2 A A K E N VAN STAAT en OORLOG.   Z A A KEN \hill VAN STAAT en OORLOG, betreffende de VEREENIGDE NEDERLANDEN; zedert het begin van het jaar M D C C L X X X. ZEVENDE DEEL. te AMSTERDAM, bï JO HANNES AL L ART. hdscxc.  F  B E R. I G T. f)e Stukken, welke wy thans het genoegen hebben , onzen Leezeren te kunnen mededeelen , befchouwen wy als zoo gewigtig in zich zelve, en zoo belangryk voor de minnaars van onze Vaderlandfche Gefchiedenisfen , dat wy het ongeraaden vonden , dezelve voor de * q Land-  vi B E R I Q T. Landzaaten te verbergen , tot den tyd toe , in welken dezelve , volgens ons algemeen voorgefteld Plan, zouden moeten geplaatst worden. Want, hoewel wy eene Tydrekenkundige Orde , over 't geheel genomen , als dien% aanmerken, wy vinden, egter, geene reden , ons aan dezelve zoo vast te verbinden , dat wy, nu en dan, daar van niet zouden mogen afwyken. Althans houden wy ons verzekerd, . dat elk , naa het onpartydig kezen der volgende Memorie , den tegenwoordigen inbreuk op de Tydorde ons gereedelyk zal ten goede houden. Om het thans afgegeeven Deel onzer Verzamelinge niet te wyd te doen uitdyën , vergenoegen wy ons met het plaat-  B E R I G T. plaatzen der Memorie ; zullende de Bylagen , welke van geen minder gevvigtigen inhoud zyn , in het volgende Deel worden medegedeeld. Intusfchen oordeele de Leezör , uit den inhoud der van tyd tot tyd , in deeze verzameling , voorkoomende Stukken , over de aanmoediging en goedkeuring, welke onze arbeid , meer en meer, ontmoeten , by Mannen van aanzien en rang in ons Vaderland ; waar voor wy openlyk onzen dank blyven betuigen : terwyl wy onze onderneeming verder beveelen in de gunftige mededeeling der zulken, welke zich in ftaat bevinden, on* 4 zen  vin B E R I g T. zen arbeid aan te moedigen , als welke , zonder zulk eene hulpbetooning, geenzins de vrugteu kan voortbrengen , welke Tydgenooten en het naageflagt van denzelven zouden kunnen plukken. l y s T  L Y S T van alle de stukken, welke in dit zee v end e deel geplaatst 7. y n. CLX. Bürigt en Bylagen van Gecommitteerde ' Bewindhebberen der Oostindifche Maatfchappye ter Vergaderinge van Zeventienen, op de klagten van het Deenfche Hof, over het voorgevallene aan de Kaap de Goede Hoop, omtrent het Deenfche Oostindifche Compagniefchip het Kasteel Hamburg. Ingeleverd ter Vergaderinge van Hun Ed. Gr. Mogende , in dato 17 Augustus 1782. . • ■ bl' 1 Resolutie van Haar Hoog Mog., om de perfoneele Commisfie van het Defeniie - Weezen ter Vergadering te admitteeren tot het doen van Rapport. ~ 27 October 1789. . bl. 129 1 Resolutie van Haar Hoog Mog. genomen by het overbrengen van het voorfz. Rapport. - 28 October 1789. . • • bl- 1o° Memorie , ofte Generaal Rapport van de voorzeide Commisfie. inhoud van dien.' ZAAKEN en OORLOG te WATER. Over het beflter van de Marine. Inleiding. . • • b'* Beknopte Historie van't Zee-Weezen. bl. '40 * < Re-  x LYSTder STUKKEN. Retroacta over de introductie van een Ahe meen beftier van de Zee-zaaken ; en befchouwmg van de tegensvvoordige adminiftratie. bl. 147 Schets , en beöordeeling van het Plan van beftier, voorgeüagen door Gecommitteerdens tot de Haa^fche Admirahteits-Befoignes. . bl. 165 Voordragt, en Plan van de Commisfie to* vit" beetering van het beftier. . bl. 169 Uitweiding over de Charge van Admiraal-GeneraaL • • . bl. 173 Compositie van den Raad ter Admiraliteit, voorgeüagen door de Commisfie. . bl. 178 Judicature over de Raaden en Ministers, bl. 179 Krygsraaden. . . , bl. 180 Over de Inftruétie voor den Raad. bl. 181 Schets , hoe de tegenswoordige Zee-Departementen , voor het vervolg, zouden kunnen worden geadminiftreerd. . . bl. 182 Voor- en Nadeelert voor Provintien, Steden, enz. by de executie van dit Plan. . bl. 184 Gevolgen van dit Plan van beftier. bl. 187 Over eenige Havens en Zee-gaten. bl. ipr Staat van Defenfie te Water, met de Posten , daar toe op den Staat van Oorlog te brengen! bl. 195 Over het heffen van de ioofte en soofte Penningen , van de Actiën op de Oost- en West-Indifche Compagnien. - item over de Amptgelden. • bl. 207 De-  LYST der. STUKKEN. xt Dedommagement voor Amptenaars by het introduceeren van dit Plan. . bl. 208 Eenige weinige details. . bl. 212 Over de Convoyen en Licenten. bl. 214 Recapitulatie ,. en Slot over het bejlier van de Marine. . . . bl. 221 Voorslag tot redding der Collegien ter Admiraliteit uit den perplexen toeftand hunner Finan» tien; met 9 Tabellen. . bl. 223 Over de betaaling der Crediteuren van het Collegie ter Admiraliteit in Vriesland. bl. 240 STAAT van DEFENSIE, en ZAAKEN te LANDE. Frontieren, Magazynen, Arfenaalen. bl. 244 ARMéE. ... bl. 255 Inrigting van het Corps Pontoniers. bl. 259 Corps Artillerie. . . bl. 261 Over de Jaarlykfche Campementen, en 't bevvaaren der Tenten, enz. . bl. 262 Over de Permanentie der Guarnizoenen. bl. 263 Over de Recruteering. . bl. 269 Voorslag tot betaaling der fchulden van de Compagnien Cavallery ^Dragonders, en Nationaale Duitfche en Waalfche Infantery. bl. «272 Over de repartitie der betaaling van de Armée. bl. 291 Over  xm LYST der STUKKEN. Over de dispofitie en het beftier van de LandMacht. , bl. 294 Patenten. . . . bl. 295 Militaire Jurisdictie voor de Landen van de Generaliteit. . . . bl. 300 Generaale Recapitulatie, en Slot. bl. 306 ZAA-  Z A A K E N VAN STAAT en OORLOG. MDCCLXXXU CLX. Berigt en Bylagen van Gecommitteerde Bewindhebberen der Oostindifche Maatfchappye ter Fergaderinge van Zeventienen , op de klagten van het Deenfche Hof, over het voorgevallene aan de Kaap de Goede Hoop> omtrent het Deenfche Oostindifche Compagniefchip het Kasteel Dans» burg. Ingeleverd ter Vergaderingé van Hun Ed. Gr. Mogende, in dato 17 Jugustus 1782. Ontfafigen eeri Misfive van de Gecommitteerde Bewindhebberen uit de refpective Kameren van de generaale Nederlandfche geoftroyeerde Oostindifche Compagnie ter Vergadering van Zeeventienen , gefchreeven in den Hage den 9 deezer, en den 15 ter Generaliteit ingekomen , houdende Nader-Berigt van hun verrigte op de klagten van het Deenfche Hof omtrent het voorgevallene aan de Kaap met het Schip Dansburgj breéder hier na geinfereert fiat inferth. .Waar op gèdelibereert zynde , is goedgevonden en verdaan , dat het voorfz. Nader-Berigt zal wotden geëxamineert door de Heeren van de Püdderfchap, en VII. deel. A ver-  s auo. ZAAKEN VAN I782. verdere Hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot de zaaken van de Commercie en Navirarie met eeni ge van de Holhndfch. Raaden en Birfvandé Colleg,en ter AJm raliteit in deeze Provincie refideeren! de , en de Vergadering daar op gediend van derzelver confideratien en advis. "heiver Accordeert met de voorfz. Refolutien. HOOG MOGENDE HEER.EN J Het heeft U Hoog Mog. behaagt by Refolutie van den 2 deezer ons aan te fchryven, om, overeenKomtlig ons voorneemen, aan het Kaaplche Gouverne. ment by de allerterfte bekwaaroe geleegeutbeid in de emiüglle bewoordingen te gelasten, om in reciprociteit van de vnendelyke behandeling , dewelke de Schepen van de Compagnie van weegens zyne Deenfche Majefteit onderraden, de Onderdaanen van HooEïstgemel- t»Tl r l^T W t"? °P7jSten» op alle wyzen Bieede heufchelyk te bejegenen , en dezelve allezints zoodanig te behandelen, als in reedelykheid, tusfchen Onderdaanen van Mogendheeden met den anderen in Alliantie en opregte Vriendfchap ftaande, kan en moet worden verwagt. Altoos bereid zynde, gelyk onze pligt is, nm aan de hoog .gerelpefteerde Ordres van U Hoog Mo»-, zoo fpoedig mogelyk te voldoen, hebben wy reeds op heden aan het Kaapsch Ministerie , in nadrukkelyke terJT" Ëf . n'-de vdendelyke behandeling van zyne Deenfche Majefteit, op alle mogelyke wyze te reciprocee- U Hoog Mogende al verders gewild hebbende , dat wy ons omtrent de plaats en wyze van bewaaring van den Kapitein Fuglede, mitsgaders of en om welke reeden op het Schip het Kasteel van Dansburg, ook na dat het zelve reeds hadde geftreeken, is gefchooten, als meede nopens den verderen .toedragt deezer zaak, zoo dra maar immers mogelyk , zouden informeeren , hebben wy diesweegens het berigt der Kaaplche Ministers afgevordert , en wanneer het zelve zal ingekomen  aüg. STAAT EN OORLOG. 1782. 3 men weezen , zullen wy niet nalaaten , de bekomene Informatien onder het oog van U Hoog Mog. te brengen. Wy mogen egter niet afzyn aan U Hoog Mog. meede te deelen eene zydelingfche Informatie , welke Wy nu onlangs, omtrent de plaats van bewaaring van den Kapitein Fuglede bekomen hebben en hier in beftaande, dat 'er aan de Kanp twee gevangen Plaatzen zyn, de eene alwaar de Crimineele Gevangenen worden gezet , en de andere in het Fort, alwaar de L'eden , die om fchuld gearresteert zyn , worden bewaard, en welke fomwyien gebruikt word , ter plaatzing van zoodanige Crimineele Gevangenen, welke men, of uit hoofde van geringheid hunner deliclen, of om de qualiteit hunner Perfoonen, de fchande wil doen vermyden, om in de gcwoone Crimineele Gevangenis te worden opgeflooten. Dit dan de minst dtshonorante Bewaarplaats zynde, heeft men dezelva. ook voor den Kapirein Fuglede het gefchikst geagt: en voornoemde Kapitein heeft dus , uit dien hoofde althans geen reeden van beklag : ter. wyl wy ons verzeekert houden, dat de wyze van bewaaring dezelve meede niet zal konnen wettigen. Offchoon wy nu voor alsnog daar omtrent geene genoegzaame informatien aan U Hoog Mog, kunnen fup. pediceeren, en dezelve daar door in ftaat (tellen, om na ontfangst van dezelve , en van de Proceduures , door den Independent Fiscaal tegens voornoemden Kapitein gehouden, nader te disponeeren , is het ons egter voorgekomen, dat daar die Proceduuree onlangs aan ons zyn geworden, wy de kennis daar van geen ogenblik aan U Hoog Mogende moeten onthouden. Wy hebben dan de eer dezelve hier neevens te voegen , terwyl die Proceduures, byzonder, wanneer men de Antwoorden door den Kapitein Flugede gegeeven, onderling , en met die der andere Scheeps - Officieren vergelykt, U Hoog Mog. , zoo wy ons verbeelden , zullen overtuigen, dat voornoemde Fuglede zelve bewust is geweest, van kwalyk gedaan te hebben , drilniet aan de Ordres had gehoorzaamt , dog zulks op allerhande wyze heeft getragt te verbloemen. A a .In-  4 aog. ZAAKEN VAN J?82, Indien dezelve hier van niet was geconvinceert geweest , wat reeden dog zoude voornoemde Kapitein hebben kunnen hebben, om daar hy op Articul * dea ontfangsr van een Brief, uit handen van den EqUipagemeelter Staring heeft geadvoueert , egter op Articul 10 te ontkennen, dte te hebben geleeze.r? wat reeden om zig onkundig te houden , dat dezelve een Brief was van de Regeering , en wel op pretext, dat de naam van den Gouverneur daar in niet genoemt wierd rrnar pg&rf" d?/Ieei' Bergh' de" Secretaris vanTn Polmcquen Raad ? wat reeden om zig Art rr \vno* rant te houden , dat die Brief een ordre inhield om tot nadere dj.spofitie niet te vertrekken, en dat dus zyn m^M7/Td rjd/dl0pt' daar de OnderlhJrman Mats. Langeland Art. 4 en 5 verklaart . dat de Kapitem, de Brief door den Equijaeemeeller aan hem overhandig; , 0p het Dek heeft geleezen , en daar aï zyne Officieren , als de Opperftuurman HansJïn ge* Onderf uurman Mats. Langeland, derde Stuurman Laurens Pieter Fabmius, vierde Stuurman Nicolaas Brink en Boekhouder Pieter Holliker Lind"n? a e ^ tt tiende Amen van de aan hun refpe&ive 'gedaaneW rogatonen, uit eene mond verklaaren, da! de &K| in de Scheepsraad heeft voorgedragen, dat 'er eenXiêf was gekomen van de Regeeringe , waar by hunlSen was verbooden geworden, om van hier te-vertrSk/n geretSertt^ T °PpeÜlüm ^ Art. 2o word De eenige'reeden voor deeze gewaande onkunde is als' een" onïrfS *"* 1°*" ^ " d°m ™>&al als een onverfchilhge zaak: en om al verder die fchvrï te vertoonen , mogt 'er ook van het houden van een Scheepsraad niets worden geadvoueert, om dat het befluit dier Scheepsraad , en zyne daar i„ gegee Jneonver ures het contrarie zouden hebben geopenbaart • hv verkoos dus liever den Equipagemee^Staarinl oj Art. 10 en 35 te doen voorkomen, als den geenen die hem belet had dien Brief in den Scheepsraad te bren gen; ongelukkig voor Kapitein Fuglede ƒ dat alle de" zoo evengemelde Officieren, die waarfchynelyk me "hem te zamen den ganfchen Scheepsraad hebK^Sit , op  Aue. STAAT EN OORLOG. 1782. j op Ait. 10 juist, het houden dier Scheepsraad en het daar in verhandelde zoo confonant verklaaren. Dan het fchynt dat Kapitein Flugedé , met reeden bevreest, dat die genegeerde omftandigheeden te duideJyk zouden konnen worden beweezen , daar om nog een andere grond van excus heeft verzonnen : hy attri. bueert namentlyk, het afeisfchen van zyn Roer en Zeilen, niet aan zyne weigering om Compagnies ordres , om provifineel te blyven liggen , te obedieeren ; maar Art. dertien aan een ontftaanen Oorlog , tusfchen de Republiek en Denemarken , en wanneer hem Artikel twee en twintig word onder het oog gebragt het belaggelyke van dar voorneemen, dat men hem die reeds twee dagen ter Rheede had geleegen, en van alle Provifien was voorzien, nu eerst, en wel met een Schuit zoude tragten te overmeefteren , is het een ipoedig op hande zynde Oorlog, die deeze behandeling veroorzaakt zoude hebben; en het was alleen de begeerte om daar van geinformeert te worden , die hem (Art. 30) deed refolveeren om den geenen die met een Commitfie van den Raad belast was , en dus met fchending van het regt der Volkeren aan te houden en te arrefteeren (Art. 15) want hier geid het voorgeeven van ignorantie, dat de Brief, door den Equipageraeelter Siaring aan hem gebragt, van de Regeeringe "was , of zyne ontkentenis (Art. 29)' dat Staring gezegd had , dat uit naam der Regeering kwam , in het minfte niet , om dat, zoo voornoemde Eqiiipagemeefter , volgens voorgeeven van Kapitein Fugledé zyn Roer en Zeilen had giëischt, en wel om dat het na zyne gedagten Oorlog was, zulks een klaar blyk was dat dit in naam der Regeeringe, en niet op eigen ancloriteit gefchiede. Dan hoe kon Kapitein Flugkdé, aan wien de Equipagemeefter (Arr. 23) reeds gezegt had, dat het geen Kiyg of Oorlog was, zig verbeelden , dat een langer verblyf hem een langer antwoord zoude hebben doengeeven. Dog ook deeze grond ontvallende, laat hy ook van verre zeer kunltig een andere grond van delende zien : indien het geen Oorlog tusfchen Denemarken en de Republiek was, en Kapitein Fugleté egter door de ReA 3 gee-  6 avg. ZAAKEN VAN 1782. geeringe geordonneert wierd te blyven liggen, dan moest daar voor eepige reeden zyn, en die reeden zullen U Hoog Mog. ja gantsch Europa in den Oorlog tusfchen den Staat en de Kroon van Groot. Brittannien, gegr nd vinden, en dit vreesde Kapitein Fugledé ook: hy kent 00K■ (Art. 33) aan een in Oorlog zynde Mogendheid of Regeering het regt toe om ordres te geeven , om niet aan de Wal te komen of om terftond te vertrekken, maar met om een -Schip te neemen, dog laat z-er voorzigtig m het midden, of zoodanige Regeeringe het regt heeft het Schip op te houden , het geen hier het geval is, het welk regt boven alle demonftratie is: maar Kapitein Fugledé pousfeert zyne voorzigtigheid in het exces en negeert zelfs, of liever trekt in twyffel en a .. ^n'S te. avoueere" historifche faiten , namentlyk dat de Republiek met de Kroon van Engeland in Oor- hoorrte'ÏÏbnenn.de C°P flegtS ZU,kS Wd g£' Was 'er geen Oorlog met Engeland, zeeker was 'er een voornaame grond om een Neutraal Schip aan te houden minder : ignoneerde hy dus dien Oorlog , en wierd daar door het regt om die ordres te Leven zwakker, zyn tegenkantig teegens die order wierd daar door minder wettig: en dus daar hy van dien Oorlog niet met zeekerheid wist, maar dit maar enkel had hooren zeggen, kon»e men mogelyk zyn oppofitie eenigzins verfchoonlyk aanmerken, daar in tegendeel de Oorlog geavoueert zynde, door hem, die Engelfche Officieren aau Bocrd bad, by te meer verpligt was om zonder eemge tegenkanting te gehoorzaamen; maar het hier nevens gevoegde Extract uit de Lyst der aan de Kaap aangekomene en van daar vertrokkene Schepen , toont, dat het Kasteel van Dansburg Deensch Compal gniesfchip, Kapitein Fuglede, den 28 Oclober van Tran. quebar is vertrokken: terwyl op den 2j Oétober reeds op Ceilon tyding was , dat op de Kust van Cormandel alle de Nederlandfche Comptoiren , die zoo als ü Hoog Mog. weeten, van weinig aanbelang en tot geene defenfie gefchikt zyn, waren weggenoomen tot op Nagapatnam het welk reeds vier maanden door de Engelfche Vloot onder den Admiraal Hugues gebloc. queert  aüg. STAAT EN OORLOG. 1782. 7 queert was, blykens Extract- Misfive van het Ceilons Ministerie. Hoe geaffecteert is dan deeze huiverigheid om eene op Tranquebar , het geen meede op Cormandel gelee» gen is , zoo bekende zaak te advoueeren, ja hoe fchaamteloos is die huiverigheid in den Kapitein van een Schip, het geen zelfs aan de Kaap de tyding brengt van het neemen van het Schip de het Held Woltemade door de Engelfche Vloot onder den Commandeur Johnion , blykens Brief der Kaapfche Ministers van ij February 178a. Wilden Bewindhebberen de aandagt van' U Hoog Mog. langer met contrarieieiten en frivole voorgeevens van Kapitein Fugledé ophouden , zy zouden het laaden der Stukken aan Boord van het Kasteel Dansburg met de daar voor gegeevene reeden detailleeren. Zy zouden het plaatfen van het handgeweer om het fpil , dan eens (Flugedé Art. 20 , junge Art. 28) als conform de ordres , dan eens om dat de van de Kaap ontfangene Groenrens Monden op de gewoone plaats van het Geweer (Fugledé Art. 20) dan eens om dat 'er een klein Vaartuig op de zyde lag (Art. 21) dan eens om klaar te weezen (Fabritius Art. 29) allegueeren. Zy zouden onderzoeken hoe het aveu van Kapïrein Fugledé CArt. 28) dat hy den Equipagemeelter bv de Borst gevat had , en verhindert tegens het Schip te ipreeken over een te brengen zy met het 17 Artikel , waar genegeert word, het fpreeken te hebben belet. Dog Bewindhebberen vertrouwen dat U Hoog Mog. reeds uit het aveu van Kapitein en verdere Stuurlieden, goenoegzaam van het ongelyk van Kapitein Fugledé zullen weezen overtuigd ; zy hebben van andere bewyzen , als de Relaazen van den Equipagemeefter Staring en den Kapitein de Lille geen gebruik gemaakt, en alleen zig bepaald tot zaaken die door de Deenen zelfs zyn geconfesfeert. Zy vertrouwen , dat zy hier meede provifioneel aan hun pligt en de intentie van U Hoog Mog. hebben voldaan , terwyl zy onnoodig agten te demonftreeren de bevoegdheid tot het aanhouden van het quaiftieus Schip-, daar hei mogelyk niet ondoenlyk zoude zyn te A 4 be-  a aüg. ZA AKEN VAN i-g», be,7£Mn?,d,at wanneer het Kaapsch Ministerie den Fn. gelfchen Colonel Cosby, Mafor Grand en Scheep" l2 pitein Hrics van die Schepen had geligt en KrvkeL vangen gemaakt, zy niet anders zonden hebbel .hv KaPitein ^ HollandfcÈ Tal "wel len vTorleeïIn.111" ^ ^ ' hem die te ^ vS- Heer Rektant dus den Brief wederom van den SPh overgenomen hebbende , wierd dezelve door i In R,e,3T Kapitein Voorgeleezen, zynde van den volgenden inhoud: ' M Y N H E E RI /£x« de Heer R. C. Fuglede, voeren» de het ter Rheede leggent Deensch Schip het Kasteel van Dansburg. T TE. Misfive op gisteren aan ons Gerigt wel onts tangen en op dies inhoude heeden in onze Vergadenng gebefoigneert hebbende, hebben wy geconfidereert de tegenwoordige omftandigheid van den Oor. log tusfchen onze Republiek en de Kroon van Engeland , en dat zulks diverfe Officieren dier Natie als Pasfagiers op het voorfz. by ÜE. gecommandeert werdend Schip komen te bevinden, moeten befluiten , om niet alleen dezelve U Ed. onderhebbende Bodem voor eerst niet van hier te laaten vertrekken, maar dat UE. notr zyne Officieren en Equipagie, veel min de voorfz. Engelfche Pasfagiers aan Land zullen mogen komen, zyn. de den Eqmpagiemeefter deezes Gouvernements D. E Darmen Hugo Staring door ons gelast zoodanige middelen in het werk te (lellen, als by zal noodig oordee. len om te verhinderen, dat UE. onderhebbend Schip ter tyd toe , dat dieswegens door ons nader zal weezen geciisponeert, niet van hier zal kunnen in Zee fteeken: En nadien nog UE. eigen Boots of Chaloupen veel min eenige Vaartuigen van anderen aan UE. Boord zullen mogen aan- of afvaaren, zullen derhalven het benodigd Drinkwater en verdere ververfchingen door onze eige Vaartuigen aan het Schip werden gebragt ten welken einde UE. dezelve zyne Behoeftens aan bc' bovengemelde Equipagiemeefter zal moeten opgeeven, om  avg. STAAT EN OORLOG. 1782. || om alsdan omtrent derzelver aanvoer_de vereischte ordres te kunnen ftellen. Waar meede na groete blyven. (Onder ftond) Myn Heer, UE. Dienstbereidwillige Vrienden. (Laager ftond) Ter Ordonnantie van den Edelen Heer Gouverneur en Raad. (Was get.) 0. m. beroh, vt. en Secretaris ; in margine. In het Kasteel de goede Hoop den 12 January 1782. Dat den Kapitein den inhoud dier Misiive vernee. mende , daar op in grammen moede jegens den Heer Relatant opvliegende, zeggende, in gebrooke Deensch, Engelsch en Hollandsch, wilt gy myne Engelfche Pasfagiers hebben , die kunt gy krygen , dog myn Schip niet, den Heer Relatant hem Kapitein hier op ten antwoord hadde gegeeven , geene ordres te hebben , om zig van het Schip meefter te maaken , nogte eenige Pasfagiers daar van af te neemen , maar dat hy Heer Relatant, in gevolge de ordres der Regeering alhier de nodige middelen in het werk moeiten (tellen , om het vertrek van het Schip te beletten, en daar toe het Roer zoude daar afhaaken, daar by voegende, dat hy Kapitein verders niet te vreezen hadde; en het Schip naar prasfumtie maar weinig tyds hier zoude behoeven te werden aangehouden; op het welk den Kapitein repli ceerde, dat den Heer Relatant zulks niet vermogte te doen,  m U aus. ZAAKEN VAN 1782. doen, en hy Heer Relatant daar op ten antwoord hebbende gegeven , dat by aldien hy Kapitein het Roer van zyn Schip niet goedwillig wilde afgeeven, hy Heer Keiatant als dan gedwongen zoude weezen het zelve w f T -te- ne?men > dewvl hy zyne ordres had , had de Kapitein daar op hem Heer Relatant toegel voegt, dat hy dan wel zag, dat wy met Deenemarken m Oorlog waren. Dat door den Heer Relatant hierop geantwoord zynde, daar van mets te weeten, eD zulks met Ee1e prafenteerende te bevestigen , had den Kapitein Fuglede , daar op de kamer ichielyk uitloopende fubftantielvk &antwoord, ik zal Scheepsraad houden en daar zult gy inkomen , het geen door de Heer Relatant was beantwoord met te zeggen, ik heb by uw Scheepsraad niet nodig, doet wat gy wilt, op het welk de Kapitein repliceerde, gy zult komen, met eenen een Houwer, die op het Spil lag in de hand neemende. Dat den Heer Relatant intusichen de Trom hebbende hoooren roeren, immediaat daarop al het Scheepsvolk zoo wel als de zig op dien Boden bevindende Èngelfche Pasfagiers (waar onder in het byzonder zekere Scheeps Kapitein Hiks genoemd met een ontbloote Sabel in de hand) op het Dek verfcheen, en door het Scheepsvolk de aldaar gereed leggende Wapens, Snaphaanen, Houwers &c. wierd opgevat. Dat den Heer Relatant aldien toeftel met verwondering en de uiterlle bedaardheid befchnuwende , en zig niet anders kunnende voordellen , dan dat al dit gedoente eene gewoone plegtigheid by het beleggen eener Scheepsraad op de Schepen der Deenfche Natie gebruikelyk moede weezen , den Kapitein dan eindelyk zyn Raad op het Dek by een doen komen , en Hem Heer Relatant hadde tragten te dwingen meede daar in te verfchynen, bet geen egter door den Heer Relatant als vooren geweigerd zynde , had hy zig egter by en omtrent dezelve begeeven , en als toen gehoord, dat, na dat het een en ander in de Deenfche "Taaie was gefprooken, en dus door hem Heer Relatant niet konde worden verdaan, zulks eindelyk door al het Scheepsvolk met het uitroepen van ja ! was beantwoord geworden. Dat  mjg. STAAT tEN OORLOG. 1782. 13 Dat vervolgens door den hier vooren reeds gemelden Engelfchen Scheeps Kapitein Hiks , die zig geduurende dit ganfche Spel door brutaliteiten fcheen te willen doen uitmunten , aan den Kapitein Fugledé was te raden gegeeven, om het Anker te kappen, de Zeilen by te maken en van de Rheede te Zeilen, dog dat hy den Heer Relatant, als eenen , van welken zy anders niet veel goeds te wagten hadden aan Boord moeiten houdén,'en meede wegvoeren , het welk den Heer Relatant verneemende , en aan alle omftandigheeden ziende , dat den Kapitein Fugledé dien raad Mond op te volgen en daar toe reeds gereedheid liet maaken, had hy Heer Relatant daar op den Kapitein Fugledé voorgehouden , hoe dat hy door dit zyn gedoente op het Territoir van eenen Souverainen Staat het regt der/ Volkeren kwam te fchenden , en zig aan zwaare verantwoording fchuldig maakte, hem teffens met alle mogelyke reedenen tragtende te beweegen , dog van zoo een rnkelooze onderneeming af te zien, onder anderen hem Kapitein meede voorhoudende , wat hy daar aan zoude hebben hem Heer Relatant meede naar Deene. marken te voeren , op het welk door gemelden Kapitein niets geantwoord, dog vervolgens door den Engelfchen Colonel Cosby (die zig meede als Pasfagier op het zelve Schip bevond, en geduurende al het voorgevallene zeer veel heusch- en vriendelykheid voor den Heer Relatant liet blyken, en zig ook met niets bemoeide) in het geheim wierd onderrigt, dat den Kapitein van het Schip voomeemens was hem Heer Relatant met een Schuit of Jol op het Robben Eiland af te zetten. Dat hy Heer Relatant den Kapitein Fugledé telkens en als by geduurige herhaaling hadde verzogt hem Heer Relatant wederom na de Wal te laaten terug keeren ; als wanneer hy Heer Relatant aan de Regeering verflag konde doen en derzelver nadere ordres verzoeken, mitsgaders tragten zoude, dat alles in minlykbeid wierde gefchikt; dog den Heer Relatant ziende, dat deszelfs pogingen om den Kapitein Fugledé te overreeden te vergeefs waren, en dat denzelven in tegendeel bleef voortvaaren , om zyn voorneemen ter uitvoer te brengen , had  m J4 aüg, ZAAKEN VAN 1782. had hy Heer Relatant in der haast eene by der hand «aandei koeper genoomen , en daar door het Snaauw Scheepje de Postillon, het welk aan het Boords zyde kort by het Deensch Schip ten Anker en reeds op Brandwagt lag, toegeroepen, dat hy Heer Relatant gearrefleerd zynde , hem over zulks fpoedig de nodige nulpe en aHfiftentie moefte werden toegebragt , onder welk roepen egter de Roeper door iemand zonder te weeten wien, met geweld van voor den Heer Comparants Mond en uit zyne,handen was weggerukt. Dat den Heer Relatant hier op naar Sti'mrboords zyde, alwaar de Schuit van den Heer Relarant lag willende overloopen , om het Volk van het geval te verrTlge£' • y Heer Relafant a's r°en door den Engellenen Kapitein Hiks met nog drie a vier andere Perloonen wierd aangepakt, tragtende men des Heer Relatants Mond toe'te (toppen , en hem naar om laag te brengen , onder welke geweldaadige behandeling hy Heer Relatant egter zoo veel als immers had kunnen , zyn Schuitsvolk hadde toegeroepen , de Schuit los te gooien en fchielyk voort te roeyen , vermits by Heer Relatant wierd gearrelteert, waar op dan ook de Schuit immediaat was vertrokken. Dat zy intusfehen tragtende den Heer Relatant met geweld naar onderen in het Schip te fleepen , en den Heer Relatant zig reeds op 'eenige trappen na beneeden bevindende, had verzogt hem dog geen geweld te willen doen, en maar boven op het Dek te laaten blyven , dewyl zyn Heer Relatants Volk met de Schuit reeds vertrokken , en zy dus van hem niets meer te vreezen hadden , was hy Heer Relatant daar op door zyne aanvallers wederom los gelaaten , en naar boven op het Dek gegaan, alwaar komende, vernam hy Heer Relatant, dat een gedeelte van het Scheepsvolk beezig was het Ankertouw te kappen , en de Zeilen by te ma'hen , terwyl de overige door den Kapitein Fugledé wierden gelast zig by het Gefchut te begeeven. Dat de Schuit van den Heer Comparant van het Deensch Schip afvaarende, en intusfehen op eengedaane fein van het hier vooren gemelde Snaauw Scheepje de Postillon vyf andere Schuiten van 's Compagnies aan- wee-  AVG. STAAT EN OORLOG. 1782. 15 weezende Schepen, die reeds gereed hadden geleegen met Volk , om des nodig zynde het Roer van het Deenfche Schip te helpen uithaaken, naar het gedagte Schip komende aanvaaren, dog van het Schuitsvolk van den Heer Comparant kennisfe van het geval bekomen hebbende , waren die Schuiten gezamentlyk naar de Schepen terug gekeert, en hadden dezelve verwittigt, dat het Deensch Schip tragtede te vertrekken en den Heer Relatant meede te voeren. Dat in dien tusfchen tyd van het Deensch Schip het Ankertouw gekapt , Zeilen bygemaakt zynde, by het welk den Engelfchen Kapitein Hiks wederom onder anderen in het byzonder met een Sabel het Cabelgaarn, waar meede de Gytouwen van de Bezaan waren vast gemaakt, heeft los gekapt, en het Schip dus onder Zeil geraakende , den Heer Relatant daar op jeegens voormelden Engelfchen Collonel Cosby, die zig meest by hem Heer Relatant bevond hadde gezegd, dat, dewyl hy Heer Relatant een zwaare Canonade, zoo van onze Schepen, als Batteryen te gemoet zag, het dieshalven best was , dat voor de veiligheid der zig aan Boord meede bevindende Juffrouwen (waar onder twee Dogters van gemelden Coionel CosbyJ wierde gezorgd en dezelve uit de Cajuit om laag onder het water ge' bragt, waar op hy Heer Relatant zig dan ook beneevens den Coionel Cosby en den Kapitein de Lillefdie tot verrigting eeniger particuliere affaires met den Heer Relatant naar Boord was gevaaren) naar de Cajuit hebbende begeeven , dog de voornoemde Juffrouwen als nog nog te bedde leggende , intusfehen dat dezelve op ltonden, en zig fchielyk kleededen, hy Heer Relatant den Collonel Cosby hadde getragt te overreeden , zyn devoir by den Kapitein Fugledé aan te wenden, en denzei ven te perfuadeeren van dit zyn roekeloos voorneemen dog af te zien, en met zyn Schip wederom te Ankeren, op het welk de Collonel Cosby egter hadde gedeclareerd, dat hy als een Pasfagier aan Boord zynde, zig met gaarne met iets wilde bemoeien, en daar in ook niets doen konde. Da? intusfehen de Canonnade van 's Compagnies Schepen het eerst begonnen zynde, die het Deensch Schip  16 avg. ZAAK EN VAN 1782. Schip en wel»meest de Zeilen, en het Touwwerk zeer befchadigden , hy Heer Relatant beneevens den Cdlonel Cosby, na dat zy de Juffrouwen in zekerheid hadden gebragt, t'zaamen naar boven op het Dek gegaan zynde , onder des van de groote Batteryen Chavonnes en in de Roggebaay leggende Franiche "Batteryen meede met fcuieten was begonnen, van dewelke Kogels der groote Batterye het Hol van het Schip op alle plaatfen zeer zwaar troffvn, hy Heer Relatant inpratende van gemelden Collonel Cosby den Deenfchen Kapitein Fugledé en nog diverfche andere Perfoonen gezegd hebbende in fubflantie het word my hier te heet , ik zal naar beneeden gaan , want ik dog geenzints teegens myne vrienden vegten wil, ook dadelyk hadde getragt van het Dek naar beneeden te gaan, en reeds tot tusfchen Deks gekomen weezende, égter, zoo als hy Heer Relatant het Luik verder naar om laag wilde afgaan, door den Opper-Stuurman van het Deensch Schip en nog eenige anderen met ontbloote Sabels in de vuist wierd aangerand , die hem Heer Relatant met geweld tragteden te dwingen, zig wederom naar boven op het Dek te begeeven, dog den Heer Relatant zig daar te. gen opponeerende met te zeggen, doe my geen geweld aan, als het weezen moet, zal ik zelve naar'boven gaan, en toonen dat ik niet bevreesd ben op het Dek te blyven, was den Heer Relatant daar op naar boven gegaan, alwaar komende , en aan den Kapitein Futïledé vragende of het zyne ordre was, dat hy Heer Relatant op het Dek moede blyven daan, en op het welke gedagte Kapitein ja! antwoordende, had den Heer Relatant dan ook geduurende de gantfche Cannonade aldaar moeten daan, en dus voor de aanvliegende Kogels bloot gelteld blyven. Dat vervolgens het Kannonneeren hoe langer hoe derker werdende, en de Kogels het Schip aan alle kanten zwaar treffende, den Heer Relatant den Kapitein het zelve geduurig en als by herhaaling voor houdende y dog zyn voorneemen te daaken en wederom te Ankeren , of dat anderzints het Schip in de grond zoude werden gefc'iooten , zulks egter te vergeefs was geweest, tot dat het Voormarszeils val door een Kanon* ko-  aug. STAAT E;N OORLOG. Ï782. 17 Jrogel afgefchooten en het Zeil nedervallende, als doen cl >nr den Kapitein wierd gecommandeert, de andere Z üeri te ftryken en het Anker te laaten vallen. Drft het Schip ten Anker leggende het Kannonneeren van de Scheepen en de Batteryen egter blyvende voort» duuren den Kapitein Fuglede hier op aan den Heer Relatart had gevraagt, wat hy doen en of hy de Vlag zoude moeten ftryken, op het welk door den Heer Relatant geantwoord zynde daar toe ^een ordre te konnen geevcn , dat hy Kapitein het konde doen, indien hy goedvond , wierd door gemelden Kapitein gecommandfert de Vlag te ftryken, het geen gefchied zynde, Meltr het Kanonneeren van de Schepen op. Terwyl egter van de' Batteryen aan Land nog eenige fchooten wierden gedaan. ' Dit alles tot dus verre afgeloopen zynde', den Kapitein rhisfcbien vol vreeze dat het Schip zoude zinken, tegens den Heer Relatant zeggende , ik geeve ü" hec Schip over handelt daar meede, zoo als Uw zal goeddunken , want het Water ftaat by de Pompen reeds veertien duimen hoog , hadde hy Heer Relatant daar op ten antwoord gegeeven, geen ordres te hebben het Schip van hem te neemen , en dat veertien duim Water by de Pompen nog niets te, beduiden hadde. Dat de Kanonnade der Batteryen vervolgens meede ophouden , en inmiddels twee Landsboots met gewaapend Zéevaarent Volk, ten getaale na gisfing van honderd vyftig Matroozen, het Deensch Schip van beide zyden aan Boord hebbende geklampt, die Manfchappen immediaat hadden getragt het Deensch Schip te enteren, het geen egter door den Heer Relatant wierd belet, en het Volk gelast zig in derzelven Vaartuigen te houden, het geen dan ook opgevolgt, en door net zelve niets verders tegens het Deensch Schip was ondemoomen. Dat den Heer Relatant zig voorts by den Kapitein vervoegt, en denzelven afgevraagt hebbende, of hy Heer Relatant, nog als Arreftant van hem Kapitein aan Boord moest werden aangemerkt, en in dat geval zya Arrest violeeren, en zig naar de Wal zoude begeeven, wierd hier op door den Kapitein geantwoord, dat hy - VII. deel. B Heer  18 aug. ZAAKEN VAN j78a. Heer Relatant konde gaan , waar heen hy wilde , op welk bekomene antwoord den Heer Relatant zig van Boord begeevende , in het nedergaan van de Valreep beeft gezien , dat 'er nog verfcheide Vaartuigen van ons en waar onder een Boot met eenige Militairen in volle Wapens meede het Schip reeds aan Boord hadden gelegt. tfOnder Hond) Aldus gerelateert in het Kasteel de Goede Hoop den 14 January 1782, ten overltaan der Clercquen, dani- El BETRUS HAUPT en GEORGE gkrar» DItiMEL , alS Getiugen. (Was geteekent) D. h. starog. (Laager) My prefent (Geteekent) j. m. horak , e. g. clerco-, (In margine)als Getuigen, (En geteekent) o. p.haupt! g. g. diemel. (Onder Rond) Accordeert. (Was getO J. m. horak. £• o. cl£rq> Re.  aug. STAAT EN OORLOG. 1782 i9 Relaas gegeeven ten overflaan van Hee-. ren Gecommitteerdens uit den Ede. len Agtbaaren Raade van /fuftitie des Gouvernements ter requifitie van den Heer Independent Fiscaal Mr. Willem Cornelis Boers, door en vanwegens der Kapitein Militair des Kasteels, de E. Karei Matthys Willem de Lille, luidende het zelve als volgt: Dat den Relatant met een Lid in den Edelen Politicquen Raade en Equipagemeeller alhier de Heer Damian Hugo Staring in gevolge permisfie van den Wel Edelen Geftrenge Heere Gouverneur geobtineert, naar Boord van het Deensch Afiatisch Oostindisch Compagniesfchip, het Kasteel van Dansburg ervaren zynde, door voorfz. Heer Staring aan den Kapitein van het Schip twee Misfives zyn overgeleevert, waar van eene naderhand door denzelven Kapitein aan eenen der Stuurlieden , en door denzelven aan de Engelfche Pasfagiers is overgegeeven geworden. Dat de Heer Staring met den Kapitein in de Roef gegaan, en aldaar eenen korten tyd gebleeven zynde, voor een weinig tyds op het Dek zyn gekomen , en voorts wederom in de Roef zyn gegaan. Dat den Relatant hoorende , dat 'er eenige disputen tusfchen henlieden fcheeneu te zyn , insgelyks in den Roef is gegaan, en als toen gevonden heeft den Kapitein ftaaude, met een Papier losgemaakt en ontvouwd in de hand, en hem heeft hooren zeggen: Ik zal myn Schip niet geven. —. Dat den Kapitein voorts weeder na buiten zynde gegaan, heeft gezegt, wilje myn Engelfche Pasfagiers hebben, die kund gy krygen, maar myn Schip wil ik niet geeven. Dat den Relatant de Heer Staring wel heefc hooren zeggen, dan zullen wy per force van je neemen, dog niet te weeten, of dat zeggen relatief was tot het neemen van het Schip, dan wel tot iets anders. —• Dat den Kapitein voorts is toegefprongen na het Spil, rontom het welk verfcheide losfe Snaphaanen gerengeert B 2 iton-  20 AVG. ZAAK EN VAN 1782; Honden, en op bet welk verfcheide ontbloote Sabels en eene Trom waren leggende, van hetzelve een der ontbloote Sabels heeft genortien, alarm doen flaan , en het Volk heeft geordonneert, de Musquetten en de Stukken te laaden. Dat onder het (Taan van de Trom een gedeelte der Engelfch'é Pasfagiers, en onder anderen een particulier Kapitein , zoo dén Meer Relatant naderhand vernoomen heeft, Hiks genaamt te zyn, zyn bovengekomen, welke Hiks met een bloote Sabel in de hand riep, Godverdomme wat doen zy, wil zy jou Schip neemen, en zal je dat toelaaten , 'wat zyn dat voor twee Kareis , laat ze niet gaan uit jou Schip, kapt je Anker en gaat onder Zeil. Dat den Kapitein van dat Schip daar toe gereedheid willende maaken, en zyne Matroozen ordonneerende de ■Zeilen los te maaken, de Relatant zeer duidelyk heeft gehoord, dat de Heer Staring zoo toen, als naderhand rog verfcheide maaien heeft gezegt in fubftantie; dat hy Kapitein door een dergelyk gedoente op het Territoir van eenen Souverainen Staat , het Recht der Volkeren op eene verregaande wyze kwam te fchenden, en zig aan eene zwaare verantwoording fchuldig maakte, dat gemelde Heer Staring den Kapitein ook verfcheide maaien heeft verzogt, om hem tog naar de Wal te laaten, om 'er den Gouverneur kennisfe van tegeeven, en dat, in gevalle hy Kapitein hem Heer Staring al wilde houden, dat hy dan tog den Relatant, als nergens om gekomen zynde, als om zyne Vrienden te bezoeken naar de Wal zoude laaten gaan, dog dat zulks alles door den Kapitein is gerefnfeert geworden. Dat de Heer Staring vervolgens eenen Roeper heb. bende genoomen om het een of ander toe te roepen aan het Snaauw Scheepje de Poftillon , dewelke aan Bakboord zyde op de Brandwagt lag, de Kapitein is toegefchooten hem de Roeper heeft uit de hand gerukt, by de Borst gevat en omgedraaid onder het zeggen, hier moetje niet zyn. • Dat de Engelfche Kapitein Hiks voorts hebbende gezegt, wat doet gy met die Kareis boven, Huurt ze na onderen , de Heer Staring aan zyn Schuit , die een wei-  aüC. STAAT EN OORLOG. 1782. 2I weinig agter uit was geraakt aan Stuurboord heeft toegeroepen , ga naar: na de Wal en waarfchuwt , (jraar op de Kapitein van 'het 'Schip de Heer Staring beeft by den Arm gevat, eii^inet gen Kapitein Hiks naar onderen heeft- willen doen gaan , dog op het fubftantieei zeggen van den Heer Staring , myn Schuit is immers nu reeds weg,gy hebt van my mets meer te vreezen,, wederom is losgelaaten , en perrnisfie heeft gekre'egen om naar boven 'te gaan. Dat voorts het Ankertouw gekapt zynde, en de Zylen byltaande 'er een Schoot is gekoomen van het Commandeurs Schip , als wanneer de Heer Staring tegens den Engelfchen Coionel Cosby heeft gezegt, het word tyd, dat wy denken pin de Juffrouwen ergens te bergen , want ik denk, dat 'er een hevige Canonade zal geleideden, Dat door den Relatant daar op te famen niet de Heef. Staring en voormelden Heep Coionel Cosby .naar. beueeden zynde .gegaan en aldaar de Julfrouwen mqg niet, gereed vindende,, in de Kamer, jvan, gemelde fleer Cos-; by nebben gewagt , tot' zy gerëed waren , in welken tusfchen tyd de Heer Staring voorfchreeve lieer Cosby heeft getragt te peHHoveeren ; om den Kapitein te disponeeren pm niet te vertrekken, dog waarop door gemelden Heer Coionel is gear^wpord, wat wil ik 'er in doen? ik ben maar een Pasfagier. Dat de Juffrouwen intusfehen zig een weinig aangekleed hebbende ,vdÖor den Heer Staring den Coionel Cosby den Scheeps;Boekhpuder en den Relatant' zyn gebragt >na^f5 liet ag'ter Luik , en aldaar onder water zyn geborgen geworden. Dat de Heer Staring naderhand , na eerst een tyd lang boven te zyn geweest, insgelyks derwaard zynde pekoomen , door den Opper-Stuurman met nog vier Man , met bloote Sabels in de Hand is geforceerd ge. worden naar boven te komen , zonder dat men eenig gehoor heeft willen geven aan het geen door zyn Ed. ter dier tyd wierd gezegt, dat namentlyk hy Heer Staring tegens zyn eigen Natie niet wilde en niet konde vegten, maar wilje my forceeren, fiat, ik ben te vreeden, ik zal metje meede gaan. B 3 Dat  22 aug. ZAAKEN VAN 1782. Dat ra dat de Canonade was gecesfeerd en de Re. latanc wederom boven was gekoomen, een Schuit en twee Landsboote'n met Matroofen en Soldaaten zyn aan £ord gekoomen, waar van de Matroozen willende enteren , door den Heer Staring daar in zvn verhinderd geworden, tot dat de Schipper der E. Compagnie de E. van Gennip met de Landfchuit zynde gekoomen , Jiet Volk heeft doen overgaan. Niets meer relateerende, geeft den Relatant voorree, denen van weetenfchap als in den Text, en fprak derhalven ter bevestiging der waarheid van dien de folemneele woorden zoo waarlyk help my GodAlmagtigJ (Onder ftond) Aldus gerelateerd en beëedigt in het Kasteel de Goede Hoop den 24 January 1782. (Was ger.> c. m; w. de dlle, (Laager ftond) My prefent, (Was ger.) nZ l. bletterman, gezwoore Clercd, (ln margine) als Gecommitteerde (En geteekent) 1. f. kersten, s, Vé BCHTEN. ' •2vD ae-H jjyssw'o'.ioav jsnhwS : jtH. r\j nsiiiiü'^ (Laager frond) f - '■ ' •' Accordeert, (Wasget.) H, L. BLETTflRMAN. gezw. Ckrcg. M<< i» Si".-:ti-.--err «rr .va^fcri • ^taows? rrajpodas i''i?iJ^ 1 wi c •■'JïCLiï^bcu. Tssti .$b,»U sorry.; inetm„yia?3r:; tw_jv;.9g n/s tu t.-voc ...u' •saiv gon J^ru .!pntii>'j?--ftMji;{)' „oh -„.«.f, , .!■>■.. •fBi ta^owa ai bniH ,ak m aJadsri aicold 3orr; ,. •• [ Sfadpji 13ii1 03 sbuy» 3?ill *i!!C/I H'jni') fl^s jj,iS..9; j>.,j-, j»»•«««'• /■'. (j^il^cs-iMtiiiól vi i ajiiw 'ifihffi t.iu*^'ov : . •us^ ebv*!.':; epstc Jas iii ,ü Coni'  aug, STAAT EN OORLOG. 1782. 23 Cowparrerde voor ons On. ■ dergeteekende Gecomiv.itteerdens uit den Edelen ■ Achtbaaren Raade van justitie deezes Gouvernements Philip Chriftiaan Fugleday Kapitein van het Deensch Afiatisch Ooftindisch Compagnies Schip genaamt het Kasteel van Danshurg, dewelke op de onderftaande Vraag-pointen geantwoord heeft, als bezyde een yder derzelver aangeteekenji fiaat. Zegt Philip Chriftiaan Fugleday, Kapitein van het Schip het Kasteel van Dansburg, oud zes en dertig jaarea van Zeeland , digt by Koppenhagen geboortig. Zegt ja! Articulen gedaan maaken ende aan Heeren Gecommitteerdens uit den Edelen Achtbaaren Raade vanjfu/ïitie overgeleevert, uit den naam en van wee* gens den Independent Fiscaal Mr. Willem Cornelis Boers, R.O. , omme daar op ter voldoeninge, aan eene Refolutie van den Wel-Edelen Geftren* gen He ere Gouverneur en Edelen Achtbaren Politiquen Raade deezes Gouvernements in dato , te worden gehoord de Perfoon van Philip Chriftiaan Fugleday , als Kapitein gecommandeert hebbende het Deensch Afiatisch Ooftindisch Compagniefchip , genaamd het Kasteel van Dansburg, dog thans ingevolge Refolutie van bovengemelden Heer Gouverneur en Achtbaaren Raade van Politie gedetineert alhier in het Kasteel de Goede Hoop. Art. i. DesGearrefteerdens Naam, ouderdom, kwaliteit en Geboorteplaats. Art. 2. Of hy Geartelieerde niet met het Schip genaamd het B 4 Kat-  H ffc , ZAAKEN VAN 1?8s. Zegt jai i Zegt ja! Zegt dat de Heer Kquipagemeefterop Sondagmorgen te dier tyd by hem aan Boord is gekomen, en aan liem heeft overgeleevert een 1 üftf onder het zeggen , ik moet je Roer en Zeilen hebben. «trcrW v.rA.ip rfjv/ifisÖJ.sQ -sH iü ;;s3iljcv> ;i t aobr-fcao Zegt neen ! maar wel gevraagt te hebben wat den ïahoud der Misfive was, •S .3lA, / tóiflSfn'iS, ,1 i> -J(J IQ Zegt Kasteel van Dansburg uit de Indien ter deezer Reede is ten Anker gekomen op Vrydag den . . . deezer maand. Art. 3. Of als toen aan hem Gearrefteerde door den £qui. pagiemeefler deezes Gouvernements niet terftond is aangezegt geworden , om niemand aan de. VValtclaa. ten gaan , tot ..nadere .ordres. Art. 4. Of op denzelven dag-, en den daar aan volgende Saturdag aan Boord van zyn Schip niet zyn gezonden verfcheide zoorten van ververfchingen, zoo voor hem als zyne Pasfagiers , en Scheeps Equipage. , Art. 5. Of op Sondag morgen den 13 de Klokke circa zes of half zeeven niet by hem is aan Boord gekomen den Heer Equipagemeefter Damian Hugo Staring, en hem uit naam deezer Regeering heeft overgeleevert eene Misfive met het Cachetonzer Colonie gezeegelt. Art. fj. Of hy Gearrefteerde aan denzelven [Heer Equipagemeefter niet heeft verzogt om. hem , vermits hy het Hollandsen niet konde leezen, denzelven Brief voor :e ieezen? Art.  aug. STAAT EN OORLOG. 1782 35- Zegt neen! Zegt niet geweeten te •hebben dat de Brief van de .Regeering was alkenlyk de naam van de Heer Bïrgbj ■maar riet van de Heer Gouverneur van PJettenberg te hebben gezien ; dat by in den Brief .hebbende gezien het woord Pasfagiers daar op aan de Heer Staring heeft .gezegd , wil fe de Pasfagiers hebben met alle }iaar goed , dat kunt gy krygen. . , . . Zegti den Brief niet te hebben kunnen leezen , en niets' daar yaa te. hebben gezien als het woord Pasfagiers en de naam van de Heer Berglr, . : ir, ferrö»tp y fi 3 •Zegt den Brief niet te hebben geleezen , en dat de Heer Equipagemeester hem geen tyd heeft willen geeven , om denzelven in den' Scheepsraad aan zyn Officieren voor te draagen^ maar terltond zyn Roer en Zeilen heeft willen hebben. Zegt als vooren de Brief niet te hebben geleezen , en -dus zulks daar uit niet te hebben kunnen zien. • Als Art. 7. Of denzelven Equipagiemeelter zulks ook niet heeft gedaan ? Art. 8. Of hy Gearrefteerde uit het voorleezen van dezelve Misfive niet heeft gehoord, dat dezelve aan hem wierd gezonden van de Regeering deezer plaatze? Art, 9. Of denzelven Misfive niet was van; deezen. inhoud. NB. Aan .hem Gearrefteerde Copie aut lenticq daar voor te leezen. Art. 10. Of hy Gearrefteerde niet moet bekennen , dat, dezelve Misfive in de allervriendelyklle termen was opgefteld geworden. Art. ir. Of hy Gearrefteerde uit den inhoud van dezelve Misfive niet begreep dat hy door deeze Regeerirjg . B 5 wierd  SS aug. ZAAKEN VAN I?3a, ■ Als vooren. Zegt ja, na dat hy van den Heer Equipagemeefter gehoord had, dat hy zyn Roer en Zeilen wilde he'b. ben, als toen zyn best ter. ftond jte hebben gedaan , om van hier te vertrekken, vermits hy meende dat 'er Oorlog tusfchen Denemarken en Holland- wasj Zegt ja. Zegt ja en gezegt te hebben, dat hy blyven en by hem moefte liaan, ito Ohssihnzié vi\ . *»fa-.«h n*r« > ij,-.;;; .-. '■'-Zegt order te hebben gegeeyen om de Stukken, die wierd geordonneerd omme tot nadere dispoficie niet van hier te vertrekken, en dat dus zyn Schip provifioneel wierd geflopt? Art. 12. Of hem Gearrefteerde by dezelve Misfive nietteffens werd beloofd enaangebooden alle zoodanige Provifien en Ververfchingen als by voor zyne Equipage &c. benodigt mogte hebben. Art. 13. Of hy Gearrefteerde daar op aan dezelve Heer Equipagemeefter heeft beloofd, zig aan dezelve ordres te zullen gedraagen , dan of hy Gearrefteerde niet terftond daar op heeft getragt deeze Reede te verlaten? bTOOW ' }3£f fa s\V'as,vv\ena sb, c -i " Ö3o tra tïfiVS Vi c|j flf&d itYsbuoriag & VIL deei 4 Zegt Art. 2; Öf by het arrivement van deszelfs Schip ter deezer Rheede als toen niet ter» Rond' dor den H;er Equipagemeefter Damien Hugó Staring uit naame der Regeeringe is verboo hen om ïemanu van de Euquipage aan de Wal te laaten komen?. Art. 3. Of dien zelveu avond en volgende Saturdag niet verfcheide Provifien en Ververfchingen van de Wal zyn aan Rnnrit trpki.ao-.t O ~ >• 6-"*"bk * C Of  34 aug. ZAAKEN VAN 1782. Zegt Ja, Zegt ja. Zegt zulks niet te weeten , vermits de. Kapitein daar op teritond met den Heer Staring in de Roef is gegaan. Zegt als vooren. Zegt zulks niet recht te kunnen bepaalen, maar dat Item Gevangen is toege-fcheenen circa agt a negen minuuten geweest te zyn? Zegt den Scheepsraad te hebben doen vergaderen , dog niet gezien te hebben , dat hy een bloote Sabel in de hand heeft gehad, voor dat de Refolutie genomen was om te kappen. Zegt Art. 4. Of op Sondag morgen de klokke circa zes a half zeeven niet is aan Boord gekomen de Heer Equipagiemeelter Damien Hugo Staring ^ meede brengende een Brief der Regeeringe. Art. 5. Of hy Gevangen niet heeft gezien , dat de Brief door hem aan den Kapitein Philip Cbristiaan Fugleday is overhandigt geworden? Art. 6. Wat de Kapitein met die Brief heeft gedaan? Art. 7. Of drn Kapitein daar op niet met den Heer Equipagiemeefter Damien Hugo Staring alleen is gegaan in dat Vertrek, het welk agter boven is? Art. 8. Hoe lange zylieden daar wel gebleeven zyn? Art. 9. Of de Kapitein daar na weder op het Dek komende niet teritond eenen blote Sabel van het Spil heeft opgevat, en eenen Scheepsraad gehouden boven op het Dek? i Art.  AUG. STAAT EN OORLOG. i?8«. 3S Zegt dat de Kapitein aan dezelve raad heeft voorgedragen, dat de Regeering deezer Plaatfe aan hem een Brief had gefchreeven, waar uit bleek, dat zy het Schip -alhier wilden floppen , eh het Roer en eenige Zylen aan de Wal wilden neemen, en dat daar op gere1'olveert is om geen tyd te verzuimen voor hunne^Heeren en Meefters om te, kap» pen , en de Zylen by te maaken. Zegt zu'ks niet gehoord te .hebben. yfrl i'.iii'jllssfliï1' flsb - j. bi-tbrliiiïsv ai idiu Zegt ja. tsf $j nfb»a»d Tsfia Is n3q •&$' Jtwiii-gnoov bi q'rrisg S'iiebn-w ' .rr .rtA Zegt neen. Zegt, dat de Kapitein; de Heer Staring heeft belet. , om in zyn Schuic te gaan, en dat daar op , op ordre van de Heer Staring de Schuit is vertrokken, dog dat daar na door de Kapitein is gezegt je hoeft niet verleegen te weezen, daar Art. ïo. Wat hy in dien Scheepsraad heeft voorgedragen , en wat daar in is gerefolveert? v .rr93H j$3.\ Art. II. Wat men na dien Raad aan het Volk heeft gevraagt ? waar op zy alle Ja hebben geantwoord? Art. 12. Of de Kapitein daar na niet heeft geordonneert om het Anker te kappen en de Zylen by te maaken? Arr. 13. Of de Kapitein ook geen ordre heeft gegeeven , om de Stukken die niet gelaaden waren te laaden? Art. 14. Of de Eqü'pagiemeefter Damien Hugo Staring, door den Kapitein niet 'is gearlteerd en op het Schip gehouden geworden, zoo dat de Schuit waar meede hy gekomen was, zonder hem weder was vertrokken ? 2 na ,.invsj nnA'ab1 C 2 Art.  3* am. ZA AKEN VAN ,-g,. daar is myn jol, en ik zal U met vier Man aan de Wal laaten zetten , die wanneer zy niet weder in het Schip zouden kunnen komen, alhier zouden kunnen overblyven , om met een volgende geleegendheid na Deenemarken te kunnen vertrekken. Zegt neen. Zegt daar van niets gezien te hebben. Zegt gezien te hebben, dat toen men beezig was niet fchieten, de Heer Staring na beneeden heeft willen gaan onder het tweede Dek, alwaar zy hun Kruit hebben leggen. Zegt dat hy Gevangen de Heer Staring alleenlyk in het vrindelyke heeft by de Arm gevat, en gezegt, myn Art. 15. Of de Kapitein geene ordre heeft gegeeven, om bp die Schuit te fchieten? Art. 16. Of de Heer Equipagemeefter Damien Hugo Staring, tragtende tegens zyn Schuitvolk te fpreeken, door den Engelfchen Kapitain Hiks en anderen daar in niet is verhinderd geworden, en reeds eenige trappenaf naar beneden in het Schip is voortgeduwt g e. worden ? Art. 17. Of na dat de Juffrouwen reeds beneeden waren gebragt, de Heer Equipagiemeefter Damien Hugo Staring, naderhand , wanneer men fterk van de Batteryen begon te fchieten , niet weder na beneeden heeft willen gaan ? Art. 18. Wat reeaen hy Gevangen heeft gehad omme hem Heer Staring , wanneer hy het Luik na beneedeu wilde  aug. STAAT EN OORLOG. 1782. 37 myn Heer , hier onder is ons Kruit, daar mag je niet weezen , maar daar is de Kajuit en andere plaatzen, welke geheel tot uw dienst zyn. Zegt niemand by zig gehad te hebben. Zegt zulks niet gehoord te hebben. Zegt niet te weeten, dat hetMarszylvalis afgefchooten, maar wel de Bras. Zegt ja. Zegt daar van niets gekoord te hebben. Zegt zulks ook niet te weeten. de afgaan, met nog eenige andere wederom naar bo. ven te doen gaan , en of zulks is gefchied uit ordre van Kapitein Philip Christiaan Fugleday of niet? Art. 19. Wie die andere Perzoonen zyn geweest, die hem Gevangen daar in hebben geasfilteert ? Art. 20. Of de Kapitein Philip Christiaau Fugleday, denzelven Heer Staring ver. volgens niet heeft genoodzaakt by hem op het Dek te moeten blyven? Art. ai. Of eenige tyd daar na , het Voormarszylval niet is afgefchooten en het Zyl is neder gevallen? Art. 22. Of daar op door den Ka. pitein niet is geordonneert de Zylen te ftryken en het Anker te kten vallen? Art. 23. Of de Engelfche Kapitein Hiks , den Kapitein Philip ChristiaanFugleday, niet telkens heeft aangezet om maar onder Zyl te gaan en het Touw te kappen? Art. 24. Of dezelve Kapitein Hiks, niet geduurende al dien tyd met een bloote Sabel op het Dek heeft geloopen ? Zegt C 3 Art.  38 aug. ZAAKEN VAN I?82. Zegt daar van niets gehoord te hebben. Zegt zulks niet gezien te hebben. Zegt ja. Zegt dat zulks is gefchied uit hoofde van de ordres, welke zy daar toe hebben. Zegt denzelven Brief niet geleezen te hebben , dog dat de Kapitein met dezelve Brief in de hand aan henlieden alle den inhoud daar van heeft verkondigt, dat ook de Kapitein aan de Heer Staring heeft geprefenteert gehad , om de Engelfche Pasfagiers met alle hunne Goederen uit te leveren, dog dat het geene de Compagnie aanging door hen alhier niet kon afgegeeven werden. Art. 25. Of hy niet heeft geroepen , toond nu dat je brave Deenen bent, kapt het louw en maakt de Zylen by? Art. 26. OF de zelve niet eenige Kabelgaarens heeft los gehakt, om de Zylen des te fpoediger by te krygen? Art. 27. Of toen de Heer Staring aan Boord kwam, als toen niet alle de Snaphaanen om de Spil, en de Sabels en Patroontasfen met de Trom daar boven op klaar Ronden ? Art. 28. Om wat reeden dit alles aldaar reeds zoodanig was geprepareert ? Art. 29. Of aan hem Gevangen de bovengemelde Brief der Regeering niet is voorgeleezen , dan of hy dezelve ook in eigener Perfoon heeft geleezen ? Zegt Art.  Apo. STAAT EN OORLOG. 1782. 39 C 4 -ö» Art. 30. Zegt daar van niets ge- Of hy Gevangen niet noord te hebben. heeft gehoord, dat de Heer Staring aan de Kapitein heeft gezegt, dat hier een Deensch Conful was , err dat hy best zou doen om alles wat hy nodig had door denzelven te doen verzoeken ? (Onder ftond) Aldus gevraagt en beantwoord in het Retourfchip de Morgenfter, den ai January 1582. (Was geteekent) h. iunge. (Laager) My prefent. (Was geteekent) h. l. blettrrman , Gezwooren Clercq. (In margme) Ah Gecommitteerden. (En geteekent) j. f. kirsten en s. v. echten» (Lager ftond) Accordeert. (Was get.) h. l. bletterman. Gezw. Clercq.  4o aug. ZAAK EN VAN I?o2. ■ Compareerde voor ons ondergeteekende Gecommitj teerdens uit den Edelen Ast baar en Raade van Juftitie deezes Gouvernements, Matz Langeland, Onder/luurman op het Deensch Sifiatisch Oos tindis ch Compagniefchip het Kasteel van Dansburg , de welke 'op de onderfiaande FraagPoin&en zoodanig heeft geantwoord als hezyden een ieder dei zeiver aangeteekent ftaat. Zegt Mats Langeland , oud acht en veertig jaaren, Onderbuurman op het Schip het Kasteel van Dansburg , geboortig van Denemarken. Zegt ja. Zegt ja. Zegt Interrogatorien gedaan maaken, en aan de Heeren Gecommitteerdens uit den Edele A^tbaaren Raade van Juftitie deezes Gouvernements, overgeleevert , omme daar op ter requifttie van den Independent Fiscaal Mr. Willem Cornelis Boers, R. O, gehoord te worden den Perzoon van Matz Langeland , van Denemarken, als Onderftuurman op het Deensch Afiatisch Oostindisch Compagniefchip het Kasteel van Dansburg, geëngageerd. Art. i. Des Gevangen naam , ouderdom, kwaliteit en geboorte Plaats? Art. 2. Of by het arrivement van deszelfs Schip ter deezer Rheede, als toen niet terdond door den Heer EquipngiemeederDamien Hugo Staring, uit naame der Regeeringe is verbooden , om iemand van de Equipagie aan de Wal te laaten komen ? Art. 3. Of dien zeiven avond en den volgenden Saturdagniet rerfcheidene Provilien en Ver-  aug. STAAT EJN OORLOG. 1782. &x Zegt ja. Zegt niet gezien te hebben , dat de Brief door de Heer Staring aan den Kapitein is overgeleevert geworden , maar wel dat dezelve Brief door den Kapitein op het Dek, in prefentie van den Heer S:aring, is geleezen. Vervalt. Zegt neen zulks niet gezien te hebben. Vervalt. Zegt ja Scheepsraad te hebben gehoudeu ; dog niet gezien te hebben , dat hy een bloote Sabel in de hand had. Zegt, /erverfchingen van de Wal ',yn aan Boord gebragt? Art. 4. Of op Zondag morgen , de Klokke circa zes a half zeeven niet is aan Boord gekomen de Heer Equipagiemeelter Damien Hugo Staring, meede brengende eenen Brief der Regeeringe? Art. 5. Of hy Gevangen niet heeft gezien , dat de Brief door hem aan den Kapitein Philip Christiaan Fugleday is overhandigt geworden ? ■ Art. 6. Wat den Kapitein met dien Brief heeft gedaan ? Art. 7. Of de Kapitein daar op niet met de Heer Equipagiemeelter D. H. Staring alleen is gegaan in dat Vertrek , het welk agter boven is? Art. 8. Hoe lange zylieden daar wel gebleeven zyn ? Art. 9. Of de Kapitein daar na weeder op het Dek komende, niet teritond eenen blooten Sabel van het Spil heeft opgevat , en eenen C 5 Scheeps-  4* aug. 2AAKEN VAN 1782. Zegt, dat de Kapitein in dezelve Raad heeft voorgedraagen, dat 'er een Brief was gekomen van de Regeering , waar uit bleek, dat men het Schip alhier wilde floppen, en het Roer eii eenige Zylen aan de Wal wilde brengen, en dat men de Commando van haar wilde afneemen , en dat daar op gerefolveert is, dat het best was voor hunne Heeren en Meefteren, om onder het Gefchut van daan te komen , en haare reize voort te zetten , en tot dat einde het Anker te kappen, en de Zylen by te maaken. Zegt dat het een gewoonte i§ by de Deenen, wanneer zy het Volk iets ordonneeren , dezelve als dan ja antwoorden. Zegt ja. Zegt daar van niet te weeten. Zegt wel gezien te hebben, Scheepsraad gehouden boven op het Dek. Art. 10. Wat hy in dien Scheepsraad heeft voorgedraagen, en wat daar in is gerefolveert ? Art. iï. Wat men na dien Raad aan het Volk heeft gevraagt, waar op zy allen ja hebben geantwoord? Art. ia. Of de Kapitein daar na niet heeft geordonneert om het Anker te kappen én de Zylen by te maaken? Art. 13. Of hy Kapitein , ook geen order heeft gegeeven, om de Stukken die niet gelaaden waren te laaden ? Arf. 14. Of de Heer Equipagiemee.  STAAT EN OORLOG. 1782. 43 *UG. ben, dat de Schuit van de fleer Scaring is weg geroeit, terwyl-de Heer Staring zelfs nog aan Boord van' zyn Gevangen Schip was, dog niet te weeten ,. dat hy door den Kapitein is gearrefteert geworden. Zegt neen , zulks niet gehoord te hebben. Zegt daar van niet gehoort te hebben. , 1 Zegt neen, nog het een nog het ander gezien te hebben. » Zegt daar van ook niets gezien te hebben. Ver. meeller D. Hugo Staring door den Kapitein niet is gearrefteert , en op het Schip gehouden geworden, zoo dat de Schuit, waar meede hy gekomen was , z -nder hem weder is vertrokken ? Art. ij. Of de Kapitein geene ordre heeft gegeeven, om op die Schuit te fchieten? Art. 16. Of de Heer'Equipagiemeefter D. Hugo Staring, tragtende tegens zyn Schuitvolk te fpreeken, door den Engelfchen Kapitein Hiks en anderen daar in is verhindert geworden, en reeds eenige trappen af naar be? needen in 't Schip is voort geduuwt geworden? Art. 17. Of na dat de Juffrouwen reeds beneeden waaren gebragt, en de Heer Equipagiemeefter D. Hugo Staring, naderhand, wanneer men fterk van de Batteryen begon te fchieten, niet weeder naar beneeden heeft willen gaan? Art. 18. Of wanneer de Heer Staring her. Luik naar beneedeu wilde afgaan, de Ópper-Stuurman Junge , met nog eenige Manfchappen htm zulks niet hebben belet gehad met de bloote Sabel in de Vuist? Art.  44 aüg. 2AAKEN VAN I78su Vervalt. Vervalt, Zegt niet anders gezien te hebben , of te weeten, als dat de Kapitein Staring van beneeden heeft doen roepen , om hem te verzoeken , dat hy aan de Snauw zou toeroepen om zyn Sein needer te laaten, op dat zy zouden ophouden met fchieten van de Wa'. Zegt niet gezien te heb. ben dat 'er een Marzyl Val aan Stukken gefchooten is maar dat zy de Vallen hebben los gefmeeten om het Zeil ^te ftryken , dog dat het Zeil niet na beneeden heeft gewjlt, vermits het tegen leide , dat zelfs in bet groot Marszeil Val een Kink is gekoomen , waarom zy hetzelve nog hebben gekapt om het Zeil te eerder te doen ftryken. Zegt ja zoo ras ordre is gegeeven om de Vlag te ftryken , ook teffens als j toen geordonneert te zyn ] om bet Anker te laaten 1 vallen en de Zeilen te ftryken. Zegt Art. iQ. Wie de andere Perfoonen zyn geweest ? Art. so. Of zulks is gelchied op ordre vail den Kapitein Chriftiaan Philip Fugleday ? Art. 21. Of de Kapitein Christiaan Philip Fugleday, den. zeiven Heer Staring niet heeft genoodzaakt by hem op het Dek te moeten blyven ? * Art. 22. Of eenigen tyd daar na het Voormarszeilval niet is afgefchoten, en het Zeil is neder gevallen ? Art. 23. Of daar op door den kapitein is geordonneert teworden , de Zeilen te tryken en het Anker te aaten vallen? Art.  400. STAAT EN OORLOG. 1781. 45 Zegt niets daar van gehoord te hebben. Zegt, zulks niet gezien te hebben. Zegt, zulks ook niet gehoord te hebben. Zegt, zulks meede niet gezien te hebben. Zegt ja. iWftilrTjip i »-»« *s .h Zegt, om dat hun verboden wierd met hunne Landlieden die op de Reede laagen te mogen fpree. ken , om dat zy niet aan de VVal mogten komen,en om dit zy nog boven dien het Snauw.Scheepje , als een Wagt p zy van hun hadden gekreegen, uit hoofde Art. 34. Of de Engeliche Kapitein P. C. Fugleday niet telkens heeft aangezet, om maar onder Zeil te gaan en het Touw te kappen? Art. 25. Of dezelve Kapitein Hiks, niet geduurende al dien tyd met een bloote Sabel op het Dek heeft geloopen? Art. 26. Of hy niet heeft geroepen , toont nu dat je brave Deenen bent, kapt het Touw en maakt de Zvlen by? Art. 27. Of de zelve niet eenige •Kabelgaarens heeft los gemaakt , om de Zylen des te fpoediger by te krygen. Art. 28. Of toen de Heer Staring aan Boord kwam, ais toen niet alleen de Snaphaanen om de Spil, en de Sabels tn Patroon iasfen met de Trom daar boven op klaar Ronden ? Art. 29. Om wat reeden dat alles reeds aldaar zoodanig was geprepareert ?  46 aug. Z A A K E N VAN 1782 de van het een en het ander te hebben geprepareert, cm niet overvallen te worden, zelfs boven dien eene ordre te hebben aan Boord van hunne Schepen, om zig altoos in ftaat van defenfie te houden. (Onder ftond) MoASLf WS Ë" bf ntW°°rd in het Retourfchipde akories chrïstiaan stuur, (Laager ftond ) %J feUie.aut) j. f. kius'wn en s. v. echten. - (Lager ftond) Accordeert, (Was get.) J*Jïi> ffittlT h. l. bletterman, Gezw. Ckrcq. ■ Com-  aug. STAAT EN OORLOG. 1782. Compareerde voor ons ondergeteekende Gecommitteerdens uit den Edf Agib. Raade van Jus* . titie deezes Gouvernements Laurents Pieter Fabritius, derde Stuur. wan op 't Deensch Afia. tifche Oostindisch Compagniefchip het Kasteel van Dansburg , dewelke op de onderfiaandeFraag-Poin&en zoodanig heeft geantwoord, als bezyden een ieder derzelver aangeteekent ftaat. Zegt Laurents Pieter Fabritius , oud zes en twintig jaaren, derde Stuurman op het Schip Kasteel van Dansburg , uit Deenemarken geboortig. Zegt ja. Zegt ja. Zegt Interrogatorien gedaan maaken ende aan Heeren Gecommitteerdens uit den Edelen Agtbaaren Raade van Juftitie deezes Gouvernements overgeleevert , omme daar op ter Requifitie van den Independent Fiscaal Mr. Willem Cornelis boers, R. O. gehoord te worden den Perfoon van Laurents Pieter Fabritius, , uit Deenemarken geboortig, als derde Stuurman op het Deensch Afiatisch Oostindisch Compagnie-, fchip het Kastefil van Dansburg geëngageerd. sa {Tgei )■ ra . i aaS Art. 1. Des Gevangen Naam , Ouderdom , Qualiteit en Geboorteplaats ? Art. 2. Of by het arrivement van deszelfs Schip ter deezer Reede , als toen niet terftond door den Heer Equipagemeefter Damien Hugo Staring, uit naame der Regeeringe is verbooden om iemand van de Equipage aan de Wal te . laaten komen ? Art. 3, Of dien zeiven avond en volgende Saturdag niet verfchei'  4$ aug.' ZAAKEN VAM' Zegt ja. Zegt zulks niét gezien te hebben, dog naderhand wel te hebben gezien, dat de Kapitein denzelfden Brief geopend in zyne han. den had. Zegt zulks niet regt te weeten. Zegt, zulks niet gezien te hebben , vermits toen nog niet boven was , dog zulks naderhand wel te hebben gehoord. Vervalt. t^uiH nah «Q.-h KfltifH. Zegt dat de Kapitein een, Scheepshouwer heeft in de Hand gehad, en Scheepsraad op het Dek heeft ge I houden. Zegt dat de Kapitein in de 1782. • fcheide Provifien en Vefverlcinngen van de Wal zyn aan Boord gebragt? Arr, 4> , °P Sondag morgen de Klokke Circa zes a half zeeven niet js aan Boord gekomen de Heer Equipagiemeefter Damien Hugo Maring , meedebfengende een Brief der Regeeringe. Arr. 5. Of hy Gevangen niet heeft ffÉzipn Avt Aa a.:.c door hem aan den Kapitein Philip Chriftiaan Fugleday, is overhandigt geworden? Art 6". Wat de Kapitein met die Brief heeft gedaan ? Art. 7* Of den K:pitein daarop ' niet met den Heer Ëqui. pögiemeefter Damien Hugo Staring , alleen' is gegaan in dat - Vertrek het welk agter boven is. Art. 8. Hoe lange zylieden daar wel gebleeven zyn ? Art. 9. Of de Kapitein daar na weder op het Dek koomende niet teritond eenen blote Sabel van tiet Spil heeft opgevat en eenen Scheepsraad gehouden boven od het Dek? v Art. 10. Wat hy in dien Scheepsraad  aug. STAAT EN OORLOG. 1782. 49 de Scheepsraad als toen heeft voorgedragen, dat hy een Brief van de Regee ring had gekreegen , waar by hun belet wierd van hier te vertrekken, en dat men zyn Roer en Zeilen wilde aan de Wal hebben, en dat daar op gerefolveerd is tot beste van de Com. pagnie, om het Schip niet te doen ophouden te kappen en onder Zyl te gaan. Zegt dat wanneer'er iets geordonneert word het Volk met ja 't beantwoord. 0 Zegt ja. Zegt daar van niet te weeten, maar wel, dat 'er ordre is gegeeven om niet te fchieten. Zegt zulks niet gehoord te hebben. Zegt zulks niet te weten. VIL deel. Zegt Zegt zulks niet te weten. VIL deel. Zegt raad heeft voorgedragen , en wat daar in is gerefolveert ? Art. 11. Wat men na dien Raad aan het Volk heeft gevraagt? waar op zy alle Ja hebben geantwoord ? Art. 12. _ Of de Kapitein daar na niet heeft geordonneert om het Anker te kappen en de Zeilen by te maaken? Art. 13. Of hy Kapitein ook geen ordre heeft gegeeven om de Stukken die niet gelaaden waren te laaden ? Arr. 14. Of de Heer Equipagiemeefter Damien Hugo Staring , door den Kapitein niet is gearrelteerd en op het Schip gehouden geworden , zoo dat de Schuit waar meede hy gekomen was, zonder hem weder was vertrokken? Art. 15, Of de Kapitein geene jrdre heeft gegeeven om O op  jo aug. ZAAKEN VAN 178*, Zegt voor in het Schip geweest te zyn en dus daar van niets te weeter. Zegt de Heer Staring, wel boven en ook beneeden te hebben gezien. Zegt daar van niets ge. zien te hebben. Vervalt; Vervalt, Z«gt op die Schuit te fchieten? Art. 16. Of de Heer Equipagiemeefter Damien Hugo Staring, tragtende tegens zyn Schuitvolk te fpreeken , door den Engelfchen Kapitein Hiks en anderen daar in niet is verhindert geworden , en reeds eenige trappen af naar beneden in het Schip is voortgeduwt geworden ? Art. 17. Of na dat de-Juffrouwen reeds beneeden waren gebragt, de ^er Equipagiemeefter Damien Hugo Staring, naderhand, wanneer men fterk van de Batteryen begon te fchieten niet weder na beneeden heeft willen gaan? Art. 18. Of wanneer de Heer Staring het Luyk naar beneeden wilde afgaan, de Opper-Stuurman Junge, met nog eenige Manfchappen hem zulks niet hebben belet gehad met de bloote Sabel in de Vuist? Art. 19. Wie die andere Perfoo, nen zyn geweest. Art. 20. Of zulks is gefchied op ordre van den Kapitein Chriftiaan Philip Fugleday ? Art.  auo; STAAT EN OORLOG. i?Sa. 5| Zegt zulks ook al niet te weeten. Zegt dat de Marszeil Bras is afgefchooten dog van het val niet te weeten, en dat naderhand na dat hejt Anker in de grond was, het Zeil door hem zelfs is geftreeken. Zegt ja. Zegt zulks niet gezien te hebben. Zegt zulks niet gehoord te hebben. Zegt als veorea. . Zegt Art. 21. Of de Kapitein Christi. aan Philip Fugleday, denzeiven Heer Staring niet heeft genoodzaakt by hem op het Dek te moeten blyven? Art. 22. Of eenigen tyd daar na het Voormars Zeilval niet is afgefchoten , en het Zeil is neder gevallen? Art. 23. Of daar op door den Kapitein is geordonneert geworden , oe Zeilen te ftryken en het Anker te laaten vallen ? Art. 24. Of de Engelfche Kap', tein Hiks den Kapitein P. C. Fugleday niet telkens heeft aangezet , om maar onder Zeil te gaan en het' Touw te kappen ? Art. 25. _ Of dezelve Kapitein Hiks, niet geduurende al dien tyd met een bloote Sabel op het Dek heeft geloopen? Art. 9.6. Of hy niet heeft geroepen , toont nu dat je brave Deenen bent, kapt het Touw en maakt de Zeilen by? Art. 27. Of hy zelve niet eenige Kabelgaarens heeft los gemaakt om de Zeilen des D 2 te  Si aug. Z A AREN VAN 1782. te fpoediger by te krygen. Art. 28. > Zegt ja, Of toen de Heer Staring aan Boord kwam, als toen niet alleen de Snaphaanen om de Spil, en de Sabels en Patroontasfen met de Trom daar booven op klaar ftonden ? Art. 29. Zegt niet anders te wee- Om wat reeden dat alles ten als om klaar te wezen, reeds aldaar zoodanig was geprepareert ? (Onder ftond) Aldus gevraagt en beantwoord in het Schip de Morgenlter den 21 January 1782. (Was get.) l. p. fa« britius , (Laager ftond) My prefent. (En geteekent) h» l. bletterman, Gezwooren Clercq. (In Margine) als Gecommitteerdens, (En geteekent) j, f. kir- STtN en s. V. ECHTEN. (Lager ftond) Accordeert, (Was get.) H. L. BLETTERMAN, Gezw. Clercq.  KVG. STAAT EN OORLOG. 1782. 53 Compareerde voor ons Ondergeteekende Gecommitteerdens uit den Edelen Achtbaaren Raade van fustitie deezes Gouvernements , Nicolaas Brink, vierde Stuurman op het Deensch Afiatisch Ooftindisch Compagnies Schip het Kasteel van Dansburg , dewelke op de onder ft aande Vraag -Poincten zoodanig heeft geantwoord , als bezyden een ieder derzelver aangeteekend ftaat. Zegt Nicolaas Brink van Coppenhagen , oud zeven en twintig jaaren , vierde Stuurman op het Kasteel van Dansburg. Zegt ja. •si;.'. JI XI ftfl&sm • Zegt ja. Zegt Interrogatorien gedaan maken ende aan Heeren Ge* committeerdens uit den Edelen Achtbaaren Raade van Juftitie deezes Gouvernements overgeleevert , omme daar op ter Requifitie van den Independent Fiscaal Mr. Willem Cornelis Boers, R. O. gehoord te worden den Perfoon van Nicolaas Brink, van Coppenhagen , als vierde Stuurman op het Deensch Afiatisch Oostindisch Compagniefchip het Kasteel van Dansburg geëngageerd. Art. 1. Des Gevangen naam , ouderdom, kwaliteit en geboorte Plaats? Art. ft. Of by het arrivement van deszelfs Schip ter deezer Reede , als toen niet terRond door den Heer Equipagiemeefter Damien Hugo Staring, uit naame der Regeeringe is verbooden, om iemand van de Equipagie aan de Wal te laaten komen. Art. 3. Of dien zeiven avond en den volgenden Saturdag niet verfcheidene Provifien D 3 en  54 aug. ZAAKEN VAN 1783* Zegt ja. Zegt, zulks niet gezien te nebben. Zegt daar van niets anders te weeten, als dathy gezien heeft, dat denzei. ven aan den Scheeps adlïltent is overgegeeven geworden. Zegt zulks niet gezien te hebben. Vervalt, -Git fi332£l 31 hsW eb rrcfl Zegt ja ?cd« de Kapitein Scheepsraad heeft gehouden op het Dék , dat hy ook wel een Zabel heeft in en Ververfchingen van d$ Wal zyn aan Boord ee. bragt? 6 Art. 4. , Of °P Zondag morgen , de Klokke circa zes a half zeeven niet is aan Boord gekoomen de Heer Equipagiemeefter Damien Hugo Staring , tneedebrengende eenen Brief der Regeeringe? Art. j. Of hy Gevangen niet heeft gezien dat de Brief aoor nem aan den Kapitein Philip Chriftiaan Fugleday is overhandigt geworden ? Art. 6. Wat de Kapitein met dien Brief heeft gedaan? 9bwi» t ntnse[ gijatwj' ab Art. 7. Of de Kapitein daar op niet met den Heer Equipagiemeefter D. H. Staring , alleen is gedaan in dat Vertrek, het welk agter boven is? Art. 8. Hoe lange zylieden daar wel gebleeven zyn? Art. 9. Of de Kapitein daar na weeder op het Dek komende , niet terftond eenen blooten Sabel van het Spil heeft  auo. STAAT EN OORLOG. 1782. 5S in de Hand gehad, dog dat hy niet weet of hy voor of na den Scheepsraad de« zelve heeft in de Hand genomen. Zegt dat den Kapitein in denzelven Scheepsraad heeft voorgedragen dat 'er een Brief van de Regeering was gekomen, om het Schip te ftoppen en dat men het Roer en eenige Zeilen wilde aan de Wal hebben, en dat hy begreep dat het beste was te kappen en de Zeilen by té maaken , en dat daar op ook zulks alzoo by den Raad is gerefolveerd. Zegt zulks niet te weeten. Zegt ja. Zegt ja. Zegt wel gezien te hebben , dat de Schuit weg was, terwyl de Heer Staring nog aan Boord was, dog voor het overige daar van heeft opgevat, en eenen Scheepsraad gehouden boven op het Dek? Art. 10. Wat hy in dien Scheepsraad heeft voorgedraagen , en wat daar in is gerefolveert? Art. 11.' Wat men na dien Raad aan het Volk heeft ge vraagt, waar op zy allen ja hebben geantwoord? Art. 12. Of de Kapitein daar na niet heeft geordonneert om het Anker te kappen en de Zeilen by te maaken? Art. 13. Of hy Kapitein, ook geen order heeft gegeeven, om de Stukken die niet gelaaden waren te laaden? Art. 14. Of de Heer Equipagiemeefter D. Hugo Staring, door den Kapitein niet is gearrefteert, en op het Schip gehouden geworden, D 4 200  ;6 aug. ZAAKEN VAN 178a. van niets anders te weeten, 'als dat de Heer Sta. ring van Boord hebbende w'llen gaan, zulks door de Kapitein is verhinderd geword en, onder het zeggen, je moet zoo lange wagten tot dat ik onder Zeil ben, dan zal ik je met myn kleine 'Boot met vier Man aan de Wal ftuuren., en dat de Compagnie dezelve vier man als dan zoo lange moede betaalen , tot dat zy weeder te Huis konden komen. 6 Zegt zulks niet te weeten. Zegt zulks niet te wee. ten. Zegt ja. zoo dat de Schuit waar meede hy gekomen was zonder hem weeder is vertrokken ? Aft. 15. Of de Kapitein geene ordre heeft gegeeven om op die Schuit te fchieten. Arr. 16. Of de Heer Equipagie. meeller D. Hugo Staring, tragtende tegens zyn Schuitvolk te fpreekeh door den Engelfchen Kapitein Hiks, en anderen daar in is verhindert geworden, en reeds eenige trappen af naar beneeden in het Schip is vooitgeduwt geworden ? -Art., 17. Of na dat de juffrouwen ■eeds beneeden waren ge>ragt de Heer Equipagieneelter Damien Hugo Staing, naderhand, wanneer nen fterk van Batteryen >egon te fchieten niet we. Ier na beneeden heeft wilen gaan ? Art* Zegt  aug. STAAT EN OORLOG. 1782. 57 Zegt alleenlyk gezien te hebben dat de Opperltuurman Junge de Heer Staring , wanneer hy by het Luik was gekomen alwaar de Juffrouwen zig bevonden en beezig was om na beneeden te willen gaan by de Juffrouwen,als toen den Opperltuurman Junge hem by den Arm heeft gevat en gezegt hier moet je niet onder komen , hier is onze Kruidkamer, en dat de Heer Staring daar op weder is na boven gegaan. Zegt niet te weeten dat de Stuurman Junge eenige Perfoonen tot dat einde heeft by zig genomen , maar wel dat ze aldaar overal onder de Matroozen waren. Zegt zulks niet te weeten. Zegt zulks ook niet te kunnen zeggen. Zegt wel gezien te hebben dat de Marszeil Bras was afgefchooten, dog van het val niet te weeten. Zegt Art. 18. Of wanneer de Heer Staring het Luik naar beneeden wilde afgaan, de Op-. per-Stuurman Junge , met nog eenige Manfchappen hem zulks niet hebben belet gehad met de bloots Sabel in de Vuist? Art. iq. Wie de andere Perfoonen zyn geweest? Art. 20, Of zulks is gefchïed op ordre van den Kapitein Chriftiaan Philip Fugleday ? Art. 21., Of de Kapitein Christiaan Philip Fugleday, denzelven Heer Scaring niet heeft genoodzaakt by hem op het Dek te moeten blyven ? Art. 22. Of eenigen tyd daar na het Voormars Zeilval niet is afgefchoten, en het Zeil is neder gefchooten? D 5 Art.  58 aug. Z A AKEN VAN 178a. Zegt ja. Zegt zulks niet te weeten. Zegt hem met geen bloote Sabel te hebben zien loopen. Zegt zulks niet gehoord te hebben., Zegt 'zulks ook niet gezien te hebben. ■Zegt ja. Zegt om dat de kleine Snaauw hem op zyde was gelegd en dat zy niet wisten Art. 23. Of daar op door den Kapitein is geordonneert geworden , de Zeilen te ftryken en het Anker te laaten vallen? Art. 24. Of de Engelfche Kapitein Hiks, den Kapitein P. C. Fugleday niet telkens heeft aangezet, om maar onder Zeil te gaan en het Touw te kappen P Art. 25. Of dezelve Kapitein Hiks, niet geduurende al dien tyd met een bloote Sabel op het Dek heeft geloopen? Art. 26. Of hy niet heeft geroepen, toont nu datje brave Deenen bent, kapt het Touw en maakt de Zeilen by? Art. 27. Of hy zelve niet eenige Kabelgaarens heeft los gemaakt om de Zeilen des te ipoediger by te krygen. Art. 28. Of toen de Heer Staring aan Boord kwam, als toen niet alleen de Snaphaanen om de Spil, en de Sabels en Patroontasfen met de Trom daar booven op klaar ftonden ? Art. 29. Om wat reeden dat alles reeds aldaar zoodanig was geprepareert ?  aug. STAAT EN OORLOG. 1782.,,. & ten wat zy daar van maaken moesten , en dat ook boven dien de ordre van de Compagnie meede brengt om zig altoos klaar te hou- . den. k (Onder Rond) Aldus gevraagt en beantwoord in het Retourfchip de Morgenlter den ai Januaryi782. (Wasget.)n. brinS. (Laagen ftond) My prefent. (Was get.) h. l. bletterman, Gezwooren Clercq. (In Margine) Ah Gecommitteerdens. (Was get.) j. f. kersten en s. v, echten. (Laager ftono*) Accordeert, (Was get.> h. l. 8letterman, ■.^s.i isdvdlO Gezw. C/ertg. Co».  avg. ZAAKEN VAN Compareerden voor ons ondergetekende Gecommitteerden* uit den Edelen Agthaaren Raade van jfuftitie deezes Gouvernements, de Perfoon van Pieter Holleker Lindam, Boekhouder op het Deensch Afiatisch Oost. i indisch Compagniefchip het Kasteel van Dansburg , dewelke op neevens* gaande Vraagen zoodanig geantwoord heeft als ■ bezyden ieder derzelver aangeteekent ftaat. Zegt Pieter Holleker Lin», dam, Boekhouder van het Schip het Kasteel van Dansburg, oud dertig jaaren van Deenemarken geboortig. Zegt ja. Interrogatorien gedaan maaken, en aan de Hee. ren Gecommitteerdens uit den Edelen Agtbaaren Raade van Juftitie deezes Gouvernements, overgeleevert , omme daar op ter requijitie van den Independent Fiscaal Mr. Willem Cornelis Boers , R. O. gehoord te worden den Perfoon van Ple* ter Holleker Lindam , als Boekhouder op het Deensch Afiatisch Oostindifch Compagniefchip het Kasteel van DansburS> geëngageerd. Art. 1. Des Gevangen Naam , Ouderdom , Kwaliceit en Geboorteplaats ? Zegt ja. Art. 3. Of by het amvementvan deszelfs Schip ter deezer Rheede als toen niet terftond door den Heer Equipagemeefter Damien Hugo Staring, uit naame der Regeeringe is verbooden, om iemand van de Equipage aan de Wal te laaten komen ? Art. 3. Of dien zeiven avond =n volgende Saturdag niet verfcheide Provifien en i/erverfchingen van de Wal zyn aan Boord ge. «ragt? 6 Art.  mg: STAAT EN OORLOG. 1782. tfi Zegt ja. Zegt dat den Kapitein dezelve Brief reeds in handen had, wanneer hy Gevangen door denzelven is geroepen om de Brief te zien. Zegt den Brief in de Roef op de Tafel te hebben gelegt, en dat hy Gevangen daar binnen is gegaan om dezelve te leezen. Zegt toen niet boven te zyn geweest. Vervalt. Zegt dat hy Gevangen 'er niet op gelet heeft of de Kapitein een bloote Sabel in de hand heeft gehad ofte niet , maar wel dat 'er Scheepsraad is gehouden. Zegt dat de Kapitein in die zelve Scheepsraad aan hen- Arr. 4.' Of op Sondag morgen de klokke circa zes a half zeeven niet is aan Boord gekomen de Heer Equipagiemeelter Damien Hugo Staring, meede brengende een Brief der Regeeringe. Art. 5. Of hy Gevangen niet heeft gezien dat de Brief door hem aan den Kapitein Philip Christiaan Fugleday is overhandigt geworden? Art. 6. Wat de Kapitein met die Brief heeft gedaan ? Art. 7. Of den Kapitein daar op niet met den Heer Equipagiemeefter Damien Hugo Staring alleen is gegaan in dat Vertrek het welk agter boven is. Art. 8. Hoe lange zylieden daar wel gebleeven zyn? Art, q. Of de Kapitein daar na weder op het Dek koomende niet terftond eenen blote Sabel van het Spil heeft opgevat, en eenen Scheepsraad gehouden boven op het Dek? Art. 10. Wat hy in dien Scheepsraad heeft voorgedragen , en  6i Aüe. ZAAKEN VAN 1782. henlieden alle heeft voorgedraagen , dat een Brief was gekomen van de Regeeringe , waar by henlieden was verbooden geworden , om van hier te vertrekken , en dat de Heer Staring aan Boord was gekoomen om het Roer en <3e Zeilen weg te neemen, en dat, vermits zulks (treed met de Ordres dewelke zylieden vim hunne Heeren en Meefteren haddeH gekreegen als welke Ordres dicteeren, dat zylieden zig niet zullen ophouden, maar hunne reize zoo fpoedig voortzetten als doenlykis, dat voorts hy niet regt te" weeten kon de krygen, of het Vreede of Oorlog was, en dat hy daarom in confideratie gaf, of het niet best was te kappen, en te zien of men weg konde komen, daar op gerefolveert is hetzelve te doen. Zegt dat misfchien iets gecommandeert zyn zal als wanneer doorgaans de gewoonte is , dat die geene die het digtfte by zynAntwoorden lïelle of ja. Zegt ja. Art. ir. Wat men na dien Raad aan het Volk heeft gevraagt? waar op zy alle ja hebbeii geantwoord ? Art. i2. Of de Kapitein daar na niet heeft geordonneert om net Anker te kappen en de Zeilen by te maaken? Zegt Art. en wat daar in is gerefolveert ?  *UG. STAAT EN OORLOG. 1782. 63 Zegt zulks niet te weeten. Zegt niet op het Dek geweest te zyn, als na dat de Schuit van de Heer Staring reeds aan Boord was enbezyden de kleineSnaauw lag. Vervalt. Vervalt. Zegt ja. Zegt Art. 13.! Of hy Kapitein ook geen ordre heeft gegeeven om. de Stukken die niet gelaaden waren te laaden? Art. 14. Of de Heer Equipagiemeelter Damien Hugo Sta» ring door den Kapitein niet is gearrefteerd en op het Schip gehouden geworden, zoo dat de Schuit waar meede hy gekomen was, zonder hem weder was vertrokken ? Art. 15. Of de Kapitein geene ordre heeft gegeeven om op die Schuit te fchieten? Art. iC. Of de Heer Equipagiemeelïer Damien Hugo Staring tragtende teegens zyn Schuitvolk te fpreeken, door den Engelfchen Kapitein Hiks en anderen daar in niet is verhindert geworden , en reeds eenige trappen af naar beneden in het Schip is voortgeduwd geworden ? Art. 17. Of na dat de Juffrouwen reeds beneeden waren gebragt, de Heer Equipagiemeefter Damien Hugo Staring, naderhand, wanneer men Rerk van de Batteryen begon te fchieten niet weder na beneeden heeft willen gaan? , Art.  04 avo. ZAAKEN VAN i?82i , Zegt dat hy Gevangen wel heeft gehoord dat de Opperftuurman Junge heeft gezegt, je moet beneeden in de Conftapels Kamer gaan; dog de Opperftuurman of de andere niet gezien te hebben. Vervalt. Zegt zulks niet te weeten. Zegt beneeden by de Juffrouwen te zyn geweest, en dus zulks niet te weeten. Zegt ja. Zegt eerst geordonneert te zyn om de Vlag te ftry. ken, en daar na om te Ankeren, en de Zeilen te bergen. Zegt zulks niet te weeten. Zegt Art. 18. , Of wanneer de Heer Staring het Luik naar beneeden wilde afgaan , de Op. per-Stuurman junge , met nog eenige Manfchappen hem zulks niet hebben belet gehad met de bloote Sabel in de Vuist? Art. 19. Wie die andere Perfoonen zyn geweest? Art. 20. Of zulks is gefchied op ordre van den Kapitein Chriftiaan Philip Fugleday ? Art. ai. Of de Kapitein Christiaan Philip Fugleday, denzelven Heer Staring niet heeft genoodzaakt by hem op het Dek te moeten blyven ? Art. 2a. Of eenigen tyd daar na het Voormarszylval niet is afgefchoten, en het Zyl is neder gevallen? Art. 23. Of daar op door den Kapitein is geordonneert geworden, de Zylen te ftryken en het Anker te laaten vallen ? Art. 24. Of de Engelfche Kapi. tein Hiks den Kapitein P. C. Fugleday niet telkens heeft aangezet, om maar onder Zyl te gaan, en het Touw te kappen? Art.  ■AUG. STAAT EN OORLOG. 1788. 65 Zegt hem niet met een bloote Sabel in de hand gezien te hebben. fnajr.wj afljfyls) ■<• den blyven behouden totdat zy weder in Coppenhagen zouden kunnen komen , dog Art. 31. Of dezelve Brief niet in de allervriendelykfte termen was opgelteld, en aan henlieden alle Ververfchingen en benoodigtheeden daar by zyn aangeprefenteert geworden, omme dezelve alles zelfs met eige Vaartui. gen van de Wal aan Boord van het Schip te bezorgen? Art. 3L |. Wanneer hy Gevraafden zeiven de Brief heelt geleezen, voor of na den Scheepsraad ? Art, 32, Of hem gevraagde ook iets meer van het geval bekend is ? Of  aug. STAAT EN OORLOG, 17?*. dog dat naderhand een Kogel door het Jol is gegaan, waar docr hetzelve is aan Huk gefchooten. Zegt ja dog dat hyConful nog niet door deeze Regeering was geaccep. teert, en dat den Kapitein daar op heeft geantwoord, dat het de pligt van die Conful was , om aan hem kennis daar van tegeeven, vermits hy Kapitein uit het Land kwam , en by zyn voorig arrivement alhier geen Conful had gevonden. (Onder ftond) Aldus gevraagt en beantwoord in het Schip de Mor. genfter, den ai Januarv 178*. (Was geteekent) p. h. tiNDAM , (Laager) My prefent. (Was geteekent) h. l. bletterman , gezwooren Clercq. (In Margine) als Gecommitteerdens* (Geteekent) j. f. kirsten en S. V. ECHTEN. (Laager ftond) Accordeert, (Was get.) II. L. BLETTERMAN. gezw. Clercq. Huiden den 14 February 178a , compareerden voor my Hendrik Lodewyk Bletterman , gezwoore Clercq, ter Secretary van Juftitie des Kasteels de Goede Hoop, fungeerende als Notaris , Prasfeat de nage. E 2 noem- Art. 33. Of hy gevraagde niet heeft gehoord dat de Heer Staring aan den Kapitein heeft gezegd, dat hier een Deensch Conful was ; en dat hy best zou doen om alles wat hy noodig had door denzelven te doen verzoeken ?  68 aug. ZAAKEN VAN 178a; noemde Betuigen, Pieter Hollekers Lindam, Boekhou. der Matz Langeland, Onderbuurman, Lorfntz Pie ter Fabnnus, derde Stuurman, en Nicolai Br nk , vier de Stuurman, alle in voormelde kwaliteiten befcheMen APrh-etualh^er *r,.r K(ie geankert liggende' Deensch Afiatisch Oostindifche Compagnie Schip het Kasteel van Dansburg, dewelke verklaarden dat dewyl «vlieden Comparanten geduurende de afweezendheid1 van hZ heder Kapitein Philip Christiaan Fugleday en OpSer ftuurman Hans Junge, compofeerende den tegensS li gen Scheepsraad van het voorfz. Schip het Kasteel van £ Eevhiaen oV^ * OT™y^ke^ood£;k£d re bevinden, om te moeten declareeren S rTM infTvolSe ee"er Misfive van den Wel Edele Geltrenge Heer Mr. Joachim van PlettenberV Raad extraordmaris van Nederlands India, StsSs Gouverneur van Cabo de Goede Hoop , en def res forte van dien &c. &c. &c. beneevens den Llen A^ baaren Pohticquen Raad deezes Gouvernementin ê!tn 12 der gepasfeerde maand January , der CoLZmln voorfz Kapitein is geinterdiceert geworden m t £ voorfchreeve Schip het Kasteel van Dansburg va,i dee ze Rheede te mogen vertrekken i l n s üee" zelve Schip, totdat ein^ook Si« enTaaM 5 was gebragt geworden, zylieden c'o^aiCen die^wè gens zig verphgt vonden, zoo voor hun 1t name der Deenfche Aliatifche Oosr nrin>hf n n Rbeeders, Asfuradeurs of va.?al d ïeene°7lëZ daar in eenige Interest zouden vLvJ, te^ hebl n feerdens, daar door mogte komen te het?n E" Sf»^«r^ waren doende bV deezen me tri CjmPara"ten hun zelve, d^SgS^^So^^i^ pagme Rbeeders, A^SSSgïSïïo!^ leer-  aug. STAAT EN OORLOG. 1782. 69 feerdens, deswegens zoodanig te kunnen doen en han« delen, als te raade werden zullen. En verzogten de Comparanten hier van Acte welk is deezen. (Onder Hond) Dat aldus pasfeerde aan Kabo de Goede Hoop ter pralende der Clercquen Ryne Johannes vander Riet, en Kosnraad Ne/zon, als getuigen, die de minute deezes beneevens de Comparanten , en de my gezw. Clercq meede behoorlyk hebben onderteekend. (Lager) 't Welk N. N. getuige. (Was get.) H. L. BLETTERMAN. Gezw. Clercq. Accordeert. (Was get.) j. m. horak. E. G. F. Huiden den 6 Maart 1782 , compareerde voor my Hendrik Lodewyk Bletterman gezwooren Clercq ter Secretary van Juftitie des Kasteels de Goede Hoop, prefent de natenoemene getuigen , den Weesmeefter deezer plaatfe Sr. Hendtik Jultinus de Wet, als de affaires van de Deenfche Aüatifche Compagnie alhier waarneemende van de Manhafte Kapiteins der hier thans ter Rheede leggende Deenfche Schepen,, de E. E. Maurits With, comrnandeerende het Schip Mars, John Clements, voerende het Schip Giaaf Bernsdorf, en Pieter B-rk het Schip Maria Aletta comrnandeerende, E 3 de-  - 70 auc. ZAAKEN VAN] 1782, dewelke verklaarden hun gezaatnentlvk te fielten en te verbinden tot borgen voor den Perfoon, van den zig thans alhier in civiel Arrest bevindende Deenfche Kapitain Philip Chrisiiaan Fugleday , aan den welken op zyn , op gisteren datum aan den Wel Edele Geftrenge Heer Gouverneur Mr. Joachim van Plettenberg, en den édelen Agtbaren politicquen Raad alhier geprafenteerd Request toegedaan geworden zynde , om zig hier aan Land, en ten zynen Logementen te mogen begeeven, mitsgaders invoegen voorfchreeve te verblyven; zoo verklaarden de Comparanten mits deezen te caveeren, voor voorfchreeve Fugleday, dat dezelve de aan hem door den Wel Edelen Geltrengen Heer Gouverneur in den édelen Agtbaren politicque Raad verleende Concesfie geenzints zal violeeren , maar ten Huize van de We- 1 ïCu^y,Ien 0ud Eur^er Raad Sr' Jacobus Alexander ,1 j logerende , dezelve obtempereeren en zig ten allen tyden fifteeren, wanneer zulks zal worden gerequireerd, tot tyd en wylen de teegens hem Fugleday ltrekkende bezwaarnisfen hun uiteinde zullen hebben verkreegen, en dit alles onder verband van hunne Perloonen en Goederen als naregten. (Onder ftond) Dat aldus pasteer Je aan Kabo de Goede Hoop ter pretentie der Clercquen Anthony Alexander 'Jaure,en Koenraad Nelzon als getuigen, die de minute deezes beneevens de Comparanten, en de my gezw. Clercq meede behoorlyk hebben onderteekend. (Lager) 't Welk ik getuige. (Was get.) h. l. bletterman. Gezw. Clercq, Accordeert. (Was get,) m. horak. e. g, c. Corn-  aüo. STAAT EN OORLOG. 1782. 7» Comparearde voor ons ondergeteekende Gecommitteerde Leden uit den Edelen Agtbaare Raad van Julhtie des Gouvernements van Cabo de Goede Hoop, Philip Christiaan Fuglede , gecommandeert hebbende het Deensch Afiatisch Oostindisch Retourfchip , Kasteel van Dansburg, te kennen geevende, dat hy Comparant op ordre van den Wel Edelen Geftrenge Heere Gouverneur en Edelen Agtbaare Politicquen Raade deezes Gouvernements , van Boord van zyn voormelde Schip in arrest overgebragt zynde , eerst in het Kasteel , daar na op eenen der alhier ter Rheede geankerd leggende Schepen , en voorts in het Huis alwaar de Comparant ordinair gewoon is geweest zyn verblyf te houden, de vryheid had gebruikt, zoo tot voorkominge der fchade , dewelke door een langer verblyf van zyn voorfz. Schip alhier zou worden veroorzaakt , als van het gevaar aan deszelfs kosbaare Lading door gebrek aan genoegzaame Zeekundige zou worden geëxponeerd , en eindelyk ook nog tot vermyding van differente dispofitien en onaangenaamheden, waar aan men uit hoofde der extenfie van den police van Asfurantie cn anderzints zou zyn geëxponeerd gevfBest, en dus om in allen opzigten, zoo veel in zyn gering vermogen is geweest, het weezendlyk interest en belang van zyne Heeren en Meeflers de Directeuren der Deenfche Afiatifche Oostindifche Compagnie te behartigen , zig by Requefte aan welgemelde Heer Gouverneur en Raden van Politie deezes Gouvernements te addresfeeren met fubftantieel verzoek, dat het van derzelver welbehagen mogte zyn, omme hem Comparant wederom in eigener Perfoonen deszelfs voornoemde Schip te doen commandeeren , en daar meede de reize naar Europa voort te zetten , onder offerte van zig altoos en alomme voor al zulke Heeren, Regten en Regteren te zullen filteeren, als men zou nodig oordeelen, en voor de preftatie en nakoominge van dien te Rellen , zoodanige cautie , als tot dat einde fufficient zou worden geoor. deelt. Dat het voor hem Comparant alleraangenaamst gevolg daar van zynde geweest, dat by dispofitie van welgemelde Heere Gouverneur en verdere Raaden aan E 4 hem  72 aug. ZAAKEN VAN 1789. wePlS°mmparantJS gfPermitteert geworden , omme zig ZteZ naar,Boord T W voornoemde Schip tl begeeven , en daar meede de reize naar Europa aan te T d3t hy C,?mparant ^ehouden e« verpligt zou zyn, alvoorens te (lellen cautie iuratoir , van te zuhen voldoen aan de offerte in zyn Voorfz. Requefte dePelve^Sr * nu t« d.delyke voldoeninge aan £ iZ£^1 w T WC Remelde Heeren Gouverneur en Raaden verklaarde te belooven en aan te neemen Z7eTlTd Z**}"™™ in Europa " 00 d"k'. SiXl ^We' Edele Groot A&™' Heeren Beumdhebb ren der generaale Geoctroyeerde Nederlandhem Sfd,fche CoffiP:'Snie zal gelieven te behagen Ïp».™F°T™nt 16 aPPointee™ te doen appoin- teeren , het zy, om hem Comparant alleenlyk te onderhouden over het geval, waar omme hy alhier is ge. ve™g7°rd%n' het zv 00k oin hemdiesweegengs. il S 3f te, vra«en of te doen afvragen , of wel de gepaste procedures ter dier zaake tegen hem te tZ^T™*™^ altoos en in alle" ^vallen ter eerLZ^f^u™ Ho^stderze,ver appointement of karn at e te zullen voldoen als een Man van eer en probiteit betaamd , en zig re zullen fifteeren en verantwoorden met alleen maar ook te onderwerpen, zoo als hy Comparant verklaarde nu voor als dan te doen by fleezen , om te compareeren voor zoodanigen Regter als by hooggemelde Haar Hoog Mog. zal worden goedgevonden de Cognitie dier zaake te demandeeren , zig mi voor als clan voor denzelven Regter te houden voor gedagvaard , en zig zeiven mitsdien ook daar door te iubmirteeren aan de gevolgen, welke na regten en praclycque by ablentie of non coinparkk tegen hem zouden kunnen worden verzogt en gedecerneerd , en Setï£ i5" geMraa' e" in a^ opzigten alles 1" ffi/f1 e" vwigten , 't welk met eenige moog^kheid tot de compleete vervullinge van de offerte m u KWeT ^ küDMn WOrden geC0I)Wereerd |£« fprak. den Comparant tot hevestiging en verzee. ke-  aug. STAAT EN OORLOG. 1782 73 keringe van de prajftatie en nakoominge van dit een en ander de folemneele woorden, zoo waarlyk help my God Almagtig. Aldus ten overftaan van den Heer Independent Fiscaal Mr. Willem Cornelis Boers , gedaan en verleeden mitsgaders Beëedigt en met het Zegel der Jultitie be. zeegeld, ter Jultitie- Raadkamer aan Kabo de Goede Hoop, den 21 Maart 1782, in welker voe. gen deezen drievoudig is afge. geeven om te dienen daar en zoo het behoord. (Ter zyde ftond) . Als Gecommitteerdens, (Was get. T. C. RO^NENKAMP. J. F. KER.STEN. (Was get.) p. c. fugleden. (Onder ftond) My prefent. (Was get.) c. l netheling Secrets. Extracl Refolutie* genomen in Raade van Politie in het Kasteel de Góede Hoop op Saturdag den 12 January 1782. Na dat door den Heer Gouverneur voor af was te kennen gegeeven, dat wanneer op gisteren rapport bekomen had , dat 'er een Schip , voerende een Deenfche Vlagge, deeze Rheede kwam op zylen, zyn Edele aan den E. Eguipagiemeefter Damien Hugo Staringh, niet alleen had geordonneert, om zoo dra gedagte Bodem ten Anker was gekomen , zig aan Boord van het zelve te vervoegen, en aan den daar op comrnandeerende Kapitein te gelasten , dat voor eerst, en tot dat dieswegens nadere ordre zoude weezen gefteld, nog hy Kapitein , nog iemand, van deszelfs Equipagie, vtel min de Pasfagiers, die zig daar op mogten E 5 be.  74 aitc. ZAAKENVAN ï?f8. Wn mcf,h Snaarfcheepje de Posti11™ ^ doen nn8 ^ ' tusfcj3e" .gedagte nu gearriveerde Bodem , en Supï H7Oo0na0"n hPaSfat?„ hkr aa"^nd Deensch öcnip de Hoop, aan het welke was ongelegt om voor. eerst van hier niet te vertrekken , ten einde aUe cZ respondentre dewelke tot nadeel Van het tusfchen zv Allerchristelykfre Majefteit en onze Republiek SiE rent gemeen belang door voorfz. twee Deenfche Sche pen zoude kunnen worden gevoert, te beletten - ee. mïee'ren^d^1'6 ^Gouverneur'verder tïZ^Z ilffr «I door bovengemelde Equipagiemeelter vollw7^ de"zelve" by deszelfs terug komst aan RripA Heer Gouverneur had overhandigt Taa/ van de eene ^or den Kapitein Fuglede, voerende het voorfz. Deensch Schip, genaamt het Kasteel van Dansburg, dat den 2S Oétober des E£rÏ ja31'S VM*"ebar ™s vertrokken, at oeeze Regeering, en de andere door de Kngelfclie Pasïagiers, die zig daar op komen te bevinden, aan zyn Edele Jn het byzonder gerigt, dewelke thans door zyn Edele overgelegt weezende , aldus waren luidende: hoch edle herren. Sintemahl der Heer Equipagiemeifter Starrine aan Boord meines Schiffes mihr zu erkennen gegeben hatt, das das hiefige Gouvernement rmr den Landgang verbietet, und ich nicht ei* iche, weshalben deezes gefcnichet, da ich nicht anders weis , als das friede und freundfchafft zwilchen Dannemarch , und Holland herfchet • zoo vinde ich mich genothiget E. E. Herren bel kant zu machen , das iet eiue Konigliche Daniiche Compagnies Schilfe fuhret, welches in J ranquebar Lidung bekommen hatt, und nach Copenhagen beffimt ist; und in betrachting die. fes erfuche die bohen Herren des Gouverne«wk*, das mir erlaubt werde, aan Land zu gehen, om die aur fortfetzung meine reife, nood- wen.  aug. STAAT EN OORLOG. 1782. 75 wendiglten anftaettet zu bezorgen , da meiner feits keine unerlaubte Freyheiien ftatt finden fbllen; Wolten Ihro Hjch EdJen diefes niche fur gut befinden, zoo bttte ich , das mir die urfache dar zu mitgetheilt werde, dus das ich mir damit by meiner hohen Herfchaffs legitimieren könne in falie dem Schiffe etwas wiedriges zuftafFen folte, das man hier batte vorbrengen können , in Erwarting einer gunftigen Refolution, verblive ich mit aller hochtung. (Onder ftond) Eure Hoch Edlen gehoorzaamde Diener. (Was ger.) p. c. fuglede. (In Margine) Schiff Kasteel Dansburg li Jan. 17S2. h o ubi» s 1r. Captain Fuladay, Commander of the Danisch Ship, has no doubt agreably to our Request informed you of his having taken us Pas> fengers on Board at Tranquebar, and us ill health obliged us to leave India, in order to proeed to Europe, we flatter our felves that yow wil be fo indulgent as to permit us to be on Shore during the time Wecesfary for fupplying the Ship, we on our parts being ready to fubicribe to fuch reftraint as you may decin it necesfary to prescribe in confequence of the pre- fent  76 AV0' ZA AKEN VAN I78a# fent difference between the Two Nations Wp have .the honor to be with much (Onder ftond) ' HONble SIRj Your very obedient humble r*' oervants. (Was get.) H« A. M. COSEY, P. GRANT , J. HIKS. (In Margine) ii January 178a. Boven het welke nog door welgemelden Heer Gou. verneur wierd geproduceert de volfende Misfive hee den morge„ by zy Edde yan c™e > h«- Chef der aanweezende Franfche Hulptroepen, den Heeï dgHÏrPde,,ConWay en den Commisfaris der Marine de Heer Percheron ontfangen. «wnne Au Cap de bonne Efperance le 12 Janv. 1782. MONSIEUR, Le Vaisfeau Danois le Chateau de Dansburg, Capitame Foelede venant de Tranquebar arrivé hier dans cette Rade, ayant a Sn bord des Pasfagers Angloit, doit, a ce qu'on m'aslure, faire promptement fon retour en Europe Dans toutes autres Circonftances il n'y auroit FrS, l de 1UJ l3iffer fuivre fideftination, maïs nous fommes dans un cas particulier, qu don faire exepuon .a la règle generale. Mr.  mjg. STAAT EN OORLOG. 1783. 77 Mr. Percheron 1'un de nous, compte expedier incelTament la Flute Hollandoife le Catwte, que vous lui avez prêtée , chargée de Vivres pour 1'Isle de Fratice , de concert avec la Flute du Roi les deux Heienes, qui porte des Effets de la plus grande neceflité k 1'Escadre Francoife. Le Navire particulier le Narbonne , portant auiïi des Pacquets Importants pour le Miniftre, doit partir pour les p«s jours du moins prochain. II peut arriver Monfieur que ce Vaiüeau Danoit portant d'ici avant les notres , rencontre k fa fortie auprès du Cap quelques Vaiffeaux Anglois , qu'il previendroit de nos dispofitions; Et ces trois Navires , qui font fans defenfe tomberoient au pouvoir de nos Ennemis, ce qui priveroit la Colonie de Flsle de France , ainli que 1'Esquadre des fecours , qui leurs font fi necefl'aires , fans compter le malheur d'approvifionner notre Ennemi commun. Toutes ces confiderations Monfieur nous obligent de vous reprefenter, que nous croyons neceflaire , de retenir ici ce Vaiffeau Danois le tems, ou nous pourrons être certaines, que notre Expedition pour 1'Isle de France, & celle pour Earope, foient afiez eloignées pour nepas craindre qu'elles foient interceptées. Nous avons l'honneur d'ètre avec confideration. (Onder ftond) 1MONS1EUR, Vos trés humbles & trés obéïffans Serviteurs. (Was get.) CONWAY. PERCHERON. Over den inhoude van alle welke Brieven vervolgens gebefoigneert, en in overweeging genomen weezende, cat die zelfde reedenen waarom het Embargo op het bevoorens gearriveerde Schip dier Natie , genoemd de Hoop,  78 aug. Z A AKEN VAN j7g44 Hoop , heeft moeten werden gelegd, ook omtrent het nu aangelande Schip het Kasteel van'Dansburg komen te m.hteeren, en nog te meer, dewyl zeedert alhier is geamveert het Deensch Particulier Schip, Maria AleL ta, het welk komende van Mauritius, dus door middel van het meergemelde Schip het Kasteel van Dansburg , aan den Vyand zoude kunnen werden meede gedeelt , niet alleen het vertrek van het Fransch Esquader van Mauritius naar Indien , maar ook van den verderen toettand der Franfen ten gemelde Eilanden, en de bengten, die aldaar uit Indiën zyn aangebragt; os dierhalven befloten by de voorfz. door den Heere Gouverneur provifioneel gefielde ordres te perfifteeren, mitsgaders het meergemelde Deensch Schip het Kasteel van Dansburg, niet alleen voor eerst niet van hier te XPYmr k61V mfir 00k' n°S voormelde Kapitein fuglede, nog deszelfs Officieren en Equipagie, veel KI? v00ta- We Pas[^kls aan Land te'laaten Komen , en_ den E. Equipagiemeefter Staring te gelasten, zoodanige middelen in het werk te ftellen, als hv zal oordeelen noodig te zyn, ter verhindering, dat het gemelde Schip ter tyd toe,dat diesweegens by deezen Kaade nader zal weezen gedisponeerd , niet van hier zal kunnen in Zee fteeken. Dat voorts de Boot of Schuit van gemelde Kiel niet zullende mogen aan of afvaaren ; men dierhalven het benoodigd zynde drinkwater en verdere ververfchingen door onze eigene 's Lands Vaartuigen aan Boord zal doen brengen , van welk een en ander uit naam deezer Regeering aan dikwerf gemelde Kapitein Fuglede per Misfive kennisfe zal worden gegeeven, met byvoeging, zyne behoeftens aan boven gemelde E. Equipagiemeefter Staring op te geeven , ten einde door denzelven omtrent dies aanvoer de vereischte ordres zullen kunnen worden gefield. (Onder ftond) Accordeert. (Was get.) j. m, morak. z. c. Clercq.  Atn. STAAT EN OORLOG. 3782» 79 Extradl Refolutie, genomen in Raa* de van Politie in het Kasteel dt Goede Hoop, op Sondag den 13 January 1782. Wierd door den Heer Gouverneur aan de Vergadering gecommuniceert, dat den E. Equipagiemeefter Damien Hugo Staring , heeden morgen vroeg zig naar het Deensch Compagniefchip het Kasteel van Dansburg hebbende begeeven, ten einde in conformiteit van het op gisteren genoomene befluit, aan den daar op commandeerenden Kapitein Fuglede aan te kondigen de redenen waaromme men had moeten refolveeren deszelfs voorfz. onderhebbende [Bodem voor eerst niet van hier te laaten vertrekken , en vervolgens de daar toe nodige middelen in het werk te ftellen , de bchuit waar in gedagte Equipagiemeefter zig naar het voorgemelde Deensch Schip had begeeven, kort hier op was te rug gekeert met berigt van gedagte Equipagiemeefter, dat hy dadelyk bv zyn komst op het meergemelde Schip door voorfz. Kapitein was in arrest genomen , en dat denzelven preparaties maakte te vertrekken. Dat hy Heer Gouverneur hier op ilico naar alle de Batteryen ordre had afgezonden om het gedagte Deensch Schip te beletten van de Reede te vertrekken, en dat hier op , zoo wel van voorfz. Batteryen, als de ter Reede leggende Schepen met Kanon op hetzelve was «vuurt, met dat effect dat voormelde Bodem deszelfs Vlag geftreeken , en thet Anker wederom had laaten vallen. Terwyl intusfehen door zyn Edele ook een Detache. ment van tagtig Militairen, onder een Kapitein Lieutenant, en Vaandrig was afgezonden, om zig van het gedagte Deensch Schip te verzeekeren, het welk gelyk •men zulks hier van de Wal had kunnen zien ook ten eerften was volbragt. Op gemelde Equipagiemeefter Staring intusfehen aan Land gekomen en ter Vergadering verrfcheenen weezend*, rapporteerde denzelven, dat hy onmiddelyk by zyn  8o aug. ZAAKEN VAN 1784. zyn komfte op het voorfz. Deensch Schip aan den daar op commandeerenden Kapitein Fuglede had ter hand geftelt de Misfive door deezen Raade aan hem gengt. Dat gedagte Kapitein onder een geweldig tieren en raazen niet alleen had verklaart op geenerlei wyze te „willen voldoen aan de begeerte "deezes Raads , om tot derzelver nadere dispofitie niet van hier te vertrekken, veel min te zullen gedoogen , dat 'er eenige middelen wierden in het werk gefield om hem zulks te beletten, maar hem Equipagiemeefter ook, zoo als den Kapitein Militair de Lille, die zig ter verrigting eeniger particuliere affaires met hem naar het gemelde Sclip begeeven had, de faélo. had aangekondigt, dat hy haar nis Arreftanten met • zig zoude meede voeren , vervolgens het Anker had doen kappen, en de Zeilen by maaken om te vertrekken, dog dat wanneer zoo van ter R ede leggende Schepen als hier van Land op het Schip was gecanonneert, en onder meer andere aan hetze" ve toe gebragte fchade de Voormarszeil Raa aan Rukken ge chooten, en op het Dek neer gevallen zynde, deszelfs voorneemen hier door was verydelt geworden voornoemde Kapitein Fuglede hier op verklaart had zig niet meer met het Schip te willen bemoeyU , en men dus met hetzelve konde doen wat men wilde Dat gemelde Deenfche Kapitein wy iers hem Eq r'* pagiemeefter niet alleen had genoodzaakt om geduure;de het fchieten mee fcherp van de Wal, en uit o.ue Schepen op het Dek te blyven liaan, en dus blo t gelteld, om door de aanvliegende Kogels te werden «e, troffen, maar dat ook eenige der Stuuiliaden W niet hadden ontzien hem feitelyk aan te randen, en te mishandelen; terwyl den als .Palier op Het Schip beicheiden zynde .-Engelsen particulier Schee**-Kapf.ein, m naame j. Hiks met een ontoiuot Zabcl iu de uand, eenige Manoeuvres gecommandeert, tu hm Equipagie' meelter insgelyks zeer ruuw en-onbehoorlyk beuanüelt Naar welk door meergemelde E. Staring gedaan verllag by de refpective. Leden voJkuomen geapprobeert zynde, die luer bovengemelde door den Heer-Gouverr\x neur  aov. STAAT EN OORLOG. 1782. 81 reur gefielde ordres , wierd vervolgens door zyn Ede. Ien in deliberatie gegeeven, hoedanig in dit geval, als waar in het regt der Volkeren op een zoo verre gaande wyze was gefchonden, zoude moeten werden ge. handel'. Waar op overwoogen zynde, dat het gedoente van voornoemde Deenfche Kapitein met op het territoir van Haar Hoog Mog. te arrefteeren en te mishandelen een Officier van Diftindtie, en Lid der Regeering die door de Regeering als reprasfenteerende de Souverain was afgezonden , om te executeeren de ordres by haar geftelt, kwam te zyn een daad, waar in niet alleen het regt der Volkeren zoo hogelyks was gevioleerd, maar ook een openbaare lezie aan de Règten en Hoogheid van Haar Hoog Mog. was toegebragt: verftaan is, dat meergemelde Deenfche Kapitein Fuglede dadelyk door een Detachement Militairen aan Land gebragt, en ten deezen Kasteele in arrest geftelt zynde^ vervolgens zal werden overgegeeven in handen van den Heer Independent Fiscaal, Mr. Willem Cornelis Boers, ten einde tegens denzelven zoodanig in regten te procedeeren als zyn Edele tot maintien van het gefchonden regtdes Souverains zal vinden te behooren. Dat voorts ten belangen van het Schip aan den Schipper Justinus van Gennip zal werden geordonneert, om by provifie het Commando van dien Bodem over te neemen , en dies Equipage over onze ter Reede leggende Schepen te verdeelen, en in Steede van dezel. ve, zoo veel van onze Zeevaarende j mitsgaders der reeds aan Boord zynde Militairen by zig te houden, als hy zal oordeelen nodig te hebben: terwyl by een nader te houden byeenkomst zal werden gebefogneere over het geene verder nopens het dikwerf gemelde Schip het Kasteel van Dansburg zal moeten werden in het werk geftelt. (Onder ftond) Accordeert. (Was get*) j. w. HORAK. E. G. Clercq. VII. deel. F Ex.  82 au«. ZA AKEN VAfï 1783. Extraft Refolutie, genomen in Raade van Politie in het Kasteel de Goede Hoop , op Maandag den 14 January 1782. N'adien het Deensch Compagnie Schip het Kasteel^ van Dansburg het welk men , mits de onge. hoorde brutale handelwyze van den daar op commandeerenden Kapitein Fuglede , genoodzaakt is geweest, door het Kanon zoo van de refpeftive Batteryen als ter Reede leggende Schepen , te beletten van deeze Reede te vertrekken, behalven de fchade die hetzelve hier S'™ tfze}fs Rondhouten \ mitsgaders (taande en loopende Wand, als ook de Zeilen heeft bckoomen, ook dermaten in het Hol ofte den Romp van het Schip is getroffen , dat gemelde Bodem niet dan door geltaAg te pompen lens gehouden, en dus niet zonder eene fpoedfge reparatie kan worden gelaaten; zoo is op de Propolitie van den Heere Gouverneur beflooten , om den Baas neevens de Scheeps Timmerlieden van 's Compagnies Werf alhier, defaclo naar het gemelde Schip het Kasteel van Dansburg te zenden, ten einde de fchade , die hetzelve aan het Hol ofte den Romp heeft bekomen , met de meelte fpoed te herftellen, en dien Bodem dus in ftaat te brengen, wederom behoorJyk Zee te kunnen bouwen. Zullende hetzelve voorts door ons Zeevaarend Volkdat zig thans reeds daar op komt te bevinden, bezet gehouden , dog van het Detachement van tagtig Militairen, een Officier en twaalf Soldaaten op het voorfz. Schip werden gelaaten, tot voorkominge, dat 'er geen de minfte disordres , ofte ongeregeldheeden , werden gepleegd , gelyk men ook de Opper en Onderftuurlieden , beneevens den Schryver van het Schip , daarop zal laaten verblyven , om van haare zyde, belioorlyk toezigt op de Lading en verdere goederen te houden. Dat voorts de. pasfen en verdere documenten , het meergemelde Schip het Kasteel van Dansburg en dies lading betreffende , zullen worden aan Land gebragt, om dezelve te eximineeren en dus verzekerd te wee♦ zes,  Airs. STAAT EN OORLOG. i?€2. 83 zen , dat dien Bodem als nog is toebehoorende aan en vaarende voor reekening der Ed. Deenfche Afiatifche Compagnie , ten einde by de verdere deliberatien en dispofitien omtrent dien Bodem , allefints reguard te neemen. (Onder ftond) Accordeert. (Was get.) J. M. HORAK, E. G. Clercq, ExtraSl Refolutie, genomen in Raade van Politie in het Kasteel de Goede Hoop, op Frydag den 18 January 1782. In conformiteit van het fub 14 deezer genomen befluit, heeden aan Land gebragt, en daar op immediaat ter Vergadering nauwkeurig geëxamineert wezende , de Pas en Zeebrief van het ter Reede leggend Deensch Schip het Kasteel van Dansburg , mitsgaders de verdere Documenten van gemelde Kiel en dies inlaading betreffende, is uit dezelve gebleeken , dat het gedagte Schip het Kasteel van Dansburg, weezentlyk aan de Deenfche Afiatifche Compagnie komende toe te behooren , ook voor haare Reekening op Tranquebar is afgelaaden , weshalven verftaan is, dat alle de voorfz. Papieren, volgens het daar by gehoorende Register door de E. Equipagiemeefter Staring de faéto wederom aan Boord gebragt, en aan de Officieren van meergemelde Bodem zullen werden gereftitueert. Zynde hier na geleezen de volgende Misfive door den Franfen Commisfaris der Marine, de Heer Percheron op eergisteren aan den Heer Gouverneur gefchreeven. ü 01 nas laid ■ ■ hsv sb t)* , •i5ij»r>6 (Was get.) E. G. Clercq.  n auo. ZAAKEN VAN 1782. Extraft Refolutie , genomen in Raade van Politie in het Kasteel de Goede Hoop, op Dingsdag den 5 Maart 1782. Door den pp het ter Rheede leggende Deensch Compagnie Schip het Kasteel van Dansburg, gecommandeert hebbende Kapitein Philip Christiaan Fug]ede, op heeden aan deezen Raade geprafenteert zynde het volgend Request, Aan den Wel Edelen Geftrengen Heere Mr. Joachim van Plettenberg, Raad Extraordinaris van JNederlandsch India, mitsgaders Gouverneur van Kabo de Gpede Hoop , en den resforte van dien &c. &c. &c. beneevens den Edelen Agtbaaren Politicquen Raade des voorfz. Gouvernements. Wel Edele Geftrenge Heer en Edele Agtbaare Heeren. Geeft met den uiterften eerbied te kennen Uw Wel Edele Geftrenge en Edele Agtbaare onderdaanigen Dienaar Philip Christiaan Fugleday, gecommandeert hebbende het Deensch Afiatisch Oostindisch Compagnies Schip Kasteel van Dansburg , thans op het ter Rheede geankert leggende Hollaiidfche Commandeur Schip de Morgenfter gearrefteerde. Dat de Suppliant van ter zyde wel heeft vernomen, dat het aan U Wel Edele Geftrenge en Edele Agtbaare goedgunftiglyk hadde behaagd , omme het voorfz. door hem Suppliant gecom. mandeert geweest zynde Schip te ontheffen van het verbod, 0m te mogen vertrekken, het welk aan het zelve was gedaan , en dus aan het zelve  Airs. STAAT EN OORLOG. 1782. 55 ve Schip volkomen vryheid te geeven , omme deszelfs reize naar Europa voort te zetten. Edog , dat de abfentie van hem Suppliant en van deszelfs geweezen Opperftuurman Junge, als beide door U Wel Edele Geftrenge en Edele Agtbaare alhier zynde genomen in arrest, het zelve vertrek , en dus de voldoeninge aan het óógmerk van U Wel Edele Geftrenge en Edele Agtbaare voorfz. Refolutie geheel en al onmogelyk en inexecutabel maakende , ter zaake van de weinige bedreeven en kundigheid van de overige Officieren, die hetzelve Schip by hunlider afweezendheid zouden- moeten commandeeren , de Suppliant zig in de noodzakelykheid heeft bevonden , omme tot confervatie van het interest van de Deenfche Afiatifche Compagnie, daar van op deeze allerneedrigfte wyze kennisfe te geeven, op dat door een al te groot vertrouwen op de kundigheid van de verdere Officieren, een zoo notabel Capitaal niet al te ligtvaardig werde gerisqueert. Dat het allereerfte gevolg, het welk uit de onkundigheid zyner voorfz. verdere Officieren tooet voortvloeien, niet anders zou kunnen zyn , als dat het zelve Schip om die reeden genoodzaakt zou zyn, nog jaar en dag ter deezer Rheede te moeten vertoeven, en gemerkt dit alles ten uiterften ftrydig zou zyn , met de belangens van de voorfz. Deenfche Afiatifche Compagnie , die in alle gevallen, door het geen alhier is voorgevallen , niet behooren te worden in ongeleegentheid gebragt , en daar in egter niet anders , als door het elargeeren van den Suppliant, era zynen Opperftuurman fchynt te kunnen worden voorzien ; Soo is 't, dat den Suppliant als het Interest van zyne Heeren en Meefters ter harte neemende , tot voorkominge van verdere fohaade, aan het voorfz. Schip, en deszelfs kostbaare Lading, mitsgaders ter bereikinge van het zoo heilzaam en dienftig oogmerk van U Wel Ed. Geftrenge en Ed. Achtb. zig verpligt vind , hem  Ace. ZAAKEN VAM i78ai hem mits deezen te keeren tot U Wel Edde Geftrenge en Edele Achtbaare , met ootmoedig verzoek , dat var, derzelver gunftjg welbehaagerï gelieve te zyn, den Suppliant en voorfz. Opn%. ftuurman, op het voorfz. Schip wederom te eraployeeren, ten einde het zelve in ftaat worde gefteld de reize naar Europa te kunnen voort. ffwï ^ duslanig teffens aan de intentie van U We Edele Geftrenge en Ed. Achtb. com| pleetelyk werde voldaan, of tot dat einde alzulke andere mefures te neemen, als U Wel Edei le Geftrenge en Edele Achtb. ten besten van de 9 voorfz. Deenfche Afiatifche Compagnie zullen oordeelen te be hooren. Maar by aldien en in alle gevallen des Supphants voordragt, en het alhier ter nedergeftelde verzoek m geen confideratie komen , of refletfie menteeren mogte , het alsdan van U Wel Ed Geftrenge en Edele Achtb. gunftig welbehaageri gelieve te zyn, den Suppliant als door zyn tegenswoordig Arrest reeds fcorbutique en onpasfelyk zynde, te accordeeren, en dus te permitteeren , onder behoorlyke cautie en guarant zyn verblyf aan Land te mogen neemen , in zvn voormaals gehad hebbende Logement. (Onder ftond) 't Welk doende, &c. (Was get.) p. c. tugledb; Zoo is na le&ure van het gemelde Verzoekfchrift ten opzigte van het eerfte Lid behelzende j dat hy Kapitein Fuglede wederom op het voorfz. Schip het Kasteel van Dansburg mogte worden geplaatst , ten einde het commando als bevorens op hetzelve te voeren . verftaan , hetzelve te wyzen van de hand; dog betref* fende deszelfs verzoek, om uit hoofde zyner feorb -iteit zig hier aan Land te mogen onthouden, goedgedagt, zulks om evengemelde reden wel te accordeeren, egter in deezer voegen, dat hy als Arreftant van het Commandeurs Schip de Morgenfter, waar op fee- dert  AV0. STAAT EN OORLOG. 1782. 97 dert als zoodanig uit dit Kasteel is geplaatst , zal .opgehaald en gebragt worden , in het Logement alwaar deszelfs verblyf zal komen te houden , en dat alvoorens behoorlyk cautie en guarand ten genoegen deezer Regeering kome te (lellen , dat het voorfz. Arrest hier aan Land, door hem Kapitein Fuglede, op geenerhande wyze zal werden gevioleerd. Waar na door den Heer Independent Fiscaal Mr. Willem Cornelis Boers ten belange der aan zyne geinjungeerde procedures tegens bovengemelde Fuglede wierd ingeleeverd, de volgende Memorie. Memorie van conflderatien door den onder get eek en de Independent Fiscaal geformeerd, en aan den Wel Edele Heere Mr. Joachim van Plettenberg, Raad extraordinaris van Nederlands India , mitsgaders Gouverneur van Kabo de Goede Hoop , benevens de verdere Leden van den Edelen ' Achtbaaren Politicquen Raade dezes Gouvernements, over» gegeeven, met relatie tot zoodanige procedures als door hem ondergeteekende R, O. ingevolge eene Politic que Refolutie , in dato 13 January 178a tegens den Deenfchen Kapitein Fugleday, tot maintien van het gefchonden regt van Souverainiteit zyn geëntameerd geworden. Wel Edele Geflrenge, en Edele Achtbaare Heeren! Het heeft aan U Wel Edele Geflrenge en Edele Achtbaare behaagd , by derzelver Refolutie in dato 13 January deezes jaars, den VII. deel. G Deen-  pS aug. ZAAKEN VAN 178a. Deenfcrien Kapitein Fugleday gecommandeerd hebbende het Deensch Afiatisch Compagnies bchip het Kasteel van Dansburg, door een Detachement Militairen van Boord van gemelde zyn Schip te doen af haaien, en ten deezen Kasteele in arrest gefield zynde, voorts over te geeven in handen van den ondergetekenden Independent Fiscaal deezes Gouvernements, ten einde tegens hem Fugleday zoodanig in regten te procedeeren , als de ondergetekende in dezelve zyne kwaliteit, tot maintien van het gefchonden regt des Souverains zou bevinden te behooren, ter zaake , dat de gemelde Deenfche Kapitein fugleday zig niet hadde ontzien, omme den toenmahgen Equipagiemeefter Damien Hugo Staring , als zynde een Officier van diftinftle in den dienst van de Hoog Mog. Heeren S.aaten Generaal , en een meede Lid van deeze Vergadennge, die uit den naam van deeze Regeeringe , en dus uit den naam , en als Reprefentant van die geenen , die den Souverain alhier verbeelden, was afgezonden, om te executeeren de ordres by dezelve Regeeringe beraamd, en vistgelteld , aan Boord van zyn Schip te arrefteeren, en op eene verregaande wyze te mishandelen , en dus op het territoir van onzen Souverain te pleegen een daad, waar door niet alleen het regt der Volkeren zeer hoogelyk was gevioleerd, maar ook een openbaare )xzie aan de reg. ten en de hoogheid van de Hoog'Mog. Heeren btaaten Generaal was toegebragt. Ter voldoeninge aan den inhoud van dezelve Refolutie, heeft ue ondergetekende behalven het Relaas door den voornoemde Heer Damien Hugo Staring , ter requifitie van den Wel Edelen Geftrenge Heere Gouverneur, op den 14 January deezes jaars reeds gegeeven, niet alleen ingewonnen een Relaas of verklaringe door den Kapitein Militair Carel Matthys Willem de Lillc , op den 24 January daar aan volgende ten overftaan van Gecommitteerde Leden uit den Ede-  avo. STAAT EN OORLOG. 1782. 99 Edelen Achtbaare Raad van Justitie gepasfeerd, en met folemneelen Eede bekragtigd, maar ook teffens alle de Officieren vau het Schip Kasteel Dansburg, ten overftaan van Heeren Gecommttteerdens uit welgemelde Raade van Justitie gehoord op zoodanige Articulen. als tot dat einde door hem ondergetekende R. O. tot nadere verificatie van den inhoud van het voorfz. Re-' laas zyn geformeerd geworden. Het is inconteltabel Wel Edele Geflrenge en Edele Achtbaare Heeren, dat uit dit een en andere op de klaarfte wyze quoad faêïum kompt te blyken. Dat bovengemelde Damien Hugo Staring , uit kragte van eene Commisfie door de Regeering deezes Lands aan hem gedefereert , en dus als Repraifentant van dezelve Regeering zig heeft begeeven naar Boord van het Deensch Afiatisch Compagniesfchip het Kasteel van Dansburg, ten einde aldaar uit den naam deezer Regeeringe aan den Kapitein Fugleday over te geeven, zoodanige Mbfive, als waar by meergemelde Regeeringe had goedgevonden , aan hem Kapitein en de verdere Equipagie van hetzelve Schip voor te fchryven, zoodanige Ordres als de fecuriteit deezer Colonie in de tegenswoordige criticque omftandigheeden , naar deszelfs begrip van haare voorzigtigheid kwam te requireeren,en dat mitsdien gemelde Heer Staring met relatie tot dezelve zyne Commisfie behoord te werden geconfidereert, als een Perfoon, die met de publicque auctoriteit van die geenen , die den Souverain deezer Landen immediaat reprefenteeren, is gemunieert geworden. Dat wyders voornoemde Heer Staring, in dezelve kwaliteit de voorfz. Misfive deezer Regeeringe aan gemelde Kapitein Fugleday effedt-ivelyk heeft overhandigt gehad, en dat hy Fugleday den inhoud van dien zeer klaar en duidelyk heeft begrepen, zonder dat hier tegen in eenige de allergeringlle confideratie kan komen deszelfs G 2 ge-  ioo Aue. Z A AKEN VAN 1782. geaffecteerde en onwaaragtig voorgeeven , wanneer hy hy zyn Antwoord op Art. 8. en 10. van zyn Verhoor, het zoo' heeft getragt te doen voorkomen, als of hy van den inhoud van denzelven Erief niets zoude hebben verdaan , en dat vermits hy den naam van den Heer Gouverneur daar onder niet had vinden daan, hy dus ook niet had geweeten, dat dezelve Misfive uit den naam der Regeeringe aan hem wierd toegezonden; vermits behalven de relaafen door den Heer Staring, en den Kapitein de Lille ten dien opzigten gegeeven , en waar uit het contrarie van dien genoegzaam komt te blyken , ook nog boven dien tot confufie van denzelven Fugleday, (des noods) uit het gedepofeerde van zyne eige Stuurlieden op eene ontegenfpreekelyke wyze kan worden gezien , dat hy ten dien belangen de waarheid zeer merkelyk heeft te kort gedaan, om ware het mogelyk in die zyne gepretendeerde onkunde eenen glimp van onfchuld voor zyne allefints onbegrypelyfe gedrag te kunnen vinden. Want gaat men na de Interrogatorien , waar op alle dezelve Stuurlieden ter requifitie van den Ondergeteekenden , R. O., ten overftaan van Heeren Gecommitteerdens uit den Ed. Achtb. Raade van Justitie zyn gehoord geworden, zoo zal men bevinden, dat alle dezelve op Art. 10. van die Interrogatien uit eenen mond declareeren, dat de Kapitein Fugleday op het ontfangen van denzelven Brief, niet eene ordentelyke Scheepsraad zyner Officieren op de gewoone wyze heeft belegt, om over deszelfs inhoud te delibereeren , maar dat hy ter contrarie als een wild en raazend Mensch met eenen blooten Sabel in de vuist rond gefprongen , en op eene zeer irregulaire wyze publiek op het Dek onder den blooten Heemel een foort van eenen Scheepsraad heeft by een doen komen, waar in hy dan (het geen ten uitterften remarquabel is, en zyn voorfz. onwaaragtig voorgeeven geheel en al de- ftru»  Airc. STAAT EN OORLOG- 1782. 101 Rrueert, en omverre werpt) volgens het algemeen getuigenisfe van alle zyne Officieren aan alle de Leden van dien, zelfs in eigener Perfoon heeft voorgedraagen NB. dat 'er eene Mislive van de Regeeringe was gekomen, om het Schip te floppen, en dat men het Roer en de Zeilen wilde aan den Wal hebben ; en dat gevolgelyk na een dergelyke Declaratoir en Vooraragt door hem zelve in het publiek gedaan by niemand die zyne gezonde zinnen bezit , kan worden in twyffel getrokken, of dezelve Misfive is revera door den Heer Staring in zyn voorfz. kwaliteit aj?n den Kapitein Fugleday overhandigt, en dezelve Fugleday heeft den inhoud daar van volkomen begreepen. Dat voorts in plaatfe van aan den inhoud van dezelve Misfive te voldoen, of zyne reprefentatien (indien hy eenige mogte hebben) daar tegen in te brengen, op zoodanige wyze, als het refpect , het welk men aan eene Regeeringe is verlchuldigt, en de discreete en vriendelyke contenue van dezelve Misfive had gemeriteert, ter contrarie, in weerwil van Weer en Wind door hem Fugleday niet alleen alles is gebrusqueert, het Touw gekapt en de Zeilen bygemaakt , maar dat hy ook zelfs ten overmaate van zyn onbetaamelyk gedrag, heeft gearrefteert die geen, die, in voegen voorfz. met de publicque authoriteit deezer Regeeringe gemunieert, aan hemde Ordres van dezelve Regeeringe had overgebragt, en na dat aan denzelven allerhande verregaande laage mishandelingen , zoo door hem , als door deszelfs Opperftuurman, en den EngelfchenPasfagier Hiks waren aangedaan, heeft geforceert, om geduurende de gantfche Kanonnade boven op het Dek geëxponeert te moeten blyven aan een meenigte van Kogels , welke (zoo van de Wal , als van de Schepen , op het Schip het Kasteel van Dansburg wierden gefchooten. Zoo klaar nu als uit dit alles guo ad faElum op eene onwederfpreekelyke wyze komt te blyG 3 ken,  1Q2 aug, 2AAKEN VAN 1781. ken , niet alleen uit het gedepofeerde van dien geenen , die als een publiek Perfoon moetende werden geconfedereerd, ook even daar omme de vo komende geloofwaardigheid verdiend , maar ook zelfs uit het getuigenisfe van de eigen Stuurheden van het Schip Kasteel Dansburg, even zoo weinig moeite zou het den ondergeteekende ook behoeven te kosten, om quo ad jus op de zeekerite gronden van regten te betoogen. Dat zoo 'er ooit ergens in de Weereld per occupationem het dominium 0f den Eigendom , en net daar uit voortvloeiend imperium of Jurisdictie van, en over, eene Reede of Baay heeft kunnen worden geconfideerd legitimo modo verkreegen te zyn , buiten allen tegenfpraak moeten werden geavoueerd, het een en ander alhier niet betrekking tot de Kaapfe Reede of TafelDaay , als rondom me van onze posfesfien omringd zynde , en voor zoo verre de Reede be. w* ' T3" °B:,de Sc,iePen ordinair geankerd leggen , boven dien aan alle kanten door onze Batteryen wordende befchoten , zoo als zulks particulier, met relatie tot het Schip Kasteel Dansburg niet kan worden in twyffel getrokken in den allerltrikften zin, zyne volkomene applicatie te vinden. Dat dit regt van dominium en imperium niet kunnende worden in twyffel getrokken, ook met geene mogelykheid aan den Souverain of deszelfs Pvepraffenrant, die de posfesfie daar van Meelt genomen , kan werden bedisputeerd , bet regt en de bevoegdheid , omme aan allen die geenen, die hy comitatis ergo aldaar recipieert voor te fchryven , zoodanige Ordres , als hv vooral m de criticque omllandigheeden van den Oorlog tot fecuriteit van dezelve posfesfie nuttig en noodzaakelyk oordeeld, en dat diegenen die kunnen goedvinden zig onder dezelve Jurisdiclie te begeeven , worden geconfidereei t zig aan> de oblervantie van dezelve Ordres eu Dispofmen van den Souverain , die aldaar de le-  aug. STAAT EN OORLOG. 1782. 103 legiflative magt in handen heeft, ftilzwygend te hebben gefubmitteert gehad. En dat mitsdien de Kapitein Fugleday heb» bende kunnen goedvinden , om niet alleen de biUyke Ordres van deeze Regeeringe, waardoor men alleenlyk heeft getragt hem in zyn verzoek te belemmeren , tot tyd en wylen een Fransch Vaartuig na Europa gedeftineert, van hier zou zyn vertrokken, op dat aan zyne EngelfchePasfagiers de mogelykheid zou werden benomen, om aan de Èngelichen van St. Helena geleegentheid te geeven daar op te kruisfen, en mis» fchien deszelfs arrivement in Europa te verhinderen, om niet alleen dezelve Ofdres met Voeten te treeden, teritond zyn Touw te kappen, en onder Zeil te gaan , maar het geen zyne misdead niet weinig verzwaart, terwyl hy onder Zeil ging , aan Boord van zyn Schip gearrelteert te houden , te maltraiteeren , te doen maltraiteeren , en boven dien te fbrfeeren, om boven op het Dek te moeten blyven , geëxpopeert aan het heetfte van het Vuur der Batteryen en Schepen, zoo iemand , die gemunieert met de publicque audtoriteit van den immediaaten Reprcefentaut van den Souverain deezer Landen, te regt als een perfona publica moet worden aangemerkt, en die gevolgelyk ook in die relatie had behooren te jouïsfeeren van de confideratie en egards, welke men voor alle dergelyke Perfoonen behoord te hebben , die Uit den naam van hunnen Souverain met eene Commisfie zyn gechargeert, ook door dezelve zyne onbegrypelyke conduite , waar van men zeer apparent te vergeefsch na een voorbeeld zou zoe. ken , op eene indisputable wyze het Recht der Volkeren, en dat der Hospitaliteit op eene zeer verregaande wyze heeft gevioleert, en eenopenbaare lajfie heeft toegebragt aan de Regten en de tloogheid van den Souverain deezer Landen. En dat men dus ook by verdere confequentie aan den kant der Regeeringe , die de prajparaG 4 tien  io4 aug. ZAAKEN VAN 1782. tien zag maaken, om deszelfs meedelid en Gedeputeerde op eene zoo fchandelyke wyze te vervoeren, op eene allerregtmatigde wyze heeft gebrink gemaakt van die anderfints onaangenaame middelen , waar door gemelde Kapitein Fugleday aan den eenen kant wierd verhinderd om deszelfs brutaal voorneemen ter Executie te brengen , en 'aan den anderen kant genoodzaakt, omme aan de allerbillykde en regtmatigfte ordres en intentie der Regeeringe te voldoen. En gelyk dan, Wel Edele Geflrenge en Ed. Agtbaare Heeren, de zaaken jin diervoegen , in abdracto befchouwd, aan den kant van den ondergetekenden , geen zwarigheid zou behoeven te werden gemaakt, om met de meede hoop van fucces , conform aan de voorfz. Refolutie van U Wel Edele Geflrenge en Ed. Agtbaare in dato 13 January 1782, tegens den voornoem, de Kapitein Fugleday voor den Raade van JuIlitie te procedeeren tot applicatie van die draffen, welke hy na alle regten door zyn ongehoord en infolent gedrag heeft gemeriteerd gehad, zoo zal het misfchien aan U Wel Edele Geflrenge en Edele Agtbaare ecnigzints vreemd voorkomen , dat daar het aan den eenen kant middagklaar blykt, dat de regten , hoogheid en autoriteit van den Nederlandfcben Staat op eene zeer verregaande wyze zyn gefchonden , en dat het derde Artikel van de indructie van den ondergeteekenden in zyn qualiteit ter obfervantie voorfchreeven , aan den anderen kant, met zulke uitdrukkelyke woorden komt te difteeren , dat de Fiscaals dezelve regten , hoogheid en auctoriteit van den Nederlandfchen Haat met allen vlyt zullen hebben te bewaaren , te befchermen en voor te daan, des alles niet tegendaande en hoe zeer het zelve hem ondergeteekende zelfs nog boven dien by eene expresfe Refolutie deezer Regeeringe is geinfungeerd geworden , de ondergeteekende egter, in plaatfe van den ordinairen train van de Juditie te volgen , de vryheid nee-  avq. STAAT EN OORLOG. 1781. 105 neeme zig alvoorens te addresfeeren aan het Collegie van U Wel Edele Geftrenge en Edele Agtbaare , ën aan derzelver meerder kunde en verligter doorzigt voor te draagen , zoodanige reflexien, als aan hem ondergeteekende by de fummaire behandelingen deezer zaake zyn voorgekomen, eenige confideratie te verdienen. Dan daar het gewigt der zaake U Wel Ed. Geftrenge en Ed. Achtb, ferieufe attentie dubbeld icheen te meriteeren , en dezelve reflexien door derzelver confequentien ca/u quo zouden kunnen te weege brengen, eene totale veranderinge in de manier , waar op men zou oordeelen, dat dezelve gefchonden Rechten en Hoogheid van den Nederlandfchen Staat zouden kunnen of behooren te werden gemaintineert en gehandhaaft , en hy zig dus heeft verbeeld, dat zynen indispenfablen pligt zulks van hem vorderde , zoo vertrouwd hy ondergeteekende dan ook billyk, dat U Wel Edele Geftrenge en Edele Achtbaare hem deeze zyne demarche niet ten kwaaden zullen gelieven te duiden , en het is dan ook in die fuppofitie , dat hy de eer zal hebben , aan Hoogstdezelve in confideratie te geeven , of door de violatie van het Territoir alhier, en door de fchending van de Rechten en Prjeeminentien aan eenen Souverainen Staat toekomende , zoo wel als door de mishandelinge van dien geenen, die als Gecommitteerde van deeze Regeeringe, die den Souverain deezer Landen reprsefenteert, en dus niet anders , dan als een mediate Repnefentant van den Souverain zelve kan worden aangemerkt, de Hoog Mog, Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, als den Souverainen Staat der Vereenigde Nederlanden uitmaakende , niet behooren te werden geconfidereert, zelve, in hunne hooge qualiteit gelajdeerd te zyn , of aan den eenen kant tot reparatie van dezelve la:fie , niet zeer mogelyk alhier zou kunnen werdén gevorderd, en zonder kennisfe van den Souverain zelve , G 5 die  io(S auo. Z A AKEN VAN 1782. die gelardeerd is , zou kunnen worden geëxecuteerd eene al te ftrenge draf oeffeninge, dewelke tegens den wil en intentie van den gelajdeerden Souverain zelve in de criticque tydsomftandigheeden , waar in zig onze Republiek thans bevind , zou kunnen zyn van de onaangenaamste gevolgen voor de goeie harmonie en vriendfchap , dewelke tot op den huidigen dag tusfchen de Kroon van Denemarken en onze Republiek fubfideerd; en of aan den anderen kaut een al te ligte draf oeffeninge , waar door de gelaveerde Souverainiteit zou kunnen begrvpen deszelfs praeminentien en autoriteit niet genoeg, zaam te zyn gemaintineerd, geene doffe tot onaangenaamheeden van eenen anderen aart zou kunnen opleeveren ? En of het mitsdien , om 01e en andere reedenen, waar in de ondergeteekende by deeze geleegentheid niet gevoeglyk kan treeden , niet raadzaamst zou zyn , tegens den Kapitein Fugleday alhier niet verder voort te procedeeren, maar ter contrarie dezelve procedures te daaken , en hem Fugleday met alle de Enqueften en bewyzen tegens hem ingewonnen, mitsgaders met alle de Documenten en Papieren , tot deszelfs alhier gehouden gedrag relatief, in arrest met eenen onzer Hollandfche Schepen naar Europa te zenden , ten einde aldaar door de Wel Edele Hoog Agtb. Heeren van het Bewind zoodanige mefures te kunnen werden genomen , als tot maintien aan het gefchonden Territoir , en ter bereiking van eene met den aart der zaake convenable fatisfaclie zullen worden geoordeeld te behooren. Dit was, Wel Ed. Geftrenge en Ed. Agtb. Heeren , het geene de Ondergeteekende zig verbeelde, alvoorens verder, volgens den train van Regten voort te procedeeren , aan dezelve te moeten voordraagen, terwyl hy ï'U alle gevallen, gefupponeert, dat dezelve zyne geringe refleclien by U Wel Ed. Geflrenge en Ed. Agtb. niet mogten worden bevonden te zyn van die va. leur  aug. STAAT EN OORLOG. 178a. 107 leur , als ze aan hem zyn toegefcheenen , zig altoos zeer gaarne zal fubmitteeren aan, en met rien meefien yver executeeren zoodanige nadere Refolmien als ü Wel Ed. Geftrenge en Ed. Agtb. zullen gelieven goed te vinden, ten dien opzigten te neemen , en voor het overige de eer heeft zig met de meefte confideratie te noemen. (Onder ftond) Wel Edele Geflrenge en Edele Agtbaare Heeren, U Wel Ed. Geftrenge en Ed. Agtb. Ootmoedigen Dienaar. (Was get.) w. c. BOERS. Welk Schriftuur met attentie geleezen , en op de daar by voorgefielde Remarques aangemerkt zynde , dat hoe zeer het bedryf van bovengemelde Deenfchen Kapitein Fuglede van dien aart, en ook daar na geconfiitueert is , dat men ftrikt willende handelen, de by denzelven ,wel verdiende ftraffe, alhier met regt aan hem zoude kunnen appliceeren , dog dat aan den anderen kant, volgens de wel gefundeerde aanmerking van opgemelden Heer Boers , hier uit veel ligt eenige onaangenaame gevolgen voor de tusfchen zyne Deenfche Majefteit en onze Republiek fubfifteerende goe. de harmonie en vriendfchap zouden kunnen refulteeren, die vooral in de prefente criticque tydsomHandigheid zoo veel mogelyk dienen te werden voorgekomen ; is dierhalven eenpaarlyk best geoordeelt, en diensvolgens bellooten, tegens meergemelden Kapitein Fuglede alhier niet verder te doen procedeeren , maar dezelve met alle de Enquefien en Bewyzen tegens hem ingewonnen, mitsgaders alle de Documenten en Papieren , relatief fot deszelfs alhier gehoudene conduite, met een van 's  ic8 avo. Z A AKEN VAN i?8a. 's Compagnies Schepen in Arrest naar Nederland over te zenden , ten einde door de Hoog Gebiedende Heeren Meefteren zoodanig over denzelven te kunnen werden gedisponeert, als Haar Edele Hoog Agtb. zullen vinden te behooren. Terwyl op de verdere gedaane Declaratie van meergemelde Heer Fiscaals Boers, dat, nadien het geene by de voorfz. door zyn Ed. ingewonnen Stukken ten lasten van den Opperftuurman van voornoemde Deenfche Bodem, in naame Hans Junge, was voorgekomen, alleen hier inne heeft beftaan, dat hy de buitenfpoonge Ordres zynes Kapiteins met te veel drift en yver heeft helpen executeeren, hy Heer Fiscaal over. zulks geen gegronde Adtie hadde, om tegen denzelven in Kechten te ageeren, te minder , dewyl vermeinde dat het Arrest, waar in tot nu is gehouden , denzelven Opperftuurman Junge tot genoegzaame ftraffe konde werden toegereekent, dog dat daarentegen, den als Pasfagier op voornoemde Deenfche Bodem befcheiden geweest zynde Engelfche particulier Scheeps-Kapitein J. Hiks, niet alleen in de verregaande brutaliteiten van den Kapitein Fuglede veel deel genomen, maar zig ook als den principaalen Autheur van het geval fufpetf: gemaakt had , is verftaan gemelden Opperftuurman Junge Uit deszelfs Arrett te ontdaan , en vryheid te laaten zig wederom op het voorfz. Schip het Kasteel vai! Dansburg te begeeven , dog dat voorfz. J. Hicks als Krygsgevangenen geconlidereert, en mitsdien in zeiver voegen als de andere hier aangehoudene Engelfche Pasfagiers , een plaats op het Land tot zyn verblyf zal aangeweezen worden, werwaards diredh van voorwaards f emelden Bodem de Morgenfter , alwaar insgelyks het Arrest heeft gehouden , zal werden gezonden , met ftnkte ordre om zig op geenerlei wyze van voorfz. deren Sedemneerde Verblyfplaats te mogen verwy- (Onder ftond) Accordeert. (Was get.) J. M. HORAK. E. G. Clercq. Ex-  WG. STAAT EN OORLOG. 1782. 109 ExtraSl Refolutie, genomen in Raade van Politie in het. Kasteel de Goede Hoop, op Dingsdag den 19 Maart 1782. Door den op het Deensch Compagnie Schip het Kasteel van Dansburg, gecommandeerd hebbende Kapitein Christiaan Philip Fuglede , op heeden wederom ingeleverd zynde een Verzoekfchrift , het welk aldus was luidende. Aan den Wel Edelen Geftrenge Heere Mr. Joachim van Plettenberg, Raad Extraordinaris van Nederlands India, mitsgaders Gouverneur van Caho de Goede Hoop, en Resforte van dien, &c. &c. &c. beneevens den E. Achtb. Politicquen Raad van Politie deezes Gouvernements. Wel Edele Geftrenge Heer en Ed. Achtbaare Heeren. Met diep fchuldige eerbied geeft te kennen U Wel Edele Geftrenge en Edele Agtbaare ootmoedige Dienaar Philip Christiaan Fugleday, gecommandeerd hebbende het Deensch Afiatisch Oostindifche Compagniefchip het Kasteel van Dansburg , thans ingevolge de van U Wel Edele Geftrenge en Edele Agtbaare geobtineerde gunftige permisfie , ten huize van Juffrouw de Weduwe la Febre gearrefteerde. Dat op des Suppliants voor nu weinige dagen geprefenteerd Request, en de daar by geal. legueerde reedenen en motiven, het U Wel Edele Geftrenge en Edele Agtbaare hebbende gelieven te behaagen , den Opperftuurman van het voorfchreeve Schip het Kasteel van Dansburg Tunee, uit deszelfs civiel arrest te ontflaan, en 1 6 ' het  Ho aug. ZA AKEN V. AN m2, het Commando van dien Bodem op te draagen ten einde het zelve in ftaat werde gefteld de' reize na Europa te kunnen voort zetten. Dat den Suppliant verzekerd zynde, dat buiten de tegenwoordigheid van zyn Perfoon nirr mer aan de intentie van U Wel Ed. GeftrenM en Edele Agtbaare zal kjunnen worden Voldaan telfens ook dat des Suppliants Heeren en Mee' lieren zig met te vreeden zullen houden , dat het commando van het zelve Schip aan een ander, als aan die van den Suppliant is aanvertrouwd geworden te meer, daar dien Bodem met deszelfs kostbaare Laading op des Suppliants naam is verrasfureerd. Weshalven zoo neemt de Suppliant de vrvheid, zig mits deezen te keeren tot U Wel Edele Geftrenge en Edele Agtbaare, ootmoedig verzoekende, dat het van hoogstdezelve gunftig welbehaagen geheve te zyn , hem Suppliant in deszelfs kwaliteit op het voorfz. Schip het Kasteel van Dansburg te employeeren, op dat daar door aan de geëerde intentie van U Wel Edele Geftrenge en Edele Agtbaare behoorlyk werde voldaan ; offereerende den Suppliant eerbiedigst tot en by ontheffing van zyn arrest , des gerequireerd wordende, zoodanige cautie te ftellen, mitsgaders by zyn (God geeve) behoudene arnvement in Europa zig te fubmitteeren zoodanige judicaturen, Regten en Regteren, als U Wel Edele Geftrenge en Edele Agtbaare zullen geheven goed te vinden aan hem Suppliant voor te fchryven. (Onder ftond) 't Welk doende, &c. (Was get.) P. C. FUGLEDE. Zoo  auc. STAAT EN OORLOG. 1782. m Zoo wierd door den Heer Gouverneur , alvorens te treeden om over dies inhoud te befoigneeren, aan den Heer Independent Fiscaal Mr. Willem Cornelis Boers afgevraagd , of, en welke Confiderarien zyn E. als ex Officio tegens voornoemde Fuglede hebbende geageerd, nopens het thans door hem gedaan fupplicq mogte hebben , en deezen Raade veel ligt zoude kunnen doen hajfiteeren op het zelve te disponeeren , op het welk gedagte Heer Fiscaal kwam te betuigen, dat nadien zyn E. deszelfs Remarques nopens de zwaarigheeden, die 'er naar deszelfs gevoelen zouden kunnen komen te refulteeren , ingevalle de reeds by hem Heer Fiscaal geëntameerde procedures tegens voornoemde Fuglede alhier wierden gepourfuiveerd, in het breede hadde gedetailleerd by deszelfs Memorie , ten dien belange in de jongde fub 5 deezer gehoudene Vergadering overgelegd, zyn E. over zulks daarby was perfi!teerende, en uit dien hoofde verzogte geëxcufeerd te zyn, om thans in deeze zaak te votéeren. Weshalven door welgemelden Heere Gouverneur aan de ver lere Leden des Raads in deliberatie wierde gegeeven , hoedaanig op het door meergemelde Fuglede geprsefenteerd Request zoude dienen te werden gehandelt. Waar op aangemerkt zynde , dat, gelyk by de befluiten , die men genoodzaakt is geweest omtrent den Perfoon van voorfz. Fuglede te neemen, altoos in het oog is gehouden, om zoo veel immers mogelyk is geweest te prevenieeren , dat door het verregaande misdryf van denzelven Fuglede niets nadeeligs voor debelangens van voornoemde Deenfche Afiatifche Compagnie veroorzaakt, en dus ook alle voorzorgen zyn gebruikt tegens de gevaaren en onheilen waar aan het voornoemde Schip het Kasteel van Dansburg, door het oproerig gedrag van dies Equipage anderfints zoude zyn geëxponeert geweest , mitsgaders om ook teffens voor te komen de onaangenaame gevolgen , dewelke door dit voorval in de tusfchen zyne Deensch Majeftdt en onze Republiek fubfiileerende goede harmonie en Vriendfchap zoude kunnen komen te ontftaan; die zelfde reilexien als nog de baze behoorde te zyn , waar  Ui auo* ZAAKEN VAN i7&*, waar op thans wederom hoofdzakelyk diende te worden gelet, te meer, naar dien voornoemde Equipage al immer opiniater blyven weigeren, om met haar voorfchreeve Bodem de reize te doen, ingevalle voornoemde Fuglede niet wederom in Commando op hetzelve wierde gefield, en 'er dus geen apparentie is, om dezelve op een andere wyze tot reeden te brengen zulks het voornoemde Schip het Kasteel van Dansb'uro- in dien toelfand hier blyvende leggende, buiten en befialven andere onvoorziene fataliteiten by het aanfchietend Winter faifoen , aan het grootde gevaar voor de als dan domineerende zwaare Itormen zouden moeten blyven bloot gefield; heeft men dierhalven raadzaam geoordeeld en dienvolgens beflooten dikwerf gemelde Kapitein Chriftiaan Philip Fuglede uit deszelfs" Arrest te ontdaan,, en het commando op het voorfz. door hem gevoerde Schip het Kasteel Dansburg, wederom te laaten overnemen, ten einde gemelde Bodem deszelfs reize vervolgens zonder langer vertoef van hier zal kunnen vervorderen, zullende egter alvoorens onder cautie juratoir zig moeten verbinden, omme terllond naar zyn arrivement in Europa, zoo dikwerf en zoo ras het de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal, ofte de Wel Edele Groot Achtb, Heeren Bewindhebberen der Generaale Geoclroyeerde Nederlandfche Compagnie zal gelieven te behaagen, hem te appoincteeren of te doen appowdteeren , het zy om hem Fuglede alleenlyk te onderhouden over het geene waarom alhier is gearre. fteerd geworden, het zy ook om hem deswegens verantwoording af te vraagen , of te doen afvraagen of wel de gepaste procedures ter dier zaake tegens hem te onderneemen, alles en in alle gevallen ter eerder requifitie aan Hoogstderzelver appoinélement of infinuatie te zullen voldoen , en zig te zullen fifteeren erf verantwoorden niet alleen , maar ook te onderwerpen en te compareeren voor zoodanige Regter als by hooggemelde Haar Hoog Mog. zal werden goedgevonden de cognitie dier zaak te. demandeeren; hem wyders ten allen tyde vöor denzelven Regter te houden voor ge. dagvaard , en zig zeiven mitsdien ook daar door te fubmitteeren aan alle de gevolgen, welke na regten en prac-  aug. STAAT EN OORLOG. 1782. 113 praéiycquen by abfentie of non comparitie tegens hem zouden kunnen werden verzogt en gedecerneerd, en eindeiyk in het generaal en in alle opzigten alles te zullen doen en verrigten,' het welk met eenige mogelykheid tot de complete vervulling van de offerte in deszelfs Request vervat , zoude kunnen werden geconfidereerd te behooren ,. al het welk deszelfs beflag in voegen voorfchreeveh erlangd hebbende, voornoemde Kapitein Fuglede zig dadelyk na Boord van het dikwerf gemelde Schip het Kasteel van Pansburg zal moeten begeeven , en niet wederom aan Land behooren te komen. Welk befluit in voegen voorfz. genomen weezende, heeft den Koopman en Keldermeefler Mr. Jacobus Johannes le Sueur betuigt , zig daarmeede niet te konnen conformeeren, en mitsdien voor deszelfs 'contrarie Advys fubltantieelyk doen aanteekenen. Dat de handelingen des Raads, gehouden,zoo by het voorgevallen met voorfz. Deensch Compagniefchip het Kasteel van Dansburg en vérvolgens met dies hoofd, den Kapitein Fugiede, als byzonder met het befluit van den 5 deezer gevallen op de Refiexien van den Heer Independent Fiscaal, in deszelfs Memorie ten dien daage ter Tafel gebragt, niet wel weetende te combineeren met het befluit op heeden , zoo kórt daar op genomen , ende zulks zonder eenige geallegueerde reedenen als de gefourneerde en verfchillende uitvlugten door gedagte Fuglede , in zyne fuccesfive geprefenteerde Requesten geoppert , hy Mr. le Sueur vermeende zig by de meerderheid niet te kunnen voegen , en inbsreerende by het gementioneerde befluit van den . 5 deezer maand, „ dierhalven van gevoelen „ bleef, dat dikwyls gemelde Kapitein Fuglede. i5 in gevolge van dien, en ten fine daar in ver„ meld na het Vaderland behoorde te worden „ opgezonden." (Onder ftond) Accordeert, (Was get.) J- m. horak, E. G. Clercq. VII. deel, H  114 aug. ZAAKEN VAN 178a. Aan den Wel Edelen Geftren. geit Heer Mr. Joachim van Plettenberg, Raad extraordinair van Neerlandsch Indien, mitsgaders Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en. de- Resforte van dien , ftoa &c tyc. wel edele gestrenge heer. De ondergeteekende Schipper aan het ter Reede leggende Rerourfchip Batavia Bartholomeus Vein en die van het Snauwfcheepje de Postiljon Frarciis Dummy,-door U Wel Edele Geftrenge expres gecommuteert geworden zynde , omme geadiïfteert met den ™scd« Scheeps-Timmerlieden viin S. E. Compagnies Werf Philip van den Berg, beneevens nog twee Scheeps 1 immerheden,■ onzer Schepen, ten ovcrftaan van den Equipagiemeefter deezes Gouvernements ïustinus van Genmp , op het naauwkeurigfte te examineeren de gedane reparatien der fchaaden, die het meede aan wee. zend Deensch Compagniesfchip het Kasteel-van Dansburg, by het voorgevallene-op den ï 3-Januarv pasfato hier ter Reede, zoo van het Kanon der refpeétfve Batteryen als onzer Schepen heeft bekomen , en of dezelve namentlyk , zoodanig- wederom zvn herfteld, dat daar omtrent geene reileétien gemaakt," ofte eenige ge. gronde zwaarigheeden , zouden kunnen werden, geoppert, maar ter contrarie, of het gedagte Deenfche Schip na die herftelde ichaade in ftaat is wedemin Zee te kunnen kiezen, zoo verklaaren de O'nder^eteek'endens, in phgtfchuldige opvolging die zeer geëerde Ordre zig te hebben vervoegt aan het Boord van het voornoemde Deensch Schip het Kasteel van Dansburg, en by exact, gedane Vifitarie bevonden , dat de voorfz. icbaaden aan hetzelve Schip over het geheel zoodanig iufiilant en wel zyn gerepareert, dat daar door weder, om gelyk bevoorens in djen ftaat is gefield, dat met de volkomenfte zeekerheid' en gerustheid de reize na Europa kan vervorderen. Waar  aüc. STAAT EN OORLOG. 1782. sff Waar meede gedenkende aan Uw' Wel Ed. Geflrenge geëerde intentie te hebben voldaan , üiend deezen voor neederig berigt. (Onder Rond) Cabo de Goede Hoop den . . Maart 178a. (Laager Rond) Ah Gecommitteerden, (Was get.) b. veau, f. du- MINY , p. V. D. BERG, jan VAN LtEÜWKN , Opper- Timmerman, *5< (daar omme Hónd) dit is het Merk van jan hAspkl , Opper-Timmerman. (In Margiue) ten mynen overfldan. (Was get.) j. v. gennep. krauw] vl ; " i i(Nög laager ftond)' • I |; • I Accordeert^ (Was get.) j. m. horak, E. G. C/ercg, ! | | ! |' , I I i I I ! ! M I 1 ! I i { I I 1 j i i i l H 2 Lpi  n6 aug. ZAAKENVANi 178*. Lyst der refpecïive. vreemde Naties Scheepen, dewelke zeedert den 9 January pasfato hier ter Kaakfer Reede verfcheenen zyn. Scheepen. bevslhebbers. St.Ka- Vanwaar Kop- Gearri-~v!r- Wer^ non. en waneer pen, veert, trok- waards. uitgezeild. ken. JLesdeux\Kapt.Daniël T7B2" ~~ Heienes, Blais. 40 jn de Fransch Tafd ^nings Baai. ~7t~KaT- ' 1 'nlVan J'L Den28 Kop. Dans. Fuglede. l6 0ftober „Ja. penhi* £e«Kh zsr80 nuary- gen-' Compagniesfchip I i ! III **.V B H _  Auo. i STAAT EN OORLOG. i78s. 117 ExtraSl uit de Misfive door de M'niftcrs van Cylon gefchreeven, aan den Gouverneur en Raad aan Cabo de Qoede Hoop , in dato 35 October 1781. w y twyfelen niet Sec Ten deezen Eilande ïeeven wy nog God lof in een ongefloorde rust, mqar op de Kust Kormandel hebben de Engelfche alle onze Kantooren weggenoomen tot op Negapartnam , het welk reeds vier maanden door dé Engelfche Vloot onder den Admiraal Hughes ge. blokkeert is. Te Land zyn aldaar &c. Overigens hebben wy de eer &c. (Was get.) im. wilk f alk , daniël de bok , c. de cock , j. j. cocquart , c. D. CRïENHOK , F. h. BORWATER , PR. sluyschen , j. H. kllono. (In Margine) Kolombo den 35 Oftober 1781. (Lager ftond) Accordeert. (Was get.) j. m. kor ak , E. G. Clercq. lï 3  .*if8 Aüo. ZAAKEN VAN 178a. Extract uit de Misfive, door de Minifiers aan de Kaap, ge~ fchreeven aan de Vergadering van Zeeventienen, in dato 15 February 178a. J^e^laatiïemaal "dat wy de eer hebben gehad aan Maar hoe zeer wy hadden gehoopt , dat ook het voor gemelde Gouvernement uitgekomene Schip de Held Woltemade , deszelfs reize gelukkig zoude hebben volbragt, zyn wy egter t'onzer byzondere fmerte, by de komst van het voorwaards geciteert Deensch Schip het Kasteel van 'Dansburg, in het zeekere geinformeert , dat gemelde Bodem de Held Woltemade, het ongeluk hebbende gehad den 30 Juuy des voorleeden jaars , en dus maar twee daagen, na dat uit de Saldanhabay was gezeild , de Engelfche Vloot onder den Commandeur Johnfton te ontmoeten, door dezelve is genoomen geworden. Hier meede &c, (Was get.) J. VAN PLETTENBEUG, P. HACKER, W. C. BOERS, C. M. BEJ4GH, A. V. SCHOCR en J. J. LE SUEUR. •V-'•' ' - £ H CLXI.  Afg. STAAT EN OORLOG. 178a. u9 CLXI. Propofitie van Gedeputeerden der Stad Amfterdam ter Fergaderinge van Hun Ed. Gr. Mogenden , omtrent het voortzetten van Gezamentlyke Krygsverrigtingen met Frankryk tegen En> geland, geduurende de Campagne van den jaare 1783, en ter vernieuwinge van het Verbond van Koophandel van den jaare 1739. Gedaan in dato 17 Augustus 1782. De Heeren Gedeputeerden der Stad Amfterdam , hebben uit naam en op fpeciaalen last-'van de Heeren hunne Principaalen ter Vergadering van Hun Edele Groot Mog. voorgedraagen. Dat welgemelde Heeren Principaalen , in ferieufe overweeging genoomen hebbende de critique omftandigheeden , waar in zig deeze Republiek is bevindende, en overtuigt zynde, dat het interest van deenen Staat onvermydelyk vordert, de liailbns met het H >fvan Vrank ryk, welke zedert het arrefteeren van het Concert van Operatien geduurende dit Zoomerfaifoen (tot het nee. men van welke Refolutie door de Propofitie op last van voorfz. Heeren Principaalen, op den 18 May'van het voorleeden jaar ter deezer Vergadering gedaan , aanleiding gegeeven is) plaats hebben gehad, hoe langer zoo meer aan te kweeken ; en daarenboven geconvinceert zynde, dat de opregte intentie van Zyne Allerchriftelykfte Majefteit is, geen Vreede met Engeland afzonderlyk van deeze Republiek aan te gaan ofte fluiten, in welke overtuiging de Heeren Principaalen boven gemeld., nog fterker zyn bevestigt door het gedeclareerde van Hoogstgedagte zyne Majefteit, van naamelyk de belangens van deezen Staat te zullen maintineeren; de voorfz. Heeren Principaalen heeft gepermo. veert, de Heeren hunne Gedeputeerden ter Dagvaart te gelasten , ter Vergadering van Hun Ed. Gr. Mog., II 4 by  ïao aug, 1 AAKEN VAN 1782. by gelegenheid der deliberatien over de InflrucTrien voor den Heer Lestevenon van Berkenroode en iden Heer Bramzeil, op gisteren gearrefteert, te proponeeren: Of het Concert van Qperatien tegens Engeland, met Vrankryk voor dit faifoen aangegaan en gefloten, voor de Campagne van het volgende jaar niet behoord te werden gecontinueert, mitsgaders daar toe de noodige demarche van wegens deeze Provincie ter Generaliteit niet behoord gedaan te worden. En wyders, of, in aanmerking van de fteeds voortduwende goede dispofitie van het Hof van Vrankryk omtrent deezen Staat, daar van niet behoorde te worden geprofueert, en beproeft, of de liaifons tusfchen beide de Natiën niet nader zouden kunnen worden toegetrokken, door middel van de vernieuwing van het Commercie.Travaat van den jaare 17391, waar by de lngezeetenen van deezen Staat met relatie tot het ftuk van Commercie en Navigatie in Vrankryk op denzei. ven voet, als de naiuurlyke Onderdaanen van zyne Majefteit zelve , aangaande het draagen van Lasten boven andere Vreemdelingen worden geftelt en gefavorifeert, . Waar op gedelibereert zynde , is goedgevonden en verdaan , dat het voorfz. geproponeerde zal worden gtëxamineert door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Edele Groot Mog. Gecommitteerden 10c het groot Befogne, en de Vergadering daar op gedjenr, van derzelver coi,fidtratien en advis. Accordeert met de voorfz. Refoiu:ien. clxil  AUG. STAAT EN OORLOG. 1782. 121 CLXII. Declaratie van de Afgevaardigden van Schiedam, uit naam hunner Lastgeeveren , ter Fergaderinge van Hun Ed. Gr. Mogenden, aangaande de Leidfche Propofitie, en het opfpooren van de bronnen der Werkeloosheid; hoofd' zaaklyk behelzende. „ T"^at fchoon Hun Ed. Gr. Achtbaaren de voorfz. „ _L/ Propofitie, ter ontdekking der bronnen eener „ allezints (chadelyke inactiviteit en onbefefbaare be„ langeloosheid van zaken , niet anders van den eer,, ften beginne af aan hebben aangezien , dan als eene duidelyke preuve van de cordaatheid, yver en trouw van de refpeétive Heeren Staaten van Zeeland , om j, eene meer en meer ten ondergang hellende Repu„ bliek te redden , en om door zoodanige ontdekking j, dat geene tegen te gaan , dat eenige laagen zoude „ kunnen leggen op de uitvoerende magt en executie van die middelen, welke nog tot redding en herlTel „ van het kwynend Vaderland zouden kunnen dienen, ,, echter volftrekt onnodig achten hier op eenige par„ ticuliere deliberatie te neemen. „ En zulks uit hoofde van den zoo zeer ferieuzen ,, en ter zaak regt gefchikten voorllag door de Heeren „ Gedeputeerden der Stad Leiden , op expresfe last „ van de Heeren hunne Principaalen op den 31 July „ by Hun Ed. Gr. Mog. gedaan , en door deeze Re,, geering dadelyk omhelsd, en in allen deelen als de „ haare aangenomen. „ Welke beide Propofitien , hoe zeer in den grond der zaake overeenkomende , echter in onderfcheide. „ ne gevolgtrekkingen omtrent de articulen van onder„ zoek merkelyk van den anderen verfchillen. „ Dat Hun Ed. Gr. Achtb. vermeenen , dat deeze ,, beide Propofitien niet met den anderen behooren te worden vermengd, maar dat in tegendeel op de Mis„ five van de Staaten van Zeeland, tot een voldoeH 5 „ nend  122 avo, ZAAKEN VAN 1782. nend antwoord aan dezelve eenvoudig zoude behoo,, ren te worden geantwoord: Dat Hun Ed'. Gr. Mog. de voorfz. Propofitie al. „ lezints pryzende , daar van de blykbaarfte bewyzen „ geeven kunnen , vermids Hoogstdezelve uit hunnen „ eigen boezem aan bunnen Admiraal- Generaal een „ voorftel meenen te doen , welke fchoon met het al„ gemeen oogmerk van Hun EL Mog wel overeen„ komltig zynde , echter zoodanige verdere middelen „ vervat, welke aan hun als Souverain deezer Pro vin„ tie, na den toeftand der zaaken , zullen toefchynen het b^te kenmerk re dragen van het waar belang , „ t welk Hun Ed. Gr. Mog. in de Adminiftratie var! „ zaïten, in de directie van het voeren van Oorlog en „ de toerustingen van dien, welmeenend ftellen ten „ einde zig aan hunnen kant van alle plichtverzuim te zuiveren. 1 „ Dat Hun Ed. Gr. Achtb. zoodanig antwoord„ rneest gelchikt en voldoenend oordeelende, in deeze „ hunne gedachten des te meer bevestigd worden „ vermits dezelve , by deeze als nog aanklevende aan „ hun bystherna , by gelegenheid der deliberatien od ,, de Propofitie der Stad Leiden uitgebragt, nimmer „ zullen afzien , om tot kwyting van hunnen pligt „ s .Lands Ingezeetenen in 't algemeen en voor hun„ ne goede Burgery in ft byzonder, de ferieufte in„ itantien en vermaaningen te doen, dat aan de voorfz „ Propofitie der Stad Leiden in zyn geheeL, en aari ., ieder van derzelver poinéten of ariiculen , zonder „ eenige achterhouding werde voldaan ; buiten en be„ halven dat gelyk iedere Provintie Zyn Doorl. Hoogb „ tot haaren Admiraal-Generaal heeft aangefteld ook „ aan een ieder derzelve de Vrybeid behoort, om van „ Hoogstdenzelven zoodanige verklaaringen en opening „ van zaaken nopens het werk der Marine te vragen& „ als dezelve voor haar nuttig en noodig mogten oor„ deelep. 0 ,, Dat het voorftel door den Admiraal-Generaal op *> den H Augustus by Hun Hoog Mog gedaan , hun „ ook 111 deezen des te meerdere aanleiding geeft, om „ Hoogitdenzelven nog te kunnen voorkomen , door « van  avg. STAAT EN OORLQG, i7n2. isj ^ yan ieder der ppimften (in de voorfz. Propofitie der Stad Leiden vervat, en voor de Hiinne.aangenfArrtei)^ '3, eene voldoende verantwoording af te vragen , zor^„ der met eenige algemeeee betuigingen of met gecof „ pieerde (tukken genoegen te neemen, vee} min eemV ge geheimhouding te admitteeren , uit vreeze van. „ eene niet wel te bewaren fecretesfe , waar vajj dp ,} goede en nodige voorzorgen aan de Weggevende ( „ doch niet aan het begrip der uitvoerende Magt,, ,, behooren te worden overgelaten; buiten dat alle, ja ,, zelfs alle volgende Concert Operatien, zoo dezelve „ geene meerdere heldendaden zullen behelzen, dan de voorleeden reeds hebben uitgeleeverd, van zelfs een ,j fchandelyk fiilzwygen met zich brengen. „ Hun Ed. Gr. Acbtb. hebben dienvolgende hunne „ Gedeputeerden op hef, ernffigde gelast , de Leden „ van Hun Edele Groot M-~>g. tot gelyke cordaatheid op 't allerferieude te vermaanen , op dat hier door „ de ware reden der onbézef baare inactiviteit, der on„\ fchatbaare geleedene fchadens , en van zoo veele „ zorgeloos ontllipte gunfiige ogenblikken en gelee„ genheeden , om de Commercie te befchermen , en den Vyand afbreuk te doen , nog zoo veel doenlyk „ in tyds mogen werden ontdekt , en langs deezen weg de imporrante geldfommen en petitiën door de „ Wetgevende Magt zoo greetig ingewilligd, en door ,, 's Lands Ingezeetenen zoo bereidsvaardjg opgebragt, ,, niet langer zonder eene dadelyke uitwerking, en cordate uitvoering der wettig beloofde befcherming , ,, vrugteloos werden verfpild , maar in tegendeel met ,, allen fpoed dat "geene werde volvoerd, dat het zin,, kende Gemeenebest in alle opzichten het hoofd nog zoude kunnen doen boven houden, in voorigen roem ,, en bloei herfiellen , en onzen onrechtvaardigen Vyand alle mogelyke afbreuk zoude kunnen doen. ,, Ter gelegenheid der voorfz. deliberatien hebben ,, H. Ed. Gr. Achtb. ook goedgevonden en verfiaan , ,, de Heeren Gedeputeerden te auctorifeeren, om, (ter ,, materie dienende) tot voorkoming van verdere uit„ dellen , en niet voldoende antwoorden op de meergemelde Propofitie der Stad Leiden te kunnen proja ■; » po-  ft| aü9. ZAAKEN VAN i7«4. „ poneeren, of het niet raadzaam ware, eenige Ge„ committeerden te benoemen , om de afgevorderde " ïïir^T fken Van Z*n H^g«eidgals JÏÏE „ raal-Generaal af te vragen , en op de verhaailine „ van zoodanige Commisfles by de Leden zoo veel „ doenlyk aantedringen, ten einde het Zyne Hoogheid „ m het geven der afgevraagde ouvertures te gemak„ Iyker te maaken , en uit derzelver mond een com. t, pleet en voldoenend rapport in wagten." MS-   ■  MEMORIE, HOUDENDE HET GENERAAL RAPPORT VAN DE PERSONEELE COMMISSIE VAN HET DEFENSIE - WEEZEN, MET BYLAAGEN. In dato 28 OEtober 1789. Ten gevolge van Haar Hoog Mogende Refolutie, van den 4 May 1785. Met de Refolutie van Haar Hoog Mogende daar op genomen, op den 28 Oclober 1789.   STAAT EN OORLOG. I2p ExtraEl uit het Register der Refolutïen van de Hoog Mogende Hseren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Martis den 27 ÖStober 1789. De Heer van Heeckeren van Brantfenbtirg ter Vergadering prsefideerende , heeft aan Haar Hoog Mogende voorgedraagen en bekend gemaakt , dat de Heer J. C. van Lynden, eerfte van de Perfoneele Commisfie tot het Denfenfie - Weezen , by hem was geweest, kennis geevende, dat gemelde Perfoneele Commisfie in gereedheid was , om van haare verrigtingen rapport te doen, verzoekende daar toe ter Vergaderinge geadmitteert te mogen worden. "Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, dat de voorfchreeve Perfoneele Commisfie daar toe op morgen ter Vergaderinge zal worden geadmitteerd. Accordeert met voorfz. Register. VII. DEEL. C Ex-  i3° ZAAKEN VAN Extract uit het Register der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Mercurii den &8 OEloher 1789. F\e Heeren Haar Hoog.Mogende Gedeputeerden tot JLV de Perfoneele Commisfie van het Defenfie - Weezen , in tegenwoordigheid van Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate , welke uit kraste van Haar Hoog Mogende Refolutie van den 21 April 1786, by de voornoemde Commisfie hebben geadfilleert , ter Vergadering en Corps gecompareerd zynde , hebben , na een zeer gepaste aanfpraak , ter materie dienende by monde van den Heére J. C. van Lynden , eerfte van de voorzeide Commisfie , in fubftantie gerapporteerd. & Dat zy , zoo dra de voorfz. Commisfie tot exiftentie was gebragt, ingevolge Haar Hoog Mogende Refolutie van den 4 May 1785 , al aanfionds waren werkzaam geweest, om, zoo veel in hun was, aan de groote doeleindens van die Refolutie te voldoen ; maar dat zy ook al aanfionds de bevreesdheid hadtien gevoeld, dat niet zoo fpoedig aan dat oogmerk zoude kunnen worden genoegen gedaan, als het ernfiig verlangen van de Bondgenooten , ofte hun eigen yver, meede bragt;want dat zaaken va» dat aanbelang, als welken het vooifchrift uitmaaken van de meergemelde Refolutie , niet hadden kunnen worden tot een voldoende precies gebragt, zonder dat bevooreus veele informatien zouden zyn ingenomen, en veele recherches gedaan, waar door zy alleenlyk tot eene beredeneerde en bedaarde overweeging van al het zelve in ftaat- konden worden gtftvld. Dat zy Gedeputeerden teffens moeiten advoueeren, dat, naar maate de gefchaapenheid der toenmaalige tyden eene allezints fpoedige afdoening van zaaken moest worden gereekend te vorderen : de vereffening van dezelve zaaken, ook geduurende dien tyd, aan een zoo veels te grooter oponthoud was bloot gefteid geweesr; ter zaake % dat het ligtelyk te voorzien • was,  STAAT EN OORLOG. f$ was, hoe bezwaarlyk het zoude uitvallen, om pointeu van verbeetering tot redres der vervallen zaaken van het Boinlgenootfchap voor te draagen, w.'lke zoodanig ] met het genoegen van de meefte der Bondgenooten overeenftemmig zouden weezen, dat zy des tyds door alle de Bondgenooten konden worden geampleéteerd. Dat zy Heeren Gedeputeerdens , hunne werkzaamheid, ten minden die werkzaamheid, waar van meerI der vrugt kon worden verwagt, moetende dagteekenen j van den tyd der gelukkige omwending van de zaaken | van dit Gemeenebest^ als nu de attentie van Haar Hoog I Mogende niet zouden ophouden met eene optdlingvan I de oorzaaken , welke tot het agterblyven van dit hun ( generaal Rapport tot dus verre hadden gecontribueerd; : maar liever ter zaake komende , en aan Haar Hoog 1 Mogende verllag zullende doen van hunne verrigtens, .ter Tafel van Hoogsrdezelven zouden overbrengen hun J generaal Rapport, het welk zy in de form van een Memorie hadden geconcipieerd ; en tot welke Memorie, als zeer ampel uitgeloopeu zynde, zy de vryheid verzogten zig voor het tegenwoordige te mogen refereeren. Dat zy nogthans meenden de voornaamfte pointen van die Memorie, in de daar by gevoegde ordre , te moeten aanltippen , zonder in het Wede daar toe uit ; te weiden. Dat zig de last, vervat in Haar H^og Mogende Refolutie van 4 May 1785, in twee groote hoofd deelen i had verdeeld ; waar van het eene otnvattede de * zaaken en den Oorlog te Water; en het andere de 1 zaaken en den Oorlog te Lande ; met het geene tot I beide dezelven aankleevig was. Dat een goede uitflag van de middelen van defenfie alleenlyk moetende gezogt worden in een goed beftier, \zy, met opzigte tot de'zaaken te Water, in de eerfte itplaats , het gantfche Weezen van de Admiraliteit deejizer Landen in aanlchouw hadden genomen , ;en in de «inngting daar van zoodaanige gebreeken hadden befpeurd , dat zy zig genoodzaakt hadden gevonden, tot eenen gantsch anderen voet van adminiftratie te moe»1 ten ad/itéeren en dien volgends, om de tegenswoor 11I 2 ge.  J32 ZAAKEN VAU fiaH!, Co,,leSie" „ter. Admiraliteit te brengen tot éért Lighaam ofre Collegre 1 waar van de refidentie zoude zyn in den Hage ; dat eene vergelyking van het geen in ouaere tyden omtrent het Weezen van de Admirahteit door verfcheiden der Bondgenooten was gezegt en gedaan , hun onder anderen meede overtuigt had dat van dit middel alleen een goed beftier kon worden verwagt, zonder dat daar door iets nieuws in de Conftituue van de Regeeringe, ofte de beftaanbaarheid van de Admirahteits zaaken zoude worden geïntroduceerd; welke met Zyne Hoogheid, als AdmiraalGei eiaal aan het hoofd, in derzelver gantfche zuiver- heul zouden behooren te worden bewaard. Dat zy , om de inrigting van zoodaanig Coüegie te beeter re bepaalen , eene ampele Concept-Inftructie voor hetzelve , als een Bylaage van hunne meergemelde Memorie, fub Litt. A. hadden overgelegd. -1— Dat vervolgens eenige fchikkingen waaren voorgellagen omtrent de Judicatuure over de Raaden en de Minifters van c:at Collegie ; mitsgaders over het houden der Krygsraaden. -— Dat men in de vaorfz. Memorie had aangetoond , op wat wyze de voornaamfte Zee-Departementen, alwaar thans Collegien ter Admiraliteit waaren gee:abhsfeert, na de vernietiging van deeze , zouden kunnen worden geadminiftreert ; en dat door deeze vernietiging geene weezendlyke nadeelen aan de Plaatfen , ofte Steden, ofte Provintien, zouden worden toegebragt, maar dat zelfs zommigen in verfcheiden opzigten daar door zouden gebeneficeerd worden. Dat zy Gedeputeerdens teffens by dien voordragt gemeend hadden , eenige der meest frappantfte gevolgen van zoodaamge inrigting te moeten opgeeven , zoo in bet ltulc van ménage, als van beeter beftier; zullende zy als nu blotelyk de optelling van die gevolgen doen. —. Als m de eerfte plaats, de affchaffing van de Vergadering der Gecommitteerdens uit de refpeftive Colle. gien ter Admiraliteit, zoo als die thans door Haar rloog Mogende van tyd tot alhier worden befchreeven. -~ Ue vermindering van, veele Commisfien en Bedien, «ens. — De affchaffing van verfcheide publicque Gebouwen , Logementen en Jagten, De ménage in de  STAAT EN OORLOG. 133 de huishouding, als meede in de aankoopen van Rouw. en andere Materiaalen. -— De égaliteit in het geeven van Aanrits-gelden , Praemien en Soldyen ;, gelyk ook van de ordres voor de Officieren en Onder-Officieren naar Zee_ gaande. Eene grootere égaliteit in de Wer¬ ving , en een beeter voorziening omtrent de MaandCedullen der Bootsgezellen op 's Lands Scheepen , en de reductie van den drukkenden Interest van veertig per cent, door hun aan de Schryvers betaald wordende. — Het ophouden der diltinctie van resforten tusfchen de Officieren , en van de Provintiale benaaming van Vlag-Officieren. —— De affchaffing van de verdeeling van zesdens in Equipage en Aanbouw; —— meerder égaliteit in de Conftruétie van 's La"ds Scheepen van Oorlog , wordende ook tot dat einde op de aanftelling van een of meerdere Conltruéteurs-Generaal aangedrongen, -r— Een gereegelder voorziening omtrent de defenfie van de Etablissementen van den Staat in Oost en West, —* een egaalder praétyk op den ophef van de middelen te Water; — meerder eenpaarigheid in de executie van de Refolutien van Haar Hoog Mogende. — Beeter toezigt op het verval van Havenen en Zeegaaten , en van de . keuze , die daar van zou kunnen worden gemaakt; meerder kragt van beftier , en meerder vertrouwen van de Bondgenooten. f Dat zy Gedeputeerdens vervolgens in de voorfz» hunne Memorie, het refultaat hunner Befoignes hadden ter nedergelteld , omtrent het geene relatie had tot den Staat van defenfie te Water, gecombineerd met de Posten , welken tot dat einde op den Staat van Oorlog zouden behooren gebragt te worden; —- dat zy al hetzelve hadden begroot en beredeneerd op tyden van Vreede ; aangezien de benodigdheeden van Oorlogstyden niet wel a priori te bepaalen zouden zyn, hoewel de grond eh de hulpmiddelen daar toe in tyden van Vreede moeiten worden gelegt en beraamd. —— Dat zy met dat inzigt de Zeemacht van den Staat had. den gemeend op dertig Schepen van Linie , veertig Fregatten en eenige ligte Vaattuigen, te mogen bepaa» len; en om die Scheeps-ligbaamen in behoorlyken Raat I 3 van  I3+ ZAAKEN VAN van fuppletie te behouden , daar toe een langzaarnen aanbouw hadden voorgedraageu , waar by die Zeemacht , om de dertig jaaren, zoude vernieuwd worr een. — p« zy, onvervankelyk de meerdere of mindere bennd.gdheeden voor ieder jaar, en onvervankelyk de voor klieu , welke deswegens en daar toe door Zy. ne Hoogheid, als Admiraal-Generaal, van tvd tot tvd zou'en mogen gedaan worden, de Equipage voor ieder Vree lens-jaar gebragt hadden by raaming op twintig Schepen meest Fregatten; — en dat ly, by ap. proxnnane hadden begroot de kosten , welken tot den voorlz. langzaarnen aanbouw, — tot onderhoud en reparatie der aanweezige Scheeps lighaamen, — tot het jaarlyks^ hquipage , — tot het onderhoud van eenige Wagt-Schepen , tot in ftand brenging van een Corps Mariniers , zoo als hetzelve door Zyne Hoogheid op den 17 Maart 1789 is voorgefteld : mitsgaders tot de kosten van de huishoudinge, zonden benpdigd zyn ; — ai het welke had uitgebrarden van den Aardbodem? — welKe waren hunne middelen, om een Land, het welk zoo een geringe vercooning maakt op de atteekemng van de A^rde, te doen heerfchen op de afgeleegendüe Zeeën. Koningryken te overmeederen , en regts en lings aanzienelyke Colonien te vestigen? — Wy eerbiedigen de deugden onzer Voorvaderen; hunne naardigheid , hunne eendracht, hunne ftandvastighnd , hunne liefde voor het opkomende Vaderland; hunne Heldendaaden onder het beleid van die onlterfelyke Mannen , aan wien wy , naast God, onze opkomst, en ons behoud hebben te danken: maar, zonder Zeevaart, zonder Koophandel; zonder de Wapenen van het Bondgenootfchap op alle de Zeeën te hebben vertoond, en den nyvrigen Koopman tegens alle aanvallen te hebben befchermd; waren geene van die groote oogmerken bereikt , en het Land was zonder twyffel wederom ras onder zyne moerasfen weggezonken ; die deugden waren langst vergeeten , en de herdenking van die uitmuntende daaden zoude ons mogelyk eerder als eene uitfpatting eener ydele glorie worJ deu  Ï40 ZAAKENVAN den verweeten , dan ons tot een prikkel tot naiatrin» vaart, die ons de rykite bronnen van beftaan en Poli tiquen welvaart hebben geopend • m.r L" P- 4 daar toe belteed een geS van TZa.S JinSmto? want.men wist, dat die niet ydelyk verfpild S?n een dubbele maate in 's Lands" Kist zouden wederkee. ^f^SS^S, aan ïlet XZvamn Die gerustheid wierd nogthans dikwyls geftoord toen de naaryver van andere Volkeren, door Inboorbeeld gaande gemaakt, ons die vorregt n kwam beïwisl ten welken wy byna alléén hadden bezeeTw • «wil pende Schepen moeiten den Koopman alom verzeten en talryke Vlooten in Zee gezonden; de uSe v«. niogens wierden ingefpannen , om onze Commercie onze Navigatie, en met dezelve, onze exillenrie te be! fchermen, te handhaven, en te bewaaren ulG.een,wond?r dan, dat die bezorgdheid naar midde^P uamTU\°m die P^ectie met een toeSken. de en beltendige Zeemagt te verzeekeren; en deeze on ZZe7XZ°kan bre,Hgen' d3C daar van ^ne gereede nulpe kon worden verwagt — Dan, Hoog Mogende Heeren, óf die middelen en of het gebruik en het bellier van die middelen altvd geweest is zoodanig , dat 'er geen wensch voor en beeter overbleef, laat zig door de gefchiedeÏÏè vJii ons Land al ras bepaalen ; en wy behoeven geen an der bewys daar van by te brengen , dan deefen «ï- den last , welken ü Hoog Mogfnde , en de BonSe. nooten ons folemneel hebben gelieven op t "dragen? fenjie te IVater en de zaaken van de Zee zouden wv mogelyk kunnen volltaan met de zaak, van du tvdffio af aan gereekend, te befchouwen; er, U Hoog Mogeï de onze gedagten meede kunnen 'deelen aanpaÏÏ de ver-  STAAT EN OORLOG. 14! yerbeeteringen, die wy, naar onze beste kennis, zouden vermeenen dat in het weezen van de Zee zouden kunnen ofte behooren te worden geintroduceert. Wv verkiezen nogthans liefst daar meede nog een 00eenblik te verwylen , in het vertrouwen , dat het mee ondienftig zyn zal, in een kort bellek , een klein Tafereel op te hangen, waar uit met een opllag van het oog zou kunnen worden gezien , op wat wyze de zaken van de Zee, van de vroegfte tyden herwaards, in deeze Landen zyn behandeld en beftierd; —- welke zyn geweest de grondbeginfelen, — welke de voordeelen, — welke de gebreeken eener adminiftratie die met recht voor eene der importantfte takken van de Regeeringe deezer Landen moet worden gehouden Wy beöogen daar meede geenzints nieuwe zaken voor den dag te haaien ; maar fadjen het veeltvds waar is, dat een Staats-Gebouw door dezelfde grondregelen , aan welken het zyn opkomst heeft te danken, ftaande word gehouden: zal het der moeite wel waardig zyn te onderzoeken , in hoe verre men van die eerfte beginfelen , met opzigte tot het tegenswoordig onderwerp, by verloop van tyd, is afgegaan;~ hoe men zig daar by heeft bevonden, — en in hoe verre dezelven op den huidigen ftaat van zaken wederom zouden kunnen worden t'huis gebragt. Het is bekend, dat de Oorlog ter Zee , vóór de 00rigting van dit Gemeenebest , in de Landen van Holland en van Zeeland , op géénen vasten voet nog was gebragt: byzondere Steden, en ook wel byzondere Perfoonen, veroorloofden zig Schepen uit te rusten, daar meede op buit ofte ter kaap te vaaren tegens den Vyand , en maakten misbruik van die gelegenheid, om zelfs de Stroomen en de Zee voor Vrienden, en voor Nabuuren, onveilig te maaken ; tot dat Maxtmiliaan , Roomsch Koning, en Philip zyn Zoon, Erts Hertoge van Oostenryk , in confideratie neemende de meenilvuldige klasten, die van alle kanten tegens die uitrustingen ter Zee wierden ingebragt , goedvonden bv Placaat van den 8 February 1487 , (het eerfte , t welk wv op 't ftuk van den Zeevaart voor deeze Landen hebben kunnen opdelven) den Oorlog ter Zee op  H« ZAAKEN VAN een meer bepaalden en geregelden voet te brengen ; als waar by , onder meer anderen , alle die uitdringen , welken in voegen voorfz., door Perfoonen ofte bteden, wierden gedreeven, onderhoorig wierden «remaakt aan den Admiraal van de Zee ; die, ui.- oorzfake van zyn Ampt, alléén, en in 't geheel' moest hebben de kennis, jurisdictie, en definitie over alle geval, lep, delicten, enz., welke wierden begaan op d! Zee af haare Stranden , onder de Vloote; •? zy dat die begaan wierden ter occafie van den Oorlog , ofte anderzmts; — ende voorts met magt en autoriteit, om I E -en eC". LuKenant end* a»dere Officieren ™2 'u "\zo?da™8™ plaats als hem goeddunken zoude ; welke Luitenant en Mannen van den Raad . aan ieder één zouden adminiltreeren recht ende gerech! ïifnpn v> m" a"e zoodani«e vegere Prxëminen- tien en Prarogativen voor den voorn. Admiraal der Zee, als gefchikt waren om zyn gezag behoorlvk te maintineeren ; en welken wy hier kortheids hXezu? len voorbygaan, maar die wel verdienen in 't Placaat zelve te worden geleezen. Het blykt nogthans nergens , dat, zelve lange daar na, wanneer Keizer Karei de Ordonnantie op de: Zee! vaart der Nederlanden, in dato 2o December , aLI JII .emaneeren' eeni8e zoogenaamde Colleg.en ter Admiraliteit waren opgengt; maar het beleid van den Oorlog te Water bleef meestal op denzelven voet, on dergefch.kt aan den Admiraal van de Zee, ofte zynen Steedehonder; de Steeden bleven i„ het gebSSk, ÏÏÏ" met de onderwerping aan den Admiraal, Scheeêen te mogen uitrusten; en veele Scheepen werden in 7ee gezonden, welken, hoe zeer tot tranfport van Kool! goederen gedetoneerd , teffens ten Oorloge waren 3E wapend, om zig zeiven te kunnen befchermen ; geKk s^ssfffr. 0rdonnantiet De onzeekere ftaat, waar in deeze Landen bv vervolg van tyd wierden gebragt, bad „iet toe^Lri om omtrent het werk van de Admiraliteit e ne tJe'raale voorziening re maken; tot dar deeVe GewSten zig onuer het Verbond der Unie hebbende begZVTf de  STAAT EN OORLOG. de Bondgenooten by. Refolutien van 4 April en 23 October 1582 goedvonden, dat de Inkomften , welken uit de Convoyen en Licenten in de byzondere Provin. cien wierden geheeven, zouden blyven geaffecteerd tot verval der kosten van de Equipage van de Scheepen van Oorlog , Scheepsvolk en dependentiën van dien ; welken zoo ter Zee, als binnen de Provinciën refpeéti. velyk, tot bewaarnisfe van de Stroomen en Rivieren, nodiglyk onderhouden zouden moeten worden, ter ordonnanlie en dispofitie van Zyne Excellentie als Admiraal van de Zee. — En, na doode van Willem den I., wierden die Penningen benevens het opper-opzigt over den Oorlog te Water in handen gefield van Prins Mauritz en den' Raad van Staate; met magt, om Zee. Overften te kiezen, en Collegien ter Admiraliteit op te regten daar het nodig zoude weezen ; en waar door het weezen van de Zee, het welk bevorens meer afzonderlyk en Provinciaal was behandeld geweest, volgeus den aart en de Conflitutie der toenmalige tyden , eene andere form en gedaanre begon te krygen , en meerder onder een algemeen bellier gebragt. 't Leed nogtbans niet lange, of men bevond , dat het werk van den Oorlog te Water, uit hoofde van deszelfs omllagtigheid niet wel in handen van den Raad van Staaten , aan wien boven dien de Regeeringe en de Oorlog te Lande was toevertrouwd , koude verblyven; het welk veroorzaakte, dat, na het vertrek van Leicester uit deeze Landen, in den jaare 1587, de adminiftratie van den Oorlog te Water Ao. 1588 geligt wierd uit de Initructie van den Raad van Staaten; —- en , aangezien, bereids in den jaare 1586 Collegien ter Admiraliteit te Hoorn , te Rotterdam , te Middelburg , en ook voor een gedeeite te Amfterdam waren opgefigt, hoewel dezelven evenwel hunne namalige gedaante nog niet volkomen hadden bekomen , en geen :deel aan het bewind hadden, vond men kort daar na goed , de Zee-zaaken onder een generaal beftier te brengen met de cprigtiug van een Collegie van Superiutendentie , met Pnns Mauritz, als Admiraal-Generaal van de geuöieerdfc Landen aan het hoofd, en beide Prins Mauritz en het voorfchreeve Collegie met een In-  344 ZAAKEN VAM Injtuftie te voorzien in dato 22 April 1589, voordén tyd van agt maanden. Dan welke Inftruétï hoe zeer dezelve m het hoofd word befchreeVen als 1™M f 'e V0°r de\H°°Z Scoren Furst ende Hel re Mauntz, enz. vee eer moet gehouden worden Jeformeerd te zyn om de ondergefchiktheid van de It ticuhere Collegien ter Admiraliteit, (welken meede ten zeiven dage, met eene byzondere Inltrudlie, voor den tyd van agt maanden, wierden voorzien) aan het Co legie Superintendent, en dit Collegie zelve aan den Admiraad-Generaal, onder 't generlal beller van de algemeene Staaten, te bepalen en te contlateerendan we in zig te bevatten eene Inlïrnétie voor den Admiraal-Generaal; als waar van eene flegts oppervlakke lecture van de beide Inftruflien voldoende zal moeten overtuigen; en waar van, als een nog fterkerbe- wys was het nood, zoude kunnen ftrekken deeze een. voudige opmerking: dat het voorfchreeve Collegie Superintendent by provifie, en tot een proef, voó? dtn tyd van agt maanden zynde opgerigt , men geenfi, ts konde gecenfeerd zyn, de waardigheid van een Admf ESC ™ die P-ve,"tftu: penntendent; welke disfolutie plaats nam, niet aat maanden, maar drie jaaren en agt maanden daar nf en wel bepaaldelyk by Refolutie van hun Hoog van den 30 December 1593. . - 8 °S* Dedeliberatien over de oprigting van het Collegie Superintendent waren nauwlyks na het vertrek van I e? cester geëntameert, of men ondervond wel haast tegenkanting van de zyde van die van Zeeland • we ken zig omtrent eene egaale ophef van de middelen me die van Holland niet konden verftaan, en uit dien hoofde niet te beweegen waren om te komen tot een fchik king, waar uit die egaale ophef over alle de Provintien, en dus ook over Zeeland, moest refulteeren ■ en welke werkelyk by een Articul van de InTuftië'aa? het Collegie Superintendent was gerecommandeert, S aan hetzelve geinjungeerd ; in .voegen dat de Staaten van  STAAT EN OORLOG. *45 van Holland, by Refolutie van 20 May 1588.ziende den weerzin van die van Zeeland, en overmits het aan. wezen van zyne Excellentie binnen de voorfz. Provintie, nodig vonden , „ die goede occafie waar te nee. men , ende eenige nevens zyne Excellentie van Naslau te committeeren , omme den Staaten van Zeeland den nood en de gelegendheid der zaak voor te houden, en dezelven te induceeren , dat zy eenige in het voorfz. College van Superintendentie zouden committeeren, en de Inftructie daar van helpen arrelteeren , als naar behooren." En als naderhand die Provintie in de oprigting van het meergemelde Collegie fcheen te hebben geconfenteerd , bleef zy nogthans aan de gemaakte zwaarigheid hangen, en haaré Gedeputeerden ter Generaliteit, toen de Staaten Generaal goedvonden te fchryven aan de Provinciën Holland , Zeeland en Vriesland , om de Leden voor het Collegie Superintendent te willen verkiezen , deeden by die gelegendheid aantekenen , „ dat die van Zeeland verftonden daar meede niet geprajudiceert te zyn in 't geen zy als nog , zoo op de verleenisfe van de betaalinge van de Convoyen en Licenten, als anderzints, met die van Holland different waren; " gelyk zulks te lezen is in het Register van Uw Hoog Mogende Refolutien, on« der den 18 February 1589. Die zwarigheid bleef men opperen by aanhoudendheid ; zóó , dat de drie Hollandfche Leden, ondanks de herhaalde aanfchryvingen van de Staaten hunner Provincie (* j, agterlyk bleeven in het compareeren ; en dat eindelyk een van dezelven, Cornelis de Vlaminck, op den 25 April 1589 in de Vergadering van Holland verfchenen zynde , verklaarde zwaarigheid gemaakt te hebben, om in het Collegie Superintendent te. zitten, ter zaake , dat die van Zeeland ongeneegen bleeven, om zig te voegen naar de ordres , welken door het voorfz. Collegie, ingevolgen deszelfs Jnftruétie, op het Stuk in quasstie, zouden worden gefteld. Dé Staaten van Holland hadden zig de oprigting van een (•) Refolutie Holl. ao Febr. en ae April 1589. VII. deel. K  Hö" ZAAKEN VAN een Eminent Collegie zoo flerk aangetrokken , dat zy Kort te voren, op den 15 February 5589, by een eeupaange Refolutie daar toe zynde gerefolveerd , teffens goedgevonden, dat zoo het by die van Zeeland niet in tra-n zou mogen gebragt worden, uit hoofde van de nemtig der rechten, waar omtrent zy zig niet aan het voorn. Collegie wilden fnbmitteeren, zoodaanig Collegie voor het Admiraliteits-Wezen van hunne Provincie arzonderlyk. zoude worden opgerigt; — en refolveerden verders op den 24 February daar aan volgende , om nog alle initantien te gebruiken, ten einde die van geland 'daar toe zouden mogen worden gebragt, ofte dat men anderfints geen Goederen uit de Provincie van Holland naar Zeeland zoude laaren voeren , voor en al eer het .Licent daar van in Holland zoude zyn betaald. —— 1 Dezelfde oorzaaken , welken de oprigting van het meergemelde Collegie hadden opgehouden , contribueerden ook tot de vernietiging van hetzelve; by Refolutie van de Staaten van Holland van 14-23 Decernber 1593 wierd goedgevonden , dat het Collegie van Superintendentie , mee het uiteinde van het jaar zou behoren te cesfeeren, en de inltantien daar toe ter Generaliteit gedaan; „ en dat voorts zyne Excellentie zou worden verzogt te dirigeeren de Superintendentie der Admiraliteit ten meesten dienden van den Lande, en de Penningen," welken van de Convoyen en Licenten door het meergemelde Collegie anderfints zouden worden ontvangen, „ inmiddels gefteid ter dispo» iicie van zyne Excellentie , om alleenlyk in het (tuk van de Admiraliteit volgens de voorgaande infiruétie, mede ten meesten dienfte van den Lande te worden bekeerd;" en dat de particuliere Collegien ter Admiraliteit „ zouden worden gecontinueerd , mits dat zy gehouden zouden weezenzyne Excellentie als Admiraal te refpedeeren , en te pareeren als naar behooren." ■ Die inftantien bragten ook te weege, dat by Refolutie van Uw Hoog Mogende van den 30 December 1593 het meergemelde Collegie van Superintendentie werd gcdisfolveerd, en wel, zoo als uit voorfz. Re» fo-  STAAT EN OORLOG. 147 folutie blykt, by gelegendheil, dat de Leden van hetzelve Collegie in de Vergadering van Uw Hoog Mog. verfcbeenen zynde , hun ontflag daar van hadden verzogt , ter zaake ,, dat zy ten diende van den Lande getreeden waren, in de bedieninge van de voorfchreve Superinrendentie neffens zyne Excellentie agtervolgende haare Inftruftie; op hoope, dat het Collegie zou worden geformeerd naar de Refolutie 'daar op geno* men ; ende , dat die Gedeputeerden uit dé Provincie van Zeeland met hen in hetzelve Ampt getreeden zouden zyn : dan waarinne zy tot nog toe gebrekkelyk waren gebleeven , niet tegenliaande verfcheide inftantien , die daaromme waren gedaan ; weshalven het voorfz. Collegie den gewenschten en verwagten dienst niet en hadde gedaan , &c." — En by welke voorfz. Refolurie de Gedeputeerden van Zeeland wederom deeden aantekenen , dat ,, zy verltonden zig met die Refolutie niet te willen prjejudicieeren , nog voorder met bet Collegie Superintendent inlaaten, als zy te vooren gedaan hadden," uit al het welke evidentelyk conlteerd, dat geene andere redenen, dan de aanhoudende tegenkanting en non-fubmisfie van die van Zeeland, het voorfchreeve Collegie hebben te niet doen gaan. ———■ 1 Wy achten het der moeite noch wel eenigfints waardig , om deze zaak in haare gevolgen te befchouwen; om dat wy, van den éénen kant niet weeten, dat dezelve ergens volledig is befchreven , en dat wy dienvolgens meenen geen ondienst aan Uw Hoog Mogende, en de Bondgenooten te zullen doen, met dezelve alzoo in haaren gantfchen zamenhang voor te draagen ; ■ en om dat, van den anderen kant, daar uit in den jaare 1597 eene provifioneele fchikking omtrent her Zee-Wezen is gebooren geworden , welke nochthans tot den huidigen dage heeft (tand gegrepen, en welken Uw Hoog Mog. by Hoogstderzelver reeds aangetogene Refolutie van den 4 May 1785, rot een object: van ons onderzoek, en van onze deliberatien hebben gelieven te maaken. Het Collegie Superintendant was nauwelyks gedjsfolveerd , of daar wierden in Holland deliberatien aanK 3 ge-  14* ZAAKEN VAN gelegd om de_ Subalterne Collegien ter Admiraliteit, ten minden die in de Provincie Holland waren gezeeten, wederom onder één generaal beduur ende tot zekere meerdere confidentie te brengen , en daar van moeten de Notulen van Holland van dien tyd pasfim getuigen ; ——— en bereids op den 14-27 July 1596 wierd aldaar by de Edelen en het meerendeel van de Steden goedgevonden , „ dat in Holland ende Westvriesland maar één Collegie van de Admiraliteit voortaan zou weezen , ende dat hetzelve refideeren zoude ter bekwaamder Plaatfe : mits dat daar uit drie in de refpective Quartieren in de bekwaamfte Plaatfen zouden gecommitteerd , zoo ten opzigten ende vorderinge van de Equipagie , prsecife handhoudinge van den inkomen der Convoyen ende Licenten: ende omme als Gedeputeerden te hebben definitive Judicatuuretot condemnatie , blyvende de appellatie aan den vollen Collegie van de Admiraliteit &c." dan vermits de Gedeputeerden van Amderdam , Hoorn , Enkhuizen ende Medemblik verklaarden daaromtrent niet gelast te we. zen , wierd de zaak by provifie niet voortgezec, en bleef om die zelfde reden deeken, blykens de Refolutie van Holland van den 30 September en 2-5 Octo. ber van hetzelfde jaar. Bevorens hadden de Staa¬ ten van die Provincie, op den 11 September 1596, met de meede demmen nog gerefolveerd hebbende , „ dat een Collegie generaal van de Admiraliteit over de geünieerde Provinciën gedeld zoude worden , waar. van zyne Excellentie het hoofd zoude zyn," op nieuws getenteert de zaak aan die van Zeeiaud fmaakelyk te maaken, maar vergeefsch; hebbende de Gedeputeerden van die Provincie daar toe niet kunnen verdaan. ——— En kort daar naa op den 3 Oftober 1596 .wierd 'er wederom verftaan, „ dat een Collegie van de Admiraliteit geordonneerd zou worden van weegens de Generaliteit, op het duk van de Admiraliteit; al ware het, dat die van Zeeland daar toe niet en zouden begeeren te verftaan; enz." en wederom op den jOcloberwierd 'er als nog „ by de Edelen en het meestendeel van de Steden verdaan, dat men behoorde te maaken een Generaal Collegie over alle de Geünieerde Provinciën, ten min»  STAAT EN OORLOG. 149 minden over alle de anderen, uitgezonden Zeeland , indien dezelve daar toe niet en zoude weezen te be. weegen;" maar alle die pogingen hebben den gewenschten uitdag niet mogen hebben. . Zoo zeer waaren de Staaten van Holland overtuigd van het gebrek van den toenmaaligen ftaat van zaaken ! —— en zoo zeer waaren zy gezet, om dien op een beteren en bertendigeren voet, door middel van een algemeen beftier, te brengen! ende zulks op een tyd, dat de denkbeelden omtrent de voordeekn van een Collegie Superintendent , hoe zeer daar van weinig vrugts was genooten , nog levendig en versch in het geheugen laagen -% maar de groo¬ te fout was begaan , het Collegie was gedisfolveerd ; terwyl het mogelyk beter ware geweest, aan den tyd en aan gunftigere omftandigheeden over te laaten , om de discrepeerende Leden tot éénparigere gedachten te brengen.; Op die wyze liepen de falutaire pogingen van de Heeren Staaten van Holland ten einde, zonder dat het hun heeft mogen gelukken , om de Collegien ter Admiraliteit in de voorfz. Provincie refideerende, wegens de tegenwerking van Amfterdam, en van eenige Steden in het Noorderquartier, ofte de gezamentlyke Admiraliteits Departementen, wegens de nou-concurrentie van de Provincie van Zeeland, onder een generaal beftuur wederom te brengen. De zaaken bleven op dien voet tot in den jaare 1597, wanneer by rade, en met opzigt tot Zeeland, op uitfpraak, van Prins Mauritz, vyf Collegien ter Admiraliteit voor den tyd van één jaar wierden opgerigt , en met een Inltrucïie voorzien in dato 13 Augustus 1597 ; waar door eene nieuwe ftaat van zaaken wierd geboren , en eene wezcntlyke verandering in den aart van de Zee-zaaken en van de Admiraliteits Collegien gemaakt ; aangezien by de voorfc. Inftruclie dezelven nog meerder afhankelyk wierden gemaakt van de Staaten Generaal, en minder afhankelyk van de Provinciën waar in zy waren geünieerd. » De onderhoorig- heid der byzondere Collegien aan de Provinciën verminderde , en zy raakten, meerder dan te voren, in K 3 het  15° ZAAKEN VAN het bewind van de zaaken van de Zee, voor zoo veel hunne refpeétive resforten aanging. tJTyh«kün,!ien. bezwa,arlyk °P «n affland van byna twee honderd jaaren, bevroeden, Hoog Mog Heeren welken m d.en tyd de aanleidende oorzaaken, Sen zyn geweest, om eene inrigting, welke flegts voor één jaar was ingevoerd , en als het ware tot een proeve zoodanig wortel te laaten fchieten, dat de verdere po' gingen van de Staaten van Holland, waar van wymogelyk hier onder nog met één woord zullen moeten gewaagen , en de herhaalde klagten der overige Bondgenoten , en hunne meenigvuldige inftantien tot redres, niet vermogt hebben daar in de minde verandering tl vvege te brengen ; ten ware men zoude mogen ve?onderdellen , dat de groote en geduurige Staatsaangeleegenheden, waarin de Republiek in die dagen, en daar LahK'P„1S,PlnAeWfkkeld §eweest' «"'"der geleêgendheid hebben verfchaft , om de zaak wederom in den grond aan te tasten; ofte ook wel, dat de Collegien minder dependent geworden zynde van een generaal beduur, die gebreeken en de non-obfervantie der generaale Ordres, minder wierden gade geflagen, en zonder de voormaalde belemmering konden worden gepleegd; terwyl het overigens bekend is, dat de grond , waar over tusfchen die van Zeeland en van Holland eenige jaaren te voren gefchillen waren gereezen , nimmer geheellyk heeft kunnen worden wegnomen. °° Hoe het daar mede ook geleegen zy , het is in een zeker opzigt onze taak geworden de zaak te beoordeelen, en aan Uw Hoog Mog. en de Bondgenooten daar omtrent onze gedagten meede te deelen , en zoodaanige voorflaagen van verbeetering voor te dragen , als wy tot behoud van de gemeene zaak zouden rneeuen te behoren. Wy vonden ons dan naauwelyks geauthorifeerd by Uw Hoog Mog. Ref„lutie van den i% April 1786 of lVLi f-!tefe" °nS Va" de refPe<^e Collegien ter AdX£ «A" vraa£en,,een gedetailleerden ftaat van de gefteldheid hunner Collegien, van hunne Inkomden en Uit-  STAAT EN OORLOG. tji Uifgaawn, van hunne Schepen , Magazynen, Arfenaalen', Dokken, Havenen, Zeegaten; —— in één woord, van al dat geene, welk wy meenden niettekun- nen ontbeeren , om behoorlyk en zonder mistasting de zaak van alle kanten te kunnen bezien, en ons oordeel te leiden, en wy kunnen Uw Hoog Mogende cordate]yk verzekeren , dat wy in dit ons onderzoek getragt hebben alle Provinciaale Confideratien ter zyde te Hellen, en onze Perfoneele vooroordeelen , zoo veel mogelyk, te bedwingen. Befchouwdeh wy dan de zaak in haar geheel, zoo als zulks in een onderzoek van dezen aart behoord , ende niet by Hukken en gedeeltens ; zoo zogten wy nogthans de geheele masta van de werkzaamheden der Collegien ter Admiraliteit onder verfchillende hoofdpointen te verdeelen, met oogmerk , om onze finaale beoordeeling, door de contemplatie van die hoofd dee- len , te verderken en te copft&fereu; de zaak uit dat oogpunt befchouwd , laaten zig de beezigheeden van een Admiraliteits Collegie, naar onze gedagten, gevoeglyk onder twee Hoofdtakken brengen. Waar van het eerde in zig zal bevatten al het geene relatie heeft tot de behandeling en het beduur van den Oorlog te Water, met al wat daar aan vast is. En het tweede, de invordering van de middelen te Water, met. de kennis van het belang der Commercie en Navigatie. ,. ., Vermeenigvuldigen wy nu de onderfcheidene werkzaamheden , die daar uit refulteeren, met het getal der tegenswoordige Collegien , zoo ontdaat daar uit een gecompliqueerden daat van zaaken , eene vermeerdering van onkosten , en een bedier, 't welk zig overal modificeerd naar de plaatfelyke belan- gens. l£,n hoe zouden Collegien, welkers rela- tien tot elkander ten uiterften zwak zyn, om niet te zegge», dat zy. zyn independent van elaander, hoe zouden die haare. gezamentlyke takken van werkzaamheid uit één en hetzelfde oogpunt kunnen befchouwen,tot één en hetzelfde wit doen zamen lopen?-—— noemen wy , by voorbeeld, de Conftruótie van Schepen : ieder Collegie volgt daar omtrent de gedagten K 4 van  I52 ZAAKEN VAN van die geenen , die zy voor kundig houd, en met reeoen; maar wie weet niet, dat de waarheid ontftaat vut de vergelyking van verfchillende gedagten, dat de Kundigheden van één Conftruéleur moeten getoetst wer- den aan de kundigheden van een ander, en dat daar omtrent behoorde te regeeren eene gelykheid, die wy nergens aantreffen, ondanks alle de bepaalingen, die dien aangaande nog zoo kortelings door Uw Hoog Mog. zyn gemaakt? En hoe is het gelegen met den aanbouw en plaat- iing der Schepen ? daar ieder Collegie een zes- de hendeerd m alle geordonneerde aanbouwen, volgt het, dat eenige Schepen gebouwd worden door Collegien , welke niet in (laat zyn dezelven te onderhou. den , . . . 0p plaatfen daar het niet behoord : daar zy niet van daan kunnen ; en daar zy, tot opfpraak van den Ingezeeten, en tot hoon van de adminiftratie, moeten blyven verrotten , zonder ooit in Zee te zyn geweest. Het is even eens gelegen met de Equipagien ; eene noodlottige verdeeling van zesdens brengt meest al te wege, of eene kostbaardere aanwerving van Manfchappen, wanneer de Equipagie gefchieden moet, of de agterlykheid van het Collegie , die de Equipa. gie prastteeren zal: want de finantieele toefland van zommige Collegien is zoodaanig, dat zy tot het pra;fleeren van hun zesde in de geordonneerde Equipagien en Aanbouwen niet altyd in ftaat zyn, ten minften niet in ftaat , om voor een tyd te fuppleeren aan de defecten der betaalingen van de refpective Provincien ; en waar door dan de geordonneerde Werken, ofte Equipagien moeten blyven lteeken, en de dienst van den Lande in het agterweezen geraaken. Zullen wy treeden in de innerlyke huishouding ; zyn daar gebreken en misbruiken , hoe lange kunnen die niet verborgen blyven voor het oog van de hooge Regeering? zelden worden die ontdekt, bevorens zy tot den hoogften top zyn gerezen; daar van leggen de uitwerkzelen in een der tegenswoordige Admiraliteits Departementen , nog fprekende voor onze oogen. Gingen wy de gefchiedenisfe van oudere dagen uitpluizen , het zoude niet moeieJyk vallen meerdere voori - beel-  STAAT EN OORLOG- ÏJ3 beelden van onbruiken , misbruiken en relikhement te ontdekken. — Maar, ons doelwit is, tot algemeene en groote waarheden te geraaken; byzond-re feilen komen niet in ons bedek. Tot dat einde zullen wy al wederom maar met een enkel woord , hoe zeer de zaak van het grootde be. lang is aanroeren de invordering van de middelen te "Water, en de inegaale pradyk, die daar omtrent veel al plaats heeft. — Wy mogen ons vleien , dat van ons niet zal gevergd worden eene optelling van de klagten der Bondgenooten zeedert byna twee hondert jaaren , en de onderfcheidene middelen van redres dien aangaande van tyd tot tyd voorgeflagen ; — maar neemen wy met opzigte tot dat onderwerp in aanmerking de énorme kosten, welken, onafhankelyk van alle conniventien en mindere beffing op zommige fpecien , en die mogelyk in deezen ofte geenen opzigte noodzakelyk zyn geworden, maar niet te min de pubhcque revenuen verminderen : neemen wy in aanmerking de énorme kosten , welken de inzaameling van de middelen te Water, over zoo eene verdeelde beheering ablbrbeerd ; zoo liaan wy verdomd, dat die daat van zaken de attentie der Bondgenooten niet met meerder kragt hebbe op zig getrokken , daar zulks onmogelyk in dien daat van zaken zoude kunnen worden verhoed. Wy hebben in het kort bezien, hoe de Collegien op haar zeiven bedaan; maar hoe daan zy tot elkander ? hoe daan zy tot de algemeene Regeering? zyn zy gefchikt om te hebben deel aan het generaale Bedier van de zaaken van de Zee? hebben zy onder elkander eenige algemeene deliberatien , die hun tot zoo een generaal bellier zouden kunnen bekwaam maaken ? — immers neen. — Want wy kunnen niet als zoodanig aanmerken de Vergadering van de Gecommitteerdens uit de refpeftive Collegien, wanneer zy by Uw Hoog Mog. alhier in den Hage worden geroepen om op eenige loopende zaaken te advifeeren, en om den daat van Equipage voor het loopende of volgende jaar voor te dragen. — Die Staaten van Equipage zelfs, om zulks in het voorbygaan te zeggen , leeveren daar van een K 5 nieuw  IS4 ZAAKEN VAN nieuw bewys op; immers worden die niet gecalculeerd volgens, bet waare gebruik , dat van de Zeemacht zal worden gemaakt; maar volgens de bekende defecten in de huishoudinge van eenige der Collegien ter Admiraliteit, van wien het toegelegde aandeel in den geformeerden ftaat van Equipage geenzints word verwast. Wy befpeuren dan overal eene verdeelde RegeeriiiV -. ons is daar en boven geen band bekend, die de Collelegien ter Admiraliteit aan eikanderen verbind; het welk nogthans het oogmerk der Bondgenooten fchynt te zvn geweest, toen zy het 27 Articul van de Inftructie van den jaare 1597 goedvonden te arrefteeren ; waar van het nogthans bekend is , dat het zelve Articul, zoo het wel ooit in obfervantie is geweest, althans tegenwoordig en zeedert lange volkomen is obfoleet. Had men volgens den inboude van den voorgemelden Articul ; „ het geen in één of ander Kwartier meer onttogen als uitgegeeven is , bekeert en verltrekt aan den Ontianger van de,. Kwartiere, daar het te kort gekomen is ,' zoo begrypen wy, dat daar door een fource van jaloufy zou /.yn weggenomen ; — en dat 'er minder grond zou overgebleeven zyn tot het conniveeren der contraventien ; - dat de Collegien zig meer als deelen van een Lichaam zouden hehben aangezien-dat zy met meerder vigeur de beveelen van de Gene* rahteit zouden hebben naargekomen , en in zommige gevallen zig minder afhankelyk gemaakt van de Provmcien , Kwartieren ofte Steeden , alwaar zy zyn gefitueert. — Omtrent het laatfte, vinden wy een aanmerkelyk verwyt in eene Refolutie van de Staaten van Holland, al van den 16 Maart 1629 , hoe zeer iukt niet prasciefelyk applicabel op het geval in qu«eftle • „ dat eens, word 'er gezegt, diende weggenomen de' waan van de Collegien ter Admiraliteit, daarby zy haar inbeelden niet te dependeeren van de beveelen van de Heeren Staaten Generaal; ende dat de Steeden, daar de Collegien refideeren, dezelve Admiraliteiten dikwils ook anders doen ordonneeren als haar Jast wel is." Maar zoo die gebreeken wezentlyk zyn , zoo is die verdeelde admimftratie niet minder fchaadelyk voor den ttaat der Finaiuien i — en het invoeren van eenige meer-  STAAT EN OORLOG. 155 meerdere Pointer) van ménage zoude weinig contribueeren , om het herdel daar van eenigzints gevoelig te maaken ; — en wy mogen ons gedispenfeerd agten , daar van , als van iets , dat in het oog loopt, iets meerders aan te roeren ; daar het daar en boven bekend is , dat eenige Collegien niet beftand zyn haare lasten te dragen, en andere moeten gelubfidieert worden ; al het welk, op zig zeiven genomen , een genoegzaam motif zoude opleveren, om de zoodanigen te üipprimeeren ; aangezien ook al een aanbedeeling van een geringer deel, dan een zesde in den Aanbouw en Equipage, dezelven in dat opzigt weinig te Rade zoude komen. . . Wy hebben deeze ondankbaare taak maar eenigzints afgefchetst, Hoog Mogende Heeren, aangezien het ons een onaangenaam gevoel heeft veroorzaakt , gebreeken op te delven, welke zoo dikwyls by gedeeltens onder het oog van de Regeering zyn gebragt, en die nimmer zyn verbeeterd. — De gebreeken van die verdeelde adminidratie zyn in alle tyden gevoeld ; en wy durven gerustelyk avanceeren , dat men, door alle tyden héénen, van oordeel is geweest, dat die niet konden verholpen worden , dan door het tegengeftelde remedie, door de reïntroduclie van den alouden eenvoudigen voet van Regeeringe. — Immers al aanfionds na de oprigting van de vyf Collegien , toen de denkbeelden van een Collegie Superintendent (wy moeten onze woorden hier boven gebeezigd, herhaalen) nog leevendig en versch in het geheugen lagen, — en toen men, na eene proeve van omtrent drie jaaren gelegendheid had, den toenmaligen ftaat van zaaken met den voorgaanden te vergelyken. al aanfionds, zeggen wy, drukten zig de Heeren Staaten van Holland , in haare Refolutie van 29 Augustus — aa September 1600, in deezer voegen uit. „ Is by de Edelen en meest alle de Staden een groot misnoegen getoond , dat ter oorzaake van het beleid van den Oorlog te Water , ende die Regeeringe van de zaaken by de Admiraliteit, den Lande zeer groote kosten en lasten gedragen ; ende daar voor zeer kleine dienden gedaan worden ; zynde die oorzaak van dien ver-  U6 ZAAKEN VAN verbaalt , als eerst de meenigte van de C«en ter henT'S' en-de V^Ihdd der PerTooneo in SSSvS hen de zaaken niet we! verdaande; menigte van Offi eters en het klein devoir van dezelven by*S XSve' Collegien, en in de Kwartieren van dien weezende • diverfitert van Refolutien in de verfcheide Seg 'n &c »lnen lrETl'Peere-n ?» der Sch pen &c en wat later, in haare Refolutie van «i Ofiobet - ii November ,600: „ Maar zoo veel het bt ttTw, Zaake" Van de Admiraliteit ende het Ow. !ng, te,.Wate,r,a™gaat, is by de meefte (temmen iZt alleen diendelyk,.maar ten hoogden noodig gevonden dat zoo omme de groote en onnutte kosten van aïe de Collegien, ende haare Officiers en Dienaars rzeer veel dutzenden bedragende) te doen cesfeeren alsïo" derhnge omme de zaaken van de Admiraliteit met meerder authonteit ende eenparigheid te doen beleiden dezelve zaaken van de Admiraliteit zouden mooge„ Tn Superintendentie gedeld worden van zyne Excellent e en den Raad van Staate; mits dat uit HoUand ende Westfriesland ook uiC>Zeeland, eenige Pcrfoonen hen de zaaken van de Admiraliteit best verdaande, meede m denzelven Raad zouden worden gefield; ofte dat een generaal Collegie van de Admiraliteit zoude wol den opgengt, met last enz." dan de zaak had geen ge. volg, „ overmns de Steeden, van andere opinie wezende, hen bezwaard vonden dies aangaande de meede Remmen te volgen.» — Refolutie az November Z! 31 December van'het zelve jaar, en eenige iaar™ laater A° 1639 , by de deliWtien over het^betSe. len van de desordres van de Zee , en de beveiliging van dien , verklaarde Zyne Excellentie fiï Maart! ,, voor al te meenen, dat de remedie niet beter te tref fen zou weezen , als met een Superintendent Collegie" van de Admiraliteiten , hier in den Hage te houden , by h« welke de groote Zaaken te Water mogten worden beleid; dan welke Propofitie nogthans toenmaals niet wierd gegoüteert. fi,nnwiet gemiSi ee"er- dire^>e eenigzints te fuppleeren, vond men in de Provincie van Holland A? 163a, by Refolutie 10 Maart — 7 April, by gelegent-  STAAT EN OORLOG. IJ? «ntheid van het bezetten der Kusten van Vlaanderen, en het beveiligen van de naauwe Zee , met eene aanzienelyke Oorlogs magt, goed, by herhaaling ter Gexieraliteit te doen declareeren: dat men wel te vreeden was dat by provifie , op het (lak van de beveiliging van de Zee, twee Gedeputeerden uit ieder Collegie van de Admiraliteit naar den Hage wierden gezonden, welken , elkander van twee tot twee maanden vervangende , alhier collegialiter op het voorfchreeve (luk , en op dat (tuk alléén , met kennisfe van Haar Hoog Mogende en zyne Excellentie zouden befoigneeren. — waar toe vervolgens by Uw Hoog Mogende Refolutie van 2 April 163a wierd gerefolveerd, en daar by goedgevonden , dat by provifie twee Gedeputeerden uit de Collegien ter Admiraliteit in Holland , Zeeland en het Noorder-Kwartier in den Hage zouden komen refidee. ren, en dat by zyne Excellentie en dezelve Gecommitteerden zoude zyn en verblyven het abfoluut beleid ende gezag over de vyf en dertig Schepen , welken tot bezetting van de Kusten van Vlaanderen , enz. waren gedeftineert, omme daar meede de Refolutien van Uw Hoog Mogende, zonder diverfie, ter executie te doen brengen. Maar toen de oorfpronkelyke denkbeelden omtrent een generaal beltier allengskens begonnen te verflauwen ; ofte dat men geen kans zag, de zaak daar heenen te kunnen brengen , uit hoofde van de tegenkan. ting van de Steeden; — en daar nogthans de gebreeken in het bellier van de Zeezaaken zig meer en meer deeden gevoelen, kwam men tot den voorltag van verbeeteringen by gedeeltens ; als by voorbeeld , om het Collegie ter Admiraliteit te Dokkum af te fchaffen, ofte ten minden te combineeren met het Collegie in het Noorder.Kwartier, Refolutie Holland 22 September en 21 November 1637; — om ■> tot betrachting van mé•nage, de Collegien ter Admiraliteit te contraheeren tot één Lichaam , houdende refidentie alhier in den Hage by de andere Collegien van Regeeringe ; immers om het getal van de Raaden in de voorfchreeve Collegien te verminderen , enz.. Refolutie Holland 7 Augustus 1648, — om de Inftruclie van den jaare 1597 te doen re-  meer is. —1 ' 7 J y l6j3- — en wat dies Maar wy zyn bevreesd, dat wy te veel zouden vpr gen van de attentie vah Uw. Hoog Mogendenbv aï" «en door de Bondgenooten van tyd tot tvd od dit\mt b?e74n"n'bZetlfn Wi!le" °Pte1'- ^JlZ tétfede ™ J? JZa s- °"S ln 200 verregen.je?, eenigzints en als met den vinger aangeweezen re hebben dat ÏÏn ke„,evan05e F* 4" de ^«ek™ ™„ de Sa Ken van de Zee, of men heeft teffens gedaet dar dl* i?Jry IDen-Z0° iH de voorleedene Smen £f:v"f'S J? on*e Eenw, in onze dagen g^a ? re wTïL h "li UW H°°* Mogenden ons^te/bien «L£ ?ude?,' Z0° wv' 200 kort mogelyk, de confonante denkbeelden van alle de tyden dien afe-S nog eenigzints aandippen , en ondeéén «?Kun? brengen; en wy agien bet daar toe geno gf SS éé en ftap tot het tegenwoordige Cellagt over Fe'gaan. - .Zyne Hoogheid Willem de IV* Glorieufer Gedaetems, was naauwlyks in het bewind van HoogstfeS éminente waardigheeden getreeden, of de Heeren S aaf ten van Holland en Westfriesland bevroedende ^ men gundige tydsomdnodigheeden moest te hulpe neemen, om verouderde kwalen te geneezen; en öboiui bet oog verliezende de eerde beginzelen, die zvbv dl oprigting van het Collegie Superintendent, n dLrna Z'LT WeiyVer V°J°r de ^'^ene zaak'hadden d en gelden; vonden op den 4 Maart van den jaare T,r goed de conhderatien en het advis van Zyne HooY. ï!l /eTeken.; »j of het 200 tot menage als tot beeter direft.e, niet diendig zoude zyn, dat het L °1 tld?ntePërVST Mmi™]i™ kierde, vermindertf en hoedamge Collegien , ten dien einde zouden behooren afgefchaft te worden, en in de verder Collegien inge- Jyfd."  STAAT EN OORLOG. 159 fyfd." Dan de Ingezeetenen deezer Landen hadden , met den ontydigen dood van Willem de IV, teffens het ;agterblyven van eene zoo heilzaame zaak te betreuren. En befchouwd men de zaake aan de zyde der Finantien: men heeft de gedagten van de Gecommirteerdens in de Generaliteiis-Reekenkamer, vervat in hunne fecreete Misfive aan Uw Hoog Mogenden, in dato 19 November 1754, waar by zy hebben gemeend „ te moeten wegrieemen een vooroordeel, als of door het vastftellen en uitvoeren van eenige Pointen van menage iets groots tot herltel van de zaaken van de Collegien gedaan zoude kunnen worden ; terwyl het 'er zoo verre van daan was , dr.t alle Pointen van ménage op weifllj zouden uitkomen ; zoo lang 'er vyf Collegien ter Admiraliteit; en in Westfriesland en 't Noorder-Kwartier twee a drie werven moeften zyn, en zoo lange'er zoo veel meerder Raaden , als de oude inftitutie meede bragt, zouden moeten blyven. De 'Heeren Staaten 's Lands van Utrecht maakten de zaak weder levendig by eene notabele Refolutie in dato 1 April 1778, geïnfereerd in het'Register van Uw Hoog Mogende fecreete Refolutien onder den 6 April daar aan volgende, waar by zy , onder meerdere inportante Pointen van verbeetering van de zaaken van de Zee, meede voorllaan de vermindering van de Co'legien ter Admiraliteit, ofte ten minften van het getal der Raaden, Officianten ende Bediendens ; zonder dat deeze voorllag wederom eenig gevolg hebbe gehad. — En hébben wy geen recht, Hoog Mogende Heeren, om tot de denkbeelden van een algemeen beftier meede betrekkelyk te maaken , 't geene Zyne Hoogheid , de tegenswoordige Heer Admiraal-Generaal, in Hoogs'deszelfs Memorie van den 13 February 1783 , goedvond aan Uw Hoog Mogende te communiceeren , dat hy, namelyk, ,, reeds eenigen tyd geleeden, in confideratie van de meer dan gewoone activiteit en oplettendheid , welke de omftandigheeden van hem vorderden, fpeciaal in het onderzoek der ordres, fchikkingen en details , die in' Hoogstdeszelfs Post van AdmiraalGeneraal van de Unie vereischt wierden , nuttig en noo  * on brÖken die het eigen belang niet beltryden dorden? of heeft SemeïktT", V3n ^derhalve Eeuw als geheiligd f TiS a ! "* °f f°uden wv ook ni« «dert lange, ke uï rbaSterinS zvn weggezonken, wel ke de Histone-Schryver aan zyne Tydsgenooten ver. weet, en 't welk wel eens meer op deze Landen rs toegepast, dat, namentlyk, het verderf tot die hoogte is geklommen , dat onze gebreeken en de geneSddelen , ons beide even ondraaglyk zouden !yn glZ0r- hPSr°ivWy ylen,V°°rt; het "«rfchend denkbeeld heeft zig, zoo als we gezien hebben , op verfchillende manieren geuit ; maar wy weeten niet , dat oo de zaak met dien yver is aangetast, dat men aan de Bond! genooteu een beredeneerd Plan hebbe voorgelegd , waar naar de hand aan 't werk zoude worden o-efl™ . wy zuilen daarom alle die klagten in haare Üa! en en ons gedispenfeerd agten het bettaanbaare of onbeftaanbaare van dien aan te toonen , en op \ «eene vvy voornemens zyn , aan Uw Hoog Mog. voor te dragen , t'hu.s te brengen. JVIaar even lens s het niet gelegen met het Plan van de Gecommitteerdens uit de refpective Collegien ter AdmirafS wïa van zoo even gewag is gemaakt, en welk Plan sedert een geruimen tyd in de handen van veele Regenten gekomen zynde, eene zekere publiciteit heeftVkomen, en in zich het merite bevat van eene gantfcbe iorm van adminiltratie open te leggen , en dien te beitempelen met eene fchynbaare eenvoudigheid — doa ieTtgaï ^ T " fflin *T ™  STAAT EN OORLOG, toj , Wy hebben nodig geoordeeld deze gantfche Misfive sis een Bylaage van die Rapport, lub Litt. D., hier nevens over te leggen ; maar vinden ons teffens verpligt, ten einde den zamenhang vati onze voordragt te beter te conferveeren , dat gedeelte van die Misfive , welk in zig het Plan van de algemeene adminiltratie bevat , kortelvks af te fchetfen, terwyl wy voor ecu volledigere lecture de vryheid nemen tot het Stuk zelve te renvoyeeren. Gecommitteerdens uit de refpective CollegiVn ter Admiraliteit zyn dan daar in van gedagten , dat alle deColiegién niet gewglyk kunnen worden gemortificeert, en tot één Departement gebragt in den Hage; om dat daar behoord te zyn een naauw verband tusfchen de directie en de Zetels van Commercie en Scheepvaart , en om dat het werk der Convoyen en Licenten, het Volk te Water &c. de beheering van Dokken, Magazynen &c. eene byzondere en continueele toeverzigt vorderd. Dat die Collegien nogthans zouden behooren te worden gemodificeert, invoegen zulks in de meergemelde Misfive in het breede is omfchre» ven. En dat daar zou behoren te zyn een middelpunt van bellier tot adminiltratie van de Zeezaaken, met den Heere Admiraal Generaal. Dog waar toe geen geheel nieuwe voet van generaale directie nodig zyn zoude , maar tot dat einde de Haagfche Admiraliteits Befoignes zouden worden herfteld op den voet van het 25de Art. van de Inftruöie van den jaare I597j en het generaal beftier over het werk en den Oorlog te Water , door Gecommitteerdens tot de voorfz. Befoignes, ten overltaan van den Heere Admiraal Generaal, geëxerceerd. Dat, tot het voorfz. einde , die Befoignes viermaal in het jaar, ofte meerder, na vereisen van zaaken, zouden byeen komen, ■ En aldaar, by meerderheid van ftemmen, gefefolL 2 veerd  1°4 ZAAKENVAN leZdr0f a"e zaaken' uit de Inftruclie van den jaare i597 voortvloeyende. eieren ^n1™" Ê°U Zy" df- feature over Offi. eieren , m zaaken van dienst en de exeenrie derjan hnn gegevene Ordres, £ ££g* Dat daar toe het regt der Hooge Overigheid zou worden waargenomen door den Fisca f v n de Maze , ofte by abfentie, door den JoS de en zoo voorts , terwyl de vooin F;S ^^JSJT^ aldaar al* Regter"/ zol Dat de Ordres uit die Befoignes proflueerende, zouden worden geparapheerd door den Ad. ni raal Generaal of by abfentie door het eerftê Md i S«ontrafigneerd door den Fiscaal van de Maze, ofte door den Secretaris. miraaal'rbpnPïr,ntie' h? gevoe]en va« den Adnuraal Generaal door den Fiscaal van de M^p zou moeten worden ingenomen , ™ n de Be foignes gecommuniceerd: Dat de Luit. Admiraal van de Maze zoude woonen in den Hage, om by voorkomende lt .legendheden te dienen van advis. ~!f g Dat alle Zee - Officieren hunne Depêches aan de voorfz. Befoignes zouden moete/adSsfeeren , onverminderd hunne tegens woo digeVet Phgting dienaangaande aan het§Collegi°e v£ hun En dat by reces van de Befoignes de intn mande Depêches zouden w?rden geopend 3oor me" ITTe^Ad^"' W?*™*' ^ ™ «eJen • de fï^GeneraaI zoude confereeren , .... de Ordres daar uit te nmnVeren é?wvl" on zaaken' e" fp°edig g^xpedieerd,.-. terwyi op zaaken, van meerder belans- voorL mende , de Leeden van de BeS^f voor^°* worden befchreeven. üelul8ne* zo^a Zie daar, Hoog Mog. Heeren, een kort bellek, waar o ver  STAAT EN OORLOG. 165 over wy ons verpligt agten onze gedaeten eenigzints te moeten uiten, ten einde wy niet ftilzwygende zouden fchynen te acquiesceeren in een Plan , waar toe onze eigen deliberatien den oorfpronk hebben gegeven. - Eenpaarigheid van beftier , en bezuiniging van 's Lands Penningen, zyn twee Hoofdpointen, welken wy in dit onderzoek nimmer uit bet oog hebben verlooren, —— maar in het aangehaalde Plan, vermisfen ,wy die beiden. Immers komt het ons voor, dat eene Vergaderinge, ofte liever , een Befoigne , beftaande uit afwisfelende Leden en Minifters, weinig gefchikt is, om den draad te houden van een beftier , 't welk eene continueele zorge , een onafgebroken toeverzigt vorderd, en tot welk Befoigne de Leeden , hetzelve componeerende, daar en boven de faculteit niet hebben zig zeiven te befchryven. —— Dat het voorfz. Befoigne, uit hoofde van de veelvuldige beezigheeden , die daar in als dan zouden komen te centreeren, wel ras permanent zoude moeten worden, en daar door in der daad conftitueeren een zesde Collegie , en de behandeling der zaaken omilagtiger maaken, — juist dat geene, waar tegen men zoekt te voorzien; --- dat door zoodanige inrigting eene wezendlyke contradictie word gebooren, aangezien de Leeden, welken uit de Collegien volgens hunne tourbeurten herwaards zouden worden gecommitteerd, meerder gezag en meerder invloed in het generaale beftier zouden hebben, dan de Collegien zelve ; welke naauwelyks kennis zouden krygen van het algemeen beftier, — en vervolgens by beurte zyn Ge. committeerden en Committenten; — by beurte Ordres ftellen en ontfangen, — en zig in het geval bevinden, om te cognosceeren over de executie van Ordres, die hun zeiven zouden zyn gegeeven. —— Zonder te fpreeken, dat de Minifters, welken nevens de Raaden tot de voorfz. Befoignes worden gecommitteerd, geene ftem in derzelver Collegien hebbende, nogthans in die Befoignes mede een concludeerende ftem zouden hebben , tegens de waare intentie van de Bondgenooten, L 3 by  i6<5 ZAAKENVAN by her arrefteeren van de Indruétie van den jaare if07 u' lrrwyln d/ar en boven de Gecommitteerden tot de Haagfche Befoignes alleenlyk geauthorifeerd zyn om op voorkomende zaaken te advifeeren, en geenfints, om daar op te refolveeren , en dezelven ter executie te doen brengen. ■ . ■ - Maar welk gemis voor de Collegien zelve? ... konden de zaaken aldaar zonder vertraaging, zonder coniuiie, zonder agterweezen, behandeld worden met het genus van drie Leeden, waar onder een Minifter :men had al over lang behooren gehoor te geeven aan de Jndantien van eenige der Bondgenooten, om ook dat I oint van menage , fde vermindering namentlyk der Leder,j by de Collegien te intróduceeren ; — maarwy zyn van gevoelen, -dat de dienst van den Lande door een dusdanig afgebrooken bellier ten hoogde zoude komen te lyden. Zoude daar door dan ook wel worden gcconfcrveerd dat naauw verband, 't welk Gecommitteerden nodig vinden tusfchen de directie en de zeetels van Commercie en Scheepvaart? —Zoude men dan de Kennis van Commercie en Scheepvaart verbinden aan de momentaneele aanweezigheid van eenige Leeden te Rotterdam, te Amfterdam, te Middelburg, w i/T Vte Enkbuizen » te Harlingen ? zoude het Werk der Convoyen en Licenten ; zoude de beheering van Werven, Dokken, Magazynen enz. niet kunnen worden verrat zonder het toedel van een Collegie ter Admiraliteit ? - Wy vreezen dat daar en boven de kosten van zoodanige Befoignes ten uiterde drukkende voor den Lande zouden uitvallen, en dat geen bevorderd ?~ "^"^ da3r mede Z0Ude W0'den Geduurende het reces van de Gecommitteerdenszoude, volgens het voorfz. Pian, de aanweezende Lieut.-A lrnuaal: welke anderzints geen Seslie heeft in de Be. ioignes; - welke alleenlyk nu en dan , by voorkomende geleegenheeden zou worden geraadpleegd — die daar en boven den draad der verhandelde zaaken getnznns bezit, - die zonde op éénmaal komen in het bellier van zaaken , die hy niet dan by kleine ge, aeeltens zou kunnen kennen. .-- Wy houden het daar voor,  STAAT EN OORLOG. iö7 voor, dat al wat beltier is, zonder interruptie moet voortgaan. — En wat aangaat de judicature , welke door de Oecommitteerdens tot de voorfz. Befoignes over de Officiers in voegen voorfz. zoude worden geëxerceerd ; zyn wy van gedagten , dat die judicature daar ter plaatfe in geenen deele behoord; als waar door een politicq beftier met een judicieel onderzoek in het zelfde lighaam zoude worden vermengd; 't welk aan zoude loo ■ pen teegens de beginzelen eener onzydige en ongefufpefteerde rechtspleeging , en waar teegens beftendig , en zoo veel mogelyk behoord te worden gecaveerd. — Maar de inrigting van die Adminillratie zoude daar en boven aanloopen teegens de waare gronden der Conflitutie van deeze Landen, en dus in zig bevatten eene continueele kwetzing van het gezag van U Hoog Mog. en van het Caradter van den A.dmiraal - Generaal. Immers zyn Ordres en Inftructies ter Zee , in tyden , wanneer geen Admiraal-Generaal aanweezig was, beftendig gegeeven door de Vergadering van U Hoog Mog ; daar dezelven anderzints onder het opper-beftier der Generaale Staaten door den Heer Admiraal - Generaal worden gelteld; terwyl het nogthans niet kan ontkend worden,dac wel fomtyds door de Collegien zelve ordres ter Zee zyn gegeeven; dan zulks is meestal gefchied omtrent zoodanige Schepen, welken uit hun eigene middelen waren geëquipeerd, en waar van zy het employ aan zig hadden getrokken; even als of de Penningen , fpruitende uit den Ontvangst der Convoyen en Licenten, niet even fterk waren de Penningen der Bondgenooten, als die , welke aan de Collegien , uit hoofde van Extraordinaire Petitiën, worden verftrekt; — en welk eigendunkelyk employ ook teegen den waaren zin van het 05 Art. der Inltruclie van den jaare 1597, op welk Articul die geheele inrigting word gefundeerd, moet worden gehouden aan te loopen. Wy meenen dan te hebben aangetoond , dat de alzoo voorgeflagene voet van Adminillratie omflagtiger zoude zyn dan de teegenswoordige , — meestyds lam in deszelfs werkzaamheid ; —. geene der teegenswoordige gebreeken zoude wegneemen ; en dezelven veel L 4 meer  iöS ZAAKEN VAN meer in alle de Collegien ter Admiraliteit zoude ver. meerderen, door de onbepaalde abfentie der Leeden en Ministers, ,.- dat hy aanloopt tegens de Conflitutie deezer Landen, .-- en dat daar door een nieuwe voet van Huishoudinge zoude worden gelegd, waar van de onkosten oncalculabel zouden weezen; — alle reedeven, waarom wy ons met eene foortgelyke Adminillratie eeenzmts zouden willen conformeeren Wy zouden vergeefs getragt hebben, Hoog Mogende Heeren, den geest van alle voorgaande tydentot een zeeker precies re brengen; - vergeefs zouden wy de gebreeken der tegenswoordige Adminiltratie hebben gedeveoppeerd ; ... indien wy nu niet van onzen kant aan den ons opgelegden last tragteden te voldoen; en na rypen raade, aan Uw Hoog Mog. zoodanigen voor' dragt dienaangaande zouden mogen doen , als wy tot verbeetering en tot beeter beftier van de zaaken van de Zee, zouden oordeeien te behooren 0£!vL T/r r^1™8 FW Ho°8 M°S- te meermaafen gemelde Refolutie van den 4 May i735 tot een rigtlnoer van alle onze deliberatien.hebben genoomen, zoo verzeeren wy evenwel in die gegronde hoop en vervvagting, dat Uw Hoog Mogenden , met aan ons op te draagen „ een onderzoek van de voorzieningen omtrent het beftier van de Militie te Water, vooral in tyd van Oorlog, door het benoemen van eenige Lee. den en Ministers der Regeering om den Admiraal-Generaal te adfifieeren," geenzints de intentie mogen heb. ben gehad , deeze zaak alzoo al aanfionds ten principaaien te préjugeeren , en ons dien voet, en geenen anderen voor te fchryven ; waar toe immers weinimeeroere moeite zoude vereischt zyn geworden als het benoemen van zoodanige Leden van RePceringe Maar wy bezeffen, dat Uw Hoog Mogenden en "de Bondgenooten, overtuigd van de noodzaakelykheid van t redres de zaak in zyn gantfeben omvang hebben befchouwd, en geen folemneele Commisfie uit het midden van de Bondgenooten hebben benoemd, dan alleenlyk met dat inzigt, dat een onderwerp van die impor. taritie, en welk een zoo wezendlyk deel uitmaakt van de generaale Regeeringe deezer Landen , met alle zpr- ge5  STAAT EN OORLOG. 169 ge, attentie en bedaardheid zoude worden gewikt ende gewogen , en daar uit zoodanige voorfkgen gebooren, die, overeenkomttig met de waare gronden van de Conflitutie , door de gezaamentlyke Bondgenooten, tot be. vordering van het Nationaal aanzien en geluk, zouden kunnen worden geampleéleerd, — Wy zyn daar in te meer verfterkt , aangezien wy altoos geen reeden hebben om te veronderltellen , dat Uw Hoog Mog. en de Bondgenooten van begrip zouden hebben kunnen zyn geweest, dat tot beeter beftier van den Oorlog te Water, voldoende zoude zyn, by het opkoomen van een Oorlog, als dan eerst, door zoodanig middel, den voet van directie te be. aaien ; daar het waare kenteeken eener wyze en verltandige Adminiftratie alleenlyk te vinden is in de regulariteit, en voortduurendheid van haare werkzaamheeden; zóó, dat 'er wel eenige dryfieeren llaapende mogen worden gehouden, wanneer men ze niet ontbeerd ; mits dat dezelven ten allen tyde gereed worden gevonden, om hunne destinatie te volbrengen. — Doordrongen met de kragt van alle deeze waarheeden, en aangemoedigd door het vooruitzigt, welke de gelukkige omwenteling der publique zaaken grond geeft van te belooven , hebben wy met yver de handen aan het werk geflagen, en ons den tyd getroost , in welke onze beezigheeden minder vrugtbaar konden zyn wegens de vreeze eener totaaie ontbinding van het Gemeenebest. — Wy hebben vervolgens gemeend , Hoog Mogende Heeren, de gantfche zaak in den wortel te moeten aantasten; alle palliativen te moeten van de hand wyzen, en den knoop van zwaarigheid, dien onze Voorgange. ren niet hebben vermogen los te maaken, éénmaal door te fnyden. Wy zyn dan van gedagten , dat het beftier van de zaaken van de Zee, tot zyne allereerfte principes behoord te worden te rug gebragt; — niet zoo zeer door het oprigten van een Collegie Superintendent: hoedanig Collegie by de aanweezigheid van een AdmiraalGeneraal kan worden ontbeerd , en waar van daar en boven de exiltentie mogelyk thans niet zoo wel met de L 5 ver»  J7o ZAAKEN VAN tkeï1onHl.ndependentie Va", de ColIeSien ter Admiraliteit zoude zyn te compasreeren , — als wel door de mm. van één eenig Departement , ofe Raad ter Admitahteit, waar van de befiendige' Zitplaats in den «age zoude zyn, nevens de hooge Collegien van Regeeringe , en dus geplaatst onder het oog van dezelven, en in den gezigts-kring van den Heere AdmiraalGeneraal; welke even als nu zoude zyn en blvven het éminente hoofd van het gantfche werk van de Z°e zonder dat daar aan de geringde atteinte zoude mogen worden gegeeven. — wogen „n?lRaad ter Admiraliteit zoude in zig vervangen £.ï werkzaamheeden van de tegenswoordige Collegien ter Admiraliteit, geene uitgezonderd; welke Collegien zoo ras de onderfcheiden takken van hunne beez.gheeden in dien Raad zouden hebben kunnen worden ingelyfd en overgebragt , en waar toe waarfchynelyk een zeer geringen tyd toereikende zoude zyn, daadelyk zouden cesfeeren, en door de Bondgenooten moeten worden gehouden voor gelicentieerd. — Wy fchroomen niet te gemoet te zien de klagten , de argumenten , en het byzonder misnoegen , welken al aandonds tegens dit gedeelte van onzen voordrag van alle kanten ftaan te worden geopperd, en dezelve te apprecieeren ; - maar het gewigt der zake heeft ons gedraineerd; en het belang van het geheele Bond. genootfehap rs ons van een geheel ander gewigt en importantie voorgekomen, dan de vermeende byzondere belangens van deeze ofte geene Provintien , Kwartieren Steeden ofte Perfoonen; - e„ wy z'ouden ons gelukkig agteii , indien wy door het doen van deeze ofte zoortgelyke Propofitie , dien geest hoe langer hoe meerder konden verfpreiden, waar door ieder Regent zig mogt komen te befchouwen , als een Regent van het geheele Gemeenebest; die zyne vermogens niet behoefde te beperken tot den bekrompen kring der Stad ^yner Refidentie; maar thans , - meer dan ooit te vooren, ... door dien algemeenen geest gedreeven, het zyne zoude meedewerken, om de nog zoo jongstgeleedene kwaaien geheel te helpen geneezen , en zelf de lid-  STAAT EN OORLOG. 171 lid'eekenen daar van te doen verdwynen ; en daar door de Burgerlyke en Politique belangens deezer Landen , welken''do.>r de natuur en de geneigdheid der Inwoonderen , gefchikt zyn om onder één f3ond voort te leeven, voor altoos onderling te confolideeren. — Wy kunnen nogthans voor Uw Hoog Mogende be. tuigen, dat ons in de behandeling van dit geheele werk (en wy durven zéggen, dat wy het zelve van alle kanten met de grootlte bezorgdheid hebben ingezien) geene weezentlyke argumenten zyn voorgekomen, waarom de Collegien ter Almiraliteit haare Zeetels niet zouden verhaten , om onder één Lighaam gebragt te worden in den Hage ; — Immers hebben wy geen kragt hoegenaamd toegefchreeven aan het argument , getrokken uit de posfesfie van omtrent twee honderd jaaren , waar door de Provintien ofte Steeden zouden zyn beregtigd den Zitplaats van zoodanig Collegie in hunnen boezem te maintineeren ; — want, zoodanig recht zoude voor eerst en voor al gewettigd moeten worden door den titel; — en het is 'er zoo verre van daan, dat eenige titel daar toe voorbanden zoude zyn , dat de Bondgenooten al in den beginne tegens eene prsefcriptie van dien aart fchynen te hebben willen caveeren ; toen zy in de allereerfte Inltruétie voor de byzondere Collegien ter Almiraliteit, in dato 22 April 1589, wel uitdrukkelyk hebben gelb'puleerd, dat van de vier provifioneel voor agt maanden op te rigtene Collegien, ,, het eene, meede by provifie, ende zonder den Provintien, Steeden , ofte Leeden van dien in 't particulier daar meede deezen aangaande te prasjudicieeren ofte eenig nieuw recht te geeven , refideeren zoude binnen Amfterdam, één tot Rotterdam, nog één tot Hoorn, ende nog één tot Middelburg ; behoudens dat der voornoemde Colle. gien refidentie ende verdeelinge van Jurisdictie verleid zou worden na de voorn, agt maanden, zulks zoo dikmaal ende tot alzulke plaatfen , als naar geleegendheid van tyden ende zaaken , ten meefien dien (te van den Lande bevonden zou worden te behooren;" zynde hét eerlte gedeelte van die periode , welke virtualiter het tweede in zig bevat, naderhand overgenomen in de Inltrudie van den jaare 1597, waar uit het voorn, gewaande recht zou moeten worden afgeleid. — Ons  J72 ZAAKENVAN Ons is tneede van geen gewigt voorgekomen de tegenwerping getrokken uit de onzeekerheid van den u t. flag en de bedenkelykheid, of de affchaffing der Coliegien ter Admiraliteit uit dien hoofde niet zodanigeal . volgen zoude kunnen hebben, die te voren onmogelvk te voorzien , en nogthans van dien aart zouden Ivn dat derzelver inconvenienten grooter zouden kunnen zyn , als die men zou tragten weg te neemen. — Wv zeggen, die tegenwerping is van geen gewigt, vermits geene. prsectfe denkbeelden daar aan zyn gene»: dat zy geen bepaald voorwerp bedoeld, — en dat'zv dem»! 'e é,flmai1 geopteerd, eene eeuwige hinl derpaal voor alle verbeetering zoude opleeveren Waar wy hopen nog geleegendheid te zullen hebben het tegendeel aan te toonen ; als meede te gemoet te komen aan de bezorgdheid van deeze ofte geene Steeden, ais of zy door het gemis van een Collegie ter Admiraliteit in hunnen boezem, eenige weezendlyke voorregten ofte voordeden zouden komen te misfen. Wy keeren van deezen uitflap weeder. — Ons oogmerk js geenfints , door het oprigten van één generaal Departement ofte Zee-Raad, iets nieuws, iets meerder ot iets minder, te introduceeren in de esfentie , ofte begaanbaarheid van het Admiraliteits-weezen: maar hetzelve onvergankelyk te behouden by den oorfpronkelyken aart zyner inftitutie, welke zig verliesd, gelyk hier boven is gezien, in de tyden, die de lligting van de Republiek hebben gepraecedeert; — wy zoeken alleenlyk deszelfs beftier eenvoudig , eenvormig te maaken, naar de denkbeelden van onze Voorvaderen , naar het voorfchnft van de gezonde reeden, en naar het voorichnft van s Lands Finantien, en van den prajfenten nood van het lieve Vaderland. — Wy zoeken alleenlyk de werkzaamheid van vyf Departementen over te brengen tot één eenig Departement; en de verfpreide takken van het beftier by den anderen te binden , om alle dezelven onder het oog van de hooge Regeering , en van den Admiraal-Generaal, te vereenigen. -- Zouden Wy ons dan zoodaanig vergisfen, als of die inrigung herslenfchimmig zoude zyn, en onuitvoerJyk ? --- Zou-  STAAT EN OORLOG. 173 Zouden wy het voorbeeld onzer magtige Nabuuren moeten aanhaalen, om te betogen dat zelfs eene oneindig grootere marine door één Collegie, en uit den Zeetel van het Gouvernement kan worden-beltierd? — En in der daad, Hoog Mogende Heeren, wy zyn zoo verre van eenige nieuwigheid in den aart en de beltaanbaarheid van het Admiraliteits-weezen te willen introduceeren , ofte door de affchaffing der tegenwoor• dige Collegien ter Admiraliteit, en de oprigting van éénen enkelen Raad, de takken van werkzaamheid van de éminente Charge van Admiraal-Generaal, te verminderen ofte te verkorten , dat ons tot eene byzondere taak hebbende gemaakt, de principes van het be< wind van de zaaken van de Zee in de aloudfte tyden I en gedenkllukken op te zoeken, om die eerde begin,, zelen te helpen conferveeren en maintineeren: ons van alle kanten in de behandeling deezer materie is gebleeken, dat het Carafter van den Admiraal-Generaal is het fundament, waar op dit geheele gebouw berust; — dat uit denzelven van den beginne af aan zyn voortgevloeid alle de bedellingen, al het gezag,al het bewind van de zaaken van de Zee ; — en dat het dan ook, in dat opzigt, weinig ter zaake doet, of de waarnee: mins; van die éminente Charge zig zal openbaarendoor denkweg van één, dan wel van meerdere Collegien. Wy agten het niet geheel ongefchikt een ogenblik hier te blyven ftaan by de befchouwing van die hooge waardigheid; — immers hebben wy bereids in den aan. 1 vang onzer Memorie aangeroerd het Placaat van Maxi. miliaan en Philips zyn Zoon van den jaare 1487, het 1 welk als het eerde volleedig Gedenkduk in deze materie moet worden aangemerkt, en waar in men zig al op de pratlyk van vorige tyden beroept, - - en het . ■ welke den grond heeft gelegd van al het geene, in de ' volgende tyden , op het duk van de Admiraliteit , in ! deze Landen is gedaan ofte overlegd: als waar toe de :. Perfoon van den Admiraal Generaal beltendig de aanleiding moede geven. ... En beziet men de omfchryving van die hoge Charge in het voorn. Placaat, : zoo vind men dat het ganifche beleid van het geene men naderhand heeft genoemd den Oorlog te Water en ... de  174 ZAAKEN VAN de zaaken van de Zee, aan dezelve Charge in den naa. me van Maximilia.m en van Pni!;Ps, is gehegt, zonder uitzondering; .... en dat fchier de eeniglte belemmering, waar aan de Admiraal van de Zee "wierd gebonden, hier in belfond, dat hy in de keuze van zyn Luitenant ofte Luitenants, niet zouden ftellen als zeer notabele Mannen , van een goed leven, verÖafldig erl gerenommeerd; welken folemneel zouden zvveeren dat zy haar oordeel zouden vellen zonder eenige faveur ofte corruptie." ... Praëminentien , welken in het Pla! caat van Keizer Karei van den jaare i54o , aan den Admiraal van de Zee zyn .geconferveerd, zoo ten op. zigte van de uitrustingen, die door den Souverain van den Lande, als door byzondere Steeden of Perfonen, ter Zee zouden_ worden gedaan. - En hoe zeer nader' ™d' 111 je. Jaaren 1503/n 1564, ter gelegendheid van een gefchii tusfchen de Staaten van Holland en den Grave van Hoorn, als Admiraal van de Zee, omtrent het pubhceeren van'een Placajt, en de uitoefening van eenige Rechten van de Admiraliteit in den Lande van Holland , de toen maal ige Staaten van denzeiven Lande die Rechten reclameerden ten behoeven van den Stadhouder van Holland, als een Recht waar van de Stadhouders en de Staaten van Holland van alle oude tyden in gebruike en posfesfie waren geweest; zoo is nogthans het voornoemde gefchii, door tuslchenkomst en bemiddeling van Prins Willem den 1, met eenige referve, in faveure van den Grave van Hoorn belhst. ... En dat die Prasëminentien ook m* derhand, by en na. de ftigting van het Gemeenebest aan den Admiraal van de Zee zyn toegekend, zon kun-' nen blyken uit den inhoud van alle de oude Indructien, Commi.sfien en Formulieren van Eede; als waar in duidelyk doorftraald , dat alle de hertellingen van de zaaken van de Zee moeten worden afgeleid uit de waardigheid van den Admiraal; en dat de Raaden , welken in de Collegien ter Admiraliteit wierden gecommitteerd , in de eerlce plaats waren Raaden van den voorn Heere Admiraal. -. Immers in de Inflructie voor de Subalterne Collegien in dato 19 [anuary i<|]ï , worden de voorn. Collegien genoemd „ de Gecommitteerd  STAAT EN OORLOG. i7j teerde Raaden van Zyn Genade Graaf Maurirz van JNasfau, ende den Raade van Staate van de Vereenigde Nederlanden , mitsgaders van de Staaten van Holland," ende zy moesten by Eede beloven gehoorzaamheid aan zyne voorzeide Genade ende den Raad van Staate ; terwyl nog daar en boven twee van de Raaden, door den Admiraal Generaal , onmiddelyk in dezelven wierden benoemd ende gecommitteerd. --- En toen naderhand een gefchii ontltond over een Zitplaats van één Collegie te Amfterdam, 't welk die van het Noorder-Quartier beweerden , dat fubreptivelyk en door finiftre praclyken aldaar was geplaatst, en zeer hoog door dezelven wierd opgenomen , advifeerden de Steden in de Vergadering van Holland , om het differend te ftellen aan Zyne Excellentie, „ alzoo de Ordre , Last, en de Befoignes van de voorfz. fubalterne Collegien, dependeerden van de kennis ende beleid van Zyne Excellentie," door wien vervolgens het voornoemde gefchii ook is geflegt ; — zoo wierden ook, by Refolutie van de Staaten Generaal van den 31 Ja. nuary 1587 alle die Voorregten wederom in den Admiraal Generaal gekend en erkend , en de onderhoorigheid van de Collegien en Raaden ter Admiraliteit aan denzelven bepaald; al het welke wederom by de Inttructie van den jaare 1597, ten behoeven van den Admiraal Generaal, onder het Opperbettier van de Generaale Staaten , is overgenomen. — En wy zouden een meenigte van oudere en nieuwere Refolutien tot verdere ftaaving daar van kunnen te berde brengen, en alle de Commisfien aan de Heeren Admiraals Generaals zeden twee honderd jaaren gegeven , zouden , was 't nood, tot een verder getuigenisfe daar toe kunnen (trekken; zóó, dat 'er naauwelyks een eenig Point in de geIchiedenisfe dezer Landen, waar in zig anderfints, door de lange beroertens, welken de opkomst van het Ge. rheenebest hebben verzeld, veele onzeekerheeden op. doen; beter geconftateerd is , dan de Voorregten van den Admiraal-Generaal , in het beleid , en het bellier van de zaaken van de Zee , met al wat daar van de. pendeert , en de onderhoorigheid van alle de deelen van het Admiraliteits weezen , aan de praerogative van die éminente Charge. ■ Heb-  ZAAKEN VAN Hebben dan de voormaalige Souverainen deezer Landen ; hebben dan naderhand de Generaale Staaten en de Bondgenooten , in alle tyden , de uitgebreide werkzaamheeden van dat beftier, met zoo veel wysheid geplaatst in de Perfoon van dien hoogen Amptenaar ' als waar door alléén eene zekere eenpaarigheid in alle de onderdeden van het zelve kon worden geobferveerd: wy hebben ook van onzen kant, met de korte uitweiding op deeze materie, geen ander oogmerk gehad dan om alle de Voorregten dier Prarogative beftendig onder het oog te hebben , en dezelve under het opt peropzigt van de algemeene Regeering in haare gantfche zuiverheid voor te dragen en te praferveeren ■ en alleenlyk getracht de uitoeffening van deaelve, tot het grootfte oirbaar van den Lande, te fimplificeeren en te volmaaken. Welke dan ook de uitllag deezer deliberatien zal mo* gen zyn , Hoog Mog. Heeren , wy hebben gemeend, uit overtuiging van 't geene zoo even is ter neder gefield, onze furprife aan üw Hoog Mog. niet te mogen verbergen, -wanneer wy, by ons onderzoek over deeze gantfche materie, het Formulier van Eede, zoo als de* zelve thans ter Vergadering van Uw Hoog Moogende door de Raaden ter Admiraliteit word afgelegd , aan. dagtelyk vergeleeken by het 60 Articul van de Inftruc* tie van den jaare 1597 , waar uit het voorfz. Formulier, uit kragt van Uw Hoog Mogende Refolutie van 2 July 1635 moest worden geformeerd ; en bevonden, dat uit de Periode van het zelve óofte Articul, luidende, „ dat zy lieden, (de Raaden ter Admiraliteit) de Heeren Staaten Generaal , den Heere Admiraal-Gene* raai, in haare beveelen, conform haaren last en Inftructie zullen refpeéïeeren en gehoorzaamen na behooren ," gelaaten waren de woorden , den Heeren Admiraal-Generaal; waar door voorzeeker aan de intentie van de voorlz. Refolutie niet was voldaan ; als waar by wierd voorgefehreeven, dat het meergemelde 6olle Articul zou geredigeerd worden in een Formulier van . Eed, om pofitive door de Raaden ter Admiraliteit te worden afgelegd ; zonder dat 'er eenige deliberatien ichynen te hebben plaats gehad, om die woorden fpe- ci-  STAAT EN OORLOG. i;7 cifice daar uit te laaten ; en welken , onder verbeetering , naar onze gedagten , zonder dien , daar uit niet konden worden geligt, als in zig zeiven eene zoodanige veranderinge in den aart van die hooge Cdarge involveerende , dat deszelfs oorfpronkelyke prasëminenrie over de Raaden ter Admiraliteit daar by grootelyks wierd verminderd , en hunne onderwerping aan den Admiraal-Generaal verzwakt; al het welke niet word verholpen door de Periode op het einde van het meergemelde Formulier, waar by de Raaden belooven, dat zy zig zullen reguleeren naar uitwyzem hunner InftruBie , als of daar door hunne onderwerping virtualiter dezelfde bleef; — terwyl het niet misfen kan, of ieder Gecommitteerde ter Admiraliteit, welke beide zyn Initructie en gepraefteerden Eed te zaamen komt te vergelyken, zig zeiven moet geperfuadeerd houden , dat de uitlaating van die woorden niet zonder beduidenisfe kan zyn geweest; — weshalven wy de vryheid neemen, Uw Hoog Mogende in bedenking te geeven, of de voorfchreeve erreur, (want wy moeten het voor, eenen gepropageerden misflag houden) onverminderd alle andere deliberatien deezen aangaande, niet wederom dadelyk, door de reïnfertie van de voorfz. uitgelaaten woorden , behoord te worden gerectificeerd en verbeterd ? Maar wy gaan voort; — die Raad zou dan treeden in de fchoenen van de Admiraliteits - Collegien, alle te zaamen genomen, en zoude exerceeren dezelfde Judicature over dezelfde Difrri&en en Plaatfen, en op denzelfden voet, als die thans door de gemelde Collegien, ieder in haar resfort word geëxerceerd. -- Zy zou aan zig trekken de invordering van de Middelen te Water, welken niet meer in de onderfcheiden Steden en Provintien op eenen ongelyken voet zouden worden geheeven ; maar tot meerder genoegen van de Bondgenooten , en tot flyving van 's Lands Finantien, overal , door een egaale praélyck , worden gebeneficeerd, en waar door de Provintiaale en Stedelyke invloed , ook op dit fluk zoude worden weggenomen. . Zy. zoude , meerder dan zulks nu mogelyk is , het VIL deel. M be-  I?3 ZAAKEN VAN belang van de gantlche Commercie gade flaan ; — in één oogpunt vereenigd zien den ftaat van alle takken van den Koophandel ; — opfpooren de oorzaaken van het accrés van deeze, en van het dectés van geene; en daar omtrent zoodaanige voorzieningen , met meerder kennis van zaaken, voorllaan, als de omltandig. heeden mede brengen. ' Dan wy gaan tot meerder bepaaling over. — De inrigting van het Collegie van den Raad van Staaten is ons zoo volmaakt, en zoo overeenftemmende met de waare mzigten eener Confederatie, als die van deeze Provintien, voorgekomen , dat wy gaarne zouden wenfchen hetzelve , met opzigte tot deszelfs aart, tot een model te doen dienen voor de inrigting van dat Collegie waar van wy de introductie aan Uw Hoog Mogende voordraagen; immers voor zoo veel één tak van Adminiftratie van toepasfing kan worden gemaakt op een ander van foortgelyke natuur. — Wy bedoelen daar meede hoofdzaakelyk, dat de Leeden, welken in den Raad ter Admiraliteit zouden zitten, even eens als by het jifte Articul van de Inftructie van den Raad van Staaten van den 18 July 16.51 is bepaald, „ by Eede zouden renuntieeren van alie particuliere Correspondentien, 't-zy met de Provintien, Steden of private en particuliere Perfoonen, voor zoo verre hetzelve den gemeene beste mogte wezen hinderlyk , en dat zonder aanzien [te neemen op de Provintien of Steden daar uit zy zyn gebooren of verkooren, ofte particulier profyt derzelven , ofte van iemand anders, ende alleenlyk voor oogen zouden houden de Eere Gods, ende de welvaard en confervatie der voorfz. Landen, endede gemeene zaaken." — Het welkten naaften by op dien voet bereids was bepaald by de Inftructie van het Collegie Superintendent van 22 April 1580, maar welk niet in dezelfde maate by de Inftructie van den jaare 1597 fchyut te zyn geobfervecrd. Wy begrypen dat het voorfz. Collegie gevoegelyk zoude kunnen beftaan uit zestien' Perfoonen, ofte Raa. den ter Admiraliteit; waar van vier zouden worden ge. committeerd uit de Provintie van Holland , en twee uit ieder der overige Provintien, voer den tyd van zoo vee-  STAAT EN OORLOG. 179 veele iaaren, en met zoodaanige Traktementen, als de Staaten hunne refpeftive Principaalen zouden kunnen aoedvinden , en hun uit derzelver Provmcaale Kasfen doen uitreiken ofte toeleggen. - Terwyl met opzigte tot derzelver émolumenten , waar van wy geene prajcife bepaaling nodig hebben gevonden te maaken, nogthans zou kunnen worden gehouden deeze voet ; dat daar voor ééne totaale fomme zou worden uitgebragt, welke fomme zoude zyn het montant van alle de émolumenten welke thans by een of ander der Collegien ter Admiraliteit , alwaar die émolumenten het hoogst zouden mogen zyn, door de Raaden worden genoten, ... en welke voorfchreeven fomme vervolgens zou kunnen worden verdeeld in Pnefentie-gelden Huishuur, ofte anderfints, als men ca/u quo zoude kunnen over- "bv het 'gemelde Collegie zouden vervolgens behooren te worden gevoegd een Raad en Advocaat-riscaal, een Secretaris , een Griffier , en een Onttanger Generaal, welke uit de Kas van 't Land zouden worden gefalarieerd; zoo, en in diervoegen, als men zou mogen resuleeren en goedvinden te behooren; -- terwyl, wat aangaat de verdere Amptenaaren en Bediendens van den Raad, aan hetzelve Collegie het best zou worden overgelaaten , om, met-obfervanüe van de vereisc.ite ménage , het nodig getal pro re natd aan te chatten, en met opzigte van hunne Traftementen , daar omtrent zoodanigen voorflag ,daar en zoo het behoord, te doen, als reedelyk zou worden geoordeeld. — Wv zyn al verder van begrip, Hoog Mogende Hec ren, dat éénmaal, tot voorkoming van alle langwylige en meestentyds interminabele quajstien voor het vervolg . zou behooren te worden gereguleerd , op wat wyze de Judicature over de Raaden, Mini'ters, en «er. dere Amptenaaren en Bediendens van den Raad ter Admiraliteit, welken zig in zaaken , haarluider Ollicie: , Ampt ofte Bedieninge concerneerende, zouden hebben te buiten gegaan, zou worden geëxerceerd; — en vermits wy van gevoelen zyn, dat het voor degerusttietd van yder Ingezeeten nodig is, te weeten, waar en door wien , by in cas van befchuldiging zal worden geju-  180 ZAAKEN VAN tie'ran Rr^f hy geene ?evalIen aan «nïge delen ras de zaak zoude zyn $rebra!?r ter frpnnir * ?t MTSe^ op een a„ds, plMts ,»„ £„"„>„Xoïïen «LT^S re Admiril-GenS ofte Ëftfefef ''"'"f moeen hebben rp *.,„•! vooriz. Raad, zouden Slaan, voor eer^T" gegaa"',deze,vei1 le ^htzouverzogc telkens te U^M^^f^ ge-  STAAT EN OORLOG. isr gelyk , te doen beftaan uit Officieren van denzelfden Rang als de Gedaagde; welke, geadfifteerd met den Secretaris van den Raad , ingevalle de Krygsraad gehouden wierd in den Hage: ofte, ingevalle elders, met den Griffier van denzelven Raade, dienende beide van Pra:advis , goed en onvertogen recht zouden moeten doen ; - - terwyl , in het eerfte geval , het recht van de hooge Overheid zoude worden waargenoomen door den Advocaat-Fiscaal van den Raad; en in het laatfte, door zoodanig ander bekwaam Perfoon, als daar toe, met communicatie van den Advocaat-Fiscaal, door den voorn. Raad zou mogen worden benoemd ende gecommitteerd. Terwyl al verder aan Partyen, zig met de Sententie van voorfz. Krygsraaden bezwaard vindende, zoude behooren vry te flaan , om daar van aan den Raad zelve te mogen appelleeren. - - Dan wy keeren tot den voorfz. Raad weder, — Wy vlryen ons dat van ons al aanfionds niet zal gevergd worden prtecifelyk te bepaalen, op wat wyze dewerk' zaamheid van den Raad zoude kunnen aanvangen , en hoe die van de Collegien ter Admiraliteit by dezelven, geduurende den tyd , dien zy als nog zouden moeten in wezen blyven , zoude affterven , en pasjim in vden nieuwen Raad worden ingelyfd, — Wy voor ons, zyn genoeg van gedagten, dat al wat eeniglints directie is, dadelyk aan dien Raad by deszelfs oprigting, zoude kunnen worden gegeeven ; dog gelooven teffens, dat zulks , als een Poinrft van veel détail, best zou worden overgelaaten aan een particulier Befoigne met de tegenswoordige Admiraliteits-Minifters , en waar omtrent Zyne Hoogheid zoude dienen te worden verzogt de nodige fchikkingen te doen maaken , zoo dra de Bondgenooten tot het introduceeren van deezen voet van Adminiftratie zouden hebben gerefolveerd. — Voor het overige hebben wy gemeend , ten einde deeze Memorie niet te veel te doen uitdeyen, een Concept-Inftruétie voor den Raad en deszelfs Minifters aan het einde deezes fub Litt. A. te moeten overleggen , waar in de zelfftandigheid en het beftaan van voorfz. Collegie meerder zal worden gedeveloppeerd ; en weshalven wy verzoeken , dat de voorfz. InftrucM 3 tie  182 ZAAKEN VAN tie moge worden gehouden als hier ter Plaatfe geïnfereerd. ° * Wy vertrouwen, dat door deeze inrigting de zaaken van de Zee op een veel eenvoudiger voet zouden worden gebragt, en zy zoodanige confidentie en aaneenichakeling bekomen, als dezelven fchier nooit in deeze Landen hebben gehad , en welke men vergeefsch daar aan , in de tegenswoordige gefteldheid van zaaken , zoude zoeken te geeven. — Wy zyn nogthans van gedagten , aangezien den meerderen toeloop van beezigheeden , in de Plaa'fen waar de Collegien ter Admiraliteit thans zyn gefitueerd, dat in dezelven de vereisen» voorzieningen zouden behooren te worden gpobierveerd , om ook aan die beezigheeden, zelfs na de vernietiging der Collegien , hunnen gewoonen loop te doen behouden; zoo, dat de belangens van de Commercie daar door geenzints zouden worden vertraagd, none den dienst van den Lande in geene van deszelfs onderdeden uit h r oog verlooren. — In deeze Memorie zullen wy niet treeden in alle de détails vat; de adnn'mftratie, welken op de ouderfcheiden 1 laatfen der tegenswoordige Admiraliteits-Departemeuten zouden moeten worden in het werk gelteld , gecpnferveerd, ofte vernietigd. ... Zulks zal immers a Priori* en in dit tydltip, niet praaciefelyk kunnen worden bepaald ; maar een der allereerfte beezigheeden moeten zyn van den algemeenqn Raad ter Admiraliten, en het voorwerp van een particulier Befoigne met -de Leeden en Minifters der Collegien ter Admiraliteit moeten uitmaaken; ais wdken, volkomen bekend met alle de locale dé ails, ook best omtrent de plaatzelyke voorzieningen ue gefchiktfte voorilagen zullen kunnen doen. Om evenwel de zaak niet volkomen onaangeroerd tv laaten, en aan Uw Hoog Mogende een fchets te geeven, hoe dit werk zou kunnen worden behandeld,zoo hebben,wy geconfidereerd, dat, daar de voornaamfte beezigheeden, in de Zee-Departementen zig gevoegelyk in drie takken laaten verdeelen, te weeten, „ in het werk van de middelen te Water , en de dagelykfche Depecne voor de Commercie; — in de publicque werken ."  STAAT EN OORLOG. 183 ken," relatie hebbende tot den bouw en uitrustinge van 's Lands Scheepen; en in de Militaire zaa- hen, het eerfte vak zoude kunnen worden bezorgd en geadminiftreerd door twee of drie Commisfarisfen , door den Raad daar toe met behoorlyke Inftructie te voorzien ; welke alle kleine zaaken, niet excedeerende de forama van ƒ . zouden kunnen afdoen: die de bezorging zouden hebben omtrent te klaaringen der Scheepen, de uitgifte der Turkfche Pasporten , en de dagelykfche zaaken tot facilitrering van den ordinans loop der Commercie, en wat dies meer is; en gehouden zouden zyn alle week, of op andere gezette tyden , Rapport van hunne vtrrigcens , met zeer korte Schriftuuren , aan dert Raad in den Hage te c'oen; ten einde alle voorvallende zaaken daadelyk ter kei.nisfe van den Raad zouden komen, eu aldaar op zaaken van meerder aanbelang ten fpoedigften worden gerefolveerd. , Dat, met opzigt tot het tweede vak, naamelyk, ae pullicque Werken , in zig bevattende de Timmerage, de Sjouwery, de Lynbaan,al!e de détails van'sLands Werven; de zorg omtrent de Magazynen, enz. in één woord, alle de roéchanique werkzaamheden; alle zaaken , onmiddelyk resforteerende onder de refpedive Equipage-Meefters: ook aan de Opper, en verdere Equipage- Meefters, zouden kunnen verblyven in conformiteit van derzelver Inftrö&ie; onder alzulke voorzieningen en verantwoording , als men zou begrypen te behooren. — Terwyl het derde vak, naamelyk, httMilitaire Departement , wederom in zig bevattende de détails van de werving van 't Bootsvolk, de Monfteringen , de compleetheid der Rolle, den toeftand der Scheepen, de afdanking van het Volk, de hoofdelyke betaaling, enz. met een behoorlyke Inftructie mogelyk best zoude worden toevertrouwd aan een of twee Officieren ter Zee, Vlag-Officieren ofte Kapiteinen , tir plaatfe woonagtig; welken op alle de voorfchreeve zaaken direct zouden correspondeeren met den Raad , en aan alles eenen regulieren voortgang geeven; — het al zoodaanig gereguleerd en gemodificeerd , zoo met opzigt tot het getal dier Commisfarisfen ofte OfficieM 4 re» j  184 ZAAKENVAN ren, als tot derzelver Tradtementen, als met het meer ot min omllagtig beftier, in deeze of geene plaats van Commercie, meest overeenkomftig zoude mogen zyn. Uit bet geene wy omtrent den ftaat waar in de teegenswoordige Admiraliteits Departementen zouden kunnen worden gebragt en gelaaten, aan Uw Hoog Mojende nebben voorgedragen, zal onzes eragtens al aanftonds conlteeren, dat, zoo men niet wil blyven hangen aan den ydelen klank der woorden , geene reede. nen van klagten voor Provintien of Steeden overig blyven , omtrent het gemis van de Collegien ter Admiraliteit: in hunnen boezem, — aangezien alle takken van méchanique werkzaamheid, zoo veel mogelyk en dienitig, zouden blyven ter plaatfe daar zy zyn : als daar is, Werven, Dokken, Magazynen, Comptoiren, met al wat daar aan vast is; — met dat enderfcbeid, dat veele van de voorfz. Plaatfen daar by zouden gewinnen , als eenig en alléénlyk zullende gebruikt worden tot zoodaanige eindens, als waar toe hunne locale fituatie de beste geleegendheid aan de hand geeft: — anderen een geduurigen arbeid zouden genieten , 't welk zy anderzints, by gebrek van Aanbouw ofte Equipage, geenzints hebben te verwagten. —— Immers blyft 'er geen twyffeling overig, dat de zaa. ken van de Zee , eens gebragt zynde onder een gene. raai beftier t Collegie, het welk met de uitvoering; en de behandeling van dien zal zyn gelast, uit hoofde van zyne Inftruclie en van zyne meerdere onafhanke. iykheid van Provintiale berrekkingen, het algemeen be. lang alléén zal kunnen behartigen , en gebruik maaken van alle , en de beste , geleegendheid om het beftier zoo volmaakt te maaken , als met den aart van eene zoo omllagtige adminiltratie overeenkomftig zal kunnen" zyn. — ° En hoe zeer de repartitie van zesdens in Equipage en Aanbouw, welke wy hier boven, niet veel recht met oen naam van noodlottig hebben beftempeld, dooide oprigting van deezen Raad ter Admiraliteit zoude komen te vervallen: zien wy egter niet, waarom het de zorge van de hoge Regeering en van dien Raad Piet zoude zyn, om die repartitie, niet op den thans ge-  STAAT £N OORLOG. 185 gewoonlyken voet , maar door eene zeekere diftributie van het werk , zoo veel mogelyk, te doen obferveeren. Men zal voorzeeker niet verwagten, dat, by voorbeeld, by een Aanbouw van een zeeker getal van groote en kleine Scbeepen , daar van, even gelyk nu, eene egaale repartitie zal worden gemaakt , en, om den geest der oude gebrekkige Ichikkingen te behouden , den Bouw van groote Scheepen in egaale portien over verfcheiden' Plaatfen zal worden gedaan. — Maar het zal de attentie van den Raad zeekerlyk niet ontgaan, dat Amfterdam en Zeeland meerder gefchikt zyn tot Aanbouw en Equipeering van groote Scheepen , dan Harlingen; waaromme men te Harlingen het gemis daar van door den Aanbouw en het Équipement van kleindere Vaartuigen, of andere werkzaamheid, zal zoeken te fuppleeren. —— En aangezien de bekende zwaarigheid , waar meede het Departement te Amfterdam te worftelen heeft , om deszelfs groote Scheepen in Zee te brengen: is het al wederom niet te verwagten, dat eene oplettende directie de groote Scheepen aldaar zal laaten verblyven: maar veel eer, dat dezelven, zoo ras zy afgebouwd zullen weezen, zullen worden getransporteerd naar Medemblik, naar het Nieuwe Diep, naar Vlisfingen; om ten allen tyde gereede dienften te kunnen prEefteeren , en waar door die Quartieren wederom in dit opzigt zouden worden gebeneficeerd. —• Zóó zouden ook de Steeden van het Noorder.Quartier , wanneer daar al eens voor een tyd geen Aan. bouw zoude gefchieden , met een geduurig werk van Bloks , Rolpaarden enz. kunnen worden bedeeld. «-—. enz. • Dan wy moeten ons onthouden in détails te treeden, welke geheel en al aan eene verligte directie moeten worden overgelaaten ; wy hebben maar alleenlyk met één woord willen aanftippen, dat het gemis van de Fergaadering van een Collegie ter Admiraliteit, geen weezentlyk gemis van voordeelen naar zig lleept; dat de Provintie van Vriesland , de Steeden van Westvriesland en 't Noorderquartier , en vooral de Provintie van Zeeland , door de meerdere werkzaamM s heid,  i8S ZAAKENVAN heid , die aldaar zoude kunnen worden te wees se. bragt zóó ter zaake van het verderf van grooSfe pen als anderzints , vee! meerder voordeden zouden erlangen, dan teegenswoordig mogelyk is aan dezelve? te verzorgen; aangezien de voordeden, die zy teegens. woordig gemeten , alleen bepaald worden aan den el ringen Aanbouw en Equipage , die aan de Admirïli. teits.Collegien , in die Quartieren refldeerende, thans kan worden aanbedeeld. _ Terwyl de Provisie van Ho and aan den anderen kant, zoude profiteeren het f,n lSChA^U-bfirie-Van /30ooo-o-o 't welk dezelve aan de Admiraliteit in Vriesland zeedert meer dan 60 S heeft betaald, en by continuatie zal moeten1 bï fS« !? 7elke Zyn oorfPronk heeft in de Re. ichilen , die m de voonge Eeuw tusfchen het vooriz. Collegie en dat van Amfterdam zyn ontdaan, over dé aSLT ^h3lve Licent va" de Scheepen, den Abt en de middel-grondeu pasfeerende. Maar zullen de Provintien, Kwartieren , ofte Stee. den geen noemenswaardig verlies komen te lyden ? bv déVE'S"* • ' Vyf C0lleg,'£n ^ Admiraliteit toï één hghaam; zoo zien wy in die inrigting, buiten en dwr hTden , gem,eene voordeden, welken'wy hier ei" daar in den loop deezer Memorie, als met den Vinger ebben aangeweezen , nog dit nut voor het Bondfe. itootfchap, dat alle de deden van het bewind van de zaaken van de Zee , alle mogelyke acceleratie zouden ontfangen door hunne onmiddelvke plaatzing by e nevens de hooge Collegien van Regeering, en door de prudentie van den Heere Admiraal-Generaal; die hoofd? een ieder in het oog ^a^^pSS Vff in het gee' riies meer is, «n^e^olkTw^SR e° T Officeren Onder-Officieren en Gemeenen?Ml MD de gaande, worden meede ^ naar Zee voet worden gebragt 1!? ' °P een eenPaarigen refZdeZe Zff ^ £gaaIe manier vnn procedee. Sel ^ 31V6 De^' en daar omtrent zouden wJ «™ * 7^" Sebra^ i zyn, dat dezelve So welZSïk^Jh *■? geV°elen te zyn over de Steden m iS i' behoorde generaal Dubliek mifc ^nt C Platte Land van de Re- SeSldBe?1' Te re™,g vaVUe «"^niifen en kennis der Maghlraafde "nil1^ §efchied^ rnet voorten platten 2deenfV, ^f'™ va" de bieren risfen uit dezelvewo den SaSSS"0., WJ Comm^ven Manfchap mette'eJ h« ' dat de aangeworzoude hebbenPgenomSf l^LTV^1'' dienst atsröw* -^hoS^is a.w.tórsï :srd< ««■ ^^^^^^ bet welk door de Schryvers voor hlr 4°r C"m ' eenig geld ofte goederen °Pichieten van genoten. — CSeï ^ K 5PSV°lkeren' Word getragt deeze zaak'tofeen pricK'hS ^ T verfchiilende gebruiken lf] l £ 6 ,brengen ' e" de ter Admiraliteit dtafomt"uT „lby de CoJle§ien min drukkende en egaaÏÏwvze re r* g Zy" ' t0C eene ben tot dat einde in^me^d gedt^^n' dë 5t commttteerden tot de HaagfchegAdSSSs Uot geus.  STAAT EN 'OORLOG, 189 gnes. — Dan wy zyn overtuigd , dat dit point in de tegenswoordige gefteldheid van zaaken niet wel éénpaarig en voldoende zal kunnen worden gereguleerd ; en dat het zelve by gevolg best aan den algemeenen Raad in der tyd zal moeten wordea overgelaaten ; tot welk einde wy nogthans ten overvloede als een Bylage van deeze Memorie zullen voegen de Memorie, fub Litt. E, welke wy op het Ruk in quseftie van bovengemelde Heeren Gecommitteerden hebben ontfangen; ten eiride daar van ; in der tyd zoodanig gebruik zoude kunnen worden gemaakt, als zou worden geoordeeld te behooren.—-— Daar door zoude al verder ophouden de diftinétie ; van resforten tusfchen de Officieren ter Zee; — de jalouzy welke tusfchen Officieren van different resfort wel eens word befpeurd, en de keuze en het employ 1 van dezelven aan minder belemmering onderhevig wezen. — Daar door zouden de Officieren van de Vlag behooI ren te worden geconfidereerd als Vlag-Officiers van de Unie ; — en om zulks te beeter te bepaalen , zouden de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland, van Zeeland, en van Vriesland , door Uw Hoog Mog. en I de overige Bondgenooten behooren te worden verzogt, 1 om te willen afzien van de dénominatie , welke thans I in hunne Provinciën gebruikelyk is, en te willen gedogen , dat de kwaliteit van Vlag-Officieren van Holland , van Zeeland, en van Vriesland, als een overblyffel van de oude Provintialiteit, voor het vervolg, : niet meer worde gebezigd , en in onbruik worde ge» laaten. Daar door zouden worden uit den weg geruimd de fubfuteerende zwaarigheeden omtrent de verdeeling in 1 den Aanbouw van groote en kleine Schepen; waar van ; wy hier boven al met een enkel woord hebben ge■ waagd. — Want, aangezien de groote Schepen niet i dan bezwaarlyk, uit de Maze , uit Amfterdam, uit '. Noordholland, en uit Vriesland , in Zee kunnen worden gebragt , maar alleenlyk uit Zeeland en 't Nieuwe Diep; zouden vervolgens alleenlyk aldaar de groote Schepen behooren te worden gebouwd eu opgelegd; al het welk met den tegen woordigen ftaat van zaaken in- com«  190 ZAAKEN VAN compatibel is; en zelfs is zoo verre van het waare oo». merk der zaake, dat het Collegie ter Admiraliteit in Zeeland, hoe zeer een zesde barideerende in alle Aanbouwen .;n Equipagien, zeden veele jaaren verre daar beneden is gebleeven. Daar door zoude de Conftructie van 's Lands Schepen , daar zoo veel aan geleegen legt, meede op een (gaaien voet worden gebragt: en wy gelooven , dat , onafhankelyk van eemg algemeen beltier, het voor den dienst van den Lande ten uiterfte noodzaakelyk zoude zyn, dat een Opper-Conftruéteur- Generaal, met nog één of twee Conflrudteurs onder hem wierden aangef. ïteld, om het generaal opzigt te hebben over den ga'nt- ichen aanbouw van 's Lands Schepen ; aan wien aiie Rapporten omtrent den ftaat en bezeildheid der Schepen zouden toekomen; —. en die gade 7011de kunnen liaan alie de verbeeteringen , welken zig in de kunst zouden mogen opdoen, en verpligt zoude zyn, daar van aan den Raad ter Admiralitek d! noodige ope! iimg te geeven en Propofitien te doen. Terwvl voor het overige derzelver refidèntie en Inftruftie door bepaaW°~ Z°Udm behooren te worden Daar door zoude meer reguliere voorziening kunnen vyorden geobferveerd omtrent den Militairen toefland 111 de Bezittingen van de Oost- en Westindifche Compagnien en de verdere Colonien van den Staat , welke zoo ommddelyk met het Militaire Zeewezen zvn geconnefteerd ; en tot dat einde zouden de voorfz. Compagnien en Maatfchappyen kunnen worden aangeIchreeven, om de Berigten omtrent den Militairen toe.ftand hunner étabhsfementen, aan Uw Hoog Mogende, onder het Adres van den Heer Griffier , over te zenl di^UeleinT,e daaLVa" ve/v^s, mec Communicatie van den Ileere Admiraal.Generaal en den algemeeuen kaad ter Admiraliteit, dat gebruik gemaakt, én zoodaanig voorziemnge zoude kunnen worden voor^eiiaagen, als men zoude meenen te behooren — En daar door zouden alle Ordres en Refolurien, komende Uit den boezem van Uw Hoog Mogende en van den Heerc Admiraal-Generaal , met mee.der énergie , en  STAAT EN OORLOG. ipi mi met meerder eenparigheid kunnen worden geobferveerd ■ de zwaarigheeden omtrent het waar verftand van dezelven , in 'deezen ofte geenen geval, met meerder fooed opgehelderd ; en dus ook , in deezen opzigte , aan de uitvoering van dezelven, meerder activiteit bezorgt, dan zulks tegenswoordig, volgens den aart van de zaake, mogelyk zoude zyn te doen. -—- En hadden wy reeds niet bier boven met één woord eeforooken van den egaalen ophef van de Middelen te Water welke voor één der onmiddelyke gevolgen van deeze adminiltratie moet worden gehouden, zouden wv daar omtrent hier ter piaatze m het breede kunnen uitweiden, maar ons voorneemen is geenzints, om zaaken te ontleeden, welke de evidentie met zig voeren en waar van het belang ende ae importantie door een ieder kunnen worden gevoeld; en waar van wy daar en boven nog meerder op een ander plaats zullen moeten zeggen. De ftof groeid onder onze vingeren aan. —- dan wy zouden den waaren prys niet ftellen op het vertrouwen van de Bondgenooten , indien wy één wezentlyk Point van verbeetering verzweegen; en deeze Memorie zal ten allen tyde tot een getuigenisfe kunnen ftrekken van het geen in dit vak nog ftaat te worden gedaan; zóó dat ons meer dan eens , onder het fchryven van dezelve, een verwyt is opgekomen op de fchier ongeloofbaare zorgeloosheid , waar meede een zoo important deel van de Regeering geduurende twee Eeuwen is behandeld. «—• Overal ftooten wy aan gebreeken. — Belchouwen wy de Havens en Zeegaten deezer Landen: wy vinden zommigen van dezelven wel gefchikt tot berging van Schepen van Oorlog, maar teffens in dien toeftand van verzuim, dat daar van geen veilig, ten minften geen gereed gebruik kan worden gemaakt, en welken dagelyks verflimmeren. — Het is bekend dat de Rhee. en het Zeegat van Goeree door de afzakking van een Plaat ter diftantie van 600'Roeden voorby de mond van de Haven , mitsga. ders door de vernaauwing der ruimte tuslchen dien Plaat  ï02 zaakenvan ^zS^e%S^ enZ' zedert korte maren merke. lyk zyn verergerd; invoegen dat maar één Schip tus- lchen die Plaat en de Haven ten Anker kan ÏSn De Havens van Meedenblik wierden in den jaare 1787, evens ééns als al in den jaare 1688 zeer Je! fchikt geoordeeld tot den Bouw, reparatie en opleg, ging van een goed getal zwaare Oorlog-Schenen • ™S. die Havenen behoorlyk wierden niigedfepr • l aanT zeiven meerder communicatie onder malkanderen wierd" gegeeven; - de 1 immerwerf wierd vergroot en Ven? ge verdere aanftalten wierden gemaakt, welke de loca. le omflandigheeden van Medemblik van zeer groot nut voor de Marine zouden doen zyn ; dan wy Ben nie OËS^gZ ^ ^ ™ S De Haven en Dok te Vlisiingen , geleegen aan bet Zmderdeel van de Republiek, aan e'en RhefddS ftreS tot een Barner e ter Zee -— alw-iar 1 %Z. alle Winden veilig kunnen wo^nTb^l'S.S van de Rhee van Rammekes, welkenen ve2fS te tegens Stormweder en Ysgang verfchaft; 1ÜEa alle vereischtens tot reparatie en berging van 's Lands Schepen worden gevonden; van al het welke de im! portantie zeedert lange , blykens Uw Hoog Mol r£ folutie van 30 January 1627 , bekend is ; en *' kers importantie zoo dikmaal is geïnfteerd: !1 £ Zt thans ,., dien (laat gebleeven , dit weinig vrugt voor getroïen.eiln * Ukneemeilde "tuatie" kan oden En ziet men aan den toeftand van het Dok van Am. fterdam; _ zoo ftaat men verftomd, dat in het groot fte Département van de Marine en 'van den KöoE. del, een plaats van dat aanbelang zoodanig is verzuimd en verwaarloosd, dat geene Schepen daar in S Vlot leggen , en dat zy in de modder moeten leggen te vervullen; dat zy uit het Dok niet als met veel moeite en veel tyds kunnen worden gedrild • Zo0 da er voorbeelden zyn, dat men 44 dagen gebeezigd heeft om één Schip uit het zelve in vlot Water f ? brengen (*). een gebrek zoo weezentlyk, en zoo grnot dat men niet als met de grootite angstvalligheid mag' 0) Het Schip de Fryheid van 70 Stukken, Ao. 1784. gC"  STAAT EN OORLOG. 193 « gedenken aan liet geval, dat te eeniger tyd aan een of ander Schip br3nd zoude kunnen ontdaan; als wanneer alle menfchelyke hulpe en asfidentie niet zou kunnen beletten , dat de helft van 's Lands Zeemagt, en een aanzienlyk deel van Kocpvaardyfchepen, in éénen dag, door de Vlammen wierden vernield. —- Het Nieuwe Diep, geleegen aan het Noorder gedeel* te van de Provintie van Holland, heeft dog met meerder kragt de attentie van de Regeering op zig getrokken ; — aldaar vereenigen zig alle vereischtens om in een ruime Haven , een zeer aanzienlyk getal Schepen, gewapend en beladen, te bergen, en tegens Stormweder en Ysgang te bewaaren ; als meede een bekwaame gelegendheid tot een Berg- en Werkplaats voor reparatie van befchadigde Schepen; — alle voorregten van de grootde aangelegenheid op een plaats , alwaar de Marine en de Koopvaardy zig beide vereenigen; en op welkers importantie en verdere volmaaking niet genoeg kan worden geïndeerd. *—- Maar het is ons voorneemen geenzints , om in een détail te treeden van de gebreeken en de onvolmaaktheeden, welken zig in de Dokken, Havens en Zeegaten deezer Landen opdoen; nogte van de middelen , i welken tot verbeetering van dezelven zouden kunnen en behooren te worden in het werk gedeld; en, aangezien de voordragt daar van alléénlyk zoude moeten a berusten op locaale kennis, zyn wy gerust, dat zulks * ook niet van ons zal worden gevergd; dan , heb| ben Uw Hoog Mogenden al in den jaare 1783 eene j fpeciaale Commisfie benoemd, welke ook van dien tyd t af, van tyd tot tyd is werkzaam geweest , alle de i Havenen en Zeegaten deezer Landen heeft geïrifpec1 teerd; — den daat van dezelven opgenoomen, — en I dit important werk voltooid; -- zoo leggen immers de ! Rapporten van de voornoemde Commisfie in den boeij zem van Uw Hoog Mogenden ; en daar die infpeétien | met alle zorge en naauwkeurigheid door kundige en onbevooroordeelde Lieden zyn verrigt, en alle de veri beeteringen aangeweezen , zoo fchynt 'er in dit duk niets meerder over te blyven, dan een erndig voorneeVII. deel. N men,  m ZAAKENVAN Znj°m dl1?and aan het werk te flaarj> en een zaak van dat aanbelang , en zonder dewelke geen Zeeman dnS 5" *™ ' fflet 6ene g0ede ^cutie te vol- Wy zyn dan van gedagten , Hoog Mog. Heeren S'k-TV'0? veel zulks n°S ni" zoude mogen zvn gefchied, Copie van alle de Rapporten, Plans en BeRekken van de voorzeide Commisfie , mitsgaders zoodanige andere Plan. als door de CoOtg^M^ hteit met opzigte tot de Havenen , Dokken en Va». ^„"TV^un 5esfort' als n°S wouden kunnen worden gefuppediteerd : zouden behooren te worden ge- Holtod 7wtJ?T/tZaten,™ de ftoviSv'an Holland en Westfriesland, van Zeeland, en van Vries, land, en met relatie tot de Haven van Delfzv" aan lYk Vve?zoeekPrOVintiH ™J5tad La"de> ™?fa&anS n^llSÈ,^éfnmaaJ' gePenetreerd van de tpn in di y h-eid, d,er zaake» de voornoemde Rapporze^" f1D beb0°rlyke confideratie te neemen fdeItZ L18 h" nood' yder voor 200 veel hun aangaat, vlrhJï,- " examineeren> en fuccesfivelyk zoodanige verbeeteringen te laaten aanvangen en voltooyen , als w,<£ l3ng der Marine van de" Staat, overeen. re Adliïfr Zyn; r en dat' vermits aan de" Hei re Admiraal-Generaal, en den Raad ter Admiraliteit, dat is aan de generaale directie in der tyd , allezints behoord te worden overgelaten, om van de Havens Vaarwateren Dokken en Zeegaaten, dat gebruik voor 's Lands Schepen van Oorlog te maken, Is voor den dienst ter Zee meest dienfiig zou worden geoordeeld , Hoogstdezelve zou behooren te worden verzogt en ook aan deezen Raad ter Admiraliteit gerecommandeerd, om met opzigte van de verbeeteringen, welken mt hoofde van de voorgemelde Plans en Rapporten , in deezen ofte geenen Oord, zouden behooren te wor' vïn Han£7anien nftE .vo.lbra2t> a»n de Heeren Staatén van de relpeftive Provintien, wien de zaak zoude mogen concerneeren, dien aangaande in der tyd de nodige Propofitien en aandrangen te doen , zoo als tot zen V°° eve °°Smerk meest dienltig zouden vvee- Wy  STAAT EN OORLOG. 195 Wy zyn meede van begrip, dat om de veranderin. gen welken zig in de Zeegaaten deezer Landen van tvd tot tyd doen befpeuren , gade te liaan, en by tyds de nodige voorzieningen te maken: het ten uiterften dienitig zoude zyn , dat een Commisfie van kundige Officiers en Ingenieurs tot de Hifpectie van de Z*egaa. ten van tyd tot tyd wierd gecommitteerd; en dat de zorge daar van meede aan den voornoemde Raad behoorde te worden aanbevolen, en de behandeling daar van aan denzelven overgelaten. ——- . En dat zoo ook, aangezien de Loodfen in de Fro* vintie van Holland, altaar Haan onder het beftier van het Collegie van de Pilorage , en zy in zommige opzigten meerder onderwerping aan de Admiraliteit zouden behoren te hebben ; aan denzelven Raad meede zoude worden overgelaaten, om ook daar omtrent aan het Collegie van de Pdotage zoodanige Propofitien te doen en fchikkingen voor te liaan , als ten meelten nutte, gezamentlyk oirbaar zoude kunnen worden geoordeeld. - Wy hebben nog maar een gedeelte van onzen last volbragt , Hoog Mogende Heeren! aangezien de provifioneele voordragt dezer Memorie tot dus verre meerder heeft gelopen over het beftier en eenige verbeeteringen van het Wezen van de Zee,dan wel over „de generaale deferfie te Water, mitsgaders over het beramen der middelen, welken, gefchikt naar de Finanneele vermogens van 't Bondgenooticiiap in het generaal, en van yder der Bondgenooten in het byzonder, daar toe in Vredens tyd op een bedendigen voet gereguleerd, en door het brengen van permanente posten op den Staat van Oorlog geconftateerd en vastgetteld zouden behoren te worden," gelyk de teneur is van Uw Hoog Mog. Refolutie van den 4 May 1785- , . , En voorzeker, zal eene Marine aan de eindens, waar toe zy is gedestineert , voldoen ; zoo zal het vooral noodzakelyk zyn, dat de Bondgenoten, op een regulieren voet zamenlopen tor de middelen, met alleen om dezelve éénmaal in behoorlvken Haat te brengen; maar ook om dezelve op zoodanigen vasten voet te houden, a dat  193 ZAAKEN VAN dat ten allen tyde gereede dienden daar van kunnen worden verwagt; en dat men by het opkomen van een Oorlog nier genoodzaakt zy aanfionds de uiterfle effbrte te doen, om den Vyand het hoofd te bieden, nogte aan eene overrompeling zy blootgefteld. —_ En daar toe komen verfcheide zaken in aanmerking; als daar is de bepaaling van de Zeemacht van den Staat, ofte het getal en de Charter der Scheepen van Oorlog, die beftendig in tyden van Vreede aanweezig zullen moeten zyn; mitsgaders de Aanbouw, en reparatie, welke van tyd tot tyd zal moeten worden gedaan, om die Lig. hamen in behoorlyken ftaat van fuppletie en van onderhoud te conferveeren, — daar komt vervolgens in aanmerking de kosten van een jaarlyksch Equipage; 't welk geproportioneerd zal moeten zyn, eensdeels aan de proteftie , die de onderfcheiden' belangens van de Commercie en Scheepvaart zullen komen te vorderen* en anderdeels aan het getal der Scheeps-Officieren en Scheeps-Volkeren , welken in den dienst ter Zee zullen moeten worden geöeffend; — en 't welk meede eenigfints zal moeten geproportioneerd zyn aan hetprobabel gebruik, 't welk by het uitbreeken van een Oorlog ter Zee, van de Zeemacht van den Staat zal moeten worden gemaakt , 't zy tot deszelfs eigen en individueele defenfie; 't zy ter zake van eenig geftipuleerd Subfidie by Traftaaten van Alliantie; -— al het welk niet zal kunnen worden volbragt, ten zy men den voet van permanenten dienst zoodanig reguleere, dat dezelve by eene opkomende vermeerdering van de magt ter Zee voldoende zy , om die vermeerdering de nodige kragt by te zetten ; — meerdere zaken komen hier nog in aanmerking, welke wy één voor één, voor zoo veel zulks gevoegslyk zal kunnen gefchieden, op haarplaats zullen, optellen, en op haar zeiven afhandelen. Daar nogthans de aangeleegendheeden van eene Mogendheid , zelfs in tyden van Vreede, niet beltendig dezelfde zyn; en dat eene verligte Regeering zyne inwendige operatien reegeld op het geene daar buiten omgaat ; — en dat vervolgens de politicque gebeurtenisfen , hoe zeer ook niet dadelyk in verbinding met den Staat van den Republiek, by vervolg van tyd invloed  STAAT EN OORLOG. 197 vloed kunnen hebben op de zaken en de belangens van dezelve; zoo volgt het van zelve, dat daar van apnori geen praïcife bepaling kan worden gemaakt; aangezien de hoeveelheid van alle Militaire magt afhankelvk zynde van de omftandigheeden, waar in men zig bevind , dezelve ten allen tyde door de Bellierders van het Gemeenebest moet worden bepaald, en gevolgelyk veelmalen moet varieeren. —-— Het zoude dan van onzen kant bezwaarlyk zyn eene totaale fomme te fixeeren, welke, als eene permanente post op den Staat van Oorlog gebragt zynde , zoude uitmaaken het montanc van die penningen, die de gezamentlyke Bondgenooten jaarlyks voor hec weezen van de Zee zouden hebben te furneeren; — Wyherhaalen het nogmaals , de benoodigdheeden voor de Marine jaarlyks kunnende en moetende varieeren , zoo word zoodanige pra;cife bepaaling onmogelyk; weshalven wy verzoeken ons te mogen vergenoegen met eenen middelweg tusfchen die onzeekerheeden in te liaan, en aan Uw Hoog Mog. en de Bondgenooten een bellek by approximatie te mogen geeven, van het geene wy meenen den Staat van Oorlog voor de Marine in ordinaris tyden te zullen moeten uitmaken; — en deeze grond ééns gelegd en geadopteerd zynde, zal het aan den Heere Admiraal-Generaal en aan den Raad ter Admiraliteit , volgens de kennis die Hoogstdezelve van de temporede Staats aangeleegendheeden van het Gemeenebest zullen hebben , moeten worden overgelaten, om, telken jare , aan de Bondgenooten een gezigt te geeven van het geene pracifelyk , tot de bedoelde eindens , zal moeten worden geëmployeerd, en in een post op den Staat van Oorlog voor dat jaar geconver- Wy zullen dit nog voor af zeggen, dat wy onno. dig hebben geacht, dat voor ydere afzonderlyke benoodigheid van de Marine eene fpeciaale iöm op den Staat van Oorlog worde uitgetrokken: hoe zeer zulks in deeze onze bereekening nogthans zal gefchieden; ten einde aan Uw Hoog Mogende den grond aan te toonen, welken by raaming in deeze bereekening hebben gevolgd ; — maar wy begrypen, dat wanneer eene toiN 3 taaie  ip8 ZAAKENVAN taaie fomme op den Staat van Oorlog, voor de rnasfa der te prafteeren' dienden, zal zyn gebragt, daar van een onbelemmerd gebruik aan de Zee-directie moet wor. den overgelaten; mids de penningen alleenlyk tot de emdens van dienst, en tot geene anderen, zullen worden gferap!oyeerd;en waar van ten allen tydezalkun nen blyken uit de verandwoording der penningen die de Raad volgens zyne Inltruftie zal gehouden zyn te doen, daar en zoo het behoord. - y Die totaale fomme zal dan eigentlvfc zvn het e-xres van alle de kosten van de Marine , f de huishouding! daar onder begreepen,) op het montant van de ordinaris mkomffen, en aan welkers deficit de Bondgenooten door een jaarlykfchen post op den Staat van Oorlog vervolgens zouden moeten voorzien. 8 Om dan te komen tot een zeekere bepaaling van de Zeemacht, hebben wy, al in den aanvang onzer byeenkomst , gemeend daar omtrent te moeten inneemen de confideratien van de Heeren Gecommitteerdens uit de relpeclive Collegien ter Admiraliteit; welken, van hun- H^tV v ? gte" Va" dC Heeren Vice-Admiraals Reynst en Zoutman ingenomen hebbende, ons het re- ff'f ™ bei:]e ^ gedagten hebben doen toekomen in de Misfive ofte Memorie, welke wy bereids als een .Bylaage van deeze Memorie fub Litt. D. hebben overgelegd; en waar uit blykt.dat de Heeren Vlag-Officieren de Zeemacht bepaalen op 51 Scheepen van Linie en 42 fregatten, mitsgaders eenige Advis-lagten, welk' getal door voornoemde Heeren Gecommitteerden bv moderatie gebragt is op 40 Scheepen van Linie en ao bregatten, en op 10 k 12 ligre Vaartuigen. . Was de ftaat van 's Lands Finantien zoo vrugtbaar, dat , buiten en behalven alle anderen onkosten, daar uit her onaerhoud van één dier beide begrotingen konde worden gevonden ; wy voor ons zouden 'er niets teegen hebben en gaarne acquiefceeren in een voorflag welke de . Republiek-tot zoodanige aanzienlyke Zee-Mogendheid zoude verheffen ; dan de fobere toeüand van s Lands penningen, en de toereikendheid van eene geringere Zeemacht, hebben ons tot eene bepaalmg doen overgaan, welke,naar onze gedachten ,  STAAT EN OORLOG. icg ten , geëvenreedigd zal worden gehouden aan de kosten , die de Bondgenooten tot dat voorwerp kunnen jmpendeeren , en tot den rang, die deeze Staat onder de Zee - Mogendheeden bekleed. Die proportie behoord daar en boven te worden gecombineerd, met het getal der Scheepen, welke, by eenen opkomenden Oorlog, zullen kunnen worden geëquipeerd en in Zee gebragt, zonder de Commercieerende Ingezeetenen van den Staat , met het afvorderen van den vyfden, ofte derden Man, te veel te drukken ; — en voorwaar, worden de Koophandel en Scheepvaart met recht voor de zuiverde bronnen van ons beftaan gehouden, zoo volgt daar ook uit, dat die twee voorwerpen met de tederfte zorge moeten worden behandeld. —— Zal men dan den ftaat van 's Lands Zeemacht te hoog nemen; dat is, zoo hoog, dat het getal der voorhanden zynde Scheepen verre overtreft het getal der Scheepen , die men in ftaat zal zyn in Zee te brengen; zoo ontdaat daar uit eene onnodige kostbaarheid , welke door geene motiven hoegenaamd kan worden gelegitimeerd. —■ Wy, voor ons, na de zaak van alle kanten te hebben bezien, geloven, dat, zoo wanneer een getal van dertig Scheepen van Linie en van veertig Fregatten, met eenige ligte Vaartuigen, beftendig in goeden en behoorlyken ftaat by den Lande wierden gehouden, zulks al eene vry aanzienlyke magt ter Zee zoude uitmaken,-— en vooral, indien men daar by wilde adopteeren den voorfiag van de Heeren Vice-Admiraals Reynst , en Zoutman, [te vinden in hunne Memorie, gevoegd agter de Bylaage Litt, D,] om, namelyk, de Scheepen van de Oost-Indifche Compagnie, in tyden van nood, de plaats van goede Zestigers, te doen betreeden; tot welk einde hun lengte op 160 voet zoude behoren te worden gebragt; hun onderde Battery wat hooger uit het water gevoerd, en huu lighaam en gedaante, ten fine van beetete bezeildheid, eenigzints zoude moeten worden veranderd. —— En om dit laatfte point niet meerder te behoeven aan te roeren, zouden wy provifioneel van advife zyn , dat van zoodanig Schip, ten kosten van den Lande, een proeve zoude kunnen worden genomen, om hetzelve, by ondervonden fuccés, N 4 tot  2oo ZAAKENVAN rot een Mal ofte Mode, „ doen dj Scbeepen van de Oostindifche Compagnie, zooniet alle, ien mmften eer-igen, zouden kunnen worden gebouwd ; en het welk vervolgens aan de voorn. Compagnie, met overdoening van het Schip zelve, zoude behoren te worden aanbevolen. — Indien wy het getal der Fregatten zoo veel grooter als dat der Scheepen van Li.ne hebben genomen , zoo zyn wy daar toe gekomen, uit confideratie, dat Fregatten m Vreecien.s-tyden genoegzaam alléén worden gebeezigd tot de eindené van dienst ; terwyl daar bv nn en dan een Schip van Linie word gevoegd, om de Officieren en Scheeps-voJkeren in de oeffening der Ma! nceuvres van tweedeks Scheepen te kunnen onderhou- . En wat aangaat de Scheepen van Linie; Ls aangeMn de zwaarlte het meest in een Aérie vermogen -1 hebben wy gemeend , dat het voorfz. getal van dertig Lnue-Scheepengevoegelyk kan worden verdeeld in vyf- ern|eKnJa7 74 Stukk,en > zynde d<= grootfte CharZ:Zl « Zeegaaren kunnen toelaaten; tien Scheepen van 60, en vyf van 50 Stukken; 1 terwvl het getal der veertig Fregatten zoude kunnen worden verSter kiïh$t tnTPeIS van twee lagen' a,s éénsdeels beter gelchikt tot Convoy op zommige reizen , en anderdeels van meerder defenfie in geval van Aétie wf Z\ZTt Vai1-éé"e laag»veertien ^ dertigers', en zesten Twintigers, — en daar naar zoude men zig Dy net doen van aanbouwen kunnen reguleeren \ Oan , aangezien een Scheepsdighaam' beftendig detetioreerd , en de Zeemacht vervolgens ras zoude verdwynen , indien daar niet gedurig de hand aan wierd gehouden zoo zal de zorge van de Regeering o"k daar op behoren uit te lopen, dat die Zeemacht in ftaat van (uppletie door een genoegzaamen aanbouw en reparatie worde gehouden; — en\vy zyn van gedag" ten , dat een langzamen Aanbouw , welke geduurig Z ?lnSj den de^adeerenden (laat der Scheepen, eer J J ' t0C ditn%er zyn zoude, dan een extrsordmaris Aanbouw om een zeker getal van jaaren j en in zoo verre hebben wy gta.iopteerd den voor*  STAAT EN OORLOG. aoi voorflag van de Gecommitteerdens uit de Admiraliteit."? Collegien , in de meergemelde Memorie ter neder gefteld, als waar by, door eenen langzaarnen Aanbouw, om de 15 jaren,zouden worden aangebouwd zes Scheepen van yder Charter, en welke verdeeling naar de re. partitie van Zesdens fchynt te zyn bereekent;—-dog, vermids in dien ftaat van zaken , welken wy hier boven hebben voorgedragen , de repartitie van Zesdens zoude komen te vervallen, hebben wy het quantum van den langzamen Aanbouw getracht te combineeren met de fterkte van de Zeemacht , en de gewoonlyke duurzaamheid van de lighaamen van Scheepen.^ - Dorst men deeze te bepaalen op dertig jaaren; t welk mogelyk wel eenigzints ruim fchynt genomen, dog ook wederom niet verre van de waarheid zoude afwyken , indien de Scheepen met behoorlyke zorge, en niet met overyling wierden gebouwd: dorst men, zeggen wy, de duurzaamheid van een Schip op dertig jaaren te bepaalen , zoo zoude door den langzaarnen Aanbouw de Zeemacht van den Ssaat in yder dertig jaren moeten worden vernieuwd , en daar uit zouden wy den grond haaien , om een der posten van den Staat van Oorlog met genoegzaame nauwkeurigheid te fixeeren.— De zaak dan uit dat oogpunt befchouwd, zoo zouden de kosten , vereischt tot Aanbouw van de dertig Scheepen van Linie, en de veertig Fregatten, waar wit wy ftraks hebben gemeend , dat de Zeemagt van den Staar, in tyd van Vreede , zou kunnen beftaan, volgens de bereekening van de fuppletoire Petitie van den n, October 1781 , te zamen genomen de fomme van f 2184.9695-0-0 bedragen, en dus voor yder der vöorn. dertig jarea de fomme van ƒ 728323-0-0wanneermen nogthans daar by in confideratie neemt, dat de bereekening van de voorn, fuppletoire Petitie gedaan is in een zeer kostbaren tyd , zoo wegens de fchaarsheid van dé Bouw-Materialen als van Arbeids-volk, en we•jj;ens meer andere omfiandigheeden, welke tot grootere duurte in dien tyd hebben zamengelopen : zoo zyn wy van gedagten, dat de begrooting van den jaare J78U misfchien met 2? ten honderd, ofte $ zou kunnen N j wor-  soa ZAAKENVAN worden verminderd ; weshalven de voorfz. post voor «n langzaarnen Aanbouw, ofte het maintinLrenTaa 4 Lfds Zeemacht, dertig jaaren door één gereekend, s jaars zoude bedragen de fomme van ƒ 516242 o-o welke tot het voorfz. einde op den Staat,anOonoe zoude moeten worden gebragt; waar by al mede zal moeten worden gevoegd het beloop der kosten, welke tot het onderhoud van »s Lands Scheepen zullen moe ten worden gefpendeerdj en welken , om daar van als nu alleenlyk een fchets by approximatie te geeven, bv overdag gecalculeerd teegens y / 7000 0 o voor een Schip van — |70 st 600c c o voor een Schip van 0 — 5000 c o voor een Schip van ... 5Q 4000 o u voor een Fregat van . .. 4Q 3500 o o voor een dito van » in voeëen '"er boven is voorfe. flaagen, overgebragt zoude wezen. - . ë Wanneer nu alle de bovengemelde lommen by den anderen zullen worden gevoegd, te weeten: Voor den Aanbouw . . Reparatie van Schepen - . f fAlf °0 ? JVasr!eThe/qUipage " " »2£, o o Vaste Traktementen . . IO nnnn ,, " De Huishouding . . £££ ° ° Zoo bedraagd zulks de fomme ƒ'3564442 "0 o weK6, ffnmT z,°"de).uitmaa^n de totaale dépenfe , welke de in ftandhouding van de Marine 's jaarlykl zouden komen te vereisfchen. j—uyus Vergelykt men vervolgens daar meede het montant der ord.naris Inkomften van alle de Collegien Ter Admirahteit, zoo als die onder anderen door de voorfz Collegien aan ons zyn opgegeeven , vyf jaaren door één gerekend (van 1 January I78i tot ultimo December 1785) te weeten: Van het Collegie op de Maze - ƒ443321' o o Amlterdam . . Zeeland . . . ° 0 Westfriesl. en't Noorder-Kwart. . 848 u o o " ' " ° ° uitbrengende een totaal . l/aip^jssl o o «. < 's  STAAT EN OORLOG. «07 's Jaars over yder der voorn, jaaren ; — en confidereerd men, dat die fomme door eene verbeetering in bet Middel van het Admiraliteits Zegel, zeer waarfchynelyk zou kunnen worden vermeerderd , met de fom van - ƒ iocoo o o En verders geconfidereerd zynde, dat de ordinaris Inkomlten door een egaalder practyk op de heffing van de Middelen te Water , zonder meerder be zwaar van de Commercie , en zelfs mei vermindering van verfcheide Speciën ir de Lyst van den jaare 1725 , zoude kunnen worden gebenificeerd met twei è drie Tonnen gouds, dus hier, by raaming - - - aooeoo <. o Dog welk Point op een ander plaat' breeder zal moeten worden verhandeld. .zoo zoude het geheele montant daar —— _ van bedraagen de totaale fomme van - ƒ240558 8 o o Welke fomme vervolgens afgetrokken van de hier boven vermelde fomme van ƒ 3564242: o: o over zoude laaten de fomme van ƒ 1158654: o: o voor het be. raamde, en waarfchynelyke montant van alle de kosten te zaamen genomen, die 's jaarlyks door de Bondgenooten voor de zaaken van de Zee zouden moeten worden gedraagen, en op den Staat van Oorlog gebragt. By de overweeging van deeze materie is ons niet geëcbapeert de voorflag van de Heeren Staaten van Utrecht by derzelver Refolutie van den 1 April 1778 , welke hier boven by een andere geleegendheid reeds is aangeroerd, om naamelyk, ten behoeven van de Admiraliteit de ioofte en 20ofte Penning te doen heffen van alle Actiën en Obligatien op de Oost- en West-Indi- fche en andere Compagnien deezer Landen; dan , vermids de gedelabreerde ftaat van Finantien der bovengemelde Compagnien maar al te zeer bekend is, zoude het te wenfchen zyn, dat de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland , en die van Zeeland, eindelyk eens gehoor geevende aan de herhaalde inftan- tien  aoS ZAAKENVAN tien van de Provintie van Utrecht en van andere Provtntien, meede zullen coöpereeren , om die Finantien • door dit middel te ftyven , \ geen met de natuur van dit middel niet minder zoude ftrooken. Wy zyn insgelyks van gevoelen , dat de voorn. Inkomlten ook eenigzints zoude kunnen worden gebeneficeerd, wanneer by de introductie van den bv ons voorgeflagenen voet van adminiftratie, de Ampt-Gelden door de Admiraliteits-Amptenaaren by het aanvaarden hunner bedieningen thans betaald wordende, niet meer m de Provinciaale Kasfen, maar in die van de Admira jiteit wierden geftort ; 't welk met principes van billvkheid en reedelykheid allezints moet gereekend worden overeenkomftig te zyn. Dan eer wy nog deeze materie daar laaten, agten wy nodig te herinneren, dat zoo wanneer de Bondgenooten te eemger tyd mogten komen tot de introducé van een beftier gelyk hier hier boven hebben voorge. draageti ; de Kasfe van 't Land volgens alle regulen van billykheid, m den beginne zoude moeten worden bezwaard met eene zeekere fomme, (welke wy niet in ftaat zyn te bepaalen ofte te beraamen, maar ca/u auo tot het objeét van een nader Befoigne zou moeten worden gemaakt) met een zeekere fomme , welke rot een raifonnabel dedommagement zou moeten worden verftrekt aan zoodanige Amptenaaren , Officianten ofte Bediendens, welkers dienst door de voorgeflagene nieuwe inrigting zoude kunnen worden ontbeerd; en welkers exiftentie en beftaan niet onzeeker behoord te wor. den gelaaten door eene verbeetering, welke men aan deeze ofte geene deelen van de Regeering zoekt toe te brengen; maar welke verbeetering dienvolgens ook nooit aan die confideratie behoord te worden geaccrocheerd • aangezien door het maaken van billyke fchikkingen daa'r in kan worden voorzien, — en wy zyn voor ons van gevoelen , dat eene zoodanige fomme best zoude kuniien worden gevonden uit een Post op den Staat van Oorlog, welke van tyd tot tyd zoude decresceeren en waar door dit bezwaar allengskens zou verdwynen. Is het dan, Hoog Mogende Heeren] de intentie van Uw  STAAT EN OORLOG. 209 Uw Hoog Mogenden , en van de Bondgenooten , om door het brengen van permanente Posten op den Staat van Oorlog, de zaaken van de Zee op een eenvoudigeren en beeteren voet te brengen ; daar door zullen zeekerlyk al aanfionds worden weggenoomen alle die Jangwyligheeden , welken zig fleeds in het draagen der Confenten blyven opdoen; en daar door zal in een zeeker opzigt wel worden geëffectueerd, dat de Beftierders van de Admiraliteit, meerder ftaat op een regulier furnisfement van Penningen maakende , meerder voorzonge zullen kunnen aanwenden , om van de beste gelegendheeden gebruik te maaken , tot het doen van de inkoopen der benodigde Materialen als anderzints ; en met meerder lust en activiteit toe treeden tot de pénible .waarneeming van een zoo omflagtig beftier; —— maar wy bezeffen, dat een zaak van dat gewigt éénmaal onder de Bondgenooten behoorde te worden uitgemaakt , en zy zig onderling omtrent een gereed en regulier furnisfement van Penningen behoorden gerust te ftellen; ten einde tot de voorige zoo gegronde klagten van de Collegien ter Admiraliteit niet weder geleegendheid worde gegeeven, en de zaaken aldaar zonder belemmering mogen voortgaan ; waar van anderzints het onmisbaar gevolg zal moeten zyn , (gelyk de Gecommitteerdens uit de refpective Collegien , in derzelver Memorie van den 15 December 1786 , houdende den ftaat van Equipagie voor bet volgende jaar, zig met zoo veel kragr van waarheid uitdrukken,) dat de dienstdoende Marine van den Staat in effecte wel haast als eene Provintiale Equipage zoude kunnen worden geconfidereerd; en de ftaat en omftandigheeden van het geheele Admiraliteits-wezen, van jaar tot jaar, zoo in het finantieele, als in deszelfs capaciteit van dienst te doen, zal vervallen ; en dat bet ééne Departement voor, het andere na , zal te gronde gaan , tot een totaal en onherftelbaar bederf van 's Lands Zeemagt, en, met dezelve , van de Commercie en Navigatie, de kragt» daadigfte fteun van den bloei en welvaart deezer Landen ; zoodanig dat de ontluiking van de Marine van den Staat , zoo als dezelve zig eenigermaate begint te vertoonen , nergens anders toe zal hebben gediend, dan Vil. DEEL. O O»  aio ZAAKENVAN om wederom zoo veel dieper in het ftof haarer voorige nietigheid neder te daaien. 6 En ziet men nu aan, Hoog Mog. Heeren, den oor. fpronkelyken aart van dit federative Lighaam, en >hoe dat de Bondgenooten, al van den beginne, wel van den eénen kant de Inkomften van de Convoyen en Licenten tot verval van den Oorlog te Water hebben geaffecteerd ; maar teffens van den anderen kant , van begrip zyn geweest, dat, te zaamen door de Unie yan Utrecht verbonden en vereenigd , als of zy maar éeae Provintie waren , de defenfie van de gemeene zaak, c zy die te Water ofte Lande zou gefchieden, hun egaallyk ter harte moeite gaan , en de middelen daar toe niet moeiten worden gefpaard; dan vloeid daar uit, naar onze gedagten, de noodzaakelykheid en LPTZ1SAnë y°°r de Bondgenooten, om met een ge. reede hand te he pen draagen in de toegenoomene las- Sn nn HP„%°0rl0gte^ater' en Voorfz. Penningen op den Staat van Oorlog, als fubintreerende in de plaats van extraordinaris Subfidien ofte Petitiën. op een reguliere wyze te furneeren. En men zegge niét, dat, vermits de voorfz. Middelen tot hoeding der kosten van de zaaken van de Zee oorfpronkelyk zyn gedefinieerd, alle de voorfz. kosten uit die middelen in ordinaris tv! den moeten worden gevonden , en dat men , om het detecl van dien te fuppleeren, wederom zoodanige middelen zoude kunnen by der hand neemen ; welken in voorige tyden wel eens meer zyn gepractifeerd , als een verhooging op de Convoyen, en van het Last- en Veilgeld, en zoo voort; want buiten en behalven dat zulks een nieuw bezwaar voor de Commercie zoude opleeveren: en dat zelfs die verhoogde rechten , waarfchynelyk, niet volkomen toereikende zouden zvn tot den geheelen verval van den Oorlog te Water; zoo hebben de Bondgenooten by het isae Articul van de inltrudlie van den Raad van Staate van den 18 Augustus 1584, en by het 27fle Articul van die voor de Collegien ter Admiraliteit van den jaare 1507 genoeg te kennen gegeeven, dat de kosten van den'OorJog te Water ofte te Lande niet volftrekt verbonden waren , de eéne aan de inkomften van de Convoyen en  STAAT EN OORLOG. iil en Licenten, de andere aan de middelen van Confumptie en andere Middelen; en dat de defecten van beide, cafu quo , op een andere wyze als dan moeiten worden gevonden. En is de beveiliging van de Zee-, eene der importantie zaaken van den Staat , zonder dewelke, als een lighaam zo'ider ziel, de Suat niet kan fubfifteeren ; — zyn de Eqnipagien, en 's Lands Magr ter Zee, met al wat daar aan vast is, de notabelle en een der voornaamfte voorwerpen, waar op de hooge Rejeering beftendig heeft te letten ; — leeve^d dezelve de vtrzeekertfte (tf.rkte op voor de geru.<-rhHid en onderftand van 't gemeene-weezen ; — is de Commercie , is de Navigatie een bron van voorfpoed voor het geheele Land; de Zenuw, die het geheele lighaam kragt byzet, en verwaarloosd zynde het zelve doet treuren en vergaan;brengt het vertier van den Koophandel weezentiyke nuttigheid aan de Land-Provintien, zoo door het geenne derwaards in- en doorgevoerd word, als van 't gee« ne uit- en door dezelven weder afkomt van Manufactuuren, Beeftiaalen , Landgewas enz. — worden de Provintien by de Zee geleegen , door den grooteren welvaart, die op*hun uit den Koophandel en Zeevaart redundeerd, wederom in ftaat gefteld, om het groottte gedeelte der lasten van den Oorlog te Lande te kunnen draagen ; zoo ontftaat daar uit een ftaat van wederkeerigheid voor alle de deelen van het Bondgenootfchap ; wiens voordeelen wel niet voor ieder deel de; zelfde, ofte even groot zyn, maar waar van het genot gemeen is; en welke deelen, by gebrek van zoodani\ ge mutueele opofferingen , wel haast alle te zaamen ; zouden moeten uitdroogen en te gronde gaan ; zóó , I dat men de Maatfchappy van deeze Landen niet ongevoeglyk mag vergelyken aan den boog van een Gewelf : waar van alle de deelen zoodanig zyn zaamengevoegd, dat zy , door den fteun die zy eikanderen onderling toevoegen , beletten , dat het ganifche ge' bouw kome in te Horten. — Indien dan de behoudênisfe van den Staat de opperRe wet is: zoo vertrouwen wy, dat de g^zaamentlyke Bondgenooten gerecdelyk daar toe zuilen woxaen geO 2 dis-  Si» ZAAKEN VAN disponeerd , om zig, zoo veel mogelyk, bekwaam te maaken , en te houden , om de voorfz. permanente posten op den Staat van Oorlog , tot de inftandhouding van de Marine, dat is, van den geheelen ftaat, met voortduurende regulariteit, te voldoen. Alvoorens wy dit gedeelte deezer Memorie kunnen fluiten, zullen wy nog met een woord aanroeren, dat ons , m den loop deezer deliberatien, verfcheide zaaken zyn voorgekomen, welken als verbeeteringen in de détails van den dienst ter Zee zouden fkunnen worden geintroduceert; dan het is ons voorneemen geenzints, om by alle dezelven te blyven ftaan, aangezien die het oog van eene goede directie niet zullen kunnen ont- wyken. Van dien aart hebben wy gereekend de Revifie van den Articul-Brief voor den dienst ter Zeedog waar van wy niets meerders zullen zeggen; nade' maal wy geïnformeerd zyn, dat daar van bereids door de Heeren Gecommitteerden uit de refpeélive ColI*gien ter Admiraliteit een Concept aan Zyne Hoogheid is overgegeeven , en hetzelve vervolgens een object' van Hoogstdeszelfs deliberatien is uitmaakende. - Zoodanig hebben wy ook aangezien het point van de fchafting aan Boord van 's Lands Scheepen ; en ons fundeerende op de reedenen, geallegeerd door de voorfz. Heeren Uecommitteerden in hunne meergemelde Memorie , iub Litt. D , zoo met opzigt tot den tegenwoordigen voet, als tot het invoeren van een nieuwen voet, naamelyk , om de fchafting niet meer door de Kapitemen, maar door het Land, te laaten doen - zyn wy, even eens als voorfz. Heeren Gecommitteerden , gebleewen m de zwarigheid, om bepaaldelvk tot het één of ander le advifeeren; en zyn van oordeel, dat het détail en 't nader onderzoek daarvan, zoo oirbaar, aan de generaale directie behoord te worden overgelaaten; — terwyl wy nogthans als een falutaire precautie, met relatie tot de tegens woord i ge wvze van lchafting, in bedenking zouden geeven, of de Kapiteinen van s Lands Scheepen niet zouden kunnen worden verphgt , om een beëedigd Declaratoir af te geeven van de kwantiteit en kwaliteit van de Victualie, die  STAAT EN OORLOG. 213 die zy zullen hebben aan Boord genomen; gefterkt met het Declaratoir van de Officieren hunner Scheepen omtrent den ftaat, waar in zy de gemelde Victualie heb. ben bevonden en ontfangen. <•■ - En als zoodanig is ons al verder toegefcheenen de bedenking van meergemelde Heeren Gecommitteerden omtrent de posten van Fiscaal en van Secretaris van de Vloot ; en waar omtrent wy met hun in hetzelfde gevoelen ftaan , dat die twee posten niet in dezelfde Perfoon zouden behooren te worden gecombineerd, gelyk zulks al veelmaalen is gefchied. ——. Van dien aart hebben wy insgelyks geoordeeld de vertroofting welken aan Zieken , aan Boord van 's Lands Scheepen, van tyd tot tyd , zou kunnen worden gegeeven , door de Chriffelyke zorge en de meedehulpzaamheid van een Predikant; als meede in het generaal tot oeffening in dén Godsdienst en tot beteugeling, zoo veel mogelyk, van alle verregaande onzeedelykheeden ; tot welk einde wy begrypen,- dat, wanneer 's Lands Scheepen in Esquaders zullen in Zee gaan, op hetSchip van. den Comrnandeerende Officier een Predikant gevoegelyk zoude behooren te worden meedegeeven. . 1 ■ Van dien aart is onS' meede voorgekomen het koöperen van„ 's Lands Scheepen van Oorlog;' waar omtrent wy meede van gedagten zyn, dat de befchikkin•gen dien aangaande aan den voorfz. Raad ter Admiraliteit behoord te worden overgelaaten. l>og daar deeze Memorie door de veelheid der Ma■ 'ferie, tot dus verre al tot eene grootere lengte is uit. gedeid , dan wy in den beginne wel hadden verwagt, ofte onze wensch is geweest; zullen wy ons onthouk den om dezelve met meerdere pointen, welken de on' derdeelen der .directie uitmaaken, aan te vullen; geper1 fuadeerd aan den éénen kant, dat onze pogingen ons tot dus verre ten. beste zullen worden gehouden; en ! dat, van den anderen kant, alle de voorfchreeve poin] ten, en meer anderen, welken Wy, niet hebben aani geroerd , beeter | .en met meerder détail , zullen kunnen worden behandeld en naargegaan door die geenen, die met de generaale adminiltratie van de zaaken van 0 3 de 1.  214 ZAAKEN VAN de Zee zouden mogen worden gelast, dim wy ons geroepen agten te moeten doen. Dog wy vinden ons niet te min genoodzaakt, nog een oogenblik ftille te liaan by de befchouwing van de Convoyen en Licenten. Wanneer wy op verfcheiden plaatfen van deze Memorie het werk van de middelen te Water , alleenlyk als in het voorby gaan hebben aangeroerd, zoo gaaven wv daar mede nogthans duidelyk te kennen , Hoog Mog. Heeren , dat wy als toen het voorneemen koederden , om deeze gewigtige materie, waar by de be. langens van de Commercie en Navigatie , en de hand aan hand gaande prosperiteit van den Lande, zoo grootelyks waren geconcerneerd , met eene zeekere uitgebreidheid te behandelen ; — en hoe zeer dit onderwerp by Uw Hoog Mog. Refolutie van den 4 May 1785 niet met zoo veele woorden aan ons onderzoek was aanbevolen: begreepen vvy niet te min toenmaals , dat de redresfen in oe Collegien ter Admiraliteit, waar van Uw Hoog Mog Refolutie fprak, ook behoorden te loopen over eene adminiltratie, waar van de goede, ofte de kwade uitwerkzelen , buiten de extraordinaris SubfiJien, het eenigfle voedfel en beftaan aan de voorfz. Collegien moeiten verftrekken ; en gevolgelyk gefchikf waaren om den bloei en voorfpoed van het Getneenehest te bevorderen, ofte te ondermynen: dan wiy waaren naauwlyks toegetreeden tot opzertelyke deliberatien over den ophef van de middelen te Waater, ofte onze gedagten ontfingen eenen gantsch anderen loop. Wy befpeurden ras , het geen onze individutele ondervinding en oplettendheid ons al over lange hadde geleerd, dat het zeederd de oprigting van de Republiek niet had gemai geld aan herhaalde klagten, en aan eene verbaazende meenigte van propofitien, om die klagten weg neemen; — maar dat ook alle die klagten, en alle die propofitien, waaren gebleeven eene doode letter, welke de Registers der Relölutien van Uw Hoog Mogende, en van de byzondere Provinciën had aangevuld , zonder dat ooit eenige belooning, door de hoop van het minfte fucces , daar van zy toegekoomen aan die gee-  STAAT EN OORLOG. 215 geenen, aan wien de ondankbaare en verdrietelyke taak was opgelegd, om Plans van verbeetering dienaangaande te ontwerpen , en dezelven met de belangens van den Koophandel en met de billyke verwagting van de meefte der Bondgenoten, die dat gedeelte hunner Provintiale Middelen aan het algemeene welzyn, met de uitzigten op eene egaale heffing , hadden opgeofferd, beftaanbaar te maken. Maar alle die mislukte pogingen zouden ons niet affchrikken om de voetftappen onzer Voorvaderen op nieuw te betreeden, en ons een weg te baanen door een doolhof, waar van alle de paaden met distelenzyn omzet, en welk welhaast ondoorgankelyk zal worden: indien maar de zwaklte fcheemering van eene vroegere of -laatere hoop zig opdeed , om tot het gewenschte einde te geraaken. Dat gewenschte einde zal nimmer , in deezen toe. Rand van zaaken, worden bereikt! —— het gebrek, het groote gebrek , Hoog Mog. Heeren, is niet geleegen in den aard van de middelen, welke men van tyd tot tyd heeft voorgeflagen; eene keuze van middelen zou onder eene reguliere en belangelooze adminillratie al over lange zyn gedaan geweest. — Het gebrek fchuild in de inrigting van de zaak, in de ingewanden van het Admiraliteits-weezen. — 't Is zeeker veel gevorderd , wanneer de grond van een kwaal bekend is ; maar deeze grond, hoe zeer zeederd lange gevoelig bekend, heeft men verfchoond: en dienvolgens konden geene middelen, welken den grond niet aantaste, den , van eenigen vrugt zyn. —— Wy zouden dan ook een vrugteloos en bekommerend werk aanvaarden, indien wy met reeds voorgellagene, ofte nieuwe middelen , voor den dag kwamen ; terwyl wy nergends, voor den alzoo onnutverfpilden tyd , een voldoende equivalent zouden mogen aantreffen. -— Wy zyn nogtans verre , om de zaak daar by te willen laaten; de Reeds zig ophoopende gebreeken in den ophef van de Convoyen en Licenten; — de verminderende Inkomiten, daar uit refulteerende; —'• de tastbaare ongelykheii, welke zig daar omtrent inde onderfchenden'Resforten van de Admiraliteits-Collegien opdoet: noodzaO4 ke-  fti5 ZAAKEN VAN kefyk fpruitende uit het belang van ieder Collegie .om den loop der Commercie naar zyn Diftrift, door eenige toegevendheid in de invordering van de Rechten, aan te lokken ; de onvolmaaktheid van de Lyst van. den 31 July 1725, waar van de fchier ontelbaare Reiolutien van Uw Hoog Mog. tQt verandering van een meenigte der Articulen van dezelve , zeederd denzelven jaare , en nog dagelyks , een ontegenzegbaar bewys opleeveren; — de non-obfervantie det meest falutaire prascautien, vastgefteld by Uw Hoog Mog Refolutie van den 31 July i725, waar by die Lyst wierd gtdrrefteerd; — alles roept om voorziening, alles getuigt van de noodzaakelykheid van het redres. — En of dat alles niet genoeg ware, zoo zullen wy daar bv voegen iets, het welk ons in den loop van uit onderzoek ten flerklien heeft getroffen, en waar van waaricbynelyk geene voorbeelden by eenige Commercieerende i\aue, zullen zyn aan te treffen; wy bedoelen de kosten , vallende op de inzaameling der Penningen fpnutende uit den Ophef van de Convoyen en Licenten. — Wy hebben tot dat einde , door een middel reekening van vyftien jaaren (*), vergeleeken de Inkomften en Middelen te Water by ieder Collegie terAdmiraliteit , met het montant der Traktementen, welke dr hunne Bediendens, tot invordering van dezelven, worden genooten; dog hebben in dien aanflag niet gebragt de Emolumenten , welke aan hunne Ampten zyn gehegt: om dat die Emolumenten niet .alle uit 's Lands Kasle komen te vervallen, hoe zeer die in verfcheide gevallen het montant der Traktementen te boovengaan en meest gevonden moeten worden, uit de lasten van de Commercie, dan waar van niets in 's Lands Kfcfé word gebragt; — En uit die vergelvking is ons gebleeken , dat de inzaameling van de voorfz. middelen omtrent $ van het geheel komt te abforbeeren by het Collegie ter Admiraliteit op deMaze; ofte 25 per cm i ~ het ioi gedeelte by dat van Amfterdam, ofte om' treot 9l per cent. — omtrent het > gedeelte by datrin Zeeland, ofte na genoeg m per cent; r- meer dan } gedeelte by dat in Westvnesland en het Noordtrquarner, dat is meer dan 36 per cent; — en meer dan 41 C) Van 1 Jan. 1771 tor 31 Dec. 1785.  STAAT EN OORLOG. 217 per cent by het Collegie ter Admiraliteit in Vriesland; alhoewel het fubfidie van| ƒ 30000 - o o van weegens de Provincie Holland door het voorfz. Collegie genoten wordende, in deszelfs ordinaris Inkomften zyn gebragt , en welke fomme omtrent i gedeeltens van die inkomften thans bedraagt; — al het welke wederom over het geheel bereekend, en over de voorfz. ,15 jaaren , zoude uitbrengen omtrent 17 per cent voor de kosten der Inzaameling over alle de Quartieren van den Lande , het welk voorzeeker alle evenredigheid te boven gaar. Vergelykingen van deezen aart, Hoog Mog. Heeren! zyn geen dorre befpiegelingen ; vermits zy dade]yk gefchikt zyn , om den geest tot groote waarheeden/en waar van de kragt niet kan ontkend worden, onmiddelyk op te leiden. — En deze waarheid is ons in deezen zoo klemmende voorgekoomen, dat wy ons gedispenfeerd achten daar van iets meerders tè moeten zeggen. Nog ééns, Hoog Mogende Heeren! alles roept om voorziening; alles roept om redres. — Maar zal dat redres te vinden weezen in de herziening van de Lyst van den jaare 1725? zullen de menigvuldige propofitien, zeederd dien tyd gedaan, wederom te berde worden gebragt ? — Wy kunnen de laatfte van allen , vervat in eene omftandige, en in veele opzigten, notabele Memorie van de Gecommitteerdens uit de refpeéttve Collegien ter Admiraliteit, aan ons opzettelyk over de voorfz. Materie gefuppediteerd, wel brengen ter Tafel van Uw Hoog Mogende , en tot kennis van de Bondgenoten , gelyk wy dezelve als een Bylaage van deeze onze Memorie fub Litt. F. overleggen, ten einde daar door al wederom de denkbeelden van alle tyden te helpen conferveeren ; maar wy zyn zoo zeer geperfuadeerd, dat geene herziening van de Lyst, hoe zeer op zig zeiven ten uiterften noodzaakelyk: geene propofitien , van wat natuur die ook zouden mogen zyn , immer van eenig effect zullen kunnen weezen , zoo lange de beheering van de middelen te Water zal blyven gedemandeerd aan vyf onderfcheiden departementen , wier belangens nimmer dezelfde zullen kunO 5 nen  *l8 ZAAKENVAN verdere PJans deezen aangaande zullen blyven ophou- in^f WJI Zy"/an Sedagten' dat ook in deezen, als m zoo veele andere opzigteri, waar van in deeze Me nione reeds «gewaagd, het eenigfle , he? kSadiï i e, het jonmisbaare middel te zoeken is n dePilmnlf citeit van het bellier; en dat, mogten de Bondgenoo" ten ooit koomen tot den voet van AdminiftS g we?" ke wy hier boven hebben aangepreezen Hon«tde^ ! ven daar van ook al daadelyk de- vrugten zoa£n S ken , door een vermeerdering van de AdmiralitóSn. iTÏff? ? d,°°r weSruimi"g van den ee™n ftet Zd^S^^L^ ?P de hemnl.vanide" vvater. —. Zoodanig zyn dan de voor. rechten van eene groote waarheid, dat zy zfe od alle takken van Adminillratie laat toepasfen ? en dat zv over al tot een fakkel in de dieplfe duirternis zail d£ Daar blyft in onzen geest geen twyffel over.V of vta geeTnnkbeS " Mtó^SfcJ* van ae denkbeelden van voorige tyden, en wederkee. dft vT^Sd "r be'a-ngeilS V3n den Koophandel m die van s Lands Finantien, alle de meest gelaboreerde max.mes van deezen tak van beftier zal Lnnen beproeven ; en daar door in ftaat gefield worden om ten gevolge van de Artikelen 45 en 4ö van de InlCS tie vvaar van wy een Concept bereids hebben o v gelegd met een attent oog gade te Haan de veranderingen, diein den Koophandel en Zeevaart in 't generaal zig zouden moogen opdoen , en de vrugten van hun ondervinding te kunnen appliceeren tot den bloei en ae uitbreiding van den handel van de Ingezeetenen dee" zer Landen ; ten einde daar omtrent met eene geest van onzydigheid aan Uw Hoog Mog. en de Bondgenooten zoodanige voordellen te kunnen doen, als Jet ren0rdv"fghervenS f"^ Veld^^ UlnaiaZren, Vislcheryen , Commercie, Navigatie en Inkom, ften, meest overeenkomftig zouden oordeelen En voorzeeker, toen nog de onagtzaamheid van an- dere  STAAT EN OORLOG. = 19 öere Natiën ons in het gerust bezit liet van Vaart en Handel: toen was het ons geoorloofd den gebaanden weg te blyven volgen, en in een zeeker opzigtdezorg der Commercie aan zig zeiven over te laaten: aangezien dezelve weinig gevaar liep van gediverteerd tc zullen worden; ~— "maar thans, daar alle Staaten enlly-, ken zig beyveren om de Commercie naar zig toe_ te trekken, en daar het hun in veele opzigten gelukt is, ons daar in den loef af te fteeken, zoo behoorde zulks ons ook aan te zetten , om alle de gefchiktfie middelen in het werk te ftellen, om het verval van den Koophandel te voorkomen. Maar zoodanige voorzieningen kunnen niet gebooren worden uit een verdeeld beftier; —— want wy heb. ben gezien, dat de belangens der Admiraliteits-Collegien zig in veele betrekkingen croilèeren. —— Maar die voorzieningen zouden zyn de vrugten van eene aan-een-gefchakelde opmerkzaamheid, aan welke, door het gebruik van gepaste hulpmiddelen, niets weezend* Jyks zoude kunnen ontglippen. Wy behoeven dan niet langer by deeze waarheid te blyven ftaan; en 't zou ae kort gedaan zyn aan 't oordeel van Uw Hoog Mog. en van 't geheele Lighaam : der Bondgenooten , indien wy dezelve in alle haare < vrugtbaare gevolgen gingen ontleeden; — maar zy lee. ■ verd eene nieuwe drangreeden aan ieder onbevooröor» s deeld Regent op, om een Plan van Adminillratie, waar van wy hier boven de voornaamfte lineamenten hebben 5 afgefchetst, en waar uit zoo veele, en zoo veel im> I portante voordeden over de geheele vlakte van 't Ge1 meene-Best zouden redundeeren, met al zyn vermogen i te helpen bevorderen. — Dit alleen zullen wy hier nog byvoegen, — (en wy ! fchroomen niet. politieque Conlideratien op Godsdienftige en zeedelyke begrippen te vestigen , om dat de 1 fomme van 't nationaal geluk gevormd word uit de fmaldeelen van bet particulier welzyn; en dac deeze uit de betragting van die begrippen ;zyrien onmiddelyken 1 oorfprong ontleend;) — dit alleen zeggen we, zullen wy hier nog byvoegen , dat het eenmaal tyd behoord te worden , 0111 ook aan de heiligheid van den Eed haare rechten ongefchonden te doen behouden. — Wie  220 ZAAKEN VAN van^de'rnn °f hy weet» dat in de behandeling ben in de veranderde ^ïofffflShJE gr°nd heb" dTXS^ Ö£u^ wc" deL ^7t°°r Ra!de",' AmPtenaaren en Bedien. Ïïoelef ril °P de d,aad Zelve> de bewustheid f^e\n^^mm'ZO°- f0,emneeI bezwoorene ver5^ t "iet zullen, en niet behooren SaS hebbeS g 5^ ; S6ene verdere v"bindende xragr nebben , dan voor zoo veel de pradvk van <\?r Wie dan die zulks maar een ogenblik: in overweeging neemt, en gaade llaac den nadeeligen invloed dat zulks op het algemeen belang moet hebben ' zal'„ie te gelyk overtuigt zyn van de hooge noodzaakelvkheid ♦r^°kKhie, in/6dres te maak£n ; 3^ waar doode' fterkfte banden der plegtigfte, verbintenisfen verzwikt! en het eenigfte middel van -beflisfing in duifter; ver! fchi kn alle kragfvan zeekerheid word ontSen 9 Weshalven wy geen oogenbük rwyffèlen , of yder Re* gent, in den omtrek van dit Gemeene-3est , welke de zaak met bedaardheid zal overweegen , met vver her zyne zal willen toedraagen, om ook zoodanig aanlto e- lyk euvel uit den weg te ruimen. , «"uuie Om dan op dit Stuk tot een befluit te komen i HQbg Mog. Heeren, zoo zyn wy van gevoelen, dat herovert lollig en verveelend zoude zyn , Plans van verbeetering voor te draagen ttf plaatfe , daar de geest van Executie mengeld.; en dat onze uitzigten zi» moeten bepaalen tot een tydftip , wanneer de Zaaken van de Zee onder een algemeen .beftier zullen wee*en gebrastals waar door, ook in dit opzigt, de drie groL-hÖV. daanigheeden en kenteekenen van deezen bron van 's  STAAT EN OORLOG. 021 's Lands welvaaren zullen, kunnen worden beftudeerd en in agt genoomen; te weeten, een eenpaange enge. nerale heffing van de middelen te Water; een vermeer, dering van 's Lands Inkomften ; en eene voorzigtige en waakende zorge over de belangens van Producten , Fabricquen, Manufaftuuren, Koophandel en Zeevaart; dat; is , de teederlte en dierbaarlte belangens van den Staat , en waar meede de Staat zal vallen ofte moeten bloeyen, een tydftip, welke wy met reikhalzen te gemoet zien. Wy hebben nu getragt, Hoog Mogende Heeren, in voldoening aan U Hoog Mogende Refolutie van den I Mav 1785 , welke den grondflag onzer deliberatien heeft uitgemaakt, het gantfche Zee-weezen onder een Hoofd-Kapittel te brengen , en den ftaat daar van in zvn gantfchen zamenhang te beredeneeren; - wy heb. ben in de behandeling van deeze importante materie, te meermaalen geleegenheid gehad, aan te toonen veele ende weezendlyke gebreeken , welke , al by de geboorte van de tegenswoordige form van Adminiftratie, zig hebben doen gevoelen ; waar over de klagten van de Bondgenooten geduurig hebben gelopen ; en welke gebreeken nimmer zullen kunnen worden weggenomen , loo lange men zal blyven volharden by een toeltand van zaaken, welke, door den aart zyner inrigting-zelve ü alle eenpaarigheid en regulariteit mttluit. --- Wy hebben getragt, door de affchetzing van eene beknop. te gefchiedenisfe van het weezen van de Admiraliteit , gecombineerd met de gedachten en poogingen van alle tvden , om dezelve tot een min omflagtig beftier te brengen, aan Uw Hoog Mogende daar te ftellen de noodzaakelykheid, om de verzuimenisle van byna twee honderd jaaren éénmaal te beeteren ; en wy meenen , ten genoege van ieder Beminnaar van zyn Vaderland te hebben aangetoond, dat de zaak met geene palliativen is te vinden; - dat gedeeltelyke verbeeteringen de kwaal wel voor een tyd zullen kunnen bedekken: maar niet zullen vermogen dezelve immer te geneezen; — en gepenetreerd met de kragt van die waarheid, hebben wv, naar de maate van onze kennis ende weeten" fchap,  222 ZAAKENVAN fchap, voorgeflagen dat geene, 't welk wy befchouwc? hebben als het eenigfte geneesmiddel; ... en het vvelk in geenen opzigte kwam te contrarteeren met eenige grondbeginzelen hoegenaamd van de algemeene Regeeringe deezer Landen ; maar veel eer komt te ftrooken met de allereerfte inftellingen van dit Gemeenebest eï met den wensch van alle voorgaande en tegenwoordige tyden' "7ay ^fchouwing der gevolgen van era algemeen beftier , hebben wy verfcheide Pointen var] verbeetering aangeroerd; _ en zyn wy, naar den aart der zaake , niet gelnkkig genoeg geweest , om de on- l4 2Ci. Ik P°fe" °P /en Staat van ° >r'°S P^ciefe. lyk te hebben kunnen fixeeren , wy hebben ten minlten, om den geest van Uw Hoog Mogende aangetoogene Refolutie eenigzints teconferveeren, den welaan, geweezen, hoe zulks met meerder naauwkeurigheid zal moeten worden verrigt, zoo dikmaal alle de elementen van dien volkomen zullen zyn geconftateerd. , Wv zyn bekommerd geweest, om met de grootfte bedaardheid, en met aflegging van alle eigen belang, deezen onzen arbeid te volbrengen; en wy kunnen als nog ge. rustelyk betuigen , dat ons in de behandeling van dit geheele werk, geene argumenten van eenig gewigt zvn voorgekomen waarom wy, by het geene aan Uw Hoog ™§! m1" deeZe£ V^Sedraagen, voor als nog niet zouden blyven volharden; (terwyl wy teffens gereed zyn om beetere denkbeelden, beetere ontwerpen te arop ecteeren, en in dat geval de onze te laaten vaaren, als niets by deezen dan het algemeene welzvn voor oogen hebbende. —— * Maar wy kunnen dit gedeelte deezer Memorie niet eindigen Hoog Mogende Heeren , zonder de attentie van Uw Hoeg Mog. en die van de Bondgenooten nog een ogenblik leevendig te houden op de twee HoofdFointen, welke de fubftantie van onzen voordrag hebben uitgemaakt; de introductie, naamelyk, van een algemeen beftier voor de zaaken van de Zee , gecombineerd met de affchaffing van de tegenswoordige Colleg'en ter Admiraliteit; — en, het brengen van vaste posten op den Staat van Oorlog voor de Marine. Mogten wy het vertrouwen van de Bondgenooten nog zóó  STAAT EN OORLOG. 223 zóó verre uitrekken, zoo zouden we dezelven fmeeken, hunne allereerfte deliberatien over die gewigtige Pointen in derzelver zamenhang te willen laaten loopen ; en dezelven , zonder dewelken alle andere verbeeteringen immers van geen vrugt kunnen zyn, hoe eerder zoo beeter, tot een gelukkig einde te brengen. — Wy begrypen teffens, dat daar toe by dezelven te minder zwaarigheid zal worden gemaakt, wanneer wy in confideratie neemen, dat'de veelvuldige klagten en inflantien om redres , welken Van tyd tot tyd uit hunnen boezem zyn gekomen, eindelyk het benoemen van eene folemneele Commisfie hebben te wege gebragt, ten einde de zaak in zyn gantfchen omvang zou mogen worden onderzogt en de gefchiktfte middelen tot redres voorgeflagen. — Wy weeten, dat alle tyden niet even gunltig zyn tot het aanwenden van groote remedies; — maar zyn de jongde troubelén, welken deezen Staat tot op den Oever van deszelfs ondergang hebben gebragt, geweeken; — zyn de ongelukkige discrepantien, welken tusfchen Bondgenooten en Bondgenooten waren verwekt, gecesfeerd, en eene gelukkige eendragt en harmonie onder dezelven wederom gebooren; — heeft deezen Staat zyne buitenlandfche aangeleegendheeden geconfolideert door het aangaan en 't fluiten van Tractaaten van Alliantie; — is de inwendige Conftitutie door een onderlinge guarantie verbeeterd, en, zoo wy ernftelyk hoopen , voor altoos gevestigd , — zoo gelooven wv, dat het tydftip gebooren is; en dat nu , zóé ooit, alle kragten'zig behooren te vereenigen, om ook, in dit opzigt, iets groots voor den welvaart deezer Landen te onderneemen en tot Itand te helpen brengen. — Tot dus verre zyn wy genoodzaakt geweest de aandacht van Uw Hoog Mog. te bepaalen op een der voornaamfte deelen van de algemeene Regeering deezer Landen ; en wy zouden ons ten uiterften gelukkig agten, indien onze Confideratien , welke veelal zien op een tyd, die nog niet voorhanden is , maar in den boezem van de Voorzienigheid verborgen legd , dien uitllag op de gemoederen van de hooge Regeeringen der  2=4 ZAAKEN VAN der byzondere Provinciën mogten hebben, dat daardoor worSrvLrnlLS » ff genooten daïï^Uen^ «ai het ook nodig zy„, het oog voor een^Kop het voorhedene te vestigen, ten einde de kwallen* welken door het ongeluk der tyden en politiqTieram' ' ! a P . er dat getaI rekenen wV den verer zien. — De ewraordinaris Petitiën voor de Zee 700 tot Equipage als tot Aanbouw , fteigerden & ™ jaar tot jaar, en van jaar tot ja r verSfnderde h« ver ™l' Jn 1 y §ere9UIteerd. te prafteeren ; het gebrak ook dikwyls aan de geneigdheid by de Sta en v , zommige Provintien , Sin te blyven draagen delasLn aan" h ? fiSL^ °J?™k velh^lSgi S had verdS en i ^ toenmaaIs 'c Land" reeds 1 au yeraeeid en t welk daar na tot die hoogte klom tSJ °ndergang van de» Staat S meede wierd bedreigd , en waar door die geneigdheid dan ook hoe langer hoe zwakker wierd. ë °°k Wy zoeken onze oogen van het Tafereel dier onw ukkige tyden af te wenden; maar wy behooren nfer te min niet uit het oog te verliezen de vern!igdnf ben'geTeS "V^Z £-AdmhalSf hegb! ben gelegen, om te voldoen aan de Refolutien van llw Hoog Mog., waar by hun zwaare EquipaSenïroo e Aanbouwen wierden voorgefchreevVn ^t«wW ?eï" khe,de Provinciën agterlyk bleeven in 'he S eeren van de Penningen , waar op de Collegien wie dën 2e" weï'met te mVn fiï °°k * ^nbSu. wen niet te min haaren gang moeiten gaan. Zoo dat  STAAT EN OORLOG. a»5 dat de Registers van Uw Hoog Mogende Refolutien vol zyn van de herhaalde klagten van de Collegien ter Admiraliteit , en van hunne" obtedatien , dat zy zich fchier elk ogenblik in de nood zouden zien , om alle Werken te moeten ftaaken, en alles te laaten vaaren.-En welke ook mogen zyn geweest de importante lommen , welken door de Bondgenooten zedert den jaare 1780, daadelyk voor de Marine zyn gelurneerd : zoo bleef het kort van de Collegien, wegens wezentlyk gedaane dienlten en uitgefchooten Penningen , nog ten uiterften aanmerkelyk en bekommerende. — Dien toefland van zaaken zouden wy nogthans niet gemaakt hebben tot een onderwerp van onze deliberatien , Hoog Mog. Heeren, hoe zeer de nadeelige ge. volgen, die uit denzelven moeiten voortvloeyen , zich gevoelig aan onzen geest opdeeden: om dat wy tot rigtfhoer van onze beezigheeden genoomen hebbende de Refolutie van Uw Hoog Mog. van den 4 May 1785, die ons het leven gaf: wy in dezelve geen genoegzaamen grond hadden gevonden , om een onderwerp van dat gewigt van onze Tafel , te brengen in den fchoot van Uw Hoog Mog., en dien van de Bondgenooten. — Dan naauwelyks hadden de publique zaaken een anderen keer in dit wederom gelukkig geworden Nederland genomen , of ons wierd gelegendheid gegeeven, eene zekere maate van onzen yver te voegen by den yver en de pogingen voor het algemeene welzyn, waar meede Zyne Hoogheid de Heere Erfttadhouder was bezield. Zyne Hoogheid , met dien zelfden yver gedefereerd hebbende aan het verzoek van Uw Hoog Mog., by Refolutie , genomen op ons voordel op den 14 D^* cember 1787, om, namentlyk, van tyd tot tyd, wanneer Hoogstdeszelfs andere gewigtige beezigheeden zulks zouden permitteeren, de Vergaderingen van deeze Commisfie , tot bevordering van het doel-einde van dezelve , en tpt acceleratie van onze Befoignes, in Hoogstdeszelfs hcoge quahreiteiten te willen bywoonen: en ge. penecreerd van de hooge noodzaakelykheid, om de Collegien ter Admiraliteit uit een toedand, welke van dag tot dag moest verërgeren , te redden ; Hoogstgedagte VII. deel. P Zy.  22tf ZAAKENVAN Zyne Hoogheid had naauwelyks, by ons tot dat einde m Perfoon gecompareerd zynde , ons zyne gedagten omtrent den dringenden nood van de zaak meede gedeeld, met ons te kennen te geeven; „ Dat verre de meefte, zoo niet alle de Col„ legien ter Admiraliteit , uit hoofde van de „ agterlykheid der betaalingen van de refpeétive „ Provinciën, nog aanzienelyke fommen van de„ zeiven hadden in te vorderen , en daar door „ m groote verlegendheid waren gebragt, wes„ halven niets noodzaakelyker was, dan dat ook „ omtrent dit Point eenige fchikkingen wierden „ gemaakt, om de voorfz. Collegien te red„ den:" of vvy Honden met Hoogstdezelve in begrip dat dit onderwerp ons een gefchikte Hof van deliberatie zoude opleveren , en het zelve dan ook , ten gevol^ van Zyner Hoogheids Propofitie, kon worden overeengebragt met den geest van Uw Hoog Mog. Refolutie van 4 May i785 ; om dat alle Haat van defenfie in verbinding liaande met de middelen , welken daar toe moeten worden gebeezigt ; geene ondernemingen voor het vervolg kunnen worden aangevangen , voor en al eer aan een vermagerd Lighaam zyn voedfel en vêerkragt weder zy gegeeven. Wy zogten ons dan daadelyk in ftaat te ftellen, om tot de heilzaame oogmerken van Zyne Hoogheid meede te werken; en vermits wy begreepen , dat de kommerlyke toeftand van de Collegien ter Admiraliteit, nu, even als na den Oorlog, geëindigd mee den jaare 174S, zynen oorfpronk was verfchuldigd aan de agterlykheid van de Provinciën om hunne aandeelen te furueeren in de Petitiën, welke tot 's Lands defeniie te Water hebben moeten worden gedaan; zoo dagten Wy, dat het grondbeginzel, waar op de afdoening der prarenfien van de Admiraliteits-Collegien na den jaare 1748 was geprojecteerd ende volbragt , ook wederom in deezen tot bazis van de tegenswoordige liquidatie zoude kunnen dienen , met zoodanige afwykingen , als de omftandigbeid van de zaak zoude kunnen meede biengen. Uw Hoog Mog. zullen zig dan tot dat einde gelieven  STAAT EN OORLOG. as; ven te herinneren, dat wanneer in den jaare 1748, de refpeétive Collegien ter Admiraliteit, welke zig alle in diepe fchulden hadden moeten fteeken, in de noodzaak waren gebragt, om zig', tot hulpe en onderftand in die groote nood, te wenden tot Uw Hoog Mog., tón einde de Staaten van de refpeétive Provinciën mogten worden gedisponeerd , om hunne agterltallen te voldoen : Uw Hoog Mog. goedvonden ^ een middel te ampleéteeren , 't welk door de voorfz. Collegien was voorgellaagen tot provifioneele vinding der nodige Penningen , waar meede zy de verfchuldigde Soldyen , de gedaane Leverantien van Materiaalen en Behoeftens tot de Equipage, en hunne meest krytende Schulden zou* den kunnen betaalen; en dienvolgens eenigen dier Collegien geliefden te authorifeeren , tot het doen van de daar toe nodige Geld-ligtingen ten laste van de gebreekige Provinciën ; en den Raad van Staate te verzoeken, een dubbelde Interest van agt per cent op den Staat van Oorlog, volgens een Schuld van ydere Pro* vincie te repartitieeren; als waar van een gedeelte zoude llrekken tot voldoening van den Interest, en het ander gedeelte , tot langzaame afdoening van de genegorieerde Capitalen; — en dat vervolgens, toen de Raad van Staate zyne bedenkingen en zwaarigheeden aan Uw Hoog Mog. hadde te kennen gegeeven , dat zy bevreest waren, dat op die wyze niet met effect zoude kunnen worden voldaan aan de intentie , dat de gebreekige Provinciën de vereischte Interesten zouden betaalen , en de Collegien ter Admiraliteit worden gered; aangezien de meefte Provinciën niet, of llegts gedeeltelyk hadden geconfenteerd in de Petitiën, waar over de bedoelde liquidatie zoude lopen ; en dat ook zoude kunnen worden tegengeworpen , dat met opzigt tot de effectivelyk gedaane Equipagien, aan die Peti» tien niet ten volle was voldaan: Uw Hoog Mog. op den verderen voorflag van den Raad van Staate , by fecreete Refolutie van den ij January 1749 , alle de Collegien ter Admiraliteit hebben aangefcnreeven , om fpecificque Lysten over te zenden , ingerigt in drie hoofddeelen ; waar van het eene zoude bevatten de Quote, die men by de verdeeling der gedaane Petitiën P 2 vooï  228 ZAAKENVAN voor yder Collegie te equipeeren , was overeenireko. men; het tweede, de dienden, die daarop effrdivelyk waren gedaan ; en het deide, het ware montant der penningen, welke daar roe waren vereischt geworden, t. zy dat dezelven dadelyk waren betaald , of nog onvoldaan waren gebleeven; als waa- uit als dan zoude kunnen worden opgemaakt de totaale fom , welke tot de algemeene defenfie wezenrlyk was bedeed; en welke totaale fomme de plaats zoude vervangen van di^ Pennen, waar over men in dien tyd voornemens was de afrekening aan te dellen, in voegen, dat de voorfz. totaale lom, verdeeld wordende in zeven deelen , naar de quote van yder Provincie , zoude aantoonen de refpechve lommen, die yder Provincie had behooren te turneeren, en waar van zy den dubbelen Interest, in mamere als boven is gezegt,- in 'c vervolg zouden moeten betaalen; na dat alvorens daar van zouden zyn afgetrokken de Penningen, welken zy bereids daar op zouden mogen hebben betaald. Al het welk dan ook vervolgens op die wyze is geëffectueerd, en zyn bellag heeft gekreegen, uitwyzens Uw H >og M . >. folutien van 15 Maart en 16 May 1749, en fecreete Kelolutien van 18 September van het zelfde jaar, en van 4 february en 24 December 1750; en ten gevolge daar van is van jaar tot jaar, een pyst op den Staac van Oorlog, of een iparten Staat nevens den Staat van Oorlog te voegen , door den Raad van Staate gefon. meerd, exhibeerende de zuivere Schuld der Provinciën met de Interest welke daar van wierd betaald , tot de volkomen af loening van de hoofdfommen toe. Dan, aangezien de tegenswoordige voet , waar op Penningen door de Collegien worden gevraagr, merkelyk verfcbiilende is van den voormaahgen: als wanneer de Peuningen tot de Equipage benodigd, gevraagd wierden in drie termynen , te weeten , een derde , voor den aanvang der te doene Equipage ; een derde wanneer de Scheepen waren in Zee gelopen , of daar toe in de Havenen van den Staat in volkomen gereedheid lagen, en een derde, wanneer zy van haare reizen waren geretourneerd , of afgedankt wierden. — En met opzigt tot den Aanbouw, in twee termynen, te weeten,  STAAT EN OORLOG. 229 ten, de eene helft aandonds, en de andere, wanneer de Schepen gebragt waren in haar Hout; — terwyl tegenswoordig , met opzigt tot de Equipage, de Penningen gevraagd worden , een vierde , zoo dra het Scbip in Equipage is gebragt , twee vierdens of de heift, wanneer het Schip volkomen gereed, en de Man. fcbap compleet aangeworven is ; en het refleerende vierde , na afloop van den dienst; en met relatie tot den aanbouw, in vier termynen, te weeten, een vierde, wanneer de aanflalte tot den bouw van een Schip ingemaakt; een vierde, wanneer de Steevens zyn geregt; een vierde, wanneer het Schip in 't Water is gelopen, en 't laatfte een vierde, wanneer op Certificaat van den Equipagemeeller , en op den Eed aan den Lande ge. daan , word gedoceerd, dat de geheele toetakeling van het Schip in de Magazynen in gereedheid is gebragt; — waar uit vervolgens moet condeeren dat effedtivelyk voldaan is aan dat geene, waar voor de betaaling word gevraagd, — in voegen, dat de Ordonnantiën van betaaling, welken op verzoek van Uw Hoog Mog. door den Raad van Staate daar op vervolgens worden verleend ; ofte de Ordres tot betaaling aan den Ontfanger Generaal van 't Last-en Veilgeld, een blyk opleeveren van de Aanbouw ofte Eqmpnge, welke wezentlyk door de Collegien ter Admiraliteit zyn gedaan , mitsgaders van het beloop der Penningen, daartoe geimpsndeert: wy hebben uit dien hoofde gemeend, dat de zaak tegenswoordig met eenigen minderen omflag zoude kunnen worden behandeld, dan wel in den jaare 1749 nodig was; en dat het 'er als nu eenig en alléén zoude op aankomen, en het de geproponeerde liquidatie ten éénemaal zoude fimplifieeren, wanneer men zich bezorgde een generaalen Staat, houdende 't montant van alle de kosten, welken door de refpeft've Collegien ter Admiraliteit, op de Petitiën van Equipage, Aanbouw, aanvulling van Magazynen, Inkoop van Artillerie &c. werkelyk waren uitgegeven: —- welke generaale Staat ofte fomme zoude aanwyzen de geheele ma.-fa der dienden , die ten behoeve van het Bondgenootfchap , en tot behoud van de algemeene zaak , werkelyk zyn geprasdeerd ; en die door bet geheele Bondgenoodfchap, P 3 - vol-  230 ZAAKEN VAN volgens hunne Provintiaale Quotes, en volgens alle beginzelen van billykheid, en op gronden van de Unie*, op de eene of andere wyze , moeten worden goedgedaan. « ° Om dan tot die groote hoofd (om te geraaken, hebben Wy nodig en voldoende geoordeeld, de relpeclive Collegien ter Admiraliteit te verzoeken, Ons te laaten toekomen een praciefen Haat van alle de Ordonnantiën , welken ten hunnen behoeven door den Raad van Staate, op Petitiën , waren geflagen; beginnende met opzigt tot de Petitiën van Equipage, met die van den 25 February 1780,groot ƒ 2623590-3.6, en eindigende met die van den 8 January 1788, groot ƒ 3264960-0-0; en, met relatie tot de Petitiën van aanbouw, beginnende met die van 16 April 1771 a ƒ 4178508-0-0; en eindigende met die van den 16 January 1784,groot ƒ 2277870-0-0, mitsgaders van die vaii3o Apiil 1777 , tot reparatie van oude Scheepen ; aanvulling van Magazynen &c. groot ƒ iScooco -0-0, van die van 16 April 1779 ,tot aanvulling van Magazynen, groot ƒ 1500000-0 o; van die van 23 January 1783, tot inkoop van Artillerie , groot f 2100000-0-0, en van die van 1 May 1787, tot reparatie van Scheepen, grootƒ250000-o-o en metdistindhe van de Ordonnantiën, welke door de Provintien refpeftivelyk waren betaald, en van de zoodanige, welken als nog ten hunnen Lasten waren loopende ; met verdere opgaave van de gelden , die de meergemelde Collegien nog in betaaling zouden vraagen , en waar voor de Ordonnantiën nog niet zouden mogen zyn gedepecheert. . > en het is het refultaat van dit épineufe werk, welk Wy voorneemens zyn aan U Hoog Mogende en de Bondgenooten , ftraks, zoo bcknopieiyk , en zoo duidelyk , als ons zal mogelyk zyn, en met zoo weinig Cyffer-Letteren , als zal kuiinen geichieden, om het oog en het verlland in deezen voordragt met te veel te verwarren, en waar toe wy . tot eenige korte Tabellen zullen moeten renvoveeren, voor te draagen. Maar Wy willen Uw Hoog Mogende niet verbergen de meenigvuldige zwarigheeden , welken by ons door de Oedepmeerdens van alle de Provintien op dit werk zyn  STAAT EN OORLOG. 231 zvn geopperd, toen wy hetzelve opzettelylc by de hand TJen , en 'bevorens wy een algemeer- yondbe»nad doriten té bepaalen, waar uit wy beseffen , dat deeze geheele Materie behoord te worden befchouwd, en c welk in de behandeling van dien zal moeten boven dryven ; wy meenen de verpligting voor ieder der JJondgenooten , om met eenpaarige ichouderen de algemeene lasten van de Unie te helpen dragen ; en zelfs mt liefde voor 't algemeen welzyn, thans zoodanige opot. feringen te doen, waar van de weigering uit hooide der omltandigheeden van den voorleeden tyd mislchien eenige verfchooning zoude kunnen verdienen. Niet dat wy voor ons zeiven een oogenbhk hebben gehanteerd, om iets anders, dat het genieën belang tot het doelwit van onze gantlche werkzaamheid te m aken ; ofte dat wy ook een oogenblik hebben wi l n afgaan van 't geene ons beltendig aan het hart heeft geleegen, te weeten, de bevordering van de onderlinge harmonie en het confolideeren van de principes van de Unie: maar wy waren, ieder van ons, te wel bekend met de denkwyze van de Heeren Staaten onze refpeftive Principaalen omtrent het werk der Con enten om niet met alle attentie, te overweegen de zwaTheedTn" welken op dat ftuk, en waar by zoo veele millioenen waren gemengd, te berde zouden worden geSers~waren de gedragen Confenten in de geconcludeerde Petitiën, zeer verfchillende; — zommigeFrovintien hadden maar tot een zeekere hoogte geconlenteerd ; anderen , voor zoo verre by het Collegie ter ! Admiraliteit in hunnen boezem refideerende , zoude worden aangebouwd ofte geëquipeert; andere wederom alleenlyk tot een zeeker aandeel van hunnen Proyintia- i le Quote; — en, met opzigte tot zoodanige Petitiën, wehte ter Vergaadering van Uw Hoog Mogende, door het uitllel van een of ander der Bondgenooten , niet hadden kunnen worden ter Condulie gebragt, ontftond 'er , buiten en behalven de verhaalde zwarigheeden nog deeze , dat zommige Provintien , hoe zeer haar Confent in de gedaane Petitiën hebbende gedraagen zig tot geene betaaling verpligt reekenden, voor en al P 4  232 ZAAKENVAN eer de Petitie behoorlyk zoude zyn aecondud^M Ook gebeurde het wel eens dar m n * ' "* aantrof, geflaagen op Prov^nrieo?iSke vT"" de orare en repartitie, vasrgefteld bv n,1 u 'f^ gende Refolutie van Ju/ by"* Hoog Mawiens behoeve de OrdonnanL waV^S "W» Ien geadfigneerd ; en 'c welk veroorzaaktw,l' Was door het grootere aandeel da en zesde7n page, of aanbouw bv één CollesTe ™V r e Ë,lu'het defeft van het aïrder wade* ns^vf T" Lande zulks had komen te vorderen. 7 ,den dan te weege , dat 'er weinio- nPw' ~~ • s bragc aangetroffen' welkers deugde ^ Wierd/n geenen hoofde, niet konde worden«coLfc" °fte' welke als een waare fchuld van de p50SÏd'/n aangemerkt en aangenomen. - zoodÏÏ " i W'er,den den Wy die ReUingen refoe«Wl,ftr w g» dat' nad' Wy ons buiten ibS^^^rSy,^^ wes dien aangaande aan üf™^^**™ nen voordraagen en wehPf.i 1 1 j°gende te kunze gantfche'dge.'iberaïef Jïjg t^Y*" ^ dan om de CoIWi™ • S n ander kon zyn. flommerden toeS te Swï^?^ bunn« be" laaten vaaren.pC"' ZOuaen nebi>en moeten dienften op alle de bovengeme^ als eene bepaalde hoegrootS en T neeren ofte tegengefproken wórd™ mtt kon va- van ie^er dienst g Zden word „ T*"'?" deProef donnantie van betfaling e„Tetke M rV£r,eende 0r' aantoond de fchuld, afe^S'^^ fcbap tot de algemeene defenfie t^l "dgenood' eens, of nimmer eenige Petitie to rf^ TO" * eren daan geweest, ofte eenige óiSmStfe^ X™ *>' maar waar in alleenlyk in lan^hl gelagen ; de dadelyke, de Stm^m^l^f gen™en van de Collegien rer Aa^lS^de V ^ ,"W Uitvoerders m geweest, en wSr trfetX??* pen.  STAAT EN OORLOG. 233 penningen hun moeten worden gerembourfeert. —Een grond-beginzel , welk wy hoopen , dat aan de toekomende aldoening van deeze zaak niet zal worden ontvrongen. O n dan dit werk tot een precies te brengen , Hoog Mogende Heeren. zoo hebbsn wy met veelzorgedoen vervaardigen de Tabellen , welke aan deeze Biadzyde zyn gehegt, iïib Ns. i, 2, 3, 4, 5, 6 en 7. en Ns. 8 en 9 , welke geformeert en geëxtraheert zyn uit de reeks van alle de Ordonnantiën enz. waar van de opgaave ons door de Collegien ter Admiraliteit , als breeder hier boven is ter needer gefield, zyn gedaan. De Tabellen No. 1,2, 3, 4 , 5, 6 en 7 , zyn ingengt , één voor ieder Provincie , in deezer voegen : de eerfte Colom bevat de opteekening der Petitiën , waar over deeze liquidarie zal moeten loopen. — Vervolgens vind men vyf Colommen, te weeten, een voor ieder Collegie ter Admiraliteit, wederom ieder in tweeön verdeeld ; behelzende de eerfte, de f>m van alle de betaalde; en de tweede, de fom van alle de onbetaalde Ordonnantiën op iedere Petitie, voor de Provincie, met wiens naam de Tabel is beltempeld; alles met den datum: der opgaave, boven aan iedere Colom, zoo als die door de rcfpective Collegien zyn opgegeeven , en waar van wy hier onder nog iets meerders zullen moeten zeggen; — en laatftelyk vind men op die Tabellen , de laatfte Colom , wederom verdeeld in tweeën als de vyf vorige; aanwyzende de totaale fommenvoor iedere Petitie en voor alle de Petitiën zaamen genomen, zoo van Equipage, aanbouw, als anderzints. Deeze zeeven Tabellen toonen gevolgeJyk , in een kort beftek , aan , de weezentlyke ftaat van betaaling en van fchuld van iedere Provincie, op iedere en alle de Penden , en voor ieder Collegie ter Admiraliteit , hy het doen van de voorfz. opgaaven. De Tabel No. 8. vervat, met diltindtie van ieder Collegie , de fommen , welken voor den dienst uit deeze of geene Petitie, gedaan ofte te doen, door de Collegien nog waren , of zouden worden gevraagd • «og waar voor, by het doen der voorfz. opgaaven,de Ordonnantiën nog niet waren verleend, en by gevolg P 5 op  23i ZAAKEN VAN op geene der voorgaande zeeven Tabellen hebben kunnen worden gebragt , als niet gerepartitieerd zynde , maai» niet te min treedende in de generaale Masfa der geprajfteerde , en gepraedeerd wordende dienden. En laatdelyk bevat de Tabel No. 9, een Recapitulatie van dat alles. Uit deeze recapitulatie blykt, dat de totaale Masu van dienst , over alle de voormelde Petitiën en door alle de Collegien te zaamen genomen , bedraagt eene Capitaale fom van ƒ 75902320-14-4 , repra;fenteerende de weezentlyke fchuld, die door de Provintien moet weezen' gecenfeerd te zyn gecontracteerd , en welke fom, Quotens gewyze verdeeld zynde, zal uitbrengen het aandeel, welke iedere Provincie in die Masfa moet draagen , te weeten, Gelderland - « ƒ 4260017 14I11 Holland - - - 4425816!- 16 6 Zeeland ... 6970363 2 4 Utrecht - - - 4426054 1} 6 Vriesland - - - 8851317 10I 2 Overysfel . - - 2710345 /I 5 Stad en Lande - - 4426054 i| 6 ƒ75902320 14! 4 maar, van ieder dier Quotes , moeten afgetrokken worden de gelden , welken door de Provintien bereids zyn betaald , zoo als dezelven op de Tabel No. 9. daan uitgetrokken, voor iedere Provincie ; 't welk verrigt zynde , zal men de fchuld van iedere Provincie, zoo als dezelve dond by het doen der opgaaven der Collegien ter Admiraliteit, vinden, als volgt. Gelderland - - - ƒ 2175681 16 9 Holland - 14787c 14 3 Zeeland - 3962390 6 o Utrecht - 2299206 ie 7 Vriesland ... 2869832 10 o Overysfel - - - 1418101 11 3 Stad en Lande - - 3059191 17 4 En te zamen - ƒ 1*932341 6 2 «i deeze is dan eigentlyk de fomme, waar in zou ne- ho-  GELDERLAND* TABELLE, aanwyzende het montant der Penningen, welke door de Provincie van Gelderland zvn Nbetaald aan de refpeéhve Collegien ter Admiraliteit, op de Ordonnantiën, door den Raad van Staate gehWn uit de Petitiën in Mir-mip - T genoteerd — mitsgaders het montant der Penningen, welken dezelve Provincie op dito Ordonnantiën nog onbetaald heeft eeiaaten • het al volgens de opgave van de vooriz. Collegien, refpeétivelyk in dato, zo als by ieder Collegie hier onder ftaat opgetekend U •■ ■ ——\r~' _-a.______ , , * ^1 t— , v. Volgens opgave in dato 3 Volgens opgave in dato 1 Volgens opgave in dato 3 Volgens opgave in dato 9 Volgens opgave in dito 1 l"" I Maart 1789. I October 1788.- November 1788. j Oétober 1788. ö Oftober 1788.' PETITIËN. EQUIPAGIE. Colleg.terAdmiraHt.op dt Maze. Te Amfterdam. ^ In Zeeland. InWestvriesl.en'tNoord.Ouart- : In Friesland. Totaale* voor Udt^rVeiÜÏT Betaald. | Onbetaald. Betaald. ) Onbetaald. Betaald. | Onbetaald. Betaald. | Onbetaalde Betaald, j Onbetaald. ' Betaald. (Onbetaald. _5Feb. 17^0-/2623590 3 6 f 63480 1110 Nihil , - - ƒ 5"5oio 91 Nihil - - / 2391615 7 Nihil - - ƒ 7335 iój 3 Nihil -' - Mint 'I - - Nihil -1. ƒ 146883 14 5 , . '. 5jan. 1781- 5763135 o c 6209918 6/ 17167 14 3 5530 6f 12726 2 6 83683 0 o - - 1302512! 8 - - | . - _ J . 214.12611 8 2080216 o 19 Feb- 1781- f462500 00. 1 1 1 < voor verhoging | , Wan prsemien - 6394 13 3 . - - 1598614 8 . - - 165719 7 — - - I0l8 8j 1 . - . . . . _ 2 ge- , . 1 ' ; d'»- " " " - ~ éÈ - -Ï554I i 0 * - " ' ' ' " - 62163 14 o 2 Mey 1787- f 250000-0-0 repa- j , W \ ratie voor liet 1 : .- ' \ Noorder Quart.j - < : ■ f 181189 19 2^ 11282717 Zi ƒ281308: o! 9/148300 o J ƒ 274540 15! aj/ 3oi8i|i5l \\f 18677814 \f 54124.! 8 3\f 1Ü37I i| 6 f~ 4588514' 6 :; "934954 To~\f 39131^ têt^  HOLLAND. N=. 2. ' TABELLE5 aanwyzende het montant der Penningen, welke door de Provincie van Ho/land 'zyn betaald aan de reipeaive Coliegien ter Admiraliteit, op de Ordonnantiën, door den Raad van Staaten gedaagen uit de Petitiën, in Margine genoteerd mitsgaders het montant der Penningen, welken dezelve Provincie op dito Ordonnantiën nog onbetaald heeft gelaaten; het al volgens de opgave van de voorfz. CoHeeien refffê&ivelyk in dato, zo als by ieder Collegie hier onder ftaat opgetekend. ' i , i * —— 1 .. ——* ; ■ > i— * s , . * i j '—\tl/ * Volgens opgave in dato 3 Volgens opgave in ciato 1 volgens opgave m dato 3 volgens opgave in dato 9 Volgens opgave in dato 14 Maart 1789. Oétober 1788. November 1788. Oétober 1788. Oétober 1788. PETITIËN. EQUIPAGIE. College ter Admiral. op de Maze. Te Amfterdam^ . In Zeeland. \[n IFestvries/.en't Noord.Oitart. In Friesland' lot aaien voor iedere Petitie. Betaald. Onbetaald. Betaald. Onbetaald. Betaald. Onbetaald. ' Betaald. Onbetaald. Betaald. Onbetaald. Betaald. Onbetaald. 25 Feb. 1780- ƒ2623590 3 6 ƒ4043561010 Nihil - - ƒ 958552 oj 3 Nihil - - . - ' Nihil -- f 7588913 o Nihil - - Nihil -- '~~Nihil' -I- fr»»^ . » '■ 5 Jan. 1781- 57Ó3i35'o o 1280662 5 o - - 181-5818 25 - - Nihil - - 256352 11 9. -- -- .. K i l ' * " 19 Feb. 1781- f 462500 o 1 o 335263219 2 . - < voor verhoging (.van prsemien - 70968 12 n . - - 177421 ia 4 - - „ - . . _ 21200 n 10 — - - ■ - - - - 26068017 1 11 Feb. 1782-ƒ 9429758 14 I o 1502459 6 o - - 3190746 o o - _ __ . . . _ „ ' gio . _ _ _ 90ö 7 1 28 Jan. 1783- 13956073 4 8 14-6791615 5 - - - 2098853 o 8 - . . . . _ % 8 3 _ - • . . ÏV6± _l 1 . 16 Jan. 1784- 2639173 6 8 441233 19 4 - - 8695921c o . . , . . . . > . . _ ISotIJ 8 ' l 4.Oft. 1784- 579663316 o 1047716 15 6 ƒ i9766 10 6 1557228130 __ .. H^osiï - - • -- | ! ^IOO 15 April 1785- 3441599 10 o 642593 9 4 239059 o o 949476 9 oƒ 49ooo o o - . . . 36^2Q 1 0 - - - - . . 66 I io' 2 7 , w _ i5Dec.i785- 4946413 13 5 745i6o 17 o ■- - i3937o9 o o 129701 15 6 . . . . ~^68o p 0 f A002Q 5 6 . . . , . . 6 o i o 3 Jan. 1787- 4564940 1 1 858212 16 3 - - - - 877i6o 3 7 . . . . , iL- - .432070 5 o ■ - - - - 1^i2i6 ? t Slfn 8 7 8 Jan. 1788- 3264960 o o - - -—— - - - - 567360 oj) . . _ . . 4j 1 ? I . . . . . 85821210 _3 Q 7Q j /84612817 7/25882510 6 13011397 s 4/i62322iI9 j ~zzr .7"Tz_r .7 ƒ3122007~7~6TüZw7oi ~zzzr~~~zzr ~~~ ~i^^6~3~j2~^4j^7~~l Petitiën van Aanbouw, enz. i'1 , I 16 April 1771-/41785081 o o / 730147 3 8 Nihil - - ƒ110535217 7 Nihil - - Nihil - . Nihil _ - ƒ60096119 9 Nihil - - Nihil - - Nihil • .'I ƒ0426462 1 o I 5 Jan. 1781- 7342536 o o 715930 13 11 - - 1476752 15 9 - - - . - - !224475 o o - - ƒ 101190 o o ƒ137931 1 3! 3518348 9 8 / i,7(m! \ " 3 Oét. 1781- 9271498 o o 1849391 3H - - 1930454 14 8 . . _ . . _ . 12431181610 - - • - - . . «aaoLi? l 3 3 3 dito 799200 o o - - , - - 233004 5 4 . . . . _ _ _ 23 . . , . ,66008 10 8 " " 3iDec.i78i- 8409100 o o 1255924 2 8/148155 9 9 W93 ?n - - - . , . ^-J \ . . . . 3S9I 2 o ^ ' J 16 Jan. 1784- 2277870 o | o 33205218 9 - - 549510 1310 . . , . . . _ 166025/10 4 —I- - -I - - • io,7<8o 211 30 April 1777-ƒ 1800000-0-0 re- D 4 i°475&9 211 . . . paratie, aanvul- / lingvanMagaz.- 262392 36 - - 524784 7 6 - . ^2392 3 9 , " - • • • - 1049568 14 9 , . . 16 April 1779-ƒ 1500000-0-0 aan- y +^ouu * > — . . vulling van Ma- gazynen — 218660 3 _ -— - . 437320 6 3 . . . . _ . 2l866o . . _ . g 6 6 5 Jan. 1781-/i500000-0-0 in- ó 1 0,40401^ 0 , . . koop Artillerie. 218660 31 - . 437320 6 3 - . . . . . ol866o . . _ . . . . 8 640 io 6 23 Jan. 1783-/ 2100000-0-0 m- T — koop Artillerie. 306124 4| 5 - 612248 8 9 - . , . . , _ . 4 ^ . . > _ . . . I? 6 _ . i Mey 1787- ƒ 250000-0-0 repa- ' ratie voor het Noorder Quart. I J .  ZEELAND. N-. 3. TABELLE, aanwyzende het montant der Penningen 5 welke door de Provincie van Zeeland zyn betaald aan de refpeerive Collegien ter Admiraliteit, op de Ordonnantiën, door den Raad van Staate geflaagen uit de Petitiën, in Margine genoteerd — mitsgaders het montant der Penningen, welken dezelve Provincie op dito Ordonnantiën nog onbetaald heeft gelaaten; het al volgens de opgave van de voorfz. Collegien, relpeétivelyk in dato, zo als by ieder Collegie hier onder ftaat opgetekend» Volgens opgave in dato 3 Volgens opgave in dato 1 Volgens opgave in dato 3 Volgens opgave in dato 9 Volgens opgave in dato 14 Maart 1789. October 1788. ' November 1788. Oclober 1788. . Oclober 1788. PETITIËN. EQUIPAGIE. Colieg.terAdmir-alit.op de Maze. Te Amfterdam. In Zeeland. InWestvriesUen'tNoord.Quart- In Friesland. Totaakn voor iedere Petitie. Betaald. | Onbetaald. Betaald. | Onbetaald. Betaald. | Onbetaald. Betaald. | Onbetaald. Betaald. | Onbetaald, j Betaald. | Onbetaald. 25 Feb. 17-0- ƒ 262359Ó" 6 Nihil ■ -ƒ 5382311 3 Nihil , - - ƒ 19837 2 4 ƒ 82881 8 "5 Nihil - - Nihil - - Nihil - - Nihil - - Nihil - - / 82881 85/ 7366014 7 5jan. 1781- .5763135 o o - - - - f 189'19 10 4923718 4 289994 1 o — - - , - - - - i • - - - - 290184 oio 4923718 4 19 Feb 1781- f462500 o o < voor verhoging . ^ 11 Feb. 1782 - f 9429758 14 ^ o - - - - - - - " 556031 5 o - - ■—, - - - - - - ' . - 556031 5 0 • " 28 Jan. f783- 13956073 4 8 ■■ - - - - - - ' 350764 6 8 - - - - • - - - - - 350764 6 8 . ■ - idjan. 1784- 2639173 6 8 - - ■ - - - - ■ " 197466 13 8 - - — - - • • ■- - - . - 197466 13 8 ——> - - 4 Oét, 1784- 579663316 o - - - - - - • - ' 360640 o o • '- - — - - - - -_—- - • . - 360640 o o —— - - *5April. 1785- 344159^10 o - - . - - — - - - - 118010 8 o - - - - . . - - • 118010 8 o - - 15 Dec. 1785-. 4946413 13 5 - - - - - - 82216 6' 62152 16 o - - . - - - - — - - - . • 1 62152 16 o 82216 6 . - ƒ 53823 11 3 ƒ 189(19 10 ƒ 6^807^7 2 ƒ206041317 1/200949 4 1 — " • ' - ■ ■ ■ -! ■ /2oóc6o3 ió 11 f 3,2467°! 13 6' Petitiën van Aanbouw , enz. 16 April 1771- /4178508 o o Nihil - - Nihil - - Nihil - - Nihil - - ƒ326648 5 9 - - Nihil - - Nihil - - Nihil - - Nihil ■ - ƒ 326648 5 9. > ' 5Jan. 1781- 7342536 o o — . • ' - - - - • - ƒ 353561610 - - - - - - - • - f 35356|i6 IQ' 3 0ét. 1781- 9271498 o o . - - . - - - - I799I4 13 8 69235 7 1 ' " - " - - ■ - - ' - ■ I799I4 13 8 69235 7, 1 3 dito 799200 o o , - - ■ - - ■ - - f 24464 8 o - - ■ - - ƒ 24464 8 o • ■ - - ƒ 24464 8 o . - * $ 73393! 4 a 31 ec. 1781 8409100 o o i - . ____» —————> citie is,ofzal niet worden aangebouwd - - '"» » - 30 "April 1777-ƒ 1800000-0-0 re- 7 ' parade, aanvul- St. bouwen. - - ———— - - ' 6 16 April 1779 - ƒ 1500000-0-0 aanvulling van Ma- 5 Jan. 1781 - ƒ 1500000-0-0 _in- 23 Jan. 1783 - ƒ 2100000-0-0 inkoop Artillerie . - » - • . .1 - - . - - Op deze Petitie is geen inkoop ge- ^^^^ _ _____ . I , daan. - - ———— - - ——— - - ———— • - ■■ ■ - *—-—■ * " ——• iMey 1787-ƒ 250000-00 repa- | ratie voor het Noorder-Quart. j )) - - — ( - -f/ • | • ƒ 24464 8 o', ƒ 947362 19! 5/ƒ 104592 31!! I - - ƒ 244°4.i «fa] ' -I-'/ 24.464, 8! o,lf 947362 19 5/i77985'  rrrnr^Tir TABFLLE aanwvzende het montant der Penningen/welke door de Provincie van Utrecht zyn betaald] aan de Li I RECHT. Iteaive Co^J^ door den Ra?d van Staaten geflaagen uit de Petitiën, in Margine genoteerd -~Hfl^ «™* To te Pei^ Provincie op dito Ordonnantiën nog onbetaald heeft gelaaten; het al volgens de opgave van de vdorfz. Collegten, KTpefe. J_M=. 4« velyk in dato, zo als by ieder Collegie hier onder ftaat opgetekend. PETITIËN. EQUIPAGIE. 5^^^ ^^T^ £_=_, ^^^^ j ^ ~ »*" *____ __ : :— — ^^41TT1 Bftaald Onbetaald. Betaald. Onbetaald. Betaald. Onbetaald. Betaald Onbetaald. Betaald. Onbetaald. Betaald. Onbetaald. üetaald. wüt,!^. 1 IffrgStte I S *WwJif -■ - :: -|;: ïp Feb. 1781- f462500 o I o Koor verhoging „ , s , T7aaI2 0 . - - - — - • - * 23253 *5 ° , 17-»" 0 (.van pramien - 664318 7 , " " 16609 16 5 - - *»_ o q _ & _ _ _ . _ _ _ 495456 1611 - - 11 Feb. 1782-ƒ 9409758114 1 o 163746 19 9 " ~ 30^63 6 5 - - - - . i vt y _ . . _ . , 32974312 5 4015 13 o nSTan. 783- 13956073 4 8 13814a ia 4 -— " ' *5835° *a 6 4°*5 *3 o - - • - - 7 J _ _ __ _ . 6 a 6 - 1 l6ïa 784- 6 91 6 8 15574 8 0/1348312 o 29042 14 o 2947115 o - - - - — _ _/ 3 9* q _ _ _ _ _ _ 6 'nfl- t-st l o — - -111226 o o -~— - - 150486 17 o - - _ ï 1 . . . . 14098 15 o 150935 16 6 4 April lilt SjSSJtt o - • 70754 3 6 - - 72802 6 o I4C98I5 0 —- 7379 ; _____ __4_9 5 _ ^^3 ? 3 Tan, 1787- 4564940 1 1 ■ 59467 12 10 _ 7 _ _ _ . _ «___, ' - - "- JL_1 —J_ ,. __,__. 1 8 jan. 1788- 3264960 o o JZZT- _1 _Z ______ - - :T~7ZZ7q~7~1 f 8A050 19 0/149386 o 9 - ■ - / »8o447 19 8 ƒ1040147 7 3 ƒ4568701! 4/33978716 8 f 6i25o6i3io/ 449434 2 2 ƒ 2611015 6' IOI539 7,8 ƒ 84959 *9 °/*4>»_ V - . Petitiën van Aanbouw, enz. , ^ . - l6 Nihil . . NM - . Nihil . . / 212750:15 5 / 13802 9,0 16 April 1771-/4178508 o o / 2788212 8 Nihil - - ƒ 68970 5 NiM - - ƒ 84162 , 4/ *g£ § o ƒ 3*735 ^ __ . . 8 l685o8 13 9 2005619 , 5 Tan. 1781- 7342536 o o 30184 11 1 - - 66929 » ƒ 3558 2 6 . - 1060 0 11 4 g _ ^ 29Ó~I9 I? 4 4^o318 2 3 bet. 1781- 9271498 o o 93340 17 * - - 98636 ° 8 4653 H J 43926 8 ° 3°795 *5 _8 _°J_ _ _' ^68 iyB . . „J^ lQ 8 . - 46603 7 o «Sooo o — : te; s — :* #«8 8 fct5a - niet worden „I - _ Op deeze Pe- aangebouwd. . . • - 2327I 3 7 titie niet ge- ._ _ ■ _ ^ _____ . . i^se^X 811 l6 Jan. 1784- 22778700 o 1752321 — - *53o3 7 n ^ ' ' 30 April 1777- /1800000-0-0 re- gat van a4st. i „ 6 o 4 dito • * " > " ' 51587 10 4 paratie, aanvul- „ bouwen. - - - - 1 r- _ ^ I . . . . 10496210 o — - . lingvanMagaz.- 13847 14 5 - - 2?695 8 9 " - 49571 12 6 - - 13847 14 4 — j6 April 1779- ft500000-0-0 aanvulling van Ma- „ „ | . , . . , . . , - - 7592819 8 11539 T5 4 gazynln "539 15 3 - - "539 * 5 4 "539 *5 4 4130913 9 - - "539 *5 4 — < Tan. 1781- /i5ooooo-o-o in- n Tr, A . _ ... —— - - '8746815 j ■■ • - koop Artillerie. "539 15 4. - - 23079*08 - - 41309 13 9 - - . ">39 *5 4 _3 Tan. 1783- ƒ 2100000-0-0 in- „ „TT , , J „ , „ 3J /koop Artillerie. — - -.1615513 5 323" 6 11 Oye^Pe- _ _ l6l55l35 , -- 64622139 inkoop ge- " 1 Mey 1787- ƒ 250000-0-0 repa- daan' ratie voor het Noorder Quart. J _ > _ _ . _ _ |. . _____ . .\1 - - - • 11 '._*_ " f Cn 3/43o8oi xi 7  VRIESLAND. TABELLE3 aanwyzende het montant der Penningen, welke door de Provincie van friesland fcym betaald aan de refpeélive Collegien ter Admiraliteit, op de Ordonnantiën, door den Raad van Staate geflagen uit de Petitiën, in Margine genoteerd — mitsgaders het montant der Penningen, welken dezelve Provincie op dito Ordonnantiën nog onbetaald heeft gelaaten; het aP volgens de opgave van de voorfz. Collegien, refpectivelyk in dato, zo als by ieder Collegie hier onder ftaat opgetekend. '"voteens ongave in dato 2 Volgens opgave in dato i Volgens opgave in dato 3 Volgens opgave in dato 9 Volgens opgave in dato 14 Maart 1789. j October 1788. 1 November 1788. October 1788. Oétober 1788. PETITIËN EQUIPAGIE. Col/eg. terAdmiraïit.op de Maze. Te Amfterdam. In Zeeland. lnlVestvriesl,en'tNoord.Quart. In Friesland. Totaalen voor iedere Petitie. _ _ _,_ „ — jjetaald> | Onbetaald. Betaald. | Onbetaald. Betaal». | Onbetaald. Betaald. | Onbetaald. Betaald. | Onbetaald. | Betaald. | Onbetaald. .5Feb. 1780'./26.3590 3 6 Nihil - -.ƒ 67702. 41 7 / *354o4 9 3 xNihil -I- —- . - Nihil - - Nihil - - Nihil - - f 75000 -; - Nihil - - ƒ 210404 9 3/ 67702; 4 7 5jan. 1781- 5763135 o o - - -— - - - - f 30858 ia 4 Nihil . - - - - - - - 386452x0 - - . 38645210 o 3085812 4 i9Febi 1781- f462500 o o Wn^piïmien1- - - 5280 6 4 - - 13200 15 9 - ƒ 1369 1 ° " - f 15S4 1 10. 32500 o o - - 32500 o o 21434 4n 11 Feb. 1782-ƒ9429758 14 o - - 10280619 7 - - - " - • - - " " • " 55995o o o . ■ 559950 o o 102806 19 7 _8T_r1 ' 178*- IW5607* 4 8 - - - ' " ' * " " " " " ~ * ' 54734Ó 13 4 ; • - 547346 13 4 - l6TanV 17II- 2639173 6 8 - " ' " ' " " " " " " *. ' 22859017 of 79*75 4 » 22859017 o 79175 411 4Oct*. 178Ï- 579663316 o - " " " " " * 50207219 31. 33.24910 2 50207219 3 33249 10 * ïi April 1785- 3441599 10 o - " 6234712 i • " - " " - " " " * Op deeze Petitie is m« geëquipeerd. ■ - 62347 12 I ï ' o * ' •n Vrijland.. : \r _- ■ \ -\ -tj • __ ƒ_ ■ - ƒ_ -_ A ■ _J_21600 o o 3753 _3 J al6o° _° _° 3758 _3 1»• j 'jZ. , fTf.j- |7/7/| -—~ | .| . -I -— M-l- L"i -II.-—■ ! ƒ( ' .——-I-'1/^^3007)11); 4 ƒ 344898 4I9I ]/3003oo7 ïi 4! f 344898Q^  OVERYSSEL. N=. 6. TABELLE. aanwyzende 'het montant der Penningen, welke door de Provineïe van Overysfel zyn betaald aan de reipe&ive Collegien ter Admiraliteit, op de Ordonnantiën, door den Raad van Staate gellagen uit de Petitiën, in Margine genoteerd -— mitsgaders het montant der Penningen, welken dezelve Provincie op dito Ordonnantiën nog onbetaald heeft gelaaten; het al Volgens de opgave van de voorfz. Coltegien, refpeftivelyk in dato, zo als by ieder Collegie hier onder ftaat opgetekend. Volgens opgave in dato 3 , Volgens opgave in dato 1 Volgens opgave in dato 3 li Volgens opgave in dato 9 Volgens opgave in. dato 14 Maart 1789. October 1788. November 1788. j Oétober 1788. Oftobeï 1788. _ PETITIËN. EQUIPAGIE. Collegie terAimiral. op de Maze- Te Amfterdam. !" ~~" In Zeeland. In Westvriesl.en V Noord.Qitart. In Friesland. lotaalen voor iedere Petitie. Betaald. Onbetaald. Betaald. Onbetaald. Betaald. Onbetaald. Betaald. Onbetaald.- Betaald. (Onbetaald. Betaald. Onbetaald. .__ Feb. 1780- ƒ2623590 3 6 ƒ 30881 71 Nihil - - ƒ 33162 19 6 Nihil - - ƒ 15230I o 6 Nihil -\ ■ f 4669 3 6 Nihil - '■ Nihil Nihil f 8394310 7 - - 5 Jan. 1781- 5763135 o o 50389 10 1 - - 84034 4 4 - - 46734 9 4/ 6553 8 o 8280' 1 6 - - - - . . - 189438 5 3 f 6553 8 o 39 Feb. 178,1- f462500 00 < voor verhoging ' . ' (.van pnemien - 4068 9 9 . - - 40171 4 5 - - 105417 1 - . ■. - - 1220,10 10 - - - . - * l65I5 * 1 ■ - 11 Feb. 178a-ƒ 9429758 14 o 100284 13 * ■ - - 18440Ó 9 S - - - - . 18683 8 1 - - ; - - - 303374 to 8 - - _8 Jan. 1783- 13956073 4 8 ƒ 85845 8 1 . - - ƒ 93325 13 3to - - - - ■ - .- ƒ 20337 3 & - - - - • " I995°8 5.5 * 16 Jan. 1784- 2639173 6 8 17782 n 0 - - 35815 o 8 « • - - . , - - 18876 710 -' - - - - • : 7*474 a 6 - - 4 oa. 1784- 5796633x6 o • - 7737713 o — - - 82827 o o . . - - —— - - 34*3213 o; - - • * —rr i" 194437 6 o 15 April 1785- 3441599 10 o. • ■ 43327 I 9 - - 44547 12 o 8649 c o - - - - 45*8 14 0 - • - • 8649 o o 92393 7 9 15 Dec. 1785- 4946413 13 5 • • 5475615 o ----- - - 70068 16 10 _ . , , - - - - 19Boi 14 10 ■ - - - - - -; 144627 ö 8 3 jan. 1787- 4564940 1 1 ' • • 2721711 6 - - 3682412 7 - - - - - - 13963 14 7 - • • - : - ■ - - 78oo5ji» 8 ƒ2034061- 1 ƒ288524 9 4 f 347589 18 4 ƒ .327593 15 3 ƒ 71668 6n/ 6553 8 o ƒ 51.729 11 9/02853 19 n ----- - - —— - - ƒ 674394 11 1 ƒ 715525 12 6 Tetitien van Aanbouw , enz. 1 I 36 April 1771-/4178508 o o ƒ 17054 1 1 Nihil - - ƒ 41255 1011 Nihil - - ƒ 6002015 7 Nihil - - f 1941016 o Nihil " - - Nihil - - Nihil »J • f 138741 3 7 - - 5 Jan. 1781-f 7342536 o o 18186 t 1 - - 43071 17 6 — - •' 6497 1 3 —- - - 3955© o o - - - - ƒ 7723 10 r io73°5 7 10 f 77*31° 1 3 Odt.178.1- 9*71498 o o 57091 15 o ------ - -; 60329 4 5/ 285o 4 o 45782 8 9 —- • * 37199 5 6/ 2818 13 o ----- - - 4257 1 4 *oo40*i3 8 992518 4 3 dito ■■■ 799200 o o ■ ■ - . - - . > . 2124 1 9 — . - n - - - - - 2124 1 '9J 1 ■ - 24289 18 6. ------- ■ v 28538 2 o- 31 Dec. 1781- 8409100 O o - ■ - ƒ 5113718 S '1 - - 42132 19 8 Op deeze Petitie is,of zal niet worden . aangebouwd. - - ■ ■ , - - , - . 142^ 7 5 ... - " ■ ■ " • ■ ' * " 107504 5 3 16 Jan. 1784- 2277870 o O ■ - - 10729 II 7 " ■ - 15496 12 I Zal uit deeze T ""I 30 April 1777- ƒ 1800000-O-0 re- ' ' (Petitie 1 Fre- I { ■ 1 cat van nSt. paratie, aanvul- bouwen.4 - - - . - . 536513 6 ■ ' - ' • 3*591 i/ 2 hngvanMagaz.- 8477 8 o - - 16954 16 0 ~* : " " 30365 8 o . . g,-- 8 Q _____J . ____ - - • • • 6427.5 ° o ______ . . 3 6 April 1779- ƒ1500000-0-0 aanvulling van Ma- | gazynen 7064 10 0 - - 14129 o o - - 25304 I0 o ____, _ - -o64 10 0 , . . ______ - . - • 5356210 o - - 5 Jan. 1781 - ƒ 1500000-0-0 inkoop Artillerie. 7o64 J° o - - 14129 o o —— - - 25304 I0 0 . _ . 700410 0 . - L - . . • - 5356210 o' ■ • - 53 Jan. 1783 - ƒ 2100000-0-0 inkoop Artillerie. ■ * • 9890 6 o —— -1 19780 12 o Op deezePe- titie is geen 1 Mey 1787-ƒ 250000-0-0 repa- gc' . . mmtmmmm _ . . _ 9ggo 6 0 ____, - . - - . . - . „956l 4 a ratie voor het Noorder Quart. ^ ƒ 114938 13 2^ 71757^5^/ 190869 810 f 82384 9 6^7" 193274I13 7 . - ƒ j 18766 V óf 34432I 1^ 8 T T)- ƒ 36270 91^/617849 5 1/2248441610  STAD N°. en LANDE. 7- TABELLE, aanwyzende het montant der Penningen, welke door de Provincie van AW en Lande «^^W* refp^ve CoBe&n w aL»**., op de Ordonnatón, door de„ Rad van Sm, e geflagen ^*^™^ZSZt v^rte Sfegien" relpeftidei-Penningen, «reiken dezelve Provincie op- dito Ordonnantiën nog onbetaald heeft ge.aaten; bet al volgens de opgave van ne voorin b velyk in dato, zo als by ieder collegie mer onaer naat opgercitenu.  PETITIËN. EQUIPAGIE. ! < ■ute'iif ter /Jamïrd. opde M zc\ Te Amflerdam In Zeüand. j/, IVestvriesLe^t Noord.Qua, t. In Friesland. j lotaalen voorje^j^^__ Betaald. Onbetaald.! Betaald. Onbetaald. Betaald. \ Onbetaald. Betaald. [Onbetaald". - Betaald. QnbetaalP. ^ Betaalt» . _ ^O^aald^ 7^bT^-7^^\T~i f 340*5, 8f-- Nihil - ƒ '6.-39 6 liF^oo o o \f 3534.7,5 Nihü ƒ xo79.18 8 Nihil -f- _™ ;- NM -1- : / £*»79.« ^ f Jgooo 00 5 Jan. 1781- 5763135 o o 1885912 7/ 60016 7 8 i777°7 o 8 26290 o o I_3Ó8 3.7 - " *9°5 3 °\ "\ U 10 Feb. 1781- f462500 00 < voor verhoging . o . . . .—— . . . - 1035914 3 - * Cvan prsmien - 664318 7 " " —" " " e " " 172212 0 ' " . . . - - . . 232169 6 o 228185 7 11 Feb. 1782-/ 9429758 14 I o 59318 8 5 106134 2 9 168552 09 122051 4 4 - - - - 429b /^Z 7 o ■ - - - - . - - 229694 n 6 28 Jan. 1783-13956073 -4 8 - 1350*6 01 _ - - 99 ~ T- — - " - - ƒ 95*7 4 9 ' f°4Vt 16 Jan. 1784- 2639173 6 8 . • • i5c29 I4 ° " " 32147 „ 4 " ' ' " - . 0| - - .1- • - * 263235 o o 4 Oer. 1784- 5^96633 16 1 o - - 104198 2 o - - 118903 3 o - - ■ 40 3315 o _ J 8 0 5 6 Ï5Apriii7785- 344*599 10 o ' - 70754 3 6 - - 6709b 14 o 1409^ 0 — - - —- _ _ J379 » 3 . | . iq6,54 ip x 15 Dec. 1785- 4946413 13 5 ' • 87639 17 8 - \°0f±ll jV ZZZ - - 3232190 — - ■ " • 205632155 3 jan. 1787- 4564940 1 1 • 100623 7 *| —-~ '_ I 101770 : M _ ■ _ _ " ; . . ______ : . -_ . •-,[. ——- - • • -— _.• _• an. 17- 32490J o o __________ __^^^-j^— 0~ L 317241 ~ T ~ j ƒ" T^l J 2/89359 3 8 'M/ 95^7 ^ 9 / 5**347 6(2 ƒ146579.5 4 * Petitiën van Aanbouw , enz. 1 I ' l i c j L .•',„•• r, r „ LJ 1 f n«6 : Aï- 3 dito 799200 o o - - ——. - - * " \ "A n 7" _ " I" 31 Dec. r78i- 84091000 o - - 8022512U " - 97o6ji. 6, OMee^Pj 1 j II (h'ngebouwd 3°75Ï i 9 —— " " ~" I *\ ' ' * " * 93*°7 7 o 248213 6 • -j 3587 13 Jg»u^ V 'I j ' gat van 24 St. I . , . . . . - - 7-312 13 2 39*3 "9 Pwen70*i " « — - - ~iU"5 11 — ~3^5 o ioooo o o o IOOOO o 0 10 April 1779- ƒ 1500000-0-0 „au-u I ij vulling van Ma-\\ ! I ( | ■' . _ „, , ,a ; gazynen — i634\i6 7 - -(,' 3*69 13 I s "! 5851 6 3 - - 1634 16 7 - - 55078 2 6 20000 00 6746815 o _oooo 0.0 < Tan. 1781 - /i5ooooo-o-o in- lil I • I ': a\ koop Artillerie. 1634U6\7\ - - 3269 13 1 ■ " 5»5i 6 3 , - - 163416 71 - - - • — " " 1239012 6 . « 23 Tan. 1783-/2100000-0-0 in-I t I 1 t koop Artillerie. ƒ- • 2288 15 a\ - - 4577 i° 4 'P de?" Pe- 1 Mey 1-787 4/250000-0-© repa- / / / dfa..°P *C' - - - - - - 228815 3 ------ * - 105109 7 6 . - 114a64 8 S5 \ xatie voor het lil I i 1 Noorder Quart. / " ^ en Vriesland. f - -j -, . -_ -r- " -} _-, - - -ƒ -_ | _1 k 10878 "LPj ■■._! 10878 n _g> ƒ *4975| 7 2-/ 86593 3j 4||/ 36°?^ 6| 9 / 2644919 3 ƒ 33171 .io| g'jff 11610 5J11J ƒ 19923 12 nj/ H894 ï 9, |/ 685353Q 6/55556S i9ji0( | ƒ 799514 18 ^o/695116(1^1 ^  jNj£e '$t TABELLE, aanwyzende de Penningen of Kommen . welke door de re/pe£tive Collegien ter Admiraliteit by de opgaven, in dato als voor ieder Collegie ftaat opgetekend, zyn gevraagd of nog zouden worden gevraagd- uit de Petitiën in Marine genoteerd — waar voor de-s tyds nog geene Ordonnantiën door vlen-Raad van Staate waren gedepecheerd, en welke dienvolgens, als niet cerepaitiüeerd zynde, op geene der vorige Tabellen hebben kunnen worden gebragt. Volgens opgave dn dato 3 , Volgens opgave in dato 1 Volgens ongave in dato 3 Volgens opgave in dato 9 Volgens opgave in dato iP " Maart 1789. | October 1788. Nove:nber 1788. Oftober 1788. Odober 1788. 'PETITIËN. EQUIPAGIE, Cöl/eff.terAdpjira/it.^iJeMaze. \ Te Amfterdam. j„ Zeeland. [nWestvrtesUen'tNoord.Quap. ~h, Friesland. Totaakn. \ ■ Voor drie Vlaggen, a5^- 1780.- ƒ 2623590 3 6 - - . > - - I f27ooo-o-o voor de helft uit de Petit. - - - - . - - . . . , . . - _ ƒ 27000-0-0 19 Fc'o .173.1- f 462500 00 " ——— - • ■ < voor-ver'jogi ug XiFeb. 1785-/9429758 14 j o - - - - / fÓ276 St., waar van deeze Gel\ - den genomen zyn. i5Dec. 1785- 4946413 13 5 - - - - 28800-0-0voor'tSchipHolland- . --ƒ50647 -4-0 . . . . , . . . 3 Jan. 1787- 4564940 i' ij - - - - 33600-0-0 voor de Salamander - 163744-2-7 /325500-0-0 voor den dienst van de " " 79447 - 4 - o Befchermer, Hoorn en Medenblik. — . . - 522844 8 Jan. 1788-- 3264960 o o ƒ 696800 • o -o voorverfcheiden 672000-0-0 voor den dienst van | ƒ 36300-0-0 voor de Pallis pn " ""7 I Schepen --. verfcheiden Schepen .. „600-0-0 - Snelheid. —. JZ 1478700- 0^0 Totaal —1 J-j - / 696800-0-0 ƒ 993075-12-0 ƒ287991 - 6-7 '325500-0.0 - - ƒ 36300".o Totaal _ ƒ2339666-18 -~ i J I Petitiën van Aanbouw, enz. JJ \ 16 April 177Ï-J 4178508 o o f296925-o-o voor aanbouw van f «0000-0-0 voer aanbouw vaiO - - . - - f1020800 - 0-o voor aanbouw f f 200694-10-0 voor de laatfleï fiA66uï ™ ~ , Schip van 36St.nTO a Brik- f twee Brikken uk de fplitfing, i van 2 Schepen van Linie, doch teS van aaSiw v7n 11 4 9' ° «rT-in 17S1- 7 doen de eTe r ^ Schepen van 6^ en een va^> 1 re Schepen byhetïfcQr., uit < \ Refolutie van Hun Hoog Mog. | \ istotklemder vSgSS fZlÏÏSP^' , in 1 deeze 3 Petitiën, en uit die v»n U .ao Jan. i7g9. j de 3 Collegien in Holland; ter | f ï^29^5-o voor het zelfde.J 31 Dec. i78i,volgensRefol. 1 totalefommevanƒ622365.0.0 | van Hun Hoog Mog. van 20 j etJ welke hier alleen _ reke; j . (, Jan. 1789. t. _ uing gebragt wordt. ^ %Oct. 1781- 9271498 o o: —— - - — ■ - - \ f «238f56-f4-o doch onzeker: te - - - ■ - - . . _ _ . . / ƒ weeten in gevalle de gedecorteer- " * ' - " ' - - , : de boetens aan de Aanneemer8der f Schepen Jupiter, Neptunus en Overysfel mogten worden geaccordeerd S?bS X781- 8409100 o o 127600-0-0 voogden laatllen 1141843.15-0 voorden aan- - - . - ƒ 302306 -5- "o voor gedeeltelv- I ' - " ' ,7^77 ' ' \ \ \\ termynvan aa«W van het bouw van 2 Schepen van 74 ke imbouw wn fsSeSi " " ' T57r75o-o-o i6Jan. 1784-| 2277870/0 /0,/ • - - - - " 141050-0-0 voor gedeeltelyke /i6272o-o-ovooreenaantebou- 189822-10-0 voor aanbouw . 30 April 1777-ƒ 1800000-0-0 re- aanbouw van twee Fregatten, wen Fregat van 24SL waar voor van een Fregat van 36 en een " " 493592-IO-- paratie, attnvsl- ^ de aanftalte wordt gemaakt. van 20 Stukken. 16April 1779- f 1500000-0-0aan- " * " " " *~~— * - ■- - - , vulling vanMa- 5 Jan. 1781 - f 1500000-0-0 in- _ " " • ■. " " 1 " " ' " " —— . . 23Jan. 1783- ƒ ^ioo^ïcïo1!!!- — - - — - - " - - • - - 75078-2-6 - - 75078-2.6 koop Artillerie . - - - - - - . . Is geen inkn )p by dit Coll. ge- . - - _ . . _____ . . ' . daan, en ivordt dus niets ge- ' ' " ~~ " " vraagd. iMey 1787- f 250000-0-0 reparatie voor het f j Noorder-Quart. | Cn ' ' v - ' " " " ' ' ~ ' - - ■ - - 88768 -4-7 ' - - «8768-4-7 r-  N=. 9. TABELLE VAN RECAPITULATIE De refpeclive Provinciën hebben op de Petitiën , in Margine van de agt vorige Tabellen genoemd , betaald en onbetaald gelaaten de Ordonnantiën welke door den Raad van Staate op de gemelde Petitiën zyn geflagen , als volgt ■»--» en zulks over alle de Collegien ter Admiraliteit te-zamen genomen. EQUIPAGIE. ■ AANBOUW. Betaalde Ordonnan- Onbetaalde Ordon- Sommen van beiden. Betaalde Ordonnan- Onbetaalde Ordon Sommen van beiden tien. nantien. tien. nantien. Gelderland, zie Tabel 1. ƒ 1149381 7 7 ƒ 1006711 18 af ƒ 2156093 5 9 — _ _ ƒ 934954 10 7 ƒ 391319116 5 ƒ 13262741"7 o Holland ■ ' 24594686 3 5 2354147 o 1 2694883313 6 — — — 19515611 18 10 286o86|n o 198016981 9 10 Zeeland 3- ' ' 20606031611 32467013 6 238527410 5 — _ — 947302 *9 5 1 77985 711 1125348(7 4 Utrecht — ■ 4- 1180447 19 8 1040147 7 3. 2220595 6 11 — — — 946339,11 3 43°8oi, 1 7 1377140!s2 10 Vriesland —- 5- ^977477 8 10 439292 8 2 3416769 17 o — — — 3003007:11 4 344898;/!. 9, 334790516 1 Overysfel — " 6. 674394 11 1 7*5525 12 6 1389920 3 7 — — — 617849 5 1 224844 16 10 842694 1 n Stad en Lande — — 1 11 7« — 568347 6 2 1465795 4 2 2034142 10 4 — — — 7995141 18 0 69511610 1 1494631 8 1 ƒ 3320533813 8 /' 7346290 3I10 ƒ 40551628 17 6 / 26764640 14 6 / 2551052 8 7 ƒ 29315693 2 1 Sommen Gelds gevraagd , en waar voor nog geene Ordonnantiën, by het doen '1 der Opgaven, waren geflagen, Tabel No. 8. ■—r f 233966618 7 — — — - - —■— • 369533M16 1 Totaal Equipagie » ■ ■ ■■ 4289129516! 1 Totaal aanbouw- ƒ 33011024] 18 [ 2 Totaal equ ipagie ƒ42891295116 1 ] 1 Waar van afgetrokken worden- Zal aanwyzen de fommen , - ■ ' aanbouw » 33011024 18 2 De voorfz. fchuld of fom van ƒ 75902320-14-3 de, het geen uit de vorige Ta welke iedere Provincie, by bet — 1_ —j quotens - gewyze gerepartltieerd, brengt uit voor bellen blykt, dat iedere Provincie doen der opgaaven, nog ichul- Totale masfa van alle de gepras- - i iedere Provincie, als volgt, heeft betaald, als volgt, dig was, en Waarin voorzien teerde Dienden / 75902320! 14 3 moet worden. j- 1 Gelderland —— ƒ 4260017 14 11 ƒ 2084335 18 2 ƒ 2175681 16 9 Waar by niet getrokken is het Holland ■ 44258168 16 6 ■ 44110298 2 3 ■ 14787° l4 3 geen op het Last- en Veil-gcld Zeeland —— -< 6970363 2 4 3007966 16 4 ■ 3962396 6 o was geaffecteerd, nochte het geen Utrecht —-» •■ ■■ 4426054 1 6 2126787 10 11 ■ • 2299266 10 7 uit de eigene Middelen der Colle- Vriesland —- . 8851317 10 2 ■■ ■ 5980485 o 2 1 2869832 10 o gien , daar toe mogte geappli- Overysfel —— 2710345. 7 5 «-—— 1292243 16 2 ' 1418101 n 3 ceerd zvn. Stad en Lande . 4426054I 1 6 . 13678621 4 2 3°59iQI l7 4 Welke fom vervolgens zal reprsfenreeren öen ~— — | ■ƒ" —■ — — fchuld , welke de Bondgenooten moeten ge- j ( ƒ 75902320 14 3 «■ 1 ƒ 59969979 8 2 —— ƒ 15932341 6 2 houden worden , op de voorfz. Petitiën te — - — — - ■ ——- — — » hebben gecontracteerd. 1 ^- ■ ■ ■ ■ - «—-v —/ Zie verders de naastvolgende Colom. \ f 759°232o« 14-2   STAAT EN OORLOG. 335 horen te worden voorzien , indien de ftaat van fchuld seoleven was op dezelfde hoogte, waar op hy was by het doen der opgaven door de refpeclive Admiraliteits Collegien. — Maar die ftaat is verandert door de betalingen, welken zeedert het doen der voorfz. opgaven , door fomj mige Provinciën , en voor al door de Provincie van Holland , fuccesfivelyk zyn gedaan ; en die ftaat zal nog meerder veranderingen ondergaan, voor en al eer deeze Liquidatie tot ftand zal weezen gebragt. — Wy hebben niet te min geen vergeefsch werk gedaan, aangezien alle die betalingen moeten ftrekken tot mindering der fchuld van ydere Provincie, dat is, van des. zelfs Quote in de aangeweezene masfa der gepra^fteerde dienden ; en het zal ten allen tyde , wanneer de Bondgenoten tot deeze afdoening van zaken zullen hebben gerefolveerd, gemakkelyk zyn naar te gaan, welke gelden , by ieder Collegie ter Admiraliteit , zeedert de meergemelde opgaven, uit deeza ofte geene Provincie, zyn ontfangen , en waar van mogelyk reeds een ge« deelte ten Comptoire-Generaal is gefurneerd; — ofte, zal , in allen gevalle, ydere Provincie kunnen aantoonen , ofte by den Raad van Staate bekend zyn, het montant der Penningen , die op alle die Petitiën door dezelve zyn verftrekt; zullende het restant van dien, tot de volle Quote in de geprsefteerde dienlten toe , als dan uitbrengen de fomme, welke dezelve Provincie daar op fchuldig zal blyven, en in welkers betaling moet worden voorzien. Dit dan alzoo geconftateerd zynde, Hoog Mog. Heeren, zoo zyn Wy van gedagten, dat, even eens als in den jaare 1749, de Raad van Staate zoude behoren te worden verzogt, om zoo ras deeze voet van Liquidatie zal weezen ter conclufie gebragt, aan Uw Hoog Mog. te laten toekomen een ftaat, waar by de voorfchreeve fomme van ƒ 75902350-14.4 ofte masfa der geprsefteerde dienlten worde gedeelt in,zeeven deelen, naar de Quotes van ydere Provincie (gelyk zulks hi^r boven heeft kunnen gefchieden , aangezien de voorfchreeve fom een fixum is, welke niet fluétueeren kan , en dus den waren grond van de liquidatie uitmaakt) m  23 ZAAKEN VAN en waar by vvyders van deeze refpeélive deelen worden afgetrokken zoodanige furnisfementen , als de Provinciën zullen bevonden worden weezentlyk te hebben gedaan op haare Quotes, in de bovengemelde gepra;. fleerde dienlten ofte fom van ƒ 75902-320-14../• zul lende en als dan overfchietende. refpeftive fommen uitleeveren de reëele agterftallen , na proportie van dewelke , een dubbele Interest van tweemaal drie ofte zes per cent zou behoren te worden gebrast op'den Staat van Oorlog, of wel op een a parten Staat, nevens den Staat van Oorlog te voesen, ten lasten der refpeclive Provinciën die haare Quote in de voorfchreeve fomme zouden bevonden worden niet te hebben voldaan hn om msgelyks te formeeren, en aan Uw Hoog Mog. te laten toekomen een tweeden Staat, aanwyzende de fomme der gepareerde dienden by ydei Collegie ter Admiraliteit (te weeten, het gfen zy uit dien hoofde in de Capitaale fom van ƒ 75902320-1_-4. zouden moeten berideeren) waar van wederom alge* trokken de Penningen , by hun bereids ontfangen, bv overlchot zoude aanwyzen, hoe veel aan yder der gemelde Collegien ter zaake voorfchreeve nog zal competeeren. —• 0 En dat voorts ten einde de Collegien ter Admiraliteit dadelyk in het genot van deeze liquidatie te ftellen dezelven te gelyker tyd door Uw Hoog Mog. zouden behooren te worden gtauthorifeert, om tot het montant van de voorfchreeve hunne uirgebra 200 ten op.igte van de Equipage als van den Aanbouw , uit hoofde van gebrek aan Volk en duurte van Materiaalen geduurende den Engelfchen Oorlog excesfif hoog hebben gelopen ; eenige korting daar omtrent zoude behooren plaats te hebben , voor zoo verre na het eindigen van den Oorlog , geëquipeerd en gebouwd is : en dus de Equipage wederom als voorheen op den voet van ƒ S6-O-0 per Kop in plaats van ƒ 40-0-0 's mannds bereekent, als meede de gratificatie in dien tyd toegedaan gekort; en zóó ook, met opzigc tot den Aanbouw , in confideratie van de daling der Pi yfen van 't Hout, de kosten daar van niet met 20 percent zouden kunnen worden vermindert? _ Wy hebben gemeend op die bedenking te moeten mneemen de conlid.raden van de Collegien ter Admiraliteit welkers beantwoordii.gen hier in hoofdzakelyk overéénkomen; dat, aangezien 's Lands Scheepen van Oor-  STAAT EN OORLOG. 239 Oorlog, door de langduurige fchaarsheid aan Zee Volk, en verloop van lust tot 's Lands dienst, lange in Werving moeten leggen, alvoorens hunne compleete Rollen hebben aangeworven , daar door een groot verlies by de Collegien word geleeden ; vermits op den Eed aan den Lande gedaan, geen dienst van Scheepen mag worden gereekend te zyn ingegaan vóór den dag , dat dezelven compleet zyn opgeworven ; terwyl inmiddels alle de Soldyen en Kostgelden , tot dien tyd toe , uit de eigen middelen der Collegien moeten worden ge. vonden en goedgedaan. — Dat zoo ook het groote aantal van kleine en ligt bemande Vaartuigen , waar meede zommige Collegien zyn belast geweest , aan meerder flytage en rampen onderhevig zynde, dan wel grootere en fterkere Scheepen, de kosten van derzelver toerusting , onderhoud en reparatie , meede "Piet kunnen gevonden worden uit de ƒ ia-o-o welke daar toe per Man in de ƒ 36-0-0 zyn gecalculeerd. — Dat al verder de nieuw-gearrefteerde ordre van bemanning door vermeerdering van Dek - Officieren en vermindering van het getal der Soldaaten: mitsgaders ook de laatfte Soldy-Lysten door diverfe verhoging van Gagiën; en de vermeerdering van uitrusting by het nieuwe CharterBoek ; alle tot bezwaar (trekken van de Collegien, enz. — en dat, zoo ook met opzigt tot de reductie, van de kosten van Aanbouw met de voorfchreeve 20 per cent, de Collegien ter Admiraliteit meerder met den Aanbouw zouden hebben verboren dan geprofiteert, en 'er dus geen reden zoude exteeren , om die reductie in voegen voorfchreeve op de gemelde Aanbouwen te effectueeren. -■- Alle deeze Confideratien zyn ons van genoegzaam gewigt voorgekomen, om dezelve in extenfo, copielyk nevens deeze Memorie fub Bylage G. ip. & _. loco, over te leggen; bevattende het eerfte gedeelte van deeze Bylage een Extract uit een Misfive van het Collegie ter Admiraliteit op de Maaze , en het andere eene Misfive van het Collegie ter Admiraliteit te Amfterdam, met eene uitvoerige comparative bereekening van het geene by dat Collegie word ontfangen en uitgegeeven , voor de Uitrusting, Bemanning, Equipagie, itt- koo-  34o ZAAKEN VAN kooperi van Hout en andere Bouw-Materiaal, benr>' digt voor een Schip van 74 , en een Fregar van 20 Stukken , als zynde de grootfte en de klemfte Char. ter; — en zulks , ten einde alle deeze détails in der. zeiver zamenhang by de Bondgenooten zouden kunnen worden overwogen, en zoo ook vervolgens met meerder , en volkomener kennis van zaaken , dit <*eheele werk beoordeeld. Wy moeten nevens Zyne Hoogheids , infteeren op de fpoedige afdoening van dit werk. — Wy bezeilen wel, dat de Bondgenooten zig daar Hoor, geduurende eenige jaaren, in hunne jaarlykfche Uitgiften zullen bezwaard vinden; dog wy kunnen teffens by dezelven geen voórneemen veronderftellen, om zig thans te onttrekken aan een last, welken zy in der tyd met Capi- taale fommen hadden behooren te draagen: Wy obtefteeren dezelven op het plegtigtte , om ook in deezen gehoor te geeven aan het algemeen belang • ten einde het geheele Bondgenootfchap wederom moge' treeden in die voorrechten , welke ten allen tyde aan een liquiden ftaat van zaaken zyn gehegt. Wy kunnen van de zaaken van de Admiraliteit niet afftappen , Hoog Mogende Heeren , zonder ter herinnering van Uw Hoog Mogende te brengen den deerniswaardigen toeftand der Crediteuren van het Collegie ter Admiraliteit in Vriesland. — I-Teeft eene fpeciale Commisfie uit üw Hoog Mogende tot onderzoek van de zaaken van dat Collegie, al in den jaare 178(5 daargefteld de deugdelykheid der refpective Pijeteniien, de importantie van de Schuld, en de gegronde klagten der kermende Crediteuren , en waar van fommige zeederd tot totaale ruïne uit dien hoofde zyn vervallen* — heeft het Uw Hoog Mogende bereids , by Refolutie van den 2 Juny des zelfden jaars , behaagd te verklaaren , dat de billykheid vorderde , dat de voorfz. Crediteuren op de best mogelyke wyze betaalinge erlangden van hunne wettige gelden , en dat men geene intentie had , om de hoop van wettige Crediteuren op de goedgunltigheid van den Souverain eenigermaate af ie fnyden; — zoo bezeffen wy, dat op principes van billykheid, menfchenliefde, — en om Ingezeetenen deezer  STAAT EN OORLOG. 341 zér Landen niet aan de uiterfte onregtvaardigheid , en waar van zy nergens reliëf kunnen vinden , bloot te ftellen ; — het, na zoo veele ydele verwagting, één» maal tyd behoorde te worden , om het lot van zoo veele regtmaatige klaagers niet langer van de deliberatien van den Souverain, over de wyze van voldoening van erkende Prsetenfien te laaten afhangen; en voor te komen, dat door een langer uitftel, niet worde te weeg gebragt, dat by toekomende aanneeminge van 's Lands publicque Wetken , het aandenken van dit treffende voorbeeld aan de Aanneemers tot een affchrik moge ftrekken; — ofte tot een motif, om uit voorzorge tegens eene verweilde betaaling , de aanneemingen niet dan op zeer hooge pryzen te aanvaarden ; waar door dan en het credit , en de Finantien van den Lande { allezints. grootelyks zullen moeten lyden. Het is op alle die gronden , en uit confideratie dat Uw Hoog Mog. by Refolutie van den a Augustus 1786 hebben goedgevonden , het rapport van de Heeren Gecommitteerdens tot onderzoek van het Finantieweezen van de Admiraliteit in Vritsland te ftellen in onze handen nevens die van de perfoneele Commisfie tot revifie van de Quote, ten einde daar van zoodanig gebruik te maaken , als ten nutte van den Lande zouden vermeenen te behooren; dat wy gemeend hebben, nogmaals by deezen op het kragtigite by Uw Hoog Mogende en de Bondgenooten te moeten infteeren, dat het Rapport van beide perfoneele Commisfien, ter Tafel van Uw Hoog Mogende op den a November 1786" uitgebragt , eindelyk eens moge worden gebragt tot conclufie; ofte, in alle gevalle, zoodanige andere vrugtbaare Refolutie genomen en dispofitien gemaakt, als waar door deeze onëer en discredit voor den Lande eenmaal moge komen te eesfeeren , en zoo veele Ingezeetenen uit derzelver kommer gered , en in het bezit van hunnen Eigendom wederom herfteld mogen worden. Heeft 's Lands defenfie te Water, met den gantfehen aankleeve van dien , Hoog Mogende Heeren , tot dus verre het onderwerp van onzen voórdragt uitgemaakt : VII. deel, Q heb*  ■ 24» ZAAKENVAN hebben wy dezelve met die uitgebreidheid afgehandeld, welke het gewigt van de zaak, maar voor al de menigvuldige gebreeken, waar meede dezelve wortel heeft gefchooten , in allen opzigte kwam te vorderen; 't zal ook tyd worden , om eenigermaate te voldoen aan dat gedeelte van Uw Hoog Mogende Refolutie van 4 May 1785, waar by de Defenfie te Lande met al het geene daar toe behoord , aan ons onderzoek en beliberaüe is aanbevolen geworden. Wy zeggen eenigermaate; niet, dat wy dit onderwerp van minder aanbelang hebben gereekend dan het voorige,- ..- niet, dat wy op het zelve, minder dan op het voorige, onzen aandagt zouden hebben gevestigt ; ofte dat wy zouden gelooven, dat de gebreeken, welke zig daar in zouden mogen vertoonen , grooter uitIlel van verbeetering zouden kunnen lyden, dan de zaaken van de Zee: neen voorzeeker! "maar wy hebben het geluk gehad , omtrent de Defenfie te Lande ; (en daar onder reekenen wy , met Uw Hoog Mogen, den , den Staat der Frontieren, Arfenalen , Magazynen, de Militie, met de dispofitie en het beftier over dezelven:) Wy hebben het geluk gehad , omtrent alle die zaaken een beeter geconlerveerde Conllitutie aan te treffen, dan ons omtrent 's Lands Magt ter Zee heeft mogen gebeuren. — In een Regeering, gelyk dte is van deeze Landen , zaamen gefield uit zoo veele deelen: welke alléén daar door een onvermydelyk euvel in zig bevat; maar welke niet re min door zyn eigen gewigt , eene groote vastigheid heeft bekomen : in zoodanige Regeering is het toppunt van volmaaktheid, even min als in andere min gecomplicqueerde Regeerings-vormen bereikbaar; ~ en wanneer men in de Conftitutie zelve genoegzaame middelen van beltier befpeurd, zoo moet men zig niet ophouden met voorlieden van Innovatien, welken in de Huishouding van geftabilieerde Mogendheeden niet, als door het groot belang der zaak , ofte door lioogen nood kunnen worden gejuftificeerd. •— Onder die benaamipg gehoorde het beftier van den Oorlog te Water ; en wy vreezea niet , dat iemand , die het verhandelde ten dien opzigte mer bedaardheid zal  STAAT EN OORLOG. 243 zal hebben overwoogen , ons deeze waarheid zal zoe. ken te betwisten. — Maar de principes omtrent het beftier van den Oorlog te Lande hebben minder gefluctueerd ; even daarom , dat dezelven tot eene veel grooter fimpliciteit van dep beginne af aan zyn gebragt geweest, en het zelve nimmer over zoo veele fchyven heeft geloopen. Het zoude hier ter plaatfe volltrekt overtollig zyn , met Historifche Exempelen en Refolutien van Sraat te willen aantoonen, dat de generaale directie en dispofitie over de zaaken en het volk van Oorlog , door de Conltitutie gedemandeerd zyn aan Zyne Hoogheid en het Collegie van den Raad van Staate ; als zoo veele zaaken , welke aan niemand hier te Lande onbekend kunnen zyn; maar wy zullen ook gaarne bekennen, dat wy vergeefs zouden getragt hebben een vorm van beftier dienaangaande uit te denken , 't welk meerder dan 't tegenswoordige naar de belangens van het Bond* genoötfchap zoude zyn gefchikt, ofte meerder beftaanbaar met den aard eener Confederatie, als die van deeze Gewesten, zoude mogen worden gereekend. — Dan , aangezien de benoodigdheeden van den Staat niet ten allen tyde in evenreedigheid liaan met de vermoogens van de Bondgenooten, maar dezelven veeltyds te boven gaan; zoo zal her ook niet te verwonderen zyn, dat alle de deelen , ondergefchikt aan zoodanige adminiltratie , niet ten allen tyden in een volmaakten toeftand kunnen worden aangetroffen ; en dat een losfer hand aan fommige dier deelen , hoe important ook op haar zeJven, heeft moeten worden gehouden; ter zaake dat men in tyden van eenen langduurigen Vreede veeltyds geneigd is , onderwerpen, waar meede aanzienelyke onkosten zyn gemengd, fchroomelyker by de hand te vatten ; vooral, om dat dezelven in zoodanigen tyd niet van eene zoo dringende noodzaake worden gehouden; en ook fomtyds uit hoofde van het gebrek ofte fchaarsheid aan die middelen zelve , zonder welke geene verbeeteringen kunnen worden aangewend, geene groote zaaken beltierd. Daar door zullen dan onze Confideratien omtrent het geene ons nog overig blyft aan Uw Hoog Mogende Q 2 voor  344 ZAAKEN VAN voor te draagen, zig tot een veel naauweren kring bepaalen , dan met opzigte van de Admiraliteks-zaaken is gefchied; en wy zullen ons kunnen vergenoegen met eene generaale opgaave van de voornaamlte defecten, welken zig door het onvermogen van dit gedeelte van het algemeen beftier, ontftaande uit de aangehaalde oorzaaken hebben moeten vertoonen ; met aanltipping der hulpmiddelen en verbeeteringen, die daar toe in 'c generaal in Confideratie zouden kunnen komen. En tot dat einde zullen wv wederom tot leidraad van onzen voordragt verkiezen de Refolutie van Uw Hoog Mogende van den 4 May 1785 , en wel in de eerlte plaats, voor zoo verre dezelve Ipreekt van „ een onderzoek omtrent den ftaat van 's Lands Frontieren, M-igazynen en Arfenaalen , met de redresfen die daar in , in het generaal zouden behooren te worden gemaakt." Z' odanig luid het Voorfchrift van Uw Hoog Mogende Relblutie ; •— en in die woorden vinden wy al aanftonds een genoegzaamen waarborg, dat van Ons niet heeft kunnen worden gevergd eene fpecificque cpgaave en détail van den daat , waar in iedere en alle de objecten van de Defenfie te Lande ; waar in iedere Stad , Sterkte ofte Fortificrtie zig bevind ; met optel, ling van alle de defecten en byzonderheeden , mitsgaders van de wyze, hoe alle dezelven zouden behooren te worden herlteld . . — dien omflaag agten wy geenzints gefchikt naar den aart der Commbfie, tot dewelke wy door de Bondgenooten zyn benoemd. — Maar wy bezeffen , dat in het byzonder met opzigte tot 's Lands Frontieren , een algemeene beoordeeling alleenlyk van Ons had kunnen worden verwagt; tot aanwyzing van de middelen, om een aan-een gefchaakeld Plan van defenfie te bekomen. Vonden wy, onder de onderwerpen van onze deli. beraden , iets van eenig belang voor het Bondgenoodfchap: iets, waar meede de verzeekerdheid en de onaf. hankelykheid van den Lande , en gevolglyk de individueele Vryheid en burgerlyke exiltentie van ieder Ingezeeten , zyn vermengd en in één gevlogten : zoo is het oiueegenzeggelyk dat, waar van nu de reede is; - maar  STAAT EN OORLOG. 245 snaar ook met opzigte tot geene van dezelven, hebben wy ons minder gevonden in een ftaat van zelfsbehaa. gen ofte vergenoeging, dan met opzigte van het tegenwoordig onderwerp. Immers hebben Wy Ons zeiven niet kunnen verbergen de meenigvtildige zwaarigheeden: en laaten wy het in ééns zeggen , de onmogelykheid en ons onvermo. gen , om dit werk in zyn gantfchen omvang , en ook in alle deszelfs détails , te kunnen inzien , en gevolg, lyk om refolutelyk daar te kunnen (tellen, wat eigentlyk thans liet best defenfief Frontier van den Staat moet worden gereekend te weezen ; •-- waar de algemeene linie van defenfie haaren aanvang moet neemen, en waar ten einde loopen; — en welke beste fchikkin. gen zouden moeten worden geadopteerd , om een zoodanig aan-een-gefchakeld Plan van Defenfie , op gronden van voorzigtigheid te kunnen conllateeren, In dit onderzoek is ons wel allezints gebleeken , Hoog Mogende Heeren , dat de Fronrieren van den Staat verre afzyn van dien toefhnd , dat een Vyand voor dezelven met gerustheid zoude kunnen worden afgewagt ; en dat, om dezelven in dien Itaat te brengen , importante veranderingen en verbeeteringen zullen moeten worden in het werk gefield; maar dat ook die verbeeteringen en veranderingen niet zullen kunnen worden bepaald , voor en aleer veele importante préparatoire Werken zullen moeten voor af zyn gegaan; als is, het doen van de nodige Waterpasfingen en Infpeétien ter plaatfe zelve , tot opneeming van het Terrain ; het formeeren van de vereischte Plans en militaire Kaarten; het al geholpen door zoodanige wel ingerigte Memorien tot opheldering van de groorere of geringere aangeiegendheid van de plaatfen en fituatien, welke in de ketting der Frontieren vallen, als alleenlyk kunnen gtfchikt zyn, om een Commandeerend Generaal , die met de verdeediging van eenig gedeelte van 's Lands Frontieren zal zyn gechargeerd , de keuze van de beste party in opkomende omftandigheden aan de hand te geven ; ofte een Kwartiermeefter Generaal uit onvoorziene geiegendheeden te kunnen redden. — En zoo de kennis van het locaal, in alle Landen , Q 3 voor  246 ZAAKEN VAN voor eene onöntbeerlyke kennis in eenCommandeerend Militair moet worden gehouden , hoe veel niet meer» der in de Landen , die dit Bondgenoodfchap uitmaaken , welke van alle kanten gebroken , met grachten en Rivieren doorfheeden, die kennis van de volftrekfte noodzaakelykheid maaken , om ydere beweeging van een Vyand te kunnen gade Haan , en zyne pogingen verydelen? Die préparatoire werken ééns verrigt zynde , zal men zig dan eerst in ftaat bevinden, em in overweging te kunnen neemen, zoodanige byzondere Plans , welken reeds voor handen mogten zyn ,. ofte de Projecten , die van tyd tot tyd zyn geformeerd ; in hoe verre namelyk dezelve eenige veranderingen zouden moeten ondergaan , om te kunnen dienen tot volmaaking van een aanééngefchakeld Plan van Defenfie, en uit dien hoofde met een militair oog befchouwd worden ; maar ook teffens , in zoo verre zy betrekking kunnen hebben tot andere objecten, welke op het welzyn van den Staat in 'r algemeen, en op de middelen van beftaan van deszelfs Ingezeetenen in 't byzonder, den grootften invloed kunnen hebben, en dienvolgendsde opmerkzaamheid van den Souverain, in de combinatie van alle die objecten, ten hoogden verdienen. Dan die préparatoire werken zyn van een zeergroo-, te uitgebreidheid en ommellag, en tot dezelven is getn geringe tyd toereikende; — maar ook dat werk zelfs, hoe zeer in alle opzigten onüntbeerlyk, zoude in veele opzigren vrugteloos zyn , ten zy teffens worde vastgelteld het voorneemen, dat het dadelyk in order bren? gen van de Frontieren zal kunnen worden aangevangen en voortgezet; — waar van anderfints het onmisbaar gevolg zal moeten zyn , dat de onkosten, aan dezeU ven befteed , voor een groot gedeelte voor den Lande verboren zullen gaan ; en de veranderingen , rie by vei loop van tyd in de fituatie der gronden en Wateren zuilen voorvallen , die Infpectien , Meetiugen en Waterpasfingen, onnut zullen maaken; en men naderhand wederom in dezelfde omftandigheeden zal geiaa» ken , waar in men zig thans door het gebrek aan ac curaate Plans en Memoiïen ten dien opzigte bevind. Maar  STAAT EN OORLOG. 347 Maar wy vertrouwen , dat de Bondgenooten haare eigen zeekerheid en die van den gantfchen Staat niet zullen laaren vaaren, uit confideratie van de kosten , welke voortaan aan de herftelling en de confervatie van 's Lands (terkte zullen moeten worden opgeofferd; confideratien , waar van het gewigt, van den eenen kant zal verminderen , wanneer men in aanfchouw neemt , dat 's Lands Frontieren en Sterktens eenmaal in behoorlyke ordre gebragt zynde, tot derzelver in ilandhouding eene maatige fomme jaarlyks zal voldoende zyn ; terwyl anderfints , by gebrek van bekwaarae Vestingwerken , de Defenfie van den Lande zal moeten worden overgelaaten aan zoodanig talryk Leeger, als de Finantien der Bondgenooten 011 vermoogend zouden zyn, permanentelyk op de been te houden, en 't welk daar en boven, in cas eener ongelukkige Batail» le, niet in ftaat zoude zyn een Vyandelyk Leeger tegen te houden ; — confideratien , welken, aan den anderen kant, op geenerhande wyze, kunnen opweegen tegens het genot, ofte het gemis van 's Lands onaf hankeiykheid, — En zoo deeze overtuiging by de Bondgenooten onverhooptelyk mogte komen te ontbreeken , zoo voelen wy , dat de herhaaling van de zoo meenigvuldige als ernltige reprasfentatien, welke fuccesfivelyk, dog zonder vrugt, door dr.n Raad van Staate fyn gedaan, van geen nut altoos kunnen zyn , en de veiligheid van den Lande dobberende zal moeten worden gelaaten. Zonder fondfen; zonder regulier furnisfement van penningen , zal geen hand. aan het werk kunnen worden geflagen; — dog hoe zeer voor als nog de fomme, welke tot het in (tand brengen van 's Lands Frontieren zal moeten worden bedeed , niet genoegzaam kan worden begroot, zal het in allen gevalle behooren vast te gaan, dat 'er door de aauwyzing van een vrugtbaar Fonds , volkomen' zeekerheid worde gegeeven , omtrent de prompte betaaling van die geenen, door wien de te projecteeren' werken zullen mogen worden aangenoomen. —— Wy behoeven niet te blyven ftaan by de inconvenienten, welken uit het gebrek aan penningen , om de Q 4 ge-  S43 ZAAKENVAN gemaakte engagementen met de Aanneemers te kunnen" voldoen , refulteeren ; en waar van het niet moeyelyk zoude zyn veele frappante exempelen aan te haaien ; mitsgaders de fchaade , oneer en discredit voor den Staat, welke daar van onaffchydelyke gevolgen zyn. —— Die inconvenienten behoeven niet te worden aangedrongen , om in 't oog te doen loopen de noodzaakelykheid , dat daar voor in 't vervolg worde voorzien ; —- en dat , naar maate de veiligheid van den Lande in goede Frontieren en Fortificatiën word gefield , dit Poincl ook alzoo van het grootfte belang mooge worden gereekend. Zoo wy dan een Plan van aan een-gefchakelde Defenfie niet uit het oog verliezen , zoo achten wy het by de bewerkftelling van hetzelve, van geen minder aangeleegendheid , dat aan de executie van de te doene Werken eene vrye en. onbelemmerde loop worden gelaaten, en daar omtrent volkomen zeekerheid worde gegeeven. ——• Wy zyn wel overreed, dat zoodanig Plan waarfchynelyk in alle deszelfs deelen niet zal kunnen uitvallen naar het genoegen, en overeenkomftig de prjecife belangens van alle de Provinciën, Quartiereh, Steden en Perfoonen; maar wy houden het voor een grondreegel van alle welgeftelde Maatfchappye, dat het particulier belang aan de algemeene zeekerheid tnoet worden opgeofferd; zonder dat wy nogtans daar mene zouden willen te kennen geeven , dat de middelen , welke voor 's Lands defenfie moeten worden in het werk gefield, niet zoo veel mogelyk behooren te worden overeengebragt met het belang van die gedeeltens, waar uit het geheele lighaam is te zaamen gefield; en voornaamentlyk , wanneer daar mede zoodanige objecten zyn geconcerneerd, welken een onmiddelyken invloed op het beftaan en den voorfpoed van de Ingezeetenen moeten hebben. - Het is dan om die reden , dat zoodanig Plan van aan-een-gefchakelde Defenfie (hoe zeer het beste mogelyk, wanneer hetzelve maar alleenlyk met een militair oog zoude worden befchouwd) ook nog moet getoetst worden aan de bevreedigin'g van die voorwerpen j terwyl het van den anderen kant zou behooren vast  STAAT EN OORLOG. 249 Vast te ftaan, dat, wanneer na ryp overleg en deliberatie , deeze ofte geene Werken van die importantie zullen weezen gereekend , dat zy voor de algemeene Defmfie ;niet kunnen worden gemist: en dat deeze algemeene'Defenfie langs geenen beeteren of anderen weg kan worden bevorderd; de voorfz. Werken geene verhindering, 't zy in het arrefteeren, ofte in het uitvoeren van dezelven, zullen mogen ontmoeten, en het onderhoud en confervatie van dezelven zonder belemmering worden gehandhaaft met de middelen , welken daar tóe zullen zyn gedestineerd. Wy zullen deeze Memorie niet aanvullen met de meenigvuldige klagten, welken zoo dikwerf zyn te berde gebragt over het misbruik, .welk in 's Lands Fortificatiën, door het bebouwen van Leeger-Plaatfen, het gebruik van 's Lands Gebouwen tot andere eindens , als waar toe zy gedestineerd zyn , het afleiden van Waateren, gefchikt tot het formeeren van Inundatien, als anderzints, op vefcheide plaatfen is gemaakt; ende nootlottige gevolgen , die daar van in tyden van nood, voor de publicque zeekerheid moeten refulteeren; — dog zullen ons vergenoegen , by deezen op het kragtigfte te infleeren , dat by de Bondgenooten éénmaal moge worden beflooten, dat, met ter zyde (telling van «die byzondere belangens , al het geene eenige relatie neeft tot de befcherming van den Lande , als heilig worde aangemerkt , en alle inkruipingen en empieteeringen tegens het geene daar toe zal moeten meede werken , met kragt en effecta worde geweerd en te keer gegaan. Wy hoopen dat deeze confideratien, volgens het gewigt van de zaak , by de refpective Bondgenoten zullen worden gepondereerd ; en dac zy zig overtuigd zullen houden , dat geen wetk van dat aanbalang en uitgebreidheid met vrugt en hoop van fucces kan worden by de hand genoomen, zonder dat teffens conlteere van het opregt voorneemen , om daar toe onderling en eendragtelyk meede te werken, en de particuliere belangens te dóen wyken voor de algemeenen; met een verder voorneemen, om , wanneer daar uit op fommige plaatfen gemis van voordèelen, of zelfs weezendtyQ 5 ke  25© ZAAKEN VAN ke fchaadens en verliezen zouden moeten proflueeren, zig zulks, ten gevallen van de gemeene zaak , bereidwillig te getrooften; en onderling te concerteeren, welke andere voordeden , tot vergoeding van die fchaadens, aan den alzoo lydenden Bondgenoot zouden kunnen worden aangebooden en afgedaan. Wy meenen over dit onderwerp genoeg gezegd te hebben , Hoog Mogende Heeren! om te betoogen, dat de aart van onze beezigheeden en werkzaamheid niet heeft kunnen gedoogen, dat alle die préparatoire Werken eerst zouden zyn overlegt en geperfecteerd: ten einde wy daar na opzettelyk zouden toetreeden tot het formeeren van een Plan , welke de generaale defenfie van den Lande in zig zoude bevatten; al het welkeen zeer geruimen tyd zoude vereisfchen: dog waar van Uw Hoog Mog. ligt zullen penetreeren, dat de uitlLg niet gevoeglyk zou kunnen worden afgewagt ; — en hoe zeer het in den eerden opllag zoude mogen toefehynen, dat zeedert onze eerfte byeenkomst, ten minden daar mede een aanvang zoude hebben kunnen worden gemaakt; zoo vleyen wyOns, dat Uw Hoog Mogende het ons ten goede zullen gelieven te houden, zoo wy die tyden niet gefchikt hebben geoordeeld tot de executie van zoodanig werk, als het welk met politicque en Provinciale belangens zoo zeer was gecombineerd; — terwyl wy van een anderen kant, door ere* Heeren, welken uit den Raad van Staaten in onze Vergadering gecompareerd hebben , geinformeerd wierden , dat de voorfz. Raad zig omtrent verfcheide zaaken, dit fubjecT: concerneerende , niet onleedig hield: voor zoo verre naamelyk de omdandigheeden van tyden en van zaaken, en de voorraad van penningen,zuikfcheenen te mogen toelaaten ; en daar mede in dier voegen zoude vooitgaan. Maar zulks heeft dan ook van Onzen kant te weege gebragt , dat de uiterfte omzigtigheid in de behandeling van deeze materie heeft moeten worden gebeezigd; aangezien dat onderzoek, waar van Uw Hoog Mogende te meermaalen gemelde Refolutie fpreekt, en dieredresfen , naar onze gedagten, niet pertinentelyk zullen kunnen worden opgegeeven ,. zonder dat alvoorens alle  STAAT EN OORLOG. 251 die praeparatoire Werken dadelyk zullen zyn volbragt; als waar op dezelve redresfen gegrond moeten worden, en waar van zy een gevolg moeten zyn; en waar door dan ook alleenlyk kan worden geconltateerd, hoe» daanig die redresfen zouden behooren te worden aangewend, In een onderwerp van dit aanbelang, en waar by alles op prscife en bepaalde denkbeelden aankomt, zoude het dan eenigzints onbeftaanbaar zyn met de reegelen van voorzigtigheid en van goed beltier , zoo wy ('t geen anderzints niet zeer bezwaarlyk te doen zoude zyn) aan Uw Hoog Mogende en de Bondgenooten een Tafereel zouden aanbieden van den teegenswoordigen roeltand van 's Lands Fortificatiën en Frontieren , mitsgaders van de Plans en Propofitien, welken, tot verbetering van deeze of geene gedeeltens van dezelven, van tyd tot tyd zyn gedaan, en by den Raad van Staate voorhanden zyn. —— Uit zoodanige befchryving zoude allezints aan Uw Hoog Mogendeconlteeren , dat geen tyd behoord verzuimd te worden , om de hand," éénmaal in het groot, aan het werk te (laan; — om de meenigvuldige gebreeken te beeteren; om de misbruiken en indragten , {trekkende tot verydeling der defenfie , uit den weg te ruimen, en voor het vervolg met effeete te weeren; — in een woorf, om te bant te roepen die overheerlyke middelen, welke de natuur met eene zoo milde hand , in de meelte Diftricten van deeze Landen, tot derzelver verdeedb ging , zóó duidelyk heeft aangeweezen. —— Maar die befchryving zoude , buiten de algemeene waarheeden welken wy zoo even hebben aangeftipt, hier ter plaatfe , naar onze gedagten , niet alleen aan het oogmerk van Uw Hoog Mogende Refolutie niet voldoen ; aangezien de te proponeeren verbeeteringen alleenlyk als onvervankelyk zouden moeten worden opgegeeven, en die opgaaven zelve, hoe zeer berustende op de denkbeelden van des kundigen , den toets van een gecombineerde beöordeeling , zoo met opzigte van het militaire , als van het politicque , nog niet heeft doorgeftaan : in allen gevalle niet precielélyk kunnen opgegeeven worden, als weezendlyk overeenftemmende met een ■  252 ZAAKENVAN een Plan van aan-een-gefchakelde defenfie, en dus met alle de deelen van een geheel , het welk nog niet is geformeerd , en op welkers formatie niet genoeg kan worden aangedrongen; maar die befchry ving zou dan ook als overtollig kunnen worden befchouwd en daar en boven, in zeekere opzigten, tot nadeel*van den Lande kunnen (trekken. Immers vleyen wy ons, dat Uw Hoog Mogeude eene gepaste bekommering in ons zullen billyken , zoo wy in confideratie neemende den algemeenen loop van deliberatien in deeze Landen : waar door zaaken van Staat, over zoo meenigvuldige fchyven moetende loopen , aan eene zeekere publiciteit fchier niet onttrokken kunnen worden ; zoo wy , zeggen we , temeend hebben een détail van den toeltand van 's Lands'Fortificatiën , van de defecten en zwakke plaatfen daar in geleegen, in eene aan-een-fchakeling, waar in dezelven vergeefsch elders zouden worden gezogt, aan Uw Hoog Mogende en de Bondgenooten te deezer plaatfe te moeten onthouden; ten einde daar door eene gemeen-maaking voor te komen, waar van tot nadeel van den Lande te eeniger tyd gebruik zoude kunnen worden gemaakt, en waar door deeze onze pogingen zelve een gantsch verkeerde en verderflyke uitwerking zouden moeten bekomen. — Wy hebben te minder daar in gehaefiteerd, uit het bezef, dat wy onze werkzaamheid niet hebben kunnen uitbreiden tot eene bezigtiging van het locaal zelve , met al zoodanige hulpmiddelen , als daar toe nodig zouden zyn geweest; als waar door wy dan alleenlyk in ftaat zouden zyn gebragt geworden , om ons oordeel in deezen met waare kennis van zaaken te leiden , en voorflaagen, op eene beredeneerde ondervinding (leunende , te kunnen doen; en dat Wy ons vervolgens in de noodzaake moeften vinden , om, met het maaken eener verzaameltng van de Propofitien uit de meenigvuldige Memorien, Alvifen en Berigten , welken zeederd jaaren herwaards, zóó door den Directeur-Generaal du Moulin , als door deszelfs Prasdecesfeurs in dat vak aan Zyne Hoogheid en den Raad van Staate zyn gefuppediteerd: in den grond niet veel anders te kunnen doen , dan kunne en niet onze, ofte  STAAT EN OORLOG. 253 ofte mogelyk ook wel niet de beste denkbeelden te kunnen voordraaien; en dus , in een zeker ander opzigt, gedaan werk te doen ; nademaal alle die Plans , Projecten en voorflaagen tot verbeetering , in den boe. zem van den Raad van Staate zyn berustende , en ten allen tyde kunnen worden geraadpleegd ofte gebeezigd; en welke noodzaakelyk een grooteren trap van waardy zullen ontfangen, wanneer eenmaal een zaamenhangend Plan ten dien opzigte zal weezen geformeerd; als waar door dezelve wiskundig aan de waare belangens van den Lande zullen kunnen worden getoetst. Wy vertrouwen dan, dat ons niet als ten besten zal worden geduid, zoo wy dit gedeelte van 't voorfchrift ' van Uw Hoog Mogende Refolutie tot een zoo veel korteren kring hebben beperkt, en zoo wy ons vergenoegen met de bovenltaande algemeene confideratien; terwyl vvy teffens op het fterkfte blyven aandringen op de noodzaakelykheid om alle de voorfchreeve préparatoire werken, vereischt tot het beraamen van een algemeen Plan van verdeediging , hoe eerder zoo beeter, te beginnen, en dezelven met bekragtigende Refolutien te doen agtervolgen. Hier meede zouden wy tot een befluit op deeze materie kunnen komen : dog alvoorens daar meede een einde te maaken , zullen wy, in voldoening aan Uw Hoog Mogende Refolutie van 4 May 1785 , met opzigte tot den ftaat der Magazynen en Arfenaalen, welke zoo zeei met den Staat der Frontieren is geconnecteerd, nog dit weinige hier by voegen: Dat in Ons onderzoek dien aangaande wel is gebleeken, dat in verfcheide Arfenaalen en Magazynen eenige nodige fuppletie van voorraad zoude worden gerequireerd ; dan waar omtrent wy teffens geïnformeerd zyn, dat de Raad van Staate, zóó met het doen gieten van metaal gefchut, als met het inkoopen van een voorraa* yzer gefchut, als anderzints, by aanhoudendheid zig beezig is houdende, en voomeemeng is daar meede voort te gaan , voor zoo verre de penningen, daar toe benoodigt, zullen kunnen (trekken. — Terwyl wy nogthans daar omtrent van begrip zyn, dat het niet noodzaakelyk kan worden geoordeeld, om ia »y-  274 ZAAKEN VAN tyden van Vreede alle de Magazynen en Arfenaalen van den Staat zoodanig voorzien te houden, als in tyden van Oorlog zoude moeten behooren ; aangezien het transport naar verfcheide Plaatfen, in cas van Vreedebreuk, niet zóó gemakkelyk kan worden afgefneeden • dat ook de aanvallen niet op alle Plaatfen te gelyk worden gedaan, en de nood niet overal even groot is: en dat daar toe daar en boven Stapel-Magazynen zyn geichikt, waar van daan het transport, naar de Plaatfen daar het nodig is, by tyds kan worden gedaan. —— Des onaangezien , zoude het behooren vast te ftaan dat alle zoodanige Plaatfen en Sterktens, uitmaakende het uiterfle Frontier van den Staat, in alle tyden,even eens als in tyden van Oorlog, van al het nodige zouden behooren voorzien te zyn en te blyven ; als welken aan den eerden aanval blootgefteld zynde, ook behooren te worden in ftaat gehouden , om den eerften aanval, ten minden voor een tyd, te kunnen afweeren, en de voortgangen van een Vyand teegen te houden ; nademaal de meenigvuldige beezigheeden en benoodigdheeden, die zig van alle kanten by het uitbreeken van een Oorlog opdoen , dikwerf mogen veroor. "zaaken , dat het vereischt-wordende gefchut niet by tyds derwaards zoude kunnen worden vervoerd , en hetzelve, ter plaatfe daar het behoord,, met de nodige fpoed tot de eindens van dienst en van defenfie geplaatst; —— alle zaaken, welke men anderzints op het uitterfte moet laaten aankomen. Hoe weinig nu ook over dit onderwerp is gezegd, Hoog Mogende Heeren , zoo zyn wy nogthans in het algemeen, in dit onderzoek,in de overtuiging geraakt, hoe dat , van den eenen kant, de natuur deeze Landen, rykelyk met uitmuntende resfourcts tót verdcediging heeft begaafd; maar dat teffens, van den anderen kant, niet kan ontkend worden 't geen wy in*den beginne van den ftaat der Frontieren hebben aangeroerd, naamelyk, dat zy niet in dien ftaat zyn, dateen Vyand gerustelyk voor dezelven zoude kunnen worden afgewagt; — en dat nog veeie-zaaken zullen moeten worden ondernomen, en veele kosten befteed, voor en al eer  STAAT EN OORLOG. 2*5 eer men zig die gerustheid zal hebben bezorgd. Wy moeten het herhaalen ; — hadden wy oorbaar geoordeeld ; had men van ons kunnen verwagten, 't geen alleenlyk eene zeer gecompliqneerde werkzaamheid van Lieden van de kunst in ftaat is, daar te ftellen : te weeten , een détail van al het geene tot volmaaking van deeze ofte geene werken zoude worden vereischt: daar toe zoude een volumineus Boekdeel niet toereikende zyn geweest, ei1 wy zouden teffens het wit hebben voorbygeloopen ; aangezien die détails en onderdeden ingerigt zullen moeten worden naar de Plans , welke tot bepaaling van de algemeene defenfie zullen moeten worden gemaakt: — buiten en behal* ven , dat wy van gedagten zyn , en waar meede wy onzen voordragt in deezen zullen befluiten , dat dit gantfche werk zoude behooren te worden te rug gebragt daar, alwaar de Conftitutie der Regeeringe hetzelve oorfpronkelyk heeft geplaatst; en dat dienvolgends Zyne Hoogheid en de Raad van Staate, door Uw Hoog Mogende zouden behooren te worden verzogt , om, het zy door het benoemen van eene Commisfie van eenige weinige Leeden uit den Raad van Staate, ten einde met atfumtie van den Direéteur-Generaal en van eenige kundige Officieren , en aldus door de zaamen. yoeginge van politicque, vesting-bouwkundige, en militaire kundigheeden: 't zy op zoodanige andete wyze, als meest gefchikt zal geoordeeld worden, te onderzoeken, waar, en op wat wyze, de Linie van Defenfie zal behooren te worden gefixeerd, en welke Plaatfen of Diftridlen , met een genoegzaame aan-een-fchaa* keling , zonder al te groote nadeelen aan de Scheep, vaart, den Landbouw, of aan eenige andere middelen van beftaan van de Ingezeetenen, toe te brengen, met eene waarfchynelyke nuttigheid, die de daar toe te befteeden* kosten zou kunnen opweegen, zouden kunnen of behoofen verfterkt te worden; — waar door dan al aanfionds een provifioneel ruuwe begrooting van kosten zal kunnen worden opgemaakt; en de voor- en nadeelen , aan zommige Steeden of Diftriclen toe te brengen , beeter in het oog loopen ; het al ten eiBde vervolgens daar door, tot een generaal en aan^en-ge- fcha-  256 ZAAKEN VAN fchakeld Plan van defenfie te geraaken; —. en dat de Bondgenooten teffens, op grond van het groot belang van de zaak , door Uw Hoog Mogende , en door Hoogstgedagte Zyne Hoogheid, op het kragtigfte zouden behooren te worden geëxhorteerd, om in de Petitiën , welke noodzaakelyk tot vinding der penningen, voor het volmaaken van zoodanig Plan, zullen moeren worden geformeerd, zoo fpoedig en vrugt baar te confentee ren , als de confervatie van den Lande , met al wat _ daar in dierbaar is, hoogstnoodzaakelyk komt te vereisfchen. —— En dat, aangezien zoodanig Plan in zyn geheele uitgeftrektheid , niet te gelyk, en op eenmaal zal kunnen worden uitgevoerd, daar by vervolgens allezints in het oog zou behooren te worden .gehouden, dat het begin gemaakt worde met die Plaatfen , welke het uitterfte Frontier van den Staat uttmaaken, en zoo fuccesfiveiyk tot het binnen Frontier overgegaan; ten einde eenen Vyand , die het geluk zoude mogen hebben gehad, het buiteufte Frontier te bemag. ligen , het terrein nog van voet tot voet zoude kunnen worden betwist. Maar , indien het onteegenzeggelyk waar is; indien de ondervinding van alle tyden heeft geleerd , dat de zeekerfte hoop cp de 01 afhankelykheid van een Staat; dat deszelts zeekerfte magt en fterkte ge¬ grond zyn op eigene middelen; —— dat de Vetbintenisfen en Alliantien met grootere Mogendheeden dan eerst een zeeker gewigt bekomen : dan eerst waarlyk voor verbintenisfen , waar van vrugten mogen worden verwagt , kunnen worden gehouden : wanneer een Staat ; ■ en laaten wy het op ons zeiven toepasfen, -— wanneer deezen Staat zig in het vermogen field en behoud, om van zyn kant aan de aangevaarde Verbintenisfen te kunnen voldoen: zoo vloeid daar uit de heilige verpligting voor alle de Bondgenooten , om ook alle de meest gefchiktfte middelen in het werk te ftellen , ten einde het geheele Bondgenootfchap moge blyven geconferveerd by de onwaardeerbaarfte panden van Vryheid, aanzien en onafhankelykheid; en deszelfs trouwe en vermoogen, ter naarkoming van Trachaten t nimmer moge worden in twyffel getrokken. Fron>  STAAT en OoIlöG. 553 Frontieren, Sterktens en Vestingwerken, zyn op haar keiven niets als doode Lighaameh; en zonder een wel ingerigt en gedisciplineerd Leeger , zouden dezelven veel eerder tot fterktens vóór een Vyand, en gevolglyk tot onzen eigen ondergang moeten dienen. — Daar zal dan om aan de eindens van zelfs-confervatie te voldoen , eene zeekere evenreedigheid moeten plaats hebben tusfchen de uitgeltrektheid der Frontieren, het getal van de ftetke Plaatfen en Vestingen , en het getril Troupes , waar meede dezelve moeten worden bezet , niet alléén; maar nog daar en boven zoodanig aanzienlyk Corps d'Arméé moeten overfchieten, eensdeels, tot handhaaving van de publicque rust en het Souverain gezag iii de refptctive Provintien , en anderdeels , om te Velde te kunnen trekken ; en dus in de combinatie van wel-ingerigte , en wei-bezette Fortificatiën, het eenigfte en kragtigfte middel uitmaaken, om den Vreede , is het mogelyk te bewaaren; ofte anderzints den O irlog met een goeden uitflag te voeren, en deszelfs heillooze rampen van den bodem van de Republiek af te houden ofte te verwyderen. Wanneer men alle die objecten , ju derzelver verband, in aanfchouw neemt, zoo zyn wy voor ons zeiven, met Zyne Hoogheid en veele kundige Generaals, genoeg van gevoelen, Hoog Mogende Heeren, dat het Leeger van den Staat op niet minder dan op j0000 weerbaare Mannen zoude behooren te worden gebragt, en in Vreeden-tyden gehouden ; om teegens den eeró ften aanfloot al aanfionds beitand te kunnen zyn. —. Dan , neemen vvy teffens in aanfchouw het v'oorfchrift Van Uw Hoog Mogende Refolutie van den 4 May 1785, om, naamentlyk, het werk der generaale defenfie van de Republiek , te fchikken naar het ftnantieel vermogen van het Bondgenootfchap in het algemeen ; en van ieder der Bondgenooten in het byzonder : zoo vinden wy ons, naar de kennis welke wy dien aangaande hebben verkreegen , niet genoegzaam gejuftificeerd öfte geauthorifeerd , om voor het tegenswoordige tot dien voet van Armée te kunnen advifeeren : maar I/y durven ons niet te min m het vertrouwen (teller., at , moeten de ferieule exhortatien van Uw Hoog Mu- VU. DEEL. x R oetf-  258 Z A A KEN VAN gende en van Zyne Hoogheid, geene ydele woorden blyven: dat, zal de aangeleegenheid van de zaak; zal het behoud van de toekomende on&fhankelykheid van den Lande, eenigzints op het hart van verftandige en belangelooze Regenten , in de onderfcheiden Gewesten , weegen ; dat dan ook geene meerdere drangreedenen zullen van nooden zyn , om hun onöphoudelyk aan te zetten tot verbeetering van den ftaat hunner finantien ; ten einde zig ook daar door in ftaat te ftellen , om te eeniger tyd , en hoe eerder zoo beeter, zoodanige magt te Lande , beftendig op de been te kunnen houden; en aan deezen Staat, op grond van zyn eigen vêerkragt, alzoo den rang, welke hem onder de Mogendheeden toekomt, te verzekeren ; waar van anderzints de waardye zal worden ontkend, en 'c gevoel volkomen te niete moeten lopen. Wy agten Ons nogthans gelukkig , dat wy met opzigt van dat gedeelte van Uw Hoog Mog. te meermaalen aangehaalde Refolutie , waar by een onderzoek over den ftaat en de redresfen van 's Lands Magt te Luide , onder anderen, aan onze deliberatien is gedemandeerd;en waar door Ons genoeg'zaame aanleiding zoude zyn gegeeven geweest, om de llerkte, inrigting en voet van betaaling van de Armée te fixeeren; Ons voor het grootfte gedeelte gedispenfeerd mogen houden; aangezien , van den eenen kant , de Plans, door Zyne Hoogheid dienaangaande ter Tafel van Uw Hoog Mog. voorgellaagen, thans een onderwerp zyn geworden van de deliberatien der Bondgenooten; —— en wy , van den anderen kant van gevoelen zyn , dat niemand beeter dan Zyne Hoogheid en de Raad van Staate , volgens de gronden van Regeering , in ftaat en bevoegd is , om de behandeling van die zaak op zig te neemen, weshalven wy vertrouwen mogen, dat Uw Hoog Mog. het Ons ten beste zullen gelieven te houden, zoo wy dezelve daar laaten; en ons vergenoegen met eenige weinige details, welken wy daar by niet hebben aangetroffen , en die wy meenen tot verbetering van de Armée in het generaal, onaf hankelyk van eenig ander Plan, te kunnen conuibueeren. Zoo-  staat en OOrVlöG. 2J9 Zoodanig hebben Wy de verbeetering, aan het Corps Pontonniers te geeven, aangemerkt. De Compagnie Pontiers bedaat tegenswoordig uit ï Kapitein betaald wordende in het jaai i tegens . « . • ƒ 48c o o 1 Luitenant - - - • 4?c cl o 3 Corporaals ieder a ƒ 182 - - 54 f 0 o 20 gemeene Pondgasten ieder a ƒ 130 - 2600 0 o 35 Hoofden , ter fomma van . -ƒ410600 itaande nog bovendien de Kapitein op den Staat van Oorlog met ƒ 60-0-0 ter lopende maand, dus ia maan, den - . - 720 o o dus in 't geheel - ƒ 4^20 0 o Hun dienst bepaald zig thans tot het geenen van een Detachement van een Corporaal en vier Pondgasten te Grave, tot het waarneemen van 's Lands Veer aldaar, en het overzetten van de Wagten van en na het Kroonwerk. — ook zyn wel eens twee Pondgasten naar Maaftricht gezonden, om de Wagten op de beide Eilanden , zoo boven als beneeden de Maas, over te zet. ten ; ——. het overige van de Compagnie word gereekend Guarnifoen te houden binnen Dordrecht , alwaar zy gebruikt worden tot bediening van de Werf en 't Magazyn , gefchikt tot bewaring van de Goederen en de Equipage van de Pontons en Bruggens. Maar men zal gereedelyk toeliemmen , dat het getal van 25 Hoofden, by de minde opkomende necesfiteit, in een Land, 't welk van alle kanten met Wateren is doorfneeden j niet toerykende is ; en dat aangezien bekwaame Subjecten niet op yder ohenblik, wanneer mert ze ontbeerd , zyn te bekomen, de Compagnie in een gantsch anderen daat zou behooren te worden gebragt; en tot dat einde neemen wy de vryheid üw Hoog Mog. de navolgende voet en inrigting in confideratie te geven. r 2 » Sterk'  afjo ZAAKEN VAN Sterkte der Compagnie Pontonniers. ter 32 dage. in het Jaar 1 Kapitein _ - - /jo ~c\o '■ftfo'T'l 1 Kapit. Luitenant. • - 50 c o «t0 6 4 1 Luitenant. - . 50 c o 57c 6 4 2 Sergeanten, yder a - ƒ25 00 50 00 5 70 64 3 Corporaals, yder a • 17 o o 51 o o 581 14 6 1 Smit . . .. I4|IO 0 l6 ? g j Bhkflager I4 l0 c 165 7 8 4 1 immerheden,ydera 14 io o 58 o o 661 10 o 1 Tambour ,3 ,0 c M2 u 9 1 Solhciteur . . ... ... .. J2 I0 0 ,.2 „ 9 44 gemeene Pondgasten, vder a - • 12 10 o 550 o o 6273I 8 12 60 Hoofden . . y9,3 ™ "0 fa^2\~6 "4 en daar omtrent te doen opmerken : dat in aanmerking van het getal handen, alleen vereischt tot de bewerking en bediening van eene eenvoudige Brug, 't zy van Scheepen ofte van Pontons, 44 Koppen, waaruit de Compagnie zoude beftaan , niet te hoog fchynt genomen. Dat de vermeerdering van een Officier, tot onderwyzing van de Onder-Officieren en Gemeenen, ook niet als nodeloos kan worden geconfidereerd; •dat de vermeerdering van twee Onder-Officieren, met onderfcheid van rang en Soldye , contribueeren moet tot opwekking van eene behoorlyke naar-yver en applicatie. — Dat de byvoeging van den Smit, Bhkflager en 4 Timmerlieden volftrekt noodzaakelyk is, om; ten eenen, in cas van nood , aanfionds Lieden by.de hand te hebben, kundig in zoodanige handwerken; en ten anderen , om in Vreedenstyd te kunnen repareeren en onderhouden al het geene tot Equipage behoord, en ook het nieuw vervaardigen van zoodanige andere zaaken, welken anderzints, by aanbefteedinge ofte daggelden , by andere Lieden , met meerder kosten voor het Land moeten worden gemaakt. — Dat een Tamboer daar by gevoegd is, om dat, wanneer de Ponton- uiers  STAAT EN OORLOG. *6i niers in haar werk verfpreid zyn, het commando door de ftem alléén niet kan worden gehoord, en dat, zoo lang de wyze van betaaling van de Armée op den tegenswoordigen voet zal verbly ven, ook op het voorbeeld van alle andere Compagnien, één Man voor den Solliciteur zoude worden goedgedaan , om den Kapi. rein in de onkosten , op het ontvangen en overmaaken der penningen vallende,;te gemoet te komen. Die Compagnie zoude vervolgens een ander Guarnifoen dan de Stad Dordrecht , kunnen worden aange. weezen; en aldaar alleenlyk het nodig getal Manfchap. pen gelaaten' tot bediening van de Werf &c , en van 's Lands Veeren, op eenige andere plaatfen. —- En wy begrypen, dat , tot een vaste Guarnifoens-plaats, Breda niet ongefchikt zoude voorkomen , wanneer a> daar ,• of in den omtrek," een kleine Equipage van eeni. ge Pontons met haar toebehooren voor handen was ; aangezien de Rivieren de Marck en de Dintel, op verfcheide plaatfen , goede geleegendheeden aan de hand geeven , om zoo wel by (lil als by onftuimig weeder, by hooge ofte by laage Wateren , de Pondgasten in den dienst van het Corps te exerceeren , en zelfs nu en dan een foort van Campement van Inftructie te doen houden ; terwyl , voor zoo veel betreft het leggen van Scheepsbruggen , waar toe zig de nodige zaaken te Dordrecht bevinden , de Pontonniers zig om een zeeker getal van jaaren , derwaards zouden kunnen begeeven, om zig ook in dat gedeelte van hun dienst bekwaam te maaken. De vermeerdering van kosten, vereischt tot het brengen van de Compagnie Pontonniers in den ftaat, welke zoó even is befchreeven, zoude vervolgens naar ■onze gedagten , op den Staat van Oorlog 'behooren gebragt te worden ofte daar voor in eens uitgetrokken worden de voorfz. fomme van / 10413-16-4 in het jaar. — ii f!3i|Mwf9g g-iéb'f 'tti'-.'b'nv %on i;j ,'tt2jia'-v.JJ KladuS^ Hier zouden wy geleegendheid hebben ,■ ondet de details tot verbeetering van de Armée , op te noemen de verbeetering van het Corps Artilleristen ; — dan, Wy kunnen Ons dien aangaande refereeren tot ons proR 3 vi-  — ■ 25a ZAAKEN VAN vifioneel Rapport en Plans ter Tafel van Uw Hoog Mog. op die fubject op den 13 April 1787 bereids ,uitgebragt, en hier nevens Copielyk over gelegd fub Littra B, en wy moeten als nog infteeren, dat de Bond» genouten eenmaal oyertuigd , .dat den dienst van het Land. vorderd , dat niet langer' worde gedraald met de verbeetering van een Corps, bet welk in het defenlief Sylthema van de Republiek zulk een importante rol fpeeld, eindelyk mogen worden geperfuadeerd, om het voorfz. Rapport en overgelegde Plans , hoe eerder zoo beeter, ter conclufie te brengen. Onder de generaale. verbeteringen voor de Armée hebben wy gemeend aan Uw Hoog Mog. te mogen voordragen 'een point , het welk naar onze gedagten een onmisbaareu invloed op de geitel jheid, diensten vaardigheid van de Troupes van den Staat zal moeten hebben, en-dezelven, by opkomenden nood, tot een dadelyk employ bekwaam maken. . . Wy bedoelen hier mede , het doen campeeren van een gedeelté van het Leeger 's jaarlyks, of om het andere jaar ,- voor een korten tyd; zóó, dat om een zeker getal van jaaren , alle de Regimenten in dienst van den Staa't luccesfivelyk zouden mogen hebben gecampeerd , eti zig daar door ook tot den dienst te Velde beeter in ftaat gefield; waar door zy dan niet alleen ten allen tyde van al het daar toe nodige zullen voorzien zyn en blyven , maar ook teffens gereed gehouden , om by een opkomenden Oorlog, in Campagne te kunnen trekken; zonder dat men wederom genoodzaakt zy, alles op het uiterfte te laatenrsankomen , en zig gevolgelyk -buiten ftaat bevinde , om by den aanvang van een Oorlog, door het vertoonen van eenige énergie, aan de Wapenen van den Staat eenige de rainfte achting te kunnen bezorgen , olie ook eenig vertrouwen aan den Militair in te boezemen. -—— Van welke heiilooze gevolgen het voorbeeld der jongfte tyden tot getuigenisfe z*l kunnen ftrekken , en nog versch in yders geheugen legd. , .. . Pot dat einde zoude.op den Staat van Oorlog ee,rt toereikende fumme voor yder jaar behoren te worden uitgetrokken, en Zyne Hoogueut als iupueiti Generaal van  STAAT EN OORLOG. 263 van de Unie , verzogt, om dezelve telken jaare tot het voorfchreeve objeft te willen employeeren, zóó en in maniere , a's Hoogstdezelve , zoo met opzigte tot de keuze der Tröupes, tyd, ofte plaatze, met den dienst van den Lande , en het nut en verbeetering van de Armée, meest overeenkomftig zoude mogen oordee. En aangezien in de refpedtive Provinciën , uifgenoomen in die van Zeeland, geene fchikkingen voothanden zyn , om aan de Militie een behoorlyke bewaarplaats voor Tenten, Karren, Wagens, en 't geen verder tot campeeren en te Velde trekken nodig is , te bezorgen ; en daar van allefints het gevolg is, dat de Veld-Equipagies , of worden verwaarloosd , of de bewaaring van dezelven, tot groot bezwaar voor de Militie moet uitvallen; en dat dus in allen gevalle de dienst van 't Land daar door moet komen te lyden ; zoo kan het niet als ten uiterften noodzaakelyk worden aangemerkt , dat daar in dan ook worde voorzien. Wy zouden dienvolgens van gevoelen zyn , Hoog Mog. Heeren , dat Zyne Hoogheid en den Raad van Staate door Uw Hoog Mog. zouden behooren te worden verzogt , om zoodanige fchikkingen daar omtrent te beraamen , als Hoogstdezelve Zyne Hoogheid en den Raad met den meesten dienst van den Lande , meest overeenkomftig zouden mogen oordeelen. In ons onderzoek omtrent de verdere Pointen , welke op de verbeetering van de Armée in 't generaal en van den Soldaat in 't byzonder van invloed kunnen zyn , is ons de verwisfeling en de permanentie der Guarnizoenen van dien aard voorgekomen, dat wy gemeend hebben, aan Uw Hoog Mog. verflag te mogen doen van de reedenen, welke voor en tegen de perma» nentie der Guarnifoenen kunnen worden bygebragt. Zommigen van beiden dezelven zyn ons van dat gewigt toegefcheenen, dat wy in een zaak, waar byzoo veel huishoudelyke détails van den Soldaat met de generaale belangens van de Armée zyn geconnecteerd , , R 4 en  £«54 ZAAKEN VAN en welke daarom door Militairen alléén behooren t« worden b'ö>rdeeld, geaarzeld hebben tot een belluit te koomen; en verkoozen hebben de voor- en nadeelen alléénlyk en zonder party te kiezen , te indigiteeren; ten einde , met opzigte tot de changementen der Guarnizoenen , het een met het ander mogelyk zoude kunnen worden gecompenfeerd; zóó en in maniere als Zyne Hoogheid, als Kapitein Generaal, naar Hoogstdeszelf's meerdere kennis van al het geene ten deezen In confideratie kan koomen, voor het grootfte oirbaar van den Lande, en van de Militie van den Staat,zoude meenen te behooren, Vooriif zyn wy in 't generaal van begrip, dat argu. menten . gehaald uit het gebruik, plaats hebbende by andere Mogendheeden, van weinig gewigt moeten worden gehouden, en dat het in dat opzigt waar is, dat exempelen wel gefchikt zyn, om een zaak op te helderen , maar geen grond van bewys altoos opleeyeren; — en is 'er eene Kegeeringsform, minder vatbaar voor navolging van het Uitheemfche, zoo geloovcn wy, dat het die is van deeze Landen; alwaar de vreemde inftellingen, welke in het afgetrokkene voor de verftandigfte mogen worden aangezien , dan eerst hier te Lande voor aannemelyk kunnen worden gehouden , wanneer zy met de voornaamfte belangens van de ©nderfcheiden deelen van het Bondgenoodfehap kunneu Worden overeengebragt. Het js dan uit dat oogpunt dat de argumenten iu deezen moeren worden belchouwd, of men loopt gevaar, dat zy alle kragt van toepasfing zullen verhezen; en het is met dat inzigt, dat wy de verfchillende gei voelens in deezen zullen optellen. De ongelykheid der Guarnizoenen hier te Landevooral in Zeeland en in Vlaanderen, leeverd een der gewigtiglte bedenkingen op, tegen de volftrekte permanentie der Guarnizoenen. ——- Dan deeze bedenkingen zouden veel van haar gewigt verliezen, hy aldien di Armée ofte de Nationaale Regimenten, en meerfpepaal de Regimenten, welke in Zeeland en Staats-Vlaau. deren leggen, duor Ingezeetenen dier Kwartieren konden worden gerecruteerd, 't welk geenzints het geval is;  STAAT EN OORLOG. 265 is; éénsdeels, aangezien de Ingezetenen van Zeeland, meerder geneigdheid voor den Zee- , dan voor den Landdienst doorgaans betoonen ; en weinig Recruten uit Staats-Vlaanderen, en voiltrekt geene uit 0)(tenryks-Vlaanderen , kunnen worden getrokken , zederd de Keizer geen vreemde Soldaaten op zyn Territoir wil admitteeren ; zóó, dat, anderdeels, de aldaar liggende Regimenten met Buitenlanders en meest Duitfchers moetende worden aangevuld, de ondervinding evidentelyk heeft geleerd, welke moeite het telkens kost, om dezelven aan te werven, wanneer het bekend is, dat zy naar die min-gezonde Lngtdreeken zyn gedestineerd; zwaarigheid, welke zoude vermeerderen, indien zvden gantfchen tyd van hunnen dienst zouden moeten doorbrengen , in plaatfen , alwaar ieder jaar omtrent een zesde gedeelte van ieder Regiment moet worden ver» nieuwd; ter zaake dat de aankoomende Lieden zig niet daadelyk aan de Lugt kunnen gewennen, en waar van zig de nadeelige invloed fomtyds eerst, op het tweede , en ook wel op het derde Jaar, op het heevigfte doed gevoelen, —— waar door het dan ook niet te bepaalen valt, of de ziektens, door toeleg van eenig meerder douceur, zouden zyn te verminderen, vermits daar in wel eenige compenfatie van genot zoude zyn geleegen , maar de uitwerkzelen van den Dampkring daar door niet geheel kunnen worden weggenomen. Zoo ook worden de Plaatfen en Forten", alwaar geen geheel Bataillon te zaamen kan worden geleegerd, niet gefchikt geoordeeld , om bedendig dezelfde Militie by zig te behouden ; maar veel eerder, dat dezelve niet langer dan een of ten hoogden twee jaaren zoude behooren te blyven leggen; vermits, wanneer de Regimenten met kleine Detachementen langer uit elkander verfpreid leggen, zulks kwaade gevolgen voor de goede ordre en voor de betragting van égaliteit naar zig ileept; het welk, wederom moeyelyk te, herdellen valt wanneer die Corpfen naderhand geheel in een of ander Guarnizoen terug zullen koomen. ——. Buiten en behalven, dat het in veele Guarnizoenen binnen de Provinciën bezwaarlyk is, aan Regimenten, welken aldaar lange verblyven , eene goede discipline en fubordinaR 5 tie  «66 ZAAKEN VAN tie te doen obferveerên , en daar door dan dagelyks verfihnmeren ; vooral wanneer de Manfchappen, waar uit de Regimenten beftaan, grootendeels geboortig zyn van de Plaatfen, alwaar zy in Guarnifoen leggen, en een al te grooten ommegang met den Burger de denkbeelden van Krygstugt by hun verzwakt; al het welke niet als door verandering van Guarnifoen kan worden verholpen. Dat dan daar door; (door ééne al te naauwe verbinding en zaamenleeving met den Burger) de Militaire geest, welke in de befchaapenheid van de R^geeringe van deeze Landen, zoo wel te veel kan verflauwen als te flerk getrokken worden, gevaar loopt van eeniglints uitgedooft te worden ; 't welk zoo veel te meer te vreezen zoude zyn, aangezien het aangaan van Huwelyken in permanente Guarnifoenen moeyelyker aan den Soldaat zal zyn te weigeren; waar door dan de Armée met een aantal Vrouwen en Kinderen zal worden belaaden; voor dewelke geen middelen van beftaan, wanneer het Leeger te Velde trekt, kunnen worden uitgevonden, en waar voor in allen gevalle in de meeste Provintien geene , of maar zeer gebrekkige voorzieningen voor handen zyn. Men voegd hier by , dat zelfs in tyden van bellendigen Vreede, byzondere omltandigheeden zig kunnen voordoen, dat het eene Regiment meer voor deeze, en het ander voor een andere plaats gefchikter zoude kunnen weezen; en dat ook daar en boven het eene Regiment meei der voordeelen aan zyn Guarnifoen komt toe te brengen dan het andere , uit hoofde van het verfchil der betaalinge , en gevolgelylc van de verteering : gelyk zulks van de Regimenten Zwitzers tot de Nationalen plaats heeft ; voordeelen , welke door de beltendigheid der Guarnifoenen aan dezelfde plaats verknogt blyven , en daar door aan andere plaatfen een grond tot klagte geeven , wanneer zy daar van verItooken moeten blyven ; terwyl ook, aan een anderen kant , het eene Guarnifoen voordeeliger voor den Soldaat uitvalt dan het ander , waar door dan dezelfde voordeelen' niet by ieder egaalyk kunnen worden genooten. En  STAAT EN OORLOG. 2*57 En laatftelyk word onder de reedenen tegens de permanentie der Guarnifoenen geallegeerd eene confidera. tie van een politicquen aart, welke wy mede onder de voorgaaude zullen optellen, om de zaak op zyne eigen waarde , en in zyn geheel, te laaten berusten. —■—• Dat, naamentlyk , de permanentie der Guarnifoenen éénmaal voor het Leeger van den Staat vast gefield zynde , daar door in de gevallen , dat de nabuurige Mogendheeden eenige buitengevvoone beweegingen onder derzelver Troupes , ofte Krygstoebereidfelen zouden in het werk Hellen, de voorzigtigheid zoude vorderen, dar de meest geëxponeerde Frontieren met meerder Troupes zouden behooren te worden voorzien ; waar door dan , uit hoofde der ongewoonheid van het changement , argwaan by die Mogendheeden, welken zouden vermeenen daar by belang te hebben, verwekt zou worden, en de Republiek vervolgens in eenige ongeleegendheid kunnen geraaken. Wy verzoeken, Hoog Mogende Heeren, dat de reedenen, welke wy nu, als voor de permanentie, of ten minlte voor eene zeekere permanentie van Guarnifoenen militeerende , zullen aanhaalen , niet mogen worden gehouden als ter needergelteld , om de voorgaande te wederleggen ; 't zal niets zyn als eene vergelyking, waar van wy de gevolgtrekking aan een ander overlaaten Met opzigt tot de ongelykheid van de Guarnifoenen,_ veroorzaaut door de ongezondheid der Zeeuwfche of Vlaamfche Lugtllreeken, meend men, dat, al eens gefield zynde, dat de Soldaat zig op den duur aan een ongezond Climaat niet zoude kunnen gewennen, het dan nog in allen gevalle praeferabel is, dat eenige weinige Regimenten daar aan onderheevig zouden blyven , dan wel dat alle de andere by beurten hetzelfde ongelukkig k t zouden moeten ondergaan ; en het geheele Leeger daar door fuccesfivelyk zoodanig zou ontzénuwd worden , dat de gevolgen van dien voor lange zig moeten doen gevoelen. — terwyl men zig , van een ander kant zou mogen vleien, dat de Soldaat, zoo wel als de Burger, door de ondervinding geleerd van 't geene hem heilzaam of fchadelyk is , zig langzaaI mer-  268 ZAAKEN VAN meihand aan een Ch'maat zal kunnen gewennen , waar van de nadeelige invloed, door het gebruik der noodi. ge voorzorgen, grootelyks zal worden verminderd: en waar toe een toeleg van meerder Soldye, de betrampagnie Musquettiers bekoomen hebben, fommi. ge de gerequireerde opgaave omtrent beide Compagnien gedaan hebben, zoo als ook met de intentie overeenkomftig was, en dus het douceur na proportie van die beide Compagnien is gecalculeerd, — dog dat 'er eenige weinige Kapiteinen alleen de opgaave van fchaadens en extraordinaire onkosten hebben gedaan van den dag af, dat zy de Grenadier Compagnie hadden bekoomen, en niet het geen zy by de Musquettiers Compagnie hadden verlooren: men vervolgens, om geene nadere opgaave te requireeren , geöordeelt heeft , aan dezelve Kapiteins , boven het douceur , gecalculeerd over den tyd dat zy de Grenadier Compagnie hadden bezeeten , nog toe te leggen eene fom van honderd guldens , en ze dus in een Clasfe hooger te brengen dan zy anderzints zouden geweest zyn. > Dat men wel in bedenking heeft genomen,of, in 't oog gehouden zynde, dat het but der toe .re leggene gratificatiën, daar in bedaat, om de Kapiteinen in daat te dellen , die Compagnien by welke zy de verliezen geleeden en onkosten gehad hebben , in goeden daat te brengen: of, zegt men, zoodanige Kapiteinen, welke die Compagnien niet meer bezitten , maar een andere Compagnie hebben bekoomen , de douceurs zoo wel als de vergoeding der bovengemelde pretenfien wel zouden behooren te genieten ? en in het tegendeel , of zy niet zoudeu behooren gelyk  *8* ZAAKEN VAN lyk gefield te worden met die geenen, welke door de dood of demisfie , de Compagnie niet * meer bezitten, en daar mede uit deeze deliberatie uitvallen? — dan dat men daar tegens heeft geconfidereerd, dat derzelver verplaatfing in andere Regimenten en daar door veroorzaakte verandering van Compagnien moet gehouden worden voor een blyk van het genoegen, welk men in derzelver dienst heeft gehad; en dat het dus een zeekere hardigheid in zig zoude bevatten , wanneer men de zoodanigen uit de gemelde vergoeding en douceur zoude willen uitfluiten; — reedenen, waarom men vervolgens, een zeekere middelweg, inflaande, gemeend heeft, dezelven te kunnen brengen in een Clasfe laager, als zy zonder zoodanig changement zouden zyn gefield geweest. Wy hebben nodig geöordeelt, Hoog Mogende Heeren ! in dit eenigzints wydloopig détail te treeden; — aan den eenen kant, om aan Uw Hoog Mog. en aan de Bondgenooten, zoo veel mogelyk , te ontwikkelen de voornaamfte gronden , welke men in de behandeling van dit épineufe werk heeft gevolgd : en om, aan den anderen kant, van nu af aan te zorgen voor de executie van deeze deliberatie ; dat is, om van nu af aan voor te koomen alle baefitatie by die geenen, welke deeze materie, in het laatite resfort, zullen moeten by de hand neemen; aangezien de vergelyking van eenige der opgaaven , waar over de hsefitatie zoude kunnen vallen , met deeze ofte geenen der flrak aangetoone gronden , eene genoegzaame oplosfing van de zwaarigheid zal kunnen verfchaffen; — en om voor te koomen, dat in eéns alle verdenking van partialiteit, door eene faciele aanwyzing van den waaren ftaat der zaaken , zouden kunnen worden uit den weg geruimd. Op alle de bovengemelde gronden is het , dat het Extract; , waar van hier boven bereids is gefprooken, is vermeerderd met deeze geprojecteerde douceurs ofte gratificatiën, verdeelt in de zeven boven vermelde Klasfen: —- deeze douceurs of gratificatiën heeft men aldaar  STAAT EN OORLOG. »gS daar geaddeert by de fommen , welken uit hoofde van het geen hier boven is befchreeven, aan de Kapiteinen zouden behooren te worden goedgedaan , en welke aldaar met de naam van geaccordeerde praiteniien zyn beftempelt :■ — zulks heeft uitgebragt eene fomme, van dewelke men heeft afgetrokken, zoodanige douceurs ofte gratificatiën als de Kapiteinen reeds te vooren , van de een of andere Provincie ontvangen hebben; en het overfchot daar van, uitbrengende de fomme die weezentlyk aan ieder Kapitein zou moeten worden uitgereikt, heeft men, in het voorfz. Extract., op eene daar naast ftaande Colom genoteerd; —— uitbrengende alles te zamen, voor de 35 zoo Nationaale, Duitfche als Waalfche Regimenten Infanterie van den Staat, de fomme van ƒ 307844-14-6 waar in zou moeten worden voorzien. — Dan waar omtrent nog ftaat re noteeren , dat dezelve nog zal kunnen worden verminderd met zoodanige vacatuuren, als 'er van Compagnien nog zullen mogen ontdaan; als welken, volgens de hier voren gelegde gronden, als dan nog zouden uitvallen; —. in maniere , dat de prajeife fom niet wel zal zyn te bepaalen , vóór dat de zaak ter conclufie gebragt zynde , als dan eerst prascifelyk zal kunnen worden .opgemaakt , welke Kapiteinen uit het meergemelde Extract ofte Staat , nog zouden moeten geligt worden. Daar meede tot eene genoegzaame klaarheid gebragt hebbende al het geen, 't welk op dit ftuk de Regimenten Infanterie kan concerneeren, gaan wy over tot de Regimenten Cavallery en Dragonders. Wy hebben dienaangaande, uit de opgaaven aan Zy. ne Hoogheid gedaan , geleegenheid gehad op te merken, dat de fchulden der Compagnien van de Cavallery en Dragonders eenigzints geproportioneerd zyn aan de meerdere of mindere voordeeligheid der Guarnifoenen , walir in zy een geruimen tyd hebben geleegen; - maar vooral geproportioneerd aan het meerder of minder employ , 't geen van dezelven , geduurende het meergemelde tyd-vak, is gemaakt geweest, 't zy dan dat zulks veroorzaakt is door verandering van Guarnifoen ,  335 ZAAKEN VAN foen, ofte door te hebben gecampeerd, ofte gecantonneerd » Blyft men nu een oogenblik by dit refultaat ftaan , zoo zal men ras befpeuren , dat de kosten en fchaadens, daar door veroorzaakt, veela1 hebben moeten komen tot lasten van den Ruiter of Dragonder ; en dat daar aan, mitsgaders aan het gemis der Wyden en aan de duurte der Fourage , ook veel al moet toegefchreeven worden, dat de fchulden van dezelven zoo hoog by bunnen Ritmeefter ofte Kapitein zyn geloopen; —. bedraagende die van de Cavallery de fomme van - - - I /iyl87B|(c| * en die van de Dragonders - | u86o6| 4| 5 beiden op den 24 Maart 1788. Confidereerd men daar by, dat de zaak niet even eens gefchaapen ftaat by de Cavallery en Dragonders, met opzigte van defertie en fterfte , als by de Infantery: ■ aangezien by de laatstgemelde, byzonder uit hoofde der fiegtere en mindere Guarnifoenen, dan wel doorgaans by de Cavallery en Dragonders , ook meer defertie en fterfte, dan by deeze laatften, plaats heeft; en dat daar van het gevolg is, dat een Ritmeefter, of Kapitein van de Dragonders, niet zoo veel verliezen op geftqrven en gedeferteerde Manfchappen komt te tyden , als een Kapitein van de Infantery: Confidereerd men al verders , dat een Kapitein van de Infantery , die, hoe zeer zyne Compagnies-fchulden niet groot zyn , egter veel kan verlooren hebben door het geen de geltorven en gedeferteerde Manfchappen aan hem fchuldig zyn gebleeven , en 't wélk als dan van het Boek word afgefchreeven; meer gediend is met den toeleg van eenig douceur, dan wel met de betaaling van zyn aclueele Cdmpagnies-fchulden, en dat daar tegen de Ritmeefter, of Kapitein van de Dragonders', beeter zal geholpen zyn door de goed-doening zyner Compagnies fchulden: zoo hebben wy, uit confiJeratie van dat alles , gemeend , dat het hoofdoogmerk van deeze deliberatie , namelyk , het weeder in üaat brengen van de Compagnien , best zoude bevorderd worden door de betaaling der Compagnies fchulden  STAAT EN OORLOG. 287 den Van van dit gedeelte der Armée ; en het is dan ook tot dat middel dat wy ons zullen bepaalen. Maar , daar wy Uw Hoog Mogende kunnen doen remarqueeren , dat zig eenige defecten in de gedaane opgaaven hebben vertoond, waar uit ons voorgekomen is, dat niet in allen opzigte prjecifelyk aan de requifitie van Zyne Hoogheid is voldaan; en daar het te wagten is, dat de daat van deeze fchulden waarfchynelyk nog veele verandering zal ondergaan: voor en al eer de volkomene afdoening aan dit werk zal kunnen worden gegeeven; dat by fommigen de fchulden zullen zyn vermeerderd , by anderen verminderd , als waar toe fterfte , defertie , en andere omftandigheeden van meer- of min- voordeelige Guarnifoensplaatfen, aanleiding zullen hebben mogen gegeeven ; zoo zouden wy dienaangaande aan Uw Hoog Mogende voordraagen, of het aan Uw Hoog Mogende niet het gefchiktst , en met den aard der zaake meest overeenkomftigst zoude voorkomen, dat de betaaling der Compagnies-fchulr den van de Cavallery en van de Dragonders zig rigtede naar het montant der fchulden , zoo als die zullen zyn, wanneer de Bondgenooten tot deezen voet van gratificatie ofte te gemoet-koming zullen hebben gerefolveerd? En indien deeze voorfiag ingang zoude mogen vinden , zoo zoude daar uit dan moeten volgen , dat als dan _ nadere opgaave van de Ritmeefters, en van de Kapiteinen der Dragonders, zoude behooren te worden gercquireerd, dan alzoo uit zoodanige nadere op¬ gaave uiterlyk zoude kunnen fchynen , dat de Compagnies-fchulden zouden zyn verminderd; terwyl dat effectivelyk die vermindering ten nadeele van den Ritmeefter of Kapitein zoude uitkomen, als veroorzaakt zynde, door dien van de Compagnies-fchulden zyn afgefchreeven die fchulden , welke nagelaaten zyn door Dooden, Deferteurs &c., hoedaanig verlies geen plaats zou hebben gehad, indien de fchulden conform de eerfte opgaave waren voldaan geworden: zoo zoude, naar onze gedagten, aan die Ritmeefters der Cavallery , en Kapiteinen der Dragonders , welke , by het doen van de voorfz. nadere opgaave , proprietairs der Compagnien  288 ZAAKENVAN gnien zullen zyn, nog behooren te worden goedgedaan de fchulden , welke na dato van de door hun ingediende Lysten , zyn nagelaaten door Dooden , Deferteurs , Gepasporteerdens , Gegageerdens , met Briefjes van ontflag weggezondenen , en Geëxecuteerdens by Vonnisfen; mitsgaders ook aan hun voldaan , het geen verlooren zouden mogen hebben op de Paarden , door Deferteurs medegenoomen , het geen nogthans geen object van groote importantie zal kunnen uitleeveren; en dat tot dat einde de voorfz. Ritmeefters en Kapiteinen de voorfz. alzoo nader te doene opgaave , met al het bovenltaande zouden moeten aroplieeren. Hier by zou nogthans in aanmerking kunnen komen, of, wanneer men de Ritmeefters en Kapiteinen nog meerder te gemoet zou willen komen in de fchadens, welken zy voor haar particulier hebben geleeden: men aan dezelven , voor zoo verre zy de Compagnien nog actueel bezitten , even als omtrent de Kapiteinen van de Infantery hier boven is geproponeerd, zoude betaa. len de fchulden, die zyn nagelaaten door Dooden , Deferteurs enz. , zeedert i January 1781 , of zoo veel laater als zy de Compagnie bekomen hebben; als meede het geen verlooren is op de Paarden door Deferteurs medegenoomen , gelyk ook de fchulden der gereduceerde Manfchappen , en 't geen op derzelver monteering is verlooren , overeenkomftig de opgaave daar van aan Zyne Hoogheid gedaan; al het welke niet zoude nalaaten nog al een object van importantie uit te leeveren, als bedraagende voor de Cavallery - • | ƒ"78613}121 ia en voor de Dragonders - - | 7520b! 14I o dan waar tegens niet zonder grond fchynt te kunnen worden gereflecteerd, dat het al eene vry aanmerkely» ke verbeetering van den toeltand der Ritmeefters van de Cavallery, en Kapiteinen van de Dragonders zal uitleeveren, wanneer de Compagnien van Schulden gezuiverd zynde , zy daar door ontlast zullen zyn van het uitfchot en interest der penningen, en ook minder gevaar loopen dat den Ruiter of Dragonder, diep in fchulden geraakt zynde, de lust tot defertie bekruipe. - Wes-  STAAT EN OORLOG. Weshaïven de zaak dan ook wel zoude kunnen worden gelaaten by de betaaling der fchulden , in voegen zulks hier boven is gemeld. Om dan nu ook op dit Stuk tot een befluit te komen, Zoo zyn wy van gedagten, Hoog Mogende Herren , dat uit confideratie van al het geene op deeze materie is geprjemirteerd ; maar voor al uit confideratie van de noodzaakelykheid , om de refpecldve Ritmeefters en Kapiteinen van de Regimenten Cavallery, Dragonders , en Nationaale Duitfche en Waalfche Infanterie , in ftaat te ftellen, om derzelver Compagnien in beeter ftaat te brengen en te houden , en daar door een weezendlyk nut en verbeetering van de Armée te weege te brengen; de Bondgenooten door Uw Hoog Mogende zouden behooren te worden verzogt, om , op de gronden welken hier boven zyn gededuceerd ^ vrugthaare Refolutien in den haaren te willen neemen, ten einde deeze geprojecteerde toeleg van gratificatie , douceur , ofte dedomagement * tot dadelyke executie zoude mogen worden gebragt. — En dat, uit aanmerking van den fteeds fluftueerenden toeftand deezer zaake , waar door een lang uitftel de proprietairs der Compagnien van eene eenigzints billyke verwagting geheel zoude berooven; en ook, om uit dien hoofde, in de befchaapenheid van de tegenswoordige tyden , het beklag van de Armée te voorkomen: de voorfz. Bondgenooten inftantelyk zoudeu behooren te worden geëxhorteerd, om immers, zoo fpoedig mogelyk, derzelver Refolutien dien aangaande ter Vergadering van Uw Hoog Mog. te willen inbrengen. Dat voorts, zoo dra het confent van de hooge Bondgenooten in voegen voorfz., en overeenkomftig het heilzaam oogmerk deezer zaake, zoude mogen weezen ingekomen : de Raad van Staate dadelyk door Uw Hoog Mog; zoude kunnen worden verzogt, om van de fom" men, welken ten voorfz. einde zullen moeten worden gefpendeerd, eene behoorlyke Petitie te formeeren , en dezelve Petitie te vergrooten met al zoodanige fommen, welke door de Heeren Staaten van de refpeétive Provinciën van i-January 1781 tot ultimo Maart 1788, als een douceur ofte gratificatie aan de Ritmeefters der VII. DEEL. T . Ca*-  2Qo ZAAKENVAN Cavallery en aan de Kapiteinen der Dragonders, enr van de Nationaale , Duitfche en Waalfche Infantery van hunne repartitie , voor derzelver Compagnien zyn uitgereikt geworden ; het al ten einde de Bondgenooten als dan nader zouden kunnen worden verzogt, om hunne Provintiale Quote m de voorzeide Petitie , in welke de alzoo uitgereikte douceurs zouden zyn begreepen, en hun dienvolgens in derzelver Qiiotens refpeétiveryk zouden worden toegekend en gevalideerd, met reëel fournisfement van penningen te agtervolgen. En dat laatftelyk, om den Raad van Staaten in ftaat te Hellen , de begrooting van de Petitie prascifelyk te komen formeeren , en aan de alzoo te neemene R:folutie de bedoelde executie te geeven: Zyne Hoogheid, als Kapitein-Generaal, door Uw Hoog Mogende als dan zoude behooren te worden verzogt, om de comrnandeerende Officiers van de Regimenten Cavallery en Dragonders te willen aanfchryven, ten einde aan Hoogst» dezelve een pracife opgaave worde gedaan van de Compagnies-Schulden van iedere Compagnie , zoo als dezelven zig als dan zouden mogen bevinden ; met byvoeging van alle zoodanige fchulden, welke, va het doen der opgaave, gedaan ingevolgen Zyne Hoogheids aanfchryving van ia July 1788 , zouden zyn nagelaaten door Dooden, Deferteurs, Gepasporteerdens , Gegageerdens, met briefjes van ontllag weggezondenen , en gtëxecuteerdens by Vonnisfen ; mitsgaders met opgaave van het geene de Ritmeeileren en Kapiteinen van de voorfz. Regimenten zouden hebben verlooren op de Paarden, door deferteurs meede genomen. ——• met verzoek aan Hoogstgedagte Zyne Hoogheid , om de voorfz. opgaaven, ingekomen zynde, te willen zenden aan den Raad van Staate ; ten einde daar uit, mitsgaders uit de fömmen , genoteerd op het Extract: waar van hier boven is gefprooken , (met uitlaating nogthans van- zoodanige Kapiteinen van de Infanterie , welken in voorfz. manieren uit deeze deliberatie en computatie zouden zyn uitgevallen;; en laatftelyk met additie^ van de douceurs, door de Provinciën verltrektj waar van zoo even gewag is gemaakt, en zoo als dezelve tot dat einde aan den Raad van Staate door de ; re-  STAAT EN OORLOG 291 refpeclive Provinciën zullen zyn opgegeeven, het ware montant van de Petitie zoude kunnen worden geformeerd. Maar indien wy als een byzonder voorregt, 'c welk de Bondgenooten by deeze Commisfie op ons hebben gebrast , hebben aangezien, dat wy niet alleen geleegendheid zouden hebben, redresfen voor te (laan j ten aanzien van de gebreeken , welken zig in deezen ofte geenen tak van de adminiffratie zouden mogen hebben opgedaan; maar dat wy ook teffens zouden mogen aanwyzen de gebrekkelykheeden van de Conftitutie zelve, in deezen ofte geenen opzigte, aan wat oorzaak die gebrekkelykheeden ook baaren oorfpronk zouden mogen hebben te danken: zoo hebben wy gemeend dat voorregt met kragt te moeten doen geiden, met betrekking tot de wyze van betaaling van de Troupes van dit Bondgenootfchap. ■■■ ■ ■ Zal dan éénige zaak uit een algemeen oogpunt moeten worden befchouwd, zoo zal ons niemand betwisten, dat het deeze is; — en hebben de Bondgenooten recht ietwes van hunne meedeBondgenooten te vorderen , zoo is het onteegenzeggelyk, dat de Militie , als onderworpen aan een en denZélfden Souverain, ook over al dezelfde betaalinge moge genieten; en dat geen byzonder gezag ofte fuperioriteit over dezelve by eenig Lid van het Bondgenootfchap moge worden aangemaatigd; enkel daarom , dat de betaalingen direftelyk uit de Provintiaale Kasfen worden gedaan. Het zal niet nodig zyn hier ter plaatze te deduceeren, hoe, in de altereerde tyden van de Republiek, de Provinciën jaarlyks een zeekere fomme tot duur van den Oorlog pleegen te confenteeren; waar uit de Landraad , en zoo vervolgens de Raad van Staate, het nodig Krygsvolk konde onderhouden ; —— hoe dat, na het vertrek van den Grave van Léicester, welke meerder Militie, dan waartoe de Confenten konden toerei- . ken, hadde aangenomen , en ten gevolge daar van de Guarnifoenen onbetaald had moeten laaten: waar door veele foules , exaélien en ongereegeldheeden door het Volk van Oorlog in de Provintien wierden gepleegd ; T 2 de  _9_ ZAAKENVAN de Provintien tot weering van die inconvenienten, goedvonden , de betaalingen der Militie te doen verdeden over hunne refpective Qaotes; zoo nogihan3 , dat de Soldyen en Tra&ementen, by hun aan het Krygsvolk hunner verdeeling, ofte Repartitie betaald, verantwoord wierden in de reekening van den Ontfanger-Generaal der Vereenigde Nederlanden, even als of zy direclelyk door hem waren betaald ; tot dat eindelyk de Provinciën zóó traag wierden in het liquideeren, dat de Ontvanger-Generaal niet langer met reekenen daar naar konde wagten , en de Soldyen vervolgens door de Provinciën zelve directelyk in haare liquidatien aan de Generaliteits Reekenkamer wierden verantwoord; zonder dat uit hoofde der repartitie, volgends de oorfpronkelyke gefteldheid van de Republiek, en den waren zin der Unie, de Bondgenooten zig over de Militie , ter hunner betaaling Haan de , eenig meerder of ander recht konden aanmaatigen , als voor zoo verre Provinciaale zaaken daar meede mogten gemêleerd weezen , als daar meede een gereeder middel aan de hand hebbende, om zig, door het ophouden der be. taaling, te doen gehoorzaamen; wel-verftaande alleenlyk in de gevallen , dat de alzoo gerepartitieerde Militie in de Provincie hunner betaaling was leggende. Het zal ook niet nodig zyn te recapituleeren de onderfcheidene fustenuën, welke zeederd dat de betaaling op den tegenswoordigen voet is gebragt, door zommige Provinciën in diverfe tyden en omltandigheeden , omtrent het gezag over de Militie, op hunne repartitie {taande , zyn gehouden en gemaintineerd , 't zy dat dezelve in hun eigen, ofte in andere Provintien , was geleegen — de optelling van alle die zaaken zoude een overtuigend bewys opleeveren, dat ééne afwyking van de origineele en eigendommelyke gronden van de Unie, eene andere onmiddelyk naar zig fleept, en veri'cheide arbitraire handelwyzen ten gevolge moet hebben , waar by het nut van 't algemeen uit het oog word verlooren : het zal genoeg zyn de zaak te befchouwen in haare tegensvvoordige gedaante, met opzigte tot de nadeelen, welke uit de inegaale betaaling, die de Provinciën zig, onder de benaaming van magere jaa-  STAAT EN OORLOG. 293 jaaren , kortingen op de Soldye-Ordonnantiën , Leges ofte Jura der Secretarien, Ampt , en recognitie-gelden, 50 en aoofte penningen , agterftallige betaalingen enz. veröorloven ; waar door dan te weege word gebragt , dat de Militie van het zelfde Bondgenootfchap op een zeer inegaalen voet word behandeld; en dat by ieder gedeelte van dien een nieuw belang word gebooren ten aanzien van de Provincie, waar op hunne betaaling is gerepartitieerd, in teegenoverftelling van het algemeen belang , waar van de rampzaalige exempelen en gevolgen niet verre te zoeken zouden zyn. Daar dan niemand ons zal betwisten , dat deeze repartitie nooit anders is geweest als eene bloote verdeeling van de betaaling der Militie over de refpeétive Provinciën: —- dat dezelve alléén gefchikt is, op dat de Militie beeter zou worden betaald , en de ongereegeldheeden van het Krygsvolk , ten tyde van Leicester door nor.-betaaling veroorzaakt, voor het vervolg zouden kunnen worden voorgekomen; ■ daar deeze betaaling langen tyd is aangemerkt als door de Generaliteit zelve gedaan; ■ ■■ ■— daar deeze betaaling nog gefchied, in mindering van ieders aandeel in de algemeene lasten van de Unie; —— en daar nu de fources van die ongereegeldheeden niet meer exteeren , en niet lig— telyk , in den tegenswoordigen toeftand van zaaken , plaats zouden kunnen hebben ; zoo behoord 'er by de Bondgenooten ook geene reeden overig te blyven , om aan malkander alle ftoffe tot de zoo gegronde klagten over het ongelyk, welk zy zig aandoen in het draagen van Lasten , waar toe zy met eenpaarige fchouderen zyn gehouden , te beneemen ; en uit dien hoofde bidden wy Uw Hoog Mogende, onzen voordragt in deezen op het kragtiglte te willen fecondeeren by de Bondgenooten ; ren einde , naamelyk , voortaan de penningen , tot ftuur van den Oorlog te Lande vereischt , door dezelven volgens het aandeel, waar toe ieder zig zal hebben verbonden , mogen worden gefurneerd in het Comptoir van de Generaliteit; en de Raad van Staate verzogt de nodige fchikkingen te beraamen, waar door de betaalingen aan de Militie op de gemakkelykfte wyze, en regulierlyk zouden kunnen worden geT 3 daan.-»»  &94 ZAAKEN VAN daan. —« Met verder verzoek aan de H;eren Sfaa ten-van de refpective Provinciën , om by het arrellee» ren van deezen oorfpronkelyken voet van betaal ing , teffens te willen afzien van de Refolutie , genomen op de groote Zaaïe op den 16 Juny 1651, voor zoo verre daar in word gefproken van den Eed , door de Mi« litie , aan de Heeren Sraaren van iedere Provintie , in de betrekking van Betaals-Heeren, te prafteeren. Daar door zal dan worden weggenomen een vrugtbaare bron van misnoegen by de Militie zelve ; gebillykt door de ongelyke betaaling en de onderfcheide kortingen , waar meede hunne Traélementen bezwaard zyn ; en ook weezen weggenomen de onregtmaatigheid, om Troupes van het geheele Bondgenootfchap, en welke op eene eenpaarige behandeling aanfpraak mogen maken , op zoodanigen ongelyken voet te tradteeren, als tot hier toe heeft plaats gehad. Daar door zullen voortaan alle cavillatien omtrent het recht der Betaals-Heeren worden uit den weg geruimt: geene disfentien uit dien hoofde onder de Bondgenooten meerder worden ondervonden ; en dus , ook in deezen opzigte, de heilige band van de Unie flerker dan voorheenen worden aangehaald; en 't welk , meer dan ooit, het hoofdoogmerk van alle 's Lands deliberatien voortaan zal behooren te zyn. Het is dan ook met dat inzigt, dat wy de aandagt van Uw Hoog Mogende niet zeer lang zullen behoeven beezig te houden met wydloopige confideratien omtrent „ de nadere voorzieningen , welken met betrekking tot de dispofitie en het beftier over 's Lands Militie te Lande, vooral in tyden van Oorlog , door het benoemen van eenige Leeden en Ministers der Regeering, om den Kapitein-Generaal te kunnen adfifteeren, zouden kunnen en behooren te worden gedaan;" als uitmaakende een der pointen van Uw Hoog Mogende Refolutie van den 4 May 1785; —— Wy zouden daar omtrent in de eerfte plaats ons kunnen refereeren tot het geen wy hier boven , by de afhandeling van de zaaken van de Zee , op dit zelfde point , de vryheid naamen aan Uw Hoog Mogende voor-  STAAT EN OORLOG. sp; voortedraagen ; naamentlyk , dat wy ons niet kunnen voordellen , dat Uw Hoog Mogende meening zoude kunnen geweest zyn, om dien voet, of een nieuwen voet van beftier, door liet benoemen en toevoegen van eenige Leeden van Regeering aan den Kapitein-Generaal, d priorl te willen bepaalen; en dat dan ook onze deliberatien naar dat denkbeeld zouden behooren inge- rigt te zyn. Maar wy hebben alle reeden , om ons in het tegendeel gerust te ftellen, dat daar meede niets anders is beoogd dan een onderzoek , of ook eenige verandering in het generaal beftier van den Oorlog te Lande, in tyden van Vreede , zou behooren te worden gemaakt; en of, in tyden van Oorlog , het toevoegen van Leeden van Regeering aan den Heere 'Kapitein-Generaal , niet als een gefchikt middel van facielder en beeter directie in de dispofitie omtrent de Krygs-zaaken, zou kunnen worden geconfidereerd. Indien dan onze denkbeelden niet op dit , maar op het vorenltaande denkbeeld moeiten gefchoeid worden, zoo zouden we een zeer berispelyk werk moeten aanvaarden ; aangezien wy genoodzaakt zouden zyn af te gaan van alle de principes , welken wy tot dus verre hebben vastgehouden ; namelyk het behoud van de ConItitutie , voor zoo verre öe inrigting en de uitoeflening van dien met de waare grondbeginzelen van de Unie , en met het waaragtig belang van de gemeene zaak kan worden overeengebragt. Eu in die betrekking is de inltelüng van het Collegie van den Raad van Staate , hebbende Zyne Hoogheid aan het Hoofd , ons allezints zoo overéénftemmende met die belangens voorgekoomen, dat wy zeer verre afzyn daar in eenige verandering te willen proponeeren; maar veel eer van gevoelen zyn, dat het zelve Collegie by de Magt , door de Bondgenooten aan hem geconfereerd , behoord gehandhaaft te worden; en dat dan ook, in dit opzigt, het ordinaris beleid en directie over het Volk van Oorloge , mhsgaders de andere zaaken , den gemeenen Staat , de Defenfie , de Confervatie en de Unie van deeze Landen aangaande , aan den Raad van Sraate , neevens Zyne Hoogheid, ongekrenkt behooren te worden overgelaaten. T 4 Ea  iq6 ZAAKENVAN En met relatie tot het voorllaan van nadere voorzieningen, tot ariliftentie van den Heere Kapitein-Generaal , in tyden van Oorlog , door het benoemen van Leden van Regeering, Gedeputeerdens te Velde, ofte anderzints, gelyk zulks in voorige tyden, (wy laaten daar met welk fijcces voor de Krygs-operatien in Campagne , welke niet beeter fcbynen te kunnen worden beleid, als door één Hoofd, in die zaaken bedreeven) veelmaalen is geprsctifeerd : daar omtrent zyn wy zoo zeer geperfuadeerd, dat voorzieningen van dien aart niet wel vooraf kunnen worden beraamd , en alleenlyk bepaald kunnen worden door de omftandigheeden van tyden en zaaken , waar in men zig in de gevallen bevind ; dat wy gemeend hebben, dat Uw Hoog Mog. of de Bondgenooten weinig zouden gediend zyn met de uitdenking en befchryving van eenige imaginaire vormen van bellier ofte voorzieningen , welken zig vvaarfchynelyk nimmer op toekomende omftandigheeden zouden laaten toepasfen. Weshalven wy van gevoelen zyn, dat de toekomende zorge van dien mede behoord te worden overgelaaten aan die geenen , die ook met dit gedeelte van de generaale Regeeringe , in der tyd , zullen weezen gechargeerd. —— En wy zouden dit gedeelte van onze confideratien, omtrent de generaale defenfie te Lande, hier mede kunnen fluiten; was het niet, dat Uw Hoog Mog. by Hoogstderzelvér te meermaalen vermelde Refolutie van den 4 May 1785, hadden goedgevonden, dat wy ook ,, in het byzonder onderzoek zouden doen , met opzigte tot de voorzieninge aangaande het Werk van de Patenten, als waar van de beheering door de Bondgenooten aan den Kapitein-Generaal, tot kennelyk we- derzeggen toe , is opgedraagen; " • hadden wy, Hoos Mogenden Heeren, het geluk mogen hebben in die Refolutie teffens te mogen aantreffen een prascies van de reedenen, welken Uw Hoog Mogende hadden bewoogen , om dit point alzoo aan een nader onderzoek te fubmitteeren; zoo zouden wy beeter aanleiding voor ons daar in hebben gevonden , om eenige ponfi- de-  STAAT EN OORLOG. 29? deratien dien aangaande aan Uw Hoog Mogende te kunnen voordraaien ; weshalven wy verzoeken, met eene generaale befchouwing van de zaak ons te mogen vernoegen. En daar toe zal een korte fchets van het geene voormaalig omtrent de Patenten gebruikelyk was, voldoende zyn ; een fchets welke het ligtelyk zoude zyn met veele exempelen en retro-acta uit te breiden , maar waar van wy alléénlyk zoo veel zullen aanPcippen, als het onderwerp moet worden gereekend thans te vereisfxhen. Het heofd-oogmerk van alle de beftellingen en voorzieningen omtrent het werk der Patenten, ofte de magt, om Krygsvolk van de eene Plaats naar de andere te doen marcheeren, fchynt geen ander geweest te zyn , dan om de onderfcheiden Landfchappen te verzeekeren tegens de misbruiken , welken van die magt konden gemaakt worden. — En, om oudere tyden voor by te gaan, heeft zig die bezorgdheid nergens, ofte ooit, fterker geöpenbaard , dan by de deliberatien van de Bondgenooten , op het Stuk van de Militie gehouden op de groote Zaale in den jaare 1651, alwaar, na veeJe zwaarigheeden, de bekende Ordre op bet Stuk van de Patenten is beraamd, mitsgaders de Inftructie- voor de Heeren Gedeputeerden ter Vergadering van Uw Hoog Mogende, waar na dezelven zig zouden hebben te reguleeren in het geeven van de Patenten aan het Volk vin Oorloge, ende het bezorgen van de Frontieren van den Staat, met het Formulier van Eede daar toe aanhangig; hoe zeer ook de Heeren Staaten van Holland, in hunne Deductie van 30 January 1651, by die geleegendheid geformeerd , dezelva Vergadering tot het geeven van Patenten , weinig gefchikt hadden geoordeeld ; —• van al het welke wy ons gedispenfeerd achten eenig meerder détail op te geeven, als zoo veele zaaken , welken geenfints aan üw Hoog Mogende onbekend kunnen zyn, en daar en boven in de Refolutien , genoomen op de groote Zaale in den jaare i6ji,in derzelverzaamenhangkunnen worden,gevonden. Met veele omzigtigheid tegens alle misbruik-van de militie was die ordre ingerigt Maar de vreeze dien aangaande noodzaakte teffens tot de -inftelling van T 5 zoo  298 ZAAKEN VAN zoo veele voorzorgen, dat eene der voornaamfte vrugten van eene goede inrigting in Krygszaaken daar by verlooren ging, te weeten, expeditie van zaaken, en prompt gebruik van het Krygsvolk; — en die belem. mering wierd ras zoodanig gevoeld , dat men daar van in verfcheiden gelcegendheeden heeft moeten afgaan, door het arrefteeren van meenigvuldige formulieren van Patenten , waar op de Compagnien zouden mar» cheeren (*). Door het arrefteeren van de voorfz. meenigvuldige formulieren van Patenten, en ook van Actens van Authorifatie op de Ritmeefters en Kapiteinen, waar by hun bevoolen wierd op de Ordre van den Generaal ofte Hoofd-Officier, in de Acte genoemd, te trekken, wierden dan wel eenige der ongemakken van de Ordre van den jaare 1651 weggenoomen, en ook wederom andere gebooren (f;.* maar daar door wierd die Ordre in der daad voor den tyd van den Veldtogt, en met relatie tot de Militie in dezelve gebruikt, buiten effect gefteld ; en zulks wel , tot dienfte van de Gedeputeerdens te Velde ofte den Commandeerenden Generaal. De zaak bleef nogtans hoofdzaakelyk op dien voet tot in den jaare 1672 ; wanneer by Refolutie van den 8 July 1672 , van die dispofitie geheel is afgegaan, en daar by aan Zyne Hoogheid Prins Willem III , ,, tot kennelyk wederzeggen toe wierd opgedraagen zoodanige vrye magt over de Patenten en andere zaaken , het Krygsvolk van den Staat betreffende, als de voorgaande Heeren Princsn van Orange, als Stadhou,ders en Kapiteins-Generaal geëxerceerd hadden;" het welk alzoo heeft ftand gegreepen tot by het affterven van voornoemden Heere Prince, gl. ged., in den jaare 1702; waar na de dispofitie over de Patenten wederom gekomen is in de termen van den jaare 1651, met (*) Confer Misfive Raad van Staate in de Notulen van Haar Hoog Mog. op den 21 December 1657, en Refolutie Holland 5 April 1658. (1) Deeze Founulieren zyn te vinden , in Refolutie Hoog Mog. 14 February 1666, 18, 23 April 1668, 14Dec. 1671, 7 April, 15 May 1672, Secr.  STAAT EN OORLOG. 299 Biet dit zeer weezendlyk onderrcheid, dat de Heeren Gedeputeerdens ter Vergaadering van Uw Hoog Mogende niet meer bleeven afleggen den Eed , waar van bier boven is gefprooken; — en waar op onder anderen zoo fterk in den jaare 1651 was geïnfteerd, om daar mede eenigfints te voorkomen j dat door de Itneresfen van de byzondere Provintien, de Refolutien op dit Stuk niet zoodanig zouden kunnen worden genoomen , dat daar door de befcherming van het geheele lighaam veragterd zou worden ; met nog een tweede onderlcbeid, hier in beftaande, dat daar de Raad van Staate bevoorens, volgens de Ordre van den jaare 1651, .Collegialiter aan de Vergaadering van Uw Hoog Mogende op het Stuk van de Patenten advifeerde, daar omtrent als nu op fiet Rapport van Commisfarisfen uit den Raad wierd gedisponeerd ; als onder anderen gezien kan worden in een Mitfive van den Raad van Staate, geïnfereerd in de Notulen van de Extraordina- ris Vergadering van den 18 February 1717. En op dien voet zyn de zaaken gebleeven tot in den jaare 1747', wanneer, by Refolutie van Uw Hoog Mogende van den 4 May , Zyne Hoogheid Willem de IV, gl. ged. aangefleld zynde tot Kapitein en Admiraal Generaal o"er de Militie van den Staat in het algemeen, aan Hoogstdenzelven mede wierd opgedraagen „ de vrye magt over de Patenten , tot kennelyk wederzeggen toe , gelyk de voorige Heere Stadhouders dezelve gehad hadden," waar by de zaak dus te rug'" gebragt wierd in dezelfde termen, waar in zy onder Koning Willem was geweest; — welke magt op Zyne Hoogheid den tegenswoordigen Heere Erfftadhouder en Kapitein-Generaal is overgegaan. Word dan de zaak in deezen zaamenhangbefchouwd; en combineeren wy de Refolutie van Uw Hoog Mogenden van den 4 May I/85 , welke tot deeze dis. cusfie aanleiding heeft gegeeven, met den tegenswoordigen ftaat van zaaken : zoo hebben wy geen genoegzaamen grqnd gevonden om eenige verandering in dit werk te proponeeren , en zyn vervolgens van gevoelen, dat de zaak op den tegenswoordigen voet behoord te worden gelaaten. <__• Wy hebben van onzen kant al-  5oo ZAAKEN VAN alleenlyk in 't oog gehad, om door het bovenftaande verhaal , aan Uw Hoog Mogende en de Bondgenooten te doen blyken , van de aandagt, welke wy , op de behandeling van ieder point van het voorfchrift van Uw Hoog Mogende voorfz Refolutie, het van onzen pügt hebben gereekend te moeten vestigen. — Wy zvn nu genaaderd tot het laatlte point vervat in Uw Hx>g Mogende Refolutie van 4 May 1785 waar by , naamentlyk, aan ons een onderzoek word opgedraagen van ,, de wyze, op welke het werk der discipline militair, voor zoo veel de Generaliteits Landen particulierlyk betreft, zal behooren te worden gereguleerd," l)ie woorden hebben ons, op haar zei ven genootnep, tot eene genoegzaame handleiding van deliberatie vei ftrekt. Immers hielden wy ons,door den zin van dezelven, al aanflonds gedispenfeerd, om in eenige discusfienomtrent het recht in zaaken, de Militaire Jurisdictie aan. gaande, ons in te laaten; aangezien Uw Hoog Mogende zig by die Refolutie hebben gelieven te bepaalen tot het reguleeren van de wyze, hoe de Jurisdi&ie. Militair , voor het vervolg voor de Generaliteits Landen , naar onze gedagten, zou kunnen en behooren te worden gefchikt. — Wy hebben nogtans gemeend, in het generaal, niet uit het oog te mogen verliezen de macht en de authoriteit, door de Bondgenooten, van de geboorte van de Republiek af, en zeederd in de jaaren 1588 en 1651 , aan den Raad van Staate, met relatie tot deeze materie, geconfereerd. - By de eerde Indruétie voor den Raad van Staate van den 18 Augustus 1585, art. 3, wierd aan denzelven bereids toegedaan de „ kennisfe en Judicatuure over alle Kollonellen , Kapiteinen ende ander Krygsvolk te Lande ; en dezelfde authoriteit om te disponeeren in zaaken van Oorlog &c." by Articulen j van de fuccesfive JndrucTien van 5 April 15*8 en 18 July i6ji; —— en jin het generaal word aan den voorfz. Raad in de gemelde Inftruftien gedeiriandeerd het dellen van Ordre op de discipline Militair, en het dtalTen van alle  STAAT EN OORLOG. ioi le excesfen van het Volk van Oorlog ; waar uit rlan duidelyk te zien is, dat de Bondgenooten al hetzelve hebben overgelaaten aan den Raad van Staate, als welke in Eed zynde van de Unie , en op Inftructie van de gezaamentiyke Bondgenooten haar magt en gezag oefenende , daar toe dan ook het meest gefchikt en bevoegd moet worden gehouden te weezen. Ten gevolgen van dien is dan ook die macht en au • thoriteii, door den Raad van Staate, door alle tyden héénen , in de Landen van de Generaliteit, uitgeöeffend; en het zoude niet moeyelyk vallen, indien zulks nodig waare, eene geheele reeks van retroacta tot meerdere daaving daar van hier ter plaatfe te tellen, —dan aangezien, van den eenen kant, ons voorneemeu in deezen geenfints is , bekende zaaken op te haaien, ofte over de bevoegdheid van den Raad van Staate in zaaken , de Militaire -Jurisdictie aaugaande , op eenigerhande wyze te redenkavelen; zoo zoude nogtans, van den anderen kant, uit een aandagtig onderzoek van de voorfz. retroacla kunnen blyken , dat die magt en authoriteit niet ovetal in resfort van de Generaliteit, nogte.ook in alle tyden, op eenen altoos eenpaarigen voet is uitgeöeffend geweest ; waar uit dan in vèrfcheiden' omftandigheeden veele onzeekerheeden zyn ontdaan, veel twyffelagtigheeden gebooren, en ook van tyd tot tyd klagten gereezen, welken noodzaakelyk ten gevolge hebben moeten hebben , dat de adminiltratie van de Justitie, niet altoos zóó promptelyk heeft kunnen worden in het werk gelteld, als de aard van de zaak, en het belang [van de Krygstugt in eene onverweilde voorziening en draffe van gepleegde misdaaden, allefints komt meede te brengen. Het is dan overeenkomftig de wyze inzigten van Uv Hoog Mogende , dat wy gemeend hebben, dat zoo veele zwaarigheeden, en alle cavillatien, door het arrelteeren van een Reglement op de uitoeffening van de Militaire Jurisdictie in de Landen van de Generaliteit, éénmaal voor het vervolg zouden behooren te worden weggenomen ; ten einde eens een generaale reegel daar omtrent , ten minden voor het resfort van de Generaliteit , mogte plaats neemen, en alle voormaalige discus-  302 ZAAKEN VAN cusflen omtrent de tiitöeffening van eene univeffeele Militaire Jurisdictie in het voorfz. resfort, mogen cesieeren , en de Militair en de Burger , vervolgens mogten komen te weeten waar aan zy zie voortaan zullen hebben te houden. En het is tot dat einde, dat wy zoodanig Reglement hebben geconcipieerd, en wy neemen de vryheid hetzelve als een Bylaage van deeze Memorie fub Lift C. aan Uw Hoog Mogendens aan te bieden. Twee zaaken hebben wy daar by voornaamelyk in het oog gehouden. Het belang van de Armée in de handhaaving van de discipline, zonder welke geen Militie kan beftaan; en waar door wy dan gezogt hebben de Jurisdictie niet te mauw te beperken , ten einde de militaire dienst aan de nodige fubordinatie en kjygstugt niet zoude worden onttrokken. En , de goede ordre in de Burgerlyke zaamen-leevmg; op dat ieder individueel Perfoon , onder de befcherming van wel gedefinieerde Wetten, mo'oge worden gemaintineerd by de réchten , en de voorrechten, welken hem , in zyne onderfcheiden' betrekkingen van Burger, Ingezeeten, ofte Militair, zouden mogen toekomen ; en dat zóó doende alle confufie in de behandeling van de Justitie ii? de burgerlyke zaamen-ieeving worde voorgekomen. Wy hebben niet gehaditeerd, aan het voorfz. Concept Reglement eene grootere extenfie te geeven , dan wel noJig zoude zyn geweest, indien wy, (uit confideratie, dat alle Militaire Jurisdictie een gedelegeerd recht is , zyn oorfpronk ontleenende uit de concesfie van den Souverain, en uit den boezem van den burgerlyken Rechter) alleenlyk by weege van exceptie van dien grondreegel hadden aangeftipt, het geen voortaan niet meer aan den Burgerlyken , maar aan den Militairen Rechter zou worden overgelaaten ; om dat wy, zoo veel mogelyk , getracht hebben alle bedenkingen, welken in het een of ander geval, 't zy uit onkunde, verkeerd begrip , ofte andere motiven , omtrent den waaren zin van het recht zouden kunnen worden geformeerd , voor het toekomende uit den weg te ruimen;  STAAT EN OORLOG. 303 rnen; ten einde ook daar door meerder pofitive gevallen , wanneer tot de Wet toevlugt zal worden genomen , in dezelve mogen worden aangetroffen ; en zoo vervolgens alle cavillatien en langweiligheeden worden afgefneeden , en niet telkens tot den Souverain, ten fine van interprétatie van de Wet, en dus tot vertraa* ging van de discipline, zou behoeven te worden gere. curreerd. Voor het overige hebben wy , om deeze Memorie niet in het oneindige te doen uitdyen , by ieder /irti« cul van het voorfz. Concept-Reglement, op de kant, waar zulks nodig was, doen aanteekenen de reedenen, welke ons hebben bewoogen , om zoodanig Articul zóó, en niet anders, ofte tot opheldering, te dellen; als waar door aan Uw Hoog Mogende en aan de Bondgenooten meerder gemak in de overweeging van eene zoo delicate materie, en welke zoo dikwils een deen des aandoots is geweest^'moeten worden verdrekt,en de grondbeginzelen, waar uit wy in de beraaming van dit Reglement zyu werkzaam geweest, mitsgaders derzelver toepasfing op het algemeene but van de zaak, ook beeter, en al gaande weg, beóórdeeld. Dan wy bieden dit Concept Reglement aan Uw Hoog Mogende niet aan, zonder daar omtrent nog dit weinige tè doen remarqueereu, dat hoe zeer wy ons, voor ons zeiven , tot dat Concept, zoo als het is leggen, de, hebben bepaald; wy nogthans op de bedenkingen, ten deezen gemoveerd door de Heeren, die weegens den Raad van Staate in onze Vergaadering hebben gecompareerd, en in gevolgen bet voordel door hun daar toe gedaan , gemeend hebben dezelve Heeren te moeten verzoeken, dit alzoo geconcipieerde Reglement te willen brengen ter kennis van den Raad, in het vertrouwen dat de Raad wel zoude willen meede werken tot bereiking van ons oogmerk in het ontwerpen van zoodanig Reglement. — Dat vervolgens dezelve Heeren ons te kennen hebben gegeeven , dat zy van hun kant gemeend hadden communicatief in deezen met Zyne Hoogheid te werk te moeten gaan; dan dat zy teffens hebben verklaard, dat zy niet in daat zouden zyn de conlideratien van Zyne Hoogheid, nogte die van den  3C4 ZAAKEN VAN den Raad aan ons te kunnen fuppediteeren vóór den tyd, welke tot het doen van dit ons Rapport was bepaald* ——- Daar dan de voorfz. confideratien ons in voegen voorfz. niet hebben kunnen geworden , en wy nogthans ons verlangen, om dit ons generaal Rapport ter lafel van Uw Hoog Mogende over te brengen niet langer dorden inhouden, zoo hebben wy ook niet gehsfiteerd, om daar meede als nu voort te gaan;zoo veels te minder , aangezien dezelve confideratien daar door niet worden afgefneeden; en, overmits wy ook in deezen niets janders dan het algemeene welzyn hebben gebuteerd, en gevolgelyk bereid zyn, onze denkbeelden voor beetere te doen wyken, zoo zouden wy Uw Hoog Mogende in bedenking geeven, of Hoogstdezelven niet zouden kunnen goedvinden , om en de confideratien van Zyne Hoogheid, en die van den Raad van Staate op dit Concept-Reglement te verzoeken, ten einde dit werk eindelyk tot een gelukkigen uitkomst moge geraaken. Wy hadden wel gewenscht * Hoog Mogende Heeren, de limiten, welke Uw Hoog Mogende ons, by de meergemelde Refolutie van den 4 May 1585, omtrent het reegelen der Militaire Jurisdictie voor de Landen van de Generaliteit geliefden voor te fchryven , te overfchreeden ; en ook een generaal Reglement aan Hoogstdezelven te prasfenteeren" op de behandeling van de Militaire Jurisdictie in het resfort van de refpective Provintien; t zy dan dat zulks over het geheel in één ftuk zou hebben mogen worden volbragt; en daardoor de zaak uit een lumineus beginzel voor de geheele oppervlakte van den Staat voor altoos afgedaan; — ofte dat uit hoofde van de meerdere of mindere zwaarigheeden , welke zig op het grondgebied van Souve. raine Provintien , in tegen-overdelling van de Souverainiteit der gezaamentlyke Bondgenooten op de Landen van de Generaliteit , zouden mogen opdoen , het werk in twee deelen zou hebben kunnen worden be. handeld , en twee onderfcheiden Reglementen geformeerd ; waar van het eene zoude gedient hebben voor het resfort van de Generaliteit, en het ander, om voor alle de Provintien aangenomen te worden. -—. En daar toe  STAAT EN OORLOG. 3°5 toe ontvingen wy ook genoegzaame aanleiding door een voordel , 't welk Zyne Hoogheid in onze Vergadering tot dat einde geliefde te doen , en waar by Hoogstdezelve te kennen gaf: „ Dat zoodanig werk „ onze deliberatien dubbel waardig was , en wy een uitneemenden dienst aan den Staat zouden doen met „ het beraamen van-een Plan, naar het welk de Mili. taire Jurisdictie voortaan op een eenpaarigen voet „ zoude kunnen worden geoeffend, en het geene by ,, alle de Bondgenooten kon worden gcSggreëerd en „aangenomen," betuigende Hoogstdezelve Zyne Hoogheid ,, bereid te zyn , met alle zyne vermogens daar „ toe meede te werken , en zoo veel faciliteit en in. „ fchikkelykheid daar in toe te brengen, als zou kun,, nen worden overeengebragt met het waare welzyn „ van den Lande en met het maintien van de zoo „ hoog nodige discipline en krygstugt onder 's Lands ,, Troupes." uu Dan hoe zeer wy het daar omtrent volftrekt eens zyn met' Zyne Hoogheid, en wel bezef. fen de inconvenienten, welke zig moeten opdoen door de onzeekerheid van een regtspleeging , waar van de nitoeffening en de principes geduurig varieeren, naar maate zig de Militie op het Territoir van de eene Provintie ofte van de andere bevind; waar door dan de daat van den Militair telkens in het onzeekere word gebragt , en hy ook telkens aan nieuwe formen van Justitie en Judicature onderheevig word gemaakt; zoo moeten wy nogthans bekennen, dat wy, uit hoofde dat de Heeren, welke wegens zommige Provintien in deeze Commisfie zyn gecommitteerd geweest, zig daar toe 1 niet genoegzaam geauthorifeerd vonden , niet in daat zyn geweest, om dat werk , op een generaalen voet , tot (tand te brengen. ——. Wy moeten nog. thans inlteeren, dat Uw Hoog Mogende nogmaals erndige reprasfentatien by de Bondgenooten mogen gelieven te doen , om gezaamentlyk, en met overleg van den Heere Kapitein-Generaal van de Unie, tot het formeeren van een algemeene Landwet of Reglement omtrent de Militaire Jurisdictie, voor de by de Unie gemeen gemaakte Militie van den Staat, te concurreeren; en daar door ook in deezen alle fources van disVII. ceel. V ere.  3o5 ZAAKEN VAN' crepantien, onëenigheeden en verdenkingen voor altoos uit den weg te ruimen. Wy mogen nu, tot flot, en by wyze van recapitulatie, onder een gezigts-punt te zaamen te brengen alle de voorwerpen , waar van de befchouwing en. de beöordeeling door Uw Hoog Mog. aan ons onderzoek was opgedraagen. — Maar zyn de onderwerpen van onze deliberatien zoo meenigvuldig geweest: hebben zommige van ^dezelven eene zoodanige uitvoerige befchryving vereischt, dat daar door de paaien van dee. ze Memorie oneindig verder hebben moeten worden uitgezet , dan wy ons in den beginne hadden kunnen voordellen; zoo meenen wy de aandacht van Uw Hoog Mogende en die van de Bondgenooten niet tot op het uitterlte te mogen uitrekken met de herhaaling van alle de pointen, welken zyn verhandeld; ofte van alle de drangreedenen , welken tot herziening ofte verbeetering van deezen of geenen tak van adminillratie hebben moeten worden gebeezigd. — Wy mogen daar en boven hier in gereedelyk berusten ; — dat de oogen van de Bondgenooten te fterk zyn gevestigd geweest op het geene het fom mier van onze deliberatien zoude uitmaaken, dan dat hun de draad van het verhandelde zoo fehielyk zoude zyn ontvallen , ——— ofte dat een nieuwen prikkel zoude beIioodigt zyn, om de onderfcheiden' pointen van onzen voordragt eenig meerder gewigt,door onze exhortatien, by te zetten. Maar; — daar dan ook zóó veele zaaken zyn afgehandeld; zoo agten wy het niet geheel ongefchikt, uin alvoorens deeze Memorie te iluken, een foort van^ beredeneerden Bladvvyzer op alle dezelven alhier in te lasfehen , ten einde met den vinger daadelyk z?uda kunnen worden beroerd zoodanig articul , . welk men in nadere betrachting zoude mogen wenfcüen te neejae^Sil 31 ,;©iaU ib atv TtuiqfiJI dissH asb Onze generaale last belfond in het op geeven.-.van voorzieningen, omtrent de algemeene Defenfie van de Republiek. -~-—- Het was dtenvolgends niet genoeg te befchouweu , welke militaire macht prwcifelyk tot  STAAT EN OORLOG. 2Q? haare verdeediging vereischt wierd ; de middelen van Defenfie moeiten nog afgemeeten worden naar de uitgeftrektheid , de ligging , en de resfources van den Staat, gecombineerd met de offenfive middelen van de omliggende Mogendheeden; — de pollticque betrekkingen der Defenfie van den Staat moeiten ook noaover-een-gebragt worden met de grondbeginselen van deszelfs Conftitutie , en zoo ook over en weder- — het al in zaamenhang met deszelfs finantieele vermoogens en uttheemfche Verbintenisfen. Dit bepaalde dan onze aandacht op twee groote voorwerpen de Defenfie, namentlyk, te Water, en te Lande, met den voet van directie voor beiden. —. Wy mogten, gelooven we , voor eene algemeene waarheid aaann'eemen dat naar maate eene Mogendheid de paaien van haar gebied uitzet, de defenfie op zig zeiven genomen, zoo veels te bezwaarlyker word; — en dat, hoe bezwaarlyker de defenfie, hoe meer ook het beftier behoord te worden gehmplificeerd. — En wat zyn met opzigte tot de Kusten van deezen Staat, en gevolgelyk tot de deJe»Mje Water, wat zyn 's Lands Bezittingen in Oost en West , wat zyn de vaart en weder-vaart van zoo veele Vaartuigen, waar meede voorfpoed en overvloed naar herwaards worden overgebragt, -- wat zyn zy anders als een wyd uitgezette Kust, welke met de geichiktlte middelen moet worden verdeedi?d? Met betrekking dan tot den Oorlog te^ Water hebben wy in het breede aangetoond, dat, zullen de Bondgenooten weezendlyke vrugten plukken van het offer der penningen , tot dat object benoodigd, voor eerst ' en voor al de vyf takken van het Admiraliteits-beftier tot één zullen behooren te worden gebonden; — en om dat denkbeeld te beeter te bepaalen, en de executie van dien aan geen verwyt van onuitvoerlyke belbie- Öif? °C " ft--lleu ' hebben wy de form van riie adminiltratie in alle haare deelen uitgewerkt: zóó dat de hand daadelyk aan het werk kan worden geflaa°-en Z„a°° d?e"de ,de neilzaame g^olgen daar van aan' Itonds ondervonden. Die gevolgen zyn opgeteld . zoo ten aanzien van een beeter beftier, als van bezui* Wging van penningen. — Onder den invloed van dien V 2 vorm  3°3 ZAAKEN VAN vorm van-beftier, hebben wy befchreeven, welke zoü behooren te zyn 's Lands magt ter Zee, hoedaanig het onderhoud van dezelve, — de hoegrootheid van eene actif-dienstdoende jaarlykfche Equipage, en de onkosten daar toe vereischt; met fpecificatie van de posten, die tot alle die eindens op den Staat van Oor» log zouden behooren te worden gebragt. En zal men ons befchuldigen , dat onze voordragt geheel is hypothetisch; — dat de begrooting der kosten op die Hypothefis berust; — dat zy niet quadreerd met den waaren Haat der zaaken; — en <^at wy dus in den grond niets hebben gedaan : Wy vinden in dat verwyt zelve eene vergoeding van onzen arbeid; om dat uit eene bedaarde vergelyking van de tegenswoordige adminiltratie en van de kosten, welke zy abforbeerd,metden door ons voorgeflagenen voet, ligtelyk zal kunnen worden opgemaakt, of men een beredeneerd, conltitutioneel en uitvoerlyk Plan, aan eene aankleeving aan oude vooroordeelen , al of niet , zal moeten opofferen; en of een ryke bron van welzyn voor den Lande, al of niet, daar meede ten prooye zal moeten worden ge. geeven. — Tot dien vorm van beftier hebben wy meede betrekkelyk gemaakt de Inning van de middelen te Water, dat i=, de penningen procedeerende uit den ophef van de Convoyen en Licenten ; waar meede een gedeelte van de defenfie ter Zee moet worden beftreeden. — Eu , om dit hoofddeel in zyn geheel af te handelen, hebben wy gemeend aan Uw Hoog Mogende een gezigt te moeten geeven van den gedelabreerden toeftand der Finantien van de refpective Collegien ter Admiraliteit, fpruitende uit de agterlyke betaaling van de Provinciën op de effective dienlten, welken uit de Petitiën voor de zaaken van de Zee door dezelve Collegien zyn gedaan; en hebben, in navolging van 't geene in den jaare 1749 is gefchied , een middel aan de hand gegeeven, om de agterllallen allengskens, in sen zeekere periode van jaaren, geheellyk af te doen; waar door dan de voorfz. Collegien wederom zouden worden opgebeurd, en, zoo lange zy in hunne tegenswoordige gedaante zullen exilteeren , van meerder nut voor  STAAT EN OORLOG, 3op voor het Bondgenoodfchap weezen. — En by deeze geleegendheid hebben wy niet met fttlzwygen kunnen voorby gaan den deerniswaardigen toeftand van de Crediteuren van het Collegie ter Admiraliteit in Vriesland, met inltantie dat de rapporten in hun faveur ter Tafel van Uw Hoog Mogende uitgebragt, eindelyk eens mo« gen worden geconcludeerd, en daar meede het Nationaal Credit, in deezen opzigte, by het doen van nieuwe Equipagien en aanbouwen, wederom hei field. Van daar zyn wy overgegaan tot het tweede groote onderwerp van onze deliberatien , te weeten , de Defenfie te Lande. — Tot dat einde hebben wy in aanfchouw moeten neemen, niet alleen zoo zeer, wat eigentlyk was de teegenwoordige ftaat van zaaken, met betrekking tot Frontieren, Magazynen, Arfenaalen, de Militie, enz,, maar ook welke waaren de hulpmiddelen, die de Conflitutie der Regeering aan de hand gaf, om het beftier van alle die zaaken met de waare belangens van het Bondgenoodfchap te doen zaamenloopen. — Wy vonden geleegenheid daar omtrent te doen opmerken, dat dit beftier door de Voorvaderen geplaatst was in de handen, daar het behoorde; en dat aan dit gedeelte van de algemeene Regeering niet anders ontbrak , dan een onafgebroken toevoer van zoodanige middelen, zonder dewelke het niet mogelyk is, deezen tak van defenfie In behoorlyken ftaat te brengen , ofte te behouden. — De overtuiging daar van heeft ons by de meefte der onderdeden van de defenfie te Lande doen wyzen op den Raad van Staate met Zyne Hoogheid aan het hoofd ; en wy hebben dienvolgends gemeend, ons te mogen vergenoegen met de opgaave van zoodanige gebreeken en onvolmaaktheeden in dit vak, als welken een gevolg waaren van het gemis van de voorzeide middelen. Tot dat einde hebben wy aangetoond, welke inportante zaaken nog by de hand moeflen worden genomen , om met een militair en politiek oog , een aaneen-gefchakeld Frontier tot defenfie -van de gantl'che Landzyde van de Republiek te kunnen bepaalen. — De afhandeling van deeze materie leide ons onmidV 3 de-  3ïo ZAAKEN VAN delyk tot de befchonwing van de Armée van den Staar; — dan, vermits de plans, door Zyne Hoogheid dienaangaande aan Uw Hoog Mogende overgegeeven, een object waaren' geworden van de deliberatien der Bondgenooten : zoo nebben wy ons, met opzigte toe de Armée alléénlyk bepaald tot het geeven van eenige confideratien omtrent zommige pointen van verbeetering van dezelve in het algemeen; als is de inrigting van het Corps Pontonniers, mitsgaders van het Corps van de 'Artillerie; — de nuttigheid, om een gedeelte van het Leeger, om het jaar, ofte om het ander jaar, te doen campeeren; — de verwisfeling of de permanentie der Guarnifoenen , — de middelen om de recruteering te faciliteeren , en te verbeeteren, — en ook de middelen, om door toeleg van eenig douceur, of anderzints , de Ritmeefters en Kapiteinen van de Regimenten Cavallery, Dragonders, en der nationaale Duitfche en Waalfche Infantery, wegens fchadens eti verliezen in de jaaren 1781-1788 , in ftaat te ftellen, om hunne Compagnien in beeter ftaat te brengen , en te houden; — de introductie van een eenpaarigen voet van betaaling voor alle de Troupes van den Staat uit het Comptoir van de Unie ; in contra-diflinctie van het geene dienaangcande tegenswoordig in gebruike is; — op al hec welke wy hebben laaten volgen onze confideratien omtrent de dispofitie en het beftier van de Macht te Lande, als meede betrekkelyk tot de Patenten ; en , om geene der pointen, vervat in Uw Hoog Mogende te meermaalen aangehaalde Refolutie, onafgedaan te laaten, hebben wy dit vak, en dit geheele werk bellooten , met aan Uw Hoog Mogende aan te bieden een Plan, ofte project Reglement, waar naar de Militaire-Jurisdictie voortaan voor de Landen van de Generaliteit zoude kunnen worden gereguleerd. Dog alvoorens deeze Memorie te fluiten, meenen wy nog een oogenblik te mogen befteeden aan de aanwyzing der hulpmiddelen, welken wy hebben gebeezigd , om ons een genoegzaamen voorraad van informatien te bezorgen , ten einde in alle opzigten onze deliberatien met  STAAT EN OORLOG. 311 met meerdere en prtecifer kennis van zaaken zouden kunnen worden voortgezet; met opzigte tot de zaaken van de Zee hebben wy bereids, in een voorig gedeelte van onzen voordrngt , gewag gemaakt van de Refolutien van Uw Hoog Mogende , van den 13 en 20 April 1786 , welke Uw Hoog Mogende op ons voordel hebben gelieven te neemen , en waar by wy geauthorifeerd wierden, om zoo van de refpective Collegien ter Admiraliteit deezer Landen, als van de Heeren welke op aanfchryving van Uw Hoog Mogende, uit dezelve Collegien, van tyd tot tyd herwaards worden gecommitteerd, af te vraagen zoodanige confideratien ofte informatien, als wy tot het oogmerk van onze befoignes zouden meenen nodig te hebben, en waar aan ook volleedig is voldaan ; —- en wat aangaat de behandeling van zaaken , welke betrekking hebben tot de Defenfie en Oorlog te Lande , gaaven wy bereids op den 20 April 1786 aan Uw Hoog Mogende onze bevreesdheid te kennen, dat, alzoo het defenfie-weezen door de refpecYtve Bondgenooten aan den Raad van ,Staate is toevertrouwd , onze befoignes , zonder adfidiende van Heeren Gecommitteerdens uit den Raad , met geen vrugt zouden kunnen worden voortgezet; met verzoek, dat nademaal by Uw Hoog Mogende Refolutie van 4 May 1785, geen Gecommitteerden uit den Raad van Staate aan onze Commisfie waren geiidjungeerd, en dat Collegie misfchien zwaarigheid zoude kunnen maaken, om op ons enkel voordel hunne Gecommitteerdens tot dat einde te authorifeeren; dat Uw Hoog Mogende op eene voegzaame en met den aart deezer Commisfie over-een-demmende wyze , -daar in mogten gelieven te voorzien ; — 't welk dan ten ge. volge heeft gehad , dat Uw Hoog Mogende by Refolutie van den 21 April 1786 geliefden te verklaaren, dat aan de intentie van de Bondgenooten beeter zoude worden voldaan , wanneer de Raad van Staate zig zoude bereid toonen , om zoo met onze Commisfie, als met die tot revifie van de Provintiale Quotes , ten nutte van den Lande werkzaam te zyn ; waar na de Heeren Gecommitteerdens uit den voornoem le Raad V 4 in  312 ZAAKENVAN in onze Vergadering hebben gecompareerd , en de onderscheidene Befoignes met asfiduiteit bygewoond, met verklaaring ten eerften , dat zy bereid waren op alle wyze meede te werken tot het but deezer Commisfie: en ten einde daar van aanftonds met de daad een proeve te geeven , en hunne volvaardigheid , tot het uit den weg ruimen van al het geene eenige aanleiding tot zwaarigheid ofte vertraaging van zaaken konde geeven te betoonen; op voorgaande bevoegdheid van den Raad van Staate konden declareeren , dat zy in dit geval, en ongeprsejudicieerd hun regt in alle andere, gereed waren , hunne confideratien in deeze Befoignes te bepaalen tot het geeven van confideratien en advis ; hoe zeer ook anderzints, daar zy nu Leeden deezer Commisfie waren geworden, hun eene concludeerende dem zoude competeeren, -— door welke faciliteit veele van de zwaarigheeden , welke in de Extraordinaris Vergadering van den jaare 1717 zig veelmaalen hebben vertoond , al aandonds zyn afgefneeden geworden; —— en waar na wy het genoegen hebben gehad , om telkens en zoo dikwerf wy zulks kwamen te wenfchen, van voorgemelde Heeren Gecommitteerden te ontvangen al zoodanige informatien en elucidatien, op de zaaken , het onderwerp onzer Befoignes aangaande , als grootelyks tot de bevordering van dezelven hebben gecontribueerd , en waar van wy een duurzaam getuigenisfe by deeze geleegendheid hebben gemeend te mogen geeven. Hier meede is ons werk afgeloopen , Hoog Mogende Heeren , en ons blyft niets overig , als met verlangen de Refolutien, die de Bondgenooten op al het verhandelde zullen gelieven te neemen, te gemoet te zien.Wy hebben in de behandeling van dit alles een weezendlyk genoegen, geproefd , om dat wy getragt hebben het algemeen welzyn nimmer uit het oog te verliezen, ten einde ons, van den eenen kant, het vertrouwen van Uw Hoog Mogende en van de Bondgenooten waardig te maaken, — en ons, van den anderen , een gepaste aanfpraak op de dankbaarheid van Neêr-  STAAT EN OORL OG. 313 Neérlands Volks en van de Nakomelingsfchap te verzeekeren. ——• Wy zeggen dankbaarheid, Hoog Mog. Heeren .' - en zoo wy ons daar van een gedeelte voor ons zeiven toeeigenen, zoo bekennen wy teffens gereedelyk, dat wy de fource van dien moeten opzoeken in het vertrouwen , waar meede wy ons hebbtn vereerd gevonden. — Waren Uw Hoog Mogende en de Staaten van de refpective Provinciën niet overtuigd geweest, dat 'er in onderfcheiden takken van de Regeering deezer Landen veele en weezendlyke ge» breeken waren ingefloopen, waar door het nodig wierd, om de zaaken , die de Unie en her generaale Bondgenoodfchap aangingen , te onderzoeken : zoo waare ons ook geene voldoende geleegendheid gegeeven geweest , om onzen yver op eene zóó folemneele wyze aan den dag te leggen ; en daar voor bieden wy Uw Hoog Mogende by deezen op het plegtiglte onzen dank aan. Wy getroolten ons gaarne de moeielyke langweiligheeden , met welke wy in den loop onzer deliberatien hebben moeten worlteleu ; in de hoop , dat wy eenigermaate, immers voor zoo veel zulks in onze vermo. gens heeft geleegen , aan de algemeene verwagting beantwoord mogen hebben. Deeze is dan de derde époque in de gefchiedenisfe deezer Landen, dien de Bondgenooten hebben voorgefchikt, om te ftrekken tot herziening van ingekroopene gebreeken, en om de conftitutie der Regeeringe van dit Bondgenoodfchap op oude en duurzaame fundamenten te vestigen. — Indien het ons geoorloofd ware die époques in haare oorzaaken en gevolgen te mogen kenfchetzen: we zouden in een klein bedek voor oogen zien, dat dusdaanige groote poogingen van weinig vrugt altoos moeten zyn, wanneer zy niet verzeld gaan met een onwankelbaar voorneemen om derzelver eerde doel-eindens nimmer uit het hart te verliezen ; en wy zouden door zoodanig bedek, indien deeze laatde pooging het lot van de eerden mogte deelen, de kragtiglte beweeg-reedenen aan de Nakomelingfchap opleeveren , om den voorlpoed van het Gemeene-Best, voortaan meerder door het fluiten, dan door het gentezen, van gebreeken, te bevorderen. V 5 Maar  ZAAKEN VAN Maar zonder te treeden in een vergelyking van tyden , welke ons te verre zoude afleiden van het flot deezer Memorie , zoo zal het tot ons oogmerk voldoende zyn , nog voor een ogenblik te gedenken aan de gebeurtenisfen , waar van deeze Republiek geduurende eenige jaaren het ongelukkig toneel is geweest en welke dezelve geduurende die jaaren tot eene zoodanige onvoorbeeldige laagte ende verleegendheid hadden gebragt, dat alle de groote zaaken, zoo ten aanzien van de buitenlandfche belangens , als van de in.wendige Ordre , Regeeringe ende Conftitutie ten eenemaal wierden verwaarloosd ;' zóó dat 'er geen ander middel fcheen overig te zyn , dan toevlugt te neemen tot het exempel der Voorvaderen in tyden van nood, en door het benoemen van buitengewoone Vergaderingen , zaamengefteld uit Leeden van alle de Provinciën van het Bondgenootfchap , aan dezelven een gereeder middel aan de hand te geeven, om met een geest van infchikkelykheid en onderling vertrouwen te overleggen en naar te gaan , op wat wyze de ingekroopene abuizen en oude en weezentlyke defecten zouden kunnen worden verbeeterd , ten einde, door het neemen van codaate Refolutien , het geheele verval van het lieve Vaderland te voorkomen. Deeze Commisfie was dan haare geboorte verfchul- digd aan het ongeluk der tyden; en het was in het midden van de ongelukkiglte tyden , dat wy een aanvang moeiten maaken met de deliberatien over de importante pointen , waar van Uw Hoog Mogende en de Bondgenooten ons het onderzoek hadden aanbevoolen. Important waren dezelven voorzeeker ! — de Haat van 's Lands Magt ter Zee en te Lande; de herHelling ofte verbeetering van *s Lands Frontieren, met het geene da?.r toe behoord ; het beltier van den Oorlog te Lande ende te Water ; eene bepaaling omtrent de Jurisdictie Militair; —— en voor eene andere Commisfie nevens ons , het reegelen van de aandeelen der refpective Provinciën in de algemeene lasten van het Bondgenoodfchap, en een onderzoek over het gebruik, 't welk van de penningen van de Unie, tot foulaas der Fi-  STAAT EN OORLOG. 315 Finantien van de refpective Bondgenooten, met betrekking tot de algemeene defenfie zoude behooren te worden gemaakt : deeze waren, ieder afzonderlyk , en in derzelver zaamenhang, zaaken van het alleruiterfte aanbelang, en welken nimmer, te gelyk, binnen den kring van werkzaamheid van eenig Lighaam van Regeeringe ofte wettige byeenkomst van een aanzienlyk aantal van Regenten , waren gebragt geweest. • Dan , Hoog Mogende Heeren, onze uitzigten , by het aanvaarden van deezen last , waren ten uiterften fomber! ■—- en welke hoop konden wy ook voeden , om eeniger-maate aan denzelven te voldoen? want hoe dringender de nood , hoe grooter de indragten op de Grondwetten van den Staat, hoe heeviger het misverftand tusfchen Bondgenoot en Bondgenoot, — en hoe losfer de band der Unie; hoe minder vrugt wy ons ook van ons werk konden belooven. — En ware het niet geweest, dat wy voor ons het oog fteeds hielden gevestigd op die zelfde voorzienigheid, welke zoo zigtbaar de opkomst van dit Land hadde beftierd, en hetzelve zoo dikwerf voor den ondergang bewaard ; met het vertrouwen , dat toekomende gebeurtenisfen onzen byzonderen yver voor het algemeen belang mogelyk nog van eenigen vrugt zouden mogen maaken : zoo hadden wy bereids toenmaals onzen last in den fchoot van Uw Hoog Mogende wederom nedergelegd. Gebeurtenisfen, die wy niet konden voorzien , wakkerden onzen yver te gelyk met onze hoop aan ; en eene gedenkens-waardige omkeering van zaaken zettede ons een nieuw leeven by. — Toen eerst konden wy, met uitzigten op een gelukkigen uitflag, de handen aan het werk liaan : en op grond van eene oorfpronkelyke Unie, voorflagen aan Uw Hoog Mogende, tot verzeekering van het algemeen geluk, opdraagen: welke anderzints nodeloos , maar thans gefchikt mogen zyn , om éénmaal alle die heilzaame eindens te bereiken. Wy zaagen teffens met genoegen , dat door de berftelling van 's Lands Regeeringe in haare voormaalige vorm ende gedaante , ons een gedeelte van onzen taak, was afgefneeden , gelyk wy geleegendheid hebben ge. had  3i6 ZAAKEN VAN had zulks aan te ftippen omtrent verfcheide pointen, waar over onze voordragt heeft moeten loopen; — maar zyn wy ook van den anderen kant gelukkig ge« noeg geweest , omtrent dat geene »t welk ons overfchoot, zoodanige verbeeteringen voor te draagen zoodanige voorzieningen aan Uw Hoog Mogende ' met concurrentie van Zyne Hoogheid den Heere Erfdadhouder, aan te bieden ; als waarby een gereegelder voet op verfcheide takken van de Regeeringe word befchikt; de wyze van het bellier meerder naar de belangens van het Bondgenootfchap ingetigt ; de finantieele vermogens in fommige opzigten vermeerderd ende gederkt; de zoo hoognodige harmonie, onder Leeden van een en het zelfde Lighaam, aangemoedigd en bevorderd; —. en, wy mogen gerustelyk daar by voegen, zoo alle die voorflagen gebouwd zyn op de zuiverde en onwraakbaarfte grondbeginzelen van de Unie, welke de hoofdfchakel is , waar aan wy ons hebben vastgehouden; en zoo geene van die voorflagen eenige de minde kwetzing aan die grondbeginzelen kan te weege brengen; —<• zoo wy ingewortelde vooröordeelen hebben bedreeden ; en aangetoond , dat met vaar-wel te zeggen aan die voor-öordeelen , en aan de ingebedde byzondere belangens waar op zy waren gefchoeid , het algemeen voordeel word behartigd en dat zelfde byzonder belang niet uit het oog verlooren : zoo mogen wy ons ook vleyen, dat 'er by de Bondgenooten , welken deezen onzen arbeid zullen herzien , goede wille, verdand , ende cordaatheid's genoeg zal gevonden worden, om den bloey en het welzyn van het dierbaa. re Vaderland, door het neemen van fpoedige en effica. cieufe Refolutien, voor lange te verzeekeren. — Dan, welk ook het gevolg van deeze deliberatien zal mogen zyn, wy hebben onzen last volbragt, en kunnen ons in deezen houden voor te hebben gedefungeerd: en wy mogen vervolgens dit ons geheele werk befluiten , met het onwaardeerbaar genoegen, dat het aan ons niet zal hebben gehaaperd, dat eene zuiverder Conditutie , en eene ruimer maate van geluk, tot het laace Nakomelingfchap worden overgebragt. Waar  STAAT EN OORLOG. 3i7 Waar meede eindigende, Hoog Mogende Heeren! bidden wy God Almachtig Uw Hoog Mogendens by eene gelukkige Regeering te behouden. (Onder ftond) De Gedeputeerdens tot de Perfoneele Commisfie van het Delenfie-Weezen. (Was geparapheerd) Gefchreeven j. c. van lynden, vt. in den Hage den 28 Ofto- (Lager ftond) ber 1789. Ter Ordonnantie van dezelven. (Was get.) b. p. van lelyveld.