatie verzogt van het Octroy tot het hetfen van vier fchellingen op elke tonne biers; daar op hem gelast werdt de voorgaande vergunning daar hy zig op beriepj over te leggen; en den 18 Juli deszelven jaars, da* (e) Sc. Noc. v. Zeel. d'Ao. 1555.  fat de twee verzoekfchriften daar toe ingeïéi, verd, van wegen de Parochiën van Kruiningen en den Inkelen Polder, dat is door of van weV gens de onderscheidene Gerechten moesten on-j derteekend worden; het verzoek zalingewit-' ligd wezen, gelyk den 30 Juni 1600. op nieuws voor drie jaren gefchiede; terwyl dat verlof , telkens voor het eindigen vernieuwd is gewor-j den; zoo vinde het den aaOclober 1627 te zyn* gefchied, daar het ziguitftrekte tot tien fchelv lingen op elk oxhoofd wyn, vyf fchellingei! op elke ton zwaar bier , tot laste van den Tap-: per,ookopwynen en bieren die op Bruiloften,1 Kinderdoop en by de Soetelaars onder de Soldaten werden gefleten; gelyke voortduuring werdt den 19 Maart 1Ó31, 31 Mei 1633, 10. Februari 1640, voor drie jaren,en den 21 Ju< ni 1644 voor zeven jaren toegeftaan, gelyk' weder voor vyf jaren gefchiede den 25 Febru-} ari 1649, en voor zeven jaren den i2Februa<; 1*11656, wanneer toegeftaan werdt te mogen' heffen twintig fchellingen op ieder oxhoofd wyn, en vyf fchellingen op leder ton zwaar, bier , tot laste van de Tappers; den i4janua-' ii 1665 werdt dit verlof hernieuwd voor zeverg jaren, gelyk ook den 10 December 1670, en' den 18 September 1682, voor negen jaren,' Men twyfele niet, of dit zal voortgeduurd heM Jben tot den tegenwoordigen tyd,dan waar van II Stuk, S  f sa 3 by gebreke van onderrichting niets zekers kan' bepaald worden. Het Middel van den C. Penning op de hui. zen hier zoo vroeg als elders geheven , werd' door de Oorlogs-rampen en Watervloeden drukkend, eene geduurige Volks-verhuizing bragt verval in gebouwen aan, die minder gezogt,in waarde,zoo wel als in getal afnamen , waarom de Heer reeds tenjarei^oi verzogt, dat de Cohieren daar van mogten veranderd worden, en gefield naar de toenmalige waarde der huizen; 'sLands Staten begrepen de bilfyk-' heid des verzoeks ,dan verftonden, dat die van Kruiningen dat jaar nog geduld moesten hebben, en dat zoo het oude als nieuwe Cohier moest overgeleverd worden, om daar op te kunnen letten (d). Men denke op dit verZoek een gnnflig befluit gevallen is, om daé voorz. Middel ten jare i6"o3 over deze Heerlykheid beliep legd worden, gelyk uit de bylageI. meerder te zien is. Den' ' (tl) St, Not. v. Zeel. d'Ao. 1591. bl. 133,  * t tït 5 Van den gedaanen uitflapte mgkeereiide;Zai mcnHeerMaximiliaaninzyn laatftebedryt gaan aanmerken. Door ouderdom, wederwaardigheden en armoede afgemat, overviel hem iii het laatst van den jare 1611 ,eenc zwaarekrankte op zyn Huis te Heenvliet, die hy met grond voorfpelde, een einde aan zyn leven te zullen maken, en hier, van Magen en Bloedverwanten ontzet, nam hy zynen toevlucht tot de Sta» ten van Zeeland, onder welken hy altoos zulken aangetroffen had, die zyne hooge geboorte en verdiensten wisten te waardeeren , ook hem nimmer in nood geweigerd hadden byftand te doen; aan dezen droeg hy de Voogdyfchap zyner kinderen op, als uit de bylage P. komt te blyken; deszelfs overlyden volgde kort hier op, te weten den 15 Januari 1612, endetï 7 April 1612, namen "sLands Staten'het befluit,' om, ten aanzien van zyne en zyner vooroude* ren qualiteyt ende gelegeniheyt van zyne Huy~ fe, ten aanzien van de kosten, van de begraefenisfc te f urneren de fomme van 1000 Ryns guldens eens, en dat de Dochteren van hem voorfz. wefende vyf in getale zal werden betaelü 1000 guldens des Jaers ,twee Jaeren gedurende enz. En met opzigt tot de verzogte Voogdyfchap, verklaarde zig haarEdeleMogenden den 9 April 1612, in dezer voegen, ten aanzien van ds meieen toefght by den Wel geboortig  t ü5 3 ënz:; veroordeelt werdt om met den zwaarde gerecht te worden (b). Ten jare 1673, leefde nog Adriaan vafi Kruiningen, die Kapitein ter Zee was, enten teeken van bastardy het Kruiningfche wapen met eene baar of ftreepuit de regter bovenhoek naar de linker benedenhoek voerde, gelyk het nog heden in het Schuttershof de Handboog te Vere, in een glas-raam gefchilderd te vinden is,(waar van een afteekening onder myne verzameling van Veerfche byzonderheden berust) en hy onder de Leden van dat Schutters-hot* ten jare 1666, bekend ftaat. Het Gedacht-wapen van dezerf Hoog Adely» ken Stam, het welk n* nog voor dat der Heer-; iykheid gehouden en gebezigd wordt, is een fchild van goud, waar op drie palen vanfable. De Edele J. van Grypskerke, in zyn meer aangehaalde Graaffcbap van Zeeland xi kapittel, merkt de volgende byzonderheden aan,' waar door de Kruiningfche Heeren zig van an*1 iere adelyke Gedachten ondcrfcheiden, enhun grootheid aanduiden. 1. Dat zy te paaide zegelden. 2. Dat meest alle de Heeren van dit Geüachf Ridders zyn geweest. 3. Dat (Ji) V- Husfelt St*i%. voor de Vader!. Hift. II, W. 105. No. 42. II »  ( ) 3. bat niemand van dit Gedacht getitrcertif geweest met hooger titul dan Heer; en zy dei nieuegenftaande in de Ridder-ordre van het Gulden-vlies zyn aangenomen geweest. 4. Dat die van dit Geflacht hu'nn' naam erf wapen, zonder verandering gehoudenen het' aanneemen van andere naamen naar Heerlykheden die zy bezaten, nimmer onderdaan hebben. 5. Dat Heeren van dit Gedacht, zoo wel iri de Ridderfchap van Holland als in dievahZeeland bekend zyn geweest. 6. Dat zy Burggraven van Zeeland zyn geweest, als hier|voren bl.iotf. van den laatlten Heer Maxirhiiïaah in 't breede aangemerkt is geworden. Het laatfte, dat van het Doorluchtig Krui-" nings Huis aantemerken is, zal voldingen,dat zy tot den Hoogen Adel des Lands behoord hebben, en aan de aanzienlykfte Gedachten zoo binnen het Zeeilvvsch Gewest als daar buiten, door Huwelyken vermaagtfehapt waren,, gelyk, door den meermaals aangehaalder! J. van Grypskerke aangemerkt is: te weeten 5n Zeeland aan de Edele Gedachten van Borfelen in verfcheide takken, Maal/lede, Heen* vliet, Bourgogne, Renesje, Haemftede,Bloys van Treslong, Peters dit Catz , van der Buttingen, Scbingen 3 Reymepsmale, en van d&  ttt>ortt«: ' Buiten dit Gewest, met GagelJant; Her laar, van Ameyde , Rasfegem, Ranst, Noetz, van Wonde, Berchem, Cralingen, Gijmes, Vilain, Brnges, Spangen, Mon$> fort, Oignies, ?«■ en Knipbaufen, Montmo-, rency en Recourt de Liqiies. Men was dezen wydloopigen uitflap verfchul-' digdaan een Stamhuis, dat eeuwen lang ten cieraadvan het Zeeuwsch Gewest, byzonder van Zuidbeveland heeft geflrekt, dat Helden en Staatsmannen heeft voortgebragt,die,naar den aart der tyden, waar in zy bloeiden, al den hoogmoed,te gelyk met eenflaaffe onderwerping aan Vorsten willekeur bezaten, waar door elk hoveling waant zich boven zynen medemensen te zullen verheffen, en in het godsdienstige zoo bygeloovig als hunne tydgenooten; dan van dit alles is niets overig dan een flaauwenagedagtenis, 't welk ten bewyzeflrekt, dat al het ondermaanfche enkel ydelheid is. Heeft Kruiningen veele dier groote het geboorte licht in zig zien aanfehouwen, het kon ook andere Helden uit zyne Gemeente uitleveren, zoodanig was Begier of Logier Pietersz., die den Zee-dienst tot zyn beroep kiezende, alle de Scheeps-bedieningen doorliep, tot hy de waardigheid eerst van Kaptein, daarna van Vice-Admiraal der Zeeuwfche Zeemacht,bekwam. Wie 'smans daaden cn bedryven wil II 3 W  gefchetst zien, leeze, wat de Heer de la Rui in zyn Heldhaftig Zeeland, bl. 201. daar van getuigt. Men befluite met aantemerken, hoe het te bejammeren zy, dat zoo veele osjrfpronkelyke Hukken, als door de Kruiningfe Heeren onder hunne Charteren mogten bewaard zyn, door het uitflerven van dat beroemd Geflacht, door verhuizing, Oorlogs rampen, Water-vloeden, en weinige zorge van die, aan welke het op» zicht was toevertrouwd, zyn weggeraakt, en dus derzelver gefchiedenis vol duisternis entegenftrydigheden hebben gelaten, terwyl zy aan die van dit Eiland en het heele Zeeuwsch Gewest een oneindig licht hadden kunnen byzetten, want wie twyfelt, of zoo een machtig Geflacht bezat fchriften, daar zy hunne afkomst en voorrechten, ook die van haarer Heerlykheden van de vroegfte tyden af mede bewyzen konden; dan is 'er nog iets over, het zit in verborgene plaatfen, word van de worm verteerd, en de eigenaars kennen 'erde. waarde niet van, of weten niet dat zy iets diergelyks bezitten. VERE, $9 J«ni ï79Sh  t JU ? Cryn Bouwens huys vt fupra. fan Loysfz. hoeffue heel geruyneert.1 Jan Vrees huyfinge vt fupra. Dirick Groenvelts huys ledich ftaende.' De hoeffue van Hans Pelcken heel veruallen. Pieter Jacobsfz. huys heel veruallen. Adriaer. Andriesfen groot huys ledich ftaende. item zyn cleyn huys veruallen ende ledich ftaende. Jacob van Houten huys ledich ftaende. Lieuen Cortryck huys geheel veruallen en onbewoonu Cornelis Gorts huys in 't ouwe Dorp, ledich ftaeude» Pieter Joosfz. huys ledich ftaende. Den Gouden Leeuw heel defolaet ende veruallen. Poppen Jansfz huys ledich ftaendfc. Maeckende te famen defe voorfz. veruallen als ledich ftaende huyfen (zonder de gene die van arme luyden die in groot getale zyn bewoont worden) den nomber van. dartich huyfingen. In teecken der waerheyt zoo hebbe Ick dtfe myne atteftatie onderteackent op den derden Ja» nuary 1614. Stilo Gregoriani. Eöde was ouderteekend. Jan Tartron» c- Brief waar by Keizer Karei V. als Graaf van Zeeland verklaard, dat het geene den Abt en Convent van der Doest tn Vlaanderen wegens hun Heerlykheid van Krabbendyke in een geconfenteerds Bede kwamen te dragen, in geen gevolg mag getrokken, maar zy in vrydom van fchot zullen bewaard worden. 16 Ju»  C Ï23 ) tfj Juli 1523. Kaerle by der Gratie Gods ghecooren Roomden Keyzer enz. Allen den ghenen. die defe onfe brieft" fullen zien , faluyt! wn weghen ons beminden in Gode, die Abt, Religeufen ende Convent desGodshuys van der Doestin onfen Lande ende Graeffchepe van Vlaenderen, is ons verthoont ende te kennen gegeven gheweest, hoe dat wylen onfe voorfaeten Graven ende Gravinnen van Vlaenderen, Henegouwe, Hollandt ende Zeeland faliger gedachten,, omme die affectie ende devotie die zy hadden tottea voorfz. Godshuyfe 't felve voorfien en gedoteert hebben gehadt van vele fchoone Previlegien vryheden ende exemptien, ende onder ander wylen Willem Roomsch Coninck, Grave van Hollandt ende Zeelandtby zynen openen briefuen ghegeuen in de maendt van Decembris in'tJaerDuyfent twee hondert acht ende veertich, hadden den voorfaten van den voorfz. thoonderen bevryt, ende geesempteert van alle tolrecht, feaot, bede ende andere Impofitien hoedanig die waren, ofte hoe men noemen foude moghen, ende die men foude willen heffen ter caufen van heuren goeden, zonderlinghe van de Heerlykheden ende landen van Crabbendyck, Moeren, Monfterhouck met fceuren Dependentiën ghelegenin onfe voorfz. landen van Zeelandt, de welcken briefuen zichtent geconfirmeertfya geweest, foo wel by wylen onfen harden Lieueu Heere cade Vader die Coninck van Caftillien wiens fiele Godt ghenadich zy, als by ons, van welcke Previlegien enda exémptien die voorfz. thoonderen ende heure voorfz. Voorfaten aityt fichtent rustelyck ènde vredelyck ghenyet hebben ghehadt, ten anfiene van onfe Officieren ende eewa yegelyckeni Ende al eyst zoo, dat men den zeluen  ( irf ) An teert hebben te ghelden ende contribneren totter tra} pofitie, fettinge ende ontfanck van de voorfz. vyffticr» duyfent guldenen ons gheaccordeert by die van de Staten ons voorfz lants van Zeelant als voorts is gedaen geweest, by den vertlioonderen, by heuren eygenen wille ende Confent, ende om Ons te believene ende helpen fubvenieren totten grooten costen ende lasten die wytedraghea hebben ter c; ufen van defe jeghenwoordighe Oorlooghe ende andersfins, ende en hebben niet verftaen noch verflaen, dat't felve confent conne ofte keere den voorfz, thoonderen ende heuren naecommers tot eenige prejudttie, noch oock dat hem betrocken mach werden in consequentie in toecommende tyden tot achterdeele van den voorfz. previlegien, vryheden ende exemptien van den voorfz. thoonderen; noch oick om hem by defen tevercrygen eenige nieuwe Recht, maer is onfe meynige ende wille dat zy daer van gebruyeken ende in den zeiven onderhoudt ende bewaert worden , foo fy tot nutoegeweesC bebben. Ontbieden daeromme ende bevelen onfen Lieuen ende getrouwen die hoofden, Prefident ende luyden van onfen heymelycken ende groote Raede ende Rekenynghe in Hollandt, den voorfz.van onzen Finantie,Rentmees* tere van Bewesterfebelt, ende alle anderen onfen Rechteren, Jufticieren ende Officieren wien dit angaen ofte senroeren fal mogen, hueren Stedehouden ende elck van hem byzonder foo hen toebehooren fal, dat fy van onfe ▼oorfz Declaratien ende van al den jnhouden in defen jegenwoordige briefue in der voegen ende manieren vooren verhaelt, doen laeten ende gedoogen den voorn» thoonderen rustelyck ende vredelyck genieten ende gebruyeken, fonder hem lieden tc doen of laten gefchieden «enich hinder letfel ofte moeyenisfe ter contrarien, wans ons alfoo belieft. Des Toorcond zoo hebben Wy onfen ze-  pp 3 clerïnge eii erider 't zegel ter zaecken vsn de Staten voornoemt den iiije. february vyffthien hondert ende vier en't negentien. Aldaer dichte aen ftottt geteyckentP. Rycke vt. ende beth ouder op ten omflach (lont gefchreuen. Ter ordonnantie van den voorfz Staten By my Christoffel Roels, en was gefchreuen in percquement ende betegelt: met rooden wasfche dair in gedruckt 't Wapen van Zeelant hangende aen eenen dubbelen fteerte. Onder dons gefchreuen. Gecopieert, geeollationneert en bevonden te accorderen met den principaele brieuen van Oftroye, by my ondergefchreuen publycq Notaris op ten elfden july vyfthien hondert ende vier en 't negentich eu wa?' onderieeckent Jan vau Stapelen. Notaris, 1% Reqücst derbedykeren van Krabbendyke aan de Staten van Zeeland,om verlenging van vrydomraen hun by Oftroy vargund geweest, die Honden te expireren. Edele Hoochgeleerde zeef voorlk.-' nige Heeren. Alyne Heeren die Staten's Lants en- de Graeffelyckheyt van Zeelant. V crthoone-» met alder eerbiedinge uwe E. dienstwillig ge d'Ingelanden van denieuwe Polders van Crabbendycke, fcoe dat volgende den Oftroye van uwe E. in date den iiije. februarius xvc. xciiijtich. aen d'heer Johan Junius de Jonge ofte zyne erffgenamen verguut is te bedycken van de Ghorsfinge ofte (lycke hoorende onder de Heerlyckheyt van Crabbendycke, foo veel genieten laats air*  'de vrybeden en exemptien die ac&d.Heerlykheid van ouds was toegekend, en behoorde. ü.0. 1606. Edele Mogende Heeren Myne Heeren de Staten t'Slandts ende Graeffelycheyts van Zeelandt. Grenen met alder reverentie te kennen Jonckheer Johan de La Salie, Joncheer Otto van Hovel, Daniël de Renialme ende Alexander de Rgnialme, gefamentlycke end? respeöiue Ambachts- ende Th,iende-Heeren mitsgaders da gemeene Jngelande van de Ambachw-Heerlyckheyt van Crabbendycke metten gevolge ende dependentie van dien; Dat de voorfz. Ambachtsheerlyckheyt ende Landen eertyts toebehoort hebben den Abt ende Convente van der poes in Vlaenderen, van ouer oude tyden by fpeciale priuilegieu van den Graven ende Gravinnen van Hollandt ende Zeelandt geexempteert ende gevryt fyn geweest van allenTol-recht, fchot,beden en andere jmpofitien, fape. danighe die waren off hoe men die foude moghen noemen, welcke priuilegienmenichfuldelyck by de fuccesfive Graven ende Gravinnen voorfz., van tyde tot tyde vuytdruckelyck by nieuwe brieuen fyn vernieuwt ende geconfirmeerd als namentlyck oock by de Eerts-hertogen vati Oostenryck Maximiliacn eude Marie in den jare xiüj . Lxxvüj ende federt noch bydenKeyfer Caerle denvyffde in den jaere xvc, xxiij, in der voughen dat den voorn. Abt ende Convent alseygenaers van de voorfz. Amhackts.. Iieerlyckheyt ende Lande van Crabbendycke van de voorfzv vryheden ende exemptie deurgaens altyt hebben genoten ende gegaudeert fondercontradiftie oft Interruptie, waer naer de voar.fr. IlsenJyckueyt met heureu depeudenti Veruallenais ver-/ by den Viant. branu De houue genaemt 't blaahuys. De houue daer Dingenis Hermans gewoont heeft De houue aan den Oostdyck eertyts Matheus Smallegange toebehoort. | De houue agter den hooge Muer. "| Costen Pools neerhuys. J Di houue op Sandee van Jan Storm.^ Defe huyfen ftaen De houue op Moordamme. : ledich onrampo- Pieter de Weuershuys. ; neerc apparent tot Thuys van Juffrouw van Asfche. J fteenhoopen. Bouen alle defe gefpecificeerde huyfen fynder noch in de festich die bewoont werden by arme weduwen enda arbeyders met huyfen vol kinderen, niet machtich in 'c min-  C142 5 'tninlte jet op te breiighen,haerehuyskens deur foulte^nf 'reparatie h/er ouer den hals vallen enden meestendeel vaa dën anrien onderhouden worden, daer aff de ineestendee! in den C. penning betaelt hebben. In Oirconden der waerheyt, foo hebben wy Schotït jende Schepenen voorfz. defe by onfen Secretaris gedaen fchryuen, ende met zynen naem laten teyckenen defeii fciij January 1614. ende was onderteeckent J. Storm. IC- Procuratie van den Curator in deé Infolventen Boedel des Markgrave van Vere,- op een van 'sKonings Deurwaarders om de agtej>ftallige Renten die den Huize van Kruiningen toekwamen, van de respective Ontvanger der Domeynen te Vlisfingen en Brouwersha.» ven, gerechtelyk intevorderen. 15 Oclober 156a. O p huyden den twaelfiten dach der maent vanöctob<*? d'Ao, xvc. Lxij. compareerde voor my Andries van Hamerfledeopenbaer Notaris desConincx geadmitteert ende gejnftitueert by zynen Mats Secreten Rade tot Bruysfel, totter exercitie van dien in ende ouer al zynen Mats Landen van herwaerts ouer volgende desfelfs ordonnantie» ende van den onderfcreuen getuyghen perfonnelicken den Edelen ende voorfieneghen Heere Michiel van Hameel refiderende tot Ghendt, als curator gecommitteert bydiè van den'Hoogen Raedt ons Cony^cx refiderende tot Jlechelen', ter adminiflratie van den goeden van den Sterf-' huyfe wylen des'Marcgraeffs van der Vere; verclaerendé hoe dat hy gefien hebbende zekere Ordonnantie by die van  t 'Ï43') am <3ett veoffz. gfooten E.aede au hem domrjafant g$i daen op den elfrten July lestleden, van te betaelen deri huufe van Cruyninghen allen die achterftellen haerder Renten op de Heerlicheden van Vlisfinghen ende Brau-wershauen, midsgaders de executoriale brieuen daer op •gedecerneert. Oick mede gehoirt hebbende die b'euelen ■Vuyt crachte der voorfz. commisfie an hem Comparant gedaen by Lambert Baken Deurwaerdcr ordiharis ons genadichs Co. in zynen voerfz. grooten Raede, heeft geanrJwoort ende gefeyt, andwoort ende zecht midsdefen,dar. hy die voorfz. Ordonnantie ende beuelen obedieeïc enda bereet is te voldoen, maer ouerraidts hy comparant zeyda fel «och egheeu penninghen zynder voorfz. admirtiftratie ontfanghen ofte in handen te hebben, ende dat 't felfda tioch berustende waeren eensdeels onder die particulier* óntfangers, ende eensdeels onder diuerfche 'pachtenaeri ■éer voorfz. plaetfe ende Domeynen. Om hier in breu? rnanu te procederen ende occafie van delay ofte crocnf.tum te ichouwen, heeft bekentdat hy den voorn. Lambert Bake Deurwaerder geconftitueert ende machtich gemaeft heeft confiitueert ende maect machtich midts defen,hem ■5rr zulcker qualiteyt, ende tot proufHte van zynen Meesters, gevende fpeciale procuratie en onwederroupelick be■tiel, om tegens die voorfz. particuliere óntfangers ende pachtenaers te procederen. T« weten die van Vlisfingera ter fomme van feuen hondert feuen en 't feuentich ponder» • elff fchell. acht groon vis. Ende die van Erauwershauert ;cr fomme van drie hondert negen en tachtentich ponden eene fchell. scht groon vis. als van ouer jaeren ende eea halffverloopen Renten volgende zekere twee letteren van ordonnantie by den voorfz. conftituant gedepefchiert op ' die voorfz. particuliere óntfangers;dit al gelyckerwyshy 'feonftituarjt zelue vuyt crachte van zyne commisfie jegsn's de  C U4 ) 'ëe voorfz. pachters ende óntfangers zonde flicete oftft inuegen procederen, ende voortsin alder manieren tebe» foigneren alfoe hem Duerwaerder voorder geraden dunckt tegens hem conftituant ofte voorfz. particuliere ontfangerj ende pachtenaers fonder misbruycken te moghen procédé, yen vuyt crachte van zynder voorfz. commisfie vuytetr boogen Raedt geemaneert ende defe jegenwoirdeghe procuratie, belouende voor goet vast ende van weerden ta houden alle 't guene 't welck al fulcx by den voorn. Deur» •waerder als voorfz. is wettelick gedaen ende gebefoïgneert fal worden fonder fraude. Aldus gedaen binnen derSteda van Middelburch ter date als bouen, ter prefentie varj Remceus Joosz. ende Jan Jansz. van der Vere Ingefetenen der voorfz. Stede alsgetuyghe hier ouer geroupen. Oirconden myn gewoonlick hantteecken hier onder geltelt„ Onderteeckent. Hamerftede. Onderftont gefchreuen. Col» latie gedaen jegens die originale ftucke by my Deurwaeiv der ordinaris van den grooten Rade der Co. Ma. ende daer' mede beuonden accorderende ende onderteeckent Baken, L Brief der Regeerïng van Vere aafi Heeren Gecommitteerde Raden van Zeeland, waar by zy toefiem» men dat aan den Heer van Krui* ningen word toegelegt/1500: -H wegens zyn gepretendeerde agrerH ftallige Rente enz. 23 Maart 1592. Bdele wyfe zeer Voorfienige Heeren; P^aer dien onfe Gedeputeerde Rapport genomen hsd* den op 't verfouck ende prettentie van den heere van Cruy- tiin*  ( m 3 iingen belangende zyne gepretendeerde Rente van hondert guldens 'c sjaersen verloop der'zei ver, en dat zy belooft hadden t felue hun rapport op huyderi date defer inne .te brengen: Soe eyst dat Wy iri die zake opinerende ver•laen, dac men den zeluen heare van Cruynihgen orarao "verfcheyden redenen ons daer toe mouerende zal toeleggen, ter caufe voorfchreuen vyffthien/hondért guldens eens, daet mede zyn voornoemde pretens & actie volcomelick voldaen zal zyn; Ende defe dienende totgheenen indere eynde bidden God Almachtich V L. Edele Wyfe zeer Voorfienige Heeren te gefparen iiï fefontheyt en lanckleuen. Gefchreuen binnen der Stede »an der Vere op ten xxiije. Marty 92. Uwer E. goetwillige Burgemeesters en Schepenen der Stede van der Vere. L *• És tra éten uit de Notulen der Edele' Mogende Heeren Staten van Zee-; land. 47 Juni 1501. Is binnen gedaen d'Heer van Cruningen , ende heeft i% 't lange verthoont die dienden, zoo van der Heeren zyner Ed. voorouders, als by zyrt Ed. zelfs aen den Lande van Zeelandt ende Generaliteyc gedaen . midtsgaders hoe hy ter/ oausfe voorfz. dienst ende andersfins gecommen is in den ïiytterften noot, verfoeckende by den Staten van Zeeland* geholpen te worden, om durende defe Oorloge hem ta connen onderhóuden, ende heeft ten dyen fyne overgegeven remonflrantie by gefcrifte, concluderende monde-» iinge tot asfiftentie van twee duyfeut Guldens gereet, en- n stuk, & te  c 145 y de vyff duyfent 'sjaers. 5 July i5Pi- Op fc Iteratyff vertoogh ende verfoeck van den Tïee?van Cruningen, is gerefolveert zyn Ed. 't asGfteren mei vyffthien hondert guldens eens gereet, en twee duyfent guldens 'sjaers, by provifie ende tot wederroepcns, daeC inne begrepen die hondert Ponden grooten vlaems, tot nu toe betaelt by den Rentmeester Smallegange, diemett verftaet daer mede zullen fmelten , ende zal zyn Ed van de voorfz. vyffthien hondert guldens betaelt .worden uytte Munte alhier, ende van twee duyfent guldens 'sjaers, zal betaelt worden by den Rentmeester P'..rduyn , uytteu. Staten Middelen, daer afFd'eerfte jaer verfchynen zal ftf Augusto 29, ende om 't Landt van Zeelandt van ditTractementte ontlasten, ende nyettemin den voorfz. Heer ta doen trafteren by de Generaliceyu, naer zyne verdienden ende qualiteyt, ter caufe van de gelofte van twee duyfent guldens'sjaers', zyn Ed. gedaen by den Grave van Lyrester, ter causfe van de refignatie van 't officie van Geicracl van de Artillerie, hem tegen zynen danck ontnomen , zal men die Gedeputeerden van Zeelandt op ds Genêralïteyt lasten te vervolgen, zoo aen de Generale Staten als Rade van State (voor wien de voorfz. refignatW j^gefchiet) dat den voorfz. Heer ter causfe van de voorfz. gelofte, Jaerlicx getraéïeert ende betaelt mach worden» »t zy uytten brantfchat ende verdingen ten platten lande onder den viant gelegen oft aude-rsfins, ende dat zoo we! van de verfchenen jaren als van den toecommenden tyt» •net tytel van eenige charge ende last ten dienfle van den Lande, zyn Ed. qualiteyt toeflaende, ende wort verftaen dattet voorfz. ïraaement van Zeelandt zal cesferen naer a impretatie van het voorfz. ïraaement van de Generala Staten of> Rade van State, Bne*  t Hf 5 M i. ïrief vanHeer Maximüiaan van Era!' ningeti aan denVeerfche Secreta* ris P. de Vos, verzoekende diep zyne voorfpraak in het gene hy> aan de Staten had verzogt endoor de Heeren van Vere nog mogtgo$ advifeert worden. 14 Mei 1592. JLi/ena;ne, Wyfe feer Voorfinnighe. Hier by gaet gei veucht eenen brief aen Burchmeesters ende Schepenen der Stede van der Vere, daer in ik haer verbale t gens snyn van de Refolutie die zy in de Staten ghebrocht hebben gefeit is geweest, daer van ick fe hoochelickbedanckende, prefenteer haer, dat willen fe by die Staten foo' veele doen, dat fy my geuen twee duyfent vyf hondert paldens, ick te vreden fa! fyn, die te ontfangen op fulcï;en condicien , dat myne Heeren die Staten kiefende fom* xeighe bequame ende onpartydige perfonen, ick faldet* oock ettelibe toe ftcllen die welcke de fake van gronde aen herneemende, fullenfe entlick wtuoeren (want iet tegens myn Heeren die Staten in geen proces begheereta treden) ende beuindenfe, dat ick onrecht hebbe fulleai fcaer Ed de verfchoten penningen aen myn penfioenwederhaelen, hebbe ick recht fal altoos te vreden wefen' «rit het ghene ick ifl myn vorige requeste geprefenteërf hebbe-, düsbid'dè ick VL.op alle vrientfehap dit bymorji. de aen myn heereu van de Stat aen te gheuen, ende haer" defen byvoechdenouerleeverende, te willen porren, dat1 fe mit vruchtbare antwoordt komen . . . .' in de Staten. Ende alfoo ick myn betrouwen ganfchelick op' V. L. (lelie, verhope dat den feluen doen fal, dat ick,' K s dor-'  C 148) aorfaeck f»l hebben V. L. in tyden ende wileu vrunifeiiaji ?nde dieust te bewifen. Wc Middelburch defen 14 Mey Ao. 1592. V. L. go#thertigenVrundt wat ick verniaclï. geteekend. Maximilien de Cruininghenr Het opfchrift Achtbaren, Wifen, feerVoofienighe Mr. Pieter van der Vos Secretaris der Stat van der Vere Tér Vere. M 2. Brief van denïêlven aan de Regeer' ring van Vere, om hem behulp-1 zaam te willen zyn in deszelfs verzoek ter Staats-Vergadering gedaan. 14 Mei 1592. Achtbaren, EerfarrlenWyfe,feerVoórfienighe. ï~ïebbende verftaen dat in de lacste Vergaderinge van de Staten, myn fakengeroert fyn geweest, aengaendcda Rente van hondert ponden Tournoifen siaersmet denachterftel ven dien verloopen 't federt den Jare feuen en veertich ; Ende dat V.E.geneycht wefende tot myn verfoucke, onder andere reden foude gefeyc hebben , dathetwel redelick was my te helpen inmynen noot, maer want ick myn verfeeckerde foo wel gefundeert te fyn, was 't oocli recht dat V. E. ditonderfouckenfoudet; waerommealfoo ick vvel eau bemereken, dat V, E. reden hier in heeft, ben geoorfaeckt geweest defe aen V. Ê. te fchryuen op iiaer verfouckende, dat fy myn willen biftant doen rait twee Duyfent vyff hondert guldens, ende dat ick dit out-  é behooren; Op dat zy ende jnfonderheyt de Dochter geen oorfaeck en hebbe door te groot gebreck ,haerfchier j oft morgen qualick te dragen. Soo jck dan gelyck jck rustelick hope ende vertrouwe deze myne bede van V, E. M. vercrygen , ende daer aff deurderfeluer antwoorde. by misfiue oft anders, daeromme jc dienltelick bidde inochte verfekert zyn, zal jck te geruster den wille des Heeren met nyver verwachten, blyuende midlerteytende, 2oo lange jck leue. Seer Edele Mogende Heeren. Altoos V. É. M. oetmoedige Dienaer. Was geteekend. M.De Cruyningen, In margine ftont. Datum Heenvliet den xxix December Anno ió"u. De fuperfcriptie was, Seer Edele etc. De g tuten yan Zeelandt. Eerfte Verzoekfchrift der Vrouwe Weduwe van Kruiningen aan de Staten van Zeeland, om hctTrac* tement welk wylen haar Gemaal genooten had nog een jaar tebly ven genieten. Ao. itTi2. "\^*erthoont Reuerentelick Vrouwe Eua geboorne VroitW£ van Inhuyfen ende Kniplauyfen wedu van den Welgebooren ^Heere Maximiliaen in zyn leuen Baenderheere van Cruiningen, vry heer van Heenvliet etc. goeder Memorie, boe dat nwe E. Mo. om verfcheide confideratiert niet alleenlyck de welgemelten Heere van Cruiningen tot jtiede Rset van de Hooch mogende Heeren Staten Gent* jrael der verecnichde Nederlanden gecommitteertendezype E. daer ouer cen ordinaiis tractement van xviijc. gull i de«  t mi oen *t sjaers tóegevoucht hebben, maer dat uwe E, M$i daer beuorens om zyner faecken gelegentheyt hem vereert nebben met een Jaerlycx penfionvan twee Duyfent Carolus gulden; 't es nu fulcx dat den voorgemelten Heera van Cruiningen den xve. dermaent January 1612.in Gods. gerust zynde naergelaten heeft niet alleenlyck een boedel oft fterfhuys met veel ende verfcheyde groote fchuldert ende lasten ten hoochften gejnvolveert ende befwsert, waer deur Jae deur devuyterfte necesfueyt zyne E. eenige tyt voor zyn ouerlyden genootdruckt is geweest 'c voorfz. tractement eerst den xiüj Aprilis te valle t'engageren ofte eenige van zyne crediteurs 't asfigueren en 't voorfz. penfioen den xxviije. Meye te verfchynen, maer oock de zeer bedroefde remonltrante zyne Wedu Vrouwe •en yyff kinderkens allt dochters by haer geprocreert waer van de joncxfte geen vier Jaeren out en is zonder eenige. Ja oock niet de gerincxfte gereede middelen, In vougert dac de Remonftrante om hetdoot lichaem van den voorn, Heere van Cruiningen niet naer zyneaffkomfle ende qualiteyt maer naerdegelegentheyt van zyn voorfz. fterfhuys met zoo cleyne pompe als 't eenichïïns heeft connen gefchiede ter aerde te brengen ende doen begrauen, waer toe gerequereert werc gereetgelt, jmmers.goet credit', 't zelue gereet geit in 't voorfz. fterfhuys niet wefende, 't voorfz. credit grootelicx gezwackt, met ander hebben moeten verftrecken ende 't voorfz. fterfhuys met zaodanigen last bezwaert, da: de Remonftrante niet wel doenlyck en is binnen een bequamen tyt af te leggen, ten zy de Remonftrante daer toe vercryge uweEd.Mo. goederriere byftandt, als onder andere zoo die Remonftante vas-. telyk vertrouwt dat defelue motiuen redenen en confide-. ratien die uwe Ed. Mog. in't leuen van den welgedachte Heere van Cruiningen gehadt hebben tot behoudenisfe Yar*